-ocr page 1-
M
'ÖBN.
ï
1
f
1
'i
1
EU
H

1
1
i
1
1
j
/. .
TV
12
-ocr page 2-
AMSTERDAM,
IN Z Y N Ë
OPKOMST, AANWAS}
GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL*
GEBOUWEN,
KERKENSTAAT, SCHOÖLÉNj
SCHUTTERYE, GILDEN
REGEERINGE,
BESCHREEVËNs
DOOR
J A N WAGENAAR,
HISTORIESCHRYVER DER STAD;
VIERDE STUK.
TE AMSTERDAM»
By I $ A 4 K T J & J o K
M D C# C L X I I I.
Met Privilegie Van de Edè'c Groot-Mogende Heeren SizatMi väsü
Holland e» weftvrieslaiido
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT 1
DER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
-ocr page 3-
i
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
-
VAN
AMSTEREtAM.
... ______                                          -
'flÉNDE BÖÊK,
Amsterdams Geschiedenissen,
federt de verandering der Regeeringe des
jaars
1578, tot aan het einde van '$
bewind des Graaven van Leices-
ter
, in 't jaar 1587.
'IpErftond na de verandering derRegee- 157&
. I ringe te Amflerdam, vertoonde zig De Gero-
aldaar eene andere gedaante der dingen. f°rme«-.
De nieuwe Wethouders , die, voor verreSiSto
het grootfte gedeelte,derHervormingewa-de open-
ren toegedaan, vonden ongeraaden,tebly-baare
ven by het eerfle punt der Voldoeninge, vol- Ksrken
gens welk, binnen de Stad, geen andere {frASL
Godsdienit dan de Roomfch-Katholyke ge-
oefend mögt worden. De Kerken, die, ge-
duurende den opftand, geflooten geweeft
waren, bleeven nog eenige dagen digt. Toen
ging 'er de Wethouderfchap in, met eenige
timmerluiden, en deedt de beelden afnee-
men. Ten minfte, fchynt zulks, in de ou-
de Kerke, gefchied te zyn. De Gerefor-
meerden predikten terftond in deeze, en
iV. Stuk.
            A 2                   wat
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT UTREOfi
-ocr page 4-
4           AMSTERDAMS II.Deel.
1578. wat 'aater 00k in de nieuwe Kerke (#).
Doch daar verliep nog een geruime tyd,
eer men in de Kapellen predikte. Tot eerfte
openbaare Predikanten werden beroepen
Joannes Kuchlinus van Embden, en Petrus
Hardenberg
uit Embderland. De Heer Kor-
nelis Schellinger
heeft,in laater' tyd, ter ge-
dagteniffe0 deezer veranderinge, een twee-
regelig versje gemaakt, welk nog, voor 't
Koor der oude Kerke, in gouden letters, te
leezen liaat, en dus luidt :
't Misbmyk, in Godes Kerk allengskens in-
gebragt,
Is hier .weer afgedaan, 't jaar zeventig
en agt.
De Lu- Doch behalve de Gereformeerden, be-
ther- gonden de Lutherfchen en Doopsgezinden
fcnenen ^er o0k afgezonderde Vergaderingen te
ge°z?ndén houden, metkennilfe der Wethouderfchap,
houden die zelfs gedoogde,dat de Roomfchen hei-
hier ook melyk byeenkwamen, tot oefening van hun-
9-odï. nen Godsdienft, fchoon zulks veelen Gere-
Vergade- formeerden zeer tegen de borfl was (£)•
ringen. De Lutherfchen hielden, ten deezen tyde,
hunne Vergaderingen , in een Pakhuis of
Schuur, de Pot genaamd, by de Handboogs-
Doele, ter plaatfe, daar, federt, de Lu-
therfche Oude Kerk gefügt is (c). De Doops-
gezinden kwamen byeen op den Nieuwen-
(a)  Hooft XIII. Boekf U. 579.
(b)  Aantek. van een Regent van Amft. by BRANDT Re-
form. I. Deel, hl. 601.
(O FU.1PS VON ZE3EN, W.2J«.
-ocr page 5-
X.Boek. Geschiedenissen. 5
dyk , omtrent de oude Haarlemmerfluis : ir7g#
welk gedeelte der Stad, om dat 'er, ook
voor de beroerte, luiden woonden, die niet
zeer Pausgezind waren, het Embder of Co«.
dés-hoekje plagt genoemd te worden, ter oor-
zaake dat de Hervorming vroeg te Embden
ingevoerd ge weeft was, en Henrik, Prins
van Qondèy
een voornaam hoofd der Her-
vormden in Frankryk plagt te zyii. Doch
fommigen hebben aangetekend, dat eenigen
der eerfte Gereformeerde Predikanten hier
ter Stede de Doopsgezinden,in deeze hurK
ne Vergaderplaatsen, zonder eenigen voor-
gang der andere Hollandfche Steden, ook
zonder laft der Overheid, door ettelyke yve-
raars, langen tyd agter een, beftonden te
kwellen: tot dat zy, ziende dat zy geenen
fleun hadden aan de Wethouderfchap, van
zelven ophielden. Ook wil men,datdeBur-
gemeefler Willem Bardes, wiens Huisvrouw
en Zufter der Doopsgez-mden belydenis toe-
gedaan waren, hun de hand boven 't hoofd
hieldt (d)'. fchoon fommigen meenen, ook Voorval
in deeze vroege tyden, reeds befpeurd te.met der*
hebben, dat de Kerkenraad der Gerefor-Kerken-
meerden den Regenten veel te wënig ont- Gerefor,
zags toedroeg; waarvan, onder anderen vmeerden.
het volgende voorbeeld aangetekend is. Men^
plagt, hier ter Stede, het trouwen in de Ker-
ke, by avond, te laaten gefchieden. Doch'
de Kerkenraad befloot, niet lang na de ver-
andering, dat zulks, voortaan, hy dagege-
fchie-
(d) Aantek. van den Heere C. T. HOOJT bj BRANDT
ï. Diel, il. 6lo.
A 3
-ocr page 6-
6          AMSTERDAMS II Dee£.
l$7& fcme£kn zou- 't Gebeurde nu, dat zeker
aanzienlyk burger , die naderhand Raad
werdt, en meermaalen Burgemeefter ge-
weeft is, omtrent zes of zeven maanden na
de verandering, zullende trouwen> en geko-
men voor de Kommiflariiïen der Huwelyk-
fche zaaken, om de geboden te laaten aan-
tekenen , zig genegen toonde, om die van
't Stadhuis te laaten gaan, en daar ook tö
trouwen; alzo zyne Bruid, eene jonge maagd,
befchroomd was, om openlyk, by dage,
in de Kerke, getrouwd te worden. Doch
de KommilFariflen, Egbert Roelofszoon en
Reinier Simonszoon, Raaden der Stad,en
Kornelis Floriszoon van Teilingen, korc
daarna, allen drie Burgemeefters, zeiden
tegen den Bruidegom, Gyzyt een oud Patriot,
die mede langen tyd buiten 's Lands hebt ge-
zworven; 't zou niet wel paffen, dat gy buiten
de Kerk zoudt trouwen: wy zullen bezorgen
,
(lat de trouwing na 't avondgebed gefihieden zuL
Maar toen de trouwtyd verfcheenen was,
waren de Predikanten onwillig. De Bruide-
gom begaf zig, met eenigen der zynen,naar
den Kerkenraad, daar men hem, na eenige
woorden en weerwoorden, aanzeide „ dat
M zy 't befluit, welk zy onlangs genomen
„ hadden, om zynent wille, niet wilden te
„ buiten gaan," daarby voegende „ dat ds
9> Heeren, die hem zulke beloften hadden
,, gedaan, hun daarin niet te gebieden had-
„ den." De Bruidegom deedt den Heere
Egbert Roelofszoon, die digtft by de Kerk
Vponde, verflag van zyn wedervaaren. Deez*
ging terftond in den Kerkenraad, en ver^
kreeg,
-ocr page 7-
X. Boek. Geschiedenissen. 7*
kreeg, met. veel moeite, dat men naarkwam, j^g
't gene de Heeren beloofd hadden. Nogtans
wilde geen van beide de Stads Predikanten
de trouw beveiligen, zo dat zig, daartoe, .
een Predikant van buiten moeft laaten ge-
bruiken (e). De Wethouderfchap toonde, '4Stooren
ondertufic.hen, haare agting voor de waar-™1 den
neeming van den openbaaren Godsdienft,d5rn^ e
door het maaken eener Keure, waarby het»tNieuw-
ftooren van den zetven, door roepen, fnap- jaarszin-
pen en ander gedruifch omtrent de Kerk-êen
deuren, verbooden werdt (ƒ). Ook werdt, ^°rrb(J0.
ten deezen tyde, het zingen en fpeelen vanden,
het Nieuwe jaar afgekeurd (g).
Midlerwyl, hadden de ontflaagen Regen-De oude .
ten zig, al kort na de verandering, met een^S*26"
Verzoekfchrift , vervoegd aan den Prinfe^
van Oranje, waarby zy zig zeer beklaagden, over on-
over het ongelyk, welk men hun aangedaan gelyk: de
hadt. De tegenwoordige Regeering befloot,nieuwe
terftond, Burgemeefter Maarten JanszoonÄ0^kthft
Kofter, nevens drie Perfoonen uit de drie ^ ^"^
Schutteryen, Arend Janszoon Koes veld, bekragti.
iiapitein der Kruis- of .Voetboogs-Schutte'&en door
rye, Gerrit Janszoon Delf, uit de Hand- ^ Staa*
fcoogs - Schutterye, en Kornelis Floriszqonten'
van ïeiJingen, Luitenant der oude'Schut-
terye of Kloveniers, af te zenden naar den
Haage, en by de Staaten van Hol land, met
raad van zyne Doorlugdgheid, te verzoeken
regtvaardiging en bekragtiging van 't gene,
federt den zesentwintigften May, voorgeval-
(*) Aantek. By Brandt I. Dtel, bl. 6o\.
(f) Haiulv. bl. izo, Uo..
(tj Handy, bl. ion.
A
7
1
■■
-ocr page 8-
"■
jf           AMSTERDAMS II: Wfei
|$8 ^n was* behoudens de Privilegiert der Ste-
de. De drie Schutteryeri ftonden toe, dat
haare Gemagtigden, in alles, deri Wi\ der
zes en dertig Raaden naarkwamen (/;). Kort
te vooren,op den zevendenjuny, liadthet
Geregt verbooderi, iëtnant, geëftelyk of wee-
reldlyk, van den een' of den anderen Gods*-
dienft, wegens 't voorheen gebeurde, té
fcheldên, of in perfoon, huis of goed; te béJ-
ledigen (/). Doeh ik vind'niet', dat de:Staa-
ten, ten deczentydé, eeriig béfltiirfnamen,
tót regtvaardiging of bekragtigm^ varFt gë-
• ti'é, onlang, te Amflerdam voorgevallen;
Zy'maakt De nieuwe Regeering, zig, in derraan-
êenigé:.' vangvan haar' bewind, bemind* zo/ékeMè
gunftige mäak'eh by't gemeen, bëllooü den eicyné'
ft?HfPfc" Van den twïntigflen penning op het BeeOaaai
af te fehafrenft)'. Ook werden alleGfrden-
kêüreii vernieuwd; doeltH*e"gëlyk bevolen,
dal: de'inkomften van de Gifxlen, na 't af-
leggen der oude fenuïdert'', befléed" zouden
worden, niet tot ydele bygeloovighetfehv
Brallen en drinken, gely k vMh^en; maar
tot önderhoudinge van verarh^detS?flïdferjróe4;
deren (/). Om volk 'naar de Städte lokken;'
wêrdt goedgevonden, aan: allen het jfèrkfjfi;
gen van het Poort er fchap; toe te ftaah, al
kwameiize uit Plaatfen, daar men den Am-
fterdammeren diergelyke'vryheid niet ver-
gunde (m). Op het waaken der drie Schut-.
'"                                            '' '■ ' të&*
(b) RefoJ. Vroedfch. W. 4. ij , U Juny Jjjt.
(i) Keurb. G. f. 157.
(k) Refol. Vroedfch. N. 4. f* Juny if/g„
(l)
Keurb. G. f. 1J8. Handv. ///. 1177.
{*) Refol. Vroedfch. N. 4- »3 July 157g.
/
-ocr page 9-
X.Böèk. Geschiedenis si» tf. £
teryen; op hét zitten der Schutteren in de ^g
Stads Poorten, en op verfcheide andere zaa-
keti, de Schütteryen betreffende, werdeni
in.dit jaar,verfcheide niéWe Ordonnantien
gemaakt by mynè Heeren van dèn Gereg-
te (V). Voorts, werdt het aarincemen van
twee niéuwe Rectoren deropenbaareSchoo-
lêrï, door den Raad, gelaaten aan Barge-
meefteren (o). En na dat de Staaten van
Hblland, in September, beflooten hadden,
cte inkofnften van alleBeriificien, Vicmienvü
Canoi:ifyen,ó}£
door Leeken begeven werden,
voortaan te doen dienen tot onderhoud van
Predikanten , Schooien en anderszins ter?
éere Gods, uitgenomen dat zulke Benefieten,
waaraaé zielzorg väft was, in 't gevolg, al-
leéntot onderhoud van Predikanten zouden
bekeerd worden, werdt het Plakaat, des-
wege gemaakt.;den tienden,hier ter Stede,-
afgekondigd (ƒ>)-
OndertufTclien, hadden zig eenige goed-Edi
gunners der voorige Regeeringe ter Stad uit,§root &e*
en in dienft van Don Jan begeven: onder *ael J*^
weÉen'Ook was de gewezen Schout * Piecer ken
Pïèterszoon. Hy en nog drie anderen, Wou goedgnn*
tét"Burchmanszoon , eertyds Hopman, 2>,nerscJer
Brand Hollefloot, eertyds Vendrig, en Dirkv£°*l&
Hermanszoon Sopeeter
werden , den elfden r-mgC
July, openlyk ingedaagd, om zig wegens wordt .
hunne vlngt en verder gedrag te komen ver bopenlyk
antwoorden. Op den zevenden Oc1:ober,\n|ej
werden nog agt diergelyke geweekenen in-
ge-
(«) Keurb. G. ƒ. ij3 verft, ijj vtrfo, K4.
(«) Reiol. Vrotdfch. A. 4. 20 Jäty \$7t.
(p)
Keurb. G. ƒ. 171.
A 5
-ocr page 10-
io AMSTERDAMS II. Deel.
1578.
gedaagd , te weeten, Joannes Bernardus ,
rieter Oly, Jan Roelofszoon Kaaskooper, Jan
Willemszoon
, eertyds Cipier, JakobLoww>
eertyds Poortier, Willem Simon M aartens*
zoon
, Michiel Wolf ertszoon , en Arend de
Zoon van Henrik in den Engelfchman (q).
In Maart des volgenden jaars, nog zes: te
weeten, Gerrit Hein, Zoon van Aagte Si-
monsdogter in de Wynpers, Bevelhebber
van Wouter Burchmanszoon, Hanske Klaas-
zoon,
Hoogduitfch Zeemleer-verkoop er ,
gewoond hebbende in .'t Engekerksfteegje
aan de oude zyde, Jonge Kees Speelman,
gewoond hebbende in de drie Eftrikken,
Willem Korneliszoon , Zoon van gemelden
Jongen Kees, Willem Franszoon en Klaas
Franszoon,
in de drie koperen Potten (r).
Doch in May daarna, werden wel drie en
dertig Perfoonen, die gevlugt waren, en zig
aan de Spaanfche zyde hielden, ingedaagd,
naamlyk, Jonge Pieter Opmeer, Broeder van
Hollefloöt, Neel Kornelisdogter, Huisvrouw
van Wouter Burchmanszoon , Klaas Koe-
nenszoon,
Zoon van Koen Schepens, Kor'
nelis Boon,
Houtkooper, Dirk Jan in De-
venter, Jan Hagen, Zoon van Gerrit Ha-
gen, Jooß Janszoon in de Fontein, Daniel
de Pyper
, Jan Janszoon Bierdraager, Trom-
flager, Jan Janszoon van Haarlem, Broe-
der van Egbert Janszoon, Maarten Frans-
zoon,
eertyds Onderfchout, Juguflyn van
Teilingen, Jan Zondergeld, Arend tienrikszoon%
Zoon
f<f) Kettcb. Q, ƒ. 173 , 174 vtr/h.
(rj Ketub. G. ƒ. i%9 vtrfo.
•m
*
-ocr page 11-
X.BoEic. Geschiedenissen. ii
Zoon van Henrik in den Engelfchman, Jan j -_ g
Lukaszoon, Snyder, Michiel de Weever op den
Heiligen Weg, Simon Pieterszoon in den Kuil
der Leeuwen, Jan Korneliszoon in 't roode
Kruis, Klaas Korneliszoon liyzer, Jan Blank
van Medenblik, Zwager van den Engelfch-
man , Henrik Meinerdszoon, Smid in 't En-
gelfche tonnetje, Dirk Dirkszoon, Zoon van
bezeten Lysje, Pieter Kindje, Pieter Jans-
zoon Bom
, Vulder, Jan Joriszoon , Tinne-
kramer, Willem Henrikszoon, Zoon van de
Huisvrouwe van Henrik Ebbe, Dirk Wou-
terszoon ^
Slotemaaker, Jan Janszoon, Vul-
der, Jan Gerritszoon D enger > met/iW/zyne
Huisvrouw, Maarten Gelemszoon, haar Zoon,
Michiel Provoofl en Meeßer Hans Hulfnyder
(.$•). Doch of op deeze indaagingen vonnis
van ballingfchap en verbeurdverklaring van
goederen, zo ver de Privilegien zulks ge-
doogden , gevolgd zy, is my nergens ge-
bleeken. Den gewezen Thefaurieren, Kor-
nelis Jakobszoon Brouwer en Jan Dirkszoon
Smid, en den gewezen Excynsmeefteren,
Klaas van Zante en JVeJfel Kornelis Jakobs-
zoons Zoon
, die nog geene rekening gedaan
hadden, en zig ook buiten de Stad onthiel-
del, werdt, wat laater, by openbaare af-
kondiging, bevolen,zig te vervoegen in ee*
ne herberg buiten de Stad, waartoe hun vry-
geleide verleend werdt (t): doch ik weet
niet, of zy aldaar verfcheenen zyn.
Ondertuflchen, blykt, uit al deeze kidaa- Beelden-
gin.ftormi*
(s) Kenrb. G- f. 19+.
(•*) Keuil). G. f, z©7 vtrfi.
-ocr page 12-
'
I                                   12          AMSTERDAMS II. Deel.
157g. gingen> dat de Stad, alwaar de ingedaag-
dc nieu- den, ongetwyfeld, hunne vrienden hadden,
we Ker- nog niet ontledigd was van zulken, die der
ke. Spaanfche zyde waren toegedaan, en van
welken men, hierom, tweedragt en beroer-
te te dugten hadt. Doch van de zyde der
Hervormden, werden ook, nu en dan,bui-
tenfpoorighaden gepleegd, die der tegen-
woordige Regeeringe zelve mishaagden.
Van dien aart was de opfchudding, die,
den tweeden September, voorviel, en die
ik niet weet, dat by eenigen Hifloriefchry-
ver aangetekend is. In de nieuwe Kerke,
ftonden, ten deezen tyde, nog beelden en
outers, 't zy dat de Gereformeerden aldaar
nog niet gepredikt hadden , gelyk waar-
fchynlykft is; 't zy dat men niet gefchroomd
hadt, aldaar te prediken, onaangezien de
Kerk nog niet van Roomfche fieraaden ont-
ledigd ware. Doch op den gemelden twee-
den September, verltoutten zig eenige Per-
ibonen, de deur der Kerke met geweld open
te flaan, en beelden en outers te verbryze-
len. Drie Burgemeefters, zynde den vier-
den, Meefter Maarten Kofter, om Stads
zaaken, verreisd, begaven zigterflond naar
de Kerke, en zogten, door hun gezag, te
wege te brengen, dat men afliete van de
moedwilligheid. Doch beveelen en dreigen
hielp niet. 't Graauw gunde zig geene ruft,
en inde voor dat alles vernield ware. OndertuiTchen,
Kjoos- hadden Burgemeefteren de Klooflers, daar
ters. gelyke moedwil gevreesd werdt, doen be-
zetten met foldaaten; en federt, tot befcher-
minge derzejven, de Schuttery in de wape-
nen.
*
-ocr page 13-
X. Boek. Geschiedenissen. 13
nen gebragt. Doch fchutters en foldaaten l$7%
vielen zelven aan 't beeldftormen, zo dat,
wat moeite Burgemeefteren deeden, zy met
beletten konden, dat, ook in de Kloofters,
alles vernield werdt. Burgemeefleren gaven,
's anderendaags, kennis van 't voorgevalle-
ne aan de Vroedfchap, die hen onfchuldig
hieldt aan den gepleegden moedwil, en
beloofde zulks, des noods, ten allen tyde,
te zullen verklaaren («).
De Staaten van Holland beflooten, ten De vier
deezen tyde, de vier vendelen knegten, die foldaate^
in Amfterdam lagen, te brengen op twee,op twee
famenvan vierhonderd hoofden. De Vroed-gebragt.
fchap bewilligde hierin, mids Herman Roo-
denburg, overeenkomftig met het Verdrag
van Voldoeninge, een vendel behielde, en
de andere Kapiteinen, by raade van Burge-
meefleren, gekooren werden: ook dat de
bezoldigden allen burgers waren, die hier
ter Stede,tot op de afkondiging der Gend-
fche Bevrediginge, gewoond hadden (V).
Kort te vooren, hadden de Staaten vanDe Vaart
Holland enZeeland de Vaart op Spanje ver-opSpan-
booden, en den Handelaaren vermaand,
verboo-
weftwaards op Portugal te vaaren, t Fla-den.
kaat, welk hiervan uitkwam, en den zes-
tienden Auguftus getekend was, werdt, den
negentienden, ook hier ter Stede,afgekon-
!
digd O). Een gedeelte van de Vaart der
Amfierdammeren werdt, door dit Plakaat,
geftremd: fchoon men, van eene andere
-f«) Refol. Vroedfch. N. 4- 3 S(Pl- l*7*-
(v) Refol. Vroedfch. N. 4- * Stpt. 157««-
(w) Keiub. G. ƒ. 17« vtrfi.
-ocr page 14-
H AMSTERDAMS Iï. Deel.
I^g. zyde, wederom uit was, omze veiliger en
De wrak-gema^kelyker te maaken. In Oêtober,floo*
ken wor-ten Biirgemeefteren eene overeenkomft met
den uit Jan Barenaszoon, die aannam, alle de wrak-
het Y ken, die, geduurende de jongfte onluften, in
gehaald. >t y gezonken waren, voor vyf guldens tien
fluivers ieder wrak, op zyne koften, uit den
grond te haaien (#)•
Bezen- De Staaten van Holland hadden, onlangs,
ding der ook beflooten, een honderdften penning te
van* Hol- ^Sten » waar^n Amfterdam niet bewilligd
Jand aan na^c- 0°k maakte men, hier ter Stede,
de Stad. zwaarigheid in de afkondiging van het Pla-
kaat, welk deswege uitgekomen was. De
Staaten zonden dan de Heeren vanMathe-
nes, Heer van de Riviere, en van der My-
1e naar Amfterdam, om de Regeering tot
andere gedagten te brengen. Zy hadden,
eerft by Burgemeefteren, en daarna in de
volle Vroedfchap gehoor. Doch men bleef
de afkondiging van 't Plakaat toen nog van
de hand wyzen (j). En deeze is de eerfte
bezending ge weeft aan Amfterdam, van wel-
ke men,na de verandering derRegeeringe,
gewaagd vindt.
De Stad Tegen 't einde des jaars, werdt in de
bewilligt Vroedfchap geraadpleegd over hetOntwerp
in de eener nadere Unie of Vereeniging, tuffchen
Unie"6 Gelderland , Holland, Zeelano\, Utrecht,
1579- friesland en Overyflel, welke men befloot
aan te gaan (z). Doch de by zondere Unie,
in 'tjaaf 157 6, tuflchen Holland en Zeeland,
(x) Refol. Vroedfch. TV. 4. 2$ Ottob, 1578.
(y) Refol. Vroedfch, N. 4. is 03&k. IJ7S»
(zj Refol. Vr««dfch. N. 4. tl Ott, iS7t%
-ocr page 15-
X.Boek. Geschiedenissen. 15
geflooten, werdt, hier ter Stede, niet dan j--«
met eenige bepaalingen aangenomen. Men
bedong, onder anderen „ dat zyne Door-
„ lugtigheid, de Prins van Oranje, de Wet-
„ houderfchap ftellen zou ten gewoonlyken
„ tyde, en agtervolgens de Privilegien; doch
„ in geval van nood, naar 't goedvinden van
„ den Prinfe; mids zulks niet ftrektetotbe-
5, nadeelinge van het verdrag van Voldoe-
„ ninge («)."
De Prins van Parma, wien Filips de IL, Een dei
na 't overlydenvanDon Jan van Ooftenryk, ^acH
de Landvoogdye opgedraagen hadt, floeg, ien trekt
ten deezen tyde, het beleg voor Maaftricht; uit tot
tot ontzet van welke Stad, de Regeering ontzet
van Amfterdam een vendel haarer knegten, YJn
onder Herman Roodenburg, deedt uittrek- tricht*
ken (b). Doch Maaftricht viel, den agt-
entwintigften Juny, den Spaanfchen in han-
den (c). Ondercuflchen, vie] het toezien
in de poorten by dage, welkte Amfterdam
nog gefchiedde, den fchutteryen zo laftig,
dat men, eerlang, te raade werdt, eenige
burgers daartoe uit te kiezen, en te bezol-
digen. Ook werden , wat laater, eenige
nieuwe Bevelhebbers gefteld over de ge-
woonlyke vendels der Stads bezettinge,al-
zo de tegenwoordigen begeerd hadden ver-
laaten te worden. Doch hierover rees eenig
verfchil met de Staaten van Holland (cT),
welk, zo ik meen, niet voor 't jaar 1581,
VOl-
fa) Refol. Vroedfch. N. 4. " 7an> JS79.
(b)  Refol. Vroedfch. N. 4. 4, 1, 14 Mf nj$.
(c)   Vadert. Hift. VII. Detlt il. 275.
\d) Refol. Vioedfch. N. 4. 4 Ma-], 17 7»»y U7>.
-ocr page 16-
          AMSTERDAMS II. De^;
1579' voIkoHjenlyk afgedaan wprdt. In O&pbcr
♦tGere-t werdenvdpor myne Heeren van denGqreg-
ftelt b te, by-raade der zes en dertig Raaden,elf
nieuwe nieuwe Burgerhopluiden, even zo veel Lui-
?Chbe tenants, en driemaal zo veel Bevelhebbers
aan over^jangefteld over de elf wyken, waarin de
de Wy. Stad toen verdeeld werdt. Zie hier de naa-
ten, men der Plopluiden, die,ten deezen tyde,
Wyhnei'fiers genoemd werden: Jan Smidif
Klaas Landsmeer
, Jan Bannink Janszoon,
SimonHenrikszoon, JanBethszoon Roodenburg,
Kornelis Elbertszoon
, Jakob Franszoon, Klaas
Burchmanszoon, Piet er Kormliszoon Zwarte-
laken, 'Jan Klaas Boeleszoon,
en Klaas Boe-
leszoon in den Hamburg.
De Luitenants wa-
ren Jan Kormliszoon Hooft, Tonis Janszoon
SeheHinkwouw
, Winrik van Marken , Jaii
Janszoon
A oman, iïvert Reaalszoon, Tsbrand
Maartenszoon
, Pieter Rodink, Fredrik Vogel^
Reinfi Pieterszoon
, Klaas Overlander en
Kornelis Kies. Wy voegen 'er de naamen
der BevelhebberenofSerjanten by, ten dierr-
Ile van zujken hunner nakomelingen, die
gaarne weeten, wat deel hunne voorouders
gehad hebben aan 't bezergen van de vei-
ligheid en ruft der Stad: Egbert Pieterszoon^
Louw Folkertszoon,
en Jan Pieterszoon Re-
aal; Gerrit Janszoon Kop, Jan P'alkeszow
en Walich Pieterszoon Prpqfi; Jakob Kopit,
Laurens Jakobszoon
en Klaas Elbertszoon
Gooijer; tfornelis Bennink, Gysbert Jppejuiffit
en Goojfen Jakobszoon; Otto Vogel, Komelis
Heimer
en trans Volkertszoon; IVybrund Jp-
pelman, Tobias Maartenszoon
en Jakob Smid
Oliejlageri Gerrit Bicker > Jan de Bitter
en
Frans
>
-ocr page 17-
X. Boek. Geschiedenissen. 17
Frans Janszoon Kat ; Jan Pottei, Jan de t --~
Bißchop en Jan Tsbrandszoon; Jakob Jans-
zoon Fink, Pieter Klaaszoon Boer
en Ellert
Boeleszoon; Kornelis de Vlamink, Pieter Boom
en Frans Henrikszoon Ruifch; Pieter Pauw,
Willem Hooft en Jan Tsbrandszoon Blaauw-
hulk.
Alle deeze Overften moeflen, met
hunne onderhoorige manfchap, in geval van
oproer of brand, op de aangeweezen Loop-
plaatfen verfchynen {e). Doch het bewaa-
ken der Stede by nagt bleef, ten deezen ty-
de, der bezettinge en fchutteryen alleenlyk
aanbevolen,
In de Lente des volgenden jaars, werdt De Prins
op de Burgervendelen eenige nadere ordevan. ^*
gefield, door den Prinfe van Oranje, die, in ^kt
February in Holland gekomen, en federt eenige
naar Kampen verreisd zynde, te Muiden te verande-
rug gekeerd was; van waar hy , den ze-*,inf V*
ventienden Maart, door die van Amfterdam, jjfr gjjen
met fierlyk uitgeftreeken jagten, afgehaald, wyken.
en ftaatelyk ingeleid werdt (ƒ). 't Geregt 1580.
hadt, reeds eenige dagen te vooren, orde
gefield op het ontvangen van zyne Door-
lugtigheid (g), die, terflond na zyne aan-
komft, zyn werk maakte, om de Burger-
wyken niet flegts, maar ook de drie Schut-
teryen te brengen onder vendels, die af-
hangkelyker zouden zyn van de Wethou-
derfchap dan te vooren. Wy hebben, in 't
voorgaande Boek (h ), gezien , dat men
de
(e) Keurb. G. ƒ, 201 verfo.
(ƒ; HOOFT XVI. ßoekt <>t. 694.
(gi
Keurb. G. f. 210.
(*) II. Deel, IX. Doek, bl. 4*7.
IV. Stuk.               B
-ocr page 18-
\
18 AMSTERDAMS II. Deel.
_g0i de Schntteryen reeds onder vendels hadc
willen brengen, voor de verandering der
Regeeringe, in May des jaars 1578. Doch
alzo de Prins, toen, de Kolonellen en an-
dere Overften begeerde te fiellen,voorzag
de Wethouderfchap van dien tyd ligtelyk,
dat zy, door deeze nieuwe fchikking op de
Wagten , de klem van haar gezag kwye
geweefl zou zyn; weshalve zy 'er niet in
bewilligen kon: 't welk, veelligt, eene der
redenen geweefl is, waarom men toeliet,
of bewerkte, dat zy, door de Schntteryen
en 't volk, van 't bewind ontzet werdt. Maar
de tegenwoordige Regeering hadt geene
reden, om te dugten, dat de voorgenomen
verandering haar gezag krenken zou. Zy
wifl, dat ver het grootfle gedeelte der fchut •
teren haar toegedaan was: en dat het opper-
gezag over de Schutteryen en Wyken beide
gefield zou worden aan Leden der Regee-
ringe. Zy maakte dan geene zwaarigheidin
het omhelzen deezer nieuwe fchikkinge: te
minder, naardien zyne Doorlugtigheid het
Hellen der Overflen aan haarfchynt gelaaten
te hebben. Men vindt, ten minfle, dat Burge-
meefleren, met deVroedfchap geraadpleegd
hebbende (/'), eenige maanden na'sPrinfen
vertrek; doch volghende die feine zyne Furfie-
lycke Genade fpeciaele laß ende beuel
, met
aduys van den Capiteynen van den Schutteryen
ende haere Lieutenanten, nu in't begin
van September, de Wyken verdeeld, en
Kolonels, Kapiteins en Luitenants aange-
fleld
(i) Kcuib. G. ƒ. lis.
i
.....
-ocr page 19-
X.feöfeïC.       GfeSÊHlEÖËÜÏSèEN.        Ij?
fteld hebben. De drie Schutteryen, ende %cfa
elf Wyken der Stad werden gefield onder
eenen algemeenen Kolonel, die te gelyk by-
zöndere Kolonel der drie Schutteryen was.
Voorts, was'ereenbyzondere Kolonel over
de vyf wyken aan de oude, en nog een over
de zes Wyken aan de nieuwe zyde. De Ka-
piteins en Luitenants waren gedeeltelyk
dezelfde, die, in 't voorleeden jaar, doof
*t Geregt zynde aa-ngefteld, of in dezelfde»
of in mindere hoedaanigheid gediend had-
den. Zie hier de naamen der Kolonellen,
Kapiteinen en Luitenanten, waaruit het ge*
zeide blyken kan:
Kolonel over de Schutteryen en KohnelGè-
ner aaien Superintendent over de IVyken,
Meefter Willem Bardes^, Oud-Bur*
gemeefter.
Deszelfs Luitenant,
Klaas Landsmeer.
Koknel over de vyf wyken aan de oude Zyde,
KoRNELIS FlORISZOON VAN T E I-
L i N G E N, Oud-Burgemeeiter.
Kolonel over de zes wyken aan de nieuwe Zyde>
J an Jacobszoon Hu YDEcoPER,Raad»
Itepman ever de wyk by de Haarlemmer Voortt
PlETER JAKOBSZOON VRIES.
Deszelfs Luitenant,
Laurens Volkertszoon.
Hopman over de tweede wyky
Klaas Aartszoon, in de Zalm*
Deszelfs Luitenant,
Walich Pieterszoon ProofL
B 2                        Hop-
-ocr page 20-
ao AMSTERDAMS II. Deel,
Hopman over de derde wyk,
Jan Bennink Kat.
Deszelfs Luitenant,
Laurens Jakobszoon.
Hopman over de vierde wyk,
Simon Henrikszoon, Raad.
Deszelfs Luitenant,
GoofTen Hooft.
Hopman over de vyfde wyk,
Jan Bethszoon Roodenburg.
Deszelfs Luitenant,
Frans Volkerts zoon Koornhert.
Hopman over de zesde wyk,
Kornelis Elbertszoon.
Deszelfs Luitenant,
Wybrand Appelman.
Hopman over de zevende wyk,
Klaas Pieterszoon Kalf.
Deszelfs Luitenant,
Tan de Bitter.
Hopman over de agtfie wyk,
Frans Bennink,
Deszelfs Luitenant,
Jan Pot ei.
Hopman over de negende wyk,
Jan Klaas Boelenszoon.
Deszelfs Luitenant,
Jan Verhee.
Hopman over de tiende wyk,
Klaas Overlander.
Deszelfs Luitenant,
Henrik Haalken.
Hop-
\
-ocr page 21-
X Boek. Geschiedenissen. ii
Hopman over de elfde wyk^               1580.
Klaas Boeleszoon, in den Hamburg.
Deszelfs Luitenant,
Jan Ysbrandszoon Blaauwhulk.
Door deeze fchikking, werden de drie Schut-
teryen en de Burgervendelen tot één Lig^
haam vereenigd ; waarvoor, federt, door
myne Heeren van den Geregte, verfcheide
Ordonnantien gemaakt werden (T): tot eene
van welken gelegenheid gaf zekere opfchud-
ding, op den negenentwintigften November
voorgevallen (7), waarvan my nergens ee-
nig duidelyk berigt voorgekomen is.
De afval des Graaven van Rennenberg, Keur
die Groningen aan de Spaanfche zyde over- ^sen ^9 r
bragt, hadtden Staaten van Holland gele »J^ndlsiJ
genheid gegeven, om wat fcherper te gaan
tegen de Roomfchen, danzy tot hiertoe ge-
daan hadden; en de oefening van den Room-
fchen Godsdienft in hun Geweft te verbie*
den. 't Zelfde gefchiedde te Amfterdam,
by eene byzondere Keure, die, kort na's
Prinfen vertrek, den agttienden April, af-
gekondigd werdt («). By dezelve werdt
het prediken, trouwen, doopen en andere
oefeningen naar de Roomfche wyze, zo in
de Stad, als in de Dorpen der Ambagts*
heerlykheid, verbooden.
In den Zomer des jaars 1^78, was reeds De Stad
geraadpleegd op het verfterken der Stadwor<fc
aan den kant der Laftaadje. Doch daar was verftfjrk£
eenaan ea
(k) Keutb.G./.zij ,218, 2i3,zi6v*r/&, Handv.^;, 1+3,,
(i) Kcurh. G. ƒ. 216 ver/o.
Lv)
Keuib. G, f. 213.
B 3
-ocr page 22-
22 AMSTERDAMS II. Deel;
1580.
een rond jaar verloopen, eer men regt ge*
kant der reec* was met een Ontwerp van dit werk. 't
Laftaad • Werdt egter toen zo vlytiglyk voortgezet,
JS
dat het, in May deezes jaars, voltrokken
was. In November, werdt eerü: gcraaden
gevonden, het Fort, gelyk het genoemd
werdt, of de verfterkte Laftaadje, met eene
brugge van de Stad af te fluiten (»). De
Wethouderfchap hadt, in September des
jaars 1579, reeds behoorlyk verlof tot dee-
ze uitlegging of verflerking der Stede ver-
kreegen van de Staaten van Holland (0),
Doch wy hebben, elders, gelegenheid ge-
had , om iet meer wegens deeze verflerking
aan te tekenen (p).
De Stad
be fluit,
fch oor-
voeten-
de, tot
bewi Mi-
De algemeene Staaten hadden, reeds in
't jaar 1578, beflooten, Convooigeld te hef-
fen van de uit- en ingaande goederen; waarin
de Stad Amilerdam niet hadt können be-
willigen; houdende zy zulks te flrydenmet
ging in'r de voorwaarden van Voldoeninge, die haar,
van t
Con-
vooi-
geld.
door den Prinfe van Oranje en de Staaten
van Holland, waren toegeflaan. De Prins
vorderde, wat laater, dat men 'er, flegts
voor twee maanden,in bewilligde; waartoe
de Stad befloot, onder uitdrukkelyke ver-
klaaring, dat zulks niet zou geagt worden
te flrekken tot benadeeling van der Stede
Privilegien (^).'s Lands nood deedt dé Stad,
na verloop der twee maanden, befluiten om
nog
(r.) Refol, Vroedfch. N. 4. 30 Juty 157g. iojuly i$7j'.
\Z May, z Nov. ijgo.
(e) Kandv. il, j.
(p) Zie I. Deel, U. ÏÏoek , il. 140.'
(a) Refol, Vioedi'ch. /V. 4. 23 Juny t 14, IS Jufy Vfl-
-ocr page 23-
I
X. Boek. Geschiedenissen. 23
nog voor tien maanden in 't heffen van 't I^9
Convooigeld te bewilligen (r). Naderhand,
werdt, op nieuws, voor zes maanden tevens,
in den ophef van 't Convooigeld, bewilligd,
fchoon men het, als ftrydig met der Stede
Privilegien, gaarne zou afgefchaft gezien
hebben (f). En van toen af is dit middel
in gebruik gebleeven. In July deezes jaars,
vergde men Amfterdam ook, toe te ftaan,
dat Convooigeld geheeven werdt van goe-
deren , gaande naar de Vereenigde Gewes-
ten. Doch hiertoe kon de Stad niet verftaan.
En alzo men zig, in den Haage, hadt laa-
ten verluiden, dat men haar daartoe dwin-
gen zou, befloot zy, zo het hiertoe komen
mögt, zig te zullen verdedigen met de mid-
delen , die haar voorhanden waren» en dit
befluit aan de Kolonellen , Kapiteinen' en
Luitenanten der drie Schutteryen enelfWy-
ken mede te deelen, die verklaarden, zig te
zullen trooften in 't gene de Stad, om 't wei-
geren haarer flemme, mögt overkomen (f).
Wat laater, befloot men, toe te geeven,
dat zekere belading gelegd werdt op goe-
deren , in Holland gewaflen , en naar de
Vereenigde Geweften gevoerd wordende,
mids deeze belading geen Convooigeld ge-
noemd werdt (m). Doch ik vind niet, dat
deeze voorflag ingang vondt. Ook heeft
men het heffen van Convooigeld van goe-
deren , die naar de Vereenigde Geweiten
ge-
(r) Refol. Vroedfch. N. 4. zi Sept. 1578.
(5) Refol. Vroedfch. N. 4. zi April, z6 Oftob JM.
(t) Refol. Vroedfch. AT. 4. 26, jo July ïygo.
(»; Relel. Vroedfch. tf. 4. zo, 31 Aug. 15 so.
B'
4                                       »
-ocr page 24-
24         AMSTERDAMS II. Deei."
1580. gevoerd werden, nimmer in algemeen en
beftendig gebruik können brengen.
Ban des De Prins van Oranje hadt zig nuzoopen-
Komngs ]yk gekant tegen de Spaanfche Regeering,
joegen ^at Fihps ^e ^- •>m den Zomer deezesjaars,
den Prins e£n' ftrengen Ban tegen hem liet uitgaan,
van o- waarby eer en voordeel beloofd werdt aan
wnje. ejk f die hem 't leeven beneemen zou. Zy-
ne Doorlugtigheid zou gaarne gezien heb-
ben, dat deeze Ban, op den naam der Staa-
ten , beantwoord geworden was; en de Stad
Amfterdam oordeelde, dat zulks, op den
naam van den Prinfe en van de Staaten, ge-
fchieden moed, zo ver de Ban beide betrof
(V). Doch óe Staaten verftonden, dat de
Prins zig zelven behoorde te verdedigen;
gelyk federt gefchiedde (iy).
'tPlakaat OndertufTchen was, ter Vergaderinge
op de af. van Holland, reeds in 't voorleeden jaar,
zvreeJinS gehandeld van het verlaaten van Koning-
van Ko- £.,.
         .                       ,.           ' /-\i ö
njn^ Fihps, wiens naam, tot hiertoe, in Oktro-
Filips jen, Plakaaten en andere openbaare ftuk-
komt in ken, nog gebruikt was. De tegenwoordige
t licht. Regeering van Amflerdam neigde hiertoe
zeer O*). Zy was ook,gelyk demeefteLe-
den van Holland, zeer gezind, om de hooge
Regeering des Lands den Prinfe van Oranje
op te draagen, en ftemde hierom,niet dan
onder dit beding, in de handeling met den
Hertoge van Anjou, wien men, wat laater,
de Regeering der Nederlanden in 't gemeen
afftondt (j). Doch 't liep aan tot in den Zo-
mer
(v) Rerol. Vroedfch. N. 4. 24 Sept. 1580.
(w) Vaderl. Hift. VII. Deel , il. J45 «»•
(x) Refol. Vroedfch. H. 4. 7 Aug. 10 Ottob. 1579.
(y) Reful. Vioedkh. M 4. 1 Maart; 13 Oïïob. i$\^
-ocr page 25-
X.Boek. Geschiedenissen. 25
mer des jaars 1581, eer op het verlaat en 1581.
des Konings beflooten werdt. In de Vroed-
fchap van Amfterdam, was, reeds in Fe-
bruary, goedgevonden, alle ingezetenen te
ontdaan van den eed, aan den Koning ge-
daan (2). Doch men vondt aldaar niet ge- Men
raad en, het Plakaat der Vereenigde Staaten, ^aa^ te
op dit ftuk ontworpen, en den zesentwintig- d^ er"
ften July gedagtekend, te laaten afkondi-zwaarig-
gen , dan onder verklaaring, dat men aan heidom
den inhoud niet begeerde gehouden te zyn £et afte
(a). De reden van deeze verklaaring was JJS,l"
het verfchil ontdaan tuiTchen de Staaten
van Holland en de Stad, over eenige pun-
ten van het Verdrag van Voldoeninge, waar-
aan de Stad zig houden wilde, en van wel-
ken de Staaten haar wilden doen afïlaan.
Onder anderen, begeerde de Stad, in gee-
ne oude fchulden te draagen, en haare be-
zetting, uit vierhonderd koppen beflaande,
te doen onderhouden door't gemeene Land,
gelyk by 't Verdrag van Voldoeninge be-
dongen was (Z>). Maar de Staaten en de
Prins van Oranje zelf verflonden, dat dit
Verdrag, door en na de omkeering derRe-
geeringe te Amfterdam, reeds gekrenkt ge-
worden was, en dat 'er, hierom, eene ge-
heele verandering in behoorde gemaakt te,
worden, die meer gefchikt was naar den
tegenwoordigen toeftand des tyds (c). Dq
Wet-
(2) Rcfol. Vroedfeh. N. 4. 'S FeBr. ijll.
(a)
Refol. Vroedfeh. M 4. 16 Au%. 15*1,
{b) Refól. Vroedfeh. N. 4. i* 7<*h 0- «OOIT XVI.
ßtiek, tl. (587.
(c) HOOïT XVUI. Beek, hL go»,
»5
-ocr page 26-
2/5 AMSTERDAMS E Diu:
1581. Wethouderfchap van Amfterdam kon niet
" ontkennen, dat eenige punten van 't Verdrag
van Voldoeninge, vooral zulken , die den
Godsdienfl betroffen, met de tegenwoordi-
ge gelegenheid der Stede, niet beftaanbaar
waren. Zy tradt, derhalve, met den Prin*
fe en met de Staaten in onderhandeling, o-
ver eenen affland van 't Verdrag van Vol-
doeninge, onder zekere voorwaarden (d).
De Prins was, in Maart, hier ter Stede,
geweeft, onder anderen om 't werk van den
De Stad aflland te bevorderen. Doch 't liep aan tot
fluit een ^en twintigften December, eer men, we-
van Af- Sens een nieuw Verdrag , in den Haage
ftand van overeenkwam, welk, ten dien dage, van
het Ver- wege de Staaten van Holland en de Stad
drag van Amfterdam, ondertekend , en den zeven-
Hinget tienden January des jaars 1582, door den
Prinfe van Oranje, goedgekeurd werdt. Het
Verdrag van Jffland van de Satisfattie of
Voldoeninge beftondt uit zeventien punten,
die op deezen zin uitliepen : 1. „ De Staa-
„ ten en de Stad ftonden wederzyds af van
5, het Verdrag van Voldoeninge, elkande-
„ ren ontflaande van den eed, daarop ge-
„ daan. 2. De Stad zou bezet blyven met
„ twee vendels knegten, ieder van twee-
„ honderd hoofden, onder twee Kapiteinen,
3, die Burgers der Stad waren. 3. Zy zou-
„ den maandelyks betaald worden uit de
„ middelen van belading, die in de Stad en
„ derzelver Vryheid geheeven werden, zo
„ ver dezelven (trekken mogten, anders
„ uit
(d) Rcfol, Vroedfch. N. 4. ij Julyi + 08,\}Ntv.u%i.
-ocr page 27-
X.Boek, Geschiedenissen; ty
„ uit andere's Gemeenen Lands penningen;
„ doch zo de andere foldaaten, in Holland
„ leggende, met Laken betaald werden,
„ zou de bezetting van Amfterdam ook een
„ maand in 't jaar in laken moeten ontvan-
„ gen. 4. De vierhonderd knegten zouden
„ onder meer vendels verdeeld , en ver-
j, meerderd of verminderd mogen worden
j, naar dat de nood, of andere gelegenheid
„ na 't ophouden van den nood, zulks ver-
„ eifchen zou: 't welk enkelyk flaan zou
„ ter beliefte en befcheidenheid van zyne
„ Doorlugtigheid. 5. Doch zo zyne Door-
„ lugtigheid, des noods, de bezetting ver-
„ ftcrkte, zou zy Servitie - geld trekken,
„ even als in de andere Steden van Holland.
„ 6. De Stad zou, tot opmaakinge haarer
„ Veflingwerken vvolgens de beftekken van
„ zyne Doorlugtigheid, door de Staaten, ge-
„ magtigd worden, om, over 't platte Land
s, van den ouden en nieuwen Amftel, Die-
j, men en Duivendrecht, drie fluivers op
„ ieder morgen 's maands, geduurende den
„ tyd van twaalf maanden, om te flaan,
„ waarin de eigenaars twee derden, en de
M bruikers een derde betaalen zouden, mids
„ de Godshuizen vry zyn, en de huisluiden,
„ in tyd van nood, met hun vee, in de Stad
„ vlugtende, aldaar gehandeld worden zou«
„ den, als andere inwooners. 7. De Stad
», zou treeden in de gemeenfchap der oud^
„ fchulden , gemaakt door de Staaten ,
„ voor het fluiten van het Verdrag van.
M Voldoeninge, met uitfluiting van de fchul-
>, den, door de Steden van Holland, in
„ den
-ocr page 28-
*8 AMSTERDAMS II. Deel,
IC$1. » ^en voorleeden oorJog gemaakt, en ge-
„ naamd <fe groot e Rekening van de Steden,
„ zullende zy dezelven onder eikanderen
,, vereffenen, zonder dat Amfterdam des-
„ wege gemoeid zou worden: welverftaan«
4,  de, dat daaronder niet zouden worden
„ vervat penningen, die eenige Burgers en
„ Inwooners van Holland, by leening, mog-
„ ten hebben opgebragt, zonder daarvoor
„ eenige goederen in pandfchap ontvangen
„ te hebben; welke penningen uit de gees-
„ telyke goederen zouden worden voldaan.
„ 8. Hiertegen zou Amfterdam voor zig
5,  behouden den honderdften penning van
„ 't jaar 1578, en de helft van den non*
„ derdften penning van't jaar 1579: waar-
„ boven de Staaten nog dertigduizend pon*
„ den van veertig grooten aan de Stad be-
„ taaien zouden, in den tyd van zesjaaren,
„ by gebreke van welke betaalinge , de
„ Stad de fchattingen zou mogen inhouden.
„ o. De Stad zou alle de Geeftelyke ge^
„ bouwen en erven, binnen haaren omtrek,
„ mogen naar zig neemen. Doch de Gees-
5> telyke renten , binnen en buiten, en de,
„ Geeftelyke Landen buiten de Stad zouden,.
„ even als de andere Geeftelyke goederen
„ in Holland, gebruikt mogen worden tot
„ afdoeninge van 's Lands fchulden, mids
„ den Kloofterlingen in Amfterdam, door
n de Wethouderfchap, goede verzekering
„ gegeven wierdt van onderhoud. 10. Doch
„ de Geeftelyke goederen, die de Staaten
„ verkogt of vervreemd, of de Godshuizen
v te Amfterdam aan zig getrokken hadden,
_. iii.
-ocr page 29-
XBoek. Geschiedenissen. 29
„ 't zyze denKanhuizeren of anderen Kloos- j
„ terlingen hadden toebehoord , zouden,
„ ter wederzyde, blyven in den (laat, waar-
„ in zy waren,zonder dat men eikanderen
„ in het bezit daarvan zou mogen ontrus-
„ ten, voor dat 'er geregtelyke en eindely-
„ ke uitfpraak over gedaan ware. 11. Am-
„ fterdam zou. tot onderhoud der Kerken,
„ met de lallen en renten daarop ftaande,
,, behouden alle de Kerkelyke goederen,
„ en tot onderhoud der Predikanten, de
„ Memorien, Vicaryen, Getyden en ande-
„ re diergelyke Geeftelyke inkomften. 12.
„ De halve duivers van de rantfoenen der
„ middelen y die in Amfterdam verpagt
„ werden, zouden, nevens de Kerkelyke
„ inkomften in de Ambagtsheerlykheid en
„ 't Baljuwfchap van Amftelland, ftrekken
„ tot onderhoud der Predikanten aldaar,
„ ten ware de inkomften, in 't elfde punt
„ vermeld, niet toereiken mogten tot on-
„ derhoud der Predikanten in de Stad: in
„ welk geval, 't gene 'er te kort kwamA
„ eerft uit de gemelde halve ftuivers, ver-
„ vuld zou worden. 13. Omtrent het gene
s, de Stad, zo wel als de Burgers en Inwoo-
3, ners , te eifchen hadden wegens ver-
„ fcheenen renten, het agterwezen op den
„ tol te Geervliet, en de gewoonlyke Be-
„ den en Domeinen van Holland, tot op
„ den tyd der Gendfche Bevrediging toe,
„ zouden de Staaten en de Stad ieder eeni-
„ gen uit den Hove van Holland kiezen,
„ om deswege uitfpraak te doen,waarnaar
M men zig wederzyds voegen zou,tenwa-
„re
-ocr page 30-
S« AMSTERDAMS II T3ééi:
,* re eenige Burgers of Inwooners verllort-
„ den, daarby bezwaard te zyn, aan wel»
,i ken de weg van Regte zou open bly ven.
„ 14. De Staaten zouden, om de Stad en
$, de Burgers en Inwooners van Amflerdam
„ aan hun deugdelyk agterwezen te helpen,
,, terflond eenigen van 's Lands Domeinen
„ aan de meeftbiedenden doen verkoopen,
$, om uit de penningen, daarvan gekomen,
„ Hoofdfom en agterilallige renten te vol-
j, doen. 15. De Stad zou ontflaagen bly-
3j ven van het opbrengen der driehonderd
j, ponden 'sjaars, wegens het Schout-Am-
*, bagt, welk, met al zyne inkomflen, irt
j, haare handen blyvenzou,totdatdeStaa-
>, ten de twintigduizend ponden van veer-
„ tig grooten, door de Stad op dit Ampt
5, gefchooten, zouden hebben afgeloft, of
5, dat men, deswege, op eene andere wy*
„ ze, zou zyn overeengekomen. 16. We-
„ gens 't punt der Paalkifte, waarover nu
„ voor den Ilove van Holland gepleit werdt,
si ztouden partyen over en Weder blyven in
j, hun goed regt. 17. De Privilegien, Hand-
», vellen, Gewoonten, Keuren, Regten en
„ Gebruiken van Amflerdam zouden in
„ volle kragt blyven, naar ouder gewoon-
„ te! uitgezonderd de Privilegien en Hand-
„ veilen , geduurende de tegenwoordige
,, beroerten , buiten raäde der Staaten van
„ Holland, van den Hertoge van Alva of
4, zyne Opvolgers, tot op den dag van het
>, fluiten der Gendfche Bevrediginge, ver-
„ kreegen ; die allen voor nietig en van
„ onwaarde verklaard werden. Doch de
„ Oc*
-ocr page 31-
X. Boek. Geschiedenissen. 31
„ O&rojen om geld op renten te neemen, 1581,
„ fchoon geduurende de beroerten verkree-
„ gen, zouden van kragt en waarde bly*
„ ven (»•"
Op deeze wyze, kreeg, eindelyk, het Hande-
werk van den affland van 't Verdrag van*in£over
Voldoeninge zyn befrag. Het handelen d®a°tpder
over deezen affland hadt te wege gebragt, hooge
dat men eikanderen, hier ter Stede, nog Over-
niet hadt können ontflaan van den eed, waar- heid aan
mede de Regeering en Burgery aan Filips ßf"^m*
den II. verbonden geweefl waren. Doch oranje,
de Vroedfchap befloot hiertoe, zo dra de
Prins van Oranje het Verdrag van Affland
bekragtigd hadt (ƒ). De opdragt der hoo-
ge Overheid van Holland aan zyneDoorlug-
tigheid, die, om dezelfde reden, tot nog
toe, 'uitgefleld geweefl was, fcheen nu ook
voortgang te zullen hebben. Tot deeze op-
dragt was, reeds in 't voorleeden jaar, be-
flooten; en Meefler Willem Bardes, Oud-
Burgemeefler van Amfterdam, onder ande-
ren , gemagtigd, om den Prins te nodigen
tot het aanvaarden der hooge heerfchappye
(g). Doch verfcheide opkomende beletfels
verhinderden 't voltrekken van dit werk.
Op de Dagvaart der Staaten van Holland,
die, in Maart deezes jaars, te Amfterdam,
gehouden werdt, kwam dit fluk wederom
in overweeging. Men befloot, den Prins,
die zelfde Dagvaart by woonde, te verzoe-
ken , dat hy zig bedienen wilde van 't ge-
zag,
(e) Zit H«ndv. II. +7. [14«.]
(/; Refol. Vroedfch. N. «.. 29 Jan, IJ82J
(l) HOOIT XVi. Bnk, bh «j>«.
-ocr page 32-
32 AMSTERDAMS II. Deee,
f581. zag> welk hem, als hooge Overheid * in
't jaar 1576, opgedraagen was. Doch men
kon, ook toen, 't werk niet voltrekken, ter
oorzaake van 't gehandelde met den Hertoge
van Anjou, wienjmen, zo ver uiterlyk bleek,
de heerfchappy over al de Vereenigde Ne-
derlanden opgedraagen hadt, terwyl in 't ge-
heim bedongen was, dat Holland, Zeeland
en Utrecht, onder 't oppergebied des Prin-
fen van Oranje, blyven zouden; welk laat-
fte bedekt gehouden werdt, om de andere
Geweften niet te doen waanen, dat deezen
drie den band der Vereeniginge breeken
Amfter- wilden. Amflerdam hadt egter niet in de
dam be- op^agt der hooge Overheid aan den Prin-
'^er nfet **e bewilligd, dan onder voorwaarde , dat
in dan zulks, door de Leden van Holland eenpaa-
onder riglyk, en ook door Zeeland en Utrecht ge-
zekere fchiedde (/;); in welke twee Geweften, men
waarden. '* wer^ noS zo ver n*et g^agt hadt, als in
'Holland. Wat laater, verflonden eenigen
uit den Raad, dat men den Prins niet tot
Souverein en Overhoofd moefl aanneemen,
dan met kennis der Schutteryen en Wyken
(f):'t welk, federt, in de Vergaderingvan
Holland gebragt werdt (k). Doch alzo de
Staaten, onlangs, beflooten hadden, dat de
Steden, voortaan, over 's Gemeenen Lands
zaaken , niet dan met hunne voorkennis,
met de Schutteren en Gilden zouden raad-
pleegen (/), fchynt deeze gedagten weinig
in-
(k) Refol. Holl. jo May ijgi. II. 225.
(i/ Refol. Vroedfch. N. 4- 24 J<*ny ij«l»
(k) Refol, Holl. 27,18 7<*ny VU- bL iSj».
(Ij RefoJ. Holl. aj Ma*rt ijgi. il. uu
>
-ocr page 33-
X. BöEK* ÖfeséHlËDENlSSEN.         33
ingang gevonden te hebben. By Amfter- i<#f»
dam, fcheen, eindelyk, geene andere zwaa-
righeid over te blyven, dan dat de Stad,
wegens den afftand van 't Verdrag van Vol-
doeninge , nog niet overeengekomen was
met den Prinfe en met de Staaten. Zy bei
floot dan tot de opdragt, mids dat zulks
haar niet benadeelen zou, in 't gene zy,
voor creezen afftand, te vorderen hadt (m).
De aanbieding der hooge Overheid gefchied-
de, federt, op den voorigen voet, en zo
lang de Landen in oorlog zouden zyn: de
Gemagtigden der Edelen en meefte Steden
deeden den eed in ftilte, in een vertrek van
den Prinfe. Doch die van Amfterdam deeden
dien niet, voor 't begin van 't jaar 1582;
waarna de Prins het Verdrag van afftand,
welk kort te vooren geflooten was , eerft
bekragtigde (ji). Elk Lid d-er Regeeringe
deedt , federt, deezen eed afzonderlyk,
hoeweï'ereenigenzwaarigheid in maakten:
en vindt men , dat , nog op den eerften
September daarna -, by de Vroedfchap, be-
flooten werdt „ Jakob Janszoon Bannink,
Jakob van Kampen, Jan Laurenszoon en
Jakob Franszoon, Raaden, die weigerden
„ zynêr Doorlugtigheid, als hooge Over-
„ heid, te zweeren, op eene boete van tien-
3, duizend dubbelden Leidfchen fleen, te«
M gen den volgenden maandag, te dagvaar*
„ den,en hun te verbieden,ondertuffchen,
»» uit
(m) Refol. Holl. j, y, 10 July ij»i. tl. 29t,199t3o+t
31 j. Refol. Vroedfch. N. 4. 14 Aug. ij«i.
{«) Refol. Holl. t6i 27 Jan. ij«2. ïi, 40,47,46.Re*
Col. Vroedfch. Ni 4. t Jan. i$%U
JV. Stuk.               C
-ocr page 34-
34 AMSTERDAMS IL Dm.
15&1. » uit de Stad te gaan (0)." Doch hoe't hier
mede afliep, is my niet gebleeken. Waar-
fchynlyk, heeft men, te Amflerdam, de
Leden, die zwaarigheid maakten om den
Prinfe van Oranje te zweeren, niet flerk ge-
drongen, om dat het werk van de opdragt,
in Zeeland en in Utrecht, nog haperde. Wy
zullen, hierna, melden, wat deswege verder
voorviel.
De Stad Op den derden January deezes jaars 1581,
verkrygt en dus eenige maanden voor dat men be-
eenPri- f]00ten hadt/s Konings naam te verlaaten,
ppC^le hadt Amflerdam een Privilegie verkreegen,
verkie- welk te Delft gegeven was, en nog fprak
zen van uit den naam van „ Filips, Koning van Kas-
tweePre- ^ t\\{e enz j Graave van Holland, by raade
vanSche-» van ^en Hove, en met overleg van den
penen. ,* Prinfe van Oranje, zynen Stadhouder."
By dit Privilegie, werdt beraamd „ dat niet
„ jaarlyks negen Schepenen, uit eene No-
„ minatie van agttien , gekooren zouden
„ worden; gelyk, federt eenige jaaren, ge-
„ fchied was;maar zeven, uit eene Nomi*
„ minatie van veertien, by welken zeven,
„ twee uit de afgaanden, als Prefidenten,
3>
3J
zouden aanblyven; te kiezen, door de
drie afgaande , de drie nieuwe Burge-
meefters,' den Oud-Burgemeefler en de
zeven nieuwe Schepens (p)."En aan die
Öclroi, fchoon flegts by voorraad gegeven,
heeft men zig, federt, in 't verkiezen van
Schepenen, gehouden.
De
(o) ReïbJ. Vroedfch. N. 4. 1 Stpt, ijl*«
(p) Handv. lil, 110. [jé.J
-ocr page 35-
X. tëóEtf. GrESCHlEÖEÜiSSEtt.        35
De tyd van drie jaaren, voor welken, 1581;
Willem Maartenszoon Kalf, na de verande- wiiiera
ring der Regeeringe , te Amfterdam, tot van der
Schout aangenomen was, liep, met het be- Does
gin van Juny, ten einde, en hy verwagtte ™c^ut
niet, dat hy zou aanbly ven, alzo men hem, aange.
by de Regeeringe, verdagt gemaakt hadt fteld.
van eenig wangedrag, waarop, federt, be-
flooten werdt onderzoek te doen (q). Hy
neigde, ondertufTchen, zeer, tot behoude-
nis van het Schoutampt, en vervoegde zig
byden Prinfe van Oranje, begeerende, by
eene Acle van zyne Doorlugtigheid, aari-
gefteld te worden tot Schout der Stede.
Doch hy verwierf zyne begeerte niet, alzo
de Vroedfchap verflondt , dat zulk eene
aanftelling aanloopen zou tegen de Privile-
gien, op het Schoutampt verkreegen (r)i
Hy bleef dan verlaaten van zyn ampt, welk*
eenigen tyd, by voorraad, bekleed werdt*
door den voorzittenden Burgemeefter, on-
der wien, het zelve werdt waargenomen»
door Jan Koenenszoon, die dageiix als Schout
by Schepenen te recht zat;
tot dat, omtrent
Auguftus des jaars 1584, Willem van der
Does Simonszoon
uit den Haage, die voor-
heen Convooimeefter te Amfterdam geweeft
was, op de gewoonlyke wyze, tot Schout
werdt aangefteld (j).
Het Verdrag, waarby de hooge Overheid Haridc-
cler Nederlanden opgedraagen werdt aanlins meÉ
dendenHer-
ff) Reiol. Vioedfch. N. 4. 29 Aug. ijti.
(*-) Refol. Vroedfch. N. 4. ir Juny i$ii.
(s)
Lyft der Regeer, vttr de Handy, tpit jaaren if!iÄ
iStiy UU, IJ 14.
c &
-ocr page 36-
$6 AMSTERDAMS II. DêeL'
1*5 8 r. den Hertoge van Anjou, eindelyk, getekend
toge vanzync^e» en den Hertog, by een byzonder
Anjou. Renverfaal, gelyk het genoemd werdt, ver-
klaard hebbende,dat hy Holland, Zeeland
en Utrecht niet verder verbinden wilde, dan
tot eendragt in 't voeren des oorlogs; be-
floot de Prins van Oranje de hooge Over-
heid, hem in Holland opgedraagen, te ge-
1582. bruiken (f). Vooraf, werdt den Ledenvan
Holland goedkeuring afgevorderd van hef
Verdrag, met den Hertoge van Anjou ge-
maakt. Doch de Vroedfchap van Amfter-
dam verklaarde daarop niet te können be-
fluiten, voor zy 't Verdrag en 't Renverfaal
beide gezien hadt (u). Sedert, werdt An-
jou, door die van Holland, ingehaald,on-
de de gemelde voorwaarden. Doch 't leedt
maar weinige maanden, toen hy zig toelei-
de op het bemagtigen van Antwerpen en
andere fterke Plaatfen in Brabant en Vlaan-
deren ; 't welk hem zo zeer in den gemee-
nen haat der algemeene Staaten bragt, dat
zy zig, door den Prinfe van Oranje , niet
dan met moeite, beweegen lieten , om we-
derom met hem in onderhandeling te tree-
den (y). Te Amfterdam, verftondt men,
„ dat van de Franfchen, die zig deNeder-
j, landen wilden onderwerpen, niets goeds
„ fchetn te wagten tezyn(w)."Ook werdt
de handeling met den Hertoge van Anjou,
door zynen onverwagtendood,afgebroken.
In
(t) Vaderl. Hift. VII. Deel, il. 444.
(u) Refol. Vroedfch. N. 4. z5 May ij82,
1 (v) Vaderl. Hift. VII. Deel, il. 472 enz.
(w) Beiöl. Vroedfch. AT, 4. 5 Ftir. 1583*
-
-ocr page 37-
X. B©Eic. Geschiedenissen. 37
In den Herfft des jaars 1582, werdt, by I-g2k
de Vroedfchap van Amfterdam , geraad- . •
pleegd op het verfterken van Muiden en da^ £][*
Naarden; door welke Steden, Holland, van vordere
deeze zyde, en Amfterdam in \ byzonder hec ver-
gedekt werdt. De Staaten van Holland had-fterkei1
den deeze verfterking dienftig geoordeeld, buiden
En de Stad befloot, de penningen, daartoe en Naat-
vereifcht, op te neemen, mids haar daar-den.
tegen de middelen der twee Steden en van
gantfeh Gooiland in handen gefield wer-
den (#).
De Regeering der Stad begon, ten deezen.De
tyde of eerder , gebruik te maak en van deVteefch-
geeftelyke gebouwen, die haar, by het Ver- waordt
drag van Afftand der Voldoeninge, waren in de S.
overgegeven. Onder anderen werdt, in Au-Pieters
gullus deezesjaars, vaftgefteld, de Vleefch- Kapelle
hal van omtrent den Dam naar de S. Pieters !!Ï5*"
Kapelle in Gansoord, nu de Nes, over te
brengen -(y).
In de Lente des jaars 1583, werdt, ter Vervolg
algemeene Staatsvergaderinge te Middel-der.ha'i-
burg, wederom gehandeld over het gewig- delinëe
tig punt van de opdragt der hooge Overheid 0pdragt
aan den Prinfe van Oranje, die nog niet in der hoo.
orde gefchied was; en over eene nadere Unie5e Over-
of Vereeniging tuiTchcn de Geweften, dieheid,
zig tegen Spanje verbonden hadden. Am- j>rUife°
fterdam, gevorderd hebbende, het ontwerp van
<Jeezer nadere Unie te zien,befloot,federt,Oranje,
zig, in dit opzigt, te zullen voegen naar 't I5^3*
(x) Refol. Vïoedfch. N. «. 9 Stpt. iju.
Ij) Keurb. G./• Z41.
C 3
-ocr page 38-
$8 AMSTERDAMS ÏIDeeu
I583. gevoelen der Staaten (z). Doch omtrenfi
het punt van de opdragt der hooge Over-
heid aan den Prinfe van Oranje ontftondt,
van tyd tot tyd , meerder hapering. De
Vroedfchap van Amflerdam hadt, voor 't
grootfte gedeelte , reeds in 't voorleeden
jaar, den eed aan den Prinfe, als hooge
Overheid, afgelegd (a). Doch eenigen had-
den zig, tot hiertoe, nog verontfchuldigd
van het afleggen van deezen eed. Ook fcheen,
de geneigdheid,om zig eenen nieuwen Op-
perheer te verkiezen, in de plaats van den
afgezwooren Koning van Spanje, van tyd
tot tyd, te verminderen in Amflerdam. De
Stad, in Auguftus, te Middelburg befchree-
ven zynde, om nader te handelen over 't
ftuk der Regeeringe, befloot men, alleenlyk
te ftemmen, tot de aanflellinge van eenen
Gouverneur-Generaal, die zekere Raaden
nevens zig hebben zou ($). Doch wat laa-
ter , werdt geraaden gevonden, zig, op 't
ftuk der Regeeringe beide van de Unie en
van Holland, te voegen met de algemeene
en byzondere Staaten, behoudens het Ver-
drag op den Afltand van de Voldoeyinge
gemaakt (V). De Staaten van Holland neig.
den meeft om den Prinfe van Oranje de
hooge Overheid op te draagen, onder den
titel Van Graaf. Zyne Doorlugtigheid hadt
Verklaard, dat hy zig deezen titel gevallen
(*) Refol. Vroedfch. N. 4- 6 April, zy May i$gj.
(a) Uit een gefchreeven Lyft der Naamen deezei Be-
ledigden.
(l>) Refol. Vroedfch, JV. 4. 10 Jut. l$MÏ?
(fj Refol.'Vroedfch.'JV. +. u Oflf; ïst.3»
-ocr page 39-
.-■
XBoEK. Geschiedenissen. %9
liet, en de Akte, waarby hem dezelve op- I585.
£edraa?en werdt, was reeds door de Lde-
fen en Steden van Holland bezegeld. Doch
alzo verfcheide andere vereemgde Gewes-
ten zwaarigheid maakten, m 't gene Hol-
land met den Prinfe handelde, en het zelve
aanmerkten, als aanloopende tegen de Unie,
ftelde men het overleveren deezer Akte,
van tyd tot tyd, uit. Zeeland ook, welk
van ouds metHolland onder eenenHeerge-
ftaan hadt, was, tot hiertoe, nog met geko-
men tot een befluit, om den Prins voor Graat
aan te neemen, onder anderen, om dat men
aldaar bedugt was, dat zulks den Koophan-
del op Spanje, die tot nog toe oogluikende
gedoogd werdt, ftremmen mögt. Maar het Het dr.*
draalen van Zeeland deedt ook Amlteraam
Zeel an d
aeteruit toopen. 't Belang van den Koop- nierom-
handel hadt hier geenen minderen invloed trent
op de belluiten der Vroedfchap. Men vrees-doet ook
de dat de Koophandel op Spanje verlegd ^«er-
zou worden naar Zeeland, als men, in riol- rug lo0.
land eenen anderen Heer aannam; terwyl pen.
men', in Zeeland, den Koning van Spanje
noz niet eens hadt afgezwooren. En deeze
vrees bragt te wege, dat Amfterdam en Gou-
da niet bewilligden in de overlevering der
Akte van de Opdragt der Graaflykheid aan
den Prinfe van Oranje, die, den zevenden
December deezes jaars, door de Edelenen
de overige Steden van Holland, in 's Prinfen
(laapkamer in den Haage, gefchiedde (d),
r
                                                Het
U) Refol. Holl. \s Sept. x$ , 17, *« OB l% , 14 Ntv. *,
JDtc.l$%l.bl. ï68,+X6,43o, 43V4'H»450>48i,4»J,48*.
7'                     c4
-ocr page 40-
i0 AMSTERDAMS n. Deel;
1583. Het ontwerp der voorwaarden, waarop men
den Prinfe de Graaflykheid wilde opdraa-
gen, werdt, federt, gezonden aan de Vroed-
fchappen der Steden, behalven aan die van
Bezen- Amfterdam en Gouda; welke Steden, in
ding aan Juny des jaars 1584, bezonden werden, door
de Stad. je Staaten van Holland. Tc Amfterdam,
*5<*4* openden de Gemagtigden,zynde de Heeren
van MatheneiTe en van der Myle, nevens
nog een derden, van wegezyneDoorlugtig-
heid, hunnen laft in deVroedfchap,opden
agtften; over den inhoud van welken,, den
Rcdevan volgenden dag , geraadpleegd werdt. De
den Raad Oud-Schepen en jongde Vroedfchap, Kor*
Kornelis nens Pieterszoon Hooft, deedt toen eene re-
ooterS" ^e> fokkende om net verheffen van zyne
Hooft Doorlugtigheid tot Graave te ontraaden, zo.
om 's lang 'er Zeeland niet in bewilligd hadt. Zy
Prinfen js f federt, uit het handfchrift van den Hee«
fine t© re Hooft, in 't licht gegeven (e), en liep
ontra*. °P deezen zin: „ Meermaalen heb ik, aan
<kn. „ zulken, die my geneigd fcheenen, om
„ zyne Doorlugtigheid te verheffen tot de
3>
Graaflykheid van Holland, gevraagd, wac
voordeel zy zig daaruit beloofden voor
den Lande;zonder,desaangaande,eenig
„ licht te hebben können bekomen. Van

