■tav
|
||||||||||||||||
f*l
|
||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||
I
■
|
||||||||||||||||
v.*
|
||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||
61
|
||||||||||||||||
/ i ij.......>-.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAM,
IN ZYNE
OPKOMST, AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
.GEBOUWEN.,.
KERKENSTAAT, SCHOOL EN,
SCHÜTTERYE, GILDEN
REGËERINGE,
BESCH reeven,
DOOR
■2 A N fFJGENJJR,
|
||||||||||
HISTORIESCHRYVEIL DER STAD.
DERDE S T Ü &
|
||||||||||
Te AMSTERDAM,
Ey I S A A K T I R 1 0 N. M D C C L X I I.
Met Tiiv'üegit van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten v3js
Holland en Weftyriesland. I DER R»KSUNIVERSnejT_UTRfcCH!j
|
||||||||||
3
T W Ë Ê b E t> Ë E L.
GESCHIEDEN I *,S S E N
VAN
AMSTERDAM,
|
||||||
ZESDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van't jaar 1534» tot bet jaar 1555. DE Hervorming, die Maarten Luther x oor-
in 't jaar 1517, in Duitfchland hadt fprong begonnen te prediken, was, kort daarna, der Hef- in Holland, en tot in Amfterdam doorge- vonnin* drongen: en naardemaal, onder fchyn der- 1^24» zelve, omtrent deezentyd, merkeïyke be- roerte verwekt werdt in deeze Stad, zal 't niet ondienftig zyn, dat wy de gefchiedenis der Hervorminge van Amfterdam, hier ter plaatfe, van haaren oorfprong ophaalen; zonder dat wy ons byna zullen behoeven te bedienen van het werk, dat, onder den ti- tel van Hiflorifche Befchryving der Reforma- tie van Amfterdam, het licht ziet; alzo daar- in zeer weinig gevonden wordt van 't gene* omtrent de beginfelen der Reformatie in deeze Stad, merkwaardig is. De Leer van Luther was, al in 't jaar invdd-
1518,bekend te Dordrecht (#), vermoede- ring dëi (a) DeVerwyk Ddidr. H. ï.27.
III. Stuk. A %
|
||||||
4 AMSTERDAMS IL Deel.'
1534- lykderwaards gebragt doorDuitfcheKoop-
onder hiiden > die veel in die Stad verkeerden. Veel- eenige h'gt, is zy, omtrent dien tyd, ook reeds te ingezete- Amflerdam verfpreid. Immers de Redery- "en van kers, die toen al eene Kamer te Amflerdam dam hadden W» hebben, naderhand,getoond, dat zy der Hervorminge waren toegedaan de Red? CO: 'c we^ ^an °°k de reden geweefl is,
rykers waarom negen hunner, in 't jaar 1533, een aldaar. Batemcnt of Spel gefpeeld hebbende, waar- in diverfche Spiticheden op Geeflelyken wer- den gevonden, door het Geregt, veroor- deeld werden om eene Bedevaart naar Ro- me te doen (d). En gaf hun gedrag gele- genheid tot eene Keur, waarby verbooden werdt,eenig openbaar Batement te fpeelen, zonder dat het, vooraf, door het Geregt, onderzogt en toegelaaten was (>). Luthers Maar na dat de Hoogefchool van Leuven, Nieuw de eenigfte Hoogefchool ten deezen tyde in Tcfta- fe Nederlanden, de Leer van Luther, inTt wordt jaar I5I^> veroordeeld hadt; en vooral,na hier ge- dat het leezen en bewaaren zyner fchriften, drukt, in 't jaar 1521, by Keizerlyk Plakaat,ver- booden was, vondt de Hervorming ook haa- re tegenftanders in Holland, met naame te Amflerdam. Hier was, in 't jaar 1523 , eene Vertaaling in 't Nederduitfch van Luthers Hoogduitfch Nieuw Teflament gedrukt by Doen Pietérszoon,diQ in de Kerckftraete, dat is, in de Warmoesftraat tiviTchen de Oude Kerk
(b) Zie II. Deel, V. Bitk, hl. 47 J-
(c) Zie Hooït Nederl. Hift. 61. 3<J» l$S.
(d) Keurb. D. ƒ. 22s.
\e) Keurb. D. ƒ. 154. |
||||
VLBoEK\ Geschiedenissen. 5*
Kerk en den Dam, in Engelenburg, woon- 1534. ^e (ƒ)• Van deeze Vertaaling bediende Heimely- men zig, in zekere heimelyke Vergaderin- ke Ver- gen van mannen en vrouwen, die, hier ter§ad3rin- Stede, in dit zelfde jaar 1523, gehouden §en' werden in weerekltlyke huyfen. Zy werden, by eene afkondiging van den dertigtien No- vember, onder bedreiging van ftraffe aan lyf en goed, verbooden. En uit deeze af- kondiging blyktjdat, in deeze Vergaderin- gen , op eene zekere wyze, gepredikt werdt. Ondertuflchen, is aanmerkelyk, dat ook het ftooren van zulke Vergaderingen, zo zy al tegen 't verbod mogten gehouden worden,' met fpreeken, roepen, werpen of diergely- ken, aan alle byzondere perfoonen, onder gelyke bedreiging, werdt verbooden (g): en dit is, ook in laatere tyden, doorgaans ge- fchied, wanneer het Geregt geraaden vondt, eenige Vergaderingen te verbieden. De Keu- ren verklaarden de Vergaderingen ongeoor^ lofd;doch het handhaaven der Keuren kon, zonder gevaar van oproer, niet aan ieder- een gelaaten worden, 't Geregt behieldt het wyslyk aan zig zelf, en aan zulken, wien 't byzonderlyk aanbevolen was. Toen, omtrent deezen tyd, elk, die Lu- Vervol.
thers Leere eenigszins toegedaan was, voor ging. de Vierfchaar van Frangois van der Hulfl, dien de Keizer, tot Inquifiteur of Geloofs- onderzoeker, in de Nederlanden, hadt aan- gefteld, gedagvaard werdt (£); toonde de Re-
(f) Ls Long */. 4<Jg.
(g) JCeurb. D. ƒ. 9+.
(b) Rcpc«. U. 13. A3
|
||||
6 AMSTERDAMS II.Deee.
1534' ^-eSeer^nS van Amfterdam, nog in een an*
der opzigt, haare wysheid, en haare zugfc voor de handhaaving van der Stede - Privi* legien. Op het verzoek van eenige ingeze- tenen der Stad, die voor geenen ongewoo- nen Regter meenden te regt te moeten ftaan, befloot men, in May des jaars 1524, hen by te flaan, zo lang het buiten kotten der Stede gefchieden kon (i) : hoewel deeze poogingen niet altoos gelukkiglyk uitvielen. Immers , men vindt, dat eenige Amfter- dammers, van Lutheranerye befchuldigd, in 't jaar 1525, op bevel der LandvoogdeiTe, uit de Stad geligt, naar den Haage gevoerd, en aldaar, nevens eenige ingezetenen van Haarlem, Delft, Leiden en andere Steden, te regt gefield zyn. Ook vindt men, dat fommigen de Leer der Hervorminge weder- pm verzaakt hebben; en dat anderen, ftand- vaftig gebleeven zynde, op de Sloten te Muiden, te Rupelmonde, te Vilvoorden, en elders, gevangen gezet zyn, tot hunnen dood of verandering toe. Een Priefter van Woerden werdt, ten deezen tyde , ver* brand (T). Gebrek De vervolging was egter nog gantfeh niet vangoe-zwaar in Holland, vooral niet te Amfter- <j?,prre' dam, alwaar, federt het jaar 1518» een onder dev>cnout geweeftwas, te weeten Meefter Jan Room- Huibrechtszoon, die veel oogiuiking gebruik- fchen. te omtrent de Hervormden, fchoondeezen zig nogtans^ naar 't fchynt, niet altoos e- ven
ff) Groot-Memor. N. I. f. ^%^ verft,
(k) Chron. Amcrsf. apud Matth^um Fund. 8c Fat. Icclef. p, i 12. |
||||
VI. BoiK. Geschiedenissen. f
ven befcheidelyk gedraagen hebben. Men 15*4.
vindt, in de Stads Regißers,eene Keur van den twee-en-twintigften December des jaars 1524, totopfchrift hebbende Van der Lu- theranen quade manieren, waarin verbooden wordt „ by nagt en ontyde, langs de hui- ,, zen, te roepen tegen de Predikanten, der- „ zelver Sermoenen, en der luiden leeven: „ en famofe libellen en oneerlyke gefchriften „ te Hellen aan Kerkdeuren en Altaaren, „ tegen den Paus, de Aflaaten enz. (f)," Doch 't was niet te verwonderen, dat eeni- ge heethoofdige voorflanders der Hervor- minge, nu en dan, onbefcheidelyk uitvoe- ren tegen de Predikers der Roomfche Ker- ke; men was, ten Hove zelf, overtuigd, dat op derzelver Leer en gedrag vry wat te zeggen viel (?«). De Landvoogdes, Vrouw Margareet, fchreef hierom den Steden van Holland, en dus ook Amfterdam, in Sep- tember des jaars 1525, aan „ dat zy goe- 3, de toezigt hebben moeften op de Predi- „ kanten;" en den Kloofteren „ dat zynie« „ mant moeften uitzenden om te prediken, „ dan die voorzigtig, verftandig, en van „ goede zeden was, en vooral wel geoe- „ fend in de wyze van prediken,op dathy „ 't gemeene volk niet ergeren mögt (»)." Te Amfterdam, was ook gebrek in 't pre- diken geweeft. Burgemeefteren hadden hier, den twee-entwintigften Maart des jaars 15 24, zo veel hen dat aangaat,den Minderbroede- ren (l) Kcurb. D. ƒ. 103.
(1») Mk. Aert van der Goes Regift. il. 14, 17, »••
(nj Repert. tl. ij. en Her agttr in at BylaagcnL». A.
A 4
|
||||
8 AMSTERDAMS IL Dee£.
1534« ren toeSe^aan j jaarlyks, in eene van de
Kerspelkerken, de oude of de nieuwe, de Paßte te prediken (o). Ook fchynt 'er, op het gedrag van deezen, minft te zeggen ge- weeft te zyn. Maar hunne flxengheid jegens de Hervormden, die in laater' tyd klaarlyk bleek,hadt hen, veelligt,reeds tegenwoor- dig, by de aanhangers der Hervorminge, •in kleinagting gebragt. Ondertuflchen, zogt de Wethouderschap van Amiïerdam te vol- doen aan den inhoud van het fchryven der Landvoogdefle , beveelende, onder ande- ren , op den veertienden November des jaars 1526 -,, dat.niemant-, in Kerken,Ka- '« pellen of Godshuizen, prediken zou, dan I, met bewilliging der Paftooren en des Ge- „ regts; en dat niemanc Predikanten, die „ niet toegelaaten waren, zou huyfen, hoef- ,, tien, of onderhoud bezorgen; vooral gee- „ ne verloopen' moniken (py* Doch dee- 2e keur zag meeft op zulken, die nog by de Roomfche Kerke bleeven, en reeds eenige Hervorming in 't hoofd hadden; of op zul- ken, die hunne Kloofters hadden verlaaten, én zig, heimelyk of openlyk, hielden by de Kornelis Hervormden. Ondertuflchen, vondt men 'er Krok, ook, onder de Geeftelyken te Amfterdam, Opzigter die zig, door redenen, zogten te verzetten t/nfche" teSen de Lutherfchen. Kornelis Krok of Cro* Schoole cus,Opzigter derLatynfche Schoolealhier, alhier, in 't begin des jaars 1531, aan den Officiaal aoektge-des Biflchops van Utrecht, fchryvende, be- dien- et) Groot-Memor. N. I. f. m verfu (p) Kemb. D./. ii+ vtr/ê. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. o
diende zig van deeze woorden: „ Ikfmeek 1534.
„ 11, op 't ernftigft, dat het my geoorlofd )egen, „ zy, de Gebeden, die ik verpligt ben teheid om „ leezen, om dat ik tot de mindere Orden tegen de „ ben ingewyd, flegts voor ééne maand, na L"tner- „ te laaten. Ik ben begeerig, om my, in^" [,„, j, dien tyd, met heilig werk bezig te hou- „ den, en iet te fchryven, waardoor de ge- 3, moeden van eenigen van de Lutherfche „ en Oecolampadifche Kettery afgetrokken, „ of tegen dezelve gewapend kortnen wor- 3, den, op dat de opregten nog voor 't be- 3, derf mogen bewaard blyven. En daar is s, haaft by 't werk; want ik meen, dat ik „ het heil van eenigen, die ten deele my- „ ne maagen, ten deele myne goede beken- „ den zyn , ten deele , voorheen , myne „ Leerlingen waren, in dit opzigt,zalkon- 3, nen bevorderen; en 't is noodig dat ik „ zulks ten fpoedigfte onderneeme, om dat „ eenigen hunner, in de aanftaande maand, 3, te fchepe naar Ooftland ftaan te vertrek- 5) ken, gelyk hier, te Amfterdam, dege- „ woonte is (5)." Of Kroks verzoek toeg§. ftaan werdt, is my niet gebleeken. Doch *t is zeker, dat hy verfcheiden Werkjes, te- gen de zogenaamde Onregtzinnigen, in 't licht gegeven heeft (r). De Plakaaten, die, van tyd tot tyd, in De Re-
Holland , uitkwamen tegen de Onroom- geering fchen, moeflen, ondertuflchen, nu en danXanjÄra" ten minfte, worden uitgevoerd. Amfter- maak^ig dam verdagt
(?) Vide J. F. Foppens. Biblioth.Bèlgic. Tem, I. ?; 1*7,
(r) Id. Ibid. />. 151*. As
|
||||
ro AMSTERDAMS IL DiEt:
1-q4 darnhadt zig, omtrent deezen tyd, reeds
■f ten Hovc verdagt gemaakt van Lutherane- Iberane' rye, vooral om dat de Stad zig zo yverig rye. toonde in het voorflaan haarer Privilegien, die niet gedoogden, dat men haare Poor- ters den gewoonlyken Regter onttrok, om- ze elders, over cle misdaad van Ketterye, gelykze genoemd werdt, te regt te ftellen (*). 't Was dan wel noodig, dat de Stad, zo zy haaren goeden naam ten Hove niet geheellyk verliezen wilde, de hand een wei- nig hielde aan de Plakaaten. Ook deedt zy dit, nu en dan. Wy hebben hiervan eeni- ge voorbeelden, uit de Regiflers der Cor- reäien, verzameld, die wy hier laaten vol- gen, op dat de Leezer zien zou, welke Per- foonen, hier ter Stede, der Hervorminge, ten deezen tyde, zyn toegedaan geweeft; wat men in hen veroordeeld hebbe , en waarmede zy dat hebben moeten boeten. Straf o- Meefter tfrynand van Breda en Gerrit Cor- vereeni- neliszoon van Geervliet, School gehouden gen, die,hebbende buiten kennis van Burgemeefte- ten dee ren ^ en verdagt zynde van qualicken te ge- dTr Hel'welen, werden, den vierden Juny desjaars vormin- 1535, voor drie jaar en gebannen (f). Maar- ge warenen Janszoon, Hoedemaaker, die niet ter toege- ml^e gewecft was; met luiden, die met daap' ketterye befmet waren, verkeerd, en met hen, meer dan hem geoorlofd was, over de Schriftuure, gefproken hadt, werdt, den veertienden April des jaars 1537, tot bede- vaart (j) MR. AEBT VAN DER GOES Regift. */. 35 , 45>, »*
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. ir
vaart naar Rome en tweejaarige balling- fchap verweezen («). Bieter Govertszoon werdt, den veertienden November des jaurs 1526, om 't fpreeken van woorden, die toe
oproer ftrekten, en om 't herbergen van luiden, fufpeel van der fiele Lutherane, ver- weezen tot Bedevaart naar de Lieve Vrou- we ter Tnfeel [RyiTel], en om vyfentwin- tigduizend Leidfchen Steens op te brengen (u). Doch Barte Hubert van Breukelen, die niet alleen verdagte perfoonen gehuifl, maar zig ook zelf van Lutherie verdagt gemaakt hadt, werdt, den agtentwintiglten May des jaars 1535, voor zes jaaren gebannen (w): en vier dagen te vooren, was Anna Willem de/mits wyff, eenige perfoonen, van Lu- therye verdagt, ten haaren huize gehad, en met dezelven verkeerd hebbende, tot Be- devaart naar Keulen en Aken veroordeeld (x). Brecht Barent die Guldenberchs w;y/, in haar huis, vergadering hebbende laaten hou- den , waar zeker verbooden boek gelezen werdt, was, den agttienden Maart des jaars 1527, in eene boete van vier guldens be-
flaagen (3/). Nog vroeger, op den eenen- twintigden July des jaars 1524, was Aech- gen arents, haare wooning tot ondeugdelyke vergaderingen geleend hebbende, verwee- zen om in Bedevaart naar Rome te gaan, en niet weder te keeren voor dat zy tien- du;« (u) Agter 't Keurb. D. f. 2.4.9 vtrfi, ,
(v) Agter't Kcurb. D. ƒ. 196. (w)jlgter't Keurb. D. ƒ". 238 verfi, \x) Agttr't Keurb. D./, ijt. (x) Keurb, D. ƒ. 119, |
||||
12 AMSTERDAMS II. Deel.
duizend Leidfchen Steen betaald hadt (z).
Op den eenentwintigden May des zelfden jaars, waren Dirk Albertszoon, Erm Ba- rendszoon, Quiryn Jooflen, Klaas Houtfla- pelaar, Tryntje Fredriks, Baaf Klaas, Heil Arys en Ebel Klaas, die verbooden verga- deringen gehouden hadden, veroordeeld, om met een vierdendeel ponds brandende waskaars voor de Proceffie uit de S. Niko- laas of Oude Kerke, tuflchen de kruiffen, uit te gaan (a). Jan Zyuartszoon die Cropel, boeckuercoper, verbooden boeken in huis ge- had en uitgegeven hebbende, werdt, den agttienden Maart des jaars 1527, verwee- zen, om twee maanden op de S.OlofsPoor- te te brood en te bier te leggen; daarna een half jaar in huis te blyven, en twaalf Ka- rels guldens te betaalen (b). Pieter Jans- zoon Tibaut, Drukker, werdt, den zevenden Auguftus des jaars 1528, om het drukken van fcbandelyke en oneerlyke brief gens, ver- oordeeld, om twee uuren op de kaak te flaan, en daarna eene Bedevaart te doen naar onze lieve Vrouwe te RyfTel (c). Waar- fchynlyk, zagen deeze brief gens ook op de Leer der Onroomfchen, die, gelyk uit eene Keur van den tienden January des jaars 1531 af te neemen is, ook in liedekens, die langs ftraat en voor de huizen gezongen werden* verfpreid werdt (J). Ondertuflchen, was, ter
(z) Jgter't Kenrb. D. ƒ. 18«.
(a) Agter't Keurb. D. ƒ. I8+.
(b) Keurb. D. f. i|8 verfo.
|
||||||||
.
|
||||||||
(e) Agter't Keurb. D. ƒ. 20S.
(d) Keiub. D. f. 1«. |
||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 13
ter gelegenheid van het geval van den Druk- j ker,reeds verbooden, iet te drukken,welk niet door Schout en Burgemeederen onder- zogt was (<?). Albert Dirkszoon, Gelderfch- man, openlyk vleefch in de Vaften gege- ten hebbende, werdt, den tweeden April des jaars 1527,tot geefleling en Bedevaart naar Napels veroordeeld (ƒ): en Jan Ts- brandszoon, Schoenlapper, die den Kapel- laan van de Oude Kerke, in de S. Olofs- Kapelle, hebbende hooren prediken, gezeid hadt, Ik wil f huis gaan: ik heb lang genoeg verleiders van God gehoord, met meer dier- gelyke woorden, was, den veertienden No- vember des jaars 1526, voor zes jaaren, gebannen (g). Naderhand, den agtdenAu- gudus des jaars 1534, werden Adriaanja» kobszoon, Mandemaaker, en Piet er Ripp erts- zoon , welke laatfle, op lad van den eerden, en voor deszelfs deur, gefchilderd hadt ee- nige duiveltjes met kappen, viffchende geld, kaas en andere goederen, tot fchimp der Religiofen, beide veroordeeld tot Bedevaart naar Rome, en de eerde, om vyfentwintig- duizend , de tweede , om vyftienduizend Leidfchen Steens te voldoen (&). Jakob • Klaaszoon Bakker, het Sakrement, op de Oude Kerks brugge, met gedekten hoofde, in den weg gedaan hebbende, was, den zes- tienden November des jaars 1530,verwee- zen om, drie maanden agtereen, alle don- der. (e) Keutb. D. ƒ. 134.
(f) Ag ter 't Keurb. D. ƒ. ipg.
(E) dgter't Keurb. D. ƒ. 196 ver/o.
(Aj Alter 't Kemb. D. ƒ. zjo vtr/i. |
||||
14 AMSTERDAMS ILDeëe/
*534« herdagen, in 'c K°or ^er Oude Kerke,eene
hooge mis knielende aan te hooren, en na 't eindigen der zelve, eene kaars voor 'tSa- krement te flellen (i). Doch Hilkbrand van Zwo/,gezeid hebbende,dat het Sakrement des Altaars niet meer was dan gemeen brood, was, den agtentwintigflen November des jaars 1528 , reeds veroordeeld , om zyn zeggen te herroepen, een half uur op de kaak te pronk te ftaan, met een priem door de tong gelleken, en ten eeuwigen dage ge* bannen te worden (k). Alle deeze en dier- gelyke flraffen troffen zulken, die der Her- vorminge meer ofmin toegedaan fcheenen. OndertufTchen, toonde de Wethouderfchap van Amfterdam ook, dat zy zulken , die zelfs verdagte luiden onbefëheidelyk beje- genden , niet ongeflraft wilde laaten. Ma- rike Meinouwe, den luiden hebbende nage- roepen, Ketters! Ketters! gy houdt Schale of Vergaderinge enz. was, den agttienden O&ober des jaars 1525, verweezen tot Be- devaart naar de Lieve Vrouwe te Hoorn, en om een geheel jaar op de S. Olofspoor- te te bier en te brood te leggen (/). Een Am- De flraffen, over zulken die der Hervor- mer- minge waren toegedaan, van welken wy, damfch tot hiertoe, gefproken hebben, waren de omKet- ü&&en> die te Amfterdam werden uitge-
tery,ver-voerd. Ook waren hier, ten deezen tyde ,
brand, nog zeldzaam zwaarder flraffen tegen On-
roomfchen in 't werk gefield. De zwaar-
ften
(i) Jlgter'tKt\lt\>. D. ƒ. Zig Vtrfo*
(k) Agtcr 'iKeurb. D. ƒ. 207. (I) Jtgttr 't Keuit». D. f* ïj+. |
|||||
\
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 15
ften gcfchiedden, op bevel der Landvoog- 1534,,
defle of des Raads van Holland, buiten de Stad , en zelfs buiten Holland. Tsbravd Dirkskoon Schol, Priefter te Amfterdam,die der Leere van Luther toegedaan was, werdt, by voorbeeld, tot tweemaalen toe, betigt en vrygefproken zynde, ten derde maale, gevangkelyk naar Brabant gevoerd, daar hy, eenen geruimen tyd, op 't Slot te Vil- voorden, bewaard, en eindelyk, in dit jaar 1534, te BriuTel, verbrand werdt. Pon- tanus befchryfthem als uit eerlyken hui- ze gefprooten, niet ongeleerd , zeer wel- ipreekend, en nedrig en opregt van aart (m)i al 't welk hem egter niet hadt können be- vryden voor de flraf, welke de zogenaamde Kettery, ten deezen tyde, waardig geoor- deeld werdt. De Plakaaten werden ook al- lengskens ftrenger, en in O&oberdes jaars 1529, was 'er, in Holland, een uitgekomen, waarby aan hardnekkige ketters, gelykze genoemd werden, beide vrouwen en man- nen , de dood gedreigd werdt («). Te Amfterdam ook, daar men,tot hier-Oor-
toe, niet zeer ftreng geweeflwas, werdtfProns der Regeeringe, omtrent deezen tyd, aan-van,dei1 leiding gegeven tot meerdere ftrengheid. der ffer- Onder de Doopsgezinden, die zig,in Zwit-doope- ferland onder de Zwinglifchen, en in Sa-ren °P xen onder de Lutherfchen, eerft omtrent ^mfter- den jaare 1522, hadden begonnen te ver- am* toonen, en van de andere Hervormden on- der- On) Amft. Libr. II. Cap. XXVIIT. f. ug. Zie ook VAN HEUSSEN en van RYN, Kerkel. Oudh. I. XHtl, bl. 317. (») Repert. bl. 19. |
||||
i6 AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||
*534« derfcheiden werden, om dat zy den Kin-
derdoop voor onwettig hielden; deeden zig, wat laater, in Saxen, eenige luiden op, die dreeven „ dat de weereld, tot hiertoe, door „ de boozen geregeerd geweeft was; doch „ dat God, eerlang, een heilig volk ver- „ wekken, en het tegenwoordig boos ge- a, flagt uitrooijen zou." Sommigen hunner floegen zelden de hand aan deeze uitrooi- jinge, en namen deel in den boerenkryg, die, in't jaar 1525, in Thüringen ontftaan was. Melchior Hofman, een deezer dwee- peren, zondt, van Embden, werwaards hy geweeken was, eenige Leeraars naar Hol- land , om aanhang te winnen. Jan Tryp- maaker, zyn opvolger, kwam te Amfter- dam, daar hy, met nog zeven of agt an- deren, gevat, voorts, naar den Haage ge- voerd, en onthalsd werdt, in 't jaar 1531. Jan Matthyszoon, Bakker te Haarlem, en Jan Bokehzoon, Kleêrmaaker te Leiden, van gelyken geeft gedreeven, hielden zig ook eenigen tyd te Amfterdam op; doch ver- trokken, met veele anderen, in Novem- ber des jaars 1533, naar Munfter, alwaar den Hervormden reeds zes Kerken waren toegeftaan. De dweepagtige begrippen der aangekomen Herdooperen, gelykze genoemd werden, hadden zo veel invloed op deezen, dat men befloot, de handen in een te Haan, Zy zen- om zig meefter te maaken van de Stad. den brie- Doch om hiertoe in ftaat te zyn, werden, ven ?£ . in den aanvang des jaars 1534,rondgaande land om* brieven verfpreid, ook te Amfterdam, waar- by alle goedgunners der nieuwe gezindheid naar
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 17
naar Munfter, als naar een tweedejeruzalem, j^ «*, werden opontbooden, om mede deel te heb- ,t voIk ben aan de zegeningen van allerlei foorte , die naar aldaar ftonden genooten te worden. My is Weilfaa- een affchrift van zulk een'brief ter hand ge- Je te komen , waaruit de toeleg der hoofdenlokken* klaarlyk te befpeuren is, en welk ik, om dat my niet voorftaat, het ergens gedrukt gezien te hebben (1), hier wel heb willen tufTchen voegen: Alle geloouighe verbont genooten in Chris*
to genade ende vrede fy Vvan Güdt door fynenjbone Jefum Chriflum, amen. Lieue broeders ende fufters, blyfchap ende
vrede is den kinderen Godcs voorhanden, want haer verlooffïnghe is voor de doore. lieue Vrin- den , ghy fult weeten, als een woort dat ons van goode gedaen is, als dat hem een iegelick op maken lal, om te trecken na dat nieuwe Je- rufalem, een ftaedt der behoudinge der hyli- ghen, want goodt die wil de werelt ftrafFen, een iegelyck fie toe dat hy door ongehoorfamheyt noch door onachtfamheyt niet int oordele en koome; want Jan bokelifèn , phrofeet tot mun- fter , met alle mede hulperen in Chrifto, heb- ben ons gefchreuen , dat niemant onder den draet defer werelt vry lal weeffen oft bliuen mach, off hy wert verflonden, het fy met lichhame- licken doot ofte met geeftelicken doot : daer omme niemant en verfuime meede te trecken, op dat hy goodt niet en temteere, want daer is
(1) By Revius (Hifi. Daventr. Libr. III. p. 252)
wordt allcenlyk,in weinige reëels, gewag gemaak e van den inhoud, die volkomen met ons affchrifc overeenkomt. III. Stuk. B
|
||||
i3 AMSTERDAMS II. Dezl.
is een oproer voor handen ouer de ganfche
werelt want de phrofeet Jeremia [regt] in fyn 51 Capittel, vliet vt babiloon, op dat een ie- gelyck fyn fiele behoude, op dat u herte niet verfacht en werde van dat gerop, datter inden landen gehoort fal werden , een jegelyck fie toe, ende gedencke loots wyef, ende fiet niet om nacr geenen dingen dien opter aerden is het fy man, wyef ofte kindt, op dat gy niet be- droghen en woort : niemant en fie om naer enich ongelouich wyef, oft man, noch en ne- mefe niet meede, noch ongeloouighe kinderen dien ongehoorfaam fyn , want die in de ge- meente goodts niet en dienen, daer is guoets genoch voor den heylighen ,daerommeen nempt niet mer met u dan geldt , ende wat linwaat ende koofl op den wech te eeten , ende foo wie een mes heeft , oft een fpieïfc, oft een handbooghe , dien nemptfe voor hem, ende diefe niet en heeft, die koopfe; want den hee- re fal ons vt vercooren , door een machtige handt, door fyn knechten moyfes ende aroen, verlooübn ; daeromme weeft vorfichtich ende Ieecht alle faken cloeckelicken toe voor den booffen , ende paft al te iamen een half mil buten haflelt te wefen , omtrent berch cloes- ter, den 14. dach van merte, omtrent den mid- daghe: weeft voorfichtich in alle dinghen, ghy fult voor den befchreuen dach daer niet wces- fen, noch oock niet later , men en lal achter dien tyt naer niemant wachten : niemant en verfume te komen, blifter iemant achter, ick wil fyn blooet onfchuldich weeïfen. Emanuei« A°. 1534. Finis. Het blyktjuit deezen Brief, dat men ge-
wapend volk wilde doen verzamelen om- trent Haflelt, by het Kloofter S. Agnieten- berg, vanwaar men de menigte dagt te doen voorttrekken naar Munfter. Men hadt, in Over-
|
|||||
■
|
|||||
>
|
|||||
VI.BOËK. GESCHIEDENISSEN. 19
Overyflel , ook eenige Oorlogsbehoeften 1534.
byeen gebragt, ten huize van bekende Sec- tarijfen (m), van welken men zig fcheen te willen bedienen , om Munfter , of eenige andere Stad te overmeefteren. De rond- gaande brief hadt, ondertuflchen, zo veel uitgewerkt , dat zig een groot getal van menfchen , uit alle oorden van Holland , fcheep begaf,, om ter beflemder plaatfe en tyd te verzamelen. Van omtrent Amfter- dam, vertrokken, op den eenentwintigften Maart, wel dertig fchepen, gepropt met mannen, vrouwen en kinderen, die voor- gaven , naar 't Kloofler van S. Agnietenberg in Overyflel te willen, alwaar, zo zy zei- den , eene Vergadering zyn zou van tien- duizend Leden hunner gezindheid. Ten Naakte zelfden dage, liepen vyf mannen van dee- ZwaarJ- zen aanhang, op den vollen middag, naakt, looPers en met bloote zwaarden, door de Stad, zoa- fterdanu der egter iemant te befchadigen. Zy fchreeawden een yffelyk wee uit over de Godloozen, vermaanden, met een naar ge- huil, totste, en riepen, dat's Heeren zee- gen over de regter-, en 's Heeren vloek over de linkcrzyde van de Stad uhgeßrekt was(n). En waarfchynlyk was dit het geroep, waarvan, in den rondgezonden brief, was gewaagd, en voor welk de geloovigen vermaand wa- ren niet te' fchrikken. Men gaf, hierop, in de Stad, terilond bevel om huiszoeking te doen naar Herdoopers. Veelen derzelven wer-
(m) Rcpert. hl. 28.
(n) L. HOKTENSius de Anabapt. p, m. joo, $»i.
B 2
|
|||||
üo AMSTERDAMS IL Deel.
werden gevat: en onder anderen Arend Pau-
luszoon , by wien men den brief vondt, dien wy hierboven hebben ingevoegd (o): ook drie dier vervaarlyke Straatloopers, die, met nog twee anderen, te Haarlem, gedood werden. Nog werden, hier ter Stede, den dertigften Maart, twee der gevangene Her- dooperen onthalsd (p): ten ware deezen de zelfden geweefl zyn, die den agtflen May onthalsd en gevierdendeeld werden, en Jan Janszoon of Jan Pawwclszeon van Dirkshorn en Gerrit van Kampen genaamd waren (jf). De Schutters leenden de hand tot het vat- ten der Herdooperen, en Gerrit Klaaszoon, die ook Schutter was, zynen Medefchutter, Rauwert Ellertszoon, ter deezer gelegenheid, voor diefleider gefcholden hebbende, werdt, wat laater, in twintig guldens boete beflaa- gen, en moeft, daarenboven, tot den eer- fien November toe, in huis blyven: alleen- lyk werdt hem toegelaaten, des Zondags, de mis te hooren in de S. Olofs Kapelle (r). Doch de fchepen,van O'ntrent Amfterdam en elders vertrokken, werden, in grooten getale , te Genemuiden, en aan 't Eiland Éns, aangehouden, en 't volk, dat 'er op was, gevangen gezet, 't Zelfde lot onder- gingen ook veelen, die te voet, te paarde en met wagens, omtrent het meergemelde Kloofter, waren aangekomen. De vrouwen en
(•) Rkvh Daventr. IJhr, III. p. *j2.
(p) HORTENSJÜS, p. JOI, »•*.
(q) Sententieb. van ij CÏÏ. iszj. ttt ij Maart 1567.
ƒ. 40 ver/o. (r) Jlgttr't Keiub, D./, aji vtrfi.
|
|||||||
/
|
|||||||
1
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. %x
en kinderen werden, naderhand, los gelaa- 1534»
ten. Van de mannen werden de voornaam- ften, en die men voor verleiders der onno- zele menigte hielde , in 't openbaar ont- halsd (5-). Omtrent het einde van April, kreeg de Zorg te
Regeering van Amflerdam berigt uit Fries- Amfter- land, dat de Herdoopers voorhadden, deeg™e™or Stad te verraüen. 't Bemagtigen van Mun- aanflaj* fter, welk kort te vooren voorgevallen was, der Her- vermeerderde de vrees voor diergelyk een' dooPe- toeleg op Amfterdam. Men befloot dan de ren" Schutters, en de Lieve-Vrouwen- en Kruis- gilden te ontbieden op 't Stadhuis, alwaar hun werdt afgevraagd, wat dienfï de Stad, des noods, van hun te wagten hadt? Zy antwoordden, uit éénen mond, dat zyze met goed en bloed befchermen zouden. En hier- op werdt , den negenentwintigften April, afgekondigd „ dat het Geregt, vernomen „ hebbende , dat zig veele vreemde per- „ foonen, beide mannen en vrouwen,in de „ Stad , op zolders en andere heimelyke „ plaatfen, onthielden, die verdoopt, of te „ vooren in de fchepen geweeft waren, om |
|||||||||||||
3?
|
ten Lande uit te vertrekken; welke per-
|
||||||||||||
foonen dagelyks toenamen in getal, en
voorhadden de Stad te bemagtigen en in „ te houden; 's nagts te vooren, en meer- |
|||||||||||||
5?
|
maaien, huiszoeking hadt laaten doen,
|
||||||||||||
zonder eenig merkelyk getal te hebben
können ontdekken; dat, hierom, aan alle „ vreemdelingen , verdoopt zynde, of der „ gc-
(s) Jtevu Davcntr. Libr. III. p, z;j.
|
|||||||||||||
22 AMSTERDAMS II. Deel.
1534. " gezindheid der Herdooperen aanhangen-
„ de, belaft werdt, de Stad, voor vy f uuren, „ te ruimen, zonder 'er ooit wederom in te „ komen dan by bewilliging van den Ge- „ regte, op de verbeurte van hun lyf. Dat „ ook niemant deeze luiden, na vyruuren, „ ophouden of verbergen zou, maar in te- „ gendeel aanbrengen, op gelyke verbeur- „ te. Dat geene vreemden, met lange mes- „ fen of ander geweer, langs ftraat gaan „ zouden, op verbeurte van het zelve ge- „ weer. Dat elk , ontbooden wordende, „ ter wagt zou moeten komen. En dat, |
||||||||||
eindelyk , alle Herbergiers de naamen
hunner gaflen zouden moeten opgeeven, aan Gelis Janszoon Wiffelaar,aan de ou- de , en aan Kornelis Gerritszoon in de Plem- pe, aan de nieuwe zyde (t)" Na vyf |
||||||||||
uuren, deedt men wederom huiszoeking, en
betrapte'ertwintig, eenigen van welken, naderhand, op aanmaaning van den Stad- houder , Graave van Hooguraaten, die, uit laft der Landvoogdelfe , her waard s geko- men was, met de dood geftraft werden. Doch zesendertig anderen , de Leer der Herdooperen verzaakt en openbaare boete gedaan hebbende, werden in genade ont- vangen (m). Zy fchry- Amfterdam bleef toen, eenige maanden, ven we- ^n tamelyke ruft. Men vindt alleenlyk, dat brieven de Boekbinder 'J'byman Picterszoon, brieven naar de van eencn lierdooper ontvangen en niet aan Stad. Schout (t) Keurh. D. /.'194 verfo.
(u) L. HoRTENsius de Anabaptift. p. m. 301, 302.
|
||||||||||
- ..
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 23
Schout en Burgemeefteren overgeleverd 1534.
hebbende, op den zeflienden Juny, tot Be- devaart naar Keulen verweezen werdt (V). Doch na dat Jan Bokelszoon van Leiden zig tot Koning van Munfter opgeworpen , en Jakob van Kampen tot Biflchop vanAmiler- dam aangefteld hadt, vreesde men voor nieuwe beweeging. De Stadhouder, Graaf De Stad- van Hoogftraaten, kwam, den eerden Oc-houder tober, wederom in de Stad, om orde te befchul- ftellen op het uitrooijen der Herdooperen. T^thou- Hy was verzeld van Gerrit, Heer van As- derfchap fendeJft, Prefident, Fincent Korncliszoon en van flap1- Joojl Sasbout, Raaden, en Reinier Brunt, Pro- heid °m" kureur-Generaal van Holland, en nam zy- Viei^ïoo^ nen intrek in 't Kloofter van Bethanie of pers, der bekeerde Zuftcren. Hier verfcheenen, des anderendaags, op zynen laft, de Schout, Heiman Jakobsz. van Ouder Amflel, deBur- gemeeiters Kornelis Banning en Albert An- dries Boelensz. en de Schepens Klaas Hille- brandszoon Krek, Kornelis Dobbeszoon. Klaas Heinen Willemszoon en Joofi Sybrandszoon Buik, De Regeering in 't gemeen werdt, door den Stadhouder, befchuldigd, dat zy te flap geween; was, in het ftraffen der Ket- terye, en daardoor, tot den aanwas der zel- ve, gelegenheid,gegeven hadt. Men bragt wel vyfentwintig punten ten haaren lafte in, die ten deele ontkend, ten deele verdedigd werden. Naderhand, vergaderde de Raad op het Stadhuis, en in de herberge des Stad- houders , alwaar, vier of vyf dagen agter- een,
(v) Agttr 't Keutb. D. ƒ. 230.
B 4
|
|||||
N
|
|||||
24 AMSTERDAMS II. Deel.
!5S4- een' geraadpleegd werdt, over 't verze-
Twee keren der Stede. De Schout Jan Hui- Schou- brechtszoon, die zig van Lutherfchgezind- ten ag- heid verdagt gemaakt hadt , was , reeds tereen jn jen aanvang des jaars, uit lad van het a^ptvlg". Hof, doch met bewilliging der Vroedfchap, laaten. verlaaten van zyn ampt. 't Zelfde lot on- derging nu Heiman Jakobsz. van Ouder Am- ftel, die men vermoedelyk ook te Hap oor- deelde in 't opzoeken en ftraffen der Her- vormden ; doch die egter, in 't volgende jaar, tot Burgemeefter verkooren werdt. Thans werdt het Schoutampt aan Klaas Gerrit Mattbeuszoon opgedraagen (w), die 't nogtansnaauwlyks eenjaar bekleedde (x). De vcornaamfle zorg der Regeeringe be- trof, ondertiuTchen, het weeren der Her-" dooperen, van welken men het meefte ge- Vaar te vreezen hadt, en die, van tyd tot tyd,heimelyk in de Stad kwamen (j). Ook hadt men, nog onlangs, berigt gekreegen, dat 'er een aanflag gefmeed was , om de Stad te overvallen, ten behoeve der Her- dooperen en van anderen, die deezer ge- zindheid aanhingen : waarom 'er fcherpe toezigt gehouden werdt op alle inkomende vreemdelingen (x). Opfchud- Op den zevenden Oclober, werden twee ding in Herdoopers gevat, door den Prokureur-Ge- de Stad neraa}. en terftond hierop, veripreidde zig ter ge e* een (vi) Groot-Memor. N% I. ƒ. io-r verft.
(x) Zie de Regeer. Lyft votr de Handy, op de jaartn,
(j) Keurb. E. ƒ. 14 vtrfo*
lij Keutb, E. f. 1$ vtrfo. |
||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 25
een gerügt door de Stad, dat 'er dien nagt i**a
nog wel tweehonderd van 't bedde geligt . .' zouden worden : 't welk groote ongeruft-vän' het heid verwekte onder de burgerye, die be-vatten dugt was, dat, onder den naam van Her-van vvee doopen, welke ook gegeven werdü aan vee- "erdoo~ len, die geen kwaad voornecmen altoos had- den tegen de Stad, onfchnldigen en fchul- digen in dezelfde zwaarigheid gedompeld zouden worden. Eene groote menigte inge- zetenen begaf zig, derhalve, tegen den a- \'ond, voor het Stadhuis, en vertoefde 'er den gantfchen nagt, zonder eenig geweld te pleegen. Zo deedenze, drie nagten ag- tereen, binnen welken tyd, niemant gevat werdt. Maar de Schepen Joolt Buik, die, De Sche- nevens Jan Holleßoot, als Hoofdman derpenjooft Schutterye,den derden nagt, de wagt hadt ?miSftiïc op de Plaatfe, beitondt, eindelyk, der me- eze ve'' nigte af te vraagen ,, wat zy, daar, in zul- „ ken grooten getale, en nagt aan nagt,te „ doen hadt; daar immers hun de wagt niet „ bevolen ware?" 't Antwoord was „ dat „ zy geen' oproer in den zin hadden; maar „ oordeelden, dat het hun , als goeden ,'; burgeren, vryftondt, nevens anderen,te „ waaken voor de welvaart der Stede." Zy voegden 'er by „ hoe hun ter ooren geko- „ men ware, dat men van zins was, eenige „ onfchuldige burgers, by nagt, uit den huize te haaien: 't welk zy, als ftrydig |
||||||||||
5»
|
met de voorregten der Poortcren, niet
|
|||||||||
gedoogen zouden." Maar Buik verzeker-
de hun, op zyn woord van eer, dat zulks niet zou gebeuren; of indien 't ondernomen B 5 werdt,
|
||||||||||
/
|
||||||||||
26 AMSTERDAMS II. Deel.
J534' werck> Z0L1 nJ 't»111^ de Schutters, die hy
onder zig hadt, weeren, zo lang 't in zyn vermogen ware. Voorts, gaf hy hun zulke goede woorden, dat zy zig lieten beweegen om, tegen middernagt, de Plaats te rui- men , en elk zyns wegs te gaan. De Stad- houder , Graaf van Hoogllraaten, voor de gevolgen deezer famenrottinge bedugt, hadt ondertiuTchen, het Bethanien Kloofter, daar hy t'huis lag, fterk doen bewaaken , en keerde, twee dagen hierna, te rug naar den Haage (a). jakob Midlerwyl, hieldt de zogenaamde Bis- vanKam-fchop,Jakob van Kampen, heimelykeVer-
ho" dt gaderingen in de Stad, in welken hy groo- heimely-ten aanhang maakte. Zekere Jan Matthys- ke Ver- zoon van Middelburg, die met hem herwaards gaderin- gekomen was, hielp hem trouwelyk. De |etyn de ßiffch0p fchynt, ondertuffchen, zeer tegen oproer geweefl te zyn, en zyne kudde ge- duuriglyk vermaand te hebben, dat zy zig onthouden moefl van geweldige ondernee- Verbod ™ingen (P)- De Regeering kreeg haaftken- derzel. nis van deeze Vergaderingen, merkteze aan ven. als oproerig, en verboodt, op den eenen- twintigften November, het houden van de- zelven; elk te gelyk beveelende, het Ge- regt aan te brengen 't gene hy 'er van ver- neemen mögt. Doch aan den anderen kant mögt men niemant eenig oproerig voornee- men opdigten, ten ware men zulks gereg- telyk bewyzen kon (e). In December, wer- den (a) HoRTENStUS, p. ?o< , 307.
(b) Houtens, p. J07.
\c) Kemb. E. /. 17'. |
||||
\
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 27
den Jan van Rhcenen, om oproerige taal, j-«.
begunftigende de Herdoopers, en Korneas Koenenszoon en deszelfs Huisvrouw, om het ^/eeni- huyfen en hoeuen van vyf luiden van deeze ge Her- gezindheid, gebannen; Jan Evertszoon van doopers. JVy, om 't voorftaan der Herdooperen, ter gelegenheid der jongile beweeginge op de Plaatfe, onthalsd: en in January des volgen- den jaars > eene Vrouw, Grietje Arends ge- naamd , die dezelfde gezindheid toegedaan was, verdronken. Jakob Klaaszoon de Har- nafchveeger, geweer verkogt hebbende aan zulken, die naar Munfter getrokken waren, werdt, voor twee jaaren, gebannen (d). De lyfftraf werdt uitgevoerd, zonder dat'er ee« nige beweeging ontilondt, onder 't volk; doch 't leedt niet lang, of de Stad verviel in zorgelyke beroerte. Midlerwyl was zy, dit jaar 1534, ook Peftziek-
zwaar bezogt geweeftvandePeft. 't Geregtte' beval, op den agtentwintigften July, dat, voor elk huis, waar iemant aan de peft o- verleeden was, zes weekenlang, een bos ftroo gehangen zou worden, gebonden met driebanden, ieder eene hand breed van ei- kanderen. Ook moeft elk, die in zulk een huis woonde, een wit roedje van drie voet lang draagen buiten het opperfte kleed. En mögt, in zulk een huis, gelyke zesweeken lang, geene neering gedaan, noch eenige waar buiten de deur gezet worden. Zelfs moeiten, geduurende al dien tyd, deur en ven-
(d) Sententieb. van Ij -OEï. 1523. tut 19 Maart IS67.
f. 46 verf» 47, 48. |
|||||||
s8 AMSTERDAMS II. Deel.
jenjL. venfters geflooten blyven (e). Diergelyke
Keuren werden , naderhand, meermaalen
vernieuwd, alzo de ziekte lang aanhieldt,
of dikwils wederom ontftak.
ITenrik De dweepagtigc Herdoopers, die zig
Henriks- heimelvk te Amfterdam onthielden, verwek-
Sn°der ten a^aar » 'n February des jaars 1535, nieu-
gedraagt we opfchudding. Op den elfden dier maand,
zig als waren Dirk , of, gelyk anderen (f) hem noc-
Pvofeet men, Henrik, of, liever nog, zo als hy,in
onder de »t stacjs Sententieboek, genoemd wordt, Hen-
pers 0> rik Henrikszoon Snyder, die onder deeze lui-
1535* ^en voor een ^r°feet doorging, en nog zes
mannen en vyf vrouwen vergaderd in de Zoutfleegjten huize van Jan Syvaartszoon, Lakenkooper, die, ten dien tyde, tot voort- zetting van zynen handel, verreisd was naar de Ooftzee. In eene Kamer van dit huis, wierp Henrik zig, kort na drie uuren in den nagt, voor over op zyn aangezigt, naar 't fcheen , yverig biddende. Elk , die hier tegenwoordig was, werdt van een' innigen fchrik bevangen, 't Vertrek, met al den huisraad, fcheen te fchudden. Na't gebed, verklaarde de Profeet „ dat hy Hemel en Hel en God in deszelfs heerlykheid ge- „ zien hadt; dat de jongfte dag naby was, „ en dat een uit den hoop, dien hy aan- wees , zekerlyk verdoemd zyn zou." Straks daarop, viel deeze aan 't kermen ,. HerneIfibe Vader, wees my genadig! En Hen- rik wederom, als of hem 's Hemels befluit, zon-
(e) Keur'\ E. f Ji wrfo.
(f) Zït C. G. PLfcM? der Herdoop. Anflach , hl. 10.
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 29
zonder tuffchenpoozing , bekend gemaakt je*e, werdt, De Vader is u genadig geweefl. Uwe zonden zyn u vergeven. Gy zyt tot een kind Gods aangenomen. Weinig tyds daarna, hieldt dit zelfde gezelfchap, ter zelfder plaatfe, wederom eene nagt vergadering : waar de mans, immers eenigen, gewapend verfchee- nen. Henrik , vier uuren agtereen , met Hy en preeken en bidden hebbende doorgebragt, eenige ontdeedt zig van zynen ftormhoed, zydge- ™a"ne£ weer, harnas en kleederen, en wierp alles wen met op 't vuur, dryvende „ dat al wat uit de hem loo- „ aarde voortgekomen of gemaakt was,penn*^ „ door 't vuur verteerd raoeft worden." d°°.r de Toen hy daar moedernaakt flondt, beval hy den anderen zyn voorbeeld te volgen; gelyk beide vrouwen en mannen deeden. 't Smeulen en flinken der kleederen hadt de vrouw van den huize, die te bedde lag, doen ontwaaken. Zy begaf zig naar boven, daar zy 't naakte gezelfchap vondt, en terftond bevel kreeg, om zig,insgelyks,te ontklee- den; gelyk zy deedt. Niemant will toen nog, wat Henrik de Snyder verder voor- hadt. Doch 't leedt niet lang, of hy be- laßte den misleiden hoop, hem te volgen, en te roepen, gelyk hy roepen zou. Met flrykt hy ter deure uit, en de overigen hem na, ftraat op flraat neder, de halve Stad rond, onder een vervaarlyk gehuil van wee! wee l wee! de wraake Gods ! de wraake Gods! de wraake Gods! Het huis, waaruit zy ge- komen waren, en welk wel vaft geflooten was, vloog haafl; in den brand, die egter, door de buuren, de deur op dea vloer ge- fchoo-
|
||||
3o AMSTERDAMS IL Deel.
jW« fchooten hebbende, nog gelukkiglyk'ge*
0 blufcht werdt. Zywor- Midlerwyl, raakte de Stad alomme in den ge- beweeging. De Burgery kwam in de wape- vat' nen,en de Plaats en't Stadhuis bezet heb- bende naar bchooren , viel het haar niet moeielyk, de naaktloopers op te vangen: waarin Kornelis Dobbeszoon, voor anderen, y verde (g). Zy werden allen gevat,op eene vrouw na, die men nooit heeft können ag- terhaalen. Toen zy verhoord werden, boodt men hun kleederen aan; doch zy weigerdenze te aanvaarden, fchoon 't in February, en gevolgelyk niet warm was. De 'waarheid, zeidenze, moefi naakt zyn. Ook wildenze, in den kerker, uit geen aardenwerk eeten, nóch drinken; maar fmeeten de aarden va- ten aan ftukken, entlanften op de fcherven. Een man wilde geene fpyze nuttigen, ten zyze hem voorgekaauwd werdt, zeggende, dat hy een kind was. Uit al het welke, niet donkerlyk blykt, dat deèzen luiden de her- fenen gekrenkt waren, Met den dag, kwam de Schuttery op de Plaats in 't geweer. De Poorten enKerken bleeven digt geflooten, om vreemden buiten te houden, en famenloop van binnen te voorkomen. De Wethouder- schap was, niet zonder reden, in't vermoe- , den gebragt, dat men't, met deezen woeften oploop, op het overrompelen der Stad hadt aangelegd. En zy werdt in dit vermoeden ' gefterkt, toen 'er, den twintigften Februa- ry, omtrent duizend Herdoopers, uit Fries- land ■mr ' " M
(s) C. 'G. Plemp dei Herdoop. Anflach, */. j>, **•
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 3t
land en uit Henegouwen, tot voor de Stad 1535,
aan den nieuwen dyk, aankwamen, die de Prefident en Prokureur - Generaal van den Hove , uit den Haage afgezonden, met woorden, bewoogen te rug te keeren, van waar zy gekomen waren. Men deedt, 's daags na den oploop, huis- en ge-
zoeking door de Stad; en nam verfcheide ftraft. perfoonen gevangen, eenigen van welken on« fchuldig bevonden, en op vrye voeten ge- field werden. Doch van de overigen, en van de naaktloopers werden, naar fommi- ger verhaal, twaalf of zeftien mannen ont- halsd, en twaalf vrouwen verdronken: 't welk ik hier wel heb willen melden, fchoon ik, in 't Sententieboek van deezen tyd, al- leenlyk vinde,dat Henrik Henrikszoon^Sny- der, Gerrit Ghyfen, anders Gerrit van Wou uit Benfchop, Meefter Adriaan Antoniszoon Fokfen, Steven Janszoon, Harnafchveeger, uit den Lande van Berg , Dirk Janszoon, Gla- zemaaker en Klaas van Venlo, op den vyf- entwintigften February ; en Jan Paauw, Blokemaaker, Arend Janszoon van Gorin- chem, Kramer, Barend Klaaszoon van Zwol, Vulder, Jan van Gink, Henrik Biesmanvtm Maaftricht, Kornelis Willemszoon van Haar- lem, Kiftemaaker , Arend Jakobszoon Kei- zer , Klaas Klaaszoon, beide van Moniken- dam en Willem Janszoon van Zutfen, op den zesden Maart, om Herdooperye, ter dood gebragt zyn, en de eerflen zes al- leenlyk van de brandftigting , in 't huis daar zy vergaderd waren, en van de op- fchud-
|
||||
' ....... ■ " ■ ■
|
||||||
32 AMSTERDAMS IL Deel."
153 5- fchuddingby na§t befchuldigd worden (h).
De vrouw van 't huis indeZoutfteeg, Aag- je Jans genaamd, werdt in haare eigen deure opgehangen (i). Haare dienftmaagd, Aalt- je Evens dogter van der Schelling, was, den zeftienden February, om dat zy den Heeren geene kennis gegeven hadt van de byeen- komfl der Herdooperen aan 't huis daar zy woonde, tot aan May des jaars 1536, ter Stad uit gebannen (£). De Profeet Henrik de Snyder, wien veelligt meer van den toeleg bekend was dan iemant der overigen, hadt voorfpeld, dat men hem met geenerle: ilag van werktuigen zou können dooden, en riep, op de ftrafplaats gekomen, tot driemaalen toe, doet open uwe 00gen, en aanziet. Doch hy bleek een valfch Profeet te zyn. 't Zwaard ging hem door den hals. Een ander was danfende en fpringende op het fchavot ge- komen, en onder 't zingen van Looft den Heere onthoofd (/). Kortom, verfcheide van deeze luiden gaven, gevat zynde, tot in hun uiterile, zulke duidelyke tekenen van krankzinnigheid, dat menze niet dan met medelyden kon aanzien. *t Geregt Maar de hoofden en aanvoerders hadden beveelt de meefle fchuld. Voor zulke hoofden gin- Jakob gen ^e Biflehop Jakob van Kampen en Jan pen, en"Matthyszoon van Middelburg, die zig nog Jan Mat- in Amfterdam onthielden. Om deezen in han-
(h) Sententieb. van ij OEI. i$i% tot 19 Maart is67.
ƒ. 49.
(i) Sententieb.van 15 ©ff. 151? tot \)Ma*rt 1567. ƒ. 57.
(k) Agter'tY.t\xxb. D. ƒ. 237 ver/t. (i) Hortens. p, 309, jio. Brandt Reform. I. Dttlm
U. 117 i iis. |
||||||
■
|
||||||
Vl.Bö5Ê. GÈscHiEbËNisSËtf. 33
handen te krygen , werdt, den tweeden 153 5^ Maart, een felierp bevel afgekondigd, waar- tj-,yszoort by elk belaft werdt, hen aan 't Geregt aan van Mui- te brengen. Ook werdt aan hem, op welks delburg aanbrengen, zy een van beide in hegtenis ,aan te zouden geraaken., een gefehenk van vyftig 6 * Karels guldens beloofd (m). Doch daar verliep nog eenige tyd, eer Jakob van Kam* pen gevat werdt. Öp den vyfentwintigften Zesen- daarna , werden wel zesentwintig perfoo- twintig nen, die men hieldt befmet te zyn met de P* JjjJ^ dwaalleere der Herdooperen, en die, terdaagd* gelegenheid der huiszoekinge na de op- lchudding der naaktlooperen, gevlugt wa- ren , openlyk ingedaagcL Zie liier hunne naamen: De Huisvrouw van Jan Paauw y Klaas van den Bofch, woonende in de Brug- fteeg in 't roode paard, Floris van Hoorn, gewerkt hebbende met Jan Paauw, Marryt* ■;• ■ gen, de Huisvrouw van Steven den Harnafch'
veger , Schipper Jakob, Binnenlandsvaar- der, of voerende een Ligtfchip, Willem de Bakker f woonende naafl de deur van Jan Paauw, Petergen 'm de Engelfche ftraat, Pouwels Louw Pompemaakers zoon, Gerrit en Volkje in den lederen emmer. Lubberich, woonende in de S. Jakobs ïlraat, Kornelis Evertszoon, in de Dirk van Haffelts fteeg, voerende een Ligtfchip, Dirk, Gerrit, Wil* lern enjnna, Jannetje de Zeilemaakers kin- deren, woonende over S. Geertruids Kloos- ter , Klaas en Willem, Pieter Akker mans zoonen, Thomas de Slotemaaker ,in de Min- der- (m) Keurb.E. ƒ. 22 verft.
III. Stuk. C
|
||||
34 AMSTERDAMS II. Deel.
1535* derbroeders fteeg, Jakob de MeJJemaaker,
in den lleutel, Henrik de Kaardemaaker, de Zwaager van Meefler Quintyn, Olofde Kis- temaaker, in de S. Annen-ftraat, Piefer van Leeuwaarden, Schoenmaaker, werkende op de Oude brugge, Klaas van Grol, Micbiel Klaas Aatnen Zoon en Meeus de Pompemaaker (»). Doch of van deeze ingedaagden, na- derhand, eenigen in hegtenis raakten, en geftraft werden, is my nergens gebleeken: ook niet, hoe ver zy aan eenige oproerig- heid fchuldig waren. Jan van Maar de oproerige Herdoopers verlooren Geel den aanflag op Amfterdam niet uit het oog. fmeedt Munfter was nu naauw ingeflooten, door 't Jeg.om Biiïchoppelyk Krygsvolk. Jan Bokelszoon Amfter- van Leiden hadt, op 't einde des voorlee- dam te den jaars ,Jan van Geel, die niet onbedree- overrom* ven was jn Krygszaaken, uitgezonden om V9en' onderftand: en deeze was naar Friesland gereisd, alwaar hy het oude Kloofter by Bolswaard hielp bemagtigen, op het einde van Maart.Doch Jürgen Schenk, Stadhou- der van Friesland, herwon het Kloofter, bin- nen weinige dagen, en nam een groot getal van Herdooperen gevangen , veelen van welken, naderhand, te Leeuwaarden, ter dood gebragt werden. Maar Jan van Geel, 't gevaar gelukkiglyk ontfnapt zynde, kwam te Amfterdam, daar hy, zynen naam ver- anderd, en zig voor eenen Koopman uit- gegeven hebbende, eenigen tyd by Willem Pieterszoon t'htüs lag, enondertuflchen den ge-
(n) Kewb. E. ƒ. i)f
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 35
gevaarlyken toeleg fmeedde om de Stad te 1535*
overrompelen, van welken alle deHiftorie- fchryvers, met zo veel verfoeijing gewaagd hebben, en die, ook hier ter plaatfe, in zyne voornaamfte omftandigheden, verdient ontvouwd te worden. Jan van Geel, die, onder de Herdoo- Hy ver*
pers, de bekwaamde gehouden werdt, om werft eene Plaats, met beleid of geweld , te o-bneven vermeefteren, fpande, te Amfterdam, aan giffenis" met Henrik Goedbeleid, die , voor deezen, van de den kryg gevolgd; doch zig, federt eeni- Land- gen tyd , onder de Herdoopers begeven ^os^6** hadt. Deezen twee kreegen haaft meer an- e' deren aan hunne koorde, die men 't hoofd vervuld hadt met groote gedagten van het Ryk van Munfter, en van de vrye leevens- wyze in het zelve, welke men ook te Am- fterdam zou invoeren, zo dra men meefter van de Stad ware. Toen de aanhang groot genoeg geoordeeld werdt , trok Jan van Geel naar Bruflel, daar hy zyne zaaken zulks wift te beleggen , dat de Landvoogdes, Vrouw Maria, hem brieven van vergiffenis verleende, mids hy zig verbonde om Mun- fter den Keizer te leveren, gelyk hy aan- nam. Met deeze brieven gedekt, begaf hy Verkeert zig wederom naar Amfterdam \ ging in Span- openlyk je, eene voornaame herberg (0), t'huis leg- [^rdain. gen (p), en verkeerde, federt, openlyk, en onder zynen eigen naam, met de voornaam- ften der Stad, by welken hy, om zyne ge- waan-
(e) Zit I. Dftl, I. Boek , II. t;.
if>) Confeffie van Adtiaan Coxnelisz. agttr 't Sententiel). bt$innind$ i+ Apr, issi. c %
|
||||
gó AMSTERDAMS IL Deel;
4535- waanc^e bekeering, en om den voorgeno-
men aanflag op Munfter, wel gezien was. Hy hieldt, ondertuflchen, zeer in 't geheim, byeenkomften met de Herdoopers, die hy voorhieldt, dat zeker Profeet den Koning te Munfter voorfpeld hadt „ dat God hem „ nog drie magtige Steden, Amfterdam, „ Deventer en Wezel, gefchonken hadt ,'* hen voorts aanmoedigende, om de hand te leenen, tot het vervullen deezer voorzeg- Beleid ginge. Hy beduidde hen ook, dat de Stad van den ligtelyk te bemagtigen was: en men kwam, asnilag. eindelyk, overeen, om zig daartoe te die- nen van den nagt na den tienden May, wan- neer het Kruisgilde gewoon was, eene maal- tyd te geeven op 't Stadhuis, waarby de gantfche Wethouderfchap en de voornaam- rien der Stad genodigd werden. De nagt werdt hier doorgaans met vreugde, en met het branden vanpektonnen, die voor 't Stad- huis ftonden, doorgebragt, en men ftelde vafb, dat niemant, in zulk een' tyd, op on- raad verdagt zou zyn, of in Haat om't ge- weld te keeren , wanneer 't nu openbaar werdt. Het luiden der Stadhuisklok zou de leus zyn om faraen te komen: en elk kreeg een' gouden penning op hand, ten teken der aangegaane verbindtenifFe. 't Gantfche be- wind over de onderneeminge werdt aan Jan van Geel en Henrik Goedbeleid toever- trouwd. De overigen, die, door Simon den Glazemaaker, vergaderd werden , zouden zig vervoegen in de Pylfteeg , ten huize van Pieter Gaal en van eenen Bakker daar naad
|
|||||
idfftwi«ii'f«i „
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 37
naaft (q), en van daar, ten beftemden ty- ie*e.
de, aanvallen op 't Stadhuis, zig, in dien aanval »onder anderen, bedienende van drie, anderen (r) fchryven van zes gelaaden hand- biuTen, die op de Rederykers-Kamer, bo- ven de Waage, tegen over 't Stadhuis, niet verre van de Vierfchaar, geplaatft waren. De fleutels van deeze Kamer waren aan Henrik Goedbeleid gebragt, door Frans Fre- drikszoon van Arnhem, dieze meermaalen plagt te haaien (j). Voorts , vleide men eikanderen, dat hetftuk niet zo dra begon- nen zou zyn, of de meefte burgery zouden onderneemeren toevallen, en 't Stadhuis en de Stad bemagtigd zyn, in een' oogenblik. De beftemde tyd naderde valt. Het DeWet-
Kruisgilde was byeen,toen zeker jongman, houder- die niet genoemd wordt, zig, tegen den a- fchaP vond, op de Plaats, daar de pektonnen fton- JW.'* den, vervoegde by Pieter Honig, hem aan- Va,"tmS dienende, dat de Herdoopers, wel ten ge- tale van zeshonderd, aan verfcheide oorden, byeentrokken, met meening om de Stad te overvallen. Honig deelde dit gewigtig nieuws, terftond, mede aan de Schepens Klaas Doedeszoon en Dirk Hilkbrandszoon Otter, die te gelyk Hoofdluiden der Burge- rye waren. Allen drie begavenze zig toen naar 't Stadhuis, daar de Burgemeefters met het Kruisgilde teerden. Zy konden hen, in 't
(q) Confeflie van Pieter Gaal en anderen, agter't Sen-
tcntieb. begtnntr.de 14. Apr. ijj?. (r) C. G. Plxmp der Herdopercn Anfl*ch,A/. 8.
(s) Conf cfpe v*n Fians Frederiksz. agter 't Sententie^»
hven gemeld. C3
|
||||
38 AMSTERDAMS llVzÉt.
£535, 't eerit, niet doen gelooven,dat het berigt
eenigen fchyn van waarheid hadt. De jong- man wordt ontbooden, en blyft by zyn fluk, aanbiedende in hegtenis te willen gaan, tot dat men alles onderzogt hadt. Op zyne aan- wyzing , vondt men de dubbele gelaaden haakbuflen boven de Waage: 't gene aan zyn zeggen meer geloofs deedt Haan. Doch toen was goed raad duur by de Heeren. Sommigen floegen voor, dat men de Bur- gery, in flilte, gewapend, op 't Stadhuis moefl doen komen, om gereed te zyn, als de Herdoopers uitkwamen Doch anderen oordeelden, dat zulks te veel gerugts maa- ken zou. OndertinTchen, was het Kruisgil- de, vroeger dan naar gewoonte, vertrokken van 't Stadhuis, en ontging daar door 't ge- vaar, welk anderen, federt, liepen. De Her- De Heeren waren nog bezig met raad- doopers pleegen, toen de Herdoopers, in alles, zo ti&en^de men' nackrhand» bevonden heeft, niet bo- Plaats ven de veertig man fterk (?), wel gewapend, en het en met vliegend vendel en flaande trom, Stadhuis, omtrent ten elf uuren des nagts , aantrokken op 't Stadhuis. Simon Klaaszoon Put, die hier, als Hoofdman der Waakeren, de wagt hadt, werdt, met den eerflen aanval, afge- maakt. Eenigen Waakeren of Burgeren trof het zelfde lot: eenige anderen werden gevangen genomen. De Burgemeeiters had- den , op het eerlte gerügt, het Stadhuis verlaaten: 't welk, terftond, door de Her- doo-
..' (t) Confeffïe van Claesgen de Glaefemaicker agter 't
Sememieb. beginnende 14. slpril 1553. |
||||||
'Uf'"" .—-'f'1""..... ■' '" ■■'.'. ti,-,WP*"Wï-> ß^a»n(*w~7— -■-*»* ^^"7»ö»*
|
||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 39
doopers, ingenomen werdt.Ondertufïchen, 1505.
hadt zekere dronken Schouts dienaar, die op een bank lag te ronken, en door't gedruifch der trom wakker geworden was, zelf naauw- lyks weetende wat hy deedt, het kloktouw verfteken: 't welk den Her doop er en belet- tede, onraad te kleppen, en daardoor een grooter getal hunner goedgunneren te lok- ken naar de Plaats en naar 't Stadhuis: dat, zo 't gebeurd ware, het herwinnen van bei- de moeijelyker gemaakt zou hebben. 't Getal der Herdooperen groeide, onder- Eenige
tuffchen, luttel aan. Een mismaakte bul- burgers tenaar uit de hunnen, die in de Pylfteeg °mSe_ woonde, en met zyn geweer ftondt om naar ra^ de Plaats te ftreeven, vraagde zynen buur- man Fincent («), als will hy 't zelf niet, wat 'er gaans wareVt Is op de Plaats te doent antwoordde deeze, laat het ons gaan zien. Doch zy waren maar weinig treden voort- gegaan , toen hy van den bultenaar, verraa- derlyk, doorfteken werdt. Klaas Pieterszoon van Aken, een fpotvogel en fterk drinker, die Goedbeleid van ouds gekend hadt, begaf zig op de Plaats onder den hoop der oproe- rigen, hun fchimpswyze vraagende, wat hun begeer en was ? Zy zouden hunne belangenflegts voordraagemmen zou tragtenjjen te vrede te fiel" len. Goedbeleid antwoordde, dat daar gevaar- lyke zaaken omgingen, die hem niet betroffen. Hy zou zig maar naar huis begceven. Doch terwyl Klaas toefde, en voortging met boer- ten, werdt hy, tegen Goedbeleids zin, door een en
(u) Zit C. G. Plemp der Herdopcren Anflach, U. i*.
C 4
|
||||||
*
|
||||||
40 AMSTERDAMS IL Deeï,,
1535- eenen der anderen, onder de voet geftoken.
Jakob Dobbeszoon, op wien de Herdoopers gebeeten waren , om dat zyn Broeder ,Kor- nelis, voor drie maanden, in 't vatten der naaktlooperen, geyverd hadt, zig naar de Plaats begeven hebbende, en een woord ten befte willende fpreeken , werdt, door de oproerigen, aangevallen en gekwetft (V), De Herdoopers, nu meefter van de Plaats voor 't Stadhuis, gedoogden niet, dat iemant zig op dezelve vertoonde. Zy hadden de toortfen en pektonnen, die hier ontfteken waren, geblufcht en om verre gehaald,op dat hun klein getal te minder ontdekt zou De Bur. worden, 't Gerügt der onderneeminge hadt ze?dbe" Z'S> rnidlerwyl, gelyk het gaat, merkelyk toegan- verzwaard, verfpreid door de gantfche Stad.' gen naar De burgerwagt op de Veften kreeg een ver- de Plaats, ward berigt der overrompelinge van't Stad- huis. Men hing 'er by, dat de befte bur- gers doodgeflaagen we-rden. De naarheid des nagts vermeerderde den fchrik, onder eene menigte, die, niet weetende wat 'er gaans ware, herwaards en derwaards liep, zonder vriend van vyand te können onder- kennen. Maar de Burgemeefters hadden, terftond, zorg gedraagen, om een goed ge- tal Burgeren in de wapenen te brengen, die de toegangen naar de Plaats flooten , en daardoor te wege bragten, dat de Herdoo- pers geene verfterking van volk bekomen konden. Voorts, was by de Wethouder- fchap vaftgefteld, niets tegen de oproeri- gen, (v; Q. G. Pj-EMP der Herdoperea Aiiflach , bl. Hs
|
||||
---------------------...... m
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 41
gen, in en voor 't Stadhuis, te ondernee- 1535.
men, voor dat dé dag gekomen zou zyn. Doch Burgemeefter Pieter Kolyn , een ge- Burge. leerd en Godvrugtig man, die den naam meefter hadt, by veelen, dat hy te flap omtrent de Pieter Herdoopers was , kon niet nalaaten,
Zig Kolyn,
van de gelegenheid te bedienen, om elk te^jj10
toonen, dat hy niet met hen heulde. Hy tegen rukt dan, in den nagt, aan 't hoofd van ee- trekken- nen hoop burgeren, aan op de oproerigen, de wordt die hem ïloutelyk tegentrokken. Men raak- 8edo° • te, op de Plaats, voor de Waage, aan ei- kanderen. De burgers werden te rug ge- drceven : eenigen doorfchooten , anderen gekwetft, ook met vergiftigd lood. Kolyn zelf werdt deerlyk vermoord. De Burge- Voor, meefter GooJJen Janszoon Reekalf, een er- zol'£ vm vaaren Krygsman, nam toen 't voornaam ^"re^e"r bewind op zig , en deedt zeilen fpannen Reekalk voor de toegangen naar de Plaats, die voorts met groote hopzakken gellopt werden, waar- agter de burgers, als agter fchanfen, ge- dekt lagen voor 't fchietgeweer der oproe- rigen : en ziende bezwaarlyk kans, om met de burgers aan te vallen op de Herdoopers, bezoldigde hy daartoe, op de Vifchmarkt Hy be- by deDamsfluis, een goed getal van Vrywil- zohügt ligen, op maandgeld, die aannamen, deeemg.^. oproerigen van de Plaats te dry ven, en daar- jZJJ'1 na den eerften ftorm te doen op't Stadhuis. Doch men zou zig ftil houden, tot dat de dag aanbrak. Onder de Herdoopers , werdt de nagt met het zingen van Pfalmen geflee- ten. Zy fcheenen wel gemoed. Doch de Jioofden waren niet zonder bekommering, C 5i met
|
|||||
4» AMSTERDAMS IL Deel.
*535- met naame Goedbeleid, die Jan van Geel
voorhieldt, dat hun klein getal het werk verbrodden zou. Maar deeze fprak hem moed in, hem verzekerende „ dat de Stad, „ voor tien uuren,in hun geweld zynzou." Doch met het aanbreeken van den dag, be- gonden de burgers en bezoldigde vrywilli- gen te fchieten op de Herdoop ers, die haalt genoodzaakt werden de Plaats teverlaaten, en in 't Stadhuis te wyken. Toen namen de burgers de Rederykers Kamer boven de Waage in, en fchooten van daar zo fel op de groote zaale van 't Stadhuis, dat de op- roerigen dezelve ruimen, en zig, hier en daar, in de binnenfte vertrekken, verbergen *t Stad- moeflen. Burgemeefter Reekalfhadt, onder- wordt o- tuffchen, twee halve (langen en eengrooter \'erwel- ftuk gefchuts doen fleepen voor 't Stadhuis, digd. De deur van 't S- Elizabets Gafthuis, welk naaft het Stadhuis naar de Kalverflraat ftondt, werdt terftond om verre gefchoo- ten. De vrywilligen, gevolgd van de bur- gers, drongen 'er in, over de lighaamen van dooden en zieltoogenden, dryvende de overigen, omtrent vyf en twintig in getal, tot naar de nieuwe Kamer, daar zyzigwak- kerlyk te weer Helden. Doch eenigen uit de burgerye beklommen de Venfiers van buiten, en overvielen de oproerigen, van eenen kant, vanwaar men hen niet ver- De hoof- wagt hadt. Toen werden 'er verfcheiden den der geveld, en onder deezen ook Henrik Goed- oproeri- geleid. Doch twaalf der oproerigen wer- veld ge ^en leevende gevangen genomen. Jan van Geel was, midlerwyl, geklommen op den zo-
|
||||
VI.Boèk. Geschiedenissen. 43
zogenaamden Weeskamers trans (w) van den 1535.
Stadhuis tooren, daar hy, bedugt voor er- ger ftraffe,zig bloot flehende voor't fchiet- geweer der burgeren, wel haafl getroffen, en half dood van boven nederwaards ge- fmeeten werdt. Toen was de burgery mees- ter van 't Stadhuis. De lyken der gefheu- Getal velde Herdooperen, agt en twintig in getal,3er Se-' werden des nademiddags van den elfden j"neuvcï" cl°n ter
May, by de beenen aan de galge gehan- wederzy-
gen. Van de zyde der Burgeren, waren 'er, de. deezen nagt, negentien gefheu veld, te wee- ten, de Burgemeefter Pieter Kolyn, Simon Klaaszoon Put, Kapitein van de Wagt, Kor- nelis Simonszoon Roefe , Schout by Nagt, Klaas Matthy szoon ^ der Stede Bode, Jan Dirkszoon Roesgen en Dirk Everdszoon, der Stede Waakers, Klaas Meeuszoon in de Kal- verflraat, Dubbelt Dubbeltszoon , Luit gen .....Muilkcn, Klaas Pieter szoon van A-
ken, Jakob Janszoon Smid, Maarten Egbards-
zoon Smid, Vincent Pieter szoon y Lakenkoo- per, Jan Wïllemszoon Ahkouy een Vryer, Jan Willemszoon Pot, Gerrit Martenszoon, Metfelaar, Dirk Gerritszoon , Jan van C7- trecht en Egbert Willcmszoon(x). Doch bui- ten de Stad werden,op den zelfden elfden May, nog twee Dorpelingen gevangen, die, op 't gerügt van den aanflag, naar de Stad gekomen waren, om deel te hebben aan de overwinning, met welke zy zig gevleid had- den. De opgezetenen van Benskoop onder Ys-
(«0 c O. Plemp der Herdoperen Anflach , il. i%.
(x) Uit een Tafereel in Kerkmeefters Kamer in de Oude Kerke. |
||||
M" '"------'-----------------------'— "■ ■
|
||||||||
44 «AMSTERDAMS II. Deel.
#535- YfTelftein, door Jan van Geel opgeruid, wa-
ren , ten getale van driehonderd , ook in aantogt naar de Stad; doch toen zy verna- men , dat de toeleg mislukt was , keerde elk hunner zyns wegs. Eenige anderen in merkelyken getale, van verfcheide kanten, opgeftommeld, waren, even na 't boom- fluiten , te fchepe voor de Stad gekomen; doch hielden af, toen zy,'s anderendaags, den uitflag der onderneeminge vernamen, en zeilden naar Engeland. Maar de bul- tenaar , die zynen buurman zo verraaderlyk gegriefd hadt, werdt, tegen den avond , daar hy als vertwyfeld liep waaren langs de wallen, aangegreepen en vaft gezet. De ge- Drie dagen hierna, op den veertienden vangen May, ontvingen elf oproerigen hun vonnis, oproeri- te weeten, Pieter Gaal, uit wiens huis in den ge-1" de PYlfteeg zv gekomen waren, Anthonis (traft. Elbertszoon, Even Aartszoon van Utrecht, MefTemaaker, Klaas Janszoon, Glazemaa- ker, Sybrand Klaaszoon van Alkmaar, Grof- fmid, Gerrit van Deventer, Snyder, Michiel Mgbertzoon, Weever, Jakob Gysbertszoon, van Gamen uit den Lande van Gelder, Ja- kob van Emden, Willem van Utrecht, en Al- len van Meppelen (y). De borft werdt hun leevende opgefneeden; 't hert daaruit ge- haald, en hun in 't aangezigt gefmeeten, waarna zy onthoofd en gevierdendeeld wer- den , wordende de hoofden op ftaaken op de poorten gefield, en de deelen daar bui- ten (y) Sententicb. va* iy 0&. 1523. t»t 19 Maart is*7.
f. jo ver/o. Zit tik, DAPPEK bl.l$l. COMMU.1NI/.93j> |
||||||||
*
|
||||||||
VI. BoEtf. Geschiedenissen. 45
ten gehangen. Naderhand, werden'er nog 1535,
eenige mannen onthalsd,te weeten,op den vyftienden , Jan Jakobszoon de Noorman, Adrtaan Kornclisz. van Sparendam, en Ger- rit Klaaszoon van Oude Nierop (js) , en eenige vrouwen verdronken , of in haare deuren opgehangen; welk laatfte het lot was van twee vrouwen in de Pylfleeg, die de op- roerigen gehuisvefl, en niet aangebragt had- den: ook van eene Moeder met haaren Zoon, uit den blaauwen Engel op den nieu- den Dyk, daar Jakob van Kampen, de zo- genaamde Biffchop van Amfterdam, t'huis geweefl was, zonder dat men hem hadt aan- gebragt (0). Aan Henrik Janszoon, Snyder, Ook ee* die , de Herdoopery voorheen verzaakt "ige au* hebbende, voor een jaar gebannen ; doch deren* bmnens tyds wederom hier gekomen was, w"erdt, den agtentwintigften May, op nieuws, de Stad voor een jaar ontzeid (Z>). Ook wcrdt Pietertje Elberts dogter, huis hou dfter geweefl: zynde van haare broeders, Antho* nis en Jan Elbertszoonen, die deel aan den aanflag gehad hadden; en Dirkje Houtßape- laar, haaren derden broeder, gewaarfchuwd hebbende, om niet gevangen te worden: daarenboven, herdoopt zynde, en geweer in huis gehad hebbende, dezelfden Juny, ten eeuwigen dage, gebannen (c). Oude Jans Dogter van Ryp uit Friesland onderging, ten
(z) Sententieb. als boven, f. ji. Zie o«k. COMMELIM
II. 9i9' »*(«) Sententieb. als boven f. $iwrfitii. HORTKNSIUS,
f, 310 , 311, 312, 313. (b) Agter 't Keurb. D. ƒ. 2Jg v,r/tt
(O *&ur 't Kcwb, D. /. a40, ;
|
||||
4<* AMSTERDAMS ÏLDut;
Ï535- ten zeIftten dage, het zelfde lot,om datzy
herdoopers geherbergd hadt, zonder het, zo zy zeide, te weeten (d). Anderen, Ver- dagt, dat zy kennis van den aanflag gehad hadden, zonder zulks te hebben aangebragt, werden gebannen jfommigen, die duidelyk bleeken van 't verraad geweeten te hebben, met den zwaarde geregt (<?). De Wet- Doch onderst uitvoeren deezer ftrafFen houder- Werdt,in de Oude Kerke, een brief gevon- wordt den» en *a.n '£ Gere# ëebragt, behelzende
gewaar- eene ernftige waarfchuwing tegen eenen fchuwd, nieuwen aanflag der Herdooperen. De fchry- wegens ver van deezen brief beleedt herdoopt te nfenuwen z?n; doch §een deel te wi,len hebben aan
aanflag. eenigerlei oproerigheid. Hy verzweeg eg- ter zynen naam: waarom de Wethouder- fchap geraaden vondt, hem,by eene open- baare afkondiging van den agtentwintigften May, te nodigen om zig nader te open- baaren. Men beloofde, in geval hy berouw toonen wilde van zyne Herdooperye, ver- giffenis voor hem te zullen verwerven van den Keizer, buiten zyne kollen(ƒ). Doch ik vind niet, dat hierop iet gevolgd zy. Jakob OndertmTchen, was Jakob van Kampen, van van wien men 't meeft meende te dugten te Kampen hebben, nergens te vinden. De Wethou- gevat,enderfchaP hadt, reeds te vooren, eene ver- ter dood eering beloofd aan elk, die hem of Jan gebragt. Matthyszoon van Middelburg aanbragt,en de
1 (<0 ■<*£*"■ '* Keurb. D. f. 140.
(e) Sententicb. van iy OTi. ijz3 tut ij Maart ij«;,
f. jz ver/o, jj, j+, jj ver/g, j$. (f) Kemb. E. /. a+.
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen* 47
de dood gedreigd aan zulken, die witten, 1535^ waar hy zig onthieldt, en 'er geene kennis van gaven. Doch zyn aanhang bleef hem getrouw. Eindelyk, nogtans, werdt hy be- trapt, in een huis, daar hy zig onder de turf verfteken hadt. Hy werdt fcherpelyk ondervraagd, en bekende gereedelyk, door Pieter Houtzaager, herdoopt te zyn, ook, hier ter Stede, te Leiden, en te Aalsmeer, veelen anderen herdoopt te hebben: en hier den naam van Bijfchop te hebben gevoerd: doch hoe zwaar ook gepynigd, heeft hy nooit beleeden, eenig deel gehad te hebben i aan den verraaderfchen aanilag op de Stad
(g). Ook wordt hy hiervan niet befchul- digd in het Vonnis, welk den tienden July over hem geveld werdt (£). Volgens het zelve, werdt hy, met een* tweehoornigen blikken myter, befchilderd met het wapen der Stad, een uur, of langer,op het Scha- vot te pronk gezet. Daarna werdt hem de tong uit den hals gehaald', en de regter- hand en 't hoofd, met een Vleefchhouwers hakmes , afgehouwen. Vervolgens werdt zyn lighaam verbrand, en 't hoofd met den myter daarop, en de regterhand op de Haarlemmer Poort gefield. Ten zelfden , dage, werden nog twee vrouwen, eene van welken Jakob van Kampen huisvefting be- zorgd ha&, voor 't Stadhuis opgehangen, en een mansperfoon onthalsd (i). Doch -v Jan |
||||||
(g) Zie BRANDT 1. Dtel, BI. 1*1.'
(b) Sentenrieb. van ij Off. ifftl ttt 19 Maart i$67. f. il Virfo. Zit tok DAPPEK,^. 15*. COMMAL1N, bl. 91%. (i; Sem^ntieb, ah itvtn ƒ. ;j.
|
||||||
4* AMSTERDAMS II. Ümi
J535' Jan Matthyszoon van Middelburg hadt zig*
door eene tydige vlugt, weeten te bergen Nog vier (£). Op den agtentwintigften July, werden,' Herdoo- njer ter stecjej n0g vief Herdoopërs ont* pers' halsd, en onder deezen, Barend Bakker van Zwol, die Kok van Jan Bokelszoon , den zogenaam den Koning van Munfter, geweeft, en onlangs herwaards gekomen was (/). Oploop Doch onder 't uitvoeren deezerftraffe,onr> uitvoe-' ^on(^t 'er eene geweidige opfchudding on- ren dee- der de aanfchouwers. Men vreesde het zer ftraf- ergfte. De fchutters, die gewapend op der *e- Plaats ftonden, fmeeten hunne mantels, tab- baarden , bonnetten en ander oppergewaad
van zig, en Helden zig te weer. Het op- roer werdt haaft geftild. Doch het gewaad en ook eenig geweer der fchutteren was, voor een groot gedeelte, in den loop ge- bleeven ; waarom het Geregt , nog dien zelfden dag, deedt afkondigen , dat elk ,- die 't vermifte naar zig genomen hadt,het zonder uitftel aan der Stede Klerken in han- den Hellen moeft (f»). Gedenk- Op deéze wyze, liep het af met den ver* tekenen twyfelden aanflag der HerdooperenopAm- aaI1fl fterdam» welks geheugenis, op meer dan der Her- eene wvZe > bewaard is geworden. De Schil- doope- der Dirk Bernardszoon heeft de gefchiede« ren. njs 9 'm verfcheide tafereelen , afgebeeld > die op 't Stadhuis, in een vertrek, federt » het gefchilderd Kamertje genaamd (n), en <, 'm
(k) HORTIWSIUS, p. 315-
(l) Sentcntieb. als boven/. 6z,6i. HortENSIUS,/». 31*.
(mi) Keiub. E. ƒ. >4 ver/a.
\n) Zit Hooix Nedwl, Hift. bi, i»l. •
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 49
inlaatertyd, gebruikt, door Commiffaris- 1535,
fen van Kleine Zaaken (0), geplaatft (py, doch, by 't verbranden van het zelve, ver- teerd geworden zyn. Boven de deur van 't S. Elizabets Gafthuis, naaft het Stadhuis, Itondt ook, met gouden letters, te leezen: Die Bondtgenot en der opinieufer Anabaptis-
ten Overvielen dcfe plaets en 't Stadhuis 'f nachts
f elf uuren, *S Anderdaechs voor negen uuren fynjy, met
macht en listen, Geßageny gevangen en moeflen Juflicy ht'
/uuren. Doch dit fchrift is ook , met het ver-
branden of af breeken van 't gebouw, weg- geraakt. Aan een der bovenfle Schoorbal- ken in de Nieuwe Kerke, flondt, ter ge- dagtenhTe der Naaktlooperen, aangetekend: In 't jaer vyf tienhonderd vyf en dertich ,
wilt dit onthouwen,
Liepen hier naeckt mannen ende vrouwen. Doch de balk met dit opfchrift is, met Dank-
het verbranden der Kerke, ook vernietigd dag, ter geworden. De Wethouderfchap van Am- 8?~agJe* fterdam befloot zelfs, op den agtften May " e ^ ". des jaars 1536, den elfden daaraanvolgen- gefteid. ] de , en voorts jaarlyks, op den zelfden tyd, eenen plegtigen dankdag te houden , we- gens de zege, 's jaars te vooren , op de op-
Co) M. Fokkens Amft. bl. 100. (p) Pontanüs Libr. II. Cap. XXVÏÏI. p, 24j. III. Stuk. &
*
|
||||
8* AMSTERDAMS II. Deel.
ï$25> °Pr9er%e Herdoopers behaald (q). Doch
my is niet gebleeken, hoe lang men deezen jaarlykfchen dankdag gevierd hebbe. Ze- ker genoeg is het, dat dezelve, na de ver- andering der Regeeringe in 't jaar 1578, geheel buiten gebruik geraakt is. Strenge ^et overgaan van Munfter aan de Bis- vervol- fchoplyken, en de ftraf aan Jan Bokelszoon, ging van en de andere hoofden der oproerigen al- allerlei ^aar, die 'er eerlang op volgde, komende gezin^" ky ^e ftrengheid»die men, hier te Lande, den. tegen deeze Luiden oefende, bragt hen, eer- lang, in zulk eene groote verlegenheid, dat zy zig nergens reppen noch roeren durfden. Ook was 'er, in Juny, wederom een fcherp Plakaat uitgekomen in Holland , waarby „ alle Propheeten, Apoftelen of BhTchop- „ pen en alle hardnekkige herdoopten ten 3, vuure, en alle berouwhebbende tot het „ zwaard of tot de put veroordeeld wer- ,, den, zonder dat de Wethouders, om- „ trent deeze luiden, overmids hun kwaad „ voorneemen , eenige de mïnfle genade „gebruiken mögt en (r)." En van toen af, werdt 'er, niet alleen tegen oproerige Herdoopers, maar ook tegen vreedzaa- me en weerlooze Doopsgezinden, flrenge- lyk gewoed, in Holland. Te Amïïerdam, werdt, omtrent deezen tyd, zekere Pietery weleer Koßer te Sardam, en thans Leeraar onder beter flag van Doopsgezinden, ont- halsd, als hadt hy deel gehad aan den op- roer, («) Keurb. E./. 3t vtrfi,
(r) Doopsgez. Mattel, boek, II, Detl, hl. 35* Repeit.
il. 3«»
»
|
|||||
*
|
|||||
VXBoEK. Geschiedenissen. 5t
roer; daar hy zig, nogtans, zo getuigd wordt, 153^
met allen ernfl, tegen gekant hadt (j). Doch zo deeze Piet er dezelfde geweefl is met Pieter Pietersz van Leiden, die te gelyk met Jakob van Kampen onthalsd was, hadthy, volgens zyne Sententie, van eenen oproeri- gen aanflag op Leiden geweeten , zonder 'er kennis van te geevcn (£)• Voorts werdt, op den agtentwintigflen Maart des jaars 1537, gebooden „ dat niemant, hier ter „ Stede , eenige Herdoopers zou mogen „ herbergen, op verbeurte van 't lyf (¥)." Doch 't getal der Doopsgezinden wies aan tegen deeze ftrengheid, zo in deeze Stad, als inzonderheid in 't Noorderkwartier van Holland. Ook wonnen de Hervormden, zo Lutherfchen als Zwinglifchen of Kalvini- fchen, meer en meer, veld hier te Lande, en te Amflerdam in 't byzonder, gelyk ons 't gevolg deezer gefchiedeniiïe leeren zal. Chriftiaan de III., Koning van Deenemar« Gezant
ke, hadt, in den aanvang deezes jaars 1535,van Dee^ Melchior Rantfau herwaards gezonden, om JJ-JÏJ* onderftand te verzoeken tegen de Lubek- fterdam, kers, die hem den oorlog aandeeden, om dat hy zig met Holland verdraagen hadt. De Gezant nam zynen weg over Amflerdam, en droeg de belangen zyns meeflers voor aan de Regeering, die zig, ten behoeve der Stad, veel liet gelegen zyn aan de behou- denis des Oofterfchen handels. De Lubek- kers,
f») Brandt Reform. I. Deel, bt. iz+.
(t) Sententieb. van 15 03. 1513 tgt 19 Maart ïsij.fo 5j ver/o. («0 Keurt». E./. 31.
D z
|
||||
V
|
|||||
52 AMSTERDAMS II. Deel.
*53 5' kers» eerlang» meefter geworden van Kop-
penhage , flooten de Zont, voor de Hol- landers, waarby Amfterdam zeer veelleedt VCld°f"'t W' "^e Landvoogdes, Vrouw Maria, be- Kooran ^ugt, zo voorgewend werdt, dat het gebrek inge- van toevoer uit de Ooftzee duurte in de graa- voerd en nen hier te Lande veroorzaaken zou, deedt *fSe" den uitvoer derzelven verbieden, in Ofto- ber deezes jaars (w). Men bevondt egter, wel haaft, dat dit verbod voornaamlyk ge- fchied was, om het afgefchafte Verlofgeld wederom in te voeren: alzo de uitvoer toe- gelaaten werdt, mids men 't Verlofgeld vol- decde. Doch Amfterdam en de andere Ste- den van Holland kantten zig hier tegen zo 1536. ernftelyk, dat de uitvoer vanGraanen, in February des volgenden jaars , wederom vrygefteld werdt, zonder dat men verlof- geld behoefde te betaalen (#). Amfter- Keizer Karel vondt, midlerwyl, geraa- dam neigt ^en ^ zjg te ftee]<en jn de Noordfche onJus- onder- ten» ten behoeve van den Paltsgraave Fre-
fleunen drik, die met Dorothea, Dogter van 's Kei- van den zers o verleed en Zufter, de Gemaaiin van Palts- (jgn gevangen Koning Chriftiaan den II. , Fredrik gehuwd was , en uit deezen hoofde regt tegen meende te hebben op Deenemarke. De Kei- den re- zer vorderde den Staaten van Holland , in geeren- April deezes jaars, onderftand in fchepen ning van a^» en Amfterdam, vernomen hebbende, Deene- dat de Lubekkers in onderhandeling waren marke. over (v) AFRT VAN DER GOES Regtft. H. M, 227. VE-
LIUS Hoorn , hl. 137. (w) Repert. bl. %l, {x) Vadeil. Hift, V. Deel, bl, 104 enzt |
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 53
over een verdrag met Chrifliaan den III., 1536.
welk, zo 't geilooten werdt, hen genoeg- zaam meefter maaken zou van den Oofter- fchen handel, neigde zeer om den Keizer te believen. De Stadhouder, Graaf van Hoogftraaten, eifchte vyfentwintig groote Oorlogsfchepen en agt of tien Boeijers van de Staaten van Holland alleen, die dienen zouden, om vierduizend knegten, ten dien- fte des Paltsgraafs, over te voeren naar de Zont. En Amfterdam en de Waterfteden zouden, veelligt, beflooten hebben , om hun aandeel in deeze uitruftinge te draagen: doch de andere Leden waren agterlyker t vooral, om dat men Holland alleen belas- ten wilde met de kollen eens krygs, die de eer des Keizers betrof, en waarin de ande- re Nederlanden, zo wel als Holland, be- hoorden te draagen. Ook vernam men, fe- dert , dat Guitaaf de I., Koning van Zwee- den, de Zont reeds met veertig Oorlogs- fchepen geilooten hadt: 't welk de Staaten van Holland nog agterlyker maakte om te befluiten. Chriftiaan de III., onderregt van 't ge- DeDeen-
vaar, welk hem uit Holland dreigde, ftcl- fche de, eerlang, Hertog Karel van Gelder in^rfte, ftaat, om eenig Krygsvolk op de been te van Ham brengen, onder den Overfle Meinard van dreigt dq Ham, die der Regeeringe van Amfterdam, Stad te wat laater, fchreef „ dat hy de Stad en 't overval- „ omgelegen Land, te vuur en te zwaard, „ zou komen verwoeften, zo men met de „ voorgenomen' uitruftinge voortginge." Men beiloot dan, niet alleen, hier ter Ste- P 3 de,
|
|||||
'\
|
|||||
54 AMSTERDAMS II. Deel.
j£*£ de, fcherpe wagt te houden (y); maar de
Regeering , Dagvaart hebbende doen be- fchryven inden Haage, drong, ernftelyk, op werving, tot verzekering van Holland. Ook bragt zy te wege, dat de uitrufting niet in Holland, maar in Zeeland gefchiedde, daar men veiliger was voor eene ondernee- ming te lande. Ondertuiïchen , leedt de Amfterdamfche Scheepvaart veel by deeze uitrufting, alzo men, om't Bootsvolk tot dezelve te vinden, de Vaart naar 't Noor- den en naar 't Werten hadt moeten verbie- den. Zelfs waren, te Amfterdam, eenige Noordfche fchepen in beflag genomen , 't welk men vreesde, dat op de Amfterdam- fche fchepen, die in 't Noorden zouden ko- men handelen, verhaald zou worden. Midlcrwyl, hadt de Stadhouder van Fries-
land zig, op 's Keizers laft, bediend van de knegten, die tot den togt naar Deene- marke gefchikt waren, om denHertogevan Gelder 't gebied over Groningen teontvvel- digen. Ook was'er, in May, een Beiland voor drie jaaren geflooten met Chriftiaan den III., welk oorzaak was, dat de voorge- nomen togt ter zee geen'voortgang hadt (2). De Gods- Het toencemen der Stad Amfterdam, in dienflige geta| van ingezetenen, was oorzaak, dat de Geftig- Godsdienflige Gefügten aldaar meer armen Amfter- te onderhouden hadden, dan voorheen, tot damkry- zo verre, dat de inkomften derHuiszitten- gen ver- meefteren , Gafthuis-meefteren , Leproos- |
|||||||||||
lof om
|
|||||||||||
mees-
|
|||||||||||
(y) Keurb. E. ƒ. ??.
(z) Zit Yacietl. Hiit. V. Deel, bl. 1*4 enz.
|
|||||||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 55
meefteren en arme Weeskinderen-meefte- 153*5.
ren, op geene duizend guldens 's jaars na, vatte toereikten, tot vervulling der behoeften , goederen die ieder deezer Genootfchappen te vervul-te mo§en len hadt. Men vondt, in de Stad, luiden onder* genoeg, die gezind waren de inkomften dee- zekere zer byzondere Geftigten, door maakingen voor- by uiterften wil, te vermeerderen. Doch waa*dcn» Keizer Karel hadt den Klooiteren en ande- ren Godsdienfligen Geftigten verbooden, ee- nige vafte of erfelyke goederen te bezitten. OndertiuTchen, was 'er veel aan gelegen, dat de. behoeftigen in Amfterdam de ge- woonlyke onderfteuning niet mitten. Men vertoonde dit den Keizer, die, by brieven van den zesden December deezes jaars, den Huiszittenhuizen, Gafthuizen, het Leproo- zenhuis, en het Weeshuis vryheid verleen- de, om allerlei roerende en onroerende goe- deren te mogen erven, mids zy de laat- flen niet dan aan weereldlykeperfoonenver* kogten, en dat wel binnen een jaar, na dat zy die bekomen zouden hebben; om met het gene 'er van kwam, hunne armen te onderhouden, of daar voor te koopen ren- ten tegen den penning zeftien, ten gelyken einde (a). Omtrent deezen tyd, hadt Frans Andries- Verbod
zoon van Haarlem , buiten de Reguliers-om Kalk,; poort, niet verre van Amfterdam, een Kalk- S"snt0 oven doen ftellen, waarvan de Stad, wan- binnen' neer 'er de wind naar was , veel kwaade eene myl lugthadt. Ondertuflchen , vernam men,™1 dc daiStad*
(4) Handy. M, 2<;,. [j9.]
D4
|
||||
'5* AMSTERDAMS _ II. Deel.
1527- ^at an^eren ^it voorbeeld dagten te volgen.
De Regeering, om dit te voorkomen, ver- i wierf een Oclroi van Keizer Karel, welk, den derden January des jaars 153Ó [1537],
te BriifTel, gedagtekend was, en waarby aan elk verbooden werdt, voortaan, eenige Kalk- ovens te Hellen, binnen een myl van de Stad. Ook mögt de Stad de Kalkoven, die reeds, binnen dien affiand, was opgeregt, weder- om doen af breeken, mids aan den eigenaar vergoeding van koften doende , naar de uitfpraak van goede mannen, of van Stad- houder en Raaden van Holland (b). Drie Per- Op den twaalfden April deezes zelfden foonen jaars f Werden , te Amflerdam , drie Per- terve " f°onen> Albert Reyertszoon, bygenaamdO/- onthalsd. deknegt, van Bols waard, Andries Hermans- zoon van Gelder,en Tymen Henrikszoonvzn Kampen, om zogenaamde Ketterye, met het zwaard ter dood gebragt: waarna de hoofden op ftaaken gezet, en de rompen op raden gelegd werden (V)- Een ander werdt, ten deezen tyde, om het hebben van verbooden boeken en 't begunftigen van den Herdoop, met zyne boeken om den hals, op 't fchavot, te pronk gezet, en vervol- gens gebannen (d). In de Sententien van Poorteren,die, teroorzaake van zogenaam- de Ketterye, met de dood geftraft werden, werdt gemeenlyk gefield, dat zy, volgens de Privilegiën deezer Stede (e), niet meer dan
(6) Handv„ tl. i<ï. [5S]
(cj Sententieb. van }< OtJ. ij2j tot 19 Maart 1567.f,
77, 78. Zie tok. COMMF.LIN bl. 940. (dj Sententie!), ais boven f. y% verf». (tj Zie 11. Dal, m. JBetk, bl. 198. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 57
dan honderd ponden uit hun goed verbeur- 1537. den, of dat de Verbeurdverklaaring hun- ner goederen, met honderd ponden, kon worden afgekogt. Doch het Hof van Hol- land verftondt, in December deezes jaars, dat deeze Privilegien den Ketteren niet te ftaade komen konden, en verklaarde ook alle de goederen van Ketterfche Poorters verbeurd (ƒ). 't Beftand met Chriftiaan den III. was,
op 't einde des voorleeden jaars, gevolgd van eene Vrede met Gelder, die Amfter- dam , voor eenen tyd, bevrydde van de zorg voor overrompeling. Doch de oorlog met Frankryk, die onlangs ontfteken was, duur- de nog. Alleenlyk werdt'er, in July deezes jaars, een Beftand van tien maanden getrof- fen, waarop, in 't volgende jaar, eerfteen lang Beftand, en wat laater eene volkomen Vrede volgde (g). Doch weinige weeken voor 't fluiten van Karel
't Beftand van tien maanden, ondernam Her- ™n Gel- tog Karel van Gelder, vergeetende de on f^o^t" langs getroffen Vrede, Enkhuizen te ver-zjgbyde raffen, ten behoeve des Konings van Frank- Regee- ryk. De aanflag mislukte nogtans, en hyr|ngfvan fchaamde zig zyner onderneeminge zo zeer, Jjjj ^ dat hy, kort hierna, aan Burgemeefteren gens' ee. van Amfterdam fchreef „ dat zyne fche-nenaau- s, pen, door tegenwind, op de reede van flaS °P „ Enkhuizen vervallen waren; en dat zyn^ ;* 9, oogmerk alleenlyk geweeft was, zynen |
||||||||
„ Neef,
(f) Sentent. van den Hoogen en Provinciaalen Raadc
£/• 34+- (g) Vaderl. Hift. V. Detl, BI. 13 j, 13t. H4.
DS
|
||||||||
5$ AMSTERDAMS IL Deei,:
feh» jj Neef, den ouden Kardinaal van Bour- „ bon, aan de zeegaten op te wagten, voor „ wien hy nu Brieven van Vrygeleide ver- „ zogt." De Wethouderfchap van Am- fterdam, uit eenigen haarer burgeren, die te Harderwyk geweeft waren, toen de fche- pen werden uitgerufr,, reeds verflaan heb- bende, dat de Hertog heel wat anders in den zin gehad hadt dan hy voorgaf, ver- genoegde zig, met hem eenvoudiglyk te antwoorden „ dat hy zig, om Brieven van „ Vrygeleide te bekomen, niet aan haar; „ maar aan de LandvoogdeiTe vervoegen „ moefl (hy* Amfter- By de gewoone en buitengewoone Beden, dam be- die, van tyd tot tyd, in Holland, gevor- wiliigt derd werden, kwam, in September des jaars cerften J53^' nog'eene buitengewoone Bede, die in eene de Landvoogdes, op eene Dagvaart te Geer- Bede en truidenberg , liet doen. De Stadhouder, Sefc^enk Graaf van Hoogftraaten, voegde hier by, Land-6 ^at ^e anc^erc Landen Vrouwe Maria een voogdes- gefchenk gedaan hadden; 't welk Holland fe. behoorde naar te volgen, en der Landvoog- 153$- delTe vyftigduizend, of ten minflen dertig-
duizend guldens aan te bieden. En Am« fterdam was onder de cerfte Leden, die in 't een en 't ander bewilligden (i). Tje Stad De Regeering deezer Stad verwierf, den verwerft zeflienden Oétober, Oéfroi van Stadhouder dat men, en Raaden van Holland, op 's Keizers naam, ken! niets» dat, m zaaken, gebragt voor de Vier- „ fchaar
(h) E. de Veer Chron. ƒ. 4?. Pontanus Hift. Gek,
Liïr. XI. p. 78J. Brandt Enkh. tl. 6z. (i) Vadcil. Hift. V. Deel, bi. Hl enz. |
||||
VI.Boek, Geschiedenissen. 59
„ fchaar aldaar, en niet boven de tien pon- 15$$.
„ den grooten vlaamsbeloopende,niemantboven de „ vermoogen zou eifch te doen by gelchrif- tien pond 3, te; maar dat alle zulke zaaken,by mon-bdoo-: 3, de , tuffchen partyen, zouden moeten pende , „ worden bepleit (*)." Zulk een Oótroi ^ün°e ftrekte zekerlyk , tot voorkoming van de ^. langwyligheid der gedingen, voor der Ste- de Vierfchaar. En veelligt heeft de Stad het te ligter verkreegen, om dat zy, zo ge- V reedelyk, in de Rede, en in het gevorderd gefchenk aan de LandvoogdefTe, bewilligd hadt. Jan van Hennin, Heer van BoJJu, hadt zig, Uitms-
op 's Keizers lalt,omtrent deezen tyd, be- ting te geven naar Amfterdam, om aldaar, en in^mftfcr" Waterland, deuitrufling te wege te bren-ee™en0t gen van zesenvyftig fchepen van oorloge, togt naar die, nevens vierenveertig anderen, gebruikt Konftan- zouden worden in eenen togt naar Konftan-Jj.noP.0,e» tinopole , waartoe eene magtige Vloot in vl0e0"tl.et Spanje verzameld werdt. De Zeeuwfche gaat. fchepen liepen, in February, de Holland- 1539. fchen, niet voor het einde van Maart des jaars 1539, i11 zee« Doch de laatflen wa- ren niet verder dan onder Duins gekomen * toen zy uit 's Keizers dienft ontflaagen, en naar huis gezonden werden. De Vorffc, an- dere inzigten gekreegen hebbende, floot, eerlang , een Befland met den Grooten Heer (/). De
(k) Handv. */. 58?.
(t) E. de Veer Chron. ƒ. 51, 52. Goudhotven II.
«os, fio9. i&EiGEKsB. cluon. yan Zeel. II. Deeltbl.^zy |
||||
6o AMSTERDAMS II. Dta;
1539- ^e j^dvoogdes) Vrouw Maria, onder-
DeLand-nam' *n ^en Corner cleezes jaars, eenereis voogdes, door de Nederlanden, tot het doen van bui- Vrouw tengewoone Beden. Zy begaf zig eerfl, van Maria, Bruffel naar Zeeland, keerde toen naarBra- hier'ter ^ant' voorts» naar Utrecht, en van daar
Stede. over Amersfoort en Naarden naar Amfter- dam. Zy fchynt zig hier egter niet lang op- gehouden te hebben; maar al fpoedig, o- ver Haarlem en Leiden, naar den Haage vertrokken te zyn, alwaar de Staaten, een- paariglyk, bewilligden in eene buitengewoo- ne Bede van tagtigduizend guldens , die reeds in 't voorleeden jaar gedaan was(w). Het Ber- De Vaart op Bergen in Noorwegen en de genvaar- K00phandel aldaar werdt, federt veele jaa- de krygt ren> van Amfterdam gedreeven door een eene Or-Gilde van Handelaars, het Bergenvaarders- donnan- Gilde genaamd, welker Leden in Meeflers tie# en Knegten onderfcheiden waren. Aan dit Gilde gaven Schout, Burgemeefleren, Sche- penen en Raad deezer Stad, den tienden February, eene Ordonnantie of Gildebrief, uit welken blykt, dat de Meefters ieder een Boede of Kantoor hadden te Bergen, alwaar zy hunnen Koophandel dreeven, en van de Knegten gediend werden. Niemant mögt Meefter worden , dan die twee jaaren te Bergen als knegt gediend, of twee Zomers voor knegt gevaaren hadt. En die zyne eerfte reize, als Meefter, naar Bergen deedt, moeit vyf guldens; die de eerfte reize voor knegt voer, dertig ftuivers betaalen, ten be- hoe-
(ar) AERT VAN DER GoES Regift. tl. 300, jol, 30t,
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 6i
hoeve van S. Annen Altaar (»), in de Oude 1550.' Kerke, welke, door dit Gilde, onderhou- den werdt. De Gildebrief is, naderhand, meer dan eens, met verfcheide punten ver- meerderd. Het Gilde plagt zyne Kamer te hebben, aan de weftzyde van den Buiten- Amftel, nu even buiten de Vryheid der Stad, in een huis, welk nog den naam van Ber- genvaarders Kamer draagt. Het tappen van wyn of bier even buiten Het tap-
de Vryheid der Stad, en binnen een vier- Pf£ JjJJ1" dendeel myls van dezelve, was al by ver- gta(j fcheide oude Keuren en O&rojen ongeoor- wordt lofd verklaard (0); doch ging thans, des-»aderbe- onaangezien, flerk in zwang, tot merkelyk PaaId- agterdeel van der Stede Excynzen, die niet buiten de Vryheid gevorderd werden. Men bevondt zelfs, dat fommige Ballingen, Lu- theriaanen , Herdoopers en anderen , zig dikwils derwaards begaven, om te drinken en vergaderingen te houden. En dit gaf gelegenheid tot een nieuw Octroi, gedagte- kend te BrufTel, den eenentwintigften April deezes jaars, waarby verbood en werdt, wyn of bier te tappen buiten de Vryheid, binnen de volgende paaien: „ Buiten de Haarlem- „ mer-Poort, tot aan den draaiboom, ftaan- „ de op den dyk voor Frans IValkhs huis j, ingeflooten; buiten de S. Antonis Poort, „ tot de twee huizen binnensdyks, daar het „ Bolwerk van Ypeiloot begint, ingeflooten; „ buiten de Reguliers-Poort, tot het lange „ Loop-
(«) Handv. bl. ng7. ,
(•J Hwdv. «• 17, 18. [!»•]
|
||||||
s
|
|||||||
•■
|
|||||||
62 AMSTERDAMS II.Deel.
Ï539- " Loopveld toe ingeflooten; en buiten de
„ Heilige-wegs Poort, tot aan den Over- „ toom en Piet er Willem szoons huis inge- „ flooten (py Doch men bevondt eerlang, dat fommigen, agt of negen roeden buiten deeze paaien , herbergen begonden op te & zetten „ daar fbmtyds ook Ballingen, Lu- 3, theraanen, JVederdoopers ende andere ver-
„ twyfefde "nenfchen," gelykze genoemd wer- den „ hunne Conventiculen hielden:" waar- om Keizer Karel, op den agtentwintigffcen Auguftus deezes jaars, nader verklaarde, „ dat niemant tappen mögt buiten de Haar- „ lemmer-Poort tot aan Slooterdyk toe, het „ Dorp zelf daar onder niet begreepen; „ noch buiten de Heilige-wegs- Poort tot „ halfweg Slooten, en aan den weg van't Voort- " lanSe Loopveld (#)." Uit deeze Oclro- garag der jen blykt, onder anderen, dat men het hou- vervol- den van Vergaderingen van zulken,die der ginge. Hervorminge waren toegedaan, zelfs bui- ten de Stad, zogt te weeren. Ook vindt men, dat Joriaan Benthuyfen, die met Hans van Camphuyfen, op eenen Zondag, onder de Hoogmiffe, in zekeren tuin, gelezen hadt, in een bouck geintituleert 't nyewe teßement van martinus luthere, welk niemant, volgens de Plakaaten, leezen of by zig hebben mögt, op den zevenden July deezes jaars, verwee- zen werdt, om, met het boek om denhals, waarop met groote letters ftaan zou Dit es Martinus Luther ie bwck> voor de gewoon- lyke
(p) Handv. bl. 11. [fio.3
(j) rfandv.JL 19. £«x.J |
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 6%
lykeZondags-Pr<tf#e, te gaan, ofvyfen- ^g. twintig guldens te betaalen. Men handelde deezen perfoon , die anders , volgens de Plakaaten, lyf en goed verbeurd zou heb- ben, zo genadiglyk,om dat hy maar veer- tien jaaren oud, en onlangs eerft, met het boek,welk hy van zynen Vader ontvangen hadt, hier te Lande, gekomen was : ook om dat hy verklaarde, geene kennis te heb- ben van dèn inhoud der Plakaaten (r). Ten deezen zalfden dage, werdt Jan Janszoon van den Berg> hier ter Stede, om Herdoo- perye, onthoofd (s). De groote Steden, Orde op en dus ook Amfterdam, mogten, volgens Jj^PJ^ een Plakaat van den zesentwintigften Sep- de groo. tember, nergens laaten prediken dan in de te Ste- Kerfpelkerken, de Kloofters der biddende den. Orden, en de Gafthuizen (f) : ook moeft men, volgens aanfchryvens des Stadhou- ders van den zelfden dag, wel fcherpelyk letten „ dat 'er geene duiftere of ergerly- „ keftoffenopden predikftoel gebragt wer- „ den, en dat de Leeraars niet tegen elkan- „ deren predikten;moetende deezen, wan- „ neer zy iet in elkanders Leer of gedrag „ te berispen vonden, de fchuldigen af- „ zonderlyk vermaanen, of 'er den Officier „ der Stede of den Hove van Holland ken- M nis van geeven («)." Men begon, te Amfterdam, wat fcher-De ge- n p-r wezcß
(r) Agter 't Keurb. È. ƒ. 207 vtrfo.
(s) Sententieb. van ij Oïï. ijï.3 tot 19 Ma«rtis6y. f. yj. Zie ook COMMEUN bl. 0+1. (t) Repett. bl. 3 g. (u) &ie4tn Blief in H. D£ Gkoot Verantw. Cep. VI. bl. SU |
|||||
■--.
|
|||||
64 AMSTERDAMS IL Deei.
Ï539- Per te 8aan teSen de Hervormden, federe
Schout ^at Meefter Kornetts Wouter Dobbeszoon ,in Jan Hui- September des jaars 1535, in de plaats van brechts- Klaas Gerrit Mattheuszoon, tot Schout aan- |
||||||||||||
zoon
|
||||||||||||
genomen was (V).Deeze, eenen witten voet
on/xet- hebbende ten Hove, en onder eenen deken teryege- leggende met den Procureur-Generaal, Rei - dag- nier Brunt, beftondt, omtrent deezen tyd, vaard. verfcheide Regenten te befchuldigen van Ketterye. Meefl hadt hy 't egter gelaaden op den gewezen Schout, Jan Huibrechts- zoon, die, in 't voorleeden jaar en in dit, met een kerkelyk geding , uit naam van Ruard Tapper , Opper-Inquifiteur hier te Lande, door den Onder-Inquifiteur, Floris Egbertszoon, Paftoor der Oude Kerke, las- tig gevallen werdt (w). Hier by bleef het niet. De Procureur- Generaal verwierf een Mandement van den Hove , waarby Jan Huibrechtszoon, die, ondertiüfchen, den florm ziende aankomen, ten Lande uit ge- weeken was, voor't Hof gedagvaard werdt. De vrienden van den gedaagde konden ligte- lyk voorzien, dat hierop vonnis van balling- fchap en verbeurdverklaaring van goederen volgen zou. Doch alzo dit laatfte, volgens de Privilegien der Stede, met honderd gul- gens af te koopen was, vervoegden de naaft- beftaanden van den Gedaagde zig by Bur* gemeefteren, met verzoek om derzelver by- fhand tot handhaaving deezer Privilegien. I54°' Burgemeefteren toonden 'er zig gereed toe, en
|
||||||||||||
(v) Groot-Memor. N. I. ƒ. 30$ vtrfi,
v (w) Zit COMMEJ.IN H% 5>4°. |
||||||||||||
:d
|
||||||||||||
♦
|
||||||||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 65
en verfcheenen, nevens hen, voor 't Hof, 1540, in de Lente des volgenden jaars. De Pro- B/ïfcllui. cureur - Generaal hieldt den Raaden voor digingen „ dat Meefter Jan Huibrechtszoon , in het ten zy- „ jaar 1518 , Schout van Amfterdam ge-nenlafte; „ worden was; dat, federt dien tyd , die ,, gereprobeerde Seelen van Luterye, Sacra- „ mentifierye ende Herdooperie aldaar opge- „ komen,en fterk toegenomen waren.Dat „ de Stad, hierdoor, in groot gevaar geraakt % was van ingenomen te worden: 't welk „ men aan de flapheid van den Gedaagde „ en van andere Burgemeeflers enRegeer- „ ders in dien tyd wyten moefl. Dat de „ Gedaagde zelf gehouden werdt van de „ gemelde Seele te zyn. Dat hy, ten min- „ fte, het zingen van fchandelyke Liede- |
||||||||||||
55
5>
35 |
kens,tegen 't Sacrament des Altaars,en
tegen de Geeftelyke Perfoonen, inzettin- gen en Plegtigheden, ongeftraft, gedoogd hadt. Dat onder anderen zekere Schui- |
|||||||||||
„ tevoerder, Adriaan met een Ooge genaamd,
„ den Luiden, die naar de Heilige Stede gin- „ gen,om 't Sacrament te vereeren,open- „ lyk hadt toegeduwd, wat gaat gy 'f Sacra- 9, ment bezoeken? Ik agt de kaas en 'f broody 5, welk ik in myne hand heb, zo goed als 'f „ Sacrament. Hier vaar ik voel van. Maar „ 't Sacrament is meer niet dan der Paapen a, Goden louter brood. Dat dezelfde Adriaan „ ook hadt gezeid, dat de Heer, het brood „ des Avondmaals met de eene hand uit- 3, reikende, gezeid hadt, Neemt dat, terwyl „ hy, met de andere, op zyne borft wy- 9, zende, daar by voegde, Dit is myn lig- 111. Stuk. £ „ haam. |
||||||||||||
66 AMSTERDAMS IL Deel.
1540. 5) haam. Dat hy ook, in November des
„ jaars 1532, in 't Cellebroeders Kloofter, „ openlyk gezeid hadt, dat hy wel vyfiig „ Sacramenten te gelyk met eene dagge door- j, fteeken, of met voeten treeden zou durven. „ En dat de Gedaagde, om dit alles, A- „ driaan alleenlyk bevolen hadt, niet zon- „ der zyn verlof uit de Stad te gaan, hem, „ naderhand , toen hy gedrongen werdt „ hem te vatten, heimelyk waarfchuwen- „ de, dat het nu tyd was om te vertrekken. „ Dat hy Grietje uit Hit land, die wilt waar j, Jakob van Kampen verft eken was ge- „ weeft, zonder het aan te brengen; Ma- „ rytje Klaas, Huisvrouw van Meeuws den „ Blokemaaker, die verdoopt was ; en nog „ eenen Mandemaaker van dezelfde gezind- „ heid, Heer Arend genaamd, gelyke waar- „ fchuwing hadt gedaan. Dat hy, wyders, „ verkeerd hadt met bekende Ketters, en „ onder anderen met Heer Klaas van Elfi, „ die Luther zelven hadt hooren leeren. „ Dat hy, om zulke redenen, door't Hof, ,, in 't jaar 1534, van 't Schoutampt afge- „ zet, en in eene boete van honderd gul- „ den verweezen geworden was. Dathy, „ wyders, ook plagt te hooren een' Gardiaan, „ [Joannes'] Pelt genaamd, die in de Reventer „ [Eetzaal] van 't Minderbroeders Kloorter „ leerde, en het Evangelie van S. Mattheus „ in Duitfcher fpraake hadt doen drukken; 3, welk boek hy, fchoon daartoe vermaand, 3, niet hadt doen ophaalen. Dat hy, al in „ 't jaar 1525, kennis gehad hadt van het * houden van Lutherfche Vergaderingen „ daar
|
||||||
Vf. Boek. Geschiedenissen. 6?
