I
|
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
4
■ HB
|
|||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAM
IN Z1?NË
Oi'KOMST, AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KER KENSTAAT, SCHOOLEN,
SCHUTTERYE, GILDEN
REGEER INGE:
BESCHREEVEN,
DOOR
|
||||||||||
j A N W A G E N A A Jfc,
HISTOR.IESCHRYVER. DER STAD.
V y F D E S'T U &
|
||||||||||
^
Te AMSTERDAM,
1 S A A K T t R- £ Q n
M D C C L X I V. Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heetea Staaten v«a
Jioiland en Weftfneskud, |
||||||||||
KUNSTHISTORISCH INS
.. DEK RUKSUNIVERSITEI1 UTRECHT' j |
||||||||||
T W Ë ËÖ Ë D ?È È L.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
VYFTIENDEBOEK,
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1632, tot het jaar 1649. De veldtogt des jaars 1632, die Maas- Uittogt.
tricht en verfcheiden' andere Steden van 'wéê aan de Staatfche zyde overbragt, gaf gele- ^n e" genheid tot den uittogt van twee vendelen Schut- Amflerdamfche fchutters , die , onder de ters. Kapiteinen Willem Bäcker en Dr. Allard Kloek, 1632. "beide Schepenen en Raaden, flonden; den vierentwintigden Augultus, op 't Prinfenhof, gemonfterd , en drie dagen laater, irige- fcheept werden naar Nieuwmegen, daar zy in bezetting bleeven tot op den zesden Oe- tober: wanneer zy herwaards keerden, en bedankt en betaald werden (a). Fredrik, Paltsgraaf aan den Ryn, geboo- Ongeval,
ren uit eene Dogter van Willem den 1. ,Prin- den jon- fe van Oranje, Louife Juïiana genaamd, was, Sen Prin* in 't jaar 16 [9, tot Koning van Boheeme [^3^. verkooren; doch, in 't volgende jaar ,door me> 0p 't
(*) tiè CÓMMiLIN, bl. 8zt.
A %
|
||||||||
n
|
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
OER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||||
4 AMSTERDAMS IL Deel:
ju
1632. 't verloop zyner zaaken, genoodzaakt ge-
cene rei- wor(ten» de WY^ te neemen naar Holland, ze naar Hy hieldt, federt, eenige jaaren agtereen, Amfter- zyn gewoonlyk verblyf by Reenen. In Ja- dam, in nuary des jaars 1629, was hy , met Prins low* Henrik* zynen oudften Zoon, op reis ge.- overge- gaan naar Amfterdam, om den fchat te zien, komen, die op de Zilvervloot veroverd, en herwaards gebragt was. Te Haarlem gekomen, flak het Vorftelyk gezelfchap van land met ee- ne Veerfchuk, ichoon het een ftorm waaide. Doch in de Hollefloot, werdt de Veerfchuit overzeild van een' dry ver, en liep terflond vol Waters. De Koning werdt gebergd in den dry ver. Doch de Prins en drie Edelen De Haar- verdronken (b). En veelligt heeft dit onge- lemmer val, onder anderen, aanleiding gegeven tot Vaart, ^et maaken der nieuwe Vaarte, Trek- en Wagen-" Wagenweg tuflchen Haarlem en Amfter- wegwor-dam, waartoe, den vierden April des jaars den ge- 1631, Oclxoi verworven werdt (f). Kort maakt, hierna, troffen de twee Steden, desaangaan- de, eene Overeenkom!!;, die, op den zeven- tienden July, door eene willige Condemnatie van den Hoogen - Raade, werdt bekragtigd (d). En 't leedt niet lang, of de vaart en weg werden voltrokken. De Stad Den twee- entwintigflen January deezes ftaat Pe- jaars 1632, was de Koningin van Boheeme ter over wecjerom bevallen van eenen Prins, die Guflaaf Adolf genaamd, en, door de Staaten van
(b) AlTZEMA I. Deel, hl. g23.
(c) Handv. hl. ^%$. [ii6.]
(d) Groot-Memor. N. lil. f, 119 verfo, 133. Zit m^,
Fnvileg. van Haail. bl. 468, 470* 474. |
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 5
van OveryfTel, de Stad Amfterdam, de Prin- j ^« 2.
fes van Oranje en de Vrouwe van Bredero- de , ten doop gehouden werdt (<?). Dep"^ Vroedfchap deezer Stad hadt reeds befloo- Van Bo- ten , den jongen Prins tot eene pillegave te heeme, vereeren eenen Lyfrentebrief van zeshon- derd guldens's jaars, leggende in eene doos van vy ftienhonderd guldens; en daar een ge- fchenk van vierhonderd en vyftig guldens in de Kraamkamer by te voegen (ƒ). De Ko- ning , kort hierop, naar Duitfchland verreisd zynde, overleedt te Ments, op den negen- entwintigften November (g). . De Staaten der Vereenigde Provinciën Hande- waren ,omtrent deezen tyd,in onderhande ,{r>g niet ling over vrede met de Spaanfchen, en te Fra"kryfc gelyk met Lodewyk den XIII., Koning van fjj pan" Frankryk, over een befchadigend verbond. De handeling met de Spaanfchen werdt, ein- 1633. delyk, afgebroken, op den zeftienden De- cember des jaars 1633; doch die met Frank- ryk werdt toen, met meerder ernft, hervat. Eindelyk, werdt men 't eens, op één punt na, waarop het Franfche Hof zeer gezet fcheen. De Koning vorderde „ dat de Staa- Frank- „ ten zig verbonden, om niet zonder zyne ryks „ toeflemming te verdraagen met Spanje." voorfla£* De meefte Provinciën, en de-Prins van O- ranje zelf, zig vieijende met de hoop, dat Lodewyk de XIII. tot eene openbaare vre- debreuk met Spanje komen zou, verflonden, dat men, op deezen voet, met Frankryk be- hoor« (e) LAMPE Vcrv. op WASSENAF.R XXI. Deel, ƒ.46 verfo.
(f) Refol. Vroedfch. N. 16. 19 Jan* i«ja. f, zi$ ver/b.
(jf) AlTZEMA I. Deel, bl, iiól. A 3
|
||||
6 AMSTERDAMS II. Deel,
1633. hoorde te fluiten. Maar eenige Leden van
Amfter- Holland oordeelden, dat zulk een Verdrag
dam kant ftreedt met 's Lands hoogheid (£). De Af-
'er zig gevaardigden der Stad Amflerdam, altoos
ernfteiyk bezorgd voor het handhaaven van's Lands
te^"' geregtigheid, verklaarden, op den vieren-
3t' twintigften February des jaars 1634 , ter
Vergaderinge van Holland,, datzybefpeur-
„ den, hoe eenige Leden der Vergaderinge
„ genegen waren, zeker Verdrag met Frank«
„ ryk aan te gaan, op bezwaarlyke voor-
„ waarden, en ftrekkende tot vermindering
,, van de Souverainiteit en Vryheid des
„ Lands, en tot .'verbreeking van voorgaan«
j, de inzigten en Refblutien , plegtiglyk ge«
„ nomen by de Regeeringe van Holland en
„ Weftfriesland, van welke Amfterdam, en
3, de andere Steden, die met deeze Stad
5, eens waren, aanzienlyke Leden waren;
3, in welk gewigtig ftuk, dat, naar 't oor-
3, deel der overeenftemmend e Leden zei ven,
„ ter wederzyde , zeer bedenkelyk was ,
„ men nu, met eene meerderheid van eeni-
3, ge Hemmen, zogt te befluiten. Dat zy,
3, hierom, op uitdrukkelyken lall hunner
3) Vrlncipaalen, verklaarden, genegen tezyn
„ tot een nader verdrag van vriendfchap,
„ goed verftandenonderlingenbyftandmes;
„ de Kroone van Frankryk, mids zulks ge -
3, fchiedde buiten vermindering van de Vry-
v heid en Souverainiteit deezer Landen,
„ waarvoor, voorheen, zo veel gedaan en
„ geleeden was. \ Was, oordeeldenze,
» ve<?J
(h) Vadeil. Hift. il. Deel, bk 173 j WjU«).
|
||||
1
■ |
||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 7
„ veel beter, by deeze Regeering, op eene 1
„ buitengewoone wyze, zo veele middelen „ te vinden, als het gemelde Verdrag aan „ den Staat toebrengen zou, dan dat men 9, 's Lands vryheid zou laaten krenken. Doch .,, zo deeze reden den overigen Leden niet „ gewigtig genoeg fchynen mögt, en men, „ desonaangezien, met het fluiten van zulk „ een Verdrag, zou willen voortgaan, ver- „ klaarden zy, laft te hebben, om den an- 5, deren Leden te kennen te geeven,datzy „ in een verdrag op den gemelden voet niet „ rriogten noch zouden bewilligen; dat het „ ook niet in de magt der overige Leden „ ftondt, om, in zaaken, die de Souverai- „ niteit en 't hoogfte gezag der Regeeringe „ betroffen, tegen 't gevoelen van zulke „ • aanzienlyke Leden, te befluiten met meer- a, derheid van Hemmen; daar, in veel min- „ dere zaaken, de middelen en bewilligin- „ gen aangaande, geene overftemming viel. j, Zo men 'er egter mede voort wilde, dan „ proteßeerden zy , uit den naam hunner „ Principaaien, dat zy daaraan part noch „ deel wilden hebben, en dat zy 's Lands „ vryheid, die den voorouderen zo dierbaar „ geweeil was, en ons niet minder dierbaar „ behoorde te zyn , ten hunnen opzigte, „ door zulke nadeeligeverdragen, nietzou- „ den laaten befnoeijen. Ook wilden zy niet, „ dat hun geweeteri werden de ongemakken ?, en rampen, die, uit zulk eene verbindte- „ nis van 's Lands Vryheid en Geregtigheid, „ te wagten waren; van welke hunne Ver- ,, klaaring zy yerzogten, dat openlyk aan- A4 s> te-
|
||||||
8 AMSTERDAMS II.DeeiU
1634, s» tekening gehouden werdt (i)." Dordrecht;
hadt zig, reeds te vooren, omtrent op ge- Jyke wyze, verklaard. Rotterdam en Alk- maar voegden zig by deeze Steden (k): al 't welke van dit gevolg was, dat het Verdrag eerft met eenige verzagting gefield, en ia 't jaar 1635 zulks veranderd werdt, dat bei- de Frankryk en de Staaten zig verbonden, niet met Spanje te zullen fluiten dan geza- menlyk, en met gemeen goedvinden (/) ; waardoor 's Lands Vryheid en hoogheid volkomenlyk bewaard bleeven. Eenige Het toeneemen der Stad, federt dejong- nieuwe fte Vergrooting, gaf wederom (m) aanlei- een op1" ^m& t0t ^et ^er^ toeneemen van nec getal
het ont- der kinderen in het Burger-Weeshuis alhier, vangen De Regenten, bedugt, dat hunne inkomften, van kin- d0or den tyd, niet mogten toereiken, tot ?er?n. het onderhoud der arme Weezen, verzog.
in het . j j 1 1 ö
Wees- ten> m "en aanvang deezes jaars „ dat he(;
huis „ getal der jaaren, binnen welken zy gehou-
deezer 9} den waren kinderen in te neemen, vermin-
^tad# 3, derd,en dat van de jaaren, die de Ou-
„ ders Poorters geweeft moeiten zyn , ver-
„ meerderd mögt worden; ook dat zy ont-
„ flaagen mogten zyn van het inneemen van
„ lamme, kreupele, blinde, malle en krank-
„ zinnige kinderen." Voorts, vraagden zy,
}, of kinderen, welker Vaders 't Poorterregt
„ behuwelykt, doch geenen Poorterseed ge-
„ daan,
(i) Refol. Vroedfch. N. 17. 28, 29 J-a»- 7, 14, ixFebr^
ï«34- ƒ• 33 »34 verft, 3;, 36, Zie 00^ AlTZEMA 11. Deel, , . h. Si- (^J AlTZEMA II. Deel, hl. 93, 54.
(I) Vaderl. Hift. XI. Deel, hl. i%6, ipg, \&) Zie U. Deel, iy. Boe^ hl. j>«. |
||||||
XV. Boek. Geschiedenissen. o
M daan hadden, of het doen van welken eed 1634,
„ nog geene zeven jaaren geleeden was, 1, wel tot het Weeshuis behoorden?" Ein- delyk, gaven zy in bedenking „ of de prys „ van 't Poorterregt niet een weinig dien- „ de verhoogd te worden: alzo het, door „ arme luiden , veeltyds , gekogt werdt, „ eeniglyk, op dat hunne kinderen, na hun j, overlyden, in 't Weeshuis zouden kon- „ nen komen?" De Vroedfchap befloot, op dit verzoek, den vierden Januarydeezes jaars „ dat de jaaren, binnen welken het „ Weeshuis verpligt zou zyn, kinderen in te „ neemen, op twaalf, en de tyd van 't Poor- „ terfchap der Ouderen op zeven, gelyk van „ ouds, bepaald zouden blyven; dat de ver- „ pligting, om gebrekkelyke kinderen van „ lighaam of geeft te ontvangen, ook bly- „ ven zou, gelyk zy plagt;dat zulken, die |
||||||||||||||
9>
|
aan Poortereffen gehuwd waren, Poorters-
|
|||||||||||||
eed doen moeiten, om voor Poorters ge-
houden te worden-, en hunnen kinderen regt te laaten, om in 't Weeshuis te wor- „ den ontvangen; en dat het Poortergeld van „ dertig op veertig guldens verhoogd zou „ worden,welketien guldens aan'tWeeshuis, „ boven 't gene het reeds uit het Poortergeld „ genoot, zouden worden toegevoegd («).'* Ten deezen tyde, werdt, by den Raad,Raad:
voor 't eerft, geraadpleegd op het aanlan-pleS'tns den van een Eiland, in de nieuwlyks ge- aanwin- maakte Oude-Zyds-Waale, en van deuitge- nen van |
||||||||||||||
bag-
|
||||||||||||||
(n) Refol. Vroedfch. N. 17. 4 Jan. 1634. f- 30 verft,
32 verft. gT« ««^ H<Uldv. bl. 114, 275. [283, 3S».] A5
|
||||||||||||||
10 AMSTERDAMS ILDeeC
1634, baggerde ftoffe: welk niet alleen dienen zou,
een Ei- om den (lag van't wat er in de Waale te bree- land in ken; maar ook tot de maft - neèringe be- de Oude- kwaam zyn (0). Doch daar verliepen nog £jfds" eenige jaaren, eer zulks voortging, en het aa c' fchoone Niéuwe-Waals Eiland aangewonnen en vol- wérdt. In't jaar 1645, was het inftaat, trekking om aan erven uitgegeven te worden (p), van het gelyk, eerlang, gefchiedde (#), onder voor- waar den , dat aldaar geene Brouweryen, Branderyen , of Smeerfmelteryen zouden mogen worden opgeregt (r). Ook werde het verzoek der Weftindifche Maatfchap- pye, dat aldaar, op Stads koften, een nieuw Weftindifch Huis mögt worden gebouwd, van de hand geweezen (Y). In 't jaar 1650, werdt gekeurd, dat de rioolen aldaar niet laager leggen mogten dan die der gemeene ftraaten (f), pefttyd. In 't jaar 1635, openbaarde dePeft, die na 't jaar 1625 niet gewoed hadt, zig we- derom in Holland, metnaame te Leidenen hier ter Stede, daar altoos groote overvloed van geringe ingezetenen plagt te zyn, onder welken deeze kwaal meeft heerfchte. Te Amfterdam, ftierven, in dit jaar, agtduizend een honderd zeven en zeventig menfehen. 1636. Doch ten naaften jaare, ileepte de befmet- • ' telyke ziekte, hier ter Stede, wel zeventien- duizend een honderd drie en negentig; an- de-
(o) Refol. Vroedfch. N. 17. 4 Jan. 1634./. 3*.
(p) Refol. Vroedfch. N. 19. 20 Nax/. 1645. ƒ.67 verfo,
(q) Zte I. Deel, II. Bcel^, bl. 157.
(r) Refol. Vrocdich. N. 19- 5 J*n. 1646. ƒ. 71 verfo,
(s) Refol. Vroedfch. N. 19. 10 J<t«, 164e. ƒ. 7V
(r) Handv. bl. s»94« lS97:]
|
|||||
I
|
|||||
XV.Boek. Geschiedenissen. ii .
deren fchryven zeventien duizend vyfhon- ifafa
derd en twee (11) menfchen weg (u). Zo dra de gevaarlyke kwaal zig te Leiden geopen- baard hadt, zorgde men, hier, om dezel- ve buitende Stad te houden; doch alle voor- zorg was vergeefs, De peil kwam hier zo flerk als elders. De Wethouderfchap ver- nieuwde en vermeerderde de voorige Peft- keuren, en verboodt, onder anderen, ge- lyk voorheen ook gefchied was, het verkoo- pen van fpenagie, pruimen, konkommers; en wortelen, raapen en radyzen met het lof (w). Eenigen hebben der moeite waardig ge-Een
agt'aan te tekenen, dat zig, omtrent O&o- vreemdo ber deezes jaars, een vogel, wat grooter vPse}t -dan een gans, graauwagtig van verwe, om- zjg^p trent drie weeken agtereen, 's avonds met het kruis zonnen ondergang, plaatfte op het kruis van van dei1 den tooren der Oude Kerks, waarop hy, den ?udke" gantfchen nagt, bleef zitten, houdende het tjoreiï. gezigt naar 't wellen, daar hy 's morgens heenen vloog; komende, den volgenden a- vond, ter zelfder ftede, uit het ooften te rug. Zulk een ongewoon verfchynfel bragt de nieuwsgierige menigte op de been, die 'er allerlei voorfpellingen uit maakte, fchoon 'er niets byzonders op volgde. Eindelyk, deedt de Regeering, voor opfchudding be- dugt, den vogel doorfchieten (X). 't Is niet onwaarfchynlyk, dat dit dier, gewoon op doode lighaamen, te aazen, in deezen Peft- vyd,
|
||||||||||
f:
|
) Qnpartyd. Chron. bl. et.
) DOMSELAARVI. B«ek^, bl. 444. COMMELIN,J/. Ugo,
|
|||||||||
(w) Keurb. L. ƒ. 1 verf o t 10, 26.
(x) DOMSELAARjJ. £»<?£, t/.^. COMMJtUN,*/. Iljo^ l
|
||||||||||
12 AMSTERDAMS II. Deec.
1636. tyd, op den reuk der overleedenen aan de
pe£l afgekomen is.
Amfter- In 't voorleeden jaar 163?, hadden de dam Sinoden van Zuid- en Noord hol land, in een maakt Vertoog aan de Staaten van Holland, ern- hricUi? ftelyk geklaagd, over de floutheid en bui- het ver- tenfpoorigheid der Pausgezinden, met aan« nieuwen tuiging, dat zy onfchuldig wilden gehouden der Pia- worden aan de nadeelen, die daaruit, voor tegen'de Ke*k en Staat» te dugten ware" (DO- E«
Roomfchdeeze klagten waren van dit gevolg geweeft, gezin- dat het Hof Provinciaal de Steden, en ook den. Amfterdam vermaand hadt, tegen de By- eenkomften der Roomfchgezinden, met* hec gene 'er aan vail was, te waaken. Onder- tuiïchen, hadt het oefenen van nieuwe (Ireng- heid tegen de Roomfchgezinden,in dente- genwoordigen toeftand des tyds, merkelyke zwaarigheid in. De Staat ftondt in verbond met Frankryk, eene Roomfchgezinde Mo- gendheid. Men was, daarenboven, in of omtrent November des jaars 1635,weder- om in onderhandeling getreden met de Spaanfchen (3): en beide deeze aanmerkin- gen woogen zo veel by de Vroedfchap dee- zer Stad, dat zy, na herhaalde raadpleegin- gen, in den aanvang des jaars 1036, be- " floot „ dat men, uit aanmerking van de te- „ genwoordige gefteldheid der zaaken van „ 't Land, daar men met den Koning van „ Frankryk in verbond, en met den vyand „ in handeling was; ook ten aanzien devoo- » rige
(y) Onpart. Chron. hl. 6i.
(*,) Vaderl. Hift. XI. Ded, il, 2ij.
|
|||||
____________
|
|||||
XV.Boék. Geschiedenissen. 13
j, rige Plakaaten, op dit ftuk gemaakt,be- 163$.
„ Hand genoeg waren tot weering der Room- „ fche Conventkulen, geene verandering of „ vernieuwing der Plakaaten doen zou; „ maar den Baljuwen en Schouten alleenlyk 3, aanfchryven, dat zy, met de uitvoering ,, der oude Plakaaten, naar den inhoud der- „ zelven, zouden hebben voprt te vaa- „ ren O)" Eene zonderlinge drift tot Windhandel in Wind-
Tulpen beheerfchte de ingezetenen van jjS&J" Haarlem en van deeze Stad, ook van an- pen ^[et dere Steden enPlaatfen van Holland, in den ter Ste* Herfft deezes jaars. Oud en jong, man en de- vrouw , klein en groot flak zig in deezen handel. De prys der Tulpen werdt, door de ftreeken van eenige handelaaren, gewel- dig hoog opgejaagd, 't Gene eerft een of twee guldens gekoft hadt, werdt, dikwils, na weinige dagen verloops, honderd en meer guldens waardig. Na de laatfte planting in O&ober, verkogt men de bollen, te ont- vangen , of terftond, of in 't volgende voor- jaar. Eene Tulp, de Admiraal van Enkbui- zogenaamd, werdt, te Alkmaar, voor vyfduizend guldens verkogt. Men woog eikanderen de bollen en bloemen by aazen toe. Een bloem van vier aazen, Gouda ge- naamd, werdt eerft om twintig, daarna om twee honderd vyf en twintig guldens verkogt. De flegtfte Tulpen, die men plagt uit te rooijen en op den mefthoop te werpen, wa- ren nu geld waardig. En deeze drift naar winft
{*) Refol. Vroedfch, iV. 17. 21 Jan, I6i6. f. 11+,
|
||||
14 AMSTERDAMS ILDkkC
•J636. wi°ft viel voorineenentydvanzwaarefterf«
te in verfcheiden' Steden, met naame te Am- j^rt7 flerdam. Doch tegen 't volgende voorjaar, toen de gekogte bloemen ontvangen moes- ten worden, waren veelen buiten ftaat om te betaalen,'t gene zy gekogt hadden. Hier- uit , en uit andere oorzaaken, reezen verfchil* leri tufïchen koopers en verkoopers, in on- derfcheiden' Steden, en onder anderen inAm- fterdam; diezig, met verzoekfchriften, ver- Orde, byvoegden aan de Staaten van Holland: eri <te Staa- deezen, den raad van den Hove Provinciaal ten van hebbende ingenomen, verftonden, den ze* jjjjJulJ? ven en twintigften April „ dat zy en't Hof* gefteld. i> vooraf, behoorden onderregt te zyn, we- j, gens den oorfprong en tyd der groote ry- „ zinge en daalinge in de Tulpen, en het 3, getal der handelaaren in de byzondere 3, Steden: 't welk zy meenden bekwaamd
j, door de Wethouders derzelven te zullen 4, können gefchieden; waarom dezelven ver-
„ zogt werden, partyen te willen bevredi- ,, gen. Ondertufïchen, magtigden zy de „ planters, om de verkogte Tulpen , ten „ lafte van de koopers, op nieuws, te mo- ,j gen verkoopen, en hunne fchade op de „ koopers te vernaaien, in geval verftaan „ mögt worden, dat de koop van waarde j, was, blyvende, midlerwyl, alle andere „ verdragen van voorkoop van Tulpen op- „ gefchort, en in hun geheel (Z>)." Sedert* verviel de lull tot den Tulphandel t'eene* maal. De meefte handelaars waren luiden ge-
(M Zie Gïoot-Plakaatb. II, Deel, kol, 21*3,
|
||||
XV.BoeK. Geschiedenissen. 15
geweeft van klein vermogen, die, door hoop 1637*
op winft'bekoord, hun gewoonlyk beroep verlaaten hadden, om gemakkelyk en ipoe- dig ryk te worden. Doch het fchielyk daa- len der koopmanfchap was oorzaak, dat de meeflen blyde waren , dat zy 't verlaaten beroep wederom konden ter hand flaan CO- Toen de Lief hebbery op 't hoogft was ^hadc men, ter Vergaderinge van Holland, reeds in overweeging genomen, om eenen Impofl te leggen op de bloemen (d); doch de fchie- lyke daaling derzelven maakte, dat men 't uit den zin flelde. De Eigenaars der Landen, in en aan de Kade
Duivendrechtfche Polder, bevonden heb-lanjp <J° bende, dat die landen, federt het bedykenJEfS? der Diemer- en Bylemer-meeren, meer danftels ge- voorheen, met water belaft werden; en datlegd. de gewoonlyke Kade het winterwater niet van 't Land houden kon; hadden, reeds in 't jaar 1636 , beflooten, eene bekwaame Kade te leggen langs de ooftzyde van den Amftel, tot aan of omtrent Ouderkerk toe. Zy verwierven 'er, den twee en twintigften January deezes jaars, Oclxoi toe van 's Lands Staaten (>). Op den eerften Auguftus des Over." jaars 1638, kwamen dezelfde aangelanden, eenkom- met de Steden Amfterdam en Weesp, over- w,e"
j i_ -1 j • 1 ' gens den een, om de bruggen, leggende m den wegleg tus-
tuflchen Amfterdam en de Diemermeer-fchen do
brugge, en den verderen weg, ter breedte Stad en
de Die«
van (c) AlTZEMA II. Deel, bl. joj , J04. DOM5EJLAAÄ YI.
Itoel^, bl. 3jp. COMMELIN, bl. 1Ï10. (d) Refol. Holl. 4 May 1673, bl. »4.
(t) Handy, bl, 3+7» |
||||
i6 AMSTERDAMS II. Deeü;
10-*7 van vyftig voeten, te onderhouden, op zulk
een' fchouw, als daarop, van hooger hand, meer- gefield zou worden, mids de twee gemelde brugge, Steden het onderhoud van de fchoeijinge en verder jangS den Amftel aan de ooftzyde, met de IJ? aan buitenvleugels van de bruggen, en twaalf p' voeten wegs daar nevens, tot een trekpad tulTchen Amfterdam en de Diemermeer- brugge, zo ver als de Steden dien weg zou- den goedvinden te. gebruiken, ten haaren lafte namen (ƒ ).Doch kort voor dat deeze overeenkomft getroffen werdt, waren de twee Steden ook met de Hoofd ingelanden, Dykgraaf en Heemraaden van de Bylemer- Meer overeengekomen, wegens het gebruik van de nieuwe Vaart en Weg, door die van de Bylemer-Meer gemaakt; welken, door de twee Steden, onderhouden moeften worden (g). Eenige maanden te vooren,opdenvyf* tienden O&ober des jaars 1637, verwier- ven Amfterdam en Weesp Oótroi tot het maaken van eenenTrekweg en Voetpad tus* fchen de twee Steden, en tot het opftellen van eene Gabelle, om de koften te vinden, gerekend tegen den penning twintig; welke gabelle, door beide de Steden, ieder voor de helft, genooten zou worden (h). De Regeering van Weesp hadt die van Am- fterdam", al voor lang, aangezogt^tot het maaken"van deezen trekweg, eer'er, by de Vroedfchap , op beflooten geworden was
(ƒ) Handv. hl. 347-
Ir) Handv. bl. <uz. [u*.J
1%) Handv. hU 4JL t»1*-]
|
|||||||
_.._____
|
|||||||
XV.BoeK. Geschiedenissen. 17
was (f). In't jaar 1655, verkreegen de twee 1637.
Steden Oétroi om, boven de gemelde Ga- belle , die van de PaiTagiers met de Trek- fchuit werdt gevorderd, nog een ftuiver te mogen heffen van eiken wagen, die langs den trekweg gevoerd werdt (£). De Stad Amfterdam bezat, ten deele,inge- De Stad
volge van den afftand der Geeftelyke goede- en de ren, ten deele, door aankoop (/), eenige Lan- pvenge deryen in deHolendrechtfche Polder, gelegen ^jjfder* tufTchen Ouderkerk en Abkoude; en was, Holen* reeds in 't jaar 1633, met de overige inge-drecht- landen van de Polder', overeengekomen, J!che Poï* om dezelve met eene Kade te fluiten, en, ^eerrv^enr" door middel van een' agtkanten watermolen, o&roi droog te houden. Doch alzo de ingelanden op de geene geregtelyke magt hadden, om boeten behee- te vorderen, en de onwilligen tot het on- ""^eide' derhouden der Kade en wateringen, en tot p0lder. het opbrengen der verdere Polderlaften te bedwingen , verwierven zy gezamenlyk , den tienden July deezes jaars, Oétroi van 's Lands Staaten xom jaarlyks uit hunlighaam vier Perfoonen te kiezen, drie van welken de regtfpraak der breuken hebben zouden, terwyl de vierde, zynde de oudfte in dienft, de uitfpraak der drie anderen ter uitvoerin- ge leggen zou, zonder de hulp van eenige andere officieren, of eenige verdere regts- pleeging te behoeven (?«). Op
(0 Refol. Vroedfeh. N. 17. lajuny i<jjtf. tl July 1637.
f, 116 verfo. I69 verft. (k) Handv. bl. 432. (O Groot Memor. N. III, ƒ, 124. verf, t ui.
(m) Handv. bl, 43^, V. Stuk. B
|
|||||
\ t
|
|||||
■'
|
|||||
i8 AMSTERDAMS II. Dee£.
1637. ^P Kersnagt deezes jaars, rees het zee-
jj00 water, met eenen Noordweftelyken wind water, en buijig weder, zo hoog voor de Stad, en drong met zo veel gewelds naar binnen, dat men, des morgens, met fchuiten door verfcheiden' flraaten voer (w). pe De Nederduitfche Akademie, aan de Schouw- weftzyde der Keizersgraft, tuffchen de Run-
burg en Beerenflraaten, waar eenige Liefheb- wordt ^ers der Taal- en Digtkunde, federt twintig bouwd. jaaren > Treur- en Blyfpelen lieten vertoonen, redevoeringen uitfpreeken, en andere nutte konflen oefenen, was , voor eenigen tyd, in bezit geraakt van de Regenten van 't Wees- en Ou de-mannen-huis, die, op de plaats der- zelve , eenen geheel nieuwen Schouwburg deeden fligten, welke, in dit jaar, volbouwd werdt. Het Treurfpel van Joost van den Vondel, Gysbrecht van Aemjtelgenaamd, was het eerfte, welk, omtrent den Kerft- tyd deezes jaars, op het nieuw Tooneel, vertoond werdt. Men fpeelde hier, federt, tweemaal ter weeke. De Regenten der twee Godshuizen gaven het opzigt over 't Too- neel aan eenige liefhebbers der konfte, die, jaarlyks, by hen verkooren, en Hoofden des Schouwburg* genaamd werden (0). 't Ge- bouw is, tot heden, in ftand gebleeven; fchoon 'er, in 't beflier van 't zelve, nu en dan, verandering gekomen is. De Ko- De fmaakinTooneel-konft heerfchte thans jHügin- zeer, hier ter Stede. Men zag 'er ongemeene
Jie-Moe- kly. (n) DOMSELAARVl. /?oe^, hl. 422.COMMELIN , t/.II«J.
(0) Vondhls Leven, bl. i+, 4°»
|
|||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 19
blyken van, in't volgende jaar, toen Maria 1637.
de Medicis, Koninginne-Moeder van Frankryk, ^eï van werdt ingehaald. Die Vorllin hadt zig, reeds Frank- eenige jaaren, in Brabant onthouden, alzoi7k»Ma- zy het Hof van den Koning, haaren Zoon, "a ^.eds door beleid van den Kardinaal de Richelieu, worcjt t * die 't Ryk regeerde, hadt moeten verlaaten. te Am- In den Zomer des jaars 1638 5 begaf zy zigfterdam, naar Holland, met oogmerk om der Staaten Fr£stl§". bemiddeling te verzoeken, in de gefchillen v^, °enn# tuffchen haar en den Koning, haaren1 Zoon. j($q$. Terwyl zy zig hier ophieldt, deedt zy een' keer door de voornaamfte Hollandfche Ste- den. De Wethouderfchap van Amflerdam, van haaren toeleg verwittigd, hadt de ver- eifchte voorbereidfels gemaakt, om haar Vorftelyk in te haaien. Zy reedt,den een en dertigften Auguftus, uit den Haage, en- kwam, des avonds, te Haarlem. Bürge- meefteren van Amflerdam zonden, terftond, den Penfionaris Willem Boreel derwaards, om haare Majefleit te verzoeken, d at zy de Stad met haare tegenwoordigheid vereeren wilde, haar keuze geevende, om zulks, te water of te lande, te doen. Zy verkoos het laatfte , en vertrok , op Woensdag , den eerften September, herwaards, verzeld van de PrinfefTe van Oranje, en van een' aan- zienlyken ftoet van adelyke Heeren en Vrou- wen. Omtrent het Huis ter Hart, lag eene groote menigte van fpeeljagten, langs 't Y derwaards gezeild, en fierlyk uitgeftreeken, met vlaggen en wimpels. Een der pragtigflen was voor de Koninginne gefchikt, die egter in 't rytuig bleef, en den dyk langs reedt, B 2 toe
|
||||
so AMSTERDAMS ILDEEt:
1638. tot aan de Vryheid der Stad, daar zy, door
een Kornet Ruitery, uit de aanzienlykfte Burgers kinderen beflaande, en geleid door Kornelis van Davelaar , Heere van Petten, ontmoet en begroet werdt. Zy werdt, door de jonge Ruiters, ter Stad in geleid door de Haarlemmer - Poort, terwyl de klokken geluid werden, en 't gefchut op de wallen geloft. Binnen de poort, en langs deftraa- ten, die de Vorftin door moeft, ftonden de twintig vendelen Schutters gefchaard. De Koningin werdt, aan de poort, verwelkomd door den Kolonel Andries Bicker, Oud-Bur- gemeefter , en de Burgerhopluiden Pieter Reaal, Ontvanger, G er brand Janszoon Pan- cras, .Oud-Schepen en Raad, en Jacob Bic- ker , Bewindhebber der Ooftindifche Maat- fchappye. De ftoet, voorgereeden van de Ruiters, en gevolgd van een gedeelte der Schutterye, kwam langs den Nieuwendyk op den Dam, en trok voorts, over den Mid- deldam, door eene zeegeboog, die 't Kog- gefchip, het oud zegel der Stad, droeg, en waaronder de Bruiloft van Koning Hen- rik den IV. met de Koninginne zinryk ver- toond werdt. Wyders, nam het aanzienlyk gezelfchap zynen weg door de Warmoes- ilraat en Niezel, en voorts, langs de ooft- zyde van den Fluweelen burgwal, tot voor de oude Doeleftraat, daar eene andere ee- renpoort ftondt, met eenen hoogen enfier- lyk gefchilderden gevel, voor welken dit halve vers van Virgilius te leezen was: Lae- ta Deum partu : dat is, Zy verbeugt zig, in 'f voortbrengen van Goden, Na 't opfchuiven der
|
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. ar
der gordynen, zag men hier de Koningin, in 1(538.
de gedaante van Berecynthia,op eenenzee- gewagen, die, nevens haar, haare Vorfte- lyke kinderen voerde, en door vier maag- den , de vier weerelddeelen verbeeldende, begeleid werdt. Tegen over den Wagen, vertoonde zig wederom het Koggefchip , welk eene maagd voerde, Amflerdam ver- beeldende , en zig eerbiediglyk buigende voor de Koninginne,die,deeze vertooning, met zonderlinge oplettendheid, befchouwd hebbende , zig naar 't Prinfenhof begaf, daar zy, door de vier regeerende Bürge« meeflers, Piet er HaJJelaer, Abraham Boom, Antoni Oetgens van Waveren en Albert Koen- raad Burg, verzeld van de twee Penfiona- riffen, Willem Boreel en Corneas Boom, be* groet werdt. Boreel voerde het woord. De Koningin nam haaren intrek in 't Prinfen- hof: de Prinfes van Oranje in 't huis van een' voornaam' Koopman, Elias Trip genaamd. Het wagtwoord werdt, door de Koninginne, gegeven, zo lang zy in de Stad bleef,en 't was, den eerden avond, Maria. Ten volj genden dage, leidden Burgemeefleren de Vorftin door de Stad, en onder anderen naar 't Ooflindifch huis, daar een banket toebereid was, eeniglyk uit Indifche gewas- fen en voortbrengfels beftaande. Op den derden dag, vermaakte men haare Majefteit met nieuwe vertooningeri, die, tuffchen de Lange- en Doele-bruggen, daar de graft breed is, op een Eilandje, uk de Veenen derwaards gevoerd, in éénen nagt, vervaar- digd waren. Het Vorflelyk gezejfchap en B 3 Schout |
||||||
9,2 AMSTERDAMS II. Dee^
Schout en Burgemeefteren zaten in eene
pragtige floep. En terwyl dezelve de Grim* menefle-fluis invoer, ging de Oflenfluis, daar regt over, open, en liet een'Neptuin, op zynen wagen, die de gedaante van eene fchelp hadt, door. Hy werdt van Merkuur in eene kogge gevolgd ivoor in, zat de Am- fterdamfche Maagd, die de Koningin, met een kort vers, begroette. De floep, die haar voerde, werdt toen geroeid naar de noordzyde van 't Eilandje, daar, onder ee- ne groote zeegeboog, nieuwe vertooningen gefchiedden: eerft, het Huwelyk van Fran- cis de Medicis en Joanna van Ooftenryk, Vader en Moeder der Vorllinne; en toen Maximiliaan, Amfterdam befchenkende met de Keizerlyke Kroone. Aan de zuidzyde van 't Eilandje, werwaards de floep toen gevoerd werdt, zag men den elendigen ftaat van Frankryk onder Henrik den III., en den bloeijenden onder Henrik den IV., in vyf grootfche vertooningen afgebeeld. Toen werdt het gezelfchap vermaakt door eenen waterftryd , tuflchen tien matroozen , in witte linnen kleedinge t met roode mutfen op het hoofd ; die eikanderen met hand- fpaaken te keer gingen, en uit de fchuiten in 't water deeden tuimelen. Tegen den avond, veer men, door de S.Antonis-fluis, naar 't Y: daar de Koningin, op de Ooftin- difche werf, een fchip zag afloopenr'twelk zy, op verzoek der Burgemeefteren, eenen naam gaf, en Maria de Medicis noemde. Voorts, voerde men haar,hetY langs,naar de Zoutkeeten, van waar zy in de Prinfen- graft,
|
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 23
graft, en in haare verblyfplaats té rug kwam. 163 5.
Den volgenden dag, zynde Saturdag, ging zy, in ftilte en onverzeld, eenige winkels bezoeken. Ook verleende men toen , op haare bede , ontflag aan eenen gevangen, die, tegen zyne meening, iemant, door 't werpen van eenen fteen, gedood hadt. Op Zondag, den vyfden September, vertrok het aanzienlyk gezelfchap wederom naar den Haage. Burgemeefteren namen affcheid van de Koninginne , eer zy uit het Prinfenhof tradt. Voorts, deedt men haar uitgeleide, op gelyke wyze als men haar ingehaald hadt, en langs den zelfden weg. De Heer van Petten reedt, aan 't hoofd der jonge Ruite- rye, wederom voor,tot op de uiterftepaa- ien van de Vryheid der Stede. Zykwam, des avonds, te Leiden, en den volgenden dag in den Haage. Terwyl zy zig te Amfter- dam op hiel dt, hadt zy zig, door den beroem- den GerardHondhorfl, doen fchilderen,en't afbeeldfel vereerd aan Burgemeefteren (p), die 't, naderhand, voor den fchoorfteen der Secretarye van het tegenwoordige Stadhuis, hebben doen plaatfen. De zorg der Regeeringe van Amfterdam, Amftcr-
tot voorftand van den Koophandel der in-dam gezetenen, gaf haar, omtrent deezen tyd,^vaeargt gelegenheid tot klagten over de Regeeringe Dantzig. van Dantzig, daar men den Hollandfchen, en onder deezen , den Amfterdamfchen Koopluiden, die zig aldaar hadden neder- gezet, (ƒ>) Zie C. Barl/eus Blyde Inkomft van Maria de Me-
CiciS. DAPPER bt, 238-246. AlTZEMA il.Df<?/,$/.Ji2-Hf.
B4
|
||||
24 AMSTERDAMS II. Deee;
X6$$. gezet, zeer bepaalde in hunnen handel, die,
door de burgers alleen, gedreeven werdt met de bovenlanders; by welke burgers, de Hollanders verpligt werden te koopen. Doch de klagten der Amfterdammeren von- den geheel geenen ingang (q). De Regeering van Dantzig hadt vaftgefteld, haare burgers boven vreemden te begunftigen. |
||||||||||||||||
De Stad
krygt verfchil
met de |
Uit dezelfde zorg voor 't belang des
Koophandels, was ook het verfchil ontftaan, welk Holland, en Amfterdam in't by zonder |
|||||||||||||||
algemee- ten deezen ty^ ^adt, met de algemeene
neStaa- Staaten. Men hadt, ter Generaliteit, in 't ten,over voorleeden jaar, beflooten, een vierde ge* de ver. deeite van de Convooijen en Licenten te SerCon- verpagten, in verwagting, dat'er dan beter vooijen gepaft zou worden op het behoorlyk invor- |
||||||||||||||||
en Li-
centen |
deren derzelvcn. Maar Amfterdam hadt
|
|||||||||||||||
zigfterk gekant tégen deeze verpagting, en
drie Raaden der Admiraliteit, die, in Juny des voorleeden jaars, tot het doen der ge- melde verpagtinge, herwaards gekomen wa* ren, daarin geregtelyk belet, hen doende dagvaarden voor Schepenen der Stad. Hier- uit rees gefchil met de algemeene Staaten, die verftonden, dat de Raaden ter Admira- liteit aan niemant dan aan hun verantwoor- ding fchuldig waren. Maar de Staaten van Holland, waarby die van Zeeland zig,eer- lang, ook voegden , verdedigden" die van Amfterdam. Alle de andere Provinciën vielen hun tegcrt. Men fprak,van 't gefchil te willen verblyvcn aan Prinfe Frcdrik Hen^ (j) Aitzema II. D.tel, hl. JJ7.
|
||||||||||||||||
_________.______
|
||||||||||||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 25
rik, die, kort te vooren, met den titel van 1638.
%yne Hoogheid,vereerd geworden was.Doch de Staaten van Holland toonden daartoe kleine genegenheid. Sommigen fchry ven, Vat arg- dat men, in deeze Provincie, argwaan be- waan op gon op te vatten tegen den Prinfe, als of pge,n.. hy, door middel der Generaliteit, te veel ^n^m gezags zogt over de byzondere Provinciën. En deeze argwaan fcheen meeft, plaats te vinden, onder de Regenten van Amfterdam (r): op welken, zo men flaat maaken moge, 'sPrinfen op het gene, desaangaande, in de Brieven mimoe~ van den Franfchen Ambaffadeur , Graave ^^ (TEßrades, verhaald wordt, zyne Hoogheid, Amtier- ten deezen tyde, ook zeer misnoegd was.'t dam. Zal der moeite wel waardig zyn, hier uit- voeriglyk aan te tekenen, wat, desaangaande, in deeze Brieven, gelezen wordt. De Kardinaal de Richelieu, den twintig- Verhaal
Hen April deezes jaars 1638, aan den Graave desaan- d'Eftrades fchryvende, bediende zig, onder êaa"de > anderen, van deeze woorden: „ Zeg aan3^^ „ den Heere Prinfe van Oranje, dat my van den 3, van Amfterdam berigt wordt, dat de Graave „ Spanjaards aldaar , door tufTchenkomft <jEftr** j, vaneen' Koopman,Marcellus [Marcelis] „ genaamd, die Agent van den Koningvan „ Deenemarke is , driehonderd duizend „ ponden buskruids gekogt hebben , die „ naar Antwerpen gezonden moeten wor- „ den (ƒ)." De Graaf d'Eftrades antwoordde den Kardinaal hierop, den negenentwintig- flen, in deezer voege: „ Ik heb den Heere » PriiV
(r) AlTZEMA II. Deel, bt. 486-490.
{)) tettr. du Comte'D'ESTRAnES T*m. I. p. 26.
Bs
|
||||
\
|
|||||
26* AMSTERDAMS II. DEEt.
j, Prinfe van Oranje gefproken van het be-
,, rigt, welk men Uwe Eminentie, wegens „ dien Koopman Marcellus, gegeven hadt. „ Hy zeide my, dat hy 't reeds wifl, en „ aan de Wethouderfchap van Amflerdam ,, hadt gefchreeven, dat zy hem zou doen ,, vafthouden, en te regt ftellen; waarop „ hy antwoord verwagtte. De gemelde „ Prins ontboodt my, den volgenden dag. „ Ik vond hem zeer gramfloorig. Hy fmeet „ den hoed op de tafel, en zeide my, dat „ de Wethouderfchap van Amflerdam een „ uit de haaren aan hem gezonden hadt, „ om hem te zeggen, dat zy, volgens zy« „ nen laft, Marcellus ontbooden hadt, om „ hem te ondervraagen aangaande zynen „ handel met de vyanden van den Staat, en „ zyn bevragten van fchepen, om buskruid „ te brengen naar Antwerpen; doch dat hy „ hierop geantwoord hadt, geene kennis „ van deeze zaaken te hebben; dat hy Re- „ fident van den Koning van Deenemarke 3, was, aangaande den Koophandel op de „ Ooftzee; wilde men dien af breeken, men 3, hadt zig maar te verklaaren, en hy zou, „ terftond, naar den Koning, zynen mees« „ ter, keeren. Voorts, werdt hy onder- „ vraagd , aangaande zekere tienduizend „ Ryksdaalders, door hem geleend aan ee- „ nen Koopman, Byland genaamd, die de „ vier fluiten, gelaaden met buskruid, mus- „ ketten en pieken, bevragt hadt. Hy be- „ leedt, dat hy dit geld aan Byland geleend; „ doch niet will, wat gebruik deeze 'er „van
|
|||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 27
„ van gemaakt hadt. Men hadt, midlerwyl, 163$.
„ ook Byland in hegtenis genomen, die, „ voor Burgemeefteren van Amfterdamge- „ bragt zynde, ondervraagd was over den „ handel, dien hy met den vyand gehad „ hadt. Hy hadt geantwoord, dat de Burgers „ van Amflerdam vryheid hadden, om overal „ te handelen ; dat hy 'er honderd noemen kün9 „ die de Antwerpenaars bedienden; dat hy 't „ ook deedt; dat de Koophandel niet kon ge- „ flremd worden, en dat hy bun wel betuigen „ wilde, dat, zo men om winfl te doen door „ de hel vaaren moeflt hy'er 't zengen zyner „ zeilen aan waagen zou ?" Dat de Heeren „ van Amfterdam hem toen onfchuldig ge- „ oordeeld hadden, alzo hy maar bedienaar „ was, en niet gehandeld hadt, dan voor „ zyne meeflers , de Koopluiden van Ant- „ werpen. Myn Heer de Prins van Oranje," vervolgt d'Eftrades „ was zeer kwalyk vol- „ daan over 't verhaal van deezen Afgevaar- „ digde, en zondt hem zonder antwoord te ,, rug. Hy vaardigde, terftond, iemant af „ aan den Admiraal Tromp, met lafl om „ de vier fluiten met buskruid en geweer in „ Texel aan te houden, en niet dan opzyn „ uitdrukkelyk bevel te ontflaan. Gyziet9 „ zeide hy my toen, hoe veel gedulds men „ hebben moet met deeze pkmpaarts van Koop- „ lulden. Ik heb gcene groot er vyanden dan de „ Stad Amflerdam. Maar kryg ik Antwerpen „ eens; ik zal haar wel zo zeer vernederen, dat j, zy zig nimmermeer zal können opbeuren (t).n In
(t) D'ESTRADES Tom. I. p. 27,25.
|
||||
1% AMSTERDAMS II. Deel;
'163 8. 1° noe verre»°P dit verhaal Haat te maa-
ken zy, blyve het oordeel des onzydigen Leezers aanbevolen. Zeker genoeg is 't, dat de vyand, uit deeze Landen, en ook uit Amfterdam, omtrent deezen tyd, van krygsbehoeften voorzien werdt (u). Doch of zulks, door de Wethouderfchap, ooglui- kende werdt gedoogd, om dat zy bedugt was voor 't verlies des Koophandels, wan- neer Antwerpen, waarop Fredrik Henrik ten deezen tyde het oog hadt, gewonnen zou zyn; 't welk men, door het voorzien deezer Stad, zou hebben willen voorkomen; zou ik, by gebrek van behoorlykekennifle,niet durven verzekeren. De alge- 'l Gefchil met Amfterdam, over 't verpag- meene ten van een vierde gedeelte van 's Lands Staaten middelen te water, was van gevolg. De doen prjns van Oranje hadt, onlangs, eenen voor- zending flag gedaan tot opregcing van een opperft aan de Collegie ter Admiraliteit, waaronder de by- §tad. zondere Collegien ftaan zouden, en dus nog meer afhangen, dan zy reeds deeden, van de algemeene Staaten en van zyne Hoog- heid. De Staaten van Holland vonden veel zwaarigheid in 's Prinfen voorflag, en Am- fterdam meer dan de meefte andere Leden. 1639. Dit gefchil komende by de voorigen, werdt ter algemeene Staatsvergaderinge, in de te* genwoordigheid van den Prinfe , op den zesden February des jaars i639,beflooten? eene aanzienlyke bezending te doen naar Amfterdam ; na 't overhaalen van welke Stad,
(u) ZjVAITZEM^ II. S>eel, bl. J<?6, 597,
|
||||||
XV.BoEK. Geschiedenissen.' &p
Stad, men Hgtelyk kans meende te zien, om 16*0;
de overige Leden van Holland, tot het ge* voelen der meefte Provinciën, te beweegen. Tot deeze bezending werden benoemd de Heeren Graaf van Kuilenburg , Noordwyk> Ter e ft ein, van der Kamer, Nobel, bosbergen, Tienhoven, Weede, Walta en Haarfolte uit de algemeene Staatsvergaderinge, en de Heeren van Sommelsdyk, van Bercbem en de Thefaurier- Generaal BraJJèr, uit den Raad van Staate. Zy hadden laft om ,, Burgemees- „ teren en zesendertigRaadenover tehaa- ., len tot bewilliging in de nader orde op de „ zeezaakenvan den zesden Maart des jaars ,, 1636, met naame in het altoosaanblyvend „ Collegie ter Admiraliteit, zo als het, door „ zyne Hoogheid , voorgeflaagen was : „ voorts , in de opregtinge eener Kamer „ van * Verzekeringe; in 't verbod om fche- * Affu« „ pen aan den Koning van Spanje, of zynenrantfc. „ aanhangeren te verhuuren, of te verkoo- ., pen; in de flraffevan zulken, die't reeds ,, gedaan hadden, ofnog zouden doen: en „ eindelykook inde algemeeneVerpagting „ van 's Lands middelen te water." De af- Hoe de gezonden Heeren kwamen, den agtften Fe- zeJve bruary, in de Stad. De Graaf van Kuilen- bejegend burg , het hoofd der bezendinge, zondt,werdt. terftond, zynen Hofmeefter, Plettenberg, naar 't Stadhuis, om Burgemeefteren kennis te geeven van de aankomft der Afgevaar- digden, en te verzoeken, dat haare fidele- Agtbaarheden de zes en dertig Raaden of Vroedfchap deezer Stad wilden vergaderen, aan welken zy hunne Geloofsbrieven o ver- Ie- |
||||
30 AMSTERDAMS II.Deel;
J6*3P' leveren» en hunnen lafl openen zouden.
Doch zo alsPlettenbergop den Dam kwam, traden Burgemeefleren, die thans waren Abraham Boom, Jan Corneliszoon Geelvinck, Gerbrand Claaszoon Pancras en Willem Bac- ker , 't Stadhuis af. Hy deedt hun egter zyne boodfchap; doch kreeg voor befcheid, „ dat Burgemeefleren niet gewoon waren, „ over diergelyk verzoek, op flraat, maar „ op 't Stadhuis te raadpleegen, en dat zy, „ des nademiddags ten drie uuren, weder- „ om vergaderen zouden." En alzo Plet- tenberg hierop vraagde, of de zes en dertig Raaden dan ook zouden vergaderen ?werdt hem Neen geantwoord „en dat die zo ras „ niet by eikanderen te krygen waren." Hy nam hiermede- zyn affcheid. Doch Burge- meefleren traden, terflond, wederom in 't Stadhuis, en in hunne Kamer, en vonden geraaden, een Stads bode te zenden aan de Herberg der Afgevaardigden, met aan- bieding , dat zy by Burgemeefleren gehoor konden hebben , wanneer 't hun gelieven zou. Des nademiddags, 'verfcheenen de Heeren van der Kamer en BrafTer voor Bur- gemeefleren , om 't reeds gedaane verzoek, tot het byeenroepen van de Vroedfchap, |
|||||||||||||||||||||
Bürge*
jneefte-
ien maa-
ken
zwaarig-
heid,om
der be-
zendingé
gehoor
in de
|
nader aan te dringen. Doch men antwoord-
de hun „ dat, naar de bekende orde op de |
||||||||||||||||||||
5»
55 |
Regeeringe deezer Stad, wanneer'er ee-
nige bezending van buiten kwam , de |
||||||||||||||||||||
5»
|
Geloofsbrieven werden overgeleverd aan,
|
||||||||||||||||||||
55
|
en het gehoor verleend voor Burgemees-
|
||||||||||||||||||||
„ teren, en niet voor de Vroedfchap of
„ zes en dertig Raaden. Begeerden hunne |
|||||||||||||||||||||
„ Edele
|
|||||||||||||||||||||
XV. Boek. Geschiedenissen. 3 t
„ Edele Mogendheden dan gehoor vanBur- 16*3$
„ gemeefteren; 't werdt hun toegeïtaan." vone J Wyders, vraagden Burgemeefteren ook , Vroed« j, wat zaaken de Heeren Gemagtigden zou-fchaP „ den gelieven voor te Hellen?" Doch dej^0 twee Heeren antwoordden „ dat hunne Ge- „ loofsbrieven hielden aan Burgemeefteren 3, en Raad; en dat zy geenen laft hadden, 3, om eenige opening te doen dan in den „ Raad of Vroedfchap." Hiermede ver- trokken zynde, vonden de Afgevaardigden geraaden, naar den Haage te fchryven om naderen laft, na 't ontvangen van welken, zy zig , den twaalfden, gezamenlyk ver- voegden by Burgemeefteren, na dat zyzig, Js daags te vooren, hadden aangegeven. Hier De Afge- leverden zy hunne Geloofsbrieven over, en vaardig- verklaarden wyders „ dat de punten, dieden ^°" zy den Raad hadden voor te draagen, iwe ƒ meefl betroffen de zaaken van de zee, meefte- naamelyk i. om in den Haage op te reg-ren. ten een altoos aanblyvend Collegie, om het opper-opzigt te hebben over de Kuil- fchepen. 2. Om het geheele middel der Convooijen en Licenten, over 't gantfche Land, te verpagten. 3. Om eeneMaat- fchappy van * Verzekering op te regten,* 40"* volgens de bekende Ontwerpen, en 4.rmtie' Om den Raad van Staate regtfpraak toe te Haan, over de eigenaars der fchepen, die aan Spanje verkogt of verhuurd, en in de Middellandfche zee gebruikt wer- den : op welke punten, zy verzogten dat de Raad mögt vergaderd worden." Doch Burgemeefteren gaven alleenlyk voor be- fcheid
|
||||
%t AMSTERDAMS II. DEEt;
ifao, fcheid „ dat zy den Heeren behoor! yk ant-
„ woord zouden laaten toekomen." Onder- tuflchen , werden de Afgevaardigden , in hunne Herberge, daar zy reeds, door Bur- gemeefteren, verwelkomd waren, op Stads koflen, onthaald. Ook lieten Burgemeefte- ren htm, na dat zy van 't Stadhuis gegaan waren, weeten, dat zy, in vollen getale, het middagmaal met hen zouden komen houden. Bürge- Midlerwyl, hadden Burgemeefteren, op meefte- dat Zy niet zouden fchynen, zig eenig meer- ren gee- jer gezag aan te maatigen, dan* hun, naar den Raad de orde der Regeeringe, toekwam, den kennis Raad byeengeroepen, dien zy voorhielden, van. wat 'er, tufTchen de Afgevaardigden en hen, was voorgevallen, met byvoeging, dat hun niet geraaden dagt, den Raad op de voor- gemelde punten te vergaderen; en verzoek, dat de Raad deszelfs oordeel over den voor- ilag der Afgevaardigden, en hun antwoord daarop geliefde te verklaaren. En na eenig Oordeel beraad, verftonden de Leden „ dat aanBur- des „ gemeefteren, als HoofdeM van den Raads. ■ r AADj het beroepen vanden Raad ftondt; dat zy, hierom, wel gedaan hadden, dat zy 't verzoek der Afgevaardigden, zo |
||||||||||
3»
|
als het lag, van de hand geweezen had-
|
|||||||||
\l den; dat het ook onfatfienlyk, onbehoorlyk
„ en buyten ordre en ßyl van de Regeeringe „ was; en dat de Staten Generael en Raedt „ van State niet gevoecht waren, om zulke „ bezendingen te doen aan byzondere Ste- 3) den der Bondgenooten, om dezelven daar- j, door voor in te neemen, en te beweegen „ tot eene verklaaring op punten, die nog „in
|
||||||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 33
^ in Befchryving gebragt, en met haare i<$gp,
„ Medeleden ter Vergaderinge van Holland ,, overwoogen zonden moeten worden." Wyders,'werden Burgemeefteren verzogt, „ den gemelden Afgevaardigden, van dee- „ zer Stede wege, aan te zeggen, dat zy „ niet bevoegd waren, om, in diervoege als „ zy hier kwamen, in den Raad ontvangen „ te worden, veel min om voorflagen te doen „ aan een byzonder Lid der Vergaderinge „ van Holland, buiten kennis van de Staa« „ ten dier Provincie, die zelve Souverain, „ en met de algemeene Staaten alleenlykin «,, verbond was; doch zo zy, wegens de U- 9, nie, iet hadden voor te Hellen, datzy't „ zelve doen moeflen aan de Vergadering „ der Staaten van Holland, of, in derzel- ,, ver afwezendheid, aan derzelver Gecom- j, mitteerde Raaden, om van daar, naar ,, orde en oud gebruik, by uitfchryvinge, 3, hier ter Stede, en in de andere Steden „ deezer Provincie gebragt te worden (V)." Burgemeefteren begaven zig, hierop, na Bürge-
*t fcheiden van den Raad, in vollen getale, meefte- naar de Herberg der Afgevaardigden, wel-re" w*jl" ken zy mondeling vertoonden „ dat hun het bezan- 5, begeerde gehoor by Burgemeefteren en dinge „ Raaden niet kon worden toegedaan." Zy gehoor voegden 'er by „ dat de punten van hun- vrode^_ ^, nen lad niet eenig byzonderLid of Stad, fchäp." 9, maar de Provinciën in 't gemeen betrof- „ fen; dat de Unie van Utrecht niet was 9, een Verbond tiuTchen de Generaliteit en „ ie-
(v) Refol. Vroedfch. N. 17. Ii Fthr. Ul9,f.tlQVtrft%
V. Stuk. C
|
||||
34 AMSTERDAMS ILDeel.
1639. » ie^er Lid of Stad van elke Provincie ;
' j, maar tuflchen de Provinciën onderling; 3, en dat men Amflerdam, of den ande- „ ren Steden zo veel eers niet geeven kon, 9, zonder de hoogheid van Holland te kwet- „ fen. Ook wiften zy geen voorbeeld, dat 3, eene byzondere Stad ooit door de Gene- „ raliteit bezonden geweeft was. De pun« „ ten, die men wilde voorflellen, betroffen 5, de Staaten der Provincie, in welker Ver- „ gadering, die den twee entwintigften zou 5, aanvangen, men dezelven, zo men 't goed- s, vondt, zou können brengen. Doch zy kon- „ den den Heeren verzekeren, dat op alle 3, de punten van hunnen laft, of by Holland „ reeds beflooten was, of punten van be- „ fchryvinge gemaakt waren." Zy verzog- ten , ten befluite „ dat men hun niets wilde 3, vergen, welk ftrydig was met de Hoog- „ heid van Holland, of met de loffelyke „ Gewoonten der Stad:" en beloofden ge- williglyk „ te zullen letten, naar behooren, 3, op de goede redenen, welken, in het Ge- 3, fchrift, hun door de Heeren Afgevaardig- 3, den ter hand gefield, vervat waren; waar- 3, na zy de flem der Stad over 't gene ter 3, Vergaderinge van Holland zou worden „ voorgefteld, ten zynen tyde, in die Ver- „ gadering zouden doen inbrengen." De be- De Afgevaardigden, dit antwoord ontvan- zending gen hebbende, bleeven nog in de Stad tot klaagt ^en vyftienden,waarfchynlyk om nog eens Bürge- befcheid te können hebben uit den Haage; meefte- en keerden toen derwaards, zonder eenige xenvan nadere onderhandeling gehad te hebben met ßur-
|
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 35
Burgemeefteren. 't Liep aan tot den zes en- 1639.
twintigften, eer de voorflag, dien men te. - r_ Amfterd am dagt te doen, met de vereifch- ^m tei. te veranderingen, ter Vergaderinge van Hol- Verga- land , gedaan werdt. De Afgevaardigden deringe verzuimden niet, by deeze gelegenheid,te J7anHo1* klaagen „ dat Burgemeefteren van Am- an * j, fterdam bevolen hadden, de Schepen, „ teHellevoetlluis leggende, niet uitterus- „ ten, ten ware men laft hadt, omze naar „ Texel te brengen , onaangezien hunne „ Hoog-Mogendheden, by herhaalinge en „ ernftelyk, het tegendeel belaft hadden: „ dat dezelfde Burgemeefteren hun, zelfs „ ter begeerte van hunne Hoog - Mogend- „ heden, geen gehoor hadden willen toe- ,, ftaanin de Vroedfchap, zeggende zulks „ te zyn eene ongehoorde nieuwigheid, daar „ nogtans bleek, dat 'er, den zeftienden „ April des jaars 1592, eene diergelyke be- „ zending uit het midden der Vergaderinge van hunne Hoog Mogendheden aan Mid- delburg in Zeeland gefchied was; dat zy, |
||||||||
51
|
wyders, 't gefchrift, hun overgegeven,
|
|||||||
„ als een befmettelyk papier, in eene open-
„ baare herberg , hadden laaten leggen , „ zonder het te willen behouden, veel min „ den Raad mededeelen; dat, zo Amfter- „ dam,in 't jaar i6io,zo wel bevoegdge- „ weeft was , tot het doen der bezendinge >, naar Utrecht, als hunne Hoog-Mogend- „ heden, zyne Hoogheid en de Raad van „ Staate waren , tot het doen der tegen- 3j woordige bezendinge, men toen op de 9i onderneeming dier Stad zo veel niet te C 2 „ zeg-
|
||||||||
36* AMSTERDAMS IL Deel;
1639. ï» zeggen gehad zou hebben." 't Voordel
werdt beflooten , met eene verklaaring» „ dat hunne Hoog - Mogendheden , zyne „ Hoogheid en de Raad van Staate 't ge- „ beurde te Amfterdam nogtans nietgeden- ., ken wilden, en alleenlyk baden, dat hunne „ Edele Mogendheden, op de vier voorge- „ flaagen punten, een fpoedig, eenpaarig „ en heilzaam befluit wilden neemen." Barge- Van wege de Vergadering van Holland, meefte- werdt geantwoord, dat men op het voorge- ren ver- flei^e Zou raadpleegen. De Leden, mee zigl% naame Amfterdam, verzogten affchriften van 't Vertoog, en Burgemeefteren deezer Stad deeden, den agtften Maart, een ant- woord op het -zelve inleveren ter Vergade* ringe van Holland: waarin zy, vooraf, om- ftandiglyk verhaald hebbende, wat tuflchen deAfgevaardigden en hen voorgevallen was, vervolgens, aanweezen „ dat zy, in hun ,, bevel omtrent de Kuftfchepen te Helle« „ voetfluis, hadden gehandeld, overeenkom- 9, ftig met de Refolutien der Heeren Staa* „ ten van Holland, die begeerd hadden, „ dat gemelde fchepen zouden inkomen en „, uitgeruft worden , daar zy uitgevaaren „ waren, en niet juift in het Goereefche „ gat; dat het geval van Middelburg vyftig „ jaaren geleeden, en van eene geheel an- 9, dere natuur was, gelyk met de Refolutie „ der Generaliteit zelve beweezen werdt; 9, dat zy, in 't jaar 1610, op verzoek van „ die van Utrecht zelve, Afgevaardigden „ derwaards gefchikt hadden, om als mid* „ delaars te dienen , tuflchen -die Stad, » wel-
|
|||||
•\ •
|
|||||
XV. Boek." Geschiedenissen. 3*
„ welke toen met de wapenen van den Staat
„ gedreigd werdt (w), ter eener, en de alge- „ meene Staaten enPrinfe Maurits, ter ande- „ rerzyde; en dat zy niets hadden gedaan, 5, 't welk eenige opfpraak verdiende. Dat „ zy, wyders, beoogd hadden, het gefchrift, „ hun, door de Afgevaardigden, in eene „ openbaare herberg, ter hand gefield, t& „ behouden; doch dat deezen daarop uit- „ drukkelyk antwoord van wege den Raad „ begeerd hadden; 't welk zy niet hadden „ können toezeggen. Dat zy, bemerkende „ dat de Afgevaardigden zig naar de ééne „ zyde van de kamer begaven, zo 't fcheen, j, om te raadpleegen, 't papier met veel „ eerbied voor hun hadden nedergelegd, „ en zig, om hun meer vryheid te laaten, „ begeven naar een ander vertrek, daar de „ Afgevaardigden, naderhand, by hen kwa- 3, men, zonder 't papier mede te brengen, „ gelyk zy verwagt hadden." Eindelyk, klaagden Bnrgemeefteren, op hunne beurt, over twee uit de Gecommitteerde Raaden van Holland, die, gewoon ter algemeene Staatsvergaderinge te verfchynen, zig, ne- vens de andere Afgevaardigden , hadden doen magtigen, tot de bezending naar Am- sterdam ; daar zy, by wel beëedigde Initruc- tie, gelaft waren, de Refolutien der Staaten van Holland te handhaaven: 't welk men te "bedenken gaf, of hier wel gefchied ware, naar behooren (1). Doch
(*>) Zit Vadert. Hift. X. Dtd, hl. i9.
(1) Refol. Vroedfch. N. 17. 2 Maan 1630. ƒ.
C
3 a33r |
|||||
s
|
|||||
38 AMSTERDAMS II. Deel.
Doch hierby bleef het gefchil met Am-
fterdam fteeken. Ook werdt 'er, by Hol- land , niet naar genoegen der meefte Pro- vinciën beflooten op de punten, om welken de bezending was aangelegd. Fredrik Hen- rik , ziende, dat zy, by verfcheiden' Steden, en vooral by Amfterdam (#), niet door wilden, dreefze niet fterk,fchoon't,fchryft Aitzema (j), aan geene oorblaazers ont- brak , die, om hun byzonder belang, 't gezag der algemeene Staaten, en dat van zyne Hoogheid zogten te vermeerderen. Nogtans, meent hy, dat deeze twift met Amfterdam kwaad bloed gezet heeft, waarvan men , eenige jaaren laater, de uitwerkfels gewaar werdt (2). Kort na 't afloopen deezer handelingen,
kwam 'er, den zeftienden April, hier ter Ste- de , eene fcherpe keur uit, tegen ergerlyke fchriften en tegen 't kwaadfpreeken van 's Lands Regeering, in 't gemeen, of in 't byzonder , en van vreemde Koningen en Mogendheden. Het maaken, drukken of verfpreiden van zulke fchriften zou met driehonderd guldens en goeddunkelyke ftraf- fe voor de eerfte, en met zeshonderd gul- dens en lyfftraffe, voor de tweede reize, geboet worden, en de overtreeders, na ver- loop (*•) Refol. Vroeclfch. N. Ig. i6junyt\j Juljyii Otleb,
J64-0. f. 18 -verfo, 3j verfo , 44. (y) II. Deel, hl. «oz. (z,) II. Deel, bl. 505, 593. ^33-239. Zie ook Aitzema II. Deel,bl. 592-602:
alwaar de ftukkèn egter zeer gebrekkelyk gedrukt zyn. |
||||||
»tGefchi
blyft
fteeken. |
||||||
Keur te-
gen er- geriyke fch.if- ten . en tegen 't kwaad- fpreeken van de Regee- linge. |
||||||
XV. Boek. Geschiedenissen. 39
loop van jaar en dag,nogftrafbaarzyn (a). 1639;
Het Raadhuis deezer Stede was zo bouw- Eerfte
vallig geworden, dat de Vroedfchap, in den raadplee- aanvang deezes jaars, eenigen uit haar mag- §inëen tigden, om ontwerpen tot het fügten vannieuw een nieuw Stadhuis te onderzoeken, en daar- Stadhuis van, in tyd en wyle,verflagtedoenaandente bou* Raad (#). Doch daar verliepen nog eenigewen' jaaren, eer 't werk begonnen werdt. 's Nagts tiuTchen den zesden en zevenden storm.
January des jaars 1640, ontftondt, hier ter 1640» Stede, zulk een vreeflelyke flormwind, dat de meefte huizen flonden te fchudden. Het looden bekleedfel, welk digt op de kap der Koorenmarkt vaftgefpykerd was, werdt aan den eenen hoek los gerukt, en gelyk een kleed opgerold. De weerhaan en yzeren jfpil van den Regulierstooren flortten in 't water, en de fpits van den tooren der Nieuwezyds- Kapelle viel in 't dak. De daken van veele huizen werden zwaarlyk befchadigd, en ee» nige gevels om verre gerukt. In Texel blee- ven ook veele fchepen. Defchudding,die de wind veroorzaakte, werdt van eenigen gehouden voor eene aardbeeving; fchoon de aardbeevingen doorgaands by flil weder Aardbec- voorvallen. En by zulk weder, gevoelde men ving. 'er eene, hier te Lande, op den vyfentwintig- ften Maartdeezes zelfden jaars, des morgens ten half drie uuren. Zy duurde, te Amfler- dam,naauwlyks een minuut. Die fliepen, had- den 'er geene gewaarwording van. Die wak- ker ' (4) Handv. bl. $yt.
\b) Refol. Vxoedfcli. N. 17. 21 Jxn. 1639. bl. izj,
C 4
|
||||
40 AMSTERDAMS II. Deel;
1640. ker waren , hoorden trappen, bedfteden,
kafTen en wanden kraaken, en zagen't han- gend huisraad beweegen. Ook vielen, hier en daar, eenige glazen ruiten uit het lood. Voor 't overige , was men vry met den fchrik (c). Schik- Sedert het droogmaaken van de Diemer* ldng op meer, begonden zig aldaar veele luiden, oefen ***"met ^er woon» neder te zetten: ook kwam over de aldaar, dagelyks, veel toevloed van arbei- Diemer- ders en anderen, onder welke menigte,niet meer, zelden, verfcheiden' ongeregeldheden voor- vielen, die geregtelyk behoorden belet te worden. De civile Jurisdictie over de Meer was zelfs nog onbepaald, hebbende de gron- den derzelve , eertyds, behoord onder de Ambagtsheerlykheden van Amfterveen , Diemen en Ouderkerk, de grenzen van wel- ken nog niet waren geregeld. Tot voorko- ming der ongemakken, die uit het een en het ander te dugten waren, vondt de Graaf- lykheids-Rekenkamer geraaden , op den tienden May deezes jaars, den tegenwoor- digen Baljuw van Amftelland, Pieter Bou* dcwynsz van Lokhorfi , te magtigen, om , nevens de Heemraaden der Diemermeer, alle hooge en laage Jurisdictie aldaar waar te neemen, met dien verflande nogtans, dat, na zyn overlyden of afftand, 't Baljuwfchap der Diemermeer aan den Dykgraaf dier Meer zou opgedraagen worden (d). Trekweg Men vondt zo veel gemaks by de Vaar- ten (c) DOMSELAAR VI. Boe{, bl. 424. COMMEUN bU
11% (d) Handv. */. 343. [l«$]
|
|||||||
d *&i$l
|
|||||||
*...
|
|||||||
1 " ' —^^^^iMM^HI
|
||||||||
XV.Boek; Geschiedenissen; 4*,
tenen Trekwegen, die, federt eenige jaa- 1640..
ren,van Amfterdam,naar eenigendernaas- en Vaai| te Steden, gemaakt waren, dat de Regee- gemaakt ring deezer Stad, al federt eenigentyd, met van Am- die van Naarden en Muiden, in onderhan fterdam, deling geweeft was, om eene bekwaame^en^ Vaart, Trekpad en Wagenweg temaaken,Na*irden8v van hier naar Muiden, en voorts naar Naar* den. Eindelyk, werdt men 't eens (e), en verwierf 'er O&roi toe van 's Lands Staa- ten , welk, den vyfentwintigften Oótober dee- zes jaars, gedagtekend was (ƒ). De weg be- gon , van de Stad, langs den Amftel en Ring- floot der Diemermeer, tot aan het Diemer- bruggetje , van waar dezelve nevens de Vaart voortliep tot aan Muiden, door welke Ste- 1 de, men in eene andere fchuitoverging, en,
langs eene andere vaart en weg, te Naar- den kwam. In 't volgende jaar, werdt dit 06troi verbreed met een ander, waarby den drie Steden gegund werdt, de Landen,die zy tot de vaart en weg zouden behoeven, te mogen overneemen by waardeeringe van Gemagtigden der Staaten, zonder in Dyks- laften gehouden te zyn, mids de waardee- ring der Landen , naar gelang , zo veel hooger gefchiedde (g). By het eerfle Oc- troi,was reeds bepaald, dat de weg alleen voor den reizenden man moeft dienen, en niet tot het vervoeren van koopmanfchap- pen bekwaam gemaakt worden. Het
|
||||||||
(f) Handv. bl. 430. [119.]
{£) Ha»dv, 1>U 431. ["o.] |
||||||||
es
|
||||||||
.
|
|||||||
42 AMSTERDAMS II. Deel;
1^40. Het timmeren buiten de Stad,in deVry-
Streng ^e^ > fchoon by herhaalde Keuren verboo- verbod den, ging thans zo flerk voort, dat het Ge- van 't regt geraaden vondt, het gedaan verbod, buiten ^en vyftienden September van dit, en den ren!,116 tienden May van het volgende jaar,ernfte- lyk, te vernieuwen, met bedreiging, dat men de nieuwe timmeraadjen, zonder oogluiking of verdrag, zou doen (legten (h). Onder- tuffchen, werdt beflooten , het timmeren van koehuizen binnen de vryheid toe te ftaan, alzo, door dezelven, geene neering uit de Stad naar buiten getrokken werdt (/). Een De Koophandel, met naame de Amfter- grootge- damfche, leedt, ten deezen tyde, zo veel
fterdam" van ^e Duinkerkers, dat honderd negen en fche vyftig van de voornaamfte Koopluiden dee- Kooplui-zer Stad zig, in January des jaars 1641, den ver- vervoegden, met een verzoekfchrift, aan de zoekb - algemeene Staaten, fmeekende om kragti- fcher- ger befcherming der fcheepvaart, en byzon- ming derderlyk, dat den Luitenant-Admiraal Maar- Scheep- ten Harpertszoon Tromp gelaft mögt worden, vaa5t* de haven van Duinkerken, gelyk voorheen l641, we] gefchied was, met een bekwaam aan- tal van Oorlogsfchepen, te bezetten. En dit verzoek hadt zo veel klem, dat Tromp be- vel kreeg om, na't overvoeren vanden jon- gen Prinfe Willem naar Engeland, op vier 'ryke Wéftindifchvaarders te kruiflen. Ook werdt den Duinkerkeren eenige afbreuk ge-
(h) Relbl. Vroedfch. N. ig. J Sept. 1640. ƒ. 40. Handr.
bl. loog, 1009. [60?, 60?.] (i) Refol. Vioedfch. N. 12.SJ Masrt ló+i.f.jivtrf: |
|||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 43
gedaan (k). Nogtans vind ik niet, dat de j^,lm
haven van Duinkerken bezet werdt, gelyk de Koopluiden verzogt hadden Het Collegie ter Admiraliteit teAmfter- De Ad-
dam gaf, omtrent deezen tyd„zo dikwils mir*liteit verlof tot den uitvoer van wapenen en krygs- ^^ behoeften, dat zulks den anderen Provin-raakt in cien in 't oog liep. Ook verftondt men , verfchil in den Haage, dat het verleenen van zulk over 'c verlof behoorde tot de Vergadering der al-J^jj^ gemeene Staaten, die, zo men oordeelde, verlpf beft kon weeten, of zulk een uitvoer ge-tot het fchieden kon, zonder benadeeling van'sLands uitvoe- Magazynen. Maar de Admiraliteit meende, ^|Jsab" ,m dat hier ter Stede het grootfteMagazyn was hoeften. van 's Lands Krygsbehoeften, en dat men, nergens beter dan hier, weeten kon, of'er genoegzaame voorraad van Krygsbehoeften in 't Land ware. Ook oordeelde zy, dat de onkoften op het verzoeken en verkrygen van verlof tot uitvoer, wanneer 't in den Haage zou moeten gefchieden, zo hoog zou- den loopen , dat de Koopluiden liever te Hamburg, of in andere Ooiterfche Steden, verlof tot uitvoer van Oorlogsgereedfchap zouden zoeken te verkrygen, dan hier te Lande; 't welk tot verfperring van den Han- del gelegenheid geeven zou. De raadplee- gingen, die, over dit ftuk, in September, jn den Haage gehouden werden (/), maak- ten geene verandering in de gewoonte der Admiraliteit te Amiterdam. De zaaken blee-
(k.) AlTzEMA II. Deel, tl. 750 tnx,.
(i) AlTZEAIA II. Deel, bt. 7»;. |
||||
44 AMSTERDAMS IL Dëe£
1641. bleeven aldaar voortgaan op den voorigen
voet. Een Ge- Mußapha Aga, Afgezant van de Otto zant der mannifche Porte, was, in \ begin deezes hier ter Jaars» m den Haage aangekomen, met lafl; Stede, om de onderlinge vriendfchap met den Staat onthaald aan te kweeken , en het afvaardigen van op kos- eenen nieuwen Ambafladeur aan de Porte algemee-te verzoeken. Hy werdt, op koften van ne Staa- den Staat, onthaald: doch alzo het Huis, ten. waar hy zyn verblyf hieldt, voor den Am- bafladeur van Portugal gefchikt was, liet hy zig beweegen, om teAmfterdam te ver- toeven , tot dat het fchip gereed zyn zou , welk hem naar zyn Hof te rug zou voeren. Hy kwam dan in deeze Stad, daar men hem eene herberg bereid hadt, en alwaar hy, nog eenigen tyd, op-koften der alge- meene Staaten, onthaald werdt (m). Bürge- Op verzoek van Joan Chrifliaan, Hertog meefte« van Sleeswyk • Holflein, befloot de Vroed- ren^aa"-fchap van Amfterdam,injuly deezes jaars, weeë? S ^at Burgemeefteren, van Stads wege, Pe- Peters ters en Getuigen zouden zyn over den doop over den van deszelfs jonggebooren Zoon, wien een FrinJ° rentebrief van driehonderd guldens's jaars, fteiïiin een koffertje van zeshonderd guldens, tot eene pillegaave werdt toegelegd. Men vondt goed, daarenboven, driehonderd gul- dens , óf wat meerder of minder te vereeren in de Kraamkamer (n). De Ko- De jonge Prins van Oranje was, vroeg in 't
fw>)AlTZRMA II. Deel, tl. 774. 77$.
(») Refcl, Viocdfch. x. ig. 22 Julj 1641. f. 83 wrfei
|
||||
XV.BoEif. Geschiedenissen. 45
't voorjaar, naar Engeland vertrokken, tot 1641:.
voltrekking van zyn huwelyk met de Prin- n[ns.-m fefTe Maria, Dogter van Karel den I., Ko- van Ea- ning van Groot-Britanje. Het vorflelykpaar, geland, en de Koninginne zelve kwamen, in deLen- ?r*y. te des jaars 1642, in Holland: en toonden ^m-nf zig, eerlang, begeerig , om deeze Stad, en Prins werwaards Prins Fredrik Henrik hen gelei- Willem den zou, met hun bezoek te vereeren. De ™ zYno Regeering kreeg, bytyds, kennisvan ditf[^a0a~_ voorneemen. De Koninginne-Moeder van den, hier Frankryk was hier, in 't jaar iÓ38,zoprag- terStede, tig ingehaald, dat men vooral niet minder in8e" meende te moeten doen,by deeze gelegen- ha*ld* , heid. Op den veertienden May, werdtaf« Iö42* gekondigd, dat de fchutters , tegen den ne- gentienden des avonds, in de Stad en by der hand moeften zyn, op eene boete van vyf en twintig guldens. De jonge Ruitery werdt ook gewaarfchuwd; doch niemant, zelfs niet het fcheepsvolk op ftroom, mögt fchieten, zonder daartoe bevel te hebben van hooger hand (0). De Vroedfchap, in aanmerking neemende, dat men der Konin- ginne - Moeder van Frankryk , voorheen, eenige vereering gedaan hadt, befloot ook de Koninginne van Groot-Britanje en de PrinfefTe haare Dogter, met twee en twin- tig duizend, drie en twintig duizend, of vier en twintig duizend guldens, te vereeren, ter befcheidenheid van Burgemeefleren (f). Op den twintigften May, kwam het Vorilelyk f») Keatb. L. ƒ. 175 verft.
(f) Refol, Vroedfch. N, if. 17 May tf+i. f, 117 Vcrfr^
|
||||
46 AMSTERDAMS II. Deel;
1642. gezelfchap herwaards, en werdt, opde ui-
terfle grenzen der Stads Vryheid, buiten de Haarlemmer-Poorte . ontmoet, door Dirk Tholinx, Prefident Schepen en Raad,aan't hoofd eener treffelyke ruiterbende. Binnen de poort, werdt het gezelfchap, en de Ko- ningin in 't byzonder, begroet door den Pen- fionaris, Cornelis Boom. De foldaaten en fchutters waren allen in de wapenen, en in orde gefchaard. Langs den weg, dien de floet door moed:, om op 't Prinfenhof te komen, waren vier zeegeboogen opgeregt, eene op den Dam, aan den kant van 't Dam- rak, eene voor aan in de Beursftraat, eene op den Middeldam, en eene voor de oude Doeleftraat. Onder deeze zeegeboogen, ge- fchiedden, na 't opfchuiven der gordynen, de pragtigfte vertooningen , meelt flaande op 't Huwelyk van den jongen Prinfe en de Engelfche Kroonprinfeiïe. In de eerfte boog, zag men de bruiloft van Thetis en Peleus, op welke, al de Goden en Godinnen ver- gaderd waren: en de boog was van boven behangen met eene dubbele fefton van O ranje-appelen, doorvlogten met roode en witte roozen. Tuffchen de zuilen, hingen de wapens der veroverde Steden in Ooft- en Weftindie aan eenen fnoer van Oranje- zyde. 't Gebouw der tweede booge was, tuffchen de zuilen, behangen met roode en witte roozen, hier en daar met gouden le- liën doorwrogt. Op den top ftondt deKei- zerlyke Adelaar. De vertooning was, het Verbond tuffchen Keizer Adolf van Naffau , en Eduard den II., Koning van Engeland, welk*
|
||||
I
|
||||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 47
welk, in 't jaar 1292, geflooten werdt. De 1642.
derde boog,die op den Middeldam ftondt, overtrof de anderen verre in grootte en pragt, en pronkte met eenige Latynfche en Neder- duitfche verzen. Op den top flondt het wapen van Groot-Britanje, welk tot boven de huizen uitftak, tuflchen de wapens van Gelderland en Naflau. De vertooning was het Huwelyk van Reinoud van Naflau, eerften Hertog van Gelder,met de Prinfefle Eleo- noor , Dogter van Eduard den III., Ko- ning van Engeland. Tuflchen de zuilen, Honden Mars en Pallas, voerende de wa- pens der Steden en fchanfen, door Fredrik Henrik, op den Spanjaard veroverd. De vierde zeegeboog droeg ook een reeks van wapenfchilden der veroverde plaatfen in Ooft- en Weftindie. Op den top ftondt een leevend man, Herkules verbeeldende, die den aardkloot torfte. Hiermede werdt op de dapperheid van Fredrik Henrik gezin- fpeeld. Japetus en Atlas, Willem den I. en Maurits verbeeldende, lagen aan zyne zyde, en befchouwden hem met verwon- dering. Van binnen, zag men, na 't op- fchuiven der gordynen, een tempel, waar- in het Huwelyk van Jakob den IL, Ko- ning van Schotland, en Maria van Egmond, uit Reinoud, Hertog van Gelder, voort- gefprooten, voltrokken werdt. Het Vor- ïtelyk gezelfchap, alles bezigtigd hebben- de , werdt, aan 't Prinfenhof, door den Penfionaris Willem Boreel % uit naam van JSurgemeefteren, begroet. Den volgenden |
||||||||
:
|
||||||||
I
|
||||||||
48 AMSTERDAMS IL Deel.'
1642. ^ag * werden de Perfoonaadjen , in ver«
fcheiden' weluitgeftreeken floepen, door de Stad geroeid ,' onder 't g$|eide van Bur- gemeefteren, die hun de Godshuizen en an- dere voornaame gebouwen vertoonden. In 't Oude-Mannen-huis, deedtPrinsFredrik Hen- rik een gefchenkvan drie guldens aan ieder der oude luiden, die toen ruim tweehonderd fterk waren. Voorts, voer men, eene poos, langs 't Y, daar wakker gevlagd en gevuurd werdt van de fchepen. De vertooningen van 's daags te vooren werden , op ver- zoek van zyne Hoogheid, nog eens her- haald: ten welken einde, Burgemeefteren eene groote ftellaadje op den Dam hadden doen opflaan , en met blaauw Laken be- kleeden; waarop het Vorftelyk gezelfchap geplaatft werdt. Doch de watervertoonin- gen, die op den Amftel gefchiedden, vie- len ongelukkiglyk uit. Des Vrydags, den twee en twintigften May, reedt het door- lugtig gezelfchap de Reguliers - Poort uit, naar den Haage te rug,opgelyke wyze als het ingekoiïien was. De Amfterveenfche weg was, om 't ftuiven te voorkomen, op bevel van Burgemeefteren, door de Huis- luiden, begooten. Schepen Tholinx, die wederom, aan 't hoofd der jonge Ruiter- bende, honderd en vyftig paarden fterk, vooruit gereeden was, plaatfte zig, met zyne manfchap, in flagorde, op een kamp lands voorby den Overtoom, alwaar hy van de doorlugtige Perfoonaadjen affcheid nam (5). De
(q) AlTiEAI A II. Deel, bl. 816,817. DAPPEB, bl. Z<ffi-2f I,
|
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 49
De Digter Joost van den Vondel 164&.
maakte een treffclyk gedigt op de inhaalin- ge der Koninginne van Engeland hier ter Stede (r) Zy vertoefde, tot op 't einde des jaars, in Holland. Men nam toen, ter Vergaderinge der Staaten,in overweeging, om haar eenige begiftiging te doen. Amfter- dam zou hiertoe ligtelyk gekomen zyn. Doch de overige Leden der Provincie toonden 'er geene gezindheid toe, waarom 'er,vanwe- ge Amfterdam, ook z waarigheid in gemaakt werdt (ƒ). In deezen jaare, zat, hier ter Stede, ie-Fredrik
mant gevangen, die ftempels gemaakt hadt, Hel">rik: waarmede, met zyne kennis, valfche dub-J^J drie bele Huivers gemunt waren. Hy liep gevaar gevange- van den hals. Doch Prins Fredrik Henrik nen hier verleende hem, op zyn verzoek, vergiffenis ter Stede van de verdiende flraffe des doods, op den ^esr§1 e* zeftienden December (£)• In't volgende ió**. jaar 1643, fchonk hy vergiffenis van alle ftraffe en boete aan eenen ongelukkigen doodflaager, die hier ter Stede in hegtenis zat: en in 't jaar 1645,bediendehyzignog eens van deeze zyne magt, in een diergelyk geval (w). Op den eerflen dag van de vatten des Brand in
jaars 1643 00» die toen viel op den agttien- tViou- den February, ontftondt 'er, op 't midden Tehuis van den dag,brand in 't Vrouwen-Tugthuis0f Spin- ofhuis.
(V) Zie z.yne Poëzy I. Deely hl. 17X.
(s) Refol. Vroedfch. N. 18. 1 Dec KJ42, ƒ. 1*7 verfo.
(f) Groot-Memor. N. III. f. zz6 verfo.
(u) Groot-Memor. N. III. ƒ. 230, i+j,
(v) FOKKENS hl, lil.
V. Stuk. D
|
||||
------■—
|
|||||||
50 AMSTERDAMS II.Deel.
1643» of Spinhuis, eertyds, het S. Urfulen-Kloos-
ter, welk byna geheellyk verteerd werdt. Men weet dit ongeluk aan de onagtzaam» heid eeniger tugtelingen; hoewel fommigen dagten, dat eenigen haarer den brand, voor- bedagtelyk, gefügt hadden, om, onderde verwarring, die dezelve veroorzaaken moeflj gelegenheid te vinden om te ontfnappen: 't welk egter niet gelukte. De tugtelingen wer- den, wel digt aan eikanderen gekoppeld, naar 't Rasphuis overgebragt, daar zy be* waard werden, tot dat het Spinhuis weder- om opgebouwd was (w)* Amfter- Ten deezen tyde, werdt,in den Haage, dam kant gehandeld over de verlenging van 'tO&roi 2ig tegen der Ooftindifche Maatfchappye : 't welk eenïeVne rnerkelyke zwaarigheid ontmoette byeenige dei-Ooft-Leden, die gaarne gezien zouden hebben, en Weft dat de Weftindifche Maatfchappy, wie 't, indifche federt twee jaaren, geweldiglyk tegenliep fch at" *n ^raz** 00»met ^e Ooftindifche vereenigd pye. geworden was. Doch de Stad Amfterdam verklaarde zig ernftelyk tegen deeze veree- niging. Zy verflondt „ dat de aandeden in „ de Ooftindifche Maatfchappye niet an- „ ders waren aan te merken, dan als goe- s, deren van byzondere perfoonen, die, bui- „ ten bewilliging der eigenaaren, niet met „ de goederen van anderen vermengd, of „ vereenigd mogten worden; dat ook, noch „ de Leden van Holland, noch iemant an- ,, ders, tot het maaken van zulk eene ver- j, eeni-
(w)dapper, bl. +ig. Domselaar VI. Boe\_, bl. 428. CüMMELIN, bl. 116?.
(*) Yadeil. Hift. XI. Deel, bl, 371,
|
|||||||
XV.Boëk. Geschiedenissen. 51
„ eeniging bevoegd waren; zelfs mogten, 1643.
„ haars oordeels, noch de Bewindhebbers . „ der byzondere Kameren, nochde Verga- „ dering van Zeventienen, op zulk een' voor- „ flag, in eenige onderhandeling treeden, al* „ zo hun pligt was, de goederen derMaat- ,, fchappye te bellieren, volgens het Oftroi. ,, Ook was 't, meende zy, van gevaarlyk „ uitzigt, dat men zo ligtelyk komen zou tot „ vermengingen vereeniging der goederen „ van byzondere Perfoonen, wanneer men „ daarin maar eenig nut vondt voor den „ Staat, naardien men zig, naderhand, van „ deeze zelfde reden, ook in andere geval- „ len, zou können bedienen (y)." Onder- tuffchen, kon men geene vernieuwing van't Oótroi der Ooftindifche Maatfchappye ver- werven , voor zeker getal van jaaren. Men moeflzig, vooreerfl, vergenoegen, dat het, «en- en andermaal, voor eenenkortentyd, verlengd werdt (2). De algemeene Staa- 1644. ten, die, in 't jaar 1623, het Oótroi, voor den tyd van een en twintig jaaren, vernieuwd hadden (a), vorderden nu eene aanzienlyke fomme van de Maatfchappye, eer zy tot diergelyke vernieuwing verüaan wilden. De De Stad Stad Amfterdam, die groot belang hadt by bevor- 't in ftand houden der Maatfchappye, be-dert de floot, eindelyk, een of twee Perfoonen uit an- ^Ing van dere Steden alhier inde beftiering der Maat- 't Ofooi fchap-
Xj) Refbl. Vroedfch. N. i8. ir Dec z6<a, f. igp,
(z,) AlTZKMA -II. Deelt bl. I009, ioio,
(a) Gxoot-Plakaatb, I. Deel, kol. jj7, /
D %
|
||||
52 AMSTERDAMS IL Deee;
1644. fchappye toe te laaten,om daardoor debe-
derOoft- williging in de verlenging van 't Oélroi te indifche ligter te doen doorgaan. Zy tradt zelfs, eer- ^aat* lang, hierover, met die van Haarlem, in pcyeap" onderhandeling (b). En 't fchynt, dat dit befluit veel toegebragt heeft, om de Verga- dering der algemeene Staaten, in 't verlen- gen van 't OcTxoi, te doen bewilligen, 't Gefchiedde egter niet, voor't jaar 1647, en toen , voor den tyd van vyfentwintig jaaren, mids de Maatfchappy, daarvoor, vyftien honderd duizend guldens eens, in de algemeene kas deezer Landen , betaak de (c). . Zy neemt De Ambagtsheerlykheden en Dorpen van deel in Kennemerland voerden, in deezen jaare dfnffle- -^44-> een P^c voor ^en Hove van Hol-
gen den land, tegen Lodewyk van Altcrenvanjaars- Baljuw veld, Baljuw van Kennemerland ^ die, nevens van Ken- Zyne Leenmannen., den dertigften January^ reI*jer" eene Keur hadt doen afkondigen, buiten kennis der Ambagtsheeren en Geregten, waarby de boeten op hetvegten enmestrek* ken merkelyk verhoogd werden. Ook trok hy zig de kennis over deezemisdryven aan, y% die, van ouds, ook volgens uitdrukkelyke GraaEyke Privilegien en het beflendig ge- bruik, tot de Schouten en Geregten van veele byzondere Dorpen plagt tebehooren. |
||||||||||||
■ is* ü j
|
De Stad Amflerdam, als Ambagtsheer.van
|
|||||||||||
Slooten, Slooterdyk en Osdorp, nam deel
in
(t) Refol. Vxöedfch. N. 19. 19 Sept. i'6+s. 7 Fehr. I646.
f. 61 f 9+ verfo. [tj Gtoot-Flakaatb. I. &ecl, kol. 54;.
|
||||||||||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 53
in 't geding tegen den Baljuw (d). Doch 16*4 4.
ik vind niet aangetekend, hoe het zelve af- liep. De Heflifche manfchap, die thans, zo 't De Am-
heette , tot onderfteuning van Frankryk en |k™am- de Staaten, de wapenen voerde in Duitfch- ^out. land, en, voor een gedeelte, aan den Ryn- koopers kant lag, vorderde zwaare tollen van deklaagen goederen, die, te water en te lande, den07^'* Ryn langs gevoerd werden. De Amfterdam-^"der fche Houtkoopers , die hierdoor zeer ge-bollen op drukt werden, klaagden 'er over, in den den Ryn. aanvang deezes jaars. Men fchreef aan de Landgraavinne van Heffen ; doch 't was vrugteloos (V), en deeze laft duurde , ge- noegzaam zo lang, als de oorlog. Ter Vergaderinge van Holland, werdt,Eefluiten
door eenige Leden, nog al, van tyd tot tyd,.der gedrongen op het vernieuwen en verbreeden Vroed- der Plakaaten tegen de Pausgezinden. Am- £G *%&? fterdam toonde zig hiertoe ongezind, enreklag- hadt, reeds in 't jaar 1641, verllaan, dat ten over men het, ten opzigte der geeftelyke Zufte-den^an* ren, Kloppen genaamd, behoorde te laaten Roomfch- by het oude gebruik; of zo men op eenige gezin- verandering aanhieldt, liet de Stad toe,den. dat de famenwooning van meer dan twee Kloppen in één huis verbooden werdt, mids het Begynhof alhier daarvan uitgezonderd bleeve (f). Doch, in de Lente deezes jaars 1644, vervoegden zig twee Predikanten en eeni-
(<£), Handv, van Kennemcrl. bl. 231-377. ,
(e) AITZEMA II. Deel, bl. 971-
Xf) Refol. Vroedfch. N, ig. i« <Au£, 164.1. f. t+verft.
|
|||||||
«*\ \t
|
|||||||
D3
|
|||||||
. $4 AMSTERDAMS II. Deel;
1*644. eerjige Ouderlingen by Burgemeefteren, ern-
flelyk klaagende, over hetdagelyx aengroeyen der Papiflen, alhier ter Stede. En Burgemees- teren bragten deeze klagten in den Raad, daar verftaan werdt, dat men zou blyven by de Refolutien omtrent de Roomfchge- zinden, voorheen hier genomen (g). Ook oordeelde men, wat Jaater, wederom „ dat, „ by voorige Plakaaten, genoegzaame orde „ gefield was tegen de ftoutigheden der „• Roomfchgezindert; dat het op de uitvoe« „ ringe derzelven, onder de maatiging en „ beftiering der byzondere Magiftraaten, „ alleen aankwam; en dat de vreemde Paa- „ pen en inkomende Geeftelyken, en alle „ Hierarchie of geeftelyke Regeering, voor- „ al, behoorden geweerd te worden (£)." Op deezen voet, bleeven de Roomfchge* zinden, hier ter Stede, eene redelyke vry- heid van Godsdienftoefeninge behouden. De nieu- Op den elfden January des jaars 1645, we Kerk omtrent ten twaalf uuren op den middag, brandt. A°e8 de brand, onverhoeds, ia de nieuwe 1645. Kerke deezer Stede, zo geloofd werdt, door onvoorzigtigheid der loodgieteren, die, aan 't dak gearbeid hebbende, en met den middag afgegaan zynde, de vuurpot voor een open dakvenfter hadden laaten ftaan, uit welke de vlam, door den feilen Noord- ooften wind, eerft in 't drooge houten dak geflaagen was, en zig, voorts, zo gewel- diglyk verfpreid hadt, dat, in een half uur tyds,
(/) Refol. "Vroedfch. N. 19. 8 aifHl r«44. ƒ. 17 verfo.
(h) Refol. Vroedfch. N. ij». 14 JhIj IÓ*+- ƒ■ -S verf; |
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 55
tyds, de gantfcheKerk in ligter laagen brand i&l£
ftondt. Men wendde veel moeite aan, om de vlam te fluiten: doch de hoogte van 't gebouw, en gebrek aan zulke bekwaame blufchgereedfchappen, als federt ingevoerd zyn, maakten 't onmogelyk. Ten drie uuren na den middag, flortten het dak, het hou- ten gewelf, het toorentje, de orgels, en de fchoorbalken met het gene 'er aan vaft was van boven neder in de Kerke, die, voorts, van binnen, voor 't grootlïe gedeelte, uit- brandde. De koperen Kerkkroonen, en de papieren en 't geld uit het Huiszitten Comp- toir by de Zuiderdeure werden, gelukkig« lyk, gebergd; doch de konflige Prediklloel en alle de overige geftoelten door de vlam vernield. Men heeft den tyd van dit on- geluk, welk op den eerften dag des jaars, naar den ouden ftyl, voorgevallen was, in deeze twee regels, uitgedrukt: BllfeLLe gVre koVVV geraakte Ik tot as%
Doen 'r, naar het oVt gebrVlk, Den eer- fien laarsDag Was (/'). In de huizinge en brouwerye van Schepen Brand
Albert Pater, de Zwaan genaamd, ftaandein eene op den Nieuwe zyds-Agterburgwal, ont- brouwe« ftondt, in den voornagt van den tweedenr?e' May, ook een gevaarlyke brand, waardoor het binnenfte gedeelte van 't gebouw ver- teerd werdt. Doch 't voorfle en agterfte ge-
f») DOMSELAAR IV. Bo?kj hl. 61. VI. Bttk,% hl. 41t.
COMMELIN, bl. 4-f«, 1168.
