-ocr page 1-
I
4
HB
m
-ocr page 2-
AMSTERDAM
IN Z1?NË
Oi'KOMST, AANWAS,
GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KER KENSTAAT, SCHOOLEN,
SCHUTTERYE, GILDEN
REGEER INGE:
BESCHREEVEN,
DOOR
j A N W A G E N A A Jfc,
HISTOR.IESCHRYVER. DER STAD.
V y F D E S'T U &
^wmu ......mju,i. ■- . i u\ i" ii             ui mi mi                     i luumwiii 'W
Te AMSTERDAM,
1 S A A K T t R- £ Q n
M D C C L X I V.
Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heetea Staaten v«a
Jioiland en Weftfneskud,
KUNSTHISTORISCH INS
.. DEK RUKSUNIVERSITEI1
UTRECHT' j
-ocr page 3-
T W Ë ËÖ Ë D ?È È L.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
VYFTIENDEBOEK,
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1632, tot het jaar 1649.
De veldtogt des jaars 1632, die Maas- Uittogt.
tricht en verfcheiden' andere Steden van 'wéê
aan de Staatfche zyde overbragt, gaf gele- ^n e"
genheid tot den uittogt van twee vendelen Schut-
Amflerdamfche fchutters , die , onder de ters.
Kapiteinen Willem Bäcker en Dr. Allard Kloek, 1632.
"beide Schepenen en Raaden, flonden; den
vierentwintigden Augultus, op 't Prinfenhof,
gemonfterd , en drie dagen laater, irige-
fcheept werden naar Nieuwmegen, daar zy
in bezetting bleeven tot op den zesden Oe-
tober: wanneer zy herwaards keerden, en
bedankt en betaald werden (a).
Fredrik, Paltsgraaf aan den Ryn, geboo- Ongeval,
ren uit eene Dogter van Willem den 1. ,Prin- den jon-
fe van Oranje, Louife Juïiana genaamd, was, Sen Prin*
in 't jaar 16 [9, tot Koning van Boheeme [^3^.
verkooren; doch, in 't volgende jaar ,door me> 0p
't
(*) tiè CÓMMiLIN, bl. 8zt.
A %
n
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
OER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
-ocr page 4-
4 AMSTERDAMS IL Deel:
ju
1632. 't verloop zyner zaaken, genoodzaakt ge-
cene rei- wor(ten» de WY^ te neemen naar Holland,
ze naar Hy hieldt, federt, eenige jaaren agtereen,
Amfter- zyn gewoonlyk verblyf by Reenen. In Ja-
dam, in nuary des jaars 1629, was hy , met Prins
low* Henrik* zynen oudften Zoon, op reis ge.-
overge- gaan naar Amfterdam, om den fchat te zien,
komen, die op de Zilvervloot veroverd, en herwaards
gebragt was. Te Haarlem gekomen, flak
het Vorftelyk gezelfchap van land met ee-
ne Veerfchuk, ichoon het een ftorm waaide.
Doch in de Hollefloot, werdt de Veerfchuit
overzeild van een' dry ver, en liep terflond
vol Waters. De Koning werdt gebergd in
den dry ver. Doch de Prins en drie Edelen
De Haar- verdronken (b). En veelligt heeft dit onge-
lemmer val, onder anderen, aanleiding gegeven tot
Vaart, ^et maaken der nieuwe Vaarte, Trek- en
Wagen-" Wagenweg tuflchen Haarlem en Amfter-
wegwor-dam, waartoe, den vierden April des jaars
den ge- 1631, Oclxoi verworven werdt (f). Kort
maakt, hierna, troffen de twee Steden, desaangaan-
de, eene Overeenkom!!;, die, op den zeven-
tienden July, door eene willige Condemnatie
van den Hoogen - Raade, werdt bekragtigd
(d). En 't leedt niet lang, of de vaart en
weg werden voltrokken.
De Stad Den twee- entwintigflen January deezes
ftaat Pe- jaars 1632, was de Koningin van Boheeme
ter over wecjerom bevallen van eenen Prins, die
Guflaaf Adolf genaamd, en, door de Staaten
van
(b)  AlTZEMA I. Deel, hl. g23.
(c)   Handv. hl. ^%$. [ii6.]
(d)  Groot-Memor. N. lil. f, 119 verfo, 133. Zit m^,
Fnvileg. van Haail. bl. 468, 470* 474.
-ocr page 5-
XV.Boek. Geschiedenissen. 5
van OveryfTel, de Stad Amfterdam, de Prin- j ^« 2.
fes van Oranje en de Vrouwe van Bredero-
de , ten doop gehouden werdt (<?). Dep"^
Vroedfchap deezer Stad hadt reeds befloo- Van Bo-
ten , den jongen Prins tot eene pillegave te heeme,
vereeren eenen Lyfrentebrief van zeshon-
derd guldens's jaars, leggende in eene doos
van vy ftienhonderd guldens; en daar een ge-
fchenk van vierhonderd en vyftig guldens in
de Kraamkamer by te voegen (ƒ). De Ko-
ning , kort hierop, naar Duitfchland verreisd
zynde, overleedt te Ments, op den negen-
entwintigften November (g).
. De Staaten der Vereenigde Provinciën Hande-
waren ,omtrent deezen tyd,in onderhande ,{r>g niet
ling over vrede met de Spaanfchen, en te Fra"kryfc
gelyk met Lodewyk den XIII., Koning van fjj pan"
Frankryk, over een befchadigend verbond.
De handeling met de Spaanfchen werdt, ein- 1633.
delyk, afgebroken, op den zeftienden De-
cember des jaars 1633; doch die met Frank-
ryk werdt toen, met meerder ernft, hervat.
Eindelyk, werdt men 't eens, op één punt
na, waarop het Franfche Hof zeer gezet
fcheen. De Koning vorderde „ dat de Staa- Frank-
„ ten zig verbonden, om niet zonder zyne ryks
„ toeflemming te verdraagen met Spanje." voorfla£*
De meefte Provinciën, en de-Prins van O-
ranje zelf, zig vieijende met de hoop, dat
Lodewyk de XIII. tot eene openbaare vre-
debreuk met Spanje komen zou, verflonden,
dat men, op deezen voet, met Frankryk be-
hoor«
(e)  LAMPE Vcrv. op WASSENAF.R XXI. Deel, ƒ.46 verfo.
(f)   Refol. Vroedfch. N. 16. 19 Jan* i«ja. f, zi$ ver/b.
(jf) AlTZEMA I. Deel, bl, iiól.
A 3
-ocr page 6-
6          AMSTERDAMS II. Deel,
1633. hoorde te fluiten. Maar eenige Leden van
Amfter- Holland oordeelden, dat zulk een Verdrag
dam kant ftreedt met 's Lands hoogheid (£). De Af-
'er zig gevaardigden der Stad Amflerdam, altoos
ernfteiyk bezorgd voor het handhaaven van's Lands
te^"' geregtigheid, verklaarden, op den vieren-
3t' twintigften February des jaars 1634 , ter
Vergaderinge van Holland,, datzybefpeur-
„ den, hoe eenige Leden der Vergaderinge
„ genegen waren, zeker Verdrag met Frank«
„ ryk aan te gaan, op bezwaarlyke voor-
„ waarden, en ftrekkende tot vermindering
,, van de Souverainiteit en Vryheid des
„ Lands, en tot .'verbreeking van voorgaan«
j, de inzigten en Refblutien , plegtiglyk ge«
„ nomen by de Regeeringe van Holland en
„ Weftfriesland, van welke Amfterdam, en
3, de andere Steden, die met deeze Stad
5, eens waren, aanzienlyke Leden waren;
3, in welk gewigtig ftuk, dat, naar 't oor-
3, deel der overeenftemmend e Leden zei ven,
„ ter wederzyde , zeer bedenkelyk was ,
„ men nu, met eene meerderheid van eeni-
3, ge Hemmen, zogt te befluiten. Dat zy,
3, hierom, op uitdrukkelyken lall hunner
3) Vrlncipaalen, verklaarden, genegen tezyn
„ tot een nader verdrag van vriendfchap,
„ goed verftandenonderlingenbyftandmes;
„ de Kroone van Frankryk, mids zulks ge -
3, fchiedde buiten vermindering van de Vry-
v heid en Souverainiteit deezer Landen,
„ waarvoor, voorheen, zo veel gedaan en
„ geleeden was. \ Was, oordeeldenze,
» ve<?J
(h) Vadeil. Hift. il. Deel, bk 173 j WjU«).
-ocr page 7-
1
XV.Boek. Geschiedenissen. 7
veel beter, by deeze Regeering, op eene 1
„ buitengewoone wyze, zo veele middelen
„ te vinden, als het gemelde Verdrag aan
„ den Staat toebrengen zou, dan dat men
9, 's Lands vryheid zou laaten krenken. Doch
.,, zo deeze reden den overigen Leden niet
„ gewigtig genoeg fchynen mögt, en men,
„ desonaangezien, met het fluiten van zulk
„ een Verdrag, zou willen voortgaan, ver-
„ klaarden zy, laft te hebben, om den an-
5, deren Leden te kennen te geeven,datzy
„ in een verdrag op den gemelden voet niet
„ rriogten noch zouden bewilligen; dat het
„ ook niet in de magt der overige Leden
„ ftondt, om, in zaaken, die de Souverai-
„ niteit en 't hoogfte gezag der Regeeringe
„ betroffen, tegen 't gevoelen van zulke
„ • aanzienlyke Leden, te befluiten met meer-
a, derheid van Hemmen; daar, in veel min-
„ dere zaaken, de middelen en bewilligin-
„ gen aangaande, geene overftemming viel.
j, Zo men 'er egter mede voort wilde, dan
proteßeerden zy , uit den naam hunner
Principaaien, dat zy daaraan part noch
„ deel wilden hebben, en dat zy 's Lands
„ vryheid, die den voorouderen zo dierbaar
„ geweeil was, en ons niet minder dierbaar
„ behoorde te zyn , ten hunnen opzigte,
„ door zulke nadeeligeverdragen, nietzou-
„ den laaten befnoeijen. Ook wilden zy niet,
„ dat hun geweeteri werden de ongemakken
?, en rampen, die, uit zulk eene verbindte-
„ nis van 's Lands Vryheid en Geregtigheid,
„ te wagten waren; van welke hunne Ver-
,, klaaring zy yerzogten, dat openlyk aan-
A4                      s> te-
-ocr page 8-
8          AMSTERDAMS II.DeeiU
1634, s» tekening gehouden werdt (i)." Dordrecht;
hadt zig, reeds te vooren, omtrent op ge-
Jyke wyze, verklaard. Rotterdam en Alk-
maar voegden zig by deeze Steden (k): al 't
welke van dit gevolg was, dat het Verdrag
eerft met eenige verzagting gefield, en ia
't jaar 1635 zulks veranderd werdt, dat bei-
de Frankryk en de Staaten zig verbonden,
niet met Spanje te zullen fluiten dan geza-
menlyk, en met gemeen goedvinden (/) ;
waardoor 's Lands Vryheid en hoogheid
volkomenlyk bewaard bleeven.
Eenige Het toeneemen der Stad, federt dejong-
nieuwe fte Vergrooting, gaf wederom (m) aanlei-
een op1" ^m& t0t ^et ^er^ toeneemen van nec getal
het ont- der kinderen in het Burger-Weeshuis alhier,
vangen De Regenten, bedugt, dat hunne inkomften,
van kin- d0or den tyd, niet mogten toereiken, tot
?er?n. het onderhoud der arme Weezen, verzog.
in het                  . j                            j                                 1 1 ö
Wees- ten> m "en aanvang deezes jaars „ dat he(;
huis „ getal der jaaren, binnen welken zy gehou-
deezer 9} den waren kinderen in te neemen, vermin-
^tad# 3, derd,en dat van de jaaren, die de Ou-
„ ders Poorters geweeft moeiten zyn , ver-
„ meerderd mögt worden; ook dat zy ont-
„ flaagen mogten zyn van het inneemen van
„ lamme, kreupele, blinde, malle en krank-
„ zinnige kinderen." Voorts, vraagden zy,
}, of kinderen, welker Vaders 't Poorterregt
„ behuwelykt, doch geenen Poorterseed ge-
„ daan,
(i) Refol. Vroedfch. N. 17. 28, 29 J-a»- 7, 14, ixFebr^
ï«34- ƒ• 33 »34 verft, 3;, 36, Zie 00^ AlTZEMA 11. Deel,
, . h.
Si-
(^J AlTZEMA II. Deel, hl. 93, 54.
(I) Vaderl. Hift. XI. Deel, hl. i%6, ipg,
\&) Zie U. Deel, iy. Boe^ hl. j>«.
-ocr page 9-
XV. Boek. Geschiedenissen. o
M daan hadden, of het doen van welken eed 1634,
„ nog geene zeven jaaren geleeden was,
1, wel tot het Weeshuis behoorden?" Ein-
delyk, gaven zy in bedenking „ of de prys
„ van 't Poorterregt niet een weinig dien-
„ de verhoogd te worden: alzo het, door
„ arme luiden , veeltyds , gekogt werdt,
„ eeniglyk, op dat hunne kinderen, na hun
j, overlyden, in 't Weeshuis zouden kon-
„ nen komen?" De Vroedfchap befloot,
op dit verzoek, den vierden Januarydeezes
jaars „ dat de jaaren, binnen welken het
„ Weeshuis verpligt zou zyn, kinderen in te
„ neemen, op twaalf, en de tyd van 't Poor-
„ terfchap der Ouderen op zeven, gelyk van
„ ouds, bepaald zouden blyven; dat de ver-
„ pligting, om gebrekkelyke kinderen van
„ lighaam of geeft te ontvangen, ook bly-
„ ven zou, gelyk zy plagt;dat zulken, die
9>
aan Poortereffen gehuwd waren, Poorters-
eed doen moeiten, om voor Poorters ge-
houden te worden-, en hunnen kinderen
regt te laaten, om in 't Weeshuis te wor-
„ den ontvangen; en dat het Poortergeld van
„ dertig op veertig guldens verhoogd zou
„ worden,welketien guldens aan'tWeeshuis,
„ boven 't gene het reeds uit het Poortergeld
„ genoot, zouden worden toegevoegd («).'*
Ten deezen tyde, werdt, by den Raad,Raad:
voor 't eerft, geraadpleegd op het aanlan-pleS'tns
den van een Eiland, in de nieuwlyks ge- aanwin-
maakte Oude-Zyds-Waale, en van deuitge- nen van
bag-
(n) Refol. Vroedfch. N. 17. 4 Jan. 1634. f- 30 verft,
32 verft. gT« ««^ H<Uldv. bl. 114, 275. [283, 3S».]
A5
-ocr page 10-
10         AMSTERDAMS ILDeeC
1634, baggerde ftoffe: welk niet alleen dienen zou,
een Ei- om den (lag van't wat er in de Waale te bree-
land in ken; maar ook tot de maft - neèringe be-
de Oude- kwaam zyn (0). Doch daar verliepen nog
£jfds" eenige jaaren, eer zulks voortging, en het
aa c' fchoone Niéuwe-Waals Eiland aangewonnen
en vol- wérdt. In't jaar 1645, was het inftaat,
trekking om aan erven uitgegeven te worden (p),
van het gelyk, eerlang, gefchiedde (#), onder voor-
waar den , dat aldaar geene Brouweryen,
Branderyen , of Smeerfmelteryen zouden
mogen worden opgeregt (r). Ook werde
het verzoek der Weftindifche Maatfchap-
pye, dat aldaar, op Stads koften, een nieuw
Weftindifch Huis mögt worden gebouwd,
van de hand geweezen (Y). In 't jaar 1650,
werdt gekeurd, dat de rioolen aldaar niet
laager leggen mogten dan die der gemeene
ftraaten (f),
pefttyd. In 't jaar 1635, openbaarde dePeft, die
na 't jaar 1625 niet gewoed hadt, zig we-
derom in Holland, metnaame te Leidenen
hier ter Stede, daar altoos groote overvloed
van geringe ingezetenen plagt te zyn, onder
welken deeze kwaal meeft heerfchte. Te
Amfterdam, ftierven, in dit jaar, agtduizend
een honderd zeven en zeventig menfehen.
1636. Doch ten naaften jaare, ileepte de befmet- •
' telyke ziekte, hier ter Stede, wel zeventien-
duizend een honderd drie en negentig; an-
de-
(o) Refol. Vroedfch. N. 17. 4 Jan. 1634./. 3*.
(p) Refol. Vroedfch. N. 19. 20 Nax/. 1645. ƒ.67 verfo,
(q) Zte I. Deel, II. Bcel^, bl. 157.
(r) Refol. Vrocdich. N. 19- 5 J*n. 1646. ƒ. 71 verfo,
(s) Refol. Vroedfch. N. 19. 10 J<t«, 164e. ƒ. 7V
(r) Handv. bl. s»94« lS97:]
I
-ocr page 11-
XV.Boek. Geschiedenissen. ii .
deren fchryven zeventien duizend vyfhon- ifafa
derd en twee (11) menfchen weg (u). Zo dra
de gevaarlyke kwaal zig te Leiden geopen-
baard hadt, zorgde men, hier, om dezel-
ve buitende Stad te houden; doch alle voor-
zorg was vergeefs, De peil kwam hier zo
flerk als elders. De Wethouderfchap ver-
nieuwde en vermeerderde de voorige Peft-
keuren, en verboodt, onder anderen, ge-
lyk voorheen ook gefchied was, het verkoo-
pen van fpenagie, pruimen, konkommers; en
wortelen, raapen en radyzen met het lof (w).
Eenigen hebben der moeite waardig ge-Een
agt'aan te tekenen, dat zig, omtrent O&o- vreemdo
ber deezes jaars, een vogel, wat grooter vPse}t
-dan een gans, graauwagtig van verwe, om- zjg^p
trent drie weeken agtereen, 's avonds met het kruis
zonnen ondergang, plaatfte op het kruis van van dei1
den tooren der Oude Kerks, waarop hy, den ?udke"
gantfchen nagt, bleef zitten, houdende het tjoreiï.
gezigt naar 't wellen, daar hy 's morgens
heenen vloog; komende, den volgenden a-
vond, ter zelfder ftede, uit het ooften te rug.
Zulk een ongewoon verfchynfel bragt de
nieuwsgierige menigte op de been, die 'er
allerlei voorfpellingen uit maakte, fchoon
'er niets byzonders op volgde. Eindelyk,
deedt de Regeering, voor opfchudding be-
dugt, den vogel doorfchieten (X). 't Is niet
onwaarfchynlyk, dat dit dier, gewoon op
doode lighaamen, te aazen, in deezen Peft-
vyd,
f:
) Qnpartyd. Chron. bl. et.
) DOMSELAARVI. B«ek^, bl. 444. COMMELIN,J/. Ugo,
(w) Keurb. L. ƒ. 1 verf o t 10, 26.
(x) DOMSELAARjJ. £»<?£, t/.^. COMMJtUN,*/. Iljo^
l
-ocr page 12-
12         AMSTERDAMS II. Deec.
1636. tyd, op den reuk der overleedenen aan de
pe£l afgekomen is.
Amfter- In 't voorleeden jaar 163?, hadden de
dam Sinoden van Zuid- en Noord hol land, in een
maakt Vertoog aan de Staaten van Holland, ern-
hricUi? ftelyk geklaagd, over de floutheid en bui-
het ver- tenfpoorigheid der Pausgezinden, met aan«
nieuwen tuiging, dat zy onfchuldig wilden gehouden
der Pia- worden aan de nadeelen, die daaruit, voor
tegen'de Ke*k en Staat» te dugten ware" (DO- E«
Roomfchdeeze klagten waren van dit gevolg geweeft,
gezin- dat het Hof Provinciaal de Steden, en ook
den. Amfterdam vermaand hadt, tegen de By-
eenkomften der Roomfchgezinden, met* hec
gene 'er aan vail was, te waaken. Onder-
tuiïchen, hadt het oefenen van nieuwe (Ireng-
heid tegen de Roomfchgezinden,in dente-
genwoordigen toeftand des tyds, merkelyke
zwaarigheid in. De Staat ftondt in verbond
met Frankryk, eene Roomfchgezinde Mo-
gendheid. Men was, daarenboven, in of
omtrent November des jaars 1635,weder-
om in onderhandeling getreden met de
Spaanfchen (3): en beide deeze aanmerkin-
gen woogen zo veel by de Vroedfchap dee-
zer Stad, dat zy, na herhaalde raadpleegin-
gen, in den aanvang des jaars 1036, be- "
floot „ dat men, uit aanmerking van de te-
„ genwoordige gefteldheid der zaaken van
„ 't Land, daar men met den Koning van
„ Frankryk in verbond, en met den vyand
„ in handeling was; ook ten aanzien devoo-
» rige
(y) Onpart. Chron. hl. 6i.
(*,) Vaderl. Hift. XI. Ded, il, 2ij.
____________
-ocr page 13-
XV.Boék. Geschiedenissen. 13
j, rige Plakaaten, op dit ftuk gemaakt,be- 163$.
„ Hand genoeg waren tot weering der Room-
„ fche Conventkulen, geene verandering of
„ vernieuwing der Plakaaten doen zou;
„ maar den Baljuwen en Schouten alleenlyk
3, aanfchryven, dat zy, met de uitvoering
,, der oude Plakaaten, naar den inhoud der-
„ zelven, zouden hebben voprt te vaa-
„ ren O)"
Eene zonderlinge drift tot Windhandel in Wind-
Tulpen beheerfchte de ingezetenen van jjS&J"
Haarlem en van deeze Stad, ook van an- pen ^[et
dere Steden enPlaatfen van Holland, in den ter Ste*
Herfft deezes jaars. Oud en jong, man en de-
vrouw , klein en groot flak zig in deezen
handel. De prys der Tulpen werdt, door
de ftreeken van eenige handelaaren, gewel-
dig hoog opgejaagd, 't Gene eerft een of
twee guldens gekoft hadt, werdt, dikwils,
na weinige dagen verloops, honderd en meer
guldens waardig. Na de laatfte planting in
O&ober, verkogt men de bollen, te ont-
vangen , of terftond, of in 't volgende voor-
jaar. Eene Tulp, de Admiraal van Enkbui-
zogenaamd, werdt, te Alkmaar, voor
vyfduizend guldens verkogt. Men woog
eikanderen de bollen en bloemen by aazen
toe. Een bloem van vier aazen, Gouda ge-
naamd, werdt eerft om twintig, daarna om
twee honderd vyf en twintig guldens verkogt.
De flegtfte Tulpen, die men plagt uit te
rooijen en op den mefthoop te werpen, wa-
ren nu geld waardig. En deeze drift naar
winft
{*) Refol. Vroedfch, iV. 17. 21 Jan, I6i6. f. 11+,
-ocr page 14-
14 AMSTERDAMS ILDkkC
•J636. wi°ft viel voorineenentydvanzwaarefterf«
te in verfcheiden' Steden, met naame te Am-
j^rt7 flerdam. Doch tegen 't volgende voorjaar,
toen de gekogte bloemen ontvangen moes-
ten worden, waren veelen buiten ftaat om
te betaalen,'t gene zy gekogt hadden. Hier-
uit , en uit andere oorzaaken, reezen verfchil*
leri tufïchen koopers en verkoopers, in on-
derfcheiden' Steden, en onder anderen inAm-
fterdam; diezig, met verzoekfchriften, ver-
Orde, byvoegden aan de Staaten van Holland: eri
<te Staa- deezen, den raad van den Hove Provinciaal
ten van hebbende ingenomen, verftonden, den ze*
jjjjJulJ? ven en twintigften April „ dat zy en't Hof*
gefteld. i> vooraf, behoorden onderregt te zyn, we-
j, gens den oorfprong en tyd der groote ry-
„ zinge en daalinge in de Tulpen, en het
3, getal der handelaaren in de byzondere
3,  Steden: 't welk zy meenden bekwaamd
j, door de Wethouders derzelven te zullen
4,  können gefchieden; waarom dezelven ver-
„ zogt werden, partyen te willen bevredi-
,, gen. Ondertufïchen, magtigden zy de
„ planters, om de verkogte Tulpen , ten
„ lafte van de koopers, op nieuws, te mo-
,j gen verkoopen, en hunne fchade op de
„ koopers te vernaaien, in geval verftaan
„ mögt worden, dat de koop van waarde
j, was, blyvende, midlerwyl, alle andere
„ verdragen van voorkoop van Tulpen op-
„ gefchort, en in hun geheel (Z>)." Sedert*
verviel de lull tot den Tulphandel t'eene*
maal. De meefte handelaars waren luiden
ge-
(M Zie Gïoot-Plakaatb. II, Deel, kol, 21*3,
-ocr page 15-
XV.BoeK. Geschiedenissen. 15
geweeft van klein vermogen, die, door hoop 1637*
op winft'bekoord, hun gewoonlyk beroep
verlaaten hadden, om gemakkelyk en ipoe-
dig ryk te worden. Doch het fchielyk daa-
len der koopmanfchap was oorzaak, dat de
meeflen blyde waren , dat zy 't verlaaten
beroep wederom konden ter hand flaan CO-
Toen de Lief hebbery op 't hoogft was ^hadc
men, ter Vergaderinge van Holland, reeds in
overweeging genomen, om eenen Impofl te
leggen op de bloemen (d); doch de fchie-
lyke daaling derzelven maakte, dat men 't
uit den zin flelde.
De Eigenaars der Landen, in en aan de Kade
Duivendrechtfche Polder, bevonden heb-lanjp <J°
bende, dat die landen, federt het bedykenJEfS?
der Diemer- en Bylemer-meeren, meer danftels ge-
voorheen, met water belaft werden; en datlegd.
de gewoonlyke Kade het winterwater niet
van 't Land houden kon; hadden, reeds in
't jaar 1636 , beflooten, eene bekwaame
Kade te leggen langs de ooftzyde van den
Amftel, tot aan of omtrent Ouderkerk toe.
Zy verwierven 'er, den twee en twintigften
January deezes jaars, Oclxoi toe van 's Lands
Staaten (>). Op den eerften Auguftus des Over."
jaars 1638, kwamen dezelfde aangelanden, eenkom-
met de Steden Amfterdam en Weesp, over- w,e"
j i_          -1          j • 1 '          gens den
een, om de bruggen, leggende m den wegleg tus-
tuflchen Amfterdam en de Diemermeer-fchen do
brugge, en den verderen weg, ter breedte Stad en
de Die«
van
(c)  AlTZEMA II. Deel, bl. joj , J04. DOM5EJLAAÄ YI.
Itoel^, bl. 3jp. COMMELIN, bl. 1Ï10.
(d)  Refol. Holl. 4 May 1673, bl. »4.
(t) Handy, bl, 3+7»
-ocr page 16-
i6 AMSTERDAMS II. Deeü;
10-*7 van vyftig voeten, te onderhouden, op zulk
een' fchouw, als daarop, van hooger hand,
meer- gefield zou worden, mids de twee gemelde
brugge, Steden het onderhoud van de fchoeijinge
en verder jangS den Amftel aan de ooftzyde, met de
IJ? aan buitenvleugels van de bruggen, en twaalf
p' voeten wegs daar nevens, tot een trekpad
tulTchen Amfterdam en de Diemermeer-
brugge, zo ver als de Steden dien weg zou-
den goedvinden te. gebruiken, ten haaren
lafte namen (ƒ ).Doch kort voor dat deeze
overeenkomft getroffen werdt, waren de
twee Steden ook met de Hoofd ingelanden,
Dykgraaf en Heemraaden van de Bylemer-
Meer overeengekomen, wegens het gebruik
van de nieuwe Vaart en Weg, door die van
de Bylemer-Meer gemaakt; welken, door de
twee Steden, onderhouden moeften worden
(g). Eenige maanden te vooren,opdenvyf*
tienden O&ober des jaars 1637, verwier-
ven Amfterdam en Weesp Oótroi tot het
maaken van eenenTrekweg en Voetpad tus*
fchen de twee Steden, en tot het opftellen
van eene Gabelle, om de koften te vinden,
gerekend tegen den penning twintig; welke
gabelle, door beide de Steden, ieder voor
de helft, genooten zou worden (h). De
Regeering van Weesp hadt die van Am-
fterdam", al voor lang, aangezogt^tot het
maaken"van deezen trekweg, eer'er, by
de Vroedfchap , op beflooten geworden
was
(ƒ) Handv. hl. 347-
Ir) Handv. bl. <uz. [u*.J
1%) Handv. hU 4JL t»1*-]
_.._____
-ocr page 17-
XV.BoeK. Geschiedenissen. 17
was (f). In't jaar 1655, verkreegen de twee 1637.
Steden Oétroi om, boven de gemelde Ga-
belle , die van de PaiTagiers met de Trek-
fchuit werdt gevorderd, nog een ftuiver te
mogen heffen van eiken wagen, die langs
den trekweg gevoerd werdt (£).
De Stad Amfterdam bezat, ten deele,inge- De Stad
volge van den afftand der Geeftelyke goede- en de
ren, ten deele, door aankoop (/), eenige Lan- pvenge
deryen in deHolendrechtfche Polder, gelegen ^jjfder*
tufTchen Ouderkerk en Abkoude; en was, Holen*
reeds in 't jaar 1633, met de overige inge-drecht-
landen van de Polder', overeengekomen, J!che Poï*
om dezelve met eene Kade te fluiten, en, ^eerrv^enr"
door middel van een' agtkanten watermolen, o&roi
droog te houden. Doch alzo de ingelanden op de
geene geregtelyke magt hadden, om boeten behee-
te vorderen, en de onwilligen tot het on- ""^eide'
derhouden der Kade en wateringen, en tot p0lder.
het opbrengen der verdere Polderlaften te
bedwingen , verwierven zy gezamenlyk ,
den tienden July deezes jaars, Oétroi van 's
Lands Staaten xom jaarlyks uit hunlighaam
vier Perfoonen te kiezen, drie van welken
de regtfpraak der breuken hebben zouden,
terwyl de vierde, zynde de oudfte in dienft,
de uitfpraak der drie anderen ter uitvoerin-
ge leggen zou, zonder de hulp van eenige
andere officieren, of eenige verdere regts-
pleeging te behoeven (?«).
Op
(0 Refol. Vroedfeh. N. 17. lajuny i<jjtf. tl July 1637.
f, 116 verfo. I69 verft.
(k)
Handv. bl. 432.
(O Groot Memor. N. III, ƒ, 124. verf, t ui.
(m) Handv. bl, 43^,
V. Stuk.                B
\                                    t
-ocr page 18-
■'
i8 AMSTERDAMS II. Dee£.
1637. ^P Kersnagt deezes jaars, rees het zee-
jj00 water, met eenen Noordweftelyken wind
water, en buijig weder, zo hoog voor de Stad, en
drong met zo veel gewelds naar binnen,
dat men, des morgens, met fchuiten door
verfcheiden' flraaten voer (w).
pe
            De Nederduitfche Akademie, aan de
Schouw- weftzyde der Keizersgraft, tuffchen de Run-
burg en Beerenflraaten, waar eenige Liefheb-
wordt ^ers der Taal- en Digtkunde, federt twintig
bouwd. jaaren > Treur- en Blyfpelen lieten vertoonen,
redevoeringen uitfpreeken, en andere nutte
konflen oefenen, was , voor eenigen tyd, in
bezit geraakt van de Regenten van 't Wees-
en Ou de-mannen-huis, die, op de plaats der-
zelve , eenen geheel nieuwen Schouwburg
deeden fligten, welke, in dit jaar, volbouwd
werdt. Het Treurfpel van Joost van den
Vondel, Gysbrecht van Aemjtelgenaamd,
was het eerfte, welk, omtrent den Kerft-
tyd deezes jaars, op het nieuw Tooneel,
vertoond werdt. Men fpeelde hier, federt,
tweemaal ter weeke. De Regenten der twee
Godshuizen gaven het opzigt over 't Too-
neel aan eenige liefhebbers der konfte, die,
jaarlyks, by hen verkooren, en Hoofden des
Schouwburg*
genaamd werden (0). 't Ge-
bouw is, tot heden, in ftand gebleeven;
fchoon 'er, in 't beflier van 't zelve, nu en
dan, verandering gekomen is.
De Ko- De fmaakinTooneel-konft heerfchte thans
jHügin- zeer, hier ter Stede. Men zag 'er ongemeene
Jie-Moe-                                                                     kly.
(n) DOMSELAARVl. /?oe^, hl. 422.COMMELIN , t/.II«J.
(0) Vondhls Leven, bl. i+, 4°»
-ocr page 19-
XV.Boek. Geschiedenissen. 19
blyken van, in't volgende jaar, toen Maria 1637.
de Medicis, Koninginne-Moeder van Frankryk, ^ van
werdt ingehaald. Die Vorllin hadt zig, reeds Frank-
eenige jaaren, in Brabant onthouden, alzoi7k»Ma-
zy het Hof van den Koning, haaren Zoon, "a ^.eds
door beleid van den Kardinaal de Richelieu, worcjt t *
die 't Ryk regeerde, hadt moeten verlaaten. te Am-
In den Zomer des jaars 1638 5 begaf zy zigfterdam,
naar Holland, met oogmerk om der Staaten Fr£stl§".
bemiddeling te verzoeken, in de gefchillen v^, °enn#
tuffchen haar en den Koning, haaren1 Zoon. j($q$.
Terwyl zy zig hier ophieldt, deedt zy een'
keer door de voornaamfte Hollandfche Ste-
den. De Wethouderfchap van Amflerdam,
van haaren toeleg verwittigd, hadt de ver-
eifchte voorbereidfels gemaakt, om haar
Vorftelyk in te haaien. Zy reedt,den een
en dertigften Auguftus, uit den Haage, en-
kwam, des avonds, te Haarlem. Bürge-
meefteren van Amflerdam zonden, terftond,
den Penfionaris Willem Boreel derwaards,
om haare Majefleit te verzoeken, d at zy de
Stad met haare tegenwoordigheid vereeren
wilde, haar keuze geevende, om zulks, te
water of te lande, te doen. Zy verkoos het
laatfte , en vertrok , op Woensdag , den
eerften September, herwaards, verzeld van
de PrinfefTe van Oranje, en van een' aan-
zienlyken ftoet van adelyke Heeren en Vrou-
wen. Omtrent het Huis ter Hart, lag eene
groote menigte van fpeeljagten, langs 't Y
derwaards gezeild, en fierlyk uitgeftreeken,
met vlaggen en wimpels. Een der pragtigflen
was voor de Koninginne gefchikt, die egter
in 't rytuig bleef, en den dyk langs reedt,
B 2                          toe
-ocr page 20-
so         AMSTERDAMS ILDEEt:
1638. tot aan de Vryheid der Stad, daar zy, door
een Kornet Ruitery, uit de aanzienlykfte
Burgers kinderen beflaande, en geleid door
Kornelis van Davelaar , Heere van Petten,
ontmoet en begroet werdt. Zy werdt, door
de jonge Ruiters, ter Stad in geleid door
de Haarlemmer - Poort, terwyl de klokken
geluid werden, en 't gefchut op de wallen
geloft. Binnen de poort, en langs deftraa-
ten, die de Vorftin door moeft, ftonden de
twintig vendelen Schutters gefchaard. De
Koningin werdt, aan de poort, verwelkomd
door den Kolonel Andries Bicker, Oud-Bur-
gemeefter , en de Burgerhopluiden Pieter
Reaal,
Ontvanger, G er brand Janszoon Pan-
cras
, .Oud-Schepen en Raad, en Jacob Bic-
ker
, Bewindhebber der Ooftindifche Maat-
fchappye. De ftoet, voorgereeden van de
Ruiters, en gevolgd van een gedeelte der
Schutterye, kwam langs den Nieuwendyk
op den Dam, en trok voorts, over den Mid-
deldam, door eene zeegeboog, die 't Kog-
gefchip, het oud zegel der Stad, droeg,
en waaronder de Bruiloft van Koning Hen-
rik den IV. met de Koninginne zinryk ver-
toond werdt. Wyders, nam het aanzienlyk
gezelfchap zynen weg door de Warmoes-
ilraat en Niezel, en voorts, langs de ooft-
zyde van den Fluweelen burgwal, tot voor
de oude Doeleftraat, daar eene andere ee-
renpoort ftondt, met eenen hoogen enfier-
lyk gefchilderden gevel, voor welken dit
halve vers van Virgilius te leezen was: Lae-
ta Deum partu : dat is, Zy verbeugt zig, in
'f voortbrengen van Goden, Na 't opfchuiven
der
-ocr page 21-
XV.Boek. Geschiedenissen. ar
der gordynen, zag men hier de Koningin, in 1(538.
de gedaante van Berecynthia,op eenenzee-
gewagen, die, nevens haar, haare Vorfte-
lyke kinderen voerde, en door vier maag-
den , de vier weerelddeelen verbeeldende,
begeleid werdt. Tegen over den Wagen,
vertoonde zig wederom het Koggefchip ,
welk eene maagd voerde, Amflerdam ver-
beeldende , en zig eerbiediglyk buigende
voor de Koninginne,die,deeze vertooning,
met zonderlinge oplettendheid, befchouwd
hebbende , zig naar 't Prinfenhof begaf,
daar zy, door de vier regeerende Bürge«
meeflers, Piet er HaJJelaer, Abraham Boom,
Antoni Oetgens van Waveren en Albert Koen-
raad Burg
, verzeld van de twee Penfiona-
riffen, Willem Boreel en Corneas Boom, be*
groet werdt. Boreel voerde het woord. De
Koningin nam haaren intrek in 't Prinfen-
hof: de Prinfes van Oranje in 't huis van een'
voornaam' Koopman, Elias Trip genaamd.
Het wagtwoord werdt, door de Koninginne,
gegeven, zo lang zy in de Stad bleef,en 't
was, den eerden avond, Maria. Ten volj
genden dage, leidden Burgemeefleren de
Vorftin door de Stad, en onder anderen
naar 't Ooflindifch huis, daar een banket
toebereid was, eeniglyk uit Indifche gewas-
fen en voortbrengfels beftaande. Op den
derden dag, vermaakte men haare Majefteit
met nieuwe vertooningeri, die, tuffchen de
Lange- en Doele-bruggen, daar de graft
breed is, op een Eilandje, uk de Veenen
derwaards gevoerd, in éénen nagt, vervaar-
digd waren. Het Vorflelyk gezejfchap en
B 3
                       Schout
-ocr page 22-
9,2 AMSTERDAMS II. Dee^
Schout en Burgemeefteren zaten in eene
pragtige floep. En terwyl dezelve de Grim*
menefle-fluis invoer, ging de Oflenfluis,
daar regt over, open, en liet een'Neptuin,
op zynen wagen, die de gedaante van eene
fchelp hadt, door. Hy werdt van Merkuur
in eene kogge gevolgd ivoor in, zat de Am-
fterdamfche Maagd, die de Koningin, met
een kort vers, begroette. De floep, die
haar voerde, werdt toen geroeid naar de
noordzyde van 't Eilandje, daar, onder ee-
ne groote zeegeboog, nieuwe vertooningen
gefchiedden: eerft, het Huwelyk van Fran-
cis de Medicis en Joanna van Ooftenryk,
Vader en Moeder der Vorllinne; en toen
Maximiliaan, Amfterdam befchenkende met
de Keizerlyke Kroone. Aan de zuidzyde
van 't Eilandje, werwaards de floep toen
gevoerd werdt, zag men den elendigen ftaat
van Frankryk onder Henrik den III., en
den bloeijenden onder Henrik den IV., in
vyf grootfche vertooningen afgebeeld. Toen
werdt het gezelfchap vermaakt door eenen
waterftryd , tuflchen tien matroozen , in
witte linnen kleedinge t met roode mutfen
op het hoofd ; die eikanderen met hand-
fpaaken te keer gingen, en uit de fchuiten
in 't water deeden tuimelen. Tegen den
avond, veer men, door de S.Antonis-fluis,
naar 't Y: daar de Koningin, op de Ooftin-
difche werf, een fchip zag afloopenr'twelk
zy, op verzoek der Burgemeefteren, eenen
naam gaf, en Maria de Medicis noemde.