„ daar ter Stede , door zekeren Meefier 1540,
„ Willem, Priefter van Utrecht, zonder „ dat hy 'er iemant over geflraft hadt. Dat „ hy zelf hadt bekend, Melanchtons fchrif- „ ten gelezen te hebben. En dat hy, ein- „ delyk,in Anguftus des jaars 1539, in den „ Haage befchreeven, en ter naauwernood „ eens voor KommifTarifren van den Hove „ gehoord geweefl zynde, heimelyk naar 3, Amfterdam, en voorts ten lande uit ge- „ weeken was. Sedert was hy, tot drie maa* „ len toe, ingedaagd; doch niet verfchee- „ nen ; waarom de Procureur-Generaal „ eifchte, dat hy gebannen en zyne goe- „ deren verbeurd verklaard mogten wor- „ den." De Burgemeefters van Amfterdam en de Hy worde
vrienden van JanHuibrechtszoon zelvenon-voor al- dernamen niet»hem tegen de befchuldiging Joos £e* van Lüthcrsgezindheid te. verdedigen. Zy beweerden allcenlyk, dat de verbeurdver- klaring zyner goederen, met honderd gul- dens, volgens de Privilegien der Stede, kon worden afgekogt. Het Hof verftondt dit eveneens. De Gedaagde en voorvlugtige werdt, by Sententie van den negentienden Maart des jaars 1539 [1540], ten eeuwi- gen dage, gebannen,uit Holland,Zeeland, Friesland en Utrecht; doch van zyne goe- deren niet meer dan honderd Karels gul- dens , acbtervolgens 't Privilegie van der 6te- de van Amfterdam, verbeurd verklaard. Al 't welke blyken kan uit de Sententie zelve, die nog nooit gedrukt geweeit, en daarom % % van
|
||||
68 AMSTERDAMS II. ÜeïX,
IKA.0 van ons' ^er a£ter> onder de By kagen (3G%
geplaatfr. is. Sommigen tekenen aan, dat
de gebannen Schout, in 't volgende jaar 1541 , te Harderwyk, overleeden is (j). Op den negenden Auguftus deezes jaars, werden vyf Perfoonen gehangen , die be- kend hadden in 't Verbond der Herdoop e- ren getreden, en aan Kerkroof fchuldig te zyn (3). Karel de Keizer Karel de V. kwam, in July dee« V.belegt zes jaars, in Holland, om eene gewoonly- ïfagvaart ^e ^ec*e te ^oen van ^e Staaten, die, te-
te Am- &en den vyfden Auguftns, in den Haage be- fterdam. fchreeven waren. De Bede gefchiedde, ter fomme van honderdduizend guldens's jaars, voor den tyd van zes jaaren. De Leden namen aan van deeze Bede verflag te zullen doen , en den Keizer antwoord te zullen brengen, op zulk een' tyd en plaatfe, als hy zou goedvinden te bepaalen. Hy noem- de Amfterdam, tegen den twaalfden der 't Geregt maand (a). Het Geregt deezer Stad, hier- bei t orde van berigt bekomen hebbende, beval, den om den tienden „ dat niemant der Schutteren, zon- Keizer te ^ ^er ver]0f van Burgeme©fleren, uit de gen. " »5 Stad gaan zou (b):" en den elfden „ dat „ de drie Schutteryen, op 't luiden van der Stede klok, gewapend vergaderen zou- |
|||||||||||
•ï
9)
|
den; de Oude of Kloveniers Schutters,
in S. Jakobs Kapelle, de jonge Schutters, |
||||||||||
« op
(x) V. B.
(y) F. von Zesen, bl. 107.
(z) Sententieb. van ij OlïeJ/. isij ttt 19 Maart 15&7,
f. 101. (a) Af.rt VAN'dkr CO£8 Rcgift, il, 3a«»
ik) Kcuxb. E./. 6i.\ |
|||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen: 69
„ op de Kolk, en de Handboogsfchutters, 154g, „ in de Lieve Vrouwen Kapelle; om van 3, daar, onder geleide hunner Overluiden, j, op te trekken, en niet naar hunne Doe« j, lentekeeren,voordat deßlachoort op de „ Plaatfe gedaan zou zyn. Dat de Her- „ bergiers den Schutteren geen bier of wyn ,, zouden hebben te fchenken, voor dat zy 3, wederom in hunne Doelen gekomen wa- „ ren. Dat elk, wien 't Geregt eene toort- 9, fet'huis zondt, daarmede, in een'zwar- „ ten tabbaard gekleed, op de Plaatfe by „ 't Geregt komen moeft, wanneer der „ Stede klok luiden zou. Dat niemant, 9, dan die geregtigd waren om der Stede „ wyn te tappen, wyn leveren zou op de 3, loodjes, die de Wcthouderfchap voor- „ hadt aan 's Keizers gevolg aan te bieden, „ om daarop den eerewyn te laaten haaien. 3, En dat niemant eenig gedruifch zou heb» „ ben te maaken in de Kerken, gelyk 011- 3, den en jongen, in de nieuwe Kerke, ge- 3, daan hadden , toen de Landvoogdes , „ Vrouw Maria, in 't voorleeden jaar, al- 3, daar de mifle hoorde (é)" Öndertus-Men fchen, hadt men den Keizer vertoond, dat ™aakt het raadzaam er ware, de Dagvaart te Haar-^" f*l~ lern te leggen, ende dat, gelyk de Advo iu?t en>t kaat van der Goes aangetekend heeft water der (i), omdat f Amfterdam die vier elemente« Sud te» gecorrumpeert waren, ende om te behoeden die &cn* gefontbeyt van fyne Majefleyt, ende den gce- nen
|
|||||||
(c) Keutb. E. f. ai.
U) Rcgift. bl. 3 ©7. E 3
|
|||||||
.
|
|||||||
7© AMSTERDAMS II. Deel.
I540. nen die hem volgen ende water drinclen willen,
't welk fÄwflerdam nyet en doe cht, ende veel ßeck, ja den doedt drinchn Jouden mogen. En 't fchynt, dat deeze aanmerkingen , die niet geheel ongegrond waren, alzo het wa- ter in de graften reeds zeer bedorven was, en men nog niet veel regenbakken hadt, zo veel gewoogen hebben, dat de Dagvaart te Hy komt Haarlem gehouden werdt. Evenwel kwam 'eregter. de Keizer, op den dertienden, in Amfter- dam , daar hy treffelyk werdt ingehaald; doch flegts tot 's anderendaags 's morgens Vertoefde, wanneer hy naar Utrecht voort- reisde (e). Amfterdam hadt, midlerwyl» gereedelyk bewilligd in de zesjaarige Bede, veelligt om den Keizer daardoor te bewee- gen, tot eene gunftige uitfpraak in het oud gefchil over het Dordrechtfche Stapelregt, welk deeze Stad en andere Steden , om- trent deezen tyd, Avederom leevende ge- Hy geeft maakt hadden (ƒ). Ook beveiligde de Kei- eene zer t by eene Sententie van den agttienden Ordo?6 O&0Der » die te Bruflel gegeven werdt, nantie Dordrecht wel in het Stapelregt; doch hy voor de voegde 'er eenige bepaalingen by, waaruit Stad, om- bleek, van welke goederen, en tot hoe hoog, trent het ^ Stapelregt alleen gevorderd mögt wor* drecht- den. Ook hieldt de Sententie in „ dat alle fche Sta- „ goederen, Kanthout, Kromhout en Ee- pelregt. ^ ken planken uitgenomen, komende uit „ het Noorden, van Amfterdam en daar „ omtrent, door de Stede Gouda en den „Yf-
(e) E, de Veer Chïon. ƒ. jj verß. Goudhoeven bU
gil. VELius Hoorn, hl. 1+2. (f) Rcfol. Vroedfch. iz April 1540, N, !.ƒ. 4 verß.
|
|||||||
'
|
|||||||
VI.BoeïC. Geschiedenissen. 71
j, YlTel nederwaards voorby Rotterdam , 1540.
„ niet gehouden zouden zyn te Dordrecht 3, aan te vaaren , of aldaar te verflape- » len fe)."
Men kon deeze nadere bepaaling van het Het Vet-
Stapelregt aanmerken als eene gunft voor lofgeld Amfterdam. Doch niet lang hierna, wardt Kooien ten Hove beflooten, het afgefchaft Verlof- wol-dc geld op 't uitgaande Kooren wederom in te wederom voeren: 't welk ten hoogfle fchadelyk was inSe- voor deeze Stad. Ook deedt zy en de mees-voerd% te andere Steden ernftige vertoogen ten Hove, om van de betaaïing van 't Verlof- geld bevryd te blyven (Ä); doch alle poo* gingen fcheenen vrugteloos. De Landvoog- des verftondt, dat men 's Keizers Hoog- heid te na fprak, als men zig van 't betaa- len van een zyner Heerlyke regten meende te mogen ontflaagen rekenen (i). 't Ver- 1541. lofgeld werdt dan ingevoerd. Doch men bevondt wel haaft, hoe veel nadeels het deede aan den Koophandel deezer Landen in 't gemeen, en aan dien van Amfterdam in 't byzonder. Wel honderd en vyftig Oos- terfche fchepen , welker meeften anders- zins hunne Laadingen aan deeze Stad ge- loft zouden hebben, zeilden nu weftwaards en 't Land voorby, 't welk met reden voor verloop des Ooiterfchen handels vreezen deedt. Tc
(g) Zh de Sentent. en Ordonn. by Balen Dordr. bl.
444, 45©, 4-59,465-
(*) Reibl. Vroedfch. 4 Maart, 7 May, 1 Juny 154,1. Ar.
I. ƒ. 5 ver/h , <ï verfe ,7. (i) Vadeil. Hift. V. Deelt II. ij« tnz.
|
||||
fi AMSTERDAMS II. Deel.
154 i. Te Amfterdam, werdt, midlerwyl, het
Op. Verlofgeld ten fcherpflen ingevorderd (£). fchud. De Ontvanger van het zelve, Jakob van ding te Grammaye, beftondt, op zekeren avond , Amrter- ten tjen uuren j jn September ofOétober des gelegen^Jaars I54I» net nins van eenen Poorter,
tieid van die, naar 't fchynt, geweigerd hadt te be- fcet zei- taaien, met zyne dienaars te overvallen , re" met oogmerk om hem te ligten en te ver- voeren, -'t Volk, in merkelyken getale op
de been geraakt, riep dat zulk geweld Jftreedt met de voorregten der Poorteren, en wilde den Ontvanger te lyve, die nog, ter naau- wer nood, door de Wethouderfchap,' ver- dagtby't volk van hem de hand te zeer bo- ven 't hoofd tehouden,gebergd,en heime-, lyk ter Stad uk gelaaten werdt. Het Hof van Holland vaardigde , federt, Meefter Kernelis Suys herwaards af, om onderzoek te doen op deeze beroerte. Men deedt 'er der LandvoogdefTe verflag van , die zig zeer misnoegd toonde, om dat men's Kei- zers Amptenaar, met fchande,ter Stad uit gezet hadt. De Wethouderfchap verant- woordde zig , ten belle mogelyk. Doch Vrouw Maria liet zig niet dan met moeite te vrede Hellen (/). Ondertuflchen , zag men, uit het gene te Amfterdam gebeurd was, hoe veel zwaarigheids het geweldig- lyk heffen van het Verlofgeld naar zig flondt De Sua-: te fleepen. De Landvoogdes deedt dan ten, en voorllaan, dat zy 't zou affchaffen,zomen den
(k) Refol. Vioedfch. 13,14, 16 Aug. 1541. N* I. /. 8 ,
{/; AEKT VAN DER GOBSRegift. hl. 324, 32;, jztf, 327. |
||||
X
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 73
den Keizer,tegen 't nadeel, dat hy 'erdoor 154^
lyden zou, vyfentwintigduiz end guldens vol- voor_ deede. De Staaten beflooten hiertoe geree- naamlyk delyk, en men kwam overeen^ dat Amfter- Amfter- dam, als het meefte belang by het affchaf- dam,koo- fen van 't Verlofgeld hebbende, een der- JJJJjJ de van deeze vyfentwintigduizend guldens 'tverlof- vooruit betaalen zou, en dat de overigen geld. twee derde over 't gemeene Land zouden worden omgeflaagen. Op deezen voet, werdt i542* Holland en Amiterdam in 't byzonder, in de Lente des jaars 1542, wederom, voor eerft, van 't opbrengen van 't laftig Ver- lofgeld ontheeven (m). De Koning van Frankryk,zigmetZwee-De Stad
den , Deenemarke en Gelder verbondenmaakt hebbende, hadt. Keizer Karel, in May desg^"^ jaars 1541, wederom den oorlog verklaard; in zekere doch de vyandelykheden nog niet openlyk Bede te begonnen. De Landvoogdes hadt, ter deezer kewüli- gelegenheid, eene Bede aan de Staaten vansen* Holland gedaan van vyftigduizend guldens teritond, of tagtigduizend guldens, als't open- baar oorlog werdt. Amftcrdam en eenige an- dere Leden vonden deezen eifch onredelyk; doch Hemden tot voorbetaaling der reeds ingewilligde Bede van honderdduizend gul- dens 's jaars. Maar de meeflen verflonden 't anders, naar welker gevoelen, de Land- voogdes de Akte van bewilliging deedt op- ftellen («). 't Leedt niet lang, of de oorlog ontftak wapen-
open-fchoi*
(«) Vaderl, Hift. V. />«/, ///. 207.
(m) Vaderl. Hift. V. Dtel, bl. iU, »17, «••
E 5
|
|||||||
n
|
|||||||
.
|
|||||||
I
|
||||||
74 AMSTERDAMS !I.Dee£.
1542. openlyk. De Koning van Deenemarke
wins te ^00t ^e ^ont» en nam veele Hollandfche
Amtier- fchepen in beflag (0), tot merkelyk nadeel dam. der Amfterdammeren. Willem > Hertog van Gulik en Gelder, deedt een groot getal kneg- ten , onder Maarten van Roffem, byeen trekken in 't Land van Kleeve en elders. En de tyding hiervan bragt de Regeering van Amftérdam tot een befluit om, tegen den vierden July, eene algemeene Wapen- fchoLuving te doen over de ingezetenen van agttien jaaren oud en daarboven, die zig» des morgens voor zes uuren, gewapend, op hunne hoefllagen vervoegen moeiten. De burgers, die op den hoefïlag boven de Waage bef "cheiden waren, moeften zig plaat- fen in de nieuwe fteeg, van de Halle af tot den burgwal toe. Vreemdelingen , vrou- wen en kinderen moeften,ten tydederWa- penfcbouwinge, binnens huis blyven (p). Op den zeftienden Juny te vooren, hadden de zeseudertig Raaden reeds bellooten, de buuren buiten de S. Antonis poort van kruid en lood te voorzien, en in den muur, tns- fchen die poort en Schreyhouck, bekwaams gaten te maak en , om grof gefchut in te leggen (q). Ook zou men de Laftaadje be- waaken, en eenigc huizen aldaar afbree- ken (r). René van Chalons, Prins van Oran- je en Stadhouder van Holland, deedt ook, by raade van de Steden Haarlem en Am- fter« ($) Velius Hoorn, BI. 144.
(p) Ketub. E. ƒ. 76.
(q) TjL.eïol. Vroedfch. N. I. 16 Juny 1541. ,
(r) Refol.iVioedfch. N. I. 5 J*ht7 ^ug. IJ42»
|
||||||
♦
|
||||||
VLBoek. Geschiedenissen. 75
fterdam, uitleggers leggen in de zeegaten 1542.
van Texel en 't Vlie (Y), om den Gelder- fchen het uitloop en te beletten. Zy namen, ondertiuTchen, eenige fchepen op de Zui- derzee, en Maarten van Roiïem deedt ee- nen inval in Brabant. Men hieldt eeneDag- Dag- vaart van de Waterlieden te Amiïerdam,^a^der om op de veiligheid der Scheepvaart te^^ raadpleegen (t~). Doch ik vind niet, wat aldaar. aldaar beflooten werdt. De Stadhouder hadt andere
zelfs alle Leden van Holland te AmfterdamDag- ter Dagvaart befchreeven, tegen den twin-vaart te' tigftcn July, om op eene nieuwe Bede van zes- £n *~ -tigduizend guldens , hun, door de Land-w^. voogdefle, gedaan, te befluiten; doch dedochniet tyding van den inval van Maarten van Ros- gehou- fem deedt hem de Dagvaart van Amflerdam^11, verleggen naar den Haage. 't Liep aan tot in 't laatil van Oclober, eer in deeze Bede bewiliigd werdt. De penningen werden by verzegeling opgenomen door de Leden , befluitende Amilerdam, met moeite, om, gelyk te vooren meermaalen gefchied was, op zig zelf te zegelen (u). Doch terflond hierna, vorderde de Land-De Stad
voogdes wederom een honderdflen penning bewilligt van alle uitgaande Koopmanfchappen, eengeree(j" tienden van de inkomften der vafte goede- fyk jn ren, in een tienden van de vviniten der Koop- verfchei« luiden. Men bewilligde, in February desden ße* volgenden jaars, met veel moeite in den bonderdften penning; doch (legts voor een I543* jaar.
C*) Vader!. Hift. V. Deel> bl. zu.
(t) Vklius Hoorn, hl. 1+3.
(h) VaUeil, Hift, y. Deelt M "*> *3°«
|
||||||||
«
|
||||||||
76 ^AMSTERDAMS IT. ESW&
454*. Jaar* ^e twee tienden wilde de Landvoog-
des voor honderd en vyftigduizend guldens laaten afkoopen. Amflerdam en eenige andere Steden booden honderd en twintig- duizend guldens. Doch Amflerdam werdt het niet eens met de Landvoogdeffe, en de Staaten werden, eerlang, gedrongen om in de twee tienden, in eene buitengewoone Be- de van negentigduizend guldens, en in eene leening van zesduizend guldens te bewilli- gen. ^Amflerdam in 't byzonder hadt, ten deezen tyde, den naam ten Hove, dat het altoos zyn beft gedaan hadt, om aan de Keizerlyke Beden te voldoen. Ondertus- fchen, maakte het bewilligen in zo veele Beden het opflellen van nieuwe Jmpoflen noodzaakclyk, die, met den aanvang des volgenden jaars, alomme, in Holland wer- den ingevoerd (v). Bevel om Het Verdrag van Venlo van den zeven- de bui- den September des jaars 1543, waarby Gel- tentim- ^er en £utfen aan Keizer Karel denV.wer- Klf te den afgeflaan (w), verzekerde Holland,en bieeken. Amflerdam in 't byzonder, voor altoos, te- ' gen de Gelderfche vyandelykheden, waar- van deeze Stad , dikwils , veel geleeden hadt. In July deezes jaars , fcheen men hier nog bekommerd voor eene overrom- peling: waarom 'er wederom eene Wapen- fehouwing gedaan werdt (x). Ook was, al vroe-
fv)R«fol Vroedfch. N. I. n Felr. 12 Maart, 14. Ma.j
J543. Keurb. E. f. ico verft. Vaderl. Hift.V. Deel,èl. 24J , 244, 149» 153,258. «.,«,,. T, c
(iv) Groot Geld. Plakaatb. I. Dttl> Prtlm. PurM c. 20,
(xj Keuib. E. ƒ. »o. |
||||
VI. Boei?. Geschiedenissen. ?7
vroeger, gebooden, alle timmeraadjenbin- 154*,
nen de zeflien roeden buiten de Stads muu- ren af te breeken: welk gebod, niet volko- menlyk ter uitvoeringe gebragt zynde, nog in't jaar 1545, fchoon 't gevaar van den kant der Gelderfchen toen voorby was, wel uitdrukkelyk herhaald werdt (y). Op 't einde des jaars 1543, kreeg de Zorg at-
Wethouderfchap, hier ter Stede, berigt, daar te- dat de Herdoopers en andere Seelen weder ■ g!n een® om voorhadden de Stad te overvallen, en onder- het bloed te wreken, welk zy zeiden, hier,neemin£ onnofelicken gefiort te wefen. 't Geregt be- der Her- val, derhalven, op den drie-entwintigftend°°Pe" December, dat alle waarden, waardinnen en andere Poorters hunne vreemde gaften, nog dien avond, by naame, aan den Schout moeften komenopgeeven, en zorg dr'aagen, dat die gallen niet dan ongewapend op ftraat verfcheenen. Voorts, werdt het hou- den van heimelyke Vergaderingen , op nieuws , ftrengelyk verbooden (3). Vieryier vrouwen Aaf en- Neel Jan Verburgens Dog- Doops* ters , Duif Jans Dogter , Huisvrouw vanzinde Hans Kraag, en Anna Jans Dogter, Huis-™^ei^ vrouw van blaauwen Willem, Kooman Janncn% Klaaszoon , een' Leerling van Menno Si- 1544. monsz, in zulk eene Vergadering, eenige deelen der Schriftuure, naar zyn begrip, hebbende hooren uitleggen, werden, den • negentienden January des jaars 1544, voor
altoos, uit de Stad en derzelver Vryheid ge-
(y) Refol. Vroedfch. JV. I, g J*lj 1^3, Handv, bU
J005 , iooj. («} K€Wb. E. ƒ. 99 vtrft,
|
||||
78 AMSTERDAMS ILÜeel.
1544. gebannen, met verlof om'er, niet dan op
den elfden May , zynde den ingeftelden dankdag over de zege, in 't jaar 1535, op de Herdoopers behaald , te mogen inko' men; mids zy dan, blootshoofds en barre- voets , met een ponds Waskaarfe in de hand, den plegtigen ommegang verzelden («.). Doch 't berigt, wegens eenen nieuwen aan- flag der Herdooperen , fchynt ongegrond geweeft te zyn, of heeft ten minfle geen mwnen gevoIg Sehad- Alleenlyk vindt men, dat gedood. 'er»den negenentwintigften January, nog we- derom twee Herdoopers, een van welken zevenentagtig jaarenoud was ,onthalsd zyn, waarna hunne rompen op raden gelegd, en hunne hoofden op ftaaken gezet werden (b). Een van deezen twee was de gemelde Jan Klaaszoon, die zyn werk gemaakt hadt van het doen drukken en veripreiden der Schrif- ten van Menno Simonsz (V). De Re- Keizer Karel was, na 't fluiten van't Ver- l^^dragvan Venlo, ookmet ChriftiaandenlII., wege, Koning van Deen emarke, in onderhandeling dat de getreden over de herflelling der Vrede. De Koning Regeering van Amflerdam zondt, zo dra van Dee- zv niervan kennis kreege, haaren Penfiona- deStadfn"8'. Meefter Floris van Hougaarde, om den
de oude Keizer te verzoeken, dat hy, by 't fluiten, voorreg- wüde zorg draagen, dat Koning Chriftiaan Jf"11"' zigverbonde,om de Stad teherftellen inde voorregten van Koophandel, die haar, door de
(a) Agttr 't Keurb. E. f. 237
{b) Zie COMMELIN l/L 94.3. (e) Sentcntieb. van. ij Qüob. ï;»j, tot 19 Maart \$67<
ƒ. ia*. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 79
de voorige Koningen van Deenemarke, ver- 1544. leend waren (d). En deeze bezending hadt het gewenfchte gevolg. Een der punten van 't Verdrag van Vrede, welk den drie- entwintigften May te Spiers getekend was, behelsde de uitdrukkelyke beveiliging van Amfterdam in alle de voorige Privilegien (e): waarvan, op Cbrifidag, of den vyfen- entwintigften December des volgenden jaars 1545, byzondcre brieven verleend werden (ƒ). Midlerwyl, was het fluiten der Vrede met Deenemarke, in Holland, en vooral te Amfterdam, met groote vreugde gevierd: gelyk ook gefchiedde, na dat, op den agt- tienden September, de Vrede metFrankryk te Crespi getekend was (g). De Keizer hadt toen de handen ruim, om Amfter-
den oorlog met de Proteitanten in Duitfch- ^am n land te beginnen, gelyk hy, in't jaar i545notafe deedt. Tot de kollen van deezen oorlog, koften werden den Staaten vanliolland zeshonderd- van den duizend guldens, in vier jaaren op te bren-°or:°eilJ gen, afgevorderd. En Amfterdam was van la|j£L " de gereedften, om in deeze Bede te bewil- ligen (&): 't welk alleen genoeg deedt zien, dat men, hier ter Stede, ftrenger werdt te- lgen de Hervormden. Keizer Karel ook, 1545. waarfchynlyk om de gereedheid der Stad te beloonen, en zekerlyk om haar in ftaat te Hellen tot het verder vervolgen der On- room- ° (d) Vadeil. Hift. V. Deel , II. 26j.
\e) II. Iiivileg. boek, f yoverj». Vohz tttfff DU MaNT ■Corps Dipl. lom. IV. P. tl. />. 274. (f) Handv. *;. 58. [89]
(g) Vêlius Hoorn, hl. 144.
Lb) Vaderl, Hift. V. Detl, LI. zij.
|
||||
So AMSTERDAMS ÏÏ.Deeï,;
I j-4 r roomfchen, vermeerderde haar ban- en vang-
regt, welk te vooren flegtstot duizend roe- den buiten de Vryheid uitgeftrekt geweefl Hetban- was, by brieven van den zesden February en vang- des jaars 1544 [1545], tot op eenemyl in regt der >t ronde, buiten haare uiterfte Veften, mids Stad, t haar Officier de gevangenen , terflond , op eene deedt overleveren aan den Officier der Plaat- myl uit- fe, waar dezelven gevat waren. Voorts, gebreid, blykt uit deeze brieven, dat de uitbreiding van het ban- en vangregt begeerd was „ op |
||||||||||
5>
J5
1) |
dat men te beter mögt können beletten
de Vergaderingen van Lutheranen, Ana- baptisten ende andere vertwyfelde menfehen, die omtrent der Stede, by nachten ende on- |
|||||||||
,, tyde, op de Dorpen ende andere Huyfen,
„ flaende buyten der Stede Fryheyt, gehou- „ den werden (*).** j£eür Ten deezen tyde, werden de uproerifche tegen de Seele der Wederdopers , de aanhangelingen
Herdoo- van David Jorisz. en van Jan van Baten- *T O 116 ^ur& » ^e a^en we* uitdrukkelyk van de
friesland Mennifien, of navolgers van Menno Si- verdree- monsz., onderfcheiden werden, uit Oofl> ven wer- friesland verdreeven (£). De Regeering van ^en' Amfterdam, voorziende dat veelen van dee- ze menfehen zig, veelligt, herwaards begee- ven zouden, beval, by eene Keure van den twaalfden Maart „ dat niemant zulke lui- „ den zou herbergen; maar dat elkze, in „ tegendeel, zou aanbrengen, zo hy wift „ waar zy zig onthielden. Ook moeften „ al-
<») Hmdv. hl. iy. [fii.]
(k) Z*e de Ordonn. van Graavinne Anna in E. BENIN;'
«A'S Hift. van Qoftfr, IV. Buk» C*/>, CXXIX. #.7ii. |
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 8i
,, alle inkomende vreemdelingen zig by de 1545,
>, Kwartier- of Wykmeeflers der Stede aan- „ geeven: ten welken einde, de Stad, ge- „ lyk tevooren meermaalen gefchied was, „ in zeven Kwartieren of Wyken verdeeld „ werdt, drie aan de oude, en vier aan de „ nieuwe zyde: in ieder van welken, twee „ Kwartiermeefters, uit de Regeering en „ deftigile Burgers, werden aangefteld (/).*' Het vervolgen der Onroomfchen ging, fe- Vervol- dert, voort. Quiryn Pieterszoon vanGronin-ging. gen werdt, op den zeflienden April, als be- hoorende tot de gezindheid der Herdoope- ren, verbrand (in). Zekere Anna Mickers, die fomtyds niet wel by 't hoofd bewaard geweeft was, hadt deezen Quiryn, en Jan Klaaszoon, van wien wy boven («) fpra- ken, fomtyds, hooren leeren, en gaf, des- wege voor 't Geregt ontbooden, geen voi* doend berigt van haar geloove omtrent het Sakrament des Altaars. Zy werdt dan op de S. Olofs Poort gevangen gezet: daar zy, twee jaaren gezeten hebbende, middel vondt om te ontkomen; doch zy werdt, eerlang, agterhaald , en op den twee-entwintigften Juny des jaars 1547, verweezen , om een half uur op 't fchavot te flaan, honderd guldens aan boete te betaalen , en drie jaaren buiten de Stad en de Vryheid der- zelve te blyven, zonder 'er wederom in te komen, dan na dat zy bewees, dat zy,een jaar
(/) Keutb. E./. 114.
(m) Sententieb. van ij Öft. x$i%. tat 19 Maart I$d7«
ƒ. IJ4. Zie ook COMMELIN tl. 944. («) Biadz. 77t 7s. III. Stuk. F
|
|||||
■->
|
|||||
U AMSTERDAMS II. Deel,
i ^45. Jaar agtereen, in een Kloofter of ander gees-
telyk geftigt, gewoond hadt (ö). De uit« De duurte van 't Kooren gaf, in Oólober voer van deezes jaars, gelegenheid tot een Plakaat, 't Kooren waarby'de uitvoer van het zelve verbooden yft vry' werdt (p). Nogtans fchynt dit Plakaat te Amfterdam niet afgekondigd, of naderhand Bürge- wederom ingetrokken te zyn (q). Immers meester fommigen hebben aangetekend , dat de Hemik LandVOogdes, in dit jaar 1545, iemantnaar zoon "be Amfterdam zondt, om op te neemen, hoe fchul- veel voorraad van Kooren nog by de Stad <%d. ware; dien hy zo overvloedig bevondt, dat de uitvoer, ten deezen tyde, vry bleef; fchoon Burgemeeiter Henrik Dirkszoon, naderhand, nagegeven werdt, hoe hy hadt weeten te beltellen, dat de Koorenkoopers twee las- ten voor een opgaven. Doch deeze be- fchuldiging heeft men, den Regte genoeg, niet könnenbewyzen (r). Hoe 't zy,de uit- voer van Graanen bleef, ten deezen tyde, nog vry, tot groot voordeel van den Am- fterdamfchen Koorenhandel. Men kreeg zelfs verlof van den Keizer, om den Pro- cureur - Generaal, die 's Keizers regt, om den uitvoer van 't Kooren te verbieden, en niet dan onder 't betaalen van Verlofgeld toe te läaten, voorftondt, te betrekken voor den Grooten Raad van Mechelen: daar elk zyne belangen inbragt, en eindelyk, by ee- ne Uitfpraak van den dertienden Odtober des
(•) Keurb. E. ƒ. iz6 verft en agter 't zelve ƒ. 261.
(p) Repert. hl. si- (q) Refol. Vroedfch. N. I. 9 April 1545. .
(r) H00JFT Nederl. Hift. II. Boek, bl. éu |
||||
VlßoEK. GESCKIÈÖEtoïSSEN. $$
des jaars 1548 , verklaard werdt „ dat 1545.
,, alle ukheemfch Kooren uit Holland zou ,, mogen gevoerd werden, zonder eenigen 3, ohgewoonen Impofl of Verlofgeld fchul- „ dig te zyn (1)." In 't voorleeden jaar 1544, hadt men, te Twintig
Amfterdam, de goederen van eenen Ant- Amfter- werpenaar gearrefleerd. De Brabanders, ver- p*™äj® meenende, dat zy, volgens de gouden Bul- te ^nt.' Ie van Keizer Karel den IV., in perfoon werpen, noch goederen, bekommerd mogten worden gearres- in Holland, namen dit zo euvel, dat zy 'er eenteerd' pleit om aanvingen voor den Grooten Raad te Mechelen. En terwyl dit onafgedaan hing, 154Ó* deeden zy, in 't jaar 1546, twintig Amfler- damfche Poorters, en daaronder den Bur- gemeefter Nikolaas Bafliaanszoon, die, in de Lyft der Regeeringe, Claas Henrkksz. Bas- gen genaamd wordt, te Antwerpen, arres- teeren (r). Men droeg, terftond, zorg, dat deeze Poorters gellaakt werden. Doch het gefchil tufTchen Brabant en Holland bleef onafgedaan, tot in 't jaar 1550 (u). En toen deedt Keizer Karel de V. uitfpraak , dat het voorregt, den Brabanderen by de Gul- den Bulle gefchonken, zig niet over Hol- land uitltrekte (u). De Keizer hadt, in den aanvang des jaars Ordon«
1545, ten behoeve der Landen van Utrecht nantie en överyflel, Oclroi verleend , dat nie* °P de mant,verfch«
f*) Handv. tl. »i.
(?) ADSUAN VAN DER GOÈS Reglft, Op't jaar i$\6.
iL 7,'ti
(u) Vadeil. Hift. V. Deel, hl. 350.
(v) Zie de Sententie, by Bort van de Arrcften in zyne
'Werken II. Dtel% W, 491. F 2
|
||||
>
|
||||||||||||||||||||||
84 AMSTERDAMS UDeei,
mant, voortaan, in de Zuiderzee, zou mo-
gen viilchen dan met netten, welker maa- zen ten minfte vyf duimen wyd waren, en waarin, gevolgelyk, niet dan groote vifch gevangen kon worden. Men hadt dit Oc- troi, in Overyffel en elders, afgekondigd. Doch in Holland werdt 'er zwaarigheid in gemaakt. De Stad Amfterdam, welker in- gezetenen zig nog, gelyk van ouds, gedeel- telyk , geneerden met de verfche Vifch- vangft, en eenige andere Steden vertoonden den Keizer, dat zy, oudtyds, tot het van- gen van Aal in den Zomer, en tot het van- gen van Poft, Voorn , Spiering, Haring, waarvan de Ybokking gedroogd werdt, in den Winter; midsgaders, tot het vangen van Aal, Nebbelink genaamd, Garn aaien, Snoek, Baars, Blink,Karper, Braasfem en anderen Witvifch, netten met veel enger maazen plagten te gebruiken, en nog gebruiktent en dat deeze vhTchery bedorven zou zyn, zo zy genoodzaakt werden, de maazen hun- ner netten, tot op vyf duimen, teverwyden. De Keizer begreep dit, en veroorlofde den Amfterdammeren en anderen „ tot hunne |
||||||||||||||||||||||
1547-
Vifch-
vangft, ten be- hoeve van Am» fterdam. |
||||||||||||||||||||||
?!
|
viffchery te gebruiken de netten, die zy
|
|||||||||||||||||||||
'er van ouds toe plagten te gebruiken;
doch geene Cheynetten of Seynerie. Ook mogten zy den gevangen vifch niet ilee* pen, noch verfmoorden vifch aan land brengen , om daar te laaten bederven. En zo zy zig op de groote Vilfchery wil- den toeleggen , moeften zy netten ge» bruiken, welker maazen vyf duimen wyd waren." De brieven, hiervan verleend* wa-
|
||||||||||||||||||||||
»J
|
||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||
3>
|
||||||||||||||||||||||
13
|
||||||||||||||||||||||
!3
|
||||||||||||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 85
waren, den twaalfden November des jaars x ^^
1547, te Bruflel getekend (w). Die vanMoeitJ Overyflel klaagden, niet lang hierna , ten met fa Hove, dat de VifTchers vari Amflerdam op van O- hunne kuflen kwamen vifTchen, met enger veryffel. netten, dan by het Plakaat van den jaare 1545 bepaald was. De Raad van Staate te Bruflel fchreef hierover aan de Regeeringe van Amflerdam, op den zevenden Februa- ry des jaars 1547 [1548] (#). My is niet voorgekomen wat hierop geantwoord werdt; doch 't is te denken, dat men niet zal ver- zuimd hebben, zig te beroepen op hetOc- troi, waarvan wy zo even fpraken. Maar die van Overyflel, hiermede niet voldaan, deeden, federt, de netten van Jan Jans- zoon , Poorter van Amflerdam, aanflaan door den Schout van YfTelmuiden : waartegen men , te Amflerdam , beflag leide op de penningen, gekomen van zekere offen, door den gemelden Schout, hier ter Stede, ver- kogt. Doch op 'den negentienden Decem- ber des jaars 1548, fchreef de Landvoogdes aan de Wethouderfchap, dat zy dit beflag moefl afdoen (j). Of dit gefchied, en den Amfterdammer VifTcher , daartegen, ook eenige voldoening gegeven zy, is my ner- gens gebleeken. In 't jaar 1564, kwam 'er diergelyk fchryvens van 't Hof te Bruflel aan die van Amflerdam, met klagte over't gebruik van te enge netten (z). Doch ik vind
(w) Handv. */. a°. [64.]
(x) Oude Kerk, La*4« XXXIV. É (y/Oude Kerk, Laadt XXXIV. (?) Oude Kerk, L*adt XXXIV. F 3
|
||||||
™fc'**..,..,'.
|
||||||
____
|
||||||
86* AMSTERDAMS IL Deeï,,
|
||||||
1547. vind niet, dat 'er, federt, over de wydte
der Vifchnetten, met die van Overysfel, verfchil geweeft is. In 't jaar 1559, werde by den Grooten Raad te Mechelen geoor- deeld, dat de Steden van Holland, langs de Zuiderzee gelegen en zig met de vifTche- ry geneerende, niet mogten viilchen in den mond der Riviere van Overyflel, noch op de Kamper zanden, op de diepte van drie en een halve ellen waters by gemeenen vloed, noch ook in 't zwarte Water of mond der Vegt,van de Vorft af opwaards naar Gee« nemuiden toe, van het eene Land tot nee andere (a). Zekere Op den zevenden December deezesjaars overeen- j^^ Werdt aan Burgemeefteren van Am- wegens fter<iam ter hand gefield, om by der Stede het on Privilegien , en op gelyk gevaar met de- derhoud zelven, bewaard te worden, de oorfprong- van den kelyke overeenkomft tuflehen die van Sloo- damme?" ten' Sloaterdyk, Ooftdorp, Houtrak, Po, dyic aan lanen, de Geer, 't Hof-Ambagt, Spaarne- dc Stad te woLide, met de gemeene dykpligtigen tus- bewaaren fchen Amlterdam en Spaarnedam, ter ee- gegeven- ner ^ en ^e gemeene Ingelanden van Ryn- land, ter anderer zyde, over het onderhou- den van den dyk tuiïchen Amfterdam en Spaarnedam. De Aéle, waarby dit blykt, en de Overeenkomft zelve , die omtrent Paafchen des jaars 1544 getekend is, zyn beide onder de Privilegien der Stad, in de Oude Kerke, Laade Vil. weggelegd. Voorfiag De Schotten hadden, reeds van dm aan- |
||||||
(a) Handy, il. z2.
|
||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 87
vang des jaars 1544 af, eenige vyandelyk- j ^g
heden ter zee gepleegd tegen de ingezete- nen der Nederlanden: die, allengskenstoe-.ftg™da™" neemende, in January des jaars 1548, aantotbevei de Stad Amlterdam gelegenheid gaven, om ttging ter Dagvaart van Holland voor te liaan „dat jj** 3, men op de beveiliging der Scheepvaart •^Jf^' „ behoorde verdagt te zyn." Zy fcheen zig zelfs wel te willen belatten met de uitrufting van eenige Oorlogsfchepen, zo de Staaten haar, daartoe, met agtduizend guldens, on- derfleunen wilden. Doch 't blykt niet, dat hierop iet beflooten werdt. Tot beveiliging der Haringviflcherye alleen , werden vyf fchepen ten oorloge uitgeruft. 't Gemeene Land droeg zesduizend guldens tot de kos- ten (/>), en de Reedery het overige. De agterlykheid der Leden, om in de kollen van 't beveiligen der Scheepvaart te draa- gen, maakte de Stad Amfterdam, federt eenigen tyd (c), en zelfs nog in 't volgen- 1540. de jaar, ook ongereeder, om iet op te bren- gen tot beveiliging der Haringviflcherye; waarby deeze Stad thans weinig of geen be- lang hadt. Zy merkte aan „ dat de Koop- „ vaardy zo voordeelig voor 't Land was, „ als de VifTchery; dat de Staaten egter, „ voorleeden jaar , geweigerd hadden de |
|||||||||
5ï
|
Koopvaardy te beveiligen; waarom zy
|
||||||||
nu ook, in 't beveiligen der Vilfcherye,
„ niet bewilligen kon." Ook werdt toen be- floo-
(*) Vaderl. Hift. V. Deel,bl. 267, 2»«, 3*+» 3*;<
(c) Rcfol. Vroedfeh. N.. I. iz,is Jxly, 4 Aug. I547.
f4
|
|||||||||
8S AMSTERDAMS ÏI.Dee£,
!549- ^00tenJ de Haringvaart te llaaken, en de
buizen op te leggen (d). Verfchil De Koning van Dëenemarke, Chriftiaan jnetDee.de III., hadt, onlangs goedgevonden, de over?0 ^ont^c^e t0^en merkelyk te verhoogen (é?);
2;ont. en tol te vorderen van Wyn en Bier,waar- fchen tol. van, tot nogtoe, niets betaald geweeft was. Ook hinderde hy de Hollanders in den Noordfchen Houthandel. Amfterdam gaf van 't een en 't ander kennis, op eene Dag- vaart van Holland , in 't begin deezes jaars 1549. Ook wift men, ten Hove, te wege te brengen, dat Stratius, Raad in Gelder- land, uit 's Keizers naam, naar Dëenemar- ke gezonden werdt, om over deeze nieu- Amfter- wigheid te klaagen. Amfterdam voegde dam hem Sybrand Pompejus Occo, Oud-Schepen femant en ^aac* * toe> ^ie °P kollen van 't gemee- naar dat ne Land medereisde. De Stad bewilligde, Ryk. eerlang, in eene verhooging van tol van twee en een half tot drie, op welken voet men, zo ik meen, overeenkwam (ƒ). Am- fterdam zette zyne Scheepvaart, dit jaar, fterk voort; doch niet zeer gelukkig. Men Zeefcha- vindt aangetekend, dat de ingezetenen wel |
||||||||||
pen , verlooren hebben (g).
|
||||||||||
ingezete-
|
||||||||||
nen.
Prins Fi- Keizer Karel den V. geraaden gevonden
1 ips hebbende, zynen Zoon, Prins Filips, als toe- wordt tot toekomenden Heer derNederlanden, te doen (d) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 341.
(e) Rclol. Yro?dfch. N. I. 9 JLan. isAt.
(f) Refol. Vroedfch. N. 1. 7, 10 Sept. 1549. VadeiJ,
Jlift. V. Deel, hl. 327. (g) Vaderl. Hift, V. Dtel, kl. 3«.
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. $9
inhuldigen; zo begaf die Prins zig, onder 1540.
anderen, in September deezes jaars, naart k * Dordrecht, alwaar de Staaten van Holland menden befchreeven waren, die zynen eed ontvin- Graave gen, en hem getrouwheid zwoeren, op denman Hol- zesentwintigiïen der gemelde maand. JOjÏÏni. 's Prinfen eed, was aanmerkelyk, dat hydigd. alle de Privilegien, die door de Graaven en Graavinnen , zyne Voorzaaten , gegeven waren, zonder eenige uitzondering te maa- ken, beloofde te zullen onderhouden (£). Filipsvondt, federt, goed, zig ook,in de voornaamfte Steden van Holland, en onder anderen te Amfterdam, voor toekomenden Graave, te doen ontvangen. De Regeering, Hy komt hiervan kennis gekreegen hebbende, ftelde te Am- de noodige orde op 's Prinfen inhaaling, by fterdam*- welke, alle de Schutters der drie Schutte- ryen in 't wit gekleed moeflen zyn. 't Ge* regt zondt ook, aan fommige Schutters , handfchoenen: en deezen moeden de Ven- dels by de inhaalinge draagen. Voor 's Prin- fen aankomft, werdt de fchuttery gemon- flerd, op twee kampen lands, buiten de Reguliers poort. De havens der Stede wer- den opgeruimd, en andere fchikkingen ge- maakt. De Prins kwam te water in de Stad, van den Y-kant, door het Damrak, op den eerften Oclober, en deedt, des anderen- daags, den eed van inhuldiging op het Stad- huis (0, die hem, door den jongden Bur- f*) Handv. bU 96.
(*') Refol. Vroedfch. N. I. 1; Sept. IJ49. Keurb. E,
ƒ. i+9 ver/«, 15» vtrfot 151, 152 vcrß. Oud? Keik, L*a* 4e XI» F5
|
||||
■—»——" || »"■■ ■■■■ n ■■'■jTiii......'"'CtfTJwi'." .-'• '•'.; ..'
<
|
|||||||||||||||
9o AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||
I:
|
49. ge'mecfterJ Jooft Sybrandszoon Buik, afge-
|
||||||||||||||
nomen werdt (&), ten aanfchouwen van een
groot getal ingezetenen, die voor 't Stad- huis vergaderd waren. De Prins vertrok, dien zelfden dag, nog naar Utrecht (/). Amfterdam hadt, reeds eenige maanden te |
|||||||||||||||
..
|
|||||||||||||||
vooren, bewilligd in een gefchenk vanvyf-
tigduizend Filips guldens, welk hem, door de Staaten van Holland, gedaan werdt (m). Strenge De vervolging der Onroomfcnen ging nog vervol- fterk in zwang, hier ter Stede. Omtrent hieft doezen tyd of wat eerder, werden Jakob Stede, de Gelderfchman en Dirk Pieterszoon Smuel, die hier gevat en in den Haage gevonnift waren , wederom herwaards gevoerd, en voor 't Stadhuis verbrand. En in 't begin deezes jaars 1549, zaten, hier ter Stede, om- trent twintig Doopsgezinden in hegtenis, die, op zekeren nagt, op zes mannen en drie vrouwen na, uit de gevangenis ontkwa- Agtpcr- men. De overgebleevenen, behalven eene foonen zwangere vrouw , werden allen, d^n twin- ver' tigften Maart, ten vuure veroordeeld. Zie brand, ^g^ ]lunne naameri: Pieter Janszoon, To- bias Ouefiincx, Schoenmaakers, Jan Pen* newaarts van Loenen, Gysbert Janszoon van Woerden, Ettert Janszoon, Kleêrmaakers, Lukas Michielszoon van Dordrecht, Glaze- maaker, Barbara Tieleman van Dordrecht en Truyken Boens, Dogter van Willem Boens. De bevrugte vrouw, ver lolt zynde, werde krankzinnig, en om die reden in een Dol« huis-
(k) Lvft der Regeer, op 't jaar 1549.
(0 Vide Matth. de Nobil. Libr. II. p. 738.
\m) Rcfol. Yroetlich. N. I, ig, ï« Maart \s*K •
|
|||||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 91
huisje opgeflooten. Jakob Jüaaszoon van j,,^
Landsmeer, en Cecilia Jeronimus Dogter, zyne Huisvrouw, werden, den negenden No- tw°| vember, hier ter Stede, ook om Ketterye verbrand («). Zulk eene ftrengheid bragt Eenen- te wege, dat veelen, ten deezen tyde, de twintig Stad verlieten, die, als verdagt van Ketterye, 6evluë- ingedaagd,en toenzy niet verfcheenen, ge-£j|Jnf j£ bannen werden: 't welk in deezen jaare het lot was van eenentwintig perfbonen, te wee- ten, Aaltje de Waal ^Aaltje Egberts of'Mos- tert,Annetje Lenerts dogter, Kornelis ElbertS' zootty Dirk Pieterszoon, Katryn Jans Dog' ter, zyne Huisvrouw , Gysbert Joriszoon > Elsje Ruiters, Jan Jakobszoon, Harnafch- maaker, Meinsje He(JeIs, zyne Huisvrouw, Jan Gerritszoon , Bezemmaaker, Margriet Barends, zyne Huisvrouw, Jakob Klaaszoon, Snyder, Wein Pauwels, Huisvrouw van Pie- terDirkszoon, Elizabeth Piet er x, haare Dogter, Gaaf Janszoon, Klaas Sibboltszoonvm Sneek, Klaas Dirkszoon, Jagte Dirks, zyne Huis- vrouw , Jakob Geleinszoon, en Katryn El- J?erts dogter, zyne Huisvrouw (si). In April des jaars 1550, kwam 'er we-Eei
derom een fcherp Plakaat uit in Holland , vrouws- waar by allen Officieren gelaft werdt, den ^dron- Inquifiteuren behulpzaam te zyn, in het op- ken: zoeken van verdagte Perfbonen, Den aan- een brengeren werdt de helft van de goederen mansPcr" der veroordeelden beloofd (p):'twelkvee-f°°JJdvej> len tot aanbrengers maakte, die 'er anders 1550, gee-
f«) Sentemieb. van i? ©£?. tsn tot 19Maart 1567, ƒ. 166,
I72 ver/o. Zit ook COMMELJN tl. jh4» P4J , £4fi. (9) Keurb. E. ƒ.' i4g, j^j vtrj't % 15 j. (f) Repeit. il. 6%, |
|||||
(
|
|||||
mm*
|
|||||||||||
oa AMSTERDAMS II. Deel;
1550. geene gedagten op gehad zouden hebben.
Anneken Boons, Dogter van Matthys Boons, zig, te Antwerpen, door Gillis van Aken , hebbende laaten herdoopen, was, hier ter Stede, reeds te vooren , op den derden Maart, verdronken (q). Reyer Dirkszoon, Schuitevoerder, werdt, zwaar gepynigd zyn- de,ook hier, in Auguftus deezes jaars,om zogenaamde Herdooperye, verbrand (r). Amfter- Tegen den derden O&ober, werdt Am- fchynt fterdam, nevens eenige andere Steden,zig opeenc met de Lakenbereiderye geneerende, door Dagvaart't Hof van Holland, in denHaage befchree- over de verij om te antwoorden op de klagten, die neerln- u^ Duitfchland over de wolle Lakenen ge- ge. daan waren. Men wees , op deeze Dag- vaart, aan „ dat byna geene Lakenen uit „ Holland naar Duitfchland verzonden wer- „ den, behalven eenigen van Amfterdam; „ dat de meefte Hpliandfche Lakens grove „ Lakens waren; dat te Delft alleen een „ klein getal van fuiken of fynen gemaakt 3, werdt, die allen binnen Holland gefleeten „ werden; dat de Lakens, hier te Lande, al- „ len door gezwoorenWaardeins gekeurd en 9, gelood werden; en dat het bedrog, waar- |
|||||||||||
5ï
3>
5» |
over men in Duitfchland klaagde, meeft
viel in de EngelfcheLakenen,die alleen op 't oog van den Koopman gemaakt werden , zonder gekeurd te zyn." De |
||||||||||
Raad van Staate te BrufTel kreeg, federt,
kennis van deeze aanmerkingen der Ste- den (a) Sententieb. van iy 03. 152s tot 19 Maart i*«7. ƒ". 177.
(r) Sententieb, als favtn f. ss». Zit otk Cqmmeljh |
|||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 93
den (j), en ik vind niet dat de Duitfche klag- 1550.
ten, ten deezentyde, eenig verder gevolg gehad hebben. Met Schotland was, al van 't jaar 1545 Verdrag
af, gehandeld over eene Vrede, en tot de met handeling, in 't jaar 1546, onder anderen, Schot- benoemd Gerrit Klaaszoon van Amfterdam, ^et die egter de reize niet deedt. Doch 't liep Frank* aan tot den vyftienden December deezesryk. jaars 1550,eer 't Verdrag getroffen werdt. Te vooren, in 't zelfde jaar, was 'er ook een Verdrag van Koophandel geflooten met Frankryk, waarby verklaard werdt „ dat „ alleen de vyandelyke goederen, die in een „ vrienden fchip gevonden werden , ver- „ beurd verklaard zouden worden, en niet „ alle de goederen zonder onderfcheid," gelyk men het, te vooren, in Frankryk be- greepen hadt (*)• De Stad Amfterdam hadt veel belang by beide deeze verdragen, en vooral by het laatfte. Maar zy kon 'er lut- tel genots van hebben, alzo de Vrede met Frankryk, in 't jaar 1551, wederom ver- broken werdt. De Franfchen begonden de vyandelykhe- Oorlog:
den , met het neemen van verfcheiden'met Koopvaardyfchepen voor 't Vlie en elders, Frj*nk" waaronder, öngetwyfeld, ook Amfterdam-r^ 1-tj fchen zullen geweeft zyn. En deeze kryg gaf gelegenheid, dat 'er een tweelionderd- fle penning gefteld werdt op alle uitgaande Koopmanschappen, uitgenomen Oorlogsbe- hoef- te) Zie j. de Riemer Befchr. van 's Gravenhage I. Deel, II. btuk.% «• 616.
(t) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 354 tnz.
|
||||
94 AMSTERDAMS Ö. ffcst*
1*51. hoeften, waarvan de uitvoer volftrektelyk
Amfter- verbooden werdt. Amfterdam klaagde,
dam federt „ datmenden tweehonderdftenpen-
kla^gt „ ning vorderde van goederen , die naar
over bei s> Gelderland, Friesland,Overyffel en Gro*
r^ii^de " mnSen gevoerd werden, onder voorwend-
Koop- 5» ÄJ > dat deeze landen niet geërfd, maar
handels. „ aangewonnen waren: ook dat men, on-
„ der Oorlogsbehoeften, Pek, Teer, Roet,
„ Leer, Maften , Sprieten en diergelyke
„ waaren begreep: 't welk tot merkelyke
3, benadeeling van den Koophandel der Ste-
„ de ftrekte (u)" Doch 't fchynt,dat dee-
ze klagten geen' ingang vonden ten Hove.
Kruid- In de Lente deezes jaars, was een Kruid-
molen molen gefprongen, die buiten 't hek van de
buiten de g Antonis poorte ftondt. De Kruidmaake-
tónis " rYen plaSten> voorheen, binnen de Stad,
poort immers binnen de Vryheid te zyn. Maar
fpringt. op den twee - entwintigften November des
jaars 1548, was bevolen „ dat dezelven
„ niet mogten geplaatft worden binnen de
veertig roeden buiten de Stad, maar wel
even buiten deezen afftand ; mids bly-
|
||||||||||
5»
|
vende binnen den Haarlemmer- en S.An-
|
|||||||||
tonis dyk (v)." Op den zesentwintigften
Oktober des jaars 1549 , werdt gekeurd,
„ dat niemant eenige plaats buiten de Stad
„ tot eene Kruidmaakery of Kruid-Maga-
„ zyn koopen mögt, dan met bewilliging
„ van Burgemeefteren (w)." En op den
agt-
(u) Refol. Vroedfch. N.J. 19 08. ijjt. Adr. tan der
Goes Regift. $p 't jaar Ijrjl. */. 7, 8, lo, 13. (v) Handv. bl. 872. [ö77-J
(w) Handv. H, tjt [077.J |
||||||||||
■
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 9$
agtften April deezes jaars 1551 , werdt, je*!.
door het Geregt, aan den Eigenaar der Kruidmaakerye , die nu gefprongen was , toegeflaan, zyn kruid, tot aan S. Jans Mis- fe, dat is, tot aan den vierentwintigftenju- ny toe, te mogen maaken en houden in zyn* tuin buiten de Haarlemmer Poort (#). In 't volgende jaar, kreeg hy verlof, om op zyn voorig erf een kruidhuis te zetten (y). De oorlog metFrankryk gaf wederom ge-Beden,
legenheid tot het verzwaaren der Beden. InHaard- January des jaars 1552, werden tweehon-ftede- derd duizend guldens van Holland gevor-ge_* dcrd: in welken eifch, fchoorvoetende, be- ^* • willigd werdt. Men vondt de helft op de Schildtalen: vyftigduizend guldens uit een Haardftedegeld van zes Huivers, waarin Am- sterdam van de eeriten bewilligde, en de overige vyftigduizend guldens, uit verkog- te Losrenten , tegen den penning twaalf: van het Haardftedegeld kwam tuifchen de zevenendertig- en agtendertigduizend gul- dens; doch, in de Lyft van het zelve, wak- ren fommige Vlekken en Plaatfen niet uit- gedrukt (z). Op den zesden Auguflus, werden wed er-Zes
om zes mansperfoonen, hier ter Stede, ver- Doopt- |
||||||||||
gezinden
|
||||||||||
brand, te weeten Licvyn Janszoon van G end,"
|
||||||||||
ver-
|
||||||||||
Weever , Meinard Hermansz van Balck, brand.
Houtzaager,P?Vf er Tymansz van Zutfen, voor- heen (x) Groot-Memor. N. II. f. i<J. in marglne.
(y) Reibl. Vroedfch. N. i' 17 Off. 15si.
(z) Relbl. Vroedfch. N, I. 2j, 27 Jan. 4, Io Fehr. m,
,ï7 Maart ijJx. Vaderl. Hift. Y. Deel, il, 371» 374» 375, Ï7«» *°U |
||||||||||
oö AMSTERDAMS II. Deel.
1552. neen Kuiper, en nu Boekbinder, ReyerEg*
bertszoon, der Stede Poorter, Henrik An- toniszoon "jan Leiden, beide Weevers, en Klaas Gerbrandszoon van fVormer, De laat- fte hadt, voor meer dan tien jaaren, Menno Simonsz gehoord, en alle de anderen Gillis van Aken (a). Levyn , Meinard en Pieter waren , door den laatften , herdoopt: en Reyer, Henrik en Klaas hadden beleeden, bereid te zyn, om zig te laaten herdoopen, zo dra zy daartoe gelegenheid zouden heb- 1553. ben (b). Op den zeflienden January des
Nog jaars 1553, ondergingen Herman Janszoon twee' van Solm en Feleflis Jans Refinx dogter,die Gillis van Aken en andere Doopsgezinde
Leeraars gehoord, en ook beleeden hadden tot den herdoop bereid te zyn, gelyke ftraf- fe (c). 't Blykt niet, dat men deezen men- fchen eenig oproerig voorneemen te lafl gelegd heeft. Bedenk In February, werdt wederom eene Bede van driehonderdduizend guldens aan Hol- land gedaan: en in Auguftus nog eene van tweehonderdduizend guldens (d). De Leden bewilligden, met moeite, in beide deeze Tiende^ ßec|en. De eerfle werdt gedeekelyk gevon- SerïuU den mt een tienden penning van de waarde zen te der huizen en andere vafle goederen. De Amfter- tiende penning der huizen en erven te Am-
dam. ft-er. (a) Zit van deezen Brandt Reform. I. Deel,bl. ig?, 184.
(l>) Sententie!), van ij OU. 152J. Ut 19 Maart 1567.
f. 201. Zie ook COMMELÏN hl. 9S7- (e) Sententieb. als boven. f. 208. Zie ook. Commelw,
bl. 9S7. (d) Refol. Vroedfch. N. 1.2 ,11,2» Maart, 18 April, * t
14 Mayt 21 A»g. 9*2$ Sept% is si* |
||||
VI. BoEic. Geschiedenissen. 97
fterdam beliep thans dertienduizend en eeni- 155&
ge honderden guldens (e). Doch 't is twy- felagtig, of de waare tiende penning wel in 's Lands kaffe gekomen is. Immers, men heeft: den Burgemeefter Henrik Dirkszoon, die thans het voornaamfte gezag hadt in Ara- fterdam, naderhand, in regten, befchuldigd, dat hy 'er meer dan vierduizend guldens van agter gehouden hadt (ƒ). In 't jaar 1554 > werden wederom twee*B1yk vaü
maal tweehonderdduizend guldens gevor-het toe- derd van de Staaten van Holland, die, voor "f^. 't grootfte gedeelte, bewilligden. Amfter- gen ^er dam bewilligde onder de eerilen, waaruit Stad. het aanwallend vermogen der Stad, klaar- 1554* lyk, af te neemenis. Ook verklaarde Delft, ter gelegenheid deezer Beden, in de Ver- gadering van Holland „ dat zy, overftemd „ zynde, zo veel op de Schildtalen wilde ), opbrengen als eene der groote Steden, „ Amfterdam uitgenomen (g)" Ondertus- fchen, noodzaakte het bewilligen in zulke zwaare Beden de Stad, om, ten deezen ty- de, voor zes en negentigduizend ponden, aan erfelyke renten te verkoopen: waartegen de Keizer haar het Gruitgeld, zynde een duit van ieder ton Biers , voor vyfenzeventig 2y be^ guldens 's jaars, verpagtte. Doch op den komt het zeftienden Auguftus des jaars 1559, werdt Gruit" haar dit regt der Gruite, in vollen eigen-§e * dom, tegen de betaaling van vierduizend- vyf-
(0 Vaderl. Hifi. V. Deel, II, 381 , 38+, 3*«.
(/) Hoost II. Boek, bl. 6i. tg) Refol. Vroedfch. N. I. 19 Maart i;;*. Yad«l.
Kift. V. Detl, bl. +02, 40$ , 404. III. Stuk. G
|
|||||
■
|
|||||
98 AMSTERDAMS II. Deel.
vyf honderd ponden eens, door Filips den
II., afgedaan (A). Maar met het toeneemen der Stad in ver-
mogen en in getal van inwooneren, vermeer- derde ook het getal der Poorteren zo fterk, dat.de Raad der Stad, bevindende dat het Burger-Weeshuis te zeer van kinderen over- kropt werdt, op den zeflienden January dec- zes jaars, befloot „ dat, tot nader orde, |
||||||||||||||||||||||||||||
1554-
Keur op
het in- necmen van kin- deren in 't Burger Wees- huis. |
||||||||||||||||||||||||||||
33
|
geene kinderen van Ouders , die hun
|
|||||||||||||||||||||||||||
5.'
|
Poorterfchap gekogt hadden, in 't Wees-
|
|||||||||||||||||||||||||||
33
|
huis zouden ontvangen worden, ten ware
|
|||||||||||||||||||||||||||
3>
|
die Ouders, of een van beide zeven jaa-
|
|||||||||||||||||||||||||||
33
|
ren Poorter of PoorterefTe geweefl wa-
|
|||||||||||||||||||||||||||
3)
|
re oy
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ten deezentyde, ontftak, te Amfterdam,
een vuur van oneenigheid onder de Regen- ten, welk, eerlang, ten dake uitfloeg, en hierom verdient, van zynen oorfprong af, nagefpoord te worden. Het Schout - ampt der Stad was, na 't verlaaten van Kornelis Wouter Dobbeszoon,die zig te onvrede ge- toond hadt over de geringheid zyner Wed- de, den tweeden Oktober des jaars 1542, op den voorflag van Burgemeefter Henrik Dirkszoon, opgedraagen aan denOud-Sche- pen Willem Dirkszoon Bardes, een'man van kloek verftand en minzaamen ommegang, fchoon eenigszins ftamelende van taaie. Hy hadt , by fommigen, den naam, dat hy niet vreemd was van Luthers gevoelen. Doch Henrik Dirkszoon kreunde zig des lut-
|
||||||||||||||||||||||||||||
Oor-
fprong der par- tyfchap tuffchen den Schout Willem Dirks- zoon Bardes en den Burge- meefter Henrik Dirks- zoon. |
||||||||||||||||||||||||||||
(b) Handv. hl. isy.
\ij Hantir. tri. ZJS- [38$.]
|
||||||||||||||||||||||||||||
'
|
||||||||
VI. Boek» -Geschiedenissen. 99
luttel, en beweerde, dat men hem, in al-
len geval, wederom afzetten kon, zo hy niet aan de hand ginge. Ook nam Willem Dirkszoon aan, zyn ampt waar te neemen, by rade ende aduyfe van Burgermeefleren in der tyt wcfende, ende anders niet (&). Hy bekleedde het agt jaaren lang , tot goed genoegen van Burgemeeueren , die hem niet dan vriendfchap beweezen. De ver- volging der Onroomfchen, die in dien tyd fterk voortging, bewees zelfs, dat hy de hand hieldt aan de uitvoeringvan 's Keizers Plakaaten, alzo hier, in deeze agt jaaren, niemant om 't geloof ter dood gebragt was, dan op geregtelyke aanklagte en eifch van den Schout. Men meende nogtans, dat hy ook, fomtyds, wanneer 'er eenige fcherpe huiszoeking op handen was , de Onroom- fchen heimelyk hadt doen waarfchuwen, dat zy zig fchuil houden, of de Stad voor eene wyle ruimen moeiten: en dat deeze waar- fchuwing aanleiding gaf tot eene leuze, die van hand tot hand door de Stad ging, en in deeze woorden beftondt: 'Jozef nam de Moe- der en bet Kind, en is daarmede in Egipte ge- vlugt. Doch als 't gevaar wat begon te-wy- ken, gingen 'er deeze woorden om: zy zyn dood, die 't kind naar 't leeven ftonden (/). Doch wat hiervan zyn moge; de Schout, 't zy hem verdroot, door Burgemeefteren, geduuriglyk aangezet te worden tot ftreng- heid tegen de Onroomfchen; 't zy hem het hert
{k) Groot-Memor. N. I. f. 316 ver/o.
(I) Memor. van L. J. Reaal by üuANDT Reform. I. Deel t bl, 251, G %
|
||||||||
;
|
||||||||
loo AMSTERDAMS II. Deèï..
hert te hoog lag, om zyn ampt in zo groot
eene afhangkelykheid van Burgemeefteren te bekleeden; wift,in 't jaar 1550, ten Ho- ve te wege te brengen, dat de Landvoog- des ,' Koningin Maria, de fomme, waarvoor 't Schoutampt aan de Stad verpand was (2), aflofte, en hem Schout van 's Keizers we- ge maakte. Maar van toen af, verkeerde de gunït der Regeeringe te hemwaards in afkeer en nyd. De Bürgemeefter Kornelis Dobbeszoon nam, in zyn afwezen, en zeer zyns ondanks , eenige Luiden in hegtenis. Doch hy wilt, op 't einde des jaars 1553, eene Sententie ten Hove van Holland te verwerven , waarby den Bürgemeefter ge- laft werdt, zig voortaan niets diergelyks te onderwinden; maar het vatten van misdaa- digen den Schout, of, in deszelfs afzyn", • den Onderfchout aanbevolen te laaten; en zo deezen hiervan in gebreke bleeven, zulks den Hove aan te dienen (m). Henrik Dirks- zoon in 't byzonder, die den Schout meeft bevorderd hadt, was meeft op hem gebee* ten. Men gaf hem na, dat hy de geheimen der Stad, en haar veinzen van armoede, om
(m) Stukken in 't Vertrek der Thefaurie, Oude Laadt
M. L*. B. Zu ook. T. BOEY Bedenkinge over de Oudheid en gezig van 't Hof. Bylaagen N. 66. il. 257. (2) Hooft fchryft (II. Boek, II. 57.) dat deeze
fomme twintigduizend guldens was. Doch wy heb- ben, te vooren (ll.Deel,V.Boek,bl.454 Jant.(s)) reden gegeven om te befluiten, dat zy, ten dee- zen tyde, niet hooger geweeft is dan vierduizend agthonderd ponden : fchoon zy, naderhand , op •twintigduizend guldens gebragt is ; gelyk wy, in 't volgende Boek, toonen zullen. |
||||
■
|
|||||
VI.Boek. 'Geschiedenissen» ioï
om met geene leeningen gekweld te zyn, 1554.
ten Hove openbaarde: 't welk by deVroed- fchap, zo ze 'er geloof aan floeg, zeer euvel moeft genomen worden. Henrik Dirkszoon De verzuimde niets, om den Schout, zelfs bySchout de Landvoogdefle, in haat te brengen: en J^Hér- alzo hiertoe niets bekwaamer fcheen dan dooperye de befchuldiging van Ketterye, fpitfte hybefchul- zyn verftand op het vinden van getuigen, digd. die Bardes beugter? zouden van Herdoope- rye, eene gezindheid, die, federt den aanflag desjaars 1535, meer daneenige andere, ge- haat werdt by de Regeeringe der Stad, en ten Hove der Landvoogdefle. Hy paft dan eerfl op zyne zyde te'winnen FJoris Êgberts- zoon, Onder-Inquifiteur en Paftoor der Ou- de Kerke; en bewilligt, daarna, Fy Her- mans van Zwol, in de wandeling geele Fy genaamd; een armelyk wyf, welkzig behielp met het befpieden en aanbrengen van On- roomfche vergaderingen ; tot het geeven eener Verklaaringe, dat de Schout en zyne Huisvrouw herdoopt waren , en fomtyds verbooden Vergaderingen bygewoond, of ten hunnen huize gehouden hadden. Volkje Willems, eene vrouw van gelyken gewigte, de Notaris Kornelis Maartszoon en Adriaan Janszoon, Slyper, lieten zig, door den Bur- gemeefter en den Paftoor, overhaalen, tot het doen van diergelyke verklaaringen, wel- ker inhoud Floris Egbertszoon overfchreef aan Ruard Tapper, Opper-Inquifiteur te Leuven. Doch dit kon zo ftil niet toegaan, Men of de Schout kwam 'er agter, en vervoeg- k-rygt ge- de zig, onmiddelyk, te BrufTel, by de Land- Srond G 3 voog-
|
|||||
loa AMSTERDAMS IL Deel.
1554. voogdefle, klaageride dat men op zyn bederf
den van toeleide, en hem met valfche befchuldigin- devalfch-gen zogt te bezwaaren; en te wege bren- heid1 der gende, dat de Heer Kornelis de Monnik en |
||||||||||||
S
|
diginge.
|
de Griffier des Grooten Raads van Meche-
|
||||||||||
len naar Amfterdam werden gezonden, om
kennis van zaaken te neemen. Ook hadden deezen zo dra de getuigen niet gehoord, of zy kreegen gegrond vergoeden van 't be- drog. De zaak werdt, federt, door hen den Hove van Holland aanbevolen, welk eenige Raadenen den Procureur-Generaal Chris* tiaan de Waardt magtigde, tot het nader onderzoek. Zo flondt het met deeze zaak, op het einde des jaars 1554. In't jaar 1556, werden Fy en Volkje naar den Haage ge- trokken , en eerlang op de Voorpoorte vaft- gezet. De Raad <jer Stad was misnoegd over 't vervoeren van Fy, die Poorterelte was; en befloot, 's daags na dat zy ver- voerd was, te wege te brengen, dat zy, vol- gens der Stede Privilegien, alhier te regt werdt gefield (n): 't welk nogtans niet ge- lukken wilde. De twee vrouwen verklaar- den, eerlang „ dat zy,flaande op eenbank- „ je, door de glazen van zeker Speelhuis, „ aan 't Reguliers Hof, pas buiten de Stad, „ en door den Schout, federt eenige jaa- „ ren (0), in huure gebruikt, gezien had- „ den, dat hy en zyne Huisvrouw herdoopt „ waren." Men zondt hier op Gemagtigden herwaards, om de gelegenheid van dit Speel- huis (n) RefoJ. Vroedfch. N. I. % Matrt ijjS.
(0) Zie een* Bdef ty Dapper, U. 32«. |
||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. ïö£
huis te bczigtigen; een van welken,op het 15 cj..
bankje geklommen, zynen arrn te kort vondt, om by 't glas te können xeiken, waarop hy tegen den Schout, die, zonder te weeten tot wat einde, derwaards ontbooden was, zeide, Hebt goeden moed, Heer Schout, uwe zaaken zyn behouden. De Gemagtigden keer- den , hierop, naar den Haage, zonder den Schout eenige verdere opening te geeven. 't Liep aan tot in 't jaar 1557, eer men on- dername, de hoofdbeleiders des aanflags aan te tallen. Maar op den derden May,De Bur- werden de Burgemeefter en de Paftoor, op gemees- laft van den Hove, te Amfterdam, gevat: ter,en de laatfte, daar hy voor 't Outer ftondt.,en Junten met zo veel fpoed, dat men hem niet toe- gevat, liet, tot zynent aan te fpreeken, en van gewaad te wiffelen. Beide werdenze naar den Haage gevoerd. Ook Kornelis Maarts- zoon en Adriaan Janszoon. De gevangenen werden, dik wils, afzonderlyk en tegen ei- kanderen, gehoord. De Burgemeefter hieldt zig onkundig van al wat eenigszins tot zyne bezwaaring ftrekken kon. De Paftoor ins- felyks : hoewel dee2j£, ten laatfte , be-
ende „ dat hy, onvoorzigtiglyk en zonder „ genoegzaamen grond, ten lafte van den „ Schout en deszelfs huisvrouwe, aan den „ Opper-Inquiüteur gefchreeven hadt." De anderen vier verfchilden in hunne verklaa- ringen, onderling , en van zig zelven : 't welk de regtspleeging moeilyk maakte, en lang deedt duuren. Eindelyk, beleeden de Notaris, de Slyper en de twee vrouwen, dat zy, door den Burgemeefter en den Pas- G 4 toór
1
|
|||||
*
|
|||||
■ ■ ■ ■ --.---------------T
|
|||||
104 AMSTERDAMS II. Deel.
*554» toor» bewoogen waren, om valfch getuige-
nis te geeven tegen den Schout en de Schoutinne, en baden om vergiffenis, die hun egter geweigerd werdt. Toen hadt het Hof gelegenheid, om op bekentenis te von- Eenïgen niiïen. De Paftoor werdt buiten de Stad en worden Vryheid van Amfterdam gebannen, en on- "e ra c' bekwaam verklaard om 't Ampt van Inqui- fiteur te bekleeden; de Notaris werdt afge- zet, de Slyper openlyk gegeefleld , en zy beide ten Lande uit gebannen. Maar over Fy ging fchrikkelyker flraf. De tong werdt haar uit den hals gehaald , zy geworgd, geblakerd en naar 't galgeveld gevoerd. Zo lang zy fpreeken kon, hadt zy flaande ge- houden, dat zy,door den Burgemeefter en den Paftoor , verleid geweeft was tot het doen eener valfche verklaaringe. Zy leedt haare flraf op den derden May des jaars 1561. Volkje was, ondertufTchen, in de De Bur. gevangenis geflorven. Doch Henrik Dirks- gemees- zoon j zjg hebbende weeten te wagten voor los/33 C fth^ift van zyne hand, en de getuigen,orn^, ' derzelver erkende meineedigheid , wraa- kende, ontworfteldè. de jongfte flraffe. Hy zat egter zeflien weeken op de Voorpoor- te , zonder vrouw of kinderen te mogen "- fpreeken, behalven in de laatfle vier. Toen kreeg hy zyne herberg, en eerlang den Haag tot gevangenis, mids borg ftellende voor twintigduizend guldens, en onder bedrei- ging, dat zyne fchuld voor beweezen ge- houden zou worden, indien hy ontvlugtte. 't Leedt een rond jaar, eer hem veroorlofd vercfc > binnen Amfterdam weder te keeren: e«
|
|||||
IJMIIipipillllllipi I .11.1 l
|
|||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 105
en dit nog niet dan onder verdubbeling des 1554.
borgtogts tot veertigduizend guldens toe, en verband van, ter vermaaninge van denHo- ve, in den Haage te verfchynen. Hy ftondt nog omtrent vier jaaren onder dit verband, alzo hem nog twee andere misdaaden te laft gelegd werden, van welken wy, hiervoor (p), reeds gewaagd hebben; doch die men nim- mer geregtelyk heeft können bewyzen. Zelfs werdt de Procureur - Generaal, den zeven- tienden April des jaars 1562 , in zynen eifch, ten opzigte deezer twee misdaaden, zoals dezelve genomen was, verklaard niet ontvangkelyk te zyn. Ook werdt hem zyn verdere eifch ontzeid, en bevolen, de Huk- ken van 't geding naar zig te neemen, om het regt der hooge Overheid te bewaaren tegen de fchuldigen, daar en zo 't behoo- ren zou. Maar de verweerder , Henrik Dirkszoon, werdt verweezen in de koften, zo van zyne. gevangen;? , als anderen by hem gedaan. Hy, nu waanende eenen vryen hals te hebben , daagde den Schout voor Schepenen van Amfterdam, om herftelling van eere, en bragt het zelfs zo verre, dat hy,indejaareni563en 15 64, nog wederom tot Burgemeefter verkooren werdt; doch na dien tyd niet meer. Eenige jaaren laater, verzogt hy aan den Raad der Stad vergoe- ding van de fchade, die hy, ter gelegen- heid van het regtsgeding, hem aangedaan, en van zyne gevangenis in den Haage, ge- leeden hadt. Men fcheen niet ongenegen om
(p) Bladz, 82 en 97.
G 5
|
|||||||
loo* AMSTERDAMS IL Deel.
*554- om aan zyn verzoe^ te voldoen: en eenige
Leden werden gemagtigd, om het nader te onderzoeken (q). Doch ik vind niet, dat De party- hierop iet gevolgd is. De twifl tiuTchen fchap der nem en Willem Dirkszoon hadt, midler- tentn" w^» onc^er grooten en kleinen, eene party- Meefler fchap verwekt, die met de naamen van Henrik Schoutiflen en Meefler Henrik Dirkiften on- Dirkifien derfcheiden werdt, en lang ftand hieldt. toe"1*" ^en ^roo^e fchimpfchriften tegen eikan-
deren , en voedde dus de verbittering, die eerlang uitborft tot daadelykheden (r), van welken wy den uitflag, in't volgende Boek, verhaalen zullen. Drie Op den zevenentwintigften February des vrouwen jaars j^^ waartoe wy nu wederkeeren,
brand werdt, hier ter Stede, verbrand eene vrouw, om zo'- genaamd Meins Kornelis van Purmerende, gen aam- die gehouden werdt met den boozen geeft de tove- om te gaan } en menfcnen en beeilen te ^*-. können betoveren. Zy hadt hiervan zelve
zonderlinge ftaaltjes beleeden, die,by an- deren (s) , omftandiglyk, te leezen zyn. Anne Jans> PoorterefTe deezer Stede, en Lysbet en Jannetje Pieters, haare Dogters, werden ook, in 't zelfde jaar, ten vuure gedoemd, omdat zy allen vier, zo luiden de vonniflen „ God afgeftaan, het Chris- j, tendom verzaakt, met den duivel een „ verbond gemaakt, zig tot toverye bege- „ ven, en verfcheiden' menfehen en bees- »» ten
(y) Refol. Vroedfch. N. 2. 9 Jan. IJ70. f. l*7 ver/o.
(r) Zie HooïT II. Boek , bl. 57-61. en de Stukken b) COMMLLIN, bl. 964.-970.. (sj DAPPEK. bl. 1+6 enz. COMMELIN H, $J0 f.Z,
|
||||
VI. Boek, Geschiedenissen. 107
„ ten gekweld, geplaagd en betoverd had- jrre
„ den (t)" Zo zwaar eene ftraf oordeel- den de Regters van deezen tyd verdiend te zyn door luiden, die allen, of meelt allen eerder als krankzinnigen aangemerkt , en opgeflooten behoorden geworden te we- zen. De meer verlichte tyden der Her- vormingehebben, kort hierna, met de flraf- fen over Toverye, ook de gewaande To- very zelve doen verdwynen uit deeze Landen. De Staaten van Holland hadden, by het Vreem-
inwilligen in de jongde zwaare Beden , dell"ge' ten Hove, wederom zeer gedrongen op dej^ ™J vernieuwing van een punt der voorige Pri- geiioo- vilegien, volgens welk, geene Ampten in ten. Holland gegeven mogten worden dan aan inboorlingen der Keizerlyke Erflanden, wel- ker Landtaal de Nederduitfche was, en in weiken de Hollanders niet van de Ampten werden uitgeflooten: gelyk, onder anderen, in Brabant gefchiedde (w). En Keizer Ka- rel ^ de goede ende getrouwe dienfien van die van Holland vergelden willende, verklaar- de, by A6le van den zevenden May dee- zes jaars 1555 „ dat geene inboorlingen 3, van Landen, die de Hollanders van de „ Ampten uitflooten, noch geene anderen „ dan Nederlanders, in Holland,tot Amp- „ ten bevorderd zouden worden, mids zy „ de
(t) Sententieb. van i$ Oft. 1521 tot 19 Maart xs6j.
f. 228 verft , 23g verfo. DAPPER bl. IJl. COMMELIfJ il. 95+. (u) Adr. van Der Goes Regift. op 't jaar 1554. blM
ï°j 3<5, 37« |
||||
"
|
|||||||||||
io8 AMSTERDAMS II.Deel;
jccc. » de Duitfche taaie fpraken. Doch de
„ Stadhouders en Ridders der Orde van „ het Gulden Vlies zouden wel uitlanders „ mogen wezen. En zulke uitlanders, die, „ tegenwoordig, Ampten in Holland be- „ kleedden, zouden dezelven mogen bly- „ ven behouden (v)" De Stad Amfler- dam rekende dit Oétroi van zo veel gewigt, dat zy het, in de StadsRegiflersQuS), deedt te boek ftellen. Ook is het, in de uitgege- ven Handveßen der Stad (#), geplaatft ge- worden. 9ver"j In Oclober hierna , deedt Keizer Karel Neder- de Staaten der Nederlanden te Bruffel be- landen fchryven: hebbende hy beflooten, de heer- aan Ko- fchappy over die Landen, en over alle zy- jJl"S ne Ryken en Heerlykheden, het Keizerryk x lps' uitgenomen, af te flaan aan zynen Zoon F i- Lips, die, hier te Lande, in 't jaar 1549, reeds als toekomende Landsheer ingehul- digd was. Om te bewilligen en te helpen in den afßand van 't Graaffchap van Holland, en om den gewoonen eed te ontvangen en af te leggen, waren twee Edelen en eeni- gen uit de zes groote Steden gemagtigd(j). Cemag- Van Amflerdam waren afgezonden Gerrit tigden jyaas Mattheuszoon, Meefler Henrik Dirks- fterdam" Z60n en ^ieter Cantert Willemszoon, regee« by deeze rende Burgemeefters, benevens Meefler over- Reinier Swyn, Penfionaris der Stad (2). De |
|||||||||||
dragt.
|
|||||||||||
in-
|
|||||||||||
(v) Groot-Plakaatb. II. Deel, 4«/. 2071.111.2«/, hU z<«
(ia) I. Privilegieboek ƒ. IS2.
(x) BI. 91 [«*•]
(y) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 4*9.
(zj Refol. Vrocdfch. N. I. u 03. ijjs.
|
|||||||||||
VT.Boék. Geschiedenissen. 109
inhuldiging gefchiedde den zesentwintigften Oftober, 's daags na de overdragt (a): en Koning Filips vernieuwde den eed, dien hy, in 't jaar 1549, reeds gedaan hadt (Z>), en by welken hy, onder anderen, tot hethand- haaven van alle de voorige Privilegien, ver- bonden was. De inbreuk op dezelven gaf gelegenheid tot eenen opftand, die 't gant- iche Land en Amfterdarn in 't byzonder in zorgelyke beroerten dompelde: gelyk, uit het vervolg deezer gefchiedenifle , blyken zal. (a) Zit BALEN Dordr. tl. 8ïs», «30.
(l>) Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 4J+, |
|||||
B y.
|
|||||
iio AMSTERDAMS II. Deel.
*jr BYLAAGEN
Lr. A.
op bet IL Deel, VI. Boek.
Lr. A. Aanfchryvem der Landvoogdejfe, Vrouwe Mar-
GAREET VAN OOSTENRYK, Om toezigt
te hebben op de Leere en Zeden der Predikan-
ten. Gedagtekend in den Haagc, den 27 September des jaars 1525. Marguerite enz.
TT ei'fame lieue ende beminde, Wy zyn vol-
■*"' comelicken onderricht dat die dwalinge die onder den gemeenen volcke gerefen is meeft toe- compt ende ghecommen is vuyt die indifcrete fermoenen vanden predïcanten religicufen ende anderen: om waer inne te remedieren is onfe mecninghc dat ghy voortaen nyejnandt en zult vuytfeynden omme te preken ofte ghedogheii binnen uwen conuente te preken dan den ghee- nen die voorßenich verftandich ende van goede manieren zyn ende wel geexerciteert en. geoef- fent in den manieren van preken ende dat ghy de zeluen zulex onderwyft all eer hy preken zal dat hy hem wachte tgemeen vokk te fcandali- feren mit onbehoorlicke fabulen redenen ende narratien als oick wel ghefchiet is dat hy oick nyet en vermane van martinus luther oft zyne leeringheh noch oick van dopinie van den ketters die hiervoortyts geweeft zyn den zeluen uwen predicanten aduerterende zoe verre zy contrarie deden dat zy daer van by v gecorrigeert zul- len' worden en ghefufpendeert van tofficie , welcke corre&ie ghy ten effeóte zult brenghen van t preken te benemen, Bouen defen is on- ie |
||||
ppp"^"pr^~"
|
|||||||
■
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. iii
fe meeninghe dat die terminarifen van uwen ByLA.
conuente nyet langher en zullen moghen blyuen GEN ïn heure terminen dan die weke die zy zullen ^r, ^ g preken ende de zelue weke gheexpireert zyn- de ter ftondt weder tot huys ende hueren con- uente keren zonder voor oft nae de zelue we- ke hen voorder in die termynen te moghen on- derwinden , waer van wy v aduerteren ten eyn- de dat indien dit contrarie ghebeurde ons van node zoude zyn voorder daer inne te voorzien tot uwen fchande ende fcade 't welck wy als nv om beters willen gelaten hebben en hebben nyettemin ghelaft onfe wethouders ons te ad- uerteren indien contrarie van defen ghebeurde en ghy hier inne ghebreckelick waert. Eerfame lieue en beminde ons heere godt zy met v Gefcreuen in den haghe den xxvijcn Septembris Anno XXV. Geextraheert vuyttet derde Memoriael bmck>
ruftende in de Greffe van den boue van bellant, gehouden by tyden van mr. Aernt Sandelin, in zynen leuen Greffier van den zeluen boue, ende daer jegens gecollatiO" neert accordeert by my J. v. Dam.
Lr. B.
Sententie geweezen by den Hove v*n Hol-
land tegen Mr. Jan Hubrechtsz by contumacie, ende den Burgermeefleren van Aem-
flelredamme , gevoegdens en komende voor *t Interefl van der Steden Privilegie, beroerende dat geen Poorter meer verbeuren mag dan zyn Lyfende hondert guldens uyt zyn goed. Inden Haage, den 19 Maart 1539. [154°-] ^Tlefien by den Hove van Holland d' Intendit:
\-* overgegeven by den Procureur Generael van |
|||||||
ii2 AMSTERDAMS IL Deeü.
den felven Hove, Impetrant van feker mande-*
ment op ende jegens meefter Jan Hubrechtszoon, eertyds Schout der Stede van Amfterdam, ge- daichde in perfoon,ende defailt1 mitsgaders die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amfterdam, ende die naefte vrinden ende ma* gen vanden bloede vanden kinderen vanden voorfz Mr. Jan Hubrechtszoon, hem vougende voor haer IntereiTe; die voorfz Impetrant' alle- gerende, dat die gedaichde den tyd van om- trent xv of feftien jaren geweeft was Schout der voorfz Stede, gedurende welken tyd aldaer op- gerefen waren ende feer vermeerdert die gere- probeerde feclen van Luterye, Sacramentifte- rye ende Herdoperie, mitten ancleven van dien, ende feer veel perfoonen daer mede befmet ge- weeft, Daer deur die voorfz. Stede in groot pe- ricule gekomen waer, omme ingenomen te wei> den, 't welk toegekomen was deur faulte, flap- pigheid, neggligentie ofte fimulatie van Juftitie vanden defaillant ende andere Burgermeefters ende Regierders van Amfterdam in dien tyden, die niet en hadden gepoogt met alle neerftig- heit te corrigeren, achtervolgende de placaten van Keyf. Maj' die perfoonen befmet ofte cul- pabel van dezelve fecoe wcfende , maer had- den die getollercerr, gehengt ende deur de vin- ger gefien fonder behoorlyke punitie daer over te doen , waerdeur die luyden vander fedlen meerder en fterker geworden waren , Immers was die defaillant felver mede van eerften an gehouden ende geacht geweeft van de voorfz feéte; ende fulks gedurende den tyd, dat hy Defaillant Schout was , waren vecle fchande- lyke en oneerlyke Liedekens openbaerlyk t'Am- fterdam langes der ftraeten gefongen, in fpyt ende verachtinge van den heiligen Sacramente des Outaers, die geeftelyke perfoonen, ordon- nantien ende infettingen der Heilige Kerken, ende die Ceremoniën van dien, daer af hy geen cór-
|
|||||
«^
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 113
correctie hadden gedaen ofte doen doen nae bylaa.
gelegentheit der faiken. Waeren oik veel ir-GEN reverentien gedaen den heiligen Sacramente i_,r, ß« des Outaers int openbaer , die oik niet ge- ftraft waeren. Ende onder anderen was ge- beurt , dat een fchuytevoerder, genaemt A- driaen met een Ooge, zeer blasphemelyk ende vyleinlik gefproken hadde vanden waerdigen heyligen Sacramente des Outaers tot den Luy- den , die t'Amfterdam langes de flraeten gin- gen nae die Heylige Stede, omme aldaer"de- votie te pleegen? ter eeren vanden heyligen Sa- cramente , feggende openbaerlyk : Wat wil tvolk dat Sacrament verfouken , defen kaes en brood , die ik hier in myn hand hebbe, houde ik foo goet te wefen alft Sacrament, ende beter, want hiervan vaer ik wel; wat ift Sacrament anders dan der Papen God en- de brood ? Ende die voorfz Adriaen , fpree- kende vant Avondmael zeide , dat onfe Heer God int Avontmael nam een ilucke broots, ende zyn hand uytreykende feyde , neemt dat, ende met dander handt bewees op zyn borft, feggende; dit is myn Lichaem. Had- de ook de voorfz Adriaen in Novembri An- no xxxij geweefl in den Convente vanden Cellebroeders t'Amfterdam; ende aldaer o- penbaerlyk gefeit, dat hy niet en hielt vant heilige Sacrament , want tfelve was der Pa- pen God , ende al lagen op een tafel vyftich Sacramenten , dat hy die met een dagge wel foude dorven deurfteeken ofte met voeten daer op treeden , ofte diergelyke woorden, twelk gecomen wefende tot kennuTe vanden Regierders der voorfz Stede, was die felve Adriaen by den defaillant daerop gehoort ge- weefl , die verklaert hadde, die voorfz woor- den gefproken te hebben, ende dat hy noch daerby bleef. Waerop die voorfz defaillant III. Stuk. H niet |
||||
114 AMSTERDAMS IL Deel.
niet en hadde begeert corre&ie of punitie ge-
daen te werden , maer belade alleen! yk den felven Adriaen , dat hy uyter Stede fonder fyn confent niet en loude gaen , laetende foodanigen blasphemateur binnen Amfterdam gaen, fonder hem te apprehendeeren 'ofte cor- rigeeren : Waer mede Pieter Aemszoon, we- fende op die tyd Schepen van Amfterdam , feer qualyken te vreden was , fulks dat hy onlangs daer nae feer fieck geworden zynde voor fyn doot tot diverfe perfoonen hem daer of beklaegt hadde : ende alfoo by denfelven Pieter daerom feer gemurmureert wierde, foo hadde die Defaillant den voorfz Adriaen doen waerfchouwen , dat hy uyter Stede vertrec- ken foude , ofte dat hy hem foude moeten apprehendeeren. Gelyke waerfchouwing had- de die defaillant wel gedaen een vrouwsper- foon , genoemt Grietje uyt Hitland , als die jelve Grietje verfcbeide perfoonen wel gefeyt hadde , welke Grietje herdoopt zynde wel geweten hadde , waer Jacob van Campen , een vanden principael BifTchoppen ofte Lee- raers van der fecten gelogecrt of verfteken was ten tyde Jan van Geel metten Anabap- tisten gepoogt hadden Amfterdam in te nee- men. Ter caufe vanden welken die voorfz Grietje onlangs, als Jan van Geel met ver- raders geflagen waren, gehangen was ge weeft. Gelyke waerfchouwinge hadde die Derailh ge- daen eene Marytge Claes , huysvrouw van Mees de Blokemaker, die verdoopt was, en- de ook een Mandemaker, genoemt Heer A- rent, diö van Haerlem geweken was om der Seften wille, ende nae gefchreven t'Am- fterdam anden Gedaichden om hem te appre- hendeeren, die den felven Heer Arent daer van felver gewaerfchouwet hadde , ende was deur dien de felvc Heer Arent fekeren tyd . uy-
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 115
uyter Stede geweken geweeft, ende naemails ßyLAA,
daer weder inne gecomen, fonder dat die De- GEN faillant hem geapprehendeert hadde , twelk^t. B. hy nochtans als Officier fchuldig geweeft had- de te doen. Die voorfz defaillant hadde mede vertoont te wefen van de gereprobeerde fee- te , geconverfeert ende fyn omgank gehad metten luyden vander felver feéte, als met eenen Heer Claes van Elft, die hy ten eeten t'fynen huyfe genoodt hadde , ende aldaer met hem vande heylige Schrifte getraéteert in prefentie van meer andere perfoonen; wel- ke heer Claes vol erreuren ende dwalingen was, ende die Leffen van Luyter felver ge- hoort hadde , als hy gevangen fynde bekent hadde : Ende in veele andere pointen ende manieren hadde die Defaillant getoont vander Sefte te wefen. Sulks was hy ter caufe van dien voor defen Hove in voortyden geroepen geweeft ende vant Officie vant Schoutam- bacht verlaten, nae tot dien eynde conclufie byden Procureur Generael genomen was; be- halven dat hy daer voiren oik gecaufeert en- de gecondemneert was in hondert Carolus gul- dens. Die defaillant hadde oik gehoort de Sermonen van eenen Gardiaen binnen Amfter- dam , genaemt Pelt, die oik van der fecten was, ende plag te fpreeken in den Reventer vanden Minnenbroeders kloofter, welke Pelt ook gecorrumpeert ofte qualyken hadde getran- ilateert ende doen prenten dat Euangelium van Sinte Mattheus in Duytfcher fpraike, dair of die defaillant metten anderen Regierders van Amfterdam in dier tyd geadverteert zynde , omme die gecorrumpeerde bouexkens te ge- krygen vuyt die gemeene luyden die die ge« cocht hadden, ende alfoe te beletten meerder ii feftie; was die Defa'üT. van tfelve te doen in gebreeke gebleven. Omtrent den jare xxv H 1 had*
|
||||||
iï<5 AMSTERDAMS II. Deeiu
hadde die Defaill*. wel geweeteri, dat eenigè
perfoonen vergadert waren geweeft, ende haer toegang gehad hadden tot fuspe&e per- fonen vander Seelen wefende , twelk hy ge- hengde ende deur de vinger fag; befonder teri tyde als eenen Mr. Willem van Utrecht Pries- ter , omme dier faiken wille ende volle Luy- therye wefende, gevangen fat ten huyfe van Jan van Leyden ; foo was die Defaill'. al- daer ten huyfe gecomen, en hadde veel per- fonen byden Priefter bevonden fitten en prae- ten, fonder die te ftrafFen; ende als doen was die fpraek al, dat die defaill1. van foedanige luyden oft veem was. Tfelve hadden ook ee- nige van der Se&en wel openbaerlyk gefeit, dat defe Defaill'. ook hadde te voren gelefen die boucken van Philippus Melantori, die ge- reprobeert [zyn], als hy williglyk voor fe- kere Commiflaris van defen Hove in Janua- rio Anno xxiij bekent hadde. Behalven allen defen was kennelyk ende notoire , dat defe defaill'. met eenige anderen van Amfterdam in Augufto leftleden befchreven was te ko- men alhier in den Hage, ten tyde als de Co- ninginne dair was , omme te aenhooren al- fulfcen eyfch eri conclufie als den Impetrant op ende jegens hem foude willen doen ende nee- men , alwaer die Defaill'. gecompareert zyn- de, hadde d'Impetrant verfocht, dat defelve defaill'. eerft gehoort zoude zyn op feeckere Articulen , twelck fulks geapprobeert wa--. dien naevolgende was die defaill*. voor feker Commiflaris gehoort geweefl op fekere Arti- culen jegens hem overgegeven; Ende terftont daer nae was hy heymelyk alhier uyt den Ha- ge gereyft nae Amfterdam, en van daer was hy voorts, neemende eenige goeden met hem, haeflig vertrokken, ende hadde hem fugitief gemaekt. Twelk gecomen zynde tot kennis- |
||||
VLBoek. Geschiedenissen. 117
fe vanden Impetrant, hadde van defen Hove Bylaa*
geobtineert Mandement crimineel, uyt mach-GEN te vanden welken die gedaichde defauT. een- Lr. B. werf, anderwerf met intimatie, en derdewerf ex abundanti op peyne van banne en confis- catie van goeden gedagvaert geweefl te com- pareeren in perfoone voor den voorfz Hove tot eiken dage hem beteykent; maer en is niet gecompareert. Mits twelk d'Impetrant tegens hem geobtineert heeft eerfle tweede en derde defaulten met den proufyten daer toe ftaende. Ende is toegelaten geweeft, fyn Intendit o- ver te leggen, daer van hy gedient heeft met- ten verificatien daer by gevougt. Mair wai- ren ten dage vanden tweeden defaulte gecom- pareert die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amflerdam , willende voor- ftaen heur Privilegie, en deden feggen, dat die Impetrant gecondemneert foude zyn te ge- hengen en gedoogen, dat de Erfgenamen vanden voorfz gedaichden DefailK zouden mogen aenvaerden alle fyne goeden mits be- talende hondert Caroli guldens , volgende tvoirfz Privilegie, zoo verre alft niet en roer- de ketterye, Herefie, ofte Crimen laefas Ma- jeflatis. Ende die naefle vrienden ende magen vanden kinderen van den Defail?. infinueerden den Impetrant, dat die felve DefailK was Poor- ter derfelver Stede, ende dat, nae den Hand- veften en Privilegien der felver Stede een Poorter van Amfterdam niet meer en moch- te verbeuren dan fyn lyf, en van fyn goed niet dan hondert ponden van xl grooten eens ; van welcke Privilegie die van Amfterdam al- tyd geufeert hadden: tfelve was dick by Sen- tentie in Judicio contradictorio geconfirmeert geweeft. Verfochten mede die voorfz vrien- den en magen , dat zy die geannoteerde en geinventarieerde goeden vanden Defaill'. zou- H 3 <*oi
|
||||
ii* AMSTERDAMS II. Deel.
den mogen regieren , gebruyken , havenen ,
en dat op cautie fuffifant , die zy prefentee- ren te ftellen voor de felve goeden , opdat die niet fouden vergaen ofte bederven. Dat henluyden oick gelevert foude worden copie vanden Intendit vanden Impetrant, ten eyn- de fy fouden mogen weeten, wat deliften d'Impetrant den Defaill'. wil aenfeggen , om henluyden daer na te mogen reguleeren, Waer tegen d'Impetrant fuftineerende die contrarie, dede feggen , dat zylieden niet ontfanckelyk en waren ofte geadmitteert en behoorden te wefen omme iet te feggen, alfoo die Dcfaill'. gedagvaert was in perfoone ende hem fugi- tief gemaekt hadde, fulks dat niemand toege- laten en werde hem te defendeeren, maer be- hoorde felver te compareeren in perfoone : En beroerende tprivilegie. onvermindert tgunt dat voorfz is, en feide d'Impetrant, dat geen Privilegien den delinquanten en behoorden te proriteeren, befondere in aldusdaenige faeken; en aldus waren diverfe fententien en appoin- tementen in gelyken faeken by defen Hove gepronuncieert. Werden ook frivolyk ver- focht , dat fyluyden fouden mogen regieren die goeden, alfoo daer toe een fequefter ge- fielt was. Ende was ongefondeert, dat men henluyden foude leveren Copie vanden voorfz Intendit, alfoo tfelve nok gebeurt en was, en fyluyden niet toegelaten en werden iet daertegens te feggen ofte fchryven , foo uyt magte vanden defaulten een defaill'. van alles* veriteken werdt ; Ende byden Hove int vifi- teeren vanden Intendit wel bevonden foude worden , waer in die defaill'. hem ontgacn heeft , twelk men den Requiranten niet be- hoorde te kennen geeven, alfoo fy geen Rech- ters in die faeke waeren. Mits twelk ende om andere redenen wille als na recht 't Hof niet
|
|||||
-
|
|||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 119
niet en behoorde te letten op de voorfz pro- R
teftatie ende adverthTementen, maer Recht te GFNAA" doen gelyker wyfe of diefelve niet gefchiet i r g en waeren. Eyndelyken partyen int lange ge- hoort , hebben die felve partyen naervolgen- de tappointement vanden Hove hiervan aéte gemaekt en diefelve gevought byden Intendit vanden Impetrant, ommeint vifiteeren vandien daerop fuik regard genomen te worden alft be- hooren foude. Tvoorsz Hof met rype deliberatie van rais
de deurgefien ende overwogen hebbende al tgunt dat ter materie dienende is, inden name ende van wegen des Keyfers vanden Romai- nen, Coningh van Germanien, van Caftilien, &c. Grave van Holland, Zeelandende Vries- land , heeft den voorfz gedaichden Defaill'. uyt magte ende voorden profyten vanden voorfz defaulten verfteken en verfteeckt mits defcn van alle exceptien declinatoir , dilatoir ende peremptoir , defenfie ende weeren die hy in defe faeke hadde mogen doen , bant den fel- ven defaüT. uyten Lande van Holland, Zee- land , Vriesland ende Uytrecht tot eeuwigen daegen , ende daer inne niet te komen, noch te blyven , op de -verbeurte van fyn lyf, en verklaert fyn goeden verbeurt ende geconfis- queert tot profyte vander Keyferlyke Maf. ter fomme toe van hondert Caroli guldens , achtervolgens tprivilegie van der Stede van Amfterdam. Gedaen in den Hage by Heeren Gerrit Heere van Aflendelft, Eemskerck , &c. eerfte Raidt prefiderende , Jan van Du- venvoorde Heere tot Warmont, Abel van Colfter , Ridderen , M" Jasper Lievenszoon van Hogelande , Willem Pynften , Guillyn Zegers , ende Cornelis Snyen , Raidsluiden van Hollandt ende gepronuntieerd den xix Martii Anno XVC negen en dertich ftilo cu- H 4 riae.
|
||||
■
|
-------------
|
"
|
|||||||||||||||
I20 AMSTERDAMS Gesch. IL Deel.
Bylaa- rif • 7?n welke Sententie foo verre het roert die gen F.1.?11}1116 van Confiscatie die voorfz Impetrant L'. B. ^11100 appelleerde aende Keyferlyke Mak zyn-
der Maj^ Prefident ende Luyden van den groo-
Sn T?a' m kennifle van my ondergeteykent
x5« inline» Gecollationeert efi mit Copie ge-
teykent als wel bevonden ac- corderende by my * ■
Franc. Delff.
|
|||||||||||||||||
TWEE-
|
|||||||||||||||||
..
|
|||||||||||||||||
121
T W E E D E D E E L.
GESCHIEDENISSEN |
|||||||||||
VAN
: r;
|
|||||||||||
AMSTERDAM.
|
|||||||||||
ZEVENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van'''t jaar 1555, tot in 't begin
des jaars 1567.
De ïmpofl op de Wynen en Bieren in 1555,
Holland was, tot hiertoe, ingevor- De to- ri erd geweeft door Collecleurs of Inzamelaars, Poft der die van 's Lands wege werden aangefteld. wYï}en Doch men bevondt, dat 'er, in t voorleeden worc}t te jaar 1554, van deezen Impoft, niet meer,Amfter- dan negentienduizend zeshonderd agt Ponden , dam, en negen fchellingen en- drie deniers in 's Lands ?'°"lm^ kalle gekomen was, 't welk den meeften }"nd ° * Leden veel te weinig fcheen. De Edelen voorst floegen hierom voor, dat men deezen lm- eerft, poft behoorde te verpagten : waartoe deverPa§t* meefte Steden neigden. Dordrecht en Am- fterdam maakten 'er} in 't eerft, eenige zwaarigheid in(tf): doch lieten zig, eer- lang, overhaalen tot het gevoelen der meer- derheid. De Verpagting gefchiedde, voor 1556. 't eerft, kort na Paafchen des jaars 1556, en men bevondt, dat 'er, in 't eerfte jaar, ver-
(a) Refol. Vroedfch. N.J. 10 April i;;j.
H 5
|
|||||||||||
iä2 AMSTERDAMS IL Deel
ic<<5. verre over de veertigduizend Ponden, dat is,
meer dan tweemaal zo veel van 's Lands Im- poit kwam by wege vanverpagting, als'er, tevooren, by wege van inzameling, van gekomen was (&). De Pagters, of Impofi- meeflers, gelykze, ten deezen tyde al, te Amfterdam, genoemd werden, hielden hier hunne zitplaats op doude brugge, int huys- ken daer Claes Janjfoon bierincx gefeten hadt (f). Zie hier een' Lyfl van 't beloop der eerfte Verpagtinge van den Wyn- en Bier- Impofl, in de voornaamfte Steden: waaruit men derzelver grootheid en vermogen, ten opzigte van eikanderen, eenigszins, afnee- men kan: |
|||||||||||||||||||
4005 Ponden.
2900 ■
5440 --------
4300 --------
8940 --------
2120 ----------
2200 ■
1300 ---------- 575 --------,
37oo --------
1372 '--------■
. 950 --------
. 1100 ----------
670 ■-------*
; ^0o ---------.
270
429 •
|
|||||||||||||||||||
Dordrecht
Haarlem
Delft
Leiden
Amfterdam
Gouda
Rotterdam
Gorinchem
Schiedam.
Haagé
Alkmaar
Hoorn
Enkhuizen
Edam
Monikendam
Medenblik
Woerden
|
|||||||||||||||||||
,
|
|||||||||||||||||||
V
1
|
|||||||||||||||||||
:•
|
|||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||
Naar-
|
|||||||||||||||||||
(t) Vaderl. Hift. V. Dtel, hl. 419 e»z.
\t) Keuib. I. f, ij. |
|||||||||||||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 123
Naarden . . 395 Ponden. I55&
Weesp . . 158 -------
Muiden . . 115 ----- (d).
De oorlog met Frankryk eindigde, den
vyfden February deezes jaars , met eenBe- fland voor vyf jaaren. Doch'tleedtnaauw- 1557. lyks een jaar, of dit Beftand werdt verbro« ken. Men was, derhalven, in Holland be- dagt op de beveiliging der Koopvaardye. Amflerdam en de Waterlieden lieten zig, Uitms- door de andere Leden van Holland, over-tin? ter haaien om zes Oorlogsfchepen, bemand met ^fter- omtrent vyf honderd koppen , in zee te daIIU brengen, mids het gemeene Land van Hol- land negentienduizend guldens betaalde, tot de koften (*)• De fchepen werden, voór- naamlyk, gebruikt tot befcherming der Graanvloote, die uit de Ooftzee verwagt werdt, en voor 't grootfle gedeelte, in den Zomer deezes jaars, behouden aankwam: waardoor de duurte van 't Kooren, die de ingezetenen zeer gedrukt hadt,fpoedig op- hieldt (ƒ). De Regeering van Amfterdam voorzag zig van graanen, die, ten redely» ken pryze, aan de gemeente werden uit- geleverd : waardoor, naar 't getuigenis van ' Petrus Apherdianus (g), veelen by 't leeven behouden werden, die anderszins van gebrek zouden vergaan zyn. Mid-
■ -
(d) Refo?. Holl. van 't jaar IJJ7. bl. ja.
(e) Refoi Holl. j May ijj7- bl. 46. Refol. Vroedfch.
N. I. io , :o April, s May IJ57. (f) Bor I. Bick, bl. 11. [ij.]
(g) Brevis Descr. Uib. Amftelod» vtrs. 6j &ftqq. agtet
QVu.i. Voonedc. |
||||
124 AMSTERDAMS IL Deel;
1557. Midlerwyl , fcheen de fchaarsheid der
Verhef- levensmiddelen , hier te Lande, byzon- fing der derlyk te Amfterdam, wederom eene nieu- Peftziek- we verheffing van Peftziekte veroorzaakt te te alhier, hebben. Zy gaf, in dit en in't volgende jaar, gelegenheid tot vernieuwing der voorige Peftkeuren (h). Het getal der zieken, welk, omtrent deezen tyd, aan de S. Pieters- en Lieve - Vrouwen- Gafthuizen gebragt werdt, was zo groot, dat het Geregt,op den agt- tienden September deezes jaars , beval , „ geene zieken voor of in de gemelde Gaft- „ huizen te brengen, dan met kennis en „ bewilliging der Regenten (/')." Ook werdt, wat laater, by den llaade, verftaan, dat men de zieken, by gebrek van plaats in de Gafthuizen, ook in der Stede Bushuis zou mogen leggen (£). De Stad De Stad hadt, den agtentwintigften Fe- koopt debruary deezes jaars, de helft der Crimineele £a!v? boeten, vallende in de Ambagtsheerlykhe- Ie'boete* den van Amflerveen, Slooten, Slooterdyk onder en Ooftdorp, gekogt van Koning Filips, als Amfter- Graave van Holland: weshalve, de Graaf- veen enz. lykheids Rekenkamer in denHaage denBal- J55"- jL1Wen van Kennemerland en Amftelland , onder welken deeze Ambagtsheerlykheden gelegen waren, den negenden February des jaars 1557 [i558]> aanfchreef, dat zy die halve boeten, voortaan, aan de Regeerders van Amfterdam verrekenen moeiten (/). ' Kq-
(h) Keurb. F. ƒ. 49» J3» 6o-
(!) Handv. hl. ziz. [jpi.]
(k) Hefol. Vroedfch. N. I. 9, zi 0&. IJJ7«
(;; Handv. bi. }li. [66.]
|
|||||||
\
|
|||||||
~~~ "
|
|||||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 125
Koning Filips, die, by zyne inhuldiging 1558.
in 't jaar 1549, en in 't jaar 1555, by 't aan- Zy wordt vaarden der Regeeringe, beloofd hadt, alle beveftigd de Privilegien , door de Graaven en Graa- in het |
|||||||||
vinnen van Holland, zyne Voorzaaten,aanj.egt oin
de Steden verleend, te zullen handhaaven, ei' beveiligde , den agttienden April deezes Vroed |
|||||||||
jaars, de Stad Amfterdam „ uit aanmerking fchap te
„ van de goede dienflen, die zy hem ge- jï1 °|ea , „ daan hadt, en nog dagelyks deedt, in 't en Schg. „ genot van het Privilegie van Vrouwe Ma- penen te „ ria van Bourgondie van Maart des jaars mogen „ 147Ó [1477], waarby de Stad regt kreeg,benoe" „ om haare eigen Vroedfchap te kiezen, „ en door dezelve, jaarlyks, op den agt- „ entwintigften January, eene Nominatie „ van veertien Perfoonen te doen maaken, „ uit welken, door den Graave of zynen j, Stadhouder en Raaden, zeven Schepens „ zouden gekooren worden, om op den twee- „ den February beëedigd te worden, en een „ rond jaar te dienen (w)." Amfterdam hadt, tot hiertoe, het genot van dit Privilegie ge- had ; fchoon alle de opvolgers van Vrouwe Maria het niet by zonderlyk hadden willen be- kragtigen. Alleenlyk, waren de Schepenen, Ongere- niet altoos, op den vaflgeftelden tyd, ver- geldheid kooren en beëedigd. De Schepens, die in 'tin den jaar 1530 waren gekooren, waren, tot den J7yanv^n negentienden May des jaars 1531, aange- aanbly- bleeven: in 't jaar 1536, was, om de Land- ven der voogdeffe te believen, onder proteflatie, en SchePe_ onverminderd der Stede Privilegien , be^"dher' floo-
(m) Handv. bl, 107. [ög.] vtrg. Rafo!. Vroedfch. N. I.
13 Jtpril I5Ï8. |
|||||||||
15(5 AMSTERDAMS IL Deel.
15^8. flooten, de benoeming der veertienen, voor
* den gewoonlyken tyd, te doen (»). De Schepenen van den jaare 1537 bleeven,op laft der Landvoogdefle, tot den zevenden February des jaars 1538, in dienft; die van den jaare 1541, tot den agtften Febmary des jaars 1542;die van den jaare 1544, tot den twaalfden February des jaars 1545; die Van den jaare 1546, tot den tienden May des jaars 1547 (0); 't welk zo voortging, tot in 't jaar 1555. De Schepens, die toen den tienden May verkooren werden, blee- ven aan tot op den agtentwintigften February des volgenden jaars, en die van den jaare 1557, tot op den elfden Maart des jaars 1558 (p): welk laatfte gefchiedde, op fchry- vens van 't Hof van Holland, alzo de Stad- houder , Maximiliaan van Bourgondie, Heer van Beveren en Veere, niet eerder in Hol- land kwam (q). Doch deeze ongeregeld- heid , omtrent den tyd van de aanftellinge van Schepenen, werdt weggenomen, na dat Koning Filips, kort hierna, het Privilegie Zy wer- van Vrouwe Maria beveftigd hadt. Wy- den,in ders, was de verkiezing van Schepenen van afW<ih -jAmfterdam, ookdikwils, in afwezendheid des Stad- des Stadhouders, gefchied door de R^aaden houders,van denHove, en fomtyds door den eer- door de ften Raad alleen, als daartoe van de ove- Raaden rjgen gemagtigd zynde; van welke gewoon- te, (ti) Refol. Vroedfch. N. I. id Jan. ijj«. ƒ. i.
(0) Refol. Vroedfch. N. 1. 24 Jan. IJ47. (p) Regeet. Lyft vtor de Handv. op de jaaren 15$ ij 1537, 1541» IJ+4» IJ4<5, ISSSt *SS7' (q) Reiul. Yiocilfch. N, 1. 31 Ja». i>si.
|
|||||
——__......_..
|
|||||
i
|
|||||||
'
|
|||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 127
te Heer Gerrit van Aflendelft, eerfte en I558# oudfle Raad, op den vyftienden July dee-Hovege_ zes jaars, ten verzoeke van Burgemeelte- kooren. ren, fchriftelyk, getuigenis gaf (f). Het Hof van Holland hack ook begeerd, dat men, ten deezen tyde, met de verkiezing van Burgemeefteren, tot op de overkomft des Stadhouders, wagten zou. Doch men vondt, desonaangezien , geraaden, deeze verkie- zing, op den gewoonlyken tyd, te laaten voortgaan O). i t , _r .
De tyding van het overlyden van Keizer Uitvaart
Karel, welk, op den eenentwintigdenSep- van Kei- tember deezes jaars, voorviel, in Holland^^1 eekomen zynde , werdt zyne Uitvaart ai- de mec daar, en te Amflerdam, ook nog in April Frankryk teeSvooren , was de Vrede met Frankrykfterdam
getroffen, waarover, hier ter Stede, ook6 een plegtige dankdag gehouden werdt (ƒ). In Auguftus deezes jaars, vertrok Koning Filips naar Spanje, na dat hy orde op de Regeering der Nederlanden gefield, en het Stadhouderfchap over Holland, Zeeland en Utrecht aan Willem, Prinse vanO- k A N j e , opgedraagen hadt. ; Ten deezen tyde, werdt, in 's KoningsOntwerp,
geheimen Raad, een Ontwerp overwoogen omtwee {trekkende tot bekorting der gedingen, die officier8 voor Schepenen van Amflerdam moeften en tweej worden afgedaan. In het zelve, werdt voor- Sche- geüaagen de aanftelling van twee Officieren, pensban-^ een '
(r) Handv. H. 107, log.
" (j) Rcfol. Vroedt'ch. N. I. 31 Jan, xj;t. ({) Kewb, f. ƒ, «6 , 61 ver/». |
|||||||
'
|
||||||
I
|
||||||
isS AMSTERDAMS II. Üêel.
1559. een' Baljuw in Crimineels of flraf baare, en terStèd een' Schout *n ^'lv'1^ &f burgerlyke zaaken, aan te ' benevens twee banken van Schepenen, ie- ftellen, der van zes Perfoonen, de eene bank tot van de afdoen van alle zaaken, op de Buitenrolle hand ge- ftaande, en alle Crimineek zaaken; de ande- WGG2GH •
' re, tot beregtmge van alle zaaken, de Fa-
bryk, Plakaaten, Keuren en Statuten be- treffende. De tegenwoordige Schout, Wil- lem Dirkszoon Bardes, fchynt dit Ontwerp goedgekeurd en voorgeftaan te hebben. DochBurgemeefteren beweerden „ dat de ,, inflelling van twee Schepensbanken en „ twee Officiers ftreedt met de Privilegiën, j, en aanleiding geeven zou tot tweedragt „ (w)."Ook liet de geheime Raad, met die van den Raade in Holland geraadpleegd heb- bende, de zaaken op den voorigen voet, 't Getal met deeze verandering alleenlyk, dat het der Sehe-getal der Schepenen, welk tot hiertoe ze- penen ven geweefl was, tot negen vermeerderd van* t wetdt, die, jaarlyks, uit eene Nominatie van zeven op agttien zouden gekooren worden; en dat negen den Schout veroorlofd werdt, eenen Onder- gebragt, fchout onder zig te hebben, om zyne plaats, des noods, te vervullen, en hem byftand te doen. Voorts, werdt beraamd „ dat 'er, „ by alle Schouts zaaken, altoos een Bur- „ gemeefter zou moeten tegenwoordig zyn; „ dat de Vierfchaar, door twee Schepenen, „ waargenomen zou worden, en dat de ge- M vangenen, insgelyks, door tweeSchepe- „ nen,zouden moeten worden ondervraagd." Men
(*) RefoL Viocdfch, N. I. zx July i$$9%
|
||||||
VÏÏ.Boek. Geschiedenissen. 129
Men befpeurt klaarlyk, aan deeze fchik- 1559*
kingen, dat dezelven zagen op de tweedragt, die thans, op 't hevigft, ontfteken was, tuflchen den Schout en Burgemeefter Hen- rik Dirks zoon. Ookfchynt, opzigtelyk op . hun gefchil, ten deezen zelfden tyde, be- volen te zyn „ dat de geregtelyke getuige- 5, niffen niet vooraf opgefteld, maar door „ den Secretaris, in de tegenwoordigheid 9, van een' Schepen, uit den mond van de 5, getuigen, zouden moeten opgefchreeven „ worden." Alle deeze en andere fchik- l$60i kingen waren vervat, in eene Ordonnantie van 's Konings geheimen Raad, die, den vierentwintigften January des jaars 1559 £1560], teBruffel, gedagtekend was (V). Weinige weeken hierna,. op den negentien- den February, vonnifte het Hof van Holland „ dat zekere Taalluiden, of Procureurs, ge- „ lykze federt genoemd zyn, die, door den j, Schout, op eigen gfezag, aangefteld en „ beëedigd waren, wederom afgezet; doch „ terltond daarop, door Schout en Bürge- „ meefteren, van nieuws, aangefteld, en „ door den Schout beëedigd zouden wor- „ den(w)." Chriftiaan den III., Koning van Deenemar- Amfter-
ke, in't jaar 1559, overleeden, en doordam zynen Zoon, Fredrik den IL , opgevolgd ™d£ 'in zynde, verzuimde de Regeering van Am- ^gte^' (terdamniet, haaren Secretaris, Dirk Wou- van ters- Koop-
(v) Handv. hl. 109. [<S8.] verg. Refol. Vroedfch. N,U
3,7 Febr. 1560.
(w) Uit ten Affchrift der Ooifpr, Sententie, MI. Stuk. J
|
||||
t3<=> AMSTERDAMS II. Deel.
j ^0 terszoon, af te zenden naar Deenemarke, en
. , .' beveiliging in de oude Voorregten van Koop- op Dee- handel van den nieuwen Koning te verzoe- nemar- ken; die haar ook, op den twee-entwintig- ke be- ften July deezes jaars 1560, verleend werdt veftigd. (Y) Keizer Ferdinand hadt, den dertigflen April te vooren, een Privilegie van Keizer Karel den V. beveiligd, waarby de Neder- landen van nieuwe laden en tollen in 't Duit- fche Ryk waren vry verklaard. De Stad Amflerdam rekende ook byzonder belang te hebben by de beveiliging van dit Privile- gie, waarom menze, onder haare Handves- ten (y) , geplaatfl heeft. Ook 'm De Stad was, van ouds, gewoon, den vyf- 't regt om tienden Penning Exuegeld te heffen van alle Exuegeld goederen, die, by erfenis of anderszins, *e vor" buiten de Stad gevoerd werden (3). Doch fommigen toonden zig, ten deezen tyde, 1561. onwillig, om dit regt te voldoen. De Re- geering .vervoegde zig, derhalve, aan'sKo- nings geheimen Raad te BriuTel, met ver- zoek om by haar oud regt gehandhaafd te worden. En de Raad belaßte, op denveer- denden July des jaars 1561, den eerflen Deurwaarder, te Amflerdam, onderzoek te doen op het gemelde regt, en zo hy be- vondt, dat de Stad het van ouds plagt te heffen, elk te beveelen het zelve voortaan te betaalen (a). Dagvaart De Steden van Holland, zig met de La- • ken-
(te) Handv. il. %% [gp]
(y) BL iji. [71.j (z) Gioöt-Memor. N. I. ƒ. j«, («j Handy, tl, zz»% |
||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 131
kenneeringe geneerende, en daaronder ook 1562.
Amfterdam, werden, tegen den zesentwin- ,t ftufc flen May des jaars 1562, door den Raad, aerWee- in den Haage ter Dagvaart befchreeven , verye. om eenige misbruiken, in 't fluk der Wee- verye, te helpen weeren. En werdt hier, onder anderen, vaftgefteld „ dat geene Leer- i, lingen zouden worden aangenomen, dan „ met kennis van de Waardyns, en dat geen „ Leerling tot Meefler zou worden bevor- 3, derd,dan die volle zeftien jaarenbereikt „ hadt O);" ■-•f De Edelen en zes groote Steden van Hol- Amfter-
land verwierven, op den zevenentwintigften dam en Auguflus deezes jaars , een Privilegie, op 's *n<Jere Konings naam, waarby, op nieuws , ver- becveefl?igc| klaard werdt „ dat, noch door den Groo-irf'tvoor- „ ten Raad te Mechelen, noch door den regt, dat „ Raad in Holland, eenige Mandementen ^en<? „ verleend zouden worden, die met der Ste- m^tQ^ „ den-Privilegien, of met het fluk der * Re- tegen de „ geeringe van Holland flreeden , zonder Privüe- „ vooraf de Verzoekfchriften, ten dien ein-Sienver" „ de overgegeven, te hebben medegedeeld 7^en „ aan zulken, die 't aanging, ten ware, dat worden. s, zy daartoe merkelyke redenen hadden; in * Politie, welk geval , de Verzoekfchriften, niet
door Commiflariflen, noch op de Rolle;
maar alleen in 't volle Kollegie van den
„ Raade, zouden moeten afgevaardigd wor- ,, den." Amflerdam, de vyfde der zes groote Steden, hadt veel belang by dit Pri- vi-
■ .