D4
|
|||||
1
|
|||||
—.- ---------wrwr^r------_,
|
|||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||
56 AMSTERDAMS IL Deel;
j<545. gedeelte werde behouden (k). Veele goe-
deren waren, geduurende den brand, weg geraakt, die't Geregt, des anderendaags, beval, den eigenaar wederom te brengen De Kerk (/). De Nieuwe Kerk werdt, kort naden
|
|||||||||||||||||||||||
wordt
her- bouwd. |
|||||||||||||||||||||||
brand, op koften van de Stad en onder op-
zigt der Heeren ïhefaurieren (m), weder- |
|||||||||||||||||||||||
om opgebouwd. Men befloot ook, eerlang,
eenen hoogen en zwaaren tooren aan de Kerke te ftigten (n) , en maakte eenen aan- vang van 't werk; 't welk egter nimmer vol- trokken is. |
|||||||||||||||||||||||
De Stad
|
|||||||||||||||||||||||
De zwaare koften, die de Stad, federt
|
|||||||||||||||||||||||
den de
Excyn
zen:
|
r-eenige jaaren, gehad hadt, aan het legden
van veele fteenen bruggen, in de plaats van houten , en aan het maaken van fteenen |
||||||||||||||||||||||
plaatingen langs de burgwallen, waarbynu
nog kwamen de koften, vereifcht tot den opbouw der afgebrande nieuwe Kerke, en van het nieuwe Stadhuis, hadden de Vroed- fchap, al federt eenige jaaren , ernftelyk doen verdagt zyn op het uitvinden van mid- delen , tot verbetering van der Stede inkom- flen (0). Ook vondt men, eerlang, geraa- den, verfcheiden' nieuwe Excynzen op te fteHen. En op den elfden July deezes jaars, verwierven Burgemeefteren en Regeerders O&roi van 's Lands Staaten (ƒ>), om, Een be-
(ffj DOMSFLAARVI. BoeJ(, £/.428. COAfMEtlN, bl, II6g.
(Ij Kcurb. L- ƒ. 249 verfo.
(m) Refol. Vioedfch. N. 19.*' Febr. 164s• f. 39 verft.
(n) Reibl. Vroedfcli. -N. 19. 1 Sept. ij Oiltb. 1645./.
tfo verfo , 67. (0) Refol. Vrocdfch. X. 1«. 19. Nov. 10 Dec. 164*. ƒ.
14$ verfo, 14?. N. 19. S Maart I644. 30 Juny i64Jt ƒ. J6, 54» SS-. (f) Handv. bl. 210. [l*!.]
|
|||||||||||||||||||||||
en ver-
krygt eenen tagtig- |
|||||||||||||||||||||||
XV.Boêk. Geschiedenissen. 57
behoeve der Stad, te mogen heffen, boven 1645.
den veertigften penning, dien 't Land ge- ften pen- noot, eenen excyns van den tagtigfte n pen- "inê van ning of een en een vierde ten honderd van-k® J^1" alle onroerende goederen , die binnen de vafie Stad verkogt werden (2). goede- In 't begin deezes jaars, hadtzig, eeni-ren-
gen tyd, in deeze Stad onthouden Aloaide Gezant Mahomed Ben Ascar , Dienaar des Keizers vaJ\ Ma" van Marokko, die Geloofsbrieven mede hier ter hadt aan den Staat, en verlof begeerde om Stede, hier een Oorlogsfchip van twintig Hukken, tegen graanen, zout of andere waaren, te mogen koopen. Men liet hem de vryheid, om daarover met onze Koop luiden te han- delen (q). En 't fchynt, dat hy zig, ten deezen einde , naar Amfterdam begeven hadt; doch of, en op welk eene wyze, hy aldaar gedaagd zy, vind ik nergens aange- tekend. Hy vertrok, in July, wederom van hier.
($) AlTZEMA III. Deel , hl. 35.
B (2) Zo luidt het O&roi woordelylc. Doch men
heeft het, zo ver my bekend is, altoos zo begree- pen,dat de tagtigfte Penning gevorderd is, niet van alle onroerende goederen, die in de Stad verkogt wor- den; maar die, verkogt zynde, in de Stad, en wel binnen de muuren gelegen 2jyra,-onaangezien, in eene Keure' van den vierentwintigften Maart des jaars 1656, on- derfteld wordt, dat de tagtigfte Penning betaald moet worden van de onroerende goederen binnen de Stad en de JurisdiEbie van dien gelegen. Handv. bl. 2rr. [3G7]. Sommigen hebben hierom, nietzonder re- den, geoordeeld,dat het Octroi voordeeliger voor de Thefaurie zou können uitgelegd worden , dan tot nog toe gefchied is. Zie T. Boel junior Aan- tek. op de Decifien enObferv. Van denliaadfheerhOE^ wiw.Cas. XVJI. bl. J-39 enz.. DS
|
|||||
V
|
|||||
58 AMSTERDAMS KDezü
1645. mer« De Admiraliteit te Amfterdam kreeg
aanfchryvens uit den Haage, om hem te voorzien van plaats op een oorlogsfchip, welk op de Portugeefche kuft zou gaan kruis- fen, en hem te Saffi aan land zetten (f). De Ko- Ladiflaus de IV., Koning van Poolen, in ningin September deezes jaars, een huwelyk heb- te^komt" bende doen fluiten met Maria de Gonzaga , te Am- Dogter van den Hertoge van Mantua en fterdam. Nevers, deedt zyne Gemaalin, in't laatfl: van November, af haaien van Parys, door den Bifïchop van Warmeland en den Graaf Opalinsky , die haar , door Holland, ge- leidden naar Poolen. Zy kwam, den zes« entwintigften December, des avonds ten agc uuren, van Utrecht te Amfterdam, daar omtrent duizend man in de wapenen gebragC was, om haar in te haaien. Ook werdt zy, met honderd fchooten, begroet van de wal- len. Prins Willem kwam haar hier, uit naam van zynen Heere Vader, verwelkomen. Zy vertoefde niet lang in de Stad; maar keer- de, na twee of drie dagen, naar Utrecht, vanwaar zy haare reis, te lande, doorO- veryflTel en Groningen , voortzettede (s). De Digter van den Vondel heeft een treffelyk gedigt, ter haarer eere, gemaakt(0- Amfter- De oorlog tegen Spanje werdt, ten dee- dam zen tyde, van wege den Staat, flaauwelyk ftJemt^ voortgezet, inzonderheid, na dat men, in wil het den aanvang des jaars 1646,begonnen hadc winnen van vrede te handelen te Munfter. In de jaa-
(r) AITZEMA III. Deel, bl. 16.
(s) AITZEMA IIT. Deel, bl. 87, tt. (t) Zit z.]ne Poczy I. Drtlt bl. tftS. . |
||||
XV.Boek. Geschiedenissen. 59
jaaren 1645 en 1646,hadt de Prins van O- j6a&
ranje,meer dan eens, toegelegd op het be-van Ant- magtigen van Antwerpen. Doch 't was tel- werpen. kens mislukt. Men meende, dat de Stad Amfterdam het winnen deezer Stad on- gaarne gezien zou hebben, uit vreeze, dat de Koophandel, die haar van Antwerpen toege- vloeid waSjWederom derwaards keeren mögt, waarom zy, zo men wil, 't bemagtigen deezer Stad altoos tegenhieldt, of wift te beletten («). Doch wat hiervan zyn moge; vaft gaat, dat het belang van den Koophandel der Re- geeringe van Amfterdam, altoos , zeer ter herte gegaan heeft. Men zag dit, onder anderen, nog in dit Onthaal»
zelfde jaar 1646,aan het onthaal, welk denden Deenfchen en Muskovifchen Gezanten, hier ?5en" , ter Stede, werdt aangedaan. De handel, m^q? ' dien men hier op het Noorden en de Ooft- vifchen zee plagt te dry ven , was oorzaak, dat de Gezan- Regeering deezer Stad de vriendfchap derten'h'er* Noordfche Vorften altoos gewaardeerd en ^J^' gezogt hadt, waarvan, by gelegenheid, bly- ken gegeven werden, in het onthaalen yan derzelver Gezanten. De Deenfche Ambas- fadeur, Korfitz Ulefeld, in den Zomer dee« zes jaars, met zyne Gemaalin en een aan- L zienlyk gevolg, herwaards gekomen , om
de Zontfche tollen te regelen, en de voori- ge Verbonden met den Staat te vernieuwen, werdt, te Amfterdam, daar hy zig eenigen tyd ophieldt, treffelyk ontvangen. Ook hadt hy
(u) Ajtzima III. Dul, H, ioy.Va<}ed.Hift. XL Dut,
t'. SPI. äS>3, +2J>.
|
|||||
/
|
|||||
6o AlVfSTERDAMS II. Deel.
ï6d6 ny een*ge byzondere gefprekken met Bur-
gemeefteren, over het oogmerk zyner Am- balTade O). Hierdoor werdt de weg ge- baand tot het fluiten van een Verdrag over de Zontfche tollen, welk, in 't begin des volgenden jaars, getroffen werdt (w). Kort na de aankomft des Deenfchen Gezants, wer- den twee Muskovifche Ambafladeurs, hier ter Stede , insgelyks , met veele tekenen van hoogagting, bejegend, en in twee bin- nenfchuiten, van hier, gevoerd naar den Haage. En toen zy daar klagtig vielen, dat men hen niet, op koften van den Staat, voorzage van wooning en onderhoud, bragt de Stad Amfterdam te wege, dat hun daar- in genoegen gegeven werdt. Zy verkreegen openbaar gehoor in den Haage, op den der- 1647 tigften November: en toen zy, in May des volgenden jaars,de te rug reize aannamen, nam de Regeering van Amfterdam de be- zorging van 't gene zy onder weg behoeven zouden, op zig O). Prins Fredrik Henrik was, fchoon zeer Henrik onpaffelyk, op 't fterk aanhouden der Mus- fterft. kovifche gezanten, genoodzaakt geweeft, Willem hun openbaar gehoor, in November laatft- de,IL leeden, by te woonen, en hunne aanfpraak hem op ftaande aan te hooren (j). Hy kwynde, federt, den. gantfchen winter, aan de koorts, die hem,eindelyk,den veertienden Maart, in 't graf fleepte. Zyn Zoon, Prins Wil- lem fv) AlTZEMA III. Deelt hl. 153-
(w) Zie AlTZEMA III. Deel, hl. 177.
(x) AlTZEMA III. Dqtl. hl. IJl, IJi> IJ>5.
{y) AlTZEMA III. Veel, hl. IJl.
|
||||
XV.Boek. Geschiede nissen". 61
1EM de II., volgde hem op in de hooge ïifyfi
waardigheden, welken hy, hier te Lande, bekleed hadt (z). De Vredehandeling te Munfler werdt ,t>eMun-
ondertuflchen, voortgezet, hoe zeer de ^.er^he jonge Stedehouder ten oorloge neigde. De JJJJ Regeering van Amflerdam yverde zeer tot gete. bevordering van 't werk der Vrede, die, kend. eindelyk, tulTchen Spanje en de Staaten, 1648. op den dertigften January des jaars 1648, getekend werdt (a). Zy werdt, den vyf- den Juny, alomme afgekondigd, en deeze dag, hier ter Stede, gefchikt, tot eenen dag van algemeene vreugde. Op 't midden van Vreugde- den Dam, werden drie hooge tooneelen op- bedry- geregt, alwaar agttien vertooningen, zes op vend*ar" ieder tooneel, gedaan werden. Uitvinders JJSte* van deeze drie zestallen waren de Arts Sa* dam. MUEL Koster en de Digters Geer- aardt Brandt en Jan Vos, van wel- ken Brandt zig, federt, ook door zyne His- torifche werken, beroemd gemaakt heeft. 't Gantfche werk was, in niet meer dan zes dagen, vervaardigd. Voor 't hoogde fchouwtooneel, flondt de Nederlandfche Leeuw, met het zwaard en de zeven pylen, in de eene en de andere klaauw. De ftee- nengallery, die toen van boven rondsom de Waage liep, flondt met fpeelluiden bezet : en op 't fteeken der fchalmeijen en fchuif- trompetten, werden de gordynen der too- neelen, tot agttien reizen, opgehaald. In de
(x.) Vadetl. Hift. Xr. Deel, il. 4jj, 43g,
(*) Vadetl. Hift. XI. Deel, bl. +57. |
|||||||
i
|
|||||||
' ■ ' ■»■' i m ^iHHnawpnm
|
|||||||
62 -AMSTERDAMS IL Deel;
jtólS. de eer^e zes vertooningen,die van Kofters
vindinge waren , zag men Willem den I. in de gedaante van Amfion, Thebe fligten- de door 't geluid zyner fnaaren; Maurits, in de gedaante van Numa Pompilius, die den Godsdienft der Romeinen geregeld heeft; Fredrik Henrik, verbeeld door den Romeinfchen Veldheer Fabius Maximus; en Willem den IL, in de gedaante van A11- guftus. De vyfde vertooning beeldde af de zorg van 's Lands Staaten, tot befcherming der belaagde vryheid. In de zesde, zag men Mars geboeid, Vulkaan in 't wapen- fmeeden gefluit, en 't Krygsvolk betaald, en gedeeltelyk afgedankt. Het tweede zes- tal van de Vertooningen, door Brandt be- dagtjfloeg geheellyk op de gefchiedeniflen der Batavieren. In de eerfle, werdt de aan* komfl van Bato en de Batavieren, hier te Lande, uitvoeriglyk , afgebeeld. De ver- branding van 'tLyk van Richeldin enveele andere aloude gewoonten werden hier voor 't oog gebragt. De tweede vertooning was de beveiliging van 't verbond, tuffchen Ju- lius Cezar en de Batavieren: de derde beeld- de af de knevelaaryen der Romeinen, ten tyde van Vitellius. In de vierde, werdt de Batavier Julius Paulus ter dood gebragt, en zyn Broeder Claudius Civilis verjaagd. De vyfde verbeeldde 't verdelgen der Romein- fche winterlegeringen in het Eiland der Ba- tavieren, door Claudius Civilis. In de zesde, zag men de Vrede, tulfchen Civilis en Ce- rialis, den Romeinfchen Veldheer,fluiten, en de Batavieren deswege vreugde bedry- ven.
|
|||||||
•
|
|||||||
.JSL. "!'i*Ä.^i_j. _ "
|
|||||||
*^m
|
|||||||||||
— '■'
|
|||||||||||
rap(W------------'
|
|||||||||||
XV. Boek. Geschiedenissen. 6$
ven. Van de zes Vertooningen, door Jan 1648.
Vos uitgevonden, verbeeldde de eerfte het
gewapend Europa; de tweede, de afgeftree-
den Vorften; de derde, devryheid der Ver-
eenigde Nederlanden , bevefiigd door de
eeuwige Vrede; de vierde, de Vrede be-
zwooren; de vyfde, de veiligheid van den
Staat, en de zesde, Amsterdam, als de
voornaame oorzaak der Vrede. De dag
werdt gefleeten met het aanfchouwen van
alle deeze Vertooningen, en des avonds,
werden, op veele plaatfen in de Stad, pek-
tonnen gebrand, en vuurwerken afgefte-
ken (#).
Vyf dagen daarna, op den tienden Juny,De her-
werdt de Nieuwe Kerk, die wederom her- bouwde
bouwd was, ingewyd met eene dankpreeke {^kWe
over de vrede, die, onder eenen ongeloof-met e'ene
lyken toevloed van allerlei gezindheden, Dank-
door Fridericus Keslerus, een' der oudftePre- preeke
dikanten, uitgefproken werdt (c). Op den ™f*d de
agtentwintigften O&ober deezes jaars, werdt ingewyd;
.de eerfle fteen van 't nieuwe Stadhuis gelegd; De eerftê
't welk Vondel, in dit tyddigt, te ken-,fteenvan
nen geeft: ? s.tad~
0 huis
f. DeTFynmaent fchreef twe min als 't derde™°^i
kruis, 6 ■ Toen 't Fredejaer de grond ley van 't Stad"
huis (d). Doch de zelfde Digter hadt ook, terge-
dag-
(b) DAPPER bl. z49 enz,.
(c) DOMSELAAR IV. Boe^ bl. «j. COMMSI.IN. bl.
4+7» IJ 11. (d) VONDELS Poezy II. Deel, bl. }o7.
|
|||||||||||
•«'
|
|||||||||||
__
|
|||||||||||
64 AMSTERDAMS il. Deel.
«1648. dagteniiTe der Vrede, een Land/pel gedigt,
Leeuwendaalers genaamd, welk, met veel toejuiching »op den Schouwburg, vertoond werdt. Voorts, werden, hier ter S^ede, ook op bevel desRaads, eenige Gedenk- penningen gemunt j ftrekkende om het heil der vrede, na eenen tagtigjaarigen bloedi- gen oorlog,in 't geheugen te bewaaren(V). Drie Ook beveftigdchet onderling belang van Oorlogs- Spanje en deezen Staat de gellooten vrede fchepen ,zo Zeer, dat 'er» nog in dit zelfde jaar,te ™or- Amfterdam , drie Oorlogsfchepen werden hKit- uitgeruft, die, zo geloofd werdt,door den geruft. Koning van Spanje, tegen Frankryk, waar- • mede hy nog in oorlog bleef, zouden ge- bruikt worden (ƒ). De Stad Omtrent Jaap Hannes, buiten den Die- zorgt te- rnerdyk, lag, van ouds, een ftuk Lands, gen'taf- de paardenhoek genaamd , welk van veel banden dienft was, om den flag van 't water, dat, Paarden- vooral met een' ooften-wind, fterk uit de hoek by Zuiderzee aandrong, te "bréeken, en de ha- 3aaP ven van Amfterdam van 't zelve te bevry- Hannes. den Docn men bevondt, ten deezen tyde, dat deeze hoek lands , grootelyks , afge- koeld., en verminderd was. Burgemees- teren waren, derhalve,te raade geworden, om dien den eigenaaren af te koopen, en Voor 't onderhoud deszelfs, van Stads wege, zorg te draagen. Doch 't Land was deezen niet veil, ten ware men, daarbenevens, eeni- ge Morgentalen binnensdyks Land aannam, die
(f) G. VAN Loon Nederl.Hift.Penning.il. Dm/, &/.»!*•
(f) Refol. HoU, J8 Dec. i«48. bl. 4+1, |
||||
&V.BoEfc. Geschiedenissen. 6$
die met omtrent agttien roeden zvvaaren 1648.
paaldyk belafl waren; waartoe de Vroed-
fchap niet befluiten kon. Bürgerneefleren
werden dan alleenlyk gemagtigd, om tegen
't afTpoelen van den Paardenhoek de ver-
eifchte zorg te draageh (g); gelyk^ federt ~,
gefchied is.
Tegen 't einde deezes jaafs, Werdt by den Steenen
Raad beflooten , in de plaats der houten gewelf,
brugge, die, ten zuiden, langs den Jan-^rrz^
Rooden-poorts tooren lag, een fleenen ge-van den
welf te leggen $ ter wederzyde van den ge-Jan-Roo-
melden tooren: en om de koften daartoe te den'
vinden, huisjes in 't midden van dit gewelf !'°°r^
J /1 ! 1 • tooren te timmeren, omze voor Stads rekemnge gelégd.
tot winkelneeringen te verhuuren (&). Het
gewelf werdt i federt, volmaakt; doch men vondt niet geraaden * het met huisjes te be- zetten (i). De Konirigin van Boheme, die zig, na De Stad
de dood van haaren Gemaal (£), hier te fchiec Lande, bleef onthouden , hadt, onlangs ,d?r ?°' *<* HL 1 tl fs 111 fl C
der Regeeringe van Amfterdam verzogt, van ü0,
om vyftiendltizend, of twintigduizend gul-neme dens ter leen, met belofte van deeze pen- vyftieh- riingen te Zullen afleggen , uit het eerfte dujzenJ geld, welk haar, uit Engeland of van el- &uMens' ders, toekomen zou. De Vroedfchap befloot, haare Majefteit met vyftienduizend guldens te believen, zonder daarvoor eenige intrefl te
fr) Refol. Vroedfch. N. 19. 9 Jan. ifi^g. ƒ. 17J.
(h) Refol. Vroedfch. N. 19. 1+ Nov. U48. ƒ. zii verfa (i) Refol. Vroedfch. N.io.ztjan. 14+9. ƒ. 10. (kj Zie hier »oor, bl. $. |
||||
66 AMSTERDAMS ILDeel.
1648. te bedingen (/). Doch de verandering, die,
kort hierna, in Engeland, voorviel, daar haar Broeder , Koning Karel de L, ont- halsd, en de Koningklyke Regeering vernie- tigd werdt, heeft haar, ongetwyfeld, niet veel gelegenheid overgelaaten, om pennin- gen uit Engeland te ontvangen. Zy bleef hier te Lande, tot na de herftelling van Ka- rel den II., in 't jaar 1660: en begaf zig toen naar Engeland, daar zy, den drie-en- twintigften February des jaars 1662, over- leedt ,veele van de gemaakte fchuldenhier te Lande, en vermoedelyk ook de fchuld aan Amfterdam onbetaald laatende (m). Vogtig Het gantfche jaar 1648 was, by uitftee- jaarge- kendheid, vogtig geweeft. Men hadt byna tyae' geene vorft in den winter, en in den zo- mer , genoegzaam geene droogte gehad. De weiden lagen dras, tot in *t midden van 't jaar. De peulvrugten en moeskruiden bedierven op 't veld. 't Vee hadt gebrek aan behoorlyk voedfel: de Schaapen wer- den gallig, en flierven by menigten, zo dat het pond fchaapenvieefch, hier ter Stede, voor tien Huivers verkogt werdt. Alle an- der vleefch en zuivel was ook geweldig duur. Doch 't kooren bleef nog op eenen maatigen prys , alzo 'er vry wat toevoer kwam uit de Ooftzee, daar men , minder dan hier te Lande, van 't vogtig weder ge- leeden hadt O). in
(/) Refol« Vroedfcli. N. 19. zo Aug. \6a,%. f.ioeverfi.
(m) AfTZKMA UI. Deel, bl. 91«. IV. Dtti, il. 749, 8jj# (n) DOMSI1.AAÄ VI. Doe\il,t.W COMMSUfc,^. II7I, |
||||||
Xtf.ßoEfc. ÖÈSCltlEÖE NISSÈ fc. tf
In de Lente des jaars 1649, bewilligden K54&
de Staaten van Holland eerll,in de toelaa-Franfchö fcing van Louis Jeannot, die, als algemee-Conful, ne Conful van Frankryk , hief ter Stede *|?Iejjter zyn verblyf ftondt te hebben. Mert ftondt 1^*- hem dezelfde eer en voorregtën toe , die de laatea. Confuls van den Staat in Frankryk genoo- ten. Hy trok een vierde ten honderd van alle waaren, die, voor Franfche rekening, of voor rekening van zulken * die onder Franfche vlaggen voeren, te Amfterdam * of in andere havens deezer Landen* wer- den ingebragt, en even veel van diergelyke uitgaande waaren. Ook hadt hy magt * om anderen onder zig aan te ftellen. Doch hy hadt geene regtfpraak, dan over zulke Fran- fche Koop luiden, die vrywilliglyk verkoo- ïen 4 voor hem te regt te ftaan (ö). Na zyne toelaating hier ter Stede, viel 'ét ee- hig verfchil met hem, over het vierde ten honderd , 't welk men weigerde hem te laaten genieten, zo zulks ook niet in ande- re Kooplieden betaald werdt (p). Doch of, en hoe dit verfchil afgedaan werdt > is niet tot myne kennilte gekomen. In Maymaand deezes jaars, kwam, voor Keur té*
de tweede reize, van wege het Parlement Seii van Engeland, als Refident * in den Haage ÊJjJj}£ ïzaak Doreflaar, eens Predikants Zoon vanter ^e\c* Enkhuizen, die zig te Londen nedergezet, genheid en als Fiskaal tegen Karel den I. gediend van den hadti Doch hy was maar twee of drie da-mo0^
J van uo-
, . , ,, Senrefl*ar«
(o) AlTZEM* III. Deel, bl. l%6. -
Q) Reiol. Vrócclfch. N, 20; g July 154$, zj April i6$t. ƒ. |l vctfo, 13+ verf». |
||||||||||
.•■
|
||||||||||
68 AMSTERDAMS II. Dee£
1Ó49. gen m den Haage geweeft, toen hy. door
vyf of zes Personen, die men hieldt Schot- ten geweeft te zyn, en, zo naderhand ver- nomen werdt, in 't byzonder, door zeke- ren Whitford) in Zyne herberge, overval- len, en moorddaadiglyk omgebragt werdt (c[). Ter gelegenheid van deezen moord, werdt, onder anderen hier ter Stede, een fchendfchrift verfpreid: 't welk het Geregc belkiken deedt, tot het inftellen eener nieu- we Keure, tegen het maaken, drukken en uitgeeven van diergelyke Gefchriften, die den twintigften May afgekondigd werdt (r). Twee dagen te vooren, was, hier ter Ste- de, van wege het Hof van Holland, by af- kondiging met de klok , duizend guldens beloofd aan elk, die de moorders van Do- reflaar zou aanbrengen. Doch, onder het trekken der klokke, was 'er de klepel uit- gevlogen; 't welk, door den Amfterdam- fchen Digter Jan Zoe t, die zeerKonings- gezind was, in zeker rym, aangemerkt werdt, als beduidende, dat men de moorders on- gemoeid behoorde te laaten (s). Doch de verftandigften in Holland dagten 'er, ten deezen tyde, anders over. Schade £)e Koophandel der ingezetenen van Am- fleïdam" fterdam °P de Mi<Mellandfche zee was , fchen 1*edert eeniêe Jaaren y geweldiglyk belem- Kooplui- merd door de Franfchen, die, op bevel den .door 0f met oogluikinge des Konings, onzeKoop- dcFran- vaardyfchepen aanhielden en opbragten , |
||||||||||
on-
|
||||||||||
(1) Vadeil. Hift. XII. Deel, hl, ie,
(r) Handv. hl. J71. [817.] (s) Zit zyne Weikcn, hl, jz. |
||||||||||
»
|
||||||||||
1
XV.Boek. Geschiedenissen. do
onder voorwendfel dat zy den Spanjaard 164.9]
voorzagen van voorraad. En deeze belem- fchen in mering nam toe, na dat de Staat vrede ge- de Mid- maakt hadt met Spanje, tervvyl Frankryk delland« nog met dit Ryk in oorlog bleef. De Stad fche zee Amfterdam ftondt 'er zeer op, dat men de{JJ!jj^* geweldenaaryen der Franfchen, door fterk convooijeeren, beletten rhoeft iflji Doch haa- re vertoogen vonden geenen ingang. De meefte Provinciën, en Prins Willem de iï, inzonderheid waren meer geneigd, om zig, zelfs na 't fluiten der Vrede, fterk gewapend te houden te lande. Het Collegie ter Ad- miraliteit te Amfterdam vertoonde den Staa- ten, in February des jaars 1651, dat de fchade, den Amflerdamfchen Koopluiden, in omtrent negen jaaren tyds,door de Fran- fchen aangedaan , wel zeven en een hal- ve millioen guldens beliep («). De Stad beweerde toen, ter Vergaderinge van Hol- land, dat men zig, met geweld, behoorde te verzetten, tegen de mishandelingen van Frankryk (p). Doch de andere Leden , minder belang hebbende by 't belemmeren der fcheepvaart, neigden tot zagter mid- delen. In't jaar 16,52, werden 'er egter eenige Oorlogsfchepeh uitgeruft , die , zo geloofd werdt, tot beveiliging der fcheep- vaart in de Middellandfche zee . dienen zouden (ip); doch eerlang, in den oorlog tegen Engeland, gebruikt werden. De kaa- pe-
(*) Refol, Vroedfch. Sf 20. 19 Jan. 1649. f. 9 verf«.
(u) Voiez. WlCQUEFORT Preuves Tom. I. f. $j<(. (*) Refol. Holl. z} Juny 1651. hl. 311, («0 Vadcfl. Hift. XII. Deel, bl. za, E 3
|
||||||
7 o AMSTERDAMS Gesch. . II.Dee^
;Ö4p. peryen der Franfchen hielden aan, genoeg*
zaam zo lang als zy met Spanje in oorlog ; waren. Alleenlyk gaven zy den Staaten eenig genoegen, na dat de Luitenant-Admiraal de Ruiter zig, in 'tjaar 1657, vaneenige Fran« fche Kaapers en Oorlogsfchepen meefter gemaakt hadt (#). Maar 't ftremmen der fcheepvaart hieldt niet geheellyk op, dan na 't fluiten der Pyreneefche Vrede, in 't jaar 1659; waarop, in 't jaar 1662, een; Verbond van onderlinge befcherminge tus« fchen Frankryk en de Staaten volgde. |
||||||||||||
-
I i |
||||||||||||
O) Vadfil. Hift. XII. Deel, bl. i%6, 4,44,447, 45*.
|
||||||||||||
TWEE'
|
||||||||||||
»
|
|||||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
h------------------------------------
ZESTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1649, tot bet jaar 1651. De draad der gefchiedeniffe leidt ons nu j^jn,
tot het ontvouwen der oorzaaken enoor gevolgen van eenen hevigen tweefpalt, tus fprong fchen den jongen Stadhouder, Willem den eener II., en de Stad Amfterdam; die gefchaa- yl^dltle- penflondt, het gantfche Land over einde heid te zetten, zo de gemaatigdheid der Am tuffchen fterdamfche Regeeringe zulks niet voorko Pri"s men hadt. 't Zal der moeite wel waardig ^n 11? zyn, dat wy deeze zonderlinge gefchiede-en de' nis, van haaren oorfprong af, ophaalen. Stad Am- Het fluiten der Munflerfche Vrede, welk, fterdam, voornaamlyk, door 't beleid van Amfter- Hï&£ dam, was doorgedreeven, was Prinfe W^l-gen [er- lern, en zynen jongen en oorlogszugtigenVergada- Raadsluiden zeer tegen de borft geweeft ,rin8evan en hadt zyne Hoogheid beveiligd in het mis- o10'^"1* noegen, welk wylen Prins Fredrik Henrik, v^rmin- in de laatfte jaaren zyns leevens, tegen de deren •Stad hadt opgevat. Dit misnoegen vermeer van 's derde, na dat men, ter Vergaderinge van^"^ |
|||||||||||||
E 4 Hol-
|
|||||||||||||
ven.
|
|||||||||||||
V
|
|||||
?ft AMSTERDAMS ILDeei,
1640. Holland, hadt begonnen te raadpleegen op
het verminderen van 's Lands uitgaaven: 't welk, door Amfterdam, als 't meeft te draa«? gen hebbende in de gemeene lallen, fterkft gedreeven werdt, zelfs tot zo verre, dat de Stad verftondt, dat zyn e Hoogheid, wiens wedde fommlgen verhöogen wilden, in ver- goeding van het nadeel, welk hy by de Vre- de leedt, zig met dezelve behoorde te vre- de te houden (a). De algemeene Staaten hadden, op 't fterk dringen van Holland, in 't jaar 1648,reeds beflooten, tot eenemer- kelyke vermindering van Krygsvolk. Am- fterdam nogtans, in Maart des volgenden jaars , vaftgefteld hebbende , nog vyftig Compagnien te doen afdanken Q) , deedc zulks, ter Vergaderinge van Holland, goed- vinden. Poch de Prins Helde 'er zig zo ernftelyk tegen, dat men 'er, in eenige Amfter- maanden, niet verder op drong. In de dam be- Vroedfchap van Amfterdam, werden, on- wüligt, dertuflchen , van tyd tot tyd, beflüiten ge- onbe' nomen » ftrekkende tot vermindering van taald laa- 'sLands uitgaaven, en eindelyk, in Juny, ge- ten van raaden gevonden, te bewilligen in het on- negen en betaald laaten van negen en twintig Com- /vJivÜrf pagnien uitheemfchen , die ter betaalinge ■nien. van Holland itonden (c). t Liep egter tot in Oclober aan, eer die van Holland den Prinfe verklaarden, dat zy tot dit afzonder- lyk
(4) Refbl. Vroedfch. K. zo. 12 fan. 1*49. ƒ. z, 8.Mu-
niment-Regifter Li, a. (b) Refol. Vroedlch. N. 20. I« Maart 164.9 ƒ. 16.
(e) Kefol. Vroedfch. N. %o. 17 April, 26 Junj, 20 Aȣ,
I649. ƒ. zo verf), 28 verft, )i. |
|||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 73
lyk onbetaald laaten zouden moeten komen, 1649, zo de Provinciën weigerden te bewilligen, in hunnen voorflag tot algemeene afdanking. Pe voorflagen , die, daarentegen, van 's Prinfen zyde, gefchiedden, voldeeden die van Holland niet: 't welk het misnoegen te- gen deeze Provincie, en vooral tegen de Stad Amfterdam, het voornaamfte Lid derzelve, fterk deedt toeneemen by zyne Hoogheid. Hier kwam nog by, dat de Stad, in 't De Stad
begin des jaars 1650, befloot (d), en wat bewer'ÏC laater, ter Vergaderinge van Holland, te^endine"" wege bragt, dat 'er, uit naam der Staaten naarEn- van Holland alleen , een Commiflaris ge- geland, zonden werdt aan de tegenwoordige Regee- d?°r ringe van Engeland, waartoe, eerlang, Ge- SjjJJjJ1 rard Schaap Pieterszoon, Raad in de Vroed- 16 có. fchap van Amfterdam, benoemd werdt. Hy hadt laft om de Regeering der nieuwe Re- publyk te erkennen , en de belangen van Holland in 't byzonder voor te ftaan in En- geland De verwydering milchen zyne Hoog« heid Cn de Stad Amfterdam, werdt hier- door gevoed (f), alzo de Prins veel liever gezien zou hebben, dat de Stad en gantfch Holland, zo wel als de overige Provinciën, tot de herftellingvanzynenSchoonbroeder, Karel den II., hadden medegewerkt, dan dat zy eene Regeering erkenden, die zy- nen Schoonvader, Karel den I., ter dood Jiadt doen brengen. Wat laater, gebeurde 'er nog iet, welkZy dooc
neteenige
(d) B.efol. Vroedfch. N. to. 8 Jan. 1650. ƒ. 4p verf,.
* (*; Vadeil. Hift. kil. Deel, bl. 20S, 207. |
||||
74 AMSTERDAMS IÏ.Dêej:;
1650. het ongenoegen tufTchen zyne Hoogheid en Scheeps- ^e ^ca Amfterdam deedt toeneemen De Kapitei- Prins hadt den Vice-Admiraal, Witte Kome- nen, die liszoon de Witte, die , zonder verlof, uic door de Brazil te rug gekomen was, in den Haage, Admira- ^oea vat!;en f en 0p je Voorpoorte van den hegtenis ^ove brengen. Te gelyk, waren, te Am-
genomen fterdam, door bet Collegie ter Admirali« waren, teit aldaar, eenige Kapiteinen van de Witte's op vrye Esquader in hegtenis genomen, 't Een en Jefien. 'c anc^er werdt euvel opgevat door de Staa- ten van Holland, die't hielden voor eenö blykbaare krenking van hun grondgebied, en voor eene inbreuk op hunne opperfte magt. De Wethouderfchap van Amfterdam, de Admiraliteit hebbende doen vermaanen tot het ontflaan der gevangenen, en weige- rend antwoord bekomen hebbende, deedc de hegtenis opbreeken, en de gevangen Ka- piteinen op vrye voeten Hellen. De alge- meene Staaten toonden zig hierover ten hoogfle gebelgd. Doch de Staaten van Holland verdedigden zig,met klem van re- denen. Zelfs fielden zy orde, om de Wit- te van de Voorpoorte te haaien. Doch de Prins voorkwam dit, en deedt hem weder- om brengen naar zyne herberg, daar hy eerft vaftgehouden geweell was. Hy werdt egter, niet dan na 't overlyden van zyne Hoogheid, geflaakt (ƒ). Zy ver- Doch omtrent den tyd van 't vatten van ftrekt de Witte, viel'er iet voor, welk het goed dan Prin- . ver- (ƒ) AlTZïMl III, Deel, hl. 4iA.Vadal.Hift.XII. Deel*
il. %i ent,. |
||||
JCVXBoEK. Geschiedenissen. 75
yerftand tuflchen zyne Hoogheid en de Stad 1Ö50.
Amflerdam fcheen te moeten herftellen. - Omtrent den aanvang van April, zondt demljlioe^ Prins Joan van den Kerkbove, gezeid Polyan nen, op der, Heer van Heenvliet, herwaards , orneenigen Burgemeefteren, uit zynen naam, voor tèSner. ilaan „ dat hy, zig, federt eenigen tyd, inkQ^ol'. „ zwaare fchulden hebbende moeten flee- deren, „ ken,eene aanzienlyke fomme aan geree- ,, de penningen noodig hadt; en hierom „ verzogt, dat de Stad hem twee milÜoe- 3, nen, tegen eenen maatigen Intreft, wilde „ opfchieten, biedende hy aan, daarvoor, „ de beften zyner Heerlyke goederen te „ zullen verpanden." Burgemeefteren brag- ten 's Prinfen voorflag in de Vroedfchap, die zig, voor 't grootfte gedeelte, genegen toonde, om zyner Hoogheid te geryven. AI- leenlyk, zou zy gaarne gezien hebben, dat de Leening op den naam der Staaten van Holland gefchiedde, mids de Stad zorg droe- ge, dat de penningen, onder haare ingeze- tenen , by welken zy, voor hoofdfomme en intreft, wilde inftaan, gevonden werden. Doch toen de Staaten zwaarigheid maakten, om zig, op eenigerhande wyze, te moeijen met ^eeze leeninge , nam de Stad alleen deezen lafl op zig, en bezorgde denPrinfe £wee millioenen guldens, tegen vier ten hon- derd (g), en op verdere redelyke voorwaar- den,, die, met volkomen goedvinden van zyne Hoogheid, geregeld werden, 't Graaf- fchap
fa) Refol. Vroedfch. N. 20. 4,6,22,23 April i6$o, f,
1t, 6otizv^rfoi6i. |
|||||
^
|
|||||
7<5 AMSTERDAMS II. Dee£*
1650. fchaP van Leerdam, deBaronny vanYffel-
flein, de Heerlykheid Klundert of Niervaart en de Oranje Polder werden, voor de op- gefchooten fomme, verpand. En de Prins beloofde, dezelve, binnen zes of den jaaren, te zullen afleggen (h). Men zou bÏÏlyk hebben mogen verwagten,
dat het gereedelyk opfchieten van zulk eene aanzienlyke fomme,'t welk, zelfs van wege zyne Hoogheid, voor eene weldaad erkend werdt, de Stad volkornenlyk herfteld zou hebben in de goede gezindheid van den Prin- fe; doch daar verliepen maar weinigewee- ken, na dat het Verdrag van Leeninge ge- flooten was of hy gaf blyken van ongenoe- gen jegens de Stad, van welken men, onder geene voorgaande Stadhouderlyke Regee- ringe, immer wedergade gezien hadt. De Staa- De Staaten van Holland, niet bewilligd ten van hebbende in den Staat van Oorloge voor 't Holland jaar |g<f%- waarop , onder anderen , het fcnryvenjKrygsvolk gebragt was, welk zy meenden dat zy 'te moeten worden afgedankt, en welk vyf eeniS en vyftig Compagnien te voet, en twintig K7.ëj" te paarde beliep, oordeelden /.ig niet ver-
volk den- ..* |J f! L 11-1 Jten on- Pngc W voldoening van hun aandeel m de
betaald gaadje van dit Krygsvolk, en vonden, der- te laaten.halve, in 't begin deezes jaars, ook met bewilliging van Amfterdam (i), geraaden, den Gecommitteerden Raaden laft tegeeven om, nog voor Paafchen, den Kapiteinen en Ritmeefteren der Compagnien, die ten hun- nen (A) Groot-Memor. N III. ƒ. 284, zis , Ji* verfo,)i6m
JMuniment-Regifter, L^. A. (»I Refql. Yrocdfch. N. z:\ J*». !«ƒ©.ƒ, j», |
||||
XVT.BoEK. Geschiedenissen. 77
nen lafle flonden, zynde een en dertig te ifco,
voet en elf te paarde, en die zy onbetaald wilden laaten, aan te fchry ven, dat zy op geene verdere betaaling, van wege de Pro- vincie van Holland , te rekenen hadden. Voorts , verflonden zy , de betaaling te moeten inhouden van tien man op ieder Compagnie te voet en te paarde, die nog in dienft bleef, en ten hunnen lafle geflaan hadt. De uitvoering van dit befluit werdt egter, ter gelegenheid van eenen nieuwen voorflag van zyne Hoogheid, nog eenige weeken verfchooven; doch in 't begin van Juny, even voor 't fcheiden der Vergade- ringe ter oorzaake van het Pinkflerfeeft^in 't werk gefield. De Prins van Oranje en alle 's Prinfen Redenen
vrienden namen de uitvoering van dit be- voor en fluit zeer euvel op, en noemden 't eene af-j-eSen_diÊ zonderlyke afdanking, en eene verbreeking druaggc* van de Unie tuflchen de Provinciën. Doch de Staaten van Holland verflonden,dat hec terfle Lid van de Unie zelf de byzondere Provinciën liet in 't volkomen bezit van der- zelver Privilegien, Vryheden en wel her- bragte Gewoonten; en derhalve ook in hec regt, welk zy, van ouds , gehad hadden, van niet verpligt te zyn tot het draagen van eenige 1 aften , dan waarin zy flaatswyze hadden bewilligd. Volgens het negende Lid der gemelde Unie, waren de byzondere Pro- vinciën ook niet gehouden in eenige laflen der Generaliteit , dan die , met gemeene bewilliging der Bondgenooten, waren opge- legd. Ennaardemaal die bewilligingen flegts voor
|
||||
7* AMSTERDAMS II DEÈfc.
1650. voor een jaar gefchieddè, en voor het jaar
J650, in Holland, nog niet gefchied wa- ren , oordeelden de Staaten deezer Provin- cie , dat zy , zonder eenige krenking dei? Unie, konden nalaaten eenige Compagnien te betaalen , tot werker betaaling zy niet langer verbonden waren. Hunne aanfchry- ving aan de Overflen deezer Compagnien! was, eigenlyk , ook geene byzondere af- danking , maar alleenlyk eene bekendmaa- king van hun befluit; op dat het Krygsvolk weeten mögt, dat het, voortaan, op de be- taaling van Holland, niet meer zou konnerï rekenen. Zo de overige Provinciën in ftaaü en gezind geweefl waren, om dit Krygsvolk aan te houden en te betaalen, zou het haar* ook zonder krenkinge van de Unie, volko- menlyk, hebben vrygeftaan. £y°e 't Scheen nogtans, dat dit alles, ter Ge- hriddoet neraliteit, thans gantfch anders begreeperï
ter Gene-werdt. Zyne Hoogheid, aan 't hoofd van raiiteit den Raad van Staate, op den vyfden Juny* befluiten eerfïen Pinkfterdag, ter algemeene Staats- Je'tftry- vergaderinge , verfcheenen zynde t deedc dige aan- aldaar, met vier Hemmen, het befluit nee- fchry- men *, om den Bevelhebberen der fterke ving, en ?) Plaatfen, daar de ontflaagen Compagnien bezen-116 » *n bezetting lagen, aan te fchry ven * dat ding aan >> zy de uitvoering van den lad derStaateri- de Steden,, van Holland zouden hebben te voorko- vanHoi- }i men; voorts, dat men eene plegtige be- „ zending doen zou aan de Steden van Hol- „ land, om dezelven te doen afftaan van ,^ het befluit tot byzondere afdanking; en n dat de Prins deeze bezending, en deper- >3 f©0-
|
||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 79
„ foonen , waaruit dezelve zou beftaan , 1650.
„ regelen zou." Hier kwam nog één punt by i welk wy, met de eigen woorden der Refölutie , zullen voorftellen , om dat de Prins van Oranje zig, uit hoofde van hec zelve , geregtigd geoordeeld heeft tot de onderneeming van 't gene hy, federt, tegen de Stad Amfterdam en tegen eenige Leden der Vergaderingen van Holland goedvondt in 't werk te Hellen. Zyne Hoogheid werdt, naamlyk , verfocht ende geaut hor i/eert, om alle noodige ordre te flellen, ende die voorfie~ ninge te doen, ten eynde dat alles in goede rus- te ende vrede werde geconferveert, ende infon- derheydt werde gemainteneert ende vafigehou- den de Unie met den gevolge ende aencleven van dien, ende in tegendeel geween ende te ghemoedt getreden, dat ter contrarie van dien /oude mogen werden voorgenomen (£). Des anderendaags , verklaarde zyne De Prins
Hoogheid, dat hy van zins was, zig zei-ftelt zig ven te ftdlen aan 't hoofd der bezen-aan 'c dinge , tot zyne medeafgevaardigden ver- J°r°£g. kiezende de Heeren van Aartsbergen, Mau- zendin"- regnault, Renswoude en Klant uit de alge-ge. meene Staatsvergaderinge, en de Heeren van Asperen , Lucasz. en den Thefaurier Generaal Brajfer^ uit den Raad van Staate. De Vergadering bedankte den Prins voor zyne voorzorg, hem verzoekende, dat hy, door alle mogelycke middelen van induäie of overreding , de Steden van Holland zon zoe-
f^.) Refol. Gener. Dom. sjuny itffo, inde Refol.Vroedfch.
Ü. zo. iQjunj f. 6ö vsrfg Aitzema Hexft. Leeww, kit f. in q»*rtt, Vad«l< Hift, XII, Dal, hl, 6j , <s». |
||||
—
|
|||||
85 AMSTERDAMS II. DEÈt;
1650. zoeken af te maanen van afzonderlyke af*
danking (/). De Staaten deezer Provincie deeden vergeeffche moeite ter algemeene Staatsvergaderinge, om deeze bezending te doen agterblyven (m). Zy vertrok, deri agtften Juny, naar Dordrecht. De De Vroedfchap van Amfterdam was, zß Vroed- dra Burgemeefteren hiervan kennis kre'egen>
fchap byeengeroepen tegen den tienden, en vef- fte^dam" ft°nck eenpaariglyk „ dat het deezer Stad * befluit, jj als zynde maar een Lid der Vergaderin- deeze be- „ ge vart Holland »volgens de bekende orde zending m jef Regeeringe,nïettoeftondt, in byzon- oiuvan- » ^ere onderhandeling te treeden met Af- ten. 5» gevaardigden der algemeene Staaten, endt ,j dat dienvolgendedeopgemeltebezendingewas »♦ gefihiedt tegens deflylevan de Regieringe" Voorts, werdt geraaden gevonden, de Bur- gemeefteren Antoni Oetgens van Waveren en fieter HaJJelaer den Prinfe te gemoet te zen- den , en zyner Hoogheid, van deezer Stede Wege, aan te dienen „ dat men zynfurße- „ lyke perfoon, nocbte de andere Heeren met „ haer zynde, als geen andere qualiteit in de* „ f en becleedende dan Gedeputeerden van de , j Heeren Staten Generael, op haer Hoog. Mog. „ Credentiebrieven, hier ter audiëntie, noch zelfs ,, binnen de Stadt, niet en zoude connen toe- 9> laten, zyne Hoogheid, wyders, verzoe- ,j kende, dat hy zyn gezag en hooge wys- ,j heid veeleer wilde gebruiken, om hunne ,> Hoog Mogendheden te doen afgaan van 't
(l) Refol. Genei. Luna 6 Juny \6;o.
\m) Refol, Genei, Martii 7 Juny iö;»« |
|||||
XVI.BoEK. Geschiedenissen. 8r
„ 't genezy, tegens den ftyl der Regeeringe, 165^
„ en de Refolutie van Holland, hadden voor- „ genomen." Naar Enkhuizen, welk nog niet j met de meelïe andere Leden van Hol- land , geftemd hadt in het onbetaald laaten van 't gemelde Krygsvolk, befloot Amfter- dam, insgelyks, eene bezending te doen, om deeze Stad tot eenpaarigheid met de overigen te beweegen (n)*, Midlerwyl, was de bezending te Dor-Zy dient
drecht geweeft, daar men haar, in den vol- het den len Oud-Raad, gehoord hadt; doch met Pnnre zulken uitflag, dat 'er de verwydering eer- £or\n. der door toegenomen dan verminderd was chem. (0). Van Dordrecht, begaven de Prins en de andere Heeren zig naar Gorinchem, daar de Heeren van Waveren en Haflelaer hunnen lall voltrokken. Zyne Hoogheid fcheen hunne boodfchap zo op te vatten, als of men hem, als Stadhouder, niet in de Stad zou willen ontvangen: 't welk zy verklaarden, „ t'eenemaal, en zo ver als het ooflen van i, het weiten vervreemd te zyn van de min* „ fte gedagten van den Raad, zullende men „ nimmer nalaaten den Prinfe, in de hoe- „ danigheid van Stadhouder, alle fchuldi« „ ge eer te bewyzen." Doch de bezending vervolgde haare reis. De Amfterdammer Heeren handelden, voor hun vertrek, met die van Gorinchem, en op de te rug reize, met die van Gouda,over 't ftuk der bezen« dinge, en deeden, den dertienden, reeds t - ver- (n) Refol. Vroedfch. K. 20. 10 Juny lifo, f, 70 virfi,
■ {*) ZU Vadetl. Hift. XII» £>«/, hl, 70 cnx., V. Stuk. F
|
||||
W AMSTERDAMS IL Dee£. *
{6$o. verflag van hunne verrigtingen aan den Raad,,
daar beflooten werdt , de Heeren Andries. Bicker, Cornelis de Graaf, Cornelis Wit Jen, Nikolaas Tulp en Piet er Kloek te magtigen, om de redenen te ontwerpen, met welken Tïn maakt men, ter naader Dagvaart van Holland, de een Ont- genomen befluiten op de vermindering van werp >t KrygSvoik zou können verdedigen, en te Verdedi« gelyk de Hoogheyt*, Vryheyt ende gerechtig- ginge beyt van defe Provincie, ende van de Leden van het van dien, tegens alle nieuwigheden ende in- befluit drachten, ongequetß helpen conferveren, ende ten en" voorcomen alle disorde ende onheylen, die uyt eenèr de voorf indrachten ende nieuwigheden zouden Weder- mogen ryfen. En als of men voorzien hadt, legginge >t gen6j njet lang hierna, voorviel, Burge- vooiflel meefteren werden verzogt „ een waakend der be- » oog te willen houden op de gerultheid en zendin- 3, zekerheid van de Stad (p)."'t Liep flegts %£* aan tot den twintigften, toen het Ontwerp der Verdediginge van Hollands Refolutie op de vermindering van 't Krygsvolk en der Wederlegging© van den voorflag, dien de bezending, te Dordrecht en elders , gedaan hadt,in de Vroedfchap werdt goedgekeurd (g). Het is, zo ver my bekend is, nog nim- mer in 't licht gegeven: doch vervat zo vee- Ie merkwaardige byzonderheden , dat wy dienflig geoordeeld hebben,hetzelve, hier agter, by wyze van Bylaage (r), te plaat- fen. Zy ver- OnderttuTchen, was de bezending reed« in
|
||||||||||||
/
|
||||||||||||
00
(1)
|
Refol. Vroedfch. tt, ïo. 13 funy i6?o. ƒ. 72.
Refol. Vioedfch. ü, »o» ie J»ny ifjo, ƒ, 7$ vtrfa |
|||||||||||
ir) L*. A.
|
||||||||||||
'
|
||||||||||||
XVt.BoEK. ÖESÖHtEDENISSÈN. ï|
in verfcheiden'Steden van't Zuiderkwartier I0Vö,
van Holland geweeft, en trok nu door 't oek » Noorderkwartier, toen de Vfoedfchap dee-^en feer Stad te raade werdt,andermaal,eenigePrins, Heeren, met de voorige boodfchap, te zen- ander- - den aan den Prinfe, en hem te verzoeken,l?3^!^ dat hy de Stad, indeezegelegenheid, Voor-^uen by wilde gaan, alzo men genoodzaakt zoumyden. zyn, hem, in de hoedanigheid van Afge- vaardigde der algemeene Staaten > gehoor te weigeren. Zo hy nogtans gezind bleeve, om de reis herwaards te vervolgen, moeit men hém aanzeggen, dat hy dan, als Stadhou- der , en in geene andere hoedanigheid, ont- vangen zou worden, en dat men de Hee- ren , die met hem overkwamen, flegts als byzondere perfoonen, zou aanmerken (j). Tot voltrekking van deezen lafl, werden gemagtigd de Oud Burgemeefter Jan Cor* neliszoon Geehinck, de Prefident Schepen * Henrik Dirkszoon Spiegel, en een der Stads Secretarilfen. Zy troffen den Prins aan te E dam , daar zy hunnen lafl volvoerden* Doch zyne Hoogheid toonde zig niet ge- zind j om Amfterdam te myden. Zelfs gaf hy te verftaan, dat hy 'er, dien nademid- dag, 't was den drie-entwintigften Juny, ten drie uuren, dagt aan te komen. De Raad hadt, reeds te vooren, befloo- Burge-
ten, den Prins > indien hy kwame, te ont-meefie- vangen als Stadhouder, en derhalve metde[en ft^" "burgery in de wapenen, en met alle andere Jjj] "£■ te-Hoog-;
(i) Refoh VlMdfch. N. 20. »o Jttny 16$ o. f. 8(5.
F %
|
||||||
&t AMSTERDAMS II. Dm*
1650. tekenen van eere (f). Burgemeefteren dee-
heid te ^en ^an ^et Damrak van fchepen en ligters cntvan- ontledigen, en't gefchut planten op de nieuwe gen als brugge, door welke, de Prins, te water, Stadhou- ftondc aan te komen. Aan den Dam voor de Waage was eene houten brug gelegd, om te gemakkelyker uit het vaartuig aan land te können treeden. Voorts, was 'er laft gegeven, om de twintig vendelen fchut- ters te fchaaren langs den weg, dien zy-ne Hoogheid door moeft, om aan 'tPrinfenhof te komen. Doch de toebereidfels waren Hy naauwlyks halfin gereedheid gebragt, toen komt, <je prins} omtrent twee uuren voor denbe- w^fffa"inftemdeo tyd, onverwagts, met eene floep, de Stad. m de Stad kwam, en op den Dam, over de pas gemaakte brug, aan land Hapte. Eeni- ge Heeren, gevalliglyk op 't Stadhuiszyn- de, begroetten zyne Hoogheid, en geleid- den hem naar 't Prinfenhof, daar men hem eene koltbaare maaltyd bereid hadt. Doch hy weigerde aan te zitten, en deedt zig, in eene byzondere kamer , door zyne eigen bedienden, opdifïchen. Door een' van de Heeren gedrongen wordende, om ten min- ften een' dronk te doen, antwoordde hy fpytiglyk, om met clkanderen te eeten en te drinken, zonden wy beter vrienden moeten zyn • dan wy tegenwoordig zyn. Tegen den avond, zag de Prins, nevens Burgemeefteren uit de venfters leggende, de gewapende fchuttery, onophoudelyk vuurende ter zyner eere, voor- by 't Prinfenhof trekken (»). Mid- (t) Refol. Vroedfch. N. 20. zo Juny \6$o. f, %j.
(«) Dapp&r kt. 17 s, Z76. AiTZïMA Heift, ieeuvr, bl. ja. |
||||
XVI.Boek.' Geschiedenissen; %
Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid ernfte- i6$q;
lyk aangehouden by Burgemeefteren, om, „ " op de Geloofsbrieven der algemeène Staa-gehoor, ten, in den vollen Raad gehoord te wor- als Stad- den. Doch Burgemeefteren, zig beroepende h°udcr- op de herhaalde befluiten des Raads, had- den zulks volftrektelyk van de hand gewee- zen. De Prins, lang en heviglyk, doch ver- geefs , hebbende aangehouden , begeerde eindelyk, in den Raad gehoord te worden, als Stadhouder. Burgemeefteren verzogten toen, naar de orde der Regeeringe deezer Stad, opening van 't gene zyne Hoogheid den Raad wilde voordraagen, om daaruit af te neemen, of zy den Raad daarover zou- den mogen vergaderen. De Prins weigerde de verzogte opening, in 't eerft; doch ver- klaarde daarna „ dat hy dagt te fpreekenDoch „ van 't gene de Heeren Burgemeefteren over zaa- s, van Waveren en HafTelaer, uit naam van kei? bf_" „ Burgemeefteren en Raaden, hem, voorly]ctot~<je „ eenige dagen, te Gorinchem, hadden te bezen- „ gemoet gevoerd." Burgemeefteren dee-ding. den hun beft, om zyne Hoogheid af te bren- gen van deeze gedagten; doch als hiertoe geene kans was, beriepen zy zig, eindelyk, op de afwezendheid van den Prefident-Bur- gemeefter Wouter Valkenier, wienzy,voor- af, wilden raadpleegen. 's Anderendaags, den vierentwintigften, deeden zy den Raad famenkomen, dien zy kennis gaven van 's Prinfen voorflag. Men verftondt „ dat't Wordt |
|||||||||||
3>
5) |
het, ten verfcbeyden inficbteriy zeerondien beleefde-
fiigh ware, dat aenfyn Hooghcydt, in de^ aJ£e* |
||||||||||
j, Stadt gecomen wefende in de bezmdinge vanw
F 3 ,, *
|
|||||||||||
t6 ' AMSTERDAMS II. Deec;
JÓKo. " '&e Gedeputeerden van de Heeren Staten Ge"
„ nerael, audiëntie zoude worden verleent: eri- „ de dat men overfulx 't zelve beleefdelyck zot* „ excufeeren." Men voegde denBurgemees* teren toe de Heeren Jan Corneliszoon Geel- vinck , Henrik Dirkszoon Spiegel, Comelis Wit Jen, Simon van der Does en Frans Ban* ning Kok , Heer van Purmerland , om deeze verontfchuldiging te doen , by den Prinfe(V), dieze zeer euvel opnam. Een' der afgezondenen, toenregeerend Schepen, en, zo ik, op goeden grond, vermoede, Comelis fVitfen, hem de meening des Raads nader willende verklaaren, dreef hy toe, dat by wel Duitfch verflondt, en geenen uitlegger noo- De Prins dig hadt Men nodigde , voorts, zyne Hoog« vertrekt, heid wederom ter middagmaakyd, enhadt ver- dezelve reeds laaten bereiden, toen hy , teratod onverwaêts, van 'tPrinfenhof tradt, zonder uit, daar affcheid te neemen. Burgemeefteren , vaftftellende dat de Prins fpoedig vertrek- ken zou, deeden, in alleryl, deKuiteryen eenige vendelen Schutters in de wapenen komen, die zig plaatften langs den Dam en Nieuwendyk, den gewoonen weg naar de Haarlemmerpoort, die zyne Hoogheid uit moeft Doch hy, een koel affcheid, aan 't Stadhuis , genomen hebbende van Burge- meefteren, deedt de Koets fnellyk voort* flaan, reedt langs de Keizersgraft naar de poort, en kwam, nog dien zelfden dag, te Haarlem (w). Ter
(v) Refol. Vroedfeh. N. io. 14 Juny idfo. ƒ. gg,
(») QAEEIÄ H. 17«. AITZEMA Helft. Leeuw, H. 3%f
|
|||||||
-—
|
|||||
XVI.Boek. Geschiedenissen; S7
Teralgemeene Staatsvergaderingewerdt, 1659.
-den zevenentwintigften Juny, verilag gedaan „ » van de bezending, hierop uitkomende „ dat iJ^ ' „ fommige Steden verklaard hadden te wil- Haage, „ len blyven by de Unie; dat anderen hier- verflag „ van naauwlyks, anderen geheel niet ge- ™n df 9, rept hadden,en dat men,te Haarlem, te ^ge, 9, Delft, te Amfterdam en te Medenblik, „ der bezendinge gehoor hadt geweigerd.'* De Prins voegde hierby „ dat hem, in 'c s, byzonder, geduurende de bezending» 9, eenige zaaken waren voorgekomen, waar- ,, van hy, by gelegenheid, aan hunne Hoog- 9, Mogendheden nadere opening meende te 3, doen(X)." En op den dertigften, ter Ver« gaderinge van Holland verfcheenen zynde, deedt hy aldaar de beloofde nadere opening, in een fchriftelyk voorftel, welk, gelyk men, naderhand , verflondt, door den Griffier Cornelis Mufch, opgefteld was. Het behels- Klaagt de eene fcherpe klagte over Burgeme elter en zeer°- cn Raaden van Amfterdam „ die hem, te- J"' d£ 9, gen alle verwagting, te Gorinchem,had-ringeVam „ den doen aanzeggen, dat zy hem, nochAmfter- •„ de andere Heeren, die de bezending be- ^m. „ kleedden, niet zouden inlaaten in de Stad; „ en die hem, te Edam, hadden laaten ver« „ zoeken, dat hy de Stad niet wilde aan« „ doen, maar voorby gaan, op dat de Wet« 3* houderfchap niet mögt genoodzaakt wor- „ den, iet te doen, dat hem misnoegen zou 9, können geeven." Voorts, verhaalde zyne Hoogheid „ hoe hy, desonaangezien, in 9i de
(*) -UTZXJU Helft. Leeuw!, kJ, |i« 3*.
F4
|
|||||
---------„------------------- ■~MMWV"~MI
|
|||||
88 AMSTERDAMS IL Djïe£
l6$®. j> de Stad gekomen zynde, door Burge-
„ meefteren, met eenig uiterlyk betoog van „ eere, als Stadhouder, ontvangen was; „ doch dat zy zyn verzoek om, nevens de „ andere Heeren der bezendinge, in de „ Vroedfchap gehoord te worden,hadden „ afgeflaagen. Dat hy toen, als Stadhou* „ der, gehoor hadt begeerd, over een punt, „ waarvan hy reeds opening gedaan hadt; „ doch dat zy, dit zyn verzoek ter over- „ weeginge van den vollen Raad gebragt ,, hebbende, hem daarna hadden verklaard, „ dat zy hem, ook in de hoedanigheid van „ Stadhouder, het begeerde gehoor niet „ konden toeltaan. Dat dit gedrag veel ,, verfchilde van dat der andere Steden, „ die allen hem, als Stadhouder, gehoor „ hadden aangebooden; en dat hy 't hielde „ te fïryden met de gewoonte , met zyne „ waardigheiden agting, en met den Staat ,, en Hoogheid derProvincie,diehem met „ de Stadhouderlyke waardigheid bekleed i „ hadt; behalve, dat het ook ftrekte tot „ tot kleinagting en oneer van zyn' per,-
„ foon: waarom hy op de Vergadering be- „ geerde, dat zy die van de Regeeringe „ van Amfterdam daartoe zou ver willigen „ en ook houden, om hem, wegens 't ge- „ beurde, behoorlykeherilellingenvoldoe- „ ning te geeven; en hierop ten fpoedigfte „ raadpleegen en befluiten (y)," Sommigen tekenen aan, dat zyne Hoogheid, die dit voor-
(y) Munimept-Regifter, Lx. A. Zit o»k^ AlTZEjvjA Heift,
|
|||||
XVI. Boek. Geschiedenissen/ sp
voorftel ook mondeling deedt, zig met ee- T/rff/V mge beweeging en verheiBng van item hoo- 5^ ren liet, als hy den naam van Amflerdam noemde; doch dat hy daarna wederom ze- diger fprak (z). De Burgemeefteren van Waveren en de Bürge,
tjraaf, die de Dagvaart bywoonden, Ver-meefte- zogten een aflchrift van 's Prinfen voorftei ren en welk zeer tegen den zin der Amflerdam'. Ä fche Regeennge, terflond gedrukt, en on-gS^ig der t volk verfpreid werdt. Zy bragten 't ""voe- m den Raad, daar zy , te gelyk, verflaff riglyk» deeden van't gene, byeenige Leden, gf-ZJZ' magtigdom nader onderzoek* te doen Va- llet onderwerp der bezendinge, was raad* Hollands zaam gevonden. Deeze Leden en de Ver- gadering in 't gemeen fcheenen, naamlyk te neigen, om het ontflaagen Krygsvolk' by voorraad, nog eene maand, in dienft tl iiouden, en eenige gaadje toe te leggen aan de ontflaagen Overlten. Doch d? Vroed- fchap van Amfterdam verflondt, dat men behoorde te volharden by het beflait, op de afdanking en vermindering genomen. Voorts vondt zy vreemd, dat de gemagtigde hl den m hun verflag, geen gewaf lemaakt: hidden/ V3n de fcherPe Mnfprai, door
Alexander van den Kapelle, Heer van*Aam- her gen, gedaan, in den Oud-Raad te Dor- drecht, waarby hy hunne Edele Groot-Mo- gendheden, om derzelver Refolutie op de afdanking, befchuldigd hadt van inbreuk op 4e Unie, met byvoeging, dat zy, deswe- (*) AiTZKM* nerfr. Leeuw, hl. Jg. §e»
FS
|
||||
§è AMSTERDAMS ■ TLTkxC
>. ge» lyf en goed verbeurd hadden. De
Vroedfchap vondt geraaden, wegens zulke hoonende taaie, herftelling te vorderen voor de Regeeringe van Holland, ter plaatfe, daar 't behoorde. Eindelyk, werdt ook be- flooten, eene verdediging tegen 's Prinfen voorftel te ontwerpen; doch dezelve niet in te leveren ter Vergaderinge van Holland, dan na dat men zyne Hoogheid zou hebben getragt te overreeden, om zyn Voorftel we- derom in te trekken: in welk geval, men ook de Verdediging te rug houden zou (a). Maar 't was 'er wel verre van af, dat de Prins zyn Voorftel zou hebben willen te rug neemen. De Verdediging van Burgemees- teren enRaaden werdt, derhalve, ter Ver- gaderinge van Holland, overgeleverd (b)9 en behelsde hoofdzaakelyk ,, dat zy met „ fmerte gezien hadden, dat hunne goede „ meening, in alles wat de ftofFe van 's Prin- „ fen voorftel uitmaakte , genomen werdt „ voor eene oorzaak van misnoegen en klag- „ ten. Dac zy zig gedrongen vonden, om „ zig voor hunne Edele Groot-Mogendhe- „ den te verdedigen, en zulks te meer, „ naardien het Voorftel, waarby zy befchul- „ digd werden, alomme onder de Gemeen- „ te tferfpreid was: in volkomen vertrou» „ wen, dat by hunne Verantwoording bly* „ ken zou, dat zy niets voorgehad hadden, „ dan , nevens de handhaaving van de „ wettige orde der Regeeringe, en van de « ge-
(*) ReCol. Vroedfch. N. 20. 4 Jttly U$o. ƒ. gg verfb.
(<?; Refoi. Vtocifch. N. »o. ij jMj *«;<>. f. 97 *nAi
|
||||
XVLBoEK. Geschiedenissen1. 9*
n geregtigheid deezer Provincie en hunner ^«-q. „ Stad, alle fchuldige agting en eere te be- ^ „ wyzen aan zyne Hoogheid." Na deeze inleiding, volgde een Verhaal van 't nee- men der flrydige befluiten, ter Vergaderin- gen van^Holland en van de algemeene Staa- ten, op 't Huk van 'tontflaan of aanhouden van 't Krygsvolk, en hoe hierop, ter alge- meene Staatsvergaderinge, beflooten was eene aanzienlyke bezending te doen aan alle de Steden en Leden van Holland, aan 't hoofd van welke, zyne Hoogheid , wien men, ten opzigte van deeze Provincie en derzelver Steden en Leden, ten zelfden tyde eene /eer bedenckelycke authorijatie gegeven hadt, zig hadt gelieven te flellen; zonder dat de Afgevaardigden der Staaten van Hol- land ter algemeene Staatsvergaderinge den voortgang dier bezendinge hadden können ltuiten. „ Burgemeefteren hadden toen de „ Vroedfchap vergaderd, die eenpaariglyk „ verftaan hadt, dat men de bezending en „ zyne Hoogheid zelve, die geene andere „ hoedanigheid bekleedde , dan die van „ Afgevaardigde der algemeene Staaten, ii in de Stad niet zou können toelaaten. De' „ redenen van dit befluit waren, by eene „ andere diergelyke gelegenheid , fchoon s, van veel minder gewigt, reeds in 't jaar „ 1639, van wege deeze Stad, ter Verga- « dennge opengelegd (V), en behoefden nu t, niet herhaald te worden. Ook was,door s, eenige gemagtigde Leden, zelfs op het (fj Zie II. Deel, XY.ßu^, hl. 36 e»Z%
|
||||
92 AMSTERDAMS IT. Dezi:
o. „ ftuk der tegenwoordige bezendinge, ge-
„ oordeeld,'dat hunne Edele Groot-Mo- „ gendheden, by uitdrukkelyke Refolutie, „ behoorden vaft te ftellen,en daarvan ter „ algemeene St aats vergade ringe, en zelfs „ aan ieder der byzondere Provinciën, ken- „ nis te geeven, dat de byzondere Steden „ en Leden, voortaan , zulke bezendingen „ niet zouden hebben toe te laaten. Bur- „ gemeefteren en Raaden, nogtans, met j, fmerte hebbende gezien, dat zyne Hoog- „ heid, door aenradinge van foodanige Per- „ foonen, die Julcx niet en betaemde, zig hadt „ laaten inwikkelen in zulk eene bezending, 3, hadden hem te gemoet gezonden te Go- „ rinchem, om hem 't befluit des Raads „ aan te dienen, en van de voorgenomen 3, reize af te maanen ; met bygevoegde „ verklaaring, dat hy, als Stadhouder be- „ geerende te komen, met de vereiichte 3, eere, ontvangen zou worden. Doch ver- 3, neemende, dat de Prins by zyn voornee- „ men bleef, terwyl de Vroedfchap beflen- 3, diglyk oordeelde, dat de bezending hier 3, niet toegelaaten kon worden, hadt men „ hem,andermaal, te Edam,doen verzoe- „ ken, dat hy de Stad, voor deeze reis, 3, voorby geliefde te gaan, ten ware hy als 3, Stadhouder begeerde te komen. Doch „ hierop hadt zyne Hoogheid geantwoord, „ dat hy, nevens de andere Heeren Ge- „ magtigden, dagt te komen, met alle de „ hoedanigheden, die hy tegenwoordig be- „ kleedde. Men hadt hem toen verklaard, >y dat hy als Stadhouder ontvangen zqu „ wor-
|
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 93
„ worden. Hywas, den volgenden dag, x6^
„ in de Stad gekomen, en, voor zyn Per- „ foon, met de gantfche Burgery in dewa- 3i penen en alle tekenen van eere, door Bur- ,, gemeefteren, verwelkomd. Doch alzo j, hy goedvondt te verklaaren, nevens de „ andere Gemagtigden der algemeene Staa- „ ten, aldaar gekomen te zyn, om, in ge- ,, volge hunner Geloofsbrieven, hunnen lafl 5, te openen aan de Vroedfchap, in welke ,, hy gehoor begeerde; zo was zulks, om „ de verhaalde redenen, afgeweezen ; te „ meer, om dat de Heer van Aartsbergen, „ in den Oud - Raad van Dordrecht, met „ zeer fcherpe , bittere en ondraaglyke „ woorden, verklaard hadt, dat de Hee- „ ren Afgevaardigden niet van Dordrecht „ zouden vertrekken, voor dat zy een dui- 5, delyk antwoord, in gefchrifte, zouden ,, bekomen hebben, en die van Dordrecht „ vaardige en daadelyke herftelling zouden „ hebben gedaan van de verbreelunge der „ Unie, waaraan zy en de andere Leden van „ Holland zig hadden fchuldig gemaakt, 3, en waarover zy flraf baar geworden wa- „ ren aan lyf en goed, en in perlbon en „ goederen bekommerd, en voor alle Reg« „ ters en Regtbanken betrokken zouden 9, mogen worden: daarby voegende, dat „ hy,by gebreke of uitflel van voldoening, „ nog andere taal zou moeten voeren, Zy- „ ne Hoogheid hadt hierop gehoor begeerd, „ als Stadhouder; doch zonder zyne hoe- „ danigheid van Afgevaardigde der alge- v meene Staaten af te leggen; zonder ook „ jiiis-
|
||||
V
|
|||||
5)4 'AMSTERDAMS E Thal
46$o. » ju^e opening te geeven aan Burgemees*
;, teren van 't gene hy der Vroedfchap wil- ;, de voordraagen, alleenlyk zeggende, ta 3, willen fpreeken van 't gene hem, te Go* „ rinchem, door den Heere van Waveren, 3, was aangezeid, en zig niet vergenoegen* j, de met de aanbieding van dien Heer, om „ zulks op ftaande voet te verantwoorden* 5, Burgemeefleren, fchoon in zig zelven de 5, magt hebbende,om op het begeerde ge- „ hoor te befchikken, zo als zy raadzaam „ zouden oordeelen, vonden egter, tothun- ,, ne meerdere ontlading, goed, den Raad 5, daarop te doen vergaderen, die van mee« „ ning was, dat men 't begeerde gehooï „ beleefdelyk afflaaö moeft, naardien zyne „ Hoogheid, met laft der algémeene Staa- „ ten, in de Stad gekomen was, en verzogt ,, gehoord te worden over iet, welk betrek* „ king hadt tot dien laft. Btirgemeefteren ', en vyf Raad en hadden 't gevoelen des „ Raads niet flegts overgebragt aan den „ Prinfe; maar zyne Hoogheid zelfs ver- ,, zogt, dat hy, iet hebbende voor te ftel- 11 len, waarover het ook zyn mögt, hun het zelve geliefde mede te deelen, onder " verbindtenis van het den Raad getrou- ,, welyk te zullen aandienen, die geneigd „ zou zyn, hem daarop alle mogelyke vol- „ doening te geeven. Doch zyne Hoogheid *- geene verdere opening willende doen dan „ in de volle Vroedfchap; zo waren Burge- " meefteren en afgezondenen uit den Raad \\ van hem gefcheiden. Dat men nu, me£ !! deeze laatfte afwyzing. zou hebben te 5 „ kort |
|||||
XVI.Boek. Geschiedenissen.' $ƒ
„ kort gedaan aan de agting, die men den ific
M Stadhouder verfchuldigd was , konden v Bürgern eefter en en Raaden niet zien. Zy „ hadden , in de Commijffie , door hunne 3i Edele Groot - Mogendheden , aan zyne „ Hoogheid gegeven, wel gezien, dat de „ Stadhouder verpligt was, de Hoogheid, „ Privilegien en welvaart van 't Land en de „ Steden, 't gebruik der Chrifielyke Religie. „ en de oefening des Regts by raade van den j, Hove voor te ßaan: ook dat hy magt hadt, „ om , by gelyken raade, Brieven van ver- st gffienis en kwytfihelding te verkenen; dat „ hy de zaaken van oorloge en regeeringe 5, moeß beleiden, by goeddunken der Staaten j, of by raade van derzelver Gecommitteerde „ Raaden, overeenkomßig met derzelver In' „ firüftie, en dat hy de Magiflraten moeß „ veranderen naar behoor en, en overeenkomßig „ met dor Steden Privilegien, Doch van eenig „ Regt des Stadhouders, om, uit kragte zy- „ ner Commiflie, te verfchynen in de Vroed- „ fchappen der Steden, werdt geen het min- „ fte gewag gemaakt. De Stadhouder was, ,, derhalve, in dit opzigt, aan te merken als „ andere byzondere Perfoonen, en moeft „ zig, iet in de Vroedfchap hebbende voor „ te ftellen , eerft vervoegen aan Burge- „ meefteren, om daar opening te doen, en „ gehoor te verzoeken, wanneer 't aan Bur« „ gemeefteren ftondt, te oordeelen, of de „ Vroedfchap, die niet van alle zaaken ken- „ nis nam, daarop behoorde vergaderd te „ worden, of niet. En zo zy tot het laat- j, fte beflooten, moeft de Stadhouder ge« „ duld
|
||||
95 AMSTERDAMS II.Deee:
„ duld hebben, zonder zig zulks tot hoon
„ of kleinagting te rekenen , alzo Bürge* „ meefleren dit regt alleen toekwam. Voorts» „ gaven Burgemeefleren en Raaden den „ Staaten te bedenken, van welke gevaar- „ lyke gevolgen zou können zyn eene magt „ des Stadhouders, om, naar zyn welge- 3, gevallen, in de Vroedfchappen rond te „ reizen; die door zyn aanzien, te doen s, verbaazen , gelyk Aarts bergen te Dor- „ drechthadtgetragt te doen, en daardoor „ verandering te wege te brengen in Refo- „ lutien, die de Staaten, uit hunne Sou- „ veraine magt, genomen hadden. Ook „ hadden de voorige Stadhouders nooit zulk „ een regt geoefend in Amflerdam, gelyk, „ verkeerdelyk enuitkwaadeonderregting, „ in 's Prinfen voorftel gezeid was. De hoog- „ fle Regeering was niet den Stadhouder, „ maar den Staaten aanbevolen. Bürge- „ meefleren en Raaden vertrouwden dan, „ zig zelven en 's Lands Hoogheid hier me« „ de genoeg verdedigd te hebben, en, in „ de plaats van voldoening te geeven, ge- „ regtigd te zyn om herflelling te vorderen ?, van de indragt, die der Regeeringe van „ Holland in't gemeen, en van Amfterdam „ in 't byzonder was aangedaan, door zul- „ ken, die zyne Hoogheid tot het aannee- „ men en in 't werk ftellen deezer onge- „ gronde bezendinge geraaden hadden. Ook „ verzogtenze uitdrukkelyk, dat Aartsber- „ gen tot herflelling van ongelyk verpligt „ werdt; alzo de Refolutie, op het ontflag „ van 't Krygsvolk genomen, niet flreedt „ met
|
||||
XVIBoEK. Geschiedenissen. 97
„ met de Unie; maar fteunde op het goed 1650»
„ regt deezer Provincie, en ftrekte totver- „ ligting in de drukkende kollen des voor- |
||||||||||
3*
3)
3» |
gaanden oorlogs, en door den tyd ook
tot ontlaftiqge der goede Ingezetenen.
Ten befluïte , verklaarde men zig ver-
|
|||||||||
5, wonderd, dat zyne Hoogheid alleen over
„ Amfterdam hadt geklaagd, daar hy, in „ 't verflag ter Generaliteit, te kennen ge- „ geven hadt, dat ook andere Steden dee- „ zer Provincie hem gelyk gehoor, hadden „ geweigerd (i)." De Afgevaardigden der Stad deeze ver- Hoedee-
dediging, ter Vergaderinge van Holland, jeJ.er* hebbende overgeleverd , oordeelden de R[n ' tef meefte Leden, dat zy aan een zyde behoor- verga- de te worden gelegd. Ook hadt men nog deringe niet eenpaariglyk können befluiten op 'tftuk van Iïo1* der afdankinge. De Raad, hiervan kennis ae" 0\°^ bekomen hebbende, verilondt, voor alsnog, wordt, te moeten blyven by de voorige Refolutien: voorts, werdt den Afgevaardigden der Stad gelaft, ter Vergaderinge van Holland, aan te houden op de goedkeuring der ingelever- de verdediginge, en dat zyne Hoogheid moge worden bewoogen om daarmede genoegen te nee men, en zyn voorftel in te trekken (e). De AlgemecneStaaten waren, midierwyl, Hande-
met die van Holland, in onderhandeling ge- Hngen treden over de vermindering van 't Krygs-tot Yef* volk. Zyne Hoogheid deedt eenige nieuwe "„h^? voor- land mi
(d) Refol. Vroedfch. U. 3,0. ij July \6so. ƒ. 90 verft,
Zi» »»^AiTZEMA Herft. Leeuw, bL $6. (e) Refol. Vroedfcli. H. 20. z6 Juty iójo. f. 100,
V. Stuk. G
|
||||||||||
"W-*—-------------------- ■■• '—■—■■-----------------------------------■■ - — ' —
|
|||||
o8 AMSTERDAMS IL Deel
Ï650. voorflagen. Doch men kon eikanderen niet
je andereverflaan. De Staaten van Holland von- Provin- den geraaden, hun befluit om eenig Krygs- cicn. volk onbetaald te laaten te verdedigen, in eenen beredeneerden brief, die den zeven- entwintigften July gedagtekend, en aan de Staaten der byzondere Provinciën gerigt was (ƒ). Men fprak ook van eene buiten- gewoons bezending, van wege Holland, te willen doen aan de byzondere Provinciën; waartoe Amfterdam zeer neigde. De Of- ficieren der ontflaagen Compagnien hadden, ter Vergaderinge van Holland, betaaling verzogt van twee en veertig maanden agter- flallige foldye, die de meefte Leden ver- itonden, dat op de byzondere Comptoiren van Holland moeften verdeeld worden. Am- fterdam oordeelde, dat hiervan , zo 'er verder op gedrongen werde, een punt van befchryvinge behoorde gemaakt te wor- den. De Raad van Staate hadt eenen mid- delweg voorgeflaagen, om de Staaten van Holland te vereenigen met die der andere Provinciën. Veele Leden van Holland neig- den zeer tot deezen middelweg, en men ont- wierp' , kort hierna, een Advys Conciliatoir^ Amfter- welk 'er niet veel van verfchilde (g). Doch dam Burgemeefleren en Raaden van Amfterdam tot?en' verftonden, op den negen en twintigften voorge- July, dat de Afgevaardigden der Stad bly- flaagen ven zouden by 't genomen befluit; maarzo raiddel- alle de andere Leden oordeelden, dat men weg* het Advys Conciliatoir behoorde vaft te (lel- len, (f) Zie Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. tï-U, tfi-gj).
\jr) AiTZEMA Heiit. iecuw, bl. +$ t $o. |
|||||
XVI.Boëk. Geschiedenissen. 99
Jen, moeflenzy, voor eenen kleinen tyd, 1550«
uitflel verzoeken, om aan de Principaalen te fchryven, en gunftiger advys in te bren- gen (h). Zo flondt het te Amflerdam, toen de Prins De Prins
van Oranje,'s daags na dat dit befluit in de doet zes Vroedfchap genomen was, iet ondernam, Af§°". waarvan 't gantfche Land verbaasd flondt. Jeruèf" Hy bediende zig, naamlyk, van de wape- Vergade- nen van den Staat, om Amflerdam te ver- ringen raflen en te bedwingen; en hy deedt zes van H°l" Afgevaardigden in de Vergaderingen van ^Loe- Holland, Jacob de Witt, Oud-Burgemees veftein ter van Dordrecht, Jan de Waal, Bürge- voeren. meefler, en Albert Ruil, Penfionaris van Haarlem, Jan Duifl van Foorbout, Bürge- meefter van Delft,Nanning Keizer,Penfio- naris van Hoorn, en Nkolaas Stellingwerf, Penfionaris van Medenblik, in hegtenis nee* men, en naar Loeveflein voeren. Wy heb- ben dit laatfle , elders, omflandiger ver* haald (i), en 't behoort niet byzonder ge- noeg tot de gefchiedenifTen van Amflerdam, om er hier wederom op flil te flaan. Doch de onderneeming op deeze Stad flaat ons hier, met de vereiichte omflandigheid en naauwkeurigheid, te ontvouwen. De Prins van Oranje, vaflgefteld hebben- Gronden
de, zyn gevoelen op de vermindering van Ym. Z?M 't Krygsvolk, welk in den jongften voorflagg"2^° des Raads van Staate begreepen geweeftdrag om- was, te doen goedvinden,ter VergaderingetrentAm. „anfterdam
VAU j
onder-
(t>) Rcfol. Vro«dfch. N. zo. 19 July Itffo. ƒ. *•• vtrf». ZOgt,
O) Vaderl. Hift. XII. Dtel. tl. »o. G 2
|
||||
'lob AMSTERDAMS II. DeetW
1650. vanHolland; en deStad Amfterdam alleen, on-
der alle de Leden deezer Provincie, nog verft vervreemd vindende van het omhelzen van deezen voorflag; alzo zy, tot hiertoe, nog niet bewilligd hadt in het Alvys Conciliatoir, waarin de meefte Leden overeengekomen waren, liet zig, door eenigen, beduiden, dat 'er geen middel was, om deeze Stad te doen veranderen van gevoelen, dan door al- daar eene buitongewoone verandering te maaken in de Regeeringe. Willem de I. was hiertoe gemagtigd geweefï, by den breedenlalt,die hem, in de jaaren 1575en 1576, door de Staaten van Holland en Zee- land, gegeven! was (k). Doch de Stadhou- ders na hem hadden 't niet wettiglyk kön- nen doen,dan wanneer zy, daartoe, byzon- derlyk, gemagtigd waren , door 's Lands Staaten, behelzende hunnen gewoonlyken lad meer niet,dan dat zy de Magiftraaten moeften veranderen, volgens de Privilegien, die allen den tyd en wyze der Magiftraats- beftellinge bepaalen. Op zulk eene byzon- dere magtiging, hadt Prins Maurits, in 't jaar 1Ó18, de wet te Amfterdam, buitens tyds, verzet (/). En zou het tegenwoordig wettiglyk gefchieden; de Staaten van Hol- land moeden 'er zyne Hoogheid, insgelyks, toe magtigen. Maar de Vergadering van Holland was thans niet gefchikt, om'er zulk eene magtiging van te verwagten. De Stad Amfterdam hadt niets geftemd, niets ver- (k.) Zit Vadell. Hift. VU. Deel, hl. 17, 54.
(/; Zit lii« voor, II. Detl, XIII. Bttkj M. 30J. |
||||||||
">
|
||||||||
I
|
||||||||
________________
|
||||||||
XVIBoëk. Geschiedenissen; ïöi
rigt, omtrent de punten, die thans in gefchil i6*to
ftonden, dan 't gene gegrond was op, en overeenkwam met de belluiten der Staaten van Holland, de Souverainen der Provincie; die dus geenen fchyn van reden hebben kon- den, om den Stadhouder te magtigen, tot eene pngewoone verandering in de Regee- ringe aldaar, 't Volk hier aan 't muiten te helpen tegen de Wethouderfchap,zo eeni- ge heethoofdige yveraars voor 's Prinfen ge- zag daartoe al mogten gezind geweefl zyn; en daaruit gelegenheid te neemen, om den Staaten eene magtiging tot buitengewoone verandering der Regeeringe af te vergen, was ook genoegzaam onmogelyk. De Ge- meente was hier thans ingenomen met ag- tinge voor haare Overheid, die, door haare gemaatigde Regeering, de herten gewon- nen hadt: ook liet de Vrede, die thans her- fiel d was, geene gelegenheid over, om 't gedrag der Overheid haatelyk af te maaien by 't volk; 't welk, in tyden van oorlog , doorgaands, ligtelyk te doen is. 't Scheen dan, dat 'er geen middel was,om de Wee te verzetten te Amfterdam, ten ware zyne Hoogheid, die onlangs gezien hadt, hoe weinig hy hier, ongewapend, vermögt, de wapenen vanden Staat, die hem waren aan- vertrouwd , gebruikte, om zig, by verrafïing of met geweld, meefter te maaken van de Stad, waarna hy 't in zyne magt dagt te zullen hebben, om 'er zulk eene verandering te maaken in de Regeeringe, als hy zou ge- raaden vinden. Hy begreep nogtans ligte- Jyk, dat hy hiertoe, noch als Stadhouder, G 3 noch
|
|||||
-
|
|||||
lei AMSTERDAMS H.DEEt:
1650. noch als Kapitein-Generaal, gemagtigd was»
Zyne Commiffien verbonden hem, om de Vryheden en Privilegien des Lands en der Steden voor te flaan. Maar niets ftreedt meer met de Privilegien, dan door gewel- dige middelen eene buitengewoone veran- dering te wege te brengen in de Regeerin- ge van eene der ftemmende Steden. Ook beriep zig de Prins, om zyne onderneeming te regtvaardigen, niet op eene algemeene Commiffie; maar enkelyk op het befluit der algemeene Staaten van den vyfden Juny , welk wy, hier voor (m), woord elyk heb- ben te boek gefield. Veelen verflonden nog- tans, dat zyne Hoogheid, door dit befluit, geenszins gewettigd was tot zulk eene ge- weldige onderneeming. De algemeene Staa- ten hadden niets te gebieden in Holland; daar de Staaten der Provincie fouverain wa- ren. Zy konden, derhalve, den Prins van Oranje niet wettiglyk magtigen, tot eene onderneeming tegen eene Hollandfche Stad, en derzelver Regeering. Men zeide wel, dat het gefchil tuffchen de algemeene Staa* ten en die van Holland de Unie betrof, en dat het beleid van de zaaken der Unie den al- gemeenen Staaten aanvertrouwd was; doch hiertegen diende, dat de byzondere Provin- ciën en Steden zig, by het eerße Lid der Unie , haare byzondere Regten, Privile- gien en Vryheden hadden voorbehouden: onder welken, geenen der minflen waren de vryheid om a naar goedvinden, te mogen be-
(m) Bfcdx,. 79,
|
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 103
bewilligen, of niet, in de gemeene laften;
en de vryheid om ter Staatsvergaderingen te mogen flemmen, naar men 't verflondt. Doch al hadden de algemeene Staaten wet- tiglyk diergelyke bevelen mogen geeven in Holland, 't gene hun egter nimmer toege« flaan is; hun befluit van den vyfden Juny magtigde den Stadhouder geenszins, tot het gebruiken van geweldige middelen, veel min tot ongewoone veranderingen in deRe- geeringe. Het magtigde hem flegts, met algemeene woorden, om zorg te draagen, dat de ruft bewaard, de Unie gehand- |
||||||||||||||||
1650.
|
||||||||||||||||
J»
|
haafd , en al wat daartegen werdt voor-
|
|||||||||||||||
genomen te gemoet getreden werdt. "
Doch de meening bleek geenszins te zyn, dat zyne Hoogheid zig,om dit einde te be- reiken , van geweldige middelen, en van de wapenen van den Staat zou mogen bedienen. Duidelyk blykt dit, uit eene volgende Refo- lutie der algemeene Staaten van den zesden Juny, waarby zyne Hoogheid verzogt wordt, de Steden van Holland af te doen zien van byzondere afdanking; niet door de wapenen; niet door vatten en vaflzetten van de Leden der vrye Staatsvergaderingen; niét door on- gewoone veranderingen der Regeeringe ; maar door alle mogelyke middelen van induc- tie of overreeding («). De Prins handelde dan, ook in de onderneeming op Amfter- dam, tegen de blykbaare meening der al- gemeene Staaten, op welker magtiging en befluit hy zig egter eeniglyk beriep. Doch laat
(») Zit hier voor, bl. 7$.
G 4
|
||||||||||||||||
4"
|
||||||||||||||||
#
|
||||||||||||||||
_________
|
||||||||||||||||
104 AMSTERDAMS II. Deel;
1650. laat ons tot het verhaal van den aanleg en
afloop deezer geweldige onderneeminge 0- vergaan. Gerügt 't Schynt, dat zyne Hoogheid, niet lang eencr na dat de bezending naar Amfterdam vrug- voorge- teloos afgeloopcn was , zig, door kwaade bdeee- 'aadsluiden, heeft laaten brengen tot het ringe van hefluit, om die Stad niet de wapenen te Amfler- dwingen. Omtrent den aanvang van July, dam. hadden verfcheiden' Haarlemfche en Arn- fterdamfche Koopluiden brieven van Lon- den , van Dantzig en van elders bekomen, waarin van het beleg van Amfterdam , als van iet, welk tegenwoordig was, gewaagd werdt: 'tzy dat de toeleg niet bedekt ge- noeg gehouden ware; of dat het voornee- men om de Stad te bezenden buiten 's Lands geriigt gemaakt hebbe als van een beleg; of dat men zulk een gerügt voorbedagtelyk hebbe laaten loopen, om Amfterdam te ver- baazen; of dat 'er, eindelyk, nog andere redenen van dit gerügt geweeft zyn, welken 2yne wy nu niet bedenken können (0). Zyne Hoog- lioog- hejd hadt zyn voorneemen vroeg bekend maakt gemaakt aan Graave Willem Fredrik van zyii voor- Nqffau, Stadhouder van Friesland, wien 't neernen opperbeleid des aanflags werdt toever- daartoe trouwd. 't Voorneemen was, de Stad, door gen be-1 midt*el der Rüiterye, des ogtends,met het kend. openen der poorte, in teneemen, en zig daartoe voornaamlyk te bedienen van de Regementen der Kolonellen Fredrik,Graave van Dona, en Kornelis van Aerßen9 Heere mn
(») VadCfl. Hift. XII. Dttl, hl. 9i, 9U
|
||||
XVLBoek. Geschiedenissen. 105
van Sommelsdyk , den eerflen een* vollen 1650.
Neef, den anderen een' boezemvriend des Prinfen van Oranje. Dit Krygsvolk lag, te Nisuwmegen, te Arnhem, en elders daar- omtrent, in bezetting. Men hadt voor, het zelve op de Veluwe te doen verzamelen, en van daar-, langs verfcheiden* wegen, te doen trekken naar Abkoude, daar de alge- meene zamelplaats zyn zou. Van hier zou men, voor den dag, vertrekken naar Am« fterdam, en de Stad tragten te overrompe- len (p). Omtrent den twintigften July, hadt de Beleid
Prins den Heer van Sommelsdyk by zig^a",c'en ontbooden in den Haage, hem bekend maa- kende „ dat hy beflooten hadt, Graaf Wil« „ km, met eenige Ruitery, te zenden bin- |
|||||||||||
3»
3*
3» |
nen Amflerdam, om aldaar het geweigerd
gehoor als Stadhouder te bekomen; en dat hy hem en de bezetting van NieuwJ |
||||||||||
„ m eg en hiertoe, onder anderen, dagt te
„ gebruiken." Sommelsdyk maakte,zo als hy naderhand verklaard heeft, eenige zwaa- righeid in den grooten weg, en in de hitte van 't jaargetyde. Doch de Prins, dien hy-, 's anderendaags , in de tegenwoordigheid van Graave Willem, wederom (prak, vol- hardde by zyn befluic, zeggende zelfs, dat hy, zo de Ruitery niet tydig genoeg voor de Stad mögt können zyn, in perfbon en met grooter magt dagt te volgen. Twee da< gen verliepen 'er toen, zonder dat de Prins verder Iprak met den Heere van Sommels- (t>) AlTZEMA Herft. Leeuw, bl. 6yt
G5
|
|||||||||||
■ttfe
|
|||||||||||
io6 AMSTERDAMS ILDm;
1650. dyk; doch op den derden dag, verklaarde
hy Graave Willem en hem „ dat de dag, „ de weg, de troepen en alles nu beftemd „ was; dat hy, Sommelsdyk, vooruit trek- „ ken moeft, om de troepen te ontvangen „ op de Heide van Harten, en van daar „ naar Abkoude te geleiden." Doch Som- melsdyk den Prinfe, hierop, wederom, den grooten afftand van den weg tuflchen deeze twee Plaatfen te gemoet gevoerd, en ver- zogt hebbende, dat hy de troepen, te Scher- penzeel, in plaats van op de Heide van Har- ten , verwagten mögt; hernam zyne Hoog- heid „ dat hy dan den Graave van Dona „ belaften zou, het volk te Harten te gaan „ ontvangen, en naar Scherpenzeel te ge- „ leiden." Voorts, beval hy Sommelsdyk, op den tweeden dag daarna, de reis aan te neemen; doch eerft nog zyne laatfte beve- len te komen ontvangen. Sommelsdyk, reis- vaardig zynde, kreeg laft van den Prinfe, om zynen weg over Amfterdam te neemen, en den afftand der Dorpen tufTchen die Stad en Scherpenzeel, naauwkeuriglyk, gade te Haan, om zig, in 't geleiden der troepen, daarnaar te können fchikken. Hy voegde 'er by „ dat hy Graave Willem gelaft hadt, f, teAmfterdam geen geweld te pleegen te- j, gen burgers of foldaaten, alware 't ook, „ dat men zig eenigszins flelde tegen de „ Ruiterye, en 'er zelfs op fchieten mögt; „ zo 't niet al te hoog liep:" Sommelsdyk, wyders, vermaanende, om Graaf Willem, 4ie, zeide hy, vol vuurs en wat haaftig was, « te
|
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 107
te willen helpen beletten, dat 'er geene wan- 16*50*
orde gepleegd werdt. - Met dit affcheid, vertrok Sommelsdyk, Som-
alleen van zynen kamerdienaar verzeld, den melsdyk zevenentwintigften July, des middags ten^jJ^d°or een uure, te paarde, uit den Haage, den ^amnaar weg neemende over Leiden na-ar Amfterdam. Scher- Doch omtrent Koudekerk gekomen zynde, penzeel, werdt hy ingereeden door den Marquis de °'" d j1 Vieiiville, die hem zeide, lafl: te hebben van tuflthen zyne Hoogheid, om hem te verzeilen, de beide af Ruitery te volgen, en van alles verflag te te mee- doen. Zy kwamen beide, ten half tien uu-ten* ren, aan den Overtoom, daar zy, in de grootfte herberg, vernagteden, 's Morgens van den agtentwintigften July zaten zy, ten half vyf uuren, wederom op, en reeden , door de Heilige-wegs- of Leidfche Poort, in Amfterdam. De Heer van Sommelsdyk werdt, federt, verdagt gehouden, dat hy hier gekomen was, om de wallen der Stad te befpiedéh. Doch hy heeft verklaard, dat hy zig in 't geheel niet opgehouden hadt in Amfterdam; maar zelfs,toen, by 'tinryden der Heilige-wegs-poorte, de ftegelreep van 't paard van Vieuville gebroken was, en •herfteld werdt, vooruit gereeden was naar de Reguliers- of Utrechtfche poorte, zon- .der ergens te toeven, dan een oogenblikop de Reguliers-breêftraat, daar hem de Schout van Buuren ontmoet was, en aangelproken hadt. Vieuville hadt hem niet ingenaaid , dan zeftig of zeventig treden buiten de Re- gulierspoorte, wanneer de klok vyf uuren lloeg; waarop hy zyn uurwerk ilelde, om te
|
|||||
>
|
|||||
-*r- —-.... , ,
|
|||||
log AMSTERDAMS ILDEEt;
' i6$o te beter rekemnS te konnen niaaken, hoe
" veel tyds hy behoeven zou, om met de Rui- tery van Scherpenzeel te Amfterdam te ko- men. Voorts, waren zy gereeden over Ab- koude , Baambrugge, Loenen , Vreeland, Kortenhoef, Hilverfom, Zoeft en Leusden op Scherpenzeelj alwaar Sommelsdyk, des nademiddags ten vyf uuren, en Vieuvillè, die te Hilverfom van hem gefcheiden was, om een' keer naar Amersfoort te doen, den. ■volgenden middernagt, aangekomen was (#); met voorneemen om, des anderendaags, den togt naar Abkoude, en voorts naar Am- fterdam voort te zetten. Gentillot Gentillot, een Franfchman en Major in 't krygtlaftRegement van Douchant, hadt, reeds te om de vooren, laft van den Prinfe gehad, om zig Segu" met vyftig Franfchen naar Amfterdam te poort begeeven; de Reguliers-poort in te neemen in te metgemoede, en de aankomende Ruitery ncemen. 0nder Graave Willem, door dezelve, ter Stad in te laaten. Doch hy, zyne Lands- luiden van den blaam van 't werk,, zo veel mogelyk, willende zuiver houden, verwierf verlof van den Prinfe, om zyne manfchap uit allerleiLandaart te mogen kiezen,gelyk hy deedt, neemende daaronder veele Offi- ciers, dié alleenlyk met zinkroers en zyd« geweer gewapend waren. Gentillot zelf heeft, naderhand, aan A i t z e m a , die die fchryft, verhaalt », dat hy laft hadt om geene vyandelykheid te pleegen, zelfs het !! fchietenmydende,al werdt 'er fchoon op „ hem
(j) AiWEMA Heift. Leeuw, hl. tfjH?*« **<«
|
|||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 109
„ hem en de zynen gefchooten. Ook hadt r<en „ de Ruitery den zelfden Jaft, zo de bur- » gery het niet al te grof maakte. Zy moert, „ in het intrekken, aan elk zeggen, dat zy „ kwamen, als vrienden ten befie van de Stad „ en van den Staat, en om eenigheU en vrede „ te bewaar en tujchen de Provinciën in V ge- „ meen en de Leden van Holland in 't byzon- „ der. Dus in goede orde de Stad zynde ,-, ingereeden, zou zy het Stadhuis hebben „ bezet; waarna zyne Hoogheid inperfoon „ de voorgenomen verandering in de Re- „ geering gemaakt zou hebben.*' Aitze- ma voegt 'er by „ dat ieder Ritmeefier „ tweehonderd of driehonderd Dukaaten „ aan goud by zig hadt, om den Ruiteren> „ die zonder geld of voorraad opzaten, ee- „ nig verfchot te können doen, tot hunon- „ derhoud: ook, zo gezeid werdt, om zul- „ ken, die tegenftand zouden mogen wil* „ len bieden aan de poorte, daarmede te „ ftillen." Gentillot en de zynen, die zig te Utrecht Hy komt
bevonden, traden aldaar, dennegenentwin-met vyf- tigften July, in de nagtfchuit op Amlierdam, Ö maa die hen, des morgens van den dertigften, Rq* vroegtyds, bragt binnen de Reguliers-poorte. Hieromtrent dagten zy, volgens affpraak] Graaf Willem te vinden, waarna zy zouden getragt hebben,,de poort in te'neemen. Doch zyne Doorlugtigheid niet verneemen- de, hielden zy zig ftil (f). De reden van zyn toeven ftaatons hier beknoptelyk te ont- vouwen. pe ir) AiTSKAU Httft, UCttW, b{. f7, «$,
|
||||||
—
|
|||||||||||
iid AMSTERDAMS II. Deel*
1650. De Heeren van Sommelsdyk endeVieu- Ëenge- v^e hadden zig, den negenentwintigften, deeite te Scherpenzeel opgehouden, verwagtende der aan- de Ruitery, die derwaards geleid werdt door komende ^en Graave van Dona, en niet voor vyf uu- utterye ^ ^ na(jemiddags aankwam. Sommels- |
|||||||||||
ver
dwaalt
op de
Gooi-
fche
beide.
|
|||||||||||
dyk trok, terftond, met dezelve, voort, langs
den beftemden weg; en zou, naar zynere- kening , den dertigften July, ten vyf uuren des morgens, voor Amiterdam hebben kön- |
|||||||||||
nen zyn, zo hy 'er, door zeker toeval, niet
in verhinderd geworden ware. De togt over Leusden en Zoeft ging voorfpoedig genoeg; doch op de Gooifche Heide »buiten Hilver- fom, werden de troepen overvallen van een zwaar onweder, 't welk hen,in'tdorp,eene poos vertoeven deedt. In 't uittrekken, ver- hief zig de donder zo fterk, en de nagt was zo donker, dat alleen vier Compagnien, mee den Heere van Sommelsdyk aan 't hoofd, den regten weg infloegen, terwyl tien an- deren, die door den Ritmeefter Mom ge- leid werden, van den weg afdwaalden, en na een uur of langer, op de Heide, herom gezworven te hebben, wederom te Hilver- fom kwamen (x). Eene geloofwaardige o- verlevering fchryft dit dwaalen toe aan eene byzondere oorzaak. Twee of drie Officiers, en mifTchien wel Sommelsdyk en Vieuville* zelven, hadden, in 't opneemen van den weg, eenen Heelmeefter, die, op eene af- gelegene plaats, by Hilverfom, woonde, Dl»-
O) AiTZEHA Heift. Leeuw, hl. «7, +«a. DAEfi» ,
*/. zij. S |
|||||||||||
XVI. Boek. Geschiedenissen, iii
bewilligd, om des nagts, na den negenen- io>o#
twintigften July, licht te zetten voor zyne hoogfte venfterglazen, voorgeevende, dat icmant hunner bekenden, die een' manflag begaan hadt, de vlugt langs deezen weg dagt te neemen, en op dit licht aangaan zou. Doch het onweder, welk dien nagt opflak, en de vervaarJyke donkerheid hadt den Heel- meelter, zo hy naderhand voorgaf, doen befluiten', dat niemant zig, in zulk weder, op reis begeeven zou: waarom hy zyn licht, omtrent ten elf uuren, weggenomen, en uit- gedaan hadt. Mom en zyne Ruiters, die den weg aan dit teken meenden te kennen,ner- gens eenig licht verneemende, raakten van den weg af, en kwamen, wel drie uuren na den befremden tyd, op de algemeene ver- zamelplaats , te Abkoude (*). Graaf Willem was hier, reeds kort naGraaf
middernagt, aangekomen, zynde hy, in den Willem nademiddag van den negenentwintigften, ^Sje uit den Haage vertrokken. Sommelsdyk enRUitery, Dona kwamen 'er,ten beftemden tyde,om-drie uu- trent half vyf uuren aan, met vier Compag-ren na nien Ruiters, zynde zy, eerft omtrent Vree- jlen dbe" land, gewaar geworden , dat de anderentycij op tien van hun waren afgedwaald. Graaf Wil-van'Ab-* lern vraagde, terftond, of alle de troepenkoucle» byeen waren ? doch vernam niet zo dra het tegendeel, of hy floeg voor „ of men, met ,» de manfehap, welke men by zig hadt, 's „ Prinfen laft niet behoorde uittevoeren, en ,, den togt, zonder uitftel, voort te zetten?" De
(0 Vadert. Hift. XII. Deel, bl. 9i%
|
||||
— _ —
|
- —
|
||||||||||||||||||||
112 AMSTERDAMS IL Deel.
1650. De nieefte Officieren , aan welken deeze
yoorflag gedaan werdt, verftonden van ja. Doch Sommelsdykwas, zo hy,naderhand, verklaard heeft, van oordeel „ dat men de „ agtergebleeven manfchap behoorde in te |
|||||||||||||||||||||
3»
5»
5>
|
wagten, alzo zyne Hoogheid uitdrukke-
lyk gewild hadt, dat de aanflag, om alle wanorde te voorkomen, met veel volks, ondernomen zou worden, en het te dug- |
||||||||||||||||||||
„ ten ïlondt, dat de* Stads bezetting enbur-
j, gery aangemoedigd zouden worden, om |
|||||||||||||||||||||
5>
3»
5» |
tegenftand te bieden, wanneer men met
weinig volks ter Stad in trok:'t welk dan gelegenheid tot daadelykheden geeven zou, die zyne Hoogheid, zo veel eenigs- zins mogelyk ware , voorkomen wilde |
||||||||||||||||||||
„hebben." Graaf Willem en de anderen
lieten zig hierdoor beweegen, om de agter- gebleeven Compagnien in te wagten, die niet voor half agt uuren te Abkoude aankwa- men; waarna de togt naar Amfterdam werdt voortgezet (z/). j^en In de Stad, was alles, den voorgaanden krygt in nagt, in diepe ruft geweefl. Niemant ver-
de Stad moedde eenigen onraad van buiten. De Heer kennis Comelis Bicker, Heer van Zwieten, was de aanflag? eenigfte der regeerende Burgemeelleren, die by de hand was, zittende hy thans voor, in Burgemeefters kamer, in de plaats van den Heere Wouter Valkenier, die, weinige da- gen te vooren (1), overleeden was. De Heer Nicolaas Corver bevondt zig op de Dag- vaart ■ -
(tt) AitzeaïA Herft. Leeuw, hl. 67, 4-62.