Voorts, voerde men haar,hetY langs,naar
de Zoutkeeten, van waar zy in de Prinfen-
graft,
-ocr page 23-
XV.Boek. Geschiedenissen. 23
graft, en in haare verblyfplaats té rug kwam. 163 5.
Den volgenden dag, zynde Saturdag, ging
zy, in ftilte en onverzeld, eenige winkels
bezoeken. Ook verleende men toen , op
haare bede , ontflag aan eenen gevangen,
die, tegen zyne meening, iemant, door 't
werpen van eenen fteen, gedood hadt. Op
Zondag, den vyfden September, vertrok
het aanzienlyk gezelfchap wederom naar den
Haage. Burgemeefteren namen affcheid van
de Koninginne , eer zy uit het Prinfenhof
tradt. Voorts, deedt men haar uitgeleide,
op gelyke wyze als men haar ingehaald hadt,
en langs den zelfden weg. De Heer van
Petten reedt, aan 't hoofd der jonge Ruite-
rye, wederom voor,tot op de uiterftepaa-
ien van de Vryheid der Stede. Zykwam,
des avonds, te Leiden, en den volgenden
dag in den Haage. Terwyl zy zig te Amfter-
dam op hiel dt, hadt zy zig, door den beroem-
den GerardHondhorfl, doen fchilderen,en't
afbeeldfel vereerd aan Burgemeefteren (p),
die 't, naderhand, voor den fchoorfteen der
Secretarye van het tegenwoordige Stadhuis,
hebben doen plaatfen.
De zorg der Regeeringe van Amfterdam, Amftcr-
tot voorftand van den Koophandel der in-dam
gezetenen, gaf haar, omtrent deezen tyd,^vaeargt
gelegenheid tot klagten over de Regeeringe Dantzig.
van Dantzig, daar men den Hollandfchen,
en onder deezen , den Amfterdamfchen
Koopluiden, die zig aldaar hadden neder-
gezet,
(ƒ>) Zie C. Barl/eus Blyde Inkomft van Maria de Me-
CiciS. DAPPER bt, 238-246. AlTZEMA il.Df<?/,$/.Ji2-Hf.
B4
-ocr page 24-
24 AMSTERDAMS II. Deee;
X6$$. gezet, zeer bepaalde in hunnen handel, die,
door de burgers alleen, gedreeven werdt
met de bovenlanders; by welke burgers,
de Hollanders verpligt werden te koopen.
Doch de klagten der Amfterdammeren von-
den geheel geenen ingang (q). De Regeering
van Dantzig hadt vaftgefteld, haare burgers
boven vreemden te begunftigen.
De Stad
krygt
verfchil
met de
Uit dezelfde zorg voor 't belang des
Koophandels, was ook het verfchil ontftaan,
welk Holland, en Amfterdam in't by zonder
algemee- ten deezen ty^ ^adt, met de algemeene
neStaa- Staaten. Men hadt, ter Generaliteit, in 't
ten,over voorleeden jaar, beflooten, een vierde ge*
de ver. deeite van de Convooijen en Licenten te
SerCon- verpagten, in verwagting, dat'er dan beter
vooijen gepaft zou worden op het behoorlyk invor-
en Li-
centen
deren derzelvcn. Maar Amfterdam hadt
zigfterk gekant tégen deeze verpagting, en
drie Raaden der Admiraliteit, die, in Juny
des voorleeden jaars, tot het doen der ge-
melde verpagtinge, herwaards gekomen wa*
ren, daarin geregtelyk belet, hen doende
dagvaarden voor Schepenen der Stad. Hier-
uit rees gefchil met de algemeene Staaten,
die verftonden, dat de Raaden ter Admira-
liteit aan niemant dan aan hun verantwoor-
ding fchuldig waren. Maar de Staaten van
Holland, waarby die van Zeeland zig,eer-
lang, ook voegden , verdedigden" die van
Amfterdam. Alle de andere Provinciën
vielen hun tegcrt. Men fprak,van 't gefchil
te willen verblyvcn aan Prinfe Frcdrik Hen^
(j) Aitzema II. D.tel, hl. JJ7.
_________.______
-ocr page 25-
XV.Boek. Geschiedenissen. 25
rik, die, kort te vooren, met den titel van 1638.
%yne Hoogheid,vereerd geworden was.Doch
de Staaten van Holland toonden daartoe
kleine genegenheid. Sommigen fchry ven, Vat arg-
dat men, in deeze Provincie, argwaan be- waan op
gon op te vatten tegen den Prinfe, als of pge,n..
hy, door middel der Generaliteit, te veel ^n^m
gezags zogt over de byzondere Provinciën.
En deeze argwaan fcheen meeft, plaats te
vinden, onder de Regenten van Amfterdam
(r): op welken, zo men flaat maaken moge, 'sPrinfen
op het gene, desaangaande, in de Brieven mimoe~
van den Franfchen Ambaffadeur , Graave ^^
(TEßrades,
verhaald wordt, zyne Hoogheid, Amtier-
ten deezen tyde, ook zeer misnoegd was.'t dam.
Zal der moeite wel waardig zyn, hier uit-
voeriglyk aan te tekenen, wat, desaangaande,
in deeze Brieven, gelezen wordt.
De Kardinaal de Richelieu, den twintig- Verhaal
Hen April deezes jaars 1638, aan den Graave desaan-
d'Eftrades fchryvende, bediende zig, onder êaa"de >
anderen, van deeze woorden: „ Zeg aan3^^
„ den Heere Prinfe van Oranje, dat my van den
3, van Amfterdam berigt wordt, dat de Graave
„ Spanjaards aldaar , door tufTchenkomft <jEftr**
j, vaneen' Koopman,Marcellus [Marcelis]
„ genaamd, die Agent van den Koningvan
„ Deenemarke is , driehonderd duizend
„ ponden buskruids gekogt hebben , die
„ naar Antwerpen gezonden moeten wor-
„ den (ƒ)." De Graaf d'Eftrades antwoordde
den Kardinaal hierop, den negenentwintig-
flen, in deezer voege: „ Ik heb den Heere
» PriiV
(r) AlTZEMA II. Deel, bt. 486-490.
{)) tettr. du Comte'D'ESTRAnES T*m. I. p. 26.
Bs
-ocr page 26-
\
26* AMSTERDAMS II. DEEt.
j, Prinfe van Oranje gefproken van het be-
,, rigt, welk men Uwe Eminentie, wegens
„ dien Koopman Marcellus, gegeven hadt.
„ Hy zeide my, dat hy 't reeds wifl, en
„ aan de Wethouderfchap van Amflerdam
,, hadt gefchreeven, dat zy hem zou doen
,, vafthouden, en te regt ftellen; waarop
„ hy antwoord verwagtte. De gemelde
„ Prins ontboodt my, den volgenden dag.
„ Ik vond hem zeer gramfloorig. Hy fmeet
„ den hoed op de tafel, en zeide my, dat
„ de Wethouderfchap van Amflerdam een
„ uit de haaren aan hem gezonden hadt,
„ om hem te zeggen, dat zy, volgens zy«
„ nen laft, Marcellus ontbooden hadt, om
„ hem te ondervraagen aangaande zynen
„ handel met de vyanden van den Staat, en
„ zyn bevragten van fchepen, om buskruid
„ te brengen naar Antwerpen; doch dat hy
„ hierop geantwoord hadt, geene kennis
„ van deeze zaaken te hebben; dat hy Re-
„ fident van den Koning van Deenemarke
3, was, aangaande den Koophandel op de
„ Ooftzee; wilde men dien af breeken, men
3, hadt zig maar te verklaaren, en hy zou,
„ terftond, naar den Koning, zynen mees«
„ ter, keeren. Voorts, werdt hy onder-
„ vraagd , aangaande zekere tienduizend
„ Ryksdaalders, door hem geleend aan ee-
„ nen Koopman, Byland genaamd, die de
„ vier fluiten, gelaaden met buskruid, mus-
„ ketten en pieken, bevragt hadt. Hy be-
„ leedt, dat hy dit geld aan Byland geleend;
„ doch niet will, wat gebruik deeze 'er
„van
-ocr page 27-
XV.Boek. Geschiedenissen. 27
„ van gemaakt hadt. Men hadt, midlerwyl, 163$.
„ ook Byland in hegtenis genomen, die,
„ voor Burgemeefteren van Amfterdamge-
„ bragt zynde, ondervraagd was over den
„ handel, dien hy met den vyand gehad
„ hadt. Hy hadt geantwoord, dat de Burgers
van Amflerdam vryheid hadden, om overal
te handelen ; dat hy 'er honderd noemen kün9
die de Antwerpenaars bedienden; dat hy 't
ook deedt; dat de Koophandel niet kon ge-
flremd worden, en dat hy bun wel betuigen
wilde, dat, zo men om winfl te doen door
de hel vaaren moeflt hy'er 't zengen zyner
zeilen aan waagen zou ?" Dat de Heeren
„ van Amfterdam hem toen onfchuldig ge-
„ oordeeld hadden, alzo hy maar bedienaar
„ was, en niet gehandeld hadt, dan voor
„ zyne meeflers , de Koopluiden van Ant-
„ werpen. Myn Heer de Prins van Oranje,"
vervolgt d'Eftrades „ was zeer kwalyk vol-
„ daan over 't verhaal van deezen Afgevaar-
„ digde, en zondt hem zonder antwoord te
,, rug. Hy vaardigde, terftond, iemant af
„ aan den Admiraal Tromp, met lafl om
„ de vier fluiten met buskruid en geweer in
„ Texel aan te houden, en niet dan opzyn
„ uitdrukkelyk bevel te ontflaan. Gyziet9
„ zeide hy my toen, hoe veel gedulds men
hebben moet met deeze pkmpaarts van Koop-
lulden. Ik heb gcene groot er vyanden dan de
Stad Amflerdam. Maar kryg ik Antwerpen
eens; ik zal haar wel zo zeer vernederen, dat
j, zy zig nimmermeer zal können opbeuren (t).n
In
(t) D'ESTRADES Tom. I. p. 27,25.
-ocr page 28-
1% AMSTERDAMS II. Deel;
'163 8. 1° noe verre»°P dit verhaal Haat te maa-
ken zy, blyve het oordeel des onzydigen
Leezers aanbevolen. Zeker genoeg is 't,
dat de vyand, uit deeze Landen, en ook
uit Amfterdam, omtrent deezen tyd, van
krygsbehoeften voorzien werdt (u). Doch
of zulks, door de Wethouderfchap, ooglui-
kende werdt gedoogd, om dat zy bedugt
was voor 't verlies des Koophandels, wan-
neer Antwerpen, waarop Fredrik Henrik ten
deezen tyde het oog hadt, gewonnen zou
zyn; 't welk men, door het voorzien deezer
Stad, zou hebben willen voorkomen; zou
ik, by gebrek van behoorlykekennifle,niet
durven verzekeren.
De alge- 'l Gefchil met Amfterdam, over 't verpag-
meene ten van een vierde gedeelte van 's Lands
Staaten middelen te water, was van gevolg. De
doen prjns van Oranje hadt, onlangs, eenen voor-
zending flag gedaan tot opregcing van een opperft
aan de Collegie ter Admiraliteit, waaronder de by-
§tad. zondere Collegien ftaan zouden, en dus nog
meer afhangen, dan zy reeds deeden, van
de algemeene Staaten en van zyne Hoog-
heid. De Staaten van Holland vonden veel
zwaarigheid in 's Prinfen voorflag, en Am-
fterdam meer dan de meefte andere Leden.
1639. Dit gefchil komende by de voorigen, werdt
ter algemeene Staatsvergaderinge, in de te*
genwoordigheid van den Prinfe , op den
zesden February des jaars i639,beflooten?
eene aanzienlyke bezending te doen naar
Amfterdam ; na 't overhaalen van welke
Stad,
(u) ZjVAITZEM^ II. S>eel, bl. J<?6, 597,
-ocr page 29-
XV.BoEK. Geschiedenissen.' &p
Stad, men Hgtelyk kans meende te zien, om 16*0;
de overige Leden van Holland, tot het ge*
voelen der meefte Provinciën, te beweegen.
Tot deeze bezending werden benoemd de
Heeren Graaf van Kuilenburg , Noordwyk>
Ter e ft ein
, van der Kamer, Nobel, bosbergen,
Tienhoven, Weede, Walta en Haarfolte uit
de algemeene Staatsvergaderinge, en de
Heeren van Sommelsdyk, van Bercbem en de
Thefaurier- Generaal BraJJèr, uit den Raad
van Staate. Zy hadden laft om ,, Burgemees-
„ teren en zesendertigRaadenover tehaa-
., len tot bewilliging in de nader orde op de
„ zeezaakenvan den zesden Maart des jaars
,, 1636, met naame in het altoosaanblyvend
„ Collegie ter Admiraliteit, zo als het, door
„ zyne Hoogheid , voorgeflaagen was :
„ voorts , in de opregtinge eener Kamer
„ van * Verzekeringe; in 't verbod om fche- * Affu«
„ pen aan den Koning van Spanje, of zynenrantfc.
„ aanhangeren te verhuuren, of te verkoo-
., pen; in de flraffevan zulken, die't reeds
,, gedaan hadden, ofnog zouden doen: en
„ eindelykook inde algemeeneVerpagting
„ van 's Lands middelen te water." De af- Hoe de
gezonden Heeren kwamen, den agtften Fe- zeJve
bruary, in de Stad. De Graaf van Kuilen- bejegend
burg , het hoofd der bezendinge, zondt,werdt.
terftond, zynen Hofmeefter, Plettenberg,
naar 't Stadhuis, om Burgemeefteren kennis
te geeven van de aankomft der Afgevaar-
digden, en te verzoeken, dat haare fidele-
Agtbaarheden de zes en dertig Raaden of
Vroedfchap deezer Stad wilden vergaderen,
aan welken zy hunne Geloofsbrieven o ver-
Ie-
-ocr page 30-
30 AMSTERDAMS II.Deel;
J6*3P' leveren» en hunnen lafl openen zouden.
Doch zo alsPlettenbergop den Dam kwam,
traden Burgemeefleren, die thans waren
Abraham Boom, Jan Corneliszoon Geelvinck,
Gerbrand Claaszoon Pancras en Willem Bac-
ker
, 't Stadhuis af. Hy deedt hun egter
zyne boodfchap; doch kreeg voor befcheid,
„ dat Burgemeefleren niet gewoon waren,
„ over diergelyk verzoek, op flraat, maar
„ op 't Stadhuis te raadpleegen, en dat zy,
„ des nademiddags ten drie uuren, weder-
„ om vergaderen zouden." En alzo Plet-
tenberg hierop vraagde, of de zes en dertig
Raaden dan ook zouden vergaderen ?werdt
hem Neen geantwoord „en dat die zo ras
„ niet by eikanderen te krygen waren." Hy
nam hiermede- zyn affcheid. Doch Burge-
meefleren traden, terflond, wederom in 't
Stadhuis, en in hunne Kamer, en vonden
geraaden, een Stads bode te zenden aan
de Herberg der Afgevaardigden, met aan-
bieding , dat zy by Burgemeefleren gehoor
konden hebben , wanneer 't hun gelieven
zou. Des nademiddags, 'verfcheenen de
Heeren van der Kamer en BrafTer voor Bur-
gemeefleren , om 't reeds gedaane verzoek,
tot het byeenroepen van de Vroedfchap,
Bürge*
jneefte-
ien maa-
ken
zwaarig-
heid,om
der be-
zendingé
gehoor
in de
nader aan te dringen. Doch men antwoord-
de hun „ dat, naar de bekende orde op de

55
Regeeringe deezer Stad, wanneer'er ee-
nige bezending van buiten kwam , de
Geloofsbrieven werden overgeleverd aan,
55
en het gehoor verleend voor Burgemees-
„ teren, en niet voor de Vroedfchap of
„ zes en dertig Raaden. Begeerden hunne
„ Edele
-ocr page 31-
XV. Boek. Geschiedenissen. 3 t
„ Edele Mogendheden dan gehoor vanBur- 16*3$
„ gemeefteren; 't werdt hun toegeïtaan." vone J
Wyders, vraagden Burgemeefteren ook , Vroed«
j, wat zaaken de Heeren Gemagtigden zou-fchaP
„ den gelieven voor te Hellen?" Doch dej^0
twee Heeren antwoordden „ dat hunne Ge-
„ loofsbrieven hielden aan Burgemeefteren
3, en Raad; en dat zy geenen laft hadden,
3, om eenige opening te doen dan in den
„ Raad of Vroedfchap." Hiermede ver-
trokken zynde, vonden de Afgevaardigden
geraaden, naar den Haage te fchryven om
naderen laft, na 't ontvangen van welken,
zy zig , den twaalfden, gezamenlyk ver-
voegden by Burgemeefteren, na dat zyzig,
Js daags te vooren, hadden aangegeven. Hier De Afge-
leverden zy hunne Geloofsbrieven over, en vaardig-
verklaarden wyders „ dat de punten, dieden ^°"
zy den Raad hadden voor te draagen, iwe ƒ
meefl betroffen de zaaken van de zee, meefte-
naamelyk i. om in den Haage op te reg-ren.
ten een altoos aanblyvend Collegie, om
het opper-opzigt te hebben over de Kuil-
fchepen. 2. Om het geheele middel der
Convooijen en Licenten, over 't gantfche
Land, te verpagten. 3. Om eeneMaat-
fchappy van * Verzekering op te regten,* 40"*
volgens de bekende Ontwerpen, en 4.rmtie'
Om den Raad van Staate regtfpraak toe
te Haan, over de eigenaars der fchepen,
die aan Spanje verkogt of verhuurd, en
in de Middellandfche zee gebruikt wer-
den : op welke punten, zy verzogten dat
de Raad mögt vergaderd worden." Doch
Burgemeefteren gaven alleenlyk voor be-
fcheid
-ocr page 32-
%t AMSTERDAMS II. DEEt;
ifao, fcheid „ dat zy den Heeren behoor! yk ant-
„ woord zouden laaten toekomen." Onder-
tuflchen , werden de Afgevaardigden , in
hunne Herberge, daar zy reeds, door Bur-
gemeefteren, verwelkomd waren, op Stads
koflen, onthaald. Ook lieten Burgemeefte-
ren htm, na dat zy van 't Stadhuis gegaan
waren, weeten, dat zy, in vollen getale, het
middagmaal met hen zouden komen houden.
Bürge- Midlerwyl, hadden Burgemeefteren, op
meefte- dat Zy niet zouden fchynen, zig eenig meer-
ren gee- jer gezag aan te maatigen, dan* hun, naar
den Raad de orde der Regeeringe, toekwam, den
kennis Raad byeengeroepen, dien zy voorhielden,
van. wat 'er, tufTchen de Afgevaardigden en hen,
was voorgevallen, met byvoeging, dat hun
niet geraaden dagt, den Raad op de voor-
gemelde punten te vergaderen; en verzoek,
dat de Raad deszelfs oordeel over den voor-
ilag der Afgevaardigden, en hun antwoord
daarop geliefde te verklaaren. En na eenig
Oordeel beraad, verftonden de Leden „ dat aanBur-
des „ gemeefteren, als HoofdeM van den
Raads. r AADj het beroepen vanden Raad ftondt;
dat zy, hierom, wel gedaan hadden, dat
zy 't verzoek der Afgevaardigden, zo
als het lag, van de hand geweezen had-
\l den; dat het ook onfatfienlyk, onbehoorlyk
en buyten ordre en ßyl van de Regeeringe
„ was; en dat de Staten Generael en Raedt
van State niet gevoecht waren, om zulke
„ bezendingen te doen aan byzondere Ste-
3) den der Bondgenooten, om dezelven daar-
j, door voor in te neemen, en te beweegen
„ tot eene verklaaring op punten, die nog
„in
-ocr page 33-
XV.Boek. Geschiedenissen. 33
^ in Befchryving gebragt, en met haare i<$gp,
„ Medeleden ter Vergaderinge van Holland
,, overwoogen zonden moeten worden."
Wyders,'werden Burgemeefteren verzogt,
„ den gemelden Afgevaardigden, van dee-
„ zer Stede wege, aan te zeggen, dat zy
„ niet bevoegd waren, om, in diervoege als
„ zy hier kwamen, in den Raad ontvangen
„ te worden, veel min om voorflagen te doen
„ aan een byzonder Lid der Vergaderinge
„ van Holland, buiten kennis van de Staa«
„ ten dier Provincie, die zelve Souverain,
„ en met de algemeene Staaten alleenlykin
«,, verbond was; doch zo zy, wegens de U-
9, nie, iet hadden voor te Hellen, datzy't
„ zelve doen moeflen aan de Vergadering
„ der Staaten van Holland, of, in derzel-
,, ver afwezendheid, aan derzelver Gecom-
j, mitteerde Raaden, om van daar, naar
,, orde en oud gebruik, by uitfchryvinge,
3, hier ter Stede, en in de andere Steden
„ deezer Provincie gebragt te worden (V)."
Burgemeefteren begaven zig, hierop, na Bürge-
*t fcheiden van den Raad, in vollen getale, meefte-
naar de Herberg der Afgevaardigden, wel-re" w*jl"
ken zy mondeling vertoonden „ dat hun het bezan-
5, begeerde gehoor by Burgemeefteren en dinge
„ Raaden niet kon worden toegedaan." Zy gehoor
voegden 'er by „ dat de punten van hun- vrode^_
^, nen lad niet eenig byzonderLid of Stad, fchäp."
9, maar de Provinciën in 't gemeen betrof-
„ fen; dat de Unie van Utrecht niet was
9, een Verbond tiuTchen de Generaliteit en
„ ie-
(v) Refol. Vroedfch. N. 17. Ii Fthr. Ul9,f.tlQVtrft%
V. Stuk.                 C
-ocr page 34-
34 AMSTERDAMS ILDeel.
1639. » ie^er Lid of Stad van elke Provincie ;
' j, maar tuflchen de Provinciën onderling;
3, en dat men Amflerdam, of den ande-
„ ren Steden zo veel eers niet geeven kon,
9, zonder de hoogheid van Holland te kwet-
„ fen. Ook wiften zy geen voorbeeld, dat
3, eene byzondere Stad ooit door de Gene-
„ raliteit bezonden geweeft was. De pun«
„ ten, die men wilde voorflellen, betroffen
5, de Staaten der Provincie, in welker Ver-
„ gadering, die den twee entwintigften zou
5, aanvangen, men dezelven, zo men 't goed-
s, vondt, zou können brengen. Doch zy kon-
„ den den Heeren verzekeren, dat op alle
3, de punten van hunnen laft, of by Holland
„ reeds beflooten was, of punten van be-
„ fchryvinge gemaakt waren." Zy verzog-
ten , ten befluite „ dat men hun niets wilde
3, vergen, welk ftrydig was met de Hoog-
„ heid van Holland, of met de loffelyke
„ Gewoonten der Stad:" en beloofden ge-
williglyk „ te zullen letten, naar behooren,
3, op de goede redenen, welken, in het Ge-
3, fchrift, hun door de Heeren Afgevaardig-
3, den ter hand gefield, vervat waren; waar-
3, na zy de flem der Stad over 't gene ter
3, Vergaderinge van Holland zou worden
„ voorgefteld, ten zynen tyde, in die Ver-
„ gadering zouden doen inbrengen."
De be- De Afgevaardigden, dit antwoord ontvan-
zending gen hebbende, bleeven nog in de Stad tot
klaagt ^en vyftienden,waarfchynlyk om nog eens
Bürge- befcheid te können hebben uit den Haage;
meefte- en keerden toen derwaards, zonder eenige
xenvan nadere onderhandeling gehad te hebben met
ßur-
-ocr page 35-
XV.Boek. Geschiedenissen. 35
Burgemeefteren. 't Liep aan tot den zes en- 1639.
twintigften, eer de voorflag, dien men te. - r_
Amfterd am dagt te doen, met de vereifch- ^m tei.
te veranderingen, ter Vergaderinge van Hol- Verga-
land , gedaan werdt. De Afgevaardigden deringe
verzuimden niet, by deeze gelegenheid,te J7anHo1*
klaagen „ dat Burgemeefteren van Am- an *
j, fterdam bevolen hadden, de Schepen,
teHellevoetlluis leggende, niet uitterus-
„ ten, ten ware men laft hadt, omze naar
„ Texel te brengen , onaangezien hunne
„ Hoog-Mogendheden, by herhaalinge en
„ ernftelyk, het tegendeel belaft hadden:
„ dat dezelfde Burgemeefteren hun, zelfs
„ ter begeerte van hunne Hoog - Mogend-
„ heden, geen gehoor hadden willen toe-
,, ftaanin de Vroedfchap, zeggende zulks
„ te zyn eene ongehoorde nieuwigheid, daar
„ nogtans bleek, dat 'er, den zeftienden
„ April des jaars 1592, eene diergelyke be-
„ zending uit het midden der Vergaderinge
van hunne Hoog Mogendheden aan Mid-
delburg in Zeeland gefchied was; dat zy,
51
wyders, 't gefchrift, hun overgegeven,
als een befmettelyk papier, in eene open-
„ baare herberg , hadden laaten leggen ,
„ zonder het te willen behouden, veel min
„ den Raad mededeelen; dat, zo Amfter-
„ dam,in 't jaar i6io,zo wel bevoegdge-
„ weeft was , tot het doen der bezendinge
>, naar Utrecht, als hunne Hoog-Mogend-
„ heden, zyne Hoogheid en de Raad van
„ Staate waren , tot het doen der tegen-
3j woordige bezendinge, men toen op de
9i onderneeming dier Stad zo veel niet te
C 2                     „ zeg-
-ocr page 36-
36* AMSTERDAMS IL Deel;
1639. ï» zeggen gehad zou hebben." 't Voordel
werdt beflooten , met eene verklaaring»
„ dat hunne Hoog - Mogendheden , zyne
„ Hoogheid en de Raad van Staate 't ge-
„ beurde te Amfterdam nogtans nietgeden-
., ken wilden, en alleenlyk baden, dat hunne
„ Edele Mogendheden, op de vier voorge-
„ flaagen punten, een fpoedig, eenpaarig
„ en heilzaam befluit wilden neemen."
Barge- Van wege de Vergadering van Holland,
meefte- werdt geantwoord, dat men op het voorge-
ren ver- flei^e Zou raadpleegen. De Leden, mee
zigl% naame Amfterdam, verzogten affchriften
van 't Vertoog, en Burgemeefteren deezer
Stad deeden, den agtften Maart, een ant-
woord op het -zelve inleveren ter Vergade*
ringe van Holland: waarin zy, vooraf, om-
ftandiglyk verhaald hebbende, wat tuflchen
deAfgevaardigden en hen voorgevallen was,
vervolgens, aanweezen „ dat zy, in hun
,, bevel omtrent de Kuftfchepen te Helle«
„ voetfluis, hadden gehandeld, overeenkom-
9, ftig met de Refolutien der Heeren Staa*
„ ten van Holland, die begeerd hadden,
„ dat gemelde fchepen zouden inkomen en
„, uitgeruft worden , daar zy uitgevaaren
„ waren, en niet juift in het Goereefche
„ gat; dat het geval van Middelburg vyftig
„ jaaren geleeden, en van eene geheel an-
9, dere natuur was, gelyk met de Refolutie
„ der Generaliteit zelve beweezen werdt;
9, dat zy, in 't jaar 1610, op verzoek van
„ die van Utrecht zelve, Afgevaardigden
„ derwaards gefchikt hadden, om als mid*
„ delaars te dienen , tuflchen -die Stad,
» wel-
•\ •
-ocr page 37-
XV. Boek." Geschiedenissen. 3*
„ welke toen met de wapenen van den Staat
„ gedreigd werdt (w), ter eener, en de alge-
„ meene Staaten enPrinfe Maurits, ter ande-
„ rerzyde; en dat zy niets hadden gedaan,
5, 't welk eenige opfpraak verdiende. Dat
„ zy, wyders, beoogd hadden, het gefchrift,
„ hun, door de Afgevaardigden, in eene
„ openbaare herberg, ter hand gefield, t&
„ behouden; doch dat deezen daarop uit-
„ drukkelyk antwoord van wege den Raad
„ begeerd hadden; 't welk zy niet hadden
„ können toezeggen. Dat zy, bemerkende
„ dat de Afgevaardigden zig naar de ééne
„ zyde van de kamer begaven, zo 't fcheen,
j, om te raadpleegen, 't papier met veel
„ eerbied voor hun hadden nedergelegd,
„ en zig, om hun meer vryheid te laaten,
„ begeven naar een ander vertrek, daar de
„ Afgevaardigden, naderhand, by hen kwa-
3, men, zonder 't papier mede te brengen,
„ gelyk zy verwagt hadden." Eindelyk,
klaagden Bnrgemeefteren, op hunne beurt,
over twee uit de Gecommitteerde Raaden
van Holland, die, gewoon ter algemeene
Staatsvergaderinge te verfchynen, zig, ne-
vens de andere Afgevaardigden , hadden
doen magtigen, tot de bezending naar Am-
sterdam ; daar zy, by wel beëedigde Initruc-
tie, gelaft waren, de Refolutien der Staaten
van Holland te handhaaven: 't welk men te
"bedenken gaf, of hier wel gefchied ware,
naar behooren (1).
Doch
(*>) Zit Vadert. Hift. X. Dtd, hl. i9.
(1) Refol. Vroedfch. N. 17. 2 Maan 1630. ƒ.
C
3                             a33r
s
-ocr page 38-
38 AMSTERDAMS II. Deel.
Doch hierby bleef het gefchil met Am-
fterdam fteeken. Ook werdt 'er, by Hol-
land , niet naar genoegen der meefte Pro-
vinciën beflooten op de punten, om welken
de bezending was aangelegd. Fredrik Hen-
rik , ziende, dat zy, by verfcheiden' Steden,
en vooral by Amfterdam (#), niet door
wilden, dreefze niet fterk,fchoon't,fchryft
Aitzema (j), aan geene oorblaazers ont-
brak , die, om hun byzonder belang, 't gezag
der algemeene Staaten, en dat van zyne
Hoogheid zogten te vermeerderen. Nogtans,
meent hy, dat deeze twift met Amfterdam
kwaad bloed gezet heeft, waarvan men ,
eenige jaaren laater, de uitwerkfels gewaar
werdt (2).
Kort na 't afloopen deezer handelingen,
kwam 'er, den zeftienden April, hier ter Ste-
de , eene fcherpe keur uit, tegen ergerlyke
fchriften en tegen 't kwaadfpreeken van 's
Lands Regeering, in 't gemeen, of in 't
byzonder , en van vreemde Koningen en
Mogendheden. Het maaken, drukken of
verfpreiden van zulke fchriften zou met
driehonderd guldens en goeddunkelyke ftraf-
fe voor de eerfte, en met zeshonderd gul-
dens en lyfftraffe, voor de tweede reize,
geboet worden, en de overtreeders, na ver-
loop
(*•) Refol. Vroeclfch. N. Ig. i6junyt\j Juljyii Otleb,
J64-0. f. 18 -verfo, 3j verfo , 44.
(y) II. Deel, hl. «oz.
(z,) II. Deel, bl. 505, 593.
^33-239. Zie ook Aitzema II. Deel,bl. 592-602:
alwaar de ftukkèn egter zeer gebrekkelyk gedrukt
zyn.
»tGefchi
blyft
fteeken.
Keur te-
gen er-
geriyke
fch.if-
ten . en
tegen 't
kwaad-
fpreeken
van de
Regee-
linge.
-ocr page 39-
XV. Boek. Geschiedenissen. 39
loop van jaar en dag,nogftrafbaarzyn (a). 1639;
Het Raadhuis deezer Stede was zo bouw- Eerfte
vallig geworden, dat de Vroedfchap, in den raadplee-
aanvang deezes jaars, eenigen uit haar mag- §inëen
tigden, om ontwerpen tot het fügten vannieuw
een nieuw Stadhuis te onderzoeken, en daar- Stadhuis
van, in tyd en wyle,verflagtedoenaandente bou*
Raad (#). Doch daar verliepen nog eenigewen'
jaaren, eer 't werk begonnen werdt.
's Nagts tiuTchen den zesden en zevenden storm.
January des jaars 1640, ontftondt, hier ter 1640»
Stede, zulk een vreeflelyke flormwind, dat
de meefte huizen flonden te fchudden. Het
looden bekleedfel, welk digt op de kap der
Koorenmarkt vaftgefpykerd was, werdt aan
den eenen hoek los gerukt, en gelyk een kleed
opgerold. De weerhaan en yzeren jfpil van
den Regulierstooren flortten in 't water, en
de fpits van den tooren der Nieuwezyds-
Kapelle viel in 't dak. De daken van veele
huizen werden zwaarlyk befchadigd, en ee»
nige gevels om verre gerukt. In Texel blee-
ven ook veele fchepen. Defchudding,die
de wind veroorzaakte, werdt van eenigen
gehouden voor eene aardbeeving; fchoon
de aardbeevingen doorgaands by flil weder Aardbec-
voorvallen. En by zulk weder, gevoelde men ving.
'er eene, hier te Lande, op den vyfentwintig-
ften Maartdeezes zelfden jaars, des morgens
ten half drie uuren. Zy duurde, te Amfler-
dam,naauwlyks een minuut. Die fliepen, had-
den 'er geene gewaarwording van. Die wak-
ker
' (4) Handv. bl. $yt.
\b) Refol. Vxoedfcli. N. 17. 21 Jxn. 1639. bl. izj,
C 4
-ocr page 40-
40 AMSTERDAMS II. Deel;
1640. ker waren , hoorden trappen, bedfteden,
kafTen en wanden kraaken, en zagen't han-
gend huisraad beweegen. Ook vielen, hier
en daar, eenige glazen ruiten uit het lood.
Voor 't overige , was men vry met den
fchrik (c).
Schik- Sedert het droogmaaken van de Diemer*
ldng op meer, begonden zig aldaar veele luiden,
oefen ***"met ^er woon» neder te zetten: ook kwam
over de aldaar, dagelyks, veel toevloed van arbei-
Diemer- ders en anderen, onder welke menigte,niet
meer, zelden, verfcheiden' ongeregeldheden voor-
vielen, die geregtelyk behoorden belet te
worden. De civile Jurisdictie over de Meer
was zelfs nog onbepaald, hebbende de gron-
den derzelve , eertyds, behoord onder de
Ambagtsheerlykheden van Amfterveen ,
Diemen en Ouderkerk, de grenzen van wel-
ken nog niet waren geregeld. Tot voorko-
ming der ongemakken, die uit het een en
het ander te dugten waren, vondt de Graaf-
lykheids-Rekenkamer geraaden , op den
tienden May deezes jaars, den tegenwoor-
digen Baljuw van Amftelland, Pieter Bou*
dcwynsz van Lokhorfi
, te magtigen, om ,
nevens de Heemraaden der Diemermeer,
alle hooge en laage Jurisdictie aldaar waar
te neemen, met dien verflande nogtans, dat,
na zyn overlyden of afftand, 't Baljuwfchap
der Diemermeer aan den Dykgraaf dier
Meer zou opgedraagen worden (d).
Trekweg Men vondt zo veel gemaks by de Vaar-
ten
(c)   DOMSELAAR VI. Boe{, bl. 424. COMMEUN bU
11%
(d)  Handv. */. 343. [l«$]
d *&i$l
*...
-ocr page 41-
1 " '                                                                    —^^^^iMM^HI
XV.Boek; Geschiedenissen; 4*,
tenen Trekwegen, die, federt eenige jaa- 1640..
ren,van Amfterdam,naar eenigendernaas- en Vaai|
te Steden, gemaakt waren, dat de Regee- gemaakt
ring deezer Stad, al federt eenigentyd, met van Am-
die van Naarden en Muiden, in onderhan fterdam,
deling geweeft was, om eene bekwaame^en^
Vaart, Trekpad en Wagenweg temaaken,Na*irden8v
van hier naar Muiden, en voorts naar Naar*
den. Eindelyk, werdt men 't eens (e), en
verwierf 'er O&roi toe van 's Lands Staa-
ten , welk, den vyfentwintigften Oótober dee-
zes jaars, gedagtekend was (ƒ). De weg be-
gon , van de Stad, langs den Amftel en Ring-
floot der Diemermeer, tot aan het Diemer-
bruggetje , van waar dezelve nevens de Vaart
voortliep tot aan Muiden, door welke Ste-
           1
de, men in eene andere fchuitoverging, en,
langs eene andere vaart en weg, te Naar-
den kwam. In 't volgende jaar, werdt dit
06troi verbreed met een ander, waarby den
drie Steden gegund werdt, de Landen,die
zy tot de vaart en weg zouden behoeven,
te mogen overneemen by waardeeringe van
Gemagtigden der Staaten, zonder in Dyks-
laften gehouden te zyn, mids de waardee-
ring der Landen , naar gelang , zo veel
hooger gefchiedde (g). By het eerfle Oc-
troi,was reeds bepaald, dat de weg alleen
voor den reizenden man moeft dienen, en
niet tot het vervoeren van koopmanfchap-
pen bekwaam gemaakt worden.
Het
(f) Handv. bl. 430. [119.]
{£) Ha»dv, 1>U 431. ["o.]
es
-ocr page 42-
.
42 AMSTERDAMS II. Deel;
1^40. Het timmeren buiten de Stad,in deVry-
Streng ^e^ > fchoon by herhaalde Keuren verboo-
verbod den, ging thans zo flerk voort, dat het Ge-
van 't regt geraaden vondt, het gedaan verbod,
buiten ^en vyftienden September van dit, en den
ren!,116 tienden May van het volgende jaar,ernfte-
lyk, te vernieuwen, met bedreiging, dat men
de nieuwe timmeraadjen, zonder oogluiking
of verdrag, zou doen (legten (h). Onder-
tuffchen, werdt beflooten , het timmeren
van koehuizen binnen de vryheid toe te
ftaan, alzo, door dezelven, geene neering
uit de Stad naar buiten getrokken werdt (/).
Een
          De Koophandel, met naame de Amfter-
grootge- damfche, leedt, ten deezen tyde, zo veel
fterdam" van ^e Duinkerkers, dat honderd negen en
fche vyftig van de voornaamfte Koopluiden dee-
Kooplui-zer Stad zig, in January des jaars 1641,
den ver- vervoegden, met een verzoekfchrift, aan de
zoekb - algemeene Staaten, fmeekende om kragti-
fcher- ger befcherming der fcheepvaart, en byzon-
ming derderlyk, dat den Luitenant-Admiraal Maar-
Scheep- ten Harpertszoon Tromp gelaft mögt worden,
vaa5t* de haven van Duinkerken, gelyk voorheen
l641, we] gefchied was, met een bekwaam aan-
tal van Oorlogsfchepen, te bezetten. En dit
verzoek hadt zo veel klem, dat Tromp be-
vel kreeg om, na't overvoeren vanden jon-
gen Prinfe Willem naar Engeland, op vier
'ryke Wéftindifchvaarders te kruiflen. Ook
werdt den Duinkerkeren eenige afbreuk
ge-
(h) Relbl. Vroedfch. N. ig. J Sept. 1640. ƒ. 40. Handr.
bl. loog, 1009. [60?, 60?.]