(b) Zie Be Riemeh Befchr. van '» Grayenh. I. ßttl,
l. Stuk* bl, «*£« ,'i I %
|
|||||
132 AMSTERDAMS II. Deel.
1562. vilegie/t welk hierom ook, onder de Hand-
veßen der Stad (c), plaats gekreegen heeft, Verfchil Amflerdam raakte, ten deezen tyde, in tuflthen gefchil met de Stad Hoorn, die weigerde dam en ^et Paa^§e^ te voldoen, welk de eerflge- Hoorn, melde Stad,van ouds,voor het Hellen van over 't Vuurbakens op Texel, Vlieland, ter Schel- Paalgeld. iing en Huisduinen, en voor het leggen van tonnen in de Zuiderzee, plagt te vorderen, 't Kwam byzonderlyk aan op het Paalgeld van paarden, offen en koeijen, welken die van Hoorn vryelyk meenden te mogen in- voeren uit Deenemarke, in gevolge van een Privilegie van Hertoge Albrecht van den jaare 1389 (d). 't Gefchil kwam voor den Raade in Holland, alwaar die van Hoorn • in 't ongelyk gefield werden, by eene uit- fpraak van den vierden December des jaars *5Ó3 CO-
Filips Midlerwyl, drong de Hervorming meer dringt op en meer door, in de Nederlanden, in Hol-
U'ne ^anc* *n c byzonder,en ook hier ter Stede, der Pia* Ete Staaten van Holland hadden, al voor 't fcaateo. vertrek van Koning Filips ,in 't jaar 1559, begeerd „ dat het vreemd Krygsvolk uit |
|||||||||||
3>
9»
|
het Land, en de Vreemdelingen uit de
Regeeringe geweerd mogtenblyven."En |
||||||||||
de Koning hadt hun, in beiderlei opzigt ,
eenig genoegen gegeven (ƒ ). Doch hy bleef cgter fterk geneigd, tot het uitvoeren van zyns Vaders flrenge Plakaaten, en tot het hand-
(c) BI. 97. [73].
{d) Hand?, van Hoorn, il. si.
(e) Refol. Vioedfch. N. 1. u Ntv. i;6+. Handy, il,
30. [l6<5.]
(f) ReiöJ, HpII. 7 Aug. ij$$, 61, 9s, $s.
|
|||||||||||
■>.
|
|||||||||||
VïI.Boek. Geschiedenissen. 1*3$
handhaaven der Inquifitie, die, reeds te voo- j -£,»é
ren, ingevoerd geweefl was. De algemeene Staaten, of eenigen der zelven, hadden niet können nalaaten, op de Dagvaart te Gend, kort voor 's Konings vertrete, te kennen te geeven „ dat zy voor de Inquifitie vrees- 5, den; en dat men, in de Nederlanden, „ zulke hardigheden niet gewoon was (#).'* Doch het opregten der nieuwe Bisdommen, in 't jaar 1560, deedt klaarlyk zien, dat men 't op het verdrukken en uitrooijen der Hervormden hadt toegelegd. Het oude Bis- Amfter? dom van Utrecht werdt toen verheeven tot dam ge- een Aartsbisdom, en vyf Bisdommen onder ^aa^ on- het zelve geplaatfl, van welken het eerfle u"dom in rang dat van Haarlem was (£), waartoe van Haai* Amfterdam behoorde. Ook ging de ver* lern, volging, ten deezen tyde, fterk voort, in Vlaanderen en in Henegouwen, daar, in 't jaar 1562, de Belydenis in 't licht kwam, welke meeft naar de Leere der Hervormde Kerken van Frankryk , die zig Reformées noemden , was ingerigt, waarom de On- roomfchen deezer Landen, die, in 't Huk des Avondmaals, van de Lutherfchen, en in 't Huk des Doops en eenige anderen, van de Doopsgezinden verfchilden, gelyk deeze belydenis ook deedt, federt, den naam va» Gereformeerden aannamen, dien wy hun , voortaan, ook geeven zullen. Zy hielden thans, in Walfch Vlaanderen, vergaderin- gen (g) Bentivoglio I. Deel, I. Boek, BI. 13.
(h) V'iAe Mir/ei Donat. Belg. Likr. I. Caf, CLVI. Tom. I. Oper. Dipl. p. +72. I 3
|
||||
134 AMSTERDAMS II.Deel.
1563. gen by nagt, op deftraaten, en fchroom-
den niet, de Franfche Pfalmen, die van Ma- rot en Beza gerymd waren, met luider kee- le, te zingen: 't welk egter fommigenkwa- Heime- lyk bekwam (i). In Holland, nam het hou-
melyke ^en van heimelyke Vergaderingen ook toe. Jee^|a"en Te Amfterdam, hieldt menze binnen en even binnen buiten de Stad, waarom het Geregt, op den en buiten negenden Febniary des jaars 1562, weder- de Stad. om een fcherp verbod hadt doen afkondi- gen tegen het verieenen of verhuuren van huizen of fchuuren tot zulk een gebruik (k). De Kardinaal van Granvelle, die 't oor hadt, der Landvoogdeffe, Vrouwe Margareet van Parma, flookte 't vmir der vervol ginge fterk 1564. aan* ^ocn na dat hy, in Maart des jaars
1564, de Nederlanden verlaaten hadt, en na dat de Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, en de Graaven van Egmond en Hoorne, die tot gemaatigdheid in Geloofs- zaaken neigden, meer deels aan 't bewind gekreegen hadden dan te vooren, begon de vervolging te minderen (7). De Staaten van Holland maakten zwaarigheid om een fcherp Plakaat, waarby iemant, die in eene maand niet ter Kerke geweett was, ftraf baar ver- klaard werdt (m), af te kondigen in hunne Provincie (»), en kanteden zig, wat laater, tegen het vervoeren van' twee gevangenen om Ketterye (0). Te
(i) Brandt Reform. I. Deel, IL z+s , 254.
H) Keurb. F. ƒ. 78. (I) Vaderl. Hift. VI. Deel, bl. 90, 95, 97, 5»8.
(m) Repert. bl. 116. (ttf Reïol. Holl. 17 April 1564.. bl. 27. (i) Refol. Holl. s Jan. 1s6s.bl.t3. ■ |
||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 135
Te Amfterdam, vonden de Ouroomfchen, 1564.
ten deezen tyde, eenen merkelyken fteun Misnoe. aan eene menigte van ingezetenen, die, uit gen te- verfcheiden' oorzaaken , misnoegd waren gen de op de tegenwoordige Regeering. Het tim- Regee- meren buiten de Veilen was, al van ouds»^cJ" verbooden geweeft. Doch dit verbod was jer <5e kwalyk riaargekomen aan de Ooflzyde, op geërfden de Laftaadje, daar, al voor 't begin deezer opdeLas* eeuwe, Scheepstimmerwerven en Woonin- Je' gen voor't arbeidsvolk waren aangelegd ge- weeft; die , federt , egter wederom wer- den afgebroken (p). Doch Koning Filips hadt, in 't jaar 1556, toegedaan, dat men, binnen de vyfentwintig roeden buiten de . Veften, zekere hutten met week dak en hou* ten wanden zou mogen opflaan , mids zig verbindende, om dezelven, des noods, ten believen van 't Geregt, op eigen' koften, wederom te floopen. Maar de eigenaars van den grond der Laftaadje, zo veel vry- heids verkreegen hebbende, traden allengs- kens verder, en betimmerden eindelyk ee- nen ruimen hoek met fchuuren, pakhuizen en huizen. De Wethouderfchap vondttoen geraaden, de geërfden te verpligten tot het liegten der timmeraadjen, daar zyzigfterk tegen kanteden, dryvende,dat men hunne fchade, door het uitleggen der Stad en het beveften der Laftaadje, zou können voor- komen, 't Schynt,dat de Wethouderfchap hierop ook bedagt geweeft is. En werdt gezeid, dat een der Burgemeefteren, 't zy Hen-
(p) Groot Meinor. N. I. ƒ. 310 ver/o, 316.'
14
|
|||||
. **' .
|
|||||
136 AMSTERDAMS II. Deel;
150*4. Henrik Dirkszoon of een ander (3), terwyl de zaak dus ftondt, eenen der jgeërfden zynen grond wilde afkoopen; doch deeze toonde zig ongezind, om dien aan iernant, en vooral aan hem af te flaan: waarop de Burgemeefter hernomen zou hebben , dan zal uw erf ook niet binnen raaken. De zaak der Laftaadje werdt, federt, in regten ge- trokken, en lang fleepende gehouden. Ee- nige geërfden hadden Burgemeefleren, om 't floppen eener floote op de Laftaadje, toen Kornelis Boomenfloot (q), en federt Boom- floot genaamd, waardoor zy hunne waaren plagten te voeren, geroepen voor den ge- 1565« heimen Raad te BrufTel. Doch deezen ver- wierven , op den drie-entwintigften Februa- ry des jaars 1564 [1565], dat dit gefchil aan 't Hof van Holland verweezen werdt (r). Maar de twift, die uit dit alles ont- flondt, hadt, onder de geërfden in de Las- taadje, en zulken, die 't met hen hielden, een geweldig misnoegen verwekt tegen de Onderde Regeering (j). Hier kwam nog by,dat ook de
(q) Refol. Vroedfch. N. I. 24. July I56I,28 Juny is6+e
(r) II. Privileg, boek, ƒ. 39.
(s) Hooft Nederl. Hift. II. Boek, II. 64.
(3) Hooft ftelt twyfeIagtig,of het Gerrit Teews*
zoon , of Henrik Dirkszoon geweeft z}% Maar Gerrit Teeivszoon, waarmede, denk ik, Gerrit Gaas Mattheuszoan gemeend wordt, was, reeds in 't jaar 1558, overleeden (Refol, Vroedfch. N. I. 17 Aug. 1558. Zie ook de Regeer. Lyß voor de Handvefleri), toen de Laftaadje nog niet digt genoeg betimmerd kon zyn, om op het trekken van decken hoek bin- nen de 5ead bedagt te wezen. |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 137
de Koorenkoopers, en zulken, die van hun j r6V,'
afhingen, te onvrede waren geworden op de Wethouderfchap, ter gelegenheid van jj™grs"# zekere Keure , in 't jaar 1565 gemaakt; waarby, ter oorzaake van de toeneemende duurte der Graanen,de uitvoer derzelven, hier ter Stede, verbooden werdt (t). 't Na- deel, welk de Koorenhandelaars Werbylee- den, zou ligter te verzetten geweeft zyn, zo niet eenige Leden van den Raad, 's daags' voor hét afkondigen der Keure , hunnen vrienden gewaarfchuwd hadden : waarop deezen,zo wel als zy, gelegenheid hadden gevonden, om 's nagts, terwyl de boomen open gehouden werden, veel tarwe en rog- ge uit te fcheepen. De anderen , die zo veel niet wiften, fcholden, toen 's anderen- daags de markt weltagtig ten honderd viel, op de Regeerders, welker baatzugt, zeiden zy, oorzaak van hunne fchade was («). In November deezes jaars, kwamen nog eeni- ge Keuren uit, (trekkende om de duurte en 't gebrek vanGraanen te voorkomen, en de behoeftigen, van Stads wege , van brood te voorzien (v)* Doch alzo , door deeze Keuren, de Koorenhandel meer of min be- lemmerd werdt, dienden zy, gedeeltelyk, tot vermeerdering van 't misnoegen» welk onder de Koorenkoopers ontftaan was. By deeze twee ftoffen tot kwelling, kwam Onder ^
de twift tuflchen de Schoutiften en Meefter deSchou-
Hen.tiften.
(t) Repert. bt. 122.
(u) Hooft II. Doek, hl. «3. (v) &eurb. p ƒ l5j) vtrf0% l7o^ I7; virfi J77. fl^.
fel. Vioedfch. N. U S» *3 Nov. 1505, 15
|
||||
i38 AMSTERDAMS II. Deel.
1565- Henrik Dirkiften, welker oorlprong wy,in
het voorgaande Boek (w), verhaald heb- ben. De aanhang van Henrik Dirkszoon was zo groot onder de Regenten, en de par- tyen van den Schout, Willem Dirkszoon Bardes, zo menigvuldig, dat men deezen zo veel lpyts aandeedt, als mogelyk ware. Wy hebben boven (x) gezien, hoe zyn Ontwerp om twee Officiers en twee Sche- pensbanken te doen aanftellen in de Stad, gedwarsboomd geworden was, ten Hove. Wy hebben gezien (3;), dat de Taalluiden, door hem aangefteld en beëedigd, wederom afgezet waren geworden. Ook vindt men, dat de Raad hem belet heeft, Frans Vol- kertszoon Koornhcrt, die nog geen Poorter was, tot zynen Subfiituit aan te flellen (2). Naderhand, was hy, door eene uitfpraak van den Hove van Holland van den zesden Oclober des jaars 1561, genoodzaakt ge- worden, om het Stads Confejfieboek, welk hy naar zig genomen hadt, wederom op de Secretarye te brengen, alwaar het, te voo- ren, bewaard geweeft was (a). Al dit was reeds gebeurd, voor dat Henrik Dirkszoon wederom aan de Regeering kwam. Doch toen deeze, in 't jaar 1563, op nieuws,na zyne hegtenis, tot Burgemeefterverkooren, en in 't jaar 1564, alsOud-Burgemeefter, aangebleeven was, begon men 'tjomftryd, toe
' ' (10) Bladz. 9!.
(x) Bladz. 127. (y) Ulaiz. 129. fa) Rciol. Vroedfch. N. I. 23 A*g, 6 Off. 15;».
(aj Handy, kl. uz, |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 139
toe te leggen op het bederf van den Schout. 1565.
't Hof van Holland deedt, in Junydesjaars 1563 , eenige Poorters van Amfterdam on- der borgtogt ontflaan, die door den Schout gevat waren (b): 't welk naauwlyks gefchie- den kon, zonder eenen krak te geeven aan zyn gezag. Doch dit was 't minll. De Bur- Het gemeeflers willen te wege te brengen, dat Schout- de voorilag van eenen bekwaamen perfbon ^0^ tot Schout, voor eene fomme van twintig- wederom duizend, en niet , gelyk voorheen, voor aan de eene fomme van vierduizend agthonderdStad* guldens (c), wederom aan de Stad gefield werdt, voor den tyd van zes jaaren, of tot de afloffing der twintigduizend guldens toe. Deeze voorflag zou, van drie tot drie jaa- ren , gefchieden, en de voorgeflaagen per- foon , door de LandvoogdefTe , worden aangefleld. Het regt tot het doen van den voorilag zou ingaan na den dertigflen Sep- tember des jaars 1565,wanneer de loopen- de pagt van den tegenwoordigen Schout Willem Dirkszoon eindigen zou. Hiervan werden brieven verleend op 's Konings naam, die den agttienden Maart des jaars 1563 [1564] » te Bruflel, getekend waren (d). En nu flelde elk vaft, dat de Schout verlaa- ten zou worden van zyn ampt. Men voer, rnidlerwyl, voort met hem te kwellen. Het Geregt verklaarde, in den Zomer des jaars 1565, dat, voortaan, geene andere No-
{b) Rrpcrt. II. ui.
ie, Zit II. Dett, VI. Boek, hl. ioo. (d) Refol. Vroedfch. N. I. 28 Maart 1554. Handr. hl. in. C74'] |
||||
140 AMSTERDAMS ILDee^
15^5« -N°ta"ee^e Aften voor wettig gekeurd zou-
den worden, dan die voor zekere vyf No* tariiTen, verleeden waren; waardoor twee Notariifen , Filips de Biffchop en Frans Vol- kertszoon Koornhert, die, op aanpryzing van den Schout, door den geheimen Raad, waren aangefteld, en des Schouts zyde hiel- den, gelyk als verlaaten werden van hun ampt. Zy vervoegden zig,federt,met ver- fcheiden' Verzoekfchriften , aan den Ge- heimen Raad, en werden, niet dan na 't aanwenden van veel moeite, herfleld, in Ju- ny des jaars 1566 (e). OndertulTchen, wak- kerde de partyfchap. Men voer voort, met het zingen van fchampere Liedjes, en het flrooijen van Schendfchriften tegen eikan- deren: 't welk, door herhaalde Keuren ,die 'er, van tyd tot tyd, tegen uitkwamen, niet fcheen te können verhinderd worden (ƒ). De On- De Onroomfchen , zig zelven meerder room- vryheid beloovende van het ftyvendermis- fchen en noegdheid tegen de Regeeringe, hielden zig anderen aan ^ z^e ^er Schoutiften, der Kooren- over de kooperen en der geërfden in de Laftaadje: te groote en, door de voornaamften van deezen vier- namaag- derlei aanhang, omtrent zeventig in getal, icbapon-wercltj met kennis van den Prinfe van O- llegen- ranje, in deezen jaare 15 65, een Ver zoek- ten. fchrift ontworpen aan de Landvoogdeffe, waarin geklaagd werdt „ dat de zesender- „ tig Raadenen de Kiezers van Burgemees- „ te-
Ce) Zit de Stukken by Commelin II. 9T » 971, 974» Handv. hl. 700. (f) Keuxb. F. ƒ♦ ij« vtrßt 16z. Haadv. bl, 570. |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 141
„ teren eikanderen te na, in den bloede of 1565.
„ door aanhuwelyking, beftonden: waaruit, „ zeide men, veele ongeregeldheden ree- „ zen, tot benadeeling der Poorteren, en ?, ftrydig met de Privilegiën." De Regee- ring deedt veel moeite, om de tekenaars van dit Verzoekfchrift te weeten. Doch zy kon 'er nimmer agter komen (g). Maar de Bepaa- Landvoogdes vondt geraaden, in eene Ac-lins der te by voorraad van den eerften September,Jjj?jfl, jte verklaaren „ dat zy niet bevondt, dat de Land- „ Regeering eenig flinkfch oogmerk gehad, voogdes- „ of de Privilegien ergens in gekrenkt hadt. fe. „ Dat egter, tot bewaaring van de milder „ Stede, voortaan geeneRaaden gekooren „ zouden worden, die eikanderen nader in „ 't bloed beflonden dan Broeders Kinde- „ ren; en dat, in Zwagerfchap of namaag- „ fchap, onder dezelven niet zouden wor- ., den gejcooren Schoonvader en Schoon- 9, zoon, noch twee Zwagers, waarvan de „ een des anders Zufter getrouwd zou heb- „ ben. Dat zy, Landvoogdeire , het ver- „ meerderen van 't getal der Raaden , in „ vervolg van tyd, aan zig behieldt. Dat „ de Raaden zorg moeden draagen, om „ op de Nominatie van Agttienen ook te „ brengen eenige ervaaïen Koopluiden. Dat „ de Raaden en Schepens ten minflenvyf- „ entwintig jaaren moeiten bereikt hebben. „ Dat, op de Verkiezing van Burgemees- „ teren, niet zouden mogen komen Vader w en Zoon, noch twee Broeders, noch in 9, den
(g) HQOÏT II, Stek» H. t{.
|
||||
142 AMSTERDAMS II.Dee^
fotfc. 99 den bloede noch door aanhuwelyking*
' „ Dat de Kiezers geeneBurgemeefterszou- „ den mogen kiezen, die eikanderen nader „ in den bloede beftonden, dan Agter-Zus- 3, ters-Kinderen, en door aanhuweïyking, „ geenen nader dan Broeders- en Zuflers - „ Kinderen. Dat, voor zo veel 'er, tegen- „ woordig, onder de Kiezers van Burge- .....„ meefteren, eenigen waren, die elkande-
„ ren nader beftonden dan hiervoor ver-
|
||||||||||
3»
55
55 55 |
klaard was; de jongfte in eed van de ver-
kiezing bly ven zou,tot na het overlydeni of de afwezendheid van den oudften. Dat beide Raaden en Kiezers van Burgemees* |
|||||||||
„ teren eikanderen zo weinig zouden moe-
„ ten beftaan, als mogelyk ware. Dat Bur- „ gemeefteren geene zaaken van gewigtver- „ handelen zouden, dan by raade der zes-- „ endertigen, die zy gelegenheid zouden „ geeven, om daarop, een- en andermaal; „ te vergaderen, en niet dan na ryp over- Zy ftelt „ leg te befluiten (li)." De Landvoogdes Bürge- jjet het niet by deeze fchikking; maar ver- tegen W'k°or>mtvo^gendejaar,zelve deBurgemees- Proteßa- ters, die anderszins, volgens de oude Privile- ge, gien, door de regeerende enÖudBurgemees- i$66. teren en Schepenen,moeften verkoorenge- weeft zyn; welke nieuwigheid men, voor deeze reize, onder Proteflatïe , liet door- gaan , hebbende Vrouw Margareet ver- klaard, dat zy 't in geen gevolg wilde trek- ken (*}. De vier Burgemeefters, die, ten dee-
(h) Handr. BI. ftj. [75.]
(i) Kefol. Yroedfch, N. 1. ƒ ,z+ Jan. ijtftf. ƒ, xi, ia?
|
||||||||||
^w*-"
|
|||||
VII.BoEK. Geschiedenissen. 143
deezen tyde, in 't bewind kwamen, waren 1566.
Elbert Markus Dirkszoon , Jan Klaaszoon van Hoppen, Dirk Hillebrandszoon Otter en Kornelis Jakobszoon Brouwer, onder welken, de eerfle ook het voorgaande jaar geregeerd hadt (£). De anderen drie waren, ook reeds te vooren,Burgemeefter geweefl. De Schout, De Willem Dirkszoon Bardes, die 't Schout-^°ut» amptniet langer dan tot aan den dertigften p^f1 September des jaars 1565 gepagt hadt van zoon de Graaflykheid, bleef het nog bekleeden, Bardes, tot op den veertienden April daarna. Toen wordt werdt hy 'er van verlaaten, door Burgemees- an t *ei> teren, én Pieter Pieter Gerbrandszoon, of, ïaaten. gelyk hy in 't gemeen genoemd werdt, Pie- ter Pieterszoon, in zyne ftede, tot Schout aangenomen (/). Doch alle deeze veran- deringen herftelden de ruft niet in de Stad, gelyk wy, wel haalt, zien zullen. In de jaaren 1565 en 1566, werden, zo De Waag
binnen als buiten de muuren der Stad, ver-en ande- fcheide ruime pakhuizen gebouwd. Dochre gebou" 't voornaamfte gefügt van deezen tyd wasSse* de nieuwe Waag, op de Plaats, over 't Stadhuis (w), die nog in wezen is, en 't jaartal 156$ in de gevels voert. Sommigen (») hebben gefchreeven, dat de Stads Kas, ten deezen tyde, overvloediglyk voorzien was; doch dat de penningen, tot het ftigten der Waage vereifcht, egter werden opge- no
(k) Regeer. Lyft. voor de Handv. op het jour ijfitf.
HOOFT II. Boek, tl. 6i.* (/) Regeer. Lyft voor de Handr. op het /aar l$66, (tit) PONTANUS Libr. I, Cap. VIII. p. 4Ö. («J HOOITS Blieven N. S9S* bl< *4f •
|
|||||
144 AMSTERDAMS n. Dot.
l$66. nomen, om te voorkomen, dat de Koning de Stad om leening kwelde, als hy befpeur- de, dat men zulk een gebouw, uit een' ver- zamelden voorraad, ftigten kon. Amfter- Elizabet, Koningin van Engeland, hadt, dcndtGe^n ' Jaar I5Ö2> defl flaPel der Engel^cne
magtig- 'Lakenen doen verleggen naar Embden. De den tot Staaten van Holland hadden, hierop, aan-
eene gehouden, by de Landvoogdeffe, om den onder- jnVoer der Engelfche Lakenen te doen ver« lingmet bieden in Holland: gelyk, in Maydesjaars Enge- 1564 , gefchied was. Hierdoor wa» het land. oud Verdrag van Koophandel tuffchen En- geland en de Nederlanden verbroken, waar- by beide de Volken nadeel rekenden (0). Men tradt dan, eerlang, tot heeling dee- zer breuke, in onderhandeling,te Brugge, alwaar ook Gemagtigden der Steden Haar- lem en Amfterdam verfcheenen (j>). Doch men kon hier eikanderen niet volkomenlyk verfiaan. De beroerte, die, in den Zomer deezes jaars 1566, in Vlaanderen, ontftondt, gaf, naar't fchynt, gelegenheid tot hetop- fchorten der onderhandelinge. Men was egter overeengekomen, om den Koophan- del , over en weder, vry te flellen, gelyk van ouds : 't welk blykt, uit eene afkondi- ging van den vyftienden July (q), die hier te Lande gefchiedde, en die wy, hier ag- ter, onder de By kagen (r), geplaatlt heb- ben. On-
(o) Vaderl. Hift. VI. Deel, il. 7j.
(p) Refol. Holl. 1 May ijóy. */. 3. f ÄJf, I$<6.bl.ï<
(<?) II. rrivileg. boek, ƒ. +j verft,
(r) L'. A.
|
||||
1
VII.Boek. Geschiedenissen. 145 Omtrent den aanvang deezes jaars, werdt 1566.
een groot deel der kinderen in 't Weeshuis £onder- deezer Stede, knegtjes en meisjes, wel tot Unge be- zeventig toe, bevangen van eene zonderlin- boeking ge kwaaie , die, by de meeften, zo wel^ Onroomfchen als Roomfchen, voor beze-kinde_ tenheid werdt aangezien. De kinderen zei-ren,hier ven fcheenen hunne bezoeking ook aan de ter Stede, werking van booze geelten toe te fchryven. Menvondt'er, die zeiden, dat zy, zo al de bergen met zwaarden befleken waren, gaar- ne van boven door de punten daalen wilden, als zy, daarna, Gods aanfehyn ßegts in genade aanfehouwen mögt en. Voorts, klauterden zy, als katten, by de wanden op. Een jongen zag, in 't huis van een' beeldhouwer in de Kalverftraat, een fleenen tafereel van 't laat- fte oordeel, om hoog, aan den muur han- gen , en, gevraagd hebbende, of by 't 'er eens wilde af haaien? vloog hy by den wand op, rukte 'er 't ftuk af, en fmeet het tegen den grond. Anderen klommen,zo gezeidwerdt, by den tooren der Oude Kerke, naar bo- ven , tot aan de fpeelklokken, daar zy eene wyle bleeven zitten, tikkende met de knok- kels op de klokken, en zingende, Wy zul- len bier niet van daan gaan, of Barnet je zal in 't vuur flaan. Zy bedreeven ook veel ge- baars , aan de deuren van fommige vrou- wen, die hen, zo zy zeiden, betoverd had- den : en verltonden, door Barnet je, zekere Jakoba Jakobs dogter, anders Japïkje Ba- men, die men, van elders, weet, dat, door hen en anderen, befchuldigd werdt, als de oorzaak van de tegenwoordige bezoeking III. Stuk. K der
|
||||
Hó AMSTERDAMS II. Deel
•
Ijtfó. der Weezen,waarom zyzig, eerlang,door
't Geregt, deedt zuiver fchouwen (V). Den Schout Pieter Pieterszoon fcholden zy, om zyne wanftaltige lengte, voor eenen Deven- ter Knek,en verweeten hem lelyke ftukken, uit afkeer, zo de Onroomfchen meenden, van de vervolging der Gereformeerden, die hy, omtrent deezen tyd, flerk zou gedree- ven hebben. Zy trokken, wyders, fchryft Hooft, gezigten zo helfch en averregts, dat de mannelykfle harten van die neep fcheenen te kwynen. Zy fpraken, met lis- pende tongen, vreemde dingen, en zelfs uitheemfche taaien. Zy fcheenen zelfs, fom- tyds , de verborgenfte gedagten te weeten. En zekere jongen verklaarde, t'eenigen da- ge , aan eene der Buitenmoederen, die de kinderen was komen bezoeken, dat zy, ge- lyk waar was, heimelyk vreesde, dat men haar van de trappen ftooten zou. Zy ver- haalden, fomtyds, wat 'er, op het zelfde oogenblik, elders, en zelfs in de Vroedfchap, gefchiedde. Laukens Jakobs zoon Reaal heeft, ten opzigte van dit laatfte, aangetekend, dat een der bezogte kinderen, tegen de Buitenmoeder, Tryn Gerrits,'t zy de voorgemelde, of eene andere, die 't kind in deszelfs benaauwdheid vafthieldt, uitber- ftende, zeide, Uw Zoon Jan Kluasz, Verwer In de drie Koningen, en, federt het jaar 1561, Lid van de Vroedfchap, zal naar den Haa- ge reizen, en daar niets goeds aanregten; want dus is 't in den Raad beflooten. Hy voegt 'er by,
(s) Kcmb. F. /. 207, zo*
|
||||
VIL Boek» Geschiedenissen. 14?
by, dat zy, toen 't lyden van 't kind wat 156&
afnam, zig, met het zelve,naar 't Stadhuis begaf, daar zy juift aankwam, zo als haar zoon, na 't fcheiden van den Raad, de trap- pen aftradt,dien zy vraagde, ofby naarden Haagt reizen zou ? waarop hy, ontftellende, bekende, dat hy 't van zins was. Zy toen gezeid hebbende, dat het haar door dit kind ontdekt was, gaf zulks gelegenheid, dat de reis, die nu bekend was geworden, agter- bleef. Voorts, wordt getuigd, dat deeze kinderen zeldzaam kwaad deeden, dikwils zeggende, onder 't wyzen naar om hoog > dat de groote Man hun zulks verboodt, of be- lette. Meermaalen liepenze naar 't water, als wildenze 'er infpringen: maar op den kant gekomen, bleevenze pal Haan, zeg* gende, de groote Man verbiedt het ons (f). De vreemdheid deezer bezoekinge trok, Keure
zo dra ze rugtbaar werdt, zulk eene grootetcr se!jj* menigte van nieuwsgierigen naar 't Wees- Jee et huis, die 'er, tegen dank der Regenten, in- bezoe- drongen, dat het Geregt, al op den veer- kinge. tienden January deezes jaars, by openbaare afkondiging, beval, dat niemant zig, zon- der verlof der Regenten, in 't Weeshuis vervoegen, of ophouden zou (u). Dierge- lyk verbod gefchiedde den vyfden Februa* ry, in opzigt van het Kloofter der Paulus Broederen, werwaards eenige kinderen,tot bevorderingevan derzelver geneezinge,ge- bragt
(t) X>. ]. R.EAAL by BRANDT I. Deel, bl. 330 enz.
HOOÏT III. Baek> il. 91. DAPPER tl. I70, 17I. COM« Mf.LlN bl. 917 tnz. (») Keuib. f. ƒ. i$>5.
K 1
|
||||
i43 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. bragt waren (V) Reaal tekent aan, dae
de kinderen, hoe naauw zy in dit Kloofter ook bewaard werden, fomtyds, middel von- den , om floten en deuren open te breeken, en, by tienen en vyftienen, langs de ftraa- ten te loopen (w). En de waarheid hiervan kan, uit de Stads Regiflers, beveiligd wor- den. Men leeft, in eene Keure van den agttienden Juny: oft gebeurde, dat de wees- kinderen geraiäen vuyt den poawels broeders Conuente te comen op der flrate, tegens wille van den gheenen die hen bewaren, zoe ver- bieden mynen beeren van den gerechte eenen yegelicken , den feluen kinderen nae te ho- pen , ofte mit hen luyden eenige onflueric- heyt te bedryuen tegens yemande, wie dattet oick zy (X). Uit welke woorden, af te nee- men is, dat de kinderen, reeds te vooren, uit het Kloofter hadden weeten te komen, en dat fommigen zig van hun gediend had- den, om den Schout of anderen overlaftaan te doen. Het ongemak der Weeskinderen duurde veele maanden: doch verdween al- lengskens, hoewel hun, ook na dat zy 'er van verloft waren, de overblyffels der kwaa- ie, al hun leeven, aanhingen (j). Aanmer* Over de oorzaaken van zulk een zeld- kingen zaam ongemak is, onderfcheidenlyk, geoor- over de deeld, in vroeger en laatere tyden. Ik merk
oorzaa- , 11 1 1 j , • 1 » ken der- er al'eenlyk op aan, dat my, m al wat er
zelve, van verhaald wordt, niets voorgekomen is,
't
(v) Keurb. F. f. i99.
(w) By Brandt bl. iji.
(x) Keurb. F. ƒ. 20g.
(y) HOOFT 111, £»tk, tl. 9U
|
|||||
\
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 149
't welk men niet, ten deele aan bedwelming x~fóm
der herfenen, ten deele aan vooroordeel, ten deele, miflchien, ook aan luft om, zo. wel als anderen, voor wat byzonders aan- gezien te worden, kan toefchryven: en dat 'er geene reden fchynt, om hier om duivel of bezetenheid te denken. Dat 'er de kin- deren zelven aan dagten, was niet vreemd, 't Werdt hun van anderen zo voorgepraat, en 't was 't gemeen gevoelen hunner eeu- we. 't Klauteren langs wanden en daken, V welk men zelfs niet net genoeg weet, hoe 't hier gefchied zy, is meer van krankzinni- gen gezien. Vreemder zou 't fpreeken van uitheemfche taaien zyn. Maar welke vreem- de taal hebbenze gefproken ? wat hebbenze 'er in gezeid? Dit verhaalt niemant. Zy fpraken, met lispende tongen, en hebben ligtelyk iet können uitflamelen , dat naar vreemde taal geleek. Miflchien , zo veel als het Tierius, Schurius^Fugita»waarmede Meins van Purmerende, die hier, in 't jaar 1555, verbrand werdt, de fchaapen, zo 't heette, betoverde (s). De gedagten ee- ner beangfligde vrouwe waren van een' gaauwen jongen niet moeilyk te raaden. En van 't gene men hoopte of vreesde, dat in de Vroedfchap beilooten zou worden, kon, vooraf, ook wel zo veel gefproken zyn, dat y het van kinderen gehoord en nagepraat kon
worden: 't welk dan, wanneer 't juift met de waarheid overeenkwam, in zulk een' by- o
(js) Confeffieb. van 14 April 155 3 <W M April ij6+,
ƒ. 38-44. SI ver/o, ss. Zit sok. DAPPER, 61, l$9, K3
|
||||
150 AMSTERDAMS IL Deel.
1566, geloovigen tyd , als heel wat byzonders,
opgemerkt, en voortverteld is. 't Blykt, eindelyk, uit de Stads Regiflers ^datier lui- den waren, die met de bezogte Weeskin- deren langs ftraaten liepen, en den Schout of anderen overlaft aandeeden. Zy hebben hiermede, ongetwyfeld, in deezen tyd van beroerte, hunne oogmerken gehad. Wie weet, wat zy den kinderen al hebben kön- nen ingeeven ? Zulke luiden waren ook regt bekwaam, om deopgeflooten jongkheid be- hulpzaam te zyn, in het opbreeken van flo- ten en deuren. Ook bleek het, dat fommi- ge kinderen magts genoeg hadden over zig zelven, om tot op den kant van den wal te loopen; en zig egter voor 't water te wag- ten. In zulken, fcheen, voorwaar, kinder- lyke konft en gemaaktheid meer te werken dan ontheiflerde natuur. Maar anderen zul- len, inderdaad, krank van lighaam en geeft geweeft zyn. Doch deezen zou ik niet be- zeten noemen; maar, gelyk, in de Stads Re gifiers^ wyflelyk gefchiedt, elendig, ziek, groot elicken gequelt, en met eene /onderlinge pqffie beuangen (a). Doch dit byzonder ge- val heeft ons reeds lang genoeg opgehou- den, 't Jaar 1566 is, te Amfterdam, ook in andere opzigten, merkwaardig geweeft. Verbond De Inquifitie, en 's Konings ftrenge Pla- en Ver- kaaten om dezelve te handhaaven hadden, fchrift alomme in de Nederlanden, zo veel mis- der Ede- noegen verwekf, dat veelen, ook de aan* Zien-
er) Refol. Vroedfch. N. 2. ig Jan. i$6$. f. il wr/j, Ke«r(). f. /, igs vtr/o t tffr |
||||||
VII.Boek, Geschiedenissen. 151
zienlykfte luiden, Roomfchen en Onroom- 1566.
fchen, op middelen bedagt waren, omver-len zagting van 's Konings Plakaaten te verwer- rchorfing ven, en om de Inqui'fltie te weeren. Tender in- dien einde, hadden de Edelen des Lands,quifitie in merkelyken getale, te Bruflel, een Ver- £% bond geflooten, in November des voorlee- den jaars, welk, naderhand, door veel en, alomme, ondertekend werdt (b). De Prins van Oranje, Stadhouder van Holland , die dit Verbond, onder de hand, begunftigde, fchreef, in 't begin deezes jaars 1566, aan de LandvoogdefTe „ dat hy geenen wil noch „ middel hadt, om de hand te leenen aan „ de Inquifitie, en de Plakaaten uit te voe- „ ren (e)." Wat laater, keurde hy goed, dat de Edelen een Verzoekfchrift overle- verden aan de LandvoogdefTe , waarby zy begeerden „ dat haare Hoogheid den Ko- „ ning wilde beweegen, tot net intrekken „ der ftrenge Plakaaten; en dat, terwyl men „ 's Konings antwoord afwagtte, Inquifitie „ en Plakaaten buiten uitvoering gefield „ werden:" tot welk laatfle, de Landvoog- des verklaarde, geene magt te hebben (d), Terwyl de Edelen dus y verden voor meer- Keur te
dere vryheid in 't ftuk van den Godsdienfl, Amfter- wies de moed der Onroomfchen , inde mees- jjJJ1^ te Steden van Holland, fterk. Maar te Am- komen flerdam, daar de Landvoogdes, dit jaar, van Burgemeeflers gefield hadt, naar haar wel- vreemd«- behaagen, deedt men zyn beft, om allen,^"j^ die waaiïen
(b) Vadeil. Hift. VI. Deel, II. \x% enz. j« of.j
(c) Zie BOR I. Beek, bl. 23- [jj.] OW
U) Vaderl.Kift. VI. Deel, bl. iiz enz. M
|
|||||
\
|
|||||
152 AMSTERDAMS IL Deel.
die eenige Hervorming in den zin hadden,
in toom te houden. Weinige dagen voor 't inleveren van 't Verzoekfchrift der Ede- len , hadt Vrouw Margareet der Wethou- derfchap aangefchreeven „dat zy, in dee- „ zen gevaarlyken tyd, naauw toezien moeft „ op de verzekerdheid der Stede." En hier- op was, den tweeden April, gebooden „ dat „ men niemantvreemds terpoorten zou in- „ laaten, zonder dat hy zynen naam en her- „ berg hadt laaten optekenen. Dat elk, die „ te water binnen kwam, aan de dyken , „ buiten de drie hoofdpoorten, de Haar- „ lemmer., S. Antonis- en Reguliers-poort, „ moefl worden opgezet. Dat, uit ieder „ der drie Schutteryen, een Schutter aan „ elke hoofdpoort liaan moefl, om op de „ inkomende perfoonen agt te geeven Dat „ de Herbergiers en alle anderen hunne j, gaflen moeflen komen opgeeven aan Cor- „ nelis Quirymzoon, wonende ten huife van if Dirck Wouterszoon, Secretaris defer Stede% „ ßaende op de nyeuwe zydten voirl/urchwal, „ ouer de appelmarckt, by de huysfittenfleghe. „ Dat alle vreemdelingen hun geweer in „ hunne herbergen laaten moeflen, en zei- „ ven, in geval van klokgeflag, binnens huis „ blyven. En dat, ingelyk geval, alle inge- „ zetenen, op hunnen hoeftlag, en de drie „ Schutteryen, op de Plaats, moeflen fa- „ menkomen (e)" Vier dagen laater,kwam 'er, op vernieuwd aanfehryvens der Land- voogden^ , eene waarfchuwing uit tegen ze-
(t) Keurb. F. /. 201.
|
||||
VII.BoEK. Geschiedenissen. 153
zekere geflrooide Briefjes , die gehouden 1566*.
werden, verzieringen te vervatten, ten na- deelevan den Koningen deHertoginne(/). OndertufTchen , was, aan 't verfpreiden van zulke briefjes, te befpeuren, dat men't volk' zogt op te zetten tegen de hooge Regeering. Maar de Gereformeerden, zig verlaaten- Aanvang
de op den fteun der Edelen en Grooten,der °' vingen,in Juny, aan, openlyk te prediken,pjgekeia in Walfch Vlaanderen en in Brabant, buiten walfch de groote Steden. Kort hierna, werdt ook Vlaande- beraadflaagd, om dit werk in Holland te be-ren» ginnen. Floris van Palland, Graaf van Kui- lenburg, een van de hoofden der verbonden* Edelen, hadt, federt eenen geruimen tyd, in de Kerken zyner Stad, doen prediken, door eenen Gereformeerden Leeraar, Ge- rar dus genaamd, waar veele Hollanders, en ook eenige Amfterdammers ter gehoor ver- fcheenen. In Holland zelf, onthielden zig, Heimely- op deezen tyd, niet meer dan twee Gere-ke vfr_ formeerde Leeraars: Pieter Gabriel, een Saderin" Vlaaming, die, met zyne Huis vrouwe, £-Amfter- lizabet, by welke hy geene kinderen hadt,dam. te Amfterdam, in de Engelfche fteeg, woon- de , en Jan Arendszoon van Alkmaar, Man- demaaker zyns handwerks, die zig, met vrouw en kinderen, te Kampen, hadt ne- dergeflaagen, om de Gereformeerde Ge- meente, welke aldaar, in kleinen getale, heimelyk,byeen kwam, met zyne Leere te dienen. Doch hy kwam, nu en dan, naar Holland, om de ltille Vergaderingen te be- . zoe- (f) Keurb. F. /. 2o?>
K5
|
||||
154 AMSTERDAMS II. Deel.
1$66. zoeken. Gabriel was gewoon, des Zon- dags , ten zynen huize / de Heidelbergfche Catechismus te verklaaren, voor een klein getal van toehoorderen, die hier, met lyfs- gevaar, vergaderden. Maar den Leeraar, omtrent den aanvang van July, naar elders vertrokken zynde, ontbooden eenige wei- nige Amfterdammers Jan Arendszoon, van Kampen naar Amfterdam, om met hem, op het aanvangen der openbaarePreeke in Hol- land, te raadpleegen. Hun toeleg bleef, mid- lerwyl, zo bedekt niet, of Burgemeefteren kreegen 'er de lugt van, en vergaderden de Vroedfchap, tegen den zesden, om te over- leggen, hoe men zig gedraagen zou, indien de Preeke ook omtrent de Stad ondernomen werdt: en 't befluit viel „ dat men 't nog „ eenige dagen zou inzien,, om geene op- „ fchudding te verwekken onder 't volk, en, „ midlerwyl, bedektelyk verneemen, hoe Men M ver 't gerügt gegrond ware (g)" Op den T?ad 1- a8t^:en»kwamen buiten de S. Antonis-poort, §a^gop"tuflchen de Stad en Outewaal, aan den het open-Ykant, omtrent den kadyk,in 't riet, met lyk pre- Jan Arendszoon te woorde zes van devoor- diken in naamfle Gereformeerde Burgers, te weeten, Holland. Reinier %anti Frank de, Waal, Kornelis, of volgens anderen, Maarten(h) Janszoon Kos- ter , Alben Heyes , Willem Floriszoon en Laurens Jahbszoon in de gouden Reaal op het Water, uit de aantekeningen van wel- ken laatften, het grootfte gedeelte van dit ver-
Cf) B-efol. Vroedfch. N. t. % , 6 July ijfifi. ƒ. 17.
(k) D. Wiixink Aantck. uit een Bock, bemftendei» 4e Kämet dei Diaconie alhier. |
||||
VIÏ.Boek. Geschiedenissen. 155
verhaal ontleend is. Hier werdt eerft, door j
Jan Arendszoon, met eene zagte ftemme, een vuurig gebed gedaan: en daarna, over- legd , of men de openbaare preeke ook in Holland aanvangen zou ? waartoe eenpaa- riglyk bedooten werdt. Men vondt, nog- tans, geraaden, des nademiddags, nog eens, ter zelfder plaatfe, by een te komen , om nader te beraamen, op wat voet men 't werk aanleggen zou. Doch terwyl de vergader- den , de een na den anderen, om te minder fchyns te geeven, ter poorte intraden, luid- de de Stadhuisklok. Des begaven zig twee van de zes naar de Plaatfe of Markt, daar zy 't Plakaat der Landvoogdeffe hoorden afkon- digen, welk, naar den ontworpen voet van maatiging der voorige Plakaat en, gefchikt was, en waarby, aan de hoofden en voor- gangers der Ketteren, en aan zulken, die dezelven begunftigden of herbergden, de dood,aan anderen de ballingfchap gedreigd werdt. De zes perfoonen waren eenigszins verzet, over deeze afkondiging: doch hun, gaf wederom moed, dat het gemeen 't Pia- ' kaat befchimpte. Eenigen riepen, de Paa* ■pen vreezen voor de galg, en V fchynt dat ze 'er aan zullen raaken. Anderen, 't zal hun hard vallen, tegen den fieen te flooten: en we- derom anderen,dit Plakaat zal oorzaakzyn, dat de Preeke, die in Holland nog niet openlyi gefchied is , terflond, openbaar worden zal. Men kwam dan, des nademiddags, ter be- ftemder uure, en ter zelfder plaatfe, we- derom byeen, en befloot, na 't uitftorten van een gebed, de Preeke alomme in Hol- land |
||||
156 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. land aan te vangen, behalven omtrent Am- flerdam, daar men 't, uit ontzag voor de Wethouderfchap, nog eenigen tyd, nalaa- ten zou (f). En ingevolge van dit befluit, deedt Jan Arendszoon de eerfle openbaare Preeke by Hoorn, op 't open veld, den veer- tienden July (£). De De Raad te Amfterdam was, 's daags te fthaobe vooren' wederom vergaderd geweeft. Bur-
fluit het" gemeefteren begeerden, op nieuws, te wee- werk nog ten, hoe men zig te gedraagen hadt, wan- wat in te neer de Preeke omtrent de Stad aangevan- |
|||||||||
sien
|
|||||||||
gen werdt. Doch men vondt goed „ nog
„ al Uil te zitten, en zo 'er eenige nieuwig- „ heid werdt aangeregt, zulks der Vroed- „ fchap bekend te doen maaken: ook voor „ eerft nog geene wagt in de poorten te j, ftellen; maar de buurtwagt gereed te hou- „ den, om 'er zig, des noods, van te kon- „ nen bedienen (/)." 't Gerügt van 't predi- ken by Hoorn verfpreidde zig, ondertus- fchen, door 't gantfche Land. Men riep, dat 'er ook elders Predikanten voor handen waren, die zig wel haaft zoudenlaatenhoo- ren. Te Amfterdam, verlangden veelen ^in- gezetenen en vreemden, dat hun, ook daar- omtrent , het woord gepredikt mögt worden. De voornaamften onder de Gereformeerden alhier begonden zig toen wat vryer te open- baaren, zeggende „ dat, zo men van een „ merkelyk getal van toehoorderén verze- „ kerd
(») L. J. Reaal Memor. ty Brandt Reform. I. DteL
èl. 315-3 U.
(k) VELius Hoorn, tl. i6z.
(ij Refol. Vioedich, N. z. 13 July 156«.ƒ.17. verfi.
|
|||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 157
„ kerd kon zyn, zig wel haaft een Predi- j Mt
„ kant voordoen zou, die, indien 'erflegts j, een klein getal byeenkwame, zig, met „ al die by hem waren, in te groot een ge- „ vaar zou fteeken, alzo men wel verze- „ kerd was, dat de Wethouderfchap haar 3, beft doen zou, om de Preeke te ftooren." Doch de y ver om zulke eene Vergadering Xe Am- by te woonen was zo groot, dat men geraa- fterdam, den vondt, op Zondag den eenentwintigften ^ordt July, te Overveen, buiten Haarlem, <%™ea^[t by 't Huis te Kleef, te vergaderen. Deezedat men* plek behoorde tot de Heerlykheid van Hen- buiten rik, Heer van Br ederode, een der hoofden van Haarlem de verbonden' Edelen (m), wiens Rentmees- 2a?dikcn ter Willem van Zonnenberg , benevens Lan- celot van Br ederode, zynen Baftaardbroeder, en Fredrik van Egmond, gehouden werdt, de voornaamfle gelegenheid tot het prediken ter deezer plaatfe verfchaft te hebben (w). 's Daags te vooren, liet men, omtrent ten elf uuren, het gerügt loop en door de War- moesftraat te Amfterdam, alwaar, ten dee« zen tyde, de Koopluiden plagten te verga- deren „ dat men, des anderendaags, ten „ tien uuren, te Overveen, buiten Haar- „ lern, en ook buiten Alkmaar, prediken „ zou." Burgemeefteren kreegen terftond De Bur, kennis van dit gerügt, en lieten,om'tvolkgemees-' van Haarlem te houden, kort na den mid- ters ver- dag , door fommigen , verfpreiden „ dat fPreLdetl! „ Reinier Kant,des anderendaags,ter zelf-^a"" „ der rugt, om
C»)L. J. Reaal h erand i. Detl% il. 31».
(njSentent. ten tyde van Alva , tl. $9% «i». |
||||
t$$ AMSTERDAMS IT. Üeêi.
1566. » der lulre» °P den Heiligen weg, aan den Vvoik « Overtoom, zou prediken." Doch deeze, vanHaar- wel merkende waar men op uit ware, ver- lern ie voegt zig, met Laurens Jakobs zoon Reaal, houden. ten naif <Jrie uuren, in het Toorentje, waar Burgemeefters hunne Vergaderplaats had- den, en vraagt hun af „ of zy verfpreid „ hadden, dat hy prediken zou ? 't Ant- woord was ja, met byvoeging „ dat het 3, den Heeren, door geloofwaardige luiden, „ was aangediend." Kant verzogt te wee- ten, wie die luiden waren? zeggende dat men hem,door zulk aanbrengen, naarden hals dong. Doch als men hem weigerde de luiden te noemen, liet hy zig vrymoe- diglyk uit, dat zy zelven de luiden waren, die zulk een gerügt lieten hopen: en dat zy hem te kart de e den. Hy voegde hierby ,, datzy, „ door'dit middel, de Preeke buiten Haar- „ lern zogten te verhinderen; doch dat dit „ werk des Heeren voortgang hebben zou, „ en door al de duivelen, of derzelver lo- „ genagtige werktuigen, niet zou können 5, belet worden." Men zal, voer hy voort, te Overveen prediken, en wy hoopen V ook, in weinig dagen, buiten Amjlerdam te doen. Het volk is vuurig, en verflaat het bedrog van den Paus fn de Leer van den Anticbrifl* Op dit zelfde uur, zyn al de Jchuiten en wa- gens, die by de Stadwaren, vol volks, naar Haarlem vertrokken, en wygaan terflond ook derwaards. Ook decden zy 't, zonder dat Yvervan het hun belet werdt. Te vooren, was be- veeie flemd, dat de Leeraar Pieter Gabriel, die Ami er- te Qverveen prediken zou, des Saturdags |
||||
VIL Boek» Geschiedenissen. 159
*s morgens, met Kornelis Janszoon Kofler, i«6& van Amfterdam naar Spaarnedam zou rei- dam zen, en daar dien nagt vertoeven by den ren or^ Schout, die den Gereformeerden zeer gun- de Pree- ftig was : waarna hy, des Zondags, om ke aldaat geen gevaar te loopen van binnen Haarlem by te
P n & y ^ woonen. beflooten te worden , naar Overveen zou
voortgaan. Doch Kofler liet zig vervoeren
door zynen yver, om, des Saturdags, tot binnen Haarlem, te komen met den Predi- kant. De Wethouderfchap deezer Stad was, ondertuflchen , door Burgemeefteren van Amfterdam, onderregt, dat men te Over- veen wilde prediken, en vermaand, om het te beletten. Hierop werdt, ten negen uu- ren, de Steêklok geluid, en deVroedfchap vergaderd. Maar dit luiden der klokke, zo laat in den avond, jaagde Kofler, die, met Gabriel, by den Scheepstimmerman Kornelis Staat szoon, t'huis lag, grooten angfl »an. Men maakte zig zelven diets, dat dat het op den Predikant gemunt was, en hieldt hem, den gantfchen nagt, beflapeld onder de fpaanders. 's Morgens, bleeven de poorten digt. De Amflerdammers, die in de Stad al de herbergen vervuld hadden, deedeti veel moeite, om buiten te komen. Sommigen daalden van de Stads muuren, en zwommen over de graften. Anderen wer- den , met fchuiten, van buiten, overgehaald. Anderen raakten, tenvyl de Haarlemmer Schutters de melkflers uit- en inlieten, ter poorte uit. Ten negen uuren, werdt afge- kondigd , hoe zekere Landlooper , Jakob Knuit genaamd, gedreigd hadc de Stad in brand
|
||||||
i6o AMSTERDAMS IL Vent;
I«v66. Dra"d te fteeken, en honderd guldens be-
loofd aan die hem will aan te brengen. Maar ten elf uuren, gingen de poorten open, en toen ftreefden de overigen, in grooten ge* tale, naar Overveen, daar de meefte me- nigte nogtans, 's avonds te vooren, reeds geweeft was, en, by gebrek van huisves- ting, op 't veld vernagt hadt. Laurens Jakobszoon Reaal, die hier, nevens Reinier Kant, Korneas Wilkmszoon Hooft, Jagt Kornelis, deszelfs Dokter, Jan Jans* zoonSfwt, en veele andere Amfterdammers, verfcheenen was, getuigt, dat 'er, naar gis- fing, wel omtrent vyfduizend menfchen by- een waren (o) : 't welk byna ongeloofryk fchynt. Ook meenen anderen, dat 'er naauw- lyks zo veele honderden byeen geweeft zyn Pieter Q). Eindelyk, kwam ook de Predikant; predikt ' voor eene /Parre' geIegd op twee
te Over- bokken, overend in den grond gefteken, om-
veen, trent vier uuren agtereen, in eenen heeten zonnefchyn , predikte , over het negende en tiende vers des tweeden Hoofddeels van Paulus brief aan die van Efeze. Voor en na de preeke, werdt 'er gezongen en gebe- den : 't laatfte ook voor allerlei ftaaten van menfchen; en voor 's Lands Overheid zo hertelyk, dat 'er weinige drooge oogen ge- zien werden. Voor 't fcheiden, werdt be- kend gemaakt, dat men, 's anderendaags, ter zelfder plaatfe, by de Roomfche Kerke, aan Maria Magdalena toegewyd, wederom pre-
(«) Reaal h Brandt I. Deel, tl, jij», 320, 3x1.
(p) BOR II. ßoek, bl. 77. [j+.J |
|||||
■
|
|||||
VIL Boek. Geschiede nissen. iÖt
prediken zou, gelyk, door Jan Arendszoon» 156e.
die des Zondags buiten Alkmaar geleerd hadt, voor eene groote föhaare, gefchied* de. Gabriel was, na de preeke,naar Alk- Reaal maar gereisd, en Reaal4 in alleryl, haarondef" Amflerdam, daar hy fpaade aankwam, de ^oe het poort met Stads wagt bezet vondt, en uit te Am- Zgbèrt Roelofszoon, die zig ook aan de zy- fterdani de der Gereformeerden hieldt, vernam, datfta* de Vroedfchap, niet alleen des Saturdags, maar ook dien zelfden Zondag, vergaderd geweeir, was , en dat hy uit Anthonu van Houf Jakobszoon, een der zesendertigen , die de zaak der Gereformeerden niet onge- negen , doch vol vrees en agterdogt was 9 verftaan hadt, dat de Raad»op den herhaal- den voorflag van Burgemeefteren, nog tot geen nader befluit hadt können komen, dan dat men zig, indien de preeke voor de Stad tebragt werdt, naar gelegenheid van zaa-
en, fchikken zou. Met dit berigt, kwam Reaal, des Maandags,den twee-entwintig- {len July, wederom te Overveen by de zy- nen, die zig aangemoedigd vonden,om by hun voorneemen te volharden. Men hoorde Jan Arendszoon dan prediken. Den Am- Vryrrioe- ilerdammeren, des avonds, in grooten ge- digetaal tale,naar huis gekeerd, werdt afgevraagd, v?n "•" wat zy gehoord en gezien hadden? Waarop fte?darn?* eenigen vrymoediglyk zeiden „ dat zy Gods mers. „ heilig Woord, welk van de Paapen, tot j, nu toe, met menfchelyke Leeringen, ver- H donkerd en befmet geweeft was , den „ menfchen klaar en rein hadden hooren „ voordraagen." Anderen fpraken 't Paus« 111. Stuk» L dom |
|||||
\
|
|||||
lé* AMSTERDAMS IL Deel.
l$66* dom n°g duidelyker tegen, en hadden \ ge-
laaden op de verkooping der Creeftelyke Smpten, op het misbruik def Sakramenten, en op het aanbidden des broods in 't Avond- maal , der beelden en der verftorvene hei* ligen. Doch de Wethouderfchap, die, in alle de hoeken der Stad, haare aanbrengers hadt, nam fcherpe agt op de voorbaarigfte y veraars, met meening om hun hunne vry- moedigheid, in tyd en wyle, met woeker be- taald te zetten (#). Den vyfentwintigften, werdt beflooten, en den volgenden dag afge- kondigd „ dat de drie Schutteryen weder- „ om, gelyk voorheen in tyden van gevaar, „ waaken, en poorten en boomen bevvaaren „ zouden (r)." Mên be- Eenige voorgangers der Gereformeerden fluit ook kwamen , midlerwyl, te Buikfloot, over 't omtrent Y, byeen, met de predikanten; diezig, op Amfler- >t jjujs te ^ffen, welk thans bewoond werdt predi- ^00r den Heer Binkborfl, die met zyn gant- ken. fche huisgezin de preeke te Overveen hadt aangehoord; te Zaanerdam, ten huize van Jan Havikszoon, en elders in Waterland, ver- |
|||||||
1
|
|||||||
borgen hielden; alzo menze in geene Ste-
den betrouwde, om dat zy, door 'c open- lyk prediken, te bekend geworden waren. In deeze byeenkomfl, werdt vaftgefteld, dat men, op Woensdag, den laatltenjuly, by Amfterdam, prediken zou, en de plaats daartoe bepaald (t\ 's Daags te vooren, deedt de Wethouderfchap de Keure op het be-
(q) REAAL ty Brandt I. /}**/, bl. 321, 322, 323.
(r) ÉCeurb. F. ƒ. 109.
(>) REAAL, ky BBANDT I. Deel, Si. 32 J.
|
|||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 16*3
bewaaren der poorten en boomen, in de 156&
poorten» aanflaan , met bygevoegd bevel aan de Schutters, om goede agt te geeven op de luiden, die in de Stad begeerden te komen, en alle krygsluiden, ïandloopers, bedelaars en andere verdagte perfoonen daar buiten te houden (f)« Den eenendertigden, 's morgens vroeg, verfpreidden de Gere- formeerden een gerugt door de Stad, dat 'er, ten negen uuren , buiten de Haarlemmer poort, in 't veld , zou gepredikt worden* Doch omtrent of voor agt uuren, zondt meii De Gere- zeker Vertoog, welk, door Jan Arendszoon, formecr- op den naam der geloovigen, buiten de Stad JrJ ^n" 1 vergaderd, opgeiteld, en ook, ter gelegen- vertoog heid van het tweede prediken teOverveeii, ter hun« aan de Wethouderfchap van Haarlem, be-nery?r* handigd geweell was,by zekeren Schipper deci-gjng# of Vaarendsman, Puter van Grieken of de ^emees- Griek (u) genaamd, ten huize van Burgemees- teren. ter Jan Klaaszoon van Hoppen, die 't fchrift weigerde te ontvangen, zeggende, dat men *t, aan Burgemeeflers-Kamer , in't Too- rentje, brengen kon. 't Gefchiedde. Men vraagde den brenger, van wien hy't ont- vangen hadt ? Hy zeide, den man ('t was Jan Pieterszoon Reaal) niet te kennen; doch wel te weet en, dat het van de luiden kwam, die nu buiten de Haarlemmer Poort zou- den leeren; waar hy terflond ook naartoe dagt te gaan. Men liet hem , over ver- scheide zaaken , de preeke betreffende \ on-
(t) Keurb. F. ƒ. 211 ver/t.
(u) D. Willink Aamek., uit een Boek by de Diaconi«
alhier. L %
|
|||||
1
|
|||||
l6\ AMSTERDAMS II. DEEt.
1566. ondervraagd zynde, en geantwoord hebben-
de, 't gene hy will, of zeggen wilde, vrye- lyk vertrekken. De Vroedfchap , daar 'c Vertoog aan hieldt, werdt terftond verga- derd. Hier werdt het gelezen en overwoo- I i o id Sen (V)* ^et kwam uit op deezen zin i van het 5» Dat ^e Wethouderfchap, misleid door zelve. „ den agterklap van een deel ligtvaardige ,, menfchen, het heilig werk, dat zy nu „ buiten de Stad hoopten te verrigten, kwa- „ lyk duidende, veelligt, waanen zou, hen „ met regt te können ftooren, alzo men „ hun nagaf, dat zy 't preeken aanvingen, „ uit ligtvaardigheid, uit eigenzinnigheid, „ uit grootfchheid, en om 't gemeene volk „ tot zig te trekken; en dat hun bedryf ftrek- „ te tot veragting van 's Konings Plakaat, j, tot oproerigheid, en zelfs om de Wet- „ houders in lyden te brengen. Dat zy hier- „ om, en op dat de Overheid zig niet on- „ tydiglyk opmaaken mögt, om hen te ftoo- 3, ren en te ftraffen, geraaden gevonden had- „ den , hunne onfchuld , door dit onvol- „ maakt gefchrift, te betoonen. Zy bettiig- M den voor God, den hertenkenner, dat zy, „ die zig dagetyks in lyfsgevaar bevonden, 3, niet gedreeven werden door eenen ligt- s, vaardigen, maar veel eer, door eenen „ zwaarmoedigen geeft, welks krankheid „ zy, door Gods beloften en de verfterking 3, des Heiligen Geelts, moellen te boven „ komen. Zy zogten geenen aanhang te „ maaken, gelyk Theudas van ouds, en, » ia
(v) L. J. RïAAL by BRANDT I. Deel, bl. 323.
|
||||
\
|
|||||||
Vir. Boek. Geschiedenissen. 165
„ in deeze dagen, Jan Bokelszoon , David j
„ Joriszoon en anderen gedaan hadden. „ Zy leiden alleenlyk toe, om den Heere „ Chriftus menfchen te winnen. Zyroem- ,, den niet in't vleefch; maar hoopten, „ hunnen roem in Chriftus kruis, zo lang ,, zy ademden, te zullen behouden. Wä- „ ren hunne Leeraars eenvoudige luiden; s> God hadt 'er zyne reden toe, en 'tftrek- „ te hem tot eere, de waanwyzen te be- „ fchaamen , en de geloovigen, zonder „ grond van menfchelyke wysheid, alleen „ op den gekruiften te doen fteunen. Zy „ hoopten nogtans, dat 'er haait geoefen- „ der Leeraars te voorfchyn zouden komen. 9, God hadt aan zyne Gemeente den geeft „ der waarheid beloofd: indien zy nu, voor „ al de weere ld, konden bewyzen, de waar« „ heid te hebben, zo volgde daaruit, dat „ hunne leer niet tot verleiding, maar tot ,, behoudenis der zielen ftrekte. Die twy- 3, felde mögt hen komen hooren. Zy wa- j, ren altoos bereid, hunne leere en orde- „ ning te verantwoorden. Dat zy van den „ Paus , en van de bypaden der gezindhe- „ heden weeken, gefchiedde om de plaa- „ gen te ontgaan, die deezen befchooren „ waren. Voorts, ftondt hun het verwyt 5, van oproerigheid, met Paulus, te ver- „ draagen, zonder zig daarom te keeren „ van hunnen pligt. Geene Leer ftelde de „ vreedzaamheid hooger, dan de hunne. „ DeWethouderfchap mögt zig verzekerd „ houden, dat zy, die 't woord voerden, „ en die hen hoorden, niets beoogden dan L 3 „ Godi
|
|||||||
i66 AMSTERDAMS II. Deei,
%k66, »» Gods en Chriftus eere en de zaligheid
?, der zielen. De Heeren Raaden mogten ,, zelven ter gehoor komen, of hunne Her» „ ders zenden, om te verftaan, of'er iet, „ tegen de Leer der godzaligheid, of tegen x de vrede en eendragt, gepredikt wcrdt. „ Kon men hen overtuigen van dooling; zy „ zouden hun gevoelen afftaan , om een „ beter, En wilde men hun veiligheid gun^ „ nen , en party haare leere ter proeve „ Hellen; zy wilden, Chrifr,elykerwyze,bei- j, zoeken, wie den anderen winnen kon (w)." Eerfte * Onder 't overweegen van dit Vertoog, en openbaa-terwyl men goedvondt, de poorten te doob re pree- {]L1iten (^ ging de preeke voort, Jniet ver- buiten fe van ^e Haailemmer poort, doch buiten Amfter- de vryheid der Stede, op de plaats de Riet- dam, op vink genaamd, regt over 't Karthuizers •ieRiet- Kloofter, op 't buitendyks voorland,in de derde kamp: die, naar de tegenwoordige gedaante der Stad, op het einde der Haar- lemmer Houttuinen, tuflchen de Dommer- en Houtftraat, fchynt gelegen te hebben (4), en naar welke, veelligt, de Finken- firaat,
(w) 7M lOR II. Boek., H, 77- [J4.]
(x) Reib]. Vrocdich. N. 2. 31 July ï$t6. f. 20.
f (4) Wy neemen dit, onder anderen af, uit eene
JiejrAutie der Vroedfchap van den zevenentwintifrften November des jaar« 1617; waarin beflooten wordt, cene fluis te maak en op het plein, omtrent welk 'bet rietvink plagt te wezen : welke (luis, in 't jaar 1623, gelegd werdt, ten einde der Brouwers graft, naafi het eerße getimmerte by de Rietvinck. Rejol. froeijcb N. 12. 27 Nov. 1617. f. 48 verfo, N. *4, 24 Juny 1623. f. 9 vgiSq* |
||||
VU Boek. Geschiedenissen. i6>
flraat, hier omtrent, binnensdyks, gelegen, x ^.
haaren naam gekreegen heeft (j). De Leer- aar , Jan Arendszoon, die, met een fchuit, in 't gezelfchap van vier of vyf perfoonen, uit Waterland, herwaards gebragt was, werdt, op eene bekwaame ftede, en 't volk, in groote menigte,benedenden wind van hem geplaatft om te beter te können hooren. De vrouwen zaten digtft by: de mannen Honden agter haar, zo dat'er goede orde en goed gehoor was. Na 't prediken en zingen, keerde de Leer aar naar Zaanerdam. Maar Burgemees- De teren hadden, ondertuflchen, gelyk zy in SchuN gewigtige gelegenheden gewoon waren, by w^Jgft raade der Vroedfchap, de drie Schutteryen, Verga- die ieder uit twaalf rotten beftonden, op derd.. haare byzondere Doelen, doen vergaderen. Hier werdt haar,rot voor rot,voorgefteld, welke zwaarigheden uit het buiten preeken te wagten waren, en gevraagd, of 't niet ge- raaden zou zyn, dat te beletten ? Veelen zy be- onder de Schutters waren den Gereformeer- fluiten de den toegedaan. Des viel het befluit der buiten- meerderheid „ dat men de buitenpreeke j^ok0e.te 5, behoorde te gedoogen , blyvende de gen# „ Schutteryen verders bereid, om de Stad „ en de Wethouderfchap te befchermen „ tegen allen overlaft; waartoe haar ook „ de wapenen alleen waren toevertrouwd.'1 Men gaf Burgemeefteren kennis van dit be- fluit , welk byna met het voorig befluit der Vroedfchap overeenkwam. Tegen Zondag Tweefle
|
|||||||||
den vierden Auguftus, werdt 'er wederom freeke
pree-°P
|
|||||||||
(y) F. TON ZKSLN, hl. 22 j.
4
|
|||||||||
/
|
|||||
tin AMSTERDAMS E Deeè.
1566. preeke aangezeid op de Rietvink (2). De
«iet. Predikant Jan Arendszoon werdt, ten be- ?ink, ftemden tyde. door eenige Schutters, mee naame Dirk Ohfszoon Vlaskoper, Reinier Kant, Willem Korszoon, Jan Meurling, Ger- rit Janszoon van Delft, Albert de Graif, Lubbert Nuits, Hans Sprenkkuizen, Henrik Hoppezak, Guiljam du Gardin den Ouden en Adriaan Reinierszoon in 't Krombout, met een fchuit, uit Waterland gehaald, en herwaards De gebragt (#). Maar de Schout Pieter Pie- Schout terszoon, kennis van 't voorneemen gekree- te rtoo- §cn hebbende, toog met de Ruiterwagt en yen. Stadsdienaars, in alles omtrent honderd man flerk, om 't minfte gerügt te maaken, ag- ter 't Stadhuis af, 't Jan-Roodenpoortjeuit, en den Singel langs, met meening om op De den hoop aan te vallen. Doch gekomen aan feCrj L. 't bruggetje, naaft aan de Haarlemmer letten 't Poort, tradt het rot Schutters, welk hier hem. de dagwagt hadt, hem tegemoet, vraagen- de, wat hy in den zin hadt ? 't Antwoord was „ dat het, als Schout der Stad, zyn „ pligt was,, zulk een en ligt vaardigen hoop, „ die nergens op uit was, dan op het ïtig- „ ten van oproer, te doen fcheiden." De fchutters , met naame Egbert Pieterszoon Fink en lef Komeliszoon, riepen hiertegen, „ dat de vergaderden meelt allen treffelyke „ burgers waren, hunne bekenden, vrien- „ den, maagen, broeders en zufters, die 9j zy niet wilden gedoogen, dat eenig leecj „ werde
(*} REAAL By BRANDT I. DeeltbL 31$ ,32<S.
(f) Zi* 9lh COMMEX.IN éi. 5>8«. |
|||||
VILBoek. Geschiedekissen. 169 v
„ werdt aangedaan. Zy rieden hem hier- 1566,
„ om, zyne ruft te houden, zonder 't be- „ fluit der Vroedfchap en der Schutteryen „ te overtreeden, ten ware hy zin hadt aan „ bloedftorting, of zig de poort voor 't 9, hoofd wilde zien fluiten." Hy flaakte dan, voor deeze reize, zyn voorn eemen, en keer- de vol fpyts te rug. Burgemeefters riepen, Beflult 's daags na de tweede preeke, den Oud-vanBur* Raad van Burgemeefteren byeen; daar op teren eri nieuws geraadpleegd werdt, hoe men den Raaden loop Van dit werk beft fluiten zou ? 't Be- omtrent fluit viel „ dat men de kleine poorten ge-het bui" „ flooten zou houden, en, in elke der'drie^f^ „ hoofdpoorten, twee Raadsperfoonen ftel- „ len by de Schutters,"welker gezindheid men nu begon te mistrouwen „om naanwe „ tóezigt te hebben op de uit- en ingaanden, „ en niemant door te laaten,dan met laft. „ Voorts, zouden Burgemeefters een Ont- „ werp van een verbod maaken, om den „ ingezetenen het uitloopen ter preeke te „ beletten; welk ontwerp men den zesen- „ dertig Raaden, denHopluiden derSchut- j, teryen, en den Overkiiden der Gilden zou 5, voorftellen, om, goedgekeurdzynde,af- „ gekondigd te worden, en kragt van wette „ hebben." Maar als dit Ontwerp, den zes- den , in de Vroedfchap gebragt werdt, be* floot men daar „ dat men 't nog zoii op- „ houden, en eerft afwagten, wat by haa- „ re Hoogheid, de LandvoogdefTe, of den „ Stadhouder, Prinfe van Oranje, desaan- „ gaande, nader gelaft, of gedaan zou wor- L 5 a, den.
|
||||
170 AMSTERDAMS IIDrel.
1566. » ^en- ^e Gilden zou men, ondertuflchen,
„ opde bekwaamfle wyze, vermaanen, dat „ ze zig toch uit verboaden' vergaderingen „ onthouden wilden. Maar aan de poorten „ zou men Raadsperfoonen Hellen, gelyk De derde,, beraamd was (£)." De Schout, nogtans, Preek op't zy door Burgemeefteren, of door zyne " de Riet- ejgene hevigheid, aangezet, vondt dit be- Jfo/dt fluit veel te zagt, en, een dag of twee daar- van ee- na, vernomen hebbende, dat men, des an- Digenge-derendaags, voor de derde reize, op de wapend Rietvink ftondt te prediken, ontboodt hy »Solid zyne dienaars j de nagtwagten anderen, die hy daartoe krygen kon, tegen twee uuren na middernagt, met hun geweer, op't Stad- huis» De Onderfchout en Stokhouder of Cipier Dirk van Breemen, ter geflelder uu- re, koniende op de markt, daar een ven- del Schutters de wagt hieldt, werdt gezieq van Leenaart Janszoon Graaf, en gevraagd, wat hy zo vroeg op 't Stadhuis te doen hadt ? Hy antwoordde, dat het de preeke gelden zoun Waarop Graaf zig terftond naar Laurens Jakobszoon Reaal begaf, verhaalende , wat 'er in til ware. Reaal deelde 't gewig- tig nieuws aan Kant en andere voorftanders der gemeene zaake mede. Hierop voorzag zig eene groote menigte volks van geweer, meeft korte roers en ponjaarden, die men. onder den mantel verbergen kon. Dus ge«, wapend, tradt men, ten agt uuren, ter poor- te uit: 't welk de Raaden, die aldaar op- pas, (b) Refol. Vros4f(pb. N. 1. S» 6, 9 4ug. 1$66. ƒ. *?
verf"' 2h
|
||||
Vil. Boek. Geschiedenissen. i7r
paften, niet wel beletten konden. Na de 1566.
preeke, verklaarde de Leeraar, uit naame Ds Leer, der Vergaderinge „ dat zig eenigen uit de ^ ver- ,, hunnen wel gewapend hadden; doch niet dedigt „ om iemant, wie hy ook ware, te kwetfen,dit. ,, veel min om de prediking van Gods Jt woord, met geweld, in te voeren;maar „ alleenlyk uit nood, om 't gevaar, welk j, hun over 't hoofd hing, af te keeren en „ zig zelven en al de toehoorders, mannen „ en vrouwen, te befchermen."Menhadt, onder de preeke, vyf of zes mannen gefield op den Haarlemmerdyk, die der Vergade- ringe in tyds waarfchuwen zouden, als de Schout met de zynen omtrent de poorte kwam. Maar hy was te voorzigtig, om zig onder de gewapende menigte te waagen. Te Slooterdyk, te Buikfloot en elders digt by Stad, werdt, omtrent deezen tyd, geduu- riglyk gepredikt. De Wethouderfchap was, De Wet- hierom, niet zonder reden, bezorgd, dath(?uder- men 't haaft in de Stad aanvangen zou. Om {jjjJJP £e' dit te beletten, werdt, den zeftienden Au- prediken guftus, by Burgemeefteren en Raaden, eenein de orde beraamd, op het vergaderen der Schut-Stad n>e* teren in tyden van nood, welker eerfte punt 5° Ve mhieldt „ dat men geene nieuwe Predikan- 9, ten binnen de muuren der Stede zou toe- „ laaten te prediken ; maar dat men die „ Predikanten, met der daad, by den Schout, „ zou doen vangen." Doch toen deeze or- Daar fo de den Schutteren voorgehouden werdt, ver- Schutto- klaarden deezen „ dat zy, in dit eerfte punt, fy noß ,, nog niet bewilligen konden, maar zienbwillï- 9, zouden, wat hun te doen ftondt,wanneergen kan. „ de
|
||||
172 fAMSTERDAMS ILDeel.
1566. jj de preek daadelyk binnen de Stad ge-
„ bragt werdt." Over de andere punten, die meeïl in gebruik waren, en onder an- deren zagen op het bewaaren der poor- ten door de Schutteren, viel geene beden- kelykheid (V)- Men pre- De Gereformeerden, belpeurende, hoe { dikt op zeer <je Schutters hun genegen waren, be- uadte booten, dat'er, den eenentwintigden Au- vlak roor guftus, gepredikt zou worden op de Las- deSrad. taadje, vlak voor de Stad, aan den oever van 't Y. Burgemeefleren, kennis gekree- gen hebbende van dit voorneemen, doen de Vroedfchap vergaderen, verhaalen wat 'er gaans, en hun te vooren door de Schutters geantwoord ware (d). 't Befluit viel toen, „ het prediken op de Laftaadje, voor deez* 3, tyd, te gedoogen; doch den Predikant aan „ te kondigen, dat hy zig niet verftouterj „ zou binnen de Stad te prediken, of dat „ men 't hem met geweld zou beletten (5).'* Om deeze aanzegging te doen, zonden Bur- gemeefleren hunnen Secretaris , Meefrer Pieter Vloits oïVlotinus, buiten de S. An- tonis poort aan den Kadyk, daar de Predi- kant, Jan Arendszoon, wien veel volks t® gemoet getrokken was, uit Waterland ver- wagt werdt. De Secretaris voltrok nogtans zynen laft, den Leeraar, uit een gefchree- ven papier, wel uitdrukkelyk aanzeggende, „ dat
(*) Refol. Vroedfch. N. z. i<J, 21 , 22 Aug. is66. f.
S3 » 25, 21.
(d) L. T. REAAL by BRANDT I. Deel, IL 32«, 327,
32», 332.' (e) Zie A. ïAow Relaas by BOR A«h. Stukken, IV,
2?«/, bt, 1, |
||||
VH. Boek. Geschiedenissen. 173
„ dat hy zig zelven en anderen veel kwaads 1566.
„ zou veroorzaaken, zo hy voortvoer, on- „ der 't gebied der Stad, of, dat nog ver- „ der ging, daar binnen te prediken." De Predikant antwoordde „ dat hy Burgemees« „ teren, zo veel hem mogelyk ware, wilde „ onderdaanig zyn; doch hier moed hy Go- „ de meer dan den menfchen gehoorzaa- „ men." Voorts, nodigde hy den Secreta- ris ter gehoor, op dat deeze zynèn meefle- ren, met te meer gronds, mögt können aan- dienen , wat hier geleerd werdt. Doch de Secretaris keerde Steêwaards , en Jan A- rendszoon naar de Laflaadje, daar hy, we- derom vier uuren agtereen, predikte over 't fluk des Doops, het Pausdom en de Lee- re der Doopsgezinden uitvoeriglyk weder- leggende. Na 't eindigen der preeke, dagt rje Pre- hy, volgens gewoonte, over te vaaren naar dikant Zaanerdam. Doch 't werdt hem belet door wordt in de toehoorders, die hem, onder den drang de Stad van't volk, tot voor de S.~Antonis - poort§e ei * «fcragtèn. Eenigen zeiden tegen Lukas Mei- naardszoon , Raad der Stede, die aldaar, nevens den Onderfchout Willem Maartens- zoon Kalf, en veelen van de Stads wagten, gefield was om allen moedwil in 't inkomen te weeren, tVy willen den Predikant ter Stad in leiden. De Raad antwoordde „ dat hy „ geen' laft hadt, om zulks toe te liaan. Doch onder 't fpreeken drongen zy door, en bragten den Leeraar binnen, die, door Guiljam du Gardin, aan een zyde, en ten huize van zynen Broeder Filips du Gardin |
||||
174 AMSTERDAMS II. ÜeéU
1566* geleid werdt. Maar Bürgern eefteren namen 't Wordt f1 zeer eLlvel» met naan^ van den On-
kwaiyk derfchout, die befchuldigd werdt, dat hy geno- den Predikant in de Poort te drinken geboo- men« den, ja zelfs ter Stad in geleid hadt. Dit zou rnen van den Stads muur gezien heb- ben. Doch eenige Gemagtigden van 't Hof, naderhand , gezonden om de zaak te on- derzoeken, bevonden dat men* ter aange- weezen plaatfe, op den muur, de plek, daar Kalf toen geftaan hadt, niet zien kon, Het pre- en dat alles verdigt was. Sedert, heeft men de. Si°P meermaalen °P de Laftaadje gepredikt, ook taadje in zekeren fpyker of pakhuis van Jan ffiU houdt lemszoon Wyngaard , daar de toeloop zo aan. groot was, dat het pakhuis, en de plaats daaromtrent, te klein viel. Men kreeg ook, eerlang, gebrek aan Leeraars in Holland, fchoon 'er, behalve Gabriel en Arendszoon, nog twee anderen, nu en dan, predikten. Des fchreef Laurens Jakobszoon Reaal om meer Leeraars, naar Embden, van waar 'er, van tyd tot tyd, eenigen in Amfterdam kwamen, die, naar 't de nood vereifchte, op andere Plaatfen, in en buiten Holland, werden voortgezonden (ƒ). Onder de eer- fte Leeraars, die, ten deezen tyde, her- waards kwamen, vind ik byzonderlyk ge- noemd Hermanus Backerus, die, in laater* tyd, door de Spanjaards, in Reiderland, omgebragt is \Juriaan lepes, Johannes Da- vids, Koppinga Jettes, Paftoor teBingum, Johannes Bilderbeek, Pafloor te Zuurhuizen, |
|||||
(f) L. J. REAAL by BRANDT LDttItMt }J», »H, tH>
|
|||||
VII. teoEK. Geschiedenissen* 175
eaJppius Regneriy Pafloor te Manflag. Van 1506. wege de Vrouwe van Kniphuizen, kwam hier haar Hofprediker Balnium. Van Bree- men, kreeg men Komelis Bakker, een Hol- lander; en van Elburg, Albert Hardenbergs die, in 't jaar 1574, Predikant te Embden geftorven is (g). Op deeze wyze, werdt de openbaare Pree- De Le*
ke aangevangen, te Amflerdam en in Hol-den vati land. De Gereformeerden werden aange- ^mi . möedigd tot het onderneemen van dit hag- dam uit- chelyk werk, doordien de meefte Leden geno- 'der Staaten van dit Gewed neigden tot het men, nel1- veroorlooven van meerder vryheid in 't ftuk fen t0É van den Godsdienft, en, kort na 't invoeren ^gdheïd der Preeke in Vlaanderen en Brabant, be-in't ftuk flooten hadden, een Verzoekfchrift in tev^n dent leveren aan de Landvoogdefle, flrekkende ^odJ; om opfchorting van Inquifitie en Plakaaten, Len * en inftelling eener nieuwe orde op den Gods- dienft , by raade der algemeene Staaten, te verwerven, Amfterdam alleen hadt egter niet bewilligd in dit befluït (£); fchoon de Vroedfchap, federt, befloot, dat men de meerderheid zou mogen volgen (i). De Bur- gemeefters vloogen hier thans van de hand der LandvoogdefTe. De Schout ftak uit ki ftrengheid tegen de Onroomfchen. Men nam, derhalve, geene befluiten tot gemaa- tigdheid, dan toen men 'er, door het groot getal der voorftanderen van de Hervormin- ge, toe genoodzaakt werdt: gelyk uit ons ver-
(g) D. Willink Aantek. uit e;n Boek, by de Diaconie.
(h) Refol. Ho», ij July 1566. bl. 29.
(i) R&fal. Viosdfch. N. 2. ij> Jaiy n6i. ƒ. is v#r/#.
|
||||
1?6 AMSTERDAMS ÏIüezU
t$66. verhaal van de invoeringederPreeke heeft
können blyken. Aanvang 't Leedt, ondertufTchen, niet lang, of met) der ving ook aan te prediken in de Stad. Ten ftorming.tyde van het aan]eggen der eerfte Preeke
6' op de Laflaadje, hadt men hier tyding ge. kreegen, dat het gemeen onder de Onroom- fchen,aangezet, zo geloofd werdt, door lui- den van meerder aanzien, en geholpen varï cenig (legt geboefte, in Vlaanderen en in Brabant, daar de Preeke eerfl begonnen was, de Kerken ingenomen en geplonderd Tö Am- hadt. De Wethouderfchap, bedugt voor begtiT' diergelyk geweld hier ter Stede , waar- men de fchuwde, onder de hand , de Kerken en Kerkfie- Kloofteren, dat zy hunne beelden err fieraa- raadenin den in veiligheid brengen moeften , gelyk heicUe den twintigften Auguftus begonnen werde brengen. (©• Maar den drie-entwintigften, des mor^ gens ten negen uuren , kwamen eenige koopluiden, burgers en vreemden, op hun- ne gewoonlyke Vergaderplaats, in de War- moesftraat,verhaalende, wat beeldenflorm zy, twee dagen te vooren, te Antwerpen', gezien hadden , en vertoonende verfchei- den' ftukken van outers en beelden van toetsfteen, albalt en marmer , met byvoe- ging, van welk outer, of van welk zoge- naamd wonderdaadig beeld, ieder ftuk wa- re. Jakob Gerrit Teeuweszoon en Flofis Dirks* zoon Otter, gevolgd van Laurens Jakobs-* Zoon Reaal, begaven zig toen naar het koo- rentje, met meening, naar 't fehynt,omdït ge-
(k) A. Pauw Relaas, hl. x*
|
||||
VlI.BoEfc. GÉSCHlEDENtSSEft. Ï77
gewigtig nieuws aan Burgemeefteren mede 1566;
te deelen; Hierop kwam herhaald bevel Beroertó aan de Paflooren, Moniken en Begynen »hieruit om den dierbaarften inboedel der Kerken en ontfttaiu Kloofteren te bergen: 't welk toen, zeer o- penlyk, gefchiedde, en juift op den mid- dag, of omtrent elf uuren, als 't werkvolk van den arbeid kwam. Men zagkerkelyken en moniken alomme loopen langs de ftraa- ten , belaaden met zilverwerk, kelken, fa- kramenthuisjes, kruiken en misgewaad, en daaronder ook de koftbaarheden , die tot verfiering van de outers der byzondere Gil- den behoorden: 't welk fommigen ambagts- luiden zo zeer in de pogen ftak $ dat zy den PaajJen ontnamen , 't geneze droegen, en het wederom in de Kerken bragten. Ande- ren ftreefden, in grooten getale, naar de oude en nieuwe Kerken, daar nog eenige fieraaden en de meefte beelden gebleeven warert. Burgemeefteren,bedugtvoor de ge- gevolgen deezer famenrottinge, vergader- den ten een uur op Schepens Kamer, daar niet alleen de Schepens 5 maar ook, tegen- twee uuren j drie voornaame burgers uit de Gereformeerden, Adriaan Pauw (/), Egbert Roelofszoon en Arend Bouwer, ontbooden wa- ren. Men begeerde dat deezen drie eenige middelen zouden voorflaan, orri 't volk te ftillen. Doch zy, zig daarin bezwaard vin- dende ï verzogten tyd van beraad tot 's an- derendaags, 't Werdt hun toegeftaan, en tevens belaft, dat zy, tegen dien tyd, iec (1) A. pauw Relaat, H, t.
in. stvk. m
|
|||||
-
|
|||||
i78 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. op 't papier ftellen zouden. Maar eer zy Beelden-no§ aftraden > kwam Kornelis Jakobszoon ftorm in Brouwer, eender Bürgemeeiteren,verbaas- de oude delyk ter Kamer inloopen, roepende, dat, Kerke. inJe Oude Kerke, al de Heiligen aanftukken geflaagen werden. Waarop Egbert Roelofs- zoon uitviel, dat het flegts beelden,geenszins Gods Heiligen waren. Inderdaad, het graauw hadt wel, in de nieuwe Kerke, daar de gees- telykheid naliet de Vesper te zingen, gee- rren moedwil gepleegd, en zig zelfs, door eenige burgers,met goede woorden,laaten beweegen om de Kerke te ruimen; waarna de deuren geflooteia werden: maar in de ou- de Kerke, liep het zo wel niet af. In 'teerft, was 't volk hier ook ftil geweeft; doch toen, ten twee uuren, de Vesper aangeheeven > en veele kinders ten doop gebragt werden, o- ver welken,deKapellaanen den Exorcismus of uitzweering fpraken , riepen eenigen, Gy Paap , laat af van den duivel uit de kin- deren te zweeren. Gy hebt deweereld, met uwe vaïfehhcid, alte lang bedroogen. Doop in Jezus naam , gelyk de Apoftelen gedaan hebben. Sommige vrouwen gingen met de kinderen ongedoopt naar huis: andere kin- deren werden, in de Nederlandfche taaie, gezegend, en gedoopt. De Vesper werdt nog, onder 't morren der menigte, ten ein- de gebragt. Maar tuflehen drie en vier Uu* ren, kwam een Kooreridraager, Jasper ge- naamd , in 't NocHoofteinde der Kerke , diejt by ^tSakramenthuisje. Hier ltondt ook Wein Kornelis, de Huisvrouw van Burge- meelter Simon Klaas Kops, die hy, met dee- ze
|
||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 179
ze woorden, aanfpreekt: Zie daar hangt dat jc^tf,
gruwelyk, dat godslafierlyk gedigt. Met een nam hy 't bordje, daar 't op ftondt, en las 't haar voor. De vier eerfte regels ('t mögt, in 't geheel, vyfentwintig of dertig regels lang zyn) luidden dus : Bier kit beßooten in dit (*) flot, (*) Het
Jhcfus Chriflus, waarachtigh menfch en- tira-
de Godt, mcnthuis. Alfoo by van Maria es gehoor en: ' '
Die dit niet gelooft, die es verhoren.
Toen hy 't uit hadt,fmeethy 't bordje voor
zyne voeten aan Hukken: 't welk, door 't breeken van 't glas, dat 'er voor ftondt, groot gedruifch maakte in de Kerke. Hier- op begonden eenige jongens met fteenen te werpen naar de outers.Laurens Jakobszoon. Reaal, die toen hieromtrent was, dit ziende, ging, met ReinierKant,Frank deWaal enKor- nelis Janszoon Kolter,uit de Kerk, naar de markt, daar zy zig vertoonden, en bleeven wandelen, om geenenfchyntegeeven, dat zy eenig deel hadden aan 't gene, ten dien tyde, in de Oude Kerke, omging. Hier was nu het fchenden van beelden en outers be- gonnen. Simon Siegt van Haarlem,Kapel- laan deezer Kerke, hadt, al voor eenige jaaren, aan de zuidzyde derzelve, eeneKa- pelle geftigt, en een Lieve-vrouwe-beeld, met het kindjezus op den fchoot, omtrent an- derhalve voet hoog, geplaatft, in een glazen kasje, op een outer, voor 't S. Sebaftiaans- of Voetboogs-fchutters-koor. Ter eere van deeze Lieve Vrouwe, was ook een Maag- M 2 den-
|
||||
i8o AMSTERDAMS ILDeeè,
tiÓ6. dengilde opgeregt, uit jonge Dogters be-
ftaande, die by Heere Simon te biegt, ten
Sakramente en ten offer kwamen , ert 't
beeldje behingen, met veelerlei koflbaare
fieraaden. Dit fluk leedt ook aanfloot. Wein
Adriaan Okkers, Huisvrouw van Juriaan
ter Meulen, üneet 'er haar toffel tegen aan:
welke daad deeze vrouwe,en haare dienft-
maagd, Tryn Henriks, die 'er by geftaan
hadt, naderhand, het leeven gekofl heeft(m).
De Maar terwyl 't beeldbreeken, in de Oude
Schout, Kerke, voortging, hadden Èurgemeefteren
£etJd de drie Schutteryen, gewapend, doen ver-
breeken gaderen op de markt, ter befcherminge van
willende 't Stadhuis (»), waarvoor men nog bekom-
ftuiten, merd fcheen. De Schout toog ook, met
wordt veertig Stads waakers, van 't Stadhuis naar
ven> de Kerke, om 't graauw te fluiten. Ook
viel hy 'er terftond op in, met flokken en
hellebaarden, dreigende zelfs met fcherp
te fchieten onder den hoop: en wil men,
dat 'er een roer los gegaan zy. 't Meelïe
jonge volk raakte toen op de loop, met zulk
een gedrang, om buiten te komen, dat, in
de zuiderdeure, een klein meisje doodge-
drongen werdt. Maar de overigen, die in
de Kerk gebleeven waren, fielden zig te
weer, en dreeven den Schout terdeureuit:
waarna het beeldbreeken wederom voort-
DeSchut-gjng. Toen verzogten Burgemeefteren, dat
tery doet gr|e rotteil fehutters , uit elke Schutterye
graauw een, zig naar de Kerk wilden begeeven, en
'c
fw») Reaal by brandt i. Deel, tl. i$6, jj;, jj*.
(n) A. Pauw Relaas, 61, 1. |
||||
VH. Boek. Geschiedenissen. i&i
't volk, ware 't mogeIyk,met goede woor- 1566. den, doen vertrekken. Ook gelukte dit »vertrek• door vriendelyk fpreeken, bidden en fmee- ken. ken; waarna de Kerk geflooten werdt. Den volgenden nagt,hieldt eene geheele Burge-
Schuttery de wagt voor 't Stadhuis. Denmees* vierentwintigften, werden de drie Gerefor- raadptee- meerde Burgers op nieuws ontbooden voor gen met burgemeefteren, die hun, by monde van drie Ge- Elbert Markus Dirkszoon, wederom vraag-refor- CJ XY\ fik fk Yfi f*
jden naar middel, om de Gemeente te ftil- Burger».
len, en diergelyken moedwil, als, 's daags te vooren, in de Oude Kerke, gefchied was, te voorkomen. Pauw, die de oudfte was,- antwoordde „ dat zulks boven zyn verftand „ ging; en dat de Heeren doen konden, 't „ gene zy oorbaar dagten." Men wees hen toen naar het Toorentje, om afzonderlyk te raadpleegen. Zy deeden 't; doch ver- zogten wederom uitfteltot's anderendaags, welk hun gegund werdt, met vermaaning., om niemant anders kennis te geeven van 't gene hun, door Burgemeefteren, gelaft was £0). Midlerwyl, werdt,by de Vroedfchap, bellooten, dat aan de vier Burgemeefteren, tot hunne verzekerdheid, veertig ofvyftig burgers tot eene Lyfwagt zouden worden toegevoegd (p). Ook deedt het Geregt,Keur op jdeezen zelfden vierentwintigften Auguftus, 't waaken met de trompette, op de hoeken van ver-^ekon- fcheide ftraaten, af kondigen „ dat 9gemerct s ' „ den groeten ouerdaet, by eenigen quaetwil- jï li-
fo) A. Pauw Relaas, hl. ï, z. (p) Rdol. Vrocdich. N. i. 2+ Aug. i$6S. f. 2j verft.
Reaal by Brandt i. Deel% kl, 35*, 3J?» M 3
|
||||
■i8a AMSTERDAMS II. Deel
1566, ,) Ugen, in doude kercke, God betert, op gis-
„ Jer?« gebuert, goedgevonden was, dat de „ zeflien wyken wederom waaken zouden, „ by beurten, op de zeventien hoefflagen. „ Dat, uit ieder huis, alle de mansperfoo- „ nen , boven de twintig en beneden de „ zeffcig jaaren oud, zouden waaken; doch „ die ziek, of tot zeshonderd guldens of „ meer gegoed waren, zouden eenenman, „ in hunne plaatfe, mogen Hellen." Wy- ders, werdt belaft „ dat elk, die eenig goud, „ zilver, lynwaat of andere goederen, wel- „ ken uit de Oude Kerke gemift werden, „ onder zig hadt, dezelven, voor Zonnen- „ ondergang, aan Kerkmeelleren te rug Voorflag „ brengen moeft (#)." Den vyfentwintig- van de ften, werdt Pauw, ten agt uuren, wederom zyde der boven ontbooden. Hy hadt, midlerwyl, een meerden. Gefchrift ontworpen, waarby in bedenking gegeven werdt „ of men ook zon können „ goedvinden, de beelden afteneemen,de „ Kerken te fluiten, en de Preeke buiten de „ Stad, en by onweder in de Zieken-, of „ Leproozen-Kerke tegedoogen? Voorts „ toelaatende, dat de zieken of een" goed' „ Priefter, of een' Predikant ontbooden, „ naar hun welgevallen, mids de Priefters, „ inflilte, met het Sakrament, by de zie- „ ken gingen: en eindelyk, op zwaare ftrafc j, fen , verbiedende , eenige Kerken of „ Klooflers te befchadigen: alles tot dat 'er, „ by den Koning en de algemeene Staaten, „ nader, op het Huk van den Godsdienft „ voor-
(q) Keuib. F. /. 211 verfa.
|
||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 183
„ voorzien werdt (r)." En overeenkomftig 156(5. met dit Ontwerp, werdt eeneKeur beraamd, r>e becl- by den Geregte, die, door de Vroedfchapden wor- (y) en Schutteryen, goedgekeurd, en dendenafge- zesentwintigflen met de trompette afgekon- nomQJl» digd werdt, met verklaaring nogtans, dat Kerken zulks alleenlyk gefchiedde , by voorraad, geüoo- en tot op nader orde, niet, gclyk het ont- ten. werp van Pauw inhieldt, by den Koning en de algemeene Staaten; maar by deHertö- ginne en de Heeren van haaren Raade, te beraamen (£)• Sommigen tekenen aan, dat de afkondiging deezer Keure gefchiedde, niet flegts in 't byzyn van Burgemeefter Jan Klaaszoon van Hoppen; maar ook, ter be- geerte van den Geregte, in 't byzyn van Adriaan Pauw, Egbert Roelofszoon en A- rend Bouwer, op dat zy, by de burgerye, te beter klemmen zou (m). Doch Pauw zelf maakt, in zyn Relaas, van de begeerte des Geregts geen gewag. Alleenlyk meldt hy (■ü), dat zy, met hun drieën en eenige an- deren, den Secretaris, die de af kondiging deedt, gevolgd zyn. Des anderendaags, Zes den zevenentwintigften, verzogten Bürge- Schutters meefteren aan de Kapiteinen der drie Schut- J^JJJ" teryen, dat zy, uit elke Schuttery, tweemidde- Perfoonen kiezen zouden, aan welken de Ge- laars der meente haare voorllagen zou doen, en doorGameeu" welken, dezelven aan Burgemeefter en zou-te# den
■ ■ ;
(r) A. Pauw Relaas, II. z, II. (s) Refol. Vroedfch. N. z. z$ Aug. 1166. f. z6. (t) Keurb. F. /". zi?. Z>e ook Pauw Relaas,*/, ii, iz. («) L. J. Reaal èy bkandt i. Deel, bl. jöo. ly) Bladz. 3. M 4
|
||||
i84 AMSTERDAMS II. Bto,
ik66, den worden voorgedraagen. In gevolge van
dit verzoek, werden, uit de oude of Klo- veniers - Schuttery, verkooren Andries Boe« lenszoon en Adriaan Pauw; uit de Voetboogs- Schuttery, Herman Roodenburg en Klaas Reyerszoon, en uit de Handboogs-Schuttery, Jan Bethszoon Roodenburg en Arend Korne- Uszoon Kool Doch zy weigerden deezen lafl op zig te neemen, ten ware de Wethouder- fchap beToofde, hen fchadeloos te zullen houden QuS); gelyk , naderhand , in eene Acte van Burgemeefteren , by raade der Vroedfchap (#), gegeven , die nog voor handen is (y), gefchiedde. Men gaf dee- zen zes Perfoonen den naam van OpperKa- piteinen. Doch Pauw beweerde , naderhand, dat hun die naam niet voegde, alzo zy al- leenlyk aangefteld waren tot middelaars, tiüTchen de Gemeente en de Wethouder- fchap (z~). Ook draagen zy, in de Regis- ters der Stad (a), de naamen van tuffcbm- /prekers en vrcdemaickers. PeLand- De Landvoogdes, federt, kennis gekree- voogdes gen hebbende van 't gebeurde te Amfterdam, veroor- keurde, in eenen fcherpen brief aan de Wet- toegee houderfchap van den eerften September, vendheidzeer af, dat men den SectarifTen zo veel der Am- hadt toegegeven,beveelende,daarenboven, fterdam- de Kerken wederom te openen, de beelden houder" daarin te brengen, en zig tegen de Kerkt fchap. fchen-r ' (w) A. Fauw Relaas, hl. 3.
(xj Refol. Vrocdfch. N. z. 4 April i$6j.f. 79.
(y) A. Pauw Relaas, hl. ii.
(q) rd. hi. 3, 12. L. j. Reaal hy Brandt I. Dut.
hl. \6o, J ■' " ' (aj Refol, Vroedfch. N. 2. 4 April isój, ƒ. 7$, .
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 185
fchenders te gedraagen, volgens het Pia- t&fa
kaat, nieuwlings , desaangaande gemaakt (b). Doch men zag, hier ter Stede, nog geene kans , om den Gereformeerden de yerleende vryheid te beneemen: waarom de Kerken, die nu meelt van beelden ontbloot waren (5), voor eerft, nog geflooten blee- ven ((?). En wat de preeke betreft, de Landvoogdes hadt, op den vierentwintigiten Auguftus, toegedaan, dat dezelve blyven zou, ter plaatfen, daar zy, tot dien tydtoe, ware ingevoerd (i). Wat laater, lloegen Burgemeefteren den Raaden eenen voet; voor, volgens welken, men de Kerken we- derom zou können openen. Doch zy von- den 'er zwaarigheid in, zo lang de Prin$ van Oranje, of eenig ander hoofd van aan- zien niet herwaards gefchikt werdt, tot be« fcherminge der Stad (e): 't welk nog zo fpoedig niet te wagten was. De Gereformeerden te Amfterdam fiel- De Gere
|
||||||||
den, ondertuflchen, orde op het beftier hun- formeer-
ner Gemeente. Zy was, tot nog toe, al-jj^^ leenlykjdoor Pieter Gabriel en JanArends- aihier |
||||||||
j5oon,als vafte Predikanten, bediend. Maarverkïeft
in nog een'
f
(£) BOR TI. Boek, bl. 70. [»°i.l
(c) Refol. Vroedfch. N. z. 7 Sepf. 156«. ƒ. 39.
(d) UOR II. Boei, bl. 67. [9J.]
(e) Refol. Vroeclich. N. x. 13 , 19 , zo Sept. 156*. ƒ*.
30 ver/o, 31. (5) In eene oude Rekening van S. JakobsKapelle,
lees ik, onder anderen, 1566. 3 September betaelt van afbreken in die Gaf-
fel van de Heylighen, fomma f. i:- 4;- —p noch die Kifltmaker ook van 't afbrtken yaft die Heylighen in die Cappel f. 3: lo: r-» M 5
|
||||||||
|
|||||||
i8<5 AMSTERDAMS II. Deel.'
I k66 *n ** bidden van Auguftus , reisden Lau-
*L ' rens Jakobszoon Reaal en Reinier Kant, uit kant!' ^ ^er Gemeente, naar het Dorp S. Maar- ten, by deZype, in Noordholland, en be* woogen Nicolaus Scheltius, Paftoor aldaar, die lang weerzin in 't Pausdom gehad hadt, en hun door Jan Arendszoon aangepreezen was, om 't Leeraarampt onder de Gerefor- meerden te Arnfterdam te aanvaarden. Hy deedt zyne eerfte Predikatie in 't Zieken-of Leproozen-Kerkje, buiten de S. Antonis- poorte, daar men, volgens de Keure van den zesentwintigften Auguftus, byregenag- tig weder, predikte, en dat, ten dien ein- de j op bevel van Burgemeefteren, van beel- OokDia-denontledigd was. 't Getal der armen, kenen onder den toevloed des volks om de drie en Dia- Leeraars te hooren, van tyd tot tyd, aan- \°nes~ wallende, ftelde men, al vroeg, Diakenen, . die de aalmoellen, onder depreeke, in hou- ten fchotelen, verzamelden. Voorts, wer- den 'er ook eenige oude, deugdzaameZus- ters verkooren tot Diakoneflen (ƒ). Aantei- De zes gekoorenen uit de Schutteryen «lingtot hadden, ondertuflchen, veel moeite om 't nieuwe gemeen der Gereformeerden, welk dage- beroer- j ks met ^e Roomfchgezinden overhoop tC' lag, en veelerlei nieuwigheden begeerde, in orde te houden. De Roomfchgezinden
drongen op het heropenen der Kerken: de anderen dreeven, dat zulks met de Keure ftreedt, daar zy niet van afftaan wilden, zo men hun geene Kerk vergunde in de Stad, om
(f) L. J. reaal h Brandt I;ito/,JA m>37*» *7S. |
|||||||
-
|
|||||||
.....
|
|||||||
'
|
|||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 187
om welke Pieter Gabriel de Vroedfchap, 1566.
op den eerflen September,fchriftelyk,ver- zoeken durfde (g). Zy ftonden te meer op dit laatfle, om dat men, van tyd tot tyd, berigt kreeg, dat den Gereformeerden,aan verfcheiden' oorden , toegelaat en werdt, nieuwe Kerken te timmeren. OndertiuTchen, bleevenze 'er zeer op gezet, om de dooden, op hunne wyze, in de Roomfche Kerken, te begraaven (Jo); 't zy dat men zulks ver- koor , om de aanzienlykheid der plaatfe, of om dat men, volgens het aloud vooroordeel, de Kerken voor heiliger hieldt dan eenige andere ftede. 't Vuur van ongenoegen, welk eenige weeken gefmeuld hadt, borfr., einde- lyk, den zesentwïntigften September, uit tot openbaare beroerte. De Gereformeer- den bragten, dien dag,eenen hunner over- leedenen, Simon Muts genaamd, ten grave in de nieuwe Kerke, met zulk geleide van maagfchap, als by de Keure bepaald was. Maar de Wethouders , bedugt , naar 't fchynt, voor 't overweldigen der Kerke, zonden veertig wagten derwaards, met lad, om niemant in te laaten dan'tlykDeStaat- fie voor de Kerke gekomen zynde, meen- den de vrienden, dat deKofter, op hun aan- kloppen ^ de deur openen zou, gelyk hy, fe- dert dat men de Kerk geflooten gehouden hadt, in diergelyk geval, plagt te doen. Doch de wagtén weigerden, iemant, ne- vens 't lyk, door te laaten. Twee mannen be-
(g) Refo!. Vroedfch. N. i. i Stpt. 156Ö. ƒ. 15.
{b) A. PAUW iUlaas, bl. 3 , 4. |
|||||
xflS AMSTERDAMS IL Deel;
jefät begaven zig toen naar Burgemeefteren,met
verzoek, dat de vrienden ten minften mog- ten intreeden. Doch dit werdt afgeflaagen. Men verzogt dan, dat de Kofter 't lyk in- neemen zou. Doch naauwlyks was de bui- tenfte deur opengedaan, of 't volk, welk daaromtrent, in groote menigte, famenge- vloeid was, dringt met geweld ter Kerke in. De wagten deeden hun beft, om de deur wederom digt te krygen: een hunner velde zelfs zyn roer, en fchoot iemantdoor den arm; maar 't graauw, dit verneemende, drong zo fterk op hen in, dat zy hun ge- weer wegwierpen, en naar 't Stadhuis vloo- den , alwaar het hun, zonder dat 'er iemant mede beledigd werdt, nagedraagen werdt. Men begroef toen den dooden. In de Kerk, werdt geen meer gewelds bedreeven. 't Graauw liet zig, door de burgers, b e wee- gen om die te ruimen. Maar 't was nu op de been geraakt, en niet geheellyk te be- 'tGraauw teugelen. Des ftreeft het naar't Minder broe- ftreeft ders-KIoofter, daar, riep men, wat te doen r?.31"/ moeft zyn, alzo veertig gewapende man- broeders nen» voor eemge weeken, daar binnen ge«? Kloofter, legd tot befcherminge der Moniken , zig niet al te ftil hielden. Men hadt 'er fom- tyds een roer hooren afgaan, en maakte ei- kanderen diets, dat 'er veel krygsvolk en voorraad van wapenen byeen gebragt was . 0'). Ook liep dit Kloofter, voor lang, in 'p oog, om dat, in het zelve, als in een tweede Stadhuis, alles wat de vervolging der
(i) reaal ky Brandt I. Dult hl. 37?, j$o.
|
||||
VII.BoeK. Geschiedenissen. 1&9
der Onroomfchen betrof beraadflaagd werdt. 1566»
Men plagt 'er ook kennis van Ketteryete neemen, en 't Geregt hielde 'er, na 't uit- voeren van 't vonnis, de maaltyd met de Klooflerlingen. Zelfs wil men, dat aan dee- zen genoegzaam de voorkeur der zesender- tigen opgedraagen werdt, op dat men gee- ne bedekte Lutheraanen op 't kufTen krygen mögt (£). Voor 't Kloofler gekomen, werdt 'er, voor eerfl, niet uitgevoerd; doch de menigte groeide vafl aan. Eenigen der voor-Burgé- naamfte Gereformeerden, als Meefler Maar- meefters ten Kofler, Clement en Frans Volkcrtszoonen^™0^ Koornhert , Egbert Roelofszoon , Gysbert nige qq. Boom en Laurens Jakobszoon Reaal, toen, refor- by geval, op den Dam wandelende, wer-meefderi den, door Burgemeefleren , op het Too-om 'c rentjegeroepen. Zy begaven zig derwaards, f^ftüïen. uitgenomen Reaal. Men verzogt hen,ter* ftond,naar 't Kloofler tegaan,om'tgraauw te füllen. Ook werdt hun veroorlofd, uit naam van Burgemeefleren, te belooven, dat de Moniken, nog dien avond, het Kloofler zouden ruimen. Men gaf hun Pieter Kaars, Kapitein van de nagtwagt, mede, die be- vel hadt om de wagt, in 't huis van Guil- jam du Gardin, welk aan het Kloofler flondt, aan te zeggen, dat zy, zo haafl als zy ge- :i waar werden, dat'er eenig volk in't Kloos- ter kwam, hun geweer verlaaten, en over den Klooflermuur ontwyken zouden. Kaars volvoerde zynen lalt De zes burgers, want Reaal
|
|||||
(k) Hooft I«. Btek, H. nJ. XIII. *wk* H* 57«. '
|
|||||
s
|
|||||
190 AMSTERDAMS II. Deel,
1566. Reaal verzelde de anderen , op hun ver-
zoek , begaven zig onder de woefte menig- te, haar, met ontdekten hoofde,fmeeken- de, datze vertrekken wilde, en zelfs 't ver- trek der Moniken beloovende, gelyk hun veroorlofd was. Maar hoe zy meer fmeek- ten en baden, hoe zy minder gehoord wer- Laurens den. Reaal, het opllaan der Kloofterdeure Jakobs- willende beletten, liep gevaar om, van ag- zoon teren, met een opfteeker , doorftooten te loopt worden, hadt een ander den lloot niet af- gevaar geweerd, en hem gevvaarfchuwd. Des fpoed- vandoor-de hyzig, met Meefter Maarten Koller, ftooten naar buis. De anderen vier bragten, einde- den!0*" lyk»■ ^e wege, dat het graauw beloofde de deur niet te zullen openen dan in 't byzyn der Wethouderfchap. Dit werdt den Hee- ren aangediend , die terflond den Burge- meelter Kornelis Jakobszoon Brouwer en twee Raaden naar 't Kloofter afvaardigden. Doch eer deezen aankwamen, was de deur reeds opgebroken. De Moniken, het Kloos- ter verdatende, werden by de burgers ge- riet Min- bergd. Toen werden de glazen van 't ge- derbroe- bouw uitgefmeeten, en beelden en fieraaden Kloofter verbroken. Eenigen liepen in de Cellen, wordt en vérfcheurden de boeken. Waarop Eg- gepion- bert Roelofszoon en Pieter Janszoon Kies, derd. vreezende dat de plonderaars de boekkamer öok aantallen zouden , zorg droegen, dat demeelle en belle boeken, op een erf daar- omtrent, op den Zeedyk, overgeworpen, en gebergd werden. Henrik Simonszoon in de Hoppezak liet het rundvleefch en de an- dere |
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 191
dere Kloofterfpyze den plonderaaren ont-
voeren , en naar 't Weeshuis brengen. Ee- nigen, die , in 't volgende jaar , wegens deeze plondering, in hegtenis raakten, heb- ben bekend, dat zy , door fommige yve- raars , en onder anderen door Fredrik Si- monszoon , woonende op 't water tuflchen de Vrouwenfteeg en Paapenbriig, en door Jan Broek) woonende by de oude brugge, met geld of beloften van geld, tot de beeld bree- king waren omgekogt: ook dat Stans Ben- nink een voorganger in 't beeldbreeken ge- weeft was (/). Op deeze wyze, liep de dag ten avond. Maar den volgenden dag, zynde den zevenentwintigften September, fchoolde het graauw wederom, in grooten getale,by een voor de nieuwe Kerke,daar men Èmme Kaarden , Weduwe van Bieter Dirkszoon in 't Vlasvat, ter aarde beflellen zou. Doch toen de wagt defchaare, ne- vens het lyk, gewilliglyk inliet, pleegde zy, in de Kerke, geen'den minften moedwil (ó); maar
(/) ConfeflT. v*n Claas Jansz en Evert Jansz van uju.
/y IJ07. in 't Confeff. boek, letpende van 17 Jan, ijfi-f» ttt 19 Aug. 1567. (6) Behalve deeze reize , was het graauw , te
vooren, nog tweemaal, in de Nieuwe Kerke ge- drongen, zonder 'er, gelyk wy boven (BI. 178 en 188) aantekenden, eenigen moedwil gepleegd ta hebben. Wy hebben de Gedenkfchriften van Reaal gevolgd. Doch können niet nalaaten, hier by te voegen, dat Adriaan Lenaardszoon, naderhand,be- fchuldigd is, over 't breeken van beelden en al- taaren in de Nieuwe Kerke. Zie Sententien van Al- va, bl. 197. Maar, mogelyk, moet men hier,in ie plaats van nieuwe, oude Kßrke leezen. |
|||||
*
|
|||||
i$i AMSTERDAMS II. Üeel*
if}66. ™aar liep *er» na dat hetlyk begraven was,5
Ook dat wederom uit naar 't Karthuizers Klooftere der Kar- buiten de Haarlemmer-póorte, twee roer- thuizers. fchooten van de veften Qri). De Karthui- zers waren, om hun gaften en brallen, in- den gemeenen haat en veragting geraakt (n). Hier werden dan eenige glazen in 't pand,- cenige beelden in de Kerke verbroken, en de boeken vernield. Eenige plonderaars toefden den gantfchen nagt in 't Kloolter, eetende en drinkende van 't geneze 'er von- den. Een deel van de Schutterwagt, met den ogtend derwaards gezonden, zou het graauw, met goede woorden, bewoogen heb- ben om het Kloofter te ruimen, gelyk eeni- Vïer gen reeds deeden: doch de Schout, die de plonde- Schutters op de hielen gevolgd was^deedt,- raars digt by 't Kloofter, vier plonderaars vatten* *evat" aan elkahderen vleugelen en naar de Stad brengen. Doch by de Haarlemmer-poort, die men nog geflooten hieldt, ftoncrc eene groote menigte volks vergaderd, welk, ver* neemende dat men eenige gevangenen der- waards bragt, terflond om geweer liep * roepende, dat zy niet zouden gedoogen, dat iemant, om het breeken der beelden, het leeven liete. Straks raakte de Stad in rep en roere: welk gezigt den Raad,die verga- derd was, zo akelig voorftóndt 3 datmen den Onderfchout Willem Maartenszoon Kalf, den Schepen Jakob Korneliszoon Nobel, en den Burgerhopman Clement Volkertszoorr Koorn*
(*)fcT.AAL By Brandt I. Z)«/, R 3«or |Ut
(n) HOOFT III. Bdtki bU HJ. |
|||||
•
|
|||||
VlI.BoEKi Geschiedenissen. 193
Koornhert verzogt, naar de Haarlemmer- 136&
poort te gaan, den Schout te gemoete,om de gevangenen te doen ontflaan (0). Doch zy maakten hierin zwaarigheid, ten ware'er hun fchriftelyk blyk van gegeven werdt: 't welk men beloofde, ondertuffehen, te zul- len vervaardigen * zynde 'er, tot nog toe, geen tyd geweeft van fchryven. Zy fpoed- den zig dan naar de poorte. Pas binnen Die wè- dezelve, by de Engelfche fteeg, ontmoet derom hun de Schout met de gevangenen > die ter- & ]£} ftönd geflaakt werden. Maar eenigen uit de Burgerye, die vaft van alle kanten gewa- pend aantrok, wilden den Schout te lyve, en jaagden hem in eens bakkers huis, da,ar hy zig agter den oven verftak. Zyne die» naars gingen huns wegs, zonder dat iemand hen moeide (p). Doch 't gemor onder de Gereformeerden DeGere»
duurde nog. Men vorderde eene Kerk in formeer- de Stad, tot oefening van den Godsdienfl ^en *or" en tot begraavinge der dooden;in welk ge- eene val, men 'er niet tegen hadt , dat de an- Kerk in dere Kerken wederom geopend werden, en de Stad* de Godsdienfl: aldaar verrigt, naar de ou- de wyze. Op deezen voet, werdt een Ver- zoekfchrift overgeleverd aan den Raad (q). Midlerwyl, waren in de Stad gekomen Do- minicus Boot en Reinier van der Duin,, we- gens 't Hof van Holland gemagtigd, om der Wethouderfchap, in deeze zorgelyke tyden, meè
(b) Refol. Vroedfch. N. i. ii Sept. \$66. f. t+vtrfit
(p) Reaal by brandt I. Detl, il, 311, jja. \q) A» Pauw Relaas, U, 4. III. Stuk. N
|
|||||||
■ »-■"'■--■-------------------~—
|
|||||||
i$>4 AMSTERDAMS II. ÜEtV
1^66. met raac^ en daad, behulpzaam te zyn. Met
" overjeg van deezen, van de Vroedfchap (V), OrdeWC van ^e Burgerhopluiden, en van de zes Mid- waarb'y delaars, boven vermeld, werdt eene Orde hun veel ontworpen , waarby den Gereformeerden viybeids vee| vryheids werdt toegeftaan, en die men toege^ ^en, ^y ondertekening, wilde doen aannee- ftaan. men 1 wanneer de Orde de gedaante krygen zou van een Verdrag, welk der Wethouder- fchap, door de jongfte beroerte, was afge- perft: onder welke verwe, zy te beter, by de LandvoogdefTe, fcheen te zullen können verantwoord worden. Eenige Gereformeer- den zagen 't ftuk ook zo in, en weigerden, hierom, de Orde te onderfchryven. Zy waren9 zeiden zy, der Wet houderen partyen niet, en be- geerden hierom geene onderhandeling of verdrag met hen aan te gaan. Doch om deezen over te haaien, dienden Burgemeefleren zig van den Arts , Meefter Maarten Kofter, een man van aanzien, geleerdheid en welfpree- jkendheid, die, met veel moeite, te wege bragt,dat men der Wethouderfehap te wil- le was, mids, in 't flot van de Keure of 't Verdrag, verklaard werdt „ dat niemant 3, der tekenaaren, ter oorzaake zyner on- 5, dertekeninge, in vervolg van tyd, ge- „ moeid of agterhaald zou worden." Om 't Verdrag te voltrekken, vergaderden,den dertigften September, op 't Stadhuis, deBur- gemeefters, de Vroedfchap, de twee Ge- magtigden van 't Hof, de Hopluiden der Schut-
|
||||||
(r) Refol. Vioedfcln JV. a, 27, zS Sept. 156«. f. 33
Vtrfi, iS. |
||||||
Vil. Boek. Gescöiedeni's^en. 1^5
Schutteryen en Burgervendel en, en de zes 156&
Middelaars. Vanwege de Gereformeerden, begaven zig ook derwaards de twee Predi- kanten, Pieter Gabriel eh Jan Areridszooni immers de laatfte, en nog zeftien voornaa- rne burgers (*)■ Men leidde deezen in 't gefchildcrd kamertje, daar de oproer en Jtrafre der Herdooperen waren afgemaaid ï 't zy dat zulks, fchryft Hoopt (*), by toeval gefchied ware, öf dat men hen der* waards met vöordagt geweezen hadt, om hen, dobr zulk eenen fpiegël,week in den boezem te maaken. De overeenkom!! in 't het gefield zynde, begaf zig de Burgemees- ter Kornelis Jakobszoon Brouwer, verzeld van de andere Heeren, met dezelve naat dit Vertrek, om de ondertekening derzelvé te vorderen («). Zy beftondt uit ägttien pun- ten. In de Inleiding werdt gezeid „ datBuf- Inhoud „ gemeeileren , Schepenen en Raaden , derzelvè. ,, zeker vruntlic äccoordt geflooteh hebbende „ mitten luyden van der gereformeerden religie, „ goedvonden het zelve af te kondigen,op >, dat elk'er zig naar fchikken mögt." Voorts, iverdt verklaard „ dat de toelaating, in de ,, Overeenkomft vervat, duiiren zou, tot i, dat de Koning, mit aduoy of goedkeuring ,, van zyne generale Staten, anders zou be- ,, veelen: in welk punt van aduoy, myne Heé- „ ren voer/, zoe vele in hen was, geconfenteeri j, hadden." De agttien punten zelven lie- den op deezen zin: ^ 1. De Gérefbrmeef- „ den
(*) Reaal by branbt I. Detl, BI. 383,314.