toen af, begon my 't werk zwaarder voor
te ftaan, en meer en meer verdagt te wor-
„ den. 't Scheen my toe, dat de yveraars
3>
voor 's Prinfen verheffing zulks minft
deeden uit eigen overtuiginge, meeflop
f> 't aandryven van anderen, die 'er, veel*
(t) Sy BQ3 Awh. Stukken, fl, Dal, hl. j<J,
-ocr page 41-
X.Boek. Geschiedenissen. 41
,, ligt, redenen voor hadden, welken zy
5, niet goedvonden te openbaaren. Wel,
„ heb ik den Heer van der Aa, op gifteren,
„ hooren bybrengen, dat dé Prins zig zeer
„ bevlytigt tot voorftand van de Scheep-
je vaart; dat ook de Gezanten, die inDee-
„ nemarke geweeft zyn, breed opgeeven
w van de eer, die hun daar, ten aanzien van
„ zyne Doorlugtigheid, aangedaan is; doch
„ ik kan niet zien, wat voordeel zulks aan
„ den Lande geeft. Immers, hebben wy,
„ terwyl wy onder 't gebied van den Prin-
„ fe geftaan hebben, het Laftgeld in de
„ Zont, welk te vóoren afgefchaft was ,we-
9, derom moeten betaalen. Zelfs is dit Lalt-
9, geld, na't aanneemen van den Hertoge
9, van Anjou , nog wederom verhoogd,
,, moetende wy nu een oord daalers betaa-
„ len van ieder laft,welk de Schepen voe-
„ ren können; zo dat wy de eer, den Ge-
,, zanten aangedaan, duur genoeg hebben
„ moeten boeten. Ook heb ik de Heeren
„ Burgemeefteren hooren aanmerken, dat
9, de vyand, in Vlaanderen, die van Gend
9, kleinmoedig zoekt te maaken, door hun
9, voor te houden, dat zy zig niet verlaaten
*, können op Holland, welk in zig zelf
9, oneenig was, en zig met Amfterdam niet
,9 verdaan kon, over 't verheffen van den
f, Prinfe tot de Graaflyke waardigheid : als
„ of zy zeggen wilden, dat deeze aanlei«
9, ding tot kleinmoedigheid zou weggeno-
M men zyn, zo Amfterdam zig hierin voeg-
* de met de andere Leden. Maar fchoon
*. de Stad, in dit opzigt, met de meefte;
C 5                      M Lc
-ocr page 42-
4» AMSTERDAMS II. Deel-
1$%^
„ Leden rerfchüt, blyft zy zo geneigd als
„ eenig Lid, om de Bondgenooten kragt-
„ daadiglyk by te ftaan ; zo dat die van
„ Gend geene reden altoos hebben können,
„ om zig, uit aanmerking van dit gefchil,
„ den moed te laatenbeneemen. Of zo
„ 't Land magtiger zyn zou, als zyne Door-
„ lugtigheid Graaf was , 't welk my nog
„ niet blykt, moeft het den Gentenaaren
„ moed geeven, dat de meefte Leden van
„ Holland, zo men zegt, in ditfluk,reeds
„ van één gevoelen zyn. Zo de Raad van
„ Amfterdam, ondertufTchen , aleenigszins
,, neigen mögt totdeeze handelinge, moeft
„ dezelve, myns oordeels, wederhouden
„ worden, door het eer fis Lid der Unie van
„ 't jaar 1579, inhoudende, dat de Provin-
„ cien altoos vereenigd zouden blyven, als
„ of zy maar ééne Provincie waren. Maar
a, zulk een werk te beginnen, zonder de
„ andere Provinciën, zou ons doen voor-
„ komen als ligt vaardigen, die ons niet
39 langer hielden aan eeden en verbindte-
„ niiTen, als 't ons goeddagt. Zulk verwyt
„ zou ons voor de fcheenenipringen, zo
„ dra wy in nood kwamen : de Bondgenoo-
5, ten zouden ons, met reden, mistrouwen,
„ en bewoogen worden tot het inflaan van
„ wegen, die, beide voor hun en voor ons»
„ verderfelyk zouden können zyn. Holland
„ heeft voor deezen veel laft geleeden van
„ zyne nabuuren. 't Zou te bedugten liaan,
,, dat zulke tyden eens zouden wederkomen;
„ wanneer bet kwaad, gelyk men lpreekt %
zynen Meeßer loonm z@u.
„ Doch
-ocr page 43-
X Boek. Geschiedenissen. 43
„ Doch zo men de Unie al klein wilde
„ agten in Holland; heeft men te beden-
„ ken, dat, zo men't werk zonder Zeeland
„ ondername, onze fchepen, onder eenig
„ ander voorwendfel, ligtelyk, zouden aan-
„ gehouden worden in Spanje, daar't volk
„ tot flaaven gemaakt, of anderszins vyan-
„ delyk gehandeld zou worden , waaruit
„ groote beroerte ontdaan moeft , in de
„ Waterlieden en ten platten Lande. En zo,
„ de Spanjaard die van Zeeland nog eenen
„ tyd lang vry liet vaaren, zou zulks, ver-
„ moedelyk, met geen ander oogmerk ge«
„ fchieden, dan om, onder den fchyn eener
„ zagte behandelinge, nu en dan, een' on-
5, zer Bondgenooten van ons af te trekken.
„ Zy, die ook, over dit werk, met eeni-
„ gen uit de Burgerye, gefproken hebben,
„ bevinden wel , hoe zwaar het veelert
,, voorftaat; zelfs tot zo verre, das veele
n voornaame burgers liever vertrekken zul-
„ len, dan, op zulk een' voet, by ons bly-
„ ven: 't welk dan ook geene kleine op-
„ fpraak onder de fchamele gemeeate ver-
3, oorzaaken zal. Ook agt ik, dat zyne
„ Doorlugtigheid, zo hy zig, in den aan-
j» vang des oorlogs, ook maar eenigszins
., hadt laaten verluiden, dat zyne meening
„ tot dit werk ftrekte, zeer weinig zou heb-
„ ben uitgeregt; en dat de Gemeenten, die
„ hem nu alomme de Steden geopend heb-
„ ben, daartoe niet zouden hebben ver-
„ (taan. Maar men was toen bezig met
3, het lieve pro Lege, Rege & Gr e ge, \%oor
j, <k W*tx dm Ksning en bet Folk] en de
» vry-
-ocr page 44-
44 AMSTERDAMS IL Deel!
1584. »» vryheid van de Landen het volk voor te
„ houden, zonder dat 'er, zo veel my be-
„ kend is, eenig woord gerept werdt, om
„ zyne Doorlugtigheid Erf heer der Landen
„ te maaken. Ook is reeds, met het dry-
„ ven van dit werk, zo veel te wege ge-
„ bragt, dat men mistrouwen gekreegen
„ heeft op de Gemeente; die zig, met groot
3, gevaar, aan zyne Doorlugtigheid onder-
5, worpen, en fommige Steden, met verlies
„ van veele duizend perfoonen, tegen den
,, vyand befchermd heeft. Uit hoofde van
„ welk mistrouwen, wy een groot deel on-
„ zer middelen (pillen moeten, om ons te-
3, gen de Gemeente te verzekeren, die men,
„ veel eerder, tegen den gemeenen vyand,
„ behoorde aan te leggen. Immers,is de
5, Gemeente de getrouwfte Lyfwagt van
„ een' Vorft, die gunft by zyne onderzaa-
5, ten heeft. Ook is zy 'er, in vroeger' tyd,
„ dikwils, door zyne Doorlugtigheid, toe
„ gebruikt: waarom my wel noodig dunkt,
„ dat op deeze zaak niet alleen de Kapitei-
„ nen en Luitenanten van de Schutteryen
„ en Wyken gehoord worden; maar ook
„ alle andere Burgers, en vooral het zee-
„ vaarend volk, welk den eerften aanfloot
„ te wagten heeft, en waarin onze meefle
„- flerkte beftaat.
„ Men zegt, 't is waar, dat de zaak te
„ ver gebragt is, omze nu te laaten flee-
„ ken; waarvan ik niet veel zeggen kan,
„ als voor mynen tyd gefchied zynde. Doch
„ ik kan my niet genoeg verwonderen, over
„ de wyze, waarop, en de middelen, waai*
„ door;/
-ocr page 45-
X.Boek. Geschiedenissen. 45
„ door, men 't werk zo ver gebragt heeft; ^g^
„ alzo ik, zelfs nu, na dat de zaak zo lang
„ op het tapyt geweefl is, nog niet verneem,
5, wat voordeel voor't Land daarin gelegen
„ zy, daar men te vooren nog minder van
„ zal hebben können zeggen. De Wet-
s> houderfchap, in deeze Stad en in andere
„ Steden, heeft nu al lang onder eenen an-
„ deren eed geftaan, dan de Gemeente.
„ Zou men zulk eene zorgelyke verfchei-
„ denheid, in deezen gevaarlyken tyd,ge«
„ doogd hebben, zo men kans gezien hadt,
„ om de Gemeente ligtelyk onder denzelf-
„ den eed te brengen? En zo men haar
„ deezen eed niet durft afvorderen; zal
„ men haar onder haaren ouden eed laaten
s, moeten. Maar welk een grondflag de
,» dingen dan hebben können, in tyd van
„ nood, daar de Gemeente, door welke de
„ dingen moeten uitgevoerd wqrden , en
„ zonder welke dezelve niet beïtaan kon-
„ nen, door eenen byzonderen eed, afge-
a, fcheiden is van de Wethouderfchap; geef
„ ik elk te bedenken. Te waanen, dat de
„ Gemeente niet veel te agten is, en lig-
j, telyk te dwingen zal zyn, om zig aan •
„ deeze verandering xe onderwerpen, is,
j, rrïyns oordeels, verkeerde rekening ge-
„ maakt. De gunft en liefde der Gemeente
3, heeft onze zaak meeft bevorderd, en zo
„ vergebragt als zy tegenwoordig is. Doch
„ zo 't volk, 't welk God verhoeden wil,
„ eens wars werdt van de Regenten, zou
„ zy, is het te dugten, eenen kwaaden uit-
„ flag hebben. Heeft Alva, met zyn ge-
M wel-
-ocr page 46-
46 AMSTERDAMS II. BezU
1584. » we^ig Oderint dum metuant [Laat zymy
haaten, ah zy my maar vreezen] de Landen
j, niet onder zyne magt können behouden;
„ ik vrees, dat wy daartoe nog zwakker
s, bevonden zullen worden, zo 't volk eens
3, eenen afkeer krygt van de Regenten. Myn
„ gevoelen is dan, dat ik tot deeze zaak*
„ voorals nog, niet verftaankan, vooreerfl,
j, om dat ik er geen voordeel uit verwagt,
5, ten anderen, om dat my de gemelde Ü-
j, nie daarvan wederhoudt, ten derden, om
5, dat die van Zeeland zyne Doorlugtigheid
„ nog niet voor hooge Overheid hebben
j, aangenomen , en ons niet geraaden is 9
5
, ons van hun te fcheiden, en eindelyk en
„ vooral, om dat men 'er de Gemeente nog
j, niet toe zal können brengen, zonder wel-
5, ke het werk nogtans niet uit te voeren
„ is. Ik meen dan, dat men daarmede an-
j, dere gelegenheid behoort af te wagten,
„ op hoop, dat, onze Bondgenooten, en
5, onze eigen Gemeente, beter tot de zaak
j, gezind zynde, dezelve eendragtelyk by
„ der hand genomen, en met Gods hulpe
„ te beter uitgevoerd moge worden."
Befluit 't Schynt, dat de redenen des Heereri
der Hooft indruk maakten op de meefle Leden
Vroed- yan ^e vroedfchap; immers 't befluit Viel,
c Ap' j, dat men een dubbeld zou zoeken te be-
s, komen van de Capitulatie of voorwaar-
„ den van de opdragt der Graaflykheid f
3, door de meefte Leden van Holland ont-
„ worpen, om te zien, of daarin ook iet
j, gevonden werdt, ftrydig met der Ste-
„ de geregtigheid; dac men, voortsa niet
» ko-
-ocr page 47-
X Boek. Geschiedenissen. 47
„'komen zou tot goedkeuringe of tekenin- I584.
ge , voor dat bleeke , dat Zeeland zo
ver met dit werk gekomen ware alsHol-
land; en zelfs nog dan niet, zonder er
" de Schutteryen en andere voo^aame bar-
gers op gehoord te hebben." Doch alzo
dit befluit heimelyk genomen werdt, is t
-en wonder, dat men 't met te bock ge-
field heeft, in de Regißers der froedfchap.
i Verdient, ondertuffchen, elks opmer- Byzon.
king, dat de Secretaris, in 't uitbreiden van £*«*
deeze Refokitie, goedvondt, te Re en „ dat breideil
de Raad, verflaande, dat Holland niet va,i dit
zonder Graaf ^^^1^^^
Doorlugtigheid tot die waardigheid te
5>
„ verheffen:" 't welk geheel niet in t be- ^
fluit des Raads begreepen geweeft was. Doch
na dat men omvraag gedaan hadt, of deeze ■
woorden in de uitbreiding der Refokitie
blwen zouden; verftonden de meeiten van
ia De Burgemeefters nogtans, en anderen,
die meeft ?oor de Opdragt der Graaflyk-
heid eeyverd hadden, verklaarden uitdruk-
kelvk „ dat deeze woorden niet verbinden-
de waren, alsalleenlykftaande in tvoor-
!' verhaal, en niets gemeens hebbende mee
' de daarop volgende Refokitie: t wekk,
fchryft de Heer Kornelis Paters-
ZoonHooft,w)»goet gedacht heep, al-
Mer per memorie te teyekenen, op avontuyre,
éf men
, in toekomende tydt, die woorden anders
milde dryven
(ƒ).
Te Gouda, werdt een diergelyk belluit'Spnnfcu
(f) By BOR Aiith. Stukken, II. Dttl, **• J7«
-ocr page 48-
43         AMSTERDAMS II. Dezi.
1584. genomen als te Amfterdam. De Gemagtig-
^üod den der Staaten deeden van 't een en 't an*
ftremt de der verflag, op den zesden July, ter Verga-
raadplee-deringe van Holland, die nu te Delft,daar
gmgen fe Prins zig ten deezen tyde bevondt, ge-
verhelT houden werdt. Men handelde, den volgen-
fing. den dag, nog over 't gewigtig onderwerp
(g): en 't is ten hoogfte waarfchynlyk, dat
men, zonder naar Zeeland te toeven, en
buiten bewilliging van Amfterdam en Gou-
da, tot de inhuldiging beflooten zou heb-
ben, zo 'sPrinfen onverwagte dood niet alle
raadpleegingen hadt afgefneeden. Men weet,
hoe zyne Doorlugtigheid, maar drie dagen
hierna, op den tienden July, moorddaadig«
]yk, van kant geholpen werdt. De Vroed-
fchap van Amfterdam befloot, op den elf-
den, Graaf Maürits, by voorraad, voor
den tyd van drie of vier maanden, te helpen
kiezen tot een hoofd der Regeeringe, mids
hem een Raad toegevoegd werdt (A);gelyk
federt gefchiedde. Amfterdam, niet bewil-
ligd hebbende in de Opdragt der Graaflyk-
heid aan wylen zyne Doorlugtigheid, kon
ook niet toeftaan, dat het wapen van Hol-
land, by zyne begraafenüTe, gedraagen werdt
(ï): waarin ook Dordrecht, Gouda en Alk-
maar niet hadden können bewilligen (k).
Hande- De zwakheid der Vereenigde Staaten
ling met noodzaakte hen, federt, uit te zien naar uit-
Frankryk heemfche hulpe, en eerft met Frankryk,
geland.                                                               ei*
(g) Refol. Holl. t, 7 July, 1**4. tl. J57» 361»
(b) Re lol. Vroedrcii. JV. j. 11 July ijg«..
(i) Refol. Vioedfch. .V. 5. 3P July ijg+.
(4J Refol. Holl. 26 July uu. bl. fjfc
-ocr page 49-
X. Boek. Geschiedenissen. 49
en daarna met Engeland, over de opdragt 1584.
der hooge heerfchappye, in onderhandeling
te treeden. Amfterdam befloot fchoorvoe-
tende tot de handeling met Frankryk, die
den meeften Kapkeinen en Luitenanten der
Schutteryen en Wyken, geweldiglyk, te-
genftondt; waarom het befluit tot dezelve
zorgvuldiglyk bedekt gehouden werdt voor
de gemeente (/). Doch deeze handeling,
waarmede men het al ver fcheen gebragt te
hebben, liep , in het volgende jaar, vrug- 15*>5-
teloos af. De handeling met Engeland werdt
toen ernftiger voortgezet. Men befloot, ook
met bewilliging van Amfterdam, Koningin-
ne Elizabet de Opperheerfchappy aan te
bieden, of zo zy die van de hand wyzen
mögt, met haar, over het verleenen van
eenen bepaalden onderfland, te verdraagen:
tot welk laatfte alleen, Gouda geftemd hadt
(in). Ook weigerde de Koningin de Opper- De Graaf
heerfchappy te aanvaarden, den Landen al- van Lei-
leenlyk eenen merkelyken onderftand inj^jjj^
manfchap toeftaande, die, met Robert Dud- her-
lei, Graaf van Leiccfier, aan 't hoofd, tegen waards.
't einde des jaars, herwaards kwam.
Ondertuffchen, hadden de Staaten van Maurits
Holland en Zeeland beflooten, Graaf Mau-™1^
rits aan te ftellen tot Gouverneur en Kapi- ^T
tein - Generaal der twee Provinciën, op eene
InftruÊtie, die, in de Vroedfchappen der
Steden, overwoogen was. Te Amfterdam,
hadt
(t) Kefol. Vroedfch. N. r. i«, z9 , 30 Stpt. 1, 2, 20
Oöf. ij«*. Hooft XXI. B^k, bl. 94+.
(m) Reiol. Holl. it , zS Apr. 1 May ijfJ. il %%S,
239 . 44J.
IV. Stuk.               D
-ocr page 50-
So         AMSTERDAMS IL Dm.
i585. hadt men op dezelve eenige aanmerkingen
gemaakt, onder anderen {trekkende tot
meerder verzekerdheid van de handhaaving
der Privilegien en geregtigheden vandeby-
zondere Steden (V),
Amfler- Amfterdam nam, federt de verandering
wórdt op - jaarS I57^ ' zo fterktoe in getal van
»ieuu4, lnSezetenen' dat men, in de Lente deezes
verfterkt jaars, wederom befloot, de Stad aan de
of uitge- weflzyde uit te leggen, of gelyk het ge-
leëd. noemd werdt, te verkerken, eerft van den
Haarlemmerdyk tot aan de Jan Rooden-
Poort, of verder tot aan de Gafthuis molen
(o), daar nu de Gafthuismolenfteeg is; en
naderhand nog verder tot omtrent de Regu-
liers - poort (py.de erven, die,in deeze Ver-
grooting, welke wy elders (q) nader be-
fchreeven hebben, werden vergraaven, wer-
den allen, federt, volgens fchattinge van
myne Heeren van den Geregte, door de Stad
betaald. De overgebleeven erven, die niet
tot graften, burgwallen, flraaten, lynbaa-
nen en andere Stads dienflen werden ge-
fchikt, werden, in 't jaar 1589, door de
Stad, aan byzondere perfoonen uitgegeven,
die, voor de befte erven, tot twaalf gul!
dens zeven Huivers, en voor de minden
zeven en dertig en een halve Huivers deroe-
de betaalden (f).
Gefchil De Staaten der Vereenigde Geweften had-
den,
(n) ReroT. Vroedfch. N. $. i9 f)&. J(9f
(o)
Keurb. G. ƒ. 268.
(p) Refol. Vroedfch. N. s. 29 Off ifgï
U) Zie 1. Deel, II. Boek, tl. 1«.
(rj Keurb. G./. 351 enz.
-ocr page 51-
&,Bóek. Geschied e tolsiEN. 51
den,om de Spaanfche Nederlanden, daar ge- l$%$i
brek aan leeftogt was,te benaauwen,op't aan- over ,t
houden vanGraave Mauritsenvan den regee-verbie-
renden Raad, den agtentwintigften Auguftiis den van
deezes jäars, den uitvoer van allerlei mond-den u^"
behoeften verbooden. Doch de Staaten van eewaa.
Holland, zwaarigheid vindende in de naar- ren ,
koming van dit verbod, beflooten, den agt- waarin
ften September, het uitvoeren van allerlei^mft«g"rk
waaren * naar Breemen en verder ooftwaards, ge^engF|
graanen, boter en kaas uitgenomen, toe teis.
laaten, mids de verzenders borg fielden,
dat de haring en't zout niet naar denvyand
zouden gevoerd worden. De Raad van Re-
geeringe kreeg, federt, ook laft van de al-
gemeene Staaten, om eenige vrybuiters aan
te neemen, die den toevoer naar 's vyands
landen beletten * en de Lorrendraaijers, zo
noemde men zulken, die iet ter fluik der-
waards bragten, aannaaien zouden. Doch
Dordrecht, daar men, by gebrek van vaare
langs de ftroomen opwaards, zonder nee-
ring zat; terwyl Amfterdam en andere zee-
lieden een groot gedeelte haarer vaarte be-
hielden, drong, eerlang, fterk op een alge-
meen verbod in Holland. De Staaten der
Provincie werden dan, tegen den zevenen-
twintigften voor den middag, op verbeurte
der ftemme, ter Dagvaart befchreeven. Am-
fterdam zondt een' Burgemeeiler en- vier
Raaden naar den Haage. Doch terwyl zy
uit waren, kwam'et bevel van Graave Mau-
rits en den Raad van Regeeringe, aan den
Convooimeefter te Amfterdam, omgeener-
D 2                        lei
-ocr page 52-
52 AMSTERDAMS IL Öeel.
]ei eetwaaren te laaten uitvoeren. De Re-
geering der Stad, daar eenegrootemenigte
van belaaden fchepen zeilreede lag, fchreef
hierop aan haare Afgevaardigden, dat zy
allen vlyt by Graave Maurits en den Raad
hadden aan te wenden, om dit verbod, als
ftrydig met het befluit van den agtflen, te
doen intrekken. Zy vertoonden ook ,, dat
„ het ophouden der fchepen, dieveelege«
„ oorlofde waaren inhadden, en voor den
,, winter graanenuit de Ooftzee herwaards
„ te rug voeren moeflen, de Landen niet
„ alleen in onmin brengen zou met den
5, Koning van Deenemarke en andere Mo-
„ gendheden ; maar daarenboven groote
„ duurte veroorzaak en." Doch men ant-
woordde hun „ dat de zaak van de alge-
3, meene Staaten afhing, ter welker begeer-
,, te, het fchryven aan denConvooimeefter
„ gefchied was." De Amflerdammers her-
namen „ dat het fchryven enkelyk uit den
„ naam des Raads fprak, weshalve,zyzig
„ aan niemant anders rigten konden." En
als men hun egter wees aan de algemeene
Staaten, voegden zy 'er by „ dat de Re-
„ geering van Amfterdarn dan zelve orde
„ zou moeten flellen op het vertrek der
5, fchepen * volgens 't befluit van den agt-
„ flen, naar welk, de Staaten van Holland
„ den Convooimeefter, die hun alleen by
„ eede verpligtwas,op zwaare flraffe,be-
„ volen hadden zig te fchikken." Zy ver-
voegden zig,daarna,by de Gekommitteer-
de Raaden der Staaten, en verkreegen al-
daar
-ocr page 53-
X. Boek. Geschiedenissen. 55
daar nieuw bevel aan den Convooimeefter, i<rg*
om
de fchepen te laaten vertrekken. Voor-
af, hadt men de Regifters der algemeene
Staaten ingezien, en niet bevonden, dat zy
het gedaan verbod van uitvoer, op den Raad
van Regceringe, begeerd hadden. Alleenlyk
flondt daar aangetekend, dat Adolf van Meet-
kerke
, die in den Raad het woord, tegen
de afgevaardigden van Amfterdam, gevoerd
hadt, nevens eenigen zyner amptgenooten,
op den drie-entwintigilen, over groot ge-
brek aan geld geklaagd, en den uitvoer van
eenig Zout uit den Lande, en van eenige
Lakenen naar Antwerpen voorgeflaagen
hadt; waarvan, zo men zeide, veel voor-
deels komen zou. Zelfs bleek, dat het ver-
bod, noch aan de Oorlogsfchepen op de
wagt leggende, noch aan eenigen Convooi-
meefter in Holland gedaan was, behalven
aan dien te Amfterdam: al't welke gegrond
vermoeden gaf van eenen toeleg, om den
handel van deeze Stad te drukken.
Terwyl de zaaken dus Honden, onder-De Bur-
wonden zigde Burgerhop luiden van Utrecht, gerhop-
zonder hunne Wethouderfchap te kennen,luidel\.
op een los gerügt, of arg aanbrengen van^"ht"
eenige uitheemfche onruftige geeften, denklaagen,
algemeenen Staaten en den Raad van Staa- ter alge-
te, door eenige afgezondenen, den tienden meene
November, aan te dienen „ dat hun terverMdo-
„ ooren gekomen was, hoe zeker Koopman, ringe,
„ Lid der Regeeringe van Amfterdam, zig over ds
„ niet gefchaamd hadt, aan den Raad te Resee*
„ verzoeken, dat aan die van Amfterdam,^™*
P 3                   » VOOr dam.
-ocr page 54-
$4 AMSTERDAMS II. Deei;
15$5- »» voor eenen korten tyd, mögt toegelaaten
„ worden, eenige fchepen uit te voeren:
„ hoe deeze Koopman, van den Raad aan
,, de algemeene Staaten geweezen zynde,
„ van deezen zeer fmaadelyk gefproken
„ hadt, vraagende, wie zy waren? en wat
zy te gebieden, of te verbieden hadden ?
„ hoe hy, konnende by den Raad niets meer
„ verwerven , en willende de algemeene
„ Staaten zo verre niet kennen, dat hy hun
,, iet verzogt , ten laatften uitgefrneeten
hadt, dat de fchepen nogtans vaaren zouden,
daar mögt van komen wat het wilde: gelyk
,, men ook verftondt, dat zy inderdaad ge-
„ zeild waren. Dat luiden van zulk eene
„ vermeteldheid de zwaarfte ftraf vanMa-
„ jefleitfchennis verdienden, als tragtende
„ den Staat ten val te brengen, door het
„ breeken van den band van vereeniginge,
„ in 't vertreeden van de agtbaarheid des
„ Raads van Regeeringe en der algemeene
3, Staaten; tot handhaavinge van welke, zy,
„ Hopluiden, hunnen ootmoedigen dienft
„ en de middelen van alle vroome ingeze-
„ tenen, zo der Stad als des Lands van U-
„ trecht, aanbooden: voorts verzoekende,
„ dat men , om de herwaardskomfl des
„ Graaven van Leicefter te verhaaften,
„ zonde of fchreeve aan de Koninginne van
5, Engeland, en het befluit tegen het uit«
j, voeren van goederen ftiptelyk deede ag-
S) tervolgen, ook de Paspoorten affchaffen-
„ de, waarmede de vyand zig behielp,om
,, tuilchen Antwerpen en deeze Landen o*
„ ve?
-ocr page 55-
X Boek. Geschiedenissen. 55
„ ver en weder te gaan, en tot bederf van 1585.
„ dezelven heimelyk verftand te fügten (j)-"
De algemeene Staaten en de Raad van Re-Ant-
geeringe, bezefFende, dat de goede Staat woord
kunde het pryzen van zulk eene bezending1111'1 8°"
niet gedoogde, en van de andere zyde ook,s
ten deezen tyde, en om redenen, die hen
zelven betroffen, het beftraffen derzelve on*
dienftig vindende, antwoordden zagtelyk,
„ datzy devertooners bedankten voor hun-
,, nen yver tot het gemcene welzyn, en
„ hun Vertoog, fchoon zy 't wel behoord
„ hadden aan hunne Wethouderfchap, of
„ aan de Staaten 's Lands van Utrecht te
„ rigten, in 't goede namen; gelyk by de
„ orde, reeds gefield, of nog te ftellen,tot
„ elks billyk genoegen,bevonden zouwor-
„ den (f)"
Maar de Wethouderfchap van Amfter-Die *an
dam, zig zeer beledigd agtende door de Amfter-
Burgerhopluiden van Utrecht, fchreef, des- . vc*'
wege, ernitelyk, aan de Regeennge dier den zig.
Stad, en aan de algemeene Staaten. Ook
leverde zy een fcherp gefchrift ter haarer
verdediging over in de Vergadering van
Holland (m), waarin, onder anderen, ge-
zeid werdt „ dat de woorden, gefproken
„ in den Raad van Regeeringe, valfchelyk
„ verdraaid waren, en dat men, op ftaan-
„ de voet, middelen ter hand flaan moeft,
„ om zulke wargeeflen, opruijers der Bur-
» ger-
(s) Zie BOR XX. Boek, hl. 7<S. [6ji.]
(t) Zie BOR XX. Boek, bl. 77. [«yj]
(«) Refol. Vioedfch. N. s. zo , z* Nov. im.
D 4
-ocr page 56-
56 AMSTERDAMS II.Deel.
. ,, gerhoplujden, te beteugelen (V)." Men
hadt, met dit fchryven, in 't byzonder, het
oog op Henrik Agileus, die van 's Hertogen-
bofch herkomftig was, en zig te Utrecht
nedergezet hadt, daar de Graaf van Lei-
cefter, voor wiens gezag hy altoos zeer ge-
yverd heeft, hem, m 't volgende jaar, tot
Prokureur-Generaal van den Hove aanftel-
de. Men hieldt deezen man voor den op-
fteller van het Vertoog, waarby die van
Amfterdam zo zwaarlyk befchuldigd wer-
den. Ook was hy aan 't hoofd der overle-
.vcraaren van het zelve geweeft (w). Doch
de Wethouderfchap van Utrecht liet de Bur-
gerhopluiden verantwoorden, 't gene zy,
zonder haar te kennen, begonnen hadden:
en deezen vervoegden zig aan de Burger-
hopluiden van Amfterdam, met welken zy,
op dit ftuk, eenige brieven wiifelden,die,
fchoon de Amfterdamfchen hunne Overheid
verdedigden , nogtans befcheidelyk inge-
ftcld waren, en onderlinge nodigingen tot
vriendfchap en eendragt behelsden. Hier-
toe werden partyen ook vermaand, by fchry-
vens van Graave Maurits en den Raad van
Regeeringe (x). De twift, die gefchaapen
fcheen gevaarlyke gevolgen te zullen heb-
ben, liep dan niet hooger. Midlerwyl, bleef
het befluit der algemeene Staaten van den
agtentwintigften Auguftus, zo ver het aan-
liep tegen het befluit der Staaten van Hol-
land
(v) Zie BOR XX. Boek% hl. 77» IQ- [<S*3 , <S/4, 6S7-}
(w) Refol. Vrocdfcb. N. t, iz Dec. ifis.
(x) Zie Boa XX. Betk , tl. 78 , 79 , 8» , 84. [öjj ,
-ocr page 57-
X.BOEK, Geschiedenissen. 57
land van den agtften September, opgefchort. T^%5,
Ook hadden die van Amfterdam, in hunne
verdediging, aangemerkt, dat het, door
een klein getal van Perfoonen, zonder lad
der Provinciën, genomen was. Doch de
Vaart naar alle de Landen, onder 't gebied
des Konings van Spanje behoorende, werdt,
ter oorzaake van het aanhouden der Hol-
landfche en Zeeuwfchefchepen, uitdrukke-
lyk verbooden (y).
De Graaf van Leicefter, die omtrent het Gl'°°t
einde des iaars hier te Lande aankwam, Seza£'
1 • ,J 1 • 1 •              o^              1 uenGraa-
werdt, in t begin des jaars 1586, tot al-ve van
gemeenen Landvoogd der Vereenigde Pro-Leicefter
vincien aangefteld, en verkreeg groot ge- opse-
zag beide in zaaken van oorloge enRegee- draaj^n.
ringe, waarin Amfterdam egter niet bewil- *5 *
ligd hadt, dan met voorbehoudenis van de
Privilegien der Provinciën en Steden (z ).
Doch de Vroedfchap zou , voor den tyd
van zes maanden, de befliffing dergefchil-
len onder de Provinciën of Steden aan hem
hebben willen verblyven (a): fchoon Hol-
land bedong, dat de gefchillen over 't ftuk
der belaftingen,in Holland en Zeeland ont-
ftaande, door Prinfe Maurits en eenigen uk
den Hoogen én Provinciaalen Raade, zou-
den worden afgedaan (b). Terftond hierna,
deedt de Graaf van Leicefter een' keer door
de voornaamfte Steden van Holland: in alle
welken, hem, van der Steden wege, veree-
rm-
(y) HOOFT XXIII. Boek, hl. io?i , 10?;, ion.
(z) Refol. Vroedfch. N. j. 19, is Dtc. ijtj.
(*) Refol. Vroedfch. N. 5. 4 jan. ijjfi.
                 »,
(*; Zit vaderi. Hift. vin. Detlt H. »14.
r>s
-ocr page 58-
58 AMSTERDAMS E Dm;
ringen of eerbewyzen gedaan werden, gelyk
ook te Amfterdam gefchiedde (c), daar hy,
den agttienden Maart, tefchepe, aankwam
(d). De Regeering was hier, reeds eenige
weeken te vooren, van zyne aanftaande kom-
fte verwittigd geweefl, en hadt de vereifch-
te orde gefield, om hem ftaatelyk in te
haaien, en hem en zynen ftoet behoorlyke
herberge te bezorgen. Het water, van de
Plaatfe of Dam af, tot aan de oude Brugge,
daar, in de tegenwoordigeHalfvaftens markt,
veele kraamen plagten te flaan, werdt op-
geruimd, en de kraamen,in dubbeleryen,
gefteld op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal,
aan de weftzyde van denieuwe Kerke en't
Kerkhof, van de Molenbrugge tot aan de
Kerksbrugge, en voorts zuidwaards tot aan
de Gafthuisfluis, daar zy egter maar enkel
flaan moeiten. By 't inkomen van den Graa-
ve, mögt niemant, behalve de Schuttery,
óie hem inhaalde, zigbuiten zynenfloep be-
geeven. Voorts, was 'er ook orde gefteld
op den prys van eenige eetwaaren, en fchik-
king gemaakt, om hem, 's avonds na zyne
aankomft,, door het affteeken van eenige
vuurwerken, te vereeren (e).
Doch fommigen hebben aangetekend,
dat die van Amfterdam Leicefler, reeds ten
deezen tyde,van eenigen flinkfchen toeleg
cp hunne Stad verdagt hielden, en daarom,
midden onder de eerbewyzingen , die zy
hem aandeedcn, op hunne hoede waren,
om
(e) Refol. Vroedfch. N. s. 21 Jan. \s%6.
(i) Keurb. G. ƒ. 273 ver/b.
(ij Keurb. G. /. 271, 272, 273, 274.
1586.
Hykomt
te Am-
(lerdain.
Men is
aldaar
bezorgd
voor
eenen
flink-
fchen
toelecr
-ocr page 59-
X. Bom. Geschiedenissen. 59
om niet overrompeld te worden. Zy hadden 1586«'
aan Don Jan van Ooftenryk en aan denvan LJ^
Hertoge van Anjou geleerd , hoe noodecefterii
groote Heeren zig genoegen laaten aan een
bepaald bewind, en hoe ligtelyk zy gewel-
dige middelen ter hand flaan, tot het beko-
men van uitgebreider gezag. Leicefter zelf
hadt hun ook reden tot argwaan gegeven.
Hy hadt, zelfs toen hy nog in Engeland was,
fchriftelyk, gevorderd, dat de uitvoer van
leevensmiddelen, ten minfte tot op zyne
overkomft toe, verbooden bleeve (ƒ), 't
welk die van Amfterdam niet dan onaange-
naam kon zyn. De beweeging , hierover
ontdaan, onder de Burgerhopluiden te U-.
trecht, was, inzonderheid, verwekt door
de voornaamfte vrienden van Leicefter, die,
eindelyk , kort voor zyne komft hier ter
Stede, begeerd hadt, dat de twee vendelen
Stads foldaaten werden afgedankt (g); 't
welk niet wel nalaaten kon, den argwaan,
tegen hem opgevat, te doen toeneemen Voorbe-
Hoe 't zy, de Graaf, van Haarlem, 0ver'thoed!els
Y, tot voor den boom gekomen, werdt ver- overvaU
welkomd door Jan Kormliszoon Hooft, een ïen te
der Burgerhopluiden, die, in 't volgende wordea.
jaar, Schepen werdt, veele jaaren Kolonel
derBurgerye, en ook GemagtigdetenRaade
der Admiraliteit geweefl is. Hooft was een
man,lang van lighaam, zwaar van leden, fnee-
dig van geeft, kloek van moed, ernftig van
taal, ontzaglyk van wezen. Hy hadt eenige
fraai
(f) Zie BOR XX. Boek, hl. 7j. frjt.]
(S) Re lol. Vroedfch. A'. $. i Maart ijgs.
-ocr page 60-
6o AMSTERDAMS II. Deel.
1586. fraai verfierde fchuiten, vol jonge manfchap,
gelezen uit de Schutteryen, by zig, met
welken hy, onder fchyn van den Graaf te
eeren, het jagt, welk hem voerde, omfin-
gelde, en van de overige Engelfchen van
zyn gevolg affneedt, om dus zyn' perfoon,
zo hy iet args in den zin hebben mögt, al-
toos in zyn geweld te hebben. Een gedeelte
deezer jongelingen bleef altoos omtrent den
Graave, hem, beurtelings, by dage, en by
nagte, wanneer zy toortfen by zig hadden,
kwanswys tot lyfwagt dienende. En kon
hy zulk eene eer niet gevoeglyk van de hand
wyzen, zonder gegrond vermoeden te ver-
wekken , dat hy der Stede iet euvels brouw-
de. Ook fchynt de argwaan, dien men op
hem hadt, zyner opmerkinge niet ontflipt,
en dit de reden geweeil te zyn, dat hy zig,
tegens de zynen, doch zo, dat het van ecnen
der omftaanderen, die Italiaanfch veritondt,
gehoord werdt, ontvallen \\tt:QueßiSigno-
ri mi f anno molt e carezze; ma non viene d'a-
nirno:
dat is: Deeze Heeren toonen my veel
beleefdbeids
, maar 't komt niet uit bet hert.
Hy hadt het gewezen S. Cecilien-K looft er,
welk toen reeds het Prinfenhof genaamd
Leicefterwerdt, tot zyne herberg; doch men ont-
wordt op haalde hem op 't Stadhuis met een avond-
huisonï maal>'zo koftelyk, dat het Suikerbanket
baald. van net ze^e» tot ^en *H toe» ëeen we'
dergade gehad hadt te Amfterdam. De
Engelfchen van 's Graaven gevolg haalden
zig nogtans de ongunft der zuinige Amfter-
damfche burgerye op den hals, doordien
zy, of uit brooddronkenheid, of uit ver-
fmaa-
-ocr page 61-
X. Boek. Geschiedenissen. 61
fmaading van't gene hun voorgezet was, ^gö.
veel fuikergebaks, ten venfteren uit, op
den Dam, in 't flyk wierpen. De tafels
waren gefield in een vertrek, hetZegelhuis
genaamd , om dat men aldaar de lakens
plagt te boden. Men hadt Leicefter ge-
plaat ft tegen over eene hangkamer, die,
tot op de halve verdieping van 't vertrek,
met hout befchooten ; doch met tapyten
behangen was. Agter deezen lagen , zo
verhaald wordt, een goed getal Schutters
met hun geweer , gereed om, zo 'er iet
kwaads aangevangen werdt, op hem los te
branden, en de vlam des onraads te blus-
fchen met zyn bloed. Doch de Regeering
en Burgery raakten, ten deezen tyde, vry
met de vrees (£). Leicefter, 't zy hy de
gelegenheid nog niet ryp oordeelde, om zo
vroeg reeds te doen zien wat hy in den
fchild voerde; 't zy hy befpeurde, dat de
Amfterdammers te wel op hunne hoede wa-
ren , vertrok, na weinige dagen verloops,
uit Arnfterdam, zonder iet tegen de Stad
te onderneemen. Zelfs verleende hy, voorHy ver-
zyn vertrek, Burgemeefteren, op hun ver-leent een
zoek, den eenentwintigden Maart,O&roi,2^21
om de erven, die men, tot de voorgenomen stad.
verfterking der Stede, van den Haarlem-
merdyk af tot den Amfteldyk toe, noodig
zou hebben, volgens de fchatting van Sche-
penen , te mogen naar zig neemen (i).
Maar 't leedt maar weinige dagen, toen Zyn
-er>ftreng
(b) HOOIT XXVI. B9<k,il. 119« i UW.
(i) Handy. lt. 4. [s>9].
1
1
-ocr page 62-
61 AMSTERDAMS IL ï)êEi■
1586. 'er,op Leicefters naam, een Plakaat op de
Plakaat ?eeJaarc in 'ü Jichc kwam > waar by all®
op de handel met den Spanjaard, niet flegts aan
Zeevaart ingezetenen der Vereenigde Geweften maar
frïïi? Zelfs ^an alle atlderen' ftrengelyk vèrboo-
l' den werdt, op verbeurte van fchepen erl
goederen niet alleen; maar daarenboven,
voor ingezetenen, die deezen handel dree-
ven of begunftigden, onder bedreiging van
zwaare ftraffen. Te Amfterdam, zag men
vreemd op van zulk een Plakaat, welk,zo
't uitgevoerd werdt, de Landen, en deeze
Stad in 't byzonder in onmin helpen moefl
met de Noordfche en Oofterfche Mogend-
heden en Steden, waaruit het bederf van
eenen voornaamen tak des Amfterdamfchen
Koophandels te wagten was. 't PJakaat was
den vierden April getekend (k) : en Am-
fterdam zelf zag, ten deezen tyde, Leices-
ter nog zo zeer naar de oogen, dat 'de
Vroedfchap hier ter Stede, kort hierna
gercedelyk bewilligde, in eene Wedde van
zeventig- oftagtigduizend ponden, die men
zyner Doorlugtigheid, van wegede Staaten,
dagt toe te leggen (/). Wat Jaater, keur-
de zy ook eene Kerkordening goed j die in
een Synode in den Haage opgefteld , en
door Leicefter beveiligd was, alleenlyk be-
dingende „ dat de Stad bleeve by haar Pri-
„ vilegie, omtrent het (tellen van School-
„ meefteren, en by haare andere geregtig*
„ heden, die, federt het invoeren der Her-
vor*
»
(k) Hooft XXIII. Boekt hl. 1048, 1049.
(/; Rcfol. VïocdfcL N, i. 27 May is%6<
-ocr page 63-
X.Boek> Geschiedenissen. 63
i, vorminge, in gebruik geraakt waren (tri).'* j$%6.
Doch deeze toegeevendheid hieldt op ,toen Hy ftelt
men vernam, dat de Graaf Pérfoonen hadt Gemag-
aangefteld, met magt om der Koopluiden^^
boeken op te eifchen, en daaruit naar te^pEit-
fpooren, of zy ook eenigen handel gedree- den boe-
ven hadden, ftrydig met het Plakaat. Uitken te
de raadpleegingen, die terdeezer gelegen-ond^r*
heid vielen in de Vroedfchap, bleek klaar-zoe en*
lyk, dat men hier geene gezindheid altoos
hadt, om zulk eene nieuwigheid te gedoo-
gen (ri). De Staaten van Holland zelven
bragten, eerlang, zo veele bezwaarnifTen
in tegen Leicelter, dat hy, 't hoofd vol
hebbende van de moeilykheden zyns be-
winds,in November, een' keer naar Enge-
land deedt, de Regeering, in zyn afzyn ,
den Raad van Staate aanbevolen laatende,
die, naauwlyks twee maanden na zyn ver-,
trek, het fcherp Plakaat op de Zeevaart wordtin-
wederom introk , en andere fchikkingengetrok-
maakte, tot herftelling van verfcheide ge- ken.
breken in 't ftuk der Regeeringe (0).
            ^^5^7*
Ondertuflchen, leedt het platte land, met De En-
naame Amftelland,veel overlaft van eenenplfcheI1
hoop Engelfche Ruiters, die in 'tStigt la-^SK«
gen, en hunne foldy, die zy van de Konin- land af.
ginne vorderen moeften , uit den Haage
dreigden te haaien; waarom zy Holland aan
veele oorden afliepen (p). 't Overgaan van
Deventer en de Schans over Zutfen, die
bei-
fw)Refol. Vroedfch. N. j. 21 Aug. ijüö.
(n) Refol. Vroedfch. N. j. 20 Sept. 1586.
(0) Vaderl. Hift. Vin. £>«/, tl. 200 e»*,
(/>) H©o*T XXV. Bttk, tl. H3i.
-ocr page 64-
6i AMSTERDAMS IL Üm;
1536. 'er, op Leicefters naam, een Plakaat op de
Plakaat ^eeJafrt '™ 't licht kwam , waar by alls
op de handel met den Spanjaard, niet flegts aan
Zeevaart ingezetenen der Vereenigde Geweften, maar
fc°ikfc£ 5elfS aan alIe ahderen> ftrengelyk verboo-
• den werdt, op verbeurte van fchepen eri
goederen niet alleen; maar daarenboven,
voor ingezetenen, die deezen handel dree-
ven of begunftigden, onder bedreiging van
zwaare ftraffen. Te Amfterdam, zag men
vreemd op van zulk een Plakaat, welk,zo
t uitgevoerd werdt, de Landen , en deeze
Stad in 't byzonder in onmin helpen moefl
met de Noordfche en Oofterfche Mogend-
heden en Steden, waaruit het bederf van
eenen voornaamen tak des Amfterdamfchen
Koophandels te wagten was. 't Plakaat was
den vierden April getekend (k) t en Ara-
ïterdam zelf zag, ten deezen tyde, Leices-
ter nog zo zeer naar de oogen, dat de
Vroedfchap hier ter Stede, kort hierna
gereedelyk bewilligde, in eene Wedde van
zeventig- oftagtigduizend ponden, die men
zyner Doorlugtigheid, van wegede Staaten,
dagt toe te leggen (/). Wat laater, keur-
de zy ook eene Kerkordening goed, die in
een Synode in den Haage opgefteld , en
door Leicefter beveftigd was, alleenlyk be-
dingende „ dat de Stad bleeve by haar Pri-
„ vilegie, omtrent het ftellen van School-
3, meefteren, en by haare andere geregtig.
>, heden, die, federt het invoeren derHer-
vor««
3)
ft) HOOFT XXIII. _ Boekt il. I0+gi 1049.
(/; Rcfol. ViQcdfch. Ü, s. 17 May iStl
I
-ocr page 65-
X.Boek» Geschiedenissen. 63
s, vorminge, in gebruik geraakt waren (ro)." x^t
Doch deeze toegeevendheid hieldt op ,toen Hy ftelt
men vernam, dat de Graaf Pérfoonen hadt Gemag«
äangefteld, met magt om der Koopluiden£Sd^
boeken op te eifchen, en daaruit naar tegSopfuh
fpooren, of zy ook eenigen handel gedree- den boe-
ven hadden, ftrydig met het Plakaat. Uit ken te
de raadpleegingen, die terdeezer gelegen-ond^r*
heid vielen in de Vroedfchap, bleek klaar-zoe ei
lyk, dat nien hier geene gezindheid altoos
hadt, om zulk eene nieuwigheid te gedoo-
gen («). De Staaten van Holland zelven
bragten, eerlang, zo veele bezwaarniffen
in tegen Leicefter, dat hy, 't hoofd vol
hebbende van de moeilykheden zyns be-
winds, in November, een' keer naar Enge-
land deedt, de Regeering, in zyn afzyn ,
den Raad van Staate aanbevolen laatende,
die, naauwlyks twee maanden na zyn ver-, _.
aac
in-
trek, het fcherp Plakaat op de Zeevaartworjt
wederom introk , en andere fchikkingen getrok*
maakte, tot herftelling van verfcheide ge- ken.
breken in 't ftuk der Regeeringe (0).
           I5^7*
OndertufTchen, leedt het platte land, met De En-
naame Amftelland,veel overlaft van eenenpirchetl
hoop Engelfche Ruiters, die in 'tStigt la-^Sftel-
gen, en hunne foldy, die zy van de Konin- Und af.
ginne vorderen moeiten , uit den Haage
dreigden te haaien; waarom zy Holland aan
veele oorden afliepen (p). 't Overgaan van
Deventer en de Schans over Zutfen, die
bei-
fw)Refol. Vroedfch. N. $. it Aug. ijs*.
(n) Refol. Vroedfch. N. $. zo Sept. ijgö.
(o) Vaderl. Hift. VIU. Deel. bl. 200 e»*.
(?) HOOST XXV. Boek, H. 1132.
-ocr page 66-
64 AMSTERDAMS II. Deel.
1587. beide door Engelfche Overflen aan den
Spanjaard verraaden waren, hier by ko-
mende, vermeerderde het misnoegen tegen
deezen Landaart zo zeer, dat Leicefler,in
Inzigten July herwaards gekeerd, geen e kans zag om
cSer het weg te neemen> zonder af te flaan van
• zyn oogmerk , om zig van de volflrekte
heerfchappy te verzekeren, waarop hy zeer
gezet bleef. Onder anderen, dagt hy zig,
door lift of geweld, meefter te maaken van
de groote Steden van Holland, met naame
van Amfterdam: waarna hy de Vergadering
der Staaten van Holland, die hem meeft
tegenflreefde, onder de knie dagt te zullen
Hy zoekt hebben. Tot beteugeling deezer Stede
damdo'or!1^] H ' aI V°°r Zy° VerCrek naar Enge-
,tMuider-land» het Slot te Muiden gefield in de be-
Slot te waarmg van den Overfle Joan Bax, die
beteuge- fchriftelyken lafl hadt, het zelve om hoog
len- noch om laag te ruimen: den inhoud van
welken lafl, hy fchynt uitgedrukt te hebben
met dit versje:
Zie dat gy wel bewaart
Den toom van 't groote paard.
Waarin, het groote paard Amfterdam, en
de toom van bet zelve het Muider-Slot bete-
kende. Doch de Regeering van Amfterdam
hadt, terwyl Leicefler in Engeland was
moeite noch koflen gefpaard, om Bax van
't Slot te krygen; 't welk eindelyk gelukt
was : waarna zy het met eenigen haarer
Bekom- knegten hadt doen bezetten (q). Maar na
Lei-
(1) Hooit XXV. Betk, K 114*.
-ocr page 67-
& Boek. Geschiedenissen. 65
Leicefters te rugkomfl, ontdekte menhaaft 15871
zo veel van zyne oogmerken, dat Amfter-meting
dam in geduurige vrees was voor zorgelykehier ter
beroerte, 't Zaad van tweedragt werdt daar Stede,
dagelyks gezaaid, en allerlei lafter verfpreid
tegen de Wethouderfchap. In Auguftus,
•werdt, ter deezer gelegenheid, by den Raad
beflooten, dat Burgemeeftèren de Kapiteinen
der foldaaten, en de Kapiteinen en Luitenan-
ten der Schutteryen by zig ontbieden zou-
den j en hun den eed te'binnen brengen *
waardoor zy aan de Wethouderfchap der
Stede verpligt waren : den Overften der
Schutteryen in 't byzonder vermaanende tot
het weeren van allerlei onderneemingen,
ten nadeele van 't Land of de Stad, en hun*
met de minfte kwetfingevan zyneDoorlug-
tigheidj eenige zaaken openbaarende, wel-
ken , tot nog toe, geheim gehouden waren
(r). Wyders, vondt men geraaden, tot be*
fcherminge van 't Stadhuis j eenige metaa-
len (lukken voor het zelve te plaatfen. Ook
deedt men een gefchilderd bord hegten aan
het onderfte der Stadhuispuije, daar men,
in laater' tyd,de Stads Wiflelbank plagt te
Kouden, waarop te leezen ilondt:
Oft 'er verraadt, oft oproer quaadt, luierde
wrnoomen;
Men zal, tot baat,gefchut opfiraat, hier-
uit doen koomen (s).
Ia
ff) Refol. Vroedfch. N. y. j4 Aug. ij|7.
(i) HOOBT XXVI. Botk, tl. lij*.
IV* Stuk.              E
-ocr page 68-
6B         AMSTERDAMS II. Deel.
1587. heidteFraniker, ten deezen tyde, zeide:
Ifli homines perdiderunt nobis Flandriam &?
Brabanüam, &f nifi prüdem Magißratus pro*
vtderit
, perdent nobis etiam Hollandiam £f
/ Zeelandiam: dat is, Deeze luiden hebben ons
Vlaanderen en Brabant,
welke Provinciën
onlangs, aan den Spanjaard overgegaan wa-
ren , doen verliezen, en zy zullen ons ook Hol-
land en Zeeland doen kwytraaken
, zo 'er de
De Inge- wyze Overheid geene zorg voor draage(u). By
Olni- 1eezen y ver eeniSer Predikanten, kwam ook,
belli dat ZIS»omtrent den aanvang van Oaober,
komt te terwyl Leicefter te Utrecht heimelykefchik-
Amfter- kingen maakte, tot de verandering der Re-
dam- geeringe, die hy aldaar in den zin hadt,
hier te Stede, vervoegde Fredrik Gianibel-
/i. Ingenieur der Koninginne van Engeland,
wiens aankomft te meer omzien verwekte*
om dat men der Wethouderfchap, kort te'
vooren,hadt aangebragt,dat Leicefterzig
van de Kerke, zo noemden zyne vertrouwd-
fte aanhangers deeze Stad,dagt meefterte
maaken. Gianibelli, die zyne herberg nam
in de Warmoesftraat, daar Rochel uithing,
hadt dan zo dra de voeten niet in huis ge-
zet, of men hadt een' man geplaatft in een
floep over de voordeur; want door de ag-
terdeur, die aan't Water of Damrak uit-
kwam, viel 't in- en uitgaan ongelegen; om
te befpieden , wie met den Ingenieur te
woorde komen zou, en om hem te volgen,
als
(u) Aantek. des Heexcn C. P. Hooft by Brandt D
Deel, bl. 72+.
-ocr page 69-
X.BoEK, Geschiedenissen. 69
als hy uitging (v). Nogtans is my niet 1587.
voorgekomen, dat men, op deeze wyze,
iet ontdekte. Maar op den derden O6I0* Leices-
ber, floeg Leicefler fchielyk op weg naar ter komt
Amfterdam ; daar men geene kennis van er ins§e-
zyn voorneemen kreeg, dan na dat hy reeds jj^p"
van Utrecht vertrokken was: heel anders zaam on-
dan in 't voorleeden jaar, toen men van verwagt.
zyne aanftaande komfte , verfcheide wee-
ken van te vooren, verwittigd geweeftwas.
Nu moeft men alles in der yl befchikken,
ontbieden, hooren, aanfpreeken, orde gee-
ven: 't welk niet zonder bekommering toe-
ging. Jan Korneliszoon Hooft, nu regee-
rend Schepen en Burgerkapitein, bevondt
zig in de Kaatsbaan, toen men tot zynent
om hem zondt; doch begaf zig, terftond,
daar men hem vereifcht hadt. Met het val-
len van den avond, naderde Leicefter de
Stad. Laurens Jakobszoon Reaal , Oud-Voor-
Schepen en Burgerkapitein, federt Kolonel zorg ge-
der Burgery e en Raad ter Admiraliteit inbnilktby
Zeeland, ftondt met zyn vendel aan de Re daling!
gulierspoort, om den Graaf te ontvangen;
doch hadt het hert vol zorg, doordien de
duifternis niet toeliet teonderfcheiden,hoe
groot een ftoet Leicefter medebragt, by
wien zig, onder weg,fchielyk eenigkrygs-
volk zou können gevoegd hebben. Maar
Reaals Serjant, Willem van J3wi/, geboortig
uit Luikerland, die wylen den Prinfe van
Oranje eertyds voor Ruiter gediend; doch
zig
(v) HOOIT XXVI. Botky hl. 119«.
E 3
-ocr page 70-
70 AMSTERDAMS II. Deel.
1587. zig federt op den Koophandel toegelegd
hadt, toonde, in deeze gelegenheid, dat
hem het krygsmans hert nog in den boezem
ftak. Laat my . zeide hy, ter hameije uitt
Kapitein
, en fluitze agter my toe. Ik zal «,
verneem ik iet flinks, waarfchuwen met flui*
ten; my kome 'er van .t wat het wille.
De uit-
bieding werdt dankelyk aanvaard. De Graaf,
zonder dat van Buil eenig teken van zwaa-
righeid gaf, met een maatig gevolg, voor
de Poort gekomen, werdt heufchelyk ver-
welkomd , in 't Latyn, door den Prefident«
Schepen, Jan Korneliszoon Verhee, man van
bekoorlyk vernuft , en toen aangelpoord
door naaryver, die de aanfpraak te hooger
deedt ryzen. Want de Oud Burgemeefter
Maarten Kofter, een lieveling van Leices-
ter , aangezogt tot het doen der aanipraa*
ke, hadt zulks , zo getuigd wordt, uit kry«
gelheid, en om dat men zyn hoofd niet
volgde, geweigerd, waanendedat niemant
dan hy in ftaat was, om de eer der Stad te
bewaaren: waarna Verhee 't werk op zig
genomen hadt, welk hy trefFelyk uitvoerde.
De Landvoogd, treedende door de Kalver-
flraat, by 't licht der lantaarnen, die ten
allen huizen uithingen, werdt wederom, ge«
]yk in 't voorleeden jaar, in 't Prinfenhof ge-
herbergd. Tegen over de poort van dit ge-
bouw, in de Prinfenhoffteeg, hadt Bur-
gemeefter Maarten Kofter, die in de Doe-
ïeftraat woonde, eene agterdeur; waaruit,
volgens 't berigt van eenen, gelaft: om agc
op zyn bedryf tegeeven, een man vanzy-
m
-ocr page 71-
\
X.Boek. Geschiedenissen. 71
ne geftalte, met eenen tabbaard bekleed, 158^
des nagts , ten Hove infloop , eene wyl
daarna wederkeerende. Doch wat hy daar
verrigt hebbe, is altoos verborgen geblee-
ven. Des anderendaags , hadt Leicefter Leicefter
den gantfchen Krygsraad, uit Kolonellen,houdt
Kapiteinen en Luitenanten der Burgerye be den gant«
ftaande, ter middagmaaltyd genodigd,metJ™J*
oogmerk, naar 't fchynt, om deezen te be- raa(j ter
leezen tot bevordering zyner oogmerken, maaltyd.
Ook was de brief, door hem, in 't begin
van September, herwaards gezonden, on- ,
der anderen aan hun gerigt geweeft , en
hun, door de Wethouderfchap, met welke
zy eensgezind genoeg bleeven , medege-
deeld. Maar om 't gezag der tegenwoor-
dige Regeeringe te fnuiken, hadt men, in
eene Stad, daar eene kleine en afhangke-
lyke bezetting lag, de magt der gewapen-
de Burgerye nood ig. Daniel de Burggraaf *,Wat al-
Leicellers Secretaris , een Vlaaming van daar om-
geringe af komft, doch kloek verftand ,be-&inS'
ftaat dan, onder de maaltyd, en na't om-
gaan van eenen fty ven dronk, den Burger-
Krygsraad wel niet duidelyk te vergen ;
maar genoegzaam in den mond te geeven,
dat men van deszelfs zyde eenen voorflag
verwagtte, om de Bürgemeefteren in verze-
kering te willen neemen, gelyk de Luite-
tenant, Bartholt Kromhout, die hier zelf te-
genwoordig was, naderhand , aan Henrik .
Laurenszoon Spiegel, en deeze aan den His-
toriefchryver Hooft, wien wy hier vol-
gen , verhaald heeft. Om den Krygsraad
E 4                    zulk
-ocr page 72-
f z AMSTERDAMS RDnU
1587. ZL1^ een Gefluit te doen neemen, verzuim-,
de men niet, de tegenwoordige Regee-
ring der Stad ten moodften af te maaien.
Doch niemant ondernam, zig te verklaa-
ren op iet, dat hem niet duidelyk gevergd
was. De Secretaris verzogt nogtans, met
ronde woorden, dat men , alle avonden,
de leuze of't wagtwoord liete haaien van
den Landvoogd, zo lang hy in de Stad zyn
zou. En dit punt moeft terflond overwoo-
gen worden, 't Geviel, dat zig, onder de
Leden van den Krygsraad, fchoon hy 'er
geen Lid van was, noch in deeze byeen-
komft wettelyk befcheiden, vervoegd hadt
Herman Bet Jen Roodenburg, een man, fchryfß
Hooft , vol moeds , zonder middelen
naar gelang, en een driftig aanhangeling
van Leicefler ; miflchien , om 't eerfle
woord te flaaken, 't welk anderszins, in
zulke hagchelyke gelegenheden, bezwaar-
Be Jyk over de lippen wil. Terwyl men dan
kloek- de hoofden byeenfteekt, om op het haa-
inoedig- ]en van \ wagtwoord te raadpleegen ,
Bul-ge^" treedt de regeerende Burgemeefter Pieter
meefter Korneliszoon Boom, die , als Opper-Ka-
Boom lonel, den degen op zyde gehangen hadt,
verydelt onvoorziens , ter Kamer in; en Rooden-:
leg der ^urS *n '£ o0& krygenc^e» vraagt hy hem
Leices- af, wat hy, die thans geene plaats in den
tersge- Krygsraad bekleedde, daar te verrigten hadt ?
sinden. j)e ander, bedremmeld, wiil niet te ant-
woorden, dan dat hy 'er, als een getrouw
beminnaar des Vaderlands, nevens ande-
ren, verfcheenen was. Boom, fchoon nog
<                               on-
-ocr page 73-
%. Boek. Geschiedenissen. 73
onzeker van de gezindheid der overigen , x _g
geboodt hem te vertrekken. Roodenburg,
hoe fors hy ook ware, zwigtende voor een
woord, dat met beftendig gelaat en Bürge-
meefterlyke deftigheid uitgefproken werdt,
droop door , zonder iet meer te zeggen.
Boom voorts onderregt van Burggraafs
voordel, liet het haatelyke, welk van ter
zyde diende, om den Krygsraad op te hit-
fen tegen de Regeeringe, on aange merkt,
en verklaarde op het punt van 't haaien
van 't Wagtwoord „ dat daarin niernant
„ dan de Vroedfchap verandering maaken
„ mögt; waarom elk wel toe te zien hadt,
„ wat hy begon." En dit zeggen deedt
elk agterwaards denken, en den gantfchen
toeleg verdwynen. Want 't was 'er wel Wat Lei-
verre van af, da& de Wethouders, onder cell^r»
welken Meefter Maarten Koller alleen m^entvde
deEngelfchen heulde, Leicefter en eenen^ /vm-6'
hoop vreemdelingen, die zyne zyde hiel-ftenta
den, middel verleend zouden heb ben, om, voor-
met het uitfpreeken van 't woord , alleh
wagten weerloos te maaken , de hurgery
te vermeefteren , de oude Regeling af
te danken, en den Raadhuize een nieuw
aangezigt te geeven. Men hieldt, naam-
lyk, voor zeker , dat dit het minft was,
welk Leicefter voorhadt. Zelfs meende
men te weeten , dat hem eene Lyft gele-
verd was van veertien van de wakkerlle
voorflanders der vryheid en getrouwfte aan-
kleevers van den Huize van Naffau, onder
welken ook de Raad Kornelis Pieterszoon
E 5                    Hooft
-ocr page 74-
74 AMSTERDAMS II. Deel.
15S7. Hooft was, welken hy beflooten hadt, ee-
nen fmaadelyken dood aan te doen (w).
Ook waren zy , die meeft by hem in 't
oog liepen, zeer op hunne hoede, zo lang
hy in de Stad was. De Oud - Burgemees-
ter Reinier Kant ging met eene ruiling on-
der zyn kazak, en kwam hem niet fpree-
ken, dan verzeld van eenen ftoet gewa-
pende fchutters, die hem, voor de deur,
opwagteden (x). De Graaf dan, befpeu-
rende dat hem te Amfterdam alles buiten
zyne gisfing ging, keerde, ten volgenden
Zyne dage, fchielyk naar Utrecht (y). Éenige
bood- dagen laater , deedt hy der Vroedfchap
fchapaanvan Amfterdam, door den Raadsheer van
geetinz- Staate, Willem Bardes , den Oud-Bur-
gemeester Maarten Kofter, en den Over-
fte Sonoi aanzeggen „ dat hy gantfch niet
„ voldaan was in het antwoord, welk zy
„ op zyn Vertoog aan de algemeene Staa-
„ ten en op zyn rondgaand fchryven ge-
„ geven hadt." Doch men betuigde ern-
llelyk „ dat men alleenlyk zo geantwoord
„ hadt, om tweedragt te voorkomen; en
„ dat men zorg draagen zou, dat 'er, zo
„ dra als 't mogelyk ware, nader geant-
„ woord werdt, eerft door de Staaten van
„ Holland, en daarna door de algemeene
„ Staaten (z)"
jty rtüft OndertuiTchen , beflooten de Staaten
van
(w) HOOFT XXVI. Boek, bl. 1199, ïaoo,
(x) Vaderl. Hift. VIII- Deel, hl. 245.
(y) Hooft XXVI. Boek, 4f «•!.
(z) Refol. Vroedfch. Af,;, 13 Off. 1*87.
-ocr page 75-
X.BOEK. Geschiedenissen. 75
van Holland, verneemende dat Leicefter x^g-
voorhadt, een' keer te doen door verfchei-
de HoUandfche Steden, hem te verzoeken, ^olrd-
dat hy zig van niet meer dan van tweehon- holland,
derd perfoonen wilde doen verzeilen; wan-
neer men hem alomme eerlyk ontvangen
zou (a). Ook mompelde men , ten dee-
zen tyde, dat hy, nu 't hem met de Ker-
ke
, dat 's Amfterdam , gemift was, zien
zou , of hy zig niet van de Kapelle , zo
noemde men Enkhuizen, kon meefter maa-
ken. En kwam hy, op den veertienden
October, te Naarden, met oogmerk om
van daar over te fteeken naar Noordhol-
land. Doch ftaande op zyn vertrek, ont-
ving hy fchryvens van die van Enkhuizen,
waarby zy hem baden, hunne Stad , tot
verhoeding van allen ongeval, voor dien
tyd,te willen verfchoonen van zyne tegen-
woordigheid. Hy zeilde dan naar Hoorn,
daar hy eerlyk ontvangen werdt. Van daar
fchreef hy naar Enkhuizen , zonder van
zyne komft te reppen; doch zig zagtelyk
beklaagende over den argwaan, dien men
tegen hem hadt opgevat, en verzoekende,
alle mistrouwen te verbannen: waarna hy
naar Enkhuizen op weg floeg. Doch de
Regeering zondt hem Gemagtigden te ge-
moet, die hem den hoon, hem befchoo-
ren, zo duidelyk , fchoon met beleefde
woorden, vertoonden, dat hy, bedugt dat
hem de poort voor 't hoofd geflooten zou
ge«
(*) Hefol. HoU. 17 OS. ijj7. W. 11 j, i9t.
-ocr page 76-
76 AMSTERDAMS IL Deel.
1587. geworden zyn , te rug trok , en zig naar
Medenblik begaf, daar hy, eenige dagen,
onthaald werdt door Sonoi (b).
Hy on- De afwyzing van die van Enkhiiizen deedt
derzoekt,hem, naar 't fchynt, fchroomen, om zig,
hoe men gelyk hy van zins was, wederom, naar Am-
Amiter- ^er^am te bcgeeven, eer hy will, hoe hy
dam ont- er ontvangen zou worden. Hy fchreef dan
vangen aan Meefter Maarten Kofier „ om verze-
20u« „ kerd te zyn, of de Heeren van Amfter-
„ dam nog volhardden in de voorgaande
„ genegenheid jegens zyne Doorlugtigheid,
„ gelyk hy hoopte; in welk geval, hy niet
„ nalaaten zou , deeze Stad, in zyne te-
„ rugkomfl, te bezoeken." De Burgemees-
ter bragt deezen brief, den zevenentwin-
tigflen Oclober, in de Vroedfchap, en be^
geerde derzelver gevoelen daarop te ver-
ftaan. Men verzogt hem , Leicefler te
willen antwoorden „ dat Bürgerneefleren
„ en Raaden verwonderd waren geweefl,
„ over zyn fchryven, alzo zy niet wiflen,
3, hem eenige oorzaak gegeven te hebben.,
„ om hen van ongenegenheid te verdenken.
„ Dat zy hierom verzogten, dat hy aan
„ diergelyke berigten geheel geen geloof
„ wilde flaan. Doch zo hy geraadenvondt,
„ zynen weg door hunne Stad te neemen,
„ verzogten zy , dat hy agt geliefde te
„ (laan op de Refblutie, by de Heeren Staa-
„ ten van Holland, in de jongfle Vergade-
„ ring te Haarlem genomen, die hem on-
(b) Hooit XXVI. Btekt M> U03 , 1204.
o
-ocr page 77-
X.Bóek. Geschiedenissen. ff
„ getwyfeld zou toegezonden zyn (c)." 1587.
Zy zagen hiermede op de Refolutie, bo-
ven (J) vermeld, by welke begeerd werdt,
dat hy met niet meer dan tweehonderd Per-
foonen in de Steden kwame. Doch 't blykt Hy ver*
niet, dat hy, ten deezen tyde, te Amfter- trektnaat
dam geweeft is. Het ontdekken van zy- EnSe*
nen toeleg, om zig, door middel van Krygs- doet'af*
volk, en door heimelyk ver ft and met eeni-(tandvan
ge ingezetenen , meefter te maaken van'tbewind*
Leiden, maakte hem zo verlegen, dat hy,
voor zyne eigen vryheid vreezende, fchie-
lyk uit Noordholland naar Utrecht, voorts,
naar Dordrecht, en van daar, in Novem-
ber , naar Vliffingen week: van waar hy,
in December, naar Engeland vertrok, en $
op bevel der Koninginne, terftond , af-
ftand deedt van *t bewind over de Neder-
landen (*)•
Op deeze wyze, eindigde de Regeering Berigt,
des Graaven van Leicefter; die, zo lang wegens
ze geduurd hadt, Amfterdam in bekomme- zyne
ring hadt gehouden. De Stad zou, veelligt, Amfter^
meer nog dan door het Oktroi, om de er- dam.
ven, vereifcht tot haare verfterking , by
fchatting van Schepenen , te mogen naar
zig neemen, bevoordeeld geweeft zyn door
den Graave, zo zy hem beter aan de hand
hadt willen gaan. Hy hadt 'er, reeds in
de Lente des jaars 15 86, zonder zig aan 't
misnoegen van Dordrecht te kreunen, eene
munt
(c)  kefol. Vioedfch. N. j. z1 Ocl. 1587.
(d)  Blaiz. 7$.
{e) Vadcrl. Hift. Vlll, Dttlybl. jss-iöj.
-ocr page 78-
78 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
1587. munt opgeregt, over welke het opzigt aan
Hans de Vlaming gegeven werdt. Ook wer-
den hier, federt, dubbele Roozenobels ge*
flaagen, met het wapen van Engeland, die
wel veertig fluivers boven de waarde wer-
, den uitgegeven (f). Doch 't Plakaat op de
zeevaart, welk kort daarna uitkwam, ver-
vreemdde de Stad geheellyk vandenGraa-
ve van Leicefler , wiens munten hier ter
Stede ook geen gevolg hadt.
(f) Refol. Holl. 7-17 Maart i$&6. bl. ioj enz. METE«
REN XIV. Boekt f. 24» verf o.
'
TWEE-
:
-ocr page 79-
79
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
ELFDE BOEL
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1588 , tot in het jaar 1612.
De Wethouderfchap van Amfterdam,DeStaa-
bevroedende, hoe zeer haare magt ten van
geftyfd werdt, door het gezag, dat zy oe- ^^_
fende, over het Krygsvolk, welk binnen de ^^le-
Stad in bezetting lag, hadt, al kort na de nennieu.
verandering des jaars 1578, by de Staaten ven voet,
van Holland, verworven, dat, by voorraad, omtrent
en in afwe2endheid van de Gekommitteer- Jj* J*^*
den der Staaten, die zig toen in de Stad stad Ara-
onthielden, het woord of de leuze aan de fterdam.
foldaaten op de wagt aldaar zou gegeven 1588.
worden door den oudftenBurgemeelter(a):
en dat de Wethouderfchap in't gemeen ook
goede opzigt zou mogen neemen, om de
Knegten, binnen de Stad in bezetting leg-
gende , in goede orde, gehoorzaamheid en
tugt te houden (£). Doch na 't vertrek van
Lei-
(«) Handv. tl. jo. [149],
0) öaaiï. H. 5«. [H».J
-ocr page 80-
'
8o         AMSTERDAMS II. DEEts
1588. Leicefter, werdt *ef, by 's Lands Staaten,
op het onderhoud der bezettinge van Am-
flerdam, een nadere voet beraamd, waar-
door het Krygsvolk, hier ter Stede, nog
meer af hangkelyk werdt van de Wethou-
derfchap. De Staaten beflooten , den der-
tienden Maart dës jaafs 1588 rf dat* voot-
„ taan, ten lafte van den Lande, binnen Am-
„ fterdam , zouden onderhouden worden
„ vierhonderd foldaaten, die niet uit de Stad
4, zouden mogen worden getrokken.Dat Bur-
„ gemeefleren de Kapiteinen deezer fol-
„ daaten zouden benoemen; waarna hun„
„ door Prinfe Maurits, als Stadhouder en
>, Kapitein - Generaal, Commiffie gegeven
*, zou worden. Dat de Kapiteinen, Officie-
„ ren en Söldaaten den eed van getfouw-
j, heid zouden doen aart den Lande van Hol-
j, land en aan de Stad Amflerdam; en dien
i, van gehoorzaamheid aan Prinfe Maurits,
„ in de voorgemelde hoedanigheid, en aan
j, Burgemeefteren enRegeerderen der Stad;
„ en de foldaaten ook aan hunne Kapiteinen
j, en Bevelhebbers. Dat aan de Stad, voor
*, den tyd van een jaar, tot onderhoud dee-
i, zer bezettinge, van 's Lands wege, be-
i, taald zouden worden negenendertig non«
„ derd ponden ter maand van twee-ender-
„ tig dagen. Dat de Raad van Staate, Prins
,j Maurits, de Staaten van Holland of der-
i, zelver Gekommitteerden de gemelde fol-
4, daaten, ten allen tyde, zouden mogen
j, monfteren. Dat, zo Burgemeefteren van
„ Amflerdam zouden mogen veritaan, meet
»
foldaaten dan de gemelde vierhonderd in
H dienft
-ocr page 81-
&BÖEK. Öescöiedenissen. ii
,-, dienft te moeten houden, zulks tot Stads i$\
to koften zou moeten gefchieden. Doch dat
,, zy geene andere bezetting zouden behóe-
si ven in te neemen, dan in geval vari hoo-
,, gen nood, en ter ordonnantie van Prinfe
           t
,i Maurits, in gevolge van 't Verdrag vari
i} Voldoeninge en de overeenkomft op den
j, Afftandvan dezelve, welke hierby be-
,, veiligd werdt." Burgemeefteren en kaa-
den bewilligden, den negentienden Maart i
in dit befluit der Staaten (c): en in gevolge
van het zelve, bevalen myne Heeren van
den Geregte 4 by openbaare afkondiging
van den vyfden January des jaars 1589,dat
allen vreemd Krygs^volk, welk hier niet be-
fcheiden was -, de Stad, binnen zekeren be-
paalden tyd, zou hebben te ruimen (d).
De Engelfchen hadden * al federt eenigëri Amftèif-
tyd, eene onderhandeling over vrede met dam ver-
Spanje voorgeflaagen; doch de Stad Am-J^^g
fterdam, niets goeds van zulk eene hande- y bede-
ling te gemoet ziende ^ verklaarde 'er zig bande •
uitdmkkelyk tegen (O- Ook bewees de uit-Hngmeë
rufting der zogenaamde onvervoinnelykc VIoq- sPanie'
te, niet lang hierna, dat Spanje nog gantfeh
geene geneigdheid hadc tot vrede. Amtier-
dam toonde zigj op 't naderen deezervlöo-
te, ten hoogfte bereidwillig, om de onder-
neemingen des Spanjaards , door alle be*
kwaame middelen, te fluiten: gelyk uit de
Regifiers der Froedfchap blyken kan (ƒ).
tri
(e) fcefol. Vroedfch. N. $. 1$ Ma*>t 158*. Handv. Ui
5©. [14*3.
(d/ Keurb. G. ƒ. 350,
(<) Refol. Vroedfch. N. j. i% Maart ij«j.
(ƒ) ReCo!. Vroedfch. N. 6. 7, 9, 16 AU. ts%ti
tV; STUR,               F
-ocr page 82-
AMSTERDAMS II. Deel.
1588. In July des jaars 1588, kwam hier ter
Pezen- Stedeeene bezending van Prinfe Maurits,
ding van om de Regeering te beweegen tot bewilli-
Maurlts gmg * hfC PP^gen Yan haar indeel in
aan de
tweemaal honderd duizend guldens , die
Stad. men der muitende Engelfche bezettinge
van Geertruidenberg hadt moeten toezeg-
gen. De Stad liet zich overhaalen (£)
Doch de Engelfchen fchonden 't geflooten
verdrag en gaven, in 't volgende jaar,
Geertruidenberg over aan den Spanjaard (h\
De Lu- De Lutherfchen hadden, na de verande-
ren ?ngj dfr Kegeeringe ce Amfterdam, hunne
verzoe- yodsAenflagp Byeenkomften gehouden, in
ken, te ee" or meer byzondere huizen of pakhui-
Amfter- zen: doch in February deezes jaars, ver-
renbaare V°eg^en Zy ZIX' met een Verzoekfchrift,
Gods- aan Burgemeeiteren, begeerende dat hun
dienftoe- eene openbaare plaats , tot oefening van
fening. hunnen Godsdienft, werdt toegeftaan. Bur-
gemeefleren bragtcn 't Verzoekfchrift in den
Raad, alwaar beflooten werdt, het zelve
den vertooneren te rug te geeven, met de
volgende bytekening (i) :
Zy wor- Burgermeeßeren ende xxxvj Raden, ge/yen
weezen6" die Cmfele mn dusburg, mitsgaders de A*
' poiogye daer by gevoucbtr by den vertboonders
ouergeleuert {die zy zegghen die bekenteniffe
bares gehoffs te we/en), ende die zelffde ge-
communiceert hebbende metten gbenen die m
behoort
, verehren dat, aengefyen beuonden
wordt, dat bet gunt binnen defe Stadt vuyt
Go-
(g) Refol. Vroedfch. N. 6. 4. July icgg.
(%) Vaderl. Hift. VIII. Dtel, il. 28i.
(i) Refol. Vroedfch. jf. s. 20 Ftbr. i;|,.
-ocr page 83-
tl Boek. Geschiedenissen. 8$
Godes heylighe woordt opentlyck, heller ende 1588*
claer wordt geleert, die voornoemde ConfeJJie
van Ausburch met
<f Apologie nyet en es con~
trarierende
, macr däer mede ouer een es comen*
de
, fy daeromme nyet en connen toelaten, dat
by yemant anders
, als die daer toe wetlich es
beroepen ende geadmitteerd
, het woord Gods
binnen defe Stad zal worden gepredict. Te
meer overmits dat
, volgende iïUnie ende Ver*
binteniffe, tujfchen de Landen van Hollant ende
Zeelant opgerecht ende befworen
, exprejfelick
es geftatueert
, dat binnen dezelffde Landen
ende Steden egeene andere religye opentlick
mach worden vercundicht noch geexerceert
, als
die tegenwoordige Euangelifcbe gereformeerde
religie. Sullen daeromme die Ferthoonders
, om
geen fcheuringhe ende beroerte te verwecken
,
(ah voorleden enige jaeren in andere Steden es
gefchyet) hen van 't prediken onthouden. Doch
zoe verre die verthoonders hen wilden vermeten^
met Godes woordt te bewyfen
, dat die religie t
die binnen den Landen van Hollant
en.de Zee-
lant alomme (als okk binnen defe Stadf)indié ■
Kercken opentlick wordt gepredickt ende geëx*
ceert
, met die heylige bybelfchefchrift in enighe
pointen nyet en zoude ouer een comen
, füllen die
fupplianten hen anden Heeren Staten (dien de
dispefitie toefiaet) addrefferen
, om by heur Fa
( daerinne geordonneert te worden,zoe zybeuin-
den zullen te behooren. Aldus gedaen by Bur-
germeefleren ende xxxv]raeden der StadAem-
flelredamme op den xxfebruary
15&8.
In kennijfe van my als Secretarys.
W. Pietersz.
                      De
-ocr page 84-
&4 AMSTERDAMS II. Dee^
158g. De Lutherfchen vervoegden zig, federt,
met het zelfde verzoek, aan de Staaten van
Holland, daar zy, insgelyks, afgeweezen
werden (k).
Plakaat In de Lente des jaars 1589, vonden de
Rgen rl gemelde Staaten geraaden, de oefening van
gezin- ^en Roomfchen Godsdienft , by Plakaat,
den. welk den negenden Maart getekend was,
1580. te verbieden. Doch deVroedfchap van Am-
fterdam befloot, dit Plakaat niet af te kon-
digen , dan onder uitdrukkelyk beding „ dat
,, Schepenen de ftraffeu, by het zelve ge-»
j, dreigd, zouden mogen maatigen, zo als
>t zy, in billykheid, en naar gelegenheid
3, der zaake, zouden bevinden te behoo-
„ ren (/)."
Verande- De opgezetenen van 't platte Land om
ring in de Amflerdam vielen, in deezen jaare, der Re-
plaatfen ëeermêe klagtig»^at nunne uitwatering door
5er de Huizen in de Stad, en byzonderiyk door
Schuiten de Duikerfliiis in den Middeldam , belet
©P het werdt, door de menigte van fchuken, die
Rokin. regt voor gemelden duiker in 't Rokin ge-
legd werden, 't Geregt beval, hierom, op
den dertienden November „dat geenefche-
5, pen of fchuken, behalve zulken, diegoe-
. „ deren aan of uit de huizen op 't Rokin
„ lofTen of kaden möeften, en dan alleen
„ zo lang het lofTen of Jaaden duuren zou,
„ zouden leggen tuffchen de Duikerfluis en
„ Popiusfteegje,nu dePaapenbroeksfteeg;.
„ dat deHaagfche, DelftfchesRotterdam-
„ fch«
(ik) Refol. Holl. * April i$l%. il. rog. Kerk. Plakaatb,
II. Deel, il. 69, 70.
(I) Rcfol. Vtoedfch. N. 6, April
z;ty. /. fsy
-ocr page 85-
XI Boek. Geschiedenissen. 85
fche en groote Leidfche Veerfchuiten, I$%^
„ voortaan leggen zouden, op het zelfde
9, Rokin,fl/f<?r de Capelle, eertyts genaemtde
Heylige Stede, van het noorder hoekhuys in-
cluys offtfuydwaerts op: ten welken einde,
„ het hout, welk aldaar lag, verplaatfl moeft
„ worden, en de Houtzaagers, aldaar zaa-
„ gende, eene andere plaats verkiezen
„ moeften («2):" 't welk wy hier alleenlyk
aantekenen, om dat het tot eenige ophel-
dering van de oude gelegenheid der Stad
dienen kan.
Amilerdam raakte, ten deezen tyde, inAmfler-
gefchil met eenige Steden, waaruit merke- ^™ r**{
lyke moeilykheid rees. Haarlem ving eeni- ^It-Haar-
ge nieuwigheid aan op den Overtoom, die, icm en
zo ik meen, in 't vertimmeren vanden zel-Dor-
ven beflondt (n): en Dordrecht deedt, indrecht-
't volgende jaar, een fchip met Noordfche IS9°t
balken aanhouden, welk van hier naar Ooft'
ende gezonden, en te Dordrecht niet ver-
flapeld was. 't Laatfte werdt zeer euvel
genomen, enbragt de VroedfchapvanAm-
fterdam tot een befluit, om alle de fchepen
en goederen van die van Dordrecht > wel-
ken zig hier ter Stede bevonden, in beflag
te neemen (0). Te vooren, was reeds ge-
raadpleegd , op het vaflflellen van een mid-
del, om de gefchillen, onder de Steden val-
lende, af te doen; doch de Leden hadden
eikanderen deswege niet können verflaaq.
Tegen 't einde des jaars 1590, befloot de
VrpQd^
(m) Kewtb. G. f. 373. Handv. II. ijj«. [ju.1
(fi) Refol. Vroedfch. N. «. z Jufy ijt».
{•) Refol. Vreedfch. Ar, «. zs Allft ^j«,, ƒ. l71 virfu
t 3
-ocr page 86-
È6 AMSTERDAMS H. Deel
Ï5Q0. Vroedfchap van Amflerdarn, de gefchillens
die de Stad tegenwoordig met andere Ste-
den hadt, te verblyven aan de uitfpraak
van Prinfe Maurits (p). Doch of zulks
gefchied, en of en hoe de hangende ge-
fchillen, ten deezen tyde, afgedaan zyn,
heb ik nergens aangetekend gevonden.
De Stad De Stadhouder Maurits hadt, in Augus-
leent tus te vooren, door den Oud-Burgemeefter
?Jl??L Reinier Kant, een' zyner Raaden, een hal-
MauritS            rr                                   f rt                    ï        T         »
gefchut. ve Kartouw, ten dienlte van den Lande,
ter leen verzogt van de Stad, die men,
terftond, hadt laaten volgen (q). Eenigen
tyd hierna, werdt by den Raad beflooten,
ten dienfte der Stad , op welker wallen,
federt de jongfte vergrootingen, meer grof
gefchut noodig was, alle jaaren, twee hal-
ve Kartouwen, en nog twee andere metaa-
len flukken, veertien, vyftien, of zeftien
ponden fchietende, te doen gieten (r).
Nieuwe De Diemerdyk werdt, ten deezen tyde,
fchik- zo zeer vervallen bevonden, dat de Staaten
king op van Holland en van Utrecht, in 't begin des
ftellitr- Jaars IS91 > eene °vereenkomft trofTen, op
en het het herftellen en onderhouden van den zel-
onder- ven. Het opzigt over de nieuwe werken
hou \ van wercJt gefteld aan vyf Gemagtigden, drie
m?rdpk? uit Holland,teweeten, een uitAmfterdam,
tcqi'. ^" °& Muiden of Weesp, qn een uit Loe-
** nen Kroonenburgs geregt, en twee uit het
Stigt van Utrecht (s).
On-
Cp) Refol. Vroeilfch. N. 6. 29 Dee. 1190. f. 190.
Xqi Refol. Vroeffch. N. 6. t Aug, 1590. ƒ. i-jover/o.
(r)
Rerol, Vxoedfch. N. 6. li. ftbr.\s»i.f.ii9 verjk.
(i)
l|a«dr. èi. 34(7,
-ocr page 87-
XL Boek. Geschiedenissen. 87
Onaangezien de oefening van den Room- 1^1,
fchen Godsdienft, by verfcheide Plakaaten Keur
en Keuren, en nog laatftelyk in't jaar 1589, tegen op-
uitdrukkelyk verbooden was ,bevondt men, roerige
gelyk de Keure fpreekt „ dat enige oproert- ^^
ghe ende heymelick den mandt toegedane^Aer *
gbeeflen, in Amfterdam en deszelfs Vry- dekfel
„ heid, onder fchyn van den Paufelyken van oefe-
„ Godsdienft te oefenen , dagelyks, hei- ™gdell
„ melyke Vergaderingen hielden, en op Room-
„ deeze wyze aanhang maakten, omintyd fchen
„ en wyle hun boos en oproerig voomee- Gods-
„ men, tegen de vrede en welvaart der^611***
„ Stad, in 't werk te Hellen." Het aanleg-
gen van al zulke Vergaderingen werdt, der- „
halve, by eene Keure van den veertienden
February deezes jaars, verbooden, op eene
boete van tweehonderd guldens, en uitzet-
ting uit de Stad, en derzelver vryheid: het
oefenen van Paufelyke plegtigheden, in zul-
ke Vergaderingen, zou ook, met een jaar
te bier en te brood, op eigen kollen, in 's
Heeren Slote, te leggen, geftraft worden;
welke ftraf men nogtans met tweehonderd
guldens zou können afkoopen , mids de
fchuldige, daarenboven, ter Stad uitgeleid
wierdt. Die zulke Vergaderingen blootelyk
bygewoond hadt, zou, voor de eerile reize,
het opperfte kleed verbeuren, en eene maand
te bier en te brood moeten leggen; doch
voor de tweede reize, drie maanden ; of
vyftig guldens aan boete betaalen, en voor
de derde, zes maanden, of honderd guldens
verbeuren , zullende de mansper&onen ,
F 4                    daar-
-ocr page 88-
88 AMSTERDAMS ft Dunt,
|55»i. daarenboven, ter Stad uitgezet worden,
zonder 'er wederom te mogen, inkomen,
dan met verlof van Bufgemeefteren CO-
Plaats tot Men vindt, in dit jaar 1591, nog eenig
Yerwe- bewys dat de Stads wateren, ten deezen
paa?d ty^e, nog tot net bereiden van fpyze of tot
* '
         drank gebruikt werden, alzo, by eene Keur
van den tienden April, verbooden werdt, de
Verweryen ergens anders te plaatfen dan in
de nieuwe Stad, van de Kloveniers Doele
Noordooflwaards tot op den S. Antonisdyk,
daar nu nog de Verwersgraft is, niet flegts
pm de ondiepte der gemelde wateren te
voorkomen; maar ook de befmettingderzel-
ven, door de vergifte en bytende ftoffen,
die in eenige Verweryen werden gebruikt,
„ waardoor niet alkenlick de gebuyren,maer
ooik de gemeine burgerye lichtelyk eenig leP-
fel aen hare gefontbeyt /ouden komen te ly-
den («).'' Ook werdt, om diergelyke re-
den, nög in 't jaar 1606, het flyffelmaaken
binnen de Vryheid der Stede verbooden (v).
Qnder- 't Schynt, dat 'er , in 't jaar 1592, te
zoek Amfterdam , een Poorter in hegtenis ge-
naar den raakt waSj die vorderde, dat men hem on-
een PrT ^er borgtogt ontfloege, in gevolge vaneene
viiegie Privilegie van 't jaar 1387 £1388}, door
y.an Her- Hertoge Albrecht, aan AmAerdam met Am-
tog AI- ftelland en Gooiland in 't gemeen gegeven
'l 2 («0 * inhoudende „ dat men niemant van-
' » &en > noch bekommeren, noch hinder
„ aan
(t) Keur'). G. /. 3*7.
(u) Handv. l/l. 1004,
(vj Handv.' il. iooj.
Owj Zit H. Deel, II. Beek > h), 1^.
-ocr page 89-
£I.B0EK. GESCÏÏItBENÏSSÏN. ?9
„ aan lyf of goed doen mögt, al foo verre I^a?            *
als hy verborgen mag rechts te verbeyden
van eenighenfaecken, die hy misdaen magb
hebben, by fulcker horghtockte, als den Sehe-
penen befcheydjelyck duncken fal, daer dit
faecken gefihiet zyn (se)." Doch men bc-
vondt, ten deezen tyde,dat dit Privilegie,
in veele, gevallen, ligtelyk zou können mis-
bruikt worden. De Vroedfchap befloot hier-
om, op verzoek vanBurgemeefter en, de Oud-
Burgemeefters, Pieter Boom en Kornelis
Pieterszoon Hooft, en de regeerendeSche-
pens, Jan Verhee en Jan T9n\aszoon , te
magtigen, om de waare meening van dit -
Privilegie, naauwkeuriglyk, te onderzoeken,
en van hunne bevindtenisverflag te doen(y):
't welk ik egter niet vind, gefchied te zyn.
Omtrent deezen tyd, beftondefi Kampen Twift
en Deventer wederom eenige tollen te hef- met Kau-
fen , waarby Amfterdam en de Steden van P^n en
't Noorderkwartier vry wat nadeels leeden. tCrVei**
Met Deventer, waren, voor omtrent der-
dehalve eeuwe, reeds diergelyke gefchillen
geweeft, gelyk , uit het voorgaande ge-
deelte deezer gefchiedenifle, gebleeken is
(z). Doch van den grond der twift; met
Kampen vindt men minder befcheids. De
BhTchoppen van Utrecht, oudtyds, Heeren
van Overyflel, plagten eenen tol te heffen,
aan verfcheiden oorden in dit Geweft , en
onder anderen ook te Kampen. Sommigen
tekenen aan, dat deeze tol, door die van
Kam-
(*) Handv. hl. 7t. [7.]
(y) Refol. Vioedfch, JV. 7. 30 03. 159t.
(5; Zh II. Dttl, U. Mttk, il. 11 j tnz. KJ,
-ocr page 90-
90 AMSTERDAMS IL Dee£.
1592- Kampen, in laater tyd, van den BiiTchop
gekogtwas («)» en, federt, onder den naam
van Bißchops tol, gevorderd werdt. Doch
Amftelland, en gevolge fyk ook Amfterdam,
waren, al voor verfcheidene eeuwen, vry ge-
weeft van deezen toi; gelyk klaarlyk blykt
uit twee brieven, in 't jaar 1475, door Bur-
gemeefleren van Amfterdam, aan#de Stad
Vollenhove gefchreeven , waarin zy met
ronde woorden ftellen, dat hunne Poorters,
toen niet alleen , maar zelfs boven men-
fchen geheugen, te Kampen en elders in
Overyflel, tolvry plagten te vaaren (b): 't
zy dat zulks gefchiedde, uit hoofde van
verfcheidene aloude Vorflelyke Privilegien,
by welken, al in de tiende en elfde eeuwe,
aan alle de ingezetenen van 't Stigt, waar
onder ook de Amftellanders, oudtyds, be-
hoord hadden, tolvryheid door 't gantfche
Stigt, zelfs in OveryfTel, verleend werdt
(e); 't zy dat hiervan ook byzondere Hand-
veften gegeven waren , die nu niet meer
voorhanden , of ten minfte my onbekend
gebleeven zyn. Amfterdam hadt deeze tol-
vryheid, te Kampen, eeuwenlang, onge-
floord genooten, tot op omtrent deezen tyd
toe. Immers, men vindt geen ipoor altoos,
dat 'er, voor deezen tyd, gefchil over ge-
vallen is. Men kwam nu byeen, om mid-
delen te beraamen, tot herftelling der zaa-
1593. ken op den ouden voet. De Steden Am-
fterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en
Edarn,
(a) ÜBB. EMMII Rer. Frif. Libr, L. p. 7*7.
(6) Groot-Me mor. N. I. /. 31 verft.
(tj Diplom, Viit epud Hedam, p. 61, 7$ , li. ,
-ocr page 91-
XI.Boek. Geschiedenissen. 9t
Edam zonden Gemagtigden naar Deventer I50^t
en Kampen. Doch men kon eikanderen
niet verftaan. Sedert werdt voorgeflaagen,
het verfchil te verblyven aan Prinfe Mau-
rits, als Stadhouder van Holland en Over-
yffel, in welke twee Provinciën, de twiften-
de Steden gelegen waren; en aan vier Per-
foonen, ter wederzyde te kiezen', over wel-
ken zyne Doorlugtigheid Opperzegsman
zyn zou (d). Doch ik weet niet, of deeze
voorflag aangenomen werdt, noch hoe 't
gefchil, ten deezen tyde, afliep.
Op den agtentwintigften May des jaars Ovcr-
1593, kwamen de Heemraaden van Ryneenkomft
land met de Ambagtsbewaarders van Sloo-°P *"*
ten en Slooterdyk, die daartoe verlof had- hSud^er
den gekreegen van Burgemeelteren en Re-Dykaadje
geerders van Amfterdam, als hunne Am- van
bagtsheeren, overeen, dat de dykaadje vanslo°tea
Slooten en Slooterdyk ook door't gemeene^j?0"
Land van Rynland zou onderhouden wor-
den, mids die van Slooten en Slooterdyk
daarin hun aandeel droegen, naar de om-
meflagen, door het Heemraadfchap van
Rynland over hen gedaan (<?).
Het Y en de Wykermeer waren, vanAmfter-
overoude tyden af, tot hiertoe, voor verre dam be-
llet grootfte gedeelte, vry bevifcht geweefl; eQU de
doch in 't jaar 1594, vernam men, datdee- yfffche-
ze ftroom, van Velzeroord af, tot aan Buik- ryin *cY.
floot toe , door het Heemraadfchap van 1594.
Rynland, of door de Rekenkamer der Do-
mei-
(d) Refol. Vroedfch. AT. 7. i$ , 26 Fdr. ij5j.
O) U. Privilegieb. ƒ. 104, 106. Handv. H. iZ9.[ïss-l
-ocr page 92-
92 AMSTERDAMS ILDm,
1594. meinen van Holland, flondt onvry gemaakt
en verpagt te worden. Die van Amfterdam,
hieruit merkelyk nadeel voor hunne verfchc
Vifchvangft voorziende, deeden verfchei«
den' verklaaringen beleggen voor Schepe-
nen , inhoudende „ dat de VifTchery in 't
j, Y, van Velzeroord tot Buikfloot,en van
„ Spaarnedam totAmflerdam, midsgaders
„ in de Wykermeer, altoos vry, en nooit
„ verpagt geweeft was, uitgenomen een
„ klein hoekje voor de kleine Spaarnedam-
,, mer-Sluis, welk huurwater was; deHol-
„ Iefloot, die van de Rekenkamer ter leen
5, gehouden, en de Wymark by 't Koegat,
„ die, federt veele jaaren, door de Stad
„ Amfterdam verpagt werdt." En deeze
verklaaringen deeden zy, den zevenden Ju-
ny, op 't gemeene Lands Huis te Spaarne-
dam, Dykgraave en Heemraaden vanRyn-
land overleveren, nevens duidelyke aantui-
ging, dat zy zig ftellen zouden tegen de
voorgenomen verpagting (f); die, zo ik
meen, ook agterwege gebleeven is.
De Stad Wy hebben , op zyne plaats (g), ver-
v^'enthaald, hoe de Stad Amfterdam, in 't jaar
gefchil J529 » ^e Ambagtsheerlykheid van Am-
ipetWal-fierveen, Slooten, Slooterdyk en Osdorp
raven van Reinoud, Heer van Brederode, gekogt
vanBre- nacjt# Reinouds Zoon, Henrik, oordeelen-
e' de, by deezen koop, boven de helft, be*
nadeeld te zyn, haat deswege de Stad Am-
fterdam, in 't jaar 1562, in ïegten betrok-
ken.
(f) Handv. tl. ij, u, 2j. [194, t9S,i9S,]
(f) IL Dtil,
V. Buk, bl. soj.
#
-ocr page 93-
XLBoek. Gescmiëöènissin. $$
ken. Doch de opkomende beroerten; de 1594,
dienft, dien de Stad hem, in 't jaar 1567 %
deedt (Z?), en zyn overlyden , welk kort hier-
na voorviel, waren oorzaak geweeft, dat
het geding niet vervolgd was. Maar Wal-
raven van Brederode
, Broeders Zoon van
Reinoud, en erfgenaam der Heerlyke goe-
deren van deezen huize, aangezogt, naar
*t fchynt, om voldoening van 't gene Am-
fterdam, in 't jaar 1567, aan Heere Henrik
verftrekt hadt, fchreef, den vierentwintig-
ften Maart deezes jaars 1594,aan de Stad,
„ dat hy, zoekende naar middelen,om de
j, fchulden van den Huize van Brederode
„ af te doen, onder anderen gevonden hadt
>, den eifch op Amfterdam, uit hoofde van
„ den koop der Ambagtsheerlykheid van
„ Amfterveen, Slooten, Slooterdyk en Os«
,, dorp, tegen welken, hy verzogt, dat de
„ eifch van penningen , dien de Stad op
„ den huize van Brederode hadt, in aan-
„ merkinge van de dienften, door Heere
,i Henrik, aan die van de Religie in Am-
„ fterdam beweezen, mögt worden te niet
„ gedaan." De Raad van Amfterdam be-
floot hiertoe, mids Heer Walramen hun eene
kwytfchelding gave, naar genoegen (i): ge-
lyk, eerlang, gefchiedde (*).
Op den tienden May deezes jaars, hadt öe Re-
de Stad ook O&roi verworven van deStaa-geerins
ten van Holland tot haare verfterking enverwerfl
ver*derOc-
(h) II. Deel, Vlil. Buki il. ijl.
<i) Refol. Yroedfch. N. 7. 1« Afu ij#4. N.% tl 09*
»
J94' ƒ• *ï V"J" ,,
{k) Zit HaiulT. *'• ai».
-ocr page 94-
94 AMSTERDAMS ILßug
1594. vergrooting, van den Amfteldyk af, tot irt
troi tot 'c Y* en. verder tot aan den Stads Singel toe;
vergroo-
en om de erven , daartoe vereifcht, by fchat-
ting der ring yan Schepenen, van de eigenaars over
Stad» te neemen (/), met welke verfterking en
vergrooting, die reeds begonnen Was, eer-
lang, fterk voortgevaaren werdt.
De Atn- OndertirflTchen, wasAmfterdam, federt
fche de omkeering des jaars 1578, en het over-
Kooplui ga?n. van Antwerpen aan den Spanjaard, iri
den brei- 't jaar 1585, zo zeer toegenomen in getal
den van Koopluiden, dat men 'er, meer en meer,
Scheed toeleide °P het uitbreiden des Koophandels
vaart uit. en der Scheepvaart, 't Verbod van den han-
del op Spanje en Portugal bragt de Amfter-
damfche Koopluiden, zo wel als anderen,
in de noodzaakelykheid, om andere Scheeps-
togten té onderneemen. Men begon, inzon-
derheid in de iaatltvoorgaande tien jaaren,
fterker dan voorheen, te vaaren op afgele-
gene Geweften, als Noordwaards op Ar-
changel, en Weftwaards op deKabo Verd-
fche Eilanden »vanwaar zout gehaald werdt.
Ook voer men, meer dan men plagt, op'
Italië, en , onder Franfche vlaggen, op
verfcheiden havens onder het Turktch ge-
bied (in). Doch in deezen jaare 1594, bc
gon men zig ook tot de reize naar de Ooft-
én Weftindien toe te ruften. Detogtennaar
't Noorden hadden fommigen doen vermoe-
den , of nief müTchien, langs deezen weg, 't
<, zy door de Straat Waaigats ,of agterNova
Zembla om, China en de Indien te vinden
zou-
CO Handv. hl. 5. [ïoo.]
(»J Mkteken XIX. Boekt ƒ, 37r vtrfi.
-ocr page 95-
XI. Boek. Geschiedenissen. 95
zouden zyn. En de Amfterdamfche Predi- i$&a
kant Petrus Plancius , die zeer bedreeven De Pre_
was in de Sterre- en Zeevaartkunde , gaf Pikant"
den Raaden ter Admiraliteit en anderen Plancius
hiervan zo veel lichts, dat 'er, eerlang, raadt de
voor rekening van Hollandfche, meeft Am- ^JjP*-
fterdamfche, enZeeuwfche Koopluiden, drie on^ »t
fchepen werden uitgeruft, die, den vyfden Noordan
Juny, uit Texel, in zee flaken. Een deezer aan.
fchepen voer voor Amfterdamfche reke-
ning, en hadt tot Schipper WilkmBarmds-
zoon
van ter Schelling, Burger deezer Stad;
doch de togt flaagde niet naar genoegen.
Men vondt geenen doortogt Ooft waards, die kw*.
en Willem Barendszoon keerde, in Septem- lYk u*a-
ber, voor Amfterdam te rug (»). Hy deedt,6611*
in de jaaren 1595 en 1596, nog twee dier-
gelyke togten, met fchepen, die hier ter Ste-
de werden uitgeruft; welke togten, door Ja*
kob Heemskerk Henrikszoon
, als Commis of
Koopman , werden bygewoond. In den
laatften, overwinterde een gedeelte van 't
Scheepsvolk, met groot gevaar, op Nova x
Zembla.Doch de doortogt naar China werdt
vergeefs gezogt (0).
Maar terwyl men de Indien opfpoorde, Eenige
langs eenen ongewoonen weg, verzuimde ^mftc^B
men met, de reis derwaards te ondernee- ruften
men, langs den gewoonlyken. Kornelis en Kornelis
Fredrik Houtman, Zoonen van Pieter Kome Houtman
liszoon Houtman, Brouwer te Gouda, zig, q' !?aar
in 't voorleeden jaar, te Lisbon, hebbende &Qt in'
laa-
(n) Scheepst. van \v. Bakentsen , bl, 1-4.
(o)
RefoJ. Vroedfch. jy". | 25 Maart 159«. ƒ, li^wfi.
Scheepst, ran W, Barsntskn , bU * mx. euz.
-ocr page 96-
*# AMSTERDAMS Ü. dee^
%4. laaten onderregten van al 't beloop des han*
dels, dien de Portugeezen, ten doezen tv-
de, opOoftindiedreeven, kwamen, in dit
jaar, m Holland te rug. Kornelis begaf zie
naar Amfterdam, en bewoog daar eeniJ
voornaame Koopluiden tot hel aanban eï
ner Maatfchappye, die de Compa^van
verre
genoemd werdt, en eerlang drie of
1595t vier fchepen uitruftte, welken, onder 't be-
vel vanKornelis Houtman, in April des jaars
1595, naar pofhndie in zee ftaken. Jan
jakobszoon Schelhnger
en Reinier van Hel
voeren, als Commifen of Koopluiden, mede
CP). De Koopluiden, die deeze eerfte Am-
fterdamfche Ooftindifche Maatfchappvu£
maakten* waren Henrik Hudde, Reinier Pauw
Pmer Dirkszoon Haffelaer
, 'jan JanlZn
Karel de Oude Jan Poppe, Henrik Buik,
Dirk van Os
, Steuert Sem en Arend ten
Grootenhuts;
onder welken, Hudde, Pauw
«Haffelaer, dezelfde, van wiens wakker-
heid m t beleg van Haarlem wy elders Ui
gewaagd hebben, reeds Schepenen enRaï
den der Stede waren. Maar deeze eerft«
togt flaagde ongelukkiglyk. Houtman deedt
verfcheiden Kuften en Eilanden aan, daar
Portugeefche Volkplantingen waren; onder
anderen, Bantam op het Eiland Java: doch
hy geraakte, door beleid der PoWeezen
hier en op andere plaatfen, in openbaaren
oorlog met de ingezetenen, en Wam, ein?
dejyk, na t uitftaan van veele gevaaren
irt
I
r
«e
-ocr page 97-
5tt.ßoElt ÖÊSCHIEDEtaiSSéti.        ff
in Auguftus des jaars 1597» met drie fche- Jj£j;
pen, in Texel te rug (r).
De toeneemende fchaarsheid der Graa-De vortf-
hen hadt de Regeering van Amfterdam, imaad van
de Lente deezes jaars, doen beflüitën, omGraanen
den voorraad, die by Stad was , in 't hei-^°gen0;
melyk, te doen öprieemen: waarvan dehmen.
Raad, onder den eed van geheimhouding,
kennis gegeven werdt (Y). 't Schynt, dat
de voorraad, tendeezen tyde, nog zo groot
bevonden werdt, dat men niet geraaden
vondt, den Uitvoer te verbieden*
't Was 'er zo verre van af, dat de Lü- De V«f*
therfchen vryheid van openbaare Gods- Sterin-
dienftoefening zouden verkreegen hebbenIJÏjSJ
hier ter Stede, dat de Vróedfchap 4 in dit fciieIl "
jaar, belloot, ook hunne heimelyke Byeen-belet»
komften te verbieden (f)- Zelfs werdt Au-
guflyn Pyn,
die, ten zynen huize,vergade-
            1
ring der Augsburgfche Geloofsbelydenis
hadt laat en houden, op lad der Vróedfchap,
door den Schout, ter Stad uit geleid, zon-
der , fchoon 't een- en andermaal verzogt
werdt, verlof te können verwerven, ora^
zelfs tot verrigtinge zyner huiffelyke zaa-
ken, daar wederom binnen te mogen ko-
men («).
Amfterdam hadt, tot nu toe, van Chris- Amfter-
tiaan den IV., Koning van Deenemarke, die dam
zynen Vader, Frednk den IL., reeds in ^JSSJ*
Jaar \n <jg
(r) Zie eerfte Schipvaart der Holland, naar Ooftinüie.
(*) Kefol. Vroedfch. N. | 2+ Maart i59J. ƒ. jö verfi.
\ï)
Refol. Vroedfch. N. a i Juny 159$. f. 6$.
(«) Refol. Vroedfch. N. a z $tf)t. u Nov. H9i>9ApU
iS9f>- f-
7», 92 verfi. in.
IV. Stuk.               Ö
-ocr page 98-
9S AMSTERDAMS IL Deel,
I5£& Jaar r588, opgevolgd was, nog geene be-
Frivile- veftiging verworven in de Privilegien, die
gien van zyne voorzaaten aan de Stad verleend had-
f»e«ne- den. Doch de Regeering vaardigde, eer-
marke, lang, haaren Penfionaris, Nicafius van SyL
/#, af, om deeze beveiliging te verzoeken.
Ook gefchiedde zy, eindelyk, op den zes-
entwintigflen September des jaars 1596(0).
Byeen afzonderlyk Reglement, wer dt egter
bepaald, dat Amfterdam zig van zyne Pri-
■ vilegien niet buiten de Kruisdagen, in May
en September vallende, bedienen zou te
Bergen in Noorwegen, in welke Stad, vol-
gens een oud voorregt, buiten de gemelde
dagen, geene uitheemfchen mogten komen
handelen. Doch binnen die dagen, mogten
de Amfterdammers aldaar vryelyk komen
handelen , mids zy alleen aan de Inwoo-
ners, en niet aan de Noordvaarders, vis-
fchers en boeren van buiten, op tyd, ver-
kogten (10).
Eerfte Al van 't jaar 15 81 af, hadt men, in Hol-
uitruftin- land, eenige gedagten begonnen te krygen,
gen der 0p het openen der vaarte naar de Weft-
danune- *nc^en- Een Engelfchman, Qut% genaamd,
ren naar die reeds vier reizen derwaards gedaan hadt,
de Weft. boodt den Staaten aan, eenen togt te willen
indien, doen, mids men vier Oorlogsfchepen onder
zyn bevel ftelde. Doch men zag doen nog
te groote zwaarigheden in zynen voorflag.
De Staaten verklaarden egter, wel te mo*
gen Jyden, dat de vaart op de Weilindien,
door
(v) H«ndv. bl. j9. f90.]
(v>) Handr. il. 60. [90.]
-ocr page 99-
XI. Boek. Geschiedenissen. 99
door byzondere Koopluiden, ondernomen 1597.
werdt O). Doch 't liep tot in 't jaar 1597
aan, eer Gerrit Bicker Picterszoon,Schepen
en Raad der Stad Amflerdam, en Jan Kor-
neliszoon Leyen
van Enkhuizen , elk eene
afzonderlyke Maatfchappy opregteden, die
fchepen uitzondt naar de Weftindien (y).
En 't leedt niet lang, of deeze twee Maat-
fchappy en vereenigdenzig met eikanderen;
en zy fchynen 't te zyn, die men, in de Re-
giflers
deezer Stad, op het jaar 1599,
gecombineerde
[famengevoegde] Compagnie
negocieerende op Genea
[Guinea] genoemd
vindt (2).
In de Lente deezes jaars, werdt de voor-De u{£-
raad van Graanen in Amflerdam wederom J,0"™*
......                                              . üraanen
in t heimelyk opgenomen , en zo gering WOJdc
bevonden, dat de Vroedfchap goedvondt, verboo-
den uitvoer derzelven, voor eerfl", te doen d^n«
verbieden (#).
De Wethouderfchap vanAmfterdam,al-De Rt-
toos bezorgd om den Koophandel aan te§eerinS
moedigen , hadt, in den aanvang deezes dieven'
jaars, brieven van Voorfchryving verleend van
aan eenige Doopsgezinde Koopluiden dee- Voor-
zer Stad, van welken zekere fomme vanf<:hry*
penningen, uit Spanje komende, door de^J^11
Engelfchen , aangehouden was , die men Doops-
weigerde te ontflaan, om dat de eigenaars gezindo
zwaarigheid maakten, om hunnen eigen-Kooplui-
dom,den'
(x) Rcfol. Holl. 10,14 7«*y»7» M 7**h X5SX. hl. 266,
l8o, 318, 376.
(y) Refol. Holl. 3 Sept. »3 Dee. 1597. hl. 388» 603.
(z) Refol. Vioedfch. .V. | 8 Nov. i$99- f. i8+.
{*) ÏÏJtül. Vtoedfch. N. | 3 April 1597. ƒ. isa ver/t.
G 2
i
-ocr page 100-
loo AMSTERDAMS II. Deel.
1507. dom, op de gewoonlyke wyze, met eede,
te verklaaren. De brieven waren gerigt
aan Noel van Caron, Heer van Schoonewal,
Gezant der Vereenigde Nederlanden by Ko-
ningin Elizabet. Zy behelsden y dat de Ge-
»




JJ
reformeerden en Mennoniten of Doops-
gezinden, ten tyde van Keizer Karel en
Koning Filips, in grooten getale, uit dee-
ze Landen verjaagd geweefl zynde, met
de verandering der Regeeringe, in dezel-
veH waren wedergekeerd, daar men na
elk zyn geweeten zo vryelyk beleeven
„ liet, dat, zelfs op de verklaaringen der
„ gemelde Mennoniten, die altoos zwaa-
„ righeid gemaakt hadden in het doen van
„ den gewoonlyken eed, alomme regt ge-
„ daan werdt, fchoon zy, alleenlyk by waa«
3, re woorden, in de plaats van eede, ge-
fchiedden. Dat eenige burgers van deeze
gezindheid, het ongeluk gehad hebbende,
dat hun zekere fo mme van penningen, ko-
„ mende van Kadix, door de Engelfche
j, Oorlogsfchepen, ontnomen was, in En«
„ geland niet aan regt hadden können ge-
„ raaken, onder voorwendfel, dat hunne
99
*■»
S>
«J
3>
»
bewyzen van eigendom niet met eede
gefterkt waren. Dat zy, hierop, by de
Wethouderfchap, om brieven van voor-
fchryving hadden verzogt; die hierby
verklaarde, dat hunne verzekeringen, by
waare woorden, in de plaats van eede
gedaan , by haar niet anders verftaan
werden dan of zy den eed plegtiglyk af-
gelegd hadden, en dat menze als mein-
„ eedi-
-ocr page 101-
/
TS.Kg^* Geschiedekissen. ioi
„ eedigen ftraffen zou , zo zy bevonden I5^7.
„ mogten worden, iet tegen de waarheid
„ verzekerd te hebben, waarvan nogtans,
,, zo ver men will,hier te Lande,noggee-
M ne zwaarigheid gevallen was.." Ten be-
fluite, werdt den Gezant verzogt, deezen
luiden, of derzelver Gemagtigden alle noo-
dige hulp te willen bewyzen, en te wege
te brengen, dat hun, in Engeland, goed
regt gedaan werdt (b~). Doch welk een'
uitflag deeze zaak gehad hebfêe, vind ik
nergens aangetekend.
Maar omtrent deezen tyd, of wat laater, Gooflen
viel 'er, te Amfterdam, iet voor, welk ge- Vo&el-
legenheid gaf, dat eenige Leden der Re-aJmft'er.
geeringe zig nog duidelyker verklaarden dam, om
voor het gedoogen van onderfcheiden' Gods- zyn ge-
dienftige Gezindheden in den Burgerftaat. y0l%leïl'
GooJJen Michielszoon Fogelzang van Buuren, J^ng6"
Fluweelwerker buiten de Regalierspoort , aange-
voor eenigen tyd, met eene Atteßatie vanklaagd,
den Kerkenraad, vertrokken zynde naar En-door den
geland, hadt, na zyne terugkomft alhier,^ae^eu*
by monde en gefchrifte, verfpreid zekere
gevoelens, welken voor grove dwaalingen
en ketteryen geagt werden, en om welken
hy, een en andermaal, vergeefs, tot af-
ftand vermaand zynde, van de Gemeente
was afgefneeden. Hy liet, federt, niet na,
zyn gevoelen te belyden , en daarvan te
fpreeken: waarom de Kerkenraad geraaden
vondt, zig te vervoegen aan Burgemeefte-
ren,
(*) Aantek. des Heer. C. P. Hooit b-j BRANDT Reform»
L Dttl, H, iu,
ö 3
9
-ocr page 102-
io* AMSTERDAMS IIDeel:
f597. ren, met verzoek „ dat Vogelzang weder-
5, om in derzelver tegenwoordigheid mögt
„ gehoord, en hem, zo hy zyné dwaalin-
5, gen, gelyk men vaftftelde, niet kon be-
„ wyzen, door 't gezag der Heeren en naar
„ derzelver befcheidenheid, belet worden,
„ dezel^en verder te verfpreiden.'' Men
voegde hierby nog drie andere verzoeken,
en begeerde, voor eerfi „ dat Lubbert Ger-
ritszoön ,* Leeraar onder de Doopsgezin-
„ den alhier , belaß; mögt worden , een
„ vriendelyk mondgeiprek met de hunnen
„ te houden, 't welk zy hem meermaalen
„ aangebooden hadden, en hy tot hiertoe
,, geweigerd, zig verontfchuldigende op
„ zynen ouderdom, en dat hy daartoe geen
_,, bevel hadt van de Overheid." Ten ande-
ren
, verzogt men „ dat het uitgeeven van
„ zekere boekjes, waarin de Leer der waar-
„ heid gelafterd werdt, mögt belet wor-
M den." Én eindelyk „ dat ook de oefening
„ der duivelfche konffc van waarzeggerye
„ en toverye, hier ter Stede, mögt wor-
„ den geweerd." 't Blykt niet, wat befluit
op de twee laatfte verzoeken genomen
werdt, maar 't mondgefprek met Lubbert
Gerritszoon werdt afgeflaagen, alzo eenige
Wethouders verftonden ,, dat de aanzoe-
„ kers tot openbaare Dispuiten gemeen-
„ lyk vervolging en geweetensdwang in 'c
„ hoofd hadden." Ook waren eenigen den
Doopsgezinden te meer genegen, om dat
zy,in de gemeene vervolgingen, zo veel
Hy wordt geleeden hadden. Maar de Fluweelwer-
inhegte- £er werdt in hegtenis genomen. Midlerwyl,
had-
-ocr page 103-
xr.BoEK. Geschiedenissen. 103
hadden, naar 't oordeel van eenige Leden i^9
der Regeeringe, fömmige Predikanten, hier nis gen0,
ter Stede, zo veel hevigheids gebruikt, niet men.
flegts tegen andere Gezindheden, maar
zelfs tegen de Wethouderfchap, dat de Heer Deftige
Kornelis Pieterszoon Hooft j thans voor de rede van
vyfde maal Burgemeefter, geraaden vondt, JJ^jjf^
zyne bedenkingen daarover den Burgemees-Hooft
teren en Oud-Burgemeefteren, in eene uit- tegen d«
voerige rede, den vyftienden Oftober, voor vervol-
te draagen. Hy wees hun aan „ dat de Sin5*
,, wapenen waren aangenomen, om geweld
„ en dwingelandy af te weeren; niet om te
„ heerfchen over eens anders geweeten.
„ Dat geweetensdwang vooral der tegen-
„ woordige Regeeringe niet voegde, zynde
„ aan dezelve, en aan Prinfe Willem,voor
9> haar, onder zulke voorwaarden, nimmer
j, de poorten geopend, 't Was, vervolgde
„ hy, ook niet te verwonderen, datzovee-
„ Ie gezindheden, als onder de vervolging
„ des Pausdoms, hier te Lande, geweefè
„ waren, in twintig of vyfentwintig jaaren,
„ nog niet hadden kojinen gebragt worden
„ tot de Gereformeerde Kerke. Omze
„ daartoe te brengen, behoorde men, zyns
„ oordeels, de luiden niet zo fcherpelyk
„ en op zo veele punten te ondervraagen,
„ eer menze ten Avondmaal toeliet, noch
„ te vergen de voorafgaande Predikatie by
M te woonen \ waarin de Gemeente bégree-
j, pen werdt, by monde van den Predikant,
„ belydenis haars geloofs te doen; alzo vee-
„ len zig bezwaard zouden können vinden,
„ iii 'tgeeven van eenenjfchynvantoeftem-
G 4.                 m ming
-ocr page 104-
104 AMSTERDAMS ELDbeê;
1$9j, 5, ming aan de leer der Predeftinatie, of
„ aan eenig ander punt, waarvan zy, in
„ hun hert, niet overtuigd waren. Gelyk
„ 's Lands voorregten ook vorderden, dat
„ men de vreemdelingen weerde uit de
„ burgerlyke Regeeringe, waarom menze
„ ten minfte den inboorlingen niet behoor-
„ de voor te trekken; zo fcheen 't zeeron-
„ gerymd, dat men 't bewind der Kerke
3, toevertrouwde aan uitheemfche Ouder-
„ lingen, die daar befluiten namen en wet-
9, ten maakten over een volk, by welk zy
„ hunne toevlugt genomen hadden , en min-
„ zaamlyk onthaald en gekoefterd gewor«
„ den waren. De bevinding hadt, ten tyde
„ vanLeicefter,geleerd,datdeeze vreem-
„ delingen, Vlaamingen, Brabanders, Waa*
„ len, meelt allen onruftige geeften waren*
„ die ook de inboorlingen ontruft hadden.
3, Ondertuflchen, hadt een Kerkenraad, uit
zulke Luiden beftaande , ook vreemde
„ Predikanten in 't Land en in deeze Stad
„ gebragt, die, zo wel als de armen der
,, gemeente, fchoon ook meeft vreemde-
3y lingen, door de Wethouderfchap gunftig-
„ lyk onthaald, en uit Stads Kafle, wart«
„ neer de aalmoeflen der Diaconie niet toe-
„ reikten tot onderhoud der armen, voor-
„ zien werden; daar andere oude burgers,
3, tot armoede vervallende, alleenlyk des
„ winters eenigenonderftand genooten van
3, de Huiszittenhuizen. En ondertuflchen
„ onderwonden zig eenigen dèr Stads Pre-
3, dikanten, op den predikfloel, uit te vaa-
,, ren tegen de Wethouders 3 die zig niet tot
ÉM»"*<*WÉIW**i,m. ~ ~--*~-*è^^m              ^smn^,
-ocr page 105-
XLBoek. Geschiedenissen. 105
„ de Gemeente begaven, met onderfchei- I^%
„ ding van Schout, Burgemeefteren, Sche-
„ penen en Raaden, die zy, met kwalyk
„ toegepafte Schriftuurtekften, wel durfden
„ vervloeken. Op deeze wyze , werdt,
„ voorwaar ! der Gereformeerde Leere
„ meer nadeel dan voordeel toegebragt.
„ Immers , zouden de Wethouders niet van
5> verftand zyn, dat zy , die zig niet in alles
„ naar de Kerke konden voegen, daarom
„ in zwaarigheid behoorden te komen. Zo
„ dit plaats hadt, dan zou de dwingelandy,
„ hier te Lande> niet ophouden; maar al-
„ leen de dwingeland veranderd zyn. Die
,j voorheen vervolgd werden, zouden nu
„ anderen vervolgen: en dat, daar men het
„ bloed der Paufelyke vervolginge nog zo
3, verfcb voor de oogen hadt. Eenigen ,'*
voer de Burgemeefter voort „ zou-den, mis-
„ fchien, zyne redenen minder agten, om
„ dat zyne Huisvrouw de Predikatien der
„ Mennoniten ging hooren. Doch wat zou
„ men doen? Zy hadt, op zyne aanmaa-
„ ning, wel ter Kerke geweelï; doch ver-
„ klaarde, daar zo wel niet geftigt te wor-
„ den als by de anderen. Ook hadt hy dit
„ met veelen, ook luiden van aanzien, ge-
„ meen, en 't verdiende noch lafter noch
3, ftraf. Hy fprak niet tegen, dat men die
M van den Gereformeerden Godsdienfl,
„ voor anderen van gelyke bekwaamheid,
3,  in de Regeering trokke. Doch hy meen-
„ de niet, dat men daarom alle anderen
„ mistrouwen moeft, en oordeelde , dat
4,  men, blyvende binnen de paaien der voor-
GS                     ti reg-
1
-ocr page 106-
w6 AMSTERDAMS II. Deel.
*597- »» regten, alleenlyk zulkenaan'troêrmoefl:
„ zoeken te krygen, die van eenen door-
„ ftaanden, goeden, eerlyken, burgerlyken
5, wandel en voor opregte liefhebbers des
,, Vaderlands, zo wel buiten als binnen de
„ Gemeente, bekend waren. Van gelyken,
,, behoorde men de Kerkelyke ordening
„ ook zulks in te rigten, dat menze niet
„ bonde aan 't gevoelen van luiden, die,
. „ van buiten ingekomen, de natuur van dit
„ Land niet kenden; noch de Kerkentugt
„ van Geneve op alle Landen pafte. Wat
„ hem betrof, veelen wiften, dathy altoos
„ meer genegen was te gehoorzaamen dan
„ te regeeren; doch, zyns ondanks, tot d«
„ Regeering beroepen, hadthyzynbyzon-
„ der belang ter zyde gefield, om zyn ge-
„ moed, in 't bedienen van Stads zaaken,
9f te beter te mogen voldoen, op hoop dat
„ hy ook iet zou mogen bybrengen tot af*
„ weering van 't Spaanfche juk, en tot be-
„ jaaginge van 't einde der Hollandfche wa*
„ penen, naamlyk, dat men, nevens de
„ verzekerdheid der belyderen van den
„ Gereformeerden Godsdienft , ook alle
„ anderen, die den zelvennog niet konden
„ toeftemmen, en nogtans de laften des
oorlogs hielpen draagen, zo zy zig bur-
„ gerlyk en vreedzaam hielden, in gelyke
5, ruft en vrede mögt handhaaven, en op
„ eene Chriftelyke wyze verdraagen, tot
„ dat menze, door leere en voorbeeld, op
„ beteren weg gebragt hadt, zonder dat
„ men zig, tegen eikanderen, veel min te«
„ gen de Overheid, zozeervergreepe.Die
-ocr page 107-
XI. Boek.' Geschiedenissen. 107
„ onheufchheid was, tot hiertoe, door de i^d
„ vingeren gezien. Maar mogelyk hadt
„ men hierom grooter onheufchheid te wag-
„ ten. En Hollanders, en vooral Amfter-
„ dammers behoorden wel te gedenken,
„ dat, onlangs, onder de Spaanfche Re-
„ geering, al wie zig niet hieldt by de
„ Roomfche Kerke genoodzaakt werdt het
„ Land te verlaaten, zo hy geen gevaar
„ wilde loopen van goed en bloed te ver-
„ liezen. Jammer zou 't dan zyn, dat zy,
„ die gelyke elende hadden doorgeftaan,
„ en zig gelykelyk tegen 't Spaanfch ge-
,, weid gekant hadden, nu eikanderen ver-
„ drukken zouden: of dat zy, die zig lieten
„ voorftaan de magtigften te zyn, na dat
„ men twintig of vyfentwintig jaaren vry-
„ heid genooten hadt, zouden toeleggen op
„ het mishandelen hunner medeburgeren,
„ die onlangs, nevens hen, het kruis ge-
„ draagen hadden, eeniglyk om dat zy, in
„ alle geloofspunten , niet met hen eens
„ waren, of om dat zy hunne Kerkordening
„ niet in alles konden toeftemmen. Onder
„ de Jooden zelven, werden verfchillende
„ gezindheden geduld. De Gereformeerden
„ waren ook niet allen op éénen tyd tot
„ het verftand gekomen, waarin zy nu fton-
„ den. Waarom gunden zy anderen dan
„ ook geenen tyd tot verandering, dien zy,
„ of hunne ouders gehad hadden? Aan de
„ volmaaktheid der Overheid ontbrak nog
„ veel. Maar de luiden van de Kerke, zelfs
„ de Predikanten, zouden ook van zig zei-
„ ven niet hooger gevoelen, 't Was dan
„ on-
.
k
-ocr page 108-
1*8 AMSTERDAMS II. Dm.
1597- »* onbetaamlyk, dat zy de Wethouders, by
„ 't gemeen, zogten zwart en haatelyk te
„ maaken. Zy behoorden zig, daarente*
„ gen, in't prediken, voorzigtiglyk en maa-
„ tiglyk te gedraagen, zonder zig te diep
„ en te vermetel te fteeken in 't ampt der
,j Overheid, gelyk voor deezen gefchied
„ was, met naame in de zaak der gewaan-
„ de toverye tegen dien balansmaaker op
„ 't water by de oude brugge, die van hier
„ naar Middelburg was gaan woonen. In
„ dit Huk, hadden immers eenige Predi-
„ kanten , zonder behoorlyke kennis van
„ zaaken, zig zo diep gefteken, dat zy
„ zig niet ontzien hadden, de Heeren van
„ de Wet fterk aan te loopen, en genoeg-
„ zaam op te ftooken: 't welk de Heeren,
'„ in een ftuk, dat uit zig zelf vol ge vaars
„ was, in veel bekommernis en nog groo-
„ ter gevaar gebragt hadt. 't Was dan te
„ wenfchen, dat de Predikanten zig, voor-
„ taan, zo zeer mogten maatigen, dat de
„ Wethouders minder moeite hebben mog-
„ ten, om de goede gemeente in vrede en
„ eendragt te regeeren."
Vogel- 't Vertoog werdt, den twintigften De-
zang cember, ook gelezen in de Vergadering van
wordt Schepenen, in 't byzyn van den Burgemees-
Schepe- ter Pieter Boom en van den Penfionaris Ei-
nen ge ïert de Veer (e). En op den zevenden Ja-
hoord. nuary des jaars 1598, werdt de gevangen
1598. Fluweelwerker, tot tweemaalen toe, voor
Sehe'
(e) Aantek. van den Heer C. P. HOOït ^BRANDT Re-
form. I. Deel, il. IH-Sï*.
-ocr page 109-
XI. Boek. Geschiedenissen. iöo
Schepenen,'op verfcheiden punten, onder- ^g.
vraagd. Hy beleedt „ dat hy, over twin- » be-
„ tig jaaren, te Wezel, daar hy twee jaa-keyntenis.
„ ren gewoond, en het Linnen-trypwerken
„ geleerd hadt, de Leer van Calvinus hadt
„ .toegeftemd; dat hy zig, te Antwerpen,
„ daar hy 't zyden- en kaffe-weeven geleerd
„ en omtrent een jaar gewoond hadt; in
„ Frankryk en te Geneve, daar hy egter,
„ by gebrek van werk, maar veertien da-
„ gen gebleeven was, aan die zelfde leere
„ hadt gehouden. Te Frankfort, daar hy .
,, 't pafTementmaaken hadt geleerd, was
„ hy getrouwd; doch hy hadt zig daar,
3, vooraf, alzo zyne Vrouw Lidmaat was,
„ in de Kalvinifche Gemeente moeten be-
„ geeven, by welke hy zig gehouden hadt,
„ tot in 't jaar 1591. Toen was hy naar
„ Wezel, voorts naar Amfterdam verreisd;
„ en, zes of zeven jaaren geleeden, naar
„ Londen vertrokken, met goed getuige-
„ niffe van de Gemeente der Kalvinifche
„ Leere in deeze Stad. Te Londen hadt
„ hy zig by de Walfche Gemeente willen
„ begeven; doch om dat men hem daar,
„ volgens gewoonte , belydenis zyns ge-
>, loofs hadt afgevergd, hadt hy zig by de
„ Duitfche Kerke vervoegd, daar men zig,
„ met het Amfterdamfch Getuigfchrift ,
,, te vrede gehouden hadt. Doch hier,
„ twee of driemaal, het Avondmaal genoo-
„ ten hebbende, hadt hy zig van de Ge-
„ meente onthouden, tot eenen der broe-
„ deren zeggende, dat hy zig bezwaard
„ vondt.
'i
-ocr page 110-
iio AMSTERDAMS II. Dm.'
„ vondt. Eenige Kerkendienaars waren
„ toen, verfcheiden reizen, by hem geko-
„ men, om hem nader te onderregten: 't
„ welk niet gelukt zynde, hadden zy hem,
3, eindelyk, afgevraagd, of hy by hen wilde
„ komen, en by zyn eerfle geloof blyven,
„ of volharden in zyne verandering? waarop
„ zy antwoord hadden begeerd. Maar hy,
„ vreezende in hegtenis te zullen genomen
„ worden, was, na negen maanden ver-
„ blyfs, van Londen vertrokken, en Weder*
„ om hier ter Stede gekomen. In zyne
„ jeugd, hadt hy, te Utrecht, Latyn ge-
„ leerd, en was tot het zesde fchool geko-
„ men : doch federt hadt hy zig zo wel
„ geoefend, dat hy die taaie redelyk wel
„ verftondt. Over vier jaaren, hadt hy
„ Griekfch leeren leezen, van iemant, die
„ 't hem ook uitleide , en voor anderhalf
„ jaar, hadt hy ook iet in 't Hebreeuwfch
M gedaan. Niemant hadt hem gebragt, of
„ vermaand tot verandering zyns eerflen
„ geloofs; maar hy hadt het van zig zelven
„ gedaan; konnende hy niet begrypen, dat
j, God almagtig, naar zyn Goddelyk we-
„ zen, overal was: 't welk hy, te Londen
„ en hier ter Stede, ftaandegehouden hadt.
5, 't Boekje, genaamd het Licht der Waar-
heid, bekende hy gefchreeven te hebben,
„ en te houden voor de belydenis zyns
„ geloofs ; waarby hy volhardde. In 't
,, Handfchrift, waar naar dit boekje gedrukt
„ was, hadt hy eenige woorden doorge-
M haald, om dat de drukker zwaarigheid
*
-ocr page 111-
XI. Boek. Geschiedenissen. iii
„ gemaakt hadt, omze na te drukken(d)" 1598.
Na 't hooren van deeze bekentenis, neig- Eenige
den eenige Heeren tot ftrengheid. Ook Heeren
werdt gearbeid om den gevangen naar den neigen
Haage te voeren. Doch Burgemeefter Hooft |:ot
vertoonde Schout, Burgemeefteren en Sehe- held?"
penen, in de tegenwoordigheid der twee B r *
Fenfionariflen, den zesentwintiglïen January, meefte"r
en dus maar vyf dagen, voor dat hy, heb- Hooft
bende twee jaaren agtereen geregeerd , doet e«-
ftondt af te gaan, in een wydluftig Vertoog, ™^'
wat hy oordeelde van de handelwyze,wel-redefn
ke men omtrent GoofTen Vogelzanghieldt,zynj?oor.
en welke men, dagt hy, op gelyke gron-deel.
den, zou mogen houden omtrent alle ande-
ren, die van de Kerke verfchilden. Hy
merkte aan „ dat Vogelzang, dien hy niet
„ wift immer gezien te hebben, zig, on-
3> aangezien zyne armelyke gelegenheid, en
„ zwaaren laft van kinderen, zo hera van
„ geloofwaardige luiden berigt was, altoos
3, eerlyk gedraagen hadt. Hy was, om
» zyn tegenwoordig gevoelen, voor eenigen
„ tyd, van de Gemeente afgefneeden. De
a, Kerk hadt dan 't haare gedaan. Zy be-
„ hoorde zig daarmede te vrede te houden,
„ en den armen man niet meer moeilyk te
s, vallen, 't Was gebeurd, dat iemant, on-
3, langs, op den middag, ten zynen huize
» komende, zyne kinderkens , met zyne
3, huisvrouw, op der aarde hadt gevonden
* leggen, God met geboo§en knieën aan-
„ roe-
(i) Confeflïeb.van 1597 « Utf« f>ti, S3. ky D*1NPT
L Ucü% il, tz^.
-ocr page 112-
in AMSTERDAMS IT. thfa
I598. » roepende voor den eeten. Hieruit fcheen
„ te blyken, dat hyze in de vreeze Gods,
„ naar zyne kennis, hadt opgebragt. Zou
„ men nu den man, een' geringen vreemde-
it ling, van wien geen gevaar te wagten
„ was, en met hem zyne vrouw en kinde-
„ ren, die toch onfchuldig waren, zo veel
„ doen lyden, eeniglyk om dat hy eenig
„ zeldzaam en letterlyk gevoelen van 't
„ Goddelyk wezen hadt; 't fcheen veel te
„ hard , naar den aart en natuur deezer
„ Landen. Hier, en door gantfeh Europa-,
„ zag men, in tafe-reelen en Kerkglazen,
yy afbeeldingen van de Heilige Drie-een-
„ heid, en byzonderlyk van God den Va-
„ der, onder menfehelyke gedaante. Dit
„ zag men over 't hoofd. Daarover viel
„ men nimmer iemant moeilyk. Verftandi-
„ gen mogten oordeelen, of het gevoelen
„ deezes mans van de geftalte des Goddely-
„ ken weezens al vreemder ware dan dat der
„ Pausgezinden van hun misbrood, en dat
„ der Lutherfchen van hunne Allenthalven-
„ heid. De Predikanten zogten, fomtyds,
„ de Overheid ook tegen deeze Luiden op
„ te hitfen: doch, zo men hen hoorde,
„ zou men haaft binnens- en buitenslands
„ tegen eikanderen, en tegen de Luther-
„ fchen en Papillen, in oorlog raaken. Mögt
„ David den Heere geenen tempel bouwen,
3, om dat hy zo veel bloeds geftort hadt;
„ 't was een jammerlyk misverlland, dat
_,, men nu leevende tempelen, door geweld
„ en wapenen, fügten wilde. Godslaïtering
„ werdt, onder 't oude Verbond, met d«
„ dood
,\
-ocr page 113-
XI.Böek. Geschiedenissen, 113
„ dood geftraft; doch ook Afgodery, 't 1598.
„ vloeken der Ouderen, Overfpel en an»
,, der kwaad, daar nu mindere ftraffen op
„ 'ftonden. En zou men nu met de dood
„ willen geftraft hebben,'t gene de Predi-
„ kanten Godslaftering noemden; dan mögt
„ men de Roomfch - Katholyken de Lu-
„ therfchen, de Mennonken, de Geeftdry-
„ vers, en allen, die 'c met de Kerk niet
„ eens waren, wel aan zulke ftraffe onder-
„~ werpen, om dat zy genoegzaam allen,
„ by de Predikanten, geoordeeld werden,
„ fchuldig te zyn aan Godslaftering. Alde-
5, gonde zogt de Staaten op te hitfen, om
„ de Geeftdryvers te vervolgen , en hy
„ hadt, te vooren, de Stenden vanDuitfch-
„ land gezogt tot mededoogen te beweegen
„ met zulken, die door Alva vervolgd wer-
„ den. Maar waren deezen allen Gereför-
„ meerden ? Immers, neen. Men zou zeg*
„ gen, dat de Spanjaard ten onregte ver*
„ volgde; en dat wy 't met regt zouden
„ doen. Maar zo fpraken Papillen en Lu-
„ therfchen, en allen, daar zy de magtig-
„ ften waren. Zo men dan dien weg in
„ wilde; 's Lands ondergang flondt voor de
„ deur. Wilde men deezen Vogelzang,
„ om zyn te letterlyk, den Geeftdryveren,
„ om hun te geeftelyk verft and van fommi-
„ ge dingen, te lyve; zo zou men de ver*
s, volging aan twee uiterften beginnen, en
3, veelligt, in 't kort, nader komen^ zo 't
„ fommigen Predikanten naar den zin gaan
„ mögt. Beter was 't, dat men den Ker-
,, kelyken eens ernftelyk aanzeide, dat zy
IV. Stuk.                 H
i) Z1S
/
-ocr page 114-
'114 AMSTERDAMS II. Deel:
a zig hadden te houden binnen de paaien
„ van hun beroep. Die luiden konden zig
„ bezwaarlyk maatigen, als men hun te
„ veel inruimde, en verwekten niet flegts
„ vervolging tegen andere Gezindheden;
„ maar ook beroerte onder de hunnen, en
„ oplland tegen de Overheden. Zy waren
j, 't , die , ten tyde van Leicefter , de
„ befte Wethouders met den vinger aan-
j, geweezen, en, door 't ophitfen der Ge-
„ meente, in gevaar van lyf en leeven ge-
„ holpen hadden, niet om datze in 't ftuk
„ der Leere veranderd waren; maar om
„ datze niet regeerden, naar den zin van
„ fommige Kerkelyken. Of de Predikanten,
„ hier ter Stede, zig ook niet fomtyds on-
„ waardiglyk gedraagen hadden tegen de
„ Burgemeefters; dan,met te zeggen,dat
„ het aan de Heeren niet flondt, hun te be-
„ Jaften iemant, op eenen buitengewoonen
5, tyden na de avondpreeke, te trouwen;
„ en dan, dat de Heeren meer Predikanten
j, verfchaffen moeden, zo zy indiergelyke
„ zaaken gehoorzaamd wilden zyn; mogten
„ anderen oordeelen. Hoe 't verkiezen der
„ Predikanten hier toeginge, wiften zy, die
„ daarover geroepen werden. Ook hadden
„ eenige Predikanten wel een gedeelte der
„ aalmoeffen durven eifchen, om het, bui-
„ ten kennis der Diakenen, te befteeden
„ naar hun goeddunken, 't Gezeide flrekte
„ nogtans niet tot verwyt; maar om te doen
3, zien, dat ook op die van de Kerke wel
„ wat te vinden zou zyn, zo 't Land met
^, het verwekken van tweedragt kon ge-
„ diend
-ocr page 115-
XI.BoiK. Geschiedenissen. 1*5
„ diend worden; en dat het zorgelyk was, 1^.
„ zo geheel op menfchen te bouwen.'t Was
„ nu zeftien jaaren geleeden, dat Schepe-
„ nen, over zekere zaaken, den raad der
5, Predikanten begeerd hebbende , een
„ fchriftelyk antwoord ontvingen, 't welk
„ genoegzaam inhieldt, dat de perfoon,
„ wien 't aanging , behoorde te fterven;
„ maar 't verftand der Regteren verfchilde
3, zo veel van dat deezer raadgeeveren,
„ dat men hem, zonder eenige fchandftraf-
„ fe, losliet. Zo men vervolgen wilde,
„ behoorde men zyn regt daartoe, mee
„ klaare plaatfen uit het nieuwe Verbond,
„ te toonen. Maar die waren 'er niet. En
„ over den zin der Plaatfen uit het oude
„ Verbond, die men tot dat einde bybragt,
3, verfchilden de geleerden. Zulken, die
„ zigzo vafl hielden aan de Predeftinatie,
3, voegde 't vervolgen allerminfl; want zo
3, die grond hadt, moeft immers elk ko«
3, men, daar hy befcheiden was. Menwift
3, ook wel, hoe bezwaarlyk het Geregt
„ deezer Stede, van het begin der tegen-
„ woordige Regeeringe af, hadt können
3, befluiten, om dieven ter dood te verwy-
„ zen; en hoe de bedenkelykheden daaro-
3, ver, naderhand, aanleiding gegeven had-
„ den, tot het opregten van het Stads Tugt-
„ huis; en zou men nu zo ligt van doolin-
3, gen halszaaken maaken ? Immers, was 't,
„ onder ons, een algemeen gevoelen, dat
„ men hier niemant eenig leed om zyn ge-
„ loof behoorde aan te doen: endkgevoe-
a> len fteunde op het algemeen oogmerk
H 2                    „ van
-ocr page 116-
- ïró* AMSTERDAMS Ilfiisfi
155)8. 95 van het aanneemen der wapenen, 't ver-
iy werven van vryheid van Godsdienft, en
„ op herhaalde verklaaringen derGerefor-
„ meerden. De Wethouderfchap van Am-
„ fterdam behoorde, ten minften , in 't
„ vervolgen niet voorbaariger te zyn dan
„ die van andere Steden, op dat zy niet
s, fcheene te treeden in de voetftappen der
„ voorgaande Paapfche Wethouderfchap.
„ Men bragt, tegen Vogelzang, in,dathy
„ zyne dooling niet flegts geloofde; maar
„ ook zogt voort te planten. Doch dit was
„ natuiirlyk, en gefchiedde ook door de
s, Predikanten, en door elk, omtrent het
3, gene hy voor waarheid hieldt. Men zeide
5, ook, dat by de Staaten beflooten was,
5, den man naar denHaage te doen voeren.
„ Doch dit befluit fcheen, naar 't goed-
j, dunken van.eenige Predikanten en God-
3, geleerden, doorgedreeven te zyn, door
3, eenige Leden, die deezer Stad niet gun-
„ flig waren, en waarfchynlyk diergelyk
3, eene vervoering, tot hunnent, niet gedoo-
3, gen zouden. Ook bleek, uit verfcheiden
3, voorbeelden, en vooral uitdeOrdonnan-
„ tien op het heffen der Convoojen en Li-
3, centen, en op het beveiligen van de zee,
3, dat eenigen gaarne Wetten hielpen maa-
3, ken, die zy zelven niet dagten te houden.
3, Veelligt, dagt men ook, in den Haage,
3, dat de gantfche Regeering deezer Stad
3, eens was, om Vogelzang hard te handelen.
„ Doch Burgemeefter Hooft kon niet goed-
„ vinden, dat menden man, tot bederf van
3, zyne vyf kinderkens en van zyne zwangere
„ huis-
- ■
-ocr page 117-
XI. Boek. Geschiedenissen. 117
„ huisvrouwe, in den Haäge deedeopflui- 1598.
3, ten. De Oud-Burgemeefter , Doêlor
5, Maarten Kofier, hadt, al voor elf jaaren,
3, by zekere gelegenheid, beweerd, dat de
„ Overheid,in geloofszaaken, geen gezag ^
3, altoos hadtover de onderzaaten. Dat was
3, ook, van 't begin des oorlogs af,beweerd
s, geweeft. Was dit gevoelen goed geweeft,
„ toen 't ons tegenging; 't behoorde, met
. 3, onzen voorfpoed, niet ten kwaade veran- .
3, derd te zyn. Uit het Gefchrift der Ker-
„ kelyken, in Maymaand laatftleeden over-
3, gegeven, was wel te zien, dat zy zogten
3, te wege te brengen, dat niemant van
3, andere gezindheid dan zy zyn verftand
„ aan anderen zou mogen mededeelen: 't
„ welk zy noemden, zyne dwaaling ftrooi-
„ jen , en de Gereformeerden onruftig
„ maaken en bedroeven. Dat zou eenigen
„ fchyn hebben, zo die menfchen zelven
„ van hunne dwaaling overtuigd waren,
3, Doch zy hielden zig zo vaft verzekerd,
3, dat zy de waarheid geloofden en leerden,
„ dat veelen hunner niet gefchroomd had-
„ den, zig, ten tyde der SpaanfcheRegee-
„ ringe, om't voorftaan hunner Leere, aan
„ den fmertelykften dood over te geeven.
3, Zo men hun, nogtans, 't verfpreiden
„ hunner Leere beletten wilde , zou te
M bezien flaan, met wat middelen ? Zeker-
„ lyk, zou men zeggen, door de magt der
„ Overheid, als men 't door geene onder«
„ regdngen en vermaaningen doen kon.
„ Maar zou die magt zig regelen naar eeni-
„ ge wetten der Schriftuure ? Of zon
II 3                 „ men
..
-ocr page 118-
ii8 AMSTERDAMS II. Deel.
>u *> men eenige nieuwe Wetten en Piakaaten
' „ maaken, en die ten ftrengfte zoeken uic
„ te voeren ? 't Laatfle deedt Filips; doch
„ wat won hy 'er mede ? De zogenaamde
„ Kettery nam toe, en na twintig ofvyfen
„ twintig jaaren moordens, wierp men 't
„ Spaanfche juk van den hals. Vogelzangs
„ gevangenis hadt Burgemeefler Hooft, in
„ 't eerfl, bekommerd, zo om de vreemd-
• 3, heid van 's mans gevoelen, als om dat hy
3, zag, dat eenige Heeren zo hevig tegen
3, hem waren. Doch naderhand beipeuren-
3, de, hoeonvriendefyk de Predikanten zig
3, gedroegen tegen allen, die 't met hen niet
3, eens waren; ook hoe eenige vreemde Le-
„ demaaten der Gereformeerde Kerke, on-
„ langs, zonder verlof van Burgemeefteren,
3, gegaan waren in de huizen der Mennoni-
3, ten, om hen, huns ondanks, over hun ge-
„ loof moeilyk te vallen; fchoon die y veraars
„ zeer wel willen, dat de Mennonitifche
„ Vergaderingen, door 't geheele Land ,
„ by de Heeren Staaten en Wethouders der
„ Steden, geduld werden; hadt hy niet an-
„ ders können belluiten, dan dat de ver-
„ volging, eens begonnen zynde, allengs-
„ kens voortflaan zou tot allen, die 1 met
„ de Gereformeerde Kerke niet eens waren,
„ en wien nogtans zo veel gelegen lag aan
3, 't wederilaan des Spanjaards, als de aller-
„ befte onder hen. Maar om deeze goede
„ luiden zo eng te bepaalen, als de Kerke-
3i lyken fcheenen te willen, hadtzyneGeu-
„ zery nimmer geflrekt, en ilrekte 'er ook
9> nog niet toe. De Kerk genoot thans veel
„ meer
-ocr page 119-
XI.Boek. Geschiedenissen. 119
„ meer vryheid, dan zy, in den aanvang 150$.
„ der beroerten, hadt durven hoopen. Daar-
„ mede behoorde zy zig te vrede te houden.
„ Toen zogt men niemant de wet te ftellen
„ in geloofszaaken. Waarom zou men 't
„ nu doen? De zeden der anders gezinden
„ waren niet erger dan die der Gerefor-
„ meerden, zo dat men hen, ook om deeze
„ reden, niet harder behoorde te handelen.
„ Redelyker, en voor 's Lands welvaart
„ dienfliger was het, dat men, volgende
„ den ouden voet van Regeeringe, niemant
„ over Geloofszaaken moeilyk viele; maar
„ elkanders doolingen ten goede hielde, als
„ komende alleenlyk ten lalle van hem,
„ dienze bezwaarden. Dan zou men een-
„ dragt in den Staat behouden, en elkande-
„ ren de hand blyven bieden, in 't weder-
„ ftaan van den algemeenen vyand: daar,
„ zo zy, die naar nieuwe vervolging fchee-
s, nen te haaken, hunnen wenfch verkree-
„ gen, het verval van den Staat onvermyd-
„ baar was." Ten befluite , verzogt de
Burgemeefter „ dat niet op zyn perfoon,
„ maar op 't gene hy gefproken hadt ge-
„ zien mögt worden, en dat men alles in
„ opregtheid en zonder vooroordeel over-
j, weegen mögt; dan zou , hoopte hy ,
„ God eene genadige uitkomfl geeven ,
„ en men de oude fpreuk waar bevinden,
dat de onderlinge verdediging de veiligfle
* is (ey .
Ia
(e) Aantek. iet Htertn C. F. H03ÏT by BRANDT 1.
Dttl, II. tzs- 8 J3.
H 4
(
1
-ocr page 120-
120 AMSTERDAMS IL Deel:
i *>q8. In zekere aantekeningen des Heeren Hooft,
Vo^eI. lang na deezen opgefteld, verhaalt hy, dat
zang 'er, ten deezen tyde, reeds twee Wethou-
wordrterders te Amfterdam waren, die verflonden,
Stad uit dat men den ketters behoorde te vervolgen,
gezet. j)och hy voegt 'er by, dat de een, zo hy
nog een- of twee en twintig jaaren geleefd
hadt, door zyne eigen wet, zou veroordeeld
ge*weeiï zyn, alzo hy wel den Gereformeer-
den Godsdienft beleedt; doch, in't ftuk der
Predeftinatie , van 't gevoelen der genen
was, die men toen met Plakaaten bezwaar-
de. Ook maakte, fchryft hy,het verklaa-
ren van dit Leerftiik naar 't gevoelen van
Calvinus en Beza, dat fommigen , en hy
zelf zig niet tot de Gemeente begaven; alzo
men hem verpligten wilde, om nimmer met
anderen van zyn gevoelen over deeze Leere
te handelen, ofte fpreeken; 't welk hem
naar te groote dienftbaarheid fcheen te
fmaaken, om welke te ontgaan, hy jaaren
lang buiten 's Lands gezworven hadt. On-.
dertiuTchen, hadt hy Vogelzang niet t'ee-
nemaal können bevryden. Den gevangen
werdt, den negenentwintigften January,by
myne Heeren van den Geregte, gelaft, bui-
ten de Stad en de Vryheid derzelve eene
myl in 't ronde te vertrekken, zonder daar
wederom binnen te mogen komen,dan met
verlof van dezelfde Heeren, onder bedrei.
ging van te zullen gebannen worden. Som-
migen willen ook, dat zyn Boekje, het Licht
der Waarheid,
door beuls handen, verbrand
Hy raakt, werdt., Vogelzang yajdeedr. aan dit vonnis;
doch
-ocr page 121-
XL Boek. GesCiIïedenï ss en. 121
doch geraakte, nog dit zelfde jaar, onder 159$.
't regtsgebied van den Baljuw van Kenne- te Hnar.,
merland, wederom in hegtenis. Te Haar-iem, we-
lem gevangen leggende, bragt men hem zoderom
verre, dat hy, den vyfentwintigflen Ocl;o-in !ieS-
ber, verfcheiden'zyner gevoelens, fchrif-tenis*
telyk, herriep, en nu beleedt „ dat God Herroept
„ niet üp-haamlyk was,eelyk een man;datverfchel-
£ ÄdamDen Eva beide'Gods beeld gehad d
en van
zyne %o-
„ hadden, en niet Adam alleen, en dat het voeleps, •
35
zelve beflondt in de heerfchappy over
alle de fchepfelen; dat Gods Zoon eeu*
wig was, dien hy te vooren gefield hadt
!
„ niet eeuwig te zyn; en dat de Vader, de
„ Zoon en de Heilige Geeft, God zynde,
„ niet drie Goden, maar één God waren:
„ dat hy den Kinderdoop ook voor onregt
,, plagt te houden , waarom zyn jongde

3!»