(i) Refol. Vioedfch. N. 12.SJ Masrt ló+i.f.jivtrf:
-ocr page 43-
XV.Boek. Geschiedenissen. 43
gedaan (k). Nogtans vind ik niet, dat de j^,lm
haven van Duinkerken bezet werdt, gelyk
de Koopluiden verzogt hadden
Het Collegie ter Admiraliteit teAmfter- De Ad-
dam gaf, omtrent deezen tyd„zo dikwils mir*liteit
verlof tot den uitvoer van wapenen en krygs- ^^
behoeften, dat zulks den anderen Provin-raakt in
cien in 't oog liep. Ook verftondt men , verfchil
in den Haage, dat het verleenen van zulk over 'c
verlof behoorde tot de Vergadering der al-J^jj^
gemeene Staaten, die, zo men oordeelde, verlpf
beft kon weeten, of zulk een uitvoer ge-tot het
fchieden kon, zonder benadeeling van'sLands uitvoe-
Magazynen. Maar de Admiraliteit meende, ^|Jsab" ,m
dat hier ter Stede het grootfteMagazyn was hoeften.
van 's Lands Krygsbehoeften, en dat men,
nergens beter dan hier, weeten kon, of'er
genoegzaame voorraad van Krygsbehoeften
in 't Land ware. Ook oordeelde zy, dat
de onkoften op het verzoeken en verkrygen
van verlof tot uitvoer, wanneer 't in den
Haage zou moeten gefchieden, zo hoog zou-
den loopen , dat de Koopluiden liever te
Hamburg, of in andere Ooiterfche Steden,
verlof tot uitvoer van Oorlogsgereedfchap
zouden zoeken te verkrygen, dan hier te
Lande; 't welk tot verfperring van den Han-
del gelegenheid geeven zou. De raadplee-
gingen, die, over dit ftuk, in September,
jn den Haage gehouden werden (/), maak-
ten geene verandering in de gewoonte der
Admiraliteit te Amiterdam. De zaaken
blee-
(k.) AlTzEMA II. Deel, tl. 750 tnx,.
(i)
AlTZEAIA II. Deel, bt. 7»;.
-ocr page 44-
44 AMSTERDAMS IL Dëe£
1641. bleeven aldaar voortgaan op den voorigen
voet.
Een Ge- Mußapha Aga, Afgezant van de Otto
zant der mannifche Porte, was, in \ begin deezes
hier ter Jaars» m den Haage aangekomen, met lafl;
Stede, om de onderlinge vriendfchap met den Staat
onthaald aan te kweeken , en het afvaardigen van
op kos- eenen nieuwen Ambafladeur aan de Porte
algemee-te verzoeken. Hy werdt, op koften van
ne Staa- den Staat, onthaald: doch alzo het Huis,
ten. waar hy zyn verblyf hieldt, voor den Am-
bafladeur van Portugal gefchikt was, liet
hy zig beweegen, om teAmfterdam te ver-
toeven , tot dat het fchip gereed zyn zou ,
welk hem naar zyn Hof te rug zou voeren.
Hy kwam dan in deeze Stad, daar men
hem eene herberg bereid hadt, en alwaar
hy, nog eenigen tyd, op-koften der alge-
meene Staaten, onthaald werdt (m).
Bürge- Op verzoek van Joan Chrifliaan, Hertog
meefte« van Sleeswyk • Holflein, befloot de Vroed-
ren^aa"-fchap van Amfterdam,injuly deezes jaars,
weeë? S ^at Burgemeefteren, van Stads wege, Pe-
Peters ters en Getuigen zouden zyn over den doop
over den van deszelfs jonggebooren Zoon, wien een
FrinJ° rentebrief van driehonderd guldens's jaars,
fteiïiin een koffertje van zeshonderd guldens,
tot eene pillegaave werdt toegelegd. Men
vondt goed, daarenboven, driehonderd gul-
dens , óf wat meerder of minder te vereeren
in de Kraamkamer (n).
De Ko- De jonge Prins van Oranje was, vroeg in
't
fw>)AlTZRMA II. Deel, tl. 774. 77$.
(») Refcl, Viocdfch. x. ig. 22 Julj 1641. f. 83 wrfei
-ocr page 45-
XV.BoEif. Geschiedenissen. 45
't voorjaar, naar Engeland vertrokken, tot 1641:.
voltrekking van zyn huwelyk met de Prin- n[ns.-m
fefTe Maria, Dogter van Karel den I., Ko- van Ea-
ning van Groot-Britanje. Het vorflelykpaar, geland,
en de Koninginne zelve kwamen, in deLen- ?r*y.
te des jaars 1642, in Holland: en toonden ^m-nf
zig, eerlang, begeerig , om deeze Stad, en Prins
werwaards Prins Fredrik Henrik hen gelei- Willem
den zou, met hun bezoek te vereeren. De zYno
Regeering kreeg, bytyds, kennisvan ditf[^a0a~_
voorneemen. De Koninginne-Moeder van den, hier
Frankryk was hier, in 't jaar iÓ38,zoprag- terStede,
tig ingehaald, dat men vooral niet minder in8e"
meende te moeten doen,by deeze gelegen- ha*ld* ,
heid. Op den veertienden May, werdtaf« 42*
gekondigd, dat de fchutters , tegen den ne-
gentienden des avonds, in de Stad en by
der hand moeften zyn, op eene boete van
vyf en twintig guldens. De jonge Ruitery
werdt ook gewaarfchuwd; doch niemant,
zelfs niet het fcheepsvolk op ftroom, mögt
fchieten, zonder daartoe bevel te hebben
van hooger hand (0). De Vroedfchap, in
aanmerking neemende, dat men der Konin-
ginne - Moeder van Frankryk , voorheen,
eenige vereering gedaan hadt, befloot ook
de Koninginne van Groot-Britanje en de
PrinfefTe haare Dogter, met twee en twin-
tig duizend, drie en twintig duizend, of vier
en twintig duizend guldens, te vereeren, ter
befcheidenheid van Burgemeefleren (f). Op
den twintigften May, kwam het Vorilelyk
f») Keatb. L. ƒ. 175 verft.
(f) Refol, Vroedfch. N, if. 17 May tf+i. f, 117 Vcrfr^
-ocr page 46-
46         AMSTERDAMS II. Deel;
1642. gezelfchap herwaards, en werdt, opde ui-
terfle grenzen der Stads Vryheid, buiten
de Haarlemmer-Poorte . ontmoet, door Dirk
Tholinx,
Prefident Schepen en Raad,aan't
hoofd eener treffelyke ruiterbende. Binnen
de poort, werdt het gezelfchap, en de Ko-
ningin in 't byzonder, begroet door den Pen-
fionaris, Cornelis Boom. De foldaaten en
fchutters waren allen in de wapenen, en in
orde gefchaard. Langs den weg, dien de
floet door moed:, om op 't Prinfenhof te
komen, waren vier zeegeboogen opgeregt,
eene op den Dam, aan den kant van 't Dam-
rak, eene voor aan in de Beursftraat, eene
op den Middeldam, en eene voor de oude
Doeleftraat. Onder deeze zeegeboogen, ge-
fchiedden, na 't opfchuiven der gordynen,
de pragtigfte vertooningen , meelt flaande
op 't Huwelyk van den jongen Prinfe en de
Engelfche Kroonprinfeiïe. In de eerfte boog,
zag men de bruiloft van Thetis en Peleus,
op welke, al de Goden en Godinnen ver-
gaderd waren: en de boog was van boven
behangen met eene dubbele fefton van O
ranje-appelen, doorvlogten met roode en
witte roozen. Tuffchen de zuilen, hingen
de wapens der veroverde Steden in Ooft-
en Weftindie aan eenen fnoer van Oranje-
zyde. 't Gebouw der tweede booge was,
tuffchen de zuilen, behangen met roode en
witte roozen, hier en daar met gouden le-
liën doorwrogt. Op den top ftondt deKei-
zerlyke Adelaar. De vertooning was, het
Verbond tuffchen Keizer Adolf van Naffau
, en Eduard den II., Koning van Engeland,
welk*
-ocr page 47-
I
XV.Boek. Geschiedenissen. 47
welk, in 't jaar 1292, geflooten werdt. De 1642.
derde boog,die op den Middeldam ftondt,
overtrof de anderen verre in grootte en pragt,
en pronkte met eenige Latynfche en Neder-
duitfche verzen. Op den top flondt het
wapen van Groot-Britanje, welk tot boven
de huizen uitftak, tuflchen de wapens van
Gelderland en Naflau. De vertooning was het
Huwelyk van Reinoud van Naflau, eerften
Hertog van Gelder,met de Prinfefle Eleo-
noor , Dogter van Eduard den III., Ko-
ning van Engeland. Tuflchen de zuilen,
Honden Mars en Pallas, voerende de wa-
pens der Steden en fchanfen, door Fredrik
Henrik, op den Spanjaard veroverd. De
vierde zeegeboog droeg ook een reeks van
wapenfchilden der veroverde plaatfen in
Ooft- en Weftindie. Op den top ftondt een
leevend man, Herkules verbeeldende, die
den aardkloot torfte. Hiermede werdt op
de dapperheid van Fredrik Henrik gezin-
fpeeld. Japetus en Atlas, Willem den I.
en Maurits verbeeldende, lagen aan zyne
zyde, en befchouwden hem met verwon-
dering. Van binnen, zag men, na 't op-
fchuiven der gordynen, een tempel, waar-
in het Huwelyk van Jakob den IL, Ko-
ning van Schotland, en Maria van Egmond,
uit Reinoud, Hertog van Gelder, voort-
gefprooten, voltrokken werdt. Het Vor-
ïtelyk gezelfchap, alles bezigtigd hebben-
de , werdt, aan 't Prinfenhof, door den
Penfionaris Willem Boreel % uit naam van
JSurgemeefteren, begroet. Den volgenden
:
I
-ocr page 48-
48 AMSTERDAMS IL Deel.'
1642. ^ag * werden de Perfoonaadjen , in ver«
fcheiden' weluitgeftreeken floepen, door de
Stad geroeid ,' onder 't g$|eide van Bur-
gemeefteren, die hun de Godshuizen en an-
dere voornaame gebouwen vertoonden. In 't
Oude-Mannen-huis, deedtPrinsFredrik Hen-
rik een gefchenkvan drie guldens aan ieder
der oude luiden, die toen ruim tweehonderd
fterk waren. Voorts, voer men, eene poos,
langs 't Y, daar wakker gevlagd en gevuurd
werdt van de fchepen. De vertooningen
van 's daags te vooren werden , op ver-
zoek van zyne Hoogheid, nog eens her-
haald: ten welken einde, Burgemeefteren
eene groote ftellaadje op den Dam hadden
doen opflaan , en met blaauw Laken be-
kleeden; waarop het Vorftelyk gezelfchap
geplaatft werdt. Doch de watervertoonin-
gen, die op den Amftel gefchiedden, vie-
len ongelukkiglyk uit. Des Vrydags, den
twee en twintigften May, reedt het door-
lugtig gezelfchap de Reguliers - Poort uit,
naar den Haage te rug,opgelyke wyze als
het ingekoiïien was. De Amfterveenfche
weg was, om 't ftuiven te voorkomen, op
bevel van Burgemeefteren, door de Huis-
luiden, begooten. Schepen Tholinx, die
wederom, aan 't hoofd der jonge Ruiter-
bende, honderd en vyftig paarden fterk,
vooruit gereeden was, plaatfte zig, met zyne
manfchap, in flagorde, op een kamp lands
voorby den Overtoom, alwaar hy van de
doorlugtige Perfoonaadjen affcheid nam (5).
De
(q) AlTiEAI A II. Deel, bl. 816,817. DAPPEB, bl. Z<ffi-2f I,
-ocr page 49-
XV.Boek. Geschiedenissen. 49
De Digter Joost van den Vondel 164&.
maakte een treffclyk gedigt op de inhaalin-
ge der Koninginne van Engeland hier ter
Stede (r) Zy vertoefde, tot op 't einde
des jaars, in Holland. Men nam toen, ter
Vergaderinge der Staaten,in overweeging,
om haar eenige begiftiging te doen. Amfter-
dam zou hiertoe ligtelyk gekomen zyn. Doch
de overige Leden der Provincie toonden 'er
geene gezindheid toe, waarom 'er,vanwe-
ge Amfterdam, ook z waarigheid in gemaakt
werdt (ƒ).
In deezen jaare, zat, hier ter Stede, ie-Fredrik
mant gevangen, die ftempels gemaakt hadt, Hel">rik:
waarmede, met zyne kennis, valfche dub-J^J drie
bele Huivers gemunt waren. Hy liep gevaar gevange-
van den hals. Doch Prins Fredrik Henrik nen hier
verleende hem, op zyn verzoek, vergiffenis ter Stede
van de verdiende flraffe des doods, op den ^esr§1 e*
zeftienden December (£)• In't volgende ió**.
jaar 1643, fchonk hy vergiffenis van alle
ftraffe en boete aan eenen ongelukkigen
doodflaager, die hier ter Stede in hegtenis
zat: en in 't jaar 1645,bediendehyzignog
eens van deeze zyne magt, in een diergelyk
geval (w).
Op den eerflen dag van de vatten des Brand in
jaars 1643 00» die toen viel op den agttien- tViou-
den February, ontftondt 'er, op 't midden Tehuis
van den dag,brand in 't Vrouwen-Tugthuis0f Spin-
ofhuis.
(V) Zie z.yne Poëzy I. Deely hl. 17X.
(s) Refol. Vroedfch. N. 18. 1 Dec KJ42, ƒ. 1*7 verfo.
(f) Groot-Memor. N. III. f. zz6 verfo.
(u) Groot-Memor. N. III. ƒ. 230, i+j,
(v) FOKKENS hl, lil.
V. Stuk.                   D
-ocr page 50-
------■—
50 AMSTERDAMS II.Deel.
1643» of Spinhuis, eertyds, het S. Urfulen-Kloos-
ter, welk byna geheellyk verteerd werdt.
Men weet dit ongeluk aan de onagtzaam»
heid eeniger tugtelingen; hoewel fommigen
dagten, dat eenigen haarer den brand, voor-
bedagtelyk, gefügt hadden, om, onderde
verwarring, die dezelve veroorzaaken moeflj
gelegenheid te vinden om te ontfnappen: 't
welk egter niet gelukte. De tugtelingen wer-
den, wel digt aan eikanderen gekoppeld,
naar 't Rasphuis overgebragt, daar zy be*
waard werden, tot dat het Spinhuis weder-
om opgebouwd was (w)*
Amfter- Ten deezen tyde, werdt,in den Haage,
dam kant gehandeld over de verlenging van 'tO&roi
2ig tegen der Ooftindifche Maatfchappye : 't welk
eenïeVne rnerkelyke zwaarigheid ontmoette byeenige
dei-Ooft-Leden, die gaarne gezien zouden hebben,
en Weft dat de Weftindifche Maatfchappy, wie 't,
indifche federt twee jaaren, geweldiglyk tegenliep
fch at" *n ^raz** 00»met ^e Ooftindifche vereenigd
pye. geworden was. Doch de Stad Amfterdam
verklaarde zig ernftelyk tegen deeze veree-
niging. Zy verflondt „ dat de aandeden in
„ de Ooftindifche Maatfchappye niet an-
„ ders waren aan te merken, dan als goe-
s, deren van byzondere perfoonen, die, bui-
„ ten bewilliging der eigenaaren, niet met
„ de goederen van anderen vermengd, of
„ vereenigd mogten worden; dat ook, noch
„ de Leden van Holland, noch iemant an-
,, ders, tot het maaken van zulk eene ver-
j, eeni-
(w)dapper, bl. +ig. Domselaar VI. Boe\_, bl. 428.
CüMMELIN, bl. 116?.
(*) Yadeil. Hift. XI. Deel, bl, 371,
-ocr page 51-
XV.Boëk. Geschiedenissen. 51
„ eeniging bevoegd waren; zelfs mogten, 1643.
„ haars oordeels, noch de Bewindhebbers .
„ der byzondere Kameren, nochde Verga-
„ dering van Zeventienen, op zulk een' voor-
„ flag, in eenige onderhandeling treeden, al*
„ zo hun pligt was, de goederen derMaat-
,, fchappye te bellieren, volgens het Oftroi.
,, Ook was 't, meende zy, van gevaarlyk
„ uitzigt, dat men zo ligtelyk komen zou tot
„ vermengingen vereeniging der goederen
„ van byzondere Perfoonen, wanneer men
„ daarin maar eenig nut vondt voor den
„ Staat, naardien men zig, naderhand, van
„ deeze zelfde reden, ook in andere geval-
„ len, zou können bedienen (y)." Onder-
tuffchen, kon men geene vernieuwing van't
Oótroi der Ooftindifche Maatfchappye ver-
werven , voor zeker getal van jaaren. Men
moeflzig, vooreerfl, vergenoegen, dat het,
«en- en andermaal, voor eenenkortentyd,
verlengd werdt (2). De algemeene Staa- 1644.
ten, die, in 't jaar 1623, het Oótroi, voor
den tyd van een en twintig jaaren, vernieuwd
hadden (a), vorderden nu eene aanzienlyke
fomme van de Maatfchappye, eer zy tot
diergelyke vernieuwing verüaan wilden. De De Stad
Stad Amfterdam, die groot belang hadt by bevor-
't in ftand houden der Maatfchappye, be-dert de
floot, eindelyk, een of twee Perfoonen uit an- ^Ing van
dere Steden alhier inde beftiering der Maat- 't Ofooi
fchap-
Xj) Refbl. Vroedfch. N. i8. ir Dec z6<a, f. igp,
(z,) AlTZKMA -II. Deelt bl. I009, ioio,
(a) Gxoot-Plakaatb, I. Deel, kol. jj7,                                /
D %
-ocr page 52-
52 AMSTERDAMS IL Deee;
1644. fchappye toe te laaten,om daardoor debe-
derOoft- williging in de verlenging van 't Oélroi te
indifche ligter te doen doorgaan. Zy tradt zelfs, eer-
^aat* lang, hierover, met die van Haarlem, in
pcyeap" onderhandeling (b). En 't fchynt, dat dit
befluit veel toegebragt heeft, om de Verga-
dering der algemeene Staaten, in 't verlen-
gen van 't OcTxoi, te doen bewilligen, 't
Gefchiedde egter niet, voor't jaar 1647,
en toen , voor den tyd van vyfentwintig
jaaren, mids de Maatfchappy, daarvoor,
vyftien honderd duizend guldens eens, in
de algemeene kas deezer Landen , betaak
de (c). .
Zy neemt De Ambagtsheerlykheden en Dorpen van
deel in Kennemerland voerden, in deezen jaare
dfnffle- -^44-> een P^c voor ^en Hove van Hol-
gen den land, tegen Lodewyk van Altcrenvanjaars-
Baljuw veld, Baljuw van Kennemerland ^ die, nevens
van Ken- Zyne Leenmannen., den dertigften January^
reI*jer" eene Keur hadt doen afkondigen, buiten
kennis der Ambagtsheeren en Geregten,
waarby de boeten op hetvegten enmestrek*
ken merkelyk verhoogd werden. Ook trok
hy zig de kennis over deezemisdryven aan,
y% die, van ouds, ook volgens uitdrukkelyke
GraaEyke Privilegien en het beflendig ge-
bruik, tot de Schouten en Geregten van
veele byzondere Dorpen plagt tebehooren.
■ is* ü j
De Stad Amflerdam, als Ambagtsheer.van
Slooten, Slooterdyk en Osdorp, nam deel
in
(t) Refol. Vxöedfch. N. 19. 19 Sept. i'6+s. 7 Fehr. I646.
f. 61 f 9+ verfo.
[tj Gtoot-Flakaatb. I. &ecl, kol. 54;.
-ocr page 53-
XV.Boek. Geschiedenissen. 53
in 't geding tegen den Baljuw (d). Doch 16*4 4.
ik vind niet aangetekend, hoe het zelve af-
liep.
De Heflifche manfchap, die thans, zo 't De Am-
heette , tot onderfteuning van Frankryk en |k™am-
de Staaten, de wapenen voerde in Duitfch- ^out.
land, en, voor een gedeelte, aan den Ryn- koopers
kant lag, vorderde zwaare tollen van deklaagen
goederen, die, te water en te lande, den07^'*
Ryn langs gevoerd werden. De Amfterdam-^"der
fche Houtkoopers , die hierdoor zeer ge-bollen op
drukt werden, klaagden 'er over, in den den Ryn.
aanvang deezes jaars. Men fchreef aan de
Landgraavinne van Heffen ; doch 't was
vrugteloos (V), en deeze laft duurde , ge-
noegzaam zo lang, als de oorlog.
Ter Vergaderinge van Holland, werdt,Eefluiten
door eenige Leden, nog al, van tyd tot tyd,.der
gedrongen op het vernieuwen en verbreeden Vroed-
der Plakaaten tegen de Pausgezinden. Am- £G *%&?
fterdam toonde zig hiertoe ongezind, enreklag-
hadt, reeds in 't jaar 1641, verllaan, dat ten over
men het, ten opzigte der geeftelyke Zufte-den^an*
ren, Kloppen genaamd, behoorde te laaten Roomfch-
by het oude gebruik; of zo men op eenige gezin-
verandering aanhieldt, liet de Stad toe,den.
dat de famenwooning van meer dan twee
Kloppen in één huis verbooden werdt, mids
het Begynhof alhier daarvan uitgezonderd
bleeve (f). Doch, in de Lente deezes jaars
1644, vervoegden zig twee Predikanten en
eeni-
(<£), Handv, van Kennemcrl. bl. 231-377.                          ,
(e) AITZEMA II. Deel, bl. 971-
Xf) Refol. Vroedfch. N, ig. i« <Au£, 164.1. f. t+verft.
«*\ \t
D3
-ocr page 54-
. $4 AMSTERDAMS II. Deel;
1*644. eerjige Ouderlingen by Burgemeefteren, ern-
flelyk klaagende, over hetdagelyx aengroeyen
der Papiflen
, alhier ter Stede. En Burgemees-
teren
bragten deeze klagten in den Raad,
daar verftaan werdt, dat men zou blyven
by de Refolutien omtrent de Roomfchge-
zinden, voorheen hier genomen (g). Ook
oordeelde men, wat Jaater, wederom „ dat,
„ by voorige Plakaaten, genoegzaame orde
„ gefield was tegen de ftoutigheden der
„• Roomfchgezindert; dat het op de uitvoe«
„ ringe derzelven, onder de maatiging en
„ beftiering der byzondere Magiftraaten,
„ alleen aankwam; en dat de vreemde Paa-
„ pen en inkomende Geeftelyken, en alle
Hierarchie of geeftelyke Regeering, voor-
„ al, behoorden geweerd te worden (£)."
Op deezen voet, bleeven de Roomfchge*
zinden, hier ter Stede, eene redelyke vry-
heid van Godsdienftoefeninge behouden.
De nieu- Op den elfden January des jaars 1645,
we Kerk omtrent ten twaalf uuren op den middag,
brandt. A°e8 de brand, onverhoeds, ia de nieuwe
1645. Kerke deezer Stede, zo geloofd werdt,
door onvoorzigtigheid der loodgieteren, die,
aan 't dak gearbeid hebbende, en met den
middag afgegaan zynde, de vuurpot voor
een open dakvenfter hadden laaten ftaan,
uit welke de vlam, door den feilen Noord-
ooften wind, eerft in 't drooge houten dak
geflaagen was, en zig, voorts, zo gewel-
diglyk verfpreid hadt, dat, in een half uur
tyds,
(/) Refol. "Vroedfch. N. 19. 8 aifHl r«44. ƒ. 17 verfo.
(h)
Refol. Vroedfch. N. ij». 14 JhIj IÓ*+- ƒ■ -S verf;
-ocr page 55-
XV.Boek. Geschiedenissen. 55
tyds, de gantfcheKerk in ligter laagen brand i&l£
ftondt. Men wendde veel moeite aan, om
de vlam te fluiten: doch de hoogte van 't
gebouw, en gebrek aan zulke bekwaame
blufchgereedfchappen, als federt ingevoerd
zyn, maakten 't onmogelyk. Ten drie uuren
na den middag, flortten het dak, het hou-
ten gewelf, het toorentje, de orgels, en de
fchoorbalken met het gene 'er aan vaft was
van boven neder in de Kerke, die, voorts,
van binnen, voor 't grootlïe gedeelte, uit-
brandde. De koperen Kerkkroonen, en de
papieren en 't geld uit het Huiszitten Comp-
toir by de Zuiderdeure werden, gelukkig«
lyk, gebergd; doch de konflige Prediklloel
en alle de overige geftoelten door de vlam
vernield. Men heeft den tyd van dit on-
geluk, welk op den eerften dag des jaars,
naar den ouden ftyl, voorgevallen was, in
deeze twee regels, uitgedrukt:
BllfeLLe gVre koVVV geraakte Ik tot as%
Doen
'r, naar het oVt gebrVlk, Den eer-
fien laarsDag Was
(/').
In de huizinge en brouwerye van Schepen Brand
Albert Pater, de Zwaan genaamd, ftaandein eene
op den Nieuwe zyds-Agterburgwal, ont- brouwe«
ftondt, in den voornagt van den tweedenr?e'
May, ook een gevaarlyke brand, waardoor
het binnenfte gedeelte van 't gebouw ver-
teerd werdt. Doch 't voorfle en agterfte
ge-
f») DOMSELAAR IV. Bo?kj hl. 61. VI. Bttk,% hl. 41t.
COMMELIN, bl. 4-f«, 1168.
D4
1
-ocr page 56-
—.- ---------wrwr^r------_,
56 AMSTERDAMS IL Deel;
j<545. gedeelte werde behouden (k). Veele goe-
deren waren, geduurende den brand, weg
geraakt, die't Geregt, des anderendaags,
beval, den eigenaar wederom te brengen
De Kerk (/). De Nieuwe Kerk werdt, kort naden
wordt
her-
bouwd.
brand, op koften van de Stad en onder op-
zigt der Heeren ïhefaurieren (m), weder-
om opgebouwd. Men befloot ook, eerlang,
eenen hoogen en zwaaren tooren aan de
Kerke te ftigten (n) , en maakte eenen aan-
vang van 't werk; 't welk egter nimmer vol-
trokken is.
De Stad
De zwaare koften, die de Stad, federt
den de
Excyn
zen:
r-eenige jaaren, gehad hadt, aan het legden
van veele fteenen bruggen, in de plaats van
houten , en aan het maaken van fteenen
plaatingen langs de burgwallen, waarbynu
nog kwamen de koften, vereifcht tot den
opbouw der afgebrande nieuwe Kerke, en
van het nieuwe Stadhuis, hadden de Vroed-
fchap, al federt eenige jaaren , ernftelyk
doen verdagt zyn op het uitvinden van mid-
delen , tot verbetering van der Stede inkom-
flen (0). Ook vondt men, eerlang, geraa-
den, verfcheiden' nieuwe Excynzen op te
fteHen. En op den elfden July deezes jaars,
verwierven Burgemeefteren en Regeerders
O&roi van 's Lands Staaten (ƒ>), om, Een
be-
(ffj DOMSFLAARVI. BoeJ(, £/.428. COAfMEtlN, bl, II6g.
(Ij Kcurb. L- ƒ. 249 verfo.
(m) Refol. Vioedfch. N. 19.*' Febr. 164s• f. 39 verft.
(n) Reibl. Vroedfcli. -N. 19. 1 Sept. ij Oiltb. 1645./.
tfo verfo , 67.
(0) Refol. Vrocdfch. X. 1«. 19. Nov. 10 Dec. 164*. ƒ.
14$ verfo, 14?. N. 19. S Maart I644. 30 Juny i64Jt ƒ.
J6, 54» SS-.
(f) Handv. bl. 210. [l*!.]
en ver-
krygt
eenen
tagtig-
-ocr page 57-
XV.Boêk. Geschiedenissen. 57
behoeve der Stad, te mogen heffen, boven 1645.
den veertigften penning, dien 't Land ge- ften pen-
noot, eenen excyns van den tagtigfte n pen- "inê van
ning of een en een vierde ten honderd van-k® J^1"
alle onroerende goederen , die binnen de vafie
Stad verkogt werden (2).
                         goede-
In 't begin deezes jaars, hadtzig, eeni-ren-
gen tyd, in deeze Stad onthouden Aloaide Gezant
Mahomed Ben Ascar , Dienaar des Keizers vaJ\ Ma"
van Marokko, die Geloofsbrieven mede hier ter
hadt aan den Staat, en verlof begeerde om Stede,
hier een Oorlogsfchip van twintig Hukken,
tegen graanen, zout of andere waaren, te
mogen koopen. Men liet hem de vryheid,
om daarover met onze Koop luiden te han-
delen (q). En 't fchynt, dat hy zig, ten
deezen einde , naar Amfterdam begeven
hadt; doch of, en op welk eene wyze, hy
aldaar gedaagd zy, vind ik nergens aange-
tekend. Hy vertrok, in July, wederom van
hier.
($) AlTZEMA III. Deel , hl. 35.
B (2) Zo luidt het O&roi woordelylc. Doch men
heeft het, zo ver my bekend is, altoos zo begree-
pen,dat de tagtigfte Penning gevorderd is, niet van
alle onroerende goederen, die in de Stad verkogt wor-
den;
maar die, verkogt zynde, in de Stad, en wel binnen
de muuren gelegen
2jyra,-onaangezien, in eene Keure'
van den vierentwintigften Maart des jaars 1656, on-
derfteld wordt, dat de tagtigfte Penning betaald moet
worden van de onroerende goederen binnen de Stad
en de JurisdiEbie van dien gelegen. Handv.
bl. 2rr.
[3G7]. Sommigen hebben hierom, nietzonder re-
den, geoordeeld,dat het Octroi voordeeliger voor
de Thefaurie zou können uitgelegd worden , dan
tot nog toe gefchied is. Zie T. Boel junior Aan-
tek. op de Decifien enObferv. Van denliaadfheerhOE^
wiw.Cas. XVJI. bl. J-39 enz..
DS
V
-ocr page 58-
58          AMSTERDAMS KDezü
1645. mer« De Admiraliteit te Amfterdam kreeg
aanfchryvens uit den Haage, om hem te
voorzien van plaats op een oorlogsfchip,
welk op de Portugeefche kuft zou gaan kruis-
fen, en hem te Saffi aan land zetten (f).
De Ko- Ladiflaus de IV., Koning van Poolen, in
ningin September deezes jaars, een huwelyk heb-
te^komt" bende doen fluiten met Maria de Gonzaga ,
te Am- Dogter van den Hertoge van Mantua en
fterdam. Nevers, deedt zyne Gemaalin, in't laatfl:
van November, af haaien van Parys, door
den Bifïchop van Warmeland en den Graaf
Opalinsky , die haar , door Holland, ge-
leidden naar Poolen. Zy kwam, den zes«
entwintigften December, des avonds ten agc
uuren, van Utrecht te Amfterdam, daar
omtrent duizend man in de wapenen gebragC
was, om haar in te haaien. Ook werdt zy,
met honderd fchooten, begroet van de wal-
len. Prins Willem kwam haar hier, uit naam
van zynen Heere Vader, verwelkomen. Zy
vertoefde niet lang in de Stad; maar keer-
de, na twee of drie dagen, naar Utrecht,
vanwaar zy haare reis, te lande, doorO-
veryflTel en Groningen , voortzettede (s).
De Digter van den Vondel heeft een
treffelyk gedigt, ter haarer eere, gemaakt(0-
Amfter- De oorlog tegen Spanje werdt, ten dee-
dam zen tyde, van wege den Staat, flaauwelyk
ftJemt^ voortgezet, inzonderheid, na dat men, in
wil het den aanvang des jaars 1646,begonnen hadc
winnen van vrede te handelen te Munfter. In de
jaa-
(r) AITZEMA III. Deel, bl. 16.
(s)
AITZEMA IIT. Deel, bl. 87, tt.
(t) Zit z.]ne
Poczy I. Drtlt bl. tftS. .
-ocr page 59-
XV.Boek. Geschiedenissen. 59
jaaren 1645 en 1646,hadt de Prins van O- j6a&
ranje,meer dan eens, toegelegd op het be-van Ant-
magtigen van Antwerpen. Doch 't was tel- werpen.
kens mislukt. Men meende, dat de Stad
Amfterdam het winnen deezer Stad on-
gaarne gezien zou hebben, uit vreeze, dat de
Koophandel, die haar van Antwerpen toege-
vloeid waSjWederom derwaards keeren mögt,
waarom zy, zo men wil, 't bemagtigen deezer
Stad altoos tegenhieldt, of wift te beletten
(«). Doch wat hiervan zyn moge; vaft gaat,
dat het belang van den Koophandel der Re-
geeringe van Amfterdam, altoos , zeer ter
herte gegaan heeft.
Men zag dit, onder anderen, nog in dit Onthaal»
zelfde jaar 1646,aan het onthaal, welk denden
Deenfchen en Muskovifchen Gezanten, hier ?5en" ,
ter Stede, werdt aangedaan. De handel, m^q? '
dien men hier op het Noorden en de Ooft- vifchen
zee plagt te dry ven , was oorzaak, dat de Gezan-
Regeering deezer Stad de vriendfchap derten'h'er*
Noordfche Vorften altoos gewaardeerd en ^J^'
gezogt hadt, waarvan, by gelegenheid, bly-
ken gegeven werden, in het onthaalen yan
derzelver Gezanten. De Deenfche Ambas-
fadeur, Korfitz Ulefeld, in den Zomer dee«
zes jaars, met zyne Gemaalin en een aan-
          L
zienlyk gevolg, herwaards gekomen , om
de Zontfche tollen te regelen, en de voori-
ge Verbonden met den Staat te vernieuwen,
werdt, te Amfterdam, daar hy zig eenigen
tyd ophieldt, treffelyk ontvangen. Ook hadt
hy
(u) Ajtzima III. Dul, H, ioy.Va<}ed.Hift. XL Dut,
t'. SPI. äS>3, +2J>.
/
-ocr page 60-
6o AlVfSTERDAMS II. Deel.
ï6d6 ny een*ge byzondere gefprekken met Bur-
gemeefteren, over het oogmerk zyner Am-
balTade O). Hierdoor werdt de weg ge-
baand tot het fluiten van een Verdrag over
de Zontfche tollen, welk, in 't begin des
volgenden jaars, getroffen werdt (w). Kort
na de aankomft des Deenfchen Gezants, wer-
den twee Muskovifche Ambafladeurs, hier
ter Stede , insgelyks , met veele tekenen
van hoogagting, bejegend, en in twee bin-
nenfchuiten, van hier, gevoerd naar den
Haage. En toen zy daar klagtig vielen, dat
men hen niet, op koften van den Staat,
voorzage van wooning en onderhoud, bragt
de Stad Amfterdam te wege, dat hun daar-
in genoegen gegeven werdt. Zy verkreegen
openbaar gehoor in den Haage, op den der-
1647 tigften November: en toen zy, in May des
volgenden jaars,de te rug reize aannamen,
nam de Regeering van Amfterdam de be-
zorging van 't gene zy onder weg behoeven
zouden, op zig O).
Prins Fredrik Henrik was, fchoon zeer
Henrik onpaffelyk, op 't fterk aanhouden der Mus-
fterft. kovifche gezanten, genoodzaakt geweeft,
Willem hun openbaar gehoor, in November laatft-
de,IL leeden, by te woonen, en hunne aanfpraak
hem op ftaande aan te hooren (j). Hy kwynde,
federt, den. gantfchen winter, aan de koorts,
die hem,eindelyk,den veertienden Maart,
in 't graf fleepte. Zyn Zoon, Prins Wil-
lem
fv) AlTZEMA III. Deelt hl. 153-
(w) Zie AlTZEMA III. Deel, hl. 177.
(x) AlTZEMA III. Dqtl. hl. IJl, IJi> IJ>5.
{y) AlTZEMA III. Veel, hl. IJl.
-ocr page 61-
XV.Boek. Geschiede nissen". 61
1EM de II., volgde hem op in de hooge ïifyfi
waardigheden, welken hy, hier te Lande,
bekleed hadt (z).
De Vredehandeling te Munfler werdt ,t>eMun-
ondertuflchen, voortgezet, hoe zeer de ^.er^he
jonge Stedehouder ten oorloge neigde. De JJJJ
Regeering van Amflerdam yverde zeer tot gete.
bevordering van 't werk der Vrede, die, kend.
eindelyk, tulTchen Spanje en de Staaten, 1648.
op den dertigften January des jaars 1648,
getekend werdt (a). Zy werdt, den vyf-
den Juny, alomme afgekondigd, en deeze
dag, hier ter Stede, gefchikt, tot eenen dag
van algemeene vreugde. Op 't midden van Vreugde-
den Dam, werden drie hooge tooneelen op- bedry-
geregt, alwaar agttien vertooningen, zes op vend*ar"
ieder tooneel, gedaan werden. Uitvinders JJSte*
van deeze drie zestallen waren de Arts Sa* dam.
MUEL Koster en de Digters Geer-
aardt Brandt en Jan Vos, van wel-
ken Brandt zig, federt, ook door zyne His-
torifche werken, beroemd gemaakt heeft.
't Gantfche werk was, in niet meer dan
zes dagen, vervaardigd. Voor 't hoogde
fchouwtooneel, flondt de Nederlandfche
Leeuw, met het zwaard en de zeven pylen,
in de eene en de andere klaauw. De ftee-
nengallery, die toen van boven rondsom de
Waage liep, flondt met fpeelluiden bezet :
en op 't fteeken der fchalmeijen en fchuif-
trompetten, werden de gordynen der too-
neelen, tot agttien reizen, opgehaald. In
de
(x.) Vadetl. Hift. Xr. Deel, il. 4jj, 43g,
(*) Vadetl. Hift. XI. Deel, bl. +57.
i
-ocr page 62-
' ■ ' ■»■' i m ^iHHnawpnm
62 -AMSTERDAMS IL Deel;
jtólS. de eer^e zes vertooningen,die van Kofters
vindinge waren , zag men Willem den I.
in de gedaante van Amfion, Thebe fligten-
de door 't geluid zyner fnaaren; Maurits,
in de gedaante van Numa Pompilius, die
den Godsdienft der Romeinen geregeld
heeft; Fredrik Henrik, verbeeld door den
Romeinfchen Veldheer Fabius Maximus;
en Willem den IL, in de gedaante van A11-
guftus. De vyfde vertooning beeldde af de
zorg van 's Lands Staaten, tot befcherming
der belaagde vryheid. In de zesde, zag
men Mars geboeid, Vulkaan in 't wapen-
fmeeden gefluit, en 't Krygsvolk betaald,
en gedeeltelyk afgedankt. Het tweede zes-
tal van de Vertooningen, door Brandt be-
dagtjfloeg geheellyk op de gefchiedeniflen
der Batavieren. In de eerfle, werdt de aan*
komfl van Bato en de Batavieren, hier te
Lande, uitvoeriglyk , afgebeeld. De ver-
branding van 'tLyk van Richeldin enveele
andere aloude gewoonten werden hier voor
't oog gebragt. De tweede vertooning was
de beveiliging van 't verbond, tuffchen Ju-
lius Cezar en de Batavieren: de derde beeld-
de af de knevelaaryen der Romeinen, ten
tyde van Vitellius. In de vierde, werdt de
Batavier Julius Paulus ter dood gebragt, en
zyn Broeder Claudius Civilis verjaagd. De
vyfde verbeeldde 't verdelgen der Romein-
fche winterlegeringen in het Eiland der Ba-
tavieren, door Claudius Civilis. In de zesde,
zag men de Vrede, tulfchen Civilis en Ce-
rialis, den Romeinfchen Veldheer,fluiten,
en de Batavieren deswege vreugde bedry-
ven.