(1) Op den drie en twintigftsn July.
|
|||||||||||||||||||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 113
vaart in den Haage: de Heer Antoni Oet- 1650*
gens van Waveren op 's Lands Verpagting te Alkmaar. Doch op Saturdag ogtend, zynde den dertigften July, verwekte de Ham- burger Poftlooper de eerfle ongeruflheid in de Stad. Hy was, op de herwaards reize, gewéeft onder de dwaalende Ruitery van * den Ritmeefier Mom, die, geenen laft heb- bende om iemantop te houden, en ook niets meer van den toeleg weetende, dan dat hy zyne manfchap te Abkoude brengen moeft, hem hadt laaten doorryden. Hy bragt dan, even na agt uuren, in de Stad gekomen zyn- de , eerft aan 't Poflhuis, en toen aan Bur- gemeefler Bicker tyding, dat hy, met het aanbreeken van den dag, geweeft was on- der eenige duizenden Ruiters, die voorga- ven Lotharingfchen te zyn, en naar de Stad trokken (ü). De DrofTaard van Muiden, Gerard Bicker, Zoon van den Oud-Burge- meefler Andries Bicker, die, kort hierna, in de Stad kwam, beveftigde het verhaal van den pofllooper, daarby voegende, dat een groot gedeelte der manfchap, omtrent Naarden en door Gooiland, verfpreid lag; doch dat een taamelyke hoop Ruiters flerk aantrok op Amfterdam (w). De landluiden van omtrent Weesp en Muiden, en de op- gezetenen der Dorpen van Amflelland na- men , op de onverwagte tyding der aankom- fle van vreemd Krygsvolk, met zak en pak, de wyk naar de naafle Steden, en verfpreid- den
(v) Aitzema Hctft. Leeuw, bl. 6J.
(w) Holl. Merc. van 1650. bl. 19. V. Stuk. H
-
|
|||||
t
|
|||||
'114 AMSTERDAMS II.Deee.
i6<o. den de ontfleltenis door Amfterdam, daar
' men nog luttel dagt om zyne Hoogheid, of om troepen van den Staat; maar daar de eerfte gedagten vielen, of op de Zweedfche troepen, die thans in Gulikerland lagen,of op de Lotharingfchen, die meermaalen on- geregeldheden bedreeven hadden op de grenzen, en die men nu dagt dat afkwa- men , om de Stad te pionderen (V). Bürge- Burgemeefler Bicker hadt, op de eerfte meefter verzekerde tyding van onraad, de Vroed- «icker fchap doen vergaderen; haar voorhouden- ü°ejden de „ dat een groot aantal gewapend Krygs-^ gaderenr») volk, te Ouderkerk en daar rondsom, Befluit ' j, kwam aantrekken, met oogmerk, gelyk aldaar i§ men vermoeden mögt,om de Stad te na- £e"°~ „ deren, en te overrompelen." Waarop mcn* beflooten werdt- „ zonder uitftel, den Krygs- „ raad te vergaderen, om op alle voorval- „ len te voorzien; de burgery in de wape- „ nen te doen komen, en den Heer Coen- „ raad Burg te fchikken naar den Haage, „ om den Afgevaardigden ter Vergaderinge „ van Holland kennis te geeven van den „ toeftand der Stad (j)." Ondertuflchen, waren reeds, omtrent half negen uuren, op bevel van Burgemeefter Bicker, de poorten en boomen geflooten, en de valbruggen op- gehaald. Omtrent negentig ftukken gefchuts werden,watlaater, naar de wallen gefleept Qz), de burgery en Stads bezetting in de wa- pe-
(x) Holl. Merc. van l6jo. hl. 31. WlCQUEFORT Tom.
I. Livr. IV. ƒ>. 190. (y) Refol. Vxoedfch. N. 20. 30 July 1650. hl. ioz.
{z.) Aantek. v*n Herb. Gov. v«n den Oever. MS. |
||||
11 ■'"," "^^ß^mmm^m^ß^mm
|
|||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 115
penen gebragt. De gewapende burgery, wel ^SOm voorzien van kruid, lood en lont, werdt door de Stad en aan alle poorten verdeeld. Midlerwyl, was Graaf Willem, met een Graaf
gedeelte der Ruiterye, laat op den voorde- Willem middag, aan den Amftel, tot digt onder Am-nadert fterdam, genaderd, fommigen fchryven ,de Stad' zelfs onder 't bereik van 'tgefchut der Stad O): doch 't fchynt, volgens anderen, dat hy zig, verder af, omtrent de Hofftede van Dirk ÏVuitiersy Welna genaamd, onthouden heeft (£). In de Regifters der Vroedfchap, wordt alleenlykgemeld „ dat hy,met eeni- ,, ge troepen, omtrent de Stad lag." Hier verneemende , dat de valbruggen opge- haald , de poorten gellooten waren, en de Stad overeinde ftondt, vondt hy nietgeraa- den, iet geweldigs te onderneemen; maar Zendt zondt, op, of kort na den middag, eeneneen' brief van zyne Hoogheid naarde Stad, die, *Jriefpv.atI terftond, aan den Heere Bicker gebragtfeder.^ werdt, en woordelyk aldus luidde: waards. De Prince van Orangien.
Eerentfefte, voorfienige, zeer discrete,
befondere goede Vrunden , •
Leflmael in U Stad zynde voor den dienfi
van 't Landt, zoo heb zoo vreemt van U. L. bejegent geweefl, dat om diergelycken niet meer onderworpen te we/en, heb ick Graef'Willem van NaJJau mit byhebbende troepen in U. L. fiadt
(<) WicqtJEFORT Tom. I. Livr, IV. f. ijl,
- (*; AiiZBMA Heift. Leeuw, bl. 6j>. H 2
|
|||||
ii6 AMSTERDAMS E. Deel
1650. fla(b w^en fihicken, met ordre om alles daer
in ruße en flilte te holden, op dat het geene ick U. L. noch voor te dragen hebben den dienfl van 't Landt raeckende, my niet door eenighe qualyck - geintenttoneerde en come belet te wor- den. Daer toe ick dan van U. L. begeer e de goede handt te willen holden. Ende ons hier op verlatende, bevelen wy U.L. indeproteclie des Alderhoogflen, ende verblyven U. L. goede vriendt
[getekend] •
G. P. d'Orange.
Hage den 29 July 1650.
Befluit Burgemeefter Bicker bragt deezen brief,
der die bleek gefchikt te zyn, om door Graave rchapdóp Willem zelv', na dat hy, met de troepen, deezen m de Stad zou gekomen wezen, te worden brief. overgeleverd, terftond, in de Vroedfchap, alwaar beflooten werdt „ de Heeren Joan ., Huidekooper, Heer van Maarjeveen, en Si- „ mon van der Does af te zenden aan Graa- ,, ve Willem, met fchriftelyken lafl, om |
||||||||||
zyner Doorlugtigheid voor te draagen,
dat men, op het verneemen van den aan- togt van eenig Krygsvolk, terftond, ge- zonden hadt aan de Heeren Staaten van |
||||||||||
„ Holland, van welken men fpoedig ant-
„ woord te gemoet zag; hem, wyders, ver- „ zoekende, dat hy de Stad verfchoonen, „ en niet nader komen wilde, of dat men, „ anderszins , genoodzaakt zyn zou, zig, 3, met alle mogelyke middelen, te verde« -> di-
|
||||||||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 117
„ digen naar behooren." Te gelyk, wer- 1650:
den de Raaden Simon van Hoorn, BernardDe Stacj Schellinger en Piet er Kloek gemagtigd, omfteltzig der Stede wallen te bezigtigen, en agt te in ftaat geeven op 't gefchut en de Kanonniers. Ook ^an te" werdt beflooten, zo't de tyd gehengen kon, Senvveer' tot meerder verdediging der Stad, voor el- ke poort, eene halve maan op te werpen, de bruggen buiten de S. Antonis-, Reguliers- en Heilige-wegs-poorten af te breeken, en de balken en 't klein vaartuig, uit de Stads graf- ten , naar binnen te doen brengen (c): welk befluit, voor een groot gedeelte, werdt uit- gevoerd. Men floeg ftaketfels in de wallen, waartoe eenige Gilden vrywilliglyk hunnen dienft aanbooden (d). Zelfs tekenen fom- migen aan, dat eenige Doopsgezinde Gil- debroeders zig tot den arbeid aan deveflen gebruiken lieten ( e ). De houten bruggen om de Stad werden afgebroken: de fchuiten en kleine vaartuigen, die in de nieuwe vaart en elders lagen, naar binnen gehaald, of in den grond geboord: de Stad, van buiten, met eene borftweering gedekt. In den Am- fiel, voor de Stad, werden eenige vaartui- gen en vlotfchuiten gelegd, die met gefchut beplant werden. Op de Roode- , nu de Doelebrug, lagen zes halve kartouwen. Voorts , fchikte men, eerlang , agt Oor- logsfchepen en drie Jagten naar den mond der
(o) Rxfol. Vroedfth. N. 20. 30 July ifijo. pofipr,vidium.
ƒ. ioz. (d) WICQIIEFORT T*m. I. Livr. IV. p. l5o.
(e) DOM5ELAAR VI. Boik^, hl. 367.
|
||||
ii8 AMSTERDAMS IL Deel
1Ö50. der Zuiderzee, om de Stad, ook van denY
kant, te befchermen (ƒ). Zy doet De Heeren van Maarfeveen en van der eene be- Does, in een gewapend jagt, ter Stad uit zending vertrokken zynde, troffen Graaf Willem aan, Graave voor ^e Hofftede Welna aan den Amftel, Willem, in eenen kring van Krygsoverften; en vol- trokken , terïtond, hunnen laft. Maarfeveen voerde het woord, vooraf betuigd hebben- de ,, hoe leed hun deedt, dat zyzyneDoor- „ lugtigheid, in zulk eene ongelegenheid, „ moeiten komen begroeten." Graaf Wil- lem , naar 't fcheen, verzet over 't gene hem voorgehouden werdt, zweeg 'er ftil op; Vrymoe- waarna Maarfeveen hernam „ dat hy, tot dige taal jf hiertoe, niets gezeid hadt, dan 't gene Heere " overeenkwam met den lafï van Burge- van j> meefteren en Raaden; doch dat hy, uit Maarfe- „ zig zelven, den Graave we] gantfch vrien- veen. }i delyk en gedienftelyk wilde raaden, ten „ fpoedigften af te trekken, naardien hy „ daar niet was zonder groot gevaar; te „ meer, alzo de Stad vol was van allerlei „ Landaart, en vreemd foort van luiden, „ die, tot daadelykhedenvoortflaande,lig- „ telyk iet ondemeemen zouden,dat zyner „ Doorlugtigheid fchadelyk, en hun niet „ aangenaam zyn zou, wordende aldaar zulk „ eene taal gevoerd, dat de Heeren Regeer- „ ders niet zouden können ledigflaan, maar „ gedwongen worden, de middelen en wa- „ penen te gebruiken, die God en de na- „ tuur hun Hadden gelieven te verleenen." Graaf
(f) Specificatie der Ongelden MS, Zit oe^HoIl. Merc,
|
|||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 119
Graaf Willem antwoordde alleenlyk „ dat ^50m „ hy niets gedaan hadt, dan op laft van „ zyne Hoogheid, wien hy van 't voorge- „ vallene verflag doen zou." De afgezon- den Raaden keerden, hierop, na 't neemen van een minzaam affcheid, naar de Stad, en Graaf Willem begaf zig, kort hierna, naar Ouderkerk (g). Ten vyf uuren na den middag, kwam de De Raad
Raad wederom byeen. De Heer van Zwie- befluit ten, toen verflag gedaan hebbende van't ge twe^iui' ne hy in 't werk gefield hadt, tot verzeke-^rd. ring der Stad, gaf in bedenking , of men gelders niet eenige Waardgelders behoorde aan te aan te neemen. En hierop werdt beflooten, den neemen- volgenden dag, tweeduizend man te wer- ven , op eene foldye van tien en twaalf ftui- vers 's daags, en, ten dien einde, nog dien zelfden avond, de trom te roeren, wor- dende den Burgemeefteren aanbevolen , in 't maaken van Officieren over deeze man« fchap, te willen agt geeven op bedreeven perfoonen, en die, voor deezen, meer in Stads dienfl geweeft waren. En vind ik, dat Kapiteinen over deeze manfchap, die in vyf vendelen verdeeld was, gewee(t zyn Joan Soeteman, Ca/per Roofe> Piet er Ie Febre, Cor- nelisHaJJelaer en JohannesBlaauivenhaan.De naamen der agt Kapiteinen over de Oorlogs- fchepen, die 't Y beveiligden, waren Rec- tor Pietenzoon, Gerrit van Limmen, Maarten de Graaf, Claas Hillebrandszoon Prins, Piet er Tam, Hendrik Hendrikszoon, Hein Comclis- zoon
(g) Aitz&ma Herfh Leeuw, bl, 6y,
H4
|
||||
_______
|
|||||||||||||||||||||||
120 "AMSTERDAMS ILDeel.
zoon en Ritferd Robertszoon. De Kapiteins
der drie Jagten waren Jan Zael, Claas ds Brey en Jan Meindertszoon (£). Voorts, werdt goedgevonden, den Ontvanger Uiten- bogaard te beladen, geene betaalingen meer te doen, tot op nader bevel van Burgemees- ter en ft), Ten volgenden dage,zynde Zondag den
eenendertigden July , verfcheenen Burge- meefter Corver en de Oud Burgemeefteren Geelvinck, HalTelaer en de Graaf, die de Dagvaart m den Haage bygewoond, enden Heer Frans Banning Kok, Heer van Purmer' land,nevens denPenfionarisCornelisBoom, aldaar gelaaten hadden, in de Vroedfchap deezer Stede; daar zy 't gevangen neemen ■van zes Afgevaardigden bekend maakten, en te gelyk „ dat zyneHoogheid, door den |
|||||||||||||||||||||||
t6$o.
|
|||||||||||||||||||||||
De Af-
gevaar- digden der Stad doen verflag van 't ge- beurde in den Haage. |
|||||||||||||||||||||||
5»
5»
|
Raadpenfionaris Kats, ter Vergaderinge
van Holland, hadt doen aandienen, hoe |
||||||||||||||||||||||
3>
|
hy zeßig Compagnien voetvolk en een goed
|
||||||||||||||||||||||
5»
|
aantal van Ruitcren hadt doen trekken naar
|
||||||||||||||||||||||
3>
5»
|
Amfierdam, die, zo hy vertrouwde, reeds in
de Stad zouden zyn: waarop de Afgevaar- digden van Dordrecht, en toen alle de overigen uit de Vergadering gegaan wa- ren." De Raad nam, hierop, eenige merk- |
||||||||||||||||||||||
Merk-
waardige bcfluiten des Raads» |
|||||||||||||||||||||||
waardige befluiten, die wy hieropgeeven
zullen, in die orde, als zy, in de Stads Re- gißers, voorkomen. Men vondt geraaden, alle de Leden van Holland binnen Amfier- dam (h) Vit de Rekeningefl der Equipage , berußende ter The*
fuif ie. (i, ilefol. Vroedfch- N. to, 30 July iöjo. 'f avendsten
Vjf uuren , f. Ipj, |
|||||||||||||||||||||||
.
|
|||||
XVLBoek. Geschiedenissen. 121
dam te befchryven : 't welk ik egter niet itfco.
vind gefchied te zyn. Men befloot, den weg tuflchen den Overtoom en Amflelveen door te delven, den Buitenvelder-en Oute« waalder-Polder door te fleeken, en de (lui- zen in de Stad te openen; waardoor de toe« gang herwaards, gedeeltelyk, belet werdt. De Raaden Simon van der Does en Coenraad Burg werden gemagtigd , tot het aannee- men der Waardgelderen. Ook werdt goed- gevonden , duizend matroozen en eenige Konftapels aan te neemen, en Jakob Zaelt tot Kommandeur over 't bootsvolk en de floepen op 't Y, aangefïeld. Men befloot, eenige flukken, de bezending van deezen ]aare en van den jaare 1639 betreffende, en den brief van zyne Hoogheid, aan Bur- gemeefleren en Regeerders gefchreeven, door den druk, gemeen te maaken. De Steden Haarlem en Muiden, die ook voor overrompeling vreesden, de Stad om eenig gefchut verzogt hebbende, werdt geraaden gevonden, eerft een overflag te maaken van 't gefchut en de wapenen, welken men hier in voorraad hadt. Eindelyk, werden Bar- gemeefleren volkomenlyk gemagtigd, om op alle fchielyke voorvallen ten befte te voorzien; en de Raaden verzogt, zo eeni- gen van hun iet voorkomen of invallen mögt, daarvan aan Burgemeefteren opening te willen doen(£). De meeften van deeze ïiefolutien werden uitgevoerd. De werving Waard- der gelders en ma- (>) Rcfol. Vxoedfch. N. 20. jt July l6;o./. 10J vtrfttnx.*
|
|||||
ia'a AMSTERDAMS ILDeel.
1650. der Waardgelderen, die tien, en der ma«
troozen troozen > die twintig duivers 's daags trok- aangeno-ken, hadt zo groot een' toeloop, dat 'er, men. van de eerften, in zeer korten tyd, al eenige Corripagnien op de wallen waren. De Waag, het Prinfenhof en het Ooftindifch huis wer- den gebruikt, om volk aan te neemen (/). Sluizen De S. Antonis-fluis aan 't Y, en 't Boeren- geopend. flujsjes even buiten de Heilige-wegs-poort, merdyk" wer^en °Pen gezet, waardoor het Land tus- omtrent fchen den Ouderkerker- en Amftelveenfchen doorge- weg, tot aan den Uithoorn toe, onderliep, dolven. j)e Noordweftelyke wind, die wakker op- ftak, hielp hiertoe veel. De S Antonis- of Diemerdyk werdt, by Jaap Hannes, om- trent doorgegraaven, en van de uitgedol- ven' aardeeene fchans opgeworpen,in wel- ke , dertig Stads foldaten gelegd werden (m). Zyne Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid, des Sa- Hoog- turdags 's avonds over de maaltyd zittende,
?e t reeds tyding gekreegen van het mislukken tyding des aanflags op Amilerdam, 't welk hem van het derwyze ontftelde, dat hy van de tafel op- misluk- ftondt, en zig in zyn vertrek opfloot; daar hy, ken des ftampvoetende van fpyt, en den hoed tegen op6Am- den grond werpende, niemant gehoor ver- fterdam. leenen wilde. De Heer van Purmerland en de Penfionaris Boom verflonden , omtrent elf uuren, het miflen van den toeleg, uit den mond van eenen onbekenden (n), die, zo men vermoeden mag, ten dien tyde, in 's Prinfen dienfl was. , Den
(/) Hol!. Merc. v*n 16 jo. t/. 30.
(m) Holl. Merc. van \6$o. il. 34- (n) Zit Vadert. Hift. XII. De<l, U. loa. |
||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. 123
Den eenendertigden, des morgens, was 1656.
'er laft van den Prinfe te Ouderkerk geko .tKrygs. men, om het Krygsvolk , dat, ondertus-volk fchen, uit de Gelderfche,OveryfTelfcheenyoor de Stigtfche Steden, te voet en te paarde, her,Stad waards trok, te verdeelen. De Heer vanJJIJSeett Zuilenftein floeg zig te Muiden en op 't Mui» der Slot neder : een gedeelte zyner man- fchap vatte poft aan de Diemerbrug. De Heer van Sommelsdyk werdt gefchikt naar 't Huis ter Hart, halfwege Haarlem. Doch die van Amfterdam hadden den weg tus- fchen den Overtoom en Amflelveen, dien hy langs moeit, by 't Huis te Vraag, door- gedolven, en aan de opening eenige man- fchap gelegd. Sommelsdyk, hiervan ken- nis bekomen hebbende, zondt vyfentwintig Ruiters en dertig Muskettiers vooruit, op welker aankomft, de Amfterdamfcbe man- fchap de zwakke poft verliet. Toen deedt hy eene brug over de opening leggen, en vervolgde zynen weg naar 't Huis ter Hart, daar hy, des nademiddags, aankwam. Aan den Overtoom hadt hy eenig volk gelaaten, welk, tot aan't Pefthuis toe, poften uit- zettede (0). Sommelsdyk was zo dra niet op 't Huisßekom-
ter Hart aangekomen, of de Regeering van mering Haarlem zondt eenige Heeren aan hem af, Je Haar* die hem,met groote ontfteltenis, vraagden, em* of 't ook op hunne Stad gemunt ware? Waar- op hy hun, zo hy, naderhand, verklaard heeft,
(*) Holl. Merc. v*n i6jo, hl, 33, 34, AirzEMA Herft.
JLeeuw, bl. 4«3. |
|||||
'
|
|||||
124 AMSTERDAMS II. Deee;
heeft, op bevel van zyne Hoogheid , ant-
woordde „ dat het noch op de Stad,noch „ op de Burgery van Haarlem was aange- „ zien: ook niet op de Burgery van Am- 3, fterdam." De Heer Joan van de Kamer, een der Haarlemfche Heeren, hadt hem toen gevraagd „ of de Zweedfche troepen, „ die, ten getale van zes of zevenduizend 5, man, in 't Land van Gulik lagen, door „ denPrinfe, ontbooden waren?" waarop hy geantwoord hadt „ dat 'er, zyns wee- „ tens, geene de minde gemeenfchap was 9, tuflchen deeze troepen en zyne Hoog- heid; doch dat dezelven alleenlyk inGu- likerland gekomen waren , om hunne |
||||||||||||||||||||||
1650.
|
||||||||||||||||||||||
»
5>
|
agterftallige brandfchattingen in te vor-
deren;" daarby voegende „ dat hetgoed zou zyn, zo 'er geene meerder gemeen- |
|||||||||||||||||||||
De Re^
geering
van Am- sterdam wordt, ten on« regte, verdagt gehou- den van hande- ling met het Par- lement van En- geland. |
||||||||||||||||||||||
ï>
|
fchap ware tuflchen de Stad Amfterdam
|
|||||||||||||||||||||
3)
|
en het Parlement van Engeland." En
|
|||||||||||||||||||||
toen hierover eenig verder gelprek gevallen
was, hadt de Heer van Sommelsdyk, vol- gens zyne verklaaring, eindelyk, gezeid , „ dat de Prins hem, zes dagen te vooren, „ een' Brief vertoond hadt, door een' En- „ gelfch Overile, uit Londen gefchreeven, „ inhoudende dat het Parlement beloofd „ hadt, tienduizend man over te zenden tot „ byftand van Amfterdam. Ook hadt de 3, Prins verklaard, de Lyft gezien te heb- 3, ben, waarin de naamen der Kolonellen 3, en andere hooge Bevelhebberen over de 3, gemelde manfchap waren uitgedrukt (ƒ>)•" Doch
(p) Aitzema Heift. Leeuw, II. 46$,
|
||||||||||||||||||||||
!
|
||||||||||||||||||||||
XVLBOEK. GESCHlEbE NISSEN. Ï2$
Doch 't fchry ven van deezen Engelfchen O- itf<o.
verfte was een louter verdigtfel. De Stad hadt geene andere gemeenfchap met het Parlement van Engeland, dan dat zy, ne- vens de andere Leden van Holland, gelyk wy boven (q) zagen, beflooten hadt tot het afzenden van den CommuTaris Schaap, om de vrede met de tegenwoordige Regeering aldaar te onderhouden. Ondertuflchen , ftrooiden eenige driftige voorftanders van '$ Prinferi gezag, omtrent deezen tyd,zekere verdigte punten van een Verdrag tuflchen de Stad Amfterdam en het Parlement van Engeland, waarby men zig, kwanswys, we- derzyds verbondt, om den vereenigden Pro- vinciën, Holland uitgenomen, den oorlog aan te doen. Eenige luiden, zelfs Regen- ten, lieten zig, in 't eerft, hierdoor innee- inen. Doch de plompheid van 't verdigtfel flak, eerlang, elk in de oogen, en 't fchend- fchrift werdt, by de verft andigen, met ver- ontwaardiging , verworpen (r). Zyne Hoogheid, een weinig bekomen van Zjm®
den fpyt, die hem, op de eerfle tyding van SJ£ 't mislukken des aanflags op Amfterdam,ggêft J" den geeft vervuld hadt, befloot, des Zon-naar 't dags, den eenendertigften, zig,in perfoon, Leger te te begeeven naar 't Leger voor de Stad, wel- Amftel- ke hy dagt te dreigen met een langduurigveen' beleg, en dus, ware't mogelyk, tot onder- werping te brengen. De twee hooge Ge- regtshoven ontrieden hem de reize; doch hy
(q) SUdx.. ji,
(r) Holl. Alcic, Man lójo. kl. jg,
|
||||||||
•
|
||||||||
••'
|
||||||||
126 AMSTERDAMS II. Deel.
1(550. hy beriep zig op den laft der algemeene
Staaten, aan welken hy de Geregtshoven wees, zo zy verftonden, dat men eenen an- deren voet te volgen hadt. Voor zyn ver- trek, vaardigde hy eenen brief af aan de Staaten der zes Provinciën, waarin hy ver- klaarde, het vatten der zes Afgevaardigden en het zenden van eenig Krygsvolk naar Amfterdam gedaan te hebben, op laft der algemeene Staaten, begreepen in derzelver Refolutie van den vyfden Juny laatftleeden (V). Na de ogtendpreeke, vertrok de Prins, te paarde, uit den Haage, gevolgd vaneen groot getal van Edelluiden en Krygsover- ften. Hy nam zynen weg, door 't Bofch, Leiden en de Veenen, naar Amftelveen, daar hy, des avonds, aankwam, en Graaf Willem vondt (*). Men ver. De gelegenheid van Amfterdam en de toont middelen, die de Stad, ter haarer verde- hem de diging, in 't werk gefield hadt, en verder heidëder"'Z0L1 können in 't werk ftellen, werden hem Stad. hier, ftukswyze, aangeweezen. De Am- ftellandfche weiden lagen onder, tot aan den Uithoorn toe, alleen door het openzet- ten der S. Antonis- en Boeren - (luizen, en het doorfteuken van de Buitenvelder - Pol- der. De üiemerdyk was, op een half uur graavens na , rioorgedolven. En 't ftondt aan die van Amfterdam, door het geheel voltrekken der doorgraavinge, de baarezee ten
(t) Zie hier voor, bl. 79.
(t) AiTZEMA Herft. Leeuw, il. 70, jz. Vaderl. Hift,
XII. Dtd, bl. 101, loz. |
|||||||
V
|
|||||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 127
ten lande in te florten, en al 's Prinfen Krygs- 1650,
volk te vernielen. Ook liep 'er een gerügt, dat, op dit laatfle, in de Vroedfchap was geraadpleegd, en dat het flegts aan twee flemmen gehaperd hadt, dat 'er niet toe beilooten was (¥)< Doch hiervan vind ik, in de Regiflers der Vroedfchap, niets het al- lerminfte aangetekend. Lodewyk van Nas- fau, Heer van Beverweerd > die geene kennis gehad hadt van de onderneeming op Am- Sterdam, Helde den Prinfe 't gevaar, waar- in hy zig bevondt, op 't leevendigfl, voor oogen. En vindt men gemeld, dat hem Zyne be- toen zulk een angfl aanging, dat hy, ter-k°mme- flond, be floot, in minzaame onderhande« rinS« ling te treeden met de Stad, en te gelyk den Heer van Beverweerd te zenden naar den Haage, met laft, om ter algemeene Staats- vergaderinge te wege te brengen, dat men befloote, hem, door eene plegtige bezen- ding, te verzoeken om naar den Haage te keeren, op dat zyne eer bewaard bleeve, ingeval de onderhandeling met Amfterdam den begeerden uitflag niet hebben mögt. Beverweerd vertrok , des Maandags , by tyds, van Amftelveen; gaf van 's Prinfen laft opening aan den Heere van MatheneJJe, die aannam dien ter uitvoeringe te doen brengen; en fpoedde zig zo wel, dat hy, nog dien zelfden avond, in 't Leger te rug kwam (v). De onderhandeling met de Stad werdt,Hy treedt ..... van in onder-
(*) Aitzema Herft. Leeuw, bl. 72.
(v) Wlc<ü>KtORT Tatfi. I. Livrt XV. f. 152.
|
|||||
,N
|
|||||
128 AMSTERDAMS II. Deel.
1650. van's Prinfen zyde, begonnen. Op Maan-
. , dag den eerften Auguftus, vaardigde zyne lin"mêt Hoogheid eenen brief af aan deRegeerin- de Stad. ge, waarby hy begeerde „ met zyne by- „ hebbende troepen, in de Stad ingelaaten, 9X en ter gehoor in den Raad ontvangen te „ worden, om aldaar eenige zaaken, den „ dienft van den Lande betreffende, voor „ te ftellen." 't Was niet moeilyk te voor- zien, dat deeze eifch niet zou ingewilligd worden. Ook bleek klaar genoeg, dat de Prins, met dit fchryven, voornaamlyk, be- oogde, der Regeeringe gelegenheid te gee- ven, om met hem in onderhandeling te tree- den. De Raad befloot dan, de Heeren Cor- nelis de Graaf', Simon van der Does, Nicolaas Tulp en Pieter Kloek af te zenden aan zyne Hoogheid „ om het gedrag, welk de Raad, „ tot hiertoe, gehouden hadt, te verdedi- „ gen, en den Prinfe te antwoorden, dat * Domefli-» hy, komende met zyne gewoonlyke * Huis- ftun. „ bedienden, in den Raad zou können voor- „ flellen, 't gene hy voor te Hellen hadt, „ met verzekering , dat zyne Vorflelyke „ Perfoon, met alle agtinge en eerbewys, „ ontvangen en gehandeld zou worden.'* Voorts, werden gemelde Heeren gemag- tigd, om 't gene 'er aanleidelyks tot ver- drag voorvallen mögt in orde te bren- gen, en daarvan aan den Raad verflag te doen (w). Weder- De Gemagtigden vertrokken, terftond, zydfche naar Amftelveen, en volvoerden hunnen •ifchen. laft. (») R«fol. Vroedfch. *ï. zo. 1 ^Attg, idjo. ƒ. 105 vtrfi.
|
||||
XVI. Boek» Geschiedenissen. 129
lafï. De Prins begeerde bezetting te leggen 1650,
in de Stad. Zy verzogten, dat hy terftond wilde aftrekken, en de Stad ongemoeid laa- ien (#). Doch men kwam eikanderen haaft nader. De Prins toonde zig genegen tot ver- drag, mids, van der Stede wege, niet zo flerk gedaan wierdt, op de uitvoering van het befluit der Vergaderinge van Holland, omtrent de afdanking van 't Krygsvolk ge- nomen. Ook floeg hy Burgemeefler de Graaf in 't byzonder voor, dat de dienft en ruft van de Stad wel vereifchen zouden, dat een Heer of twee van de Regeeringe ontflaagen werden. De Gemagtigden deeden, nog dien zelfden avond, verflag van 't voorgevallene aan den Raad, die befloot „ omtrent de af- „ danking van't Krygsvolk, te bewilligen „ in den jongflen voorflag des Raads van „ Staate, zo als dezelve lag; doch aan de „ andere zyde, op alle mogelyke wyzen weg „ te neemen het agterdenken, welk zyne „ Hoogheid, tegen eenige Heeren uit de 5, Regeeringe deezer Stad, hadt opgevat, „ en ook te wege te ,brengen, dat de Le- „ den, die, ftaande de Vergaderinge, door „ den Prinfe, in hegtenis genomen waren, J} wederom op vrye voeten gefield wer- „ den (y)" En de Gemagtigden keerden, op Dingsdag den tweeden Auguflus, weder- om naar Amflelveen, om, volgens dit be- fluit , de handeling met den Prinfe voort te zet-
(x) AiTzEMA Herft. Leeuw, hl. jx.
{y) Refol. Vtoedfch. N. to. i <A»g. I«$o. '/ avsndj ten acht uren f, ioj verfo, IÖ6, V. Stuk. I
|
||||
!
|
|||||
130 AMSTERDAMS II. Deel.
1650. zetten, 's Daags te vooren, was, door het
Geregt, bevolen, dat niemant zig op de Stadswallen zou hebben te vervoegen,dan het Krygsvolk , welk aldaar befcheiden was (z). Staat van Midlerwyl, hadt de Prins den Heer van 't Leger Sommelsdyk, die zig 's Maandags naar Am« voorde ftelveen begeven hadt, belafl, het volk, welk onder zyn bevel ftondt, in geheele Compagnien te veranderen: 't welk, den volgenden dag, in 't werk gefield werdt. De Heer van Steeland, DrofTaard van Buu- ren , en Schoonbroedor des Heeren van Sommelsdyk, wérdt met eenige vendels ge- legd te Spaarnedam,van waar hyegter,op bevel van Graave Willem, tuflchen den tweeden en derden, wederom optrok naar Ouderkerk (a). Sommelsdyk hadt, onder- tuflchen, van de planken van een afgebro- ken boerenhuis twee fchansjes doen opwer- pen, op den Haarlemmer-weg, by de paal van halfwege;en op den dyk, op dezelfde hoogte, die van binnen met aarde gevuld werden.'t Krygsvolk, welk hier lag,klaag- de zeer, dat het tegen hunne vrienden en Betaalsheeren gebruikt werdt, en nog ge- brek aan mondbehoeften hadt , die men, voor 't grootfle gedeelte, van Haarlem haa- ien moefl; alzo de landluiden hier omtrent weinig in getal, en Hegt voorzien waren. Doch van over 't Y werden eenige eetwaa- ren, met fchuitjes, aan den dyk gevoerd. Die
(x.) Keutb. M. ƒ. %t verft.
{*) Aitzema Heiß. Leeuw» hl. 4«+,
|
|||||
XVXBoek. Geschiedenissen. 131
Die van Delft en Leiden bragten fchoppen, iSsq„
fpaden en ander oorlogsgereedfchap naar 't Leger. De Prins nam in overleg, om den Overtoom door te graaven, en zig, daar- door, van 't overtollig water te ontladen: en waren, tot dit werk, reeds een groot ge- tal van boeren opontbooden; doch de ar- beid werdt geftaakt, doordien zyne Hoog- heid zig beduiden liet, dat hy 'er weinig dienfl van hebben kon. Men meent, dat de Overtoom, zo hy by deeze gelegenheid weg geraakt ware, niet ligt wederom hermaakt geworden zou zyn (b). Die van Amfterdam voeren, midlerwyl, De bele-
voort, met het in 't werk Hellen van't gene gerden. tot verdediging der Stad dienen kon. Devaaren Diemerbrug, de brug op den Singel, tus-™^; fchen de Reguliers- en Heilige wegs-poor- te ver- ten , en de brug by 't zwarte huis , op den fterken. Buiten-Amftel, werden afgebroken. De vaar- tuigen , vlotten, balken en 't hout van de zaagmolens werdt binnen de Stad gebragt, op dat 'er zigniemant van bedienen zou. Ook werden nog vier floepen, ieder van twee metaalen bafTen voorzien, gelegd op de We- tering. Op 't Lymzieders pad, was eene Voorval- Compagnie Metfeiaars opgeregt, die tegen len van " eenige Ruiters, op den Overtoomfchen weg k'ein leggende, werden uitgezonden. Beide de bei-aPff partyen vraagden eikanderen, of zy laß om % JjJJ te fchieten hadden? waarop niet geantwoord partyen^ werdt. Doch de Ruiters keerden, eerlang, te rug naar den Overtoom. En toen wer- den, (bj AnzAMA Hcrft. Leeuw,bl. 71, 7$. DAPPEB, */.*>».
|
||||
13* AMSTERDAMS II. Dfitó
i6$o. den, naar 'c fchynt, honderd man Stads fol-
daaten, onder den Vendrig Braakman, in het Peflhuis gelegd (V). Tien of twaalf Stads fbldaaten, met Kapitein Soeteman, een' En- gelfchman, aan 't hoofd, gezonden naar de drie Baarsjes over de Wetering , om den weg aldaar door te fteeken, en de Slooter- Polder onder water te zetten, werden, door de Ruiters, die aan den Overtoom lagen , en op hen afkwamen, ligtelykverjaagd.De Kapitein zette het eerft op een loopen, voor- geevende Jaffc tot vegten te willen gaan haa- ien van Burgemeefteren. Anderen fmeeten 't geweer weg, of fprongen in 't water, en bergden zig met zwemmen. Ken jongen uit den hoop gaf vuur op de Ruiters, en maakte zig gereed, om op nieuwste laaden, toen hy aangegreepen, afgeroft, en in de Wetering geftooten werdt: waarna men hem gelegenheid liet, om naar de overzyde te zwemmen. Een Paadje van Graave Willem, die zig in eene graauwe py vermomd hadt; een Vendrig, Rispe genaamd, en eenige E- delluiden en Ruiters, door de Amfterdam- mers, hier en daar, opgeligt, werden ge- vangkelyk naar de Stad gebragt, en niet geflaakt, dan na dat het verdrag met den Prinfe getroffen was. Op Dingsdag , den tweeden, werden, rondsom de Stad, aar- den borftweeringen opgeworpen. De brug der Raamfloote werdt toegeheid , om de vaart uit de Wetering naar de Stads graft te beletten. De Polder van 't Peflhuis werdt, « , in
(r) DAPMB, W. 297»
|
|||
\
|
|||||
XVLBoek. Geschiedenissen. 133
in de Veft, tegen over de Zeemleêrmolen, 1650,
doorgefteken. De Raampoorts-brug en de fchuttingen der Raamen werden afgebroken. Op den Amftel by den Omval > lagen drie Uitleggers, zeven Sloepen, en twee Vlot- fchuiten, voorzien van gefchut. 't Waffen van 't water verwekte geene kleine bekom- mering in de belegeraars, die den Landlui- den dikwils vraagden, hoe hoog bet wel zou können ryzen ? De Prins van Oranje deedt, des nademiddags, een' keer te paarde naar 't Huis ter Hart; doch kwam, na een kort verblyf aldaar, te Amffcelveen te rug (7Z). De Gemagtigden der Stad, in de Leger- De Prins
plaatfe wedergekeerd, vonden den Prins on-maakt geneigd, om in den naderen voorflag des een °"c" Kaads volkomenlyk te bewilligen. Doch zy- Tunt"^!^ ne Hoogheid gaf hun een Gefchrift van zy- van een ne eigen hand mede, welk woordelyk van verdrag» deezen inhoud was: ■
Memorie.
Dat die van Amßerdam refolutie nemen om
baer te conformeren met d' andere zes Provin- ciën , aengaende den Staet van Oorlogb, ende dat dienvolgens den zelven Staet van Oorlogb werde gearrefleert, ende dat zoo langhe den oorlogb tujjchen Vrancryck en Spaignen zal duyren. Oock de troupes wel te betalen, en tot de achterfiallen ordre te geven. Dat de twee Kickers uyt de Magifiraet zul-
len ge/telt worden, en aen fyne Hoogheyt eene Ac-
'0 I
(d) Holl, Merc. va» itfjo. bl. 3;, jfi, 37.
13
|
|||||
134 AMSTERDAMS IL Deei^
Jó^o» dcte gegeven werden, datje der niet wederom
zullen ingenomen worden. Dat, aengaende de andere Heeren , die ge-
vangen zyn, voor advis van Amfierdam zal ingebracht worden, dat men behoort rejolutie in Hollandt te nemen, dat die Heeren niet meer in Regeeringe zullen worden geleden Dat die trouppes, die by Hollandt zyn voor
dejen aff'gedanekt geworden, zullen haer ach' terjlal betaelt crygen, en daerin gecontinueert worden , tot datje by den Raedt van Staten zullen wejen affgedanckt. Een acïe van Confirmatie van de Staten van '
i Hollandt Dat, naer dat alles geaccordeert ende be-
vredight zal zyn, Jyne Hoogheyt in de Stadt tal comen alleen met Jyne Compagnie gardes, ende omtrent een hondert officieren. Dat Jyne Hoogheyt terflond het Leger zal
doen deslogeren Dat het gejehut van de wallen , ende het
aengenomen volck terflondt affgedanckt zal moeten worden. De Raad De Raad, nog dien zelfden avond, op 's bewilligt prjnfen Gefchrift geraadpleegd hebbende, d^e^pun- befloot in alles te bewilligen, drie punten ten na. uitgenomen: i. het verlaaten der Heeren Burgemeefteren Bicker, 2. het goedkeuren van 't vaftzetten der zes Leden, en 3. het ontvangen van zyne Hoogheid, met zyne Compagnie guardes en omtrent honderd Of- ficiers. Doch zo deeze punten niet konden weggenomen, of verzagt worden, moeden de Gemagtigden nog eens verflag komen doen (e). De (e) Refol, Vioedfch, N. xo. z~4u£,i6sa.f.i*6verf<>,iQj%
<-
|
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 135
De Gemagtigden, voorzien van behoor- 16*5$,
lyke volmagt van Burgemeefleren en Raa De Heï.
den (ƒ), begaven zig, hierop , des ande- ren Bio
rendaags, zynde Woensdag den derden Au- ker be-
guftus, wederom naar Amftelveen. en brag- flui!-en af
P ^ j ^ u j te ftaan. ten te wege, dat hun twee punten van de van de
drie werden toegeflaan. Doch de Prins vor- Regee- derde volflrektelyk, dat de Heeren Bicker ring«, zig ontfloegen van de Regeeringe. Men ont- wierp dan een verdrag van de punten, in welken men eens was, en begreep de voor- waarde , die de Heeren Bicker betrof, in een afzonderlyk punt. Alles werdt open- gelegd voor den Raad, die, terflond, be- floot, het Verdrag, zo als het lag, te bekrag- tigen; doch niet goedvinden kon, het afzon- derlyk punt aan te neemen, voor dat de Hee- ren Bicker vrywillige verklaaring gedaan hadden „ dat zy, tot behoudenis van de „ rulle der Stad en der Gemeente, zig van 9> alle verdere Regeeringe en Stads ampten „ wilden onttrekken." De Gemagtigden ireegen toen lafl, om alle bedenkelyke re- denen te gebruiken, om zyne Hoogheid van het afzonderlyk punt te doen afzien; doch zo zulks niet mögt können gefchieden, ook daarin te bewilligen. Voorts , werden de Heeren Burgemeefleren Bicker zeer affec- tueufelyck bedankt , voor bare gunfiige ver- claringe ten rufte van 'f gemeene befte ge» daen, met belofte van deje gunfte aen bare £. £. perfonen, familie ende nacomelingben, |
||||||||||||
■
|
||||||||||||
(ƒ) Zie de*«lve in dt Holl. Merc, vm» 1650. il, 37.
|
||||||||||||
- '
|
||||||||||||
14
|
||||||||||||
—-^
|
|||||||||||||||||
136 AMSTERDAMS IL Dee£
1650. by alle ge!egentheden> van wegen 't gemeen,
ta erkennen (g). Het Ver- Het Verdrag en het afgezonderd punt wer- wofdt ^en• no& ^len ze^den dag, door zyne Hoog- gefloo- neid ter eener, en de Gemagtigden ter an- ten, derer zyde, te Amftelveen, getekend, en ïnhoiICJ doorBurgemeefleren en Raaden bekragtigd. zeWe e£ ^et Verdrag behelsde „ 1. Dat Amfterdam, |
|||||||||||||||||
5>
|
zo wel als de zes Provinciën, bewilligen
|
||||||||||||||||
zou in den Staat van Oorloge, dien zyne
Hoogheid verzogt werdt te doen brengen „ op den voet van denvoorfïag, laatftelyk, „ by den Raad van Staate, gedaan; doch, |
|||||||||||||||||
J»
>» 5»
|
midlerwyl, en zo lang de oorlog tufTchen
Frankryk en Spanje duuren zou, fchoon niet langer dan drie of vier jaaren, zou de |
||||||||||||||||
j, tegenwoordige Staat van Oorloge plaats
„ hebben. 2. Dat de Stad befluiten zou, „ om de agterflallen van 't Krygsvolk, welk „ door Holland afgeweezen was , te vol- „ doen; en om orde te helpen (teilen, tot „ goede betaalinge der overige troepen. 3. „ Dat zyne Hoogheid, in de Stad gelieven- „ de te komen, gelyk de Stadhouders, zy- ,» ne Voorzaaten, met alle eere en gedien- ,, ftigheid, ontvangen zou worden: zullen« „ de hem ook, in de gemelde hoedanig- „ heid, in de Vroedfchap, indien hy't be- „ geeren mögt, gehoor worden verieend. 3, 4. Dat de Heeren van Amfterdam ter „ Vergaderinge van Holland hun beft zou- „ den doen , om alle onluften en voorge- „ vallene zaaken te doen vergeten, en de (g) Refol. Vroedfch. #. »o. 3 Am. i6$o. f. ie;.
|
|||||||||||||||||
XVXBóek. Geschiedenissen. 137
„ oude vertrouwelykheid en vriendfchap te 1650.
„ doen herftellen, houdende daarover ge-
„ meenfchap van raade met zyne Hoogheid.
„ 5. Terftond na 't voltrekken en tekenen
„ van dit Verdrag, zou de Prins het aan-
„ gevoerde Krygsvolk wederom doen kee-
„ ren naar zyne voorige bezettingen, en
„ de Stad zou de aangenomen manfchap
j, afdanken, en alles herftellen op den voo-,
„ rigen voet." Het afzonderlyk punt hielde
in „ dat zyne Hoogheid, buiten benadee-
„ ling van de eer en goeden naam van de
„ Heeren dndries en CornelisBicker^deeen
„ oud-, en de anderregeerend Burgemees-
„ ter der Stad Amfterdam, en buiten be-
j, zwaar en krenkinge van derzelver per-
„ foonen en goederen, naar deezes tyds ge-
„ legenheid , dienflig oordeelde , dat zy
„ zig ontrokken van alle verdere Regeering
„ der Stad, zonder daartoe wederom be-
„ roepen te worden. Nogtans, was zyne-
„ Hoogheid bereid, hen in perfoon te hoo-
„ ren, en zo hy dan nog by zyn gevoelen
„ bleeve, zouden zy zig vrywilliglyk ont-
5, flaan van de Regeeringe, op den voorge-
„ melden voet, mids zy zig, van nu af, van
„ de oefeningë hunner Stads ampten ont-
„ hielden (b)"
's Daags voor het treffen van dit Verdrag, De be-
hadden de algemeene Staaten, op verzoek zending
van die van Holland, eningevolge van den der a]ge"
heimelyken Iaft van zyne Hoogheid, van wel- Staaten
ken aan den,
(b) Refol. Vroedfch. N. 20. ? ^4ug. i6$o. f. 108. Ait-
ZïMA Heift. J^eeuMr, tl. 7S- Holl. Mexe, v*n i<$jo. hl. 31. Is
|
||||||||
138 AMSTERDAMS II. Deee;
1650. ken de Heer van Beverweerd opening ge« Prinfe ^aan nac*c aan ^en Heere van Mathenefle
keert (0 - beflooten, eene aanzienlvke bezending^ naar den waartoe de Heeren van Aartsbergen, Paats, Haage. Renswoude, Ofingaen Mukrt benoemd wer- den , te doen aan den Prinfe , om zyne Hoogheid te verzoeken „ dat hy naar den „ Haage te rug kwame, de vyandelykheden 3, deede ophouden, en den Koophandel van „ Amfterdam zynen vryen loop iiete (k)," Doch de bezending, den volgenden dag, op reize gegaan zynde, vernam, onder wegf dat zyne Hoogheid zig met de Stad ver- draagen hadt, en keerde, hierop, zo wel als eenige afgezondenen uit de Gecommit- teerde Raaden, naar den Haage te rug(/). Zyne Hoogheid vertrok, des nagts of vroeg in den volgenden morgen, van Amftelveen, en was, des middags, reeds in den Haage. Het Het Krygsvolk trok al eerder af, uitgeno- Kryp" men dat gedeelte, welk maar even aange- ttekt af. komen was, en tyd tot ruften noodig hadt: ' doch daar verliepen nog eenige dagen, eer de Stad goedvondt, de aangenomen waard- gelders en matroozen af te danken: 't zy dat men den Prins nog te misnoegd hieldt, om op zyne goede geneigdheid jegens de Stad vatten ftaat te können maaken; 't zy dat hiervoor eenige andere redenen geweeft zyn, die my niet zyn voorgekomen. De Stad bewilligde, eerlang, in den Staat van Oor- o '
(i) Zie hier voor, hl. 117. (^) Refol. Gener. Mart. 1 Jug.1630. bj WicquEFORT
frcitves Tom, I. p. 69%, (t) Vadeil. Hift. XII. Deel, il. 107. |
||||
XVI.Boëk. Geschiedenissen. 139
log, volgens het eerfte punt van't Verdrag 1650*
(m): waarna, by de Provinciën, tot eenen eenpaarigen voet van afdankinge beflooten werdt («). De zwaare onkoften , die de Stad, by deezen fchielyl^en overval, hadt snoeten maaken, werden fpoediglyk afbe- taald. Onder anderen, vind ik, dat aan Evert Lambertszoon, die de eerfte tyding van de aankomft van 't krygsvolk in de Stad gebragt hadt, en dus waarfchynlykde Hamburger poftlooper geweeft is, vier hon- derd guldens vereerd zyn (0). Zodanig een uitflag hadt'sPrinfen onder Aanmer-
neeming op Amfterdam, die, kort hierna, kinSen met zulk een' zwarte koole getekend werdt,opmerk in de Regifters van 's Lands Staaten. Men van™" verfpreidde , ten deezen tyde , dat zyne Verdrag. Hoogheid voorhadt, zig meefter te maaken van de Wiflelbank, om, met den fchat, die 'er in bewaard werdt, zynen Schoonbroe- der, Koning Karel den II., op den troon van Groot-Brit an je, te herftellen (p). Doch dit verdigtfel hadt zo weinig fchyns , als het Verdrag tuflchen de Stad Amfterdam en het Parlement van Engeland, welk, by eene afkondiging van den zeftienden Au- guftus , ftrengelyk verbooden werdt (5). Men wil, dat zyne Hoogheid, toen 't hem nu mislukt was, Amfterdam in te neemen by verraffing, te ligter beiloot tot verdrag met
(w)Refol. Vroedfch. N. 20. 1* Aug. ifijo. ƒ. t\overfo,
(n) Vadetl. Hift. XII. Deel , II. in.
. (t) Specificatie der Ongelden , berußende ter Thefaurie t . Kas XIII. Laade ij. (/>) AiTzEMA Herft. Leeuw, i/. 92,
(f) Keuib. JM. ƒ. ij.
|
||||
140 AMSTERDAMS ILDeei::
1650. met de Stad, om dat hy inderdaad voor 't
waflend water vreesde, en om dat hy de handeling den Gemagtigden der algemeene Staaten,die hyte gemoet zag, niet toever- trouwde (r). Doch men verwonderde zig, met reden, dat hy juift begeerde, dat de- twee Heeren Bicker en geene anderen zig ontfloegen van de Regeeringe; daar de meer- derheid der Vroedfchap, voorheen, geftemd hadt tot alle de Refolutien, die gelegenheid gegeven hadden tot 's Prinfen misnoegen. De Bickers hadden, 't is waar, veel aanziena in de Stad, en mogelyk was dit de reden, waarom zyne Hoogheid, die toch toonen moeft, dat hy op eenigen te onvrede was, hen alleen en voor anderen uitkipte. Sommi- gen vernaaien ook „ dat de konftenaaryen „ van eenigen, die zig, federt, willen te „ dringen in de poften derontflaagen'Hee- „ ren, hebben medegewerkt met 's Prinfen „ ongenoegen (j)" Doch hiervan is my De Prinsgeen duidelyk blyk voorgekomen. Klaarlyk levert de bleek, ondertuflchen,voor alle onpartydigen, Redenen ^e ongegrondheid en wetteloosheid der han- gedrag" delwyze van zyne Hoogheid omtrent de Stad omtrent Amfterdam en omtrent de Heeren Bicker in Amfter- 't byzonder. Hy hadt aan de Vergaderingen dam overvan Holland en van de algemeene Staaten fchrifte. beloofd, dat hy de redenen van zyn gedrag ' omtrent Amfterdam nader openleggen zou. Ook leverde hy, weinige dagen na zyne te- rugkomft in den Haage (f), een Gefchrift over%
(r) WicqUEEORT T»tn, I. Livr. IV. p. ipj.
(s) WicqUEFORT Tom, I. Livr. IV. ƒ>. I94. (t) Aitzema Hcrft. Leeuw, bU 79, ti*
|
||||
.'
|
||||||
XVXBoek. Geschiedenissen. 141
over, genaamd Redenen en Motiven, diefy- 165^
ne Hooghevdt hebben bewogen by der bant te nemen, f00 ten regarde van de gearreßeerde Heeren, als van 't geen aengevangen is aan , by ende ontrent der Stede Amßerdam (u). Doch in dit Gefchrift, vondt men niets ten lalïe van Amfterdam, dan dat het, nevens de andere Steden van Holland, op verminde- ring van Krygsvolk gedrongen; tot afzon- der lyke afdanking, gelyk het genoemd werdt, beflooten, en den Prinfe, als Stadhouder, gehoor geweigerd hadt. En dit werdt toe- gefchreeven aan de * onbefchaamde ßeegheid* info- en enkelen moedwil en verwaandheid van eeni-lente* ge belhamels, die hunne Vroedfchappen mis- leid, en kwalyk onderregt hadden; en tegen welker ongehoorde ,/chadelyke en verderfelyke oogmerken, {trekkende tot verandering in de Regeeringe en in den waaren Hervormden Godsdienft, de Prins dikwils gewaarfchuwd was: met by voeging, dat hy, om deezer boos voornemen tegen te gaan, en zulke werk- tuigen te weeren uit de Regeeringe, de Stad Amtterdam, met eenig volk van oorloge, te gemoet getrokken was En deeze fcherpe en algemeene befchuldigingen waren alles, wat dit Gefchrift, ten lafte van Amfterdam, of van eenige Amfterdamfche Regenten, inhieldt. Zyne Hoogheid, of liever de Grif- fier Mufch, die dit Gefchrift opgefteld hadt, begreep ligtelyk, dat zulke algemeene be- fchuldigingen, zonder byzondere aanwyzing van
(u) Zie het hy Aitzema Herft. Leeuw, fr/. 4*7. ** Wic-
<JUïIQRT T»m. I. Vreuv. ƒ. 71z. |
||||||
-
|
||||||
142 AMSTERDAMS II. Deeu
ï6*5o. vatl woorden of daaden, en zonder eenigbe-
wys, niet genoeg waren, om iemant der Am« fterdamfche Regenten in 't ongelyk te doen Hellen. Hy befloot hierom het Gefchrift, met eene verklaaring, dat hy de byzon- dere punten van bezwaarnis tegen eenigen, ten zynen tyde, openleggen zou. Doch dee- ze belofte is nimmer voltrokken. Ook moes- ten alle deeze befchuldigingen in rook ver- dwynen, na dat de Prins, eerft, ten opzig- te van de Heeren Bicker, en daar na ten opzigte der gevangen Heeren, die allen, eerlang, op vrye voeten gefield werden, mids zy zig onthielden van deRegeeringe, verklaard hadt, dat zy „ in hunne eer en „ goeden naam ongekrenkt zouden blyven:" en blykt hieruit tevens, hoe onbegaanbaar 's Prinfen handelwyze, op den eenen, met zyne handelwyze op den anderen tyd, ge- weeft zy. Onder- Zyne Hoogheid beriep zig, om zyn ge- deezer drag te regtvaardigen > ten deele op zyne
redenen. Commiflie, ten deele op den laft der alge- meene Staaten, die hy, gelyk men 't, fe- dert , altoos begreepen heeft, en nog tegen- woordig begrypt, gantfch ten onregte, dg boogfie Regeering noemt Doch wy hebben, uit den inhoud dier Commiflie, hier voor (v)9 by eene andere gelegenheid aangehaald, reeds können zien, dat dezelve hem geens- zins wettigt tot geweldige, noch ontydige verandering der Regeermge. Dat de alge- meene Staaten noch regt noch oogmerk had- den, om zyne Hoogheid tot geweldige On- der- in ßtadz. 102. |
||||||
.
|
||||||
i
|
||||||
XVT.Boëk. Geschiedenïsen. 143
derneemingen in Holland te magtigen, is 1650*
ook reeds, hier voor (w), uit hunne Refo- lutien zei ven, beweezen. En 'tlaatfte bleek nog duidelyker, na dat 's Prinfen toeleg o- penbaar geworden was. De Vergadering der algemeene Staaten befloot toen, gelyk wy boven (X) zagen, den Prins, door eene pleg- tige bezending, te verzoeken , dat hy de vyandelykheden voor Amflerdam deede ophouden,en naar den Haage keerde. Hoe kon zy dan voorgehad hebben, den Prins tot zulk eene geweldige onderneeming te mag- tigen? De meefle Provinciën antwoordden ook zo flaauwelyk op 's Prinfen brief, waar- by hy haar kennis van zyne onderneemingen gegeven hadt,dat men, uit haar antwoord, klaarlyk kon afneemen, dat het werk haar tegen de borfl was (y). Maar zo de Prins, noch by zyne Commiflie, noch door de al« gemeene Staaten, gemagtigd was tot heC gene hy ondernam; wat regt, wat fchyn van regt kon hy, of konden zyne raadslui- den. die, zekerlyk, meer dan de jonge Vorit te befchuldigen waren, hiertoe dan voor- wenden ? De Stad werdt, omtrent deezen tyd, ook Rede-
door eenigen befchuldigd, wegens het aan- nen, die gaan van het Verdrag met zyne Hoogheid. de ,Stad Zy moefl, meende men, of niet, of veelÏJêtVan? eerder, toegegeven hebben, en de zaak niet gaan van tot zulk een uiterfte hebben laaten komen, het Ver- |
|||||||||||
zo dras-
|
|||||||||||
(») JSUdz.. loj.
(x) £Uda. ui. |
|||||||||||
(V/ Zie Herft.Leeuw, bi. jtf,17. 18. %9, 90. Vaderl.
Hill. XH. Deel, H. ui. |
|||||||||||
>
144 AMSTERDAMS IlDèfit;
T650. zö ZY ^e magt met h^ > om haare ftreng
vafl te houden (zX Doch was het te ver- wonderen , dat Amfterdam niet gewapend was, tegen zulk een zeer ongewoon middel» als was eene belegering met de wapenen van den Staat ? Wy hebben, daarenboven* hier voor O), reeds gezien, dat de Stad, op den negenentwintigften July, 's daags voor dat Graaf Willem met het Krygsvolk van den Staat herwaards kwam, begon te neigen tot de omhelzinge van eenen voorge- ilaagen middelweg. 't Was dan niet vreemd, 't kwam zelfs overeen met de befte regels der Staatkunde, dat zy, zo geweldiglyk aan- getaft, goedvondt den tyd te vieren, enzig, in 't ftuk der afdankinge, te voegen naar den zin van zyne Hoogheid , en van de meefle Provinciën. Zo de Belegering veel langer geduurd hadt, zou de Koophandel der Stad eenen onvermydelyken krak ge- kreegen hebben; en zo men ware voort- gegaan met het doorfleken der dyken en hec openzetten der fluizen, zou men een groot gedeelte van Holland en van het Stigt van Utrecht een onbefchryflyk nadeel hebben toegebragt, behalve dat het waflen der in- wendige verdeeldheid den pas verzoenden vyand, mogelyk, gelegenheid gegeven zou hebben, om den Staat, op nieuws, aan te tallen. WyiTelyk, befloot de Raad dan tot een fpoedig verdrag, waarby, aan de eene zyde wel iet toegegeven; maar, aan de andere, ook fterk geftaan werdt op het ge-
(x.) Aitzema Herft, Leeuw, hl, 78.
{aj BUix.. j>S, |
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 14$
gene tot handhaaving van der Stede Pri- ié<d
vilegien en loffelyke herkomen ftrekken kon. Men flondt zyner Hoogheid gehoor toe in de Vroedfchap; doch alleen als Stad- houder , en zonder eenigszins af te ftaan van het regt, welk Burgemeefïeren hadden, om den Raad niet te vergaderen, dan na dat hun opening gedaan was van 't gene 'er zou worden voorgefteld. Van de verplig- ting om bezendingen der algemeene Staaten te ontvangen, in de Stad, werdt geen woord gerept. Ook was men 'er wel verre vanaf, om goed te keuren, 't gene zyne Hoogheid, omtrent de zes Heeren, die, ftaande de Ver* gaderinge, gevat waren, verrigt hadt. De Heeren Bicker Honden, 't is waar, uit zugt tot de gemeene rufte, en om den Prinfe te voldoen af van de Regeeringe; doch niet dan na dat zy uitdrukkelyk bedongen had- den , dat zy in hunne eer en goeden naam ongekrenkt zouden blyven: met welk be- ding , alle befchuldigingen ten hunnen las- te, zelfs met 's Prinfen toeftemming, on- gegrond werden verklaard. Schoon dan de wyze en gemaatigde Regeering van Am- fterdam iet, of, zo men wil, veel toegaf; zy bleef nogtans die zy was, en gedoogde geene de minfte krenking in haare voorreg- ten, noch in den goeden naam zelfs van h^are meefr, befchuldigde Leden. Hier ter Stede, duurde de ongeruftheid De on-
eenen geruimen tyd na dat het Krygsvolk geruft- afgetrokken was. 't Gemeen was vol wan- ÏJJJw, trouwen op zyne Hoogheid, en, volgens dam fommiger aantekening, waren zelfs de Re- duurt V. Stuk; K gen nos-
|
||||
I
|
|||||
HÓ AMSTERDAMS II.Deel.
f650. genten bedugt, dat hy den toeleg, om zig
* by verraffing mcefter te maaken van de Stad, nog niet uit den zin gefield hadt. Men hielde dan fcherpe wagt aan de Poorten. Men onderzogt de aankomende fchepen naauw- keuriglyk. Men voer voort, met het Hellen Twee van paaien in de Stads graften (b). Zelfs blokhui- werden, eerlang, in den Amftel, ter plaat- zen op fe van je groote fteenen Amilelbrug, twee fte? op- zwaare nouten Blokhuizen gebouwd, onder geregu opzigt van den Ingenieur jan Heimanszoon Koek, die van Antwerpen ontbooden was, en eenige jaaren in dienft der Stede geweeil js (c). Deblokhuizen Honden op zwaare eeken paaien, tulTchen welken, binnen be; flooten hekken, gewapende floepen konden gelegd worden. Voorts, waren de onder« tte verdiepingen der flerkten, waar zig de Konflapels en Busfchieters onthielden, ter wederzyde, en naar buiten, voorzien van gefchutpoorten met valdeuren, even als op de Oorloesfchepen, uit welken men, met grof gefchut, op roopaarden gelegd, den Aroom, en den weg ter wederzyde, befïry« ken kon. Om de tweede verdiepingen, lie- pen breede open gangen, van vooren ge- dekt door dikke houten borftweeringen, waar de foldaaten de wagt konden houden. De derde verdiepingen waren verdeeld in verfcheiden' lugtige vertrekken voor de Be- velhebbers. Ter wederzyde der biokhtii- zen, op den weg langs den Amftel, Hon- den twee hameijen, met welken de toegan- gen ftedewaards werden afgeflooten. Voorts, werdt,
(b) aitzema Herft. leeuw, tl, $1, **, (rj DAPPïR H. 302, - |
|||||
XVLBoek. Geschiedenissen, ttf
werdt, vyftig of zeftig treden van dé blok- 16*50.. huizen af, naar buiten , dwars over den ftroom, eene ry paaien geflaagen, in wel- ke, twee openingen waren tot het doorlaa- ten van vaartuigen, die met boomen gefloo- ten werden. De paal van der Stede vry- heid aan den Amftel, die zig, volgens de Privilegien , flrekte tot honderd gaarden buiten de Veffingwerken, flondt nu verre binnen deezen afïïand van de blokhuizen. waarom zy, op bevel des Raads, eerlang, zo veel verder werdt uitgezet. Ook werdt tot meerder verzekerdheid der Stad, het buitentimmeren binnen de Vryheid op nieuws, verbooden (d). Doch de blokhut zen, zulke Hevige gevaarten, die in 't jaar 1651 voltrokken werden, ftonden naauw- lyks dnejaaren. Men bevondt, zo fommi- gen willen, dat de loop en fchuuring des Amftels, door het veelvuldig en digt paal- werk onder en voor de blokhuizen , al te zeer belet werden (e). Ook werdt, in den Die fo Zomer des jaars 1654, beflooten, de oude't jaar btad, aan verfcheiden' oorden, beter te ver- If554» fterken, volgens een Ontwerpvan de m.weder0In genieurs Parceval, Koek en den Kapitein &*£ Rufius; in welk geval, de blokhuizen gee-den. nen dienlt zouden können doen: waarom ge, raaden gevonden werdt, dezelven , ne- vens de hameijen, te flegten, en 't hout el- ders te gebruiken (ƒ): en dit befluit werdt, K(1}4.efo1-Vtoedfch- "•io' •-**«!»•ƒ. "i.ttïiï:
(f) R«fou viwdto. a. »1. x jnij ,«,+. f% \%9 w«£
Ka
|
||||
Ï4« AMSTERDAMS" ïï. ÜEEt:
1650. kort hierna , ter uitvoeringe gebragt,
't Getal Maar in den aanvang van September des der Bur- jaars 1650, waren Burgemeefteren, door de defen11" Vroedfchap, gemagtigd, om de Burgerven- wordt delen, die, tot hiertoe, maar twintig fterk van twin- geweeft waren, by raade van Kolonellen eh tig op den Krygsraad, te vermeerderen in getal, vieren- 2y werden dan, kort hierna, op vierenvyf- vernfeer- ciS Compagnien gebragt, die onder twee derd. Kolonellen, de Heeren Jan van de Poll en Cornelis Wit f en > ftonden, en voor welken, eerlang, eene nieuwe Ordonnantie gemaakt werdt (g). Burgemeefteren en Oud-Burge- meefteren hadden, tegelyk, beflooten,dat een Kolonel, Burgemeefter wordende, zynë Kolonelsplaats zou nederleggen. Ter ge- legenheid van de vermeerdering der Bur- gervendelen, waardoor ook de onkoften des Krygsraads meerder werden , werdt het Poortgeld met een halven ftuiver, en het Burgerregt van veertig op vyftig guldens i; , verhoogd (b). Willem Willem de II., Prins van Oranje, wiens de rr. onderneeming op Amfterdam gelegenheid iterftv tot zo veele veranderingen hier ter Stede ge- geven hadt, overleedt aan de kinderpokjes, op den zesden November, 's avonds ten negen uuren, in 't vyfentwintigfte jaar zyns ouderdoms ft). De tyding van dit affterven was, den volgenden morgen, ten drie uuren, reeds in Amfterdam, daar veelen zig niet we-
(A Handv. bh rjo.
(h) Refol. Vroedfch. N. xo. 2, 19 Sepc. 28 Oäoi. i$j».
ƒ. 112, 115). i2o verfo. Handv. bl. isot l6jt tij» (1) VaUerl. Hiit. XII, Dtfl, W, 118, |
||||
XVLBoek. Geschiedenissen. 149
v/ederhouden konden van het geeven van 1(55»
|
|||||||||||||||
uiterlyke tekenen van blydfchap. De Dia-
kens vonden, in een der zakjes, waarin de |
|||||||||||||||
aalmoefTen onder de preeke verzameld wor-
den , eenige flukken gouds, in een papier, waarop dit ryrn te Jeezen flondt: De Prins is doodt,
Myn gaef vergroot. |
|||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||
Noyt blyder maer,
In tachtig jacr (k). De Vroedfchap befloot, op aanfchry vens De Hee*
der Gecommitteerde Raaden, een goed aan- ren Bic- tal van Afgevaardigden ter Dagvaart te zen-ker ko'. den, om orde te helpen ftellen op 'sLands™etom in Regeeringe. Ook floegen Burgemeefleren, de Re- op den agtflen, denRaade voor, of de Heeren geeringei Bicker niet wederom tot hunne voorige be- dieningen behoorden ingelaaten te worden. De Raad verflondt, dat men eerft in den Haage zou onderftaan, hoe de andere be- langhebbende Steden zig,in dit opzigt,ge- draagen zouden (/). Men vernam, omtrent twee weeken hierna, dat eenigen van dee- zen de Leden, die zig, te vooren, van de Regeeringe onttrokken hadden, wederom ter Dagvaart zonden; waarop hier ook be- flooten werdt, dat de Heeren Bicker weder- om tot de bekleeding hunner voorige waar- digheden keeren zouden (m)< Maar agt dagen na 's Prinfen overlyden, Gcboor*
be-te van
(IQ AiTZEMAHcrft. Leeuw, bl. 99.
(I) Refol. Vroedfch. N. zo. % N$v. l«jo. ƒ. Iti.
(m) Refol. Vioedfch. N. 20. tz Ntv. I6je, ƒ. ist,
K 3
|
|||||||||||||||
■ ■-.
|
||||||||||||||||
150 AMSTERDAMS U. Deee;
t#5o. beviel de Prinfes, zyne Weduwe, van ee- Wiiiem nen ^rms» ^ie Willem Henrik genaamd den in. werde, en naderhand, onder den naam van De stad Willem den III., vermaard geworden is. De |
||||||||||||||||
tot Peter
aan. |
Stad Amfterdam befloot, terftond, zig als
Peter over den jonggebooren aan te bieden |
|||||||||||||||
(«) ; en deedc hem daarna eene Pillegift
van eenduizend guldens 's jaars (0). De Prinfes Weduwe van Fredrik Henrik floeg den Staaten den jongen Prins, al vroeg, voor, tot Stadhouder, Kapitein - Generaal en Admiraal. Doch men toonde, in Hol- land , hiertoe nog luttel gezindheid. In de Vroedfchap van Amfterdam , daar men, federt de geweldige onderneeming van wy- len zyne Hoogheid, afkeeriggewordenwas van de Stadhouderlyke Regeeringe , was, reeds voor eenige dagen, bedooten, voor eerft niet te treeden tot de aanftelling van eenen Stadhouder. By dit befluit, vondc men geraaden te blyven, na dat de brief De Stad, der PrinfeiTe - Weduwe gelezen was. En- befluit, jg om web te nemen de vrefe die men wei |
||||||||||||||||
voor«
eerft, niet te komen tot de aanftel- |
||||||||||||||||
heeft gehadt over de al te groot e authoriteyp 9
die de Stadthouder ende Capiteyn-Generaalheeft gehadt off gebruyekt , nu leßelyck ooek niet zonder gevaer van den geheelen Staet door quaet |
||||||||||||||||
linee van m&t,üm van dangereufe ende niet gequalificeer-
eenen de Raedshyden; werdt geraaden gevonden, Stadhou- dat, van nu voortaan, in de Provincie van Hot-, der, en landt ende Weftvrieslandt, als een grondwet dfgheden van ^en ^taet» vafi wer^e &eßelt' °$men t%a'
vond
• *
»■ ,
(»)tReföl. Vroedfch. N. zo. itf Ncv. Iijo. ƒ. ii.i wr|i,
(»j AiTilMl Ui. Dtil, bi. ai. |
||||||||||||||||
XVI.Boek. 'Geschiedenissen. I5r
vond off morgen zoude mogen meenen 'f hebben i6V<$;
van eenen Stadt houder off Capiteyn over de mi- „ . litie van Hollandt te lande ende te water, 't houder welck nochtans niet te paffe comt als by abfen- en Ka- tie van den Prime van den Lande, dieder nuPltein- niet en is9 dienfligh te we/en; ende off men n?r boven dien noch zoude mogen meenen, datter cen en feenigen tyde zoude dienen te worden gefielt denzelf- een Capiteyn Generael over de militie van de den Per- Geunieerde Provinciën ende Conqueflen van dien, [°°dnra°aP onder goede Inßruäie, by onderlinge bewilli- „tnJ ginge te arrefleren; dat men, in zulcken geval het zelve Capiteynjchap - Generael nimmermeer zal laeten comen ende concurreren in een en de- felve perfoon van den voorn. Stadthouder off Gouverneur over Hollandt ende Wefivrieslandt, indien Zeeland daer toe als vooren niet mocht verflaen; maer dattet altyt zullen moeten we- fen diflincle ende feparate per Jonen, om abän- dere provinciën y door Hollands exempel, inden haren daertoe mede te bewegen: ende om nu te fluyten de menêes, die worden aengewendt om te obtineren voorige charge: werdende de Gedeputeerden ter Daghvaert gelafl endegeau- thorijeert, met de meejle dexteriteyt ende Jecre' teffe, de zaecken derwaerts heenen te flieren , by de'Leden, daer zy de beße inclinatie ende meeflc confidentie by vinden: ende den Heeren xxxvi. raden op den eedt belaß, de Jen te Je- er et eren (p). Wy hebben dit merkwaardig befluit wel, Aanmer-
met de eigen woorden van de Vroedfchap, kingen willen voordraagen, op dat men zien zou, over die 5 hoêbefluit' (p) Rcfol. Vroedfch. N. 20. 2 Dec. U$o. f, 12$, ije,
K4
|
|||||
I
|
|||||
\ .
|
|||||
15* AMSTERDAMS ÏLDeel:
1650. hoe vroeg de Stad Amfterdam reeds ge-
neigd heeft tot de fcheiding van het Stad- houderfchap en Kapitein -Generaalfchap , waartoe, eerft in 't jaar 1667, beflooten werdt. Ook blykt, uit dit befluit, dat de geweldige onderneeming van wylen den Prin- fe van Oranje der Regeeringe van Amfter- dam eenen afkeer ingeboezemd hadt van de Stadhouderlyke Regeeringe , immers van het hoog gezag, welk de Stadhouders voormaals gehad, of geoefend hadden. De Stad De Staaten van Holland, den agtftenDe- verkrygt cember, beflooten hebbende, dat de ftem- dTver°Pmende Steden » welker Wethouderfchap,
kiezing door den Stadhouder, plagt befteld te wor- vanSche-den, voortaan, van hun Oclroi zouden kon- penen. nen verzoeken, om haare eigene Wethou- derfchap te beftellen; zo verwierven, ver- fcheiden' Steden, terftond, zulk een Oftroi (q). Te Amfterdam, plagt de Stadhouder alleenlyk Schepenen te kiezen, uit een dub- bel getal, door de Vroedfchap benoemd. Poch nu verzogt de Regeering, dat deeze verkiezing door Burgemeefteren gefchieden mögt (r); waartoe, den twee en twintigften December , O&roi verleend werdt, door de Staaten (j). Oordeel Op de Regeering der Vereenigde Provin- van ee- vinCien in 't gemeen, werdt ook, eerlang, magtic-6 een'ge orde beraamd, in eene buitenge woo- ém der ne Vergadering, die, op verzoek der Staa- Staaten, ten van Holland, befchreeven was. Wy ftaan
((f) Vadert. Hift. XII. Deel, hl. ij*.» ij«.
(r) Rcfol. Vroedfch. N. 20. tj Det, JÖjo. ƒ, ij». ■ (>) Handv. hl. 10&. [iji.j |
|||||
^riMÉkudl
|
|||||
XVI.BöEK. Geschiedenissen. 153
Haan niet ftil op verre het meefte, welk in 1650.
deeze aanzienlyke Vergadering gehandeld over de werdt (O» om dat het Amfterdam niet in 't Redenen byzonder betrof. Doch in Juny des jaars van wy- 1651, toen de bezigheden der groote Ver *fn zvne gaderinge omtrent afgeloopen waren, bragt he°^" de Raadpenfionaris Jacob Kats > die voor- ifeUL, hadt zyn ampt neder te leggen, het Ge- fchrift, waarin wylen zyne Hoogheid reden gaf van den aanflag op Amfterdam en van het vatten der zes Heeren, welk, tot hiertoe, beflooten , onder hem beruft hadt, in de Vergaderinge van Holland. Men leide in beraad, of men dit Gefchrift verbranden, of openen en leezen zou, en men befloot tot het laatfte. 't Werdt-vervolgens gefield in handen van eenige Ge magtigden, die oor- deelden „ dat het, fchriftelyk, behoorde „ wederlegd, en de wederlegging aan de „ groote Vergadering overgeleverd te wor- j, den; dat men de bezending, in 't voor- „ leeden jaar, aan de Steden van Holland „ gedaan, ook behoorde te veroordeelen, j, als ftrydig met den vorm der Regeerin- „ ge; en dat men de andere Provinciën be- „ hoorde te verzoeken, dat zy de Refolu- „ tien, die, den vyfden en zesden Juny des 3, voorleeden jaars , door eenige weinige „ Afgevaardigden ter algemeene Staatsver- „ gaderinge, uit ontzag voor de aanzienlyk- „ neid des Prinfen van Oranje, genomen 5, waren, wilden afkeuren, voor nietig en „ van geener waarde verklaaren,en te ge- » Ijk
(/) Zit Vaderl. Hill. XII, Dttl, hl. 151 enz.
K5
|
||||
ÏS4 AMSTERDAMS • ILDeee;
16*51. 5> lyk intrekken de afgeperfte dankzeggin-
„ gen, aan wylen zyneHoogheid gedaan.'* Éindelyk, veritonden de Gemagtigden „ dat „ men> by duidelyke Refolutie, behoorde 5, te verklaaren^enaanflagopAmfterdam, „ en het aantaften der zes Heeren te hou« * Attentat. » den voor een * toeleg op de vryheid, hoog- ,, heid en fbuverainiteit deezer Provincie, „ regelregt ftrydig met alle Wetten,Reg- „ ten en Privilegiën." 't Befluit, welk de Staaten van Holland hierop namen, kwam genoegzaam overeen met het gevoelen der Gemagtigden. Leiden alleen oordeelde, dat dit befluit niet naar den gewoonlyken vorm der Regeeringe genomen was (u). De Heer De Staaten van Holland deeden, omtrent van Som« deezen tyd,ook onderzoek naar denopitel- melsdyk ier van dit Gefchrift, en van een ander, be- dfetde". heizende Klagten ever die van Amfterdam, Wegens welk, door zyne Hoogheid, kort na des- zyn aan- zelfs te rugkomft met de bezendinge , ter deel in Vergaderinge van Holland, ingeleverd was: den toe- enmen bevondt, dat beide deeze fchriften, Amfter- immers net laatfte zekerlyk, door den Grif- dam. fier Mufch, was opgefteld (ü); doch dee- ze was, den zesentwintigften December des jaars 1650 , overleeden (iy) , waarom 'er niets tegen hem gedaan werdt. De Heer van Sommelsdyk, die de hand gehad hadc in den aanflag op Amfterdam, verneemende, dat 'er ook naar zyn gedrag onderzoek zou ge.
(u) Refol. Holl. IJ»I« ,19 Jttny ,2} lAug. itfyi. bl, 2$si,
(v) Zie Aitzema Herft. Leeuw, bl. 4jj enx,.
(wj Holl. Mcrc. f*» ïSjo. bl. «j. |
||||
XVIBoëk. Geschiedenissen. ï$s
gedaan worden, waarop de Stad, inderdaad» j<S$f.
zeer gefield was (#); boodt zig zelven ter verantwoordinge aan. Men befchtildigde hem „ i. dat hy, in den eed van Holland „ zynde, kwalyk gedaan hadt aan het lei- „ den van Krygsvolk naar Amfterdam, op „ bevel van zyne Hoogheid. 2. Dat hy de „ wallen van Amfterdam hadt befpied. En <. „ 3. Dathyverfpreiderwasvan het gerügt, „ dat deeze Stad zeker Verdrag gemaakt „ hadt met het Parlement van Engeland." Doch hy bragt hiertegen in „ t. dat hy, „ als Kolonel, ook onder zynen Kapitein- „ Generaal ftondt, die hem, wegens 't „ fchenden van zynen Krygseed, zou heb- „ ben können doen ftraffèn; behalve dat j, zyne Hoogheid ook groot gezag hadt in „ zaaken van Regeeringe, en in Amfterdam „ alleenlyk begeerde gehoord te worden, „ over 't gene den dienft der Landen be- „ trof. 2. Dat hy zig zo korten tyd in Ara- „ fterdam hadt opgehouden, dat het hem „ onmogelyk geweeft zou zyn de wallen te „ befpieden; en dat hy, met zyne reize door „ de Stad, niet anders beoogd hadt, dan „ den tyd af te meeten, dien de Ruitery „ zoü noodig hebben, om van Scherpen- „ zeel te Amfterdam te komen. 3. Dathy, „ wegens de gemeenfchap tuffchen 't Par- „ lement van Engeland en de Stad Amfter- „ dam, niets hadt gezeid, dan 't gene hy, „ weinige dagen te vooren, uit den mond „ van zyne Hoogheid, verftaan hadt." Voorts,
(x) Refo!. Vtoedfch. N. xo, x© July idji, ƒ. iöj. i
|
||||
Ï5* AMSTERDAMS E DeeC
16ki. Voorts, fchreef hy 't voornaam beleid van
' den aanflag op Amfterdam toe aan Graave HyworcitWillem Fredrik. De Staaten van Friesland begree- namen, hieruit, onder anderen, gelegenheid, eenVal- om ter Vergaderinge der algemeene Staa- gemeene ten te dringen op de afkondiging eener al- Vergiffe-gemeene vergiffenifle van 'tgene,in'tvoor- nifie, leeden jaar, voorgevallen was« Doch de Jji^j Staaten van Holland vonden geen genoegen dende11 in 't ontwerp, welk desaangaande gemaakt van de was (y\ Amfterdam in 't byzonder ftondt Regee- »er fterk op, dat de zaak van den Heere van nnSe* Sommelsdyk voor 't Hof betrokken werdt (2). Hy befloot, federt, zig in zo verre fchuldig te erkennen, dat hy,openlyk, ver- zogt, onder de algemeene Vergiffenifle, te mogen begreepen worden. Amfterdam be- weerde, in 't eerft, dat men 'er hem van behoorde uit te zonderen;doch ftondt,wat laater , toe , dat hy 'er oijder begreepen werdt, mids hy zig , vrywilliglyk, of in gevolge van een Staatsbefluit, van alle amp- ten van Regeeringe in Holland onthielde (a); waartoe hy, eindelyk, komen moeft. De algemeene Vergiffenis werdt toen vaftge- fteld , en vervolgens afgekondigd. Men verklaarde, in dezelve „ nu noch ooit te |
|||||||||
5»
5» |
zullen gedenken aan de onluften des voor-
leeden jaars, en de Refolutien van den vyfden en zesden Juny, met al wat, uit |
||||||||
,, kragte van dezelven, verrigt en onder-
„ no-
(y) Vadetl. Hift. XII. Peet, tl. 194-19«.
(z.) Refol. Vroedfch. N. zo. 19 Jtdy lóJI. ƒ. I«SJ verf«. (*) ILefol. Vroedfch. N. 20. 24 Juty, 1 Au%. ié#l. ƒ. 16« verf», i«7. |
|||||||||
XVXBoek. Geschiedenissen. 157
^ nomen was, voor nietig en van onwaar- ló^r,
„ dé; van al 't welke de blyken en over* „ blyffels geligt zouden worden uit de open* I, baareRegiftersO)." Midlerwyl, hadden eenige Steden, en ook De Re.
Amfterdam, geraaden gevonden, 't Ge-geering fchrift van wylen zyne Hoogheid, genaamdXan,Am' Redenen en Motiven, afzonderlyk te 'weder- verdek leggen, en die wederleggingèn ter Verga-digt de deringe van Holland over te leveren. Tot Heeren het ontwerpen der wederlegginge van Am-5en Bic* fterdam, waren, nevens Burgerneefteren,fchtihe- de Heeren Andrïes Bicker, Cornelis van Dr on- ïyk. keiaar en Pieter Kloek uit de Vroedfchap ge- magtigd. De wederlegging was, op den naam van Burgerneefteren en Vroedfchap - pen, ontworpen, en den negentienden July, in den Raad, goedgekeurd (c). Zy behels- de eene ronde verklaaring „ dat de Heeren „ Andries en Cornelis Bicker altoos had- „ den getoont te wefen vroome ende eerlycke Regenten, ende oprechte trouwhertige Pa*
triotten, ende liefhebbers van 't Vaderlandt;
dat zy,nimmer, eenigen voorflag gedaan
„ hadden, tot verbreekinge der Unie, ver- „ andering der Regeeringe, of der waare „ Chriftelyke Gereformeerde Religie, noch „ by gevolg tot verderf van den'Staat; maar „ dat hunne daad en en voorflagen, altyd, i 3, tot behoudenifle van den zelven, hadden
„ geftrekt; dat de Regeering volkomenlyk „ voldaan was over de wyze, waarop ge- „ mei-
(b) AitzemA Herft. Leeuw, hl. siy.
(c) Refol. Vxoedfch, N. zo. u, i» July ifti. ƒ, xtfi,
I63 verfi.
|
|||||
158 AMSTERDAMS II. Dm;
l6$i. sv melde Heeren den laft, hun gegeven,
„ hadden uitgevoerd, in de raadpleegingen „ op den nieuwen Staat van Oorlog, en op „ de afdankinge van een gedeelte van 's „ Lands Krygsvolk; waarover zy , voor „ deezen, bedankt waren, en nu nog be- „ dankt werden. Dat zy, wyders , van „ deeze raadpleegingen, van tyd tot tyd, „ getrouw verflag gedaan hadden. Dat ook l „ de werking tegen de bezending het eigen „ bedryf der gantfche Regeeringe geweefl
„ was, en geftrekt hadt tot handhaavinge 5, van de hoogheid der Provincie, en van „ de geregtigheid der Stad, geenszins om s, eenige verwydering te verwekken in den M Staat. Dat de Stad haar gedrag, ten „ deezen opzigte , reeds, in' der Staaten „ Vergadering , geregtvaardigd hadt, en „ dat zy zig byzonderlyk bedankte van het „ goed beleid der Heeren, die zy daarin 9 gebruikt hadt; welken nogmaals bedankt, . M en kofleloos en fchadeloos gehouden wer- „ den van alles, wat hun, deswege, nu of n na deezen, zou mogen overkomen(J)." •tWaar- Kort hierna, ontving de Regeering het agtig en Ontwerp van de verdediging der Staaten noodig Van Holland, over het gehandelde en ge- J*eri65 , beurde, in't jaar 1650. De Afgevaardig- licht?0 'den ter dagvaart werden gemagtigd, om het zelve, naar voorkomende gelegenheid, te vermeerderen of te verminderen, en vooral, te bevorderen, dat het in 't licht |
|||||
(*) Zk AiTZKMA Heift. Leeuw, hl. 477»
|
|||||
XVI Boek. Geschiedenissen. 159
gegeven werdt O): gelyk, eerlang, ge- x6$u
ïchiedde, onder den titel van Waaragtig en noodtg Berigt- In dit fluk, werdt het gehan-Inhoud delde over de vermindering van 't Ërygs-™11 het volk eerfl: uitvoeriglyk verhaald; en daarna» e* van den aanflag op Arnfterdam en 't vatten der zes Heeren gefproken met deeze woor- den : Middelertydt fyn , den 30 July 1650 /morgens, op 't aller onverwachtfte uytgeborflen foodanige dejfeynen , daer op wy/onder * hor-* af. reur niet /ouden hebben können of derven denC' fchrik» ken , namentlyck , dat /es Heeren uyt on/e /ouveraine Vergaderinghe , opt ver/ouck van /yn Hoogheydt , op deszelfs Kamer gekomen /ynde, aldaer in detentie gehouden, ende oock daer naer ghewapenderhandt gevanckelyk weg- gevoert, en naer den Huy/e van Louvenfleyn ghebracht /yn, als mede dat men de Stadt van Arnfterdam, /ynde de confiderabelße van on/s gant/che Provintie, ende wekkers /poedig ende onverwachte ruine , den onderganck van het gant/che Landt evidentlyck nae /ich ßepen/ou- de> /ubytelyck met Kryghsvolck van denStaet, /ecretelyck aldaer ghekomen /ynde, heeft ge- tracht te overvallen, ende 't gunt verder daer- acn dep enderende, ten /elven tyde, in 't gbe- fichte van ons ende de gant/che wereldt9isgbe- /chiedt. Voorts, werden deeze geweldige on- derneemingen toegefchreeven aan „ f ver-f pemi* „ derfelyke en/noode Raadshiden, die, omcieuß* „ hunne hyzondere driften , flaatzugt en „ belangen te voldoen , dm jongen Heer M daartoe geraaden en bewoogen hadden." Daar*
(O p.efol. Yioedfch. K, a«. %i J»lj Ufi. /, im.
|
||||
m AMSTERDAMS II. Deel;
lC$ i. Daarop volgde een breedvoerig bewys van
drie byzondere punten „ i. van het regt der j, Staaten om het Krygsvolk, in welks aan- „ houding zy niet bewilligd hadden,onbe- „ taald te laaten. 2. Van de wetteloos- „ heid der bezendinge aan de Steden van „ Holland van Juny des jaars 1650. 3. Van „ de inbreuk op 's Lands Hoogheid en Vry- „ heid, gebleeken in den aanflag op Am- „ fterdam, en in het gevangen neemen der „ zes Heeren." Waarna 't Berigt befloo- ten werdt met eene dankzegging aan Go- de, die 't Land, zo onvoorziens , zonder eenig toedoen der Regenten, uit alle dee- ze verwarringen, verloft hadt; en met eene vermaaning, om 's Lands Vryheid den na- komelingen zo ongekrenkt na te laaten, als men dezelve tegenwoordig bezat (ƒ). De Stad De onderneeming op Amfterdam hadt de verwerft Stad zo zwaare koflen veroorzaakt, datzy, vergoe- aj fcy tvc|s} 0p middelen verdagt geweefr. buifen.er was» om ^esweêe vergoeding te bekomen
gewoone uit 's Lands Käflfe. De ingelanden en op- koften , gezetenen der doorgefteken Buitenveider- en in't jaar Outewaalder Polders hadden ook zo veel gedaan geleeden, dat de Raad, reeds in 't voorlee- den jaar, verftaan hadt, dat zy daarin be- hoorden te gemoet gekomen te worden (g). En in September deezes jaars, werdt be- flooten,dat meh voor deezePolders vrydom van Verpondinge zou tragten te verwerven, ten minften voor den tyd van een jaar (h). Toe
(f) Zie AITZEMA Herft. Leeuw, bl. 48<S-ji8.
(g) Refolr Vroedfch. N. zo. z Dec. i6jo. ƒ. 130.
(b) Refof. Ywedfch. N, ao. 1 Sept. ti$s, ƒ, 177. |
||||
XVI Boek. Geschiedenissen. i6i
Tot het bekomen van vergoeding van kos- 1651.
ten aan de Stad , werdt, insgelyks, gear- beid. Men erkende, ter Vergaderinge van Holland, dat dezelven, ten diende van den Lande, gedaan waren, en dat men der Stad, wegens naaren betoonden yver en wakker- heid , grooten dank fchuldig was. Doch daar verliepen nog eenige jaaren, eer haar de gedraagen koden, ter fomme van vier en vyftig duizend vyf en veertig guldens en tien duivers, 'door 't gemeene Land van Hol- land, werden goedgedaan (i). En deeze was de eindelykeuitflageener onderneemin- g.ë, die nooit weergade gehad hadt: en, gelyk hertelyk te wenfchen is, nooit weêrgade moge hebben. |
|||||||
(i) Refol. Holl. ?o May, z6 Juny t<S?J. II. 253, 3itf,
7 Dsc. 1050. hl. %x-]. xy Maarti6$i, bl. 97. Zit e^Aanb. *p 't Leve« van H, D£ GäOOT. hl. 63 , 64. AlTZEMA IU. Qttl, bl, sis. |
|||||||
V. Stuk. L B Y-
|
|||||||
i6% AMSTERDAMS IL Deel.
BvLAAGE B Y L A A G E
U* A.
op het II. Deel, XVI. Boek.
1 ■
Lr. A.