JJ
kind nog ongedoopt was; doch dat hy 't
nu, in de Gemeente, wilde laaten doo-
pen, zo dra hy los zyn zou. Voorts,
wilde hy geduuriglyk in de vermaaningen
komen, en zig verder laaten onderreg-
„ ten." Vyf dagen hier na, zondt hy nog
een gefchrift uit, waarin hy 't voorgaande,
metSchriftuurplaatfen en redenen, beves-
tigde. Ook badt hy de Wethouders en
Dienaars des Goddelyken Woordszeeroot-
moediglykom vergiffenis, bekennende, zig,
met het uitgeeven van zyn boekje, zwaar-
Èyk bezondigd te hebben,'t welk hyfmeek-
te, dat God, en allen, die hy daar door
geërgerd hadt, hem vergeeven wilden. Se-
dert, werdt hy ontflaagen, zonder dat my
' H '5                      ge.
-ocr page 122-
f             ■           ■          •                                                ■■' ■' ' ■ ' ■ "-^^^■^■■■■■i
ïït AMSTERDAMS II. Deeè.
gebleeken is, op welk een'voet(/). Doch
zyne Huisvrouw verkreeg, den veertienden
November, by de Heeren van den Gereg-
te der Stad Amfterdam, dat hy, voor eerft,
wederom in de Stad verblyven mögt (g).
Wat 'er, alhier of elders, verder van hem
geworden zy, is niet tot myne kennifle ge-
komen.
Het Tugthuis hier ter Stede, waarvan de
Burgemeefter Hooft, in zyne jongfte re-
de ten behoeve van Vogelzang, gewaagd
hadt, was, in 't jaar 1596, opgeregt.Een
gedeelte van 't Clariflen - Kloofter op den
Heiligen Weg werdt 'er toe gefchikt. Wy
zullen 'er, hierna, in de befchryving van
de openbaare Gebouwen der Stad, omftan-
diger van handelen. Ook ftellen wy tot die
befchryving uit te gewaagen van het Vrou-
wen-Tugthuis of Spinhuis , waartoe, niet
lang na het fügten van het voorgaande, het
S. Urfulen - Kloofter bekwaam gemaakt
werdt. Het werdt, door de Staaten van
Holland, reeds op den agtften September
deezes jaars 1598, even als andere Gods-
huizen , met vrydom van 's Lands Importen
befchonken (b).
Men bevondt, in den aanvang deezes
jaars , dat fommige Godshuizen hier ter
Stede meer lallen dan inkomftcn hadden,
terwyl anderen meer inkreegen dan zy uit-
ga-
(f)  Aantek. van den Heere C. P. HOOFT en van D. VAN
$kHT%h BRANDT I. Deel, H. 834, «35-
(g)   luftitieboek, beginnende 4 May UH' /• I87 '"$
Brandt als boven, il. 835.
(kj Handv. bl. 257.
598.
Hy komt
wederom
te Am-
fterdam.
Mannen-
'en Vrou-
wen-
Tugt-
huis,
hier ter
Stede,
opge-
regt.
De Gods-
huizen
moeten
eikande-
ren on-
1
-ocr page 123-
XI. Boek. Geschiedenissen. 123
saven. De Vroedfchap befloot, derhalve, 1598.
dat 'Burgemeefteren, die," zo luidt de dertteu.
Refolutie „ Opperfle Voogden waren vanMüt
den Armen, ende Godshuyfin, binnen dee-
* ze Stad wefende Julcx dat fy vermogten,
"
ti
daer over te jtellcn alfukke perfoonen tot
Rezenten, als zy hyden geraden
vonden;
de te kort komende Armen-Comptoiren,
uit andere meer vermogenden , zouden
mogen onderfteunen, tot dat zy in itaat
«raakten, om de penningen, waarmede
„ men hen te hulp gekomen was, wederom
te rug te geeven (i)."
De Enselfche Koopluiden, Avantuners Ds StaA
genaamd, zig, federt eenige jaaren , »g*t *i
Duitfchland hebbende nedergezet, waren, fch|
ter oorzaake van zeker verfchil, wek deKoop.
Duitfche Koopluiden in Londen met de En- luiden ,
gelfche Regeering hadden , genoodzaakt f™*»
geworden, Duitfchland te ruimen V«ttDItmJf
fcheiden Hollandfche en andere Steden ga- hCr
ven zig veel moeite, om hen naar haarent te waards te
lokken: ook Amfterdam, daar men, in Ju- lokken.
lv deezes jaars, befloot, hun keur van plaats
tot eene Halle of wooning toe te ftaan, en
hun, onder anderen, het Kloofter van S.
"Maria, of het oude zyds Huiszitten -huis in
de Nes, of het Kloofter van S. Katharina
op denFluweelen-burgwal,of het ronde Be-
gynhof aan te bieden (*). Doch deeze aan-
biedinpen vonden geenen ingang. De En- t
eelfche AvantLiriers floegen zig, eerlang,
6
                                                           te
(i) Refol.Vroedfch.AT. « II Maart IJ ft. f. zi6 verft.
H(0VB.efol!Vxoedfch. N. f I 7»h 159«. /• &*>
-ocr page 124-
124 AMSTERDAMS ILDeel;
1598. te Middelburg in Zeeland neder (/).
Aanwas
De Vaart op Ooftindie werdt, dit jaar,
derVaarthier ter Stede , fterker voortgezet. De
op Ooft- Compagnie van verre, den Schepen en Raad
J"dl^eft" Gerrit Bickerin haare gemeenfchap ontvan-
gen hebbende, hadt zig, federt, vereenigd
met eene andere Maatfchappy, beftaande
uit Fincent van Bronkhorfi, Simon Janszoon
Fortuin
, Govert Dirkszoon, Kornelis van Kärn-
ten
, Jakob Thomaszoon, Ettert Simonszoon
Jonkhein
en Jan Hermanszoon, allen Koop-
luiden hier ter Stede. De vereenigde Maat-
fchappy bragt, nog in dit jaar, agt fchepen
in zee, onder bevel van Jakob Simonszoon
van Nek,
van welken 'er vier, binnen vyf-
ï599- ^en maanaIen, met eene aanzienlyke party
" Peper en Nagelen, die zy te Bantam gelaa-
den hadden, te rug kwamen. De anderen
vier, die Amboina, Banda en Ternate be-
zogt hadden, kwamen, eerfl in 't jaar 1600,
in 't Vaderland te rug (m). Naar de Weft-
indien was, in 't jaar 1598, van hier, ook
meer dan één togt ondernomen («). De
Vroedfchap befloot, reeds in November
des jaars 1599, de oude Ooflindifche Com-
pagnie
, gelykze genoemd werdt, en de fa-
mengevoegde Compagnie, handelende op '
Guinea , voor eenige jaaren , te geryven
ieder met eene erve op Raapenburg aan 't
Ryfenhoofi, responderende aan 'f Te (o), daar
de
(l) Vaderf. Hïft. IX. Detl, bl. j enz.
(m) Eeifte Schipvaart van Jacob van Neck, hl, 7,1,
»7» l9 , 17 » 4*-
(n) VaHerl. Hift. IX. D«W, hl. ijg , 139, ij*.
(#; B.efpl. Vroedfcii. N. | s Nov. uw. ƒ. *i+.
-ocr page 125-
XLBoek. Geschiedenissen. 125
de Ooft- en Weftindifche Maatfchappyen 1599;
nog tegenwoordig haare Pakhuizen hebben.
De Staaten van Holland, omtrent deezen Amfter«
tyd, de Kille, loopende door de Landen en dams be;
gorfingen van Bonaventura, hebbende doen lvana^ay '*
bekwaam maaken tot eene gemeene vaart maaaken
tuflchen Holland en Zeeland, deeden diederKillo
van Dordrecht, onder anderen, bélooven,va" Bo-
dat alle Schepen, Schuiten en goederen,"aven'
van Gouda, denYflel af, door de gemelde UT
Kille, gevoerd wordende, Kanthout, Krom-
hout en eeken planken uitgenomen, zo vry
zyn zouden van het Dordrechtfche Stapel-.
regt, als of zy door de Spuije gevoerd wer-
den: zullende zelfs deOofterfcheenNoord
fche balken, uit de Noordzee in deeze Lan
den gebragt, vry zyn, 't zy dezelven gekant,
of rond waren. De A&e, door deWethou-
derfchap hier van verleend, en den eenen-
dertigden December deezes jaars 1599 ge-
tekend, is,om het groot belang, welk Am-
fterdam by deeze Vryheid hadt, onder de
Privilegien deezer Stad, geplaatil, en in 't
licht gegeven (j>).
Omtrent deezen tyd, of wat eerder, hadt De Ge-
zig eene nieuwe gezindheid van Engelfchez,mdljeic?
Hervormden, te Amfterdam, nedergezet, Jfte^eJ
die naar de puurheid of zuiverheid , welke 2ig te
zy voorgaven, Puriteinen, en naar Robert Amfter-
Browne, eenen hunner voorgangeren, Brow-dam ne'
nißen of Bruiniflen genaamd werden. Zy er*
hadden zig , reeds in Engeland , van de
openbaare Kerke afgezonderd, en waren
hier-
op) Handv. bU 27. [i«j.]
-ocr page 126-
i2<5 AMSTERDAMS II. Deei;
1509. hierom van Koningin Elizabet verdreeven
uit het Ryk. Hier ter Stede, hieldenze,
met oogluiking der Wethouderschap, Gods-
dienltige byeenkomften, onder anderen in
de Barndefteeg, daar nog een gedenkteken
derzelven, in den naam der Bruinißen-gang, '
overgebleeven is. De Conrector der Latyn-
fche Schoole aan de oude zyde was, voor
deezen , Ouderling hunner gemeente ge-
weell;doch, federt, tot de openbaareKer-
ke overgegaan: en deezen zogten zy, in dit
jaar 1599, wederom tot zig te trekken,
door zeker gefehrift, waarin zy reden ga-
ven van hunne afzondering, onder ande-
ren klaagende „ over de verwardheid der
„ Amfterdamfche Kerke, waar, zeidenze,
„ de geheele Gemeente nimmer famenver-
„ gaderde; de Dienaars den dag des Hee-
„ ren nimmer met het volk heiligden , en
„ men tot den doop ontving het zaad van
„ zulken, die nimmer Leden der zigtbaare
„ Kerke ge weeft waren." Voorts, vonden
zy vreemd „ dat men God dagelyks diende
„ in de Kerken des Antichrifts" (zo noem-
denze de Kerken, die voorheen door de
Roomfchgezinden gebruikt geweeft waren);
„ dat men daar de huwelyken beveiligde,
„ die niet tot den Kerkelyken dienft, maar
„ tot de burgerlyke regeering behoorden;
„ dat men feeftdagen onderhield, ter ge-
„ dagtenifle van Chriftus geboorte, opftan-
„ ding en hemelvaart; dat men, jaariyks ,
9, de Ouderlingen veranderde , in plaats
„ vanze te laaten aanblyven enz." Men
zogt, van de zyde der Gereformeerden ,
dee-
__^__.
-ocr page 127-
XI. BOEK. GESCHIEDENISSEN." X*7
deeze luiden, door redenen, tot andere 1599;
gedagten te brengen. Doch alle poogingen
waren vergeefs (q). Zy werden, eindelyk %
in de Noordhollandfche Sinode, die, in 'c
laatft van Juny des jaars 1601, te Amfter-
dam, gehouden werdt, voor Scheurmaakers
verklaard (r). Sedert, verminderde hun
getal fterk, fchoon 'er, veele jaaren laater,
nog overblyffels van deeze Gezindheid,
te Amfterdam, gevonden werden.
De jongfte vergrootingen en verfterkin- De oudo
gen der Stad hadden de oude muuren en muuren
Poorten derzelve, langs de ooftzyde vanent0°*
den Singel en langs de weftzyde van den worden
Kloveniers - burgwal, noodeloos gemaakt, grooten-
Nogtans, verliep'er een geruime tyd, eer deels af-
men befloot, de muuren, de meefte too-|ebto*
rens, en eenige poorten af te breeken; 't
zy dat men ongeraaden vondt, de Stad met
zo veele koften tevens te bezwaaren; 't zy
dat men met dit werk draalde, om de ge-
ërfden langs de vellen te gemakkelyker te
doen befluken, tot het voldoen der pennin-
gen, waarop hunne huizen gefchat werden,
uit hoofde der verbetering, die zy, door
het af breeken der muuren en toorens, be-
kwamen. In 't begin des jaars 1600, werdt 1600.
beflooten, het af breeken der oude muuren,
nog eenigen tyd, uit te Hellen (j). Doch
in September daaraan, befloot men, daar-
i fc
mede voort te vaaren, en de fchamele ge-
meente , die onder de boogen in de muuren
woon-
(q) Zie Brandt Reform. I. D«i, tl. 143 tnx.
(r) Brandt II, Deel, 61. zj.
(ij Rofol. VioecUch. N. | 17 Jan. 1690 ƒ, *•* vtrfi.
-ocr page 128-
128 AMSTERDAMS IL Dzu:
1600.  woonde, by tyds te waarfchuwen (V). 't
Werk werdt, aan de oude en nieuwe zyde
te gelyk, fterk doorgezet, 'm 't jaar ióor.
In 't jaar 1602, voer men 'er mede voort j
en in 't jaar 1603, werdt het geheellyk vol-
trokken (u). De geërfden aan de oude ves-
ten werden toen, volgens een befluit van
den Raad, reeds in 't jaar 1600 genomen
(V), op zekere fomme gefchat, die zy, of
in geld, of in rentebrieven ten behoeve dei-
Stad, tegen den penning zeftien, opbren-
gen moeften (w): 't welk de meeflen ge-
reedelyk deeden, om dat zy, door 't af-
breeken der muuren, niet flegts eenvermaa-
kelyk uitzigt, maar ook een' vryen op- en
afflag verkreegen hadden.
't Plakaat Op den naam van Prinfe Maurits en Pre-
?£.?? fident en Raaden van Holland,Zeeland en
Wilder- T, . , j                       , . . •
niffen Friesland, was, reeds in t jaar 1595,een
wordt Plakaat uitgekomen op 't fluk der Jagt en
hier niet WildernilTe (V); welk men, tot hiertoe,te
dan met Amfterdam, nog niet hadt willen Jaaten af-
bepaalin.kondigen, om dat men 't nadeelig hieldt te
gen af- zyn aan de burgerlyke vryheid der ingeze-
gekon- tenen, die, onder anderen, volgens het zel-
digd. ve, door de Bedienden der Jagt, onder het
Regtsgebied der Stad,gevat,en voor eene
vreemde Regtbank van Houtvefler en Mees-
terknaapen te regt gefield konden worden.
1601.  Doch op den agtentwintigften April des
ja ars
(t) Refol. Viocdfch. N. | 13 Sept. 1600. f. ju.
(a) Refol. Vroedfch. N.Z 2 Ja*, ióoi. 12 Maart i6oj.
ƒ. 37« verfo, 42z ver/o.
(v) Relol. Vroedfch. N. £ 27 Nov. 1600. f. 321,
(w) Kcurb. H. ƒ. 20g verj*.
(x) Zie Groot-Plak»atb. I. Deel, col. 1330,
-ocr page 129-
XI.Boek. Geschiedenissen. 12p
jaars tooi , befloot men, eindelyk, tot de i<5oij
afkondiging, onder uitdrukkelyke verklaa-
ring nogtans „ dat de ingezetenen aan ze-
j, kere Artikelen van het Plakaat niet zou-
„ den gehouden zyn, en vooral, dat zy,
j, binnen de StadofderzelverRegtsgebied,
j, niet zouden mogen agterhaald, noch zö
jj men hen al buiten Stads gebied agterhaald
i, hadt, elders dan ter eerfter aanleg voor
„ Schepenen te regt gefield worden." En
met diergelyke uitzonderingen zyn, nader-
hand , de Plakaaten op de Jagt en Wilder-
nilTe, ook doorgaans, zo niet altoos, hier
ter Stede afgekondigd geworden (y).
De aanhoudende Spaanfche oorlog hadt, Dwaazè
federt eenigen tyd, hier ter Stede, gele- Wedden*
genheid gegeven tot ongerymde wedden- fchnapt,ieii
fthappen op het inneemen van Steden en \%T s^.
Sterkten, op het leeven of de dood van de, ver-
Vorften, en diergelyken. 't Geregt, be-boeden.
fpeurende dat zulke weddenfchappen twee-
dragt verwekten in de Stad, en nadeelig wa-
ren voor de huisgezinnen, verboodt dezel-
ven by eene Keure van den agtften Decem-
ber, en verklaarde dat men 'er geen regt
op zou doen (z). Ook fchynt het, dat dé
meeden, federt i deeze dwaasheid vaaren
lieten.
In den Zomer deeZes jaars iö*oi, was dé Peftziek-
Peltte Amflerdarh,zo wel als doorgantfchte hier
Holland, zo fel ontfteken, dat de gewoo-terStede'
ne Kerkhoven om de Kerken de menigte der
doo-
(y) Keurb. H. ƒ. m «•*»*,.
(*,) Kandv. bi. 507. [i«i.j \^
IV. Stuk.               t
-ocr page 130-
• ■ >
ISO AMSTERDAMS II. Dor..
1601.  dooden niet bevatten konden, waarom be-
'flooten werdt,het plein van 't Karthuizers-
Kloofter, daar de Kerk plagt te ftaan, de
bleekvelden van 't ronde Begynhof, en de
ledige plaats van't Gafthuis, ten weflen
van de Stede,daar de nieuwe Nonnen-Kerk
plagt te ftaan, tot begraafplaatfen te ge-
1602.   bmiken O). De peil hieldt aan tot diep
in 't volgende jaar; waarom, reeds in de
Lente, beflooten werdt, nog een Pefthuis'te
Keuren bouwen (b). Ook kwamen 'er verfcheiden
dïïdve. K,Ten uit>ter Selegenh«d deezer befmet-
telyke ziekte, 't Was, tot hiertoe, hier ter
Stede, gebruikelyk geweeft, dat de Vrou-
wen mede ter begraavinge gingen. Doch
dit werdt nu, tot nader verlof, verbooden,.
om dat men gemeenlyk op de begraafplaat-
fen te lang naar de Vrouwen toeven rnoeft:
't welk het gevaar van debefmettelugt,die*
uit de graven oprees, te grooter maakte.
Wyders, mogten, op de predikdagen, gee-
ne graven geopend worden, zo in de Kerken
en Kapellen, als op de Kerkhoven. Men
. verboodt ook de pruimen,fpenagieen kon-
kommers, en hel: houden van het lof aan
wortelen, raapen en radyzen, om dat men
begreep, dat de befmetting daarop meefl
hegtte. 't Gewaad van zulken, die aan de
peft overleeden waren, moeft, eerft na ver-
loop van zes weeken, en buiten de Stad,
gelugt worden, 't Geregt beval eenen pleg!
t]gen biddag te houden op den vierentwin-
tig-
(4) Refol. Vroedfch. N. | zS UuS. i«oi. ƒ. istm
{b) RefwJ. Viocdfch. JS. * u ^fril i«.i. ƒ. „,]
-ocr page 131-
XI. Boek. Geschiedenissen. 13t
tigften July. Doch in December, was de i6oi,
Peftziekte zo verre geweeken , dat het, des-
wege , den agttienden, eenen dankdag deedt
houden (é). Aanmerkelykis,ondertiuTchen,Byzon-
't gene fommigen melden , dat deeze lang- derheid»
duurige befmettelyke ziekte niemant derBur-
gemeefteren , Schepenen , Thefaurieren ,
Regenten van 't Weeshuis, Predikanten , Ou-
derlingen , Diakenen, Huiszittenmeefteren,
Rectoren of Leermeefteren der Latynfche
Schooien, dit jaar , tot op den zeventien-
den Auguftus toe , in 't graf fleepte (i):
waaruit miffchien af te neemen is, dat zy,
voornaamlyk, de kleine gemeente getroffen
heeft, en uit gering of ongezond voédfel
ontftaan is.
Sedert de vereeniging der twee Amfter- Be aï?e*
damfcheOotlindifche Maatfchappyen, hadt ™eene
de Vroedfchap geraaden gevonden, alle an- nfgc|e"
dere uitruftingen naar de Indien, die, voor Ooftindi-
rekening van Amfterdammers of uitheem- fche
fchen, hier ter Stede, gefchieden mogten, ¥^at"
met der daad, te verbieden (e). Men zogt ^ordt'
devereenigdeMaatfchappy, voor anderen, opge-
te begunfligen, en veroorlofde haar, in 't regt,
jaar 1601, tot het bekvvaamelyker dry ven
haars handels in de Indien, te Dordrecht
penningen te doen flaan met deezer Stede
wapen en den naam Aemstelredamum
beftempeld (ƒ). Doch de gunft, die der
Vereenigde Maatfchappye hier beweezen
                               werdt,
f e) Keurb. H. ƒ. io», 20* , 104.
(d)  Prift. & Erudit. Viror. Epift. f. ioj.
(e)  Rciol. Vrocdich. N. ï 9 Dec. léoo. ƒ. }lf.
(ƒ) Refol. Vioedfch. N. f 7 Hém Jöoï. ƒ. 3J1./
1 2
-
........
-ocr page 132-
132 AMSTERDAMS II. Deel,
j6o2. werdt, verhinderde niet * dat men, elders
hier te Lande, OoftindifcheMaatfchappyen
opregtte, waardoor de handel grootelyks
benadeeld werdt. De algemeene Staaten
beflooten, derhalve, alle deeze Maatfchap-
pyen tot eene algemeene te vereenigen, die,
den twintigften Maart deezes jaars, O&roi
verkreeg, om alleen op Ooftindie te han-
Aandeel delen. Zy was verdeeld in zes Kamers,
oer Am- eene te Amfterdam,eene in Zeeland, twee
n'Tn°P ^e Maaze,of te Delft en te Rotterdam,
m
dezelve. en twee m't Noorderkwartier, ofte Hoorn
en te Enkhuizen. De Kamer te Amfterdam
hadt de helft in de gantfcheMaatfchappye:
Zeeland een vierde, en de andere vier Ka-
mers ieder een zeftiende (g). Op 't aan-
houden der Stad Amfterdam, hadden Bur-
gemeefteren aldaar, den zeltiendenMaart,
het regt verkreegen, om voortaan de ver-
kiezing van Bewindhebberen te doen, uit een
driedubbel getal van bevoegde Perfoonen,
die door Bewindhebbers, en , volgens eene
laatere fchikking, door Bewindhebbers en
Hoofddeelgenooten, benoemd waren: welk
regt ook aan Burgemeefteren der andere
Steden, daar Kamers waren, werdt toege-
ftaan (h). De Speceryhandel der Ooftin-
difche Maatfehappye nam zo fterk toe,dac
1603. zy te Amfterdam, in't volgende jaar, her,
Stads Bushuis, welk nog het Ooftindifch
Huis op den hoek van de Hoogftraat is,
tot een Speceryhuis van {je Stad huurde
voor
Zie Groot-Plakaatb. I. Detl, fyl. $19.
Handv. bl. m. [i;z.]
A
1 i«ii"''ii^Éiiïiir'f'"ii'Éiiiiii'
-ocr page 133-
XI. Boek. Geschiedenissen. 133
voor niet minder dan tweeduizend guldens in 1603,
't jaar (i).
't Geregt beraamde, ten deezentyde, ver- Sluizen
fcheidene Ordonnantien omtrent de nieuwe^6"
Haarlemmer- en S. Antonis- Huis (k), die
in 't jaar 1601 gebouwd waren. De groote
Heilige - Wegs- en Jan Rooden-poorts-fluis
waren, in 't jaar 1602,gebouwd (/).
Laurens Pieterszoon Spiegel hadt, by ui-Spiegels
terften wil, eenig geld gefchikt tot een Hof- rJJ$es
je voor arme luiden. Zyne erfgenaamenêe ls
verzogt en, in dit jaar 1603, daartoe een
erf agter de Leproozen te mogen koopen (tn).
Sedert bouwden zy zes huisjes in de Amftel-
ftraat, by de Botermarkt, die Spiegels huisjes
genaamd werden: en een deroudfteHofjes
geweeft zyn, welken, hier ter Stede, na de
verandering der Regeeringe, zyn gefügt.
Het toeneemen der Lutherfchen hier teBefluit
Lande, hadt den Gereformeerden, al federt f*er
eenigen tyd, aanleiding gegeven, om tegen h^ni
hen te waaken. In.de Noordhollandfchefche Si-
Sinode, die, te Amfterdam, in Juny des jaars node,
1601, gehouden was, en waarin, gelyk wy om de
boven (n) aantekenden, de Bruinifhen voor fcj^veV.
Scheurmaakers verklaard waren, werdt ook gaderin-
iet tegen de Lutherfchen beflooten. Men gen te
bevondt, volgens deSinodaale aantekenin-beletten,
gen „ dat de Martiniflen, Ubiquitiflen, Flac
ii
(i) Refol. Vrocdfch. N. | h, 22 **jf*M »«f*, ƒ• W*
42* verfo.
(k)
Handv. bl. 714, 7IJ. [29«, 291.]
(I) Amtteldam door j. Laukentius.
(w)Rel'ol. yroedlcli. N.fg 1 Sept. U03. ƒ. 431 *«ƒ••
(n) Bladz,. 127.
1 s
r
-ocr page 134-
134 AMSTERDAMS II. Deel.
16*03. r> cianers en diergelyken, hier te Lande,
„ zeer toenamen, en met groote laftering
„ en bitterheid, zig tegen de Gereformeerd
„ de Kerke betoonden en droegen." De Ge-
magtigden der Zuidhollandfche Sinode ga-
ven, hierop, die van Noordholland te be-
denken, wat men daartegen doen zou?En
't befluit der Sinode viel „ dat dePredikan-
„ ten der Plaatfen, daar Lutherfchen wa-
„ ren, by hnnne Wethouders zouden aan-
j, houden, met vertooning van redenen,
„ op dat zodanige Vergaderingen en zulke
„ Jafteringen mogten worden verhinderd en
„ weggenomen, naar vermogen (o)."Wat,
in gevolge van dit befluit, tegen de Luther-
fchen te Woerden ondernomen werdt, en
met welken uitflag, is by anderen te leezen
(p). Wy bepaal en ons aan 't gene te Am-
Twee- fterdam voorviel. Hier waren, ten deezen
derlei ty^e ^ onaangezien het verbod, in de jaaren
d'erine'on I588 m I5?5 ê'edaan» noS tweederlei Lu-
an Lu- therfche Godsdienflige Vergaderingen. De
ther- grootfte Gemeente werdt, door de Gere-
ichen , formeerden, die der Martiniflen, naar Mar-
te Am- fvms Lutherus, of der Ubiquitiflen, naar
am. jlunne Leer ^er alomtegenwoordigheid van
Chriflus Lighaam ; de kleinfte , die der
Flacciaanen genoemd, naar eenen hunner
Voorftanderen, Matthias Flaccius van Illy-
rie
geheeten. De Martiniflen, gelykzege*
noemd werden, hielden groote Vergaderin-
gen , dan in 't een, dan in 't ander huis;
daa*
(•) Zie TSUANDT Reform. II? Deel, $/. 14.
(/} Brandt il Deel, bl. z* #«*.
-ocr page 135-
XL Boek. Geschiedenissen. 135
daar niet alleen veele gemeene handwerks- 1603.
luiden, maar ook luiden van vermogen zig
vinden lieten. Men hadt dit,naar 'tfchynt,
federt het jaar 1595, door de vingeren ge-
zien. Immers ik vind niet, dat 'er, na dien
tyd, iet by de Vroedfchap tegen de Lu-
therfchen beflooten werdt. Maar in den 1604.
aanvang des jaars i6o4,vondtzygeraaden,
het befluit van den jaare 1595, met alle be-
fcheidenheid
, door Burgemeefteren te doen
uitvoeren (#). Sommigen hebben gemeend,
dat zy aangezogt geworden was, door den
Predikant Plancius, die, in zekere Predi-,
kaatfie, op Hemelvaartsdag des voorleeden
jaars gedaan , beweerd hebbende „ dat de
Ubiquihßen" zo noemde hy de Luther-
fchen ,, een goeddeel der twaalf Artikelen
„ des algemeenen geloofs of verdonkerden
„ en twyfelagtig ftelden, of genoegzaam
,; verloochenden," daar over vinnig aan-
getaft was, in zeker gefchriftvan Phdippus
Nicolaus
, Paftoor te Hamburg: 't welk hem
bewoogen zou hebben, de Lutherfchen te
Amfterdam te bedraagen by de Overheid
(f). Doch hy kon zig hiertoe ook gewettigd Men be-
agten,uit hoofde van het befluit der Noord- ™ de
hollandfche Sinode van den jaare i6oi,bo-ver^g_ e
ven vermeld. Hoe 't zy, uit het befluit der den.
Vroedfchap zelf, blykt , dat men 't daar
voor hieldt, dat de Martiniften niet alleen
groote Vergaderingen maakten; maar daar-
enboven eenighe heftige propooflen ende boucx-
kens%
(<j) Refol. Vroedfch. N. io. z6 Jan. i<o+. 'f, p vtr(*%
(r)
BRANDT II. Deel, bl. $z.
I 4
-ocr page 136-
I3<5 AMSTERDAMS II.DsEt
ÏÓ04. kens, fireckende tot oneenigheyt van degemec-
ne ruße ende lafleringe van de Gereformeerde
Religie
, voerden ende uytgaven. De Bürge-
meeiters , in gevolge van het befluit des
Raads, vermaanden de Martin iften, een en
andermaal, tot het nalaaten hunner Verga-
deringen 0). Zelfs tekenen fommigen aan,
dat hunne huiskerk of vergaderplaats, voor
eenige dagen, geflooten werde (t). Doch
zy fchroomden niet, terftond daarna, op
eene andere plaats, hyeen te komen; wes-
halve men goedvondt , de Predikanten,
Ouderlingen en Diakenen der Martiniden,
die dienden of gediend hadden, voor Bur-
gemeefteren en Oud-Burgemeefteren te ont-
bieden; en hun ernftelyk aan te zeggen,
.,, dat niemant, voortaan, zynhuis of fpy-
„ ker,tot hunne Vergadering, zou laaten
„ gebruiken, of dat men hem, terftond, ter
Wat hier,, Stad uit wyzen zou («)." Niet lang na 'c
in ge- neemen van dit befluit, werden eerft een
.werdt? Predikant en Ouderling of Diaken van de
gezindheid der Flacciaanen,die de kleinfte
was, voor Burgemeefteren en Oud-Bürge-
meefleren gedagvaard, die hun aanzeiden,
„ dat, in geval men nog voortvoer, met
„ het houden van Vergaderingen, hy ,die
■ „ 'er plaats toe verfchafte, en de Predikant,
,, die 'er leerde, terftond, ter Stad uit ge-
,, zet zouden worden." De Predikant, die
k woord voerde, beriep zig, met beleefde
en beweeglyke uitdrukkingen, pp de klein-
heid
(t) Refol. Vroedfch. N. 10. i- ^pr. 1604.. f. ziverCo
(t)
Brandt It. De*l, hl. Si.
                                         *
(») Refol. Vroedfch. N, l; zi^pril i«o+. ƒ. »1 vtrfi
-ocr page 137-
XI. Boer. Geschiedenissen. 137
heid en zwakheid zyner Gemeente, fmee- 0a
kende, dat hun genade voor regt gegund
mögt worden. Doch alzo hun hierop geene
hoop altoos gegeven werdt, vertrokken zy
met een beklemd herte, de Heeren laaien-
de in de verwagting, dat zy gehoorzaamen
zouden (u). Van de Gemeente der zoge-
naamde Übiquitilten werden verfcheiden
Predikanten, en eenigen der voornaamfte
Ouderlingen en Diakenen ontbooden voor de
Heeren, daar geen der Predikanten, maar
wel zeven der andere Kerkelyke perfoonen
verfcheenen. Men hieldt hun, insgelyks,
't beiluit des Raads voor: waarop vier hunr
ner, Joas Rendorp, Jan des Champs, Paulus
Bosfchaart
en Abraham van Lernens, met
ronde woorden, verklaarden „ dat zy hun-
„ ne vergaderingen niet konden, noch zou-
„ den nalaaten." De Vroedfchap, hiervan
kennis gekreegen hebbende, befloot de ge-
melde vier luidennog eens voor Bürge mees-
ter en en Oud-Burgemeefteren te doen ont-
bieden , die hun afvraagen zouden, of zy
by hun voorgaande antwoord bleeven vol-
harden? en zo ja, hun aanzeggen, datzy,
binnen 's daags fonnefchyn, uit de Stad zou-
den hebben te vertrekken, en daar niet we-
derom in komen, dan by verlof van Burge-
meefteren in der tyd (w). Doch of zulks
gefchied, en wat 'er 't gevolg van geweefl
zy, vind ik nergens aangetekend. Vaft gaat
het, ondertuflchen , dat de Lutherfchen,
te
(v) Refol Vroedfch. N. 10. 24 ^Af>ril 1604. ƒ. 21.
(*>J Kcfol. Vioedlch. N. 10. 2+ **pril 1604. ƒ', 2.1 virfi,
I 5
-ocr page 138-
138 AMSTERDAMS II. Dee-,."
1604. te Amfterdam, hunne Vergaderingen, of
geheel niet, of niet lang nagelaaten, en al-
lengskens meerder vryheid gekreegen heb-
ben ; gelyk uit het vervolg deezer gefchie-
denifle nader blyken zal.
Oor-
fprong
van 'c
Tuflchen Haarlem ter eener, en Leiden
en Amilerdam ter anderer zyde, was,om«
gefchil trent dezen tvc*» wederom (x) gefchil ont-
over den ftaan, over den Ouertocht of Overtoom.
Over- grond van dit gefchil is nergens klaarlyk
^JJ."?' aangeweezen. Zie hier, wat wy, desaan-
Haarlem gaanc*e, uit vergelyking 'van een groot ge-
ter eener tal van egte ftukken, met de meefte waar-
en Lei- fchynlykheid , hebben können opmaaken.
Amfter
dam ter
anderer
zyde.
De Stad Haarlem, grootbelang hebbende
by 't behouden van de Vaart door 'tSpaar-
ne,fchynt, al vroeg, gezorgd te hebben
voor 't leggen en onderhouden van eenen
dam in de KofiverhorenVaart, ten einde van
den Heiligen Weg buiten Amfterdam, in
den ring van Rynland, doch onder 't Bal-
juwfchap van Kennemerland; door welken
dam , de vaart door de Haarlemmer- en
Leidfche-Meer, van deeze zyde, belet
werdt, en de fchepen genoodzaakt, hunnen
weg, door 't Spaarne en door Haarlem, te
neemen. De dam fchynt, in of kort na 't
jaar 1413, gelegd te zyn: in welk jaar, de
Koftverlooren-Vaart gegraaven werdt (y).
Doch de Stad Amfterdam, zig, door den
dam, grootelyks verhinderd vindende, zelfs
in de vaart van kleine fchuiten, die mond-
behoeften herwaards bragten, maakte, in.
of
(*•) Zie hier voor, hl. ts.
(j) Zit Handtf. van Rynland, hl. 72, 74, 77, 7p, ge.
. <n -uw ■—-■
-ocr page 139-
XI. Boek. Geschiedenissen. 139
of omtrent het jaar 1432 , eenen Overßagh, 1604.
Overtocht, of, gelyk het eindelyk genoemd is,
eenen Overtoom op den dam, alwaar, door
middel van zekere werktuigen , tamelyke
fchepen overgehaald, en dus uit en in de
Meer gebragt werden. Dykgraaf en Heem-
raaden van Rynland, aangezet, zo 't fchynt,
door die van Haarlem, beiloegen Amfter-
dam in boete. Doch Hertog Filips van
Bourgondie, toen Ruwaard van Holland,
fchorfle de betaaling van dezelve, en beval,
dat al wat 'er gemaakt was, gemaakt zou
blyven, tot dat hy, of zyn Raad partyen
in 't minnelyke met elkarideren zou hebben
doen verdraagen: gelyk my gebleeken is,
uit eenen brief van den negentienden Sep-
tember des jaars 1432, die nog, in de Oude
Kerke
(z), bewaard wordt. Hangende dit ge-
fchil, fchynen die van Haarlem, om den
Overtoom nutteloos te maaken, de vaart'
voor den dam te hebben toegepaald, in 't
jaar 1433. Doch de burgers van Amfterdam
haalden de paaien uit den grond, ftaken den
dam door, en voeren, gelyk voorheen, langs
de Meer,zonder Haarlem aan te doen Het
Heemraadfchap vanRynlan^ befloegde Stad
wel wederom in boete. Doch Hertog Filips
verklaarde 'er haar vry van, en betrok het
gefchil voor zig en zynen Raade, mids zy
zeven honderd fchilden aan hein; alzo men
ook de Graaflyke tollen, door 't myden van
de vaart door 't Spaarne en Haarlem, ont-
gaan was (a); en drie honderd fchilden aan
't
(*.) Laade XI.
{«) Z,i* Privileg, van Haarl. bl. %m ,isq.
-ocr page 140-
i4<5 AMSTERDAMS II. Deel.
1604. 't Heemraadfchap voldeede; gelyk, uit ee-
nen brief van den drie-entwintigflen January
des jaars 143 3(^1434] (£), blyken kan. In 't
jaar 1514, werden die van Haarlem, weder-
om, door die van Rynland, gemagtigd tog
het beletten van de doorvaart, door'tflaan
van paaien. Ook verklaarde KoningKarel,
in 't jaar 1519, het gebruiken van die door- *
vaart, 't welk toen wederom, onder ande-
ren, door de Amfr.erdammers,gefchiedde,
voor ongeoorlofd (c). Sedert, fchynt 'er
een Verdrag tuffchen de twee Steden ge-
troffen te zyn, waarby de gedaante,en de
wyze van herflellen en onderhouden des O-
vertooms geregeld werden.- in welk verdrag,
Leiden, als eenerlei belang hebbende met
Amfterdam, ook fchynt getreden te zyn.
Maar over 't naarkomen van dit verdrag,
vielen geduuriglyk klagten. De twee Steden
klaagden, dat Haarlem denOvertoom te hoog
deedt maaken, waaruit volgde, dat men 'er,
met de gewoonlyke werktuigen, zulke groote
fchuiten niet overhaalen kon, als te vooren.
Ook klaagde men, dat de planken of andere
werktuigen, die 't meert te Jyden hadden,
flegt onderhouden werden. Hieruit fproot,
door den tyd, eene overeenkomft, volgens
welke, het lighaam van den O vertoorn, door
Haarlem ; en de flykplanken, over welken
de fchepen liepen, en de werktuigen, tot
het overhaalen vereifcht, door de twee an«
dere Steden,onderhouden zouden worden.
Doch toen klaagde Haarlem wederom, dat;
dee-
(b)  Oude Kerk, Laade XI.
(c)  Privileg, van Haail, hl. i»ot 115.
-ocr page 141-
XI. Boek, Geschiedenissen. 141
deeze werktuigen te groot gemaakt, ai de 1604.
planken vaft gehegt werden, op eene wyze,
waardoor de Overtoom te zeer befchadigd
werdt. In den aanvang der beroerten, toen
Amfterdam de Spaanfche zyde hieldt ,
kreunde men zig niet aan 't onderhouden
der gemaakte overeenkomften. De Over-
toom werdt weggenomen, en de vaart ge-
opend of geflooten, naar men 't geraaden
vondt; gelyk wy, op zyne plaats, hebben
aangetekend (d). Maar na dat Amfterdam
Voldoening ontvangen hadt van den Prinfe
van Oranje, in 't jaar 1578, nam Haarlem
het onderhoud van den Overtoom wederom
op zig. Doch 't leedt maar weinige jaaren,
of men verftondt, te Amiterdam, dat Haar-
lem afweek van het oud gebruik, gelyk wy
boven (e) hebben aangetekend. Ik weet
niet, of't gefchil, welk, deswege, in't jaar
1589, ontftondt, toen bygelegd werdt: doch
nu eindigde het met een Verdrag, welk, na
veel arbeids, eerft, in 't jaar 1009, tot vol-
komenheid kwam. 't Zal der moeite wel
waardig zyn, dat wy 't beloop en den uit-
flag der handelinge hierover, die, zelfs uit
de uitgegeven Handvèflen deezer Stad, niet te
befpeuren is,hier beknoptelyk te boek Hellen.
De Steden Leiden en Amfterdam hadden Prins
nu den weg van regte ingellaagen, en zig Maurits
vervoegd aan den Hove van Holland (y*)^061^
voor welks Gemagtigden, partyen, denj?(?rbt£en
agt-
(d)   Zie II. Deel, VIII. £oe{, il. 3 J«, 34«. IX. Boel^> H. 357,
40Z.
(e)   Bladz. 8*.
(f)  Zit Privileg, van Haail. il. 4«,
-ocr page 142-
i42 AMSTERDAMS II. Deel.
1604. agtflen April deezes jaars i6o4,ontbooden
weegen waren> om> .ware 'É mogelyk, 't gefchil af
tot een te doen hy minnelyk Verdrag. Doch zyne
minneiykDoorlugtigheid,Prins Maurits, vondtraad-
Verdrag, zaam, de byeerikomfl te doen houden in
zyne tegenwoordigheid, en ten overftaan
van Gecommitteerde Raaden. Die van
Haarlem vorderden „ dat de Overtoom
„ herfteld werdt, in den ftaat, waarin de-
„ zelve, van overoude tyden, en nog voor
„ veertien dagen, geweefl was." De twee
andere Steden wilden tot een minnelyk ver-
drag komen, behoudens elk zyn regt. Doch
de Prins verflondt „ dat de Overtoom eerfl:
„ in den voorigen ftaat gebragt zou wor-
,, den, en dat men,*daarna, over een ver-
„ drag, in zyne tegenwoordigheid, hande-
„ leri zou." De twee Steden niet gelafl:
zynde om hierin te bewilligen, begeerde
zyne Doorlugtigheid, dat men de zaaken,
ten minile by voorraad, liete voortgaan,
onverminderd elks geregtigheid (g), gelyk
gcfchiedde. Op den dertienden en veer-
tienden , werdt de Overtoom, door lall: der
Gemagtigden van den Hove, naauwkeurig-
lyk gemeeten (b). Leiden en Amfterdam
verklaarden zig, den agtften May, gereed
tot het overleveren der Hukken, waarop zy
hun regt op den Overtoom bouwden; doch
Haarlem bleef agterlyk (7)- 't Schynt dat
het werk toen, vermoedelyk ter oorzaake
van het afzyn van Prinfe Maurits, die te
vel-
(g) Handv. bl. 34g.
(h) Zie dceze meeting in de Piiyil. rail Haail. bl. |IJ«
(i) Handy, bl. 345».
-ocr page 143-
XI.Boek. Geschiedenissen. 143
velde was, eenige maanden fleepende ge- 1604.
houden werdt. Midlerwyl, ondernamen die oaade-
van Haarlem > op den elfden November, de lyjcbeden
twee uiterfte Kespen aan den Overtoom, op va« de
eigen gezag, te veranderen. De twee Ste-*^116 ^n
den deeden, hierna, alle de Middelkespenr(Tzy(je,#
opneemen, en den bodem van den Over-
toom herftellen, zonder zig te ftooren aan
het verzoek, door die van Haarlem , ten
tegendeele , gedaan. Prins Maurits , de
Gekommitteerde Raaden en de Gemagtig-
den van den Hove, hiervan kennis gekree-
gen hebbende, verflonden, den zesentwin-
tigften, dat beide de partyen kwalyk gedaan
hadden, en dat alles herfteld moeft worden,
op den voet, waarop het in April laatflleeden
gebragt was (k). Doch hiertoe waren partyen
niet te beweegen, hebbende de Vroedfchap
van Amfterdam, ten zelfden dage,eenbe-
fluit genomen, om 't gefchil wederom voor
den gewoonlyken Regter te brengen (/).
Men deedt, den elfden December, eenenVoorflag
nieuwen voorflag, hierop uitkomende „ dat,van zyne
„ by voorraad, en onverminderd elks regt,P°°r~
„ de Overtoom, door den Stads Timmer-^3?"
„ man van Haarlem , ten overftaan der
„ Gemagtigden'van den Hove, en in 'fiby-
„ zyn van partyen, gebragt zou worden in
„ den ftaat, waarin dezelve, in April laatft«
„ leeden, geweefl was; dat aan den zelven .
„ geene andere rollen, flykhouten en an-
„ dere werktuigen gebruikt zouden wor-
» den,
(O Handv. hl. 34*.
(0 &«fol. Vïoetlltli. N. is. aé Ü9V. K04. ƒ. <n,
-ocr page 144-
144 AMSTERDAMS II. DeèL
i6oj. „ den, dan,federt het jaar i<5o2,gebruikt
„ waren; dat dezelve, befchadigd zyndë,
„ zon moeten worden herfteld, op den zelf-
„ den voet , door eeti' Timmerman van
„ Haarlem, ten overftaan van Timmerlui-
„ luiden of andere Gemagtigden van Lei-
„ den en Amfterdam ; dat de gefchillen,
„ over deeze herftelling vallende, door twee
Gemagtigden van den Hove, zouden wor-
>, den beflifti ten kofle van hun, die bly-
.„ ken zouden ongelyk gehad te hebben;
„ dat, in geval, op de klagten van hun,
„ die den Overtoom gebruikten, dezelve,
„ binnen vier dagen, niet heruYeld werdt,
„ die herftelling, door een onzydig timmer-
„, man, ten bevele van twee Gemagtigden
*, van den Hove, en ten kofte van die van
j, Haarlem, gefchieden zou; dat van de
„ hoogte, breedte en lengte van den Over-
„ toom eene nette kaart zou worden ge-
„ maakt, waarnaar dezelve herfteld en on-
„ derhouden worden zou; dat de uitlegging
„ der duifterheden in deezen voorflag, en
j, het daarop volgende Verdrag aan zyne
,, Dooflugtigheid , en aan de andere ge-
„ melde Heeren flaanzou; en dat partyen
„ met den eerflen verklaar en zouden, voor
>, hoe veele jaaren,zy zig aan dit Verdrag
„ wilden houden, en of zy, midlerwyl,
„ hunne zaaken in regten vervolgen wil-
„ den, of laaten in den ftaat, waarin zy wa-
kren (pO".
De
(w)Handv. */. H9, aio
-ocr page 145-
XL Boek. Geschiedenissen. 145
De Vroedfchap van Amfterdam, die te 16044
vooren verklaard hadt, de voorflagen van Amfter-
zyne Doorlugtigheid gaarne te willen hoo- dam
ren («) , vondt deezen , waarin Haarlem keurt
terftond hadt bewilligd (0), zo fchadelykdica ü'
en fchandelyk voor de Stad, dat zy niet
fchroomde, zulks den Prinfe, met ronde
woorden, te kennen te geeven. De Afge-
vaardigden ter Dagvaart kreegen egter laß;,
om nadere voorflagen te hooren; doch
te gelyk, om nimmer toe te ftaan, dat Haar-
lem den Overtoom herflellen, of een Op-
ziender op den zelven houden zou (p). Zy-'sprinftn
ne Doorlugtigheid floeg dan, den drie-en-"Je/flat.
twintigften December , nader voor „ dat
de herflelling van den Overtoom, binnen
zes dagen na 't aanneemen van 't Verdrag,
gefchieden zou, door een onzydig Tim-
merman, ten bevele van Gemagtigden
van den Hove, en ten kofte van die van
Haarlem , uitgenomen dat de invulling
tufïchen de Kespen , met ftyve eeken
planken, en het maaken en keperen der
ilykhouten of flykplanken, die op de Kes-
pen gelegd, doch niet in dezelven, of
in het (taande werk van den Overtoom,
zouden mogen gefpykerd of ingekeept
worden, door de Steden Leiden en Am-
fterdam, zouden worden bekoitigd; dat
de Overtoom, in deezen iïaat, geduuren-
de het jaar 1605 »onderhouden zou wor-
„ den,
3>
(ra) Refol. Vroedfch. N. 10. 9 Dec. 1604. ƒ. 41.
(0) Hatidv. hl. 35».
lp) Refol. Vroedfch. tf. xo. 15 Dec. i6o+. ƒ. 44 vtrft.
K
IV. Stuk.
-ocr page 146-
146* AMSTERDAMS II. Deee.
1604.
») den, en dat, na 't eindigen van het zei-
„ ve , partyen door zyne Doorlugtigheid
„ zouden worden befchreeven, om zig,op
„ de duurzaamheid van dit Verdrag, nader
Amfter 5, te verklaaren." In deezen voorflag, be-
dam be- willigden die van Amfterdam, met eenige
willigt verandering^). Doch waarin dezelve be-
met eê- ftaan hebbe ls mJ niet klaarlyk voorgeko-
nige ver- men. Alleenlyk vermoed ik , uit de be-
ande- woordingen eener volgende Refilutie der
nng. Vroedfchap, dat men de flykhouten, in de
kespen of het ftaande werk van den Over-
toom , wilde inkeepen, omze te vaffcer te
doen leggen:'t welk, by den voorflag, ver-
De ande-klaard was, niet te mogen gefchieden. On-
re steden dertmTchen, werdt 's Prinfen voorflag by
nict- de andere Steden van de hand geweezen.
Hy doet Hy floeg dan, op nieuws, voor „ dat de
n°g ee- 5J herftelling vandenOvertoom, opdelaatft-
dernena" » gemelde wyze, gefchied zynde, partyen
voorflag.» nu" regt zouden können vervolgen." En
1605. Amfterdam bewilligde ook hierin, behou-
dens de inkeeping der flykhouten (r).
Die aan- Haarlem en Leiden gaven 'er, insgelyks
genomen hunne ftem toe. En de Overtoom werdt'
wordt. op ^en negenden, tienden, elfden en twaalf-
den February des jaars 1605, op den voor-
geflaagen voet, herfteld. Zelfs haeit Am-
fterdam , voor eerft, van het inkeepen der
flykhouten in de kespen afgezien. De Prins
zogt toen de Steden over te haaien om van't
vorderen van haar regt, voor den tyd van vyf
iaa-
U) Refol. Vroeifch. N. 10. 29 Dec. 1604. f. 4S. 4(J
(r) Refol. Vioedfch. N. 10. 4
Jan. itofMi vtrfi. 47,
-ocr page 147-
&ït Boek. ÖEsciiiEDÈNissÈfc. 147
jaaren, af teflaan, en geduurende dien tyd, i6o|.
den Overtoom te doen herflellen, door Tim-
merluiden der drie Steden. Amfterdam be-
willigde ih 's Prinfen voorflag, voor den tyd
Van drie jaaren (f). Doch ik vind niet, aat
dezelve * by de andere Steden, aangenomeri
Werdt.
OndertufTcheh, beftondeh die Vah Haar- Haariëni
lern, nog voor 't einde deezes jaars, door vanSt.
hunnen byzonderen Timmerman, den Over- CJSSTïïSs
toom te doen herflellen. De Stad Amfler- . ft
dam vaardigde, terflond, den Burgemees- ^kant
ter Korhelis Pieterszoon Hooft, de Schepens *er z\g
Jan Jakobszoon Huidekooper
en Jakob Stegen.
Graaf, en den Sekretaris Jakob dt liaan
derwaards af, die te wege bragten, dat het
werk geftaakt werdt (f). Verders befloot
men, van wege deeze Stad, voorts op tó
maaken, 't gene nog onvokrokken gebleet
ven was: en zo die van Haarlem ietftrydigs
met den ouden voet mogten gemaakt heb-
ben, het zelve af te breeken^ten ware men
zig daar tegen kantte j in welk geval, het
gelaaten zou worden, gelyk het geweefl was;
doch zo die van Haarlem iet flegten mogs
ten, dat door deeze Stad gemaakt was3
zou men al wat zy gemaakt hadden, insge-
lyks, doen afbreeken (u). Doch of, en hoe
verre dit befluit uitgevoerd wierdt* vind
ik nergens aangetekend. Ondertuffchen t
werdt 'er, na 't uitgaan van't jaar 1605 ^
Wederom over een minnelyk verdrag ge-
had*
(s) Relbl. Vröedfch. N, iö. 7Maart 160$.f. $$verfos§.
{t)
Refol. Vroedfch. N. 10. 13 Dec lóoy. ƒ. 8».
(») Refol. Viocdich. N. 10. 1$ Duc. 1005. /. ||i
K &
-ocr page 148-
AMSTERDAMS IL Dem,:
1605. handeld, waarvan wy , terftond , verllag
zullen doen.
De Stad Het toeneemen van de Ooftindifche Maat-
je der fchappye gaf gelegenheid, dat aan haare
tlifche Kamer» hier ter Stede, meerder plaats ,
Maat- omtrent het gewezen Bushuis, diende te
fchappye worden'ingeruimd. Ook gefchiedde zulks,
meerder jn je Lente deezes jaars. Stads voorraad
^tBushuIs ^" ge^cnut en oorlogstuig werdt toen ver-
en een plaatft in den tuin der Voetboogs doele (ï>),
erf op alwaar, eerlang, een nieuw Stads Maga-
Raapen- zvn 0f Tuighuis gebouwd werdt. De Ooït-
burg t°e- indifche Maatfchappy ving, weinige jaar en
laater,aan, haare eigen ichepen te timme-
ren, waartoe haar, in 't jaar 1Ó08, te ge*
lyk met de Admiraliteit, een erf op Raa-
penburg , tot een Scheepstimmerwerf, aan-
geweezen werdt (w).
Befluiten De algemeene Staaten, in 't jaar 1606,
der Stad, beflooten hebbende , een zeker getal van
op het Waardgelders aan te doen neemen in de
men van byzondere Provinciën, bewilligde Amller-
Waard- dam, op 't flerk aanhouden vanPrinfeMau-
geiders. ritS) eerfl in 't werven van tweeduizend, en
1000. daarna in 't werven van drieduizend envyf-
tig man (x). Doch toen, in 't volgende
jaar , met de Aartshertogen Albertus en
Izabelle, over eene vrede, en eerfl over
eenen ftilftand van wapenen in onderhande-
ling getreden werdt, vondt men, hier ter
Stede, geraaden, zwaarigheid te maaken in
het
(v) Refol. Vroedfch. N. 10. zo ^Apr. itfoj. ƒ. $9 verft.
(*>)
Rcfol. Vroedfch. N. 10. isjan. 160%. ƒ. I6i verft.
\x)
Refoi. Vioedfcli. N. io. 17 JhIj 1606, ƒ. lal vei[»
12 Pthf lt»J, f. lis Vtrft.
^
-ocr page 149-
Xï.Boek. Geschiedenissen. 149
het aanneemen der Waardgelders, indien
i<5o6.
de ftilfland van wapenen voortgang heb-
ben mögt (y); gelyk hy hadt.
Tot het treffen van een minzaam verdragVewolg
wegens den Overtoom, werdt, in dit jaar,der.han-
wederom gehandeld. De Heer Nikolaas^™^^
Kromhout
, Raadsheer van den Hove, die verdrag
tmTchen beide ging, fchreef'er, den zesden wegens
Auguftus, eenen brief over aandeeze Stadden O-
waarop , by de Vroedfchap , beflooten^™™'
werdt „ dat men zou aanhouden op het ^„g van
5'
voltrekken van het Verdrag, waarvan Amfter-
reeds een Ontwerp gemaakt was, mids dam.
de Stad zig niet verbonde, om, zo lang
"
het Verdrag duuren zou, geene nieuwe
werktuigen te gebruiken aan den Over-
toom; hoewel zy wel verklaaren wilde,
zulks niet van zins te zyn (z)." Nader-
hand , kwam zy nog wat nader, en wilde
zig verbinden, om, geduurende het Verdrag
by voorraad, welk wederom , flegts voor
een jaar , ontworpen was, geene nieuwe
werktuigen te gebruiken; mids van deeze
verbindtenis geen gewag gemaakt wierdt,
noch in het Verdrag, noch in het verflag,
welk Kromhout van 't gehandelde doen
moed (0). 't Liep aan tot den eenentwin-Monde-
tigften December, eer men, op deezen voet, lin§e °-
door tuffchenkomft van 's Lands Advokaat, ^creen-
Joan van Olderbarneveld en van den Raads- voor een
heer Kromhout, eene mondelinge overeen- jaar.
komll 1Ó07.
(y) Refol. Vroedfch. N. ie. z» ^ipril, i+ May i6oj<
f. 12J, 140-
(z.) Relbl. Vroedfch. N. 10. 21 ^iug. 160«, ƒ. io|,
\aj lUlöl. Vioedfch. *i. 10, s Sept. i«o6. ƒ. ui.
K3
\
-ocr page 150-
ï
150 AMSTERDAMS II. De ei,
1^07. komfl trof voor een jaar, die de Stad, nader-
hand , geraaden vondt, voor nog twee jaa-
ren,te vernieuwen; hoewel men, omtrent
den tyd, veranderde van gedagten, en be-
floot, het Verdrag, nog voor vier, vyf, of
zes jaaren, aan te gaan, mids men,blyven-
de hy de tegenwoordige gedaante der werk-:
tuigen, aan de ftoffen, waaruit zy gemaakt
werden, of aan 't vergrooten of verkleinen
van dezelven, niet gebonden ware (b). Doch
\ blykt niet, dat men, op deezen voet,
overeengekomen is. De zaak werdt dan
vervolgd voor den Hove van Holland, al-
waar die van Haarlem, den vierentwintig-
ften Oclober, eene fententie verwierven in
hun voordeel, die hun toeliet, den Over-
toom te herftellen, op den ouden voet. Doch
• Leiden en Amfterdam beriepen zig, terftond,
van deeze Sententie, op den Hoogen Raa-
de (V). Die van Haarlem ondernamen ,
onderttuTchen , omtrent den aanvang des
Qver- jaars *6°9 > den Overtoom te herftellen. Die
een- van Amfterdam namen hieruit aanleiding,
komft om de handeling over een Verdrag, welk
tuffchen Zy nu wej voor agt ^ t]en 0£ tvvaaif jaaren
en'k^i- fluiten wilden, wederom aan te binden, 't
flerdam. Liep aan tot den zeftienden Juny, eer zy
met Leiden overeenkwamen „ dat zy het
„ maaken en herftellen van den Overtoom
„ alleen zouden op zigneemen, mids zy
3, dien in goeden ftaat onderhielden ; dat
v men geen verdrag met Haarlem fluiten
» zou*
(b) Refol. Vroedfch. N. 10. 1 Sept. 17-, 19 Dec i«o;.
jÊ 1+7 verfo, 156 verfo, !$!■•■
■ (c) %ie Frimieg. van Haailein ^ blt +x%%r
-ocr page 151-
XLBoek. Geschiedenissen. 151
„ zou, dan met onderling goedvinden; dat 1607,
1>
S5
men eikanderen het invoeren van bekwaa-
me werktuigen zou helpen bevorderen,
en dat. de regtsgedingen , op gemeene
9, koften der twee Steden, zouden worden
„ gevoerd (d)" Doch Haarlem was on-
gezind om te (luiten (e). Die Stad onder-
nam zelfs, op den eerden O&ober, weder-
om eenige heritelling te maaken aan den
Overtoom, zonder de twee andere Steden
gekend te hebben. Men zondt den Schout
en Stads Timmerman van Amfterdam der-
waards, om den voortgang van 't werk te
{luiten (ƒ): en dit gaf eindelyk gelegenheid Verdrag
tot het treffen van een Verdrag, by voor- raaTvoor
raad, eerft tiuTchen Haarlem en Amfterdam; vyftien
welk den zevenden, in de Vroedfchap dee- jaarcn,
zer Stad, goedgekeurd, en den zeftienden, jUferi
door de drie Steden, getekend werdt. Het steden*,
beftondt uit zes Leden, die hierop uitkwa-
men: 1. ,, Dat de Overtoom blyven zou
„ op zulk eene hoogte, laagte en verdere
„ geftalte, als waarop dezelve, volgens de
„ tekening van 't jaar 1604, in February
„ van 't jaar 1605, gebragt was. 2. Dat
„ de herftelling gefchieden zou, volgens de
„ gemelde tekening, door een'Timmerman
„ van Haarlem, en een' Timmerman van
„ Amfterdam. 3. Dat,geduurende dentyd
„ van dit Verdrag, geene andere gedaante
5, van
(d)  Handv. van Leyden , uitgegeven door Frans van
Mieris bl. 789.
(e)   Rxfol. Vroedfch. N. 10. 29 Jan. 3 Mttart, j Scpt.
IÄ09. ƒ. ig2 verfo 191 verfo „ 212 verfo.
(f)  &^f*l. Vioedlch. J*. 10. 1 oft. 160J). ƒ. aij.
K 4
^ü^
-ocr page 152-
152 AMSTERDAMS IL Deel.
Tt5o7. j> van werktuigen aan den Overtoom ge-
„ bruikt zou worden, dan die, in February
„ des jaars 1605, gebruikt waren, en nog
„ tegenwoordig gebruikt werden. 4. Dat
„ dit Verdrag verftaan werdt, by voorraad,
„ en op de proeve gemaakt te zyn, en vyf-
s, tien jaaren duuren zou. 5. Dat de drie
„ Steden , midlerwyl, blyven zouden by
,, haar regt,welk, door dit Verdrag,noch
„ aan de eene, noch aan de andere zyde,
„ verftaan werdt verkort te zyn. 6. Dat
3, den drie Steden ook geen tyd geloopen
„ hadt, noch loopen zou, tot op den uit-
„ gang van dit Verdrag, om,na *tverloop
„ der gemelde vyftien jaaren, zodanige mid«
„ delen van regte te gebruiken, als zy zou-
„ den geraaden vinden (g).M Amflerdam
hadt de meefte zwaarigheid gevonden in
het derde Lid van het Verdrag: doch was
*er, tot behoudenis der eendragt, overge-
ftapt (h). In 't jaar 1611, deedt Haarlem
den twee anderen Steden aanzeggen, dat
zy, volgens het Verdrag, eene nette be-
fchryving en afbeelding moeflen maaken
van de werktuigen, die aan den Overtoom
gebruikt werden; doch men verftondt, te
Amfterdam , dat de ftoffe en hoedanigheid
der werktuigen den Haarlemmers niet aan-
ging, alzo daarover nimmer gefchil geweeft
was (i). Ook vind ik niet, dat deeze zaak
verder gevolg gehad heeft.
Raad- Jn 't jaar 1607, waartoe wy, na 't ver-
haal
(x) Zie Privileg, van Haarlem, bl. 42p.
(b) Refol. Vroedfch. N. 10. 7 Oä. 1609. ƒ. aij verfo, 214,
(f) Refol. Vioedfch. N,ll. 1% Juny 1611. f. Z+verf».
-
11 è «**&*•■ »•*:.***
-ocr page 153-
XÏ.Boek, Geschiedenissen. 153
haal van den afloop der gefchillen over den l^i
Overtoom , wederkeeren , werdt, voor 't pleegin.
eerft, in de Vroedfchap van Amfterdam
» gen op
geraadpleegd over het opregten eenernieu- het bou-
we Beurs of Vergaderplaats voor de Koop- ™ van
luiden hier ter Stede; waartoe eenebekwaa- BeHrs ^
me gelegenheid op het Rokin werdt uitge- hier Wt
zien. 't Werk werdt, federt, zo ernftelykStede,
ter hand genomen, dat het gebouw, in 't
jaar 1611, voltrokken werdt (*). Wy zul-
len 'er, hierna, in 't befchryven van de ge-
bouwen der Stad, uitvoeriger van moeten
gewaagen.
De handeling over eene akoosduurende Amfter-
vrede met de Spaanfche Regeeringe, die, *« ver-
in dit zelfde jaar 1607, begonnen was, en tegen * «
terftond eenen ftilftand van wapenen voort- fluiten
gebragt hadt, in Auguftus des jaars 1608, van,'t
vrugteloos zynde afgebroken, tradt men, Beftand.
niet lang daarna, in onderhandeling over 10oS-
een veeljaarig Beftand. Amfterdam vondt
niet geraaden, in deeze handeling te bewil-
ligen, ten ware men de vrye Regeering en
Vaart, voor altoos, bedingen kon. De Vroed-
fchap raadpleegde dikwils over dit gewig-
tig onderwerp ; doch bleef beftendig by
haar befluit (/). Maar de Aartshertogen
wilden meer niet toeftaan, dan dat zy, met
de Staaten , zouden handelen en fluiten,
als met vrye volken; waar uit volgde, dat
zy
(O Refol. Vroedfch. N. io. 28 »April, nJuly%iSept,
IS07. 17 May 1608. f. 136 verfo , 142 ver/o , 147 verf o ,
J6%. K.
II. 2 Juny 1611. ƒ. 22 verfo.
(I) Reib). Vroeiifch. N. 10. 28 <Attg. %7 Sept, 27 0tf.
\9% 17 fiev. J608. ƒ. 17+» »7J, 177«
K 5
-ocr page 154-
-------- '•""-' ' i J......^mmmm^^mmm
154 AMSTERDAMS II. Deel.
tóoS. z7 dezelven, na 't uitgaan van 't Befland,
niet anders dagten aan te merken, dan zy,
geduurende den oorlog , gedaan hadden.
Prins Mauritsyverde flerk tegen 't Befland,
en fchreef, den eenentwintigden Septem-
ber, en den eenentwintigden O&ober, twee
rondgaande Brieven aan de Steden van
Holland, en ook aan Amfterdam, waarby
dezelven van de bewilliging in 't Befland
werden afgemaand (m). En deeze Brieven
werkten flerk op de Vroedfchap van Am-
fterdam , die, door dezelven, geflyfd werdt
in 't genomen befluit. OndertufTchen,neig-
den de meefle Provinciën, en de meefle
Steden van Holland tot het aanneemen van
't Befland. Zeeland alleen flemde 'er te-
gen : en in Holland, flemden nog eenige
De Stad Steden, waaronder Amflerdam was , dat
wordt be-men 't niet behoorde aan te gaan.DeStaa-
zonden. ten van Holland beflooten, derhalve, tegen
't einde des jaars,deeze Stad te bezenden,
en, ware 't mogelyk, over te haaien, om
zig te voegen met de meerderheid. De
Raadsheeren Leonard de Voogd, Rombout
Hogerbeets
en Nikolaas Kromhout werden
herwaards afgevaardigd, en befleedden al
hunne welfpr eekend heid, om de Vroedfchap
te doen veranderen van gedagten. Doch zy
verklaarde rondelyk „ niet te können be-
„ willigen, om dat Zeeland nog niet bewil-
Zybewil-,, ligd hadt («)."Maar na dat het Franfche
Hof
(m) Zie den eerften Brief by METER EN XXX. Boek, f.
S7Z,
den tweeden by Commelin ... 1091. tnin't Franfci»
in de
Negociat. de JEANNIN Tom. III. p. 27.
(n) Refol. Vioeciich. ü. io. .;„ rfihw, 1601. ƒ. 17g,
*^^——------------                                                          _
-ocr page 155-
XI-Boek. Geschiedenissen. 155
Hof middel hadt gevonden, om Prins Mau- ^qq.
rits over te haal en, bleef de bewilliging varjjj t ten
Amfterdam, en die van Zeeland zelf, maar laatfte.
weinige dagen, agter (0). Men kwam, in Het
Eebruary des jaars 1609,te Antwerpen by-Beftand
een, alwaar het twaalfjaarig Beftand, op wordt
den negenden April, getekend werdt. Het £ier Jjfej«
werdt, liierter Stede,op denvyfdenMay, ondlSd-
afgekondigd (p).
In July des voorleeden jaars, was, by de WifTel-
Vroedfchap, beflooten, op het voorbeeld bank,
van andere voornaam© Kooplieden, ook^Ver
hier eene Wiflelbank op te regten, waar- opeg(f?
over, al federt twee jaaren, geraadpleegd regt,
was (q). In 't begin deezes jaars, werdt
het werk tot volkomenheid gebragt, en de
Ordonnantie op de Wiffelbank afgekondigd
(r). Wy zullen , hier na, gelegenheid
hebben , om 'er omftandiger van te han-
delen.
Schoonde Stad, zo onlangs, uitgelegdRaa(j_
en verfterkt was aan de weftzyde, nood pleegin-
zaakte het veelvuldig buitentimmeren engen om
aanhoogen van den grond om de Stad dede Stad
Regeering, in den Zomer deezes jaars, tot nf"UW5
een befluit, om by 's Lands Staaten te ver-uit te
zoeken om OÊtroitot eene nieuwe en aan-leggen,
zienlyke vergrooting (s). 't O&roi werdt, oarol
verleend, op den zevenden Auguftus, en daartoe,
de
(o) Vaderl. Hift. IX. Deel, bl. 41 j , 422, 421 ,42)1.
(p) Kei:*'). H. ƒ. ï«7.
(q) Refol. Vroedfclv. N. xo. 10 May 16*6.26, 2g July
1608. f. 96 verfo, I73.
(r) Refol. Vroedfch. N. to. 29 Jan. K09. f. 124,187
■verfo.
' (jJ Btefol. Vroedfch. N. xp. 10 July X6O9. ƒ. 106 verfo.
-ocr page 156-
ISO AMSTERDAMS IL Deel.
1609.  de Jurisdiäie of vryheid der Stad, te gelyk
met het ban- en vangregt, zo ver buiten de
nieuwe graften uitgebreid, als 't een en 't
ander buiten de oude graften uitgebreid ge-
weeft was (0* Men ontwierp eene Kaart
van de voorgenomen' vergrooting, waar-
1610.  na 'c werk, in 't jaar 1610, begonnen werdt,
met het aanleggen eener nieuwe waale tot
berging van fchepen (u); die, federt, by
raade van Prinfe Maurits, naar de konft,
verflerkt werdt (u). Men fchikte , in 't
volgende jaar, eenige nieuwe erven tot
Scheepstimrneringe op Uilenburg, in 't af-
gelegenfle der Stad. Men kwam overeen
met het Hoogheemraadfchap vanRynland,
wegens het gedeelte van deszelfs Regtsge-
bied, welk, met de vergrooting, binnen
de Stad of Vryheid gebragt werdt (w). En
alzo de Stad, ter .gelegenheid van het bui-
tentimmeren, groot belang hadt, om haa-
re vryheid nog vyftig of meer roeden uit
te breiden, werdt geraaden gevonden, daar-
op , by de Staaten, aan te houden (V) •' 't
welk men,gelyk by de uitkomft gebleeken
is, verftondt, niet bekwaamer te können
doen, dan door het maaken eener Kaarte,
waarin de voorgenomen vergrooting, en
te gelyk de begeerde uitbreiding der Vry-
heid
(r) Oude Kerk, Laaie XXXIII. Handv. bl. 6. [ro+.J
(ti) Refol. Vroedfch. N, 10. 6. Febr. x6 *April, 9 Juny, ■
% July
1610. ƒ. zz+ verfo, 234 verfo, tij verfo , jjj.
(v) Refol. Vroedfch. N. tl. 11 Juny itfll. ƒ. 23.
(m) Refol. Vroedfch. N. ir. 26 ^.April, %t Juny 1611.
f.
20, 23 verfo. en hier VOOr , I. Deel, II. Boek^, bl. I;g.
(x) Refol. Vroedfch. N. 11. 19 y*»^ Wil', ƒ. j».
-ocr page 157-
XI.Boek. Geschiedenissen. 157
heid aangetekend was. Alles gefchiedde, i$10w
met overleg van Prinfe Maurits , op dat
het verzoek te gemakkelyker ingang vin-
den mögt. De Kaart was, in de Lente des
jaars 1612 , reeds in gereedheid gebragt
(y). Doch 't liep aan tot den negentienden
July des jaars 1613, eer de Staaten bewil-Uitbrei-
ligden in 't verzoek der Stad, en de Juris- dinë d«
dicTfie bepaalden volgens de Kaart,by wel*Vryheid*
ke dezelve, op de meefte plaatfen, verre
boven de honderd gaarden, was uitgebreid
(2), fchoon men de paaien, die de Juris-
dictie aanweezen, nog de C. Gaarden
bleef noemen, welken naam zy tot heden
toe behouden. Van toen af, begon men
flerk voort te vaaren, met het rooijen van
ftraaten en burgwallen binnen de nieuwe
vergrooting («); die egter, ten deezen ty-
de, niet verder, dan van de nieuwe Haar-
lemmer- tot aan de Heilige-Wegs-Poort,
werdt voortgezet; alwaar de onlangs aan-
gelegde aarden wallen geheellyk geflegt
werden (&). Het Reaalen-Eiland werdt,
in't jaar 1614, het Prinfen- en Bickers-Ei-
land , in 't jaar 1615 , beflooten te rooi-
jen (c). Het eerfte kreeg zynen naam naar
den Schepen Reaal, die de eerfte huizen
aldaar liet bouwen. Het tweede heeft ,
waar-
(y) Refol. Vroedfch. N. u. 9 ^pril im. ƒ. 60.
(x.) Zie I". Deel, U. Boel^. bl. 153.
(a)  Reiol. Vroedfch. N. 11. j Maart , 10 <Aug. Ifï§,
ƒ. 74, %i yerfo, 96.
(b)  Refol. Vioedfch. N. 11. i% Oit. 19 Nov. jx Dec.
»6ij. ƒ, 19, pi verfo, 9% verfo.
(e) Rcfol. Vjoedfch. N. 11. 6 Die. 1614. ioDtc. Kis»
f,
14« verfo, 163 verft.
s~\
,
-ocr page 158-
1
158 AMSTERDAMS il. Dm.
Itfio. waarfchynlyk, zynen naam naar Prins Fre-
drik Henrik gekreegen;en het derde, naar
den Burgemeefler Joan Bkker, die aldaar
de meefte huizen en pakhuizen gebouwd
heeft, en onder anderen een aanzienlykhuis,
in de groote, op den hoek van de kleine
Bickersftraat, welk met zyn wapen en een
fraaijen tooren verfierd was, en waarin hy
eenen geruimen tyd gewoond heeft. Men
heeft het Reaalen-Eiland eerfl omtrent het
jaar 1624, en de twee anderen, wel tien
jaaren laater, begonnen te bebouwen Cd).
Voorts verliepen 'er maar weinige jaaren
of de andere gedeelten der nieuwe uitleggin-
ge waren, meeft overal, betimmerd.
Mriden !"* nabllliriS Muiden, veertig of vyftighuis^
een ig
jes, by ongeluk, afgebrand. De Regee-
geld. nng van 't Steedje hadt zig by die van Am-
1611. flerdam vervoegd, om onderfland: en de
Vroedfchap belloot, terftond , eene fom-
me van zevenduizend guldens, aan die van
Muiden, tot eenen maatigen Intreft, ter leen
op te fchieten (*).
De Stad Wy hebben, op zyne plaats (ƒ), ver-
verkrygt haald, dat de Stad Amfterdam, al van 't
omeJn J>» J44o af, regt gehad hadt tot den me-
gequalifi- defchouw.van denDiemerdyküuflchenAin*
werrfper-iterdam en Muiden, en om daartoe den
foon, jongften Burgemeefler in der tyd te mae-
nevens, tlgen. Doch hec toeneemend aanzien der
Stad
(d) tie FiLiPs von ZftSEW, Befchr. von Amfterdam*
ƒ>. 170J 171.                                                                                      ""*
(f) Ztt II. Dut» V. B»K.t bl. 4,*;            ' *
-ocr page 159-
XI.Boek. Geschiedenissen, 159
Stad het Bnrgemeefterfchap ook door den 1612.
tyd aanzienlyker gemaakt hebbende, be- ,
halve dat de bezigheden van dit ampt ook van den
menigvuldiger en gewigtiger geworden wa- jongden.
ren,befloot men,in 't volgende jaar i6i2,Bur?e-
by verbreeding der voorige Oëtrojen, van™eefter*
's Lands Staaten te verzoeken „ dat Bur-gen totl"
3, gemeefleren een gequalificeerd perfoon,den
„ nevens den jongden Burgemeefter, of,s°houw
„ zo deeze niet kon tegenwoordig zyn, al- ™.n den
3, leen, of jaarlyks, of voor deszelfs lee-tm'
„ ven, mogten magtigen, om de Verga-
„ deringen der Heemraaden van den Die-
„ merdyk by te woonen; en zo hy alleen
3, verfcheen , alles te verrigten , wat de
jongfte Burgemeefter, tegenwoordig zyn-
de, zou hebben mogen en behooren te
verrigten, uit kragte der oude Privile-
S5
gien :" in welk verzoek, den zeventien-
den December, bewilligd werdt (g).
De ruft, die 't Land in 't gemeen ge-
noot , na 't fluiten van 't Beftand, gaf aan
de Kooplieden, met naame aan Amfter-
dam, gelegenheid, tot het fterk uitbreiden
haarer Scheepvaart en Koophandel:'t welk
den aanwas en welvaart der Stad kragtig-
lyk bevorderde. Doch zy hadt, daarte-
gen, ook rykelyk haar deel, aan de onlus-
ten , die de Kerk deezer Landen, federt
weinige jaaren , hadden begonnen te be-
roeren, 't Zal dan niet ondienftig zyn, dat
wy den Leezer ook een beknopt berigt gee-
ven
fe) Handv. bl. j«t. [10«.]
-ocr page 160-
T;f' ""             ■                                              "
160 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
x6i2. ven van den loop en afloop deezer onlus-
ten : waarin wy ons egter eeniglyk ofvoor -
naamlyk bepaalen zullen, aan het deel,
welk deeze Stad daarin gehad heeift. En
dit berigt zal de hoofdflof der drie volgen-
de boeken uitmaaken.
n 't1
■ ■
TWEE-
-ocr page 161-
i
ï6t
ï#höë öëel.
Geschiedenissen
VA tf
AMSTERDAM
.
'.
TWAALFDE BOEK.
-
Amsterdams Geschiedenissen*'
van het jaar 1612, tot in 't begin
des jaars 16 iy.
y ...                                                                                                                                                                                       .
De ontufteh, die, federt éènige jäaren, öór» 1
de Kerk deezer Landen begonden tefPr<>ns
beroeren, waren britftäan-, ter gelegenheidj^j^
van het verfchil over dè Leerë derGódde- fchiiien
lyke Voorfchikking en Beflukerï, tuffchèn hier te
Franciscus GofnarüÈ en Jacobus Anniniusj&vQfl**
Hoogleeraars dei* Godgeleerdheid op ^ES2k-
Lands Hooge Schoole te Leiden. Gomarus jer ^n
was een Vlaamirig van herkomft, en, naventien-
't overgaan van Vlaanderen aart den Span deeeu-
jaard, hcrwaards gekomen. Arminias was^eV *
te Oudewater gebooren, en, na zyns Va-
ders overlyden, tot de ftudié opgeleid, ëerft
door Tbeodorui Ethilius,d'\é,'t Prieflerarnpc
indeRoomfcheKerke afgeftaan hebbende,
zig tot de Gereformeerde Kerke gevoegd-
hadt; en daarna, door Rudolf Snellius, een*
der grootftè Wiskundigen vari zyhen tyd,
die hem met zig nam, op eene reize naar
IV; Stuk.
               L                     Hei*
-ocr page 162-
,
i6z AMSTERDAMS n. Deel.
1612. Helfen. Van hier was hy, in 't jaar 1575,
in Holland wedergekeerd, daar hy, door
eenige goede vrienden onderfteund,zig zes
jaaren oefende, op de nieuwe HoogeSchoo-
Burge- Ie te Leiden. In 't jaar 1581, werdt hy,
meefte- door Burgemeefterén van Arnfterdam, en
Fred!" door e9nig;c Predikanten deezer Stad, den
kanten Overluiden van't Kraamers- Gilde aangepree-
van Am- zen, als een bekwaam voorwerp, om, ten
fterdam kofle van 't Gilde, voort te laaten ftu'dee-
tewege ren * de Godgeleerdheid («). Men hadt,
dat Ar- 'naamlyk, gelyk wy op zyn plaats gemeld
minius, hebben O), al kort na de verandering hier
op kos-^ ter Stede, beflooten, de inkomaen derGil-
Km-an tden» niet tot braflen» drinken en ydele by-
mers- geloovigheden; maar tot beter gebruik te
Gilde, doen befleeden. Ook nam het Kraamers-
ftudeert. Gilde de koften van Arrninius ftudien op zig.
Hy Hy verbondt zig, daarentegen , om geen
WOrst'd beroeP buiten Amfterdam aan te neemen,
wege,* Sdan met verlof van Burgemeefterén in der
naar Ge- tyd. In 't jaar 1582, werdt hy, van Stads
neve ge- wege, naar Geneve gezonden,om zig ver-
zonden, der te oefenen (c): 't welk, ten deezen ty-
de, meermaalen gefchiedde: en vind ik,
dat de Raad, in 't jaar 1586, beflooten
heeft „ wanneer de Student [Arrninius]
„ die, van Stads wege, naar Geneve ge-
„ zonden was, wederom t'huis kwam, ee-
»:nen anderen derwaards te zenden, en
3, daartoe de voorkeur te geeven aan den
„ Zoon van wylen den Predikant Jan Claas-
zoon
1 1
i«) Yita AinynU /. iy.
■i ■                                                             .Vi
-ocr page 163-
Xtl.ËoEK. G E SC HtE DENISSE ft. IÓ^
u, zoon (7f)," inde Lyften der Predikanten, \6iii
Joannes Nicolai a Waffender
genoemd. Ar- T()l PrQ_
tninius, in't jaar 1587, hier ter Stede teaikant
rug gekeerd zynde, werdt, in 't volgende deezer
jaar, door de Claffis van Amftefdam, Pro-Stede
ponent verklaard; en niet lang daarna, totv^k0°"
göwoonlyken Predikant deezer Stad be-
roepen. Hier tradt hy, in 't jaar 1590, in Hy
*t huwelykmet FJizabet Reaal, Dogter vanw°uwk
Laurens Jakobszoon Reaal, Schepen en
Raad der Stad, van Wien wy, in 't voor-
gaande gedeelte deezer GefchiedenifTen ,
dikwils gewaagd hebben. Doch niet lang Wordt
hierna, maakte hy zig, by Plancïus en eeni- verdagt
ge andere Leden des Kerkenraads, verdagt v*nt£*-
van onregtzinnigheid, ter gelegenheid van ni|heid*
zekere zyne Predikatie*!, over het Zevende
Hoofdftük des Briefs aan de Romeinen ,
waarin hy verftdndt, dat Paulus niet van zig
zelven, noch van een' herbooren Chriften,
maar van een' onherbooren Jood gefproken
hadt. joannesTaffin en Joannes Uitenbogaard>
Verzogt, om den t wift, die hier uit gereezen
was, by te leggen, deeden eenen voorHag*
die van Arminius omhelsd, doch by deri
Kerkenraad van de hand geweezen werde
(e}. Burgemeefter en, bedugt dat de twift Burge-
hooger ryzen mögt* ontbooden, den elfden meeIl<^
ïebruary des jaars 1592, den gantfehen Juanen
Kerkenraad 4 dien zy, by monde van den den Ker~
voorzittenden Burgemeefter, Reinier Kant, kenraad
aanzeiden », dat zy de onderlinge gefchillen tot ge-
» der;*
(d) Refol. Vtoedfch. M i, n Sept. ijl«.
(ej Vita Aiminii p. U, }*, a*, 4J , 4* j $7*
L £
-ocr page 164-
16*4 AMSTERDAMS II. Dee£.
1612. »j der Leeraaren,uitderzelverPredikatien,
„ ongaarne verdaan hadden; hun te gelyk
„ vermaanende, tot meerder gemaatigd-
„ heid, en tot afzonderlyke en vriendelyke
„ gelprekken over de onderlinge gefchillen,
5, op dat de Wethouderfchap niet genood-
„ zaakt wierdt, zig te bedienen van andere
middelen, ter behoudenis der gemeene
„ rufte in de Kerk en in den Staat." De
Predikanten antwoordden „ dat zy bereid
„ waren, in een mondgefprek te treeden
„ met Arminius, in 't byzyn van den Ker-
j, kenraad:" waartoe deeze zig ook gene-
gen toonde. Doch Burgemeefleren ver-
klaarden , te begeeren „ dat alles in verge-
„ telheid gefield, en geen nader mondge-
,, jprek gehouden werdt; dat de Predikan-
„ ten zig moeflen wagten van nieuwigheden
„ te brengen op den predikftoel; dat men,
„ over de gefchillen, afzonderlyk en in 'ü
„ vriendelyke, met eikanderen moeft han-
„ delen, en zulken, die men van dooling
„ niet overtuigen kon, in zagtmoedigheid
„ draagen, tot dat de gefchillen, door een
Armi- „ Sinode, beflift werden (ƒ)." In 't vol-
nius gende jaar 1593, verantwoordde Arminius
verant- zjg z0 wej voor ^en Kerkenraad, dat dezel-
^°°r c ve befloot „ broederlyke eendragt met hem
„ te onderhouden, tot dat de verfchilpun-
ten, door een algemeen Sinode, nader
uitgelegd zouden zyn (g)." Arminius be-
hieldt de gunft der Wethouderfchap in ao
ver-
(ƒ) Vita Arminii p. «7-7»,
(f) VUa Ainiittii p. t».
-ocr page 165-
XII.Boek. Geschiedenissen. 165
verre, dat hy, eerlang, tot Fifit at or der La- 1612.
tynfche Schooien, en, nevens Do6lor Sebas-
tiaan Egbertszoon, tot het onderzoeken der
boeken, werdt aangefteld (h).
Ook fleet hy den tyd, te Amflerdam, fe Hy
dert, in tamelyke ruft, tot dat de dood van wordt
twee Hoogleeraars der Godgeleerdheid tePl°fe.flo1
Leiden, Lucas Trelcatius de Oude en Fran Jen>ei"
ciscus Junius, die, in 't jaar 1602,door de
peft werden weggerukt, gelegenheid gaf,
dat hem eene der openvallende plaatfen op-
gedraagen werdt. Doch Burgemeefteren
verklaarden, dat zy zynen dienfl: niet ont-
beeren konden (i): en 't Jiep aan tot den
vyftienden April des jaars 1603, eer hy,
door den Raad, ontflaagen werdt (&), on-
der voorwaarde „ dat hy niet vertrekken
,, zou, voor dat de Stad van een' ander*
„ bekwaam Predikant voorzien was ; dat
„ hy, in een mondgefprek met Gomarus,
„ zig van alle verdenking van onregtzinnig-
„ heid zuiveren zou , en dat hy vrywil-
„ liglyk van *t Hoogleeraarfchap zou af-
„ ftaan,zo de Kerk van Amflerdam zynen
„ dienfl:, t'eenigen tyde, behoeven mögt
» CO«" 't Gefprek met Gomarus liep aftot
genoegen van Arminius, die, daarna, met
een eerlyk getuigenis des Amfterdamfchen
Kerkenraads, naar Leiden vertrok (ni).
Maay
(h) Refol. Vroedfch. N. * n *Afr. ijjj. ƒ. 57 verf*,
ïj Sept. 1603. ƒ. +3j.
(i) Vita Arminii p. 129, i+j , 14.6.
(£) Kefol. Vroeclfch. JV. | ij „April Koj. ƒ. 424,
(/) Vita Arminii f. 17$.
(w) Vita Arminii p. igo, i^j.
L. 3
-ocr page 166-
ié6 AMSTERDAMS II. DeeI,
1612. Maar in de Hooge Schoole herleefden
Voort- de gefchillen terftond. Arminius verde-
gang van digde flellingen over de Predeftinatie, die
den twift door Gomarus wederlegd werden. Armi-
°p j nius fchreef wederom tegen Gomarus. De
Tjoorrs Predikanten, de Studenten koozen party.
Schuole. De byzondere Sinoden namen kennis van
den twift, en drongen op eene nadere ope-
ning der punten, over welken men verfchil-
de De algemeene Staaten bewilligden, den
.vyftienden Maart des jaars r606,in't hou-
den eener Nationaale Sinode, alwaar de
Nederlandfche Belydenis en Heidelbergfche
Catechismus overzien zouden worden. Doch
over dit byvoegfel rees gefchil onder de
Kerkelyken , oordeelende Gomarus en de
zynen, dat de Belydenis en Catechismus,
die zy als een ondergefchikten regel des
Geloofs aanmerkten % alleenlyk moeiten
goedgekeurd, niet, gelyk Arminius en de
zynen verlangden, van nieuws overzien wor-
den (n): 't welk, in de Noordhollandfche
Sinode,die, in Juny des jaars 1607 , teAm-
fterdam werdt gehouden, aangemerkt werde
als fmaakende naar onregtzinnigheid (0).
Men pre-Men predikte ook, van toen af, te Amfler-
dikt te dam, fcherp tegen Arminius (p), die, fe-
Amfter- ^en^ voor fen Hoogen Raad, en in de
ge'n Ar- Vergadering der Staaten van Holland, te-
jninius. gen Gomarus gehoord zynde, zonder dat
men eikanderen nader kwam, op den ne-
gen»
(n) Vita Arminii p. %o6, 212. 21«,, 2jl ,273 . Hl, 312^
|2J,327.
(ej IsKANQT II. Deel, bh 73,
(f) BRANDT II. Peel» bl. 88.
i .
-ocr page 167-
XII.BoEK. Geschiedenissen. 16*7
genden O&ober des jaars 1609, over- 1612,
leedt (q).
De Predikanten, die Arminius gevoelenRemon-
waren toegedaan, in January des volgenden ftrantie
jaars, in ftilte, byeen gekomen zynde, be en Con'
flooten hunne Leer, in vyf punten vervat, monJ
voor te draagen aan de Staaten van Holland ftrantie.
in eene Remonflrantie, waarnaar hun, federt,
de naam van Remonflranten bygebleevenis.
Te gelyk verzogtenze, in eene wettige en
vrye Sinode, gehoord, of, kon dit niet zyn,
broederlyk verdraagen te worden. Die 't met
Gomarus hielden leverden, hier tegen, eene
Contraremonflrantie in, waarnaar zy Contra-
remonflranten
genoemd werden, en floegen
het houden eener Nationaale Sinode voor,
of het zenden der punten van verfchil aan
de uitheemfche Hooge Schooien, aan wel-
ker uitfpraak zyzig wilden onderwerpen (f).
Midlerwyl, werdt, ter Vergaderinge vart Amfter-
Holland, geraadpleegd op het houden ee- daTn vcr-
ner Provinciaale Sinode. De meefte Ledenfchl1 j
neigden hiertoe, mids de Afgevaardigden meefte
tot de Sinode verkooren wierden door de Leden
Staaten. Doch Dordrecht, Amfterdam, van Hol.
Hoorn en Enkhuizen verfchilden van delan(1'
meerderheid ( s ). Amfterdam verftondt, Kerkely-
dat de Claffen de Afgevaardigden zouden ke ge-
benoemen; dat zy , door de Hoofdftedenfchillen.
der Claffen, zouden verkooren worden, en
hunnen laft krygen van de Staaten (t). De
Staa-
{q) Vita Arminii p. iSz , 359 , 385 > 433-
(r) Vadetl. Hift. X. Deel, bl. 33 enz..
(t) BUANDT II. Deel, bl. 131.
(t) Refel. VtocdfcK. <N. ip. .x, 19 Juny i<ie. ƒ. t}C
verfa Z38 verf).
L 4
-ocr page 168-
im AMSTERDAMS IL DiEti
4$i$. Staaten hadden, ondertuiTchen, .by meer-
derheid van (temmen, beflooten, den CJas-
fen aan te fchryven, dat zy, in 't beroepen
van Predikanten, niemant onderzoeken of
bezwaaren zouden , boven de Leer, in de
Remonitcantie vervat. Doch Amfterdam
en de drie andere Steden hadden zig onge-,
]aft verklaard, om in dit befluit te bewilli-
gen; waarom het, door verfcheiden Kerke-
lyken, niet naargekomen werdt (n).
pe Stad In Arminius plaats , was , midlerwyl,
bewerkt, Conradus Farßius tot Profeflar der Godge?
bero ^et;rcmeid beroepen. Doch eenige Kerkelyr
van Vor- ^en* den man fchuldig houdende aan grove,
ftius doolingen, zogten den voortgang van dit
geen' beroep te beletten. Te Amfterdam, werdt
VO0lt" zelf tegen zyne Leer gepredikt: 't welk hem
Cbbe. zo diep tro*> dat hy gelegenheid zogt,om,
Plancius, die fterkft tegen hem yverde, te
lpreeken, in 't byzyn van Burgemeefteren.
En fchoon dit gefprek niet kwalyk vooc
Vorftius afliep (V); was egter de meerder-
heid der Vroedfchap zo overtuigd van't na-
deel , welk de Kerk van Vorftius te dugteri
hadt, dat zy, eerlang, befloot, te wege te
brengen, dat zyn beroep geen voortgang
hadt (iu). Ook werdt hy, wat laater, doch
met behoudenis van wedde, gefchorft in
zyn ampt, eer hy 't nog geoefend hadt.
Men De Predikanten hier ter Stede, immers de
yyert Nederduitfche, waren ajlen, of genoegzaarn,
hier fterk ajjen m >t bevoelen der Contraremonftran-
tegen de .....
          P
(u) brandt II. Deel, bh \%\, i;i.
(v) Zie BRANDT II. Deel, bh I(4<ï enx..
(wj Kefok Viotdlih. M, II* *iprtl Uil. f*l»v*rjhx
-ocr page 169-
^r
XÏI. Boek. Geschiedenissen. 169
ten, en verklaarden zig, dikwils,fcherp ge- r6 l%t
noeg, van den predikftoel, tegen zulken,R
die van hun, in 't fluk der Predeflinatie, ftraiuerï,
verfchilden, die, volgens fommiger aante*
kening, noemendeMammulukken, Peßen, en
Duivels, die men, met hunne kinderen,be-
hoorde te verjaagen; waartoe zelfs de Wet-
houders, by't aanvaarden hunner bedienin-
ge, met gedrukte fchriften, vermaand wer-
den. In fommige Predikatien, werdt ge-
waagd , van 't verdryven der Kanaäniten en
van 't verdeelen van 't Land Kanaan onder
't volk van Izraêl, met toepaffing op den
flaat deezes Lands, en vermaaning , om
eikanderen, hier, op gelyke wyze, te han-
delen. Ook was, in dit zelfde jaar ióio, Een
Herman Bar•endszoon, een der Krankbezoe- ^gj?gbe*
keren, door den Kerkenraad,buiten kennis wordt,
van Burgemeefleren, afgezet van zyn ampt, door den
om dat hy, zo getuigd wordt, in't Huk der Kerken-
Predeltinatie , verfchilde van zyne mede-raad» af"
broeders (o?).
                                             ëezet"
Tegen den aanvang des jaars 1611, be-Eenige
gon men zelfs, hier ter Stede, te arbeiden Predi-
om zulken, die men wifl, dat in 't fluk der JJJJÏJi
Predeflinatie wat gemaatigder waren danVerda"t
anderen, te weeren uit de Regeeringe: waar- gehou-
mede, naar 't fcheen, eenige Kerkelyken den vai*
beflonden zig te moeijen. Men wifl niet v'e^ue
flegts, eenige weeken voor de verkiezing, moeijen
te zeggen , wat nieuwe Regenten men te mee de
Wagten hadt; maar, wel zes of zeven maan- Regee-;
dennnS'
(k) Aantek. van Bürgern. C. I. HOOST bj BRANDT II,
peil. ii. 14«. igg,
V 5
r
■■p^r-*-»-----iiTifc.i «jtt>^
-ocr page 170-
17© AMSTERDAMS II. Deei.
t6i2. &en teoren» hadt een der Predikanten
tegen eenen regeerenden Burgerneefter ge-
zeid, dat men zekeren Heer tot het Burge-
meefterfchap dagt te brengen: 't welk ook
gebeurde. In zekere Aantekeningen, wordt
gemeld, dat Burgemeefteren, kort na de
Verkiezing, aan den Raad deezé vraag dee-
den, of iemant ook wifi, of bevonden hadt,
dat onze Predikanten naar de Regeering fion-
den ?
Waarop één der oudfte Leden van de
Vroedfchap verklaarde „ d>it hy, als men,
,, door de woorden onze Predikanten , zo
,, wel die van andere Steden als van deeze
„ Stad verflondt, meende, dat, fchoon zy*
„ of eenigen hunner zulk een oogmerk heb-
„ ben mogten, zy zo flegt niet zonden zyn,
„ van zulks openlyk te verklaaren; doch als
„ men, uit waarfchynlyke redenen, eenige
,, rekening maaken mögt, hielde hy de vol-
„ gende^aaken voor zeer bedenkelyk; de-
„ oneerbiedigheid der Predikanten jegens
„ de Wethouders, reeds in *t jaar 1578 be-
j, toond; het ftoktrekken der Clallis van
„ Alkmaar, die eene ongewoone onderte-
„ kening vorderde van de Predikanten, te-
5, gen de Wethouderfchap en de Staaten;
„ het afzetten van den Ziekentrooster Her-
,, man Barendszoon; het dagelyks uitvaa«
., ren t^gen de Regeering, wegens de me«
„ nigvuldige hoerery, dronkenfehap en dier-
„ gelyk kwaad, even of zulks den Heeren;
., zo zeer niet mishaagde als htm; het in-1
„ voeren van uitheemfchen in den Kerken-
„ raad, en 't handelen aldaar, zonder aan
„ eed of Inftruótie gebonden te zyn, en
hm?
-ocr page 171-
'
XH.BöEK. GjÈ SCHIEDENISSEN.        17I
„ buiten kennis der Wethouderfehap, ter- \6i%
„, wyl men hunne Refolutien noemde naar
„ de Kerke der Stad, fchoon 'er weinige
„ ingeboorenen iet in te zeggen hadden.
„ Dat men der Wethouderfehap, in 't ver-
„ kiezen van Predikanten, te weinig gezags
„ liet, en als men eenig beroep aandiende,
„ zig hieldt als of de zaak haaft hadt, op
„ dat de Heeren geen zonderling onderzoek
„ zouden können doen op de perfoonen ,
„ gaaven, handel en wandel der beroepe-
j, nen. Dat ook een Predikant, of eenige
„ Predikanten, over ettelyke jaaren , van
Gysbert Janszoon van de Po//, toen Diaken,
5, eenig geld hadden geèifcht, om, buiten
„ kennis van Diakenen, naar 't goedvinden
„ der eifcheren, befteed te worden. Dat
„ men, nog onlangs, den Diakenen, aan
„ hunne huizen, geld afgevorderd hadt, om
„ gegeven te worden aan zekeren Predi-
„ kant [Bieter Janszoon], die,in de Ciaffis
3, van Alkmaar, tegen 't begrip der Wet-
„ houderfchap geyverd hadt, onder belof-
„ te dat men die lömme, [zynde vyftigre-
„ aaien van agten of honderd guldens], den
3, Diakenen in hunne rekening zou doen
„ gelden (y)." Op alle deeze zaaken, ver-
liondt deeze Heer, dat men behoorde te
letten. Doch ik vind niet, dat 'er iet op
beflooten werdt.
Het prediken tegen zulken, die eenig an- Men
der begrip van de Leere hadden, dan de fteekt °F*
pre-eenige
(y) Aantek. van een' voornaam* Regent by Brandt U.
pech bl, ijo, iji.
-ocr page 172-
172 AMSTERDAMS H. Dee£
1612. Predikanten hier ter Stede, ging, ondertus-
sen, fchen , voort. In May des jaars 1611,
ten van hoorde men van den Predikftoel roepen ,
den Pre-,, dat 'er, in de Stad, Perfoonen waren,
dikftoel. ti Libertynen of Vrygeeften, die tegen de
„ opregte dienaars Gods haat droegen ;
„ dieze vervolgden, en uit hunnen dieufl:
3, zogten te flooten:" 't welk geoordeeld
werdt te flaan op eenige Regenten, die 't
poogen der driftigfle Kerkelyken zogten te-
gen te flaan. Onder deeze Regenten, wa-
ren 'er, hier ter Stede, die zeer afkeurden,
dat de Predikatien veelal beftonden uit het
voordraagen der zweevende gefchillen, en
niet genoeg gerigt waren tot boete en god-
Beden- zajigheid. Ook verflonden zy, dat eenige
va" den Kerkelyken, meefï vreemdelingen, zig te
Oud- veel gezags hadden aangemaatigd, en nog
Bürge. naar grooter meefterfchap ftonden. De Oud-
meefter Burgemeefter Kornelis Pieterszoon Hooft
he°t°be.op heeft hierover eenige bedenkingen in fchrift
vorderen gefield, die op deezen zin uitkwamen:
van „ 't Was, meende hy, nu zover met de
vreemde. ^ Reformatie gekomen, dat men niet ilegts
tobden " g°e^e > verftandige, eerlyke luiden, die ia
Kerken- » geenen daadelyken Kerkendienft waren;
dienft. „ maar zelfs Wethouders der Steden, al-
fchoon zy voorheen 't Ouderlingfchap be-
5J


t>
kleed hadden, onbekwaam hieldt, om
over de tegenwoordige Kerkelyke gefchil-
len te oordeelen : terwyl anderen, en
daaronder ook Ouderlingen, die niet al-
tyd in den Kerkenraad waren, en 'er mo-
gelyk voorheen nooit in waren geweeft,
zig daarover het oordeel aanmaatigden.
.
-ocr page 173-
XTI.BoEK. Geschiedenissen. 173
„ En deezen waren meefl; uitheemfchen , 1612.
„ wien 't egter minft betaamde anderen te
„ beweegen om zig te fcheiden van de befte
„ liefhebbers des Vaderlands, die, voor
„ deezen om den Godsdienft buitens Lands
„ gezworven hebbende, in 't eerft wel in
„ den Kerkendienft waren gebruikt, doch
„ naderhand voorbygegaan om plaats te
„ maaken voor nieuwelingen en vreemde-
„ lingen, die men bekwaamer hielde tot de
„ zaaken, die nu op het tapyt waren. Die
3, van de Kerke hier te Stede badden, ai
„ voor veele jaaren, getoond, dat zy zig
„ niet genoegden aan de vryheid, die zy
9, genooten ; maar ook anderen , daar de
„ Overheid geen ongemak of beroerte van
„ wagtte, in zwaarigheid zogten te bren-
„ gen; doch zy hadden zig hierover ge-
„ wagt by 't leeven van zulken, die, kort
„ na 't overgaan der Stad, tot de Regee-
„ ring beroepen waren, en geenen lull ge-
„ toond zouden hebben , om 't gemeene
„ fchip aan de klip der tirannye te verzei-
„ len. Die van de Confiftorie waren im-
„ mers, in hunnen handel en wandel, niet
„ beter dan andere vroome bekwaame lui-
9, den. Waarom zou men dan den eerden
j, zo veel meer betrouwen? Of zou 't ook
„ eene onbekwaamheid of vloek zyn, een
„ Hollander geboorente wezen,gelykfom-
„ migen wel gezeid hadden, dat de Hol-
„ landers niet zo Godvrugtig en yverig wa-
„ ren, als de Brabanders en Vlaamingen.
„ Men hadt eertyds over de invoering van
„ nieuwe Biflchoppen geklaagd, en nu liet
j, mea
-ocr page 174-
f74 AMSTERDAMS If. Deè&;
1&X2. M men de Kerk regeeren door vreemdelin-
„ gen, die men begaan liet, zonder hen
$, ergens aan te verbinden; die de reis- en
„ andere koften , tot vordering van hun
3, voorneemen gemaakt, den Kerkmeefte-
5, ren afvorderden, zonder ordonnantie van
3, Burgemeefleren, tot kleinagting der Re-
,, geeringe. Van deeze luiden kwam ook
5, voort het vorderen van nieuwe onderte--
i, keningen. Deezen wilden klaagers en
3, regters te gelyk wezen, en de Wethou-
„ derfchap gebruiken tot uitvoering hunner
3, vonnüTen. Deezen poogden , hier te
j, Lande, tweederlei Regeering te vefligen,
<,, en de Kerkelyke zelfs boven de Burger-
3, lyke te verheffen. Men ftondt ook, in
3, de Kerk, naar te groote heerfchappy*
„ wanneer men de luiden, om kleinighq-
„ den, of dingen, die, volgens 's Lands
3, wetten, niet ftrafbaar waren, voor den
s, Kerkenraad ontboodt, en in opfpraak en
3, kleinagting bragt. En 't was ten hoogfle
s, te verwonderen, dat men de Kerkelyken
3, zo veel gezags liete oefenen, zonder hen
.,, aan eed of ïnftru&ie te binden ; daar
3, zelfs de Regenten van 't Landen deSte-
„ den verpligt waren, de zaaken van Re-
3, geeringe te beleiden, gelykze, volgens
3, hunnen eed en Infrru&ie, verflonden te
3, behooren* Men zeide, hierop, dat de.
3, Kerkelyken genoeg gebonden waren aan
„ de Schrift: even of de Schrift ook ande-
3, ren luidenniet aanging, en of zyde men-»
„ fchelyke geneigdheden meer dan ande-
3» ren hadden afgelegd. 'tHadt zyn beden-.
• - .: *                                                        j> Ken
-
-ocr page 175-
XÏI. Boek. Geschiedenissen. 175
„ ken ook, dat de befluken des Kerken» I0-
„ raads niet zo wel als alle burgerlyke wet-
„ ten en bevelen werden afgekondigd. En
„ dit was een der twiftpunten geweeft met
„ die van de Alkmaarfche Claffis , die 't
„ Claffisboek t'zoek bragten, uit het welk,
„ toen 't naderhand, op 't bevel der Wet*
„ houderfchap, te voorfchyn kwam, men
„ bevondt eenige bladen gefcheurd te zyn*
„ Zo de Kerkelyken, wyders,overdehoo-.
„ ge punten der Predeftinatie al eens wer-
S) den; zou 't niet vreemd zyn,dat zy hun
„ gevoelen 's Lands Staaten zouden willen
„ opdringen, dezelven noodzaakende, om
„ zulken , die deeze punten anders ver-
„ ftonden en leerden, ten lande uit te jaa*
„ gen. En zo dit eens, door 't bedryf der
„ Kerkenraaden en de flapheid derRegee-
„ ringe, ftondt uitgewerkt te worden, raoeft
5, het Gode geklaagd zyn. Men hadt een
„ zwaar anker te tillen; doch 't moeft niet
„ met dommekragt, maar met beleid ge-
3, fchieden. De tegenwoordige verfchilleri
3, hadden de eendragt weggenomen: die
„ moeft , fchoon het tegenwoordig byna
„ eene Kettery geworden was van liefde te
„ vermaanen,-door liefde en infchikkelyk-
3, heid, herfteld worden. Men moeft de
s, daaden der zulken, 't zy burgerlykenof
„ kerkelyken, die aan 't rad der oneenig-
„ heid draaiden, verdagt houden. De O-
„ verheid moeft 'er dan tegen voorzien. E11
j, kon zy de Kerkelyken brengen tot wac
5, meerder gemaatigdheid en toegeevend-
a> heid j dd Reformatie zou 'er door gevor-
» derd
-ocr page 176-
t?6 AMSTERDAMS ILVzeü
téiï* „ derd worden. Veel meer goede luiden
5, zouden zig tot de gemeenfchap des Avond*
„ maals begeeven* zo menze, op hunne ei-
,, gene beproeving * naar de leite van Paulus,
,, wilde aanneemen, zonder by de Kerken-
3, dienaars op de volle en breede toeflém-
,, ming van de Leer, de Belydenis en Ca-
M techismus, ert eenige zwaare punten on-
» derzogt te worden. De tegenwoordige
„ verdeeldheid werdt zo zeer niet geveftigd
3, op de toe- en tegenftemming der H.
„ Schrift in 't gemeen, als wel op de uit-
„ legging van fommige plaatfen, waarover
3, men den gemeenen Lidmaaten geen oor«
,, deel toefchreef; en op eenige menfehe- %
3, lyke Schriften , die men byna met de
„ Goddelyken gelyk ftelde, en onverbree-
„ kelyk wilde onderhouden hebben; daar
,, menze, volgens het voorbeeld der eerfle
,> Kerkvergaderinge van Jeruzalem, eerder,
,) naar tyds gelegenheid, behoorde te ver-
3, anderen, tot de meefte opbouwing. In
,, de Gemeente, moeft eenige orde gehou-
„ den, en ongeregeldheden geweerd wor-
,, den, zo veel redelykerwyze gefchieden
3, mögt; doch die orde zo naauw te willen
3, verbinden aan de meening van eenige
,, zwaarhoofdige menfchen, vooral vreem-
3, delingen i die zo vol argwaans waren,.
3, dat zy zulken, die hun gevoelen in alles
„ niet konden volgen, hielden van vreeze
,, Gods en waarheid ontbloot te zyn, was
3, onbehoorlyk (»)."
In
(z.) Aintek. van den Heer* G. f, HOOFT by Brandt
II. Detl, bi. ijl »Aft«
f
-ocr page 177-
XII. Boek. Geschiedenissen. 177
In deezer voege , dagt de Heer Hooft i6*i2i
over fommige Kerkelyken, e.n«over de te-Amfter.
genwoordige Kerkelyke gefchillen. Doch dam vert
de meefle Leden der Vroedfchap deezer fchilt
Stad zagen de zaaken anders in. De Staamet
ten van Holland, bevroedende, dat wylen Leden
Prins Willem de I. reeds gewaakt hadt te- van Hol-
gen het gezag, welk eenigeKerkelyken zig, land,
ten zynen tyde, begonden aan te maatigen^ over '*
en geoordeeld, dat de opperlte befchikking ld" j^®n
over Kerkelyke perfoonen en zaaken be- kenorde-
hoorde te ftaan aan de burgerlyke Over-ning vaii
heid; neigden, in 't begin des jaars 1611 ,'* Jaar
op den raad van den Advokaat Oldenbar-I591*
.neveld, tot het invoeren der Kerkenorde-
ning van 't jaar 1591, waarby den Wethou-
deren der Steden meer gezags in 't beroe-
pen der Kerkendienaaren gegeven werdt,
dan zy ,tot hiertoe, gebruikt hadden.Doch
de meerderheid der Vroedfchap van Am-
fterdam verftondt, dat de tegenwoordige
'gefchillen eerft in eene Nationaale Sinode
bellift moeiten worden; waarna 't nietmoei^
lyk vallen zou, eene Kerkenordening vaffc
te Hellen j die elks goedkeuring verdiende.
En fchoon dit punt, op aanmaaning der
meefte Leden van Holland , naderhand}
rneermaalen in beraad gelegd werdt, ver-
anderde de Vroedfchap niet van gevoelen
(#). Sommige Leden derzelve verflonderi
nogtans, dat alle zaaken van gewigte, zo"
wel Kerkelyke als andere, niet dan by
1                           ken-
U) «.efol. Vïoedfch. N. ïi. z6, it f ebt. %l Oitob, x+
JDtc. Mti. ƒ. i,i verfa, 41, ^t.
IV. Stuk.              M
>
-ocr page 178-
178 AMSTERDAMS II.Deel.
1612. kenniffe der Wettelyke Overheid behoor-
den gedaan -te worden , en dat men het
leerampt en de bediening der Sacramenten
alleen ten lafte van de Dienaars des Woords
behoorde te laaten. Zelfs liet één der Oud-
Burgemeefteren zig, in de raadpleegingen
over 't invoeren der Kerkenordening van 't
jaar 1591, onder anderen, in deezervoege
hooren: „ Laat geene tweederlei Regee«
„ ring, zonder dat de eene onder de ande-
„ re lla, in ons Land toe, op dat het ge-
„ meene fchip, eerft in Vlaanderen, daarna
„ ten tyde van Leicefter, en nu wederom,
„ door 't bedryf van fommige Kerkelyken,
„ in gevaar gebragt, niet ten vierde maale
„ op eene en dezelfde klip verzeile (£)."
't Beroep Doch, terwy 1 de meefte Leden der Vroed-
iuüiS0 fchap andere iHzigten hadden, viel het dea
Geidor- Kerkelyken, onder welken eenigen nu be-
pius mis- weerden, dat men Burgemeefteren , in 't
haagt beroepen der Predikanten, niet behoorde te
Jjftnifcn kennen, niet moeilyk,Gozuinus Geldorpius,
Vroed- van Sneek» daar hy 'l ketterftraffen gedree-
fchap. ven hadt, in dit jaar 1612, hier ter Stede,
op den predikfloel te brengen. De gemaa-
tigdften onder de Regenten , die niet
fchroomden verkéering te houden met zul-
ken , welken by de Predikanten verdagt
waren van onregtzinnigheid , keurden dit
beroep openlyk af, en verdedigden zig,
te gelyk, by gelegenheid, over hunne ver-
keering met Remonftrantfchgezinden , in
deezer voege: „ Men bedenkt niet, dat
O) Zit BRANOT II. Dttl, il, ,7o, 171.
... ■                                             .
-ocr page 179-
XII.BOEK. ÖESCttiEJDEÜISSEN. lf$
,, de natuur van dit Land, inzonderheid die i6i$.
fcj der Stad Amfterdam, als meed door
j, koopmanfchap en onderlinge lieftallig-
i, heid beflaande, zulk een naauw opzigt
,, en argwaan niet verdraagen kan. Eer-
j, tyds, plagt men te zeggen, hoe iemant
„ beter is, hoe hy bezwaarlyker van ie-
j, mant vermoedt, dat hy kwaad is. Nu
9, willen de allerargwaanigflen voor de al-
9, lerbeften gehouden zyn, t'eenemaal ver-
„ werpende het oude zeggen, dat zelfs,
,, geduurende de felfle vervolging onder 't
5, Pausdom, zeer gemeen was : de Kerk
9, oordeelt niet van verborgene dingen. Mag
,, men nu, uit eeniger ommegang met an-
„ deren, geene onvroome luiden, zo ligt
,, iet kwaads befluiten; zo heeft men veel
„ meer reden om, uit het doen van het
3, agtbaar gezelfchap des Kerkenraads, een
,, befluit op te maaken tot hun nadeel, de-
,, wyl Zy ^ fchoon een groot en aanzienlyk
3, genootfchap, waarop men meer plagt te1
„ zien dan op onbeampte perfoonen; en al-
,, toos zeer zorgvuldig, om eene. volkome-
„ ne eensgezindheid te bewaaren, nu on-
3, langs , met overleg en aanroeping van
„ Gods naam , den Predikant Gozuinus
3, Geldorp van Sneek beroepende, daar«
3, mede, dewylze uit zyne fchriften en ge-
3, drag zyne felheid tegen de Zogenaamde
3, Ketters kenden j reden gaven om te
3, denken, dat zy allen, in dit ftuk, van
3, zyn verftand moeften zyn: 't welk ver
3, zien zou, en den grondflag leggen tot
3, allerlei geweetensdwang en vervolging,''
M a                    Doeh
i
-ocr page 180-
iSó AMSTERDAMS II. Dslêü
iói2. Doch men beweerde, hier ter Stede, meer
en meer, dat men deWethouderfchap in't
beroepen van Predikanten niet behoorde te
kennen; of deedt men 't, dan moeft het
gefchieden , onder betuiging, van in zyn
regt onverkort te willen blyven (c).
Voorval Terwyl 't gezag der Kerkelyken te Am-
met den Herdam, ten deezen tyde, zo groot was, en
Piofeffbr jg meeft;e Regenten hun zeer toegedaan
punter waren, kon 't naauwlyks agterblyven, of
gelegen- de Remonftranten moeften hier 't een of't
heid van ander te lyden hebben; gelyk, van de an-
het doo- dere zyde , de Contraremonftranten over
zv"sV2n harde bejegening klaagden, in de Steden,
broeders daar de Regeering de Remonltranten be-
kind. gunftigde. 't Gebeurde, in't jaar 1613 ,
*613. dat Simon Episcopius, een Amfterdammer
van geboorte , en thans Hoogleeraar der
Godgeleerdheid te Leiden, van zynen Broe-
der Jan Egbertszoon Biffchop, die te Am-
fterdam woonde, verzogt werdt, als Peeter
te ftaan over den doop van deszelfs Dogter,
die den tweeden April ftondt te gefchieden.
Episcopius, die de zyde der Remonflran-
ten hieldt, maakte vry wat zwaarigheid in
het voldoen aan dit verzoek, ter oorzaake
van het gebeurde in deeze Stad, aan Joan-
nes Uitenbogaard, Predikant in derj Haage,
die dezelfde partye aankleefde. Deezen
was, den veertienden February, met het
kind zyns Stiefdogters ten doop verfchynen-
de, door den Predikant Plancius , die 't
Formulier aflas, gevraagd, niet > of hy de
Leep.
(e) Zit Brandt il, Dtil, bl. n*f iej.
/
-ocr page 181-
XILBoEK. Geschiedenissen. i8i
Leer, die in het oude en nieuwe Teflament en 16
in de Artikelendes Chriftelykcn geloofs begree-
pen was, en dienvolgende inde Chriftelyke Ker-
ke geleerd werdt , niet bekende de volkomen
Leer der zaligheid te zyn;
gelyk, volgens de
Kerkenordening des jaars 1586, alomme,
in de Gereformeerde Kerken, gebruikelyk
was; maar of hy deeze Leer, die hier geleerd
werdt
, en voorts in 't oude en nieuwe Tefla-
ment en in'de Artikelen des algemeenen Chrifle'
lyken Geloofs begreepen was, niet bekende de
waaragtige en volkomen Leer der zaligheid t$
zyn?
En Uitenbogaard, op de verandering
der woorden geen agt flaande, hadt ja ge-
antwoord : waarop zig een gerügt verfpreid
hadt, dat hy, met dit antwoord, de Leer
der Remonftranten openlyk hadt wederroe-
pen; waarom hy zig verpligt gevonden hadt,
de meening van zyn antwoord, in eenen
brief aan Plancius, rondelyk te verklaaren
(d). Episcopius was dan bedugt, dat het
hem gaan mögt, als Uitenbogaard. Doch
op de verzekering, dat niet Plancius maar
Casparus Heidanus oïvan der Heide prediken
zou; en dat men, hier ter Stede, geen an-
der Formulier op den predikftoel hadt leg-
gen dan het oude met het woord dienvolgen-
de,
liet hy zig overhaalen. Maar 't viel uit,
gelyk hy gevreesd hadt. De Predikant
vraagde, met luider ftemme, of zy getuigen
niet bekenden
't gene in het oude en nieuwe
Teflament,en in de Artikelen des Chriftelyken
geloofs begreepen was, en't gene alhier geleerd
werdt 9
______(i) Zit TRIGLAND Kerk. Hift. hl. 6j» tnt*
i M 3
-ocr page 182-
i82 AMSTERDAMS II. Deel.
13. werdt , de waaragtige en volhmen leer der
zaligheid te zyn ?
Daarby voegende, wat
antwoord gylieden hierop
? Episcopius , de
vraag zeer wel verftaan hebbende , ant-
woordde „ dat hy, wat hem betrof, hieldt
„ waaragtig te zyn, 't gene volgens Gods
„ woord en de artikelen des algemeenen
„ Chriftelyken Geloofs , werdt geleerd ,
5, naar den inhoud van het Formulier, met
„ het woord dienvolgende." Waarop de
Predikant hervraagde, wat hy zeide ? Hy
herhaalde zyn antwoord, met luider ftem-
me. Terftond volgde hem zyn broeder»
zeggende ik mede, en nog twee onbekenden,
wy ook, wy ook. De Predikant, zeer gefloord
over 't gebeurde, zeide tegen Episcopius,
„ dat het wel Hout en vermetel van hem,
„ gedaan was, dat hy zo in de Kerke fpree-
„ ken durfde: hadt hy eenige zwaarigheid
5, gehad, hy mogtze hem ten zynen huize,
„ hem wel bekend, hebben voorgedraagen."
Episcopius hernam hierop „ dat hy, ingeval
3, de broeder met zyn antwoord niet te
,, vrede was, heen gaan zou en niet ftaan
„ over den doop van 't kind." De Predi-
kant, dit kwalyk neemende, zeide, Gyzyt
een jongman
, die zo flout niet behoort te/pree-
ken
: gy hebt gehoord wat hier geleerd is, dat*
een menfch niet is dan flof en aarde
, en dat
hy niet behoort zo flout
, trots en hoogmoedig
fe wezen.
Hy hadt, naamlyk, vandefchep,-
ping van 's menfchen lighaam, uit Genefis,
gepredikt. Doch als Episcopius hierop
zweeg, voeren de andere Predikanten, Jo-
annes Jrlallius, Joannes Uranus, Joannes Ie
-ocr page 183-
XILBoèk. Geschiedenissen. 183
Maire , Jacobus Triglandiiis en Gozuinus 1612,
Geldorpius voort met het doopen der kin-
deren, waaronder ook dat van Episcopius
broeder was. Episcopius hadt voor, Hei-
danus, na dat hy van den predikftoel geko-
men zou zyn, aan te fpreeken, over 't voor-
gevallene. Doch Heidanus bleef zig op-
houden in 't doophuis, fpreekende met den
Voorzanger. Terwyl Episcopius en zyn
broeder het doophuis uit traden,werden zy
van verfcheide luiden by den mantel getrok-
ken, en aangefproken. Zeker man wilde
van den ProfefTor weeten, wat hy, 's Zon-
dags te vooren, uit de Predikatie van Trig-
landiiis opgetekend hadt: 't welk hy wei-
gerde te zeggen. Een vrouw dreef hem
toe „ dat, zo hy waarlyk eenChr/iften was,
„ hy Heidanus in 't byzonder moed aan-
„ fpreeken." Waarop hy antwoordde,
„ zulks van zins te zyn; doch het nu na te
„ laaten, om opfchudding te voorkomen.'*
Maar 't geroep en de aandrang namen zo
fterk toe, fchreeuwende fommigen , weg
met die muitemaakers Ifoei
, gy oproerigen hoop,
fchelmen en rabauwen! laatze ons een veeg
geeven:en
de Deurwaarder zelfwaar zynzel
laatze my krygen: wyflze myflegts:
datEpisco-
pius beÜoot, te rug te keeren naar het doop-
huis , en den Predikanten aan te fpreeken.
Hy hieldt hun voor „ dat al de oproer ont-
„ ftaan was, uit het ongewoone Formulier,
„ welk hem, door Heidanus, voorgehou-
„ den was, en dat hy op het gewoonlyke
„ gereedelyk geantwoord zou hebben." Hei*
danus vraagde „ of hyProfeifor Episcopius
M 4                   „ niet
-ocr page 184-
i84 AMSTERDAMS II. Deel,
„ niet ware ? wat hy in de Kerk deedt ? en
„ waarom hy 'er niet uit bleef?" Waarop
hy zeide „ dat de reden hiervan wel bekend
„ was, en geene andere dan 't verzoek zyns
„ broeders, om als getuige te ftaan over
„ den doop van zyns broeders kind; doch
„ dat hy meer reden hadt om te vraagen,
„ uit welke oorzaak men hem een ongewoon
„ Formulier voorgehouden hadt ?" Heidanus
beriep zig op een Oftroi der Staaten, welk
geboodt, op zulk eene vraage te antwoor-
den. Doch alzo Episcopius geen kennis hadt
van zulk een Oclroi, wees hy den Predi-
kant op het Formulier, by de Sinode des
jaars 1586 ontworpen; voorts vraagende,
„ wat misdaad 'erltake in zo te antwoorden
„ als hy geantwoord hadt?" Heidanus wees
hem op nieuws tot het Oétroi, HalHus,toen
k woord neemende, vraagde den Profeflbr,
„ of hy hunne Kerk niet hielde voor eene
„ Chriflelyke Kerk ?" Episcopius antwoord-
de „ dat dit eene vreemde vraag was, alzo
„ hy zelf in deeze. Kerk gekomen was, om
„ getuige te zyn over den doop van een
,, kind. 't Was wat anders alle waarheid,
„ en wat anders noodzaakelyke waarheid
„ te leeren. 't Laatfte erkende hy, dat hier,
„ gefchiedde, en hieldt hy hierom deeze
„ Kerk voor eene Chriflelyke Kerk; doch
3, niet het eerfte. 't Was bekend, dat hy
,, dit voorheen tegengefproken hadt. Dit
„ deedt hy nog. En hierom hadt hy zig,
„ op de ongewoone vraage, hem gedaan,
i, met uitzondering, moeten verklaaren ,
v om zyn geweetcn niet te kwetfen/'
^
                                                     Hier-
-ocr page 185-
XII.Boek. Geschiedenissen. 185
Hiermede affcheid neemende, werden hy 1613,
en zyn broeder wederom van 't graauw en
't vrouwvolk aangerand; doch met minder
hevigheid dan te vooren; fchoon Episco-
pius, uit de Kerk gekomen , nog eenige
mansperfoonen hoorde zeggen : Liiflig,
jongens, raapt fleenen, fmyt nu die fcbelmen
en oproermaakers.
Doch 't liep zo hoog niet.
De Profeiïbr en zyn gezelfchap kwamen
behouden t'huis.
Maar 's anderendaags werdt hy voorEpisco.
Burgemeefteren ontbooden, die hem aan-pius
zeiden „ hoe zy met leedwezen hadden ^™"
„ verftaan, dat, door hem, getuige ftaan ßurge-
„ de over den doop van zyns broeders kind, meefte-
„ met zyn antwoord, groote oorzaak gege- ren ont-
„ ven was tot beroerte in de Kerk; hoèbooden'
„ daarover klagten gevallen waren, en hoe
„ weinig hem betaamde, de Leer der Ker-
„ ke tegen te fpreeken." Hy antwoordde,
M dat hem degereezenonluftfmertte;doch
„ dat hy 'er, zyns weetens, geene oorzaak
„ van was, noch gelegenheid toe gegeven
„ hadt. Dat hy, met zyn antwoord op eene
j, openbaare vraage, die men, tegen zyne
3, verwagting, uit een ongewoon Formulier,
„ hadt voorgefleld, de Leer der Kerke niet
„ tegengefproken; maar alleen zyn gewee-
„ ten gekweeten hadt." Hierop merkte
Burgemeeiler Barthold Krombout aan „ dat
„ hy, weetende wat Uitenbogaard te voo-
5, ren bejegend was, ligtelyk denken kon,
„ dat hem zulks ook kon bejegenen; dat
„ hy, derhalve, de Predikanten eerft moefl
x, aangefproken, en verzogt hebben, dat
M 5                 „ zy
-ocr page 186-
m AMSTERDAMS II Dm.
1613. » zy zulk een Formulier leezen wilden,
„ waarop hy onbezwaard kon antwoorden."
Kpiscopius hernam „ dat hy alles vooraf
„ rypelyk bedagt, en reden gekreegen hadt
„ om te vertrouwen, dat hem niet gebeu-
„ ren zou, 't gene Uitenbogaard gebeurd
,, was, hebbende men hem verzekerd, dat
ij Plancius zig daarmede hadt verfchoond,
„ dat hy een onregt boek hadt opgevat."
Zyn ge- Doch Burgemeefler Jakob de Graaf, hem
fprekmet hjgj. jn fe recje vallende, zeide ,, Dat is
meeffter »» zo n'et* ^7 nee^c voor ons amier ver-
de.Graaf.» klaard, dat hy 't nooit anders gebruikt
„ hadt." Episcopius, hierop niet flil Haan-
de, verhaalde voorts „ onderregt geweeft
„ te zyn, dat veelen van de Heeren 't ge-
„ drag van Plancius hadden afgekeurd; dat
„ hy'er, door eenigen uit den Kerkenraad,
„ over beflraft was, en dat iemant van de
„ Regenten, daarover eenen der Predikan*
„ ten hebbende aangefp roken, zo veel hadt
„ verflaan, dat het eens gebeurd was, doch
„ niet meer gebeuren zou. Dat hy nog-
„ tans, weetende hoe precys en onruflig
„ Plancius was , de beurt van Heidanus
„ hadt waargenomen, die de befcheidenfte
„ was in 't prediken; en ook, na 't voorval
„ met Uitenbogaard, hecFormulier welen
„ regt gebruikt hadt." Toen zeide Burge-
meefler Kromhout, wel, hadt gy dan liever
gezweegen. En Episcopius daarop „ dat zyn
3, broeder egter niet gezweegen zou heb-
„ ben; dat hun flilzwygen ook toeflemmen
„ zou hebben gefcheenen ; dat hy niet
„ nieuws begeerde, noch dat Heidanus iet
5, te-
1
-ocr page 187-
XIÏ.Boek. Geschiedenissen. 187
„ tegen zyn gemoed, of tegen de orde der 1613;
„ Kerke, zeggen zou; maar alleenlyk dat
„ het Formulier gevolgd of in dien zin aan-
„ genomen ware, die by de Sinode zelve,
„ in 't jaar 1586, was uitgedrukt." Maar
Burgemeefler de Graaf zeide hierop „ dat
„ het in de Sinode zo niet gefteld en be-
„ flooten was." En Episcopius wederom,
„ dat het inderdaad zo geraamd en toege-
„ flaan was, dan of het te Amllerdam, en
j, by alle andere Kerken, was goedgekend,.
„ will hy niet; fchoon 't zo fcheen te zyn
j, uit de boeken, die, ten dien einde, op
„ den predikftoel lagen, of van den Kofier
„ gebragt werden;" daarby voegende „ dat
„ het zo geraamd was, om dezelfde oor-
„ zaak als de tegenwoordige; alzo eenige
„ luiden, die bezwaard waren op die vraag
„ te antwoorden , hunne kinderen op de
„ dorpen door de Paapen deeden doopen y
„ of ongedoopt Heten; om welk te voor-
„ komen de verandering in de gemelde Si-
„ node gefchied was." 't iV, zeide toen de
Heer de Graaf, weinig eers voor een Predi-
kant
, te veranderen 't gene hy gelezen, of te
toonen dat by kwalyk gelezen heeft
, of ook.
tenig tegen- of infpreeken te gedoogen. Gy y
voegde hy 'er by, zoudt het ook wel kwalyk
neemen
, dat iemant zulks in uwe Leffen of
Predikatien deedt.
Doch Episcopius beweer-
de „ dat hier noch in- noch tegenfpreeking
„ gefchied ware; maar dat hy alleenlyk,
„ gevraagd zynde, geantwoord hadt; dat
„ ook de eer der Predikanten daarby niet
,, leedt, dat iemant s om zyn. geweeten te
,, vol«
1
-ocr page 188-
m AMSTERDAMS II. Deel.
„ voldoen, wat meer dan ja antwoorde,
„ of iet dat nagelaaten was in 't geheugen
„ vernieuwde , als het bekwaamlyk ge-
„ fchiedde." Voorts, hieldt hy Burgernees-
teren nog voor „ of hy, dewyi toch de
„ Heeren het ftilzwygen fcheenen goed te
„ vinden, met zyn antwoord, wel iet mis-
„ daan hadt? En of hy wel Chriftely keren
„ redelyker kon antwoorden? Of de zin
„ der vraage niet was, of behoorde te zyn,
„ in eene Gereformeerde Kerke, dat het
„ gene daar, volgens Gods Woord, ge-
„ leerd werdt, alleen voor waaragtig ge-
„ houden moefl worden? En was dit de
,, zin; waarom werdt dan't antwoord, welk
j, dien zinonderftelde, kwalyk genomen?
„ Men wift, dat hy vry wat hadt tegen de
„ Leer, die van fommigen hier ter Stede
„ geleerd werdt. Hy woonde ook niet te
„ Amfterdam: hy hoorde de Predikanten
„ niet leeren: hoe kon hy dan anders dan
„ met de gemaakte uitzondering antwoor-
„ den? Ten ware de Heeren begeerden,
3, dat niemant getuige ware, dan die hun-
„ ne Predikanten dagelyks hoorde leeren.
„ Te minder behoorde zyn antwoord mis-
„ preezen te worden, in eenen tyd, daar
„ men zag, dat, in fommige punten, die
3, hier met groote hevigheid gedreeven
„ werden, verfcheidenlyk gevoeld en ge-
„ loofd werdt." De Burgemeefler Gerrit
Jakob IVitfen
zeide toen „ dat Heidanus
„ het Formulier van 't jaar 1586 wel niet
„ gebruikt hadt; maar hem hadt verklaard,
„ niet beter te weeten, of hy hadt het ge-
bruikt.
-ocr page 189-
»
XII.BoEK. Geschiedenissen. 189
bruikt. Waarom, hernam Episcopius, wordt ^ x »
my dan myn redelyk, en naar 's mans eigene
weening gefchikte antwoord zo kwalyk geno-
men? Hy beeft my,
zeide de Heer Witfen,
verklaard, dat hy u niet kende. Ik beken ron-
delyk
, antwoordde de ProfefTor, dat ik meen-
ée, dat zulks met opzet gefchied was, eerfl9
om dat hy wifi dat ik in de Stad was, ten an~
deren, om dat hy mynen broeder wel kende, ten
derde
, om dat hy wifi dat myns broeders huis-
vrouw bevallen was, en dat ik mogelyk eerfi-
daags tot den doop komen zou: voorts
, zag ik,
dat'er veel meer Predikanten tegenwoordig wa-
ren dan naar gewoonte; ten laatfien en voor-
naamlyk, om dat hy zulks voor deezen niet
gedaan
, en ook, na 't geval van Uitenbogaard
met Plancius, het Formulier van 't jaar
1586
gebruikt hadt. Doch 't zy hy my kende of niet,
ik behoorde om zulk een antwoord zo kwalyk
niet gehandeld te worden.
Hierop wenfchten
eenigen „ dat het niet gefchied ware." E-
piscopius floeg toen voor „ dat de Heeren
„ een Formulier geliefden vaft teflellen,
„ waaraan men zig onverbreekelyk tehou-
„ den hadt." *t Mögt anders, zeide hy,
erger afloopen, en daardoor gelegenheid gegeven
worden
, dat de kinderen ongedoopt bleeven.
Hierop zeide een der Heeren „ dat te wen-
„ fchen ware, dat aan wederzyde wat ge-
„ arbeid werdt tot bekwaame ruft en vre-
„ de in deeze tyden, en dat Episcopius en
„ de zynen, fomtyds, geene gelegenheid
„ of oorzaak gaven, om zo te vraagen."
'Ja, voegde 'er de Heer de Graaf by, in-
i
,1
-ocr page 190-
i9o AMSTERDAMS II. Deel.
1613. dien gy niets hadt tegen den Catechismus of de
Leer der Kerken; gy zoudt geene zwaarigheid
maaken om op deeze vraag te antwoorden.
Toen betuigde Episcopius „ niemant oor-
„ zaak gegeven te hebben om te vermoe-
„ den, dat hy iet hadt tegen den Catechis-
„ mus. 't Was wat anders den Catechismus,
„ wat anders alles wat hier geleerd werdt
„ toe te flaan. Zy wiften ook niet, wat
„ zy meer doen zouden , tot bevordering
„ van ruft en vrede, dan zy dagelyks dee-
„ den. Zy wilden ook wel goeden raad
5, hooren en volgen. En zo 't fchryven en
„ prediken tegen eikanderen verbooden
3, werdt; gaarne zouden zy 'er zig naar
„ voegen. Zo den Predikanten hier ter
3, Stede belet werdt, ftrydig met de Refo-
„ lutien der Staaten, tegen de Remonftran-
„ ten te prediken, en de betwifte punten
„ der Gemeente als noodzaakelyk ter za-
5, ligheid in te flampen, zou de weg tot
„ vrede haaft gebaand zyh.'' De Heer de
Graaf gaf hierop te kennen „ dat men of
s, wyken, of tot elkanders gevoelen over-
„ gaan moefl." Doch Episcopius verklaar-
de „ dat hun geweeten en de liefde hunner
„ gemeenten niet gedoogden, dat zy wee-
j, ken: en dat men ook niet ligtelyk in één
„ gevoelen geraaken zou, zo de Heeren
9, geene orde geliefden te ftellen tegen zulk
5, eene groote bitterheid, als men hier da-
„ gelyks hoorde." Weet gy wel, vraagde
toen Burgemeefter de Graaf, dat, als men
gezag gebruikt
, 'er ook veelen zullen moeten
zyn%
- ____
-ocr page 191-
XII.Boek. Geschiedenissen. 191
CV«, <fo va» dat £MW« /y&»? Episcopius 1613.
erkende dit, zeggende „ dat het de natuur
der zaakevan zelf leerde, ten ware men
eene* evenhoogheid van 't burgerlyk en* Collot«
„ kerkelyk gezag wilde toelaaten." Einde- «"»««•
lyk , vraagde Burgemeefter Gerrit Jakob
Witfen den Profeflbr „ of hy, 't gene hem
„ van Heidanus bejegend was , wel ten
befte duiden envergeeten wilde,en alles
„ daartoe helpen beftieren, dat men m ruft
„ en vrede bleevemet eikanderen?" Epis-
copius verklaarde zig daartoe genegen :
waarop de Heeren hem, met vermaaning
dat hy daaraan wel doen zou , gaan lie-
ten (#)•
                        ,         T, •       .    .
Wy hebben 't gebeurde met Episcopius Aanmer-
hier zo uitvoeriglyk willen verhaalen, voor- king we,
naamlyk, op dat men zien zou,hoe eenige
gemees-
Leden der Regeeringe deezer Stad, ten dee- ter de
zen tyde, oordeelden over de zweevende Graaf,
eefchillen. Men ziet, uit het bovenftaan-
de, dat Burgemeefter de Graaf fterkftyver-
de tegen Episcopius en de Remonftranten.
Dochfommigen hebben aangetekend, dat
deeze Heer, eerlang, zo zeer veranderde
van gevoelen, dat hy zelfs de afgezonder-
de Vergaderingen, die de Remonftranten
hier ter Stede hielden, nu en dan ,by woon-
de (ƒ)•
De yver van eenige Predikanten tegen Twee
zulke Regenten, die wat gemaatigder wilden ™J"n
gaan, dan de meeften, nam, ondertuflchen, predikel
&
                                                   hand
(e)   Zie BRANDT II. Dtel, bl. ZI6-11J. P. A LlMBQRCH
,Vita Episcopü p. 4*-5°. TBIGLAND. bl. 4*1 #»*.
(f)  BRANDT II. D«l> il> "*•
-ocr page 192-
ï$i AMSTERDAMS II. Deel.
1Ö13, hand over hand toe. Op eenen biddag in
November, leerden Rudolphus Petri 's mor-
gens , en Casparus Heidanus 's avonds „ dat
teee
Regen
)>
de vyanden van Gods Kerk, en zulken
ten.
55
55

55
55
55
sy
zelfs, die uit de Kerk waren opgeftaan,
zig tegen de Kerk aankanteden; dat men
de Belydenis en Catechismus, die zo zui-
ver en klaar waren als zilver, welk ze-
venmaal gelouterd was, wilde overzien
en verbeteren; dat de Kerk, in haarebe-
naauwdheid,niet alleen geen gehoor kry-
gen kon by 's Lands Overheid; maar das
die zelve de Kerk benaauwde en bezwaar-
de:" met diergelyke redenen, die forri-
migen Regenten, by welken deeze Leer-
aars , anderszins, om verfcheide gaaven en
deugden,wel gezien waren, geenenkleinen
aanftoot gaven (g).
Amfter-
dam be
willigt
niet in
een be
fluit der
Maar de meerderheid der Vroedfchap
nam, van tyd tot tyd, befluiten, waaruit de
Kerkelyken gelegenheid namen om zig te
Herken in de gedagten, dat de verfchillen
in de Kerke, niet dan door ftrenge midde-
Staaten, ien f wären weg te neemen. Zy bewilligde
d°erVKer-eniet in een befluit' welk' door de meefte
ken# Leden der Staaten van Holland ,• in den
1614. aanvang des jaars 1614, genomen werdt,
en de verfchillende gevoelens beide op 't
redelykft voorftelde, en verdraaglyk ver-
klaarde. Enkhuizen en Edam alleen voeg-
den zig by Amfterdam. Doch de drie Ste-
ft
den verklaarden, wat laa'ter „ wel te mo-
55 gen
(s) Aantek. vm t*n' voornaam Regent by Brandt il
Dtei, bl. il%%
.
-ocr page 193-
Xn.BoEK. Geschiedenissen. 193
„ gen lyden, dat de andere Steden zig,zo 16*14,^
„ zy 't goedvonden, in den haaren, met de
„ genomen Refolutien behielpen (h) " t
fchoon men, hier ter Stede, bleef oordee-
len „ dat de Refolutie, noch voor deeze
„ Stad j noch voor 't gemeene Land, heil-
„ zaam ware (i)."
Te Hoorn, was, omtrent deezentyd, ge- Onluft té
fchil ontdaan; waarmede ook Amfterdam Hoorn,
gemoeid werdt. Twee Predikanten der eerft-
gemelde Stad , die de zyde der Remon-
ftranten hielden, waren,, door eenige Ou-
derlingen , voor valfche Leeraars verklaard:
waarna de Wethouderfchap eenjge Predi-
kanten van buiten ontboodt, om de vrede te
bevorderen, onder welken ook waren Pe-
tj-us Plancius en Jacobus Rolandus van Am-
fterdam. Doch men arbeidde te vergeefs.
De Claflis van Hoorn ftondt op 't punt,orri
de twee Hoornfche Predikanten te veroor-
         *'*
deelen, toen 'er bevel kwam van Gekom-
rnitteerde Raaden, om met het werk niec
voort te gaan. De Contraremonftrantfché
Leden van de Claffis zonderden zig hierop
af van de Remonftrantfche , weigerende
kerkelyke gemeenfchap met dezelven te
houden. De derde Predikant te Hoorn,die
Contraremonftrantfch was, maakte zwaarig-
heid om langer te prediken ; waarop hy
ontüaagen, en een ander van 't Remon-
itrantfch gevoelen in zyrie plaats beroepen
werdi
(h) »efot. Holl. 4 Ntv. Itft| — il Jan. 1614. bl. 44
*j£it 00^ BR/VNDT II. Deel, bl, 2JI enz.. 1JJ , 136.
(») Refol. VroedCcH;'Ni »j. 13 Jan. 1614. ƒ. lat vtrfu
IV. Stuk.                 N
-ocr page 194-
194 AMSTERDAMS II. Deer.
1614. werde®. OndertuiTchen, hielden de Con-
traremonftranten te Hoorn afgezonderde
Vergaderingen : doch 't fchynt, dat zy
buiten ftaat waren om de koften, hierop
Raad- loopende, te draagen, en zig hierom, te
pleeging, Amfterdam, daar de Predikanten hun ge-
ter gele- negen waren % en veel op de meefte Leden
derzdve» ^er Regeeringe vermogten, vervoegd heb-
in de ben, om onderfteuning. In January des jaars
Vroed- 1Ó15, werdt dan in den Raad voorgefteld,
fchap }j of men, van Stads wege, iet doen zou,
fte'rdam. » ten behoeve van de genen, die zig te
1615] „ Hoorn van de ópenbaare Kerk afzonder-
„ den ?" Zo vindt men 't, ten minften, by
Brandt (/), aangetekend. Doch in de
Regiflers der Froedfchap, blykt alleenlyk,
j, dat Burgemeefteren den Raad hebben
„ medegedeeld een' brief der Wethouder-
j, fchap van Enkhuizen, waarin geklaagd
„ werdt, over de ftrengheid der Regeerin-
„ ge van Alkmaar, tegen zulken, die aldaar,
„ federt eenigen tyd, in eene fchuure, Ver-
„ gadering gehouden hadden, welke ftreng-
„ heid zy gaarne gefluit zagen: en nog een'
„ brief van Burgemeefteren en Raad van
„ Hoorn, berigtende, datfommigenaldaar
„ zig van de Kerke hadden afgezonderd,
9i en vergaderingen hielden in zekere hui-
„ zing, met bygevoegd verzoek, dat Bur-
39 gemeefteren van Amfterdam geliefden te
„ beletten, dat een Predikant van Amfter-
9i dam, in de afgezonderde Vergaderinge te
„ Hoorn,
({) Brandt II. Deel, hl. 239-z4.it
(l) IJ. Ditl, hl. i+7\
-ocr page 195-
XII.3oek. Geschiedenissen. 19$
„ Hoorn, kwame leeren, indien zulks, door 1615*
>, de afgezonderden, verzogt mögt worden:
„ gelyk federt gefchied was." Men vindt
niet, dat op de zaak van Alkmaar wyders
geraadpleegd werdt. Maar over de zaak
van Hoorn, viel eenig gefprek over en we-
der; waarna 't befluit tot nadere gelegen-
heid werdt uitgefleld (m). Wyders, geeft
Brandt (w) den inhoud op eener Rede-
voeringe van den Oud • Burgemeefter Kor-
nelis Pieterszoon Hooft, by deeze gelegen-
heid, in deVroedfchap gedaan. In dezelve, Rede-
wees hy aan: „ dat de voornaamfte oor-voerinS
„ zaaken, waardoor de tegenwoordige twis- Oud-Bur-
„ ten gevoed werden , uit Amfterdam gemees-
>, voortkwamen; en dat te vreezen ftondt, ter
i, dat, na den voorgang van eenigen, die Hooft,
i, oorzaak van 't verlies van eenige Provin m'afted-
„ cien geweeft waren, deeze Stad, zo men heid raa-
i,, zulk een* voet hieldt, ook oorzaak zyn zou dende.
„ van 't verlies der overige Nederlanden:
3, 't welk het Pausdom zo zeer zou doen
„ aanwaffen , dat men naauwlyks ergens
,> eene plaats zou vinden, om zyn gewee-
.„ ten vryelyk te beleeven. Niemantitondt,
„ ging hy voort, in eene vrye Regeering,
„ eenen anderen eenig verder gebied toe,
S) dan zyne regtfpraak flrekte, zelfs niet
j, van eenen enkelen gevangen. Ja de dor-
to pen, onder de Ambagtsheerlykheid dee-
„ zer
(m) fcefol. Vtoedfch. X. il. 24 J*». x«if. ƒ. l+f. vtr*
(») II. Dttl, hl. 247.
Na
H
-------~_^
-ocr page 196-
)
io6 AMSTERDAMS IIDeêé,
„ zer Stad gelegen, zouden zig, ongetwy-
„ feld, in regte tegen haar verzetten, zo
j, zy derzelver regtfpraak eenigszins zogt
,, te verkorten. Wat grond hadt deeze
,, Stad dan, om zig de Regeering van an-
3, dere Steden te onderwinden ? Zou men
„ hier, op verzoek van gäntfch Holland,
,, wel toelaaten, 't gene men anderen verg-
, j de ? Wat gebieden hadden wy meer over
3, hen, dan zy over ons ? Wy handhaafden
3, hier onzen Kerkenraad by dat verftand ^
35 dat der Overheid geene kennis noch ge-
jj zag toekwam over Kerkelyke zaaken ,
3, binnen haare eigene paaien; en die Ker-
„ kenraad porde ons, om daarin orde te
„ Itellen, in 't gebied van anderen. Wy
3, wilden de Refolutien, by meerderheid
3, van ftemmen in deeze vergadering geno-
3, men, flaande houden; en weigerden 't
3, zelfde plaats te geeven, omtrent Refo-
3, lutien, door de Heeren Staaten, met veel
3, grooter meerderheid van ftemmen, ge-
3, nomen. Waarnaar geleek dit ? was 't
„ niet onbillyk, zynen buuren te vergen,'t
„ gene men zelf niet doen wilde ? en on-
§y zen Refolutien meer gezags toe te fchry-
,3 ven, dan die der Heeren Staaten ? Hoe
3, kon zulk eene regeering beftaan ? Wy
,-, namen der Regeeringe van Hoorn kwa-
3, lyk, dat zy de zogenaamde Kruiskerk
H aldaar noemde afgeweeken van de Kerke,
3, en beweerden, dat de anderen, door 't
„ invoeren van nieuwigheid, zelven afge-
„ weekenen waren; maar alle nieuw was
„ niet
-ocr page 197-
XII.BoiK. Geschiedenissen. 197
„ niet kwaad, en alle oud niet goed. Dat 1615»
toonde de eerfle Reformatie. Men keur-
de het overzien der Belydenis en Cate-
chismus af; daar de Augsburgfche Ger
5*
55
loofsbelydenis, in een en dertig jaaren
tyds, wel elf maaien overzien was. Wa-
3, ren de Contraremonflranten, die de ge-
„ maatigdheid, voorheen, omtrent de Leer
„ der Predeflinatie, met zo veel zorgvul-
digheid gebruikt, wilden affchaffen; die
3)
der Overheid deezer Landen, meer dan
„ in anderen, de kennis van Kerkelyke zaa-
„ ken onttrekken wilden, zo geheel vry van
„ nieuwigheid ? De Leden deezer Vergä-
ll, deringe, welker Ouders onder de Spaan-
„ fche dwinglandy geleeden hadden, moes-
„ ten zig eens herinneren, hoe de punten,
„ thans in gefchil, by hunne lieve ouders
„ verdaan werden; enzy zouden bevinden,
„ dat dezelven meed plagten te hellen over
„ de gemaatigde zyde. Was 't geene nieu-
„ wigheid, dat men den luiden, in de plaats
„ van hen tot de Schrift te wyzen, afvor-
„ derde eene breede toeflemming van ai
„ wat hier werdt geleerd, zonder daarby
,, te voegen,volgens de Schrift,gelykvan
„ ouds gebruikelyk was?"
Met deeze en diergdyke redenen, zogt Oorzaak»
de Oud - Burgemeeller zyn gevoelen denwaarom
Raad fmaakelyk te maaken. Doch zynez.ynraad
ilem goldt minder dan zy plagt, federt dat mintier
men hem, die, van het jaar 1588 tot het ingang
jaar 1610 , agt maaien Burgemeefler ge-vindtdan
weeft was, en van deeze agt maaien, viervoor"
Nnccn«
%                    maa-
-ocr page 198-
ip8 AMSTERDAMS II, Deee;
1615. maaien, twee jaaren agtereen, geregeerd
hadt, uit het Burgemeefterfchap hadt wee-
ten te houden. Men meent, dat hiertoe voor-
naamlyk gelegenheid gegeven hadt, dat hy
het hoog houden der erven, die, dooreeni-
ge Regenten, eene nieuwe uitlegging der
Stad voorziende, waren opgekogt, met ern-
ftige taaie, in de Vroedichap, hadt afge-
keurd (0).
Simon Omtrent deezen tyd, werdt Simon Goulart,
Gouhrt, Predikant der WalfcheofFranfche Gemeen-
W.iiich te deezer Stad, die, federt lang, 't gevoe-
kant al- ^en van Melanchton, welk men hieldtover-
hier, een té komen met dat der Remonffcranten,
wordt ge was toegedaan geweeft, om het verdedigen
fchoift der algemeene genade en het wederleggen
d?enftnCn van ^e verwerP^ng der j°nge kinderen, ge-
oni Re- fehorft in zyne wedde en onderhoud. Joan-
mon- nes Uit en bog a ar d, Predikant in denHaage,
ftrantfch-en Jacobus Taurinus, Predikant te Utrecht,
gezind- hadden vergeefs by Burgemeefteren van
Amderdum voor hem gefproken (p). De
WethoLiderfchap liet de zaak door den Wal-
lenen Kerkenraad afdoen, zonder zig in de
zelve te willen fleeken.
De Con- De Contraremonftranten , befpeurende,
trare- hoe fterk een' fleun zy hadden aan de Re-
mon - geeringe van Amfterdam, beftonden, in den
ftranten nazomer deezes laars, aldaar eene Verga-
.Verga- dering te beleggen van meer dari dertig