.JSL. "!'i*Ä.^i_j.                    _               "
-ocr page 63-
*^m
— '■'
rap(W------------'
XV. Boek. Geschiedenissen. 6$
ven. Van de zes Vertooningen, door Jan 1648.
Vos uitgevonden, verbeeldde de eerfte het
gewapend Europa; de tweede, de afgeftree-
den Vorften; de derde, devryheid der Ver-
eenigde Nederlanden , bevefiigd door de
eeuwige Vrede; de vierde, de Vrede be-
zwooren; de vyfde, de veiligheid van den
Staat, en de zesde, Amsterdam, als de
voornaame oorzaak der Vrede. De dag
werdt gefleeten met het aanfchouwen van
alle deeze Vertooningen, en des avonds,
werden, op veele plaatfen in de Stad, pek-
tonnen gebrand, en vuurwerken afgefte-
ken (#).
Vyf dagen daarna, op den tienden Juny,De her-
werdt de Nieuwe Kerk, die wederom her- bouwde
bouwd was, ingewyd met eene dankpreeke {^kWe
over de vrede, die, onder eenen ongeloof-met e'ene
lyken toevloed van allerlei gezindheden, Dank-
door Fridericus Keslerus, een' der oudftePre- preeke
dikanten, uitgefproken werdt (c). Op den ™f*d de
agtentwintigften O&ober deezes jaars, werdt ingewyd;
.de eerfle fteen van 't nieuwe Stadhuis gelegd; De eerftê
't welk Vondel, in dit tyddigt, te ken-,fteenvan
nen geeft:                                              ? s.tad~
0                                                                      huis
f. DeTFynmaent fchreef twe min als 't derde™°^i
kruis,
                                              6
Toen 't Fredejaer de grond ley van 't Stad"
huis (d).
Doch de zelfde Digter hadt ook, terge-
dag-
(b)  DAPPER bl. z49 enz,.
(c)  DOMSELAAR IV. Boe^ bl. «j. COMMSI.IN. bl.
4+7» IJ 11.
(d)   VONDELS Poezy II. Deel, bl. }o7.
•«'
__
-ocr page 64-
64 AMSTERDAMS il. Deel.
«1648. dagteniiTe der Vrede, een Land/pel gedigt,
Leeuwendaalers genaamd, welk, met veel
toejuiching »op den Schouwburg, vertoond
werdt. Voorts, werden, hier ter S^ede,
ook op bevel desRaads, eenige Gedenk-
penningen gemunt j ftrekkende om het heil
der vrede, na eenen tagtigjaarigen bloedi-
gen oorlog,in 't geheugen te bewaaren(V).
Drie Ook beveftigdchet onderling belang van
Oorlogs- Spanje en deezen Staat de gellooten vrede
fchepen ,zo Zeer, dat 'er» nog in dit zelfde jaar,te
or- Amfterdam , drie Oorlogsfchepen werden
hKit- uitgeruft, die, zo geloofd werdt,door den
geruft. Koning van Spanje, tegen Frankryk, waar-
• mede hy nog in oorlog bleef, zouden ge-
bruikt worden (ƒ).
De Stad Omtrent Jaap Hannes, buiten den Die-
zorgt te- rnerdyk, lag, van ouds, een ftuk Lands,
gen'taf- de paardenhoek genaamd , welk van veel
banden dienft was, om den flag van 't water, dat,
Paarden- vooral met een' ooften-wind, fterk uit de
hoek by Zuiderzee aandrong, te "bréeken, en de ha-
3aaP ven van Amfterdam van 't zelve te bevry-
Hannes. den Docn men bevondt, ten deezen tyde,
dat deeze hoek lands , grootelyks , afge-
koeld., en verminderd was. Burgemees-
teren waren, derhalve,te raade geworden,
om dien den eigenaaren af te koopen, en
Voor 't onderhoud deszelfs, van Stads wege,
zorg te draagen. Doch 't Land was deezen
niet veil, ten ware men, daarbenevens, eeni-
ge Morgentalen binnensdyks Land aannam,
die
(f) G. VAN Loon Nederl.Hift.Penning.il. Dm/, &/.»!*•
(f) Refol. HoU, J8 Dec. i«48. bl. 4+1,
-ocr page 65-
&V.BoEfc. Geschiedenissen. 6$
die met omtrent agttien roeden zvvaaren 1648.
paaldyk belafl waren; waartoe de Vroed-
fchap niet befluiten kon. Bürgerneefleren
werden dan alleenlyk gemagtigd, om tegen
't afTpoelen van den Paardenhoek de ver-
eifchte zorg te draageh (g); gelyk^ federt ~,
gefchied is.
Tegen 't einde deezes jaafs, Werdt by den Steenen
Raad beflooten , in de plaats der houten gewelf,
brugge, die, ten zuiden, langs den Jan-^rrz^
Rooden-poorts tooren lag, een fleenen ge-van den
welf te leggen $ ter wederzyde van den ge-Jan-Roo-
melden tooren: en om de koften daartoe te den'
vinden, huisjes in 't midden van dit gewelf !'°°r^
J                         /1 ! 1 • tooren
te timmeren, omze voor Stads rekemnge gelégd.
tot winkelneeringen te verhuuren (&). Het
gewelf werdt i federt, volmaakt; doch men
vondt niet geraaden * het met huisjes te be-
zetten (i).
De Konirigin van Boheme, die zig, na De Stad
de dood van haaren Gemaal (£), hier te fchiec
Lande, bleef onthouden , hadt, onlangs ,d?r ?°'
*<*           HL 1 tl fs 111 fl C
der Regeeringe van Amfterdam verzogt, van ü0,
om vyftiendltizend, of twintigduizend gul-neme
dens ter leen, met belofte van deeze pen- vyftieh-
riingen te Zullen afleggen , uit het eerfte dujzenJ
geld, welk haar, uit Engeland of van el- &uMens'
ders, toekomen zou. De Vroedfchap befloot,
haare Majefteit met vyftienduizend guldens
te believen, zonder daarvoor eenige intrefl
te
fr) Refol. Vroedfch. N. 19. 9 Jan. ifi^g. ƒ. 17J.
(h) Refol. Vroedfch. N. 19. 1+ Nov. U48. ƒ. zii verfa
(i)
Refol. Vroedfch. N.io.ztjan. 14+9. ƒ. 10.
(kj Zie hier »oor, bl. $.
-ocr page 66-
66 AMSTERDAMS ILDeel.
1648. te bedingen (/). Doch de verandering, die,
kort hierna, in Engeland, voorviel, daar
haar Broeder , Koning Karel de L, ont-
halsd, en de Koningklyke Regeering vernie-
tigd werdt, heeft haar, ongetwyfeld, niet
veel gelegenheid overgelaaten, om pennin-
gen uit Engeland te ontvangen. Zy bleef
hier te Lande, tot na de herftelling van Ka-
rel den II., in 't jaar 1660: en begaf zig
toen naar Engeland, daar zy, den drie-en-
twintigften February des jaars 1662, over-
leedt ,veele van de gemaakte fchuldenhier
te Lande, en vermoedelyk ook de fchuld aan
Amfterdam onbetaald laatende (m).
Vogtig Het gantfche jaar 1648 was, by uitftee-
jaarge- kendheid, vogtig geweeft. Men hadt byna
tyae' geene vorft in den winter, en in den zo-
mer , genoegzaam geene droogte gehad.
De weiden lagen dras, tot in *t midden van
't jaar. De peulvrugten en moeskruiden
bedierven op 't veld. 't Vee hadt gebrek
aan behoorlyk voedfel: de Schaapen wer-
den gallig, en flierven by menigten, zo dat
het pond fchaapenvieefch, hier ter Stede,
voor tien Huivers verkogt werdt. Alle an-
der vleefch en zuivel was ook geweldig
duur. Doch 't kooren bleef nog op eenen
maatigen prys , alzo 'er vry wat toevoer
kwam uit de Ooftzee, daar men , minder
dan hier te Lande, van 't vogtig weder ge-
leeden hadt O).
in
(/) Refol« Vroedfcli. N. 19. zo Aug. \6a,%. f.ioeverfi.
(m)
AfTZKMA UI. Deel, bl. 91«. IV. Dtti, il. 749, 8jj#
(n) DOMSI1.AAÄ VI. Doe\il,t.W COMMSUfc,^. II7I,
-ocr page 67-
Xtf.ßoEfc. ÖÈSCltlEÖE NISSÈ fc. tf
In de Lente des jaars 1649, bewilligden K54&
de Staaten van Holland eerll,in de toelaa-Franfchö
fcing van Louis Jeannot, die, als algemee-Conful,
ne Conful van Frankryk , hief ter Stede *|?Iejjter
zyn verblyf ftondt te hebben. Mert ftondt 1^*-
hem dezelfde eer en voorregtën toe , die de laatea.
Confuls van den Staat in Frankryk genoo-
ten. Hy trok een vierde ten honderd van
alle waaren, die, voor Franfche rekening,
of voor rekening van zulken * die onder
Franfche vlaggen voeren, te Amfterdam *
of in andere havens deezer Landen* wer-
den ingebragt, en even veel van diergelyke
uitgaande waaren. Ook hadt hy magt * om
anderen onder zig aan te ftellen. Doch hy
hadt geene regtfpraak, dan over zulke Fran-
fche Koop luiden, die vrywilliglyk verkoo-
ïen 4 voor hem te regt te ftaan (ö). Na
zyne toelaating hier ter Stede, viel 'ét ee-
hig verfchil met hem, over het vierde ten
honderd , 't welk men weigerde hem te
laaten genieten, zo zulks ook niet in ande-
re Kooplieden betaald werdt (p). Doch
of, en hoe dit verfchil afgedaan werdt > is
niet tot myne kennilte gekomen.
In Maymaand deezes jaars, kwam, voor Keur té*
de tweede reize, van wege het Parlement Seii
van Engeland, als Refident * in den Haage ÊJjJj}£
ïzaak Doreflaar, eens Predikants Zoon vanter ^e\c*
Enkhuizen, die zig te Londen nedergezet, genheid
en als Fiskaal tegen Karel den I. gediend van den
hadti Doch hy was maar twee of drie da-mo0^
J                                                van uo-
, .                          , ,,                              Senrefl*ar«
(o) AlTZEM* III. Deel, bl. l%6. -
Q)
Reiol. Vrócclfch. N, 20; g July 154$, zj April i6$t.
ƒ. |l vctfo, 13+ verf».
.•■
-ocr page 68-
68 AMSTERDAMS II. Dee£
1Ó49. gen m den Haage geweeft, toen hy. door
vyf of zes Personen, die men hieldt Schot-
ten geweeft te zyn, en, zo naderhand ver-
nomen werdt, in 't byzonder, door zeke-
ren Whitford) in Zyne herberge, overval-
len, en moorddaadiglyk omgebragt werdt
(c[). Ter gelegenheid van deezen moord,
werdt, onder anderen hier ter Stede, een
fchendfchrift verfpreid: 't welk het Geregc
belkiken deedt, tot het inftellen eener nieu-
we Keure, tegen het maaken, drukken en
uitgeeven van diergelyke Gefchriften, die
den twintigften May afgekondigd werdt (r).
Twee dagen te vooren, was, hier ter Ste-
de, van wege het Hof van Holland, by af-
kondiging met de klok , duizend guldens
beloofd aan elk, die de moorders van Do-
reflaar zou aanbrengen. Doch, onder het
trekken der klokke, was 'er de klepel uit-
gevlogen; 't welk, door den Amfterdam-
fchen Digter Jan Zoe t, die zeerKonings-
gezind was, in zeker rym, aangemerkt werdt,
als beduidende, dat men de moorders on-
gemoeid behoorde te laaten (s). Doch de
verftandigften in Holland dagten 'er, ten
deezen tyde, anders over.
Schade £)e Koophandel der ingezetenen van Am-
fleïdam" fterdam °P de Mi<Mellandfche zee was ,
fchen 1*edert eeniêe Jaaren y geweldiglyk belem-
Kooplui- merd door de Franfchen, die, op bevel
den .door 0f met oogluikinge des Konings, onzeKoop-
dcFran- vaardyfchepen aanhielden en opbragten ,
on-
(1) Vadeil. Hift. XII. Deel, hl, ie,
(r) Handv. hl. J71. [817.]
(s) Zit zyne Weikcn, hl, jz.
»
-ocr page 69-
1
XV.Boek. Geschiedenissen. do
onder voorwendfel dat zy den Spanjaard 164.9]
voorzagen van voorraad. En deeze belem- fchen in
mering nam toe, na dat de Staat vrede ge- de Mid-
maakt hadt met Spanje, tervvyl Frankryk delland«
nog met dit Ryk in oorlog bleef. De Stad fche zee
Amfterdam ftondt 'er zeer op, dat men de{JJ!jj^*
geweldenaaryen der Franfchen, door fterk
convooijeeren, beletten rhoeft iflji Doch haa-
re vertoogen vonden geenen ingang. De
meefte Provinciën, en Prins Willem de iï,
inzonderheid waren meer geneigd, om zig,
zelfs na 't fluiten der Vrede, fterk gewapend
te houden te lande. Het Collegie ter Ad-
miraliteit te Amfterdam vertoonde den Staa-
ten, in February des jaars 1651, dat de
fchade, den Amflerdamfchen Koopluiden,
in omtrent negen jaaren tyds,door de Fran-
fchen aangedaan , wel zeven en een hal-
ve millioen guldens beliep («). De Stad
beweerde toen, ter Vergaderinge van Hol-
land, dat men zig, met geweld, behoorde
te verzetten, tegen de mishandelingen van
Frankryk (p). Doch de andere Leden ,
minder belang hebbende by 't belemmeren
der fcheepvaart, neigden tot zagter mid-
delen. In't jaar 16,52, werden 'er egter
eenige Oorlogsfchepeh uitgeruft , die , zo
geloofd werdt, tot beveiliging der fcheep-
vaart in de Middellandfche zee . dienen
zouden (ip); doch eerlang, in den oorlog
tegen Engeland, gebruikt werden. De kaa-
pe-
(*) Refol, Vroedfch. Sf 20. 19 Jan. 1649. f. 9 verf«.
(u) Voiez. WlCQUEFORT Preuves Tom. I. f. $j<(.
(*) Refol. Holl. z} Juny 1651. hl. 311,
(«0 Vadcfl. Hift. XII. Deel, bl. za,
E 3
-ocr page 70-
7 o AMSTERDAMS Gesch. . II.Dee^
;Ö4p. peryen der Franfchen hielden aan, genoeg*
zaam zo lang als zy met Spanje in oorlog
; waren. Alleenlyk gaven zy den Staaten eenig
genoegen, na dat de Luitenant-Admiraal de
Ruiter zig, in 'tjaar 1657, vaneenige Fran«
fche Kaapers en Oorlogsfchepen meefter
gemaakt hadt (#). Maar 't ftremmen der
fcheepvaart hieldt niet geheellyk op, dan
na 't fluiten der Pyreneefche Vrede, in 't
jaar 1659; waarop, in 't jaar 1662, een;
Verbond van onderlinge befcherminge tus«
fchen Frankryk en de Staaten volgde.
-
I i
O) Vadfil. Hift. XII. Deel, bl. i%6, 4,44,447, 45*.
TWEE'
-ocr page 71-
»
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
h------------------------------------
ZESTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1649, tot bet jaar 1651.
De draad der gefchiedeniffe leidt ons nu j^jn,
tot het ontvouwen der oorzaaken enoor
gevolgen van eenen hevigen tweefpalt, tus fprong
fchen den jongen Stadhouder, Willem den eener
II., en de Stad Amfterdam; die gefchaa- yl^dltle-
penflondt, het gantfche Land over einde heid
te zetten, zo de gemaatigdheid der Am tuffchen
fterdamfche Regeeringe zulks niet voorko Pri"s
men hadt. 't Zal der moeite wel waardig ^n 11?
zyn, dat wy deeze zonderlinge gefchiede-en de'
nis, van haaren oorfprong af, ophaalen. Stad Am-
Het fluiten der Munflerfche Vrede, welk, fterdam,
voornaamlyk, door 't beleid van Amfter- Hï&£
dam, was doorgedreeven, was Prinfe W^l-gen [er-
lern, en zynen jongen en oorlogszugtigenVergada-
Raadsluiden zeer tegen de borft geweeft ,rin8evan
en hadt zyne Hoogheid beveiligd in het mis- o10'^"1*
noegen, welk wylen Prins Fredrik Henrik, v^rmin-
in de laatfte jaaren zyns leevens, tegen de deren
•Stad hadt opgevat. Dit misnoegen vermeer van 's
derde, na dat men, ter Vergaderinge van^"^
E 4                      Hol-
ven.
-ocr page 72-
V
?ft AMSTERDAMS ILDeei,
1640. Holland, hadt begonnen te raadpleegen op
het verminderen van 's Lands uitgaaven: 't
welk, door Amfterdam, als 't meeft te draa«?
gen hebbende in de gemeene lallen, fterkft
gedreeven werdt, zelfs tot zo verre, dat de
Stad verftondt, dat zyn e Hoogheid, wiens
wedde fommlgen verhöogen wilden, in ver-
goeding van het nadeel, welk hy by de Vre-
de leedt, zig met dezelve behoorde te vre-
de te houden (a). De algemeene Staaten
hadden, op 't fterk dringen van Holland, in
't jaar 1648,reeds beflooten, tot eenemer-
kelyke vermindering van Krygsvolk. Am-
fterdam nogtans, in Maart des volgenden
jaars , vaftgefteld hebbende , nog vyftig
Compagnien te doen afdanken Q) , deedc
zulks, ter Vergaderinge van Holland, goed-
vinden. Poch de Prins Helde 'er zig zo
ernftelyk tegen, dat men 'er, in eenige
Amfter- maanden, niet verder op drong. In de
dam be- Vroedfchap van Amfterdam, werden, on-
wüligt, dertuflchen , van tyd tot tyd, beflüiten ge-
onbe' nomen » ftrekkende tot vermindering van
taald laa- 'sLands uitgaaven, en eindelyk, in Juny, ge-
ten van raaden gevonden, te bewilligen in het on-
negen en betaald laaten van negen en twintig Com-
/vJivÜrf pagnien uitheemfchen , die ter betaalinge
■nien. van Holland itonden (c). t Liep egter tot
in Oclober aan, eer die van Holland den
Prinfe verklaarden, dat zy tot dit afzonder-
lyk
(4) Refbl. Vroedfch. K. zo. 12 fan. 1*49. ƒ. z, 8.Mu-
niment-Regifter Li, a.
(b) Refol. Vroedlch. N. 20. I« Maart 164.9 ƒ. 16.
(e) Kefol. Vroedfch. N. %o. 17 April, 26 Junj, 20 Aȣ,
I649.
ƒ. zo verf), 28 verft, )i.
-ocr page 73-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 73
lyk onbetaald laaten zouden moeten komen, 1649,
zo de Provinciën weigerden te bewilligen,
in hunnen voorflag tot algemeene afdanking.
Pe voorflagen , die, daarentegen, van 's
Prinfen zyde, gefchiedden, voldeeden die
van Holland niet: 't welk het misnoegen te-
gen deeze Provincie, en vooral tegen de Stad
Amfterdam, het voornaamfte Lid derzelve,
fterk deedt toeneemen by zyne Hoogheid.
Hier kwam nog by, dat de Stad, in 't De Stad
begin des jaars 1650, befloot (d), en wat bewer'ÏC
laater, ter Vergaderinge van Holland, te^endine""
wege bragt, dat 'er, uit naam der Staaten naarEn-
van Holland alleen , een Commiflaris ge- geland,
zonden werdt aan de tegenwoordige Regee- dr
ringe van Engeland, waartoe, eerlang, Ge- SjjJJjJ1
rard Schaap Pieterszoon, Raad in de Vroed- 16 có.
fchap van Amfterdam, benoemd werdt. Hy
hadt laft om de Regeering der nieuwe Re-
publyk te erkennen , en de belangen van
Holland in 't byzonder voor te ftaan in En-
geland De verwydering milchen zyne Hoog«
heid Cn de Stad Amfterdam, werdt hier-
door gevoed (f), alzo de Prins veel liever
gezien zou hebben, dat de Stad en gantfch
Holland, zo wel als de overige Provinciën,
tot de herftellingvanzynenSchoonbroeder,
Karel den II., hadden medegewerkt, dan
dat zy eene Regeering erkenden, die zy-
nen Schoonvader, Karel den I., ter dood
Jiadt doen brengen.
Wat laater, gebeurde 'er nog iet, welkZy dooc
neteenige
(d) B.efol. Vroedfch. N. to. 8 Jan. 1650. ƒ. 4p verf,.
* (*; Vadeil. Hift. kil. Deel, bl. 20S, 207.
-ocr page 74-
74 AMSTERDAMS IÏ.Dêej:;
1650. het ongenoegen tufTchen zyne Hoogheid en
Scheeps- ^e ^ca Amfterdam deedt toeneemen De
Kapitei- Prins hadt den Vice-Admiraal, Witte Kome-
nen, die liszoon de Witte,
die , zonder verlof, uic
door de Brazil te rug gekomen was, in den Haage,
Admira- ^oea vat!;en f en 0p je Voorpoorte van den
hegtenis ^ove brengen. Te gelyk, waren, te Am-
genomen fterdam, door bet Collegie ter Admirali«
waren, teit aldaar, eenige Kapiteinen van de Witte's
op vrye Esquader in hegtenis genomen, 't Een en
Jefien. 'c anc^er werdt euvel opgevat door de Staa-
ten van Holland, die't hielden voor eenö
blykbaare krenking van hun grondgebied,
en voor eene inbreuk op hunne opperfte
magt. De Wethouderfchap van Amfterdam,
de Admiraliteit hebbende doen vermaanen
tot het ontflaan der gevangenen, en weige-
rend antwoord bekomen hebbende, deedc
de hegtenis opbreeken, en de gevangen Ka-
piteinen op vrye voeten Hellen. De alge-
meene Staaten toonden zig hierover ten
hoogfle gebelgd. Doch de Staaten van
Holland verdedigden zig,met klem van re-
denen. Zelfs fielden zy orde, om de Wit-
te van de Voorpoorte te haaien. Doch de
Prins voorkwam dit, en deedt hem weder-
om brengen naar zyne herberg, daar hy
eerft vaftgehouden geweell was. Hy werdt
egter, niet dan na 't overlyden van zyne
Hoogheid, geflaakt (ƒ).
Zy ver- Doch omtrent den tyd van 't vatten van
ftrekt de Witte, viel'er iet voor, welk het goed
dan Prin-
                                                       . ver-
(ƒ) AlTZïMl III, Deel, hl. 4iA.Vadal.Hift.XII. Deel*
il. %i ent,.
-ocr page 75-
JCVXBoEK. Geschiedenissen. 75
yerftand tuflchen zyne Hoogheid en de Stad 1Ö50.
Amflerdam fcheen te moeten herftellen. -
Omtrent den aanvang van April, zondt demljlioe^
Prins Joan van den Kerkbove, gezeid Polyan nen, op
der, Heer van Heenvliet, herwaards , orneenigen
Burgemeefteren, uit zynen naam, voor tèSner.
ilaan „ dat hy, zig, federt eenigen tyd, inkQ^ol'.
„ zwaare fchulden hebbende moeten flee- deren,
„ ken,eene aanzienlyke fomme aan geree-
,, de penningen noodig hadt; en hierom
„ verzogt, dat de Stad hem twee milÜoe-
3, nen, tegen eenen maatigen Intreft, wilde
„ opfchieten, biedende hy aan, daarvoor,
„ de beften zyner Heerlyke goederen te
„ zullen verpanden." Burgemeefteren brag-
ten 's Prinfen voorflag in de Vroedfchap,
die zig, voor 't grootfte gedeelte, genegen
toonde, om zyner Hoogheid te geryven. AI-
leenlyk, zou zy gaarne gezien hebben, dat
de Leening op den naam der Staaten van
Holland gefchiedde, mids de Stad zorg droe-
ge, dat de penningen, onder haare ingeze-
tenen , by welken zy, voor hoofdfomme en
intreft, wilde inftaan, gevonden werden.
Doch toen de Staaten zwaarigheid maakten,
om zig, op eenigerhande wyze, te moeijen
met ^eeze leeninge , nam de Stad alleen
deezen lafl op zig, en bezorgde denPrinfe
£wee millioenen guldens, tegen vier ten hon-
derd (g), en op verdere redelyke voorwaar-
den,, die, met volkomen goedvinden van
zyne Hoogheid, geregeld werden, 't Graaf-
fchap
fa) Refol. Vroedfch. N. 20. 4,6,22,23 April i6$o, f,
1t, 6otizv^rfoi6i.
^
-ocr page 76-
7<5         AMSTERDAMS II. Dee£*
1650. fchaP van Leerdam, deBaronny vanYffel-
flein, de Heerlykheid Klundert of Niervaart
en de Oranje Polder werden, voor de op-
gefchooten fomme, verpand. En de Prins
beloofde, dezelve, binnen zes of den jaaren,
te zullen afleggen (h).
Men zou bÏÏlyk hebben mogen verwagten,
dat het gereedelyk opfchieten van zulk eene
aanzienlyke fomme,'t welk, zelfs van wege
zyne Hoogheid, voor eene weldaad erkend
werdt, de Stad volkornenlyk herfteld zou
hebben in de goede gezindheid van den Prin-
fe; doch daar verliepen maar weinigewee-
ken, na dat het Verdrag van Leeninge ge-
flooten was of hy gaf blyken van ongenoe-
gen jegens de Stad, van welken men, onder
geene voorgaande Stadhouderlyke Regee-
ringe, immer wedergade gezien hadt.
De Staa- De Staaten van Holland, niet bewilligd
ten van hebbende in den Staat van Oorloge voor 't
Holland jaar |g<f%- waarop , onder anderen , het
fcnryvenjKrygsvolk gebragt was, welk zy meenden
dat zy 'te moeten worden afgedankt, en welk vyf
eeniS en vyftig Compagnien te voet, en twintig
K7.ëj" te paarde beliep, oordeelden /.ig niet ver-
volk den- ..*
            |J f!           L           11-1
Jten on- Pngc W voldoening van hun aandeel m de
betaald gaadje van dit Krygsvolk, en vonden, der-
te laaten.halve, in 't begin deezes jaars, ook met
bewilliging van Amfterdam (i), geraaden,
den Gecommitteerden Raaden laft tegeeven
om, nog voor Paafchen, den Kapiteinen en
Ritmeefteren der Compagnien, die ten hun-
nen
(A) Groot-Memor. N III. ƒ. 284, zis , Ji* verfo,)i6m
JMuniment-Regifter, L^. A.
(»I Refql. Yrocdfch. N. z:\ J*». !«ƒ©.ƒ, j»,
-ocr page 77-
XVT.BoEK. Geschiedenissen. 77
nen lafle flonden, zynde een en dertig te ifco,
voet en elf te paarde, en die zy onbetaald
wilden laaten, aan te fchry ven, dat zy op
geene verdere betaaling, van wege de Pro-
vincie van Holland , te rekenen hadden.
Voorts , verflonden zy , de betaaling te
moeten inhouden van tien man op ieder
Compagnie te voet en te paarde, die nog in
dienft bleef, en ten hunnen lafle geflaan
hadt. De uitvoering van dit befluit werdt
egter, ter gelegenheid van eenen nieuwen
voorflag van zyne Hoogheid, nog eenige
weeken verfchooven; doch in 't begin van
Juny, even voor 't fcheiden der Vergade-
ringe ter oorzaake van het Pinkflerfeeft^in
't werk gefield.
De Prins van Oranje en alle 's Prinfen Redenen
vrienden namen de uitvoering van dit be- voor en
fluit zeer euvel op, en noemden 't eene af-j-eSen_diÊ
zonderlyke afdanking, en eene verbreeking druaggc*
van de Unie tuflchen de Provinciën. Doch
de Staaten van Holland verflonden,dat hec
terfle Lid van de Unie zelf de byzondere
Provinciën liet in 't volkomen bezit van der-
zelver Privilegien, Vryheden en wel her-
bragte Gewoonten; en derhalve ook in hec
regt, welk zy, van ouds , gehad hadden,
van niet verpligt te zyn tot het draagen van
eenige 1 aften , dan waarin zy flaatswyze
hadden bewilligd. Volgens het negende Lid
der gemelde Unie, waren de byzondere Pro-
vinciën ook niet gehouden in eenige laflen
der Generaliteit , dan die , met gemeene
bewilliging der Bondgenooten, waren opge-
legd. Ennaardemaal die bewilligingen flegts
voor
-ocr page 78-
7* AMSTERDAMS II DEÈfc.
1650. voor een jaar gefchieddè, en voor het jaar
J650, in Holland, nog niet gefchied wa-
ren , oordeelden de Staaten deezer Provin-
cie , dat zy , zonder eenige krenking dei?
Unie, konden nalaaten eenige Compagnien
te betaalen , tot werker betaaling zy niet
langer verbonden waren. Hunne aanfchry-
ving aan de Overflen deezer Compagnien!
was, eigenlyk , ook geene byzondere af-
danking , maar alleenlyk eene bekendmaa-
king van hun befluit; op dat het Krygsvolk
weeten mögt, dat het, voortaan, op de be-
taaling van Holland, niet meer zou konnerï
rekenen. Zo de overige Provinciën in ftaaü
en gezind geweefl waren, om dit Krygsvolk
aan te houden en te betaalen, zou het haar*
ook zonder krenkinge van de Unie, volko-
menlyk, hebben vrygeftaan.
£y°e
         't Scheen nogtans, dat dit alles, ter Ge-
hriddoet neraliteit, thans gantfch anders begreeperï
ter Gene-werdt. Zyne Hoogheid, aan 't hoofd van
raiiteit den Raad van Staate, op den vyfden Juny*
befluiten eerfïen Pinkfterdag, ter algemeene Staats-
Je'tftry- vergaderinge , verfcheenen zynde t deedc
dige aan- aldaar, met vier Hemmen, het befluit nee-
fchry- men *, om den Bevelhebberen der fterke
ving, en ?) Plaatfen, daar de ontflaagen Compagnien
bezen-116 » *n bezetting lagen, aan te fchry ven * dat
ding aan >> zy de uitvoering van den lad derStaateri-
de Steden,, van Holland zouden hebben te voorko-
vanHoi- }i men; voorts, dat men eene plegtige be-
„ zending doen zou aan de Steden van Hol-
„ land, om dezelven te doen afftaan van
,^ het befluit tot byzondere afdanking; en
n dat de Prins deeze bezending, en deper-
>3 f©0-
-ocr page 79-
XVI.Boek. Geschiedenissen. 79
„ foonen , waaruit dezelve zou beftaan , 1650.
„ regelen zou." Hier kwam nog één punt
by i welk wy, met de eigen woorden der
Refölutie , zullen voorftellen , om dat de
Prins van Oranje zig, uit hoofde van hec
zelve , geregtigd geoordeeld heeft tot de
onderneeming van 't gene hy, federt, tegen
de Stad Amfterdam en tegen eenige Leden
der Vergaderingen van Holland goedvondt
in 't werk te Hellen. Zyne Hoogheid werdt,
naamlyk , verfocht ende geaut hor i/eert, om
alle noodige ordre te flellen
, ende die voorfie~
ninge te doen
, ten eynde dat alles in goede rus-
te ende vrede werde geconferveert
, ende infon-
derheydt werde gemainteneert ende vafigehou-
den de Unie met den gevolge ende aencleven
van dien
, ende in tegendeel geween ende te
ghemoedt getreden
, dat ter contrarie van dien
/oude mogen werden voorgenomen
(£).
Des anderendaags , verklaarde zyne De Prins
Hoogheid, dat hy van zins was, zig zei-ftelt zig
ven te ftdlen aan 't hoofd der bezen-aan 'c
dinge , tot zyne medeafgevaardigden ver- J°r°£g.
kiezende de Heeren van Aartsbergen, Mau- zendin"-
regnault, Renswoude en Klant uit de alge-ge.
meene Staatsvergaderinge, en de Heeren
van Asperen , Lucasz. en den Thefaurier
Generaal Brajfer^ uit den Raad van Staate.
De Vergadering bedankte den Prins voor
zyne voorzorg, hem verzoekende, dat hy,
door alle mogelycke middelen van induäie of
overreding , de Steden van Holland zon
zoe-
f^.) Refol. Gener. Dom. sjuny itffo, inde Refol.Vroedfch.
Ü. zo. iQjunj
f. vsrfg Aitzema Hexft. Leeww, kit
f. in q»*rtt,
Vad«l< Hift, XII, Dal, hl, 6j , <s».
-ocr page 80-
85 AMSTERDAMS II. DEÈt;
1650. zoeken af te maanen van afzonderlyke af*
danking (/). De Staaten deezer Provincie
deeden vergeeffche moeite ter algemeene
Staatsvergaderinge, om deeze bezending te
doen agterblyven (m). Zy vertrok, deri
agtften Juny, naar Dordrecht.
De
            De Vroedfchap van Amfterdam was,
Vroed- dra Burgemeefteren hiervan kennis kre'egen>
fchap byeengeroepen tegen den tienden, en vef-
fte^dam" ft°nck eenpaariglyk „ dat het deezer Stad *
befluit, jj als zynde maar een Lid der Vergaderin-
deeze be- „ ge vart Holland »volgens de bekende orde
zending m jef Regeeringe,nïettoeftondt, in byzon-
oiuvan- » ^ere onderhandeling te treeden met Af-
ten. 5» gevaardigden der algemeene Staaten, endt
,j dat dienvolgendedeopgemeltebezendingewas
»♦ gefihiedt tegens deflylevan de Regieringe"
Voorts, werdt geraaden gevonden, de Bur-
gemeefteren Antoni Oetgens van Waveren en
fieter HaJJelaer den Prinfe te gemoet te zen-
den , en zyner Hoogheid, van deezer Stede
Wege, aan te dienen „ dat men zynfurße-
lyke perfoon, nocbte de andere Heeren met
haer zynde, als geen andere qualiteit in de*
f en becleedende dan Gedeputeerden van de
, j Heeren Staten Generael, op haer Hoog. Mog.
Credentiebrieven, hier ter audiëntie, noch zelfs
,, binnen de Stadt, niet en zoude connen toe-
9> laten,
zyne Hoogheid, wyders, verzoe-
,j kende, dat hy zyn gezag en hooge wys-
,j heid veeleer wilde gebruiken, om hunne
,> Hoog Mogendheden te doen afgaan van
't
(l) Refol. Genei. Luna 6 Juny \6;o.
\m)
Refol, Genei, Martii 7 Juny iö;»«
-ocr page 81-
XVI.BoEK. Geschiedenissen. 8r
„ 't genezy, tegens den ftyl der Regeeringe, 165^
„ en de Refolutie van Holland, hadden voor-
„ genomen." Naar Enkhuizen, welk nog
niet j met de meelïe andere Leden van Hol-
land , geftemd hadt in het onbetaald laaten
van 't gemelde Krygsvolk, befloot Amfter-
dam, insgelyks, eene bezending te doen,
om deeze Stad tot eenpaarigheid met de
overigen te beweegen (n)*,
Midlerwyl, was de bezending te Dor-Zy dient
drecht geweeft, daar men haar, in den vol- het den
len Oud-Raad, gehoord hadt; doch met Pnnre
zulken uitflag, dat 'er de verwydering eer- £or\n.
der door toegenomen dan verminderd was chem.
(0). Van Dordrecht, begaven de Prins en de
andere Heeren zig naar Gorinchem, daar de
Heeren van Waveren en Haflelaer hunnen
lall voltrokken. Zyne Hoogheid fcheen
hunne boodfchap zo op te vatten, als of men
hem, als Stadhouder, niet in de Stad zou
willen ontvangen: 't welk zy verklaarden,
„ t'eenemaal, en zo ver als het ooflen van
i, het weiten vervreemd te zyn van de min*
„ fte gedagten van den Raad, zullende men
„ nimmer nalaaten den Prinfe, in de hoe-
„ danigheid van Stadhouder, alle fchuldi«
„ ge eer te bewyzen." Doch de bezending
vervolgde haare reis. De Amfterdammer
Heeren handelden, voor hun vertrek, met
die van Gorinchem, en op de te rug reize,
met die van Gouda,over 't ftuk der bezen«
dinge, en deeden, den dertienden, reeds
t -
                                                     ver-
(n) Refol. Vroedfch. K. 20. 10 Juny lifo, f, 70 virfi,
{*) ZU Vadetl. Hift. XII» £>«/, hl, 70 cnx.,
V. Stuk.                 F
-ocr page 82-
W AMSTERDAMS IL Dee£. *
{6$o. verflag van hunne verrigtingen aan den Raad,,
daar beflooten werdt , de Heeren Andries.
Bicker
, Cornelis de Graaf, Cornelis Wit Jen,
Nikolaas Tulp en Piet er Kloek te magtigen,
om de redenen te ontwerpen, met welken
Tïn maakt men, ter naader Dagvaart van Holland, de
een Ont- genomen befluiten op de vermindering van
werp >t KrygSvoik zou können verdedigen, en te
Verdedi« gelyk de Hoogheyt*, Vryheyt ende gerechtig-
ginge beyt van defe Provincie, ende van de Leden
van het van dien, tegens alle nieuwigheden ende in-
befluit drachten, ongequetß helpen conferveren, ende
ten en" voorcomen alle disorde ende onheylen, die uyt
eenèr de voorf indrachten ende nieuwigheden zouden
Weder- mogen ryfen. En als of men voorzien hadt,
legginge >t gen6j njet lang hierna, voorviel, Burge-
vooiflel meefteren werden verzogt „ een waakend
der be- » oog te willen houden op de gerultheid en
zendin- 3, zekerheid van de Stad (p)."'t Liep flegts
%£* aan tot den twintigften, toen het Ontwerp
der Verdediginge van Hollands Refolutie op
de vermindering van 't Krygsvolk en der
Wederlegging© van den voorflag, dien de
bezending, te Dordrecht en elders , gedaan
hadt,in de Vroedfchap werdt goedgekeurd
(g). Het is, zo ver my bekend is, nog nim-
mer in 't licht gegeven: doch vervat zo vee-
Ie merkwaardige byzonderheden , dat wy
dienflig geoordeeld hebben,hetzelve, hier
agter, by wyze van Bylaage (r), te plaat-
fen.
Zy ver- OnderttuTchen, was de bezending reed«
in
/
00
(1)
Refol. Vroedfch. tt, ïo. 13 funy i6?o. ƒ. 72.
Refol. Vioedfch. ü, »o» ie J»ny ifjo, ƒ, 7$ vtrfa
ir) L*. A.
'
-ocr page 83-
XVt.BoEK. ÖESÖHtEDENISSÈN. ï|
in verfcheiden'Steden van't Zuiderkwartier I0Vö,
van Holland geweeft, en trok nu door 't oek »
Noorderkwartier, toen de Vfoedfchap dee-^en
feer Stad te raade werdt,andermaal,eenigePrins,
Heeren, met de voorige boodfchap, te zen- ander- -
den aan den Prinfe, en hem te verzoeken,l?3^!^
dat hy de Stad, indeezegelegenheid, Voor-^uen
by wilde gaan, alzo men genoodzaakt zoumyden.
zyn, hem, in de hoedanigheid van Afge-
vaardigde der algemeene Staaten > gehoor te
weigeren. Zo hy nogtans gezind bleeve, om
de reis herwaards te vervolgen, moeit men
hém aanzeggen, dat hy dan, als Stadhou-
der , en in geene andere hoedanigheid, ont-
vangen zou worden, en dat men de Hee-
ren , die met hem overkwamen, flegts als
byzondere perfoonen, zou aanmerken (j).