Advys der Gecommitteerden van de Vroedfchap
van Amflerdam, wegens de propofitie van fyn Hoogheyt, gedaen tot Dordrecht, nevens den 'anderen Heeren Gecommitteerden van de Sta- • ten Generael. Geregiftreerd in 't Refolutiebeek N. so! 20 Juny 1650. f. 75 verfo enz. - Het heeft U. Achtb. gelieft ons te commit-
teren, om nader te overmercken 't geen, ter occafie van de bezendinge van de Heeren Staten Generael aen den Steden van Hollandt over de bewufte caflatie ende reductie van een gedeelte van 's Lands Militie in deliberatie is ge- weeft ; ende omme te concipiëren ende op het pa- pier te brengen de redenen, motiven ende con» iideratien , waermede de Heeren Gedeputeerden ter eerfter Vergaderinge van de Heeren Staten van Hollandt gaende van wege defe Stadt ge- fterckt zouden mogen worden, om de hoogheyt, vryheyt ende gerechtigheden van defe Provin- . cie , ende den Leden van dien tegens alle in- drachten ende nieuwigheden, die daartegen on- dernomen zyn ende verder zouden mogen wor- den , voor te ftaen ende ongequetft te confer- veren,ende voor te helpen comen oockvermy- den de disordre ende onheylen , die uyt de voorf: indrachten ende nieuwigheden zouden mogen ryfen. Wy hebben om U Achtb. laft: in defen t'ach«
tervolgen, nagefien ende geexamineert de Re- folutien van haer Ed. Groot Mo. den eerften ende tweeden defer op 't voorf: fubject geno- men, ende de propofitie daer tegens by de Ge« coia*
|
|||||||
>
|
|||||||
XVI. Boek- Geschiedenissen. 163
committeerden? van de heeren Staten Generael $yla\
gedaen aen de raagiftraet van Dordrecht, mits- l£ A. eaders het Tradaet van Unie: de. commiflle van Jyne hoogheyt al» Stedehouder .van Hollandt: d'Inflruétfe van den Raedt van State ende ver- fcheyden andere befcheyden ter materie dienen- de ; ende zyn insgelyx d.oor de Heeren ter Dag- vaert zynde geweeft bericht van diverfe omftan- digheden, die haer omtr'ent defe zaeck hebben toegedragen, zo in Hollandt als ter Generaliteyr. Ende hebben wy niet anders connen zien ende
afnemen dan dat haer Ed: Groot mo. in tnemen van de gemelte refolutien, van onbetaelt te la- ten, ende voor gelicemieert te houden de quote van defe provincie in vyf en vyftigh Compag- nien te voet ende twintigh te paerdt, ende in de reduclïe van de Compagnien voetknechten van tfeventigh koppen op tfeftigh,ende van deruy- ters van tfefligh op vyfiigh, oock in 't effectue- ren van dit gerefolveerde by aenfehryvinge aen de Capiteynen, Ridtmeefters ende Solliciteurs, op haere repartitie ftaende , gedaen hebben rt geen haerEd. Groot mo. wettelyck, volgens de natuyr van de Regeeringe, zyn vermogens te doen. De wettige macht welcke haer Ed. Groot-Mo.
hier toe by haer zelve competeert, achten wy te dependeren van de hoogheyt ende fouveraiqiteyc van de Provincie, ende gefondeert te zyn op de bekende ende onverbrékelycke grondflagh van de Regieringe: Dat in het fluck van belaffcingen •geen overftemminge plaetfe heeft, maer een yder pfovincie gereferveert blyfe de Vryheydt om de confenten die daertoe verfocht worden in te wil- ligen of te excufeeren, ende overfulx alfo het onderhouden van de militie is wel devoornaem- fte belallinge, ende die meeftendeel alle d'an« dere met haer fleept; fo wordt oock volgens de bekende ftyl van Regieringe, by petitie van den Raedt van State, van jaer tot jaer, confent ver- focht in den Staet van oorlogh, ende, by ge- L a volgh,
|
||||
16*4 AMSTERDAMS IL Deel.
ge volgh, ieder Provincie die vryheyt gelaten, om
hare confenten daerop zoo verre bepaek offon- bepaelt in te brengen, als zy vermogens zyn te prefteren, ende , ten dienflo van den Lande ver- ftaen te behooren: alfo anderfints, ende indien aen de Generaliteyt gefielt zoude zyn het getal van de militie by pluraliteyt van Hemmen vaft te Hellen, zulx dat oock de overftemde Provin- cie daeiinne haer confent mode dragen : zoo zoude, by nodigh gevolgh, d'eene Provincie d'an- dere de wet connen dellen in het dragen van de beladingen, alfo de militie niet en can onder- houden worden zonder foldye, ende de foldyen niet gevonden worden zonder belaflinge: Ende zoude hier mede den anderen Provinciën . welc- ker finantien tegenwoordigh on vergel yckelyck veel min dan Hollandt zyn befwaert, ende dies vermogens om meerder in de gemeene Lallen te dragen, nu een open wegh gebaent zyn om dele goede Provincie , door 't opdringen van voor haer ondraeghlycke laden , in confufie van finantien ende onvermydelycke mine te helpen. Dat voorts de Heeren Staten van Hollandt
defe wettelycke macht om afffonderlyck van de andere provinciën te disponeren tot de reductie ende licentieringe van de Militie op haere re- partitie (laende , in zodaniger voegen als ge- fchiedt is, niet en hebben gebruyckt, voor en- de al eer zy alle behoorlycke middelen hadden aengewendt, om de andere Provinciën tot een- parigheyt met haer Ed. Groot Mo. te bewegen, ende dat haer Ed. Groot Mo. vermits de on- vermogentheyt van hare finantien niet langer en conden patienteren, zonder den dienfl van 't Landt merckelyck te verachteren, het zelve achten wy dat de Heeren Gedeputeerden , over defe befoignes geweelt hebbende, genoegfaem zuilen doen blycken, daer 't vereyfcht wordt, door aenwyiinge van de meenighfuldige devoi- ren,
|
||||||
r
|
|||||
XVI.Boëïc. Geschiedenissen. 165
ren, die aen de Gedeputeerden van de Provin- Bylaage
cien ter Generaliteyt tot defen eynde by Hol- Lr. a. landt zyn gedaen, ftaende zoo langhwylige de- liberatien, als over dit werck zyn gevallen,en- de particulierlyck door de gevoeghfaemheydt die de Leden van Hollandt hebben getoont, mits , ter contemplatie van de andere Provinciën, zo verre affte gaen van haer Ed. eerfte refolutie van te cafferen honderd ende vyfF Compagnien te voet ende de helft van de Ruyterye: ende uyt het geen haer Ed. Groot Mo. den Heeren Sta- tin van de andere Provinciën, aengaendedeon- gelegentheyt van Hollands finantien op dit fub- ject over langh by miffive hebben geadverteert. Ende zeeckerlyckheefc oyt, ftaende den oor-
logh, de nood gedrongen om extraordinarie le- vées te doen« waer door 's lands Militie tot fulcken grooten aental van Compagnien is ge- augmenteert, gelycke ende grooter noodt dringht Hollandt tegenwoordigh, om alle Militie, die men, zonder gevaer van den Lande, mhTen can, aff te fchaffen ende te excuferen, ende die men nodigh heeft op de voet van de meefte mesnage te houden, iiadien zy oyt hare ingezetenen de vruchten van de Vrede door verlichtinge van ièhattingen ende impofitien wil doen genieten, ja zelfs haer ruine prevenieren. 't Is insgelykx genoegh bewefen ter Vergade-
ringe van haer Ho. Mo. dat dele vermindeiïnge van de Militie, waer toe Hollandt benodight is te refolveren, gefchieden can, zonder te manque- ren aen de nodige befcherminge van de Landen; ende dit alfo by fyne Hoogheyt den Heere Prin- ce van Orangien geoordeelt te zyn, can blyc- ken uyt de voorflagh van accommodement, den achttien December leftleden door fyne Hoog- heyt gedaen aen haer Ed. Groot-Mo., waerïnne wierd' voorgeflagen grooter vermindeiïnge van Militie dan tegen woordelyck by haerEd. Groot- Mo. is goedgevonden. L 3 'tls
|
|||||
•
|
||||||
16*6* AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaage 't Is mede genoegfaem bekent, dat door de wey-
Lr. A. nige ordre,die 'eris op de betalinghe, monde- linge ende discipline van de Militie, 's Lands Compagnien zoo fchandelyck defeótueux zyn, dat men tegenwoordelyck zo veel foldaten niet effe&ivelyck in dienft zal bevinden, als men na defe ende grooter caffatie ende verminderinge zoude hebben, by aldien men te gelyck ordre ftelde, om, volgens het ne art. van de Inftruc- tie van den Raedt van State,de betalinge hooft voor hooft te doen ofte bydiergelyck middel ver- hinderde dat het Lands geldt door Mortepayen niet en wierd' geconfumeert. Ende is derhalven wel te verwonderen , dat
men niet liever tracht op defe voet het Landt, niet met foldaten op 't papier maer in effefte voor- den te houden, ende dat men Hollandt boven vermogen wil furchargeeren, ende daerdoor te weegh brengen, dat men op de monfteringe en- de discipline van de Militie geen goede ordre can dellen, alfo om daertoe te comen, eerd goede betalinge moet voorgaen, die niet te pracTriferen is, wanneer de laden gaen boven het incomen. Sulx dat inderdaed die geene die hierinne Hol-
land tegengaen, niet alleen de ruine van die Pro- vincie thoonen te zoecken, maer oock de be- fcherminge ende de Fecuriteyt van 't Landt niet weynich verachteren. Ende overfulx , alfo de Heeren Staten van
Hollandt niet anders in defen hebben gedaen, als het geene haerEd. Groot Mo. wettelyck ver- mogens ende »tot voorcominge van de ruine van hare Provincie noodshalven gehouden waren , ende zonder vercortinge van 's Lands nodige be- fchermenifle conden doen, fo wordt defe ac- tie van haer Ed. Groot-Mo. buyten alle be- hooren gecontraquarreert by de andere Provin- ciën, ende in de voorf. propofitie van haer Ho. Mo. Gecommitteerdens t'onrecht getraduceert ende becladt met verfcheyden imputatien waer |
||||||
aen
|
||||||
XVI.Boek. Geschiedenissen: 167
aen U Achtb. ende de andere Leden van HoI-btlaaoï;
landt zoo wy ons verfekert houden niet fchul- Lr. A5 ! digh en zouden willen zyn. Als namentlyck, dat door defe afffonderlyc-
ke licentieringe ende reductie van haer Ed. Groot Mo. 1. zoude worden gecontravenieert het Tractaet van de Unie. a. verbroken ende o- vertreden de ordre ende voet, die tot noch toe in de Regieringé* onverbrekelyck is geobferveert, alfo aen fyne Hoogheydt ende den Raedt van State by de gefamentlycke Bondtgenooten hec opperfte Commandement, aenneeminge , afF* > danckinge off reduftie van Cryghsvolck zoude zyn gedefereert, ende van dezelve alleen de- penderen de Militie in eedt t'ontfangen, ende daervan wederorame te ontflaen ende te licen- tieren. 3. dat by gevolge haer Ed. Groot Mo. oorfaeck zouden zyn van alle de disordre, on- heylen, de ruine vän den Staet ende ingezete- nen van dien, die hier uyt ftonden te vrefen. Ende wordt met gelycke onrede noch ge-
claegt, dat haer Ed. Groot-Mo. haer niet en hebben willen voegen met de zes andere Provin- ciën, op de Staet van oorlogh, noch zelf daer- over in conferentie comen, fonder welcke ftaet nochtans , volgens de fuftenue van de gezey- de Heeren Gecommitteerdens, niet mogelyck zoude zyn het Landt buyten confufie te hou- den. Voor zo veel belangt de contraventie van de
Unie 't zelve en zien wy niet met wat fon- dament beweert mach worden, maer ter con- trarie, dewyle by het Traétaet van Unie een veder Provincie wordt gelaten by fyne hoog- heyt, gerechtigheyt ende Privilegien, ende dat nergens overgegeven ende toegeftaen wordt dat d'eene Provincie de andere in het ffcuck van belaftinge zoude mogen overftemmen, maer wel het contrarie: zo zoude defe befchuldingh wel mogen worden geretorqueert tegens de L 4 gee-
|
||||
i6*8 AMSTERDAMS II. Deel;
Avlaage -geene die Hollandt, in het gebruyck van hare
J>. A. wettelycke macht, zoecken te verhinderen. Wat aengaet d'intentie van de Unie, waer van
in defen gewagh wordt gemaeckt, defelve geen andere zynde dan de befcherminge van de Geü- nieerde Landen, ende het handhaven van een yedcrs vryheyt ende gerechtigheyt;zoo wordt- fe niet zeer wel betracht by de geene, die de Provincie van Hollandt, welcke zo veel voor haer eygen en des anders vryheyt heeft gedaen ende geleden, zouden willen onbequaem maec- ken om haer zelven in tyden van noodt te con- nen befchermen. Dat men zeyt, dat de Provinciën haer ver-
bonden hebben, omme by den anderen te b'y- ven , in aller maniere ende forme als of zy eené Provincie waren, 't zelve wordt qualyck in de- , fen gevallen geappliceert, aengezien wy willen vertrouwen dat niemandt in de Regieringe van Hollandt gedacht en heeft om contrarie te doen, mits dat men wel verftaet* dat hiermede de ge- rechtigheden van de Provinciën niet t'famen ge- fmolten zyn, maer een ycder by dezyne is ge- bleven ende verbonden den anderen by de hare te laten, ja daerinne te helpen voorftaen ende maintineeren. Gelyck oock zeer qualyck ten propooft ende
hatelyck de Religie in defèn wordt bygebracht, . alfo de queftie hier niet en is over Religie, off yets daervan dependerende,maer alleenlyckoff . de Provincie van Hollandt geconfhïngeertmach *' worden by haer Bondtgenooren om meerder Mi- litie aen te houden als zy vermogens is te beta- ler) , ende daer door in de disordre ende confu- fie . die uyt geruineerde fmantien ende onbetaelc Cryghsvolk gewoon zyn te ontftaen, onvermy- delyck te vervallen, fonder evenwel effektive meer volck in dienfi te hebben, als HolJandt^ m onder goede mesnage, wel zoude willen onder- houden. |
|||||
, ■ '•''"'■'■■■. ^.
|
|||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 16*9
Dat wyders gemelte Heeren Gecommitteer- Bylaagï
den haar fonderen op het oe. Artic. van de Unie, Lr. A. om het different, dat men tegens Hollandt op- neemt te trecken tot decifie van de Stadthou- -ders, 't zelve zoude ( onder correctie) mogen plaets hebben, zoo wanneer over de esgaliteyt ende inesgaliteyt van de Contributien tuffchen de Bontgenoten eenigh verfchil zoude gérefen zyn, waervan te verftaen is het voorf. 9« art. Ende zeeckerlyck aengezien de Provincie van Gelderland by de Vrede zoo merckelyck is ge- beneficeert, ende andere, Provinciën mede na- haer vermogen, ende na proportie van Hollandt niet en contribueren, zo ift wel reden dat eens ferieufelyck van 't veranderen ende reformeren van de quota en de contributie werde gehandelt, ende zoude als dan, in geval van differentie, dit connen te pas comen, maer niet in cas fub- jecl, in het welcke different comt gemoveertte worden over een poindl tfamen gaende met de hoogheyt ende vryheyt van de Provincie, welc- ke men niet vermach in compromis te flellen. , _ Ende zoo wanneer omtrent defe zake al ee- nigh bedencken conde vallen aengaende het dif- ferent aen den Stadhouder, des neen, zoo zou- de zulx als nu geenplaetfe hebben connen,alfo fyn Hoogheyt zich heeft gevoeght met de Ge- deputeerden van de andere Provinciën. De Heeren Gecommitteerden zeggen wel in
hare voorf. Propofitie, dat zy geloven dat de flnantien van'de Ed. Groot-Mo. Heeren Staten van Hollandt hoogh zyn befwaert ende niet wel connen dragen alle de laflen; dat is wel waer, ja het is defelve onmogelyck te dragen alle de laften; maar dat andere Provinciën willen clagen over gelyck befwaer ende onmacht; hoe groote onreden zulx zy can wel blycken allen den gee- nen die den Staet van Hollandt ende van de an- dere Provinciën is bekent. De Provincie van yrieslandt heeft byna een derde part van hare I* 5 ge-
|
||||
i?o AMSTERDAMS II. Deeu;
Btlaa-gé gemeene middelen affgeftelt, ende can noch jaer-
Lr. A. üx een goede fomme te boven ftaen, ende eeni- ge andere Provinciën hebben hare laften mede ten deele vermindert, in plaetfe dat Hollandt, houdende hare Gemeente onder de befwaernis- fe van de oude fchattingen noch zeer veel hon- derd duyfenden, na defe caflatie, ende na dat noch zeer veel andere middelen van mesnage gepractifeert zullen worde« jaerlix te cort zal com en. Ende is zeer wel te geloven, dat indien de
Provinciën in defelve onmacht met Hollandt waren, vcrfcheyden goede voorflagen, die meer- malen zyn geproponeert van 's Lands geld, in 't betalen van de Militie door goede ordre te doen ßrecken, zoo niet en zouden zyn getraverfeert geweeft, ende de mesnage beter behertight.1 Voor zoo veel het tweede aengaet dataenfyn
Hoogheyt ende den Raedt van State het opper- fte Commandement tot aenneminge ofte afdanc- kinge offreduétie van het Cryghsvolck zoude zyn gedefereert, indien men dit zoo zoude wil- len verftaen dat fyne Hoogheyt ende den Raedt van Staete daer over abfolutelyck by haer zei-1 ven zouden hebben te disponeren, zoo weder- fpreeckt men de bekende ordre ende gefteltevan de Regieringe, achter volgens dewelckc fyne Hoogheyt ende de welgemelte Raedt hiertoe confenten van de Provinciën nodigh hebben en- de gewoon zyu te verfoecken;doch indien men hier by anders nieten meent dan dat fyne Hoog- heyt, ende welgemelte Raedt, het goedvinden van de Provinciën voorgaende, de'voorf. zaeken efMueren, zo en wordt hierdoor niet verhin- dert dat de Provincie van Hollandt, hebbende eerft alle gevoegfaemheyt getoont om eenparig- lyck met d'andere Provinciën te gaen eyntelyck by haerfelve refolvere om op haer repartitie on- betaelt te laten ende voor gelicentieert te hou- den de Militie, die zy inderdaet onvermogens is te
|
||||
XVLBoek. Geschiedenissen. 171
te betalen.Oock wordt in de Inftruftie van den rvt ..--
Raed van State by 't 7 Art. wel duydelyck ge- jj A - zeyt, dat de Raden niet zullen mogen doen tot * prejudicie van de Privilegien, Rechten, Vry- heden ende Ufantien van de Provinciën in 't ge- nerael ende yeder in 't befonder: onder welcke Vryheden ende Ufantien alfo wel de voornaem- fte is het recht dat yeder Provincie altydt gehadt heeft ende gepra<5tifeert,vanzynconfentennaer het vermogen van zyne finantie ende eygen goed- vinden te formeeren; fo behooren dan welge- melte Heeren Raden van State niet te onderne- men de Provincie van Hollandt in defe gelegen- heydt daer van te beroven. Buyten dat oock by het 3a art. van de voorf.
Inftruótie de Provinciën duydelyck zeggen van haer niet te abdiceren het recht ende de macht omme by den Staten Generael, ende de Staten van de Provinciën elx in 't particulier, yeder zoo veel hun aengaet, ten tyde van noodt, off als het de zaken van de Landen zullen verey- fchen, zelffs ordre (tot diende van de Landen) in de zaecken, by hun luyden ter dispofitie van den voorf. Raedt gefielt, te mogen ftellen. Dat men yets fchynt te willen concluderen
tegen de wettige Refolutie van Hollandt door- dien de Militie in eedt is van de Generaliteyt,, . 't zelve heeft zeer weinigh fondament, alfo haer Ed. Groot Mo. de Militie, daer over hier different is niet tiyt den eedt van den Staten Generael hebben ontflagen ', maer alleen voor zoo veel haer aengaet voor gelicentieert gehouden ende dienvolgende van dê verbinteniflen, die zy aen Hollandt hadden, vrygeftelt; zonder haer verder hier inne te laten. Voor zoo veel aengaet de refolutie den eer-
ften novembris anno 1623 ter Generaliteyt ge- nomen, waerby ter occafie dat eenige Provin- ciën in de betalinge van hare Compagnien dif- JSciilteerden, end& defelve van hare repartitie |
|||||
Ï7> AMSTERDAMS IT. Deel.
BvUage affwefen, by haer Ho. Mo. verftaen is dat geen
JXA. • Provinciën vermogen uyt eygener aiuhoriteyt eenige Compagnien afFte wyfen, «onder voor- gaende commnnicatic ende refolutie van haer Ho* Mo. ende van den Raedt Van State. Daer op can dienen , dat hier door Hollandt nochte eeni- ge andere Provincie geenfints is benomen hare wettige macht ende vryheyt, uyt erachte van de welene by haer in cas fubjeét is gedisponeert; al- fo by een refolutie dierwyfe ex incidenti geno- men by de Gedeputeerden ter Generaliteytgeen veranderinge in de forme ende natuyr van de Regierïage conde gefchieden , ende aengefien bet van zelfs fpreeckt, dat de Provinciën die doemaels Compagnien affwefen , niet hebben hel- pen refolveren ende toeflaen dat zy zulx niet en vermochten te doen, zo zoude immers defe Refolutie niet meer eftecl: hebben, dan off in defen gevalle op gelycke manier ter Generaliteyt by zes Provinciën wierde gerefolveert dat Hol- landt gedaen hadde 't geen zy insgelyx niet ver- mochte , maer hierenboven zoo is de zake, waer overals doen different ende queftie was, niet vangelyke natuyr ende gelegentheytalsde zake •in defen, ende can overfulx van het een tot het ander geen argument worden getrocken , alfo de Landen doemaels in oorloge, onder een gefor- meerde Staet van oorlogh , waren, daerfe nu zyn in vrede ende in deliberatie om een Staette , formeren, oock de Provinciën, die de foldaten affwefen van hare repartitie,fchynen,naer uyt- wyfen van de refolutie 't zelve gedaen te hebben zonder voorgaende Communicatie van de ande- re Provinciën, dat in deCen niet en is gefchiedt, ende uyterlyck, dat by de toorf. Refolutie ge- fielt wordt, dat de Provinciën zulx niet vermo- gen te doen 't zelve can wefen om dat zy daer mede contravenieerde de coufenten by haer voor ajs doen gedragen, ofce quamen te manquereri iude nodige befchermenhXe va» 't Landt, oftö ° ai__
|
||||
XVI. Boek. Geschiedenissen. 173
dier off dicrgelycke andere oorfaken, ende niet Bylaagä
om dat, volgens de Unie, gelyck men nu wil Lr. A. voorgeven, geen Provincie vermochte de con- fenten in de militie na demaet van harefnantia te limiteren, want in de voorf. Refoluüe niet gefeyt wordt dat de Unie daer door wïerd ver- broocken, maer dat het onmogelycfc was ander- fints het Landt in ftate ende buyten cqnfuiie te houden, welcke reden niet en miiiteert in de- fen; dat vorders gezeyt wordt, datdefe Refo- lutie by Hollandt is geurgeert, daer van heefc ons uyt de Copievan de zelve niet connenblyc- ken. Van gelycken oock en can de natuyr ende for-
me van Regieringe niet verandert zynby 't geen door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteyt is gerefolveert in den jareióaó. omtrent de zake voorgevallen in Zeelandt, gelyck uyt de voor- gezeyde redenen claerlyckconfleert,maër daer- enboven zoo is de zake als doen by Zeelandt ondernomen van geheel andere natuyr als het te • genwoordige in differentie zynde. De Heeren Staten van"Zeelandt, gelyck UAchtb. uyte re- folutie ende acte van die tyt can blyckén, had- den alsdoenftilzwygensde Compagnien op haer repartitie gereduceert ende vermindert, 't zelve wierd' gedaen ftaende den oorlogh, wanneer de behoudenifle van 't Landt ablölutely.ck depen- deerde van de Militie, tegens de Staet van oor- logh die de Provinciën gefamentlyck hadden aen» genomen, ende, op derzelver Cönfenten , ia obfervantie was,ende dit alles zonder voorgaen- de communicatie, zulx dat hare Ho. Mo. daer van eerft advertentie cregen door den Gouver- neur van Sluys, wanneer gemelte Staten van Zeelandt nu al bezigh waren om de voorf. Re- ductie in 't guarnifoen van die Stad t'effectue- ren, fulx dat lichtelyck aff te nemen is hoe veel de zaecke in defen van de voorfeyde is ver- fchille»de5. ende dat dienvolgeude defèlye hïey |
||||
174 AMSTERDAMS IL Deel.
UYLAAGEnïet wel te pas en wordt gebracht, doch llaet en
Lr. A. pßffanfaen te mercken datdebezendinge,die da Heeren Staten Generael als doen hebben gead- drefTeert, niet geaddrefleert ginghaen deSteden van de gemelte Provincie van Zeelandt, maer aen de Heeren Staten van dezelve. Ende hoewel als doen de Provincie van Zee-
landt van het geen zy ondernomen hadde is 'affgegaen, zo heeft dezelve echter verftaen dat de Compagnien die zy gereduceert hadde niet by ordre van haer Ho. Mo. maer op haer laft wederom compleet gemaeckt zouden worden , gelyck te zien is by 't geen verhaelt wordt in een refülutie van haer Ho. Mo. van den 2 martiides gezeyden jaers 1626. Doch voor zoo veel concerneert het vaftftel-
len van, den Staet van oorlogh geformeert by den Raedt van State, dat de Heeren Staten van Hollandt daerinne,gelyck geclaeght wordt, geen Confent hebben willen dragen, 't zelve en is niet vreemt, aengezien het onmogelyck is voor defel- ve Provincie de latten van die te voldoen, ge- lyck by defen Raedt op de laefte Petitien van den Raedt van State, om die reden, oock is verftaen, dat men in de voorf. Staet niet en zoude noch- te conde bewilligen. Dat men oock, volgens de laetfte voorflagh
van fyne Hoogheyt na gedane caffatie van de op- gemelde Compagnien zoude overgeven niet meer te cafleeren, voor ende al eer de vrede tuflèhen Vranckryck ende Spaegnert geflooten, ende ia Duytslandt volcomen geexecuteert zoude zyn , 't zelve isbuyten alle reden, alfo de Provincie hiermede, tot de uytcomfte van een onfeeckerft zaek toe, haer zelve zoude beroven van de vry- heyt ende macht omme omtrent een van de im- portantfte zaken vanden Staet, na tyts gelegent- heyt te connen disponeren, Ende zouden wy, onder corredtie, wel geloven, dat de Heeren Staten' vaiï de andere Provinciën oock by haer 2el-
|
||||
XVI.Boek. Geschiedenissen. J75
zelven niet gelogeert zouden zyn om hierinnete ^vlaagh
condescenderen , ende dat men op dit fubject yt &% in Hollandt occafie zoude connen nemen van haer te bezenden. Wanneer voor 't aengaeu van de Vrede preli-
minarie geproponeert wierdt, dat men de Staet van oorlogh zoude vaftftellen, is verftaen, dat de Provinciën de vryheyt moft open blyven van daer op na gelegentheyt van zaken terefolveren. De oorfake die de Provinciën als doen gehadc hebben, van hare vryheyt in defen niet over te geven, heeft noch de Provincie van Hollandt i ende derhalven geen reden om het geen doen verftaan is te veränderen. Dat gemelte Heeren Gecommitteerden in de
vooi'f. hare Propofitie de refolutie van haer Edt Groot-Mo. trachten te fugilleren, als genomen by overftemminge ende tegens proteftatie van notable Leden, 't zelve can ter werelt niet die- nen ter intentie, van haer Ed.alfo dit nietalleen- lyck wettelyck vermocht te gefchieden, maer zelfs, aengefien de deliberatie viel over eenpoincT: van belaftinge, zoo zoude , fchoon de minfls flemme de belaftinge hadde willen excufeeren , volgens de voorfeyde maximen d'overftemminge van 't meeftendeel daer tegens geen plaetfe heb- ben ; odck en is de dispariteyt van de advifen tuflchen de Leden van Hollandt, zo wy ver- trouwen , niet daer uyt gerefen, dat de diflentie- rende Leden zouden geacht.hebben, dat de ge- refolveerde caflatie ende redu&ie tegens den dienft van den Lande gefchiede, maer op' een prefuppoft, dat het eenigh inconvenient mocht geven, 't zelve te doen zonder bewilligingh van de andere Provinciën, fulx dat defelva Leden mogen, ^efeyt worden fcrupuleux ge weeft te zyn, in aff te wachten 't onbenoegen dat de Gedeputeerden van de andere Provinciën hier •over mochten comen te toonén, ende niet gé- öordeelt dat.de zake in zich zelven was tegens de •v' forjn ' |
||||
i76 'AMSTERDAMS IL Deel.
* GE form van de Regieringe offdienft van den Lan*
t, A ' de; ende blyckt derhalven hoe qualyck de voorf. * ' Heeren Gedeputeerden dit zelve t'haren voor- deel willen duyden ;maer voor zoo veel aengaet de gedane proteftatie, ende exorbitantie daerinne gepleeght indien de Leden die dezelve hebben gelieven te interponeeren daer van niet gelieven affte gaen, zo can ter Vergaderinge van haer Èd. Groot Mo. worden gedelibereert wat men daerop nader zal dienftigh vinden te doen. Dat vorders de Heeren Gedeputeerden van de
zes andere Provinciën ter Vergaderinge van haer Ho. Mo. gelieft hebben hierover een bezendin- ge te decerneren aen de Steden van Hollandt, dies aengäende is tegenwoordig in defen ende in den jare' 1639 in gelycken gevalle wel verllaen dat hare Ho. Mo. by dit middel haer quamen te adrefïèren daer zy, volgens de ordre van de Re- gieringe, nieten behoorden, achtervolgens de welcke de bezendinge hadde moeten gefchieden aen de Staten van defe Provincie , ende niet aen de Steden in't particulier, die nietgequalificeert en zyn, om met Bondtgenoten van Hollandt, zonder kennuTe van de Staten, te handelen , in zaken de Provincie in 't gemeen raeckende, alfo niet tuflchen de Steden maer tuffchen de Pro- vinciën de Unie is gefloten, gelyck in 't voorf. iaer 1639 door de Gedeputeerden van defe Stadt ter Vergaderinge van Hollandt fchriftelyck isge- remonftreert, tot welcke fchriftelycke Remon- ftrantie wy ons in defen gedragen,, ende is des te meerder onreden ge weeft, dat hare Ho. Mo. defe bezendinge aen de Steden hebben onderno- men, alfo de Heeren Gecommitteerde Raden hebben aengeprefenteert gehadt de Leden van Hollandt op dit fubjeél te befchry ven, om Staats- gewyfe te vergaderen. ' Wat belangt de zorgelycke bewegingen, con-
•fufie ende onheylen, indien hier uyt eenige qua- Bien te ryfea dat Godt verhoede, zoo blyckt |
||||
'■
XVIBoek. Geschiedenissen. 177
Uyt het voorverhaelde wel claerlyck , dat de Bylaagp
fchuldt daer van zoude te wyten zyn, niet den Lr. Ai Heeren Staten van Hollandt, die, volgens de macht ende authoriteyt haer competerende teri diende van 't Landt hebben gedispöneert, maer liever den genen, die de wettige en ten dienfte van den Lande nodige refolutie van haer Ed. Groot Mo. met zorgelyck contramandement aen de Militie, ende met bezendinge,flrydendete- gen s d'ordre van de Regieringe aen de Steden (middelen die zelffs die geene diefe aenyaerden nieuw ende extraordinaris moeten noemen} co- men tegens te gaen, niet om dat de fecuriteit ofte dienft van 't Landt door de Refolutie van Hol- landt zoude lad lyden, want de caffatie ende reductie die d'andere Provinciën toeflaen, niet zeer merkelyck van de Refolutie van Hollandt is verfchillende, maer om dat men dit niet wil' laten voortgaen zonder Hollandt t'extorquerën 't gebruyck van de Vryheydt ende macht haer competerende , om op de petitïeri van den Raédc van State van tyt tot tyt naer gelegentheyt van haer Staet te disponeren, een poincl dat men noyt ende infonderheyt in defen niet can over- geven, zonder in Hollandts onvermydelyck ver- derff ende confufie te confenteren. Ende derhalven, om te comen tot het twee-
de Lic van de commülïe, dewelcke 't U. Achtb. gelieft heeft ons op te leggen, zo en connen wy niet anders oordeelen , dan dat het diendigh ende nodigh zal zyn by 't geen door haer Ed. Groot Mo. is gerefolveert, ende by U Achtb. voorgaende refolutie, gelaudeert ende geappro- beert, te perfideren, ende geenfints in te wil« ligen 't geen by de voorf propofitie van de Ge- committeerden van haer Ho. Mo. wordt gein- tenteert. Ende alfo wy achten dat door de voorf. nieu-
wigheden ende indrachte, onderleyt by de Ge- deputeerden van de andere zes Provinciën, worde . V. Stuk. M ge-
|
||||
■
|
||||||
178 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel;
Bylaage gefocht de Leden van Hollandt in diflèntie te
Lr. A. brengen, zoo oordeelen wy te gelyck, onder cprredie, dat U Achtb. door de Heeren Gede- puteerden, ter Daghvaert gaende, alle nadere behoorlycke devoiren gelieven te doen, om de Leden tot eenftemmigheyt te brengen, als me- de dat fyn Hoogheyt den Heere Prince van O- rangien als Stadthouder van defe Provincie da- telyck na de byeencomfte van de Heeren Sta- ten van Hollandt,ferieufelyck behoort verfocht te worden te compareren ter Vergaderinge van hare Ed. Groot Mo. ende aldaer met voorhou- dinge ende erinneringh van de Commiilie hem als Stadthouder gegeven, ernftelyck aengemaent ende verfocht, om zich niet verder in Commis- fie van de Gedeputeerden van de andere zes Pro- vinciën te laten employeren, maer te voegen tot voorftandtvande goede zaecke van Hollandt. Ende dat vorders gemelte Heeren Gedeputeer- den van defe Stadt gelaft werden, te helpen be- vorderen , dat Hollandts Refölutien uytgevoert werden met de minfte onruft ende onluft die doenlyck is, ende indien yetwes voorvalt, daer op haer Ed. nader laft mochten nodigh hebben 't zelve over te fchryven. •■
■$• $• •$•
|
||||||
TWEE-
|
||||||
*79
|
|||||||||||||||
TWEEDE. DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
ZEVENTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1651, tot het jaar 1661. |
|||||||||||||||
A
|
mfterdam, welk, inden Zomer desHooge
voorleeden jaars , door een onver-Water; |
||||||||||||||
wagt toeval, genoodzaakt geweeft was, zy- gjj0^11
ne fluizen open te zetten, en hetnaafteland hinder- te laaten onderloopen, werdt, in de Lente dam. van dit jaar, van eenen zwaaren watervloed 1651. overvallen, die meer fchade deedt. Het op- perwater hadt,in't beginvan January,diep in Duitfchland, geweldig hoog geftaan, en, wat laater, verfcheiden' Dyken,in Gelder- land en in 't Stigt van Utrecht, doen bezwy- ken. Doch Holland hadt hiervan luttel ge- leeden. De zeevloed, die, in 't laatfl van February, een gedeelte van Friesland over- ftroomde, deedt dit Gewefl, en de Stad Amfterdam in 't byzonder, veel meer na- deels. Op Zondag den vyfden Maart, met volle maan en fpringvloed, waaide het zo fterk uit den Noordweften, dat het Noord- zeewater, door de gaten der Zuiderzee, naar M 2 bin-
|
|||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||
iSo AMSTERDAMS E Deel;
1651. binnen geperft, omtrent den middag, in 't
Y en in de Stad, reeds twee of drie duim hooger flondt, dan het, in den Allerheili- gen vloed des jaars 1570, geflaan hadt. 't Water vloeide over den Nieuwendyk en Warmoesflraat. Veele fleegen hieromtrent werden met fchuitjes bevaaren. De meefle kelders, en verfcheiden' pakhuizen en lootfen liepen onder, en veele koopmanfchappen werden zwaarlyk befchadigd; anderen,ter naauwer nood, en half bedorven, gebergd; waartoe zig luiden gebruiken lieten, die, bekoord door 't hooge loon, welk men. uit- bieden moeft, uuren agtereen,tot den mid- DeDie- de\ toe,in 't water flonden. De S. Antonis- breekf °^ Diemerdyk bezweek voor den hoogen en door. ftetk aandringenden vloed, die 'er twee ga- ten in ffciet, een ter wydte van omtrent ze- ventig, en een ter wydte van vyftien roe- den; waar door 't water, met zo veel ge- welds, ten lande in ftortte, dat de ringdyk der drooggemaakteDiemermeer, tegen den De Die- avond, ook inbrak. De Meer raakte wel mermeer. zeftien voeten diep onder water. Al de plan- ender taadjen en eenige Luflhuizen werden ver- nield. De eigenaars derzelven moeiten zig, den volgenden Zomer, vergenoegen, met hunne tuinen en 'luflpläatfen, alleenlyk in fchuitjes, te bezoeken. Doch zo dra de gaten in den zeedyk geflopt waren, viel men, na 't verwerven van vernieuwinge van 't ver- leende Oótroi voor nog tien jaaren, op den zeventienden December des jaars 1652(0), (4) Haadv. hl. j4o. [gj;.]
|
||||
XVII. Boek. Geschiede-nissen. i8ï
zovlytiglyk aan het herflellen en merkelyk i6*<ri
verzwaaren van den ringdyk,en voorts aan het droogmaaken der Meer, dat alles , in weinige jaaren, wederom in denvoorigen, of beteren ftaat gebragt was (b). Nog voor 't einde van Maart, hadt de Provincie van Utrecht,ter algemeene Staatsvergaderinge, voorgeflaagen het houden van eenen alge- meenen bededag, tot afweeringe der rampen-, alomme,door hooge watervloeden,veroor- zaakt. Doch fommigen (V) tekenen aan, dat ; de Staaten van Holland, in aanmerking nee- mende, dat'er, onlangs, een bededag ge- houden was, en dat die dagen, dikwils , plagten misbruikt te worden, om uit te vaa- ren tegen de Regeeringe, te wege bragten > dat 'er niet op beflooten werdt. De aanhoudende oorlog tufTchen Frankryk De Am-
en Spanje maakte de zee, alomme, zo onvei- jterdam- lig, dat de Amfterdamfche Scheepvaart en Kooptot- Koophandel, daardoor, niet weinig belem- den Me- merd werdt. DeAmfterdamfcheKoopluiden, den den bedagt op middelen, om de zee te beveili- j?tsaJi , gen , booden den Staat aan, in vyf maan- ooriogs. den, honderd Oorlogsfchepen, twintig elke fchepen maand, te water te zullen brengen, mids aan. het Land zig verbonde, om Intrefl te be- taaien van de koften, hiertoe vereifcht,tot de aflolfing der hoofdfomme toe. Die van Zeeland deeden dezelfde aanbieding (d). Doch ik vind niet, dat 'ereenigbefluit opge- nomen werdt. • - Men (b) Holl. Merc. van \6$\. bl. 27,28,29. DOMSELAAR.
VI. Bcek^, bl. 423. COMMELIN, bl. ii(Jj. (e) AlTZKMA III. Titel, bl. tfj2. (d) AlTZEMA III. Deel, bl. 6$o. M 3
|
||||
x8» AMSTERDAMS E Deel;
1651. Men hadt, in 't jaar 1649, op 't fterk aan-
2„ be. houden van Amfterdam; doch zeer tegen vorderen den zin van Zeeland, een Verdrag vanuit- de be- ' koop wegens den Zontfchen tol' geflooten, kragti- met Fredrik den III., Koning van Deene- hetVer" mar^e * wien men > voor uitkooppenningen,
drag van drie honderd en vyftig duizend guldens 's Uitkoop jaars beloofde te betaalen (>). Doch, na wegens jje(- fluiten van dit Verdrag, maakten Zee- Zonnt> land, Overyflel en het Kwartier van Zutfen fchentol. zwaarigheid, om het te bekragtigen. Hol- land hadt, ondertufïchen, eene goede fom- me, op rekening der penningen van uitkoop, gefchooten aan het Deenfche Hof, en de Amfterdamfche en andere Koopvaardyfche- pen van ingezetenen van deezen Staat voe- ren , zonder tol te betaalen, door de Zont. Holland, en Amfterdam in 't byzonder ga- ven zig veel moeite, om het Verdrag van uitkopp te doen bekragtigen, door de ande- re Provinciën, 't Gelukte, in April deezes jaars 1651 (ƒ); doch niet, dan na dat, in 't laatft van February, een groot getal van Amfterdamfche en Noordhollandfche Koop- luiden, die op de Uitkooppenningen te fpree- ken hadden, met voorfchryvensderRegee- ringe van Amfterdam aan de Staaten van Holland, in den Haage gekomen waren,en by de Leden der Vergaderinge, onder wel- ken, Rotterdam een weinig begon te aar- zelen , zo ernftelyk, gedrongen hadden op de bekragtiging van 't Verdrag, dat 'er, ein- de- (e) Vaclerl. Hifr. XII. Deel, bl. 41.
(ƒ) Vadcrl. Hift. XII. Deel, bl, ^j. |
||||
XVILBoEK. Geschiedenissen. 183
delyk, toe beflooten werdt,mids men Zee- 165z
land genoegen gave, in 't befchermen van den Weftindifchen handel (g). Doch dit Verdrag, welk, met zo veel moeite, tot fland gebragt was, werdt, in 't jaar 1653 , wederom vernietigd. Men bevondt, dat 'er 't Land meer fchade dan voordeel van hadt; en dat 'er de Zweeden, welker vriend- fchap men toen hoog noodig hadt, zeer mis- noegd over waren. Het werdt dan, op den voorflag desKonings van Deenemarke, ver- broken (h). Het Parlement van Engeland,na 'tover- dc En-
lyden van Prinfe Willem den II., hoop ge- gelfche fchept hebbende, om een naauw Verbond Gezan- te zullen können fluiten met de Staaten , J.en wor^ hadt, in Maart deezes jaars 1651, een ge- Amfor- zantfchap herwaards gezonden, welk ftaa- dam, ont* telyk ontvangen werdt; doch onverrichter haald« zaake te rug keerde (i). De Gezanten had- den, ondertuiTchen, veel fchimps moeten uitftaan van de Koningsgezinden in den Haa* ge, en zelfs van fommige bedienden der Ko- ningklyke Prinfefle, Weduwe van Willem den II. Doch om deeze fmaadheid te ver- zoeten, werdt,onder anderen, te wege gc- bragt, dat zy, te Amfterdam, genodigd, en door de Wethouderfchap, volgens ge- woonte in diergelyke gelegenheden, treffe- lyk onthaald werden (k). Doch zy deeden, t'huis gekomen zynde,zulk een verflag van hun
(g) AlTZEMA III. Deel, hl. «jj, «54.
(h) Vaderl. Hift. XII. +W, hl. a7}. (i) Vaderl. Hift. XII. Dttl, hl. 20$ en*,, (<) AlTZEMA III. Deel, hl. 65», M4
|
|||||||
* • *
|
|||||||
xS4 AMSTERDAMS II. Deel;
l6<i. hun gezantfchap , dat 'er , eerlang, eene
Akte van 't Parlement uit voortkwam, waar- by de invoer in Engeland verbooden werdt van alle waaren, die niet voortgebragt, of gemaakt waren, ter plaatfe, daar de vreem- de fchepen, die dezelven derwaards brag- ten, t'huis hoorden: door welke Akte, den Hollandfchen en Zeeuwfchen Koophandel op Engeland, die meeft in vreemde waa- ren beftondt, geheellyk , de bodem inge- llaagen werdt (/). Een De kloekmoedigheid van eenen Smid Smid hjer ter Stede, Jan Janszoon de Dood ge-
zdvenlg naamc* > verdient der geheugenifle aanbe- van den volen te worden. Hy was, federt eenen ge- fteen. ruimen tyd, deerlyk gekweld geweefl van den fteen. Doch op den zevenden April deezes jaars, nam hy 't befluit, om zig zel- ven te redden. Terwyl zyne vrouw naar de Vifchmarkt gegaan was, flypt hy een broodmes, fnydt op de plaats, daar hy de fmert gevoelde , en perft den fteen uit de opening; waarna hy om eenen Heelmeefter zendt, dien hy toont, wat hy gedaan hadt, en beveelt, de wonde te heelen: 't welk, eerlang, gelukkiglyk gefchiedde. De fteen werdt, federt, in zilver gevat, en van in- gezetenen en vreemden, dikwils, met ver- wonderinge befchouwd (w). Sommigen melden, dat dezelve de grootte van een hennenei hadt, en agt lood zwaar was (n). Het De zwaare koften, die de Stad, federt
Poorter- eem\
(/) Vaderl. Hift. XII. Deel, hl, »II.
(m) Holl. Mcrc. ■unn 't jaar i6n, bl, 48.,
(n) Zie J. SlX VAN CHANDEJLIER Poëzy, bl. 49 j.
|
||||||
'
|
|||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 1S5
cenigen tyd, te draagen hadt, zo in het aan- i£e lt
leggen van nieuwe Veflingwerken, als in het -. opbouwen van een nieuw Stadhuis, waarvan, hierher in 't jaar 1648, de eerfte fteen gelegd was, stede gaf, omtrent deezen tyd, gelegenheid tot wordt in het raadpleegen op middelen, om hetinko- f[00t0e11 men der Stede, naar gelang, ook te doen derfchei- toeneemen: en onder anderen, werdt, in den» November deezes jaars, door Burgemees- teren , aan den Raad voorgèflaagen, of men het Poorterfchap niet in groot en klein zou können verdeelen, en de Groot-Poorters, tegen 't verkrygen van zekere byzondere voorregten, eene merkelyk grooter fomme doen betaalen(o). 't Liep aan tot den zeven 1652.. en twintigften January des jaars 1652, eer hiertoe beflooten werdt (p). Op den een en dertigften, werdt,door 't Geregt,afge- kondigd „ dat het Groot-Poorterfchap vyf „ honderd guldens koften zou, en vryheid „ geeven tot aflerlei Koophandel en Win- „ kelneering: ook tolvryheid, na jaar en n dag; de bekwaamheid om, na eene ze- „ venjaarige geduurige inwooning, tot al- „ Ie ampten vanRegeeringe te können ver- „ kooren worden; en eindelyk ook het voor- „ regt, om, in geval van misdaad , niet s, meer dan zyn lyf en honderd guldens aan H geld te können verbeuren. Het klein Poor- s, terfchap zou niet meer dan vyftig gul- „ dens koften. En zulke Poorters zouden „ tolvryheid genieten, vryen handel ennee- „ ring
(o) Refol. Vroedfch. N. 20. 3 Nov. \6s\. ƒ. 185.
(p) Refol. Viocdfch. N. 20. 27 J*n. i6$z. f. 207. IM
M S
|
|||||
V
|
||||||||
i86 AMSTERDAMS II. Deel.
1652. » ring mogen dry ven, en in alle Gilden ont-
„ vangen worden; doch niet tot ampten van „ Regeering of Regtsoefening können wor- „ den toegelaaten : ook niet genieten het „ Privilegie van, in geval van misdaad , „ niet meer dan zyn lyf en honderd guldens „ te können verbeuren. Kinderen, vaneene „ Poorteres gebooren, zouden, fchoon de „ Vader verzuimd mögt hebben, den ge- „ woonlyken Poorter - eed te doen, in 't „ Groot - Poorterfchap können ontvangen „ worden, mids vyftig guldens betaalende. „ Die jaar endag,metzyn Huisgezin, bui- „ ten de Stad woonde, 't zy op 't platte Land, „ of in eene beflooten' Stad, zou zyn Poor- „ terregt verbeuren, ten ware hy, ter Se- „ cretarye alhier, verklaard hadt,waarhy * Domi- ï> zYne * wooning hier ter Stede verkoos, ciiium. „ en hier, ten minfte twee maanden in 'c „ jaar agtereen, met zyn huisgezin, woon- „ de (qy Men beoogde, doordeezeon- derfcheiding van Groot- en Klein-Poorter- fchap, veele vreemdelingen herwaards te lokken, en het Groot-Poorterfchap te doen koopen, om tot het bekomen van aanzien- lyke ampten bevoegd te zyn: doch men be- reikte zyn oogmerk niet. De zwaare koften van het Groot-Poorterfchap, en de kleine hoop, om, fchoon men 't bezate, aan aan- zienlyke ampten te können geraaken, fchrik- ten de meefte vreemdelingen af; zo dat het, in zeftien jaaren tyds, alleenlyk eenige rei- zen weggefchonken; doch maar eens ge- kogt
(j) Handr. bl. 114. [tui]
|
||||||||
N
|
||||||||
XVII.Boëk. Geschiedenissen. 187
kogt was (r); waarom het onderfcheid tus- 16$2.
fchen Groote en Kleine Poorters, by eene Deeze Keure van den vyfentwintigften Maart des onder- 16Ó8, te niet gedaan, het Poortergeld voor fchei- elk op vyftig galdens gefield, en ieder Poor- di"g ter, tot alle Poorters• vöorregten en vryhe-jjjurom den, geregtigd verklaard werdt (». te niet Terwyl men bezig was, met het nieuwe gedaan.
Stadhuis, agter het oude, te bouwen, en de Het oude muuren van het zelve, reeds tot boven den Stadhuis grond, waren opgetrokken, floeg, op Zon- £er" , dag den zevenden July deezesjaars, des 0rnagelllk. morgens ten twee uuren, de brand in het kiglyk. oude gebouw , welk, van agteren, reeds ten deele, afgebroken was. 't Vuur liep, van omtrent het toorentje, waaronder Bur- gemeefters Kamer was, zo geweldig voort, dat het gantfche gevaarte, meeft van hout gemaakt, uitgenomen den tooren en een ge- deelte van 't muurwerk,in korten tyd,ver- nield werdt. Men houdt voor zeker, dat 'er, ter deezer gelegenheid, veele oude Re- gifters en Stukken verbrand zyn. Ook is 'er eenig geld verfmolten , en t'zoek geraakt. De fchilderyen, waarin de aahflag derHer- dooperen op de Stad, en de ftraf, daarover geoefend, waren afgebeeld, en die op de Kamer van CommilFarilTen van kleine zaa« ken hingen, werden door de vlam verflon- den. Ook verbrandde de oude venfters in de puije of 't Zegelhuis, waarin men de ga- ten plagt te können zien, die, door de ko- gels, (r) Refol. Vroedfch. Lr. F. 21 May US%. f. SS.
0) Handv. */. iz$. |
||||
i8S AMSTERDAMS II. Deei;
1652. £ek> gefchooten op de Herdoopers, toen
deezen het Stadhuis inhadden, gemaakt waren. Doch 't gaat vafl, dat 'er ook zeer veele Boeken en Schriften, en het meefte geld uit de Wiflelbank, daar, zo fbmmigen aantekenen (f), de vlam gefluit werdt, in veiligheid gebragt zyn. En in de Aanteke- ningen van eenen der Brandmeefleren (1), lees ik, dat 'er, naar gelang der felheid van den brand, weinige wezenlyke fchade ge- fchied is. Eenige y veraars voor Stads dienffc flreefden, midden door de vlammen, naar de Secretarye, en keerden, met armen vol boeken en papieren, te rug. Een was 'er, die naar de Weeskamer liep, toen zy in vollen brand ftondt, en de boeken en regis- ters, welken hy magtig worden kon, ten venfteren uit, op ftraat fmeet, daar zy waar- genomen en gebergd werden: waarna hy zig, by een touw, langs den tooren, nederliet, alzo de trap, die hy opgekomen was, reeds was afgebrand (u). 't Geld uit de WifTel- bank werdt ook, by zakken vol, op de ftraat geworpen. De burgery kweet zig loffelyk, in, zo veel mogelyk ware, te bergen van 't gene geoordeeld werdt, de meefte waarde te hebben (u). Wonder is 't, dat 'er, in deeze gevaarlyke verwarring, niemant om- kwam, of zelfs van belang gekwetft werdt. In 't noorden van den tooren, ftondt een ton- netje bnskruids, welk, vuur vattende, in de lugt
(t) Holl. Mcrc. van iäjz. hl. 71.
(u) Holl. Merc. van 1652. hl. 7z. (i/J Zit J. SlX VAN CHA.NDELJKK. Poezy, hl. %1\ tnz,. (1) Herbert Govertsz, van den Oever.
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 189
Jugt vloog, en een ftuk muurs medefleepte, 165a;
zonder eenig menfch te befchadigen. Bur- Voor- gemeefteren, fpoedig berigt gekreegen heb-?orS va& bende van dit ongeluk, hadden terflondde2J2£ Schuttery en Stads foldaaten in de wapenen ren, doen komen, en wallen, poorten, ftraaten en bruggen doen bezetten, om 't "graauw, dat op plondering vlamde, van den Dam te houden, of het ontkomen te beletten, zo zy 'er reeds waren, en met den gemaakten buit meenden door te gaan. Veelen, en de Wet- houderfchap zelve vermoedden, in 't eerft, dat de brand voorbedagtelyk geftigt was. Men vondt, des ogtends ten vier uuren, eenige tonnetjes buskruids in een fchuitje in de Prinfen-graft onder de Reebrug, 't welk fommigenin dit vermoeden vérfterkte. Doch dit buskruid lag te ver van 't Stadhuis, en kon wel meteen geheel ander oogmerk der« waards gebragt zyn. 't Werdt egter,in der» eerflen yver, aangehaald,en in 't water ge- fmeeten.Naderhand, werdt,met de rneefte waarfchynlykheid, geoordeeld, dat de brand veroorzaakt was, door de nalaatigheid en kwaade toevoorzigt der Ruiter wagt, zynde, by onderzoek, gebleeken, dat de brand eeril befpeurdwas, op4eTurfzolder, die een venller hädt', welkböven de'Kaak uitkwam, en digt gelegen was aan de Kamer^ daar de Kooijen ofKrebben van de RuitérwagtHon- den , en waar de meeden Hiep en, terwyl twee verpligt waren, fchildwagt te houden O). Ver-
ft») Informatien, genomen op den 13 July i6$z. beu- tende ter Thefaftriei in de D»oz,c G. Lt. Q. |
||||||
ïoo AMSTERDAMS ILDeel;
z6$2* Vermoedelyk, is 'er,op deeze zolder, eeni-
ge onvoorzigtigheid gepleegd, die de Rui- terwagt hadt moeten voorkomen, of tydig ontdekken. Immers, zy werdt, met goed- vinden des Raads, by voorraad, afgedankt, terwyl aan Burgemeefteren de magt gelaa- ten werdt, om ze, des noods , wederom aan te Hellen (», gelyk, federt, ook ge- fchied is. Ten agt uuren des morgens, was de brand genoegzaam geblufcht. Doch de poorten , ketens en draaiboomen bleeven nog, met burgers en foldaaten, bezet. Bur- gemeefteren en 't Geregt kwamen byeen in de Herberg de Prins, agter de Waage, al- waar terftond eenige Kamers tot Burgemees- ters-, Schepens-, Raad- en Weeskamer be- kwaam gemaakt werden, dieegter,na eeni- ge dagen verloops, naar 't Prinfenhof wer- den overgebragt. De WiiTelbank werdt in den Jan-Rooden-Poorts-tooren geplaatfl, daar elk, den volgenden dag,reeds weder- om in 't affchryven geryfd werdt. De De- folaate-Boedels- en Aflurantie-Kamers wer- den in 't oude Weftindifche Huis op de Heeren-markt gehouden,en tot het uitvoe- ren van lyfftraffen, eenige vertrekken bo- ven de Waage op den Dam gebruikt, voor welke ook het Schavot werdt opgeregt. De tooren van 't verbrande gebouw,dreigende in te ftorten, werdt, 's daags na den brand, met dikke kabels gefchoord, en vervolgens afgebroken. Doch op den zevenden des a- vonds, was reeds aan de Herberg de Prins, daar
(x) Rcfol. Vrocdfch. N. 20. 11 July U$i.f. i+j.
|
||||
XVILBoek. Geschiedenissen. 191
daar 't Geregt toen vergaderd was, afgele- 1652.
zen „ dat elk, die eenige Papieren, Schrif- %) ten, Boeken, Geldof iet anders onder zig „ hebben mögt, welk in den brand vermifl „ was, het zelve, op lyfftraffe,zonderuit- „ fiel, in de Prins op den Dam leveren „ moefr. (y)." Veel fchade werdt 'er, on- dertmTchen, door de Stad, geleeden aan 't geld, welk, door de hitte gefmolten was, en, na eenige dagen, aan klompen van twin- tig- en dertigduizend guldens, uit de puin- hoopen, gehaald werdt (2). Een deel be- fchadigde Ryksdaalders bleef eenige jaaren leggen in de Wiflelbank, zonder dat zy ver- , munt, of verkogt werden. Doch alzo, in 't jaar 1664, de prys van 't ongemunt zil- ver hoog gereezen was, gaven Burgemees- teren den KommifTarhTen van de Wiflelbank verlof, om deeze Ryksdaalders , gelykze waren, te mogenverkoopen (a).Eenlerfch Koopman, Steven Frenks genaamd, een von- nis van namptiffèment van zeven en twintig honderd vyf en zeventig guldens en drie fluivers in zyn voordeel verkreegen hebben- de, welke fomme, in een kasje op de Re- kenkamer , gelegd was, hadt verzuimd, de- zelve van daar te ligten, om dat hem de fpecie niet aanftondt. Dit kasje was ook ver- brand , en 't geld gefmolten, in zo verre, dat 'er niet meer dan omtrent zevenhonderd zes en zeventig guldens van te regt gekomen wa-
O) Keutb. M. ƒ. IJ9-
ix.) DAPPKR, hl. J32. DOMSELAAR IV. Be<k , kl. 4.
COMMFXIN, bl. 2J7. (aj Groot-Mcmorinal N. V. ƒ. i$\ vtrf».
|
||||||
>
|
||||||
I
|
||||||
102 AMSTERDAMS ILDeel.
1652. waren. Frenks verzogt, federt, vergoeding
' van fchade uit Stads kaffe (b). Doch mj is niet gebleeken, dat in zyn verzoek bewil- ligd werdt. Het verbranden van het oude Stadhuis gaf, federt, gelegenheid, dat, met het opbouwen van het nieuwe , vlytiger voortgegaan werdt, hoewei 'er nog drie jaaren verliepen, eer men 'er zitting in nee- men kon. 0 De oneenigheid tufTchen den Vereenigden teTm- Staat en de tegenwoordige Regeering van
iterdam, Engeland, omtrent deezen tyd, tot open-, verwekt' baaren oorlog zynde uitgeborften, was men door een te Amfterdam vlytiglyk in de weer, met SbJST. hetuitruften vanOorlogsfchepen tot 's Lands gezellen Vloote, die, onder't opperbevel ftondtvan van 's den Luitenant-Admiraal Maarten Harperts- *f?nds zoon Tromp. Tot het bevorderen deezer te' uitruftinge waren eenige Heeren uit de Ver- gadering der algemeene Staaten gemagtigd, die hunne byeenkomften, hier ter Stede, hielden op het Weftindifche Huis. 't Geviel, in September, dat, eenige Oorlogsfchepen, die te Amfterdam uitgeruft waren, ïn't Vlie ingeloopen zynde, een goed getal van ma- troozen, door weinige belhamels aangezet, de hoofden byeen ftak, en, tegen dank van de Heeren CommiiTariiTen der Monfteringe, en van de Kapiteins der fchepen, de zwarte Leeuw en de Kroon, met de boot, naareene Kaag voer, en zig met dezelve naar Amfter- dam liet brengen; daar zy, des Zondags den vyftienden September, aankwamen, enter- J flond (b) Refol. Vrocdfch. X. U, *.\.M*art usi. ƒ• 4<J.
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen; 193
#ond affpraken, om's anderendaags te ver- 1652;
fchynen op 't Weflindifche Huis, en den Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus« tinge volle betaaling der vier, of vier en een halve maand agterflallige foldye af te vorderen, of, by weigeringe daarvan, den Heeren den dienfl op te zeggen. Zo ge- zeid, zo gedaan. De muitende matroozeri der twee fchepen begaven zig, des Maan- dags, voor agt uuren, naar 't Weflindifche Huis, daar zy nog vyf- of zeshonderd man van de andere fchepen vonden. Zy benoem- den 'er eenigen, die binnen ftaan zouden, en den Heeren hunne begeerte voordraagen. 't Gefchiedde. Men bejegende hen minne- lyk, beloofde hun genoegen, en twee maan- den gaadje op rekening te zullen geeven, zoze flegts wederom fcheep wilden gaan. Doch hiernaar haddenze geene ooren. Zy Itookten in tegendeel eikanderen op, om dagelyks op 't zelfde uur te verfchynen op 't Weflindifche Huis, tot dat zy hunnen vol- len eifch en toezegging der hoogfle gaadje, die thans meerder was dan zy bedongen had- den , zouden verkreegen hebben. Zy be- gaven zig dan, den volgenden dag,weder- om derwaards, en werden, op gelyke wy- ze, met goede woorden, afgeweezen. Mid- Twee lerwyl, hadt men zorg gedraagen, dat eeni- belha- ge Stads foldaaten, met den Major Jacob mels Mickeraan 't hoofd, zig vervoegden voor en ^!^n op 't Weflindifche Huis, daar 't muitend Bootsvolk, ten derden dage, wederom, in groote menigte, famengevloeid was. Antoni V. Stuk. N J* • |
||||
194: AMSTERDAMS II. Deel;"
16$ 2. Jakobszoon van Koppenhagen, een der voor-
naamfte belhamelen, dien dag, wederom zullende binnen ftaan, was met zyne mak- kers afgefproken, dat zy hem, zo hy gevat mögt worden, terftond, ontzetten zouden. Hy kwam, vervolgens, wederom voor de Heeren, daar hy de maandgelden vorderde met zulke onhebbelyke en dreigende woor- den , dat men geraaden vondt, hem, door den Major Bicker en eenige Schouts-Die- naars , te doen vatten. Hy zogt zyn mes te trekken, en zig te weer te Hellen; doch 't werdt hem belet. Buiten gekomen, om weg- geleid te worden, trokken eenigen van zy- ne makkers, op zyn geroep om ontzet, de meflen; twee of meer van welken ook ge- vat werden. Voor de poort van 't Weftin- difche Huis , hadt zekere Joris Janszoon ftaan fchelden op de foldaaten, terwyl eeni- gen , en vermoedelyk ook hy, met fteenen over de muuren geworpen hadden. Immers, men vondt hem alleen , flaande voor de poorte , en den Onderfchout Willem van Buil, met eenige dienaars, gekomen, om naar de fteenwerpers te zien, toegraauwende, hier ben ik, gy hebt het hart niét, dat gy fchiet, of wy zullen 't huis om ver haalen.Hy werdt, hierop, aangegreepen, en ook, na eenigen tegenftand, gevangkelyk weg ge- leid ; waarna de overige muiters afdroopen, zig voorts flil hielden, en eerlang weder- om fcheep gingen, en ter >t Geregt van Amfterdam veroordeelde, brastge" den volgenden dag, zynde den negentienden Sep-
|
|||||
\
|
|||||
XVttBóEK. Geschiedenissen. 195
September, Antoni Jakobszoon en Joris Jans- 165&
zoon, op hunne bekentenis, ter galge (c), welk vonnis, den twintigflen, werdt uitge- voerd. Men hadt het fchavot voor de Waa- ge opgeregt, en, tot voorkoming van op- roer , die ligtelyk zou hebben können ver- wekt worden, dóór de menigte van matroo- zen, welken zig, tot reddinge hunner mak- keren , verbonden hadden, den Dam, met drie vendelen Stads foldaaten, doen bezet- ten; die laft hadden tot geene daadelykhe- den te komen, ten ware men onderneemen mögt, de Regtsoefening te beletten. On-OngeluK der de aanfchouwers, flonden eenige vrou- by 't uit- wen, die, veelligt, naauwe betrekking heb-^os!lenf bende tot de misdaadigen, of derzelver mak- £* ra " kers, terwyl 't vonnis uitgevoerd werdt, aan 't fchreijen raakten, en flaau w werden; waar- om zy zig bevlytigden, om uit de menigte in veiligheid te komen. Doch hierdoor ont* ftondt zo groot een gedrang tegen de fol- daaten, die voor de Waage Honden, dat eenigen uit hun gelid wyken moeflen. De Kapitein Abraham Commelyn^ die hier ge- boodt, gaf toen bevel tot fchieten. De Lui* tenant Sebafiiaan Ludolfvan Eitzen riep ook, fehlet 'er onder: waarop eenige foldaaten in 't wilde fchooten op de aandringende me- nigte , waaronder wel agt onfchuldige bur- gers gedood; anderen deerlyk gekwetfl: wer- den, 't Schieten verwekte zulk eene byftere ontfteltenis onder de aanfchouwers,dat elk naar
(c) Confeffieboek van zj ^«j. I«JI. tot zt Jan. 1$;*.
f'******
N 2
|
||||
i96 AMSTERDAMS TLUtEXZ
l6<2. naar een Soe(^ heenkomen zogt, en veelen
onder de voet raakten, en vertrapt, ande- ren in 't water gedrongen werden. Af kondi- Het ongeluk, welk den onfchuldigen toe- ging ter kykeren overgekomen was, trof de Wethou- defe 6en- derfchap zo diep, dat zy, den volgenden heidfe dag, by op enbaare af kondiging, drie hon- derd guldens beloofde, aan elk, die eenen foldaat wift aan te wyzen, die iemant uit de burgerye gegriefd; en zes honderd guldens, aan die bewees dat eenig bevelhebber laft 't Geregt om te fchieten gegeven hadt (d). Ten zelfden belooft dage, hadden myne Heeren van den Gereg- den mul"te, by raade van de Heeren Raaden ter Ad- bootsge- miraliteit alhier, prafcreërende, gelyk zy zig zeilen uitdrukten,gratie voor rigeur van Juftitie^ ver- vergiffe- giffenis beloofd aan alle de matroozen, die, nis' behalve de ter d®od gebragten, en eenige an- deren , welken met mindere ftraffen geflrafc waren, zig aan den opfland hadden fchuldig gemaakt, mids zy zig, binnen tweemaal vier- entwintig uuren, begaven in de ligters, die gereed lagen om hen aan boord te voeren: ftaande Burgerneefteren 'er, in zulk een geval, voor in, dat hun, door de Heeren Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus- ting , alle behoorlyk genoegen gegeven zou worden : daar zy, binnen den beftemden tyd, niet fcheep gaande, met verbeurtenis- fe hunner verdiende gaadje, en zelfs aan den lyve geftraft zouden worden; terwyl aan alle volkhouders en anderen fcherpelyk verbooden werdt, hen te huisveften (O- De
(d) Keurb. M. ƒ. J66.
(e) Kfclllb. M. ƒ. KSJ.
|
||||
XVILBoek. Geschiedenissen. '197
Deoproerige matroozen voegden zig allen, of 1652,
meeft allen naar dit bevel. Doch de Staaten 't welk van Holland namen kwalyk, dat de Wet- de Staa- houderfchap der Stad ondernomen hadt, «n,,va j vergiffenis van openbaare misdaaden toe tekwaly£ zeggen, zonder hen te kennen. Zy merktenncemcru 't aan als .eene krenking hunner opperfte magt. De Regeering van Amflerdam ver- klaarde, zonder zulk een oogmerk, en al- leen uit hoogen nood, tot deözen flap geko- men te zyn. Doch de Staaten hielden zig niet voldaan, voor dat de Stad beloofd hadt, zig, voortaan, in diergelyke gelegenheden, altoos eerft aan hunne Edele Groot-Mo- gendheden te zullen vervoegen (ƒ). Midlerwyl, was de Kapitein CommelynWat,
ter Stad uit geweeken: waarom 't Geregt ?mfrent, befloot, hem, ppenlyk, van agt tot agtda-jjjyjjf* gen, met de klok, te doen indaagen; ge- die laft * lyk gefchiedde (g). Doch hy verfcheentot fchie- niet, op de indaaging: waarom hy, federt,ten Se- * onbekwaam verklaard, en buiten Amfter* JJJJJ,, dam en eene myl in 't ronde gebannen werdt voorviel. (&). De Luitenant van Eitzen, Zoon van Al-* inbabyl. brecht van Eitzen, Biirgemeefter van Ham- burg , fchoon hem geraaden werdt te wyken, bleef in de Stad, en verfcheen, eerlang, voor Schepenen; daar hy ontkende, laft tot fchie- ten gegeven te hebben, fchoon men zeven en meer eenftemmige getuigen tegen hem inbragt, die het tegendeel beveftigden. Hy werdt dan agter af geleid, en met de paleye (ƒ) WicquEFORT Tom. I. Livr. VI. f. 334.
(g) Keutb. M. ƒ. 167.
(h) ArrzEMA III. Deel, hl. 874.
N3
|
||||
198 AMSTERDAMS IL Deel;
1652. gedreigd. En toen beleedt hy, dat hy,de
beweeging aanziende voor eenen blykbaaren oploop, tot handhaaving van 't Geregt, be- volen hadt, te fchieten. Doch eenige wec- ken laater, verklaarde hy zulks doorvreeze beleeden te hebben, en ontkende, op nieuws, bevel tot fchieten te hebben gegeven (i). Hy zat tot in het volgende jaar, wanneer hem,op hooge voorfpraakvan verfcheiden' Mogendheden, door 's Lands Staaten, ver- giffenis van misdaad verleend werdt ( k ). Vergoe- Kort na de voorgevallen beroerte, waren dcTvrfen-^urgernee^ercn» door den Raad, gemag* den der * "gd geweeft, om de vrienden der doodge- gefneu- fchootenen op den Dam, die hier ter Stede velden, niet woonden , met eene gepafte fomme gelds, te vergenoegen, en de kinderen of weduwen, die hier woonden, eene lyfren- te van vyf en twintig of dertig guldens 's jaars toe te leggen (7). Ook tekenen fom- migen aan, dat de weduwen en weezen der gefneuvelden , door de Wethouderfchap, eerlang, naar hunne gelegenheid , of met eenig ftads ampt, of met een fomme gelds, tot vergoeding van 't geleeden verlies, ver- eerd werden (ni). Uitrus- Met den aanvang des jaars 1653 , kwa- ting van men wederom Gemagtigden der algernee* Oorlogs- ne Staaten te Amfterdam, om den aankoop |
||||||||||||||
m
|
epqn' en uitrufting van Oorlogsfchepen te bevor*
|
|||||||||||||
de-
(*') Confeffiehoek van iiAug. i«ji. tot zs Ja». i6s4,f.9$.
(\) ReioJ. Holl. 16 Oä. ï6$l. hl. 462. 3 Maart 1653. bl,
|+. AlTZEMA III. Deel, bl. 74Ö, 747, 574> (l) Refol. Vroedfch. N. 21. 7 oü. i6sz. f. 10 verfo.
{m) DAPPER, bl. 318-322. DOMSE.L4AR. VI, Boek,x blA
%9$ «»*.. CQMMEWN, bl, 1x4» WZ,, |
||||||||||||||
I
|
||||||||||||||
....*.
|
||||||||||||||
XVII.Boek. Geschiedenisen. 199
deren («). De Engelfche oorlog werdtfterk 165«?;
voortgezet, tot merkelyk nadeel van den Koophandel van Amfterdam, waarin, zo wel als in veelerlei neeringen en handwerken hier ter Stede, eerlang, zo groot een ver- val kwam, dat'er, dit jaar, wel veertien- of vyftienhonderd (0), of, volgens ande- ren, wel drieduizend huizen ledig Honden. Omtrent het Heeren-Logement, wies hetverval gras op de ftraaten. Zekere Handfchoen- v.™ J.an-
o , r ,. , . , del,hier maaker,die voorheen agt en veertig knegts terstede:
in 't werk gehad hadt, werkte nu, by ge-
brek van neeringe, zelf voor knegt. Een handelaar in zwart Zyden-Speldewerk, die drie- of vierhonderd meisjes, in en buiten de Stad, aan werk hadt geholpen,hadt 'er nu maar drie in dienft (p). Van de zeven deuren der Waage op den Dam, waren 'er, zo fommigen aantekenen, gemeenlyk, wel drie of vier geflooten (q). Uit welke Haal- tjes , men 't verval des handels afneemen kan. De oorlog gaf aanleiding, dat, hier ter Die van
Stede, verfcheiden' Oofterfche fchepen wer- j*amburS den opgebragt, die den Engelfchen allerlei te Am-' voorraad, zelfs Contrebande goederen,toe- fterdam, voerden. De Refident der Hanze-Steden, over 't Lieuwe van Aitzema, gaf zig veel moeite, "eemen om deeze fchepen te doen ontdaan , en fchj.«^ kwam, ten deezen einde, ook te Amfterdam, daar hy gehoor hadt by Burgemeefteren , klaa-
(n) Aitzema ut. Deel, bl. 78«, 819.
- («) Aitzema III. Deel, bl. 176. (/>) Aitzema III. Deel, bl. sm. {q) Aitzema III. Deel, bl. 87«. N 4.
|
||||
200 AMSTERDAMS II.ÜEEt;
x6$$. klaagende, in't byzonder, over *t neemen van
eenige fchepen op de Elve, welken flroom hy beweerde onzydig te moeten gehouden wor- den. Burgemeefteren beloofden, by monde van den Heere Joan van de Polt, die voorzat, dat zy 'er, met deVroedfchap, over raadplee- gen zouden. Doch Bürgern eeft er Nkolaas Corver hieldt hem, naderhand, voor „ dat die „ van Hamburg voor onzydig wilden aan- „ gemerkt worden, en nogtans handelden, „ ftrydig met de onzydigheid. " Aitzema zette, vervolgens, zyne handeling voort in den Haage (r). Doch de bezwaarniiïen, welken hy inbragt, en de klagten, welken daartegen, van wege de Staaten, en voor- al van wege de Stad Amfterdam, gedaan Engel- werden, duurden zo lang als de oorlog. In fche ma- deezen jaare, werden omtrent zeftig Èngel- {!-oozfft fche Bootsgezellen, die, met een Paspoort gezet. des Konings van Deenemarke, van Hamburg waren afgefteken, in zee genomen, en te Amfterdam opgebragt, daar zy in de boei- jen gezet werden; alzo men de krygsgevan- genen van den Staat ook in Engeland aan- hieldt, en zeer kwalyk handelde (s). IJewee- Terwyl de oorlog ter zee, dit gantfche gingen in jaar} fterk werdt voortgezet, fmeulde ook, den'Ste- *nwen<^g» ^n verfcheiden' Steden, en onder dcn, s ' anderen te Amfterdam, een vuur van op- roerigheid , welk nogtans fpoedig gedoofd werdt. Wy hebben reeds verhaald (t), dat Amfterdam beflooten hadt, vooreerft, niet
(V) AITZEMA III. Deel, hl. 874, %-js, 878-88*.
(s) Aitzema Ui, .Deelf bl. %js. (t) II, Deelt XVI. ß«e{t bl. ijo. |
||||
,
|
|||||
XVII.Boek. Geschiedenissen, sof
niet te bewilligen in de aanftellinge van ee- 1653,
nen Stadhouder en Kapitein-Generaal. By deeze gedagten, bleef men nog , hier ter Stede, toen, in den Zomer des voorleeden jaars, door Gelderland en Zeeland, op de aanftellinge van eenen Kapitein - Generaal gedrongen werdt (u). De Leden van Hol- land waren,genoegzaam eenpaariglyk,van dezelfde gedagten. 't Ontbrak nogtans niet aan zulken, beide in en buiten deeze Pro- vincie, die den jongen Prins van Oranje zogten te bevorderen, tot de ampten, door zyne Voorouders bekleed. Ook werden, om de zugt tot den Prinfe leevende te hou- den onder 't volk, hier en daar, beroerten verwekt, wordende de tromflaagers , die . omüoegen om zeevolk te werven, in ver- fcheiden' Steden, genoodzaakt, zulks te doen, in den naam des Prinfen van Oranje. Te Amfterdam, zogt men 't hiertoe ook te bren- gen; doch 't mislukte (©). Maar te; Enk- huizen , werdt het oogluikende gedoogd. In deeze Stad, ontftondt eene geweldige be- roerte (w), om welke neder te leggen, on- der anderen, de Heer Cornelis ÏVitfin, Raad in de Vroedfchap der Stad Amfterdam, ge- magtigd was, die egter de reis niet fchynt gedaan te hebben (x). Toen Zeeland, wat laater, den jongen Prins tot Kapitein-Ge- neraal voorfloeg, befloot Amfterdam, door de kragtigfte redenen, te wege te brengen, dat
(h) Refol. Vroedfch. N. xt, 6 Aug. ifijs. ƒ. 7.
(i>) Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. \t%, («>)Vacierl. Hift. XII. Deel, bl. z%6 enx.. . (*j Relol. Vioedfch, 'N. 21. 27 Jttny 16JJ. f. 66 vtrf: |
|||||
202 AMSTERDAMS II. Deel.
$653. dat de zaaken gelaaten werden, gelyk zy
waren (y): 't welk ook, eerlang, gelukte. Doch geduurende de raadpleegingen over dit gewigtig onderwerp, hadden eenige jon- gens, die, met Oranje-papieren-fluijers op 't hoofd, een vendel en een trompet, door den Haage liepen, roepende Vive Ie Prince d'Orange! vry wat opfchudding verwekt, en zelfs de glazen ingefmeeten aan 't huis van den Fiskaal Cornelis Boy , en aan dat der Heeren van Dordrecht. De Vroedfchap van Amfterdam, hiervan kennis bekomen heb- bende , befloot, ter Vergaderinge van Hol- land, te bewerken,dat de Wethouderfcbap van den Haage, van wege de Staaten,ver- maand' werdt, zorg te draagen, dat de Le- den der Vergaderinge aldaar veiliglyk ver- blyven konden, of dat hunne Edele Groot- Mogendheden, anderszins , daartoe zulke middelen zouden uitvinden, als zy zouden raadzaam agten (2). De beweegingen wer- den egter,niet volkomenlyk, noch alomme geilild, dan na 't fluiten der vrede. En ook De dood van den Luitenant - Admiraal te Am- Maarten Harpertszoon Tromp, die, den tien- fterdam. jen Auguflus, in den zeeflag voor de Maa- ze, gefneuveld was, hier ter Stede, ken- baar geworden zynde, ontftondt 'er eenige beweeging in de Nes, omtrent de Pieter-Ja- kobs - ftraat, voor 't huis van Pre/erf Mey, die befchuldigd werdt, kwalyk gefproken te hebben van den Luitenant - Admiraal, 't Graauw
(y) Refb\ Vroecifch. N. zr, 30 July i<Sn. ƒ. 79.
(*,; Kefol. Vioedlch. N. ai. ... w4»j. xsjj. ƒ. «;. |
||||
f
XVH.BoEK. Geschiedenissen. 203
Graauw, hierover geftoord, fmeet de gla- 165«,
zen in, aan 't huis van Mey, en begon de luifel reeds af te breeken, toen de moedwil gefluit werdt. Mey werdt egter in hegte- nis genomen, 't Geregt maakte, den veer- tienden, 's daags na deopfchudding, bekend, dat elk,die iet ten zynenlaflebewyzenkon, zulks, zonder uitflel, doen moefl (0): 't welk ik nogtans niet vinde gefchied te zyn. Sommigen tekenen aan, dat de Roomfche Hande-
Geeflelyken, die niet in Amflerdam geboo üng al- ren waren, in deezen jaare, op 't flerk aan-^iev°1!1* houden der Predikanten, hier, ter Stad uitRoomfch- gezet werden, laatende men zulken, die ge- gezinden. booren Amfterdammers waren, alleen vry- heid, om hier te blyven woonen (Z>). Doch ik meen goede reden te hebben, om te twy- felen, of zulks waarlyk gebeurd zy. In No- vember des jaars 1655, werdt de overwee- ging van de bedenkingen der twee Holland- fche Synoden, waarby begeerd werdt, dat alle Mispriefters en geordende Perfoonen ten Lande uit mogten gezet worden, hier ter Stede, gefield aan eenige Gemagtigden uit de Vroedfchap (c): en ik vind niet, dat hiervan eenig verflag gedaan is. Men ge- bruikte, in de Stad, de gewoonlyke ooglui- king omtrent de Roomfchgezinden. In No- vember des jaars 1656, werdt het onder- zoek van een Ontwerp van een Plakaat, welk, volgens het begrip der Synoden, ge- maakt was, insgelyks, gelleld aan eenige * Ge.
(*) Keutb. M. ƒ. 177 verf,.
v (bj AlTZEMA III. Deel, b/. %yo. (f) Refol. Ytocdfch, Lr, A. x» Ntv, l6$S. ƒ. 19 verft. |
||||
Ï04 AMSTERDAMS II.Deel:
1653. Gemagtigden uit de Vroedfchap , die 'er
zulk verflag van deeden, dat het, als ftry- dig met de Munfterfche Vrede, en aanftoo- telyk voor Roomfchgezinde Mogendheden, verworpen werdt (d); fchoon de Stad, in 't jaar 1654, nevens andere Leden van Hol- land , geftemd hadt, om de Roomfchgezin- den, dieeenige Ampten van Schout, Sche- pen, Secretaris, Armmeefter, Kerkmees- ter of Schoolmeefter, ten platten Lande, be- kleedden, van dezelven te verlaaten, en Ge- reformeerden in de plaats te Hellen (V)- De De Synoden bepaalden, ondertmTchen, Noord- haaren yver niet by het bearbeiden van de
holland- weeringe der Mispriefteren en geordenden; node7" maar het Noordhollandfche in 't byzonder zoekt hetzogt,omtrent deezentyd, verfcheiden'jaaren Kweek- agtereen, te wege te brengen, dat het Kweek- fchool fchool der Remonftranten, welk hier, fe- mornRe" dert het jaar 1634, opgeregt was, insge- ftranten lyks, geweerd werdt. Burgemeefteren,in te doen 't jaar 1655, kennis krygende, dat hierop weeren. wederom ftondt te worden aangehouden , beflooten, den Afgevaardigden der Synode te antwoorden „ dat zy wel zorg zouden ,, draagen, dat, in ditftuk, niets openbaar^ „ lyk by der hand zou genomen worden; doch van de andere zyde, niet konden |
|||||||||
Si
5» |
goedvinden, te onderzoeken, wat iemant,
in dusdanige zaaken, in 't byzonder, in |
||||||||
'99 zyn huis, kwame te doen (ƒ)."
Eeni-
(d) Refol. Vroeclfch. Lr. B. 20 Bic. \6s%. f. 71.
(e) Refol. Vioedfch. N. 11. 30 July 16J+. ƒ. 19g.
(f) Extraft uit de Refolut. der Heeren Buigem. van \6
Juny l6iS, |
|||||||||
XVII.BoEK. Geschiedenissen. 205
Eenige Leden van Holland, en ook de 1653:
Raadpenfionaris Joan de Witt hadden, alMen vroeg in't voorjaar van 1653, kennis ge-krygt,t© had, van Engelands geneigdheid tot vrede Amfter- (g), hoe zeer men zig aldaar ooktoeruftted?m'ken-" ten oorloge. Inden aanvang van July, werdt g*™ 'er de Vroedfchap van Amflerdam ook vaniands onderregt, door Burgemeefter Frans ifaw-geneigd- ning Kok,Heer van Purmerland, diemeteen'he^toc aanzienlyk' Engelfchman gefproken hadt.vre G' Zelfs deelde hy den Raad , onder belofte van geheimhoudinge op den eed, een Ont- werp mede van de voorwaarden, op welken men zou können overeenkomen (b). Men tradt, federt, in onderhandeling. De voor- flag, om Engeland en deezen Staat tot één Gemeenebeft te vereenigen, werdt, te Am- flerdam, met verontwaardiging, van de hand geweezen (i): doch de onderhandelingen niet t'eenemaal afgebroken, 't Liep egter aan, tot in de Lente des jaars 1654, eer men over de voorwaarden der Vrede, op één punt na, eens werdt. De Proteétor, OH-Ook van vier Kromwei, vergeefs gevorderd hebben-^e be" de, dat de algemeene Staaten den Prins^rte van Oranje uitflooten van de waardigheden, Krom- door zyne Voorouders bekleed, vorderde wel, om nu , dat Holland alleen zig verbondt, om het Huis dien Prins, noch iemant zyner nakomelingen, IJS^ immer aan te flellen tot Stadhouder, noch door te ftemmen tot Kapitein-Generaal over de Holland, Krygsmagt van den Staat. Hy verklaardete doen
uitflui-
ron« (l) Vaderl.Hift. XII. Deel, hl. j?i eng..
(b) Refol. Vtoedlch. N. zi. z July lósi.f. 71 verft.
(0 Refol. Vroedfcti, N. 11, aó Aug. 1653. ƒ. Ij».
|
||||
206 AMSTERDAMS II. Deei;
16*33. rondelyk, dat, van het bewilligen of niet ten van' bewilligen in dit ééne punt, de vrede of dé de hooge oorlog afhing. De AmbafTadeurs van den waard/g- Staat tot de Vredehandeling gaven hiervan heden, kennis aan den Raadpeniionaris, die 't aan eenige voornaame Leden van Holland ver- 1654. trouwde. Burgemeefler Nicoïaas Tulp, die de Dagvaart, wegens Amfterdam, bywoon- de , een' keer herwaards doende, verwittig- de den Raad, op den tweeden April, dat de Vrede afhing van 't bewilligen in zeker punt, welk Holland alleen betrof; doch noodzaakelyk geheim blyven moeft: waar- op de Raad goed vond t, de Afgevaardigden der Stad in den Haage te magtigen, om in dit punt te bewilligen, indien 'er, van de Engelfche zyde, op mögt gedrongen wor- den (k): gelyk gefchiedde. Men raadpleeg- de 'er, federt, ook over, ter Vergaderin- ge van Holland, onder den eed van geheim- houdinge. Eenige Leden waren gereed om in den eifch des Proteétors te bewilligen, beweerende , dat vrede beter dan oorlog ware, en dat de Prins van Oranje, by 't aanhouden van den oorlog, ook veel lyden zou. Doch anderen vonden geraaden, eerfl ruggefpraak te houden met hunne Vroed- fchappen: en onder deezen waren ook de Afgevaardigden van Amfterdam, die de zaak, den negen entwintigften April, in den Raad bragten, na dat de Leden, vooraf, by eede, beloofd hadden, dezelve nimmer, zelfs niet aan de afwezende medeleden, te zul-
(kj) Refol, Vioedfch. N. 21. 2 Ufril !«;+.ƒ. i66vtrf«.
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 207
zullen openbaaren. Men befloot hier te be- 1654.
willigen, in 't gene de Proteftor gevorderd D g . hadt: doch het affchrift van dit befluit bewilligt werdt,in de geheime kaiTe van Burgemees- in zynen teren gelegd, en,eerflop 't einde des jaars,eifch. toen de zaak lang weereldkundig geweefl was, te boek gefield (7). De Staaten van Hol- land hadden, den vierden May, een diergelyk befluit genomen, in gevolge van welk, de vermaarde Aäe van Seclufie of Uitfluiting werdt opgefteld. Hoe veel over deeze Ac- te, die, eerlang, ook met bewilliging van Amfterdam (m), aan den Proteótor Krom- wel overgeleverd werdt, met de andere Pro- vinciën, te doen viel, hebben wy, elders («), omftandiglyk, verrekend, en flaat ons hier, als Amfterdam niet byzonderlyk betreffen- de, niet wederom te herhaalen. De A&e van Uitfluiting hadt, ondertus-yreug.
fchen, de Vrede voortgebragt; die teAm-debedry- fterdam zo hooggewaardeerd werdt, datven te men aldaar, reeds op den agtflen May,be-^mftei> flooten hadt, ter gedagteniiïe van dezelve, de'Vrede gouden gedenkpenningen te doen flaan , met En- voor Schout, Burgemeefteren, Schepenen gelang enRaaden(o); gelyk, federt, gefchiedde. Den zeven en twintigflen, werdt de Vrede afgekondigd, en met eenen dankdagen open- baare tekenen van vreugde gevierd. Van 't nieuwgebouwde Stadhuis , en van den Prin-
f/) Refol. Vroedfch. N. 21. 29 ^ipril, ji Dec. 1554. ƒ.
173» 22 j verfo. (m) Refol. Vroedfch. N, XI. l J«ny I<SJ4. f. 184. (n) Vadert. Hift. XII. Deel, hl. 324 ent.. (o) Rctol. Vroedfch. N. ai. 8 May 1654./. 17« verft,' |
||||
fto8 AMSTERDAMS II. Deel;
Prinfen-hofs- en Oude-Kerks-toorens, waai-
den witte vredevlaggen. De voorgevel van *t Stadhuis was , met groen loof, fierlyk behangen: de venfters met tapyten belegd, 's Morgens ten negen uuren, kwamen Bur- gemeefteren en de gantfche Regeering op 't Prinfen-hof byeen. Van hier begaven zy zig, met de Stads boden vooruit, naar de nieu- we Kerke, daar zy de dankpreekehoorden, na 't einde van welke, zy naar 't nieuwe Stadhuis traden, alwaar de vrede, onder 't losbranden van 't gefchut, en onder 't gefchal van trompetten en andere fpeekuigen, af- gekondigd werdt. Sommigen melden, dat de Trompetters aanvingen, met het blaazen van Wilhelmus van Najfouwe, 't zy gevallig- lyk, of op laft van Burgemeefteren , tot genoegen van 't gemeen, welk hier, zo ee- nigen gefchreeven hebben, voor een groot gedeelte, zeer Prinsgezind was (p). 's Na- demiddags ten drie uuren, kwam de gant- fche Regeering wederom op 't Stadhuis , voor welk, ten aanfchouwen van de menig- te, tien vertooningen gefchiedden, die, door den Digter Jan Vos^ waren uitgevonden. Hier zag men de hel, de baarmoeder des oorlogs; den oorlog, met al zyne gruwelen; denkwynendenKoophandel;het fluiten van 'tjVerbond met Deenemarke; 't fcheepgaan van't Oorlogsvolk; de zege op Zee,gekogc met het bloed van voornaame Bevelhebbe- ren; de verheffing van den Heere van Ob- dam
(f) THURLOE'S Papers in de Vadttl, Hift. XII. Deelt
|
||||
XVILBoëk. Geschiedenissen. 209
dam tot Vlootvoogd; de zee en de ftroo« 1654.
men, fmeekende om de Vrede; het neder- daalen.der Vrede uit den hemel, en deNe- derlandfche maagd,op eenen troon van an- kers , kabels, zeilen, vlaggen en ander fcheepsgereedfchap. 's Avonds werden pek- en teertonnen gebrand op den Dam, en» den gantfchen nagt door, alomme,wakker- lyk gevuurd. Bürgern eefter en zonden, aan ieder Predikant, een half aam wyns,op dat zy ook in de gemeene vreugde deelen zou- den (q). De Regeering van Amflerdam hadt,ter- Veran-
ftond na het fluiten der Vrede, geraaden dering gevonden, de drie Compagnien Stads fol- ^dne °* daaten, die thans ieder honderd en zeitig der Stad. koppen fterk waren, op honderd en twintig koppen te verminderen, zo dra de Vrede zou afgekondigd zyn (f): 't welk, federt, gefchiedde. Op de Wagten der bezettinge, werdt eene nieuwe Ordonnantie gemaakt, en de Raad verklaarde, dat het bewind o« ver dezelve altoos geltaan hadt, en nog ftondt,aan Burgemeeiteren en Kolonellen (s). Doch op zekere gerügten van oproer, werdt, in Auguflus, beflooten, de drie Compag- nien , hier ter Stede in bezetting leggende, in alle ftilligheid, te brengen tot op twee- honderd man, en voor de verzekerdheid en verfterking der Stad de vereifchte zorg te doen draagen door Burgemeeiteren en vyf Ge-
(<j) DAPPER hl. ijl enz.
(r) Refol. Vtoedich. N. fti. 24 April l«j*. ƒ. 172 verfo^
(s) Refol. Vroedfch» N. 21. zojnly 16J4. f. 199,
V. Stuk. O
|
||||
. ftio AMSTERDAMS E DiEt.
1654. Gemagtlgden uit denRaade,de Heeren An-
toni Oetgens van Weiveren, Cornelis de Graaf, Heer van Zuid-Polsbroek, Simon van Hoorn, Joan Blaauw en Cornelis van Vlooswyk (t). Gerügt Sommigen melden, dat tot deeze voorzorg van gelegenheid gaf een los gerügt van den op- toeleg t0& van Graave Willem van Naflau, uit op Am- Groningen herwaards, met eenige duizen- fteudam. den knegten, naar 't fcheen, om de vernie- tiging der A£te van Uitlluitinge, met ge- weld, door te dryven. Doch dit gerügt bleek, eerlang, ongegrond geweeft te zyn. Nogtans werden, te Amfterdam, na 't ver- flerken der bezettinge, buitenwagten uit- gezet, en gewapende vaartuigen gelegd Kop 't Y en op den Amftel (u). Doch de onge- ruftheid verdween, allengskens. De her- ftelling der Vrede maakte de Hollanders, en de ingezetenen van Amfterdam in 't by- zonder onbekwaamer om indrukfels te ont- vangen , ten nadeele der tegenwoordige Re- Moeite geeringe (v). Ondertuflchen , was 't ge- nieteen' beurd , dat een Predikant van Buikfloot, Predi- Petrus van der Veer genaamd, op den twee Buik-Varien twintigften September, hier ter Stede, floot. ten huize van Marritge Claas, Weduwe van Gerrit van Kippen, in de Doeleflraat, ge- zeid hadt „ dat Kromwei afftondt van 't „ punt der uitfluitinge van den Prinfe van „ Oranje, 't welk men toch hieldt in Hol- „ land gefmeed te zyn." Hy hadt hier by- j» ge-
(f) Refol. Vroedfch. N, 21. zo Aug. 16$*. f. 199 verft.
(u) THÜKLOEs Papers Vol. II. p. ?9i»J47»J77« (v) WICQJJEFORT Tom. I. Livr. VIII. j>. 45°. AlTM- MA III. Dttl, bl. 1172. |
||||
JTVILBoek. Geschiedenissen. 211
gevoegd „ dat de Bickers , tegen eed of 1654.
„ belofte', wederom in de Regeering ge- „ komen waren, en dat zeker ander Bur* ,, gemeefter een Atheifl oïMennift geweeR, „ en, ongedoopt, Burgemeefter geworden > „ of geftorven was (w)." Hiervan waren beèedigde verklaaringen belegd, ten huize van Burgemeefter Frans Banning Kok, Heere van Purmerland , dieze in de Vroedfchap bragt. Meri verftondt aldaar „ dat zulke „ lafterlyke gedagten,niet zonder blykbaa- „ re ondankbaarheid, vallen konden in den „ minden onderzaat, veel min in Predikan- |
|||||||||||
35
33 33 3» |
ten, dewelcke, overtredende de Limiten van
haer beroep, uyt wereldtfe infichten, haere averechtfe ende vergiftigde pajfien de goede Gemeente, onder heyligen fchyn, indruckent |
||||||||||
„ ende defelve Gemeente van de Regieringe aU
„ f00 f onrecht vervreemden " Voorts, werdt beüooten, dat Burgemeefteren den Predi- kant voor zig ontbieden, en in gyzeling hou- den zouden, tot dat hy voldoening gegeven zou hebben: en zo hy niet verfcheen, zou men de Staaten van Holland verzoeken, om hierop zulke orde te ftellen, als tot de ruft van 't Land geoordeeld zou worden te be- hooren O). Bürgerneefteren ontbooden den Predikant, tegen den vyf en twintigften. Doch hy antwoordde, datzyne bezigheden hem niet toelieten, die week te komen (y). Voorts, vind ik niet gemeld, hoe 't met dee- ze zaak afgeloopen zy. De
f») Muniment-Regift. Lt. B. ƒ. 90, 91.
(x) Refol. Vroedfch. N. Xt. z+Sept. 16$4. ƒ. *©» vtrfa,
\y) Muniraent-B^gift, Lx. B, ƒ. 91 vtrj», »t.
O 2
|
|||||||||||
1
|
|||||||||||
Blfc AMSTERDAMS ILDEEt.
1654. De Admiraliteit hier ter Stede verzogt,
v rfchü *n Ju^ ^eezes Jaars> aan de algemeene Staa- tlichen ten» dat haar vryftaan mögt, de Kaapers de Col- van Salee, zo wel als anderen, te doen aan« legien taften door 's Lands Oorlogsfchepen; alzo teF.Ac!mi* de Regeering aldaar, federt eenigen tyd, Amfter-te a^e ^e fchepen, die van 't volk verlaaten dam en in waren, al waren zy fchoon door Saleefche »t Noor- Kaapers gejaagd geweeft, voor goeden prys derkwar-verklaard hadden (z): doch ik vind niet, dat hiertoe verlof gegeven werdt. TufTchen het zelfde Collegie en het Collegie ter Ad- miraliteit in 't Noorderkwartier, ontftondt, ten deezen tyde, een zwaar gefchil,ter ge- legenheid dat de Convooimeefter te Zwolle, wiens Comptoir onder het Collegie in 't Noorderkwartier behoort, na 't openen van den doortogt daar ter Stede naar Duitfch- land in't jaar 1Ó52, zwaarigheid maakte, om goederen te laaten doorvoeren, op pas- poorten, die, door't Collegie te Amfter- dam, verleend waren. Om deeze belem- mering van den handel van hier over Zwol- le te fluiten, deedt het Collegie te Amfter- dam, tegen den inhoud van een Plakaat van den zesden May des jaars 1623, de Zwol- fche Veerfchepen, die hier ter Stede aan- kwamen , onderzoeken (a). De twift liep zo hoog, dat men de Koopluiden , die te Amfterdam uitgaande regten betaald had- den, noodzaakte, omze andermaal ook te Zwolle te voldoen: doch het Collegie te Am-
{*) AlTZEMA III. Deel ,bl. II04.
OJ AlTZEMA III. Deel, bl. II04. |
||||
XVII.BoEK. Geschiedenissen. 213
Amflerdam gaf hun, daarna, de dubbel be- 1654]
taalde regten wederom te rug. De twee Collegien werden 't niet volkomenlyk eens, voor 't jaar 1660. Zy kwamen toen over- een „ dat, van goederen, die 's Winters „ te lande over Zwolle verzonden werden, „ 's Lands regt te Amflerdam zou worden „ betaald, zo zy, binnen agt dagen, hoo- „ ger op vervoerd werden; doch na den „ agtflen dag, zou 's Lands regt te Zwolle „ moeten worden voldaan. Van de goede- „ ren, die over zee naar Zwolle gingen, „ om verder vervoerd te worden, zou 's „ Lands regt te Zwolle worden betaald, 's „ Lands regt van de goederen, die, in 't „ jaar 1655, op beide de plaatfen, waren „ aangegeven, zou, door de beide Colle- „ gien, elk voor de helft, genooten wor- „ den (Z>)."En federt deeze overeenkomfl, is my niet bekend, dat de twee Collegien, over dit punt, eenig verfchil gehad hebben. 's Nagts tuffchen den zesden en zeven- Schade
den January deezes jaars, flormde het, hier aan den ter Stede, zo geweldig, dat het kruis, met Weflter- den appel of kloot en den weerhaan, van KJJb den Wefler-Kerks-tooren nederwaarts flort- d00r te op het dak der Kerke en op het Kerkhof, ftorra, Het yzer onder en boven den appel was in drie flukken, en de appel of kloot, die ze- ven tonnen waters hieldt, midden door ge- broken (c). Doch alles werdt ipoedig we- derom herfleld. |
|||||||||
— *■*.
|
|||||||||
Het
(b) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, hl I2f<S.
(f) DOMSELAARVI. Biekj, t/.+z*. COMMEJJN, bl. II«J,
O3
|
|||||||||
\>
|
|||||||||
\
|
|||||||||
214- AMSTERDAMS IL Deel.'
«1654. ^et verval der Weftindifche Maatfchap-
0 pye, federt het verlies van Brazil, hadt ge- ling van' legenheid gegeven om het Huis en de pak-
cen huizen, van welken zy zig, in haaren bloei- Werk- jenden ftaat, hier ter Stede , bediend hadt, voor de tot an(*er gebruik te fchikken. De Pakhui- bede- zen °P ^e Y graft waren,reeds in den aan» laars. vang deezes jaars, tot een Werkhuis voor bedelaars bekwaam gemaakt. Doch alzo, tot het voortzetten deezer onderneeminge, eene goede fomme van penningen vereifcht werdt, waarvan de Stad thans niet zeer voorzien was, vondt men geraaden , het nieuwe Werkhuis^ met het Spinhuis, welk reeds vry wat gelds in voorraad hadt, te vereenigen (d): gelyk gefchiedde. In Au» guftus deezes jaars, werdt de bedelaary by de huizen verbooden, onder bedreiging, dat de bedelaars, of ter Stad uit, of in't nieuw- lings opgeregte Werkhuis gezet zouden wor- den (0). Broeder» De Schilderkonfl: bloeide thans zeer te fchap Amfterdam, en hadt, onder anderen, eenen «*?.,, voornaamen voorftander aan den Heer Joan enande" Huydecoper, Heere van Maarfeveen, en Rid- re kon- der van S. Michiel De oerenaars en lief- ftenaars, hebbers deezer Konfte en eenige Beeldhou- hier ter wers j Digters en anderen, famen een getal cereet?P van omtrent honderd uitmaakende, hielden, op den eenentwintigden Oétober deezes jaars, een S. Lucas-Feeft in de S. Joris Doe* Ie. De Digter Jooft van den Vondel verfcheen ook
(4) Rcfol. Vrpedfch. N. %t. 1« J«,n. I6j* ƒ. 1^0,
{tj Handv. kl, *;s,45*. [•J4»«3J.'J |
||||
f.
|
||||||
XVILBoÊK. Geschiedenissen. 215
ook op dit feefl:, daar hy aan 't hooge ein- 165^ de van de tafel geplaatft, en hem, door ie- mant, Apollo verbeeldende, de Lauwer- krans , als hoofd der Digteren , opgezet werdt. Hy vereerde het Feefl ook met «en Gedigt, welk,in zyne Poè'zye (ƒ), te leezen is. Voor 't fcheiden, namen de Kon* llenaars en liefhebbers, die voortaan eene Broederfchap flonden uit te maaken, een befluit, om diergelyk Feefl jaarlyks te hou- den. Doch dit befluit is, zo fommigen fchry- ven, door nyd en eigenbaat, verydeld(g), en de gantfche Broederfchap , in 't kort, te niet geloopen. In Gondels Leven (/;), wordt, het houden van 't S. Lucas Feeil, ten on- regte zo ik agte,op het jaar 1653 vermeld. De oorlog met Engeland hadt Amfterdam Welvaart
zo zeer gedrukt, dat men aldaar, in 't jaar van Am- 1653, beflooten hadt, het nieuw Stadhuis,entern, welk men bezig was te bouwen, flegts van yarCij| ééne verdieping te maaken (f). Doch de met gn. Vrede was zo dra niet geflooten, of de Koop galand, handel, de bron van de welvaart der Stede, begon te herleeven, en Amfterdam bloeide wederom, gelyk te vooren. Zelfs, werdt, in den aanvang des jaars 1655, eene Keur 1655. gemaakt tot bepaaling van de overdaad in bruiloften en maaltyden, waarin,onder an- deren , bevolen werdt , dat aan de Bruid geene gefchenken van Juweel en of andere koiV
(ƒ) 1T. Deel, hl. fth
\g) Hovbuaken bchouwburgh der Schilders 111. Deel,
hl. 329 enz..