/
Prei
(») zie Brandt II. Deel, bl. z+j ent.. Vaded. fji^,
£. Dtfl , bl. 83 enz.
Q) ÜUANOT II. Deel, bl. zfo, 264, 27$.
-ocr page 199-
XII, Boek. Geschiedenissen. 199
Predikanten , uit verfcheide Steden en Plaat- I0" [5.
fen van Holland en Wellfries land, buiten derincen
kennis van 's Lands Staaten, of van derzel- te Am-
ver Gekommitteerde R aaden. Zelfs liet men fterdam,
zig verluiden, dat, hier ter Stede, eenetot be"
diergelyke Vergadering van Predikanten uit J£J; eJer
verfcheide Provinciën ftondt gehouden te isja^0l
worden, in de maand September. DeStaanaaie
ten namen het houden van zulke Vergade- Sinode.
ringen zeer kwalyk, enbeflooten, Burge-
meefteren van Amilerdamte fchryvenomze
te doen fcheiden. Ook weet ik niet, of de
tweede wel gehouden zy. In de eerite, was
overlegd, op wat wyze, men beft eeneNa-
tionaale Sinode zou können verkrygen. Ook
meenen fommigen, dat, in dezelve, mid-
delen beraamd werden, om zig, meer en
meer, af te zonderen van de Remonftran-
ten (5); gelyk eerlang gebeurde. De toe*
geevendheid der Wethouderfchap hier ter
Stede maakte de Kerkelyken hoe langer hoe
vrymoediger. Tot zoverre zelfs, dat,vol-
gens de aantekeningen van Burgemeefter
Hooft, eenige Predikanten, ten deezen ty-
de, hier openlyk leerden „ dat het der Pre- .
„ dikanten ampt was, de Heeren, die in 't
„ verkiezen der Wethouderen te zeggen
„ hadden, elk in't byzonder, te onderregten,
„ hoe zy zig daarin behoorden te gedraa*
„ gen;fchoon zy, 't welk een groot voor-
„ regt was, hunne Kerkenraaden verkoo-
t, ren, naar hun eigen goedvinden:'t welk,
„ voegt
(?) BRANDT II. Deil, bl. t7i , z7«.
TVT
N 4
-ocr page 200-
aoo AMSTERDAMS II. Deel.
16*15. » voegt hy'erby, fommigen deedtomzien
„ naar de voorige tyden, toen de graauwe.
„ moniken de Magiftraat fielden (r)."
Be Staa- De Staaten van Holland, ziende hoe de
ten nee- Kerkelyke zaaken,in verfcheide Steden en
WS ^6n ^aat^en t °P fcheuring en afzondering dreig-
om ' den uit tè loopen, of reeds uitgeloopen wa-
fcheu- ren, beflooten, den agttienden Maart des
ring te jaars 1616, te verklaaren „ dathetregten
we^re"* ,, gezag des Lands, onder de Regeering
4°* ^ der Heeren Staaten, zou worden bewaard;'
„ de Chriflelyke Gereformeerde Religie,
5, naar Gods heilig woord, in zuiverheid
,, gehandhaafd, en hefi verfchillend gevoe-
„ len over de vyf punten in liefde verdraa-
„ gen, tot weering van faélie, fcheuring en
3, oneenigheid; onder bedreiging, datzy,
9, die tegen deeze Refolutie aangingen, als
. „ verftoorders der gemeene rufte zouden
„ worden geftraft (_$)." Doch dit befluic
nadt geenen genoegzaam en klem, by gebrek
£mfter- van eenpaarigheid. De Stad Amfterdam,
aam be- fchoon zy, nog onlangs, verklaard hadt,
willigt'er }j de tegenwoordige Regeering te willen
W?fin* }> handhaaven, en met de Edelen en ande-
„ re Steden te verftaan , dat het hoogfte
,', opzigt, beleid en beftier, niet alleen over.
9, burgerlyke, maar over Kerkelyke Perfoo-
,", nen en zaaken, den Heeren Staaten toe-
,*, kwam;" hadt egter in deeze Refolutie
DeStaa- niet bewilligd.De Staaten dan, bevroeden-
d*
(r) Aam*k. van de» Heere C. P. HOOIT ty BRANDT U,
Deel, bl. JJ 1.                                                   '
(/) Refol. Holl. 1 M**rt — 25 Aft. i6itf. hl, +.
-ocr page 201-
y
XILBoek. Geschiedenissen, aoï
de, hoe veel hun gelegen ware aan de (lern i6l5.
deezer magtige Stad, vonden geraaden , ten be;
haar, door eene aanzienlyke bezending uit duiten
het midden hunner Vergaderinge, te on- de Stad
derregten van hun opregt oogmerk,tot be-te be*
hoiidenis der waar e Chriftelyke Gerefor-zen en'
meerde Religie; van de gewigtige redenen,
die zy gehad hadden, om de jongde Refo-
lutien tot vrede der Kerken te neemen, en
van derzelver nuttigheid en noodzaakelyk-
heid. Tot deeze bezending werden benoemd
de Heeren Adriaan van Mqtkenes, Heer van
Mathenes, uit het Lid der Edelen , Hugo,
Muis van Holy , Schout van Dordrecht ,
Gerrit Janszoon van Eik, Burgemeeftervaii
Delft, Meefter Hugo de Groot, Raad en
Penüonaris van, Rotterdam en Willem Pi*
terfoon Ha/es , Burgemeefter van Hoorn.
Doch voor hunne aankómft werdt door de
Stad verfpreid, dat zy gezonden waren, om
de Religie te veranderen, 't Gerügt kwam
hun ter ooren, en zy lieten niet na, elk te
verzekeren van de valfchheid van dit uit-
{trooifel, en van der Staaten en hunne op«
regte meening, tot behoudenis der waare
Gereformeerde Religie (t). Zy verfchee- Rede.
nen, den drie en twintigften April, in devoe[in&
volle Vroedfchap , alwaar de Groot, uit J*1 q^®
aller naam, eene uitvoerige Rede deedt,in de
die, van woord tot woord, aldus luidde; Vroed-
* fchap.
(M Bïl&NOT II. Deel, hl. j+3, m.
i
Nj
Ertih
_-_. --y..
-ocr page 202-
tot AMSTERDAMS II. Deel.
Ertttfeflc, achtbare, tyijfi, fier voorßenighe
Heeren
,
MYn Heeren de Staten van Hollandi ende
Wefl-Vrieflandt
, hebben ons ghelaft uwe
E. van haren t'wegen feer vrundelick te groe*
t«n; met toewenfchinge van alderhande voor-
ïboet. Hare Ed. Mo. en twijffclen niet , of
uwe E. hebben door het rapport van hare Ge-
committeerden , die federt eenige laren her-
waerts ter Vergaderinge van hare Ed. Mo. heb-
ben gecompareert, genoech verftaen degheftal-
tenifle van de fake v n der Kercken, de Refo-
lutien
die by haer Ed Mo. zyn genomen, en-
de de Redenen die hare Ed. Mo. hebben gemo-
veert, om de felve Refolutien te nemen. Doch
alfoo fy even-wel bemercken, dat van wegen
de Stadt van Amflerdam ende weynigh andere,
fwaricheyt wert gemaeckt, om haer mee de fel-
ve Refolutien te conformeren , ende hare EdM
Mo.
nochtanä alles overleydt hebbende, niet al-
leen eenige Maenden, maer laren langh, gheen,
ander uytkompft en fien uyt de dagelijcx-was-
fende mifverftanden, als door de wegen, die by
de voornoemde Refolutien werden aengewefen,
niet konnende met goeden ooghen aenfien, dat
by ghebreck van remedien de faken van de Kerc-
ken
fouden komen in meerder confufic. hebben *
ons belaft in u E. Vergaderinghe te verfchijnen,
om te doen het devoir datmèn in gelijcke dis-
crepantie van opinie ghewoonelick is te doen,
te weten, de difficulterende Leeden te verfoec*
ken, om haer met de meefte ende befte advij«*
fen vande Vergaderinge te willen conformeren.
IVïijn Heeren de Staten zijn verblijdt gheweeft
te verftaen uyt de Gecommitteerden van uwe
E. dat uwe E. nevens de Heeren Edelen ende
andere Steden volkomentlick zijn gherefolveere
-ocr page 203-
XII. Boek. Geschiedenissen. 203
te mainteneren de jegenwoordighe loffelicke re- 16^5,
gieringe, waer onder ons God Almachtigh foo
inerckelick heeft ghefegent; ende dat uwe E.
foo wel als hunluydcn mifhagen de particulie-
re propooften, fchriften ende aétien, waer door
by eenige niet dan al te opentlick getracht werdt,
om de felve regieringhe veracht ofte verdacht te
maecken. T'is haer mede feer aengenaem ge-
weeft te bemereken dat uwe E. met de Edelen
ende andere Steden verftaen, dat mijn Heeren
de Staten competeert de Hoogbße opfi hte, be-
leydt ende betluyringe, niet alleen over Bur-
gerlicke, maer oock over Kerckelicke perfoo«
nen ende faken, als zijnde 'tfelve een notabel
pointt van onfe Cbrißelicke Reformatie ,jeghens
de verkeerde opinie in het Paufdom obtineren-
de, die mede brengt dat foo wel de Coninghen,
Princen ende Potentaten, als alle particulieren,
fchuldigh zijn, abfolutelick te volghen, foo in
de poincten van het Geloof, als int fluck vande
Kerckelicke regieringe, de Voorfchriften van-
de Kerckelicke perfoonen: waer jegens by de E-
uangelifche Leeraers altijdt ter contrarie is ge-
fuftineert, ende uyt Godts vvoordt krach tel ick
bewefen, dat de particuliere in hare particulie-
re aétien, ende de Overheden in de Publique,
haer niet en mogen fimpelick verlaten op een
anders wijfheydt ofte confeientie, maer felve
fchuldigh zijn de faecke te onder/becken ende
fulex te doen als fy uyt Godts vvoordt bevinden
te behooren. Ghelijck fulex duydelick mede-
brengt de Requefie van weghen de Ghereformeer-
den
ten tijde vande perfecutie over-gelevert aen-
den Coningb van Spangien, als oock aende Staten
vande Landen
, hoe-wel het meerendeel vande
ielve als doe noch gheen kennilTe en hadde vande
ware Religie.Knde is het felve altijdt on-weder-
fpreeckelick gehouden,ende door gheftadigeprac-
ticque opentlick bethoont by alle Churfurften,
Princen," Graven ende Regierders van Groote
en-
1
-ocr page 204-
104 AMSTERDAMS IIDeei,.
*6l6. P^de kleyne Republicquen, het Paufdommet de
tyrannie,afgoderie ende ketterie van dien verwoiv
pen, ende de fuy vere Euangelifcbe Religie aenge-
jiomen hebbende: ende namentlich oockbymijn
Heere den Prince van Orangien ho. m. ende
d'Heeren Staten van Hollandt ende Zp.elandt:
hebbende fijne Hooghghemelte Extie. niet alleen
eenige Ordonnantien geconcipieert, om daer me-
de te ftabilieren de publique authoriteyt in Kerc-
kelicke faecken; maer oock de felve gedefen-
deert jegens het contrarie gefuftineerde vanver-
fcheyden Kerckelicke perfoonen. Vwe Eerfaem«
heden hebben buyten twijfel mede wel verftaen,
hoe dat mijn Heeren de Statenvan Hollandtende
¥Feß Frießandt
, tot wegh-neminge van alle on-
behoorlijcke fufpicien ende mifvertrouwen, me-
nighmael oprechtelick ende finceerlick hebben
yerklaert, dat. fy willen blijven maintenerende
de ware Chrjftelicke Gbereformeerde Religie ,
fonder eenige inbreuck daer in te laten gefchie-
den: Iae dat mijn Heeren de Edelen, ende de
Steden verfcheyden malen hebben gheproteß-
teert, datmen haer foude aendoen het grootfte
pngelijck vande werelt, fopmen foude meenen,
dat fy eenighfins fouden willen verlaten ofte
t,peftaen gekrenckt te werden, een foo koftelic-
ken pandt, als is de ware Religie, waer van fy
het vrye exercitie met foo veel goets ende bloets
hebben verkregen, ende loffelick geconferveerr.
Nu foo wenfchten mijn Heeren dé Staten wel,
dat haer Ed. Mo. moghten bemercken de eenig-
heyt van uwe E. met haer Ed. Mo. niet atleeri
in defe nu verhaelde poin&en, maer oock in al-
le d'andere faecken, ende namentlick inden in-
houdt vande Refolutien onlangs overgefónden
aende Steden.Hooft-Oßcieren ende Gaffen, be-
flaende in twee hooft ftucken, namentlick in de
Regieringe vande Kercken, ende in de Toleran-
tie op eenige Theologifche verfchillen.
Nopende de Regier ingie vandsXercken,isniet
an«
i
-ocr page 205-
XII. BofeK. Gescüièöenissen. 205
anders gherefolveert,dan 'tguntinden Iare 1591* 161&\>
by eenige Politique, ende eenige Kerckelicke
perfoonen geconcipieert,by fijn JSxüt denHoo-
ghen
ende Provincialen Rade, ende felfs oock
by mijn Heeren van Amflerdam was goedt ge-
vonden. Dan de fwaricheydt inden felven Iare
1591 werde gemoveert byden Steden Delff^
Goude, Rotterdam,
ende Medenblkk, die niet
anders en konden begrijpen, dan dat int Hellen
vande Kercken-dienaren, ende noch eenige an-
dere poin&en den Overheden veel minder wierd'
toegheftaen by het voorfeyde Concept, dan de
felve Overheden hier te Lande gehadt hadden on-
der het jock van 't Paufdom,'t welk haer doch-
te onbehoorlick te zijn. Dan daer nae i bemerc-
kende de groote fwaricheyden die dagelijcx re-
fen uyt het ghebreck van een vafte Ordre„, heb-
ben leedtweïen gehadt van haer voorgaende pre-
cijfheyt; ende hebben als nu aengenomen'tgunt
by haer te vooren was ghedifticulteert. T'welck
tot een Exempel fal mogen dienen aen anderen
Steden, die miflchien metter tijdt mede door ex-
perientie fouden mogen leeren, dat het beter is
in tijdts eenen lijdelicken voet aen te nemen,
dan, het uyterfte precijfelick urgerendc, de fa-
ke te laten komen in verloop. De voet van E-
je&ie
by de Heeren Staten nu ettelicke malen in
conformiteyt van het voornoemde Concept gere-
folveert, is buyten twijfFel fodanigh, dat daer b ƒ
voor de Kercke, ende den welftandt vande Re-
ligie
genoechfaem is geforght, alfoo niemandt en
kan komen tot den Kercken-dienft, dan die by
de Kercken - dienaers door Examinatie van Leer
ende leven, daer toe bequaem werdt gekent. Ghe-
lijck oock de Namen foo vande Kercken-dienaers
als vande Ouderlingen, de Gemeente werden
voor-geftelt voor de beveiliging, ten eynde een
yeder de bedenckingen die hy op hare perfoon
foude mogen hebben, vryelick foude openbaren:
Sulcx daf het niet en is inde macht van eenige
-ocr page 206-
èoö* AMSTERDAMS II. Deel.
Overheden yemandt tot den Kercken - dien ft
bevorderen, dan die nae wettelick onderfoeck
geoordeelt is- te zijn een Leeraer vande ware
Chriftelicke Gereformeerde Religie. Dan nadien
boven 't Intereft vande Kercke, de Regieringe
vande Steden , ende van hetganfche Landt,ten
hooghften daer aen is gelegen wie den Predick-
floel
betredet om tot de Gemeente te fpreken ,
foo brengt de Reden mede, dat de Overheydt
hi^r-inne een funderlinge forge ende gefach is
competerende, 'twelck nochtans by de voor-
noemde Refolutien fulcx is gemodereert, dat het
voor-ftellen vande perfoonen half komt aen de
Gedeputeerden vande Kercken-racdt, ende half
aendeGedeputeerden van de Overheydt, welc*
ke Gedeputeerden oock moeten zyn bequaem
tot fulcke aétie, dat is den welftandt vande Kerc-
ke
, ende vande Religie toe-gedaen. Nopende
het compareren vande Gedeputeerden der O-
verbeden'm Kerckelicke vergaderingen, fulcx is
in eenige Steden gebruyckt van het beginfel af
Vande Reformatie, ende namentlick tot Enek-
buyfen,
ahvaer fulcx tot noch toe gefladigh is
geobferveert; ende dient, foo tot onderhoudin-
ge van alle goede ordre in de felve Kerckelicke
vergaderingen, als tot beter correfpondentie van-
de Overheden, ende Kercken-dienaren, aengefien
den Kercken-dienaren middel wert gegeven, om,
door de Gedeputeerden vande Overheyt alle ha-
re fwarichedën aende Overheyt aen te doen die-
nen , ende daer jegens bequame remedien te be-
komen. Daer-en boven foo en werdt fulcx niet
gèftelt als noodtfaeckelijck, maer gelaten in dif-
cretie vande Magiflraten. V Vel is waer , dat hec
te wenfehen waer, dat niet alleen op defe poinc-
ten,maer oock op alle 'tgunt vorder de Kercke
is raeckende, eene Kerckelicke Ordonnantie over
langhe ware gearrefteert ge weeft, ende dat daer
door mhTchien vele fwaricheyden fouden heb-
ben können voor-komen werden;maeralfo daer
ver*
-ocr page 207-
XII. Boek. Geschiedenissen. 20?
verfcheyden pointten waren van groote infich« i(Ji<£
te, ende uwe E. felve mede verltonden, dat het
oirboir was eenige ordre te Hellen op de gere-
fene Differenten, eermen met vruchte daer in
foude können befoigneren, ende middelertijdt de
Elcftien niet en konden Uil ftaen, foo mode daer
op nootfaecklijck eenigh reglement werden ge-
ftelt: te meer nae dien voor defen tijdt, elcke
Stadt te naefte by eene particuliere forme var*
Eleftie hadde gebruyckt, ende datmen fach dat
Uyt die diverüteyt vande praétique vele onluften
en commotien ontftonden, ende de queflien
daer uyt rijfende dagelijcx wierden gebracht ter
Vergaderinge van mijne Heeren de Staten, fulex
dat haer Ëd. Mo. niet en conden ledigh (laen,
daer op te Hellen eenige provifionele Ordre.
\\7"Y füllen nu komen, mijn Heeren , tot bet
^* tvvede Hooft-fluck vande Refolutien van
hare Ed. Mo. beftaende in het bevel, van door
onderlinge Tolerantie de Kerckelicke eenigheydt
te onderhouden, niet tegenftaende de Theolo-
gifche gefchillen, die op 'tftuck vande Predefli-
natie ende den aenkleven van dien
in de Kercken
van haer gebiedt zijn ontftaen. Dit bevel is
klaerlijck gefundeert op een vafte regel, diemen
met recht wel magh noemen een Groot fluck
vande Chriflelicke Reformatie:
want de Gerefor-
meerde Kercken
, door Godts vvoordt onderrecht
zijnde, hebben altijdt opentlick gefuftineert, dat
de Leer-ftucken waren van tweederhande natu-
re : lienige foodanige, dat een yeder, gekomen
zijnde tot de laren van difcretie, de felve fchul-
digh was te verftaen, ende met een oprecht Ge-
loove acnte nemen op verlies van fijne Saligheyt:
welcke Leer ftucken genoemt werden het Fun-
dament,
ende byde voornoemde Gereformeerd*
Kercken
geoordeelt werden te zijn,weynigh in
getale, in dcHeyiigbe Schriftueredoorgaensfeer
claerlick voor-geftelt, met belofte van Saligheydt
voor
-ocr page 208-
äo8 AMSTERDAMS II. Dee£;
Ï616. voor den genen die de felve fouden geloven,
ofte met dreygement van Verdoemeniflè voor
den genen die de felve niet en fouden geloven:
pat alle andere Leer-ftuckén niet en zijn het
Fundament, maer het Gebouw, ende foo de felve
voorgeftelt werden conform Godes woort, dat
de felve genoemt werden goudt ende filver: fob
de felve afgaen vande waerheydt, dat de felve
genoemt werden boy ende ßoppelen; Dan dat de
Leeraers die fodanigh boy ende ßoppelen bouwen,
daerom de Saligheyt niet en verliefen: waer uyt
volght, dat fy oock van de Kercke niet en mo-
gen uyt-geflooten werden, als die van Cbriflo fel-
ve voor fijne Lidtmaten werden gekent: maer
dat wy ter contrarie fchuldigh zijn, de kranck-
heden van foodanige te verdragen, de felven niet
te oordeelen, maer aen te nemen, verwachten-
de dat den dagh de waerheydt ontdecke. De
contrarie prafricque van 't Paufdom, alwaer-
men om alderhande Leer fiucken , nae menige
Kerckelicke determinatie, de Luyden anathema-
tifeert, verkettert, ende verdoemt, hebben dg
onfe akijdt gefeydt niet te komen uyt den Geeß
Cbrifli
, maer uyt den Geeß des Anti-cbrifls: lin-
de foo wanneer de Papillen den onfen verweten
de verfcheydenheydt van het gevoelen vande
Gereformeerde Leeraers over eenige poinften,
daer uyt infererende dat wy waren van diverfchè
Religie, is by den onfen daer op feer wel geant-
woordt, dat fodanige verfchillen geen diverfchè
Religie en maken, noch de Kerckelicke eenicbeydt
en]verbreecken: Daer toe allegerende \ Exempel
van alle de Leeraers vande oude Chriftelicke
Kercke, onder de welcke geen twee en werden
bevonden die niet in eenige Leer-ftucken van-
den anderen en hebben verfchilt, maer des niet
tegenftaende akijdt zijn gebleven in eene Alge~
meene Kercke,
houdende met den anderen alle
Chriftelicke gemeenfchap. Defe verdraeghfaem-
heydt in poin&en, die niet ganfchelljck noot-
-ocr page 209-
.
Xlt.BoÉK. GESCHIE DENISSEM. 20p
wendigh zijn ter Saligheydc * is by de voornaem- j^jö,
fte Leeraers vande Euangeüfche Kercken, niet
alleen geleerde, maer metterdaedt gepraétifeert
ge weeft: Sulx fiet-men ,dat foo inden Iare 1529»
als inden Iare 1537. tuflchen Lutherum endede
Svvitferfche Kercken- dienaers, ftaende in gefchil
over 'tftuck van het /ivont-mael, even-wel op-
rechte broederfchap is belooft, ende een wijl
tijdrs onderhouden: hoe-wel daer nae wederom
door hevicheydt gebroocken, tot groot nae-deel
vande Ivuangelifche Kercken, ende tot groote
vreught, vobr-deel ende verflerckinge vande Pa-
pitten. De felve voet van Tolerantie is we-
derom hervat inden Iare 1570 in Polen ende Li-
thouvv
, tuflchen de Kercken vande dufburgh-
febe
, Boheemfche ende Svvitferfche Confeße:
alle welcke niet tegenftaende haer verfchil in
het ltuck van het Avont-maeU malkanderen heb-
ben belooft alle Chriltelicke liefde endevrundt-
fchap, verklarende d'eend'ander te houden voor
rechtfinnige Kercken, ende bereydt te zijn ha-
re onderlinge eenigheydt te bethoonen, foo door
'tgehoor vande Predicatien, als door de gemeen-
fchap der Heylige Sacramenten: Defe Eenig-
heydt door Godes funderlinge genade in de voor-
noemde Kercken tot noch toe onderhouden zijn-
de, heeft haer kracht ende iterekte gegeven,
foo jegens de Papiflen, als jegens de Samofate-
tiianen.
Gelijcke manier van Eenigheytis oock
inden Iare 1575 aengegaen, ende noch onlancx
vernieuwt ,tulfchen 'die vande Cmfeffie van Auf
burgb, ende
den genen diemen noemt Hußten,
mitfgaders de Broeders diemen noemt Valdenfes
in het Coninghrijck van Bohemen» Dat in
Duydtfcb-landt op gelijcke voet de Kerckelicke
eenigheydt, tuflchen de Proteflanten niet en is
getroffen, heeft aende zijde vande onfen niet
ontbroken, die aende Lutherf che altijdt de felve
Eenigheydt hebben geprefenteert, blijvende ve-
der een byde vrijheydc van fijn gevoelen: waer
IV. Stuk.
                    O                         &*•*
-ocr page 210-
aio AMSTERDAMS II.Deei,.
X6l6. mec*e de Luther [che zijn gellelt int ongelijck
voor Godt ende den menfchen. Dit blijckt by
de aften van Conferentie gehouden tot Mompel-
gard
, byde brieven die de Heere Churfurft
Palfgraef Frederick h. 1. m. aenden Palfgraef
van Nyenburgb
heeft gefchreven, vele verfchey-
den boecken van onfe Gereformeerde Leeraers,
ende onder ander een, onlancxuyt-gegevenby
D. Parceum ProffefTeur tot Heydelbergh , ex-
preflèlïck ten dien eynde ingeftelt, om de Lu-
therfche te recommanderen de voorfeyde Tole-
rantie. Onfe Nederlandtfcbe Kercken hebben
oock fpecialick over langen tijdt gethoont hare
genegentheydt tot defe Moderatie. Want alfo
inden Iare 1577 de Saxenfcbe Theologanten
feecker boeck genaemt Concor die-boek hadden
uyt-gegeven, inhoudende een condemnatie van-
de Kercken in 'tftuck van het Avont-mael van
haer verfchillende, foo zijn noch inden felven
Iare, in Septembri, te Francfoort vergadert ge-
weeft de Gedeputeerde vande Franfche, Pool-
fche, Hungerfche
, Boheemfcbe, Svvitferfche en*
de andere Kercken, in prefentie van een" Arrt-
bafladeur vande Coninginne van Engelandt h. m.
ende eenighe Gedeputeerde vande Heer Palf-
graef lan Cafimir:
In welcke by-een-komfte
mede zijn verfchenen de Gedeputeerden vande
Nederlandtfche Kercken, ende hebben eenfa-
mentlijck ingeftelt een Remonftrantie aen eeni-
ge Churfurften ende Furften van de Auf burgh-
fche Confeffie, om te thoonen de onbefchey-
denheyt, ende het perijckel dat gelegen was
inde voornoemde condemnatie ende af-fnijdinge
van Eenigheydt. Ende is daer-en boven inden
Iare 1579 een feer fchoon Boeck uyt-gegeven op
den naem vande Kercken dienaers vande Neder-
landtfche Gereformeerde Kercken, dienende al-
leenlijck om de fcheuringe, die by de Luther-
fchen was aengevangen, te ontgaen. Dien-vol-
jjende foo heeft oock de Suydt-tLoUantfcbe Sy~
fiw"
-ocr page 211-
XILBoek. Geschiedenissen, äit
fiodus, noch inden lave 1604. den Lutherfcheri 161&
Predicant toe FPoerden, door hare Gedeputeer-
den doen befoecken, ende hem noden tot de
vereeniging, door het exempel hier Vooren ge-
allegeert vande Kercken van Polen, Gelijck nu
over het verfchil van het Avont-mael ende'tgunt
meer tuflehen ons ende de Lutherfche oneens is*
byden onfen akijdt de Tolerantie is geprefen-
teert geweeft, foo ift oock kennelijck dat iii
Engelandt, in Svvitferlandt, ende in meer an-
dere plaetfchen, over de Nederdalinge Cbrifli
ter Helle
, over de Excommunicatie ende meer
andere poincten , difputen zijn gerefen, ende tot
noch toe niet en zijn gedecideert, fonder dat
daeromme de Kerkelicke Eenigheydt is ver*
broocken. D Francilcus lunius, in fijn leven
Profefor inde Vniverfiteyt tot Leyden, bewogen
zijnde door de occafie van eenige Kerckelicke
gefchilien tot Utrecht gerefen, heeft een Ver-
maninge tot Vrede uyt-gegeven, al waer dit ftuck
vande Tolerantie over het verfcheyden gevoe-
len feer fterckelick beweert, ende als hoogh-
noodigh voor-den welftant vande Kercken werdt
gerecommandeert. De voornoemde Suydt-Hol-
landtfche Synode vanden lare 1604. bydeFran-
fche Kercken zijnde gewaerfchouwt , dat D.
Pifcator
Profefleur tot Herborn in *l Graeffchap
van Najfau eenige doolinge leerde vande Bekee-
ringe
, van het Geloove, ende vande vverckelijc*
ke Recbtveerdigbeydt
Chrifti, heeft goedt ge-
vonden de. Franfche Kercken te vermanen, dat
fy de faecke doorfnlcke hevicheydt niet drijven
en wilden, dat daer uyt eenige fcheuringe ofte
twift mochte ontftaen: zedert welcken tijdt
Tilenus
Profefleur tot Sedan, in het fluck vande
Recbtvaerdigh-maeckinge ('twelck akijdt inde
Gereformeerde Kercken is gehouden geweeft te
zijn vande Hooghfte importantie ) nae volgende
de opinie D. Pifcatoris, is daer door geraeckt
in harde contentie met D. Molinao, een wel-
O a                         bc-
-ocr page 212-
«m AMSTERDAMS II. Deel.
ß bekende ende uyt-neniende Kercken - dienaer in
Vramkrijck. Welcke contentie uyt de wege
geleydt is, door tuflchen-fpreecken vande Heer
van Pleßis ende andere geleerde perfoonen, in
dier-vougen dat den een den anderen heeft ge-
kent voor een rechtfinnich Leeraer, blyvende
onder-tuflchen elck by fijn opinie. De felve
voet van Tolerantie wert oock gepractifeert foo
hier te Lande als in andere Landen byden genen
die de Predeflinatie ftellen fonder conditie, al-
foo eenige van hemluyden de felve Hellen bo-
ven , ende andere onder den Val, fulcx dat in-
de Haeghfche Conferentie, by de Broeders die
daer genoemt zyn Contra - Remonflranten, wel
uytdruckelijck is gefeydt, dat daer over noyt
ceniger on-eenicheydt ofte ftrijdt geweeft is in
onfe Kercken.
Om nu defe Generale Regel van Toleranties
appliceren tot de queftien vande Predeflinatie
ende den aenkleven vandien,
fulcx die inde voorfz.
Conferentie zijn gedifputeert, ende waer door
(Godt betert) foo droevige alteratie is gerefen
in onfe Kercken; wie is foo vermeten die foude
dorven feggen dat de kenniffe vande felve ter
«ener ofte ter andere zijde t'eenemael noodwen-
digh is ter Saligheydt? want de poincten die
alfoo noodwendigh zijn, moeten by Vrouwen
foo wel als by Mannen; by Ionge foo wel als
by Ouden; by Arbeydtfluyden foo wel als by
Doctoren verftaen ende aengenomen werden,
op verlies van hare Saligheydt. Hoe veel een-
voudige Godfalige menfchen zijn daer nu in de
Gemeente Cbrifli, jaemiffchien onderde Kerc-
ken-dienaren felve, die den ftant van'tverfchil
niét en verftaen, ende veel minder weten wat
zijde fy behooren te kiefen: füllen wy die dan
de Saligheydt dorven ontfeggen ? T'zy verre van
een Chriften menfche dat hem fulcx inde fin
foude komen. Beyde de opinien komen daer
' in over-een, dat alle de befluyten ende werckin-
-ocr page 213-
XII. Boek. Geschiedenissen. 213
gen Godes , aengaende de Saligheyt der men-
fchen, zijn gegrondt in Ie/u Chriflo, ende hou-
den over-fulcx het eenige Fondament het welck
is lefus Chriflus; de meefte difpuren komen aen
op de ordre die daer is tuflchen Godes voor-
wetenheydt ende Godes befluyten, die nochtans
in Gode alle beyde zijn van alle eeuwicheydt.
Hier op zijn door de al te groote fubtijlheydt
van difputen, gerefen foo intricate queftien, dat
de aldergeleerdtfte qualijck raedt weten om haer
felven daer door te redden. Dat nu dan over defe
1pom£ke.n deTokrantie haer behoort uyt te ftrecken
niet alleen tot de gemeene Lidtmaten, rriaer oock
tot de Leeraers, brengt de Reden felve mede,
overmits de Leeraers niet exempt en zijn van
onwetenheydt ende dwalingen, ende over-fulcx
mede zijn onder het getal vande genen welcker
fwackheyden de andere moeten helpen dragen.
De geftadige praéticque der Gereformeerde Kerc-
kcn thoont fulcx oock klaerlijck. T'huif-boeck
Bulingeri is hier te Lande genouch bekent: Lo-
ei communes Melancbtonis
"zijn niet alleen uyt-
gegaen in 't Latijn, maeroockin'tFranfch,met
een treffelijcke recommandatie D. Calvinu Die
defe boecken fal willen confereren met de In- '
ftitutien D. Calvini, ende met het gunt by D.
B'jzam op 'tftuck vande Predefl'matie ende den
gevolge vandien is gefchreven, fal het gefchil
van haer gevoelen over de huydendaeghfche
queftien wel klaerlick bemereken. Nochtans zijn
alle defe Perfoonen geweeft geleerde ende God-
falige Mannen, uyt-nemende inftrumenten Go-
des, jae colomnen vande Kercke. Elckeen van
hemluyden heeft buyten twijfel gewandelt met
een goede confeientie, niet alleen geloovende r
maer oock de Gemeente Godes met alle vry-
moedicheydt voor-ftellende 'tgunt een yeder
meende beft gefundeert te zijn in Godes woordt,
ende te dienen tot de meefte ftichdnge vande
Kercke; maer fy en hebben om defes verfchils
O 3                          wil-
-ocr page 214-
314 AMSTERDAMS II. Deeu
wille malkander niet verdoemt, ofte afi^efiie-
den : maer ter contrarie malkander bejegent als
Lieve ende waerde Broeders, en de mede-arbey-«
ders inden Oegft des Heeren, latende alfooaen
hare nae-komelingen eentreffelick Exempel var»
befcheydenheydt, ende moderatie. Alle 'tganc
hier vooren is gefeydt vande Tolerantie endo
Kerckelicke Eenicheyt byden onfen geprefen-
teert aende Lutherfchen, is tot ^efe queflicn
mede applicabel, alfoo de Lutherfche boven het
verfchit van het Avont-mael, oock leeren de
Al-gemeene Genade ,• de Predeftinatie uyt den voor-
gefienen Geloove
; ende dat eenige ware Geloovi-
gen. door Sonden jegens de conCcientie uyt den
Gelove ende Genade feenemael vervallen:
Sul ex:
dat de Synoden ende Leeraers hier vooren ver-
haelt, den felve Lutherfchen Eenigheydt pre-
fenterende , daer mede verklaert riebben defö
poinden aen geen van beyde zijden te zijn nood-
wendigh, maer de Tolerantie onderworpen :
*twelck oock uyt-druckelijck wert aen-gewefen
by Perkinfum een notabel Leeraer in Engelandt;
ende inde queftie vande Predeftinatie met den
aenkleven van dien, eens zijnde met de Broe-
ders van 'thooger gevoelen diemen hier noemt
Qontra-Remonßr-anten :■ alfo hy feydt dat de Lu-,
therfche Kercken, drijvende de Al gemeene Ge-
wade,
zijn ware Kercken Gods, die den grondtder
Salicheydt onvervalfcht behouden: geïijck oock
de felve Perkinfus de dwalinge vande Pryewil-
fielt onder de poinéten, waer door geen ltuck
van het Fondament en werdt omgeftooten,
VVaer mede feer wel accordeert 'tgunt over ee*
nige laren gefchreven is by D. Paraum Profef«
feur tot Heydelbergb, mede ftaende int gevoe-
len der Contra-Remonßr anten, al waer hy dear-
ticulen vande Goddelicke Predeflinatie, hare
oorfaecke ende vverekingen, ende vande nature-
(les vryen wils Relt,
niet onder de noodfiecke«
}icke articulen, ma.ero.nder de Tbsologifcbe B&-
-ocr page 215-
XII.Boek. Geschiedenissen. 215
ßuy tingen, waer in men wel kan verfchillen fon- 1616*
'der de Vrede ende Liefde te breecken: daer by
vougende, indien de Euangelifche Theologan-
ten fulcx wel wilden bedencken , datmen min-
der gekijfs inde Kercken foude vernemen, ende
dat het middel nae byde handt foude zijn, om
de wonden te genefen ende de Vrede te treffen.
De Kercken van Anhalt, als oock eenige Laer-
aers in Denemarcken, hebbende verlaten de Lu-
therfche
opinie van het Avont-mael, zijnde noch-
tans in 'tftuck vande Predeßinatie ende den aen-
kleven vandien gebleven by het lager gevoelen,
'twelck hier te Lande byde Broeders diemen
Remonßtanten noemt werdt verdedight : ende
nochtans iskennelick dat andere Gereformeerde
Kercken, met de Kercken ende Leeraers alfoo
gevoelende, hebben onderhouden ende noch
onderhouden alle goede Eenigheydt ende broe-
derlicke correfpondentie. In Engelandt zijn
jegenwoordigh, niet in geringe maer in hooge
Kerckelicke ampten, perfoonen van het eene
ende van het ander gevoelen, fonder dat daer-
omme de Vrede der'Kercken eenighfins werde
verftoort. Om noch naerder te komen, Sijne
Ma', van Groot Bretaingen, rijpelick deur - ge-
lefen ende over-gewogen hebbende de Articu-
len, fulcx die zijn vervatet inde Remonßrantie^
met de Articulen vande andere zijde, heeft ver-
klaert ende aende Heeren Staten gefchreven be-
vonden te hebben, dat beyde de opinien met de
waerheydt des Chriftelicken Geloofs, ende met
der Zielen Saligheydt wel können beftaen." In-
dien wy van Engelandt ons wenden nae Franc-
rijck,
wy en können daer niemandt onder de
Gereformeerde Leeraers vinden van meerder
aenfien ende reputatie als is D. Molinaus, die„
in feecker Advijs, gegeven tot de ver-eeniginge
der Kercken, feydt, datmen behoort te trach-
ten om van alle de Euangelifche Confeflien Eene
Conjeße
te maecken ('twelck oock is geweeft
O 4                           het
-ocr page 216-
%i6 AMSTERDAMS H.DfeEt.
%6l6. het advijs vande Gedeputeerde vande Kercken
inde Vergaderinge tot Franckfort hier vooren
aen geroertj ende datmen daer-inne behoort ftil-
fwijgens voor by te gaen vele faecken, fonder
kennüTe vande welcke een menfche kan Saligh
werden; gelijck als is (feyt hy) de queftie van
Pifcator,ende velefubtileopinii n geproponeert
by Arminias aengnende den Fryen wille ; de
Volbardinge der Heyligen, ende de Predeflina-
tie;
daer by vougende , dat alle d'Erreuren in
de Religie zijn gekomen, De vouloir trop [ga-
voir^oude vouloir trop nvoir.ónt
i-, uytdegroo-
te curieufheydt, ofce uyt giericheydt ende am-
bitie: dat het laetite de Rmmfche Kercken heeft
bedorven, maer dat getracht werdt de onfen te
bederven door het eerfte; maer indien wy ons
felven konden gebieden veel dingen niet ce we-
ten , ende ons re vrede te houden met de faec-
ken die noodigh zijn ter Saligheydc, ende in
materien die niet nootfaeckelijck en zijn , te
dragen de d malende ende anders gevoelende ,
dat wy alfdan het meerder-deel vande wegh tot
de Vrede fouden hebben gewonnen, indien ons
Duydtflant, Engelandt, ende Vranchrijck niet
en contenteert. ende dat wy willen fieii op het
gevoelen ende praétique van onfe Landen, men
fal bevinden dat hierin llollandt Kercken-die-
naers zijn over de veertigh laren aengenomen
in Dienfte, die ten tijde van haer aenneminge
opentlick hebben getuyght haer te houden aen
het lage gevoelen, 'twelck nu genoemt wert het
gevoelen der Remonflrantcn, fonder dat yemant
gepretendeert heeft haer daerom uyt den üienft
te weeren, ofte haer gevercht heeft anders te
leeren dan fy gevoelden. D. Gomarus^ D TreU
catius, D. Cucblinus,
ten tijde als D. /Jrminius
met hemluyden diende in de Vniverilteyt tot
Leyden , hebben folemnelick verclaert datter
tuffchen hemluyden haers wetens geen verfchil
en was, nopende de Fondamenten vande Leere.
Paf
-ocr page 217-
XII. Boek. Geschiedenissen. 217
Dat meer is,noch inden lare 161 i.naedat door I£l6
het houden vande Conferentie den flandt van het
gefchil volkomentlick was ontdeckt, allo de
Heeren Staten den Predicanten refpeclivehck
vermaent ende belall hadden, malkander in Broe-
derlicke ende Chriflelicke liefde te bejegenen,
ende alles te helpen dirigeren tot Rufte ende
Vrede, hebben de felve Predicanten foo van
d'eene als van d'andere opinie aengenomenhaer
daer nae te reguleren. De Synode vande Fran-
fche Kercken
defer Vereenighde Provinciën, heeft
inden lare 1612. mondeling , ende inden lare
1613. fchrifcelick verklaert ende belooft de
Broederlicke Eenigheydt te onderhouden met
de Kercken ende h ercken dienaven van hare Sy-
node, niet tegenflaende dehuyden-daegfche ge-
fchillen. Hoe - wel nu daer nae het vyer van
On eenighey t meer is opgeblafen dan wel ware
te wenfchen, foo en heeft nochtans daer door
de natuyre vande fa^ cke niet können verandert
werden, nochte rechtvaerdige materie gemaeckt
van fcheuringe 'tgunt voor defen altijd was ver-
ftaen te zijn een materie van Tolerantie. T'welck;
feer wijflelick ende Godvruchtelick confidere-
rende vele Kercken-dienaers van het hooger ge-
voelen , jae vele Kercken ende Clafes, beftaen-
de uyt Kercken-dienaers van beyde de gevoe-
lens, hebben de Tolerantie ende Chriflelicke
Eenicheydt tot noch toe onderhouden, niet al-
leen in Hollandtende VFefl - Vrieflandt, maer
oock inde Nae - buyrige Provinciën, alwaer de
felve queflien zijn ontflaen: Zijnde onder de
felve Kercken-dienaers vele van die Geleert-
heydt, dat het een temeriteyt ware de felve in
ditiluck te befchuldigen van Ignorantie, ende
van die Vromicheyt, dat het een onbefchaemt-
heydt ware te fuftineren dat fy fulcx fouden
doen jeghens hare Confcientie.
Hier by dient oock wel over-gewogen, dat
defe queflieufe poinclen niet alleen niet en ffltt
*                     O 5                      nood-
-ocr page 218-
2iS AMSTERDAMS II. Deu.
1616. noodwendigh geweten te werden ter Saligheydt,
maer dat oock de felve zijn foo fwaer, ende van
foo diepen infichte, datmen niet en fal bevin-
den , dat of inde Oude Chriftelicke Kercke, ofte
inde Gereformeerde oyt daer van is gedaen ee-
nige Synodale decifie. Want wat belangt de
Oude Kercke, 't is kennelick dat de Xeeraers
vande eerfte vier hondert laren nae de Apofto-
lifche tijden, deurgaens thoonen van die hooge
poinden geene kennifle gehadt te hebben, fulcx
dat oock de Gemeente uyt hare Predicatien ende
boecken geene kennifle vande felve pointten
heeft können ontfangen. Dat meer is, D. Cal-
vinus
, Beza ende andere vande felve opinie, be-
kennen rondelick dat die Leeraers van die tij-
den anders als fyluyden van defe faecken gevoelt
ende gefproocken hebben: nochtans ift feecker
dat de Chriftelicke Een-voudigheydt noyt meer
als in die tijden heeft gebloeyt: Dat noyt meer
Martelaren hare Zielen Chrtflo hebben op-geof-
fert: tot een feecker teycken dat foo wel de God-
falicheydt als de Salicheydt fonder foo hooge
wetenfchap wel können beftaen. Daer nae alfo
eenige Ketters de Natuerlicke krachten der Men-
fchen jegens de Genade begonften te verheffen,
foo heeft Augufiinus, een Hoogh-vermaert Leer-
aer der Kercken, de faecke wat hooger gevat,
ende fulcx voor-geftaen de noodwendicheyt
vande Genade om tot de Salicheydt te geraec-
ken , dat hy daer by heeft gevoecht eene Abfo-
lute Predeftinatie, niet fonder oppofitie van ve-
len. Hoe wel nu t'fijnen tijden jegens de voor-
noemde Ketters vier ofte vijf'Concilien zijn ge-
houden : dat oock Augufiinus principale Direc-
teur is geweeft van een vande felve Concilien
gehouden binnen Carthago, foo blijckt even-
wel uyt de Aélen vande felve Concilien, dat daer
by vande abfolute Predeftinatie ende 'tguntdaer
van dependeert geene decifie is gegeven ter een-
re nochte ter andere zijde: maer beftaet het fom-
mier
III......               _. 't .;. - lélA!
-ocr page 219-
XII. Boek. Geschiedenissen. 21p
mier vande befluyten vande voornoemde Con- 161&
cilien daer inne, dat geleerdt werdt, Dat alle
Menfchen verdorven zijn , ende dat niemandt yec
kan doen, dat Geeftelick goedt is, fonder eenige
inwendige ende onverdiende Genade Godes. Al-
foo nu daer nae eenighe andere de Genade foo
verre erkenden , dat fy toe - ftonden, dat den
voort-gangh in het goede quam vande Genade,
meenende ondertufichen dat eenige Menfchen
door. een beginfel van een Goeden wille de Ge-
nade voor quamen, foo is jegens de fel ve gehou-
den geweeft een Concilie te Orangie, waer-inne
fommierlijck geleerdt werdt, dat oock het be-
ginfel van het goede kompt uyt de Genade,
Tonder dat in het felve Concilie als noch eenige
mentie werdt gemaeckt van een Abfoïute Pre-
deftinatie ter Sal gheydt: ende daer-op zijn de
faecken voor die tijdt blijven beruften. Met de
Exempelen van het Paufdom en willen wy ons
niet behelpen; even-wel is aen-merekens waer-
dich dat die poinéten waer over die Scholaflique
Schrijvers (foo - men die noemt) foo on-eens
zijn, waer over de Dominicanen twiften met de
Jefuijten, jae de Iefuijten oock onder malkande-
ren, geenfmts en können gehouden werden voor
oorfaecken van onfe afwijekinge van het Pauf-
dom : ende hoe-wel inde Roomfche Kercke over
vele hondert laren de maniere is geweeft van
feer lichtveerdelick te procederen tot decifie
ende tot condemnatie, dat nochtans de Paufen
de queftien vande abfoïute ofte geconditionneer-
de Predeftinatie , als oock de maniere vande
werekinge vande Genade in den wille des Men-
fchen, niet en hebben gedecideert aen d'eene
ofte aen d'andere zijde: maer hebben aen beyde
de parthyen hare opinien vry gelaten, met ver-
bodt van malkanderen te condemneren off.e bit-
terlick over te halen. Godt gave dat de Kinde-
ren des Lichts in defe faecke foo wijs waren als
4e Kinderen der DuyfternnTe; ende 'tgunt de
-ocr page 220-
aso AMSTERDAMS ILDeeU
1616. Papiften doen om haer wereldtfch - rijk ftaende
te houden, dat de Euangelifche fulcx deden om
het Rijck Chrifti in Liefde ende Vrede te bou-
wen. Die nu den tijdt fal willen infien van het
beginfel af vande Reformatie tot nu toe, fal
bevinden dat hoe-wel defe queftien genoechfaem
alle Kercken door-wandelt hebben , even - wel
noytdaervan in eenige wettelicke Synode de-
cifie is gegeven: ende hoe verfcheydelick de~
ConfeJJien fpreeken van defe materie, kan een
yder lichtelickbemercken die demoeyte wil ne-
men om de felve met aendacht te door - lefen.
Eenige meenen dat in Engelandt tot Lambetb
inden ïare 1595. defe queftien Synodalick fou-
den zijn gedecideert: maar 't is een merckelick
abuys: alfoo de by - een - kompfte tot Lambetb
geen Synode en is ge weeft, nochte oyt voor
fulcx en is gehouden: oock de Articulendie al-
daer zijn gefielt, alleenlick betuygen de opinie
ende 'tadvijs vande Theologanten die aldaer wa-
ren vergadert,en daer-en boven in dier-vougen
zijn in gefielt, dat foo weidie van het lage,als
van 'thooge gevoelen de felve fouden können.
aen-nemen fonder haer opinie te veranderen:
maer 'tgunt meeft ftaet te noteren, is, dat by
authoriteyt vande Coninginne h. m. defe Arti-
culen van Lambetb zijn verboden te publiceren,
ende dat Sijne Majefteyt jegenwoordigh regne--
rende, zijnde verfocht by eenige Predicanten,
dat fy defe Articulen fouden laten infereren in-
de Confeffie van Engelandt, fulcx heeftgewey-
gert, meenende ondienftich te zijn, darmen 'tfelve
Boeck vande Confeffie foude florieren metTheo-
logicale conclufien.
Mijn Heeren de Staten, door defe ende meer
andere redenen wel verfeeckert zijnde dat nie- ■
mandt geoorloft en is ter fake vande poinften
inde Conferentie verhandelt eenige fcheuringe
inde Kercken aen te rechten, hebben verftaen
haer ampt te zijn, by Publique Authoriteyt,.
ChriÊ
-ocr page 221-
XII.Boek. Geschiedenissen. 221
Chriftelicke Refolutien , ende bequame uyt- 1616.
voeringe vande felve Refolutien, foodanige
fcheuringen te beletten. Hier jegens is by eeni-
ge gefuftineert, dat defe faecke zijnde Kercke-
lick, eerft behoorde gexamineert te werden by
een wettelicke Synodale Vergadering: waer je-
gens verfcheyden - malen is verthoont dat foo-
danige Synodale Vergaderinge in defe materie
niet noodigh, ende, nae gelegenheydt van tij-
den , oock niet dienftigh en was. Dat de Syno-
dale Vergaderinge niet abfolutelick noodigh en
is,blijkt uyt 'tgunt hier vooren is gefeydt, van-
de Authoriteyt van een Hooge Overheydt over
Kerckelicke perfoonen ende faecken, in welck
poinét mijn Heeren van Amflerdam baer altijdt
hebben verklaert conform de andere Landen
vande Vergaderinge : want indien de Hooge O-
verheydt van Godt Almachtigh heeft ontfangen
volkomen macht ende authoriteyt, om alles te
gebieden ende uyt te voeren, dat Godt gebiedt
in fijn Heylich woordt (gelijck alle Gerefor-
meerde Leeraers jegens de Papiften tot noch toe
hebben gefuftineert) foo en behoeft de Hooghe
Overheydt daer toe geen Authoriteyt vande
Kercke te ontleenen, jae is fchuldigh de felve
Authoriteyt te gebruycken , niet* alleen fonder,
maer oock jegens de wille van vele Kercken-
dienaers. Alfoo nu dan de fcheuringen om
queftien niet noodwendich ter Saligheydt in Go •
des woordt klaerlick zijn verboden, ende de
queftien inde Conferentie verhandelt nae lange
ende rijpe examinatie , nae dat by de notabelfte
Kercken-dienaeis ter weder zijde de materie op
'tbreetfte was verhandelt, openbaerlick zijn be-
vonden te zijn niet noodwendigh ter Saligheydt,
•foo en heeft de Hooge Overheydt niet anders
können doen als Godes wet int werckteftellen,
ende alle contraventie te beletten. Alle de Ge-
reformeerde Leeraers fuftineren oock jeghens
de Papiften dat het Recht vande Synoden te
con-
-ocr page 222-
222 AMSTERDAMS II. Deel.
convoceren de Hooge Overheden toekompt,
waer in buyten twijfel begrepen is de vrijheydt
van te oordeelen of de Synode dienftich fa) zijn
ofce niet , welcke vrijheydt de Hooge Over-
heydt werdt benomen, alfmen foude willen fui-
tineren de Synoden abfolutelick noodigh te zijn,
felfs oock nae foodanige examinatie als hier voo-
ren is verhaelt. De geftadige praótique ftrijdt
oock jegens foodanige gepretendeerde noodwen-
dicheydt. Want de Coningen van 'Juda vele
verbeteringen in Kerckelickefaecken hebben ge-
daen nae Gods woordt fonder eenige Synode.
Vele Gereformeerde Leeraers allegerende 'te-
xempel vande Keyfer Tbeodofi?, die naedeaen-
roepinge van Gode- hulpe over Kerckelicke dif-
ferenten een uyt-fpraeck hadden gedaen, feg-
gen dat daer uyt meer goets is gevolght als uyc
eenige Synode. De Reformatie felve is die te
wege gebracht by Synoden in de llijcken ende
Landen van Europa? In 'tminfte niet: het re-
medie en was vande KerckelickePerfoonen niet
te verwachten die de oorfaecke waren vande
fieckte: Maer de Coningen ende Overheden
door Godts woordt verlicht zijnde, hebben door
Publique Authoriteyt de Reformatie te wege ge-
bracht. Ende op datmen niet en meene dat dit
all een lick plaetfe heeft in een foo groote ver-
dorventheydt als daer was in het Paufdom, de
Churfurften, Furften ende Steden van 'tRijck
die de dwalingen over 'tftuck vant Avont-mael
hebben geweert uyt hare Kercken, die ander-
fints aireede waren gere formeert, hebben fulex
niet gedaen door Synoden, maer door Publique
Authoriteyt. Godt heeft haren y ver gefegent,
ende fy werden byde onfen daer over ten hóogh-
ften geprefen. Kan dan de Publique Authori-
teyt fonder Synode te wege brengen verbeterin-
gen vande Leere, hoe veel te meer kan de fel-
ve in (\eüi faecke plaetfe hebben. daer in 'tmin-
fte byde Hooge Overheydt niet getracht en werdt
ora
-ocr page 223-
XII.Boeic. Geschiedenissen. 223
om de Leere te veranderen, maer om fcheurin- 1&16.
gen te vermijden. Die met aendacht wil letren
op de Kerckelicke gefchiedeniffen , fal wel be-
vinden dat het bequaemfte middel tot Remedie
van fcheuringen altijdt is gehouden geweeft te
zijn de Publique Authoriteyt. Alfo in Africa de
Donatiften haer hadden afgefondert vande Al-
gemeene Chriftelicke Kercke, ende de faecke
langh fondcr vrucht byde Kerckelicke perfoo-
nen was verhandelt, heeft eyntelijck den Key-
fer Conflantinus de fake moeten evoceren tot
fijne kenniffe, ende daer inne fententieren. Dan
de faecke daer mede niet t'eenemael zijnde ge-
recht, is een ruymen tijdt daer nae vande recht-
fmnige Leeraers verfocht geweeft een Confe-
rentie
voor Marcellino als Commiflaris byden
Keyfer Honorio daer toe geordonneert , alwaer
parthyen gecompareert, ende alles gededuceert
hebbende dat ter faecke dienende was, is byden
voornoemden Marcellinum uyt-fpraecke gedaen,
door de welcke ende d'executie daer op ge-
volght, het meeren-deel vande afgeweeckene
wederom zijn gekomen tot de Eenigheydt. Wil-
len wy komen tot d'exempelen van onfen tijdt,
Sijne Majefteyt van Groot Brittannien bemerc*
kende eenige difpofitie tot fcheuringe inde Kerc-
ken van fijn gebiedt, fo over eenige fubtilequef-
tien vande Leere (waer onder mede waren eeni-
ge queftien vande Predeltinatie ende den aen-
kleven vandien) als over de Regieringe vande
Kercken, heeft parthyen in fijn prefentie doen
compareren tot Hamptoncourt, de felye gehoort,
ende op yeder poinél fulcx gcappoinóteert als
fy in goede confcientie bevondt te behooren,
'twelck is t'eenemael een gelijcke faecke, ende
gelijcke manier van procederen als in defen by
de Heeren Staten is gehouden. Ende om noch
naerder te komen, D. Beza (waerdigermemo-
rie) verhaelt in een van fijne boecken, dat tot
Ikrn eenige beginfelen van fcheuringe zijnde.
-ocr page 224-
» ' '■'                 "mmm—™"^
224 AMSTERDAMS II. Deei."
l6i6. gere^en over 'tftuck vande Predeflinatie den
Raedt van Bern een Edict hebben laten uyt-
gaen, daer by een yeder verbiedende , dat fy
niet onbedachtelick vande fvvare materie vande
Predeflinatie en fouden fpreecken: Beladende
voorts de Kercken-dienaren, dat fy vande felve
faecke matelick, religieufelick, endefonderer-
gernifTe uyt Godes woordt fouden leeren, foo
wanneer de occafie fulcx foude mede-brengen ,
met bevel datniemant uyt het gebiedt van Bern
(foo als eenige onbedachtelick deden) nae Ge-
vieve
ofte andere plaetfe ten Avontmael fouden
loopen,maer dat een yeder het felve foude ont-
fangen uyt handen vanden Dienaer van fijne
Kercke: Seggende D. Beza dat daermede defe
moeyte een"eynde heeft genomen.
Dat yemandt nu foude willen feggen. dat het
Oordeel vande Synode wel niet noodigh en is
om die oorfake dat die Hooge Overheydt geen
Macht ofte Authoriteyt foude hebben buyten
de Synode ,maer om door 'tAdvijs vande Syno-
de te beter te zijn geinftrueert, die felve foude
eerll wederleydt werden door vele voor-ver-
haelde exempelen, alwaer bydc Hooge Over-
*heden geen Advijs van Synoden en is genomen,
ende door de reden felfs, overmits eenige faec-
ken foo klaerlick zijn gefielt in Godes woordt,
ende een Hooge Overheydt daer van foo feec-
kerlick kan zijïi overtuycht, dar fy niet en be-
hoeft te rade te gaen met Vleyfch ofte Bloet,
alfoo niemandt raedt en vraecht ofte gehouden
is te vragen inde faecken waer van hy feeckere
kenniffe heeft: gelijck een Hooge Overheydt
wel kan ende behoort te hebben van defe twee
faecken , als dat de verdraeghfaemheyt over
Poinéten niet geheel noodigh ter Salighevdtons
van Godt is bevolen, ende dat de Poinften die
nu zijn in queftie onder de geheel noodige
Poinéten niet en können gereeckent werden.
Staet aock te letten (gelijck Auguftinm dick-
niacj
-ocr page 225-
XII. Boek. Geschiedenissen. 225
mael vermaenr) datmen uyt de over-een {lern- t<5l6.
minge van vele treflelicke Leersers wel foo goe-
den raedt ende vafte kennifle kan ontfangen als
uyt een Synode. Wie en foude fulcken Sy-
node niet feer achten daer hy D. Calvinum, D.
Bezam, D. Hyperium* D. Urfitmm
, D.VFhi-
t aker um, D. Perkinfum
, D. Iuellum, D. Da-
nczum, D. Iutiium, D. Partum, D. Cafaubo-
num
, D. Pifratoretn, D. Molinaum foude hoo-
ren fpreecken ? Vraeght defe allen of men niet
fchuld ch en is malkander te tolereren over defe
queflieufe Poinóten ende andere van gelijcke
nature ? Sy füllen in haer gefchrifcen antwoor-
den lae. Is dit noch niet genoegh, ende wil
yemandt noch infifteren op een Synode, de fel-
ve gelieve te gedencken datmen foo wel Inftruc-
tie ende Adv ijs kan ontfangen van Oude als van
Nieuwe Synoden, fo wel van VVtheemfchen
als van Inlandtfchen. De Oude Synoden ge-
houdenten tijden Auguflini, mitfgaders de Sy-
node van Orangie leeren ons, datmen de Eer
van Godes Genade wel kan voorftaen, fonder
yet te decideren over 'tftuck van de Abfolute
Decreten ende 'tgunt daer van dependeert. De
Synode tot Sendomir, ende de Synode tot Franc-
fort
beyd hier vooren verhaelt recommanderen
ons de Tolerantie. VVibmen noch enkel heb*
ben een Synode van ons Landt, ende van- on-
fen tijdt; wy hebben hier vooren geallegeertde
Synode te VFoerden , ende de Synode vande
Franfche Kercken. Soo veel Claffes die de To-
lerantie
over de queftieufe Poincïen praéliferen
zijn foo veel kleyne Synoden als men de fake,
niet den naem infiet. De twaelf Conferenten
aen weder zijde, zijnde de voornaemfte Kerc-
ken-dienaers van beyde de opinien, die int lange
zijn gehoort, alles hebben bygebracht etat fy
meenden te dienen tot voorftant van hare opinie,
ende niet te minder eyntelick malkander Broe-
derlijckeliefde belooft hebben,behooren ingheen
IV. Stuk.
                   P                      min-
-ocr page 226-
1
£26 AMSTERDAMS H. Dèee.
ï6i6 m^nc^er aenfien te zijn als een Synode. Dien
die al niet genoech en is, om Advijs ende In-
ftru&ie te ontfangen, voor die en kan niet ge-
vonden werden dat hem fal genoegen.
Indien dan niet noodigh en was eenïge nieu-
we Synode over dit ftuck te beroepen, fo moet
geexamineert werden of men oock eenige dienft
iiyt foodanige Synode konde verwachten : want
in faecken die niet Abfolutelick noodigh en zijn,
moet de voorfichticheydt plaetfe hebben, om te
oordeelen wat nae gelegentheydt van tijden dient
^edaen ofce gelaten. De Synoden hebben voor-
tijdts dickmael gedient om eenige Ketterien te
condemneren: Dan wy hebben verthoont, dat de
dwalingen die in defe Poinclen fouden mogen
gefeyt werden te zijn aen d'een of d'ander zij-
de , noyt byde Gereformeerde Kercken gehou-
den en zijn voor heretijc ofte condemnabel. Dat
oock defe Poinelen noyt en zijn gehouden voor
foodanige daer-in-men behoorde decifie te ge-
ven , fulex dat defen dienft vande Synode feer
ondienftich foude zijn: behalven dat om een
decifie te geven over eenige queftien noodigh is
te hebben een fuyver Oordeel, vry van paffien,
'twelck hier te Lande in defe tijden feerqualick
ibude zijn te vinden, als genoech af-genomen
kan werden uyt de hevicheydt vande dagelijcxe
Predicatien ende fchrifcen. Dat by een Synode
een equirabele voet van Tolerantie foude wer-
den geraemt ende eendrachtelick aen-genomen,
fulex kan wel gewenfcht maer feer qualick ver-
hoopt werden voor defen rijdt: want vande Im-
inoderste perfoonen yet moderaets te verwach-
ten is buyten apparentie.M n fiet dat alle hare
actiën te opt nbaerlick loopen, of tot al te groo-
te ongebondenheydt inde leer, ofte tot fcheu- •
ringe". De moderate perfoonen hebben by defe
hevigen geen credijt om yet goets te wege te
brengen: jae felve men fiet hoe feer byde he-
vigen getracht werdt om defen alle haer credijj
dat
-ocr page 227-
XII.Boek. Geschiedenissen. 22?
dat fy byde Gemeente noch overich fouden mo- 16ió»
gen hebben te benemen. Wat diicretie, wat
onpartijdicheydt, wat vreedfame advijfen kan-
men verwachten van gemoederen die in hetheet-
lle zijn van hare alteratie ? T'gunt tot noch toe
is gebeurt in eenige ClalTicale by - een - komfte ,
oock in eenige meerder vergaderinge die fonder
publique authoriteyt onlahcx zijn gehouden >
wijfen genoech aen waer toe dat getracht werdt*
Men gelieve nevens de goede vruchten die by
wijlen zijn gekomen uyt de Synoden , oock te
gedencken eenige die qaalick zijn gefuccedeert*
T'is wel eer geüen dat de Synoden van malkan-
deren gefcheyden, ende elck deel een vergade-
ringe apart maeckende, t'ander deel heeft ge-
excommuniceert. T'is oock feer confiderabel
dat vele kerckelicke perfoonen feer oneens zijn.
met de Overheden op *tftuck vande authoriteyt:
jae haer jegens de Overheden met de Gemeente
poogen te behelpcn.Gelijck nu alle macht grooter
is by een gevoecht dan verfpreyt, alfo ïft, dat de
Synoden dickmael hebben gedient om de Kerc-
kelicke authoriteyt, jegens de authoriteyt van
de Overhelt te Ib'jven, daer van vele exempe-
len, des noodt zijnde, foude können werden
geallegeert. Dient oock gelet op de groote dif-
ficulteyt die daer is in het beroepen vande Sy-
node (alfmen fchoon daer toe foude genegen
zijn) om vele queftien die eerft foude moeten
zijn gedecideert. Vele Kerckelicke perfoonen
fultineren dat aen haer Claiïicale vergaderingen
alleen flaet de deputatien te doen tot de Synodei
de Overheden ter contrarie verftaen dat haer:
toe-ftaet te beforgen,dat tot de Synode mogen
komen de bequaemfte, geleerdfte endifcreetue*
Hier uyt volght een andere queftie, of dehee-
ie vergaderinge vande Heeren Staten by plura-
liteyt de deputatie fal doen, dan of elcklidt vart
de vergaderinge eenige fal deputeren. Eenige
Kercken-dienaers fuftincren dat de genen die de
Pa                          R<-
-ocr page 228-
228 AMSTERDAMS II. Deel.
i(£ Remonßrantie hebben onderteeckent, ofte ee-
nigh bedencken hebben op de Confefße ende Ca-
techifmum
behooren gehoort te worden als par-
thye, maer geen ftem behooren te hebben inde
Synode : defe queftie molt oock gedecideert
zijn voor het houden vande Synode. Men weet
de fwaricheyt die by eenige gemaeckt is, op de
Claufule vande rcfumtie vande voornoemde. Con-
feffie
ende Catechifmo: defe fwaricheyt mode
mede- eerfl komen te cefTeren. Voorts de Sy-
node diemen foude willen beroepen , foude moe-
ten zijn Provintiael , Nationael ofte Genera?!.
De Provinciale Synode (boven alle 'tgunt hier
boven is geallegeert) foude die difficulteyt on-
derworpen zijn, dat in eenige plaetfen de Claf
fen
zijn gefcheurt, en over-iiilcx elck deel fou-
de pretenderen te zijn Claf is van dat quartier,
ende mitfdien de deputatie haer toe te komen,
indien-mcn foude verftaen dat de deputatie Claf
ßcaliter
foude gefchieden. Op de Nationale
Synode
ftaen te confidereren de voor - oordelen
die haer in eenige Provintien hebben geopen-
baert, niet alleen int particulier, maer oock in
notabele vergaderingen, fulcx dat die perfoonen
uyt de Provintie komende, buyten twijfel by
eenigen fouden werden gefufpe&eert. Ende of
mifïchien eenige moderaten oock in die Provin-
tien fouden mogen zrjn, foo isfeer onfeecker of
de felve tot den Synode füllen werden gefun-
den , ja is het contrarie veel apparenter. Daer-
en-boven alfoo-men in de Nationale Synode ge-
woon is by ftemmen te procederen, fouden al-
dacr de Kercken van Hollandt ende VFeß-Vrief
landt
lichtelick pver-ftemt können werden,en-
de byde Gedeputeerden uyt de andere Provin-
tien fodanigen voet genomen werden, die met
den ftant van hare Provintien foude over-een-
Jtomen, maer met den ftant vande Kercken van
Hollandt ende VVeft-Vrieflandt niet en foude
accorderen. Indien men foude willen komen tot
een
-ocr page 229-
XII. Boek. Geschiedenissen. 229
een Generale Synode (gelijck van oudtsallequef- 1616,
tien vande leer in Generale Synoden plagen
verhandelt te werden, ende 'tfelve by vele Co-
ningen, Princen ende Theologanten werdt ge-
acht te zijn het eenige remedie om de on-eenic-
heyden die inde Euangelifche Kercken gerefen
zijn wech te nemen) 'tfelve foude tijdt require-
ren om den Coningen, Princen, Overheden en-
de Kercken daer toe te difponeren: behalven dat
Sijne Majefleyt van Groot Bretaignie, den Cfair-
vorß PaIJgraef, D. Molinaus
in Vranckrijck,
ende meer andere verltaen, dat tot foodanige
Generale Synode de Euangelifche«, die Luther-
fchen genoemt werden, mede fouden moeten
werden verfocht, wäer-in muTchien eenige an-
dere fwaricheyt fouden maecken. In alle ge-
vallen den ftant van onfe Kercken en kan niet
in onfeeckerheyt gehouden werden .tot dat fo-
danigen Generale Synode ('twelck fonder tijdt
en moey ten niet kan gefchieden) te wege foude
zijn gebracht. Daer is noch een poincl dat op
het houden vande Synoden fonderlinge kompt
in conüderatie: dat is de Overheyt moet prae-
lupponeren, ofte fimpelick te willen volgen dat
de Synode fal goet vinden,ofte haer nae-oordeel
vry te willen behouden. Het eerftc is ftrijden-
de met Gods woort, met den grondt der Refor-
matie ,ende met het recht van t'Landt, t'welck
de Heeren Staten van Zeelandt wel - verftaen-
de, hebben dit nae-oordeel aen haer felve ex-
preffelick gerefcrveert. Ende buyten twijfel
dit quitterende foude de Hooge Overheyt het
Landt*ftellen in het uyterfte gevaer, door dien
het foude können gebeuren dat de Indifcreten
inde Synode de overhandt krijgende, yet fou-
den befluyten t'welck niet en foude können uyt- *
gevoert worden, fonder de gemeene faecke te
brengen inde uyterfte confufie. Ter andere zij-
den . indien mijn Heeren de Staten vry houden
(gelijck hare Ed, Mo. behooren te doen) haer
P 3                         nae-
-ocr page 230-
Ä30 AMSTERDAMS IL Deel,
nae-oordeel, foo fal lichtelick gebeuren dat het
oordeel des Synodi, ende het oordeel van hare
Ed. Mo, niet wel over een en füllen komen:
Ende in fulcken gevalle ftaet grootelijcx te be-
duchten of niet vele vande gemeente , infon-
derheyt fodanige die gewoon zijn meer wercx
te maecken van kerckelicke perfoonen als van
hare Hooge Overheyt (gelijck den deck mantel
van Religie vele luyden abufeert) door een
kerckelicke verklaring zijnde geftijft, vervoert
füllen werden tot een quade opinie van hare wet-
telicke Overheyt, ende daer by komende (als
wel gebeurt} eenige fedideufe predicatien ende
gefchriften , lichtelick fouden raecken buyten
het fpoor van hare fchuldige gehoorfaamheyt.
Alle t'welcke (mijn Heeren} by ons niet en
werdt gefeyt met de meeninge, dat wy fouden
wanhoopen van het houden van een wettelicke
Synode, daer foo vele godvruchtigen nae ver-
langen , ende daer toe over lange foo byde Hee-
ren Staten van Hollandt ende VFcß-Vrieflandt,
als byde Heeren Staten Generael goede refolntien
zijn genomen, maer dat wy meenen dat noch
wat tijts van noode is om de gemoederen fulex
te prepareren, dat de Synode mochte hebben
de noodige qualiteyten daer toe gerequireert,
ende voor al een goede genegentheyt tot Vrede,
ende behooiiicke refpeel; van de Hooge Over-
heyt: waer toe de humeuren niet en können
werden gedifponeert, ten zy de onderlinge tO'
lerantie
wat beter werde gefielt inde practique,
t'welck middeler-tijdt niet en kan te wege ge-
bracht werden, dan door goede inductie ge^
voecht met de publique authoriteyt. Voecht
hier by (mijn Heeren) foo het V. E. gelieft,
het advijs van Sijne Majefieyt van Groot Bri-
taignie,
die de Heeren Staten door fijn mimVe
foo ernftelijck heeft vermaent,dat defegefchil-
len niet beter en können werden ter neder ge-
jcyt, dan door publique Authoriteyt. Gelijck
oocls
-ocr page 231-
XII.Boek. Geschiedenissen. 231
oock de Heeren van 't Hof van Gelder landt, ende ^, t
de Heeren Staten s'Lands van Overyjfèlovevde-
fe felve queftien , alfoodie inde landen vanhaer
gebiet mede waren gemoveert, geen ordre en
hebben weten te (tellen, dan door de felve pu-
blique authoriteyr.
Ten is oock niet nieuws 'tgunt defen aen-
gaende nu gefchiet inde landen van Hollant en-
de Weft-Vrieflandt. Want behalven dat de
Graven van Hollandt in oude tijden de couragie
wel hebben gehad van de Paftooren te belaften
haren dienft te continueren , niet tegenftaende
alle interdiótien ende excommunicatien,beloo-
vende haer het felve jegens een yeder uyt te
voeren, foo heeft het Hof van Hollandt inden
Iare 1536. als de Kerckelicke macht op haer
hooghfte was geklommen, wel dorven fchrij-
ven aen alle Officieren, dat fy de Paftooren fou-
den belaften niet indifcreteltck te predicken duy-
ftere materien, of waer uyt het vokk gefchan-
dalifeert foude mogen werden, ofte oorfaecke
nemen van murmuratie jegens hare Overfteofce
anderen, maer te predicken het Euangelie ende
de Epiflelen metftraffinge derfondentdatfyhun
ook wachten fouden jegens malkander op de
ftoel te predicken, maer indien fy van een an-
der yet hoorden dat heretijck ofte fchandaleus
was, dat fy den felven daer van fpreeckenfou-
den alleen, ofte 'tfelve den Officier ofte den
Hove te kennen geven, om dserin voorfiente
worden alft behooren foude. Myn Heeren van
Jmflerdam hebben buyten twijfel goede memo-
rie hoe veel fteden federt de reformatie zijn in
onruft geftelt door defe queftien van depredeßi-
ttätie
,hoe menichmael de faecke is geventileert
geweeft inde vergader in ge vande Heeren Staten:
ende namentlick hoe dat (nu geleden ontrent
achthien jaren) de faecke Sibrandi Taconis, die
over defe queftien metkerckelickecenfuren was
i>efwaert> door authoriteyt vande Heeren Staten
P 4                            i*
f
-ocr page 232-
232 AMSTERDAMS II. Deel.
6ió is geaccommodeert geworden: wat vermaningh
eerit byden Hoogen Rade,daer nae byde Hee-
ren Staten zijn gedaen geweefl aen D. Gomarum
ende D. Arminium, om vrede met den anderen
te onderhouden: wat moeyten dat daer nae zijn
gerefen, door het afvorderen van onge woonelic-
ke maniere van onderteeckcning van Confjße
ende Catechifmo:
ende hoe mijn I leeren de Sta-
ten alles met moderatie hebben gefocht te be-
leyden, tot voor-kominge van fcheuringcn. De
Conferentie is daer nae gevolght: V. E. is be-
kent wie de oorfaecke daer toe heeft gegeven.
Nae dat de Heeren Staten de patientie hadden
gehadt,om al te hoorendatde Conferenten aen
weder zijden wilden allegeren, is by haer Ed.
Mo. op den twintichften Mey 1611. genomen
feeckere Refolutie, waer by hare Ed. Mo. ver-
klaerden de vijf quefrieufe poincten te houden
in flate,fulcx als die voor het aenvangen vande
Conferentie waren geweeft: vermanende voorts
ende beladende den Predicanten, malkander in
Broederlicke ende Chriflelicke liefde te bejege-
nen, ende alles te helpen dirigeren totrufte en-
de vrede; ende daer toe de goede Gemeente,
by de bequaemfte middelen /van het oprecht
voornemen van hare Ed. Mo. te berechten,en-
de over-fulex in hare Predicatien vande voorfz.
poincten foo foberlick ende moderatelick te han-
delen als tot meefle rufte, vrede ende ftichtinge
der gemeente was dienende, fonder ter eenre
ofte ter andere zijde hun te laten voorftaen of-
te verluyden, den anderen daer in overwonnen
te hebben. De equiteyt, moderatie ende difcre-
tie van defe Refolutie is fo groot geweefl, dat
niet alleen de felve inde vergaderinge is gepaf-
feert fonder contradictie, maer dat oock de Pre-
dicanten van beyde de opinien de felve Refo-
lutie hebben aengenomen, ende belooft haer daer
nae te reguleren, als hier vooren is aengeroert,
Hoe konden mijn Heeren de Staten beter getuy-
, i                                 gen
r
-ocr page 233-
XII. Boek. Geschiedenissen. 23J
gen hebben van hare onpartydicheyt, als de be- ,/Cj/c
kentenhTe van beyde de partyen ? Defe Refö-
lutie is geweeft het fondament van alle ge vol gil-
de befoigne, begrijpende in generale termen al-
le t'gunt oyt federt particuïieriick is uyt-ge-
druckt. VVant inde vergaderinge van Auguflo
ende Septembvi daer aen volgende, is gerefol-
veert de felve Reiblutien den Steden over te
fenden, ten eynde Burgemeefleren ende Regier-
ders de felve Refoliuien elck inde haren den
Kercken dienaren alfnoch fouden infmueren, en-
de ordonneren hen daer nae in alles te regule-
ren. In Novembri is nae refumtie byde voor-
noemde Refolutie geperfilleert, met verklarin-
ge dat de Heeren Sraten hielen voor onbehoor-
Hck t'gene daer jegens by yemandc was gedaen;
ordonnerende ende bevelende van nieuws een
yeder hem daer nae te reguleren, op peyne
van als wederhorigh vande bevelen der Hooge
Overheyt geftraft te werden: daer by voegende
dat gelijck haer Ed. Mo. noyt verllaen en had-
den, nochte als noch en verflonden, dat aen ye-
mandt het gevoelen vande vijf poinclen in quef-
tie inde Remonürantie vervat op gedrongen fou-
de werden , dat oock alfoo haer Ed. Mo. ver-
llonden , dat niemandt boven t'felve gevoelen
jegens fijn gemoet foude werden befwaert,maer.
dat foo wel d'eene als d'andere,niettegentlaen-
de het voornoemde verfcheyden gevoelen in al-
le hare dienilen die fy hadden ofte krijgen moch-
ten ende anderfints, onderlinge als broeders in
Chriftelicke liefde fonder eenige verhindering
foude leven ende leeren llichtelick, tot vorde-
ringh van Godes eere, op-bouwinge vande ware
Chriftelicke gereformeerde Kercke, in-voeringe
ende onderhoudinge vande liefde , rufte ende
vrede onder de goeden Ingefeten, alles by pro-
vifie ende tot dat anders, nae goede en rijpe
deliberatie, inde voorfz. faecke foude wcfen ge-
ördonneert, In den Iare 1612, nae dat de Con-
P 5                        fi.
\
<.
-ocr page 234-
*34 AMSTERDAMS II. Deel.
l6i6 ferenten aen we(^er zijden den ftandt des gefchils
hadden geformeert, nae dat fy oock hare advij-
fen hadden in-gelevert, ende over-fulcxde fake
mee alle rijpicheyt zijnde geexamineert, fulex
datmengeennaerder ofte vorder onderrechtinge
konde verwachten, is alfnoch verftaen ende ge-
ordonneert, dat gearbeydt foude werden tot ruf-
te , vrede ende cenicheyt onder de kerckelicke
perfoonen. VVaer na de experientie geleert
hebbende, dat de By-een-kompße van eenighe
vande Conferenten gehouden tot Delft de fake
vande Kercke niet verbetert, maer eer verer-
gert hadde, ende daer by zijnde gekomen de
trouwhartige vermaninghe van fijne Majefieyt
van Groot Bretaignie
hier vooren gemention-
neert,om defe queflien niet door Theologifche
difputen te doen examineren, maer by publique
ïiuthoriteyt te aflbpieren: foo is byde Vergade-
ring noodigh gevonden te Hellen ïeeckere mo-
derate voet op de Tolerantie van het verfchey-
den gevoelen, onder anderen om daer mede te
verhoeden, dat onder de namen van Remonßran-
ten
ofte Contra-Remonßranten niet eenighe haer
en fouden foeken te bedecken, ende alfoo t'fa-
veur vande tolerantie te gebruyeken, die eenige
Leere foude willen defenderen, die byde oude
Chriftelicke,ende daer na byde Gereformeerde
Kercke was geoordeelt, niet te zijn tolerabel.
Hierop fiet de Refolutie, die, na lange examï-
natie met feer groote cequiteyt ende circumfpec-
tie, eerft in lanuario, ende daer nae in Mar-
tio 1614 byde Heeren Staten is gearrefteert.
Hoe-wel nu uwe Achtbaerheden difficulceyt
makende in het aen-nemen vande fèlve Acïe,
niet te min verklaert hadden wel te mogen lij-
den , dat de genen die hen begeerden met den
felve tot haren dienfte, rufte ende welftantder
kereken ende gemeenten inden haren te behel-
pen, t'felve mochten doen, foo fchijnt noch-
tans dat eenige perfoonen daer uytoccafie ende
pre-
-ocr page 235-
XII. Boek. Geschiedenissen. 235
pretext hebben genomen om de voornoemde 1616.
Chriftelkke Refolutie te traduceren , als of de
felve ware partijdelick gemaeckt, duyfter inge-
ftelt, ende in fulcker voegen, dat de felve of-
te ftreedt met de waerheyt, ofte injurieus was
jegens de gereformeerde Kercke. Alle welcke
calumnien (mijn Heeren) nergens anders uyc
en fpruyten, als uyt een gepaffioneert gemoet,
ende een ongebonden licentie van qualick
fpreecken. Hoe lange ende rijpe examinatie
voor is gegaan eermen tot defe Refolutie is ge-
komen , is hier vooren verhaelt , ende onnoo-
dich alhier te repeteren. Dat de felve Refolutie
foude t'werck zijn van eenige Remonftranten
weten uwe Ed. t'eenemael te zijn onwarach-
tich. Het bewerp van de voornoemde Refolu-
tie
is eerft voortgebracht inde vergadetinge. Een
yeder heeft aldaer vryelick gefeyt fijne bedenc-
kingen. Tweemael is byde Steden daer op ge-
nomen reces, hebbende een yeder met haergc-
nomen het concept, ende onder-tulïchen tijde
ende gelegentheyt gehadt om te verftaen de ad-'
vijfen van geleerde perfoonen. De Stadt van
Leyden , Rotterdam en eenige andere hebben
voort-gebracht eenige poindten, die fy dienftich
hielden inde Refolutie gebracht te werden. E-
ven-wel om vrede en accommodatie wille heeft-
men de felve laten varen. Mijn Heeren van
Dordrecht hebben, naer de communicatie met
de Kercken dienaren van hare Stadt, in verfchey-
de vergaderingen van haer Ed. Mo. foo wel als
uwer E. hare confideratien op de voorfeyde
Refolutie geopenbaert, dan zijn foo verre tege-
moet gegaen,dat haer E. om de rufte wille daer
inne hebben gecondefcendeert. Met wat appa-
rentie kan dan defe befoignie geaccuieert wer-
den van partydichey t, infonderheyt byde broe-
ders van het gevoelen der Contra - Remonflran-
ten
,- nademael de felve niet alleen met foo no-*
table kennifle is gedreifeert geworden, maer daer-
eiv«
-ocr page 236-
23Ó AMSTERDAMS II. Dsel.
en-boven van feer vele trefFelicke Kercken-die-
naren van t'felve gevoelen, tot eenicheytende
niet tot fcheuringe genegen zijnde, is aengeno-
men ? Men befie oock de Refolutie felve, men
fal daer niet bevinden het miiifte woordt eeni-
ghe partydicheyt fmaeckende. Daer wert ge-
fproken van heftige difputen^ van nae-duydinge
aen wederzijden. De fchriften (Godt betert)
ende de predicatien geven daer van niet dan te
groore getuygenüTe. Een yeder werdt vermaent
te gevoelen tot maticheyt, met toelatinge van
alle .vriendelicke conferentie onder geleerde per-
foonen. Wie is hier bybefwaert? Immers niet
de Contra - Remenßranten , die inde Haegfche
Conferentie
felve verklaert hebben, datmen van-
de leere der Predeftinatie in de Kercken fober-
lick. ende voorfichtelick behoort te fpreecken.
T is waer daer werden gefielt eenige palen ofte
limiten, maer fy werden gefielt aen beyde de
zijden: ende foomen de faecke wel infiet, foo
zijn de limiten meerder in getale de welcke
'dienen tot vermaninge vande Remonßranten,
waar van de Contra-Remonßranten geen pe-
rijckel en loopen. Want de Contra- Remon-
ßranten
werden gewaerfthout voor drie extre-
miteyten, waer voor fy haer forchvuldelickbe-
hooren te wachten,ende waer mede fyintmin-
fle niet en zijn befwaert, alsterflont aengewe-
fen fal werden. Maer de Remonßranten werdt
belaft: te vermijden alle deie nae-volgende poinc-
ten : Dat het beginfel van s'menfchen Salicheyt,
des menfehes natuyrlicke krachten fouden hehoo-
ren toe geeygent te worden : Dat het midden
vande Salicheyt
, de felve natuyrlicke krachten
/oude hehooren toe geeygent te werden : Dat het
eynde foude hehooren toe geeygent te werden de
felve natuyrlicke krachten : Dat het geloove de
natuyrlicke krachten fouden mogen toe-geeygent
werden t Dat al het felve ende een yeder van dien
de genade Godes niet en foude hehooren tße - ge-
fchreven te werden: Dat de felve Genade eenige
an-
mi                                                                     *****
-ocr page 237-
I
XlI.BoEK. Geschiedenissen. 237
andere genade [oude können zijn als in jfefu Chris- 1616.
/0 on f e Saligh-maecker : Dat de felve Genade
verdienbaer foude zijn.
Van alle defe poinéten
loopende Contra-Remonflt-anten gheen perijckel:
maer werden de felve gheftelt om te thoonen
hoe verre men t'laghe gevoelen, dat is het ge-
voelen der Remonfltanten, kan ende mach to-
lereren : zijnde defe limiten t'eenemael de felve
die in d'oude Chriftelicke Concilien zijn gefielt,
tot weeringe vande leere die de genade Godes
nae-deelicri foude mogen zijn, fonder dat inde
felve Concilien yet fal werden bevonden, waer
van de fubftantie inde voorfz. woorden vande
Refolutie niet en zy vervatet, T'gunt daar nu
volght inde Refolutie, van te leeren ofte te ge-
voelen: dat Godt de Heere almacht ich van eeu-
vvicheyt nae fijn wet-behagen ge grondt in lefu
Chriflo onfen Heylandt ende Saligh-maecker
, ter
teuvviger Salicheyt verkooren heeft den genen die
door de onverdienbare genade ende vverckinge des
Heyligen Geefles in onfen Heere Iefum Chriflum
Gelooven
, ende in den felven Geloove ten eynde
toe volharden: ende daer jegens ter verdoemenif-
fe verworpen dit in lefum Chriflum niet en ge-
hoven, ende in f felve Ongeloof ten eynde volhar-
den.
Defe leere ofte gevoelen is niet de leere
ofte het gevoelen der Remonflranten. voor fo
vele fy vande Contra-Remonflr anten verfchillen,
maer het is de leere ende t'gevoelen van alle
Gereformeerde, jaevan alle Chriilenen. Want
hoe men het ftuck van de Predeflinatieneempt*
altijdt blijft het feecker ende onbeweeght dat
het zijn de felve perfoonen, De uytverkoorenen
Gods, ende Die oprechtelick ende flantvaflelick
gelooven:
dat het van gelijcke de felve perfoo-
nen zyn , De verworpenen, 'ende Die ongeloo-
vich flerven.
Die dit foude willen ontkennen ,
die foude ontkennen het Fondament vande Chrif-
telicke Religie. De Refolutie en feydt oock.
niet, datmen niet yet daer-en-boven ofte yet
hoo-
t
-ocr page 238-
238 AMSTERDAMS II. Deel;
1616, hooger foude mogen gevoelen ende leeren: rnaei*
prefupponeert het contrarie als fy de voor-ver>
haelde leere houdt voor genoechfaem. Nu kan
boven het genoechfame wel yet waer ende dien-
ftich wefen, maer niet t'eenemael jnoodwen-
dich. De Heeren Staten feggen by hare Refo-
lutie
, dat men over bet voorfeyde gevoelen niemandt
en fal molefleren nochte befvvaaren hooger te gäani
latende vry, hooger te gaen die meenen hooger
te können gaen, altijt met behoorlicke matic-
heyt ende vermijdinghe vande aen-gewefene ex-
tremiteyten. T'gunt nu vorder volght inde Re-
fohitie
van in alle andere uytleggingen vandefluc-
ken der Chriflelicker leere te blijven by de Leere
der Gereformeerde Kercken
, ende natnentlijck
defer Landen,
is opentlick geftelt op het ver-
foeck ende de vermaninghe vande Contra - Re*
monfltanten
, als die de Remonflranten, ofteee-
nige derfelver, befchuldigen, als offybuytenf
de queftieufe poinclen afgingen vande Leere der
felver Kercken. T'befluyt vande Refolutie \%
alleen, tot liefde, eenigheyt ende goede ftichtin-
ghe.
Dit alles geexamineert zijnde , wie en
fal niet moeten bekennen dat de Refolutie is
t'eenemael onpartydich ingeftelt, tot vrede en-
de redelick contentement vande difputerende
parthyen, maer infonderheyt der Contra-Re-
monflranten
? De befchuldigingh van duyfterheyt
ofce dobbelfinnicheyt is immers fo weynighge-
fundeert. De woorden zijn klaer: de meeninge
genoech bekent, alfmen de felve ntetmoetwil-
lichlick en wil verdraeyen: Want anderfins
verkeerde uyt-leggingen, komende uyt paflien,
kan de Confeflie ende Catechifmus fo weynichals
de Refolutie, jae Gods vvoordt felve niet ont-
gaen: Want wat belangt dat gefeyt wert, dat
de Genade het werck vande Salicheyt kan toe-
gefehreven werden, door wederftandelicke of
door onwederftandelicke werckingen, ende dat
de Gcloovige können gefeyt werden uyt • ver-
koo-
i
fr-- -m ■- -                                                          ..... -
-ocr page 239-
XII.Boek. Geschiedenissen. 239
kooren te zijn, ofte om dat het Geloove gaet 1616,
voor de Verkiefinge, ofte om dat de Verkiefin-
ge gaet voor het Geloove, het felve en thoont
geen dobbelfinnicheyt inde Refolutie. Want
het is wat anders dobbelfinnicheyt te fpreecken*
wat anders klaer te (tellen het gunt waer over
men eens is (als Dat de Geloovigen zijn de
uyt-verkoorenen: Dat alle het goet de Genade
toe gefchreven moet werden) ende, t'gunt in
gefchil is te laten buyten decifie. Dit laetfle
is gedaen in de Synode van Sendomir, noopen-
de het Avont-mael: ende foude nootelick moe-
ten gefchieden, alfmen nae het advijs vande Sy-
node van Franckfort, van D. Molinao ende meer
anderen, uyt alle Euangelifche Confeflien eene
Confelïïe foude maecken, alfo t'felve niet en
foude können gefchiederi, fonder veel queftieu-
fe poin&en (lil-fwijgens voor-by te gaen. Als
Sijne Majeßeyt van Croot Bretaignie raedt dat-
men in t'ftucïc van Theologie vande faecke be-
hoort eens te zijn: maer de maniere ofte hoe dat
fulcx ofte fulcx gefchiet, niet curieufelick te
onderfoecken, foo en raedt fy niet dobbelïin-
nich te fpreecken , maer wat te fpreecken ende
wat te fwijgen, t'welck nae't advijs D.Molinai^
is de naefte ende kortfle wech tot den vrede.
Dat met de woorden van dat God niemant ge-
fchapen heeft ter verdoemeniße
, nocbte yemandt
nootfaeckt tot fondigen
, Godes Voor - vvetenbeyt
ofte de Erf-fonde foude werden geloochent, is
een pure detorfie fonder reden, fonder appa.*
rentie. Want de woorden fpreken van Godes
fcheppinge, niet van het gunt waer in de men-
fche hem felven brengt:ende vaneennootfaec-
kelicheyt die beftaet in voorgaende werckinge ,
niet van de onfeylbaerheyd van wetenfchap. V Vie
heeft Godes Voor - wetenheyt beter gedefen*
deert, de Erf-fonde meer aengewefen, als Au-
guflinus
ende Profper ? defe zijn 't nochtans die
leggen, Dat God niemandt en floot inde fon-
den:
-ocr page 240-
Ho AMSTERDAMS ILDeel.
1616. den : Gheen oorfaeck en is van de fonden :
Niemandt voor - fchickt om te fondigen : Dat
Cr d *Gnicindt cn dwingt tc
fondigen, jae feg-
ten noch , Dat om dat God onfeylbaer is m
fijne wetenfchap , dat hy daeromme nochtans
niemandt aen en brengt eenige nootfaeckelicheyt
om te fondigen. Wat belang- lvt derde pointf:
vande limitatie geftek inde Refolutie tot waer-
fchouwinge vande Contra - Remonfir anten, daer
van werden de woorden mede by eenige onbe-
hooriick gedetorqueert. Want als de Refolutie
vermaent van niet te leeren , dat God niemandt
Joude nooden ter Salicheyt dien by ganfcbelijck
beßooten foude hebben die niet te geven
het con-
trarie daer van, het welcke men ho'udt voor
warachcich, en is niet dat God alle die hynoodt
gantfchelijck beflooten foude hebben de Salic-
heydtte geven (want dat God ganfchelick be-
fluyt, dat gewerdt altijd: maer nu weten wy
datter vele zijn geroepen, maer weynigh uyt-
verkooren) maer dit ift datmen houdt voor waer
ende ftichtelick , dat de noodinge waer door
God den menfche noodt, vereyfcht dat God
eeniger-mate den genoodden de Saligheyt gunt,
ofte eenighfins (te weten op conditie) befloten
heeft de Salicheyt te geven: fulex dat dit feer
wel accordeert met het gundt de Contra-Remon-
firanten
feggen inde Conferentie, dat God nie-
mantde Genade aen-en-biedt op dat hyfe ver-
werpen foude, maer dat hyde Genadeaen-biet
onder conditie van Gelove ende Bekeeringe, op
dat de ghene die de Genade niet deelachtich' en
werden, mogen weten welck d'oorfakeis waer-
omme fy de felve nieten verkrijgen,namentlick
om dat de ge-eyfehte conditie van hem niet ver-
vult en is* Seggende daer by dat het woordt dei-
Genade niet- en is nae Godes intentie een woordt
der Verdoc-meniflè, maer dat het fulex wordt
door de fchult der menfehen: conform t'gunt
wel eer by Profperum wasgefeydt, dat het on-
ge-
-ocr page 241-
XII. Boek. Geschiedenissen. 24t
geloof niet en kompt uyt Godes voorfchickin- 1616«
ghe: dat oock niemandt en wordt geroepen om
niet te gelooven. De felve Contra-Remonflran-
ten
feggen oock, dat Godt niemandt befloten
en heeft te verdoemen fonder aenfien van fijne
fonde. Soo en heeft hy dan immers niet gan-
fchelick, dat is fonder eenigh aenfien van hare
wederfpannicheyt beflooten eenige perfoonen
de falicheyt niet te geven. D. Iunius ende D.
Tilenus
hebben alle beyde jegens D. Ar mini urn
gefchreven, ende zijn over-fulcx met hem niet
eens op de queftieufe poincten: nochtans feydt
D. Iunius, dat Godt met fijne voor-gaende wilh
niet en wilt de doodt des ellendigen
, die door
fijn eygen fchult aireede ellendigh is
, maer dat hy
bekeert zijnde van fijne fchult het leven bekome*
Seydt oock op een ander plaetfe: datter geen
Voor-oordeel Godes en is jegens des menfcbes Sa~
licheydt fonder aenfien vande fanden:
Ende Ti fe-
rms
feydt (met Aretioende veel andere gerefor-
meerde Leeraers) dat de wille Godts dat alle
menfcben faligh werden, is geconditionneert,die
hy anderen wert genoemt een
JDoo^gaendc Itlilife/
ende dat in dien fin de woorden, van dat Godt
wilt dat alle menfcben faligh voerden
, können ver-
flaen worden niet alleen van alk foorten van men-
fcben
, maer oock van yeder menfch: t'welck oock
wert toe-geftaen by D. Paraum in fijn laetfte
boeck jegens Bellarminum. Eenige andere, on«
lancx gefchreven hebbende, noemen defe wille
Godts een Approberende~wi!le, ende feggen dat
fy over den wille Gods van faligh te maken den
genen die niet falich en werden, geen verfchil
en hebben met da Remonfiranten dat yet heeft
te beduyden. Van defe wille fpreeckt Augus-
tinus
(den wekken de Contra-Remonflr anten vaf-
telick fuftineren met hemluyden eens geweeftte
zijn van gevoelen) als hy feyt, dat den men-
fchen tot fchult gerekent wordt dat fy Godt ver-
achten die haer wil genefen.
Ende Profper, als
IV. Stuk.                  Q                       hy
*>.— '.
-ocr page 242-
111 ■" ■........■"•.....' . '" >v^^m—mm-—^^m—mmmm
itf AMSTERDAMS II. Deel.
1616. hy feyétdat die de noodende wille ver [maden,
de ftraff'ende wille [uilen voelen*
Ende voor-
waer, te willen fegghen dat Godt de teyckenen
van te willen foude bethoonen, fonder noch-
tans eenighfins te willen fulcx als hy door de
teyckenen betuycht, ware Godt yet toe - ge-
fchreven t'welck hem fonder blafphemie niec
toe - gefchreven en kan werden. Godt is een
oprecht Godt inden wekken geen bedroch en
woont. Soo blijckt dan dat d'voornoemde drie
poinften die inde Refolutie zijn geftelt, fulcx
genomen zijnde als de eygenfchap vande woor-
den ende een onpartydieh verftant mede-bren-
ghen, geenfins en ftrijden met de waerheyt. Laet
cns nu fien of daer door de Gereformeerde Kerc-
ken worden gebrandt - merckt, als eenige feer
onbefeheydelick fultineren. Seggen dan de Hee-»
ren Staten dat de Gereformeerde Kercken een
van die drie extremiteyten leéren ofte gelooven?
Geenfins. Seggen hare Ed. Mo. dat de Contra-
Remonflranten
die felve extremiteyten leeren
ofte gelooven ? mede niet, maer fy feggen dat
eenigen (fonder yemandt te noemen) fulcx
werdt nae-geduyt. Wie is hier mede befwaert?
Voor-waer de Gereformeerde Kercken kanmen
die extremiteyten fonder on waerheyt niet nae-
duyden: want alle dé Confejften roepen dat Godt
de fonden niet en wil, ende gheen oorfaeck en
is nochte' autheur van het quade. Onfe Neder-
landtftbe Belijdeniffe
leert, dat God den menftbe
goedt
, rechtvaerdigb ende beyligb beeft geftba-
pcn: De Catechifinus
doet daer by dat God den
menftbe beeft geftbapen om bem lie[ te hebben
,
ende met bem in eeuwige [aligbeydt te leven.
De voorfeyde Nederlandtftbe belijdenijfe leert
óns vorder dat God eenighe menfcnen haekuyt
den Val, anderen laet inden Val ende verderf
daer fy haer felven ingeftoten hebben : Hoe
kan-men dan met eenige apparentie onfe Kerc-
ken met het contrarie van defe bekentenUTen
-ocr page 243-
XII. Boek. Geschiedenissen. £43
befwaren? De-paffagien vande Gereformeerde 1616*
Leeraers , die de voornoemde extremiteyteri
condemneren, zijn feer, veel in getal, ende hier
onnoodich te verhalen. Tot wat eynde is dan
in de voornoemde Refolutie mentie gemaeckt
vande voorfz. extremiteyten ? .Voor-waer niet
te vergeefs. Want eerftelick dient het felve
niet om de gereformeerde Kercken te belaften,
maer om de felve te ontladen ende te fuyveren.
Auguflinus bemerckende dat hy van eenigen in.
Vranckrijck ende Italien befchuldight wierdt,
als of hy fodanige extremiteyten leerde, heeft
met openbare fchriften de felve extremiteyten
gecondemneert, ende alfoo fijn onfchult be-
thoont. Het Concilie van Orangie, zijnde ge-
houden tot defenfie vande Genade Godes, heeft
geen fwaricheyt gemaeckt te anathematiferen
alle de gene die fouden willen feggen dat Godt
yemant voorfchickt tot het quade. Daer uyt te
willen infereren dat de Vaders van het felve
Concilie de Kercken, hebben gebrant - merckt,
waer een groote abfurditey t: Sy hebben ter con-
trarie de Kercken gefuyvert van lafteringe* A1J
foo mede de Heeren Staten, wetende dat de Je-
fuyten ende andere vyanden vande Reformatie,
onfe Kercken te lafte leggen dat fy Gode wreet-
heydt, ongerechticheydt ende dobbelheydt fou-
den toe-fchrijven, thoonen met der daedt, als
Voorftanders vande Kercken, dat in onfe<Kerc-
ken fodanige onrerijmtheden niet geleert, jae
niet getolereert en werden. Dit is de naefte
wegh om onfe weder-fpreeckers de mondt te
Hoppen, als wy felve Condemneren t'gunt waer-
mede fy ons t'onrechte foecken te befchuldigen*
T'ander eynde waerom mentie vande voornoem-
de extremiteyten is gemaeckt, is om een yeder
te waerfchouwen, dat fy door hevicheytvante
ftijf te trecken jegens hare wederpartie, niette
Verre en fouden loopen, t'welck dickmael ge-
beurt. Augufiinus heeft gemercks dat eenlge
Q ai                           fijn
-ocr page 244-
£44 AMSTERDAMS IL Deel.
fijn leere meenende te volghen, vervielen tot
grove erreuren, die daer nae genoemt zijn de
erreuren der gepredeflineerden.
Hy heeft over-
fulcx noodich geacht de felve te waerfchouwen
ende te rugge te trecken, om te blijven binnen
de behoorlicke palen. Dat doe gebeurt is door
mifduydinge van Auguftini fchriften, foude dat
nu mede niet by eenige können gebeuren ? Iae
voorwaer: Want de Contra-Remonflr anten'va-
de Conferentie bekennen , dat Nicafius vander
Schuyrcn
fo verre is gekomen , dat hy geleert
heeft dat God den menfche tot de fondebevveecbt^
ende dat hy daer over is byde Kercken gecen-
fureert. Soo doen dan hier de Heeren Staten
dat de Kercken mede doen, te weten, dat fy de
goede Luyden waerfchouwen , ten eynde fy
naer door onmaticheyt niet en verloopen. De
Remonfiranten werden gewaerfchouwt ende ver-
maent niet te leeren Dat de Natuerlicke krach-
ten de Salicheyt fouden wercken: Dat de Sa-
licheydt foude zijn uyt verdiende: Datter eeni-
ghe Genade ter Salicheydt foude zijn buyten
Cbrißum, Sy en beigen haer dit niet, maer feg-
gen dat fy fulcx noytgeleerdt en hebben,noch-
te leeren en willen : bedancken de Heeren Sta-
ten
voor de vermaninge: verdedigen de Refolu-
tie,
T'foude den Heeren Staten met goede re-
den feer aengenaem zijn geweeft, ende alfnoch
zijn ,*dat eenighe vande Broeder» diemen Con-
tra-Remonfiranten
noemt, de moeite hadden ge-
nomen ofte als noch namen, om mede de felve
Refolutie te verdedigen, ende te bethoonen dat
de extremiteyten van, Dat God yemant nootfa-
kelichey t foude op-leggen van te fondigen, of-
te , Dat de fcheppinghe tot verdoemenhTe foude
ftrecken, ofte, Dat Godes noodinge niet ern-
ftelijck ende oprechtelick en foude gefchieden,
altijdt zijn verworpen byde Gereformeerde Kerc-
ken , ende dat fyluyden oock niet en willen lee-
ren waer uyt fulcx met goede confequentie be-
llo-
...
-ocr page 245-
XII. Boek. Geschiedenissen. 245
floten foude können werden. VVy meenen dan, 1616,
mijn Heeren, dat een yder, hebbende een on«
partydich gemoet, fal moeten oordeelen dat de
voorfeyde Refolutie is ingeftelt in alle aequiteyt:
geen van beyde de partyen condemnerende: niet
deciderende de queftieufc poinden: conform de
fuyvere leere: ende tot eere en ftichtinge van-
de Gereformeerde Kercken. De felve Refolutie
is verthoont geweeft aen Sijne Majefleyt van
Groot Britaignic,
aen mijn Heere den Aertf-
BuTchop van Cantelbergh , ende meer andere
BüTchoppen van groote geleertheydt in Enge-
landt,
die allegader foo wel de intentie als de
Atte felve hoochelick hebben geprefen, feggen-
de te bemercken dat de Heeren Staten de ge ■
meente hadden willen waerfchouwen voor twee
even gevaerlicke klippen, d'eene der Manicbeen,
d'ander der Pelagianen, ende de felve te doen
verftereken in die leere die het voorfte ende het
achterfte, dat is het begin fel, voort-gangh ende
vol-treckinge vande Salicheydt Godt alleene toe-
fchrijvende, nochtans geen verachting mede en
brengt van goede wereken. Hebben oock hare
Ed. Mo. doen aen-diencn dat fy nieten twijffel-
den of door dit middel fouden alle curieufe men-
fchen inden thoom werden gehouden, ende de
Kercken hare voorige geruftheyt bekomen. Die
brieven, die fulex van woorde tot woorde me-
de-brengen, zijn in handen, en können, des
noodt zijnde, verthoont werden. T'blijckt oock '
metter daedt dat vele ClafTen, vele Kercken-
dienaren, felve van het gevoelen der Contra'
Remonßranten
, defe Refolutie als Chriftelick en-
de recht matigh, ende geenfins befwaerlick voor
hare confeientien, aireede hebben aen genomen,
ende belooft haer daer nae te reguleren. VVy
meenen ( mijn Heeren ) hier mede de voorfey-
de Refolutie genoech gejuftificeert te hebben
van de caluttinien van eenige al te hevige per-
foouen.
Q 3                       Wat
\
-ocr page 246-
24<5 AMSTERDAMS II. Defx.
Wat uwe E. belangt, mijn Heeren, wy ge-
looven vaftelick, dat de felve veel difcreter oor-
deelen vande intentie ende aftien van mijn Hee-
ren de Staten: dan bemercken, dat V. E. zijt
becommert voor de confervatie vande Gerefor-
meerde Religie, ende beducht dat door het toe-
laten vande voorfeyde Tolerantie de licentie
groevende, eenige Nieuwicheyden fouden mo-
gen in-cruypen, die met den grondt vande Re-
formatie
niet en foude accorderen. Hier-op
hebben mijn Heeren de Staten ons belaft V. E,
te verfeeckeren, dat haer feer aen-genaem is de-
fe V. E. forge voor de ware Religie, ende daer
benevens dat mijn Heeren d'ftdelen ende andere
Steden niernant gaerne en fouden wijeken in den
yver vande felve Religie te mainteneren: fulex
dat, de Leden vande vergaderinghe hebbende
de felve affectie, ende malkander helpende nae
hare fchuldighe plicht,de Religie geenperijckel
en kan lijden. T'is wel te gelóoven dat in defe
alteratie eenige perfoonen haer meer difpenfe-
ren als wel te wenfehen ware: maerdeoorfaec-
ke van foodanige licentie kompt alleen uyt het
gebreck van Tolerantie in poindlen die tolerabel
zijn. Want indien de Contra-Remonflranten
ende Remonflranten, die te famen gheen meer-
der queftien en hebben dan inde Conferentie zijn
verhandelt, (gelijck de Conferenten vande fijde
vande Remonflranten fulex inde felve Conferen-
tie hebben verklaert) met malkander hielden al-
le broederlicke gemeenfehap , ende malkander
de handt boden, niemandt en foude t'hart heb-
ben van foodanighe nieuwicheyden voor te Hel-
len. Maar nu, de Broeders zijnde in contentie
ende jaloufie met den anderen, foecken oock die
ghene die exorbiteren heul ende fcherm aen
d'een of d'andcr zijden. Hier by kompt dat de
Claffcs , op eenige plaetfen zijnde gefcheurt,
gheene cenfuren bequamelick en können exer-
ceren : fulex dat oock om die oorfaecke wille
9k
-ocr page 247-
*
XILBoek. Geschiedenissen. 247
alleen noodig is de reunie vandefelve Gaffes ï& ióiq*.
procureren. Immers fo daer ergens eenige fo-
danige fwaricheydenzijn,die en zijnde Heeren
Staten niet te wijten, alfoo haer Ed. Mo. nie-
mandt oyt verder furcheande jegens de Kercke-
licke cenfuren hebben verleent , als foo veel
aengaet de poin&en inde Conferentie verhan-
delt: fulejc dat een yeder vry ftaet den genen
die vorder gaen te befchuldigen voor de Claffi-
cale vergaderinge, ofte foo de felve nae-latich
zijn , de faecken aen haer Ed. Mo. te verthoo-
nen. Wel is waer dat de Heeren Staten, we-
tende dat het de Kercke niet toe en kompt van
het verborgen te oordeelen, niet en hebben goet
gevonden den wegh om jegens yeder Kercken-
dienaer te procederen by inquiiltie ofte examl-
natie, ende over - fulcx niet dienftelick nochte
ftichtelick en hebben geoordeelt, dat by de Re-
monßranten
op de poiri&en van weghen de Con-
tra - Remonflranten
hemluydeu voor - gehouden
eenighe verklaringen foude werden gedaen, en-
de dat om de felve redenen om welcke de Con-
tra-Remonflr anten
inde Conferentie haer hadden
geexcufeert van te antwoorden op de vragen
haer inde felve Conferentie van wegen de Re-
monfiranten
geproponeert nopende de Fervver-
pinge,
Maer haer Ed. M. hebben daer bene-
vens verklaert, dat tot weeringhe van t'guntby
yemandt voort-gebrachtwas, ofte foude mogen
werden, jegens de fuyvere Leere, by haer au-
thoriteyt, ordre ende difpofitie voorfien foude
werden naebehooren. T*welck oock inderdaet
is gefchiet byde voorfeyde Refolutie vanden la-
re 1614, mede -brengende dat in alle andere fluc-
hen der Cbriflelicker Leere alle Kercken-dienaren
de uytlegginge /ouden doen
, volgende Godes
vvoordt
, ende f gene deurgaens byde Gereformeer-
de Kercken aen-ghenomen
, ende dien conform in'
de Gereformeerde Kercken defer Landen geleert
is,
linde hoe*wel dit genoech was,foo isnoch-
Q 4                       tan*
'5
-ocr page 248-
24$ AMSTERDAMS II. Deel.
1616. tans , tot naerder accommodatie ende we<*h-
neminge van alle ongefundeerde fufpicien, inde
Acic van Reces, genomen in de Vergaderinghe
van haer Ed. Mo. die jegenwoordefick werdt
gehouden (gclijck oock voor dcfen was gedaen,
inde Refolutie genomen in Mayo i6ïi.)exprefTe
mentie gemaeckt vande Nederlandtfcbe Confef-
fie
ende den Heydelberghfcben Catecbifmo, Schrif-
ten die buyten twijfel grooten dienft können
doen inde Kercken, als de felve met befchey-
denheyt gebruyckt werden, niet om daer uyt
vele fubtile queftien te foecken, ende malkan-
der daer mede te verftricken, maer om nevens
de Confeffien van andere Euangelifche Kercken
te betuygen de groote eenigheyt die de felve
Kercken hebben met den anderen, in foo vele
treffelicke ftucken vande Leere: welcke eenic-
heyt des te meer is te achten, om dat de felve
niet en is te wege gebracht door dwangh ende
vreefe, als in het Paufdom, nochte door confpi-
ratie van eenige Vergaderinge, maer inde tijden
vande Perfecutien, de Kercken verftroyt zijnde
door geheel Europa, door Gods woort ende
fijn Heylighen Geeft wonderbaerlick is ge-
wrocht. Ifler nu eenige Kerken-dienaer die van
dit algemeene Geloof af-wijckende, fijne par-
ticuliere opinien brengt op den publiquen Pre-
dick-ftoel, de Heeren Staten füllen niet alleen niet
beletten, maer ter contrarie, fo veel mogelick
is, helpen bevorderen ,dat jegens foodanige wer-
de geprocedeert, ende dat ordcntlick, nae Go-
deswoordt: het welcke ons leert datmen jegens
een Ouderlingh geene befchuldigingen en fal
aen-nemen anders als onder twee ofte drie ge-
tuygen.
Andere zijn beducht, foo het fchijnt, dat door
de voornoemde Refolutien de Kercken-die-
naers van het gevoelen de Contra-Remonflranten
fouden raecken uyt den dienft. Maer die vreefe
is fonder eenigh fondament, ftrijdende met de
in-
-ocr page 249-
XII.BoEK. Geschiedenissen. 249
intentie vande Heeren Staten, ende jegens de 1616.
klare difpoütie vande voorfz. Refolutien de
welcke mede - brengen dat de eene foo wel als
d'andere moeten dulden ende gedult werden in
goede gelijckheydt, tVelck ten overvloet inde
Afte van Reces wederom is tiyt-gedruckt. T'is
oock foo verre van daer dat yemandt vanden
dienft foude zijn ge weert, om dathy was vande
opinie der Contra-Remonfiranten, dat ter contra-
rie (ons wetens) geen Stadt en is in Hollandt
ofte Wefl - Vrieflandt, die alleen bedient werdt
door Remonfiranten, VVat aengaet de gene die
uyt huren dienft zijn geftelt, of byde Heeren
Staten of by eenighe Steden, t'felve en is haer
niet weder varen om dat fy waren van d'een of
d'ander opinie, ende fulcx oock opentlick be-
leden, maer om dat fy, niet te vrede zijnde
hare vrijheyt te behouden, anderen gelijcke vrij-
heyt niet en wilden toe - laten, de gemeenfchap
der Heyligen verbraecken, haer felve fchuldich
maekten aen fcheuringen , Kercke boude jegens
Kercke: ende nochtans heeft men met de felve
langh gepatienteert, haer gefocht met alle goede
redenen ende perfuafien, oock door de authori-
teyt van moderate perfoonen, te brengen tot
haer devoir. Maer als vermaninge ende belaf-
tinge niet hebben können helpen, foo is de O-
verheydt geftelt ge weeft in die termen, dat fy
heeft moeten kiefen of fy over foodanige per*
foonen authoriteyt wilde gebruycken, dan of
fy opentlick wilde profefïïe doen vande fcheu-
ringe toe te laten. Elck een die de eenicheydt
vande Kercke bemint, weet wat van beydeftont
te prefereren. De Tolerantie dan moet haer uyt
fpreyden over alle die de Tolerantie willen nae»
komen. D- Paraas verhaelt dat in de Churfur-
ftelicke Pais eenige luyde - roepers van haren
dienft zijn ontflagen, om dat fy het Godfaligh
bevel vande Churfurft,gebiedende niette lavie-
ren , maer het EuangeUum tot ftichtinge te pre-
Q 5                     dicken
\
-ocr page 250-
' - ■ ■                                        ' ■ »——-—>-------»a---ai
250 AMSTERDAMS II. Deel.
l616. dicken fonder bitterheydt, ende vande gefchil-
len fedichlick ende fonder vinnicheyt voor
t'volck te handelen, niet en wilden gehoorfa-
men: Sijne Churfurftelicke Hoocheyt, jegens
foodanige perfoonen gebruyckende de authori-
teyt die haer was competerende , heeft daer-
mede niet gefocht te heerfchen over de Con-
fcientien, raaer ter contrarie te beletten, dat de
eene Kercken-dienaer over de Confcientie van-
de andere niet en foude heerfchen. Des niet-
te min mogen V. E. wel verfeeckert zijn, dat
mijn Heeren de Staten , als oock de Steden ,
feer ongaerne komen tot het gebruyck van foo-
danige authoriteyt, ende niet en füllen nae-laten
alle mogelijcke patientie, voorfichticheyt ende
difcretie te gebruycken, om, foo veel het mo-
gelijck is, de noodfaeckelicheydt van foodanige
remedien te ontgaen.T'blijktoock aireede met-
ter daedt, dat het getal van die perfoonen, waer
over de felve Authoriteyt gebruycl; foude moe-
ten werden, niet groot en kan zijn, alfo vele
hare advijfen hebben gegeven voor de Toleran-
tie: andere met hare acïien de felve hebben ge-
approbeert: Vele oock vande hevichfte , ofte
door onderwijfinge van moderate Leeraers, of-
te immers door ontfich ende exempel van t'gunt
andere hevigen is weder - varen, de faecke tot
het uyterfte niet en füllen laten komen.
Daer refteert noch eene fwaricheyt die by
eenige werdt gemaeckt op t'fluck vande Tole-
rantie,
ende het praétiferen vande Rejolutien;
namendijck dat daer uyt fal volgen, dat die van
d'eene ende d'ander opinie, elck hare meenin-
ghe de Gemeente füllen voor-Hellen , die al*
tijdt daer door in ongeruftheyt fal werden ge-
houden, bemerckende de diverfiteyt vande Lee-
re. Dan hier-op dient voor folutie, eerftelick
dat volgens de bekenteniflè byde Remonflranten
verfcheyden malen, oock byde Contra-Remon-
firanten
ia de Conferentie ghedaen op het ftuck
van*
?
-ocr page 251-
XïLBoek. Geschiedenissen. 251
vande Fe»vvtrpinge, wel eenige poinóten zijn 1616.
begrepen in Godes woordt, waer van men op
den Predick-ftoel ende voor den gemeenen Volc-
ke niet en behoeft te leeren, om dat de felve
aenftoot können geven aen velen die in Godes
woordt niet wel en zijn geoeffent, gelijck de
felve Contra-Remonftranten feer wel feggen :
want den Ivercken-dienaren wordt niet alleen de
Eenvoudicheyt, maer oock de Voorfichticheyt
gerecommandeert, ende belaft Godes woordt
recht te fnyden, dat is bequamelick re applice-
ren, nae gelegentheyt van tydt ende plaetfe ,
tot ftichtinge ende niet tot onftichtinge: fulcx
dat men met goede confcientie wel eenige din-
gen die waer zijn , immers voor een tijdt, kan
verfwijgeni, alfmen fiet dat daer uyt onruftfou-
de volgen : T'welck indien oyt plaetfe heeft
gehadt, voor al in defen jegenwoordighen tijdt
plaetfe behoort te hebben , alfoomen fiet dat
foo vele perfoonen door het verhandelen vande
Hooge leer-poinóten , jegens malkanderen in bit-
terheyt werden ontfteecken: fulcx dat het buy-
ten twijfel hemluyden veel dienlligher foude zijn
dagelijcx te hooren de vermaningen totdeGod-
faïicheyt ende Chriftelicke deuchden: immers
foude de Leere vande queltieufe poinóten, wel
dienen uyt-gefielt tot dat Gemeente metter
daedt bethoonde eerft wel geleert te hebben dat
het noodichfte is, te weten de rechte Boetvaer«
dicheyt ende beternifTe des levens, diemendoor-
gaens fiet feer weynigh betracht te worden,
Voor-waer die dit wel leerde, ende onder tu£-
fchen andere queftien wat ter zijden (telde, fou-
de hem niet beklagen van fijn tijdt qualijck be-
fteet te hebben. Te minder iu noodfakelijck defe
queftieufe poinóten op t'ftoel te brengen, om
dat de Gemeente nu eenen langen tijdt daer-me-
de meelt dagelijcx onderhouden is geweeft, en-
de over-fulcx, fo door de Predicatien als door
de gefchriften, genoech behoort geinftrueert te
we-
-ocr page 252-
25* AMSTERDAMS ILDeel;
1616 we^en var)de confideratien die daer-op vallen.
Ende nae - dien daer meer andere ftucken zijn
vande Chriftelicke leere (vele oock noodiger
als d'voorfz. queftieufe poinóten ) foo dienen
die mede wat tijdts te hebben, om de Gemeen-
te ingeplant te worden, ten eynde dat fy t'eene
te veel leerende, alle de reft niet en vergeten.
Indien men even-wel noch meent, datmen van-
de voorfz. poiii&en niet t'eenemael en kan Twij-
gen, daer is noch al goeden raedt om fulcx te
doen fonder te komen in contentie. Want hoe-
wel daer is eenich verfchil in het gevoelen, foo
en is nochtans t'felve foo groot niet als eenige
wel meenen: Ende, foo door de Conferentie
als door andere gefchriften van gele erde perfoo-
nen,blijckt dat die vande eene opinie velefaec-
ken können leeren, fonder contra-dictie van die
vande andere opinie. Om t'felve fommierlick
te verthonen, Den heelen eerften artijckel van-
de Remonftrantie werdt byde Contra ■ Remon-
firattten
toe-geftaen: maer werdtdaer bygefeydt
dat het befluyt int felve artijckel vervat niet en
is de geheele Predellinatie. De Remonßranten
ilaen dit oock toe, ende bekennen datter is eeni-
ge Predeflinatie ofte verkiefinge tot den Geloo-
ve: bekennen oock dat God in het fenden van
fijn woordt aen eenige menfchen, het niet fen-
den aen d'anderen: in den eene, die dickmael
arger is, krachtiger te roepen dan den anderen:
inden eenen langer leven te gunnen dan den an-
deren, gebruyckt fijne vry - raachticheyt ende
wijfheyt die voor den menfchen on-door-gron-
delick is. VVederom feggen eenige,den Contra-
Remonßranten
toe-gedaen, datmen overd'ordre
vande Befluyten, te weten het befluyt van het
geloove te geven, ende het befluyt vande Sa-
licheyt te geven, niet en behoort te twiften.
De Remonßranten ftaen toe dat de Verkiefinge
niet en is uyt de wercken, jae dat oock het Ge-
loof niet en is een oorfake vande Verkiefinge,
ènde
-ocr page 253-
, \
XU. Boek. Geschiedenissen. 253
ende dat de hooghfte oorfaecke vande verkie- iójó.
finge is Godes welbehagen. VVeder-om foo
bekennen de Contra-Remonfiranten, dat Chrif-
tus is het Fondament vande Predeftinatie, ende
dat God niet en heeft voor-ghenomen yemandt
falich te maken, fonder aenfien van t'Geloof
ende boetvaerdieheyt. Wat het tweede artijc-
kel belangt, de Remonfiranten bekennen dat niet
alle menfchen en zijn herfielt inden ftant der
Genade, ende dat daeromme, foo vele de toe-
eygeningh aen-gaet, Chriflus alleen voorde Ge-
loovigen is geftorven. Ter anderen zijden feg-
gen de Contra-Remonfiranten dat het lijden Chrif-«
ti van fulcke waerde ende kracht is, dat het
genoechfaem is voor aller ende een yeder men*
fchen fonden: waer by dient gevoecht dat hier
vooren is geallegeert uit de geleerde vande opi-
nie der Contra - Remonfiranten, dat God wil de
falicheyt van een yeder menfch onder feeckere
conditie: ende dat andere vande felve opinie,
toe-ftaen dat God altijdt meerder gaven gheeft
aen die ghene die de minder gaven wel gebruyc-
ken. Het derde artijckel vande Remonftrantie
is t'etnemael buyten queftie. Belangende het
vierde fpreeckende vande maniere vande werc-
kinge vande Genade, t'verfchil is dief-aengaen-
de foo fubtijl, dat hy fcherp moet fiendiet'fel«
ve wel fal bemercken. Want de Remonfiran-
ten
bekennen dat het verftant onwederftande-
lijck van Godt werdt verlicht; dat oock de goe-
de lüften ende krachten om te gelooven den
menfch in-geftort werden onwederftandelick.
De Contra-Remonfiranten ende die met haer eens
zijn van gevoelen, bekennen aen d'ander zijde,
dat de Genade den menfchen tot de daedt vande
bekeeringe beweecht door innelicke aenradin-
ghe, ende nietwegfa en neemt de geheele macht
van te wederftaen, maer wel den wederftant
felve: fulcx dat de Genade, in haer eygen na-
tuyr ingefien zijnde, devrijheyt lact van te we-
der«
-ocr page 254-
-------*nr-— ■ 'mm < «i*. ■■.......■ ■■ ■ ■■ i i           —■^^■■M
254 AMSTERDAMS II.Deel.
1616. derftaen : fuftineren oock jegens eenighe Lu-
therfchen, dat de wille felfs inde eerfte bekee-
ringhe niet en is t'eenemael lijdende, maer dat
fy mede werckt vry ende onbedwongen, doch
beweecht zijnde door de Genade. De Remon-
fir anten
wederom, bekennen dat de Genade niet
alleen de macht en werckt om te gelooven, maer
de daet van t'Gelove felfs: ende dat dit is eene
particuliere Genade die alle menfchen niet en
ontfanghen, maer alleen eenighe, ende dat in-
den felven Godes genade den wederftant wech-
neemt: Dat oock onfe bekeeringe niet en hangt
aen onfe wille. Aengaende het vijfde en laet-
fte poind, bekennen de Remonfiranten dat de
Geloovige hebben eenige feeckerheyt van hare
falicheyt, ende fo veel fy vorder voort gaen
inde Godfalicheyt, dat oock de fekerheyt foo
veel grooter werdt. De Contra-Remonfiranten
ende die haer zijn toe - gedaen, bekennen aen
d'ander zijde, Dat de feeckerheyt vande Salic-
heyt dien niet toe en kompt die roeckeloofelick
leven: Dat oock de feeckerheyt is vergefel-
fchapt met vreefen ende beven: Dat daer zijn
eenige trappen ofte beginfelen des waren geloofs,
die omgeftooten können worden: Dat daer is
eene feeckere mate des geloofs , binnen den
wekken de uytverkoorene niet meer feecker en
können zijn van hare Salicheydt dan de verwor-
pene : Dat vele de volkomen feeckerheyt niet
en bekomen voor het uytterfte van haer leven.
De Remonfiranten leeren dat de Geloovighe vaf-
telick moeten vertrouwen op Godes barmhertic-
heyt, niet alleen voor het jegenwoordige.maer
oock voor het toe-komende. De Contra-Re-
monfiranten
leeren dat de Geloovighe ten aen-
fien van hen felven können uyt- vallen. De
Remonfiranten ftaen toe datmen door alle fonden
de Genade niet en verlieft. De Contra-Remon-
firanten
ftaen roe datmen door fware fonden ver-
lieft de principale werekinge vande Genade. Die
op
-ocr page 255-
XII. Boek. Geschiedenissen. 255
op alle defe poincten, de welcke byde geleert- 1616.
fte van beyde de opinien toe - geftaen worden,
fijn oogh-merck wil nemen, fal bevinden dat
die van t'een ende t'ander gevoelen langh van-
de Predeftinatie ende den aen-kleven van dien
fouden können predicken, fonder in contentie
te geraecken: te meer, alfmen let niet op de
ipeculatie, maer op de praétique waer toe alle
leeringen behooren gedirigeert te worden. T'in-
ficht vande Contra-Remonfiranten is, datmen den
geheelen oorfpronck vande Salicheydt Godes
barmherticheyt moet toe-fchrijven, metuytßuy-
tinge van alle verdienlten: wie heeft daer yet
jegens? T'inficht vande Remonflranten is dat-
men gheen levend menfche precijfelijck dehoo-
pe vande falicheyt behoort af te fnyden: ditftaen
de Contra-Remonfiranten oock toe. Wederom
de Contra-Remonfiranten foecken den menfche
te benemen alle roem van hem felven: T'is
redelick, ende kan byde Remonflrantenmetwe'
der - fproken werden. Maer de Remonflranten
foecken den menfch te vermanen dat hy, hoo-
rende Godes ftemme, fijn harte niet en verhar-
de , nochte en wachte nae foodanige treckinghe
die met gewelt foude gefchieden: Dit is mede
foowel gefondeert, ende foo ftichtelick dat nie-
mandt vande Contra-Remonfiranten fulcx en fal
willen weder-fpreecken. Voorts de Contra-Re'
vnonftranten
foecken de rechte Gelovige jegens
alle wan -hoop ende flaefTcheancxt te bewaren.
Wie iflèrvan de Remonflranten die foodanighen
yoor-nemen foude willen verhinderen? De Re-
monflranten
foecken de Luyden af te trecken
vande forgeloofheydt, ende te vermanen om
hare verkiefinge vaft te maken door de goede
wercken. Dit is oock hoogh - noodich, infun-
derheydt in defen tijdt,ende en kan byniemanc
berifpt werden. Hier uyt, ende uyt t'gunt by-
de geleerde ende de materie beter verftaende
daer by gevoecht foude können werden, is lich-
te-
-ocr page 256-
%S6 AMSTERDAMS II. Deel.
j6l6. telick te begrijpen dat de Kercken dienaers van-
de eene ende d'andere opinie, felfs oock vande
Predeftinatie ende den aenkleven van dien wel
fouden können leeren volgens häer geraoet, oock
bekomen het principael oogh-merck ende'eyndc
van hare leeringhe, fonder malkander veel te
contra-diceren. Dan genomen ten uyterfte, men
konde niet nae-laten oock het nauwfte van het
verfchil te verhandelen (hoe - wel fulcx miflchien
nochte noodigh nochte dienftich en is) fo kan
fulcx noch al gefchieden, fonder alteratie vande
Gemeente, fo wanneer de Kercken - dienaers,
volgens t'guntfyfelve voordefen verklaert heb-
ben behoorlijck te zijn, moderatie endebeleeft-
heyt daer inne gebruycken: ende over-fulcx
malkander niet en fchelden, verketteren nochte
verdoemen, veel minder met valfche calumnien
befwaren: maer nevens het voorftellen vanhaer
gevoelen , de goede Gemeente vermanen om
Chriftelicke liefde ende eenicheyt te bethoonen
aen alle de Huyfgenooten des geloofs, die oock
niet uyt-genomen , die anders in die poinélen
fouden mogen gevoelen: op hope datGodmet-
ter tijdt de waerheydt vande felve poin&en klaer-
der aenden dagh fal brengen, met aen - wijfinge
van het verfchil dat daer is tuflchen poinclen
die noodwendigh zijn geweten te worden ter fa-
licheyt, ende andere poin&en die niet en zijn
noodwendigh. Onder defe Moderatie is oock
begrepen behoorlijck onderfcheyt van tijdt ende
plaetfe, naedien op de eene tijdt ende plaetfe
flichtelick foude können zijn, t'welck op een
andere tijdt ende plaetfe aenftootelick foude
wefen: waer-inne de Kercken - Raden ende de
Overheden vande plaetfe met alle difcretie kön-
nen voorfien.
Myn Heeren, wy meenen uwe Achtbaerhe-
den goeden redenen gegeven te hebben vande
Tolerantie over de verfchillige poinélen: van
het gebruyck vande publique Authoriteyt in de-
fe
-ocr page 257-
-
XII.Boek. Geschiedekissen. 257
fe faecken , ende vanden Inhoudt vande Refo- 1616.
lutien byde Heeren Staten tot noch toe inde fel-
ve faken genomen. Wy meenen oock ende
Vertrouwen folutie gegeven te hebben op alle
t'gunt ons wetens daer jegens wert geobiicieert.
"Vwe Achtb. gelieve nu te over-weghen de im-
portantie van defe faecken, als waer aen is han-
gende de welftandt foo van ons lieve Vaderlandt
als vande Kercke.
Want alfmen de Tolerantie niet en foude
ampleéteren, foo moft een van defe drie din-
gen noodfaeckelick gefchieden: Oft alle de Kerc-
ken-dienaers moften gebracht werden, nopende
defe pointten, tot eene opinie: Ofte die vande
eene opinie moften geweert werden uyt den
Kercken-dienft: Ofte men mofte toe laten twee
Gereformeerde Kercken in defe Landen van
Hollandt ende Weft-Vrieflant. Alle de Kerc-
ken -dienaers tot een opinie te brengen en is
niet mogelick: aen beyde zijden werden geal-
legeert veel paflagien vande H. Schriftiire : vele
apparente redenen: vele treffelicke Leeraers,
foo vande Oude als vande Gereformeerde Kerc-
ken. Die vande eene opinie uyt den Kercken-
dienft te weeren, is noch Chriftelick n och doen-
lick: Niet Chriftelick, om dat de Leere onfes
Heeren Jefu Chrifli meerder moderatie ende be-
fcheydenheyt mede - brengt, dan datmen ye-
mandts gaven onvruchtbaer foude maken, alleen
om eenigh verfchil van gevoelen in foo fware,
ende voor foo velen niet wel begrijpelicke ma-
terien. Ten is oock niet doenlijck: want het
getal foo vande Kercken-dienaers als vande Lidt-
maten vande Gemeente houdende d'eene ende
d'andere opinie, is te groot, dan dat fulcx fou-
de können gefchieden fonder t'Landt te Hel-
len in combuftie. De gereformeerde Kercken
defer Landen (die tot noch toe God zy gelooft
maer eene is geweeft) aen twee te laten fcheu-
IV. Stuk.                     R                      ren
■N
-ocr page 258-
258 AMSTERDAMS IL Deel.
1616. ren ïs wel doenlick, maer ten uyterften perni-
cieux. T'is waer, mi n Heeren, wy laten toe
by conmventie eenige Vergaderinge van Marti-
niflen
ende Mennmiten : maer uwe E. weten wel
dat dit een gheheel ander iaecke is: alfoo de
Heeren Staten niet hebben aen genomen de pro-
teclie van ibdanige gefintheden , maer alleen
vande ware Gereformeerde Kercke 9 die haerE.
M. behooren foo ongefcheurt te conferveren,
als fy de felve ongefcheurt hebben ontfanghen.
T'is het woort der waerheydt, Dat alle Rijck
dat in hem [elven verdeelt is
, verfiroyt moet wer-
den.
T'is ook aenmerckens waerdig dat de ex-
perientie van. alle tijden geleert heeft, dat de
fcheuringen vande Kercken onder wat pretext
het is, eens een beginfel ende forme genomen
hebbende terftont ongenefelick werden. De
fcheuringhe vande Novatianen inde Oude Kero
ke, heeft begonnen inden Iare aio. ende niet
tegenltaende alle vlijt, die foo byde Leeraers
als byde Chriftelicke Princen daer toe is aen-
gewent, heeft inden tijt van hondert-en vijfcigh
laren niet wegh genomen können werden. De
fcheuringe vande Donatiflen heeft: haren oor-
fpronck gehadt ontrent den Iare onfes Heeren
drie hondert, ende is de Kercke daer-mede ge-
quelt geweeft langer als hondert faren daernae.
Ontrent den Iare 600. heeft de VVefterfche of-
te Latijnfche Kerck alleen, ende fonder corref-
pondenie vande Oofterfche Kercken, gegeven
een decifie op een fware queftie vanden Poort-
gangh vanden Heyligen Geeß:
Hier uyt is ge-
refen de fcheuringe tuflchen de Griekfcbe ende
Latijnjcbe Kercke, die tot den huydigen dage
is duyrende, fonder dat de felve ftucken heb-
ben können aen een gebracht werden, niet te-
gen-ftaende daer toe verfcheyden Concilien zijn
gehouden. De fcheuringe tufïchen de Luther-
fchen
ende de Gereformeerde haer beginfel ge-
no*
-ocr page 259-
XII. Boek. Geschiedenissen. 259
nomen hebbende ontrent denlare 153c. ismeer 16*16*
ende meer gegroeyt ende inden Iare 1575. ge-
heel opcntlick uyt - ghebroocken: Sedert welo
ken tijdt tot nu toe vele Godvruchtige Princen
ende Leeraers arbeyden om die wonden te ge-
nefen, maer (God betert) tevergeefs Sooveel
lichter ift, mijn Heeren, te fcheur^n, dan te hee-
len: ende daerom moet men de beginfelen van
foodanigen quaet met allen erttft voor komen:
te meer" naedien de fcheuringen van fodanige
nature zijn, dat metter tijdt daer uyt broeyen
vele dwalingen, die erger zijn als t'gunt gepre-
texeert was tot oorfaecke vande fcheuringe*
Soo fietmen dat de Novatianen ende Donatif-
ten
, oock de Grieckfche ende Latijnfche Kerc-
ke, nae den tijdt van hare fcheuringe meer en-
de meer zijn af-gedwaelt vande waerheyt: dat
de Lutberfcbe zijn vervallen tot de Leere van-
de Ubiquiteyt. De oorfaecke hier van (nevens
Gods rechtvaerdige oordeel).is, dat door de
fcheuringhe alle goede ordre werdt gekrenckt,
ende dat elcke parthye , voor af-breuck vree-
lende , de noodige remedien niet en derft ge*
bruycken. Alle wijfe, Godvruchtige perfoo»
nen, infiende wat dagelijcx pafleert, füllen wel
können oordeelen of ons dit perijckel niet en
dreycht, ende of wy geen groote redenen en
hebben om by voort-gangh van fcheuringe fulcx
meer ende meer te vreefen. Wie falons oock
verfeeckeren, mijn Heeren, dat de fcheuringe
toegelaten zijnde om de poinóten die nu in ge-
fchil ftaen, geen meerder fcheuringen daeruyt
en fullen volgen ? Iae, wie is lbo flecht die niet
en voor-fiet dat ons fulcx ftaet te verwachten?
■VVant, is het geoorlofc om defe queflien van-
de Predeflinatie fcheuringe te maecken, waerom
niet om andere queflien mede de Predeflinatie
raeckende, waer-inne de Contra "Retnonflranten
felvc onder den anderen oneens zijn? Is het ge-
R a                        oor-
-ocr page 260-
——-^*mmi^>
260 AMSTERDAMS II. Deel.
1616. oorloft om eenige poincten raeckende de Pre-
deflinatie,
waerom niet veel meer om poincten
die de Rechtvaerdigb - maeckinge raecken , als
zijn de poincten waer over Pifcator ende Tik-
tius rer
eenre, Molinaus ende vele met hem ter
andere zijde, difputeren ? ïae fo veel Theolo-
gicale queftien als daer zijn (de welcke zijn feer
vele in ghetale) foo veel nieuwe fcheuringhen
füllen daer ontltaen, als eens die grondt geleydt
is datmen om het verfchil van leer-poinclen niet
noodigh ter falieheyt, de gemeenfchap behoort
te verlaten. Dit kompt oock over een met de
experientie van alle tijden. Want van oudts,
gelijck de Novationen haer vande Kercke af-ge-
fondert hadden, foo hebben eenighe ghenaemt
Qiiartidecimani haer af gefunden: vanüe Nova-
tionen*
De Donatiflen gefcheyden zijnde vande
eenicheyt, zijn wederom onder haer verdeek
gewerden aen /Zogatiflen, Maximinianiflen, Par-
menianiflen
, Cirrcnßs, Circumcelliones ende meer
andere fecten, T'felve hebben wy fien gebeu-
ren in onfè tijden. De Lutherfche hebben haer
vande andere Euangelifche af-gefcheyden, ter-
flont zijn fy mede verdeelt aan Flaccianen, O-
fiandrianen
ende meer diergelijcke. De Engel-
/che Puritainen
fietmen onder haer feheuren van
dage tot dage meer ende meer. Maer voor al
is notabel het exempel vande FFeder■- doopers ,
die aireed foo veel feclen onder haer hebben,
datter qualick yemandt is die het ghetal ofte al-
le de namen foude -weten te feggen, Hieruyc
is goet af te nemen, mijn Heeren, dat wy eens
de fcheuringe toe-latende, niet en hebben te
verwachten als meerder en meerder verwoeftin-
ghe vande Gereformeerde Kercke, tot af-breuck
• vande ware Religie, vreucht ende victorie van-
de Papiflen. VVat fwaricheyden dat dit mede
fal brengen inden ftaet van* het Landt, können
alle politique perfoonen lichtelick bemercken.
De
-ocr page 261-
<
XII. Boek. Geschiedenissen. 261
De fleckten van de publique Kercke infederen
altijdt de politie. infonderheydt in een Regie-
ringhe wiens principalen bandt is de Religie,
Vvant den felvenbandt ontknochtzijnde,moet
daer uyt volgen dhTolutie vande eenicheyt van-
den ftaet, vyantfchap van Provintie jegens Pro-
vintie, haet van Steden jegens Steden, fafitien
inde Steden felve, jae partyfchap tot binnen in-
de huyfen toe, gelijck in Italien ende Duydtfch-
landt
is gebeurt, ten tijde vande Guelfen ende
vande Gibellinen, ende in defe Landen ten tij-
den als die fchadelicke namen van Houcx ende
Cabaillaux de gemoederen foo hebben ontdek,
dat die inde tijdt van aoo. laren qualijck geftilt
hebben können werden. Wekken haet ende
partyfchap in defen des te droever ende ge-
vaerlicker foude zijn ,om dat de felve niemand*
anders en foude raecken als de belle Patriot-
ten, op welcker getrouwicheyt den ftaet va»
t'Landt akler-meeft behoort te ruften. Ende
om dat door hare divifie alle andere, qualick
geafFe&ionneert zijnde tot den felven ftaet, goe-
de occafie foude werden gegeven om daer je-
gens te attenteren. In Coningh-rijcken felve
is de verfcheydenheydt van Publique Religie
ten hooghftcn fchadelick: maer voor de Repu-
bliquen
t'eenemael ruineux. Wat fwarichey-
den nu hier uyt vorder rnetter tijt zouden mo-
§en over-komen defe treffelicke Volck-rijcke
tadt, füllen mijn Heeren van Amflerdam nae
hare wijf heydt wel können over - leggen, zijn-
de kennelick, dat van alle oude tijden deKerc-
kelicke dhTenfien hare fwaerfte ende dange-
reufte operatien hebben ghedaen binnen "de
grootfte Steden. Dit alles dan, mijn Heeren,
zijn de vruchten die uyt de fcheuringe ftaen
te verwachten, ende noch meer andere incon*
venienten, die beter dienen gedacht dan ge-
feydt.
R 3                        Aen
.-
/
-ocr page 262-
262 AMSTERDAMS IL Deev
Aen d'ander zijde, indien men ampleéteert
de Chriftelicke Moderatie ende wei ghelimi-
teerde Tolerantie, foo füllen wy eerft bekomen
dat ons in defe koortfe meeft noodigh is, na-
mentlijck ruft ende ftilte: alle leeringen ftrij-
dende met het algemeene Geloove der Gerefor-
meerde Kercken, füllen met eendracht uyt de;
Kercken geweert werden. De Kercken - diena-
ren alles nae - latende dat tot verbitteringe fou-
de mogen ftrecken , füllen van tijdt tot tijde
gedifponeert werden tot beter vrundfehap, en-
de fal alfoo door wegh - neminghe van alder-
hande beletfelen de wegh bereyt werden, tot-
een wettelicke onpartydige Synode , alwaer
door vrundelicke conferentie , ende goede on-
derrechtinge uyt Godes woordt, de differen-
tën gemindert, ende de opinien naerder by
malkander gebracht füllen moghen werden: de
Gemeente fal werden geflieht door de leere
die ftreckende is tot Godfalicheyt, ende ver-
maent tot liefde, eenicheyt, ende gehoorfiem-
heyt. De goede vrundfehap ende correfpon-
dentie tuflchen de Heeren Edelen met de Ste-
den , ende de Steden onder den anderen, ende
tuflchen de fleur vande Ingefetenen van t'Landt,
te weten alle perfoonen, affectie dragende tot
de ware Chriftelicke Gereformeerde Religie,
fal meer ende meer gevordert werden , tot
groot - maeckinge van Godes naem , welftandt
ende profperiteyt van onfe lieve Vaderlandt,
ende op-bouwinge vande Kercke. Hier-toe ift,
mijn Heeren, dat wy van wegen mijn Heeren
de Staten V. E. alles prefenteren dat eenich-
fins van haer E, Mo. foude moghen werden ge-
requireert, ende int particulier, den dienft:
van onfe perfoonen, als zijnde tot dien eynde
alhier gekomen: biddende V. E. dat het haer
gelieve defe onfe dienft voor aengenaem te
{logden.
-ocr page 263-
XII. Boek. Geschiedenissen. 263
De aanfpraak der Afgevaardigden werdt ^^
met groote aandagt gehoord. Na 't eindi-
gen derzelve, badt de Heer van Mathenes J^qT^
de Heeren Raaden te willen gelooven ,.dat van de
de Staaten niets zo zeer zogten als de be- Vroed-
houdenis der Gereformeerde Religie en de fchaP-
eenigheid der Kerken deezer Landen. De «
Heer Muis verzogt , daarbenevens „ dat
„ men geene nadeelige gerügten van de
„ Stad Dordrecht, of van hem in 'tbyzon-
„ der wilde aanneemen; alzo de Stad zig
„ by de meerderheid gevoegd, en de Re-
„ folutie aangenomen hadt, om dat zy
„ anders geene kans zag om de Kerk voor
„ fcheuring te behoeden, en verftondt, dat
„ de Leer der Contraremonftranten, by de
,, Refolutie., niet bezwaard werdt." De
Afgevaardigden verklaarden, wyders, meer
dan eens „ dat zy bereid waren, de zwaa-
„ righeden in 't aanneemen der Refolutie,
„ zo 'er nog eenigen zyn mogten, op te
„ loilen." Doch hun werdt, voor tegen-
woordig , alleenlyk geantwoord „ dat de
„ Heeren Raaden op de zaake zouden lec-
„ ten (V)."
Ook raadpleegde men, nog dien zelfden Nader
dag, op het gedaane verzoek, en werdt toen, ant-
zo de Groot aantekent, by eene meer-w0 -
derheid van weinige ftemmen (p), befloo-
ten, zig niet te voegen by de meefte Leden
van Holland, alzo, in derzelver Refolutie,
geene bekwaame middelen werden voorge-
flaa-
(*) Verhaal der Gcchp. bt. 94. enz.. BRANDT II. Deel,
hl-
383 . 3R4.
(7/) Veramw. Cap. VIII. bl. g5.
R4
/
-ocr page 264-
2<54 AMSTERDAMS II. Deel.
1616. flaagen, waardoor men uit de tegenwoor-
dige zwaarigheden zou können gered wor-
den (V). Doch den Afgevaardigden werdt,
twee dagen hierna, alleenlyk geantwoord,
,, dat Burgemeefteren en Raaden zig, door
„ hun voorftel, ten volle onderregt hielden
„ van het oogmerk der Staaten, in het nee-
„ men en overzenden hunner Refolutie aan-
„ gaande de Kerkelyke zaaken; dat zy daar-
„ by ook eenige redenen, ter anderer zyde,
„ hadden overwoogen, en ook gelet op de
„ gefteldheid hunner Stad; en dat zy hun-
3, nen Edele Mogendheden hunne meening
„ zouden doen verftaan, door hunne Afge-
Zwaarig- „ vaardigden." De afgezondenen derStaa-
hcid, ten deeden hun beft, om Burgemeefteren te
We'khier Deweegen tot nadere opening hunner zwaa-
ter Stede, righeden; doch men weigerde met hen in
vondt in' onderhandeling te treeden. Nogtans ver-
het aan- ftonden zy, daarna,met Burgemeefterenin
neemen een vriendelyk gefprek getreden zynde ,
folutie." " ^at men mer aanzag tegen het aannee-
„ men der Refolutie, om dat de Gemeente
„ zeer bevreesd was voor verandering der
„ Religie, en ook geen regt begrip hadc
„ van de verdraagzaamheid, welke men
„ wilde invoeren; dat eene wettige Sino-
„ de, onder 't gezag der Staaten gehouden,
„ de gemoeden beter tot onderlinge ver-
„ draagzaamheid zou bereiden; dat de Re-
„ folutien, welken men nam, ook behoor-
„ den te worden uitgevoerd; doch dat de
„ uitvoering der Refolutie, welke men hen
» nu
(re) Refo', Vxoedfch. N. n, 23 ~4pril. 1616. f, 17z,,
-ocr page 265-
XII. Boek. Geschiedenissen. 26$
„ au wilde doen aanneemen, op veele Plaat- 1616.
„ fen, en vooral hier te Amfterdam, af-
„ breuk van de Kerk, verlies van neering,
„ en mogelyk meer andere zwaarigheden
„ naar zig ileepen zou." Men voerde hun
hierop wel te gemoet „ dat de Gemeente
3, deezer Landen zagtzinnig was, eerbied
5, hadt voor de Overheid, en geene geneigd-
„ heid tot fcheuring. Dat de meefte ont-
„ flelteniflen in de Kerken haaren oorfprong
„ genomen hadden uit de hevigheid van
3, fommige Kerkelyken, welken men te veel
„ wils gelaaten hadt, waarna zy ftouter ge-
„ worden wären. Dat de Overheid zig van
„ haar gezag bedienen moed, om deezer
„ hevigheid paaien te zetten; wanneer de
„ ruft; haalt herfleld zou zyn. Dat de zaa-.
„ ken, in de byzondere Conferentien, zo ver
„ gebragt waren als zy indeSinode zouden
3, können gebragt worden; waarom het hou-
„ den eener Sinode niet gefchaapen ftondt
„ de eendragt te zullen bevorderen." Doch
Burgemeefteren hernamen „ dat men van de
„ eendragt niet moeft wanhoopen; dat de
„ Afgevaardigden der Stad , hunnen lad
3, geopend hebbende, zouden hooren,wat
3, nadere voorflagen de Heeren Staaten doen
3, zouden, en daarvan, des noods, verflag
„ doen." Zy voegden hierby „ dat hun
„ niet lief zou zyn, dat iemant hunner in-
„ gezetenen de ruft van 't Land of van an-
„ dere Steden flooren zou (.-&)."
De verklaaring, die, kort hierna, van we- Verkïaa.
gering der
(*) Zit LUANDT II. Deel, bl. 38-f enx.,
R5
-ocr page 266-
z66 AMSTERDAMS II. Deel.
1616. ge de Stad Amfterdam, ter Vergaderinge
Stad tervan bolland overgebragt werdt, hieldt in:
Vergade-»» dat ZJ de waare Chriftelyke Religie, nu
ringe „ over de vyftig jaaren hier te Lande ge-
van Hoi-)} oefend, verftondt te handhaaven; dat het
voor den Staat ondienftig was, daarin ee-
j, nige verandering te maaken, ten ware,
„ dezelve, in eene wettige Sinode, wel en
„ rypelyk overwoogen ware; dat zy hierom
„ niet hadt können bewilligen in verfchei-
„ den voorflagen en aften, federt het jaar
3, i6ii gemaakt: ook niet in den laatften
„ voorflagvanden drieentwintigften April;
„ dat zy ook niet kon toeftaan,dat, onder
„ haaren naam, eenige Plakaaten werden
„ gemaakt tegen die van de Religie, ten
„ ware de verfchillen, vooraf, in eene wet-
5, tige Sinode, onder 't gezag der Staaten,
3, waren overwoogen en verhandeld; dat
3, zy ook niet verftondt, dat men eenige
„ ContraremonftrantfcheLeeraars in hunne
„ bediening fchorfen of afzetten zou, om
3, dat zy geene Kerkelyke gemeenfchap
3, konden honden met de Remonftranten;
3, of den Contraremonftranten in hunnen
„ Godsdienft hinderen, onder voorwendfel
„ van fcheuring, om dat zy de R ernonftran-
„ ten, of die met de Remonftranten ge«
3, meenfchap hielden, niet konden gaan hoo-
3, ren. En dit alles tot dat de verfchillen,
„ by eene wettige Sinode, onder 't gezag
„ der Heeren Staaten, zouden zyn onder*
„ zogt, en verhandeld (V)."
Uit
O) Zie TBIGI.AND Kerk. Hift. */, 7J+»
-ocr page 267-
XII.Boek. Geschiedenissen. 267
Uit deeze verklaaring, die hier, van de x£ ^
Predikfloelen, eene 'mannelyke Refolutie ge-
noemd werdt, met vermaaning, omze ook
mannely k ftaande te houden (2), bleek klaar-
lyk, dat de bezending en de aanfpraak des
Heeren de Groot geene verandering ge-
maakt hadden in de befluiten der Vroed-
fchap van Amfterdam, die, by herhaalinge,
verklaarde, daarby te willen volharden (a).
Ondertuflchen, was de gemelde Aanfpraak
gedrukt en in 't'licht gegeven, na dat zy,
op laft der Staaten, aan de Leden ter on-
derzoek ter hand gefteld was. De Stad nam 't Ver-1
't verfpreiden deezer Aanfpraake, 't welkfPreidea
buiten kennis der Staaten gefchied was, zeer Jer ^l11"
euvel , en magtigde de Kaaden Joan ten yan den
Grootenhuis en Roetert Ernß, en den Penfio-Heere de
naris Adriaan Pauw om de Aanfpraak te on- Groot
derzoeken, en de punten, die aanmerking £?art . I
verdienden, daaruit op te tekenen, waarna noegeru
men overleggen zou, of 't ook geraaden
ware, dezelve openlyk te beantwoorden:'t
welk ik egter niet weet gefchied te zyn. Te De Stad j
gelyk werdt beflooten , ter Vergaderinge klaagt
van Holland, te klaagen, over de ftrenge°v<;r
handelwyze van fommige Wethouders te- hddS"
gen de Kerkendienaars en Gemeenten dereeniger
Gereformeerde Kerken , uit hoofde van Steden ,
Staatsbefluiten, waarin de Stad nimmer be- rSnnr
willigd hadt, met verklaaring, dat men, zo j-J^onJ
hierin geene herftelling kwame , niet zou ftranten,;
können nalaaten , openlyk aan te wyzen,
Waar-
CO Zie brandt II. Deel, bl, $%%.
\a) Ref«l. Vrocdfch. N. 11. 7 Maart, 11, 13 April, zo
y«fj, 3 Sepu 166 f. 171 verfo ^ ijz,17$ verft t igj.
•■
-ocr page 268-
268 AMSTERDAMS II.Deel;
x6i6. waarin Amfterdam verongelykt werdt.Nog
werden de Afgevaardigden ter Dagvaart ge-
magtigd, om, met de Steden,die eenelyn
trokken met deeze Stad, of anderszins, zig
te vervoegen aan zyne Doorlugtigheid, Prin-
fe Maurits, en deszelfs byftand, als Stadhou-
der , te verzoeken Q?): al 't welke veel toe-
bragt, om de zaaken, door den tyd, te
doen uitvallen tegen de meening der mees-
te Leden van Holland. Ook zeide de Pen-
sionaris de Groot, t'eenen dage, tegen ie-
mant, uit wiens Aantekeningen, Brandt
het te boek gefield heeft „ dat Amfterdam,
3, en de genen, die de Contraremonftranten
„ voorftonden, flout; de Advokaat en de.
„ andere Steden flaauw waren, en dat de
„ Refolutie en alles in gevaar was (V)."
Taurinus De Predikant Jacobus Triglandius hadt,
boek van in 't voorleeden jaar, hier ter Stede, een
de mder- koek uitgegeven, onder den titel van den
dräue™' Regigemaatigden Chrißen,
flrekkende om te
zaamheid bewyzen, dat de vyf punten, zo alsze van
wordt, de Remonftranten begreepen werden, in de
hier ter Kerke niet mogten verdraagen worden,
opee-' Hiertegen gaf Jacobus Taurinus, Predikant
haald en te Utrecht, in dit jaar , zyn boek van de
verboo- onderlinge Verdraagzaamheid in 't licht, waar-
den. in ny regt het tegendeel ftaande hieldt. In
de Voorreden las men iet ten nadeele der
Stad Amfterdam, daar men, zyns oordeels,
den yverzieken tongen en pennen te veel
fcheen toe te laaten,en de grondflagen van
fcheu-
(b) Refol. Vroedfch. U. u. jo ^iug. iH6. ƒ. i|2. ïfj.
{*) BRANDT II. O ui, bl. 419,
-ocr page 269-
tmjm^^T*"'                                                             -^
4
XII.Boek. Geschiedenissen. 269
fcheuring te leggen. Doch dit mishaagde 1616
der Wethouderschap zo zeer, dat zy 't boek
door den Schout deedt ophaalen (d). Tau-
rinus verdedigde zig daarna, wegens 't ge-
ne hy van Amfterdam gefchreeven hadt,
met nadere aanwyzing van 't gene daar ,
zyns gedagtens, omging. Ook gaf hy een
tweede deel van zyn boek in 't licht, welk,
insgelyksjhier terStede,verbooden werdt(e).
Op denzesentwintigften Juny deezes jaars, Ryeen-
werdt te Amfterdam, wederom eene heime koinft dcr
lyke Vergadering van Contraremonftrant -Sjoff
fche Predikanten gehouden, door 't beleidftranteR
van eenigen, die de fcheiding noodig hiel- te Am-
den, en 'er geduuriglyk op aandrongen. De fterdam«
vergaderden zeiden, tot hunne verdediging, Y^ al"
dat zy byeenkwamen, ingevolge van eenenhanddd
Sinodalen lafl van den jaare 1586, om de werdt.
Nationaale Sinode te vorderen. Men kwam
hier uit Gelderland, uit Holland, uit Zee-
land , uit Friesland , uit Overyffel en uit
Groningen en Ommelanden byeen. In de
Provincie van Utrecht, hielden de meefte
Predikanten de Remonftrantfche zyde.Plan-
cius, Hallius en Urfinus woonden, uit de
Amfterdamfche Predikanten, de Vergade-
ring by. De eerftgenoemde zat voor. Som-
migen fchryven, dat hier beflooten werdt,
eenige Verzoekfchriften van klaagende Con-
traremonftrantfche Gemeenten, onverwagts
en tevens, aan de Staaten te doen overle-
veren. Vaft gaat het, dat 'er zeker befluit
der
Refol. Vtoedfch. N. n. 9 Fcbr. Hl«, ƒ. 16$ mfu
(
(#) BaANOX II. Detl, bl, ^l tnx.
1
........______
-ocr page 270-
-------■—                                                                                         '■"«""•'".,"~------- " -■ ■                 liMP-n^pppi
270 AMSTERDAMS' n. Dek;
1616. der Staaten van Gelderland , tot vereeni-
ging by voorraad ftrekkende, overwoogen
en afgekeurd werdt, en dat men befloot,
alles te laaten aan de Nationaale Sinode,
die men zou tragten te doen befchryven uit
de welgeflelde Kerken, indien 'er, binnen
eenige maanden , nog niet toe beflooten
werdt (ƒ).
Hande- Ten deezen zelfden tyde, werdt, door
denvröed-eeniSe Leden der Vroedfchap van Amfter-
fchap. dam»gefproken van hier eene Sinode te wil-
len befchryven, al zou het de Stad ettelyké
duizenden kollen.Ook werdt,in den Raad,
voorgegeven „ dat men de oude Geuzen,"
deezen naam kreegen de Contraremonftran-
ten van fommigen „ verdryven wilde."
Waarop de Oud - Burgemeefter Hooft ant*
woordde: „ Dat zulks waar was; maar ge-
„ heel andere oude Geuzen dan hier ge-
„ meend werden. Dat de meeflen, die,
„ tentydedervervolginge, buiten 's Lands
„ hadden moeten zwerven, reeds overlee-
„ den waren;dat vandezelven nog leefden
„ de Heeren Jan Jakobszoon Huidekooper,
„ Jan de Biffchop, Jan Pieterszoon Reaal
„ en anderen. Dat hy zig ook, van zyn
5, twee-entwintigfte tot over zyn dertigfte
„ jaar, buiten de Stad hadt moeten ont-
houden, gelyk ook hadden moeten doen
de ouders van verfcheiden anderen, die