Tot voltrekking van deezen lafl, werden
gemagtigd de Oud Burgemeefter Jan Cor*
neliszoon Geehinck,
de Prefident Schepen *
Henrik Dirkszoon Spiegel, en een der Stads
Secretarilfen. Zy troffen den Prins aan te
E dam , daar zy hunnen lafl volvoerden*
Doch zyne Hoogheid toonde zig niet ge-
zind j om Amfterdam te myden. Zelfs gaf
hy te verftaan, dat hy 'er, dien nademid-
dag, 't was den drie-entwintigften Juny, ten
drie uuren, dagt aan te komen.
De Raad hadt, reeds te vooren, befloo- Burge-
ten, den Prins > indien hy kwame, te ont-meefie-
vangen als Stadhouder, en derhalve metde[en ft^"
"burgery in de wapenen, en met alle andere Jjj] "£■
te-Hoog-;
(i) Refoh VlMdfch. N. 20. »o Jttny 16$ o. f. 8(5.
F %
-ocr page 84-
&t AMSTERDAMS II. Dm*
1650. tekenen van eere (f). Burgemeefteren dee-
heid te ^en ^an ^et Damrak van fchepen en ligters
cntvan- ontledigen, en't gefchut planten op de nieuwe
gen als brugge, door welke, de Prins, te water,
Stadhou- ftondc aan te komen. Aan den Dam voor
de Waage was eene houten brug gelegd,
om te gemakkelyker uit het vaartuig aan
land te können treeden. Voorts, was 'er
laft gegeven, om de twintig vendelen fchut-
ters te fchaaren langs den weg, dien zy-ne
Hoogheid door moeft, om aan 'tPrinfenhof
te komen. Doch de toebereidfels waren
Hy naauwlyks halfin gereedheid gebragt, toen
komt, <je prins} omtrent twee uuren voor denbe-
w^fffa"inftemdeo tyd, onverwagts, met eene floep,
de Stad. m de Stad kwam, en op den Dam, over de
pas gemaakte brug, aan land Hapte. Eeni-
ge Heeren, gevalliglyk op 't Stadhuiszyn-
de, begroetten zyne Hoogheid, en geleid-
den hem naar 't Prinfenhof, daar men hem
eene koltbaare maaltyd bereid hadt. Doch
hy weigerde aan te zitten, en deedt zig, in
eene byzondere kamer , door zyne eigen
bedienden, opdifïchen. Door een' van de
Heeren gedrongen wordende, om ten min-
ften een' dronk te doen, antwoordde hy
fpytiglyk, om met clkanderen te eeten en te
drinken
, zonden wy beter vrienden moeten zyn
dan wy tegenwoordig zyn. Tegen den avond,
zag de Prins, nevens Burgemeefteren uit de
venfters leggende, de gewapende fchuttery,
onophoudelyk vuurende ter zyner eere, voor-
by 't Prinfenhof trekken (»).
               Mid-
(t) Refol. Vroedfch. N. 20. zo Juny \6$o. f, %j.
(«) Dapp&r kt. 17 s, Z76. AiTZïMA Heift, ieeuvr,
bl. ja.
-ocr page 85-
XVI.Boek.' Geschiedenissen; %
Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid ernfte- i6$q;
lyk aangehouden by Burgemeefteren, om, „ "
op de Geloofsbrieven der algemeène Staa-gehoor,
ten, in den vollen Raad gehoord te wor- als Stad-
den. Doch Burgemeefteren, zig beroepende h°udcr-
op de herhaalde befluiten des Raads, had-
den zulks volftrektelyk van de hand gewee-
zen. De Prins, lang en heviglyk, doch ver-
geefs , hebbende aangehouden , begeerde
eindelyk, in den Raad gehoord te worden,
als Stadhouder. Burgemeefteren verzogten
toen, naar de orde der Regeeringe deezer
Stad, opening van 't gene zyne Hoogheid
den Raad wilde voordraagen, om daaruit af
te neemen, of zy den Raad daarover zou-
den mogen vergaderen. De Prins weigerde
de verzogte opening, in 't eerft; doch ver-
klaarde daarna „ dat hy dagt te fpreekenDoch
„ van 't gene de Heeren Burgemeefteren over zaa-
s, van Waveren en HafTelaer, uit naam van kei? bf_"
„ Burgemeefteren en Raaden, hem, voorly]ctot~<je
„ eenige dagen, te Gorinchem, hadden te bezen-
„ gemoet gevoerd." Burgemeefteren dee-ding.
den hun beft, om zyne Hoogheid af te bren-
gen van deeze gedagten; doch als hiertoe
geene kans was, beriepen zy zig, eindelyk,
op de afwezendheid van den Prefident-Bur-
gemeefter Wouter Valkenier, wienzy,voor-
af, wilden raadpleegen. 's Anderendaags,
den vierentwintigften, deeden zy den Raad
famenkomen, dien zy kennis gaven van 's
Prinfen voorflag. Men verftondt „ dat't Wordt
3>
5)
het, ten verfcbeyden inficbteriy zeerondien beleefde-
fiigh ware, dat aenfyn Hooghcydt, in de^ ae*
j, Stadt gecomen wefende in de bezmdinge vanw
F 3                     ,, *
-ocr page 86-
t6 ' AMSTERDAMS II. Deec;
JÓKo. " '&e Gedeputeerden van de Heeren Staten Ge"
nerael, audiëntie zoude worden verleent: eri-
de dat men overfulx 't zelve beleefdelyck zot*
excufeeren." Men voegde denBurgemees*
teren toe de Heeren Jan Corneliszoon Geel-
vinck
, Henrik Dirkszoon Spiegel, Comelis
Wit Jen, Simon van der Does
en Frans Ban*
ning Kok
, Heer van Purmerland , om
deeze verontfchuldiging te doen , by den
Prinfe(V), dieze zeer euvel opnam. Een' der
afgezondenen, toenregeerend Schepen, en,
zo ik, op goeden grond, vermoede, Comelis
fVitfen
, hem de meening des Raads nader
willende verklaaren, dreef hy toe, dat by
wel Duitfch verflondt
, en geenen uitlegger noo-
De Prins dig hadt Men nodigde , voorts, zyne Hoog«
vertrekt, heid wederom ter middagmaakyd, enhadt
ver- dezelve reeds laaten bereiden, toen hy ,
teratod onverwaêts, van 'tPrinfenhof tradt, zonder
uit, daar affcheid te neemen. Burgemeefteren ,
vaftftellende dat de Prins fpoedig vertrek-
ken zou, deeden, in alleryl, deKuiteryen
eenige vendelen Schutters in de wapenen
komen, die zig plaatften langs den Dam en
Nieuwendyk, den gewoonen weg naar de
Haarlemmerpoort, die zyne Hoogheid uit
moeft Doch hy, een koel affcheid, aan 't
Stadhuis , genomen hebbende van Burge-
meefteren, deedt de Koets fnellyk voort*
flaan, reedt langs de Keizersgraft naar de
poort, en kwam, nog dien zelfden dag, te
Haarlem (w).
Ter
(v) Refol. Vroedfeh. N. io. 14 Juny idfo. ƒ. gg,
(») QAEEIÄ H. 17«. AITZEMA Helft. Leeuw, H. 3%f
-ocr page 87-
-—
XVI.Boek. Geschiedenissen; S7
Teralgemeene Staatsvergaderingewerdt, 1659.
-den zevenentwintigften Juny, verilag gedaan „ »
van de bezending, hierop uitkomende „ dat iJ^ '
„ fommige Steden verklaard hadden te wil- Haage,
„ len blyven by de Unie; dat anderen hier- verflag
„ van naauwlyks, anderen geheel niet ge- ™n df
9, rept hadden,en dat men,te Haarlem, te ^ge,
9, Delft, te Amfterdam en te Medenblik,
„ der bezendinge gehoor hadt geweigerd.'*
De Prins voegde hierby „ dat hem, in 'c
s, byzonder, geduurende de bezending»
9, eenige zaaken waren voorgekomen, waar-
,, van hy, by gelegenheid, aan hunne Hoog-
9, Mogendheden nadere opening meende te
3, doen(X)." En op den dertigften, ter Ver«
gaderinge van Holland verfcheenen zynde,
deedt hy aldaar de beloofde nadere opening,
in een fchriftelyk voorftel, welk, gelyk men,
naderhand , verflondt, door den Griffier
Cornelis Mufch, opgefteld was. Het behels- Klaagt
de eene fcherpe klagte over Burgeme elter en zeer°-
cn Raaden van Amfterdam „ die hem, te- J"' d£
9, gen alle verwagting, te Gorinchem,had-ringeVam
„ den doen aanzeggen, dat zy hem, nochAmfter-
•„ de andere Heeren, die de bezending be- ^m.
„ kleedden, niet zouden inlaaten in de Stad;
„ en die hem, te Edam, hadden laaten ver«
„ zoeken, dat hy de Stad niet wilde aan«
„ doen, maar voorby gaan, op dat de Wet«
3* houderfchap niet mögt genoodzaakt wor-
„ den, iet te doen, dat hem misnoegen zou
9, können geeven." Voorts, verhaalde zyne
Hoogheid „ hoe hy, desonaangezien, in
9i de
(*) -UTZXJU Helft. Leeuw!, kJ, |i« 3*.
F4
-ocr page 88-
---------„-------------------                   ■~MMWV"~MI
88 AMSTERDAMS IL Djïe£
l6$®. j> de Stad gekomen zynde, door Burge-
„ meefteren, met eenig uiterlyk betoog van
„ eere, als Stadhouder, ontvangen was;
„ doch dat zy zyn verzoek om, nevens de
„ andere Heeren der bezendinge, in de
„ Vroedfchap gehoord te worden,hadden
„ afgeflaagen. Dat hy toen, als Stadhou*
„ der, gehoor hadt begeerd, over een punt,
„ waarvan hy reeds opening gedaan hadt;
„ doch dat zy, dit zyn verzoek ter over-
„ weeginge van den vollen Raad gebragt
,, hebbende, hem daarna hadden verklaard,
„ dat zy hem, ook in de hoedanigheid van
„ Stadhouder, het begeerde gehoor niet
„ konden toeltaan. Dat dit gedrag veel
,, verfchilde van dat der andere Steden,
„ die allen hem, als Stadhouder, gehoor
„ hadden aangebooden; en dat hy 't hielde
„ te fïryden met de gewoonte , met zyne
„ waardigheiden agting, en met den Staat
,, en Hoogheid derProvincie,diehem met
„ de Stadhouderlyke waardigheid bekleed
i
           „ hadt; behalve, dat het ook ftrekte tot
„ tot kleinagting en oneer van zyn' per,-
„ foon: waarom hy op de Vergadering be-
„ geerde, dat zy die van de Regeeringe
„ van Amfterdam daartoe zou ver willigen
„ en ook houden, om hem, wegens 't ge-
„ beurde, behoorlykeherilellingenvoldoe-
„ ning te geeven; en hierop ten fpoedigfte
„ raadpleegen en befluiten (y)," Sommigen
tekenen aan, dat zyne Hoogheid, die dit
voor-
(y) Munimept-Regifter, Lx. A. Zit o»k^ AlTZEjvjA Heift,
-ocr page 89-
XVI. Boek. Geschiedenissen/ sp
voorftel ook mondeling deedt, zig met ee- T/rff/V
mge beweeging en verheiBng van item hoo- 5^
ren liet, als hy den naam van Amflerdam
noemde; doch dat hy daarna wederom ze-
diger fprak (z).
De Burgemeefteren van Waveren en de Bürge,
tjraaf, die de Dagvaart bywoonden, Ver-meefte-
zogten een aflchrift van 's Prinfen voorftei ren en
welk zeer tegen den zin der Amflerdam'. Ä
fche Regeennge, terflond gedrukt, en on-gS^ig
der t volk verfpreid werdt. Zy bragten 't ""voe-
m den Raad, daar zy , te gelyk, verflaff riglyk»
deeden van't gene, byeenige Leden, gf-ZJZ'
magtigdom nader onderzoek* te doen Va-
llet onderwerp der bezendinge, was raad* Hollands
zaam gevonden. Deeze Leden en de Ver-
gadering in 't gemeen fcheenen, naamlyk
te neigen, om het ontflaagen Krygsvolk'
by voorraad, nog eene maand, in dienft tl
iiouden, en eenige gaadje toe te leggen aan
de ontflaagen Overlten. Doch d? Vroed-
fchap van Amfterdam verflondt, dat men
behoorde te volharden by het beflait, op de
afdanking en vermindering genomen. Voorts
vondt zy vreemd, dat de gemagtigde hl
den m hun verflag, geen gewaf lemaakt:
hidden/ V3n de fcherPe Mnfprai, door
Alexander van den Kapelle, Heer van*Aam-
her gen,
gedaan, in den Oud-Raad te Dor-
drecht, waarby hy hunne Edele Groot-Mo-
gendheden, om derzelver Refolutie op de
afdanking, befchuldigd hadt van inbreuk op
4e Unie, met byvoeging, dat zy, deswe-
(*) AiTZKM* nerfr. Leeuw, hl. Jg.                     §e»
FS
-ocr page 90-
§è AMSTERDAMS ■ TLTkxC
>. ge» lyf en goed verbeurd hadden. De
Vroedfchap vondt geraaden, wegens zulke
hoonende taaie, herftelling te vorderen voor
de Regeeringe van Holland, ter plaatfe,
daar 't behoorde. Eindelyk, werdt ook be-
flooten, eene verdediging tegen 's Prinfen
voorftel te ontwerpen; doch dezelve niet in
te leveren ter Vergaderinge van Holland,
dan na dat men zyne Hoogheid zou hebben
getragt te overreeden, om zyn Voorftel we-
derom in te trekken: in welk geval, men
ook de Verdediging te rug houden zou (a).
Maar 't was 'er wel verre van af, dat de
Prins zyn Voorftel zou hebben willen te rug
neemen. De Verdediging van Burgemees-
teren enRaaden werdt, derhalve, ter Ver-
gaderinge van Holland, overgeleverd (b)9
en behelsde hoofdzaakelyk ,, dat zy met
„ fmerte gezien hadden, dat hunne goede
„ meening, in alles wat de ftofFe van 's Prin-
„ fen voorftel uitmaakte , genomen werdt
„ voor eene oorzaak van misnoegen en klag-
„ ten. Dac zy zig gedrongen vonden, om
„ zig voor hunne Edele Groot-Mogendhe-
„ den te verdedigen, en zulks te meer,
„ naardien het Voorftel, waarby zy befchul-
„ digd werden, alomme onder de Gemeen-
„ te tferfpreid was: in volkomen vertrou»
„ wen, dat by hunne Verantwoording bly*
„ ken zou, dat zy niets voorgehad hadden,
„ dan , nevens de handhaaving van de
„ wettige orde der Regeeringe, en van de
« ge-
(*) ReCol. Vroedfch. N. 20. 4 Jttly U$o. ƒ. gg verfb.
(<?; Refoi. Vtocifch. N. »o. ij jMj *«;<>. f. 97 *nAi
-ocr page 91-
XVLBoEK. Geschiedenissen1. 9*
n geregtigheid deezer Provincie en hunner ^«-q.
„ Stad, alle fchuldige agting en eere te be- ^
„ wyzen aan zyne Hoogheid." Na deeze
inleiding, volgde een Verhaal van 't nee-
men der flrydige befluiten, ter Vergaderin-
gen van^Holland en van de algemeene Staa-
ten, op 't Huk van 'tontflaan of aanhouden
van 't Krygsvolk, en hoe hierop, ter alge-
meene Staatsvergaderinge, beflooten was
eene aanzienlyke bezending te doen aan alle
de Steden en Leden van Holland, aan 't
hoofd van welke, zyne Hoogheid , wien
men, ten opzigte van deeze Provincie en
derzelver Steden en Leden, ten zelfden tyde
eene /eer bedenckelycke authorijatie gegeven
hadt, zig hadt gelieven te flellen; zonder
dat de Afgevaardigden der Staaten van Hol-
land ter algemeene Staatsvergaderinge den
voortgang dier bezendinge hadden können
ltuiten. „ Burgemeefteren hadden toen de
„ Vroedfchap vergaderd, die eenpaariglyk
„ verftaan hadt, dat men de bezending en
„ zyne Hoogheid zelve, die geene andere
„ hoedanigheid bekleedde , dan die van
„ Afgevaardigde der algemeene Staaten,
ii in de Stad niet zou können toelaaten. De'
„ redenen van dit befluit waren, by eene
„ andere diergelyke gelegenheid , fchoon
s, van veel minder gewigt, reeds in 't jaar
„ 1639, van wege deeze Stad, ter Verga-
« dennge opengelegd (V), en behoefden nu
t, niet herhaald te worden. Ook was,door
s, eenige gemagtigde Leden, zelfs op het
(fj Zie II. Deel, XY.ßu^, hl. 36 e»Z%
-ocr page 92-
92 AMSTERDAMS IT. Dezi:
o. „ ftuk der tegenwoordige bezendinge, ge-
„ oordeeld,'dat hunne Edele Groot-Mo-
„ gendheden, by uitdrukkelyke Refolutie,
„ behoorden vaft te ftellen,en daarvan ter
„ algemeene St aats vergade ringe, en zelfs
„ aan ieder der byzondere Provinciën, ken-
„ nis te geeven, dat de byzondere Steden
„ en Leden, voortaan , zulke bezendingen
„ niet zouden hebben toe te laaten. Bur-
„ gemeefteren en Raaden, nogtans, met
j, fmerte hebbende gezien, dat zyne Hoog-
„ heid, door aenradinge van foodanige Per-
foonen, die Julcx niet en betaemde, zig hadt
„ laaten inwikkelen in zulk eene bezending,
3, hadden hem te gemoet gezonden te Go-
„ rinchem, om hem 't befluit des Raads
„ aan te dienen, en van de voorgenomen
3, reize af te maanen ; met bygevoegde
„ verklaaring, dat hy, als Stadhouder be-
„ geerende te komen, met de vereiichte
3, eere, ontvangen zou worden. Doch ver-
3, neemende, dat de Prins by zyn voornee-
„ men bleef, terwyl de Vroedfchap beflen-
3, diglyk oordeelde, dat de bezending hier
3, niet toegelaaten kon worden, hadt men
„ hem,andermaal, te Edam,doen verzoe-
„ ken, dat hy de Stad, voor deeze reis,
3, voorby geliefde te gaan, ten ware hy als
3, Stadhouder begeerde te komen. Doch
„ hierop hadt zyne Hoogheid geantwoord,
„ dat hy, nevens de andere Heeren Ge-
„ magtigden, dagt te komen, met alle de
„ hoedanigheden, die hy tegenwoordig be-
„ kleedde. Men hadt hem toen verklaard,
>y dat hy als Stadhouder ontvangen zqu
„ wor-
-ocr page 93-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 93
„ worden. Hywas, den volgenden dag, x6^
„ in de Stad gekomen, en, voor zyn Per-
„ foon, met de gantfche Burgery in dewa-
3i penen en alle tekenen van eere, door Bur-
,, gemeefteren, verwelkomd. Doch alzo
j, hy goedvondt te verklaaren, nevens de
„ andere Gemagtigden der algemeene Staa-
„ ten, aldaar gekomen te zyn, om, in ge-
,, volge hunner Geloofsbrieven, hunnen lafl
5, te openen aan de Vroedfchap, in welke
,, hy gehoor begeerde; zo was zulks, om
„ de verhaalde redenen, afgeweezen ; te
„ meer, om dat de Heer van Aartsbergen,
„ in den Oud - Raad van Dordrecht, met
„ zeer fcherpe , bittere en ondraaglyke
„ woorden, verklaard hadt, dat de Hee-
„ ren Afgevaardigden niet van Dordrecht
„ zouden vertrekken, voor dat zy een dui-
5, delyk antwoord, in gefchrifte, zouden
,, bekomen hebben, en die van Dordrecht
„ vaardige en daadelyke herftelling zouden
„ hebben gedaan van de verbreelunge der
„ Unie, waaraan zy en de andere Leden van
„ Holland zig hadden fchuldig gemaakt,
3, en waarover zy flraf baar geworden wa-
„ ren aan lyf en goed, en in perlbon en
„ goederen bekommerd, en voor alle Reg«
„ ters en Regtbanken betrokken zouden
9, mogen worden: daarby voegende, dat
„ hy,by gebreke of uitflel van voldoening,
„ nog andere taal zou moeten voeren, Zy-
„ ne Hoogheid hadt hierop gehoor begeerd,
„ als Stadhouder; doch zonder zyne hoe-
„ danigheid van Afgevaardigde der alge-
v meene Staaten af te leggen; zonder ook
„ jiiis-
-ocr page 94-
V
5)4 'AMSTERDAMS E Thal
46$o. » ju^e opening te geeven aan Burgemees*
;, teren van 't gene hy der Vroedfchap wil-
;, de voordraagen, alleenlyk zeggende, ta
3, willen fpreeken van 't gene hem, te Go*
„ rinchem, door den Heere van Waveren,
3, was aangezeid, en zig niet vergenoegen*
j, de met de aanbieding van dien Heer, om
„ zulks op ftaande voet te verantwoorden*
5, Burgemeefleren, fchoon in zig zelven de
5, magt hebbende,om op het begeerde ge-
„ hoor te befchikken, zo als zy raadzaam
„ zouden oordeelen, vonden egter, tothun-
,, ne meerdere ontlading, goed, den Raad
5, daarop te doen vergaderen, die van mee«
„ ning was, dat men 't begeerde gehooï
„ beleefdelyk afflaaö moeft, naardien zyne
„ Hoogheid, met laft der algémeene Staa-
„ ten, in de Stad gekomen was, en verzogt
,, gehoord te worden over iet, welk betrek*
„ king hadt tot dien laft. Btirgemeefteren
', en vyf Raad en hadden 't gevoelen des
„ Raads niet flegts overgebragt aan den
„ Prinfe; maar zyne Hoogheid zelfs ver-
,, zogt, dat hy, iet hebbende voor te ftel-
11 len, waarover het ook zyn mögt, hun
het zelve geliefde mede te deelen, onder
" verbindtenis van het den Raad getrou-
,, welyk te zullen aandienen, die geneigd
„ zou zyn, hem daarop alle mogelyke vol-
„ doening te geeven. Doch zyne Hoogheid
*- geene verdere opening willende doen dan
„ in de volle Vroedfchap; zo waren Burge-
" meefteren en afgezondenen uit den Raad
\\ van hem gefcheiden. Dat men nu, me£
!! deeze laatfte afwyzing. zou hebben te
5                                                    „ kort
-ocr page 95-
XVI.Boek. Geschiedenissen.'
kort gedaan aan de agting, die men den ific
M Stadhouder verfchuldigd was , konden
v Bürgern eefter en en Raaden niet zien. Zy
„ hadden , in de Commijffie , door hunne
3i Edele Groot - Mogendheden , aan zyne
„ Hoogheid gegeven, wel gezien, dat de
„ Stadhouder verpligt was, de Hoogheid,
Privilegien en welvaart van 't Land en de
Steden, 't gebruik der Chrifielyke Religie.
en de oefening des Regts by raade van den
j, Hove voor te ßaan: ook dat hy magt hadt,
om , by gelyken raade, Brieven van ver-
st gffienis en kwytfihelding te verkenen; dat
hy de zaaken van oorloge en regeeringe
5, moeß beleiden, by goeddunken der Staaten
j, of by raade van derzelver Gecommitteerde
Raaden, overeenkomßig met derzelver In'
firüftie, en dat hy de Magiflraten moeß
veranderen naar behoor en, en overeenkomßig
met dor Steden Privilegien, Doch van eenig
„ Regt des Stadhouders, om, uit kragte zy-
„ ner Commiflie, te verfchynen in de Vroed-
„ fchappen der Steden, werdt geen het min-
„ fte gewag gemaakt. De Stadhouder was,
,, derhalve, in dit opzigt, aan te merken als
„ andere byzondere Perfoonen, en moeft
„ zig, iet in de Vroedfchap hebbende voor
„ te ftellen , eerft vervoegen aan Burge-
„ meefteren, om daar opening te doen, en
„ gehoor te verzoeken, wanneer 't aan Bur«
„ gemeefteren ftondt, te oordeelen, of de
„ Vroedfchap, die niet van alle zaaken ken-
„ nis nam, daarop behoorde vergaderd te
„ worden, of niet. En zo zy tot het laat-
j, fte beflooten, moeft de Stadhouder ge«
„ duld
-ocr page 96-
95 AMSTERDAMS II.Deee:
„ duld hebben, zonder zig zulks tot hoon
„ of kleinagting te rekenen , alzo Bürge*
„ meefleren dit regt alleen toekwam. Voorts»
„ gaven Burgemeefleren en Raaden den
„ Staaten te bedenken, van welke gevaar-
„ lyke gevolgen zou können zyn eene magt
„ des Stadhouders, om, naar zyn welge-
3, gevallen, in de Vroedfchappen rond te
„ reizen; die door zyn aanzien, te doen
s, verbaazen , gelyk Aarts bergen te Dor-
„ drechthadtgetragt te doen, en daardoor
„ verandering te wege te brengen in Refo-
„ lutien, die de Staaten, uit hunne Sou-
„ veraine magt, genomen hadden. Ook
„ hadden de voorige Stadhouders nooit zulk
„ een regt geoefend in Amflerdam, gelyk,
„ verkeerdelyk enuitkwaadeonderregting,
„ in 's Prinfen voorftel gezeid was. De hoog-
„ fle Regeering was niet den Stadhouder,
„ maar den Staaten aanbevolen. Bürge-
„ meefleren en Raaden vertrouwden dan,
„ zig zelven en 's Lands Hoogheid hier me«
„ de genoeg verdedigd te hebben, en, in
„ de plaats van voldoening te geeven, ge-
„ regtigd te zyn om herflelling te vorderen
?, van de indragt, die der Regeeringe van
„ Holland in't gemeen, en van Amfterdam
„ in 't byzonder was aangedaan, door zul-
„ ken, die zyne Hoogheid tot het aannee-
„ men en in 't werk ftellen deezer onge-
„ gronde bezendinge geraaden hadden. Ook
„ verzogtenze uitdrukkelyk, dat Aartsber-
„ gen tot herflelling van ongelyk verpligt
„ werdt; alzo de Refolutie, op het ontflag
„ van 't Krygsvolk genomen, niet flreedt
„ met
-ocr page 97-
XVIBoEK. Geschiedenissen. 97
„ met de Unie; maar fteunde op het goed 1650»
„ regt deezer Provincie, en ftrekte totver-
„ ligting in de drukkende kollen des voor-
3*
3)
gaanden oorlogs, en door den tyd ook
tot ontlaftiqge der goede Ingezetenen.
Ten befluïte , verklaarde men zig ver-
5, wonderd, dat zyne Hoogheid alleen over
„ Amfterdam hadt geklaagd, daar hy, in
„ 't verflag ter Generaliteit, te kennen ge-
„ geven hadt, dat ook andere Steden dee-
„ zer Provincie hem gelyk gehoor, hadden
„ geweigerd (i)."
De Afgevaardigden der Stad deeze ver- Hoedee-
dediging, ter Vergaderinge van Holland, jeJ.er*
hebbende overgeleverd , oordeelden de R[n ' tef
meefte Leden, dat zy aan een zyde behoor- verga-
de te worden gelegd. Ook hadt men nog deringe
niet eenpaariglyk können befluiten op 'tftuk van Iïo1*
der afdankinge. De Raad, hiervan kennis ae" 0\°^
bekomen hebbende, verilondt, voor alsnog, wordt,
te moeten blyven by de voorige Refolutien:
voorts, werdt den Afgevaardigden der Stad
gelaft, ter Vergaderinge van Holland, aan
te houden op de goedkeuring der ingelever-
de verdediginge, en dat zyne Hoogheid moge
worden bewoogen om daarmede genoegen
te nee men, en zyn voorftel in te trekken (e).
De AlgemecneStaaten waren, midierwyl, Hande-
met die van Holland, in onderhandeling ge- Hngen
treden over de vermindering van 't Krygs-tot Yef*
volk. Zyne Hoogheid deedt eenige nieuwe "„h^?
voor- land mi
(d)  Refol. Vroedfch. U. 3,0. ij July \6so. ƒ. 90 verft,
Zi»
»»^AiTZEMA Herft. Leeuw, bL $6.
(e)  Refol. Vroedfcli. H. 20. z6 Juty iójo. f. 100,
V. Stuk.                  G
-ocr page 98-
"W-*—--------------------                                                ■■• '—■—■■-----------------------------------■■ - — ' —
o8 AMSTERDAMS IL Deel
Ï650. voorflagen. Doch men kon eikanderen niet
je andereverflaan. De Staaten van Holland von-
Provin- den geraaden, hun befluit om eenig Krygs-
cicn. volk onbetaald te laaten te verdedigen, in
eenen beredeneerden brief, die den zeven-
entwintigften July gedagtekend, en aan de
Staaten der byzondere Provinciën gerigt
was (ƒ). Men fprak ook van eene buiten-
gewoons bezending, van wege Holland, te
willen doen aan de byzondere Provinciën;
waartoe Amfterdam zeer neigde. De Of-
ficieren der ontflaagen Compagnien hadden,
ter Vergaderinge van Holland, betaaling
verzogt van twee en veertig maanden agter-
flallige foldye, die de meefte Leden ver-
itonden, dat op de byzondere Comptoiren
van Holland moeften verdeeld worden. Am-
fterdam oordeelde, dat hiervan , zo 'er
verder op gedrongen werde, een punt van
befchryvinge behoorde gemaakt te wor-
den. De Raad van Staate hadt eenen mid-
delweg voorgeflaagen, om de Staaten van
Holland te vereenigen met die der andere
Provinciën. Veele Leden van Holland neig-
den zeer tot deezen middelweg, en men ont-
wierp' , kort hierna, een Advys Conciliatoir^
Amfter- welk 'er niet veel van verfchilde (g). Doch
dam Burgemeefleren en Raaden van Amfterdam
tot?en' verftonden, op den negen en twintigften
voorge- July, dat de Afgevaardigden der Stad bly-
flaagen ven zouden by 't genomen befluit; maarzo
raiddel- alle de andere Leden oordeelden, dat men
weg* het Advys Conciliatoir behoorde vaft te (lel-
len,
(f) Zie Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. tï-U, tfi-gj).
\jr) AiTZEMA Heiit. iecuw, bl. +$ t $o.
-ocr page 99-
XVI.Boëk. Geschiedenissen. 99
Jen, moeflenzy, voor eenen kleinen tyd, 1550«
uitflel verzoeken, om aan de Principaalen
te fchryven, en gunftiger advys in te bren-
gen (h).
Zo flondt het te Amflerdam, toen de Prins De Prins
van Oranje,'s daags na dat dit befluit in de doet zes
Vroedfchap genomen was, iet ondernam, Af§°".
waarvan 't gantfche Land verbaasd flondt. Jeruèf"
Hy bediende zig, naamlyk, van de wape- Vergade-
nen van den Staat, om Amflerdam te ver- ringen
raflen en te bedwingen; en hy deedt zes van H°l"
Afgevaardigden in de Vergaderingen van ^Loe-
Holland, Jacob de Witt, Oud-Burgemees veftein
ter van Dordrecht, Jan de Waal, Bürge- voeren.
meefler, en Albert Ruil, Penfionaris van
Haarlem, Jan Duifl van Foorbout, Bürge-
meefter van Delft,Nanning Keizer,Penfio-
naris van Hoorn, en Nkolaas Stellingwerf,
Penfionaris van Medenblik, in hegtenis nee*
men, en naar Loeveflein voeren. Wy heb-
ben dit laatfle , elders, omflandiger ver*
haald (i), en 't behoort niet byzonder ge-
noeg tot de gefchiedenifTen van Amflerdam,
om er hier wederom op flil te flaan. Doch
de onderneeming op deeze Stad flaat ons
hier, met de vereiichte omflandigheid en
naauwkeurigheid, te ontvouwen.
De Prins van Oranje, vaflgefteld hebben- Gronden
de, zyn gevoelen op de vermindering van Ym. Z?M
't Krygsvolk, welk in den jongften voorflagg"2
des Raads van Staate begreepen geweeftdrag om-
was, te doen goedvinden,ter VergaderingetrentAm.
„anfterdam
VAU j
onder-
(t>) Rcfol. Vro«dfch. N. zo. 19 July Itffo. ƒ. *•• vtrf». ZOgt,
O) Vaderl. Hift. XII. Dtel. tl. »o.
G 2
-ocr page 100-
'lob AMSTERDAMS II. DeetW
1650. vanHolland; en deStad Amfterdam alleen, on-
der alle de Leden deezer Provincie, nog verft
vervreemd vindende van het omhelzen van
deezen voorflag; alzo zy, tot hiertoe, nog
niet bewilligd hadt in het Alvys Conciliatoir,
waarin de meefte Leden overeengekomen
waren, liet zig, door eenigen, beduiden,
dat 'er geen middel was, om deeze Stad te
doen veranderen van gevoelen, dan door al-
daar eene buitongewoone verandering te
maaken in de Regeeringe. Willem de I.
was hiertoe gemagtigd geweefï, by den
breedenlalt,die hem, in de jaaren 1575en
1576, door de Staaten van Holland en Zee-
land, gegeven! was (k). Doch de Stadhou-
ders na hem hadden 't niet wettiglyk kön-
nen doen,dan wanneer zy, daartoe, byzon-
derlyk, gemagtigd waren , door 's Lands
Staaten, behelzende hunnen gewoonlyken
lad meer niet,dan dat zy de Magiftraaten
moeften veranderen, volgens de Privilegien,
die allen den tyd en wyze der Magiftraats-
beftellinge bepaalen. Op zulk eene byzon-
dere magtiging, hadt Prins Maurits, in 't
jaar 1Ó18, de wet te Amfterdam, buitens
tyds, verzet (/). En zou het tegenwoordig
wettiglyk gefchieden; de Staaten van Hol-
land moeden 'er zyne Hoogheid, insgelyks,
toe magtigen. Maar de Vergadering van
Holland was thans niet gefchikt, om'er zulk
eene magtiging van te verwagten. De Stad
Amfterdam hadt niets geftemd, niets ver-
(k.) Zit Vadell. Hift. VU. Deel, hl. 17, 54.
(/; Zit lii« voor, II. Detl, XIII. Bttkj M. 30J.
">
I
________________
-ocr page 101-
XVIBoëk. Geschiedenissen; ïöi
rigt, omtrent de punten, die thans in gefchil i6*to
ftonden, dan 't gene gegrond was op, en
overeenkwam met de belluiten der Staaten
van Holland, de Souverainen der Provincie;
die dus geenen fchyn van reden hebben kon-
den, om den Stadhouder te magtigen, tot
eene pngewoone verandering in de Regee-
ringe aldaar, 't Volk hier aan 't muiten te
helpen tegen de Wethouderfchap,zo eeni-
ge heethoofdige yveraars voor 's Prinfen ge-
zag daartoe al mogten gezind geweefl zyn;
en daaruit gelegenheid te neemen, om den
Staaten eene magtiging tot buitengewoone
verandering der Regeeringe af te vergen,
was ook genoegzaam onmogelyk. De Ge-
meente was hier thans ingenomen met ag-
tinge voor haare Overheid, die, door haare
gemaatigde Regeering, de herten gewon-
nen hadt: ook liet de Vrede, die thans her-
fiel d was, geene gelegenheid over, om 't
gedrag der Overheid haatelyk af te maaien
by 't volk; 't welk, in tyden van oorlog ,
doorgaands, ligtelyk te doen is. 't Scheen
dan, dat 'er geen middel was,om de Wee
te verzetten te Amfterdam, ten ware zyne
Hoogheid, die onlangs gezien hadt, hoe
weinig hy hier, ongewapend, vermögt, de
wapenen vanden Staat, die hem waren aan-
vertrouwd , gebruikte, om zig, by verrafïing
of met geweld, meefter te maaken van de
Stad, waarna hy 't in zyne magt dagt te zullen
hebben, om 'er zulk eene verandering te
maaken in de Regeeringe, als hy zou ge-
raaden vinden. Hy begreep nogtans ligte-
Jyk, dat hy hiertoe, noch als Stadhouder,
G 3                  noch
-
-ocr page 102-
lei AMSTERDAMS H.DEEt:
1650. noch als Kapitein-Generaal, gemagtigd was»
Zyne Commiffien verbonden hem, om de
Vryheden en Privilegien des Lands en der
Steden voor te flaan. Maar niets ftreedt
meer met de Privilegien, dan door gewel-
dige middelen eene buitengewoone veran-
dering te wege te brengen in de Regeerin-
ge van eene der ftemmende Steden. Ook
beriep zig de Prins, om zyne onderneeming
te regtvaardigen, niet op eene algemeene
Commiffie; maar enkelyk op het befluit der
algemeene Staaten van den vyfden Juny ,
welk wy, hier voor (m), woord elyk heb-
ben te boek gefield. Veelen verflonden nog-
tans, dat zyne Hoogheid, door dit befluit,
geenszins gewettigd was tot zulk eene ge-
weldige onderneeming. De algemeene Staa-
ten hadden niets te gebieden in Holland;
daar de Staaten der Provincie fouverain wa-
ren. Zy konden, derhalve, den Prins van
Oranje niet wettiglyk magtigen, tot eene
onderneeming tegen eene Hollandfche Stad,
en derzelver Regeering. Men zeide wel,
dat het gefchil tuffchen de algemeene Staa*
ten en die van Holland de Unie betrof, en
dat het beleid van de zaaken der Unie den al-
gemeenen Staaten aanvertrouwd was; doch
hiertegen diende, dat de byzondere Provin-
ciën en Steden zig, by het eerße Lid der
Unie , haare byzondere Regten, Privile-
gien en Vryheden hadden voorbehouden:
onder welken, geenen der minflen waren
de vryheid om a naar goedvinden, te mogen
be-
(m) Bfcdx,. 79,
-ocr page 103-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 103
bewilligen, of niet, in de gemeene laften;
en de vryheid om ter Staatsvergaderingen
te mogen flemmen, naar men 't verflondt.
Doch al hadden de algemeene Staaten wet-
tiglyk diergelyke bevelen mogen geeven in
Holland, 't gene hun egter nimmer toege«
flaan is; hun befluit van den vyfden Juny
magtigde den Stadhouder geenszins, tot het
gebruiken van geweldige middelen, veel
min tot ongewoone veranderingen in deRe-
geeringe. Het magtigde hem flegts, met
algemeene woorden, om zorg te draagen,
dat de ruft bewaard, de Unie gehand-
1650.
haafd , en al wat daartegen werdt voor-
genomen te gemoet getreden werdt. "
Doch de meening bleek geenszins te zyn,
dat zyne Hoogheid zig,om dit einde te be-
reiken , van geweldige middelen, en van de
wapenen van den Staat zou mogen bedienen.
Duidelyk blykt dit, uit eene volgende Refo-
lutie der algemeene Staaten van den zesden
Juny, waarby zyne Hoogheid verzogt wordt,
de Steden van Holland af te doen zien van
byzondere afdanking; niet door de wapenen;
niet door vatten en vaflzetten van de Leden
der vrye Staatsvergaderingen; niét door on-
gewoone veranderingen der Regeeringe ;
maar door alle mogelyke middelen van induc-
tie of overreeding («). De Prins handelde
dan, ook in de onderneeming op Amfter-
dam, tegen de blykbaare meening der al-
gemeene Staaten, op welker magtiging en
befluit hy zig egter eeniglyk beriep. Doch
laat
(») Zit hier voor, bl. 7$.