(h) liladz. $6.
(i) Kelol. Vioedfch. N. 2.1. 10 F<br. i«jj,/. 231 ver/».
O 4
|
||||||
\
|
||||||
216* AMSTERDAMS II. Deei;
16$$. koftbaarheden gegeven mogten worden, die
meer dan den twintigften penning van 't gene de Bruidegom ten huwelyk bragt, waardig waren (k). Ook waren de inkomften der Stad eenigermaate vermeerderd met de Vrede, waarom, en om dat de toeneemende Koop- handel nieuwe Kamers van bewind en regts- oefening vorderde, men wederom overging tot het eerfte ontwerp, om 't Stadhuis twee verdiepingen hoog te maaken (7). De aan» wafTende Houthandel hier ter Stede gaf ook gelegenheid, dat men, met de Heeren van Rynland,in onderhandeling zogt te treeden, om de Watering Koflverlooren tufichen de Stad en den Overtoom in koop of huur te bekomen, met oogmerk omze, voor Stads rekening , wederom te verhuuren aan de Houtkoopers, om hun hout in te leggen; waartoe Burgemeefteren, door de Vroed- fchap, gemagtigd werden (m). De Re- Met het bouwen van het Stadhuis, was geering men nu ,• in zeven jaaren tyds, zo ver gevor- neemt, ^erd, dat de Regeering beiloot, op Don- ecrft derdag, den negen en twintigften July dee« zitting, zes jaars, aldaar, voor 't eerft, zitting te in '«■ neemen. Eerft, werden, gelyk als ter in- n' hlW - wydinge van nct nieuwe gebouw, des voor- de Stad" demiddags, twee Predikatien gedaan, eene huis. iri de Oude, en eene in de Nieuwe Kerke, die, door" de gantfche Regeering, endoor de meefte Amptenaars, gehoord werden. Daarna, begaf de Wethouderfchap zig naar haa-
(IQ Keurb. M. ƒ. 22+. AlTZEMA III. Deel, hl. J172.
(/; Refol. Vroedfch. N. z\. 10 Febr. j6jj. ƒ. m verJot (wjRcfol. Vioedfch. K. zi, is 7<*». i6jj./, 2zj. |
||||
XVII-BoEK. Geschiedenissen. 217
laaare gewoone Vergaderplaats, op 't Prin- i$$6.
fen-hof, en toen, ten elf uuren, in rang , de Schout, met de roede van Juftitie voor zig, vooruit, en voorts Burgemeefferen , Schepenen, Oud-Burgemeefleren, Thefau- rieren, Weesmeefleren en Raaden, gevolgd van de Stads SecretarhTen,naar 't Stadhuis («). Sommigen hebben aangetekend, dat aldaar, terftond, eene Keur afgekondigd werdt, waarby, ter gedagtenifTe der inwy- dinge van 't Stadhuis, de Kermis, die in September plagt gehouden te worden, op den eerften Auguftus verplaatft werdt (0). Maar volgens Stads Keurboek (p), was de af- kondiging deezer Keure reeds op den ze- ventienden April deezes jaars gefchied. Doch 't leedt maar weinige jaaren, toen de Ker- mis wederom op den gewoonlyken tyd ver- legd werdt; alzo deVleefchhouwers klaag- den , dat het vleefch , welk zy, omtrent Kermis, meer dan op andere tyden, plag- ten te flaan, door de hitte van 'tjaargetyde, tefchielyk, aan bederf onderworpen was (q). 's Nademiddags, verfcheen de Schuttery voor 't Stadhuis, daar wakkerlyk gevuurd werdt, ter eere van de Wethouderfchap, die eikanderen, daarna, onder't geluid van allerlei fpeeltuig, op 't nieuwe Raadhuis , onthaalde. Ter gedagtenifTe deezer intree- de, deedt de Regeering, door Simon VaU kenaar, gouden en zilveren gedenkpennin- gen (n) Refol. Vroedfch. L*. A. 30 July i6ss- ƒ. I,
(«\ DüMSELAARVI. gfik, bl.+oj. COMMELIN, bl. ucr.
(P) M. ƒ. lig.
(q) Refol, Vroedfch. Lr. C. 6 Jnly I660. f, 4j vcrfo.
Os
|
||||
218 AMSTERDAMS II. Deel.
1655. gen fchroeven, die, volgens eene Keure
van den zeventienden December, door nie- mant, tnogten naargemaakt worden (>). De Ad- Het Collegie ter Admiraliteit te Amiter- m!raM" dam, vermoedende, dat de laading van ze- ter'stede ^er *"cmP » ^e§gen^e voor Monikendam , raakt in niet naarbehooren aangegeven was,zondt, gefchil in de Lente deezes jaars, den Geweldige en met de eenige bedienden derwaards, om het te on- rini^ao ^erzoe^en* 'c Vermoeden werdt gegrond Mooi- gevonden, en 't fchip herwaards te rugge- kendam. bragt. Doch de Regeering van Moniken- dam nam 't feilenden van haaren ftroomzo euvel, dat zy eenen hoop gewapend volk afzondt, die 't fchip bemagtigde , en naar Monikendam te rug voerde. De Admira- liteit te Amfterdam viel hierover klagtig aan de algemeene Staaten. Doch de Ste- den van Holland hielpen eikanderen de vry- heid van Monikendam zo ernftelyk voor- flaan, dat de klagten der Admiraliteit niet veel ingang vonden (ƒ). Amfter- Aan Frt&ß Willem, Keurvorfl van Br an- dam denburg, die eene Dogter van Fredrik Hen- neemt rjk, Prinfe van Oranje, ten huwelyk hadt, hctr fe" was, in February deezes jaars, een zoon ge* aaïover booren. Hy gaf 'er der Stad Amfterdam denkeur- kennis van, en boodt haar het Peterfchap prinfe aarf jj welk, terftond, aanvaard werdt. Men ™nJJran*fchonk den jongen Keurprins eenen lyfren- Ulg" te-brief van duizend guldens 's jaars, leg- gende in eene gouden doos, tot eene pille- ga-
(r) Keurh. M. ƒ. 257 verfo,
(sj AirztMA 111. Deel, H. Itfï.
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 2i$jr
gave (f), om welken over te brengen, Bur- i^ee*
gemeefter Joan Huydecoper, Heer van Maarfeveen, met een aanzienlyk gevolg, afgezonden werdt («). Sommigen hebben aangemerkt, dat men, De Piin-
omtrent deezen tyd, te Amfterdam , uitfesWe- llaatkundige inzigten, nu en dan, byzondere S!!?-^0 tekenen gaf van agtinge voor het Huis van Henrik Oranje (v),onder welken, veelligt,ook het wordt, gereedelyk aanvaarden van het Peterfchap hicr ter over den Keurprinfe van Brandenburg gere- Ste"e» kend mag worden. Ook nodigde men, naar haa'ld. 't fchynt, met diergelyk oogmerk, dé Prin- fefle Weduwe van Fredrik Henrik hier ter Stede. Zy hadt haare reis, van tyd tot tyd, verfchooven: doch werdt, ten laatften, in Oktober deezes jaars, met twee Amfterdam- fehe jagten, van Utrecht afgehaald, en flaa- telyk ontvangen en getoefd. Te Ouderkerk, ontmoette haar een groot getal van fpeel- jagten. De Amfterdamfche jonge Ridder- fchap reedt, ter wederzyde van 't jagt, welk haare Hoogheid voerde, langs den Amftel. Op de blaauwe brugge, lagen zes halve kar- touwen , die, op haare aankomft, gelofl wer- den. Op ieder der drie andere bruggen, wel- ken zy door moed, om aan 't Oude-Zyds- HeerenJLogement te geraaken, ftondt een vendel Stads foldaaten gefchaard, die ook wakker vuurden uit de musketten. Zy kwam, den eenentwintigden, in de Stad, daar zy, da-
CO Refol. Vroedfch. N. zt. 17 oipril I6$s,f. i50,Gioot> Memot N. iv. f. $i. (u) AlTZR.MA lil. Deel, hl. 1199,
\y) AlTSEMA UI. Deely hl, 7*6, |
|||||
r
|
|||||
-
|
|||||||||||||
"" ■ ~ !f-----------iii
|
|||||||||||||
220 AMSTERDAMS II. Deel:
dagelyks, in 't Heeren-Logement, en deti
drieën twintigften, Koningklyk,op'tStad~ huis, op Stads koften, onthaald werdt. De Burgemeefteren Joan van den Poll, die thans voorzat, Joan Huydecoper, Heer van Maar- feveen, Henrik Dirkszoon Spiegel en Nicolaas Tulp, nevens den Schepen Dirk Tulp, Zoon van den laatlten, en den Secretaris Cornelis Bäcker, aten aan ééne tafel met dePrinfes- fe. Zy was, voor den agtentwintigften, reeds wederom in den Haage (w). |
|||||||||||||
*6S5-
|
|||||||||||||
De Stad
bevor- dert de aflofling der twee millioe- nen, door haar, aan wylen zyne Hoog- heid ver- ftrekt. |
De Regeering van Amfterdam hadt, on-
dertufichen, niet verzuimd, byde Voogden over den Prinfe van Oranje, aan te houden op de aflofling der twee millioenen,in'tjaar 1650, aan wylen zynen Heere Vader ver- ftrekt; van welken, in de Lente deezes jaars, reeds een millioen moeft afgelegd geweeft zyn. De Voogden, geene kans ziende tot deeze aflofling, floegen voor, dat men de Stad, by twintig- of vyfentwintig - duizend guldens tevens, zou doen betaalen door by- |
||||||||||||
zondere Perfoonen, die dan treeden zouden
in 't Verding, welk de Stad met wylen zy^ ne Hoogheid gemaakt hadt: of dat de Stad, om aan haare penningen te geraaken, zul- ken van 's Prinfen goederen zou -doen ver- koopen, als zy daartoe bekwaamftzouoor- deelen. Burgemeefteren waren , reeds in Maart, verzogt en gemagtigd,om op dee- zen voet met de Voogden te handelen (o;), 't Schynt, dat een gedeelte van de fchuld, wat
(«>_) AlTZF.MA III. Deel, bl. I20J , Izo(S.
(x) Relol. Vroecifch. N. 21. t} Mtart 1655./. Z47» Gtoot-Memoi. N. IV. ƒ. 5J verfo. |
|||||||||||||
XVH.BoEK. Geschiedenissen, vxi
wat laater, afgelegd werdt (j). Doch daar 1655.
verliep nog een geruime tyd, eer de Stadt op zekere wyze, volkomen voldoening be- kwam. In den Zomer deezes jaars, was de Peft Peftzfek-
wederom ontfteken hier te Lande, metnaa-te hier me te Amfterdam. Zy woedde zo fterk,terSte^e* dat 'er, hier ter Stede, in den tyd van een k jaar, dat is,tot den Zomer des jaars 1655, zeflienduizend zevenhonderd zevenentwin- tig menfchen aan overleeden waren. In de eerfte zes maanden, flierven wel dertien- duizend vyf honderd en agt menfchen. Men oordeelde, dat de lugt thans oorzaak was van deeze befmettelyke ziekte, om dat de gewoonlyke Zomer- en Herfflvogels geheel- lyk vervloogen of geftorven waren. De ramp hadt ook invloed op den Koophandel. De fchepen, naar Spanje gefchikt, werden met de laading te rug gezonden, of mogten, zo zy al behoorlyke gezondbrieven medehad- den , niet dan na eenige weeken toevens, ont- laaden worden. Het inbrengen vanHolland- fche geweeven' floffen werdt, in Frankryk en elders, flrengelyk verbooden (2). Deuren, Wethouderfchap maakte, onder 't woeden!?c ftu*" ■der Peflziekte, veele Keuren, om den voort- voorko- gang der befmettinge te fluiten, 't Venten ming der van oude kleederen en vodden mögt ner-befmet- .gens gefchieden, dan op het Bolwerk be-tinge» weflen de Reguliers poort, 't Inbrengen engelnaa verkoopen van blaauwe pruimen, zwarte kne-
ty) Refol, Vroedfch. Lx. A. n Sept. ißjj./. n verf». (g.) Holl. Merc. van IÖ5J. bl. 117. DOMSELAAR VI, Vwq, bl, *4*. COMMEI.IN, */. ugo. |
||||
222 AMSTERDAMS II. Deèc.
1655. krieken en konkommers werdt volftrektelyk
verbooden. Men ftelde eenige Stads Doc- toren, Chirurgyns en Apothekers aan, om de kranken van behoorlyke hulpmiddelen te voorzien. Wat laater, werden ook drie buitengewoone ziekentrooflers aangefteld. In de huizen, daar iemant aan de pefb ge- ftorven was, mögt, binnen veertien dagen daarna, en zo't vettewaariers waren, bin- nen vier weeken, geene neering gedaan, en de deuren derzelven alleen om uit en in te gaan geopend worden. Zo de peft by een' Vleefchhouwer kwam, mögt aldaar geen vee geflagt worden, binnen zes wee- ken na dat de laatfte kranke geftorven, of genezen was. 't Stroo, waarop een kranke gelegen hadt, moeft verbrand worden. De doodkiften moeften , met pek , waterdigt worden gemaakt. Elk moeft de goot voor zyne deur, tweemaal ter weeke, doen rei- nigen. De lyken moeften, ten langde bin- nen drie etmaalen, begraaven worden. De draagers en medegangers mogten geene lan- ge rouwmantels aan hebben, en delaatften niet op de Kerkhoven komen. Ook mögt men 't fterf huis met geene wollen rouwftof- fen behangen. In Auguftus, werden, eeni- ge dagen agtereen, honderd en tagtig pek- tonnen gebrand, op zeftien onderfcheiden' plaatfen in de Stad. Zo groot was defterfte, in September, dat belaft werdt, dat kinde- ren en ongehuwden, 's morgens voor negen, en in de oude en nieuwe Kerke, voor elf uuren, moeften begraaven worden. Ook werdt het opfchikken van lyken verbooden. Ten
|
||||||
1
\
|
||||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 223
Ten zelfden tyde, werdt, ter oorzaakeder 1655.
kleinte van 't Kerkhof aan de Weder-Ker- ke , enden ftank, die 't begraaven aldaar veroorzaakte (a), het Bolwerk voor de Blom- graft tot een nieuw Wefterkerkhof gefchikt. Ook werdt toen eene verdeeling gemaakt van de wyken, die, op ieder der zes Kerkhoven, zouden moeten begraaven. Het toeneemen der kwaaie gaf, op vertooninge van den Kerkenraad (Z>), gelegenheid , tot het in- fleilen van eenen weekelykfchen Bededag, die, met Woensdag den agtften September, ten vier uuren, aanving. Doch in Decem- ber , was de flerfte in zo verre afgenomen, dat het Geregt beval, dat de lyken weder- , om, op den gewoonlyken tyd, des nade- middags, begraaven zouden worden: en in January des volgenden jaars, bevondt men, dat het getal der dooden het gewoone ge- tal niet veel te boven ging, waarom,in de plaats van den weekelykfchen Bededag, op Woensdag den vyfden, een plegtige Dank- dag gehouden werdt (c). In July des jaars 1655, werdt by den Raad De eed
verdaan, dat allen, die Raaden geweeft wa-van Raad ren, zouden aangemerkt worden als Bur-den^ur- gers, al haddenze verzuimd, den Burger-gereed. eed te doen; alzo de eed van Raad geoor- deeld werdt, denBurgereed, volkomenlyk, te vervatten (d), In
(a) Refol. Vroedfch. Lt. A. 12 ^Au*. \tSS- ĥ 5.
(b) Refol. Vroedfch. Lt. A. 4 Sept.■ *€fs, f. II verfo.
(c) Keurb. M. ƒ. zis, z?<ï » *39 verfo, 244, 24J verfo t
Z46 ,249, IJO, 2JI ver/6 f 257, 258. (d) Refol. Vijedfch. lt. A. 30. July 16$S- f, % vtrfo.
HaniJtr, W, ixj, [io>] |
||||
224 AMSTERDAMS II. Deel;
■Lfiee In Noord-America, was, in 't jaar 1609, D Stad ^oor Hemk Hud/on, in dienft der Veree- ftigt ee- nigde Ooflindifche Maatfchappye uitgevaa« ne Volk-ren, op de hoogte van ruim eenenveertig planting graaden , ontdekt een Gewefl , welk hy jjNieuwjsjjeuw Holland noemde, en welk, nader- land " hand, den naam van Nieuw Nederlandkreeg (e). De Weftindifche Maatfchappy, federt zynde opgeregt, zondt volk en vee naar dit Gewefl,en voer 'er op, van tydtottyd. Haare dienaars en planters kogten veel Lands van de Amerikaanen, en onder an- deren een Eiland in den mond der Riviere Manhattans, die tegenwoordig Hudfons RU vier heet; op welk Eiland, eerlang de Sterk- te Amflerdam en de Stad Nieuw Amflerdam 16*56. gefügt werden (ƒ). Over dit Eiland, hadt de Maatfchappy *t beftier opgedraagen aan de Kamer Amflerdam, diezig, in den aan- vang des jaars 1656', genegen toonde, om een gedeelte haarer bezittingen in Nieuw Nederland over te doen aan ie Stad. Men oordeelde, in de Vroedfchap, dat dit Land, behoorlyk bebouwd wordende , alles zou können uitleveren, wat tegenwoordig uit de Ooftzee gehaald werdt, tot maften toe: en uien befloot, hierop, met de Maatfchappye, over den koop van het zelve, in onderhan- deling te treeden, op dat men niet altoos van de Ooftzee zou behoeven af te hangen (g). 't Land werdt gekogt. Burgemeefteren en
(e) J. DE LAAT Befchr. van Wcftindie, hl. %% enx..
(f) Memorie1 x/a» z% Febr. 1654. in ** Verbaal van H, V.
BKVERNINGK hl. 608 enx.. ($) &dol« Yioedfth. £'. A, 3 pi*** i6$6. f. 7«,
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 225
en Raaden beraamden, in November, eeni« i6e6,
ge voorwaarden, ten behoeve van zulken, die zig aldaar zouden willen nederzetten, om den grond te bebouwen en te beplan- ten. De Hertog van Savoje, misnoegd op zyne Gereformeerde onderdaanen, in de dalen van Piemont, bekend by den naam van JValdenzen, hadt dezelven, federt eeni- gen tyd, naar hun oordeel, te hard gehan- deld , en genoodzaakt, hunne wooningen te verlaaten. Voor deeze luiden, was, hier te Lande, meer dan tweehonderd duizend gul- dens verzameld, die hun, eerlang, werden overgemaakt (h). Te Amfterdam, was een goed gedeelte van deeze fomme byeen ge- bragt: van welke, zo my gebleeken is, in twee reizen, meer dan zeven en zeitig dui- zend guldens werdt uitgekeerd (i). Ook kwamen , eerlang , ruim driehonderd van deeze verdreevenen herwaards, die zig ge- negen toonden, om de nieuwe Volkplanting der Stad , in Nieuw Nederland , te helpen bevolken (£). En werden, federt, ten zelf- den einde, van tyd tot tyd, perfoonen en huisgezinnen aangenomen (/). De Stad nam, nog voor 't einde deezes jaars, vyfentwintig duizend guldens op, ten behoeve der Volk- plantinge, en om dezelve van eenige noodi- ge waaren te voorzien (tri). In de Lente des - jaars
(h) AlTZEMA III. Deel, il. iz+o.
(i) Groot-Memor. N. IV. f. 96, 106. (\) Holl Merc. van 1656. hl. 129. DOMSELAAR VI. JBoel^, H. 407 en%. COMMËLIN hl. IIJ7. (t) Groot-Memor. iV. V. ƒ. ji, 79, g-i verfo. (rv) Refol. Vroedfch. Lt. A. 11 Nov„ I6jfi. ƒ. t$i vtrfu y. Stuk. P
|
||||
o
|
|||||
220* AMSTERDAMS II. Deel.
1656. Jaars If>57 » waren 'er wederom driehon-
derd Planters byeen gebragt, gereed tot de reize naar Nieuw Nederland. Men be- floot toen , nog zesendertig duizend gul- dens , ten zelfden einde , op te neemen, en de Volkplanting te voorzien van eenen Predikant («). Kort te vooren, was 'er nog tienduizend guldens toe opgenomen. Wat laater, nog zesduizend. Doch in 't begin van September, vorderden de Ge- magtigden tot het opzigt over de Volk- plantinge wederom nieuwen onderftand. Men begon toen te zien, dat de koften der Volk- plantinge het voordeel, welk zy gaf, te boven gingen. De Vroedfchap verklaarde, nooit van meening geweeft te zyn, omze, tot zo zwaare koften, te onderhouden (0). Nog* tans verfchafte zy, in de Lente des jaars 1658, nog wederom twintigduizend guldens, en zondt,op nieuws, een fchip met eenige planters derwaards (p). In 't najaar, werdt geraadpleegd op middelen, om Nieuw Ne- derland, met minder koften, te onderhou- den , en te gelyk beflooten, nog wederom zesduizend guldens, voor de Volkplantin- ge , te ligten. Men maakte eenige veran- dering in de voorwaarden, ten behoeve der Planteren opgefteld, alzo dezelven al te na- deelig bevonden werden voor de Stad Qj). De Planters, die hunne goederen, immers ge- deel-
(n) Refol. Vroedfch. IJ. A. 3 Maart 16$y.f. 199verfa.
(») Refol. Vroedfch. L*. A. 4 Julyt jSept. 16*7. ƒ.225. (p) Refol. Vroedfch. L*. B. 11 April 1658. ƒ. i<S. (q) Relol. Vroedfch. L'. B. 19 Otiob. 20 Die. 1658./. SS, 1*1 |
|||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 227
deeltelyk , zonden werwaards zy wilden, 1656.
werden nu, onder anderen, verpligt, om dezelven alleen naar deeze Stad te zenden. Doch dit punt werdt, in 't begin des jaars 16$9 i in zo verre, veranderd, dat zulke Planters, die de kollen hunner overvoerin- ge aan de Stad voldaan hadden, hunne waa- ren mogten voeren, werwaards zy wilden, behalve de Pelteryen, en de waaren, die zy naar 't Ooften, naar 't Noorden, of naar de Nederlanden wilden fchikken; alle welken zy gehouden zouden zyn, herwaards te bren- gen (r). Doch het onderhoud deezer Volk- plantinge viel der Stad in 't begin zo fcha- delyk, en 't gene van daar gebragt werdt, leverde zo weinig uit, dat rrien,inSeptem- tember daarna , befloot, zig dezelve weder- om kwyt te maaken, enze,ten befte moge- lyk , aan de Weftindifche Maatfchappye wederom over te doen (j) ; doch deeze toon- de hiertoe geene gezindheid altoos. Mid- lerwyl, werden 'er, in de jaaren 1660 en 1661 , nog wederom negenentwintig dui- duizend tweehonderd en vyftig guldens, ten behoeve der Volkplantinge, geligt (*): en in 't jaar 1662, aan vyfentwintig Huisge- zinnen van Menniften, die zig derwaards begeeven wilden , honderd guldens ieder toegeflaan (u). Van dien tyd af, begon de Volkplanting te bloeijen. De Scheepvaart en
(r) Refol. Vroedfch. £r. B. io Maart i«Jj>- ƒ. 91.
(1) Refol. Vroedfch. Z,». B. 30 Sept, ifij9. ƒ. i«t verft* ft) Refol. Vroedfch. />. C. 15 ^Aug. rö Nov. 1660. &Jj,n. $ Afay 1661. f. 50 verf» , 81, 99, Ui. (uj Refol. Vroedfch. Lx. C. zo *4frii H6z. f. !*>!•
P 2,
|
||||
228 AMSTERDAMS II.De&£
1656. en Koophandel derwaards, die gedeeltelyk
gefchiedde voor Stads rekening, nam toe (u). Doch de oorlog met Karel den II., Koning van Groot-Britanje, die, in 't jaar 1Ó64 , ontftak, deedt alles van gedaante verande- ren. De opkomende Volkplanting werdt, in 't zelfde jaar, omtrent den aanvang van September , door Robert Holmes , bemag- tigd(w). De Koning behieldtze, by de Vre- de des jaars 1667. Nieuw Nederland werdt, federt, Nieuw Tork vernoemd, welke naam ook aan Nieuw Amfierdam gegeven werdt. Ondertuflchen , hadt de Vroedfchap van Amfierdam, in 't jaar 1665, beflooten, het Burgerregt deezer Stad te fchenken aan de geweezen Burgers van der Stede Volkplan- tinge in Nieuw Nederland (x). De En- De Regeering van Engeland hielde, in 't seifchen jaar 1656, waartoe wy nu wederkeeren , niee^"de ter gelegenheid derVredebreukemetSpan- Amfter- je (j)» Oorlogsfchepen in de Spaanfche en damfche in de Middellandfche zee, die ondernamen, Scheep- de Koopvaardyfchepen van ingezetenen van vaart* deezen Staat aan te houden, te onderzoe- ken, en, op vermoeden dat zyContreban- de goederen voerden, op te brengen. De Scheepvaart deezer Landen , en die van Amfierdam in 't byzonder werdt, hierdoor, geweldiglyk, belemmerd. Het Collegie ter Ad-
(v) Refol. Vroedfch. I*. C. 22 Febr. 10, 16 Maart 16Ä3.
ƒ. 2*3 verfo, 24.0, 244. L*. D. 19 *Aug. 24, 26 Oft, 166}. ƒ. Z6 , 48 , 49. (w) Brieven van en aan den Raadp. DE WITT, IV. Deelt
hl. 386, 387. Holl. Merc. van 1664. bt. 152. Vaderl. Hift, . XIII. Deel, bl. 119. (x) Refol. Vroedfch. L*. E. z<ï Aug. 1665. ƒ. It«
(y) Zie Vadeil. Hift. JU. Deel, tl, 38J.
|
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 229
Admiraliteit hier ter Stede en de Regeering 1656.
zelve (2) hadden, over 't gedrag der En- gelfchen, reeds meer dan eens, geklaagd ter algemeene Staatsvergaderinge, zonder dat 'er eenig befluk op gevallen was. Het Heimely- Collegie vondt dan goed, zelf eenige orde ^e ,ajJ teftellen, geevende den Bevelhebber Gi S^jg^ deon de Wildt> den Vice - Admiraal Mkhielh{QI ter Adriaanszoon de Ruiter, en den Kapiteinen Stede, der fchepen, die onder hunne vlagge voe- om zu,ks ren, heimelyken laft, den derden Novem'Jmbb.' ber gedagtekend „ omdenEngelfchenOor- 3, logsfchepen, in zee, behoorlyke eer te „ bewyzen, met het ftryken der vlagge, 't „ laaten loopen van't marszeil, en het doen „ van eenige eerenfchooten. Zo de Engel- „ fchen de Koopvaarders onder 's Lands „ Convoi wilden onderzoeken, onder voor- „ wendfel, dat dezelven naar vyandelyke „ Plaatfen gefchikt waren, moeft men hun „ voorhouden, dat de fchepen hier teLan- „ de t'huis hoorden, en geeneContrebande „ waaren inhadden, met aanbieding van 't „ een en 't ander, met de Zeebrieven en „ Paspoorten, te willen bewyzen. Indien „ men, desonaangezien, de fchepen wilde „ aanhouden , opbrengen en ontlaaden, „ moefl men den Schipperen belaften, zulks „ niet te gedoogen. Zo de Engelfchen dreig- „ den, geweld te zullen gebruiken, moed „ men zig gereed maaken, om het met ge- 9, weid af te keeren; en zo zy tot daadelyk „ geweld overgingen, moeit men 's Lands >, eer
(«,) De Witt Brieven, Ui. Z>«/, hl. 117,
P3
|
||||||
t
|
|||||
030 AMSTERDAMS ILDeel;
1&5Ó. j» eer betragten, en zig manmoediglyk ver-
„ dedigen: rnaar in beflooten havens, of „ onder 't bereik van Sterkten, of onder de „ magtige Vlooten van Blake enMountague, „ moefl men zig van het pleegen van ge- „ weid onthouden." Doch de algemeene Staaten beflooten, eerlang, deeze orde we- derom in te trekken. De Vice-Admiraal de Ruiter, beklaagde zig hierover, in eenen brief van den zeflienden December aan de Admiraliteit te Amflerdam , fchryvende , onder anderen, in eenen regtfchaapen zee- mans flyl „ dat het intrekken der orde voor ,, 's Lands Dienaars ondraaglyk was; dat zy, „ by de Koopluiden en by 't gemeen, voor „ eerlöoze fchehnen zouden worden uitge- ,, maakt; dat niemant zyn Convooi zou „ können befchermen; dat de minfle En- „ gelfchman hen zou zoeken tehoonen, de „ fchepen te onderzoeken en te neemen; en ,, hen nog als Jan Gats uitlagchen enz.'* De Ruiter kreeg hierop lafl van de Admi- raliteit te Amflerdam, om zig aan de ge- heime orde te houden. Zeeland nam dit zeer euvel. Doch men meende, dat de Admiraliteit dien flap, niet zonder kennis der Staaten van Holland, gedaan hadt (V).. OndemnTchen, vind ik niet, dat 'er, ten deezen tyde, iet van belang, tiuTchen de Engelfche Oorlogsfchepen en de onzen voor- viel. De Stad Het toeneemen van het getal der ingeze- ftaatder tenen in Amflerdam, welk ook het getal der
(*) A1TZEMA III. Deelybl. 1298, 1299.
|
|||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 231
der behoeftigen deedt toeneemen, gaf, om- 1656.
trent deezen tyd, gelegenheid tot deopreg- Diaconïe ting van een nieuw Weeshuis der Gerefor- plaats tot meerde Diaconie, waartoe de Stad, in den een aanvang deezes jaars, een ftuk gronds by ™ees- de Zwaanenburgsbrugge aan de Diaconie U1S toe' vereerde (b). 't Gebouw werdt, in 't vol- gende jaar, voltrokken. Een uur gaans van de Stad, tiuTchenden Zy doet
Amftel en den Veendyk, in de Ambagts- hetklei- heerlykheid van Amftelland, lag, van ouds, ne Loop- een Weg, het kleine Loopveld genaamd, die ^eeJeiu zo fmal was, dat de rytuigen eikanderen al- daar niet myden konden, naar behooren. De Stad, belang hebbende by het verbreeden van deezen weg, verwierf, den zeventien- den Maart deezes jaars, Oftroi van 's Lands Staaten, om de gronden en landen, die tot verbreeding van den weg zouden noodig zyn, volgens de fchatting van de Geregten, onder welken dezelven gelegen waren, te mogen naar zig neemen, en om een Gabel te mogen heffen van twee penningen of een duit, van elk' menfch, die den weg langs ging (V). En in gevolge van dit Oétroi, werde het kleine Loopveld, kort hierna, op Stads koften, verbreed. De Haarlemmer-Meer hadt, federt vee- 't Slag-
Ie jaaren, een aanzienlyk gedeelte van de turven in Landeryen, gelegen in de Ambagtsheerlyk- ^J^' heden van Amflerveen, Slooten, Slooterdyk, heerlyk- Osdorp en de Vrye Geer, der Stad toebe- heden hoo- der Stad
(b) Refol. Vroedfch. L, A.6,Z6 Jan. i6$6. ƒ. jj,
{(j Hiiiutv, bl. 3J+. [izj.] P4
|
||||
232 AMSTERDAMS II. Deel;
1656. hoorende , weggenomen. En desonaange-
wordt zien, was het flagturven, in de gemelde Am- verboo- bagtsheerlykheden, door de oogluiking der den,zon-Baljuwen, zofterk voortgezet, dat de Veen- der haar plaflfen,die ter diepte van agttien oFtwintig ver ° " voeten waren uitgebaggerd , op fommige plaatfen , naauwlyks vyfentwintig roeden van de Meer af lagen: welke fmalle ftrook, doorbreekendc, een groot gedeelte der ge- noemde Ambagtsheerlykheden, voor eene verderfelyke overftrooming , bloot ftellen zou. De Stad, om dit onheil te verhoeden, verwierf, derhalven, op den zeventienden Auguftus deezes jaars, 06lroi van's Lands Staaten, dat niemant in de gemelde Am- bagtsheerlykheden zou mogen flagturven, dan met bewilliging van Burgemeefleren , als Ambagtsheeren (d). Ontwerp j)e voorflag, die, al voor twee jaaren, (iïJfte in ^e Vroed^cnaP deezerStad, gedaan was, maaken om het Vegtwater in, of ten minfle nader uit de aan de Stad te brengen, werdt, in de Len- Vegt in 't te deezes jaars, wederom vernieuwd. Men Gein tot kacjt reecjs een Ontwerp gemaakt,om eene fkou- Cr Graft te graaven, uit de Vegt byNigtevegt, vers van door het Land van Oud of Klein Muiden, Amfter- onc]er Holland gelegen, tot in het Gein ; dam' welke Graft groot gemak toebrengen zou aan de Brouwers , die nu veel gereeder by 't Vegtwater zouden können komen dan voorheen,en niet door Weesp behoeven te vaaren, waarom zy, omtrent deezentyd, duizend guldens 's jaars, voor 't gebruik van zulk
(d) Hand*, bl. 32}.
|
|||||
x
|
|||||
*
XVII-BoEK. Geschiedenissen. 233
zulkeene Graft, uitbooden. De koflen van 16*56.
"t werk werden op twee en veertig duizend guldens begroot, en Volkert Gerritszoon Krook hadt 'er Oclxoi toe verworven van 's Lands Staaten, het regt van welk Oólroi hy, eer- lang , aan de Stad afflondt. Men befloot, in Juny, voort te vaaren met het werk (e). De voornaamfte zwaarigheden in het zelve waren, dat de ontworpen Graft zou können gebruikt worden tot eene doorvaart voor fchepen, tot groot agterdeel voor de Stad Weesp; en dat Amflelland, door dezelve, zou können belafl worden met vreemd wa- ter. Doch beide deeze zwaarigheden wer- den weggenomen, van de zyde der Stad. Zy verbondt zig, tot voorkominge der eerfle, by 't begin der Graft, in den Vegtdyk al- leen , te zullen laaten fteeken een' duiker met drie keelen, ieder niet wyder dan ze- ven Rynlandfche voeten, en zo laag, dat 'er ook de kleinfle fchuitjes niet zouden door können. Tot wegneeminge der tweede zwaa- righeid, zou zy,ten einde der Graft, en daar dezelve in 't Gein uitkwam, een fluisje laa- ten leggen, met zulke fchutdeuren voor- zien, dat het Vegtwater, daardoor,ten al- len tyde, uit Amflelland zou können gehou- den worden. Op deezen voet, werdt,den veertienden September, eene overeenkomfl geflooten tiuTchen Burgemeefteren van Am- sterdam en Dykgraaf en Heemraaden van Am-
(O Refol. Vroedfch, Lt. A. I8 Maart, i+ Jttnj \6$6.fm
12 Vtrfi , Ho Verft, _
P5
|
||||||
>
■
|
||||||
434 AMSTERDAMS II. DEEt.
1656. Amftelland (ƒ), die, vooraf, door den Raad,
was goedgekeurd (g). Ook kwamfmen over- een met de Brouwers, dat zy, voor 't ge- bruik van 't Vegtwater uit de nieuwe Graft, vyftien honderd guldens 's jaars betaal en zouden: doch zo 't werk minder dan vyftig duizend guldens koftte, naar gelang zo veel minder, gerekend tegen drie ten honderd (£). 't Werk bleef nogtans fteeken. In 't jaar 1663, verzogten de Brouwers nog, dat het mögt worden voortgezet (i). Doch het is, tot nu toe, agter wege gebleeven. Trekpad De Steden Amfterdam en Gouda, over-
en Vaart eengekomen zynde wegens het maaken van "aar, eene Vaart en Trekpad tuflchen de twee gemaakt. Steden , hadden daartoe , op den zesden April, O&roi verkreegen van 's Lands Staa- 1657. ten (£). De Staaten van Utrecht, over
welker bodem, omtrent den Uithoorn, de Trekweg, voor een klein gedeelte, loopen moeft, verleenden haar , den zeitienden July des jaars 1657, een diergelyk Oclroi (/): waarna 't werk, tot groot geryf der beide Steden, in korten tyd, voltrokken werdt. De Am- In de Lente deezes jaars, klaagden, on-
fterdam- der andere ingezetenen deezer Landen, de mers Koopluiden van Amfterdam zeer over de kIaaSden zwaare t°Uen > die, door den Graave van tol te Oldenburg, te Elsvliet beneden ßreemen, Elsvliet. ge- (ƒ) Groot-Memor. N. IV. f. in, 113. Handv. bl.
434- [153.]
(g) Refo!. Vroedfch. Lt. A. 11 Sept. 1656. ƒ. 137 vcrfa, (h) Handv. bl. 434. [ijf] (»} Refol. Vroedfch. Lr. C. 14 N»v. 1663. f. 61.
({) Handv. bl. 426. [latf.J l/j Handv. bl. 417. [127-] |
||||||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 235
gevorderd werden. Men tradt, van wege 1657,
de algemeene Staaten, hierover in onderhan- deling met den Graave (m); doch daar ver- liep vry wat tyds, eer men hem van gedrag kon doen veranderen. De uitrufting ter zee, die, in 't voorlee- De
den jaar, begonnen was,hadt eenigeagter-5{jaajT dogt verwekt aan 't Spaanfche Hof, daar ^(Tadeur vermoed werdt, dat men 't daarmede op WOrdt te Spanje hadt aangezien. De Spaanfche Am- Amfter- bafTadeur , Don Eflevan de Gamarra , gaf jja1" ont* zulks den Staaten te kennen. Doch hy werdt * haaft geruft gefield (n). 't Belang van den Staat vorderde het onderhouden der herftel- de vriendfchap met Spanje. Men begreep zulks vooral te Amfterdam, werwaards de gemelde Ambaifadeur, in deezenjaare 1657, een' keer deedt, en trefFelyk ontvangen werdt (0). Omtrent twee jaaren te vooren, hadt men, op zyn verzoek, hier ter Stede, een Engelfch jongman, Richard genaamd, in het Tugthuis gezet (J>). Het ontwerp om Amfterdam aan de Ooft- De Stad
zyde uit te leggen, en te verfterken, welk worddc» voor veele jaaren genomen was, werdt, om- Q0ftzy_ trent deezen tyd, ter uitvoeringe gebragt, de, ver- Men begon met de verfterking van het Ei fterkt. , land Kattenburg. De ingezetenen aldaar Katten« hadden, reeds in 't jaar 1655, geklaagd, wu0rrgdc .. dat zy, des nagts, door het ophaalen der betim* brugge, gelegen ten einde van het Eiland,merd. van
(m) AlTZEMA IV. Deel, il. 196 enx,.
(n) Vaderl. Hift. XII. Deel, il. 447. (o) VONDELS Poëzy, I. Deel, il. J87, (f) Groet .Memor.JV« IV. ƒ. 64. |
||||
236 'AMSTERDAMS - II. Deeè:
1617. van ^e Stad werden afgefneeden (q). Men
befloot, hierop, de brug te verleggen, en een Wagthuis te Hellen op het uiterfte Bol- werk (r). Sedert, werdt nader op de ver- fterking van Kattenburg geraadpleegd (Y). 't Werk werdt, eerlang, tot volkomenheid gebragt, en de tot hiertoe onbetimmerde erven op het Eiland, van Stads wege, ver- kogt. Onder anderen, vind ik, dat de Stad, in 't jaar 1660, twintig erven op Katten- burg, tot zeshonderd guldens ieder erf, ver- kogt heeft aan Henrik Rufe, buitengewoon Ingenieur alhier, die beloofde, dezelven, tot fieraad der Stad, te zullen doen betimme- ren (0- In den aanvang des jaars 1657, |
||||||||||
was reeds beflooten, den grond, benoorden
|
||||||||||
de nieuwe Vaart op Kattenburg en verder
gelegen, tot aan en omtrent Outewaal, zo aan de Admiraliteit als aan anderen , tot Scheepstimmerwerven uit te geeven (u); gelyk , federt , gefchiedde. De vergroo- ting der Stad aan de Ooftzyde werdt toen vlytiglyk voortgezet: en zy verwierf, op den tweeden May des jaars 1663, het ge- woonlyk O&roi van 's Lands Staaten, om de erven, die binnen de wallen getrokken wer- den , volgens de fchattinge van Schepenen, te mogen naar zig neemen (i>). De Stad By de Vroedfchap deezer Stad was, in ïaad- November des voorleeden jaars, in beden- king (q) Refol. Vrocdfch. L*. A. io Nov. \6s$. f, 27.
(r) Refol. Vroedfch. L1. A. 19 #»*• iMr ƒ. 3 3 verft* (s) Refol. Vroedfch. L*. A. 11 Nov. i6$6. f. iji verfo. (t) Refol. Vroedfch. L". B. 28 J«n. i«6o, ƒ. 240 verfo. (») Refol. Vroedfch. L*. A. 19 Jan. 1657. ƒ. 185. (v) Handv. bl. l. [887.] |
||||||||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 237
king gekomen, of men, uit kragte van het 1657:
O&roi, den agtentwintigften July des jaarspleegtop 1523, door Keizer Karel den V., aan diede op- van Nieuwer-Amftel of Amfterveen,tothetregtinga, houden eener Paard emarkt, op de twee laat- £an *jea fte dagen in Auguftus, verleend (<zu), ook ^Hu.' hier ter Stede, eene Paardemarkt zou kön- nen opregten (#). Doch men oordeelde, na ryp beraad, dat de Stad zig , met die Oftroi, niet zou können behelpen, zo om dat het zelve, reeds zo oudzynde, ligte- lyk zou können aangemerkt worden als ver- jaard , als om dat de Privilegien een bepaald regt gaven, en zig niet verder ftrektendan tot de perfoon of perfoonen,aan welken de- zelven verleend waren. Men verftondt nog- tans, dat alle Steden bevoegd waren, om ongeprivilegeerde Paardemarkten te houden, dat zyn zodanigen, waar men iemant, om fchuld , bekommeren of arrefleeren mag. En hierop werdt goedgevonden, zulk eene Paardemarkt hier ter Stede op te regten, die tweemaal 's jaars, in April en in Au. giiïlus, gehouden worden, en, t'elken rei- ze , drie dagen duuren zou (y). Doch dit befluit is niet ter uitvoeringe gebragt, of heeft ten minfte geen gevolg gehad. De Staaten (boten, in Juny deezes jaars, De Ko-
een naauw Verbond met Fredrik den III., "inê *att Koning van Deenemarke, die thans met marke" Zweeden in oorlog was, en van hier, eer-beveftfgt lang,
(w) Handv. hl. jzt.
lx) Refol. Vioedfch. /.'. A. Il Nov. 1656. ƒ. Ut«
(y) Refol. Vioedfch. £r. A. ij, 20 Jan, 1657./. m iitrj'a ,187. ...... |
||||
£38 AMSTERDAMS II. Deel.
p6$8, lang, met geld en oorlogsfchepen, onder- «te Stad fteunc* werdt (z). 't Sluiten van dit Ver- in de bond gaf gelegenheid, dat de Koning van v-oor- Deenemarke, op verzoek van den Heere heen ver- Coenraadvan Beuningen, Penfionaris van Am- yÏÏÏ fterdam, en buitengewoon AmbafTadeur der den. Staaten aan het Deenfche Hof, deeze Stad bevefligde in alle de Privilegien, die zy en haare handeldryvende ingezetenen, van de Koningen, zyne Voorzaaten, ontvangen had- den. De brieven, die hier van verleend werden , waren , op den agttienden May des jaars 1658, te Koppenhagen, gedag- tekend (a). Vrye De Staaten der Vereenigde Provinciën vaart op vorderden, federt eenigen tyd, vergoeding
Portugal,van jjg Kroone Van Portugal, wegens het zienad!n"verlies vanBrazil, welk der Weftindifche
oorlog. Maatfchappye , door de Portugeezen, af- handig gemaakt was. Doch alzo deeze ver- goeding agterbleef, hadt de Staat, in den £Ierfft des jaars 1657 , aan Portugal den oorlog verklaard (b). Desonaangezien, bleef de vaart en handel derwaards open, en de Admiraliteit te Amilerdam verleende, open- lyk, Paspoorten en Zeebrieven voor goe- deren en fchepen op Portugal. Het zenden van oorlogsbehoeften derwaards was alleen- « . lyk verbooden (c). Keur Het fpringen van een' Kruidmolen aan den
omtrent den Heiligen of Overtoomfchen weg, welk
den
(z.) Vadcrl. Hift. XII. Deel, bl. 4<Si,4<*7.
(j.) Handv. hl. 60. [91.] (b) Vaderl. Hift. XII. Deely hl. 45$. (t) A1TZEMA IV. Dtel, bl. 26J. |
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 239
den twaalfden September des jaars 1657 I0*c8#
voorgevallen was (d), en vry wat fchade h-t «T veroorzaakt hadt, gaf mynen Heeren van^d. dea Geregte, in de Lente deezes jaars 1658, aanleiding tot het maaken eener nieuwe Keu- re , omtrent het behandelen, bewaaren en vervoeren van het Buskruid, en omtrent het maaken der Kruidtoorens langs den Heili- gen weg. Zy was, den zevenden May, ge- dagtekend (e). By het gemelde ongeluk, kwam, op den Een ftee-
veertienden May des jaars 1659, een an-jjenb.ruS der.De fteenen brug, op drie boogen,over j?-1"' de Prinfen graft by de Leliefluis leggende, 5°* ftortte, onverhoeds, in. Zeven of agt men- fchen lieten 'er 't leeven. E enige anderen, die in 't water gevallen waren, werden, ge- lukkiglyk, gebergd (ƒ). Doch deeze ramp De Beur» gaf aanleiding tot het verbeteren van dege-wordt welffels der Beurs, die nu ruim vyftig jaa- 7er" . ren geftaan hadt, en welker gaanderyen, 0UW ten Noorden en ten Zuiden, begonden te zakken : 't welk, door het inbuigen der booge, waarop 't gebouw ruft, en door wel- ke, de vaartuigen, met geftreeken maften, uit den Amftel in het Damrak, en van daar te rug, plagten te können vaaren, veroor« 1 zaakt was. 't Gebouw werdt dan, op beide de gemelde plaatfen, uitgebroken, en de flaauwe boog aldaar met eene halfronde boog onderfteund. De Koopluiden hielden, terwyl de Beurs verbouwd werdt, hunne By-
(d) COMMKLIN, bl. 1169.
• (e) Handv. bl. +13. [67g.] (ƒ; DOMSJLUAAÄ Vl.iioek^bl, 42J,COMMEUN, fc/. litf.
|
||||||
240 AMSTERDAMS II.Deet.;
1659. Byeenkomften in de Nieuwe Kerke, en ver-
gaderden eerft, op den eerften January des . jaars 1660, op deherfteldeBeurs;diejeni- ge jaaren laater (g), op nieuws, moeft wor- den uitgelegd (b). De rang Terftond na de gewoonlyke verandering der Com- der Regeeringe in February, werdt, door miliaris- mvne Heeren van den Geregte,de rang be- paald Paa^ tuflchen de Heeren CommiiTarhTen, * fub'ai- m a^e de *ondergefchikteCollegien van Re- teme. geeringe en Regtsoefeninge hier ter Stede: te weeten, de oudfte CommifTariiTen in de Magiflrature zouden, in alle de byzondere Collegien, voorzitten, uitgenomen dat de Oud Schepenen en Raaden, in de gemelde Collegien, de voorzitting zouden behouden, als naar gewoonte (i). Oproer De Staaten van Holland hadden, onlangs, te Naar- orcie gefteld op de grootte der Turftonne *Jei?'do°r binnen deeze Provincie , ter gelegenheid ting^an een er nieuwe Ordonnantie aangaande den Amfter- Impoft op de Turf. Te Naarden, was de dam ge- Turfton, naar de voorgefchreeven grootte, ftild. gemaakt. Doch eenige onruftige ingezete- nen verwekten , ter deezer gelegenheid, eene byftere beroerte, op den negentienden May. De nieuwe Tonnen werden allen ver- nield : 't huis des Pagters van de Turf op- gebroken en geplonderd, en de Wethou- derfchap der Stede, eindelyk, genoodzaakt, op den eenentwintigden, af te kondigen, dat de Turfpagt, voortaan, geheeven zou wor-
(g) Refol. Vroedfch. U. F. p. ^iug. 166%. f. %%.
\n) DOMSELAARVI. Boek^bl. 4.12, COMMEJLIN, bh II57.
{ij Handy, hl* 116.
|
||||
XVIÏ.BoEK. Geschiedenissen. 241
worden, op den ouden voet. 't Gerügt dee- 1659.
zer beroerte kwam fpoedig te Amfterdam, daar men op middelen bedagt was, omze te fluiten. Men fchikte, op verzoek, zo ik meen , der Regeeringe van Naarden, twee of drie Compagnien Stads foldaaten derwaards, die, met den avond, uit Am- fterdam trokken , en, tegen 't aanbreeken van den volgenden dag, onverhoeds, bin- nen Naarden kwamen. De oproerigen hiel- den zig toen ftil. De belhamels werden ge- vat, en geftraft. Eenigen der fchuldigen waren gevlugt. De Gecommitteerde Raa- den hadden, reeds te vooren, vyf honderd guldens beloofd aan elk, die eenen fchuldi- gen zou aanwyzen. Ook kwamen, wat Jaa- ter, twee Compagnien van de Lyfwagtder Staaten van Holland in Naarden, waardoor de Stad in ruft gehouden werdt (&). De Amfterdamfche Compagnien keerden toen wederom herwaards. In den Zomer deezes jaars, bevondt zig, De Keur-
in den Haage, de Keurvorftin van Branden- VOJ,ftin burg, Dogter van Fredrik Henrik, Prinfe J^JjJ™" van Oranje, en de Prins van Anhalt, met de Pria- zyne Gemaalin, haare Zufter. Dit Vorfte- fes We- lyk gezelfchap, en de PrinfefTen, Weduwen duwe van van Fredrik Henrik en Willem den IL ,°nraa^fe. werden, te Amfterdam, genodigd, doorrehoogg den Burgemeefter Joan Huydecoper, Hee-Perfoo- re van Maarfeveen. Ook begaven de mees- naadjen ten zig derwaards, en kwamen 'er aari op?ordf"'
j r hier ter
. . den (kj Groot-Flakaatb. II. Dttl, kol. zjji. Holl. Mcrc.
v*n iésj>. bl.sji V. Stuk. O
|
||||
-----------———
|
||||||
a'4.2 AMSTERDAMS II. Deel.
1659. den negenentwintigften Auguftus. De Ko- Stede ningklyke Prinfes, Weduwe van Willem ftaatelyk den IL, was agtergebleeven, om verfchil ontvan- over den rang met de Keurvorftinne te voor- ge11' komen: 't welk ook de reden was, waarom zy den jongen Prins, haaren Zoon, die nu omtrent negen jaaren bereikte, en onlangs te Leiden gekomen was, om zig in taaien en weetenfchappen te oefenen , niet her- waards wilde laaten gaan (/). 't Vorftelyk gezelfchap werdt, hier. ter Stede, ftaate. lyk ingehaald. De Perfoonaadjen bezagen, een of twee dagen na derzelver aankomft, het Stadhuis, en werden vermaakt met ee- nige vertooningen, door den Digter Jan Vos uitgevonden, en geplaatft op zeftien flaat- fiewagens, die, over den Dam, en langs de voornaamfteftraatenen graften der Stad, gevoerd werden. Op den eerflen, vertoon- ' de zig een zinnebeeld van de Eendragt: op dezeven volgenden, die der zeven veree- nigde Provinciën. Op den negenden, zag men Keizer Adolf van Naffhu. De vyf vol- genden voerden Willem den I., Maurits, Fredrik Henrik, Willem den If. en Wil- lem den III. De vyftiende droeg het zin- nebeeld der dankbaarheid voor de bewee- zen dienden van het Huis van Oranje: en de zefliende de Stad Amfterdam, als eene Maagd verbeeld. Eenige dagen hierna , werden 'er, voor 't zelfde doorlugtig gezel- fchap , nog drie vertooningep gedaan, de Krooning van Keizer Adolf van NaiTau, de ver-
(/) AITZEMA IV. Dttl, hl, 470, +71,
|
||||||
ét 'f1 ■ miÊk ' 1 .....
|
||||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 243
verdrukte Nederlanden onder 't juk van i6<q„
Spanje, en het Huwelykvan George,Prin- fe van Anhalt, enHenrietta Katharina, Prin- feiTe van Oranje, verbeeldende (m). De Vorflelyke Perfoonaadjen, zig cenige dagen verluftigd hebbende in Amfïerdam, keer- den, eerlang, te rug naar den Haage. De Keurvorft fchreef, federt, een' brief van dankzegging aan de Stad, waarin hy be- tuigde , ten hoogfte voldaan te zyn, over het onthaal , zyner Gemaalinne aange- daan («). Wy hebben, ter zyner plaatfe (0), ge- De Stad
waagd van het Verdrag, in denjaare 1626, fluit eeno gemaakt tuffchen het Hoog-Heemraadfchap nadere van Rynland en de Stad Amfïerdam, op de£^r"n* hoogte van den Slaaperdyk. Die dyk, federt met het het maaken van dit Verdrag, gezakt en we- Heem- derom aangehoogd zynde, ontftondt 'er, red- ten deezen tyde, gefchil over dit hoogen, fchaE oordeelende de Stad, dat men daarin 4t 1^,00 peil, by het Verdrag bepaald, overfchree- de hoog- den hadt. Doch deeze peil was tegenwoor- te van dig niet wel te vinden, 't Gefchil zou,den,s'aa" zekerlyk, hooger geloopen zyn, zo men,per ' * op den negenden O&ober deezes jaars, niet overeengekomen ware, om drie nieuwe pei- len te ilaan op ééne hoogte, eene aan den negenden fleen van den Ooflervleugel der groote Kolksfluis, te Spaarnedam; eene aan de Damsfluis, alhier, die aldaar aan den buitenvleugel van de Zuidooftzyde der ge- mel«
(m) DAPPER, bl. ijj ent.
(n) Groot-Memoriaal N. V. ƒ. 4.
O) &e II. Dttlt XIII. Boek., $/.371«
|
|||||
r«
|
|||||
- -
|
||||||
Ä44 AMSTERDAMS II. Deel.
1659. melde fluis, regt onder het peilteken van
den Allerheiligen vloed des jaars 1570, ge- field werdt; en eene aan de nieuwe Brug- ge , die aldaar aan de Zuidweftzyde, aan den buitenhoek van 't uiterfle Steenwerk, ten Noordweflen van het Damrak, daar de houten brug toen begon, werdt geplaatfl. Voorts, kwam men overeen, om den Slaa- perdyk te houden op de hoogte van twee voet en tien duim boven de gefielde peil. De drie peiltekens werden , in de Lente des jaars 1660, op de beraamde plaatfen, gefield, nevens nog een vierde, welk aan den Ooflervleugel van de groote Sluis te Spaarnedam, agt voet buiten de buitenfle deuren, op dezelfde hoogte als het teken aan de Kolksfluis aldaar , gefield werdt. Op de koperen plaaten der peiltekens, flon- den de letters S. 1659. P. (p): welke let- ters S. P. Slaaperdyks Peil fchynen te bete- kenen. En naar deeze peiltekens, werdt de hoogte van den Slaaperdyk , federt, ge- fchikt. Twee De vergrooting der Stad , die nu vlytig- houten lyk voortgezet werdt, maakte het opregten Lootfen van eene 0f twee nieuwe Kerken noodzaa- ken ge- kelyk. Men hadt, reeds in 't jaar 1656, timmerd. geraaden gevonden , eene Kerk te ftellen op het Bickers-Eiland, terplaatfe van eene Maflenmaakery en twee Schuitenmaake- ryen (4). Doch't voltrekken van dit befluit fcheen, om de koflen van 't werk, of om an-
O) Gtoot-Memor. N. V. ƒ. J,*4. Handv. hl. +17,41».
[US, 840.] (j) Refol, Vioedfch. L*. A. 7 Dtc, lés*, ƒ. i6x vtrfi. |
||||||
'■-*•■
|
||||||
XVILBoek. Geschiedenissen. 245
andere redenen, uitgefteld geweeft te zyn. 1659.
En nu vondt men goed, twee houten loot- fen tot Kerken te timmeren, eene ter ge- melder plaatfe op het Bickers-Eiland, en eene op Wittenburg, by de brug naaft aan 't Magazyn der Admiraliteit (r): 't welk, terftond hierna , werdt uitgevoerd. Het fterk toeneemen der Gereformeerde Ge- meente bewoog den Kerkenraad, om der Regeeringe te verzoeken, dat het getal der Predikanten met twee mögt vermeerderd worden (j): waarin,eerlang, bewilligd werdt. De Lutherfche Gemeente was, met den De Lu-
aanwas der Stede, ook zo zeer toegenomen ^er- in getal, dat zy, nog voor 't einde deezes[c^ne" jaars, verzogt, om eene tweede plaats tot^er de oefening van haaren Godsdienft, waar- plaats tot toe zy zeker Pakhuis, op de Brouwersgr aft eene aan deZuidzyde, tuflchen de Keizers- en^^ Prinfen-gr aft, bekwaam wilde maaken. Bur- gemeefteren en Raaden bewilligden in haar verzoek (f). Doch toen Zy, in 't jaar 1662, om nog eene plaats in de Konynen-ftraat, ten zelfden einde , verzogt, werdt zulks haar niet toegeftaan, dan onder voorwaar- de , dat zy de plaats op de Brouwers-graft wederom zou laaten vaaren (u). Maar zy verkoos op de Brouwers-graft te bly ven ver- gaderen (»), tot dat haar, in 't jaar 1667, op gelyke voorwaarde, eene plaats op den Sin-
(r) Refol. Vroedfch. Lr. B. 27 Maart I6jj. ƒ. 9?.
(!) Refol. Vroedfch. lr. B. 31 Dec. i6$9- f. 189. (*) Refol. Vroedfch. Li. B. 8,17 Dec. l6S9.f. I84» I8j. (*; Groot Memor. K, V. ƒ. 71 verf«. (v) F. VOM ZESEN, hl. zzz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
%"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
24<S AMSTERDAMS II. Deel.
'1Ö59. Singel by 't Kattegat, vergund werdt O),
alwaar zy, federt, haare deftige nieuwe Kerk
gefligt heeft.
De'Stad Inde Zuiderzee, leggen, en lagen van
koopt deouds twee Eilandjes, Urk en Schottland, op
he"rly?-"welk laatfte twee Dorpjes leggen, Ens en
heden Emmeloord genaamd. Men bevondt, federt van Urk eenige jaaren , dat het Eilandje Urk, zo enVEm- door affpoelinge, als door 't vervoeren der meioord.fteenen, waarin deszelfs flerkte beftondt, allengskens, kleiner werdt. 't Zelfde ge- £ vaar liep ook Schokland. OndertulTchen, was, voor allen, die de Zuiderzee bevoe- ren^ veel gelegen aan de behoudenis dee- zer Eilandjes , onder welken de fchepen zig, by flormagtig weder, plagten te ber- gen. Amfterdam rekende 'er,vooral, groot belang by. Doch men zag geene kans, om de Eilandjes te doen onderhouden, naar be- hooren, zo lang de Heerlykheid derzelven, gelyk ten deezen tyde, bleeve in handen van byzondere Heeren, die 'er weinig in- komften uit trokken , en zig hierom niet veel aan derzelver behoudenis lieten gele- gen zyn. De Vroedfchap befloot, derhal- ven, in September deezes jaars,zig, door koop, meefter te maaken van de Heerlyk- heid van Urk (#), die van de Staaten van Holland ter leen gehouden, en, nevens de Heerlykheid fai Emmeloord , door den Heer Joan van der JVerve, bezeten werdt. 't Gelukte, in 't jaar 1660. De Heerlyk- he-
(») Groot-Memor. N. V. ƒ. 198 verft.
(x) Refol. Vioedfch. Z.r. B. 30 Sept. 1659. f, itf».
|
|||||||||||
i £
|
|||||||||||
WJ ■Jl »■ lJin-ul".....1IU *.....'"»«»"w MipjppilipVMIIip
|
|||||||||||||
XVH.BoEfc GESC&IEDSttlSSEN. 247,
heden van Urk en Emmeloord, welke laat- itfoo«
fte ook verftaan wordt, op Hollandfchen bodem te leggen (y), fchoon Ens geagt wordt tot Overyflel te behooren, werden beide, door de Stad, gekogt (2), die een* der Burgemeefleren tot Ambagtsheer Hel- de, welke, door de Staaten van Holland, met de Heerlykheden verlyd werdt. De jongfte Burgemeefter, Andrles de Graef> was de eerfte, wien, in 't jaar 1660, deezeeer werdt opgedraagen (a). Op den twee en twintigften Julydes jaars 1662, verwierf de Stad Oétroi van 's Lands Staaten, om de vuurboet op 't Eiland Urk, voor welke het Land, federt eenigen tyd, zeer veel was afgefpoeld, binnenwaards te verplaatfen, en van de koften, daartoe vereifcht, aan hun- ne Edele Groot - Mogendheden verflag te doen, op dat deezen, zo dezelven, uit bet gewoonlyk vuurgeld, niet mogten können gevonden worden , op de verhooginge van dat vuurgeld , nader zouden mogen raad- pleegen (£). Burgemeefleren en Thefau- rieren werden, federt, gemagtigd, om het hooge Land omtrent de vuurboet glooijende en tot een ftrand te doen maaken, waarop de kragt van 't water mögt gebroken wor- den (O* Wy zullen, by eene andere ge- legenheid , de twee Heerlykheden nader befchryven. De
(y) Refol. Vroedfch. Lr*. LL. 10 Sept. 1737. ƒ. 218.
(x.) Groot-Memor. N. V. ƒ. 3j>, 63 f«r/i,6j. (a) DAPPER, hl. JJI.
(b) Handv. bl. j?J.
(e) Refol. Vroedich, L*. D. 11 Sept. 1663. ƒ. 3*.
Q4
|
|||||||||||||
-"■
|
|||||||||||||
..•:*...
|
|||||||||||||
■'
|
|||||||
§48 AMSTERDAMS IL Deel;
1660. De dood van den Prote&or Olivier Krom- Zy be- we^» ^e *n 'c Jaar I(^ voorgevallen was groet Ka- 00 > gaf gelegenheid tot de herftelling der rel denil. Koningklyke Regeeringe in Engeland. Ka- als Ko- rej (je II. $ die zig thans hier te Landeont- Grcfo™11 ^e^c > wer dt, den agttienden May deezes Britanje. jaars 1660 , tot Koning uitgeroepen , en begaf zig, op de eerfte tyding hiervan, uit Breda naar den Haage, daar hy, den vyf- entwintigften, Koningklyk ingehaald , en door de hooge Regeering begroet werdt (e~). De Wethouderfchap der Stad Amfterdam, alwaar de Koning zig, in 't jaar 1658, eeni- gen korten tyd heimelyk opgehouden hadt (ƒ), vondt ook geraaden, hem, door eene plegtige bezending, te doen geluk wenfchen. Zy werdt bekleed door de Burgemeefteren, Cornelis van Flooswyk en Joan Huydecoper, Heere van Maarfeveen, en door de Penfio- narilTen Coenraad van Beuningen en Piet er de Groot. Zy hadden gehoor op den agten- twintigften. De Groot voerde het woord: onder anderen, verzoekende „ dat de Ko- „ ning de Stad met zyne tegenwoordigheid „ vereeren wilde, om getuige te zyn van „ de agting, welke men hem aldaar toe- „ droeg." Doch hy wees dit beleefdelyk van de hand , terwyl hy verklaarde, de vriendfchap, die de Stad hem bewees, eeu- wiglyk te zullen gedagtig zyn (g). Zulke betuigingen deedt hy ook, met opzigt op den
(d) Vaclerl. Hift. XII. Deel, bl. 471.
(e) AlTZEMA IV. Deel, bl. J89 *»*,.
(f) Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 6.
(fj AlTZfiMA IV. Deel, b(, jy+. |
|||||||
XVILBoEK. Geschiedenissen. 249
den Staat in 't gemeen; doch hy vergatze 1660.
fpoediglyk. De Stad Amflerdam , de eer van het De Ko»
bezoek des Konings van Groot-Britanje niet ningkly- hebbende können genieten, nodigde, na zyn ^e PnJj* vertrek, de Koningklyke Prinfes, zyneZus- ?*™ ter, en den jongen Prins van Oranje, haa- prh?svan ren Zoon (Ä), zo ernftelyk, dat zy zig, den Oranje vyftienden Juny, met jagten,herwaards be- worden, gaven. Zy werden, omtrent een uur gaans j^.^ buiten de Stad, ontmoet van eeneCompag-vorfte-' nie van omtrent honderd Ruiters , uit de lyk ont- aanzienlykften derBurgerye, die"'t Vorfte-naald- lyk gezelfchap Stedewaards geleidden. Een vierdendeel uurs van de Stad, werden hun- ne Hoogheden begroet, door eenige Af- gevaardigden derRegeeringe. Aan de Poort, Üondt de Stads bezetting, uit vier vende- len beftaande, tuflbhen welke, de doorlug- tige Perfoonaadjen door reeden; terwyl 'er, uit de musketten en uit eenig gefchut, welk op de blaauwe brug en de naafte bolwerken lag, wakkerlyk gevuurd werdt. Op den Dam, ftonden eenige Burgervendels , die ook eenige eerenfchooten deeden, op 't na- deren hunner Hoogheden. De Koningkly- ke Prinfes werdt naar 't Oude-zyds Heeren- Logement geleid; de jonge Prins, naar de Ktoveniers-Doele. Ten volgenden dage, werden hunne Hoogheden op 't Heeren- Logement onthaald, en bezagen, vervol- gens , de Godshuizen. Den zeventienden, was hun eene Vorftelyke rnaaltyd bereid op 't
(k) Rcfol. Vroedfch. Ir. C. 4 Juny 1660, f. 16 verft.
Q5
|
||||||||||
•»
|
||||||||||
*' Jk-
|
||||||||||
250 AMSTERDAMS II. Deec:
't Stadhuis, voor welk, ten zes uuren, ver-
fcheenen twintig Staatfiewagens,_ met zo veele vertooningen, door Jan Vos uitgedagt. Men zag hier Nederland by de wapens der zeven oudfte Steden; Koning Jakob den L; Koning Karel den I. op het moordfchavot; Kromwei met een bebloeden byl; den Ge- neraalMonk; de Geregtigheid, 't geweld en 't bedrog beftrydcnde ; Engeland , ry- dende in eene zeefchelp; Schotland en Ier- land; Koning Karel den IL; en de Koningk- lyke Prinfes , Maria. De overige negen vertooningen waren de Eendragt, Keizer Adolf van Naffau, de vyf Prinfen van Oran- je, Willem de L, Maurits, Fredrik Hen- rik, Willem de II. en Willem de III., de Dankbaarheid en de Stad Amfterdam, die, in 't voorleeden jaar, aan de Keurvorflinne van Brandenburg, vertoondgeweefl waren CO Men merkte op, dat de Koningklyke Prinfes zig afkeerig toonde van't gezigt der derde vertooninge, waarin haar Vader, Ko- ning Karel de I., op 't moordfchavot, ver- beeld werdt. Op den agttienden, deedt de ion°-e Prins een' keer door de Stad te paar- de0 aan 't hoofd der Amfterdamfche Rid- derfchap, die met Oranje-fjerpen en plui- men verfierd was. Na den middag, ver- maakte zyne Hoogheid zig op 't Y, zeilen- de als Admiraal over honderd jagten. Den twintigften, hoorden hunne Hoogheden de preeke in de nieuwe Kerke, daar een ge- ftoelte voor hun gereed gemaakt was, van bin-
|
||||
XVTI.BoEK. Geschiedenissen. 251
binnen met tapyten behangen, en van bui- 1660.
ten, aartiglyk, met groen loof en Oranje- appelen verfierd. Den eenentwintigden, vertrok het doorlugtig gezelfchap door de Veenen naar Leiden, wordende, op gelyke wyze als by de inhaalinge, uitgeleide ge- daan (£). Vondel heeft de gedagtenis van den paardenrid des jongen Prinfen be- waard in een keurlyk vers (/), waar hy zig, onder anderen, dus hooren laat: „ Prins WILLEM draeft alle AmftdWd-
ders voor, „ Verbonden aen Graefs flandert en kornette. „ Heer Wave ren en Tulp bewaeren 't fpoor „ Des Princen. «—■ — l—--------- Ondertufïchen, was, onder de reis dèr Heime-
Koningklyke Prinfeiïe naar deeze Stad, een lykoog- ftaatkundig oogmerk verborgen geweeft, Jierk waarvan men nergens, onzes weetens, ee- gj^r nig berigt vindt, dan in de Brieven van dm Raadpenfionaris de Witt (m). Haare Hoogheid hadt voor, te beproeven , of de Vröedfchap van Amfterdam ook gezind zou zyn, om naaren jongen Zoon , den Prins van Oranje, te voorfchikken tot de hooge ampten , door wylen zyne Hoogheid be- kleed. Zy fprak hierover met denOud-Bur- ge-
(K.) AlTZKMA IV. Deel, hl. *J?.
li) Zie zyne Poëzy I. Deel, hl. +i6.
(m) IV. D<elt bl. io. Zie oo{ Vatleil. Hift. XIII. Dtel,
*/. ij.
|
||||
252 AMSTERDAMS IL Deel.
1660. gemeefter Cornelis de Graef, Vryheer van
Zuidpolsbroek; en deedt haaren Secretaris Buifero deswege fpreeken met de regeeren« de ßurgemeefteren. Doch alle deeze Hee- ren ontrieden haar , zulk een voordel te doen aan de Vroedfchap, die zy zig verze- kerd hielden, dat 'er niet toe te beweegen zou zyn. Zy keerde dan naar den Haage, zonder, zo ver my gebleeken is, hier ter Stede, eenigen openlyken voorilag tot be- vordering van den jongen Prinfe gedaan te hebben. Trek- Men hadt, hier ter Stede, al voor eenen vaart geruimen tyd, geraadpleegd op het maaken Hoorn van een Trekpad en Vaart van Buikfloot naar overï'ur-Purmerende (ft). Ook was, in'tvoorleeden merende, jaar, geraaden gevonden, eene Trekvaart en over te maaken naar Hoorn, zo over Purmeren- Edam en ^ ajg oyer Monikendam en Edam. Men kendam Mpdl» hierover, in onderhandeling met de gsmaakt. Wethouders der vier Steden (o). Men kwam, eerlang, overeen: en op den vyfden Juny deezes jaars 1660, verwierven de vyf Ste- den Oftroi van 's Lands Staaten, tot het maaken van trekwegen en vaarten, van de Stad Hoorn af, tot aan en in de Aamfloot; vandaar, door Scherwoude, tot aan den Oudendyk; voorts, tot aan den Oofthuizer- meelmolen; en van daar, aan de eenezy- de, langs de Beemftervaart en Ringdyk , tot aan Purmerende; van daar,tot aan Pie- ter
fn) Refol. Vtoedfch. Lt. A. i« Maart i6$6.f. 83. Z'. B.
jg July i6j9. ƒ. IZ7. (e) Refol. Vioedich. U. B. 11 N»v. i6S9> "• »7*« |
||||
XVII. Boek. Geschiedenissen. 253
ter Spieringsfloot,en door de Agterdigtin- I(5^a
ge, langs het water de Bürge, agter Wa- tergang en Ilpendam heenen, tot aan de Broekermeer, en voorts, tot aan den Wa- terlandfchen dyk: en tot het maaken van een' fchuifweg , van den* Waterlandfchen dyk af, tot aan het Zuideinde van de Vo- lewyk toe. Aan de andere zyde, zou de vaart en trekweg loopen, van de Ooflhui- zer-meelmolen af, lynregt door Zeevank, tot aan de Stad Edam: van daar, door Kat- woude , tot aan Monikendam ; langs den toenmaaligen weg en vaart, tot aan de Broe- kermeer, en verder tot aan den Waterland- fchen dyk en Volewyk, gelyk te vooren. Voorts, zou men eenen wagenweg maaken, langsde trekvaart, van Hoorn af, tot aan den Waterlandfchen dyk. Om de renten te vin- den der fommen, die tot het maaken deezer wegen, paden en vaarten vereifcht werden, werdt den vyf Steden het heffen eener re- delyke Gabelle toegeftaan (ƒ>). 't Werk werdt, kort hierna, voltrokken, tot groot geryf der reizigers van Amflerdam naar de andere Steden, of van daar terug. Amflerdam leedt, op 't einde deezesjaars, Zwaarc
geweldig veel vaneenen vreeffelykenftorm- ft°rm- wind, die, 's nagts tuffchen den agttienden wind' en negentienden December, uit den Zuid- weften opflak. Veele huizen, kerken, too- rens werden zwaarlyk befchadigd. 't Knus, met den weerhaan en bol, Hortte van den Jan-
(f>) Handy, t/. 4a«, [«3$.]
|
||||||
454 AMSTERDAMS IL Deel.
1660. Jan" Rooden - poorts - tooren, ten deele op
ftraat, ten deele op een der naafte daken. In 't Y, floegen vier Fluitfchepen om. Het Veerfchip van hier op Harderwyk dreef al* daar van zyn anker af, en verging metaFc volk. In Texel, bleeven wel honderd fche- pen: welk verlies de AmfterdamfcheKoop- luiden geweldiglyk drukte (q). , Dreigen- Weinige weeken na dit ongeval, tegen 't de brie- einde van January des jaars 1661, ontvin- ven, aan gen ^rje voornaame Koopluiden hier ter Ste- Koophü- ^e» Trip, Boekaart en Scholten, dreigende den ge- brieven van onbekenden, waarby hun be- zonden. laft werdt, op zekere aangeweezen plaat- 166x. fen, en binnen zekeren tyd, eene merkely- ke fomme van penningen, in gouden munt, te leveren, zo zy hun leeven niet in de waag- fchaal ftellen wilden. De Koopluiden gaven 'er den Geregte, terftond, kennis van, welk duizend zilveren Ryders of Ducatons be- loofde aan die de fchryvers aanbragt, met toezegging, dat men den aanbrenger, zo hy medepligtig zyn mögt, ftrafvryheid be- zorgen zou. Te gelyk werdt verbooden, met Pifloolen, Zakpiftoolen, Stiletten en an- der ongeoorlofd geweer, langs de ftraat te gaan. Ook moeiten de Herbergiers de vreemdelingen, die by hen kwamen ver- nagten, ter Secretarye aangeeven. Doch de fchryvers der dreigende brieven, die veel- ligt alleenlyk beoogden, den Koopluiden , aan welken dezelven gerigt waren , eenen fchrik
O) Holl. Merc. van 1660. hl. 170. DOMSELAAR VI,
Loik, hl. 4*5- COMMSJ.1N, hl, XI65. |
||||
XVII.Boek. Geschiedenissen. 255
fchrik aan te jaagen, zyn nimmer ontdekt 1661.
geworden (r). De gefchillen in de Kerke, tuflchen de Moeite
Voetiaanen en Coccejaanen, die omtrent dee- met eeni- zen tyd ontftaan waren, gaven, hier en daar, &e ^er- aanleiding tot eenige onluften met de Ker- e y QtlJ kelyken, fommigen van welken zig niet ont- zagen, het gedrag der Wethouderen, die tot gemaatigdheid neigden, fcherp door te ftryken , in de Kerkenraaden en van den Predikftoel. Onder anderen, durfden fom- migen , die 't met deeze Kerkelyken hiel- den, wel fchryven, dat 'er, te Amflerdam, ten deezen tyde, niet meer dan drie of vier waare Protestanten gevonden werden onder de Regenten, en dat de overigen Papiften in hun hert, of Vrygeeflen en Atheiften wa- ren (V). Te Utrecht, was, aan twee Pre- dikanten , Abraham van de Felde en Joannes Teeling, die zig, meer dan anderen, ver- zet hadden tegen de Overheid, in July des jaars 1660, de Stad ontzeid. Van de Vel- de werdt, federt, te Medenblik beroepen. Doch de Staaten van Holland, bedugtvoor zynen onruftigen aart, verftonden, dat hy niet alleen Medenblik, maar ook de gant- fche Provincie ruimen moeft. Ondertus- fchen, was het grootfte gedeelte der Ge- meente van Medenblik zo zeer met Van de Velde ingenomen , dat de Regeering al- daar geene kans zag, om hem te doen ver- trekken , ten ware zy met de fterke hand werdt
(r) DOMSELAAR VI. JSoe* , £/, 413. COMMELIN, l/.lljt«
(O Thukjlqe's fape« r»l. V. f. ö6j.
|
||||
.
|
|||||||||||||
256 AMSTERDAMS ILDeel.
1661. werdt bygefprongen. Zy fchreef dan om
' Krygsvolk aan Gecommitteerde Raaden, De Stad die Burgemeefleren van Amfterdam ver- 1. °. . ^ • r». 1 /» 1 1______
|
|||||||||||||
zendt zogten, drie Compagnien Stads foldaaten,
Com met de ligte maane, te fchepe, naar Me- ppen denblik te zenden; gelyk zy ook, onlangs, |
|||||||||||||
foldaa- diergelyk getal van manfchap naar Utrecht
ten naar gezonden hadden. Men befloot hiertoe in £fcden' den Raad , op den agtften Febmary des jaars 1661 (0- Naderhand , kwam 'er, meen ik, ook nog eenige manfchap uit den Haage te Medenblik. Van de Velde ruim- de de Stad; begaf zig naar Zeeland, en weidt, eerlang, Predikant te Middelburg, daar hy zig zonderling bemind wifttemaa- ken by de yverigfte voorftanders van het Huis van Oranje, en niet fchroomde, de Staaten van Holland, van den predikfloel, te fchelden voor Verbondbreehers («). Na de verheffing van Willem den III., Prins van Oranje, tot Stadhouder, werdt hy,in 't jaar 1675, wederom in zynen dienft te Utrecht herfteld (i). Keur al- Het drukken en verfpreiden van fchimp- hier te- fchriften , fchoon onlangs ftrengeJyk ver- £en 't booden door de algemeene Staaten, ging denman thans> bier ter Stede, zo flerk in zwang, fchimp- dat 'er, in Maart en in Oftober deezes jaars, fchriften. by twee byzondere Keuren , tegen voor- zien werdt. 't Geregt verklaarde, dat het Plakaat der algemeene Staaten , in allen dee-
ft) Refol. Vroedfch. Lr. C. 8 Febr.i66x. f. 105.
(«) Refol. Holl. 28 Sept. 1661. bl. 47. (v) Tweejaar. Gefchiedeniff. bl. 598. Vadeil. Hift. XIII. Dsel,U. $i, Si. XIV. Dttl, bl. 44J. |
|||||||||||||
x *
|
|||||||||||||
XVUBöEK. Geschiedenissen. 257
deele, zon worden ter uitvoeringe gebragt, 1661,
en beval allen Boekverkooperen, op eené boete van honderd guldens, de fchriften en gedrukte Papieren , die hun, door onbe* kenden, zouden worden toegezonden, ter- flond den Schout in handen te dellen (w). 't Begraaven by nagt, niet flegts van jon- En om*
ge, maar ook van bejaarde Perfoonen, was, SSLjf* ten deezen tyde, hier ter Stede, tegen ^ve,iby overoude en loffelyke gewoonte, zeer in ge- nagt, bruik geraakt; waarom het Geregt, by eene Keure van den negenden September, beval, dat voortaan geene oude Perfoonen by nagt begraaven zouden worden, en dat zy, die onvoldraagen of kraamkinderen by nagt begraaven wilden, zulks, vooraf, by Requede, aan de Edele Heeren vanden Ge- regte , zouden moeten verzoeken. En op den twaalfden January des jaars 1663 , werdt gekeurd, dat van zulk een Kraam- kind vyfentwintig guldens boete aan't Aal- moezeniers huis betaald zouden worden. Van kinderen tot tien jaaren oud, vyftig guldens; van perfoonen van tien tot vyf- entwintig jaaren , honderd guldens, en bo- ven de vyfentwintig jaaren, honderd en vyftig guldens, wanneer men dezelven by nagt begraaven wilde (#)• Tot het opregten van een nieuw Aal-Nieuwe
moeffeniers huis, ten welks behoeve, dee-Aal" ze boeten moeden betaalt werden, werdt,J^s in October des zelfden jaars 1663, eerfl Huis ge- be- bouwd. f») Hatidv. bl. S7jt j72. [gi7> 817.]
(*•; Handv. bl. 9?l f 9?2., [m, 874.] V. Stuk. R
|
||||||
^
|
||||||||||||||||||||||
--
|
||||||||||||||||||||||
s5fr AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
1661. beflooten door de Vroedfchap. Ook wer-
den , ten zelfden tyde, meer andere inkom- fleti voor het zelve vaftgefteld. De Stad fchonk den grond tot het gebouw, welk, aan de Zuidweftzyde der nieuwe Prinfen- graft, tuflchen de Leidfche graft en Leid* fche ftraat, getimmerd werdt (y). (y) Refol. Vroedfch. Lu C. 17 Nov. 1661. f. zï6verf$t
Lr. D. 26 Od. I66J. ƒ. 50. verg. GlOot-Memoriaal N. V. ƒ. 1X3. |
||||||||||||||||||||||
■ $% -.-V ,. ■ ,.v ■ '-i-.ir
• '. • , i
|
||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||
■ !
|
||||||||||||||||||||||
. ■-. . , ;■»
|
||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||
■
TWEE-
|
||||||||||||||||||||||
TWEEDEDEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
■
AMSTERDAM.
|
|||||||||
AGTTIENDE BOEK.
|
|||||||||
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1662, tot het jaar 167 r. Dykgraaf en hooge Heemraaden van Wa* Overeen*
terland, omtrent deezen tyd, weder« komft om hebbende ondernomen , het Rietland,Set,J,et tünchen den Waterlandfchen dyk en de Nes raad-" in 't Y, te doen doorgraaven, tot merke- fchap lyke belemmering van de vereifchte fchuu-van Wa" ring voor Amfterdam; verwierf de Resee-ter,and»
• j cv j , -r H-t wegens
ring deezer Stad provijie van regte ten Ho- de Nes.
ve van Holland, om deeze doorgraavingte 1662.
fluiten. Partyen kwamen, federt, op den
dertienden February des jaars 1662, in der
minne, overeen „ dat die van Waterland
„ niet alleenlyk van't begonnen werkzou-
„ den afftaan;maar zig ook verbinden, dat
„ het Rietland, nimmer, door iemant, zou
„ doorgegraaven, maar, zo 't door affpoe-
s, linge verminderen mögt, zonder dat 'er,
„ door die van Waterland, des vermaand
„ zynde, in voorzien was, door de Stad
„ Amfterdam zou mogen befchoeid en be-
3, paald worden." Hiertegen verbondt de
R 2 Stad
|
|||||||||
26o AMSTERDAMS ILDeeê;
1662. Stad zig „ om aan die van Waterland twee
„ duizend guldens eens te betaalen. Doch „ het Regtsgebied over de voornoemde „ plaatfe bleef aan Dykgraave en hooge „ Heemraaden (a)" Wagten ^e ^aa<^en ter Admiraliteit alhier, in
omtrent den Herffl deezes jaars, geraaden gevon- het Prin-den hebbende, zekere Pedbonen aan te ftel- fenhof, jer]) omj des nagts, ten getale van zes,te wniidngwaaken' ]n ^e Wagthuisjes op den Oude-
van 't zyds - Agterburgwal voor de Prinfenhofs- Geregt, fteeg ; en een fchildwagtshuisje te zetten aange- aan de andere zyde van dezelfde ftraat, fteld. yerzogten, dat deeze Perfoonen, van Stads wege, als gewoonlyke Wagters , mogten worden aangemerkt, 't Geregt bewilligde in dit verzoek, op den agtentwintigflenNo- vember, en magtigde de gemelde Perfoo- nen , om, niet alleen tegen brand en dier- gelyke ongelukken; maar ook tegen huis- braak en ander geweld te waaken, en, ten dien einde, met de Stads waakers, verftand te houden: te gelyk, werdt hun belaft, de luiden, die zy daarop betrappen mogten, des anderendaags , ter befchikkinge van myne Heeren van den Geregte, over te le- veren (7>). Zekere *n de Lente des jaars 1663, waren, ne- gezind- vens eenige andere Engelfchen, twee Predi- heid van kanten herwaards gekomen, dievryeGods- Engel- dienftoefening en eene bekwaame plaats bekomt daartoe verzogten (c)- Zy verklaarden, dat ' zy (a) Groot-Metnor. N. V. ƒ. 67. Handv. hl. 327.
(b) Handv. bl. 2<fj. [%S9']
(c) Refol. Vioedfch. L'. C. 10 Maart 1663-f- *4I vtr/i.
|
||||
XVIII.BoEK. Geschiedenissen. 261
zy zig niet hadden können voegen naar het 16*63.
ontwerp van eensgezindheid, welk de Ko-hierv ning van Groot - Britanje, in zyne Ryken, Go is hadt ingevoerd, waarom zy zig van daar dien ftoe- hadden moeten begeven. Zy voegden ,erfeninS' by, dat zy, in de Geloofsftukken,nietver- fchilden met de Gereformeerde Kerken dee- zer Landen, fehoon zy, in 't punt derKer- kenorde, niet volkomenlyk met dezelven eens waren. Men nam, op dit verzoek, het berigt in van de openbaare Engelfche Kerke hier ter Stede, en verftondt, dat de verzoekers luiden van een vroom leeven wa- ren, die niets aanflootelyks leerden, en dat de Stad Rotterdam hun niet flegts eene plaats ter oefeninge van hunnen Godsdienft, maar ook onderhoud voor hunne Predikanten aan- gebooden hadt. Burgemeefteren en Raaden beilooten hierop, den aangekomen Engel- fchen vrye Godsdienftoefening,en eenebe- kwaame plaats daartoe te vergunnen (d). Men hoopte, hierdoor, een goed getal van Engelfche Huisgezinnen herwaards te trek- ken , ten voordeele van de tegenwoordige vergrootinge der Stad. Ook kwamen 'er eenigen ; doch 't getal derzelve is nooit groot ge weeft. Het vergrooten der Stad maakte het aan- Nieuwe
leggen van eene nieuwe Vifchmarkt nood- Vifch- zaakelyk, die,in den aanvang deezesjaars,markt aan den Weftkant van den Singel ter weder- SSf" zyde van de nieuwe Haarlemmerfluis, ge- bouwd (d) ».efol. Vroedfch. L*. D. t Juny 1663. ƒ. *,
R 3
|
||||
262 AMSTERDAMS II. Deel.
1663. bouwd (0), en federt d<e nieuwe en kleine
Vifchmarkt genaamd werdt. 'tMaaken De rioolen,die in de burgwallen uitkwa- van rioo- men ^ veroorzaakten zo veele vuiligheid in burgwaL de Stad» dat net Geregt, om de nieuwe
Jen uit- uitloging hiervan te bevryden, op den veer« komen- tienden Juny deezes jaars , keurde „ dat de, ver- M niemant, voortaan, eenige nieuwe rioo- booden. ^ jen ^ komende uit de Secreeten, en met „ de burgwallen deezer Stede gemeenfchap „ hebbende, zou mogen maaken, op de „ verbeurte van honderd guldens, en daa- „ delyke flegting der gemaakte rioolen (ƒ)." Men De Noordfche Maatfchappy, in Frankryk poogt opgeregt, zogt, in deezen jaare, te wege
vo'e/dér te brengen, dat de zwarte Amfterdamfche Amfter- Zeep niet ingevoerd werdt te Rouan, on- damfche der voorwendfel, dat,onder dezelve, Wal- peePt inif v-^cntraan vermengd was, die zy thans al- te belet- een *n 'c -^y^ invoeren m°gt- Burgemees - ten. teren gaven zig veel moeite, om dit oogmerk te {tuiten. Zy fchreeven 'er over aan de Wet- houderfchap van Rouan, en beweezen,dat de Amfterdamfche Zeep met geene traan gemaakt was. .Zy zonden hunnen brief aan den AmbaiTadeur der Staaten, den Heere Willem Boreel, diezyn beft deedt, om't be- lang der Amfterdamfche Zeepziederyen te bevorderen (g). Ook meen ik, dat de in- voer der Amfterdamfche Zeep in Frankryk, kort hierna, wederom gedoogd werdt. Peftziek- Ken Oorlogsfchip van deezen Staat, welk lang
(e) Keutb. I'. O. f. u verfo. Handv. bl. rif. fl6t.]
(f/ Keurb. Lr. O. ƒ. 37 verfo. Handv. bl. 9^. \%%%.\ \g) O.e. WITT Blieven I. Deel,, bl. 672, |
||||
■
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 263
lang voor Algiers gelegen hadt, terwyl de 166^1
peft aldaar, kort te vooren, heviglyk ge- hier woed hadt, en nog niet geheellyk opgehou ter'stede, den was, werdt, op de te rug reize, zwaar- lyk met dezelfde kwuale bezogt. Veele ma- troozen ftierven onder weg. 't Schip kwam, eindelyk, in Texel binnen, en 't bootsvolk, voor een gedeelte, hier ter Stede, met de ziekte onder de leden. Men meent, dat eenigen, die op Kattenburg t'huis lagen eh overleeden , de befmettelyke kwaaie , in deeze Stad, allereerfl: ontfteken hebben Ook vermoeden fommigen, dat het graaven der nieuwe graften, in de tegenwoordige Ver- grootinge der Stad, waardoor de modderi- ge grond, aan veele oorden tevens, geroerd werdt, veel toegebragt heeft, om de be- fmetting te doen aanhouden en voortflaan. Wat 'er van zy; de Peft ontflak zo flerk hier ter Stede, dat 'er, in dit jaar, negen duizend zeven honderd twee en vyftig men- fchen begraaven werden, 't Gerügt hier- van , buitens Lands verfpreid wordende, gaf gelegenheid tot flremming des Koop- handels. De fchepen, van hier naar Lon- den gefchikt, moeften eenige mylen bene- den de Stad blyven leggen, en daar dertig dagen vertoeven (h). InFrankryk, moes- ten zy volle veertig dagen leggen. De alge- meene Staaten fchreeven, op 't einde des jaars, aan Koning Lodewyk den XIV. „ hoe „ hun, door de Heeren Staaten van Hol- „ land, verzekerd was, dat de befmettely- ,, ke
{h) AlTZEMA IV. Deel, hl. IUI,
R4
|
||||
264 AMSTERDAMS ÏIDÏèL
1063. j, ke ziekte te Amfterdam, toen zy op 'c „ hevigft was, nog geen tweemaal het ge- „ woonlyk getal van menfchen hadt weg- „ gefleept;dat ook de lugt hier te Lande zo „ weinig ontftoken was, dat de befmetting „ aan Amfterdam bepaald bleef, zonder „ tot de nabuurige Steden en Plaatfen over j, te Haan, onaangezien dezelven, dagelyks, „ gemeenfchap hielden met Amfterdam; „ en dat het kwaad, binnen weinige wee- j, ken, zo zeer was afgenomen, dat het, „ in 't kort, geheellyk zou opgehouden zyn." Zy verzogten, ten befluke „ dat de Koop- „ handel van Amfterdam, door 't lang op- „ houden der fchepen, niet mögt geftremd 1664. „ worden (*)," Doch 't getal der dooden te Amfterdam bleef, doorgaands, verre over de tweehonderd ter weeke, in 't volgende voorjaar, en vermeerderde, in den Zomer, tot over de agthonderd, negenhonderd en duizend toe. Veele voornaame luiden hiel- den toen hun verblyf op 't Land, onder an- deren ook veele Jooden, die in de Bever- wyk hunne toevlugt namen. De Keuren van 't jaar 1655 (k) werden, voor 't grootftege- deelte , vernieuwd. En alzo de befmetting zig nu ook door gantfch Holland verfpreid hadt, fielden 's Lands Staaten ook eenige orde, om den voortgang derzelve te fluiten. De Staaten van Zeeland verbooden, aan al- le fchcpen, die van Haarlem , Leiden óf Amfterdam kwamen, het inkomen in hun- HO (i) AlTZEMA IV. Deel, bl. l\$l.
(<J Zie II. Deel, XVII. £oel^t bl. 221, |
||||
•
|
|||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 265
ne Provincie (/): waarop, ook hier ter Ste- 1664.
de, in beraad gelegd werdt, of men den invoer der goederen van zulken, die den onzen om de Peft den handel verbooden , insgelyks, niet behoorde te verbieden (m). Men droeg, hier ter Stede,degewoonlyke zorg om den voortgang van 't kwaad te flui- ten. Onder anderen, werden 'er eenige Peft-Doótoren, Chirurgyns, en Apothekers aangefleld («). Doch tegen 't einde des jaars, nam de Peftziekte fterk af. Het getal der begraavenen hier ter Stede was egter, dit jaar, vier en twintig duizend een honderd agt en veertig geweeft (0). Op den eenentwin- twintigften January des volgenden jaars , werdt een algemeene dankdag gehouden, wegens het ophouden der Peftziekte in Hol- land (p). In den nazomer des jaars 1663, en op Twee
den negenentwintigflen April deezes jaars, onëe- hadt men, boven de Stad, twee ongewoo-Luzer- ne Lugtverhevelingen gezien, van dezelfde fchyn- foort, zo't fchynt, als die naderhand, en voor- fels. al in de tegenwoordige eeuwe, gemeener geweefl:, en onder den naam van Noorder- licht bekend geworden zyn. De eerfle wordt befchreeven als eene bleeke vlam of fakkel, uit de lugt nederdaalende ; de andere als een vuurige kloot, die korte dikke ftraalen uit-
»
(0 AlTZEMA V. Deel, bl. 84, 141 , 17*. (m) Refol. Vfoedfch. Lr. D. 7 Oä. 1664. f. i<j verfo. in) Keurb. L*. O. ƒ. 46, 77. Groot - Memor. N. V. ƒ. 116 verfo , tu vetfo. (q) Do.MSELAAR Vl.Boe^, bl. 444. COMMEUN, bl. Ii|l.
(ƒ>) Heil. Meic. v*n 1664. bl. iyj. |
|||||
266 AMSTERDAMS ILDEEt.
1664. uitfchoot. Sommigen merkten deeze ver-
fchynfels aan, als voortekens of oorzaaken der befmettelyke ziekte, die hier, ten dee- zen tyde, heerfchte (q). Doch de ontdek- kingen der laatere natuurkundigen hebben de opmerkzaamen van diergelyken waan, reeds voorlang, genezen. Zonder- Op den twintigften December deezes jaars Hng uit- zag men 1 hier ter Stede, zo wel als elders werkfel ^ bolland (r), een zonderling uitwerkfel fchielykevan eene fchielyke vorft. 't Hadt naauw- 'vorfl. lyks iet gevrooren, toen de bovenlugt, 's nagts ontlaatende, regen nederliet, die zó fchielyk en dik om de takken der boomen vaft vroor, dat een takje van een vinger dik, met het aanvriezend ys, zo dik als een arm werdt. Aan veele takken hingen lange yskegels, zo zwaar, dat zy de tak- ken fcheurden. Geheele boomen werden, door de zwaarte van 't aangevrooren ys, van den wortel afgerukt; anderen gefpleeten, of, tot op de helft, of, van boven tot beneden: veelen van byna al de takken beroofd; welk zonderling verfchynfel zig eerffc met den dag vertoonde voor de ingezetenen, die 's nagts alleenlyk 't gekraak der fcheurende flam- men en takken gehoord hadden, met wel- ken nu de voornaamfte graften alomme be- flrooid lagen. Wy behoeven niet te zeggen, dat de ftraaten zo glad waren, dat zy be- zwaarlyk gebruikt konden worden. Veele boomen werden nog behouden , door het bran-
(tj) DOMSELAAR VI. B«e^ bl.+\6. COMMELIN, bl, 1160.
Ij Huil. Muc, van 16Ó4.. bl, \<j\. |
||||
XVIII.BoEK. Geschiedenissen. 267
branden van pektonnen onder dezelven, 't 1664,
welk het ys fmelten deedt (/). Onder de bezettelingen deezer Stede , Nieuwe
hadden, federt lang, eenige ongefchikthe- 0rd?n- den plaats gehad, welken men, omtrent3ebezet- deezen tyd , geraaden vondt, te fluiten, tinge. Ook moeiten, met de nieuwe Vergrooting der Stad, de wagtplaatfen vermeerderd wor- den (0- Men maakte dan, op 't een en 't ander, een nieuw Reglement, welk den ne- genentwintigften January gedagtekend was, en waarby, onder anderen, vaftgefteld werdt, dat geen Officier der foldaaten, die nu vyf Compagnien fterk waren , 's nagts uit de Stad zou blyven, zonder verlof van Burge- meefleren, die, wanneer zy tegenwoordig waren, ook bevelen gaven aan de hooge en laage Officieren der bezettinge (u). De Schout by Nagt Cornelis Tromp hadt, Begin-
in deezen Winter,een Engelfch Koopvaar- ffIs dGS dyfchip, welk door de Algierfche Kaapers j?"8el" genomen was, verlofl, en hier ter Stede oorloos, opgezonden, alwaar een gedeelte der laa- dinge, aan bederf#nderhevig zynde, door 't Collegie ter Admiraliteit alhier, in't open- baar, verkogt geworden was. Doch alzo de Gezant des Konings van Groot - Britan- je, George Downing, het fchip en de laading te rug eifchte, werdt het een en het ander den Eigenaaren, zelfs zonder dat men eenig berg-
(s) DOMSELAAR VI. Boe(, bl.^lj. COMMELIN , bl. 1160.
{t) Refol. Vroedfch. Lt. D. 12, 28 Jan. 1664. ƒ. 52,
$3 verfo.
(«) Handv. hl. tij. [911.]
|
||||
263 AMSTERDAMS IL Deel.
1664. bergloon vorderde, wederom gegeven(V).
Ook waren, in de Lente deezes jaars, te Amfterdam, en elders in Holland en in Zee- land, fchimpfchriften aangeplakt op den Her- tog van York, Broeder des Konings van Groot-Britanje; waartegen, zo dra 'er de Gezant over klaagde , door eene ernftige Waarfchouwing van den Hove van Holland, voorzien werdt (w). Men toonde,opdeeze wyze, dat men het Engelfche Hof ontzien wilde. Doch Karel de II. fcheen te zoeken naar voorwendfels, om den Staat den oor- log aan te doen, die, nog in dit zelfde jaar, aangevangen, en in 't volgende jaar, open- lyk, verklaard werdt. DeRefï- De ^tac^ Hamburg, verneemende , dat, dentAit hier te Lande, oorlogsfchepen werden uit- zema geruft, tot beveiliging der Scheepvaart door handelt de Middellandfche zee, tradt, in 't begin fterdam deezes jaars , in onderhandeling met de * Staaten, om haare Koopvaardyfchepen te doen befchermen door's Lands Vlooten. De ReOdent der Hanze-Steden, Lieuwe van Jitzèma, begaf zig, t^ dien einde, onder anderen, naar Amfterdam , daar hy in 't Collegie ter Admiraliteit gehoord werdt. Doch men vondt hier niet geraaden, den Koophandel der Hamburgeren , die niet bloeijen kon, zonder dat 'er de Amfterdam- fche Koophandel by leedt, te befchermen. Hamburg werdt dan in de noodzaakelyk- heid gebragt, om zelf twee Oorlogsfchepen uit
■ ■
(v) Zie AlTZEMA V. Deef, bl, tig. (p>; Zte AlTZfcMA V. Deel, blt 115». |
|||||
'
|
|||||
XVin.BoEK. Geschiedenissen. 269
uit te ruften, tot beveiliging zyner Scheep- ifó£
vaart O)-
De Staat was, in *t jaar 1647, met den Orde op
Koning vanDeenemarke, overeengekomen, de mee- dat de fchepen, van hier op Noorwegen*in& der, vaarende, tot beter fchikkinge van 't vol- 0pVoor- doen der belaflinge, op dezelven gelegd, weegen zo hier te Lande als in Noorwegen , door vaaren- bevoegde Perfoonen, gemeeten zouden wor-de' den. Doch in 't jaar 1658, was men onder- ling te raade geworden, de meeting, alleen hier te Lande, telaaten doen,mids deOp- zigters en Meeters, van wederzyde, gefield werden. Van wege Deenemarke , waren toen aangefteld tot Opzigter Gabriel Mar- celis, en tot Meeters Jacob Aloffen en Lo- dewyk van Weflerhof: en van wegë deezen Staat, Henrik Tollenaar tot Opzigter; en tot Meeters Jacob Dirkszoon Haan te Am- sterdam; Klaas Fredrik Schouten te Hoorn, en Maarten Pieterszoon Edam te Medenblik (y). De opzigters mogten alomme hunnen dienfl pleegen: ook de Meeters wegens Dee- nemarke : doch de Meeters wegens deezen Staat, alleenlyk in de Steden, daar zy ge- field waren. Voor 't meeten werdt drieftui- vers van 't laft betaald. Doch over de ver- deeling van dit loon rees, in dit jaar 1664, eenig verfchil, tuflchen den Opzigter Tol- lenaar en de Meeters; waarop, by eene Re- folutie der algemeene Staaten van den drieentwintigften December, orde gefield werdt (2). De (x) AlTZEMA V. Deel, bl. JJ3, 33+.