(«) V. Botky «. I5Ï.
(»} Reaal by BKandt I. Dedt bl. 384,
Ui
|
||||
I9<5 AMSTERDAMS II. Dim.
1566. >» ^en Z0llden de oefening der oude Catholy-
„ ker Religie , in geenen deele, beletten
j, noch flooren mogen. 2. Zy zouden de
„ Minderbroeders Kerk en 't Kerkhof al-
„ leen tot oefening van hunnen Godsdienfl
5, mogen gebruiken, en op geene andere
„ gewyde Plaatfen prediken. 3. Niemant
„ mögt hen aldaar flooren, noch ook elders*
„ hoonen of beledigen, met woorden of
,, werken. 4. Zy mögt en, op Zondagen en
„ andere Heilige dagen, prediken ; doch
„ op geene werkdagen , uitgenomen des
„ Woensdags. Ook zouden zy een'of twee
„ Predikanten meer mogen houden, om,
„ in geval van ziekte of ander belet, de
„ plaats van hem , die prediken moeit, te
„ vervullen. 5. De Predikanten zouden in-
3> boorlingen van zyne Majefteits Landen,
„ of ten minilen Poorters van eenige goede
„ Stad of Dorp dër Nederlanden zyn moe-
„ ten, en den eed van getrouwheid en ge-
„ hoorzaamheid in burgerlyke zaaken aan
„ de Regeeringe afleggen. 6. De Predikan-
„ ten van beide de Godsdienften zouden
„ zig onthouden van fmaadelyke en oproe-
3, rige taal tegen eikanderen, of tegen de .
„ Overheid, zig vergenoegende met het be-
5, fcheidelyk wederleggen der leeringen, en
„ het beftrafFen der ongefchikte zeden. 7.
„ Men zou eikanderen, om 't verfchil in
j, den Godsdienfl, niet mogen befchimpen
„ of misdoen. 8. Niemant zou 't flraffen
„ van kerkrooveren of andere misdaadigen
„ mogen verhinderen, mids dezelven naar
„ regt gehandeld werden, p. 't Schryven,
„ druk-
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 197
„ drukken, koopen , verkoopen , zingen, „ opzeggen of uitroepen van eenige fcha- „ delyke boeken,liedjes of rymenzouver- „ booden zyn. 10. 't Verzieren en ver- „ fpreiden van lafleringen tegen iemant, 5, met naame tegen 's Konings of deezer „ Stede Amptenaars, zou ongeoorlofd zyn, „ zullende hy, die iet ten iemants nadeele „ verfpreidde , zulks geregtelyk bewyzen „ moeten. 11, Die iet oproerigs aanving, „ zou daarover mogen geftraft worden , „ zonder iemants wederzeggen. 12. De „ Leeraars en Predikanten zouden devoor- „ gemelde punten hunnen Gemeenten moe- „ ten infcherpen. '13. Zo iemant der Gere* ,-, formeerden in de Kerfpel-Kerken of 5, Kloofters begeerde begraaven te wor- „ den, zou men aldaar de oude plegtighe- „ den houden, indien eenige plegtigheden ,', begeerd werden. Anders zou men de „ begraafenis zonder plegtigheden doen. „ Doch in de Minderbroeders-Kerke, zou- ,,, den de Gereformeerden, op hunne wy- „ ze, [dat is, met Nederduitfche gezan- „ gen,] mogen begraaven. 14. Die van den „ Gereformeerden en die vanden ouden „ Godsdienft zouden beide de Stad tegen „ allen overlaft befchermen, en 't plonde- „ ren van Kerken en Kloofters^beletten „ moeten. 15. Ook zouden zy zig beide, „ van nu af aan, onderworpen agten aan „ de Orde, die, door den Koning, met toe- „ ftemming der algemeene Staaten, op 't „ {luk van den Godsdienft, beraamd zou ,, worden: doch in geval hun daarby iet N 3 „ ge-
|
||||
i5>8 AMSTERDAMS II. Deeu
l$66, j» gevergd werdt, welk met hunne Con-
„ fcientie flreedt, zou men hun bekwaamen, „ tyd gunnen, om met hunne goederen ten „ Lande uit te vertrekken. 16. Het Min- „ derbroeders-Kloofter zou van de Kerk af- 3, gezonderd ; doch door geene Moniken „ bewoond worden. 17. De Gereformeer* „ den zouden de Minderbroeders - Kerk „ moeten onderhouden; en, zo zy dezelve „ t'eenigen tyde moeften afltaan, herilel- „ len, 't gene zy daaraan mogten veranderd „ hebben. 18. De Gereformeerde Predi- „ kanten en andere Dienaars hunner Ge- „ meente, midsgaders eenigen van de bes- „ ten en aanzienlykften onder hen, zouden „ belooven, alle deeze punten te onderhou- „ den, en te doen onderhouden,naar hun Onderte-,, vermogen." Van dit Verdrag waren, ^ening. twee affchriften gemaakt, die van wege en door bevel van Burgemeefleren, Schepenen en zesendertig Raaden ? en van de zes Kapi- teinen,in den naame der drie Schutteryen, als by dezelve Schutteryen daartoe verzogt, en by myne Heeren geaduoyeert of erkend« ondertekend werden, door de Secretaris- fen Frans, van Delf en Dirk Wouterszoon ter eener, en ter anderer zyde, van wege der gereformeerde religie, door de volgende Per- foqnen, die bedongen, dat zy, door deeze hunne ondertekening, in vervolg van tyd, niet zouden bezwaard of agterhaald wor- den : jan Aerenszoon, Dicnair der gßrefor- meerden kerken binnen Amfterdam, Guillaume du Gardin, Jacob Janszoon Kofier, Marcus, janszoon, Schoolmeefier > Vrtm de Wael, Phi- |
|||||
'
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 199
lips du Gardin,Cornelis Boem^ Clement Coornhert, 1566. HindrkkvanMarcken^LaurensJacobszoon^Jan Muerling, Reinier Cam, Henrkk Franszoon, Egbert Meynertszoon, Willem Wallicxzoon, Cornelis van Illingen, Cornelius Jansfoon en Mieuivs Pieterszoon (7). Een deezer teke- Egbert naaren, Egbert Meinerdszoon,Bnrgerhop- Mei- man, was op 't Stadhuis gekomen, na dat nerds* zyne amptgenooten reeds in Schepens Ka- ^«r/by mer, by de Wethouderfchap, vertrokken toeval, waren. Vindende dan niemant op de Zaa- bewee- le, hadt hy zig vervoegd in 't gefchilderd £en tot Kamertje by de Gereformeerden, daar hy ni " maar even gekomen was , en naar zyne makkers gevraagd hadt, of Burgemeefter Kornelis Jakobszoon Brouwer tradt binnen met het Verdrag: 't welk hem toen ook gevergd werdt te tekenen, onder betuiging dat het flegts om vredes wille gefchiedde. Hy liet zig dan tot tekenen beweegen : '<; welk hem, naderhand, zeer kwalyk beko- mmen is (tij, gelyk wy, in 't vervolg dee- zer gefchiedenifie, zien zullen. De Predikanten, of Jan Arendszoon al- De Bur
leen> nu den eed van getrouwheid en ae-geïnees* ■ hoor-ters
(v) Hooit V. Boek, H. 19J«
(7) In het opgeeven van den inhoud deezer o-
vercenkomfte , en van de naamen en rang der on- dertekenaaren, hebben wy het Keurboek F. f. 215 enz. gevolgd. Doch by Brandt (Reform I. Deel, hl. 385) en by anderen , die hem gevolgd zyn , vindt men den rang der ondertekenaaren van de Gereformeerde zyde anders: ook een* onderteke- naar meer, te weeten Petrus Gabriel t Dienaar der Gemeente Cbrifii tot ^mßerdam. N4
|
|||||
»
|
|||||
200 AMSTERDAMS ILDeel.
i$66. hoorzaamheid, volgens het Verdrag, aan
f de Wethouderschap afgelegd hebbende, en zelvende^00r deeze in haare befcherming genomen
Gerefor- zynde,ging het prediken ongeftoord zynen meerden gang; doch vooreerft nog buiten de Stad; aan om waarom Burgemeefteren» voor nieuwe op- Predi- opraak bedugt, Reinier Simonszoon van Nek kant, in aanfpoorden, om den Leeraar Jan Arends- de Min- zoon, in de Minderbroeders-Kerke, op ftoel |
|||||||||||
ders-
Kerke, op ftoel te hren- gen. |
"te helpen: 't welk,des nademiddags nadat
het begeerd was, in Oclober, gefchiedde. De Timmerman Adriaan Leenaards, die de Kerk van gebroken beelden en outers ge- |
||||||||||
zuiverd en met ftoelen en banken voorzien
hadt, werdt tot Kofter en Gravcnmaaker aangefteld. Men hadt, door Adriaan Pauw en Reinier van Nek, der Moniken Library, of Boekvertrek, doen verzoeken tot eene Kerkenkamer. En fchoon dit verzoek af- geflaagen was (w), hadden Burgemeefteren nogtans te verftaan gegeven, dat men 't hun niet beletten zou, zo zy zig daarvan dien- den : gelyk, federt, gefchiedde. De Min- derbroeders-, nu de Gereformeerde Kerk» werdt 's avonds met kaarfen verlicht, en tot; eene wandelplaats gebruikt. Ookftelde men, omtrent deezen tyd, Ouderlingen aan. De Gereformeerden deeden , by monde van Kornelis Pieterszoon Boom, Clement Koorn- hert, Reinier van Nek en Reinier Kant, den vyfentwintigften Oclober, aan Bürgern ees- teren verzoeken, dat de Regeering, nevens hen, de beveiliging van 't geflooten Ver- («0*fH Y*0«Mch. N. i. 7 OQ. ist6, /, 37.
|
|||||||||||
Ouder
lingen aange« (leid. |
|||||||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 201
drag, op den Prinfe van Oranje, Stadhou- i<6&
der van Holland, begeeren zou. Doch dit verzoek, den volgenden dag, in deVroed- fchap gebragt zynde, werdt aldaar afge- flaagen (a;). De opkomende Gereformeerde Gemeen- Gefchll
te te Amflerdam ondervondt, ten deezentuircnen tyde, eenigen wederwil van haare eigen ^eroSie broederen te Antwerpen, by gelegenheid, en Am- dat de Lutherfche,Oofterlingen; die te Am-fterdam- fterdam getrouwd waren, of zig aldaar, totfche Ge" het dryven van den Ooflerfchen Koophan- e°^en del, hadden nedergezet , waarom zy den naam van Leggers (8) droegen; beweeren- de, dat de Gereformeerden, in 't Huk des Avondmaals, verfchilden van deAugsburg- fche Geloofsbelydenis; de S. Olofs of ee- ne andere Kapel verzogt hadden, om al- daar , volgens die belydenis, te prediken: welk verzoek in bedenking gehouden was, tot op de komft des Prinfen van Oranje (y). Jan Arendszoon hadt, om de Gemeente van deezen blaam te zuiveren, met goedvinden van den Kerkenraad, het tiende en dertien- de punt der Augsburgfche belydenis, daar van
.■ ■ . . .' . ■ ■
(x) Refol. Vroedfch. A\ z. 2j 08. ij<5<J. ƒ. 39 ver/o.
(y) Refol. Vroedfch. N, z. z6 OS. i$66. ƒ. 40 vtrfo. I (8) Deezen naam vind ik in Brederoüe's
Moortje (Aft. I. Sc. i.), waar gewaagd wordt van ' —------ een Jonghman, die bier voor leggher lach:
Een Oosterlingb.
Ook wordt by, nog tegenwoordig, door de Zaan»
Jandfche Koopluiden , gegeven aan zulken, die hunne zaaken, te Hamburg en in de Ooftzee , Vaarneemen. N 5
|
||||||
-
.■ |
||||||
«02 AMSTERDAMS II. Deel.
%$66, van '** Avondmaal gehandeld wordt, den
volke voorgelezen, en verklaard , dat hy niets leerde, 't welk met deeze punten ftreedt. Maar de Gereformeerden te Ant- werpen , hiervan kennis bekomen hebbende, zonden den Predikant Kasper van der Heiden en twee Ouderlingen af naar Amfterdam , daar zy den Predikant en de Gemeente, wel ernftelyk, beflraften, over deeze ver- klaaring , begeerende dat dezelve weder- roepen werdt. De Amflerdammers beweer- den , dat hunne verklaaring met Gods woord beflaan kon, vooral in de tegenwoor- dige gefleltenis der tyden, betuigende, wy- ders, hoog en duur,hunne onfchuld. Doch van der Heiden bleef ftyf ftaan, op zynen eifch, dreigende zelfs, des anderendaags, de Amflerdammers in den ban te zullen doen. Men fcheidde , zonder eikanderen nader te komen. Alleenlyk beflooten de Amflerdammers den afgezondenen hunne verantwoording, in beflooten' brieven,me- de te geeven: gelyk gefchiedde. Doch hier- by bleef de twifl fteeken. De vervolging, die kort hierna ontflak, en alle Onroom- fchen trof, belettede de byzondere Ge- meenten eikanderen te kwellen. De Wet-. houderfchap van Amfterdam hadt, onder- tuflehen, zo dra niet vernomen, wat Jan, Arendszoon, aangaande de Leere der Augs- burgfche GeIoofsbelydenifTe,verklaard hadt, of het verzoek der Lutherfchen om de S. Olofs Kapelle was van de hand geweezen. De Am- De Antwerpenaars waren maar even fterdam- vertrokken, toen men zig, in de Gerefor- meer«
|
||||
VILBoek, Geschiedenissen. 203
meerde Gemeente, fchikte tot het houden ietfo*,
van het eerfte Avondmaal, Van den pre- fche GJ
dikfloel werdt afgekondigd, dat elk , die meente"
ter tafel begeerde te komen, zig, qp zeke-befluit,
ren dag, ten huize van Jan Arendszoon, zou het A-
laaten vinden. En deezen kwamen by tie-von^'
. . , . T4 maal te
nen, twintigen en dertigen tevens. Hunne houden
naamen en woonplaatfen werden opgefchree-
ven, en men onderwees hen in de gronden der zaligheid. De predikatien , tot boete en voorbereiding dienende,werden gedaan. De Wethouderschap deedt, ondertuffchen» onder de hand, haar bell, om den voort- gang van 't werk te fluiten (3). Door haar toedoen, naar 't fchynt, kwam 'er, den twaalfden December, een brief van den Prinfe van Oranje aan de zes Middelaars uit de Schutterye, die hem, eenige weekente vooren, te Utrecht ontbooden zynde ,fchrif- telyk verflag gedaan hadden van den toe- fland der Stad (4). In deezen brief, werdt De Prins gegeerd „ dat toch alle vlyt zou worden aan-van. °* „ gewend,om het houden van het Avond-wjfert „ maal te doen uitftellen tot 's Prinfen o-dat men't „ verkonift, die in 't kort te wagten was." uitftelle. De brief werdt vertoond aan Burgemeefle- ren, op welker laft, Pauw de Predikanten en Kerkenraad zogt te beweegen totuitftel. 't Antwoord was, dat de tyd op den vyf- tienden bepaald was, en dat uitftel veelligc gelegenheid tot oproer geeven zou, waar- om men 'er niet toe durfde befluiten (&). Ten
(2) Reaal by Brandt I. Deel, BI. jïj, jg«, 387, m.
\a) Zit A. Pauw Relaas, kL 4. Byl. il. 13. ($j A. Pauw Relaas, tl, 4. |
||||
204 AMSTERDAMS IL Deel.
1566. Ten befremden tyde, kwamen dan, in de
, , Minderbroeders - Kerke , omtrent duizend efiter perfoonen ten Avondmaal. Jan Arendszoon voort- zeide, in't uitdeden des broods, Neemt, gang, eet, en gelooft dat het lighaam Jezu Chrißi aan de galge des kruifes gegeven is voor uwe zonden: en in 't geeven des bekers, Neemt, drinkt, en gelooft dat het bloed Jezu Chrißi vergooten is tot vergeevinge uwer zanden. On- der de bediening, las de Predikant Schel- tius, voorheen Pafloor te S. Maarten, van den predikftoel, eenige Kapittelen uit het E- vangelie (V). OndertufTchen , verklaarde Adriaan Pauw , naderhand , voor Burge- meefteren „ dat hy van zulk eene wyze „ van Avondmaalhoudcn nimmer gehoord 3, hadt; fchoon hy, wel over twintig jaa- ,, ren , in zyn eigen huis, veel hadt ge- „ hoord van de Augsburgfche Geloofsbe- 3, lydenis, alzo zyne dagelykfche Gallen „ Duitfchen en (Dotierungen waren, en hy „ zelf ook veel in de Ooflerfche Landen „ verkeerd hadt (d)" De Prins De Prins van Oranje hadt zig niet te vre- Stadhou- de gehouden met het opfchorten van 't hou- der zoektden des Avondmaals te begeeren; maar hy meenté ^"cnree^ verfcheiden' brieven, en zondt zelfs te bewee- eenige Edelen naar Amfterdam, om de Ge- gen tot reformeerden te beweegen tot het ruimen het rui- der Minderbroeders-Kerke, en het predi- Minde" kcn buiten de Stad- Hy meldc han voor>
broe- ?> dat de Koning in der eeuwigheid niet toe- „ ftaara
(t) Reaal ly Bkandt I. titel, il. 38S.
(d) A. Pauw Relaas, bl. 4. |
||||
VU. Boek. Geschiedenissen. 205
„ ftaan zou, dat zy dceze Kerk inhielden, I5<56. „ en dat zy zig , met zynen raad in den ders. |
|||||||||||
5?
|
|||||||||||
„ wind te liaan, flegts te grooter ongenade Kerke.
op den hals naaien zouden (*)." Doch
al zyn moeite was, tot hiertoe, vergeefs ge- weeft. Eindelyk kwam hy, in perfoon, in Hy komt de Stad , zo Reaal fchryft, en zo my ^ waarfchynlykft voorkomt, op den zelfden avond, toen'er's morgens het Nagtmaal ge- houden was, dat is, op den vyftienden(/); doch zo Pauw aantekent, op den twintig- ften December, op welken dag, hy eeni- gen uit de Wet en de zes Middelaars ter maaltyd genodigd hadt , zonder dat 'er , ten dien tyde, van eenige Stads- of Kerke-^ lyke zaaken gehandeld werdt (g). Maar ter Vergaderinge van Holland was, Raad-_
al federt eenigen tyd, over gewigtige zaa-P^egm- ken geraadpleegd. Men hadt, om den Prins 5,gvaart van Oranje over te haaien tot de reize van van Hol« Antwerpen naar Holland, zyne Doorlugtig- land op heid te verdaan gegeven, dat de Staaten J; ™Jd" voorhadden, tot vermeerdering van zyn ge- de rufttp zag in de Provincie , drieduizend knegten herftel- aan te neemen , in de beilooten Steden, len. Doch Amfterdam, niet zeer gefteld op het inneemen van bezetting, en Gouda, daar fiog weinig beweeging geweeft was, hadden hierin nog niet bewilligd (/;). De Stadhou- Amfter- der. federt, in Holland gekomen zynde, en dam ver«
' ' ° * ^gfchilt (e) Refol. Vroedfch. N. z. H Nov. 1566. f. 41.HOOFT
III. Boek, hl. 119. (ƒ; B.EA\L l>y BRANDT I. Heel, bl. 4*5-
(g, A. Pauw Relaas, bl. 4.
\b) Reiol. Holl. s> 9 Oiïob. 1565. bl. 45» «>*•
|
|||||||||||
soÖ AMSf ERDAM^ Ö. ÖEEt;
isêó. <*e Staaten van 't Geweft, tegen den negen- met ver- entwintigften Oftober, te Schoonhoven ter fcheide
Dagvaart befchreeven hebbende, fteldé
andere voor „ dat de Landvoogdes depreeke toe-
Leden; 5) laaten zou, daar dezelve, voor den vier- „ entwintigften Auguftus , ingevoerd ge- „ weefl was. Doch alleen buiten de Ste- », den. Op alle andere Plaatfen, verftondè „ zy,dat dezelve, op de bekwaamfte wy» ,, ze, behoorde te worden afgefchaft." Öö het vinden van deeze wyze, kwam het meelt aan. Sommige Leden neigden nóg, tot het aanneemen van een zeker getal van knegten, in eigenlyken dienft, of op een taamelyk waardgeld. Anderen meenden, dat zulks iiog niet noodig ware. Maar Amfterdarri gedroeg zig „ omtrent de middelen , tot i, bevordering der rufte van 't Land in 't „ algemeen, aan't gevoelen der Land voog- ai defle, en des Prinfen van Oranje;" doch meende „ dat de Prins, als Stadhouder, i, in de byzondere Steden, naar derzelvef „ byzondere gelegenheid , orde zou kon- „ nen ftellen (i)" De Staaten ftelden,fe- dert , Gemagtigden , om nader met den Prinfe te raadpleegen (k); die, öndertus- fchen, te Amfterdam gekomen was; daar hy zig zes weeken ophieldt,enallesopzvn ftel bragt (/). J Gering Kort na zyne aankomft, zogt men hem
* ze-
(i) Refol. Holl. . . OUob. 20 Ntv. iS66. II. et, <z
Si enz. Refol. Vroedfch. N. z. 26 OS. is Mv. ijöö / *o vtrf»t 41 ver/e. ' * Ck) Refol. Holl. *i Dee. ij66. bl% «4,
(0 Hooft IV. Botkt tl. uj.
|
|||||||
• --■ -*'■-■ ■ ■■■ ;-
|
|||||||
Vit. BoEit. Geschiedenissen, èo?
zeker gering voorval te doen aanmerken als %$$& een nieuwen beeldenftorm , die flrenger voorval ftraf fcheen te vorderen, om dat dezelve, te Am- als in zyne tegenwoordigheid, ondernomen ftcrdam, was. Op den hoek van de lange brugge, ^ naar de takfteeg toe (m), ftondt een huisje Mnft of kleine Kapel met een Lieve - Vrouwe vanOran- beeldje daarin. Hier hieldt zekere Zand- je voor draagers Vrouw eene tafel of kraam met^nniett- Waskaarsjes, die men van haar kogt, omze beeIden. voor't beeldje te ontfteeken. Haar rnan,ft0rmwiL met zyne makkers aan de bierbank zitten* doen de,werdt deswegebefchimpt. Gy kont, zei-a^ziea- de men, ligtelyk tegen ons teeren. Uw wyf is met onze lieve Vrouw in maatjehappy. Zy deeïen 't kaarsgeld famen. Hy , befchonkert zynde, ftuift op, loopt naar huis,gaat zy- ne vrouw met vuiftflagen te keer, en fmyt haare kraam om verre. Zy fnelt ter deure uit, trekt die agter zig toe, en fluit 'er haa- ren man binnen: die, benard en door den dronk zonder agterdogt, een klokje, dat daar hing, begint te kleppen: waarop de buurt over end raakt, en veel volks verga- dert. Maar toen gaat hem nog grooter angft aan. Des klimt hy ten venfier uit, en loopt naar de Reguliers-Poort, daar hem de wagt aanhieldt; doch , door tuflehen- fpreeken van fommigen, wederom los liet. Burgemeefteren,van 't gebeurde kennisge- kreegen hebbende , gaven zig de moeite van 'er over te fpreeken met den Prinfe, die *t in den wind floeg; doch ondertuflchen,Hyzoeki zyn
(») Groot-Wemor. N. II. ƒ. »a vttftt
|
||||
*o8 AMSTERDAMS II. Deer.
' ik66. zyn ^e^- deedt, om de ru^ der Stad te ver-
zekeren door een nieuw Verdrag met de nieuw Gereformeerden. Zyn toeleg was, hen de Verdrag Minderbroeders-Kerk te doen ruimen, en, ihetde ware't mogelyk, alleen buiten de Stad te Gerefor ^Qen pre£jjken> Hy floeg dan der Wethou- te Hui- derfchap voor, dat zy eenige punten van ten. Verdrag ontwerpen zou. Doch zy wees het van de hand. Hy hieldt haar voor „ dat „ zy immers het Verdrag van den dertig- 3, ften September wel ontworpen en vol- „ trokken hadt." Doch zy beweerde „ dat „ zy daartoe gedwongen geweeft was." Hy hernam „ dat, zo zy niets voorflaan wilde, |
||||||||||
5»
5> |
hy egter zynen laft voltrekken, en den
Gereformeerden beveelen zou , buiten de Stad te prediken." Dit behaagde der |
|||||||||
Wethouderfchap niet, dugtende, dat zulks
niet zonder oproer gefchieden zou. De Vroedfchap befloot dan, den eenentwintig- den December, eenige punten op 't papier te brengen, ter begeerte van den Prinfe, doch onder uitdrukkelyke verklaaring, dat zy dezelven hadt moeten ontwerpen , om niet in zyne ongenade te vallen («). Doch 't fchynt, dat zyne Doorlugtigheid geen ge- noegen nam in dit byvoegfeï, en dat het ontwerp hierop agterbleef. De zes Midde- laars werden, nu en dan, ontbooden by den Prinfe, en ondervraagd, wegens eeneOrde op de Wagt, en op het aanneemen van knegten tot verzekering der Stede. Doch zy na-
(n) Refol. Vrocdfch. N. 2. ïï, 19, 21, 29, 30 becemk.
If««. ƒ. 4; j 4«, +7,4*. L. J« RïAAl. by BRANDTk.Dttl, tl. 4»S« |
||||||||||
- !
|
|||||
VU. Boek. Geschiedenissen. ft©£
namen nergens eenig befluit op (o). Ein- i^Có,
delyk, ontwierp de Prins zelf, met hulp van den Prefident van den Hove, Kornelis Suys, en van Burgemeefteren, een Verdrag, 1567; welk, den eerften January des jaars 1567, aan de Vroedfchap, en eenige dagen laa- ter, aan de drie Schutteryen tergoedkeurin- ge voorgelegd werdt. De Vroedfchap hadt, gelyk de Prins, naderhand, ten aanhooren yaoJLaurens Jakobszoon Reaal, verklaarde, liet Ontwerp zeer onordelyk en onwaardig- lyk beantwoord. Ten zelfden dage, deeden Zy leve- de Gereformeerden , door Reinier Kant , ^n een Stans Bennink en nog twee anderen, zeker XSJJl/ Verzoekfchritt overleveren aanBurgemees- teren, met bede , dat het den Prinfe ter hand gefield mögt worden. In het zelve, werdt begeerd „ dat zy vryheid van gewee- 5, tenenGodsdienftoefening mogtenblyven „ behouden, tot op nader orde , by den „ Koning en de algemeene Staaten te be* ,, raamen." Doch na dat hierover twee »t Wordt dagen geraadpleegd was, met de Vroed- van de fchap, werdt dit verzoek afgeflaagen (p ). hand 6*- De Lutherfchen hadden hun verzoek omweèzen* eene Kerk ook vernieuwd aan den Prinfe, die 't Smeekfchrift, door den Raadsheer Reinier van der Duin, aan Burgemeefteren gezonden hadt, welken hem, eerlang, uk naam der Wethouderfchap, antwoordden, „ dat dit niet in hunne magt flondt, alzo „ het ilreedt met den wil van haare Hoog- 3, heid,
(o) A. Pauw Relaas, il. j.
(p) Refol. Vroedfch. N. z. i * x , | Jan, 15*7, /. 49
Vtrß. So, Sl vtffo.
III. Stuk. ö
|
|||||
MO AMSTERDAMS II.Deel,
1567. » heid, de Landvoogdeffe (q)" De Prins De Prins hadt, te gelyk,Qp Burgemeefteren begeerd, van O- dat zy hem opgaven de naamen der genen, nmie be- die zy, in de plaats der afgeftorvene zes en geert te fertigen, dagten te verkiezen. Doch men wie men antwoordde hem ,, dat die verkiezing, eerft tot Raa- „ op den agtentwintigften January, gefchie- den ,, den zou: waarin als dan ieder lid der denkt te ^ Vroedfchap zyn gemoed kwyten moeft." zen ae* ^e R°crn^chgezinden, in den waan gebragt, dat de Geuzen, een naam, die e erft den ver- bonden Edelen aangewreeven was, en nu den Gereformeerden in 't gemeen gegeven werdt, hun getal hadden opgefchreeven, om te können weeten, hoe magtig zy waren; verzogten, den negenden January, by mon- de en gefchrifte, dat Burgemeefteren hurt cene plaats aanweezen, daar zy de hunnen ontbieden zouden können , om derzelver getal, insgelyks, op te tekenen. En die verzoek werdt eenige dagen in bedenking gehouden , zonder dat men weet, wat 'er verder van kwame (r). Het Ver- De Vroedfchap (s) en de drie Schutte- drag, ryen hadden, ondertuÏTchen, bewilligd in 's door den prjnfen ontwerp van een Verdrag (f), welk, ontwor- eindelyk, den agttienden January, getekend pen, werdt. Het zou ook maar duuren tot op wordt ge-de beveftiging of verandering der Land- tekend. Voogdeße. By het zelve werdt bedongen, „ das
».
ff) Refol. Vroedfch. N. 2. 1 Jan. i$tj.f. 49.
" (/) Refol. Vroedfch. N. z.» Jan. 1567. f. 11 ver/o. L.J. Reaal by brandt i. Deelt bl. 420. (s) Refol. Vroedfch. N. i. 14 J»n, l$6j, f. fl ver/b*
(f) A. FAUW Keiaas, kk f. |
|||||||
^___________ ----------gaiyfiEÄäStoi
|
|||||||
VILBoEK. GesCHIE DE NISSEN". 211
,, dat 'er, voortaan, niet meer in de Min- 1567.
3, derbroeders- noch Leproozen - Kerken ff4. , ,
3' ,., 1 ■ * i7- Inhoud „ gepredikt zou worden; maar dat die van van het
3, der nieuwen Religie daartoe eene plaats zelve.
9, buiten de Stad zouden timmeren, en tot „ zo lang alleen binnen de Stad prediken, „ opdeplaatfen, die hun zouden aangewee- „ zen worden. Dat de zesendertig Kapitei- 3, nen der drie Schutteryen , en alle de |
||||||||||
55
35 |
Schutters zig, by eede, verbinden zou-
den tot befcherminge der Stede en der in- |
|||||||||
„ wooneren van beiderlei Religie, en toü
3, onderwerping aan de bevelen van den 3, Schout, Burgemeefteren en Regeerderen, i, in al wat de welvaart der Stede betrof* „ met naame, in het uitvoeren van gereg- „ telyke ftraffen by te wooneh. Dat de „ Wykmeefters en Overluiden der Gilden „ gelyke gehoorzaamheid bew'yzen zouden, 3, in 't gene hun zou bevolen worden. Dat „ die van de nieuwe Religie geene Verga- „ deringen zouden mogen houden, dan ter g gelegenheid hunner Predikatien,en,na 'c ,, eindigen derzelven, in dePredikplaatfen; $, doch ehkelyk om te wandelen, en vart 3, onverfchillige zaaken te fpreeken. Dat, ,, tot meerder verzekering van beide de 3, Godsdienften, zouden aangenomen wor- 3,- den tweehonderd beft bevoegde Burgers,- „ die dienen zouden op eenen Artikel brief, ,, by zyne Doof lugtigheid ingefteld, en over 3, welken Willem Pauluszoon [van TheneJJeJ 3, Overile zyn zou. Dat de Schout, toe j, fterking der Regtsoefening, vyftien , ert |
||||||||||
'ara AMSTERDAMS II. Dèee.'
1567. »» e^{e Burgemeefter zes of agt mannen zot?-
„ den mogen aanneemen, die hen volgen, „ en ten hunnen gebode liaan zouden. Zo „ men, naderhand, oordeelen mögt, dat „ 'er meer manfchap noodig ware tot be- waaringe der Stede, zouden Burgemees- |
||||||||||
5'
3> 5)
J>
|
teren zyne Doorlugtigheid daarvan ken-
nis geeven, om vervolgens daarin te-han- delen , als bevonden zou worden te be- hooren. Voorts, zou het Verdrag van den dertigften September des voorleeden |
|||||||||
„ jaars, in alle andere punten, onderhou-
„ den worden." 't Verdrag was, door den Prinfe, met zyne gewoone handtekening, Guill' de Nassau, onderfchreeven. Ia 't flot, beval hy de naarkominge van het zel- ve aan de Wethouderfchap en aan de Ge- meente van beiderlei Godsdienft. Het werdt, op den zelfden agtrjenden January, ten bette- le van zyne Excellentie, van 't Stadhuis af- gelezen, in de tegenwoordigheid van Mees- ter Reinier van der Duin , Raad in den Hove van Holland , als daartoe van zyne Doorlugtigheid gemagtigd;van den Schout, en van zes Schepenen (u). jvien De punten van dit Verdrag, die 't werven werft van manfchap en 't aanwyzen van Predik-
tweehon- p]aatfen betroffen, werden, terflond, ter daaten° " uitvoeringe gebragt. Willem Pauluszoon tot ver- van ThenefTe, een goed en treffelyk ryk zekering burger, die, fchryft Hooft, de gemaa- van bei- tigdheid in geloofszaaken uit de fchriften zfndh?-0 van Erasmus gezoogen hadt,nam de twee- den, hoa- («) Keurb. F. f. 227 <»*.
|
||||||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 213
honderd man aan, die onder zyn bevel zou- 1567»
den ftaan, fchoon de Wethouderfchap ge- vorderd hadt, dat men 't aan haarverblee- ve. Maar de Prins verftondt, dat het den Overfte pafte, zyne foldaaten aan te nee- men. Doch men gaf den Overfte van The- nefle Bouwen Reierszoon , Lecpoog byge- naarnd, wien nagegeven wordt, dat hy den Onroomfchen een zeer kwaad hert toedroeg, tot eenen Luitenant (V). De Prins Stadhou- der gaf deeze manfchap eenen Artikelbrief, die nog voor handen is (w), en waarby haar, onder anderen, gelaft werdt „ den Koning, j, den Stadhouder, en den Burgemeefteren „ en Regeerderen der Stede getrouw te „ zyn, en niets te onderneemen, tegen de „ oude Gewoonten, Privilegien of Vryhe- „ den der Stede en der Burgerye." Den Schout en den BurgemeeftertMi werden ook, volgens de gemaakte Overeenkomft, eenige Perfoonen, tot hunne befcherming, toege- voegd , die hunne Volgers genoemd; doch in't jaar 1570, wederom afgedankt werden (x). De Predikplaatfen werden den Gemag- Den Ge- tigden der Gereformeerden, Reinier Kantrefor" en Laurens Jakobszoon Reaal , door den !^*&n Prefident van den Hove, Kornelis Suys, in Predik- 't byzyn van den Prinfe Stadhouder, aan-plaatfen geweezen. Doch zy verzogten aandenPrin- aange- fe,dat hun de naamen dier plaatfen,fchrif-wee2:e,u telyk , mogten worden opgegeven. Dit werdt den Prefident belaft, die 'er noode toe
(v) Hooft IV. Boek, hl. i»7.
(tu) A. Pauw Relaas, Byl. hl. ij.
(jij Rcfol. Vro&Aiüiu N. z. s Jan. 157«. ƒ. 132 ver/o,
O 3
|
|||||
|
|||||
214 AMSTERDAMS II. Dee£.
«567. toe kwam. Hy fcheurde een ftuk uit een
vel papiers, welk voor hem op de tafel lag, en fchreef 'er de naamen op. Maar de Prins beval hem, dat hy 'er een degelyk papier toe neemen zou. Toen nam hy een half vel, welk onder de Gedenkfchriften van Reaal bewaard is, en fchreef 'er op 't gene volgt: Buiten der Stede, Jan Willemsz. Wyngaerts Spyker. Binnen der Stede, Goert Dirksz., op 'tRokkin, Spyker. Har man Harmansz. Spyker* Der huisfitten armen buis. Qp defe voorgaende plaetfenfal men preken na defen daege. De eerfte fpyker of fchuur flondt buiten de S. Antonis poort, op de Laftaadje ; de Spyker van Geurt Dirkszoon Doodshoofd, die op hetRokin woonde, van de Roomfchgezin- den fchimpswyze Bethlehem genaamd, ilondt op den Nieuwe - zyds - Wefter - Agterburg- wal; de derde van Herman Hermanszoon, dien zy 't nieuwe Jeruzalem noemden, op de Oude-zyds-Kolk, en de vierde, hetHuiszit- ten-Armenhuis, in de Nes, daar nu de Bank van Leeninge is.« Doch alle deeze plaatfeq werden veel te klein bevonden voor de me- Men nigte der toehoorderen. Voorts , werden, tragt het volgens het Verdrag, vier Perfoonen, twee Ve^raI' uit de Wethouderfchap , Kornelis Jakobs- te Toen zoon ^r0LUVer en J*n Pj{ > en twee uit de
bekragti-Gereformeerden, Jan Willemszoon Wyn- gen door gaard en Kernelis Wynandszoon gekooren, de Land-om , nevens Reinier van der Duin, Raads- voogdes- ^QQI 'm ^en Hove3 naar BruiTeJ te reizen, en
|
||||||
VII. Boek.' Geschiedenissen. Ï15
fcn beveiliging op het gemaakte Verdrag by 1567.
de Landvoogdefle te verzoeken : waarna zy gezamenlyk den Prinfe van Oranje, die te- gen dien tyd te Antwerpen dagt te zyn, ver- flag van hun wedervaaren zouden doen. Doch toen zy te BnuTel kwamen, deeden de Gemagtigdenuk de Wethouderfchap en de Raadsheer van den Hove hunne zaaken op zig zelven, en trokken, wederkeerende, in flilte, door Antwerpen, zonder den Prin- fe aan te fpreeken (y). Ook was 't 'er wel verre van af, dat de Landvoogdes het ge- maakte Verdrag beveiligd zou hebben. De flaat der zaaken was, federt eenigen tyd, zeer veranderd in haar voordeel; gelyk wy, terltond, kortelyk toonen zullen. In den aanvang deezes jaars 1567, keer- Amftcr-
de uit Deenemarke te rug een Gezantfchap, Jamver- welk, door de Landvoogdefle, derwaards ^iet eïl gezonden was, om afdoening van zekereeens nieuwigheid in den tol te verwerven. Fre- groot -drik de II. hadt, reeds in 't jaar 1561, den deel der Zontfchen tol merkelyk verhoogd. Doch kofteR
, , , '* . . ö, , van twee hy hadt zig toen tot maatigmg laaten be- bezen-
weegen door een Gezantfchap der Staaten dingen
van Holland, waarvan Amfterdam de kos- naarDea- ten verfchooten hadt (z). Maar in 't jaar nemarlic« 1565 , hadt hy de Zont wederom doen flui- ten voor elk, die hem, boven den gewoon- lyken tol, geen daaler opbragt van ieder lall, welk de fchepen voeren konden. Men beiloot, eerit in Augüftus des jaars 1566, tot
(y) L. J. Ream, hy BRANDT I. Detl, bl. 417,428,
(?) Reföl. Holl. z+ July \s6%. bl. z%, O 4
|
|||||
•
|
|||||
f
|
||||||
'sio* AMSTERDAMS ILDeei;
j/567. tot net afvaardigen van een nieuw Gezant*
fchap, uit naame des Konings, 't welk, on- der anderen, door Pieter Vloits of Vlotinus, Secretaris van Amfterdam, bekleed werdt. Doch dit gezantfchap keerde onverrigter zaake te rug (V). Men wil, dat de Hertog van Alva, naderhand, eerft afïehaffing van den nieuwen tol heeft weeten te verwerven (V). Amfterdam en de Waterlieden had- den, om deeze zaak te bevorderen , vyf- entwintighonderd zevenenzeventig guldens agt ftuivers en een blank uitgefchooten , die zy gaarne ten lafte van 't gemeene Land brengen wilden: 't welk hun egter < fchoon zy *er lang om aanhielden, geweigerd werdt (c). Verval jje beeldenftorm, die byna alle de Ne- Bond»e- herlanden getroffen hadt, veroorzaakte poot-6 groote verdeeldheid onder de verbonden E* fchap der delen; veelen van welken opregte belyders Edelen, bleeven van denRoomfchenGodsdienft, en hierom niet gedoogen konden, dat' de Hei- ligdommen van dien Godsdienft zo on» waardiglyk gehandeld werden. Eenigen neigden, derhalve, totwiileling van partye. Men hadt, daarenboven, op het einde des voorleeden jaars, tyding bekomen, dat Ko- ning Filips, met een Leger, herwaardsko- men zou: en veelen fchrikten tegen deeze overkomfl. De Landvoogdes hadt, einde* lyk,laft gekreegen tot werving, en daarop terftond de trom doen roeren, en zig van ceni-
(a) Refol. Vrocdfch. N. z. ij , i+ Jak. 1557./. $3
•Her/o, 54. (t) V£l,ius Hoorn, bl. 164,
(e) Refol. HoU. 21 Sept. iS6S. il.+7. 7 Sipt. isS9.il. 66*
|
||||||
7ü33eij
|
||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 417
eenige Steden verzekerd. DeGrooten en Ede- x ^-j,
len, die't Verbond getekend of begunftigd, of meer of min voor de vryheid van Godsdienfl gefproken hadden, begonden toen op hun- ne veiligheid verdagt te zyn; zelfs de Prins van Oranje, die gehouden werdt, niet flerk genoeg, tegen de openbaare Preeke, gey« verd te hebben. Sommigen zogten zig te verzoenen met de Landvoogdelfe, gelyk de Heer van Brederode zelf vergeefs gezogt hadt. Anderen en hy zelf, naderhand, vie- len aan 't werven, en verflerkten zig op hun- ne Sloten. De Landvoogdes ontwierp eenen nieuwen eed voor de Leenmannen, Ampte- naars en Wethouders, waarby zy beloof- den „ het Roomfch geloof te zullen hand- „ haaven , de Beeldenbreekers te zullen s# ftraffen, en de Ketteryen te zullen uit- „ rooijen." Veelen deeden deezen eed, en onder anderen de Graaf van Egmond; doch de Prins van Oranje, de Graaf van Hoog- ftraaten, de Heer van Brederode en ande* ren verftonden, dat zy, eens gezwooren heb- bende, niet gehouden waren eenen nieuwen eed af te leggen (i). OndertuiTchen, bleek aan dit alles, dat het Verbond der Edelen zyne meefte klem verlooren hadt, en dat de Landvoogdes rekening maakte, om haar gezag, door de wapenen, tehandhaaven. ?t Ontbrak , daarentegen , den meeflen Bredero«
Grooten en Edelen aan middel, om zig te de be- merken en te wapenen. De Heer van Bre- wec.8c *- , eenige de" Amfter*
(d) Vaiïerl, Hifo VI. Dttl> bl. 207, 208, 20$, ;x»,
ju,zu. 05
|
|||||||
a ■ •.." ■ -.... -.,.._
|
|||||||
2i3 AMSTERDAMS II. DiÄfc'
j^(5- derode, die, in't voorleeden jaar, te Am- dammers ^dam zy,nd5 > uvee^ Iuiden bewoogen om 't hadt , om t Verbond te onderfchryven , Verbond fchoon Floris Roodenburg, anders een groot
te onder-voorflander der gemeene zaake , zig be- fchryven'zwaard gevonden hadt, om de hand op 'f Le^nt papier te zetten (e); moefl, om zyne Stad de AnT" Viane te beveiligen, geld leenen van do fterdam- Gereformeerde Gemeente te Amfterdam, fehe Ge- die hem, eerfl door handen van ReinierSi- ineente. monszoon van Nek en Laurens Jakobszoon Reaal , tweeduizend vierhonderd guldens opfchoot, op eene bede van zeven ftuivers op't morgen Lands onder de zeven Dorpen vanViane, welke, ter oorzaake der opkomen- de beroerte, niet voldaan werdt. Daarna leende zy hem nog eens vyfduizend negen* honderd guldens, welken hem behandigd werden, door Floris Roodenburg, die, in den Zomer des jaars 1568, door deSpaan- fche foldaaten,bezet zynde,het fchriftelyk falyk van den ontvang in 't lyf at, uit vrees dat het hem den hals gekofl zou hebben (ƒ). Brederode, dus gezien by de Am- fierdammers, zogt zig, federt, te werpen in deeze Stad, waartoe zig haail bekwaame gelegenheid opdeedt. De Gere- Jan Willemszoon Wyngaard en Kornelis formeer- -yyynandszoon > d*e' u^ naam der Gerefor- ten ar-- meerde Gemeente alhier, afgezonden wa- waan op ren geweefl naar BriuTel, om beveiliging te tegen de verzoeken op het Verdrag van den agttien^ den
(e) L. T. REAAL hy BRANDT I. Dtfl, hl. 31».
(f) L. J. BJEA.AL b-j Brandt I. Detl, hl. ^o.
|
|||||
i
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. £19
tfen January, waren te Amfterdam te rug 1567.
gekeerd, vol agterdogt over het gedrag der Wethou< Afgevaardigden uit de Wethoudcrfchap , aerfchap, die hunne zaak en ten Hove afzonder lyk ver- ligt hadden, en over Antwerpen te rug ge- keerd waren, zonder den Prins van Oranje gefproken te hebben. De agterdogt ver- meerderde , doordien 'er, 's avonds voor hunne t'huiskomft, een ongeflooten briefje, van den Heere van Brederode afgezonden, by zeker' Edelman, door de buitenfte ha- meije van de Reguliers poort, die pas ge- ilooten, en hem geweigerd was te openen, gefteken was , van groot belang, zo hy zeide, om aan iemant der Gereformeerde Gemeente behandigd te worden. En't geluk wilde, dat dit briefje aanvaard werdt door iemant, die 't getrouwelyk aan Reinier Kant beftelde. 't Briefje behelsde een verzoek, Bredero« f, dat men eenige luiden naar Viane wilde j1? °nt* „ fchikken, daar zy zaaken verneemen zou- eènV'en „ den, die de Schryver der penne niet ver- vm hun 9> trouwen durfde." Kant vertoonde het te Viane« briefje, terftond, aan Laurens Jakobszoon Reaal:en deezen twee beflooten,eene Ver- gadering te beleggen aan 'thuisvanAdriaan Reinierszoon Kromhout. Hier werden Kor- nelis Floriszoon van Teilingen en Laurens Jakobszoon Reaal gelaft naar Viane te rei- zen, om van den Heere van Brederode te verneemen,wat hy hun gewigtigs hadtme- de te deelen. Na hun vertrek, deëden de Gemagtigden, die te Bruffel geweeft waren, verflag van 't gene hun op de reize bejegend was. Men befloot, dit geheim, doch.te |
|||||||
S-rg;
|
|||||||
'
|
|||||
220 AMSTERDAMS IL Deel;
'S567. gelyk een °°g m ** ze^ te houden, terwyl
men nader berigt te gemoet zag: 't welk de Prins zig fterk gemaakt hadt, hup, in 't kort, te zullen laaten toekomen (g). Gewoon- Met de verandering der Regeeringe,op Iykever- den eerften February , waren als Burge- der Re-8 mee^ers aangekomen Joofl Sybrandszoon geeringe Buik, Simon Klaas Kops of Koppeszoon, te Am- en Henrik Korneßszoon van Marken in de Roo fterdam, jyfewlen. Jan Klaaszoon van Hoppen was, als Oud-Burgemeefter, aangebleeven. Drie van deezen vier , van Hoppen , Buik en Kops , waren yveraars voor 't Roomfche geloof. Van den vierden, die voor 'teerfl: Burgemeefter werdt, vindt men't, onzes weetens , niet byzonderlyk aangetekend. Doch zyne ftem, zo hy al gemaatigder ge- dagten mögt gehad hebben , kon die der drie anderen niet overhaalen. De Vroed- fchap was, op den agtentwintigften Janua- ry , ook met vyf nieuwe Raaden vol ge- maakt (7>),die,naar alle waarfchynlykheid, gezind geweeft. zullen zyn, gelyk de Bur- gemeefteren van dit en van het voorleeden De jaar. 't Was dan geen wonder, dat'er,ter- Vroed- ftonc} na de verandering der Regeeringe, fluitaphei- geweldiger maatregels genomen werden. De nielyk, Vroedfchap befloot, naamiyk, boven de nog drie-tweehonderd bezoldigde burgers, nog drie- honderd honderd foldaaten aan te neemen (f), en ten aan ^e te bellen onder 't bevel van Bouwen te nee- Reyerszoon , bygenaamd Leepoog , den uien. Lui- (g) Hooft IV. Boek,bl. 13+, ijj.
(h) Regeer. Lyft. voor de Handy, op 't jaar 1557.
(;,; Refgl. Vioedfch. //. 2. 21, z* Fekr, 1567. /. j<» ,
|
|||||
V
|
|||||||
Vil. Boek. Geschiedenissen, sar
Luitenant van Willem Pauluszoon van The- 156%
nelTe. Volgent 't Verdrag van den agttien- den January , mögt zulks niet gefchieden dan met kennis en goedvinden des Prinfen van Oranje. Doch de Wethouderfchap» fchynt geene zwaarigheid gemaakt te heb- ben, in het krenken van dit deel des Ver- drags, na dat zy, gelyk ten hoogden waar- fchynlyk is, laft of verlof tot verdere wer- ving van de Landvoogdeffe, onder wien de Prins van Oranje, als Stadhouder, flondt, verkreegen hadt. Maar 't gerügt, dat men foldaaten wierf, De Ge.
't welk niet bedekt gefchieden kon, kwammee"t0 haalt onder den man. Des werdt de Over- oneerus- fle der voorige bezoldigden, Willem Pau-ter. luszoon van TheneiTe, door Pieter Jakobs- zoon Schaap en Floris Roodenburg , ver- maand om zig daar tegen te flellen. Doch Burgemeefleren vonden middel, om hem, zo gezeid werdt, met eene looze boodfchap, ter Stad uit te fchikken. Op den vierentwin- Eenigen tigften February, 's namiddags ten drie uu- vervoe- ren , kwam Bouwen Reyerszoon, wel twee ?en' zlg ' , J ' , in Bur- uuren vroeger dan naar gewoonte, met het gem©es«
gewoone Vendel van tweehonderd koppen, ters
aantrekken over den Dam naar de Waage, Kamera daar hy zig bleef onthouden. Eenige voor- naame burgers, de gemeente hierover ont- fleld ziende, vervoegden zig op het Too- rentje,om de Heerendeswege te fpreeken, en zig tot middelaars der gemeene rufte aan te bieden. Doch Burgemeefleren antwoord- den „ dat zy wiften wat hun te doen flondt." Straks daarop, ontbieden zy de Stads waa- kers
|
|||||||
22ä AMSTERDAMS IL Öee£.
^ -^7. ^ers °P 'c Stadhuis, daar de nieuwlings aan-
genomen knegten, met hun geweer, tegen zeven uuren, befcheiden waren. Voorts, gaan zy, om den drang der volle markte te fchuwen , van agteren , door de keuken, van 't Stadhuis af. Doch toen de gemeente Negen of dit vernam, werdt de vrees grooter. Negen tien aan 0£ tien burgers vervoegen zig, uit 1 aft van vanBur an(^eren* aan 'c mus van den Burgemeefter
gemees Jooft Buik, hem beleefdelyk vraagende, ter liüik. waartoe toch diende dit werven tegen 's Pr in- fen laß ? waar toe, het trekken der Joldaatert op de> Waage, lang voor den gewoonen tyd? waar toe het ontbieden der nagt wagt by dage, en het befcheiden der nieuwe knegten gewapend op *t Stadhuis? Buik zwoer, by zyne zalig- heid , dat 'er geen nieuw volk aangeworven, noch eenige zwaarigheid was: zy mogten wel geruft naar huis gaan. Maar Klaas Boe- leszoon in den Hamburg, befpeurende dat de Burgemeefter, onder zynen nagttabbaard, met een' malienkolder, gewapend was, ruk- te den rok open, verweet hem zyne dub- belheid , en dat hy iet args broedde tegen' de burgers, ja dat 'er reeds eenigen van de nieuwe foldaaten voor zyne deur ftonden. Buik , zo fterk overftreeden , bekent de waarheid, en „ dat het door laft der Her- „ toginne gefchiedde, alzo de Wethouder» „ fchap niet van zins was, zig, om een „ honderd of twee oproerige burgers , uit 5, haar gezag en goed te laaten zetten.'* Twee- of driehonderd burgers, midlerwyl, voor de deure vergaderd, toen aan 't roe- pen H dat het niet hun alleen j maar de gant- 6 fche
|
|||||
':
|
|||||
VII-BoÊtf. GESCHtEDÉNiSSEïT. Hf
j, fche Gemeente betrof, van welke zig al- 156/.
9, daar drie- of vierhonderd bevonden." Buik hernam „ dat hy daar zeshonderd anderen 3, tegen zette. Zy mogten hun beft doen, „ gelyk de Regeerders ook doen zouden." En wordt getuigd, dat hy hun dit toedreef, met vuile woorden, fmaakende meer naar verfmaading der gemeente, dan naar Bur- gemeefterlyke deftigheid. Hierop, raakt Oproer' het volk aan 't roepen van Five, ©«?*, «waldaar, Ie gueux! dat is, Leeve, leeve, leeve de Geus! <rn door Elk loopt te wapen. Men trekt, by hoopen, f^Jstoii den gantfchen nagt, langs ftraaten en muu- ren, om 't famenrotten der wederpartye te voorkomen. De Reguliers-poort wordt be- zet : en de nieuwe Brug, aan vier oorden. Hier wordt,met den dageraad van denvyf« entwintigften February, by uitroeping, be- kend gemaakt „ dat het, met deeze verga- |
||||||||||
55
3) |
dering, niet gemunt was op plondering van
kerken,kloofters of burgers huizen; maar |
|||||||||
5, alleen op het handhaaven van de Orde-
3, ning des Prinfen van Oranje, en van de 3, rulle der Stad. Hadt iemant iet anders 3, voor, die zou aftrekken, of op ftaande 9, voet doorftooten worden." Allen Haken» ze hierop de hand om hoog, verklaarende zulks hunne meening te zyn. Nu hadden Burgemeefteren, met de Nagt- De Wee*
wagt en anderen, in alles omtrent tweehon- houder- derd man fterk, het Stadhuis, en Bouwen fchi^etu Reyerszoon de Waag in. Doch met den aue ^ dag, trok hy de Waage af, en, zyn volk,Room- op den Dam, in orde gefchaard hebbende,fchei\ fpoorde hy Burgemeefteren aan, om aan te gJJS^ val-
|
||||||||||
*24 AMSTERDAMS II. Deel;
1567* vallen, hun voorhoudende „ dat het nu da
„ regte tyd, en de burgery meeft uit dö. „ wapenen was." Ook was, inderdaad 9 een groot gedeelte derzelve, afgemat dooif de nagtwaake, het lighaam Wat gaan ver- kwikken. Doch de Wethouderfchap, zig nog niet fterk genoeg oordeelende, vondt geraaden, vooraf, alle de Roomfchen, door boden, te dagvaarden op den Dam (k). A- driaan Pauw, die ziekelyk te bedde lag, werdt ook, tufïchen zeven en agt uuren, op't Stadhuis ontbooden,om te beproeven, of men, door zyne tuflchenfpraak, den op- roer zou können ftillen (/). Zorgely- Terwyl de zaaken dus Honden, keerden- ketydingReaal en Teilingen te rug van Viane, met van Via- eenetyding, die de ongeruftheid fterk deedt toeneemen. Zy verhaalden „ dat de Prins „ van Oranje den Heere van Brederode , „ door eenen Lyf knegt, hadt doen zeggen* „ met laft om deAmfterdamfcheGemeen- „ te te waarfchuwen, hoe Burgemeefteren „ meenden, op 't heimelykft, vierhonderd! „ foldaaten aan te neem en, om, met de- „ zelven en de gewoonlyke waakers , de? 5, Kalverftraat, van 't Stadhuis af tot het „ einde toe, te bezetten, en den Graaf vaa „ Megen in te laaten, die, zig, onlangs, „ op laft derLandvoogdelTe, van Utrecht „ en andere Plaatfen daar omtrent verze« „ kerd hebbende, met twee-entwintighon- „ derd man, over Gorinchem en Utrecht, » op
(k) hooft IV. Boek> hl. 134,135, 135.
(I) A, Pa¥W Rclaaj, */. $% |
|||||
V
|
|||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 225
„ op eenen vroegen morgen, zou maaken 1567»
„ voor de Reguliers - poort te zyn ; met „ oogmerk, om een honderd burgers of twee „ het hoofd voorde voeten te leggen."Die deeze boodfchap ontvingen, verftonden dat zy bedekt diende gehouden te worden, als waardoor 't verbitterd volk, tegen de Over- heid zynde opgehitft, bezwaarlyk zou heb- ben können nalaaten, zyne handen aan de- zelve te fchenden. 't Geheim lekte nog-DeGere- tans ergens uit, en baarde, met de gerug-J"ormee^" ten, die van den Dam kwamen, zulk eene^""^" verbolgenheid, dat elk wapen! wapen! riep, w-apemt en zig in alleryl toeruftte. Jan Broek Va- op. lentynszoon, een wakker man , deedt, op de nieuwe brug, met de trom omflaan,dat elk, wie lyf, goed, vrouw en kinderen lief badt, hem nu volgen zou. De brug toen met dertig man bezet laatende, doet hy een' keer over den Zeedyk en Warmoesflraat, en fleept, met der haaft, zo getuigd wordt, hoewel 't bezwaarlyk te gelooven is, om- trent negenduizend man agter zig, ieder met het geweer, welk hy by der hand hadt.Een Akelig deerlyk aanzien hadt toen de Stad, daar de aanzien Vader der eene, de Zoon der andere par-^er Stat*' tye by viel, en Broeder tegen Broeder, Zwa- ger tegen Zwager optrok. Jan en Komelis, beide Pieterszoonen, in Deventer, elkande- ren in de wapenen geholpen hebbende, zei- de de een, op onderlinge vraage, werwaards bet gemunt ware ? Naar de markt, by die van den ouden Godsdicnfi : de andere, naar de Straaten, by die van den oudflen: dan zo 't 9p eenflaan gaat, ontzie my niet, ik zal u III. Stuk. P M |
||||
— -----------------------__
|
||||||||
226 AMSTERDAMS II. Deel.
1567' °°k **** ontzien. De Onroomfchen, die,in
wakkerheid en orde, de Roomfchen over- troffen , flopten de Warmoesflraat, tot aan De toe- de Pylfleeg; 't Water tot aan de Zoutfleeg; gangen ^en Nieuwen Dyk tot aan 't Gravenflraat-
naar den . 1 J , , . . , Dam Je> en andere wegen naar de markt leiden-
worden, de. Jan Pieterszoon Hooft en eenige anderen door de plantten, om de markt te beftryken, drie Onroom-haffen op den fteiger van het Damrak, naafl bezet! ^et ky]"s van Burgemeefler Henrik Dirks- zoon, daar de Mol uithing. Ten zelfden einde, werden nog, op de Paapenbrug , drie groote baffen gefield, en al de huizen van de Warmoesflraat, tot aan de Vifch- markt toe, van agteren, met fchutten ge- Adriaan floffeerd (m). Pauw, zonder geweer naar Pauw 't Stadhuis treedende, vondt, in de War- kT°mtQ kP moesftraat ïen byzonderlyk omtrent de Paa- vanZ<Bur- Pen^rug > de Burgery in de wapenen. Op gemees- den Dam, daar de Roomfche burgers flon- tercn, den, wilde men hem te lyve. Doch ver- j?et de flaande, dat hy, door Burgemeefleren ,ont- fchen te Gooden was , liet men hem boven gaan. woorde" Hier werdt op hem begeerd „ dat hy ver- „ neemen zou, hoe 't onder de Burgerye „ flondt, en Burgemeefleren daarvan ver- „ flag doen." Hy beriep zig op de gevaar« lykheid van dit werk, waarvan hy reeds on- dervinding hadt. Doch op de verzekering, dat men wagten Hellen zou aan de Straaten op den Dam, en voor zyne veiligheid zor- gen , begaf hy zig, over de Paapenbrugge, naar de Kerk- of Warmoesflraat, daar hy |
||||||||
X
|
||||||||
(m) Hooft 1V. Bock, hl. 13*, 137.
|
||||||||
___£__________
|
||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 227
't getal der Onroomfche burgerye zeer ver- 1567.
meerderd vondt. Hy vraagde , naar de oorzaaken van deezen oploop. Men ant- woordde „ dat 'er nieuwe knegten waren „ aangenomen; dat de anderen zig, nevens „ de overige Burgery , gewapend op de „ Plaats vervoegd hadden. Dat de toeleg „ fcheen, hen te overvallen, alzo men hen „ daar niet ontbooden hadt." Pauw ant- woordde „ dat hy zulk een oogmerk in de „ Heeren niet hadtbefpeurd,"hentegelyk biddende, dat zy zig toch aan de Heeren niet vergrypen, noch verder voorttrekken wilden («). De Wethouders, die nog niet boven de tweeduizend man byeen hadden j bevonden zig, ondertiuTchen, in geene klei- ne verlegenheid. Zy hadden Pieter Kaars, Hopman der Nagtwagt, uitgezonden om alle gelegenheden te bezigtigen; die, wel gezien by de Burgerye, overal doorgelaaten werdt, en aanbragt, hoe de ltraaten bezet, befchanft en met grove of handbuflen ge- boord waren , tot doodelyke beheering van den Dam. De Wethouderfchap, zig dan genoegzaam belegerd ziende (0) , befloot met de Burgery te woorde, en ware 't mo- gelyk tot verdrag te komen. Pauw, die, midlerwyl, wederom op't Stadhuis gekeerd was, Andries Boeleszoon, Henrik van Mar- ken , Adriaan Medenblik, Henrik Franszoon, en nog eenige andere Burgers werden dan een- en andermaal afgevaardigd aan de Ge- meen-
(h) A. Pauw Relaas, bl. y, 6.
■ (t) HOOFT IV, ÜQckitl. 13 7. P »
|
|||||
s
|
|||||
228 AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||
1567. meente, met laft, om haar, uitnaam der
Heeren,te verzekeren, dat 'er geene kneg- ten aangenomen , maar eenigen alleenlyk opgetekend waren , op aanfchryvens der Hertoginne; en om op haar te begeeren, dat zy vier of vyf Perfoonen benoemde, om, met diergelyk getal vanGemagtigden Bürge- der Wethouderfchap , te fpreeken. Wat meefter laater, begaf Burgemeefter Simon Kops of fbreekt K°PPeszoon, van den Schepen JakobGer- inet de ritszoon en van Adriaan Pauw verzeld (p), Burgers, zïg naar de Warmoesllraat, om der Burgerye deezen voorflag fmaakelyk te maaken. Doch terwyl hy zyn beft hiertoe deedt,en 't volk voorhieldt „ dat alles maar misverftand ., was, en dat men,de wapenen afleggen- „ de, met een Verzoekfchrift te regt raa- „ ken kon," werden, op laft der Wethou- derfchap , eenige tonnen buskruids gevoerd naar den Jan Rooden tooren, die, nogtans, onder weg, door Egbert Pieterszoon Vink en weinige anderen , bemagtigd , en in 't water geworpen werden. Ook deedt men de foldaaten en eenige Roomfchgezinde burgers, onder bevel van den Schout Pie- ter Pieterszoon, en zynen Zwager , den Oud - Burgemeefter Elbert Markus Dirks- zoon , trekken naar de Reguliers ■ poorte, die men voorhadt te bezetten. J-m Van de andere zyde, was, ondertuiTchen, trekt Jan ^roe^» tametyk verzeld, den Zeedyk
naar de ^anSs > met drie Dalfen , aldaar voor een Smids
(p) Refbl. Vrocdfch. AT. j. 25 Febr. 1567. f. jfi, 57,5g,
A. Pauw Relaas, bl. 6. |
|||||
Vir.BoEK. Geschiedenissen. 229
Smids deure gevonden, getrokken naar 't ie6yt
bushuis, ftaande ter plaatfe daar nu 't Ooft- R indifche huis is, uit zorge, dat de fchansjiei:s." aan de Verkensfluis overweldigd, en 't bus-poort, huis vervolgens ingenomen mögt worden, door zyne partye. Doch hier verneemende dat de Roomfchen in aantogt waren om de Reguliers-poort, den Steêtuin, het Halfrond en 't Bushuis te bemagtigen, rukt hy voort tot op de Roode- of Reguliers-, nu de Doe- lebrug, daar hy eene fchans van balken en ander hout, welk voor den Steêtuin of Tim- mertuin lag, doet opwerpen, en met de baffen ftoffeeren , op welken van agteren geklonken werdt, als ofze wel gelaaden ge- weeft waren, fchoon men noch kruid noch kogels in voorraad hadt. De Schout en de Zyn ge« Burgemeefter , ontzet van 't gene zy za- rPrek gen, verzogten, Jan Broek, buiten de fchan- <j]? ®n fe, te mogen fpreeken. Hy, eerft naar de en mat Warmoesftraat om byftand gezonden heb- Burge- bende, treedt uit zyn voordeel, en vraagt-meeitcr wat hen, met pyp , trom en vliegend vendel»5Jbeut derwaards dreef'} Daar Elbert Markus op antwoordde,'t was, omzig met kruid, fehlt, en Jeher p, uit den Steêtuin en 't Halfrond, te- gen hunne vyanden te wapenen. Jan Broek hervraagde, Wie die waren ? En als hierop gezweegen werdt, voer hy voort „ dat hy s, 't hun niet wilde laaten volgen; maar ten s, dienfte zyner Majefteit en welftand der „ Stede bewaaren zou. Ook zou hy zo wel „ voor de poorte zorgen, dat 'er de Graaf „ van Megen,met zyn krygsvolk,'t hoofd „ zou flooten." Terwyl zy nog fpraken, P 3 kwa-
|
||||
230 AMSTERDAMS IL Deel.
kwamen hem tweehonderd man,onder een Vendel, welk door Jan Kies gedraagen werdt, te hulpe. Des keerden de Schout en de Burgemcefler met hun volk te rug naar den Dam, terwyl Broek de Reguliers- poort, de Roode brug,het Halfrondenden Steêtuin deedt bezetten, den Schutmeefler belaflende, noch der eener, noch der an- derer partye eenig wapentuig te verfchaffen. Maar een goed getal van fpietfen, roers en eenig buskruid werdt uit zekere winkel ge- haald : 't welk lang onbetaald bleef. De perfoon, dien Jan Broek om onder-
fland naar de Warmoesflraat gefchikt hadt, was Thomas Gerritszoon Doesburg, die, ko- mende voor de enge Kerkfleeg, Burgemees- ter Kops nog bezig vondt, met het volk te beleezen. Straks vaart hy uit, werpt den Burgemeefler over flag, met verwyt van 't gene aan de Roode brug te doen was, en graauwt hem toe , dat hy de Burgery door bedrog in 't net zogt te brengen. Toen fluift het volk op. De maar loopt door alle flraa- ten en fteegen. Kops hadt werks genoeg, dat hy, door voorfpraak van eenige eerlyke perfoonen, het lyf bergde. De andere mid- delaars werden , met verontwaardiging , naar 't Stadhuis geweezen. De kreet ver- heft zig, naar 't Stadhuis! naar 't Stadhuis! Wy hebhen *#, zo wy harts genoeg hebben: anders is *t omgekomen. Doch de deftigflen der Gemeente fielden zig hier ernflelyk te- gen , vertoonende „ dat het oogmerk hun- „ ner wapenen niet ware, de handen aan „ Heeren te fchenden, of met het bloed „ van
|
|||||||
/
|
|||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 231
5, van evennaaften, vrienden of maagen te 1567.
„ bezoedelen, maar door draaglyke voor- „ waarden, aan eene veilige rulle te geraa- „ ken." Zulk een raad , gegeven van hun, die te gelyk raaders en gelders waren , klemde by de menigte, die, eerlang, het oor leende aan eenige gefchikte burgers, welken, uit naam der Heeren, van verdrag kwamen handelen (q). De Gemeente be- loofde, zig jftïl te houden, geduurende de handeling, indien zy niet aangevallen werdt. Men kwam te woorde, in den Keizer (9) op denVygendam (r).Hier werdt eengroot deel van den dag gefleeten met kyven en klaagen. Men ftondt 'er, van de zydeder Onder- Gemeente, fterk op, dat in 't Verdrag ge- bande- fteld werdt ,, hoe Burgemeefleren , in 'tlins^p „ aanneemen van meerder manfchap, ge- gendal£ „ handeld hadden vierkant ftrydig met de b „ Orde, by den Prinfe van Oranje beraamd." Doch hiertoe kon de Wethouderfchap niet verftaan. 't Was al laat in den avond, toen Men treft men eindelyk overeenkwam „ dat twee Ge-een Ver- „ magtigden uit de Wethouderfchap en^g, „ twee uit de Gereformeerden naar den „ Haage zouden trekken, en by de Gemag- (q) HOOFT IV. Boek, H> U7, 138.
\r) A. FAUW Relaas, H. 6. (9) 't Blykt, uit de Sententien van Ar,va , bf.
182, dat de Yzerkooper, Leemard Janszoon Graaf, een groot voorftander der Gereformeerden ten deezen tyde, gewoond beeft, daar de Keizer uit- hing, 't Is, derhalve , niet onwaarfchynlyk, dat de handeling over een verdrag , ten zynen nuf- ze, gehouden zy. P 4
|
||||
232 AMSTERDAMS II.Deel.
1567. » den der LandvoogdefTe aldaar vernee-
j, men, of de lalt tot werving, aan de Wet- „ houdcrfchap gegeven, goedgekeurd was „ door den Prinfe Stadhouder. Zó neen; 3, dan zou men naar Antwerpen reizen, om? „ na vertooning van de gelegenheid der- „ Stede,'s Prinfen goeddunken teverftaan. 5, De Gemagtigden haarer Hoogheid zou- j, den, midlerwyl, verzogt worden , het 3, uitvoeren van hunnen lafl uit teftellen, 3, en 't 1 igten van krygsvolk te Haak en , „ ontflaande zelfs de knegten, die reeds 3, waren ingefchreeven, en doende de Nagt- 3, waak houden op de hoefflagen, volgens „ de ordening , onlangs, by den Prinfe „ Stadhouder beraamd (V)." Met het tref- fen van dit Verdrag, was de onlufl: geflild, zonder dat'er een droppel bloeds geftort was. Doch alzo het, dien avond, niet kon afge- kondigd worden, bleef een groot gedeelte der Gemeente, den gantfehen nagt, en een deel van den volgenden ogtend, in de wapenen. De af kondiging gefchiedde by tyds, met de trompette, op de voornaamfte plaatfen der Stad, te gelyk met de Ordening op het be- waaken der Stede, die door den Prinfe van Oranje beraamd; doch, zo 't fchynt, nog Voorval niet gemeen gemaakt was (t). De Burge- by de af- meeiter Joolt Buik, een Schepen, en A- kondi- driaan Pauw woonden de afkondiging by he"fize?-n aan de nieuwe zyde'- 'c Geviel aan de Oude
ve. brugge, daar-nog veel volks in't geweer Rondt,
($) Ho->FT iv. W, tl. iji.
(t) Kcurb. F. ƒ. a;p ver/o. |
||||
VILBoek. Geschiedenissen. 233
ftondt, dat de Secretaris Willem Hoppen of 1567. Foppen, in 't afleezen van 't Verdrag, eenigs- zins haperde, of mifte, in 't uitfpreeken van eenige woorden. Straks daarop hoorde men roepen Schiet! Schiet! waardoor de Secre- taris zo verbaasd gemaakt werdt, dat hy 't op een loopen zette. De Burgemeefter was ook zeer ontfteld. Doch Pauw deedtze bei- de ftand hoiTden, ftelde zig tegen 't gefchiet, vermaande 't volk tot eendragt, en bragt te wege , dat de afkondiging in orde ge- fchiedde (u). Voorts, hadt de Raad, op verzoek van Adriaan Pauw en JanPerchyn, zo ver zulks in deszelfs magt was, de ge- wapende Burgery alle aanvegting of Kerk- ftooring vergeven O). Ten zelfden dage, zondt de Wethouder-Men
fchap iemant af aan de Landvoogdeffe, enj^ aan den Prinfe Stadhouder: de Gerefor-^dfchei meerden twee aan zyneDoorkigtigheid,elkGemag- om zyn gedrag ten befte voor te draagen. tigden af, Doch de Gemagtigde van de Wethouder-^0 fchap werdt 's morgens vroeg uitgelaaten: *e ver. die van de Gemeente raakten met weg voor dedigen, tegen den avond, om dat de poorten zo lang geflooten bleeven. Zy kwamen nogtans tyds genoeg te Antwerpen, om den anderen, op het uitftrooijen van valfche gerügten, te ag- terhaalen. Want de Gemagtigde der Wet- houderfchap gaf voor, dat de Overheid het verdelgen der Geuzen in haare hand ge- had; doch hen, op fchuldbekentenis, by ge-
(u) PAUW Relaas, hl. f. „, , ,
(v) ÏUfol. Vxoedich. N. z. 26 Febr. ittj. ƒ. 58 verß.
P 5
|
||||
>
|
|||||
134 AMSTERDAMS Iï. Deel,
j-£- gevoeglyk Verdrag, in genade aangenomen
hadt. De Gemagtigden , ter wederzyde gekooren, nevens twee, hun door de Schut- terye bygevoegd, reisden eerfl naar den Haa- ge, en toen naar den Prinfe Stadhouder. Zyne Doorlugtigheid verklaarde „ niets nut- „ ters te weeten , dan 't gene hy den agt- „ tienden January beraamd hadt. Voldeedt „ dit hun niet; zy konden zig vervoegen „ aan de Landvoogdefle." De Gemagtig- den der Wethouderfchap deeden dit: doch die der Gemeente , geenen verderen laft hebbende, keerden te rug ftaar Amfler- dam (w). De Heer 's Daags na 't vertrek der Gemagtigden, van Bre- 0p den zevenentwintigften February, hadt derQ e. de Heer van Brederode zig weeten te wer- in Am- Pen m deeze Stad. Hoop gefchept hebben- fterdam. de op eenig voordeel, voor zyne of de ge« meene zaake, uit de beroerte van Amfter- dam, was hy de Gemagtigden der Gere- formeerde Gemeente, Reaal en Teilingen, kort gevolgd, en, 's nagts na de af kondi- ging van't Verdrag, te paarde, aangeko- men te Ouderkerk. Van hier te voet voort- gegaan zynde, tot digt by de Stad, ontboodt hy Clement Volkertszoon Koornhert bui- ten by zig in de herberge, om met deezen te overleggen, op wat wyze hy bekwaamlyk in de Stad zou können geraaken. Want aan de poorten werdt, ten deezen tyde, ook by dage, fcherpe wagt gehouden, en niemant vreemds ingelaaten, dan die zynen naam en
(w) HOOIT IV. Eotk, il IJ8, 13*.
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 235
en woonplaats opgaf. Door de boomen mögt 1567,
geen vreemdeling. Maar Koornhert, hem, alleenlyk van twee edelliiiden verzeld, by zig, in eene open fchuit hebbende doen treeden, deedt hen, zonder zig aan 't roe- pen der wagt te kreunen, fnellyk door den Amftelboom roeijen, en aan de Turfmarkt opzetten (a;). Elders, vindt men, dat Kor- nelis Loefszoon de hand ook in dit werk ge- had, en dat Brederode, te Amfterdam, by hem t'huis gelegen heeft (j). De Wethouderfchap, verftaande dat Bre- Otoote
derode , dien zy 't hoofd van alle Geuzen ^ noemde» in de Stad was , vondt zig inVreemde- geene kleine bekommering, vaflftellende,Ungen dat hy door de Onroomfchen ontbooden aldaar, was: 't welk nogtans, in de Gedenkfchrifien van Laurens Jakobszoon Reaal, ontkend wordt: leezende men daar, dat het gerügt van den hoogloopenden twift te Am- fterdam hem alleenlyk dervvaards getrok- ken hadt. De Onroomfchen waren nogtans zeer in hunnen fchik, met de tegenwoor- digheidjvan zulk een' aanzienlyken voorgan- ger. De voornaamflen lieten zig, dagelyks, in zyn gezelfchap vinden. Ook begaven zig veele Stigtfche, Friefche en andere Edelen en voornaame Burgers naar Amfterdam, |
||||||||||
die » vermomd als Koopluidcn , Schip-
|
||||||||||
pers of Boeren, de wagte/s aan de poorten
onregte naamen opgaven (2), onder wel- ken ik de Friefche Edelen , Sjoert Beima en
(x) Hooft IV. Boek* hl. 139.
(y) Sentent. van Alva, hl. 4.1. \z) HOOFT IV. Doei, tl. 13». |
||||||||||
236 AMSTERDAMS II. Deel.
en Hartman Galama genoemd vind (#). De
toevloed van zo veel volks gaf gelegenheid tot het vernieuwen eener fcherpe Keure op het bewaaken der Stad en op de toezigt aan de Poorten, die den derden Maart afgekon- digd werdt, en onder anderen inhieldt, „ dat alle vreemdelingen, die binnen drie „ weeken in de Stad gekomen waren , in „ den tyd van vierentwintig uuren, gehou- |
|||||||||||||||
I5Ó7-
Keurop de toe- zigt aan de Poor- ten. |
|||||||||||||||
3?
3> |
den zouden zyn te vertrekken, op eene
boete van zés Karels guldens, ten ware |
||||||||||||||
de waarden of waardinnen derzelven, bin-
, nen dien tyd, by den Schout kwamen, en 39 zig borg fielden voor het goed gedrag en 3, de getrouwheid hunner gaften (#):" 't welk ik egter niet weet, of ten opzigte van den Heere van Brederode en anderen ge- fchied zy. OndertniTchen, was men, ten Hove, niet
minder bedugt, dat de komfl van Bredero- de en van zo veelen der verbonden Edelen te Amfterdam iet euvels brouwen mögt. En de kommer vermeerderde, federt dat men vernomen hadt, dat 'er, omtrent Viane, eenig Krygsvolk byeen getrokken werdt (c). De Landvoogdes vondt, derhalve, geraaden, Jakob de la Torre, Secretaris van den ge- heimen Raad, die zig thans te Utrecht be- vondt, daar hy den Graave van Megen aan fchepen en lyftogt geholpen hadt, te fchik- ken aan de Regeeringe van Amfterdam , met eenen brief, waarin zy haar vermaan- de3
(a) Sentenr. van Alva , II. 76, il.
(li) Keurb. F. f. 233 enz. (cj A. Pauw Relaas, bl. 6. |
|||||||||||||||
Bekom-
mering ten Ho- ve. |
|||||||||||||||
De Se-
cretaris de la Torre komt te Amfter- dam. |
|||||||||||||||
VII.Boek, Geschiedenissen. 237
de, om „ den Heer van Brederode, door j«k».
„ overreding of uitgedrukt bevel, de Stad te doen ruimen; waartoe zy zig, des noods, ook van de troepen des Graaven van, Megen bedienen mögt." De la Torre verklaarde, daarenboven „ hoe de Herto- „ gin hem gelaft hadt, Brederode, zo hy „ naar de Wethouderfchap niet hooren „ mögt, uit den naam der Landvoogdeire, „ eenen tyd van vierentwintig uuren te ftel- „ len, om de Stad te verlaaten, of hem, „ by weigering, de fchuld te wyten van „ al het onheil, dat 'er uit ontflaan mögt." Burgemeefteren, verlegen met den brief, raadpleegden, over den inhoud, met Oud- Burgemeefteren en Schepenen,en merkten, voor eerft, aan „ dat eenigen uit de Vroed- „ fchap , die over de Onroomfche zyde „ helden, zig zeer ftooten zouden aan 't „ gene van den Graave van Megen gezeid „ werdt, waaruit, zo 't rugtbaar werdt, „ nieuwe opfchudding te vreezen was. Daar- „ na, dat Brederode hun een affchrift,of „ ten minden leezing van hunnen laft af- „ vergen zou, en door dit punt eerder tot „ blyven getergd, dan tot vertrekken be- „ woogen worden." Zy deeden nogtans de Vroedfchap, die hierin gekend moed: wor- den , vergaderen. Doch begaven zig, ter- Bredero> ftond na 't fcheiden der byeenkomfte, en de wei- eer 't gerügt daarvan verfpreid kon worden, Ser<-de naar de herberg des Heeren van Brederode, ."„^
fiiii 1 » ruimen»
die, gelyk men voorfpeld hadt, zonder t
bevel der LandvoogdelTe te zien, welk men
verklaarde, buiten haaren laft, niet te dur- ven |
|||||||
238 AMSTERDAMS II. Deel.
1*67. ventoonen, naar reden, bidden noch ge-
bieden luilteren wilde. De la Torre zelf, van twee Schepens verzeld, deedt dan , eindelyk, op eenen voordemiddag , zyne boodfchap, na dat hy, onvriendelyk beje- gend , met taai geduld, geantwoord hadt. Brederode verklaarde, ongehouden te zyn, zig naar het bevel der Landvoogdefletege» draagen , zo lang het hem niet getoond werdt, zig tegelyk, met hooge woorden, beklaagende „ dat men zyne verdediging „ ten Hove niet hadt willen hooren, daar „ hy 's Konings getrouwe dienaar, en zelfs „ bereid was, tegen de wederfpannelingen „ te paarde te zitten (ß)" Burgemeefteren zonden daarna Adriaan Pauw, Herman Roo- denburg en anderen, van hunnen Penfiona- ris of Secretaris verzeld, om den Heer van Brederode tot vertrekken te beweegen (e). Doch 't was vrugteloos. Hy antwoordde, „ dat hy doen zou, gelyk hy 't verftondt." De la De Gemeente, midlerwyl, dugtende, dat Torre zyn perfoon niet veilig ware, bewaakte, des W<nr<her- na&ts ' zvne herberg , daar de Prins van berg o- Oranje uithing, met omtrent honderdman, verval- Ook was 'er, voor dezelve, by dage, een len. groote toevloed van menfehen, onder wel- ken, de kreet van Vive Ie gueitx! dikwils, gehoord werdt (f): al 't welk den Raad zo bedugt maakte voor opfehudding, dat men befloot, den gewoonlyken ommegang met het
(d) Hooft IV. Boek, hl. 139, 140.
(e) Relbl. Vroedfch. N. 2. 28 Febr. l , 12 , 14 Maart
1567. f. si ver/e, S9,6z ver/o, 63. A. PAUW Relaas,61. 6, (f) Scntenr. van AtvA, H. +1,
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 239
het Sacrament, die thans in de Vatten plagt 1567, gehouden te worden, niet te laaten voort- gaan (g). Doch hierby bleef het niet. Ee- nige Friefche en andere Edelen, en onder dezelven Lancelot van Brederode, befton- den , op den zeventienden Maart, de la Torre, in zyne herberg en kamer op den Dam, te overvallen , en hem aldaar,tot 's anderendaags, als in gyzeling te houden, terwyl zy zyne papieren doorfnuffelden , hem een koffertje met de gewigtigflen, en daaronder 't verhaal zyner verngtingen ontnamen, en aan Brederode bragten (b\ Des hy, voor erger dugtende, in der haalt de Stad verliet. Naderhand heeft hy zelf, aaniemant, die dit fchryft (0, verhaalt, dat de Edelen hem, met woorden en wa- penen, de dood gedreigd hadden. Meelter Maarten Kofter , federt, befchuldigd ge- worden zyndsi dat hy deel gehad aan den overlaft, dien men de la Torre hadt aan- gedaan , vervoegde zig, met een fmeek- fchrift, aan de Vroedfchap, die verklaarde, dat zy hem onfchuldig hieldt (*). Op het zelfde uur, dat men de la Torre DeGere-
dus geweldiglyk overviel, leverden Reinier toggj Kant, Jan Janszoon in 't Hert, Frank de {™ Waal en Laurens Jakobszoon Reaal, uit verzoek- den naam der Gereformeerden, een Ver- fchrift in zoekfchrift over aan Burgemeefteren. DeMnlto- |
||||||
teren.
(g) Reiol. Vrocdfch. N, i. I* Maart 1^7. f. 7$.
lh) Sement. van ALVA, bl. 41» *<?• .
(i) F. V. D. HAAR Init. Tumult. Kclgic. Ut-r. II. Cap.
XXI. p. 477. „ - „ r , r
{!() Refol. Vrocdfch. N. t. 2« Maart i$67-f. 7* v*rfi*
|
i>"
|
|||||
240 AMSTERDAMS II. Deel.
lj6% nieuwe eed, door de Landvoogdefle voor- gefchreeven, waarby men zig verbondt tot de handhaavinge van het Roomfche geloof en tot het opzoeken en ftraffen der Beeld- ftormeren, was, hier ter Stede, niet alleen door de Amptenaars gedaan;maar ook den Schutteryen afgevergd. In 't Verzoekschrift, werdt begeerd „ dat deeze eed afgefchaft, „ en het Verdrag van den agttienden Ja- „ nuary ftiptelyk onderhouden werdt: ook „ dat men nog eenige knegten aanname, „ enBrederode, dewyl men niemant an- „ ders van naame en van genoegzaame er- „ vaarenis in krygszaaken bekomen kon, j, daarover tot Overfle flelde, tot dat de „ Prins van Oranje daarin anders voorzien „ zou." Men hieldt de inleveraars van dit Verzoekfchrift, wel twee uuren , in het Toorentje op, daar veel gefpreks viel over Gefprek 't fluk van den Godsdienft. Onder ande- Buw™ ren' liet Burgemeefler Kops zig, tegen meefter Reaal» in deeze woorden, uit: Laurens Kopsen Jakobs, u had ik niet toevertrouwd, datgyu Laurens zo ver in dit werk zoudt verkopen hebben , Jakobs- hoewel ik, eer gy trouwde (10), wel wifl dat Reaal. SV Luitherde. Doch 't verwondert my, dat uw Schoonmoeder u zulks toelaat. En 't doet my zeer van haarentwege; want wy zyn lan- ge jaaren goede buur en geweefl. Waarop Re- aal antwoordde, Myn Schoonmoeder handelt als eene wyze vrouw, dat zy my, in't zoe- ken (io) Reaal was, gelyk my , uit aantekeningen
van deezentyd, gebleeken is, getrouwd met Gerrit Pieter Meeuwszoons Dogter. |
|||||
■ _________________________________.................._______________________________________________________________________
|
|||||
Vil Boek. Geschiedenissen. 241
km myner zaligheid, niet hinderlyk is. En zo 156*7,
uw Zoon Jan Kops zyn Ioopen naar den Over- toom om Delfts bier te drinken naliet, zig ter preeke voegde, en een eerlyk en tugtig keven zogt te leiden, gelykzynen flaat weibet aarnert Zou, en zo yverde om zyne eeuwige zaligheid, ik meen niet dat myn heer de Burgemeefler het zou willen verhinderen. Doch de Burgemees- ter zeide, Ikflond veel liever ten halze toe in 't water: waarop Reaal hernam, Al zagt, Heer Burgemeeßer, de zaaken zullen, hoop ik, zulk een' keer neemen, dat al de Burgemeefler? nog by ons ter preeke zullen komen. Welk zeg- gen den Burgemeefler in deeze woorden deedt uitberften: Ik zat liever in 'f bordeel 9 tuffchen zeven hoeren. Zo gehaat waren thans nog de Predikatien der Gereformeerden* Burgemeefteren, verneemende, wat 'er, aan De Wen- de la Torre gebeurd ware, durfden, nog- |?°udef" tans, hetVerzoekfchrift niet afwyzen; maar ÏÏJÏÏL C" bewilligden in al wat 'er begeerd was, mids -m >t men, van wederzyde, en van wege de Schut- verzoek, terye, Gemagtigden zonde aan den Prinfe°P,,: wef- van Oranje, om deszelfs goedvinden te ver- yajjajj|jj ftaan, waarnaar men zig , zonder weder- prinfe fpraak, fchikken zou. Het ontwerp der pun- van O- tenwerdt-, den agttienden , door Pauw ,ranie« Roodenburg en eenigeanderen,verzeldvan den Penfionaris Maarten van Blokland, uit den naam van Burgemeefteren en Raaden ,• aan Brederode gebragt. Maar hy weigerde het te leezen, zeggende, dat hy van zins was te vertrekken. Doch Burgemeefteren, vreezende dat het gerügt hiervan, komen- de onder 't volk, welk, in grooten getale, op III, Stuk« Q ds |
|||||
f
|
|||||
242 AMSTERDAMS IL Dust.
1567. ^e ^aats» en m de ftraaten voor 't Stad-
huis, famengevloeid was, ligtelyk beroer- te veroorzaaken zou, lieten hem, door de- zelfde perfoonen , verzoeken, dat hy zyn vertrek nog vyf of zes dagen, tot dat de Ge- magtigden aan den Prinfe te rug gekeerd zouden zyn, opfchorten wilde. Zy waren, van hunnen kant, te vrede, dat hy 't gezag over 't Krygsvolk aanname, zonder nog- tans iet te beftaan, voor dat men 's Prinfen Bredero- meening vernomen hadt. Brederode ver- de wordt klaarde hierop „ dat hy den opgedraagen fte dei-61"" ^ en "te^' £en dienfte des Konings en
bezetting » tot bevordering der rufte en eendragt in
aangeno-,, de Stad, aanvaardde, zonder dat hy iet
men. ?j begeerde te doen, tegen 't gene, by den
„ Prinfe, zou worden goedgevonden (/)."
Het volk, hiermede gepaaid, vertrok naar
Daar de huis, en begaf zig tot ruft. De Prins Stad-
Pnns houder bewilligde , federt, in alle de be-
bewiJIi„^geerde punten, uitgenomen in dat van het
b 'opperbevel des Heeren van Brederode, dien
hy zyne meening, door eenen byzonderen
bode, beloofde te zullen laaten weetenQri).
Negen Het Verdrag, vervolgens, ter wederzyde,
Perfoo- beëedigd zynde, fchikte men zig, om het
rien uit zejve ter uitvoerhige te brengen. Burge-
tecry ge," meefteren hadden, den veertienden Maart,
koorcn, met den Oud-Raad van Burgemeefteren,
om met beflooten „ uit de drie Schutteryen, door
Eur8e; „ de Kapiteinen derzelven,te doen verkie-
ren te" » zen neSen Perfoonen van beide de Religiën,
fpree- „ met
ken. ,iék ^
(l) A. Pauw Relaas, H. s.
((mj HOOiX IV. Boekt bl. i*o, '
|
||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 243
,j met welken zy, als 't noodig of oorbaar jeó?, „ zyri mögt, over zaaken, de bewaaring „ der Stede betreffende, zouden können ,4 fpreeken («)." En in gevolge van dit be* fluit, werden, den tweeden April, gekoo? ten, uit de Oude ofKloveniers Schutterye, Adriaan Pauw, Hendrik van Merken en Eg- bert Roelofszoon: uit de Handboogsfchut- terye, Jan Bethszoon Roodenburg, Arencl Korneliszoon Kool en Reinier Simonszoon van Nek, en uit de Voetboogsfchutterye* Herman Roodenburg, Klaas Reyerszoon en, Egbert Meinerdszoon. Onder deezen negen» waren vyf van de zes Perfoonen, die, in Auguftus des voorleeden jaars, ten gelyken einde, waren aangefteld geweeft. En dee- zen zes werden, ten zelfden dage, ontflaa« gen, met een Schrift, onder het Stads ze- gel , waarby zy, voor 't gene zy, in deeze hunne hoedanigheid, gedaan hadden, be- dankt werden, met belofte van hen voor alle zwaarigheid, die daaruit ryzen kon,te zullen bevryden (o)- De negen Perfoonen, Zy nee- den vyfden, door Burgemeefteren, zyndénienee- erkend (p),namen, kort hierna, ingevolge. nre^agt" van een belluit van Burgemeefteren en Raa-d^ehon" den,driehonderd,Hooftfchryft,honderd derdman fchamele ingezetenen aan van beiderlei Reli- aan. gie, om onder hen de Nagtwagt der Stede waar te neemen. leder van deeze luiden trok, voor
(m) L. j. Reaal ty Brandt T. Deel, f>l. 4+5.
(«) Refol. Vroedfch. N. z. 13, is Maart, 2,4 April \$66.
ƒ.72, ver/o, 73 verßy 77 ver/o, 7y. A. PAUW Relaas, l/l. 7, ByL U. 12. (p) Gioot-Memor. N, II. f. lil vtrft%
|
||||
344 AMSTERDAMS II. DeexJ
1567. voor 'ie^er nagt j een reaal, of drie en eea
halve Huiver, waarom zy den naam vaa
Reaal-Wagt kreegen. Doch deeze Wagt
Nog bleef niet lang in dienft (q). Voorts, werdt
vierhon- de Luitenant Bouwen Reyerszoon afgedankt:
derd fol- en fe Overfte over de voorheen geworven
fl2'1f Pil B
|
||||||||||||||||||||
gewor
ven» |
tweehonderd foldaaten, Willem Paulus van
ThenelTe , met eenen anderen Luitenant |
|||||||||||||||||||
voorzien. Lenaard Janszoon Graaf en A-
7end Jamzoon Koesveld, twee ryke en be- minde Burgers, werden, de eerfte tot Ka- pitein, de tweede tot Luitenant aangefteld, over vierhonderd foldaaten, die men befloo- ten hadt, van nieuws, te werven , en die terflond door hen aangenomen werden. Twee boots werden, de eene in 't Y, de andere in den Amflel op de wagt gelegd (r)* Doch alle deeze fchikkingen, door wel- ken men de ruft der Stede verzekeren wil- de, hielden niet lang fland. Door 't gant- fche Land, en te Amfterdam in 't byzon- der, vielen, eerlang, veranderingen voor, die eene geheel nieuwe gedaante gaven aan |
||||||||||||||||||||
'i
|
||||||||||||||||||||
de Regeeringe, gelyk wy, in de twee vol-
gende Boeken, zien zullen. ... (q) A. Pauw Relaas, hl. 7.
(r) Refol. Vroedfch. N. 2. 4, 5 April 1567. f. 7% , 75."
Hooft IV." Beek, hl. x+o, 141. |
||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||||
B Y-
|
||||||||||||||||||||
VU.Boek. .■ Geschiedenissen. 545
■ B Y L A A' G E m*é
Lr. A-
op bet II Deel, VII. Boek.
t ....
/te Koophandel op Engeland wordt over en voeder
vrygefield, by Plakaat van 'den 15 July des jaars 1566. By dèn Koning.
Men laet U weten dat alzoe onfe ambafTa-
deurs CommiiTaryfen ende gedeputeerde mit dien van onfer Zeer lieve ende Zeer bemin- de Zultere endenichte die Coninginne van Enge- landt leftmael geordineert om de dachvaert by- compfte oft convocatie in onfer Stadt van brug- ge te continueren nyet en hebben kunnen over- commen vereenigen ende accorderen van alle de gefchillen ende differenten die al noch refteren te vuy ten fliehten ende decideren op ende aengaende die tra&ateti van den entrecourfen ende handel van der Coopmanfchap tuflehen onfen nederlan- den ende den Coninckryke van Engelant ende die onderfaten van beyden zyden de zelve onfe ambafladeurs ende die van onfen voirn: Zufter ende nichte die Coninginne van Engelant op aen- geven van hare voorfz: gedeputeerde dat die on- fe de voorfz: convocatie zouden willen verlen- gen ende de voorfz: negotiatie vuytflellen tot onfer Compfte in onfen voorfz: nederlanden 't welck wy verhoopen cortz wefen zal off tot anderftont wy breeder ende volcomelicker ge- inforrncert zullen wefen van t geeae dat in de voorfz: lede convocatie gehandelt ende getrac- teert is geweeft de felve convocatie by gemey- ncn confente eyntelicken gefchorft geconti- nueert ode verlcncht hebben tottet tyttoedat Qs by
|
||||
mtf AMSTERDAMS Ge&h. II. Deel.
Uylaage DV ons ende de voorn: Coninginne off d een L*. A. van ons beyden by brieven gefignïïïeertzaï we- fen dat de vooriz: convocatie geeyndt zat zyn oft andersfins onfe racyninge ende intentie op de vooriz: geheele fiiïcke handel endenègotiatie verclaert zullen hebben ende midier tyt fal de vrye Coopmanfcap ende trafycke tulTchen onfe vooriz: nederlanden ende den Coninckrycke van Engelaut ende den onderfaten van beyden zy- den geconrinueert worden volgende de publicatie provifionael gedaen in den maend van JaniKuio X Vc vier en tfeftich ende fal de felve den vooriz: tyt geduerende by provifie in zyn volle cracht ende vigeur blyven hebbende voirts meer van beyden zyden beïoeft dat die onderfaten van d een ende d andere eerlicken vruntlicken ende "l^unflelycken van Wederzyden geträcteert zullen werden ende dat by ons ende der voorn: Conin- -ginne van Engelaildt goede ordene gefielt ende verfien fal worden om de Zee van roovers en- de diefvën te zuyvèren ende dair van vry énde veyl te houden énde zoe verre dat tegens de be- loeften ende Convention voirlz: yet gedaen wier- de fal dair inne terftont mit behoirlycke reme- die verfien worden wel verftaende dat de vooriz: prorogatie geeyndt wefende die Coopluyden veertien dagen tyts dair nae hebben zullen om hen te mogen vertrecken ende van huere goe- den ende zaken vryelicken disponeren. Gedaen in onfer Stadt van brufièle den xven dach van Jutlo xvc, -zeiTentzeftieh» |
|||||||
TWEE.
|
|||||||
|
|||||
247
TWEEDE DEEL. GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
AGTSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van''t jaar 1567, tot in het jaar 1575. TOt hiertoe, hebben wy het aanzien der Staat der
Gereformeerden , van tyd tot tyd , Gerefor- zien toeneemen, te Amfterdam. Zy had- "g6^"' den eerft vryheid van prediken buiten de fterdam. Stad weeten te verkrygen. Naderhand, dee- 1567. den zy zig de Minderbroeders-Kerk binnen de Stad afftaan, daar zy niet fchroomden, openlyk, het Avondmaal te houden. Doch het aanneemen van Krygsvolk door de Land- voogdefTe, en het verval van het Bondge- nootfchap der Edelen hadt,zo drahetrugt- baar werdt, geene kleine bekommering in hen verwekt. AdriaanPauw en anderen tekenen aan, dat veele Burgers , en zelfs eenigen uit den Raad, reeds in November of December des voorleeden jaars, met hun- ne goederen, ter Stad uit geweekenwaren, en zig te Haarlem, te Leiden, te Gouda, te Utrecht (a), en zelfs in afgelegener Provin- ciën, (*) A, Pauw Relaas, II. 4-
Q 4
|
|||||
**8 AMSTERDAMS IL Dee£;
'1567. cicn» onthielden. Hun werdt, by openbaa-
re afkondiging van den derden Maart dee- zes jaars, belaft, binnen agt of veertien da- gen , te rug te keeren, op de verbeurte van honderd guldens. Ook werdt, ten zelfden tyde, aan allen Poorteren verbooden, zon- der verlof van Burgemeefleren, ter Stad uit te vertrekken (b). 't Verzoek om vrye Gods - dienft-oefening , welk de Gereformeerden deeden, in den aanvang deezes jaars (c)* toonde wel, dat zy bedugt waren, voor 't müTen der tegenwoordige vryheid. Ook deedt de Prins van Oranje zelf hen, kort hierop, de Minderbroeders-Kerk wederom ruimen, hen verpligtende, zig , in eenige fchuuren, en in 't Huiszitten-huis aan de Oude zyde,te behelpen. Dekomll: van den Heere van Brederode, en de fchikkingen, die, fe- dert , tot verzekering der beide gezindheden, gemaakt werden, gaven hun wederomeeni- gen moed. Doch de tyding, dat de Koning, aan 't hoofd van een aanzienlyk Leger, uit Spanje ver wagt werdt, deedt de meeften dugten voor de ongenade van eenen Vorft, wiens y ver voor den vaderlyken Godsdienfl aan niemant onbekend kon zyn. De Land- voogdes bragt zelfs, doormiddel der Wet-: houderfchap van Antwerpen, te wege, dat de Preeke, in die Stad, by voorraad, en tot op naderen laft, gefchorfl werdt, op den tienden April: 't welk groote verflaagen-, Jieid baarde onder de Gereformeerden te Amfterdam. Maar 't vertrek van den Prinfe (b) KeiirK F. ƒ. ï%6.
(e) II, Dtel, Vil. Etekt tl. 20?,
|
||||
VIH. Boek. Geschiedenissen. 249
van Oranje, die, den elfden, uit Antwer- ik&ft
pen, en wat laater naar Duitfchland reisde, na dat hy de Landvoogdes verzogt hadt» een' ander' met zyne ampten te willen voorzien (d), deedt de Gemeente te Am- flerdam alle hoop opgeeven, om zig, in de verworven vryheid, voor eerft, te kön- nen handhaaven. Het verval van de party der Gerefor- De Preelt
meerden hielp den moed der Wethouder- mtdt fchap deezer Stad aan 't rvzen. Zy ftelde f t" *
1 i- * ii lcnorit. dan, hiertoe, te vooren, vermaand, door
byzonder fchryvens der LandvoogdelTe (je),
den zeventienden April, den Gereformeer« . den het fchorfen der Preeke voor, tot dat daarop andere fchikking gemaakt zou wor- den (ƒ); zonder een woord te reppen van de algemeene Staaten , die , volgens de voorige overeenkomften, ook, in 't maaken deezer fchikkinge, gekend moeften worden! De Gereformeerden van Holland hadden, omtrent deezen tyd, eene Byeenkomfl ge- houden te Amflerdam. Hier was, overwoo- gen, of men, in deezen kommerlyken toe- ftand der dingen, de preeke iïaaken , of aanhouden zou; en 't belluit gevallen „ dat „ men die, uit vreeze voor menfchen,niet 9, zou nalaaten; maar daarmede voortvaa- M ren, ten minfte tot datze, by Plakaate, „ op nieuws, verbooden werdt." 't Verzoek of voorftel van Burgemeefteren werdt dan, heufchelyk, van de hand geweezen. De Ge-
(d) Vadeil. Hift. VL Deel, tl. 227, 228, 22*.
(e) Refo). VrpedCch. N. 2. 7 Febr. 1567. ƒ. jy.
{f) Gioot-Memor. Ü. II. ƒ. 112 en Bylaagen JU. A. N. J,
|
||||
l$6 AMSTERDAMS II. Deêl.
1567: Gereformeerden te Amfterdam begaven zig),
vervolgens, tot vallen en bidden; waartoe de twintigfte April werdt afgezonderd (g). Maar dé Wethouderfchap, niet voldaan in het afflaan van haar verzoek, verklaarde» den twee-entwintigften „ dat zy voor goed 5, aanzag en begeerde, dat de Gereformeer- „ den, voor eenen tyd, aflieten van predi- „ ken; in welk geval, zy, by den Koning, „ en by de LanaVoogdefTe, wilde tragten „ te bewerken, dat het prediken, en't gene „ 'er meer gebeurd ware niet tot misdaad j, gerekend , of, daar het ftraf eifchte > „ vergeeven mögt worden (//). En drie dagen hierna, beloofden de Gereformeerden, „ Eet prediken te willen nalaaten, midsmen „ zig , ter wederzyde, verbonde, geene „ buitenfoldaaten in de Stad te ontvangen; „ of hun , ten minde , gelyk te vooren „ bedongen was, tyd te laaten, om hunne „ onroerende goederen te gelde te maaken, „ en met de roerenden ter Stad uit te ver- „ trekken:" waarin de Wethouderfchap bewilligde. De Lutherfchen, die nog niet openlyk gepredikt hadden, vonden geraa- den,op den zelfden vyfentwintigften April, der Wethouderfchap hunnen dienft aan te bieden: 't welk met erkentenis aangenomen werdt, en, veelligt, iet toebragt, om de Gereformeerden te beter aan de band te doen gaan (i). De
(g) REAAL hy BRANDT I. Diel, bl. 4-f6.
(h) Groot-Memor. N. II. f. 112 en Bylaagen If. A. N. 2. (i) Refol. Vroedfch. N. 2. 2; April lj6j. /. J2,REAAJ- iy BRANDT I. Dtelt bl. ^$6. |
|||||
I
|
|||||
VIII. Boek. Geschiedenissen, £51
De Heer van Brederode, die reeds, op ig6?\
zyn verzoek, voorzien was van een Getuig- De Heer fchrift van den Raad, dat hy zig hier altoos van Bre- flil gedraagen hadt (£), uit eenén Edëlnian, derode van wege den Prinfe van Oranje aan hém ^'trekt afgezonden, berigt bekomen hebbende, hoe ft^rdaml alles over ftüur dreef, liet zig "nu Ook ver- luiden , dat hy geneigd was dé Stad te rui- fnen, zo zy hem eéne rhaatige föm, op zekere zyne Landen, bedykt ïri de Beiger- en Kleimeer, vertrekken kon. Gaarne wil- de de Wethouderfchap den nieuwen Overïte loozen; doch zy vreesde voor den ondank van 't Hof, zo zy hem eenige penningen èpfchoot. Öm deezen te ontgaan, ont- bóödt zy,op den zevenentwïntigften April, 's morgens ten negen uuren, Herman Roo- denburg den Ouden en Adriaan Pauw; en bewoog dêezen, om hem agtduïzend guldens, op hunnen naam, doch voor rekening der Stad, te tellen, 't Geld, welk op 't Excyns* huis vóór handen was, en tweeduizend vyf- horiderd en twee guldens beliep, werdt ter- ftond gehaald, en aan 't huis van Roodèn- burg gebragt. Hy en Pauw bezorgden het overige, uit hunne eigen beurze, en dié van hunne goede vrienden, Antoni VerhoefJ Arend Bouwer, Maarten Tomboch, Jasper Krak, Dirk Janszoon en anderen. Ook is 't hun, daarna, uit de Thefaurie der Stad, wederom goedgedaan. De lntrefr,, die Bre- derode van deeze fomme betaalen zou , werdt gefield op den penning zeftien. 't Geld
{k) Refol, Vrocdfch. M z. 22 AptU 1$67. f. sotir/i.
|
|||||||
*
|
|||||||
a52 AMSTERDAMS ILDeil;
1567. Geld werdt zynen Rentmeefler fpoedig be- handigd (/), en dien zelfden nagt, ten elf uuren, vertrok hy, te fchepe, met zyne - Gemaalinne, Emilia, Graavinne vah Nieu* wenaar , en een goed getal van Edelen. Men hadt bezorgd, dat de fleutels by den boom waren, en twee Karveels op flroorn, nevens een Waterfchip, door hem met ge- lehnt en volk voorzien, en dienende tot zyn geleide tot in 't Vlie toe; van waar hy op Embden, en voorts in Duitfchland geraak- te, daar hy, in de veile Rekelinghuizen"» den vyftienden February des jaars 1568, overleedt (m). Eenïge Vier weeken voor Brederodes vertrek uic Amfter- Amfterdam, op den dertigften Maart, had- beloofd ' ^en een]gen der voornaamfle Gereformeer- hebben- den , en andere liefhebbers der vryheid, de den in den Spyker of het Pakhuis van Herman honderd- Hermanszoon, vergaderd zynde, zig, by ningPCn~eere> trouwe en mannen-waarheid, verbon- hunner den > om den honderdflen penning hunner goede- goederen op te brengen, tot vervalling van ren, ten omtrent elfduizend guldens, aan wapenen, dienfte pakhuishuur, reis- en andere koften, ten meeife" dienfle der gemeene zaake, uitgegeven; zaake, op alzo men voorzag, dat de Gemeente niet te bren- langer ftand zou können houden, en het tyd gen,hou- wercjt, elk zyn verfchot te voldoen. Tot woord11 ^en ontvanëft van deezen honderdflen pen-
jiiet. ning, ftelde men, ten huize van Laurens
Jakobszoon in de gouden Reaal op't Water»
ze*
(t) A. Pauw Relaas, */. 7.
(m) Refol. Vroedfch. N. 2. is April 1567. ƒ. «Z. HOOTX
ÏV. |«4,W. l+i, 14« 1 H7. |
||||||||
Vin.Boek. Geschiedenissen. 253
zékere kift, met een gat in 't dekfel, daar 1567«
't geld doorgeworpen werdt, onder drie floten , en even zo veel bewaarders der fleutelen, teweeten, de gemelde Laurens Jakobszoon Reaal, Klaas Pauw, en Floris Roodenburg , die lalt hadden, om ook andere Liefhebbers der gemeene welvaart, tot gelyke verbindtenis, te beweegen, gelyk zy e enigen deeden. Doch veelen vergaten hunne eer en belofte in zo verre, dat 'er, toen de kift geopend werdt, niet boven de zevenhonderd en vyftig guldens in bevonden werden, die men der waardinne des Heeren van Brederode v 't zy de Huisvrouw van Kornelis Loefszoon («) , of eene andere, aantelde, in mindering zyner verteerde kos- . ten, en tot erkentenis van den trooft, uit zyne tegenwoordigheid genootea (0). Doch Lenaard Janszoon Graaf hadt wel vierdui- zend guldens aan koftgeld, voor den Heere van Brederode, betaald, die zynen erfge- naamen,nade verandering der Rege eringe, uit de Stads Kaffe, werden goedgedaan (p). Maar na 't vertrek van Brederode, werdt De vlug-
het vlugten der Onroomfchen algemeen uit Jungen» Amfterdam. 't Was naauwlyks twee maan- ^nfter-* den geleeden, dat deeze Stad nog de toe- dam ko- vlugt geweeft was van veelen, die aan an- men, dere oorden -vervolgd werden. Doch voor worden weinige weeken, hadt men begonnen, de suïge-0 vlugtelingen, die zig, in grooten getale , houden, voor en ge:
(n) Zie hier voor, hl. 25?.
(0) Reaal by brandt l. Dtel, il. 4stt+s7. Hooft
IV. Buk, bl. i+7. (?) Refol, Vwedfch. N. *. 1 Ftir. U79* . |
||||
$54 AMSTERDAMS II. Deel
x$6j, voor de poorten vertoonden, den ingang te
. noo^ verbieden. Zelfs werdt hun, door de Wet- zaakt te houderfchap, gel aft, terftond te vertrekken. x^ertrek- De deerlyke vertooning van zo veele ver* ken' dreevenen, die, met vrouwen en kinderen, op den dyk gezet, zonder hoop op uitkomfl, uit den eenen nood in den anderen, zwer- ven mpeften, bewoog beide Ropmfchen en Onroomfchen tot mededogen. Men herberg- de de elendigen in de huizen en tuinen der Voorftad, en verwierf op de Overheid, daß hun eenige tyd werdt toegeflaan , om zig tot de reize te bereiden. Voorts, verza- melde men eenigen voorraad van kleedinge, fpyze en reisgeld , ten hunnen behoeve. Doch Burgemeefteren namen, naderhand, zeerkwalyk, dat zig ook Roomfchgezinden gekweeten hadden, in de oefening van dit Dekneg. werk der barmhertigheid (q). Maar in't ten van bukenhouden van Brederodes knegten, die Bredero- in en om Viane gelegen hadden, en's daags deko na zyn vertrek voor Amfterdam kwamen, dTstad?1 bleek' °°k van den kant der Onroomfchen, eene pryffelyke getrouwheid; alzo men zig, ter wederzyde , verbonden hadt, geenè vreemde fbldaaten te ontvangen in de Stad. Dit volk, welk (legt voorzien was van ge- weer, vertoonde zig voor de Reguliers- en Haarlemmer - Poorten , daar Qys brecht en Diderik van Batenburg , hunne Overften, met drie of vier trommen, te wapen deeden liaan. Straks waren, in gevolge eener ver- nieuw- (q) Reaal £y Ekandt I. Dtel, H. «*» Hoojft IV»
Motk, M, 1+6. |
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 155
nieuwde Keure van den vyfentwihtigften 1567, (f), de Schuttery en Buurwagt in de wa- penen; de wyken, de markt, de poorten werden bezet. De Onroomfchen yverden, niet minder dan de Roomfchen, om hun- nen eigen aanhang buiten de Stad te hou- den. Doch de knegten, verwittigd, dat de Graaf van Megen in aantogt was, om hen te onderfcheppen; en hun geraaden wordende, langs den S. Antonisdyk, en voorts over de Veluwe,ten Lande uit te trekken, bleeven maar tot den dertigften voor de Stad. Zy Zy ver- verkoozen egter eenen anderen weg ,: en *J™i fcheepten over 'tY, zonder, in de tuinen onder de Stad, iet anders geroofd te heb- ben , dan de fpyze, die zy daar vonden. De Onroomfchen fchikten hun, aan den boom, met groot gevaar van ontdekt te worden, nog eenige zakken buskruids toe, in boe- renfchuitjes en fchynvan koorenO);'twelk, toen zy nog te Viane lagen,ook algefchied was; waarover, naderhand, een of twee Koorendraagers in zwaarigheid raakten (r). Doch Pauw tekent. aan, dat hun, van Stads wege, ook eenige mondbehoeften toege- fchikt zyn, die hun, aan den boom, in de tegenwoordigheid van den Schout, geleverd |
||||||||||
■
■ |
||||||||||
werden («)• Te Hoorn, verlieten hun de
Heeren van Batenburg (V). De Graaf van Megen, midlerwyl, pp den zelfden dertig- iteii
|
||||||||||
(r) Keurb. F. f. 240 ver/b.
(s) Hooit IV. Boek, bl. 147.
(t) Scntent. van AlVA , bl. 34.2 t Ï44»
(u) A. Pauw Relaas, tl. 7, i-
(v) VELlüs Hooin, bl. 1« , 169.
|
||||||||||
2$6 AMSTERDAMS IL Döt;
1567. ftenApril, te Diemen (w),of teSlooterdyk
gekomen, begeerde ook Lyftogt uit de Stad. De WethoLiderfchap bewilligde (#); doch de Burgerwagt aan de poorten verklaarde 'er zig tegen; zo dat hem flegts zes fleeden met eet- en drinkwaaren, van de nieuwe Brug, te fchuite, werden toegevoerd. Den Roomfchgezinden wordt nagegeven, datzy zig niet zo wakkerlyk kweeten om den Graaf van Megen buiten te houden, als de On- roomfchen, te vooren, omtrent de knegten van Brederode, gedaan hadden. Men ge- tuigt , dat zy nu deezen alleen de wagt be- volen lieten, zeggende „ dat 'er voor hun „ geen vyand was." Megen ftak terftond over op Waterland met zyn volk, en trok Brederodes knegten agter na, die, pas voor zyne aankomft te Medenblik, toen eene o- pen plaats , in negen boeijers en eenige kleine vaartuigen , fcheep gegaan waren. Des deedt hy de zynen treeden in eenige razeils, die aldaar op de reede lagen, met meening om hen te agterhaalen. Doch daar viel niets dan een fchutgevaarte voor, en zy raakten, onbefchadigd , te Ypefloot, by En ver- Amfterdam, aan den Muiderdyk. Hier tra- Iaaten den zy aan land, en ftreefden, langs den weg, Holland. ^je jjUn te vooren geweezen was, door de Veluwe en Betuwe, naar HetuTen, daar zy
over den Ryn trokken, de vendels fcheur- den, en verliepen (j). (tv) A. Pauw Relaas, il. 8.
(x) Refol. Vroedfch. N. 2. 19 April 1567. ƒ. «ï.
Cj) HOOfT IV. Boekt *A »H«
|
||||
I
VlII.BoÉfc. Geschiedenissen. 2^7
In deezen ftand der dingen, begondende 156*7.
Gereformeerden te Amfterdam, en allen, Vlugt die zig in de voorige beroerten meelt, bloot der Ge- gegeven hadden , om vlugten te denken.refor- Men ftelde vaft, dat de Stad wel haaft be-meerAden
1 1 uit Am-
zetting zou moeten inneemen, en de gevoi- fl.er(iain.
gen hiervan ftonden elk akelig voor oogen.
Des bellooten veelen, zig ce fpoeden naaf Embden, thans de gemeine toe vlugt def vervolgden* Sommigen verkreegen, voor hun vertrek, brieven onder Stads zegel , meldende hoe zy zig, altoos, eerlyk, ge- trouw en befcheiden gedraagen hadden. Én zulk een getuigenis werdt, door Burgemees- teren, niet geweigerd, zelfs aan zulken* die by hen in 't oog liepen, en gehaat wa- ren, op dat zy hen daarmede loozen, en anderen, op deezer voorgang, ook op den loop helpen mogten. Eenigen, die't waag- den, onder het dekfel van zulk een getuig* fchrift, te blyven, vonden zig> naderhand, bedroogen in hun vertrouwen. Reinier Kant Reinier vertrok den negenentwintigften April, in Kant den avond. Den dertigften, werdt Laurens^ykt« Jakobszoon Reaal, wegens Burgemeefteren, re°s ^
verzogt, zig voor een' tyd wat aan een' kant k0bs- te fchikken, tot dat men zage, waar 't hee- zoon. nen wilde. Hy meende, men behoorde hem ^eaaI * eerft een eerlyk getuigfchrift, onder Stads f"uf Jf^ zegel, te verleenen, 't welk hem voor Pas- poort dienen kon. Men antwoordde, dat het Burgemeefteren, uit overvloed van be- zigheden , toen niet gelegen kwam ; doch datzy 't hem, op hunne koften, zouden na- zenden , indien hy hun te kennen gave, wer- Ili. Stuk. R waards |
||||
258 AMSTERDAMS IL Deel.
jr^- waards zyne reis flrekte. Hy zeide naar
p . . Medenblik; en ging daarop fcheep in een Waal, bocijer, met Frank de Waal, Matthys Jans- Matthys zoon, Bontverkooper, en Adriaan Kromhout, Janszoen met zyne Huisvrouw enDogtertjevanveer- jn. A' tien jaaren. Den tweeden May, kwam dit dn Tin ■%
Kroin- gezellchap te Medenblik, daar 't,den vol-
hout, genden dag, gewaarfehuwd werdt, dat ee- nige Ruiters van Alkmaar derwaards kwa- Zy wor- men %y ^eten z'g ftfaks, meteene Haring- den fchuit, uit de haven, op de reede roeijen, icherpe- daar zy, onder andere fchepen vol gevlug- 1 Vfr' te goederen, een Karveeltje vonden, met een kleinen jongen. Zy maakten nogtans zeil, en bragten 't onder Wieringen, daar hun de Schipper, die na hen uit Medenblik ver- trokken was, des anderendaags,verhaalde, dat zy naauwlyks onder zeil waren gegaan, of de ruiters, omtrent veertig fterk, waren hen in hunne herberge komen zoeken. Ook haddenze, op 't hoofd, gezien naar vaar- tuig , om hen agterna te zeilen. De Ara- fterdammers fchikten, ondertuffchen, ze- keren jongman naar Amfterdam, om de verzogte getuigfchriften voor hun vieren te vorderen. Doch men antwoordde , dat de verzoekers die zelven moeiten komen haa- ien. Zy, de wederkomfr. van den bode niet afwagtende, hadden den Schipper bewoo- gen, om hen op Vlieland te brengen. Doch hier vondenze zig in nog grooter verlegen- heid. Daar was noch fchuit, noch fchip,. noch pink by land, maar al wat zeilen kort met vlugtelingen naar Embden, Breemen en elders onder weg. Ook kwam'er, eer- lang, |
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 259
lang , fchryvens van Burgemeelteren van 15157*
Amfterdam aan den Schout van 't Eiland, met verzoek, van zekere vier perfoonen, waarmede Reaal en zyn gezelfchap befchrec- ven werden, in verzekering te willen nee- men , indienze daar komen mogten. Doch de Schout was, onlangs, overleeden,en de brief gekomen in handen van Adr'man Kor- neliszoon, voorheen Goudfmid te Alkmaar, doch nu op Vlieland woonagtig, daar hy't Schoutampt, by voorraad, waarnam. En deeze waarfchuwde de vier Amfterdammers, hun den brief toonende, en raadende, ter- ftond, te vertrekken. Zy wonden dan eene oude Krabbefchuit, die wel een half jaar in den grond gelegen hadt, by nagt, boven water, en ftaken 'er mede van land. Doch Loopen de fchuit was zo lek, dat zy 't naar Harlin-groot gen wenden moeiten, om daar in te loopen. ëev«™r Terwyl zy deeze Stad naderden, zagen zjj|Le* een gewapend fchip, welk een ander aan boord lei. 't Was het Oorlogsfchip van Ernfl Mulart, Kapitein des Graaven van Aremherg, Stadhouder van Friesland, die hier de Heeren van Batenburg, de Friefche Edelen, Sjoert Beima en Hartman Galama, Jonkheer Jakob van Ilpendam en andere vlugtelingen, tot omtrent honderd in getal, gevangen nam. De Amfterdammers hiel- den , op 't gezigt van 't Oorlogsfchip, fchoon zy toen nog niet willen wat 'er gaans ware* af, en zeilden naar 't Wad, den Abt ge- naamd. Hier zogtenze hun vaartuig, met het linnen, dat zy by zig hadden, 's nagts i zo goed als zy konden, van buiten digt te R % rnaa*
|
|||||
N
|
|||||
26o AMSTERDAMS IL Deel.