G 4
4"
#
_________
-ocr page 104-
104 AMSTERDAMS II. Deel;
1650. laat ons tot het verhaal van den aanleg en
afloop deezer geweldige onderneeminge 0-
vergaan.
Gerügt 't Schynt, dat zyne Hoogheid, niet lang
eencr na dat de bezending naar Amfterdam vrug-
voorge- teloos afgeloopcn was , zig, door kwaade
bdeee- 'aadsluiden, heeft laaten brengen tot het
ringe van hefluit, om die Stad niet de wapenen te
Amfler- dwingen. Omtrent den aanvang van July,
dam. hadden verfcheiden' Haarlemfche en Arn-
fterdamfche Koopluiden brieven van Lon-
den , van Dantzig en van elders bekomen,
waarin van het beleg van Amfterdam , als
van iet, welk tegenwoordig was, gewaagd
werdt: 'tzy dat de toeleg niet bedekt ge-
noeg gehouden ware; of dat het voornee-
men om de Stad te bezenden buiten 's Lands
geriigt gemaakt hebbe als van een beleg;
of dat men zulk een gerügt voorbedagtelyk
hebbe laaten loopen, om Amfterdam te ver-
baazen; of dat 'er, eindelyk, nog andere
redenen van dit gerügt geweeft zyn, welken
2yne wy nu niet bedenken können (0). Zyne Hoog-
lioog- hejd hadt zyn voorneemen vroeg bekend
maakt gemaakt aan Graave Willem Fredrik van
zyii voor- Nqffau, Stadhouder van Friesland, wien 't
neernen opperbeleid des aanflags werdt toever-
daartoe trouwd. 't Voorneemen was, de Stad, door
gen be-1 midt*el der Rüiterye, des ogtends,met het
kend. openen der poorte, in teneemen, en zig
daartoe voornaamlyk te bedienen van de
Regementen der Kolonellen Fredrik,Graave
van Dona,
en Kornelis van Aerßen9 Heere
mn
(») VadCfl. Hift. XII. Dttl, hl. 9i, 9U
-ocr page 105-
XVLBoek. Geschiedenissen. 105
van Sommelsdyk , den eerflen een* vollen 1650.
Neef, den anderen een' boezemvriend des
Prinfen van Oranje. Dit Krygsvolk lag, te
Nisuwmegen, te Arnhem, en elders daar-
omtrent, in bezetting. Men hadt voor, het
zelve op de Veluwe te doen verzamelen,
en van daar-, langs verfcheiden* wegen, te
doen trekken naar Abkoude, daar de alge-
meene zamelplaats zyn zou. Van hier zou
men, voor den dag, vertrekken naar Am«
fterdam, en de Stad tragten te overrompe-
len (p).
Omtrent den twintigften July, hadt de Beleid
Prins den Heer van Sommelsdyk by zig^a",c'en
ontbooden in den Haage, hem bekend maa-
kende „ dat hy beflooten hadt, Graaf Wil«
„ km, met eenige Ruitery, te zenden bin-
3*
nen Amflerdam, om aldaar het geweigerd
gehoor als Stadhouder te bekomen; en
dat hy hem en de bezetting van NieuwJ
„ m eg en hiertoe, onder anderen, dagt te
„ gebruiken." Sommelsdyk maakte,zo als
hy naderhand verklaard heeft, eenige zwaa-
righeid in den grooten weg, en in de hitte
van 't jaargetyde. Doch de Prins, dien hy-,
's anderendaags , in de tegenwoordigheid
van Graave Willem, wederom (prak, vol-
hardde by zyn befluic, zeggende zelfs, dat
hy, zo de Ruitery niet tydig genoeg voor
de Stad mögt können zyn, in perfbon en
met grooter magt dagt te volgen. Twee da<
gen verliepen 'er toen, zonder dat de Prins
verder Iprak met den Heere van Sommels-
(t>) AlTZEMA Herft. Leeuw, bl. 6yt
G5
■ttfe
-ocr page 106-
io6 AMSTERDAMS ILDm;
1650. dyk; doch op den derden dag, verklaarde
hy Graave Willem en hem „ dat de dag,
„ de weg, de troepen en alles nu beftemd
„ was; dat hy, Sommelsdyk, vooruit trek-
„ ken moeft, om de troepen te ontvangen
„ op de Heide van Harten, en van daar
„ naar Abkoude te geleiden." Doch Som-
melsdyk den Prinfe, hierop, wederom, den
grooten afftand van den weg tuflchen deeze
twee Plaatfen te gemoet gevoerd, en ver-
zogt hebbende, dat hy de troepen, te Scher-
penzeel, in plaats van op de Heide van Har-
ten , verwagten mögt; hernam zyne Hoog-
heid „ dat hy dan den Graave van Dona
„ belaften zou, het volk te Harten te gaan
„ ontvangen, en naar Scherpenzeel te ge-
„ leiden." Voorts, beval hy Sommelsdyk,
op den tweeden dag daarna, de reis aan te
neemen; doch eerft nog zyne laatfte beve-
len te komen ontvangen. Sommelsdyk, reis-
vaardig zynde, kreeg laft van den Prinfe,
om zynen weg over Amfterdam te neemen,
en den afftand der Dorpen tufTchen die Stad
en Scherpenzeel, naauwkeuriglyk, gade te
Haan, om zig, in 't geleiden der troepen,
daarnaar te können fchikken. Hy voegde 'er
by „ dat hy Graave Willem gelaft hadt,
f, teAmfterdam geen geweld te pleegen te-
j, gen burgers of foldaaten, alware 't ook,
„ dat men zig eenigszins flelde tegen de
„ Ruiterye, en 'er zelfs op fchieten mögt;
„ zo 't niet al te hoog liep:" Sommelsdyk,
wyders, vermaanende, om Graaf Willem,
4ie, zeide hy, vol vuurs en wat haaftig was,
«             te
-ocr page 107-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 107
te willen helpen beletten, dat 'er geene wan- 16*50*
orde gepleegd werdt.
- Met dit affcheid, vertrok Sommelsdyk, Som-
alleen van zynen kamerdienaar verzeld, den melsdyk
zevenentwintigften July, des middags ten^jJ^d°or
een uure, te paarde, uit den Haage, den ^amnaar
weg neemende over Leiden na-ar Amfterdam. Scher-
Doch omtrent Koudekerk gekomen zynde, penzeel,
werdt hy ingereeden door den Marquis de °'" d j1
Vieiiville, die hem zeide, lafl: te hebben van tuflthen
zyne Hoogheid, om hem te verzeilen, de beide af
Ruitery te volgen, en van alles verflag te te mee-
doen. Zy kwamen beide, ten half tien uu-ten*
ren, aan den Overtoom, daar zy, in de
grootfte herberg, vernagteden, 's Morgens
van den agtentwintigften July zaten zy, ten
half vyf uuren, wederom op, en reeden ,
door de Heilige-wegs- of Leidfche Poort, in
Amfterdam. De Heer van Sommelsdyk
werdt, federt, verdagt gehouden, dat hy
hier gekomen was, om de wallen der Stad
te befpiedéh. Doch hy heeft verklaard, dat
hy zig in 't geheel niet opgehouden hadt in
Amfterdam; maar zelfs,toen, by 'tinryden
der Heilige-wegs-poorte, de ftegelreep van
't paard van Vieuville gebroken was, en
•herfteld werdt, vooruit gereeden was naar
de Reguliers- of Utrechtfche poorte, zon-
.der ergens te toeven, dan een oogenblikop
de Reguliers-breêftraat, daar hem de Schout
van Buuren ontmoet was, en aangelproken
hadt. Vieuville hadt hem niet ingenaaid ,
dan zeftig of zeventig treden buiten de Re-
gulierspoorte, wanneer de klok vyf uuren
lloeg; waarop hy zyn uurwerk ilelde, om
te
>
-ocr page 108-
-*r- —-....                         , ,
log AMSTERDAMS ILDEEt;
' i6$o te beter rekemnS te konnen niaaken, hoe
" veel tyds hy behoeven zou, om met de Rui-
tery van Scherpenzeel te Amfterdam te ko-
men. Voorts, waren zy gereeden over Ab-
koude , Baambrugge, Loenen , Vreeland,
Kortenhoef, Hilverfom, Zoeft en Leusden
op Scherpenzeelj alwaar Sommelsdyk, des
nademiddags ten vyf uuren, en Vieuvillè,
die te Hilverfom van hem gefcheiden was,
om een' keer naar Amersfoort te doen, den.
■volgenden middernagt, aangekomen was
(#); met voorneemen om, des anderendaags,
den togt naar Abkoude, en voorts naar Am-
fterdam voort te zetten.
Gentillot Gentillot, een Franfchman en Major in 't
krygtlaftRegement van Douchant, hadt, reeds te
om de vooren, laft van den Prinfe gehad, om zig
Segu" met vyftig Franfchen naar Amfterdam te
poort begeeven; de Reguliers-poort in te neemen
in te metgemoede, en de aankomende Ruitery
ncemen. 0nder Graave Willem, door dezelve, ter
Stad in te laaten. Doch hy, zyne Lands-
luiden van den blaam van 't werk,, zo veel
mogelyk, willende zuiver houden, verwierf
verlof van den Prinfe, om zyne manfchap
uit allerleiLandaart te mogen kiezen,gelyk
hy deedt, neemende daaronder veele Offi-
ciers, dié alleenlyk met zinkroers en zyd«
geweer gewapend waren. Gentillot zelf
heeft, naderhand, aan A i t z e m a , die die
fchryft, verhaalt », dat hy laft hadt om
geene vyandelykheid te pleegen, zelfs het
!! fchietenmydende,al werdt 'er fchoon op
„ hem
(j) AiWEMA Heift. Leeuw, hl. tfjH?*« **<«
-ocr page 109-
XVI.Boek. Geschiedenissen. 109
„ hem en de zynen gefchooten. Ook hadt r<en
„ de Ruitery den zelfden Jaft, zo de bur-
» gery het niet al te grof maakte. Zy moert,
„ in het intrekken, aan elk zeggen, dat zy
kwamen, als vrienden ten befie van de Stad
en van den Staat, en om eenigheU en vrede
te bewaar en tujchen de Provinciën in V ge-
meen en de Leden van Holland in 't byzon-
der. Dus in goede orde de Stad zynde
,-, ingereeden, zou zy het Stadhuis hebben
„ bezet; waarna zyne Hoogheid inperfoon
„ de voorgenomen verandering in de Re-
„ geering gemaakt zou hebben.*' Aitze-
ma voegt 'er by „ dat ieder Ritmeefier
„ tweehonderd of driehonderd Dukaaten
„ aan goud by zig hadt, om den Ruiteren>
„ die zonder geld of voorraad opzaten, ee-
„ nig verfchot te können doen, tot hunon-
„ derhoud: ook, zo gezeid werdt, om zul-
„ ken, die tegenftand zouden mogen wil*
„ len bieden aan de poorte, daarmede te
„ ftillen."
Gentillot en de zynen, die zig te Utrecht Hy komt
bevonden, traden aldaar, dennegenentwin-met vyf-
tigften July, in de nagtfchuit op Amlierdam, Ö maa
die hen, des morgens van den dertigften, Rq*
vroegtyds, bragt binnen de Reguliers-poorte.
Hieromtrent dagten zy, volgens affpraak]
Graaf Willem te vinden, waarna zy zouden
getragt hebben,,de poort in te'neemen.
Doch zyne Doorlugtigheid niet verneemen-
de, hielden zy zig ftil (f). De reden van
zyn toeven ftaatons hier beknoptelyk te ont-
vouwen.
                                            pe
ir) AiTSKAU Httft, UCttW, b{. f7, «$,
-ocr page 110-
iid AMSTERDAMS II. Deel*
1650. De Heeren van Sommelsdyk endeVieu-
Ëenge- v^e hadden zig, den negenentwintigften,
deeite te Scherpenzeel opgehouden, verwagtende
der aan- de Ruitery, die derwaards geleid werdt door
komende ^en Graave van Dona, en niet voor vyf uu-
utterye ^ ^ na(jemiddags aankwam. Sommels-
ver
dwaalt
op de
Gooi-
fche
beide.
dyk trok, terftond, met dezelve, voort, langs
den beftemden weg; en zou, naar zynere-
kening , den dertigften July, ten vyf uuren
des morgens, voor Amiterdam hebben kön-
nen zyn, zo hy 'er, door zeker toeval, niet
in verhinderd geworden ware. De togt over
Leusden en Zoeft ging voorfpoedig genoeg;
doch op de Gooifche Heide »buiten Hilver-
fom, werden de troepen overvallen van een
zwaar onweder, 't welk hen,in'tdorp,eene
poos vertoeven deedt. In 't uittrekken, ver-
hief zig de donder zo fterk, en de nagt was
zo donker, dat alleen vier Compagnien, mee
den Heere van Sommelsdyk aan 't hoofd,
den regten weg infloegen, terwyl tien an-
deren, die door den Ritmeefter Mom ge-
leid werden, van den weg afdwaalden, en
na een uur of langer, op de Heide, herom
gezworven te hebben, wederom te Hilver-
fom kwamen (x). Eene geloofwaardige o-
verlevering fchryft dit dwaalen toe aan eene
byzondere oorzaak. Twee of drie Officiers,
en mifTchien wel Sommelsdyk en Vieuville*
zelven, hadden, in 't opneemen van den
weg, eenen Heelmeefter, die, op eene af-
gelegene plaats, by Hilverfom, woonde,
Dl»-
O) AiTZEHA Heift. Leeuw, hl. «7, +«a. DAEfi» ,
*/. zij.                                                S
-ocr page 111-
XVI. Boek. Geschiedenissen, iii
bewilligd, om des nagts, na den negenen- io>o#
twintigften July, licht te zetten voor zyne
hoogfte venfterglazen, voorgeevende, dat
icmant hunner bekenden, die een' manflag
begaan hadt, de vlugt langs deezen weg
dagt te neemen, en op dit licht aangaan zou.
Doch het onweder, welk dien nagt opflak,
en de vervaarJyke donkerheid hadt den Heel-
meelter, zo hy naderhand voorgaf, doen
befluiten', dat niemant zig, in zulk weder,
op reis begeeven zou: waarom hy zyn licht,
omtrent ten elf uuren, weggenomen, en uit-
gedaan hadt. Mom en zyne Ruiters, die den
weg aan dit teken meenden te kennen,ner-
gens eenig licht verneemende, raakten van
den weg af, en kwamen, wel drie uuren na
den befremden tyd, op de algemeene ver-
zamelplaats , te Abkoude (*).
Graaf Willem was hier, reeds kort naGraaf
middernagt, aangekomen, zynde hy, in den Willem
nademiddag van den negenentwintigften, ^Sje
uit den Haage vertrokken. Sommelsdyk enRUitery,
Dona kwamen 'er,ten beftemden tyde,om-drie uu-
trent half vyf uuren aan, met vier Compag-ren na
nien Ruiters, zynde zy, eerft omtrent Vree- jlen dbe"
land, gewaar geworden , dat de anderentycij op
tien van hun waren afgedwaald. Graaf Wil-van'Ab-*
lern vraagde, terftond, of alle de troepenkoucle»
byeen waren ? doch vernam niet zo dra het
tegendeel, of hy floeg voor „ of men, met
,» de manfehap, welke men by zig hadt, 's
„ Prinfen laft niet behoorde uittevoeren, en
,, den togt, zonder uitftel, voort te zetten?"
De
(0 Vadert. Hift. XII. Deel, bl. 9i%
-ocr page 112-
— _ —
-                    —
112 AMSTERDAMS IL Deel.
1650. De nieefte Officieren , aan welken deeze
yoorflag gedaan werdt, verftonden van ja.
Doch Sommelsdykwas, zo hy,naderhand,
verklaard heeft, van oordeel „ dat men de
„ agtergebleeven manfchap behoorde in te
5>
wagten, alzo zyne Hoogheid uitdrukke-
lyk gewild hadt, dat de aanflag, om alle
wanorde te voorkomen, met veel volks,
ondernomen zou worden, en het te dug-
„ ten ïlondt, dat de* Stads bezetting enbur-
j, gery aangemoedigd zouden worden, om
5>

tegenftand te bieden, wanneer men met
weinig volks ter Stad in trok:'t welk dan
gelegenheid tot daadelykheden geeven
zou, die zyne Hoogheid, zo veel eenigs-
zins mogelyk ware , voorkomen wilde
„hebben." Graaf Willem en de anderen
lieten zig hierdoor beweegen, om de agter-
gebleeven Compagnien in te wagten, die
niet voor half agt uuren te Abkoude aankwa-
men; waarna de togt naar Amfterdam werdt
voortgezet (z/).
j^en
         In de Stad, was alles, den voorgaanden
krygt in nagt, in diepe ruft geweefl. Niemant ver-
de Stad moedde eenigen onraad van buiten. De Heer
kennis Comelis Bicker, Heer van Zwieten, was de
aanflag? eenigfte der regeerende Burgemeelleren, die
by de hand was, zittende hy thans voor, in
Burgemeefters kamer, in de plaats van den
Heere Wouter Valkenier, die, weinige da-
gen te vooren (1), overleeden was. De
Heer Nicolaas Corver bevondt zig op de Dag-
vaart
■ -
(tt) AitzeaïA Herft. Leeuw, hl. 67, 4-62.
(1) Op den drie en twintigftsn July.
-ocr page 113-
XVI.Boek. Geschiedenissen. 113
vaart in den Haage: de Heer Antoni Oet- 1650*
gens van Waveren op 's Lands Verpagting
te Alkmaar. Doch op Saturdag ogtend,
zynde den dertigften July, verwekte de Ham-
burger Poftlooper de eerfle ongeruflheid in
de Stad. Hy was, op de herwaards reize,
gewéeft onder de dwaalende Ruitery van
* den Ritmeefier Mom, die, geenen laft heb-
bende om iemantop te houden, en ook niets
meer van den toeleg weetende, dan dat hy
zyne manfchap te Abkoude brengen moeft,
hem hadt laaten doorryden. Hy bragt dan,
even na agt uuren, in de Stad gekomen zyn-
de , eerft aan 't Poflhuis, en toen aan Bur-
gemeefler Bicker tyding, dat hy, met het
aanbreeken van den dag, geweeft was on-
der eenige duizenden Ruiters, die voorga-
ven Lotharingfchen te zyn, en naar de Stad
trokken (ü). De DrofTaard van Muiden,
Gerard Bicker, Zoon van den Oud-Burge-
meefler Andries Bicker, die, kort hierna,
in de Stad kwam, beveftigde het verhaal
van den pofllooper, daarby voegende, dat
een groot gedeelte der manfchap, omtrent
Naarden en door Gooiland, verfpreid lag;
doch dat een taamelyke hoop Ruiters flerk
aantrok op Amfterdam (w). De landluiden
van omtrent Weesp en Muiden, en de op-
gezetenen der Dorpen van Amflelland na-
men , op de onverwagte tyding der aankom-
fle van vreemd Krygsvolk, met zak en pak,
de wyk naar de naafle Steden, en verfpreid-
den
(v) Aitzema Hctft. Leeuw, bl. 6J.
(w)
Holl. Merc. van 1650. bl. 19.
V. Stuk.                 H
-
t
-ocr page 114-
'114 AMSTERDAMS II.Deee.
i6<o. den de ontfleltenis door Amfterdam, daar
' men nog luttel dagt om zyne Hoogheid, of
om troepen van den Staat; maar daar de
eerfte gedagten vielen, of op de Zweedfche
troepen, die thans in Gulikerland lagen,of
op de Lotharingfchen, die meermaalen on-
geregeldheden bedreeven hadden op de
grenzen, en die men nu dagt dat afkwa-
men , om de Stad te pionderen (V).
Bürge- Burgemeefler Bicker hadt, op de eerfte
meefter verzekerde tyding van onraad, de Vroed-
«icker fchap doen vergaderen; haar voorhouden-
ü°ejden de „ dat een groot aantal gewapend Krygs-^
gaderenr») volk, te Ouderkerk en daar rondsom,
Befluit ' j, kwam aantrekken, met oogmerk, gelyk
aldaar i§ men vermoeden mögt,om de Stad te na-
£e"°~ „ deren, en te overrompelen." Waarop
mcn* beflooten werdt- „ zonder uitftel, den Krygs-
„ raad te vergaderen, om op alle voorval-
„ len te voorzien; de burgery in de wape-
„ nen te doen komen, en den Heer Coen-
raad Burg te fchikken naar den Haage,
„ om den Afgevaardigden ter Vergaderinge
„ van Holland kennis te geeven van den
„ toeftand der Stad (j)." Ondertuflchen,
waren reeds, omtrent half negen uuren, op
bevel van Burgemeefter Bicker, de poorten
en boomen geflooten, en de valbruggen op-
gehaald. Omtrent negentig ftukken gefchuts
werden,watlaater, naar de wallen gefleept
Qz), de burgery en Stads bezetting in de wa-
pe-
(x) Holl. Merc. van l6jo. hl. 31. WlCQUEFORT Tom.
I. Livr. IV. ƒ>. 190.
(y) Refol. Vxoedfch. N. 20. 30 July 1650. hl. ioz.
{z.) Aantek. v*n Herb. Gov. v«n den Oever. MS.
-ocr page 115-
11 ■'","                     "^^ß^mmm^m^ß^mm
XVI.Boek. Geschiedenissen. 115
penen gebragt. De gewapende burgery, wel ^SOm
voorzien van kruid, lood en lont, werdt
door de Stad en aan alle poorten verdeeld.
Midlerwyl, was Graaf Willem, met een Graaf
gedeelte der Ruiterye, laat op den voorde- Willem
middag, aan den Amftel, tot digt onder Am-nadert
fterdam, genaderd, fommigen fchryven ,de Stad'
zelfs onder 't bereik van 'tgefchut der Stad
O): doch 't fchynt, volgens anderen, dat
hy zig, verder af, omtrent de Hofftede van
Dirk ÏVuitiersy Welna genaamd, onthouden
heeft (£). In de Regifters der Vroedfchap,
wordt alleenlykgemeld „ dat hy,met eeni-
,, ge troepen, omtrent de Stad lag." Hier
verneemende , dat de valbruggen opge-
haald , de poorten gellooten waren, en de
Stad overeinde ftondt, vondt hy nietgeraa-
den, iet geweldigs te onderneemen; maar Zendt
zondt, op, of kort na den middag, eeneneen'
brief van zyne Hoogheid naarde Stad, die, *Jriefpv.atI
terftond, aan den Heere Bicker gebragtfeder.^
werdt, en woordelyk aldus luidde:
             waards.
De Prince van Orangien.
Eerentfefte, voorfienige, zeer discrete,
befondere goede Vrunden ,
Leflmael in U Stad zynde voor den dienfi
van 't Landt
, zoo heb zoo vreemt van U. L.
bejegent geweefl
, dat om diergelycken niet meer
onderworpen te we/en, heb ick Graef'Willem
van NaJJau mit byhebbende troepen in U. L.
fiadt
(<) WicqtJEFORT Tom. I. Livr, IV. f. ijl,
- (*; AiiZBMA Heift. Leeuw, bl. 6j>.
H 2
-ocr page 116-
ii6 AMSTERDAMS E. Deel
1650. fla(b w^en fihicken, met ordre om alles daer
in ruße en flilte te holden
, op dat het geene ick
U. L. noch voor te dragen hebben den dienfl
van 't Landt raeckende
, my niet door eenighe
qualyck
- geintenttoneerde en come belet te wor-
den. Daer toe ick dan van U. L. begeer e de
goede handt te willen holden. Ende ons hier op
verlatende, bevelen wy U.L. indeproteclie des
Alderhoogflen
, ende verblyven
U. L. goede vriendt
[getekend] •
G. P. d'Orange.
Hage den 29 July 1650.
Befluit Burgemeefter Bicker bragt deezen brief,
der die bleek gefchikt te zyn, om door Graave
rchapdóp Willem zelv', na dat hy, met de troepen,
deezen m de Stad zou gekomen wezen, te worden
brief. overgeleverd, terftond, in de Vroedfchap,
alwaar beflooten werdt „ de Heeren Joan
., Huidekooper, Heer van Maarjeveen, en Si-
mon van der Does af te zenden aan Graa-
,, ve Willem, met fchriftelyken lafl, om
zyner Doorlugtigheid voor te draagen,
dat men, op het verneemen van den aan-
togt van eenig Krygsvolk, terftond, ge-
zonden hadt aan de Heeren Staaten van
„ Holland, van welken men fpoedig ant-
„ woord te gemoet zag; hem, wyders, ver-
„ zoekende, dat hy de Stad verfchoonen,
„ en niet nader komen wilde, of dat men,
„ anderszins , genoodzaakt zyn zou, zig,
3, met alle mogelyke middelen, te verde«
-> di-
-ocr page 117-
XVI.Boek. Geschiedenissen. 117
digen naar behooren." Te gelyk, wer- 1650:
den de Raaden Simon van Hoorn, BernardDe Stacj
Schellinger en Piet er Kloek gemagtigd, omfteltzig
der Stede wallen te bezigtigen, en agt te in ftaat
geeven op 't gefchut en de Kanonniers. Ook ^an te"
werdt beflooten, zo't de tyd gehengen kon, Senvveer'
tot meerder verdediging der Stad, voor el-
ke poort, eene halve maan op te werpen,
de bruggen buiten de S. Antonis-, Reguliers-
en Heilige-wegs-poorten af te breeken, en de
balken en 't klein vaartuig, uit de Stads graf-
ten , naar binnen te doen brengen (c): welk
befluit, voor een groot gedeelte, werdt uit-
gevoerd. Men floeg ftaketfels in de wallen,
waartoe eenige Gilden vrywilliglyk hunnen
dienft aanbooden (d). Zelfs tekenen fom-
migen aan, dat eenige Doopsgezinde Gil-
debroeders zig tot den arbeid aan deveflen
gebruiken lieten ( e ). De houten bruggen
om de Stad werden afgebroken: de fchuiten
en kleine vaartuigen, die in de nieuwe vaart
en elders lagen, naar binnen gehaald, of in
den grond geboord: de Stad, van buiten,
met eene borftweering gedekt. In den Am-
fiel, voor de Stad, werden eenige vaartui-
gen en vlotfchuiten gelegd, die met gefchut
beplant werden. Op de Roode- , nu de
Doelebrug, lagen zes halve kartouwen.
Voorts , fchikte men, eerlang , agt Oor-
logsfchepen en drie Jagten naar den mond
der
(o) Rxfol. Vroedfth. N. 20. 30 July ifijo. pofipr,vidium.
ƒ. ioz.
(d)  WICQIIEFORT T*m. I. Livr. IV. p. l5o.
(e)  DOM5ELAAR VI. Boik^, hl. 367.
-ocr page 118-
ii8 AMSTERDAMS IL Deel
1Ö50. der Zuiderzee, om de Stad, ook van denY
kant, te befchermen (ƒ).
Zy doet De Heeren van Maarfeveen en van der
eene be- Does, in een gewapend jagt, ter Stad uit
zending vertrokken zynde, troffen Graaf Willem aan,
Graave voor ^e Hofftede Welna aan den Amftel,
Willem, in eenen kring van Krygsoverften; en vol-
trokken , terïtond, hunnen laft. Maarfeveen
voerde het woord, vooraf betuigd hebben-
de ,, hoe leed hun deedt, dat zyzyneDoor-
„ lugtigheid, in zulk eene ongelegenheid,
„ moeiten komen begroeten." Graaf Wil-
lem , naar 't fcheen, verzet over 't gene hem
voorgehouden werdt, zweeg 'er ftil op;
Vrymoe- waarna Maarfeveen hernam „ dat hy, tot
dige taal jf hiertoe, niets gezeid hadt, dan 't gene
Heere " overeenkwam met den lafï van Burge-
van j> meefteren en Raaden; doch dat hy, uit
Maarfe- „ zig zelven, den Graave we] gantfch vrien-
veen. }i delyk en gedienftelyk wilde raaden, ten
„ fpoedigften af te trekken, naardien hy
„ daar niet was zonder groot gevaar; te
„ meer, alzo de Stad vol was van allerlei
„ Landaart, en vreemd foort van luiden,
„ die, tot daadelykhedenvoortflaande,lig-
„ telyk iet ondemeemen zouden,dat zyner
„ Doorlugtigheid fchadelyk, en hun niet
„ aangenaam zyn zou, wordende aldaar zulk
„ eene taal gevoerd, dat de Heeren Regeer-
„ ders niet zouden können ledigflaan, maar
„ gedwongen worden, de middelen en wa-
„ penen te gebruiken, die God en de na-
„ tuur hun Hadden gelieven te verleenen."
Graaf
(f) Specificatie der Ongelden MS, Zit oe^HoIl. Merc,
-ocr page 119-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 119
Graaf Willem antwoordde alleenlyk „ dat ^50m
„ hy niets gedaan hadt, dan op laft van
„ zyne Hoogheid, wien hy van 't voorge-
„ vallene verflag doen zou." De afgezon-
den Raaden keerden, hierop, na 't neemen
van een minzaam affcheid, naar de Stad,
en Graaf Willem begaf zig, kort hierna,
naar Ouderkerk (g).
Ten vyf uuren na den middag, kwam de De Raad
Raad wederom byeen. De Heer van Zwie- befluit
ten, toen verflag gedaan hebbende van't ge twe^iui'
ne hy in 't werk gefield hadt, tot verzeke-^rd.
ring der Stad, gaf in bedenking , of men gelders
niet eenige Waardgelders behoorde aan te aan te
neemen. En hierop werdt beflooten, den neemen-
volgenden dag, tweeduizend man te wer-
ven , op eene foldye van tien en twaalf ftui-
vers 's daags, en, ten dien einde, nog dien
zelfden avond, de trom te roeren, wor-
dende den Burgemeefteren aanbevolen , in
't maaken van Officieren over deeze man«
fchap, te willen agt geeven op bedreeven
perfoonen, en die, voor deezen, meer in
Stads dienfl geweeft waren. En vind ik, dat
Kapiteinen over deeze manfchap, die in vyf
vendelen verdeeld was, gewee(t zyn Joan
Soeteman
, Ca/per Roofe> Piet er Ie Febre, Cor-
nelisHaJJelaer
en JohannesBlaauivenhaan.De
naamen der agt Kapiteinen over de Oorlogs-
fchepen, die 't Y beveiligden, waren Rec-
tor Pietenzoon
, Gerrit van Limmen, Maarten
de Graaf, Claas Hillebrandszoon Prins
, Piet er
Tam, Hendrik Hendrikszoon
, Hein Comclis-
zoon
(g) Aitz&ma Herfh Leeuw, bl, 6y,
H4
-ocr page 120-
_______
120 "AMSTERDAMS ILDeel.
zoon en Ritferd Robertszoon. De Kapiteins
der drie Jagten waren Jan Zael, Claas ds
Brey
en Jan Meindertszoon (£). Voorts,
werdt goedgevonden, den Ontvanger Uiten-
bogaard
te beladen, geene betaalingen meer
te doen, tot op nader bevel van Burgemees-
ter en ft),
Ten volgenden dage,zynde Zondag den
eenendertigden July , verfcheenen Burge-
meefter Corver en de Oud Burgemeefteren
Geelvinck, HalTelaer en de Graaf, die de
Dagvaart m den Haage bygewoond, enden
Heer Frans Banning Kok, Heer van Purmer'
land,
nevens denPenfionarisCornelisBoom,
aldaar gelaaten hadden, in de Vroedfchap
deezer Stede; daar zy 't gevangen neemen
■van zes Afgevaardigden bekend maakten,
en te gelyk „ dat zyneHoogheid, door den
t6$o.
De Af-
gevaar-
digden
der Stad
doen
verflag
van 't ge-
beurde
in den
Haage.
Raadpenfionaris Kats, ter Vergaderinge
van Holland, hadt doen aandienen, hoe
3>
hy zeßig Compagnien voetvolk en een goed
aantal van Ruitcren hadt doen trekken naar
3>
Amfierdam, die, zo hy vertrouwde, reeds in
de Stad zouden zyn:
waarop de Afgevaar-
digden van Dordrecht, en toen alle de
overigen uit de Vergadering gegaan wa-
ren." De Raad nam, hierop, eenige merk-
Merk-
waardige
bcfluiten
des
Raads»
waardige befluiten, die wy hieropgeeven
zullen, in die orde, als zy, in de Stads Re-
gißers
, voorkomen. Men vondt geraaden,
alle de Leden van Holland binnen Amfier-
dam
(h) Vit de Rekeningefl der Equipage , berußende ter The*
fuif ie.
(i, ilefol. Vroedfch- N. to, 30 July iöjo. 'f avendsten
Vjf
uuren , f. Ipj,
-ocr page 121-
.
XVLBoek. Geschiedenissen. 121
dam te befchryven : 't welk ik egter niet itfco.
vind gefchied te zyn. Men befloot, den
weg tuflchen den Overtoom en Amflelveen
door te delven, den Buitenvelder-en Oute«
waalder-Polder door te fleeken, en de (lui-
zen in de Stad te openen; waardoor de toe«
gang herwaards, gedeeltelyk, belet werdt.
De Raaden Simon van der Does en Coenraad
Burg werden gemagtigd , tot het aannee-
men der Waardgelderen. Ook werdt goed-
gevonden , duizend matroozen en eenige
Konftapels aan te neemen, en Jakob Zaelt
tot Kommandeur over 't bootsvolk en de
floepen op 't Y, aangefïeld. Men befloot,
eenige flukken, de bezending van deezen
]aare en van den jaare 1639 betreffende,
en den brief van zyne Hoogheid, aan Bur-
gemeefleren en Regeerders gefchreeven,
door den druk, gemeen te maaken. De
Steden Haarlem en Muiden, die ook voor
overrompeling vreesden, de Stad om eenig
gefchut verzogt hebbende, werdt geraaden
gevonden, eerft een overflag te maaken van
't gefchut en de wapenen, welken men hier
in voorraad hadt. Eindelyk, werden Bar-
gemeefleren volkomenlyk gemagtigd, om
op alle fchielyke voorvallen ten befte te
voorzien; en de Raaden verzogt, zo eeni-
gen van hun iet voorkomen of invallen
mögt, daarvan aan Burgemeefteren opening
te willen doen(£). De meeften van deeze
ïiefolutien werden uitgevoerd. De werving Waard-
der gelders
en ma-
(>) Rcfol. Vxoedfch. N. 20. jt July l6;o./. 10J vtrfttnx.*
-ocr page 122-
ia'a AMSTERDAMS ILDeel.
1650. der Waardgelderen, die tien, en der ma«
troozen troozen > die twintig duivers 's daags trok-
aangeno-ken, hadt zo groot een' toeloop, dat 'er,
men. van de eerften, in zeer korten tyd, al eenige
Corripagnien op de wallen waren. De Waag,
het Prinfenhof en het Ooftindifch huis wer-
den gebruikt, om volk aan te neemen (/).
Sluizen De S. Antonis-fluis aan 't Y, en 't Boeren-
geopend. flujsjes even buiten de Heilige-wegs-poort,
merdyk" wer^en °Pen gezet, waardoor het Land tus-
omtrent fchen den Ouderkerker- en Amftelveenfchen
doorge- weg, tot aan den Uithoorn toe, onderliep,
dolven. j)e Noordweftelyke wind, die wakker op-
ftak, hielp hiertoe veel. De S Antonis- of
Diemerdyk werdt, by Jaap Hannes, om-
trent doorgegraaven, en van de uitgedol-
ven' aardeeene fchans opgeworpen,in wel-
ke , dertig Stads foldaten gelegd werden (m).
Zyne
         Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid, des Sa-
Hoog- turdags 's avonds over de maaltyd zittende,
?e t reeds tyding gekreegen van het mislukken
tyding des aanflags op Amilerdam, 't welk hem
van het derwyze ontftelde, dat hy van de tafel op-
misluk- ftondt, en zig in zyn vertrek opfloot; daar hy,
ken des ftampvoetende van fpyt, en den hoed tegen
op6Am- den grond werpende, niemant gehoor ver-
fterdam. leenen wilde. De Heer van Purmerland en
de Penfionaris Boom verflonden , omtrent
elf uuren, het miflen van den toeleg, uit
den mond van eenen onbekenden (n), die,
zo men vermoeden mag, ten dien tyde, in
's Prinfen dienfl was.
                              ,
Den
(/) Hol!. Merc. v*n 16 jo. t/. 30.
(m) Holl. Merc. van \6$o. il. 34-
(n) Zit Vadert. Hift. XII. De<l, U. loa.
-ocr page 123-
XVI.Boek. Geschiedenissen. 123
Den eenendertigden, des morgens, was 1656.
'er laft van den Prinfe te Ouderkerk geko .tKrygs.
men, om het Krygsvolk , dat, ondertus-volk
fchen, uit de Gelderfche,OveryfTelfcheenyoor de
Stigtfche Steden, te voet en te paarde, her,Stad
waards trok, te verdeelen. De Heer vanJJIJSeett
Zuilenftein floeg zig te Muiden en op 't Mui»
der Slot neder : een gedeelte zyner man-
fchap vatte poft aan de Diemerbrug. De
Heer van Sommelsdyk werdt gefchikt naar
't Huis ter Hart, halfwege Haarlem. Doch
die van Amfterdam hadden den weg tus-
fchen den Overtoom en Amflelveen, dien
hy langs moeit, by 't Huis te Vraag, door-
gedolven, en aan de opening eenige man-
fchap gelegd. Sommelsdyk, hiervan ken-
nis bekomen hebbende, zondt vyfentwintig
Ruiters en dertig Muskettiers vooruit, op
welker aankomft, de Amfterdamfcbe man-
fchap de zwakke poft verliet. Toen deedt
hy eene brug over de opening leggen, en
vervolgde zynen weg naar 't Huis ter Hart,
daar hy, des nademiddags, aankwam. Aan
den Overtoom hadt hy eenig volk gelaaten,
welk, tot aan't Pefthuis toe, poften uit-
zettede (0).
Sommelsdyk was zo dra niet op 't Huisßekom-
ter Hart aangekomen, of de Regeering van mering
Haarlem zondt eenige Heeren aan hem af, Je Haar*
die hem,met groote ontfteltenis, vraagden, em*
of 't ook op hunne Stad gemunt ware? Waar-
op hy hun, zo hy, naderhand, verklaard
heeft,
(*) Holl. Merc. v*n i6jo, hl, 33, 34, AirzEMA Herft.
JLeeuw, bl. 4«3.
'
-ocr page 124-
124 AMSTERDAMS II. Deee;
heeft, op bevel van zyne Hoogheid , ant-
woordde „ dat het noch op de Stad,noch
„ op de Burgery van Haarlem was aange-
„ zien: ook niet op de Burgery van Am-
3, fterdam." De Heer Joan van de Kamer,
een der Haarlemfche Heeren, hadt hem
toen gevraagd „ of de Zweedfche troepen,
„ die, ten getale van zes of zevenduizend
5, man, in 't Land van Gulik lagen, door
„ denPrinfe, ontbooden waren?" waarop
hy geantwoord hadt „ dat 'er, zyns wee-
„ tens, geene de minde gemeenfchap was
9, tuflchen deeze troepen en zyne Hoog-
heid; doch dat dezelven alleenlyk inGu-
likerland gekomen waren , om hunne
1650.
»
5>
agterftallige brandfchattingen in te vor-
deren;" daarby voegende „ dat hetgoed
zou zyn, zo 'er geene meerder gemeen-
De Re^
geering
van Am-
sterdam
wordt,
ten on«
regte,
verdagt
gehou-
den van
hande-
ling met
het Par-
lement
van En-
geland.