(y) Groot-Memor. N. IV. ƒ. ij>».
(*) Zie AlTZEMA V. Deel, bl. zi$. verg, bl. 177,
|
||||
*7o AMSTERDAMS II. Deel;
1665. De ooriog tuflchen Groot - Britanje en
üitrus- Meezen Scaat >die»in net volgende jaar 1665, tfng ter openlyk gevoerd wèrdt, gaf, hier ter Ste- zee,hier de, aan het Collegie ter Admiraliteit gele- eerSjede, genheid tot het uitruften van Oorlogs- en Beiioeft-fchepen, waarmede, al in 't begin des jaars, een aanvang gemaakt werdt. Ook lieten zig, wat laater, eenige Amfterdam- fche Koopluiden beweegen, om veertien of vyftien fchepen, die te Kadix lagen, op goede verzekeringe der Provincie van Hol- land , aan den Staat in 't gemeen ten oorlo- ge te verhuuren. De uitnifting ter zee werdt, hier ter Stede, bevorderd, door eenige bui- tengewoone Gemagtigden der algemeene Staaten. Van een der uitgeruftte fchepen, in Texel leggende, verliepen, eerlang,wel vier en zeitig matroozen, vier van welken, hier ter Stede, gevat werden. De zeekryg viel, dit jaar, niet voorfpoedig uit. On- dertuflehen, werdt de Vaart naar 't Noor- den en de Ooilzee open gefield, ten be- hoeve voornaamlyk van den Amfterdam- fchen Koophandel. Het Collegie ter Ad- miraliteit alhier , gaf, onder dekfel van deeze vryheid, ook verlof tot de Vaart naar 't Weiten, waarover , door 't Collegie ter Admiraliteit in Zeeland, ter Vergaderinge der algemeene Staaten, ernftelyk, geklaagd werdt O). InAuguftus, werden, vier Koop- vaardyfehepen, die in Zweeden t'huis hoor- den, niet verre van Texel, door de Staat- fcheVloote aangehouden. Prins Adolf Joan, Paks-
(4) AlTZEMA V, Ditl, U. 35J,4«, 438,4M, jog.
|
||||
XVIII.BÓEK. Geschiedenissen. 271
Paltsgraaf aan den Ryn, die zig toen te ifj6$,
Amfterdam ophieldt, drong fterk op 'tont- flag deezer fchepen, verklaarende, dat de- zelven niet naar Engeland, of naar eenige andere Plaatfe, die met den Staat invyand- fchap was, gefchikt waren. Ook vind ik, dat dit ontflag, kort hierna, gevolgd is (b). De ongelukkige uitflag van den Zeekrygoproeri«
deezes jaars gaf aanleiding tot eenige oproe-ge be- righeid in Holland. Te Amfterdam zelf,^*- begon men te morren over de tegenwoor-gen* dige Regeeringe , en te fpreeken van de noodzaakelykheid der bevorderinge des Prinfen van Oranje (c). Ook was, hier ter Stede, zekere Engelfchman, Thomas Corney genaamd, in hegtenis geraakt (d)9 op ver- moeden of verzekering, dat hy iet brouwde ten nadeele van den Staat. Hy beleedt,. onder anderen , dat hy brieven verwagtte van Hamburg, die van den EngelfchenRe* fident Zwaan , door middel van zekeren Jack/on, aan den Engelfchen Gezant Dow- ning gezonden werden. Men vondt geraa* den, deeze brieven aan te houden en te ope- nen, om te zien, of'er ook iet, ten lafte van Corney of anderen , uit te ontdekken ware (e). Doch of dit gefchied, en hoe 't verder met Corney afgeloopen zy, vind ik niet aangetekend. Een andere Engelfchman, Say geheeteh, die zig ook te Amfterdam onthieldt, zogt, wat laater, Edmond Lud- • lowj
(b) AlTZEMA V. Deel, bl. 549, 550.
(c) Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 150, ijr.
(d) Groot-Memor. N. V. f. 161 verft.
(«j Relbl. Viocdich. Lu E. 2+ July 166;. ƒ. 3.
|
||||
272 AMSTERDAMS IL Deel;
ifäe low, een' der regteren van Koning Karel den
' I., te beweegen, om herwaards te komen, onder verzekering, dat men hem hier Hel- len zou aan 't hoofd van een goed aantal van Krygsvolk, welk men, van hier, naar Engeland zou zenden, om, met hulp der Engelfche Republiksgezinden, de Regee- ring aldaar te veranderen. Doch Ludlow leende geene ooren aandeezenvoorflag(/). Voor- De Engelfche Vloot zig vertoond heb- 2org,hier bende voor Texel, gaf zulks gelegenheid ter Ste- aaR ßurgemeefteren van Amfterdam , om geleden- Kapitein Tak, met tweehonderd man uit de heidvan bezetting deezer Stede, derwaards te zen- den En • den, om tegen eene landing te waaken. Den SnMW- Bifrch°P
van Munflsr, aangezet, en in Haat
fterfcbengefteld door den Koning van GrootBritan-
oorlog. je, die den Ridder William Temple,heime- lyk, naar Munfter gezonden hadt, om hem byftand in geld aan te bieden (g), den Staaten federt den oorlog verklaard hebbende, en met zevenduizend of agtduizend man in Gronin- gerland gerukt zynde, verzogtende Staaten van Holland de Stad Amfterdam, dat zy twee Compagnien wilden zenden naar Groningen, tot verfterking der bezettinge,alzomenzig verzekerd hielde, dat de BüTchop het oog hadt op die Stad. Doch men verftondt hier, dat men de veiligheid van Amfterdam in ge- vaar ftellen zou, zo men de Stad thans ont- blootte van bezetting ; waarom beflooten werdt, het verzoek der Staaten, beleefde- lyk,
(f) LudlowS Memoirs. V»l. III. p. ijj •139,
(£) Se« TKMPJLS'S WOlks V»l. UI. f, IJ, IJ>. |
||||
XVIII/Boek. Geschiedenissen. 273
lyk, van de hand te wyzen, hun egter de 1665»
tweehonderd man , die, onder Kapitein Tak, naar Texel gezonden, doch daar nu minder noodig waren, aanbiedende (h). Wy- ders, werden de Burgerwagten , hier ter Stede, verfterkt, waakende men nu,byda- ge en by nagt, met drie Compagnienom den agttienden nagt, daar men, te vooren,met twee Compagnien, om den zevenentwintig- en nagt, gewaakt hadt (0. Ook werdt, in verfcheiden' andere opzigten, gezorgd voor de verflerking en bewaaring der Stede (&). De Koning van Frankryk, die den Staat, De Ko-
eerlang, hulp toezondt tegen den BifTchopninS^a" vanMunfter, en wien men fterk aan zogt, jjjjjgjjg om zig, ten behoeve van den Staat, te ver-iogsfche- klaaren tegen Groot-Britanje, deedt, om-pen tim- trent deezen tyd, eenige Oorlogsfchepen meren, timmeren te Amsterdam, en verwierf verlof ff 4m" van 's Lands Staaten, om, tot bemanninge derzelven, hier te Lande, vierhonderd ma« troozen, Franfchen of andere vreemden, die niet in 's Lands dienft waren, te werven, mids hun geene hooger gaadje beloovende, dan vyftien guldens ter maand. In Oftober des 1666. jaars 1666, verzogt de Franfche Ambafïa- deur, Graaf d"Eflrades, uit naam van den Koning, zynen Meefter, eene Gefchutgie- tery te mogen opregten, te Amfterdam (/): doch
(h) Refol. Vroedfch. L*. E. 7 Oäob. iö$j. ƒ. 3« vtrft.
Zie os^AlTZEMA V. Deel, bl. 6$$. (i) COMMELIN. bl. II94. ik.) Groot.Memor. N. V. ƒ. 179. (/) A1TZKM4 V. Deel, bl. 85S, 9io. V. Stuk. S
|
|||||
\
|
|||||
■
|
||||||
•I.IPIPifl.J.I.------------------------------—.
|
||||||
274 AMSTERDAMS ILDeex.
1666. doch ik vind niet, dat in dit verzoek bewil-
ligd werdt. Een in- Jndré Gois, Koopman en Burger hier ter wooner Stede, vernieuwde, in July deezes jaars, van Am- zvne ciilcwlls herhaalde klagten, aan hunne kfaaeT Hoog-Mogendheden , dat hem zyne vier dat he'm kinderen, binnen Aath in Henegouwen, uit zyne kin-louteren haat tegen zynen Godsdienll, nu deren, tien jaaren lang, onthouden geweefl waren. Reeee-6 ^en ^a(^c> van wege deezen Staat,langen
ring der vergeefs, aanzoek gedaan, aan 't Hof te Spaan- Bruifel, en by den Spaanfchen Ambafladeur fcheNe-iri den Haage, om de uitlevering deezer ^jjla|^t kinderen, en eindelyk,in Oftober des jaars houden ^4, beflooten, eenige Priefters of Paapen worden, uit Spaanfch Vlaanderen te ligten: en dit befluit was van zo veel klem geweefl:, dat de AmbaiTadeur beloofd hadt, de kinderen op het Fort Rouge te zullen leveren: welke belofte nogtans nog niet naargekomen was. OndertulTchen, waren den Vader zyne kin- deren , door eene Sententie van den Hove van Holland, reeds in 't jaar 1658, toege- weezen. Hy verzogt dan nu , dat het be- fluit om eenige Priefters te ligten, eindelyk, mögt worden in 't werk gefield. De alge- nieene Staaten vonden zulks ook geraaden, en fielden 'er orde toe, in geval de kinde- ren , binnen veertien dagen of drie weeken, niet werden geleverd Qri). De levering ag- ter blyvende, beftonden omtrent honderd foldaaten uit de bezettinge van Sluis den Pater en vyf Schoolmeefters te ligten uit het
(m) AlTZEMA V. D*tlt hl. 574,
|
||||||
XVTftBoEK. Geschiedenissen. 2^5
het Collegie van Zoetendaal by Brugge, en I0-6&
dezelven met zig naar Sluis te rug te voeren^ om aldaar te blyven,tot dat Gois zynekin- deren bekomen zou hebben. De Spaanfche AmbalTadeur , Don Eftevan de Gamarra % klaagde over dit geweld,en drong op'tont- flag der zes perfoonen. Doch men antwoord- de hem, dat het niet voor de uitlevering der kinderen te wagten was, en dan, zonder uitftel, gefchieden zou («). 't Is te vermoe- den , dat het een en het ander federt ge- volgd zal zyn * hoewel ik zulks niet vinde aangetekend. De Koning van Frankryk klaagde > ten Klagten
deezen tyde, over den Genuees Gio Pauldfs K°4 Bonobi of Balbi ,die te Amflerdam woonag-"^gs tig was, en, in een nieuwspapier van zynprank- maakfel, eenige nadeelige tydingen vantyk, over hem verfpreid hadt. Men zal zulks nader eenen verftaan, uit de volgende vertaaling van OCR^ÏÏJjJ' gedeelte van's Konings brief aan denGraa-te Am- ve d'Eflrades , die den negenentwintigflenfterdaim May gedagtekend was, en niet in de ge- drukte Brieven van en aan dien AmbalTadeur gevonden wordt; fchoon, in het antwoord op den zelven, welk in 't licht gegeven is, melding van 't geval gemaakt wordt (0). „ Ik heb Lionne gelaft:, aan U te fchry-
j, ven, over het * onderwerp van den Ge- *fubjt&* j, nuees, die tot Amfterdam woont, ge- „ naamd Gio Paul Bonobi o£ Balbi, diö „ f voortgaat de weereld te vervullen met f conti- 9i boo*nMWrt4
(n) AtTZÈMA V. Deelt hl. $17 ƒ , 9J&.
O) D'ESTÄAOBS Tom. IV. p. 304. s %
|
||||
276~ AMSTERDAMS II.Deei;
1666. j» booze tydingen, die zeer onbefcheiden
„ zyn, en altyd vol van kwaadwilligheid „ tegen myn eigen perfoon. Ik twyfel „ niet, of de Staaten, die alle dagen ge- * effeäen. »» voelen zo kragtige * uitwerkfels van my- „ ne vriendfchap en befcherminge, zullen „ daarover zodanig een gevoelen betoonen „ als zo onvoorzigtig eene roekeloosheid is „ verdienende, met hem uit te bannen, zo 3, verre hunne Provinciën flrekken. „ Ik begeer dat gy daar van fpreekt met
„ den Heer de Witt, als van eene zaak, die „ my zeer treffende is, en die ik niet twy- „ fele of zal by hem ter harte genomen f fatisfac „ worden , om my daarinne f voldoening *£• „ te geeven. Indien hy dienftig agt, dac „ gy daarover een Memorie ingeeft aan de „ Staaten, zo blyft niet in gebreke zulks „ ten fpoedigfte te doen. Waarmede ik „ God bidde enz." Men kreeg teriïond kennis van 's Konings
fchryven te Amfterdam, daar 't , in de
Vroedfchap, gelezen werdt. Ook werden
drie Raaden Henrik Dirkszoon Spiegel, Mr.
Lambert Reinfl,en Mr. Bieter Kloekgemag-
tigd, om het nader te onderzoeken (p). Doch
hoe 't met deeze zaak, en met denNieuws-
fchry ver afliep, vind ik niet aangetekend.
De Stad Onaangezien de overeenkomft, in 't jaar
belet het 1659 , met het Hoogheemraadfchap van
verhoo- Ryn]ancj gemaakt, van welke wy, terzyner
den Slaa- pïaatfe (q), gewaagd hebben, beftonden Dyk-
perdyk. graaf
{f) Refol. Vroedfch- L*. E. 16 Juny 1U6. f. IZ3.
{q) II. Deel, XVII. Bt«Kj> */. 2+3. |
|||||
!
|
|||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 277
graaf en hooge Heemraaden, in den Herffl io7>6.
deezes jaars , den Slaaperdyk , voor een gedeelte , wel zeflien of twintig duimen hooger te maaken, dan by de gemelde Over- eenkomil bepaald was, en tot verdere ver- hooging aanbefteedingte doen. Burgemees- teren van Amflerdam, overtuigd van het nadeel, welk de Stad hier van te wagten hadt,gaven 'er der Vroedfchap kennis van. Men belloot, den Penfionaris Hop ten fpoe- digften af te vaardigen aan den Baljuw van Kennemerland, of aan zulke andere Hoofd- Officiers , onder welker regtsgebied , de ver- hooging gefchied was, of zou gefchieden; op dat dezelven daartegen mogten voorzien. Te gelyk, werdt geraaden gevonden, een' bekwaam' Officier, aan 't hoofd van vyftig of meer foldaaten, buiten om te zenden naar Spaarnedam, om zig,naar gelegenheid van zaaken, te voegen by den Penfionaris, die, by de Hoofd-Officiers geene voldoening be- komende , den Slaaperdyk, door hen, zou doen bewaaren,en alle hooging aldaar daa- delyk doen beletten (r): gelyk dezelve,ten deezen tyde, ook agterwege gebleeven is. Eene kleine Deenfche of Noordfche Ge- Deen-
reformeerde Gemeente , die door éénen fche of Predikant bediend werdt, hadt, federt ee-^,oor^~ nigen tyd, hier ter Stede , haaren Gods-meente" dienfl geoefend in een gehuurd huis, doch,alhier, in de Lente deezes jaars, eene plaats van de Stad verzogt, alzo zy, fchoon niemant onder haar vanaalmoefïenleefde,verklaar- de, (r) Kcfül. Vroedfch. Lr. E. il Nev. 1666. f. IJ3 wr/»,
S3
|
||||
278 AMSTERDAMS II.Deez.
1666. de, de koften der huure niet langer te kon«
nen draagen. Men ftondt haar eene Loots of Pakhuis toe aan de oude Admiraliteks Werf,eenen Jan Ramhout in eigendom toe- behoorende (j) , mids hieruit geen gevolg getrokken wierdt, om eenige gaadje te vor- deren voor den Predikant % die thans was Chrifliaan Abel: aan wien riogtans, eerlang, vanjaar tot jaar, vyf honderd guldens, uit Stads Kafle, werden toegelegd (f). Doch deeze Gemeente verliep , binnen weinige jaaren. De Predikant vertrok uit de Stad. En in 't begin des jaars iÓ74,werdtbyden Raad beflooten, aan Burgemeefterentever- blyven, of men hem, zo hy te rug keer- ren mögt, wederom toelaaten zou , of niet («). Een En- Ter gelegenheid dat de Stad Londen, in gelfch September deezes jaars, voor een groot ge-t Predi- deelte, door den brand, vernield geworden hfer bidtwas> onderwondt zig Richard Made, Predi- openlyk kant der Engelfche Kerke alhier, openlyk voor de te bidden om de herftelling en voorfpoed Stad ^jer gtacj# Burgemeefleren, aanfchryvens konden. van (j£ gtaaten van Holland bekomen heb- bende, ontbooden den Predikant voor zig, en verflonden uit hem, dat hy,inderdaad, voor de Stad Londen gebeden hadt, met betuiging, dat hy 't voortaan laaten wilde, indien zulks aanftoot geeven mögt. Men vondt egter zulk bidden , in 't heetft van den
(j) FILIP VON ZESEN, hl, Igo.
\t) Refol. Vroedfch. Lt. E. zf> Mtart litt, zg Jitnj 1^7,
f. \oo -vtrft, 21 j. Lt. F. 11 M*art 1668. ƒ. 42. ' (jij B>cfbl. VïOCcH«h. Lp K„2g Ftbr, itf*.f. 2, |
||||||
I
|
|||||||||
XVHI.Boek. Geschiedenissen. 279
den oorlog met Groot-Britanje, zo onbe- i6j55,
hoorlyk, dat Made, op den tweeden Ofto- ber, bevel kreeg, om zig voortaan van 't Predikampt, en van alle Kerkelyke Verga- deringen te onthouden, tot dat hem anders belaft zou worden. Veelligt, zou hy ftren- ger gehandeld geworden zyn, zo niet geblee- ken ware, dat hy gewoon was, ook om 's He- mels zegen te bidden over de Vloote en wa- penen van den Staat (V). Ondertuflchen, ontbrak het in Amfterdam En-
niet aan zulken, die de onderneemingen der gelfchge- Engelfchen begunfligden. De Ridder Tem-z^™ pk, die zig thans te Bruflel ophieldt, hadt, al fam^ in Maart, aan den Bifïchop van Munfter ge- fchreeven, dat een ryk Amfterdamfch Koop- man hem dertigduizend Ryksdaalders zou overmaaken, die tot onderfteuninge des Bis- fchops gefchikt waren. En in Auguftus , fchreef hy naar Engeland, dat, zelfs in Am- fterdam , den Engelfchen veel eers bewee- zen werdt, en dat de Graaf van Stafford, die onlangs derwaards gereisd was, met meer beleefdheids, bejegend was geworden, dan een Burgemeefter der Stad (w). 't Welk ten minfte bewees, dat men hier niet afkeerig was van de herftelling der Vrede. Op den zeftienden Maart des jaars 1667, Felle
begon het zo fel te vriezen, dat het Y voor v°rft e» Amfterdam, den volgenden dag,reeds digt [jjjj?,yke lag, en den agttienden begaan werdt. Doch tföm de vorft hieldt maar weinige dagen aan. Op den
(v) Groot-Memor. N. V. ƒ. i«j>.
{») Set tempre's Woiks V«i. ui. p. j?, s$*
s4
|
|||||||||
üSo AMSTERDAMS II. Dm.
z66j. den zesentwintigften, des morgens, gingen
nog drie perfoonen over 't Y, naar Water- land , en tegen den avond zeilden de Wa- terfchepen reeds voorby de Stad , fchoon het Pampus, niet voor den negenentwintig- ften, van 't ys bevryd werdt, en de Zuider- zee, voor Uitdam, op den eerften April, nog digt lag (#). Het De Vroedfchap van Amfterdam, de Pre- Poorter- dikanten der openbaare Kerke te vafterwil-
fchap. lende verbinden aan 't waar belang derSte- de°nPre- ^e> en nim en nunnen kinderen ookeeneby-
dikanten zondere gunft willende bewyzen, befloot, gefchon-in Auguftus deezes jaars, aan alle tegen- ken. woordige Predikanten, en aan alle zulken, die 't Predikampt, na wettig beroep, in 't vervolg, bedienen zouden, het Poorterfchap der Stad te fchenken, zo dra zy zig voor Burgemeefteren vertoond, en den gewoon- lyken Poortereed aldaar afgelegd zouden hebben, zullende ook hunne wettige kin- deren , zo wel voor als na het afleggen van dien eed verkreegen, als Poorters worden aangemerkt, mids zy, die voor het doen van den gemelden eed gebooren waren, dien eed iftsgelyks kwamen afleggen, wanneer zy den ouderdom van agttien jaaren bereikt zouden hebben (3/). Musko- In November, kwam hier te Lande een yifche Gezant van den Czaar van Muskovie, her- hteTtcr' waarc^s gefchikt, tot aankweeking van het Stede, onderling goed verftand met deezen Staat. De
(x) COMMELIN , hl, 1184.
(y) Kci'oï. Viocdfch. Lr. E. 9 ~4«j. 1667. ƒ. izj.
|
||||
XVIII.Boek. Geschiedenis en. s8r
De Agent der algemeene Staaten verzelde 1667,
hem, op zyne terug reize, tot Amfterdam toe, daar Burgemeefteren verzogt werden* hem en zyn gevolg te willen doen plaatfen op een der fchepen deezer Landen, welk naar Hamburg gefchikt was; van waar hy de reis naar Muskou voortzetten zou (z). De Munfterfche oorlog was, op den agt-Hande-
tienden April des voorleeden, en de Engel- l'nS der fche, op den eenendertigden July deezes^egee" jaars, met een Verdrag van Vrede geëin-van A.in. digd (a). En by het laatfte, was Karel defterdam, IL, Koning van Groot-Britanje, gebleevenover het in 't bezit van Nieuw Nederland, en van de ™™kf£t Volkplanting der Stad Amfterdam in dat ge- eeuwig well, welk hy, in 't jaar 1664 , op denEdift. Staat veroverd hadt. Men hadt, geduuren- de den laatilgemelden oorlog, beipeurd , dat 'er eene fterke party was hier te Lande, die de belangen van Groot - Britanje zogt te vereenigen met die des Prinfen van Oranje (£). En hieruit werdt gelegenheid geno- men , om een ontwerp te hervatten, waar- toe, al voor lang, by eenige Steden, en onder anderen by de Stad Amfterdam, nei- ging beipeurd was. Men verftondt, naam- lyk,dat de Prins van Oranje, tot wiens be- vordering verfcheiden' Provinciën fterke be- geerte toonden, onvermydelyk , tot Kapi- tein-Generaal zou moeten aangefteld wor- den, indien de Staat, gelyk tedugtenwas, wederom mögt ingewikkeld raaken in eenen oor-
(z) AlTZF.MA VI. Deel, bl. 230.
(a) Vadeil. Hift. XIII. Deel, bl. 201, 2«J.
(ij AlTZKMA. VI. Deel> hl. lög.
S 5
|
|||||
■
|
|||||
282 AMSTERDAMS n. Dssc;
166*7 oorlog te Lande. Doch men oordeelde, dat
zulk een hoog Krygsampt hem te veel ge- zags geeven zou in den Staat, zo hem , nevens het zelve,ook het Stadhouderfchap over de meefte en aanzienlykfte Provinciën opgedraagen werdt. Men was hierom be- dagt op middelen, om deeze zwaangheid te voorkomen, en hervattenen dien einde, de raadpleegingen over een Ontwerp, om het Stadhouderfchap, voor altoos, afge- fcheiden te houden van het Kapitein-Gene- raalfchap. Hierdoor zou het gezag desPrin- fen van Oranje, zo hy met het laatftgemel- de ampt mögt bekleed worden, merkelyk minder zyn, dan dat zyner Voorouderen geweeft was; en Groot - Britanje, welk, zo men vaftftelde, haakte naar de volkomen verheffing des Prinfen, om zo veel te meer invloeds te hebben op de Regeering van deezen Staat, zou in dit zyn oogmerk wor- den te leur gefteld. 't Ontwerp der fchei- dinge van de twee hooge waardigheden, 't welk, zo fommigen hebben aangetekend (O, eerft gemaakt was door den Heer Gillis Vak- kcniery Oud-Burgemeefter van Amfterdam, was, in 't begin van July, eer nog de vrede met Groot - Britanje geflooten was, door den Raadpenfionaris de Witt, overgebragt ter Vergaderinge van Holland, en aldaar over- genomen door de Leden: die 't wel haaft eenpaariglyk goedkeurden. Sedert werdt, ter algemeene Staatsvergaderinge, een voor- flag eedaan, overeenkomftigmet dit Ont- ö werp. (c) Zit Vaded. Hift, XIV. Dttl, l>l. ts.
|
||||
XVIïï.Boek. Geschiedenissen. 283
werp. Doch de meefte Provinciën waren té6f,
oneens met Holland. De Staaten van dee- ze Provincie kwamen, derhalve , op den eenentwintigden December, tot het vaft- ftellen eener Refolutie, die reeds den vyf- den Auguftus te vooren genomen was, en federt den naam van eeuwig Edift gekreegen heeft. By deeze Refolutie, werdt beraamd, Inhoud „ 1. Dat het vermogen om in de Ridder-van he( „ fchap te befchryven altoos aan de Rid-ze ve* „ derfchap; en het vermogen om de Ma- „ giflraaten in de Steden te verkiezen al- „ toos aan de Steden blyven zou, zonder „ ooit aan iemant te worden afgeftaan. 2. „ Datdeampten, ftaande ter begeevinge „ der Staaten van Holland, altoos door de« „ zelven zouden begeven worden, uitge- „ nomen de Krygsampten, omtrent welken, „ men nadere fchikkingen maaken zou. 3. ,, Dat Holland nooit zou toeftaan, en ter „ Generalkeit te wege zoeken te brengen, „ dat aldaar ook beflooten werdt, niet te „ bewilligen, dat een Stadhouder tot Ka- „ pitein- of Admiraal-Generaal verkooren „ werdt; en dat zelfs het Ampt van Stad- „ houder van Holland zou zyn en blyven „ vernietigd. 4. Dat de Edelen en Vroed- „ fchappen der Steden, de Leden der Ver- „ gaderinge van Holland en de Raadpen- „ fionaris zig, tot het handhaaven der ge- „ melde punten, by plegtigen eede, zouden „ moeten verbinden. 5. Dat het derde punt, 9> in de Inftru6tien van den toekomenden „ Kapitein- en Admiraal Generaal, zou wor- „ den ingevoegd; zullende hy zig, by eede, „ moe-
|
||||
284 AMSTERDAMS IL Deel.
1667, » nioeten verbinden, om daartegen nimmer
„ eenig verzoek te doen (d)" Om den eed op het eeuwig Edicl: in de Vroedfchappen der Steden te vorderen, waren gemagtigd de Heeren Fredrik van Dorp, Heer van Maas- dam , uit het Lid der Ridderfchap en eerfte en voorzittende Raad in den Hove van Hol- land , Gillis Valckenier, Oud - Burgemeefler van Amfrerdam , en Reinier Langewagen, Burgemeefler van Hoorn (e). Eed op Doch 't fchynt, dat hierin, naderhand,
het zei- verandering gekomen is. Immers, de Staa- ter'ste" ten heflooten, op den gemelden eenentwin- de, af- tigften December, Burgemeefleren der by- gelegd. zondere Steden te magtigen om den Vroed- fchappen den eed op het eeuwig Edicl af te neemen. En dit befluit der Staaten, den 1668. Steden, ten zelfden dage, zynde toegezon-
den , werdt in de Vroedfchap van Amfter- dam niet gelezen voor den derden January des volgenden jaars. Ten zelfden tyde, werden, door de Burgemeefleren, de te- genwoordig zynde Raaden, en den Secre- taris, Mr. Wigbolt Slicher, den eed afgelegd op het eeuwig Edicl;, die aldus luidde : Ik belove ende /weere het bovenflaande eeu-
wich Ediä , mitsgaders alle de poinften ende articulen daer inne vervat, heylichlyck ende oprechtelyck te/uilen maintineren , oock geen- fints te füllen gedogen, dat daer iegens eenige indracht, ofte infraäie gefchiede , veel min oyt ofte oyt, eenighe propofitie off advis te ƒ«/-
< (d) Vaderl. Hift. XIIT. Deel, bL Hj enx..
• (e) AlTZEMA VI. Deel, bl, 168, |
||||
XVIILBoek. Geschiedenissen. 285
füllen doen, ofte geven, noch oock te füllen itftfS.
doen doen, off doen geven, die daer iegenstin eenigen deele, flrydich zoude mogen wefen. Soo waerlyck moet my God
almachtich helpen! " Zie hier de naamen der genen, die, hier
ter Stede, den eed op 't eeuwig Edicï ge- daan hebben. +
Burgemeesteren.
|
||||||||||||||||||
Mr. Lambert Reynft.
Dor. Andries de Graeff. Nicolaes Pancras. R A A D E N.
|
||||||||||||||||||
Dor. Nicolaes Tulp.
Der. Cornelis Witfen. |
i
. .. .j
|
|||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||
Joan van de Poll.
Bernard Schellinger.
Mr. Joachim Rendorp. Dor. Toan Blaeuw. il
Cornelis Geelvinck.
D°r. Gillis Valckenier. Cornelis van Vlooswyk.
Hans Bontemantel.
Dor. Roetert Ernfl. Mc. Henrik Hooft. Cornelis de Vlamingh van Ouds-
hoorn. Jacob Jacobsz Hinloopen.
Cornelis Bäcker.
Joan van Waveren.
Dot. Frans Reael. Dor. Joan van Hartochvelc. J*
|
||||||||||||||||||
226 AMSTERDAMS II. Dbb*.
l66B. ■ Jacob van Neck Jacobsz.
Mr. Joan Corver. M'. Pieter Schaep. Cornelis Graeflandt.
Joan Hudde.
Mr. Vincent van Bronchorft. Van de zes Raaden, die afwezig waren,
deeden, op den zevenden, deneeddeHee- ren Nicolaes van Loon, Jacob van Neck, en Mr. Joan Huydecoper;op den negenden', de Heer Nicolaes Rocbusz. van Capelle, en op den twaalfden,de Heeren Mr. Coenraadvan Beuningen en Gerard HaJelaer.Be drie open- gevallen Raadsplaatfen werden, op den agt- entwintigften, vervuld met de Heeren Joan Huift, Mr. Jan ten Grootenhuys en Mr. Ja- cob Boreel, die, insgeiyks, den eed deeden. Op den zelfden dag des volgenden jaars 1669, werdt dezelfde eed gedaan, door den Heer Leonard Ranfl, die toen tot Raad verkooren werdt: en een jaar laater, door de Heeren Mr. Willem Bäcker en Mr. M- colaesJVitfen, die toen Raaden werden (ƒ) De Heer Joan Munter, die, den vierden Maart daaraan, buitens tyds , tot Bürge- meefter verkooren werdt, zal, insgelyks, den eed hebben afgelegd. Op den agten- twinugften January des jaars 1071, werdt de Heer Mr. Cornelis Roch tot Raad verkoo- ren, en deeze was de laatfte, die,hier ter Stede, den eed op 't eeuwig Ediaheeft af- gelegd (g). De JfA *f£ V™edrcl»; **. F. j 74*. iMi. ƒ. n^rfocnu
X-». O. z8 Jan. 1670. ƒ. 22. (S) Refol. Yw«dfch. L: G. 29 ?*». x$Jt. f. fgf
|
|||||
XVni.BoEK. Geschiedenissen. 287
De Vrede met Groot-Britanje, op welke ifä%m
men, hier ter Stede, in gevolge van eenAanIeï- befluit der Vroedfchap, gedenkpenningen ding tot deedt flaan (h), was nog niet geflooten, toen de raad- de Staat reden kreeg om voor nieuwen oor- pleegin- log te dugten, ter gelegenheid van den in- j|en °?m val des Konings van Frankryk, indeSpaan-fterkjng fche Nederlanden (f). Men deedt, van de van zyde der Staaten, zyn beft, om de vrede Naarden, te bewaaren door onderhandeling: men floot de Triple dlliantie of het drievoudig Verbond tufïchen Groot-Britanje , Zweeden en de Staaten, waardoor aan Frankryks overwin« ningen paaien gefield werden, en waaruit, eerlang, de Akenfche Vrede gebooren werdt. Doch eer 't nog zo ver kwame, raadpleeg- de men, in den Haage, op de middelen, die vereifcht werden tot befcherming van den Staat, in geval dezelve mögt ingewik- keld raaken in den oorlog. In February, werdt 'er een Verdrag van onderftand ge- flooten met den Biflchop van Osnabrugge, Hertog van Zeil, die in perfoon te Amfter- dam gekomen was, om over dit Verdrag te handelen Q). En fchoon, ten deezen tyde, geloofd werdt, dat de Koning van Frank- ryk , door zynen Ambafladeur, den Graa- ve d'Eftrades, onder de hand, eenige fche- pen, tot het vervoeren van KrygsvolK,hadc doen huuren hier ter Stede (/), hieldt men egter een waakend oog op de oogmerken van
|
|||||||||||
-
|
|||||||||||
(h) Refol. Vroedfch. Lt. F. 3 Jan. j66%. ƒ. if.
(i) Vadcrl. Hift. XIII. Deel, bl. 269. (O AlTZEMA VI. Deel, hl. JIO. (I) AlTZEMA VI. Deel, iL JIJ. |
|||||||||||
■
|
|||||||||||
i83 AMSTERDAMS II. Deel.
ï6<58 van ket Franfche Hof. In den Haage, was
|
||||||||||||||||||||||||||||
•i I
|
zelfs, al in den Zomer des jaars 1667, ern-
|
|||||||||||||||||||||||||||
ftelyk geraadpleegd op de verfterking der
grenzen van deeze Provincie, en onder an- deren op de verfterking van Naarden, waar- by de Stad Amfterdamzoveel belang hadt. |
||||||||||||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||||||||||||
't Zal hierom niet ondienftig zyn, dat wy,
hier ter plaatfe, van 't gehandelde over dit gewigtig onderwerp, uitvoeriglyk, verflag doen. |
||||||||||||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||||||||||||
De Ge-
commit
teerde
Raaden
|
Ter gelegenheid van den Engelfchen en
. Munfterfchen oorlog, was, reeds op den agtften Febmary des jaars 1666, ter Ver- |
|||||||||||||||||||||||||||
.n gaderinge van Holland, beflooten, de Pro-
drif Le«n vincie, door het verfterken derGrensplaat- den hun- fen, in eenen genoegzaamen ftaat van ver- |
||||||||||||||||||||||||||||
ner Ver-
gaderin- ge tot deeze verfter- king. |
dediging en zekerheid te ftellen,'t welk den
Gecommitteerden Raaden, by eene Refo- lüde van den vyftienden Juny des jaars 1667, «rnftelyk, aanbevolen werdt. 't Geviel, dat het Noorderkwartier aan het Zuiderkwar- |
|||||||||||||||||||||||||||
tier , by afrekening, eene aanzienlyke fom-
me fchuldig gebleeven was. De Gecom- mitteerde Raaden vonden, wat laater, ge- Taaden, deeze fomme te gebruiken tot het 'verfterken van Naarden, Woerden, Oude- water en Schoonhoven. Zy magtigden dan, op den negentienden'Oclober des gemelden jaars, den Heer van Wimmenum, die, we- gens de Ridderfchap, den Heer Joan Ele* man, die, wegens de Stad Leiden, en den Heer Gerard HaJJelaer, die, wegens de Stad Amfterdam , in hunne Vergadering zitting hadt, om eerft een ontwerp van 't werk te maa-
|
||||||||||||||||||||||||||||
m '
|
||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||
XVIII.Boek» Geschiedenissen. 289
rnaaken, en om het, vervolgens, ter uit- 166?.
voeringe te brengen. Den Heeren Eleman en Haflelaer werdt deezelaftopgelegd,niec alleenlyk om dat de Steden Leiden en Am- fterdam, uit welken zy in de Gecommitteer- de Raaden waren afgevaardigd, veel belang hadden by de ontworpen verfterking der grenzen; maar ook, om dat zy beide, on- langs gemagtigd geweelt zynde, om 'sLands Vloote, van gefchut, buskruid en anderen voorraad te voorzien, zig van deezen hun- nen lad, met ongefneenen yver en beleid, gekweeten hadden: en te gelyk met zoveel eerlykheid en fpaarzaamheid,datde goede uitflag van den Engelfchenoorlog, vooreen groot gedeelte, aan deeze twee Heeren toe- gefchreeven werdt. Men begon, met het maaken van eene afcekening der verfterkin- ge van Naarden, die beftaan zou in twee groote Forten, een tuilchen de Stad en de Zuiderzee, waardoor de haven befchermd en beftreeken zou worden, en een tuflchen de Stad en de Naarder - Meer: waarby eene fluis zou worden gevoegd, door middel van welke, men het land om de Plaats onder water zou können zetten. De Gecommit- Burge- teerde Raaden dit Ontwerp hebbende goed-meefte* gekeurd (m), werdt 'er, nog voor 't einde ^mfter^ van Odtober , door den Heere Haflelaer, dam kry- kennis van gegeven aanBurgemeefterenvangen 'er Amflerdam («), op dat zy de gemaakte af- kennis tekening onderzoeken , en voorilaan zouden,van* 't
(m) AlTZEMA VI. Deel, bl. 49«.
(n) Relol. Vroedïch. Ir. F. ij Febr. I«6t, ƒ. Xlverfi.
V. Stuk. T
|
||||
lyS AMSTERDAMS II. Deel.
166$. 'l Sene zy zou&en oordeelen, by de voor-
genomen verfterking van Naarden , ten meeften dienfte hunner Stad, in aanmerking te moeten genomen worden. Sommigen te- kenen aan, dat ßurgemeefteren zouden ge- antwoord hebben „ dat zy in 't werk geene „ keur hadden, en de uitvoering van hec „ zelve, geheellyk, overlieten aan Gecom- „ mitteerde Raaden (0)." Doch hiervan vind ik niets gemeld, in de Regifters der Stad. De onpaflelykheid des Heeren van Wimmenum. gaf gelegenheid, dat het aangevangen wei*k, federt, alleen door de Heeren Eleman en Haflelaer, werdt voortgezet, die de noo- dige erven omtrent Naarden, by fchattin- ge, overnamen, en daarna eenige Huizen deeden afbreeken, en de omgelegen plan- taadjen uitrooijen. De vereifchte kielfpit- ting gedaan zynde, werdt, by aangeplakte biljetten, bekend gemaakt, dat de openly- ke aanbefteeding der ontworpen Vefting- werken van Naarden aldaar gefchieden zou, op Maandag den zevenentwintigften Februa- ry deezes jaars 1668. De Heer Haflelaer begaf zig, op den vier ent wintigften, naar zyne Landhoeve by Weesp, Landskroon ge- naamd , daar de Heer Eleman, op Zondag den zesentwintigften, by hem kwam (p). Voorflag Elk was nu in de verwagting, dat de be- vanBur- fteeding, ten beftemden dage, voortgaan gemees- zou; doch ßurgemeefteren en Raaden van *erei*. Amfterdam hadden, maar twee dagen voor dien
|
||||||
(•) AITZEMA VI. Deel, bl. 4*9, *Jtf.
(/) AlTZEMA, VI. Deel, bl. 4Ji«. |
||||||
/
|
|||||
XVIILBoek. Geschiedenissen. 291
dien beflemden dag, beflooten, dezelve te 1668.
doen uitftellen. Met de gewoonlyke ver- Vroed- andering der Regeeringe, waren Burgemees- fchsp. teren geworden de Heeren Cornelis van Vloos- wyck) Heer van Vlooswyk, Diemerbroek en Paapenkoop , Cornelis de Vlaming van Outshuorn, Ridder , Heer van Oudshoorn enGnephoek, en Mr. Gillis Valekenier, zyn- de M. Lambert Reynfi, als Oud -Burgemees- ter, aangebleeven; en 't fchynt, dat deeze Heeren, of de meeften derzelven andere inzigten hadden op het verflerken van Naar- den l dan de meefte Burgemeefleren, die het voorgaande jaar hadden geregeerd. Im- mers , Burgemeefleren hielden den Raad voor „ dat zy vernomen hadden, hoe men „ eenen aanvang gemaakt hadt van eene „ aanzienlyke verfterking der Stad Naar- „ den, zonder dat daarover byzonderlyk „ geraadpleegd of beflooten was, ter Ver- „ gaderinge van 's Lands Staaten; dat niet „ alleen het gemeene Land, maar de Stad „ Amflerdam veel belang hadt by de rype j, overweeging van den dienfl of ondienfl „ eener flerke Plaats, die zo na by de Stad „ gelegen was; dat zy van den HeereHas- >, felaer,op hun verzoek, bekomen hadden „ twee Refolutien van hunne Edele Groot- „ Mogendheden van den agtflen February „ des jaars 1666 en van den zeventienden „ Juny des jaars 1667; doch dat de over- „ komft van den gemeiden Heere hierop „ zo kort gevolgd was, dat zy noggeenen „ tyd gehad hadden, om die twee Refolu- „ tien, met de vereifchte aandagt,teover- T 3 „ wee-
v
1
|
|||||
292 AMSTERDAMS IL Deel.
16Ó8. » weegen, veelmin, over de byzonderhe-
„ den van het werk der verfterkinge, hun- „ ne gedagten te laaten gaan, naar behoo- Men be- ?» ren-" Na 'c overweegen van welk voor- fluit , te ftel, beflooten werdt ,, den Heer Penfiona- wege te n ris Hop, zonder uitftel, te zenden naar brengen,^ denHaage,om by Gecommitteerde Raa- verfiel- „ den te wege te brengen, dat de voorge- king van)» nomen aanbefteeding, eenige weinige da« Naarden „ gen, werdt opgefchort , en aan deezen "jtse' „ Raade demagtgelaaten, om de zaak,als worde. » noS in zyn ëeheel» ryPelYk te overwee-
„ gen, alleenlyk tot den tyd der naafte Ver- „ gaderinge van de Heeren Staaten, om
„ daar deszelfs gevoelen te verklaaren, of „ uit deszelfs naam eenig nader verzoek te „ laaten doen (q)." De inhoud van dit be- fluit werdt vervat in eenen brief aan de Hee- ren Gecommitteerde Raaden, die den Hee- re Hop medegegeven werdt (r). Sommi- gen tekenen aan, dat de Luitenant - Admi-, raal, Willem Jozef, Baron van Gend, kort te vooren, by eenen der Burgemeeiteren van Amfterdarn, was komen onderdaan, of het . der Regeeringe deezer Stad ook onaange- naam zyn zou, dat hem het Bevelhebber- fchap over het verfterkte Naarden opge- draagen werdt. En zy geeven niet donker- lyk te kennen, dat dit ondertaften Burge- meeiteren wakker gemaakt hadt (j). ' Ook was niet te vermoeden, dat de Stad zulk cene voornaame Hollandfche grensplaats, als
(q) Refol. Vroedfch. L*. F. is Febr. 1668. ƒ. u verf».
(rt Ztt AlTZEMA VL Deel, èl. +>6. {*) A1T2ÏMA Vi. Deil% hl. +5»6. |
||||
XVIILBoek Geschiedenissen. 293
als men Naarden maaken wilde, gaarne ge- i<568.
zien zou hebben onder 't bevel van eenen Gelderfchen Edelman, wiens Vader thans Gouverneur was van den Prinfe van Oran- je, die onlangs, ook met bewilliging van Amilerdam, door de vernietiging van het Stadhouderfchap, van alle hoop op de ver- kryging deezer waardigheid fcheen verfle- ken te zyn, en dien men, derhalve, door het bevorderen van zul ken, dié zo naauw eene betrekking tot hem hadden, tot Krygs- ampten van deezenaart,geenegelegenheid fcheen te moeten geeven, om zig, wanneer 't de Haat zyner zaaken vereifchen mögt, ligtelyk meeïler te maaken van eene fterke Plaats, zo na gelegen aan de magtigfte Stad der Provincie. De Penüonaris Hop , terftond naar den Hnnde-
Haage vertrokken zynde, deedt, nog dienling van zelfden avond, opening van zynen lalt aan j!en Pen' den Raadpenfionaris de Witt, en aan den ^00narls Heere van Wimmenum, die voorzat in dein den Gecommitteerde Raaden, verzoekende, des Haage. anderendaags, in 't Collegie te mogen ge- hoord worden. Beide deeze Heeren waren verwonderd, over 't gene hy hun voorhieldt. Zy merkten de voorgenomen verfterking van Naarden aan, als ten hoogfte dienftig voor Holland in 't gemeen, en voor de Stad Am- fterdam in 't byzonder. Ook was zy, zei- denze, niet ondernomen , dan in gevolge van meer dan ééne Refolutie der Heeren Staaten: en 't werk was reeds zó ver ge- bragt,dat het niet wel, zonder kleinagting van den Staat,kon worden opgehouden, of T 3 uit-
|
||||
294 AMSTERDAMS II. Deel.
1668. uitgefteld. Zy voegden hierby, dat de af-
wezendheid van alle de Gecommitteerde Raaden uit den Haage niet toeliet, dat 'er, tegen den volgenden dag, Vergaderingbe- legd werdt ,zynde ook den tyd te kort,om de Heeren te befchry ven. Nogtans, namen zy aan, op 't ftuk nader te letten, en den Heere Hop, den volgenden dag, gelegen- heid te geeven, om hen, op nieuws , te fpreeken. 't Gefchiedde. De Raadpenfio- naris hieldt hem, uit beider naam, voor, „ dat de Heer van Wimmenum wel gene- „ gen was ,om Burgemeefteren en Raaden „ dienft te doen; doch zig alleen in den „ Haage bevondt, en gebonden was aan „ de Refolutien van hunne Edele Groot- „ Mogendheden, welker uitvoering hy niet „ bevoegd was te flremmen." Voorts, ver- haalde hy „ met hoe veel beleid, de Re« ,, folutie vandenagtften February des jaars „ 1666 bewerkt was, op een Verzoekfchrift „ van die van Weesp, en met bewilliging „ der Afgevaardigden van Amfterdam." Hy merkte aan „ hoe heilzaam deeze Refolutie „ toen geoordeeld was, als naar welke, men „ wel vyftig jaaren getragt hadt;" daarby voegende „ dat de Munfterfche oorlog, die „ aanleiding tot het neemen deezerRefolu- ,; tie gegeven hadt, ligtelyk wederom ont- „ fteeken kon; dat men zig op de Franfchen „ en Munfterfchen niet veel kon vertrou- „ wen ;odat zy beide kennis hadden van „ onze grenzen, fterkten en toegangen; dat „ Naarden, zo als het tegenwoordig ge- „ field was, geen tegenftand altoos doen » kón,
|
||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 295
„ kon, en, overmeefterd zynde, den vyand 1668.
„ den weg openen zou tot in 't hert van „ Holland, en tot voor de poorten van Am- „ flerdam; daar de voorgenomen verfter- „ king in ftaat zyn zou , om een Leger |
||||||||||
J»
5»
|
van meer dan vyftigduizend man te flui-
ten , en Amfterdam, van die zyde, voor |
|||||||||
„ allen uitheemfch geweld beveiligen." De
twee Heeren merkten ook aan „ datdePro- „ vincie van Holland veel dienft zou kon- „ nen trekken van de verfterking van Näar- „ den, in geval zy, onverhoopt, gefchil ,, krygen mögt met de andere Provinciën." Doch na dat zy omftandiglyk hadden ver- toond , op wat wyze, tot hiertoe, in 't gant- fche werk, by de Gecommitteerde Raaden gehandeld was , met verklaaring , dat zy wel gewenfcht hadden, dat de Heeren van Amfterdam derzelver bedenkingen hadden geuit, eer 't werk zo ver gebragt, en zo veele koften gemaakt waren, beloofde de De Heer Heer van Wimmenum, eindelyk, uit zynen™n naam alleen, den brief van Bürgern eefteren mi™e" en Raaden te zullen zenden aan de Heeren raadt, de Eleman en Haflelaer, hun daarby fchryven- aanbe- de „ dat hy aan hun liet, wat daarin be-JeedinS „ hoorde gedaante worden;doch voor zyn^JJ"" „ perfoon van gevoelen was, dat men 'tvan „ werk, voor eenige weinige dagen , be- Naarden „ hoorde uit te (tellen." De Heer Hop eenige geene kans ziende om meer te verwerven, jJCu^ keerde met den brief aan de Heeren EJeman ien. en Haflelaer terftond naar Amfterdam: doch alzo hy deeze Heeren aldaar niet aantrof, liet hy den brief, nog dien zelfden avond, T 4 door
|
||||||||||
\
|
||||||
296* AMSTERDAMS IIDeel.*
166$. door zynen Klerk, aan de Landwooningvan
den Heere HafTelaer by Wetsp befiellen. Op den zevenentwintigften, dag der voor- genomen aanbefteedinge, deedt hy verflag van zyne verrigtingen aan de Vroedfchap, die goedvondc, te volharden by haar befluit, om 't werk der aanbefteedinge te doen op- fchorten , tot de naafte Vergadering der Staaten van Holland (f), 't Ge* Midlerwyl, was de aanbefteeding uitge- fchiedt. field tot naderen laft; doch deperfoonen, gekomen om de aanneeming te doen, wa- ren te Naarden nog opgehouden. De Heer HafTelaer was terftond gekeerd naar Am- fterdam , daar hy de raadpleegingen der Vroedfchap , op den zevenentwintigften, bygewoond hadt. De Heer Eleman en hy, nevens den Peniionaris Hop, begaven zig, nog dien zelfden nagt, naar den Haagerde twee eerften om naderen laft van Gecom- mitteerde Raaden te haaien (u); de laatfte, om te wege te brengen, dat de aanbeftee- ding werdt uitgefteld. Gefprek De Heer Hop, wederom in onderhande- tuflchen ]Jng getreden zynde met de Heeren van T*SnA Wimmenum en Raadpenfionaris de Witt, penfiö- vernam „ dat de eerftgemelde in het be- naris de „ geerde ukftel geene groote zwaarigheid Witt en • maaken zou." Doch de Raadpenfionaris den Pen- nicjdc hem voor „ dat Amfterdam, om de Hop. 8 » verfterking van Naarden te vorderen, in „ 't jflar 1Ó66, beleid gebruikt, en Weesp „ doea
. *
(f) Refol. Vro-dfch. Lr. F. 27 Feit. 1668. ƒ. 23 *nj£
(») AlTZÏMA VI. Deel, bl. 4*7. |
||||||
r
|
||||||
XVIILBoek. Geschiedenissen. 297
„ doen fpreeken hadt; dat het Verzoek- 166$, „ fchrift van die van Weesp hem, Raad- „ penfionaris, door de Heeren van Amfter- „ dam, ter hand gefield en aanbevolen was; „ dat 'er, in de zaak, doorgaands, niets „ was gedaan, dan met medeftemmingvan „ Amflerdam; dat het moeilykwas,tever- ,, neemen,dat de Stad derwyze wankelde, „ en zwaarigheden maakte op de uitvoering „ van 't gene met haare bewilliging belloo- „ ten was; dat, eindelyk , de zaak, ter ,, Vergaderinge van hunne Edele Grooc- „ Mogendheden, gebragt wordende, ge- „ vaar liep van geheel agterwege te bly- „ ven, door de verfchillende begrippen, die „ daaromtrent te voorzien waren." De Heer Hop antwoordde hierop „ dat nie- „ mant van de Regeeringe of Vroedfchap j, bekend ftondt, iet van het gemelde be- ,, leid geweeten te hebben ; dat de zaak „ zelve, de verflerking van Naarden, naam- „ lyk, in haar geheel bleef, al werdt zy ee- nigen tyd uitgefteld; dat hy geen' laft hadt, |
||||||||||||||
5»
|
||||||||||||||
om zig daartegen te verklaaren;maaral-
„ leenlyk om tyd te begeeren, tot nader |
||||||||||||||
onderzoek en beter verftand der meenin- -
ge van hunne Edele Groot-Mogendheden* hin dat, zo deezen mogten oordeelen, dat het werk behoorde agterte blyven, daar- |
||||||||||||||
uit klaarlyk volgen zou, dat hunne mee-
„ ning nimmergeweeft was, de algemeene „ woorden der Refolutie van den agtften „ February des jaars ióóó van alle de gren- „ zen deezer Provincie met Veftingwerken „ te voorzien, zo verre te trekken, dat daar T 5 „ on-
|
||||||||||||||
2oS AMSTERDAMS II. Deel.
ï6<58. » onder zouden begreepen zyn zulke voor-
„ naame werken, als men nu om Naarden „ aanfeggen wilde." De Raadpenfionaris hernam „ dat men, voor dit laatfte , niet „ behoefde bedugt te zyn; dat alleen in „ bedenking zou komen, met welke Plaats, ,, men de voorgenomen verfterking^zoube- „ hooren te beginnen; dat Amflerdam groo- „ telyks benadeeld zou worden zo men ,, eens befluiten mögt, niet met Naarden „ aan te vangen; dat de Gecommitteerde „ Raaden beflooten hadden, Naarden, in ,, de eerfte plaatfe, te verfterken, enkelyk 3, om Amflerdam, welk ligtelyk van dien „ kant zou können overvallen worden, te „ beter te dekken ; vooral in den tegen- „ woordigenkommerlyken toeftand derty- ,, den, zynde Frankryk, met een magtig Le- ,, ger, op de been, en den BifTchop van „ Munfter wederom aan 't werven. Dat „ de Franfchen, die denStaat,indenjong- 3, ften Munfterfchen oorlog, hadden byge- 5, ftaan, zo wel als de Munfterfchen, wis- „ ten, hoe ligt Holland, van den kant van „ Naarden, kon worden aangevallen; en „ dat, van deezen kant ook, in alle tyden „ van oorlog, de meefte bekommeringge- „ komen was." De Heer Hop antwoordde hierop, wel ter zaake en behoorlyk; doch toen hy, naderhand, verflag van 't gehan- delde deedt aan Burgemeeftereh, verfton- den eenigen derzelven „ dat, toegeftaan „ zynde , dat de Heeren Staaten blyven l, zouden by hun befluit om de grenzen te 3, fterken, en dat alleenlyk te dugten ftondt, „of
|
||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 299
„ of men wel van Naarden beginnen zou; jgóg,
w deeze Stad geene zwaarigheid behoefde „ te maaken, van zig hieraan te onderwer- „ pen, alzo de Leden, verftaande dat de „ meefte nood omtrent Naarden was, niet „ van de Gecommitteerde Raaden verfchil- „ len zouden, of anders, de waare meening „ der hooge Regeeringe ontdekt hebbende, „ het dienftigfte en noodigfte eerfr. helpen „ vaftftellen; waarin de Stad zig ook wel „ zou können voegen, zynde het, in eene „ zaak van zo veel gewigt, hoognoodig, dat men met eenpaarigheidbefloote, zon- der eikanderen, door bedekte wegen, een |
|||||||||||||||||||
3»
|
voordeel af te zien, waaruit, in tyden en
|
||||||||||||||||||
„ wylen, gevolgen zouden können getrok-
„ ken worden, tienmaal fchadelyker voor j, de Stad, dan zy voordeel uit dit voor- „ regt zou hebben können trekken:" welke aanmerking men goedvondt, by nadere ge- legenheid , aan te dringen. Na 't gefprek met den Raadpenfionaris % De Heer
werdt de Heer Hop gehoord, in het Col- Hop legie der Gecommitteerde Raaden , daar klYëz re- vier Leden tegenwoordig waren. Hy ver- ^oor in nieuwde hier zyn verzoek om uitftel der mitteer- aanbefteedinge, en bekleedde het met re- de Raa- denen: waarna hem^ in tegenwoordigheid den. van zes Leden , geantwoord werdt „ dat „ hunne Edele Mogendheden, door eenigen ,, hunner Medeleden , aan de Regeering |
|||||||||||||||||||
»»
|
van Amflerdam zouden doen voorftellen
|
||||||||||||||||||
de redenen, die hen bewoogen hadden,
|
|||||||||||||||||||
>5
|
om met de verflerking van Naarden te
|
||||||||||||||||||
„ beginnen; doch zo de Regeering van A m-
„ fler-
|
|||||||||||||||||||
\
\ |
|||||||||||||||||||
300 AMSTERDAMS II. Deel.'
IÖ68. » fterdam van een ander verftandzyn mögt,
„ zou men 't voorgenomen werk agterwege „ laaten, en de kollen fpaaren, mids de „ Stad zig, ten langfte binnen tweemaal „ vier en twintig uuren, op de zaak zelve „ verklaarde; alzo men, in geval van lan- „ ger uitftel, zo wel als in geval van be- „ williging, met de voorgenomen aanbeftee- „ ding voortvaaren zou." Zy zen- De Leden der Gecommitteerde Raaden, den Ge- die naar Amflerdam gefchikt werden, wa- magtig- ren de Heeren Eleman, Haflelaer en Joan Amfter-3r ^eJFer» welke laatfte, wegens Rotterdam, dam. in Gecommitteerde Raaden zitting hadt. Die de Zy verfcheenen , den negenentwintigften nuttig- February, by Burgemeefteren, die zy, by verfter-1 mon(^e van den Heere Eleman, voorhielden, kinge 9* dat Naarden eene Grensplaats van Hol- van „ land was , welker verfterking eerfl ter Naarden >} hand was genomen, om dienft te doen rerT.66" » aan ^e ^ta^ Amfterdam; die wel de mag- „ tigfle te water was, maar niet te lande; „ die ook, in voorige tyden, met naame in „ 't jaar 1629, toen Graaf Henrik vanden „ Berge in de Veluwe gevallen was, in groote bekommering gezeten hadt, en zelfs in den jongften Munfterfchen oorlog, toen men, insgelyks, voor eenen inval in |
|||||||||||||
3»
3» |
de Veluwe bedugt geweeft was Dat het
zelfde gevaar dagelyks te dugten was, |
||||||||||||
n van den kant van Frankryk, wiens mag-
„ tige en zegepraalende Legers by der hand „ waren; of andermaal van den Bilfchop van Munfter, die zyn Krygsvolk , met |
|||||||||||||
5>
|
Franfch geld, wift te betaalen. Dat de,
|
||||||||||||
„ Stad-
|
|||||||||||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 301
j, Stadhouders, voorheen, de verflerking 166$.
„ der grenzen van Holland belet hadden,
„ ten gevalle van de Provinciën; doch dat
j, dezelve, nu dit beletfel ophieldt, be-
„ hoorde in 't werk gefield te worden, voor«
„ al omtrent Amflerdam, het voorwerp,
„ welk vyanden en kwalykgezinden altoos
„ hadden gezogt te bemagtigen; waarom
„ het, van wege den Staat, te zorgvuldi-
„ ger befchermd moefl worden. Dat zy
„ hierom verzogten, dat de Raad hierop
„ mögt vergaderd worden. Dat men 't ver-
„ fierken van Naarden zou nalaaten, zo 't
„ ondienftjg geoordeeld werdt, zynde de
,, Heeren Gecommitteerde Raaden zelven,
„ ter oorzaake van de fchaarsheid van 's
„ Lands geldmiddelen, niet ongenegen, om
„ flil te flaan , hoewel zy, anderszins ,
„ meenden, de vereifchte penningen te zul-
„ len können vinden. Dat zy, eindelyk,
„ een fpoedig antwoord verzogten, alzo de
„ zaak geen uitflel leedt; zynde de gron-
„ den om Naarden reeds aangenomen; de
,, boomen omgehouwen; de grondtekening
„ gemaakt en goedgekeurd; de aanneemers
„ van 't werk opontbooden, en met geld
„ bewoogen om te wagten, zonder nog te
„ reppen van den blaam, dien het langer
„ uitftel brengen zou over de Heeren Ge-
„ committeerde Raaden, en dat om het uit-
„ voeren eener Refolutie, die met eenege-
„ noegzaame éenpaarigheid der Vergade-
„ ringe genomen was, .betuigende zy, van
„ wege de genoemde Heeren, ten befluke,
„ onfchuldig te willen zyn aan de nadeelen,
|
|||||||
1
|
|||||||
302 'AMSTERDAMS IL Deel.
l6ö8. „ die, uit het nalaaten of verwylen eter ver*.
^ flerkinge van Naarden, zouden mogen „ volgen, en die alleen aan deezeStadzou- ,i den te wyten zyn." Bürge- Burgemeefleren, den Raad, tegen den meefte- volgenden dag, vergaderd hebbende, hiel- ten hou-<jen dien, nevens den gemelden voorflag, Raad 00^ eeniSe redenen voor, welken, tegen de eenige nuttigheid en dienft der voorgenomen ver- redenen flerkinge, konden worden ingebragt. Zy voor, te- merkten aan „ dat Holland nog niet ge-, nuttig 9» noegzaara verfterkt zyn zou, onaangezien heidïier» Naarden verfterkt ware, konnende den vertier- „ vyand, wanneer hy op de Veluwe ware, kinge. n Holland, langs verfcheiden' oorden, in- „ trekken, en zelfs Amfterdam naderen, ,4 zonder Naarden aan te doen, alzo hem, ,j daartoe, onder anderen, een breede, ge- „ baande en wel gezande weg open lag 3i door 's Graavenland, en van daar tot aan ,; de Vegt, langs eene vaart, door welke 5> hy zig allerlei voorraad zou können laa- „ ten toevoeren, en waarna hy, den Vegt- „ dyk hebbende tot eenen wal, waaragter „ een gantfeh Leger fchuilen kon, te Mui- „ den, te Weesp, aan den Hinderdam, te ,', Vreeland, te Loenen, te Nieuwerfluis en „ elderö, over de vafle bruggen, of mee „ fchuiten, die alomme by de hand waren, „ over de Vegt komen kon, zonder dat „ het hem, door de bezetting van Naar- „ den, al was zy al zeer talryk, zou kon- „ nen belet worden* Dat het, in de tegen- „ woordige fchaarsheid der geldmiddelen, u raadzaamer was> de penningen, tot het „ ver-
|
||||||
/
|
||||||
-j-
|
||||||
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 303
„ verfterken van Naarden gefchikt, te be* i66$,
„ fteeden tot het aanwerven van Krygs- „ volk, waarvan men thans meer dienfl zou. „ können hebben. Dat men de penningen „ zou moeten vinden, of by opneeminge, „ waardoor de Sterkte een eeuwige lafl voor „ de Provincie worden zou, buitende kos- „ ten van het onderhoud; of uit een twee „ honderdflen , of veel ligt wel een hon- j, derdflen penning, waardoor de goede in- 5, gezetenen, die nu, in het tweedejaar, „ een honderdflen penning betaalden, zeer 3 zouden gedrukt worden ; fchoon deeze „ zwaarigheid zou moeten worden overge- „ flapt, als de nood blykbaar was; 't welk „ men hier nog niet zien kon.Dat,wyders, „ te dugten flondt,dat men zig tezeerver- „ laaten zou op hetverflerkteNaarden,en „ de buiten - fterkten op de grenzen, naar „ gelang, verwaarloozen; welker bezettin- „ gen ook zouden moeten verzwakt wor- „ den, naar maate dat die van Naarden ver- „ flerkt werdt. Dat ook de voorgenomen „ verflerking den anderen Provinciën zeer „ tegen de borfl zyn zou, en teligterdoen „ befluiten, om andere befchermingtezoe- j, ken, en Holland alleen te laaten zitten „ met de fcheenen voor *t vuur van den „ oorlog, wanneer zy hier de voorbereid- j, fels zagen maaken van iet, waardoor zy, „ als het Holland t'eenigen tyde gelegen ä, komen mögt, zouden können afgefneeden „ en verlaaten worden. Dat ook zeer te „ vreezen was, dat de handeldryvende in- „ gezetenen argwaan zouden opvatten, over „ dee-
|
|||||
*
|
|||||
3<H AMSTERDAMS ILDeel;
1668. ï» deeze zo naby gelegen Sterkte: waarte-
„ gen niet deedt, dat men veeleer het ver« „ trek der Koopluiden, by gebrek van ge- „ noegzaame veiligheid, zou mogen dug- w ten:naardien de ondervinding, veelejaa- ,", ren herwaards, geleerd hadt, dat geene j, Koopluiden Amfterdam verlaaten of ge- ,V myd hadden, om dat Naarden niet beter ,V verfterkt was; maar zig, daarentegen, „ in kommerlyke tyden, dikwils derwaards „ hadden begeven. Dat ook der Stad Am- „ fterdam, uit zulk eene vefting, waarin „ doorgaands eene fterke bezetting zou moe* ,*, ten gehouden worden , een geduurige „ fchrik over 't hoofd hangen zou, om door „ dezelve overvallen, en naar de hand ge- ,-, zet te worden van hem, die, in zorgeïy- j, ke tyden, zyn gezag zou willen doen gel- ,* den; 't zy dat hy ware het Hoofd van 't ,, Krygsvolk, of de Bevelhebber der Sterk- ,, te, ofiemant, die, deezen Bevelhebber ,, *aan dehand hebbende, zig van denzelven „ zou zoeken te bedienen. Dat het, fchoon „ 'er geene Stadhouders meer te vree- „ zen mogten zyn, nooit ontbreeken zou aan „ Staat- en heerfchzugt, in zulken, die tot s, aanzien en gezag zouden mogen verhee- it ven worden, en door den tyd het Krygs- „ volk , door bezoek en vriendelyke, toe« 3> fpraak, aan hunne koorde zouden wee- „ ten tekrygen; de verhooging van Kapitei- „ nen en Kolonellen behendiglyk bevorde« „ ren; onder de Regeeringe, door het be- „ wyzen van goede dienden aan deezen en „ genen in 't byzonder, aanhang maaken, „ en
|
||||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen,. 305
,, en de zaaken eindelyk zulks beleiden, dat 166B,
j, het volk van oorloge, welk anders ver- 5, fpreid legt, onder voorwendfel van be- ,, ter krygstugt onder het zelve te oefenen, „ en het nader by de hand te hebben , om „ in geval van nood te können worden ge« „ bruikt, in één© plaats byeengebragt werdt, „ daar het, zynefterkte ziende, envertrou- „ wen op eikanderen krygende, ligtelyk, „ vrees in anderen veroorzaaken zou. Dat „ men dikwils gezien hadt, dat zulk eene „ magt tot verdrukking der vryheid mis- „ bruikt geworden was; waarom de Stad ,, ook, met zulk eene bezetting in Naaf- „ den , niet vry, ten minde niet geruft „ zyn zou: en dat de gantfche Staat in 't „ zelfde geval zou zyn, alzo hy, die zig „ meefter zou hebben weeten te maaken „ van Amfterdam, zig ook, welhaaft,met „ de middelen van deeze Stad, meefter „ maaken zou van gantfch Holland, en van „ den gantfchen Staat, inzonderheid daar 'c „ Huk der Patenten, op welken het Krygs- „ volk van de eene Plaats naar de andere „ werdt gefchikt, tot nog toe, niet in dier- „ voege hadt können worden geregeld, dat „ de vereifchte fpoed, met eene genoeg« „ zaame geruflheid voor de Provinciën en „ Steden, gepaard ginge. Dat men hierop ., niet zeggen kon, dat de Stad ook van de „ bezetting uit eene andere Provincie zou „ können overvalJen worden, ako men meer 3, dan éénen dag of nagt noodig hadt, om m t „ een' aanzienlyken hoop volks zo verre tp w trekken; daar men, in vier uuren tyds, V. Stuk. V „ van |
||||
3o6 AMSTERDAMS II. Deel.
„ van Naarden hier zyn kon: behalve dat
„ ook de andere Provinciën, ter oorzaake „ van het klein getal der Compagnien, ter „ haarer betaalinge ftaande, zulk eene magt „ niet zouden können byeentrekken. Dat het „ ook zeer gevaarlyk was, zulk eene fterke „ Plaats, daar de vyand bykomenkon, zon- „ der anderen aan te doen, midden in 't „ Land te hebben; alzo dezelve, eens, by „ verrafling, waarvoor de magtigfte ves- „ tingen bloot flonden, ingenomen zynde, „ alle de omleggende Plaatfen onder be- „ dwang zou können houden, zonder anders „ dan door een langduurig beleg te können „ herwonnen worden. Dat, eindelyk, de „ verfterking van Naarden, welke men te- „ gen de magt van Frankryk, en tegen de „ verdagte troepen van den BifTchop van „ Munfter wilde doen dienen, niet dan na 5, verloop van eenjaar of twee, in behoor- „ lyken flaat van tegenweer zou können ge- „ bragt worden: weshalve dit werk , zo „ zulks het oogmerk der Heeren Staaten „ geweefl ware, al vroeger, ondernomen „ geweeft moeft zyn; gelyk men, ook nu, „ minder reden van bekommeringe hebben „ zou, zo men, toen de Refolutie tot ver- „ ilerkinge der grenzen genomen werdt, „ met de verfterkinge van Weesp voortge- „ vaaren* ware." De Vroedfchap, de bedenkingen vanBur-
gemeefteren gehoord hebbende, magtigde de Heeren Mr. Lambert Reynß , D'. Gillis Vcukkenicr , Dr. Nicolaas Tulp, Dr. Cornelis Witfen, Nicolaas Pancras, Gerard HaJJelaer^ M'.
|
||||||||
"
|
|||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 307
Mr. Henrik Hooft en Mr. Andries de Graaf, 1553,
om alles nader te onderzoeken, en van hun- ne bedenkingen aan den Raade verflag te doen Qd). Wy hebben, ineen ander werk (iü),uit A"t-
Aitzema (x), aangetekend, dat de iftem- woord men over de verfterking van Naarden, tus- a^sTacf° fchen de vier Burgemeefteren, dezes en der- aan de tig Raaden, en de agt Gemagtigden uit den Gemag- Raade gef reken hebben. Doch federt dat wy t{gde* gelegenheid gehad hebben, om de Refolu- commic" tien der Froedfchap zelven in te zien, können teerde wy, met verzekering, zeggen, dat aldaar Raaden, van deeze byzonderheid niets altoos te boek gefield is. Men vindt alleenlyk, dat de agt Gemagtigden , 's anderendaags , den tweeden Maart, verflag gedaan hebbende van hunne Commifïie, Burgemeefteren en Raaden beflooten hebben, uit hunnen naam, den Heeren Afgevaardigden uit de Gecom- mitteerde Raaden aan te zeggen „ dat zy „ niet zouden können aanzien, dat met de „ aanbefteedinge der Veftingwerken van „ Naarden voortgevaaren werdt, voor dat „ men daarop de meening der Heeren Staa- „ ten nader zou hebben verftaan; ten wel- „ ken einde, daarvan, ter naafter Dagvaart, „ zou worden gefproken; oordeelende zy ^, niet verpligt te können worden, om, in „ zulk een korten tyd, als by de Heeren „ Gecommitteerde Raaden bepaald was, „ op zulk gewigtig punt, een eindelyk be- „ fluit
(■u) Refol. Vroedfch. />. F. i Maart U«g, ƒ. al enz..
(w) Vaderl. Hift. XIII. Deel, 6/, 362, (*) VI. Deel, bi. 4S8. Va
|
|||||
308 AMSTERDAMS II.Deel.
4668. » fluit te neemen. Doch zo men, deson-
„ aangezien, met de aanbefteedinge wilde „ voortvaaren, zou daartegen, van wege 5, deeze Stad , geprotefleerd worden, met „ voorbehoudenis van de magt om hierna „ zulk eene verdere protcflatie te doen, 3, als men als dan zou bevinden te behoo- „ ren (j)." Befiuit De Afgevaardigden uit de Gecommitteer- der Ge- de Raaden, kennis van dit befluit gekreegen commit' hebbende, gaven te verftaan, dat zy, vol- iiaaden 8ens hunnen laft en Inftru&ie, genoodzaakt waren voort te gaan met de aahbefteeding. Zy vertrokken, dien zelfden dag, nog naar den Haage. Doch de Gecommitteerde Raa- den, hen gehoord hebbende, verflonden, „ dat men wel met de aanbefteedinge voort- „ gaan zou; doch den minftaanneemende „ aanzeggen, dat hy zyn bod,den tyd van „. drie weeken, een dag of twee onbegree- 5, pen, geftand zou moeten doen;wanneer „ hem 't werk uiterlyk af- of aangezeid zou „ worden." De aanbefteeding gefchiedde dan op deezen voet. Ondertullchen, na- derde de tyd der gewoonlyke Vergaderinge Nader van Holland. De Afgevaardigden deezer jj?ui* j Stad werden gemagtigd om den Heeren ta 'Staaten, op dezelve, bekend te maaken, „ wat 'er, tuflchen de Heeren Gecommit- „ teerde Raaden en derzelver Gemagtig- „ den, ter eener, en de Regeering deezer „ Stad, ter anderer zyde, over de verfter- „ king van Naarden, gehandeld was, met „ her-
(j) Relbl. Vicxdfch, £'. F. * M**r$ l$«8. f. 3+ verf»
|
||||||
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 309
„ herhaalde verklaaring, dat de Stad niet j6ö8%
„ kon noch zou aanzien , dat de aanbe- „ fleeding, van 's Lands wege , wierdt „ aangezeid, of met de verfterkinge voort- „ gevaaren, voor men daarop de meening „ van hunne Edele Groot - Mogendheden 5, verflaan zou hebben, na 't houden van , j, een befoigne door CommifTarifTen uit 's „ Lands hooge Vergaderinge, over het re- „ gelen der voorgenomen verfterkinge; van „ welk befoigne 't verflag hier ter Stede zou „ moeten worden overgebragt , om door 5, Burgemeefteren en Raaden overwoogen 3, te worden. Voorts, moeften de Afge- „ vaardigden der Stad het gemelde befoig- „ ne in diervoege beleiden, dat daarin ont- j, worpen en op 't papier gebragt mogten 5, worden zodanige middelen van zekerheid „ voor de Stad Amfterdam, als zy,nevens j, de andere Heeren CommiflarifTen, dien- „ ftig zouden oordeelen, mids daaronder „ ook gefield werden de volgende zes pan- „ ten: ,, 1. Dat geen Gouverneur over Naar-
„ den en de Sterkten daaronder behooren- „ de, noch geen Commandeur over de be- „ zetting, in dezelven leggende, gefield „ zou worden, dan die de Regeering van „ Amflerdam uitdrukkelyk verklaard zou „ hebben, haar aangenaam te zyn. „ 2. Dat ook geen Gouverneur of Com*
„ mandeur langer aldaar verblyven zou, s, dan hy aan de Regeering van Amflerdam „ aangenaam zyn zou, zullende,op de aan- V 3 „ mäa«
|
||||
310 AMSTERDAMS II.Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
i6ö8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
5>
|
maaning van die Regeeringe, een ander
|
||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
in deszelfs plaatfe worden gefield.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
,, 3. Dat in Naarden en de onderhoorige
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
Sterkten, geene Ruitery voor gewoonly-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
ke bezetting zou worden gelegd.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
„ 4. Dat de bezetting der Stad en derSterk-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
33
55 |
ten niet grooter zyn zou dan vyfhonderd,
of uiterlyk zeshonderd mannen te voet. |
||||||||||||||||||||||||||||||
„ 5. Dat de gemelde bezetting,in Oor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
3>
55 53 33
|
logs- of andere kommerlyke tyden, niet
zou mogen vermeerderd worden , dan met kennifle en uitdrukkelyke bewilligin- ge der Regeeringe van Amfterdam. |
||||||||||||||||||||||||||||||
„ 6. Dat al het volk, waarmede de ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
33
53 3) 33 3» J3 |
melde gewoonlyke bezetting, in tyd van
nood, vermeerderd zou zyn, op de aan- maaning der Regeeringe van Amfterdam, daaruit geligt, en de bezetting op het gewoonlyk getal gebragt zou moeten wor- |
||||||||||||||||||||||||||||||
den (2)."
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Na deezen tyd, vind ik niet, dat 'er, in
eenige jaaren, by de Vroedfchap van Am- fterdam, op de verfterking van Naarden ge- raadpleegd is. Sommigen tekenen aan, dat de punten, die de Siad bedingen wilde, den Leden van Holland niet zeer gevallig wa- ren. Zeker is 't, dat het aanbefleedde werk den aanneemeren werdt opgezeid, en dat de verfterking van Naarden, ten deezen tyde, fteeken bleef (a). De jongfte Vergrooting der Stad, met
welke thans yverig voortgevaaren werdt, gaf
(z.) Réfol. Vroedfch. L*. F. iz Mia.rt Iö6g. ƒ. 3j> cnx.,
(<*; AlTZEMA VI. Deelt bl, *gj>,*?$. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
De ver-
fterking van Naarden
blyft flecken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Burge-
meefte- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 311
gaf gelegenheid, dat veele Handwerkslui- 1(5<5g.
den zig, hier ter Stede, nederzetteden. Deren wor_ Regeering, om deezen te meerder aan teden ge_ moedigen, en de nieuwe uitlegging te fpoe-magtigd, diger te bevolken, befloot,in de Lente dee- om 't zes jaars, het Poortergeld, dat voor fommi-^^ gen wat te hoog liep , aan alle Meefter-Meeftcr. Handwerksluiden , die zig met der woonnand- herwaards begeeven wilden , twee jaarenwerkslui- of langer ,_ter befcheidenheid van Burge-^n te meefteren , te goede te houden (b) ? welk ö befluit, ongetwyfeld, veelen, die, met den tegenwoordigen oorlog in de Spaanfche Ne- derlanden , Brabant en Vlaanderen verlieten, herwaards gelokt heeft. Het Waaien-Weeshuis hier ter Stede, Nieuw-
door het aanwaffen deezer gezindheid, te baaien- klein geworden zynde, verzogten de Ker- huic,eg"e. kenraad en Diaconie derzelve, in den aan:fCigt. vang des volgenden jaars, verlof van de 1660. Regeeringe,om het zelve en eenige huizen te mogen verkoopen, en een ander Wees- huis te mogen bouwen. Bürgerneefteren en Raaden bewilligden in dit verzoek, en fchon- ken der Walfche Gemeente, tot het nieuwe gebouw, een erf in de nieuwe uitlegging op de Prinfen-graft op den wefterhoek van de Vyzelgraft (c), alwaar het, kort hierna, deftig opgetimmerd werdt. De hooge Zeeburg of Zeedyk tiuTchenZorg
deeze Stad en Muiden was, in de Lentevoor den dee-Muldei"*
; *% ' •> dyk«
(&) Refol. Vtoedfch. Li. F. JZ Maart 166%. ƒ. 4z verfo.
Zie ook, COMMELIN , bi. U95. \ ' (f) Refol. Vroedfch. L*. F. is Jan. 1669.1- »35 WH
v4
|
||||
3« AMSTERDAMS IL Deel.
1669. deezes jaars,in groot gevaar van doorbraak
geraakt, door aanhoudende zwaare flor- men en eenen geweldigen aandrang des wa- ters, 't Grootfte gevaar liep de dyk niet ver van Muiden , daar hy geen voorland hadt; van veel paalwerk ontbloot, en op vyf plaatfen zodanig uitgehold was, dat hy, met deneerften hoogen vloed, dreigde door te breeken. Hiertegen was, op de jongde byeenkomfl van Dykgraave en Heemraaden, geene genoegzaame orde gefield. Burge- meefleren hadden, derhalve, te wege ge- bragt, dat het Collegie buitengewoon be- fchreeven werdt, tegen den zevenden Maart. En de Vroedfchap hiervan kennis bekomen hebbende, werdt, na gehouden raadplee- ging, verdaan, Burgemeefleren en Thefau- rieren te magtigen, om, van Stads wege, (toffe, gereedschappen en penningen , by leeninge en op belofte van wedergeevinge of vergoedinge, te mogen verfchaffen,, tot fpoedige herflellinge van den Zeedyk; en om te mogen helpen befluiten tot het gene ter verzekeringe der binnensdykfche Lan- De Re- den noodig zou geoordeeld worden (d). Wat duit laater, werdt beflooten, de Reduit Zeeburg^ eeiv"^ voor tw*nt'& Jaaren < a*n den Muiderdyk,
niet verre van de Stad, opgeworpen, als thans van weinig nut zynde , af te bree- ken (#}. De Oos- De zelfde Heeren Burgemeefleren en ter-Kerk Thefaurieren waren, ook, door den Raad, (d) Refol. Vroedfch. Z«, F. $ M*,«rt i«<ïy. ƒ. 16$ ve,rfa
(f) Refol, Vioedlch. Lr, G, 16 Sept, 1*6$. 'f. « vtrfa |
|||||
i%*
|
|||||
XVIILBoek. Geschiedenissen. 313
gemagtigd , om in de plaatfe der voor eeni- 1C69.
ge 3 aar en geftigtte houten Predikloots, die wordt op Raapenburg ftondt, op Wittenburg ,ge. door Kerkmeetleren derzelve, eene nieuwe bouwd. fteenen Kerk te doen bouwen, en de pen- ningen, daartoe vereifcht, van tyd tot tyd, op Intreft te ligten, tegen drie ten honderd, ten lafte van de Stad, mids dezelven we- derom afleggende, uit de verkooping en an- dere voordèelen van de graven, zo verre zulks zou können ftrekken (ƒ). De vergrooting der Stad hadt verfcheiden, Oftroï
erven nader aan, en zelfs gedeeltelyk onder op de |
|||||||||
de Vryheid der Stad gebragt, dietevooren °Pai'aZz
onder andere Geregten behoord hadden. veJn ,C1ge- Tot voorkominge dermoeilykhedenentwy-deekelyk |
|||||||||
felingen, die hieruit, ter gelegenheid van onder de
de opdragt deezer erven, en in andere ge- Vryheid» legenheden, zouden können ontdaan, vondt Jjeekeïyk de Regeering geraaden, met de naafle Ge-onder de regten, eene fchikking hieromtrent te be-naafte raamen, die, den negen en twintigften No- GereS- vember deezes jaars, by een O&roi van r*KL§|!" Lands Staaten bekragtigd werdt (g). In de Lente des volgenden jaars, werdt, Amfter-
ter Vergaderinge van Holland, wederomd^m#bè- geraadpleegd op de zitting des Prinfen tfan^gS Oranje in den Raad van Staate. Amfterdam<jesprjn_ bewilligde hierin, en verftondt zelfs, tegen fen van 't gevoelen van fommige Leden, dat men Oranje zyner Hoogheid eene befluitende ftem be-^de"an hoorde toe te Haan (/;): waartoe, eerlang, Staate* ook i67i,
(f) Refol. Vroedfch. Lu F. n July 1669. f. aoj.
(g) Handv. bl, $$$.
\h) Refol. Vroedfch. Lr. G. n^ifril 1*70. ƒ. 40,
V 5
|
|||||||||
■
|
|||||||||
314 AMSTERDAMS II. Deel.
ook ter Vergaderinge van Holland, befloo-
ten werdt. Toen naderhand geraadpleegd werdt over de wedde, welke men den Prin- fe, wegens het zitten in den Raad van Staa- te , behoorde toe te leggen, en welke fom« migen op vyftigduizend guldens begroot had- den (f), oordeelde de Stad, dat menze op dertigduizend of zesendertigduizend guldens ftellen moeft. Doch de Vergadering van Holland befloot, eerft in de Lente des jaars 167 i,zyn er Hoogheid niet meer dan vyfen* twintigduizend guldens toe te leggen (£). |
||||||||||||
i6"jo.
|
||||||||||||
Eenige
Afge- vaardig- den van Rotter- dam en anderen bejege- nen die van Am- flerdam onheu- fchelyk, in de Vergade- ringevan Holland. |
Doch geduurende deeze of andere raad-
pleegingen , waren de Afgevaardigden der Stad, door eenige Afgevaardigden van Rot- terdam , geftyfd door die van Delft en Hoorn, onheufchelyk bejegend en gedreigd; fchroo- mende men niet, den Afgevaardigden van Amfterdam te gemoet te voeren „ dat dee- „ ze Stad, fteunende op haare magt en „ grootheid, de andere Leden tot onder- „ werping zogt te brengen, en den voet „ op den nek te zetten," met bygevoegde bedreiging „ dat men, andermaal, eenLe- „ ger voor de Stad zenden zou, om haar „ te bedwingen." Burgemeefteren en Raa- |
|||||||||||
den , hiervan kennis bekomen hebbende,
en niet bewuft zynde, dat zy ooit iet had- den voorgenomen, welk naar eenige over- heerfching fmaakte: noch dat iemant der Regenten deezer Stad in 't byzonder iet tot onderdrukking der andere Leden ont- wor-
(i) Vadetl. Hift. XIII.'d«/, hl. 4*7 "»*.
. (k.) B-efol, Vioedfch. L*. G. 14**7 jfril 1671. ƒ. iifc» II4 verfo.
|
||||||||||||
XVIII.Boek. Geschiedenïsen. 31$
worpen, of in 't werk gefield hadt; maar iöto,
zig, in tegendeel, verzekerd houdende, dat de Stad altoos gezogt hadt, in befcheiden- heid en zedigheid uit te munten boven de andere Leden, en meermaalen, uit infchik- kelykheid, veel over zig hadt laaten gaan; beflooten, zig gevoelig te toonen over den hoon, dien mm zulk eene aanzienlyke Stad aangedaan hadt; de zaak in de Vergaderin- ge van Hollard te brengen, en te onder- zoeken , of die Tran Rotterdam , uit eigen beweeging, of uit lalt hunner Principaalen, zo fchamperlyk van deeze Stad gefproken hadden, met bygevoegde verklaaring, dat zy zulke Regenten hunner Stad, die, tot diergelyk verwyt, gegronde reden gegeven hadden, naar verdienften wilden doen ftraf- fen; en met ernfligc bede aan hunne Edele Groot Mogendheden, om tegen zulke las- teringen , voor het toekomende , te voor- zien , indien, gelyk zy vertrouwden, niet mögt können beweezen worden, dat eenig Amfterdamfch Regent daartoe reden gege- ven hadt. De Afgevaardigden ter Verga- deringe van Holland werden gelaft, deeze zaak met allen ernft te bevorderen (7). Doch hoe zy zig hierin gekweeten hebben, en wat 'er de uitllag van ge weeft zy, vind ik ner- gens aangetekend. De nieuwe uitlegging der Stad nu genoeg Eenige
zaam voltrokken, en voor een goed gedeei- Godshuï. temet aanzienlyke huizen bezet zynde, waszenIlieJ men op middelen bedagt, om het afg£le-[)cl)0ll. genftwen ecix
{/) Refol. Vrocdfoh, L*. G, 14 *4ftil 1670. f, 4.0 vtrjï. |
|||||
I
|
|||||
3i6* AMSTERDAMS II. Deel.
1670. genft gedeelte deezer uitlegginge, tot aan-
cedeelte moediging der Wollen- en Linnen-weeverye der nieu-hier ter Stede, te doen betimmeren met we uit- wooningen, die genoegzaam alleen aan legginge Weevers, Wolkammers, Spinners en dier- ^^gj^'gelyke handwerksluiden zouden mogen ver- diende huurd worden. Het Gafthuis, het Burger- der Wee Weeshuis en het Leproozen - huis bezaten verye. eenige Landeryen , van welken zy kleine huur trokken. De Regenten deezer Gods- huizen toonden zig dan genegen, om deeze Landeryen, in 't openbaar, aan de meeft- biedende te verkoopen, en voor 't gene 'er van kwam vierhonderd of meer huisjes te bouwen in de nieuwe vergrooting; en dezel- ven, indeeerll: komende twaalf jaaren, niet hooger te verhuuren, dan de huur beliep, welken zy van de verkogte Landeryen ge- trokken hadden, verhoogd met een vierde voor het onderhoud der gebouwde huisjes. De Vroedfchap bewilligde in dit hun ont- werp (in): en in minder dan een jaar, wa- ren de huisjes voltimmerd. De Vroedfchap verftondt toen „ dat de huur van ieder 3, huisje met de kelder, voor de eerftko- „ mende drie of vier jaaren, op negentig „ guldens 's jaars behoorde geiteld te wor« „ den, zonder hier onder nogtans de hoek- „ huizen en neeringhuizen te begrypenjdat „ de Regenten der Godshuizen , veertien „ dagen lang, de voorkeur geeven zouden „ aan handwerksluiden, die van buiten kwa- „ men, en welken men hier hun handwerk ,, zou
ft») Refol. Vxoedfch, U. G. 14 *4.pril 1670. ƒ, 41 verfa
|
||||
XVJII-Boek. Geschiedenissen. 317
„ zou laaten oefenen, onder zeker Regie- I^0/
„ ment, by 't Geregt te beraamen. Doch j, dat,na verloop der gemelde veertien da- „ gen, alle inwooners, die eenig handwerk „ oefenden, welk tot de Weevery behoor- „ de, zonder onderfcheid, tot het huuren „ der nieuwe wooningen zouden worden „ toegelaaten («). ■' De huisjes werden , federt, allen verhuurd; doch in de hand- werken, die aldaar, in 't eerfl, geoefend werden, is, door den tyd, merkelyk verval gekomen. Jean de Labadïe, Walfch Predikant teLabadïe
Middelburg, en aldaar, om doolingen inde|"er,hee Leere, van den Predikdienfr., en federt ter^vèr- Stad uit gezet, was, onlangs, hier ter Stede gaderfn. gekomen, daar hy afzonderlyke byeenkom-gen ver- Hen hieldt. Doch dit werdthem, doorBur-booden' gemeefteren, een en andermaal, verboo- den (0). Hy voer 'er egter bedektelyk mede voort, en maakte, zelfs onder deftige luiden, eerlang, eenigen aanhang, tot dat hy, ein- delyk, befloot, met eenigen der zynen , naar Herford, in 't Graaffchap Ravensberg, te verreizen, alwaar hy,tot in 't jaar 1674, vertoefde. Hy begaf zig toen naar Altona, daar hy overleeden is (f). De Wiflelbank deezerStad hadt,by haa-Nader
ren opregting in't jaar 1609, Oclroi ver-0ftroi» kreogen dat de penningen, in dezelve be-[J^Jf" ruftende, door niemant mogtengearreßeerdvan de ofWiflel-
(») Refol. Vtoedfch. £». G. 13, to Febr. 1*71. ƒ. s» °ank» yerfo, $9 verfo.
(9) Groot-Memor. N. VI. f. 15 verfo, I8 verfo.
(?) üytttEï Kerk. en Waer. Hitferie, bi, éff, «5«,
|
||||||
3x8 AMSTERDAMS Iï.Deel.
1670. °f bekommerd worden. Doch men onder-
vondt, omtrent deezen tyd, dat fommige fcherpzinnige luiden, flilftaande op ,de be- paalde betekenis van het woord penningen y ondernamen arreflen te doen op het onge- munt metaal in de Wiflelbank gebragt, of op het regt, welk Faftoors en Koopluiden hadden, om voor anderer rekening in de Bank af te fchryven. En fchoon deeze ar- reflen geen gevolg hadden, verwierf de Stad, op den zeftienden December deezes jaars> eene nadere verklaaring van haar Oclxoi, waarby deeze onderfcheiding voor nietig verklaard werdt (q). Degioo- Tot hiertoe, was de Stad van verver- te Am- fching van water voorzien geworden, door ftelfluis middel van het Y; welk, door de buiten- maakt86" ^u^zen» met ^en v^oe^» ingelaaten zynde,
door de binnen-fluizen, in vier onderfchei- den' boezems, in de Stad ontvangen en rond geleid; en daarna, wederom in 't Y geloosd werdt. Doch alzo twee van deeze boezems gemeenfchap hadden met den Amftel, en het Amftelwater, vooral des Zomers, een of twee voeten laager ftondt, dan het wa- ter, in deeze boezems, dat is,in eengroot gedeelte der Stad, moeft gehouden worden; kon men dezelven naauwlyks ververfchen, dan by laage ebbe, die 's Zomers zeldzaam voorviel. En dan kwam 'er nog, uit den Amftel, geen ander water in de Stad, dan 't gene, voorheen, reeds uit de Stad geko- men en zeer vervuild was. Men beiloot dan,
(<j) Handv. hl. 674»
|
||||
f
XVIII. Boek. Geschiedenissen. 319
dan, in den Herfïl deezes jaars , dit ongemak i6-i0t
te voorkomen, door het leggen van twee {luizen in den Binnen-Amftel, op de hoogte van de Utrechtfche Dwarsflraat , die het Y-water uit den Amftel weeren zouden ; •waarna het, de Stad rond geleid zynde , wederom in 't Y zou können ontlaft worden. De Heeren Gerard Hajfelaer , Cornelis de Vlaaming van Oudshoorn en Joannes Hudde werden gemagtigd, om, nevens de Heeren Burgemeefteren en Thefaurieren, opzigt te hebben op dit gewigtig werk; waarvan , eerlang , een uitvoerig Ontwerp gemaakt werdt (r). Doch in dit Ontwerp kwam, federt, eenige verandering. Men vondt, in 1671. den Zomer des volgenden jaars, geraaden, in de plaats van twee, drie (luizen te maa- ken, eene groote in 't midden , en twee kleinen, eene aan ieder zyde (j). En in gevolge van dit veranderd Ontwerp, werde de groote Amftelfluis, in 't jaar 1674, vol- trokken. Sedert, werdt de Stad, tweemaa- len in den tyd van vierentwintig uuren, door middel van het Y-water, ververfcht, zon- der dat de Amftel befmet werdt. Ook droeg men, van toen af, zorg, dat het intappen en uitlaaten van 't Y-water niet door dezelf- de (luizen gefchiedde. De twee boezems in de Stad, die, voorheen, in een geheelen Zo- mer, naauwlyks eenigen aftrek van water kreegen, kreegen nu dagelyks goeden af- trek, alzo de ebbe gemeenlyk agt of negen duim
(r) Refol. Vroedfch. U. G. Ji Ofiok. 2« Nov. 1670. ƒ.