1567. maaken, en bragten 't dus, na veel fukke-
Kome *ens en £evaars > eindelyk, den twee entwin- behou- tigften May, behouden te Embden aan; den te daar zy veele bekenden vonden, die zy te Einbden. Amfterdam gelaaten hadden; en die,na hun vertrek, gevlugt waren. De drie Predikan- ten , Jan Arendszoon, Pieter Gabriel en Ni- colaus Scheltius, begaven zig ook naar Emb- den , daar zy , immers Gabriel en Schel- tius , nog door de Amfterdamfche vlugte- lingen onderhouden werden, mids zy ver- bonden bleeven aan de Amfterdamfche Ge- meente. Scheltius werdt, federt, beroepen in de Gemeente van Embden, daar hy, in 't volgende jaar , aan de peil: overleedt. Gabriel raakte, in 't jaar 1572, te Delft in dienft; doch ftierf, 's jaars daarna. Jan Arendszoon kwam nog wederom, als Leer- aar, in zyne Geboorteftad, Alkmaar, daar hy, in 't jaar 1574, geduurende de bele- gering , zyne dagen geruftelyk eindigde (Sï). De Re- Het vlugten te Amfterdam, en de fcherp- geering heid der Wethouderfchap was toegenomen, en Bur na dat men tyding gekreegen hadt, dat Ft- gery van ^;J van ^ Aldegonde, Heer van Noircarmes, dam ar- die Z1ë? onlangs, van 's Hertogen bofch en beiden , Maaftricht verzekerd hadt, in aantogt was, vergeefs, om ook Amfterdam, op laft der Landvoog- om van feffe, te voorzien van bezettinge. De Wet- timf ver- houderfchap was zo weinig gezind als de fchoond Gemeente, tot het inneemen van vreemd te bly- Krygsvolk (V). Doch 't bleek haaft, dat
ven. , men (z) R.EAA.L hy BRANDT I. Deel, l/L 4J7, 458 , 4JJ>.
Hooi*T IV. Boek , hl. 148. (a) Refol. Viocdfch. N. l. 3 May is&7> /". 83 ver/o. |
||||
VIII.BoEK. Geschiedenissen. 261
men'er, tenHove, fterk op gefield was. 1567.
Op den vyfden May, vertrokken, op ver- zoek der Burgemeefler en en Raaden, A- driaan Pauw en Herman Roodenburg, uit naam der Gemeente,nevens Burgemeefler Joofl Buik , naar Antwerpen , om by de Landvoogdefle, die zig toen aldaar bevondt, te bewerken, dat men de Stad verfchoonde van bezettinge. Doch te Rotterdam geko- men zynde, ontmoette hun Burgemeefler Jan Klaaszoon van Hoppen, die van Ant- werpen naar Amfterdam keerde, en, binnen vier dagen, te rug moefl zyn, om antwoord te brengen aan Vrouwe Margareet „ of men j, den Heer van Noircarmes en zynekneg- j, ten, met gemoede, wilde inneemen of „ niet (&) ?" Zy reisden egter voort. Maar te YlTelmonde , zagen zy reeds tagtig of honderd fchepen met.foldaaten, die den Ys- fel opvoeren naar Gouda, met meening om vervolgens naar Amfterdam te trekken. Nog- tans, lieten zy niet na hunnen lafl te vol- voeren , te Antwerpen. De Penflonaris Meefler Adriaan Sandelyn flelde , den ze- venden , een Verzoekfchrift op aan deLand- voogdefle,welk vervolgens ingeleverd werdt. By het zelve, begeerde men gelyke voor- waarden, als aan die van Antwerpen ge- gund waren. Doch daarop kwam geen an- der befcheid, dan „ dat de Landvoogdes „ genade voor de Stad zou tragten te ver- „ werven van den Koning, met uitzonde- „ ring nogtans van de hoofden der oproeri- „ gen,
(p) Refol. Vroedfcli. N. i. c May 1507. ƒ. 8+ vtrfo.
R3
|
||||||
2Ó2 AMSTERDAMS IL Deel.
1567. » Sen » Leeraars en voorftanders, beeld-
„ itormers en diergelyken; mids men de „ bezetting, door haare Hoogheid, naar de De Heer 5, Stad gefchikt, inname (c)" Twee da- vanNoir-gen laater, op den negenden May, trok de carmes jjeer van Noircarmes, met zyne knegten in met vier Amfterdam , zonder dat 'er iemant tegen vendelen kikken durfde. Hy was, 's daags te vooren, knegten, reeds voor de Haarlemmer-Poort ge weeft, in de begeerende binnen geJaaten te worden. Bur- gemeefteren , de Vroedfchap en de drie Schutteryen byeen geroepen hebbende,lei- den zyn verzoek in beraad: en in aanmer- king neemende, dat hy uit naam der Land- voogdelle iprak, en eenige metaalen ftuk- ken by zig hadt, om de Stad, in geval van weigering, met geweld aan te taften; be- floot men van den nood eene deugd te rnaa- ken. De poort werdt, den negenden, ten vier uuren des morgens, op bevel van Bur- gemeefteren ^ wyd open gezet. Ten zes uuren, trokken 'er vier vendelen Hoogduit- fche knegten van den Graave van Overflein binnen, tot op de markt. Maximiliaan de Hcnnin, Graaf van Bojfu, die, door de Land- voogdefle, onlangs, by voorraad, tot Stad- houder van Holland, Zeeland en Utrecht, aangefteld was (d), en de Heer van Noir- carmes traden voor uit. De knegten wer- den, ten zelfden dage, by de burgerye, Koomfchen en Onroomfchen, onder dak ge- De holpen. Het Minderbroeders-Kloofter werdt Room- op. (c) A. PauwT^ctens, Ut,BOR III.Hoek,il. uo. [17©.]
(d) Rcpert. tl, 131.
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 263
opgeruimd. Kn des anderendaags, werden 1567.
de Moniken, na 't houden van eenen pleg- fche tigen ommegang, wederom derwaards ge-Gods- leid (e). Op den twaalfden, werde, op den dienftoe- naam van Noircarmes en van Schout,Bur-fen"?8 gemeefteren, Schepenen en Raaden, afge- herfteld, kondigd „ dat geene knegten, die te voo- „ ren in Stads dienfl geweeft waren , en „ vooral ook geene burgers,.zig gewapend „ opdeftraat zouden hebben te vertoonen. Rïe der „ De heimelyke en openlykeVergaderingen Ge*eJj°r- „ van die van der nieuwe Religie binnen deverl)00_ „ Stad of derzelver Vryheid werden verboo* den. „ den: ook het veilen en verkoopen van „ verdagte boeken , en de oefening van „ eenigen anderen Godsdienft dan den ou- „ den Roomfch-Katholyken;" tot waarnee- minge van welken, de Kerken wederom gezuiverd , herfteld en van beelden en altaaren voorzien werden. Eindelyk, werdt ook belaft „ dat de burgers zig, in geval „ van merkelyke opfehudding , binnens „ huis moeiten houden;het ftilïenderzelve „ den Overfte der bezettinge en der Wet- „ houderfchap alleen aanbevolen laaten- ,,de(/)." De ingezetenen waren, ondertuffchen »Keuren
den laft der inlegeringe zo ongewoon, dat ?P de zy meermaalen nalieten , de knegten van l?leSe- bedden en ander gemak te voorzien, waar- »t K?ygs. tegen , den zevenentwintigften May , ge- volk.b zorgd werdt, by eene Keure, gegeven op de
(e) DAPPER II. t96. COMMELIN , il. Ï02O.
Ut Kcuib. F, ƒ. 141 verf« - M
|
||||||
264 AMSTERDAMS II. Deel,
1567- ^e naamen van ^en Graave van BoiTu, en
van myne Heeren van den Geregte (g). De Bur- Maar, drie dagen laater, werdt, op de Schutters ze^^e naamen, en op uitdrukkelyken laß worden der LandvoogdeiTe, bevolen, dat alle ïchut* ontwa- ters, burgers en ingezetenen hunne wape- pcnd. nen 0p der Stede bushuis moeden brengen (ä): welk bevel egter niet zo flipt werdt naargekomen, of men vondt geraaden, het, den agtentwintigflen Juny, nog wederom te vernieuwen (i). Wat laater (r), werdt ook belaft „ dat de foldaaten, die by de inge- „ zetenen begeerden in den kofl; te zyn, zig |
|||||||||||
55
35 |
met huismans Ipyze en roggenbrood zou-
den moeten te vrede houden, en vyftien |
||||||||||
, ftuivers ter weeke, voor ieder man of
„ vrouw, en zeven en een halve fluiver, 3, voor ieder kind , betaalen. Doch zo zy 3, hunnen eigen' kofl begeerden te houden, „ zou men hun alleenlyk een bed, vuur en 3, licht, en zout en azyn behoeven te ver- „ fchaften (£)." OndertmTchen, bleeven deeze knegten niet lang in Amllerdam. Op den eerften July, was reeds met de klokke afgekondigd, datzy, binnen korte dagen, Honden te vertrekken (7): 't welk ook, eer- lang, gebeurde. Doch men ontving, wat laater, wederom andere bezetting in de Stadf Op den vyfden December, trokken 'er vier ven-
(g) Keurb. F. ƒ. 244.
\hj KefoJ. Vroedfch. N. 2. 22 May ïs6j. f. g; verft.
Keurb. F. f. 244 ver/o. (i) Keurb. F. /. 24g. (k) Keurb. F. ƒ. 249. (/; Keurb. F. ƒ. 24g ver/o. (1) Den negenden July.
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 265
vendelen onder den Kolonel Schauwenhurg 1567,
binnen (m). Midlerwyl, was het Spaanfche Leger, DeLand'
op den vyfden May , te Kartagena inge- voogdes, fcheept naar Genua, om van daar den togt, ^c,rwjc" te lande, voort te zetten naar de Neder-steden landen. Men wift hier nog niet beter, of en Am- de Koning zou , te gelyk met dit Leger, fterdan* herwaards komen:.'t welk, onder anderen,in ^,^"
, • r TT rj zonder, uit eenen bner van Viglius van ^M-varTsKo-
c he M, den vyftienden Juny, uit Antwerpen nings
gefchreeven, afteneemen is («),DeLand-aan(iaan-
voogdes zelve, fchreef, den derden July, aan |*e °J[er"
de Wethouderfchap van Amfterdam en van om *
de Steden.in 't gemeen „ hoe de Koning
5, haar, onlangs, hadt verwittigd, dat hy
3, zo fpoedig niet zou können herwaards
„ komen als hy gemeend hadt; docheven-
„ wel ftaat maakte, om de reis, nog voor
|
|||||||||
5)
35 55
|
't einde van den Zomer, te zullen können
aanneemen: waarom zy haar vermaande,
openbaare gebeden te laaten doen voor
|
||||||||
„ den Koning, zo dra men verflaan zou,
„ dat hy fcheep gegaan was." Zy voegde
hierby „ dat de Koning niet voorhadt,
„ Land of Steden te komen bederven; maar
„ dezelven alleenlyk te bewaaren by 't ou-
„ de Katholyke geloove; weshalven elk zig
„ geruilelyk op 's Konings goedheid ver-
„ laaten, en aan zynen gewoonen arbeid of
5, beroep blyven kon, zonder ten Lande uit
>, te vertrekken; welk laatfte genoeg was
„ om
(m) Refol. Vroedfch. A'. z. 6 Dec. ij67. ƒ. 89 ver/o.
(n) Viglius ad HOPPE«. Epift. XXXVII. in Aual.ÜQlg. Tom, J. P. II. p. 4J3. K 5
|
|||||||||
z66 AMSTERDAMS II. Deel.
1567. M om hen's Konings genade onwaardig te
„ maaken." Zy beval, wyders „ goede aan- „ tekening te houden van zulken, die ver- „ trokken waren, of wilden vertrekken, en „ vermaande alle afgeweekenen tot den „ fchoot der Kerke weder te keeren, en de „ hand te leenen tot het herftellen der ge- „ pionderde Godsdienftige Gefügten : 't „ welk de eenige weg was, om 's Konings „ gunft te herwinnen." Men vondt, hier ter Stede, geraaden, deezen brief openlyk af te kondigen, op den vyftienden July(o): waardoor de verwagting van 's Konings o- verkomft, veelligt, nog gevoed werdt by eenigen ; doch waardoor , te gelyk, de meefte Onroomfchen vervuld werden met De Ko- vreeze voor deeze overkomft. Het vlugten "in£ nam dan eer toe dan af, na het verbod. De ter, en' angft vermeerderde, toen menberigtkreeg, de Her- dat de Koning agtergebleeven, en de Het' tog van tog van Aha> wiens flrengheid men kende, ^ a aan 't hoofd des Spaanfchen Legers, in 't ver> begin van Auguftus, te Luxemburg aanger komen was (p). Hy nam, kort hierna, al 't bewind derRegeeringeaanzig,deedt,op den zevenden September, de Graaven van Egmond en Hoorne en andere voornaame Perfoonen in hegtenis neemen, en regtte * nog voor 't einde der gemelde maand, te BrufTel, eenen Raad der Beroerten op, waar- voor alle zaaken, die de minfle betrekking tot de voorige of tegenwoordige opfchud* din-
(e) Keurb. F. ƒ. :yo.
(p) VlGJLlUS ad HOPPERUM Epijf. XXXIX. p. 4J7.
|
||||
VIIÏ.BoEK. Geschiedenissen. 267
dingen hadden, gebragt en afgedaan wer- 1567*
den. Al 't welke zulk eene groote ver- baasdheid verwekte onder 's Lands ingeze- tenen , dat elk byna, die zig aan de zyde der Onroomfchen gehouden hadt, het Land ruimde, in zulk eene menigte, dat dezelve, in 't begin van September, reeds op meer dan honderdduizend begroot werdt (4). De Wethouders der byzondere Steden, indaa-
die wel zogten te flaan ten Hove, volgden ging van de ftrengheid des Hertogs van Alva na, zo gevlug- veel zy konden. Te Amfterdam, werden, ÏÏ^J^ op den zesden September en federt, een ^am. " groot getal van uitgeweekenen met de klok- ke ingedaagd. De indaagingen , die, ten deezen tyde, gefchiedden, zyn, naderhand, in de Regiflers der Stad doorgehaald (r), vermoedelyk, om dat, onder de ingedaag- den, luiden geweeft zyn, die, zelven, of welker nabeftaanden, eenige jaaren laater, in 't bewind der Regeeringe hier ter Stede geraakt zynde, zig eene regtspleeging tot hoon rekenden, daar zy, by de nakomeling- fchap, eer van gehad zouden hebben: hoe- wei Hooft fchryft, dat de Roomfchge- zinde Regenten, toen zy aan het duuren hunner Regeeringe begonden te mistrou- wen, verfcneide vonniffen, in 't Schepen- boek, uitgefchrapt, en met groote zorg- vuldigheid verduifterd hebben (x). Hoe 't zy; wy können, hierom, de naamen dee- zer
(f) Vaderl. Hift. VI. Detl> hl. 248, *4J, *Jof *JL
(r) Keurb. F. ƒ. 254 verfê. i$i , 2jj ver/o. ij6 verft* 257 ver/o. zjg ver/o. 262 , 26j , 268, 2«* vtrfi. (s) HOOFT V. ßtt\t H. 194. |
||||
26*8 AMSTERDAMS II. Deel.
v zer ingedaagden niet opgeeven. Van elders,
* <* blykt, dat ook eenigen, ten deezen tyde, Pietcr nier ter stec}e, in hegtenis raakten, en on- zoon ^er anderen Pieter Janszoon Kies, wien tot Kies misdaad aangerekend werdt „ dat hy de wordt ge- „ hand gehad hadt in 't pionderen van 't bannen. j? Minderbroeders-Kloofter ; dat hy den „ Predikant Jan Arendszoon ter Stad in-en „ uitgeleid hadt, en dat hy de wapenen hadt „ gedraagen tegen de Wethouderfchap." Hy hadt zig, op den zesden Juny, onder- vraagd zynde, beroepen op zyn Burgerregt, volgens welk hy verftondt, dat de Schout tegen hem bewyzen moeft, en hy ongehou- den was op ondervraagingen te antwoorden (t). Sedert wifl hy zig, by den Stokhou- der en Onderfchout, Dirk van Breemen, los te koopen (u), ontfnapte uit de hegte- nis , en werdt, op den twintigflen Septem- ber, tot op eene myle buiten de vryheid der Stad, gebannen, op verbeurte van den Nog agt hals (V). 't Zelfde vonnis werdt, den twin- auderen. t]gften November, geveld over Dirk Loefs- zoon Vlaskooper^ Kornelis Janszoon Kofter, Jan Janszoon Kies, Egbert Pieterszoon, an- ders Kapitein Vink , Henrik Thomaszoon Laars, Klaas Gysbrechts des Harnafchvee- gers Zoon, Henrik Janszoon, derStede Smid, en Jan van Keulen, Groffmid, die allen met de klokke ingedaagd; doch niet verfchee- nen waren (w). De huizen der voorvlugti- gen
(*) Confeflleboek van ij Jan. i$64. tot 19 Aug. i$ij,
(») Reaal by bkandt I. Deel, bl. 4S8. (v) Scnrenr. ren tyde van Alva > II. 17*. (w) Scn:ent. ten tjde van Alva, tl. 288. |
||||
VIII.BoEK. Geschiedenissen. 269
gen hier ter Stede waren, ondertulTchen, 156*7.
aangeflaagen. De Schout Pieter Pieterszoon vervoegde zig , ten deezen tyde, aan de Rekenkamer der Graaflyke Domeinen in den Haage, om te mogen weeten, hoe hy zig, omtrent deeze huizen, gedraagen moeft. De Rekenkamer gaf hem laft om dezelven te verkoopen. Doch, op nadere vertooning, dat zulks, in den tegenwoordigen tyd, niet dan tot groote fchade zou können gefchie- den, werdt hem bevolen, dezelven , ten befte mogelyk, te verhuur en (#); gelyk, federt, gedaan werdt. De Staaten van Holland, berigt gekree- oe Staa-
gen hebbende, dat' Vrouw Margareet van ten van Parma, op haar verzoek , van de Land-Holland voogdye ontflaagen, en de Hertog van Al- Jjjjfrj£~ va, in haare flede, tot Landvoogd verhee- Hertog ven was , beflooten , in January des jaarsvanAlva. 1568, hem deswege te gaan begroeten; ge- 1568. lyk zy, federt, deeden (<y)- De Stad Am- sterdam hadt hiertoe gereedelyk haare Hem gegeven. Doch die van Gouda waren,by't neemen van 't befluit, niet tegenwoordig geweeft. 't Schikte zig, te Amfterdam, alles naarDank-' 4
eene vlytige oefening van den Roomfchen dag, Godsdienft. Men belloot, het Minderbroe- ders Pand, op koften der Stad, van glazen te voorzien (2), en op S. Matthys dag, zyn- de thans den vyfentwintigften February, ee-
(x) Groot-Memor. Ar. II. ƒ. n<S ver/o, 117.
(y) Refol. Holl. 8 Jan. 3 , 7, y Febr. 1567. [ij68 ] il. 1,3,6,8,9. (?) Relbl. Vroedfch. N. 1. 1 Jan. 1568. ƒ. 91. |
||||
270 AMSTERDAMS II.Deel,
1568. eenen ptegtigen ommegang te houden, om
den Hemel te danken, dat de Stad, omtrent dien tyd, in 't voorleeden jaar, dikwils , voor oproer en bederf, bewaard geworden Nieuwe was 00* Voorts, werden, ten deezen ty- indaa- de, wederom veele voorvlugtigen inge« gingen daagd, om zig voor den Hertoge van Alva Jf Am* te komen verantwoorden, welker naamen, in de Stads Regiflers, zyn uitgedaan (Z>). Ook werdt, wat laater, bevolen, dat men de goederen dier voorvlugtigen zou hebben aan te brengen (c). Doch na dat de Raad der Beroerten de Graaven van Egmond en Hoorne, de Friefche Edelen Sjoert Beima en Hartman Galama, die in de Amfterdam- fche beroerten, geduurende het verblyf des Heeren van Brederode in de Stad, gemengd geweeft waren, en andere voornaame lui- den , op 't einde van May, en in 't begin van Juny, ter dood veroordeeld hadt (d), be- gon men, met eenigen, die hier ter Stede in hegtenis zaten, ook flrenger weg in te Outgert flaan. Out gen Korneliszoon, die in deezer Korne- Stede foldye ftondt, werdt, den twee-ei> wordt" twintigften der Jaatflgemelde maand, ver* onthalsd. oordeeld om onthalsd te worden „ om dat |
|||||||||
*>
9>
|
hy, dus luidt het vonnis, deel gehad hadt
aan eenen toeleg, om de knegten des Hee- |
||||||||
, ren van Brederode in de Stad te helpen,
„ en om dat hy het openen der Haarlem- „ mer poorte hadt helpen verhinderen, „ toen
(a) Rcfol. Vroedfch. N. s. 21 Feir. is61. f. 54.
{&) Keiub. F. ƒ. 27g , 282 verfo.
(c) Keurb. F. ƒ. 284.
ld) Sentent, van A^VA, U, 72, 73, 77,10,82,«$,
|
|||||||||
VIII. Boek. Geschiedenissen, njt
5, toen een der Burgemeefteren zig, van jcfó.
„ binnen, voor dezelve bevondt, om den „ Graave van Megen eenigen lyftogttoete „ voeren (e)" Ook werdt Klaas Janszoon Klaas Louwen, die, volgens zyn vonnis „ toen Jans- „ Brederodes knegten te Ouderkerk lagen, ^oon „ met den Overfte derzelven geraadpleegd, j£uJ*n „ en toen, naderhand, de Graaf van Megen gaieije „ die knegten vervolgen wilde, zig vervoegd geban- „ hadt by eenigen, die gereedfchap byeen nen* „ gebragt hadden, om de Reguliersbrug, „ welke de Graaf over moefl, af te bree- „ ken," omtrent den zelfden tyd, voor tien jaaren, op 's Konings galeijen gebannen (ƒ). Honderd Voorts, werden, by eene Akte op 's Ko- en meer nings naam, den negenentwintigften May, dan^ der- te Bruiïel gedagtekend, wel honderd 4^-SiJïf" endertig ingezetenen van Amflerdam ge- van Am- dagvaard, om,binnen drie weeken, tever- fterdam fchynen voor den Hertoge van Alvaof des- inSe- zelfs Gemagtigden, om zig, wegens hunne daaSd* vlugt, te komen verantwoorden. Zie hier de naamen deezer ingedaagden, die in de Akte zelve gebrekkelyk gefield waren; doch hier, uit vergelyking v^n verfcheiden' eg- te Hukken,verbeterd zyn; en onder welken zig veeien bevonden van de treffelykflen der Stad: Adriaan Reinierszoon in 't Krom,' bout, Meefter Willem Bardes, Henrik Frans- zoon , Koorenkooper, Piet er Pauw , Jan Meurlink, Willem PPalicbszoon, Lubbert Nuts, Stans
(t) Scntentieb. van i6 Apr. ijfitf. tot 21 May IJ71. ƒ.
Ci verft. Zitotk. DAPPER bl. IJ7. Commelin bl. 1021. (f) Sententieb. als voeren, f. jj, git «oh. DAPPER» */.
ij>8. Commelin, bl. ion» |
||||
27a AMSTERDAMS II. DsÊL
Stans Bennink, Klaas Landsmoer, Frank ds Waal) Meeuws Pieterszoon, Hans Simons- zoon, Laurens Jakobszoon in de gouden Re- aal , Arend Hudde , Clement Volkertszoon, Henrik van Marken, Herman Perchyn, Dirk Ham, Filips du Gardin, Gerbrand Dominicus Opflager, Meefler Maarten Janszoon Kos- ter, Do£tor , Reyer Simonszoon van Nek9 Jan Willemszoon Wyngaard, Willem Kors- zoon , Houtkooper , Jan Janszoon in 't Hart, Hans Sprankhuizen, Arend Janszoon Koesveld, Henrik Korneliszoon, Metfelaar, Antoni, Ponjaardmaaker, Schoon Jan, Met-. felaar, Pieter Gerritszoon, Koorenkooper* Floris Roodenburg, Jan Perchyn, Egbert Roe- lofszoon, Frans Volkertszoon Koornhert, Jan Verburg, Jakob Bas, Hans Karpentier, Hen- rik Boeleszoon , Ernfi Kramer, Jtf^ Si- monszoon in de Hulk* Herman Roodenburg de Jonge, Thomas Gerritszoon Doesburg, y^w- dwx Koperßager in Neurenberg , Henrik. Egbert Roelofszoon , ƒ#« Siewertszoon in den Haan, JSTfaor Henrikszoon in de Sleutel, Pieter Komelis Dobbeszoon, Volken Siewerts- zoon in den Haan , Komelis Wynandszoon van Medenblik, Henrik Wouterszoon, Hoe- demaakerjP/tfterjfa/zj-Söo« »# ^» Brand vm
Delft, Maurits Janszoon, Zadelmaaker, Henrik Albertszoon , Koldermaaker , J^tz Willemszoon, Schoenmaaker, Aam Klaas* zoon, Killemaaker, Klaas Thyszoon, Goud- fmid, Henrik Snoekaart van Dordrecht, Ja- kob Hein , Lakenkooper , Jan Prins, Ha« ringkooper, Meefler Komelis, Schryfmees- ter, Henrik Snyder'm. 't Gravenflraatje} Hark- gen
|
||||
VIII.Boek-; Geschiedenissen." 273
gen of Henrik de Bakker, Tymen Meinderts- 1568.
zoon, Klaas, Boekverkooper, Goojfen Pauw, Kornelis Hillebrandszoon , gebynaamd Ge1?/- < flßftfr, Ä7<2a.r Duivel, Jan Bethszoon Rooden- burg , Herman Roodenburg , Henrik in de Hoppezak , Üey<?r Janszoon Wolf, Jakob Manke Koman, Klaas Olie, ^aftoZ» Schaal* maaker, /C/flfljr Paz/w, Jakob Janszoon Kos- ter in de Kalkoen, J/a»; Wolterszoon, Tie- leman Tielemanszoon, Apotheker, Klaas Jans- zoon Roele, Jakob Dirkszoon Warmond, Schil- • der, David de Goudfmid,Jan Jooflen, Met- felaar , Pieter Boom, Henrik Vaartgen, Schui- tevoerder , Kornelis Albertszoon, Bergervaar- der , Jan Smid , Koorenkooper , Kornelis Barcndszoon in de Pot, Jan Pieterszoon Zwaaroog, Kornelis Floriszoon van Tellingen, Andries Boeleszoon in 't gouden Hoofd, Klaas Boeleszoon in Hamburg, Antone de Bakker op den Zeedyk, Fredrik Sieiiwertszoon in den Haan, Tsbrand Roelof szoon, Schilder, Antoni Korneliszoon, Wiffelaar, Jakob Roemer, Zoon van langen Roemer, Haringkooper, Henrik Clement szoon , Zeilemaaker , Jakob in de Roozekrans, Henrik Zweerts, in den Gro- ninger Tooren, Pieter de Boer op den hoek van de Kolk , Gaal de Metfelaar , Gerrit Janszoon , van Delft , Bouwen Janszoon Kramer, Geurt Gerritszoon, Verwer, Jakob van Amelen , Kornelis Rey er szoon , Willem Bol, Bakker , Huibert Pieterszoon, Lepel- maaker, Frank Maartenszoon, Tinnegieter, Gerrit de Smid op den Zeedyk, Stoffel Kors of Kous de Jonge, Melis Wiïlemszoon, geby- III. Stuk. S naamd |
||||
«
274 AMSTERDAMS IL Deel
X56S. naamdMallenraad,TsbrandAcoly.SimonThys-
zoon, Koorendraager, Jan in V blaauwe Paard, Snyder, Henrik Janszoon, Snyder, Gerrit Jans- zoon Kop, Jan oï Jakob Zegerszoon, Koekebak- ker, Kornelis Boom, Jan Lubbertszoon, Waag- draager, Jan Korneliszoon, op deOfTenmarkt, Slotemaaker , Willem Lubbertszoon in den Helm, Aal Pauw, Weduwe van WeffelVo- gel, Geert gen Martern, Weduwe van Gys- brecht Janszoon, Marytje Mentelbeeks, Ja- kob Klaaszoon, Wagenaar, buiten de S. Anto- nis Poort, Meefler Piet er Mol, Doólor in de Medicynen, Barend Janszoon in den En- gelfchen Dog , Laurens Makelaar, geby- naamd het houten aangezigt, Pietertgen, We- duwe van Meefler Nanning, Duifje Splin- ters , Weduwe van Klaas Splinter, en Lys- Befchul- bet in de zilveren Reaal,Weduwe vanP/e- 'digingen ter Meeuwszoon, Koorenkooper. Men be- ten hun fchuldigde deeze luiden „ fommïgen, dat nen a e.^ Zy zig op enlyk gedraagen hadden alsCon- „fiflorialen, dat is, als Gereformeerden; „ anderen, dat zy de wapenen tegen de „ Wethouderfchap hadden opgevat, en zig, „ in February des voorleeden jaars, aan de „ derde beeldbreeking fchuldig gemaakt; „ wederom anderen, dat zy den Predikant, „ gewapend , geleid hadden ter plaatfe „ daar hy prediken zou, tegen den wilder „ Wethouderfchap; en veelen, eindelyk, „ dat zy hunnen verworpen Godsdienfl, „ gelyk dezelve genoemd werdt, hadden „ geoefend, en naar de wyze van den zel- „ ven , doen doopen , trouwen en be- „ graa-
|
||||
/
|
|||||
Vm. Boek. Geschiedenissen. 275
„ graaven (g)" Doch niemant der inge- l5<$g, daagden verfcheen voor den Raad der Be- roerten, weshalve zy, genoegzaam allen, en nog drie of vier meer, op den eerden September, voor altoos, uk 's Konings Lan- den gebannen werden , met verbeurdver- klaring van goederen (/;). Onder deeze ballingen, was ook Willem Uiteinde
Dirkszoon Bardes, gewezen Schout van Am- van wu- fterdam,die,nadat hy verlaatengeworden Dirkg. was van zyn ampt,zig openlyker gehouden ZOOn hadt aan de zyde der Onroomfchen. Men gaf Bardes, hem zelfs, uit twyfelagtige getuigeniiren en gewezen tekenen, naar, dat hy de beroerten hadt van Am. helpen ftooken, en , ten dien einde, ver- fterdam. ftand gehouden met den Prinfe van Oranje, met den Heere van Brederode, en in fyfer met Dirk Wolkaartszoon Koornbert; ja^dathy zelfs eenen Kalvinifchen Leeraar in den Haage gebragt hadt. Hy raakte, eerlang, tentïoveinhegtenis; werdt, na lang zit- ten , by goeddunken van den Raad der Be- roerten, ftrengelyk gefolterd, en zelfs met roeden gegeelleld, in den ouderdom van zeventig jaaren. En fchoon hy dit alles, met onbezweeken moed, uitftondt, zó dat de Raad hem zuiver fchouwde van' de be- roerte ; hy werdt, nogtans, onder voor- wendfel dat hy aan andere zydgangenfchul- dig was , aan de lange koorde gehouden. . Ook hieldt men eene groote fomme gelds in , die de Koning hem fchuldig was. De fcheu-
(g) Tte Bofc Auth. Stukken, I. Dtel, H. HJ. COM-
Mll-IN tl. 1016. (b) Sentent. van AJ.VÄ » hl. 12*,
Sa
|
|||||
276 AMSTERDAMS IL Deel.
i c6S. fcneiiring des Lands hierop volgende, voeg-
de hy zig aan de zyde der Bondgenooten: 't gene oorzaak was, dat zyne meefle mid- delen, als gelegen onder Amfterdam, welk dé Spaanfche zyde hielde, hem te onbruik werden gemaakt: 't welk hem niet alleen, zyne gezondheid, maar ook eindelyk zyn verlïand koftte: een ramp, die zyn en eeni- gen broeder, Meefler Klaas Hein, zo diep ter herte ging, dat het hem ook het zyne ontfïelde. In zulk eenen deerlyken toeftand, en eene behoefte, die hem, gewoon adelyk te leeven, al federt eenigen tyd,verboodt wyn ter zyner tafel te nuttigen, bragt Bar- des het overfchot zyner dagen door te Delft, daar het den Prinfe van Oranje, hem aan- Ipreekende, naderhand, beklag en traanen afdrong, dat zo eêl een verfland derwyze geknakt en vervallen was (/)- Aan Willem Bardefius, Kleinzoon van den Schout, werdt, door de Staaten van Holland, in den jaare 1603, nog eene rente van tweehonderd pon- den 's jaars toegelegd, wegens twee-ender- tig honderd ponden, die de Grootvader,by zyne laatfte Schouts-rekening, te vorderen gehad hadt (k). Egbert Doch te Amfterdam raakten, in 't jaar Mey 1568, nog andere luiden in lyden, en on- zoon ^er Meezen»^rie welgeagte burgers, die zig Alfert des luttel gehoed hadden, Egbert Meinerds- Henriks- zoon, Alfert Henrikszoon en Pieter de Wit. zoon en Egbert Meinerdszoon was een Huidekoo- per,
(i) Hooft II. Beek, hl. 6t.
Ik) RefaJ. Holl, s Aev. 10*3. H, 21 r.
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 277
per, een zeer bemind man, uitfteekende 1568.
in de Rederykkonft , de weetenfchap dier pieter tte eeuwe hier ter Stede, ook Factoor van de Wit ter Rederykers, en Vader van Sebafliaan Eg- doocJ bertszoon , die , naderhand , om zyne ge- ™v ee leerdheid, zonderling in de Geneeskonft, en orn zyne gemaatigdheid in Geloofszaa- ken, vermaard, en meermaalen Burgemees- ter der Stad geweeft is. Van Egbert heb- ben wy, in 't voorgaande boek (/), verhaald, hoe hy, Hopman der Burgerye zynde, by toeval, gekomen,in 't gefchilderd Kamert- je op 't Stadhuis, daar de Gereformeerden vergaderd waren, het Verdrag van den der- tigften September des jaars 1566 mede on- dertekend hadt. Hy hadt, hiervan bewuft, kort na 't vertrek des Heeren van Bredero- de, in beraad geftaan, om de Stad te ver- laaten; doch zig tot blyven laaten overhaa- len, door de Burgemeefteren Jooft Buik en Simon Kops, die hem voorhielden „ dat „ hy omtrent vyftig jaaren oud was, en „ nergens Amfterdam vinden zou; dat hy, „ blyvende,* geen gevaar liep, of zo 'er „ gevaar opkwame, dat zy hem, bytyds, „ zouden waarfchuwen." Zelfs verleenden zy hem,den negenden May des jaars 1567, een Getuigfchrift onder Stads zegel, mel- dende hoe hy, aldaar, ten goeden naame en in geene opfpraak ftondt van ketteryeof wangedrag: op welk getuigfchrift, hy, ge- lyk men hem voorhieldt, te Antwerpen en elders, geruftelyk, zynen Koophandel dry- ven (!) Biadz. ,w.
S 3
|
||||
1
|
||||||||
/
|
||||||||
tß AMSTERDAMS IL Deel.
1568. ven m°gk Alle deeze redenen golden meer
' by hem dan de brieven en 't mondeling fmeeken van zynen Zwaager, Laurens Ja- kobszoon Reaal, of andere vrienden, die hem rieden, te wyken.Hy bleef dan; doch werdt, op den tweeden Maart deezesjaars, aangetafl by den Onderfchout, vaftgezet, en wel drie maanden onverhoord gelaaten. Daarna werdt hy terpaleie veroordeeld, en gepynigd. Doch hy ltondt de pynbank niet flegts door, maar 't bewys, door den Schout tegen hem ingebragt, werdt ook valfch be- vonden. De oudite Penfionaris, Meefler Adriaan Sandelyn , verklaarde zelfs, van verftand te zyn, dat men hem behoorde te ontflaan. Nogtans liet men hem zitten, en den Schout Pieter Pieterszoon tyd, om de zaak in den Raad der Beroerten te brengen. Hier werdt hem, door deezen, te lafl ge- legd „ dat hy niet flegts, van over lange „ jaaren, voor Lutherfch berugt geweelt „ was; maar ook het Verdrag van den der- „ tigften September des jaars 1566 onder- „ tekend hadt." Ook werdt hem totfchuld aangerekend „ dat hy de aalmoeffen der „ Geuzen-Kerke hadt helpen vergaderen." Hierover werdt hy dan, op aanfehryvens van den Raad der Beroerten, den negenden Ocfcober, verweezen, om met den zwaarde Bgbert geregt te worden. Maar in den kerker was Mei- hy van waterzugt bevangen, waaraan hy, zomi' we^ te Pas' 's avonc's te vooren,overleedt.
fterftin De Schout hieldt, eenige uuren voor zyn degevan-ver/cheiden, fterk aan by Doclor Laurens, genis. (jje gver hem ging, om den kranken, met eenig
|
||||||||
Vin. Boek. Geschiedenissen. 179
eenig geneesmiddel, zo lang 'm 't leevente 1568.
houden, dat men hem, gebonden op een' ftoel, ten befremden tyde, mögt können onthalzen. Doch de geneesmeefter ant- woordde „ dat hy geen God was, die 's „ menfchen leeven in zyne hand hadt, en „ dat de lyder, zyns oordeels, den mid- „ dernagt niet haaien zou." De Schout fcheidde hierop, kwalyk te vrede , van hem; doch deedt, naderhand, het doode lyk in den kerker onthoofden, en door eeni- ge Cellebroeders kiften, en 's nagts ter aar- de beftellen, digt by de Boekery aan de nieuwe zyde, ooftwaards van den zuider ge- vel der nieuwe Kerke, op 't elendige Kerk- hof, zo genoemd, om dat het ongewyd was, en om dat 'er geene anderen begraaven wer- den , dan die, door beuls handen, gedood, of, zonder de Sakramenten ontvangen te hebben, geftorven waren (m). Alfert Henrikszoon, Bierfteeker, werdt Berchut-
te laft gelegd „ dat hy ter Preeke geweeftdiSingen „ was, het pionderen van 't Minderbroe- JJJ lJjJ „ ders-Kloofter bygewoond, en de wa«fertHen- „ penen tegen de Wethouderschap gedraa- rikszoon „ genhadt." En hieldt zyn vonnis in „ dat en Pietcr „ Schepenen, alles gehoord hebbende, op de wit* „ het goeddunken en den uitgedrukten laft „ des Raads der Beroerten, hem ten zwaar- „ de verweezen, met verbeurdverklaaring 3, zyner goederen, onverminderd Stads ge- „ regtigheden in alle andere zaaken." 't Von-
(m)-L. J. RZAA.L by Brandt I, Dedt hl. 4I6 tm%
Hooit V, Beek, tl. ijj. S4
|
||||
r
aSo AMSTERDAMS ILDeel.
I$68. Vonnis van Pieter de Witwas van den zelf-
den inhoud. Alleenlyk werdt, in het zel- ve , geen gewag gemaakt van eenig bevel des Raads der Beroerten. De Wit werdt befchuldigd „ dat hy de Preeke gehoord, „ de wapenen, als hoofd der oproerigen, „ gedraagen, den Hopman der gewoonly- „ ke Stads Wagt, die »door bevel der Wet- „ houderfchap, een rot foldaaten naarden », boom leidde, daarin belet hadt rook zou 3, hy den Gemagtigden der Overheid on- „ waardiglyk toegefproken, en over 't Ver- „ drag tufTchen haar en de Gemeente ge- „ ftaan hebben. Wyders, zou hy tegen- „ woordig zyn geweefl, daar Jan Broek 5, voorflelde, van Brederode, tegen 's Ko- a nings believen, tot Overfle der Stad op 5, te werpen. En eindelyk zou hy ook het 5) toevoeren van leeftogt aan den Graave „ van Megen hebben verhinderd." Doch 't vonnis fprak niet van iet, 't gene Hooft van verfcheiden' oude luiden hadt hooren vernaaien, te weeten, dat de Wit, als de Burgers tegens eikanderen fchrap ftonden, een roer, geveld op Joofl Buik, verbooden hadt, te loffen; en dat men de gehoorzaam- heid , hierin aan hem beweezen, als een blyk van Bevelhebberfchap, opnam, en de behoudenis van 's Burgemeellers leeven tel- de onder de redenen, om den behouder Zy wor- he,- zvne te beneemen. Alfert Henrikszoon d^ont*" en ^eter ^e Wit gingen, den negenden Oc- haisd. tober, ter dood (n). In 't verbeurdverklaa- ren
(») Sentemieb. van z6 April is66. tot itjffay isit.f. 74.
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 281
ren van alle hunne goederen, werden de I5<58.
Privilegien der Stad,die niet gedoogden dat een Poorter, boven zynlyf, meer dan hon- derd pond uit zyn goed verbeurde, blyk- baarlyk gekrenkt. Ook viel, in het vonnis van Alfert Henrikszoon, hard te verduwen, dat Schepenen verklaarden, het zelve ge- veld te hebben,op uitdrukkelyken laft van den Raad der Beroerten,en gevolgelyk, in hun oordeel, bepaald geweeft waren (0). Doch zulke vonniffen waren thans gemeen hier ter Stede. Willem Korneliszoon Bofch- Twee man en Dirk Gerritszoon Praat, beide Koo- j££« rendraagers, werden, den vierdenDecem-lyde* de, ber deezes jaars, op gelyken voet, tenzeifde zwaarde verweezen. Willem werdt befchul-ftrafFe. digd „ dat hy de wapenen tegen de Wet- „ houderfchap en Katholyke ingezetenen gedraagen; het fmeekfehrift tegen 't aan- ]] neemen van meerder knegten getekend; '„ een half laft Rogge helpen brengen hadt „in zeftien tonnen, in ieder van welken, een vaatje buskruid ftondt, en welken j daarna aan Brederodes knegten te Viane gezonden waren, zonder dat hy zulks •
" der Wethouderfchap hadt aangebragt. ), Voorts, hadt hy de eerfte Preeke te O- „ verveen bygewoond, en nog onlangs, te „ Slooterdyk, daar hy federt eenigen tyd „ gewoond hadt , vergaderingen met het „ zingen van Pfalmen gehouden ten zynen ., huize." Dirk werdt voor misdaad aan- gerekend „ dat hy de wapenen gedraagen, » het
(«) HOOFT V. B:ek, hl. i?4-
S 5
|
||||
2%2 AMSTERDAMS II. Deel.
1568. » hßt Verzoekfchrift tegen 't aanneemen
„ van knegten getekend, en dikwils de Pree- „ ke bygewoond hadt (j>)." Op den twee-en- twintigften Juny te vooren, werden ookWein Adriaan Okkers Dogter, die't Lieve-Vrou- wen-beeldje in de Oude Kerke, met haaren toffel, geworpen, en haare dienftmaagd, Tryn Henriks, die de daad aangezien hadt (#), in eene wynpyp met water, op 't fcha- vot, verdronken. Haar man , Juriaan ter Meulen, werdt gebannen (V). Pieter De Wethouderfchap van Amfterdam Kaars wendde, ten deezen tyde^ alle mogelyke voorvvf- moe*te aan' om z*§ buiten belafling te hou-
tig jaa- den, wegens 't gene, in 't jaar 1566, ook xen, op op haar bevel, verrigt was. Hierom raakte de galeie Pieter Kaars, Kapitein der Nagtwagt, die, nen " °P ^ van Éurgemeeftcren» de wagt het
Minderbroeders-Kloofter hadt doen ruimen, in deezen jaare,in hegtenis. Men gaf hem naar „ dat hy lang geluiterd hadt, een groo- „ te Geus was, en door gefchenken aan de „ Geuzen verbonden." 't Laatfte zag op een rood Duitfch kleed, hem, door de O- verluiden der Kloveniers Doele, vereerd, alzo hy, een oud, ervaaren Krygsman zyn- de, die Keizer Karel den V., van zyne vroege jeugd af, in Italië, in Frankryk en inDuitfch- land, gediend hadt , de Schutters , fom- . tyds, in 't Hellen der flagorde, inde behan- de-
{f) Senteniieb. als veeren % f. 77,7». Zit eek Scntent.
ten tydc van Alva, bl. 34* > 344- (q) Zit II. Deel, VII. Beek, */• ito.
(r) Sententieb. alt vtertn , /. *o, KeAAI. by BiANPT
I. Dttlt bl. 4<t. |
|||||
. ■
|
|||||
VUT.Boek. Geschiedenissen. 283
deling van't geweer, en in andere krygs- j«6g4 oefeningen onderweezen hadt. Hy was, zeide men, een dienaar van Burgemeefteren, en liet zig, door het aanvaarden van zulke gefchenken , verbinden om den O verluiden en Schutteren tegen de Wethouderfchap ten dienft te flaan. Redens genoeg, om hem te bederven Hy werdt dan, tweemaal ge- pynigd zynde,den veertienden July, inden ouderdom van zeventig , voor nog vyftig ^ jaaren,op eene der Spaanfche galeijenver-
weezen (V). Zelfs is Laurens Jakobszoon zytl uit. Reaal, naderhand, voor waarheid verhaald, einde. dat men met den Roeimeefïer koop gemaakt hadt,om Kaars, in de Spaanfche Zee, over boord te werpen. Vaft gaat het,ten minfte, dat hy Spanje, daar de galei naar toe moefl, nimmer gezien heeft. Willem Maartenszoon Willem Kalf, Baljuw van Amllelland en Onder Maar- fchout van Amfterdam, was ook, over 'tte"szooa doen ontilaan der vier gevangenen, die de^1^ in plondering van 't Karthuizers-Kloofterhad- ongele- den bygewoond (t), in hegtenis genomen, genheid. en hy zou 'er, meent men, den hals nimmer doorgehaald hebben, zo Laurens Jakobszoon Reaal geen fchriftelyk blyk van den laflder Wethouderfchap tot dit ontflag onder zig j gehad, en hem daarvan een affchrift van Embden toegezonden hadt(w). MaarPf^r'cRoepesi Klaaszoon Zevenpenning, die eenige moed-van^w willigheid langs ftraat bedreeven, en onder iLSSJl anderen voor 't Stadhuis en op de nieuwe reling bruggeftraft.
(s) Sententieb. van z6 April x$66. tot 21 M*y 1578./. é+.
(t) Zie II. Deel, VII. Boek, tl 191-
(*) L. J. REAAt h BRANDT I. Dal, il. 4.I4,
|
||||||
284 AMSTERDAMS IL Deel.
1568. brug V'voe lt Gueux! geroepen hadt, werdt
den derden Auguftus wel ftrengelyk gegees* feld, voor tien jaaren op 's Konings galei* jen, en nog twintig jaaren daarenboven uit de Stad gebannen (v). Ook werdt zulk roe- pen, welk ook aan 't Kamperhoofd, en op de roode, nu de Doelenbmgge, gefchied was, den agttienden Auguftus, op Lyfftraf- fe, verbood en (w). Harpert Janszoon en Hendrik Janszoon, die ook deel aan de be- roerten gehad hadden, Averden, in deeze zelfde maand, met de dood geftraft (#). Anderen, die minder fchuldig geoordeeld werden , moeden, ten deezen tyde, hun 't Lyk bedryf met ban of geefleling boeten. Zeke- van Si- re Simon Janszoon, Blokemaaker, die der zoon Gereformeerde Leere toegedaan geweeft, wordt en, zonder de Sakramenten ontvangen te °pge- hebben, op het Geuzeveld , gelyk men 't graaven. noemcje | begraaven was, werdt, anderhalf jaar na zynen dood, in November deezes jaars, wederom opgegraaven, en onder de galge geplaatft; wordende, daarenboven, al zyne goederen, ten behoeve des Konings, verbeurd verklaard (y). jakob Terwyl men, te Amfïerdam, dus ftren- sïmovs- gelyk handelde, werdt het 'er langer hoe
zoon de onveiliger voor elk, die flegts den naam hadt, ^&. dat hy eenig deel hadt gehad in de jongfle naar beroerten. Jakob Simonszoon de Ryk , ge- Dan tzig. huwd met Margriete, Dogter van Nikolaas Hooft,
(v) Sententieb. van z4 April i$6i. tit 21 May 157«. ƒ.
6$ ver/o ■ (iv) Keurb. G. f. 3 verfi.
(x) Sententieb. als boven,/". «7, 69.
(yj Sentemicb. ah boven, f. 75 veft.
|
||||
VIII.BoEK. Geschiedenissen. 285
Hooft, deedt Koophandel in graanen te Am- 1 ^ gt
fterdam, en was, omtrent deezen tyd,be- tigt door den Schout „ dat hy, aan zekere „ Koorendraagers, een ton Engelfch bier „ ten befte gebooden hadt, zo zy de Min- „ derbroeders-Kerk breeken wilden." Doch deeze befchuldiging bleek verzierd te zyn. Naderhand, w er dt getuigd, hoe zy't bier, onder die voorwaarde, van hem geëifcht hadden, en hy daarop geantwoord „ dat „ de Minderbroeders-Kerk hem niet in den „ weg ftondt," waarna hy binnens huis ver- trokken was. Doch 't verzwygen van dit zyn wedervaaren maakte hem verdagt by de Overheid. Hy verliet dan de Stad, werdt openlyk ingedaagd, en, niet verfchynende, gebannen, met verbeurd verklaaring van zy* ne goederen, die federt aangeflaagen wer- den. Hy is, zo ik my niet bedriege, de- zelfde , die, in de groote Lyft der ingedaag- den en ballingen, hier voor (bl.272-274) op- gegeven, Jakob Simonszoon in de Hulk ge- noemd wordt. Zyne eigen en zyne Vrouws Moeder voorzagen hem, federt, van eenige penningen, waarmede hy naar Ooftland ver- trok, zig nederzettende te Dantzig, daarhy gelegenheid vondt, om zig,eenen tydlang, eerlyk genoeg te behelpen (2). Meefler Maarten Maarten Jans zoon Kofter, wiens naam, ins- Jans- gelyks ,op de gemelde Lyft, gefpeld wordt, zoon was ook de Städte bang gemaakt.De dienft, ^°^ef dien hy der Wethouderschap gedaan hadt, gdykJ"3' in 't bevorderen van de ondertekening der Over-
(z) HOOFT VI. Boek, il. "*.
|
||||
236 AMSTERDAMS II. Deel.
1568. Overeenkomfte van den dertigften Septem*
ber des jaars 156Ó, werdt hem nu tot mis- daad aangerekend, en eene oorzaak vari zyne vlugt, indaagingen ballingfchap (a). Adriaan Maar Adriaan Pauw hadt zig, tot omtrent Pauw $m aanvang van September, in de Stad van§td^üonthouden,zonder dat hemiemantgemoeid laatiten. hadt. Toen hadt hy, met kennis van Bur- gemeefteren , eene reis gedaan naar Brabant, tot bevordering van zynen Koophandel ; doch, den twee-entwintigften der gemelde maand, te Amfterdam te rug gekeerd zyn- de, verftondt hy dat de Schout onderzoek op hem deedt, wegens zaaken, die hy, op bevel van Burgemeefteren en Raaden, ver- rigt hadt. Hy vervoegde zig hierop met een Verzoekfchrift aan Burgemeefteren, om eene Akte van fchadelooshouding, wegens 't gene hy, na den tweeden. April des jaars 1567, op welken tyd,hem zulk eene Akte verleend was, verrigt hadt. Terwyl zyne Huisvrouw, Anna Jakob Lucas Dogter, op wier verzoek, Arend Korneliszoon Kool, die Roomfch, en Regent van 't Lieve-Vrouwe- Gafthuis was, eene verklaaring in voordeel van Pauw gedaan hadt (#);op zyne begeer- te , om antwoord op dit Verzoekfchrift aanhieldt, was hy andemaal naar Brabant, of een der andere Nederlanden vertrokken; doch kwam, in Oétober, nog wederom in Amfterdam, daar hy wel zes dagen vertoef- de, zig dagelyks langs ftraat vertoonende. Mid*
■ -
(a) L. J. Reaal h Brandt I. Deelt BI. 4?*.
(k) Cenificatie m»A. C. Cooju van z+Sept. i$6%.MS»
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 287
Midlerwyl, hadt men den Procureur-Gene- jrtfg,
raal van den Raad der Beroerten aangediend dat hy voorvlugtig was, en's Konings Lan- den reeds verlaat en hadt (c). Hy hieldtzig dan te Amfterdam niet langer veilig, maar begaf zig , nog voor t einde van O&ober, ter Stad uit. In November, werdt hy, met Worde nog drie anderen, voor den Raad der Be- i»ge- roerten, gedagvaard, tegen den agttienden daag • December, zonder dat hem iet anders te laft gelegd werdt, dan dat hy zyn kind, op de Kalvinifche wyze, hadt doen doopen (d): 't welk hy, in zyn F er haal (e) , erkent, in den aanvang des jaars 1567 , in de Minder- broeders-Kerke, gefchied te zyn, om ze- kere oorzaak tegen zyne Huisvrouw byge- bragt , die veelligt gehouden werdt voor den bejaarden Doop te zyn; na dat het kind, wel zes of zeven dagen,ongedoopt geblee- ven was, Hy vondt egter niet dienftig, voor den Raad der Beroerten te verfchynen ; maar, zig, te Antwerpen, met eenige Regts- geleerden, beraaden hebbende (ƒ), verzogt hy, fchriftelyk „ dat hem gegund mögt wor- levert „ den, zig door een' Gevolmagtigde te mo-tweo „ gen verantwoorden." Hy vertoonde te fchrilfcn gelyk „ dat hy., met eene vrouw en negen -m aan „ kinderen belafl, voor een' Zoon van on- den Raad „ ze Moeder de Heilige Kerke, by den De- der Be- „ ken en Paftoor der Stede," welker ge.roerten' tuig-
(tl A. Pauw Relaas, IL % , 9.
(d) Zie KOR Autli. Stukk. I. Dctl, l-l. 124. in COM.MK-
1.1N, *;. 1031.
(e) Bladz. $.
(J) A. Faüw ».elaw, bl. 9,
|
|||||
-\
|
|||||
1
|
|||||
288 AMSTERDAMS ÏI.DEEt.
j,£g tuigfchriften hy in handen hadt (g) „ be-
„ kend ftondt, en altoos als een goed bur- „ ger geleefd hadt, zonder zig ooit tot op- „ róerigheid, of tot het opvatten der wa- „ penen te hebben laaten vervoeren." Doch op dit verzoek, kwam geen ander befcheid dan Nihil en Comp ar enti fiat Juflitia, dat is, Hy verfchyne, en men zal hem regt doen (F). k5o. In January des volgenden jaars, werdt aan alle Secretarieën en Notariflen, by Plakaat, verbooden, eenige GetuigenifTen op te Hel- len , ten behoeve der ingedaagden: 't welk Pauw in nog grooter engte bragt. Zyn Ver- zo ekfchrift aan Bürgern e efter en van Am- flerdam was zyner Huis vrouwe, reeds te vooren, te rug gegeven, zonder eenig by- fchrift. Hy werdt, federt, andermaal voor den Raad der Beroerten gedagvaard (/): en verzogt toen, op nieuws, uitftel om te verfchynen tot op S. Jan, zynde den vier- cntwintigften Juny, op dat hy, die veele goederen van Ooiïerfche Koopluiden onder zig hadt, eerit zyne rekeningen met dezel- ven fluiten mögt. Hy deedt dit verzoek op wordt ge. den eenentwintigflen April (k). Doch, in bannen, plaats van 'er antwoord op te geeven, velde de Raad, den volgenden dag, een vonnis van ballingfchap en verbeurdverklaaring van goederen tegen hem, welk, federt, ter uit- voeringe gebragt werdt; hebbende men, reeds na de eerfle indaaging,zyne goederen doen
(/) A. Pauw Relaas Bylaigen, bl. itf.
(h) Zie Commfxin i bl. 1032. (i) A. Pauw Relaas, bl. 9, 10. ik) Ze CoMtfzxm, bl. 1032. |
|||||
Vin. Boek. Geschiedenissen. 289
doen optekenen (/). In dit vonnis, werdt 15^«;
hem , boven het laaten doopen van zynw h kind, op de Kalviniftifche wyze, tot mis- te lajj daad aangerekend „ dat hy de Preeke in gelegd 5, 't Minderbroeders -Kloofter doorgaands werdt 1 3, bygewoond hadt; dat hy de Wethouder- „ fchap eenige punten, met zyne eigen hand 3, gefchreeven, ten behoeve der Se&aris- „ fen, hadt aangebooden, waarby het af- 3, neemen der beelden, het fluiten der Ker- 5, ken, vryheid van prediken in de Stad , „ en om, in geval van ziekte, een' Priefter a, of Predikant te mogen ontbieden, naar „ zyn welgevallen, begeerd werdt: ook dat 3, de Priefters de Sakramenten in ftilte by M de zieken bragten, en dat men elkande- „ ren, ter zaake van denGodsdienil,noch „ met woorden, noch met werken, kwa- „ lyk bejegenen zou." Voorts, werdt hem te laft gelegd „ dat hy, nevens veele an- „ dere SectariiTen, in 't Minderbroeders« „ Kloofter, was geweeft, daar men zigver- 3, bonden hadt tegen de Wethouderfchap, „ en beflooten de klok te luiden, om 't volk 3, op de been te brengen; dat hy een der 3, afgevaardigden geweeft was van de mui- 3, telingen, die zig, op S. Matthysdag des 3, jaars 1567, in grooten getale, gewapend „ hadden tegen de Wethouderfchap, om op 3, dezelve te begeeren, dat zy naliete meer „ Katholyke foldaaten aan te neemen tot. 3, haare befcherming, onaangezien het haar» „ door
(l) A. *auw Relaas, kl. 9.
Hl. Stuk, T
|
||||
2Qo AMSTERDAMS IL Deel.
1569. » d°or de LandvoogdeiTe, toegedaan wa-
„ re (m)" Doch uit het voorig gedeelte deezer gefchiedeniiTe , is gebleeken , dat Pauw meeft alles, wat hem nu tot misdaad aangerekend werdt, verrigt hadt op verzoek of bevel der Wethouderfchap zelve; die zelfs hadt beloofd, hem voor naarmaaning Hy be- te zullen bevryden. Hy ontweek, federt, de geeft zig ftrengheid zyner regteren te Embden, daar Embden. ^7 z*& ophieldt, tot dat de tyden veran- derden. Pieter \.Tö gelyk met Pauw, waren nog drie an- Jakobs- clere Poorters van Amfterdam ingedaagd en zoon gebannen, te weeten, Meefter Pieter Ja- Leen- kobszaon Schaap , Leenaard Janszoon Graaft aardjans-Yzerkooper, in den Keizer, mDirkJans* zoon zoon Quintink. Schaap werdt tot misdaad Graaf en aangerekend „ dat hy de Preeke geduurig« Janszoon» lyk bygewoond^ en onder dezelve en by- Quintink,, de huizen, aalmöeifen verzameld hadt; worden „ dat hy het volk , door kwaadfpreekèn geban- ^ van de Wethouderfchap, tot oproer hadt Befchul- » aangezet; dat hy de Vergaderingen van digingen » den nieuwen Godsdienfl hadt bygewoond,- ten hun- „ waarin een Verzoekfchrift aan denPrinfe nenlaftc.„ van Oranje om vrye Oefening in de Min* „ derbroeders Kerke ontworpen werdt; dat „ hy eenige goede Katholyken hadt getragt „ te beweegen, om dit Verzoekfchrift te iV tekenen;dat hy gemeenzaamlyk verkeerd 3, hadt met Clement Volkertszoon Koorn~ w hert, een' der voornaamlte voorftanderen ,j van
|
||||||||
f ./
|
||||||||
(m) Sentent. van Alva, -U. m.
|
||||||||
JL ,...,..
|
||||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 291
„ van den nieuwen Godsdicnfl , ten wiens 1569.
3, huize, de heimelyke byeenkomften der „ SectarifTen gehouden werden." Graaf en Quintink werden befchuldigd „ dat zy, op j, S. Matthysdag, ook in de wapenen waren „ geweeft, en zig fterk met de voorleeden „ beroerten gemoeid hadden." Quintink in 't byzonder werdt te laft gelegd „ hoe hy, • „ in eene openbaare herberg, gezeid hadt, „ dat het der Wethouderfchap kwalyk be- „ komen zou, zo zy de Burgery niet van „ den eed ontfloeg; dat de Heer van Bre- „ derode ook in de Stad komen kon, wan- „ neer hy wilde; dat zy anderszins de poort „ om verre haaien zouden, en dat zy wel „ driemaal zo fterk waren als de Katholy- „ ken (rc)." Terwyl de vervolging dus hevig voort Onder-
ging, te Amfterdam, en alomme in de Ne- ircetnin- *">»• derlanden, hadt de Prins van Oranje zig , ^CT ^es in 't jaar 1568,door eenige Nederlandfche v^q. Edelen en anderen, laaten overhaalen tot ranje. het verzamelen van Krygsvolk in Duitfch- land. Een gedeelte van het zelve, onder Graaf Lodewyk van NalTau, behaalde eerfl eenig voordeel op deSpaanfchen;doch werdt, daarna, by Jemmingen geflaagen. Oranje zelf trok, met het overig gedeelte, in 't begin vart Oftober, over deMaaze, omAlvauittelokken tot eenen veldflag, dien deeze, voorzigtiglyk, ontweek. De Prins werdt, eerlang, genood- zaakt, zyn Leger af te danken; waarna hy zig naar Frahkryk begaf, van waar hy, in 't
(») Sentcnt. van ALVA, hl. 7«, 114, i«jf*
T %
|
||||
2qä AMSTERDAMS II. Deel.
j-^n 't midden deezes jaars 1569, naar Duitfch-
Een bur- ^an<^ wederkeerde (V). 's Prinfen togt over ger van de Maaze hadt veel gerugts gemaakt, hier Haarlem, te Lande. De Wethouders der byzonde- die ge- re Steden gaven zig vry wat moeite, om hadt dat'^ ëe™& te ^LUten- Te Amfterdam, werdt Oranje een eerlyk burger van Haarlem (2), in 't over de openbaar, met ongewoone ftrengheid, ge- Maas geefleld, alleenlyk om dat hy deeze maar- ^as; uit zynen mond hadt iaaten gaan (p). Ainfter-6 De vervolging ging, ondertuïlchen, voort, dam ge- te Amflerdam. Jan Joachimszoon , wien geefleld. niet anders te lall werdt gelegd, dan „ dat Vervol- M hy de Preeke en't Avondmaal bygewoond, ging van ^ en zvn kind voorden veroordeelden Leer- meerden » aar Jan Arendszoon ten doop gehouden en 5i hadt," was, den agttienden January, ten Doops- zwaarde verweezen (q). Een Schuitevoer-
gezinden der,Pieter Pieterszoon Bekje genaamd,,, die a aar* „ niet ter miïTe ging, de verboodene Ver- |
|||||||||||||
3»
|
gaderingen der Cafainiflen en Mennonißen
|
||||||||||||
of' Doopsgezinden bywoonde , en , tot
twee reizen toe, eene Mennonitifche Ver- |
|||||||||||||
» ga-
ft) Vadcrl. Hift. VI. Deel, hl. 2d«-2j>i.
(p) Hooft V. Boek, il. 197.
\q) Senten t. ten tyde van Al-VA, bl. !ƒƒ,
(2) Hooft meldt, in zyne Hiflorie, niet, wie
deeze burger geweeft zy;doch hy doet hem eenigs- zins nader kennen , in deeze woorden van zyne Lykklagbt op de dood van Pietek Dirkszooic Hasselaer, te vinden onder'zyne verfebetda Dichten, bl 236. Uw wel manhaftige arm beeft ieder baafl doen weten,
Dat ufleekt in de krop bet bitter ßaan met roeden
En fwüadt doods meerder aan uw Oom gedaan (helaas!) Om dat by zeid'; ('t was waar) de Prins is over Meun* |
|||||||||||||
» .,
|
|||||||||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 293
„ gadering in zyne fchuit gehouden hadt," 1569.
werdt, den zesentwintigften February, ten vuure veroordeeld (r). Terwyl hy aan de paal ftondt, om verbrand te worden, riep hem Willem Janszoon, die met moeite van van Durgerdam inde Stad gekomen was, na dat men de boom reeds geflooten hadt, van de trappen der waage, toe ,Stryd vroo- mclyk, lieve broeder: doch hy werdt vaftge- houden; en beleedt, ondervraagd zynde, dat hy herdoopt was, en zelfs, als Leeraar onder de Doopsgezinden, vermaand hadt: waarop hy, den twaalfden Maart, insgelyks, veroordeeld werdt, om verbrand te wor- den. Dezelfde flraf werdt, ten zelfden dage, uitgevoerd aan Jan Quirynszoon van Utrecht, Schipper, Kornelis Janszoon van Haarlem, Bootsgezel, en Clement Henrikszoon^ Zeile« maaker , allen drie Doopsgezinde Poorters (f). Doch deezen luiden werdt geene ei- genlyke oproerigheid te lad gelegd. Anderen raakten, in deezen jaare, in lyden, om 't gene men , thans , oproerigheid noemde: onder welken was Jan Jakobszoon, die den agtentwintigflen September onthalsd werdt, „ om dat hy met de Geuzen verkeerd, en „ toeleg gemaakt hadt om Brederodes kneg- „ ten in de Stad te helpen, en die van den „ Graave van Megen daar buiten te hou- „ den (f)." Ook onderging, op den zesden Oc
(r) Sentcntieb. van z6 April ijSfi. tot ii May IJ74.
ƒ. 80. ('t) Sententieb. alt vooren , ƒ. 11, gi. Doopsgez. Mar-
tel. Bock, U. Detly 4/. }*j , 49°, 491. COMMSLIN, fel. lo%9) 1030. (») Sentcntieb. i!s vtürtn* f. II verfs.
T3
|
|||||
v
|
|||||
294 AMSTERDAMS IL DEEt.'
1569« October, het zelfde lot, Jan Korneliszoon,
Tan Kor-^ece^aar, °^ ^0Pei*flager « om dat hy niet
nelis- S5 flegts ter Preeke en ten Avondmaal ge- zoon „ weeft was in 't Minderbroeders Kloofter; wordt ?j maar zig ook, op de markt, by de mui- onthalsd.^ telingen gevoegd, en t'eenigen tyde, be- ,» let hadt, dat zekere tonnen met geweer, „ by den Schout aangehaald , niet naar 't ,, Stadhuis , ten dienfte der Wethouder- ,, fchap, maar naar de Waage, tot welke 3, ook de muitelingen toegang hadden, ge- „ bragt werden." Voorts, was hem te laft gelegd „ dat hy den Graaf van Megen uit ,, de Stad hadt willen houden , en dat ,, hy, daarenboven, in February des jaars 3, 1567, de wapenen gevoerd hadt tegen „ de Wethouderfchap (u)" Wydersi'zyn 'er, in dit jaar,f hier ter Stede, nog ver- fcheiden' vonnüfen geweezen en indaagtn- gengefchied, veelen van welken, naderhand, in de Stads Regiflers, doorgehaald zyn(V). Doch uit de Sententien des Raads der Be- roerten, voor eenigVjaar-en in 't licht gege- ven , is de inhoud van de meeften deezer indaagingen op te maaken. Door deezen Raad, was, den zesentwintigften Maart des jaars 1568 [15Ó9J, het vonnis vanballing- fchap en verbeurdverklaring uitgefproken Klaas over Klaas Reyerszoon, Wybout de Waal en Reyers- j(0melis Loofszoon. De eerfte werdt be^ Wvbo'ut fenu^igd » dat hy zig, met eenen geheelen de Waal )) hoop volks, bevonden hadt voor de her- j» berg
(*) Senrenr. ten tyde van ALVA, il. 373.
(v) Kemb. G. /. 1+ ver/et z+ -ver/e, 1$, zyvcrßf 30, 81 vtrfo. |
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 295
„ berg des Heeren van Brederode , daar 1569.
|
|||||||||||||||||
5>
|
wylen de Prins van Oranje uithing, daten K
|
||||||||||||||||
hy daar Vim Ie Gueux geroepen, en zig •, neiis
vervolgens , met Wybout de Waal enLoefs- „ anderen , by Burgemeelleren vervoegdzoon „ hadt, klaagende over den nieuwen eed,™°brJj" „ die van de Schutteryen gevergd was ; dat nen. ,, hy zig ook, met de Friezen en anderen, Wat hun ,, bevonden hadt in de herberg van de late la^ „ Torre, wi*ens papieren doorfnuffeld cn^^jL „ aan Brederode gebragt waren: en dat hy „ mede begeerd hadt, dat Brederode tot „ Overfte der Stad werdt aangefteld." Wy- bout de Waal werdt nog te lall gelegd, „ dat hy den Schout van Amfterveen ge- w dreigd hadt, in geval deeze ondername, „ het prediken te beletten, of den Predi- „ kant aan te taften." Körnelis Loefszoon werdt tot misdaad aangerekend „ dat hy^ ,, een half uur buiten de Stad , met Brede- „ rode , die zig daar verborgen hieldt, „ gefproken hadt;dat hy hem,vervolgens, "„ fteelswyze, binnen hadt geholpen; en dat „ hy hem tot zynent geherbergd hadt, al- waar dagelyks groote toevloed van Sec- tariffen en muitelingen, zo uit de Stad |
|||||||||||||||||
si
|
als van buiten, geweeft was (w)." De jm Lan-
|
||||||||||||||||
ïlaad der Beroerten fprak, den vyfden April, feu
het zelfde vonnis uit over Jan Lanfen, Bok- wordt 9 fenmaaker, die befchuldigd werdt „ dat hy, j!£fe" „ in February des jaars 1567, de wapenen bannen, |
|||||||||||||||||
9)
|
tegen de Wethouderfchap opgevat, en
|
||||||||||||||||
zig, als een hoofd en aanvoerder der op-
„ roe-
(w) Sentent. van Ai.VA, hl. 4t.
T4
|
|||||||||||||||||
%96 AMSTERDAMS E Dei*.
1$6q. » roerigen, gedraagen hadt. Ook zou hy,
„ onder't drinken uit eenen gewyden kelk, „ die uit depJonderinggebergdwas,eenige „ iafterende woorden gebruikt hebben (*)." Nog zes Winrik Janszoon , Herbergier , Adriaan anderen. Leenaardszoon van Montfoort, Henrik Luit, Schoonbroeder van Hans van Loenen, An- toni Adriaanszoon, Willem Bakker Willems' zoon, gebynaamd Ryke Bakkertje, en Hutbert Simonszoon Appelman, die allen uit Amster- dam geweeken waren, werden, den zesden Juny ,door den Raad der Beroerten, geban- nen , met verbeurdverklaring van goederen. De vyfeerflen werden befchuldigd „ datzy, „ in February des jaars 15Ó7, de wapenen „ gevoerd hadden tegen de Wcthouder- „ fchap:" en Winrik Janszoon in 't byzon- der „ dat hy zig, nevens zekeren Matthys 5, van Banken, geduurende de plonderiug 3, van 't Minderbroeders-Kloofter, gewa- „ pend, geplaatfl hadt op de Bethanie-brug, ,9 om den doorgang te floppen voor zul- ,, ken, als zy goedvonden." Adriaan Leen- aardszoon en Henrik Luit werdt te iaft ge- legd „ dat zy de beelden en altaaren, in de „ Minderbroeders-Kerke , gebroken had- „ den." Ook werdt Adriaan tot misdaad aangerekend „ dat hy de SeclaruTen als gra- „ vemaaker gediend (y), en in de Min« „ derbroeders -Kerke, een winkel van nieu- „ we Pfalmboeken gehouden hadt." Antoni Adriaanszoon werdt nagegeven „ dat hy „ op
(x) Sentent. van Alva , bl. 44.
(7) Zie II. Dttl, VII. Beekf bl. zoo. |
||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 297
„ op de Wethouderfchap begeerd hadt, l5^, „ dat men Brederode tot Overfte der Stad aanftelde, en de Preeke in dezelve toe- |
||||||||||||||||||
3>
.1»
|
||||||||||||||||||
liete; en dat hy eenigen van zyne mede-
|
||||||||||||||||||
„
|
||||||||||||||||||
fchutters bewoogen hadt, om het zeilde
„ te vorderen." Doch Henrik Simonszoon Appelman werdt alleenlyk te laft gelegd, „ dat hy Mennoniften-Vergadering en A- „ vondmaal, ten zynen huize , hadt gehou- den (z)" Op den zesentwintigften Sep-OokPie* t'ember, fprak de Raad der Beroerten het«a: Rey-.i zelfde vonnis uit over Pieter Reycrszoon, wien nagegeven werdt „ dat hy met üegts, „ in February des jaars 1567, de wapenen |
||||||||||||||||||
opgevat hadt tegen de Wethouderfchap;
maar ook een van de eerften geweeft was, om te dry ven, dat men Brederodes knegten in de Stad laaten , en die van den Graave van Megen daar buiten hou- |
||||||||||||||||||
., denmoeft.Dathyzig,ten dien einde, op
, de Veilen vervoegd, en zekeren Jakob !! Jakobszoon een ftuk gefchuts te bewaa- , ren gegeven hadt, hem zeggende, dat " hy, zig wakkerlyk kwytende tegen de Pa- " -pijlen, een vet ampt bekomen, en ryk wor- \ den zou O)." De Broeders Pieter en Jan en PieteI Kies, befchuldigd als hoofden van den op-en Jan ftand in February des jaars 15 67, in welken Kies. Tan het Vendel gedraagen hadt, werden, den zesentwintigften November, door den zelfden Raad, tot ballingfchap, met ver- beurdverklaring van goederen , veroor- deeld (z) Sentent. van Alva, */. i{>(ï.
(üj Sentent. vm Alva» bl. icj. T 5
|
||||||||||||||||||
298 AMSTERDAMS II.DEEt:
1569. deeld (i>). Wy hebben, hier voor (<;),
reeds gemeld, dat Pieter Kies, te Amfter-
dam in hegtenis gezeten hebbende, middel
gevonden hadt, om te ontfnappen.
Alva vor- De ftrengheid der vervolginge bragt, on-
dert den dertulïchen, niet weinig toe, om een groot
Penning. ge<^ee^te van 's Lands ingezetenen te ver-
' vreemden van de tegenwoordige Regeerin- ge. Doch hier kwam by, dat de Hertog van Alva, oordeelende, dat het geduurig- ]yk vernieuwen der Beden, tot vermindering van 's Vorften agtbaarheid ftrekte, befloot eene altoosdimrende fchatting in te voeren, en ten dien einde, in Maart deezes jaars, boven den honderdften penning eens van alle goederen zonder onderfcheid, den tien- den der roerende, en den twintigften der onroerende goederen vorderde, zo dikwils als dezelven verkogt werden. In den hon- derdflen penning, werdt fpoediglyk bewil- ligd, in Holland. De Edelen en Dordrecht be- willigden ook in den tienden en twintigften. Amfter- Doch de andere Leden maakten merkelyke maakt zwaarigheid (d), met naame Amfterdam, zwaarig- daar de Vroedfchap, in April en May, zeer beid om dikwils , op dit gewigtig fluk vergaderd 'er in te werdt. Alva hadt doen verklaaren „ dat bewilli- ^ ky fe jnkomften van deeze fchatting ten **efl' „ hoogfte noodig hadt, om te vervallen de
„ buitengemeene zwaare koften, die de „ Prins van Oranje, Graaf Lodewyk en der- „ zelver aanhang den Landen veroorzaakt 3, had-
(b) Sentent. v*n Alva, hl. 206.
(e) Bladz. z68.
(d) Vadcil. Hift. VI. Dttlt il. 293.301,
|
||||
___ .—.—,—_—.
|
|||||||
-—.--------.--------------------------__-------.-----.-----------_
|
|||||||
VIII.BoEK, Geschiedenissen. 299
„ hadden." Doch te Amfterdam wilde men 1569«
tot deeze koften, nevens de andere Leden, liever honderdduizend guldens 's jaars op- brengen , dan de waarde van alle de bezit- tingen der ingezetenen openleggen voor den Hertog en zynen Raad. Men befloot egter, eerlang, zig te voegen by de meerderheid; doch niet te bewilligen, dan als overitemd zynde (>)• De Hertog nogtans, geene een- paarige bewilliging van alle de Nederlanden hebbende können verkrygen, verklaarde, in Oftober, dat hy den tienden pennig, waar- • door men den tienden van de roerende en den twintigften van de onroerende goederen verftondt, door Holland, zes jaaren agter- een, voor tweehonderd eenenzeventigdui- zend guldens's jaars, wilde laaten afkoopen (ƒ). Doch deeze fom fcheen den Leden veel te groot. Amfterdam befloot, eindelyk, na veel raadpleegens met de Vroedfchap, in November, te bewilligen in honderd en vyftigduizend guldens (g). Andere Leden hadden andere gedagten. De Hertog, die gaarne eene eenpaarige bewilliging hadt, zag zig, derhalve, genoodzaakt, de zaak des tienden Pennings eenige maanden te laaten fteeken (h). OndertulFchen, maakte het vorderen deezer fchattinge zo veel ge- rugts, dat 'er merkelyk misnoegen uit ont- ftondt onder de Landzaaten. Hier
(e) Refol. Vroedfch. N.z. 2,16*23, 27 Aprilt 12, 17, 30
May 1569, f. 114, 115, 116, 117, U'S. (f) Vaderl. Hift. VI. Deel, hl. 303.
(g) Refol. Vioedfch. N. 2, 22 Ofif. S, is Ntv, i;6j. f,
116 verft), 12g, iz9. (b) Vaderl. Hift. VI. Pul, èl. 304.
|
|||||||
■'•
|
|||||
Soo AMSTERDAMS II. Deïl;
t<6o. Hier kwam nog by, dat Al va, ten dee-
„ , ," zen tyde, overhoop lag met Engeland, al-
met En- waar Koningin Elizabet , op 't einde des
geland jaarsi568, zekere fomme van penningen,
verboo die hem uit Italië toegezonden werdt, aan-
^en- gehouden hadt: 't welk gelegenheid gaf, dat
alle handel met dit Ryk verbood en werdt
(f). De Kooplieden, en ook Amfterdam
leeden hierby veel:'t welk het ongenoegen
over de Regeeringe des Hertogs van Alva
deedt toeneemen.
De Prins In deezen ftand der dingen, befloot de
van O- Prins van Oranje, die zig nu te Dillenburg
*anie in 't Graaffchap Naïlau onthieldt, 't geluk
ftellin-6* ^er waPenen> weIk hem te lande kwalyk
gen te gediend hadt, te water te beproeven , en wateruit. aan veele gevlugtte en gebannen Nederlan- ders beftellingen ter zee uit te geeven. °°* *aB Onder deezen bevonden zig eenige Amfter- Amfter- dammers > a^sJan Broek, Nikolaus Ruikhaver, jammers#Dirk van Breemen, Jan Klaaszoon Spiegel, Dirk Duivel, Egbert en Jurriaan fVybrands- zoonen(k), en anderen, welker getal, van tyd tot tyd, aanwies. Dirk van Breemen was, gelyk wy boven (/) aantekenden, On- derfchout en Stokhouder of Cipier te Am- fterdam geweefl, en hadt Pieter Kies uit de gevangenis laaten ontfnappen. Sedert, was hy gevlugt,en,den tweeden Maart deezes jaars , openlyk , ingedaagd (m). Doch hy
(i) Keurb. G. f. U vtrjb.
(k) Bor V. ßeek, bl. zog. [zgp.] Sentetlt. vdnALYAg
II. a+J.
(/) Bladz. 268. , (wjKeurb. G. ƒ. 19 verft. • 3" '
|
|||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 301
hy verfcheen niet, gelyk ligtelyk te wagten 1565s.
was, en hieldt, federt, de zyde des Prinfen van Oranje. De andere genoemden hadden ook, reeds voor lang , de Stad geruimd. Doch nergens is my gebleeken, wanneer zyne Doorlugtigheid de eerile beflellingen te water hebbe uitgegeven. Zelfs is 'er reden om te vermoeden , dat fommigen , zonder eenige beflelling te hebben, te vry- buit gevaaren zyn. Immers, men vindt, dat 'er, in Maart deezes jaars, toen de Prins- van Oranje nog in Frankryk was, reeds op de Zuiderzee gekaapt werdt; hebbende de Vroedfchap van Amfterdam, den dertigften dier maand,al geraadpleegd op de bekwaam- fte middelen „ om de zeerooveryen op de „ Kreil omtrent Enkhuizen te weeren (»)." Ook werden hier, eerlang, drie Oorlogsfche- Ultrui- pen uitgeruil:, tot beveiliging der Zuiderzee , ^Jffter- die onder bevel flonden van Frangois van <}amf Boshuizen, als Admiraal, en Jan Pyl en Bou- wen Reyerszoon, als Kapiteinen; en den agt- ften May uitliepen (0). Jan Broek, wat laater, JanBroek met eenige fchepen, voor de zeegaten kruis- JS1?^ fende, beiloot de Vroedfchap van Arnfter-zeer00. dam, tweehonderd guldens te belooven aan ver, ter elk, die hem leevende in de Stad bragt,en dood ge- honderd guldens, aan die hem dood zoubragtf* liaan (p). Ook werdt in beraad gelegd, om een ligt fcheepje tegen hem uitteruften (5). Doch hy viel, niet lang hierna, den Ham- bur-
(n) Refo!. Vtoedfch. N. z. 30 Maart 1569. f.mvtr/o,
(e) Zit COMMILIN , HL 103a.
(p) Refol. Vroedfch. N. x. 12, July i*<$j. ƒ. 121 vtr/t.
, i,q) Refoi. YsocdTch. N. z, x+, 2.1 jfuly i$6». f, 123. |
||||
302 AMSTERDAMS . II. Deel.
150*9, burgeren in handen, die hem als een zee-
roover het hoofd affloegen (r). Hy heeft, derhalve, of geenen Laftbrief van den Prinfe van Oranje gehad, of dezelve is, te Ham- burg, niet erkend geworden. Doch kort hierna, vindt men duidelyke bewyzen, dat zyne Doorlugtigheid beftellingen ter zee ^uitgegeven heeft. Jonkheer Adriaan van Bergen, Heer van Doihain, werdt, door hem, tot zynen Luitenant-Admiraal aangefteld: en deeze, eene kleine Vloot verzameld heb- bende in Engeland, daar de Watergeuzen, zo noemde men 's Prinfen zeevolk, tegen- woordig, ter oorzaake van het gefchil met den Hertogé van Alva, toegelaaten werden, liep, in de maand September, in zee, en kwam , eerlang, in 't Vlie binnen, daar hem eerfl zeftig,en vier of vyf dagen laater, nog veertig fchepen, die uit de Öoftzee kwamen, en meefl naar Amfterdam moes- ten , in den mond liepen, en door hém ge- nomen en gerantfoeneerd werden (ƒ). J)00r. Onder het ftroopen der Watergeuzen, togtvan werden tien vendelen Spaanfche knegten
krygs- geworpen in Utrecht, daar men nog niet vflknte hadt können bewilligen in het opbrengen der aam. fomme , die Alva, in de plaats van den tienden penning,vorderde (f). De knegten kwamen van Alkmaar, en de Vroedfchap van Amfterdam befloot, den zesentwintig- ften Oélober, dezelven , hier ter Stede , eenen nagt te herbergen («). * 't (r) Mktkhkn' UI.-Boekt f. S9.
. i (ij BOR V. Boek3 W« i°S. [*SJ»] . (t) Bok V. Boekt tl.-ioj. [igg.] (u) Refol. Vroedfch. N. z. 26 OU. %!(*. f. itj verß.
|
||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 303
't Vervolgen hieldt nog aan te Amfterdam, 1570,
in 't jaar 1570. Jan Henrikszoon, Kuiper, jMflfi Jan met de Wyven gebynaamd, werdt hier, rikszoon den elfden Maart, ten vuure verweezen, wordt ten „ om dat hy," dus luidt zyn vonnis „ zig, vuure „ in de jongfte beroerten, in de wapenen JJÏjSr* ,, begeven hadt tegen de Wethouderfchap: „ en het Kuipers gilde in de Mïnderbroe- „ ders-Kerke ontbooden, om aldaar te raad- 3, pleegen op het doen van een verzoek aan 5, den Prinfe van Oranje, om eene andere „ Kerk in de plaats van die der Minder- „ broederen, en om het weeren van vreem- 3, de knegten: ook, om dat hy dikwils de „ Preeke bygewoond, en het Avondmaal „ gehouden hadt, zonder te biegte of ter Drie an- 3, mifle te komen (v)** Jan Matthyszoony deren ge- Jakob Rykszoon, Glazemaakers, en Pieter bannen- Korneliszoon Koflcr, vergeefs, te Amfterdam, zynde ingedaagd (V), werden, den zesen- twintigften April, door den Raad der Be- roerten , met ballingfchap en verbeurdver- klaring van goederen geftraft. Zy werden befchuldigd „ dat zy, in February des jaars 3, 1567, de wapenen tegen de Wethouder- „ fchap gedraagen hadden. Jan Matthys- s, zoon zou,daarenboven,denOnderfchout 3, Gerrit Klaaszoon, die 't Vendel voor de ,, Wethouderfchap en de Katholyken droeg, 3, hebben toegegraauwd, Foei, gy Baals die- „ naar! draagt gy 't vendel voor Baal? Ik ,, had u voor eeri -ander man verfleeten. Ja- kob fv) Sententieb. van ze April ij<s<5. tot n'May ij«g./.
99 ver/o. Sentent. ttn tjde van AI.VA, bl. 3*3. (wjKewb. G. ƒ. g«, +i vtrß, 42. v |
||||
304 AMSTERDAMS IL DeeC
1^70. Jak°b Rykszoon werde ook voor misdaad
aangerekend „ dat hy't Avondmaal, op de 5, Kalvinifche wyze, in 't Minderbroeders- „ Kloofter, gehouden hadt; " en Pieter Korneliszoon Korter „ dat hy een der „ hoofden van eene Vergadering in de Sa- „ criftie van 't Minderbroeders-Kloofter „ geweefl was, daar overlegd werdt, om „ een Smeekfchrift in te leveren aan Willem 99 van Naffau, Prinfe van Oranje, toen Stad- „ houder van Holland , ftrekkende om de „ vrye oefening in dat Kloofter te behouden» „ en vreemde knegten te weeren uit deStad." Ook werdt hem te lad gelegd „ dathyvee- „ len tot het tekenen van dit Smeekfchrift „ bewoogen hadt, zonder dat hy 'er hun ,, dubbeld van hadt willen geeven (x)." Op'tlyf Goojfen Pauw, die voorheen gebannen was van ter zaake der Beroerten, bevondt zig,naar pa°^en men der Wethouderfchap aangediend hadt, wordt in den Herffl deezes jaars, wederom in de geld ge- Stad; waarom myne Heeren van den Ge- 2CC« regte geraaden vonden , vyfentwintig gul- dens te belooven aan elk, die hem in hunne handen leverde; elk, die wifl waar hy was, daarenboven, beladende, hem aan te bren- gen , onder bedreiging' van anderszins, volgens de Plakaaten, geftraft te worden (y). Arafter- Doch de yver, dien men, hier ter Stedet dam moet toonde tegen de Hervormden , en tegen woonten" a^en» ^e een*& deel genac* hadden aan de
en Voor*voorleeden beroerten, bevrydde deRegee- ring
|
|||||||
i
|
|||||||
x) Sentcnt. v»n Alva, il. a2<j,
) Kemb. G. /. 44 vtr/K |
|||||||
I
Vltl.BoEk. &£SCfliE DENISSEN. $o£
ring niet voor de kwellaadjen, waaraan ook 157/5,
ändere Steden, ten deezen tyde, onderwor- rcgten' pen waren. De Hertog van Alva, die reeds, den Her- in 't jaar 1568 , zekeren Edelman, Channego toge van genaamd, nevens Jan Korneliszoon Droog- AIJfa fo floot, gemagtigd hadt, om der Stede rente- fj*j5£ brieven in te zien, 't welk hem egter ge- leveren, weiger d was (2); nu bevind ende, dat hem, vooral in 't geval van verbeurdverklaring van goederen, geduuriglyk, de Privilegien en Gewoonten der Steden werden tegenge- worpen , hadt aan de meeflen, en ook aan Amfterdam, bevolen, dat men dezelven ia gefchrift fteïlen, en hem overleveren zou. Men befloot hiertoe, in den aanvang dee- zes jaars; doch ftelde vaft, de overlevering van het opiM niet te doen, dan na dat men *t den Geregte en den zesendertig Raaden hadt medegedeeld («): 't welk, federt, ge- fchiedde ( b ). Op het bewilligen in den pe g^j tienden penning, dien fommige Geweften, verklaart voor een zeker getal van jaaren, hadden z{g nog afgekogt, werdt, in Holland, ook nogfterk ^f tie«. gedrongen. Doch te Amfterdam befloot men ^n pen^ zig daartegen te verzetten, al ware 't zelfs ning. dat het ontwerp deezer belaftinge vry wat gemaatigd werdt (c). 't Kwellen der Re- geeringe hieldt hier, ondertuiTchen, aan, byna zo lang als Alva in 't bewind was. De wanorde onder 't zeevolk des Prinfen jan van van
(t) Refol. Vrocdfch. N. z. n Aug. ij««, f. ioj.
(a) Refol. Vroedfch. N, z. s>9 2*«« ïJ7»./- iJ2,i3ï.
(b) Zie Handv. bl. 4+y.
(e) Refol. Vroedfch. N.z. Ji Maart, 7 ,.g, \\Apr\lt j,
4, % Ma-j U70. ƒ. i^o vtrfoy \\z% 143, i*j , 1+7. 111. Stuku V
|
||||||
306 AMSTERDAMS IL Deel.
van Oranje was, dit jaar, zo groot, dat zy-
ne Doorlugtigheid den Heer van Dolhain ' ontzette van 'tAdmiraalfchap, enGilainvan , FienneSy Heer van Lumbres, in Auguftus, tot Overfte der vloote aanflelde (d). Se- dert, werdt 'er fterk geroofd op zee. Doch de Watergeuzen, die, hier en daar , be- trapt werden, moeflen hun bedryf boeten met den hals. Jan van Troyen raakte, in 't najaar, te Amfterdam, in hegtenis. Zyne makkers, met reden, bedugt, dat men hem een' fchandelyken dood zou aandoen, dreig- den die van Amfterdam, dat zv 't aan hun vernaaien zouden. Men ftondt dan eenigen tyd in beraad, of men met de uitvoering van 't vonnis voortgaan zou. Doch de Vroed- schap , hierop gehoord , oordeelde „ dat 5, men hem ftrafFen moeft, zonder de be- „ dreigingen van de boeufen ende -piraten of „ zeeroovers, zyne makkers, te ontzien (e)." By 't geweld, bediende men zig ook van 't bedrog, omzynen vyand afbreuk te doen. Twee burgers van Amfterdam, Jan Koe- mnszoon en Jan Beth Janszoon, ruftten een fchip uit, welk zy, met verlof des Prinfen van Oranje, door toedoen van Jonkheer Di- derik Sonoi, ten deele te Antwerpen, ten deele in Zeeland, met Spaanfche en Ita- liaanfchekoopmanfchappen, belaadden, met oogmerk, omze den eigenaaren te ontvoe- ren, en naar Embden te brengen, niet naar de plaats, werwaards zy bevragt waren. Doch
|
||||||||||
*57o
Troyen te Am- fterdam als een zeeroo- ▼er ge- ftraft. |
||||||||||
Schande-
Jyk be- drog van twee Am fterdam- rnets. |
||||||||||
(d) ZU BOR V. Boek, il. 23 3- [323.]
(«) Rcfol. Viocdfck. N, z. 29 Nov, 1570./". ijï.
|
||||||||||
.\
|
||||||||||
VÏII.BóÈK. Geschiedenissen. 307
Doch zy werden, door tegenwind,genood- 1570»
zaakt te Rochelle in te loopen, daar zy, die zig de helft van een' fchoonen buit hadden toegelegd, gedrongen werden, de goederen om half geld te geeven, en dus weinig meer dan de fchande van zulk een veragtelyk be- dryf overwonnen (ƒ ). De noordweftelykeftorm, die den eerften Schade te
November opftak, en twee etmaalen duur- Amfter- de , zette , onder anderen, het water zo j*am doot hoog op tegen den Diemerdyk, dat 'er, tus- water-* fchen Amllerdam en Muiden, wel twaalf vloed ge* of dertien gaten in braken. Hier ter Stede, leeden. liepen veele kelders en pakhuizen onder, en de fchade aan Koopmanfchappen was on- waardeerlyk. Het onweer verydelde, daar- enboven, verfcheide aanflagen des Prinfen van Oranje, die, omtrent deezen tyd, on- dernomen hadt, zig van Hoorn of Enkhui- zen meelter te maaken. Lancelot van Bre* derode, die, met eenige fchepen, vooruit gezeild was,om eerfl;Texel te bemagtigen, liep, door de opkomende vorft, die op den ftorm volgde, groot gevaar van 't grondys; waarop hy, onverrigter zaake, naar Emb- dente rug keerde, de fchepenvan Nikolaas 't Schip Ruikhaver en Barthold Entes van Menthe- vanRuik* da agterlaatende, die egter nog te regt raak- lo™ptr ge. ten. Ruikhaver ftroopte in 't Vlie, met vier of vaar. vyf fchepen. Maar de Graaf van Ooftfries* land hieldt daarna tien of elf fchepen van de Watergeuzen te Embden aan, en zette Hop«
(f) HOOFT VI. tuk» il- zi«.
V %
|
||||
§o8 AMSTERDAMS IL Deel.
1570. Hopman Dirk van Breemen gevangen (g);
Dirk van die egter-,na verloop vaneenigen tyd, we- Breemen derom geflaakt werdt. heïenis De **eit0S van Alva» hedu& voor 't in-
Doortogt Peemen van de eem. of de andere Zeellad van ' in Holland, bellooc, in de Lente des volgen- Krygs- denjaars, Utrecht te ontladen van Krygs- te°Am- V°lk* en het tG d°en trckken naar Delft,
fterdam. Leiden, Briele en Alkmaar (h). 't Volk, !^lt dat naar Alkmaar gefchikt was, werdt, in gevolge van eenbelluit der Vroedfchap van Amfterdam, voor deeze reize, en om de ongenade des Graaven van BofTu, die 't ver- zogt hadt, te ontgaan, hier ter Stede geher- bergd (f). Te vooren, waren de Waterlie- den , door Boflu, te Amfterdam befchree- ven, en was, op deeze Dagvaart, befloo- |
||||||||||||||
Uitrus-
ting ter zee al- hier. |
ten, hier twaalf Oorlogsfchep en uit te nis-
ten, onder den Admiraal Boshaizen, die de Watergeuzen , eerlang , aantaftte op de |
|||||||||||||
Ëerns , én verfcheide van hunne fchepen
veroverde. Doch een van de twaalf fche- . pen werdt, eer nog de Vloot in zee liep, door den Hopman Zeger Franszoon van Me- denblik, aan's Prinfen zyde overgebragt, na dat hy bedongen hadt, dat hy 't'Hopman- fchap over het zelve behouden zou (k). |
||||||||||||||
Alva
zoekt |
Midlerwyl, hadt Alva, die nergens meer
|
|||||||||||||
op uit was, dan om de groote Steden on-.
teel teaS der tedwanê te krySen > reeds eenen aan-
vang (g) Hooft VI. Beek, U. 217, 21«.
(b) HOOFT VI, Boek, bl. 211.
(i) Keurb, G. ƒ. 49 verß. Refol. Vroedfch. N. 2. $ May
in*, ĥ 171-
(k) HOOfT VI. Bitk) tl. lil.
|
||||||||||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 309
vang gemaakt van het ftigten van Kaftee- 1571.
len, in eenigen derzelven. Hy hadt ook voor, doen m om 'er te Amfterdam op de Laftaadje een ten t te te ftigten, waarvan hem, in 't voorleeden Amiter- jaar, reeds twee grondtekeningen vertoond dam« waren (/). De Regeering, kennis van dk voorneemen gekreegen hebbende , hadt, door haare Afgevaardigden te Antwerpen, Elbert Dirkszoon Markus en Kornelis Ja- kobszoon Brouwer, gearbeid om van dee- zen laft verfchoond te blyven. Zy werkten, door den Heere van Noircarmes, op den Hertog, en weezen aan „ dat Amfterdam „ klein genoeg, en geheel voor den Koning „ was. Dat de grond, in en buiten de Stad, „ altoos zeer week geweeft; doch nog wee- „ ker geworden was, federt de jongde dyk* „ breuken, waarom dezelve gantfch onbe- „ kwaam zou bevonden worden , tot het „ leggen van een KafteelenvanKrygsvolk: „ en dat de Sloten te Muiden, te Meden- „ blik en te Staveren genoeg in ftaat wa- „ ren, om de Zuiderzee, en Amfterdam zelf „ te bedwingen." Doch men gaf hun, op deeze redenen, flegts onzeker antwoord. Zy deeden van 't gehandelde verflag, in eenen brief van den elfden November des jaars 1570, die nog voorhanden is (w). 't Liep nog aan tot den agttienden December, eer Burgemeefteren der Vroedfchap kennis ga- ven van Alva's voorneemen, om hier een ' Kas» (0 Zit dezelven by D/VPPKR, R 204 en Commelin,
hl. 10 j<. (m) Zie dien by DAPPF.n , bt. 205 en by CüMMELlN,
il. 1034. V 3
|
||||||
310 AMSTERDAMS II.Dee£;
ifói, Kafleel te ftigten. De Vroedfchap befloot, terflond, Burgemeefleren het fluiten van dit voorneemengeheellykover telaaten(«). Doch in January deezesjaars 1571, fchreef de Graaf van BofTu eenen Brief aan den Schout,meldende „ dat de Hertog vanAl- ,, va voorhadt hier een Kafleel op te reg- „ ten, en het zelve te voorzien van Spaan- „ fche bezetting." De Vroedfchap vondt toen geraaden, zelfs eene merkelyke fom- me gelds uit te looven, om van 't een en 't ander bevryd te blyven (0). Kornelis Ja- kobszoon Brouwer, Burgemeefter , Simon Maartenszoon en Jakob Korneliszoon, Raa- den, en de Penfionaris, Meefler Adriaan Sandelyn, werden gemagtigd om over dit De Stad ftL1k te handelen ten Hove. Zy bragten, hTaf e'ndelyk, te wege, dat men 't Kafleel en de Spaanfche bezetting, voor tweehonderd dui- zend guldens, liete afkoopen (/>), die, op bekwaame termynen, zouden voldaan wor- den. Hiervan werdt een verdrag gemaakt op 's Konings naam, welk, den zevenden July, te Antwerpen, getekend was. Uit dit Verdrag, blykt, onder anderen, dat men van zins was, de tweehonderd duizend gul- dens , die Amflerdam opbrengen zou, tot het ftigten van een Kafleel te Vliflingen, of tot andere einden, naar 's Konings welbe- haagen, te befleeden. 't Verdrag wordt nog, in de Oude Kerke (5), bewaard, en al- zo (h) Refol. Vtoedfch. AT. z. ït Dfc. 1J70. f. 16r.
(*; Refo!. Vroedfch. A7. i. z% Jan. 14 Febr. isji. f, 1*4, I«4 wr/o. (p) Refol. Vroedfch, N. 1. 1% Feir. l$Jl. f. I67, (f) Landt XXXV. |
|||||
/
|
|||||
s
|
|||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 311
zo het nog nimmer gedrukt geweeft is, heb- Lrj 1m
ben wy het, hier agter, onder deBylaagen (r), geplaatfl. Doch de Regeering vanAmfterdamhadt ^ier
de Stad niet gevryd van 't Kafteel en de ÏJSJJSU Spaanfche bezetting, om dat zy thans min- ver. der yverde tegen de Hervorming dan voor- brand. heen. Op den zesentwintigften Juny dee- zes jaars, werdt een groot Schuitevoerder, Gerrit Korneliszoon genaamd, en op den tien- den November , zekere Anna Henriks of Anna de Vlafler, die beide der Doopsgezin- den Leere waren toegedaan, ten vuure ver- oordeeld (f). Sommigen tekenen aan, dat deezen twee de laatften waren, die, hier ter Stede, om hun geloof, ter dood wer- den gebragt (*)• Doch anderen melden, en 't blykt ook uit de Stads Regiflers (u), dat 'er, den derden September des jaars 1572, nog twee Kleêrmaakers, Sander Wou- ter szoon en Evert Henrikszoon,v&n der Doops- gezinden belydenifTe, verbrand geworden zyn Qu'). Ten zelfden dage, werdt Ocker Har- menszoon y die, in de jongfte beroerten,de wapenen tegen de Overheid gedraagen, en altoos veroordeelde gezindheden aangehan- gen hadt, op gelyke wyze, ter dood ge- bragt (w). Het vervolgen der Onroomfchen fcheen De Am*
de
(r) Lr. B.
(s) Sententieb. van 16 April i$66.ttt %\ May 1*71. f.
110,127. Doopsgez. Martel, boek, II. Deel, tl. 537,541; (t) COMMELIN , H. J04I.
(«) Sententieb. vanz6 Apr. Ij66. tot 26 May i$il. f. 142«
(v) poopsgez.. Mattel, boek, It. Detl , il. 610, 621. (t$) Sententieb. als lever.. f. 142 ver/o. V 4
|
|||||
312 AMSTERDAMS IL Deet,,
j--l4 de tegenwoordige Regeering van Amfter- fterdam- ^am &ea-&- te moeten maaken ten Hove; fcheRe- daar men de flapheid der Wethouderfchap geering van den jaare 1566 zo zeer afkeurde, dat van'tjaarde Schout, Pieter Pi eterszoon , reeds in w5<rdt November en December des voorleeden voor den jaars»brieven ontvangen hadt van den Her- Raad der toge van Alva, waarby hem bevolen werdt, Beroer- die Wethouderfchap voor den Raad der ten ge- Beroerten, teBruflei, te dagvaarden; ge- vwd, tyk hy» Sedert, deedt (#). De Vroedfchap vondt geraaden, deeze dagvaarding, fchrif- telyk, te beantwoorden (y). Doch de Hertog, niet voldaan in dit antwoord, zondt, eerlang, Defiderius van tZeflig, met volmagt her- waards, om onderzoek te doen wegens 't gebeurde in 't jaar 1566. Zelfs beflootde Vroedfchap, op den negentienden Juny, dat de Regenten van het gemelde jaar, voor deezen Gevolmagtigde , verfchynen zou- den , om de getuigen te zien beëedigen. Te vooren, waren deeze Regenten, naar't fchynt, ook te Antwerpen geweefl, daar men eikan- deren egter, over de wyze van regtsplee- gen, niet hadt können verftaan. De Vroed- fchap zag, federt, een Verbaal van't gene aldaar gehandeld was (z). Doch of, en hoe dit geding afliepe, is my, zo weinig als an? deren (#), gebleekén. Vermoedelyk, heeft men 't weeten te rekken, tot in 't volgende jaar,
(x) Refol. Vroedfch. N.i. p, ig Dteemi. ?/7«>./. itfe,
|6i verf o. (y) Refo!. Vroedfch. N. z. 7, 5, 10 Jtn. tffuf, ifz
f er/o , ié*. (x) Refol. Vroedfch, JV. 2. ij» Jqny i$yt, ƒ. 173.
(?) HQOtj IV. Boek, i>(. i6j.
|
||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 313
jaar, wanneer Alva, door het omflaanvan 1571,
verfcheide Steden, de handen vol werks kreeg, en minder reden hadt, om de Ste- den , die zyne zyde hielden, gelyk Amfter- dam beftendiglyk deedt, zeer te kwellen. Doch de tiende Penning lag hem nogdigt Hande-
aan't hert. Hy wendde, in den Zomer dee- IJng o«
• • - 1 Amlter- zes jaars , nieuwe poogingen aan, om de dam jn .t
Staaten der byzondere Geweften, met naa- opbren- me die van Holland, tot bewilliging in den gen van zelven over te haaien. Maar hier vondt hy <|en 5jen* den meeftentegenfland aan Amfterdam. De J|" ^1" Vroedfchap deezer Stede verftondt „ dat aoeïi be- „ zy, te vooren alleenlyk overftemd ge- willigen. „ weeft zynde, niet gehouden was aan zulk j, eene afgeperlte bewilliging. Of zo men „ dezelve al voor wettig hieldt, behoorde „ men 'er zig, in den tegenwoordigen toe- „ Hand des tyds, niet van te bedienen. Hol- „ land was verarmd , door den zwaaren „ watervloed des voorleeden jaars, door de „ aanhoudende zeerooveryen, en door eene algemeene neeringloosheid. Hierby kwam het verhoogen der tollen in de Zont, het |
|||||||||
3>
|
aanhouden van meer dan zeftig Zoutfche-
|
||||||||
„ pen in Zweeden, de fchade, onlangs in
„ Engeland geleeden, en de groote duurte „ der Graanen en andere leevensmiddelen: „ al 't welk eerder vorderde dat Holland „ van voorgaande lallen ontheeven,danop „ nieuws belaft werdt (£)." Doch 's daags na 't neemen van dit befluit, kreeg de Vroed- fchap {bt &efol. Vroedfch. N. i. 26 Aug. 1*71. f. noverß.
VS
|
|||||||||
SI4 AMSTERDAMS IL Deel;
fv7l fchap kennis, dat de Raad van Holland ee-
* nen Deurwaarder herwaards gezonden hadt, die 't Plakaat op den tienden Penning be- geerde te doen afkondigen. Men befloot, na vier dagen verloops, de afkondiging te gedoogen , onder zekere Proteßatie (<?)• Wat laater, ontving men, hier ter Stede, een nader Plakaat, waarby de aanftelling van Colkiïeurs of inzamelaars des tienden Pennings bevolen werdt. Doch daar ver- liepen wel veertien dagen, eer de Vroed- fchap bewilligde in de afkondiging van dit Plakaat (d). Ook kwam 'er eenige maati- ging in 't voorgaande Plakaat op den tien- den Penning: 't welk de Stad wederom toe het befluitbragt, om zig te voegen naarde meerderheid. Men verzuimde egtermet, aanhoudende Vertoogen te doen tenHove, en aan de Gemagtigden des Hertogs van Alva, den Sekretaris de la Torre en den Heer van Ooflerwyk, die in December her- waards gekomen waren, om de Stad over te haaien tot bewilliging (O- Het Hof van Holland fchreef'er ook over, en de Graat T _0 van Boffu drong 'er flerk op, in January des
57 volgenden jaars. In Maart kwam er een nieuw Plakaat over uit: 't welk men hier , wederom niet dan onder Proteft, dat men in den tienden Penning niet bewilligd hadt, dan wanneer 'er alle de Nederlanden in bewil- lig- (c) Refol. Vreedfch. N..2. 27» 31 *»g* »I SePu IJ7U
*'(d) kefoi.' Vridfeh. N. z- 10 Otlob. 13 Ntv. 1571- /•
n(t) Refol. Vroedfch. N. 2. 15 Nov. 3, iö, »4 &"**•
ISJl. f. 189 vtrft, IJl wr/ö,ij»3, IJ>5 vtrfi. |
|||||
.. ..,.-...
|
|||||
VIÏÏ.BoEK. Geschiedenissen. 315
ligden, door eenen Deurwaarder, liet af- 157^ kondigen (ƒ). Het aarzelen der Regeeringe om in den Misnoe-
tienden Penning te bewilligen kon, onder- gen hier tiüTchen, niet nalaaten invloed te hebben opter ^tede het gemeen. Men verfpreidde, en'twerdt01> A va* by eenigen geloofd , hoewel ik 'er, in de Refolutien der Vroedschap, geen blyk van vind, dat de Stad (g), of een derBurge- meefteren (Ä),om 't weigeren van den tien- den penning, in eene boete van vyfentwin- tigduizend guldens verweezen was: 't welk het misnoegen zo zeer deedt aanwaffen on- der de burgerye, dat veelen niet fchroom- den, Alva eenen Knevckar en Dwingeland te noemen, en het oog te wenden naar den Prinfe van Oranje. De jongens hielden o- penbaare gevegten in de Stad, waarin, een den Hertog van Alva, die den tienden pen- ning kwam vorderen , en een ander den^ Prins van Oranje verbeeldde, 't Slot van deeze kinderftryden was altoos, dat Alva op de vlugt, en ten Lande uit gejaagd werdt. Men voer, zelfs van den predikftoel, uit te- gen den Hertog,ter gelegenheid van eenen plegtigen Bededag, door 't Hof van Hol- land, uitgefchreeven. Sommige Predikers baden God, dat hy Alva's hert vermurwen wilde, en neigen tot het handhaaven der Privilegien, die hy nu met voeten tradt. De Minderbroeders te Amflerdam verklaar- den (f) KeCol. Vroedfch. N, z. j, *o J*n. t, 9, 10» *'t
17, zo Maart 157z. ƒ. 197, 200 verfiy 204, 205, 2a«. (g) HOOFT VI. Boek, hl. 222.
(*j Apol. van Will. I. */. »4. |
||||
3i6 AMSTERDAMS II. Deel.
157a» den zig openlyk tegen den Hertog van Al*
va,en fchroomden niet hem denaamenvan dwingeland en regtfibender naar 't hoofd te Moeite fmyten. Ondertuffchen, waren te Amfter- om On- dam reeds twee Hoofd-Collecleurs of Gaar- ?e£Co1" ders van den tienden Penning aangefteld, te van den weeten Reinier Henrikszoon en Dirk Everts- tienden zoon, die zeftien minderen onder zig had- Penning den, agt aan de oude, en agt aan de nieu- te vin- we Zyde; doch deezen maakten allen zwaa- righeid, om zulk een gehaat ampt waar te neemen, welk zy meenden, tot Burgemees- teren te behooren. Maar Burgemeefteren fchooven 'top Schepenen, die'er even wei- nig toe neigden (7). De Onder-Colle&eurs hadden den eed nog niet gedaan op den eer- Hen April, toen Burgemeefteren der Vroed- fchap eenen brief voorlazen van den Stad- houder, Graave van Boflii, waarby de Re- geering vermaand werdt tot uitvoering van 't Plakaat op den tienden Penning. Doch men befloot zulks te verfchuiven , tot dat de Onder - Collecleurs beéedigd zouden zyn (£). En deeze was de laatfte reize, dat, hier ter Stede, over 't heffen des tienden Pennings, geraadpleegd werdt. Op dee- zen zelfden dag, werdt Briel ingenomen door de Watergeuzen; 't welk zo groot ee- ne verandering te wege bragt in de maat- regels des Hertogs van Ah'a, dat hy be« floot, het heffen des tienden Pennings, vooreerft, te ftaaken. Het inneemen van Brie-
(i) CORN. HAIMRODIUS *pttd PONTANUM Amli, Lier,
I. Cap. JX. p. 50 f f 1. (k) Refol, Viocdfch. N. z. i April 1572. f, zctj.
|
||||
VllLBoEK. Geschiedenissen. 317
Briele is zo vermaard in 's Lands gefchie- 1572.
deniiTen, dat wy 'er hier niet byzonderlyk van behoeven té gewaagen, dan voor zo ver 'er eenige uitgeweeken Amfterdammers de hand in gehad hebben. De voornaamften onder deezen waren Ja- Eenige
kob Simonszoon de Ryk, Jan Klaaszoon Spie- gewee- gel, Nikolaas Ruikhaver (3),en DirkDui-^en ^m" vel. De Ryk hadt zig, gelyk wy boven (f) meerrs^h5. aantekenden, te Dantzig nedergezet; dochpenBriel federt, nevens andere vlugtelingen, eenigeinnee- penningen tot onderftand des Prinfen van O-men* ranje uitgefchooten hebbende, werdt hy , ten laatfte, verdrietig, en befloot,op eigen koften, een Oorlogsfchip in zee te brengen, waarmede hy, in gezelfcharj van Dirk Dui- vel en Jan Sieuwertszoon, die ook elk een fchip hadden uitgeruft, buiten kennis zyner huisvrouwe, die in't kinderbed lag, naar Engeland zeilde^ daar 's Prinfen Vloot by- een kwam, en van tyd tot tyd,op buit uit- voer. Doch de Ryk, wars van zulk eeneDe Ryk . leevenswyze , fpoorde zyne makkers dik- geeft *er wils aan, om iet eerlykers en gewigtigers, ^^toe. tot redding van 't Vaderland, te ondernee- § men. Hierby kwam, dat Koningin Eliza- |
|||||||||
■
|
|||||||||
bet, geperfl door den Hertoge van Alva,
om den wederipannelingen zyns Meefters gee-
(l) Bladz. igy.
(3) Hooft fchryft (VI. Boek , bl. 230) dat
Ruikhaver van Haarlem was. Doch 't blykt, uit ftukken, die Wy wat laager zullen aanhaalen , dat hy te Amfterdam gewoond hadt. Ook noemt Boa (XI. Boek , bl. 310. [oeó]) hem een gebooren Amfterdammer. |
|||||||||
jiS AMSTERDAMS II. Deel;
£ tof, geene fchuilplaats te verleenen, hun, in de
Lente deezes jaars, haar Ryk en allen on* derftand uit het zelve ontzeid hadt. Men weet, hoe toen eene Vloot van vierentwin- tig fchepen, van Engeland naar Texel on- derzell gegaan zynde, door tegenwind, de Maaze ingeloopen, en zonder moeite, mees- ter van den Briële geworden is, welke Stad men, nogtans, terftond wederom geruimd zou hebben, zo 't, door de Ryk, DirkDui- vel en eenige anderen, niet belet gewor- Bekom- den was. 't Gerügt van 't bemagtigen van mering den Briele kwam wel haaft te Amfterdam, ?yn.er en ter ooren der Huisvrouwe van de Ryk, vrouwe. &e Zi& toen a^aar bevondt, en terftond by haaren Vader, Nikolaas Hooft, liep ker- men „ dat haar man, met een hand vol „ volks, in den Briel was, in gevaar om, „ eerftdaags, met al de overigen, opge- „ hangen te worden.*' Doch de oude man, 't ftuk beter bezeffende, riedt haar goeds moeds te zyn. Zy hebben , zeide hy , de koe by de hoorens. Zyn zy zo wys geweefl dat zy zig meefier van den Briel gemaakt hebben; 'zy zullen zig van de galg wel weeten te wag- Hy zeilt ten (tri). Ook leedt het niet lang, of de naar En- Ryk zeilde, met twee veroverde fchepen, geland. naar Engeland, in voorneemen om dezelven daar te gelde te maaken, en met volk en voorraad van oorloge te rug te keeren. 't Gelukte hem : en hy kreeg, eerlang, een vendel van vyf honderd koppen, meeft uit- geweeken' Nederlanders, byeen. Dochi^o- bert
(») HOOST VI. Bttkt tl. zit» 219 i 23*j 231.
|
||||
VllLBöEK. Geschieöenissèn. 319
bert Dudlei, Graaf van Leicefler , klaagde 1572.
hem aan by de Koninginne, wier verbod hy wel wifl overtreeden te hebben. Nogtans, waagde hy, op haar bevel , voor haar te verfchynen. Zy vraagde hem alleenlyk naar de gelegenheid van den Briele, en hoe 't met de verovering toegegaan ware, en ver- maande hem toen, geen onruft in haar Ryk te verwekken, en zig naar huis te fpoeden, gelyk hy, met drie fchepen, deedt («). Vier dagen na't overgaan van Briele, hadt Komt te
Vliflingen, daar men een Slotflondtteftig- Vliffin- ten, de Walfche bezetting ter poorte uit £en* gejaagd, en agt vendelen Spanjaards, die te fchepe derwaards kwamen, buiten gehou- den. Eenige ingezetenen, federt, bezeffen- de, wat zy verrigt hadden, en dugtende voor 's Hertogs ongenade, hadden zig, op eenige pinken en vüTchers boots,in zee be- geven , en zworven op de hoogte van Dou- vres, toen de Ryk, op de te rugreis naar den Briele, hen verpraaide,en zig van hun beweegen liet, om met hen te rug te keeren naar Vliflingen, daar zyne aankomft der be- kommerde burgerye nieuwen moed gaf. Hoe Pedro Pacieco of Paciotto, zonder van Brengt 't omflaan der Stad iet vernomen te hebben, Veere zig, naderhand,daar binnen gekomen, aan ^an <*? de Ryk gevangkelyk overgaf, en zyne on- z5e o-° voorzigtigheid met den hals boeten moefl, Ver. en hoe de Ryk de Stad Veere aandeStaat- fche zyde overbragt, en tegen de Spanjaards verdedigde, is, by anderen, ukvoeriglyk, aaa-
(«) HOOIT YI. Bnk, /;, m, zu.
|
||||
320 AMSTERDAMS ÏI.DEEt.
1572. aangetekend (0),en ftaat ons hier,daarwy
ons, voornaamlyk, met degefchiedeniflen
van Amflerdam bezig houden, niet in 't
breede te vernaaien.
Amfter- Het omflaan van Vliffingen, waardoorde
wordt voorgenomen opregting van 't Kafteel al-
ontflaa- daar» tot welke Amflerdam beloofd hadt
gen van tweehonderdduizend guldens te zullen fchie-
bren7en ten' §eflremd ""J**» & *» Burgemees-
mm terend€e5fStad gelegenheid, om den Her- gedeelte toge van Al va, fchriftelyk, te verzoeken, dat der pen- hy hun, die reeds het grootfle gedeelte ningen, deezer fomme hadden opgebragt, van het Stete? °Pj\rer*gtn van 't overig gedeelte ontflaan van een
wilde, bn de Hertog bewilligde, den agt-
Kafteel entwintigften May, in dit verzoek, onder
te Vlis- zekere voorwaarden, te vinden in zyneby-
gefchikt/tekeninS °P het Verzoekschrift, welk, in
de Oude Kerke Q>) , bewaard wordt; en,
alsnog nimmer gedruktgeweefl zynde,van
ons, hier agter, onderde BylaagenCq) ge-
plaatft is* '
Nikolaas Den vyfden May te vooren, waren, op
v7r TaanuitdrtlkkeIyk bevel des Hertogs, Hier ter
Janszoon Stede> ingedaagd Klaas of Nikolaas Ruik- van der haver, Jan Janszoon van der Nieuwnburg, Nieu- Egbert en Juriaan Wybrandszoonen, geboo- wenburg,ren in Friesland) Dirk DuiveI en Jan5K,aas. en Ju- zoon sPiegeï > allen, en dus ook Ruikhaver,
riaan gelyk wy boven (r) aanmerkten, Poorters Wy- van deeze Stad, om zig, wegens hunne vlugt |
|||||||
en
|
|||||||
(9) HOOTT Vr. 'Boekt H' 23J-23P,
(p) Laadt XVIII.
(f) L*. C.
\r) Bladz. 317 Aantik, (i)
|
|||||||
VIIT.Boek, Geschiedenissen. 321
en afwezendheid, voor den Raad der Be- 1572.
roerten, te komen verantwoorden (s). En naardemaal het Geregt verdaan hadt, dat Dir^Dui- eenigen, die, ter oorzaake der voorgaande vel enjan beroerten, gebannen waren, zig heimelyk Klaas- in de Stad onthielden, werdt elk, by ar*Ipre^eL kondiging van den zesden, bevolen, zulkein„e. perfoonen aan te brengen, zullende zy, voor däagd en ieder derzelven,vyftig guldens genieten (f), gcban- De zes ingedaagden,drie of meer vanwel-nen* ken Brielc hadden helpen inneemen, wagt- ten zig, ondertuflchen, wel, van voor den Raad der Beroerten te verfchynen, en wer- den daarop, den derden Juny, door deezen Raad, met verbeurdverklaaring hunner goe- deren , ten Lande uit gebannen. Zy wer- Wat hun den allen befchuldigd „ dat zy, nevens an-te laft „ dere ballingen, eenige fchepen hadden ^^ ? „ helpen veroveren, met naame het Markt- „ fchip van 's Hertogenbofch op Antwer- „ pen, waarin, behalve deKoopmanfchap« „ pen, wel vyfenveertighonderdRyksdaa^ „ Iers aan gemunt goud en zilver geweefl „ waren." Den twee Broederen, Egbert en Juriaan Wybrandszoonen, Dirk Duivel, Jan Klaaszoon Spiegel en Klaas Ruikhaver werdt tot misdaad aangerekend „ dat zy „ Kapiteins of medehelpers geweefl waren „ op de Oorlogsfchepen, die de Prins van 9, Oranje, onder beleid van zynen Broe- „ der, Graave Lodewyk van Naiïau , te „ Rochelle hadt doen verzamelen, om de „ Lan-
(s) Keurh. G. ƒ, 61 vcr/b,
(t) Keuib. Q. ƒ, ei. III. Stuk. X
|
||||
322 AMSTERDAMS Iï. Deel.
1572. » ^cn en onderzaaten van zyne Majefteit,
,, den Koning van Spanje, te overvallen en „ te befchadigen (u)" Ds mees- De Prins van Oranje, die, reeds eenen [e ^ol geruimen tyd, fchoon zonder vrugt, gear-
landfcne beid j^ Qm een]-ge Duitfche 0f Noord- Zeeuw- fche Vorfïen, of Frankryk, of Engeland zy- fche Ste- ne zyde te doen kiezen, en tot onderfland den ver- tegen den Hertog van Alva te beweegen, Staad?henan* ^em kehaagen in 't bemagtigen van zyde. dQn Briele; 't welk hy voor ontydig hieldt. Doch 't omflaan van Vliifingen en Veere, welk, eerlang, van het omflaan van Enk- huizen, en van allede Steden van het Noor- derkwartier van Holland gevolgd werdt , deedt hem veranderen van gedagten. 't Be- leg van Bergen in Henegouwen, welk door Graave Lodewyk verraft was, noodzaakte Alva ook, zyne meefle Krygsmagt uit Hol- land te trekken, en derwaards te voeren, voor 't einde van Juny. En dit deedt nog meer Hollandfche en Zeeuwfche Steden om- flaan : en onder anderen, Gouda, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Haarlem,welke laatiïe Stad, den derden July, tot 's Prin- fen zyde overging. In. Gelderland, in U- trecht, in Friesland en in Overylfel, vielen ook verfcheide Steden den Spanjaard af In Holland, kwamen Rotterdam, Delft en an- dere Steden, ook nog in July, tot 's Prin- Amfter feil zyde over (v). Amfterdam was, eer- dam bJyft lang, de eenige Stad in dit Geweit,die de Spunfcfa. Spaan-
gezind. *
(u) Scntent. van Alva , II. ï4J.