ï>
fchap ware tuflchen de Stad Amfterdam
3)
en het Parlement van Engeland." En
toen hierover eenig verder gelprek gevallen
was, hadt de Heer van Sommelsdyk, vol-
gens zyne verklaaring, eindelyk, gezeid ,
„ dat de Prins hem, zes dagen te vooren,
„ een' Brief vertoond hadt, door een' En-
„ gelfch Overile, uit Londen gefchreeven,
„ inhoudende dat het Parlement beloofd
„ hadt, tienduizend man over te zenden tot
„ byftand van Amfterdam. Ook hadt de
3, Prins verklaard, de Lyft gezien te heb-
3, ben, waarin de naamen der Kolonellen
3, en andere hooge Bevelhebberen over de
3, gemelde manfchap waren uitgedrukt (ƒ>)•"
Doch
(p) Aitzema Heift. Leeuw, II. 46$,
!
-ocr page 125-
XVLBOEK. GESCHlEbE NISSEN. Ï2$
Doch 't fchry ven van deezen Engelfchen O- itf<o.
verfte was een louter verdigtfel. De Stad
hadt geene andere gemeenfchap met het
Parlement van Engeland, dan dat zy, ne-
vens de andere Leden van Holland, gelyk
wy boven (q) zagen, beflooten hadt tot het
afzenden van den CommuTaris Schaap, om
de vrede met de tegenwoordige Regeering
aldaar te onderhouden. Ondertuflchen ,
ftrooiden eenige driftige voorftanders van '$
Prinferi gezag, omtrent deezen tyd,zekere
verdigte punten van een Verdrag tuflchen
de Stad Amfterdam en het Parlement van
Engeland, waarby men zig, kwanswys, we-
derzyds verbondt, om den vereenigden Pro-
vinciën, Holland uitgenomen, den oorlog
aan te doen. Eenige luiden, zelfs Regen-
ten, lieten zig, in 't eerft, hierdoor innee-
inen. Doch de plompheid van 't verdigtfel
flak, eerlang, elk in de oogen, en 't fchend-
fchrift werdt, by de verft andigen, met ver-
ontwaardiging , verworpen (r).
Zyne Hoogheid, een weinig bekomen van Zjm®
den fpyt, die hem, op de eerfle tyding van SJ£
't mislukken des aanflags op Amfterdam,gft J"
den geeft vervuld hadt, befloot, des Zon-naar 't
dags, den eenendertigften, zig,in perfoon, Leger te
te begeeven naar 't Leger voor de Stad, wel- Amftel-
ke hy dagt te dreigen met een langduurigveen'
beleg, en dus, ware't mogelyk, tot onder-
werping te brengen. De twee hooge Ge-
regtshoven ontrieden hem de reize; doch
hy
(q) SUdx.. ji,
(r) Holl. Alcic, Man lójo. kl. jg,
••'
-ocr page 126-
126 AMSTERDAMS II. Deel.
1(550. hy beriep zig op den laft der algemeene
Staaten, aan welken hy de Geregtshoven
wees, zo zy verftonden, dat men eenen an-
deren voet te volgen hadt. Voor zyn ver-
trek, vaardigde hy eenen brief af aan de
Staaten der zes Provinciën, waarin hy ver-
klaarde, het vatten der zes Afgevaardigden
en het zenden van eenig Krygsvolk naar
Amfterdam gedaan te hebben, op laft der
algemeene Staaten, begreepen in derzelver
Refolutie van den vyfden Juny laatftleeden
(V). Na de ogtendpreeke, vertrok de Prins,
te paarde, uit den Haage, gevolgd vaneen
groot getal van Edelluiden en Krygsover-
ften. Hy nam zynen weg, door 't Bofch,
Leiden en de Veenen, naar Amftelveen,
daar hy, des avonds, aankwam, en Graaf
Willem vondt (*).
Men ver. De gelegenheid van Amfterdam en de
toont middelen, die de Stad, ter haarer verde-
hem de diging, in 't werk gefield hadt, en verder
heidëder"'Z0L1 können in 't werk ftellen, werden hem
Stad. hier, ftukswyze, aangeweezen. De Am-
ftellandfche weiden lagen onder, tot aan
den Uithoorn toe, alleen door het openzet-
ten der S. Antonis- en Boeren - (luizen, en
het doorfteuken van de Buitenvelder - Pol-
der. De üiemerdyk was, op een half uur
graavens na , rioorgedolven. En 't ftondt
aan die van Amfterdam, door het geheel
voltrekken der doorgraavinge, de baarezee
ten
(t) Zie hier voor, bl. 79.
(t) AiTZEMA Herft. Leeuw, il. 70, jz. Vaderl. Hift,
XII. Dtd, bl. 101, loz.
V
-ocr page 127-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 127
ten lande in te florten, en al 's Prinfen Krygs- 1650,
volk te vernielen. Ook liep 'er een gerügt,
dat, op dit laatfle, in de Vroedfchap was
geraadpleegd, en dat het flegts aan twee
flemmen gehaperd hadt, dat 'er niet toe
beilooten was (¥)< Doch hiervan vind ik,
in de Regiflers der Vroedfchap, niets het al-
lerminfte aangetekend. Lodewyk van Nas-
fau
, Heer van Beverweerd > die geene kennis
gehad hadt van de onderneeming op Am-
Sterdam, Helde den Prinfe 't gevaar, waar-
in hy zig bevondt, op 't leevendigfl, voor
oogen. En vindt men gemeld, dat hem Zyne be-
toen zulk een angfl aanging, dat hy, ter-k°mme-
flond, be floot, in minzaame onderhande« rin
ling te treeden met de Stad, en te gelyk den
Heer van Beverweerd te zenden naar den
Haage, met laft, om ter algemeene Staats-
vergaderinge te wege te brengen, dat men
befloote, hem, door eene plegtige bezen-
ding, te verzoeken om naar den Haage te
keeren, op dat zyne eer bewaard bleeve,
ingeval de onderhandeling met Amfterdam
den begeerden uitflag niet hebben mögt.
Beverweerd vertrok , des Maandags , by
tyds, van Amftelveen; gaf van 's Prinfen
laft opening aan den Heere van MatheneJJe,
die aannam dien ter uitvoeringe te doen
brengen; en fpoedde zig zo wel, dat hy,
nog dien zelfden avond, in 't Leger te rug
kwam (v).
De onderhandeling met de Stad werdt,Hy treedt
..... van in onder-
(*) Aitzema Herft. Leeuw, bl. 72.
(v) Wlc<ü>KtORT Tatfi. I. Livrt XV. f. 152.
,N
-ocr page 128-
128 AMSTERDAMS II. Deel.
1650. van's Prinfen zyde, begonnen. Op Maan-
. , dag den eerften Auguftus, vaardigde zyne
lin"mêt Hoogheid eenen brief af aan deRegeerin-
de Stad. ge, waarby hy begeerde „ met zyne by-
„ hebbende troepen, in de Stad ingelaaten,
9X en ter gehoor in den Raad ontvangen te
„ worden, om aldaar eenige zaaken, den
„ dienft van den Lande betreffende, voor
„ te ftellen." 't Was niet moeilyk te voor-
zien, dat deeze eifch niet zou ingewilligd
worden. Ook bleek klaar genoeg, dat de
Prins, met dit fchryven, voornaamlyk, be-
oogde, der Regeeringe gelegenheid te gee-
ven, om met hem in onderhandeling te tree-
den. De Raad befloot dan, de Heeren Cor-
nelis de Graaf
', Simon van der Does, Nicolaas
Tulp en Pieter Kloek af te zenden aan zyne
Hoogheid „ om het gedrag, welk de Raad,
„ tot hiertoe, gehouden hadt, te verdedi-
„ gen, en den Prinfe te antwoorden, dat
* Domefli-» hy, komende met zyne gewoonlyke * Huis-
ftun. „ bedienden, in den Raad zou können voor-
„ flellen, 't gene hy voor te Hellen hadt,
„ met verzekering , dat zyne Vorflelyke
„ Perfoon, met alle agtinge en eerbewys,
„ ontvangen en gehandeld zou worden.'*
Voorts, werden gemelde Heeren gemag-
tigd, om 't gene 'er aanleidelyks tot ver-
drag voorvallen mögt in orde te bren-
gen, en daarvan aan den Raad verflag te
doen (w).
Weder- De Gemagtigden vertrokken, terftond,
zydfche naar Amftelveen, en volvoerden hunnen
•ifchen.
                                                         laft.
(») R«fol. Vroedfch. *ï. zo. 1 ^Attg, idjo. ƒ. 105 vtrfi.
-ocr page 129-
XVI. Boek» Geschiedenissen. 129
lafï. De Prins begeerde bezetting te leggen 1650,
in de Stad. Zy verzogten, dat hy terftond
wilde aftrekken, en de Stad ongemoeid laa-
ien (#). Doch men kwam eikanderen haaft
nader. De Prins toonde zig genegen tot ver-
drag, mids, van der Stede wege, niet zo
flerk gedaan wierdt, op de uitvoering van
het befluit der Vergaderinge van Holland,
omtrent de afdanking van 't Krygsvolk ge-
nomen. Ook floeg hy Burgemeefler de Graaf
in 't byzonder voor, dat de dienft en ruft
van de Stad wel vereifchen zouden, dat een
Heer of twee van de Regeeringe ontflaagen
werden. De Gemagtigden deeden, nog dien
zelfden avond, verflag van 't voorgevallene
aan den Raad, die befloot „ omtrent de af-
„ danking van't Krygsvolk, te bewilligen
„ in den jongflen voorflag des Raads van
„ Staate, zo als dezelve lag; doch aan de
„ andere zyde, op alle mogelyke wyzen weg
„ te neemen het agterdenken, welk zyne
„ Hoogheid, tegen eenige Heeren uit de
5, Regeeringe deezer Stad, hadt opgevat,
„ en ook te wege te ,brengen, dat de Le-
„ den, die, ftaande de Vergaderinge, door
„ den Prinfe, in hegtenis genomen waren,
J} wederom op vrye voeten gefield wer-
„ den (y)" En de Gemagtigden keerden,
op Dingsdag den tweeden Auguflus, weder-
om naar Amflelveen, om, volgens dit be-
fluit , de handeling met den Prinfe voort te
zet-
(x) AiTzEMA Herft. Leeuw, hl. jx.
{y)
Refol. Vtoedfch. N. to. i <A»g. I«$o. '/ avsndj ten
acht uren f, ioj verfo, IÖ6,
V. Stuk.                  I
-ocr page 130-
!
130 AMSTERDAMS II. Deel.
1650. zetten, 's Daags te vooren, was, door het
Geregt, bevolen, dat niemant zig op de
Stadswallen zou hebben te vervoegen,dan
het Krygsvolk , welk aldaar befcheiden
was (z).
Staat van Midlerwyl, hadt de Prins den Heer van
't Leger Sommelsdyk, die zig 's Maandags naar Am«
voorde ftelveen begeven hadt, belafl, het volk,
welk onder zyn bevel ftondt, in geheele
Compagnien te veranderen: 't welk, den
volgenden dag, in 't werk gefield werdt.
De Heer van Steeland, DrofTaard van Buu-
ren , en Schoonbroedor des Heeren van
Sommelsdyk, wérdt met eenige vendels ge-
legd te Spaarnedam,van waar hyegter,op
bevel van Graave Willem, tuflchen den
tweeden en derden, wederom optrok naar
Ouderkerk (a). Sommelsdyk hadt, onder-
tuflchen, van de planken van een afgebro-
ken boerenhuis twee fchansjes doen opwer-
pen, op den Haarlemmer-weg, by de paal
van halfwege;en op den dyk, op dezelfde
hoogte, die van binnen met aarde gevuld
werden.'t Krygsvolk, welk hier lag,klaag-
de zeer, dat het tegen hunne vrienden en
Betaalsheeren gebruikt werdt, en nog ge-
brek aan mondbehoeften hadt , die men,
voor 't grootfle gedeelte, van Haarlem haa-
ien moefl; alzo de landluiden hier omtrent
weinig in getal, en Hegt voorzien waren.
Doch van over 't Y werden eenige eetwaa-
ren, met fchuitjes, aan den dyk gevoerd.
Die
(x.) Keutb. M. ƒ. %t verft.
{*) Aitzema Heiß. Leeuw» hl. 4«+,
-ocr page 131-
XVXBoek. Geschiedenissen. 131
Die van Delft en Leiden bragten fchoppen, iSsq„
fpaden en ander oorlogsgereedfchap naar 't
Leger. De Prins nam in overleg, om den
Overtoom door te graaven, en zig, daar-
door, van 't overtollig water te ontladen:
en waren, tot dit werk, reeds een groot ge-
tal van boeren opontbooden; doch de ar-
beid werdt geftaakt, doordien zyne Hoog-
heid zig beduiden liet, dat hy 'er weinig
dienfl van hebben kon. Men meent, dat de
Overtoom, zo hy by deeze gelegenheid weg
geraakt ware, niet ligt wederom hermaakt
geworden zou zyn (b).
Die van Amfterdam voeren, midlerwyl, De bele-
voort, met het in 't werk Hellen van't gene gerden.
tot verdediging der Stad dienen kon. Devaaren
Diemerbrug, de brug op den Singel, tus-™^;
fchen de Reguliers- en Heilige wegs-poor- te ver-
ten , en de brug by 't zwarte huis , op den fterken.
Buiten-Amftel, werden afgebroken. De vaar-
tuigen , vlotten, balken en 't hout van de
zaagmolens werdt binnen de Stad gebragt,
op dat 'er zigniemant van bedienen zou. Ook
werden nog vier floepen, ieder van twee
metaalen bafTen voorzien, gelegd op de We-
tering. Op 't Lymzieders pad, was eene Voorval-
Compagnie Metfeiaars opgeregt, die tegen len van "
eenige Ruiters, op den Overtoomfchen weg k'ein
leggende, werden uitgezonden. Beide de bei-aPff
partyen vraagden eikanderen, of zy laß om % JjJJ
te fchieten hadden? waarop niet geantwoord partyen^
werdt. Doch de Ruiters keerden, eerlang,
te rug naar den Overtoom. En toen wer-
den,
(bj AnzAMA Hcrft. Leeuw,bl. 71, 7$. DAPPEB, */.*>».
-ocr page 132-
13* AMSTERDAMS II. Dfitó
i6$o. den, naar 'c fchynt, honderd man Stads fol-
daaten, onder den Vendrig Braakman, in
het Peflhuis gelegd (V). Tien of twaalf Stads
fbldaaten, met Kapitein Soeteman, een' En-
gelfchman, aan 't hoofd, gezonden naar de
drie Baarsjes over de Wetering , om den
weg aldaar door te fteeken, en de Slooter-
Polder onder water te zetten, werden, door
de Ruiters, die aan den Overtoom lagen ,
en op hen afkwamen, ligtelykverjaagd.De
Kapitein zette het eerft op een loopen, voor-
geevende Jaffc tot vegten te willen gaan haa-
ien van Burgemeefteren. Anderen fmeeten
't geweer weg, of fprongen in 't water, en
bergden zig met zwemmen. Ken jongen
uit den hoop gaf vuur op de Ruiters, en
maakte zig gereed, om op nieuwste laaden,
toen hy aangegreepen, afgeroft, en in de
Wetering geftooten werdt: waarna men hem
gelegenheid liet, om naar de overzyde te
zwemmen. Een Paadje van Graave Willem,
die zig in eene graauwe py vermomd hadt;
een Vendrig, Rispe genaamd, en eenige E-
delluiden en Ruiters, door de Amfterdam-
mers, hier en daar, opgeligt, werden ge-
vangkelyk naar de Stad gebragt, en niet
geflaakt, dan na dat het verdrag met den
Prinfe getroffen was. Op Dingsdag , den
tweeden, werden, rondsom de Stad, aar-
den borftweeringen opgeworpen. De brug
der Raamfloote werdt toegeheid , om de
vaart uit de Wetering naar de Stads graft
te beletten. De Polder van 't Peflhuis werdt,
«                                                   , in
(r) DAPMB, W. 297»
-ocr page 133-
\
XVLBoek. Geschiedenissen. 133
in de Veft, tegen over de Zeemleêrmolen, 1650,
doorgefteken. De Raampoorts-brug en de
fchuttingen der Raamen werden afgebroken.
Op den Amftel by den Omval > lagen drie
Uitleggers, zeven Sloepen, en twee Vlot-
fchuiten, voorzien van gefchut. 't Waffen
van 't water verwekte geene kleine bekom-
mering in de belegeraars, die den Landlui-
den dikwils vraagden, hoe hoog bet wel zou
können ryzen
? De Prins van Oranje deedt,
des nademiddags, een' keer te paarde naar
't Huis ter Hart; doch kwam, na een kort
verblyf aldaar, te Amffcelveen te rug (7Z).
De Gemagtigden der Stad, in de Leger- De Prins
plaatfe wedergekeerd, vonden den Prins on-maakt
geneigd, om in den naderen voorflag des een °"c"
Kaads volkomenlyk te bewilligen. Doch zy- Tunt"^!^
ne Hoogheid gaf hun een Gefchrift van zy- van een
ne eigen hand mede, welk woordelyk van verdrag»
deezen inhoud was:
Memorie.
Dat die van Amßerdam refolutie nemen om
baer te conformeren met d' andere zes Provin-
ciën
, aengaende den Staet van Oorlogb, ende
dat dienvolgens den zelven Staet van Oorlogb
werde gearrefleert
, ende dat zoo langhe den
oorlogb tujjchen Vrancryck en Spaignen zal
duyren. Oock de troupes wel te betalen
, en tot
de achterfiallen ordre te geven.
Dat de twee Kickers uyt de Magifiraet zul-
len ge/telt worden
, en aen fyne Hoogheyt eene
Ac-
'0                                                   I
(d) Holl, Merc. va» itfjo. bl. 3;, jfi, 37.
13
-ocr page 134-
134 AMSTERDAMS IL Deei^
Jó^o» dcte gegeven werden, datje der niet wederom
zullen ingenomen worden.
Dat, aengaende de andere Heeren , die ge-
vangen zyn
, voor advis van Amfierdam zal
ingebracht worden
, dat men behoort rejolutie
in Hollandt te nemen
, dat die Heeren niet meer
in Regeeringe zullen worden geleden
Dat die trouppes, die by Hollandt zyn voor
dejen aff'gedanekt geworden
, zullen haer ach'
terjlal betaelt crygen
, en daerin gecontinueert
worden
, tot datje by den Raedt van Staten
zullen wejen affgedanckt.
Een acïe van Confirmatie van de Staten van '
i
          Hollandt
Dat, naer dat alles geaccordeert ende be-
vredight zal zyn
, Jyne Hoogheyt in de Stadt
tal comen alleen met Jyne Compagnie gardes,
ende omtrent een hondert officieren.
Dat Jyne Hoogheyt terflond het Leger zal
doen deslogeren
Dat het gejehut van de wallen , ende het
aengenomen volck terflondt affgedanckt zal
moeten worden.
De Raad De Raad, nog dien zelfden avond, op 's
bewilligt prjnfen Gefchrift geraadpleegd hebbende,
d^e^pun- befloot in alles te bewilligen, drie punten
ten na. uitgenomen: i. het verlaaten der Heeren
Burgemeefteren Bicker, 2. het goedkeuren
van 't vaftzetten der zes Leden, en 3. het
ontvangen van zyne Hoogheid, met zyne
Compagnie guardes en omtrent honderd Of-
ficiers. Doch zo deeze punten niet konden
weggenomen, of verzagt worden, moeden
de Gemagtigden nog eens verflag komen
doen (e).
                                              De
(e) Refol, Vioedfch, N. xo. z~4u£,i6sa.f.i*6verf<>,iQj%
<-
-ocr page 135-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 135
De Gemagtigden, voorzien van behoor- 16*5$,
lyke volmagt van Burgemeefleren en Raa De Heï.
den (ƒ), begaven zig, hierop , des ande- ren Bio
rendaags, zynde Woensdag den derden Au- ker be-
guftus, wederom naar Amftelveen. en brag- flui!-en af
P ^                  j ^ u                                         j te ftaan.
ten te wege, dat hun twee punten van de van de
drie werden toegeflaan. Doch de Prins vor- Regee-
derde volflrektelyk, dat de Heeren Bicker ring«,
zig ontfloegen van de Regeeringe. Men ont-
wierp dan een verdrag van de punten, in
welken men eens was, en begreep de voor-
waarde , die de Heeren Bicker betrof, in
een afzonderlyk punt. Alles werdt open-
gelegd voor den Raad, die, terflond, be-
floot, het Verdrag, zo als het lag, te bekrag-
tigen; doch niet goedvinden kon, het afzon-
derlyk punt aan te neemen, voor dat de Hee-
ren Bicker vrywillige verklaaring gedaan
hadden „ dat zy, tot behoudenis van de
„ rulle der Stad en der Gemeente, zig van
9> alle verdere Regeeringe en Stads ampten
„ wilden onttrekken." De Gemagtigden
ireegen toen lafl, om alle bedenkelyke re-
denen te gebruiken, om zyne Hoogheid van
het afzonderlyk punt te doen afzien; doch
zo zulks niet mögt können gefchieden, ook
daarin te bewilligen. Voorts , werden de
Heeren Burgemeefleren Bicker zeer affec-
tueufelyck
bedankt , voor bare gunfiige ver-
claringe ten rufte van
'f gemeene befte ge»
daen
, met belofte van deje gunfte aen bare
£. £. perfonen, familie ende nacomelingben,
(ƒ) Zie de*«lve in dt Holl. Merc, vm» 1650. il, 37.
-    '
14
-ocr page 136-
—-^
136 AMSTERDAMS IL Dee£
1650. by alle ge!egentheden> van wegen 't gemeen,
ta erkennen (g).
Het Ver- Het Verdrag en het afgezonderd punt wer-
wofdt ^enno& ^len ze^den dag, door zyne Hoog-
gefloo- neid ter eener, en de Gemagtigden ter an-
ten, derer zyde, te Amftelveen, getekend, en
ïnhoiICJ doorBurgemeefleren en Raaden bekragtigd.
zeWe ^et Verdrag behelsde „ 1. Dat Amfterdam,
5>
zo wel als de zes Provinciën, bewilligen
zou in den Staat van Oorloge, dien zyne
Hoogheid verzogt werdt te doen brengen
„ op den voet van denvoorfïag, laatftelyk,
„ by den Raad van Staate, gedaan; doch,

midlerwyl, en zo lang de oorlog tufTchen
Frankryk en Spanje duuren zou, fchoon
niet langer dan drie of vier jaaren, zou de
j, tegenwoordige Staat van Oorloge plaats
„ hebben. 2. Dat de Stad befluiten zou,
„ om de agterflallen van 't Krygsvolk, welk
„ door Holland afgeweezen was , te vol-
„ doen; en om orde te helpen (teilen, tot
„ goede betaalinge der overige troepen. 3.
„ Dat zyne Hoogheid, in de Stad gelieven-
„ de te komen, gelyk de Stadhouders, zy-
,» ne Voorzaaten, met alle eere en gedien-
,, ftigheid, ontvangen zou worden: zullen«
„ de hem ook, in de gemelde hoedanig-
„ heid, in de Vroedfchap, indien hy't be-
„ geeren mögt, gehoor worden verieend.
3, 4. Dat de Heeren van Amfterdam ter
„ Vergaderinge van Holland hun beft zou-
„ den doen , om alle onluften en voorge-
„ vallene zaaken te doen vergeten, en de
(g) Refol. Vroedfch. #. »o. 3 Am. i6$o. f. ie;.
-ocr page 137-
XVXBóek. Geschiedenissen. 137
„ oude vertrouwelykheid en vriendfchap te 1650.
„ doen herftellen, houdende daarover ge-
„ meenfchap van raade met zyne Hoogheid.
„ 5. Terftond na 't voltrekken en tekenen
„ van dit Verdrag, zou de Prins het aan-
„ gevoerde Krygsvolk wederom doen kee-
„ ren naar zyne voorige bezettingen, en
„ de Stad zou de aangenomen manfchap
j, afdanken, en alles herftellen op den voo-,
„ rigen voet." Het afzonderlyk punt hielde
in „ dat zyne Hoogheid, buiten benadee-
„ ling van de eer en goeden naam van de
„ Heeren dndries en CornelisBicker^deeen
„ oud-, en de anderregeerend Burgemees-
„ ter der Stad Amfterdam, en buiten be-
j, zwaar en krenkinge van derzelver per-
„ foonen en goederen, naar deezes tyds ge-
„ legenheid , dienflig oordeelde , dat zy
„ zig ontrokken van alle verdere Regeering
„ der Stad, zonder daartoe wederom be-
„ roepen te worden. Nogtans, was zyne-
„ Hoogheid bereid, hen in perfoon te hoo-
„ ren, en zo hy dan nog by zyn gevoelen
„ bleeve, zouden zy zig vrywilliglyk ont-
5, flaan van de Regeeringe, op den voorge-
„ melden voet, mids zy zig, van nu af, van
„ de oefeningë hunner Stads ampten ont-
„ hielden (b)"
's Daags voor het treffen van dit Verdrag, De be-
hadden de algemeene Staaten, op verzoek zending
van die van Holland, eningevolge van den der a]ge"
heimelyken Iaft van zyne Hoogheid, van wel- Staaten
ken aan den,
(b) Refol. Vroedfch. N. 20. ? ^4ug. i6$o. f. 108. Ait-
ZïMA Heift. J^eeuMr, tl. 7S- Holl. Mexe, v*n i<$jo. hl. 31.
Is
-ocr page 138-
138 AMSTERDAMS II. Deee;
1650.
ken de Heer van Beverweerd opening ge«
Prinfe ^aan nac*c aan ^en Heere van Mathenefle
keert (0 - beflooten, eene aanzienlvke bezending^
naar den waartoe de Heeren van Aartsbergen, Paats,
Haage. Renswoude, Ofingaen Mukrt benoemd wer-
den , te doen aan den Prinfe , om zyne
Hoogheid te verzoeken „ dat hy naar den
„ Haage te rug kwame, de vyandelykheden
3, deede ophouden, en den Koophandel van
„ Amfterdam zynen vryen loop iiete (k),"
Doch de bezending, den volgenden dag,
op reize gegaan zynde, vernam, onder wegf
dat zyne Hoogheid zig met de Stad ver-
draagen hadt, en keerde, hierop, zo wel
als eenige afgezondenen uit de Gecommit-
teerde Raaden, naar den Haage te rug(/).
Zyne Hoogheid vertrok, des nagts of vroeg
in den volgenden morgen, van Amftelveen,
en was, des middags, reeds in den Haage.
Het Het Krygsvolk trok al eerder af, uitgeno-
Kryp" men dat gedeelte, welk maar even aange-
ttekt af. komen was, en tyd tot ruften noodig hadt:
' doch daar verliepen nog eenige dagen, eer
de Stad goedvondt, de aangenomen waard-
gelders en matroozen af te danken: 't zy dat
men den Prins nog te misnoegd hieldt, om
op zyne goede geneigdheid jegens de Stad
vatten ftaat te können maaken; 't zy dat
hiervoor eenige andere redenen geweeft
zyn, die my niet zyn voorgekomen. De Stad
bewilligde, eerlang, in den Staat van Oor-
o '
(i) Zie hier voor, hl. 117.
(^) Refol. Gener. Mart. 1 Jug.1630. bj WicquEFORT
frcitves Tom, I. p. 69%,
(t)
Vadeil. Hift. XII. Deel, il. 107.
-ocr page 139-
XVI.Boëk. Geschiedenissen. 139
log, volgens het eerfte punt van't Verdrag 1650*
(m): waarna, by de Provinciën, tot eenen
eenpaarigen voet van afdankinge beflooten
werdt («). De zwaare onkoften , die de
Stad, by deezen fchielyl^en overval, hadt
snoeten maaken, werden fpoediglyk afbe-
taald. Onder anderen, vind ik, dat aan
Evert Lambertszoon, die de eerfte tyding
van de aankomft van 't krygsvolk in de
Stad gebragt hadt, en dus waarfchynlykde
Hamburger poftlooper geweeft is, vier hon-
derd guldens vereerd zyn (0).
Zodanig een uitflag hadt'sPrinfen onder Aanmer-
neeming op Amfterdam, die, kort hierna, kinSen
met zulk een' zwarte koole getekend werdt,opmerk
in de Regifters van 's Lands Staaten. Men van™"
verfpreidde , ten deezen tyde , dat zyne Verdrag.
Hoogheid voorhadt, zig meefter te maaken
van de Wiflelbank, om, met den fchat, die
'er in bewaard werdt, zynen Schoonbroe-
der, Koning Karel den II., op den troon
van Groot-Brit an je, te herftellen (p). Doch
dit verdigtfel hadt zo weinig fchyns , als
het Verdrag tuflchen de Stad Amfterdam
en het Parlement van Engeland, welk, by
eene afkondiging van den zeftienden Au-
guftus , ftrengelyk verbooden werdt (5).
Men wil, dat zyne Hoogheid, toen 't hem
nu mislukt was, Amfterdam in te neemen
by verraffing, te ligter beiloot tot verdrag
met
(w)Refol. Vroedfch. N. 20. 1* Aug. ifijo. ƒ. t\overfo,
(n) Vadetl. Hift. XII. Deel , II. in.
. (t) Specificatie der Ongelden , berußende ter Thefaurie t .
Kas XIII. Laade ij.
(/>) AiTzEMA Herft. Leeuw, i/. 92,
(f) Keuib. JM. ƒ. ij.
-ocr page 140-
140 AMSTERDAMS ILDeei::
1650. met de Stad, om dat hy inderdaad voor 't
waflend water vreesde, en om dat hy de
handeling den Gemagtigden der algemeene
Staaten,die hyte gemoet zag, niet toever-
trouwde (r). Doch men verwonderde zig,
met reden, dat hy juift begeerde, dat de-
twee Heeren Bicker en geene anderen zig
ontfloegen van de Regeeringe; daar de meer-
derheid der Vroedfchap, voorheen, geftemd
hadt tot alle de Refolutien, die gelegenheid
gegeven hadden tot 's Prinfen misnoegen. De
Bickers hadden, 't is waar, veel aanziena
in de Stad, en mogelyk was dit de reden,
waarom zyne Hoogheid, die toch toonen
moeft, dat hy op eenigen te onvrede was,
hen alleen en voor anderen uitkipte. Sommi-
gen vernaaien ook „ dat de konftenaaryen
„ van eenigen, die zig, federt, willen te
„ dringen in de poften derontflaagen'Hee-
„ ren, hebben medegewerkt met 's Prinfen
„ ongenoegen (j)" Doch hiervan is my
De Prinsgeen duidelyk blyk voorgekomen. Klaarlyk
levert de bleek, ondertuflchen,voor alle onpartydigen,
Redenen ^e ongegrondheid en wetteloosheid der han-
gedrag" delwyze van zyne Hoogheid omtrent de Stad
omtrent Amfterdam en omtrent de Heeren Bicker in
Amfter- 't byzonder. Hy hadt aan de Vergaderingen
dam overvan Holland en van de algemeene Staaten
fchrifte. beloofd, dat hy de redenen van zyn gedrag
' omtrent Amfterdam nader openleggen zou.
Ook leverde hy, weinige dagen na zyne te-
rugkomft in den Haage (f), een Gefchrift
over%
(r) WicqUEEORT T»tn, I. Livr. IV. p. ipj.
(s) WicqUEFORT Tom, I. Livr. IV. ƒ>. I94.
(t) Aitzema Hcrft. Leeuw, bU 79, ti*
-ocr page 141-
.'
XVXBoek. Geschiedenissen. 141
over, genaamd Redenen en Motiven, diefy- 165^
ne Hooghevdt hebben bewogen by der bant te
nemen
, f00 ten regarde van de gearreßeerde
Heeren, als van 't geen aengevangen is aan
,
by ende ontrent der Stede Amßerdam (u). Doch
in dit Gefchrift, vondt men niets ten lalïe
van Amfterdam, dan dat het, nevens de
andere Steden van Holland, op verminde-
ring van Krygsvolk gedrongen; tot afzon-
der lyke afdanking, gelyk het genoemd werdt,
beflooten, en den Prinfe, als Stadhouder,
gehoor geweigerd hadt. En dit werdt toe-
gefchreeven aan de * onbefchaamde ßeegheid* info-
en enkelen moedwil en verwaandheid van eeni-lente*
ge belhamels, die hunne Vroedfchappen mis-
leid, en kwalyk onderregt
hadden; en tegen
welker ongehoorde ,/chadelyke en verderfelyke
oogmerken,
{trekkende tot verandering in de
Regeeringe en in den waaren Hervormden
Godsdienft, de Prins dikwils gewaarfchuwd
was: met by voeging, dat hy, om deezer
boos voornemen tegen te gaan, en zulke werk-
tuigen
te weeren uit de Regeeringe, de Stad
Amtterdam, met eenig volk van oorloge, te
gemoet getrokken was En deeze fcherpe
en algemeene befchuldigingen waren alles,
wat dit Gefchrift, ten lafte van Amfterdam,
of van eenige Amfterdamfche Regenten,
inhieldt. Zyne Hoogheid, of liever de Grif-
fier Mufch, die dit Gefchrift opgefteld hadt,
begreep ligtelyk, dat zulke algemeene be-
fchuldigingen, zonder byzondere aanwyzing
van
(u) Zie het hy Aitzema Herft. Leeuw, fr/. 4*7. ** Wic-
<JUïIQRT
T»m. I. Vreuv. ƒ. 71z.
-
-ocr page 142-
142 AMSTERDAMS II. Deeu
ï6*5o. vatl woorden of daaden, en zonder eenigbe-
wys, niet genoeg waren, om iemant der Am«
fterdamfche Regenten in 't ongelyk te doen
Hellen. Hy befloot hierom het Gefchrift,
met eene verklaaring, dat hy de byzon-
dere punten van bezwaarnis tegen eenigen,
ten zynen tyde, openleggen zou. Doch dee-
ze belofte is nimmer voltrokken. Ook moes-
ten alle deeze befchuldigingen in rook ver-
dwynen, na dat de Prins, eerft, ten opzig-
te van de Heeren Bicker, en daar na ten
opzigte der gevangen Heeren, die allen,
eerlang, op vrye voeten gefield werden,
mids zy zig onthielden van deRegeeringe,
verklaard hadt, dat zy „ in hunne eer en
„ goeden naam ongekrenkt zouden blyven:"
en blykt hieruit tevens, hoe onbegaanbaar
's Prinfen handelwyze, op den eenen, met
zyne handelwyze op den anderen tyd, ge-
weeft zy.
Onder- Zyne Hoogheid beriep zig, om zyn ge-
deezer drag te regtvaardigen > ten deele op zyne
redenen. Commiflie, ten deele op den laft der alge-
meene Staaten, die hy, gelyk men 't, fe-
dert , altoos begreepen heeft, en nog tegen-
woordig begrypt, gantfch ten onregte, dg
boogfie Regeering
noemt Doch wy hebben,
uit den inhoud dier Commiflie, hier voor (v)9
by eene andere gelegenheid aangehaald,
reeds können zien, dat dezelve hem geens-
zins wettigt tot geweldige, noch ontydige
verandering der Regeermge. Dat de alge-
meene Staaten noch regt noch oogmerk had-
den, om zyne Hoogheid tot geweldige On-
der-
in ßtadz. 102.
.
i
-ocr page 143-
XVT.Boëk. Geschiedenïsen. 143
derneemingen in Holland te magtigen, is 1650*
ook reeds, hier voor (w), uit hunne Refo-
lutien zei ven, beweezen. En 'tlaatfte bleek
nog duidelyker, na dat 's Prinfen toeleg o-
penbaar geworden was. De Vergadering der
algemeene Staaten befloot toen, gelyk wy
boven (X) zagen, den Prins, door eene pleg-
tige bezending, te verzoeken , dat hy de
vyandelykheden voor Amflerdam deede
ophouden,en naar den Haage keerde. Hoe
kon zy dan voorgehad hebben, den Prins tot
zulk eene geweldige onderneeming te mag-
tigen? De meefle Provinciën antwoordden
ook zo flaauwelyk op 's Prinfen brief, waar-
by hy haar kennis van zyne onderneemingen
gegeven hadt,dat men, uit haar antwoord,
klaarlyk kon afneemen, dat het werk haar
tegen de borfl was (y). Maar zo de Prins,
noch by zyne Commiflie, noch door de al«
gemeene Staaten, gemagtigd was tot heC
gene hy ondernam; wat regt, wat fchyn
van regt kon hy, of konden zyne raadslui-
den. die, zekerlyk, meer dan de jonge Vorit
te befchuldigen waren, hiertoe dan voor-
wenden ?
De Stad werdt, omtrent deezen tyd, ook Rede-
door eenigen befchuldigd, wegens het aan- nen, die
gaan van het Verdrag met zyne Hoogheid. de ,Stad
Zy moefl, meende men, of niet, of veelÏJêtVan?
eerder, toegegeven hebben, en de zaak niet gaan van
tot zulk een uiterfte hebben laaten komen, het Ver-
zo dras-
(») JSUdz.. loj.
(x) £Uda. ui.
(V/ Zie Herft.Leeuw, bi. jtf,17. 18. %9, 90. Vaderl.
Hill. XH.
Deel, H. ui.
-ocr page 144-
>
144 AMSTERDAMS IlDèfit;
T650. ZY ^e magt met h^ > om haare ftreng
vafl te houden (zX Doch was het te ver-
wonderen , dat Amfterdam niet gewapend
was, tegen zulk een zeer ongewoon middel»
als was eene belegering met de wapenen
van den Staat ? Wy hebben, daarenboven*
hier voor O), reeds gezien, dat de Stad,
op den negenentwintigften July, 's daags
voor dat Graaf Willem met het Krygsvolk
van den Staat herwaards kwam, begon te
neigen tot de omhelzinge van eenen voorge-
ilaagen middelweg. 't Was dan niet vreemd,
't kwam zelfs overeen met de befte regels
der Staatkunde, dat zy, zo geweldiglyk aan-
getaft, goedvondt den tyd te vieren, enzig,
in 't ftuk der afdankinge, te voegen naar
den zin van zyne Hoogheid , en van de
meefle Provinciën. Zo de Belegering veel
langer geduurd hadt, zou de Koophandel
der Stad eenen onvermydelyken krak ge-
kreegen hebben; en zo men ware voort-
gegaan met het doorfleken der dyken en hec
openzetten der fluizen, zou men een groot
gedeelte van Holland en van het Stigt van
Utrecht een onbefchryflyk nadeel hebben
toegebragt, behalve dat het waflen der in-
wendige verdeeldheid den pas verzoenden
vyand, mogelyk, gelegenheid gegeven zou
hebben, om den Staat, op nieuws, aan te
tallen. WyiTelyk, befloot de Raad dan
tot een fpoedig verdrag, waarby, aan de
eene zyde wel iet toegegeven; maar, aan
de andere, ook fterk geftaan werdt op het
ge-
(x.) Aitzema Herft, Leeuw, hl, 78.