nu voor geeneoude Geuzen mogten door-
gaan. Dat men zig, by 't leeven der ou-
„ de
ff) Brandt II. Dtel, bl. 430. Baudart. Mem. VIII.
Dielj f. il.
-ocr page 271-
XII.Boek. Geschiedenissen. 271
„ de Geuzen, wel gewagt zou hebben te
„ onderneemen, 't gene men, maar pas na
„ de dood der meeften, begonnen hadt.
„ Dat, zyns oordeels, onze ondergang,
„ door onze onverdraagzaamheid, en door
„ ons te kanten tegen de befluiten der Staa-
„ ten, ons nader was dan wy waanden."
Op eenen anderen tyd, zeide hy „ dat de
„ Stad Amilerdam de voornaamfte oorzaak
„ van al 't misverftand was." En als hem
dit, door eenigen, die meenden dat de be-
houdenis der Religie hing aan hun flerk
flaan op de Leer der hooge Predeftinatie,
kwalyk genomen werdt, hernam hy „ dat
„ het doen van eenigen hier ter Stede niet
„ alleen flrekte, om de Remonflranten uit
„ de Regeering te weeren; maar ook ge-
„ heellyk te verdrukken; daar nogtans de
„ Amfterdamfche Predikanten, naar wel-
„ ker raad de Heeren zeer luifterden, wel
„ witten, dat Kalvyn en Beza deeze zelfde
„ gevoelens, in Melanchton, Bullingerus,
„ Hemmingius en anderen, ten goede gehou-
„ den hadden. Zo men dan op den tegen-
„ woordigen voet voortginge, zouden zy,
„ zo wel als de Remonflranten , gevaar
„ loopen. Hy hadt wel gedagt, dat de
„ nieuwe voet van Regeeringe, dien men,
„ hier, federt zes of zeven jaaren, begon
t, te houden, op eene vreemde moer leg-
„ gen moefl : doch 't kwaad fcheen zig
„ reeds veel verder te openbaaren, dan hy
3, ooit gewaand hadt, en was, niet dan door
3, gemaatigdheid en eendragt, te wee-
ren <&)."
                                    Doch
(lj Aantek. by Brandt II. Deti, bi. 431 «»*.
\
-ocr page 272-
ü7a AMSTERDAMS II. Deel.
1616.      Doch de raad des Burgemeeflers vondt
thans zo weinig ingang als te vooren. Ook wa-
Maurits ren de zaa^en, dit jaar, zeer ten nadeele der
verklaart Remonflranten veranderd, na dat Prins Mau-
zig open- rits, die voorheen gefcheenen hadt, zig in de
lyk voor Kerkelyke gefchillen onzydig te willen hou-
tnire-0" den,duidelyk genoeg hadt getoond, dathy
mon- de zyde der Contraremonftranten toegedaan
ftranten. was (h); en na dat de Stad Amflerdam, ge-
lyk wy boven(i) aantekenden, beflooten hadt,
met denPrinfeover'tKerkelykete raadplee-
gen. Men beiloot, federt, ook tot vermeer-
dering der Stads loldaaten (k). Doch dit be-
fluit fchynt, vooreerfl, niet uitgevoerd te
zyn. Zyne Doorlugtigheid, zig, federt, meer
en meer, uitende ten voordeele der Contra-
1617.  remonftranten, bragt te wege, dat, op den
drie-entwintigflen January des jaars 1617,
in de Vroedfchap deezer Stad , beflooten
Amfter- werdt „ de waare Chriftelyke Gereformeer-
dambe- „ de Religie en derzel vers belyders voor te
fluit, zig m flaan ter Vergaderinge van Holland, en
een by " zi§' ten dien einde' te voeSen hY zYne
denPrin-j» Doorlugtigheid;hem te danken voor de
fe.         „ zugt en y ver, die hy voor de gemelde Re-
„ ligie toonde, en hem te verzoeken, dat hy
„ daarin volharden wilde. Doch zo de ver-
„ fchillen, dooreene SinodaleVergadering,
„ of op eenige andere wyze, konden byge-
„ legd en de vrede herfteld worden , zou
„ men ook daartoe de hand leenen. Voorts,
„ zou men den Advokaat van 't Land, 01-
deo-
(h) Zie BRANDT II. Deel , bl. 3+« enz..
(»') Bladz.. 2<{g.
(ORefol. Vroedfch, N, 11. 3 Seft. ï«ïf. f. nu v.
-ocr page 273-
XII. Boek. Geschiedenissen. 273*
55
35
35
55
denbarneveld, in't byzonder aanzeggen en 1617;
vermaanen, dat hy zyn beft wilde doen,om
de harde en vreemde handelwyzen, die,
in 't fluk van den Godsdienft, by der hand
„ genomen waren, daadelyk te doen ophou-
„ den, en de zaaken op den ouden voet te
„ doen herftellen (/)," Waarop dit laatfte za-
ge , mag men afneemen uit den raad van den
Prinfe, die, in Maart hierna, terVergaderinge
van Holland verklaarde „ dat men, zyns oor-
„ deels, de gemoeden moeft zoeken te ver-
j, zagten; en ten dien einde, de Religionsver-
wanten" dien naam gafhy aandeContra-
. remonftranten „ by voorraad, onverlet en
„ in veiligheid, behoorde te laaten prediken;
„ dat men ook, daar eenige Kerkendienaaren
„ verlaaten waren, mögt zien dezelven, by
3, verdrag, wederom te doen ontvangen,of
„ anderen van gelyke gezindheid in hunne
,, plaatfe te brengen by leeninge of an-.
„ derszins, tot dat in de zaak zelve middel
„ gevonden zou zyn:" in welken voorflag,
door eenige Leden, bewilligd werdt. Doch
men kwam tot geen befluit (in)*
Ondertufïchen, was 'er, in January te voo Nadere
ren, wederom eene heimelyke Vergadering byeen"
van Contraremonftrantfche Predikanten en^™^®^
Ouderlingen, hier terStede, gehouden, waar- trarc-
ineene Aéte ontworpen en getekend werdt, inmop-
welke men verklaarde „ dat zulkenweldee-ftranten>
den, die zig van de Remonftranten afzon- jf J^m
,, derden; en dat het niet vryftondt, met de- .
„zel-Aae'tot
(l) Refol. Vroedfch. N. n. 23 Jan. 1617. ƒ. ioj.
(m) Refol. Holl. z Maart 1617. by BRANDT II. Deel,
*'. 4fi8-
IV. Stuk.                S
-ocr page 274-
274 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
1617. » zelvenKerkelykegemeenfchap te houden,
afzonde- » tot ^at» ^oor eene Nationaale Sinode ,
ring ji daarin nader werdt voorzien." Van de
ftrckken-Amflerdamfche Predikanten hadden Plan-
de, in cïus, die wederom voorgezeten hadt, en
ppgee en Hallius deeze Aäe ondertekend. En men
fteld. zondtze, federt, alomme aan de Contrare-
monflrantfche Kerkendienaars af, doorvee-
len van welken, dezelve, insgelyks, getekend
werdt. Men befchreef eene nieuwe vergade-
ring te Amflerdam, tegen den tienden April.
Doch men oordeelde, indenHaage, dat de-
zelve flondt ingerigt te worden, om de raad-
pleegingen der Heeren Staaten tegen te
gaan, waarom Gecommitteerde Raaden,
den agtflen te vooren, aan Burgemeefleren
fchreeven, dat die Vergadering mögt belet
worden, of dat, ten miniten, eenigen uit de
Regeering in dezelve mogten tegenwoordig
zyn, om te verllaan, wat aldaar gehandeld
werdt, en om daarvan den Heeren Staaten
verflag te doen (n). Doch of men, inApril, by-
eengekomen zy, is my nergens gebleeken.
Maar den zesentwintïgflen en zevenentwin-
tigflen July, werdt 'er wederom eene Contra-
remonilrantfche Byeenkomfl; gehouden te
Amflerdam, waarin de Acte van fcheiding,
injanuary ontworpen, nader overzien en vail-
gefield werdt (0): doch eer dit gebeurde ,
/
was 'er ook met de Remonflranten te Am-
flerdam iet voorgevallen , welk veel gerugts
maakte, en waarvan wy, in 't volgende Boek,
verflag zullen doen.
(n) BRANDT II. Deel, hl. 4J9-462.
(o) LßANOT tl. Dttl, hl. 4«4.
TWEE-
_______ _-
-ocr page 275-
' 275
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
fv ,. . VAN
AMSTERDAM.
DERTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1617, tot in bet
jaar 1626.
De Remonftranten, ziende de Contra- 16*17.
remonftranten, van tyd tot tyd, hei- De Re.
melyke Byeenkomften houden , om hunne m0n-
partye te fierken, beflooten ook, ten zelf- ftranten
den einde, te Rotterdam en elders, daar de en ^e"i_
Regeering hun gunftig was, byeen te ko- j^r ^*£
men, om orde op hunne zaaken te Hellen, fcheGe-
en zig te naauwer aan eikanderen te verbin- meente
den. Ook hielden zy, te Amfterdam, om-b^pnnen
trent den aanvang deezesjaars,afgezonder-j|redze°n"
de Vergaderingen met eenige Leden deryerga(je-
Walfche Gemeente, die, misnoegd over 't ringen te
afzetten van hunnen Predikant Simon Gou- houden
lart, zig federt by hen voegden. Vooraf had-ï A^~
denze zig egter gerigt aan deWalfche Sinode,
die, hier ter Stede, gehouden werdt, en op
dezelve begeerd, dat men eenig middel uit-
vinden mögt, om Goulart wederom te ver-
zoenen met den Kerkenraad. En toen zy
S 2                       hier
-ocr page 276-
27Ó AMSTERDAMS IL Deel.
1617. hier afgeweezen waren, hadden zv een Ver-
zoekfchrift ingeleverd aan de Wethouder-
fchap, waarby zy begeerden, dat hun vrye
Godsdienftoefening gegund moge worden
buiten de openbaare Kerke, alzo zy aldaar
het brood des Avondmaals, niet langer, met
geruften gemoede, gebruiken konden. Doch
my is niet gebleeken, wanneer dit verzoek-
fchrift ingeleverd, noch wat 'er op geant-
Zy ko. woord werdt. Maar in 't begin van January
™e*ol~ deezes Jaars' hieldenze de eertfe afzonder-
Vlooi- }yke Vergadering, ten huize van Willem
jenburg, Sweerfen , Timmerman en Houtkooper op
ten huize Vlooijenburg, in de nieuwe uitlegging, bui-
WNlem ten de S' Antonisort- Hier kwamen, de
Sweex- cerfte reize> zo ß>mmigen fchryven, maar
fen. zesendertig perfoonen byeen; voor welken,
door Jacobus Bottelier, Student in 't Walfch
Theologifch Collegie te Leiden, in't Franfch,
gepredikt werdt. Naderhand, gefchiedde
zulks nog twee maaien, met eenentoeloop,
eerft van zeftig, en toen van zeventig of
tagtig menfehen , zonder dat zulks, door
de Wethouderfchap, of op eenige andere
wyze , belet werdt. De Remonliranten ,
eenigen van welken deeze Vergaderingen
ook hadden bygewoond , fchreeven, den
dertigften, aan eenige Predikanten van hun
gevoelen te Leiden, om eenen Leeraar, die
hen in de Nederduitfche taaie mögt kön-
nen fügten. De brief was, in der haart,
door de volgende zeventien perfoonen on-
dertekend : Samuel Olfertszoon , Dirk van
Endich, Piet er Joofien, Henrik Henrikszoon,
Reinier Teile, Pietcr Pieterszoon, Rem Eg.
berts-
-ocr page 277-
XIII.Boek. Geschiedenissen. Ä77
lertszoon Bijjcbop , Abraham Antoniszoon , 1617.
Abraham Janszoon, Dir& Henrikszoon Qiiec
kei, Henrik Henrikszoon Eckelboom
, Willem
Klaaszoon, Jakob Laurenszoon Reaal, Thys
Pieterszoon
, ^a« Egbertszoon Bißcbop, üfor-
ue/w Klaaszoon Spring en ^mad cfe Bijjcbop,
De Predikant vanWarmond, Chrjfliaan Sop'm-
gius,
kwam hierop te Amfberdam, en pre-
dikte , voor de eerfte reize in 't Nederduitfch,
op den vyfdenFebruary,ten huize van Wil-
lem Sweerfen, voor eene vergadering van
tweehonderd en vy ftig perfoonen; onder wel-
ken veele nieuwsgierigen waren, en ook eeni-
ge yverige Contraremonftranten , een van
welken, een Smid zyns handwerks, den Pre-
dikant, met luider flemme, heette liegen:
waaruit eenig gedruifch ontftondu Doch 't
werdt haaft geftild, doordien Barend Jans-
zoon ,
Boekhouder van 't Huis - zitten - huis,
fchoon ook Contraremonftrantfch, den Smid
in 't ongelyk ftelde ; en Rem Egbertszoon
BiJJchop,
Broeder van den Profeiïbr Epis-
copius, elk, die iet op de Predikatie te zeg-
gen hadt, zyn huis aanboodt, om daar des-
wege met Sopingius te komen fpreeken.
Doch van dit fpreeken kwam niets, fchoon
de gemelde Boekhouder, een Schoolmeefter
Jan Janszoon, en nog zekere Eduard Jans-
zoon
opkwamen, met oogmerk om van de
gefchilpunten in 't gemeen te handelen ,
waartoe Rem BifTchop zyn huis niet leenen
wilde. Voorts, hadt men, onder de preeke,
voor 't huis van Willem Sweerfen, eenige
vergadering van jongens befpeurd, die wel
S 3                       wat
r
/
1 ,
-ocr page 278-
........                               ww i
S7B AMSTERDAMS II. Deel.
1617. wat gedreigd hadden; doch tot geene daa-
delykheid gekomen waren (a).
ly
huu- De Remonflranten, bevindende, dat het
ren eene ntljs van Willem Sweerfen te klein was,tot
derpiaats ^et nouc^en hunner byeenkomflen,huurden,
opDwars-den zesden February, van een' aanzienlyk
boom- burger , Herman Rendorp genaamd, een
floot. grooten Spyker of Pakhuis op Dwarsboom-
floot, Schottenburg geheeten, welk wel dui-
zend menfchen bevatten kon, en terftond
tot eene Predikplaats gereed gemaakt werdt.
't Gerügt hiervan liep haalt door de Stad,
en kwam ook Burgemeefleren ter ooren,
die Rendorp ontbooden, hem aanzeggende,
dat de huurders van zyn Spyker zorgdraa-
gen moeflen, dat zy anderen geen kwaad
voorbeeld gaven, en zig zelven eenigmer«
kelyk onheil op den hals haalden. Voorts,
werden 'er eenige fmaadfchriften verfpreid
door de Stad, flrekkende om 't gemeen op
te hitfen tegen de Remonflranten, en dee-
zen af te fchrikken van 't prediken. Rem
BifTchop bragt eenigen van deeze Papieren
aan Burgemeefleren, die 't prediken ontrie-
den ; doch niet uitdrukkelyk verbieden wil-
den. Men vergaderde dan, op Zondag den
twaalfden February, op Dwarsboomfloot,
daar, naar men meende,meer dan agthon-
'tGraauw derd menfchen byeenkwamen. Voor de deur,'
ftooit flondt eene groote ichaare, jongens en ge-
hunne boefte, die, onder de preeke, met fleenen
^ee" door de glazen wierpen: 't welk den Predi-
aldaar. ^ant ^ogtans niet belette, de preeke geheel
of
(a) Aantek. van Bürgern. C. P. HOOFT. MS.
-ocr page 279-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 279
of genoegzaam ten einde te brengen. Maar I0*r*
op of kort na 't einde der preeke, waarin
Sopingius, voorzigtiglyk, alles gemyd hadt,
wat de Contraremonstranten flooten kon,
vraagde een ContraremonflrantfchEngelfch-
man, Humfrei Bromki genaamd, met eene
fterke ftemme „ of men ook anders,in de
„ de oude en nieuwe Kerke, predikte, daar,
„ zcide hy, onze Predikanten Plancius, Hal-
„ lius en Triglandius leeren?" Daarop riep
de menigte ja, ja, ja; doch zeven of
agt ftemmen van Contraremonftranten rie-
pen, neen, neen. De Engelfchman Hortte
toen eene bittere klagte uit over de fcheu-
ring, die in de Kerk en in den Staat verwekt
werdt, het verval van Amfterdam jammer-
lyk betreurende: al 't welke zo veel gerugts
maakte, dat de Predikant, hoe zeer hy 't
verzogt, geen ftilte genoeg verwerven kon,
om zeker land te doopen. 't Graauw, d-C
voor de deur ftondt, ftoof toen naar bover,
dringende zo geweldiglyk in op de verga-
derde menigte, dat men zig reppen noch
roeren kon. Eenige yveraars riepen , uit
de venllers , komt boven! komt boven! 't is
nu tyd
, en meer dan tyd. Van beneden,
werdt gefchreeuwd, valin., valin! fladood,
ßa dood den Predikant, dien fcheurmaaker. De
glazen werden voorts uitgefmeeten: de hou-
ten venllers vernield. Men meende de tiap«
deur toe te fpykeren. Doch de Remonftran-
ten, fterker in getal, drongen naar buiten, en
zogten naar een goed heenkomen. Op ftraat
gekomen, werdenzenageloopen, uitgejouwd
en met Üyk gefmeeten. De Predikant, van
S 4                       yyf
-ocr page 280-
28o AMSTERDAMS II. Deel;
1617. vyfofzes aanzienlyke burgers verzeld, berg-
de zig, met moeite , in de Brouwery de
Haan, daar hy, door den Brouwer Pieter
Evertszoon Huift
, die van zyne knegts werdt
bygeftaan, tegen het aandringend graauw,
befchermd werdt. De vrouw,die met het
kind ten doop gekomen was, werdt ook in
veiligheid gebragt. Rem en Jan Egberts-
zoon BhTchop, Jakob Laurenszoon Reaal,
Secretaris der Admiraliteit, KornelisKlaas-
zoon Spring, Efaias Hiok, die tot de Wal-
fche Gemeente behoord hadt, en nog twee
of drie, de laatften afgetreden zynde,floo-
ten den fpyker toe. De twee BiiTchoppen
en Reaal werden, op ftraat gekomen, zo
geweldiglyk gedrongen, dat zy de wyk in
eens Bakkers huis neemen moeiten. Doch
na verloop van eenigen tyd, van daar ver-
trekken willende, werden zy terfbnd be-
kend, en door de menigte eer gedraagen
dan gedrongen over de S. Antonis of nieuwe
markt, tot in de Barndefteeg; daar zy, van
de eene naar de andere zyde-der ftraat ge-
ftooten wordende (£), op nieuws in een huis
weeken. De geweldenaars Itreefden, kort
De Ver- hierna, wederom naar de Predikphats. De
gader- voorbaarigften braken de deur open , en
plaats liepen naar boven, daar predikftoel, ban-
geplon- ^en> ft°elen> hoeken en alles vernield, en
derd. ten venfteren uit geworpen werdt. Toen
brak men 't lood uit de gooten , en, na den
middag, begon men de pannen van het dak
van boven neder te werpen: 't huis zelf zou,
naar
(b) Brieven gedrukt 1661, by Jan Rieuweitsz. bl. 243..
-ocr page 281-
XIII.Boek. Geschiedenissen. r28t
naar alle waarfchynlykheid, lad geleeden 1617.
hebben, zo Burgemeefteren geene orde ge-
fteld hadden. De Schout kwam, des avonds
ten zes uuren, aan den Spyker, en verdreef
de plonderaars. Oeduurende de plondéring,
was 'er de Onderfchout Arent Ellertszoon
Haan,
met zyne dienaars, meer dan eens ,
omtrent geweeft, zonder wil of magt tetoo-
nen, om de woeftheid te fluiten: 't welk het
volk hadt doen waanen , dat hem 't werk niet
mishaagde. De eigenaar en huurder,federt
voor Burgemeefteren ontbooden, omfloegen
clkanderen van de huur: en de Remonftran-
ten durfden, voor eerft,niet waagen,open-
lyk byeen te komsn. Zy verzogten, 't is
waar, terflond hierna, vryheid van Gods-
dienftoefening aan Burgemeefteren en Raa-
den (c). Doch ik vind niet, dat 'er eenig
antwoord kwam op dit verzoek.
Ondertuffchen, fcheenen de yveraars on-Men
der de Contraremonftranten te verwagten ,Plal?ü
dat de Remonftranten niet zouden nalaaten,^1^"
den volgenden Zondag, wederom te predi- aan te-
ken : 't welk zy, door het ftrooijen en aan- gen de
plakken van nieuwe Pasquillen, fcheenen te Remon-
willen voorkomen. Op Donderdag , denftranten*
zeftienden February, vondt men 'er een aan
iemants deur geplakt van deezen inhoud:
Begint gy Arminiaanen op Zondag weer te
tree ken;
Zo
(c) Inhoud van eenlge Brieven enz. gedr. 1617. Antwoord
tot
wederlegging van het Discours. gUr. 1617. Brandt II.
Deel, ft. 473-487» 4J>2.
S 5
-ocr page 282-
282 AMSTERDAMS II. Deee.
i6i7. Zo zullen >r een deel in 't water worden ge*
fleken.
Op Saturdag of Zondag daarna, werdt het
volgende aangeplakt:
Bodrt myn Heeren, hoort myn vermaanen,
Deezen Zondag zullen preehnd'/Jrminiaanen;
Maar daar zyn zevenhonderd Landsknegtcn
,
Die met d Arminiaanen willen vegten.
En die nog heeft een goeden dienjt van doen,
Die kome by deezen Kapitein
, en wilt u fpoên.
Ik waarfchüuw deeze Arminiaanfihegekken,
Datze wat zullen krygen op haar bekken.
DeWot- De Raad was, den agttienden, tot 's a-
houJer- vondsten zeven uuren, vergaderd. Men
fchaP handelde, onder anderen, over deopfehud-
de'enh'i &m? van 's Zondags te vooren, en verzogt
't werk, aan Burgemeefteren, datzy, tegen dierge-
om op. lyke opichuddingen, in 't vervolg , beter
fchud- voorzien wilden: 't welk zy aannamen.Ook
ding te yeeven Burgemeéfteren en Schepenen by-
men. ecn
» na l fcheiden van den Raad: en de
Weihouderfchap, bedugt voor nieuwe be-
roerte, belaftte den Major der bezettinge,
zig, des Zondags den negentienden, by tyds,
te vervoegen op Dwars boomfloot, en om-
trent liet huis van Willem Sweerfen op
VlóoïJënburg,mèxlau om denRemonftran--
ten het prediken te ontraaden, zo zy 't, op
de eene of de andere plaats, mogten willen
onderneemen. Doch zy hadden 't, dien dag,
niet in den zin. Midlerwyl, fchoolde het
graauw, wel een uur.voor zonnen opgang,
aan
Bft!ÉttÉffl^k$^»«iÉi^i^rl#n^ÉiiiiaiiBii«iMi
-ocr page 283-
\
XIII.BoEK. Geschiedenissen. 283
aan verfcheiden oorden in de Stad byeen. jóiy.
Omtrent zeven uuren, zag men jongens,
mannen,en daar onder volk van de flegtfte
foorte,die op plondering en roof vlamden,
meeft vreemdelingen, aan hoopen van vyf-
tig, honderd en tweehonderd, trekken door
de Stad. Veelen volgden den Schout, die
juift toen op de been was, om Roomfchge-
zinden-Vergaderingen te ftooren; doch zy
verlieten hem, die eerlang naar huis ging.
't Graauw gaf voor , naar Arminiaanfche £ Graauw
Vergaderingen te zoeken, en kwam, ein- jw*« 0
delyk, in merkelyken getale, omtrent ten den Sin?
agt uuren, op den Singel of Konings-graftgel,tus«
by de Warmoesgraft: van waar de menigte, fchen
omtrent ten half negen uuren, naar den Y- jj?n _.
■,                         1 1 i ö n                                      Blaauw«
kant voortrukkende, eerit, met groote ver- burgwal
woedheid, de oogen lloeg, op het huis van en Berg.
den Heer Volken Overlander, Schepen enth'aat.
Raad, en daarna Burgemeefïer der Stad,
flaande omtrent de Bergftraat: toen op dat
van Rem Egbertszoon Biffchop, naait het
voorgemelde: wyders op de huizen van A-
rend Pietcrszoon van der Burg
, Huig Jans-
zoon,
den Oud Burgemeefïer Kornelis Pie-
terszoon Hooft en den Oud - Burgemeefter
Gerrit Jakob Witfen.. Daarna, een weinig
terug deinzende, bleef de fchaare, ten laat-
fle, ftaan voor 't huis van Rem Egberts-
zoon Biffchop, zynde de zesde wooning be-
noorden de Bergftraat, daar de Luipaard in
den gevel ftondt. Men hadt het volk diets
gemaakt, dat hier gepredikt zou worden:
*t welk greetiglyk geloofd was. Eerft klopte
men aan, naaft zyne deur. Dochzyn buur-Valt aai
man
-ocr page 284-
ü84 AMSTERDAMS II. Dm.
1617. man zeide, Mannen gy zyt verkeerd, hun,
op het te gelyk, het huis van Rem aanwyzende,
huis van daar terftond aangebeld werdt, zo geweldig,
Rem Eg-<}at ^e fc]iej braks onder 't roepen van Doet
BiiTchop- °P> SJ dhniniaanen, gy preekt daar in huis.
'
Rem BiiTchop riep van binnen „ dat het
„ niet waar was, en dat een hunner binnen
,, komen kon, om 't huis te bezigtigen."
Doch 't baatte niet. Twee glazen raamen
van de zydkamer werden met fteenen aan
ftukken gefmeeten. Men zogt, door dezel-
ven, in huis te komen. Doch BiiTchop kreeg,
' met hulp van iemant van buiten, het houten
vertfter digt, en floot de woede menigte daar
buiten. Toen ging 't werpen met fteenen
wederom aan, doch flaplyk, terwyl BiiTchop
zig naar de bovenfte zolder begaf, op eene
bedpan iloeg , en luidkeels brand! brand!
riep , op hoope van ontzet. Doch niemant
repte zig om hem by te fpringen.Des zondt
hy zyne dienftmaagd, door eenen uitgang,
dien zyn huis op de Heeren-graft hadt, naar
den Opperfchout Willem van der Does, met
bede om onverwylde hulpe. 't Verzoek werdt
aangedrongen , door een' zyner buuren,.
Herman Tholinks, Schoonzoon vandenOud-
Burgemeefter Hooft,die zelf maar drie hui-
zen van Rem BiiTchop woonde (d). De
Schout liet zig overhaalen, drong, van agt
dienaars verzeld, nevens Tholinks, door 't
volk, tot voor de deur, daar een der vin-
nigfte fteen werp eren aangetaft en in 't huis
gebragt werdt. Het fmyten hieldt toen op.
De
(d) Aaiuek. vu Eurgeou C. F. HOOFT. W,
-ocr page 285-
I
XIII. Boek. Geschiedenissen. 285
De Schout, ftraks de deur wederom ope- 1617,
nende, zeidö, Gaflen, wat wilt gy hebben?
't Antwoord was , de Arminiaanen peeken
daar; die willen wy ßooren.
De Schout we-
derom , Daar is geene Vergadering: ik ben
boven
, beneden, en overal geweefl, Zy toen,
de naafle huur en hebben ons gezeid, dat wy
hier zyn moeflen. Rem Biflchop, 't volk over
de deur aanfpreekende, zeide, Mannen en
Gaflen, waarom doet gy my dit? Heb ik ie"
mant te kort gedaan ? Of iemant
, die voor my
gewerkt heeft, niet wel betaald
, of een penning
afgetrokken'? Heb ik met iemant e enigen twiffi.
Ben ik niet een burger
, zo onbefproken als een
ander ? Wat hebt gy op my
, dat gy myn huis zo
beflormd? Niets
, niets, was de gemeeneftem,
dan gy zyt een Arminiaan. Zo dra de Schout
een weinig van de deur af week, begon men
wederom te werpen in de glazen. De On-
derfchout, met zyne dienaars ook in huis
gekomen, Hilde 't volk, dat agter aan 't huis - •
aan 't werpen gevallen was, met woorden.
De Schepen Volkert Overlander, die naaft
Rem Biffchop woonde, uit de Kerk gehaald
zynde, begaf zig, ten fpoedigfte, naar 't
huis van den voorzittenden Burgemeefter
Reinier Pauw, welk, omtrent vyfentwintig
huizen verder, op de zelfde graft, ftondt,
met verzoek om byftand. De Burgemeefter
nam aan, met de andere Heeren te zullen
fpreeken, en zyn beft te zullen doen, om
den oproer te füllen. De fmyters riepen,
midlerwyl, dat men hunnen gevangen mak-
ker loslaaten zou; dan wildenze 't huis met
vrede laaten. Biflchop, toen nog hoop heb-
ben-
-ocr page 286-
I
286 AMSTERDAMS IL Deel.
16*17. bende op eene goede uitkomfl:, badt voor
den gevangen , dien de Schout eindelyk
Haakte. Doch toen wierp men, fterker dan
te vooren. De Schout, na een halfuur
verloops, verdriet in 't wagten krygende,
befloot, met den Onderfchout te vertrekken.
Rem Biffchop, zyne huisvrouw Lysbet de
Biffchop
, Zufter van Jan de Biffchop, Raad
der Stad, en zyns broeders huisvrouw ba-
den en fmeekten, dat zy toch blyven zou-
den, zeggende, Myne Heeren, zo gy weg-
gaat, zyn wy gelyk als overgeleverd.
Doch't
antwoord was, ivy können hier den gantfchen
dag niet blyven ; wy hebben daartoe geenenlaß
van Burgerne eßer en.
Rem Biffchop verklaar-
de „ gemeend te hebben, dat de Schouten
„ altoos laft hadden, om kwaad te verhoe-
„ den; en zulken, die beledigd werden, te
„ befchermen:" te gelyk vraagende „ of
„ 'er, zo dit niet zyn kon, geen middel wa-
„ re, om tien of twintig foldaaten te beko-
„ men, op zyne eigen koften ? " Doch zy
zeiden „ niets te können doen, zonder lalt
5> van Burgemeefteren : maar zy zouden
„ agteruit gaan, en hun beft doen, om de
„ jongens, die voor 't huis waren, te ver-
„ jaagen." Doch de Onderfchout Haan,
den degen trekkende tegen 't graauw, werdt
met fteenen geworpen. Terftond daarna,
riep men, de Schout gaat weg; 't huis is ons
'c welk ten prys, met al wat 'er in is. Straks wierp
geplon- men, met zo veel ge weids, op deur en ven-
derc* fters, dat niemant, in 't voorhuis, of in de
wor ' zydkamer, duuren kon. Biffchop en zyne
Huisvrouw beflooten toen, de boeken, het
geld
-ocr page 287-
XIII.Boek. Geschiedenissen. 287
geld en eenige andere dingen van waarde 16x7.
van agteren over de fchutting, in den tuin
van den Heere Overlander, te bergen, waar-
in zy van eenige arbeiders, die, onder eene
hagelbui van fteenen, door de agterdeur,
in huis gelaaten waren, geholpen werden.
Biflchop zelf bergde zig ook in 't huis van
den Heere Overlander, na dat hy 't geweer,
welk hy in huis hadt, zorgvuldiglyk verfte-
ken hadt, op dat 'er geen grooter geweld
mede gepleegd werdt, 't huis , met den
meeften huisraad, laatende ten prooije der
plonderaaren. Zyne Huisvrouw bleef, nog
eenigen tyd na hem, in huis; doch vloodt,
eindelyk, met veel gevaar, naarde Heeren-
graft, daar haars mans Broeder, Jan Eg-
bertszoon BilTchop , woonde, wiens huis
ook reeds met plondering gedreigd was, en
daar men al eenige glazen ingefmeeten hadt.
De vrouw, van 't graauw gevolgd worden-
de, geraakte in een Kalïenmaakers huis,
en uit het zelve in den tuin van Burgemees-
ter Witfen, daar men haare kinderen, hei-
melyk, by haar bragt. 't Graauw hadt,
midierwyl, het hek of de glinting, voor 't
huis ftaande, uit den grond gerukt,en met
de deur derzelve, ook met eene plank, zo
geweldiglyk gebonsd op de deur van't huis,
en van de kelder, dat zy de laatfte, einde-
lyk, openkreegen. Toen fleeptenze twee
zwaare balken uit de kelder, waarmede ge-
weldiglyk op de huisdeur geramd werdt. 't
Was elf uuren, eer zy in huis raakten, daar
toen.alles geplonderd en vernield werdt.
De vaten met koopmanfchappen werden ge-
opend,
-ocr page 288-
288 AMSTERDAMS II.Deei:
1ÓI7. opend, en twee kiften met koftbaare boe-
ken, die BilTchop uit Engeland ontvangen
hadt, verfcheurd. De voorraad van fpyze
en drank werdt te lyve geflaagen, wegge-
voerd, of vertreden en geplengd. De fchil-
deryen werden in Hukken gefneeden: een
yzeren kift, die men niet open krygen kon,
naar de graft gefleept, daar menze zou in-
geworpen hebben, zo rt niet , door den
Schepen, Puter Matthyszoon,belet gewor-
den was. De fchade, door Hem BilTchop,
by deeze plondering geleeden, is, federt,
op vyfduizend guldens begroot gewor-
den (è).
De Wet- OndertulTchen , waren de Wethouders
houder- op 't Stadhuis byeen gekomen, en hadden,
fchap terftond, de famenrotting en 't geweld aan
diT ge-C ^e niuzen van ^em en Jan ßgbertszoon Bis-
weid, byfehop, welk toen nog niet op 't hoogft ge-
eene komen was , by openbaare afkondiging ,
Keure, verbooden (ƒ). Doch dit verbod hielp
luttel, 't Pionderen ging zynen gang, tot dat
Burgemeefter Pauw en eenige Schepenen en
Raaden,,omtrent ten twaalf uuren, voor't
geplonderd huis verfcheenen , de plonde-
raars, door hunne tegenwoordigheid alleen,
verftuiven deeden. De Heeren trad en, ver-
volgens, naar binnen, daar Rem BilTchop
en zyne Huisvrouw, na dat zy vier uuren
buitens huis geweeft waren, zig eerlang
wederom by hen vervoegden. De Heer Pauw
beklaagde zyn lot met traanen: en 't huis
werdt,
(e) Aantek. van Bürgern. C. P. Hooft. MS. Brieven
redrukt \66z. bj Jan Rieuwertsz. kt, 22$.
(ƒ) Keurb. I. ƒ. iöj.
-ocr page 289-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 280
werdt, door eenige foldaaten , bewaard: 16*17.
ook dat van Jan Egbertszoon: 't welk, den
volgenden dag, andermaal gedreigd werdt.
Zelfs werden eenige andere huizen vanRe-
monftranten, tegen den avond van den twin-
tigften, voorzien van foldaaten. En 't graauw
was, inderdaad, zo verbitterd op deeze Lui-
den, dat twee hunner, Kornelis Klaaszoon
Spring, Belchukbakker, en Abraham Anto-
niszoon ,Kaarfemaaker, geduurende de plun-
dering van Rem Biffchops huis, op ftraat
aangerand, met fleenen gefmeeten, en in
groot gevaar van hun leeven gebragt werden,
tot dat de eerde zig bergde in 't huis van den
Schout, daar hy wel ontvangen werdt, en
tot 's avonds vertoefde; en de ander in dat
van een' Spekverkooper, op den hoek van
de Heeren- en Warmoes-graft , daar men
hem nogtans agter na liep, en noodzaakte
over twee daken te klauteren, en eene vei*
liger fchuilplaats te zoeken (g).
Burgemeefteren gaven, den twintigften,Nadere
den Raad kennis van 't gebeurde aan 't huis Keur te-
van Rem Egbertszoon. De Raad verfhondt, gen dier-
„ dat men niet alleen tegen diergelyke oi> JrSï,
3, geregeldheid behoorde te waaken; maarg3ïdhek?
„ ook het onbehoorlyk predikenfcherpelyk en tegen
„ verbieden: voorts, moell: mende plori-*c onhe"
„ deraars zoeken in handen te kry-gen, en \°e°j\y
3, het ftrooijen van Pasquillen, waarin de icen."
5) Wethouderfchap of anderen befchimpt
„ en
(g) Inhoud van eenige Brieven enz. gedr. 1617. Antw. tot
wedeilegg. van het Discours gedr. 1617. BRANDT II. Deel,
*/. *«7-f99- P. ALlMBORCH Vita S.EpLscopii/>.$i.-ioz.
IV. Stuk.               T
v- / ■'
-ocr page 290-
aoo AMSTERDAMS ILDeel*
1617. j» en gelafterd werden, door de befte mid-
„ delen, tragten te voorkomen (#). Over-
eenkomftig met dit befluit, maakte 't Ge-
regt eene Keur, die 's anderendaags afge-
kondigd werdt. De opfchudding werdt, by
de Keure, geweeten aan de Remonftranten ,
die, zonder nood of wettelyke reden, afge-
zonderde Vergaderingen gehouden hadden;
welke Vergaderingen nu uitdrukkelyk ver-
booden werden (ï). Doch 's nagts na 't uit-
komen deezer Keure,werdt 'er een Pasquil
aangeplakt, waarin het ongeluk van Rem
BilTchop beklaagd, en aan de agteloosheid
en partydigheid der Wethouderfchap ge-
weetenj werdt. Men hadt 'er den naam van
Abraham Antoniszoon onder gefield, om te
kennen te geeven,dat het uit den koker der
Remonftranten kwame. De Wethouderfchap
beloofde, terftond, driehonderd guldens aan
die den maaker ontdekte. Doch daarna is
gebleeken, dat het, door Wynani Elberts-
zoon,
Sehoolmeefter van 't Contraremon-
ftrantfch gevoelen, opgefteld was , om de
Remonftranten in den haat te brengen by de
Regeeringe. Een yveraar onder de Remon-
ftranten gaf, kort hierop, ook eenige Brie-
ven, wegens de beroerte hier ter Stede,in
't licht, welken, insgelyks, by openbaare
afkondiging, verbooden werden, als, dus
luidt de Keure, met groote partyfihap ge-
fchreeven (Jk).
Onder of na de beroerte,
wa-
(b) Refol. Vroedfch. K. 12 20 Febr. 1617. ƒ. S verft.
(i) Refol. Vroedfch. N. 12. 21 Febr. lóiy.f. 9. Keur!).
I. ƒ. 16 j verft.
(kj Kcurb. I. ƒ. 167 vtrftt 171. BRANDT II. Dtel, R
SOO, ;oj.
-ocr page 291-
jKIILBöek. Geschiedenissen. 291
waren 'er eenigen inhegtenis genomen, die 1617.
men voor handdaadigen hieldt. Sommigen
derzelven werden terflond geflaakt: anderen,
na verloop van eenigen tyd * en onder borg-
togt van een honderd vyftig, twee honderd,
of drie honderd guldens: doch men vondt
niet geraaden, eenigen der oproerigen aan
't lyf te komen. En Rem Egbertszoon Bis- Aan Rem
fchop, die Lidmaat der Gereformeerde Ker-Egbert^
ke was, werdt, 's Donderdags na de pion- jjitfthop
dering , door twee Ouderlingen , uit denen ande-
naam des Kerkenraads, aangezeid, dat hy ren
zig van 's Heeren Avondmaal, welk des Tordl
Zondags daarna ftondt gevierd te worden )vond/
zou hebben te onthouden. Gelyke aanzeg- maal
ging gefchiedde ook aan Jakob Laurenszoon ontzeid*
Reaal, Secretaris der Admiraliteit, en aan
eenige anderen, die naderhand openlykvan
de Gemeente werden afgefneeden. Voorts,
kwam, van wege de Gecommitteerde Raa-
den, aanfchryvens aan de Steden,om tegen
diergely ke beroerte, als te Amflerdam voor-
gevallen was, op haare hoede te zyn. De Re-
geering van Amflerdam beantwoordde den
brief, met aanwyzing van 't gene zy gedaan
hadt, om de beroerte te fluiten en in 't ver-
volg te voorkomen (/); waarby de zaak ge-
bleeven is.
Maar de Amlïerdamfche Remonftranten, De Am-
zig niet konnende voldoen, in het nalaaten fterdam-
hunner Godsdienflige Vergaderingen, ver-fche Re*
voegden zig, den zesden Maart, met een ft^en
Ver-
(I) BrtANDT II. Deel, ti, jol , J02. P. A LlMBORCH
Yita S. Eoiscopii P. ioj , T04.
T 2
-ocr page 292-
£0 AMSTERDAMS II. Deei.
1617. Verzoekfchrift aan deStaateu van Holland,
ve r waarin zy om derzelver befcherming baden,
hcnvryete Setyk begeerende dat hun eenige Predi-
Gods- kanten van hun gevoelen in de openbaare
dien ftoe-Kerken, of anderszins afzonderlyke Verga-
ff inS deringen mogten toegeftaan worden. Doch
Staaten m dit Verzoekfchrift werdt niet donkerlyk
van te kennen gegeven, dat de Wethouderfchap
Holland, van Amfterdam zigte flap gedraagen hadt,
in het fluiten der jongfle bèweegihgen. De
Afgevaardigden der Stad op de Dagvaart
namen , derhalve , het inleveren van dit
Verzoekfchrift zeer euvel, noemden 't op-
roerig , en wilden 'er niet op (temmen, voor
dat de Edelen en Steden verklaard hadden,
of zy kwalyk hadden gedaan, of nog kwa-
lyk deeden aan het handhaaven der oude,
waare, opregte, Chriftelyke, Gereformeer-
de Religie, gelykze van den beginne aan-
genomen was, en nog behouden wcrdt. Op
't Verzoekfchrift, kwam, ondertmTchen ,
geen antwoord. Men leverde dan , den
zeftienden Maart, een tweede in , waar
in het zelfde verzoek herhaald werdt, be-
weerende de Vertooners, dat zy zig hielden
aan de oude, regte en waare Reformatie,
en zelfs aan de Nederlandfche Géloofsbe-
lydenis en Catechismus, fchoon zy, in fbm«
mige punten, verfchildeh van de tegenwoor-
dige Amfterdamfche Predikanten. Op dit
Vertoog, werdt, by de Staaten, beflooten,
de Afgevaardigden van Amfterdam te ver-
zoeken „ dat, op de redenen van bezwaar-
„ nis, in het zelve vervat, rypelyk mögt
„ gelet worden, in zulker voege, dat de
„ ruil
1
-ocr page 293-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 293
„ ruft der Stede bewaard, en den klaageren 1617.
„ gelegenheid gegeven werdt, om hun ge-
„ moed te beleeven." De Remonftranten, En aan
hiervan kennis gekreegen hebbende, ver«de Wet-
voegden zig met een Verzoekfchrift aan ^"^
Burgemeefteren en Raaden van Amfterdam, Amder-
om vryelyk te mogen vergaderen. Doch dam.
hun verzoek werdt niet ingewilligd. Sedert, D°ch
voeren zy, in kleinen getale, nu en dan, tér VC1S
preeke naar Abkoude, daar een Predikant
ftondt van hun gevoelen. Ook hoorden zy,
fomtyds, Joannes Geefleranus, die, meent
men, ten deezen tyde, in het Dorp .Vree-
land ftondt.'t Blykt niet, datzy, vooreerft,
hebben durven waagen, Godsdienftige By-
eenkomften in de Stad te houden (m). Som-
migen hunner geloofden, dat de Kerkenraad,
omtrent deezen tyd, eerft mondeling, en
daarna fehriftelyk, by de Wethouderfchap
zou hebben aangehouden op de opregting
eener Kerkelyke gevangenifle, waarin men
allezulken zou oplluiten, die niet paften op
de Kerkelyke tugt, en de aalmoeiïen mis-
bruikten (ji). Doch hiervan is my, in de
Stads Re gißer s, geen blyk altoos voorge-
komen.
De Contraremonftranten, den negenden De Stad
July, de Kloofter-Kerk in den Haage h&-b5wiU!*t
bende ingenomen, in welke Prins Maurits,^ 1.,u,e
den drie-entwintigften, ter preeke ging, gaf t[e der"
zulks, onder anderen, den Staaten van Hol- Staaten
land gelegenheid tot het neemen der Réfolu-tot het
Xleaannee-
(m) Aantek. van Bürgern. C. P. HoOfT. M$t
(n) liKANüX II. Deel, bl. 502-512.
T3
-ocr page 294-
Ï94 AMSTERDAMS IL Dezi,
tie van den vierden Auguftus, die, federt,
by de Contraremonftranten, de fiherpe R&-
folut'te
genoemd werdt. By dezelve, werdt
de nationaale Sinode afgeftemd, en väftge-
fleld, de voorige Refolutien, tot eendragt
(trekkende, met alle gemaatigdheki,uit te
voeren. Voorts, werden de Steden , die .
des behoeven zouden, gemagtigd tot het
aanneemen van Waardgelders , ter haarer
verzekeringe (o). Doch Dordrecht, Am«
fterdam ,Enkhuizen, Edam en Purmerende
hadden niet bewilligd in deeze Refolutie.
De Vroedfchap te Amfterdam bleef, inde
Kerkelyke zaaken, by haar vooriggevoelen.
Zy hadt, al in April, verklaard, 't gezag
der Staaten en Wethouderen te willen bly-
ven handhaaven, mids men niets onderna-
me tegen de belyders der waare Chriftelyke
Gereformeerde Religie, waardoor zy alleen
de Contraremonftranten verftondt. Zy ver-
klaarde, in May, niet te können bewilligen
in den voorflag van eene Byeenkomfl van
agt weereldlyke en agtkerkelyke perfoonen,
om middelen te beraamen tot verzagting
der gemoeden. Zy drong, naderhand,nog
ernflelyk op het houden der nationaale Si-
node (jö). Doch toen, den zeftienden Au-
guftus , de jongfte Refolutie der Staaten van
Holland overwoogen werdt, in de Vroed-
fchap, verzogten eenigen deroudfte Leden
tyd van beraad, en affchriften der flukken,
en vooral van 't advis vanBurgemeeileren.
De
(o) Vaderi. Hift. X. Deel, bl. 151 , ijz, itfi.
(f) Refol. Vroedfch. ü. iz. 8 Jtpril, 6 May, l + Jaly, Z
yA*l-
1617./. XI, II, i+verfo, 19, 10.
-ocr page 295-
•XIII.Boek. Geschiedenissen. »95
De raadpleeging werdt dan verfchooven tot i<5i%
den' agttienden. 's Daags te vooren, kree-
gen twee of drie Leden de verzogte affchrif-
ten. Ten befremden dage, war§n eenige
Leden en onder anderen de Burgemeefteren
Kromhout en <le Graaf, en zelfs de voor-
zittende Burgemeefter Diederik Bas niet te-
genwoordig. De Oud-Burgemee£ler Kornelis
Pieterszoon Hooft ftondt, derhalve , hard
aan, dat de zaak wederom uitgefteld werdt,
Hy hieldt den Leden voor „ dat men, door Aan-
„ niet te ftemmenmetde meefte Leden der fPraak
„ Staaten ,zig fcheen te willen fcheiden van o^d-
55
55
Holland, daar de Stad, volgens de Graaf- Burge-
lyke brieven van de jaaren 1347 en 1355, meefter
M
nimmer van mögt gefcheiden worden."Hooft,
Hy voegde 'er by „ dat men, ondertufTchen, ^. ^"^
„ bleef kleeven aan Refokitien der Vroed- genheid.
„ fchap, die flegts met eene meerderheid
„ van eene of twee Hemmen genomen wa-
M ren. Men poogde, zeide hy, te wege te
,, brengen , dat zig 't gantfche Land aan
„ ons gevoelen onderwierpe, 't zy wy de
„ meerderheid of de minderheid hadden,
,, in de hooge Vergaderingen." Hy klaag-
de, wyders, gelyk meermaalen „ dat men
55
»5
»5
den Kerkelyken te veel gehoor gaf, die
veelal vreemdelingen waren, en's Lands
belang niet kenden, noch ter herte na-
men. Een van onze Predikanten hadt,
zeide hy, in zynen yver, wel durven
raaden, dat men, eer men 't begonnen
werk fteeken Hete, liever al de neering
van 't Land zou verliezen. Maar alle
T 4
                    [» raa-
55
55
H
Ï9
-ocr page 296-
I
296 AMSTERDAMS . II.Deel.
,1617. „ raaders waren geene gelders. En die
„ Predikant zelf zou zig , meende hy ,
„ wel zeer kwalyk houden, als hy, by ver-
„ loop van 's Lands middelen, verzwaaring
„ des oorlogs , en aandrang des vyands,
„ zyne halve, neering, dat is, zyne halve
„ gaadje, zou moeten millen. Maar zulke
„ Luiden zogten zig gezag aan te maatigen
„ over anderen, in zaaken van Godsdienft,
,, daar de wapenen, voor de gemeenevry-
,, heid van allen, aangenomen waren (</)."
Doch deeze en diërgelyke redenen vonden
geenen ingang by de meefle Leden. Men
befloot „ geene ügting van Wairdgeiders
„ toe te ftaan;op 't houden eenernationaa-
„ Ie Sinode aan te dringen; byde eens aan-
„ genomen Gereformeerde Religie te vol-
,, harden;'s Lands hoogheid en Regeering
5, te handhaaven, doch by eenpaarige be-
„ williging, niet by overilemming; mids-
„ gaders 't gezag en de magt van zyne
„ Doorlugtigheid, als Gouverneur en Stad-
„ houder, volgens zyne Commiffie en In-
De Stad „ flruótie (r)." Sedert, werdt, door Am-
dringt op fterdam en de vier andere Steden, fterk
't houden £ey vercj voor het houden der nationaale
ticmaatê Sinode; voor welke ook vier Provinciën zjg
Sinode. verklaard hadden. De vyf Steden, die, in
de Vergadering van Holland, niet met de
meefte ftemmen beflooten wilden hebben,
ftonden 'er zeer op, dat men, in de Ver-
gadering der algemeene Staaten, befloote
met
(e/) Aanr. van den Heere C. P. HOOFT by BRANDT 11.
Deel, b/, S6Z-S67.
(rj Relol. Vioedfch..N. 12. itf, 13, 3o^kj. i<sj7./.24,z;.
* .
-ocr page 297-
XIII. Boek. Geschiedenissen. S97
met de ftemmen der meefle Provinciën (V): ifaj.
al 't welk zulk eene verwarde gedaante gaf
aan den ftaat der Regeeringe, als zy, in
veele jaaren, niet gehad hadt.
De Gezant des Konings van Groot - Bri-De ...
tanje, Ducllei Carleton, den Staaten de Na-J^6^
tionaale Sinode, den zesden Oftober, heb- .,«»*.,
bende aangepreezen, m eene redevoering, letons
die terllond in 't licht kwam, gaf■ ^acobusKede-
Taurmus,
Predikant te Utrecht, gelegenheid, voering
om dezelve te wederleggen, in eene zöge-^rftgJ.te
naamde Weegjchaal, over welker inhoud, dam, ver-
Carleton zig zo gebelgd hieldt, dat hy te boodcn.
wege bragt, dat het Gefchrift, door de al-
gemeene Staaten , verbooden werdt , en
duizend guldens beloofd, aan die den fchry-
ver aanbragt. Doch de Publicatie, desaan-
gaande ingefteld, werdt, in verfcheiden' Ste-
den van Holland, niet afgekondigd, ^lzo
'er de Staaten dier Provincie niet in bewil-
ligd hadden (t): maar te Amtterdam, werdt
de Weegschaal door den Schout opgehaald,
en het verkoopcn en verfpreiden derzelve,
by eene byzondere Keure van den eerflen
December, verbooden (it).
Op den negentienden der zelfde maand,De Stad
deeden Dordrecht, Amiterdam, Enkhuizen, r*^*
Edam enPurmerende-, ter Vergaderinge van me^3pro.
Holland, eenen voorflagtot het houden eener feObrea
Provinciaaie Sinode, die de Nationaale Si-enPredi-
node zou voorgaan; dochdeeze voorflag be-dikan-
haag-'0"'611
(s) Zie BRANDT II. Deel, bl, 625-630, 631,653 ,ö3f j
É37 ,
640, 6Ö3, 67I.
(t) zie Brandt II. Dttl, hl, 041 enz,.
(«J Keucb. I. ƒ. 175 verft.
TJ
-ocr page 298-
,——,-----------                .
*o8 AMSTERDAMS IL Deel
\6i>j. haagde den overigen Leden niet, onder an-
blyftyve- deren, om dat, daarby, het verkiezen der
ren voor Leden tot de Provinciaale Sinode gefield
deSino* Werdc aan de byzdhdere Claflen; daar zy
verftonden, dat deeze verkiezing behoorde
gelaaten te worden aan de Heeren Staaten
i6i8. (ü). De be fluit en, die, in den aanvang des
volgenden jaars , by de Vroedfchap van
Amfterdam, genomen werden, liepen allen
uit op het bevorderen van het houden der
Nationaale Sinode: hebbende de Heeren,
hier ter Stede, geraadpleegd, niet alleen
met de Predikanten deezcr Stad, maar ook
met de Profeiïbren Joannes Polyander en An-
tonius Thyßus,
en met Feflus Hommius, An-
tonius fValaeus
, Abraham Doreflaar en Samuel
Bartholdi
, Predikanten te Leiden , in den
Haage, te Enkhuizen en te Monikendam
(w) , die allen flerk gezet waren op het
fpoedig houden der Sinode. En federt wer-
den, van wege de Stad, twee of drie Ver-
toogen ter Dagvaart van Holland ingele-
verd, waarby de Nationaale Sinode, met
agterftelling der Provinciaale, fterk werdt
aangepreezen («)•
Pifns
         Maurits, Prins van Oranje, in May dee-
Maurits zes jaars ^ fan Landdag in Overyiïel heb-
Amrfter'.ebende bygewoond, begaf zig, verzeld van
dam, tref-Don Emmanuel, Prins van Portugal, en van
feiyk in- andere Grooten, den drie entwintigften, te
gehaald.
                                                        - gan>
(v) brandt il. Deel, tl. 679 mz.
(w) Refol. Vroedfch. N. 12. 10 Jan. 21 Febr. 10Maart
I6I8. ƒ. Si verft, SS j J*.
(x) TIUGIhAND. bl. 10; I, Joj+. BAUDART X, Btekj f.
J», »f*
(
1
-ocr page 299-
XIII. Boek. Geschiedenissen. äqo.
Kampen, fcheep naar Amfterdam, daar hy 1618.
treffelyk wèrdt ingehaald. OmtrentMuiden,
kwam hem een groot getal van Jagten te
gemoet, die 's morgens van Amfterdam ge-
zeild waren. De twintig vendelen fchutters
en de drie vendelen Stads foldaaten (ton-
den , de eerften,, op den dam en langs het
water, tot aan de nieuwe brugge, de an-
deren, van de Verkensfluis tot aandenNie-
zel, gefchaard. De Officiers waren met O-
ranjen pluimen en (Inijers uitgeftreeken. Zy-
ne Doorlugtigheid werdt eerfh verwelkomd
door den Kolonel Jonas Witfen, die hem,
met vier floepen, te gemoet gezeild was.
De Prins tradt, op flroom, over by den Ko-
lonel. De Koopvaardyfchepen vlagden en
vuurden : de Trompetters bliezen Wilhel-
mus van Najjouwcn.
Ten vyf uuren naden-
middag, voer de Prins , door de nieuwe
brugge, ter Stad in, onder 't losbranden van
zes ilukken gefchuts, die op de brugge la- N
gen. Aan den dam, tradt hy op, over een*
fteiger, die met blaauw Laken bekleed was.
En hier werdt hy, door de gantfche Regee-
ringe, begroet. De oude Rederykers-Kamer
in Liefde bloeijende hadt, tiuTchen de Waage
en den fteiger, eene fraaije zegeboog opge-
regt, met dit opfchrift, in 't Latyn:
JkNEDICTUS, QUI VENIT IN NOMINE DOMINI,
dat is,
Gezegend hy, die in 's Heeren naam komt.
Ook deedt zy hier verfcheiden.' zinnebeeld^
-ocr page 300-
-—-——-----
3oo AMSTERDAMS IL Deel.
618. Se vertooningen, tot 's Prinfen eerc. Voorts,
werdt zyne Doorlugtigheid, langs 't water,
over de oude brugge, door den Niezel, en
over den Oude - Zyds - Voorburgwal geleid
naar de Verkensfluis, daar de Brabantfche
Kamer ook eenige vertooningen deedt,
llaande op de eendragt, die zy, door 's Prin-
fen beleid, verwagtte. In 't Prinfen-hof
gekomen, zag zyne Doorlugtigheid, uit de
voorvenfters, de vertooaingen, die de Ne-
derduitfche Akademie, in de graft vervaar-
digd hadt, op zeven fchuiten: in welken, de
doode Prins Willem met zyn huisgezin, de
zeven Provinciën, en het blazoen der Ka-
mer, eene bykorf met het woord Yver,
verbeeld waren. Ten volgenden dage, deedt
de Prins zig door de- oude en nieuwe Stad
roeijen, en zag den Moord van Graave Floris
den V.
, op het tooneel der Nederduitfche
Akademie, vertoonen (i). Denvyfentwin-
tigften, vertrok de Prins met rytuig ter Stad
uit. Een halfuur buiten dezelve, hadden
de oude Kamer en de Akademie wederom
vertooningen vervaardigd. Zyne Doorlug-
tigheid keerde naar den Haage (j); doch
of hy, geduurende zyn verblyf hier ter
Ste-
(j) Triumphe tot Amflerdam ent. gedr. i<jrg.
(i) 't Is waarfchynlyk het Treurfpel Geraardt van
Velzm
van den Droilaard Pieter Korneliszoon
Hooft geweefi: , dat, in 't jaar 1613, in 't licht
gekomen , en voor 't eerft op de Nederduitfche,
Akademie vertoond was (Zie P. C. Hoofts Lee-
ven,
bl. 8) : en waarin de Vegt de opkomft en
loffelyke daaden van Prinfe Maurits breedfpraake-
Jyk voorfpelde,
                           ƒ
-ocr page 301-
XIJI.BoEtf. Geschiedenissen. 301
Stede, eenige zaaken van gewigt met de 1618.
Wethouderfchap verhandeld of geregeld
hebbe, is my nergens gebleeken.
In Utrecht, en in eenige Steden van Hol- Amfter
land, waren, ingevolge der Refolutie van dam
den vierden Auguftus des voorleeden jaars, £'f? Jj:
Waardgelders aangenomen , om de Wet- Maurit9
houders te befchermen tegen opfchuddin- de hand
gen , waaruit verandering der Regeeringein liet
gevreesd werdt. Maar Amfterdam, en debevorde~
5 ,                           .                          »             ren van
Steden, die t met deeze Stad eens waren, de afdan-
in deeze Refolutie niet bewilligd hebbende, king der
voegden zig, in den Zomer, by de meefteWaard-
Provincien, die, op den raad van Prinfeëcldele^,
Maurits , ter Generaliteit, beflooten , de
Waardgelders te doen afdanken (»). De
Prins begaf zig, ten deezen einde, naarU-
trecht. De Staaten van Holland deeden ,
ten zelfden tyde, eene bezending derwaards,
om de afdanking der Waardgelderen, ware
't mogelyk, te voorkomen. Doch deeze
bezending was vrugteloos. Zyne Doorlug-
heid gaf aan de Regeering van Amfterdam
kennis van het oogmerk der afgevaardigden
van Holland, en deeze bragt toen tewege,
dat de bezending naar Utrecht, door zes
Steden, Dordrecht, Amfterdam, Schiedam,
Enkhuizen, Edam en Purmerende , ter
Dagvaart van Holland, werdt afgekeurd.
Van wege deeze zes Steden, kwamen zelfs,
kort hierna, Gedeputeerden te Utrecht, om
den Prins de hand te bieden. De Waardgel-
. ders
(*.) Refol. Vroedfdi. N. 12, 24, 25, 30 7'ilJ iöig. ƒ.
tl, 6ät
-ocr page 302-
i
Sos AMSTERDAMS II. Deè£.
i6l8. ders werden toen afgedankt, en de Regee»
ring te Utrecht veranderd (d). In Holland,
gefchiedde gelyke afdanking, by een Pla^
kaat der^ algemeene Staaten , welk , met
moeite, in de Steden werdt afgekondigd (Z>>
Ollen-
barhe-
vèld,
Hoger-
Het afdanken der Waardgelderen baan-
de den we^ tot de ontydige verandering
der Regeeringe, in de meefte Steden van
beets en Holland. Zy volgde kort op het gevan-
de Groot gen neemen van 's Lands Advokaat Olden-
gevan-
gen
barneveld»e" van de Heeren Hogerbeets en
de Groot, Penfionariffen van Leiden en Rot-
terdam, 't welk, op den negen en twintigften
Augufhis, uit naam der algemeene Staaten»
gefchiedde. De meefle Leden van Holland
verftonden, dat, door dit gevangen neemen»
's Lands hoogheid gefchonden was, en wil-
den de gevangenen doen flaaken. Doch Am-
flerdam en de vyf andere Steden verklaar-
den zig hierop niet gelaft. Men befloot dan ,
alleenlyk te bewerken, dat ter Generaliteit
vooreerft niet voortgevaaren werdt met de
regtspleeging over de drie Heeren ; eelvk
gefchiedde (O-
                                      y
Prins
Doch kort hierna, begon Prins Maurits
Wi7£ ?QKc£eeT'mS 'm de Steden van Holland ,
vciande-5UItenstyds' te verallderen, eerfl: zonder
ring der daartoe van de Staaten geniagtigd te zyn;
Regee- doch daarna, op verzoek der meefte Leden'
ringe te 't Liep aan tot den tweeden November, eer
zyne
(*) BHANDT U. Deel, II. go4 , «07, gil, 813, gift,
(l) EKANDT II. Deel, hl. %%-, , ?28.
> .
.. 1 ..
-ocr page 303-
N
XIILBoek. Geschiedenissen. 303
zyne Doorlugtigheid, ten deezen einde, ook löjg.
te Amfterdamverfcheen. Hy hieldt de ver- Xmft8r.
andering hier ter Stede dienftig, onaangezien jam VOOr
de Refolatien op de Kerkelyke gefchillen, dienftig.
by de Vroedfchap van Amsterdam, federt
eenige jaaren, genomen, volkomenlykvol-
deeden aan zyne inzigten; om dat dezelven
gemeenlyk met eene kleine meerderheid van
twee of drie flemmen waren overgehaald;
welke kleine meerderheid, by verfchei-
den' veranderingen, ligtelyk de minderheid
worden kon. Brandt heeft (d), uit een
Gefchrift van Episcopius, aangetekend,
dat de Vroedfchap van Amfterdam, op den
zevenden Oótober des jaärs 1617 ,beflooten
hadt, zig te voegen by de overige Leden
van Holland, in het bevorderen van eene
Provinciaale , niet Nationaale Sinode ; en
dat dit befluit, zonder veel tegenzeggens,
met eene meerderheid van vyf ofzesftem-
men, zou overgehaald zyn geweeft. 't Welk,
zo men 't aanneemt, bewyzen zou, hoe on-
vaft, zelfs ten deezen tyde , de befluiten
der Vroedfchap ftonden. Doch Brandt
zelf heeft getwyfeld, of Episcopius om-
trent dit befluit ook kwalyk onderregt ge-
weeil: zy: en ik ben wel verzekerd, dat 'er
niets van te vinden is, in de Regifiers van
de
Vroedschap. De meerderheid heeft,
beflendiglyk , geflemd , voor het houden
der Nationaale Sinode, en alleenlyk voor
de Provinciaale , om de zaaken tot de Na- ,
tionaale Sinode voor te bereiden. Maar
dee-
(d) II. Dttl, bl. %6t.
-ocr page 304-
1 »
304 AMSTERDAMS IL Deel.
iói8. ^eeze meerderheid was klein, gelyk wy,
meer dan eens, hebben aangemerkt: en
hierom hielde de Prins de verandering voor
dienflig.
Hykomt Tegen den tweeden November, wanneer
in de fe prjnsvan Gouda, hier te gemoet werdt
gezien , werden de twintig Kompagnien
fchutters en de drie Kompagnien foldaaten
in de wapenen gebragt. Men ontving zyne
Doorlugtigheid, met alle betoog van eere.
Hy was, tefchepe, over de Haarlemmer
Meer, gekomen tot aan den Overtoom,ter
halverwege van welken,hy, door de Kolo-
neJleh Jonas Witfen en Geurt Dirkszoon, met
gewapende floepen, ontmoet werdt. Hy
tradt in hunne (loep, en voer,met dezelve,
ter Stad in, tuflehen de fchutters en foldaa-
ten, die langs de burgwallen ftonden, en
wakkerlyk vuurden. Aan't Prinfen-Hof,
werdt zyne Doorlugtigheid, door Schouten,
Burgemeeflereh, ontvangen (e). Ten vol-
genden dage, deedt hy de gantfche Vroed-
fchap op het Stadhuis byeen roepen. Zy
beftondt thans uit de volgende Perfoonen :
Jan Jacobszoon Huydecoper , Cornelis Pie*
terszoon Hooft, Jan de Bijfchop
, Roelof Eg'
bertszoon, Jacob Pieterszoon Copit
, Reinier
Pauw, Jacob Gerritszoon Hoing
, Claas Ja*
cobszoon Couckebacker
, Tsbrand. Bon, Harmari
van de Poll, Pieter de Vlaming, Jonas Wit-
fen
, Doótor Pieter Schaap, Jonas Joriszoon,
Doctor Dirk Bas, Pieter Matthyszoon, Doc-
tor
Sebaßiaan Egbertszoon, Jacob de Graeff,
Bert-
(O Triumph» inkomftc des Princcn vanOrang.£f#r.i5i8»
-ocr page 305-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 30$
Bert hout Cromholt, Doctor Volkart Overlander, t6tZ,
Doctor Johan ten Grootenhtys, Dirck de Vla-
ming
, Roetert Ernfl , Jan Pieterszoon de
With
, Jacob Poppe, Abraham Boom, Lau-
rens janszoon Spiegel
, Jan Gysbertszoon ,
Adriaan Pieterszoon Raap, Jan van Hoorn,
Hillebrand Sc hellinger , Wernerd Ernfl van
Boffen,
Doctor Dominicus Heemskerck, Ja-
cob Jacobszoon Hinlopen
en Claes Jacobszoon
HaringcarfpeL
De Prins , uit naame van Ver-
den Raad, door den Schout afgehaald, en(chy.nt
in de Vergadering der Vroedfchap verfchee* yroe<j.
nen zynde, verklaarde „ dat hy hiergeko- fchap, en
„ men was, om volgende den laß van de re- ontflaat
gierderen van 't Landt, defelve fejjendertich dezelve
Raden te bedancken van haren dienft, ende jen ee(jJ
met tenen te ontflaen van den eed, dien sry
luyden ah Vroetfchappen gedaan hadden;
mitsgaders van den eed ende't rechtet welck
haar, als Schepen ofte Raed
(2) geweefl
hebbende
, in 'f kiefen van Burgermee fleren,
is toecommende." Hy voegde 'er by ,, dat
(4) 't Woord Raad fchynt hier wtt oneigenlylc.
Niet de Raaden, maar de regeerende en Oud-Bur-
gemeefteren en Schepenen hebben regt tot het kie-
zen van Burgemeeftcren. En dit 's miffchien de
reden geweeft, waarom fommigen, in het te boek
ftellen van 's Prinfen aanfpraak , het woord Raad
agter wege gelaaten hebben. Zie Brandt II. Deel,
bl. 867. 't Welk wy egter niet hebben durven
navolgen, om dat dit woord,niet alleen in deLyß
der Regeeringe vaor de Handveflen ;
maar ook in
de oorfprongkelyke Regifiers der Vroedschap, ge-
vonden wordt. Ook kan men het mogelyk opvatten
in den zin van Burgemeefler, gelyk het zo, in oude
Privilegien, voorkomt. Zie Handv. bl. ±$ [13],
IV. Stuk.                 V
-ocr page 306-
3d6 AMSTERDAMS II. Deel.
ïóid. » hy gaarne van deezen lafl verfchoond
„ ware geweeft; doch dat de tegenwoordi-
j, ge hooge nood endienilvan'tLandzulk
„ eene verandering vorderde, die ook reeds
„ in meer andere Steden gefchied was;op
„ dat de misverftanden en .oneenigheden,
„ beide in Kerkelyke en Staatszaaken, die
„ eenen tyd lang in 't Land geweeft waren,
„ eens nedergelegd, en diergelyke zwaa-
5, righeden, in vervolg van tyd, voorko-
„ men mogten worden (ƒ)." Zo dra de
Prins uitgefproken hadt, begonden de Hee-
ren op te ftaan, om te vertrekken. Doch
de Oud-Burgemeefrer Kornelis Pieterszoon
Hooft, zulks befpeurende, vondt goed, den
regeerenden Burgemeefteren Jakob Gerrits-
zoon Hoing en Doótor Dirk Bas (de anderen
twee, Barthold Kromhout en Jacob Boelens,
waren niet tegenwoordig) te vraagen, ofzy
daarop niet begeerden te zeggen
? Zy zeiden,
neen: en niemant anders openbaarde zig, om
De Oud- iet te fpreeken. De Heer Hooft verklaarde
Bürge- toen „ dat hy zig, gemoeds- en eedshalve,
meefter ^ gedrongen vondt, een weinig te zeggen,"
ve°° c en verzogt 'er verlof toe van zyneDoorlug-
zoekt, tigheid, met byvoeging „ dat hy anderszins
dat de „ zwygen zou." De Prins bewilligde in
Raad niet zyn verzoek: waarop hy, op deezen zin,
worde "■*>*
„ 't Zal, doorlugtige Vorft , op Licht-
„ mifle eerftkomende, vyf en dertig jaaren
„ zyn, dat ik in den Raad ben beroepen,
„ en geduurende al dien tyd, heb ik myne
(f) Rcfol. Vioedfch. N. ti. 3 Nov, 161», ƒ. «;,
I
-ocr page 307-
XIII. Boek. Geschiedenissen. $07
j, genegenheid tot het huis van NafTaudik- xöi8i
i, wils betoond. Dikwils ben ik, van dee-
„ zer Stede wege, ter Vergaderinge der
„ Heeren Staaten van Holland, ook ter Ge«
„ neraliteit, verfcheenen. Verfcheiden' mis-
,, verftanden zyn , in dien tyd, tulTchen
„deeze Stad en de Steden Haarlem en
i, Leiden ontftaan, die ter fcherpe, gereg-
„ telyke en andere handelingen uitborften,
,, en gefchaapen waren, hooger te loopen,
,, zodat men goedvondt, uwe Vorflelyke
,, Doorlugtigheids tiuTchenfpraak en bemid-
„ deling daarover te verzoeken: waardoor .
„ die verfchillen, eindelyk, waren neder-
ig gelegd. Des agt ik my gelukkig, dat ik
„ myn gemoed, in deeze gefteltenuTe van
,, zaaken, voor uwe Vorflelyke Doorlug-
,, tigheid, moge ontlaften. Ik zal anders
„ niet zeegen, dan dit weinige: dat dege-
,, heele Vergadering van deezen Raad, by
,, duuren eede, verbonden was, tot voor-
„ Hand van de Voorregten en Vryheden
$, deezer Stede, en dat zig de Heeren Raa-
,, den daarin, tot nog toe, met groote een-
„ dragt en zorg vul digheid, gek weeten heb-
„ ben, met naameomtrent drie punten, die
j, my nu in den zin komen: eerfl, om, by
„ middel van arreft op perfoonen of goede-
„ ien, alhier jurisdictie te fundeeren, en
$, allerlei zaaken bankvaft te maaken: 't
>9 welkfomtyds, met groote moeite enon-
„ luit , tegen eenige Steden, met naame
,i tegen Middelburg en Rotterdam, is ge»
„ handhaafd : ten anderen , het Privilegie
3, de non evocando, medebrengende, dat men
V 2                  „ gee-
-ocr page 308-
1 <-
$o8 AMSTERDAMS II. Deev
1618. » geene burgers voor eene vreemde Vier-
„ fchaar of Regter betrekken mag: ten der-
,, den , dat geen e burgers in gevangenis-
„ mogen gehouden worden, als zy vermo*
„ gen borg te flellen, om, ter aanmaanin-
„ ge des Regters, voor 't Geregt te ver-
„ fchynen. Doch deeze punten zyn niet
„ te vergelyken, by de punten, die nu in
„ gefchil ftaan. 't Is wel waar, dat het wel-
,, vaaren van den Staat de opperfte Wet
„ zyn moet; maar ik houde het daar voor,
„ dat zelfs niemant uit den Raad, ter zaa-
3, ke van de ftrydigheid der gevoelens, die
„ fomtyds in den Raad geweefl zyn, eenig
3, befluit poogde te maaken tot nadeel van
„ de Leden , die de minfte ftemmen uit-
3, bragten, als of die niet, zo wel als de
3, anderen, voor eerlyke, voor vroomelui-
3, den, en voor goede Patriotten en tegen-
3, ftanders van Spanje, bellaan mogten. En
„ hoewel die Heeren, welken de minfte
3, ftemmen hadden, hun inzigt en gevoe-
„ len van de zweevende gefchillen, met
3, goeden ernfl, volgens hunnen pligt,voor-
3, fielden; zo heeft nogtans niemant hunner
„ zig ooit eenig complot, of iet diergelyks
„ in 't minft onderwonden, om de anderen,
3, met flinkfche middelen, te verkloekén:
„ waardoor de zaaken ook zyn uitgevallen,
„ gelyk men nu ziet. Die ook de Verga-
3, dering der Heeren Staaten van Holland
3, en der Generaliteit wat veel bezogten,
3, weeten,watftrydigheden en hevigheden
3, daar menigmaal onder de Leden voorvie-
3, len; hoe dikwils de zaaken werden uit-
-ocr page 309-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 309
5J
9>
gefield, van de eene Dagvaart en Verga- 1618.
dering tot de andere, tot datzy, na lang
„ geduld, nog eindelyk tot eene goede uit-
„ komft zyn gebragt, zonder dat men ooit
„ heeft gepoogd, op dusdanig eene wyze,
„ tegen iemant te handelen. Indien men
„ zulks, in diergelyke verfcheidenheid van
„ gevoelens, zou hebben gedaan, 't zou
„ een werk zonder einde, en dik wils te doen
„ geweeft zyn. Dies/ bid ik uwe Vorftelyke
Doorlugtigheid , dat het hem gelieve ,
deeze goede Stad, en deeze eerlykeVer-
„ gadering te verfchoonen, naar behooren."
's Prinfen antwoord was kort. Beflevaer ,.t q^
zeide hy, 't moet nu voor decz' tyd zo zyn.fchiedt
De nood en dienfi van 't Land vereifchen het nogtans.
(g). En op dit woord, fcheidden de zes en
dertig Raaden. Doch terftond daarna, wer-De Raa-
den zy allen, op zeven na, wederom in hun- den wor-
ne waardigheid herfteld. De zeven, dieden' °P .
verlaaten bleeven , waren Ysbrand Ben , "j^nher
Herman van de Poll en Pieter Matthyszoon, ^Q\^
Oud-Schepenen, Doftor Sebaftiaan Egberts-
zoon en Jakob de Graaf, OudBurgemeelle-
ren,Dirk de Vlaming van Oudshoorn, Oud»
Schepen, en Laurens Janszoon Spiegel,re-
geerend Schepen. In derzelver plaatfen , Naamen
werden tot Raaden aangeiteld Gillis Janszoon der *«*
Beth, ArendPieterszoon van der Burg, Pieter ven"ie^-
Egbertszoon Vink, Jakob Pieterszoon Hoog- jen>
kamer, Simon van der Does, Henrik Hudde en
Doftor Albert Koenraadizoon Verburg oïBurg.
Waarna zyne Doorlugtigheid denllaaden den
eed
ig) Aantek. van Bürgern, c. P. hooit by- Brandt il.
Deel, bt, 867,
V3
.
-\
-ocr page 310-
3ï© AMSTERDAMS II. Deel,
léiS. eed afnam, en verklaarde „ zyne meening
„ geenszins te zyn, dat dit werk ftrekken
„ zou tot nadeel of vermindering van eeni-
,, gen deezer Stede Priuilegien, Coußitymen,
Vry- ende Gerecbtigheyden:" te gelyk den
Secretaris, Jacob de Haan, beladende, van
't voorgevallene aantekening te houden (h).
Voorts, fchreef de Prins, den twee-entwin-
tigften January des volgenden jaars „ te
j, verftaan, dat zy, die, onder de nieuwlings,
„ aangeftelde Vroedfchappen, Schepenen
„ geweeft waren, ook het regt hebben zou-
,, den, om Burgemeefleren te helpen kie-
„ zen(i)." De regeerende Burgemeefleren
en Schepenen bleeven, wyders, in hunne
bedieningen. Ook behielden de ontflaagen
Vroedfchappen hunne andere dienflen. Lau-
rens Janszoon Spiegel bleef Schepen; Doc-
tor Sebafliaan Egbertszoon , Thefaurier;
Herman van de Poll, Weesmeefter ; Ys-
brand Ben, Commiflaris der Huwelykfche
zaaken; Pieter Matthyszoon , AfTurantie-
meefler, en Dirk de Vlaming, CommifTa-
ris van de Wiflelbank. De gemaakte ver-
anderingen in de Steden werden, den zes-
tienden November, goedgekeurd door de
Staaten van Holland, met verklaaring, dat
niemant daardoor zou mogen geagt wor-
den , in zyne eer, goeden naam en faam,
!■■) gekwetft te zyn (k).
Voorval, In dit veranderen der Regeeringe, zo wel
ter gele- in andere Steden, als te Amlterdam, be-
dien-
(h) Kefol. Vroedfch. N. iz. 3 Nov. I«IS. ƒ. 6$ verft.
(i)
RefoL. Vroedfch. N. 11. zs Jan, 16I9. f. jz verft.
(k
Zie Vadeil. Hift. X. Deel, bl. z»i enz..
-ocr page 311-
XIII.Boek. Geschiedenissen. 311
diende Prins Maurits zig gemeenlyk van den 161 g.
raad der zulken onder de Regenten , die scnhCid
meell; voor de Nationaale Sinode gey verd Van dee-
hadden, en deeze gelegenheid waarnamen, ze ver-
om hunne vrienden in de Regeeringe te*nde*in&
brengen. Doch fommigen hebben aange- ïïLi,^"
tekend , dat één der Amflerdamfche Re-ge,
genten, die zeer groot of het meefte gezag
hadt in de Regeeringe, en byna alles naar
zynen zin beftierde, ten deezen tyde, van
zyn' loozer verfchalkt werdt, die een zyner
partyen, tegen zyn oogmerk, op 't kuilen
wifl te doen houden, een ander daaraf te
doen fchoppen, en dit bedryf zelfs ten zy-
nen lalle te doen brengen. Met al 't welke,
het zig omtrent in deezer voege zou hebben
toegedraagen. Zeker Oud-Burgemeeiter,
zo ik vermoede Reinier Pauw, een yverjg
voorftander der Sinode, bevondt zig, om-
trent den tyd van de verandering der Re-
geeringe , veeltyds, in den Haage, om met
den Prinfe te fpreeken. Ten zekeren dage, .
begaf hy zig naar Amfterdam, om met de
zynen, in 't geheim, te overleggen, welke
Leden der Vroedfchap men aan zyne Door-
Jugtigheid opgeeven zou, ora bedankt te
worden. Men vergaderde, ten deezen einde,
op eenen nagt, ten huize van zekeren ver-
trouweling in de Warmoesftraat. Hier werdt
men genoegzaam eens over eene lyft van
naamen , die men eenen der regeerende
Burgemeefteren deedt fchry ven, of gefchree-
ven overgaf, om aan den Prinfe behandigd
te worden: waarna de beleider des werks
wederom naar den Haage vertrok. Op de
V 4                   lyft
-*VnWfL?Mgriaii
-ocr page 312-
I
312 AMSTERDAMS II. Deel.
1618. lyft w^s ook gefield de naam van zekeren
Oud-Schepen en Raad, in weerwil van ie-
mant, die 't, in de nagtvergadering tegen-
woordig zynde, niet hadt können keeren;
doch daarna zyn verfland fcherpte, om zy-
nen vriend te redden. Hy vervoegt zig, in
flilte, ten zynen huize,ontdekt hem,onder
cede, wat ten zynen nadeele beflooten was,
en raadt hem, dien flag met eenen trek te
verzetten, door middel van zynen broeder,
die met de dogter des Burgemeeflers, aan
wien de Lyfl ter hand was gefield, gehuwd
was. Hy volgt dien raad, keert zig tot zy-
nen broeder , die, op zyn verzoek , zy-
nen Schoonvader met deeze woorden aan-
fpreekt: Wel Vader, wat hoor ik ! zal myn
broeder afgezet worden
? En zult gy toelaaten,
dat myne en uw dogter'S kinderen
, uwe kinds-
kinderen
, in tyd en wyle, zullen moeten hooren,
dat hun Oom
, als een Landverraader ', uit de
Wet gezet is ?
De Burgemeefter, de fchou-
ders opnaaiende,zeide: Watkanik 'ertegen
doen ? 't Is te laat.
De ander hervat toen,
volgens't ingeeven van dien bedekten vriend:
't Is nog niet te laat. Ik weet raad, om my-
nen broeder te redden. Schrap zynen naam uit,
en zet een ander,
dien hy noemde, in de
plaats
, die u voor deezen zofchendig gehoond
heeft.
De Burgemeefter laat zig beweegen;
maakt, zonder veel overlegs, de verande-
ring in 't briefje, en levert het den Prinfe,
die den inhoud naarkomt, en onder anderen
den Heer, dien men, in de plaats van den
uitgefchrapten, hadt gefield, afzet. Deez',
die eene zyner dogtcren befteed hadt aan
'eenen
-ocr page 313-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 313
eenen der zoonen van den Oud-Burgemees-
ter, dien men hieldt het voornaam beleid
deezer veranderinge gehad te hebben, wee-
tende wat hy by den Prinfe vermögt, ge-
loofde het ergfte, gaf hem de wyt van 't
gebeurde, duidde het ten kwaadfte , en
verboodt zelfs zynen Schoonzoon zyn huis.
Wat de Oud • Burgemeefter daartegen be-
tuigde, om zig teverontfchuldigen/tmogt
niet helpen, 't Is waarfchynlyk, dat hyden
Burgemeefter, die de lyfl overleverde,be-
tigtte; die 't veelligt ontkend, of op eene an-
dere wyze ontlegd heeft. Ten naaften jaa-
re, zogt de Oud-Burgemeefter de breuk te
heelen, en zyns Zoons Schoonvader te doen
herftellen. Hy verwierf voorfchryvens van
hoogerhand aan de Regenten van deezen
inhoud: „ Naardien 's jaars te vooren, in
,, de meefte Steden van Holland, eenige
„ Regenten van hunne dienften verlaaten
„ waren, met zulken verftande , dat der
„ Steden Privilegien daardoor niet zouden
„ worden verkort, noch de verlaatenen in
„ hunne eer , goeden naam en faarn ge-
„ kwetft, volgens de verklaaring der Staa-
„ ten van Holland van den zeftienden No-
„ vember des gemelden jaars; zo vondt
„ men goed, om redenen van gewigt, wel
„ ernftelyk te verzoeken en te begeeren,
„ dat de Heer N. N. wederom inde Vroed-
„ fchap gelaaten of geileld werdt." Doch
op 't leezen van deezen brief, ftondc een der
oudfte Raaden, 't zy Jan Jakqbszoon Hui-
dekooper of Kornelis Pieterszoon Hooft,
want dit 's onzeker, op zyne beurt, op ,
V 5                      zeg*
-ocr page 314-
314 AMSTERDAMS ILDeel.
1618.
zeggende: „ 't Gene daar gefchreeven
„ wordt van de afgezette Heeren, dat zy,
„ door die verlaating, in hunne eere en
goeden naam niet zyn gekwetft, is waar-
„ agtig; maar dat men men daarom, eeni-
„ gen van de afgezetten inlaatende, juifl
„ van de jongden zou beginnen, heeft
„ gantfch geene reden. Laat ons liever van
s, de oudften beginnen, of vanzulken,wel-
„ ker ouders, om de vryheid, in den ker-
„ ker moeften treuren, en na hunne dood
„ op fchavotten zyn onthalsd; gelyk aan
„ den Vader van Doclor Sebaftiaan Eg-
„ bertszoonisgefchied(0." Endeezereden
tjadt klems genoeg, om hem, dien men zogt
te herftellen, te weeren. Doch in de plaats
van een' der bedankte Vroedfchappen in te
brengen, vondt men geraaden, zekeren an-
deren Heer tot deeze waardigheid te ver-
kiezen : en door deezen, ook gehuwd met
eene Dogter van den bedankten Regent,
den Schoonvader voor altoos uit te fluiten
van de Vroedfchap , en de vyandfchap
tuflchen hem en den Burgemeeiter , dien
hy zyne afzetting , hoewel ten onregte ,
weet , onverzoenlyk te maaken. De af-
keerigheid tuflchen de twee Burgemeeflers
wies daarna zo hoog, datze op het punt
flondt van tot daadelykheid uit te barilenf
Het bedryf van den eenen, in 't veranderen
van 't briefje, gaf ongetwyfeld aanleiding
tot groote oneenigheid, die men houdt dat
nog meer toenam, ter oorzaake van hunnen
twift
(/) Zit II. Dttl, Will. Bt»{, bl. i7*. J
1
-ocr page 315-
3CÏÏÏ. Boek. Geschiedenissen. 315
twift over zeker treffelyk ampt, waar elk 16 j&
hunner eenen zyner vrienden zogt in te
dringen. Men verhaalde ook, dat zeker
ander Heer, die tevooren de zyde van dien
beleider der zaaken plagt te ftyven, insge?
lyks door een ampt, waarover gefchil viel,
van zyne party werdt afgetrokken. Ook
ontfchoot het hem met eenen der nieuwe
Vroedfchappen, een man van verfland en
geleerdheid, die hem eerlang tegen viel.
Onder de oude Heeren , waren, behalve
de genen , die over de zwcevende' gefchillen
altoos van een ander verftand waren ge-
weeft, ook eenigen , die , in 't kort , de
dingen anders inzagen en hem tegen gingen;
't welk, eerlang, gelegenheid gaf, dat men
den ftuurman, die, naar men 't federt be-
greep , het fchip tiuTchen de barningen ee-
ner ftrenge ftiptheid byna verzeild hadt,
voortaan, van't roer der Regeeringehieldt
(m): waaruit, binnen weinige jaaren, groo-
ter gemaatigdheid ontftondt in 't beftier
deezer Stede,gelyk, uit het vervolgdeezer
gefchiedenhTe, blyken zal.
De Nationaale Sinode te Dordrecht be- Uitflag
gon haare zittingen, weinige dagen na datder,Si'
de Regeering te Amfterdam veranderd was,noac'
De Leer der Remonftranten werdt, eer- 1619.
lang , in dezelve , veroordeeld. En kort Regters
hierna, fpraken vierentwintig Regters, ujt©*« de
alle de Provinciën, doch voor de helft uitdne ge'
Holland, verkooren, het vonnis uit over de Heeren
drie gevangen Heeren , Oldenbarneveld , en daar
Ho-
I 1
(w) zit brandt 11. Dtei, bi. «69 «»*,.           %
-ocr page 316-
3i6 AMSTERDAMS II. Deel.
jgjg Hogerbeets en de Groot. Men weet, dat
, de eerfle onthalsd, en de twee laatften tot
onder                            •                         •
B rae- eene eeuwige gevangenis" verweezen en naar
meefter Loeveftein gevoerd werden. Onder de vier-
Pauw. entwintig Regters, was ook Reinier Pauw,
Schimp- Burgemeefter van Amflerdam («). En eer
fchrift. 't vonnis nog geveld was, ftrooide men ,
hier ter Stede, een vinnig gedrukt fchimp-
fchrift tegen den Prinfe van Oranje, tegen
de Regters, en tegen de Dordrechtfche Si-
node:'t welk het Geregt zo zeer mishaagde,
dat 'er, by eene Keure van den twintigften
Maart, honderd ponden vlaams beloofd
werden aan die den maaker, drukker of ver-
fpreiders van het zelve wifl aan te wyzen (o).
De Re- De Remonftranten te Amflerdam fielden,
mon- weinige weeken na dat hunne Leer in de
ftranten sinode te Dordrecht veroordeeld was, een
kenWe verzoekfchrift in, om vrye Godsdienftoefe-
Gods- ning te begeeren. Zy vertoonden, in het
dienfloe- zelve „ dat de hooge O verheid, voorn aam-
fening. m tyj^ behoorde te zorgen, dat de ingeze-
„ tenen in hunnen Godsdienfl, en indebe-
„ tragtinge der Godzaligheid niet verhin-
„ derd werden; dat zy, zynde van aanzien-
lyken, middelbaaren en laagen flaat, zig,
•>
tot hier toe, gehoorzaamlyk en getrou-
welyk gedraagen hadden, fchot en lot
gegeven, en ook alles gedaan, wat tot
„ behoudenis van 't Vaderland noodig en
dienftig geweefl was ; dat zy ook nog
9i
bereid waren, voor het zelve, goed en
„ bloed
(n) Vadeil. Hift. X. Deel. bl, 341.
(*) Keisr'j. 1, ƒ. 2s».
-ocr page 317-
XHl.BoEK. Geschiedenissen. 317
„ bloed op te zetten; doch dat zy het daar I6Ig#
a>
voor hielden,dat men hun geene minde-
„ re vryheid behoorde toe te laaten, dan
j, anderen Chriftenen hier te Lande werde
„ vergund; en ook den Jooden binnen Am*
„ fterdam, uit geen ander inzigt dan van
„ voordeel in 't ftuk van den Koophandel.
„ Dat Frankryk, Poolen engantfchDuitfch-
„ land ondervonden, wat flerkte en magt
j, hun de vryheid van Godsdienfl gegeven
„ hadt. Dat men hierom, in de gern eene
„ Regeering van deezen vryen Staat, hun
„ de waardigfte en koftelykfte van alle
„ fchatten , den Godsdienft en 't gehoor
„ des Goddelyken woords niet behoorde te
„ onthouden, naardien zy, in goeden ge-
„ moede , met de Contraremonftanten ,
„ geene gemeenfehap houden konden (p).w
Doch of en waar dit verzoekfehrift ingele-
verd werdt, is my nergens klaarlyk geblee«
ken. Alleenlyk vind ik, dat diergelyk een
Verzoekfehrift, in]uny,aan de Staaten van
Holland is overgeleverd: waarop een on-'
gunftig antwoord kwam, welk, onder an-
deren , door de Stad Amfterdam, werdt
goedgekeurd (g).
OndertufTchen, hielden de Remonflran- pira-
ten deezer Stad, den drie-entwintigftenju- ten te-
ny, eene Godsdienftige Vergadering buiten gen de
de Heilige-Wegs-poort in eenen tuin (r). JJ6™?""
Dlergelyke vergaderingen waren ook te Oud- ^e yer.
dorp buiten Alkmaar gehouden, en by Pia- gadcria-
kaat gen-
(p) Zie Brandt III. De*l, hl. 7^7.
\n) Kefol. Vrocdfch. N. 12. 24 J*ny lt%9. f. 79 vtrjc,
(j) Zi*
BRANDT UI. Deel, hl. 760.
-ocr page 318-
giÄ AMSTERDAMS II.Deel
1619. kaat van den Hove van Holland van den ne-
genentwintigften May, onder zekere geld*
boete, verbooden. Doch by de Staaten vari
Holland werdt, federt, geraadpleegd op het
inftellen van een nader en flerker Plakaat
tegen de Remonflrantfche Vergaderingen.
Zy deeden 'er een Ontwerp van maaken door
't Hof, welk , federt, door de Edelen en
Steden, ook door Amsterdam (s), goedge-
keurd werdt, en, naar alle waarfchynlyk«
heid,op den naam der Staaten van Holland,
zou uitgegeven geweeft zyn, zo de andere
Provinciën, het Ontwerp gezien hebbende,
niet raadzaamer geoordeeld hadden , dat
het Plakaat, op den naam der algemeene
Staaten, ingefteld, en in alle de Provinciën
afgekondigd werdt, gelyk, hier wat vroe-
ger, elders wat laater, gefchiedde (f).
Éen der- ** Plakaat, welk alle Remonflrantfche
zelven Vergaderingen , en alle verzameling van
wordt te penningen , tot onderhoud derzelven, op
'Amfter-i zwaare boeten verboodt, was, den derden
kond"!?." July. gedagtekend, en werdt, eerft denne-
gentienden , hier ter Stede, afgekondigd.
De Re- Twee dagen te vooren, op den zeventien-
mon- den, zynde een Woensdag, hadden de Re-
ftranten monftranten, hier ter Stede, nog gepredikt,
voortICr ^es naêts tufrcnen tienen elf uuren, ineene
met het heimelyke Vergadering, ten huize van P/V-
houden ter Joofien, op de Waal by de Montelbaans-
van hei- tooren. Doch deeze Vergadering wefdt
Verfde.befpied, door eenen Makelaar, die 'er,
iingen.                           v                                      zon-
(s) Refol. Vroedfch. N. 12. 1 J»'y i«is>. ƒ. 8«.
(fj BRANDT III. Deel, bl. 764 tnx»
-ocr page 319-
XÏIl.BoEK- Geschiedenissen. 319
zonder vraagen, ingegaan, en voor een' an- i6io,
der' aangezien was. Binnen zynde, kon hy
niet meer dan drie of vier perfoonen beken-
nen ï doordien 'er flegts een klein eind kaars
in den fchoorfteen hing. Doch na de preeke,
volgde hy den Predikant, en zag waar de-
zelve inging: daar egter niets meer op volg-
de. De afkondiging van 'tPlakaat belettede
de Remonftranten niet, voort te gaan met
het houden hunner heimelyke Vergaderin-
gen. Zy kwamen, op Donderdag den vyf-
entwintigflen, wederom, ter zelfder plaat-
fe,byeen. Doch ook by nagt en zeer in
flilte («). En deeze vergaderingen werden
aangehouden, zonder dat my bekend is, dat
zy, voor 't jaar 1621, op eenigerhande wy-
ze, geftoord werden.
Maar in den aanvang des jaars 1620 , Rem Eg-
raakte Rem Egbertszoon BifTchop , wiens berts-
huis, drie jaaren te vooren, door 't graauw, *oon Bis"
geplonderd geworden was, in nieuwe onge- rca^ in
legenheid. Te Leiden was, op den dertien- ongele-
den January, in hegtenis genomen Paulus genheid.
Stochius* die, in 't jaar 1618, van zyne 1620.
Vroedfchapsplaats verlaaten , en nu in 't
vermoeden geraakt was, dat hy zigophieldt
met het verzamelen van penningen, ten be-
hoeve der Remonflrantfche Predikanten en
Gemeenten. In 't gaan naar den kerker,
hadt hy twee brieven laaten vallen, die ,
door Rem Egbertszoon BifTchop, aan hem
gefchreeven waren. Zy waren door den
Schout opgeraapt, enden Wethouderenter
hand
(») Zi* Dranot III. -D"/. hl. »j*.
-ocr page 320-
32o AMSTERDAMS II. Deel.
1620. ^and ge^e^- Een deezer brieven luidde
als volgt:
7              Eerfaeme byfondre gunßige Heer en Vrundt,
briefaan ^'"^ a^e beyde van 't verßooren der Armi-
Paulus nianenfyn my geworden, en daer uit heb ik
Stochim, gefien hoe Öderen in laß geweeß is, en meer
gewezen met jJem 'm ^YQQt pry\el Qekojt fy Godt, die
fchap te '* ß° gewffnc^ heeft. O Godt, f al dit altydtfyn,
Leidea. en nimmermeer enden ? Wat füllen wy doen ?
Den Heere bidden. Wy hebben gefondigt. Hee-
re vergeeft het ons. 't Is my lief dat gy hoops
hebt, dat het aen dien man goed doen f al. 't'Ont ■
' wyken is beß. Ditmael. Uw brieften f al ik
daetelykgaenbeflellen, en morgen, met Godts
hulp e
, foo der een fchitit vaert, vifch finden.
'*
           Mynfchip is noch niet gekoomen. God bezvaer
het voor ongeluk, 't Heeft my definfiomer al
wat getroffen. Patientie. Ikfoude u al eer heb-
ben geantwoord
, dan hadde heope [ dat J de
fchuiten eer gevaeren fouden hebben
, en dat ik 't.
dan met de vifch te gelyk Jou hebben gedaen.
JVynant heeft nog niet ontfangen ,foo my fyn
dochter gefeit heeft
, of 't is u gefonden. Van
Staeden weet fy niet, dan van Nieumegen is
een brief aen U gekomen en voort gefonden. An-
ders ditmael niet noodig hebbende te fchryven
,
beveele Uw E. in Godes bewaeringe, en fyt
van herten gegroet
R. E. Bisschop.
Onder ftondt gefchreeven :
Bier gaet het redelyk 4 tnagh 't foo blyven. De
vifjchery is goed by defi nevelige donkre lucht.
De Vader van Jacob is een goed viffcher: brengt
hier
f
„________
-ocr page 321-
XIII.BoËk. Geschiedenissen. $èi
bier goede waeren ter markt, diefchynen aen- 16iö,
genaem te weefen
, en /uilen profyt geeven,
magh menfe maer ten hooghften uitbrengen;
dan
'f fluiten is, men magh met geen vreem-
den handelen.
Over den inhoud van dit briefje, werde Onder- ,
Stochius, die zig voor een Lid der Univer- vraaëi"g
fiteit verklaard hadt, naauwkeuriglyk on- sJochii«.
deryraagd. Hy hadt reeds bekend, eenige
penningen verzameld te hebben, ten behoe-
ve der Remonflranten: ook dat 'er, in Au-
guflus, zo hy meende, aan den Predikant
Adriaan van den Borre, tot verval van eenige
koften, zekere penningen gezonden waren
door Rem Egbertszoon RifTchdp, dien hy
verklaard hadt, te vermoeden, dat eenige
geldverzameling gedaan hadt. Ook hadt hy
beleeden, dat Jan Willemszoon UJfeÜnk, een
yverig Remonftrant te Amfterdam, naar
den Haage, Delft en Rotterdam gereisd
was, om te zien wat *er ingekomen ware;
doch dat hy geklaagd hadt, dat 'er weinig
inkwam. Diergelyke geheimen oordeelde
men ook in het briefje vervat te zyn,'t welk,'
dagt men, geheel in verbloemde bewoor-
dingen was opgefteld. De vifch, daarin
vermeld, was, meende men, een zak met
geld: de viffcher een geldverzamelaar,van
wien verhaald werdt, dat hy by nagt en on-
tyde veel ontving. Doch Stochius betuig-Uitleg-
de, hoog en duur, dat hy inderdaad Stok- Pin3 v.aQ
vifch van Rem Egbertszoori ontvangen hadt. j|3n J^
En deeze heeft naderhand gefchreeven, dat
hy hem vyfentwintig pond Stokvifch hadt
toegezonden, die van den Stokvifchkooper
IV. Stuk.               X                 Adriaan
-ocr page 322-
322 AMSTERDAMS ft Deel,
1620. Adriaan Jakolszoon gekogt was. Ook ver-
ftondthy, door de viflchery, by donkere-
lugt,deheimelyke Predikatien (u); endoor
den Vader van Jakob, Izaak Frederici, voor-
heen Predikant te Utrecht, die thans voor
de Remonftranten te Amflerdam predikte.
Wyders, werdt Stochius ondervraagd, over
't gene hy met Rem, wegens Stade, hadt
gefproken ; en hy beleedt, dat zy famen
overlegd hadden, om zig, als zy't hier niet
langer houden konden, aldaar neder te zet-
ten , zonder dat zy iet beflooten, veel min
ondernomen hadden, andere ingezetenen
derwaards te troonen. En deeze bekentenis
kwam ook overeen, met het gene Rem Eg-
bertszoon Biflchop, naderhand, gefchree-
ven heeft (tu). Men vertoonde den gevan-
gen ook eene Lyft van naamen, door Rem
gefchreeven, willende , dat hy verklaaren
zou, wat daarmede gemeend werdt. Hy
zeide, dat het Rems hand was, doch ver-
klaarde, de naamen niet te kennen. Men
onderzogt hem nog over verfcheiden' ande-
re punten» Hy liet zig, eindelyk* bewee-
gen om vergiffenis te verzoeken, en werdt,
na lang zitten , onder borgtogt, ontflaa-
gen O).
Rem Eg- Doch op den zeftienden January, drie
berts- dagen na dat Stochius in hegtenis genomen
BiJfcho was i werdt Rem Egbertszoon Biflchop, te
wordt Amflerdam , voor Schepenen ontbooden.
voor Hy antwoordde „ dat hy komen zou." Doch,
ver-
(v) Brieven gedrukt 166z. by Jan Rietiwertz. bl. 241.
(*>) Brieven gedrukt 166Z. by Jan Ricuwertz. hl, 241,242.
(x) BRANDT* IY. üeely Ui, l«J, 167, 16*, ttiptj^tfU
-ocr page 323-
Xttt.BoEK. Geschiedenissen. 323
verflaande dat men voorhadt hem vaft te 10*2ó.
houden, en tegen Stochius te hooren, hetSch
hy zig , door zyne Huisvrouw, beweegen, nen 0nt-
om voor 't gevaar, dat hem dreigde , te booden*
fchuilen, ofte wyken. Den volgen Jen dag,
kwam 'er wederom een bode , zeggende,
„ dat hy terftond boven komen moeit."
Doch zyne Huisvrouw, Lysbeth Filips de
Biflchop, g if ten antwoord, Hy kèn niet ko-
men Hebhen de Heeren iet te vraagen Yix>aarin
ik hen kan dienen; ik hen bereid ie komen. Maar
myn man komt voor deeze maal niet.
Toen liet Zyne
men de vrouw, terftond, voor Schepenen Huii-
komen. Men vraagde, Waar om komt uw man vrou^
niet, op 't gebod der Schepenen? Of weet hy^0VQn
niet, dat hier zyne Overheid is
, die hy gehoor*
zaamheid bewyzen moet
? Myne Heeren, ant-
woordde zy, dat hy net komt, is zyn fchuld
niet
, maar de myne. Ik heb my zelve ver-
vaard gemaakt, ziende, aan 't vangen van
myns mans goeden vriend te Leiden
, hoe men
't op de Remonßranten heeft gelaaden. Daar-
om vrees ik
, dat men myncn man \ dien men
niet van de minßen onder de Remonflr anten
agt te zyn ,deeene of de andere fmaadheid zal
aandoen:
't gene ik niet zou können draagen;
want ik ben, door de pJondering van myn huis,
over drie jaar en gefbied, nog zo gekwetfi,
dat ik niet meer lyden kan.
Kenigen van de
Schepenen zogten haar, te overreeden, dat
zy haaren man beweegen zou boven te ko-
men. Doch zy badt, dar. men 't haar niet
vergen, noch haar 't weigeren kwa!yk*af-
neemen wilde; maar haare zwakheid te ge-
moet komen. Zelfs verklaarde zy „ eerder
X 2                    „ zei-
.
-ocr page 324-
%M AMSTERDAMS IL Deeä»'.
1620. » zelve in de gevangenis te willen gaan,.
„ en goed en leeven opofferen, dan haaren
„ man, fchoon zy van zyneonfchuldover-
„ tuigd was, beweegen om boven te ko-
„ men, zonder verzekerd te zyn, dat hy
„ niet vaft gehouden zou worden.'* Hier
over reezen hooge woorden. Eenige Hee-
ren zeiden „ dat men 't Land beroerde,
„ het prediken niet Iaaten wilde , en op
„ geene Plakaaten pafte." Waarop de
vrouw hernam „ dat de Roomfchen ook 't
„ prediken verbooden hadden, zonder dat
„ het gelaaten werdt, en. dat men God bo-
Zyn ,, ven al gehoorzaamen moeit." Men liet
Comp- naar ^ vervolgens, in een ander vertrek gaan*
wordt en ^e^e *n beraad, of men haars mans Comp-
onder- toir of Schryf kamer ook door 't Geregt zou
2°gt. Iaaten bezoeken. Schepenen gingen byBur-
gemeefteren : ook zag men Burgemeefter
Pauw in Schepens kamer gaan. Sommige
Schepenen zogten 't bezoeken te voorko-
komen, en verftonden, dat men 'er nietby'
overftemming toe befluiten mögt. Doch
eindelyk werden de Schepenen, Jakob Hoog-
kamer
en Albert Koenraad Burg, gemagtigd,
om, nevens den Schout, Willem van der
Does, Rem Billchops Comptoir, brieven
en papieren te doorzoeken : 't welk, ter-
ftond, eer de vrouw nog t'huis kwam, in 't
werk gefield werdt, en drie of vier uuren
Wat men duurde. Men vondt hier verfcheiden' fchrif-
daar ten, die de Heeren medenamen: onder ande-
vondt? renj het affchrift van eenen brief, door Rem.
gefchreeven, over de verandering der Ue-
geeringe in Holland, in 't jaar 16l8,waar-
in:
-ocr page 325-
"XIII. Boek. Geschiedenissen. 325
ïn gelezen werdt: Is dit zefligjaarige oud» 1^20,
%eid?'tIs weieene goddelooze Cakinifcheflout-
heid ?
voorts een' brief van e enen Daniel
Hiole
uit Dantzig, die Rem bedankte voor
een toegezonden verhaal van 't gen« op de
Dordrechtfche Sinode omgegaan was, en
voor 't gene, desaangaande, in druk was
uitgegeven, en hem toegefchikt: nog twee
brieven van den Profeflbr Episcopius, twee
affchriften van Pasquillen, en eene lyft van
dertig of veertig naamen , door Rem ge-
fchreeven, zo men meende, vanperibonen,
die voorhadden zig met der woon naar Sta-
de te begeeven. De Schepen Jan Willems-
zoon Bogaard
reisde, weinige dagen hierna,
op Leiden en denHaage,waarfchynlykom
de ontdekkingen, in Rems Comptoir ge-
daan , te vergelyken met de bekêntenüTe
van Stochius. Toen vreesden fommige Re-
monftranten te Amfterdam, dat het hun
            .
gelden zou, en dat men hen, over de Col-
lecte, zou aanfpreeken. Jan Willemszoon
UlTelink,van wiens yver in dit werkwybo-
ven gewaagd hebben, week,ten deezenty-
de, ter Stad uit (y). En den dertigften Ja- Drie Re-
nuary, werden drie Remonflrantfche bur- mon-
gers, Henrik Ekelboom, Abraham Anto-{!™nt"
niszoon enPieter Jooften, voor Schepenen cergWJjJ"
ontbooden, en op -t ftuk der Colleéle on-den voor
dervraagd. Ekel boom bekende „ dat hy, Schepe-
j, uit'zig zelvcn, honderd guldens aan ar- nen ont"
„ men gegeven hadt,de helft aan de Wee-booden«-
?, zen, en de helft aan eenige Waaien, f
Daar
iy) Zie BRANDT IV. Deel, hl. 17«,
«\
-ocr page 326-
326 AMSTERDAMS II. Deel.
1620. Daar één der Schepenen op vraagde, was
V met aan Goularts Waaien ? Doch hy ver-
klaarde „ niet te weeten, wiens Waaien het
,, waren." Abraham Antoniszoon, gevraagd
zynde „ of hy geene Collecte gedaan hadt,
„ voorde Remonftranten?" antwoordde,
„ dat hy ongehouden was, dit, of iet, dat
„ hem bezwaar en kon, te zeggen. Witten
„ de Heeren iet ten zynen lalle, zy mog-
,, ten 't bewyzen, en hemdoen 't generegt
,. was." De Schepenen hernamen : wy
weeten wel, van welke gezindheid gy zyt Dat
men zulks van u vermoedt
, is zo vreemd niet.
Zegt daarom ronduit wat 'er van zy,