(vj Vadeil. Rift. VI. Deel, il. 355-3»!.
|
||||
VIH.BoEic*a Geschiedenissen. 323
Spaanfchê zyde bleef aankleeven, enwerdt 1572:
'er in verflerkt door brieven van den Her-' tog van Alva en van den Koning zelven , waarvan der Gemeente, op den vierden Au- guflus , by openbaare afkondiging, kennis gegeven werdt (iu). De Staaten van Holland, die nu meefl: Ter Dag-
allen den Prinfe van Oranje aanhingen, had-J?^ va,n den hunne eerfle Dagvaart na de verande- w°rdatn * ring, den vyftienden July ,te Dordrecht ge- befloo- houden, en Willem, Graaf wn der Mark en ten toe fleer van Lumei, voor 's Prinfen Stedehou- ^etT^e' der aangenomen; gelyk Jonkheer Diderik y^dee- Sonpi, in't Noorderkwartier, welk, doorzestad. Amllerdam, van 't Zuiderkwartier afge- meeden was, in dezelfde hoedanigheid, er- kend werdt. Op den tienden Auguftus, ver- gaderden deeze Staaten voor de tweede rei- ze te Haarlem, daar geraadpleegd werdt, om Amfterdam, met geweld, tot 's Prinfen zyde over te brengen. Sonoi zondt Willem Dirkszoon Bardes , gewezen Schout van Amllerdam, naar Haarlem, om, uit zynen naam, in de Vergadering der Staaten zit- ting te neemen. Doch men ontving hem niet in deeze hoedanigheid, die aan geene anderen dan aan Edelen van den Lande en aan Afgevaardigden van de Vroedfchappen der Steden plagt toegekend te worden. Men hoorde egter zynen voorflag, (trekkende om Amfterdam te water te benaauwen (.%•)• Doch hierin werdt groote *waarigheid ge- von-
' (w) Keur1-.. G. f. 7?.
(x) Bob VI. Boek,, bl. 19*. [404] X 2
|
||||
314 AMSTERDAMS*. ÏLDeel
1572. vonden. De Zuiderzee en 't Y voor de Stad werden beveiligd, door een tamelyk aantal van Oorlogsfchepen, onder den Admiraal Boshuizen. De Vroedfchap hadt, al in 't begin des jaars,beflooten ,, het bouwen van ,, roeifchepen of galeijen tegen de Geuzen „ te bevorderen (y)," en kort na 't innee- men van den Briele, op verzoek desGraa- ven vanBoflli, vaftgefteld, eenige Oorlogs- fchepen uit te ruften, gelyk,federt, onder opzigt van Joan Baptißa de Tqffts, Gemag- tigde des Hertogs vanAlva,gefchiedde(X). Ook bouwde men twee galeijen, waartoe, in 't begin van Auguftus, volk aangenomen werdt (a% Boshuizen kruifte gemeenlyk met zyne Vloot voor de Stad, en in de Zui- derzee, en was reeds, door Willem Dirks- zoon Bardes, wiens brief, den vyftienden July uit Alkmaar gedagtekend, nog voor- handen is (£), vergeefs aangezogt, om de Spaanfche zyde te verlaaten. Men zou hem dan hebben moeten uit de zee flaan, eer men Amiterdam, te water, zou hebben kön- nen benaauwen. Doch de hagchelykheid en zwaare koften deezer onderneeminge dee- den den voorflag daartoe van de hand wy- zen. Men befloot tot het beleg te lande. De Regcering was hiervoor ook meeft be- dugt ge weeft, en hadt, reeds in *t begin van Auguftus, op de eerfte tyding der aankom- fte
(y) Refol. Vroedfch. N. 2. $ Jan. 1572. f. j97 Vgrß.
(z) Refol. Vroedfch. N. 2. 9 Apr. 3, 19,22 May iSj2,
f. 208 ver/o, 210 ver/o, 213 ver/e, 214. (a) Refol. Vroedfch. N. 2. 4 Juny, 1 Ai*g. 1*71,/.2x7,
aio vtrfo, {è) Zit BOR VI. £><k , tl, z?4. [404,]
|
||||
VUL Boek.» Geschiedenissen. 345
fte van den Graave van der Mark te Haar x-^2 lem, beflooten, nog een vendel Duitfche knegten te verzoeken, om buiten de S. An tonis- en Reguliers - poorten gelegd te wor- den, alzo men vaftltelde, dat de muitelin- gen, zo noemde men hier 's Prinfen volk, de Stad zouden aantallen (c). Tuffen en Lumei den zeventienden en agttienden (J) , ver-koint'' toonde het Regement van den Overfle La-v zarus Muller en eenig ander volk, met den Graave van der Mark aan 't hoofd, zig op den Amfteldyk buiten de Reguliers-Pooit, en begaf zig, van daar, naar het Karthuizers- Kloofler, welk ingenomen werdt. Lumei viel, terflond, aan 't opwerpen van fchan- fen op de wegen, om der Stad den toevoer te lande af te fnyden. Ondertuffchen, deedt de vrees, dat hy digter onder de Stad , daar alomme flerk getimmerd was, nefte- Icn mögt, den Raad befluken, om de Las- taadje buiten de S. Antonis-poort, en zelfs de huizen buiten de Reguliers- en Jan Roo- den- Poorten in den brand te fteeken(>) By deeze gelegenheid, raakten, in de Waale voor de Laftaadje, een groot getal van fche- pen in den brand. De Graaf van der Markt vier flukken gefchuts bekomen hebbende van de Staaten van Holland , zondt een' trompetter naar de Stad, met vriendelyke brieven van gemelde Staaten, haar vermaa- nende van partye te wiffelen. Doch men wei-
fe) Refol. Vroedfch. N. t, J Aug. 1572. ƒ. 221 verß. (d) Refol. Vroedfch. N. z. ig Aug. IJ72. f. ziz.
(e) Refol. Vroedfch. N. 2. 1* , 151 , 20,ij Aug. IJ72./.
222 , 21J, 22+, 22J,
x3
|
||||
326 AMSTERDAMS "H, D*Êt;
j-^2^ weigerde de brieven te ontvangen, en fchoot
7 op den brenger. Den twintigften, kwamen meer66 'er vier vendelen binnen , die , door den
bezetting Graave vanBoflli, van Utrecht waren afge- in., zonden, tot verflerking der bezettinge, en, den eenentwintigden, tegen den avond, ee- nen hevigen uitval uit de Reguliers - poorte deeden; doch, met agterlaating van zeftien gevangenen, te rug gedreevenwerden.Lu- mei zette, federt, een deel zyner knegten over den Amïtel, welk zig voor de S. An- tonjs- poorte, buiten 't groot e Hek of Blok- huis nederfloeg. Den twee-entwintigften, op den middag, deeden de belegerden ee- nen tweeden uitval, en fchermutfelden wel anderhalf uur agtereen met de belegeraars, die, ziende de Stad zig zo wakkerlyk wee- ren, zonder dat zig eenige hoop tot opfland De bele-van binnen opdeedt, 's nagts daarna, van geraars voor je Reguliers- en S. Antonis-poorten, ten de opbraken, 't vuur fteekende in de hutten en Stad, buitenwooningen. 't Zelfde deedt Lumei, ten volgenden dage, voor de Haarlemmer- poort en te Sloöterdyk,daar hy meelt alles verbrandde. Hy weet zyn wyken, federt, aan de Staaten, als of deezen hem, tegen hun gegeven woord, van geen geld en voor- raad, naar behooren, voorzien hadden. Maar anderen fchreeven 't aan zyn wanbeleid en wreedheid toe , waardoor hy zig, by de Roomfchgezinden, en vooral by derzelver Geeftelykheid, ten hoogfte gehaat gemaakt hadt: waarom zy liever het uiterïte waagen wilden, dan zulk ecn'meefler inlaaten. Mi- cbiel
|
||||
VUL Boek. Geschiedenissen. 327
Michiel Krok lag, ten deezen tyde, aan de 1572.
andere zyde van 't Y, tegen over de Stad, met driehonderd man, op den Waterland- fchen dyk; van waar hy, op de bloote ty- ding van Lumeis aftogt, in 't midden van den nagt, naar Purmérende week: waar- mede de Stad rondsom van 't beleg onthee* ven was (ƒ). My is niet klaarlyk gebleer- 't Huis ken, of het Huis der Bergenvaarderen, bui- vnn 't ten de Reguliers - Poort, aan den Amftel, Bereen- ter gelegenheid van het kort beleg, waarvan Gi'lde wy gefproken hebben , of by eene andere ver. gelegenheid, verbrand geworden zy. Doch brand. ïn 't begin des jaars 1576 , klaagde hetBer- genvaarders-Gilde, dat het verbranden van hun Huis en andere fchaden het Gilde in zulk eene ongelegenheid gebragt hadden, dat het de weekelykfche S. Annasmitte, in de Oude Kerke, niet langer bekoiligen kon. De Vroedfchap liet aan Burgemeefteren, hierop orde te (lellen (g). En kort hierna, verleende de Wethouderfchap een nieuw voorregt aan het Gilde, volgens welk, al- len , die zig, hier ter Stede, met het ver- koop en van Berger- of Yslandfchen vifch, geneerden, 't zy Gildebroeders of anderen, zekere fchatting, ten behoeve van het Gilde, betaalen moeflen (h). 't Geregt beval,op Keuren, den vierentwintigfien Augulïus des jaarster ^" 1572, dat niemant van de verbrande cïih- genheïd" meraadjen uuTchen den Amftel, de Wete- gemaakt. ring en den Heiligen Weg, en tuflchenden Am-
(f) Bor VI. Boek, II- 29+, Jia [4°+»4i7-]
(g) Reibt. Vioedi'ch. N. 3. 1? Jan. is/6.
(hj Handv. tl. 1188. [+7*] x4
|
||||
32S AMSTERDAMS II.Öeêl;
AmfteJ en het Y, iet rooven; maar dat alles»
door de eigenaars, verder gellegt worden zou (i). Ook werdt, den volgenden dag, afgekondigd, dat niemant, die buiten ge- woond hadt, met der woon in de Stad zou mogen komen, dan met byzondere toelaa- ting van Gemagtigden uit de Wethouder- fchap (£). Zelfs werdt, den vyfden Sep- tember, bevolen,dat de grond,tot op vyf- tig roeden buiten de Stad, effen gemaakt zou worden (/). De Prioor van Heilo kantte zig fterk tegen het af breeken van den Re- guliers Hof; doch de Graaf van BofTu be- laßte uitdrukkelyk, dat men met het af- breeken zou voortgaan (in). En fchynt toen al het geboomte in en om deezen Hof, de Ooftboomen uitgenomen,uitgerooid tezyn (n). Wat laater, kwamen 'er brieven in de Stad,gerigt aan de Regeering en Burgerye, bezegeld met den Hollandfchen Leeuw in een'tuin, en ffcrekkende, om de eeneen de andere aan te maanen tot het verlaaten der Spaanfche partye: doch het Geregt beloof- de eene gouden Kroon aan elk, die zulk een' Brief, ongeopend , in handen van Bürge- meefteren of Schepenen leverde, en vyfen- twintig guldens, aan die den brenger aan- bragt (o). Voorts , werdt, 't zy met of zonder grond, verfpreid, dat e enige inge- zetenen heimelyk hadden aangeipannen, om
(I) Kenrh, G. f. 74 ver/o, ys.
(k> Keirrb. G. f, 7$ ver/o.
(t) Keur». G. /. 76.
(m) Groot-Mertior. A'. IT. /. 141.
(n) Keu,!), ff. ƒ. 76 verft.
(t) Kcurb. 6. f. 78 vet/a.
|
|||||
T" TfrïïïilittiiidïÉI
|
|||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 329
om Lumei ter Stad in te laaten: 'twelkge- 1572*
legenheid gaf, dat fommigen, die men meed verdagt hieldt, op bloot bevel van Bürge- meefteren, zonder eenigen vorm van Regts- pleeging, de Stad uit gezet werden (p). De Admiraal Boshuizen ondernam, tenKrygsbe*'
deezen tyde, met de Amfterdamfche Vloot, drYvei110 die van Enkhuizen te kwellen, en brandde, omtrent t'eenen dage, ettelyke wooningen buiten de Amfler« Noordpoorte af, zonder dat het hem, door dam. de Stedelingen, naauwlyks in ftaat om de ruft van binnen te bewaaren, belet kon worden. Sonoi daarna, de Zaanerdammer Huize befchanft hebbende, begon ookeene fterkte op te werpen te Nieuwendam, waar- in de Amfterdammers, die, den veertien- den Oclober , tien groote ichepen en zes boots derwaards afzonden, hem zogten te hinderen. Doch zyne galeijen fchooten zo hevig op de Amfterdammers, dat zy met verlies wyken moeften. Des anderendaags, werdt de toeleg hervat, met negen brand- fchepen. Men hoopte het vuur te brengen in Sonois galeijen: doch deezen vonden mid- del om zig agter in de haven boven den wind en onder 't gefchut der fchanfe te ber- gen. Uit de fchans werdt, ondertulTchen, fterk gevuurd op de Amfterdammers, en eenigen hunner fchepen in den grond ge- fchooten. Anderen moeften gefchut en an- kers in 't Y werpen , om vlot te worden, De Noordhollanders , aangemoedigd door deezen voorfpoed, ruftten , eerlang, nog eeni-
(ƒ>) FONTANÜS Libr. I. Cap. IX. ». SS , S6.
|
||||||
1'
|
||||||
j$ö AMSTERDAMS II. Deel.
i$?2. cenige fchepen en galeijen toe (q), en lieten
eenige wrakken zinken in 't Y om den Am- fterdammeren de vaart te bederven. Zy kruiften voorts niet verre van de Stad, daar zy, in November, door eene fchielyk op- gekomen vorft in 't ys beklemd, en in groot gevaar raakten; doch, door een'flyven Noor- den wind, die eene fcheur in 't ys maakte, gelukkiglyk gered werden (r). De Admi- raal Boshuizen fchynt, niet lang hierna, tö Amfterdam, buiten dienft geraakt te zyn. Immers, de Hiflorie maakt, na deezen tyd, fiaauwlyks eenig gewag van hem: en uit de Regiflers ^Vroedschap blykt, dat men, in February des volgenden jaars, al een' anderen Admiraal in zyne plaatfe begeerd heeft, konnende hy, toen, gelyk men daar leeft, ter oorzaake van zyneonpalfelykheid, kleinen dienft meer doen. De Graaf van BolTu, dien men dit voorhieldt, antwoord- de „ dat hy zig met de fchepen van oorloge „ niet langer begeerde te moeijen (f)." En kort hierop fchynt Boshuizen van zyri ampt verlaaten te zyn: welk men vindt, Wat laater, door Franpis Verdugo, te zyn Taï'ob bekleed geweefl. In 't jongfle gevegt voor Foppens- Nieuwendam, of by eene andere gelegen- zoon, Ka- heid, was ook gekwetft geworden Jakob pitein Foppenszoon, Kapitein der groote Amfter- feerf,™°" dam'fche galeije, die eerlang aan zynewon- fterd^n- den Overleedt, en wiens Weduwe, tot ver- fche goeding van 't gene ter bevordering zyner galeije, g0.
fterft. (q) B0R vr. Boekt bl. 301. [413.]
(V) BOR Vi. Boekt M. 307. O20-] *
(s) Refol, Vroedfch. JV, z. 13 Feh. 1573. /". 233 verß%
|
||||||
__ ......_______ ____
|
||||||
VW.Boek. Geschiedenissen. 331
geneezinge befleed was , veertig guldens 157$;
van Stads wege toegelegd werden (f). Ja- Wie kob Foppenszoon hadt, voor deezen, opdeeze Londen gevaaren, en was, naderhand, uitwas? bitterheid van partyfchap,fchryftHooft, gevorderd tot het Schoutampt van Haar- lem , welk doorgaands aan luiden van agt- baarheid en adel plagt opgedraagen te wor- den. Doch in 't waarneemen van deezen dienft, kweet hy zig, zo naderhand getuigd is, zo kwalyk, met het bedraagen zelfs van onfchuldigen, en over misdaaden, waaraan hy zelf deel hadt, dat hy, toen Haarlem, in July, de Spaanfche zyde verliet, naarAm- fterdam vloodt, daar men hem Kapitein der groote Galeije maakte: in 't bedienen van welk ampt hy , na weinige maanden ver- loops , getroffen werdt van een' kogel, die hem de wervels van 't ruggebeen verbry- zelde, en eene fmertelyke en langduurige dood veroorzaakte (u). De Hertog van Alva, Bergen in Henegou- Die van
wen by verdrag hebbende ingenomen op den Amfter- negentienden September, zondt zynen Zoon, ^am Don Fredrik, met een Leger naar Gelder- JeSpaan- land, welk, op deszelfs aankomfl, den Prin- fchen fe van Oranje wederom afviel. Zutfen deer-aan om lyk geplonderd hebbende, befloot hy, aan- NaarQ,ea gefpoord door de Regeering van Amfter- nnee^e„ dam, over de Veluwe en Amersfoort, aan te trekken op Naarden , daar Naflaufche bezetting in lag. De Stacf gaf zig over by mon-
(t) Refol. Vroedfch. AT. 2. 17 Dee. isyz.f. 230.
(u) HOOFT VI. Boekt bU 26+, z6$. |
||||
33* AMSTERDAMS H. Dm,
^572. mondeling verdrag, welk, van de Spaan- fche zyde, verbroken werdt, en de Plaats vervuld met roof en moord (V). Hierna werdt het beleg van Haarlem ondernomen, waaraan Amfterdam veel deels hadt: gelyk ' wy hier, uit de egtfte berigten, kortelyk, toonen moeten. Hebben De Graaf van BoflTu hadt die van Haar- deel aan lem t reeds in November, fchriftelyk, ver- vanHCS • maanc*»om z,§ wederom te verzoenen met lem. ^en Koning; hun voorhoudende het nadeel, welk zy onvermy delyk te wagten hadden, zo zy den wederfpannigen langer bïeeven aan- hangen (w). Doch alzo deeze vermaaning weinig ingang vondt, trok Don Fredrik, met het Leger, van Naarden naar Amfterdam, buiten welke Stad, hy zig nederfloeg, op verzoek der Wethouderfchap, zig beroe- pende op het verding met den Ilertoge ge- maakt, volgens welk de Stad van inlege- ring verfchoond moeft blyven (ar), 't Ge- regt hadt, ondertmTchen, op den derden December, bevolen, dat niemant buiten de Stad moeft gaan, terwyl de Spaanfche kneg- ten voorbytrokken; welk verbod, den agc- tienden February des volgenden jaars, ver- nieuwd werdt (y~). Op den twintigften De- cember, werdt elk veroorlofd brood naar't Leger te voeren; fchoon het opkoopen van roggenbrood, drie dagen daarna, verboo- Hande- den werdt (z). De Wethouderfchap van Am-
(v) Vaderl. Hift. VI. Deel, il. 991, 401,403 enz,
(vi) BOK VI. Boek, hl. 304. [41S ]
(x) PONTANUS Libr. I. Cap. IX. p. 57»
(y> Keurb. G. f. si.
\z) Kcurb. G. /. iz.
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 333
Amfterdam hadt, reeds eenige weeken te 1572.
vooren, in 't heimelyk, brieven gezonden deI,. t0 naar Haarlem, {trekkende om de Stad te Amfter- vermaanen tot onderwerping; en de Vroed- dam met fchap hadt hierop , by meerderheid van ï&e,VcLar~ flemmen, beflooten, eenigen af te vaardigen jj* en naar Amfterdam, om met Don Fredrik al- vroed- daar te woorde te komen. Doch terwyl zy fchap van uit waren, bewoog Wybout Ripperda, Over- Haarlem» fte der bezettinge, de burgery tot het ver- dedigen der Stad. Twee der Afgevaardig- den werden gevangkelyk gezonden aan den Prinfe van Oranje , die zig toen te Delft bevondt, en een' derzelven 't hoofd voor de voeten deedt leggen. Ook deedt hy, den negenden December, de Wet te Haar- lem , buitens tyds, veranderen, onder an- deren tot Burgemeefter aanftellende Bieter Kies (a), denzelfden, meen ik, die voorheen Poorter te Amfterdam geweeft, en, door den Raad der Beroerten , ten Lande uit gebannen was (£). Don Fredrik was, twee dagen te vooren, van by Amfterdam op- getrokken, en,eene Schans teSpaarnedam bemagtigd hebbende , den elfden, voor Haarlem gekomen. Hier werden hem van Amfterdam veertien metaalen ftukken toe« gefchikt, die zesendertig en veertig pon- den fchooten. Maar Haarlem hadt, behal- ve de andere manfchap, duizend delvers in dienft , en driehonderd vrouwen , tot bet zelfde werk beftemd,onder beleid van Kc~
(a) BQR VI. Boek, iL J°7 , »°8> 3os. |>a»i4aii*«-]
\k) Zie hier voor, èL 268. tn *j»7. |
||||
334 AMSTERDAMS ILDke*.
1572. KenauiX) Sipions Hajfelaer , Weduwe van
Ken zesenveertig jaaren, onbefproken van leeven Simons en van een der befte huizen, welk nadef- Haffe- hand ook in Amflerdam vermaard geworden laer, dap-is. Van deeze vrouwe wordt getuigd, d^c duweTe*"2^ n*et ^room^e 9 *n vrouwengewaad,
Haarlem. met fpiets > bus en rappier, den Spanjaard te keer te gaan (O- De Stad werdt, den agttienden, vinnig befchooten: federt, be- flormd, doch door die van binnen wakker- lyk verdedigd; waaruit wel haafl befpeurd werdt, dat zy niet gemakkelyk te winnen zou zyn (d). Amtier- In deezen fland der dingen , beproefde nler* ^va no? eens» °^ ^y Haarlem, door hoop
Haarlem °P vergiffenis, kon doen bezwyken. De tot on- Regeering van Amflerdam flondt hem hier- derwer. jn ten dienfle, en fchreef, den zeitienden pmg- February des jaars 1573»aan die vanHaar- I573- ]em „ dat zy genade te wagten hadden, zo |
||||||||||
3>
>5 |
zy zig fpoedig onderwierpen; maar niet
dan jammer en elende, zo zy de aange- |
|||||||||
,, booden gunfl bleeven verfmaaden (e)."
Doch op dit fchryven kwam geen ander antwoord , dan een fcherp ftrooifchrift, waarin 't bedryf der Spanjaarden ten lelyk- Amfter- fle ftpndt afgemaaid. Ook was Amflerdam, dam fchryft Hooft; (ƒ), thans,omtrent zo zeer Hiïoorï- §enaat als Alva» wordende de Stad, om 't dam ge- branden en bloedvergieten uit oorzaake van noemd. 't geloof en van de voorgaande beroerten, by
(e) Hooft VI. Boek, hl. 297.
(d) Bok VI. ßeek, hl. 310. [413.]
(e) Zie BOR VI. Boek, hl. 31S. [+34] COMMELIW,
J>1. 1941. (f) HOOIT VI, Boek, tl. jotf..
|
||||||||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 335
by 't graauw der Geuzen met den naam van 1573,
Moorddam gefcholden.Vaft gaat ook, dat men Men w hier,tendeezentyde,den Hertoge vanAlvavie;t al- zeernaarde oogenzag. De Minderbroeders daarAlva zelven, die hem, nog onlangs, voor eenen°n de dwingeland en regtfchender gefcholden had- japa^ den, preezen hem nu hemelhoog, en ver- klaarden de Spanjaards j die 't leeveninden oorlog lieten, voor martelaars van den waa- ren Godsdienft (g). En de nabyheid des Spaanfchen Legers bragtte wege, dat groo- ten en kleinen, hier ter Stede, zofpraken, als deeze voorgangers. Midlerwyl, leedt het Spaanfch Krygs- Gekwet-
volk veel voor Haarlem. Veele gekwetften ?e ^PalJ" en zieken werden, van daar, naarAmfter-{^,s dam gevoerd (7j). Ook kwamen hier zowaards veele verloopen knegten , dat, tegen het gebragt, inkomen derzelven, by eene Keure van den zevenden January, voorzien werdt (f). Te- gen 't inkomen van gevlugten uit de weder- ipannige Steden, geïyk hier de Staatfchen genoemd werden, was , reeds te vöoren, zorg gedraagen (£). In February, was 't ys uit het water ge- Scheeps«
raakt, en daardoor de gedaante van 't beleg ftrydea van Haarlem veranderd. De Amfterdam- jfaariem- mers bragten hunne kleine galei en vyfmer fchepen door de Spaarnedammer fluis in 't Meer, Spaarne, en beflonden, op den agttienden, tuffchen J^«de Haar*
|
||||||||||||
den
|
lemmers
|
|||||||||||
(g) PONTANOS Libr, I. Cap. IX. ƒ>. $%.
(h) Refol. Vroedlch. N. & 9 Maprt 157J, f> 231.
(i) Keurh. G. ƒ. 84.
(k) Keurb, G. ƒ, 83.
|
||||||||||||
t
|
||||||||||||
33Ó AMSTERDAMS IL Deel'.
1573. ^en kagen weS by 't Penningsveer door te cn Am> delven > om alzo in de Meer te geraaken; fterdam- doch zy werden 'er, door de Galei en eeni- mers. ge andere fchepen van Haarlem, in belet. Den eenentwintigden, hervatteden zy den toeleg; maar zy werden, door de kleine Haarlemfche Galei en eenige ponten, op de vlugt gejaagd, een damlooper in den Joop laatende, daar 'c vuur in kwam. 't Volk, cfat 'er op was, kleefde 'er meeft: de ove- rigen werden by de Fuik opgehangen. Daar- na, was men bedagt op een gemakkelyker middel om in de Meer te komen. De Graaf van BoiTu deedt den Overtoom aan den Hei- ligen Weg, een halfuur van Amfterdam, opdelven, en bragt 'er, den zesentwintigflen, eenige fmakzeilen door. Tegen deezen zeil- den en roeiden de Haarlemmers in; doch , zy hielden zo liegt eene orde, dat eene hunner galeijen, lang vierentagtig voeten, te ver voor uit gezet zynde, van vier of vyf Amfterdamfchen omringd en overweldigd werdt. Maar Jakob Jntoniszoon, die over de Haarlemfche Vloot geboodt, federt, ge- naderd , dreef de Amflerdammers te rug, heroverde en bemagtigde de galei, en won 'er een karveel by, daar al dood geflaagen werdt» wat 'er op was, behalven een edel- man van Leuven, en twee anderen, die gevangen bleeven. De Amfterdammers, die den toevoer naar Haarlem te water zog- ten te hinderen, kreegen het dus, door- gaands , te kwaad (/). Do
(i) HOOÏT VI. Boekt il. 3°*»
|
||||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 337
De Prins van Oranje, peinzende, van zy- x ~y»
ne zyde, op het affnyden van den toevoer*
J i j » T Ti Sonoi
te water en te lande naar t Leger voor Haar- neerat
lern, beval Sonoi, in 't begin van Maart, den Die-
dat hy zig meefter zou tragten te maaken merdyk van den Diemerdyk, tuilchen Amfterdamin» met en Muiden, zig verfchanfende byjaaphan- ^tafter- nes of Ypelloot, van waar hy den toevoer dam. van boven, beide te lande en te water, be- letten kon, mids beheerende, ter eener zyde, het Y, en ter andere, de Diemermeer, die tot in den Amftel en aan den Utrechtfchen wagenweg ftrekte. Hy fteekt dan over uit Waterland, met agthonderd foldaaten, en eenige delvers, neemt, den twaalfdenMaart, fchielyk den dyk in, flaat eene (luis aan Huk- ken , maakt, wat verder, een ander gat met de fpaade, en verfchanft zig tuffchen beide: waarna hy in perfoon naar Edam keerde, om de fchans van nooddruft te doen voor- zien Qri). Ondertuffchen, hadt hy den voet naauwlyks op den dyk gezet, of men hadt 'er te Amfterdam de lugt van. De Vroed- fchap werdt vergaderd, en daar beflooten 3, den Graave van BofFu kennis te geeven „ van 't voorneemen der muitelingen, om „ den dyk te Ypefloot door te fteeken (72)." Ook hieldt men naauwkeuriger wagt in de Stad (0). Doch hierby bleef het niet. Men zondt, terftond, meer dan twintig Water- fchepen, gewapend met biuTen en gootelin- gen,
(m)BoR VI. Eotkt hl. ï*o. [+37.]
(«.) Refol. Vroeclfch. N.z. \z Maart 1573. ƒ. liitKr/«,
(0) Relbl. Vroeclfch. N.z. 13 , 14 Maart 157j. ƒ. 23$.
Hl. Stuk.' Y
|
||||
338 AMSTERDAMS II. Duzt.
1573. gen, derwaards. 't Bootsvolk: van Sonoi,
De Am- hiertegen niet opmogende, week onder 't fterdam- gefchut der fchanfe, agterlaatende twee ga* roers leijen, die den Amflerdammeren in handen noodzaa. viejen j)e fchans werdt, naderhand, van dien we-v'er zyden, aangetafl. In't wellen met grof derom gefchut en drie vendelen knegten, in 't oos- te ver- ten met één vendel, langs den dyk: uit het laaten. y ? met fcnepen; uit de Meer, met fchuiten, die allen wel bemand en voorzien waren. De bezettelingen weerden zig wakkerlyk, tot dat Sonoi, met veertig fchepen, in aller- yl verzameld, de Amflerdammers deinzen deedt. Doch deezen, eenige razeils te hulpe gekreegen hebbende , deeden , op hunne beurt, de Sonoifchen wyken. Sonoi zelf redde zig ter naamver nood uit hunne han- den. De bezettelingen ruimden toen de fchans, des nagts na den agttienden Maart, en vielen in de groote galei van Hoorn en in eenige krabfchuiten, die, gedeeltelyk, door de Amflerdammers, bemagtigd wer- den. De overigen bereikten den Waterland- fchen wal, daar Jan Taamszoen Schaft, in 't gezigt der Amllerdammeren , die hem vervolgden , de Hoornfche galei in den grond boorde, eer hy aan land tradt. Sonoi egter, in 't kort, meer dan tagtig zeilen te Edam byeen gekreegen hebbende, jaagde de Amflerdammers van 't Y, en tot binnen de paaien hunner haven (p), daar zy, nog- tans, maar weinige dagen vertoefden. ïJlet«ren De Graaf van BofTu hadt, den negenen- twin-
(p) Böa VI. Boek, il. Jzo. [437.]
|
||||
VlII. Boek. Geschiedenissen. 339
twintigilen Maart, den hoogenSpaarnedam- 1573.
merdyk by 't Huis ter Hart,ten halven we-Nikojaag ge tuflchen Haarlem en Amfterdam, doenrjh-ks- doordelvefr, en voerde 'er toen eene Vloot zoonen door in de Meer van drieendertig Amfter-Haffelaer damfche fchepen en zeven galeijen. ÜyJS tJïf" ondernam, terftond hierna, om de Fuik te mannen iluiten en de Vloot te dekken, eene fchans eene op te werpen, waarin hem twee jongelingen, galei. Pieter en Nikolaas Dirkszoonen Hajfelaer en eenige anderen beflonden te hinderen. De Vader van deezen twee, Dirk Simonszoon Hajfelaer, was een eigen broeder van Ke- nauw, boven gemeld, en heeft het ongeluk gehad, dat hy, ongewapend zynde, van een Spanjaard doorilooten geworden is (4). Zyn Zoon, Pieter, die, naderhand, Schepen Wakker- en Raad te Amflerdam geworden is, bereik- heid vatt te, fen tyde van 't beleg, naauwlyks agt-pieter« tien jaaren; doch hadt , als Vendrig der Burgerye, deel aan menig krygsbedryf. Hy was zeer afgeregt op de handeling van 't geweer, met naame van het doelroer, en zo willig naar de wallen, dat hy'er dikwils de maaltyd deedt, zig vergenoegende met het gene hem, door^ zyne Moeder, Aeg- je Hoos, Dogter van Pieter Hoos, nevens kruid
(4) Hooft gewaagt hiervan , in deeze woor- den zyner Lykklaghie over Pieter Dirkszoon Hasselaer, in de verfcbeide Dichten, bl. 236te vinden. Uw wel manhaftig!)' arm heeft ieder haafl doen weten,
Dat u geßampt flaat in 'tgemoedticnd' is vergeten De deerelyke dood van uwen Vaader niet, Dien ongewapend zynd' een Spaanfcb Lanfièr doorfiiet^ ■ Met éeii' qiietfuurt~die in uw hart zaleeuw'igb bloeden* Y 2
|
||||
540 AMSTERDAMS II. DeeL.
1573. krtüd en lood, werdt aangebragt. Nufpan-
de hy aan met zynen broeder, Nikolaas, en eenige jongelingen , die gezamenlyk eene galei bemanden, en naar de fchanfe roei- den ; doch zy vonden, tot hun leedwezen, 't werk reeds te ver gevorderd: en alzo hun de gelegenheid, om naar Haarlem te keeren, afgefneeden was, begaven zy zig naar de Kaag,daar de StaatfcheVloot toen verzameld Ily werdt, Pieter HaiTelaer trok, kort hierop, brengt, naar Leiden, daar hy, hebbende 't hert by croot zyne maaSen te Haarlem, ook weinig teer- gevaar, gelds over, en geen' onderftand gevonden
brieven by een' Predikant, die nogtans by zyne Aioe-
van ge- der dikwils ter fluik gehuisveft en miTdelyk birfne onthaald geweefl was; zynen dienil uitboodt, Haarlem.om zekere brieven van gewigt naar Haarlem over te brengen. Men vergde hem eenen eed af, dat hy, die, betrapt wordenclejby den Spanjaard,toch zou moeten fterven,in zulk een gevaar, de brieven, die in een loo- den koker ilaken, in 't water werpen, en zig zclven eerder van kant helpen zou, dan zig door pyn uit den hals laaten haaien, waar 't gezonken fchrift fchuilde. En heeft hy zelf, naderhand; aan Hooft, die dit fchryft, betuigd „ niet te weeten,hoe hy, „ in 't nypen van den nood, te moede ge- „ weeft zou zyn; doch te meenen, dat hy „ 't eerder volbragt dan nagelaaten zou heb- . ben." Doch de reis liep gelukkiger af. Hall el aer geraakte, deels te voet, deels met zwemmen, tuflchen 's vyands wagten door, en verrigtte zyne boodfchap (q). De
(q) HOOFT VIII. Boekt H' 312j HJ»
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 341
De Staatfche Vloot kwam, den agten- 1579.
twintigften May, van omtrent de Kaag,afN , op de Spaanfche onder den Graave van Bos- iaag J^r fu, die hier eene merkwaardige overwinning staat- op dezelve behaalde. De Staatfche fchepen fchen op werden, in 't wyken naar de Kaag en oude de Meer* Wetering, nagezet door 's Graaven Stede- houder Boshuizen, die 'er een overzeildeen twee-entwintig bemagtigde. Doch 't mees- te volk, overboord gefprongen zynde, zwom aan land (r). De Prins van Oranje, ziende de Spaan-De Am.
fchen meefter van de Haarlemmer Meer, fterdam- hetvatte den aanflag om hun den toevoer ?^s«!?" naar 't Leger af te fnyden, door 't bemag- noij an. tigen van den Diemerdyk, by Amflerdam dermaal, Sonoi hadt dit reeds wederom ondernomen, va.n de" in 't begin van May; doch was 'er in beletï?|5mer" door de bezetting en burgerye der Stad, die,c * ' in merkelyken getale uitgetrokken, den ze- venden, op den Amfteldyk, omtrent den inond der Diemermeer, in een hevig gevegt geraakt waren met de Sonoifchen, hen van den dyk gejaagd, en vry wat buits op hen behaald hadden (s). Doch in 't begin van Juny , werdt de toeleg hervat. De Amfter» dammers hadden nu de fchans, door de So- noifchen , op den dyk, by Meerhuizen, aan- gelegd , verder gefterkt (f), en zy was aan Hopman Snater, die twee vendelen kneg- ten onder zig hadt , te bewaaren gegeven. Doch
ft) LOR VI. Boek, M- 3'»- U*«.] HOOFT Xlll. Boekt
bh 5 i<ï. ($) Kcuib. G. f. 92. (t) Relol. Viocdich. S. x. n May 1573. f. 2^7 vtr/a. y 3
|
||||||
■ ■ ■
■
|
||||||
34» AMSTERDAMS II. Deeê;
1573. Doch Sonoi wierp,'s nagts na den tweeden Hy be- Juny, agthonderd man, tuiTchen Amfterdam magtigt en deeze fchans, op den dyk, doorgroef dien, In"] ein' zonc^er merkelyk verlies, en verfterkte'er zig c **'Xj f' met zes fchanfen, die hy, tot na 't overgaan van Haarlem, inhieldt. Maar van de Diemer- meer, daar de Amfterdammers vyf galeijen en eenige kleine fchepen en fchuiten ophiel- den , kon hy geen meefter worden, gaande zyne vaartuigen te diep, om daar te können vlooten naar behooren,en zynde zyn boots-, volk onwillig, om, met ongelyke kans, op Degroo- de Amfterdammers los te gaan. In een der te Am- gevegten op de Meer, geviel nogtans, dat damfcbe cje kleine Hoornfehe galei, die de Amfter- wordt ge- dammers, fpotswyze, de Wortelfchuit noem- nqmen, den, pogchende dat zyze binnen hun boord zouden overhaalen; de nieuwe groote Am-! fterdamfche galei aantaftte, overmeefterde, en eerft binnen de fchanfe, en daarna te Hoorn opbragt. Te Ouderkerk aan den Am- ftel, lag, tegen de hoogte van't Kerkhof, Neder- ook eene Spaanfche fchans. Doch zy be- laag der jette jonkneere Willem van Batenburg niet, dammers dat ^Y zig5den tienden Juny, daaromtrent, by Ou- insgeryks, verfchanfte. De Amfterdammers, derkerk. den volgenden dag, zynde uitgetrokken om hem te verjaagen, vielen in eene hinderlaa- ge, en werden zo geheellyk geflaagen,dat 'er naauwlyks tien behouden in de Stad te- rug kwamen («). Kort hierna, werdt Ba- tenburg egter genoodzaakt, de fchans te Ou- derkerk te verlaaten. Dg
(u) BOK VI. Boek, bl. 322, [439.] PONTANUS Lilt. I,
€ap. IX. p. 61. |
||||
VIII.Boek; Geschiedenissen. • 343
De toevoer naar 't Leger voor Haarlem 15732
bleef, ondertiüTchen, vry, zo langde Am-jjaarjem fterdammers meefler bleeven van de Die-gecftz!5 mermeer, en van de vaart, die, uit de Vegt, over. door Weesp en Diemen, in dezelve liep. Men zogt dan, van de Staatfche zyde, de Vegt boVen de vaarte te fluiten; doch dee- ze toeleg mislukte. Maar terwyl de toevoer naar 't Leger open bleef, werdt de bele- gerde Stad, daar veel te weinig inkwam, geprangd, door een' byfleren hongersnood, die, eindelyk, alzo alle poogingen tot ont- zet kwalyk uitvielen, te wege bragt, dat menzig, den tienden July, op genade en ongenade overgaf. Een groot getal van Ste- delingen werdt toen door beuls handen om- gebragt. De Burgemeefters, en onder dee- zen ook Pieter Kies, gevangen gezet (V). Naar Pieter Dirkszoon Haflelaer werdt ook gezogt, daar hy over tafel zat. Doch men Kies en taflte zynen Broeder Nikolaas, die van ver- Haflelaer ilaagenheid fchreide, in zyne plaats aan: xJe°vr^.n waarop hy,zig zelven ontdekkende,zeide, |en> zo gy den Vendrig zoekt; laat deezen los, ik ben het (w). Hy werdt egter haafl op vrye voeten gefteld. Wy zullen terilond zien, by welke gelegenheid. De Hertog van Alva hadt zig,federt ee- Alva
nigen tyd, te Amfterdam, opgehouden, om l06^* den oorlog tegen de afgevallen Steden van dameene Holland te bellieren. Men vindt, dat de Vloot tlaad der Stad, in Augultus, befloot, hem, uitlullen. by
(v) BOR VI. Botk,, */ 3*?. [440.]
(wj ftOOFT Via, Bsekt }>l- 3iJ. Y 4
|
||||
344 AMSTERDAMS II. Deel.
ÏC73. by zyne aankomft, de ileutels der poorten aan te bieden (x). Zyn toeleg was, die van 't Noorderkwartier,genoegzaam mees- ter van de Zuiderzee, te water en te lande» te bedwingen. Terwyl Don Fredrik dan Alkmaar te lande belegerde, zonder zig van de Stad te können meefter maaken, doet hy, te Amfterdam, twaalf groote fchepen en zes jagten ten oorloge toeruften. Met dee- ze Vloot, loopt Boifii, den twaalfden Sep- tember, van de reede der Stad; doch kon, dien dag, mids den Herken wind, niet over de wrakken komen, die de Noordhollanders gezonken hadden, om hem 't Yte ftoppen. Den dertienden, maakte hy zig egterruim- baan , eenige Noordhollandfche fchepen , die hem in den weg lagen, doende wyken tot aan 't Pampus. Hy overmeeflerde eerft eene fchans te Schellinkwoude, en daarna byna alle de Staatfche fchanfen in Water- land. Toen, verneemende dat die van Noordholland zig fterker toeruiïten te wa- ter , keerde hy naar Amfterdam, om zyne Vloot van gelyken te doen verflerken. Hy bragtze, in 't kort, op dertig zeilen , zo groote als kleine, en voerde zelf een fchip van twee-endertig Hukken, de Inquifitie ge- Slag op naamd. Op den derden October, ligttehy de Zui- 't anker voor Amfterdam; doch geraakte, dcrzee. m\^s jen geweldigen wind, eerft den vyf- den, over 't Pampus. Toen zet hy 't aan op de Noordhollanders, van zins om hen met fcbieten te overweldigen, zonder te ko- men > (ft) RefoJ, Vroedfch. N. z. 8 du%, 1573. ƒ, 2j$,
|
||||
Vin. Boek. Geschiedenissen. 345
men tot aanklampen of enteren, waarop zy r ^7 »
meeftgezet waren. Tot op den elfden,viel 'er niets byzonders voor, dan dat twee van BofTus fchepen aangetaft werden, en een derzelven, gevoerd van Hopman Schuilen' burg) Zwaager van Boshuizen, overmees- terd. Doch toen klampten de Noordhol- land fche Admiraal, Kortwïïs Dirkszoon van Monikendam, en Hopman Pieter Bak van Hoorn Bofllis fchip ter wederzyde aan boord. Twee anderen kwamen hem voor de boeg en agterfteven leggen. Doch't laatfle werdt, eerlang, genoodzaakt af te houden, terwyl BolTus fchip , voortdryvende met de drie anderen, agter de Nek by Wydenes aan den grond raakte. Een groot Konings fchip, geheel lek gefchooten, en vyf kleineren, die ook waren vaftgeraakt, hadden zig reeds moeten overgeeven, waarop Jan Simonszoon Rol, BofTus Onder-Admiraal, met de ove- rigen , tot over 't Pampus, en 's anderen- daags tot voor Amfterdam geweeken was. Boflii hadt zig, midlerwyl, den gantfchen waarin nagt, wakkeriyk geweerd metfchieten; doch Boftu ge- op den middag van den volgenden dag, be- vanSei» flooten , zig gevangkelyk over te geevenwor u aan den Admiraal Kornelis Dirkszoon, den Hopman Nikolaas Ruikhaver, en den ge- weldigen Provooft Joachim Nieuwvink, be- dingende het lyf voor al de aynen; voor zig zelven, daarenboven, eene Graaflyke ge- vangenis, die hem te Hoorn werdt toege- staan (y). Veelen zyner medegevangenen , wer- (?) BOR VI. Bgek, H. 3?o. [4j0.] 3jj. [+55] e*?.
Y s
|
|||||
1
|
|||||
346* AMSTERDAMS IL Deel;
I573- wer£ten, naderhand, uitgewilTeld tegen de
H , Burgers, die te Haarlem in hegtenis zaten; ling van waarover Burgemeefter Kies, op zyn woord Pieter van eer geflaakt zynde, te Amfterdam, met Kies te Francis Verdugo, gehandeld hadt. Ook Amfter- jjadt ^y ^ m Zyne heindleling, groote zwaa- righeid ontmoet, willende Alva, in 't eerfl, met hem, en al zyne medegevangenen ter galge. Doch Verdugo en anderen vertoon- den hem „ dat zy t'avond of morgen gelyk „ lot te wagten hadden, en liever den dienffc „ wilden nederleggen, dan, behalve voor „ kling en kogel, ook voor den ftrop bloot Hy en „ ftaan." Waarop de Hertog zig hadt laa- Haflelaerten verbidden , en gedoogd , dat Kies en W°fl k ^e an<^ere Haarlemmers, tegen eenige ge- ge aa ' vangenen op de Zuiderzee, werden verwis- feld (z): en by deeze gelegenheid, fchynt HalTelaer ook vry geraakt te zyn, fchoon Hooft zulks, in zyne Hiflorie, niet klaar- lyk heeft aangetekend (5). BolTu zelf bleef nog, tot in 't jaar 1576, in hegtenis. Dirk In 't belegerd Alkmaar, hadden zig drie Duivel Hoplüiden bevonden, en daaronder ook Dirk
en twee Dmvel van Amfterdam, die, oordeelende, befchul- ^at ^e Stat* mct te houden zou zyn, voor-
ge, (?) Hooit VIII. Book, hl. 337, 33*.
(5) Maar in zyne Lykklaght over PieterDieks- z o o N Hasselaer, onder zyne verschelde Dich- ten, bl. 236 te vinden, bedient hy zig van deeze woorden: O overeiel hart ter ware deught genegen!
ffrel, tegens eenen Graaf, moght u 't geluk opivegen i
Noch deed het u te kort, als 't om te (offen u,
In handen vallen deed den Admiraal Bojfu.
|
|||||||
■ .
|
|||||||
...... .......
|
|||||||
VIÏÏ.Boek. Geschiedenissen. 347
geflaagen hadden, of't niet geraadenware, 157g,
dat men dezelve verliete, en zyn leeyend| * eJ bergde. Over het doen van deezen voor- vryge. ilag, werden zy, na dat de Stad van 't be-fproken." leg verloft was, in hegtenis genomen, en te regt gefield. Doch zy bragten zulke ge-, tnigeniffen by in hun voordeel,dat zy, den vierden December, uit de gevangenis ont- flaagen, en in hunne eer ongekwetft ver* klaard werden Qa). Amsterdam hadt zig, ten deezen tyde,Ds
met het zorgen voor de betaaling van 's Vroed- Konings Krygsvolkte water entelande(Z>),^haPvail met het zenden van lyftogt en arbeidsvolk d™n t"" t naar 't Leger voor Haarlem, met het be- eenige vorderen der uitruftinge van Oorlogsfche-nieuwe pen, met het wederffoan der rnuitelingen,p.riviIe'* gelykze hier genoemd werden, en in ande-^^c® re opzigten, zo loffelyk gekweeten, in 't ven. ' oog des Hertogs van Alva, dat de Vroed- fchap , eerlang , te raade werdt, eenige nieuwe Privilegien te verzoeken ten Hove, ter belooninge van de getrouwheid der Ste- de; en onder anderen „ kwytfchelding van 3, Beden , voor den tyd van vyfentwintig ,, jaaren; vryheid van tollen door aPsKo- j, nings Landen; vryheid van den Stapel te „ Dordrecht; vrye laading voor de Am? „ fterdamfche fchepen in Spanje; uitbrei- „ ding van der Stede Vryheid tot vierhon* „ derd roeden buiten de oude Vryheid, en „ dat alle fchepen, 't Marsdiep, 't Vlie „ of
(a) BoR VI. Boek, bl. 337. [4*7.3
(!/) Keurb. G. ƒ. 87. Refol. Vroedlch. N, z. 9 Maart
|
|||||||
1
|
|||||||
■ .
|
|||||||
348 AMSTERDAMS IL Deel.
I573- " °*" over 'c Wad inkomende , gehouden
„ zouden zyn, te Amfterdam, of in eenige „ andere beflooten Stad, laft te breeken, „ ten ware de Schippers, met ongebroken „ laffc, wederom wilden uitvaaren (c)." Men wilde , wyders, verandering te wege bren- gen, in de Keure, door de Landvoogdes- Ie, Vrouwe Margareet, in den jaare 1565 gemaakt, op de verkiezing der zesendertig Raaden, die door eenige Burgers verwor- ven was, en , gelyk men 't nu begreep, met de oude Vryheden en Voorregten ftreedt (d). Men befloot ook, te verzoeken „ dat de „ Overtoom , die onlangs doorgedolven „ was , mögt opengehouden worden: op „ dat de ingezetenen van Amfterdam, daar- „ door, naar Gouda, en voorts naar Ant- „ werpen en elders, mogten können vaa- 3, ren, zonder dat zy Haarlem behoefden „ aan te doen (e)" En de Stad hadt, in- derdaad , reden om eenige nieuwe Voorreg- ten te begeeren, al ilrektenze fchoon tot De Prins nadeel van eenige afgeweeken Steden. De van o- Prins van Oranje hadt, den negenden Februa- ranje rv deezes jaars, op 's Konings naam, aan Fnkhui- ^n^huizen, welk in 't voorleeden jaar zyne zen het" zY^e gekooren hadt, het regt der Paalkifte regt der toegeftaan (ƒ), welk, van ouds,doorAm- Paalkis- fterdam, bezeten, en aan deeze Stad, in te- 't jaar 1452, door Hertoge FilipsvanBour- gon-
(c) Refol. Vroedfch. N. z. t6 7»*y, 10, 13 Julyt $
Aug. 157?. ƒ• *Ji verfo *$*» 152 v,Vf> 1 *SS. (d) Refill. Vroedlch. N. z. 19, zz Aug. 1573./. zsf>
verfo, 257. (e) Refol. Vroedfch. .V. 2. i9,ziA*g'i57i.f.zs6 vet/c.
(f) Hand/i van Enkh. bl. 50.
|
||||
Vnr.BoEK. Geschiedenissen. 349
gondie, beveiligd geworden was (g): waar- l573.. by zy merkelyk benadeeld werdt. 't Was dan niet zonder reden, dat zy eenige nieuwe gunften tenHove zogt te verwerven, 't Ver- blyf desHertogs te Amilerdam, daar hy zyne herberg genomen hadt in 't huis van Doornik, in de Warmoesftraat over de Paapenbrug- fteegO), gaf derWethouderfchap bekwaame gelegenheid,om hierop by hem aan tehou-Alva den. Doch het verlies van den il ag op de Zui-««« « derzee,het opbreekenvan 't beleg van Alk-ting t£ inaar,het dringen op't inneem en van vreemde Amtier- bezetting, en allermeeft de tyding, dat Filips dam. Don Louis de Requefens tot Alva's opvolger benoemd hadt, was oorzaak,dat deagting voor den Hertoge, en 't vertrouwen op zyn aanzien by den Koning, merkelyk gedaald waren, zelfs te Amflerdam, daar hy tot zo verre verfmaad werdt, dat zyn beeldtenis, welk , by de voornaamfle Spaanfchgezin- den, in de befte vertrekken, te pronk plagt te hangen, nu in eenen hoek verfoeid lag, of in de afzigtelykfte plaats van 't huis ge- raakte. Hy kreeg de lugt haait van den Hy ver- haat dien hy zig op den hals gehaald hadt: trekc hei- en, 'vreezende voor eenigen oploop, ookmelyktet uit hoofde der zwaare fchulden, waarin hy Ï^Jf • zig, hier ter Stede, geftekeii hadt,beflootzyne hy, heimelyk te vertrekken; en hebbende fchulden met de trompette doen aankondigen, dat te betau-, elk,'s anderendaags, om zyn geld kon ko-len' men, vertrok hy, 's nagts te vooren, zon- der iemant te betaalen: waardoor ook ee- nigen (g) Z>e II. Deel, III. Boekt tl. *49-
ih) Zit M. fOKKENS Amft. bi. 30g Aant. |
||||
----------------------—
|
||||||
350 AMSTERDAMS II. DeeiV
ï$73- ™Sen van de rykfte geflagten, die hem meef
dan 't hunne geborgd hadden, zo behoef- tig gemaakt werden, dat vrouw en kinde- ren, om aan 't brood te komen, om eene geringe daghuur moeften gaan werken. Ook getuigt Hooft, die dit verhaalt „ dat hy „ eens Burgers Zodh gekend heeft, die,na „ veel vervolgs Om zyns Vaders agterwe- „ zen, by de Spaanfchen niet dan een Ven- „ drigsplaats verworven hebbende ,nader- „ hand, in Holland gekomen, om tegen „ zekere zyne maagen te pleiten, fchoon „ hy 't geding won , zig zo beflommerd 3, vondt met de langduurige koften, dat hy 3, zig, uit mistrooftigheid, op de uitgewon- 3, nen hofftede verhing (Ï).M De Regeering van Amfterdam vondt, kort na 't vertrek des Hertogs van Alva, geraaden, hem drie Afgevaardigden na te zenden (£), met oog- merk, naar 't fchynt, om hem te vermaa- nen tot het voldoen der gemaakte fchulden. Doch na dat Requefens, den agttienden No- vember, te Bruffel ingehaald was, verliet Alva de Nederlanden , en zyne fchulden De han- bleeven onbetaald. Hy hadt, in de Lente del met deezes jaars, jiog een Verdrag xveeten te mkt we- tre^en met de K°nroginne van Engeland, deronT*" waarby de Koophandel tuffchen dat Ryk en open. de Nederlanden, die federt eenigen tyd ge- ftremd geweeft was, wederom vry gefteld werdt. Den ingezetenen deezer Stede werdt hier-
(i) HOOïT Vlir. Boekt il. 3 59.
(k.) Refol. Vrocdfch. N.i, j>, iz Nevemb. tsjj, f.itti a«7. |
||||||
VIÏI.Boek. Geschiedenissen. 351
hiervan, by eene afkondiging van den eer- 1573.
flen May, kennis gegeven (/). De Regeering van Amflerdam verzuimde Amiïer-
niet, by den nieuwen Landvoogd, aan te dam ver- houden om de Voorresten, die zy van zy- krW nen Voorzaat niet hadt können verkrygen. merj~. En 't leedt flegts tot den tweeden Decem- waardige ber, wanneer haar drie open brieven ver* Voorreg- leend werden, twee op den naam des Land-ten* voogds , die , flegts by voorraad , en op het welbehaagen des Konings, gegeven wa- ren , en een op 's Konings naam. By de twee eerflen werdt „ de Vryheid der Ste- „ de, vierhonderd roeden buiten de tegefl- „ woordige vryheid, uitgebreid (m), en de „ Keure der Hertoginne van Parma op de „ namaagfchap onder de Regenten te niet „ gedaan («)." En de derde, op 's Ko- nings naam, beveiligde de uitbreiding van der Stede Vryheid tot op vierhonderd roe- den buiten de tegenwoordige (0). De laat- fte Brief, die, zo wel als de twee anderen, nooit gedrukt geweefl is, vervat eenige by- zonderheden, de gefchiedeniffen deezes tyds betreffende; waarom wy dien onzen Leeze- ren,hier agter, onder de Bylaagen (p),wel hebben willen mededeelen. Op den twaalf- 1574» den Maart des volgenden jaars, werdt den Burgeren en ingezetenen van Amflerdam ook, op 's Konings naam, verlof verleend om
tl) Keurb. G. ƒ. 89 verfo.
(m)Oude Kerke, Laait XXXIII. \n) II. Ptivilegieboek , f. j». (0) Oude Kerk, Laadt XXXI il. |
||||
352 AMSTERDAMS ÏI. Dee*.
om door alle de Landen zyner Majcfteit
graanen en andere leevensmiddelen te mo- gen voeren, zonder ergens onder weg markt te houden, ofeenigen tol fchuldig te zyn (q). Doch de Stad hadt niet lang genot van deeze nieuwe Voorregten, gelyk wy wel haaft zien zullen. Wat de vryheid van 't Stapelregt te Dordrecht en andere Privile- gien aangaat, welken men nog voorhadt, in Spanje, te verzoeken; de Vroedfchap be- floot, eerlang, met dit verzoek ftii te zit- ten (f). En federt veranderden de tyden zo zeer, dat 'er in 't geheel niet meer om kon gedagt worden. De kryg werdt, van de Spaanfche zyde,
flaauwer voortgezet, na de aankomfl van Requefens. Middelburg ging, in February, over aan de Staatfchen. En fchoon de Spaan- fchen, in April, den flag op de Mookerhei- de wonnen , waarin Graaf Lodewyk van NaiTau omkwam, belegerden zy Leiden lang vergeefs. Amflerdam hadt, zo ver my gebleeken is, geen ander deel in dit beleg, dan dat men, van hier, in Auguftus, vier galeijen uitzondt, om de Kaager Meer te bezetten (j). Het zonderling ontzet van Leiden, op den derden Oclober, gaf der Staatfche partye nieuwen moed, die aan- wies, na dat zy,in dit jaar, van den Spaan- fchen kant, tot handeling was aangezogt. Omtrent Amflerdam, viel weinig te doen.
De Heer van Cbevreaux overmeesterde de fchans
(q) Oude Kerke, Laadt XVIII.
(r) Refol. Vroedfch. N. 2. g , 11 Jan. 1575. ƒ. 28z.
(S) COMAJEUN, il. losi.
|
||||||||||||
1574-
|
||||||||||||
Amfler-
dam 2endt, geduu- rende het beleg van Lei- den , vier galeijen uit om de Kaager Meer te bezetten. |
||||||||||||
t
|
||||||||||||
De Am-
fterdam« |
||||||||||||
VIII.BOÊJC. GfcSCHtEÖENÏSSEft. 3S3
fchans te Ilpendam; doch ftkt, naderhand, 1574,
het hoofd voor Purmerende, daar wel twee- mers duizend Spaanfchen fneuvelden(f)-In May-aagten maand, zeilden de Amfterdammers, met vergeefs twaalf Waterfchepen, tot voor Hoorn, eneenfcbiP fleepten een fchip met graanen van deree-ijS^JJ" de. Doch die van Hoorn, de Inqaifitie,hetvoor fchip, dat met BofTu veroverd was, en hier Hoom nog by 't hoofd lag, uit de laag gehaald weg te hebbende, voegden'er eenige Waterfche-v0 ' pen by, en ontjaagden den Amflerdamme- ren het genomen fchip, welk, fchoon reeds in brand gefteken, behouden te rug gevoerd werdt (a). Kort te vooren, hadt de Vroed- z0rg fchap van Amfterdam beflooten , doortogtvoor de door de Stad te verleenen aan de Ruiters ver^" van Maarten Schenk; doch by niet meer dan ^ g^ honderd te gelyk (V). Men droeg thans naauwe zorg voor de verzekerdheid der Stad, ten welken einde, niet alleenlyk eene fchans by de Leproozen fchynt opgewor- pen (w); maar de vierhonderd Stads foï- daaten ook met driehonderd vermeerderd geweeft te zyn (V). Wyders, werdt vaftge« field, geene ballingen ofvoorvlugtigen ter Stad in te laaten (;y). Kornelis de Vlamink en anderen, die 't, in 't voorleeden jaar, reeds verzogt hadden, was hun verzoek ajf- geflaagen (s): 't welk, den eerden January des
(t) Bor VII. Boek, W. 17- [+96.]
(u) Veltus Hoorn, hl. 238. (v) Refol. Vroedfch. N. 2. 24 May 1574. ƒ. 273 verß*
(vj) Refol. Vroedfch. N. 2. 22 Maart 1574. f. 270. (x) Refol. Vroedfch. N. 1. 21 Aug. 24 Nov. 1 Dec. 1574» ƒ, 27J ver/o , 27g ver/o, 279 ver/o (y) Refol. Vroedfch. JV. 2. 27 Juny 1574./. 274*
(*) Refol. Vroedfch. N. z. xtSept, 1573. ƒ. i<u, lU. Stuk. Z
|
||||||
354 AMSTERDAMS II.Deel.
1574. des jaars 15755 ook omtrent Herman Roo-
denburg den Jongen gefchiedde (a). De Ryk, De gevlugtteAmflerdammers waren dan nuAdmi-in de noodzaakelykheid gebragt, om hun raal van ]0J. te beproeven buiten de Stad hunner ge- wordt ge- boorte of voorig verblyf, en hadden, nu en vangen, dan, te worftelen met de gevaaren en ram- pen des binnenlandfchen krygs. Jakob Si- monszoon de Ryk, nu Admiraal van Veere, was, in 't voorleeden jaar, in eenen ver- geeffchen aanflag op Thoolen, gevangen ge- nomen door de Spanjaards, en eerft naar Antwerpen, voorts, naar 't Slot te Vilvoor- den gevoerd, daar hy zes weeken zat. Toen bragt men hem over naar Gend, daar hy nog eenige maanden bewaard werdt. Mid- lerwyl, liep te Amfterdam 't gerügt vanzy- nen dood, en zyne Huisvrouw zag zig, ee- Poogin- nen geruimen tyd, aan als Weduwe. Maar gen om onder de Staatfchen, die thans in Zeeland hem te <je overhand hadden, bevondt zig eenAm- ü en' fierdammer, Alben van der Graft genaamdp Neef van de Ryk; die, hebbende een Vlie- boot op eigen koften uitgeruft, deel hadt aan den Scheepsftryd by Reimerswaale,in 't begin deezes jaars, waarin de Staatfchen de overwinning behaalden. Geduurende het gevegt, hadt hy zig meelt bevlytigd, om eenige Spaanfchenin zyn geweld te krygen, waartegen hy zynen Neef, de Ryk, zou mogen lollen. Ook vielen hem eenige vyan- den in handen, die, gevraagd of zy kans zagen om de vryheid van den Admiraal van Vee-
(e) Refol. Vroedfch. N. 2. 1 Jan. i$7S- ĥ **x vtrfo%
|
||||
Vïïï.Boek. Geschiedenissen. 35$.
Veere te verwerven, en geenenmoed daar- 1574,
toe hebbende, overboord geworpen, of op eene andere wyze ter dood gebragt werden. Ten laatfte was 'er een, Antoni Gouinet ge- naamd, die fchrander genoeg was, om het te belooven. Men fpaarde hem dan in 't leeven, en liet hem tyd, om over de uit- wifleling te handelen* Doch hy was te wei- nig geagt by den vyand, om zyn woord te doen naarkomen. Hy werdt egter tegen ee- nige Vliflinger burgers gewifleld. De Ryk pïardheid bleef gevangen. Op 't Blokhuis te Gend, zyner . daar hy zat,waren twee onderaardfche ho- heStenls* len, de Keizers- en de Konings-fioel genaamd. In een van deezen, daar nimmer zon noch maan fcheen, en daar geen man-overeinde ftaan kon, werdt hy geplaatfl, met zeitig pond yzers aan de beenen, en een fchild- wagt voor 't gat. Men itelde, eens vooral, ter zyner keure, van wat toefpys en drank hy gediend wilde zyn. Hy verkoor Kalfs- vleefch en deelwyn^ doch werdt, door de langkheid van tyd, met de zaadzaamheid dier koft, denvyze gepyni'gd, dat zy hem, zo lang hy leefde, tegenftondt. Tot ver- ligtinge der zwaarmoedigheid, brandde hy» by nagt en dag, kaarfen , die hem, met haaren damp , het eene oor ongeneeslyk doof maakten. In February deezes jaars, was, by de punten, waarop Middelburg o- verging, onder anderen , bedongen „ dat „ Mondragon, die de Stad verdedigd hadt, „ de vryheid van Fitips van Marnix, Heer „ van S. Aldegonde, van den Admiraal de „ Ryk, en van nog drie anderen bezorgen, Z % „ of
|
||||
356 AMSTERDAMS IL Dm..
1574- »' of zelf in hegtenis keeren zou." Doch*
men liet hem lang over den tyd wagten, eer men hem in ftaat (telde, om zigzelven en anderen te verlohnen. De Ryk hadt nu zeven maanden gezeten, toen men hem vergde, 's Konings dienftte aanvaarden: 't welk hy affloeg. Hierop werdt hem de dood gedreigd. Zelfs bragt men hem op 't fchavot, daar reeds een perfoon of twee onthaisd lagen. Doch de bezetting van 't Slot, waar binnen dit voorviel, aangezet, zo men meende, door de Huisvrouwe van Mondragon, aan welke hy gefchreeven hadt, dat men de Ryk moefl zoeken te fpaaren, zo men zyne vryheid lief hadt, verwekte zo veel beweeging, dat men hem wederom Hy wordt te rug bragt naar den kerker. Mondragon op vrye hieldt, federt, zo flerk aan by den Land- gefield. v0°gd op 't ontflag der vyf gevangenen, dat de Ryk op vrye voeten gefield werdt, ter- wyl de anderen nog in hegtenis bleeven. De Prins van Oranje floeg, daarna, de Ryk, in Holland, voor, of hy herts genoeg hadt, om wederom naar den vyand te keeren, en Mondragon te verpligten tot het naarkomen van zyne belofte? De Ryk antwoordde, „ dat hy bereid was, zyner Doorlugtigheid ,, en den Vaderlande dien dienfl te doen." Doch zig nader "bezinnende, verklaarde hy zig onwillig om in een' zekeren dood te gaan , zonder vooraf zyne Huisvrouw en kinderen verzekerd te zien van zesduizend guldens, door hem, ten dienfte der gemee- ne zaake, verfchooten: eene groote fom ten dien tyde, en voor welke men aanboodt, hem
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 357
hem een Graaffchap in Schotland te bezor- 1574.
gen. Hieromtrent dan vergenoeging ont-Hy vangen hebbende, gaat hy op reis, en dringt brengt te Mondragon tot het voldoen aan zyne ver-weg«, dat bindtenis, die, eindelyk, antwoordde „ dat Aldegon- „ men Aldegonde flaaken, of dat hy ietnog(irie „ beflaan zou, waarvan 't gantfche Land anderen „ zou gewaagen." Welk dreigen zo veel ook ge- klem hadt op den Landvoogd, dat hy Al- J5akj * degonde en de drie anderen, eindelyk, in vryheid flelde (b). Aiufterdam hadt, gelyk uit het voorig Amfter-
gedeelte deezergefchiedenifle gebleekenis, omdoet voor *t ontdaan van den inlandfchen oorlog, Pending" het grootfle gedeelte van de Vaart enHao-aan de del op het Noorden en de Ooilzee ingdiad: Hanze- doch na dat de meefte Steden van Holland, Steden. in 't jaar 1572, de Spaanfche zydc verlaa- ten hadden, zogten deezen, door middel van den Prinfe van Or anj e, te wege te bren- gen, dat de Deenen en Oolterlingen den loop huns handels van Amflerdam naar Hoorn, Enkhuizen, en de Steden daarom- trent , of in de Maaze naar Dordrecht over- bragtcn (f). Maar het aanzien van den Prins was niet groot genoeg buitens Lands, om zulk eene verandering te bewerken. Amflerdam fteunde ook zo zeer op het oud Verbond met de Hanze-Steden, dat de Stad, in den aanvang deezes jaars, Jan Pyl, Wy- bout van Gisp en Even in 't Marsgen afvaar- digde naar de Ooilzee, om onderftand te- gen (l) Hooft VIII. Beek, hl. 3ij. IX. Boek, il. 347,
549« 3Jo , 351. {c) Boa VI. Bstk, hl. i%\. [j»7.]
Z 3
|
||||
353 AMSTERDAMS II.Deei.
1574. gen 's Konings weêrfpannelingen te verzoe-
ken (d). Doch de uitflag deezer bezendin- ge vind ik nergens aangetekend. Togtder In September, werden hier drie vendels Amfter- knegten op veertig vaartuigen gefcheept, ren* naär ^e een' t0St ondernamen naar Monikendam, Moni- daar zy aan land traden, en de beeften uit Kenjdam. de weide meenden te haaien. Doch de Mo- nikendammers floegen hen op de vlugt. Ee- nigen raakten behouden aan boord; ande- ren werden in 't water gejaagd, veelen ge- dood. Na 't opbreeken van 't beleg van Leiden , kwamen de Spaanfche knegten» in grooten getale, herwaards afzakken (V): trekkende, doorgaands , de Stad voorby, naar de plaatfen, daar zy befcheiden wa- ren (ƒ). Gillis van Barlaimont, Heer van Hierges, die , na 't gevangen neemen van den Graave van BofTu, tot Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, van de Spaan- fche zyde, was aangefteld, werdt,volgens fommiger aantekening, in Oétober deezes jaars, te Amfterdam, flaatelyk ingehaald (g). Gewa- Tot dekking van de Vaart naaren van de pende Stad, werden 'er, ten deezen tyde, fche- vaartui- pen gelegd in 't Y, tulfchen de Stad en Spaar- gen m 't nec|am en jn den Amftel, tufTchen de Stad den Am- en Ouderkerk, onder 't opzigt van den Ad- ftel ge- miraal Francois Verdugo; en bevolen, dat legd. niemant vaaren zou, dan onder 't geleide Muitery deezer fchepen (K). 't Geviel, ondertus* fchen,
(4) Zit COMMELIN, £/. 1051.
(e) Zit COMMEUN , lil. Z«»5^. (fj Keutb. G. f. 112. (g) COMMELIN, bl. IOJ2,
(ij Kemb, G. ƒ. tu verjt%
|
||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 359
fchen , in 't midden van December, dat het HJ74.
Bootsvolk, welk op de Stads fchepen dien- van ,t de, aan't muiten floeg, en om betaalingBoots- riep. De Schuttery kwam op de Plaats in volk te 't geweer. De Burgemeefter Joofl Buik hadt Amfter- de nieuwe brug bezet, met twee vendelendam* knegten, tegen welken, 't gefchut te boord gehaald werdt. Eindelyk , werdt 'er een Verdrag getroffen. Doch 's daags na 't flui- ten van het zelve, werden eenige muiters opgehangen, eenigen gekielhaald: 't welk veelen zo verbitterde, dat zy tot de Staat- fche zyde overgingen, en de Zuiderzee en de wegen om de Stad zeer onveilig maak- ten.(i). De vaart ttuTchen Haarlem en Amfler Sonoï
dam was open geweefl, federt dat de Spaan- ^ee™c fchen zig meefter gemaakt hadden van den jegat in^ Waterlandfchen dyk, waar zy verfcheiden' fchanfen hadden opgeworpen, en onder an- deren, in den Zomer deezes jaars,nog een te Schellinkwoude, die Verdugogaarne door Amfterdam wilde doen onderhouden ; 't welk nogtans van de hand geweezen was (£). De vrybuiters van de Staatfche zyde, die zig in Waterland onthielden, waren gewoon, van den Weftzaaner tooren, te befpieden, welke fchepen te Amfterdam in- en uitvoe- renden, kwamen fomtyds, door 't Barn de gat t ■Vwejk zy, ten dien einde, in den dyk tus- fcfren ^aanerdam en Ooftzaanen, gedolven .hadden,ter fluip op 't Y, daar 't hun, nu en n.j dan, (^"RefoU vioedfch. N. i. io July 1574. ƒ. z:$ vtrfi.
Z 4
|
||||||
56"o AMSTERDAMS II. Deer.
1574. dan , gelukte, eenigen buit te behaalen;
hoewel 't ook, fomtyds, gebeurde, datzy, door de Spaanfchen, in 't wederkeeren, op den rand van 't gat, waargenomen en be- 1575. iprongen werden. Om dit te voorkomen,
en te gelyk de vaart naar en van Haarlem te belemmeren, trok Sonoi, in 't beginvan April des jaars 1575, met de meefte magt van Weftfriesland, herwaards, en bemag- tigde het gat, op den negenden; daar hy zig terftond begon te verfchanfen, waartoe de hnisluiden uit alle de dorpen hieromtrent werden opontbooden. Binnen weinige dagen, De Am- was het werk vry wat gevorderd. Doch die
fterdam- vanAmfterdam verzuimden niet, eenige boei- j"ers jers en waterfchepen te'bemannen, om Sonoi eenife11 ^e ^c^ians te ^oen ruimen. Hy fchreef en fchepen zondt om onderftand, in fchepen en man« tegen fchap, aan de Staaten van 't Noorderkwar- hem op tjen Doch men fammelde aldaar zo lang met dit werk, en de Spaanfchen benaauw- den de Sonoifchen zo zeer, van den kant bei- de van Zaanerdam en Buikfloot, dat zy, Hy ver ■ eindelyk, het gat wederom verlieten, na dat laac het zv 't zeventien dagen hadden ingehad; met weder- verlies van vyfdamloopers, twee van wel- ken zy zei ven in den grond boorden, en twaalf of dertien man (/). Gevegt Wat laater, werdt eene fterke Noordhol- van tien landfche Vloot gelegd onder Marken, om Amfter- de vaart van en naar Amflerdam te belet- fchepea ten* ^e Landvoogd deedt daartegen ook eene
...
(I) Epft VIII. Boekt Mioa. fiïl7] «*;5/VEUU*Ho,oity
|
||||||
V
|
||||||
VIILBoek. Geschiedenissen. %6i
eene Vloot van zevenentwintig fchepentoe- l57$,
ruilen te Amfterdam, tien van welken, in
Oaober , naar de Haarlemmer Meer lie-
eenige
pen, zig den negenden vertoonende voor ee- staat*
ne Staatfche fchans aan de oude Wetering, fchen aan onder bevel ftaande van Hopman Joan™°™G Schetter, die den vyand zo dra met vernam, ring# of hy valt, metjfljLenkel vendel knegten, in vyf vaartuigeg K de Amflerdamfche fchepen aan,en» ; Itigt het belle van de tien, na dat de rüptein en 't meefle volk gefneuveld waren. Toen kwamen vier Haar- lemmer boeijers den Amfterdammeren te Jiulpe,waarop Schetter metzyn volk terug keerde naar de fchanfe (tii). De Staatfchen waren, ten deezen tyde, zeer gebeeten op die van Amfterdam, welker onverzettelyk- heid in 't aankleeven der Spaanfche partye, die zy getrouwheid jegens den Koning, hun- nen Heer , noemden, de flerkfle fleun was van deeze partye in Holland. Men liet hier- om , van den Staatfchen kant, geene mid- delen onverzogt,om Amfterdam te winnen. Wat men, ten deezen einde,vier jaarenag- tereen, in 't werk gefield hebbe, en wat 'er de eindelyke uitflag van geweeft zy, hebben wy voor, in 't volgende Boek, omilandig- iyk te verhaalen. r
(wJBOR VIII. Boek» hl. U4, "J. C<y°-3 **7« l6H'\
1' ' •
■
|
|||||||||||
Z 5 BT-
|
|||||||||||
'
|
|||||||||||
. ______i________M____________—___________________ ------
|
|||||||||||
3<?2 AMSTERDAMS . IL Deel.
B'"*- BYLAAGEN
C?EN
L«. A.
op het II. Deel, VIII. Boek.
Lr. A.
* . i
Tivee Voorflagen van BuÊÊÊmesfleren van Am*
fierdam aan die vaéÉ mereformeerde Re- ligie , wegens het fcflÊ Wer Preeko, gedaan den 17 en 11 April de^lars 1567. N. i.
1
„ A lzoe myn heeren de Burgermeefleren de*
„ jTX Ier Stede van Amftelreckmme verfraen , „ dat de predicatien van der gereformeerde Re* „ ligie zoe in Vlaenderen ais in Brabant en- „ de andere Landen onder de .Dominie van „ den Coninck onfen allergenadigften heere ge- ,, legen genouch cefleeren ende ophouden, en- „ de myn heeren omme redenen hen mouerende „gaerne den zouden dat van gelycken binnen „ defer Stede ende hare vryheyt gedaen mochte „ werden, met goeder vrede ende vruntfehappe, „ foo i(l dat myn heeren voerf. begeeren an den „ Luden, van.den voorf. religie dat zy mit bè? „ quaernê yredclicke wegen, daer toe arbeyden „ willen" dat mit den voorf. predicatien -alhïet" „ ter Stede medevoer een tyt luperfedeert endé „ opgehouden mochte werden, ter tyt toe by'dé „ Co. Ma', hier inne anders geordonneert zal ,, zyn. Ten eynde alle -ongenade die anders cje- ,, fer goeder Stede endeden poorteren van dien „ apparentelicken zoude moogen ouercomen, 3, verhoet mochte blyfucn. Actum den xvijA- „ prilis Anno XVC LXVIJ0. oercondt my als j, Secretaris Frans van Delf?"
N. o.
|
||||
VIII» Boek. Geschiedenissen. 363
Bylaa-
N. 2. OEN
Lr. A.
„ All iftzoe datby de PrincelickeExcellen-
„ tie van Oraignen, Stadhouder generael des „ Conincx ons allergenadigften heeren ouer hol- „ lant enz. gepermitteert is geweeft dien van ,, der Gereformeerde Religie hoeren predicatien ,, te laeten doen in eenigen plaetfen zoe binnen ,, als buyten dcfer Stede om te beter ruft en „ vrede alhier geconferucert te worden, naer ,, inhoudt zyner Excell. Ordonnantie hier ter „ Stede opt beliefuen van der Hertoginne van 3, Parma regente ende gouernante gemaict, noch-. „ tans myn heeren de Burgermeefterenbemerc- „ ken dat de voorf. predicatien den Co. M'. of- ,, te der voorf. gouuernante nyet aengenaem s> zyn, ende alzulex in verfcheide plaetfen van j, Vlaendere», Brabant ende anders onder zyne „ Maj". Dominie gelegen genouch cefTeeren, 3, ende daflromme myn heeren gaerne fien zou- „ den dat van gelycken hier ter Stede gedaen „ mochte werde aleer t zelue bydcr voorf Gou- „ uernante geinterdiceert zoude werden, t welck „ zyne Maj. des te meer zoude behagen als de ,, voorf predreatien gewillich ende nyet duer „ bedwanck alhier infurceance by goede wille „ zoe van doude als van der voïrf. nyewe of- „ te gereformeerde Religie mit vrede ende vrunt- „ feappe gefielt waren. Soo ift dat myn heeren j, voorf. voer guet aengefien hebben ende be- „ geeren als fy oick onlancx begeert hebben, j, dat die van den voorf. Gereformeerde Reli- „ gie den voorf. predicatien alhier mede voor „ een tyt ophouden zullen willen, ter tyt toe „ hier inne by zyne Maj*. anders geordonneerc „ zal zyn dwelck doende willen myn heeren a, voorf an zyn Ma1, en der hoocheyt van der „ voorf. regente intercéderen ende alles vermo- 9) gens aenftaen dat de voorf. predicatien ende 5, m-
|
||||
364 AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaa- >» anders 't gundt daer vuyt gefproten mach
gen » zvn m gneen ongenade verftaen, maer daer
Lr. A. ;? pardoen eyffthen" zouden genaedelicken gere-
„ miteert zal moogen werden. Aétum den xxrj
„ Aprilis Anno XVC. LXVIJ. Oircondt my
„ als Secretaris
Frans van Delff.
|
||||||||||||||
Lr. B.
Brief op den naam van Filips den IL,
Koningvan Spanje, behelzende eene belofte om Amflerdam nooit met een Kafteel of in- legering te bezwaaren, tegen betaaling van tweehonderd duizend guldens. Gegeven te Antwerpen, den 7 July des jaars 15 71. Pu r L Y p p e par la gr ace de dieu Roy de Cas-
tille de Leon dArragon de Navarre de Na- ples de Sicilië de Maillorque de Sardq^ne des isles indes & terre ferme de la mer occeane archiduc dauflrice duc de bourgoingne de Lothier de bra- bant de lembourg de luxembourg de Gbeldres & de milan Conté de habsbourg de flandres dartois de bourgoingne palatin & de haywnan de Hollan- de de Zelande de namur & de Zutphen Prince de Zvoave marquis du faint empire feigneur de frize de falint de malines des cite villes & pays d utrecht d overyffel & Groninge & dominateur en aße & en ajfrique atous ceulx ques cesprefen* tes verront falut Comme ayans nagaires fait met- tre en adv'ts ö3 deliberation de confeil de faire eriger & conßruyre en la ville d amfielredamme img nouveau fort ou chasteau afin dy auoir £5? tenir quelque port feur par mer pour feruir de entree & fortie aux nauires y arriuans & en for- tans & que pour auclorifer & affeurer icelle con- flruction nous efiyons d Intention de faire loger en la ditte ville quelsques compaignyes d infanterye es*
|
||||||||||||||
Bylaa-
CEN
L'. B.
|
||||||||||||||
.
|
||||||||||||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 365
espawgnolle ceulx du magiftrat dicelle ville ayent ßyLAA-
fait certaine nmonflrance a noflre tr e feiner & GEN tresaime coufin Chevalr de noflre ordre Lieutenant Lr, B. gouverneur & Capita'we general de nos pays de pardeca Ie duc dAlve marquit de Cor ia &c. des incommoditcs & inconveniens que ameneroyent la conflruftion du difl chafleau & logement des dits foldats tantpour Ie mauvais fond quon y trouue- roit pour aj/bir les fondemens du dit chafleau que la petite commodhe & fervice quon pourroit re- ceuoir du dit fort & chafleau pour en eftre la fi~ tuationfi auant au pays enfemble la diverfion & empefchement que Ie logement des dits foldats cau- feroit aux negocians & marcbans mefmes quen autre lieu fe pourroit eriger Chafleau ou Ion au- r oh port de mer beaucoupplus convenable propice & affeure eftans contens que pour eftre demeurcr de- fcharges tant de lereCtion du dit Chafleau que du logement fus dit de y ayder & contribuer quelque honne fomme de deniers furquon ayans furce avec iceulx fait tenir quelsques Communications ils au- royent fin ab lern ent c on f ent i & ace orde de f urn ir pour la conßru&ion du chafleau quavons ordonné eflre fait £f erigé a Flißnghes ou autrement pour eflre employé a noflre bon plaifir la fomme de deux eens mil livres du pris de quarante gros noflre tnonnoye de flandres la Ihre a eflre payée a eer- tains gracieulx ter mes en noflre ditte ville dam- flelredamme Moyennant fé? a Condition que la dit- te ville demeurera defebargée & ne fera dorefe- navant moleflèe pour y mettre en chafleau ou lo- ger aucuns foldats fuplyans treshumbkment de vouloir prendre cefluy leur accord foubs les condi- tions fus en pour agreable & leur en faire despec- cher nos lettres patentes d acceptation en tel cas pertinentes Savoir Faisons que ce confidere & ayans l accord des en d amflelredammepour. agrea- ble Ie avons par la deliberation ß? advis de noßrs Coufin Ie duc d Alve &c. & de nos aimès & fe- aulx les chiefs treform general & cominis de tws di*
|
||||
$66 AMSTERDAMS IL Däel.
äemanie & finances accepté & acceptons par ces-
tes les remercyant du fervice quils nous font en ceß endroit bien entendu toutes fois que pour f ai' re feruir la ditte fomme a Pejfeü de Pereftion du äit cbafleaa a fliffinghes en quoi convient be- foingner incontinent & a toute diligence afin que au plustofl que faire fe pourra iceluy foit mis en deffence les dits d amßelredamme deburont furnir pour Ie commencement en la ditte ville d amßelre- damme la ou Ion f era receuoir les deniers £*? les tranfporter a nos despens & periIs la fomme de vingt huyt ou trente mil livres& fuccefiïuement de mois a autre la fomme de vingt mil Ihres ou endeffoubs felon quoi y ouvrera jusques au parfait de la ditte fomme de deux eens mil li- vres du en pris de quarante gros promettant en par olie de Roy& prime qua la ditte ville d am- ßelredamme ne fera dorefenavant cbargee pour tere&ion du ditte chafleau celle part ny les ma- flans &? babitam dicelle de logement de foldats m fut pour leur deffence ou a leur propre requifi- tion fi donnons en mandement a nos aimés & feaulx les cbief prefidens & gens de nos privé & grant confaulx aus ditte de nos finances , Gouverneur prefident £*? gens de nottre confeil en hollande & a tous autres nos jufliciers officiers & fubje&s qui ce regardera que de nottre préfnte accept at ion et promeffe aux conditions felon & en maniere que dit eß ils facent fousfrent & laiffent les dits de la ville damßelredamme plaiuement & paißhlement joyr & ufer fans leur faire mettre ou dotmer ne fousfrir efire fait mis ou donne au* cun trouble ou empefchement au contraire Car ainfi nous plaifl il en tesmoing de ce nous auonsfait mettre nottre feel a ces prefentes Donnè en not- tre ville DAnvers k 7me jour de ivillet fan de gr ace mil cincq eens foixante onfe de nos regnes affavoir des espaigms ficille £pc. Ie i<5me & de Naples Ie 18™. |
|||||
(In
|
|||||
VULBoEK. Geschiedenissen. 36*?
|
|||||||
(In de plye ftondt) G™m
|
|||||||
Lr. B*
|
|||||||
Par ie roy Ie duc Dalve &c. gouverneur
general Ie Sieur de Barlaymont cbief, mesfieur gaspar fchets chevallier, Sieur de Grobendoncq treforier general Albert van Loo & jaques Reingout Commis des finan- ces & autres. . . . (get:)
D*OVERLOttPK.
(In Dorfo ftondt)
Les Chefs treforier general & commis des de-
maines & finances du roy nottre Sieur Confentent en tant que eulx eft Ie contenu en blancq de cefles eflre furny & accomply tout ainfi par la meifme forme & maniere que fa majeße veult & mande eflre faift par icelluy blancq faiSt en cbambre & bureau des dits finances Ie n de J'utile 1500/0/- txante onfe. (was get:)
Barlemont, Schets, van Loo,
Reingout. VERTAALING
Van den voorflaanden Brief.
„ "r?11L ï p s, door Gods genade, Koning van
9) jO Kaftilie, Leon, Arragon, Navarre 3 Na- „ pels, Sicilië, Majorka , Sardinië , de Indi- „ fche Eilanden en het vafte Land van den O- „ ceaan, Aartshertog van Ooftenryk, Hertog ,, van Bourgondie, Lotharingen, Brabant, Lim- „ burg, Luxemburg, Gelder en Milaan,Graaf „van Habsburg, Vlaanderen,^Artois, Palts- „ Bour*
|
|||||||
%6t AMSTERDAMS II.Dêêl;
„ Bourgondie, Henegouwen, Holland, Zee-
„ land, Namen en Zutfen,Prins van Zwaben, „ Markgraaf van 't H. Roomfche Ryk, Heer „ van Friesland, Salin», Mechelen, de Stad, 5, Steden en het Land van Utrecht, OveryfFeï ,, en Groningen, en Heerfcher in Azia en A- 5, frika; aan allen, die deezen tegenwoordigen 3, zien zullen, heil! Naardien wy onlangs, in „ onzen raade, in overweeging genomen heb- 5, ben, om eene nieuwe Sterkte of Kafleel in s, de Stad Amflelredamme te doen opregten, „ op dat wy aldaar eene veilige Zeehaven voor „ de aankomende en uïtvaarende fchepen heb- 3, ben en houden zouden; en dat wy, tot ver- „ zekering dier fligtinge, voorneemens waren, „ eenige vendels Spaanfch voetvolk in de ge- „ melde Stad te doen leggen ; en die van de „ Wethouderfchap dier Stad, onzen zeer waar- „ den en zeer beminden Neeve , den Hertog „ van Al va, Markgraaf van Coria enz. Ridder „ van onze orde, Gouverneur en Kapitein-Ge- 3, neraal van onze Landen van herwaards over, j, zekere vertooning gedaan hebben van de na- „ deelen en ongemakken, die de ftigting van het „ gemelde Kafleel ende inlegering der gemelde j, foldaaten zouden te wege brengen , zo ter jj oorzaake van den flegten grond, welken men „ aldaar ontmoeten zou, om de fondamenten ii van het gemelde Kafleel daarop te vefligen, „ als van de geringe nuttigheid en dienfl,wel- 3, ken men van de gemelde Sterkte en Kafleel 33 zou können trekken , om dat het zelve zo diep „ Landwaards in gelegen is , te gelyk met de „ verfperring en verhindering, die de inlegering 33 der gemelde foldaaten aan de handelaars en „ koopluiden veroorzaaken zou; dat men ook „ elders een Kafleel zou können opregten, daar „ veel bekwaamer, gemakkelyker en veiliger 3, Zeehaven was; en dat zy, om zo wel van de „ opregüng van het gemelde Kafleel, als van |
||||
VilI.BoEK. Geschiedenissen. 36*9
,, .ile voornoemde inlegering ontlafi te zyn en te bYlaA-
*, blyven, te vrede waren, daartoe eene goede GEN ,» fomme van penningen op te brengen: waar- ijX, B. „ op een ige onderhandelingen met hen gehou- ,, den hebbende, zy eindelyk bewilligd ea töe- 3, geflaan hadden, dat zy tot de opregting vart ,, het Kafteel, 't welk wy bevolen hebben te j, Vullingen of elders te maakeh erf op te reg- ), ten, om naar ons welgevallen befteed te wor- s, den, zouden opbrengen de fomme van twee- „ honderd duizend ponden vaii veertig grootert ,3 onzer Vlaamfche munt het pond; en tebetaa- „ len in zekere bekwaamc termynen, binnen 5, onze gemelde Stad Amftelredamme, midsert . „ onder voorwaarde, dat de gemelde Stad ont- „ lalt zal blyven, en in vervolg van tyd niet ,, gemoeid worden om aldaar een Kafteel op te „ regten, of eenige foldaaten te leggen; ons „ zeer ootmoediglyk fmeekende, dat wy deeze 9, hunne overeenkomfl:, onder de bovcngemel- „ de voorwaarden , voor aangenaam wildetl s, houden,en hun daarvan onze opené brieven, „ in diergelyke gevallen gebruikelyk, doenaf- 9, vaardigen: Doen te weet en, dat wy* „ zulks m aanmerking genomen hebbende , en ,, de overeenkomfl vaii die van Amftelredam- „ me houdende voor aangenaam, dezelve, by 3, overleg en raade van onzen Neeve, den Her- j, tog van Alva enz. en van oiize lieven, ge- „ trouwen , de Hoofden , Thefaurier - Gene* „ raal en Commifen van onze domeinen en fi- „ nantien , hebben aangenomen, gelyk wyze a, aanneemen by deezen , hen dankende voor „ den dienft, dien zy ons in dit opzigt doen ; 3Ï met dien verflande nogtails, dat, om de ge- 5, melde fomme te doen dienen tot de opregtin- ,» ge van het gemelde Kafteel van Vlilfingen, „ waarop men, terftond, en met allen fpoed, „ zal dienen te raädpleegcn , op dat het zelve, „ zo dra mogelyk, in ftaat van tegenweer ge- III. Stuk. Aa „ fteld |
||||
370 AMSTERDAMS IL Deel.
Bvlaa- 5> fteld worde ; die van Amftelredamme, tot
gen 5». een aanvang, in de gemelde Stad van Am- L'. B. ?> flelredamme, daar men de penningen zal doen „ ontvangen, en van waar dezelven, op on- „ ze koften en gevaar, vervoerd zullen wor- „ den, zullen moeten opbrengen de fomme van „ agt en twintig of dertig duizend ponden en ,, vervolgens van maand tot maand, de fom- s, me van agt en twintig duizend ponden of daar „ onder, naar dat men zulks vorderen zal, tot i} op de volkomene voldoening van de gemel- „ de fomme van tweehonderd duizend pon- ,, den van veertiggrootentoe;beloovendewy, ' „ op ons Koning-klyk en Prinfelyk woord, dat „ dezelfde Stad Amftelredam voortaan aldaar 3, niet belaft zal worden met de opregting van „ 't gemelde Kafteel, noch de ingezetenen der- „ zefve met de inlegering van foldaaten, dan ., tot derzelver verdediging, en op hun eigen 3, verzoek. Wy beladen, derhalve, aan onze ,, lieven, getrouwen, het hoofd, prefident en „ luiden van onzen Raade in Holland en alle „ anderen onze Regte: s, Amptenaars en On- „ derdaanen, die dit zal aangaan, dat zy onze ,, tegenwoordige aannneeming en belofte, op 5, de bovengemelde wyze en voorwaarden, de „ gemelde Stad Amftelredam volkomenlyk en „ vrcdelyk laaten genieten en gebruiken, zon- 3, der haar daarin eenige ontrufting of beletfel te „ veroorzaaken, of gedoogen dat dezelven haar it aangedaan worden. Want het ons alzo ge- ,} lieft. In kenniiTe hiervan , hebben wy ons ,, Zegel op deezen doen drukken. Gegeven „ in onze Stad van Antwerpen, den zevenden „ July des jaars onzes Heeren eenduizend vyf- „ honderd een en zeventig, van onze Ryken, „ te weetcn van Spanje, Sicilië enz. het zes- j, tiende, en van Napels het agttiende. |
|||||
<//»
|
|||||
VIII. Boek* Geschiedenissen. $ft
(Jn de vouwe ßondt .*) GEW
Lr B
„ By den Koning, den Hertog van Al- ' * „ va enz* Gouverneur Generaal , den
„ Heer de Barlaymont*, Hoofd, myne
„ heeren Gaspar Schets, Ridder, lieer
„ van Grobendoncq, The'faurier Gene-
„ raal, Albert van Loo en Jakob Rein-
„ gout, Commifen der Finantien en an-*
„ deren
(getekend}
D'Overloépe.
( Op den rug flondt:) 5, De Hoofden, Thcfaurier Generaal en Com-
mifen der Domeinen en Finantien van den Koning, onzen Heere, bewilligen ,zo veel in |
||||||||||
??
9% J» y> *» |
hen is, dat de inhoud van het witte deezes
vervuld en naargekomen worde, op dezelfde Wyze, als zyne Majefteit, by het witte dee- zes , wil en beveelt dat gefchiede. Gedaan in de Kamer en ten Bureele der gemelde Fi- |
|||||||||
\\ nantien, den 11 July vyftienhonderd een ert
„ zeventig.
(ivas getekend:}
Barlemont, Schïtïj vanLoOj RïINGOUTé
|
||||||||||
-
|
||||||||||
Aa 2 Lr.
|
||||||||||
37* AMSTERDAMS WtitéÈL
T r C
|
|||||||||||||||
GEN
|
|||||||||||||||
L'. C. Requcfi der Stad Amßerdam om kwytfchelding
der onbetaalde reße van tweehonderd duizend f uldens, en appointement, waarby de verzogts
wytfcbelding wordt toegeßaan. Getekend te Bruflelden a8 May 1572. Aen de Hoofden, Treforier genêrael en-
de gecommitteerden van zyn maits, de* meynen en finantien. Gheven zeer oitmoedelick ende mit al-
le reverentie te kennen de Borgher- meefteren ende Regierders der Itede van Amftelredam hoedat zy fupplianten inden Jare een ende tzeventich ter caufe van ze- kere foldaten ende Citadelle dewelke ge- leyt foude ge weeft hebben binnen der fel- ver ftede mit fyn excellentie van wegen zyn maj'. gemaect hebben gehadt zeekere ac- cordt uyt erachte van welke fy fupplian- ten tot prouffyte van felve fyn maj'. fouden p furneren die fumma van twee hondert dui- fent gulden tot fortificatie van 't cafteel van VHflingen, daervan fy fupplianten tmeer- deel al hebben gefurneert ende gemeret zy fupplianten mit renten te vercoopen gheen meer credit en" hebben, dat oeck de incoe- men van voirn. ftede failleert deur die no- toire ceffatie van der nieringe ende coop- manfehappen, die nu (God betere) in allen quartieren ende byfondere inden quartiere vanHollant geheel cefTeert, hierby gevoecht den groten dieren tyt die lange geweeft ig ende'noch apparentelick meerder zal word- den , vermits die ftromen van Teschel en- de t vlte mitsgaders andere rivieren nyeten fyn gevryt oick geconfidereert,dat zy fup- plian-
|
|||||||||||||||
_.
|
|||||||||||||||
.
|
|||||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 373
plianten ter caufe van den voern. dieren Rylaa-
tyt inden winter voirleden veel grainen gen voer den fchamelen gemeente gecocht heb- Lu C. ben al monteerende tot veel duifenden, daer- van die dagen eensdeels ommegecommen fyn ende noch ommecomen füllen ende fulcx haer fupplianten voerdefen tyt nyet mogelyck en is die refte van de voirn, twee- ( hondert duifent gulden te furneren. foe verfoeken fy fupplianten, als goede onder- faeten van zyn maj\ oitmoedelyck, dat u- we moghende heeren in recompenfe van verfcheyden andere dienden by haer fup- plianten zyn voirn. maj'. dikwils getrouwe- lick bewefen gelieve die refte van voirn. fumme quyt te fcheldèn, ende t voirfcreven accordt voirder te doen effectueren naer behoeren, ende fult weldoen. Syn Excellentie hebbende gehoert het rap-
port van defe fupplicatie heeft den fupplianten wel willen doen reprefenteren, dat fy behoe- ren te confidereren dat de fomme hier gemen- tioneert,nyetenis by hen geaccordeert ge weeft voer een i gefchenck , oft om nyet mit allen , maer by accordtegens zeker beneficie ende wel- daet hen bewefen te werden van wegen fyne majeft. des fy tot noch toe volcomentlyck ge- nots hebben, ende t wellick men. wel gemeynt is voirtaen te effectueren, ende onderhouden y ende dat daëromme nae recht ende redene fy oyck behoeren te volbrenghen t ghene fy by den voirf. accöirdt wederomme toegefeyt hebben, nyettemin alzoe federt occafien voirgevallen fyn doer wellicke het bouwen desCafteelstot Vlis* fingen tot Wellick de voirfc. fomme hier geroert gefchikt was, gefchorft is, fyne Êxellentie wil- lende de voirf. Stadt believen in all 't gene ee- nichfmts dointlyck is, fal te vreden fyn dat met 4ie onbepaelde refte van de voirfz. fomme tot Aa 3 ge-
|
|||||||
!
|
|||||||
. . I
|
|||||||
374 AMSTERDAMS II. Deel.
BrLAA- gelegener tyt pacientie genomen wordde op vaft
gen vertrouwen nochtans, dat indien nu men mid* Lr. C. lenvyl tot onderhoudeniflè van de fchepen van oirloghe ende luyden ende toebehoerten daerop fynde, dienende onder andere totbefcherminge ende confervatie der flede van Amftelredamme ende vryinghe haerer navigatie ende Zeevaert behoefde vyftien of twintichduizent gulden die voirf. fupplianten hen fchicken ende vuegen füllen fyne maj' daer mede te dienen , aldus gedaen te Brueflèl den xxvm dach mey MDLXXIL was getekent.
F. At d. T. DUCEM DALVK.
Ter ordonantie van fynre Excellentie
B e R T R y. Btlaa. Lr. D.
GEN
Lr. D. privilegie, op den naam van Filips den II,
Koning van Spanje, waarby de Jurisdiéüe der
Srad Amsterdam, tot op vierhonderd Roer den buiten de oude Paaien, uitgebreid wordt. Gegeven te ßrujfel den tweeden December des jaars 1574. Philippe &c. a tous ceulx gut ces pre fint es
verront falut receu avons khumble fuppücaj tion de nos chersbien ames et fidelslesbourgemeis- tres magiflrat et bourgeois de noflre bonne villa d Aemflelredamme en noflre conté de hollande con- tenant que t out es les grandes villes dicelluy noflre pays de hollande et les petites eftans recedees du 'ferment de la fidclite a nous deue et [e ayantsmis a rebellion les fuppliants fe font touflours entrete- fftfs ei comme a hns fubjecls eppartient maintè- nus
|
||||
VIII. Boek. Geschiedenissen. 375
kus en noflre obeißance non obßant toutes les fol- ßYLAA.
Ikitations et inflances des rebelles a eulx faiftesGm pour aujfy tirer les fuppUanis a rebellion contre^ -, £># nous desquelles pernicieufes entreprinfes des re- belles les remonflrans ont toufiours adverti noflre trefcber et trefamé Coufin Ie duc dalve lors nof- tre lieutenant gouverneur et capitaine general en nos pays de par deca et Ie gouverneur d Hollande Ie conté de Boflii bien cognoijfans et [e tenans bien aßeures les rebelles que fi nofire ville d Aemftelre- datnme fe eufl aujfy addonne a la ditte rebellion que n euffions point eu convenable entree au dit pays d''Hollande pour punir les dittes rebelles on les reduyre a obeißance , et que la dit e ville eflant aufy indutte et joinfte a leur rebellion et confede- ration ils eujfent aifement fe fai& meiflres de la tner et de la navigation doiftlande pour a leur advantaige et r en for cement dillecq mener et que- rir toutes fortes et provifions de vivres et auhres marcbandifes et dempefcher que les auhres villes et pays neflans point de leur bende n'ev.ffent pen querir furnijfement des ditsprovifions et marcban- difes et voyans les dits rebelles que par la voye de perfuafion ou foUicitation ils ne povoyent induyre les fuppliants a la defeSiion de noflre obeijfanceje font mis en campaigne avec force desgens deguer- re et artilleries et ont affiegé et oppugnè les dits fuppliants avec Intention de les opprimer et mettrc en leur fubjeftion a lencontre des quels et leur damnables entreprinfes les fuppliants fe ont oppo- fe et defendu en teile forte quils les ont repoufie et tuè beaucoup des dits rebelles tellement quils ont efte confirain&s de leuer leur fiege maispour mon- flrer leurvenimeux courraige com re les fuppliants ont en leur retrai&e a Pentour de la ditte ville faiEi une imflimable dommaige et erua uite en bruslant les moüns a bied et toutes les maifons et wltres edifices eflans en tres grand nombre hors les murailles de la ditte ville et dedans la jurisdic-r (ion 4kelle et non contents de cefi exccrable faict Aa 4 ont
|
|||||
*.
|
|||||
37<5 AMSTERDAMS H.Deee,
Bylaa- ont encoires brüsk et mis a neant plus de quatre
am vingt grands bateaulx au haure et port de la t,r. D. täte vitte fa Quch foloyent mener par merdeOifl*
lande et d'ailleurs toutes fortes de marchandifes et denrees non fèullement au proufit de ceulx du ditte Aemftelredamme mais auffy pour tous nos pays de pardeca et pour myeulx accomplir ladhte execrable entreprinfe fe font parplufieurs fois ayn- dé de Popportunité du vent pour mettre Ie feu en la ditte ville et kelle par ce moven faccaiger et met- tre en leurs mains ce que fuß inclubitablement ad- venu fi noflre Seigneur eiifl de fa mifericorde gar- de la ditte ville miraculeufement f ai fan t detour- ner Ie vent de la ditte ville contre Pentreprinfe et intcntion des dittes rebelles et non obflant tous les dittes ineflimables dommaiges fi font les fuppliants toufiours demeures avec toute conflance en noflre obeiffance regardants en toute patience et perfe« verance les dittes pitoyablas dommaiges a eulx furvenus. oultre ce que les fuppliants endurent une aultre ineflimableperte aux bateaulx les quels en grand nombre envoyes en Oiftlande & ailleurs ne pouvent arriver en aulcuy haure d^hollande ou zelande a caufe que les ports et haures fus dittes. font occupes par les dittes rebelles tellement que les dittes bateaulx viennent en leurs mains et font te- pus pour pris et efl trouve pour verite que aux mains des rebelles en Zelande font devenus plus que deux eens grands bateaulx eflans Ie plus part charges de fel dont la plus grande partie par les rebelles efl bruslee et la refle perie en la mer les dittes rebelles ne fe contentans de la ditte inefli- mable perte des fuppliants fe font encoires advan- ces en leur departement de la ditte ville de pren- dre toutes les vacbes befles et aultres biens tneu- bles des vi Hagedis refidens a lentour de h ditte ville fèf de brusler les cenfes fermes graniges et aultres edifices appartenans aux bourgeois et in- Tpabitans cficelle. A Voccaflon de quoy les terres (les fuppliants demeurent cïefolees et fans culture d»n$
|
|||||
■ **--■ ■ ».
|
|||||
t
VIII. Boek. Geschiedenissen. 377
dont les propriet aires fruflres des proufifts d'icel- Bylaa«
les vivent en grande mifere et pauvrete et non gen obftant que noflre camp ait efle deuant la ville de Lu D. Haerlem fi ont toutes fois les dits rebelks fans craincle et en vilipendence du dit camp faift in~ vafions et Jpoliations en diverfes places et villai- ges de forte que les paifans font de iout deflruits et enchaffes de leurs habitations et a caufe de la dit perte de leur beftial n'ont la puiffance de ap- porter quelques vivtes ou vicluailles a la ditte vil- le par quoy les dits viSluailles et principallement Ie pain et cervoife font deux fois plus chiers en la ditte ville que aux villes et places revoltees atten- du que les dittes villes prennent leur nourritur^ des marcbans arrivans a la Zuyder Zee auxports et baures des rebelles et que les rebelles empefchent les marcbans par force de ne povoir venir a Aem- flelredam ayans a ctfle -caufe entreprins de faire trenchees et remparts fur Ie pajfaige pres la ditte ville D'aemflelredam par forc/ore et empefcher les vivres et auffy afamer et faire lever noflre camp devant Haerlem mais leur prefumptueufè teme- rité a efle tellement par les fuppliants refiflèe et reboutèe par Ia grace et ayde de dieu toutpuif fant que les trenwees et remparts des dites rebel- les ont efle prinfes et eulx mis en fuyte et d^illecq cbajfis et grand nombre des dits rebelles tues en- tre les quels a efle mis a mort un fort fameulx et oultrecuydé Anthonie Oliuver lequel tant de far- ces et dommaiges a faicï fur nos fubjecls que par placcart quatre mille florins font efle promis a ceulx qui Ie dclivreroyent vif et deux mille au profit de ceulx qui Ie delivreroyent mort d'avan- taige les rebelles et nominement ceulx d'Enckbuy- fen et Water landt pour plus gafler et endommai- ger et faire perdre aux fuppliants tout Pefpoir de traficques de la mer ont devant Ie baure de la ditte ville d'aemflelredamme nomme t Te enfoncé grand nombre de navires en forte que nulle na- yire peult paffer de la ditte ville vers Ie mer ny A»5 fe
|
|||||||||
t
|
|||||||||
... . .. _ .
|
||||||||
'T^B-T
|
||||||||
g?8 AMSTERDAMS ILDeel.
Bti,aa- de la mer arriver a Amftelredamme desque les
ÄEN navieres enfoncées ne pourront eftre tirees du fond ht. D. ny Ie p'ajfaige ejlre owvert et vuydeß non a fort grands despens force de engins et d''hommes etjieft ■grand dangier que apres et a l'occafion du dit en- f ornement des dits navires Ie canal du dit bavre ne s'eftouppe et perde la parfundeur necejfaire a la navigation femblablement e ft vray que la ditte villea Jouffert tres excejjiveperte acaufe que Ie roy de Suede a detenu plus que foixante grandes navi- res des dits fuppliants allans vers D Oftlande cbargees de fel et que Ie dit roy a vendu Ie fel des remonfirans contre leur gré et employé Vargent a fon proufit fans contenter les dits remonßrans tant pour les navires detenues que pour Ie valeur du dit fel et que auffy Ie roy de denemarcke oultreles ton- lieu accouftumes et anciennement par les dits fup- pliants payes dans iceulx paffe certains ans en ca pour cbaque laft des biens ou marcbandifes un da- lere en atlantet autantenretournantmontantpour cbaque navire du grandeur de deux eens lajls (:les quelles font accouftumées de faire deux voiai- ges par an:) pour les dits deux voiaiges a huicï eens daleres parquoy les dits navires qui vont vers oiftlande en plufieurs années n'ont porte nul prou- fit ny aux maitres des navires ny aux proprietai- res les ayans a grands frais defpens etquippe mais au contraire plufieurs dicelles font ufees ouperies ou demourees par dela fans retourner ou povoir porter les frais de leur efquippaige par toutes les quelles caufes rayfons et moyens les fuppls durant la dit rebellion ont per du grand nombre des babi- tans et bourgeois les quels ont repandu leur fang tt per du la vie pour l'bonneur de dieu et nous et laiffe maintes veuves et orpbelins en grande quan- tiie qui vivent engrande mifere et calamite y et Jont generallement tous les bourgeois devenus a teile calamite defdation et digettequils ne fcaventplus hnguemeni fournir dequoyfe entretenirtv§u quils Kcfont pas tant feulkrhmt perdus a l'occafion du fail-
|
||||||||
. ■
MÉÉ_________________________________________________________i__________■-■ ■------------------- "-- ■ ■ _____________—________........ _.._._ . |
||||||||
VIÏÏ.Boek, Geschiedenissen. 379
faillijfement de la navigation de mer vers Oißen Bylaa*
et JVeflenmais aujfy que par Ie bruslement des dits GEN navires et aultres biens et aujfy la perte des na- Lr, D. vires hors du pays advenue ne leur refie nulefpoir pour recouvrer la navigation et traficque a cau- fe que pour la plus grande partie ils ont despendu et conjume tout Ie capital dont ils foloyent mar' cbander et negocier durant ces troubles et cejfant la navigation en cefie prefente cbierté de vivres fi ce n'efl que les fuppls foyent par la gracededieu aydes etfecourrus de nofire naifue clemence et li- beralité aux quelles en leur extreme calamite ils ont recourreu en toute devotion efperans ferme- ment que la ditte liberalite a eulx en leur prefente paouvrete et mijere ne fera deniée, attendu que de baulte memoire nos predeceffeursenbeaucoup moin» dres necefjites et occafionsontdote et pourveuleurs bons fubjefts avec beaucoup de graces de immuni- tes, franchifes et privileges au Voccafion et mo- yen de quoy ils font venus avec l'ayde de dieu a bonne profperite nous ayans partant les dits re- monfirans fupplie vouloir entre aultres cbofes leur accorder et confentir que la jurifdiGtion et terroir de la ditte ville d'aemflelredamme foit eßendue oultre la prefente jurijdiäion tant par terre que par eaue quatre eens verges de treife pieds la ver- ge et que les efebevins de la ditte ville puiffent en la ditte extenfion du dit terroir juger fentencier et exercer ou faire executer tous atles judiciels et fentences tout ainfy et en teile authorite comme Ut exercent prefentement lajurifdidtion dedans la ditte ville et que toutes les dits fentences ayent plainiere execution reelement et de faicï et foyent effeeïuees par les dits efebevins foubs cautkn foußjjante a confiituer par Ie triumpbant non obflant oppofi* tions ou appellations quelsconcques faiStes ou in» terjeStées ou encoires a faire ou interje£ler des dits fentences et que Ie fuccuntbant aura cboix et Op- tion de defendre ou refpondre en la caufe ou inflan* ee d'appel devant la court debollande ou devant nof- tte
|
||||
3$o AMSTERDAMS II. Deel.
Etlaa- tre granä conßü st que les bourgeois et babitansde
gen 'a düte ville ayant rentes ou revenus ou quel- 1/. D. %ues üuttres debtesfur aukunes des villes revokees ou villaigesfoyentpayesde leurs rentes et debtes a tel jour quils efcbeent non obflant quelque gra- ce attermination ou lettres d'efiat que les dittes villes ou places en temps advenir pourroyent im- petrer ou quelconcque eftat ou attermination leur pourroit par nous efire accordee et Jur tout leur faire despefcber nos lettres patentes en tel cas requifes Pour ce est il que nous les cbofes fus- dits confiderées inclinansfavorablement a laditte fupplication et requejis mefmes en confiderafion de la promptitude et fidelite dont les dits fup- pliants ont ferui a dieu et nous durant ces trou- bles derniers et veuillant en recognoiffance detels bons et fidels fervices advancer Ie bien et utilite de nofire bonne ville d'aemfielredamme etpremier bonnor er et aulcunement recompenfer iceulxfup* pits avons par advis et deliberation de nos tresr cbers et tresames coufins Ie duc d'alva Marquis de Coria cbevalier de nofire ordre, nagueresHem- tenant gouverneur et Capitaine generalpour nous en nos dits pays de pardeca , et Ie grand Com- mandeur de Caflille don Loys Requeßns et de Cuniga Jon fucceffeur aus dits fupplts oäroye confenti et accordé, otlroyons confentions et ac- cordons de gr ace efpeciale par ces prefentes ce que s'enfuyt afcavoir que la Jurisdiction tant ei» vile que criminele des efcoutetie burgermeifires et efebeuins de nofire ditte bonne ville foit efien- due et agrandie comme Veflendons etagrandijfons par nier et par terre par ces dits prefentes ds quatre eens verges de treife pieds cbacune verge oultre les vieilles bornes et que icelles foyent plan* tees et eftendues felon ce et ce pmr lefaié d'e- xercice de tous acles de jufiice en dedans les dit- tes limites a la quelle fin fera ordonné commif- fair es pour faire Ie dit bornaige fans prejudice neantmoins du droitlt de ?ios aydes et intereß dei
|
|||||
-----------1____________ -■J■■:■■J^■^ HIE '■ ■' ■ - .,._.. .
|
|||||
Vlfl.BöEK. Geschiedenissen. 38t
des particuliers fi aulcuns en a et que toutes les q^. .*
fentences civiles rendues par Ie magiftrat denofire GEN ditte bonne ville d'aemftelredamme reparables pu j^ ryt fin de jugement foyent executees non obfiant oppo* Jition ou appeltation quelconcque et fans prejudice d'icelles moyenent toutes fois bonne et /eure eau* tion de rendre par celluy qui aura obtenu fi ainfy efi di£l par fin de caufe et afin que lefuccumbant puifi avoir plus tofl la vuydange derniere du pro- ces fi bon luy femble fans eflre retardé par la par» tie quiferoit garnie en ce cas feulement et non aul* trement luy f era loyfible relever et pourfuyvrefon appel ou en noftre eonfeil d^bollande ou direftement en noftre dit grand confeil obmiflb medio -comme myeulx luy femblera convenir fi avons en oultre declaire et declairons par ceftes mefmes que ne don- nerons aulcune quiclance attermination ou delay de payement a aulcunes villes villaiges ou communes, quipourroyent avoir rebelle aupreiudice de la ditte ville d'aemftelredamme ou des bourgeois et inha* bitans d'icelle n'eft de leursfeeu et confentement fi donnons en mandement a nos aimes et feaulx les cbief prefident et gens de nos privé et grand con- faulx gouverneur prefident et gens de nos confeit et comptes en Hollande et a tous nos aaltres jufticiers officiers etfubjeëtsqui ce peult etpourra toucher et regarder leurs lieuxtenans et cbacun d'eulx endroié foy et fi comme a luy appartiendrai que de nos prejente grace oëtroy conceffion confen- tement et accord et de tout Ie contenu en cesdits prefentes felon et par la forme et maniere que diSi eft ils facent fouffrent et laijfent les dits fup- pliants plainement paifiblement et perpetuellement joyr et ufer fans leur faire mettre ou donner ne fouffrir eftre faiEb mis ou donne aulcun deftour- bier ou empefebement au contraire en maniere quel- concque car ainfy nous plaift il, en tesmoing de ce nous avons faiëi mettre noftre fiel a ces prefentes, Donne en noftre ville^ de Bruxelles Ie fecond jour de decembre l'an de grace quinfe cent foixanUtrei' |
||||
3*2 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- ß et de nos regnes ajcavoir d'efpaigne et defictt-
éEN kb 18. et de Naples le XX°*. A. V. " |
||||||||||||
Lr. D.
|
||||||||||||
(rn de plye flondt)
Par lerog en fon confeil.