(1) Kefol. Viocdfch. U. G, 6 Jttly 1071, ƒ. 119 ver/té |
||||
3.20 AMSTERDAMS II. Deel.
1671. duim laaSer §ing» dan 'c wacer> in de Stad,
' zonder ongemak, kon geleeden worden (0- De menigvuldige rioolen, die in de graften der Stad uitloopen, en eenige andere oor- zäaken hebben egter, door den tyd, te we- ge gebragt, dat de graften, allengskens on- dieper en vuiler geworden, met de minfte gifting of roering, of als de Y-fluizen, by hoo- gen vloed, digt gehouden moeten worden, vry veel ftanks opgeeven. Men heeft ver- fcheiden' middelen voorgeflaagen en in 'c werk gefield, om dit ongemak te voorko- men, van welken wy, by eene andere ge- legenheid , in 't verhandelen van den water- loop en waterkeering hier ter Stede, uit- voeriger verflag zullen moeten doen. Gefchil De Regeering van Amfterdam , altoos tufTchen zeer zorgvuldig om de ingezetenen der Ste- de Stad dg te handhaaven by derzelver voorregten, 51 fhetn geraakte, ter deezer gelegenheid, in den denH^o-Herfit des jaars 1671, in een ernftig ge- gen Raa-fchil met het Hof van Juftitie in den Iiaage, de- . en zelfs met den Hoogen Raade; waarvan £a"1ei\ wy den uitflag ,. beknoptelyk, ontvouwen beuzel- moeten. Dirk van Haringtarfpel, Kapitein ve. van een vendel Mariniers of Zeefoldaaten, ten dienfte van den Lande, en gebooren Poorter en inwooner deezer Stad, laft ge- kreegen hebbende, om met 's Lands Vloo- te in zee te gaan, was , aan 't Schild op het Eiland Texel, in woorden geraakt met Otto de Rumoer, insgelyks Kapitein over een
(t) Zie 't Bericht wegens de Wateren deezer Stede,
|
||||||||
1
|
||||||||
•
|
||||||||
»•■;:■■'•"
|
||||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 321
een diergelyk vendel. De degens raakten 16ju
uit de fchede. Rumoer deedt den eerften aanval;doch werdt, in 't gevegt, zo zwaar- lyk gewond, dat hy, na eenige dagen leg- gens, den geeft gaf. Haringcarfpel hielde zig, eenigen tyd, verhoolen; doch vervoeg- de zig, midlerwyl, met een Verzoekfchrift aan Gecommitteerde Raaden, begeeren- de „ dat hem mögt toegelaaten worden, „ zig den grooten Krygsraad ter purge of ,, zuivering voor te ftellen, alzo, gelykhy „ beweerde, de ontmoeting tuflehen hem „ en Rumoer moeft aangemerkt worden >> als eene ontmoeting tuffchen twee Krygs- „ luiden, die eenigszins op den Krygstogt „ voorgevallen was; behalve dat Rumoer „ hem ook eerit hadt aangetaft." De Hee- ren Gecommitteerde Raaden bragten dk verzoek in de Vergadering van hunne Edele Groot-Mogendheden, die 'er, terftond, in bewilligden; te gelyk afwyzende zeker Ver- zoekfchrift van Dithf Rumoer, Broeder van den overleeden,waarby begeerd was „ dac „ hunne Edele Groot-Mogendheden den „ Procureur-Generaaf, of eenig ander' Of- „ ficier zouden beveelen, den Kapitein Ha- „ ringcarfpel voor 't Hof van Holland, of „ voor eenige andere Regtbank, crimineeU „ lyk te dagvaarden." Doch Dit lof Ru- moer , zig kwalyk genoegende met het ver« wyzen der zaake aan den grooten Krygs- raad , beweerde, in een tweede Verzoek- fchrift „ dat het voorgevallene, niet als „ een Krygsmans, maar als een gemeen „ delift of misdaad aangemerkt moeft wor- i V. Stuk. X „ den/* |
||||||
v
|
||||||
322 AMSTERDAMS IL Deel.
1671. j> den/' andermaal, verzoekende „ dat
„ den Procureur-Generaal mögt worden ge* „ laft, daar over, voor den HovevanHol* „ land, te procedeeren, zonder van eeni- „ gen anderen Officier of Regtbank te ge- „ waagen." De Staaten gaven zo veel agt op dit tweede Verzoekfchrift, dat zy't voor- gevallene , inderdaad, voor eene gemeene misdaad verklaarden , en de voorgaande Refolutie introkken. Doch zy bevalen te- vens , dat de verzogte purge niet gefchie- den zou voor den Hove van Holland, ge- lyk Ditlof Rumoer begeerd hadt; maar voor den ordinam en dagelyxen Rcgter, naer de wetten en de practique defer Landen, daer- toe bevoegt en competent. En in gevolge van dit bevel, vervoegde Haringcarfpel zig aan Schepenen van Amsterdam, als zynen ge- woonlyken en bevoegden Regter, alwaar hem, op zyn verzoek, citatie of dagvaar- ding tegen den Officier , de Vrienden en Maagen van den overleeden, en alle ande- ren , die zig party zouden willen flellen, en ten opzigte van zulken, welker woonplaat- fen hem onbekend waren, citatie by Edic- te, en met aangeplakte Biljetten aan't Stad- huis en de Kerke, werdt toegedaan. Ha- , ringcarfpel werdt toen, by provifie, onder handtaftinge ontflaagen. Maar de Procu- reur-Generaal, verilaande , dat het Hof alleen, in zaaken van purge of zuivering , Regter ware, verzogt aldaar een Mande- ment poenaal, waarby niet flegts gehandeld werdt tegen Haringcarfpel, en tegen den Schout, die aüeenlyk als gedaagde voor- kwam p |
|||||
* *
|
|||||
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 323
kwam; maar waarby aan Schepenen ook, x in fcherpe en dreigende bewoordingen , werdt bevolen, de verleende Afte van ci- tatie in te trekken; diergelyke niet meer te verleenen, en de koften, daarover geval- len , te betaalen. 't Verzoekfchrift werdt den Schout deezer Stad in handen gefield, om den Hove te dienen van berigt: welk ingeleverd zynde , werdt den Procureur- Generaal Mandement verleend, niet gelyk hy 't eerft verzogt hadt; maar alleenlyk te- gen de claufiile van Ediäe ofEdiäale Citatie, waarmede hy meende, dat, onder anderen, zyn Perfoon, en anderen, die niet onder 'c Regtsgebied van Amfterdam behoorden , voor Schepenen deezer Stad , gedagvaard werden: 't welk Schepenen, eerlang, be- tuigden , nimmer in hunne gedagten geko- men te zyn, alzo de Procureur - Generaal niet kon geagt worden te behooren onder diegenen, welker woonplaatfen onbekend waren , waarop alleen de Ediclale Cita- tie zag. 't Mandement, midlerwyl , door den
Deurwaarder geëxploiteerd of aangekondigd zynde, werdt door Schepenen ingetrokken, en de Deurwaarder, drie dagen, in hegte- nis gehouden. De Afgevaardigden der Stad traden, vervolgens, in onderhandeling met CommiflarifTen van het Hof, die erkenden, „ dat Schepenen van Amfterdam, over bur- ' „ gers der Stad, in geval van Purge, be- „ voegde Regters waren:" waartegen, van de zyde der Stad, erkend werdt „ dat Sehe- |
||||||
324 AMSTERDAMS IL Dra:
1671. »> penen den Procureur - Generaal niet on-
„ der de Edi&ale Citatie begreepen." 't . Mandement werdt toen wederom overgele- verd : en men dagt, hier ter Stede , dat het Hof voortaan ftil gezeten zou hebben. Doch 't viel anders uit. 't Hof zettede de begonnen regtspleeging voort. Haringcar- fpel hadt van 'fr verleende Mandement Ap- fel verzogt aan den Hoogen Raade , en * grieven, zyne * bezwaarniiTen overgeleverd. Doch het Hof, zonder op deeze bezwaarniiTen te befluiten, verleende Mandement van Com- plaincte tegens Schepenen, en zelfs tegens Burgemeefteren van Amflerdam, zo deeze laatften zig party maaken. wilden. En dit gefchiedde,zonder dat aan Burgemeefleren of Schepenen kennis gegeeven was van het Requeft, waarby men onderftelde, dat het jongde Mandement, door den Procureur- Generaal , verzogt geweefl was. Burgemees- teren , door zulk een onminnelyken handel, niet weinig ontltigt, bragten de zaak in de Vroedfchap, alwaar beflooten werdt, dat men, by den Hoogen Raade, brieven van Complaincte tegen 't Hof verzoeken zou , waarby Prefident en Raaden, tegen zekeren bepaalden dag en uur, in de Raadkamer s van den Hoogen Raade gedagvaard wer- den ; gelyk gefchiedde. Doch eer nog de dagvaarding gefchied was, kreeg de Deur- waarder bevel, zo gezeid werdt, van we- ge den Hoogen Raade, om dezelve op tQ houden; zonder dat men geraaden vondt, hiervan eenige reden te geeven aan Bürge. mees-
|
||||
, r
|
|||||
XVIIÏ.BoEK. Geschiedenissen. 3^5
meefteren, die zelfs geen antwoord ont- 1671^
vingen op den brief, dien zy, hierover , aan den Hoogen Raade hadden afgevaar- digd. Men befloot dan, eindelyk, de zaak te brengen voor 's Lands Staaten. De Af- gevaardigden der Stad fielden een wydluf- tig Vertoog op, waarin, uit de oude Privi- legien , byzonderlyk uit die van de jaaren 1401 en 1409 (u), beweerd werdt,, dat al- „ Ie breuken, te Amfterdam vallende, of* „ door Poorters dier Stad, benoorden de „ Maaze, verbeurd, binnen de Stad moes- „ ten beregt worden." Voorts, werdt, uit het tweehonderd en twintigfte Lid der Inflru&ie voor den Hove Provinciaal, be- weezen „ dat het zelve elk by zyne Juris- „ dictie laaten moeft:" en uit het Groot- Privilegie van Vrouwe Maria „ dat het 5, Hof geene kennis neemen mögt van ee- ,, nige zaaken, die ter eerfter aanleg; tot „ de kennifle der Steden of Dorpen be- „ hoorden:" ook „ dat het zelve geene 3, bevelen mögt geeven, tegen de Privile- „ gien der Steden," 't welk, volgens een Privilegie van Koning Filips van den jaare 1562, en volgens eene Refolutie der Staa- ten van Holland van den jaare 159t,voor- al , niet mögt gefchieden, zonder de Re- queften van partyen, vooraf, aan de Ste- den gezonden te hebben, op dat deezen d^n Hove daarop zouden können onderregten, eer de verzogte bevelen werden afgevaar- digd. (u) Zie II. Deel, II. Boek^, hl. I$5. III. Botl^, hl, xoj,
x3
|
|||||
V6 AMSTERDAMS II. Deel.
'1671. digd. Wyders, werdt aangemerkt, dat de
Staaten, op den negenentwintigften Okto- ber des jaars 1Ó67, nog verftaan hadden, „ dat het Hof, naar de orde en het regt „ van 't Land, geen Regter zyn kon over „ de verfchillen tuflchen het zelve en de „ Steden voorvallende." En ten befluite verzogt „ dat de Staaten den Hoogen Raa« „ de, of den Gemagtigden tot de uitvoe- „ ring van het begeerde Mandement van „ Complaincle wilden aanfchryven en be- „ laften, aan Burgemeefteren van Amfter» „ dam regt te doen hebben: of zo de Hoo* „ ge Raad hiertoe niet bevoegd geoordeeld „ werdt , andere onzydige Regters , ten ,, zelfden einde, benoemen, en ondertus- „ fchen het Poenaal en de Complaincle van „ den Hove nietig en van onwaarde ver- ,, klaaren." Ten opzigte van de kleinigheid, die het Hof Burgemeefteren en Schepenen bleef aandoen, door het verleenen van een Mandement van attentaten poenaal, met de Claufule van Ediäe , in deeze Provincie Ä omtrent Steden, ongehoord, en waardoor de Regtbank van Amfterdam,by openbaar klokken gedag, voor elk veragtelyk tentoon gefteld werdt, verklaarden de Afgevaardig- den „ dat Burgemeefteren niet zouden na- „ laaten, de Regten en Privilegien, hun, „ door de Graaven van Holland in der tyd, „ om hunne goede dienften, verleend; by „ derzelver opvolgers bezwooren; by de „ Satisfactie bedongen , en met goed en if bloed befchermd, naar hun uiterfte ver« „ mo-
|
||||
XVIIIBoek. Geschiedenissen. 327
„ mogen, te handhaaven, zonder te gedoo- 1671,
„ gen, dat hun dezelven, door het Hof, „ of door eenigen Procureur-Generaal, on- „ der hoedanig een voorwendfel ook, af- „ handig werden gemaakt; of dat het Hof, „ in zulk een geval, Regter in zyne eigen „ zaak zyn zou : in vertrouwen, dat zy „ hierin, door hunne Medeleden, zouden „ worden bygeflaan, terwyl zy geene ge- „ zindheid altoos hadden, om zig den ge- „ woonlyken Regter, of 't gene by hunne „ Edele Groot - Mogendheden , naar de ,, orde der Regeeringe, zou worden goed- ,, gevonden , eenigszins te onttrekken(V)." Het Hof, van ter zyde kennis gekreegen hebbende van het Vertoog der Stad , ver- dedigde zig , in eenen uitvoerigen brief, die aan h^are Edele Groot-Mogendheden gerigt, en den elfden December gedagte- kend was (tu). De Hooge Raad hadt, den agtften te vooren, ook een' brief aan haa- re Ed. Groot-Mog. laaten afgaan:die aan. de Afgevaardigden der Stad werdt mede- gedeeld. En deezen, verklaard hebbende, „ dat, by de EdiStale Citatie, de Procureur- „ Generaal niet kon begreep en worden ge- „ dagvaard te zyn, noch dat, op hem , „ eenig defaut of verflek kon worden toe- „ gepaft; ea dat het vonnis, by Schepe- „ nen van Amfterdam, in gevaj van Purge „ te wyzen,geene verdere uitwerking heb- „ ben
(v) Hefol. Vroedfch. Lr. G. 21 Oä, i<s , 16 Novcmb. j
Dec. 1671. ƒ• '4-f » '53, 157 vtrfa, 163. (»; Mumracnt-Kegiiter, Zr. G. ƒ. 171 enz.
|
|||||||
- -- ---------------wm -—^-- —■—----------^A-^*t
|
|||||||
328 AMSTERDAMS IL Deel;
1671. » ben zou, dan naar regten mogelykware,
„onverminderd nogtans der Stede Privile- „ gien" beflooten de Staaten, op den drie- ent winti gften en vierentwintigilen der ge- melde maand December „ den Hove aan „ te fchryven, dat het zelve, op de Grieven „ van den Kapitein Haringcarfpel, goed „ regt zou doen; dat,voorts, de proceduren „ Over de attentaten poenaal, midsgaders „ die van Complaincle, zo voor het Hof als j, voor den Hoogen Raad aangevangen, by. „ provifie, in ftaate zouden worden gehou- „ den, onverminderd eens iegelyks regt:. „ dat, wyders, door Gecommitteerden van. „ haare Ëd. Groot-Mogendh. tot de zaaken „ van dejuftitie, na ingenomen berigtvan den „ Hoogen Raade, van het Hof, van deRe- „ kenkamer van 's Lands Domeinen, en van „ Schepenen van Amfterdam, midsgaders „ van de Advokaaten Fiskaal en Procu- % „ reurs - Generaal, beide in 't Crimineel en „ in 't Civil, des noods, met den eerften, „ eene onderhandeling zou worden aange- „ vangen, om 't gene verders wegens dee- „ ze zaak nog oneffen zou mogen blyven, „ in der minne af te doen, en by eene aL „ gemeene Verklaaring vaftte flellen,van „ wat kragt en uitwerking zouden können „ zyn de uitfpraaken , die, in geval van Sl Purge, pp Ediclale Citatien, voor deGe- „ regten der Steden of voor andere byzon- „ dere Regtbanken, gedaan werden O). My
(*) Munimem-Regifter, L". G. ƒ. ijy. Refol. HoU. zj
en 24. Dec, 1671. In. loo, ' t
|
|||||
--■- ■'- -■ ^m^—*... A—^ -^.
|
|||||
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 329
My is niet klaarlyk gebleeken, wat 'er rfju
van deeze voorgenomen onderhandeling ge- worden zy. Doch de Ediclale Citatie van 't Geregt van Amfterdam hieldt ftand, en Haringcarfpel werdt, in 't volgende jaar, zuiver en onfchuldig verklaard, wegens 't gene, waarover hyzig ter pur ge gefield hadt. 't Liep aan tot in 't jaar 1677, eer de Staa. ten , hy Plakaat van den vyftienden Sepr tember des gemelden jaars, verklaarden, dat geen ingezeten, die niet voorvlugtig, of op heeter daad betrapt was, anders zou können worden te regt gefield, dan voor zynen dagelykfchen en bevoegden Regter (3O: tot opheldering van welk Plakaat, by Refolutie van den zeflienden December, daaraan volgende, de Officiers en Regters der plaatfe, daar de misdaad begaan was, bevoegd werden verklaard, tot het onder- zoek op, en de regtspleeging over de mis- daad , wanneer de misdaaclige niet voor- vlugtig, of op heeter daad gegreepen was, en dat het oordcel over de voorvlugtigheid en 't vatten op heeter daad, aan den ge- woonlyken en bevoegden Regter, liaan zou (s). Uit het een en 't ander, is, niet zon- der grond, op te maaken, dat de Souve- rain de regtspleeging, in geval van Purge, ook by Edictale Citatie, zo wel aan de Ge- regten der Steden, als aan het Hof, heeft willen overlaaten (#). OndertufTchen, fchynt
(y) Groot-PIakaarb. III. Deel, hl. ms.
(z.) Groot'-Plakaarb. IV. Deel, bl. 499.
(<i) Zie bqf.ls Aantek. op de Deciiïen en Obfetv. van
LüENIUS, */. 479.
|
||||
330 AMSTERDAMS Gesch. H.Deel.
167i. fchynt de verklaaring van 's Lands Staa-
' ten, in dit gewigtig ftuk , zo lang agter- gebleeven te zyn , ter oorzaake van den feilen oorlog , die in 't jaar 1672 ont- ftak, en van de veranderingen,die daaruit voortkwamen. |
|||||||||
TWEE-
|
|||||||||
331
|
|||||||||||
•
|
|||||||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
|
|||||||||||
NEGENTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
in het jaar 1672. De gevaarlyke oorlog tegen den Staat, Oorlog
die met den aanvang des jaars i672tuflchen ontftondt, en hevigfl: doorFrankryk en Groot- Frankryic Britanje gevoerd werdt, was ook van veel |n den invloed op den toeftand van Amflerdam in 't I0--!2 byzonder: waarom wy ons verpligt agten, ' de gefchiedennTen der Stad, in dit merk- waardige jaar, eenigszins ornflandiglyk, en met de vereifchte naauwkeurigheid, te ont- vouwen. Men hadt, reeds in den Herfïï des jaars
1670, uit fchryvens van den Ambafladeur Pieter de Groot, die voorheen Penfionaris van Amflerdam geweefl was (#), en zig nu aan 't Franfche Hof bevondt, verflaan, dat Lodewyk de XIV., Koning van Frankryk, den Staat iet euvels brouwde (Z>). Ook was men,
(a) Refol. Vroedfch. Z,'. B. 6 Febr. 1660. f. 2ji. L*. E,
ij Jan. 1667. ƒ• l76. \ (*J Refol. Vïoedfch. Li. G. 3 Qtl, 1670. f. 7* vtrft.
|
|||||||||||
AMSTERDAMS II. Deel.
i6j2. men, al vroeg, bekommerd voor nieuwe
vyandelyke onderneemingen van Karel den II., Koning van Groot-Britanje. Men hadt hierom 's Lands Zeemagt op eenen taame- lyken voet gebragt. Doch te Lande, was de Staat-zwak, ter oorzaake inzonderheid van het verfchil der Provinciën over de be- vordering des Prinfen van Oranje (V). Te* gen 't einde des jaars 1671, begon men eg- ter te zorgen voor de veriterking der gren- Zorg zen van Holland. In de Vroedfchap van voor de Amflerdam, werdt toen ook geraadpleegd veilig- 0p het beveiligen der Stede, en, onder an- «!maI7° deren, voorgeflaagen „ dat de Stads graf-
Amiter- ' ö «_ ö 1 1 1 1 ° « dam. *> ten van malten en hout behoorden ontle-
„ digd te worden; dat de Veftingwerken
„ om de Stad, die nog niet voltrokken wa-
„ ren, ten fpoedigfle voltrokken mogten
„ worden, en de beddingen tot plantinge
" „ van gefchut gereed gemaakt; dat denCo-
„ lonellen mögt worden aanbevolen , de
„ Schutters in goede tugt te houden , en
„ vlytiglyk te'oefenen in den wapenhandel,
„ op dat zy, des noods, de Stad zouden mo-
„ gen können befchermen; dat men den
„ den Majoor en Kapiteinen der Stads bezet-
„ tinge gelyke waarfchuwing doen moeft,
„ en dat de CommifTariflen der mon-
„ fteringe zorgvuldiglyk moeften letten,
„ dat de Compagnien voltallig gehouden
„ werden: dat, eindelyk , de Stads be-
„ zetting, met de twee Compagnien, die
„ onlangs afgedankt waren, op nieuws, be-
„ hoor*
(t) Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 441, 44z, 471» 4?«»
XIV. Deelt bl. 4. |
|||||
/
|
|||||
XIX.Boekä Geschiedenissen. §33
„ hoorde te worden verflerkt (i)." De Ge- 167z.
committeerde Raaden, in den aanvang des D s , jaars 1672, wederom, gelykin'tjaar 1668, bewilligt gedrongen hebbende op de fpoedige verfier- \n 't ver- king van Naarden, waarin men, hier terfterken Stede, zwaarigheid gemaakt hadt; werdt Y.an , , daarin nu, na eenig beraad, bewilligd door aar en* Burgemeefteren en Raaden, mids de bezet- ting van 't verflerkte Naarden, in tyd van , Vrede, niet talryker ware, dan van vyf- of zeshonderd man. Doch de voorgenomen verflerking werdt ten deezen tyde niet vol- .trokken. De Stad ïtondt 'er ook ernftelyk op, dat men met de Staaten van Utrecht overeenkwame omtrent het befchanfen van de Vegt en Rynfche Vaart; te gelyk in be- denking geevende, of men den vyand , zo hy in de Veluwe vallen mögt, door het op- ftoppen van het water aan den Grebbendyk, niet eenigen tyd ten minfte,zou können be^ Jetten, dieper door te dringen (e). Op de bevordering desPrinfen vanOran-Zyftemc
je, werdt ook,vroeg in 't voorjaar,een be-van de fluit genomen. Amflerdam toonde zig van eerften» de eerften geneigd, om zyne Hoogheid tep^nsv"n verheffen tot Kapitein-Generaal, mids zulks, Oranje met eenpaarige bewilliging der overige Le- tot Ka- den, gefchiedde. Ook bewilligde de StadPitefn* fpoedig in de ontworpen Inflruclie voor den^"^ Prinfe. Doch in February, kwamen dePro-bevorde« vincien overeen , om zyner Hoogheid deren, waardigheid van Kapitein - Generaal alleen* lyk
(d) Refol. Vroedfch. Ir. G. 7 Dec. 1671. f. 173 verjo.
(e) Refol. Vroedfch. Lr. G, nfam $Fi:br,l67i. f. 19$
êfrf>» IJ>7 f""/«» >oï Verft. |
||||
-
|
|||||
334 AMSTERDAMS IL Deel.
1672. tyfc voor den aanflaanden veldtogt op te
draagen; waartoe ook de Stad haare ftem gegeven hadt (ƒ). Defchut- Frankryk en Groot-Britanje den Staat, tery op den zevenden April, den oorlog verklaard hier ver- hebbende, begon men in Holland en met meer- naame te Amfterdam, ernftiger maatregels derd, en te neemen tot tegenweer. Men befloot de in den Schutters en huisluiden alomme te oefenen handel" *n ^en wapenhandel : waartoe , door de geoe-
Vroedfchap deezer Stad, byzonderlyk ge-
fend. magtigd werden de Raaden en Colonellen
Cornelis Geelvinck , Heere van Kaftrikom, en Roetert Emfi. De Schuttery, die hier thans uit vyf Regementen, welken famen vierenvyftig Compagnien uitmaakten, be- ftondt, wercft eerlang verminderd op agten- veertig Compagnien , die onder zes Rege- menten werden verdeeld. Ieder Compag- nie was, te vooren, omtrent honderd kop- pen fterk geweeft. En de weerbaare man- fchap van de nieuwe uitlegging der Stad werdt ook onder de byzondere Compagnien gebragt. Doch de vermindering van vier- envyftig op agtenveertig Compagnien fchynt niet ter uitvoeringe gebragt te zyn, of ten minfte niet lang ftand gegreepen te hebben. Men vondt zelfs, hier ter Stede,geraaden, aan te zien, dat eenige Patriotten of Lief- hebbers des Vaderlands, van wege de hoo- ge Regeeringe, werden aangemoedigd,om Soldaatenof Matroozen, op eigen beurze, te
(f) Refol. Vroedfch. U. G. iÄ,Ji Dec. IS71. ƒ. 1$, 16.
il jan, zo Ftbr. 1671. ƒ, 17» vtrfo, 150,1,94, 135,196, Z09.
|
|||||
XIX.BoEK. Geschiedenissen. 335
te werven, onder Aóte van getuigenifle ter 1672.
hunner eere (g). Ook begaven zig, eer- Gerarj lang, drie Amfterdamfche Heeren op 'sHaJre. Lands Vloote, Gerard HaJJelaer, Zoon van laer, Pieter HaJJelaer, Coenraad van Heemskerk , Coen- Zoon van Joan van Heemskerk, Raadsheer J?ad va0 in den Hoogen Raade , en Joan Bergb , ]ierk en Regtsgeleerde , uit eerlyken flamme van Joan Naarden herkomftig, en thans Vendrig ee- ßergh ner Burger-Compagnie te Amfterdam. Al-begee." len drie hadden zy een zeker getal van toa*J^«Zef£ troozen, op eigen koften geworven, onder ge ma- zig: Haflelaer veertig, die Engelfche mut- troozen; fen, met rood fluweel gevoerd, ophadden; °P eigen Heemskerk vyftig, die diergelyke mutfengewor- met blaauw fluweel droegen, en Berghagt, ven, op die mutfen voerden, met groen of graauw 's Lands fluweel geftofFeerd. Zy woonden allen drievloote# 't gevegt voor Soulsbaai by, op den zeven- de Juny, daar Heemskerk, die op 't fchip de Dolfyn, gevoerd by den Luitenant-Ad- miraal Willem Jozef van Gend;«>en Bergh, die op 't fchip de Stad Utrecht, onder den Kapitein Joan Bont befcheiden was , het leeven af bragten, en met eere, hier ter Stel- de , te rug keerden; alwaar Heemskerk, in November deezes jaars, tot Secretaris, en in January des volgenden, tot Penflonaris aangefteld werdt (Ä): maar Haflelaer, dieHaflelaer zig op het fchip de Befchermer , gevoerd keuvelt, by Kapitein David Sinerius begeven hadt, fneuvelde in den ftryd, door eenen kogel (g) Refol. Vroedfch. L*. H. 4, 7 April t 3 May itf7t. ƒ,
30, 3|, 3<S, 45. (*) Gioot-Mcmoiiaal JV. VI. ƒ. «, io«%
|
||||||
•
|
||||||
1
|
||||||
-336 AMSTERDAMS II. Deel,
getroffen zynde, en twee moederlooze dog-
tertjes nalaatende, die hy by eene Dogter van den Schout en Burgemeefter, Gerard Hqflelaer, gewonnen hadt (i). Doch ik vind niet, dat andere Amfterdammers, ten dee- zen tyde, het voorbeeld van deezen drie hebben nagevolgd. Te vooren was , ter Vergaderinge van Holland , een voorflag gedaan, om den vyfden man van alle Bier- dragers, Turfdragers eh diergelyke arbei- dende Officianten tot matroozen op de Vloo- * te te prefTen. Doch deeze voorflag werdt, hier ter Stede, afgeweezen, zo om dat dee- ze arbeiders, of onder de Burger-vendelen verdeeld waren, of, by ongeval van brand, der Burgerye ten dienft ftaan moeften; als in- zonderheid , om dat het vyfde gedeelte van hun getal hier naauwlyks honderd en vyftig koppen uitmaaken zou (&). De Franfchen hadden zig, in May, mees-
ter gemaakt van Orfoi, Rynberk en andere Plaatfen aan den Ryn. De Keulfchen en Mun- flerfchen waren in Overyflfel en in 't Graaf- fchap Zutfen gerukt,en hadden, insgelyks, verfcheiden' Steden bemagtigd. Men vrees- de, in Holland, niet zonder reden, dat de, Franfchen, Nieuwmegen overmeefterd heb- bende , door de Betuwe, in die Provincie, of over den Ryn, by Reenen , in 't Stigt zouden dringen; wanneer de zwakke Hol- landfche Steden voor hun geweld zouden blootftaan. Men was hierom bedagt op mid-
|
||||||||||||||||
1672.
|
||||||||||||||||
De Stad
Wyft het preffen van den vyfden man der arbeiden de Offi- cianten van de hand. |
||||||||||||||||
.£3
|
||||||||||||||||
Men be-
fluit, Holland doorin- laaten van 't water te bevcili- |
||||||||||||||||
«/ ...
|
||||||||||||||||
•tt) G. Brandt Leven van de kuiter, bl. 66t. ,.
HJ Refol. Vjpedi'ch. Lt. H. ij>, lodpriliijz. f. 4°i4ï»
|
||||||||||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 337
middelen, om Holland, door 'c inlaaten van 1 tf^
't water, en door 't leggen van fchanfenop de toegangen, te dekken tegen den naderen- den vyand (/). In May, was reeds befloo» ten, door de fluizen op halfwege Haarlem, en door de Huizen in den Yflel te Gouda leggende, zo veel waters in den boezem van Rynland te laaten, dat het zelve agt duim boven de gewoonlyke zomerpeil ftondt : waarna, ook met bewilliging van Amfter- dam, geraaden gevonden werdt, de fluizen, met naame de fluizen op halfwege Haarlem, die nu met de afwatering opengedreeven werden, met zwaare balken, teverfparren, of toe te houden. De Stad hadt egter be- Gedag- dongen, dat d^eze verfparring, flegts voor J5n d" korten tyd, gefchieden zou, en dat de Hui- ringevan zen terflond zouden worden geopend, zo Amfter- haar, door het digthouden derzelven, eenig damhier- ongemak in haare wateren werdt toegebragt. over* Ook zouden die van Haarlem moeten beloo- ven, om hunne fluizen, niet dan by noodi- ge fchuttinge, te openen, op dat de loop van 't water, ten nadeele van Amfterdam, door hen, niet mögt verleid worden ( m ). De boezems op deeze wyze vol gehouden, wordende, verftondt men, teAmiterdam, dat het onder water zetten der Landeryen, zo lang als 't mogelyk ware, moed worden uitgefteld. De Staaten van Holland befloo- ten 'er toe, op den agtften Juny. Doch men oordeelde, hier ter Stede, op den elfden , dat
(i) Vaderl. Hift. XIV. Deel, hl. 29,30.
(rit) Refol. Vroedlch. L». H. 13 , X\ JUjlay Itjt. ƒ.49, !?•
V. Stuk. Y
|
||||
33^ AMSTERDAMS II. Deel.
dat 'er nog geene genoegzaame reden was,
om tot dit uiterfte te komen. Men befloot 'er zelfs tegen te protefleeren, en het, met der daad, te beletten, zo men 'er, deson- aarigezien, mede voortwilde («). Maar 't leedt niet langer dan tot den dertienden , toen men hier veranderde van gedagten. Men kreeg zulke nadeelige tydingen uit het kleine leger der Staaten, welk, onder den Prinfe van Oranje, aan den YITel ftondt, dat men met reden bedugt werdt, dat het de poft aldaar niet lang zou können hou- den ; maar genoodzaakt worden, langs de Veluwe, naar de Provincie van Utrecht, en naar Holland te wyken. Men befloot dan alles, zo na als 't mogelyk ware, tot de inlaatinge van 't water gereed te maa* ken; en, ten overftaan van deeze Stad, en van de Stad Gouda, of van derzelver Ge- magtigden, alle de Slooten der Polders voor eerlt vol water te zetten, zonder het nog over 't Land te laaten loopen, ten ware de Yflel bemagtigd , of door de onzen ver- laaten werdt; in welk geval, de Vroedfchap oordeelde, dat men alle middelen ter hand neemen moeft, om de Landeryen, zonder eenig uitftel, onder water te zetten. Ten zelfden tyde , werdt ook goedgevonden , wanneer zulks ter Vergaderinge van Hol- land mögt voorgeflaagen worden, voor 't gevoelen deezer Stad, in te brengen, dat de hooge Collegien van 's Lands Regeerin* ge, 's Lands geldmiddelen en Oorlogsbe- hoef-
(n) Refol. Vroedfch. L*. H. n Juny 167a. ƒ. j$>.
|
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 339
hoeften,in geene veiliger plaats dan indee- 1672.
ze Stad konden worden overgebragt: waar- toe eenige Leden der hooge Regeeringe, reeds te vooren, genegenheid getoond had- den (0). Midlerwyl, waren de Franfchen, 's daags De Fraa-
te vooren, by het Tolhuis, over den Rynfchen getrokken, en in de Over-Betuwe doorge-k°™re[j drongen, daar zy de Staatfche poft geflaa- Ry"n, gen hadden. De algemeene Staaten kree- gen hiervan, den volgenden voormiddag, kennis, uit eenen Brief van de Afgevaardig- den te Velde, dien wy, aan 't einde van dit Boek (p), geplaatft: nebben. De Heer en Mr. Piet er Schaap, Raad deezer Stede, begaf zig, met een affchrift van deezen Brief, in perfoon, herwaards. De Vroed- Voor- fchap werdt, nog dien zelfden avond ten Jors t9 tien uuren, byeen geroepen. Men befloot ^ terflond in het in laat en van 't zoete water te bewilligen. Ook werdt geraaden gevon- den , ter Vergaderinge van Holland, te wege te brengen, dat de Stad met eeneaan- zienlyke bezetting voorzien werdt, en on- dertufïchen een begin te maaken met het aanwerven van drie vendelen Stads foldaa- ten, waarin de Raad, al voor eenigen tyd, bewilligd hadt. Men vondt goed, de vier- envyftig Compagnien Burgers nog met drie te vermeerderen, en alle nagten zes Com- pagnien, in de plaats van drie, te doen waa- ien (q). Wat laater, werdt het getal der Bur«
(0) Refol. Vxoedfch. Lx. H. ij Juny iVji.f. 63,64., «;,
(f) Bylaage L*. A.
({) Kcfol. \i06dkh, L*. H. 15 7»ny Ujz, f, 71.
y %
|
||||
340 AMSTERDAMS IL Deel,
1672» Burger-Compagnien op zedig gebragt (r).
Voorts, raadpleegde men op het afbreeken der bruggen langs de toegangen naar de Stad, welk laatfte gelaaten werdt aan de Heeren CommiflarilTen tot de Veftingwerken der Stede, by welken nu de Oud Burgemees- ter , Mr. Andnes de Graef, gevoegd werdt (/). Men Iaat Twee dagen laater, werdt ook beflooten waterin het zoute water, zo aan de Ooft-als Welt- en om de zyde van de Stad, in te laaten, na dat de goede Stad. Gemeente vooraf gewaarfchuwd zou zyn, om zig voor fchade te hoeden (f): tot welk werk, de Heeren Nicolaas Pancras, Cornelis van Floosïvyk, Heer van Vlooswyk,^«tóf de Graef, Nicolaas van Loon en Joannes Hud- de gemagtigd werden. Onder opzigt van deeze Heeren, werden terftond eenigePol- ders om de Stad door gelleken: ook de Die- mer- en Bylemermeeren. De doorfnyding in den Diemerdyk gefchiedde omtrent Jaap Hannes, 't Gat aldaar werdt verfchanfï: en omtrent het zelve een Oorlogsfchip gelegd. De Ringdyk derDiemermeer werdt, insge- Jyks,doorgefleken.Ook de Amfteldyk, ter wederzyde; en op de doorfnydingen werden fchanfen gelegd, 't Zelfde gefchiedde in den Veendyk en elders. Men raadpleegde ook op het (legten van molens, raamen en an- dere timmeraadjen buiten de Stad : doch men befloot, eerlang, het zelve nog eenigen tyd
(t) Handv. hl. UU
(/) Refol. Vroedfch. L'. H. ij Junj/ 1671 f oft dccimam
VtfftTtinam f. 66, 67, 68, 69. (i) Zit Keutb. Ui I. f. jj.
|
||||||
XIX. Boek. Geschiedenissen. $41
tyd uit te ftellen (w). Kortom, men ver- itf^j.
zuimde niets, om de Stad ongenaakbaar te maaken voor den vyand. Het Leger der Staaten, den YfTel hebben- Het o-
de moeten verlaaten, was, ondertuffchen, vergaan geweeken naar Utrecht, daar 'tgraauw, ge- aarden lykmcn, op den zeftienden Juny, tèAm-enu« fterdam , vernam , volftrekt meefter was trecht van de Regeeringe, en, zo 't fcheen, be- Seeft ge' flooten hadt, 's Lands Krygsmagt buiten te1^"' houden (V)- Ook verftondt men, in denvertjere Haage, dat het Leger, in den tegenwoordi- voorzorg gen nood, gebruikt moeft worden om Hol- binnen land te dekken. Het werdt dan verdeeld j??8*" langs de toegangen naar deeze Provincie. Prins Joan Maurits van Naffau vatte poft te Muiden, daar hem, eerlang , uit Amfter- dam, op zyn verzoek, omtrent negendui- zend guldens aan geld en veelerlei behoef- ten werden toegefchikt; fchoon men, om- trent deezen tyd, niet dan met moeite be- lloot, buskruid ten dienfte van 't gemeene Land van hier te laaten vervoeren. Ook moeit de Stad haare geldmiddelen, ten dee- zen tyde , zeer te raade houden, ter oorzaa- ke van de zwaare koften, waarin zyzigftee- ken moeft, om zig te verzekeren (w) tegen den naderenden vyand,die,'s nagts na den negentienden, van Naarden, en op den drie- en-
(u) Refol. Vroedfch. /.'. H. 14. if, 16» 19, 20, »t>,
23, z+ 7**"j> 'i 7«(y i6-z. f. 70. 71) 7« j 771 78» 84» «5, 86, 87, 88» Hï>» 170. Groot-Mcinor. N. VI. f. 74,
77» 7> , (v) Refol. Vroedfch. L*. H. i<5 Juny 1671. ƒ. ff. (tv) Refol. Vroedfch. U. H. 21,11,14, 2j, 30 Juny liiji.
f, 88,91,92, »ó,57,;oi,117. |
|||||||
Y 3
|
|||||||
34» AMSTERDAMS II. Deel.
X672. entwintigften, van Utrecht meefter werdt.
Men oordeelde hier ook de Burgery zo noo- dig te hebben, dat men zig verontschuldig- de van het laaten aanwerven van eenige vry- willigen uit deeze Stad, tot het verdedigen van de poft aan de Nieuwerbrugge, onder beleid van den Prinfe van Oranje (a;). De vlugtelingen, die, by menigten, van Naar- den herwaards kwamen, werden, by klei- ne hoopen, ingelaaten door 't klinket. De poorten werden, ten deezen tyde, digt ge- houden , de valbruggen waren opgehaald f de hameijen geflooten. Menfmeetde brug- gen op de toegangen af. Men nam twaalf Compagnien gewapend Bootsvolk aan, die onder bevel van den Vice-Admiraal Ifaak Sweers gefteld, en, voor eerft, op de Uit- leggers in 't Y en in den Amftel, gelegd werden (y). Ook werden drie Compagnien vrywillige Ruiters opgeregt, over welke de Heeren Dirk Tulp, Oud - Schepen, Henrik Hooft, Advokaat - Fiskaal voor 't Collegia ter Admiraliteit alhier, en Jan van Vloos- wyk, Secretaris deezer Stad, Ritmeefters waren. De arbeid aan de wallen werdt vly- tiglyk voortgezet. Men bediende zig hier- toe van de jongens uit de Weeshuizen. Ook floegen 'er veele Doopsgezinden de hand aan. Doch de Jooden werden verfchoond, mids twaalfhonderd en zeftig guldens aan de Stad opbrengende (z). Voor de Haarlem- mer- (x) Refoi. Vroedfch. L*. H. 23 Juny 1671. ƒ. 94.
(y) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 75 -verft, 78, 81 verft, lf •verft , 92 verft , 97 verft , 98 , 124 verft, (*,) Gioot-Meinor. X. VI. ƒ. «7.
|
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 343
mer- en Leidfche Poorten, werden ravelynen 1672.
gelegd, om die poorten te dekken. De wallen werden,eerlang, geftoffeerd met tweehon- derd ftukken gefchuts.'t Bevel over de Burge- rye enhetKrygsvolkinde Stad werdt, door Burgemeefteren, opgedraagen aan den Colo- nel joanvan Beveren, Bevelhebber van Geer- truidenberg en onderhoorige Sterkten (a). Men befloot, in 't begin van July (b), fcherp onderzoek te doen op de inkomende Fran- fchen, en zelfs alle gebooren onderdaanen des Konings van Frankryk , die hier niet voor May gewoond hadden, ter Stad uit te doen vertrekken: welk bevel, in Oktober , ook tot de Engelfchen uitgebreid werdt (V). Sommigen fchryven, dat de Prins van Condé voorhadt, zig van Amfterdam meefter te maaken (d): 't welk, zo men 't aanneemt, de zorg, die, ten deezen tyde, voor de Stad gedraagen werdt, ten volle regtvaardigt. De kommerlyke toeftand van Holland en Misnoe-
van den gantfchen Staat gaf, midlerwyl,gen°pde in verfcheiden' Steden aanleiding tot mis- ^e&QQ- noegen, waarvan eenigen zig bedienden,™1^- om de verheffing van denPrinfe van Oranje migeSte- tot de waardigheden zyner Voorzaaten te den, en bevorderen. Te Amfterdam, hadt men nog-C)0k.te tans minder blyken van dit misnoegen be- dam * fpeurd, dan in de meefte andere Steden ; « fchoon het hier ook niet ontbrak aan zulken, die
(4) Refol. Vroedfch. Z,. H. 2» July 1672. f. 137.
(è; Gtoot-Memor. N. VI. ƒ. 71. (c) Keutb. L*. P. ƒ. 40 vetfo , 47 verfo. COMMELIN,
hl. mi, 1213. (d) Valkenier Verw. Europa, 1, Dtdt hl, 4J9.
Ï4
|
||||||
/
|
||||||
^K
|
||||||
344 AMSTERDAMS II. Deel.
die fommige Heeren , by monde en ge-
fchrifte, verdagt zogten te maaken van on- geoorlofde handeling met het Franfche Hof. |
|||||||||||||||||||||||||||
l6?2.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Prins
Joan Maurits wordt |
Op den zesentwintiglten Juny , was het
graauw zo opgezet door eenigen, dat men 2ig niet ontzag,den Veldmaarfchalk,Prinä |
||||||||||||||||||||||||||
v0"o7/^r- Joan Maurits, die toen door deeze Stad trok,
vaader ge-op de openbaare ftraat, aan te randen, en |
|||||||||||||||||||||||||||
fchol
den. De
Hoofd-
officier Gerard |
|||||||||||||||||||||||||||
voor verraader te fchelden (e). Op de Bur-
gerwagten, ging ook een heimelyk en open« lyk morren om onder eenigen. 's Nagts tus- fchen den agtentwintigften en negenentwin- tigften Juny (i), deedt de Oud-Burgemeeiïer |
|||||||||||||||||||||||||||
HafTeïaer Gerard HaJJeker, van wien wy, in 't voor-
wordt, gaande gedeelte deezer GefchiedenhTen , by^onge meermaalen gewaagd hebben, en die, fe- kwe'tft6" ^erc ^et Jaar I0^9> het Ampt van Hoofd-
en fterft Officier bekleedde, de ronde langs de wal- aan de len, vermoedelyk, om met eigen oogen te |
|||||||||||||||||||||||||||
wonde.
|
|||||||||||||||||||||||||||
zien, hoe't op de wagten toeging. Gele-
genheid hiertoe gaf een gerügt, door fom- mige burgers, ten zynen huize, verwekt, dat de Franfchen, met eenige vaartuigen, in 't Y, omtrent het Blaauwe Hoofd, ge- naderd waren, met oogmerk, gelyk men vreesde, om de Stad te verraflen. De Heer HaiTelaer toonde zig bereid, fchoon 't nagt en hy reeds te ruft gegaan was, om de waar- heid hiervan te onderzoeken. Doch bevondt, aan
(e) VALKENIER Verw. Europa, I. Deel, hl. 687,688.
(i) Commelin fchryft, dat het tuffchen den agt-
entwintigften en negenentwintigften July voorviel; doch wy volgen de Lyfl der Regeeringe voor dq Handvefien. |
|||||||||||||||||||||||||||
-'
|
|||||||||||||||||||||||||||
_-. _ _____
|
|||||||||||||||||||||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 345
aan 't Blaauwe Hoofd gekomen, dat de ver- x dagte vaartuigen vol Zuid- en Noordhol- landfche boeren waren, die, in Deventer en elders krygsgevangen gemaakt, federt, waren vrygekogt. De Hoofd-Officier, zulks vernomen hebbende, vindt geraaden,langs de wallen en poorten, de ronde te doen, eer hy naar huis keert. Doch aan de laat- fle poft gekomen , wordt hem, door den Burger fchild wagt, naar 't woord gevraagd. De Heer Haffelaer, verftoord over deeze vraage, hervraagde, qfhy zyne ordre niet be- ter verßondt ? en of hy zelf het woord wel hadt ? De burger , zulks met neen beant- woord hebbende, hieldt egter den Heere Haffelaer, die vaft voortging, den tromp van den fnaphaan toe, nog al aanhoudende om het woord te weeten. De Hoofd - Offi. cier , dit dringen en dreigen kwalyk nee- mende, tradt naar den Schildwagt, en floeg met den rotting 't geweer nederwaards, 'c welk, alzo de haan overgehaald was, in dit oogenblik, los ging, en een' kogel uitliet, die den Heere Haffelaer ongelukkiglyk kwetffe in de dye. Hy kwynde lang aan de wonde, en overleedt 'er eindelyk aan, op den elfden Juny des volgenden jaars. Een zyner Die- naaren , die met een' halven piekgewapend was, zynen meefter gekwetfl ziende, ftiet den fchildwagt in de borfl; doch deeze bragt 'er 't leeven af (ƒ). Na dat de Heer Haffelaer gekwetfl geworden was , werdt het
(f) Valkbnier Verw. Europa, I. Ded . bl, 71 j. 7I,
COMAJEUN, k 1290. ' ' » 7 '* <
r
l |
|||||
•
|
|||||
346* AMSTERDAMS IL Deel.
1672 het Schoutampt , by voorraad , door den
" Prefident-Schepen, Hans Bontemantel, waar- genomen. Amfter- De handeling met Frankryk , waartoe, dam kant ter Vergüderinge van Holland , beflooten zig tegen was s bragt veel toe, om 't volk in de Ste- fv**' den ongeraft te houden. De Stad Amfter- met 8 dam hadt de voorwaarden, die, van wege Frank- den Koning, waren voorgeflaagen, en be- ryk- ftonden, in het behouden van 't gene hy reeds veroverd hadt, of iet anders van gelyke waarde in de plaatfe, boven vergoeding van de koften des oorlogs, voor volftrekt onaan- neemlyk verklaard (g), en zelfs eene ern- ftia-e aantekening gedaan tegen het befluit;, ter Vergaderinge van Holland-, in afwezend- heid haarer Gedeputeerden , genomen , waarby goedgevonden was,volmagt te gee- ven om te fluiten, mids de Regeenng en Souverainiteit der byzondere Provinciën be- waard bleeve (*). Doch 't gemeen, hier- van geene kennis hebbende, en onder de hand opgeftookt wordende tegen de Regen- ten hadt alomme, en zelfs te Amfterdam, het hoofd en den mond vol van eenen toe- leg om 't Land aan Frankryk te verkoo- pe* De Stad Dordrecht hadt, ter Vergade- ringe , voorgeflaagen, dat men de Gemeen- te van de waare gefchaapenheid der han- delmee met Frankryk behoorde te onderreg- ten Doch de Stad Amfterdam, met in dee- ze handelinge bewilligd hebbende, kantte zig
■ (e) Refol. Vroedfch. L'. H. U Jmy 1672. ƒ• P>* »£
|
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 347
zig tegen den voorflag van Dordrecht, ten 1672.
ware tevens openbaar gemaakt werdt, dat zy niet in het geeven van volmagt geftemd hadt. De Regeering vondt egter geraaden, tot geruftftelling der Gemeente,in 't hoofd van een verbod van uitvoer van graan en , welk den negenentwintigften afgekondigd werdt, te laaten invloeijen „ dat zy ge» „ zind was, de Stad, en derzelver Gods- „ dienft en Vryheid, met goed en bloed , „ en tot het uiterfte toe, te befchermen (>).** Én fommigen tekenen aan, dat deeze af- kondiging van nuttigen invloed was op een goed gedeelte der Burgerye (£); een ander gedeelte van welke egter nog bleef morren op eenigen uit de Regeeringe. De beweegingen onder 't gemeen waren De Stad
blykbaarlyk aangelegd, om den Prins van befluit Oranje te bevorderen. Leiden hadt, ge-tot<Jebe* duurende dezelven, reeds voorgeflaagen , [£ °"es dat men zyner Hoogheid de volkomen magt Prinfen over de Patenten behoorde op te draagen: van o- en de Stad Amllerdam belloot 'er haareranje* flem toe te geeven, mids het met eenpaa- righeid der Leden gefchiedde (/). Maar 's daags voor 't neemen van dit befluit, was de Regeering van Dordrecht, door een ge- deelte der Burgerye, gedwongen geworden, om den Prins , by fchriftelyk befluit, tfe verklaaren tot Stadhouder. Andere Steden volgden dit voorbeeld. En Amfterdam on- der f») Refol. Vroedfch. Ir. H. 29 Juny lfj%, f. 122, I2j.
Keurb Zr. P. ƒ. 19 verf», (kj Valkenier, 1. Deel, hl. 6%%. (/) Reibl. Vieedtch. L'. a, 30 Jnnj it7z. f. X4f, |
||||
T
|
|||||||
348 AMSTERDAMS 'II. neut,.
/L ; der de eerflen : wordende alhier, op den
7 eerflen July , zonder dat 'er, zo ver my sebleeken is, ten dien dage, eemge oproe- rde beweeging vooraf gegaan ware, in de Vroedfchap, beflooten „ van deezer Ste- de wege, wel geen' voorflag te doen tot " vernietiging van 't Eeuwig Edift en be- , vordering van zyneHoogheid tot het Stad- - houderfchap; doch, zo de andere agt« „ tienLeden daartoeeenpaanglyk neigden, insgelyks, in 't een en 't ander te bewil- " Hgen." De Afgevaardigden der Stad ter Vergaderinge van Holland verzogt heb- bende , dat hun, in deeze gewigtige tyds gelegenheid , nog eenige Heeren uit den Raad mogten worden toegevoegd; werden daartoe ten zelfden dage, benoemd de Hee- ren Andries de Graef en D'. Willem Bäcker. De eerfle hadt, nevens den Heer Joan Cor- ver maar even verflag gedaan van eenen keer, dien zy, 's daags te vooren, naaf Muiden by Prinfejoan Maunts gedaan had- den en was hierop, in den Raad, befloo- ten ' alles, ter Vergaderinge van Holland, aan te wenden, om de poften te Muiden, te Weesp en aan den Hinderdam wel te doen bewaar en (m). . r, , De Heer de Graef begaf zig , op den
Bur?e middag, naar't Nieuwe-zyds Heeren-Loge- Sr ment, voorheen het WeftmdifcheHuis op Andries ^en Haarlemmerdyk, om van daar, met den ds Graef poß.wa te vertrekken naar den Haage. Ä Hieromtrent was eenig (legt ff™^* (*) fcefol. Vioedfch. L: H. 1 July 1672.ƒ. 1:0, 111, ut.
|
|||||||
'
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 349
vrouwvolk famengefchoold, welk, ziende \6i%.
dat de Burgemeefter een' reiszak by zig hadt, hem begon te fchelden voor Verraa- gefchd- der> roepende, dat hy met geld en brieven den en naar den Haage trok, om de Stad den vyand Se\ te leveren , daarby voegende, dat men den dreiSd* fcbelm vafl houden, en doorfcbieten moe ft. De Schutters, die op het Wagthuis boven 't Heeren-Logement de dagwagt hielden, op dit gerügt, in 't geweer geraakt, deedert den Poftwagen ftiï ftaan. De Burgemeefter tradt 'er af, en bergde zig in 't Heeren-Lo- gement, terwyl een wyf hem naar de, pa- ruik greep, en een ander hem haare muts in 't aangezigt fmeet. Zelfs werdt 'er, in \ fluiten van de deur, een' Heek met een degen naar hem gedaan , waardoor een jongman, Olfert Meijer genaamd , aan de hand ^ekwetfl werdt. De Burger-Kapi- tein Pieter Verh , midlerwyl zyn vendel Schutters op de been gebragt hebbende , rukte regt toe regt aan op 't Heeren Loge- ment; deedt het graauw verftuiven in een oogenblik, en geleidde den Heer de Graef veiliglyk te rug naar 't Stadhuis; van waar hy, eerlang, tuffchen de Burgemeefters Cor- nelis de Fläming van Oudshoorn en Henrik Hooft, en de Colonellen Geelvinck en Roe- ters, gevolgd van eenen grooten fleep inwoo- ners, naar de Haarlemmer - Poort gebragc werdt En hier werdt aan de Burgerwagt verklaard, dat de Heer de Graef, om Stads zaaken, ten belle van de Burgerye, naar den Haage vertrekken moeft. Men liet hem dao andermaal op den Poftwagen treeden, en
|
|||||
350 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. en nY reedt, zonder verdere verhindering,
0 ter poorte uit. Maar 't gerügt der bewee- fchud- gingen voor 't Heeren-Logement verfpreid-
ding aan de zig fchielyk door de Stad. 't Gefchreeuw verfchei- van een oploop ! een oploop! klonk door alle den' oor- ftraaten. »t Graauw rotte te hoop, aan ver- de^slad. fcheiden'oorden, met naame, op en om* ' trent de Reguliersmarkt, die, in 't jaar 1668, tot eene Botermarkt gefchikt was (n); van waar de woefte menigte, langs de Reguliers- Breêftraat, naar den Dam wilde. Doch een Serjant, met een Korporaalfchap burgers, de wagt houdende onder den Reguliers-too* ren, bezette in aller yl de Reguliers Breê- ftraat , den Singel, de Kalverftraat en de nieuwe Doeleftraat, met piekeniers en mus- kettiers, en ftuitte de aandringende menig- te. Ook bevondt zig hier een der Burge- meefteren, om de Schutters aan te moedi- gen tot hunnen pligt. In de nieuwe uitleg- ging over de Prinfen - graft, waren de wy- ven op de been geraakt, een van welken met de trom omfloeg, dat elk die een flui- ver of een halve fluiver veil hadt om een vendel te hopen , waarmede men naar den Dam dagt te trekken, zig terßond openbaar en tnoeß. £n in een oogenblik , vloeide 'er eene groote menigte famen. Doch de Bur- gerwagt van de Leidfche Poort en Regu- liers-tooren verdreef dezelve , met weinig moeite (o). Ook vernam men hier, voor eerft, geene oproerige beweegingen meer. 'tlf
■
(?i) Kcurb. Li. O. f. 192 verfot 207 wtrfi, (*) VJO.&SN1&& Veiw. Europa, i. D$eltbl. 61$ t 6$*4 * |
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 3-1
't Is zeer te vermoeden, dat de tegenwoor- i&jft
digen heimelyk waren aangelegd,om, door middel derzelven, ook hier, gelyk in an* dere Steden, de Regeering te dwingen om den Prins van Oranje te verkiezen tot Stad- houder; en dat de bewerkers deezer bewee« gingen van het voortzetten derzelven heb- ben afgezien, na dat zy vernomen hadden, dat de Raad hadt beflooten te bewilligen in de verheffinge van zyne Hoogheid. Ten volgenden dage, werdt de verkiezing Jyzon*
van den Prinfe, tot alle de waardigheden, ^g!jheJm, voorheen door zyne voorzaaten bekleed, op tren't fa nieuws, in den Raad deezer Stede, vaft-vaftftel- gefield, en te gelyk beflooten, den Prinfe IinS hiervan, door eene aanzienlyke Staatswyze JJjjL J?! bezending, kennis te geeven, zo dra de Le* "an l?"S den van Holland, eenpaariglyk, tot 's Prin- eeuwig fen verheffing, zouden beflooten hebben.Edift« De vernietiging van 't eeuwigEdicl werdt, ten zelfden tyde, vaftgefteld (p). In zeke- re Aantekeningen van den Heere HansBon« tem an tel, die, ten deezen tyde, Prefi- dent-Schepen en Raad deezer Stede was, leeft men „ dat dit EdicT:, door den Grif- „ fier Gaspar Fagel en den Oud-Burgemees- „ ter Gillis Valkenier uitgevonden, en den „ Raadpenfionaris de Witt overdrongen „ was; dat Fagel het, in't jaar 1670, reeds „ hadt willen doen vernietigen, zo men den j, Prinfe geene befliflende ftem in den Raad „ van Staate wilde toeftaan; doch dat Val- „ kenier, 's daags voor dat de vernietiging 3, van
(/>) Refol. Vioedfck. L*. H. 2 f*lj/i*ji,f, t|§,
|
||||
35» AMSTERDAMS II. Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
IÖ72.
|
van dit Edict, hier ter Stede, beflooten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
5»
9J
93 95
|
werdt, nog in de Vroedfchap gedreeven
hadt, dat men 't in wezen behoorde te. laaten , en den Prins egter tot Stad- houder aan te ftelleh, of zelfs, van dee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||
zer Stede wegé, voor te flaan, om hem
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
tot Graave te verheffen; waartoe de Raa-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3»
|
den Jsicolaas Pancras, Cornelis Geehinck,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Jacobszoon Hinkopen en Cornelis,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
31
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3»
33 33 93 39 33 99 3* |
Bäcker ook gezind zouden gcfcheenen heb-
ben. Doch Bontemantel en de meefte andere Leden hadden gedrongen op de vernietiging van 't Eeuwig Edi6t, alzo men vaftftelde, dat de Staaten de Leden wel ontilaan zouden van den eed, op de onderhoudinge van het zelve afgelegd. Ook werdt," volgens de Aantekeningen van |
|||||||||||||||||||||||||||||||
den Heere Bontemantel „ de voor-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
93
|
flag om den Prins tot Graave te verhef-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
9»
|
fen , door de mecfte Leden der Vroed-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
93
|
fchap, van de hand geweezen(£)." Doch
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
van dee'ze byzonderheden vind ik niets ge-
meld in de He gifiers der Vroedfchap. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem
de III. wordt |
Op den vierden July, werdt Willemde
III., Prins van Oranje, aangefteld totStad- houder van Holland: en den volgenden dag,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Stadhou- werdt, in de Vroedfchap deezer Stede, be-
^er' flooten, zyne Hoogheid, door eene byzonde- re bezending van Stads wege, waartoe de Heeren Cornelis de Vlaming van Oudshoorn % Prefident-Burgemeeiter, en Jacob Boreel en Cornelis Rogh, Raaden, benoemd werden, met
fa) Vit Aantek. **» Schepen BontemantïL, MSS. Zit
Vadcil. Hift. X1Y. Dttl, bl. %$ , %6. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 353
met de nieuwe waardigheid geluk te wen- 1C72.
*fchen, en van de zonderlinge toegenegen- heid en bereidwilligheid van deeze Stad te verzekeren (r). Het boek, waarin alle de Leden van de Vroedfchap, federt het jaar 1668 , het eeuwig E,di6l ondertekend had- den , werdt, op den elfden July, in de Raad- kamer , verbrand (Y). De verheffing des Prinfen van Oranje hadt De Afgc*
merkelyken invloed op de begonnen hande- vaardig- ling met Frankryk. De meefte Steden had- Edam den, te vooren, bewilligd om te fluiten , raaken onder anderen Edam , welks Afgevaar- hier in digden, den derden July (1) , door Am-J^ge« |
||||||||||
vaar.
|
||||||||||
fterdam naar den Haage reizende, aange-
taft waren van de burgers, die hen naar 't Stadhuis gefleept, en genoodzaakt hadden tot het openen van hunnen laft, waalrby bleek, dat zy in de volmagt tot handeling bewilligen mogten: 't welk hen in lyfsge- vaar bragt (r). Amfterdam hadt altoos de hau*
(r) Refol. Vtoedfch, £'. H. $ July KJ72. ƒ. i+S.
(s) Rcfol. Vroedfch. L*. H. n July liyz. f. i$0. Zit
•«4 Vaderl. Hift. XIV. Deel, bl. gj. (t) Refol. Vroedfch. L*. H, $ July i6jz. f. &f*.' Va-
derl. Hift. XIV. Deel, bl. 66. (1) In eenige aantekeningen van deezentyd, die
ik, in de Vaderlandfcbe Hiftorie,gevolgd had,worde het geweld, gepleegd aan de Afgevaardigden van Edam, gefteld gebeurd te zyn op den zesentwin- tigften Juny. Doch in de Refoiutien der Vroedfchap^ lees ik, op den derden July, van d'infolentie, dek« OCHTENT, by de burgers alhier, aen de Heeren Gede- puteerden van Edam gepleecbt: 't welk ik onderftel op het zelfde geval te zien: waarom ik, ten opzigta van den tyd, afgeweeken ben van de dantekeninj*en, boven vermeld. V. Stuk, Z
|
||||||||||
i
|
||||||||||
•
|
|||||
1
354 AMSTERDAMS IL Deel.
1(5-72. handeling afgeftemd; doch weinig gehoor
verworven ter Vergaderinge van Holland/ Maar na de verheffing van zyne Hoogheid, was 't blad omgekeerd. Men befloot toen, op 't fterk dringen van Amfterdam, en na 't inneemen van 's Prinfen gevoelen , de handeling af te breeken, zo de Koningvan Frankryk zyne eifchen niet maatigen wilde; en wat laater, al 't beleid derzelve te laa- ten aan den Prinfe van Oranje. Terwyl de handeling gerekt werdt, kwam 'er zo groot eene verandering in den ftaat der zaaken, dat men wel haaft betere voorwaarden be- dingen kon van Frankryk. Doch 't verhaal hiervan behoort niet tot de gefchiedenhTen van Amfterdam in 't byzonder («). Stoute In deeze Stad, duurde, zelfs na 's Prin- vraag fen aanflellinge, 't genior en het misnoegen van ee- oncjer eenigen. Op den vyfden July, begaf ee" in* z*& tovert Outvorß, Koperflager en Serjant Bürge- der Burgerkompagnie van Kapitein Jakob meefters-rfe Graaf, naar Burgemeefters-Kamer, den Kamer. Heere Henrik Hooft, die zig toen alleen al- daar bevondt, ftoutelyk, en met gedekten hoofde, afvraagende,/we men 't met de Stad voorhadt ? daarby voegende, dat hy en wel drieduizend met hem ongerufi waren > en ge- ruß gefleld wilden worden. Men nam in be- raad , om deezen onbefcheiden menfch , terflond, agter af te leiden. Doch eenigen hielden 't tegen; en hy badt Burgemeefter Hooft, des anderendaags, om verfchooning; zo dat de zaak, voor dien tyd, geen ver- der (*; Zie Vadeil. Hift. XIV. D«l.
|
|||||
XIX. Boek. Geschiedenis en. 355
der gevolg hadt (v), Burgemeefteren,mid- 1672.
lerwyl , vernomen hebbende , dat zyne Burge- Hoogheid gezind was, de Stad, door allenieefte- mogelyke middelen, tegen vyandelyke aan-*etl vallen, te befchermen, lieten, op den agt- ^T^JJ flen, eenen Brief aan hem afgaan, die van Hoog* woorde tot WQorde aldus luidde: heid. Aen syn Hoogheid,
Doorluchtige Hoocbgebooren Forfl ende Heere ,
„ j Tic het mondeling bericht van den Hee-
„ %r re van Oudtshoorn, onfen welgeßerden „ Collegua, ende de andere Heeren defes ftads „ Gedeputeerden hebben wy met fonderlinge j, aengenaemheit verftaen ,dat u Hoogheid heefc gelieven de goedheid te hebben van aen de felve verfeekeringe te geven van de onver- diende toegenegentheid die u Hoogheid heeft omdefeftadt ende de goede ingefetenen van- dien met^raed en daed te willen byfpringen en- de van alle oppreffien en vyandtlykeattaqucn, ,, door alle bedenkelyke precautien , befcher- „ men en protegeren. „ Wy vinden ons daerop gemoedigt om uw
„ Hoogheid wat omftandelyk defes ftads con- „ ftitutie en gelegentheid by defen te remon- „ flreren, ende met eenen des felfs wyfe raed in ?> veele importante faeken (daer voor wy geer- „ ne bekennen dat ons verltandt ftille ftaet, en. „ die onfe capaciteit by manquement van erva- „ rentheid verre overtreffen) gedienftelyk te „ requireren: onder proteftatie, Doorluchtige „ Hooghgebooren Vorlt en Heere, dat wy hier „ inne gaen met de openhartigfte confidentie 5, van de wereld, en dat wy hebben dat ver- „ trou-
(v) vit Aantek. van Schepen Bontemantbl. Zit Va-
4etl. Hift. XIV. Dcct, bl. jog. |
|||||||||
z %
|
|||||||||
J
|
|||||||||
356 AMSTERDAMS II. Deel.
„ trouwen in u Hoogheid» eedelmoedigheid, dat
„ naeft God ons heil daervan totaliter depen- |
|||||||||||||
1672.
|
|||||||||||||
55
95 95 9» 95
55 59 »5
'99 99 9> 9» 3J 39 »9 35 |
deert, ende dat wy uw Hoogheid confidereren
als die geene de welke van Godt Almaghtig met de vereifchte qualiteiten is begaaft, om de vervallene fake door fyn wys' beleyt te kunnen herftellen, ende by defe bekommerly- ke conftitutie van tyden den Staet voor ver- der onheil behoeden. „ Doch om u Hoogheid met geen verdere
proteftatie (van 't geene nochtans waerach- tig is en dat wy bidden dat by uw Hoogheid mooge impreiïïe neemen als een articel des geloofs) op te houden, füllen wy overgaen. tot de fake, ende u Hoogheid met het vereifch- te refpeft gedienftelyk te gemoet voeren hoe dat uit de bygaende Caerte kan afgemeten wer- den de conftitutie van defes Stads fortificatie, behelfende in fyn circuit de diftantie van vier |
||||||||||||
„ uren gaens, omringt (buyten d'Ykant) met
„ A7 bolwerken, hebbende daerenboven in de „ buytenwerken en gemaekte doorfnydingen te „ befetten acht confiderable avenues van alle „ het welk die heere L'. Colonel du Mont,als 5, alles naeuwkeurig hebbende onderfocht, u „ hooch'. klaer bericht can doen, die wy bid- „ den daerop moge werden gehoort, ende dat „ wy hier op wyders van U hoogheïds hoogwys „ advys en confideratien mogen weien gedient, „ op wat wyfe u hoogheid oordeelt dat foo „ groot een werk in behoorlyke fccuriteit en j, forme vandefenfie kan werden gebracht,hoe 3, veel canon, kruyt, fcharp en ander amonitie „ vanoorloch, hoe veel befcttingen, hoc groot „ aental militie, hoe veel Commandanten,hoe „ veel Ingenieurs daer toe noodigh fyn ver- ,, eifcht, dat deze fake by U hoogheid gepon- „ dereert ende ooverwogen fynde, wy ook met „ het gene ons dan nog foude mogen deficieren, „ door U Hoogheids ordre, foo veel doenlyk |
|||||||||||||
■É^Ma^rtHh^ti^MM
|
|||||||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 357
5, is, promptelyk mogen werden voorden ende
„ van gedient: En om U hoogheid van't guar« „ nifoen alhier bericht te doen , foo is 't flilx „ dat haer Ed: Gr: Mo: ons eenige dagen gele- „ den, op ons aenhouden om eenig bequaem „ Commandant, hebben gelieven toe te fenden 3, den heere Colonel Beveren, ende alfoo wy ,, om meer hooge Officieren aenhielden, fyn '„ ons gerecommandeert, ende hebben haeren „ dienft geprefenteertd'Overften of Colonellen „ Trempe, Stocheym, Jorman, Fagnani, Ver- „ (traten, Frens en Du Thièl, van dewelke „ eenige de premier rang van den Commandant „ fchenen te willen in disput trecken. Nu bid- „ den wy dat U Hoogheid ons uyt defe ofte „ andere, die u Hoogheid bequaem mochte oor- „ deelen fodanig Commandant en foo veel me- „ de- ofte minder Commandanten gelieven te „ dispicieren , als U Hoogheid oordelen fai „ tot befettinge van onfe binnen en buyten for- ,, tificatien vereifl te fyn. Wy füllen ons daer 3j gewillichlyk aen gedraegen, ende alles wat „ van U hoogheids hand comt niet anders als „ heilfaem voor onsconfidereren ,ook met per- ,j miflie den Ingenieur Du Monts comft gaerne „ te gemoet fien. ,. Wyders foo beflaet onfe burgery uit fes-
„ tigh compagnien, endemaekt uyt een aental „ van 10000 koppen, onfe militie gerengeert on- „ der i4Capiteinen bedraegtaaoo koppen ende „ vier compagnien paerden; waer onder twee „ vrywillige van de jonkheid van defe ffcad ma- „ ken uit 260 ruiters. fulks in alles 12460 man. „ Wy kunnen niet dille ftaen om nochmaels
„ te repeteren dat wy ons naefl God in alles „ verlaten op uw Hoogheids wyfe directie , „ goede voorforge en voorfichtig beleid, ende „ füllen hier met permifïïe, noch by voegen dat „ wy 't voor een fonderlinge gratie en geluk „ fouden achten, indien wy foodaenige eere Z 3 „ moch-
|
||||
$5$ AMSTERDAMS ILDeelJ
72, „ mochten genieten, en ons d'occafie,wierde
„ gegeven om aen u Hoogheids perfoon hier „ ter ftede defe verfekeringe mondeling nader 3, te kunnen betuygen. Soo'tdan buyten hin- „ der ofte ongemak kofle gefchieden , dat u „ Hoogheid geliefde te refolveren omme tot „ beter informatie van 't geene voQrf. is een „ keer herwärts in loco te doen; U Hoogheid „ foude hier vinden genegen herten die alleen „ haer glorie daer inne füllen (lellen dat fyhaer „ moogen qualificeren onveranderlyktefyn Doorluchtige, Hoochgeboren Vorfl en Heere,
Uw Hoogheids ootmoedige die-
nacrs, BüRGERMEESTEREN EN ResEERDERS
der Stad Amsterdamme.
S July 1672.
Men ziet, uit dit fchryven, klaarlyk, dat
de Regeering van Amflerdam beOooten hadt, den Prinfe van Oranje, fchoon maar onlangs tot Stadhouder verheeven, deblyk- baarfle bewyzenvan eerbied en hoogagting te geeven. 't Leedt zelfs maar weinige da- gen , toen men befloot , zyner Hoogheid voor te flaan, dat de Stad het haare wilde doen, om hem hooger waardigheden te doen opdraagen, en zyn gezag en aanzien inden Staat te doen vermeerderen. En 't is ten hoogde waarfchynlyk,dat een verkeerd be- grip van 't gene hierover gehandeld werdt, fommigen (w) heeft doen fchry ven, dat die van Amflerdam den Prinfe, omtrent deezen tyd,
(w) Burnet Hißory of hïa ownTirae.rW I. p, 3x0.
|
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 359
tyd, de*opperfte magt over hunne Stad 1672.
hadden aangebooden. 't Zal hierom niet* Sove- ondienftig zyn, dat wy hier een naauwkeu-reignty, riger en omftandiger berigt van 't gebeurde ten deezen opzigte invoegen. 't Gevaar, waarin Holland, en Amfler-Amfter-
damin't byzonder geftort geworden was,dam door het naderen des vyandelyken Legers,raakt hadt de Stad, die, federt den aanvang AfjfjSJJJJ1 jongfte vergrootinge, reeds vry wat ten ag-^oor do* teren geraakt was, gejaagd op nieuwe en zwa.ire zwaare koften, die haare geldmiddelen uit- koften, geput, en zelfs haar Credit, geweldiglyk, Yaacinj verzwakt hadden. Het aanwerven van ver-z|g? Jell fcheiden' vendelen Stads foldaten; het lig-deezen ten van een goed getal matroozen;hethou-ty<te, den van uitleggers in 't Y, in de Zuiderzee, fteek^n in den Amftel; het maaken van doorfnydin-moe ' gen en het leggen van fchanfen op de toe« gangen naar de Stad, by 't Huis ter Hart, aan den Overtoom, by Jaap Hannes, en ter wederzyde van den Omval aan den Amftel; de arbeid aan de Stads wallen; het opwer- pen van nieuwe werken buiten de Haarlem- mer- en Leidfche Poorten; het voorzien der Stad van krygs- en mondbehoeften, en zelfs van geheeje fiuitfchepen met zoet water , om,in geval van nood, tot het brouwen van bier en ander gebruik te können dienen; al dit en nog veel meer ftrekte wel tot nut en befcherming der Stede, en de Oud-Burge- meefter en Hoofd Officier Gerard Haffelaer, en de Burgemeefteren Henrik Hooft tnjoan van de Poll; ook, zo fommigen melden,de Z 4 Oud-
|
|||||
■
|
|||||
%6o AMSTERDAMS ILDeel.
1672. Oud-Burgemeefter Gillis Valkenier > die 't be-
leid van al dit werk hadden, leiden 'er veel eers mede in by de opmerkzaamften onder de burgerye (x): maar men begrypt ligte- lyk, dat de geweldige koften, die tot dit al- les vereifcht werden, de geldmiddelen, en zelfs het credit der Stad zeer moeiten druk- ken. De gemeene lallen des oorlogs 4 waar- in Amflerdam zulk een aanzienlyk gedeel- Bürge- te draagen moet , kwamen hierby. Al 't meeiter Welke de Regeering, ten deezen tyde, zo Hooft verlegen maakte, dat zy, op den zeftienden aan den JL1^ ' kefloot , Burgemeefter Hooft af te Prinfe- vaardigen aan den Prinfe Stadhouder, met Stadhou- laft om zyner Hoogheid de gelegenheid der ^er dfgcL ^tac** en voora^ ^en ^egten ^aat van der-
o^hèm zelver geldmiddelen, omftandiglyk, te ver- de gele- toonen, met verzoek, om uit den Prinfe te genheid mogen weeten, of'er, zyns oordeels, na der Stad fat- men goed en bloed by de gemeene zaak toonen. Z0L1 opgezet hebben, eenig middel ware uit te denken, om het overige te behouden, en verdere verderfelyke onkoflen te voorko- men ; en of zyne Hoogheid, door deszelfs Vorftelyk credit en luider, by den Koning van Groot - Britanje of elders, daartoe zou können medewerken(}O.De Heer Burgemees- ter Hooft begaf zig terftondop reis, enhadt, den volgenden dag, zynde Zondag den ze- ventienden July, tot twee maaien toe, gehoor by den Prinfe, riem in 't breede vertoonen- de,
(*) VALKENIER I. Deely hl. ({47, 70$ tnx.. Vervolg«^
** Lceven van H. de Groot, hl. 76, (y) Refo!. Vroedfch. Z>. H. 16 july 1672. ƒ. 71. Stada
MilUvcn N. IV. ƒ. 14$ verf*. |
||||||||
T-",^ .
|
|||||||
XIX.Boëk. Geschiedenissen 36*1
de „ den ftaat van 't Krygsvolk deezer Ste- 16*72.
„ de, van derzelver veftingwerkenvanbin- „ nen en van buiten, en byzonderlyk de „ flegte gefleltenis van derzelver geldmid- „ delen." Voorts, verzogt hy „ dat zyne „ Hoogheid geliefde te denken,op wat wy- „ ze , het gemeene Land beft uit deeze ,, moeilykheden zou können gered worden, „ met verzekering, van Stads wege, om „ met hem alles, zelfs de eigen perfoonen „ der Regenten, te willen opzetten, zo hy 3, oordeelde, dat de Staat, door de wape- „ nen, in zynen voorigen toeftand te her- „ (lellen ware. Doch vondt hy de zaaken zo en hem „ verre verloopen, dat zy niet te redden de mede- „ waren, dan door een verdrag, op rede- ^/^["f „ lyke voorwaarden; en agtte hy., om het aan te „ een of het ander tot een goed einde te bieden, „ brengen, noodig, op fyn perfoon hoogerora hera „ digniteiten te doen confereeren, ende $*&«|«25!L „ authoriteit en gefagb te doen vermeerderen; heden te „ de Stad Amfterdam was genegen, daar-doen op- „ toe, van goeder herte, het haare toe tedraageiï« „ brengen." De Prins beantwoordde dee- Ant- zen voorilag met algemecne en beleefde woord woorden, betuigende, dat hy, met der daad, ™n zyne toonen zou, dat hy zig het belang van dejjyf" Stad ter herte liet gaan. Voorts, beloofde hy, zo 't hem eenigszins mogelyk ware , Amfterdam met zyne tegenwoordigheid te zullen vereeren. Hy hadt ook, zeide hy, een' Edelman afgevaardigd aan den Koning van Groot-Britanje , van wiens handeling hy zig iet goeds belooven durfde. De In- genieur du Motu, die hier ter Stede veel Z 5 dieuft
|
|||||||
V
|
||||||||||
» -V
|
||||||||||
36*2 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. dienfl gedaan hadt, in het aanleggen van
nieuwe Veftingwerken, was, onlangs , op ernflig verzoek van den Prinfe, naar 't Le- ger vertrokken (2). Doch zyne Hoogheid beloofde nu, hem, met den eerflen, her- waards te rug te zullen zenden. Ook zou hy zyne gedagten laaten gaan op een' of meer bekwaame Commandanten, die men, hier ter Stede, daar nu vry wat gewapend volk binnen was , oordeelde noodig te hebben (di). Burgemeefter Hooft deedt, den ne- gentienden, verflag van 't gehandelde met den Prinfe: 't welk, door de Vroedfchap, Aanmer- *n a^en ^eele * werdt goedgekeurd (£). De kingen Engelfche Hiftoriefchry verBürnet,fpree- op het kende van 't gene de Stad Amfterdam, ten geneBur- Meezen ty&e, met den Prinfe handelde, meldt, gensdeë-u h°e zYne Hoogheid zelf hem verhaald zehande-j, hadt, dat deeze Stad hem zulke aanbie- ling,te „ dingen deedt, om dat zy alles voor ver- boek ge1 • m looren hieldt, en de fchande van haaren Jgift „ ondergang liever over hem dan over zig „ zelve brengen wilde." Doch uit ons ver- haal blykt, dat de Regeering gezind bleef, het uiterfte, en zelfs haare eigen perfoonen te waagen, zo de Prins oordeelde, dat de Staat door de wapenen te redden ware: 't welk doet zien, dat zy zyne Hoogheid in geen gevaar van fchande brengen wilde , waaraan zy zelve niet begeerde te deelen. Wyders, zou de Prins ook aan Burnet ver- klaard (k.) Refol. Vroed fch. Lx. H. zs «lojuny \6ji. ƒ.101, 128.
(*) Refol. Vroedfch. Lr. H. 27 Juny , 22 July 1672, ƒ, 109, i9i. (b) Refol. Vioedfch, Lr, H. Ij> July 1672. ƒ. 17a, |
||||||||||
"
|
||||||||||
' /
|
||||||||||
_^m
|
||||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 363
klaard hebben „ dat deLandzaaten geenen 1762.
Souverain verdraagen konden, en meer tot den oorlog zouden opbrengen, om hun- |
||||||||||||||
3»
|
ne eigene vryheid te befchermen, dan
|
|||||||||||||
„ voor eenigen Vorfl, wie hy ook ware: en
|
||||||||||||||
5»
|
dat deeze aanmerking hem bewoogen
|
|||||||||||||
hadt, om de aanbieding van Amfteidam
van de hand te wyzen ff)/' Doch uit de Regiflers der Froedfchap blykt wel niet, dat zyne Hoogheid den voorflag der Stad om hem hooger waardigheid te doen opdraa- gen aangenomen; maar even weinig, dat hy denzelven afgeweezen heeft. Hoe veel flaats men dan, ten deezen opzigte,op het getui- genis van B urn et alleen maaken moge, blyve het oordeel des onzydigen Leezers aanbevolen. By gelegenheid, dat wy hier van Bürge- Afbeel-
meefter Hooft gewaagd hebben, können t,inS der wy niet nalaaten, kortelyk, te melden, 't^u,rgfte\ gene een ander Engelfch Schryver,de Am-rcn bafladeur William Temple, die hem Hooft en van naby gekend hadt,van hem te boek ge- v/»lfcc- fteld heeft. „ Ten deezen tyde, waren 'er,""1>er' .u.lt fchryft hy (d), „ twee regeerende Bürge- der Wil- „ meefters te Amflerdam, die 't gantfcheliam „ bewind over de Stad, welke veel invloeds Temple. op den Staat heeft, in handen hadden, te weeten Hooft en Valkenier. Hooft was eeneerlyk, edelmoedig man, die groo- „ te rykdommen van zyne voorouders be- „ zat. Hy was, daarenboven , geleerd, „ fchran-
(e) BUBNKT Vol. I. f. 316.
(d) MciHoirs from 1671 t« 1679, f. 3+8 1 %1UEdit,iiS4m
|
||||||||||||||
364 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. » fchrander, vrolyk, en vry van ftaatzugt,
„ hebbende hy al de ampten, die hem door „ den Staat waren aangebooden, van de „ hand geweezen, en zig te vrede houden- „ de met op zyne beurt Bürge meefter te „ worden van zyne Stad, in welk ampt hy „ zig zo weinig werks gaf, als hem moge- „ lyk ware: een regtfchaapen vernuft, die „ my, vervolgt de Schryver, twqe dingen „ gezeid heeft, welken ik nooit voorheen „ gehoord had, het eene, dat iemant,die „ op morgen een pynlyken dood te wagten 5, hadt, zyn genot neemen zou van den dag „ van heden, indien hy gezond ware, en „ dat hy de eene of de andere ziekte of ee- „ nig verval van kragten onder de leden „ hebben moefti zo hy 't niet deedt: het „ andere, dat iemant, die ouder dan zes- „ tigjaaren wenfchte te worden,een plom- „ pe bloed zyn moeft; en dat hy, zo dra „ hy dien leeftyd, welke hem toen naby „ was, bereikt zou hebben, naar de eerfte „ goede gelegenheid om te flerven verlan- „ gen zou. Ook maakte hy," vervolgt T e m- ple „ zyn zeggen waar, fteryende, onbe- „ zorgd, aan een overval van jigt, en fpree- „ kende met zyne vrienden, tot dat hy öm- ^, trent bezweeken was: waarna hyze weg- '' zondt, op dat hy niet in hunne tegenwoor- ^, digheid llerven mögt. Maar, naderhand, een weinig bekomende, ontboodt hyze
„ op nieuws, zeggende, dat hy nog een half uur met hen praaten kon. Van zulk eenr
", aart was de Heer Hooft. Dezelve," gaat Temple voort „ hadt veel overeenkomft „ met
|
|||||
s
|
|||||
XlX.Boek. Geschiedenissen. 365
5, met den mynen, fchoon hy voor een gril- i6j2.
|
||||||||||
a»
» 5»
3J 3i J> >» 91 J> >» »I >i
5»
ï>
|
lig man gehouden werdt, en my eens zei-
de, dat ik de eenigflie AmbaiTadeur was, dien hy ooit van zyn leeven bezogt hadt. Hy had al het gezag, welk iemantinzy- ne Stad hebben kon, zonder het te zoe- ken , te agten, of te gebruiken; daar Val- kenier het zo fterk zogt en najaagde als hy kon, zonder'er half zo veel van te bezit- ten : want hy was ftuurfch en gemaakt, fchoon van veel beleid en overleg: ook, zo geloofd werdt, gierig, en voorts be- hendig in 't uitvinden en te werk ftellen van de middelen, die hydienflig oordeel- de , om zyn e oogmerken, in 't fluk der |
|||||||||
Regeeringe, te bereiken."
Eer de Prins van Oranje zignaar Amfter« Gemor dam begaf, was 'er wederom eenig gemorin deStad verwekt onder de burgerye over 't bewaa- bewaa- ken der poorten, en 't bewaaren van de fleu- ren van telen der zelven. Het eerfte gefchiedde, <fc fleu. ten deezen tyde,ookby nagt, door de Stads teIs der foldaaten, en de fleutels der poorten en boo- J^^ men werden aan 't huis der regeerende Bur- men. gemeefteren gebragt en bewaard. Doch de nabyheid der Franfchen, die Utrecht niet alleen; maar. ook Naarden inhadden, maak- te de Burgers, of eenigen der zelven onge- ruft als of de poorten en de fleutels derzel- ven niet bewaard werden, naar behooren. Eenige Regenten waren nog al verdagt by 't gemeen, als of zy 't oog hadden naar den vyand , en toeleg maakten, om hem de Stad in handen te ftellen; fchoon hiervan nooit iet het allermjnfte gebleeken is, en men veel«
|
||||||||||
366 AMSTERDAMS II. Deel.
veeleer reden heeft om te befluiten , dat
diergelyke gerugten verwekt, of voortver- haald werden, door zulken, die verandering zogten in de Regeering der Steden, en ook te Amfterdam, alwaar zig deeze toeleg wel haafl openbaarde, 't Was 'er zo ver van af, dat men niet gezorgd zou hebben voor de beveiliging der Stad, dat men zodra, in't begin van Auguftus, geene tyding gekreegen hadt, dat de Franfchen de poften omtrent Muiden begonden te naderen, of men befloot den Heer Jacob Boreelahe vaardigen aan zy- ne Hoogheid, en om een' Kolonel en Rege- ment voetvolk, tot verdere bezetting der Stede, te verzoeken. Ten zelfden tyde , werden ook, op ingeloopen berigt, dat 'er, by wylen, eenige onraad befpeurd was in. en omtrent de Wetering, de Heeren Corne- lis Geelmnck, Heere van Kaftrikum, Dr. Roe- tert Ernfi en Mr. Nie olaas IVitfen gemzgtigd, om, nevens de Heeren CommifiarüTen tot de Veftingwerken, daarop een waakend oog te houden (e). Maar tegen 't einde van Ju- ly, hadden eenige burgers bellaan,de fleu- tels der poorten, in plaats van aan 't huis van eenen der Burgemeefteren, te brengen op de Hoofdwagt op 't Stadhuis, alwaar Burgemeefter Lambert Reinfl, wiens beurt het toen was, geraaden vondt, zyne nagt- rufl te neemen, om te beter te zorgen voor de lleutels, welker bewaaringe hem aanver- trouwd was. Maar met den aanvang van Au-
|
|||||||||||
1672.
|
|||||||||||
Burge-
meefter
Reinfl:
neemt
zyne
nagtrufl:
by de
Stads
fleutels
op 't
Stadhuis,
, Zy wor-
|
|||||||||||
(«) Refol. Vtoedfch. ir. H. S «/*«£. 1672 f »ß mtriAicm
ƒ. 207. |
|||||||||||
XIX.Bokk. Geschiedenissen. 36*7
Auguftus, viel de beurt om voor de fleutels < te zorgen, op den Burgemeefter Joan van,72', de Poll; en Burgemeefteren vonden toenffe-?enaan c raaden, dezelven wederom ten zynen &*%£* ze te laaten brengen. Van dit hun befluit meefter gaven zy kennis aan den Krygsraad doorvan de wien het den byzonderen Compagnien'werdt,Po11 §e* aangediend. Doch de Schuttery, fchoor!«zv ^ omtrent deezen tyd, de poorten reeds be- waakte; of eenige heethoofden onder dezel- ve namen euvel, dat de fleutels in beivaa- ring van Burgemeefteren bleeven. Men mor. 0n« de „ dat Burgemeefteren, meefters zyndenoegen „ van de fleutels, ook meefters van de Stad hier- 5, waren; dat de droevige er vaarenis, onove,r> * langs, geleerd hadt, hoe veele Bärge-ß"te dc
* meefters, door 't overleveren van derrye?
„ Steden fleutelen, de Steden en Burgeryen „ te gelyk aan den vyand hadden ovenre-
„ leverd; doch dat het hier nog tyd was, „ dat de Burgery zelve toezage, en een oo* „ in t zeil hielde." 't Graauw, de lugtkry. gende van het misnoegen onder de Schut- terye ftreefc, op zekeren avond, in grooten getale, naar den Dam. Eenige onruftige geeften, die, om te minder bekend te zvn den mantel om de ooren geflaagen hadden* mengen zig onder den woeften hoop • blaa* zen't vuur van oproerigheid aan, en ver- zekeren t volk van byftand. Tegen tien uuren, kwamen de Schutters, met de fleu- tels van eene der poorten, aan 't Stadhuis . m de plaats van aan 't Huis van Burgemees er van de Poll. 't Graauw, om als Ware te zjen,ofzy de regte fleutels welbragten, drong
|
||||||
3^8 AMSTERDAMS II.Deel.
1672. drong naar binnen .-doch werdt gefluit door
den Kapitein Barend Elias, die toen de wagt hadt, en, den ingang van 't Stadhuis bezet hebbende, nevens zyne manfchap, met de lonten op den haan, de fleutels der overige poorten en boomen bleef afwagten, die eg- ter , vooraf, door de onruftigen op den Dam, bekeeken en geteld werden. Maar de fleu- tels van denNieuwe-brugs-boom waren, door eenigen,die zig,zo 'tfchynt, naar den lafl van Burgemeefteren voegen wilden, aan 't huis van Burgemeefter van de Poll gebragt. »tVolk 't Volk zulks bemerkt hebbende, ftreeft, ftreeft woedende, derwaards, en vordert de fleu- naar 't tejs ft0utelyk te rug, op dat zyze op 't Stad- ?en Hee" huis brengen, en bewaaren mogten. Geval- re van de üglyk, bevondt Burgemeefter Hoofczigten Poll. huize van den Heere van de Poll. Deeze , ter deure uit getreden, houdt der menigte voor „ dat de fleutels daar immers wel be- „ waard waren; dat Burgemeefteren'er ook niet mede konden uitvoeren, zo lang de |
||||||||||
3J
|
||||||||||
Burgery de poorten bewaarden; en dat,
al wilde fchoon een Burgemeefter den „ fchelm fpeelen, en de poort openen;het „ hem immers ligtelyk door de Burgerye „ belet kon worden." Dooh al deeze rede- nen waren vrugteloos. De Gemeente, meer en meer, aangegroeid in getal, hadt den burgwal reeds zo digt bezet, dat de Kapi- tein Fredrik Beerewouts, Schoonzoon van Bur- gemeefter van de Poll, met eenige gewa- pende Schutters ,uit zyn vendel, toegefchoo- ten om oproer te voorkomen, en eenige vry- willige Ruiters zelven genoodzaakt warea on*
|
||||||||||
XlX.BoEK. Geschiedenissen. 369
onverrigter zaake te rug te keeren. De op- 1(572.
roerigen, ftout op hun getal, dreigden daar- En op 't huis met plondering, enimeetenreeds dreigt met lleenen door de glazen, toen de Bürge- het met meefter,om grooter onheil te voorkomen, p]onde- op de floep kwam metdefleutels,vraagen-ring* de wie dezehen hebben moefl? Een onbezuis* de dronkaart greep 'er naar. Een ander % wat befcheidener, zogtze hem te ontwel- digen, tot datze , eindelyk , door eenige gewapende fchutters, aanvaard, en by de overigen op 't Stadhuis gebragt werden. De opfchudding voor 't huis van Burgemeefter van de Poll nam hiermede een einde (ƒ). Burgemeefteren namen federt het gevoelen Burge- van den Krygsraad in, over de wyze, op meeJJe' welke de Stads fleutels, voortaan, tot Ver- jjj ^ ' zekerdheid der Stede ,en tot het meefte ge- raac}e noegen der Burgeren, behoorden bewaard van den te worden. En de Krygsraad verklaarde, Kl7p- op den vierden Auguftus „ dat menze be ^aQ * £*' „ hoorde te brengen in de Corps de Garde bewaa- „ van de Hoofdwagt op het Stadhuis, om ren van „ aldaar gelegd te worden in zekere kift, de Stada „ geflooten met twee byzondere fleutels, puts* „ eene van welken, des avonds, zou wor- „ den gebragt aan 't huis van eenen der „ Heeren Burgemeefleren, door den Ser- „ jant van de Hoofdwagt, dieze, des mor- |
||||||||||||
3>
J» 9> |
gens , wederom van daar zou af haaien;
terwyl de andere fleutel, nevens de kift, op de Hoofdwagt, in handen van eenen |
|||||||||||
st der Hoofd-Officieren , blyven zou." Bür-
ge« (ƒ) Valkenier I. Deel, bl. 746 enz..
V. Stuk. Aa
|
||||||||||||
370 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. gemeefteren en Raaden, de ruft der Bürge-
rye, in deeze tyds gelegenheid , zo veel doenlyk ware, willende bevprderen, befloo- ten, 't gevoelen van den Krygsraad te om- helzen , en te doen naarkomen (g). Ook worden, tot op deezen dag toe, de Stads fleutels hier ter Stede , omtrent op de ge- melde wyze, bewaard. Zyne Weinige dagen na 't flillen der opfchud- Hoog- dinge over het bewaaren van de Stads fleu-
£eid . telen, kwam de Prins-Stadhouder, uit het dcStad! Leger by Bodegrave, hier ter Stede aan, op den twaalfden Auguftus. De Schuttery hadt bevel gekreegen, om zig in de wape- nen te begeeven, en den Prins plegtiglyk in te haaien. Doch zyne Hoogheid kwam, vroeger dan men verwagt hadt, in ftilte, in de Stad , zynen intrek neemende in 't Oude-zyds-Heeren-Logement. De Schutte- ry trok hier, dien zelfden avond nog, op laflvanBurgemeefleren,in haare volle rus- ting , voorby; 't welk tot tien uuren des Bezigtigt avonds duurde. Ten volgenden morgen, de wal- bezigtigde de Prins, verzeld van twee der lan. regeerende Burgemeefteren, en onder 't ge- leide van eene Compagnie der vrywillige Ruiterye, de Stads wallen, van den Y-kant by de Haarlemmer Poort af, tot aan Funen toe. Voorts, reedt hy naar 't Prinfen hof, alwaar hy, als Admiraal - Generaal, in 't Neemt Collegie ter Admiraliteit, zitting nam. Bur- houder gemeefteren > dien zelfden dag, den Raad zitting hebbende voorgedraagen, dat zyne Hoog- heid (i) Rcfol. Vieedfeh. L". H. 5 *<*»&< 1671, ƒ. 203.
|
||||||||||
1
C |
||||||||||
XtX.BoËK. GESCÜiÈÖÈNlSSfeN. $?t
iieid hun hadt bekendgemaakt, dat hy iet iGil.
Van gewigt in den Raad hadt voor te fiel- . , len (£), werdt hem, des nademiddags ,Vroed- als Stadhouder, in de volle Vroedfchap fchap. xitting gegevem 's Prinfen voorflel fchynt, ten deezen tyde , beftaan te hebben in het aandringen op zekeren voordag van Dor- drecht, welke, den veertienden July, ter Vergadefinge van Holland, gedaan, en waar4 by begeerd was , dat den Prinfe onbepaalde volmagt gegeven werdt , om met Groot- Britanje te fluiten; welke voorflag, door de Leden , overgenomen was. Immers, ik vind, dat Amfterdam, tot hiertoe nog niet in den zelven bewilligd hebbende, 's daags na dat de Prins in de Vroedfchap verfchee- nen en gehoord was, befloot, deAfgevaar* digden ter Dagvaart lall te geeven, om me- de te Hemmen tot de begeerde volmagt (ï). Sommigen tekenen aan, dat zyne Hoogheid, van Stads wege, wederom om een' ervaa* ten Commandant verzogt geweeft zynde, ge- antwoord zou hebben „ dat de Stad onwin* j, baar was; en dat hy, zo de vyand Mui- j, den en Weesp overweldigen mögt, in per* „ foon, binnen Amsterdam bevel zou ko- j, men voeren." De Prins, den dertienden, treffelyk op het Stadhuis onthaald zynde, vertrok, nog dien zelfdennademiddag, met drie jagten, naaf Muiden , Weesp, den Hinderdam en 't Huis te Abkoudé,daar hy de
(h) Refol. Vroedfch. L*. H. ij ^iug. 1672./. 238.
(i) Refol. Vioedfch. Lt. H. 1+ ^iu^. 1672, ƒ. 23s, Aa 2
|
|||||||
•
|
|||||||
372 AMSTERDAMS IL Deer;
1672. de Veftingwerken bezigtigde. Den veertien^
Hy ver- den, kwam hy te Amfterdam te rug, en den trekt van vyftienden, vertrok hy, van voor 't Stad- daar. nujs ^ tuflrchen vierentwintig vendelen Schut- ters door, die, van daar, tot aan de Leid- fche Poort, gefchaard Honden. Hy reedt ter poorte uit, onder 't lollen van 't gefchut . en de musketten, wordende, door twee Com- pagnien vrywillige Ruiters, geleid tot aari den Overtoom (k). Voor zyn vertrek, was beflooten „ hem, uit naame van den Raad, ,, verzekering te doen, dat de Stad nooit „ in gebreke blyven zou,om de weldaad, „ haar door zyn bezoek aangedaan, met een j, genegen hert, te erkennen; hebbende zy „ beflooten alles, ja goed en bloed, ten dien- „ fte van zyne Hoogheid en tot behoudenifle De Stad „ van den Staat,op te zetten." Voorts, werdt vereert hem eene vereering van dertig duizend gul- den Prin. ^ens gedaan f te verrekenen, overmids de duizend6 tegenwoordige fchaarfchheid van Stads Kas- guldens. fe, tegen de fchuld van zynen Heere Va* der , hoogloffelyker gedagtenifle „ welk 3, klein gefchenkmen hem badt niet te wil- „ len verfmaaden; maar alleenlyk te wil- „ len zien op het goede hert, waarmede „ het zelve gedaan werdt (/)." Doch drie weeken laater, befloot men, op 's Prinfen verzoek, veertienduizend guldens van deeze fomme te verrekenen tegen een jaar Intreft van vierhonderd duizend guldens, die zyne Hoogheid aan de Stad fchuldig was; en de ove-
(bj VALKEN1KR T. Deel, hl. 711 ,. 712.
(/; Rel'ul. Vioedfoh. U, H. 14 A*z, 1(72. ƒ. 2fof
|
|||||
..... ..-■■'-- . .
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 373
overige zeflienduizend guldens aan hem in 1672;
geld te voldoen (m). Op den tienden Auguftus deezes jaars,Oftrot
verwierf de Stad, welker gewoone en bui-tot het tengewoone inkomflen, tegenwoordig, nietheffen konden toereiken, tot vervalling der zwaare]^60 lallen, diezy te draagen hadt, Oétroi van geld. 's Lands Staaten , tot het heffen van een Huisgeldvan alle huizen en pakhuizen, naar gelang dat dezelven in de Verpondingen droegen. Zo de Verponding van zes tot dertien guldens beliep, zou men agt pen- ningen 's daags betaalen; van dertien tot twin- tig guldens, een fluiver; van twintig tot der- tig guldens, twee fluivers; van dertig tot veer- tig guldens, drie Huivers; van veertig tot vyf- tig guldens, vier fluivers; van vyftig tot zes- tig guldens, vyf fluivers; en van zeflig guldens en daarboven, zes fluivers (n). Maar weinige dagen na 's Prinfen vertrek Bewee-
'uit Amfterdam , befpeurde men hier nieu fnß, on~ we beweegingen onder 't gemeen , fïrek-g^g^ kende, gelyk eerlang klaarlyk bleek,omdefl:rekken- 'Regenten wars te maaken van 't bewind, de tot Sterk namen deeze beweegingen in verfchei-v.era"de" den'Steden toe, na de yfTelyke moord der££2^ Broederen de Witt, die op den twincigftenringe.* Auguftus in den Haage voorviel. Doch in Amflerdam, hadt het gemeen zig, tot hier- toe , fliller gehouden dan elders. Eenige weinige woelgeeflen flookten egter, onder de hand , de ingezetenen op , flrooijende fchimpfchriften, ten nadeele der tegen- woor-
O) Refol. Vroedfch. £f. H. $ Sept, 167z. ƒ. 28+,
(n) UI. Privileg, boek,/: 1 ió. Aa 3
|
||||
374 AMSTERDAMS II. Deei,.
.1672. woordige Regeeringe. Op den drie-entwin*
Zöge- tigften Auguftus maar agt dagenna's Prnv naamd fen vertrek, vondt men 'er, aan de Beurs deJZßur- en elc*ers' ecn aangeplaktj 't welk, woor-
geren delyk, aldus luidde:
van Ani-
fterdam, Versoeck van de Borgers de&
Stadt Amsterdam.
Voor eerß, verßaan onze Borgers, dat on-
ze Heeren haaß believen de oude Handtveßen^ Zoo als by 't overgaan van de Stadt van Arn* fierdam wy borgeren vinden geextendeert, by zyn Hooghlojfelyke en nooyt volprezen memo- rie Pr im fVillem den eerfien , mei alle Privi- legten en Borgers rechten zyn geweeß , op 'P fpoedigße te herßellen^ op dat de Borger in vri- de blyfl. 2.
Dat in de Handtveßen begreepen flaat, dat
die van de Vroetfchap, die Capitcynen o/Luy- tenanten zyn, haar affchtyt met den eerfien te nemen, op dat zy uyt kracht van de oud» Handtveßen van de Borgers niet verworpen - Vierden, en met fcbands ruymen moeten. 3-
Dat geen regierende Perßonen mogen we- ßn van de Oofl- en Wefiindifihe Compagnie, 'volgens haar Eedt in de Unie befwooren. •
4-
Verfiaan wy wel exprejjelyk, dat ons wer.-.
de ter handt gejtelt de Handboogh- en de Voet- booghs
|
||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 375
booghs doelen, die zy den borgers ontvreemt
hebben. 5-
Verßaan wy wel exprejfelyk , dat na dit
jaar de Steevefien niet zuilen verhuurt wor- den , want het van outs is een Privilegie voor de Borgeren. 6.
Verßaan wy, dat de 36 Raden uyt de Bor-
gers , ofte uyt een getal van fatfoenelycke Koopluyden zullen beßaan, op dat wy verze- kert zyn, dat het geit vanfchattingen aan ons getrouwe Stadhouder , of daar hy ordineeren zal, werde befielt, op dat hy Heer is en geen knecht. Want wy een Requefl aan zyn Hoogheyt
enfe Prins en Stadhouder zullen prefenteeren, en gelieft gy lieden 't niet te herfiellen, zul- len dan op fyn Haaghs huyshouden, dat wy niet uyt vruntfchap kunnen, f al UL. dan ge- waar werden. En UL. weet, dat die dit biljet affcheurt zal acht op genomen werden, en zal op zynder tyt een koegel vereert werden. Oranje moet groot,
De Witten zyn doot, Tot Borgers glory, Brant viclory. Dit 'x kort befcheyt, de Borgers houden ';
Landt.
De opper dieven behalen oneer enfihandt.