Doch de
ander antwoordde: Dat 's geenjiyl van reg-
ten. Sommigen hebben zig weiter aan een
flaak gepraat, met meer te zeggen dan zy be-
hoefden.' Ik weet beter.
De Schepen, die 't
woord voerde, liet zig daarop hooren: Zo
gy
'f met geen gemoede zeggen wilt, zullen
wy
'? u wel doen zeggen Waarop de ander zei-
de, de Heeren können doen wat hun gelieft;
ik ben in hun geweld. Doch
als één der Sche-
penen hierop zeide, wy zyn geene gewelde-.
naars, verbeterde hy zyn zeggen, in deezer
. voege, Laat het dan zyn in hunne magt: want
ikßa bier voor de Heeren
, en zy hebbenmagt
om my te doen wat hun gelieft.
Pieter Joos-
ten werdt niet flegts over de Collecte on-
dervraagd; maar ook, ofhy in geene Re-
monflrantfche Vergadering geweeft ware?
Doch hy ontkende 't een en 't ander, en
bleef by de ontkentenis: 't welk met re-
den vreemd fchynen mag, alzo, gelyk wy
bo-
*
-ocr page 327-
XIII.BoEK. Geschiedenissen. 327
boven (z)aantekenden, deheimelyke Ver- IO-2o.
gaderingen der Remonftranten, reeds in 't
voorleeden jaar, ten zynen huize, gehou-
den waren. Toen men met deeze drie lui- Men laaf-
den niet verder komen kon, liet menze gaan; ze gaan.
doch onder belofte van des vermaand zyn-
de wederom te zullen verfchynen.
Maar ten volgenden dage, zynde den een-Rem Eg-
endertigften January, werdt Rem Egberts- berts-
toon BifTchop, om dat hy, ontbooden zyn- JjJ^
de, tegen zyne belofte, niet verfcheenen met tlc
was, en om dat men, in zyn Comptoir , klok In*
blyk gevonden hadt, dat hy, tegen's Lands gedaagd.
Plakaaten, gezogt hadt de gemeene ruft te
verftooren,openlyk met de klok ingedaagd,
om zig hier, binnen zekeren tyd,te komen
verantwoorden. Op deeze indaaging volgde
eene tweede, den veertienden, eneeneder-
de, den agtentwintigften February O). Doch Hy ver-
Rem , die zyne regters, of de meeden der- J*F«
zelven voor partydig hieldt, vondt geraa-Jc
den, zig fchuil te houden, enopgeenedee- m zyne
zer indaagingen te verfchynen. Hy gaf re- veronc-
den van zyn gedrag, in verfcheiden' brieven, fcbojdl-
gerigt aan den Heer Abraham Boom, dkifSJjJJ1
met de verandering der Wet in February, Boom.
wederom Schepen geworden was, en met
wien hy, veele jaaren, vriendfchap gehou-
den hadt (£). In deeze brieven , veront-
fchuldigde hy zig ook, over 't gene men,
te Leiden en op zyn Comptoir, ten zynen
nadeele meende ontdekt te hebben. „ De
»tyfi
(t.) fiWi, 318.
(<i) Keurh. I. ƒ. Zio.
tb) BRANDT IV. Deel, hl. 183-IÏ7.
X 4
1
-ocr page 328-
S2S AMSTERDAMS II.DEEt;
1620. » Lyft van naamen, die hem verdagt ge-
,; maakt hadt, kon, fchreef hy, wel tot
,, geheel andere einden dienen, dan men
„ waande; en men hadt geen bewys, dat
p 'er iet onbehoorlyks mede gemeend, veel
,, min uitgevoerd was. Met de Heeren van
„ Stade, hadt hy niet gehandeld om eeni-
„ gen van 's Lands ingezetenen derwaards
„ te troonen, gelyk men hem naargaf. De
„ twee Pasquillen, die men zeide op zyq
„ Comptoir gevonden te hebben, betuigde
„ hy, voor God, niet te hebben gemaakt.
„ Doch hy was gewoon alle fchimp en
,, fteekdigten, van wat zyde zy ook kwa-
„ men, als zy eenigszins aartig waren, uit
„ te fchryven en te bewaarén: 't welk hy
„ verftondt niet verbooden te zyn. Voorts,
„ betuigde hy, niet te zullen nalaaten, lief-
„ de te bewyzen aan zyne behoeftige broe-
„ ders, fchoon hem dit hier voor misdaad
„ aangerekend werdt. Eindelyk, verklaar-
5, de hy zig ook ongezind, om vrygeleide
„ te verzoeken, gelyk hem geraaden was,
„ zynde hy bedugt, dat rrien iet uit hem
„ zou tragten te trekken, welk 'er niet in
• „ was, of hem opening vergen, waarvan
. ,, hy en andere eerlyke luiden niet dan fcha-
„ de zouden te wagten hebben (V)." Op
de drie indaagingen, volgde geene vierde.
De Schout vondt niet goed, het geding ver-
der te vervolgen. Maar Rem Egbertszoon
durfde, vooreerft, niet waagen,zig inAm-
fler:
(e) Brieven in 1662. te Amft. by ]ïnlkitw;.titsz,gedrukt
hl. %nt
232 , 241 > %<ti< ■
iMl'...^L.ijMlili^'lfiÉtï«i,iiit"i^' -■"•■ -it-''-'....."•'■'"■■ :'■'•>■'—' ■
-ocr page 329-
XïH.BoEK. Geschiedenissen. 32.9
fterdam te vertoonen. Hy begaf zig inBra- 1620.
bant, daar hy zig eenewyle tyds onthieldt:
toen naar Frankryk; daar hy tot in 't vol-
gende jaar vertoefde: waarna hy wederom
naar Amfterdam keerde (d), gelyk wy be-
neden zien zullen.
De Regeering deezer Stad deedt, ter^^
Dagvaart van Holland, die in Maart gehou- ftrant,
den werdt, onder anderen, voorflaan „ dat fche Prer
men geene anderen tot ampten van Re- dikanteu
•' geeringe of Politie behoorde toe te laaten, r£™>
, dan mannen van de waare Gereformeer-^^
„ de Religie 0) :" Toen ook,op den een- in het
endertigftenOótober deezes jaars, de Schout, Tuiuhuis
Willemvan der Does, zyn ampt nederleide,S<*'züt-
werdt het zelve, by voorraad, tot aan Vrou-
wendag des jaars 1621, waargenomen door
den voorzittenden Burgemeefter, Fredrikde
Vry
, van wien, in fchriften van dien tyd,
aangetekend wordt, dat hy zig, geduuren-
de zyn Schoutfchap, veel moeite gaf, om
eene Arminiaanfche Vergadering te betrap-
pen (ƒ)• Zelfs, begon men, na 't uitko-
men van een tweede Plakaat der algemeene * .,
Staaten, welk den eerften February gedag-
tekend was , en waarby vyf honderd guldens
beloofd werden aan elk, die eenen Remon-
ftrantfehen Predikant in hegtenis leverde,
fcherper te letten op de Predikanten, dan
te vooren. Een van de eerfterj, die,federt,
ge*
(d) BRANDT TV. Deel, hl. I$>2.
{*) Rcfol. Holl. 20 Maart IÉ20. by BRANDT IV. Deel,
II.
209.
(f) Viye annwyzing tegen de Hiftone van F. de VRY,,
P                     X 5
\
-ocr page 330-
33o AMSTERDAMS II. Deel.
1620. gevat werdt, was Joannes Grevius, voor-
heen Predikant te Heusden, die te Emme-
rik betrapt, van daar naar den Haage ge-
voerd , en, den zeflienden May, door de Ge-
deputeerden ter Generaliteit, veroordeeld
werdt „ om gebragt te worden in het fe-
„ creete Tugthuis te Amfterdam, en aldaar,
„ zyn leeven lang, even als andere tugte-
„ lmgen, bewaard en gehandeld te wor-
„ den (g)." 't Zelfde lot trof, wat laater,
Samuel Prince, weleer Predikant te Baard-
wyk m 't Land van Heusden, die op 't Ei-
land Goereede gevat, en ook naar den
Haage gevoerd was, daar hy, door Gemag-
tigden van den Hove, gehoord werdt, en
van waar men hem, omtrent het midden
van Juny,naar het Tugthuis te Amfterdam
voerde, zonder dat zyne Sententie ooit ge-
meen werdt gemaakt (/;). Zy klaagden ,
federt, dat men hen, in 't heimelyk Tugt-
huis, in't eerft, zeer hard handelde, en
weeten't aan de Regenten, die thans waren
Kornehs Schellinger, Suikerbakkér en Oud-
Diaken, Pieter Dirkszoon Emaus, Matthys
Janszoon Egh
en Jakob Jakobszoon Zeeuw,
1611. en aan den Binnenvader. Men onthieldt
hun, in den winter, fomty ds, vuur en licht,
en alle boeken, die de tegenwoordige ker-
kelyke gefchillen betroffen. Zy werden
befchimpt, getergd, enfomtyds, met het
openbaar Tugthuis , en met de rasp ge-
dreigd. Hunne vrouwen en kinderen wer-
den
Cs) Brandt IV. Deel, bl. 220) 234.
\kj Ü&A.NOT IV. Deel, il. zi9, 2j}, , 2f}>
-ocr page 331-
/
XIlï.BoEK. Geschiedenissen. 331
den, in de maand of zes weeken, naauw- ifor^
lyks eens by hen toegelaat en. Doch deeze
en diergelyke hardigheden gefchiedden ,
meent men, buiten kennis der Wethoude-
ren. Ook verkreeg Grevius, eerlang, verlof
tot het leezen van Regtsgeleerde boeken,
en begaf zig tot de oefening eener weeten-
fchap, van welke hy, in zyne jeugd, de
beginfels geleerd hadt. Zelfs ontwierp hy,
ter deezer gelegenheid, eên werk tegen de
Pynbank
, 't welk naderhand in'tljcht kwam,
en van kenners geoordeeld werdt, geleer-
delyk en bondiglyk gefchreeven te zyn. In
't begin vanjuny des jaars 1621, werdt hem
en Prince, op lad der Wethouderfchap■,
niet flegts vry gebruik van fchryfgereedfchap
toegeftaan; maar men gaf hun ook verlof,
om zig, dagelyks, op de plaats van het
Tugthuis, te vertreeden, en daar de aan-
fpraak hunner vrienden en bekenden, ter
befcheidenheid der Regenten, te genieten.
't Is zelfs gebeurd, dat Prince in gefprek Een hun-
raakte met den Paltsgraave Fredrik, ver- ner raakt
dreeven Koning van Boheme, die, nevens aldf?^rj_11
de Gemaalin van Graave Ernfl van Naflau, fneetpdj.n
den Heer van Brederode endeszelfsZuller, Koning
den Engelfchen Gezant Carleton en andere van r$o-
Grooten, het Tugthuis was komen bezien.hemc'
In welk gefprek, daar Carleton en anderen
zig ook in mengden, Prince vrymoediglyk
beweerde „ dat hy wel van de Heeren Staa-
,, ten, maar niet van Gode gebannen was;
„ dat hy Gereformeerd was, niet naarden
„ Catechismus .van den Palts; maar naar
„ Gods woord; datdeSinodedegemoeden
„ niet
-ocr page 332-
33* AMSTERDAMS II.Deeï,:
niet verbinden kon , vooral niet tegen
„ Gods woord ; dat elks eigen geweetcn
M zyn Regter zyn zou, in dingen, die den
j, grondflag der zaligheid betroffen, en dat,
„ in minder dingen, de onderlinge ver-
„ draagzaamheid plaats hebben moeft."
De Heer van Brederode zeide toen „ dat
„ zy, Remonftranten, eikanderen eenen eed
3, van getrouwheid gedaan hadden , dien
„ zy niet afgaaft wilden." Doch Prince
antwoordde „ dat zy niemant gezwooren
3, hadden dan Chriftus, hunnen Heere, en
„ dat, het gene men van eenen anderen eed
„ uitftrooide, loutere agterklap was." I«
't heengaan, zeide Carleton tegen iemant,
3, die man heeft verftand. 't Is jammer,
?, dat hy 't niet beter gebruikt heeft." Waar-
op Prince, die dit gehoord hadt, zeide,
Ik dank God, dat ik nog niet overtuigd ben,
van het, tot hiertoe, kwalyk gebruikt te heb-
ben.
Het meefte gezelfchap fcheidde toen,
met betoog van beleefdheid; maarvanééne
der voornaamfte vrouwen uit het zelve
wordt verhaald, dat zy de Predikanten, die
hier zaten, voor oproermaakers en landver-
raaders fcholdt. Doch zulke bejegeningen
ontmoetten hun dikwils , waartegen zy ,
flegts fomtyds, gelegenheid hadden , om
zulken, die hen kwamen zien, beter te on-
derregten (i).
Grevius en Prince hadden al eenen gerui-
men tyd in het Tugthuis gezeten , toen
eenige yverige Remonftranten, met hunne
im
(f) BRANOT IV. Deel, bl. J7J-;J2.
-ocr page 333-
XIH, Boek. Geschiedenissen. 335
kennis, eenen toeleg fmeedden, om hen, 162*.
door middel van ladders, te verloffen. De]e
fceleider van 't werk was Dominkus Sapma,^ te
voorheen Predikant te Hoorn , die thans, verlos-
fomtyds, voor de heïmelyke Remonffcrant-fe"*
fche Vergadering,hier ter Stede, predikte.
In Auguftus des jaars 1621, werdt de toe-
leg in 't werk gefield. Sapma was reeds
aan 't overklimmen, om Grevius en Prince
te haaien; doch 't mislukte ,by gebrek van
een genoegzaam getal helperen , en door
eenen misflag, omtrent een klein gedeelte
van den toefiel Sapma ontkwam het ge-
vaar ,: waarin hy zig gefteken hadt, geluk-
kiglyk. Weinig tyds hierna, zou men't werk
hervat hebben; doch 't bleef agter, alzo
Sapma zelf in hegtenis raakte (£): 't welk
zig in deezer voege toedroeg.
De Remonftranten hielden, laat In denDe Re-
avond van den agtentwintigften Auguftus, on"
eene kleine Vergadering van omtrent vyftig jg^y.
menfchen,ten huize van Jan Olfertszoon op-ecnkomft
den Kraansfteiger, tulTchen de Waal en de op den
Hoofdbrugge. Doch ten einde van 't gebed Kraans-
na de preeke, werdt men gewaar, dat het^1^
huis met wagt bezet was. Drie of vier man- &eftoord»
ncn meenden uit te gaan: doch men riep,
ßaat, of dat gaat 'er door 1 Zy weeken dan
wederom naar binnen, en flooten de deur. De
Predikant werdt verileken, in eene plaats,
daar hy wel bewaard was. Ook vondt men
nog fchuilplaats voor vyftien of zeftien per-
fbonen. Eenigen bergden zig in de Kelder r
an*-
(O BaANDT IV. Deelt bl. J8i.
-ocr page 334-
334 AMSTERDAMS II. Deel,
i(52i. anderen, op de daken, tüflchén de huizen.
Op deeze wyze,wagtte men den Schout af.
Eindelyk , kwamen twee Onderfchouten ,
Pieter Janszoon Flaswt en Arend Ëlberts-
zoon Haan. De deur werdt geopend. Men
zogt naar den Predikant en de toehoorders.
De eerfïe werdt niet gevonden. Maar men
vondt omtrent twintig van de laatften, wel-
ker naamen opgetekend werden. Met ver-
bergen , zoeken , vinden en optekenen ,
werdt de nagt » tot over twee uuren, gellee-
ten. Doch ten een uure, hoorde men, van
buiten , roepen , Zy hebben den Predikant.
Van binnen, hieldt men zig verzekerd, dat
de Predikant veilig was, en dat die van bui-
ten zig bedroogen. Maar hun was, inder-
daad , een Predikant in handen gevallen,
fchoon een ander, dan die daar dien avond
geleerd hadt. Dominicus Sapma, vernee-
mende, dat de Vergadering opdenKraans-
fteiger geftoord werdt, hadt zich, mét Izaak
Frederici, weleer Predikant te Utrecht, be-
geven naar de Hoofdbrugge by Schreijers-
hoek, om van verre te zien,hoe 't werkaf-
De Pre- loopen zou. Doch hy werdt, in 't voorby-
dikant gaan, digt by de brugge, in 't licht der
cuTsap" maane» ^ie toen byna v°l was ï gekend van
ma wordteene vrouw van Hoorn, die op de Gelder-
gevat, fche Kaai woonde, en over haare deur lag.
Zy ontdekte hem eerfl aan haaren man, en
toen aan zekeren Schuitevoerder: en deeze
laatfte gaf het den Schouten, of derzelver
dienaaren te kennen, die Sapma > over de
leuning der brugge leggende, aantaftten en
bonden, terwyl Izaak Frederici het gevaar
ont-
-ocr page 335-
XHÏ.BoEK. Geschiedenissen. 335
ontliep. Sapma werdt, voor eerft, gebragt I62i.
in 't voorhuis van Jan Olfertszoon, daar men
nog bezig was met het optekenen der Re-
monftranten. Men ontbondt hem, op de
voorfpraak van Lysbeth de Biifchop, Huis-
vrouw van Rem Egbemzoon Biiïchop, die
ook in de Vergadering geweeft was , de
handen, tot groot geluk van veelen, alzo
zulks hem gelegenheid gaf, om eene Lyiï
van naam en van zulken, die iet tot onder-
houd der gebannen Predikanten gaven, te
gelykmet zyn* neusdoek, uit zyn zakte haa-
ien en te verfteeken onder een floelkuffen,
daar zy, zonder door de Schouten gezien
geweefl te zyn, na eenige dagen verloops,
door de dicnflmaagd van 't huis, gevonden
werdt. Omtrent ten twee uuren in den nagt, en naar
werdt Sapma, tiuTchen de twee Onderfchou • de boei-
ten, naar de Stads gevangenhTe aan 't Stad {^f6"
huis, de boeijen genaamd, overgebragt.Hy
werdt, naderhand , verfcheiden' reizen ,
door Schepenen, ondervraagd; eens in de
Pynkamer. Hy beleedt, meermaalen, hierZyne be-
ter Stede, en ook elders gepredikt te heb-kentenis*
ben; doch betuigde, gemocdshalve niet te
können zeggen, waar hy t' huis gelegen
hadt, noch waar vier of vyf Predikanten,
die zig nevens hem hier hadden opgehou-
den , hun verblyf hielden. Hy bekende ook,
dat hy jaarlyks driehonderd vyfentwintig
guldens genooten hadt; doch wiide niet ont-
dekken, van wien hem deeze fomme ter
hand gefteld ware. Voorts, viel 'er met den
Schout en de Schepenen dikwils .gefprek o-
ver de Leere, waarin hy 't gevoelen der
Re-
-ocr page 336-
i%é AMSTERDAMS II. DÊÉ&'
tèit, Remonftranten, naarzyn belle vermogen,-
verdedigde. Hy fchreef, federt, dat forti«
mige Schepenen, met naame de Heer Roe-'
tertErnft, hem zeer fmaadelyk bejegenden.
Ook leverde hy den Geregte eene fchrifte-
lyke verdediging over van zyn gedrag, die
zo veel fcheen uit te werken, dat men hem,
federt, minzaamer toefprak. Zelfs hadden
eenige Heeren, te vooren reeds, niet don-
kerlyk te verftaan gegeven, dat zy met hem
verlegen waren, en wenfchten dat ^hy hon-
derd mylen van daar was. Drie weeken om-
trent hadt hy gezeten, toen zyne Huisvrouw,
Grietje Ulbes, en zyne Zufter vryheid kree-
gen, om hem geduuriglyk te bezoeken, ge-
Hy ont- lyk zy deeden. 's Nagts na den agttienden
komt uit September, fchoot/hem een middel in den
de hegte-zjn ter zvner verlosfinge , waarvan hy, 's
nis* Maandags, den twintigften , zyner Huis-
vrouwe en Zufter kennis gaf. 's Woendags
daarna, kwamen de Vrouwen hem, ten vier
uuren na den middag, naar gewoonte, be-
zoeken. De Huisvrouw hadt een' doek om
de kin, als of zy tandpyn hadt, en was voorts,
met een huik en ander gewaad, zo toege-
field, als Sapma dagt uit te gaan. Toen
't halfzeven werdt en de poortklok luidde,
trok de gevangen een vrouwen rok en jak
over zyne kleederen aan, bondt een' fchor-
teldoek voor, zette eene huif op , fpelde
een' doek om de kin, en ftak een vrouwen-
ring aan de hand, daar hy den neusdoek-
mede voor den mond houden zou. Wan-
neer 't nu.donker genoeg was, en hy de
gelegenheid gunftig oordeelde, hing' hy een'
huik
-ocr page 337-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 337
huik om, en ging,met zyne Zufter,behen- I0*2iJ
diglyk af, zyne Huisvrouw in den kerker
laatende. Eeneoude vrouw, die de fleu-
tels droeg, tradt vooruit: haar volgde de
Zufter, welke, nevens Sapma, die de laat-
fte kwam, zig geliet bitterlyk te fchreijen,
en den neusdoek voor mond en oogen hieldt,
uitgelaaten werdt. Op flraat gekomen, moeit
hy nog een goed ftuk wegs voort-, en veel
volks voorbygaan, eer hy kwam, daar hy
wezen wilde. Zyne Huisvrouw zat nog ze-
ven dagen in hegtenis, doch werdt toen op
vrye voeten gefteld (/).
Midlerwyl, was, door het gevangen nee-De twee
men van Sapma, gelegenheid gegeven totand^re11
het uitftellen van den toeleg, om Greviusjjït
en Prince te verloflen. De RemonftrantenhetTugo
waren bedugt, dat Sapma ook in het Tugt- huis ge-
huis geplaatft zou worden, wanneer zy hem, holpen.
te gelyk met de twee anderen,dagten uitte
helpen. Doch 's daags na zyne ontkoming,
namen eenigen de verlosfmg van Grevius
en Prince op nieuws by der hand, die egter
toen voor de tweede reize mislukte: en 't
fcheelde luttel, of de beleiders en aanleg-
gers waren ontdekt geworden, 't Werk bleef
dan fteeken, tot dat de Remonflranten, op
Saturdag den negenden Oftober , kennis
kreegen, dat men de twee Predikanten, den
volgenden Woensdag, naar 't Huis te Loe-
veftein voeren zou. Toen werdt beflooten,
dat men den toeleg, nu of nimmer, in 't
werk flellen moeft. Sapma nam 't beleid
der
(t) BR4NDT IV. Deel, hl. J5S-;7«.
IV. Stuk.               Y
-ocr page 338-
..........—————-
338 AMSTERDAMS IL Deel.
1621. der onderneeminge wederom by der hand,
en Haagde nu gelukkiger dan tevooren. De
nagt tufïchen den twaalfden en dertienden
Oktober werdt 'er toe beftemd: en de duis-
ternis , zynde de maan omtrent zeven en
twintig dagen oud, kwam den aanleggeren
zonderling te flade. Men hadt de fleutels
van de kamers, daar de gevangenen zaten,
en die elk twee deuren en twee (loten had-
den, weeten nagemaakt te krygen. Het
Tugthuis hadt hooge muuren, en fleile da-
ken, die men op- en af klimmen moell. Aan
den buitenmuur van 't gebouw, bragt men
houten ladders, die zwart geverwd waren,
op dat zy, in den donker, te minder mog-
ten gezien worden. Langs deezen, klom-
men eenige mannen naar boven, en op het
dak, over welk zy touwleeren fpanden ,
vaflmaakten en vallen lieten , tot op de
plaats van 't binnen-tugthuis. Tot hiertoe,
was 't werk gebragt, onder 't geloop van
menfchen en 't gebas van honden, zonder
dat de aanleggers ontdekt waren. Doch
terwyl eenigen op het dak ftonden, ande-
ren langs de touwleeren op de binnenplaats
nederdaalden, kwam een buurman met den
blooten degen aanloopen op de genen, die,
van buiten, de ladders bewaarden, roepen-
de „ dat zy dieven waren, die de geldkift
„ van 't AalmoefTeniershuis" welk toen
ftondt digt by het Tugthuis , daar nu de
Latynfche School is „ befteelen wilden."
Men deedt wat men kon, om den man,
niet goede woorden 3 te ftillen, ronduit
zeg-
-ocr page 339-
XIII.Boek. Geschiedenissen. 339
zeggende, dat men voorhadt de Predikan- x"21-
ten te verlofTen, en men bragt het zo ver,
dat hy zig gezeggen liet,en eerlang heejien
ging. Maar van binnen riep één der tug-
telingen, die niet wel by 't hoofd bewaard
was, op het verneemen van gerügt op de
binnenplaats , de Arminiaanen breeken uit!
de Arminiaanen breeken uit!
Doch 't werdt
in huis niet gehoord , of, om dat hy 't
meermaalen plagt te roepen, zonder dat 'er
iet aan was, niet geagt. Ondertufichen,
hadden de mannen, die op de binnenplaats
waren nedergedaald, de gevangenkamers
met de nagemaakte fleutels geopend , en
Grevius en Prince daaruit gehaald, die zy,
langs de houten ladders,naar beneden dee-
den klimmen. Met hen raakte ook vry een
Jezuit Levinus Wouters van BruiTel, en twee
luiden van andere foorte. Doch om des
Jezuits wille, waren ook eenige Roomfch-
gezinden den Remonflranten behulpzaam
geweeft, in het bevorderen deezer verlos-
ilnge. Grevius en Prince kwamen in 't
donker by eenigen hunner goedgunneren,
en werden eerfl des morgens gemift. Ook
vondt men twee ladders ftaan aan den bui-
tenmuur, die de uitvoerders hadden agter-
gelaaten, om door 't medeneemen niet ont-
dekt te worden.
, Grevius en Prince predikten, na hunne Zy predi-
verlosfmg» nog eenigen tyd, indeheimely-ken. na
ke Vergaderingen te Amfterdam. Doch dehun"e
laatfte vertrok eerlang naar Rotterdam , nSne°'
daar hy tot een ergerlyk leeven verviel not? in de
Grevius' reisde, in 't volgende jaar, naar^eimely-
Y 2                  Duitfch-ke Ver-
-ocr page 340-
340 AMSTERDAMS IL Deel.
i6*2ï. Duitfchland,gaf,in'tbeginvan'tjaar 1624,
gadering zyn boek van de Pynbank, te Hamburg, in 'e
hier ter licht; doch werdt, kort daarna, op eene
Stede. re{ze naar Spiers, vermift, zonder dat men
ooit iet van hem vernomen heeft (pi).
De Re- Midlerwyl, werdt, zo ver my gebleeken
geering js ^ ^GY ter gtede, geheel geen onderzoek
tot zagt- gedaan naar de bewerkers der verlosfinge
zinnig- van Grevius en Prince. 't Scheen, dat de
heid te meerderheid der Wethouderen, al Iengskens,
neigen. nejgde tot zagtheid en gemaatigdheid. De
Schout Jan ten Grootenbuis hadt zig, we-
gens de boete der Vergaderinge, die, ten
tyde van 't gevangenneemen van Sapma-,
geiïoord was, laaten voldoen met vyf hon-
derd guldens, fchoon hy, ftrengelyk han-
delende, wel twaalfhonderd guldens zou
hebben können vorderen ( n ). In de jaaren
1623en 1624,raakten, hier ter Stede,nog
wederom drie Remonflrantfche Predikanten
in hegtenis, eerfl: Petrus Cupus; kort daar-
na Bemberus Vezekius, en, eindelyk , Ar-
noldus Geejleranus ( o )
, die allen drie, on-
der Acte van Non prejudicie der Gecommit-
teerde Raaden, van hier vervoerd, en op
't Huis te Loeveftein gevangen gezet wer-
den (p). Doch na dien tyd, ging men hier
zagter omtrent de Remonftranten. Ook
waren, in Februarydeezesjaars 162r,reeds
eenige Heeren in de Regeering gekomen,
die de zaaken zogten te beleiden tot rekke-
lyk-
(m) Brandt IV. Deel, bi. m-j$8.
(n) Brandt IV, Decl^bi. 6o9.
(o) G. Brandt Dagwyfcer, bl. 6t%, 14., zs$,
(/>) Groot-Meiaoi. N. III. ƒ. 1, 12.
-ocr page 341-
.XIII. Boek. Geschiedenissen^ 34t
lykheid en gevoegzaamheid : 't welk Rem i6ztl
Egbertszoon BhTchop,die, in 't voorleedenRem
jaar, tot driemaalen toe, met de klok inge- Egberts-
daagd was, hadt doen befluiten, om her- zoon
waards weder te keeren. Hy kwam, den BHTchop
eerften Juny, in de Stad, vertoonde zig , ^Jerorn
terftond daarna, op de nieuwe brug, opdejn de
beurs, en andere openbaare plaatfen, daar Stad,
de regeerende Burgemeefter, Pieter de Vla-
ming van Oudshoorn
, de Vice-Prefident Sche-
pen , Abraham Boom, en andere luiden van
aanzien, zig niet ontzagen, openlyk met
hem te wandelen en te verkeeren. Doch
't leedt geene drie weeken na zyne terug-
komft, of de Schout kreeg aanfchryvens uit
den Haage, om het regt der Graafelykheid
tegen Rem Biffchop te bewaaren. Dit ver-
wekte nieuwe bekommering. Rem (liep een*
nagt buitens huis, en bleef den volgenden
dag van de beurs. Doch daarna verfcheen
hy wederom in 't openbaar. Zelfs trof hy
gevalliglyk den Schout aan in de Hand-
boogs-doele, die hem zeer vriendelyk beje-
gende; doch te gelyk te kennen gaf, dat hy
gepord werdt iet tegen hem te doen, en dat
hy hem roepen zou. Ook gefchiedde dit
des anderendaags. Op des Schouts rolle Zyne
verfcheenen, werdt hem verklaaring afge- zaak
vergd van zynen brief aan Stochius (q).Doch gj* J*
zyn Procureur vorderde „ dat de Schout rol\^
„ eerft zynen eifch doen, en hem tyd laa-pleit,
„ ten zou, om te antwoorden." De Schout
begeerde daarentegen „ dat de brief eerfl
„ ver-
(5) Zi* l|iet vo«r, bl, 3io.
Y 2                                                 >
-ocr page 342-
#0 AMSTERDAMS EM.
1621. j» verklaard werdt, dan zou zyn eifch haaft
„ gereed zyn." De ander antwoordde „ dat
„ zu lks geen fly 1 van regten was." DeSchout,
zig toen tot den gedaagde keerende, zei-
de „ dat by na den middag tot zynent ko-
„ nien, en den brief uitleggen moeft; 't
„ welk hy ligtelyk doen kon." Rem ver-
zogt den briefte mogen zien, en 's ande-
rendaags werdt 'er hem een affchrift van ge-
zonden. Vier weeken daarna, kwam Rem
ten huize van den Schout,hem vraagende,
„ of hy hem de begeerde vcrklaaring van
„ zyn briefje aan Stochius moeft komen
„ brengen, of wagten op nader ontbod?"
Doch Doch de Schout gaf hem zulk antwoord >
blyftdaar waariljt duidelyk bleek, dat hy de zaak gaar-
hangen. ne zou jaaten fteeken. Ook werdt Rem Bis-
fchop, door den Schout of de Wethouder-
Zyne ^ fchap, niet verder gemoeid. Doch in Oc-
ling met tober werdt hy ontbooden voor den Kerken-
afg'ezon- raad, drie maaien door den Kofier, en ten
denen vierde maale door eene bezending van den
van den predikant Jacobus Rohndus en den Ouder-
raad en* ünS Herman Albertszoon, Kleermaaker. Maar
hy weigerde, t'elken reize, te verfchynen,
en gaf, onder anderen, voor reden van zy-
ne weigeringe, dat hem, in 't jaar 1617,
de broederfchap reeds opgezeid was. Hy
voorzag wel, dat men voorhadt,hem pleg-
tiglyk van de Gemeente af te fnyden, en
dat zyn verfchynen voor den Kerkenraad
het begin deezer KerkelykeRegtspleeginge
geweefl: zou zyn, waaraan hy niet goed-
vondt zig te onderwerpen. Doch 't liep nog
wel dertien maanden aan, eer men 't werk,
van
-ocr page 343-
Xlït.BoEK. Geschiedenissen. 343
Van de zyde des Kerkenraads , wederom i6ti.
aanbondt (t). En op den eenendertigften Hy en
December des jaars 1623, werden Rem noS n«-
Egbertszoon Biflchop en zyne Huisvrouw IJ! an"
Lysbeth Filips de Biflchop, by openbaare worden
afkondiging in de nieuwe Kerke, geè'xcom- afgefnee*
municeerd, of in den ban gedaan, om dat den van
zy 't gevoelen der Reraonftranten toeflem* "e Ge"
den en derzelver Vergaderingen bywoon-m
den, of, gelyk het elders (ƒ), meer overeen-
komftig met den inhoud van het Kerkelyk
vonnis, uitgedrukt wordt, om dat zy niet
flegts by hun Ketterfch gevoelen bleeven;
maar zig ook in deRemonftrantfche en We-
derdooperfche Vergaderingen vinden lieten.
Het zelfde lot trof, om gelyke reden, en
op den zelfden tyd, nog agt andere voor-
naame Leden der Gereformeerde Kerke van
Amfterdam, te weeten , Adriaan Jakobs-
zoon van Noord,
Bergervifchverkooper, en
zyne Huisvrouw, Griet Jans, Jakob Lau-
renszoon Reaal,
Secretaris der Admiraliteit,
Joojt Brajfer , Jan Egbertszoon Biflchop ,
Samuel Olfertszoon, en zyne Huisvrouw,, Tan-
neke Huiberts
, en Dirk Dirkszoon Komans (t)t
Rem Egbertszoon overleedt,ruim een jaar
na deeze affnyding van de Gemeente, op
den tienden April des jaars 1625 (u).
Te Amfterdam, waren, in \ jaar 1621,
nog de meefte of aanzienlykfte Remonftran-
ten.
(r) BnANDT IV* Deel , bl. 6io~6lj.
(s) Onpan. Chron. bl. 4.7.
8 (t) G. VOETIUS Polit. Eed. P. III. Traiï. IV. Cap. T.
f. »39. by BRANDT Dagwyzer, bl. 691. f. \ LlMBOÄCH
Vita Episcoph p. 191.
(») t, A LlMÏCfRCH Vita Episcopii p. 303,
Y 4
-ocr page 344-
344 AMSTERDAMS IL Deel.
1621. ten. De inkomften uit alle hunne Gemeen-
ten beliepen thans 31240 guldens,waarvan
Amfterdarn 7200 , Rotterdam 4000 , U-
trecht 2600, Leiden 2400 guldens, en de
andere Steden merkelyk minder hadden op-
gebragt (ü).
Bürge- De Heer Fredrik de Fry, Oud-Burgemees-
meefter ter van Amflerdam, hadt, in 't begin dee-
geeft ee- fs jaars' een Boek in 'c licht gegeven, met
neHifto- den tItel van Hifloriey of kort en waaragtig
iie der verhaal van den oorfprong en voortgang der
Kerkely- Kerkelyke beroerte in Holland. In deVoorre-
werte in jen'verkIaarde hY>dM ^ werk, door eenen
't Jicht. der geleerdfte en vermaardfte mannen van
ons Vaderland, opgefteld was; en dat hy
'er zeker fchrift, door lalt der Nationaale
Sinode ontworpen, bygevoegd hadt, met
een aanhangfel, welk hy voor 't zyne erken-
de. Doch de Remonflranten vonden zo wei-
nig fmaaks in deeze Hiftorie,. dat ükenbo-
gaard de pen opvatte, omze te wederleg-
gen, en in September een werk uitgaf, welk
eeniglyk tegen het Burgemeeflerlyk werk
gerigt was (iu).
?Z% Met het uitgaan van het Befland in de
w °ftin> Lente deezes jaars, was de oorlog tegen den
difche Koning van Spanje wederom begonnen: en
Maat- dit hadt gelegenheid gegeven tot de opreg-
fchap. ting eener algemeene Weftindifche Maat-
1 y ' fchappye, die in vyf Kamers, van Amfter-
dam, van Zeeland, van de Maaze, van 't
Noorderkwartier en van Friesland met Stad
en
(v) Brandt IV. Deel, H. <{2g.
(w) BttANDT IV. Deel, bl. S*6 , *47t
-ocr page 345-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 345
en Lande, verdeeld was. De Kamer Amfler- 1621.
dam hadt vier negende, de Kamer Zeeland
twee negende, en de drie andere Kamers
ieder een negende in de Maatfchappye (#).
Aan de Kamer te Amfterdam, werdt, fe-
dert, plaats tot het houden van haar Kolle-
gie, ter zyde de Vleefchhal op de Heeren-
markt , door de Vroedfchap, afgeftaan (y).
De zorg voor de uitbreiding des Koophan- Gemaa-
dels en der Scheepvaart, en vooral het her- tigdheid
vatten van den uitlandfchen oorlog gaf, in der te~
fommige Steden, aanleiding tot het oefenen ^Jm-di-
van meerder gemaatigdheid omtrent de Re-ge Re-
monftranten. Te Rotterdam, hielden zy, geerïnge
in deezen jaare, reeds Vergaderingen vanIan,Am*
tweeduizend menfchen in getale , zo wel erdt,IU
binnen als buiten de Stad: 't welk met eeni-
ge oogluiking toeging (2). Te Amfterdam, I622.
begondenze op diergelyke oogluiking te hoo-
pen, na dat, in January en February'des jaars
1622, by de gewoonlyke verandering der
Wethouderfchap, wederom eenige Heeren
in 't bewind geraakt waren, die voor zeer
gemaatigd in't ftuk van den Godsdienft ge-
houden werden. Men verkoor drie nieuwe
Raaden, twee van welken, Geurt Dirkszoon
van Beuningen
en Jndries Bleker , openlyk
voor zulk eene gemaatigdheid uitkwamen.
De derde, Doftor Nikolaas Tulp, werdt geagt
tuffchen beide te gaan. De vier Burgemees-
ters, die toen verkooren werden, Jakob Pop-
pen *
(x) Vaderl. Hift. X. Deel, hl. 4*7 > 4*9.
(y) Refol. Vroedfch. N. 13. is May i6U. ƒ. 1«| verft,
(*) BR4NDT IV. Deelt hl. 62«, 734, 738,
"V e*
-ocr page 346-
34<5 AMSTERDAMS II. Deer.
1622. pen» Frans Henrikszoon Oetgens, Do&or Dirk
Bas
en Jakob van Nek , gingen voor zeer
befcheiden, en afkeerig van allen gewee-
tensdwang. Ook waren 'er, onder de Sche-
penen , eenigen, van welken de Remonftran-
Misnoe- ten bet zelfde vertrouwen hadden. Doch
gen van zo zeer als deeze verandering den Remon-
eenige ftranten hier ter Stede behaagde, zoveel
kanten ongienoet>cn Sa^ ZJ aan de yverigften der
<faar- Stads Predikanten, eenigen van welken niet
over. fchroomden te zeggen „ dat de gantfche
5, Vroedfchap nu Arminiaanfch geworden
„ was." De Predikant Adriaan Joruzoon
Smout
zou zelfs, op den predikltoel,gezeid
hebben „ hoe beklaaglyk ware, dat men,
„ in 't verkiezen van Wethouderen, zo los-
„ felyk te werk ging, zonder den mond des
„ Heeren eens raad te vraagen. Een goed
5, Wethouder," zou hy 'er hebben byge-
voegd „ moet drie deugden hebben, wys-
heid, kloekmoedigheid om iet door te
dringen, en Godvrugtigheid. Oldenbar-
neveld was wel wys genoeg, maar hy
was niet doordringende; hy was te flap,
en liet zig ligtelyk verhinderen door tus-
fchenkomende zaaken , en zag te zeer
hier en daar op. Spinola, de Veldheer
,, der Spaanfchen,is fcherpzinnig en door-
dringend genoeg; maar 't ontbreekt hem
aan Godvreezendheid. Maar in zyne
Doorlugtigheid, Prinfe Maurits, zyn dee-
ze drie zaaken byeen, en zo moeten alle
Wethouders zyn; daar behooren de kie-
?1
zers op te letten." Wyders, werdt van
den Predikfto'el geklaagd „ dat men de Re-
9>
mon-
-ocr page 347-
XIILBoEK. Geschiedenissen. 347
„ monftrantfche Vergaderingen te zeer door 1622.
9> de vingeren zag, en dat daarom geen ze-
„ gen Gods over 't Land zyn kon. Ook
liep,ten deezen tyde, een flerk gerügt door
de Stad, dat de Prins van Oranje, in't kort,
te Amflerdam komen zou, om de Wet, nog
eens, buitens tyds, te veranderen (a): 't
welk egter niet door de uitkomfl bewaar-
heid werdt.
De Remonftranten hier ter Stede beloof- Plancius
den zig ook iet goeds uit de dood van den fterfc».
Predikant Plancius, die zeer tegen hen ge-
yverd hadt, en den vyfentwintigflen May
deezes jaars overleedt (£) Doch in July Abraham
daarna raakte Abraham Antoniszoon, Kaar-Antonis-
femaaker hier ter Stede en yverig Remon-^on
flrantfch gezind, in eenige moeilykheid, die haaI.c ziS
meelt aan zyn onbedagtzaam of onvoorzig- moe?iyk-
tig gedrag te wyten was. Bezig zynde met heid op
het bouwen van een huis op den hoek van den hals.
de Warmoes-graft, moefl 'er een flotftuk op
de boog van de kelder, en in 't flotftuk ee-
nige tronie of leeuwskop tot fieraadgefield
worden. De Timmerman zeide tegen den
Steenhouwer, dat hy 'er 't hoofd van den
Advokaat Oldenbarneveld in houwen zou.
De Steenhouwer ftelde het Abraham Anto-
niszoon voor, die zeide „ dat hy daar niet
„ tegen hadt," hem te gelyk een prent ter
hand (lellende, om 'er 't hoofd naar te maa-
           <■
ken. 't Werdt terftond vervaardigd, en op
eenen vroegen morgen boven de kelder ge-
field.
k (*) BRANÖT IV. Deel, hl. 72+, 725, 527.
(*>) Crosse Keik. B.egiftei,£/. 2g„ ü&andt IV. Deel,
hl. 85«.
-ocr page 348-
348 . AMSTERDAMS II Deel:
1622. fte'd- 't Geleek zo wel, dat ieder voorby-
ganger den man terflond kende. Iemant,
onder 't vaflmaaken, daaromtrent komende,
zeide, wat floutigheid is dit ! Dat zeggen
deedt eenige luiden ftilftaan. De hoop werdt
allengskens grooter. Van 't morren kwam
men aan 't werpen met fleenen, zo dat de
neus van 't beeld gefchonden werdt. Toen
dagt de Huisheer, dat het tyd van zwigten
was.'t Hoofd werdt weggenomen, na dat het
omtrent een halven dag geftaan hadt. Maar
Abraham Antoniszoon werdt, deswege ,
voor Schepenen ontbooden. Men vraagde
hem „ of hy 't hoofd van den gewezen Ad-
5, vokaat niet in 't flotft.uk van zyne kelder
„ geplaatfl: hadt ?" Hy verhaalde, hoe 't
bygekomen ware, en dat hy 't wel gelaaten
zou hebben, zohygedagt hadt, dat iemant
zig daaraan geffooten zou hebben. Hierme-
de liet men hem gaan, zonder dat hem iet
verders bejegende (V).
Men
          Doch, gelyk uit het gebeurde omtrent
brengt het huis van Abraham Antoniszoon, de haat
Sted teJ van 'c êemeen tegen den Advokaat Olden-
Verant- barneveld gebleeken was; zo bleek, wat laa-
woording ter, hier ter Stede, ook de afkeer, dien
mn Hugo veelen tegen Hugo de Groot hadden opge-
hef r°e- vat"          ^eer was» *n 'l voor^eeclen jaar,
lyk op de ontkomen uit de Loevefteinfche hegtenis ,
peis. en hadt zig, federt, naar Frankryk begeven,
daar hy eene Verantwoording fchreef voorde
wettelyke Regeering van Holland
, zo als de-
zelve geweeft was, voor de verandering
des
(t) BBANDr IV. Dttl > hl. 740,
-ocr page 349-
XIII.Bobk. Geschiedenissen. 349
des jaars 1618. Dit Gefchrift was, in Fe- 1622.
bruary deezes jaars 1622 , gezonden aan
den Heer Maurier, Gezant des Konings van
Frankryk inden Haage, om het ter drukper-
fe te bezorgen. Hiertoe bediende men zig,
buiten kennifle der bloedvrienden van de
Groot, van eenige Remonftranten , die 't
werk, eerlang, te Amfterdam, op de pers
bragten. Terwyl men met drukken voort-
ging, werdt de Heer Henrik Hooft, zoon van
den Oud-Burgemeefter Kornelis Pieterszoon
Hooft, die uit Frankryk herwaards reisde,
en eenige brieven van de Groot medebragr,
op zeker gegrond of ongegrond vermoeden,
dat hy iet tot nadeel van den Prinfe van O-
ranje gefproken hadt, te Lillo aangehouden,
en naar Zeeland gevoerd; doch fpoedig ont-
flaagen. Maar de Groots brieven, daar 't
veelligt meefl om te doen geweeft was, wer-
den , in de Vergadering der Gecommitteer-
de Raaden van Zeeland, geopend en gele-
zen. Uit dezelven ontdekte men, dat de
Verantwoording in Holland gedrukt werdt
(i). De Wethouderfchap van Amfterdam Devoorti
kreeg ook, eerlang, door iemant,dieonbe- PJj vtn
kend bleef, kennis van de plaats derheime- ^en
lyke drukkerye. Doch eer de Schout daar wordtjj
kwam zoeken , werdt men eenigszins ver- belet,
wittigd van zynen toeleg, en vondt mid-
del , om 't gene reeds gedrukt was te ber-
gen. Doch men hadt alles wat agterdogt
geeven kón niet aan een zyde können
doen. De Schout vondt nog twee drukper-
fen
£4) C. Brandt Leren van H. de Groot, hl. z%%,
-ocr page 350-
350 AMSTERDAMS II. Deel;
1622. Ten en eenen grooten hoop wit papier, en
liet, daarop, zyne dienaars, een' nagt en
een halven dag, in 't huis blyven; doch toen
zy niets meer vonden,deedthyzewederom
vertrekken. De aanleggers van 't werk zou-
den gaarne een' anderen drukker gebruikt
hebben; doch hoop op winit belette dente-
genwoordigen het gevaar te zien, waarin hy
't Wordt zig zelven en anderen ftelde, Hy wilde dan
hervat. Voort met het werk, en verkoos, in eenen
anderen oord van de Stad,eene zeer onge-
legene plaats om het te vervolgen. Men
moeft hem zynen gang laaten gaan, uit vree-
ze dat hy eenigen, die zig met de zaak ge-
moeid hadden en hem bekend waren, in 't
verdriet brengen mögt, zo men hem tegen-
Ander- viel. Doch zo als hy zig bereidde om de
maal ge- pers en de letters uit den huize te draagen,
ftuit. Werdt hy, maar agt dagen na de eerfte ont-
dekking , ten tweede maale, overvallen door
den Schout, die letters en papier, wel ter
waarde van vierhonderd guldens , vondt,
en medenam. De drukker ontkwam 't ge-
vaar ; doch zyn broeder, die naaft zyne deur
woonde, en by wien twee bladen, tot de
Verantwoording behoorende, werden gevon-
den , werdt gevangen genomen. Men hadt
den Schout aangediend, dat 'er al vier bla-
den gedrukt waren. Doch 't vyfde was reeds
Te van de pers gekomen. Ondertuflchen, was
Hoorn deeze hapering oorzaak , dat het werk te
vo1- Amsterdam fteeken bleef, en door den Druk-
voerd. fox Izaak IVillemszoon Verbeek te Hoorn uit-,
gevoerd werdt; doch zo langzaam, dat het
boek, niet voor November, in 't licht kwam.
't Werdt.,
_               -e^mmtM-
-ocr page 351-
XIILBoek. Geschiedenissen. 351
't Werdt, in de meefle Steden van Holland, x^22
opgehaald. Doch zeker Boekverkooper te
Amfterdam, eenyverig Remonflrant, zonde
Burgemeefleren en Schepenen ieder een
exemplaar , door een' matroos , die van
Rouaan fcheen te komen. De Raaden ter
Admiraliteit hier ter Stede ontvingen elk
gelyke gifte. Doch de algemeene Staaten
gaven een fcherp Plakaat uit, tegen't Boek,
welk, den vierentwintigften November, ge-
dagtekend was. In de meefle Steden van
Holland, werdt dit Plakaat afgekondigd,
behalve te Amfterdam, en, zo ibmmigen
meenen, ook niet te Dordrecht, noch te
Hoorn. Ook werdt, te Amfterdam , den
Boekverkoop eren geen eed afgevergd, ge-
lyk, om 't boek te agterhaalen en't ver-
koopen te beletten, in andere Steden, ge-
fchied was (*). 'c Gene ter gelegenheid
der VerantWQorüinge, hier ter Stede, voor-
viel, toonde dan den afkeer, dien veelen
nog van den Schryver hadden; hoewel 'er,
te gelykjuit bleek, datdeWethouderfchap
in 't gemeen gemaatigder van hem en zyn
fchryven oordeelde.
In July deezes jaars, werdt, te Amfler- Brand-
dam, zekere Balthazar Paul, om voorge-fti8ters
nomene Brandfligtery, geworgd en gebla-on *
l^erd (ƒ). Hy beleedt, hiertoe, door eeni-
gen, die zeiden van de Spaanfchen uitge-
zonden te wezen , omgekogt te zyn , en
hadt voor, door middel van hooge doozen,
ti
                                                          als
.(e) BRANDT IV. Drei, bh 819-811, SZ?.
.(ƒ) N. V. WASSfcNASK üift. Veitiaal, UI. Deel ,ƒ,*«.
*•'- .. ■■■■ ■ ■
-ocr page 352-
35* AMSTERDAMS ILDbel.
1622. a^s Lantaarnen gemaakt en met vuurwerken
gevuld, die hy en de zynen, in't Stadhuis,
in 't Ooftindifch huis en elders, nederzetten
zouden, de Stad, aan verfcheiden oorden
tevens., in den brand te zetten. Doch de
toeleg werdt gelukkiglyk ontdekt: een der
doozen kwam in handen van 't Geregt, welk
'er, naderhand, nog een vondt, ten huize
van Paul, die gevlugt was, en zig daardoor
verdagt gemaakt hadt; doch te Leeuwaar-
den agterhaald werdt. De andere fchuldi-
gen waren 't, vroeger dan hy , ontkomen,
en werden, zo 'tfchynt, niet agterhaald (g).
Tc Am- Men voer, te Amfterdam, nog voort met
wo'rdT' het noLlden van neimeIykeRemonftrantfche
wederom Vergaderingen, dan in 't eene huis, en dan
eene in 't andere. Doch op den negentienden De-
ïtemon- cember, werdt'er wederom zulk eene Ver-
fcrTv SaderinS gefroord, die ten huize van Joofi
gaderinj" BraJTer* Broeder van den Heer Govert Brajfer,
geftüord.
Thefaurier - Generaal der Vereenigde Ne-
1623. herlanden, gehouden werdt. Doch Jooft
BralTer werdt, na die ftooring, in eenige
weeken, niet gemoeid. Toen zogten eeni-
ge voornaame luiden hem te beweegen, om
zyne zaak met den Schout af te maaken ,
hem voorhoudende „ dat, zo hy vonnis
„ verwagten wilde, eenigen der voornaam-
5>
fle Schepenen zig verpligt zouden agten,
om uit de bank te gaan, alzo zy over
geene zaaken van Godsdienft zitten wil-
3, den; doch dat zy zig hierdoor verdagt,
j, en
,:
(g) Confeffieboek van iy OR. i6zt tot ty July t6u. f.
Ï3+. Sefltentieb. van 12 Jan. Uli tot 28 Jttly i4l}.f. J7»
\*
-ocr page 353-
XIIÏ.Böek. Geschiedenissen. 353
en voor het toekomende onnut maaken \6<2,%:
I, zouden." Doch hy verklaarde „ liever,
„ als't niet anders zyn mögt, de volle boe-
, te te willen geeven by vonnis van Sche-
penen , dan vyf groot by verdrag met den
35
Schout. De Schepenen," zefde hy ook,
„ moeftenzowel iet voor de vryheid doen,
als hy en de zynen, die hunne welvaart
" en hun leevèn zelf ter befcheidenheid
", van 't wufte graauw fielden (b~)" Doch
of deeze zaak eenig verder gevolg gehad
hebbe, vind ik nergens gemeld.
           , c
In 't begin van February, kwam aan den ™]*
dag eene roekelooze famenzweenng tegen tegetl .f
het leeven van Maurits, Prinfe van Oranje, ieevsn
gefmeed door de twee Zoonenvandenont-vanPrin-;
halsden AdvokaatOldenbarneveld, en meeftfe Mau-
door den jongden; doch waarin ook twee dekt
Roomfchgezinden, en eenige Remonftran- Wat jeel
ten of die den RemonJtranten toegedaan eenige
waren, de. hand hadden. Henrik »,^
voorheen Predikant te Bleiswyk, en om Re--g™
monftrantfchgezindheid afgezet, hadt 'er,hadden>
voor anderen, deel aan. Hy lag, ten dee-
zen tyde, overhoop met de Remonftrant-
fche broederfehap, die hem het opzigt over
het drukken haar er boeken onttrokken hadt,
en hem niet voorthielp naar zynen zin (0:
't welk hem, veelligt, te eerder, tot vertwy-
felde aanflagen vervallen deedt. Jan Blan-
faarty
die verfcheiden' Gemeenten der Re-
monilranten als Proponent hadt bediend (#),
was
(h) BRANDT IV. Deel. hl. 8jJ.
C») BRANDT IV. Deels hl. *<Si, J>«3-
\kj BRANDT IV. Deel, hl. git.
IV. Stuk.                Z
-ocr page 354-
354 AMSTERDAMS II.Deee.
16*2 3. was °°k onder de medewuftigen. Doch
nimmer is gebleeken, dat 'er , behalve
deezen, eenige Remonftrantfche Predikan-
ten deel of eigenlyke kennis aan gehad heb-
ben: en veelmin nog, dat de gantfche 60-
cieteit of Broederfchap zig daaraan zou heb-
ben fchuldig gemaakt: 't welk Episcopius,
den vierden Auguflus deezes jaars , aan
JJJuerus Matthifius deedt fchryven : Wat
gemcenfihap heeft de Societeyt met defe Con-
fpiratie ? Wie zyn daeraenfchuldigh gewcefl?
*t Komt op Slathis en Blancert aen.
En wat
laager: 't Gaept als een oven, dat hiermede
de Societeyt ongelyck gefchiet. V-L. bekent
eock fehe, dat ghy daerom niet en zyt ver-
flerch geworden in u voornemen
, tot verlaa-
tinge der Sociëteit flrekkende,om dat een of
twee predikanten fich daarmede hebben gemengt.
Want die hebben het f elf de uyt loutere wraeck'
gierigheyt voorgenomen
, en op haer particulier
De voor* (/j Doch al kort na 't ontdekken en vatten
iSorf- van eenige fchuldigen, waren ettelyken van
ftrano de voornaamfte RemonftrantfchePredikan-
fchePre- ten die in 't Land waren, heimelyk, te Arn-
dikantea fterdam, byeen gekomen, om te overleg-
Amfteerte£en> wat ^lin* m ^eezen ftand der zaaken,
dam by- tot hunne verontfchuldiging, te doen ftondt..
een, en En hier werdt beflooten, eene Verdediging
gecven 0p te ftellen , die terflond in 't licht gege-
eene ver- werdt, en waartoe Adriaan van denBor-
ontlcnul-             1 -n i-i            T • i
diging in re> weleer Predikant te Leiden, zyne pen
't licht, geleend hadt (m). Doch deeze verdediging
werdt,
(/) Brieven in i66z. te Arnft. by Jan Rieuwertsz. £tdr^
bl. 40+, 40'y.
{m) BRANDT IV. Dttl, bl. 963 enz,.
-ocr page 355-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 355
werdt, van de Contraremonftranten, ook 1623,
van de gemaatigdften, kwalyk genomen:
voornaamlyk, om dat men, daar in, niet ge*
bleeveh was by de paaien eener behoorlyke
verweeringe; maar partyen te vinnig hadt
aangetaft. 't Geregt van Amflerdam ver- 't Geregt
klaarde zelfs dit Gefchrift, by afkondiging veroor-
met de klokke van den agtften Maart,* een ^te $ém
„ fameus, feditieus en fchandaleus libel, fchiifti
éj en den Schryver, als een verftoorder der
„ gemeene rufte , ten hoogden draf baar
„ te zyn, beloovende den genen, die hem
„ aanbrengen zou, van Stads wege, te zul-
j, len vereeren met driehonderd, en die den
„ Drukker ontdekken zou, met tweehon-
„ derd guldens , met verder verbod van dit
j, Gefchrift, of eenige andere argerlyke,
„ oproerige en fchandaleufe boekjes, nieuw«
„ maarert, liedjes, refereinen en diergely«
4, ken, binnen de Stad te brengen, na te
„ drukken, te verkoopen, of uitte deelen,
„ op de ftraffen, in 's Lands Plakaaten uit-
„ gedrukt (ft)-" Doch ik vind niet, dat vier der
men den Schryver of Drukker immer aan- fchuldi-
bragt. Jan Blanfaart en nog twee fchuldi- |ensaai1
gen, die in Ooflfriesland gevat waren, wer- meen_a"
den, te fchepe, naar Amfterdam gevoerd, zweerin-
daar zy, nog voor 't einde van February, ge wor-
aankwamen. Eer menze naar den Haage c*en Se*
bragt , zatenze eenigen korten tyd in dej^^6"
boeijen, daar zy van de nieuwsgierigen, Amfter' !
die men elkeen' fchelling, ten behoeve der dam ge>]
1                           ar-braSt«
(») Keuib. K. ƒ. II verfo. Zie oo^ BRANDT IV. Diel,
hl.
9««,
Z 2
-ocr page 356-
35Ó AMSTERDAMS II. Deeü.
1623. armen, Jiet betaalen, in grooten getale,
bezien werden (0). Slatius, die zig in een
boerenpygeftekeneneen {legten hangenden
hoed op 't hoofd gezet hadt, ging, in dee-
ze toerufting, den zevenden dag na 't ont-
dekken der famenzweeringe, door Amfter-
dam; voer van daar op Harlingen, en voorts
op Leeuwaarden en Groningen, van waar
hy op Lingen dagt te reizen. Doch hy werdt,
by het dorp Rolde, niet verre van Koever-
den , aangegreepen; eerft naar Koeverden,
en van daar te water naar Amfterdam ge-
voerd , daar hy, den twaalfden Maart, aan-
Slatius kwam, en ten zelfden dage, in zyn boeren
hier af- gewaac*> naar ^ leeven, afgebeeld werdt:
gebeeld. voorts, in 't koper geëtfl, door Klaas Jans-
zoon ViJJlher,
die zyne prent terftond uitgaf,
met een gedigt daaronder, waarin de Re-
monftranten fchamperlyk werden, doorge-
flreeken, als of de famenzweering uit hun-
nen boezem voortgekomen was (j>). Doch
de aanleg en ontdekking deezerfamenzwee-
ringe , de vlugt, agterhaaling en ftraf der
overige fchuldigen ftaan ons hier, als geene
betrekking hebbende tot de gefchiedeniflen
van Amfterdam, niet byzonderlyk te ver-
haaien. Alleenlyk tekenen wy, met een
enkel woord, aan, dat Jeroen Ewoutszoon,
een der vier matroozen, die 't ftuk uitbrag-
ten,en welken de Prins beloofd hadt te zul-
len bevorderen, eerlang, Kapitein op een
Oorlogsjagt geworden is, en van Amfterdam
Plagt
(0) Brandt IV. Deel, U. 964.
(f) Brandt IV. B*el$ bl. 991, 99+, 9&s>
-ocr page 357-
A
XIII. Boek. Geschiedenissen. 357
plagt uit te vaaren: in welk beroep, hyzig 1625.
wakkerlyk gekweeten heeft (q).
Omtrent deezen tyd, werden, by den Voorge-
vyand, wederom verfcheiden' aanflagen ge- nomen
fmeed, om de groote fchepen, die hier in jEJJjn-
de Waaien lagen, en verfcheiden' der nee hier ter
ringrykfle ftraaten, als de Warmoesftraat, Stede
de Kalverftraat en den Zeedyk,midsgaders ontdekt.
de Beurs en 't Ooftindifche huis, door mid-
del van houten buizen, met buskruid en
brandftoffen gevuld, fchielyk en tevens, in
ligter laage vlam te zetten. Hiertoe was,
onder anderen, zekere Lieve van Ek van
Bruffel herwaards gezonden, die, de gele-
genheid der Stad naauwkeuriglyk befpied
hebbende, verflag deedt van 't gene hy waar-
genomen hadt. Men ftelde hem zesduizend
guldens ter hand, tot uitvoering van den
aanflag. Doch toen hy 't geld in handen
hadt, maakte hy zig t'zoek, zyn brandge-
reedfehap te Antwerpen agter laatende. De
Jezuiten te Antwerpen zyn, naderhand, nog
met eenige Brabanders aangefpannen tot
diergelyken einde: eenigen van welken ook
binnen Amfterdam geweeft zyn. Doch zy
vonden de Waaien, het Ooftindifeh Huis,
en 's Lands Magazyn zo wel bewaakt, dat
zy, wanhoopende aan den uitflag, onver-
rigter zaake, te rug keerden. Men kreeg
van de meeden deezer onderneemingen ,
hier te Lande; kennis uit eenen Kapitein
Blaauw of Dlaauwbeen, die in den Haage,
om zeker voorval, in hegtenis geraakt was.
Ook
(q) WASSENAER Hift. Verhaal. XII. Deel, f. il,
Z3
-ocr page 358-
358 AMSTERDAMS II. Deei,.
Ook blykt, uit meer dan eene Keure van
. den Zomer des voorleeden, en van het be-
gin deezes jaars, dat de Wethouderfchap
van Amfterdam, toen reeds, uit verfchei-
den' brieven, berigt van het voorneemen der
brandftigteren gekreegen hadt, en op mid-
delen verdagt was, om het te fluiten (r).
En de goede voorzorg, die men hier ter
Stede hieldt, verydelde, federt, alle dier-
gelyke onderneemingen (/).
De Peffcziekte, die hier, federt eenigen
tyd, zeer gewoed hadt, was in dit jaar mer-
kelyk afgenomen, fchoon men 'er nog ee-
nige kennelyke overblyffels van gewaar
werdt (0«
Die ziekte ging, hier te Lande, byzon-
derlyk in deeze Stad , verzeld met eene
groote duurte der leevensmiddelen. De
Vroedfchap befloot, volgens gewoonte in
diergelyke gelegenheden, den voorraad van
graanen, die in de Stad was, heimelyk te
doen opneemen, en vondt dien zo gering,
dat men geraaden oordeelde, voor Stads
rekening , niet alleen merkelyke inkoopen
v.an Rogge te doen; maar ook den uitvoer
van Graanen, buiten byzonder verlof van
Burgemeeiteren, te verbieden (u). De prys
der Rogge liep tot op tweehonderd goud-
guldens het laft. Doeh terwyl het ys nog
m 't water lag, kwamen 'er .veele fchepen
met
(r) Keurb. I. ƒ. jog vtrft. Keurb. K. ƒ. 1.
(s) N. v. Wassenaer Hift. Verhaal. VI. Deel, f. 61-64.
(t)
ld, ib. ƒ. 62.
(«) Refol. Vroedfch. N. 14. 2; Oft, 22, i4.Nov,6tlt
Dec. IÖ2J. f. 59 verfo, S7 verfo, $>2, J03 , 112.
IÓ23-
Peftziek
te.
Duurte.
De
Vroed-
fchap
doet
graanen
inkoo-
pen.
-ocr page 359-
XIH.BoEK. Geschiedenissen. 359
met graanen uit de Ooftzee voor de Stad: 1623.
waardoor de prys, in 't volgende voorjaar,
merkelyk daalde. Men getuigt, dat eenige
Koorenkoopers, toen de markt op 't hoogft
was, hunne graanen , onder marktsgang ,
aan de Stad en aan de Godshuizen in de-
zelve verkogt hadden (v).
Burgemeefteren van Amfterdam, in den De Stad
aanvang deezes jaars, met Dykgraave en^np
Heemraaden van Nieuwer-Amftel, overeen- om het
gekomen zynde om den Amfleldyk, ter bruggeld
lengte van omtrent drie mylen, dat is, zo te ouder-
verre als de fchouw van Dykgraave enHeem- JjtJJ
raaden zig ftrekte, te zanden, en daardoor^1 '
bekwaam te maaken, om 's Winters en's
Zomers, zo te voet als te paard en met den
wagen, te können gebruikt worden; verwier-
ven , den twintigften Maart deezes jaars, Oc-
troi van 's Lands Staaten, om, tot goedmaa-
king der onkolten, hiertoe vereifcht, twee-
maal zo veel bruggeld te Ouderkerk te mo-
gen vorderen, alszyj in de hoedanigheid
van Ambagtsheeren van Nieuwer-Amftel of
Amfterveen, plagten te doen (w).
De Winter was, op 't einde van dit en Hoog-
in 't begin van't volgende jaar, boven maa- water, in
te ftrenggeweeft, waarop, den elfden Ja-£^fter"
nuary-, eene doorbraak volgde in den Lek- 1^%a
dyk, een.half uur boven Vrees wyk of de
Vaart, dié door yskropping en hoog op-
perwater veroorzaakt werdt. Al watnoord-
waards en noordweftwaards in 't Srigt en in
Hol-
(v) WASSENA.ER VI. Dttl, ƒ, jjf 36 verf}, 77,
(wj Handy, hl, 3JJ. C»i°]-
1 4
-ocr page 360-
S<fe AMSTERDAMS ILDsel;
1624. Holland lag liep toen onder, tot Amflelland
toe. In Amfterdam, flondt het binnen- en
buitenwater, even hoog, en boven de peil,
zo dat de fluizen geen' dienft doen konden,
't Water bleef hoog tot den zesentwintig-
flen,toen de wind zuidooftwaards zwaaide,
en gelegenheid tot loozinge gaf (#).
Voor- De Spaanfchen bedienden zig, midlerwy/,
zorg hier van de ftrenge vorft. die tot in Maart toe
ter Stede, aanhieldt, om eenen inval te doen in de Ve-
"cnheid ^uwe' die Amfterdam ook ongeruftmaakte.
van s -Graaf Henrik van den Berg trok, den zeven-
vyan<!s tienden February., 's morgens ten tien uu-
inval in ren, by Dieren, over den Yffel, die daar
de VeJu- ter p{aatfe digt met ys bezet lag (y) , en
den agttienden werdt in deVroedfchapvan
Amfterdam beflooten, dat defchuttery,om
den vierden nagt, waaken zou. Ook nam
men in overleg om 't gefchut op de wallen
te laaten brengen (z): *t welk egter niet
fchynt gefchied te zyn. In den Zomer des
voorleeden j^ars, hadt men, op verzoek van
Prinfe Maurits, een vendel foldaaten van
hier laaten trekken naar Heusden (a): doch
nu verzogt men zyne Doorlugtigheid ernfte-
lyk, dat de uitgezonden foldaaten herwaards
te rug gefchikt mogten worden (b). Men
ftelde niet ilegts orde op het open by ten van
de Vegt, van Utrecht tot aan Muiden en
de Zuiderzee toe; maar men fprak zelfs
van
f.v) WASSENAER VI. Deel, ƒ. 73 verr. A,T7TMk .
Peel, bl, 269.
                          ' J '         J ' A1TZEMA 1-,
(V) WASSENAER VI. Deel, f. IOy.
U) Refol. Vroedfch. N. 14. ,g Feh 1624. f ,,„
(a) Refol. Vroedfch. N. 14. zl ff* lS3*A '
(*, UftL Vroedfch. tf. H4. \\ fi£ \%V'f.\l\ verf,.
-ocr page 361-
ICIH.Boek. Geschiedenissen. 36t
van het openbyten der Zuiderzee zelve, die 1624,
ook een goed fluks wegsbevrooren lag. Wy-
ders, vondt de Vroedfchap geraaden, Mui-
den, waarin reeds eenige bezetting lag,
van nog veertig man, en van eemg gefchut
te voorzien ( c ). Doch men was hier vry
met de vrees. Den eenentwintigden, be-
gon het een weinig te dooijen, en twee da-
een daarna, verhetze vyand, die veel van
de vorft geleeden hadt, de Veluwe weder-
om (d).
Tot verflerking van het Leger van den Een ven-
Staat, werden, in de Lente deezes jaars, de» Bur-
verfcheiden'Grensfteden ontbloot van krygs- |om'me,
volk, en wederom, met Burgers uitdeSte- in bezet,
den van Holland,bezet. Amfterdam maak-ting ge-
te ook een vendel van tweehonderd en>gd?
twaalf Burgers uit, welk in Bommel gelegd
werdt, en onder bevel ftondt van den Sche-
pen en Raad, Janjakobszoon Hinloopen, als
Kapitein, den Oud Schepen, Jan Willems-
zoon Bogaard
, als Luitenant, en Nikolaas
Kloek,
als Vendrig. Doch zy waren nog
eeene twee maanden van huis (O-
De Staaten van Holland hadden geraaden Op-
gevonden , tot vervalling van een gedeelte jg"*
der onkoften van den oorlog, een Impoft An^_
van eene gulden te leggen op ieder vieren- dam, 0;
deel Boter; die, volgens gewoonte , in 't ver de
voorjaar verpagt was. Doch de Gemeente, Boter,
dee- PaS
fc) Refol. Vroedfch. n. 14. 2o,t<$ F.cbr. 1624- ĥ "3,
I40 verfo.
(d)  WASSE-JAFR VI. Deel, ƒ. lo« , Jio.
(e)  N. V. WASSBNAER Hift. Verhaal, IX. Deel ,ƒ. 4 ver/i.
Z 5
-ocr page 362-
3<Ï2 AMSTERDAMS II. Deel,
1624. deezen laft ongewoon, verwekte opfchud-
dingen in verfcheiden' Steden, om 'er zie
van te doen ontdaan. Te Haarlem, werdt
eens Pagters huis geplonderd. Te Amfter-
dam, ontftondt ook eene geweldige beroer-
te op de Botermarkt,die toen op den Dam
gehouden werdt. 't Graauw was aldaar in
grooten getale, op Maandag, den derden
Juny, famengefchoold, en viel eerfl aan 't
fmaalen op den Pagter of lmpoftmeefter van
de Boter;daarna aan 't werpen met fteenen
op deszelfs Comptoir, daar de glazen uit
raakten. De bewooners van de huizen aan
de markt, die ook niet veilig waren, dee-
den hun beft, om 't volk met goede Voor-
den te ftillen: doch 't mögt niet helpen De
Wethouderfchap gaf hierop laft,.om deke-
tens te fpannen, die de toegangen naarden
Dam door de Vogelfteeg , de Nieuwe-
Kerks-fteeg,den Nieuwendyk, het Water
de Vjfchmarkt, den Vygendam en de Krom-
elleboogfteeg, plagten..af te fluiten. Indee-
ze toegangen , werden, daarenboven, fol-
daaten gefteld. Ook plaatftenze zig nevens
de Waage : 't welk reeds eenigen fchrik in
de woefte menigte verwekte, die, voorts,
door de Burgers uit de wyken omtrent den
Dam,alleen met Hun zydgeweer en barde-
zaanen gewapend, langs de Gafthuisfteea;
de Kalverftraat en de Beursftraat, voor wel-
ken
nog geene ketens gefpannen waren, van
de markt gedreeven werdt. Toen werden
deeze toegangen ook afgeflooten. De oproer
was hiermede geftild; den volgenden Maan-
dag,
•>
-ocr page 363-
XIII.Boek. Geschiedenissen. 363
,dag, werdt de Impolt, zonder wederzeg- 1624.
gen, betaald. Alleenlyk , was 'er , eene
gemakkelyker orde gefteld op de betaaling
van den Impolt der Kopboter (ƒ), die
meelt van 't gemeenlte volk gekogt werdt:
't welk veel toebragt om 't graauw in ruft te
houden.
Ondertuflchen, hadt, geduurende de op- Eene
fchudding op den Dam, een andere hoop oude
flegt volk, op de S. AntomV of Nieuwe vrouw,
markt, eene oude vrouw, die lang van to- ™£ jjjjj*
yerye berugt geweefl was, aangerand, ge-rugt,
fleept, gefleurd, en eindelyk in 't water ge- wordt,
fmeeten. Zy dreef hier eene poos op haare door 'c
rokken, 't welk het graauw verlterkte in?r^uw?
1
               1              ö i » TT- 1 • m t wa-
den waan, dat zy toveren kon. t Hielp niet, ter ge_
dat eenige mededogenden haar uit het wa- worpen f
ter trokken; zy werdt 'er , andermaal, in en ver-
gefmakt. Een Schuitevoerder, die haar in Gnoojrd.
zyne fchuit zogt te bergen, werdt aangeval-
len , en zo lang met meffen gedreigd , dat
hy de arme vrouw ten prooije der ge-
weldenaaren laaten moeit, die haar, op
nieuws , in 't water wierpen , en zo lang
fooiden, met dompelen en onderhouden,
dat zy den geelt gaf. De Wethouderfchap
beloofde, den vyfden, driehonderd guldens
voor ieder der handdaadigen, die haar zoq
. worden aangebragt (g). Doch zy kreeg nie-
mant in handen. Het geweld op de nieuwe
markt hadt, midierwyl, te wege gebragt,
dat zig minder gefpuis vervoegd hadt naar
den Dam, waar anders de opfchuddingbe-
zwaar-
(ƒ) Keur1). K. ƒ. jo.
(g) Keiub. K. ƒ. 4s.
(
-ocr page 364-
$64' AMSTERDAMS IÏ.DEEt.
1624. zwaarlyker zou hebben können geftild wor-
den (h).
De Stad De Stad Amfterdam, van onds, de Die-
bekomt mermeer, eertyds de Watergrafts-meerge-
oaf°i naamd , in eigendom bezeten hebbende,
bedyken verwierf, den veertienden May deezes jaars,
der Die- Oftroi van 's Lands Staaten , om deeze
meonecr.Meer te doen bedyken, mids zy zulken,
die, door deeze bedykinge, in hunne vaar-
ten , waterloozïngen of eigendom, bena-
deeld Honden te worden, vooraf te vrede
ftelde,en tien fchellingen van tweegrooten
vlaams ieder, voor elke morgen van den
grond, aan deGraaflykheid betaalde. Voorts,
werdt haar, onder zekere voorwaarden ,
vryheid van verpondingen en andere gemee-
ne laften toegeftaan, voor den tydvanvyf-
tien jaaren. Doch deeze vryheid werdt,
by nader Oclxoi van den vierentwintigften
Jnly des jaars 1026, tot op dertig jaaren
uitgebreid, en de Meer van Graaflykheids
tollen en allerlei tienden, voor altoos, vry
verklaard (/)• Men voer, na 't verkrygen
van dit tweede Oclxoi, vlytiglyk voort met
de bedykinge (k),die egter niet voor't jaar
1630 voltrokken werdt. De Advokaat Da*
velaar
en de zynen hadden, reeds in 't begin
des jaars 1622, by BurgemeefterenenRaa-
den, aanzoek gedaan tot het bedyken der
Diemermeer (l).
(h) WASSENAER VII. Dttl, ƒ. 104 verfo enz. DOMSE-
JLAEH VI. Btel^, kl. ii$. COMMELIN , bl. II07.
(t) Handv. bl. jji, 340 [ui, nj.]
(>t) Refol. Vroedlch. N. i+. z\Juny 1Ä24. ƒ. 1*7. N. is.
3 Nov. lilt. 27 April 1617. f. 17t, 214 verfo.
(I) JLefol. Vroedlch. N. 13. 27 Jan. 1622, ƒ. $7 verft.
-ocr page 365-
XIII.Boek. Geschiedenissen. 565.
DeOud-Burgemeefter Reinier Pauw, die, 1624*
federt het jaar 1605, agtmaalen regeerehd Nadeeli
Burgemeefter geweeft was, en tweemaalen ?erugt
twee jaaren agter eikanderen geregeerd van Bur-
hadt, was, lèdert het jaar 1620,-niet ver- gemees-
kooren tot deeze waardigheid. Ook feheentcr *aw
" •                               en yvnft
hy, omtrent deezen tyd, in kleinagtïng ge- z0onen
raakt te zyn by veelen onder 't gemeen. Zelfs geftuk.
werdt, ten zynen nadeele, in de Lente des j$a*
jaars 1625, verfpreid,dat hy en zyneZoo-
nen, of eenigen hunner veel boter en kaas
van hier naar denvyand zouden hebben ge-
voerd , en dat zulks in Zeeland ontdekt zou
zyn. De Heeren Pauw vervoegden zig ,
hierop, met een Verzoekfchrift, aan myne
Heeren van den Geregte, waarby zy kennis
gaven van 't gene, ten hunnen lafle, tegen
de waarheid, werdt uitgeftrooid, en begeer-
den daartegen gedekt te worden, 't Geregt
voldeedt aan hun verzoek, en beloofde, den
twee-entwintigflen Maart, tweehonderd gul-
dens aan elk, die de eerfte uitftrooijers o£
verfpreiders van dit gerügt will aan te bren-
gen , het voortvertellen van dit en dierge-
lykc gerügten, voorts, wel fcherpelyk ver-
biedende (?n)>
Prins Maurits, den drie-entwintigften A- Maurits-
pril,in den Haageoverleedenzynde,werdt, fterft.
in zyne hooge waardigheden, opgevolgd, ^ edrjk
door zynen Broeder Fredrik Henrik.Sj?k
De Staaten van Holland beflooten, al zeer hem o»
fpoedig, om deezen Prins tot Stadhouder
hun»
\
-ocr page 366-
$66 AMSTERDAMS IL Deel.
1625. hunner Provincie aan te flellen (n). DeVroecf-
fchap van Amfterdam hadt egter geraaden^
s, den Prinfe Zyne Commiffie en fnftru&ie'
s, niet over te geeven, voor datmenzemeC
ï, die van Zeeland vergeleeken, en op eeneri
„ eenpaarigen voet gebragt hadt (o)." Doch
't is bekend, dat Fredrik Henrik het Stad-
houderfchap van Holland, zo wel als zyne
andere waardigheden, niet op eene byzon^
dere Inftruftie, maar alleenlyk op eene al-
gemeene Commiffie , bekleed heeft (/;).
De Dig- Een' geruimen tyd voor deeze verande-
terjooft ring, waarvan de Heeren, die in 't jaar
van den j^^ ujt de Regeering geraakt waren, en
ceeft het^e RemonJ^ranten z^ vee^ goeds beloof-
Treur- den, was de Digter Joofl van den Vondel,
fpel van te Amfterdam woonagtig, door den Heef
Palamedes Albert Koenraadsz. Burg, Schepen en Raad
m t licht. ^er 5tacjj aangezet om een Treurfpel tö
maaken van het ongeluk, 's Lands Advo-
kaat Oldenbarneveld, in dien zelfden tyd,
overgekomen. Vondel hadt geantwoord,
„ dat het nog geen tyd was." Waarop
Schepen Burg wederom hadt gezeid, Maak
het op een anderen naam.
Uit welk zeggen,
Vondel aanleiding genomen hadt, om het
Treurfpel van Palamedes te ontwerpen, van
wien de ouden vernaaien, dat hy, onder
dekfel van geld van den vyand genooten, en
het oog derwaards gewend te hebben, door
beleid van Agamemnon enUlyfles, vankanfi
geholpen werdt: 't welk Vondel hieldt, ge-
noeg-
Cn) Rclol. Holl. T, 3 Mdy i6lS- hl. 6%, 66.
(o) Refol. Vroedfch. N. 15. 28 iApril i6l$i ƒ. 89
verf?.
(p) Vadcrl. Hift. XI. Deel. hl, +.
-ocr page 367-
Xilï.BoEK. Geschiedenissen. 367
noegzaame overeenkomfl te hebben met het jö^r,
geval des Advokaats. Hy was met Palame-
des bezig , toen 't gerügt hier ter Stede
kwam, dat Prins Maurits, die ook een per-
fonaadje in 't fpel zyn zou, op het uiterfle
lag. Vondels Huisvrouw riep dan, aan de
de trap, die naar zyne Kamer ging, Man,
de Prins legt en flerft:
waarop hy antwoord-
de, Laat hemfler'oen^ik belui hem vafl.Ook
ging hy, na 's Prinfen dood, zo vlytiglyk
voort met zyn werk, dat het Treurfpel,
met 's Digters naam op 't voorhoofd, nog
in 't najaar, in 't licht gegeven werdt.
Het oogmerk des Digters werdt ligtelykWathetn
ontdekt: en veelen verflonden, dat menigte hierover
van luiden, die toen nog groot gezag hier <jeJ?Sen"
te Lande hadden, ook de Leer der open-
baare Kerke, in het Treurfpel, al te fcherp
werden doorgeflreeken. 't Leedt ook niet
lang, of 't boek werdt opgehaald, en de
Digter aangeklaagd. Vondel geloofde, en
plagt federt te vernaaien, dat deProkureur-
Generaal hem in den Haage zogt te regt te
doen Hellen; dat de Penfionaris der Stad,
Adriaan Pauw , Zoon van den Burgemees-
ter Reinier Pauw, die als Regter over Ol-
denbarneveld gezeten hadt , hiertoe hadt.
geraaden; doch,dat het, meeil door de her«
tigheid van den Burgemeefler Diderik Bas,
op de voorfpraak van den gewezen Schepen,
Herman van de Poll, die in 't jaar 1618 ont-
flaagen; doch by verfcheiden' Regenten nog
zeer gezien was, was agtergebleeven. Ook
verhaalt men, dat Schepen Andries Bicker,
©p 't aanhouden van den Penfionaris Pauw,
zou
1.                              -
-a
-ocr page 368-
368 AMSTERDAMS IIDeel,
,4 zoa gezeid hebben, Als mèn onze burgers
naar den Haage zal voeren; wat hebben wy
dan hier te doen?
Dochterwyl hierover nog
werdt geraadpleegd, vondt Vondel zig in
Zulk eene verlegenheid, dat het huis hem
te bang werdt. Hy verfchuilde zig dan,
ten huize van zynen Zwager Hans de Wolf,
die weigerde zig met zyne zaak te moeijen.
Van hier* daar hy vreesde het eerft ge-
zogt te zullen worden, begaf hy zig naar
't huis van Laurens Jooflen Baake, die hem
gaarne; ontving en bergde; en wel, volgens
eene oude overlevering, op zyne Hofftede
aan de Beverwyk, thans den Heere Ni-
COLAAS GeELVINCK DE JONGE, Sc-
cretaris deezer Stad, toebehoorende, en
Scheibeek genaamd. Doch, na drie of
vier dagen fchuilens , verftaan hebben-
de , dat men 't vervoeren naar den Haage
hadt afgeweezen , kwam hy wederom te
voorfchyn. Zyne zaak werdt, vervolgens,
op des Schouts rolle getrokken. De twee
Schepenen , die deeze rolle waarnamen*
waren Albert Koenräadsz. Burg, die Von-
del tot het digten van zyn Treurfpel hadt
aangezet, en Ernfl Roeters. VondelsAd-
vokaaten waren Luit en Kats, en zyn Pro-
cureur Bouwman. Zy beweerden „ dat
„ men den Palamedes voor eene Griekfche
i, gefchiedenis neemen moefl:, die de Dig-
„ ter, naar de tooneelwetten , met eenige
„ byfieraaden , opgefchikt hadt; en dat
j, men den inhoud verdaan moefl , niet
j, naar 't gene 'er fommigen uit trokken,
„ maar naar de verklaaring des Digters,
„ die,
-ocr page 369-
XIII.BoEK. Geschiedenissen. 369
„ die, gelyk elk , zyne eigen' woorden 1625.
„ mögt uitleggen." De Schepenen Burg en
Roeters waren niet van één verftand, en
bragten de zaak voor de volle bank van
Schepenen , die ook niet eensgezind wa-
ren. Maar de Schout, Jan ten Grootenhuis,
viel zagt, den Digter alleenlyk te lad; leg-
gende „ dat hy, in het Treurfpel, dingen
„ hadt gefproken, die hy hadt behooren
i} te zwygen." Het meerderdeel der Sehe«
penen neigde ook tot zagtheid. Maar de
Vice-Prefident, Jan-^Gysbertszom de Fries,
hoorende,uit het gefprek,dat verfcheiden'
Schepenen gezind waren, den Digter eene
geldboete op.te leggen, zeide, toen zyne
beurt van flemmen gekomen was : Van
Vondel zou 't niet meer doen, zo ik met het
regt begaan mögt (q).
By de meerderheid,
werdt nogtans geoordeeld , dat hy drie-
honderd guldens aan boete betaalen moeft:
't welk hy gewilliglyk deedt. Het Treur-
fpel, ilegts gedeeltelyk opgehaald, was,
in weinige dagen, uitverkogt: en eene week
of twee laater, kwam 'er een tweede, en
kort daarna, een derde druk te voorfchyn.
Men wil zelfs, dat dit fluk, binnen wei-
nige jaaren, omtrent dertig maaien, gedrukt
werdr. Doch 't liep aan tot in 't jaar 1665,
eer 't, voor de eerfte reize, hier ter Ste-
de, openlyk werdt vertoond, in een huis
op Droogbak , alzo de Schouwburg toen
verbouwd werdt. In laater' tyd, is het,
met
(q) Zie YONDELS Hekcld. bl. Igo.
IV. Stuk.             Aa
-ocr page 370-
37o AMSTERDAMS II. Deel.
1625. met uitlaating van de meefte verzen, die
op 't Kerkelyke zagen, ook op den Schouw-
burg , ten tooneele gevoerd. De Digter
ftelde , eerlang , eene wydluftige uitleg-
ging van zyn Treurfpel op, die veele bla-
den papiers befloeg. Doch zeker Heer
hieldt hem 't gevaar, welk hierin flak, zo
leevendig voor oogen, dat hy zyn opftel in
't vuur wierp (r).
Een
           In den Zomer deezes jaars , was de
Kruid- Buskruid • molen van Joris Adriaanszoon ,
molen Bewindhebber der Weftindifche Maatfchap-
Heiligen Pye » ^ie °P ^en Heiligen-Weg ftondt,
Weg by ongeluk of door onvoorzigtigheid , in
vliegt in de lugt gevloogen ; waarby een man het
de lugt. ]eeven verlooren hadt (s). De bewoo-
ners der huizen op den Heiligen - Weg
hadden, reeds te vooren, meer dan eens,
geklaagd aan Burgemeefteren., over 't ge-
vaar , welk zy en de voorbygangers zel-
ven van deeze kruidmolens liepen, en
Burgemeefteren hadden hunne klagten in
den Raad gebragt (f), waar, in 't be-
1626. gin des jaars 1626, beflooten werdt „ dat
„ voortaan geene kruidmolens binnen de
„ Vryheid gefield zouden worden , dan
„ met verlof van myne Heeren van den
„ Geregte ; dat, zo wanneer, in het toe-
„ komende, door het opfpringen van eeni-
„ ge kruidmolen , zwaarigheid ontftondt,
„ de
(r) VONDFXS Leven, bl. 11-24, 68. 87.
\s) WASSENAER IX. Diel, f. 102 verfo,
{t) Refol. Vioedfch. N. ly. 11 Jan. 1625. ƒ. SGverfo,
1
-ocr page 371-
XIII. Boek. Geschiedenissen. 371
„ de eigenaars alle de kruidmolens, bin- 1626.
„ nen de Vryheid ilaande, op hunne kos*
„ ten, zouden moeten af breeken en verplaat-
„ fen; en dat Burgemeeileren een opzig-
„ ter Hellen zouden, op kotten derKruid-
„ maakeren , om agt te geeven , dat 'er
„ niet boven eene bepaalde hoeveelheid
„ kruid in de molens en Itooven bewaard
„ werdt (m)."
De Stad Amflerdam , na veel hande- Oftrot
lens, met de Stad Utrecht overeengeko tot het
men zynde , om, op gemeene kollen, een m fji
Zandpad te maaken van Ouderkerk tot Zandpad
Breukelen, en een Wagenweg, van tegen en Wa-
over den Voetangel tot aan het Dorp Ab» gen weg,
koude; zo verleenden de Staaten van Hol- Jan,de
land daartoe, den vyftienden Juny deezes huiler-
jaars , O&roi, de twee Steden te gelyk dam en
veroorloovende , haare koften te vinden Utrecht
uit een Gabel of Weggeld, welk gerekend verleenJ*
zou worden op den twintigften penning
van de ukgefchooten hoofdfomme. Voorts,
werdt, volgens gewoonte , bepaald , dat
men den eigenaaren der Landen, die ver-
graaven, en der huizen, die verzet zouden
moeten worden , vooraf, goed genoegen
zou moeten geeven (t?).
Al voor den aanvang des jaars 1624, Verfchtt
hadden Dykgraaf en Heemraaden van Ryn- en Over.
land ondernomen, tot verflerkinge van den ÏJJJIa
Velzerdyk, eenen Slaaper- of Agterdyk te ,jer jtacj
leg- Amftei*
C«) Refol. Vroedfch. N. 15. 22 Jan. Itfzö. ƒ. ij«,
(v) Haadv, bl. 4ï7- [114.]
Aa 2
. ;
-ocr page 372-
372 AMSTERDAMS IT. Deel.
1626. leggen, die zigftrekken zou van den Spaar-
dam,metnedammerdyk af, tot aan de Zandpoort
de Heem-toe. Amfterdam hadt veel belang by 't
fchappen leSSen van zulk een' d.Vk » met naame >
vanKyn.wanneer dezelve wat hoog gelegd werdt;
Jand en alzo , door het overloopen van den laagen
Woer- Velzerdyk, de Stad , tot hiertoe, van 't
,dtejn;r°rverhoog water, welk, vooral metNoordwes-
van ee- ten winden, voor en in de Stad kwam,
nen Slaa-plagt ontlaft te worden. Men verzuimde
per- of dan niet, dit werk te fluiten, en het Heem-
4ster' raadfchap geregtelyk te beletten, daarme-
de voort te gaan. Hieruit ontflondt een
pleit, voor 't Hof in den Haage, tulTchen
de Heemraadfchappen van Rynland en
Woerden ter eener, en de Stad Amfler-
dam ter anderer zyde. Men was hier, al
vroeg, bedugt, dat de Heemraadfchappen
eene uitfpraak in hun voordeel zouden wee-
ten te verkrygen, en zogt hierom te wege
te brengen, dat de zaak ter Vergaderinge
van Holland gebragt, en Staatswyze afge-
daan werdt (w). Doch eer zulks gefchied«
de, gaf het Hof eene interlocutoire Senten-
tie
, waarby verlof gegeven werdt, om
met het leggen van den Slaaperdyk voort
te vaaren, ter hoogte van vier voeten agt
en een halve duimen, Rynlandfche maat,
boven zekere peil , den negenentwintig-
flen Auguflus des jaars 1624, op lad
van den Hove, aan den Spaarnedammer-
dyk, en te Amflerdam aan de nieuwe
brug-
(w)Refol. Vroedfch. K. 14. 17 Febr i6i$, f. 114 vttf».
* - -
-ocr page 373-
XÏII.Boek. Geschiedenissen.' 373
brugge gefteld. De Vroedfchap, hiervan 1626.
kennis gekreegen hebbende , ftelde vaft,
dat de zaak, zonder langer uitflel, ter
Vergaderinge van Holland moeft gebragt,
en afgedaan worden (#). Midlerwyl, hadt
de Stad zig van de Sententie van den
Hove beroepen op den Hoogen Raad ,
daar men 't gefchil, by minnelyk Verdrag,
zogt by te leggen (j). Doch 't liep aan,
tot den zesden Auguftus deezes jaars 1626,
eer partyen, te Amfterdam, by voorraad,
en behoudends elk zyns regts , overeen-
kwamen „ dat men, met het leggen van
„ den Slaaperdyk, voortvaaren zou, mids
,, dezelve, ten verzoeke van Burgemees-
„ teren van Amfterdam, niet hooger ge-
,, legd werdt, dan twee voet en tien
„ duim boven de peilen van den negen-
„ entwintigften Auguflus des jaars 1624:
„ en zo 't gebeurde, dat, by 't overloo-
„ pen of overftorten van hooge vloeden,
9, eenige grondwaalen vielen, zouden Bur-
,, gemeefteren van Amfterdam, des ver-
„ zogt zynde , daarover met de Heeren
„ van Rynland in onderhandeling komen,
„ en hun, omtrent het herftellen van den
9, Dyk, en het dempen der grondwaalen,
„ redelyk genoegen geeven (2)." Waar-
mede de twift, die hgtelyk nadeelige ge-
volgen gehad kon hebben, voor eenen ge-
rui-
(*■) Refoh Vroedfch. K. i j. 10 Maart ittf.f, 77 vcrfo,7?*
(y)
Refol. Vroedfch. N. 15. 27 Juny 1615. ƒ. 106 verfo*
(xj Handv. W. 417. [157-]
Aa 3
-ocr page 374-
374 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
1626. ruimen tyd, was bygelegd. Doch de on-
'eenigheid in 't fluk van den Godsdienft
gaf, dit jaar, hier ter Stede , aanleiding
tot nieuwe beroerte, gelyk wy , in 't vol-
gende Boek, verhaalen zullen.
i\
TWEE-
^___^__^__
-ocr page 375-
S75
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
...
VAN
AMSTERDAM.
VEERTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1626, tot in het
jaar
1632.
De gemaatigdheid in zaaken van Gods- Ge-
dienft , waartoe de Regeering vanfchrift,
Amfterdam, meer en meer, begon te nei jj?1 voe'
gen,ftak fommigen heethoofden zo zeer in pla"fy_van
't oog, dat zy zig niet ontzagen, dezelve, fciiap en
op allerlei wyze, fchamperlyk ten toon te kieinag-
ftellen. Hiertoe diende , onder anderen, tins der
een gefchrift, welk , in 't begin deezes J^fg6"
jaars, by nagt, geftrooid was, en den naam ftrekken
droeg van Apologie ofte Ferantwoordingc voor de, ver-
de Predicatie van D Johannes Doucher.Fran Gooden.
feben Predicant binnen Amfierdam. 't Ver- -^20*
fpreiden van dit Gefchrift, welk men hieldt
te ftrekken , om de partyfehap onder de
goede ingezetenen te voeden, en de Regee-
ring in veragting te brengen, werdt zo eu-
vel genomen, dat de Wethouderfchap, den
dertigften January, zeshonderd guldens be-
bofde aan die maaker, drukker of uitgee-
Aa 4                       ver
-ocr page 376-
37Ó AMSTERDAMS IL Dm.;
i6%6. ver wiffc aan te wyzen; en zo de aanbren-
ger de drukker of uitgeeverzelf zyn mögt,
werdt hem, daarenboven, ftrafvryheidtoe-
gezeid (a). Doch my is niet gebleeken,
dat de Wethouderfchap hierin eenige nade-
re ontdekking gedaan heeft.
'tGraauw
De Remonftranten, fteunende op de ge-
ftoort maatigdheid van veele Leden der Regee-
eeneRe" ringe, voeren, ondertufTchen , voort met
ftrant- ^et h°u^en hunner heimclyke Byeenkom-
fche Ver- ften , die , omtrent deezen tyd , meer en
gadering,meer openbaar werden. Doch , op den
op de tweeden Paafchdag, zynde thans den der-
Schans ü^den April, werdt hunne vergadering,
en pion- die toen op den Montelbaans burgwal of
den het oude Schans gehouden werdt, wederom ge-
Huis, ftoord door 't graauw: 't welk zig in deezer
voege toedroeg. Eenige jongens, voor 't
huis, daar de Byeenkomft gehouden werdt,
fpeelende, werden, door de Remonflran-
ten , eerft met woorden, en, toen die niet
hielpen, zo men wil, met Hagen, wegge-
jaagd. Hieruit rees beweeging. 'tGraauw,
te hoop geloopen, en verneemende, dat
hier eene Arminiaanfche Vergadering ge-
houden werdt, viel aan 't uitwerpen van de
glazen; pafte, voorts, terwyl de vergaderde
menigte naar een goed heenkomen zogt, in
huis te raaken, en fmeet ftoelen en banken,
en 't gene meer voor de hand was, ten
venfteren uit. Toen 't huis ledig geplonderd
De Sol- was, begon men het af te breeken. De
daatcn Wethouderfchap , midlerwyl, kennis van
de
(t) Kcutb, K. ƒ. 7«.
-ocr page 377-
XIV.Boek. • Geschiedenissen. 377
de opfchudding gekreegen hebbende, zondt 162(3.
den Major Nikolaus HaJJelaer* met eenigetrekk
Stads foldaaten, af om dezelve te ftillen. *er op
Doch eer hy volks genoeg byeen hadt, was aan.
het drie uuren na den middag, en het dak
reeds afgebroken. Toen trok hy aan op
de woefte menigte, die , zonder op zyne
waarfchuwing te paffen, de foldaaten met
fleenen dreigde. De Major gaf, daarop,
aan 't eerfte gelid, bevel om los te branden.
Een der belhameien werdt zulks getroffen, Tweo
dat hy, met het mes in den mond en deluidei
handen vol fteenen, nederftortte. De overi- wor^en
gen deinsden toen af, naar den Montelbaans teile
tooren. De foldaaten namen, zonder voor
eerft meer tefchieten, het geplonderde huis
in, uit welk egter, des avonds laat, nog
iemant, 't zy een bloot toekyker (Z>), of
een die deel aan 't gepleegde geweld gehad
hadt (1),geveld werdt. 'tLighaamvanden
laatften werdt eerft door 't graauw gefleept
voor 't huis van den voorzktenden Burge-
mees-
(b) N. v. WASSENAER Hift. Verhaal, Xr. Deel, ƒ. 50
•verfa.
(1) Onder 't gemeen , werdt verfpreid en ge-
loofd, dat deeze gefnetiYelde flegts een toekyker
geweeft was; maar Vondel dagt 'er andersvan,
gelyk, uit deeze regels van zyne Rommelpot van
't Hanekot,
in de Hekeldichten, bl. 172, blyken
kan :
Het geviel, dat grauwe Geuzen
Wonnen 't huis te Monkelbaen*
Daer Heer Hopman Swart vooraen
Trok met finte Stevens reuzen,
Toen de Damheer, wel emant,
v Schoot twee dieven in bet zant*
Aa 5
-ocr page 378-
378 AMSTERDAMS • II.Deel.
1626 mee^er Jakob van Nek, daarna voor dat
van den Burgemeefter Pieter de Fläming van
Oudshoorn,
als wilde men hun dit ombren-
gen wyten. Doch eindelyk moeft men 't
naar 't Gafthuis draagen (c). De yveraars
tegen de Remonftranten., en onder deezen
Simon van der Does, Oud-Schepen en Raad,
en Zoon van den gewezen Schout Willem
van der Does, fcholden Hafleiaer, ter ge-
legenheid van het doodfchieten van deezen
Drie op- laatften, voor eenen Moordenaar (d). Drie
roerijren oproerigen waren, ondertuffchen, gevat,
gevat en zekere Scheeps-Kapitein, in dienft der Weft-
geftraft. incjifche Maatfchappye, genaamd Zwart,
en twee Ooftindifchvaarders. Zwart en een
der twee anderen werden, met het zwaard
over't hoofd, de derde met geeffelinggeftraft
(*). Eer Zwart nog gevonnift ware, vrees-
den fommige Kerkelyken, dat het hem den
hals koften zou. De Kerkenraad zelf fcheen
zo met hem begaan,dat 'er eene bezending
gefchiedde aan Bürgemeefteren, beitaande
uit de Predikanten Adriaan Smout en Joannes
Kloppenburg
en twee Ouderlingen, onder wel-
ken de Oud-Schepen Jan Willemszoon Bo-
gaard
was, om hun aan te zeggen „ datzy,
„ zo Zwart met de dood geftraft werdt, 't
„ gebed in de Kerke niet voor hem doen,
j, noch de uitvoering van 't vonnis bywoo-
„ nen zouden, veel min hem vermaanen,
„ om
(c)  Vondels Hekeld. hl. 17?. en in oftavo hl. $2 met
de SAanr.
(d)  VONDELS Hekeld. in Oftavo hl. 73. in deviant.
(e)  Amfterd. Beroerte/r^»'- \4i6. Ort Verhaal van de
Armin. Fadlie, gedr. 1618. Atteft. *gt. de Wederlegg. van
't Libel fameuxjferfr. i6fj.hl. 6j , 64.
-ocr page 379-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 379
„ om zig tot llerven te bereiden, alzohy, 1626.
„ in eene goede zaak, geyverd hadt (ƒ).''
Doch my is niet gebleeken, hoe deeze bood-
fchap van de Heeren opgenomen werdt. 's
Daags na de plondering, liep de S. Anto-
nis of nieuwe markt zo vol volks, dat men
aldaar voor eenige nieuwe opfchuddingbe«
dugt was; om welke te voorkomen, de
foldaaten uit het geplonderde huis geligt, en
op de S. Antonis Waag gelegd werden.
Maar 't graauw, zulks verneemende, ftreef 't Huis
de naar 't verlaaten huis, welk voorts, ten wordt a
gronde toe, afgebroken werdt. De plon-j^10"
deraars, meer dan duizend in getale,trok-
ken, vervolgens, met een gedeelte der af-
gebroken fparren en latten, als in triomf,
door de Stad, zelfs over den Dam, en voorby
't Stadhuis. Een andere hoop bleef zig nog
op de nieuwe markt onthouden, tot dat de
Schuttery, hieromtrent in 't geweer geko-
men, de toegangen naar de markt bezet
hadt, en 't graauw, met goede woorden ,
laewoog tot vertrekken Hiertoe deedt, on-
der anderen , zyn beft, de Burgerhopman
Jakob Pieterszoon Hoogkamer, Oud ■ Schepen
en Thefaurier , die omtrent de Brouwery
de Haan ftondt met zyn vendel , daar 't
meefte volk was famengefchoold , onder
welk eene oude vrouw, zynde een vlaiter
of zydewindfter, zeide: Deeze Heer is niet
jirminiaanfch; maar goed Kerkfch: ik heb hem,
dikwils
, in de oude Kerke, in 't Heeren gefloeU
te zien zitten. Laat ons, op zyn hegeeren
,
weg-
(ƒ) Authent. en Waaracht. Verhaal, gtên i«jo. bLzi.
-ocr page 380-
38o AMSTERDAMS II. Detli;
1626. weggaan. Ook begaf zig de menigte, met
het vallen van den avond, naar huis: waar-
mede de opfchudding geftild was (g).
De Ver- Doch de Wethouderfchap verklaarde, by
gaderin- eene afkondiging van den -zeventienden ,
gen en 't het houden van diergelyke Vergaderingen,
ftooren z0 we| a|s jjet daadelyk ftooren derzelven,
venZC voor ongeoorlofd en flrafbaar; alzo zy ,
wordt aan den eenen kant, wel van meening was, de
verboo- Chriftelyke Gereformeerde Religie, gelyk
^cn* dezelve openlykgeleerd werdt, alleen, door
openbaar gezag, te handhaaven; maar ook,
aan den anderen, alles dagt aan te wenden,
wat tot bewaaring der rufte onder de inge-
zetenen dienen kon. Zelfs beloofde zy eene
vereering aan zulken, die eenige perfoonen,
jong of oud, welken zig aan de jongfte pion-
dering, berooving en huisfchending hadden
fchuldig gemaakt, of die eenige jongens
daartoe aangezet hadden, wiften aan te wy-
zen (h). Doch my is niet bekend, dat 'er meer
fchuldigen ontdekt werden. De Vroedfchap
befloot, wat laater, datBurgemeefteren en
Schepenen eenige orde beraamen zouden,
om diergelyke oproer en huisftorming te
voorkomen , en alle onheilen te verhoe-
den (i): 't welk ik egter niet vind, voor-
eerft, gefchied te zyn. 't Bleek, uit de be*
zending des Kerkenraads, klaarlyk,dat'er,
onder de Predikanten, waren, die 't woed
bedryf der plonderaaren vergoelykten, en
toefchreeven aan y ver voor de waare Leere.
Maar
(g) DOMSELAARVI. Boet^, hl. 329. COMMELW, hl. iioj.
(h) Kemb. K. ƒ. 90.
O) Refol, Vioedfch, .N. 15. zx Juiy 1625. ƒ. i^j vufu
-ocr page 381-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 381
Maar de Predikant, Kornelis Hanekop, die 1626.
laatflelykte Breda geflaan hadt; doch1, met De Pre.
het overgaan dier ^^*^fe gl
zynen dienft hadt moeten verlaaten, in juiy H
des voorleeden jaars, herwaards beroepen wordt>
m, en op ernftig verzoek des Kerkenraads door den
doorBurgemeefteren, P«**"^^ *$*£
fchroomde niet, het oproer en huisftorm ng .«d, in
openlyk te veroordeelen, en voor Oncnris- d{enftge-
telvk uit te maaken (m). De uitvoering der fchorfti
Plakaaten tegen de Remonftranten, en het
bannen van deeze luiden uit de Kerke ftondt
hem ook tegen. Zelfs durfde hy, openlyk
genoeg, beweeren, dat de vyf Armimaan-
fche punten zulke grove dwaalingen niet
waren, dat zy den grondflag der zaligheid
ondermynden (n). Hierdoor maakte hy zig
zo verdagt by zyne medebroeders, dat de
Kerkenraad, aangezet, zomen wil (0), on-
der anderen , door den Oud-Schepen en
Raad, Warnar Ernfi van Baffen, in Novem-
ber deezes jaars, befloot,hem te fcnorfen
in zynen dienft, onder voorwendfel, zo fom-
migen fchryven, dat hy te zwak van herfe-
nen of van lighaam was, om dien waar te
neemen naar behooren (p). \ Liep egter
nog tot in de Lente des volgenden jaars aan, 1627.
eer de Vroedfchap kennis kreeg, dat de •
Kerkenraad de verlaating van Hanekop op
Bur-
i (kj CROESE Kerk. Regift. hl. ja.
(i) Groot-Memor. JST. III. ƒ• »I»
lm) Zie VONDELS Hekeld. bl. I?J.
fn\ OnDartvdig Cluon. bl. 50.
(o\ ^PVondLs Hekeld. in Oäavo bl. „metdeAint.
(p)
DOMSELAAR VI. Boek,, bl. 3i*. COMMEUN, bl. II05.
Choese Kctk. Reg. bl. jï*
-ocr page 382-
382 AMSTERDAMS II. Deel.
j£27, Burgemeefteren begeerd hadt, en dat Ha-
nekop daartegen betuigde, dat men hem,
zonder oorzaake, bezwaarde. De meefte
Leden vcrftonden toen „ dat Burgemeefte-
„ ren behoorlyke kennis van de gelegenheid
„ en waarheid der zaaken neemenzouden,
„ en daar van der Vroedfchapïverflag doen,
„ om dan, op Hanekops verlaating, met
„ derzelver raad, te mogen befluken; doch,
„ dat de punten van de .Leere kerkelyk
„ zouden worden verhandeld (f)." Maar 't
blykt niet, dat Burgemeefteren Hanekop
fchuldig gevonden hebben. En in Novem-
ber des jaars 1628, kon deKerkehraad nog
geen verlof krygen, om een' ander' Predi-
kant , in zyne ftede, te verkiezen, naardien
hy, buiten kennis van Burgemeefteren, ver-
laaten was (r). Wat hierop verder gevolgd
zy, vind ik, in de Regißers der Vroed-
schap, niet aangetekend. Dochvaftgaat,
dat Hanekop, na zyne fchorfing, den Pre-
dikftoel niet wederom beklommen heeft,
hoe zeer ook veele aanzienlyke luiden hem
genegen bleeven. Sommigen tekenen aan,
dat hy, hier ter Stede, den vyftienden July
des jaars 1655, overleeden is (j). 'tls te
vermoeden, dat men hem zyne gaadje, tot
' zynen dood toe, zal hebben la aten genie-
ten. In't begin des jaars 1626, was zyn
* Aium- Zoon Jrnoldus, als * Kweekeling deezer
nus. Stede, in 't Staaten-Kollegie te Leiden ge-
plaatft
(f) Refol. Vroed fch.N. ij. ifi Maart 1617. f. laGverfi.
}r)
Rcfol. Vroedfch. N. 16. 14 Sov. 16H. f. 4L
(i) Ckoesê Keik. Reg. bl, j*.
-ocr page 383-
n ~—.......
XIV.BoEK. Geschiedenissen. 383
plaatft (f). De Digter Joost van den
I627.
Vondel heeft de gedagtenis van 't ge-
beurde met den Predikant Hanekop bewaard»
in een fcherp Hekeldigt, genaamd Rommei*
pot van't Hanekot,
welk, in 't jaar 1627,
in 't licht gekomen is (u). De Kerkenraad
fcheen, midlerwyl, volkomenlyk overtuigd,
dat Hanekop regtvaardiglyk gehandeld was.
Immers, men leeft, in zeker Gefchrift van
dien tyd, op den naam van Predikanten en
Ouderlingen , uitgekomen „ dat alle de
35
5>
9>
»>