(was get:)
Berten
(In Dorfo flondt:}
Öp huyden zyn defe opene brieven van oc-
troye in den rade van den hove van Holland* gevifiteert ende ter ordonnantie van den voorfz. Hove geregiftreert in de greffe van den fel ven Hove in den eerflen regifter van den placca- ten ^ oftroyen ende ordonnantien gehouden by tyde van Willem van Berendrecht, greffier van den voorfz: rade, foliis 50. vfo 51. 52.53« 54. ende 55. gedaen tutrecht byMeelterCorne* lis Suys, Heere van Ryswyck, prefident, Johan Van Lefaen,CornelisOem, Jacob van der over- fche, Charles Smytre , Jacob van Quesnoy* Reinier van der duyn ende Godefroy van Moe- fienbrouck , raetsluyden van Hollandt, den 21S2 Augufti anno 1500 vier ende tfeventich , My jegenwoordich ■
OgetO
W. de Berendrecht« |
||||||||||||
VER-
|
||||||||||||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 383
VERTAALING GEN Lr. D.
van het voorflaande Privilegie.
|
|||||||||
j'ilips enz. Aan allen,die deezen tegen-
woordigen zien zullen, heil! Wy heb- 5'
|
|||||||||
„ gers van onze goede Stad Amftelredamme ,
5, m ons GraafTchap van Holland, inhoudende, „ dat, alle de groote en kleine Steden van ons „ gemelde Land van Holland afgeweeken zyn- ,, de van den eed van getrouwheid, aan ons „ verfchuldigd , en zig begeven hebbende toz „ wederfpannigheid; de fupplianten zig al- „ toos gehouden, en, gelyk goeden onderdaa- „ nen betaamt, bewaard nebben, in onze ge- „ hoorzaamheid, nlettegenftaande alle de aan- „ zoeken , hun geduuriglyk door de weder- „ fpannelingen gedaan , om de fupplianten ook „ tot wederfpannigheid jegens ons over te haa- „ len; van welke vcrderfelyke onderneemingea „ der wederfpannelingen de vertooners onzea „ zeer waarden en zeer beminden Neef, dea „ Hertog van Alva, toen onzen Stedehouder, „ Gouverneur en Kapitein - Generaal in onze „ Landen van herwaards over, endenGouver- ,, neur van Holland, den Graave van Bofïii, „ altoos kennis gegeven hebben; terwyl de we- „ derfpannelingen wel witten en zig wel ver- „ zekerd hielden, dat, zo onze Stad Amfter- j, dam ook tot de gemelde wederfpannigheid o- „ vergegaan was, wy geenen bekwaamen toe- ,, gang tot het gemelde Land van Holland zou- „ den gehad hebben, om de voornoemde we- „ derfpannelingen te ftraffen of tot gehoorzaam- ,, heid te brengen; en dat, zo de gemelde Stad „ zig tot hunne wederfpannigheid en bondge- \ „ noot- |
|||||||||
584 AMSTERDAMS Efint,'
„ nootfchap gevoegd en overgegeven hadt, zy
„ zigligtelyk meefters van de "zee en van de „ Vaart naarOoftland gemaakt zouden hebben, ,, om tot hun voordeel en verfterking vandaar' j, te haaien allerlei voorraad van leevensmidde- >4 len en andere waaren, en om te beletten, dat 3, de andere Steden en Landen, die niet vari 5, hunnen aanhang waren, zig van daar van ee- „ nige Leevensmiddelen en Koopmanfchappen ,, voorzien konden. Doch deeze wederfpan-* „ nelingen, ziende, dat zy de fuppüanten, door* „ overreding en aanzoek,niet tot afval van on- „ ze gehoorzaamheid konden overhaalen, had- 5, den zig met eene grootekrygsmagtengefchuc j, te velde begeeven, en de gemelde fupplian- „ ten belegerd en aangevogten, met oogmerk om >, dezelven te verdrukken en tot onderwerping „ te brengen, waartegen en tegen derzelverver- „ doemelyke aanflagen, de fupplianten zig der- w wyze gekant en verdedigd nebben, dat zyze >, hebben terug gedreeven, en veelen van de „ gemelde weaerfpannelingen gedood, zo dat „ zy gedwongen geweeft zyn, hun beleg op te „ breeken; doch om hunnen .vergiftigden moed „ tegen de fupplianten te toonen, hebben zy, „ by hunnen aftogt,rondsom de gemelde Stad, „ eene onwaardeerlyke fchade gedaan, en de „ Korenmolens en atle de huizen en andere ge* „ bouwen, die in grooten get Ie buiten demuu- 9i ren der gemelde Stad en binnen derzelvei* s, vryheid ftonden , wreedelyk verbrand: en „ met deeze verfoeilyke ondaad nog niet te vre- s, de, hebben zy, in de haven der gemelde Stad, „ meer dan tagtig groote vaartuigen, die aller- 3, lei foorten van Koopmanfchappen en waa- „ ren, niet alleen ten behoeve van die van Am- „ fterdam, maar ook ten behoeve van alle on- „ ze Landen van herwaards over,uit Ooftland „ en van elders, plagten te haaien, in den brand ,, geftoken en vernield: en om deezen verfoej- |
||||
VilLBoEK. Geschiedenissen. 385
3, lyken aanflag te beter uit te voeren, hebben grLAA,
*, zy zig dikwils bediend van de gelegenheid des GEN ,, winds, om de gemelde Stad aan brand te ftee- Lc D. „ ken, en vervolgens te verwoeden en in hun- „ ne handen te krygen: 't welk ook „ ongetwy- „ feld, gebeurd zou zyn, zo onze Heer, in „ zyne fiarmhertigheid, de gemelde Stad niet „ wonderdaadiglyk behouden hadt, den wind, „ tegen den wil en het oogmerk der voornoem- „ de wederfpannelingen, van de Stad afwen- „ dende. Ondertuflchen zyn de fupplianten, ,, onaangezien aldeeze onwaardeerbaare fchade, 5, altoos. met alle ftandvaftigheid, in onze ge- „ hoorzaamheid gebleeven, en hebben de ge- „ noemde deerniswaardige nadeelen, hun over- 3, gekomen, met geduld verdraagen. Daaren- ,, boven lyden de fupplianten nog een ander „ onwaardeerbaar nadeel aan de fchepen, die , „ in grooten getale, naar Ooftland en elders „ gezonden, in geene haven van Holland of „ Zeeland können inloopcn , doordien de ge- ,, melde havens derwyze door de voornoem- „ de wederfpannelingen bezet zyn, dat de ge- „ melde fchepen hun in handen vallen, en prys „ gemaakt worden: en heeft men in waarheid „ bevonden , dat 'er meer dan tweehonderd „ groote fchepen, voor 't meerder gedeelte met „ Zout gelaaden , den wederfpannelingen in „ Zeeland in handen gevallen, en ten deele 9, verbrand, en voor 't overige gedeelte in zee j, vergaan zyn. De voornoemde wederfpanne- 3, lingen, zig niet vergenoegende met het ge- „ melde onwaardeerbaar verlies der fupplianten. „ zyn nog voortgetrokken tot aan het gebiea „ der gemelde Stad, van waar zy alle de koei- „ jen, vee en andere tilbaare have der Dorpe- „ lingen, die rondsom de gemelde Stad gezeten „ zyn, hebben weggenomen, en de huizen, 9, hoeven, fchuuren en andere timmeraadjen, ?) den burgeren eu inwooneren der Stad toebc- III, Stuk, Bb „ hoo- |
|||||
1
|
|||||
$86 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- » hoörende. verbrand hebben: ter welker ge-
CEN » legenheid, de Landeryen der fupplianten wocft Lr. D. S5 er> onbebouwd blyven leggen, welker eige-
„ naars, beroofd van de vrugten derzelven, in ,, grooce elende en armoede leeven. En niet- „ tegenftaande dan ons Leger voor Haarlem ge- ,, legen heeft, zo hebben de gemelde weder- 4, fpannclingen, onbefchroomd, en ter befchim-
„ pinge van het zelve, invallen en plonderin- ,, gen in verfcheide plaatfen en dorpen gedaan, „ in voege de huisluiden van alles beroofd en „ uit hunne wooningen verdreeven zyn , zon- „ der dat zy, ter oorzaake van het gemelde „ verlies van hun vee, in ftaat zyn om eenig ,, zuivel of andere eetwaaren in de genoemde j, Stad te brengen : waardoor de leèvensmid- „ delen, en inzonderheid het brood en het bier „ tweemaal zo duur zyn in de gemelde Stad, s, als in" de afvallige Steden en Plaatfen , ge- „ merkt de gemelde Steden hunnen Leeftogt „ bekomen van de Koopluiden, die, in de ha- ,, vens der wedcrfpannelingen aan de Zuider- „ zee komen , en de wederfpannelingen de „ Koopluiden, met geweld, beletten, zignaar „ Aemftelredam te begeeven ; ten welken ein- „ de, zy fehanfen en bolwerken gelegd heb- „ ben op de toegangen naby de gemelde Stad „ Aemftelredam , om den amvoer van lee- , vensmiddelen te ftremmen en te beletten, en ,, ook om ons Leger voor Haarlem uittehon- 5, geren en te doen opbreeken : maar hunne
„ vermetele ftoutheid is, door de fupplianten, $, dcrwyze tegengegaan en gefluit, met de ge- „ nade en hulpe van God almagtig , dat de ,, fehanfen en bolwerken der gemelde weder- ,, fpannelingen ingenomen, en zy op de vlugt ,, gedreeven en van daar verjaagd zyn, en dat'er ,, een groot getal van de gemelde wederfpanne- ,, lingen gedood is, onder welken ook ter dood is „ gebragt de zeer vermaarde en alom berugt« J9 /Ln~
|
|||
VIII.Boek. Geschiedenissen. 387
j, Antonl Olivier, die zo veel nadeel en fchade Hvlaa-
5) aan onze onderdaanen heeft toegebragt, dat GEN j, 'er,by Flakaate , vierduizend guldens beloofd l,-, D. „ zyn aan zulkcn, die hem leevende, en twee- „ duizend guldens, ten behoeve van zulkcn 4 „ die hem dood leveren zouden. De weder- ,, fpannel'ngen, met naame die van Knkhuizeit „ en Wa e land, hebben daarenboven , omdeil ,» fupplianten de Scheepvaart nog meer te be- ;, derven,en alle hoop op het voortzetten der- 3, zelve te doen verliezen, voor de haven van j, de gemelde Stad, het Y genaamd,een groot ,, getal van fchepen doen zinken, in voege geen, ,, fchip van de Stad naar zee, noch uit zee te „ Amfterdam komen, noch de vaart geopend „ worden kan, voor dat de gezonken fchepen, „ met zwaare koften en door magt van volk en „ werktuigen , uit den grond gehaald zyn; „ en dan zal nog grootelyks te dugten (taan, 9, dat, na en ter oor/aake van de gemelde zin- „ king, de kil der gemelde haven geflopt bly- „ ve, en de diepte verlieze, die tot de vaare 5, vereifcht wordt, 't Is insgelyks waaragtig, „ dat de gemelde Stad zeer zwaare fchade ge- „ leeden heeft,ter oorzaake dat de Koningvan 3, Zweeden meer dan zeflig groote fchepen van „ de voornoemde fupplianten, die, met Zout „ gelaaden, naar Ooftland gingen, heeft aan, 3, gehouden, en dat de Koning het Zout der „ vertooneren, huns ondanks, verkogt. en hef ,, geld ten zynen behoeve aangelegd heeft, zon- „ der den gemelden vertooneren, noch wegens de „ fchepen, noch wegens de waarde van het ge- „ melde Zout, voldoening te geeven: ook dat j, de Koning van Deenemarke, de gewoonlyke 5, en door de vertooners van ouds betaalde tol- j, len , federt eenige jaaren, op een daalder van j, ieder laft goederen of Koopmanfchappen in 3, *t heengaan,en even zo veel in 't wederkee- v re», verhoogd heeft, beloopende van ieder Bb 2 »fchip
|
||||||
388 AMSTERDAMS IL Deel.
Bylaa- 3ï fchïp van tweehonderd Laden, die in 't ge-
GEN » meen twee reizen in 't jaar doen, voor de Lr. D. „ gemelde twee reizen , agthonderd Daalders; j, ter oorzaake waarvan, de gemelde fchepen , „ die naar Ooftland gaan, in veele jaaren, geen j, voordeel altoos,noch aan dè fchippers noch „ aan de eigenaars, die dezelven met groote 3> kollen hadden uitgeruft, hebben aangebragt, „ zynde in tegendeel veelen derzelven afgeflee- ,, ten, of vergaan, of ginder gebleeven, zon- 3, der te rug te kceren, of de koften hunner „ uitruftinge te können draagen. Uit alle wel- „ ke oorzaaken, redenen en middelen, defup- ,, plianten, geduurende de gemelde wederfpan- J3 nigheid, een groot getal van inwooners en ,, burgers, die 't leeveu voor de eer van God „ en van ons hebben gelaatcn, verlooren heb- „ ben, die veele Weduwen , en Weezen in „ grooten getale hebben nagelaaten, welken in „ groote droefheid en elende leeven: ook zyn „ de gemelde burgers in't gemeen tot zulk eene j, elende , armoede en gebrek vervallen , datzy „ geen middel meer weeten te vinden, om zig „ zelven te onderhouden , gemerkt zy niet flegts ,, zo veel verlooren Hebben, uithoofde van 't „ verval der vaart naar Ooften en Wellen; maar 5, dat hun ook, door het verbranden van de „ gemelde fchepen en andere goederen, en door ,, het verlies der fchepen buitenslands, geene „ hoop altoos overfchiet, 'om de vaart en han- „ del wederom te bekomen, doordien zy het 5, grootfle gedeelte van de hoofdfomme, waar- „ mede zy koophandel plagten te dryveri, ge- 3, duurende de gemelde beroerten, verlooren „ en verteerd hebben, en de vaart geflremd is, „ terwyl de duurte dcrleevensmiddelennogaan- .,, houdt, ten ware de fuppUanten, geholpen en „ bygeftaan werden, door Gods genade endoor 3, onze aangebooren zagtmoedigheid en milddaa- ,> digheid, tot welken zy, in hunne uiterfte e- „ lea-
|
||||||
VIII.BöEK. Geschiedenissen. 389
„ lende „in alle deemoedigheid, ook hunne toe- i3YLA1„
„ vlugf genomen hebben, vaftelyk hoopende, GEK „ dat de gemelde milddaadigheid hun, in hunne Lr> jjt „ tegenwoordige armoede en elende, niet zal „ geweigerd worden, aangezien onze voorzaa- „ ten doorlugtiger gedagtcnüTe, in veel minder „ nooden en gelegenheden, hunne goede on- „ derdaanen met veele gunften, vryhedcn en Pri- „ vilegien hebben befchonken, door middel en . „ ter gelegenheid van welken, zy, met Gods „ hulpe, tot goeden voorfpoed gekomen zyn: ,, weshalve, de gemelde Vertooners ons ver- 9> zogt hebben, dat wy hun onder anderen wil- ,, den toeftaan, dat de Jurisdictie en grond der „ gemelde Stad Aemftelredam, boven de té- „ genwoordige Jurisdictie, zo te land als te \va- „ ter, uitgebreid worde tot op vierhonderd roe- ,v den van dertien voeten de roede, en dat de ^, Schepenen der gemelde Stad, binnen de uitge- •j, (Ircktheid van den gemelden grond, mogen „ können oordeelen, vonnis wyzen , en alle ju- „ dicieele aden en fententien oefenen, of doen „ ter uitvoeringe brengen, op gelyke wyzeen „ met gelyk gezag, als zy tegenwoordig juris- „ di&ie oefenen in de gemelde Stad; en dat af- „ Ie de gemelde Sententien, wezmlyk en ifl- ,, derdaad, volkomene executie hebben en door „ de gemelde Schepenen ter uitvoeringe gebragt -,,, worden , onder genoegzaamen borgtogt, te „ Hellen door den winner van 't geding, on- „ aangezien alle tegenkantingen en appélleu hoe „ genaamd, gedaan of nog te doen; en dat de „ verliezer de keuze hebben zal, om zig te vcr- -«» dedigen, of te verantwoorden, by wege van appèl voor 't Hof van Holland, of voor on- zen grooten Raad, en dat de burgers en in- wooners der gemelde Stad, die renten, in- komrten of eenige andere lchulden te vorde- ren hebbpn, in de afgevallen Steden of Dor- |
|||||||||
56
|
pen , van hunne renten en lchulden voldaan
|
||||||||
të b 3 „ ^yor♦
|
|||||||||
■Mg
|
|||||||||
39° AMSTERDAMS WDstt,.
„ worden, op zulk een dag, als dézelven ver-
„ vallen, onaangezien eenige gratie, attermina- „ tie, of brieven van Staate, die de gemeide „ Steden of Plaatfen in het toekomende mog- „ ten verwerven, of hoedan ige Staaten of at- „ terminatien, haar door ons mogten worden „ toegedaan; en om hun van alles onze opene „ brieven, in zodanig een geval vereifcht, te „ doen afvaardigen; Zo is 't dat wy, de zaa- „ ken voorgemeld overwoogen hebbende, en „ genegen zynde, aan het voorgemelde verzoek „ en bede te voldoen, ook uit aanmerking van „ de bereidvaardigheid en getrouwheid, waar- „ mede de fupplianten God en ons, geduüren- „ de de laatfte beroerten, gediend hebben; en „ willende, in erkentenis van zodanige goede 3, en getrouwe dienden, de welvaart en het „ nut van onze goede Stad Aemftelredamme „ bevorderen, en in de eerfte plaats de fupplian- „ ten eeren, en eenigzins belooncn, met over-f „ leg en raad van onze zeer waarde en zeer be- j, minde Neeven, den Hertog van Alva, Mark- „ graaf van Coria, Ridder van onze orde, voor „ deezen Stedehouder, Gouverneur en Kapitein- 3, Generaal voor ons in onze Landen van her- „ waards over, enden Groot-Commandeur van „ Kaftilie Don Louis de Requefens en Cuniga, „ zynenOpvolger,aan de gemelde fupplianten uit „ byzondere gunlt, geoétrojeerd, geconfenteerd, j, en geaccordeerd hebben, odlrojeeren, confen- „ teerenen accordeeren by deezen 't gene volgt, „ te weeten, dat zo wel de ctvile als crimineele „ Jurisdictie van dan Schout, Burgemeefleren en „ Schepenen van onze gemelde goede Stad uit- „ gebreid en vergroot zy, gelyk wy dezelve, ,, door deezen tegenwoordigen, uitbreiden en. 3, vergrooten, zo wel ter zee als te lande, tot „ vierhonderd roeden van dertien voeten ieder „ roede, boven de oude paaien, en dat de zel- f, yen, overeenkomftig hiermede, uitgezet en » ge*
|
||||
Vni.BoEK. Geschiedenissen. 391
„ geplaatft worden; tot de oefening van alle ge- 3 yZ AA<
j, regtclyke aétien binnen de gemelde paaien j0E^ >, ten welken einde, Commiflariiren ge (leid zul-Lr. D. j, len worden, om de gemelde grensfchciding ,, te manken, zonder benadeeling nogtans van j, ons regt en van het belang van byzondere „ perfoonen , zo 'er eenig zyn mögt; en dat al „ de Civile vonniflèn, door de Wethouderfchap ,j van onze gemelde goede Stad van Amilelre- „ darnme geveld, die by eindelyk vonnis her- j, flelbaar zyn, zullen worden uitgevoerd, on- „ aangezien eenige tegenkanting of appèl hoe 5, genaamd , en buiten derzelver benadeeling, „ micis 'er altoos goede en verzekerde borg ge- „ field worde, om by eindelyk vonnis weder te „ gee.ven, 't gene op deeze wyze verkreegenis: „ en op dat de verliezer zo veel te eerder het „ uiteinde van zyn geding mögt können zien, „ indien hem zulks goeddunken mögt, zonder, j, wederhouden te worden 'door de party, die „ vonnis in zyn voordeel gekrecgen mögt heb' „ ben; in dit geval alleen, en anders niet. zal „ 't aan hem flaan, zyn appèl te verheffen en ,, te vervolgen, of aan onzen Raad van Holland , „ of regtilreeks, met voorbygang van de Middel» „ regtbank, aan onzen grooten Raad, zo als hem „ meeft geraaden dunken zal. Wy hebben, daar- „ enboven, verklaard,en verklaarendoor dee- ?, zen tegenwoordigen, dat wy geene kwTyi> ,, fchelding . atterminatie ofuitftel van betaa- „ ling verkenen zullen aan eenige Steden, dor* „ pen of gemeenten, die wederfpannig geweeft „ mogten zyn, ten nadeele der gemelde Stad „ Aemftelredamme , of van derzelver burgers „ en inwooners, dan met derzelver kennis" en ,, goedvindsn. Wy beladen , derhalve , aan „ onze lieven en getrouwen, de hoofden,pre- ,, fident en luiden van onze geheime en groote „ Raaden, Gouverneur, Preüdcnt en Luiden #. yan onzen Raade en Rekeningen van Holland, Bb 4 p> en
|
||||
392 AMSTERDAMS Gesch. II.Deei,.
BrLAA- »> en aan a^e Regenten, Officieren en Onder-
GEN vi daanen, die het eenigszins zou mogen raaken J/. D. j? en aangaan, hunnen Stedehouderen en ieder „ van hun, die 't als voor zig zelven betreffen „ mögt dat zy van onze tegenwoordige gratie* 5, oclroi, vergunning, bewilliging en overeen- ,, kom*!, en van den gantfchen inhoud van dee- „ zen tegen wo ordigen , indiervoege en op zulk „ eene wyze, als gezeid is, de gem 1de fup- „ plianten volkomenlyk, vreedzaamlyk en voor ,, alroos gebruik laaren maaken . zonder hun „ daarin eenige ontrüfting of verhindering toe „ te brengen,noch cegedoogen, dathundezel- „ ven daarregen toegebragt worde, op eeniger- „ hande wyze. Wanr her ons alzo gelieft. In 9> kenniflè hiervan, hebben wy ons zegel aan den „ tegenwoordigen doen handen. Gegeven in on- s, ze Stad BrufILl, den eweed n December, in „ 't jaar onxes Heeren wftienhonderd drie en „ zeventig, en van onze Ryken , te weeten y, van Spanje en Sicilië het agttiende, en van j, Napels het twintigfte. A. V. (Op d$ vouwe flondt:)
By den Koning > in /ynen Raad.
(was getekend}
B e R T R y»
|
|||||||
TWEE.
|
|||||||
(
■
|
|||||||
39$
TWEEDE DE E L. ' GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
NEGENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van 't jaar 157 5, f of op de verandering
der Regeeringe, in 't jaar 1578.
Met den aanvang desjaars i575,werdt 1575.
der Regeeringe van Amfterdam be-Aanfla. rigt, dat de Staatfchen eenen toeleg ge-gen op fmeed hadden, om zig, door middel van de Stad, heimelyk verfland met eenigen van binnen, by verraffing, meefter te maaken van de Stad. Het Geregt beval, derhalve, by ee- ne afkondiging van den der tienden January, dat elk, die iet van dit verraad wift,zulks, zonder uitflel, aan Burgemeefleren moed aandienen; zullende hy, anderszins , naar verdienden, geflraft worden (a). Twee dagen daarna, werden de negen Kapiteinen dergekooren' Burgervendel en, met hunne onderhoorige manfchap, gewapend, voor 't Stadhuis^ntbooden;endien nademiddag, deeden Burgemeefleren huiszoeking in de Stad
(*) Keurb. G. f. 112 ver/o.
Bb $
|
|||||
■""■»■--r
|
|||||
394 AMSTERDAMS ILDeee;
4J75. Stad(^): doch't blykt niet, dat men toen
eenige verraaders, gelykze genoemd wer- den , ontdekte. Maar, in Auguflus daarna, waren 'er eenigen in hegtenis geraakt, die beleeden, dat zy voorhadden, de Stad den Prinfe van Oranje te leveren (V). Ook te- kenen fommigen aan, dat de Prins, ten dee- zen tyde, of wat laater, in heimelyke on- derhandeling was, met Sonoi en anderen, om Amflerdam te overrompelen. Pieter Willemszoon van Haarlem, die, onder dek- fel van koopmanfchap te dryven, dikwils, in de Stad kwam, hadt zig verbonden, om den aanflag te bevorderen. Eenige waag- halzen, met zekeren Kapitein Vos aan 't hoofd, willen heimelyk, verborgen in vier turffchouwen, in de Stad te komen, daar zy zig, by dage, onthielden, op een' zolder van een ledig huis , flaande omtrent de plaats , waar federt de Lutherfche Oude Kerk geftigt is. Men hadt de gelegenheid van 't Spuij en 't zogenaamde Boerenverdriet, eene doorvaart onder den Stads muur, van buiten en van binnen, befpied, en meende eenige vendels foldaaten, hierdoor, of, zo eenigen der medepligtigen, federt, belee- den nebben, door de Reguliers -poorte , op eenen vroegen morgen, tuffchen drieën vier uuren, in de Stad te helpen: waartoe de gallen, die onder Kapitein Vos in de Stad lagen, de hand leenen zouden. De Overlle Herman Helling, die fchriftelyken lafl en on- der- (l) Keurt*. G. ƒ. T13 ver/«.
(t) Kcmb. G. ƒ. 117 virfit t
|
|||||
1' ilÉffiiiii ' ... . ..
|
|||||
.IX. Boek. Geschiedenis s en. 39 5
derregting hadt van den Prinfe van Oranje j *--
en van Sonoi, hadt de vendels befcheiden aan den Overtoom, vanwaar hyze naar de Stad dagt te geleiden. De leus of't wagt- woord zou, zo lang men nog buiten was, Jflendelft; doch wanneer men de Stad in- genomen hadt, NaJJau zyn. Doch de toe- leg liep te niet, doordien de buuren de gas- ten op den zolder, aan 't licht,welk zy by -nagt brandden, ontdekt en aangebragt nad- eden: waarop eenigen in hegtenis geraakt, • -en de overigen ontkomen waren (d). Op Straf va» den eenentwintigden Auguftus, werdt, opeeniSe nieuws,bevolen, dat elk ontdekken moed, Jjïïjf?^ 't gene hy van't verraad of de verraaders wift, en vooral Kapitein Vosiuit Vlaanderen, het hoofd der verraaderen, aanbrengen;'t welk met honderd gouden Kroonen vergolden zou worden (e). Doch 't blykt niet, dat hy ge- vonden werdt. Twee dagen daarna, wer- den de gevangenen, ten getale van vyftien, ter dood gebragt. Jonker Joofl Louis van Osnabrugge , de aanzienlyklte onder *den hoop,werdt gehangen, gevierdendeeld, en 't hoofd op een .ftäak gefteld. Agt anderen trof het zelfde lot. Doch de zes overigen werden alleenlyk gehangen (ƒ). 't Omko- •men deezer luiden wordt gedagt.,. in een JUedje van deezen; tyd, waarvan fommigen jdeeze twee regels bewaard hebben: '- ' .'.:..'. Jon-
(d) Conreffiehoek van jo Juny 1*7*. tnt \d May ij/f-.
Zie ook Boa VIII. Boek) bl. 6$$. [iï?-.] Gommeun , hl. 105s.
(e) Kcu.b. G. ƒ. 117 verft.
(f) Sententie!), van 2* April i$66. tot 21 May 15; g,
ƒ, 176. |
|||||
.
|
|||||
jo6 AMSTERDAMS ILDeeL
$573*
Jonker Luys en zyn Compaan,
jicht zach men daar het hooft afflaan (g).
Het doen OndertufTchen, leeden de aanbrengers
van ver- deezer luiden van eenigen hunner medebur- wytingen geren 5 die der Staatfche partyeniet ongene- aanbren- Sen waren > vrv wat verwyts ; waartegen
gers voorzien werdt , by eene Keure van den wordt tweeden September, uit welke, onder an- verboo- <jeren, blykt, dat de zogenaamde verraa- ders en vyanden des Konings, weinige da- gen te vooren, ter dood gebragt waren (Ä). De Re- Op 't einde des jaars, werdt de Regeering geèring we(jerom gewaarfchuvvd, dat de Geuzen wegens en buitelingen, gelykze genoemd werden, cenen voorhadden, de Stad, op het Feeft van Kers- nieuwen miffe, of op dat der drie Koningen, te over- toeleg, vallen: waarom, by eene Keur van den vier- fdiuwd" entwintigften December, belaft werdt, fcher-
pe toezigt te houden (i). In deezen toeleg hadt een Predikant, Jan Michielszoon ge- naamd , de hand, die tufTchen den Prinfe van Oranje, Sonoi en Helling over en we- der ging, en eene aftekening toonde van de plaats, daar de aanflag zou ondernomen worden. Doch de felle vorffc en de naauwe wagt, aan de poorten en elders, waren oor- zaak, dat men 'er niet mede voortging (k). 't Liep, derhalve, aan, tot in't laatft van 't jaar 1577, eer 'er wederom iet geweldigs op de Stad ondernomen werdt. 't
(g) Zit COMMELW, bl. IOJf.
(/>) Keurb. G. f. 120.
(i) Keur'). G. ƒ. 116 vtrfo. ,-'
(ki Z'* CüMMEUN, bl. IOJ8 , IOJJ.
|
||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 397
't Schynt dat de jongfte toeleg op Am- 1575.
fterdam, ook van den kant van den Over- Suat vaa toom, voorgenomen was. Wy hebben, inden O- 't voorgaande Boek (/), gezien, dat dezel- vertoon*, ve, in 't jaar 1573 , geduurende het belegtende^" , van Haarlem, doorgegraaven was geweeft,zen ty ** om te ligter van Amiïerdam in de Haarlem- mer Meer te können geraaken. Doch na 'c overgaan van Haarlem, was,by den Raad, beflooten, den Overtoom niet geheellyk te hermaaken, maar blootelyk toe te paaien. Men hadt 'er, alleenlyk,in den Zomer dee- zes jaars,eenige paaien uitgehaald, tot door- laating van fchepen met turf, waar aan, hier ter flede, gebrek was. Doch die paaien wa- ren'er, terllond daarna, wederom ingezet: tot dat, in 't laatft van Auguftus, de gehee- Ie opening van den Overtoom , door den Admiraal Verdugo, die 'er eenige fchepen door wilde voeren, verzogt werdt: in welk verzoek, de Vroedfchap bewilligde (m). De Overtoom was dus nog open, toen de jongfte aanflag op de Stad ondernomen werdt. En om diergelyke onderneemingen te voorkomen , belloot de Vroedfchap, den vierentwintig-ften December „ gewaar- „ fchuwd zynde door den Heere van Hier- „ ges, dat de Prins van Oranje voorhadt, „ de Stad te verraffen, den Overtoom we- „ derom toe te paaien, om alle gevaar, welk „ de Stad van dien kant zou können over- „ komen, te verhoeden (n)." My
(l) Bladz. 336.
(m) Refol. Vioedfch. N. 2. uNov. IJ74. f. 17J,
2V. 3. io Juny , 18 7"h> a9 <**"£■ 1575. (n) Refol. Vioedfch. N. 3. z+ Dec. i$j$. |
|||||
-
|
|||||
3p8 AMSTERDAMS II. Deel.
iïje My is niet klaarlyk gebleeken, of Bieter
2je^ Bicker > een aanzienlyk burger en Brouwer Brouwer hier ter Stede, verdagt gehouden wer dt, dat Pieter hy deel hadt gehad aan eenen der aanflagen, Bicker die, ten deezen tyde, op de Stad onderno- Stad ont-men werc^en- &och & vind, dat hy, in den
seid. Zomer deezes jaars > met verlof van Burge- meefteren, eene reis naar Friesland gedaan hebbende,en te Hoorn en teEnkhuizenge- weeft zynde, lyden moefl, dat hem, in ge- volge van een befluit der Vroedfchap, bui- ten eenigen vorm van Regtsgeding, de Stad Met laat ontzeid werdt (o), 't Leedt egter niet lang, wedero" °^men ^et ^em we<^erom binnen, mids hy,
in# ten overftaan van Burgemeelteren, eenen eed van getrouwheid deedt, waarby ook ver-
klaard werdt, dat hy den ouden Roomfch- Katholyken Godsdienft onderhouden , en De Zoon den Koning gehoorzaam zyn zou (p). Ia ment G February des volgenden jaars, werdt Dirk9 Koorn- Zoon van Clement Volkertszoon Koornhert, hert ter voor deezen tyd, om zekere redenen, ins- Stad uit gelyks, ter Stad uit gezet (q). gezet. Doch, fchoon men 't Bicker zo kwalyk fterdam" fcneen te neemen,dat hy,in de afgevallen
roers dry- Steden, Hoorn en Enkhuizen, geweeft was; ven men kon nogtans bezwaarlyk beletten, dat koophan-de ingezetenen van Amfterdam, met dein- de Staat- gezetenen ^er Steden, die de Staatfche zyj fche Ste- de verkooren hadden, briefwiffeling hielden ion. en handelden. In July, was hier een Plakaat afgekondigd, waarby de handel met dewe- der-
(o) Refol. Vroedfch. N. 3. 6 Juny i$7S.
(p) Refol. Vroedfch. A". 3. 16 Juny l$j$. (fj Refol. Vioedfch. A. 3. zo Fetr, 157«. |
|||||
»
|
|||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 39^
derfpannige Steden verbooden was. Doch 157$ men kon dit Plakaat niet doen naarkomen. De zogenaamde wederfpannige Steden le- verden veele waaren in de Stad, welken men niet wel miflen kon. De Landvoogd Reque- fens zogt, ondertuflehen > den handel deezer Steden nog meer te benaauwen, en gaf, in September, een Plakaat uit, waarby bevo- len werdt, de goederen, die tiuTchen Enk- huizen en Harlingen doorgevoerd werden, verbeurd te verklaaren. Doch men maakte zwaarigheid, om dit Plakaat, hier ter Ste- de, te laaten afkondigen, en deedt 'er een vertoog tegen ten Hove (f). Men verge- noegde zig, met zorg te draagen, dat de Stad niet, by verrafïïng, werdt ingenomen, en deedt de toegangen derwaards bezetten, en de poorten bewaaken. Zelfs werdt be- De Turfc volen, dat de Turffchuiten, die binnen de fchuitea Stad, ter plaatfe, nu nog de Oude Turf- X^ markt genaamd, plagten te leggen, voort- aan leggen zouden buiten de Stad, agter de raamen, tot aan den S. Antonisdyk, daar't blokhuis plagt te (laan (Y); welke graft nu de Zwaanenburgwal genoemd wordt. Op aanfchryvens van't Hof van Holland» Vlot-
werdt, den zevenden Oélober, beflooten, fchuiten " eenige Vlet- of Vlot'fchuiten te zenden naarende,~ Schoonhoven,welk,in Auguftus te vooren, Schoon-* by verdrag, ingenomen was door den Hee- hoven re van Hierges,die ookdelversnoodighadt gefchikt, aan denLekdyk. 't Geregt beval, hierom, op
(r) RefoL Vroedfch. N. 3. il 7«fy, ** -Aug. 17 Sept,
1575. 23 Jan. 1576- ($) Refol. Vroedfch, N. 3. »I Aug, 6 Sept. 1*75. |
||||||||
400 AMSTERDAMS iL Deel.
1575- °P den agtflen, dat allen, diezig, hiertoe,
't zy met of zonder fchuiten, wilden laaten gebruiken , hunne naamen ter Secretarye moeften komen opgeeven (t). O&roi De verlegenheid, waarin de Stad zig, ten tot ver- deezentyde, bevondt, en 't groot gebrek rUbbdèr aan wWmÖflO > waartoe zy, door 't verloop Stads haarer neering en Koophandel, gebragt was, Excyn- deedt haar, by 't Hof te Bruftel, aanhou- zen« den om Oftroi tot verhooging haarer Excyn- zen: 't welk haar, den dertienden December deezes jaars, op den naam van Koning Fi« lips, verleend werdt. Zy mögt, in gevolge van dit Oftroi, tweemaal zo veel excyns heffen, als zy tot hiertoe geheeven hadt (u). Zorg In 't begin des jaars 1576 , toen de voor de vrees voor eene onderneeming op de Stad
veilig- nog leevende was, alzo de Staatfchen zig, 5^ er eenigen tyd te vooren, op het Y vertoond J57Ó. hadden (v), werdt beflooten, de wallen tus- fchen Schreyhoeck en den Kruistooren toe te fchutten. Ook werdt het fchaatsryden op 't Y verbooden, en belaft, te letten op de Landluiden , die . op fchaatfen, en met verrejaagers voorzien, in de Stad kwamen, en ligtelyk vermomde foldaaten zouden kön- nen zyn. In Maart, fchreef Verdugo aan de Regeering, dat de muitelingen nog al heimelyk verftand hielden met eenigen van binnen, om, met derzelver hulp, de Stad te bemagtigen. Men befloot dan, op nieuws, fcher-
(/) Refol. Vroedfch. AT. 3. 7 ötf. ij7j. Keurt». G./,
J24. ver/o. (a) Oude Kerke, Laadt XXXII.
{v) R,eiol.„Vioedl*cli. N. 3. 6 Sept. 157s*
|
||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 40t
fcherpe toezigt te houden op allen, die, 1576,,
met Kaas of andere waaren, uit de afgevak len' Steden, in Amfterdam kwamen. Men ontwierp eenige punten, totbefchermingder Stad, en vondt, onder anderen, geraaden, twee uit de Raaden te ftellen tot Opper- opzigters over 't gefchut(w). Doch 't bleek, eerlang, dat men 't, van de Staatfche zyde, in de Lente deezes jaars, eigenlyk op Mui- den gemunt hadt. Sonoi hadt den Prinfe van Oranje doen Sonoï
veitoonen, dat men groot voordeel zou kon- neemt nen behaalen op den Spanjaard, met het Muiden bemagtigen van Muiden: waardoor men meefter zyn zou van de beide zyden der Zui- derzee, en zelfs van de dyken, om,beoos- ten de Vegt, eene breede plek vyandelyk land ; en bewerten dien ftroom, gantfch Amftelland, en een groot deel der Veenen onder water te können zetten: 't welk Am- fterdam en Haarlem in de ukerfte verlegen- heid brengen moeit. Zyne Doorlugtigheid keurde den toeleg goed, en beval,dat men 'er mede voortvoere. Sonoi dan, zig in flu- te nebbende toegemfl, .ftak , met eenen Noordelyken wind, af van Edam, en kwam eens loefs de Vegt in zeilen. De boom der haven, dien hy digt vondt, werdt terflond opengehakt. Terwyl de Sonoifchen aan land traden, ftoof het eenige vendel Hoogduit- fchen, weikin Muiden lag, ter flede uit. Doch 't Slot, welk egter toen nog geene aar-
|
|||||||
•'
|
|||||||
' (w) Refol. Vroedfch. M 3. a » 3 Jan. 29 Maart, 13,30
April, z May 157«. III. Stuk. Cc
|
|||||||
402 AMSTERDAMS II. Deel.
aarden wallen, en maar twintig foldaaten
op hadt, zag men niet te winnen, zonder eenig grof gefchüt. Sonoi fchreef dan naar Noordholland, om twee kartouwen , en meer Oorlogsschepen, omze, by Amfter- dam, voor de gezonken wrakken te leggen. Doch terwyl hy hiernaar toeft, en midier- wyl de fchans te Diemerdam inneemt, ko- men de Amfterdammers te water, en eenig volk van Hierges te lande zo fchielyk op hem aan, dat hy en de zynen, gevat van den fchrik, 'tgefchut en de pakkaadje, met moeite , fcheep gekreegen hebbende , de plaats, met verlies van tweehonderd man, ruimen moeften (Y). Doch terwyl de Staatfchen zig, hierom-
trent , in Amftelland, onthielden, verftondt men, te Amfterdam , dat Amfterveen en Ouderkerk zig met hen in verding begeven hadden, 't Vertrek der Staatfchen vernie- tigde, federt, van zelf dk Verding: en de Regeering van Amfterdam beiloot,wat laa- ter, die van Amfterveen vyftig foldaaten toe te flaan, tot hunne befcherming. Ook werden, op hun verzoek, in den Hooityd, drie of vier paaien in den Overtoom geo- pend , tot eene doorvaart voor hunne Hooi- fchepen (y). Voor de zekerheid der Stad , werdt, ondertulTchen, by aanhoudinge, ge- zorgd. In April, was reeds beflooten, de klei- ne Slooten, die in den Stads Singel liepen, te dempen, en daarin alleenlyk drie groote Sloo-
(x) HOOFT XI. Boekt hl. 44s.
(y) Relol. Vrwcdfdi. N, 3« *<» Afnl^ 14 May t 3, it
|
|||||||||||||||||
*57t.
|
|||||||||||||||||
Wordt
*er, met hulp der Amfter-
damme- ren , we- derom uit gejaagd. |
|||||||||||||||||
Amfter-
vcen wordt uit de Stad van man- fchap voor- zien. |
|||||||||||||||||
De klei-
ne Sin- gelfloo- ten ge- dempt. |
|||||||||||||||||
Juli H76,
|
O'J
|
||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
, -; '; ' .
|
|||||||||||||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 403
Slooten open te houden, welken ik meen, 1576.
nu de Blaauwburgwal, de Warmoesgraft en de Beulingfloot te zyn. Wat laater, yondt men geraaden, den buitenften boom in 't Y toe te heijen, den binnenflen te openen, en alle fchepen, buiten voor de paaien, te doen loflen (z). Hopman Jan Splinter, die in eene der fchanfen op den Diemerdyk lag, hadt, reeds in Maart, aan de Stad verzogt, dat zy eenige rondeelen in die fchanfen wil- de doen herilellen; doch was, door haar, geweezen aan deLandtwaren. Sedert,hadt men op den Heere van Hierges begeerd, dat hy voor de Diemerdyker-fchanfen wilde zorgen. Doch in de plaats hiervan,trok 's Defchan- Konings volk, in Oclober, uit deeze fchan- Jj?n °P fen.De groote te Ypelloot werdt toen, door ^P^' twee vendels Stads knegten, bezet. Doch geflegtl men befloot, eerlang, eerft de groote, en daarna ook de kleine fchans te Hegten en te verlaaten (#). De Spaanfche Regeering zogt de Stad niet llegts met het bezetten deezer fchanfen te bezwaaren ; rriaär ook geheellyk belaft te laaten met de zorg voor de betaaling van 's Konings Krygsvolk, welk ia de fchanfen op den Spaarnedammer-dyk gelegd was. Doch men verklaarde zig hier Laften tegen, op 't ernftigfte, aanwyzende, dat de van Am- Stad, federt den aanvang der binnenland Verdam, fche beroerten, reeds tweehonderd zevenen- dèn *aan- vyftigduizend guldens ten diende des Ko- vang der nings opgebragt hadt, en nu, door zwaare Beroer- fcha-ten-
(z) Refol. Vroedfch. N. j 13 April, 1 Juny, 4 A*g. i$j6.
(a) Refol. Vroedfch. N g. 16 Maart, i+Maj,zi Off. 17, 2zt xji JVffv. 2+ Decemh. isy6. Cc %
|
||||
4<H AMSTERDAMS E Deel.
Ï576. fchaden, door verloop van neering en irr
wooneren , door het doorfleeken van dy- kaadjen, en andere rampen, buiten ftaat ge- raakt was, om meerderen lad op zig te nee- men (b). Verande- Terwyl dit, in en omtrent Amfterdam,
r"?èe voomel' was'ermerkelvke verandering ge- ring der k°men ,in de Regeering der Nederlanden, Neder- die eerlang veel invloed hadt op den ftaat landen, deezer Stad. De handeling, over eene be- vredigingvan de Nederlanden in't gemeen, met Holland en Zeeland, die te Breda aan- gevangen was, in 't voorleeden jaar,vrug. teloos zynde afgeloopen, hadt de Prins van Oranje wederom uitheemfche hulp gezogt, en eerft met Engeland, en daarna met Frank- ryk gehandeld; doch met zo weinig hoop van eenen goeden uitflag, dat hy de zaak, die hy voorftondt, als wanhoopig aanzag, toen de Landvoogd Requefens, in Maart deezes jaars, na eene ziekte van vyfda^en, Hande- overleedt (c> De Raad van Staate teßrus- ling te fel nam toen de Regeering in handen, werdt, Gend. eerlang, gezuiverd van Spaanfchgezinden' en liet zig, door den Prinfe van Oranje, be- ' weegen, om, nevens de Staaten der mees- te Nederlanden, met hem, en met de Staa- ten van Holland en Zeeland, te Gend, op nieuws, in onderhandeling te treeden, over Amfter- eene bevrediging (</). Amfterdam kreejr *Zt 'er h.iervan' in.\beeinf van °#ober, kennis,
Lnnis Ult eenen bnef van het Hof van Holland, van. welk (b) Refol. Vroedfch. N. 3. 3 OBtb. iS7s.
(c) Vader). Hift. VII. Deel% il. %9.
(d) Yaderl. Hift. Vil. Dttlt H. iog.
|
||||
IX.BoEK. Geschiedenissen. 405
welk te Utrecht zat. De Vroedfchap werdt 1576,
byeengeroepen; doch befloot, in 't eeriï, zig niet te moeijen met de handelinge; waar- toe de Wethouderfchap ook, door eenen brief van Hieronimus Roda, eenen der uit- gemonfterde Raaden van Staate, fchynt ver- maand te zyn geweefl. Wat laater, vondc men egter geraaden, den Oud-Burgemees- ter Sybrand Buik en den Penfionaris Maar- ten Blokland te magtigen, om over 't fluk der bevrediging te fpreeken met die van den Hove te Utrecht, zonder nogtans ergens irt .h te bewilligen, en met lafl om van alles eerft
verllag te doen. Uit dit ver (lag, bleek, dat men, van de zyde der Staaten van Holland en Zeeland, zulke voorwaarden omtrent het ontvangen der uitgewéekenen vorderde , waarin de Vroedfchap geen behaagenhadt. Zy gaf hiervan den Raad van Staate kennis, De Raad die haar , ondertiuTchen, fchriftelyk afge- vaJ} Staa" vraagd hadt „ of de Stad begeerde begree- jjjï c „ pen te worden in de aanftaande Bevredi- stad. „ ging, of niet? " Men antwoordde, op Haar ant- deeze vraage, beleefdelyk „ dat de Stad woord. „ den Koning altoos getrouw geweefl was; „ en dat, naardemaal zyne Majefheit de Re- „ geering der Nederlanden den Raade van „ Staate aanbevolen hadt, zy zig ook voe- „ gen zou naar 't gene, door deezen Raad, „ op 't ftuk der Bevrediginge, werdt vafl- „ gefteld, in zo verre zulks niet fireede met 3, haare vryheden en worregten (e)." Het mui- ten van 'c Spaanfche Krygsvolk, welk ver- fchei-
(e) Refol. Vxoedfch. iV, 3- ï, ƒ, 8 ,13,19,31 OS. 1576.
Cc 3
|
||||
4o6 AMSTERDAMS II. Deel.
1576. fcheiden* Steden in Vlaanderen en Brabant
innam en pionderde, verwekte zo groot een* afkeer van de Spaanfche Regeeringe, dat 'er de Vredehandeling fterk door gevor- derd werdt. Men kwam dan, den agtften November, overeen, in eenige punten van DeGend-Bevrediging. Men verbondt zig, onder an- fchebe- deren „ om de uitheemfehe krygsknegten, Zing1' 3» met naame de Spanjaards, ten Lande uit wordt » te dryven; om de algemeene Staaten te gefloo- ,, befchryven tot het beraamen van orde op ten« „ 's Lands zaaken, vooral op die vaii den „ Godsdienft, in Holland, Zeeland enz. „ Buiten die Ge weiten, en de Plaatfen met „ hen gevoegd, zou men niets mogen on- „ derneemen ten nadeele van 't Roomfche „ geloof. De uitvoering der Plakaaten zou, „ onderttuTchen, tot op de Vergadering der „ algemeene Staaten, opgefchort blyven. „ Allen , welker goederen, ter gelegenheid 5, der Beroerten, verbeurd verklaard waren, „ ook de Geeftelyken, die goederen in Hol- ,, land of Zeeland hadden leggen, zouden, „ in 't bezit derzelven , herfteld worden. „ Ook zou de Prins van Oranje Zee-Admi- „ raal en Stadhouder van Holland, Zeeland „ enz. zyn, tot op nadere fchikking der al- „ gemeene Staaten, met uitzondering nog- „ tansvan die Plaatfen, in Holland of Zee- „ land, die thans niet onder zyn bewind „ flonden,ter tyd toe, dat zy dit Verbond „ omhelsd, en van den Prinfe, in 't ftuk „ van den Godsdienft, of in andere opzig- „ ten, fatïsfaiïie of voldoening ontvangen 5, zouden hebben. Eindelyk, was ook be- „ raamd,
|
|||||
tüÉriüËiBr '.":' : "■&—.:.-. -■■*■'_-■ .,J,-*--5
|
|||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 407
„ raamd, dat de Landen of Steden, die't 1576*. i
„ met de tegenparty hielden, de voorde e- ,, lenvan dit Verbond niet genieten zouden, „ voor dat zy 't aangenomen hadden: 't „ welk hun, wanneer zy 't goedvonden, zou „ vryftaan (ƒ)." De Raad van Staate ont- boodt, federt, Gemagtigden van Amfter- dam te Bruflel,om over de aanneeming van 't Verbond te handelen. Ook werdt het En te Am- Verdrag zelf, door het Hof van Holland, fterdam, gedrukt, herwaards gezonden met een' Deur- °n^el waarder, die lad hadt om het hier af te kon- ti[ %T& digen. De Vroedfchap ftondt hem zulks toe, kondigd, onder zekere Proteflatie (g), die, naar 't fchynt, overeenkwam, met het gene , te vooren, aan den Raad van Staate gefchree- ven was. De Heer van Hierges, die de Gendfche Be- Hierges
vrediging ook voorftondt, fchreef insgelyks ^n de aan die vanAmfterdam, hen vermaanende tot y^f Hol* het zenden van Gemagtigden naar Bruffel; land ver- waartoe eerlang bellooten werdt (/;). Mid- maanen lerwyl, fchreeven de Staaten van Holland, de Stad te Delft vergaderd, den zeventienden EJe- ^nce- cember, een' Brief aan Burgemee{lerenvanmen aer Amfterdam, ftrekkende, om dezelven, opGend- eene vriendelyke wyze, te vermaanen, tot r^lc het omhelzen der Gendfche Vrede „ dieVrede-- |
|||||||||
3>
|
eeniglyk, zeidenze, gerigt was tegen 's
|
||||||||
Lands gemeene vyanden, de Spanjaards,
„ en waarby elk in zynen Godsdienil gelaa- „ ten
(f) Zie Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. i.
(g) Rcfol. Vrocdfcli. TV. j. 4,7 üec. 157«.
(b) Relbl. Vroedfch. N. 3. 7, 10, ,14., 15, lj,zi Dee4
XJ7«. z6 Jan. 1577. Cc 1
|
|||||||||
, -
|
|||||||||
4o8 AMSTERDAMS II. Deel.
'1576. j) ten werdt onbedwongen: gelyk zy ook
„ nimmer de wapenen om den Godsdienft
„ hadden aangenomen. Zy betuigden dan,
„ niet te können begrypen, wat die van
„ Amfterdam nog wederhouden kon, van
|
|||||||||||||||||
3?
|
zig te begeeven onder de Regeeringe van
|
||||||||||||||||
den Prinfe van Oranje, als Stadhouder van
Holland; en verzogten hen, Gemagtig-
„ den te willen zenden, te Delft, te Lei-
„ den, of in den Haage, daar 't hun beft
„ zou gelegen komen, onder aanbieding van
De Staa- „ fchriftelyk vrygeleide voor deeze Gemag-
ÜÜifch7' >» tigden (£)." By deezen brief was een an-
|
|||||||||||||||||
aan
|
jg dere gevoegd aan de Schutterye, welke de
|
||||||||||||||||
Schutte- Staaten een affchrift van den brief aan Bur-
rye, die gemeefteren toezonden, uit vrees, dat de- den brief zelve haar niet mögt worden medegedeeld, aanvaar- » ^cnoon de inhoud , fchreevenze, haar den. jï voornaamlyk betrof, en eigenlyk flrekte, „ tot bylegging der gefchillen, die de Span- „ jaards in 't Land verwekt hadden." Bei- de deeze,brieven werden, met een' Trom- flager, naar Amfterdam gezonden, die, den agttienden December, des nademiddags ten drie uuren, voor de poorte kwam; en, na dat hy eenige reizen getrommeld hadt, door de Schutterye, de dagwagt hebbende, in- gelaaten, doch tiuTchen de buiten- en bin- nendeur der poorte beflooten gehouden werdt,tot dat de Schout, AndriesHolleßoot, hem beide de brieven kwam af haaien, al- zo de Schutters den brief, aan hun gerigt, niet hadden durven aanvaarden. De Trom- < flager moeft terftond wederom naar buiten, en
(i) Zt £OR X. Botkt hl, ï$9. [7;$,J
|
|||||||||||||||||
IX.BoEK. Geschiedenissen. 409
en toefde tot *s anderendaags ten negen uu- 1576,
ren vergeefs naar antwoord (£). Den twee- ' entwintigften, werden de brieven eerft in den Raad gebragt, zonder dat 'er iets op beflooten werdt (7). De Regeering zig, midlerwyl, in haar De Stad
gezag willende handhaaven, hadt, eenige handeIt dagen te vooren , het kwaadfpreeken vanteBmffeI* haar beleid , by openbaare afkondiging , verbooden (m). Zy handelde egter nog te BruiTel, werwaards zy, in den aanvang des 1577. jaars 1577» nieuwe Gemagtigden fchikte, alzo de voorigen, door eenige Schotfche Kapiteins, opgeligt waren, en in hegtenis gehouden werden (»). In February, wer- den Jakob Kanter Pieterszoon, Burgemees- ter, Reinier Henrikszoon, Raad, en Willem Pieterszoon , Secretaris, met laft hiertoe voorzien. Doch zy waren naauwJyks te U- Zy aan* trecht gekomen, of men ontboodt hen te vaardt rug. 't Was te BruiTel reeds zo verre ge- Je Gen*- bragt, dat de Stad de Gendfche Bevredigd!?*"" ging aannam; waarvan hier, den twintig-ging.' ften February, kennis gegeven werdt aan de Vroedfchap; waarop, eerlang, befloo- ten werdt, met den Prinfe van Oranje, o- ver behoorlyke Satisfattie of Voldoening > in gevolge van de gemelde Bevredigingen onderhandeling te treeden (0). On-
(k) Bon X. Boek, hl. 200. [>j$>.]
(/, Refol. Vioedfch, N. j. %z Dtc. i$jg. (w)Refol. Vroedfch. N. 3. 17 Oee. i$76. Kcurb. G. f. 143 ver/o. (nj Miflïve van Bürgern, aan de Raaden van State van z%
Jan. IJ77. (e) Refol, Vroedfch, N. 3. I* Jan. 10, 12. iy. 20. 16
f tbr, i;77, * ' '
Cc j
|
||||
4IO AMSTERDAMS II. Deel.
X577- Ondertuflchen, werdt, terftond , na 't
Keur op't aanneenien der Gendfche Bevrediginge, be- wederom ^00ten» eene Keur af te kondigen op'twe- innee- derom ifineemen der uitgeweekenen en bal- men der Hngen, welke reeds te vooren ontworpen weekë- êewee^ was- Zy zouden allen in de Stad nen en ontvangen worden, mids doende eed ofbe- baiiin- lofte, dat zy niets onderneemen of aanreg- gcn. ten zouden, ftrydig met de geflooten' Be- vrediging (p). En van dientyd af, keerden eenige ballingen en voorvlugtigenindeStad te rug. Veelen bleeven 'er egter nog buiten, zo lang het Verdrag van .Voldoeninge nog niet getroffen was. Aanvang De Gemagtigden der Stad verfcheenen, der han- in Maart, te Dordrecht by den Prinfe van linge Oranje, dien zy negen punten van Satisfac- Voidoe- tie of Voldoeninge afvorderden, eer men ver- ging aan ftondt, zig te können begeeven onder zyne de stad. Regeering, als Stadhouder. Men begeer- dlnnl' de » *■ Dat> inde?tad' cle Vryheid en
gen pun- » Ambagtsheerlykheid derzelve, geen an- ten van „ dere Godsdienlt, by dage of by nagte, denPrin-,, geoefend werdt,dan deRoomfch-Katho- qVc™ „ lyke. 2. Dat alle Privilegien, Handves- anje" „ ten, Keuren en Gewoonten der Stede in „ kragt en onverminderd bleeven. 3. Dat „ de Scheepvaart en Koophandel, door in- 5, wooners en vreemdelingen, vryelyk ge- „ oefend werdt, gelyk van ouds. 4. Dat „ de Stad niet gemoeid werdt, wegens ee- „ nige fchulden, door die van Holland of „ Zeeland gemaakt, na den eerften janua- ri ry , (p) BfCfol. Vioedfch. N. 3. loDte. 1576.16 Maart is77»
|
||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 41t
„ ry des jaars 1572. 5. Dat zy alleenlyk 1577,
-& =drangen zou in de kollen, die, van nu af,
r,y door de Staaten van alle de Nederlanden,
3, by -raade en ordonnantie des Raads van
•3jj Staate, zouden ingewilligd en omgeflaa-
„ gen worden. 6. Dat de Burgers en In-
„ wooners, Geeftelyken zo wel alsweereld-
,, reldlyken, hunne goederen vryelyk zou-
„ den mogen aanvaarden, waar die ook,
3, in Holland of Zeeland, gelegen waren.
3, 7. Dat de Stad geene andere Knegten
„ zou behoeven in te neemen , dan die
3, daar tegenwoordig lagen , en geenen
3> doortogt van Krygsvolk zou verpligt zyn
„ te gedoogen. 8. Dat geene Ampten in
„ de Stad zouden mogen bekleed worden,
„ dan door zulken, die Katholykelyk leef-
„ den% en daarvoor bekend waren. 9. Dat
„ alle vonniffen van 't Geregt, die voor
„ hooger Regtbank konden betrokken wor-
„ den, ter uitvoeringe zouden worden ge-
„ legd, onder genoegzaamen borgtogt; en
„ dat de veroordeelde zig, of op 's Konings
„ Raad in Holland, of op 's Konings gr 00-
3, ten Raad te Mechelen, zou mogen be-
3, roepen, naar zyn welgevallen."
Zyne Doorlugtigheid, den eifeh der Am- Ant-
fterdammeren overwoogen hebbende, be-woorc' antwoordde dien, van punt tot punt,op den Do0Zry.ne tweeden April. Op het eerfie., zeide hy, lugtig- '., dat hy niet ver ftondt, eenige verandering heid. van Godsdienft in te voeren binnen Am- fterdam, mids de ftrafFe Plakaaten ge- |
||||||||||
5»
|
fchorft bleeven, en niemant in zyn huis
|
|||||||||
5, of Confcientie onderzogt werdt; en mids
„den
|
||||||||||
•***>-«».'
|
||||||||||
412 AMSTERDAMS IL Dm.
„ den Gereformeerden tyd gefield wierdt,
„ om hunne dooden, op gewyde en eerly- „ ke plaatfen, zonder eenigeplegtigheden, „ te begraaven. En naardemaal 'er, waar- „ fchynlyk , veele Gereformeerden in de „ Stad komen zouden, vondt hy dienflig, 3, dat men hun , tot behoudenis der een- „ dragt, zo zy 't in merkelyken getale ver- n zogten,toeilonde eeneKerk te timmeren „ buiten de Stad, tot oefening van hunnen „ Godsdienft , zonder iemants ergernis." Op het tweede punt, merkte hy aan „ dat „ hy, geduurende de Beroerten, Enkhui- j, zen het regt van 't leggen der tonnen ver- „ gund hadt, 't welk die Stad niet terflond „ kon onttrokken worden; hy wilde deeze „ zaak dan aan de Vergadering der alge- „ meene Staaten verblyven : en ondertus- „ fchen Amfterdam in 't bezit laaten van „ alle de Privilegien, die de Stad voor de „ Beroerten bezeten hadt." liet derde punt ïlondt hy toe. Op het vierde, meende hy „ dat de Stad in geene fchulden be- „ hoorde te draagen, die, na den eerflen „ Juny des jaars 1572, tot op den dag der „ Bevrediginge, gemaakt waren." Op het vyfde, verftondt hy „ dat de Stad, in 't „ fluk van beladingen , zig behoorde te 5, voegen met de andere Leden van Hol- „ land."Het zesde flondt hy toe, in gevol- ge van de Bevrediging. Op het zevende, merkte hy aan „ dat Amfterdam, zo wel „ als andere Steden , van Krygsvolk be- „ hoorde te worden ontledigd, en nimmer „ met bezetting belall, dan wanneer zulks, „ in
|
||||
I
|
||||||||||||
IX.Boe£ Geschiedenissen. 413
„ in geval van nood, by zyne Doorlugtig- x -^,
„ heid,met raade van de Staaten, dienflig „ gevonden werdt. OndertufTchen, vondt „ hy raadzaam, dat wederom werden op- „ geregt de oude Schutteryen, uit het lig- „ haam der Stad en uit de befte burgers, „ zonder eenig onderfcheidtemaaken,tus- |
||||||||||||
5ï
5» |
fchen zulken, die 'er, federt het jaar 1566»
uitgeraakt waren, en anderen, tot beter |
|||||||||||
„ behoudenis van deeendragtonderdebur-
„ gerye." Op het agtfle punt, merkte hy aan „ dat men zig, in het begeeven der „ Ampten, behoorde te houden aan dePri- „ vilegien, om, door het maaken van on- M derfcheid en uitmonftering van Perfoonen, „ geene onruft te verwekken." En op het negende „ dat men zig, in 't ftuk van be« ,, roep van geweezen vonnifTen, houden zou „ aan de oude Inftrucüe van den Hove van „ Holland, tot dat zulks, by raade der Staa- 3, ten van Holland, tot bekortinge der Regts- „ vorderinge, anders verftaan werdt (#)." Het antwoord van den Prinfe voldeedt,De Ra»d
in verfcheiden' opzigten, geheel niet aan de JJJJ^g? verwagting der Regeeringe van Amfterdam, noegea" die haare Gemagtigden, met nieuwen laft, in. afzondt naar Dordrecht (f). En deezenver- Nadere toonden den Prinfe „ dat de Stad,met het voorflag „ vorderen van Voldoening, niet beoogde, Y,an de „ zig te fcheiden van de algemeene Staa- jtSjf" 9, ten, met welken zy nu verbonden was; der Stad. „ noch zig te trekken uit de onderdaanig- ,, heid
(q) Zie Handv. II. J2. [12*.]
(r) Refol. Vioedfch. N. 3. io, iz jtfril 1577,
|
||||||||||||
\
|
||||||||||||
4T# AMSTERDAMS II. DeeL
*577« » neid ^es Raads vanStaate, en gevolge-
„ lyk van onder de Opperfte magtderKo- „ ningklyke Majefleit; dat zy, hienom; de „ oefening van eenigen anderen Godsdienü 3, dan' den ,Roomfeh-Katholyken, en het „ begraaven van döoden der Gereformeer,- ,, den binnen deStad<eirderzelver Vryheid ^ hiet kon toeftaan. Dat de Stad, in! de „ gemaakte fchulden K federt den cerften 3, January des jaars 1572 , niet behoor*- 3, de te draagen. Dat de bezoldigde bur* ,, gers nog in dienfl behoorden gehouden 3, te worden, zonder opregting van eenige ,, andere Schutterye; dan,die, ten ;dién ty- 3, de, onder negen Kapiteinen, was opge.- ,, regt y alzo anderszins veele Geeftelyken „en andere Katholyke Perfoonenzig inde „ Stad niet veilig rekenen zouden. Datidß 3, Stad ook geene magt hadt, om verfchei, 3, den' Wetten en Brieven, beveeleride het 3, geeven van Ampten alleen aan Katholy? 3, ken, te niet te doen. Dat het regt, om „ zig op 't Hof van Holland, of op den groo- 5, ten Raad van Mechelen te beroepen,de 3, Inftru&ie voor den Hove niet meer krenk- 8, te, dan een diergelyk regt, welk die van 3, Middelburg en de zes grobte Steden van ,, HoM-and hadden; doch dat men dit punt 3, gaarne ^aan de uitfpraak van den Raad 5) van Staate en van de algemeen e Staaten 3, onderwerpen wilde. Dat de Stad, ein.- 3, deiyk, aanvaardde de vryheid van Vaare „ en Handel, haar toegeftaan, en verzogt, 3, dat dezelve mögt plaats hebben, zonder 3, betaaling van Convooigeld of Licenten." Doch
|
||||
IX-BoEK. Geschiedenissen. 41$
Doch zyne Doorlugtigheid en de Staaten j *»w;
van Holland en Zeeland verklaarden, in een M;snoe* fchriftelyk antwoord op deeze nadere ver-geln vm tooning, den eifch der Amfterdammeren, den Prin-» voor zeer onbefcheiden en ongegrond. Voor- *"e end« al ftjet hun „ dat zy te kennen gegeven^hqÏ • „ hadden, dat de Prins en de Staaten vanianden " „ Holland en Zeeland'sKonings gezag en't Zeeland „ Verbond, der algemeene Staaten zogten over den „ te krenken, en te vernietigen, 't Scheen," "^0«6* vervolgde men „ dat die van Amilerdam Jer Anf. „ de Staaten van Holland, by den Koning fterdam- 3, en 's Körtings dienaars, in haat zogten terneren* „ brengen, om zelven daardoor gunfl te „ winnen, en zig te beveiligen in de Re- „ geering; daar zy, met hunne eigen bur- „ gers, zo onwaardiglyk handelden, dat zy „ dezelven geene begraafplaats binnen hun- „ ne paaien wilden toeflaan, die men zelfs „ den honden niet plagt te ontzeggen. Zulk „ eene önmenfchelykheid zou," ging men voort „ den Prinfe en den Staaten reden ge- noeg geeven, om de voorige aanbiedingen in te trekken; doch alzo de goede ingezete- |
|||||||||
5»
|
nen hieraan gèene fchuld hadden, wilden
|
||||||||
„ zy, om deezer wille, nog wel bly ven by't
„ gene te vooren beloofd was; en zelfs der „ Regeeringe van Amfterdam, die zo bang 3, fcheen te zyn voor de minfte oefening n „ van den Gereformeerden Godsdienfl bin- 5, nen haare paaien, nog daarenboven toe« „ ftaan, dat, tot de oefening van dien Gods- 3, dienft, noch in de Stad, noch in derzel- „ ver Vryheid of Ambagtsheerlykheid, ee- f, nige Kerk of gebouw gegeven zou wor- n den,
|
|||||||||
4*5 AMSTERDAMS IL Deel:
'1577. », den, mids dat, in alle andere opzigten,
„ de Gendfche Bevrediging onderhouden „ werdt (ƒ)." De ctad ^* ^ antwoord » was klaarlyk te be-
befluit fpeuren, hoe ver de gemoeden nogverwy- een wei derd waren. Ook hadt de Prins van Oran- nigtoetejg^ toen je Oud - Burgemeefler, Sybrand geeven. g^ ^ jn >t affch^ neemen, te kennen gaf, dat zy lafl hadden om naar BrufTel te trek- ken, en voldoening te zoeken by de alge- meene Staaten, verklaard „ dat hy zulks „ houden zou voor eene inbreuk op de „ Gendfche Bevrediging." De reis naarBrus • fel ging egter voort. Men hadt beflooten, in 't punt der begraafplaatfe, een weinig toe te geeven, en te gedoogen, dat de Ge- reformeerden daartoe gelegenheid zogten, buiten de muuren. Doch in 't punt der Paalkifte, der belaftingen* en der bezettin" ge. bleef men by het voorige befluit, om welk te doen goedvinden , de Gemagtig- den, nog voor 't einde van April, naar Brus- fel vertrokken ($). Men hadt , reeds te vooren, vernomen, dat, van de andere zy- de,fterkgeftaanzou worden op de vryeoe- fening van den Hervormden Godsdienfl; doch men hadt hier geene gezindheid al- toos , om dezelve te gedoogen (u). Zyhan- Ondertulfchen, hadden Haarlem en de delt met andere Hollandfche Steden, die te vooren Don Jan. <jen spaanfchen in handen gevallen waren, reeds
*
{%) Handv. hl. 34. [U>.]
\t) Refol. Vroedich. N. 3. 24, z<S April, tsij.
.'«) Miffive van Bürgern, aan de Gedeputeerden der Statt o/art 17 April 1577. 1
|
||||||
ÏX.Boek. Geschiedenissen. 417
reeds in 't begin deezes jaars, voldoening x *~~4 ontvangen van den Prinfe van Oranje, en zig begeven onder zyn Stadhouderfchap (v)t zo dat Amfterdam wederom de eenigfte Stad was, die eene andere zyde hielde dan de overigen. De verandering, die onlangs gekomen was in de algemeen e Regeering der Nederlanden, maakte, ongetwyfeld, de Stad agterlyker, om zig met de overigen te ver- draagen. Don Jan van Ooflenryk was, in No- vember des voorleeden jaars, alsLandvoogd, te Luxemburg aangekomen. De algemeene Staaten waren met hem in onderhandeling getreden, en hadden zig, federt, te Bruflel verbonden, tot handhaavinge van het Room- fche geloof, fchoon Holland en Zeeland ge- weigerd hadden, dit Verbond te omhelzen* Maar Don Jan nam het aan, te gelyk met de Gendfche Bevrediging , en ftyfde de fcheuring, die tulfchen de algemeene Staa- ten en die van Holland en Zeeland geko- men was, door het uitgeeven van het eeu- wig Gebod, welk, op den twaalfden Maart deezes jaars, door eenen Deurwaarder, te Amfterdam, afgekondigd werdt (iü). Op den eerften May, deedt hy zyne openbaare intrede te Bruflel (»). En 't fchynt, dat de Gemagtigden van Amfterdam 9 die zig al- daar bevonden, door zyn toedoen, eenige betere voorwaarden van voldoening hoop- ten , dan zy, tot hiertoe , hadden können ver-
(v) Vadetl. Hift. VII. Deel, BI. »3J,U4, U7«
(w) Miflive van Bürgern, aan den Colone! Harman va« Heyllingen van iz Maart IJ77. (x) Vtjderl. Hift. VII. Deciyf'l. 1x4,1*8,140,142,14$, III. Stuk. Dd
|
|||||
>.
|
|||||
4i8 AMSTERDAMS IL Dek.
1577» verwerven- Immers Burgemeefter Jacob
Teeuwszoon gaf der Wethouderfchap, ter- ftond, met eenen brief, kennis van Don Jans intrede, en van eertige nadere punten van Voldoeninge. De brief werdt den negen Burger-Kapiteinen, met hunne Luitenanten, en den Hopluiden der twee vendelen Stads foldaaten, die den agtften May op 't Stad- huis ontbooden waren, voorgelezen. Sedert, voer men voort met handelen over Voldoe- ning, met den Prinfe en de Staaten te Geer- truidenberg, en ten Hove van BrufTel. 't Antwoord, welk men, den zesentwintigften Juny, van BrufTel ontving, werdt den negen Kapiteinen der gekooren Burgeren en hun volk, elk vendel afzonderlyk, wederom me- degedeeld : en zy tot ftilte, getrouwheid en gehoorzaamheid vermaand (y). Zy wil de Wat laater, fielden die van Amfterdam open- <jen Prinfe van Oranje, te Alkmaar, weder- cefchil- om a& Punten van Voldoeninge voor, waar- len aan op , den dertienden July, fchriftelyk geant- Don Jan woord werdt. 't Is ten hoogfle waarfchyn- en de al- jyj^ ^at Don jan genoegen genomen hadt iteata?6 *n deeze punten, waarby, het aanwyzen van verblee- êene Begraafplaats voor de Gereformeerden, ven heb- het regelen van 't gefchil over de bezetting, ben- het ftuk der Privilegien, en alle andere ge- fchillen, over de punten van Voldoeninge vallende, aan de uitfpraak van hem en van de algemeene Staaten verbleeven werden. De Prins Doch 't was, om deeze zelfde reden, ligte- -lanje ^ te voorzien > dat zy den Prinfe van Oran- je (y) Refol. Vwcdfck. N. $. 7 ,14,27 Mayt 27 Juny 1577»
|
||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 419
je niet bevallen konden. Hy merkte,onder jejy,
anderen, aan „ dat de gantfche handeling , „ aangelegd was, om Amfterdam te her-nacjcren „ brengen onder zynStadhoiiderfchap; doch voorfiag. „ dat zulks niet geagt kon worden gefchied >, te zyn, zo lang de Stad bezet bleeve met „ Krygsvolk » welk onder eenen anderen „ eed was, dan den zynen, al ware 't ook „ onder dien der algemeene Staaten." Hy voegde 'er egter by „ dat hy bereid was, „ uit de zes vendels foldaaten, thans in Am- j, flerdam leggende, twee vendels, uit drie« „ honderd man beftaande, aan te neemen, „ die den Koning, als Graave, hem, als „ Stadhouder, en der Stad den behoorly- „ ken eed zouden doen; mids, tot beter be- „ vorderinge der rufte en eendragt, de ou- „ de Schutteryen wederom werden opge- |
|||||||||
5»
|
regt. In 't ftandgrypen der Privilegien,
|
||||||||
ten tyde der Beroerten verkreegen, kon
hy niet bewilligen; doch hy verbleef dit „ ftuk en 't punt der Paalkifle aan de uit« ,, fpraak der algemeene Staaten," zonder dat hy van Don Jan eenig gewag maakte. Voorts „ kon hy niet toeftaan, dat die van „ Amfterdam vry bleeven van 't betaalen „ van 't Convooigeld." Eindelyk „ wilde „ hy twee of drie Perfoonen magtigen, die, „ met twee of drie Gemagrigden der alge- „ meene Staaten, deeze en alle an der e Pun- „ ten van Voldoeninge regelen zouden, zon* „ der daarover egter uitfpraak te doen ; „ mids maar bleeve vaftgefteld,'t gene by „ de Gendfche Bevrediging bedongen was, „ dat alle Steden, over welken delaft van Dd % „ zy-
|
|||||||||
/
|
|||||||||||||
420 AMSTERDAMS 11/DeèL.
1577. j, zyne Doorlugtigheid als Stadhouder zig
„ uitftrekte, en gevolgelyk ook Amfter- „ dam, onder zyn Stadhouderfchap herbragt Hywei- s» werden (z)." De Afgevaardigden van gert de Amfterdam begeerden, federt, verklaaring uitfpraak 0p eenige punten van zyn antwoord, en on- senenos ^er anderen „ of hy niet zou können goed- in gefchil » vinden, de uitfpraak, over 't gene nog ftondt, „ in gefchil ftondt, te verblyven aan zyne onder 9J Hoogheid [Don Jan] en aan de algemee- aai^Don' " ne Staaten?" 'c welk % pktuit affloeg.
Jan te°ü Daartegen ftondt hy toe „ dat die van Am- verbly- „ fterdam geene inlegering noch doortogt ven. 9i van foldaaten zouden behoeven toe te De Stad » laaten (a)" Men deedt toen, van de komt zyde der Stad, nog eenen naderen voor- hein wat flag, waarby „ fchorfmgder PIakaaten, ver- |
|||||||||||||
55
55 55 55 |
lof voor de Gereformeerden, om, onge-
hinderd, buiten der Stede Vryheid, ter preeke te gaan, eene begraafplaats bin- nen de muuren, en eenige andere punten |
||||||||||||
Doch 5J werden toegegeven. Doch daarentegen
blyft ftyf j? fl-erk gedrongen op 'de behoudenis van een? °P „ alle Privilegien, op de vryheid van 't punten. »> Convooigeld, en vooral op het aanhou- „ den der zes vendelen Burgeren enlnwoo- „ neren." Men merkte, onder anderen , aan ,, clr.t het aanhouden deezer zes vende- „ len niet ftreedt met het bewind, welk zy- „ ner Doorlugtigheid, als Stadhouder,zou „ toekomen over de Stad, na dat men we- „ gens de Voldoening zou overeen geko- ,, merj
(z) Handv. hl. 3j. [13?.]
(aj Handv. lil. 38. [i3J.] |
|||||||||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 421
„ men zynj alzo de drie voorgaande Stad- 1577.
„ houders, de Graaf van Boflii, de Graaf ,, van Roehe en de Heer van Hierges, zig „ het gebied over de gemelde Burgers, toen „ in twee vendels verdeeld, nimmer on- „ derwonden hadden, en egter binnen de „ Stad gehoorzaamd waren, naar behooren. „ De Koning zelf werdt daar behoorlyk ge« „ hoorzaamd, en was nogtans wel te vrede 3, met de tegenwoordige Regeeringe der „ gemelde vendelen. Doch naardien zyne „ Doorlugtigheid Holland nu niet regeerde „ naar den inhoud zyner oude Inftru&ie," [die hem verbondt tot voorftand van het Roomfche Geloof, en weering van 't gene men Kettery noemde (1); behalve dat hy ook, door de Staaten van Holland en Zee- land, in de jaaren 1575 en 1576, geduu- rende den oorlog, tot Hoofd en hoogeOver* heid was aangefteld] „zo behoorde het die „ van Amfterdam wel geoorlofd te zyn, ,, geene fchadelyke verandering in hunne „ Stad te gedoogen, en ten dien einde het „ aanhouden der zes vendelen Burgeren te „ bedingen." Voorts, verzogten zy „ datfoekt do „ hun, terwyl men over de Voldoening han • v00rdee- „ delde, de vrugten der Gendfche Bevredi-ien der „ ginge, en vooral de vrye Vaart en Koop- Gend- „ handel volgen mogten." En gelyk de ^tóö" Prins van Oranje, in zyn jongfte antwoord, ge te mo- voor gen ge-
(1) Deeze Inflruïïie, die in 't Stads Groot -Me- nieten, moriaal N. II. f. 321 enz. te boek is gefield , is nog nimmer in 't licht gegeven: waarom wy dien- ftig gevonden hebben, dezelve, hier ageer »onder de Bylaagen (Lr. A.)> te plaatfen, Dd 3
|
|||||
\
|
|||||
F
|
|||||||||||||
422 AMSTERDAMS II. Deel.
I577- voot ^°d en ^e weere^ > betuigd hadt,
Weder- »» ^at ^et ^em en ^en Staaten van ^ol« zydfche » ^anc^ met te wyten ware, dat de Burgers betuigin- ,* van Amfterdam niet iri hunne neering, een» „ welvaart en voorfpoed herfteld werden; 3> maar dat zulks eeniglyk aan Burgemeefte- j, ren der Stad moed toegefchreeven wor* ,*, den;" zo betuigden die van Amfterdam, in tegendeel „ dat zy niets verzuimd had- „ den,om tot eene behoorlykeVoldoening 3, te geraaken; en dat het aan zyne Door- „ lugtigheid en aan de Staaten van Holland „ haperde, dat zulks, tot hiertoe, niet ge- ,, fchied was." Doch de Prins van Oranje gaf, op deezén naderen voorflag, geen an- der befcheid, dan ,, dat hy bleef by 't ge- „ ne hy te vooren geantwoord hadt (5)." Hande- De algemeène Staaten hadden den Preß- ling van dent van den geheimen Raad te Bruflel, fident Arend Sasbout) gemagtigd om 't werk der Sasbout. Voldoeninge aan Amfterdam te bevorderen, en deezeverzogt,dentwintigftenjuly „ dat de Prins en de Staaten van Holland en Zeeland ëenige Perfoonen wilden magti- |
|||||||||||||
S»
|
gen, om, nevens Afgevaardigden der al-
|
||||||||||||
3, gemeene Staaten , de gëfchillen, op 't
„ punt der Voldoeninge gereezen, door min- „ nelyke tufTchenfpraak, te bemiddelen; en „ dat, ondertuflchen, de Stad de voordee- „ len der Gendfche Bevrediginge genieten „ mögt; tegen den inhoud van welke, zy „ verklaarde, in verfcheiden' opzigten, ver- „ kort te zyn," De Prins antwoordde, ter- {tond,
(h) Handv. fi. 3$. [117,]
|
|||||||||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 423
flond, dat hy, by raade der Staaten van fmf9
Holland en Zeeland, eenige Perfoonen mag- tigen zou, tot de onderhandeling met die der algemeene Staaten, welke hy hoopte van dien uitflag te zullen zyn, dat Amfterdam zig te beter in redelykheid mögt voegen (c). Doch op 't verzoek dat Amfterdam, mid- lerwyl, de voordeden der Gendfche Bevre- diginge genieten mögt, verklaarde hy zig niet. Ook kon dit der Stad, volgens den inhoud dier Bevrediginge zelve, niet wor- den toegeftaan, zo lang zy zig niet onder 's PrinfenStadhouderfchap begeven hadt. Sas- bout hadt den Prinfe ook tien punten ter hand gefield, waarin die van Amfterdam oordeel- den , tegen den inhoud dier Bevrediginge, verkort te zyn. Doch uit die punten zeiven bleek, dat de Rentmeefters, die hun renten geweigerd, en de tollenaars, die hun tol afgevorderd hadden, zulks alleenlyk had- den gedaan, om dat zy den Prins van Oran- je nog niet voor Stadhouder aangenomen hadden, en derhalve nog niet,naar den in- houd der Gendfche Bevrediginge, gehan- deld konden worden (d). Burgemeelleren deeden , den twee-en- De Stad
twinr.igften July, verflag van 't gehandelde or"tvangt te Alkmaar, aan de Vroedfchap, die, eeni- JJ^derom ge dagen laater,befloot, wederom Gemag-van £)oa tigden te zenden naar Bruffel,aan Don Jan Jan. en de algemeene Staaten, by raad en belie- ven van welken, men befloot, in 't punt der Vol-
(e) Handv. hl. 41. [139.]
ld) Handv. hl. 41. [130.1 Dd 4.
■
|
|||||
V
|
|||||
424 AMSTERDAMS II. Deel.
ie**, Voldoeninge, te willen ligten en zwaaren (>)•
Maar Don Jan was, kort te vooren , van BrufTel vertrokken, en hadt zig, op den vier- entwintigften, by verrafling , van Namen meefter gemaakt, welk als 't begin van ee- nen openbaaren oorlog tegen de algemeene Staaten werdt aangemerkt (ƒ). Hyfchreef, terftond, eenen brief aan die van Amfter- dam, en ontving 'er antwoord van, welk hy, den veertienden Auguftus , wederom beantwoordde (g), zonder dat my geblee- ken is, of men hem, van wege de Stad, op nieuws, gefchreevén hebbe. Ondertus- fchen, werdt beflooten, Gemagtigden te zen- den naar Haarlem, daar de Gemagtigden des Prinfen van Oranje verwagt werden, met welken men wederom zon handelen over de Voldoening. Men vondt geraaden, de Ge- magtigden te bepaalen aan hunnen voor- gaanden lafl , met byvoeging „ dat zy , |
||||||||||||||||||||
J5
|
voor alle dingen, het punt der Paalkifte
|
|||||||||||||||||||
S»
|
niet verblyven moeften aan de uitfpraak
|
|||||||||||||||||||
J»
|
der algemeene Staaten (h)"
|
|||||||||||||||||||
Verande-
ringen ten na- deele der Amft |
Poch eer deeze Gemagtigden vertrokken
waren, of ten minften, eer zy iet hadden können fluiten, was de ftaat der zaakenge« weldiglyk veranderd, ten nadeele der Am^ |
|||||||||||||||||||
damfche fterdamfche Regeeringe. De algemeene
Regee- Staaten hadden zig gewapend tegen Don ÉWt Jan, en hulp gezogt by die van Holland en Zeeland. De Prins van Oranje begaf zig naar
(e) Refol. Vroedfch. N. %. 22, 27 July 1577.
(f) Vaderl. Hift. VII. Deel, H, 151 , ijj.
(g) RefoJ. Vroedfch. N, 3. 1 Aug. 6 Sept. 1577,]
\(>) Refol. Vroedfch. N. 3. i» 6 Aug. 1577, |
||||||||||||||||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 425
naar Brabant, en werdt tot Ruwaard van 1577,
dat Gewefl verkooren, en wat laater, tot Stedehouder van Matthias, Aartshertoge van Ooflenryk) wien de algemeene Staaten de Landvoogdye opdroegen, na dat zy den Landvoogd Don Jan en zynen aanhang voor 's Lands vyanden verklaard hadden: al 't welke, eerlang, eene geweldige verandering veroorzaakte in den ftaat en Regeering der Nederlanden in 't gemeen, die ook invloed hadt op den toeftand van Amfterdam. De toevoer naar deeze Stad was, tot in De Staa«
den nazomer toe, vry geweeft. Doch toen ten van beflooten de Staaten van Holland dien, bei- ^e™jjj de te water en te lande, te belemmeren (i). stad te De Prins was nog niet verreisd naar Brabant, water en en 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat dit te lande |
||||||||||
benaau-
wen. |
||||||||||
befluit met zyne bewilliging genomen zal
|
||||||||||
zyn. Op 't Y, Jag, federt eenen geruimen
tyd, een Convooifchip, welk de vaart naar de Stad ftremde (£)• Te Ouderkerk, aan den Overtoom, en elders op de wegen, lag Staatfch Krygsvolk, welk niet gedoogen wil- de , dat men eenigen Leeftogt voerde naar - de Stad. Men zat, in Auguftus, reeds in De Re- zulk eene groote benaauwdheid, dat de£eerinS Vroedfchap, den zesentwintigften,belloot,tbeenfl^e den Afgevaardigden te BruiTel aan te fchry-moseiy^- ven „ dat de zaaken, na hun vertrek, der-te ver- „ wyze veranderd waren, dat men hun lad draagcn, „ gaf, om de Voldoening te fluiten, by raa- „ de der algemeene Staaten en andere goe- „ de
(1) Refol. Holl. 1 April, 19 Aug. 1577. II. 34, I8<>.
(k) Miffive van Bargem. aan den Giaave van iiouflil van. 17 Jan. ij77. Dd S
|
||||||||||
426 AMSTERDAMS II.Deel.
1577. ), de vrienden, en niet t'huis te komen, dan
„ met het getroffen Verdrag." Tegen 't Krygsvolk, welk de wegen bezet hieldt, werdt niets anders gedaan, dan dat men 't vermaande, zig van zulke vyandelykheden te onthouden (/). De Secretaris Willem Pieterszoon werdt te Delft aan de Staaten van Holland gezonden, daar hy gantfchon- vriendelyk bejegend werdt. Men gaf hier- van , en van 't belemmeren des toevoers aan de Stad ook aan den Prinfe van Oranje ken- nis (ni). Doch zyn vertrek naar Brabant gaf gelegenheid, dat men, in eenigen tyd, niet met hem handelen kon. De Afgevaar- digden der Stad te BrufTel, federt, nieuwen lalt gekreegen hebbende om ten befte mo- Zy ko- gelyk te verdraagen («), kwamen, in 't be- men met gin van Oótober, overeen met den Prinfe den Prin-van Oranje; die egterniet vollirektelyk flui- Oranje ten wilde •>ten ware °°k ^e Staaten van Hol- oveieen. land 't Verdrag gezien en goedgekeurd had- den. Hy zondt 'er hun, den twaalfden, een affchrift van,te gelyk te kennen geevende, „ dat hem goeddagt, dat alle vyandelyk- „ heid tegen de Stad, te water en te lande, „ geftaakt werdt." 't Zelfde fchreefhyook aan Sonoi en aan de Gekommitteerde Raa- den in 't Noorderkwartier, die 't opzigt had- den over 't benaauwen der Stad. De Staa- Doch de Staaten van Holland keurden 't ten van Verdrag van Voidoeninge, waarover men te Brus-
(l) Miffive van Bürgern, aan den Admiraal van 't Noor-
derquartier var. 30 Juiy 1577. (»»jRefol. Vioedfch. N. 3. t6 /iug. 7 Sept. \$jj, (n) Refol. Vrocdfch. N. 3. I Off. 1*77. '■ ■ "
|
||||||
/
|
||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 427
Bruffel eens geworden was, niet goed. De 1577.
Amfterdamfche uitgeweekenen hadden hun „ .. \ vertoond, dat zy, met dit Verdrag, niet wejgeren genoeg verzekerd waren. Zy hadden 'er't Ver- bygevoegd, dat die van Amflerdam heime- drag aan lyk briefwiffeling hielden met Don Jan ,te nee" waaruit ligtelyk volgen kon, dat Holland al den 1 aft des oorlogs op den hals kreeg. De Staaten beflooten dan, aan te houden met het benaauwen der Stad. De Regeering van Amflerdam, den Prins mistrouwende, als hadt hy niet, of niet ernflig genoeg gefchree- ven aan de Staaten, hieldt, op nieuws, by hem aan, om nader fchryvens. Hy bedien- de zig dan van het regt, welkhyverftondt, dat zyne waardigheid hem gaf, en beval den Staaten, by eenen brief van den eenen- twintigden O&ober, dat zy Amflerdam het voorregt der Gendfche Bevrediging zouden laaten genieten. Om hen hiertoe verder te Aanbie- beweegen, booden die van Amflerdam hun, ding der te Leiden, aan „ dat zy dé twee Kapitei-Stad* „ nen van hunne vendels wilden afdanken, „ en toeflaan, dat de Prins van Oranje twee „ anderen, uit hunne tegenwoordige fol- „ daaten , aanflelde." Doch de Staaten hielden de Stad hierdoor nog niet genoeg verzekerd, waarvan zy den Prinfe kennis • gaven. Om egter te toonen, dat Zy 's Prin- fen bevelen niet t'eenemaalindenwindfloe« gen, flonden zy toe, dat men leeftogt en turf en hout naar de Stad voerde; doch al- leen met kleine fchuiten, en onder betaaling van den Impofl; met welke vergunning, de
|
||||||
)
|
||||||
423 AMSTERDAMS II. Deel,
1577. de Stad nogtans niet naar genoegen gehol-
pen was. De Staa- Kort hierna, werdt den Staaten berigt, ten van M dat Don Jan die van Amfterdam hadt ver- Holland j} oorloofd, zig, zo zy beft konden, te ver- land be- » draagen, metdenPrinfc en met hen, on- fluiten „ der beloften, dat hy hen, nog voor Kers- Amfter- „ mis,van de aangegaane verbindteniszou dam te j} komen ontflaan." 't Zy dit berigt gegrond pcSn.°m"ware °^ n*et ®' ^e Staaten van Holland en
Zeeland beflooten, den eerften November, „ Amfterdam in te neemen; zonder langer „ na 't befluit der handelinge over de Vol- „ doening te toeven." Men vondt geraa- den, de Stad te overrompelen, en den be- leideren des aanflags te belaften, dat.zy zig van onbehoorlykeplondering en geweld om- trent Geeftelyken en weereldlyken onthou- Beleid den zouden. De onderneeming werdt we- |
|||||||||||
ä
|
flags.
|
derom toevertrouwd aan den Ovxrfte Her-
|
|||||||||
man Helling, die tien vendelen voetvolks,
en onder anderen, dat van Hopman Niko- laas Ruikhaver, een uitgeweeken Amfter- dammer, onder zig hebben zou. Men hadt beraamd, dat vier vendelen zig, te fchepe, naar de Stad zouden begeven, terwyl de zes anderen zig, den drie-entwintigftenNo- vember, 's morgens vroeg, voor de Haarlem, mer Poort vervoegen zouden, 's Daags te vooren , deedt Helling de Hopltiiden en mindere Bevelhebbers , te Haarlem, een Gefchrift tekenen, waarby zy beloofden, zig te zullen onthouden van plondering, in- dien (0) Bob XI. Heek, l/l, 302, [296] enz.
|
|||||||||||
IX. Boek, Geschiedenissen. 429
dien de Stad hun in handen vallen mögt; 1577.
waartegen Helling hun twee maanden gaad- je toezeide. Ten zelfden dage fchreef hy aan Sonoi omonderftand; en twee Hoplui- den, te Monikendam en te Zaanerdam leg- gende, kreegen bevel, om Helling,opzyn eerfte aanfchryvens, met hunne vendels te hulp te komen. FranpoisCircourt, Hellings Luitenant,be-DeHaar-
gaf zig, den twee-entwintigften, tegen denlpmmer avond, met zeven of agt rappe gaften, naar W°^J Amfterdam, daar men hem en dezynenin-ingeno- liet, mids hun geweer aan de poort laaten- men. de, gelyk,federt het aanneemenderGend- fche Bevrediginge, gebruikelyk geweeft was. Circourt en de anderen bragten den nagt door , in danfen met eenige Burgers dog- ters, om geen argwaan te geeven ; doch keerden, den volgenden morgen, tuffchen zeven en agt uuren , te rug naar de Haar- lemmer Poort , die zy ingekomen waren. Hier vorderen zy hun geweer wederom, en treeden naar buiten. De fchepen, die de vier vendels inhadden, waren, midlerwyl, des nagts, genaderd tot omtrent dezelfde poorte aan 't Y, voor eene plaats, de Mo- lenwerf genaamd. Eenigen der knegten, aan land getreden, bejegenen hunne makkers, die uit de Stad kwamen. Men valt, in fchyn, aan 't fpeelen, voorts aan 't krakkeelen, tot dat de degens uit de fchede raakten. De wagt aan de poort, zig ileekende in den twift, en de vegtenden zoekende te fcheiden, kreeg beide de partyen op den hals , en werdt 'er haait van overmand. De Poort werdt
|
||||
■
|
||||||
43o AMSTERDAMS II. Deei*
f*««, werdt bemagtigd: de Poortier, diedefleu- tels hadt, doorftooten; de Schryver, A- driaan Ewoutszoon, gevangen genomen; de overigen gekwetft, of verjaagd. Toen ging de kreet op, onder de Staatfchen, van Zeege! Zeege! de Stad is ons. De knegten, die in de fchepen lagen, traden allen aan land, en trokken, met vliegende vendels, ter Stad in. De poort werdt bezet gelaaten, In 't voorttrekken, fchoot men naar elk, die zig op ftraat vertoonde, terwyl men riep, dat aan niemant, die zig flil hieldt, eenig leed gefchieden zou. Zo ftreeven de Staat- fchen meefl allen naar den Dam, roepende Oranje! Oranje f de Stad is ons, terwyl ee- nigen zig bezig houden met het beftormen van het Koorenrneeters - huisje op de Kolk, een fraai gebouw, en voor weinige jaaren, van nieuws, geftigt (p); welk voor het Stad- Gcvegt huis werdt aangezien. Op de Plaats of Dam, op den leeden deStaatfchen den eerdentegenfland, üau*- uit het Stadhuis en de Waage, daar bur- gers en foldaaten waakten. Fel werdt hier gevogten, met eenig verlies van wederzyde. Ondertuffchen, toefden de andere zes ven- dels , die ook met den dag voor de Haar- lemmer Poort befcheiden waren; doch zig, zo de fpraak ging, uit misverfland van dee- zen naam, voor de Poort te Haarlem ver- voegd hadden. Helling zondt dan iemant af, om dit volk weg te doen fpoeden, en verzogt Hopman Gerard van Woerden van Vliet, die te Zaanerdam lag , om hulpe. Doch
(p) fcefol. Vroedfch. N. i. 12 April 15$%»
|
||||||
v
|
||||||
IX. Boek. Geschiedenissen, 431
Doch deeze vondt ongeraaden, de bezetting icj-j,
der fchanfe te verzwakken, op enkel aan- geeven by monde; en fchikte een' ferjant naar Amfterdam, om berigt, waarin hyge- rufter kon zyn. OndertuiTchen, verliep de tyd, en 't getal der burgeren en Stads fol- daaten wies aan; die, wel gewapend, op 't volk van Helling indrongen. Hy, dus van De Staat« vooren beftookt, en gelyken aandrang vree- fcken zende van agteren, deinft af, den Nieuwen- nzen* dyk langs, tot daar hy de poort agter den rug, en de Haarlemmer Sluis, nu de oude genaamd, en Spaarnedammer brug voor de borfl hadt. Hier zogt hy zig, in der yl, wat te verfchanfen, de toegangen van ter zyde doende floppen met balken, bedden, kiften en ander huisraad. Men heeft ge- loofd, dat hy en de andere Overften ver- ftand hadden met eenige ingezetenen, die gereed geweefl zouden zyn, om hier en daar brand te ftigten, en zo eene afwending te maaken onder de burgerye, indien gehoor gegeven ware aan 't gene Ruikhaver riedr. Doch Helling wilde der Staaten orde vol- gen, en zulk een haatelyk ftuk niet over zig neemen, te minder,om dat hyniettwy- felde aan de kort aanftaande komfl der zes vendelen. Alleenlyk deedt hy, in haaft, Strooijen eenige briefjes fchryven en uitwerpen, in- JftÄ" houdende „ dat hy en de zynen eeniglyk -es r 5, gekomen waren, om de Stad wederom ,, aan haare oude neering en welvaart te „ helpen, daar de Burgemeefters, die nog, „ alle weeken, brieven van Don Jan ont- L„ vin-
|
|||||
/
|
|||||
i
|
|||||||
I
|
|||||||
432 AMSTERDAMS II. Deel.
1577- » vingen, tegen aan werkten. Dat hy, hier-
„ om, elk vermaande, zig ftil te houden; „ wanneer aan Geeftelyk noch weereldlyk „ eenige overlafl: gefchieden zou; doch dat, „ zo men zig te weer ftelde, de gantfche ^, Stad geplonderd en aan kooien gelegd „ zou worden." Maar de burgers, bezef- fende dat het houden deezer belofte af- hing van zyn welgevallen, en merkende dat hygeen'onderfland kreeg, wieiTeninmoed, en voerden, nevens twee vendels Stads fol- daaten,twee ftukjes gefchut aan, uit wel- ken , een kogel den Overfte Helling trof en doodde. Hierop ontzonk den zynen het hert: 't welk niet te voorkomen was, heb- bende Ruikhaver zyne eigen bende niet by der hand, en weinig te zeggen over onbe- Vlugten kenden, 't Geviel, daarenboven, dat het wederom vuur floeg jn een tonnetje buskruids: 't welk teruk°°r" ^en reec*s gevatten fchrik derwyze deedt
toeneemen, dat 'er geen houden meer was aan de manfchap, en elk ter open poorte uit vloodt. Men zeide ook, dat de Wet- houderfchap beflooten, en een uur bepaald hadtjOm, zo de Staatfchen daar binnen de Stad niet ruimden,dien gantfchenhoektus* fchen de fluis en de poort in den brand te fleeken. Ruikhaver, midlerwyl, geweeken in zeker huis, werdt betrapt van iemant, die hem byzonderen haat toedroeg , en hem, onaangezien hy groot losgeld uitboodt, in koelen bloede, vermoordde. Van de Ste- delingen was Wolf er d Michielszoon, Hop- man over een vendel knegten, gefneuveld. Voorts,
|
|||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 433
Voorts, waren 'er weinige anderen, ter we- r -~ -
derzyde, omgekomen (#). De fchryver aan de poorte, Adriaan Ewoutszoon, werdt ge- vangkelyk naar Haarlem gevoerd, daar hy zat, tot na het treffen van het Verdrag van Voldoeninge. Voor de koflen zyner gevan- genilTe, werden hem, federt, van Stads wege, agttien guldens goedgedaan (r). De omstandigheden van den aanflag op de Stad zyn ook te vinden, in eenen brief van Bur- gemeefteren, vier dagen na 't mislukken van den zelven, aan de Afgevaardigden tot de handelinge over deVoldoeninge gefchree- ven, van welken wy, om dat hy tot ophel- dering en beveiliging van 't verhaalde die- nen kan, een affchrift onder de Bylaagen op dit Beek (s} gevoegd hebben. Na dat de Staatfchen de Stad geruimd De Re-
hadden , werdt, nog dien zelfden dag, huis- Sering zoeking gedaan naar verborgen verraaders ^?rcleT (f), gelykze genoemd werden. Ten vol-tëg£,ffe genden dage, kondigde de Wethouderfchap, geftrooi- tot haare verdediging tegen de briefjes van debrief- Helling, af „ dat zy, federt lang, gehan- fc* „ deld hadt over 't verkrygen van Voldoe- „ ninge; doch dat eenige kwaadwilligen, „ die zig, zelfs na het treffen der Gend- „ fche Bevrediginge, meefter zogten te maa- „ ken van de Stad, het fluiten vaneen Ver- „ drag altoos hadden weeten te beletten." Maar
(f) BOK XI. Boekt il. ïio. [906.]«««. HOOFT Xl£Baek>
II. J4+ enz. (r) Refol. Vroedfch. N. 3, 20 Dtt. 1577. iiAprilint* (t) Lr. B. (t) Keurb. G. f. Mi* ' III Stuk. Ee
|
||||||
434 AMSTERDAMS II. Deei".
2-7_ Maar van den handel met Don Jan, die haar
^ ook te laft gelegd was, werdt zorgvuldig- lyk gezweegen. Voorts, werdt de burgery bedankt voor haare getrouwheid, en ver- maand , om in dezelve, en in haaren yver voor 't Katholyk geloove, nimmer te be- zwyken (u). De Raad befloot ook, den Prins van Oranje te verzoeken, dat hy wilde toe- ftaan, dat de Stad, in de plaats van drie- honderd, waarin reeds bewilligd was, zes- honderd foldaaten in geduurigen dienft hou- den mögt. Wyders, vondt men geraaden, den Stads knegten, met naame den gekwet- ften, voor hunnen yver, ter gelegenheid van den jongften inval betoond, eene bui- tengewoone belooning toe te leggen. Ook werdt beflooten, voortaan, maar eene poort te openen (y). De Prins ^en vyfentwintigften November, ontving van o- de Wethouderfchap eenen brief van de Staa- ranje ten van Holland, waarvan zy, terflond, ken- toont zig njs gaf aan de algemeene Staaten en aan noegd den Prinfe van Oranje (w); zeer klaagende over den over de Staaten van Holland, die gezogt aanihg hadden, de Stad te overweldigen, en die •P Am" den toevoer derwaards, by aanhoudinge , Aerdain. beiemmerden. Te gelyk, verzogt men, voortaan, zeshonderd burgers in foldy te mogen houden. De algemeene Staaten fchreeven aan den Prinfe van Oranje, ten behoeve van die van Amfterdam „ die, j, zei-
(u) Keuib. G. f. Hf ver/b. \
(v) Refol. Vtocdfch. N. j, 14, 16 Nov. 1577. i] Ftir,
(w) Reib!. Vioedfch. N. 3. 26 A>v, 1577.
|
||||
ÏX. Boek. GéschïeöeNïssen. 435
,, zeiden zy, opregtelyk handelden,terwyl 1577.
v> de andere party liftiglyk omtrent hen te „ werk ging." De Prins, die gehouden werdt3 niets van den aanflagop Amilerdam gewee- ten te hebben, toonde zig zeer misnoegd op de Staaten van Holland, die zig, ten belle De Stas* mogelyk, verfchoonden by zyne Doorlug ten van tigheid, met vertooning „ dat de uitgewee- HoJland „ ken Amfterdammers niet alleen ; maar fchoo- „ ook de Staaten van 't Noorderkwartier nen zig., |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ zig, over't Ontwerp der Voldoeninge»
„ bezwaard getoond hadden; dat de Stad „ fiuikhandel dreef met Don Jan; dat at- s„ daar, nog onlangs, van den Predikfloel 5> vermaand was, God te bidden om den „ goeden voortgang eener heimelyke zaa- „ ke, waarmede op een' toeleg van Don |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ Jan fcheen gezien te worden; dat Amfter-
i, dam , door de ontworpen Voldoening, s, meefter geworden zynde van den Koop- „ handel, en bezetting inhebbende naar „ genoegen, met hulp van Don Jan , de „ nabuLirige Steden onophoudelyk zoukon- „ nen kwellen; en zyne zaak ook vorderen > „ in de Vergadering der a-lgemeene Staa-
„ ten; dat dit hen gebragt hadt tot hetbe- „ fluit, om niet te bewilligen in het ont- „ worpen Verdrag van Voldoeninge, en „ zig, in tegendeel, ware 't mogelyk, mees- „ ter te maaken van de Stad; doch zonder „ plondering; en dat zy zyner Doorlugtig- „ heid daarvan vooraf geene kennis gege« „ ven hadden,op dat het hem niet gewee- „ ten mögt worden, indien de ondernee- ,» ming kwalyk llaagen mögt; 't welk zy E e 2 „ ba-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
—""■
|
||||||||||||||||||||||||
43ö AMSTERDAMS IL DeeC
*577« »' kaden, dat ten goede geduid mögt wor-
„ den." De Prins liet zig deeze redenen eenigszins gevallen; doch ftondt'er zeerop, dat men de algemeene Staaten en de Stad moeft tragten te vergenoegen, tot de meefte ver zekerdheid des I^ands. De Afgevaardig- den derStaaten van Holland enZeeland waren 't in dit laatfte met hem eens; doch beweer- den , dat die verzekerdheid niet te verkry- gen was op den voet van 't ontworpen Ver- Dochb!y-2rag. Zy voegden 'er zélfs by „ dat zy |
||||||||||||||||||||||||
ven by
hun ge' voeien om Am- fterdam te be- magti- gen. |
||||||||||||||||||||||||
„ niet ruften zouden, voor dat zy de Stad,
„ al ware 't ook met geweld, onder zyne j, gehoorzaamheid herbragt hadden." Hy hieldt hun voor „ dat zulks; veel bloeds en gelds kollen zou." Doch zy hernamen, |
||||||||||||||||||||||||
3>
|
dat zy rekening maakten op den tweefpalt
|
|||||||||||||||||||||||
onder de inwooners; en dat zy zig de
|
||||||||||||||||||||||||
S>
5»
J» |
koften, die op honderd en vyftigduizend
guldens begroot waren, getrooften zou- den , fchoon zy die by omflag vinden moeften (#)." |
|||||||||||||||||||||||
Midlerwyl, werdt de handeling over de
Voldoening voortgezet. De Regeering, be- fpeurende dat zy geene zeshonderd bezol- digde burgers zou können bedingen , be- ftoot, eerlang, zig met de driehonderd, die haar reeds door den Prinfe van Oranje wa- ren toegeftaan, te vrede te houden. Men zondt ook Gemagtigden naar Delft, aan de Staaten van Holland, om op afdoening van zaaken te dringen: en vooral op meerder vryheid van vaaren, en op 't ontflaan van de per-
(x) BOR XI. Botkt M- 3U' [$o«.]<»2.
|
||||||||||||||||||||||||
De han-
deling over de Voldoe- ning wordt voortge- zet. |
||||||||||||||||||||||||
H
|
||||||||||||||||||||||||
IX.BöE& Geschiedenissen. 437
perfoonen en goederen der Poorteren, die i^y%
onlangs, op bevel der Staaten (y), alomme, in de twee Geweflen, in beflag genomen wären. Wat laater, werden ook, van nieuws, Gemagtigden uit de Wethouderfchap, en Jan Perfyn en Arend Bouwer, uit de gekoo- ren Burgers, gezonden naar Brabant, om met de algemeene Staaten en met den Prinfe van Oranje te fpreeken (z). Zyne Doorlugtig- heid vorderde nu „ dat men de Stads ven- „ dels afdankte, of hemtoelieteKapiteinert „ over dezelven te Hellen." Ook kwam in bedenking „ of de Regeering niet zou kon- „ nen gedoogen , dat de Predikanten der ,, Gereformeerden by de zieken gingen, en i „ in een gezelfchap van tien of twaalf, te „ gafl Wordende genodigd, eenjge vermaa* „ ning deeden, gevolgd van 't zingen van „ eenen Pfalm." Naar de begraafplaats, wel- «, ke men den Gereformeerden zou willen toe- ftaan, werdt ook onderzoek gedaan En de Raad befloot, eerlang, hiertoe te fchikken den boomgaard der oude Nonnen , of dè ledige plaats in 't S. Joris Hof, beide bin- nen de muuren. Doch hieromtrent veran- derde men, naderhand, eenigszins van ge« dagten. Omtrent de andere punten, kree- gen de Gemagtigden lair.,om zig ten befte mogelyk te verdraagen (a). De Gemagtig- den, die te BnuTelgeweellwaren,keerden, eerlang, naar Delft,om by de Staaten van Holland en Zeeland de laatfte hand te hel- pen (j) Zie Bor X. Boek, hl. *°<>- [75+ ]
(*) Refol. Vfoedfcli. N. j.4, n, !6,17,21»lz2XciS77-
(*) Refol. Vroedfch. N. «. Z3 Dtc. U77*
Ee3
|
||||
438 AMSTERDAMS II. Defju
I577' Pen *eSSen aan 't Verdrag van Voldoeninge.
Ook kwam Meefter JVillem Bardes, Zoon van den gewezen Schout van Amfterdam, uit naam der Staaten, in de Stad, om hen te zuiveren van deri blaam, dien de Regee- ring hun, in den brief aan de algemeene Staaten, hadt aangewreeven, als of zy voor- gehad hadden, Amfterdara niet flegts in te neemen, maar met roof en moord te ver- vullen. Hy.bragt, daarenboven, het Pla- kaat van den geheimen Raad mede, waar- by Don Jan en zyn aanhang voor 's Lands vyanden verklaard werden. Men hoorde hem in de Vroedfchap; doch daar viel geen, befluit op 't gene hy voordroeg (b), en 't jaar 1577 liep ten einde, zonder dat het Verdrag van Voldoeninge tot volkomenheid gebragt werdt. De Stad De Staaten van Holland en Zeeland ver- wordt zuimden, ondertuflchen, niet, Amfterdam jiaauwer meer en meer te benaauwen. In 't Y, voor jngefloo- jjg gtacj ^ iag€n nu twee Convooijers , die den vifTcheren verbooden hadden, hunne
ftaalen te zetten, en den toevoer naar de Stad verhinderd en (c)- Sonoi, ontbood en uit het Noorderkwartier, met eenige vendelen» bezettede, op lafl der Staaten, het Kar- thuizers Kloofler, en verfchanfte zig aldaar» in 't Leproozen-huis, op den Haarlemmer- tfyk, aan den Overtoom (d)9 en elders op de
(l) Refol. VroedfcH. N. $. to,u Dec< 1577. Eon XI,
Boek) bl. $13. [910.1
(e) Reff'. Vroedlch, N. 3. to Dee. isff+t (4ï Mifli.c van üurgemeeft. fta» den Capï'.eyn vTtn 4e« Oueithoern van 17 J)ec. 1577.
|
|||||
'i
|
|||||
IX.Bóek. Geschiedenissen. 439
de toegangen. Ook maakte hy zig, wat laa- 1577.
ter, meefter van de Zoutkeeten onder de Stad. De Overfte Cbrifioffel van TJJelßein kwam ook met zes vendelen voor Amfter- dam (ff)- De Secretaris Willem Pieterszoon was, op den dertienden December, door de Wethouderfchap, naar buiten gezonden, om *t volk, welk digtfl onder de Stad lag, te waarfchuwen, dat het zig van onder derzel- ver gefchut houden moeit: voorts, begee- rende, dat de Overfte zynen laft toonde aan- Burgemeefteren: 't welk afgeflaagen werdt (ƒ). Hillebrand Bennink zondt, wat laater, een' brief aan Sonoi, begeerende, dat zyne knegten zig van alle vyandelykheden ont- hielden, alzo de handeling over de Vol- doeningnu op eenen goeden voet ftondt. De Overfte deedt goede beloften. Eu op dat men van den fchryftrant van deezenKrygs* man zou können oordeel en, hebben wy een letterlyk affchrift van zyn antwoord, naar de eigen hand van den Secretaris Willem Pieterszoon, hieragter, onder de Bylaagen (g) gevoegd. Ondertuflchen, hieldt het be- naaiiwen der Stad aan: de Regeering be- 1578. floot dan, den agtften January, zelve aan Zy han- Sonoi te fchryven, metverzoek, dat hy haar ddt met' kennis gave, uit wiens laft haar deeze vyän-Sonoi« . delykheden, tegen de Gendfche Bevredi- ging, en tegen den wil zyner Doorlugtig- heid, werden aangedaan, opdat zy weeten mog-
(«) BOR XI. Ettk.il. ju. [910.1 XH. Beek, H- j[«i,]
\f) Uit d« eigenhändige Vcrklaaring va» W. Pif.TtHS*. git tok C-OMMiHN, tl. 1044..
|
||||
.....
|
||||||||||
440 AMSTERDAMS II. Deel.
157$, mo#en, waarnaar zy zig te voegen hadden.
Sonoi antwoordde „ dat hy, uit laft der Staa- „ ten van Holland, voor Amfïerdam geko- „ men was, niet om iet vyandelyks te ön- „ derneemen tegen de Stad; maar om te „ beletten,dat,door de vyanden van 'tge- ,y meene Land, iets, ten nadeele van het „ zelve, op de Stad werdt aangevangen." En naardien men ook geklaagd hadt, dat den boden der Stad de weg naar de Afge- vaardigden te Delft werdt „afgefneeden , voegde hy 'er by „ dat men dezelven vrye- „ lyk naar zyn Leger zenden mögt, daar „ hun geen doortogt geweigerd zou wor- „ den." Men nam hiervan de proef ten volgenden dage, en bevondt dat Sonoi zyn woord hieldt. OndertufTchen, werdt 'er, nu en dan ,# gefchooten, van binnen en van bui- ten, zonder dat men regt wifl, wie 'er 't eerfr. mede aangevangen hadt: waardoor, tér wed,erzyde, eenigen gedood en gekwetft werden. Ook fcholden die van binnen en die van buiten, dikwils, vinnig op eikande- ren : 't welk de onderlinge verbittering deedt toeneemen (h). Bcfluiten De Regeering, bedugt voor geweldiger der aanval, hadt, eer nog de Sonoifchen zo digt n-^tot onc*er ^e Stac* gekomen waren, beflooten, verdedi- eenen tweeden wal te leggen tuflchen de na- ging der meye en de Haarlemmer poort (i): doch ik Stad. weet niet, of dit befluit uitgevoerd werdt. Naderhand, werdt ookgeraaden gevonden den
(h) MHKven van Bürgern, arm. Sonoy van 14 *»2i Jan,
IJ78. BoR XII. Boek, bi. 3. [91r ] enz. [i) Refol. Vïoedfph. M.i, II Dec. is7?. |
||||||||||
IX.BoEfe. Geschiedenissen. 441
den Haarlemmerdyk, buiten de hameye, i$rfm door te fteeken, de Stad van binnen tefter- ken, en de huizen op den Heiligen Weg, daar de Geuzen zig verfchanft hadden, in den brand te fteeken (*): 't welk my ook niet blykt gefchied te zyn. In den aanvang des jaars, was reeds vaftgefteld, de zes- honderd Stads knegten met nog honderd en vyftigte vermeerderen, en wat laater, werdt beflooten, de twee vendelen, onder welken dezelven gebragt waren, in vier vendelen te * verdeden (7): aan alle welke befluiten nog
geene geneigdheid, om zig naar den zin der Staaten van. Holland te voegen, te be- speuren was. Ondertuffchen, nam de fchaarsbeid aanEenJgen
leevensmiddelen, hand over hand, toe in^rla.aten de Stad. De neering en Koophandel fton- ve# den genoegzaam ftil, en fommigen tekenen aan, dat, in de maand January,ttuTchende drie- en vierhonderd burgers uit de Stad ge- weeken zyn, die Sonoï,onverhinderd, door zyn Leger trekken liet (m). Doch uit de Stads Regiflers blykt, dat, by den Raad, beflooten werdt, geene mansperfoonen in 't geheel, noch vrouwen van aanzien, maar wel fchamele vrouwen met derzelver kin- deren ter Stad uit te laaten, wanneer zy 't verzogten. Aan de Huisvrouw en Schoon- moeder van Jan Perfyn, aan Magteld Stans> en aan eenige anderen, werdt het, op den twee-entwintigften January, geweigerd. De Raa-
(k) Refol. Vroedfch. N. j. 11,2+ Jan. 1578.
(/) Refol. Vroedfch. N. 3. 1, j, zj Jan> 157». («;Bor XII. £ee/t, bl. 3. [922.] Ee 5
|
||||
■ * 44* AMSTERDAMS II.Deel.
157g. Raaden Kornetts fVilkmszoon van Nek en Jan
Pyl Klaaszoon werden gemagtigd, om zig
dagelyks te vervoegen in de Reguliers-poor-
te, en aan de fchamele vrouwen, die de Stad
Eenigc wilden ruimen, doorgang toe te ftaan. De
Schuite- fchuiten wilde men ook in de Stad houden:
k?aase" en toen' °P ^en ze^^en twee-entwintigften
dat zy 'de I31111^ ï eenige Schuitevoerders, klaagendff koft niet dat zy de koft niet meer zagen te winnen, meer met hunne fchuiten begeerden te vertrek- *onnen ^en, befloot de Raad hen, ware het mo- innen. gejyk ? te beweegen om nog een dag twee of drie geduld te hebben, tot dat men be- fcheid van de Afgevaardigden te Delft zou hebben ontvangen; of zo zy zig dit niet wil- den laaten beduiden, hen met hunne fchuiten in waer- ofte dach-gelden te neemen (»). X)e Aan gemunt geld was, ten deezen tyde, Vroed- ook zo groot een gebrek in de Stad, dat
fchap be- men befloot, heimelyk ftempels te laaten *, maaken, en geld te munten. Drie Gemag- muntên tigdeti uit de Règeeringe namen den Stem- t«flaan. pelfnyder eenen eed van geheimhoudinge af. Men vondt geraaden zig, tot het flaan van penningen , te bedienen van het ge- maakt zilver, welk by de Godshuizen, Schut- teryen en Gilden voorhanden was, en met dat der Schutteryen en Gilden te beginnen (0). Doch fommigen tekenen aan, dat men xig, om geld te munten, ook bediend heeft van eenzilverenNikolaas-beeld,welkKerk- ïheefters der Oude Kerke, in 't jaar 1522, had-
, 1ns Rcfol. Vroedfch. N. 3. 20, zi Jan. 1*7«.
{tj Refbl. Vwedlcti. N.i. 11 , 15 > »7» i0 2*»- U?1,
;
|
||||
_
|
|||||||||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 443
hadden doen maaken, en nevens het Koor
plaatfen. Het woog drie envyftig mark, een ons, en twaalf engels, hadt van maa- ken tweehonderd goudguldens, en in alles negenhonderd agtenveertig guldens zwaar geld gekoft. Het zilverwerk werdt gefmol- ten, en tot platte vierkante plaaten van ver- |
|||||||||||||
WS-
|
|||||||||||||
fcheide grootte gemaakt, die veertig, twin-
|
|||||||||||||
tig, tien en vyf ituivers waardig waren: en
een en drie vierde loods, agt engels vier- entwintig aazcn, vier engels twaalf aazen , en twee engels zes aazen woogen; doch voor 't einde van January, op vyftig, vyfentwin- tig, twaalf en een halve, en zes en vierde Huivers verhoogd werden, mids de Wet- houderfchap zig verbonde, om , een jaar :/ na 't eindigen der tegenwoordige beroerten» '
den houderen deezer penningen de verhoo-
ging , uit Stads kaiïe, goed te doen (p). Op de regterzyde der geldftukken, die nog by de liefhebbers van diergelyke zeidzaamhe- den voorhanden zyn, ftondt het wapen der Stad, en boven het zelve een Vuurflaal, het zinnebeeld van 't Huis van Bourgondie. Ook droeg deeze zyde het jaartal 1578, en den prys, waarop net ftuk eeril geflaagen was. Aan de andere zyde, zag men, in een krans van eiken loof, dit opfchrift Pro ARis ET FOcis , dat is , Voor den Gods- dienst en de Goederen(^). Op den zeveneritwintigften January, werdt ook, door
lp) Refol. Vrocdfch. N. «. ij Jan, 1578. Keurb. G. ƒ.
14S ver/o, 149. (q) 25e G. v. loon Nedeil, HiAwiepenjungen LD#{/, hl. t5t, isi.
|
|||||||||||||
•
*44 AMSTERDAMS IL Dee&.
1,578. door den Raad, beflooten, klein geld van tin
te Haan (f); doch ik weet niet, of dit be- fluit ter uitvoeringe gebragt werdt. £y geeft Zo ftondt het te Amfterdam, toen de Af- baaren gevaardigden der Stad, die, te Delft en in tigden" n ^aa£e> met ^e Staaten van Holland, volftrek- ovèr 't ftuk der Voldoeninge, gehandeld ten laft hadden, van daar te rug keerden met de om ,f punten, van wege de Staaten ontworpen, Verdrag en fe bytekeningen der Gedeputeerden, die doenin^ ^en agtentwintigften in den Raad gebragt ge te werden. Men hadt eene Wapenfchorfing fluiten, geflooten voor zes dagen, die met den eer- ften February ten einde liep, en toen nog voor vier dagen verlengd werdt. Midler- wyl, werdt by de Vroedfchap, over de punten der Staaten en de bytekeningen der Gedeputeerden, geraadpleegd. Op den der- tigften January, werdt beflooten „ dat de ,, Gedeputeerden zouden fragten voldoe- „ ning te bedingen, volgens de bytekenin- „ gen, door hen gemaakt, op het Ontwerp „ der Staaten: doch zo dit ondoenlyk bleek, j, moeften zy ten befte mogelyk fluiten, al ,, ware 't zelfs, dat zy in alle de punten be* „ willigen zouden, zo als zy lagen; en niet „ te rug keeren , dan met het geflooten „ Verdrag (j) :" 't welk wy hier te liever aanmerken, om dat 'er klaarlyk uit blykt, dat de Stad niet zo onverzettelyk was, als zy fcheen, of als haare Afgevaardigden, om te beter te voldoen aan hunnen laft, zig ge- he« |
||||||
(r) Refol. Vroedfch. N. 3. 27 Jan. 157«.
(sj Kefol. Vioedfch. N. 3. **• 30 Jan. 157«« |
||||||
JXBoEK. Geschiedenissen 445
lieten. Bor heeft dan den fchyn voor het i^^
wezen genomen , als hy fchreef, dat die van Amflerdam /eer obflinaet bleven (f). Hooft drukt zig netter uit, fchryvende, Geen rekken .echter screen 'er aan de Am- fier dammers ,en de zaak nu genoegzaam buiten hoap (u). ■ * De Afgevaardigden der Stad, den eerflen Dê U-
February wederom in den Haage gekomen £rfchtT zynde, troffen aldaar aan eenige Afgevaar ^JjJ.^ digden der Staaten van Utrecht, herwaards eindeiyk gezonden, om het Verdrag, welk zy wis-het Ver-, ten nog ongeflooten te zyn , tot een goeddra£- einde te helpen brengen, 't Geweft van U- trecht hadt, reeds in October des voorlee- den jaars, voldoening ontvangen van den Prinfe van Oranje («), en zag Amflerdam gaarne in 't zelfde Verbond. De Utrecht- fche Afgevaardigden hielden dan den Staa- ten van Holland voor „ hoe veel 'er vaft „ zyn zou aan het bemagtigen eener Stad, „ die,met het openen haarer (luizen, waar- „ van men reeds eenen aanvang gemaakt „ hadt, niet flegts Amftelland, maar ook „ een groot gedeelte van Rynland, van 't „ Sdgt en't Land van Woerden kon onder w water zetten: 't welk huurders en eige- „ naars, die, zes of zeven jaaren de vrug- „ ten der bruikweeren gemift hebbende, :„ nu, zig verlaatende op de Gendfche Be- -,, vrediging, het overfchot hunner armoe- : „ de tot geld gemaakt, en aan Huizen,mo- ,, lens,
|
||||||||||||
Bor XII Betk, hl. 4. [9U.]
Hooft xiii. Boek, bl, j«i. Viwkil. Hift. vil. ito/, il. U%, |
||||||||||||
44« AMSTERDAMS II. Dm*
» „ lens, dyken, dammen, beerten en bouw«
*' ' „ tuig befteed hadden, om wederom op „ hunnen ftel te raaken, onherftelbaar he- „ derven zou." Zy voegden 'er by „ dat s, de kans des oorlogs onzeker, het draalen „ koftbaar en verdrietig, het haaften ge« „ vaarlyk was; dat Don Jan ook, veelligt, „ middelen vinden zou, om de Stad, uit ,, Kampen of Deventer, daar men 't nog „ met hem hieldt, by te fpringen; hy, die, „ t'eenigen tyde, in de Vergadering der al« „ gemeene Staaten, wel hadt durven zeg- „ gen, dat by, alken om Jmßerdam te ont* „ zetten, uit Spanje of Italië zou overkomen. „ Dat de Stad ook nog wel van leeftogt „ voorzien was* en dat zy, zo zy al met „ geweld mögt gewonnen worden, zo veel „ geleeden zou hebben, dat men een van „ Hollands befte leden wel in den grond „ bedorven mögt rekenen." Den Afge- vaardigden van Amfterdam, die zig nog hard hielden, om ware 't mogelyk iet meer te bedingen , ftelden zy voor „ hoe veel „ onheil en bloedftorting zy, zo zy onver- „ zettelyk bleeven, veroorzaaken zouden; „ en zo Don Jan hen al verlofte, mogten „ zy zig wel verzekeren van Spaanfche be« „ zetting te zullen inkrygen, en den over« „ laft uit te ftaan, daar hunne gebüuren van „ wiften te fpreeken." Nogtans fcheen, met het verloopen vaa den tyd der tweede Wa- penfchorfinge, op den zesden February, de handeling afgebroken te zullen worden, van de zyde der Staaten van Holland. Doch de Arnlterdammer«, gemagtigd om, als 't neep, toe
|
||||||
IX.BOEK. Geschiedenissen. 447
toe te geeven, gedoogden dit niet. De U- 157g,
trechtfcben traden dan tufïchen beide (w), en op den agtflen werdt een Verdrag gete- kend , uit vierentwintig Leden beftaande, die op deezen zin uitliepen: „ 1. Binnen de inhoud „ Stad, Vryheid en Ambagtsheerlykheid van het n van Amfterdam, zou geen andere Gods- Verdrag „ dienft toegelaaten zyn, dan de Roomfch- JJg,)[°|" „ Katholyke , tegen welker oefening zig ge aan" „ niemant, met woorden of werken, zou Amfter- „ hebben te verzetten. DochdePlakaaten,dam- „ op 't ftuk van den Godsdienft gemaakt, „ zouden opgefchort, en niemant, van wat „ ftaat ook, in zyn geweeten gemoeid, of „ eenig letfel aangedaan worden, om'toe- „ fenen van den Gereformeerden Gods- „ dienft, buiten de gemelde paaien, mids „ uitgaande en wederkeerende ter bekwaa- |
||||||||||||||||
ij
|
mer uure. De Wethouderfchap zou den
|
|||||||||||||||
„ Gereformeerden eene ongewyde , doch
„ eerlyke plaats aanwyzen tot begraaving „ hunner dooden, met een geleide van twin- |
||||||||||||||||
tig of zesentwintig perfoonen ten hoogfte;
doch zonder vermaaning, zang, of eenige |
||||||||||||||||
„ andere uiterlyke plegtigheid. 2. 't Beleg
„ te water en te lande zou terftond opge- j, broken worden,na dat eenBurgemeefter 5, envyfRaaden, allen beneden de zeftig „ jaaren, en by de Staaten van Holland te „ noemen, te Delft zouden gekomen zynt „ om daar, tot na het afdanken der tegen- j, woordige, en het opregten der nieuwe „ vendelen, naar inhoud der twee, volgen- » de
(*)Zl< bor ju. Bttk, il. j, [921] tnz,
|
||||||||||||||||
Q
|
||||||||||||||||
.»