Aa 4 \ In
|
|||||
\
|
|||||
37<S AMSTERDAMS II.Deetl;
1672. In dit fchotfchrift, welk, zo men meent, Domheid °°k no& °P den vierentwintigften, hier en en daar , verfpreid werdt, wift men naauw- kwaad- lyks, of men zig meer over de domheid,
?aï}'\S~ dan over de kwaadaarrigheid van den Op* dit ver- fteller verwonderen zou. Te zeggen, dat zoek. de Handveften vorderden, dat de Raaden geene Burgerkapiteinen zyn mogten; daar regt het tegendeel uit de oude Keuren en Gewoonten bleek; te zeggen, dat, by de Unie. toen men nog om geene Ooft- of Wcftindifche Maatfchappye dagt, bezwoo- ren was, dat Regenten geene Bewindheb- bers dier Maatfchappyen zouden mogen zyn, bewees zo veel onkunde en domheid, als bezwaarlyk onderfteld mögt worden te können vallen in luiden , die leezen en fchryven geleerd hadden. Maar de kwaad- aarrigheid van den Opfteller ftak niet min- der door, in het gantfche fchrift. 'c Bleek klaarlyk, dat men de Regenten zogt te doen ontzetten van ampten, waarvan de klem der Regeeringe , gedeeltelyk , plagt af te hangen, en dat men hun ook zulken, waar- aan eenig voordeel vaft was , misgunde. Men beoogde hen , door vinnig dreigen , wars te rnaaken van 't bewind, onder dek- fel van den Stadhouder, den Prins van O- raije, grootte rnaaken; op wiens verdere Verheffing fommigen zo zeer gefield fchee- nen, dat zy eikanderen , ten deezen zelf- den tyde, zo te Amfterdam als elders , briefjes in de hand (laken, behelzende eene vermaaning om zyne Hoogheid, door de Ma- gißraaten van de Steden , met alle beleefd- heid. |
|||||
^
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 377
beid, tot Graaf van Holland te doen ver- jtf™.
klaar en (0). Burgemeefteren, niet onkundig van het De Re-
woelen van eenigen, om onrufl te verwek-geering ken onder de ingezetenen, hadden dienftigP^gt gevonden, den raad van zyne Hoogheid™lemet hierover in te neemen, en ten dien einde,Hoog- aan de Afgevaardigden der Stad ter Ver- heid gaderinge van Holland gefchreeven ; van °y^r hst welken zy een antwoord ontvingen, welk, ^ e^e_ den vierentwintigflen, in de Vroedfchap, meente, geleezen wérdt, en aldus luidde ï D'efe foo verre gefchreven fynde, hebben wy
ontfangen U Ed, Gr. Agtb mijfive ons door den Bode Brugman over gebragt, met dewelcke <wy ons aenßonds by fyne Hoogheid hebben ver- voegt , en desjelfs hoog-wyfen raed en hulpe verfogt; dog geen anderen uytflag bekomen, als dat hoogßgemelte fyn Hoogheyd wel kan beJeff en het inreparabel quacd dat uyt vorder voortgang van een nioetwillige Gemeynte Jou- de können ontßaen; maer dat by egter van ad* vys was, dat het Jelve met auctoriteyt of ge- weld niet te ßuyten Joude Jyn; en daerom beß Joude wejen met de hoof den van de onver genoeg- ■ de Borgery te accorderen, bet fy uytter hand ofte met interpofitie van Jyn Hoogheyds per* Joon; en dat men by onfekerheyd van de Auc- teurs de Jelve by publicatie daer toe Joude kön- nen inviteren. Wy füllen fien 'of ix>yr, onver- vanckelik uwer Ed, Gr. Agtb. beter advys , een Concept op papier können brengen, om U Ed. Gr. Agtb. te communiceren, fonder ons egter in
(«) Vadenl. Hift. XIV. Dedt hl. 211,
Aa 5
|
||||
378 AMSTERDAMS II. Deei;
1672. 'wte taten 'm het ëene WJ met gfdienfiig refi
pett U Ed. Gr. Agtb. privativelik aenbevolen /uilen laten. P. S.
Syn Hoogheyd was mede van advys, dat de
fake door geen befendinge van Staet te regten
finde fyn; en füllen wy dien - volgende de pre-
poßtie daer van ter Vergadering excuferen.
Men be- De Vroedfchap, den raad van den Prin-
fluit fe-Stadhouder overwoogen hebbende, be-
vooftr-.. floot, op den voorflag van Burgemeefteren,
te zitten » dat men' dewy] de zaak niet fterkdronS»
* „ en alles nog in tamelyke ruften ftikewa- re, vooreerft, hieromtrent niets vaftftel-
," len of by der hand neemen zou (p)" De Vergadering der Staaten van Holland y™Ge? den zevenentwintigften ftaandete fcheiden, commit- zo werdt, des daags te vooren, door de Ge- teerde committeerde Raaden , voorgedraagen, dat Raaden, v00raf een middel behoorde bedagt te wor- lfneder den, tegen de onruft en beweeging onder de bewee- Burgery en Gemeente in de Steden. Men gingen verzogt hun, dat zy zig, omtrent zulk een in <|e middel, verklaaren wilden. Zy gaven te Steden. verftaan ^ <}at zy maar twee middelen te- „ denken konden, of het middel van dwang „ en regtsoefening, of het middel van over- , reding. Dat het gebruik van het dwang- " middelongeraadenwas, zyndehetkrygs- „ volk, waarvan men zig zou moeten be- " dienen, niet fterk genoeg, en ook met den vyand belemmerd op de grenzen, en de Regtbanken ontbloot van den ver- |
||||||||||
5>
|
||||||||||
„ ei-
(p) Refol. Viocdfch. L*. H. 24 duS> »«7*»/• i6*'
|
||||||||||
i
|
||||||||||
XIX.BoEK. Geschiedenissen. 379
„ eifchten klem en ontzag , en geen van I0*w
„ beide beftand tegen eene gewapende en ,, hollende Gerneente, behalve dat ook „ ongeraaden ware, het overig gezag van „ den Stadhouder en van de Regenten in 1, de waagfchaal te ftellen. Dat het hier- om meer geraaden fcheen, dat men den zagtften weg van overredinge infloege ,.... |
||||||||||||||||
5»
S» |
en den Prins-Stadhouder verzogt, om de
Gemeente, door allerlei middelen, beter |
|||||||||||||||
te onderregten, en, het goed gevoelen,
„ welk zy van haare Overheid behoort te „ hebben, te herftellen: en, zo zulks niet „ gelukken wilde,de Regenten,of eenigen ^, derzelven, op de allerbeleefdfle wyze, „ over te haaien , om zig, vrywilliglykien „ buiten benadeelihg van der Steden Pri* „ vilegien, en van hunnen goeden naam en „ faam,te ontdaan van deRegeeringe. Dat -„hierop, flaande de Vergaderinge , op |
||||||||||||||||
i»
5* |
infcbryvinge, behoorde beflooten te wor- . .
den, met behoudenis van de vryheid van - |
|||||||||||||||
affchryvinge voor deLedeh; zullende de
magtiging van zyne Hoogheid van kragt „ blyven, ten opzigte van de Leden, die „ bewilligden; en die niet bewilligden, hun- „ ne.eigene middelen moeten gebruiken, „ tot ftilling der beweegingen (#)." De Afgevaardigden van Amiterdam,zigAmfter-
verlegen vindende, om in eene zaak van zo Jam be- veel gewigt, zonder uitdrukkelyken laft van willigt Burgemeefteren en Raaden , te llemmen, ^ voor- vaardigden terftond iemant af, met verzoek, flag. dat
(jj VaUcil. Hift. XIV. Dctl, U*lt&
|
||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||
380 AMSTERDAMS EL Deel.
1672. dat de Raad hierop, zonder uitiïelj verga-
derd mögt worden; gelyk nog dien zelfden avond na tien uuren gefchiedde. Men be- floot, na eenig beraad, den voörflag der Gecommitteerde Raaden, zo als dezelve lag, te omhelzen. Men vondt nogtans g§- raaden, dit befluit, voor eerfl, geheim te De Staa- houden (r). De Staaten, den raad van zy- ten ins- nen Hoogheid hebbende ingenomen , na- gelyks. men ^ ften zevenentwintigften , diergelyk befluit, op infchryvens binnen agt dagen. Men beruftte te Amfterdam in het befluit der Staaten; vondt geraadennietaftefchry» ven, maar der misnoegde Burgerye vryheid telaaten, om haare klagten, zozydezel- ven hieldt gegrond te zyn, te doen aan zy- ne Hoogheid (j). De Re- OndertmTchen, bleef alles hier ter Stede genten m tamelyke ruil; waarom men, nog op den befluken derden September, befloot, het gerultftel- hunne Jen der Gemeente op zyn beloop te laaten, ampten zonc[er eenige nadere vertoogen te doen aan
te ftellen TT P . , -,. ^ , ö , , ter be- zYne Hoogheid (f)- Doch twee dagen laa-
fchei- ter, vondt men geraaden, eene lyft temaa-
denheid ken van alle deregeerende Burgemeefteren
van den en Schepenen, alsmede vandeVroedfchap-
nn e' pen, Oud Burgemeefteren en Oud-Schepe-
nen, en dezelve, met den Secretaris Dirk
Schaap, te zenden aan zyne Hoogheid, met
aanbieding, dat alle de Regenten, op't wel-
behaagen van den Prinfe , alïland wilden
doen
(r) Refol. Vroedfch. Lt. H. 26 Aug. I672. poftdecimam
t/efpettinam. (s) Refol. Vroedfch. £*. H. 30 ^4ug. 167z. f. 275. \t) Refol. Vioedfch. L». H. ) Sept. 167z. ƒ. a&z. |
||||
—- r-^.
|
||||||
\
|
||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 381
doen van de Regeeringe; en met verzoek, ióyaa
dat zyne Hoogheid hieromtrent zulke fchik- king wilde maaken, als hy, tot dienft en ruft van 't gemeene Vaderland en van dee- ze Stad in't byzonder, zou bevinden te be- hooren («). Te vooren, hadt de Oud-Bur-Curge~ gemeefter Andries de Graef reeds in den ^S91 f Raad verzogt, van de Regeering. ontflaa-ver. gen te worden. Doch men hadt verft aan, zoekt, dat de Vroedfchap, behoudens derzelververgeefs, agting, niet bevoegd was, om in zulk een °£tflaa* verzoek te bewilligen (v). worden: De Secretaris Schaap vertrok den zesden Geweld!-.
naar 't Leger by Bodegrave, alwaar zyne ge op- Hoogheid zig bevondt: en op dien zelfden looP, dag, ontftondt 'er, door een flinks geval lIuis van of loos beleid, een gevaarlyk oproer hier den Lui- ter Stede, waar van wy den aanleg en uit- tenant- flag, omflandiglyk, verhaalen moeten. KortA(i™1' na twaalf uuren op den middag, als 't mees- Ruiter. te arbeidsvolk van't werk komt,rotte eene groote menigte van 't flegtfte graauw, vee- Ie vreemde bootsgezellen, en eenige hon- derden van wyven, welker mannen op 's Lands Vloote dienden, van alle kanten, fa- men. De menigte ftreefde, als dol,naar'c huis van den Luitenant-Admiraal de Ruiter, Itaande op den buitenkant van 't Nieuwe- Waals-Eiland, daar een Ruiter te paarde boven de deur uitgehouwen was. In dit huis, bevonden zig, ten deezen tyde, des Admiraals Huisvrouw, eene Dogter,diezy by
(u) Refol. Vroedfch. Lr, H. j Sept. 167z- ƒ. 28ï.
(vj Refol. Vioedfch. L*. H. 3 Sejrt, 167z. ƒ. itz. |
||||||
«Sa AMSTERDAMS II. ÖEEt*
4072. by hem hadt, eene Nigt en twee dienst-
maagden . zonder eenig manvolk* Ten eeri uure, was *'er nog geene de minfte bewee- ging voor 't huis; doch een oogenblik daar- na , kwam het graauw, van alle kanten, iti zo grooten getale, toefchieten , dat men , voor en ter wederzydevan het huis,fcheen o te können gaan over de hoofden. Men mom- wórdt pelde en fchreenwde, dat men 't huis £ott
met pion- pionderen. Mevrouw de Ruiter, zulks yer- dering neemende, ontboodt den Heer WeJJelSmid, gedreigd. een voornaam Koopman en Kapitein eenei? Burger-Compagnie, die flegts een huis of twee verder naar de Kaikmarkt toe woonde, en wiens dogter met haaren voorzoon, Jon- ker Joan van Gelder,gehuwd was, ten haa- ren huize, om haar met raad en hulpe te dienen. Hy,opzyneftoep getreden,vraag- de aan 't volk , wat 'er gaans ware ? Men antwoordde, onbefchoftelyk, Gy dikke fchelm> kom van de floep; men zul u op zyn Jan de Witts handelen. Maar hy, hierop ftoutelyk op de flraat treedende, dreef hun toe, Heb ik 't verdiend; men handel my dan op zyn 'fan de Witts. Dochtoen begonden hemeenigen te verfchoonen , zeggende, dat zy tegen hem niets hadden, Hy drong dan door, tot aan 't huis van den Admiraal, daar hy Mevrouw de Ruiter zeer verlegen vondt. Zy fprak van deur en venfters te willen fluiten. Doch hy verftondt, dat men, met zulk eene ver- tooning. van vreeze , het graauw veeleer tergen of aanlokken zou, enriedt,deur en venfters open te zetten, goed gelaat te too- nen, en 't volk goede woorden te geeven, om
|
||||||
' I
|
||||||
XIX, Boek. Geschiedenissen. 3S3
om tyd te winnen. Daarna begaf hy zig 1672.
naar 't huis van zynen Vendrig, Nikolaas weiïel Duizend, die 't bedryf der domme menig-Smid,Ka« te verfoeide; met hem overleggende, hoeP^e»* men zyne Compagnie fchutters , die dien^"61" _ dag of 's avonds de wagt hebben, en naarconïpag. de Muiderpoort trekken moeft, beft in de nie, doet wapenen brengen zou. Geene tromflagers zyn beft» by der hand hebbende, alzo deezen zig,0™1: naar 't gebruik van dien tyd, op den DamJ.°llen. onthielden, zondt hy zyne dienftboden door de gantfche wyk, en ten huize van alle zy- ne Schutters, hun beveelende, in hun vol- le geweer, voor 't huis van den Vendrig, die ook hier omtrent woonde, te vergade- ren. Hier liet hy 't vendel in de ftoep zetten, 't welk veel gefchreeuw verwekte onder 't volk. Maar hy gaf te verftaan, dat hy dien dag de wagt hadt, en ten dien einde zyne Compagnie byeenbrengen moeft; 't welk het graauw een weinig tot bedaaren l?ragt. Voorts, zondt hy zynen Luitenant aan Burgemeefteren, om kennis van den oploop te geeven, en byftand van krygs- volk te verzoeken, 't Graauw begon , midlerwyl, fterker aan te dringen op het huis van den Admiraal, zo dat het> eer- lang , alleen fcheen te ontbreeken aan eenen voorganger, die den eerften ftefen wierp. De Heer Smid, zig toen wederom begee- vende naar 't gedreigde huis, vraagde de menigte, waarom zy daar, in zo groot een getale, waren famengetrokken? 't Antwoord was, gy weet het wel. Hy betuigde, <fof'tGra«uf hy 't niet wifl. Toen ging 'er een gefchreeuw bcfchul- op
|
||||||
384 AMSTERDAMS IL Deel*
* - op van veel en tevens, om dat de Admiraal,
7 die fchelm, 's Lands Floot aan de Franfchen 2!g\dc beeft verkogt, en gezogt over te leveren. Eeni- van ver- ge wyven riepen, dat hy de Vloot hadt willen raad. verraaden, en voor ieder van haare arme man- nen een ducaton trekken zou. Anderen fchreeuwden , dat zy hem, V daags te voor en, aan handen en voeten gebonden, in den Haage hadden zien inbrengen. Mevrouw de Ruiter, verbaasd over de boosheid van zulk een logen, zeide tegen den Heer Smid, hos kan dit zyn? Ik heb, nog deezen dag, een brief van myn man ontvangen, die gifteren gefchree- ven is, en waarin hy meldt, dar hy met 's Lands Vloot den vyand, eerlang, weer hoopte te gaan opzoeken. Smid verzogt, dien brief aan 't graauw te mogen vertoonen , om terwyl dezelve gelezen en overwoogen werdt, tyd - te winnen, en orde te Hellen tot het beko- men van hulpe. Zyn raad werdt gevolgd. Hy vraagde, of 'er iemant onder den hoop wa- re , die des Admiraals hand kende ? Eenigen riepen, dat zy 't zig toevertrouwden. Leeft dan, zeide Smid, dien brief, en gy zult be- vinden, dat het zeggen van des Admiraals ge- vangenis louter verdigt is. Uit het leezen van den brief, ontftondt eenige twift Som- migen, die de Ruiters hand kenden, zei- den , V zyn fchelmen, die den Admiraal dit margeeven. Ondertuflehen, hadt men ruim een half uur tyds gewonnen. Twaalf of veertien gewapende burgers waren reeds voor 't huis van den Vendrig byeengeko- men, toen de Heer Smid zyne gantfche Com- pagnie, die men, in de wandeling, de mlde |
||||
XIX. Boek. Geschiedenissen. 385
Ieren noemde, in haar volle geweer, over 1672,
de brug by de Weftindifche pakhuizen zag aantrekker. Eenigen riepen waar toe dit volk? Daar Smid op antwoordde, Ik hebte nagt de wagt aan de Muiderpoort, daar de Franjehen, veelligt, den eerflen aanval zul' len doen. Ik wil hierom, met myne Compag- nie , die zeer flerk is, by tyds, op de wagt zyn. OndertufTchen , van 't huis aftreedende, Helde hy, met zyn' Vendrig, Serjanten en andere Officiers, orde om geweld met ge- weld te keeren. Hy liet de nieuwe Schip-, persftraat, die niet ver van 't huis was, be- zetten door drie gelederen Muskettiers, on- der bevel van eenen Serjant, dien hy laffc gaf, om 'er onder te fchieten , indien 't graauw wilde doorbreeken. Met de overige 'tGraauw manfehap, meer dan tweehonderd flerk, wordt trok hy naar 't huis des Admiraals, dry- 7a** yoor vende het graauw, met rottingflagen, van tles Aj. daar, tot voor zyn eigen huis, zonder het miraals verder te können krygen. Hierop gaf hy verdreo* bevel, dat zyne burgers zig gereed zouden ven' maaken; en als 't graauw nergens naar fcheen te luifleren, geboodt hy den Muskettieren aan te leggen, en den Piekenieren de pieken te vellen. Toen ging 'er een yöelyk ge- fchreeuwop,onder den woeften hoop. Doch de burgery tradt 'er op in, en dreef de me- . nigte, met den rotting en met de gevelde pie- ken , die fommigen op de borfl ftieten, tot een fluk wegs voorby 't huis des Admiraals. Juift op dit oogenblik, kwam een tjalk of kleine uitlegger, die zes (lukken gefchuts aan boord hadt, regt voor 't huis leggen, ^y, SlüKs Bb dm |
|||||
\
|
|||||
N
|
|||||
386 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. daar hy, ter oorzaake der groote menigte
vanfchuiten met volk, herwaardsgevoerd, om dit geweld te aanfchouwen, niet wel voorby kon. Smid riep den Kapitein toe, of hy niet genegen ware den Admiraal dienfl te doen, en deszelfs huis, tegen het raazende graauw, te helpen befchermen ? De Kapitein toonde zig bereid, naaide, op Smids ver- zoek , zyn gefchut te boord, en deedt het met fcbroot laaden. Groote verbaasdheid veroorzaakte dit onder't volk, dat zelf niet wift, door wien 't gaande geworden was, en geenen aanleider gehad hadt, om in tyds aan te vallen. In deezen ftand der dingen , kwamen agttien wel gewapende Ruiters , door Burgerneefteren, op verzoek van Smids Luitenant, derwaards gezonden, 'op 't Eiland aanrennen, met zo veel vaart, dat zy honderden van 't graauw in 't water gedreeven zouden hebben , zo Smid hun niet te gemoet getreden ware, en verzogt hadt zig in 't gelid te willen ftellen, en zag- De op- ter te ryden. Dus kwamenze by de gewa- roer. pende burgers, die toen, nevens de Rui- geftild, ters» aandrongen op de moedwilligen, de- zonde/ zelven voortdryvende tot aan de nieuwe bloed- Bantammerftraat; daar de Kapitein Cornelis ftoning. Röcf)i Oud-Schepen en Raad, met een ge- deelte van zyn vendel,den Heere Smid en den Ruiteren, ter goeder uure, te hulpe kwam. Voorts, fchooten, wat laater , en toen 't graauw reeds afweek, nog vier der naafte Compagnien burgers toe. Men vondt geraaden, de vier bruggen van 't Eiland elk met eene Compagnie burgers te bezet- * * ■ " ten«
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 387
ten. Al 't graauw moefl toen het Eiland i6j£,
verlaaten, en elk liep zyns wegs. Smid, op 't Eiland niet meer te doen vindende, trok naar zyne wagtplaats aan de Muider- poort. Maar 't Eiland werd dien nagt be- waakt, door de vier Compagnien, dielaatft waren aangekomen, en men liet 'er niemanc op, dan dia men wift dat 'er woonde, 's Anderendaags, kwam 'er wederom eenig gemeen volk voor 't huis des Admiraals ; doch men las hun eenen zyner brieven voor, meldende de plaats, waar hy zig toen met de Vloot in goeden ftaat bevondt; waarop zy wel haaft verfchooiden. Doch.de uit- legger bleef, nog wel vier of vyf dagen, voor de deur leggen. De beroerte hadt eg- ter hier geen verder gevolg, en was, door kloekhertigheid en beleid, gefluit, zonder een droppel bloeds te vergieten. De Rui- ter, op de Vloot kennis krygende van 't gene omtrent zyn huis te Amfterdam voor- gevallen ware, vondt geraaden, *vryehoe- *fauve~ de te verzoeken van zyne Hoogheid, by ee- garde. * nen brief, die den elfden September ge- dagtekend was. Doch de Prins hadtze hem, op 't verzoek van andere vrienden, reeds twee dagen te vooren, verleend. Hy liep cgter, in dit zelfde najaar, hier ter Stede, nog gevaar van 't leeven. Op eenen mor- De Rui- gen , den dag wordt niet genoemd, kwam ter loopt, een onbekend man tenzynen huize aanklop -i!? zyn pen; en toen hem opengedaan was, metf^" een groot mes en een bol broodsin de hand, vaar'van in 't voorhuis indringen, raauwelyk roepen-'t leeven. èQy waar is Mkhiel de Ruiter? Men vraag- Bb 2, de
»
|
||||
:
|
|||||
388 AMSTERDAMS II. Deel:
de, op geen kwaad verdagt , wat hy be-
geerde? Hy hernam, dat hy Micbiel de Rui- ter wilde fpreeken. De Admiraal, op eene opkamer , ter zyde van 't voorhuis, dit ge- roep hoorende, tradt naar beneden, om te verneemen, wat men hem te zeggen hadt. Maar de ander kreeg hem zo dra niet in 't oog, of hy liep, met het bloote mes, in arren moede, naar hem toe, en zou hem, naar alle waarfchynlykheid, gegriefd heb- ben, zo niet een zyner' dienaaren, denboos- wigt een kleinen ladder, die in 't voorhuis ftondt, op 't lyf of de armen geworpen, en daardoor den Heek verzet hadt. Voorts , werdt hy ten huize uit gedreeven, zonder dat iemant in de gedagten kwam, hem na te loopen, of valt te houden, op dat hy, in hegtenis geraakt, genoodzaakt mögt wor- den te ontdekken, wat hem tot zulk een boos Huk bewoogen hadt. Sedert, deeden de dienaars van den Geweldige en andere Geregtsdienaars veel moeite, om hem, in kroegen en kuffen, op te zoeken en in han- den te krygen. Doch alle moeite was ver- geefs. Ook kon men niet bevroeden, wat deezen menfch tot zulk eene roekelooze daad mögt gedreeven hebben,en of hy 'er, uk eigen beweeging, of door anderen, toe ware aangezet. Wie de ftigter of aanleg- ger geweeftzy van de beroerte, die, eenige weeken te vooren , voor 't huis van den Admiraal verwekt was, heeft men, insge- lyks, nimmer met zekerheid können ver- neemen. Men hadt wel fterk vermoeden op fommigen; doch dit vermoeden hadt * geen!
|
|||||
I
|
|||||
XIX.Boek. GeschieDeniss»n. 389
geen' grond genoeg, om hen geregtelyk te 1672.
befchuldigen. Zeker is 't, dat iemant, daar- omtrent woonende, terwyl de burgers van Smids Compagnie vergaderden , naar de- zelven toetradt, en,zig gelaatendenergens van te weeten, den Kapitein vraagde, wat het volk begeerde ? En als deeze hem onder- regt hadt, wat 'er gaans ware, antwoord- de hy, Ik ben zo even by een Heer geweefl, die by dit volk , met een enkel woord, meer zou vermoogen, dan gy met al uwe burgers. Ook werdt te meer geloofd, dat de beroerte mee voordagt verwekt was, om dat Mevrouw de Ruiter, drie dagen te vooren, eenen brief ontvangen hadt van haar mans voor- dogter, de Huisvrouw van den Kapitein jfoan de IVitt, uit Rotterdam gefchreeven, meldende, hoe daar't gerügt liep, dathaars Vaders huis te Amfterdamgeplonderd was, ofgeplonderd ftondt te worden; hebbende de ondervinding meermaalen en ook hier ter Stede geleerd, dat zulke gerügten uit vaft- gefielde voorneemens ontftonden, en zekere voorboden van onverwagte gebeurteniffen waren (w). Maar 's daags na den oploop voor 't huis Eenige
van den Admiraal de Ruiter,op Woensdagbur8eJs den zevenden September, zynde den ge-J^p Jj, woonlyken Maandelykfchen bededag, ont- Doele. ftondt 'er eene andere beweeging in de Staa, die klaarlyk aangelegd was op het bevorde- ren van verandering in de Regeering. Eeni. ge
(w) G. Bbandt Leven van c?e Ruiter, bl, 740-74;, 761.
Bb 3
|
|||||
390 AMSTERDAMS IL Deei.
1672. ge burgers verzogten veelen hunner mede-
,burgeren, by gedrukte briefjes, tegen den avond van dien dag, op de Kloveniers Doe- le in de nieuwe Doeleftraat te willen byeen komen. Negentig of honderd perfoonen, meefl Handwerkslieden, verfcheenen hier, tegen den befremden tyd, en waren naauw- lyks byeen, of de deur van 't vertrek werdt geflooten, en voorgeflaagen, of de Burger- pligt, in deezen zorgelyken tyd, niet vor- derde, dat men zyn werk maakte, om her- Helling te verkrygen in de oude Privilegien en Vryheden. Terwyl hier over gefproken werdt, vondt iemant, geiyk als by toeval, onder een floelkuffen, in een verzegeld pak- je, een groote menigte afdrukfels van een Verzoekfchrift, uit den naam der Burgerye en Schutterye van Amfterdam, gerigt aan Burgeme etteren en Raaden, en aan myne j^e" Heeren van den Geregte. Gerrit Klaaszoon daar een &"*** Scheepstimmerman, een derafdruk- Ver- felen opvattende, klom op de tafel, en las zoek- het Verzoekfchrift, welk uit twaalf Arti- fchrift, kelen beftondt, die hierop uitkwamen : twaalf » x' ^at a^e ver^aSte Regenten zig mog-
Arcike- »> ten ontllaan van hunne Ampten, en dat
len be- „ andere bekwaame Perfoonen, Leden van
ftaande. ?) den Gereformeerden Godsdienft, naar
„ den inhoud der Privilegien, in derzelver
9, plaats, mogten worden aangefteld, alzo
„ de Burgers, onder de tegenwoordige Re-
„ geering deezer Stad, zigongeruftbevon-
„ den. 2. Dat de Burgers herfteld werden
„ in derzelver Privilegien en Voorregten.
„ 3. Dat geene Magiftraatsperfoonen, tot
s, Se-
|
|||||
' \
|
|||||
XIOoek. Geschiedenissen. 391
„ SecretariiTen ingeilooten, Leden mogten ifa%m
„ zyn van den Krygsraad. 4. Dat ieder „ Regement zyn eigen Colonel hebben j, mögt, die, door den Krygsraad, uit de „ byzondere Regementen, zou moeten ge- „ kooren worden. 5. Dat niemant dan de j, Colonellen , te beginnen met den oud- „ ften, in den Krygsraad zou mogen voor- „ zitten, voorflagen doen en de befluiten » opmaakenjdat zy den Krygsraad zouden „ mogen vergaderen , zo dikwils als zy „ goedvonden, en dat de Krygsraad zynen 3, byzonderen Secretaris hebben zou. 6. Dat „ niemant tot Kapitein, Luitenant, Vendrig „ of Serjant zou mógen verkooren worden, „ dan die te vooren als Adelborft gewaakt s, hadt, om dus deBurgery te doen regee- „ ren door bekwaame Officieren, die, ne- 3, vens de Regenten, verpligt waren te zor- „ gen voor den welftand der Stad, op dat 3, dezelve niet buiten hunne kennis in de „ handen van een tirannifch volk mögt wor- „ den overgeleverd, gelyk de nabuuren nu, „ tot hun uiterfte bederf, ondervonden. 7. „ Dat, tot voorkoming van zulk een'ramp, „ de Stads-Artillerymeefters uit de Leden 3, van den Krygsraad zouden moeten ver- 3, kooren worden. 8. Dat de fleutels der „ Stad altoos, gelyk tegenwoordig, door „ de Officiers der Burger wagt, op het Stad- 3, huis, zouden moeten bewaard worden. „ 9. Dat alle de bedieningen, omtrent den 3, Krygsraad open vallende, door den Krygs- „ raad, zouden moeten begeven worden: 3, ook de drie Doelen, als der Schutterye Bb 4 „ toe-
|
||||
392 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. s' toebehoorende. 10. Dat Burgemeefteren
„ zig zouden moeten verpligten, om geene „ ampten noch bedieningen te geeven dan „ aan zulken, die zes jaaren burger geweeft, „ en binnen éeQze Stad, of ten minite „ binnen Holland enWeftiriesland, geboo- „ ren waren. 11. Dat de Collegien van „ Schepenen, CommiffarifTen en Secreta- „ rillen mogten worden gezuiverd, en dat „ geen Burgemeefter het Schoutsampt voor- „ taan meer bedienen mögt. 12. Dat de „ Gilden in derzelver Privilegien gehand- ,, haafd 5 de Gildekeuren uitgevoerd , en „ alle flraat- enlandloopers geweerd mog- „ ten worden. De verzoekers beloofden , 9i ten befluite, goed en bloed voor den Staat, j, de Stad en den Heere Prinfe van Oranje „ te zullen opzetten, wanneer in deezepun- „ ten bewilligd werdt (x)" 't Verzoekfchrift gelezen zynde, werdt
'er gevraagd, of 't niet wel ingeßeld ware ? en of de Burgery niet in haare Privilegien wil' de gehandhaafd worden? 't welk van de me- nigte met ja werdt beantwoord. Men bragt hierop een Gefchrift te voorfchyn, waarby dit laatfte alleenlyk begeerd werdt. De mees- ten tekenden dit Gefchrift. Doch eenigen, die't in beraad namen, liepen gevaar van mishandeld te worden, en raakten niet dan met moeite van de kamer af. Men benoem- de vier Perfoonen , Do£tor Abraham van Poot, den Apotheker Jacob Dankerts, Da- niel Smout en Arnout van der Wayen , om 't
(*•) zie Valkenier I. £>«/, Syl, Bf. 69, tl. ua. |
||||
X1X.Boek. Geschiedenissen. 393
't Verzoekfchrift, ten volgenden dage,aan 15-2."
Burgemeeileren over te leveren (y). Ook waren zy, en Doftor van Poot in 't byzon- der, de voornaamfle dry vers geweeft, onder de vergaderden in de Doele. Maar eer wy den uitllag van deezen han- Aanmer-
del verhaalen, zal 't niet ondienftig zyn, kingen dat wy hier twee of drie aanmerkingen maa- ?v.et d,eu ken, over het oogmerk en den inhoud van vln°dit het ontworpen Verzoekfchrift. Ver- 1. Het blykbaar groot oogmerk van hetzoek-
zelve was, gewiffelyk, verandering te we-fchrift'
ge te brengen in de Regeeringe der Stad.
Men befpeurt dit, onder anderen, uit het
eerfle en elfde Artikel, 't Bleek ook uit een Vinnig
vinnig fchimpfchrift, welk, omtrent deezen J^™?*
tyd, geftrooid, en waarin eenigen der ver- ^J^
dagte Regenten met naame genoemd wer- eenige
den. Het luidde woordelyk als volgt: Regen-
ten. Aen de E. Heeren Burgemeesteren
en ses en dartigh raade der stadt Amsterdam. TT/f« iffer foo ongevoelyckofte moetwillens hünt
W die niet en kan fien, de grouwelycke en- de verdoemde verraderye die ons lieve vaderlant fyn gebrouwe ende overgekome , van diergelycke Tierannye men niet geboort noch geleefen Joo lan- ge de weerelt heeft geflaen, waer in ghy de mees- mie part fufpecl en fchuldigh fyt, helpende fmee- de die verdoemde faamefweringe van het eeuwigh ediêï, ende a&ens van feclufie ende gearheydt aan die
fy) VALK.ENIEB , I. Deel, hl. 7Sq,
Bb5
|
||||
394 Ä M S T ERDAMS IL Deel;
die gr ouwels cke ver r adery e van de witte loeve~
fteynfche factie, alleen uyt eygen regeerfucht enge~ not van de Soeveryniteyt, Joe kende het loffelycke Huys van Oranje ende Na (Jouw tot de grondt uyt te roeyen ende ons en onfe kinderen tot ßaeve en Contrahutarijfen van Vranckryck te maacken , fynde liever frans als prins fiet nu eens aan in hoe beweenlycke gedeformeerde fiaat gby liedens de Religie jFufiilie militie politie neevens definantie hebt gebracht door UE boofe Regeeringb bet fchip van het vaderlant foo grouwelyx moetwil« lens voor de wint hsbt chen verfyle , ende noch fien wy daaglyckx dat gby liedens daar en booven alle pracktyck aanwent om in de Reegeringe te blyven, ende volgens den vercoop noch alles over te keveren ofte laaten verhoren gaan » foo feggen wy äie een ongelooffelycke getal fyn UE. aan alle die aan dit grouwelyck ver raat by de gemeente fufpeel fyt f waar van eenige hier onder gefpeci- ficeert dat gby aanflonts U ampt ende bedieninge nederleyt ende Heere Prince van Oranje fonder uytfiel verfoeckt om fyn reyfe herwaarts te willen verbaafiigen op dat andere beguaame patriotten en by de gemeente niet fu/peel mogen geeligeert worden tot gerufl'tgheydt van het gemeene beft en~ de per faut e van dien foo protefieere hier meede alle voor de gantfche weerelt dat fy fchuldig fül- len fyn aan het bloet ende aan alle onheylen die U mochte overkoomen door de reetvaardige wraack der getergde gemeente, dit doende &c. Hendnck hooft Hans bontemantel
Jan van der Poll Roeter Ernft
Lambert Reynft Jacob Jacobz hinloopen
Nicolaes Pancras joan Corver
Joan blaeuw Pieter Schaap
andries de graaff Joan Huift
CornelisvanVlooswyck Willem backer Nicolaes van Loon Cornelis Rogh.
Doch
|
|||||||
•Y-
|
|||||||
t
|
|||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 395
Doch onder deeze zogenaamde verdagte 1672.
Regenten, waren'er veelen, die, indeezen hagchelyken tyd, in de zwaarwigtigfte Com- miffien, tot welftand van Stad en Land, ge- bruikt geweefl waren; gelyk men, zelfs uit het voorgaande gedeelte deezer gefchiede- niffe, heeft können zien; en geenen, waar- van in 't allerminfte blykt, dat zy niet fterk geyverd hadden, tegen het voorgeilaagen verdrag met Frankryk, en tot beveiliging en verzekering der Stad tegen vyandelyke onderneemingen. Zy, die deeze Regenten verdagt hielden, noemen zig een ongelooflyk getal Doch wy hebben boven (3) gezien, dat de vergaderden op deDoele naauwlyks honderd haaien konden, onder welken 'er, zekerlyk, waren, die 't Verzoekfchrift niet getekend hadden. Ook werdt'er, weinige da- gen laater, een lomp fchimpfchrift verfpreid, • door de Stad, waarin voorgegeven werdt, dat de voorftanders van het Verzoekfchrift naauwlyks-eenagtfte gedeelte van de Burge- rye uitmaakten. Het luidde, van woord tot woord, aldus: Antwoort op 't Canaille-requêft, Lomp
ingegeven door vier van hare fchimp- Belhamels aen de Magiftraet |j™ defer Stede Amfterdam, op den het Ver- 8 September 1672. zoek- fchrift
De raifonable Gemeente, beßaande in Lu ^^'
theranen, Catholyken , Remonßranten en be- ßheydene Gereformeerden , uitmakende J van ds
(/*) BUdi, 350.
|
||||
S96 AMSTERDAMS II.Deel.'
de gewapende Burgerye, ingefien hebbendeden
' feditieufen eyfch van de Canailleufe Requirant ten, wert verfiaen dat aengaende de Magi- firaet ofte Burgemeefleren geen andere verkie- finge fal werden gedaen, als ontrent onfe Lie- ven Vrouwen dagh naeflkomende, volgens het Privilegie de/er Stede gegeven by ti L. M. Albrecht , Grave van Hollant den 16 febr. 1299 (2): en wort oock verfiaen geen andere als de f e tegenwoordige Regeeringe volgens cos- tume en Privilegien behoren te gebootfaamen, alfchoon die van den Canaille Stadhouder felve mierde gefielt, want hy fyn eer ende eedt ver- acht hebbende , heeft fich als Mas Aniello canailleus op laten werpen, om onfe Privilegien fo licht ah fyn eedt te verbreecken, en met de voet te treden: dcrhahen wert de Requiranten haer eyfch ontfeyt. Släum Amfierdam den 10 ' September 1672.
Prefent. ut fupra
Was getekent
Privilegium Privilegiorum.
teadvoueert van 'f gros der gefamentlycke
Doopsgefinden, exemt den blauwcnburg-
walfen Steyl-oor, 'tfamen\der Burgerye.
getekent ut fupra.
Lager ftond.
Hantvestius van Willekeur.
Doch
(2) Het Privilegie, waarop hier gezien wordt, is
nipt van den zeftienden February , maar van den' zeftienden January des jaars 1399 [1400]. Zie IL Deel, U. Boek, bi. 185. |
||||
XIX. Boek. Geschiedenissen. 397
Doch op de waarheid van 't gene, in zul- \ 1672*
ke fchimpfchriften, die door enkele perfoo- nen van de eene en de andere zyde, kön- nen gefchreeven en verfpreid worden, voor- gegeven wordt, is luttel ftaats te maaken. Het klein getal dei^ vergaderden op deDoe- le bewyft genoegzaam, dat het 'er wel ver- re van af was, dat de verandering der Re- geeringe, door de meefte en voornaamfle Burgers, zou begeerd geweeft zyn. Ook was zulk een klein en onaanzienlyk getal t'eenemaal onbevoegd, om Regenten, die nooit wettiglyk befchuldigd waren van wan- gedrag, voor verdagt te verklaaren. Maar, gelyk eenige tydgenooten hebben aange- merkt , men beleefde nu booze tyden, in welke donfchuldigßen dikwils d'ongelukkigflen werden, en de befien 't boofle loon ontfingen (a). 2. In 't Verzoekfchrift werdt, wyders ,
begeerd „ datgeeneMagiftraats-perfoonen „ Leden van den Krygsraad waren; dat de „ Colonellen alleen in den Krygsraad zou- „ den voorzitten; en dat alle de bedienin- „ gen, omtrent den Krygsraad vqorvallen- „ de, door den Krygsraad, zouden moeten „ vervuld worden;" dingen allen, die niet alleenlyk regelregt ftrekten, om een voor- naam gedeelte van den klem van 't bewind, welk in 't gezag over de gewapende Burge- rye gelegen is, Burgemeefteren en Regeer- derenuitde handen te wringen; maar die ook, meerendeels, vierkant aanliepen tegen de aloude gewoonte, en tegen menigvuldi- ge (4) G. Brandt Leren van de Ruiter, bl, 7«*.
|
||||
398 AMSTERDAMS II. Deel.
ge Keuren, van tyd tot tyd gemaakt en be-
' kragtigd: 't welk wy voorhebben , in onze verhandeling over de natuur en herkomft der Schutteryen en Burgervendelen, om- ftandiglyk, te bewyzen. Hier merken wy alleenlyk aan, dat deeze volflrektelyk de cerfte reis was, dat de Burgery of een ge- deelte derzelve begeerd hadt, dat Magi- „ ftraats ■ perfoonen geene Leden waren van , den Krygsraad. Zo lang de Stad Schutte- ryen en Burgervendelen gehad had , was regt het tegendeel in gebruik geweeft. Bur- gemeeflers waren dikwils Colonellen;Sche- pens en Raaden ook Kapiteinen geweeft: zo dat de opftellers van het Verzoekfchrift, of zy, die hun dit verzoek hadden ingegeven, hoe groote voorftanders en heriiellers der Privilegien zy ook wilden geagt worden te • zyn $ blykbaarlyk toeleiden op het krenken van het gene, by oude, welherbragte en tot hiertoe ongekrenkte Gewoonten, heil- zaam bevonden was, tot behoudenis van de ruft en welvaart der Stad. 3. In 't Verzoekfchrift, worden, wyders,
den Burgeren voorregten toegefchreeven, die zy nimmer gehad hadden, en, onder anderen, den eigendom der drie Doelen, die wel, oudtyds, door de drie Schutteryen, welken eene foort van Gilden of Broeder- ichappen waren, bezeten waren geweeft; doch van welke Broederfchappen,delaate- re opgeregte Burger-Compagnien t'eenemaal onderfcheiden waren, fchoon deezen, inzon- derheid na het te niet loopen der oude Schut- teryen, ook Schutteryen genoemd werden: |
||||||
1
|
||||||
*-
|
||||||
XIX. Boek. Geschiedenissen. 399
al 't welke wy, in de verhandeling der Schut- t&fi$
teryen, klaarlyk bewyzen zullen.
't Verzoekfchrift dan zo merkelyke on- Da voor-
geryradheden behelzende, was het niet™^ vreemd, dat het,gelyk fommigen aanteke- van »t nen, niet ingeleverd werdt. De visr Per- ver- foonen, benoemd tot de inleveringe, wer- zoek- den, den volgenden dag, zynde den ^{JAJÏ flen September, door eenige tekenaars ,ajleea overgehaald, orn het Verzoekfchrift te ver-monde- branden, en 't voornaamfte van den inhoud Hng aan van het zelve alleen mondeling voor te draa- ago- gen aan Burgemeefteren. Zy kreegen vrien- ^voor- delyk befcheid. Burgemeefteren verklaar-gedraa- den, te willen letten op 't gene zy hadden gen. voorgedraagen, 't welk op een algemeen verzoek om herfteliinginde voorregtender Burgerye uitgekomen was. Zy deeden hiervan verilag aan de vergaderden op de Doele, en werden voor hunne moeite be- dankt. Maar hierby bleef het niet De dry- vers van dit werk , Do&or Abraham van Poot, Jan van Bruynenburg, Elias Nokt en Henrik van Poot, Broeder van den Dó&or, die in fommige fchriften van deezen tyd fchynen voor te komen, als de vier benoem- den om het verzoek der Burgerye aan Bur- gemeefteren voor te draagen,yverden,ter- ftond hierna, om de zeftig Burger-Compag- nien te beweegen, om twee Gecommitteer- den uit elke Compagnie te benoemen, die de belangen der Burgeren aan zyne Hoog- heid, den Prinfe van Oranje, zouden voor- houden. Zelfs tekenden zy een gefchrift, hiertoe ftrekkende: 't welk, nog dien zelf- de |
|||||||
/
|
|||||||
400 AMSTERDAMS ILDeelJ
1672. den avond » door Gerrit Klaaszoon Fruit,
Jacob Luikewaal en Gerrit Meindertszoon,op
de wagten rond gedraagen werdt (b). Doch
ik vind niet, dat deeze toeleg gekikte.
Zyne Ondertuflfchen, hadt zyne Hoogheid tot
Hoog- op den tienden uitgefleld te verklaaren ,
heidont-we|ke Heeren hy van de Regeering ontflaan
c?2e W1^e' Hy deedt het toen, by eenen Brief,
Heeren uit net Leger by Bodegrave afgezonden, die
uit de den elfden in de Vroedfchap gelezen werdt.
Regee- Volgens eene Lyfl, by den Brief gevoegd ,
nn£e* werden ontflaagen de Heeren
Burgemeesteren.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft. Schepenen.
Hans Bontemantel.
M'. Willem Blaen. Mr. Jacob de Graef. R A A D e N.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft. Dr. Johan Blaeu. Hans Bontemantel. ÏNicolaas van Capelle. Mr. Andries de Graef. Mr. Pieter Schaep. Joan Hülft. Mr. Willem Bäcker. OUD-ScHEPENEN,
D'. Roetert Ernft.
Dirk
(fc) VALKENIER I, Detl, hl. j$o, 7JI. Byl, N. is. hl. ists
|
|||||
\
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 4or
Dirk Spiegel. » 1Ó72.
Nicolaas van Waveren.
Mr. Arnoud Hooft. D'. Gerard Bors. In den Brief, werdt verklaard ,, dat dit
M ontflag gefchiedde, in gevolge der Refo- „ lutie van hunne Edele Groot-Mogendhe- „ den van den zevenentwintigften Auguftus „ laatftleeden; en der aanbiedinge van vry- „ willigen afftand van Burgemeefteren en j, Vroedfchappen, in derzelver Refolutie ,, van den vyfden deezer." Ook verklaar- de zyne Hoogheid „ dat de ontflaagen Hee- „ ren, door dit ontflag, geenszins in hunnen s, goeden naam en eere gekrenkt of beua- ,> deeld werden , zullende hy hun, des „ noods, ten allen tyde, zodanige byzonde* „ re befcherming en vrye hoede verleenen, „ als zy zouden können begeeren (£)."Hec ^ ontflaan deezer zeftien Heeren werdt ter- ftond aan de Gemeente bekend gemaakt. Zy kon 'er uit zien, dat niet allen, die te voo- ren getekend waren als verdagt by de Bur- gerye , door den Prinfe - Stadhouder, be- dankt werden. Onder deeze getekenden^ waren 'er wel zeven, te weeten de Heeren Henrik Hooft, Nicolaas Pancras, Cornelis van yiooswyk, Nicolaas van Loon, Jacob Jacobsz, Hinloopen, Joan Corver en Cornelis Rogh (d\ die in de Regeering bleeven: waartegen we- derom mdere zeven Heeren, Willem Élaeuwt . ! (c) Refol. Vtöedfch. Lr. H. il Sept. 167z. f. »98. Z»>
eok^ de Lyft der XXXVI. Raaden v*or de ftandv. op httjaar (d) Zie lri<?r voor, bl, .3,94.
V. Stuk. Cc
|
|||||
c
|
|||||
402, AMSTERDAMS ILDeeU
1672 Jacob de Gnaef, Nkolaas van Capelle, Dirk
Spiegel, Nkolaas van Waveren, ArrmdHooft en Ger ar d Bors bedankt werden, die by de yveraars uit de Burgerye niet verdagt ver- klaard waren. Doch de Prins - Stadhouder hieldt geenen van de ontflaagen Heeren ver- dagt van pligtverzuim. Hy ontfloegze al- leenlyk uit ftaatkundige inzigten, van wel- ker redelykheid en gegrondheid hy zelf goed- vondt te oordeelen. De aan- De twee aanblyvende Burgemeefteren en biyvende de niet ontilaagen Raaden verzogten zyne Regen Hoogheid, ten zelfden dage, by eenen be- ten ver legden brief, die wederom door den Se- dafzyne cretaris Schaap afgezonden werdt, dat het Hoog- hem gelieven mögt de opengevallene plaat- heid de fen der dienende Burgemeefteren, Schepe- openge nen eri Raaden, met andere bekwaame man- pSen nen, te vervullen (*). Terwyl men hierop vervulle. befcheid verwagtte, kwam 'er,den dertien- De ^er- den, een Lyft in 't licht van twee en d«r- gader- tjg perfoonen, die, drie dagen te vooren, denDoPele door de vergaderden in de Doele , be- geeven noemd waren; en uit welken men begeer- ctoartoe de, dat de Prins van Oranje zeftien Perfoo- cene nen tot Vroedfchappen kiezen wilde, zon- iv™?n der dat de goede yveraars fchynen gewee- tiem'i ten, of opgemerkt te hebben, dat 'er niet' licht. meer dan negen Heeren uit de Vroedfchap ontflaagen waren. De Lyft was getekend door Do&or van Poot, die zig al|Secre- taris der Vergaderinge fcheen te laaten ge- bruiken. Zy behelsde de volgende naamen: Lau-
(ff) Refol. Viocdfch. L\ H. Il Stpt, 1072. ƒ. 300*
|
|||||||||
f,
JU' .
|
|||||||||
.-■
|
|||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 403
Laurens Jans?,. Noote. Nkolaes Walléndael. iè>a.
Jacob Winter* , JVyerBeeldfnyder,
Philips Zaal Reynier Lampen.
Cornelis Bäcker. Jan de Kuyer.
Jan Stakelenbeecq. Cornelis van derNooU
Elias Linckenburgh. Adriaen Ackerlack,
Härmen Gerritsz Pot. Jan Snel.
Johannes Pollio. Hendrickde Kempenaer.
Jfack Warnfinck. Härmen Voordy.
Tymenjacobszjoncker.Willem van den Broeck.
Jfack Loeman. Jan van Erpecum.
Pieter Gillisz. van den Dirck Bloem.
Bos. Abraham Atewyn,
JVeJJel Smith. Gillis Wybrants.
Pieter Koek Dircksz. Jan van Klarenbeech
Johan Pyl. Andries- van Berg- Govert Outvorfl. heyck (3).
Onder deeze Perfoonen waren eenigenZy wor-
der hoofden van de vergaderden op de Doe- den des* Ie, die hierdoor zo zeer in de veragdngvan J?se veel en raakten, dat men niet fchroomde, fok $£-" hen te befpotten in openbaare fchimpfehrif- fchimpc. ten, die men voor hunne huizen te koop liet fchreeuwen; 't welk hen zo bedeesd maakte, dat zy 't hoofd naauwJyks terdeu- re
(3) In de Nederduitjcbe Kewdigten , bl. 395.
vindt men eene Lyft van drie en dertig, tendee« le dezelfde, doch grootendeels andere naamen , waaruit de vergaderden op de KIoveniers-Doele begeerden, dat zyne Hoogheid de Vroedfchapver- kiezen zou. En , veelligt , zyn 'er, in deezen verwarden tyd, verfcheiden' zulke Lyften ontwor« pen, die allen even weinig aanmerking verdien- den* Cc 2
|
||||
404 AMSTERDAMS II. Deeê.
!672 re uit fteeken durfden (ƒ). Ondertuffchen,
' floeg zyne Hoogheid zo weinig agt op dee- ze benoeming, dat hy niet meer dan een' der benoemden in de Regeering fiel de; ge« lyk wy wel haaft zien zullen. Nader Den Secretaris Schaap, op den dertien- verzoek den, verflag van zyne verrigtinge by den der aan- Prinfe gedaan hebbende, vonden deaanbly- biyvende vencje Burgemeefleren en Raaden dienflig, ^nêaeann\hem andermaal af te vaardigen, om uit zy- zyne ne Hoogheid te verneemen „ of de bedank- Hoog. 99 te Heeren zig, voortaan, van alle amp- heid- j, ten en waardigheden zouden moeten ont- „ flaagen rekenen, en als byzondere Per- „ foonen aangemerkt worden ; dan of de „ ontflaagen Burgemeefleren en Raaden den „ rang van Oud-Burgemeefleren en Oud- „ Schepenen zouden bly ven behouden, en in „ die hoedanigheid mogen verfchynen, op de „ verkiezing van Burgemeefleren? Ook of „ niemant hunner, voortaan, eenig Com- „ miflarisfchap in 't een oft ander Collegie „ binnen deeze Stad zou mogen bekleeden, „ of Colonel of Kapitein der Burgeryezyn, „ of zitting behouden in de Collegien ter „ Admiraliteit in Zeeland en in 't Noorder- „ kwartier? Voorts, of de ontflaagen Oud- „ Schepenen,Raaden zynde, ookvanhun- „ ne Raadsplaatfen moeften afftaan , al- „ fchoon zy daarvan niet byzonderlyk ont- 3, flaagen waren? En eindelyk, of Burge- „ meefteren , uit naame van zyne Hoog- „ heid, de bedankte Heeren van hunnen „ eed ontflaan zouden?" De aanblyvende Hee-,
(f) Zit Vaderl. Hift. XIV. Z)«/, bl, zï$, *W»
|
||||
.!•
|
|||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 4©5
Heeren vonden geraaden, hierop, fchrif- i^%. telyk antwoord te verzoeken van den Prin- fe tot hunne geruftheid, alzo eenige aan- zienlyke burgers kwalyk fcheenen te nee- men , dat het ontflag der bedankte Hee- ren, door fommigen, begreepen werdt zig tot alle andere ampten en waardigheden uit te ftrekken. Schaap vertrok dan den veer- tienden naar den Haage (g), daar de Prins zig toen bevondt, en keerde , eerlang, te rug met twee brieven, die den vyfrienden gedagtekend waren. By den eenen , ver, Ant- klaarde zyne Hoogheid „ geen ander 00&'^f „ merk gehad te hebben, dan dat de ont- Prinfet „ flaagen Heeren zig van alle ampten en be- „ dieningen, hun van Stads wege opgedraa- „ gen, zouden moeten ontflaagen agten." Ook gaf hy te kennen „ dat hy met be- vreemding gezien hadt, hoe, in de ge- drukte Copyen van zynen voorigen brief, den naam van den Heer Pieter de Graef niet onder denaamen der ontflaagen Hee- ren gefteld was: 't welk by een misflag moeit toegekomen zyn, zyndezynemee- s» ning geweeil ook deezen te ontflaan van s, de Regeeringe." By den tweeden brief, Die werden de volgende Heeren, door zyne nieuwe Hoogheid, in de plaats der ontflaagenen, ^6^, aangefteld: ftelt. Burgemeesteren.
Coenraed van Beuningen, oud Bur-
gemeefler. (£) Refol. Vioedfck. Lt. H. 13, r+Sept,ii7Z*f. joz, 303.
Cc 3
|
|||||||
*
|
|||||||
4o6 AMSTERDAMS II. DeeC.
J672, Jóhan Hudde.
Schepenen.
Louis Trip.
David de Wilhem. Nanning Kloek. R A A D E N.
r
Nicolaes Opmeer, oud Schepen*
Louis Trip.
Johan Appelman.
Henrick Becker.
Johan Commelyn.
Dirk Blom.
Michiel Tielens.
M'. Gillis Sautyn.
Dr. Gerard Bors.
Coenraed Klenk.
Onder deezen, was de Heer Dirk Blom
de eenige, die door de vergaderden op de
Doele benoemd geweefl was. Dr. Gerard
Bors, die nu in deVroedfchap gefield werdt,
was, te vooren, door zyne Hoogheid, als
Oud-Schepen, ontflaagen geweefl. De nieuw-
lings aangeflelde Heeren werden, terflond ,
in den eed genomen, na dat Burgemeefle-
ren , daartoe door den Raad gemagtigd
zynde , de bedankten hadden aangezeid,
dat zy door zyne Hoogheid van alle amp-
ten en bedieningen ontflaagen waren (h).
Ook werden, eerlang , de Commiffien,
welken fommigen van hun bekleed hadden,
aan andere Heeren opgedraagen (i).
't Groo-
(b) Refol. Vroedfch. L*. H. ij Sept. 167z. ƒ. 3°*» 40«.
(,) Rdoi, Vrocdfch. L*. H. 4 Oct. i6ji, f. 32$ , 327. |
||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 407
't Groote werk van de verandering der ^2:
Regeeringe was hiermede afgedaan, 't Was Misnoe- 'er nogtans wel verre van af, dat het allen gen on- ingezetenen evenzeer behaagd zou hebben. ^e.refo.rn] 't Leedt maar weinige dagen, of men vondt gjf^." een gefchrift aangeplakt aan den Jan-Roo nen over den-poorts-tooren , waarin de ontflaagen deeze Heeren driftiglyk verdedigd werden , en de verande-. verandering toegefchreeven aan den Bürge-nns* meefter Gillis Falckenier, die zyne vrienden ter Regeeringe hadt willen indringen, om zynen aanhang te ftyven. 't Gefchrift heet- te te fpreeken uit den naam van veels dui- zenden Burgers, en de opftellers zeiden voor 't meerderdeel te behooren onder de Kapkei- nen Jacob de Graef, Jan Huift, HansBonteman- tel, Nicolaas van Waveren, en Blaauw, alle ont- flaagen Regenten, voor welken zy lyf en goed wilden opzetten. Zy waarfchuwden elk, toe te zien,dat het hier niet opzynHaagfch afliep, en de Stad in een bloedbad geraak- te (£). Doch op dit dreigen kwam geen ge- volg ,enAmfterdam geraakte, allengskens, inwendig in ruft. Tot meerder verzekering Orde op der zelve, en om, in deezen bangen oor-'th°uden logstyd, alle noodelooze blyken van open- Kermis. baare vreugde te vermyden , was, reeds voor eenigen tyd, vaftgefteld, op den jaar- lykfchen Kermis, die in September valt, geenerlei Spelen, en zelfs geene Kraamen toe te laaten. Wat laater, beiloot men nog- tans , te gedoogen, dat Burgers Kraamen opregteden: ook WTafelkraarhen, mids, in r de-
(kj vit een Affchiift van 't Oorfprongkelyke.
Cc 4
|
||||
408 AMSTERDAMS II. DeeC
dezelven , geene buitenfpoorigheden wer-
den toegelaaten (/). In 't begin van O&ober, was by Burge-
meefteren en Raaden beflooten, de Over- manfchappen der Doelen te vernietigen, en de inkomften derzelven aan de Heeren The- faurieren aanbevolen te laaten, mids zy die inkomften, zo ver dezelven mogten ftrek- ken , bekeerden tot onderfteuning van den Krygsraad (m). Wat laater, werdt ook het Pluimgraaffchap, of het opper-opzigt over de Stads Zwaanen, welk, gemeenlyk,door eenen Burgemeefrer, waargenomen werdt, te niet gedaan, en de Zwaanen, die thans in wezen waren, gefield aan de befchikking der Heeren Thefaurieren (n). Onder de belaftingen, die de tegenwoor-
dige oorlog in Holland noodzaakelyk maak- te , hadden 's Lands Staaten ook eene Capi- taaie Leening gevorderd, beftaande in eenen dubbelen tweehond er dften penning, die in gemaakt Goud- en Zilverwerk mögt betaald worden, van welks waarde, gerekend te- gens agtenveertig guldens en twaalf Huivers de onfe goud, volgens 's Lands Plakaaten gewerkt, en drie guldens vyf Huivers, de onfe Zilver groote keur , Obligation ver- leend, en vier ten honderd in 't jaar In treft betaald zou worden (0). Elk hadt, zo dra het oogmerk der Staaten bekend gemaakt was,
(l) Refol. Vroedfch. L*. H. 9 <Aug. 3, 1 Sept. 1672. f.
219, 2**t 2»7.
(m) Refol. Vroedfch. Ar. H. 4 Oei. 1672. f. 316.
(n) Refol. Vroedfch. Lr- 1. 1« Ntv. 1671, f. $0. (?j Groot-Plakaatb. UI. Diel, hl. 10+3. |
||||||||
16*72,
DeOver-
man-
fchappen der Doe- len en't Pluim- graaf- fchap vernie- tigd, |
||||||||
Gelegen-
heid tot hetop- regten eener Munt, hier ter Stede. |
||||||||
'SUP
|
|||||
XIX.BoekC Geschieöenissen. 409
was, zyn Goud- en Zilverwerk in de Wis- ifa
felbank deezer Stede gebragt, om welk te ontvangen, men meer dan één vertrek fchik- ken moefl (p). Doch de zwaarigheid be- ftondt in dit goud en zilver, fpoedig ge- noeg , tot geld te munten. De Munthuizen in Gelderland, in Utrecht en in OveryfTel, waren in handen van den vyand geraakt, en 't verzenden van ongemunt Zilver, naar de Hollandfche Munten te Durchgeht en te Enkhuizen , kon niet gefchieaen zonder gevaar: behalve dat de Munten, jn dee- ze twee Steden, de Gemeente en 't Land ook niet vaardig genoeg van een' genoeg- zaamen voorraad van penningen voorzien konden. Men was, derhalve, hier ter Ste- , de, al by tyds, bedagt geweeft op het ver- zoeken van Oélroi van 's Lands Staaten, om hier, by hoogen nood, eene Munt te mo- gen opregten (q). Doch Dordrecht en de Weftfriefche Steden kantten zig fterk tegen het verleenen van zulk een Oétroi. De Stad verklaarde, geenszins van meening te zyn, om de andere Steden van 't regt der Mun- te te ontzetten, en hier niet te zullen mun- ten, dan by hoogen nood. Men tradt in onderhandeling met de belanghebbende Ste- den (r). Die van Weftfriesland gaven te kennen, dat zy 't regt der Munte, op re- delyke voorwaarden, by voorbeeld dat het voordeel voor hun, en 't geryf en Regaal der
O) COMMELIN, hl. lioj.
(cj) Refol. Vroedfch. Lt. H. ij Jttny 1672. f. lot.
(rj Kei'olt Vroedfcn, Lt. H. 16 July 1671. ƒ. I6»*
Cc 5
|
|||||
4io AMSTERDAMS EL Deel.
af « der Munte voor Amfterdam zouden zyn, wel aan de Stad wilden afftaan. Doch die van Dordrecht verklaarden, datzyAmfter- dam niet zouden können geryven, al wilden zy fchoon, om dat reeds onder 't graauw verfpreid werdt, dat zy het Munt- en Sta- pelreet , tegen de Privilegien, voor geld verkogt hadden (ï). Amfterdam verkreeg, eindelyk, met veel moeite, verlof, om, in de tegenwoordige verlegenheid om pennin- gen, en buien benadeeling derHollandfche Munten, geld te mogen flaan of fchroeven. In O&ober, was alles tot de Munt in ge- reedheid gebragt, en delnftruäien voorde bedienden der Munte opgefteld en goed ge- keurd (0- 'c Stads Wagthuis aan den Re- guliers - tooren werdt bekwaam gemaakt tot een Munthuis, alwaar, eerlang, gouden Ducaaten en zilveren Ducatons en Ryks- daalders gemunt werden, die t wapen der Stad op de voorzyde droegen. De Munt- meefter mögt geene andere Muntftoffe ge- bruiken, dan die hem door Commiflans- fen van de Wiffelbank , ter hand gefteld werdt. De Stad genoot al 't zuiver voor- deel van de Munte. Het munten duurde, tot dat de drie overheerde Provinciën van den vyand verlaaten, en in 't jaar 1674 met de overigen vier hereenigd geworden wa- ren Het Munthuis werdt, federt, tot eene herberg bekwaam gemaakt , die nog den naam van de Munt draagt (u). ^ (s) Refol. Vioedfch. Lt. H. 6 ^lug. i67i.f. 209.
(t) Refol. Vioedfch. Lt. i. is, « ?P' »«**• /• x» z«
\m) COMMELIN, bU 70J' ii°<S» "°8"
|
|||||
■V
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 411
De Colonel van Beveren,die,voor eenen .1672;
korten tyd, bevel gevoerd hadt over de be- De Sta"d zettinge der Stad, was, in 't begin van Ju-verzoekt ly, reeds van hier vertrokken; en zyn ver- om ee- trek hadt gelegenheid gegeven tot een be- "en an" fluit der Regeeringe, om met het aanwer- ce0rma ven van Waardgelders of Kanonniers, die mandant, reeds vierentwintig honderd fterk waren, in de ftil te ftaan, tot dat de Stad van eenen an- PIaats deren Commandant voorzien zou zyn. De ]^r v"n Heer van Beveren hadt, geduurende zyn Beveren. verblyf alhier, zo weinig genoegen gege- ven , dat men hem niet wederom tot Com- mandant begeerde, en liever zag, dat de Heer van Weideren tot Commandant werdt aangefteld (u). Zyne Hoogheid hadt, reeds in 't begin van Auguflus, en dus lang voor de verandering der Regeeringe, begeerd, dat de Waardgelders hier afgedankt wer- den, en dat de Stad, met eene bezetting van 's Lands Krygsvolk, voorzien werdt. Doch men verftondt toen, dat dezelven, als Zy wil meeft braaf volk en hier gezeten zynde, in J™are dienft behoorden te blyven. Ook vondt men g^yJrs in 't eerft ongeraaden, dezelven op foldaa- |n dienft ten-gaadje te brengen, waarop door eeni- houden, gen gedrongen was; hoewel hiertoe eerlang beflooten werdt. Wat laater, werden aan zyne Hoogheid, op zyn verziek, driehon- derd man uit de Stads bezettinge, tot uit- voering van zekeren aanflag, dien ik niet gemeld vinde, toegevoegd: en in't begin van *
(v) Refel. Vïoedfch. la, H. itf Jalj/» 4 ^«JT« i«7». ƒ.
170, 201. |
||||
'
|
|||||||||||
412 AMSTERDAMS II. ÜEEt:
1672, van O&ober, zondt men, op 's Prinfenaan-
fchryvens, drie Compagnien van de zelve naar Texel en 'tVlie, daar men bedugt was voor eene landing der Engelfchen, die°zelfs, naar men hier vernomen hadt, eenen aan- flag op deeze Stad in den zin hadden (-&). Doch fchoon men, ten zelfden tyde, aan- hieldt by zyne Hoogheid, om eenen ande- ren Commandant in de Stad, en om het te rug zenden van den Ingenieur du Mont, vind ik niet, dat tot het een of het andei beflooten is. % Eenige Weinige weeken te vooren, hadt menge-
doorfby- raaden gevonden, de doorfnydingen in den dingen Diemerdyk by Jaap Hannes wederom digt wecUn te maa^en > a^zo ^e verfchanfingen en bat* digt ge- terYen aldaar nu in goeden ftaat van tegen- maakt, weer waren gebragt. Wat laater, werdt ook beflooten , de doorfnydingen in den Haarlemmer weg eenigszins te floppen, o- vermids de Polders daaromtrent anders niet konden worden droog gemaakt (V). Kapitein In Jaly te vooren, hadt zyne Hoogheid Cornelis het Slot te Kroonenburg aan de Vegt bezet Witfen met omtrent honderd en dertig man, onder |
|||||||||||
Wordt ge
Vangen en ge- ioft. |
|||||||||||
de Kapkeinen Cornelis Witfen^ Amfterdam-
mer, en JV. Bouwman. Vyftien honderd Fran- fchen uit de bezetting van Utrecht waren, |
|||||||||||
óp den eerftep Auguftus, opgetrokken, om
dit Slot te bemagtigen. Zy befchooten 't, uit drie flukken. Doch op 't flot was gebrek aan
(w) Rcfol. Vroedfch./,».H. 4»y»<f, ï8, tj.jo^«^ 40Ö.
1672./. 200J 206, 212 , 24+t *59 » i7» » 3U. COMMf. I.1N. bl. 1107. (xj Refol. Vïoedfch.Lu H. 3 , Il Seft. 1672./. 275», 301.
|
|||||||||||
XIX.Boek, Geschiedenissen. 413
aan krygsbehoeften, waarom Bouwman ge- 167&;
raaden vondt, in befprek te treeden met; den vyand. Maar Witfen, niet van zins zig zo fchielyk over te ge even , weerde zig , eenen tyd lang, wakkerlyk, uit de kelders van 't flot. Eindelyk, werdt hy overmand, en met al de bezetting krygsgevangen ge- maakt , en naar Utrecht gevoerd (y). De Regeering van Amfterdam nam , op den vierden October, een befluit, om Witfen, dießcb, dus luidt de Refolutie, alomme als een braaf foldaat hadt gecomporteert, en toen nog te Utrecht gevangen was, te loflen (2); gelyk, meen ik, federt, gefchied is. De Franfchen hadden, na dat zy Naar- Men be-
den en Utrecht bemagtigd hadden, van tyd fluit de tot tyd, de Gooilandfche enAmftellandfche £™jL Dorpen afgeloopen. In Oclober, trokken zy, Muiden met een aanzienlyken hoop volks, aan op de van poften van Prinfejoan Maurks vanNafTau, Krygs^ Wiens hoofdkwartier te Muiden was. Zy lo]]i uit waren rykelyk van grofgefchut voorzien, dam t0 en overweldigden eene fchans in 's Graaven- voor- land. Doch by de poft te Ankeveen, diezien« vinnig befchooten werdt, werden zy wak- kerlyk afgeflaagen. Prins Joan Maurits gaf 'er der Regeeringe deezer Stad kennis van, haar te gelyk verzoekende, om een merke- lyk aantal van Krygsvolk, tot verdediging der poften, die hem waren aanvertrouwd. Men befloot, hierop , Burgemeefteren te magtigen, om zes- of zevenhonderd 'man van
(y) COMMELIN, hl. 1207.
{z) Rdol, Vioedfch. ir. H. 4 Ott, l6jx ƒ. 32*.
|
||||
w^w^---------
|
|||||
414 AMSTERDAMS II.Deeê;
tftft van de Stads foldaaten derwaards te fchik-
ken; doch vooraf den Heer en M'.NicoIaas ffitfen, Raad, af te vaardigen, om de ge- legenheid der poften te onderzoeken, en wegens de plaatfingvan het Krygsvolk dee- zer Stad overeen te komen (a). Ondertus- fchen, hadt zig een groot getal van Land- luiden, welker huizen en goederen , door den vyand, verwoed waren, begeven naar Amfterdam, alwaar zy, tot in't volgende jaar, door de Aalmoefleniers en Huiszitten- meefters, op laft der Regeeringe, onderhou- den werden (£)• ,.,,,,, 11 Voor- De Franfchen denLekdyk hebbende door- zorg om gefteeken, om Holland, door middel van het hoog hetOpperwater 5t'eenemaal te doen onder« tTwdk'vloeijen; beval de Prins van Oranje, voor- doÄziende, datverfcheiden'Polders in Rynland doorftee-geheellyk zouden overftroomdworden,zon- ken van ger ^at ^e uitwaterende Huizen, te Spaarne- tl over dam en op Halfwege, genoegzaame ont- 't Und lading zouden können toebrengen; dat Dyk- gebragt graaf en Heemraaden van Amftelland, met was,door §ennis der Regeeringe van Amfterdam, zo de Stads veel waters jn hun Diftricl: zouden inlaaten St als mogelyk ware, mids de boezem van Am- Y, we- ftelland laager bleeve dan die van Rynland; derom te en daarna, in den Veendyk of Amfterveen- loozen. ^henweg, eene bekwaame opening maa- ken, om het water der Haarlemmer-Meer, door dezelve, en voorts door de (luizen van Amfterdam, zoveel mogelyk ware, te loo-
# .■
(a) B-efol. Vroedfch. Lt. H. io Ott. 1672. ƒ. IM.
lb) Refol. Vioedfch. U. I. iot 15 M**rt 1673./. 1 Si» *iS*
|
|||||
, I: '
|
|||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 415
loozen. De brief, waarby zyne Hoogheid 167»,
deeze bevelen gaf, werdt, den dertienden O&ober, in de Vroedfchap deezer Stad, overwoogen. Burgemeefteren droegen den Raad voor, dat, behalve den Lekdyk, ook de hooge Zeedyk by Naarden , door den vyand , doorgefteken was ; waardoor het Land metoverftrooming, zo wel van *t Zee- water als van 't Rivierwater, gedreigd werdt. Men verzogt en magtigde de Heeren Joan- nes Hudde, regeerend' Burgemeefter, Nico- laes Pancras, Cornelis Bäcker, Cornelis Geel- vinck, Heere van Kaftrikum, Mcolaes van Loon, en Mr. Jan Corver, Raaden, om te overleggen, op welk eene wyze, men be- kwaamlykft aan het heilzaam oogmerk van zyne Hoogheid voldoen, en den vyandely- ken toeleg tegengaan zou können: waarna zy den Raade van hun gevoelen verflag moeiten doen (c). 't Gefchiedde, weinige dagen laater. En de Raad befloot „ voor- Men be- „ eerft, een gat te maaken , nevens den fluit een „ Overtoom en 't eerfte huis op den Veen-gatin „ dyk, ter wydte van twintig voeten; het^nd fe „ zelve met fcheepsplanken te overdekken, tö del- „ en naar de zyde der Meer , met eene ven. „ draaideur, te fluiten. Door dit gat, zou „ men het Meerwater können loozen, wan- „ neer het hooger ware dan het Amftelwa- „ ter, en dus, ten minfte gedeeltelyk, vol- „ doen aan 's Prinfen oogmerk, met den „ meeften fpoed, en zonder iemants bena- „ deelinge." Wyders, vondt men geraa- den>
{c) Refol. Vroedfch. Lr. H. ij Ott. 1671./. lio.
|
|||||||
416 AMSTERDAMS II. Deel:
ï672 den „ de uitwaterende fluizen van Rynland
„en Amftelland, met de ebbe , te doen „ openen, om de hooge overftrooming, voor „ welke men bedugt was, te voorkomen. En „ op dat de vyand, den Lekdyk, den Zui- „ derzeedyk en andere dyken, van welken „ hy meefter was, doorfleekende, Holland, „ naar zyn welgevallen, niet zou onder wa- „ ter zetten, wift men geenen beteren raad, „ dan dat men zig, met al 's Lands magt, „ bevlytigde, om den vyand, nog voor den „ winter, uit Naarden, Woerden,Utrecht „ en andere Plaatfen te verdry ven; om wel- „ ken raad den Gecommitteerden Raaden, i, en den Prinfe van Oranje fmaakelyk te „ maaken, de regeerende Burgemeefteren „ Coenraad van Beuningen en Joannes Httdde, „ en de Raaden Gillis f^akkenieren Cornelis „ Geehinck, Heere van Kaftrikum, benoemd 't welk „ werden (d)." Het maaken van het gat in door den Veendyk werdt egter, op het lterk aan- Haarlem houden der Stad Haarlem, diebedugtwas, jegenge- datzVj door het zelve , in haare fcheep- wordt" vaart benadeeld zou können worden, eemgen tyd uitgefteld. De Stad Amfterdam boodt de noodige verzekering aan, om Haarlem geruft te (tellen; en onder anderen het gat zulks te overdekken, dat het onmogelykbe- vaaren kon worden. Doch die van Haarlem namen geen genoegen in 't gene men hun aanboodt; zo dat het doordelven van den Veendyk, eindelyk, geheel agter bleef O). Men'
(d) Refol. Vroedfch. Lx, I. 21 03. Hfli ƒ• 3- »» d* By-
{*) Rdbi. Vroedfch. Lt, I. zi, « Nov. j Dec. Ujt.f.
5ïï«J»72« |
||||
XIX.Boek. Geschiedenisen. 417
Men loosde, aüeenlyk, eenige maanden 1672;
agtereen, by ebbe en laag gctyde, het o- vertollig Amftelwater, door de Stads {lui- zen , in het Y, zo veel men konde. Het hoog opperwater vloeide nogtans over de gemee- ne wegen, in Amflelland en elders, en maak- teze, voor eenen tyd, onbruikbaar. Ook bevalen Burgemeefteren, in 't begin des vol- genden jaars, datzy, die laage wooningen en kelders binnen de peil (luizen der Stad in gebruik hadden, zig voor fchade moeften hoeden, wanneer men, by hoog buitenwa- ter , niet in ftaat mögt zyn, om te loozen haar behooren;en het water binnen depeil- fluizen, met het hooge Amftelwater, op dezelfde hoogte geraaken mögt (f). Doch van de andere zyde, werdt de Stad,uit de Lek, voorzien van zoet water, zo dat de Brouwers alomme uit de graften brouwden, efi de Noordhollanders hunne waterfche- pen,voor deS. Antonis fluis binnen de Stad, vol zoet water lieten loop en (g). In 't begin van November, kreeg men, Men
hier ter Stede, berigt, dat de Franfchen, zendt.» in het Dorp Waveren, brand geftigt en ge- l*yJ?l.eT' ftroopt hadden. Men befloot hierop, ter-Volknaar ftond, tweehonderd Stads foldaaten en ee den Uit- nige jiuitery te zenden naar den Uithoorn,hoorn etl tot verfterking van de poll: aldaar. Ook wer- JJerkeris! den tweehonderd man van hier uitgezonden, om te Ouderkerk poft te vatten (/;). En al- zo (f) Kemb. £r. P. ƒ. <5j verfo.
(g) Refol, Vroedfch. L*.l. ii,iü J.tn. 7, g Maart 1673.
f. 104, III, 134, I3J. COMMELIN, bl, 1207,1211.
(h) Refol. Vioedfch. IJ. h s Nov. 1072. ƒ. 1*.
V. Stuk. Dd
|
||||
4i8 AMSTERDAMS II. Deel.
,572 zo men, bydiergelyke gelegenheid, ligte-
lyk meer krygsvolk kon noodig hébben , werden Burgemeefleren gemagtigd , om over zeshonderd man Stads foldaaten tebe- fchikken, zonder dat zy'den Raad,vooraf» behoefden te kennen (i). Voor- Tegen 't einde desjaars, kreeg men , zorg hier ter Stede, tyding van den toeleg des alhier op vyands op Holland; waartoe de flrenge vorft de tyding hem goede geiegenheid gaf. Men befloqt door terftond zeshonderd matroozen aan te nee- breeken men, en, op ingekomen berigt, dat de Fran- derFran-fchen, inderdaad , by Bodegrave doorge- fchen by broken waren;en daar, en daaromtrent, de er°ave meefte verlaaten huizen in den brand ge- ftoken hadden; nog twaalfhonderd matroo- zen te werven, die, onder bevel van den Vice-Admiraal Sweers, naar Alfen werden gezonden. Men nam ook een goed getal van vrywillige burgers aan. Op 't byten langs den Amftel, werdt de vereifchte orde gefteld. Ook werdt, over't maaken van eene dwarsbyt over 't Y, van Funen af* tot aan de Volewyk toe, geraadpleegd met den Luitenant - Admiraal de Ruiter^), aan wien het bevel over al 't volk van wapenen, zo burgers, matroozen als foldaaten, langs het Y enden Waalkantjopgedraagenwerde (/). Voor Durgerdam werden vierOorlogs- fchepen gelegd, onder bevel van den Kapi- tein (i) Refol. Vroedfch. £». I. 12 Nov. I67t. f. 4J.
\() Refol. Vroedfch. £'. I. 28 , 29, 31 ,/>«• i67z. z
fan. 167?. ƒ.81 , «1 enz.. 86 enz. 89.
(/) Gïoot-Memor. N. VI. ƒ. 116* Brandt de Ruiter,
|
|||||
-*.,
|
|||||
-
|
||||||||
t
|
||||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 419
tem Jan Rylofszoon van Hoorn, die geene 167a,
vaartuigen naar de Stad liet, zonderze voor- af onderzogt te hebben. De wallen der Stad waren, op 't einde des jaars, beplant met driehonderd ftukken gefchuts. Doch't ge- viel , dat een bolwerk, tufïchen de Wees- per- en Muiderpoorten, de zwaarte vanden aarden wal niet konnende draagen, met een gedeelte van de gordyn, in de graft flor« tede. De Stad zou dus, van deeze zyde, open gelegen hebben voor den vyand.Doch de breuk werdt, in korten tyd, met wier en aarde, geftopt. Het floeg ook, na wei- nige dagen verloops, aan 't dooijen, waar- door den vyand belet werdt, dieper in Hol- land in te dringen. De Amfterdamfchevry- willigen, die gereed geweeft waren om uit te trekken, werden toen ontflaagen vanden togt(w): waarmede het rampfpoedig jaar 1Ó72, welk, hier ter Stede, in groote on* geruitheid gefleeten was, ten einde liep. (m) COMMELIN, bl. 113, IZC9, Iïlo. .
|
||||||||
■ v ■
|
||||||||
Dd s B Y-
|
||||||||
42o AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaa- BYLAAGEN GEN
Lr- A' op het II. Deel, XIX. Boek.
Lr. A.
Mißve der Gedeputeerden te Felde van den
twaalfden Juny des f aars 1672 , her igt geevende van bet doorbreeken der Fran- fcben in de Betuwe. Hoog Mogende Heeren,
|\ e vyand is, tot ons groot leedwefen defe mör-
■*-^ gen in de Over-Betuwe doorgebroken, en hebben de Regimenten te paerd van King- ma, Haerfolt, La Leek, Jofeph metzyn Ma- jor , en het Regiment van Ailva geflagen : wat verlies eygentlik daer voorgevallen is kön- nen wy nog niet fpecificeren. De vier Com- pagnien van La Leek fyn minft of weynig be- fchadigt binnen Arnhem gekomen. Wy' heb- ben in der haeft daerop gerefolveert het Leger op te breken, alfoo men nu d^n vyand op den rugge en van voren heeft, en hebben naer Groe- ningen gefonden het Regiment van Braersma, naer Vriesland Amama , naer Sutphen Graef van Solms en Voorft, naer Deventer Stek en Clant,naer Swol Ripperda en Bamphield,naer Doesburg Swartfenborg en Wefterlo, naer U- trecht de Veldmaerfchalk Wirts , Grave van Hornes, jonge Nieuland Aquila, Grave van Stirum en Golfteyn, naer Arnhem drie Com- pagnien van Pain & Vin, en de Regimenten van Vrybergen 'en Gent leggen tullen Nimme- gen en Arnhem, zynde te laet gekomen om de voorsz. Regimenten te feconderen. DeRuy- te«
|
||||||
XIX.BOEK. Geschiedenissen.' 4*1
tery meenen wy dat men by een fal moeten Bylaa«
trecken onder Arnhem. Wy hebben het on- gen geluk dat den Heer Prins van Oranje ontrent Lr. A. Arnhem en naer de Over Betuwe was, en wy waren hierontrent gebleven, ora dat den vyand fig ook hierontrent tot in 't gefigt van den Ys- fel heeft laten fien. Of wy defe nagt nog een alarm van die kant, vermits het overgaen van Grol, te verwagten hebben, weten wy met , nog ook wat refolutie te nemen ontrent onle perfoonen. Bidden den almagtigen God dat hy den Staet genadiglik voor meerder onhey- Jen wil bewaren, en wy blyven met haelt, Hoog-Mogende Heeren,
G. Schade.
H. Beverningh.
|
||||||||
Sitfphen 12 Junii ftf%*
|
||||||||
Lr.B.
|
||||||||
Dd 3
|
||||||||
4*2 AMSTERDAMS IL DbkC,
Lr. B.
Rapport van Commiffariffen der Vroeäfchap
van Amflerdam van <n Qcloher 1672 , wegens bet kozen van het water over Am- flelland, en de gevreesde overflrooming van' gantfcb Holland: en Re/olutie daerop ge~ nomen, Isgelefen het navolgende fchriftelik rapport,
/^ommiflarhTen van defen Rade , hebbende in
^* gevolge en tot voldoeninge van vorige Re- folutie CommifToriael, in dato 13 defes , ges. examineert de Mi (live van fyne Hoogheyd den Heere Prince van Oranje, geaddreflcert aen de Dykgraef en Hoogheemraden van Amftelland; mitsgaders 't vordere geproponeerde van de Heeren Burgemeefteren, in de felve Refolutie geinfcreert en vervat; „ Eerftelik,op watwy- „ fe bet oogwit van fyne Hoogheyd in de ge- „ melte miflive vervat op '/ gevoegl'txt en met „ de meefle ruß foude können werden bereykt; „ en ten tweede , wat middelen tot voorko- „ minge van de gevreesde onheylen , die uyt „ de overvloeying van wateren te refulteren „ flaen, dienden by der hand genomen; en hoe ,, de vyandlyke defleynen hierin beft tegehgé- „ gaen en belet fouden können werden ? " En dienende den Raed van haer EE. Confidera- tien en advys fouden vermeynen (onder 't beter gevoelen van haer Ed. Agtb.) nopen- de het eerfie poinct „ dat het felve hares oor- „ deels by provifie konde voldaen worden mee ,, het maken van een gat nevens den Overtoom „ en 't eerde huys op de Veendyk, welk gat „ kan vallen omtrent twintig voeten wyt, en „ füllende uytkomen digt aen dees fyde van „ den Overtoom; 't welk met fcheepsplanken „ overdekt, en meteen draydeur aen de fyde „ van
|
|||||
iühfi-i "^"^JMF")
|
|||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 423
„ van de Meer gefloten moft werden." HierßYLAA.
mede fou het oogmerk van fyne Hoogheyd ,GEN foo niet volkomen, ten minlten voor een groot Lr. I3S gedeelte bereykt fyn, dewyl men het Haerlem- mer-meer-water als dan foude können lofen ten allen tyden als het Amftel -water leeger ware als dat van de Meer. T welk ook feer gevoeglik alfoo foude können gefchieden, de- wyl foo een waterlofinge in ontrent veertien da- gen met weynig koften ten niemands nadeele en met veel voordeels voor de Stad Amfterdam en ganfch Amftelland, en dienvolgende ook met de meefle ruß in 't werk gefielt en ten eynde gebragt foude können werden. Ten niemands nadeele; want dewyle 't alleen een,waterlofin- ge , en geen deurvaert fyn fou , nogte ook geen conllderabel brak water in de Meer, maef. veeleer verfcher als het Meer felfs is, infon- derheyd wanneer de Amftelfluys voltrocken fal fyn, brengen foude; en dat men ook d'inlating ten allen tyde in »fyn magt fou hebben, en tot een fekere imprejudiciable hoogte, des nood, termineren können; foo fouden in foodanigen geval nog Haerlem, nog Leyden, nog Amftel- land daer by ten minften niet benadeelt fyn. E- dog fchoon fy al door 't inlaten van 't Amftel- water in 't Meer eeniger maten benadeelt wier- den , foo hadden fy egter geen reden van klag- ten, dewyl by 't privilegie van Keyfer Karel de anno 1520. foodanig en meerder regt van waterlofing notoirlik aen die van Amfterveen vergunt is. Amftelland foude ook nergens daer door benadeelt fyn ; want dan alleen alsbyhaer water te veel is, fal men het zelve op 't Meer lofen; en niet te veel hebbende, fal 't behou- den können werden. En ten dien opfigte moet 'er noodfakelik een draydeur voor defe nieuwe waterlofinge fyn; want anderlins foo den Am- ftel met het Meer gelyk wierde gehouden, fou- de den Amftel fomerdaegs veel te weinig wa- Dd 4 ter
|
||||||||
f
|
||||||||
—>.. n—fc^—1 1 M^MM|MMi^aM,>gMaMÉgMBjgaMi
|
||||||||
424 AMSTERDAMS IL Deel.
Eylaa- ter hebben, foo ten regarde van defes Stads fchut-
Gsiï tingen, die daerdoor feer verfwaren fouden, als Lr. B. ten aenfien van de fchuring en ververfing in de Stad, die op verre na foo confiderabel niet fou fyn; als ook in opfigte van de aen den Amftel gelegene Polders, die fomerdags foo goed wa- "ter als dan niet inlaten fouden können ; gelyk ook onfe Schipvaert daerby vry benadeelt fou- de werden; gemerkt de Haerlemmcr Meer,deur- gaens, federt dat we van Rynland afgefcheyden fyn, wel een voet en meerder lager is geweeft als den Amftel. Daer fou ook niet te vreefen fyn, dat dit Meerwater door Amfterdam loo- pende, de leege Stad onder water fou fetten, dewyl het Meerwater op den 14 Oftober laetft- leden gemeten fynde nog agttien duymen onder de Y-peyl bevonden is; en fynde op die tyd, volgens verfeheyde getuygenhTen, de Meer ge- noegfaem foo hoog als fy gemeenlik is des win- ters , eri derhalven op het hoogde. Synde ook mennigmael ondervonden, dat het water in de 'laage Stad een voet en minder onder gemelte Y-peyl fyncle, geen fehade aldaer veroorfaekr; te meer fouden die kelders dan vry fyn van 't water foo het felve agttien duymen daer onder blyft. Ook heeft men daerenboven ten defen opfigte niets te vrefen , dewyl men al tyd die draydeur met de minde moeyte fluyten fal kön- nen ; ofte ook ten allen tyden naer welgevallen (door des Stads fluyfen in de wal en Amftel) lbo wel 't Ryn- als Amftelwater buyten de Stad fal können houden. Dog niet alleen dat hier niemant by benadeelt foude werden, ofte eenige regtvaerdige reden van klagten gegeven; maer in tegendeel fouden aen veel en feer con* fiderable voordeden worden tosgebragt. Want wat Amfterdam en Amftelland belangt, dewyl de voorn, draydeur ten allen tyden feer mac- .kelik open gedaen foude können werden, foo ibumen niet alleen by ebbe 't Meerwater door Ara-
|
||||
XIX.Boêk. Geschiedenissen. 425
Amfterdam doen loopen, 'en daer door,de lee-3YUA-
ge Stad merkelik fchuren en luyveren können ; gen maer men foude ook 't Amflelwacer, wanneerL/. B„ men 't te veel hadde, op 't Meer, dat ordina- .rie, gelyk gefeyd is, een voet lager is, kön- nen quyt raken; 't geen in defe tyd feer con- fiderabel is, nu de Vecht by Muyden gefloten, wel diende door Amftellandgeëxonereert te wer- den , daer de Stad Amfterdam, fo om het ver- fe Brou-water nader, als meerder fchuringdoor de Stad te brengen, ook niet weinig aen gele- gen is. De Buyten-velderfe en Sloter - polder fouden hier ook voordeel by rekenen können, vermits fy de Kaden van de refpe<5Hve wegen aen den Schenckel foo hoog niet fouden hebben op te maken, als wel voor defen , nogte ten , dien opfigte ook foo veel pericul van deufbreken fubjeét zyn, dewyl by harde fuyd-wefte win- den het Meerwater in de Schenckel wel 2 a g voet opgejaegt word, 't geen door 't openen van dit nieuwe verlaet als dan belet, en bynae geheel fou worden voorgekomen. Die van Ryniand fouden daer ook dit confiderabel pro- fyt by vinden, dat fe, namentlik, in tyd van overvloed van water veel meer als nu quytfou- den können werden; want niet alleen dat fe een waterloofing van 10 voeten wyt en fes voe- ten diep meer fouden bebben, t geen al een con- fiderabel gedeelte van alle hare gefamentlike uyt- wateringen maekt, maer daerenboven foude haer overvloedig water, door dit gat wel eer- der gelooft können werden,als dooreenigevan hare' fluyfen , dewyl niet alleen de ebbe wel ruym een half uer eerder voor Amfterdam als voor halfwegen Haerlem begint te gaen; maer ook infonderheyd in opfigte dat by alle fterke ebben, de wind meeftentyd uyt den fuydweften fynde, als dan 't Meerwater nae den Overtoom veel ftercker, en wel twee a drie voeten hoo- ger als nae halver wegen opgefet,- en by gevolg Dd 5 ook
|
||||
426* AMSTERDAMS II. Dee£.
Bylaa- °°k foo veel eerder door d' Amfterdamfe als
gen Rynlandfe fluyfen gelooft kan werden. Derhal- 1/. ß. ven fouden fy Heeren Commiflarifen (onder beter oordeel van haer Ed. Agtb.) van gevoe- len fyn, „ Dat den Dykgraef en Heemraden „ van Amftelland, aen wien de voorfeyde brief „ van fyne Hoogheyd is gefchreven, behoorden „ te refcriberen (daer toe haer Ed: geloofden fy feer genegen fouden fyn, dewyle fy ook een- parig verftaen hebben, dat foodanige Waterlo- finge voor Amftelland feer dienftig en te wen- fchen foude fyn, gelyk van 't felve fentiment ook is ge weeft den Dykgraef van den Nieuwen- Amftel (alvoren met fyn Heemraden daerover hebbende geconfereert) „ dat fy,gelyk ook de „ Heeren Regeerders van Amfterdam, al voor „ eenige weeken, alle nodige ordres hadden ge- „ ftelt om door hunne refpeélive fluyfen geen „ water in, maer wel by alle gelegentheyd uyt „ te laten; gelyk fy ook niet^beter wiften of „ wierd feer naeukeurig agtervolgt, en dat fe „ daerin foo lang de nood niet anders vereyfte, „ feer forgvuldig continueren fouden : voorts „ dat fy, gelyk ook de Heeren van Amfterdam, >t met wien fy fyne Hoogheyds brief volgens „ fyne Hoogheyds ordre gecommuniceert had- w den, niets beters hadden können uytvinden, j, als datter by provifie een waterloofinge van „ twintig voeten wyte in de Veendyk, digt aen „ den Overtoom, met een fchotdeur daer voor, „ gemaekt wierde, om het water uyt het Haer- „ lemmer-Meer ten allen tyden, als het felve j, Meer hooger was als den Amftel, gelyk nu M al verfcheyde malen binnen weynig dagea ,, voorgevallen was, door Amfterdam te doen „ loofen: en dat fy niet nalaten fouden het „ felve op het alderfpoedigfte in 't werk te j, leggen, en ten eynde te brengen, gelyk fy „ hoopten het felve binnen veertien dagen ook >9 te füllen können voltrekken." Aen-
|
||||
/
|
|||||||
•XïX;Bokte. Geschiedenissen. 427
Aengaende bet tweede poinB, ftond te confi-BYLAA-
dercren Eerflelik hoe 't overvloedig water uyt gen ons Land beft gelooft; en ten anderen hoe del/. B. gevreesde inundatie beft voorgekomen foude können worden. Wat hei eerfle Lid belangt, oordeelden fy Heeren CommuTarifen notoir te fyn, dat tot het loien en wegbrengen van 't o- vervloedig water geen ander raed is, als alle de uyt waterende fluyfen van Ryn- en Amftelland, wanneer de ebbe begint te gaen, open, en als de vloed begint te gaen weder toe te doen. waer omtrent alle de nodige ordres al voor eeni» ge dagen, foo by de Heeren Burgermeefteren , als de Heeren van Rynland gefteld, en voor foo veel de Heeren Burgermeefteren bekent is wel waergenomen fynde, foo is ontrent dit poinét niet meerder te doen, ten ware dan, dat men met het opmaken van de twee geconcipieerde fluyfen in de nieuwe vergrooting wilde voort- varen : want hoe meerder fluyfen hoe meerder water gelooft kan werden. En dewyle men % door foodanige twee fluyfen ongelooflik veel water foude quyt können raken , fouden fy Heeren Commiflarifen tot het opmaeken van defelve wel inclineren , foo haeft Stads Cafle het eenigfins verdragen fal können. Alleenlik fouden fy hier nog byvoegen, dat de Stad door het deurlaten van al te hoogen water groote fchade foude können lyden, maer dat daerin op geene andere wyfe is te voorfien als de Stad foo haeft als mogelik is te bepolderen; dat is, den Amftelfluys en wat daer aen hoort op het fpoedigfte op te maken. Dog dewyle de Hee- ren Burgermeefteren ook hierin alle mogelike ordres hebben geftelt, foo valt daerontrent ha- res oordeels ook niet meerder te doen. Aengaende bet ander Lid, te weten hoe de
gevreesde inundatie beft voorgekomen foude können werden; Commiflarifen confidererende dat defe inundatie gefchieden kan door het deur- fny-
|
|||||||
[1
|
|||||||
O
|
|||||||
4*8 AMSTERDAMS IL DsEt;
Bylaa- fnyden van den Lekdyk, Suyder-feedyk , als
GEN andere, en welke doorfnydmgen wy onfevyan« L'. B. den, foo lang fy meefler fyn van gemeide dyc- ken, niet können beletten op honderd en meer plaetfen te doen, en alfoo Holland met een hoo- ge vloed (die wy alle dagen te verwagten heb* ben) fonder dat onfe iluyfen op die tyd daer iets tegens helpen können, met fout of foet wa- ter , of beyde te doen o verftroomen; te meer * dewyl het Land alreeds vol water is; en alfoo Boer en Ruyter, ja ons alle gelyk in de groot- fte verlegentheyd te brengen, en daer de vyan- den buyten alle bedenking haer toeleg of op ge- maekt hebben, of nog op maeken füllen; bly- vende ondertuffen fy op 't hooge, wy in 't mid- den van 't verdroncken Land fitten: foo wiften fy Heeren Commiffarifen geen beter nog an- dere raed om dit gedreygde en haeft te ver- wagten onheyl voor te komen, als „ dat men ,, op het alderfpoedigfte make, dat wy weder „ meeftcr fyn van gemelde dycken. En om 5i daertoete komen, fagen haer Ed. ook geen „ andere kans, als dat men den vyand met „ geweld uytNaerden, Utregt, en andere plaet- ,, fen dede ruymen, en dat hoe eer hoe liever; „ dewyle, foo oyt, nupericulumin mora is, „ en dienvolgende foude haer Ed: oordeelen, „ dat dit nogf voor de winter diende afgedaen: Tot welk advys fy haer boven de gefeyde, ook nog door vele andere redenen bewogen vonden. Want in gevalle den vyand in gemelte plaetfen komt te overwinteren, men hier te verwagten heeft, ie. alle dagen alarm voor onfe poorten niet alleen , maer byna voor alle Steden van ganfch Suyd-Holland.Teno/Vt verbranden van alle onfe watermolens , huyfen en hofiteden, dat men haer niet of feerfwaerlick fal können beletten, ten 3*.'t ondernemen van brandfligting in Stad, Koop- vaerdy* en Oorlogfchepen, de magt van ons Land, en dat mogelik ligter als men denkt uy t- |
|||||||
I
|
|||||||
XIX.Boek. Geschiedenissen. 429
gevoert foude können werden: ten 4e. 't onder- Bylaa»
nemen van de Dycken van 't Noorderquartier gen deur te fteken, en alfoo dat quartier voor eeu-Lr, 3. wig onder water te fette*n. Hoe Veel fielen en vee dit alles koften, en wat irreparable fchade dat veroorfaken en den Staet aenbrengen fou, we- ten wy alle. Daer by confiderêrende, dat, hoe- de vy an den langer in Naerden, Woerden, U- tregt etc. blyven, hoe fe haer daer vafter in inaeken füllen ; en wy in tegendeel daegelix on- vermogender moeten worden; dewyl wy niet alleen miflen onfe negotie, maer ook d'inkom- ften van onfe landeryen, huyfen, obligatien ; en moetende fupporteren een ondragelyke lalt, fynde haeft ten eynde van ons geld, geloof en Sil ver- werk. En daerenboven te winter op on- fen hals füllende hebben een ongelooflik getal van arme en behoeftige menfehen: uyt alle 't welcke in feer korten tyd onfe totale ruine in- dubitabel moet volgen, ten fy dan datwy ons, gelyk gefeyd is, op 't alderfpoedigfte door on- fe wapenen daeruyt helpen, terwylen wy nog voetvolken Ruyters, en geld en fchepen, en beter nae alle apparende voor, als na de winter gelcgenheyd füllen vinden om haerfoo te water als te lande by te komen, en niet fonder grote hope uyt de^gefeyde plaetfen op te flaen;„foo „ nebben fy Heeren CommhTarifen met eenpaa« „ rig advys defe fake van foogrooten belang en „ gewigt geoordeelt,dat,in gevalle onfetegen- „ woordje militie daertoe niet fuffifant mogte ■ „ fyn, dat men fein alleryl fuffifantmake,door „ 't aennemen van meerder foldaten, of ook ma- „ trofen, die 'er feer veel en ook vol moets j, genoe^gevonden füllen werden. - .„ Dog foo men 'diiermede ook nog niet fou- 9, de durven wagen , dat men dan de vrywillige ,, Burgers mede op ontbiede; en foo'er dan nog „ meer volk van nooden is, dat men veel liever „ een generaale en fuffifante opbod over gantfeh „ Hol-
|
||||
430 AMSTERDAMS Gesch. .II. Deel.
„ Holland en Weflvriesland uytfchryve, alsdat
„ men defe faek nog voor de winter niet onder- ,, nemen foude. Eyndelik fouden fy Heeren „ Commiflarifen fondér 't beter gevoelen van j, haer Ed. Agtb.) ook oordeelen, dat men een „ confiderable deputatie aen fyne Hoogheyd „ behoorde te deeerneren, om hem dit te doen „ begrypen ais een faek van dat gewigte, daer ,j0 onfe eenige behoudenifle in fchynt gelegen „ te fyn." ' Waer op gedelibereert fynde , is eenparig
goed gevonden en verftaen , het voorfz. advys, foo 't leyd, te ampleéteren ,ende Heeren Com* miflarifèn voor hare EE. genomen moeyte te bedancken: En dat verders een aenfienlike de- putatie tot bereykinge van het falutair oogwit in 't gemelde advys omftandelik aengeroert,uyt het midden van defen Raed aen fyne Hoogheyd den Heere Prince van Orange fal'werden gede- cerneert. En op dat defelve met te meerder vrugt moge gefchieden , dat de te nomineren Heeren Commiflarifen fnllen werden verfogt om fig al voren te vervoegen en te addrelTeren aen 't Collegie van d'Ed. Mog. Heeren Gecom- mitteerde Raden ; en defelve te remonftreren de noodwendigheyd van defe fake, en gedien- ftelik te verfoeken, ten eynde haer Ed; tot be- vorderinge van 't gene voorfz. is door eenige Heeren uyt het midden van welgemeke haer Kd: Mo: in de voorfeyde deputatie mogen wer- den ge-adfifteert. Waertoe vervolgens verfogt en gecommitteert fyn, gelyk ä!s verfogt en ge- committeert werden by defen de Heeren M'. Coenraed van Beuningen en Johannes Hudde, regerende Burgermeefteren, mitsgaders Mr. Gil- lis Valckenier en Cornelia Geelvinck , Heere van Cailricunié |
||||