ï>
ï»
3i
i>

J>
Dienaren defer Gemeente, van aenbegin
der Reformatie, tot delen tyd toe, een-
parighlyck defelve Leer geleert hadden,
ende als noch leerden; behalven alleen
het different, dat, binnen eenige maen-
den herwaerts, alhier was voorgevallen,
in het welcke, de Predicanten ende Ou-
derlingen voornoemt, alle ende elck in
't byfonder, alfoo nae den woorde Gods
ende ordre der Chriflelycke Kercke, ver-
mogens haer Ampt ende beroepinge, tot
mite der Kercke ende behoudeniffe van
de heylige waerheid, hadden gehandelt,
als fy voor Godt den Heere, ende voor
alle Kerckelycke Vergaderingen , ver-
trouwden te verantwoorden (v)."
Met de gewoonlyke verandering der Re- Gewoon-
geeringe, in den aanvang deezes jaars, wa-lyke Yer"
ren, hier ter Stede, wederom eenige Hee-*nde*in&
ren in't bewind geraakt, van welken, allen, ggeriifge.
die
(t) Gto«t-Memor. N. III. ƒ. Z8 verfo.
(») Vondels Leven, bl. i6.
(v) Remonftr. *an de Magiftr. vaa Anift. gedr. in den
HAtigtf
1627. bl. 7.
                                                                ï
-ocr page 384-
384 AMSTERDAMS II. Deee.
1627. die de ongewoone handelingen v»n de jaaren
1Ó18 en 1619 afkeurden , zig zeer veel
goeds beloofden. Doch anderen, die eenige
Befchryvers van Amfterdam (w) harde Ge-
reformeerden
noemen, zagen deeze verande-
Pasquil ring met ongenoegen. Uit den koker van
daarte- deezen, was een lomp fchimpfchrift voort-
een" gekomen, welk, kort voor de gewoonlyke
vernieuwing der Wethouderfchap, hier ter
Stede, verfpreid werdt, en aldus luidde:
Dit fyn de Quanten,
Die oprechten willen de Arminiaenfe San-
ten.
Capiteyn Boom, Oetgens, Geurt Dircsz.,
Andries Bicker, Bas, Albert Coenraet,
Teeling, [mißchienTholincx],Schacp,
Grootenhuyfe , HafTelaer , Opmeer,
W. Backer, Hinlopen, Reaal, Over-
lander.
Dit fyn de waggelmujfen,
Die door de vroomen fyn geraeckt op 't
kuffen.
Raep, Hudden, Hoochcamer, Vlamingh,
Neck, Rennifl [Reynft], Vinck, Tulp,
Raephorft.
Wilt niet langer waggelen maer vaflflaen%
Enfpannen mette vroomen aen,
£«
*
(tv) DOMSELAAR, bl, 3jj, COMMÏLIN, hl. lic;.
-ocr page 385-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 385
En helpen, naer myn vermeien,              1627»
Dauer op Vrouwendagh geen Arminianen
comen aen.
Dit fyn de vromen.
Pauw, Jan Gysbertsz., De Vry, J. W.
Bogaert, Hillebrant Schellinger, Ver-
does , Ernft Roeters, Bets , Haring-
carfpel.
De Heer Nikolaus van Reigersberg^Raads-Merk-
heer in den Hoogen Raad, en Zwager van waardige
Hugo de Groot, omtrent deezen tyd, ar-^ ^
beidende om te wege te brengen, dat dee- Raads-
zen vryheid gegund mögt worden, om we- heer Rei-
derom in 't Land te keeren, waartoe hem gersberg.
ook de gemaatigdheid der Amfterdamfche
Regeeringe zeer te ftade komen kon ,
fchreef, deswege, onder anderen,den zes-
den February , eenen brief aan zynen Zwa-
ger te Parys, dien hy, voor dat dezelve
befteld werdt, uit zynen zak hadt laaten
vallen. Hy werdt door iemant opgeraapt,
en den Raadpenfionaris Antoni Duik over-
handigd, die hem in de Vergaderingvan
Holland bragt, daar men hem van deezen
inhoud vondt:
MON FrERE (*),                            (*)Myn
Broeder.
Defen morghen hebbe ick ontfanghen den
uwen van den vier en twintigßen jfanuary
metten bygaenden
, die ick met Schonen-
IV. Stuk.              Bb                bergh
V
-ocr page 386-
----------------„            ---                                                                 -                                                     
386 AMSTERDAMS II. Deee,
1627. bergh (%) falcommuniceeren, e» &n oirboir
daermede doen. doorleden Sondach
, do^n ic£
hem lefi fprack, watf denfehen Schonenhercb
van opinie
, rfaf £7. E. fl<?« den goeden Heer
(3) behoorde te fchryven, 0/ f£« minflen aen
my
, om fom ff communiceren een verzoek wel
gcarraifonneert, met redenen
, $£ £7. E.fouden
nootfaecken
, naer foo langhe patiënt ie, yöo <fe»
4fen/2 x;a« 't Law^t niet konde lyden, <fat op
U. E.
[niet] yöiiif worden ghelet, 07« w fehen
elders te feilen: moe f daer noch op dencken.
Hoewel defe korte woorden groot en fin hebben
,
ende ghenoegh dat f elf de inhouden. Doen ter
tydt feyde ick niet
, dat ick U. E. aireede tot
fchryven hadde gheraeden: ende fal daer om u-
wen Brief beter te pafje komen.
Den man
van Credentie (4) fprack ick gifleren , die
eock my fprack, ofte het niet goed ware, dat
Uive Éd. eens op de kunfle foude fchryven.
Schonenberg}} ende ick zyn gherefolveert
, te-
ghens de aenßaende Vergadei-inghe
, eens den
goeden Heer tefpreecken
, ende neemen in bedenc-
(*) 't kan ^w f 0j wy hgt nig{ hy occafie van defen Brief
geboogen, j}ejJ00ren te doen% Wy füllen alles bybrenghen
hroken
waf moghelyck is: dan men magh niet tefeer
worden, perffen.
Fle&i poteft, frangi non poteft (*).
En-
(2)  Door Scbonenbergh , wordt Nikolaas van Beau-
mont
gemeend, die thans, wegens Zeeland, ter al-
gemeene Staatsvergaderinge, zitting hadt. Zie Air«
ZEMA I Deel, bl. 658.
(3)  Dat is, zyne Doorlugtigheid, Prins Fredrik
' Henrik.
(4)  Dat is , Dirk Gerritszoon Meerman, die , ia
't jaar 1618, uit de Vroedfchap van Delft verda-
ten; doch nu daarin wederom herfteld was. Zï&
Aitzema, I. Deel, bl.658.
JüSM
-ocr page 387-
XlV.BoEK. Geschiedenissen. 387
Ende om met volkome refohttk te mogen gaen, ifa*
tnofl men eerß weten
, wat phetfe te Hefen,
ende oock ofte het geraden is, Joe lange hoope
met apparentie is de reflitutie te verwerven. ■
U. E. beeft verfiaen, uyt het ge ene ick Sufier
Blonke, over acht dagen, fchreef, wat myn
laetjte officien fyn geweefi: myn bejegening
was goet; dan komefoo dickmacl, ende boude
foo ernfligh daerop aen
, dat ick lichtfoude ver*
veelen: te overtreden is ongeraden, alfoo den
tydt veel geeft.
Symon de Rycke, ende noch een van fyn
humeur
(5) fyn in de Vroedfchap tot Amfter-
dam ghekoren,dat
, naer myn opinie, een gr on-
ten ßagh is. De Kycke is couragieus, ontfiet
geen Gemeente
, heeft lange jaeren de foldaten
betaelt
, die oock f eer van hem dependeeren. De
vier gekooren Burgermeejlers zyn de befte
, die
men kan wenfchen
, Bas , Oetgëns , Geurt
Dircksz., Bicker (6).
De Heer Bafius is nu tot Amfterdam, hebbe
hem aengefchreven ende verficht
, gelyck hy
aengenomen heeft
, daer alle goede devoiren te
doen. Wy moeten f en wat de Vergaderinghe
geven fa!, lek beken gaerne dat uytßel geen
goet en doet
, hoewel in het regaard van Am-
jierdam met uytßel is gewonnen lek twyffel
niet, of men foeckt
, foo hier als daer, quade
officien te doen. Maer wat remedie
? Siet hoe
ruchlbaer het is9 foo werdt daer f e er weynigh
van
(5)  Jahh Jakobszoon Vink.
(6)  Dirk of Diderik Bas , Antoni Oetgens van
Waveren
, Geurt Dirksz. van Beuningen, en Andries
Bicker.,
Bb %
-
-ocr page 388-
UM...            „ ! . ,. ...^ »P> < {"--------
II I
388 AMSTERDAMS IL Deel.
1627. van ghefproocken, het welck my feer wel he"
haeght. Menfeydt,
Smoutius op denBiddagh
{over twaelf daghen) in fyn Predicatie heeft
gefeyt
dat men het Troyaanfche Paardt we-
der wil inhalen: dan met dien man werdtge-
f pot. Het was gevreefl
, dat alle Predikfloe-
len daer van foudcn hebhen ghedavert. Het is
beter uytgevallen.
MefPynaker(7)heeft U.E.
fich niet te hekommeren
, is van weynigh Con*
fideratie
, quarnquam livor & obtreétatio pro
(*) Alhce- nis auribus excipiantur (*): fyn fasckenflaen
wel niet wel. Ende naer ick kan hooren ,Jpreeckt
kwaad- ßer
w^ jan tj £. feydt U. E. daer in groot
enlaße- üenf%en is
, namentlyck hy den Cardinael. Bid'
ren, met de U. E. feer van een kleyn gherucht niet ver-
greetige vaert te zyn; maer alles ongemerckt door te
ö.on?"' laten gaen. Vosbergen is noch in Zeelandt
cm^e. bcvrofm. Hebben my weder verfocht te fien
,
hoord. of hy yet daer konde verneemen, dat U. E wel
van daer fult vcrßaen. Wat de Alliantie van
Vranckryck retardeert
, fal ick vernemen ende
danfchryven. Ick wilde wel, dat U. E. tny
van alles in het breede advifeerde
, om occafie
te hebben met U E. Nicht
, ende andere van
fwarigheydt te fpreecken.
U. E. fihryft niet, hoe de Guarde des
(f) Ze- Seaux (f) by den Koning, in fyn prefemie ,
gelbe- door die van de Sorbonne is overgehaelt, daer
waarder. ickfyne Excellentie ,over acht dagen, veel van
boorde vertellen.
De
(7) Kornelis Pynaker, Profeflbr in de Regten, en
Gezant der Staaten te Algiers ,die, op de te rug rei-
ze van daar, met de Groot, te Parys, gefproken hadt.
Zie C. Brandt Leven van de Groot. bl. 353.-
-ocr page 389-
XIV. Boek. G e sc h itm« rss e n. 389
De Vrouw van Valckenburgh (^daer ick
over vier dagen ten huyfe van den Beer
Wyts
mede te gaße was) feyde my, aen myn Süßer
te willen ßhryven
, ende dat ick 't oock wilde
doen, ende haer laten weten;dat fy nytterlyck
tot in
'f begin van May hier meent te blyven:
is /eer ha-byl, cock van goede wille ende goedt
beleydt: wilde myn Süßer haer hier rencon*
treerde
, om ofte het met de naefle Vergaderin-
ge niet en viel, ick dan, door myne Süßer
,
ende ßilcke Inßrumenten, wat moghte wen-
ken. Daer dient op gelet.
Nieus weet ick niet, dan dat tot Utrecht
groot misverßant is
, tuffchen het Hoff endede
Magißraet
: ende dat overmtdts het Hoff had-
de gedepecheert appel van een Goutfmit, die
by de Vroedtfchap over een gehouden Ver-
■gaderinghe was gecondemneert : de Vroedt-
fchap den Deurwaerder
, die het Mandament
èadde geëxploiaeert
, gevangen heeft geßelt*
Men meent de Staten het Hoff füllen mainte-
neeren.
Foor het Vermaecken van de Magißraet
tot Jmflerdam, was daer defe Pasquille ge •
flroyt:
Dit zyn de Quanten enz. (8).
Dit fchryve ick U. E. om te fien hoe het
daer is gheßelt. Re commandeer e my aen myn
Süßer
, ende f al ten naeßen myn Commijjie
Jen-
(8) Zie hier voor, %t. 384. Agter de naamen
.der vromen, in dit fchtmpfchrift , hadt de Raads-
heer Reigersberg deeze drie woorden gefield :
Rari quippe Z?on», dat is, Weinigen, voortvaar, zyn de.
zwemen:
of, zeldzaams vroomen-, zeker!
• Bb 3
-ocr page 390-
■''»■"■'" "':
390 Amsterdams ii. Dmé
1627. finden. Defen fesden February fefiien hondert
f even en twintigb.
                                    v
Onder flondt
IJ. E. dienftwillige Broeder
N. v. Reygersbergh.
Het opfchrift was
A Monfieur, Monfieur Grotius
a Paris (#)•
Wat o- De inhoud van deezen brief werdt , by
ver dce- eenige Leden derVergaderinge van Holland,
ten brief kecJenkelyk gevonden, en men befloot, dien
vielt nader te laaten onderzoeken. Reigersberg,
midlerwyl, kennis gekreegen hebbende van
't lot van zynen brief, verdedigde dien,in
een Vertoog, welk hy.den Staaten overle-
leverde; en waarin hy aanwees, dat hy,
voornaamlyk, gefchreeven hadt,om zynen
Zwager kennis te geeven van 't gene hy ge-
daan hadt, of van zins was te doen, om
hem vryheid te verwerven tot het leiden van
een ampteloos leeven in zyn Vaderland (y)."
De Vroedfchap van Amflerdam, kennis ge-
kreegen hebbende van 't fchry ven van Rei-
gersberg , befloot deswege eerft met den
Prinfe van Oranje te fpreeken, en den Af-
gevaardigden ter Dagvaart te gelaften, de
meening der andere Leden te verneemen,
en over te fchry ven; waarna de inhoud des
Briefs
(x) Zi* AlTZEMA I. Deel, hl. 4;6. C.BRANDT Le\'«IJ
van H de Groot, bl. *«!.
(y) Z" AlTZEMA, bl. 6$6.
-ocr page 391-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 391
Briefs eerfl in nadere overweeging genomen 1627,
zou worden (2). Van wege de Staaten,
werdt, federt, ook gefproken met den Prin-
fe, die verflondt, dat de Raadsheer den
brief van de Groot, waarop de zyne een
antwoord was, toonen moeft. Hy deedt
dit, en men vondt, dat Reigersberg fcher-
per gefchreeven hadt dan de Groot. Rei-
gersbergs brief werdt dan gefield in handen
van 's Lands Fiskaal, die 'er egter geene
genoegzaame ftof in vondt, om den Raads-
heer in regten aan te fpreeken. In Septem-
ber, werdt deeze zaak nog wederom in de
Vergadering der Staaten gebragt, en men be-
floot toen, den brief, door't Hof, telaaten
onderzoeken (#). Doch hierby is 't geblee-
ven, en vind ik niet, dat de Raadsheer ver-
der over zyn fchryven gemoeid is. De Dros-
faard Hooft fchreef, den eerften Ofto-
ber, in de Franfche taaie, uit Amfterdam,
aan den Raadsheer „ dat hy,verdaan heb«
„ bende de kuiperyen, die de kwaadwilli-
„ gen aanregtten , om de gerügten , die
„ voorheen omtrent den inhoud van zynen
„ brief verfpreid waren, leevende te hou-
„ den, niet wift te zeggen , wat grooter
„ ware, de fpyt, dien hy 'er van hadt, of
„ de trek om 'er over te lagchen; gelyk
„ zelfs de yverigften uit den Raad deezer
,, Stad daar den fpot mede dreeven (Z>)."
On-
(x.) KtCa\. Vroedfch. N. tj. z Maart 1617. ƒ. zoj virfi.
{,*) Rcfol. Holl. 4, $. 9» 10, 12, zi Maart t is May,
1*. ifStpt. 162.7- fc/. + i »45 , 43, 5» , 5 3 > 5 5 ,68, II 5, i 14,
*4*» *«•
^bj fciuofis Brieven N. 151. */. 116.
Bb 4
-ocr page 392-
392 AMSTERDAMS II. Deel.
1627. OndertufTchen, verliepen 'er nog eenige jaa-
ren, eer de Groot waagen durfde, hier te
Lande, weder te keeren.
De Sraa- De Sinoden van Holland hielden, ten dee-
ten van zen tyde, zo fterk aan by de Staaten, op de
Holland uitvoering der Plakaaten tegen de Remon-
te,/11'^ ftranten} dat zy, eindelyk, in May deezes
Plakaa- jaars> beflooten, dezelven te vernieuwen:
ten tegen te meer, alzo men vernam, hoe fommïgen
de Re- dreeven, dat dezelven, met de dood van
ftrantea ^rm^e Maurits, kragteloos geworden waren,
te ver- Doch Rotterdam kantte zig tegen dit befluit,
nieuwen, verklaarend e, noch vermogen noch gezind
heid te hebben, om de Plakaaten uit te
voeren (V). Te Amflerdam, begon men,
allengskens , het voorbeeld van Rotterdam
te volgen, 't zy dat men, inderdaad, begon
te gelooven, dat de Plakaaten te ftreng en
onredelyk waren; 't zy dat men voor ver-
loop van Koophandel en Neering vreesde ,
wanneer men de iifwooners te zeer bepaal-
Opfchud- de, in de oefening van den Godsdienft. De
ding te Remonftranten hielden dan hunne vergade-
Aaifter- rjngL.n langs hoe openlyker, teAmfterdam,
atjL o met naame in de maanden February en
Maart des jaars 1628. 't Graauw verga-
derde egter, op den agtften Maart (d)%
wederom in grooten getale, voor een huis
op de Laftaadje (*), daar de Byeenkomfl
toen gehouden werdt. Doch de Major Has-
felaer,de Stads foldaaten byeen gerukt heb-
bende, belette het overvallen en pionderen
der
(c)   Vaded. Hift. XT. Deel, hl. 47.
(d)  Cort en Waaracht. Verhaal, gedr. 16IS.
f e) Verh. van de Armin. Faäie, ^edr. 161&,
-ocr page 393-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 393
der wooninge. Eenigen uit de burgerye, .xfaZ.
die zig onder den hoop vermengd hadden,
werden gedreigd: een burger en eenigen
van het graauw in hegtenis genomen: waar-
mede de oproer, die, zo de Remonftranten
fchreeven, door zulken, dien 't minft be-
taamde, verwekt was (ƒ), geftild werdt.
Doch eenige burgers, die den Remonftran- Sommi-
ten zeer ongenegen waren, ontwierpen een genIaa'
Verzoekfchrift aan Bürge me etteren enRaa verzoek-
den, {trekkende om over de Remonftranten fchrift
te klaagen, en het verhinderen van derzel- tekenen
ver byeenkomften te wege te brengen. Men tc§en de
liet dit Verzoekfchrift, door veelen, onder- KjJJJJj
tekenen (g). De Wethouderfchap kreeg rje wet-
'er ras kennis van, en deedt, den eerften houder-
April , eene Keur afkondigen, waarin zy fchaP
verhaalde „ in 't zekere onderre^t te zyn, JK?*
„ dat eenige luiden, zonder wettig verlof,
„ zig vervorderden, veelen van de goede
„ Gemeente te beweegen tot ondertekenin-
„ ge van zekere Concepten of Requefien,
„ {trekkende, zo 't heette, tot bevorderin-
„ ge der waare Chriftelyke Gereformeerde
3, Religie,die denWethouderen boven al-
„ les ter herte ging, en der rufte onder de
„ ingezetenen; daar 'er, in tegendeel, niet
„ dan onruft en partyfchap, en ophitfing
91
5)
35
der Gemeente tegen haare wettige Over-
heid door verwekt werdt. Dat dit, on-
langs, nog in zekere gevaarlyke famen-
„ rotting gebleeken was , waar de om.
„ {tan-
(ƒ) Remonftrantie van July issg. in 't Oprecht Verhaal
r^tdr. I62J. bl. 10.
(g) Waaiagt. Vertoon, gedrukt jai0, bl. zy,
Bb 5
'
Ttria.......'Yiiii' mi 1
-ocr page 394-
394 AMSTERDAMS II. Deu.
1628. 5j ftanders zelven gelegenheid gegeven had-
„ den, dat de fchuldigen zig verftaken, en
„ de handen der Geregtsdienaaren ontwee-
„ ken." Voorts, werdt het tekenen van
zulke verzoekfchriften en het vorderen van
derzelver tekeninge, midsgaders het maa-
ken van oploop en famenrotting, welfcher-
pelyk verbooden, met bevel, dat niemant,
by zulk eene famenrotting, zou blyven ftaan;
en dat de ouders voor de kinders zouden
moeten verantwoorden. En naardien myne
Heeren van den Geregte zulke fatnenrottin«
gen volftrektelyk beletten wilden, betuig-
den zy, onfchuldig te willen gehouden wor«
den aan de ongelukken, die iemant, ter
deezer gelegenheid, mogten overkomen (/;).
De Ker- Doch alzo, in deeze Keure, de Remon-
kenraad ftrantfche Vergaderingen niet verbooden
levert waren f onderwondt zig de Kerkenraad ,
toog in* daarover uitdrukkelyk te klaagen, in een
tegen de Vertoog, welk, den zevenden April (i),
Keur der aan Burgemeefteren en Raaden werdtover-
Wethou- handigd. Men fchroomde niet, zig,in dit
fchäp. Vertoog, onder anderen, te bedienen van
deeze woorden ,, dat men, in de Keure,
de goede gemeente (in 't welnemen) fcheen
te willen abufeeren met die woorden , dat
myne Heeren van den Gherechte niet meer-
der ter herten namen, dan de Confervatie
en de banthavingbe van de ware Cbrißelyke
Gereformeerde Religie (k)" De burgers,
die de jongfte famenrottinge hadden aange-
moe-
(h) Kcutb. K. ƒ. 114. verft,
(ij Veih. van de Armin. Fa&ie , gedr. i«2f.              ;
(\(j Zie 't Rcqueft in.de Waayacht. Veit. bl. zt.
-ocr page 395-
XIV.Boek, Geschiedenissen. 395
moedigd, {leunende op zulk een'voorgan'g, ^g.
gaven, 's daags na de overlevering van dit
Vertoog, eenProtefl over aan de Wethou-
^erfchap, waarin zy betuigden, geen Hegt
en opgeraapt volk te zyn, gelyk zy, in de
Keure, icheenen afgemaaid te worden; maar
eerlyke burgers, die de welvaart en ruft
der Stad lief hadden, en alleenlyk verzog-
ten, dat de Arminiaanfche Conventiculen, die
met 's Lands Plakaaten ftreeden, geweerd
mogten worden. Omtrent dcezen tyd,DsÄ-rowi
werdt ook, van den kant deezer bürgeren, derScbut*
of van den kant der zulken , die hunne zy- tene
de hielden, een gefchrifc uitgegeven, ge-^1^111^
naamd Kroon der Schutterye van Amßerdam,
waarin beweerd werdt „ dat de eigenlyke
„ roem derAmfterdamfche Schutterye ge-
„ legen was in demagt,diezy,zeidcmen,
„ hadt, om, ten overflaan van Gemagtig-
„ den der Staaten, de Wethouders te ont-
„ zetten van 't bewind, en anderen in de
„ plaats te kiezen, gelyk zy getoond hadt
„ in 't jaar 1578, toen zy de Paapfche Wet-
„ houders af, en anderen in dcrzelver plaats
„ gefteld hadt. De Schuttery hadt, dreef
„ men , nog dezelfde magt; hoewel men,
„ als 't ware, hoopte, dat zyzenietligtelyk
„ zou behoeven te gebruiken." Dit werkje
moeft te bedenkelyker voorkomen, om dat
het llrekte tot eene foort van verbetering
van een ander, wat vroeger, met een ander
oogmerk, gefchreeven; waarin de Schut,
tery, tot betragting van haaren eed van ge-
trouwheid en gehoorzaamheid aan de Wet*
Jioudcrfchap, vermaand werdt.
-ocr page 396-
3o6 AMSTERDAMS IL Deel.
1628. De Regeering dan, ziende dat zy weinig
Prins ftaats maaken kon op een gedeelte derBur-
Fredrik gerye, en bedugt voor groot er ongelegen-
Hennk ijgj^ vondt, terftond na 't ontvangen van
Amfter- 't Verzoekfchrift des Kerkenraads, geraa-
dam. den, op den Prinfe van Oranje te begeeren,
dat hy zig, ten fpoedigfte, herwaards be-
gave, om de gereezen onluften, door zyn
hoog gezag, by te leggen. Ook kwam zy-
ne Doorlugtigheid, den tienden April, tegen
den avond, in de Stad, verzeld van twee af-
gezondenen uit de Gekommitteerde Raaden,
de Heeren Dirk van Bleiswyk en Jakob van
Broekheven
, en van een' aanzienlyken floet
van Edelen. Men hadt, uit ieder der twin-
tig vendelen Schutters , dertig man in de
wapenen gebragt; doch zorg gedraagen,
dat daar onder weinig of geene misnoeg-
en e den waren. De Wethouderfchap ont
verrig. ving zyne Doorlugtigheid aan 't Prinfen-
tingen hof, daar hy, den volgenden dag, begroet
f^n] werdt door den Kerkenraad, die verklaar-
Jirio- der ^e, ^at a^ ^e onru^ hier ter Stede ontftaan
gereezen was uit het dulden der Remonftrantfche
onluften. Vergaderingen. De Prins toonde zig mis-
noegd over het tekenen van 't Verzoek-
fchrift : 't welk de Predikanten zogten te
verfchoonen. Eenige burgers vervoegden
zig daarna by den Prinfe, die ook, van tyd
tyd tot tyd, handelde met de Wethouder-
fchap. Zes Hoofddeelgenooten der WehS
indifche Maatfchappye leverden zyner
Doorlugtigheid, den twaalfden, een Ver-
toog over, waarin zy, eerfl, breedvoerig-
lyk aanweezen, hoe veel nuts deMaatfchap-
py
./.
-ocr page 397-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 397
py deede aan 't Vaderland; en welk zy be- j^S.
ilooten met een verzoek, dat de Prins, op
't voorbeeld van zynen Vader en Broeder,
den waaren Hervormden Godsdienft hand-
haaven, en alle verbooden Byeenkomften
weeren.wilde. Burgemeefteren en Raaden
hadden den Prinfe onderregt, dat zy, die
't Verzoekfchrift voorftonden , voor verre .
het grootfte gedeelte, gemeene burgers wa-
ren , die 't liegte. graauw tot plondering
hadden opgehitft. Ook wordt, in fchriften
van deezen tyd, die van de zyde der Uren-
ge Gereformeerden uitkwamen, verhaald,
dat de Schout Grootenhuis, de Burgemees-
teren Bas en Oetgens, en de Schepen Hin-
loopen, in 't byzonder, den Prinfe hadden
voorgehouden, dat al de onruft'fean de Pre-
dikanten en aan derzelver oproerige Predi-
katientewytenware. Doch onder de Vroed-
fchappen waren 'er ook eenigen, die oor-
deelden , dat de oogluiking omtrent de
Remonllranten oorzaak der opfchuddinge
was. Zy vertoonden den Prinfe, dat 'er ,
onder de Remonllranten deezer Stad, gee-
ne vyftig huisgezinnen van aanzien waren;
om welk gering getal, men de Stad niet
behoorde te laaten ontruflen. Zy verhaal-
den zelfs, dat de verbittering op zulken
uit den Raade, die den Remonftranten be-
gunftigden, zo groot was onder 't gemeen,
dat de afgezondenen ter Dagvaart, die ge-
maatigde Refolutien hadden overgebragt,
naar den Haage, in 't wederkeeren, gevaar
geloopen hadden van gefteenigd te worden.
De
-ocr page 398-
SpS AMSTERDAMS II. Deel,
1628. £*e Prins, de klaagers aan de eene,en de
«
          Wethouders aan de andere zyde gehoord
verklaa- hebbende, betuigde aan elk ,, dat de waare
ring. ,, Gereformeerde Religie gehandhaafd, en
„ de Remonftrantfche Vergaderingen, vol-
„ gens de orde des Lands, zouden geweerd
„ worden, mids dat alle ondertekeningen
,, en verzoekfchriften vernietigd werden
„ (/)." En op deezen voet werden de on-
luften bygelegd. De Wethouders verbon-
den zig allen , tot de handhaaving der
waare Gereformeerde Religie , en tot het
weeren van onbehoorlyke Vergaderingen,
naar hun vermogen. De Krygsraad beloof-
de, den Wethouderen de behulpzaame hand
te zullen bieden, in het fluiten van allerlei
oproerige famenrottingen. De Verzoek-
fchriften en ondertekeningen werden ook
gefcheurd, en in 't vuur gefmeeten. De
Prins, vier dagen in de Stad vertoefd en de
ruft, zo 't uiterlyk fcheen,herfieldhebben-
de, keerde, den veertienden April , naar
den Haage te rug (in). In Vondels Am*
ßerdams wellekomß aan
Fredrik Hen-
rik, Prime van Oranje (») , wordt van den
uitflag zyner verrigtinge hier ter Stede, ir»
deezer voege, gewaagd :
-
Waer gy komt u treden zetten
Krygen keuren en ftadts wetten
Nieuwe kracht
, en haet en twiß
Stuiven -wegb als rook en miß
:
En
(/) Refol. Holl. ï+^pril Ktg. hl. 7?.
(m) Cort ende Waeracht. Vcrhael, gedr. Uit. Wacracht»
Vettoon. gidr. 16*8. bl, z$-i f.
(n) Zit zyne Poëry 1. Detltbl, ju,
!
-ocr page 399-
XIV.BoEK. Geschiedenissen. 399
En deze ongetoomdc tongen,
Die zoo flout en onbedwongen
Oproer flo»kten, twifl, en moort,
Zwygen ßil aen yder oort.
AU myn trouwe burgeryen
Eenigh in uw komfi verblyen.
Geen Megeere geeft zich bloot»
Elk het hooft leit in den fchoot.
Waarop hy, wat laager, volgen laat:
'& Had met veel meer praels behangen
Uw doorluchtigheit ontfangen;
Maer ik weet wel hoe gy acht
Ware deught de ryxfle pracht
:
Hier mee (lof den Heer der beeren)
Kan ik noch een zaelfloffeeren:
Mannen heb ik
, zoo men 't vraeght,
Daer myn raethuts moet op dr.aeght:
Onder deze
, in raets beraming,
Blinkt de f ehr anderheit van Vlaming,
Pols oprechtigheit heel braef>
En de dapperheh van
G R ae f :
Mannen Qaet de nyt vry grimmen)
Die myn veflen deden klimmen:
Zulke zoek ik by de kaers.
't Heb 'er ook noch
Hasselaers,
Die hun halzen voor my wagen ;
Die hun %mders degens dragen
,
Welke op 't Spaenfche knokebeen
Zyn gefchaert voor 't algemeen:
Errefvyanden van Spanje
,
Errefvrienden van Oranje;
Daer eenVeltheer mee bcfluwt
. . Foor geen zeven Legers gruwt.
Doch
-ocr page 400-
4oo AMSTERDAMS II.Deel.
1628. Doch 't leedt maar weinige maanden,
De Re« toen de onliift: hier ter Stede, op nieuws,
mon- heviger ontftak dan te vooren. De Remon-
ftranten ftranten, die nu, in verfcheiden' Steden en
kernïe- dorpen van Zuidholland, by dage en open-
derom lyk, en te Rotterdam, in grooten getale,
vrye byeen kwamen, vervoegden zig , in July
Gods- deezes jaars, met twee Vertoogen aan de
fènins0.6" Staaten van Holland, ernftelyk verzoeken-
de , om vrye oefening van hunnen Gods-
dienft (0). De Staaten antwoordden, den
vyf en twintigften, dat de Remonftranten
zig, met ondertekendeVerzoekfchriften, aan
hunne byzondere Magiftraaten vervoegen
Volmagt konden (p). En dit antwoord gaf den Remon-
der Am- ftranten te Amfterdam gelegenheid, om te
fche Re- raadpleegen op het gene hun , in deezen
mon- toeftand der zaaken, te doen ftondt. De
ftranten, voornaamften kwamen haalt overeen, dat
tot het men Z]-g van. het yeriof der Heeren Staaten
zulteen* behoorde te bedienen, en vrye Godsdienft-
verzoek. oefening te verzoeken van de Wethouder-
fchap. Omtrent tweehonderd en vyftig
Perfoonen, waaronder ook eenige vrouwen
waren, gaven hiertoe Volmagt aan eenigen
uit hun: welke volmagt, onlangs, naar een
notarieel Affchrift, in 't licht gegeven is (q);
dat nogtans, in eenige naamen, en in de
orde derzelven, verfchilt met het oorfprong-
kelyke, welk wy hier letterlyk gevolgd zyn :
„ Alfoo
(0) Zie deeze Remonftr. *'» 't Oprecht Verhaal,fedruk$
161*.
(p) Refol. Holl. 25 Jttly i6zï. tl. 118.
\tj) zie Onfchuld der Remonftranten, gedrukt 1754. tU
5+. ^ianl. (20J.
-ocr page 401-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 401
Alfoo het de Edele Grootmogbende Hee- jfoS.
„ ren de Staeten van Hollant ende Weftvries-
„ land den 25 July laetftleden op de Requefte
„ vande Remonftrantfchgefinde (by de welcke
„ fy verfoghten onbekommert buyten de pu-
3, blycke kercken exercitie van haere relligiete
„ mGghen doen,haere Predicanten daertoevry
„ in't lant te mooghen coomen, ende die ge-
„ vanghen zyn te hebben gerelaxeert) gelieft
„ heeft te apoftilleeren ; Dat defe Supplianten
„ elcks inden haeren, haer met onderteeckende
„ requefte füllen moeten addrefferen aen haere
„ refpeélive Magiftraten: Soo is 't,datwyon-
„ dergefchreven te vreeden zyn dat Van onfen
„ 't weghen aende E. E. Heeren de Burghe-
„ meefteren ende Regeerders deefer Stede Am-
„ ftelredamme, ende daer het verder behooren
„ fal, met alle eerbiedighe onderdanigheyt door
„ eenighe vande ondergefchreven perfoonenhet
,, gedaen verfoeck, van exercitie van Relligie,
„ incoomen ende relaxatie van Predicanten,
„ gevordert fal mooghen worden.
JanEgbertszBiffchop, Adriaan J. van Noordt,
Joofl Braßer, Pieter Mathyfen, Pieter Clew
tring [Cleutryn], Philips Tbyfz, Abraham Gillon,
Dr. Robert van der Houve, Anthony de Langhe,
Heyndrick Lenfen, Pieter Willemsz Hooft, Jan
Valckfz, Guillame Lindeman, Pouwels vanHeemskerk,
Leenart van Sorgen, oock voor fyneMoeder en Familie,
Clement van Sorgen , Jan van de Poll
, Albert
Schuyt, Izaak van GberwenióiS, Gerardt Baes%
Dr. JEgidius Snouck , Nicolaas van Heuvel, Ja-
cob Bicker,
         G. van Schoonhowen, Francois
Hermans van Bergen, Reinier Schoep,
Dr. Jan
van Hartoghvelt
, Frans van Lhnborch, Abraham
Anthonisfen, Dirck Geurtsz, Härmende Bi(fchop,
Hans v&n Loon,
            Louis Houwen \Hanuye'] ,
Symon Saluament, Joannes a Stapel. Abraham
Stoff'elfen
, Dirck Jooflen, Micbiel Colyn,
Charles de Latfeur
, Dirck Hasfelaer, F. Steen-
huyfen, Jacob Lauwens [Laurensz.~\
« Augafiyn
fVtenbogaert
, H. van Broncborßt Nicolaes Clouck
IV. Stuk.                Cc                   JWw-
4
-ocr page 402-
4oa AMSTERDAMS ILDeel.
Nanningfs, J. Gilles, Jeronimus Coymans, Ja-
cob Willemfe Hooft, Richart Gerarts ter Horfl,
Jac»p van den Bergh, Jan van Vlooswyck, Eg-
bertus Bodceus, Nicelaes van Loon, Matten van
Heuvel, Willem van Borjfelen., Hendrick Colyn,
Joan van Wouwer, Johan Scbaep, Claes Bas,
Nicolas Balefiel, Goris de Weertt, Jacob Maier,
Adtlf Forckenbeeck, Willem Kempsz, AertKonincx,
Ifaas Bevelot, Frans de Neue, Jan GerritzMeys,
Comelis Feldt, Jan Jans Corver,
Dr.H. Herhers,
Aris Hendricksz. Halewat, Bieter Vries, Hendrik
Dirkz. Meulnaer, Tatick Kath
, Jacop Spaecken •
burcb, Bartbolomè Laurens Reaell, J. ViBorin,
Claes ende Arent van Buyl, Jacob EngeIfz Spitboff,
Jan Greuen Meyer van der Ooßen, Garbrant Ger-
ritfen Tferenbergb, Adriaan [Lenard] Jellis, E'
verardus VoscuiU
M. D. B. Jacobsz Ring, A*
braham Vliet, Hugo Steur, I/aac Boudewyns,
Henrich Janjen Kruywagben, Joris Nauwynck,
Abraham Cambier, Dirck Teunisfe Bengvoort,
Bbilipus Denyfe [De mys~]
, Willem Usjelinx. Lau •
rentius Bor, Jan Bicker, Joofl Baack, Valentin
Lamberts, Jacob Rombouts, Cbrißoffel Hellenis,
Jaques de Clercq , Comelis Spiering
, Jacob
Jacob/. Jong, Claes Janfen, Claes Mattbysz,
W. Csts, Laurens Jacobfe Arminias, Albart Bas,
Tbyman Jacobs Hinloopen, Gysbert Conink, Gerridt
Claesze Cop, Jeronimus Coymans, Symen B. Appelman,
Jacob Vries, Jan Heyndrickz Soop, Comelis Evert-
fen Wolff, Jan Martensz, Anto. Gerrit jen, Betrus
Boppius, Dirck Cornelisz, Herman Teunisjen,
Joannes van Allendorff, Janjaupen, Erasmus Forc-
kenbeeck
, Valk Theunifz, Hans van der Elfl de jonge,
Dirck DirckfzCtomans, HeynderickWouterfz, Martin
Boncelet, Samuel Olpferts, Antonis Broot
, Davit
Picterfen de Vinder, Bieter Claesz, Bieter Br. Schip-
mans, JeremiasGoovertz, Jan BieterJzNeckewelt,
Bieter Woltrincx, Jncques van der Hulfl, Jean
Outgertjen, Abraham de Verwer, Gerhardt Sant'
berch,
Dr. Everart Mooerfelaer, Jan De Buyner,
Jan van Halewyn, Jan Willemjen van Haerlem,
Anna van Loon W. van Adriaen Spiering, Dyauerti
Dyrcks die weduwe van Gerbrant Jan/e, Maerten
Maeitenfz, Gbysbert Cornelifs
, Pietter de Latfeur,
-ocr page 403-
{ ■ I
XIV.Boek. Geschiedenissen. 403
Jan Hagen, Jacob Janzf Stout, Huibrecht Baltenfz,
Jacob Wyncoop , Geraert van Ryffen, Symen Symen*
Jen, Nicolas Corver, Franfois Finfon, Leenden Cor-
nelisfen, Hans Caluwaert, FranchoisvanHuele, Jna
Mattbeusfen, Daniel de Breen, J. Burgundus,
Härmen Martens, Lucas Kempe, Hillebrant Bentes,
Gheurt Dircks, Ger r et Brandt, Abraham Jan/e de
Wees, J C. Hogheboom, Jacob Claefen, Jan
Gerritsz Hooft,
         Jochem Jansz. Scheepmaker,
Venan de Mon, Micbel Buler, Thomas Hendricksz.
de Keyfer, Abraham Geleyns , Egebert Jan/en,
Hendrick van Zeiler, Herman Gooris de Oude,
Pieter Cornelisz üortsman, David Flnckbotns
,
Joan Huydecooper, Heyndrkk J. de Reyger,
Lauwerens Scbyn, Neeltye Remmer W. van Jan Tyfe
Fleeshouwer, Maria Lourens weedue van Jacop Vries
,
Marry Jans , <wed. van Jan Olfarfen Lynßager, Jan
Hasfelaer, Frans Claefen Harnesveger, Frederick
Leekber
, Grietgen Dircks. weduw van Jan Hetïerfen
van Cbanu , Cornelia Bitters, weduwe van Gedeon Fal*
let, Juditgen Dircks, wedmve van Nicolaes Colyn,
Cornelia van Me/on, weduwe van Leenart de Beerfaellgerf
Mertgen Bruinen , wed. van Andries Frederikz,
Jiettyn Jacops
> weduwe van Harman Backer, Arendt
Jaenfen Kaelkoen , Griet van Neck wedue van Jan
Claefen van Hooren
, Die Wedue van Jan Pieters Niefs-
geCiaes, Dirck Janfz. van Beuningben, Pieter
van den Bergb iVolpharts, Dirck Corver, Micbiel
Janfen, Jean van-Lier, Hcnrick Boelisfen,
Francisco Venart, Hans Hermans van Bergen, A-
driaan Dircks Sparwer, Nanningb Cernelisz, Sa*
muel Cofler, Micbiel Da'rtois
, Rutgert Jp,nsfen,
Brecht Luckas de weduvan Reinier [Cuyirai'] Koflèr9
Franchofe van Wasfenhove wedwe van E. Poppius
,
Jan Betfen Rodenburg, Evert Lourens, tVillem
Janfe Blauw , JanWillemfe Blauw, Pieter Janfo
Mafienbroeck, Huygb Pieterfe Voskuyl, Jan Luden,
Arent Pieters Bru^hman, Wouter Wouters, Hen-
drick Urlings , Jan Arentfen Delf, Johan Cocq
,
Hans van Esfen, Pieter Outghers, Jan Gerrits,
Niclaes Leenaerts, jQoflMicbiels.Wis/iuck, Pie-
ter de Clercq , Adriaen Com. van
7 bergen , Jacob
Jacobs
, Machtelt Jans, wedu van Genet Iföllemsz.
Jaliger, Harman Janfen, Lysbet Philips, wee'
Cc ü                         duwe
-ocr page 404-
404 AMSTERDAMS IL Deel.
1628. dmve mn Sal '•Rem Biffcbop - Brecht Rodinghs, wed-
<we van Salygher Coenraet Matthysz, Haefien Hen-
dricks wedie van Heninck Hooft
, Jan van Dalen,
Broer Janfe, Jean Gerrit je, Beniaemin Pieters,
Margrytte Bennyneb wedu van Peter Hajjelaer,
Joan de Bofcb.
De Staa- Of men, uit kragte deezer Volmagt, den
ten be- Wethouderen van Amfterdam, ten deezen
veelen tvcie ( eenjg Verzoekfchrift hebbe aange-
voering Gooden > ls mY nergens gebleeken. Men
der Pia- ziets ondertmTchen, uit de naamen der on-
kaaten. dertekenaaren , hoe veele aanzienlyke lui-
den in deeze Stad wel wilden medewer-
ken , tot het bezorgen van vrye Godsdienft-
oefeninge aan de Remonftranten. Want
dat, met de tekening deezer volmagt t
meer niet te kennen gegeven werdt, en dat
de ondertekenaars niet alle Remonftranten
waren Vis my ze^s gebleeken , uit eenen
brief van den Remonftrantfchen Predikant
Bartholomäus Pravoflius , den eerften Sep-
tember deczes jaars 1628 , aan Simon Epis-
copius,
die toen te Rotterdam was, ge«
fchreeven; waarin klaarlyk te verftaan gege-
ven wordt, dat de tekenaars der Amfter-
damfche Volmagt, welken, ten dien tyde,
reeds over de 80 heele gequalificeerde huysge-
finnen
uitmaakten, niet allen Remonftranten
ex profejp)
waren. Doch, hoe veele goed-
gunners de Remonftranten, in Amfterdam,
ook hebben mogten; alle de Baljuwen en
Schouten deezer Provincie, en derhalven
ook de Schout van Amfterdam, kreegen,
eerlang, op het fterk aanhouden der Zuid-
hollandfche Sinode, die, in July, te Delft
ge-
-ocr page 405-
;
XIV.Boek. Geschiedenissen. 405
gezeten hadt, aanfchryvens van de Staaten, 1628.
gedagtekend den veertienden Auguflus ,
waarby hun belaft werdt, de Plakaaten te-
gen de Re monilr anten, en tegen der zei ver
afgezonderde Byeenkomflen, ter uitvoerin-
ge te leggen (r).
Op dit fchryvens , fchepten de zöge-De Re-
naamde harde Gereformeerden hier ter Ste-Seering.
de wederom hoop,dat deRemonftrantfchede™het*
Byeenkomflen belet zouden worden. Doch getal der
deeze hoop nam af, toen zy befpeurden, Stads fol-
dat de Remonflranten niet alleen voortvoe-daaten*
ren met het houden hunner Byeenkomflen;
maar dat ook de Wethouderfchap, in Oc-
tober, befloot, het getal der Stads foldaa-
ten te vermeerderen. Gelegenheid tot dit
laatfte gaf, dat de gemeene buuren, woo-
nende op en over de Prinfen - graft, byRe-
quefle, aan Burgemeefleren en Raaden ge-
klaagd hadden, over menigvuldige dieve-
ryen, huisbraaken en flraatfchenderyen in
dien oord; die zy, voornaamlyk, aan ge-
brek van behoorlyke wagt toefchreeven.
Ook kwamen 'er, omtrent deezen tyd, veele
vreemde Krygsknegten van Ooflland, met
hun volle geweer, in de Stad: 't welk, door
de weinige foldaaten der bezettinge, niet be-
hoorlyk belet kon worden, en ondertuffchen
tot veele ongeregeldheden aanleiding gaf.
De Vroedfchap vondt dan, op den voor-
flag van Burgemeefleren, geraaden „ het
„ beiluit van den derden September des
„ jaars
(f) Zit de Miflive in 't Oprecht Verhaal, bh 7«.
Cc 3
-ocr page 406-
■»
Ao6 AMSTERDAMS II. Deel.
1628. „ jaars 1616 (Y), tot de aanneeming van
,, zeshonderd man onder drie vendelen, in
,, 't werk te ftellen, en Burgemeefteren te
„ magtigen,om die vendelen, des noods,
„ met vyftig of zeftig, of met zo veele kop-
„ pen te vermeerderen, als zy, tot befcher-
„ ming der Bnrgerye, en tot geruftheid dee-
„ zer Stede, zouden geraaden vinden."
Ook werdt de Krygsraad gemagtigd , om
zulke orde te ftellen op de Ratelwagt, als
de dienft der Stad, naar hun oordeel, ver-
eifchen zou (f).
Gemor 't Aanneemen van meerder Soldaaten of
hierover Waardgelders, voor welken, men, eerlang,
onder 00k nieuwe Wagthuizen ftigtte, werdt ter-
ö pri 1 CT O n                                                                                                  ^^           j-m                                          ^^
6 ' flond in 't werk gefield, en gaf geen klein
ongenoegen aan deftrenge Gereformeerden,
die bedugt waren, dat men zig van dezel-
ven bedienen zou , tot handhaavinge der
Toeleg Remohftrantfche Vergaderingen. Onder
op ver- deezen, ontbrak het ook niet aan zulken,
andering die zig van 't misnoegen, welk eenigen uit
JJjlf" de Burzerye hadden opgevat tegen de Wet-
geerm- , 1 °                    1 i-                             i
»->
e. houders, zogten te bedienen, om verande-
ring te wege te brengen in de Regeeringe:
waarin, voornaamlyk, de hand hadden Doc-
tor Kar el Leenaardsz. en Jan Willemszoon
Bogaard,
Oud-Schepen der Stad; die, in
\ fchimpfchrift, in 't begin van 't jaar
1627, verfpreid, en hiervoor («) opgege-
ven , onder de vroomen gerekend werdt. Bei-
de deeze luiden, of huns gelyken namen
kwalyk, dat men, over één der nieuwe
ven-
(t) Zit hiervoor, II. Detl, XII. Boil^, hl. 172.
ft) Refol. Vroedlch. H. 1«. 6 Oüob. 1621. ƒ. 38.
(a) Biadx,. 384.
-ocr page 407-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 407
vendelen, tot Kapitein hadt aangefteld Jan 1628.
Hendriksz. Soop (v), den zelfden, ongetwy-
feld, die, onder den zelfden naam, de Vol-
magt der Remonftranten , hiervoor (w)
te leezen, getekend, en, voor eenige jaaren,
of nog ten deezen tyde, eene Glasblaazery
hadt, tegen over de Kloveniers Doele (#).
Ook vonden zy vreemd , dat men Pieter
ViJJcher
, die gezeid zou hebben, dat 'er nu
kans was, om den Predikanten den mond te
fnoeren, als zy wederom tegen de Regee-
ring predikten, eene Vendrigsplaats gegeven
hadt (j). Voorts, gaven zy, onder de bur-
gers , breed op van den overlaft, dien de
nieuwe foldaaten der Gemeente aandeeden;
zonder daarvan kennis te geeven aan de
Wethouderfchap, aan welke 'er ook, nim-
mer , iet van gebleeken is. OndertufTchen,
werdt, door zulk voorgeeven, misnoegen
gevoed of verwekt onder 't gemeen (2).
Ook hielp hiertoe veel 't gebeurde onder 't
vendel Schutters van den Kapitein Volkert
Overlander; waarmede het zig in deezer
voege toedroeg.
Den regeerenden Burgemeefter, Pieter de jan
Vlaming van Oudshoorn, binnen 's jaars, Klaas-
overleeden zynde, was de Heer Overlan-zoon
der, inzyne ftede, verkooren. Het Bur-^os"
gervendel, waarover deeze Heer gebooden SoVdca
hadt, Krygs«
(v) Groot-Memor. N. III. ƒ. go vtrfo.
(n>) Btadx.. 4°l-
(x) J. I. PONTANUS Befchr. van Amft. II. Boe(, XXVII.
Cup. bl. 273. drukvan 1614.
(y) Waaracht. Vertoon, gedr. 16?©. i/. ji.
(z.) Sentent. van C. Lenards en ]. \V. üogaerd,^-
drukt 1619'
Cc 4
V
-ocr page 408-
408 AMSTERDAMS II. Deel.
hadt, moeft, derhalve, van eenen nieuwen
Kapitein voorzien worden. De Krygsraad
verkoor hiertoe Jan Klaaszoon Vloosvoyk, die
voorheen Luitenant van een Burgervendel
geweefl, doch, om zekere vrye woorden,
voor de verandering des jaars 1618, van
• dit zyn ampt verlaaten was. Ook werdt
hy gehouden voor een' voornaam begun-
. ftiger der Remonflranten, 't Geviel dan,
dat hy, den twaalfden Oclober, door den
Kolonel Geurt Dirkszoon, thans ook regee-
rend Burgemeefler, aan de Schutters van
zyn Vendel voorgefteld wordende ;veelen,
op de vraage „of zy hem voor hunnen
„ Kapitein wilden aanneemen en houden T
neen
, neen, antwoordden. De Kolonel be-
val hierop den Provoofl, de naamen van
deeze antwoorders op te tekenen ; gelyk
gefchiedde. Albert Hermansz. Dingftee,
van Meppen geboortig, Neftelmaaker zyns
handwerks, en omtrent vyfentwintig jaaren
oud, een der driftigfte weigeraaren, werdt,
federt , voor Burgcmeefteren ontbooden.
Hy verfcheen 'er met dertig of meer der
zynen, die ook ter gehoor begeerden toe-
gelaaten te worden. Doch Burgemeefteren
lieten Dingftee alleen binnen komen. Hier
werdt hem afgevraagd, waarom hy Vloos-
wyk niet voor Kapitein kon aanneemen?
't Antwoord was, om dat het tegen zyn ge-
moed ftreedt. Vervolgens, nevens Willem
Barendsz. Kuiper
, voor den Krygsraad ont-
booden zynde, werdt het zelfde antwoord
gegeven, op dezelfde vraage. Toen wer-
den de KorpoKial Picter van Goetthem, Ro-
bert
1628.
raad tot
Burger-
Kapitein
verkoo-
ren ,
wordt
door vee
Ie Schut-
ters van
zyn Ven
del afge-
weezen.
Welke
redenen
zy hier-
van ga-
ven'?
-ocr page 409-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 409
bert Jansz. en nog drie of vier anderen bin- ifa%.
nen geroepen, die uit éénen mond fpraken.
Van Goetthem gaf voor reden van zyne
zwaarigheid „ dat Vlooswyk , onder de
„ voorgaande Regeeringe, om zyn lafter-
„ lykfpreeken van's Lands Overheid, van
„ zyn Luitenantfchap verlaaten was; dat hy
5)
zelfs nog van de tegenwoordige Regee-
ringe lafterlyk fprak; dat hy Oldenbar-
neveld hooglyk prees, zeggende dat men
hem nog een eerebeeld opregten zou; en
„ dat hy een vyand der Gereformeerde Re-
,, ligie en een voorftander der Arminiaan-
„ fche Fa&ie was." Na deezen, flonden
'er wederom eenige anderen binnen , die
diergelyk antwoord gaven. Doch van Goet-
them en vier of vyf anderen, van nieuws
ingeroepen, werdt aangezeid „ dat zy zig
„ nog agt of tien dagen bedenken konden;
,, doch allen ontfchutterd zouden worden,
zo zy den Kapitein Vlooswyk niet wilden
51
aanneemen («)." Dit gebeurde in 't laatfl Burge-
van November : in 't midden van welkemeefte*^
maand, Burgemeefteren, ziende op welken ^en ge_"
fpil alles draaide, zig reeds door den Raad magtigd,
hadden doen magtigen, om, op hun eigen tot het
gezag, alle bekwaame middelen in 't werkte voorko*
Seilen , tot het voorkomen of flillen van^J1^11
gevreesde beroerten, na dat zy, vooraf,van ge-
ernftelyk verklaard hadden „ geene ande- vreesde
„ re meening te hebben, dan de Stad enberoer*
„ Burgery te befchutten, en de openbaareten'-
„ Religie te handhaaven, zonder de Re-
„ mon-
(<*) Schutters dwang *tir. 1619. bl. «-11.
Cc 5
-ocr page 410-
••«. IJ'-"11                                  ----------------
410 AMSTERDAMS ILDeel.
1628. „ monftrantfche te willen invoeren (&)."
De mis- ^e rn^snoeg<^e Schutters en anderen hiel-
Boegdea den, ondertuflchen, van tyd tot tyd, by-
ßeiien eenkomften, ten huize van van Goetthem,
Verzoek. Dingftee en anderen; daar gefproken werdt
fchriften yan zjg ^ met Verzoekfchriften, te vervoe-
Staaten.egen aan 's Lands Staaten. Doftor Karel
Leenaardsz
hadt, reeds te vooren , een
wydluftig Vertoog ontworpen , regelregt
gefchikt om de Regeering der Stad in klein-
agting te brengen (V). Met dit Vertoog,
was hy ge weeft ten huize van Kornelis Kor-
rieliszoon Schellinger
, Suikerbakker, daar hy
't Schellinger, en nog twee of drie anderen
vertoond hadt, eenigen van welken het had-
den afgekeurd. Leenaardsz. hadt dit Ver-
toog federt agtergehouden voor de zynen
hier ter Stede, fchoon hy 'er eenigen Per-
foonen, deel hebbende aan de Regeeringe,
hier en buiten de Provincie, kennis van ge-
geven hadt. Maar hy en de Oud-Schepen
Jan Willemszoon Bogaard hadden, voor-
naamlyk, de hand, in 't ontwerpen van ze-
ker Verzoekfchrift , op den naam van de
Ingezetenen, Schutteren
, Burgeren enNego-
Inhoud tianten der Stad Jmflerdam (d), waarin ge-
van een klaagd werdt „ over het buitengewoon ge-
derzel- ^ tai der Waardgelderen, en over het gee-
ven' „ ven van bedieningen aan zulken, die der
„ Religie niet waren toegedaan;" en ver-
zogt,
(b)  ReCol. Vroedfch. N, 16. 1* Nov. i6it.f. 41 vtrfo.
(c)  Zie Copie der Remonftrantie van Dr. CABEL LlE-
WAERTSEN ende fyne gheaflbcieerde.^rfr. te tfaarl. \(,Z9.
(d)  sentent. van C Lenabds en J. W. UQGAERD. £*-
-ocr page 411-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 411
zogt „ dat de Waardgelders gebragt mog- ^28.
ten worden op het getal, by de Voldoe-
ning uitgedrukt (O; dat daarover zulke
Officiers mogten gefteld worden, waarin
de goede ingezetenen geruft konden zyn,
en dat, voortaan, in alle bedieningen ,
perfoonen, die der Gereformeerde Re-
ligie waren toegedaan, mogten worden
„ gebruikt (ƒ)."
Behalve dit, werdt 'er nog een Verzoek-Van een
fchrift opgefteld, op den naam vandeklaa- ander-
gende Schutters uit het Vendel, waarover
de Heer Overlander Kapitein geweeft was.
Het was, door vyfertzeftig Perfoonen, on-
dertekend. In het zelve, werdt geklaagd,
„ dat men der Burgerye van Amfterdam
„ Kapiteins tragtte op te dringen, die be-
„ rugt waren Paapfch te zyn, en kwalyk
5?
55
fpraken van de Religie en van de Re-
geeringe; en dat men de Schutters, die
zulke Kapiteins niet konden aanneemen,
dreigde te ontfchutteren." Wyders ,
werdt begeerd „ dat 's Lands Staaten de
„ verzoekers by haar Burgerregt, als Schut-
ters , wilden handhaaven, en voorts zo-
5)
»1
danige orde ftellen, dat de Regeeringhe
van de Stad
, neffens andere Steden van
„ Holland, moght wordengeconformeert ,naer
de Ordre en Place at en van 't Landt (g)."
Uit deeze laatfte woorden , bleek niet gn van
donkerlyk, dat deeze Schutters verandering het Ver*
ZOg. toog van
(e)  Zie II. Deel, IX. Boek^, bl- 448.
(f)  Refol. Vtoedfch. N. ifi. 20 Dec. 16H. f. 69. Zit
dit
Requeft in de Waaracht. Vertoon, bl. 32.
{%) Zie 't Rcqueft in de Schutters dwang, bl. jj.
-ocr page 412-
412 AMSTERDAMS II. Deel.
1628. zogten in de Regeeringe. Doch zulks was,
Doctor nog ruim zo klaar, te befpeuren, in het
Lee- Vertoog van Leenaardsz, welk maar aan
naardsz. weinigen getoond was. Want, na dat hy,
in het zelve, hadt durven ter nederftellen,
„ dat de Gemeente, door de Wethouders,
IJ
35
als met voeten getreden werdt;dat al de
overlafl, die der Gemeente werdt aange-
daan , aan de Wethouders te wyten was;
dat de Wethouders zig fielden tegen 's
Lands wettige Regeering, en dat de te-
„ genwoordigen veel verfchilden van de
„ voorige braave Heeren;" verzogt hy,
wel uitdrukkelyk, dat de Gemeente mochte
worden verforcht met alfulcke Voefter
- Heeren
beyde der Politie als der Kercke
, door ende met
dewelcke
, de Stad in ruße ende vrede geregcert
mögt worden (h~). Uit welke woorden dui-
delyk bleek, dat Leenaardsz en de zynen
voorhadden, de Regeering te >doen veran-
deren, door 't gezag der Heeren Staaten.
De mis- De misnoegde Schutters, of liever zes
noegde zogenaamde Gekommitteerden uit de Schut-
Schuttersterye begaven zig eerll, en nog voor 't
genVaig* eincle van November, naar den Haage(o),
al-
(h) Senrenr. van Dr. Carel Lenards. gtdr. 1629.
(9) In eenGefchrift, ten deezen tyde, van den
kant der misnoegde Schutterye, uitgegeven, lees
ik, dat de Perfoonen , die eerft verzogt geweefl
zyn om naar den Haage te gaan, deezen waren:
De Heer Schepen Jan JVillemsz Bogaart >
Allert van Balcb, Comelis Scbsllinger Cornelisz.,
Jasper Wilhmvz, Baes, Bieter Jacobsz. Elias
,
Coenraet van Ceulm, De Heer Adv o caet de fVttb,
Jan Leemans, Mriaën Jansz. van den Bercb ,
J
                                                               Pi«-
-ocr page 413-
XIV. Boek. Geschiedenissen. 413
alwaar zig, ten dien tyde, ook bevonden 1628.
de Afgevaardigden der Zuid- en Noordhol- ,
landfche Sinoden, en onder dezelven, Jo- Afge,
annes Kloppenburg, Predikant te Amfterd am. vaardig-
Van Goetthem en Dingftee , de hoofden den der
der Gekommitteerden , vervoegden zigSinoden'
eerft met het Verzoekfchrift aan een'voor-
naam' Perfoon uk de Regeeringe,naamlyk,
gelyk ik, op goeden grond (i) , vermoede,
aan den Raadpenfionaris Duik, die hun het
overleveren van het zelve ontriedt. Toen
kwamen zy by Kloppenburg , met wiens
raad en hulp (i), zy zeker Verzoekfchrift
aan de Afgevaardigden der beide Sinoden
inftelden, van welken zy begeerden te wee-
ten ,, of zy Vlooswyk, dien zy befchree-
5>
ven als een man zonder Godsdienfi, en een
openbaaren vyand van de Gereformeerde Re-
it ligic en van het Vaderland
, wel in goeden
gemoede , en, volgens Gods Heilig
Woord , als hunnen Kapitein zweeren
mogten?" Uit dit Verzoekfchrift, fielden Die vyf
de Afgevaardigden der Sinoden , vervol- vraag«n
gens, vyf vraagen op, hierop uitkomende: Tr,hun
„ 1. Of jen f <je
(i) Zie Noodwendich en Levendich Ycihatl, gedr, 11*19.
(k.) Sentent. van r. v. Goetthem m A.H. Dingstee,
Ifdr. I629.
Piet er van Teylingen, Wouter Jansz. van den Bercb,
Abraham van Lathutn, Jan Reiniersz.
Cornelis Davidsz. de Haen
, Mr. Dirck Creefer,
Gerrit Rycken Swart,
         Jan Cornelisz. Kick,
Claes Qaesz., ArienAllertsz. Brouwer, Ifaac Boddens
waarby, in twee afdrukfels, welken ik in handen
gehad heb, nog met de pen gevoegd was
Pieter Har che.
Nootvoendicb en Levendicb Verbael9 gedr.
1629.
-ocr page 414-
414 AMSTERDAMS II. Deer.
1628. »> i- Of een Lidmaat der Gereformeerde
verbind- » Kerke weieenen eed doen mögt, ftrekken-
tenisvan »> de tot nadeel der waare Gereformeerde
den „ Religie? 2. Of hy zulk een' duifteren en in-
Schutters m gewikkelden eed mögt doen, dat hy, daar-
treffen- » door, in tyd en wyle, zou können ver-
de. »> pligt worden, de wapenen te gebruiken,
„ of iet anders te doen, tot nadeel der Ge-
reformeerde Religie, of tot voordeel van
derzelver vyanden? 3. Of hy, het regt
van nakeur hebbende, eenen Burgerkapi-
tein verkiezen mögt, dien hy will te zyn
een gezwooren vyand der waare Gere-
formeerde Religie? 4. Of hy, van de
* Onder-»» * fubalterne Magiflraat tot het afleggen
Over- „ van zulk een' eedgeperft wordende, dien
heid. M doen mögt om de ontfchuttering , ont-
»>
poortering of andere zwaarigheden, waar-
mede hy gedreigd werdt, te ontgaan?
5. Hoe hy, om 't weigeren van zulk eenen
„ eed , ontfchutterd, ontpoorterd, of op
„ eenige andere wyze, gekweld wordende,
„ zig behoorde te gedraagen?" Men hieldt
deeze vraagen den Schutteren voor, om te
weeten, of'er hunne meening wel in ware
Ant- uitgedrukt: 't welk zy erkenden. De Afge-
woord vaardigden der Sinoden vonden, nogtans,
f Irb^n" n*et Soe(* * dezelven te beantwoorden, dan
en der met overleg der Theologifche Faculteit te
Afge- Leiden. De Predikanten Hugo Beyerus en
vaardig- Joannes Kloppenburg trokken dan derwaards.
densïno- De Profefloren der Godgeleerdheid , de
den op vraagen onderzogt hebbende, beantwoord-
deeze denze fchriftelyk , de vier eerfte ontken-
vraagen. nender wyze: op de laatfte,zeidenze „ dat
„ zulk
-ocr page 415-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 415
„ zulk een Lidmaat zyn leed lydzaamlyk 1628.
„ draagen, en de zaak Gode beveelen
„ moefl." Het oordeel der Profefïbren
werdt, door de Afgevaardigden der Sino-
den, goedgekeurd en onderfchreeven, en
dit fchriftelyk Advys, welk den zesden De-
cember gedagtekend was, den Schutteren
ter hand gefield (7).
Zo dra het rugtbaar werdt, verflonden Oord«e-
de meefle en gemaatigdfte ingezetenen, dat |*n °vet
het onvoorzigtiglyk gevraagd, en nog on-^or]£"
voorzigtiger gegeven was. Men erkende
wel, dat Lidmaaten der Gereformeerde
Kerke en alle anderen verpligt waren, na te
laaten, 't gene hun, door Gods woord en
hunne Confcientie, verbooden werdt. Doch
men zag niet, dat Gods woord, of eene wel
onderweezen Confcientie iemant leerde ,
zwaarigheid te maaken in het befchermen
van zyne medeburgers, 't zy Remonftran-
ten of anderen , tegen openbaar geweld.
Veelen zagen zelfs niet, dat het de waare
Gereformeerde Religie benadeelde , dat
men den Remonflranten, zo wel als ande-
ren byzonderen Gezindheden , toeliete,
Godsdienflige byeenkomften te houden.
Voorts, vondt men, in 't Advys, verfchei-
den' uitdrukkingen vreemd en ongepafl: en
onder anderen , die van fubalterne Magi-
flraat
, even of aan deeze minder regt over
't geweeten toekwame dan aan de hooge
Overheid. Men dagt ook, dat de Godge-
leerden de paaien van hun beroep ver te
bui-
(/) Schutters dwang gedr. 1619. hl. u-x*.
-ocr page 416-
■*»»                       ~-—'■ '" I ■'■' '■■
■ """■«
.....
416 AMSTERDAMS II. Deel.
1628. buiten gegaan waren, met, van het regt
' van nakeur onder de Schutters, van Privi-
legien en Coftumen, te willen oordeelen.
En 't werdt Kloppenburg zonderling kwa-
lyk genomen, dat hy zig met dit werk ge-
Scherp moeid hadt. Zelfs moeft hy lyden, dat de
vers van Djgter Joost VAN DEN Vondel hem
op het vinnig ftak in zyn Boeren- Catechismus (m),
zelve, daar hy, de domheid der Theologanten be-
fchimpt hebbende, op de vraag van den
Boer,
Zyn dan dees ezels zonder reden ?
den Student doet antwoorden:
't Blykt als zy 't volk ontflaen van eeden,
Gezwooren aen haer Overheden.
B. Dat dient als onkruit uitgeiviedt;
Ons Zalichmaeker leert dit niet
,
Die 't volk gehoorzaemheit gebiedt.
Wie port haer aen tot zulke ranken ?
S. De boden van Synodes banken.
B. 't Is tyt die boeven af te danken,
Zy grypen na der Staeten flaf.\
Befi maekt in er verkensdryvers af,
Genieß met fpoeling en met draf.
S. 't Zou Kloppenborgh te byfler paffen,
Stads becdlaer (1), die nu opgewajfen,
Zyn voeflerheeren wil verbajfen.
Den elfden December, werden wederom
eenigeSchutters, en daaronder van Goetthem
Ont-
fchutte-
ring van
en
(m) Hekcld. U. 177.
(1) Dien fchimpnaam gaf de Digter Kloppenburg,
om dathy, op koften der Stad, geftudeerdhadt.Zie
de Iiekeld. 'm QStavo> met de Amt. bl. 58.
-ocr page 417-
-                            —
s
XIV.Boek. Geschiedenissen. 417
en Dingftee, die 't meeft gewoeld, en 't Ad- ig2&
vys alomme onder de Schutterye verfpreideeni
hadden , voor den Krygsraad ontbooden. burgers.
De tekenaars van het Verzoekfchrift ver-
zelden hen; doch men liet maar drie-en-
twintig of vierentwintig Perfoonen binnen
ftaan, die allen bleeven by de verklaaring,
dat zy, gemoedshalve, Vlooswyk niet voor
Kapitein erkennen konden : waarop zy al-
len ontfchutterd, of van hunnen Schutters-
eed ontflaagen werden. Zy protefteerden
'er tegen, en verzogten 'er A£te van, die
hun, -den volgenden dag, t'huis gezonden
werdt, en van deezen inhoud was'.
Alzo N. N. in de Kryghsraedt verklaert
heeft
, in zyn gemoet Jwaricheyt te maec-
ken om onder zyn Kapiteyn
Jan Klaesz.
Vlooswyck, by 't Collegie van deKrygs-
raedt gekofen
,. te waken; Soo iß, dat de E E*
Beeren van 't voorfz. Collegie
, niemant in zyn
gemoet willende parjjen,den/elven
N. N. van
Zyne gedane fihutterlyckè eedt hebbenontflagen^
als fy hem ontßaen by dcjen. Aclum ter Ver-
gaderinge van de E E. Krygsraedt in Am ft el*
redam den
11 December 1Ó28.
Ter Ordonnantie van de Heeren Bur-
ghermeefteren, Colonellen ende an-
dere Cryghsraeden,
D. Mo START.
Doch tegen deeze ontfchuttering lever- HunPro-
den twee en twintig Perfoonen , en onder teft daar-
deezen van Goetthem en Dingftee , den tegen,
veertienden , eene foort van Proteft over
aan Burgemeefteren. Ook gaven zy een
IV. Stuk.               Dd                   Ver-
-ocr page 418-
... .. .. ...
--■ ---------------------------- ■■»"".»■ ai.in
418 AMSTERDAMS II. Deel,
Verzoekfchrift in aan Burgemeefleren en?
Raaden, waarby zy herflelling van eere be-
geerden. Doch hierop kwam geen,immer?
geen fchriftelyk antwoord (»).
Ondertuifchen, waren Leenaardsz , Bo-
gaard en nog eenige burgers naar den Haa-
ge gereisd , daar zy hun Verzoekfchrift,
waarvan wy boven (0) gewaagd hebben ,
den dertienden, terVergaderinge van Hol-
land overleverden. Leenaardsz hadt 'er,
buiten kennis der overigen, zyn Vertoog
bygevoegd, waarover hy, t'huis gekomen,
befchuldigd werdt van de zynen; die hy te
gemoet voerde, dat zy zig op geene Staats«
zaaken verflonden. Eenigen der ontfchut-
terden begaven zig ook naar den Haage, en
voegden zig by Leenaardsz en de zynen. En
dit gezelfchap hadt, op den zelfden dertien-
den , gehoor by den Prinfe Stadhouder (p),
daar de Regeering van Amflerdam vinnig
befchuldigd werdt (q). De Afgevaardigden
der Regeeringe hadden, midlerwyl.tewe-
ge gebragt, dat den klaageren, ter Verga-
deringe van Holland, gehoor geweigerd, en
hun 't Verzoekfchrift in handen gefield was.
Burgemeefleren kreegen 'er terftond kennis
van : en , reeds voorheen gemagtigd ge-
weeft zynde om de gevreesde beroerte ,
door de bekwaamfle middelen, te flillen,
bewoogen zy den Prins van Oranje, om
hun, op de heimelykfte wyze, nog eenige
1628.
Zy' en de
andere
misnoeg-
den leve-
ren hun-
ne Ver-
zoek-
fchriften
over aan
de Staa-
ten.
Burge-
meefte-
ren be-
weegen
den
Prins,
öm hun
ven-
bi.
(n) Schutters dwang gedr. l6lp.
24-29.
(0) Blndz.. 410.
(f>) Nootwendich en Levendich Verhael, fcdr. 1(19.
\<j) Scmcnt. van C. Lenakds en J. W. Bqgaabd.
-ocr page 419-
XlV.BóEiL Geschiedenissen! 419
vendelen knegten toe te fchikken, die, on- 1628*
der bevel van den Waatmeefter Jacob W^ts, „ .
den negentienden, reeds te fchepe voor de, ge ven-
Stad gekomen waren (V), eer 'er iernant van delen toa
will. Sommigen hebben te verdaan gege-te fchilii
ven, dat de Prins zo zeer gefield was op ken'
de handhaaving van het gezag der tegen-
woordige Regeeringe van Amsterdam, om
dat deeze hem,door hetrykelyk bewilligen
in de oorlogslaften, en in alles wat zyn aan-
zien kon doen ryzen, zogt te behaagen (s).
Doch 't kan ook zyn, dat hy begreep, door .
zynen pligt, als Stadhouder, verbonden te
Wezen, om de goede Regeering en Burgery,
op 't verzoek der Wethouderfchap, te ver-
dedigen , tegen oproer en geweld. Wat 'er 't Wordt
van zy; 's daags na de aankomit der ven- <-loor de
delen, deeden Burgemeeiteren de Vroed- Xf "
fchap vergaderen, en hielden haar voor, g0e<j|g«.
„ dat zy in 't zeker onderregt waren, hoe keurd.
s, de onluft in de Stad gevoed werdt, door
j, eenige kwaadwilligen van binnen; maar
„ ook, daar buiten, door andere Provinciën,
„ en door zeker groot Perfoonaadje (2);
,, dat zy, gemagtigd om beroerte te voor-
j, komen, door de Gedeputeerden ter Dag-
„ vaart, over de verzekering der Stad met
» nog
(t) Refol. Holl. gj 12, U , lp, ZO DtC. 1621. hl. 210,211,
tI3 Ȇ4, 123 . 212+.
(s) AlTZEMA 1. Deel, bl, 703.
(2) Hiermede werdt gezien op Ërtifl Kafimir
üanNajfau,
Stadhouder van Friesland/ ZAq Noot-
wendicb en Levendich Verhael,
gedr. 1629.
Dda
-ocr page 420-
420 AMSTERDAMS IL Deel,
1628. j> n°g vier °f zes vendelen geraadpleegd
„ hadden met den Prinfe van Oranje; waar
„ op zy het goedvinden van den Raadver-
*c Krygs- » zogten te verftaan." De Raad bewillig-
voik de, terflond, in't inneemen van zes vende-
komt in jen Q^: en zo dra dezelven in de Stad wa-
de Stad. ren ^ wercjt je Gemeente van het oogmerk
deezer vermeerderinge van bezettinge on-
derregt, in eene Waarfchuwing van den vol-
genden inhoud :
Afkon- 41 f00 > door machinatie van verfiheyden on-
diging rußighe perßonen , ontßaen fyn feeckere mis-
desaan- ^erflanden ende diffidentien, waerdoor appa-
vaJ^Bur- xentelyck eenighe tumulte , oproer, jae bloed'
gemees- flortinghe flondt te verwachten, hebben de Hee-
tteen
en ren Burgbermeeßers ende Vroedfchappen defer
Raaden. $tede raedjaem gevonden, e enige Compagnien
binnen defer voorsz. Stede
, met believen ende
goedvinden van myn heere den Prince van O-
ragnien, te doen logeren, alleen daertoe ßrec-
kende om de voorsz. fwarigheyden voor te ke-
rnen y ende defe Stede ende ghemeynte van dien
in hare oude geruflheyd ende fleur te brenghen.
Waer van de voorn, beeren mitsdien goedge-
vonden hebben, de goede gemeynte te verwitti-
ghen, ende denfelve van hare goede ende rechte
meyninghe ende intentie in dej'en verfekerende
,
by defen te infiniteren-, dat het innemen van de
voorsz. Compagnien alleene is ßreckende ten
fine als voor en, ende dat fy daennede niet an-
v ders voor en hebben, als de onderhoudinghe en-
de voorßand van de ware Chrißelycke gerefor-
meerde Religie,foodie hier publiquelyckgeleert
wordt,
(t) Refol. Vroedfch. K, 16. zo Dm, 1628. ƒ. «7 vtrfo.
-ocr page 421-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 421
wordt, beneffens de ruße en de welflanddefer 1628.
Stede. Gepubliceert ten overfiaen van de Hee-
ren Burgermeeßeren ende alle den Vroedfchap'
■pen defer Stede, demptis
Jacob PieterszCop-
pic, Jacob van Neck, Jan Ghysbrecbtsz.
ende Adriaan Pietersz. Raep. By my derfel-
ver Stede Secretaris,
D. Mostart («)•
't Verzoekfchrift, doorKarelLeenaardsz Befluit
en dezynen in den Haage overgeleverd, ver- desRaads
volgens, in de Vroedfchap, gelezen zynde, jfjjj? d_e
werdtverftaan „ dac het overleveren van het veraars
,, zelve flreedt met de Privilegien, die door der ver«
„ de Vroedfchappen bezwooren waren; alzo zoefc-
„ het niemant vryftondt, by de Staaten tefchnften*
„ klaagen over de Regeeringe, zo lang dezel-
ve de Privilegien niet gefchonden hadt; 't
welk zo veel zyn zou als de Regeering dee-
zer Stad op te draagen aan de hooge Over-
„ heid. Voorts, zou men den Afgevaar-
„ digden ter Dagvaart laften, dat zy, in
„ geval zy zien mogten, dat by de Staaten
„ iet mögt worden voorgenomen,'t zy met
„ den klaageren gehoor te verleenen, of
„ anderszins, zouden verklaaren, dat men
„ hier geene inbreuk in de Privilegien ge-
„ doogen zou; en na die verklaaring, ter-
„ Hond, naar huis keeren." Eindelyk, werdt
ook beflooten „ onderzoek te doen naar de
„ veroorzaakers van de onluft en het mis-
„ trouwen, waaruit de klagte hier ter Stede
w gefprooten was (1;)." .
             Doch
(u) Refol. Vroedfch. N. I«. zo Dec. i6it. f. 69.
(v)
Rcfol, Vioedfch. N, iö. zoDtc, i6*t. f. 6i verß>$69.
Dd 3
-ocr page 422-
422 AMSTERDAMS IL Deel,
1628. Doch het ontbieden en inlaaten van foldaa-
't Ont- ten f^ondt,ondertulTchen, ookfommigen uit
bieden de Regeeringe tegen. De Heer Henrik Hudde,
va" die, in 't jaar 1618, door Prinfe Maurits,
Krygs* jn c]e Vroedfchap gefield was, fchroomde
wordt niet,Burgemeefteren, eenigeweekenlaater,
Bürge- aan te zeggen „ dat zy,'s Lands foldaaten
jneefte- „ doende komen voor de paaien deezer Stè-
ren, door }j $c s Zonder voorgaande Refolutie van den
Leden" » RaacU gedaan hadden tegen de Privile*
van de Sj gien." Hy herhaalde dit zeggen, een
Vroed en andermaal, zelfs na de verandering der
ïcnnp, Pvegeeringe , in Febmary des volgenden
p^01 jaars. Rurgemeefleren bragten de zaak toen
men. in de Vroedfchap, die verklaarde „ dat Bur-
Verklaa- »> gemeefteren, by verfcheiden'Refolutien
ring des „ van den Raad, gemagtigd waren, om te
Raads, M voorzien tegen gevreesde beroerte; dat
hoe " ^ie van 't jaar 1628 niet kwalyk, noch
van Bur- » tegen de Privilegien, gedaan hadden aan
gemees- >■> het ontbieden van Soldaaten , zonder
teren. j? daarvan, vooraf, kennis te geeven aan
5>
den Raad; en dat het den tegenwoordi-
gen en toekomenden Burgemeefleren, al-
toos, zou vryftaan, de middelen,diezy,
tot voorkominge van gevreesde onheilen,
, dienftig oordeelden, zulks voor te berei-
den , dat daarvan , met believen der
Vroedfchap, terflond, gebruik gemaakt
3)
icon worden (w)."
De Ver- In den Haage, fchjkte zig , in 't eerft,
zoekers alles tot genoegen der Regeeringe. De R aad-
»fgewee
penfionaris Duik hadt den Staaten, uit naam
van
(*>) Rcfol. Vioedich, K. .16, 7 Febr, 1619. f. -ju
-ocr page 423-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 423
van denPrinfe, zo dra geenekennis gegeven, 162S,
dat zyne Doorlugtigheid, Amfterdam, opzen .
verzoek der Wethouderfchap, van meer-denHaa-
der bezetting voorzien hadt, of zy befloo- ge.
ten, den Amfterdamfchen burgeren de in-
geleverde fchriften, ongelezen, te rug te
geeven, en hen te wyzen aan hunne Wet-
houderfchap , met vermaaning , om zig,
voortaan, als gehoorzaame ingezetenen, te
gedraagen. Den afgevaardigden uit de Re-
geeringe werdt verzogt, dat men geen naauw
onderzoek wilde doen op het voorgevallene:
't welk zy aannamen, gunftiglyk te zullen
overdraagen (#).
Doch de Wethouderfchap hieldt zig zoEenigen
zeer gehoond, door devoornaamftedryvers worden
van dit werk, dat menbefloot, een igen der- ^eY^m
selven voor Schepenen te ontbieden. Van in hegte-
Goetthem en Dingfteeverfcheenen,denne-nis ge-
genentwintigften December, en werden, na nomen,
eenig onderzoek, wederom naar huis gezon-
den. Doch de Oud Schepen Jan Willems- l629'
zoon Bogaard, Doftor Karel Leenaardsz.,
Pieter Jakobszoon Elias , en Pieter Harke
werden, den vyfdenjanuary desjaars 1629,
insgelyks, ontbooden. Bogaard, die eerlt
binnen ftondt, zwaarigheid maakende, om,
mondeling , op zekere vraagen van den
Schout, te antwoorden, kreeg drie uuren
tyds om zig te bedenken , en midlerwyl
naar huis te gaan. Toen hy wederkwam^,
en nog weigerig bleef, werdt hy vaftgehou-
den. Zo ging 't ook omtrent, met Leenaardsz
en
(*) Refol. Holl. zo Dec. I6?8. bl. 224, azj.
Dd 4
-ocr page 424-
424 AMSTERDAMS 11. Mwu.
1629. en Harke, welke laatfte veele luiden bewoo-
gen hadt om het Verzoekfchrift van den
eerften te tekenen. Maar Elias, afgegaan
zynde, keerde niet weder, en hielde zig,
eenigen tyd,fchuil. Wat laater,werdtDirk
Croefer
gevat; doch, eerlang, op vry e voe-
ten gefield (3/). Van Goetthem en Ding-
flee, op den gemelden vyfden January,op
nieuws ontbooden zynde, werden ook agter
afgeleid, en vaflgezet. 't Liep aan tot het
einde der maand, eer deeze luidengevonnift
Lee- werden. Leenaardsz. werdt, den zevenen-
naardsz twintigften, voor al zyn Jeeven, gebannen
W°o al Ult ^e Stad, derzelvervryheid, eneenemyl
toos,ge-in 't ronde, op eene boete van zeshonderd
bannen, guldens en goeddunkelyke ftraffe. Van
Vier an- Goetthem en Dingflee werden, den negen-
en'eq entwintigften, voor zes jaaren gebannen,
en twee De twee anderen werden, den eenendertig-
jaaren. flen , binnens Kamers, geyonnifl. Van Bo-
gaard werdt, byzonderlyk, kwalyk genomen,
dat hy, fchoon Oud-Schepen, de Staaten,
op valfche gronden, hadt gezogt te bewee-
gen, om de Regeering te veranderen. Hy
werdt verweezen in eene boete van twee-
duizendguldens, en om, binnen vierentwin-
tig uuren, in de Kollegien van myne Hee-
ren van den Geregte, bekentenis van zyne
misdaad te doen, en God en 't Geregt om
vergiffenis te bidden; of by weigeringe hier-
van, twee jaaren buiten de Stad, derzelver
vryheid, en eene myl in 't ronde te ver-
blyven. 't Schynt dat hy 't laatfle verkoo-
ren,
(y) Nootwendich en Leyendich Verhael, gedr. i6ij>.
-ocr page 425-
.---------------------1
XIV.Boek. Geschiedenissen. 425
ren , en zig, federt, in den Haage (2), of \fan
ook wel te Haarlem onthouden heeft. Doch
na dat de twee jaaren verloopen waren ,
kwam hy wederom in Amfterdam. Over
Pieter Harke, ging diergelyk vonnis; be-
halve dat hy flegts in driehonderd guldens , •
boete verweezen werdt. Alle de gevangenen
werden veroordeeld tot het. voldoen van de
koften hunner gevangeniiïe en der Regts-
pleeginge. Voorts, werdt, den eenender-
tigden , op * aanbeveelinge der Heeren * recom-
Staaten, eene algemeene f uitwifTching enJjJJjff*?.
vergeeting van misdaad afgekondigd, ten'
         '
behoeve van allen, die de jongfte lafterly-
ke Verzoekfchriften getekend hadden; de
hoofdbeleiders, en zuiken, die, gedagvaard
zynde , niet verfcheenen waren, uitgeno-
men (a). De Kerkenraad toonde, onder-
tuflchen , wat zy van de regtvaardigheid
deezer vonniflen gevoelde, met Leenaardsz.,
kort hierna, een getuigfchrift te geeven,
dat hy een man was vroom van leeven, en
opregt in de Leere (b).
Doch de ruft was hiermede nog niet vol- De
komenlykherfteldonder de Burgerye,wel-^[ocd-
ker gemoeden, door het vinnig prediken bce^t
van fommige Leeraars , met naame vanZitt;ng*ie
Smout en Kloppenburg, geduuriglyk,wer-neemen
den opgezet tegen de Wethouderfchap. Men jj den
gaf ook verfcheiden' fchriften in't licht, waar* «S?ett'
in 't gedrag der gevonniften verdedigd, en
de
(z.) Zie vondels Hekeld. bl. ito.
(4) Kemb. K. ĥ i%% verfo. Zie oo{ de Sententien, ge*
Arutq IÉ29
(b) Ajjthent. en Waarncht. Verhael, gedr. jfjo. bl, *i.
Dd ?
%j
-ocr page 426-
42<5 AMSTERDAMS IL Deel.
1629. ^e ^eSee"n§ m 'ü ongelyk gefield werde
De Wethouderfchap , niet onbewuft van
den hoek, waaruit deeze fchriften, en an-
dere poogingen ten haaren nadeele, voort-
kwamen , floeg verfcheiden' middelen ter
hand, om de onluften , in derzelver oor-
fprong, te dempen. Burgemeefteren had-
den , onder anderen, den vierentwintigftea
January, aan de Vroedfchap voorgefteld,
„ of het, tot wegneeming van alle wan*
„ trouwen en argwaan , die tuiïchen de
„ Regeering en de Kerk zou mogen ont-
„ ftaan, niet van dienfl zyn zou, dat een
„ of twee Raaden, belydenis doende van
„ de Gereformeerde Religie , gemagtigd
„ werden, om , van deezer Stede wege,
,, zitting te neemen in den Kerkenraad, en
,, alle andere Kerkelyke Vergaderingen ,
„ die hier ter Stede gehouden werden, vol-
„ gens het onwederfpreekelyk regt, welk
„ der Wethouderfchap in alle openbaare
„ Vergaderingen toekwam; volgens het ge-
„ bruik van verfcheiden' Steden in Hol-
„ land; en volgens het XXXVIL Lid van de
„ Kerkenordeninge der jongfte Nationaale
„ Sinode van Dordrecht (3): 't welk zy
„ hiel-
(3) Dit xxxvn. Lid luidt aldus: In allen Kercken
Jal een Kercken-Raedt zyn
, beßaende uyt Dienaren
des Wnordts ende Ouderlingen, de wekken ten minflen
alle weken eens t'J"amen komen Julien, alwaer den Die-
vaer des Woordts
(ofte Dienaren, Joo daer meer jyn)
hy ghebeurte prefideren, en de aBie regeren Jal. Ende
Jal oock de Magiflraet van de plaetje rejpettivelyck
,
indien het baer gelieft , een of twee van den haren ,
vjejende Lidmaten der Gemeente , by den Kerckeri-
Raedt mogen hebben
, om te aenbotren en mede van de
voor-
/
-ocr page 427-
■" ■ -■■■«FPMf'W.i
XIV.Boek. Geschiedenissen. 427
hielden te zullen ftrekken tot vaftftelling, 162g.
onderhouding en vermeerdering van on-
derling goed verftand * eneenigheidtus-*G«-rM-
fchen de Regeering en de Kerk." En potentie.
op deezen voorflag, hadt de Raad verflaan,
„ dat Burgemeefteren, volgens het gemel-
„ de regt, hoe eerder hoe liever, twee
„ Raaden, belydenis doende van de Gere*
„ formeerde Religie , zouden rnagtigen ,
„ om zitting in de Kerkelyke Vergaderin-
„ gen te neemen; te meer , naardien de
meening niet was, iet tegen de Kerke te
doen, of eenige onbehoorlyke magt over
dezelve te oefenen (<?}." Het neemen
van dit befluit flrekte regelregt tot beteuge-
ling van onbefcheiden Kerkelyken. Ook
ontflondt 'er, toen 't bekend werdt, groot
gemor over onder deezen. Doch de Re-
geering hadt vaftgefteld, hun geen' voet te
wyken; fchoon zy geraaden vondt , op 't
aanhoudend verzoek des Kerkenraads, het
daadelyk neemen van zitting, nog eenigen
tyd, uit te Hellen (cl). Ook befpeurde men Herman
klaarlyk, hoe de meerderheid der Vroed-pys'
fchap gefield ware, toen de Heer Herman ^JJC JJ*
Gysbrechtszvan dePoll, die,in'tjaar 1618, poii.die,
van zyne Vroedfchapsplaats , door Prinfe in'tjaar
Maurits, ontzet geworden was, op zynen J6l?,be*
ouden eed, wederom ingelaaten werdt in de waa" l
Vroedfchap (f); daar men zelfs verftondt, komt,op
dat
(c)  Refol. Vroedfch. N. 16. 24 Jtn. ißzp. ƒ. 70.
(d)  Authent, en W3aracht. Vcrhael, Jw. 1*30. hl. ig.
ie) Refol. Vroedfch. JST. 1«. 23 Jan. 1619. f. 70 vtrfo.
voorvallende Jaeeken te delibereren. Zie Groot -Pia-
kaatboek, UI.
Deel, bl. 467.
-ocr page 428-
4^8 AMSTERDAMS II. Deel.
ï<52p. dat hy zyne oudeplaats wederom behoorde
zynen te bekleeden (ƒ ).
ouden Burgemeefteren, midlerwyl, befpeuren-
eed en de, dat de verkeerde bevattingen der ver-
plaats , bindtenifTe van den Schutters-eed, zig, door
in d" m het uitgeeven van het Advys der Profeflb-
Vroed- ren en Sinodale Afgevaardigden en van an-
fchap. dere fchriften, meer en meer begonden te
Bürge- verfpreiden onder 't gemeen, vonden, met
meefte- overleg van den Prinjfe van Oranje, die des-
^jne d°eenwege, door de Afgevaardigden der Stad,
Burger- gefproken was, tot meerder verzekerdheid
vendelen der Stede, geraaden, den Schutters - eed ,
<*en met eene redelyke uitlegging, in 't licht te
ters-eed geeven» endien, daarop, door alle deBur-
vemieu- gervendelen, van nieuws, te doen afleggen,
wen. De Raad Hemde met Burgemeefteren over-
een. De eed werdt, den zeventienden Fe-
bruary, afgekondigd. In dezelve, beloofde
men, onder anderen, de Magiflraet en de
Regier der s der
Stad gebouw ende ghetroum
tefyn. 't
Welk verklaard werdt, te bete«
kenen „ de handhaaving van deezer Stede
„ Privilegien en geregtigheden, onder elks
„ Kapitein, en de befcherming der Burge-
„ ren en Inwooneren voor allen geweld en
Afkowdi-,, overlaft." Voor deezen eed, ging eene
ging te- afkondiging, op den naam van Burgemees-
If/* h,et teren en Raaden, behelzende „ dat eeni*
I neolo-                 . .               n-              ii -il-
elfijN Ad-55 ge weinige onrufbge en kwaadwillige
vys en „ menfchen, ook zulken, die, van buiten
andere ^ ingekomen, hier minnelyk ontvangen en
schriften»^ bejegend waren , der goede gemeente,
„ fe-
(ƒ) Refol. Vrocdfch, N, ï6. z Iet>r, i$i*. ƒ. 71,
-ocr page 429-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 429
federt eenigen tyd, verkeerde indrukfels 162a
„ gegeven hadden van de wettige Regee-
„ ringe deezer Stad, die niets meer ter her-
„ te nam dan de handhaaving der waare
„ Chriftelyke Religie, zo als die alhier, in
„ de openbaare Kerken, geleerd werdt;
„ haar daarenboven zoekende te ontdaan
„ van haaren Burgerlyken eed en pligt ,
„ waaruit niet dan verwarring, verminde-
„ ring van Privilegien en vryheden, en
,, onruft en fchade te wagten was; dat
„ men hiertoe verfcheiden' Pasquillen en
„ Schimpfchriften geftrooid hadt tegen de
„ Regeering, en onder anderen een, waarin
„ de Burger-eed gezift en kwalyk uitgelegd
„ werdt: ook eene zogenaamde Schutters
Kroon, in welke de oogmerken der kwaad -
„ willigen klaar genoeg opengelegd wer-
„ den; dat, wyders, om de Schutteryvan
„ eed en pligt te ontbinden, door zulken,
„ wien 't minft betaamde, bevorderd was,
„ zeker Advys in cas van Confcientie, waar-
„ door de Stad in groote ongelegenheid
„ zou hebben können gebragt worden, zo
„ Burgemeefteren, met goedvinden van den
„ Prinfe van Oranje, als Stadhouder deezer
„ Provincie, daarin niet voorzien hadden;
„ dat Burgemeefteren en Raaden, tot voor-
„ koming van den indruk, diendeezefchrif-
„ ten reeds gemaakt hadden , en verder
„ mogten können maaken, by raade van
„ zyne Doorlugtigheid , hadden goedge-
„ vonden, de gantfche Schuttery haaren
„ ouden eed te doen vernieuwen, en ten
„ dien
I
-ocr page 430-
430 AMSTERDAMS II. Deel,
1620» » dien einde, alle Schutters bevalen , te
„ verfchynen, daar zy, door den Krygs-
„ raad, zouden ontbooden worden , met
3, verbod, dat niernant zig, als Schutter,
„ zou gedraagen , voor dat hy den eed,
„ van nieuws, zou hebben afgelegd (#).'*
Ook hebben alle de Burgervendelen, het
eene na het andere, voor den Krygsraad ,
ontbooden zynde, den ouden Schutters eed,
Brief van federt, vernieuwd. Men gaf'er den Prin-
den Prin-fe van Oranje kennis van, door de Afge-
je va? vaardigden ter Dagvaart en door brieven:
aar^Bur- en zyne poorlugtigheid vaardigde, hierop,
gemees- eenen brief af van den volgenden inhoud:
teren.
De Prince van Orange , Grave van
NaiFau , Moers &c. Marquis van
der Vere ende Vliüingen, Heere en-
de Baron van Breda &c.
Erentfefie, eerfame, bef onder e goede vran-
den. V/y hebben door U. E. Gecommitteerde,
ende de volgende brieven verßaen
, 't geene
U. E.
, naer voorgaende Communicatie met
ens, ter band hebben genomen, ende hoe dat,
na gedane publicatie
, alle de Comp. Schutteren
in U. E. Stadt den Eedt hebben vernieuwd op
't oude formulier ende bygevoeghde interpreta-
tie, t Welck wy verhopen alles in goede ordre
ende ßilligheyd volbracht te zyn, niet twyffe-
lende oft U. E. Stadt fal daerby gewerden de
fekerheyd ende ruße,die tot welfiandderfelver,
en-
(g) Refo!. Vroedfch. N. 16. jyFebr. lözp. ƒ. 7$. 2ie cé^
Remonftt. der Synoden van den z% Febr. i6ij. in de Bylag.
*/. 33.
-ocr page 431-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 43t
ende van 'f gemeyne Land Joo /eer nodigh is. 1620*
JVaer mede
Eerentfefte, eerfame, befondere goe-
den Vrunden U. E. Gode almachtigh
bevelen.
In 's Gravenhaghe den
XXVften. february 1629. Onderflondt
U. E. goedwillige Vrund, ende was
getekent
F. Henry de Nassau (/;).
De Afgevaardigden der Sinoden, mid- De Afge-
lerwyl, euvel noemende, dat hun Advys,JJaar^
in de afkondiging van Burgemeefleren en s^oSi
Raad en, nevens eenige Pasquillen, genoemd begee-
en veroordeeld was, vervoegden zig, den ren, dat
agtentwintigften February, met een Vertoog de s*aa-
aan de Staaten van Holland: waarin zy {jfJLjiJ.
vooraf begeerd hebbende „ dat hunne Ede-ring van
„ de Groot-Mogendheden, voorzigtiglyk en Amfter-
met zagte middelen , de Religie wildendam ver-
„ vafter ftellen, tegen de Fa&ie der Re- SSSdei
„ monftranten ;" ook verzogten „ dat de te gee_
5>
Agtbaare Magiflraat van Amflelredam ven van
mochte ghevordert werden om punäuelykenhst ver"
aen te wyfen de onwaerheydt, onrechtmae-?® e'
ticheydt, fchadelycke Confequentie &c. van him ^d-