448 AMSTERDAMS IL Deéi.
tSfS. 5» de punten, in gyzeling teblyven. 3.Alle
„ knegten, in Stads foldye ftaande, zouden j, afgedankt, en geene anderen, in dienfle „ ofte waerghek, door de Wethouderfchap, 3, geworven worden, dan met verlof des Prin- „ fen van Oranje, en by raade der Staaten. 4. „ Doch naardien deStadhouder vanHolland, j, by zyn e InftruÊtie, en by de Inflruftie voor „ den Hove vanHolland, gemagtigd was, om „ op de verzekerdheid der Steden en Sterk- 3, ten van Holland te voorzien; zo zouden „ zyne Doorkigtigheid en de Staaten, ten j, kofte van 't gemeene Land, in de plaats der ), afgedankten, vier-, vyf- of zeshonderd 3, mannen aanneemen, uit het lighaam der „ Burgerye, en in niet meer dan vier ven- „ dels verdeelen, over één van welken, „ Herman Roodenburg de oude bevel heb- „ ben zou. De Prins en de Staaten zoudon „ de anderen kiezen, by raade van deBur- 3, gemeefteren, uit goede , vreedzaame, „ onpartydige burgers, die, tot op de Gend- „ fche Bevrediging, geduuriglyk, te Am- „ flerdam gewoond hadden. De Hopluiden, „ Bevelhebbers en Knegten zouden den eed „ van getrouwheid doen aan den Koning, „ als Graave van Holland, onder het beftier „ van den Prinfe van Oranje; aan denPrin- „ fe, als Stadhouder, en aan de Staaten van „ Holland en Zeeland. Ook zouden zy „ zweeren, de Gendfche Bevrediging én de „ Punten deezer Voldoeningete zullenhand- „ haaven, tot verzekering der Stede; zul- „ lende den eed, vooraf, moeten vertoond * worden aan Burgemeefteren,op datblee- „ ke,
|
|||||
i
|
|||||
\
|
||||||
IX. Boek. Geschiedenissen-. 44-9
,, ke, dat dezelve niets behelsde ftrydig 157&
„ met de Bevrediging, of met deeze Vol- 5, doening. De knegten zouden, noch binnen „ noch buiten de Stad, tot eènig ander einde „ mogen gebruikt worden, noch't getal, „ door den Prins of de Staaten, tot bene- 3, den de vierhonderd, verminderd, zonder ,j bewilliging der Wethouderfchap. En zou- „ den de. knegten, maandelyks , worden » betaald, uit het gene, binnen de Stad, ,^ ten behoeve van 't gemeene Land, inge- j, zameld werdt, zo ver zulks ftrekken mögt: 5, voor 't overige, uit penningen, by de Staa- ,, ten te verfchaffen. 5. De Stad zou met „ geen meer krygsvolk bezwaard worden, „ dan by dringenden nood voor den vyand , „ en ter befcheidenheid van den Prinfe. In 5, zulk een geval, zouden de voorgemelde i? knegten in de Stad blyven, en de nieuwe „ bezettelingen daar niet binnen trekken, s, dan na 'tr afleggen van den voorgemelden „ eed. Zy zouden hun logysgeld van dé „ Staaten ontvangen, en evenveel trekken i} als ander Krygsvolk in Hollandfchen j, dienft: ook op den voorgemelden voet j, betaald worden; doch niet langer in de j>, Stad blyven, dan de nood zulks vorde- „ ren zou. 6. De Stad zou geen' doortogt j, van Krygsvolk behoeven te gedoogen, i, dan met bewilliging van de Wethouder- i} fchap. 7. Tot betere verzekering der „ Stede, zouden de drie Schutteryen weder- j, om opgeregt, en daarin betrokken worden „ allen * die voor deezen Schutters geweeft, „ en nog in leeven waren, zullende de ledi- UL Stuk; Ff jj gë |
||||||
/
|
||||||
456 AMSTERDAMS* II. Deel.
1578. » ge plaatfen worden volgemaakt uit de
„ vreedzaamfte burgers , zonder onder- j, fcheid te maaken, tuffchen gewezen bal- ,, lingen en anderen; en deeze verkiezing „ gefchieden door vier perfoonen, twee door „ den Prinfe en de Staaten, en twee door „" de Burgemeefters en Regeerders te be- ,, noemen, die, verfchillende, een vyfden ,, tot zig zouden mogen kiezen; en zo zy „ ook over deeze keur oneens waren, 't ver« „ fchil telkens by lotinge moeten beflegten: „ alles tot herftelling der eendragt, en zon« ,; der in gevolg te mogen getrokken wor- „ den, of iemants regt, tot het opregten ,, of volmaaken der gemelde Schutteryen, „ te verkorten. 8. Alle burgers, die ge* „ bannen of geweeken waren, zouden mo- ,, gen wederkeeren, en hun Poorter- en Gil- „ deregt genieten, zonder dat het hun iets „ zou behoeven te koften; mids zy, voor „ Bamis, dat is, voor den eerften Oclober, 3, inkwamen: en dit onder verklaaring, dat ,, het in geen gevolg getrokken zou wor- „ den. 9. Die van ouds in eenige ampten „ gefield waren geweeft, zouden dezelven „ wederom bekleeden mogen , behalve „ wanneer die ampten een bepaald getal ,, van perfoonen hadden. Voorts, zouden ,, zy, in geval van onraad, elk op zynen „ hoefflag verfchynen moeten, en niet op „ eenige byzondere Plaatfen, of by deWet- 3i houders. Doch te brande en te byte, „ zouden zulken, die daartoe van ouds ge- j, fchikt waren, verpligt zyn te komen:en „ zou de bende der nagtwaakeren, te hou- ,, den
|
||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 45fr
5, den by Burgemeefteren, uitniet meer dan 1578. j, veertig man mogen beflaan, vreedzaam „ en bekwaam, ter hunner befcheidehheid. ,, 10. Burgemeefters en Regeerders, Schut- „ ters, Amptenaars en andere Poorters en „ Inwooners, weereldlyke luiden zynde, ,, zouden trouwe en hulde zweereh aan den „ Koning, als Graavevan Holland, aan den „ Prinfe, en aan de Stad, onder 'S Prinferi j, gehoorzaamheid: ook de volkomen on- „ aerhouding der Gendfche Bevrediginge „ en deezer Voldoeninge, en van alle de Be- „ fluiten, by de Staaten, op 't beleid van 5, 's Lands zaaken, ten geriieenen befte, ge- 3, nomen, en hiermede niet ftrydende. Ook ,, zouden zy den eed op 't betragten hun« „ ner ampten en dienften moeten doen, en ,, den Poortereed, gelykvanouds rmidsdië ,, niet ftrekte tot verkorting van 't Gendfche „ Verdrag en van deéze Voldoening. De „ Geeftetykheid zou hierin de orde des „ Biflchops van Haarlem volgen, waartoe „ men zig gedroeg. 11. Alle Handveften, ,, Gewoonten, Keuren en Regten der Stad, ,, die niet ftreeden met het Gendfche Ver- ,, drag, of met deeze Voldoening, zouden ,, in volle kragt blyven: doch niet de Hand- ,, veften, Vryheden en Gewoonten, die, j, geduurende de tegenwoordige Beroerten^ 3, verkreegen, of ingevoerd waren, buiten 3, goedvinden der Staaten van Holland ;be- 3, halve het punt, by de Stad verworven j $, inhoudende, dat men ajle haare Vonnis- „ fen, fchoon by eindelyke uitwyzing aan i, betering onderworpen, zou mogen uit- Ff 2 ,$ voé-
|
||||
fli AMSTERDAMS IL Des£.
,, voeren onder borgtogt; en dat het aan
}, de keuze des verliezers Haan zou, zyne „ weäerparty te roepen voor 's Konings „ Raad in Holland, of voor zyner Maje- „ fteits grooten Raad te Mechelen ; ook 3, behalve het punt, welk de vryheid en 't » gezag van Schout , Bürgern eefter en en „ Schepenen, zo over misdaad als burger- „ lyk gefchil, vierhonderd roeden van der- „ tien voeten ieder, te water en te lande, „ buiten de oude paaien, uitbreidde, om j, binnen dezelven alle regtvordering te ,s pleegen: welke twee punten en derzel- j, ver uitwerking men nog opgefchort hieldt, „ tot op de uitfpraak der algemeen e Staa- 3, ten. 12. Doch het Oólroi om geld op „ intreft te ligten, fchoon ook ten tyde der 3y Beroerten verworven, en de uitwerking „ van het zelve zouden van kragt en waar- „ de blyven. 13. In 't ftuk der Paalkifle, „ zouden die van Amfterdam en Enkhuizen „ elk hun goed regt behouden, zonder daar- 3, in, by deezen, verkort te zyn -, in gevol- „ ge van de Gendfche Bevrediging. 14. De „ Koophandel en Scheepvaart zouden, ten „ aanzien beide van vreemdelingen en van # inwooners, gedreeven worden, min noch 3, meer, gelyk van ouds, mids binnen de 3, Stad ontvangen werden de Convooigel- „ den, by bewilliging der Staaten van Hol- „ land en Zeeland, opgefleld, of nog op te „ ftellen, onverminderd de geregtigheden „ der ingezetenen daartegen, en zonder dat 3, het in gevolg zou getrokken worden. 15. ,, De Stad zou vry zyn van alle fchulden „ en
|
||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 453
j, en laften, by de Staaten van Holland en
„ Zeeland gemaakt, federt den eerflen Ja- „ nuary des jaars 1572, of nog te maaken, „ tot den dag toe dat haar de Voldoening „ volkomenlyk zou toegedaan zyn, uitge- „ zeid de fchulden, waarin zy zelve geflemd „ zou hebben. Ook zou men, om deeze ,, reden, de middelen van fchatting, die „ reeds in de twee gemelde Geweflen loop „ hadden, of nog mogten krygen, binnen „ Amfterdam en deszelfs vryheid nog niet „ invorderen. Daarentegen, zouden de uit- „ geweekenen binnen, de Stad niet op geld „ gezet of hoofdelyk bezwaard mogen wor- ,, den, wegens eenige fchulden, gemaakt „ by die van Amfterdam , voor' den dag „ deezer Voldoeninge, mids nogtans de „ Wethouderfchap, tot vervalling van de „ fchulden ea lallen der Stad, den honderd- „ ften penning over de onroerende goede- „ ren binnen dez'elve, eenpaariglyk, mögt „ omdaan. 16. Doch van nu af aan, zou, „ om de noodige penningen te vinden tot „ befcherming van Holland en Zeeland, en „ tot onderfleuning der andere Geweften, „ Amfterdam zig,op't ftuk derfchattingeji „ enommeflagen, ftaatswyze, voegen by „ de andere Leden; en, dienvolgends, bin- „ nen de Stad en derzelver vryheid, met „ den eerften Maart aanftaande, opbrengen „ de middelen, die, in de andere Steden „ en ovejr 't gemeene Land, als dan loop „ hebben zouden, zullende de peiling, voor „ de eerfte reize, gefchieden ten huize van „ de burgers, zo wel als van de tappers. Ff 3 »DC
|
||||
.'
|
|||||
544 AMSTERDAMS IL Deel.
4578. » De Staaten van Holland en Zeeland ver-
,, bonden zig, hiertegen, om Amfterdam,
j, van den gemeiden tyd af, te bevryden
» van 'tgene zy, nevens de algemeene Staa-
3, ten, mogten hebben op te brengen, uit
„ hoofde der Vereeniginge, met hen in 't
„ byzonder aangegaan. Ook zou de Stad,
„ na 't overleveren der gyzelaars, genieten
j, de oude vryheid en geregtigheid, om,
„ zo 'er, midlerwyl, eenige fchatting ge-
„ fchiedde, daarop mede gehoord te wor-
„ den. 17. Tot vervalling van de byzon-
„ dere laften der Stad, zouden de excynzen
,, enimpollenop de dunne bieren van twee
„ guldens en daar onder, ten minde zo
3, lang het der Wethouderfchap goeddagt,
„ loop houden: ook die op de beeilen, het
>t vleefch en het kooren, binnen de Stad en
3, derzelver Vryheid geheeven wordende;
„ doch omtrent de excynzen en impoften
„ op de wynen en dikke* bieren boven de
„ twee guldens, zou men zig hebben te
v voegen naar de ordening, daarop gemaakt.
5, 18. Die van Amfterdam zouden nimmer
„ den uitvoer van Kooren uit de Stadheb-
j, ben te verbieden, mids zy altoos zo veel
„ behielden, als de Staaten, naar hunne
„ befcheidenheid, zouden oordeelen te be-
,, hooren. 19, De burgers en ingezetenen,
,, zo geeftelyken als weereldlyken, mids-
„ gaders de Broederfchappen, Klooftersen
„ andere Godshuizen zouden met der daad
„ aanvaarden en behouden mogen alle hun-
,, ne goederen,roerende en onroerende, in
3, Holland en Zeeland gelegen, zonder daar-
» toe
|
|||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 455
„ toe eenig nader verlof te behoeven, en jr^g
„ onaangezien de bevelen, ten tegendeele
„ gegeven. 20. De Schout zou niemant, o-
„ ver terging of verkorting, ter zaake van
„ den een' of anderen Godsdienft,of over
,, ergernis aan Roomfchgezinden gegeven,
„ aan regt vorderen, eer het bewys door-
„ zien, en bondig gekeurd ware by vier
„ burgers, twee door den Prinfe of deStaa-
„ ten , en twee door Burgemeefteren te
„ magtigen; die, in geval van gefchil,een
„ vyfdenuitde agtbaarfte envreedzaamfte
„ Poorters, gebleeven in de Stad tot den
„ dag der Gendfche Bevrediginge, tot zig
„ zouden mogen kiezen. 21. Die in Ara-
„ fterdam wilden komen woonen, of eenen
„ geruimen tyd verblyven, zouden de ge-
„ melde Bevrediging en deeze Voldoening
j, moeten bezweeren, ten minfle voor zo
„ lang zy in de Stad blyven zouden. 22. 't
„ Zou elk vry ftaan, met der woon uit de
„ Stad te vertrekken als hy 't goedvondt,
„ zyne roerende goederen medeneemende,
5, of verkoopende, en de inkomften zyner
„ onroerenden blyvende trekken, of dezel-
„ ven te gelde maakende naar zyn welge-
„ vallen, zonder eenige fchatting fchuldig
„ te zyn, ten ware hy zig by den vyand be-
„ gave, en behoudends het regt van Exue
„ of uittogtgeld, welk der Stede toekwam.
„ 23. Voorts,alzo die van Amfterdam aan-
„ booden, hunne regeering te verantwoor-
,, den voor de algemeene Staaten, of voor
„ den Raad van Staate; en de Staaten van
„ Holland verflonden, dat geene aanklagt,
Ff 4 „ over
|
||||
45<5 AMSTERDAMS IL Deel,
1578. » °ver zaaken, voorgevallen in dit Geweft,
„ of over Perfoonen, zig binnen het zelve „ onthoudende, buiten het zelve gefchie- „ den mögt, alzo zulks ftreedt met 's Lands „ Vryheden en met de Gendfche Bevredi' „ ging; zo fchorilen zyne Doorlugtigheid „ en de Staaten van Holland alle aanklagt, „ twifl en moeiienis, die eenigen uit de Re-. „ geering, of derzelver weduwen , erfge- „ naamen, of dienaars, wegens het voor- „ gaande beftier der Stede, zou mogen zyn „ aangedaan , tot dat , by de algemeene „. Staaten, volgens de Gendfche Bevredi- „ ging, bepaald zou zyn, hoe ver het ge* „ zag des grooten Raads van Mechelen zig „ uitflrekte. 24. Zyne Doorlugtigheid en de ,, Staaten van Holland en Zeeland zouden „ deeze Voldoening doen goedkeuren, door j, hunneBondgenooten,zonder dat daartegen „ iet zou mogen ondernomen worden, op ,,' eenigerhande wyze. Ook zouden zy aan de „' aan de algemeene Staaten en aandeStaa- „ ten van Utrecht verzoeken, dat zy dee- „ ze Voldoening wilden goedkennen en be- „ zegelen (x)." % Ver- Zodanig was de inhoud van het Verdrag drag der Voldoeninge van Amflerdam, om welk, Jl°rdt ook van wege den Prinfe van Oranje, te flui- gefdjen ten> de Staaten van Holland volmagt ont- goed'ge- vangen hadden. Van wege de Stad, waren $eurd, ■ tot het fluiten van dit Verdrag gemagtigd Jan Vecbterszoon en Jakob Kanter Pieters- zoon,Oud-Burgemeefters, Reinier Henriks- zoon en Jan Michielszoon, Oud-Schepenen, v Arenjd (x) Handv. Il, 41. \H}'\
|
||||||
o
|
||||||
I
|
||||||
IX.BOEK. Geschiedenissen. 457
Arend Bouwer en Jan Perfyn, Koopluiden 1578,
en Poorters, en Meefter Reinier Kornelis- zoon, mede Poorter, en eertyds Advokaat voor den Hove van Holland, 't Verdrag werdt, na dat het geflooten was, door de Staaten van Holland ter eener, en door die van Amfterdam ter anderer zyde , beze- geld. Op den vyftienden February, werdt het den Raad der Stad eerft voorgelezen, en toen beflooten, dat men het, met het geheim zegel, bezegelen zou , alzoe den gedeputeerden , die het geflooten hadden, volcoemen macht ende laß gegeuen was (y).* uit welke woorden, men fchynt te mogen afneemen, dat zy 't Ontwerp der Staaten, in allen deele, hadden moeten aanneemen. Ten zelfden dage, werdt ook vaftgefteld, dat men 't wederzydfch bezegeld Verdrag, ten fpoedigfte, tegen eikanderen zou uit- wiflelen , en de Gemagtigden , 'Hie het ge- flooten hadden, fchriftelyke goedkeuring en fchadelooshouding verkenen. Tot gyze- laars werden, door de Staaten, benoemd Jakob Teeuws Gerritszoon , Oud ■ Burge- meefter, Jan Ryfer Janszoon, Meefter Jan Duivenzoon, Jan Dirkszoon Markus, Simon Dirkszoon van Ouderkerk en Jakob Floris Maartenszoon van Alkemade, Raaden, die, op bevel der Vroedfchap, terilond, naar Delft vertrokken (2) , waarna de Stad ook, • te water en te lande, van het beleg verloft werdt. Op den eerften Maart, werdt het door den
Ver-
(y) RefoJ. Vroedfch. N. j. tf Ftrb. 1J7».
(zj Refol. Vïoedfch. N. j. i$, 17 Febr. npt. Ff 5
|
||||
45» AMSTERDAMS H. Dbel.
1:57g. Verdrag, doör den Prinfe van Oranje, be«
Prinfe kragtigd: op den agtften, door den Aarts- van o- hertoge Matthias, die egter verklaarde, ne« ranje, vens de algemeene Staaten, onverkort te willen blyven, in 't ftuk der Convooigelden: op het afdoen van welken, zy, federt eeni- door de gen tyd, fterk gedrongen hadden. Op ge,- algemee- lyken voet, werdt het Verdrag, ten zelfden ne Staa- ^^e ^ 00^ ^QQr je a]gemeene Staaten goed- ten' gekeurd: en op den vyfentwintigften, door
door die ^ Staaten 's Lands van Utrecht. Vier da- trecht en gen te vooren, was het, door de Staaten Zeeland, van Zeeland, bezegeld (V). Het werdt, den zeftiendenMaart, hier ter Stede afgekondigd, en door de mansperfbonen boven de agttien jaaren en inwooners der Stad beëedigd, die |
||||||||||||
f
|
||||||||||||
Veele
inwoo- ners laa- ten na het Ver. drag te beendi- gen. |
'er allen toe vermaand waren; doch onder
welken 'er veelen fchynen geweeft te zyn, die verzuimd hebben den eed te doen (Z>): waaruit eëh billyk vermoeden ontftaan mögt, dat men zig niet lang houden zou aan de voorwaarden der Voldoeninge , gelyk in- |
|||||||||||
derdaad gebeurde. Doch Burgemeefteren
en Raaden hadden, den vyftienden Maart, het Verdrag van Voldoening reeds bezwoo- ren , aan handen van de Gemagtigden der Staaten van Holland, Jonkheer Joan, Heere van Matbenes en Riviere, Heer A- driaan van der Myle, Raad nevens zyne Doorlugtigheid, en Do&or Frangois Maal- zon (O*
Eenige Dezelfde Gemagtigden arbeidden ook,
punten ter-
(a) Oude Kerke, laaie XXXV.
(h) Keurb. G. f. 14» ver/o, ifo, iïi verßt Ij2,
(ej Rciol. Vioedfch. N, 3. is Maart 1578.
|
||||||||||||
/
IX.Boek. Geschiedenissen. 459 / terftond, aan 't uitvoeren van eenige ande- 1578.
re punten der Voldoeninge. De nieuwlings van .t geworven Stads knegten werden afgedankt, Verdrag en over de overigen , die in vier vendels worden verdeeld werden , Hopluiden en mindereter u[v Bevelhebbers gefteld, door de Gemagtig-vo£tmJ*e den, by raade van Burgemeefteren (d), uit- genomen dat Herman Roodenburg de oade een vendel behieldt. De overige Hopluiden waren Simon Henrikszoon Jonkhein, Jakok Viffcher en Jan Duin. Wat laater, werdt bellooten, het Plakaat, waarby Don Jan en de zynen voor 's Lands vyanden verklaard werden, ook hier ter Stede, te laaten af kon- digen. De Staaten van Holland verzognen de Stad, om wederom, gelyk voorheen, Af- gevaardigden te zenden op hunne Vergade- ring in den Haage : gelyk, in April, ge- fchiedde (e). Doch daar verliepen maar weinige weeken, toen de voorwaarden der Voldoeninge, in meer dan één opzigt, ver- broken werden: waarvanwynu de gelegen- heid , met de vereifchte naauwkeurigheid, zullen te boek ftellen. Uit het gantfche beloop der handelingeAanleï-'
over de Voldoeninge, was klaarlyk te be-ding tot fpeuren, dat de handelende partyen een v.erai?de- verfchillend begrip hadden van den grond R^e. der Regeeringe. Ook heerfehte, onder de- rjn| te zelven, een blykbaar mistrouwen op el-Amfter- kanderen:'t welk voor de beftendigheid van dam* 't gene 'ergeflooten was moeft doen dugten. De
(d) Refol. Vroedfch. N. j. z Ma&tt IJ78.
\e) Refol. Vroedfch, N. 3. 13, 19, %% April i;7«.
|
||||
460 AMSTERDAMS UDeei,.
1578. De Wethouderfchap van Amfterdam fchreef
groot gezag over Holland toe aan den Raad van Staate, zo lang^deeze de Landvoogdye in handen hadt; aan den algemeenen Land- voogd Don Jan, en aan de algemeene Staa- ten: en zogt, door tuflchenfpraak deezer laatflen, die meeft allen nog yverden voor het Roomfche geloof, zulke voorwaarden van Voldoeninge te bedingen, waardoor zy zig, ook door middel van gehuurde kneg- ten, die van haar afhingen, in haar gezag mögt können handhaaven, tegen het aan- waffend vermogen der Gereformeerden, die, in de meefte Steden van Holland, de Regeering in handen hadden. De Prins van Oranje en de Staaten van Holland zogten, daarentegen, dit Geweft te regeeren op zig zelf, en zonder dat het van den Raad van Staate, veel min van den algemeenen Land- voogd afhing, in overeenkom!!; met het Ver- bond van Vereeniging, geflooten tuiTchen die van Holland en Zeeland, en waarby den Prinfe de hooge Overheid over de twee Ge- weften, zo lang de oorlog duuren zou, op- gedraagen was. 't Is waar, dat,bydeGend- fche Bevrediging, deoppefflemagtdesKo- nings erkend, en den Prinfe van Oranje geen hooger rang dan die van Stadhouder toege- weezen was; 't welk fcheen te kort te doen aan het gezag, welk hem, te vooren, door die van Holland en Zeeland, was opgedraa- gen. Doch men meende de zwaarigheid, die hieruit ryzen kon, te können voorko- men , als men zyner Doorlugtigheid, in de Steden, die, in gevolge der Gendfche Be- . vre-
|
||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 461
vrediginge , voldoening van hem neemen 1578.
zouden, onder den naam van Stadhouder, al het gezag deedt opdraagen, welk den Koning, als Graave, hier te Lande, plagt toe te komen. Om hiertoe te geraaken, en om zig in het bekomen gezag te handhaa- ven, moeften de knegten, in de Steden ge- legd , niet afhangen van Wethouderen, die andere begrippen hadden van de natuur der Règeeringe, en die zo groot een gezag in den Prinfe van Oranje nimmer hadden er- kend. Men bedong dan, in het derde en Kierde punt der Voldoeninge van Amfter- dam, dat de S^ads knegten afgedankt, en nieuwe vendels, door den Prinfe en de Staa- ten , opgeregt zouden worden, die den Ko- ning, ah Gr ave van Hollant onder het Gou- vernement van myn beere den PrincevanOran- fien, en daarenboven nog, den gemelden 'rinfe, als Stadhouder, en den Staaten van Holland en Zeeland trouwe zweeren zou- den. En om de Gereformeerden te helpen aan eenen rugfteun tegen de Roomfchgezin- de Wethouderfchap, werdt,by het zevende punt, bedongen, de drie Schutteryen,die, na 't jaar 1566, door het vlugten en ban- nen van veele Gereformeerde Schutters, zeer in verval geraakt waren, wederom op te regten, en vol te maaken, zelfs uit zul- ken, die 'er, te vooren, toe behoord had- den , en, uit hoofde der beroerten, geban- nen waren; aan welke allen, by het agtfic punt »vryheid verleend werdt, om wederom in de Stad te keeren. De oneenigheid tus- fchen de algemeene Staaten en Don Jan y die
|
||||
46z AMSTERDAMS ÜÜeël.
ïföS. die haaffc tot openbaare vyandelykheid uit-
borft, en 't gezag des Landvoogds fterk deedt afneemen, komende by het beleg van Amfterdam, te water en te lande, hadt de Wethouderfchap genoodzaakt, om in deeze en andere moeilyke voorwaarden te bewil- ligen. De Staaten van Holland wären zo wel overtuigd, dat zy hiertoe, haars on- danks , gebragt was, dat men haar gyze- laars uit den Raad afvorderde, die zo lang te Delft blyven moeften, tot dat de gewig- tigfte punten van het Verdrag voltrokken, de Stads Vendels afgedankt, en nieuwen in de plaats aangenomen, en beëedigd wa- ren. De Wethouderfchap verloor , hier- door, een voornaam gedeelte van den klem van 't voorig bewind: en 't leedt niet lang* of zy raakte allen gezag geheellyk kwyt. t)e uitge- Het fluiten van 't Verdrag lokte terflond weeke- <Je nitgeweekenen en ballingen, die allen, of £e,'].en meefl allen der Hervorminee waren toege- gen ko- daan, en by net agtjte punt vryheid van men, in wederkeeren gekreegen hadden , in grooten grooten getale, herwaards. Onder deezen, waren dfstad n vee^e aanzientyke Köopluiden j die zig, na te rug. de omkeering des jaars 1572,in de Steden van 't Noorderdeel van Holland hadden ne- dergezet : en met welker vertrek, de han- del , die aldaar fterk aan 't bloeijen was, wederom zeer begon teverloopen(/). Van Hamburg, en elders daaromtrent, keerden veele geweekenen ook naar Amfterdam. En kan ik niet voorby, hier te melden, 't gene fom-
(f) VELius Hoorn < iL ai*.
|
||||
IX. Boek. .Geschiedenissen. 463
fommigen,uit de Aantekeningen van den Hee- 1575.
re Kornelis PieterszoonHooft, die naderhand Burgemeefter van Amfterdam werdt, te boek gefteld hebben, te weeten, dat Johan Huigen, Raadsman der Stad Ham- burg, een vriend der Hollandfche vryheid, en zeer gemeenzaam met de Amflerdamfche vlugtelingen, de luiden van aanzien onder dezelven, die gefchaapen waren, in tyd en wyle, te Amfterdam op 't kuilen te raaken, en met naame Egbert Roelofszoon en A- driaan Pauw, ftaande op hun vertrek naar 't Vaderland, wel ernftelyk vermaande „ zig „ te wagten voor de klip waaraan die van 3, Hamburg en de andere Oofterfche Ste- „ den zig verzeilden; en niet te gedoogen, „ dat zig de Predikanten verder dan mee „ hun Predikampt zouden bemoeijen (g)." De Wethouderfchap zag, ondertuffchen , het inkomen van zo veele Onroomfchen kommerlyk in, en deedt haar beft, om der- zelver aanzien te fnuiken, zo ver eenigs- zins beftaanbaar ware met het Verdras van Voldoeninge. De Doopsgezinden, federt De den aanflag des jaars 1535, gefmeed door Doops- luiden, die, ten minften in 't voorftaan van Sezindeo den bejaarden Doop, met hen overeen kwa- ^ten men, zeer in den haat der Regeeringe ge- Poorter« weeft zynde, hadden zig eenige gunft ver- fchap worven by de Staatfchen, en zelfs by den hier ter perfoon des Prinfen van Oranje, dien zy,?2~f tc * reeds in 't jaar 1572, met eenige penningen, men# onderfteund hadden, niets op hem begeeren- de
{g) By BKANDT Reform. I. Dttl, ik »:.
|
||||
464 AMSTERDAMS . IL Dmfc/
1578. de, dan zyne vriendfchap, zo God hem* t'eenigen tyde , de Regeering der Neder- landen verleenen mögt (h). Ook hadt hy, in 't jaar 1577, te wege gebragt, dat zy te Middelburg tot Poorters werden aangeno- men , zonder dat zy verpligt werden „ den » gewoonlyken Poortereed te doen, waarin j,, zy, van gemoedswege, betuigden zwaa- it righeid te maaken:" by welke vryheid hy hen, aldaar, nog in July deezes jaars, handhaafde (ï). Na 't fluiten der Voldoenin- ge, beproefden zy, of hun gelyke vryheid gegund zou worden te Amfterdam, daar de Wethouderfchap Roomfchgezind was. Eenigen hunner verzogten Poorters te mo- gen worden, zonder dat zy den Poorters eed deeden, mids zy, met waare woorden, verklaarden getrouw te zullen zyn. 't Ver- zoek kwam in de Vroedfchap, daar den tienden May , beflooten werdt, voor als nog, niemant tot het Poorterfchap deezer Stede aan te neemen, dan die den behoor- lyken Poorters eed, naar ouder gewoontei Raad- zou gedaan hebben (k). Maar eenige dageri pleegin- laater, fchynt de Vroedfchap, bevroeden- y6 oecU ^e' veell'St» ^at net toelaaten en begunfti- fchap " êen ^er Doopsgezinden de Gereformeer- hiero- den, die veel fterker in getal waren,meer ver, ofmin, zou können te onderhouden, een weinig veranderd te zyn van gedagten. Ter Secretarye deezer Stede, beruft nogtegen- woor-
(*) Zh Brandt I. Deel, il. jïj.
(») Zie Doopsgez. Martel. II, Deel, hl. 74g, 749. tn feRAIÏDT I. Deelybl. %%* enz. 609 enz. (k) Refol. Vroedfch. A". 3. 10 May 1571, |
||||||
ÏX.B9EIC/ GèSCHIEDÊNïSSEfc. 465
woordig een los papier, waarop de Hem- 1578.«
men Haan aangetekend van twee-entwintig Leden der Vróedfchap, die , op den drie- éntwintigften May, geraadpleegd hebben, over het voorftel van Bürgemeefteren „ off „ men den Mennoniflen zall tot poorters ont* i> fangen onder hoeren ivaeren jae moorden in 5, plaetze van eedt* mits den * transgredié-* Over- „ renden geftraft zullen worden als meenedichV treed«* En vind ik , dat tien Leden hierop geftemd hebben „ dat menze niet ontvangen zou, j, dan wanneer zy den eed deeden; doch 5, dat menze egter, voor deezen tyd, on- „ deroogluiking,indeStad zou toelaaten." Twaalf ftemden ,, dat menze zou aan-1 ,, neemen, onder de voorwaarde , in het ,j voorftel gemeld." Doch op nieuws om- vraag gedaan zynde, ftemden elf „ dat men- 3, ze zou aanneemen;" en elf „ dat menze „ niet zou aanneemen:" zo dat 'er geen be- lluit vallen kon. Ook werdt van deeze raad- pleeging j waarfchynlyk ter oorzaake van de verandering, die drie dagen hierna voorviel^ niets te boek gefield. De Gereformeerden vonden zig nu, al-DeGere*
otnme in Holland, en zelfs te Amfterdam,f°rmeer- zo fterk van getal, dat het hun begon te rf" Jjgj? verveelen, dat zy, die elders in de treffe- ae be- lykfte en meefte ampten gebruikt werden, graaf- hier, uit alle ampten geflooten zouden bly-P,aats> ven; fchoon zulks, by 't Verdrag van Vol- Zfijfê? doeninge, geenszins was vaftgefteld. Men houder-* beftondt dan, misnoegen te verwekken on- fchap der 't gemeen; waartoe gelegenheid t'pvqr aa»ge- was,in eerte Stad, daar de Wethouderfehap weezelïm III. Stuk. Gg en
|
|||||
1
|
|||||
■ :■■■ • .
|
|||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||
466 AMSTERDAMS II. Dm;
1578. en een &root deel der burgerye elkanderen
niet vertrouwden. Volgens het eerfie punt der Voldoeninge, moeft de Wethouderfchap den Gereformeerden eene eerlyke begraaf- plaats aanwyzen, binnen de muuren. De Vroedfchap hadt ook beflooten, hiertoe te fchikken het ledige erf agter het Pauwels |
|||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||
Broeders Kloofter, daar de rosmolen tegen
aan kwam: en zo deezeplaats den Gerefor- meerden te afzigtelyk toefcheen, zou men hen uiterlyk mogen geryven met S. Joris Hof, of deszelfs bleekveïd (/). Veelligt,is men niet, of niet fpoedig gekomen tot het aanwyzen der laatftgemelde plaatfe, die midden in de Stad lag. Immers, hetblykt, dat de Gereformeerden, met de plaats, die hun was aangeweezen, en die aan eenen af- zigtigen hoek lag, zeer kwalyk te vrede waren (ni). De verbittering tegen die van Amfterdam, uit hoofde van den Godsdienft ontftaan, floeg zelfs tot de nabuurige Ste- den over. Een AmfterdamfchBinnenlandfch- vaarder, Albrecht Juriaanszoon, in 't begin van April, binnen Haarlem gekomen met zyn fchip, werdt, door den boomfluiter al- daar , voor Moorddammer gefcholden. Zelfs rukten de foldaaten, die de wagt hielden aan den boom, hem den vleugel of wim- pel , daar Stads wapen in ftondt, van het fchip, terwyl de boomfluiter fchamperlyk vraagde, van men de Moorddammers zulk een wapen gekreegen hadden ? Burgemeeite- ren
(l) Refol. Vroedfch. N. ?. 2 Maart i$7%*
(m) HOOFT XUl.ßoek, *;. $77. |
|||||||||||||||||||
Ken Am-
fter< damfch Schipper wordt, te Haarlem, voor Moord- dammer gefchol- den. |
|||||||||||||||||||
IX.BoEk. Geschiedenissen. 467
ren van Amfterdam hielden zulk een' hoon 1578.
zo zeer te ftryden met de Gendfche Bevre- diging en bedongen Voldoeninge, dat zy'er over klaagden aan die van Haarlem («); zonder dat my gebleeken is , wat 'er op gevolgd zy. Maar by den twift ter gelegenheid van Verfchü
den Godsdienft, kwam nog een ander ge-?ver 'c fchil. De drie Schutteryen moeflen, vol- ^"drie gens het zevende punt der Voldoeninge, we- Schutte- derom opgeregt worden. Zy plagten, van iyen on- ouds, alieenlyk te ftaan onder Overluiden der ,ze.s en Rotmeefters, en onder de Burgemees- ïjLerftï« ters als *Opperopzigters. Doch de Gemag- tendmtcn. tigden van denPrinfe van Oranje en van de Staaten van- Holland, die thans waren de reeds gemelde Heeren van Mathenes en van der Myle en Meefter Paulus Buis en Niko- laas Kamerling, zogten, om den klem van 't gezag over de burgerye in verzekerde han- den te houden, de drie Schutteryen te bren- gen onder zes vendels, over welken zy Ka- piteinen, Luitenanten, Vendrigs , Serjan- ten en Korporaals begeerden aan te flellen naar hun welgevallen. De Wethouderfchap beweerde „ dat zulks met de oude gewoon- „ te, en met den inhoud der Voldoeninga „ ftryden zou." Van de andere zyde, werdt hiertegen ingebragt „ dat men van den voo- „ rigen voet niet zogt af te wyken, dan al- 9, leen in 't beleiden en fchikken der wag- „ ten, waarin, zeide men, de Stadhouder „ voor-
(») Miflïve van Bmgemeefteren ^«»^»ivan.Haaileiu v**
rf . . April JJ7». Gg2
|
||||
468 AMSTERDAMS IL Deei;
1578. » voorzien mögt, naar tyds gelegenheid.'*
't Stribbelen hierover hadt eenigen tyd ge- duurd (0), toen de Gemagtigden van den Prinfe van Oranje en van de Staaten een' Lyft opftelden van alle de Bevelhebbers o- ver de zes vendelen, onder welken zy de drie Schutt;eryen brengen wilden; en die aan Burgemeefteren overleverden, om derzel- ver goedkeuring daarop te hebben. Bur- gemeefteren bragten 't ftuk in de Vroed- fchap, alwaar, den drie-entwintigften May, eendragtiglyk , beflooten werdt „ niet te „ bewilligen in het brengen der Schutte« „ ryen onder zes vendels, en vooral niet „ onder de opgegeven Bevelhebbers; fchoon „ men 'er niet tegen hadt, dat de drie „ Schutteryen, in gevolge van de Voldoe- „ ninge, van nieuws opgeregt en vol ge- „ maakt werden (p)." En dit befluit,welk, nevens de Ordonnantie op de Wagt, aan de Gemagtigden van den Prinfe van Oranje en de Staaten ter hand gefield werdt Qq), is het laatfte der Roomfchgezinde Regee- ringe, welk, in het Regifler van de Re/o- lutieri ^Vroedschap, ftaat aangetekend; waarom, en vooral om dat het de naafte aanleiding gaf tot de beroerte , die kort hierop ontftondt, wy het, hier agter, on- der de Bylaagen (r), geplaatft hebben. Ecnige Eenige voornaame burgers onder de On- tzien- roomfchen, ziende geene kans, om de Wet- lyke bur- hou- (0) HOOFT XIII. B»ek, bl. S77-
(p) Refol. Vroedfch. N. i. 23 May U78. ff) Mifilvc van Buigctn, aan de Gedeputeerd, ter Dagv. van i6 May ïfj», (r) Lr. D. |
||||
IX.Boëk. Geschiedenissen. 469
hoiiderfchap te brengen tot bewilliging in 1578.
het gene zy hieldt haar gezag tegen te zyn, gers on- en kwalyk overeen te komen met de Vol- dernee- doening , beflooten, omtrent deezen tyd, men de de gantfche Regeering om te keeren, en ReSee-
1 1 ° 1- 1* rme te hunnen partyen qen voet te ligten, eer die veram|e.
't hun deeden. Hoe men dit werk nebbe ren,
aangelegd, is, gelyk het gemeenlyk met diergelyke onderneemingen gaat, nergens klaarlyk aangetekend. Hooft , die , in 't jaar 163«;, met het fchryven zyner tref- felyke Nederlandfche Hiflorien, aan het om- keeren van Amfterdam gevorderd was, heeft, meer dan iemant, my bekend, Zyn werk gemaakt , om , uit oude luiden, te verneëmen, wat, by het Geus worden van Amfterdam, gelyk hy 't noemt, voorgeval- len zy (j). Hem zullen wy dan, voornaam« lyk, volgen. Hy fchryfl, gelyk klaarlyk blykt,debe- Beleid
roerte niet zp zeer toe aan de wulpsheid van van '• 't graauw, als aan 't opzet en beleid van werk* veelen der trefFelykfle burgeren. De Heer van Aldegonde hadt, al voor eenigen tyd, op zyne reize naar Worms, den algemeenen Staaten , uit Keizerslauter , gefchreeven , dat de Spaanfchen eenige fchepen zogten te bekomen van den Koning van Zweeden , omze te gebruiken tegen Amfterdam, bin- nen welke Stad, zy voorgaven vrienden in overvloed te hebben. En dit fchryven fchynt aanleiding te hebben gegeven, tot een an- der gerügt, welk men, ten deezen cyde, te
(s) Zit zync Brieven N. 4ji. bl, j4«,
Gg 3
|
||||
47© AMSTERDAMS II. Deel.
1578. te Amfterdam liet loopen , dat Don Jan>
onder dekfel van den Hoogduitfchen bezet- telingen , te Deventer en te Kampen, eeni- ge nooddruft toe te voeren, wel iet onder- neemen mögt op Amfterdam, daar hy, zei* de men,nog heimelykyerfland hieldt. Zulk eene tyding, looslyk verfpreid, door geag« te luiden onder de Onroomfchen, vervul- de de gemoeden met argwaan , die eerlang tot opftand uitborft. De beleiders van 't werk, overleggende, dat zy, in getal en magt, hunne partyen genoegzaam opwoo- gen, verflonden, dat de overhand afhan- gen zou van het waarfchuwen met den flag. Bardes Meefler Willem Bardes, Zoon van den ge- fchryft wezen Schout van Amfterdam, was aldaar, noi om nevens veele andere ballingen, wedergekeerd byftand uit het Noorderkwartier van Holland, alwaar van hy, eenen geruimen tyd, Stedehouder van Kryp- Sonoi geweeft was. Aan deezen verzogt hy, den vierentwintigften May „ dat zyn volk, „ leggende naaft aan Amfterdam, laft van „ hem hebben mögt, om zig, ten eerften „ bevele van de Staaten van Holland , of „ van derzelver Gemagtigden, vaardig te ,. houden tot den optogt." Men ziet, uit dit fchryven, dat 'er een toeleg op Amfter- dam in til was, waarin men ?ig van's Lands Krygsvolk bedienen wilde; en dat daarvan , behalve Bardes, die zeer verknogt was aan den Gereformeerden Godsdienft, ook de Gemagtigden der Staaten, welken zig, fe- dert eenigen tyd, in Amfterdam bevonden, kennis hadden.. By den zelfden brief, ont- boodt Bardes ook eenen fchootvryen helm |
|||||
en
|
|||||
JX.BoEK. Geschiedenissen. 471
en rondas, ten zynen behoeve. Sonoi ant- 1578.
woordde hem, zonder uitftel, dat aan zyn verzoek voldaan was. Ondertuiïchen,hadt het grootfte gedeelte van de Stads bezege- lingen , die al eenigen tyd gemord hadden over de zwaare wagten, niet donkerlyk te kennen gegeven, dat, zo men nieuwigheid aanvinge, zy zig niet t'zoek maaken, maar 'er veel eer de hand toe leenen zouden. In deezen ftand der dingen , kwam Meefter Thomas van TU% voorheen Abt van S. Ber-Thomas nards by Antwerpen, en federt, LeeraarvanTil onder de Gereformeerden, op Zondag den Predlkt vyfentwintigften May, buiten de VryheidAmfter« van Amflerdam, by denS.Antonisdyk,pre-dam. diken. Men weet niet, wat woorden hy uit de Heilige Schrift voorgedraagen , en of zyne Leer ook eenigszins tot ophitfing der gemeente geftrekt hebbe. Doch 't gaat vaft, dat de Gereformeerden , terftond na de preeke , eikanderen befcheiden, en tyd, plaats en wyze beraamd hebben, om't werk tot daadelykheid te brengen, en de Wethoti- derfchap van 't bewind te ontzetten. De hoofden des aanflags en eenigen der uitvoer- deren dan, elk zyn werk weetendc, houden zig binnens huis en wel op hunne hoede, met waaken den gantfchen nagt door. TenEenï<re volgenden morgen, zynde Maandag den burgers zesentwintigften May, vervoegden zigWil-fyreeken lern Bardes, Maarten Janszoon Koller, A-™f fjj driaan Kromhout, Adriaan Pauw en Guil- der^op^t laume du Gardin op 't Stadhuis, daar de Stadhuis. gantfche Wethouderfchap vergaderd was; om, gelyk als voor 't laatfl, te beproeven,, |
|||||||
Gg 4 of
|
|||||||
472 AMSTERDAMS IL Dm.
15*8. of zy niet te beweegen ware tot bewilliging in clefchikkingop deSchutteryen,en in de ande- re punten, waarop de Gereformeerden (ton- den. De Plaats of Dam, die reeds, ter oorzaa- kevan den Marktdag, rykelyk voorzien was van volk, raakte allengskens voller en voller, terwyl deeze luiden, ettelyke reizen, van 't Stadhuis naar de herberg van de Gemagtig- den der Staaten, die op den Dam was, en van de herberg naar 't Stadhuis, tuffchen de menigte door, over en weder gingen. Te- gen elf uuren, kwamen de bezettelingen in de wapenen, en werdt ieder der vier ven- delen op zyne ilandplaats gefield, 't Volk, uit het over en weder gaan der vyf mannen, befluitende , dat de Wethouderfchap niet toegaf, werdt allengskens ongeduldiger. Ook was 'er, hoe men 't keeren of wenden wil« En gee-^ de, geen verzetten aan de Heeren. Der- ven aan t haive f komt du Gardin, als nu de middag kennen, voorby, en de markt ontledigd was van dat de huisluiden en zuivel, verfchynen ter puije Heeren van 't Raadhuis, daar men de afkondigingen niet te plagt te doen, ligt zyn hoed, en zet dien Zynt terftond wederom op. Dit was een teken, dat men met redenen niets te verwinnen zag» Simon Henrikszoon Jonkhein, onlangs ver- kooren tot Hopman over een vendel bezet- telingen , treedt daarop ten Stadhuize af, en,flaande de armen van eikanderen,geeft te kennen, dat 'er geen verzetten ware aan de Wethouderfchap, zig vervolgens fpoe- dende naar zyn vendel, om de nieuwe Kerk Aanvang te verdedigen tegen plondering. Te gelyk des op- joft zekgr foldaat een musket, uic een de/ !00^ ven, |
||||
IX.Boek; Geschiedenissen. 473
venfïeren van de Waage. En ftraks daarop, 1578. ftuift matroos op ftraat, met vliegende vlag- gen , roepende Wie Oranje lieft, toone dat hy bert heeft, en volge my. De menigte der Onroomfchen was fluks op de been, arbei- der, arnbagtsman , koopman , rentenier, volk van allerlei flag, onder welk egter,de uitgeweekenen de vuurigften waren. Een gedeelte ftreeft naar 't bushuis, haalt 'er X gefchut uit, en fleept het naar den Dam, terwyl de toegangen derwaards geflopt wor- den met wolzakken, die by geval aan de Waage lag^en. Toen aan 't werpen met (Iee- nen naar de yzeren traliën der Vierfchaare, om de nagtwaakers, die hier, in zorgelyke tyden, op 't afbranden van zeker haakge- fchut paften, te verjaagen. En zo dra be- De Re- fpeurde de menigte niet, dat 'er geen vuur Seerjng) gegeven werdt, of zy Hort ten Stadhui- ™gectaft ze in, haalt den Schout en de meefte ou- en ter de en dienende Wethouderfchap van daar, Stad uit of uit derzelver wooningen,en brengtzeop de geleid. Waage, Een andere hoop fleept, midlerwyl, Ook de verfcheiden' Priefters en byna al de Min- Pj£ft?~ derbroeders naar den Dam. En kort daar- y e na, werden de Wethouders en Geeftelyken, tuffchen twee ryen foldaaten door, om be- fchermd te zyn tegen de woede van 't graauw, fchreeuwende, dat menze naar de galg voeren moefl, daar zy menig eèn aan ge- holpen badden, door de fchutters geleid naar 't Water, en elke foort afzonderlyk gefcheepc in verfcheiden' vaartuigen, die hen, maar even buiten de Stad, aan den S. Antonis- dyk wederom uitzetteden. Drie magteloo- Gg 5 z<?
|
||||
474 AMSTERDAMS II. Dee^
i<78. ttf?**™^ Moniken, een van welken Poor-
ter was, bleeven in de Stad; welken men, naderhand, befloot, of in't Klooflerten Zie- ken, of elders, van onderhoud te verzorgen (*).Doch erger lot hadden eenigeRegeerders zig toegelegd, met naame de Oud-Burge- meefler Henrik Dirks zoon, die geene ande- re rekening gemaakt hadt, dan dat men hen, buiten den boom, in den grond geboord zou hebben , waarom hy twee hemden , hem door zyne Huisvrouw nagezonden, aan de dienftmaagd te rug gaf, zeggende „ dat 3, hyze niet noodig zou hebben." Maar nu aan den dyk op vrye voeten gefield zynde, begaven hy en eenige anderen zig naar Haar- Boertery lem, daar hem nog fpottens lufl beving, zeg- vanHen- gende hy tegen zyne makkers, zulken, mis- zoonlrkS" ^"c^en» "*e» federt lang, verzuimd hadden
hem Burgemeefler te maaken, een ding heb' ben wy vergeten: en gevraagd zynde, wat ? antwoordde hy den kruiwagen, in Amfler- damfch, betekenende het middel, om dien men wil in 't bewind te helpen, en de din- gen te flieren naar zynen zin. Als men hem ook zyn gevoelen afvraagde, omtrent dit verhangen van de hekken der Rege eringe, zeide hy, meteenediergelyke laagefpreek- wyze, huimetuit, hoedt u mor de weêrfluity waarmede hy zeggen wilde, dat zy, die nu gezogt hadden op 't kuffen te geraaken, by verwifTeling van tyden, wel eens vaaren kod- den, gelyk hy en de zynen nu gevaaren wa* ren. Doch hy beleefde zulke tyden niet, (0 Refol. Viocdfoh. JV.4. 3i M*yi$7%.
i
|
||||
IX. Boek. Geschiedenissen.' 475
en overleedt, eerlang, te Haarlem, in zulk j^-g
een kwaaden reuk by den gemeenen man, dat,op zyne uitvaart, verfpreid werdt,hoe zyn lyk , wonderdaadiglyk , weggevoerd was, en een fpook, in de plaatfe daarvan, de kilt beflaagen hadt. De dienende Wet- houderfehap, die, nevens hem, voor 't groot- fle gedeelte, ter Stad uitgevoerd werdt,be- ïlondt uit den Schout Andries Hollefloot, de Burgemeefters Kornelis Klaas Meeum* zoon, Jakob Gerrit Teeuwszoon , Henrik Jakob szoonBicker en Reinier Henrikszoon Roo- klaas, en de Schepenen, Meefler Albert Kan* ter, Jan Micbiel Loefs9 SybrandBuik Joofi* zoon, Meefler Jan Duivenszoon, Arts ^Korne- lis Willemszoon van Riek, Jakob van Mar* ken, Evert Korszoon in 't Mars je, Jan Per- fyn en Meefler Kornelis Janszoon Romeny- boot, die, eerfl op Maydag te vooren, be- éedigd waren by den Hove van Holland, alzo de Schepenen van 't voorleeden jaar, ter oorzaake van de belegering der Stad in 't begin van February jongflleeden, tot dien tyd toe, waren aangebleeven. Doch wie van de Raaden, en van de Oud-Schepenen vervoerd werden, is, by gebrek van be- hoorlyke aantekeningen, niet wel aan te wyzen. \ Opmerkelyk was, ondertufTchen, dat dit't Min-
uitleiden der Regenten en Geeftelyken ge-derb">e- fchiedde, zonder iemant te wonden. ^chxloofter 't was naauwlyks verrigt, of de ziellooze wo°dt e ftof, beelden , altaaren moeflen voorhou-gepJon- den. Felft hadt men 't gelaaden op de ge-derd« dagtenis der Minderbroederen, dit kennis van
|
|||||
3
|
|||||
476* AMSTERDAMS ILDeeh.
t^S. van Ketterye plagten te neemen,en tot hun-
nent , na 't uitvoeren der doodvonnifTen, met de weereldlyke regters, het bloedmaal, ge- lyk het genoemd werdt, tè^eeten. Op hun Kloofter loosde zig dan de meefte woede. Alles werdt hier geroofd, of in flukken ge- fmeeten. Doch aan winkels of wooningen, waarvoor de Roomfchgezinden grootelyks bedugt geweeft waren , roerde niemant. Toen men uitgehold hadt, en de dag ten avond liep , bezétteden de Onroomfchen de plaatfen van belang, met wagt uit de hunnen; waartegen de Roomfchen, die 't aan magt, of ten minften aan orde, en aan voorgangers haperde , niets onderneemen durfden. In het Toorentje, Burgemeefters Kamer, plaatften zig vier ligte kwanten, ipotswyze deezen Wethouderen nafpeelen« de. Tot op den agtentwintigften, ftondt de Stad zonder Overheid, terwyl 'er, 't gene niet minder opmerkelyk is, na 't pionderen van 't Minderbroeders Kloofter, geen moed- De drie wil van belang gepleegd werdt. Doch 's Schutte- daagS na den opftand , werden de Wet- fiaan de'" nouders, door de drie Schutteryen, ten o- Wethou- verftaan van MathenefTe en van der Myle, Hers van Gemagtigden der Staaten van Holland, van eed en hunnen eed en ampten ontflaagen. Voorts amut: werdt; f ten zelfden dage, uit ieder der twaalf rotten , waaruit elke Schuttery beftondt, by meerderheid van de Hemmen der rotgezel- le, een agtbaar Schutter ge koor en, tot zes en kiezen en dertig in getal (u). Zie hier de naamen van
(a) HOOFT II. $oek, U, <S3. XIII. Bttkt & J7«,«S»
FONTANUS Lifr, I. Cap, IX. f. 63« |
||||||
ÏX.Boek, Geschiedenissen. 477
van vyfendertig derzelven, 't zy dat één rot 15J&
geen' Schutter verkooren hebbe, 't zy dat . mn
»5 -i i • n • 1 zes en de naam van den zesendertigften verzuimd dertig
zy aan te tekenen: Adriaan Reinierszoon agtbaara
Kromhout, Jakob Bennink Jakobszoon, Ja- Schut« kob Franszoon Oetgens, Doclor Klaas Plemp ,ters* Herman Roodenburg Hermanszoon , Ts- brand Janszoon, Govert Janszoon, Gerrit Janszoon Koesveld , Willem Pauluszoon, Simon Henrikszoon, Gerrit Janszoon Paris, Meefter Kornelis Barendszoon , Pieter Ja- kobszo on Vries, Jonge Jan Doet 'er niet toe, Klaas Reij er szoon, Arend Janszoon Koesveld, Pieter Pauw, Herman Roodenburg de Ou- de, Douwe de Blokemaaker, Dirk Olofszoon, Jan Simonszoon, Brouwer, Jan Ei, Tinne- gieter, Jan Pieterszoon Pomp, Lubbert Nut, Jan Bethszoon Roodenburg , Jonge Jan Duivenszoon, Klaas Henrikszoon Koning, A- ris Pieterszoon, Vleefchhouwer, Pieter Wil- lemszoon Vriend, Henrik Leendertszoon, Pieter Lievenszoon, Henrik in de Pot, ReijeroïRei* nier Simonszoon van Nek, Herk de Koperßa- ger en Gerrit Jakobszoon Schaap. Onder dit getal, waren veele geweekenen en ballin- gen, en de meeften Gereformeerden* Zy werden allen, tegen den volgenden dag, zynde den agtentwintigften May, ontboo- den op het Stadhuis; doch drie hunner,te weeten Meefter Kornelis Barendszoon, Jan Pieterszoon Pomp en Gerrit Jakobszoon Schaap, verfcheenen niet (o). De overigen die nieu- verkooren Meefter Willem Bardes, Doétor we Bun Maar.s«mees'.
(v) Zie Commïhn hl. 107a,
|
||||||
^-
|
|||||||
478 AMSTERDAMS II. Deel.
j-.g^ Maarten Janszoon Kofter, Adriaan Reiniers-
zoon Kromhout en Dirk Janszoon Graaf, Raaden a^en v*er uitgeweekenen en ballingen, tot ftellen. Burgemeefters : en, zo de meeften fchry- ven, Kornelis Willemszoon van Riek, A- driaan Pauw, Jakob Benning Jakobszoon, Baïthazar Simonszoon, Gerrit Janszoon Delft, Jan Jakobszoon Huidekooper, Henrik OJferts- zoon Fuik, Henrik Boelenszoon en Meefter Kornelis Romenyboot, tot Schepens. On- der deezen, waren ook eenige ballingen. Komelis Willemszoon van Riek was, ook in't jaar 1575, Schepen geweeft, en zelfs nog, op Maydag laatftleeden, verkooren, zo dat hy niet met de overige oude Regee- ring ter Stad uit geleid geweeft is. En zo Kornelis Romenyboot dezelfde is met Kor- nelis Janszoon Romenyboot, gelyk ik mee- ne, was hy, op Maydag te vooren, ook tot Schepen aangefteld, en is derhalve ook niet ter Stad uitgeleid geweeft. Doch 't fchynt, dat hy de wettigheid der gemaakte veranderinge niet heeft willen erkennen. Im- mers, hy heeft, federt, nimmer in Sche- pensbank gezeten. Op gelyke wyze, wer- den tot Vroedfchappen verkooren Meefter Reinier Lambertszoon van der Horfl, Maar- ten Simonszoon Schuit gen of Schuit, Ysbrand Janszoon Lyndraayer,Henrik van Marken, Adriaan Pauw, Adriaan Reinierszoon Krom- hout , Doftor Maarten Janszoon Kofter , t Kornelis Willemszoon van Riek , Gerrit Janszoon Koesveld, Antoni ffillemszoon
Bontekoe, Reinier Simonszoon van Nek, Herman Roodenburg de Oude, Egbert Roe- lofs-
|
|||||||
IX.Boe€ Geschiedenissen; 479
lofszoon, Jakob Benning Jakobszoon, Evert 1578'.
Korszoon in 't Marsje, Klaas Reijerszoon, Meefter Willem Bardes, Jan Duin Korne- liszoon, Simon Henrikszoon Jonkhein, Ver- wer, Jan Simonszoon Lonsvaarder, Willem Pauluszoon, Dirk Janszoon Graaf, Gerrit Jakobszoon Schaap, Jakob Janszoon Ben- ning , Balthazar Simonszoon Appelman, Reinier Kant, Klaas Simonszoon van Heems- kerk, Gerrit Janszoon Delft, Klaas Korne- Hszoon van Flooswyk, Jakob van Kampen, Jan Laurenszoon Spiegel, Jan Jakobszoon Huidekooper, Pieter Willemszoon Vriend, Henrik Olfertszoon Fuik, Jakob Franszoon Oetgens van Waveren en Meefter Kornelis Romenyboot. Onder deezen, waren Mees- ter Reinier Lambertszoon van der Horft en Maarten Simonszoon Schuit , reeds in 't jaar 1574, tot Räaden verkooren geweeft, en Meefter Kornelis Romenyboot was, nog niet lang geleeden, in dit zelfde jaar 1578, tot Raad aangefteld, door de oude Regee- ring. Kornelis Willemszoon van Riek was, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, te voo- ren al Schepen geweeft. Ook was Evert Korszoon in 't Marsje,*op Maydag jongft- leeden, toe het zelfde ampt verkooren: al 't welke beveiligt, dat niet de gantfche ou- de Regeering ter Stad uit geleid is. Doch de overigen hadden nimmer in de Regée- ring geweeft. Wyders, werden gekooren tot Rentmeefters of Thefauriers Pieter Ro- ding en Henrik van Marken; tot Weesmees- ters Jan Klaaszoon Kat, Ysbrand Janszoon en Jan Meurling, en tot KommiffariÏTen van Hu-
|
||||||
4&o AMSTERDAMS llDztii
XJ78. Huwelykfche zaaken Meefter Reinier Si-
monszoon van Nek,.Egbert Roelofszoon * Bieter Roding,KornelisFloriszoon van Tei- lingen en Frans Volkertszoon Koornhert, die ook Secretaris van deeze Kamer was. On- der alle deezen waren ook verfcheiden' ge- weekenen en ballingen, en 't verdient eenige opmerking, dat Pieter Roding te gelykThe- faurier en Kommiflaris van de Huwelykfche zaaken werdt (w). Aanmer- In deeze verkiezing der Regeeringe, week kingen men ? ter oorzaake van den tegenwoordigen °e"yZece*toefland des tyds, blykbaar af van de Pri- van ver- vilegien, die nergens de aanflelling van Bur- kiezen gemeelleren , Schepenen of Raaden verj der Wet- blyven aan gekoorenen uit de Schutteryen. ^oude- £je Raacjen aiieen fchynen, oudtyds, im- mers voor eens, door den Rykdom en Ge- meente, verkooren te zyn, om dat zy de- zelven verbeelden moeften. Doch de Ryk- dom en Gemeente waren de Schutteryen niet. En Burgemeefteren en Schepenen wa- ren nooit, door den Rykdom en Gemeen- te, veel min door de Schutteryen, verkoo- ren geweeft. Wanneer men dan y by fom- migen(a;)> leeft, dat deeze verkiezing ge- fchiedde, volgens de Handveflen en oude Pri- vilegien defer Stede; en in de Regeerings-Lyfi voor de Handveflen, dat de Burgemeefters en Raaden verkooren zyn, naer volgende de Pri- vilegie daeraf fynde van defer Stede , moet zulks alleenlyk zo worden opgevat, dat de ver^
(w) Zie ie Regeer. Lyft voor de Handveflen.
(x) DAPPER bl, 2J0. COMMILIU, bU 1071.
|
||||||||||
\
|
||||||||||
' - «."V.—-HdÄtftffl
|
||||||||||
ÏX. Boek» Geschiedenissen. 481
verkoorenPerföonen, volgens de Privilegien, 1578,
tot de Regeering bevoegd, niet dat, in de wyze van verkiezinge, de Privilegien ge- volgd waren. Schoon, wyders, verfcheide Hifbriefchryvefs hebben aangetekend, dat de verkiezing van Schepenen, ook door de Schutters, gefchied is, heeft men egter re- den om hieraan te twyfelen. Ten minfte Wordt, in de Regeerings-Lyfl voor de Hand- veßen, het verkiezen van Burgemeefteren en Vroedfchappen alleen aan de Schutters toegefchreeven. Veelligt, zyn de Scheperts, door de nieuwe Raaden, benoemd, en door de Gemagtigden der Staaten, ten overftaan van welken, dit gantfche werk was aange- vangen , verkooren geweeft. Doch van alle deeze dingen is, zo ver my bekendis, ner- gens , eenige naauwkeurige aantekening óvergebleeven. Twee dagen hierna, deeden denieuwlingsoe nieu-
verkooren Burgemeefteren den Raad byeen-we Bur- komen, onder anderen om voor te liaan,Semeés' „ dat de Stad zig 2onder Schout bevondt, [^ee^ ft en dat ten hoogfte dienftig ware, eenennen „ bekwaamen Perfoon tot Schout aan te fiel- Schout „ len." De Vroedfchap liet dit aan Bürge-aau« meefteren, die, hierop, den eenendertigden May, den Onderfchout, Willem Maartens- zoon Kalf, voor den tyd van drie jaaren, tot Schout aannamen (3/). Egbert Korneiïszoon, Adelborft onder 't vendel Soldaaten van Jan Duin, werdt, wat laater, in zyne ftede,tot Onderfchout aangefteld (2). (y) Refol. Vroedfch. N. +. 30, tl May ïj7s.
(z) Refol. Vroedi'ch. N. 4. U 7uny 1578» III. Stuk. Hh BY^
|
||||||||
484 AMSTERDAMS II. Dek.
BYLAAGEN
op het II. Deel, IX. Boek.
.L. A.
Instruction pourlePrince DorangesCon-
té de naflliuw &c. Chev. de l'ordre &c Cora- mil fe aura a conduyre & regier au gouverne- ment des pays de hollande, de zeelande, de Weflfrize & Dutrecht, La Briele & Voorne, auquel Ie roy Ta commis & inftitué. Tir emiers Ie dit Prince Doranges tiendra fa con-
* tinuelle refidence es Pays de fori gouuerne- ment eflant kelle tant plus requife pour les incon- veniens qui pourroient en fon abfence furvenir tant au faih de la religion que aultrement fi auant tont es fois que la feruice de fa Malé. Ie bien ut Hit e & proufic't de fes dit s pays Ie requet- ront fans auocquer , appelier ou faire venir les fubiects de fes dits pays hors diceulx ni fut pour eau f e urgente & raifonnable ou du, confcntement & par ordonnance de la dttcbejfe de Parme & de Plaifance regente & gouvernante de tous les pays de par deca en generai. |
||||||||||||||||
BVLAA
GEN Ia A.
|
||||||||||||||||
^4
|
||||||||||||||||
Que Ie dit prince Doranges fera tenu dobeyr
ft5 obtemperer aux lettres commandemens & or- donnance* de la dit e ducbeffe ayant fuper int en- de nee & autorite comme a mefmes fa ma",feul- le fur tous les gouuernemens de fes dits pays. Que eflant aux Ueux' ou fe tiennent les con*
faulx prouimiaalx de fesd. pays & fes dits gou- uer-
|
||||||||||||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 483
|
|||||||||||||||||||||||
VERTAALING B*la*
GEN
der nevensflaande InflruèJle.
|
|||||||||||||||||||||||
„ Instructie voor den Pr im van Oranje^
„ Graaf van Najfau, Ridder der Orde enz. „ naar welke by zig zal hebben te fc bikken „ en te gedraagen, in de befliering der Lan- |
|||||||||||||||||||||||
55
55
|
den van Holland, Zeeland, Weflfriesland^
Utrecht , den Briele en Fborne , izaartot |
||||||||||||||||||||||
, de Koning hem gezet en aangefleld heeft.
Vooreerft, zal de gemelde Prins van O
ranje zyngeduurig verblyf houden in de Landen van zyn bewind; 't welk te meer- der vereifcht wordt, uit hoofde der onlus- ten , die in zyn afwezen zouden können ontliaan , zo in zaaken van Godsdienft als anderszins ; ten ware de dienil van zyne Majefteit, de welvaart, het nut en het voor- deel van zyne gemelde Landen zulks vor- deren mogten : zonder nogtans de onderdaa- nen van zyne gemelde Landen buiten dezel- ven te beroepen, te betrekken of te doen komen, dan om dringende en redelyke oor- zaaken, of met bewilliging en op orde van de Hertoginne van Parma en Plaifance, Regente en Gouvernante van alle de Landen van herwaards over in 't gemeen. „ Dat de gemelde Prins van Oranje gehouden zal zyn tot gehoorzaamheid en onderwerping aan de brie ven, bevelen en Ordonnantien van de gemelde Hertoginne, die het opperopzigt en gezag heeft zo wel als zyne Majefteit zelve alleen, over alle de Gouvernementen van zy- ne gemelde Landen. „ Dat hy, zig bevindende ter plaatfe daar de
Provinciaale Raaden van zyne gemelde Lan-
|
|||||||||||||||||||||||
51
11
•)•< 51 55 55 51 55 5' 5' 55 W
55
5'
55
|
|||||||||||||||||||||||
51
|
|||||||||||||||||||||||
55
;5
55
55 55 55
|
|||||||||||||||||||||||
3J
|
|||||||||||||||||||||||
Hh a
|
?»
|
den
|
|||||||||||||||||||||
484 AMSTERDAMS II. Deel.
uernemens II aura entree es dits confaulx & y
prefidera toutes les fois qiCil luy plaira & les af- faires Ie requeront propofera ou f era propofer tou- tes matieres y feruans & deliherer en fa prefence & conclure a pluralite des voix £f d opinion com- me il efl de couflume. |
|||||||
Item adminifirera & fèra adminlßref hon-
ne & briefue ffuftice a tous vaffaulx officiers & fubieftz diceulx pays tant ecckfiafliques qu« feculiers par les juges & officiers a ce ordon- nez felon les preuileges droitz & coufium'ss des- dits pays, lesquels fa ma'*, veult & entend eflrc gardez fi auant que les fubiecls en ayent due- ment foy £f vfe. Et pour eftre laffaire que la conferuation de notre fainte foy & religion chre- tienne la chofe que fa ma1«, a plus a coeur, icelle fa mate. ordonne au dit Sr< Prince Doran- ges bien expreffement dauoir bon & foingneulx regard de faire corriger & extirper les fecles reprouuées de rire mere Ste. Eglife fuivant les place arts & tdi&s cy deuant fiatues & publiez par feue de tres louable memoire la ma1*, imp1'. & depuis par fa ma*', royalle renouuellez fur Ie fai£l de la dite religion. Et que les jfuges qui feront foubz Ie gouvernement du dit Sr. Prince executent les dits edifts & placcars fans infrac- tion, alteration £f moderation puisque Ion les ha conftitue juges pour felon la loy fuger, & non pour la moderer & declairer ou pour dispute/- & fuger felle comtient ou non. Prendra aujfi regard que ceulx qui feroient aucunement fus- pecles des dites feaes ou gens incognuz ne tien- tient afiemblées & conuenticles fecrets Et quant il fera aduerty d aucune affemblce regardera de tout fon pouuoir a les apprehender & faire cor- figer comme appertient fuyuant les dits plac- carts.
|
|||||||
■
|
|||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 485
,, den en van zyne gemelde Gouvernementen ge- ßYLAA.
3, houden worden, toegang tot de gemelde Raa- CE^
,, den hebben en in dezel ven voorzitten zal, zo Lr. A.
„ dikwils als het hem behaagen zal, en de zaaken
„ zulks vereifchen zullen; de zaaken, die daar
„ van dienft zyn, voorflellende of doende voor-
3, flellen, over dezelven doende raadpleegen in
j, zyne tegenwoordigheid,en met de meerderheid
„ van (temmen en gevoelens befluitende, gelyk
3, gebruikelyk is.
,, Ook zal hy, door de Regters en Officiers,
„ daar toe gefield, goed en kort regt oefenen en „ doen oefenen,omtrent alle Leenmannen, Amp- j, tenaars en Onderdaanen, zo Kerkelyken als 3, Weereldlyken, volgens de Privilegien, Reg- 3, ten en Couftumen der gemelde Landen, wel- 3, ken zyneMajefleit wil en verflaat, dat bewaard 33 blyven, in zo verre de Onderdaanen daarvan 3, wettig bezit en gebruik hebben. En wat de zaak „ der beboudenhTe van ons heilig geloof en, „ Chriflelyken Godsdienfl aangaat, die zyne Ma- ,, jefleit zigmeefl ter herte laat gaan; zyne Ma- „ jefleit beveelt den gemeiden Heere Prinfe van ,, van Oranje wel uitdrukkelyk, dat hy goede en „ naarftige zorg draage, om de gezindheden, die „ door onzeHeilige Moeder deKerk veroordeeld 33 zyn, te flrafFen'en uit te rooijen, volgens de „ Plakaaten en Edicten, over 't fluk van den ge- 9, melden Godsdienfl, voor deezen ,vaflsefleld ,, en afgekondigd, by wylen de Keizerlyke Ma-r ,3 jefleit, hoogloffelyker gedagteniffe, en federt „ door zyne Koningklyke Majefteit vernieuwd. „ En dat de Regters, die zig onder 't Gouverne- 3, ment van den gemeiden Heere Prinfe bevinden „ zullen, de gemelde Edicten en Plakaaten zul- 3, len uitvoeren, zonder inbreuk, verandering of „ maatiging; naardien mennen tot Regtersaan- „ gefield heeft, om volgens de Wet teoordee- „ len, niet om dezelve te maatigen en te ver- „ klaaren,ofom te twiflen en te oordcelen, of ,j dezelve dienflig zy, of niet. Hy zal ook agt Hh 3 „ ge«-
|
||||
486 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- €arts' Et fil treUue la multitude fi grande &
gen quil fut de befoing y obuier par main forte & Lf. A. quil fy employé de tout ce quil pourra auant quils Je puijfent tellement renforcer que Ie remede
fut »pres plus difficile.
|
||||||||||
Gardera & preferuera les fubjefts de [on
gouuernement de toute force violence $f oultra- ge daultant quil [era en [on pouuoir & ne permeSira en aulcune maniere que aucuns va- gabondes, pietons & gens de guerre voifem par les pays fans payer, ou facent aultre force ou outrage aux cloiflres , paifans ou autres mais les f era pugnirfelon les placcarts fur ce depechez & publiés fans dißimulation. |
||||||||||
Gardera aujfy & conferuera a fon pouuoir
les droits , bauteurs, Jurisdiction , revenu & demaine de.fa mate. & ne permeclra aucune alie- fiation dicelluy demeine fi non par lettres paten- tes meurement iQf a recognoifance de Caufe ex- pedies foubs Ie grand [eau de fa mate & due- ment verifiez en finances comme appertient* |
||||||||||
Et ne perme&ra ne confentera leuer ou fai-
re teuer & affembler pietons ou aultres gens de guerre en fon gouuernement fans exprejfe ordon- nance ou confentement de fa mau. ou de la di- te duchejje. Et f e tofi guil fera aduerty d? aucu- ne ajfemblee de pietons aduifera auec fayde & (4S-
|
||||||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 487
„ geeven, dat zulken, die, met de daad,eenigs- Bvlaa;
„ zins vei'dagt zyn van tot de gemelde gezindhe- gen .3 den te behooren, of onbekende luiden geene L-. A. „ heimelyke byeenkomften of vergaderingen „ houden. En wanneer hy van eenige Vergade- 3, ring kennis gekreegen heeft, zal hy, uit al zyn „ vermogen, tragten de vergaderden te vatten en „ te doen ftraffen, gelyk volgens de gemelde Pla- 3, kaaten behoort. En zo hy de menigte zo groot „ vondt, en het noodig ware,dat men dezelve 5, met de flerke hand te keer ginge, zal hy zig 3, bedienen van al wat in zyne magt is, eer zy ,, zo talryk worden, dat het hulpmiddel daarna „ moeijelyker zyn mögt. ,TJHyzalde onderdaanen van zynGouverne-
,, ment, zo veel in zyn vermogen zyn zal, be- ,, fchermen tegen allerlei overmagt, geweld en „ ongelyk, en in geenen deele gedoogen, dut „ eenige landloopers, zwervers of krygsluiden ,, door 't land trekken, zonder te betaalen, of „ eenig ander geweld of fchade toebrengen aan j, Kloofters, huisluiden of anderen; maar dezel- 'f, ven, zonder oogluiking, doen ftraffen, vol- j, gens de Plakaaten, desaangaande afgevaardigd „ en uitgegeven. ,, Hy zal ook, uit al zyne magt, bewaaren eti
„ in Hand houden de regten , hoogheid, jurisdic- „ tie, inkomflen en domeinen van zyne Maje- „ fteit,en geene vervreemding van de gemelde „ domeinen gedoogen, dan by open brieven, die, 3, na ryp beraad en met kenniffe van zaaken, on- j, der het groot zegel van zyne Majefteit, afge- „ vaardigd, en wettiglyk en naar behooren in „ de Finantie bekragtigd zyn. 3, Ook zal hy niet toeftaan noch gedoogen ,
3, dat in zyn Gouvernement voetknegten ef krygs- „ luiden geworven »of verzameld worden , zon- 3, der uitgedrukten laft of bewilliging van zyne „ Majefteit, of van de gemelde Hertoginne. En „ zo dra hy kennis gekreegen zal hebben van Hh 4 „ ver-
|
|||||
y
|
|||||
488 AMSTERDAMS ILDeel.
Bylaa- aßßence des nobles bonnes villes officiers & aul-
^w . tres fubiefts les rompre & faire retirer hors da
* Jon gouvernement, & deffendre a tous fubiefts
de fon dit gouuernement de point aller au fer-
uice daultres SrS. que de fa maté. Et ßls en
smient accepte feruice de retourner für paine
de la hart, tenant toußours bon regard que les
eommencemens font plus facilles a remedier gut
qwnd les viol*i\ces font paffees plus oultre,
|
|||||||
Et a cefle fin 6? en tous aultres requeram
prompte reßflence Ie dit prince Doranges pourra fahre affembler les nobles officiers & aultres fub- iefts de fan dit gouuerneme it a fon de clocbe &? autrement comme il verra eflre requis pour laffißer a la deffence dupays< Semblablement quand les nobles officiers &
aultres particuliers de fon dit gouuernement fe- ront par lui mandez ou appellez ils feront tentts venir vers luy & lobeyr en toutes cbofes hannefles & raifonnabks.
■
Le dift prince Doranges aura foigneux re-
gard que les forts £5? fortifications de fon gou- vernement foient bien gardez ^ les garnifons y ordonnez bien emretenuz felon les orJonnanccs; fur ce faiftes ou a faire & lesquelles il ne pour- ra exceder fans en aduertir fa ma1*, ou, la, dite ducbeffe. Et ne pouruoita daucunspietlms ayans garde
de forts lesquels fa ma", veult conti nuellement tenir re.fideme fur iceulx pour euiter toutes fur- prinfes, Item
|
|||||||
1
|
|||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 489
j, verzamelingvanknegten,zalhyzynbefldoen, bylaji.'
„ om dezelven, met hulp en byfland van de ede- G,-N* „ len, goede fleden, officieren en andere Onder- Lf. A. „ daanen, te verflrooijen en uit zyn Gouverne- „ ment te doen vertrekken, met verbod aan alle 9, onderdaanen van zyn gemelde Gouvernement, „ om zig in geenen dienfl van eenige Heeren te „ begeeven dan van zyne Majefleit; en zo zy „ vreemden dienfl aanvaard mogten hebben, zig, „ op flrafFe van de galge, daaruit te begeeven, „ altoos wel bedenkende» dat de beginfels ligter „ herfleld können worden, dan wanneer dege- 9, weldenaaryen verder voortgeloopen zyn. ,. En ten deezen en tot alle andere einden,
„ die vaardigen tegenfland vorderen , zal de ge- ,, melde Prins van Oranje de Edelen, Ampte- „ naars en andere Onderdaanen van zyn gemel- „ de Gouvernement mogen doen vergaderen, by ,, klokgeflag, of anderszins, naar dat-hy zulks ,," dienflig vinden zal, om hem, in het verdedi- „ gen van 't Land, by te flaan. „ Insgelyks zullen de Edelen, Amptenaarsen
„ andere by zondere perfoonen van zyn gemel- ,, de Gouvernement, wanneer zy door hem ont- „ booden of geroepen worden, gehouden zyn „ tot hem te komen - en hem, in alle eerlyke en „ redelyke zaaken, te gehoorzaamen. „ De gemelde Heer Prins van Oranje zal ook
„ vlytiglykbezorgen, dat de Sterkten enVeflin- ,, gen van zyn Gouvernement wel bewaard, en M de bezettingen , voor dezelven gefchikt, wel ?, onderhouden worden , volgens de Ordonnan- „ tien, daarop gemaakt of nog te maaken,bui- 8, ten welken,hy niet zal mogen gaan,zonder „ daarvan zyne Majefleit of de gemelde Herto- „ ginne kennis te geeven. „ En zalhy geen gebruik maaken van voet-
3, knegten, aan welken eenige Sterkten <e bewaa- „ ren gegeven zyn, begeerende zyne Majefleit p, dat dezelven aldaar hun geduurig verblyf Hh 5 „ hou^
|
|||||
/
|
|||||
490 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- Item ne fe meslera tty entreme&era du domai-
6EN ne de fa Maie. foit pour le amodier, bailier a Lr. A. ferme rec&uoir ne autrement en maniere que ce foit. tnais laiffera dicelluy conuenir les recep~ ueurs a ce ordonnez ou les commiffaires que fa Mate. ou ceulx de fes finances ou des comptes a ce ordonneront. Ausquels il donnera toute fa- ueur ayde g? ajfiflence mais fil entend qiielque chofe en quoy le proufßil & feruice deJaMate. ne foit garde commil appertient en aduertira fa diu mate. & en fon abfence la dite dame du- cbejfe. Et fi fera tenu de garder & enfuivir faire
garder £«f enfuiuir les efiats des receueurs faifts par ceulx des finances ou des comptes fans les enfraindre en maniere que ce foit nefi pour fu' bite & tres urgente neceffite laquelle ne pourroit fouffrir dilay fans dangier de plus grand incon- venient de la quelle neantmoins il fera tenu en la meilleure diligence que faire fe pourra ad- uertir le roy ou la dite ducbeffe. Et ne pourra le dit prince emequer par de-
uant luy aucunes matieres pendans ou qui fe doiuent traitler ausdits Confaulx ou aucunement diuertir ou empecher le train ordinaire de la ju- flice ou conflraindre les parties de proceder de- uant luy ou fes commis fi ce nefi du libre con- fentement des deux partyes ou quil ny eut cbofe Qsf inconvenient que ne puifi fouffrir d'en ad- uertir la dite dame ducheffè. i
♦ Sluffy ne pourra entreme&re les dits confeil- Iers es aultres affaires que ceulx du pays mais les
|
|||||
■
|
|||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 491
„ honden, om alle verraffing te voorkomen. bylaa.
,, Voorts zal hy zig niet moeije*n met, noch 0EN
„ fteeken in de domeinen van zyne Majefteit, l>. A. „ 't zy met dezelven in admodiatïe te neemen, „ te pagten, te ontvangen, of op eenige andere „ wyze hoe ook genaamd; maar de Ontvangers, „ daartoe gefield, of de CornrniflärifTen - die zy- „ ne Majefteit, of die van zyne Finantien of „ Rekeningen daartoe ftellen zullen, daarmede „ laaten beworden: aan welken hy alle hulp en y, byftand verleenen zal. Doch zo hy iet ver- „ neemt, waarin het voordeel of de dienft van „ zyne Majefteit niet bewaard wordt naar be- „ hooren, zal hy 'er zyne gemelde Majefteit, j, en in deszelfs afwezen, de gemelde Vrouwe j, Hertoginne kennis van geeven. „ En zal hy gehouden zyn te bewaaren, en ver-
„ volgens te doen bewaaren de Staaten der Ont- „ vangeren, opgemaakt door die der Finantien „ of der Rekeningen, zonder dezelven ineeni- „ gerlei opzigt te krenken, dan by fchielyken en ,, zeer dringenden nood, die geene verwyling „ gedoogt zonder gevaar van grooter ongelegen- „ heid; van welken nood hy nogtans gehouden j, zal zyn, ten fpoedigfte mogelyk, kennis te „ geeven aan den Koning, of aan de gemelde „ Hertoginne. „ En zal de gemelde Prins geene zaaken, die
5, voor de gemelde Raaden of hangen of behan- „ deld moeten worden , voor zig mogen betrek- „ ken, noch op eenigerhande wyze den gewoo- j, nen loop des Regts verleiden of belemme- „ ren, of partyen bedwingen om voor hem of „ voor zyne Gemagtigden te pleiten, ten ware „ zulks gef£hiedde met bewilliging van beide de 3i par:yen, of dat 'er eenig ongemak uit ontftaan ,, zou, en de tyd niet toeliet, daarvan eerft aan de 9, gemelde Vrouwe Hertoginne kennis te geeven. „ Ook zal hy de gemelde Raa.den niet mogen „ gebruiken tot andere zaaken dan die des Lands; „ maar
|
||||
1«
|
||||
49« AMSTERDAMS IL Dee^
Bylaa- les toffi™ ■fontinuelkment vaqtter aux affaires
gen de leur charge & aura bon regard que les recep- L% A. ueurs du Demaim & aydes de fa ma". & ceulx
des comptes facent leur debuoir & de bien ad- miniflrer Ie reuenu de fa ma". Et fil y treuue faulte en adueritra la dite ducheffe ou ceulx des finances pour avec fon advis y donner des ^>ra- vifions convenables* ■duffy ne pourra Ie dit prince donner aucuns
preuileges oftrois francbe foires legitimations ou femblables graces de notable effect ou auffy re- mijfions d'homicides ou autres crifmes Êf excef- fifs finon de fimples homicides non qualifiez 8* aultres crifmes, non importans peine de mort ou confiscation de biens &. ce moyennant compofition raifonnable au proffiSt de fa Ma", fuyuant /V> donnance fur ce faift , la quelle fe payera es mains de Vofficier du lieu ou Ihomicide ou deliil eft commisf |
||||||
Semblablement ne pourra ledit prince donner
uucunes lettres de faulfconduid, de paffeport de fbeurete de corps ou placet fur benefices ou aul- tres femblables qui fe depechent par Ie privé Con- feil foubs Ie grand f e au de ma". Le dit Prince Doranges ne pourra faire au~
tuns nouueaulx ouurages fans ordonnance de fa ma", ou de la dite ducheffe ou de ceulx des fi- nances. Bien entendu que les maifons que fa ma", ha en fon gouuernement foient entretenues fans les laiffër tomber en entiere ruyne & aduer- tiffe Lesdits des finances de ce que a cefle fin pourroit eflre necejfaire aujji que dedans iceJles maifons ils ne fouffrent mettre chofes que pui f fent
|
||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 493
„ maar dezelven geduuriglyk laaten bezig zyn, Bylaa-,
„ in de zaaken van hun beroep. Hy zal voorts ^EN „ goede zorgdraagen, dat de Ontvangers der Lr- A* j, Domeinen en Inkomften van zyne Majefteit, „ en die van de Rekeningen hunnen pligt wel „ waarneemen, en de inkomften van zyne Ma- ,, jefteit behoorlyk beflieren. En zo hy daarin „ gebrek vindt, zal hy 'erde gemelde Hertogin* „ ne,of die van de Finantien kennis van gee- 3, ven, om 'er, byzynen raad, de vereifchte pro- 5, vifien tegen te verkenen. „ De gemelde Prins zal ook geenerlei Privi-
3, leden, Oclrojen, vrye Markten, Wettigingen j, of diergelyke gunlten van merkelyk belang „ mogen verleenen: ook geene vergiffenis van ,, doodflagen of andere zwaare en grove misdaa- „ den; uitgenomen van enkele doodflagen en „ andere misdaaden, waarop geene doodftraf of „ verbeurdverklaring van goederen gefteld is, j, en dit nog behoudens redelyk verding, ten be- „ hoeve van zyne Majefteit, volgens de Ordon- ,, nantie daarop gemaakt: 't beloop van welk „ verding betaald zal worden in handen van den „ Officier der Plaatfe, daar de doodflag of mis- „ daad bedroeven is. „ De gemelde Prins zal ook niet mogen ver-
,, leenen eenige brieven van vrygeleide, vryen „ doortogt, Lyfsveiligheid ,placets op Beneficiéi „ of andere diergelyken, die door den geheimen „ Raad, onder het groot zegel van zyne Maje- „ fteit,afgevaardigd worden. „ De gemelde Prins van Oranje zal geenerlei
„ nieuwe werken mogen maaken, zonder laft j, van zyne Majefteit, of van de gemelde Herto- „ ginne, of van die van de Finantien. Met dien „ verftande nogtans, dat de huizen, die zyne „ Majefteit in zyn Gouvernement heeft, onder- j, houden worden, zonderze geheellyk te laaten „ vervallen, en hy die van de Finantien kenni» j, geevewat'er ten dien einde zou können noo- » dïg
|
||||
494 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- fent au^cunement g f euer ou gaßer icelies. |
||||||||||
GEN
Lr. A. |
||||||||||
Et ne perme&ra que aucun de quelque eßat
ou condition quil foit face aulcuns forts en Jon gouuemement ou augmente notablement les forts y eflans, fans Je confentement de fa mate. ou de la duchejfe. Et ne fouffrira ny perme&ra que aulcuns biens
immeubles foient transportez au prouffitl des cloi- flres ou mains mortes ou que les cloiflres, abbayes & maifons eccleßaßiques ou villes ou villages ou aultres communaultez pretendent ou ayent autres prote&eurs que le roy ou Ie dit gouuerneur au nom de fa dite ma'e. |
||||||||||
Semblablement le dit Prince Doranges ne con-
fentera ou perme&ra que les vilLs, villages ou communaultez de fon gouuemement vendent ou chargent leurs biens en maniere que fe foit, m außi quils puiffent impofer nouueaulx impofls fans le confentement & oElroy de fa mau. Qiiand fa mate. ou la dite duchejfe mandera
au dit Prince de leuer ou ajfembler gens de guer- re a pied & a cheual II regardera de les leuer & ajfembler a la moindre despence & foulle qua fera pojßble.. Le dit Prince Doranges fera tenu de faire
garder fë3 obferuer les placcarts & ordonnance! de fa ma". faictes & publies fcf a faire £? pu* blier tant für le faitt de lu jußic, Seftes, mon- noyes & police que aultres affaires de fon dit gouuemement fans les enfraindre ou fouffrir par aultres eßre enfraints en aulcune manie* Et
|
||||||||||
/
|
||||||||||
IX.BoEK. Geschiedenissen. 495
„ dig zyn, ook op dat zy zorg draagen, dat 'er, bYi,aa-
j, in die huizen,niets gelegd worde, waardoor GEN „ zyeenigszins zouden können overlaaden of^ a, „ bedorven worden. „ Hy zal ook niet toeftaan, dat iemant, van
,, welken ftaat of rang ook, eenige Sterkten in „ zyn Gouvernement opwerpe, of de fterkten, „ die 'er reeds zyn, merkelyk verbetere, buiten „ bewilliging van zyne Majefteit, of van de Her- ,j toginne. „ Ook zal hy niet gedoogen noch toeftaan, dat
jj eenige onroerende goederen, ten behoeve van „ Kloofteren of van eenige doode hand, worden „ opgedraagen; noch dat de Kloofters, Abtdyen „ enKerkelyke geftigten, of de Steden of Dor- „ pen of andere Genootfchappen andere befcher- „ mers voorwenden te hebben, of met der daad ,, hebben, dan den Koning, of den gemelden „ Gouverneur, uit den naam van zyne Majefteit. „ Van gelyken zal de gemelde Prins van Oran- '
„ je niet gedoogen noch toeftaan, dat de Steden, ,, Dorpen of Genootfchappen van zyn Gouver- „ nement hunne goederen verkoopen of op eenï- „ gerhande wyze belaften, noch ook eenige nieu- „ we impoften opftellen, zonder bewilliging en „ octroi Van zyne Majefteit. „ Wanneer zyne Majefteit, ofde gemelde Her-
j, toginne den gemelden Prins belaften zullen , „ Óorlogsvolk te voeten te paarde te werven of „ te verzamelen, zal hy zorg draagen, dat hy het „ zelve tot de minfte koften en met den minften „ xoverlaft werve en verzamele. „ De gemelde Prins van Oranje zal gehouden
„ zyn,de Plakaatenen Ordonnantien van zyne „ Majefteit, gemaakt en afgekondigd of te maa- „ ken en af te kondigen , zo wel op het ftuk der „ Regtsoefeninge, als der Seelen, Monte, Re- 3, geeringe en andere zaaken van zyn Gouverne- 3, ment, te doen naarkomen,zonderdezelvente „ krenken, of te gedoogen, dat dezelven, door „ an«
|
||||||
49<S AMSTERDAMS II. Deeu
Et regardera de tenir bonne voißnance &
viure paifiblement avec fes voifins fans donner oc- cafion d'aigreur diffention ou de geurre & ad- uertira de t out es occ urences iQ? chofes dimpor- tance Ie Roy & en fon abfence la dite ducbejje da temps q aultre. Tiendra aufß bonne intelligence auec, Ie con-
ti d'aremberge , Gout/emcur de frize Öueryffel Groningen & Lingen & Ie conté de hornes gou- uerneur de Geldres & de Zutphen en tout ce que conceme Ie feruice de fa mate. & bien de leur gouuernement pour ayder affifler £f fauori- f er lung l aultre. Il ne aduancera de conferer aulcuns bencfi-
ces de ceulx qui font au rolle de fa ma*'. Ains fe contentera de ceulx qui luy font &P font efle permis a fes predeceffeurs en diSt office, Bien entendu toutefois que comme Ion trouue par ex* perience que la negligence & infoufficanfe des curez non e/lans tels quils doibuent pour bien inßruyre Ie pauure poeuple ba efle lune des prin- cipales caufes que les fe&es reprouuees de notre tnere Sf. eglife font efpandues es pays de par deca Et affin de y obuyer pour laduenir fa ma», entend que Ie dit Gouuerneur quand aul- cune eure efcherra vacante de fa collacion ac* couftumee auant que d en dispofer fera tenu de faire la prouiflon dicelle nommer a ia dite dame ducbeffe gouuernante & deux ou trois perfon- nes qualifies pour prendre lung d'iceulx fe auant quil fe trouue ydoine apres auoir deuement examine par ceulx que la dite gouuernante voul- dra commettre & qui celluy que fera tellement pourueu de teile eure foit tenu la dejferuir per- fonellement fans fouffrir quil fubflitue aultre en fon lieu. |
||||
IX. ÈoElt. GËSCHiÊÖENiSSEft. 4$>?
„ anderen, gekrenkt worden, op eenigerhande Bylaa-j
„ wyze. gen „En zal hy zorg draagen om goede nabuurfchap L>< A*
„ te onderhouden en vreedzaam te leeven met „ zyne nabruren, zonder aanleiding te geeven tot „ verbittering, tweedvagt of oorlog; en zalhy, „ van tyd tot tyd, van alle voorvallen en zaaken „ van gewigt den Koning, en in deszelfs afzyn, „ der gemelde Hertoginne kennis geeven. „ Ook zal hy goed verftand houden met den
„ Graavevan Aremberg , Gouverneur van Fries- „ land, OveryfTel, Groningen en Lingen, en „ met den Graave van Hoorne, Gouverneur van „ Gelder en Zutfen, over alles, wat den dienft „ van zyne Majefteit en het welzyn van hunne „ Gouvernementen aangaat, om eikanderen te „ helpen , by te ftaan en te bevoordeelen, „ Hy zal niet bellaan, eenige Beneficien te be-
H geeven, die op de rolle van zyne Majefteit ,, ftaan; maar zig te vrede houden met die genen * j, welker begeeving hem toegelaaten is, en aan „ zyne voorzaaten in het zelfde ampt toegelaa- „ tengeweeftis;metdienverftandenogtans, dat* - „ naardien men by ondervindinge gewaar wordt, „ dat de~- agteloosheid en onbekwaamheid der „ Zielzorgeren, die niet zo zyn als zy behooren 3) te wezen, om het arme volk wel te onderwy- „ zen, eene der voornaamfte oorzaaken ge weeft „ is, dat de Gezindheden, welken door onze Hei- „ lige Moeder de Kerk veroordeeld zyn , zig in „ de Landen van herwaards over hebben uitge- „ breid; en om daarin voor het toekomende te „ voorzien, zyne Majefteit verftaat, dat de ge- „ melde Gouverneur, wanneer 'er eene Zieteor« „ gers-plaats, die ter zyner gewoonlyke begee- „ vingeftaat, openvalt, eer hy dezelve begeeve,- „ gehouden zal zyn de voorwerpen daartoe te „ noemen aan de gemelde Vrouwe Gouvernan- „ te en twee of drie bevoegde Perfoonen, om „ uit dezelven eenen te kiezen, indien hydaar- III. Stuk. . Ii . „toe |
|||||
•
|
|||||
4?8 AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||
Btlaa-
GEN
Ia A,
|
||||||||||||||
II ne pourra aufji vfer de nomination ny bail-
ler confentement aux dignitez. vacantes lesquel- Us on referue a la dispofition de fa mate. Et en cas de vacation en aduertira la dite duches- ß & ne fouffrira que poffeffion foit prinfe des- dits benefices par qui que ce foit , fans la no' mination du Roy ou celle de la dite Ducbejfe, |
||||||||||||||
Il ne pourra auoir difiribution des aydes ou
deniers accordez par Ie Pays quant oires les de- niers fetont accordez a teile condition de la quel- le il ne fe pourra ayder ßnon pour autant que par Ie Roy ou la ducheffe luy feta encbarges. Quand il fera aduerty daucunes queflions ,
debats ou proces entre villes ou cammunaultez dont pourroit fouldre diffention il en aduertira. la ducbeffe auec fon aduys pour y ordonner quil conviendra. Il trai&era les affaires de fon gouuernement
auec les confeillers £f officiers de Ja ma?*, fans y entremettre gens qui ne font officiers de fa mate. ou au feruice & ayant a la dite ferment. |
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
Il fera tenu aduertir la ducheffe ceulx quil
vouldra mettre mLoy esprincipalks villes du pays |
||||||||||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 499
„ toe bekwaam bevonden wordt-, na vooraf be- ßYC,AA.
i, hoorlyk onderzogt te zyn door zulken, die GEN' i, de gemelde Gouvernante daartoe zal willen £,r, A, 5, Hellen; zullende de genen, die op deeze wy- ,, ze van zulk eene Zielzorgers plaats voorzien 5, zal geworden zyn, gehouden wezen in perfoon „ te dienen, zonder te gedoogen, dat hy een an- ), deren in zyne plaats Helle. „ Hy zal ook geene benoeming doen, noch
„ bewilliging verleenen tot opengevallen waar- „ digheden, die ter bcgccvinge van zyne Maje- „ fteit bewaard worden. En zal hy, by 't open- „ vallen derzelven, daarvan kennis geeven aan „ de gemelde Hertoginne, en niet gedoogen, dat ,, van de gemelde Beneficien, door iemant, wie „ hy ook zy, bezit genomen worde, zonder daar- „ toe, door den Koning, of door de gemelde „ Hertoginne, benoemd te zyn. „ Hy zal geen bewind hebben over de bederi
„ of penningen, door het Land toegeftaan ; wan- „ neer die penningen, op zulk eene voorwaarde, „ zyn toegeftaan; zullende hy zigvan dezelveii „ niet mogen bedienen, dan voor zo Verre hem „ zulks, door den Koning of de Hertoginne, „ zal gelaft worden. „ Wanneer hy kennis gekreegen zal hebben
„ van eenige twiften, gefchillen of regtsgedin- „ gen tüflcnen Steden of genootfchappen, waar- „ uit tweedragt zou können ontftaan, zal hy 'er „ der Hertoginne kennis van geeven, zynen raad „ daar nevens voegende, om vervolgens te be- „ veelen,*t gene geraaden zyn zal, „ Hy zal de zaaken van zyn Gouvernement
„ beh ndelen met de Raaden en Amptenaars van „ zyne Majefteit, zonder 'er luiden in te men-* „ gen, die noch Amptenaars van zyne Maje. „ fteit, noch in zynen dienft zyn, of hem eed „ gedaan hebben. „ Hy zal der Hertoginne kennis moeten geeven
„ van de genen, die hy in de Wet der voor- I i a „ naam-
|
|||||
-.-
|
|||||
500 AMSTERDAMS IL Deel.
Bylaa- aßn dentendre fi eile veult aulcuns eflre delais-
gen ßz ou aultres y mis fi auant que faire fe peult. |
|||||||
Lr. A.
|
|||||||
Ilprendra hon regard a l adm'mißrationdu
revenu des villes & f era paffer leur comptes par gens entendus en fai& des comptes fans paffer despence fuperßue. t
Et quand il y « guelawe diffention entre les
gouuerneurs des villes les accordera fi faire fe peult autrement en aauertira la duchejjè pour auec fon aduys y pourueoir. Quand aucunes gens non qualifiez ou nonfouf-
fifans font mis au Loy les dekura deporter & commettre aultres fouffifans. Et aura bon regard es lieux ou le Roy a libre
creation des gens de Loy depoinct laiffer introdui- re couflume oupoffefßon au contraire, *
II prendra regard &? ent en dra auec les gens
des comptes &? recepueurs du Pays de au'gmenter le demaine du Roy. Il ne doibt rien demander pra&iquer recepuoir
ne prendre du Pays a fon prouffyt oultre la cou- flume fans confentement de fa mate. ou de la du- cbefe. Il aura fingulier regard fur la condui&e du
dicaige de hontboffch affin que les deniers qui fe Ueuent pour le dit dicaige foient employez comme appartient fans faire despence fuperflue & adui- fera auec le temps auec ceulx des comptes & aul- tres entendus au faift du dicaige de y mettre jneilleur ordre quil na efte du J>afiè. Item
|
|||||||
IX.Boek. Geschiedenissen. 501
j, naamfte Steden van het Land zal willen fiel- byl«a.
„ len, om te verftaan, of zy 'er eenigen buiten GEN* „ gelaaten, of anderen in derzel ver plaats gelteld L,r. ^ ,, wil hebben, zo dra zulks gefchieden kan. „ Hy zal behoorlyk agt geeven op de beftie-
„ ring der inkomflen van de Steden, en haare ,, rekening doen naarzien door luiden,zigop 't s, Huk der reken'ngen verftaande, zonder över- j, tollige uitgaaven te lyden. ,, En wanneer 'er tuflchen de Bevelhebbers
,, der Steden eenig verfchil omftaan is, zal hy ,, dezelven bevredigen, indien zulks mogelyk „ zy. Anders zal hy 'er der Hertoginne kennis „ van geeven, om 'er, byhaaren raade, in te j, voorzien. „ Wanneer onbevoegde of onbekwaam e Per-
„ foonen in de Wet gefield zyn, zalhyzemoe- „ ten afzetten, en andere bekwaamen in der- ,j zelver plaatfe (lellen. ,, Ook zal hy behoorlyke zorg draagen voor
j, de Plaatfen, waar de Koning de vrye verkie- ,, zing der Wethouderen heeft, en aldaar geene 3, flrydigc gewoonte of duurzaam gebruik laa- „ ten influipen, „ Hy zal met de Luiden van de Rekeningen ep
„ met 's Lands Ontvangers zorg draagen voor j, de vermeerdering van's Konin'gs Domeinen. „ Hy moet niets vraagen, verkrygen, ontvan-
„ gen of neemen van het Land ten zynen voor- ,, deele, boven 't geene gebruikelyk is, zonder 3, bewilliging van zyne Majefteit , of van de „ Hertoginne. „ Hy zal byzonderlyk letten op het beftier
„ der dykaadje van den Hondsboflche, op dat „ de penningen, die ten behoeve van de gemel- ,, de dykaadje geheeven worden, naar behoo- ,, ren, en zonder overtollige kollen te maaken, ?, worden aangelegd. en ten bekwaamen tyde JS- raadpleegen met die van de rekeningen en ,, an4eren,zig op't werk der dykaadje verilaande, Ii 3 „om
|
|||||
•
|
|||||
502 AMSTERDAMS IL Deel.
BrfcAA' GEN
Lf. A. Item prendra hon & foigneulx regard que nul
qui que ce foit fe aduaxe de prendre ou mettre en poffejfion daulcun adieils Jans oclroi ou con- fentement de fa ma1'. mais fera garder les dits adieSts au proßB de fa mate. mesmement en ter- res inondes au quartier de dordrecbt & de Zuyt- hollande. Aura au fff regard que les officiers de bautvcs-
terie d' hollande & aultres ayant charge des du- nes facênt entretenir & planter les dits dunes |
|||||||||||
comme pour la fureté du Pays il efl
y trouue faulte en aduertira la duch |
requis & ju
(Jepour auec |
||||||||||
jon aduys y pourueoir.
Au furplus aura £? pundxa fingulier & foing-
neux regard que nulle entreprenje fe face fur les droits, haulteurs, £3? aucloritez, hiens, rentes, reuenus & demaine de fa mate. Lesquelles il conferuera & fera conferuer contre tous comme fa ma", a en luy fa parfai&e confidence £f com* me il en veult respondre a ie eile & ne diuulgue- ra cefle fon InflruStion plus auant que befoingfoit & les affaires Ie requierrent. Si fa ma", pouruoit de Lieutenant particulier
au pays d'Utrecht eile entend que icel/uy Lieute- nant foit fouhs Ie dit Prime Doranges lequel k confeillera & afßßera en cefte charge pour Ie hien du dit pays d Utrecht £f feruice de fa dite ma". Ququ;l fera aujß encharge de lobeyr comme ef- tant cbofe vnie auec Ie dit gouuernement de hol- jande, jfiuffi \e d\t prince aura foigneux regêrdaudh
pays
|
|||||||||||
t
|
|||||||||||
IX.BoEK. Geschiedenissen. 503
)t om daar op betere orde te (lellen dan voor bylaa-
„ deezen gefchied is. GEN „ Ook zal hy wel zorgvuldiglyk agt geeven, Lr. A.
„ dat niemant wie hy zy befta eenige aanwas- „ fen te aanvaarden, of zig in 't bezit derzel- „ ven te (lellen, zonder o&roi of bewilliging „ van zyne Majefteit; maar hy zal die aanwas- „ fen ten behoeve van zyne Majefteit doen be- „ waaren, zelfs in 't overftroomde Land in 't ,, Kwartier van Dordrecht en van Zuidholl-and. „ Hy zal ook zorg diaagen, dat de Officiers
3, der Houtvefterye van Holland, en anderen, „ die opzigt hebben over de duinen, die duinen „ doen onderhouden en beplanten, zo als tot „ verzekering des Lands vereifcht wordt, en zo „ hy daaraan gebrek vindt, der Hertoginne daar- j, van kennis geeven, om 'er,by haaren raade, „ in te voorzien. „ Daarenboven zal hy byzondere en naar-
„ ftige zorg draagen, dat 'er niets ondernomen „ worde tegen de regten, hoogheid en gezag, „ goederen, renten, inkomflen en domeinen „ vairzyne Majefteit: welken hy zal handhaaven, „ en doen handhaaven tegen allen, gelyk zyne „ Majefteit een volkomen vertrouwen in hem „ heeft, en gelyk hy daaraan zal willen beant- „ woorden. En zal hydeeze zyne Inftru&ie niet „ verder gemeen maaken dan noodig zy, en „ de zaaken zulks vereifchen zullen. „ Zo zyne Majefteit eenen byzonderen Ste-
„ dehouder in 't Land van Utrecht mögt aan- „ ftellen, verftaat hy, dat die Stedehouder (laan „ zal onder den gemelden Prins van Oranje, „ die hem zal raaden en byftaan indengenoem- „ den laft, tot welzyn van het Land van U- „ trecht en van den dienft zynerMajefteit,en „ wien hy ook verpligt zal zyn te gehoorzaa- „ men, als zynde eene zaak, die vereenigd is met „ het gemelde Gouvernement van Holland. „ Ook zal de genoemde Prins zorgvuldig
Ii 4 „ op-
|
|||||
\
|
|||||
504 AMSTERDAMS II. Deel.
pays d'Vtrecbt tenant confideration quil efi nou-
uellement acquis. Il tiendra main que l ordonnance faicle par fem
debonne memoire la reyne douagiere dbongrie fur Ie payement des dettes rentes êf arrierages des etats du dit pays d Utrecbt des annees xvc xi & xii quant a loutfchielgelt auec ce que en depend foit entretenu feïon fa forme & tenuerf |
||||||||||||||
Byua-
GEN
L. A.
|
||||||||||||||
Auffi les ordonnances faicles fur Ie Mnderdam
Êf lecker dyck & que a la recepte ou e flats de Ca- mels ou recepueurs foient mis gens de bien nejfe- ans pour les abus y trouuez, Ne metira pour la garde des chafleaux dU-
trecbt que anciens fubieits du roy de ces pays de par deca. Ainfifaicl: & ordonne foubs notre nom en nq«
f re ville de Qand Ie vnje daougfl 1559. |
||||||||||||||
t
|
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 505
„ opzigt hebben over 't gemelde Land van U- byLAA«
j, trecht, in aanmerking neemende, dat het nieuw- GEN 5, lings aangewonnen is. LJ. A» „ Hy zal ook agt geeven, dat de Ordonnan-
„ tie, gemaakt door de Kontnginne Weduwe „ van Hongarye, goeder gedagtenhTe , omtrent „ de betaaling der fchulden, renten en agter- „ (lallen def Staaten van 't gemelde Land van „ Utrecht van de jaaren 1511 en i5ia,betref- „ fende het Oudfchüdgeld, met het gene 'er van „ af hange, naar Uci weiver vorm en inhoud, wor- „ de naargekomen. „ Midsgaders de Ordonnantien, gemaakt over
„ den Hinderdnm en Lekkendyk, en dat, tot „ den ontvangft of Staaten derKanaalenofOnt- „ vangers, eerlyke luiden gefield worden, ver- „ vreemd van de misbruiken, die daarin ont- „ dekt zyn. „ Hy zal tot bewaaring der Sterkten van U-
„ trecht geene andere luiden flellen, dan oude „ onderdaanen van den Koning, indeeze Lan- „ den van herwaards over. „ Aldus gedaan en geordonneerd onder on*
„ zen naam, in onze Stad van Gend, dep agD- „ den Auguflus 1559, |
|||||||
v.n.
|
|||||||
Ii*
|
|||||||
So6 AMSTERDAMS ILDebl.
Lr. B. Brief van Burgemeefleren van Amjierdam
aan de Gedeputeerden der Stad tot de bandelinge over de Satisfactie van 07 November 1577. Getrokken uit het Minuytbouck, be-
ginnende den 16 January 1577, ende tyndigende dca 2Ö May 1578.
Eerfaeme, zeer tvyfe discrete beren ende bef an-
der e goede vrunden, Wy enconnenUwerE. nyet verbergen die
perticulariteytcn die gevallen zyn int ouervallen van defer Stede daer van wy Uwer E. hébben geaduerteert by onfe mifllve van den XXIVAen defer maent, dat die vianden op defer Stede meenden ter effect te brengen, die deur Godts gratie verhoet is. Het is waerachtich dat die Vianden der zeluer Stede van te vooren en- de all eer t opfet van t ouervallen geeffe&ueert es geweeft etlicke foldaten onder den vianden dyenende hyer ter Stede gecomen zyn,keten- de heur geweer in de poorten der voorf. Stede omme alfulcx de Ordonnantien der zei ver te vol- comen ,ende op den XXIIJ defer maent novem- bris zyn dezelfde binnen der Stede zynde des fmorgens ten halff negen vuyren gecomen by der voorf. poorte by hen hebbende geweer, ende hebben ouervallen den burgeren ende foldaten in den wachthuyfen, zoe binnen defe Stede als in de poorte tot bewaernifle defer Stede gefielt zyn- de , enige dootgeflaghen, ende etlicke om heur Lyffuen te fatueeren zyn in der Stede gracht ge- fprongen: ende voorf. vianden vuyter Stede ge- comen ende meeflers van de poort geworden zyn- de hebben g^eroupen buyten derzeluer poorte |
|||||
* i
|
|||||
IX.BoEK. Geschiedenissen. 507
Fï&orye, pjftorye, vall aen, vall aen,die Staates ÖYI Kk
ons. Op welcke aduertiffement groote mentch- Gm te van Crychsluyden vuyren feecker fchcpen en- Lr, jj^ de fchuyten buyten den haerlemmer poort aen den dyck gecomen ende op *t voorf. roüpen verwachtende binnen derzeluer Stede gecomen zyn fchyetende viantelick tegen den burgeren aen , die nochtans geeri geweer en boden, rou- pende Orange, Orange, die Stad es ons, lopen- de al crytende ende fchyetende met groot ge- welt, by hen hebbende vyer vlyegende vende- len tot an de plaetfe defer Stede, aldaer r.y et- licke burgers dootgefchooten hebben, alleer dat die foldaten defer Stede hen gereet.hebben con- nen maecken, tegens die invafie van den vian- den. Ende gereet geworden zynde hebben die goede burgeren met hulpe van den foldaten de voorf. vianden met gewelt wederom van der plaetfe verdreuen tot ouer den Haerlemmer fluys, op welcke fluys den vianden begonft hebben een fchans te maecken ende oock an den Spa- rendammer brugge, mitsgaders op de muraige defer Stede by den toorn met fes wyeckenme- nende aldaer de Stad inne te houden, alfoe zy van buyten meer hulpe wachtende waeren, want Hellinck te vooren gefcreuen hadden aan So- noy, aen den Capiteyn tot Ouderkerck ende allen den Commiflaryfen van den fchanfen hyer omtrent hoe dat ey dyen avont thyén vendelen foldaten (lerck zouden zyn geweefl, dan zyn eyntelick ouermits t geweldich aenvallen van burgeren ende foldaten defer Stede de vianden , niettegenftaende 't voorf. fchanfen vuyt defer Stede gedreuen ,Godt hebbe loff, ende dit nyet zonder groot verlyes van volck aen wederzyden. Hyer van hebben wy Uwer E. wel willen ad- uerteren, op dat Uwer E. de zaeck zal mogen aendyenen daer ende alfoo Uwer E. bevynen xall te behooren, ende te kennen te geuen, dat dat aü gefchyet es contrarie die pacificatie en- |
||||
f
|
||||||||
5o8 AMSTERDAMS IL Deel.
Byu-a- de Unie ende Satisfactie, by tufTchenfpraeck van
gen de CommhTaryfen by den generalen Staten ge- Lr, B. committeert, by de Excellentie van denPrince van Orange ons geaccordeert. ende en zall U- wer E. oick nyet vergeten te remonftreereh , dat ons die vruchten van de Pacificatie nyet vol- gen en mogen , maer dat wy zoe wel in victua- lie als andere negociatie benaut werden, ende dattet vertreck van fatisfa&ie by de Staten van Hollant fchynt gedaan te zyn, op dat zy eerft zouden mogen weten tioe 't geprojecteerde o- uerval deler Stede hen geluckt zouden wefen. Uwer E. zullen nyet laeten te perfideren vol- gens onfe laefle mifïive en de refolutie van de XXXVI Raden omme te mogen behouden den twe vendelen knechten tot defer Stede tot fes hondert mannen om te verhoeden vordere ende gelycke inconvenientien als vooren. Wy zeyn- den Uwer E. hyer by gevoucht Copie van een mifïive by den Staten van Hollant aen ons ge- funden , in dewelcke zy fchynen te willen excu- feren 't voorf. ouervall, mitsgaders noch twee mifïïuen d' eene aen zyn Excellentie en de an- dere aen de generale Staten tot Bruyfele met Co- pie van dezelfde mifïïven, op dat Uwer E. mo- gen weten wat de zelfde innehouden, biddende de zelfde originele mifïïven ouer te doen leue- ren ende antwoordt op de zelfFde te folliciteren ofte doen folliciteren. 't Wagefchot van Ny- enbroch es gecoft ende van hier gefcheept in de fchyetfchuyte van Neel Lucke neel op ten XX defer ende ten zelffden daege offge varen enz. |
||||||||
L'.C.
|
||||||||
. '
|
||||||
IX.Boëk. Geschiedenissen. 509
L*Z C. Bylaa-
GEN »
Brief van Jonkheer Diedrich So-Lr- c*
N o Y aan HillebrandBennink te Amfierdatn, gefchreeven den 31 De- cember 1577. Infonders goude frundt,
V. L. brief heb ych met blytfchap ferftan dat
dy faeken vop eyn gouden hop ftan, dar ych byt got fynnen fegen fordts to te willen gef- fen, fan dat ych myn follich fal wyllen hal- den fan ymans te befchadige kont V L fych nyt allen ferfekeren van ewen husman dan fan alle dy onder Stat wonen off dy wtter Stat fol- len wyllen komen , al wollenze geit vp hor hoft dragen, ende es ock eyn orfaek dar van dat ych fellefs met dy knechten bin gekomen vom fuolcxs ende dergelicke vor te komen, hyr met wyl ych V. L. den heer befellen, ferwachtende hyer ewe kompfte bynne het Ka- mfer Klofler. Den lellen December Anno 77. [_De fubfcriptie was defe~\
V. L. goude frunt
>
Diedrich Sonoy.
£ De fuperfcriptie ] -
dn Hilbrant Be nnin ck, myn goudefrunt,
bynnen .
Amsterdam. |
||||||
X/. Bi.
|
||||||
*■!■'*■■ '.f.....'«■** "
|
|||||||||
51Q AMSTERDAMS II. Deel.
B*LAA- Lr. P.
|
|||||||||
Lt. D.
|
|||||||||
Laatfle Refaktie der Roomjcbgezinde Vrssdfchap
van Amßerdatn van den 23 May des jaars 1578 , die de onmiddelyke gelegenheid gegeven heeft tot de verandering der Regeeringe. Op huyden den xxïij.endach in meye anno
XVC LXXVI1I hebben myne heeren de burgermeefter»» gcpi oponeert in de Vcrgaderin- ge van «ien xxxvj raiden defer Stede dat myne heeren de Commiflariflen van zyne Excellende ende van de Staten van hollant als die heere van de riuieren, mr adriaen van der mylen, meefter, pouwels buys, ende mr nicolaes Camerlingh, aen henl. verfocht hadden dat die drie fchutte- yien der voorf. Stede zouden in diligentie opge- recht ende voortgebracht werden onder zes ven- delen ten eynde de zelue ftede des te zekerder zoude conncn bewaert werden jegens alrehande inconvenienten, ende nameiitlyck jegens ver- fcheyden aenflagen die in de anïueringe van groote vlooien van fchepen off anderülns op te voorf.Stede zouden mogen werden gepraétizeert, ende dat tot dien fine auer die voorf. vendelen zouden gecommitteert werden als Capiteinen, Lieutenanten, vendrichs, fergeanten ende Corpo- ralen alzulcke perfoonen als by de voorf. heeren ComnaiflTarilTen henlieden fcriftelyck ouergele- uert waren , Verfoeckende daer op die voorf. heeren burgefmeefterenaduys van de voorn, rai- den x als te weten wat henlieden belieuen zoude 4en voorf* heeren Commißarißen daer op voor antwoort gegeuen te werden. Gehoort welckè propofttie es naß laiige communicatie ende mit ripe deliberatie byde voorf. xxx.vj raiden een- drachtelick verftaen ende gerefolueert dat hoe well die voorf fchutterien ouer lange opgerecht ende veruult well behoorden ende dienden mit- ten |
|||||||||
I
|
|||||
IX. Boek. Geschiedenissen. 511
ten eerften in train voorts gebracht te werden, BYLAi_
dat nochtans niet geraden en was omme defe 0EN goede ftede in eendrachtigheit, rulle ende vre- Lr, p, de te houden, ende den goede burgeren ende ingefetenen niet te beladen ende in wildicheit ofte verwoeftheit te brengen, tenderende oick tot diffractie van de Coopmanfchappe ende an- dere beruerte , dattet zelffde eenichfms zoude gefchieden onder eenyge vendels, ende veel min onder de voorf. nieuwe off andere Capitei- nen ende bcuelhebberen van gelycker forme , gemercl; oick nademale by der voorf. ftede Sa- tisfactie expreffelyck zyn geapprobeert ende be- looft onderhouden te worden ende te blyuen unvermindert in haere vigeur alle derzeluer cuftumen , rechten ende Üfantien, dat zulcx die overluyden ende rotmeefteren van de zelue Schutterien niet en behoirden eenyge andere be- uelhebbers onderworpen te werden , maer in alzulcke geftelteniffe ende qualiteit behoorden te blyfuen als die van outs geweeft waren vol- gende d expreflè text van de voorf. fatisfaftie en- de dat confequentelyk die burgers ende fchut- ters behoorden alleen voor hooffden te kennen den voorf. hoere oude ouerluyden ende rotmees- teren ende den burgermeefteren als hoere fuper- intendenten ende anders geen, byfonder nade- mael die zelue ouerluyden ende rotmeefteren naer oude gewoenten conden werden gecommit- teert, fonder oprechtinge van vendels tot alzulc- ke wachte ende ordonnantien als van outs ge- raempt zyn geweeft, ende men noch mochte beuinden vordere daerby te vuegen ende de zelue des noot zynde te amplieren, ende ingeualle zulcx gefciede conformelyck die voorn, oude cuftumen ende üfantien by der voorf. fatisfaclie geconfirmeert (als wel behoert ende anders nieQ dattet zelue zoude ftrecken tot meerder een- dracht ende vrede ende tot zoe goeden toelicht ende wacht als mochte gedaen ende gehouden wer-
|
|||||
I MI «■ Will» I I I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
512 AMSTERDAMS Gesch. IL Deel.
Bvlaa- weI*den by die voorf. oprechtingeVan vendels
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen
|
als in voorleden tyden by kenmfTe van alle
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L£< D. die werk wel gebleecken is Ordonneren daer-
omme die voorf xxxvj raiden dat tgundt voovf. es den voorf. heeren CommiflarifTeri zoude gegeuen worden voor affcheir. ende ant» woort. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||