3>
hun Advijs of Confultatie, op dat zy daar-vys.
op mogten gehoord worden (£)."
't Vertoog ter Vergaderinge van Holland Ernftiu
gelezen zynde, floegen eenige Leden den ^efluic
Afgevaardigden van Amfterdam drie pun- yrroe(j_
ten
(b) Gcrcgiftr. in de Refol. Vroedfch. N. 16. j Maart
I629. ĥ 7J>.
(i) Remonftr. van deGedeput. der Zuid-en Noordh.Sy-
noden vab z% Fibr. l6zy. gtdr. tt Haart. K29,
-ocr page 432-
43* AMSTERDAMS ÏI. Deel.
1629. ten voor, welken zy meenden te zullen flrek-
f. ' ken, tot wegneeminge der onluften hier ter
ter dee- Stede. Doch alzo de Afgevaardigden der
2ergele- Stad deeze punten hielden te ftryden met
genheid.de Privilegien, weigerden zy, volftandig-
lyk, daarin te bewilligen. De Vroedfchap
bedankte hen voor hunnen yver, vermaan-
de hen zo voort te gaan, geene de minfte
inbreuk op der Stede Privilegien te gedoo»
gen, en, zo zy befpeuren mogten, dat men
't egter zogt te doen „ ter Vergaderinge
„ te verklaären, dat men daertegen, van
,, Stads weghen, tot affweeringhe van dien,
5, foodanighe middelen ter handen nemen zou
als ons God ende de nature verleent had-
„ den (£)." Voorts, werdt hun gelaft ter
Vergaderinge van Holland te zeggen „ dat
,, men hier ten hoogde gevoelig was, over
3, de befchuldigingen, vervat in het Ver-
„ toog van de Gedeputeerden der Sinoden."
. Ook moeften zy te wege brengen, dat dit
Vertoog het Hof in handen gefield werdt,
om de Staaten daarop te dienen van berigt,
en ter Vergaderinge vooral aandringen, dat,
in 't raadpleegen over dit ftuk,geletwerdC
op de bewaaring van de Hoogheid en Ge-
regtigheid van 't Land. Eindelyk, alzo de
Predikant Kloppenburg fich met de Confu-
lenten ghevoeght
, ende , wel beter wetende,
in de fake niet recht gegaen hadt, werdt
beflooten , zulks nadtfr te onderzoeken (/).
frdvys De Afgevaardigden der Stad, met dee-
zen
(^) Refol. Vroeiirch. N. 16. j Matrt 1*19. ƒ. 7«.
(I) Refoi, Vroedfch. N. 1«. j Mtari ié2j. ƒ. 71 verft.
-ocr page 433-
XIV. Boek. Geschiedenissen. 433
zen lall naar den Haage vertrokken, vor- 1631.
derden, terftond, dat het Vertoog den Ho- van Pre.
ve in handen gefteld werdt; 't welk zonder fident en
uitftel gefchiedde. Ook leedt het niet lang, Raaden
of Prefident en Raaden berigtten den Staa- van Hol-
ten „ dat 'er, voor dehandhaavingderGe- ^"acri'n
„ reformeerde Religie, zo veel zorg ge-jeGede-
„ draagen werdt, als mogelyk , of voor- puteer-
j, maals gefchied was; en dat zy, hierom,den <jer
„ onnoodig hielden, dat de Regenten zig^"J^
„ daartoe, door eenen nieuwen eed, ver-ge|y^
„ bonden, gelyk in het Vertoog begeerd gefteld
„ werdt. Dat, tegen de afzonderlyke Ver- worden.
„ gaderingen der Remonftranten, by Pla-
j, kaaten, voorzien was, de overtreeders
„ van welken ook geregtelyk werden aange-
„ fproken, 't welk nogtans, veelligt, met
3>
J'
35
33
meer vrugt gefchieden zou, zo 't alomme,
met eenpaarigheid , gefchiedde. Dat ,
midlerwyl, in bedenking kwam, of niet
goed zyn zou, dat de Gedeputeerden
der Sinoden nadere opening gaven van
3, de zagte middelen , tot weeringe van
„ der Remonftranten bedryf, van welken
„ zy, in 't Vertoog, gewag gemaakt had-
„ den. Dat by de * buitenfpoorigheden der * Exces-
„ Remonftranten, in het Vertoog, niet wel jen.
„ te pas gebragt was, 't gene de Wethou-
,, derfchap van Amfterdam, onlangs, om-
„ trent eenige burgers , gedaan hadt, als
j, ware zulks gefchied, om deRemonftran-
„ ten te begunftigen en die van de Gere-
„ formeerde Religie te bezwaaren; alzo,
3, uit de regtspleeging zelve, en uit de her-
„ haalde betuigingen der Wsthouderfchap,
IV. Stuk.
                E e                „ het
-ocr page 434-
——- -——--------------
434 AMSTERDAMS II. Drei..
1Ó20. jj het tegendeel bleek. Dat devraagen,
„ op welken de Gedeputeerden hadden
3, goedgevonden te antwoorden ,ontydig en
„ ondienftig waren voorgefleld, en dat de
„ vraagers zig, in allen gevalle, eerfthad-
den moeten vervoegen aan hunne Magi-
llraat. Dat ook ongegrond en buiten re-
55
den was, dat men die Magiltraat nader
„ reden haarer afkondiging zou afvorde-
3, ren, gelyk in 't aanhangfel op het Ver-
„ toog begeerd werdt. Dat, eindelyk , de
„ Predikanten behoorden vermaand te wor-
„ den, om, door Godvrugtige Predikatien
„ en Schriftuurlyke vermaaningen, de Ge-
„ meente te brengen tot afiland van zon-
„ den, behoorlyke eerbiedenis en gehoor-
„ zaamheid jegens haare Overheid, en lief-
,, de en eenigheid onder eikanderen: ook,
„ om de Remonflranten en anderen , die
„ zig nog buiten de openbaare Kerken hiel-
„ den, door vriendelyk verzoek en aan-
,, fpraak, te winnen, en uit hunne doolin-
„ gen te redden (*»)."
Opjoer Öet morren over 't verfterken der bezet-
te Am- tinge van Amlterdam, in December laatfl-
fterdam, leeden, duurde nog by veelen, toen zy,in
^v°ft-het February deezes jaars, zonderling te pas
difche"' kwam, om een gevaarlyk oproer te füllen,
Huis. waarvan wy de gelegenheid en uitflag,kor-
telyk, vernaaien moeten. De Weflindifche
Maatfchappy hadt, in Maymaand des voor-
leeden jaars, eene aanzienlyke Vloot uitge-
ruft , onder bevel van Fieter Pieterszoon
Hein,
(m) Refciiptie e« Advys van 't Haf, gtdr, i6i$.
-ocr page 435-
I
XIV. Boek. Geschiedenissen. 435
Hein , in 't gemeen Piet Hein genaamd, 1Ó29I
wien 't, den agtfhen September, gelukt was,
                       t
de gantfche Spaanfche Zilvervloot, in de
Havana, te bemagtigen. Met den buit, hier
veroverd, die op elf of twaalf millioenen
begroot werdt, zeilde hy naar 't Vaderland,
daar hy , in Januarydeezesjaars, aankwam.
De fchat werdt, voor 't grootfle gedeelte,
gebergd in 't Weltindifche Huis (n) op den
Haarlemmerdyk , nu het Nieuwe-Zyds-
Heeren - Logement. De Maatfchappy be-
grootte , ten overfraan van Gemagtigden
der algemeene Staaten, het buitgeld voor
't Bootsvolk op zeltien maanden en twintig
dagen ; doch Helde het, op verzoek des
Admiraals en der andere hooge Bevelheb-
beren, op zeventien maanden (0). Maareen
hoop matroozen, die zig veel grooter be-
looning hadt toegelegd, op de Plaats van
't Huis vergaderd,dreigde,dat zy,zomen
hun geen genoegen gaf, zig zelven haalt aan
meerder buitgeld helpen zouden. Eenigen
wierpen 't oog al naar de kelder, daar de
fchat bewaard werdt. Doch de dienaars der
Maatfchappye, hun voorhoudende, dat zy
's anderendaags konden wederkomen, als de
Bewindhebbers voltalliger zouden zyn, kree-
gen hen de Plaats af, en op Itraat, waarna
hun de Poort voor de neus geflooten werdt.
Voor de Poort, kwamen hun haalt veelen
van hunne makkers by, die maar paflelyk te
vre-
(») Vadctl. Hlft. XI. Deel, hl. 61, 69.
(o)
N. V. WASSENAER Hift. Verhaal , XVI. Deel , ƒ.
lei verft.
Ee 2
•'
-ocr page 436-
436 AMSTERDAMS II. Deel,
1629. vrec*e waren met net gene ZYontvangen had-
den , en greetiglyk deelden in de hoop, om
meer te bekomen, 't Woefte bootsvolk
werdt opgehitft door de Kroeghouders en
Hoeren, die, in grooten getale, hieromtrent
woonden, en op een gedeelte van den buit
vlamden, 't Gefpuis bragt fteenen aan,
die, wel haafl, door de glazen, en over den
muur op de Plaats vloogen. Men viel met
een byl aan 't hakken in dedeur,poogende
*t Hot los te krygen, terwyl anderen eenen
fleeper noodzaakten, om een yzeren goote-
ling, die aan den Y-kant lag, voor de Poort
te fleepen. De toeleg was, de Poort met
flraatfteenen open te fchieten ; doch geen
winkelier wilde den matroozen buskruid vcr-
koopen. Midlerwyl, was men van binnen
ook verdagt op tegenweer. Men bragt eeni-
ge handgranaaten byeen, die men, als 't
neep, onder den hoop geworpen zou heb-
De be- ben. Doch 't kwam zo ver niet. De Wet-
zetting houderfchap, fpoedig kennis gekreegen heb-
ftiltde- bende van den oproer, zondt den Wagt-
meefter Jakob Wyts, die over de onlangs
ingenomen zes vendelen geboodt, en den
Major Nikolaas Haffelaer, met eenige man-
fchap, naar 't Weftindifche Huis; die de
oproerigen, zonder eens te fchieten, ver-
Huiven deeden (/>)• De Digter Vondel
maakte, kort hierna, dit geeftig vers,
O
(f>) VAN DEN SANDE. X. Boei, tl- ï3 7' DOMSELAAR
VI. B»*K.> bl. 337. COMMEjLIN, bl. iiuy.
-ocr page 437-
/ s
XIV.Boek. Geschiedenissen. 437
Op het Ontset van Piet Heyns Büyt. 1629.
Het Weflinjes-Huis fpreekt.
Ikflak noch in een gekx Kaproen,          Vers van
Doe 'k zay, waer toe dit Garnizoen (4) ? Vo"del»
Maer doen de moetwil, opgeruit^
           zer ge|~_
Begon, om Sinte Pieters buit,               genheid,
Een kangs te wagen, driefi en dom, gedigt.
Mit vliegent vaendel, flaende trom;
. Doen quam my
't krygsvolk wel te pas,
De fleenen vlogen door het glas.
Ik docht dees Geuzen bennen Spaens:
Of is Sint Pieter
(5) Harmiaens ?
Giert almanshoer dieflong mit fmart
En gleurde by de Verkens mart
(6),
Mit al de lange Verkens dyk (7),
Op 'f opengaen van 't hemelryk:
Men ley een flik gefchuts aen boort
,
Om rammen flnte Pieters poort:
Die riep Sint Angdries
(8) aen om hulp:
Sint Japek
(9) kruip nou uit juufchulp.
OSin-
(4)  Wy hebben, hiervoor (bl. 396), gezien,
dat, onder de ftrenge Gereformeerden, ook eeni-
ge deelgenooten in de Weftindifche Maatfchappye
waren,die, ongetwyfeld,het inneemen van meer-
dere bezetting voor noodeloos zullen hebben aan-
gezien. Op deezen fchynt de Digter hier byzon-
derlyk het oog te hebben.
(5)  De Admiraal Piet Hein.
(6)  De Varken-markt was toen, 't gene men nu
de Heeren-markt noemt, gelyk , in de Kaart van
Balthazar. Floriszoon, te zien is.
(7)  Zo noemt de Digter den Haarlemmer dyk.
(8)  De regeerende Burgemeefter en Kolonel
An&ries Bieter.
{9) De Wagtmeefter Jahb Wyts.
Ee3
-ocr page 438-
438 AMSTERDAMS IL Deel.
1620.          O Sint e Klaes (1), kreet Symen vaêr (2},
Trek any jy bent gien Moordenaer($).
De Jankten trokken op byget,
En bier deur was de (*) brult ontzet:
(*) Mis-
         _gw zoo jjietf gjnte pjeter fraes:
1c ni.cn.
luitt              Godt loont Sint Japek en Sint Klaes (jf).
Schrv-           ^e ^eer PlETER KoRNELISZOON
vens" vanHooFT, Droflaard van Muiden en Baljuw
den Dros-van Gooiland, fchreef, eenige weekenlaa-
£ardft ter, toen hy zig op den Huize van Muiden
met op- ophieldt, aan zynen Zwager Juftus Baak,
zigt op Koopman te Amfterdam, met opzigt op den
den te- tegenwoordigen toefland der Stad, omtrent
Scn" ,. in deezer voege: „ Nu leeven wy hier als
cerTtoè- » ^e ^e were^ geftorven zyn, ofttenmin-
ftandvanj, ften leeren fterven, op zyn Philofoophs.
Amfter- „ D'eene dag is den anderen zoo gelyk,
^3"1, „ dat ons leeven een fchip fchynt, in doo-
„ de ftroom, en ftilte. Beter ftil nochtans
„ als te hard gewaait. Hier preekt men
geen pafly als die van onzen Heere; men
5'
dicht 'er geen requeften; men raapt 'er
„ geen fteenen om de Heeren naa 't hooft
„ te werpen. De kuflens zyn 'er zoo zacht
„ niet dat ze iemant bekooren kunnen. Jaa
„ die'er op belult was, kreeg 'er welgoedt
„ koop een naa 't hoofdt. Ook roert men
„ 'er geen trom ; men timmert 'er geen
j, wachthuizen (>)."
'tLeedt
O) Hekeld. bl. 179.
\r) H00FTS brieven N. 16$, bl. T34.
(1) De Major Nikolaas Haffelaer.
(2; Simon van der Does, Öud-Schepen en Raad.
(3) Zie, om dit teverftaan, hiervoor, bl.378.
-ocr page 439-
.
XIV.Boek. Geschiedenissen. 439
't Leedt egter geene vier maanden, toen 1629.
de zagte ruft, die de DrofTaard op 't Slot te (we.
Muiden genoot, onverwagt, geftoord werdt. ruftheid
Graaf Henrik van den Berge, die onlangsinenora
tot Veldmaarfchalk des Spaanfchen Legers ^mfter"
in de Nederlanden verheeven was, toog,„e|c^en.
op den drieentwintigften July, even bovenheid^van
Yffeloord, over den Yflel, en viel weder- den
om, gelyk in 't jaar 1624, met ecnen aan-vy,11u,e~
zienlyken hoop Krygsvolks, in de Veluwe. J^SjJ JJ"
De tyding hiervan verwekte veel bekomme- vduwe.
ring, in en omtrent Amfterdam. De Regee-
ring ontving eenen brief van Prinfe Fredrilc
Henrik, met verzoek ,, dat vanhier eenig
„ volk, zo uk de Burgery als Soldaaten,
M
5?
die hier in bezetting lagen, zouuitgelaa-
ten worden, tot bezettinge der Steden
Hardèrwyk , Naarden en Muiden:" 'm
welk verzoek, terftond, bewilligd werdt (.f),
alzo de Raad, reeds in February,beflooten
hadt, het uittrekken van 's Lands foldaaten
uit te Stad toe te ftaan , indien de Prins-
Stadhouder geraaden vinden mögt, dezel-
ven elders te gebruiken (t). Burgemeefte-De Re-
ren werden dan gemagtigd om met den£jerinS
Krygsraad orde te ftellen tot de uitzending ï;z?i
JO • o              r\ 1 r lm                    to Muiden,
van eenige Burgers. Ook fchikten zy, ter-
ftond , fret vendel foldaaten van Kapitein
Hart naar Muiden. De Droftaard Hooft
herinnerde hun, dat zy, by den jongften in-
val in de Veluwe, ook vier of vyf flukken
gefchuts derwaards gezonden hadden, om
op
(s) Refol. Vroedfch. N. i«. ze July ifiij. ƒ.99 verfa.
(i)
Refol. Vroedich. N. 16. 21 Febr. i6i<j. f. -jjvtr/**
Ee 4
-ocr page 440-
44<* AMSTERDAMS IL Deel.
1629. °P de voornaamfte toegangen geplant te
worden; en laft gegeven om een wagthuis
van deelen op te (laan , aan 't Noordeinde
der Veftinge (u). Doch of't een en 't an-
der , ook tegenwoordig, gefchied zy,is my
Raad- nergens gebleeken. Maar Amfterdam zondt,
pleegt op op verzoek der Staaten van Utrecht, de
't verfter- Raaden Henrik Hüdde en Simon de Ryke naar
weftzyde den Hinderdam, om daar, met die van U-
V2n de trecht, te raadpleegen op de verfterking
Vegt. van den Vegtftroom, van den Hinderdam
af, tot aan de Rynfche Vaart of Vreeswyk
toe (v). Hiertoe werdt, door Gemagtigden
van Holland en van Utrecht, terftond, be-
flooten. En de Stad Amfterdam fchoot, aan
de Provincie van Utrecht, op goede verze-
kering , honderd duizend guldens, tot uit-
voering van dit werk ( w ): waartoe, over
gantfch Holland, tuffchen Maas en Zyp,
de zesde man van de huisluiden, met het
noodige gereedfchap, opgepreft werdt. Ook
werdt deeze verfterking, fpoediglyk, vol-
trokken. En men beloofde 'er zig te meer
dienft van, alzo men zig te binnen bragt,
dat wylen Prins Maurits, wiens woorden, in
't ftuk van te verftaan 't gene tot 's Lands
befcherming dienftig was, voor wetten ge-
houden werden , gezeid zou hebben, ge-
trooft te zyn, de weftzyde van de Vegt en
Vaart, op deeze wyze bewald zynde, met
tienduizend man, tegen de gantfche weereld
te
(u) HOOTTS Brieven N. 180. hl. 14}.
(v; Refol. Vroedfch. N. \6. z% July 1S29. ƒ. ieo,
(wjKeiol. Vioedlch. N. 16. +Aug, 1619. f. 101.
-ocr page 441-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 441
te verdedigen. De Gemagtigden van Hol- 1629.
land, onder welken ook was de Heer An- Verdere
thony Oetgens van Waveren> regeerend Bur- voorzorg
gemeefter van Amfterdam, vonden wyders hier om-
geraaden, wanneer de vyand dieper intrek-trent«
ken rnogt, den dyk aan de zuidzyde van
Muiden, en aan de Noordzyde van 't Slot,
te doen doorfteeken: waartoe men egter niet
dan in den hoogden nood komen zou. Doch
wanneer 't daartoe komen mögt, twyfelde
Hooft niet, of men zou Muiden „ mits be-
„ hoorlyk geftyft wordende met volk en
„ behoeften, God ten voorften , wel be-
jj
fchermen. Niettemin" was, fchryft hy,
„ de hoope van de Heeren van Amfterdam
„ en de zyne, dat de Heeren Staaten, nu
„ ten tweeden maale, door de beroerte op
„ de Veluwe, dus opgewekt, deeze gelee-
»1
genheidt beetef zouden doen fterken, en-
de zulks verzien, dat men, in gelyken
voorval,den vyandt wat nader zou moo-
„ gen laaten komen, ende niet van noode
„ hebben, zoo tydtlyk , tot verwoeftinge
„ van onze eigene Landen, door't waater,
„ te verftaan (#)."
't Leedt naauwlyks drie weeken, of de Men be-
vyand drong dieper door, en veroverde A- fluit,Am-
mersfoort, op den veertienden Auguftus, 'tfterdam
welk zo dra te Amfterdam niet vernomen ftervkeern
werdt, of men befloot, tot meerder verfter- aan en *
king der Stad, die zwakft was buiten de S. buiten do
Antonis poorte, een bolwerk op te werpen s- -^n"
aan de Ypeflootfche fluis, of ten min
alles p0°rt-
(*•) HOOSTS Brieven N, i8j. bl. 14$, 140.
Ee 5
-ocr page 442-
442 AMSTERDAMS II. Deel.
1629. a^es daartoe te bereiden, en by voorraad
aldaar een halfmaantje te maaken. Ook
werden Burgemeefleren gemagtigd, om de
S. Antonis-poort zulks te Herken, dat de-
zelve tegen eenen aanloop beveiligd mögt
zyn (y). De Raad Hillebrand Schellinger
werdt ookterftond afgevaardigd naar Naar-
den , om, nevens de Heeren Oetgens, Hud-
de en de Ryke, op de behoudenis van Naar-
den te raadpleegen, en om Muiden te be-
fchermen, desnoods, zelfs door het door-
fleeken van den dyk. Voorts, werdt den
Afgevaardigden der Stad in deezen oord
gelafl, zorg te draagen,dat het retrenche-
ment aan de weflzyde van de Vegt zulks
mögt verzorgd en verzwaard worden, dat
de Landen, daar agter gelegen, door het
doorfteeken van den Lekdyk, niet mogten
De Mui- onderloopen (2). Men begon, terftond hier-
derdyk na, een gat te delven in den dyk boven
wordt Muiden , welk met een Fort geilerkt werdt,
ft°ke§e en waar^oor 'c Land beooflen de Vegt on-
der water liep (#). Doch de vyand hielde
Amersfoort, by gebrek van mondbehoef-
ten, flegts tot den vierentwintigften Augus-
Devyandtus in; verliet toen de Stad,en trokweder-
trekt te om opwaards, tot aan en over den YiTel;
ruS- aan deeze zyde van welken ftroom, flegts
zevenhonderd knegten en twee-endertig vaa-
nen paarden, van veertig tot vyftig ieder
vaan,
(y) Refol. Vroedfch. JN. i«. ij, ifi, 21 *Aug. 16Z9. f.
JOI verfo, 102,
(x.) Refol. Vioedfch. N. itf. I5 ^4ug. \6i9. ƒ. 102.
(a) Refol. Vroedfch. N. 1«. 22 *Aug. 1619, f, 103 verft,
yaderl. Hift. XI. B«d, bl, $6.
-ocr page 443-
t
XIV.Boek. Geschiedenissen. * 443
vaan, leggen bleeven: van al 't welke de 1629.
DrofTaard Hooft kennis kreeg, uit iemant,
dien hy op kondfchap uitgezonden hadt,
en die, tot in 's vyands Leger, geweeft
was (#). Hem was ook, van wege de Staa-
ten, belaft, de Huisluiden van Gooiland in
de wapenen te brengen. Doch zy waren
meelt gevlugt, doordien verfcheiden' vyan-
delyke partyen, tot voor de poorten van
Naarden, geftroopt, en Hilverfom,'tvoor-
naamfte dorp in deezen oord, in den brand
gefteken hadden (c). Het verraflen van
Wezel, waardoor den vyand de toevoer
van boven afgefheeden werdt, hadt hem
genoodzaakt, de Veluwe zoverre te verlaa-
ten (cl). De weinige manfchap , die nog En ver-
aan deeze zyde van den Yflel was blyvenlaat dc
leggen, trok,den dertienden Oclober, ins-
         e*
gelyks, over den llroom. 't Land was hier-
door wederom verloft van de vrees voor
de gevolgen van deezen vyandelyken inval;
en Amfterdam in 't byzonder, daar 't ge-
rügt reeds geloopen hadt, dat de vyand van
zins was zig van de Stad meefter te maa-
ken (e).
De verovering van 's Hertogenbofch, kort Amfter-
pp het verraflen van Wezel, gevolgd zyn- datm
de, befloot Amfterdam, op den voorgangdr^nSt0P
van andere Steden, den Prinfe van Oranjek^n van
deswege te begroeten. De afgezondenen Muiden.
fpraken, ter deezer gelegenheid, ook met
zy-
(b) HOOTTS Brieven, N. i»y. bl. 14$.
\c) HOOFTS Erievcn, N. i%6. bl. 149.
\d) Vaderi. Hift. XI. ï)ecl, bl. 101.
(*j VAN DEN SANDS , X. Bot{, bl. I46,
/
-ocr page 444-
WW:>k                                              —•"
444 AMSTERDAMS II. Deel.
1629. zyne Doorlugtigheid over de verfterking
van deeze Stad en van Muiden, en dron-
gen, byzonderlyk , op de verfterking van
Muiden aan. De Prins vorkltze dienftig.
Men raadpleegde 'er over,in de Vergade-
ring van Holland, en maakte verfcheiden'
Kaarten van de ontworpen verfterking. Doch
't werk hadt, voor eerft, nog geen' voort-
gang , hoe zeer Amfterdam 'erop aanhieldt
(ƒ). Ondertuflchen, bleef 'er nog eenigen
tyd bezetting binnen Muiden en Weesp, die
ik vind, dat, in November deezes jaars,
door den Droffaard Hooft, gemonfterd
werdt (g).
Oftroi Dykgraaf en Heemraaden van Nieuwer-
tot het Amftel, den Staaten van Holland vertoond
vTn^e hebbende , hoe door het bepolderen van
Boven- verfcheiden' flreeken Lands, zo wel in het
kerker- Stigt van Utrecht, als in Holland gelegen,
Polder. en met Amftelland uit waterende, het ge-
deelte van Nieuwer - Amftel, tulfchen het
Loopveld [ik verfta het groote LoopveldJ
en Tarnen of den Uithoorn, groot gevaar
liep van overftroomd te worden, verzog-
ten, met goedvinden van Burgemeefteren
van Amfterdam , als Ambagtsheeren van
Nieuwer - Amftel, en verwierven , op den
negentienden December deezes jaars 1629,
O&roi, om de gemelde ftreek, door 't leg-
gen van eenen dyk langs 't gebied van Ta-
men , van den Amfteldyk af tot aan den
Veenweg toe, te mogen bepolderen,en de
kos-
(ƒ) Refol. Vroedfch. N. K. *i Scpt. 1629. lJ**- i«jo.
ƒ. log , 136 verfo.
(x) HOOFrs Blieven, N, ist. hl. i$o.
-ocr page 445-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 445
koften te vinden uit eene gabelle, die, by 1620.
de gemaakte verlaaten, zou worden inge-
vorderd. De nieuwe Polder werdt, federt,
de Bovenkerker-Polder genaamd. Wy hebben
het O&roi tot het aanleggen derzelve, welk
onzes weetens nimmer gedrukt geweeft is,
hier agter wel onder de Bylaagen(h) willen
voegen.
De vrees voor denvyand hadt de inwen-Haarlem
dige onruft, hier ter Stede, een weinig ftyft de
doen afneemen, die egter, tegen 't einde SebajJ-
des jaars, het hoofd wederom opftak. DeJtodani"
Vroedfchap hadt, vroeg in 't voorjaar, reeds mers.
met ongenoegen vernomen, dat de geban-
nen burgers geftyfd werden door 't nabuu-
rig Haarlem, waar eenigen zig niet alleen
onthielden , en hunne fcherpfte fchriften
tegen de Amfterdamfche Regeering, open-
lyk, lieten drukken; maar van wege welke
Stad, ter Vergaderinge van Holland s ook
voorflagen gedaan werden , die men hier
hieldt te ftrekken tot krenking van der Ste-
de Privilegien, en die men befloot, door't
gezag van Prinfe Fredrik Henrik , of door
ernftige Proteftatien , tegen te gaan (f).
Doch de ballingen en ontfchutterden von-Schets
den, hier ter Stede, ook vlytige voorftan- van 't ge-
ders aan fommige Predikanten, met naamebeurde
aan Adriaan Smout en Toannes Kloppenburg. *?Q}.
t\         n                11           ir            & Adriaaa
De eerlte was, al voor lang, berugt ge- Smout
weeft, wegens zyn bitter fchryven en pre-eer hy*
diken tegen de Overheid. Van hem vraag- hjerPre-
1 dikant
w werdt.
(h) Lr. A.
(;) Refel. Vroedfch. N. itf. +*4ftU 1619. f,tt.
-ocr page 446-
o
446 AMSTERDAMS II. Dm.
1629. de de Burgemeefter Korneüs Pieterszoon
Hooft, in zeker gefchrift (£), of men wel
eenig Schryver zou können aanwyzen^ die in
laßeren en fchelden by Smoutius zou können
haaien?
In 't jaar 1606, was hy, ruim een
jaar, Predikant te Roon geweeft; dochzy-
nen dienft aldaar hebbende nedergelegd»
predikte hy, federt, in verfcheiden' afgezon*
derde Vergaderingen der Contraremonftran-
ten. In 't jaar 1613 , clroeg hy zyn Schrif.
tuurlyk Ja
op aan de Staaten van Holland;
in welk boek, naar 't oordeel der Staaten
zelven „ gearbeid werdt tegen hunne Re*
„ folutièn, ook met kennelyke onwaarheid»
„ ja tot /editie en oproerigheid." Ook werdt
hy, deswege, den twintigften July des ge-
melden jaars, voor de Staaten ontbooden:
en hun geene voldoening konnende geeven,
wegens 't gene hy gefchreeven hadt, werdt
hem gelaft, binnen vier dagen, naar 's Graa-
vezande te vertrekken, en binnen de vry-
heid van die Stede te vertoeven, tot dat
zynezaak, ter naafter Vergaderinge, zou
afgedaan zyn (/). Hoe lang hy hier bleeve
is my niet gebleeken; doch fommigen teke-
nen aan, dat hy, boven arrell: en al, door-
ging (7«). In September des jaars 1620,
werdt hy te Amflerdarn beroepen (n); daar
hy veel toebragt tot de fchorfingvanHane-
kop, en dikwils, vooral op de Bededagen,
vin*
(i^) By Brandt II. Deel, U. ut,
(l) Refol. Holl. ^o July iólj. by BRANDT II. Deel.
hl.
21J.
(m) Vryc aanwyzing tegen de Hiftorie van f, DE VRY,
*/. 83.
(n) Crosse Kerk. Regifter, bl. ++,
■ -
-ocr page 447-
■■»■" -----■ *w ■««mpy^i
XIV.Boek. Geschiedenissen. 447
vinnig uitvoer tegen de Regeering. Opden k52q.
agtentwintigften January des jaars 1626 ,s . .
hadt hy 's Lands plaagen toegefchreevenva^aZy^s
aan het dringen van Luiden in dellegeerin predifeen
ge, die 't Pausdom waren toegedaan; en de tegen de
Staaten befchuldigd, om dat zy Schepen ReSee;
naar Rochelle gezonden hadden, tot ver-^"gceje<
drukking, zo hy zeide, van de waare Ge-
reformeerde Religie (0). Op den Biddag
van May deézes jaars 1629, hadt hy den
Prins van Oranje aangetafl, op zulk eene
wyze, dat Bürgern eefter en aanfchryvens
kreegen van het Hof, om daarop onderzoek
te doen; gelyk, zeer in ililte, gefchied was.
Ook hadt hy, op den eerflen Auguftus ,
insgelyks eenen Biddag, in de Oude Kerke,
van den Predikftoel gezeid: „ Gy zyt de
„ oorzaak met uwe proceduuren, dat God
„ almagtig den vyand op de Veluwe heeft
„ doen komen - - Men legt den luiden
„ misdaad te lail; maar mogten zy eens,
als befchuldigers en befchuldigden, tegen
eikanderen gehoord worden, dan zou men
bevinden, wie eigenlyk fchuld hadt. - -
n
3>
Gy agt ons te klein en te gering, dan dat
gy met ons Correspondentie zoudt hou-
,, den - - Men houdt ons voor kootjongens
„ — Gy houdt zo veel van u zelven, als
3, of gy alleen iet te zeggen hadt. Men .
„ leent zyne ooren, veel liever, aan een
„ hoop Poëeten, Orateurs, Juriften, Poli-
„ tyken, dan aan ons, Dit 's verkeerd. Zy
5, haaien hunne dingen uit Redenvoeringen,
„ uic
(«) Authwu. ea Wawagt. Venh. itdruk* i«j». tl. -»,
-ocr page 448-
448 AMSTERDAMS II.Deel.
, „ uit de Keizerlyke Regten enz. Wy zeg-
„ gen blootelyk, de Heere zegt het. Wy heb-
„ ben Gods woord: hoort, derhalve, wat
„ wy u zeggen. Wy zyn uwe Herders;
„ wy zullen u anders niet zeggen dan de
„ waarheid. Wee den afvalligen, die zonder
my raadflaagen, Jefaia XXX. — Herfielt
„ dan de genen, die ons zo trouw geweefl:
„ zyn, herfielt de genen, die gy ontfehut-
„ terd hebt. Volgt niet na de voetflappen
„ van Rehabeam, die den jongften Raad
„ flelde boven den ouden enz." Al dit en
nog meer fprak hy, met het aangezigt ge-
wend naar 't Burgemeefters-geftoeke, daar
Schout en Burgemeefleren zaten. Voorts,
beftrafte hy de Gemeente , dat zy, over
haare bezwaarniffen tegen de Regeeringe,
haare Predikanten niet gekend, maar in den
Haage geklaagd hadt. „ Wy beigen 't ons,
„ zeide hy, dat gy ons niet gekend hebt.
„ Ik voor my belg het my, dat gy my niet
„ gekend hebt. Gy hebt, met uw klaagen
„ in den Haage, uwe Heeren getergd, zo
„ dat zy zig tegen u gefield hebben. Ik
„ weet wel, dat u al wat veel gevergd is;
„ maar gy moeft tot ons gekomen zyn: wy
„ zouden by uwe Wethouders gegaan, en
„ hun hunne misflagen aangewezen heb-
3, ben." Voorts, zeide hy „ dat de Predi-
3, kanten menig Vertoog aan Burgemeefle-
„ ren gedaan hadden; ook aan den Prinfe,
„ toen zyne Doorlugtigheid zig laatflelyk
j, hier bevondt. Maar, ging hy voort, wat
„ was het? Men agtte het niet. Menfloeg
„ het in den wind.s; En zyne beftraffing
-ocr page 449-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 449
befluitende, zeide hy „ Kortom, zy heb- ifag.
„ ben allen tegen ons gezondigd, van den
„ minflen tot den meetten toe (p)"
Over zulk prediken, werdt Smout, wel Hy wordt
haaft,voor Burgemeefteren ontbooden, die voorBur^
hem zeiden „ dat zy eenige aantekeningen 8emees-
„ gehouden hadden van zyne jongfte Bid- ont£0QA
„ dags-preeke; doch begeerden, dat hy hun den.
„ die, zo na mogelyk, opgefteld , gelyk
9, dezelve uitgefproken was, Overleverde,
„ om te können zien, of zy zyne woorden
„ ook anders hadden opgevat, dan hyze
3, gemeend hadt." Smout aarzelde in 't
eerfl, en zeide, eindelyk „ dat hy de Hee-
„ ren niet believen kon, zonder kennis van
„ den Kerkenraad,. welken hy verzogt,
3, vooraf, te mogen berigten van 't gene op
„ hem begeerd was:" 't welk hem vergund
werdt. Weinige dagen hierna, verfcheen
hy wederom voor de Heeren, zeggende,
„ dat de Kerkenraad het overleveren der
3, Preeke niet dienftig gevonden hadt; doch
„ dat hy 't egter doen zou, mids men hem
„ eene maand tyds gave." Men flondtze
hem toe; maar als hy, na verloop derzelve,
niet opkwam, deedt men hem boven komen,
en drong hem tot het voltrekken zyner be-
lofte. Hy hieldt zig onkundig van eenige
belofte, en beriep zig op 't verbod desKer-
kenraads. De Heeren hielden hem toen
eenige punten uit hunne aantekeningen voor,
en vraagden hem, wie hy op 't oog gehad
hadt met de woorden, Cy zyt de oorzaak met
uwe
(/>) Authent. en Waeiacht. Verh, bl. y - g,
IV. Stuk.             Ff
-ocr page 450-
. ■
450 AMSTERDAMS IL Deei
1629. uwe proceduren enz en Herfielt de genen die
Z ne be- êJ ontfchutterd hebt ? Ën na eenige aarze-
kentenis. Iing5 erkende hy, daarmede de Magiftraat,
zo wel als de Gemeente, gemeend te heb-
ben. Ook beleedt hy, met verfcheidene an-
dere uitdrukkingen, op de Magiftraat te
hebben gezien. Zelfs ontzag hy zig niet,
Burgemeefleren in 't aangezigt te zeggen:
Myne Heeren, valt God neg te voet, en bidt
hem om vergiffenis; fiaat van uwe begonnen
-proceduren af; want anders zult gy u en uwe
kinderen om hals brengen.
Ook zeide hy,
55
55
55
55
35
dat, in de Sententien der Burgeren, din-
gen gefield waren, die God den Heeren
vergeeven wilde, dat zyze zo hadden doen
Hellen." Men voerde hem te gemoet,
dat hy, indien hy dit dagt, den Heeran
„ in 't byzonder moefï aangefproken heb-
„ ben, zonder zulke dingen op denPredik-
„ floel te brengen, en de Regters openlyk
„ ten toon te Hellen." Doch hy beweerde,
„ dat de ergernis, openlyk gegeven zynde,
,, ook openlyk behoorde beftraft te wor-
„ den." En als de Heeren ontkenden, er-
gernis gegeven te hebben, zeide hy „ dat
„ de geheele Gemeente daarvan overtuigd
„ was." Wyders, werdt hem gevraagd,
wie hy meende met den ouden Raad ? waar-
op hy zeide, Burgemeefier Pauw en de zynen.
Men vraagde hem , of de Heeren verpligt
waren, Burgemeefier Pauw te volgen, als
zyne redenen hun niet voldeeden ? Waarop
hy antwoordde „ dat men in den Raad
53
39
kwam met bekuipte flemmen, en in zul-
ker voege de befluiten doordreef." Men
her-
.
-ocr page 451-
3tIV.BoEK. Geschiedenissen. 451
hervraagde „ hoe hy zulks wift ?" Doch hy op-
antwoordde hierop alleenlyk „ dat de dingen
3, zo geheim niet bleeven,of zy lekten wel
„ eens uit." Na eenige verdere woorden- Men Iaat
wifTeling, liet men den Leeraar gaan, hem hem
alleenlyk aanzeggende „ dat Burgemeefte-saan*
3>
5'
ren, volgens hunnen eed, niet zouden kön-
nen nalaaten, wegeqs 't voorgevallene ,
zulke voorziening te doen, als zy, tot
behoudenis der rufte van de Stad en der
Religie, zouden agten te behooren,"met
vermaaning „ dat hy zig verder gedraagen
3, zou, gelyk een goed eerlyk Predikant be-
„ taamde."
Terwyl de zaaken met Smout dus fton- Harse-
den, zo niet al vroeger, wer dt Kloppenburg, IinS met
in gevolge van het befluit der Vroedfchap, jgant
hiervoor (#) te boek gefteld, insgelyks, zo Kloppen-
ik meene, voor Burgemeefteren ontbooden. burg, t
Sommigen fchryven, dat de Magiftraat Cri-
mineellyk tegen hem
deedt procedeeren (f). Men
hadt, behalve het bewerken van het Advys
over den Schutters - eed, veele andere din-
gen ten zynen lafte. Doch my is niet klaarlyk
gebleeken, wat 'er al met hem gehandeld
werdt. Sommigen tekenen aan, dat hy, ge-
lyk Smout naderhand, uit Amfterdam ge-
weezen werdt, en zig eenigen tyd te Lei-
den onthieldt (j). Anderen melden, dat hy,
den negenden November, van de Amlter-
damfche Gemeente ontflaagan werdt (f): 't
welk
(if) BUdz.. 432.
Ir) TllIGLAND. bl. 91J.
(1) AITZEMA I. Deelt bl. 10«.
(t) Crosse Kerk. Regifter, bl. 4s.
Ff 2
-ocr page 452-
—.—■---------------------------------------------—--------------—
fP^H
'45* AMSTERDAMS II.Deel.
1629. welk zeer wel gefchied zou können zyn,na
dat hy ter Stad uit geweezen geworden was.
Doch Trigland, zyn ampt- en tydge-
noot, fchryft, dat hy, de gramfchap der
Wethouderen willende ontwyken, zig buiten
dienaar de Stad gehouden heeft (u). Hy werdt,
leenbe7ie" nog in dit zelfde jaar, naar den Briele be-
roepen roepen,, daar hy maar weinige toehoorders
wordt, hadt, zo men aan deeze verzen van den
Digter Vondel geloof wil flaan: .
Geen Paep , geen flokebrand mag hier den
wervel draeien;
De tochtfchuit leit gereet
, voor al die oproer
kraeien,
Als Smout, en Kloppenburgh; men nu het
harte breekt ,
Zoo dik hy in den Briel voor zes paer ooren
preekt (y).
Maar in 't jaar 1640, werdt hy tot Hoogleer-
aar der Godgeleerdheid te Harderwyk be-
vorderd , en vier jaaren laater, in dezelfde
hoedanigheid, te Franeker; daarhy, in't
jaar 1652, overleeden is (iu). Eenige jaaren
voor zynen dood, heeft hy zig, nog dik-
wils, wederom in Amflerdam vertoond (x).
Smout Midlerwyl ■, verwagtten Burgemeeft«ren,
predikt, <jat de Kerkenraad iet tegen Smout doen
nfeuws
zou»en Saven 'l» kv gelegenheid, aan eeni-
hevig ' ge Predikanten en Ouderlingen te kennen.
Doch
(h) Trigland. II. 927.
(v) Hckeld. tl. 199.
(n>) CkoesE Kerk. Regifter, hl.47.
(x) TRIGLAND. il. 9^7-
!
-ocr page 453-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 453
Doch de Kerkenraad kreunde 't zig niet. 1629,
En Smout iloeg zo weinig agt op de ver- tegen dc
maaning van Burgemeefleren,dat hy, denResee.
eenentwintigden November, predikende o- ringe.
ver Mattheus VIL vers 5. Gy geveinsde, werpt
eerß den balk uit uw oog
enz., volgens de aan-
tekening van eenige luiden van aanzien, wel
durfde zeggen „ dat zy de geveinsde waren,
die de yveraars voor de Religie hier had-
den ontfehutterd; dat hy, voorheen, al«
3>
gemeene uitdrukkingen hadt gebruikt,
„ maar nu byzonderlyk zou gaan, al zou't
3i hem nog zo kwalyk genomen- worden.
„ Dat hier vervolgd werden, die voor Gods
„ woord y verden, gelyk, God beter 't, dit
j, jaar, genoeg gebleeken was. Dat men
„ hier erger was te werk gegaan, met In-
„ quifitie, Perfecutie en vervolging, dan de
„ Koning van Spanje ooit in Spanje gedaan
„ hadt. Dat men zelfs de Dienaars van
„ Gods woord vervolgd hadt:" ['t welk op-
Kloppenburg fcheen te zien.] „ Dat hy de
„ perfoonen niet noemde; maar dat elk wel
„ verflaan kon, wie hy meende."'
Wegens deeze preeke,werdt Smout we-Burge-
derom ontbooden voor Burgemeefleren, die meefte-
hem, op zyne weigering om hun zyne preek (Jeden'"
gefchreeven ter hand te ftellen, hunne aan- hem we.
tekeningen voorhielden. Hy ontkende, de derom.
woorden Inquifitie en Perfecutie gebruikt te
hebben. Op het overige hoopte hy, zo men
hem uitflel gunde , nadere voldoening te
zullen geeven. Doch befpeurende, eer hy
vertrok, dat Burgemeefleren zig van hun
gezag tegen hem bedienen zouden, bragt
Ff 3                        hy
-ocr page 454-
454 AMSTERDAMS II.Deel.
1629.  hy tewege, dat de Kerkenraad, nog dien
Wei
       zelfden dag, befloot, twee Predikanten en
ren den
  twee Ouderlingen te zenden aan Burgemees-
Keiken-
  teren, met laft om hun de bewyzen af te
raad hun
  vraagen, welken zy, omtrent „ de Preeken
zen ie'y  »» van Smout, hadden ingewonnen." Doch
gen
        Burgemeefteren, ongezind om zig de regt-
Smout
    fpraak over Smout uit de hand te laaten
over te
   wringen, weigerden rondelyk, denKerken-
geeven.
   raacj njerjn te wille te zyn. Smout, opnieuws
ontbooden zynde, werdt gedrongen op de
beloofde voldoening, wegens zyne jongde
Preeke. Doch hy ontweek zulks met te
zeggen „ dat zyne medebroeders hem ge-
„ laft hadden, de Preek in gefchriftteftel-
„ len, enze den Kerkenraad over te leve-
„ ren." Burgemeefteren vorderden hem
toen mondelinge onderregting af. Doch hy
verklaarde „ ook hierin, den Heeren niet
„ te können dienen, buiten bewilliging des
,, Kerkenraads."
't Was nu, in 't laatft van November of
in 't begin van December. Burgemeefteren
wagtten,nog vier of vyf weeken, langmoe-
diglyk af, wat de Kerkenraad doen zou;
doch, bekeurende, dat men daar de zaak
op de lange baan fchoof, en dat Smout, on-
dertiüTchen, met hevig prediken voortvoer
GO» gaven zy, den zevenden January des
1630.  jaars 1630, der Vroedfchap kennis „ van
Geeven 3» de menigvuldige poogingen, by hen, fe-
der „ dert eenigen tyd, aangewend, om den
Vroed-
                                                          „ Pre«
(y) Authent. en Waaracht. Verhaal ,gedr. 1630, II. g-i*.
Tegen den Gloflateur der Sent. D. Smüutii, £tdr, Ujq,
*/. s.
-ocr page 455-
XIV.BoeK. Geschiedenissen. 455
I63O.
fchap -
kennis
van 'c
gehan-
delde
met
Smout,
31
11
91
31
31
31
31
11
31
31
31
SI
31
51
51
51
3)

31
91
31
?!
Predikant Adriaan Smout te houden bin-
nen de paaien van zyn beroep, en te doen
afftaan van zyn- oproerig prediken; waar-
in hy, dagelyks, de bedryven der Wet-
houderen deezer Stede, in zaaken van
Regeeringe en Regtsoefeninge, veroor-
deelde :" daarby voegende „ dat zy hier-
in niets op hem hadden können winnen;
maar dat hy, van tyd tot tyd, op gelyken
voet, was voortgegaan, gelyk blyken kon
uit zyne Preeken, op verfcheiden' tyden
gedaan, die in den Raad gelezen, en
hem voorgehouden waren. Dat zy hier-
om niet langer konden uitftellen, zig daar-
over gevoelig te toonen, en, oordeelen-
de, dat het, zo voor zynen perfoon als
voor den Predikdienft, de minfte kwet-
fing geeven zou, zo de zaak politikelyk,
of buiten vorm van regtspleeginge, afge-
daan werdt, waren zy van meening, hem
te beladen, binnen zekeren korten tyd,
de Stad te ruimen: waarop zy den raad
der Vroedfchap verzogten." De omvraag
en van
hun
voornee-
men om
hem uit
de Städte
zetten.
gefchiedde, vervolgens, en verre het groot-
fte gedeelte der Raaden verklaarde „ dat
Biirgemeeileren, * uit eigen gezag, vol * ex pro-
- • • *                                                             ' ■ pria a\i'
thoritate.
31
raad der Vroedfchap daarop te verzoe-
3
91
#>
33
31
ken , hierin zulks zouden mogen doen,
als zy zouden goedvinden; doch datzy,
wat hun gevoelen betrof, eens waren mee
Burgemeederen (z)" De uitvoering van
ï gene men tegen den onrufligen Leeraar
Voor-
la) Bxfol. VxQCdfch. N. U 7 7*n, IÄ30. ƒ. 136 verf«.
Ff 4
-ocr page 456-
"
■■-.
456 AMSTERDAMS II. Deel.
1630. voorhadt, bleef toen geen oogenblik agter.
't Ge- Smout kreeg, nog dien zelfden dag, eene
fchicdt. Afte t'huis van deezen inhoud:
Burgermeeßers ende Regheerders der Stadt
Amfterdain bclaften
D. AdriaenSmout,
om redenen, op morghen voor 't ondergaen van
de Sonne de Stadt ende de Vryheydt van dien te
ruimen
, /onder daer weder in te komen, op pe-
ne indien hy voor de voorfz. tydt niet en ver-
treckt, van door der Heeren Officier daer wt-
geleyt te worden. Aclum den fevenden Janua-
ry
1630.
Ter ord. van haerE.E.
D. Mostart.
De Ker-
De Leeraar vertrok, met eene fchuit, hem
kenraad door Burgemeefteren toegefchikt, nog in
doet ee- dien zelfden nagt, ter Stad uit, onder eenen
ne be-
zending
aan Bur-
gemees-
teren,
ten be-
hoeve
van
Smout,
grooten toeloop van volk, welk voor zyne
deur vergaderd was, om hem te geleiden,
ofte zien vertrekken (a). De Kerkenraad
kreeg, gelyk men ligfeelyk denken kan,ter-
ftond kennis van dit uitzetten, 's Anderen-
daags, den agtften, was'er reeds eene be-
zending van vier Predikanten en twee Ou-
derlingen by Burgemeefteren, verklaarende,
3>
hoe de Kerkenraad, met hertzeer, ver-
ftaan hadt, dat hunnen medebroeder,
Smout, de Stad ontzeid was;en hoe zy,
met e enpaarige Hemmen, gel aft waren,
den Heeren aan te zeggen, dat zy, met
die proceduren, der Kerke geweld aan-
5>
5J
J)
ȕ
dee-
(,*) TRlGtAND. hl. 924.. DOMCELAAR VI. Boc{, hl, Jja.
COMMELIN, kt. II05.
-ocr page 457-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 457
„ deeden, en zig aantrokken't gene Ker- l6'3a
„ kelyk was." Zy voegden 'er by ,, dat
zy, zo de Heeren hiermede voort wilden,
", genoodzaakt zouden zyn, de Proceduren,
„ eenigen tyd herwaards gevallen, te bren»
5, gen daar 't behoorde, waaruit, ongetwy-
„ feld , veele zwaarigheden zouden ont-
9] ftaan; waarom zyverzogten, datdeHee-
„ ren afftand wilden doen van de aangevan-
„ gen proceduren." Trigland, een der vier
Predikanten, voegde hierby „ dat zy hun
„ gemoed bevryden moeiten, en Gode re-
„ kenfchap geeven van't bloed hunner Le«
„ demaaten."
Burgemeefteren, de Kerkelyken gehoord Ernflig
hebbende, betuigden „ hunne hoogfte ver- an*
„ wondering, dat men hun, zelfs daar ter "'°norBur,
,, plaatfe, met zulke taaie, bejegenen durf- gemees*
„ de. Zo men hen vervaard dagt te maa- teren.
„ ken, zou men zig jammerlyk bedroogen
„ vinden. Dagten die van den Kerkenraad,
„ dat de Heeren der Kerke geweld aandee-
„ den, en zig, in 't uitzetten van Smout,
„ iet hadden aangemaatigd ,'tgene der Ker-
„ ke raakte; zy dagten daartegen, allen met
„ eikanderen, dat de Kerk den Heeren,en
,, der Regeeringe geweld zogt aan te doen,
?, door hun zaaken van Regeeringe te ont-
„ trekken. De Heeren zouden ook, zo wel
„ als zy, rekenfchap moeten geeven van
„ de zorg, die hun toeftondt te draagen voor
de ruft der Gemeente, en vooralles, wat
',', meer van de Regeeringe afhing. Zy
j, zouden ook het bloed der genen, die hun
Ff 5                „ aan-
-ocr page 458-
45? AMSTERDAMS II. Deel.
1630. »« aanbevolen waren, moeten verantwoor-
„ den. Die zorg zouden zy zig, in geenen
„ deele, laaten onttrekken." Voorts eifch-
ten zy verklaaring van de woorden, dat de
Kerkenraad de zaak zou moeten brengen, daar
't behoorde. „ Verftondt men daar den Pre-
„ dikftoel door, en zogt men dus de Ge«
„ meente gaande temaaken; dan rieden zy
„ die van den Kerkenraad wel voor hun te
„ zien, wat zy deeden. De Heeren wis-
„ ten, hoe zy hun, in zulk een geval, be-
„ jegenen zouden." Doch de afgezondenen
zeiden hierop ,, dat zulks hunne meening
„ niet was; maar dat zy de zaak, voor Kerke-
„ lyke en Clasiicale Vergaderingen, meen-
Hunne fJ den te brengen." Burgemeefleren zeiden
aanbie- toen ^ fat, wanneer die van de Kerke ge-
ing' „ fchiktelyk handelen wilden, zy ook ge-
„ fchiktelyk bejegend zouden worden. De
„ Heeren waren bereid, elk rekenfehap te
3, geeven van hunne bedryven, en byzon-
3, derlyk te doen zien, dat het gene Smout
3, te lad gelegd was, louterpolitykwas;en
„ dat het niemant, veel min eenen Predi-
„ kant, vryflondt, zo openlyk, op Schepe-
Vrymoe- „ nen-Vonniflen te fpreeken." Maar Trig-
dig zeg- land bragt hiertegen in „ dat hy, van ge-
ïp ? van jj moedswege , vryheid hadt, als hy be-
land. »» vondt 5 dat Schepenen kwalyk gevonnifl
„ hadden , zulks op den Predikfloel te
„ brengen." Waarop hem geantwoord
werdt „ dat men wel wifï, hoe hy oordeel-
n de van 't vonnis over de ukgebannenen.
„ Luftte het hem dan; hy mögt werk be-
j» gin-
-ocr page 459-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 459
55
55
ginnen ; maar zou zulks bejegend wor- 1630.
den, dat het hem lang heugen zou (£),"
OndertuiTchen, namen de Remonflranten De Re-
meerder vryheid, naar gelang dat de Wet-mon"
houders, hier ter Stede, zig yveriger fiel- JJ-a!"eri
den tegen de heethoofdige Kerkelyken. E* te Am"'
piscopius, die zig, federt zyne ballingfchap, fterdam,
gemeenlyk in Frankryk onthouden hadt,eene
was, in 't jaar 1624, nevens Uitenbogaard, pieij^f
te fchepeop reis gegaan naar Holftein; doch, piaats."
te Havre de Grace ingeloopen zynde, ont-
dekt geworden door een' Amfterdamfch'
bootsgezel. Ook werdt het Schip, welk hen
voerde, in dezelfde haven, terwyl zy aan
land waren, onderzogt door een Staatfch
Oorlogsfchip; 't welk hen zo verlegen maak-
te , dat zy de reis (laakten, en naar Rouan
te rug keerden (V). Doch omtrent fcwee
jaaren laater ,in den Zomer des jaars 1626, .
kwamen zy beide, de een na den ander,in
Holland. Episcopius onthieldt zig te Rot- .
terdam; doch predikte, den dertigflen De- -
cember des jaars 1629, in de Vergadering
der Remonflranten te Amflerdam. De Preek
werdt, omtrent op de helft, gefloord, door
't gerügt, welk eenige onruftige menfchen
maakten. Doch zy werdt, twee dagen laa-
ter, op den eerflen January deezes jaars,
zonder opfchudding, ten einde gebragt. Ten
deezen tyde, kogten de Remonflranten een
huis, aan de weflzyde der .Keizers - graft,
tuflchen de Lelie graft en Prinfen - flraat,
waar-
(b) Authent. en Waaracht. Verhaal ,gcir. 1630. hl. if«jf,
(*J S. A LlMBORCH Vita Epiicopii p, »518-300, .
-ocr page 460-
A6o AMSTERDAMS II. Deel.
1630. waarin, den eenendertigden January, door
Hermanus Montanus, voor't eerft, gepre-
dikt werdt. Episcopius predikte 'er , ins-
gelykSjOp den derden February, zyndeeen
Zondag, zonder eenigszins geftoord te wor-
den. Maar 's Woensdags daarna wederom
predikende, ftooven eenige onruftige luiden
ter Vergaderplaatfe in, die nogtans, na een
weinig toevens, wederom vertrokken. Van
dien tyd af, werdt hier openlyk gepredikt,
en 't gebouw , nog in den Zomer deezes
zelfden jaars, tot eene Kerk vertimmerd.
Episcopius deedt aldaar de eerfte preeke,
Vondels °P den agtften September (d). De Digter
gedigt van den Vondel maakte een trefFelyk
daarop, vers op de ftigting deezer Kerke (e), welk,
wordt onder eene afbeelding van't gebouw, open-
haald" V*te k°°P genangen werdt. Doch de Wet-
houders , niet willende, dat men met hun-
ne goedheid pronken zou, terwyl men den
Remonflranten nog , in fommige Steden,
laftig viel: ook weetende, dat 'er zeer ge-
arbeid werdt, om de Plakaaten, tegen hen
gemaakt, alomme in 't werk te doen leg-
gen ; lieten niet alleen de prent en 't gedigt
opnaaien; maar ook de koperen plaat op'c
Stadhuis brengen, daarze, eenige jaaren,
leggen bleef, tot dat menze, na 't verder
verzagten der tyden , den eigenaar , den
Boekverkooper Abraham de Wees , volgen
lier(/).
De Lu- De Lutherfchen, die nergens, hier te Lan-
de,
(d)  P. A LïMBOJICH Vita Episcopii p. 303 , 307, 39».
(e)   VONBELS Poëzy, iL Deel, kl, J»6,
(f)  vondels Leven, il. ji.
-ocr page 461-
XIV>Boek. Geschiedenissen. 461
de, fterker in getal waren dan te Amfter- 1630.
dam, hielden, federt eenige jaaren, hier h '
ter Stede, onder toelaatinge der Wethou- fchen
derfchap (g), ook openlyke vergaderingen, bouwen
in een groot Huis of Pakhuis, op 'tSpuyby eene
den Singel, ter welker plaatfe, zy ,in't jaar Jf^f
1632, eene aanzienlyke en geheel openbaa-
re Kerk ftigteden (A)f die nog in wezen is.
De Doopsgezinden genooten ook , federt
lang, volkomene vryheid van Godsdienftoe-
fening: en deeze vryheid van geweeten
bragt, onder anderen, zo veel toevloed van
ingezetenen, en zo veel neering en welvaart
in de Stad, dat Vondel, te regt, van
deeze tyden zingen mögt:
Codt, Godty zeidt d'Amflelheer ,zal elxge-
weten peilen:
De vrydom ga zyn gang, en viïegh met volle
zeilen
Den Tfiroom uit en in: zoo wort ons veß
gebout
:
Zoo tafl de Koopman tot den elkboogh in 't
gout (i). ,
De Wethouderfchap van Amflerdam, tot De Wet-
hiertoe hebbende uitgefteld, de voorgeno- houder-
men zitting te neemen in den Kerkenraad, fch'P ■ ra
vondt nu geraaden, daartoe, eindelyk, te^f"^
komen, en door dit middel, de ruft, die den Ker-
aldaar, door het vertrek van Smout en Klop- kenraad
Den- verfchec-
(g) Vrye aanwyzing tegen de Hiftwie yan F. deVRY,
jedr. lózi. bl. 93.
(h) F. VON ZtSEN, />. 2j5.
(i) Hekeld. H. 199.
-ocr page 462-
462 AMSTERDAMS IL Deel.
1630. penburg, eenigszins herfteld was, voor het
ver toekomende, te bewaaren. Vooraf, ver-
klaart fcheen zy, in vollen getale, in den Kerken-
haar oog-raad, daar zy vertoonde „ hoe fmertelyk
merk, om 5j haar viel het misverfland, welk,tuflchen
zitting te " ^aar en ^en Kerkenraad > ontftaan was,"
neemen. met verklaaring „ datzy, fchoon zybillyk
„ zou hebben können wagten,dat men haar
„ Gecommitteerden toegezonden hadt, den
Kerkenraad wel hadt willen voorkomen,
3, om haare genegenheid, tot het wegnee-
3, neemen van allen misverfland, en tot be-
3*
5>
vordering der gemeene rufte, te beter te
doen blyken. Van haare zyde, wilde zy
al, wat men, behoudends eer en eed ,
„ van haar verwagten kon, toebrengen, om
„ alles op eenen goeden voet te herftellen:
en zy verzogt*dezelfde bereidwilligheid
van den Kerkenraad. Haars oordeels,
was 'er nietsdienftiger, dan dat men,ter
„ wederzyde , rondelyk openbaarde, wat
„. men tegen eikanderen hadt, op dat men,
„ kennende de oorzaaken der kwaaie, de
„ regte geneesmiddelen zou können in 't
„ werk Hellen. Wat haar betrof, haar mis-
a, noegen was alleenlyk hieruit ontftaan, dat
„ zy, eenigentyd herwaards, zouitdePre-
„ dikatien als uit eenige andere daaden, ge-
„ waar geworden was, dat die van de Ker-
„ ke den eenen voet dagten te zetten op
„ den Predikftoel, en den anderen op 't
„ Raadhuis, om zo te gelyk deKerkelyke
„ en Regeeringszaaken aan zig te trekken;
3, dat men zig niet hadt ontzien, de bedry-
„ ven der Wethouderen, by alle gelegen«
„ he-
-ocr page 463-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 463
„ heden, fcherp door te ftryken, en ver- 10*go.
„ dagt te maak en: 't welk, met eenige voor-
5, beelden, beweezen werdt. Dat zy, des-
3, onaangezien, bereid was, alles te ver-
„ geeten, en eikanderen met nieuwe liefde
„ te omhelzen. Dat de Kerkenraad nu maar
35
3>
rondelyk openbaaren moeft, welke be-
zwaarnilTen zy hadt tegen de Wethouder-
fchap, die, voor de gantfche Vergade-
3, ring, betuigde, niet te weeten, dat zy der
„ Kerke ergens in verkort hadt. Kon men
3>
3>
haar egter anders onderregten; zy was
bereid, alles tot genoegen te herflellen."
De Kerkenraad antwoordde al leen lyk,by DeKer-
monde van den Prefident „ dat men, in 't kenraad
3, afzyn van haare Edele Agtbaarheden, op ver",
„ alles raadpleegen, en eenigen afzenden jat het

33
zou, om nader met de Heeren te fpree- necmen
ken." En 's anderendaags, verfcheenen v.an zif"
eenigen voor Burgemeefteren, die nogtans ^1"^,11,1^
niets ten lalle der Wethouderen inbragten ^orde.
dan „ het dulden der Remonftrantfche Ver-

35

gaderingen , het beroepen van Dominkus .
JVinfemius
in het Tugthuis, het uitzetten
van Smout, en eenige andere kleinighe-
den." Doch zy verzogten, by aanhou-
ding „ dat haare Edele Agtbaarheden van
„ 't neemen van zitting in den Kerkenraad
„ wilden afftaan, immers tot op de aan-
„ ftaande NoordhollandfcheSinode." Men
vraagde hun „ waartoe dit uitftel dienen
„ zou ? En of men 't regt der Magiftraat dagt
„ te doen betwiften op de Sinode? Zo ja;
„ dan zouden de Heeren daar ook tegen-
„ woordig willen zyn,om hun regt ftaande
I
-ocr page 464-
■. ■ ■ ■ ■ ...
46*4 AMSTERDAMS ILDfiELi
te houden." Doch die van den Kerken-
1630
i »
raad antwoordden „ dat zy zulks geenszins
voorhadden, zynde het regt derWethou-
deren tot het neemen van zitting in de
Kerkelykc Vergaderingen zo blykbaar,
dat het niet kon in twyfel getrokken wor-
den. Zy verzogten flegts uitflel, tot hun-
ne eigene ontlafling,opdat zy de beflraf-
fing der Claflen en Sinoden ontgaan mog«
„ ten; voor welke zy bedugt waren, wan-
", neer zy, zonder derzelver kennis, in de
Bürge- "
meefte-
zitting bewilligd hadden." Burgemeefle-
n hernamen „ dat dit flegts blaauwe uit-
vlugten waren , voorgefteld alleen om
ren too
)>
tyd te winnen. Immers, konden zyniet
nen de
S>
onbillyk
heid van "
dit ver- '>
zoek. j»
9t
Kerkelyk beftraft worden, om het toe-
flaan van iet, welk, in de Nationaale Si-
node , beflooten was. Eene byzondere
Sinode hadt geene magt, om iet te doen
tegen zulk een befluit; eene ClafTe nog
veel minder. Ook was de zitting den
»>
Wethouderen van Delft, Leiden en Enk-
3>
huizen toegeflaan , zonder voorgaande
goedkeuring van eenige Sinode : en 't
was nooit gehoord, dat de Kerkenraaden
daarover eenige beflraffing hadden moe-
ten ondergaan. Zo de afgezondenen dan
eenigen naderen lafl hadden op het toe-
3)
flaan der zittinge; verzogt men dat zy
dien wilden openen, op dat men 't werk
gevoeglyk beginnen mögt. De Heeren
waren te vrede, de zitting te verfchui-
ven, tot zulk eenen bekwaamen tyd, als
men onderling zou overeenkomen." Doch
alzo de afgezondenen verklaarden, geenen
ver*
-ocr page 465-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 465
verderen laftte hebben, liet menze gaan (£). 1630.
Midlerwyl, viel 'er, ter Vergaderinge van Hanile.
Holland, ook veel te doen, over 't byleggen ïingen
der Kerkelyke onluften, te Amflerdam. Ee- ter Ver-
nige Leden der Staaten fielden de Regeering Saderin'
deezer Stad in 't ongelyk, en fpraken, op 't Eiland
aanhouden der Kerkelyken, van het byeen- over je'
roepen eener Provinciaale Sinode, waarin de zitting
zaak van Smout, die van de Remonftrant in den
fche Vergaderingen, en die van de zitting^jke""
der Wethouderschap in den Kerkenraad over'•,-
zouden onderzogt worden. Doch de Vroed- uitzetten
fchap verklaarde uitdrukkelyk, dat zy nim-van
mer in zulk eene Sinode bewilligen zou (/).Smout^
Ook bleef dezelve agter, na dat'er de Prins-
Stadhouder , en de twee Geregtshoven op
gehoord waren (m). Hooft verhaalt,Qok meC
hoe zyne Doorlugtigheid, de Hoven by zig den Prin-
ontbooden hebbende, dezelven, ter weder- Te stad-
zyde van zig, en tegen over de Afgevaar- Il0U<Jer
digden der Edelen en Steden van Holland, ^eee(je.
geplaatft hadt: en hoe Burgemeefter Bicker, regtsho-
in deeze byeenkomfl, meer dan een vol uur, ven.
het woord gevoerd, en van punt tot punt,
van tyd tot tyd, aangeweezen hadt, in wel-
ker wyze, Smout zig, zo tegen de hooge
Overheid, als tegen de Bondgenooten,met
ergerlyke, verwaande en haatelyke rede-
nen, hadt verloopen: 't welk van zulk een
gevolg was geweefl, dat zelfs de Afgevaar-
digden der hevigfte Stedengunftiger begon-
den
(kj Authent. en Waeracht. Verhaal, gedrukt iöjo. bl.
il, 21-24.
(i) Refol. Vroedfch. N. i«. 22 April lijo, ƒ. I4j *<r/ï.
\ (m) Vaded. Hift. XI. Detl, bl. g4.
IV. Stuk,              G g
-ocr page 466-
4<fó AMSTERDAMS TLThzu
1630. den te gevoelen van het gedrag derRegee-
ringe van Amfterdam («). Doch my is eer»
iiittrekfel uit eenen anderen Brief ter hand
gekomen, gefchreeven, naar 't my toefchynt,
door den Raadsheer Reigersberg aan zynen
Zwager de Groot, waarin alles omftandiger
verhaald wordt. Den Penfionaris Kats eerft
gevraagd hebbende naar de reden, waarom
deeze byeenkomft belegd was; opende de'
Prins de vergadering, met eene minzaame
aanfpraak, waarin hy zig zeer beklaagde,
over de gefchillen onder de Leden, raaden-
de, dat men dezelven, by minzaam verge-
lyk, eerder-dan bydaadelyke uitfpraak, af-
deede. De Prefidenten der Geregtshovew
verklaarden zig, uit naam derzelven, van
één verftand met zyne Doorlugtigheid. De
Afgevaardigden van Amfterdam , toen 't
woord neemende, bedankten den Prins voor
zyne zorge, en verklaarden zig bereid om
opening te geeven van de oorzaaken der te-
genwoordige oneenigheid. Men verftondt
nogtans, dat zulks voegzaamer zou können
gefchieden, wanneer de beurt om te {tem-
men aan Amfterdam zou gekomen zyn. De
Prins vraagde toen de Edelen, of zy zwaa-
righeid zouden maaken, om eenige Afge-
vaardigden naar Amfterdam te zenden. Doch
zy antwoordden, by monde van den Penfio-
naris Kats „dat de weg, huns oordeels,
„ vooraf, wat bereid moeft worden." Dor-
drecht voegde zig by de Edelen. Maar Haar-
lem maakte zwarigheid, om Kerkelyke zaa-
ke»
(n) HOOFTS Btieven, N. 205. bl. 164,
>. - _ i v
-ocr page 467-
XlV.BoËK. GESCtttEDENÏSSEN. 46?
ken anders dan Kerkelyk te verhandelen, en ifa
verklaarde zig voor 't houden van eene Si-
node. Delft neigde tot het byleggen der
gefchillen, door middel der tegenwoordige
Afgevaardigden. Leiden ftemde voor eene
Sinode in den Haage,om daar te onderzoe-
ken, of de gefchilien^ö/z>y£ of Kerkelyk wa-
ren. Amfterdam deedt, eerft by monde
van den Penfionaris, en toen by monde van
Burgemeefter Bicker , een breed verhaal
van den oorfprong der gefchillen, die allen
den Steden even zeer betroffen, en louter
polityk waren. „ Zodanig was, zeidenze,
„ gewiflfelyk, het dulden der Remonftran-
,, ten, dat, in andere Steden, zo wel ge-
„ fchiedde, als te Amfterdam. In allen
„ geval, raakte zulks den Kerkelyken niet.
„ DeRemonftranten waren , naar't oordeel
5, der Kerkelyken, of eene polityke Fattie,
„ of eene Sefte. In 't eerfte geval, moefti
„ 'er de Overheid alleen tegen waaken. In
s, het tweede, waren zy buiten de Kerk,
„ en ftonden dus onder geen Kerkelyk ge-
„ zag. Het regt om zitting in de Kerken-
„ raaden te neemen kwam allen Wethou-
„ deren , geregtelyk , toe; werdt buitens
„ Lands, in Zwitferland en te Geneve, ge-
„ bruikt, en hier te Lande, in fommige Ste-
„ den. Het uitzetten van Smout was ge-
„ fchied, ingevolge van het regt der Ma-
3, giftraatenin 't gemeen, om oproerigen
„ burgeren, Predikanten zo wel als ande-
„ ren, de Stad te ontzeggen. Wilden an-
„ dere Steden haar regt in Sinoden laatend
Gg *                „ b*
-ocr page 468-
468 AMSTERDAMS IL Deel;
„ betwiften; Amfterdam verftondt, dat
„ zulks zo veel was als 's Lands hoogheid
„ weg geeven, en alles in verwarring bren-
j, gen. Men zeide, dat geen Predikant zy-
„ ner bedieninge zeker zyn kon, zo men
„ hem over zyne Predikatien voor de Ma-
M giftraaten kon aanfpreeken ; maar kon
„ wel eenige Regeering beftaan , als de
„ Predikanten, ongeftraft , alles vpor de
„ Gemeente zeggen mogten?" Hierby werdt
gevoegd eene fchets van Smouts trant van-
prediken, die niemant der Raaden van de
Hoven, zonder verwondering, hooren kon.
De Burgemeefleren Bicker en Bas verklaar-
den , by herhaalinge en ernftelyk „ dat de
„ Stad haar regt niet zou laaten krenken.
„ door de Sinode; maar daartegen gebrui-
„ ken de middelen, die haar, door God en.
„ de natuur, verleend waren. De Kerke-
3, lyken zogten, zeidenze, op eenen dag,.
„ een Paufelyk gezag te verkrygen; daar
„ de Paufen, zo veele jaaren, over gear-
„ beid hadden." 't Slot van alles was „ dat
„ zy wel lyden mogten, dat men de gefchil-
„ len zogt by te leggen, mids zulks ge-
fi fchiedde , zonder verkorting van Stads
„ geregtigheid." De Steden Alkmaar ,
Hoorn en Enkhuizen verklaarden „ geenen
„ anderen laft te hebben dan om de zaaken
„ te doen verhandelen in eene Sinode,"
zonder eenige reden te geeven van haar ge-
voelen. De Heer Foreefi, (ik gebruik hier
des Schryvers eigene woorden) die wel kan
fpreeken
, alfoo tegen fyn eigen opinie advU
/eer-
a                        -
-ocr page 469-
■—" iinvamHu«
T?*^
XlV.BoEK. Geschiedenissen. 4^9
Jeerde, pajfeerde daer licht over : de andere 1630.'
twee waeren flechte broeders (0). De Prins-
Stadhouder vondt niet vreemd, dat men,
volgens eenen voorflag van Dordrecht, de
Eaaken liete afdoen door vier Raadenuitde
twee Geregtshoven en vyf Kerkelyken ,
twee ProfelIÖren, en drie Predikanten. Doch
de Kerkelyken, en, gelyk wy gezien heb-
ben , verfcheiden' Steden zelven, maakten
zwaarigheid, om, over zaaken, die zy voor
Kerkelyk hielden, anders dan door Kerke-
lyken , te laaten oordeelen. De Afgevaar-
digden der Noordhollandfche Sinode, federt
eenigen tyd, met de Regeeringe van Am-
sterdam, vergeefs, gehandeld hebbende,
deeden, in November, eenen voorflag ter
Vergaderinge van Holland, om de gefchil-
len in der mfhne af te doen. Doch deeze
behaagde den Staaten niet (p). Ook nam
'er de Stad Amfterdam in 't byzonder ge-
heel geen genoegen in. Eindelyk, deedt Voorflag
zyne Doorlugtigheid, in 't begin van De-pJ"nf?een
cember, eenen voorflag, hierop uitkomen- stadhou-
de „ dat de Heeren van Amfterdam, nog der.
„ voor eenigen tyd, zouden flilftaan, met
5, het neemen van zitting in den Kerken-
„ raad; en dat Smout Predikant zou zyn,
„ als voorheen; zyne gaadje genieten, en
„ -overal beroepelyk wezen; doch zigwag-
„ ten van binnen Amfterdam te komen."
De Vergadering van Holland nam genoegen De Staa-
in deezen voorflag, en verzogt den Prins,ten nee_
d men 'er
genoe-
(0) Extract uit een brief van een' ooggetuige. M$.         ven in.
lj>) Vadeil. Hift. XI. Deel, bl. ift °°                          &
G*
g 3
-ocr page 470-
I
470 AMSTERDAMS II. Deei,
1630. dezaaken, door zyne tuiïchenfpraak, op
De S'ad Meezen voet, te willen afdoen. De Vroed-
Amfter
dam, ins
gelyks.
fchap van Amfterdam, in aanmerking nee-
mende , hoe veel werks de Prins gehad hadt
aan het byleggen der Kerkelyke onluften
hier ter Stede, oordeelde, dat het niet wel
voegen zou, dat zy zig verzettede tegen
zynen voorflag. Zy bewilligde 'er dan ge-
De Prins reedelyk in (g). De Prins, zynen voorflag
doet ee- in eene uitfpraak veranderende, verklaarde,
ne uit- 0p den twintigften December „ dat Bürge-
overk' » mëefteren en Regeerders der Stad Am-
■>•>
fterdam , de gemeene zaak ten befte, den
met zy-
nen
voorflag.
35
tyd van een jaar, van heden af te reke-
nen , zouden vertoeven met het neemen
van zitting in den Kerkenraad , en het
regt, welk hun anderszins toekwam, voor
zo lang , niet gebruiken; dat Adriaan
Smout Predikant zyn enblyven, gaadje
J!
genieten, en overal beroepelyk zyn zou;
doch zig onthouden van te komen binnen
Amfterdam (r).M 't Liep aan tot in Maart
des volgenden jaars, eer de Noordholland-
fche Sinode zig op 's Prinfen voorflag ver-
klaarde. Doch eer wy dit verhaalen, moe-
ten wy nog 't een en 't ander aantekenen,
welk tot de gefchiedeniflen van Amfterdam,
in deezen jaare, behoort.
Zekere
Vraagen
der Aka
demle
Op den twaalfden April deezes jaars, wa-
ren , door myne Heeren van den Geregte,
verbooden zekere vraagen, op den naam
hier ter van de Akademie hier ter Stede, in t licht;
ge-
(q) Refol. Vroedfch. N. 16. Z4 2W..KJ». ƒ. 17«.
(r) Refol. Hell, ia, n Dec. 1630. hl. 16*,. 17*.
-ocr page 471-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 471
gekomen, met derzelver antwoorden; alzo 1630.
menze hieldt te ftrekken, tot vermeerde-Stede
ring van den haat én verbittering, onder de ,yortien
ingezetenen (j). 't Ismy ten hoogften waar-verboo-
fchynlyk, dat, met dit verbod, onder an-den*
deren, gezien werdt op de Fraagen en Ant-
woorden
, in Vondels Hekeldigten (t), te
vinden, fchoon de ukgeevers van die He-
keldigten, en de Schryver van Vondels
Leven (u) geoordeeld hebben, dat dezelven,
eerft in 't jaar 1631, gedigt zyn. Zie hier
een ftaaltje van de zinrykften deezer Fraa-
gen
, door Vondel gedaan, uit den naam
der Akademie, welksZinfpreuk Yver was;
en van de antwoorden , daarop gegeven ,
door den Droflaard Hooft.
D'Amsterdamsche Akademi
aan alle Poëten en Dichters der Vereenigde
Nederlanden
, Liefhebbers van de
goude Vryheid.
Apol, op Helikon gezeten,
Vraegt al zyn heilige Poëten :
Wat befte en ilimfte tongen zyn?
Of waerheit zaligh maekt, of fchyn f
Of dwang van vrome Chriften zielen
Niet ftrekt om Hollandt te vernielen ?
Of vfyheit niet en was de fchat
Waerom men eerft in oorlog tradt?
Of ook in welbeftierde Steden
Een oproermaker wordt geleden ?
Of
(s) Keurb. K. ƒ. 14J.
(t) Biadz.. 187 e»S"
{#) ßladz,, 33,
Gg 4
-ocr page 472-
^^Wl^*                                                         '■ ■ '."•-'■- "" -— - — ■■                               
472 AMSTERDAMS II. Deel;
Of huizeplondren veflen flicht?
Of d'eedt geen burgery verplicht?
En of zich Leeraers niet verloopen,
Wanneerze dezen bandt ontknoopen ?
Wiens antwoort kortft en bondigfl is,
En klaerft in deeze duiflernis,
I' Dien zullen d'AKADEMiHEEREN
Met eenenPRiNCEN ROEMEReerem
Daar Pallas, met haer diamant
In fnee denVeldtheervan het landt;
Die met 's Hartogenbofch gaet flryken,
Daer Maurits tweemael of moefl wyken.
Y v e R.
jy'Antwoorden moeten ingehraght worden voor
den eerflen van Somermaand
, zynde de dagh
onzer Ferkiezïnge
, als Apollo te recht zal
zitten om den prys te geven
, dienze verdient.
ANTWOORDT.
De befte tong die flemmen fmede
Zong Gode lof, den menfchen vreede.
Die fwygend meeft haer deughd be-
toont ,
Is die met vuur d'Apoflels kroont.
De fnoodfl' op aerde deedt de menfchen,
Zoo wys als Godt te weezen wenfchen
De boofte fprak in 't hemelryk,
Myn maght zy d'hooghfte maght gelyk.
In hun flicht Godt zyn heerfchappyen,
Die, met het doen, 't geloof belyen.
Schyn, als een drogh en dwaellicht,
leidt
Wie dat haer volgt, ter duiflerheit.
/
-ocr page 473-
XIV.BoekJ Geschiedenissen. 473
De vroome zielen te belaegen,                1630.
Kan Hollands zachte grond niet.draegen.
De Roomfche geus het fmekent blad
Tot Bruflel ondertekent had,
Zoo wel als d'ander, en verzocht 'er
's Lants vryheit by aen 's Kaizers dochter.
Den muiter, die geruftheit haet,
Looft altyts een gefchikte ftaet.
Daer d'eene burger 's ariders muuren
Beftormt, die fladt en kan niet duuren.
Geen aerdfche Godt, of hy wordt by
Een eedt verknocht: meer fchuttery.
Wat Leeraers ooit dien band ontlitfen,
Die kerven 't fnoer der zeven flitfen.
P. C. H.
De Regenten van 't Gafthuis, bevinden- Nieuw
de dat hun Peflhuis zeer vervallen was, Pefthuls
verzogten,in den Zomer deezesjaars 1630,ge lsr'
verlof om een nieuw te fligten aan de ooft-
zyde van den Heiligen Weg, even binnen
de vryheid der Stad. 't Gebouw werdt, nog
in dit zelfde jaar, aangevangen: en de Stad
o^derfteuhde het Gafthuis, tot de ftigtinge
van het zelve, met vierentwintig duizend
guldens (u).
Burgemëefteren, door den Raad gemag-De'nge-
tigd, hadden, in deezen jaare, wederom|^nder
eene party Graanen ingekogt, en daarvan, worden
in Oftober , reeds een merkelyk gedeelte geteld,
moeten uitleveren aan bakkers , die geenter
8e[e'
kooren te koop konden krygen, alzo 'erS6"1^
ecner
niets
(v) Refol. Vrocdfch. N. i<s. 20 Juny 1630. ƒ. 152.
Gg 5
-ocr page 474-
■-                                            ■                                                                                                           -~
474 AMSTERDAMS IL Dust;
1630. "iets geveild werdt. Zy waren, derhalve,
fchaars- hedugt, dat de voorraad, dien zy opgedaan
heid van hadden, niet toereiken mögt, om de inge-
graanen. zetenen, in geval van nood , te voorzien.
Doch om hiervan, met grond, te konhen
oordeelen, vonden zy geraaden, 't getal van
alle de zielen, die zig in de Stad bevonden,
door de Kapiteinen der burgerye, te doen
opneemen. De Vroedfchap ftemde met
Burgemeefteren, en magtigde hen, om nog
eenigen inkoop van Graanen of andere eet-
waaren te doen (w). Van de voorgenoman
telling hebben wy reeds elders gewaagd,
en te gelyk gemeld,dat ons niet gebleeken
was, of zy gefchied ware (x); doch federt
hebben wy eene by zondere aantekening van
de gemelde telling gevonden, die, op den
agtüenden December des jaars 1630,reeds
voltrokken was. 't Getal der hoofden, in
de twintig Wyken der Stad, beliep, onder
de volgende Kapiteinen:
Onder Dc. Pieter Opmeer . . 8755.
•-----— Pieter Jansz. Reaal . . 3140,
.------T Dc. Allardus Cloek . . . 3938.
.           JanClaaszoonVlooswyck . 5727,
.------- Dr. Hendrick Reynft . . 11966*
—-----Dr. Mattheus Raaphorfl . 3333.
m_____ Jacob Bicker . . ♦ 2215.
.___— IX Albertus Coenradus . 6376.
_____. Dr. Jacob Backer . . . 2191.
•-------. Dr. Jacob Pietersz.Hoogkamer 2405.
On«
(m) Refol. Vroedfch. N. \6. tl Sept. 17 Qftvk, x N»v%
l6io,
ƒ• 165 verfo ,166 verfo, 167 verß,
C*) I. Deel,II, Boek^ tl. J71.
_jÊL
-ocr page 475-
XIV. Boek. Geschiedenissen. 475
Onder D. Reinier Reaal . . .    8939. ^0a
-------- D . Cornelis van Dronkelaar   2938.
--------Cornelis Jacobsz Wayer .    2914.
--------Abel Macthys Verburg .     4477.
■-------■ Dr. Pieter Egbertsz Vink .   4334.
-------- Jacob Symonsz. de Vries .    3455.
------— Dl. Hillebrand Schellinger . 2649.
-------- Dr. Pieter Bas ...      8319.
■------- D'. Ernfl Roeterz . .      20448.
-------- Jan Witsz .                     6730.
115249 (4).
De Regeering hadt, op verzoek der ge- Weg>
erfden aan de ooltzyde des Buiten-Amftels, langs'den
reeds voor lang gefchied (y), een toegang Oofter-
en wandelweg aldaar begonnen te leggen, Aftcl
van de Stad af tot aan de Diemermeer; ense eg *
verwierf, op den eenentwintigden July des g
jaars 1631, Oclroi van 's Lands Staaten, om *
de gronden, die zy tot voltrekking van 't
werk zou noodig hebben, volgens Schepe-
nen fchatting, te mogen naar zig neemen (s).
De uitfpraak des Prinfen van Oranje over qq Ker_
de Kerkelyke gefchillen, van den twintigften kelyken
December des ja,ars 1630, was wel by deneemen
Wethouderfchap van Amfterdam aangeno-seen gG~
men; doch voldeedt niet aan den Kerken- i,1(jeuit-
raad deezer Stad, en even weinig aan de fpraak
Noord- van den
(y) Refol. Vroedfch. N, ij. zz Nov. 1524. 28. Jan.
Ï6Z$.
ƒ. 4«. S9-
(z,)
Handv. hl. 346.
. (4) Refol. van den Oud-Raad van Burgerm. I. en
II. Deel, f. 62. In het oorfprongkelyke,ftaat maar
114949; 'zo dat 'er een misflag zyn moet, of in de
optelling, of in de byzondere getallen..
-ocr page 476-
476 AMSTERDAMS II. Deel;
1631. Noordhollandfche Sinode , die , in Maart
Prinfe des jaars 1631, te Enkhuizen, vergaderd
Stadhou- zynde, befloot „ dat, fchoon de gedagten
der» „ der Claflen daar heenen fcheenen te loo-
„ pen,dat de Heeren van Amflerdam gee-
„ ne zitting behoorden te neemen in den
9> Kerkenraad, tot op het vaftftellen eener
„ Kerkenordeninge; en dat Adriaan Smout,
5>
die, buiten de gewoonlyke orde, om zyn
prediken, van den dienft ontzet was, in
„ denzelven behoorde te worden herfleld;
„ zy egter, ten gevalle van den Prinfe,ten
„ gemeenen nutte, en uit geneigdheid tot de
„ vrede, wel wilde toeflaan, dat de Heeren
„ van Amflerdam de zitting in denKerken-
„ raad verfchooven, tot dat de Prins, de
„ Staaten en de Sinode deswege zouden
5, verdraagen, mids de Kerkenraad agt ga-
„ ve, om jaarlyks eenigen uit de Wethou-
„ derfchap, Leden der Kerke zynde, tot
3>
Ouderlingen te verkiezen, gelyk alreeds
gefchied was; dat Adriaan Smout, vry-
„ williglyk verblyvende uit Amflerdam,
f*          „ Predikant zyn en blyven zou, gelyk voor
„ deezen; zyn gaadje genieten; overal be-
3, roepelyk zyn, en van de Sinode voor Pre«
„ dikantvan Amflerdam gehouden worden;
3, en dat de Wethouderfchap van Amfler-
3, dam, met andere Predikanten , over 't
3, fluk van prediken, zonder voorafgaand
3, Kerkelyk oordeel, voortaan, op zulk eene
„ wyze, niet geliefde te handelen."
Verldaa- yiê[i leverde, den agttiendenMaart, een
gt"^ee.r atTchrift van dit Belluit ter Vergaderinge
gen het van Holland over. De Afgevaardigden van
Am-
-ocr page 477-
XIV.Boek.' Geschieden-issén. 477
Amflerdam lazen 't, met veel verontwaar- 1631;
diging, en verklaarden't, den twintigften,benajt
in eenen brief aan zyne Doorlugtigheid, der
„ voor t'eenemaal ftrydig met 's Prinfen Noord-
„ uitfpraak, en met het blykbaar regt der j?°Ila"d'
„ Magiftraaten." Voorts, bedankten zync0|e> l"
zyne Doorlugtigheid , voor de zorge en
moeite, by hem, in deeze zaak, aange-
wend , in vertrouwen „ dat hunne Princk
„ paaien, nu alles wat zy konden hebben-
„ de toegebragt, zonder uitftel, onder 't
„ welneemen van zyne Doorlugtigheid, met
„ de zitting in den Kerkenraad mogten en
„ behoorden voort te gaan, en tot handhaa-
„ ving hunner Geregtigheid te doen, 't ge-
5>
ne zy geraaden zouden vinden, zonder
aan eenige voorwaarden, alzo dezelven
by de Kerkelyken verworpen waren, ge-
„ bonden te zyn, ten ware 's Prinfen uit-
„ fpraak, als nog, .binnen weinige dagen,
„ aangenomen wierdt." Voorts, verklaar-
den zy „ dat, noch zy, noch hunne Princi-
j, paaien, omtrent de aangeroerde zwaa-
„ righeden, deSinode gekend hadden, en
„ nog niet kenden; en dat zy van dezelve
„ geene uitfpraak altoos behoefden te ver-
„ wagten, veel min naar te komen (a)."
Doch de Sinode, in plaats van zig te voe- Nader
gen naar 's Prinfen uitfpraak, deedt, den bezuip
eerften April, een befluit aan denPenfiona-der,Si*
ris Kats overleveren, welk nog een toon110
hooger floeg. Zy verklaarde „ dat, in de
„ vier eerfte Nationaale en Provinciaale Si-
» na-
(*) Afte van Refolutie tnx.. g«drt iC3U bl, jt €.
-ocr page 478-
i
478 AMSTERDAMS II. ÜEÉt;
1631. s> noden, van de jaaren 1571,1574» 1578 en
„ 1581, geen gewag gemaakt was van 't
„ ftuk der Zittinge; dat dezelve, alleenby
„ toegeeving, en by de buitengewoonege-
j, legenheid der Leicefterfche Regeeringe,
„ in de Kerkenordening des jaars 158Ó ,
5, was vaftgefteld; dat de Kerkenordening
„ van Dordrecht van den jaare iói9,waar-
,, in de Zitting ook gefield was, welonder-
3, zogt, doch niet naauwkeuriglyk herzien;
„ en dat geene van die twee Kerkenorde-
„ ningen , door de Staaten, bekragtigd ,
„ noch ook, in allen dcele, alomme naar-
„ gekomen was; dat, eindelyk, hunne Ede-
„ Ie Groot-Mogendheden,by herhaalde be-
,, fluiten, zo van den jaare 1579, a-s «aat>
„ ftelyk van den jaare 1624,hadden goed-
„ gevonden, dat alle zaaken gelaaten zou«
5, den worden by 't gebruik, welk, tot hier«
„ toe, in elke Clafle, gevolgd was. Dat,
„ om alle deeze redenen, de Kerkenraad
,-, van Amfterdam, daar die zitting nimmer
„ in gebruik was geweeft, dezelve, tot op
„ het vailitellen eener wettige Kerkenorde-
„ ninge, den Heeren beleefdelyk weigeren
„ moeft, te meer, om dat menze.den Ker-
„ kenraad wilde opleggen als eene ftraf,
„ daar dezelve geene bewuftheid hadtvan
,, zig ergens in vergreepen te hebben, be<
„ halve dat, door deeze zitting, waarfchyn«
„ lyk, den weg gebaand zou worden, eerft
3, tot gemaatigdheid tuffchen die van de
5, Religie en de Remonflranten, en daarna
„ tot daadelyke invoering der Arminiaane-
„ rye. Dat ook, onder dekfel van een voor-
» ge-
-ocr page 479-
XIV.Boek. Geschiedenissen* 479
„ gewend regt of Privilegie, alle Wethou- 1631*
„ ders en Heeren zitting in den Kerkenraad
„ zouden können neemen, en dat elk, da-
3, gelyks, wat nieuws in de Kerkenordening
3, zou können invoeren: 't welk niet dan tot
3, veele verwarring aanleiding geeven zou.
„ Dat de Sinode,hierom, den Predikanten
3j en Ouderlingen der Kerke van Amfter-
„ dam vermaande en beval, zig te fchik-
,, ken naar dit befluit, en ingeval hun, daar-
„ om , onverhoopt, eenige zwaarigheid
„ overkomen mögt, hadden zy zig, op na-
„ der advys der byzondere Claflen, op de
„ Gedeputeerden der Sinode, en op de Si-
„ node zelve te beroepen." Ten opzigte
van Smout, trok de Sinode ook in, 't gene
zy te vooren toegegeven hadt. Zy beweer-
de ,, dat Predikanten, over hun prediken,
„ door Kerkelyken, geoordeeld, en,gelyk
„ zy Kerkelyk werden aangenomen, ook
„ Kerkelyk moeften worden afgezet." Zy
beriep zig op eene Refolutie der Staaten van
den dertigften May desjaars 1579, die door
Prins Willem den I. bekragtigd, en waarby
verklaard was „ dat men, in 't aanneemen
„ en afzetten der Kerkendienaaren, geene
„ nieuwigheid zou toelaaten." En zy ver-
klaarde , eindelyk „ dat Smout, die, zonder
3, een voorafgaand Kerkelyk oordeel, door
3, Burgemeefteren van Amilerdam, afgezet
3, was, in zynen dienfl behoorde herfteldte
3, worden, tot dat hy, over zyn prediken, in
3, eene wettige Kerkelyke Vergadering, be-
„ klaagd, en zyne fchuld daarin, naar den
3, woord© Gods, gebleeken ware." Doch
ten
-ocr page 480-
]
"
480 AMSTERDAMS IL DeeC
16 31. ten befluite betuigde zynog „tewenfchen,
„ dat haare laatift voorgaande voorüagen
„ mogten aangenomen worden (/>)."
Ernftige De Heer Jakob Kats, Penfionaris van
aanteke- Dordrecht, die thans de Vergadering van
Stad Am Holland, by voorraad, waarnam, alzo de
fterdam, Raadpenfionaris Duik,onlangs, overleeden
tegen dit was, zelf niet weetende, tot wat einde hem
befluit dit sinodaal befluit overgeleverd was, Hel-
der Sino
de.
de het den Afgevaardigden van Amfterdam
in handen, die 'er, terftond, eene ernftige
aantekening tegen deeden, met verzoek dat
dezelve, in de openbaare Notuien van den
Staat, mögt worden ingevoegd. Zy verklaar-
den , gezien te hebben „ dat de Kerkelyke
3>
befluiten der Sinode, zo wegens het nee-
men van zitting in den Kerkenraad te Am-
fterdam, als wegens het uitzetten van
Adriaan Smout, niet gegrond waren op
eenigen Tekft uit Gods woord, zo als
wel behoord hadt; maar ten deele op kwa-
lyk begreepen en ontydig by gebragte Re-
folutien van hunne Edele Groot-Mogend-
heden, ten deele op verkeerde gevolgen,
en ongegronde vermoedens en onder-
flellingen." Zy voegden 'erby „ dat,
zo wel het zitten der Magiftraaten in
den Kerkenraad, als het regt van uitzet-
ting van onruftige, onnutte en oproerige
menfchen , geregtigheden waren , den
Landen, Heeren, Leden en Steden, naar
alle Goddelyke en Weereldlyke Regten,
35
»

33
35
33
35

33
31
3>
33
„ toe-
ft) Geregiftr. in de Refol. Vroedfch. N. 1«, 28, 19^-
pril
1691. ƒ. 19S verfo tnz. Zie ook^ A&C van Refol, «n«.
£tdr, HiU H» 7'Vil«
-ocr page 481-
XIV. Boek. Geschiedenissen. 481
i, toekomende; dat de Staaten dezelvenal- 1631.
5, toos erkend hadden, en vermaand tèoe-
j, fenen; gelykze ook altoos geoefend wa-
,, ren, jegens allerlei Perfoonen. Dat de
„ zitting der Magiftraaten in den Kerken-
j, raad, in verfcheiden' Steden van Holland,
,, in gebruik was , en den Magiftraaten,
ipfo jure Magiflratas (*), en als Cuflodcs (*) «>c
utriusque tabula (-f), toekwam, volgens ho° ?et
5, de erkentenis der Nationaale Sinoden, regt van
„ federt 1586 gehouden, en zelfs der jong- 't Magi-
„ fhe Dordrechtfche, in hetXXXVII.punt ftraats-
j, van de ontworpen Kerkenordeninge. Dat amPt
„ deeze twee punten , derhalve , niet in ff-j ge.
„ gefchil getrokken, noch onbruikbaar ge- waardera
„ maakt konden worden, vooral niet in ee- van de
„ ne Kerkelyke Sinode, aan welke de Wet- J.^ee ta*
v>n.i^nVr^or> Aaor,^ ♦,„,-„.«„ .,:„,„,„,. — telen.
houderfchap deeze punten nimmer ver-
„ bleeven hadt; en te minder,naardienzy
„ zig voor openbaarepartye hadt verklaard.
„ Dat zy, al waren zy Kerkelyk, 't welk
„ zy niet waren, nogtans, in geene byzon-
„ dere Sinode, mogten onderzogt worden,
„ om dat zy, immers het ftuk derZittinge,
„ in eene Nationaale van den jaare 1586,
„ was afgedaan. *Dat de CommifTariiTen
„ politicq, die, wegens hunne Edele Groot-
»j
Mogendheden, in 't voorleeden jaar, de
„ Provinciaale Sinoden hadden bygewoond,
55
3>
zig ook gefield hadden tegen 't verhan-
delen van zulke punten, het afdoen van
welken , eindelyk , door hunne Edele
Groot - Mogendheden , aan den Heere
Prinfe van Oranje gefield was. Datzyne
Doorlugtigheid, hierop, eene uitfpraak
IV. Stuk.               H h               „ hadt
-ocr page 482-
482 AMSTERDAMS IL Dksl.
hadt gedaan, waarin de Wethouderfchap
„ van Amfterdam, doch niet de Sjnodebe-
„ willigd hadt, die zelfs, tegen de ver-
„ maaning van den Raadsheer Loenius ,
„ CommhTaris politicq, en terwyl hy naar
„ den Haage gereisd was, om het goed-
„ vinden der Staaten op het voorneemen
„ der Sinode te verftaan, bellüiten genomen
„ hadt, over het erkende regt des Lands
„ en der Steden, ftrydig met 's Prinfen ver-
„ klaaring. Dat men zelfs getragt hadt, de
„ A&e van dit voorgewend befluit den Prin-
„ fe in handen te ftellen , met verzoek, dat
„ zyne Doorlugtigheid zig daarnaar gelief-
„ de te rigten. Doch dat de Prins verklaard
3, hadt, zig van zynen pligt gekweeten, en
„ de zaak afgedaan te hebben. Dat de
„ Afgevaardigden vanAmflerdamzig,der-
„ halve, hielden aan hun jongde berigt,en
3, alle Sinodaale aanhaalingen , redenen,
„ handelingen, befluiten, ten hunnen op-
3, zigte, voor nietig en kragteloos verklaar-
„ den; dat ook eenigen , wie zy waren,
„ Kerkelyken of anderen, zig gedraagende
„ naar de gemelde Kerkelyke befluiten, niet
„ zouden verfchoond worden; maar onder-
s, worpen blyven aan Burgemeefteren en
„ Regeerderen, die, tot handhaavingevaiï
„ hun regt, tegen deonlydelyke indringing
„ der Kerkelyken in politike zaaken, ook
3, van zins waren te gebruiken alle regt,
3, magt en middelen , hun van Gode ter
„ hand gefield , zo als zy , naar eed en
5, pligt, zouden vinden te behooren. Er»
3, zo hieruit, voor de Stad Amfterdam ,
>} voor
-ocr page 483-
JtlV.BóEK. Geschiedenissen. 483
,, voor het lieve Vaderland, en voor de 1631.
Kerke, eenige meerdere zwaarigheid
3)
mögt ontdaan , verklaarden zy , voor
i, God en hunnerEdele Groot-Mogendheden
„ Vergadering, dat hunne meefters daar-
„ aan onfchuldig waren , terwyl zy ver-
5) trouwden, dat hunne Edele Groot-Mo-
3)
H
gendheden alle inbreuk op der Landen
en Steden geregtigheden zouden helpen
weeren, en die geregtigheden, daaren-
tegen, tegen ongelyk en hinder, hand-
haaven, gelyk, naar eed en orde derRe-
„ geeringe, vereifcht werdt (c)." De Af-
gevaardigden, federt, verflag doende van
hunne verrigtingen aan de Vroedfchap ,
werden bedankt door Burgemeefteren en
Raaden, die te gelyk beflooten „ dat men,
„ tegen den (*) toeleg der Kerkelyken, en (*) Mi-
„ den voet, dien zy in deezen hielden, metnéiS*
3, kragt zou aangaan, en, ten dien einde,
„ alle mogelyke magt en middelen in 't
3, werk ftellen; wordende Burgemeefleren
gemagtigd, om daarin te doen, 't gene
zy zouden geraaden vinden (d)"
De Kerkelyken zaten,ondertuiïchen,ook Verder
niet ftil, maar leverden, ter naader Verga- Kefluit
deringe van Holland, die in July gehouden v^ed-
werdt, een lang gefchrift over, tegen de fchap
aantekening der Afgevaardigden van Am- op dit
fterdam. En naardien op dit Gefchrift wei- fin-
nig agt fcheen geflaagen te zyn, verftondt
men,
(c)  Geregift. in de Refol. Vroedfch. N. i<ï. 28, 29 ^i-
fril I631. ƒ. 19t verfo. Zie ook^ Aéte van Refolutie enz,.
£«dr.
I63I. hl. 12 enz,,
(d)  Refol. Vioedfch. N, 16. 2g, i9 ^pril i«ji, ƒ. 200.
Hh 2
S
-ocr page 484-
484 AMSTERDAMS ff. Deer.
1621. men» federt, dat zy , te raade geworden
waren, de zaak, in November, wederom
in de Vergadering te brengen. De Afge-
vaardigden van Amfterdam werden dan ge-
laft, te wege te brengen, dat de zaak niet
in overweeging kwame; doch zo 't egter
gefchieden mögt, moellen zy 't regt der Stad
verdedigen; en zo 'er eenige Refolutie te-
gen genomen werdt, daar tegen protefleeren,
en van hun Proteß aantekening doen houden
in 's Lands Regifters {e). Doch 't fchynt, dat
de fcerkelyken, federt, veranderd zyn van
gedagten. Immers ik vind niet, dat zy ee-
nige nieuwe poogingen, tot bereikinge hun-
ner oogmerken, ter Vergaderinge van Hol-
land , gedaan hebben.
Zyraag- Maar Burgemeefteren van Amfterdam
tigt Bur- herinnerden de Vroedfchap, op den zeven-
fereiTop entwintigften December „ dat de tyd om
nieuws, 5, zitting in den Kerkenraad te neemen ,
om zit- „ door den Prinfe beraamd, nu verftreeken
tinS te n was 9 en cjat Zy hierom te raade gewor-
"nee^nen „ den waren, eerftdaags zitting te neemen."
Kerken- De Vroedfchap magtigde hen, op nieuws,
raad. om zulks te doen, zo als zy, naar hunne
befcheidenheid en wysheid, zouden bevin*
den te behooren (f). De Kerkenraad, die
nu niet anders verwagten kon, dan dat de
zitting zou voortgaan, wendde alle poogin-
>tWordt, gen aan omze'ten minde nog eenigentyd,
onder 'te doen uit ft ellen, en kwam, eindelyk, in
zekere January des jaars 1632, met Burgemeefte-
voor-                                                                    reil
(e)  Refol. Vtoedfch. N. i<J. 29 Nov. !*Jt, ƒ. 210.
(f)   Refiri. Vioedfch. ïfi 16. 27 B>'* «ï«. ƒ. zz+ verfi*
-ocr page 485-
I
XïV.Boek. Geschiedenissen. 485
ren overeen „ dat dezelve, tot den eerlten 1631.
5, May eerflkomende, zou worden uitge- w ,
„ field, onder de volgende voorwaarden: U{te.
„ 1. Dat 'er eene volkomen vergetenis zynftcld.
„ zou van al wat, ter gelegenheid der zit-
j, tinge, voorgevallen mögt wezen; en dat
„ die zitting niet als eene draf zou worden
„ aangemerkt. 2. Dat de zitting,om allen
55
wantrouwen weg te neemen, en de goe-
de Correspondentie tuffchen Burgemeeile-
, ren en den Kerkenraad te beveiligen,
„ met kennis €n adyis der Gedeputeerden
„ van de Sinode en der byzondere ClaiTen
„ van Noordholland, genomen zou worden.
„ 3. Dat, door deeze zitting, de gemeene
,, Kerken, onder de Sinoden van Holland
„ en Weftfriesland behoorende, niet zou-
„ den benadeeld worden. 4. Dat, tot het
„ neemen deezer zittinge , door Burge-
„ meefleren, een of twee uit hun, zynde
„ Ledemaaten der Gemeente, zouden ge-
j, magtigd worden, om te aanhooren, en
31
op alle voorvallende zaaken naar Kerken-
„ orde te raadpleegen; doch zonder beflis-
j, fende ïlem te hebben. 5. Dat ook, door
„ deeze zitting, de Kerk van Amfterdam,
„ in haare gewoone orde, zo in 't beroepen
van Predikanten en in 't verkiezen van
Ouderlingen en Diakenen, als in alle an-
„ dere kerkelyke dienden, niet zou ver-
„ kort worden: en dit alles tot geen ander
„ einde, dan tot handhaavingc der waare
„ Chriflelyke Gereformeerde Religie, zo
„ als die tegenwoordig, in de openbaare
M Kerken alhier,geleerd werdt, en laatfte-
Hh 3                  „ lylc,
-ocr page 486-
486 AMSTERDAMS IL Deel.;
ió-^i. j» lyk, in den jaare 1619, in de Nationaale
,, Sinode teDordrecht, vaflgefleld was (g).'*
Üit het bewilligen in deeze voorwaarden,
bleek, eindelyk,dat de Kerkelyken te Am-
fterdam eenigszins aan de hand kwamen. Zy
vervoegden zig, terftond, met een Verzoek-
fchrift aan 's Lands Staaten en aan zyne
Doorlugügheid, en verwierven, den negen«
tienden Maart, goedkeuring der gemaakte
Overeenkomft, behoudens her regt der E-
delen en Steden, om zitting te neemen in
de Kerkenräaden , en de verklaaring der
Stad Amfterdam, dat zy, tot het verrigtte,
't Ge- geene goedkeuring behoefde (/>). De zit-
fchiedt tjng in den Kerkenraad volgde op deeze O-
^indely vereenkomfh, en duurde eenigejaaren; doch
werdt eindelyk geflaakt. Maar Smout, die
federt nergens beroepen werdt, onthieldt
zig buiten Amfterdam, en bekwam, niet
zonder moeite, zyne Predikants-gaadje(ï).
OndertufTchen, werdt de ruft in de Stad,
allengskens, volkomenlyk herfteld. De Pre-
dikanten fchikten zig, in zo verre, naar de
begeerte der Wethouderfchap, datjacobus
Laurentius , die zelf altoos zo gemaatigd
geweefl was, dat hy, by fommigen zyner
medebroederen, voor eenen vleijer der Hee-
ren gehouden werdt, naderhand (5), zeer
kwalyk nam, dat Hugo de Groot de
Amfterdamfche Kerkelyken, in zeker ge-
fchriftj,
(g) Refol. Vroedfch. N. 16. 19 Jan. 1631./. zz6 ver/o.
(h)
Zie 't Reqtte.fi en de Apoftitlt hier agter, in de By
laaien
Lr. B.
/ (i) Refol. Holl.
^^ Jaly 1640. bl. 160.
(5) In 't jaar 1642.
-ocr page 487-
w
1
XIV.BoEK. Geschiedenissen. 487
fchrift, oproerig genoemd hadt. Men hieldt 1631.
hem voor „ datdeGrootalleenlykzagopde
„ Kerkelyken van 'tjaanóio, entienjaaren
„ laater, niet zo zeer op die der volgende ty-
„ den; datTrigland naar Leiden vertrokken,
Smout derStad uit gezet, Kloppenburg ge-
vlugt was;dat'erookeenigen overleeden
waren; en dat men de tegenwoordigen
voor gemaatigder hieldt, 't zy men zulks
„ den Kerkenraad, of der voorzorge van de
9, Wethouderfchap hadt dank te weeten."
Op welk befcheid, Laurentius geen verzet
hadt (£). Wy hebben deeze byzonderheid
alleenlyk willen aanroeren, om te doen zien,
hoe de Kerk de burgerlyke Overheid, al-
lengskens, volgde in gemaatigdheid.
De Regeering,in aanmerking neemende, Aanlei-
dat de jeugd deezer Stad, in 't gemeen, te dinS tot
vroeg, en eer zy eenige gronden van Filo- hct °P-
zoofie gelegd hadt, van de Latynfche Schoo« eener1
len, naar de Akademien gezonden werdt, Door-
daar zy, buiten 't oog haarer ouderen, lig-lugtige
telyk, verviel tot ongebondenheid, hadt,Schoole*
reeds op 't einde desjaars ió29,beflooten,
eenen Profellbr in de Filozoofie en Hiflorien
herwaards te beroepen (/). Omtrent een
jaar laater, befloot men tot het beroep van
twee Profeflbren, waartoe Burgemeefteren
en Scholarchen gemagtigd werden. Ook
werdt toen goedgevonden, het S. Agnie-
cen-Kloofter-Kerkje, ftaande op den Oude-
zyds Agterburgwal, welk, door de Admi-
ra-
(^) Epift. G. J. VOSSII ad H. GROTIUM 17 Juniii6+i,
inter
Prxftant. Viror. Epift. p. gi8-
(i) B-elol. Vroedich. N. 16. ji Dec. i6:p. ƒ. n$ verft,
Hh 4
/
-ocr page 488-
488 AMSTERDAMS II.Dêel.
1631. faliteit, tot een pakhuis werdt gebruikt,
bekwaam te maaken tot het doen der open-
Leiden baare Leflen (in). Doch zo dra de voorge-
kant 'er nomene opregting van zulk een Gymnafium
nente" 'lïïuftre»°f doorlugtige School, rugtbaar werdt,
kantede de Stad Leiden, bedugt voor ver-
mindering van 's Lands Hooge Schoole al-
daar, zig ernflelyk tegen de uitvoering van
dit voorneemen, tot zo verre zelfs, dat zy
weigerde te bewilligen in eenen tweehon-
derdflen penning, die toen voorgeflaagen
was, zo men Amflerdam liete voortgaan
met het opregten der doorlugtige Schoole.
Die van Amflerdam weezen daartegenaan,
dat zy niets voorhadden, welk, naar reden,
kon geagt worden te flryden met de Privi-
legien van 's Lands Hooge Schoole te Lei-
den (»), en Honden, eindelyk , in April
deezes jaars 163 [, toe, dat men 't gefchil
met die van Leiden, zo ver hetgeevenvan
openbaare Leden betrof, verbleeve aan de
uitfpraak der twee Geregtshoven, mids de
Staaten zig llerk maakten, om die uitfpraak,
binnen eene maand, te doen gefchieden,
geduurende welken tyd, men, vrywilliglyk,
met het geeven van openbaare Leffen, ftil-
ftaan zou (0). 't Schynt, ondertuffchen, *
dat de Kerkelyken , zelfs de buitenland-,
fchen, zwaarigheid meenden te vinden, in
de opregting der doorlugtige Schoole te
De Zwit-Amfterdam. De Zwitferfche Akademien
ferfche                                                                    , en
(m)KeCo]. Vroedfch. N, 16. lt Dec. KS30. f. lj+.vcrfo.
(n)
Refol. HoU. S, ig At>ril I(5JI. bl. 62, 7?. Vide &
Prartlanr. & erudit. Viror. Epift. />. 759, 760, 762.
(o) Refol. Vrocdfch. N. 16. 28 25 April i6jl. ƒ. 200,
-ocr page 489-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 489
en Kerken hadden, den tweeden Juny des i^i.
voorieeden jaars , eenen brief herwaards . ,
gezonden (p), die terftond in 't licht kwam, ni[^n
en waarin zy niet flegts ernftelyk klaagden, en Ker-
over den aanwas der Arminiaalien hier tekenj<eu-
Lande; maar zigook, omtrent de voorge-r^n took
nomene opregting der doorliigtige Schoole
te Amiterdam, in deezer voege, uitlieten:
Non nihil quoque nos turbatos cfje j'atemur,
5>
novo quodam alio qui fuperveniebat rumo-
re , de nova condenda Academia Amßefoda-
mi. Nam cum unitce Provincies Academiis,
toto orbe celeberrimis
, nee non florentißi-
mis Scholis prope abundent
, vix aliud nobis
5, perfuadere pojjumus, quam novam /kade»
miam, fi tarnen tumor ille vanus non fit >
non orthodoxorum, fed primum quidein Ar-
,, minianorum^ mox verb Socinianorum Offl-
,, cinam deterrimam^ proindeque monfirofis-
fimarum opinionum, quas hadtenus inlueem
3, prof ene callidi homines erub'uerunt, geni-
tricem f ore: dat is , Een ander gerügt,
welk by het voorige gekomen is, heeft
ons, wy bekennen't, ook een weinig ont-
„ ruft: 't gerügt , naamlyk, van het op-
„ regten eener nieuwe Akademie te Am-
„ fterdam. Want naardien de Vereenigde
,, Geweilen, van Akademien, die door de
,, ganfche weereld vermaard zyn, en van
„ zeer bloeijende Schooien rykelyk zyn
„ voorzien; zo können wy ons bezwaarlyk
„ verbeelden, dat deeze nieuwe Akademie,
„ zo anders 't gerügt daarvan niet valfch
» zy, ergens anders toe dienen zal, dan
„ tot
(j>) By AlTZEMA I.' Deel, hl, loij.
Hh 5
1
-ocr page 490-
490 AMSTERDAMS II. Öeel.
1^3 i. >» tot eenen fnoodften winkel, niet van
„ regtzinnigen; maar eerft van Arminiaa-
„ nen, en daarna van Sociniaanen; en ver-
„ volgens eene Kweekfchool worden van
„ de gedrogtelykfte gevoelens , welken
„ die looze menfchen zig, tot hiertoe, ge*
„ fchaamd hebben te openbaaren." Veel-
ligt , oordeelde men , in Zwitferland , zo
ftrengelyk, om dat men daar vreesde, dat
de Amflerdamfche jeugd, die derwaards
plagt gezonden te worden , om zig in de
weetenfchappen te oefenen, de Zwitferfche
Akademien minder bezoeken zou , als zy
t'huis te regt raaken kon. Doch men Hoor-
de zig hier luttel aan het oordeel van lui»
den, die van 't gene hier te Lande omging
niets wiflen, dan 't gene hun, door eenige
heethoofdige Kerkëlyken , werdt overge-
briefd. De Geregtshoven verklaarden zig,
op het ftuk der doorlugtige Schoole, ten
voordeele van Amflerdam (q).
Men gaat Men ging dan aldaar voort met het werk,
'er egter en beriep Gerardus Joannes VqJJïus en Cas*
mede par ßarlteus, die beide,in 't jaar 1619, van
voort, hunne ampten in de Hooge Schoole te Lei-
den verlaaten waren,tot eerfteProfelforen:
Voffius in de Hiftorien, en Barlseus in de
Filozoofie en Welfpreekendheid (r). De
1632. Doorlugtige School werdt door Voffius ge-
opend met eene plegtige reden voering, die,
den agtften January des jaars 1632, onder
eenen grooten toevloed van menfchen, uit-
gefproken werdt (Y). De Digter Hooft,
ds
(q) Prxftant. & erudif. Viror. Epift. p. 76$,
(r) Vaderl. Hift. XI. D't, bl. S9.
(/.-^O.lpKt CktO.1. bl. 57.
V
-ocr page 491-
,
XIV. Boek. Geschiedenissen. 491
de Stad, in een fraai vers, geluk wenfchen- 1632.
de met zulk eene Schoole , en met zulke
ProfefToren , vermaande haar , te gelyk , DcGroot
aartiglyk, dat zy 'er den overgroot en Huigb de komt te
Groot, die onlangs in Holland wederge- Amfter-
keerd, en van Rotterdam, den negenden
December laatftleeden, in flilte, herwaards
gekomen was (t), behoorde by te voegen
(»). Doch men woelde, ten deezen tyde,
fterk ter Vergaderinge van Holland, om
hem het Land te doen ruimen. Haarlem,
Leiden , Gouda , Alkmaar en Enkhuizen
hadden doorgedreeven, dat den Baljuwen
en Schouten aangefchreeven was, dat zy
de Groot in verzekering «moeden neem en
(V). Hyhieldtzig, derhalve, te Amfler-
dam ftil en in huis , tot in 't begin van
Maart, wanneer hy zig, in de Kerk en op
ftraat, vertoonde. Ook voiïdt hy hier ag-
ting en gunft by veelen , met naame by
de regeerende Burgemeefteren , die den
Schout ten Grootenhuis en den Onder-
fchout, heimelyk gelaft hadden, niets, ten
zynen nadeele , te onderne^men. Zelfs de Zyno
Oud Schepen Jan Willemszoon Bogaard, ontmoeT
die, zig twee jaaren buiten de Stad ont- ^inS met
houden hebbende, nu daar wederom bin-n^S
1                            1                       1 i ^i üogaaiq.
nen gekomen was, kwam zig by de Groot
verontfchuldigen, dat hy, op ftraat, van
hem en zyn gezelfchap gegroet geweeft
zynde, niet wederom hadt gegroet, hebben-
de hy gemeend , dat men , voor zekere
Vroib
fr) C, Rbandt Leven van H. de Groot, bl. +24.
(u) P. C. HOOFTS Leven, bl. ij.
tVj Relui. Holl.. ..Dee. I631. bl. ijl.
'V
-ocr page 492-
/
4<02 AMSTERDAMS II. Deel;
1632» Vrouwe, die voor hem ging, den hoed ge-
ligt hadt; daarby voegende, dat hem veel-
eer gepaft zou hebben, de Groot eerft te
groeten, dan niet wederom te groeten, na
dat hy van hem gegroet geweeft was. Waar-
op de Groot beleefdelyk antwoordde „ dat
„ het te veel gedaan was, dat een Oud-
„ Schepen van Amfterdam zig verneder«
„ de, om over zulk eene geringe zaak zig
„ by hem te komen verontfchuldigen (w)."
Hy ver- Zyne partyen bragten 't, eindelyk, zo ver-
trekt we- re> dat 'er, by de Staaten van Holland,
tenLan- met meerderheidvan ftemmen, een beiluit
de uit. genomen werdt, om tweeduizend guldens
te zetten op zyn lyf, en vyfhonderd gul-
dens op het lyf van elk, die hem huisveftte
of verbergde (#). Amfterdam en verfchei-
den' andere Steden hadden egter niet bewil-
ligd in dit befluit (y~). Doch de Groot,
zig nu in Holland niet langer veilig agten-
de, vertrok , den zeventienden April, te
fchepe van hier naar Hamburg (z). Se-
dert, begaf hy zig in dienft der Regeerin-
ge van Zweeden , die hem in AmbalTade
zondt naar 't Hof van Frankryk.
Do
            De Remonftranten waren zeer in hunnen
Vroed- f^hik geweeft, met de opregting der door-
befluit lugtige Schooïe te Amfterdam, en met de
de Pia-' verkiezing der ProfelToren; en hadden,ter«
kaateri ftond, beflooten, hunne jeugd, die tot den
tegen dePredikdienft gefchikt werdt, derzelver les-
fen
(fo) C Brandt Leven van H. de Groot, bl. 415,426.
(.v) Refoi. Holl. 10 Maart, 7 ^ifril 163z. bl. jlï
(y) Refol. Vroedfch. N. I6. 10. Jan. i6ii.f. 22$ verft.
(z.) C. Brandt Leven van H. de Groot, bl. 44;,
-ocr page 493-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 4^3
fen te doen hooren; hoewel 'er nog eenige I0-™
jaaren verliepen, eer dit befluit ter uitvoe- rc11i* ,'
ringe werdt gebragt (V). Midlerwyl, $e-ftrantetJ
nooten zy, hier ter Stede, zo veel vryheid niet uic
als zy begeeren konden , federt dat dete voc-
Vroedfchap, in 't begin van September desren'
voorleeden jaars, hadt beflooten, dat het
vernieuwen en uitvoeren der Plakaaten, te-
gen hen gemaakt, onbeftaanbaar was met
de ruft der Stad; welk befluit wy, om zy-
ne merkwaardigheid, aan het einde van dit
Boek (b), geplaatfl hebben. Abraham An-
toniszoon, een groot yveraar onder de Re-
monftranten, werdt egter, in't jaar 1632,
door den Schout, Dr. Jan ten Grootenhuis,
voor Schepenen gedagvaard, over 't houden
en bywoonen van Vergaderingen, die by's
Lands Plakaaten, en byzonderlyk, by dat
van den derden July des jaars 1619, ver-
booden waren. Hy verfcheen; doch be-
weerde, in een uitvoerig antwoord „ dat
„ de Plakaaten alleen oproerige Vergade-
„ ringen verbooden, en dat hy zulke Ver-
„ gaderingen nimmer ten zynen huize ge-
„ houden, noch ergens bygewoond hadt
„ (c)." En ik weet niet, dat men hem fe-
dert gemoeid heeft. In 't volgende jaar ,
beflooten de Remonftranten, in hunne Ker-
ke op de Keizers-graft, kinderen tedoopen;
't welk, tot hiertoe , alleenlyk in ftilte in
de byzondere huizen gefchied was, op wel-
ke
(a)  P. A LiMBOKCH Vita Epjfcopü, f. J14.
(b)  Refol. Vroedfch. N. 16. s Sept. I4|t. ƒ. 215 verf,,
Rylaagen L'. C.
(c)  Vil een Affchrift van dit Antwoord.
-ocr page 494-
■-■.,■-;-.
494 AMSTERDAMS IL Deel.
ke wyze, ook nog, wat laater (6), Jacö-
bus,
Zoon van den ProfefTor Caspar Bar-
Uns,
by hen, gedoopt werdt. Ook kon-
digden zy, in May des jaars 1633, af van
den predikftoel, dat zy elk vryheid lieten y
om zig eerlt op zyne bejaardheid te laaten
doopen, of om den doop aan kinderen, o-
penlyk in de Kerke, of in ftilte in huis, te
laaten bedienen (d). 't Leedt zelfs maar
tot in Oclober des jaars 1634, toen deRe-
monflranten, hier ter Stede, eene Kweek-
fchool opregteden, waarin Simon Episco-
pius, die tot nu toe te Rotterdam gewoond
hadt, de eerfle Theologifche Leflen gaf (*>
(d)  Vit een Affchrift der Kerkelyke A&e.
(e)  P. A LlMBORCH Vita Episcopii, p. jlff.
(6) Den 19 Maart 1634.
I632.
De Re-
mon-
ftranten
regten
een
Kweek-
fchool
©p.
BV-
-ocr page 495-
" ■
XIV.Boek. Geschiedenissen. 495
B Y L A A G E N?™
GEN
i/. A.
op het IL Deel, XIV. Boek.
Lr« A.
Octroi voor Dyckgraeff ende Heemraöen
van Nieuwer-Amstel , omme tot Polders te
mogen manchen feker diflri&e gelegen binnen
den Amfleldyck
, ende de Veenwegh, ende foo
veele Molens ende Verlauten te mogen maken
ah fy tot drooghoudinge van voorsz.bepolderin-
ge nodige /uilen achten.
Gegeven den 19 De-
cember 1629.
p\e Ridderfchap,Edelen en Steden vanHol-
•*-' land en Weftvriesland, reprefenterende de
Staten van denzelven Lande doen te weetenhoe
dat ons vertoont is by Dyckgraaf ende heemra-
den van nieuweramftel, ten oirbaar ende gemee-
ïie befte van de ingelanden, tuflchen het Loop-
velt ende d'Jurisdiélie van Tarnen, beflooten
binnen den Amfteldyck, ende d' Veenwegh, ende
op het go etvinden van de heeren Burgermeefte-
ren ende Regeerders der Stadt Amfterdam als
Ambactotsheeren over den voorn, diftrióte dat
van tyt tot tyt, ende hoe langs hoe meer, ver-
fchyden dorpen, gehuchten ende quartieren foo
in hollandt, als in den gefliehte van Uytrecht,
in ende met Amftelandt uytwaterende , ends
haer bepolderende veroorzaackten, dat de landen
binnen den voorn, diflriéte met den Amftel ge-
meen leggende, foo feer comen te inunderen
datgefchapen was* defelve in corten tyt ten on-
bruyeke te füllen geraken, tenware daariegens
behoorlyck wierde voorfien, twelck bequame-
lyck conde gelchieden mits brengende den am-
fteldyck langs d' iurïsdidtie van tarnen heene o-
ver een ftroocke Lants tot aan de Veenwegh by
de
»
-ocr page 496-
49<S AMSTERDAMS II. Deei* .
Bvlaa» de Kerck van Tarnen uytcomende, keerden der-
cEN
         halven fy verthoonderen haar tot ons, verfouß-
Lr. A. kende dat fy by onfe Oftroije, in der beffcer for-
me mochten werden geauthorifeert het voorn,
diftricl: (in maniere voorfeyt in eene ofce meer
polders, na dat d' gelegentheyt by haar bevonden
foude mogen werden t'vereyfchen) te mogen
befluyten, om t felve des fwinters foo wel als
des fomers hoogh uyt te waateren, droogh te
houden en daar toe tot taxatie van de gerechten
aldaar te mogen gebruycken foo veel lants als
fy füllen achten van doen te hebben > ende dat
fy de voorn, bepolderinge füllen mogen verfor-
gen met foveel molens, verlaaten, wateringen,
tochten , caden , toepaden ende diergelycke,
mitsgaders met keuren ende ordonnantien, te
executeren op dyckrecht, foo als fy ten meeften
oirbaar ende dienfte van den Lande bevinden
fouden te behooren, alles met onderlinge Com-
municatie van Burgemeefteren als Ambachtshee-
ren voornt. ofte derfelver gecommitteerde; dat
fy mede d'oncoften als oock d' afdelvinge der
Landen tot de voorn, bepolderinge nodigh fou-
den mogen omme flaen, ende nae dyckrecht in-
newinnen over d'ackertalen foo als die in de
Verpondinge fyn contribuerende fonder onder-
fcheyt van verdolven Veenlanden ofte anderen
des dat ons mogte gelieven de vertoonders ten
behoeve als vooren totfoulagementvandeover-
groote oncoflen tot de voorn, bepolderinge te
doen te authorifeeren by forme van gabelle ta
mogen doen heffen aan de te maekene verlaten
van ieder turfpondt ofte diergelycke, een inge-
lant ofce inwoonder toecomende in 't uyt- ende
in vaaren t'elckens een fluyver ende een vreemt
man toebehoorende twee ftuyvers, van een
praam een ingelant ofce inwoonder toecomende
een blanck een vreemde toebehoorende twee
blancken, van een voer- ofte fteygerfchuyt, een
ingelandt ofte inwoonder toebehoorende een
hal-
-ocr page 497-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 497
halve fluyver ende een vreemt man een fluyver, Bvl
van een fpeeljacht, weyfchuyt ofte vreemde gen
vifchuyt twee fluyvers;Soo is't dat wyd'faac- Lr.
ke ende verfouck voorsz. o vergemerkt alvooren
hier op gehadt het advys van die van onfe ca-
mer van de reeckeninge van den voorf. Landen
d'Supplianten geaccordeert,geo<5troyeerdt ende
geconfenteerdt hebben, accorderen, confente-
ren ende octroyeren by defen, dat fy het voorf.
diftrict in manieren als vooren in een ofte meer
Polders, naar dat d' gelegentheyt by haar bevon-
den fal werden t' vereyfchen füllen mogen be-
fluyten, omme het felve des winters foo wel
als des fomers hoogh uyt 't waater droogh te
houden ende daar toe tot taxatie van den ge-
rechte aldaar te mogen gebruycken foo veel
lants als fy füllen achten van doen te hebben,
oock de voorn, bepolderinge te mogen beforgen
met foo veel molens, verlaten, vaerten, wa-
teringen , tochten , caeden , toepaden , ende
diergelycke, mitsgaders met keuren ende or-
donnantien t'executeren op dykrecht, foo als
fy ten meeflen dienfle van den Lande bevinden
füllen te behooren alles met onderlinge com-
municatie van Burgemeefleren als Ambachts-
heeren voorfi. ofte derfelver gecommitteerde;
dat fy mede de oncoflen aflfdélvinge der Lan-
den tot de voorn1*, bepolderinge nbdigh füllen
mogen ommeflaen ende na dyckrecht inwinnen
over d'ackertalen foo als die in de Verpon-
dinge fyn contribuerende, fonder onderfcheyt
van verdolven Veenlanden ofte anderen, au-
thoriferende de Supplianten vorder tot verval-
linge van de oncoflen, in defen te doen by
forme van gabelle te mogen heffen an de ge-
maackte verlaten, van ider turfpont ofte dier-
gelycke , een ingelant ofte inwoonder toebe-
hoorende, in 't in ende uitvaren t' elckens een
fluyver, ende een vreemt man toebehoorend e
twee fluyvers ; van een praem , een ingelant
ofte inwoonder toecomende een blanck , een
IV. Stuk.
                    Ii                 vrecm-
*
-ocr page 498-
4S>3 AMSTERDAMS II. Dm;
Bylaa- vreemde toebehoorende twee blancken ; van
gen een Voer- ofte Steygerfchuyt, een ingelant of-
Lr. A. te inwoonder toebehoorende een halve ftuyver,
een vreemt man een ftuyver, van een Speel-
jacht , Veenfchuyt ofte vreemde Vifchuyt twee
ftuyvers , behoudelycken dat de Supplianten
den genen, die aireede pretenderen füllen by
het voorsz. werk ofte eenigh lidt van dienmerc-
kelycken befchadieht , ende geinterefleert te
weefen, ofte henluyden narnaels mogen open-
baren, gehouden zullen wefen te doen behoor-
lyck contentement ende ten eynde de Supplian-
ten defen onfen Confente, accorde ende oc-
troye, in manieren als vooren mogen genieten,
foo füllen ly gehouden zyn éeih t'onfer Camer
van de reeckeninge te prefenteren omme aldaar
gevifiteerdt, geinterineerdt ende geregiftreerdt
te worden 't welck gedaan fynde lalfen ende
bevelen Wy allen ende eenen Igelycken, die
defen aangaan fal, hem hiernaar te reguleren,
fondèr den Supplianten te doen ofte gehengen
gedaan te werden eenigh hinder ofte moyenifle
ter contrarie. Gegeven in den Haage onder
onzen grooten Segel hieraan gehangen, op den
19 December 1629.
Bylaa-                           Lr. B.
GEN
L'. B. Eequest der Gedeputeerden van de Noordhot-
landfche S'tnode aan de Staaten van Holland
om approbatie op eene Conventie met de Magi-
ftraat van Amflet dam
, wegens derzelver zit-
ting in den Kerkenraad ; en Apoftil van haa-
re Ed. Groot-Mog. op bet zelve
van den 19
Maart 1632,
Amde Ed. Groot Mo. beeren Staeten van
Hollant ende Weflvrieslant.
Geven met alle behoorlicke onderdanicheyt
ende eerbiedinge te kennen, de Gedepu-
teer-
-ocr page 499-
XIV.'Boek. Geschiedenissen. 499
teerden des Synodi van Noorthollant, hoe datuYLAA,
het kerckelick different tot Amfterdam, tuïTchen GEN
de Achtb: Magiflraet ende die Eerb. kerckenraet L'. B,
aldaer, over t'nemen vande fefïïe bydie vande
voorf. Magiflraet, inde gemelde kerckenraet In
Ianuario ende februario laetftleden, ten over-
flaen vande gecommitteerde der refpeétive Clas-
fen, ende de Gedeputeerden des Synodi van
Noorthollant in fulcker voegen door des heren
Genade is affgehandelt ende bygeleyt, dat de
welgemelde Magiflraet den eerften Mey, ofte
den eerften donderdach in Mayo eerftcomende,
de gemelte feffie door haere Gedepde. inden
voorf. kerckenraet aenvanckelick fal nemen, op
fodanige condirien als hier nevens gaet, ende
refpeélivelicke by de meergemelte Magiflraet en-
de kerckenraet ingewillicht ,ende oock by de
beeren xxxvj. Raeden geapprobeert fyn, Ende
alfoo goetgevonden is , by de Vergaederinge
voorf. met toeftemminge vande voorf. Magis-
traet, tot meerder verfeekeringe vande voorfl
kercke, foo by uwe Ed. Grgpt Mo: als by fyne
furftelicke Doorluchticheyt, den Heere Prince
vanOrangie te verfoeken approbatie vande gemel-
te conditien waerop het verdrach ingegaen is; Soo
is het dat de Gedeputeerden voorf den mfe
febr. leftleden in abfentie van uwe EdL Groot
Mo: verfocht ende becomen hebbende de ge-
melte van fyne Princel. Exclc. die de fclvQ
gunflelick ende in forma vergunt heeft, haer
tegenwoordelick keeren tot uwe Ed. Groot Mo:
ende aende felve optalderdienftelyckte verfoec-
ken, dat uwer Ed. Groot Mo: de conditien aen
d'ander fyde van defe gefielt,, gefien hebbende,
gelieve ten dienfte ende tot behout vande ruft
ende welflant vande voorf kercke de felve oock
mede t' approberen, ende de acle van approba-
tie op de marge van defe te doen gunflelick tee-
kenen, op dat de voorf. gedeputeerde daerme-
de wederkerende tot de kercke van Amfterdam,
Ii 2                           de
-ocr page 500-
Sco AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- de felve met de gewenfchte toeflemminge van
gen uwe Ed. Groot Mo: foo wel als vanfynePrin-
I-1. B. cel. Excie. ten volle mogen verheugen. Dit
doerade &c, Onderflont uwe Ed. Groot Mo:
onderdanige, de Gedeputeerde des Synodi van
Noorthollant. Was ondert. Abrahamus a Do-
reflaer. Adrianus Snellius.
Conditien van Ferdracb tuffcben de Acht-
baereMagiflraet ende de eerwaerdige kerc-
kenraet van Amflerdam over de feflie by
devoorf Magiflraet inde gemelte kercken-
raet te nemen
, den eerflen Mey ofte den
eerfien Donderdach in Majo eerflcomende.
P\at voor eerfl een totale amneflie van al
■*-^ t' gunt ter oorfaeke van defe feflie foude
mogen gepaffeert fyn, gefielt worde , gelyck
dan defe feflie verclaert werdt byde Achtb.hee-
ren voornt- niet genomen te werden in Poenam.
Ende dat dienvolgens om alle diffidentie wech
t' nemen, ende daeaiegens om de onderlinge cor-
respondentie tuffchen de Achtb. heeren Bürgerin,
ende Regierders van Amflerdam, ende die van-
de kerckenraet te fancieren ende bevefligen, met
kennifle ende advys der Gedeputeerden des Sy-
nodi, ende der refpeclive ClafTen van Noort-
hollant, de feflie op de naevolgende conditien
fal worden in t werck gefielt.
Voor eerfl: dat met de feflie niet füllen wer-
den gepreiudiceer.t de gemeene kercken onder
beyde de Synoden van hollant ende Weffc-Vries-
lant forterende.
Dat voorts de heren Burgemrfi ende Regier-
ders voorfit. aennemen , een ofte twee vande
heeren, wefende Ledemaeten der gemeente, inde
kerckenraet t' fenden, omme t'aenhooren , ende
mede vande voorvallende faecken te delibereren
conform de kercken order,fonderdecifiveftem-
men t' hebben.
Ge-
-ocr page 501-
1
XIV.Boek. Geschiedenissen. 501
Gelyck dan de heeren voorïit. by defen ver- Bylaa-
claeren van meninge t' fyn. de kercke van Am- GEN
fterdam niet te preiudiceren , door defe feffie Lr. B.
in haere gewoonlicke ende tot noch toe alhier
onderhouden order; niet alleen int ftuck van-
de beroepinge der Predicanten , verkiefingen
der Ouderlingen ende Diaconen , maer oock
inde oefFeninge van alle andere kerckelicke
dienften.
Ende dit alles tot geen ander eynde dan tot
maintien ende hanthavinghe van de waere Chris-
telicke Gereformeerde Religie , fulcx die ie-
genwoordich inde publique kercken alhier ge-
leert werdt, en laeftmael A°. 1619 in de Syno-
do Nationale tot Dordrecht, is gearrefteert.
Op de Margine flont geappoflilleeru
De Staeten vanHollant endeWeftvrieslant,ge-
fien ende geexamineert hebbande, de articulen
daer op verdragen is, het different nopens de
feffie vande heeren Magiftraeten der Stadt Am«
fterdam ende kerckenraet aldaer, hebben de
voorf. articulen, voor foo veel het noodich
is, geapprobeert ende geratificeert, appro-
beren ende ratificeren de felve articulen by de-
fen , alles nochtans fonder preiuditte vant rechte
fivelck de heerenEdekn ende Steden /ouden mo-
gen fußineren inde feffie van de kerckenraet
f hebben,
ende onder verclaringhe bydehee-
re Gedepdc. der voorf. Stadt gedaen, van dat
defe faeke beftaet by haer felven, fonder dat
fy daer toe approbatie van noode hebben,
gedaen inden Haeghe den xixe. Martii 1632.
Ü 3                    L% C.
-ocr page 502-
.......        —__
50a AMSTERDAMS II. Deel.
RTLAA.                                   Lr. C.
«EN
u. c
Refolutie der Vroedfchap van Amflerdam van
den 5 September 1631. waar by verklaard
wordt, dat het uitvoeren der Plakaaten tegen
de Remonflranten onbcfiaanbaar is met de ruß
der Stad.
De Heeren Burgermeefters hebben den Rade
voorgedragen dat ter jongfte Vergaderinge
^er peeren Staten defer Provincie door den Ge-
deputeerden der Synoden van Suyd- ende Noord-
hollandt, groote follicitatien gedaen waren tot
executie derPlaccaten tegens de Remonftranten
geëmaneert,ende voornamentlyk dat hunlieden
toegelaten mochte worden fich neffens de Gede-
puteerden der Kerken van de andere Provinciën
te adreflèren aen de ho: mo: Heeren Staten gene-
rael om derfeluer macht, hunlieden van God ge-
geve'n Cgelyk de Predikanten fpreken in de Re-
quefle, tot dien eynde ter gemelter Vergaderin-
ge overgelevert, in den Raed alhier gelefenj
daertoe te mogen imploreren; Datfe ook, naer 't
fcheyden der voorfz. Vergaderinge den heeren
Gecommitteerde Raden verfocht hadden, de
plaetfe daer de Remonftranten hare byeenkom-
ften in den Hage zyn houdende onvriichtbaer
te maeken; die ook fulx gepooght, edoch om
eenige redenen noch niet geëffeclueert hadden.
Ende alfoo defe faecke ter aenftaender dagh-
vaert, naer alle apparentie, weder op de baan
fal komen, dewyle de Kerkelyke in hare voorfz.
follicitatien blyven continueeren, ende 't werk
daer door fulx prepareren, dat het fchynt dat
men fal foeken mette meefte Hemmen daer op
refolutie te nemen; Datfe daeromme dëta Raed
bv manere van advis voordroegen , oft fy meynt
dat de dienft van 't land de renovatie ende exe-
cutie der placcaten kan lyden: ende dewyle de
\
-ocr page 503-
XIV.Boek. Geschiedenissen. 503
magiftraten van verfcheyden plaetfen, foofe felfs Bylaj,-
verklaert hebben, niet machtigh fyn om de voorf. GEn
byeenkomflen te weeren,oft den landeoorboorLr. C.
is, daer toe de macht van dien (lbo 't de kerke-
lyke noemen) dat is, de militie te emploieren;
ende ofmen niet en behoort in tyds dienaengaen-
de fulke refolutien te nemen, diemen verftaet ten
meeften dienfte des Lands ende der Religie te
füllen ftreeken. 't welk in omvrage gebracht, en-
de daerop rypelyk gedelibereert wefende, is ver-
flaen, dat het renoveren ende executeren der
placcaten een fake is der politie ende niet der
Kerke. Dat de Judicature ende executie van dien
niet den Heeren Gecommitteerde Raden , die
geenjurisdiftie in defen deele hebben, maer den
Magiftraten der Steden daer de Conventiculen
gehouden worden, competeert: Dat d'ervaren-
heydniet alleen van de eerfteChriften tyden,maer -
oock van defe Landen, foo in 't begin van den
oorloge als naerdefelve genoegh geleert heeft,
dat de gemoeden der menfchen in faecken des
gelooffs, door geeftelyke wapenen moeten ge-
leyt, maer door geen placcaten gedwongen kön-
nen worden. Dat het onftichtelyk ende contra-
rie het beroep derPredicantenis, de Magiftraten
tot executie van placcaten tegen Chriftgeloovi-
ge , die in 't gevoelen vanhaer verfcheelen, aen
te manen. Datfe door foodanige follicitatien hun-
lieder eyghen Vergaderinge doen affnemen, en-
de de publique Kerke daerdoor afbreek doen. Dat
men gefien heeft, dat, foo lang men in't houden
dervoorfz. byeenkomften geconniveert heeft, het
Land, ende infonderheyd defe Stadt in rufte, vre-
de ende eenigheyd geweeft fyn; datfe integendeel
lbo lange de executien duurden in conrïnuele be-
roerte ende muyterye gefteken hebben Ende fyn
dienvolgende de Gedeputeerden gelaft,de predi-
canten die ter Vergaderinge dienaengaende nieu-
we follicitatien fouden mogen doen , nae huys
te wyfen. Ende de voorfz. ende andere Confide-
ratien ter Vergaderinge voor te Hellen, ende al-
daer
-ocr page 504-
504 AMSTERDAMS Gesch. IL Dm.
Bylaa- daer te doen examineren. Doch even verre fy
gen merken, dat men met meerderheyd van ftemmen
Lr. C. den predicanten foude mogen toeftaen om haer
voorfz. verfoek ter Generaliteyt te mogen doen,
füllen de Gedeputeerde de Vergaderinge voor-
dragen , datfulx de fouvereiniteyt ende hoogheyd
van 't Land ten hoogften prejudiciabel ende na-
deeligh is, ende verfoeken dat denfelven gelieve
in ferieufe bedenken ende deliberatie te nemen
off in de tegenwoordige gelegenheyd van tyd foo-
danighe renovatien ende executien dienftigh fyn.
Ende byaldien men echter daertoe met plurali-
teyt van ftemmen foude willen refolveren, ful-
lenfe de overftemminge fien te weeren, daerte-
gen protefteren ende de proteftatien doen regis-
treren. Indien men ook foude meynen met meer-
derheyd van ftemmen, ende tegens dank ende
wil van de Magiftraet van den Hage ende van 't
Hof (den welken de judicature ende't recht van
dien toekomt) de Gecommitteerde Raden totde-
molitie van de plaetfe der Remonftranten te las-
ten fullenfe foodanige overftemminge mede niet
gedoghen, ende, in gevalle van doordringinge,
daer tegens als vooren mede protefteren, ende
de proteftatiein aótis doen infereren. Wat voorts
de renovatie ende executie der Placcaten be~
langht, daer tegen fullenfe de voorverhaelde en-
de andere Confideratien bybrengen, ende indien
men evenwel daer mede deur wil, van defer
Stede wege verklaren, dat men verftaet, dat het
de ruft ende vrede defer Stad foude troubleren^
ende dat men daeromme, ende omme alle on-
heylen,die daeruytfouden mogen ontftaen, te
myden, alhier geen renovatie nochte executie
der zelver zal doen, nochte gedogen gedaen te
worden. Sullen vorder fyn Pre.Ex,ic. hare con-
fideratien ende proteftatien, ende die ongelegen«
heyt daer uyt te ryfen reprefenteren, ende den-
felven gedienftelyk verfoeken, dat zyne Doorl.
niet gelieve fich totte executie van dien te laten
bewegen ende iraploieren.