{aj BUix.. j>S,
-ocr page 145-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 14$
gene tot handhaaving van der Stede Pri- ié<d
vilegien en loffelyke herkomen ftrekken
kon. Men flondt zyner Hoogheid gehoor
toe in de Vroedfchap; doch alleen als Stad-
houder , en zonder eenigszins af te ftaan
van het regt, welk Burgemeefïeren hadden,
om den Raad niet te vergaderen, dan na
dat hun opening gedaan was van 't gene 'er
zou worden voorgefteld. Van de verplig-
ting om bezendingen der algemeene Staaten
te ontvangen, in de Stad, werdt geen woord
gerept. Ook was men 'er wel verre vanaf,
om goed te keuren, 't gene zyne Hoogheid,
omtrent de zes Heeren, die, ftaande de Ver*
gaderinge, gevat waren, verrigt hadt. De
Heeren Bicker Honden, 't is waar, uit zugt
tot de gemeene rufte, en om den Prinfe te
voldoen af van de Regeeringe; doch niet
dan na dat zy uitdrukkelyk bedongen had-
den , dat zy in hunne eer en goeden naam
ongekrenkt zouden blyven: met welk be-
ding , alle befchuldigingen ten hunnen las-
te, zelfs met 's Prinfen toeftemming, on-
gegrond werden verklaard. Schoon dan de
wyze en gemaatigde Regeering van Am-
fterdam iet, of, zo men wil, veel toegaf;
zy bleef nogtans die zy was, en gedoogde
geene de minfte krenking in haare voorreg-
ten, noch in den goeden naam zelfs van
h^are meefr, befchuldigde Leden.
Hier ter Stede, duurde de ongeruftheid De on-
eenen geruimen tyd na dat het Krygsvolk geruft-
afgetrokken was. 't Gemeen was vol wan- ÏJJJw,
trouwen op zyne Hoogheid, en, volgens dam
fommiger aantekening, waren zelfs de Re- duurt
V. Stuk;                K                   gen nos-
-ocr page 146-
I
AMSTERDAMS II.Deel.
f650. genten bedugt, dat hy den toeleg, om zig
* by verraffing mcefter te maaken van de Stad,
nog niet uit den zin gefield hadt. Men hielde
dan fcherpe wagt aan de Poorten. Men
onderzogt de aankomende fchepen naauw-
keuriglyk. Men voer voort, met het Hellen
Twee van paaien in de Stads graften (b). Zelfs
blokhui- werden, eerlang, in den Amftel, ter plaat-
zen op fe van je groote fteenen Amilelbrug, twee
fte? op- zwaare nouten Blokhuizen gebouwd, onder
geregu opzigt van den Ingenieur jan Heimanszoon
Koek
, die van Antwerpen ontbooden was,
en eenige jaaren in dienft der Stede geweeil
js (c). Deblokhuizen Honden op zwaare
eeken paaien, tulTchen welken, binnen be;
flooten hekken, gewapende floepen konden
gelegd worden. Voorts, waren de onder«
tte verdiepingen der flerkten, waar zig de
Konflapels en Busfchieters onthielden, ter
wederzyde, en naar buiten, voorzien van
gefchutpoorten met valdeuren, even als op
de Oorloesfchepen, uit welken men, met
grof gefchut, op roopaarden gelegd, den
Aroom, en den weg ter wederzyde, befïry«
ken kon. Om de tweede verdiepingen, lie-
pen breede open gangen, van vooren ge-
dekt door dikke houten borftweeringen,
waar de foldaaten de wagt konden houden.
De derde verdiepingen waren verdeeld in
verfcheiden' lugtige vertrekken voor de Be-
velhebbers. Ter wederzyde der biokhtii-
zen, op den weg langs den Amftel, Hon-
den twee hameijen, met welken de toegan-
gen ftedewaards werden afgeflooten. Voorts,
werdt,
(b) aitzema Herft. leeuw, tl, $1, **,
(rj DAPPïR H. 302, -
-ocr page 147-
XVLBoek. Geschiedenissen, ttf
werdt, vyftig of zeftig treden van dé blok- 16*50..
huizen af, naar buiten , dwars over den
ftroom, eene ry paaien geflaagen, in wel-
ke, twee openingen waren tot het doorlaa-
ten van vaartuigen, die met boomen gefloo-
ten werden. De paal van der Stede vry-
heid aan den Amftel, die zig, volgens de
Privilegien , flrekte tot honderd gaarden
buiten de Veffingwerken, flondt nu verre
binnen deezen afïïand van de blokhuizen.
waarom zy, op bevel des Raads, eerlang,
zo veel verder werdt uitgezet. Ook werdt
tot meerder verzekerdheid der Stad, het
buitentimmeren binnen de Vryheid op
nieuws, verbooden (d). Doch de blokhut
zen, zulke Hevige gevaarten, die in 't jaar
1651 voltrokken werden, ftonden naauw-
lyks dnejaaren. Men bevondt, zo fommi-
gen willen, dat de loop en fchuuring des
Amftels, door het veelvuldig en digt paal-
werk onder en voor de blokhuizen , al te
zeer belet werden (e). Ook werdt, in den Die fo
Zomer des jaars 1654, beflooten, de oude't jaar
btad, aan verfcheiden' oorden, beter te ver- If554»
fterken, volgens een Ontwerpvan de m.weder0In
genieurs Parceval, Koek en den Kapitein &*£
Rufius; in welk geval, de blokhuizen gee-den.
nen dienlt zouden können doen: waarom ge,
raaden gevonden werdt, dezelven , ne-
vens de hameijen, te flegten, en 't hout el-
ders te gebruiken (ƒ): en dit befluit werdt,
K(1}4.efo1-Vtoedfch- "•io' •-**«!»•ƒ. "i.ttïiï:
(f) R«fou viwdto. a. »1. x jnij ,«,+. f% \%9 w«£
Ka
-ocr page 148-
Ï4« AMSTERDAMS" ïï. ÜEEt:
1650. kort hierna , ter uitvoeringe gebragt,
't Getal Maar in den aanvang van September des
der Bur- jaars 1650, waren Burgemeefteren, door de
defen11" Vroedfchap, gemagtigd, om de Burgerven-
wordt delen, die, tot hiertoe, maar twintig fterk
van twin- geweeft waren, by raade van Kolonellen eh
tig op den Krygsraad, te vermeerderen in getal,
vieren- 2y werden dan, kort hierna, op vierenvyf-
vernfeer- ciS Compagnien gebragt, die onder twee
derd. Kolonellen, de Heeren Jan van de Poll en
Cornelis Wit f en > ftonden, en voor welken,
eerlang, eene nieuwe Ordonnantie gemaakt
werdt (g). Burgemeefteren en Oud-Burge-
meefteren hadden, tegelyk, beflooten,dat
een Kolonel, Burgemeefter wordende, zynë
Kolonelsplaats zou nederleggen. Ter ge-
legenheid van de vermeerdering der Bur-
gervendelen, waardoor ook de onkoften des
Krygsraads meerder werden , werdt het
Poortgeld met een halven ftuiver, en het
Burgerregt van veertig op vyftig guldens
i; , verhoogd (b).
Willem Willem de II., Prins van Oranje, wiens
de rr. onderneeming op Amfterdam gelegenheid
iterftv tot zo veele veranderingen hier ter Stede ge-
geven hadt, overleedt aan de kinderpokjes,
op den zesden November, 's avonds ten
negen uuren, in 't vyfentwintigfte jaar zyns
ouderdoms ft). De tyding van dit affterven
was, den volgenden morgen, ten drie uuren,
reeds in Amfterdam, daar veelen zig niet
we-
(A Handv. bh rjo.
(h) Refol. Vroedfch. N. xo. 2, 19 Sepc. 28 Oäoi. i$j».
ƒ. 112, 115). i2o verfo. Handv. bl. isot l6jt
tij»
(1) VaUerl. Hiit. XII, Dtfl, W, 118,
-ocr page 149-
XVLBoek. Geschiedenissen. 149
v/ederhouden konden van het geeven van 1(55»
uiterlyke tekenen van blydfchap. De Dia-
kens vonden, in een der zakjes, waarin de
aalmoefTen onder de preeke verzameld wor-
den , eenige flukken gouds, in een papier,
waarop dit ryrn te Jeezen flondt:
De Prins is doodt,
Myn gaef vergroot.
.
Noyt blyder maer,
In tachtig jacr (k).
De Vroedfchap befloot, op aanfchry vens De Hee*
der Gecommitteerde Raaden, een goed aan- ren Bic-
tal van Afgevaardigden ter Dagvaart te zen-ker ko'.
den, om orde te helpen ftellen op 'sLandsetom in
Regeeringe. Ook floegen Burgemeefleren, de Re-
op den agtflen, denRaade voor, of de Heeren geeringei
Bicker niet wederom tot hunne voorige be-
dieningen behoorden ingelaaten te worden.
De Raad verflondt, dat men eerft in den
Haage zou onderftaan, hoe de andere be-
langhebbende Steden zig,in dit opzigt,ge-
draagen zouden (/). Men vernam, omtrent
twee weeken hierna, dat eenigen van dee-
zen de Leden, die zig, te vooren, van de
Regeeringe onttrokken hadden, wederom
ter Dagvaart zonden; waarop hier ook be-
flooten werdt, dat de Heeren Bicker weder-
om tot de bekleeding hunner voorige waar-
digheden keeren zouden (m)<
Maar agt dagen na 's Prinfen overlyden, Gcboor*
be-te van
(IQ AiTZEMAHcrft. Leeuw, bl. 99.
(I) Refol. Vroedfch. N. zo. % N$v. l«jo. ƒ. Iti.
(m) Refol. Vioedfch. N. 20. tz Ntv. I6je, ƒ. ist,
K 3
-ocr page 150-
■ ■-.
150 AMSTERDAMS U. Deee;
t#5o. beviel de Prinfes, zyne Weduwe, van ee-
Wiiiem nen ^rms» ^ie Willem Henrik genaamd
den in. werde, en naderhand, onder den naam van
De stad Willem den III., vermaard geworden is. De
tot Peter
aan.
Stad Amfterdam befloot, terftond, zig als
Peter over den jonggebooren aan te bieden
(«) ; en deedc hem daarna eene Pillegift
van eenduizend guldens 's jaars (0). De
Prinfes Weduwe van Fredrik Henrik floeg
den Staaten den jongen Prins, al vroeg,
voor, tot Stadhouder, Kapitein - Generaal
en Admiraal. Doch men toonde, in Hol-
land , hiertoe nog luttel gezindheid. In de
Vroedfchap van Amfterdam , daar men,
federt de geweldige onderneeming van wy-
len zyne Hoogheid, afkeeriggewordenwas
van de Stadhouderlyke Regeeringe , was,
reeds voor eenige dagen, bedooten, voor
eerft niet te treeden tot de aanftelling van
eenen Stadhouder. By dit befluit, vondc
men geraaden te blyven, na dat de brief
De Stad, der PrinfeiTe - Weduwe gelezen was. En-
befluit, jg om web te nemen de vrefe die men wei
voor«
eerft,
niet te
komen
tot de
aanftel-
heeft gehadt over de al te groot e authoriteyp 9
die de Stadthouder ende Capiteyn-Generaalheeft
gehadt off gebruyekt
, nu leßelyck ooek niet
zonder gevaer van den geheelen Staet door quaet
linee van m&t,üm van dangereufe ende niet gequalificeer-
eenen de Raedshyden; werdt geraaden gevonden,
Stadhou- dat, van nu voortaan, in de Provincie van Hot-,
der, en landt ende Weftvrieslandt, als een grondwet
dfgheden van ^en ^taet» vafi wer^e &eßelt' °$men t%a'
vond
                                *
»■ ,
(»)tReföl. Vroedfch. N. zo. itf Ncv. Iijo. ƒ. ii.i wr|i,
(»j AiTilMl Ui. Dtil, bi. ai.
-ocr page 151-
XVI.Boek. 'Geschiedenissen. I5r
vond off morgen zoude mogen meenen 'f hebben i6V<$;
van eenen Stadt houder off Capiteyn over de mi- „ .
litie van Hollandt te lande ende te water, 't houder
welck nochtans niet te paffe comt als by abfen- en Ka-
tie van den Prime van den Lande, dieder nuPltein-
niet en is9 dienfligh te we/en; ende off men n?r
boven dien noch zoude mogen meenen
, datter cen en
feenigen tyde zoude dienen te worden gefielt denzelf-
een Capiteyn Generael over de militie van de den Per-
Geunieerde
Provinciën ende Conqueflen van dien, [°°dnra°aP
onder goede Inßruäie, by onderlinge bewilli- „tnJ
ginge te arrefleren; dat men
, in zulcken geval
het zelve Capiteynjchap
- Generael nimmermeer
zal laeten comen ende concurreren in een en de-
felve perfoon van den voorn. Stadthouder off
Gouverneur over Hollandt ende Wefivrieslandt,
indien Zeeland daer toe als vooren niet mocht
verflaen; maer dattet altyt zullen moeten we-
fen diflincle ende feparate per Jonen
, om abän-
dere provinciën y door Hollands exempel
, inden
haren daertoe mede te bewegen: ende om nu
te fluyten de menêes
, die worden aengewendt
om te obtineren voorige charge: werdende de
Gedeputeerden ter Daghvaert gelafl endegeau-
thorijeert
, met de meejle dexteriteyt ende Jecre'
teffe
, de zaecken derwaerts heenen te flieren ,
by de'Leden, daer zy de beße inclinatie ende
meeflc confidentie by vinden
: ende den Heeren
xxxvi. raden op den eedt belaß, de Jen te Je-
er et eren (p).
Wy hebben dit merkwaardig befluit wel, Aanmer-
met de eigen woorden van de Vroedfchap, kingen
willen voordraagen, op dat men zien zou, over die
5                                     hoêbefluit'
(p) Rcfol. Vroedfch. N. 20. 2 Dec. U$o. f, 12$, ije,
K4
I
-ocr page 152-
\ .
15* AMSTERDAMS ÏLDeel:
1650. hoe vroeg de Stad Amfterdam reeds ge-
neigd heeft tot de fcheiding van het Stad-
houderfchap en Kapitein -Generaalfchap ,
waartoe, eerft in 't jaar 1667, beflooten
werdt. Ook blykt, uit dit befluit, dat de
geweldige onderneeming van wylen den Prin-
fe van Oranje der Regeeringe van Amfter-
dam eenen afkeer ingeboezemd hadt van
de Stadhouderlyke Regeeringe , immers
van het hoog gezag, welk de Stadhouders
voormaals gehad, of geoefend hadden.
De Stad De Staaten van Holland, den agtftenDe-
verkrygt cember, beflooten hebbende, dat de ftem-
dTver°Pmende Steden » welker Wethouderfchap,
kiezing door den Stadhouder, plagt befteld te wor-
vanSche-den, voortaan, van hun Oclroi zouden kon-
penen. nen verzoeken, om haare eigene Wethou-
derfchap te beftellen; zo verwierven, ver-
fcheiden' Steden, terftond, zulk een Oftroi
(q). Te Amfterdam, plagt de Stadhouder
alleenlyk Schepenen te kiezen, uit een dub-
bel getal, door de Vroedfchap benoemd.
Poch nu verzogt de Regeering, dat deeze
verkiezing door Burgemeefteren gefchieden
mögt (r); waartoe, den twee en twintigften
December , O&roi verleend werdt, door
de Staaten (j).
Oordeel Op de Regeering der Vereenigde Provin-
van ee- vinCien in 't gemeen, werdt ook, eerlang,
magtic-6 een'ge orde beraamd, in eene buitenge woo-
ém der ne Vergadering, die, op verzoek der Staa-
Staaten, ten van Holland, befchreeven was. Wy
ftaan
((f) Vadert. Hift. XII. Deel, hl. ij*.» ij«.
(r) Rcfol. Vroedfch. N. 20. tj Det, JÖjo. ƒ, ij».
■ (>) Handv. hl. 10&. [iji.j
^riMÉkudl
-ocr page 153-
XVI.BöEK. Geschiedenissen. 153
Haan niet ftil op verre het meefte, welk in 1650.
deeze aanzienlyke Vergadering gehandeld over de
werdt (O» om dat het Amfterdam niet in 't Redenen
byzonder betrof. Doch in Juny des jaars van wy-
1651, toen de bezigheden der groote Ver *fn zvne
gaderinge omtrent afgeloopen waren, bragt he°^"
de Raadpenfionaris Jacob Kats > die voor- ifeUL,
hadt zyn ampt neder te leggen, het Ge-
fchrift, waarin wylen zyne Hoogheid reden
gaf van den aanflag op Amfterdam en van
het vatten der zes Heeren, welk, tot hiertoe,
beflooten , onder hem beruft hadt, in de
Vergaderinge van Holland. Men leide in
beraad, of men dit Gefchrift verbranden,
of openen en leezen zou, en men befloot
tot het laatfte. 't Werdt-vervolgens gefield
in handen van eenige Ge magtigden, die oor-
deelden „ dat het, fchriftelyk, behoorde
„ wederlegd, en de wederlegging aan de
„ groote Vergadering overgeleverd te wor-
j, den; dat men de bezending, in 't voor-
„ leeden jaar, aan de Steden van Holland
„ gedaan, ook behoorde te veroordeelen,
j, als ftrydig met den vorm der Regeerin-
„ ge; en dat men de andere Provinciën be-
„ hoorde te verzoeken, dat zy de Refolu-
„ tien, die, den vyfden en zesden Juny des
3, voorleeden jaars , door eenige weinige
„ Afgevaardigden ter algemeene Staatsver-
„ gaderinge, uit ontzag voor de aanzienlyk-
„ neid des Prinfen van Oranje, genomen
5, waren, wilden afkeuren, voor nietig en
„ van geener waarde verklaaren,en te ge-
» Ijk
(/) Zit Vaderl. Hill. XII, Dttl, hl. 151 enz.
K5
-ocr page 154-
ÏS4 AMSTERDAMS • ILDeee;
16*51. 5> lyk intrekken de afgeperfte dankzeggin-
„ gen, aan wylen zyneHoogheid gedaan.'*
Éindelyk, veritonden de Gemagtigden „ dat
„ men> by duidelyke Refolutie, behoorde
5, te verklaaren^enaanflagopAmfterdam,
„ en het aantaften der zes Heeren te hou«
* Attentat. » den voor een * toeleg op de vryheid, hoog-
,, heid en fbuverainiteit deezer Provincie,
„ regelregt ftrydig met alle Wetten,Reg-
„ ten en Privilegiën." 't Befluit, welk de
Staaten van Holland hierop namen, kwam
genoegzaam overeen met het gevoelen der
Gemagtigden. Leiden alleen oordeelde, dat
dit befluit niet naar den gewoonlyken vorm
der Regeeringe genomen was (u).
De Heer De Staaten van Holland deeden, omtrent
van Som« deezen tyd,ook onderzoek naar denopitel-
melsdyk ier van dit Gefchrift, en van een ander, be-
dfetde". heizende Klagten ever die van Amfterdam,
Wegens welk, door zyne Hoogheid, kort na des-
zyn aan- zelfs te rugkomft met de bezendinge , ter
deel in Vergaderinge van Holland, ingeleverd was:
den toe- enmen bevondt, dat beide deeze fchriften,
Amfter- immers net laatfte zekerlyk, door den Grif-
dam. fier Mufch, was opgefteld (ü); doch dee-
ze was, den zesentwintigften December des
jaars 1650 , overleeden (iy) , waarom 'er
niets tegen hem gedaan werdt. De Heer
van Sommelsdyk, die de hand gehad hadc
in den aanflag op Amfterdam, verneemende,
dat 'er ook naar zyn gedrag onderzoek zou
ge.
(u) Refol. Holl. IJ»I« ,19 Jttny ,2} lAug. itfyi. bl, 2$si,
(v) Zie Aitzema Herft. Leeuw, bl. 4jj enx,.
(wj Holl. Mcrc. f*» ïSjo. bl. «j.
-ocr page 155-
XVIBoëk. Geschiedenissen. ï$s
gedaan worden, waarop de Stad, inderdaad» j<S$f.
zeer gefield was (#); boodt zig zelven ter
verantwoordinge aan. Men befchtildigde
hem „ i. dat hy, in den eed van Holland
„ zynde, kwalyk gedaan hadt aan het lei-
„ den van Krygsvolk naar Amfterdam, op
„ bevel van zyne Hoogheid. 2. Dat hy de
„ wallen van Amfterdam hadt befpied. En <.
„ 3. Dathyverfpreiderwasvan het gerügt,
„ dat deeze Stad zeker Verdrag gemaakt
„ hadt met het Parlement van Engeland."
Doch hy bragt hiertegen in „ t. dat hy,
„ als Kolonel, ook onder zynen Kapitein-
„ Generaal ftondt, die hem, wegens 't
„ fchenden van zynen Krygseed, zou heb-
„ ben können doen ftraffèn; behalve dat
j, zyne Hoogheid ook groot gezag hadt in
„ zaaken van Regeeringe, en in Amfterdam
„ alleenlyk begeerde gehoord te worden,
„ over 't gene den dienft der Landen be-
„ trof. 2. Dat hy zig zo korten tyd in Ara-
„ fterdam hadt opgehouden, dat het hem
„ onmogelyk geweeft zou zyn de wallen te
„ befpieden; en dat hy, met zyne reize door
„ de Stad, niet anders beoogd hadt, dan
„ den tyd af te meeten, dien de Ruitery
„ zoü noodig hebben, om van Scherpen-
„ zeel te Amfterdam te komen. 3. Dathy,
„ wegens de gemeenfchap tuffchen 't Par-
„ lement van Engeland en de Stad Amfter-
„ dam, niets hadt gezeid, dan 't gene hy,
„ weinige dagen te vooren, uit den mond
„ van zyne Hoogheid, verftaan hadt."
Voorts,
(x) Refo!. Vtoedfch. N. xo, July idji, ƒ. iöj. i
-ocr page 156-
Ï5* AMSTERDAMS E DeeC
16ki. Voorts, fchreef hy 't voornaam beleid van
' den aanflag op Amfterdam toe aan Graave
HyworcitWillem Fredrik. De Staaten van Friesland
begree- namen, hieruit, onder anderen, gelegenheid,
eenVal- om ter Vergaderinge der algemeene Staa-
gemeene ten te dringen op de afkondiging eener al-
Vergiffe-gemeene vergiffenifle van 'tgene,in'tvoor-
nifie, leeden jaar, voorgevallen was« Doch de
Jji^j Staaten van Holland vonden geen genoegen
dende11 in 't ontwerp, welk desaangaande gemaakt
van de was (y\ Amfterdam in 't byzonder ftondt
Regee- »er fterk op, dat de zaak van den Heere van
nnSe* Sommelsdyk voor 't Hof betrokken werdt
(2). Hy befloot, federt, zig in zo verre
fchuldig te erkennen, dat hy,openlyk, ver-
zogt, onder de algemeene Vergiffenifle, te
mogen begreepen worden. Amfterdam be-
weerde, in 't eerft, dat men 'er hem van
behoorde uit te zonderen;doch ftondt,wat
laater , toe , dat hy 'er oijder begreepen
werdt, mids hy zig , vrywilliglyk, of in
gevolge van een Staatsbefluit, van alle amp-
ten van Regeeringe in Holland onthielde (a);
waartoe hy, eindelyk, komen moeft. De
algemeene Vergiffenis werdt toen vaftge-
fteld , en vervolgens afgekondigd. Men
verklaarde, in dezelve „ nu noch ooit te

zullen gedenken aan de onluften des voor-
leeden jaars, en de Refolutien van den
vyfden en zesden Juny, met al wat, uit
,, kragte van dezelven, verrigt en onder-
„ no-
(y) Vadetl. Hift. XII. Peet, tl. 194-19«.
(z.) Refol. Vroedfch. N. zo. 19 Jtdy lóJI. ƒ. I«SJ verf«.
(*) ILefol. Vroedfch. N. 20. 24 Juty, 1 Au%. ié#l. ƒ.
16« verf», i«7.
-ocr page 157-
XVXBoek. Geschiedenissen. 157
^ nomen was, voor nietig en van onwaar- ló^r,
„ dé; van al 't welke de blyken en over*
„ blyffels geligt zouden worden uit de open*
I, baareRegiftersO)."
Midlerwyl, hadden eenige Steden, en ook De Re.
Amfterdam, geraaden gevonden, 't Ge-geering
fchrift van wylen zyne Hoogheid, genaamdXan,Am'
Redenen en Motiven, afzonderlyk te 'weder- verdek
leggen, en die wederleggingèn ter Verga-digt de
deringe van Holland over te leveren. Tot Heeren
het ontwerpen der wederlegginge van Am-5en Bic*
fterdam, waren, nevens Burgerneefteren,fchtihe-
de Heeren Andrïes Bicker, Cornelis van Dr on- ïyk.
keiaar en Pieter Kloek uit de Vroedfchap ge-
magtigd. De wederlegging was, op den
naam van Burgerneefteren en Vroedfchap -
pen, ontworpen, en den negentienden July,
in den Raad, goedgekeurd (c). Zy behels-
de eene ronde verklaaring „ dat de Heeren
„ Andries en Cornelis Bicker altoos had-
„ den getoont te wefen vroome ende eerlycke
Regenten, ende oprechte trouwhertige Pa*
triotten, ende liefhebbers van 't Vaderlandt;
dat zy,nimmer, eenigen voorflag gedaan
„ hadden, tot verbreekinge der Unie, ver-
„ andering der Regeeringe, of der waare
„ Chriftelyke Gereformeerde Religie, noch
„ by gevolg tot verderf van den'Staat; maar
„ dat hunne daad en en voorflagen, altyd,
          i
3, tot behoudenifle van den zelven, hadden
„ geftrekt; dat de Regeering volkomenlyk
„ voldaan was over de wyze, waarop ge-
„ mei-
(b)  AitzemA Herft. Leeuw, hl. siy.
(c)  Refol. Vxoedfch, N. zo. u, i» July ifti. ƒ, xtfi,
I63 verfi.
-ocr page 158-
158 AMSTERDAMS II. Dm;
l6$i. sv melde Heeren den laft, hun gegeven,
„ hadden uitgevoerd, in de raadpleegingen
„ op den nieuwen Staat van Oorlog, en op
„ de afdankinge van een gedeelte van 's
„ Lands Krygsvolk; waarover zy , voor
„ deezen, bedankt waren, en nu nog be-
„ dankt werden. Dat zy, wyders , van
„ deeze raadpleegingen, van tyd tot tyd,
„ getrouw verflag gedaan hadden. Dat ook
l
          „ de werking tegen de bezending het eigen
„ bedryf der gantfche Regeeringe geweefl
„ was, en geftrekt hadt tot handhaavinge
5, van de hoogheid der Provincie, en van
„ de geregtigheid der Stad, geenszins om
s, eenige verwydering te verwekken in den
M Staat. Dat de Stad haar gedrag, ten
„ deezen opzigte , reeds, in' der Staaten
„ Vergadering , geregtvaardigd hadt, en
„ dat zy zig byzonderlyk bedankte van het
„ goed beleid der Heeren, die zy daarin
9 gebruikt hadt; welken nogmaals bedankt, .
M en kofleloos en fchadeloos gehouden wer-
„ den van alles, wat hun, deswege, nu of
n na deezen, zou mogen overkomen(J)."
•tWaar- Kort hierna, ontving de Regeering het
agtig en Ontwerp van de verdediging der Staaten
noodig Van Holland, over het gehandelde en ge-
J*eri65 , beurde, in't jaar 1650. De Afgevaardig-
licht?0 'den ter dagvaart werden gemagtigd, om
het zelve, naar voorkomende gelegenheid,
te vermeerderen of te verminderen, en
vooral, te bevorderen, dat het in 't licht
(*) Zk AiTZKMA Heift. Leeuw, hl. 477»
-ocr page 159-
XVI Boek. Geschiedenissen. 159
gegeven werdt O): gelyk, eerlang, ge- x6$u
ïchiedde, onder den titel van Waaragtig en
noodtg Berigt-
In dit fluk, werdt het gehan-Inhoud
delde over de vermindering van 't Ërygs-™11 het
volk eerfl: uitvoeriglyk verhaald; en daarna» e*
van den aanflag op Arnfterdam en 't vatten
der zes Heeren gefproken met deeze woor-
den : Middelertydt fyn , den 30 July 1650
/morgens, op 't aller onverwachtfte uytgeborflen
foodanige dejfeynen
, daer op wy/onder * hor-* af.
reur niet /ouden hebben können of derven denC' fchrik»
ken , namentlyck , dat /es Heeren uyt on/e
/ouveraine Vergaderinghe
, opt ver/ouck van
/yn Hoogheydt
, op deszelfs Kamer gekomen
/ynde
, aldaer in detentie gehouden, ende oock
daer naer ghewapenderhandt gevanckelyk weg-
gevoert
, en naer den Huy/e van Louvenfleyn
ghebracht /yn
, als mede dat men de Stadt van
Arnfterdam
, /ynde de confiderabelße van on/s
gant/che Provintie, ende wekkers /poedig ende
onverwachte ruine
, den onderganck van het
gant/che Landt evidentlyck nae /ich ßepen/ou-
de> /ubytelyck met Kryghsvolck van denStaet,
/ecretelyck aldaer ghekomen /ynde
, heeft ge-
tracht te overvallen, ende 't gunt verder daer-
acn dep enderende
, ten /elven tyde, in 't gbe-
fichte van ons ende de gant/che wereldt9isgbe-
/chiedt. Voorts, werden deeze geweldige on-
derneemingen toegefchreeven aan „ f ver-f pemi*
„ derfelyke en/noode Raadshiden, die, omcieuß*
„ hunne hyzondere driften , flaatzugt en
„ belangen te voldoen , dm jongen Heer
M daartoe geraaden en bewoogen hadden."
Daar*
(O p.efol. Yioedfch. K, a«. %i J»lj Ufi. /, im.
-ocr page 160-
m AMSTERDAMS II. Deel;
lC$ i. Daarop volgde een breedvoerig bewys van
drie byzondere punten „ i. van het regt der
j, Staaten om het Krygsvolk, in welks aan-
„ houding zy niet bewilligd hadden,onbe-
„ taald te laaten. 2. Van de wetteloos-
„ heid der bezendinge aan de Steden van
„ Holland van Juny des jaars 1650. 3. Van
„ de inbreuk op 's Lands Hoogheid en Vry-
„ heid, gebleeken in den aanflag op Am-
„ fterdam, en in het gevangen neemen der
„ zes Heeren." Waarna 't Berigt befloo-
ten werdt met eene dankzegging aan Go-
de, die 't Land, zo onvoorziens , zonder
eenig toedoen der Regenten, uit alle dee-
ze verwarringen, verloft hadt; en met eene
vermaaning, om 's Lands Vryheid den na-
komelingen zo ongekrenkt na te laaten, als
men dezelve tegenwoordig bezat (ƒ).
De Stad De onderneeming op Amfterdam hadt de
verwerft Stad zo zwaare koflen veroorzaakt, datzy,
vergoe- aj fcy tvc|s} 0p middelen verdagt geweefr.
buifen.er was» om ^esweêe vergoeding te bekomen
gewoone uit 's Lands Käflfe. De ingelanden en op-
koften , gezetenen der doorgefteken Buitenveider- en
in't jaar Outewaalder Polders hadden ook zo veel
gedaan geleeden, dat de Raad, reeds in 't voorlee-
den jaar, verftaan hadt, dat zy daarin be-
hoorden te gemoet gekomen te worden (g).
En in September deezes jaars, werdt be-
flooten,dat meh voor deezePolders vrydom
van Verpondinge zou tragten te verwerven,
ten minften voor den tyd van een jaar (h).
Toe
(f) Zie AITZEMA Herft. Leeuw, bl. 48<S-ji8.
(g)  Refolr Vroedfch. N. zo. z Dec. i6jo. ƒ. 130.
(b) Refof. Ywedfch. N, ao. 1 Sept. ti$s, ƒ, 177.
-ocr page 161-
XVI Boek. Geschiedenissen. i6i
Tot het bekomen van vergoeding van kos- 1651.
ten aan de Stad , werdt, insgelyks, gear-
beid. Men erkende, ter Vergaderinge van
Holland, dat dezelven, ten diende van den
Lande, gedaan waren, en dat men der Stad,
wegens naaren betoonden yver en wakker-
heid , grooten dank fchuldig was. Doch daar
verliepen nog eenige jaaren, eer haar de
gedraagen koden, ter fomme van vier en
vyftig duizend vyf en veertig guldens en tien
duivers, 'door 't gemeene Land van Hol-
land, werden goedgedaan (i). En deeze
was de eindelykeuitflageener onderneemin-
g.ë, die nooit weergade gehad hadt: en, gelyk
hertelyk te wenfchen is, nooit weêrgade
moge hebben.
(i) Refol. Holl. ?o May, z6 Juny t<S?J. II. 253, 3itf,
7 Dsc. 1050. hl. %x-]. xy Maarti6$i, bl. 97. Zit e^Aanb.
*p 't Leve« van H, D£ GäOOT. hl. 63 , 64. AlTZEMA
IU. Qttl, bl, sis.
V. Stuk.                L                   B Y-
-ocr page 162-
i6% AMSTERDAMS IL Deel.
BvLAAGE B Y L A A G E
U* A.
op het II. Deel, XVI. Boek.
1 ■
Lr. A.
Advys der Gecommitteerden van de Vroedfchap
van Amflerdam
, wegens de propofitie van fyn
Hoogheyt
, gedaen tot Dordrecht, nevens den
'anderen Heeren Gecommitteerden van de Sta- •
ten Generael.
Geregiftreerd in 't Refolutiebeek
N. so! 20 Juny 1650. f. 75 verfo enz.
-
Het heeft U. Achtb. gelieft ons te commit-
teren, om nader te overmercken 't geen,
ter occafie van de bezendinge van de Heeren
Staten Generael aen den Steden van Hollandt
over de bewufte caflatie ende reductie van een
gedeelte van 's Lands Militie in deliberatie is ge-
weeft ; ende omme te concipiëren ende op het pa-
pier te brengen de redenen, motiven ende con»
iideratien , waermede de Heeren Gedeputeerden
ter eerfter Vergaderinge van de Heeren Staten
van Hollandt gaende van wege defe Stadt ge-
fterckt zouden mogen worden, om de hoogheyt,
vryheyt ende gerechtigheden van defe Provin- .
cie , ende den Leden van dien tegens alle in-
drachten ende nieuwigheden, die daartegen on-
dernomen zyn ende verder zouden mogen wor-
den , voor te ftaen ende ongequetft te confer-
veren,ende voor te helpen comen oockvermy-
den de disordre ende onheylen , die uyt de
voorf: indrachten ende nieuwigheden zouden
mogen ryfen.
Wy hebben om U Achtb. laft: in defen t'ach«
tervolgen, nagefien ende geexamineert de Re-
folutien van haer Ed. Groot Mo. den eerften
ende tweeden defer op 't voorf: fubject geno-
men, ende de propofitie daer tegens by de Ge«
coia*
>
-ocr page 163-
XVI. Boek- Geschiedenissen. 163
committeerden? van de heeren Staten Generael $yla\
gedaen aen de raagiftraet van Dordrecht, mits- A.
eaders het Tradaet van Unie: de. commiflle van
Jyne hoogheyt al» Stedehouder .van Hollandt:
d'Inflruétfe van den Raedt van State ende ver-
fcheyden andere befcheyden ter materie dienen-
de ; ende zyn insgelyx d.oor de Heeren ter Dag-
vaert zynde geweeft bericht van diverfe omftan-
digheden, die haer omtr'ent defe zaeck hebben
toegedragen, zo in Hollandt als ter Generaliteyr.
Ende hebben wy niet anders connen zien ende
afnemen dan dat haer Ed: Groot mo. in tnemen
van de gemelte refolutien, van onbetaelt te la-
ten, ende voor gelicemieert te houden de quote
van defe provincie in vyf en vyftigh Compag-
nien te voet ende twintigh te paerdt, ende in de
reduclïe van de Compagnien voetknechten van
tfeventigh koppen op tfeftigh,ende van deruy-
ters van tfefligh op vyfiigh, oock in 't effectue-
ren van dit gerefolveerde by aenfehryvinge aen
de Capiteynen, Ridtmeefters ende Solliciteurs,
op haere repartitie ftaende , gedaen hebben rt
geen haerEd. Groot mo. wettelyck, volgens de
natuyr van de Regeeringe, zyn vermogens te doen.
De wettige macht welcke haer Ed. Groot-Mo.
hier toe by haer zelve competeert, achten wy te
dependeren van de hoogheyt ende fouveraiqiteyc
van de Provincie, ende gefondeert te zyn op de
bekende ende onverbrékelycke grondflagh van
de Regieringe: Dat in het fluck van belaffcingen
•geen overftemminge plaetfe heeft, maer een yder
pfovincie gereferveert blyfe de Vryheydt om de
confenten die daertoe verfocht worden in te wil-
ligen of te excufeeren, ende overfulx alfo het
onderhouden van de militie is wel devoornaem-
fte belallinge, ende die meeftendeel alle d'an«
dere met haer fleept; fo wordt oock volgens de
bekende ftyl van Regieringe, by petitie van den
Raedt van State, van jaer tot jaer, confent ver-
focht in den Staet van oorlogh, ende, by ge-
L a                    volgh,
-ocr page 164-
16*4 AMSTERDAMS IL Deel.
ge volgh, ieder Provincie die vryheyt gelaten, om
hare confenten daerop zoo verre bepaek offon-
bepaelt in te brengen, als zy vermogens zyn te
prefteren, ende , ten dienflo van den Lande ver-
ftaen te behooren: alfo anderfints, ende indien
aen de Generaliteyt gefielt zoude zyn het getal
van de militie by pluraliteyt van Hemmen vaft
te Hellen, zulx dat oock de overftemde Provin-
cie daeiinne haer confent mode dragen : zoo
zoude, by nodigh gevolgh, d'eene Provincie d'an-
dere de wet connen dellen in het dragen van de
beladingen, alfo de militie niet en can onder-
houden worden zonder foldye, ende de foldyen
niet gevonden worden zonder belaflinge: Ende
zoude hier mede den anderen Provinciën . welc-
ker finantien tegenwoordigh on vergel yckelyck
veel min dan Hollandt zyn befwaert, ende dies
vermogens om meerder in de gemeene Lallen
te dragen, nu een open wegh gebaent zyn om
dele goede Provincie , door 't opdringen van
voor haer ondraeghlycke laden , in confufie
van finantien ende onvermydelycke mine te
helpen.
Dat voorts de Heeren Staten van Hollandt
defe wettelycke macht om afffonderlyck van de
andere provinciën te disponeren tot de reductie
ende licentieringe van de Militie op haere re-
partitie (laende , in zodaniger voegen als ge-
fchiedt is, niet en hebben gebruyckt, voor en-
de al eer zy alle behoorlycke middelen hadden
aengewendt, om de andere Provinciën tot een-
parigheyt met haer Ed. Groot Mo. te bewegen,
ende dat haer Ed. Groot Mo. vermits de on-
vermogentheyt van hare finantien niet langer
en conden patienteren, zonder den dienfl van
't Landt merckelyck te verachteren, het zelve
achten wy dat de Heeren Gedeputeerden , over
defe befoignes geweelt hebbende, genoegfaem
zuilen doen blycken, daer 't vereyfcht wordt,
door aenwyiinge van de meenighfuldige devoi-
ren,
-ocr page 165-
r
XVI.Boëïc. Geschiedenissen. 165
ren, die aen de Gedeputeerden van de Provin- Bylaage
cien ter Generaliteyt tot defen eynde by Hol- Lr. a.
landt zyn gedaen, ftaende zoo langhwylige de-
liberatien, als over dit werck zyn gevallen,en-
de particulierlyck door de gevoeghfaemheydt
die de Leden van Hollandt hebben getoont,
mits , ter contemplatie van de andere Provinciën,
zo verre affte gaen van haer Ed. eerfte refolutie
van te cafferen honderd ende vyfF Compagnien
te voet ende de helft van de Ruyterye: ende uyt
het geen haer Ed. Groot Mo. den Heeren Sta-
tin van de andere Provinciën, aengaendedeon-
gelegentheyt van Hollands finantien op dit fub-
ject over langh by miffive hebben geadverteert.
Ende zeeckerlyckheefc oyt, ftaende den oor-
logh, de nood gedrongen om extraordinarie le-
vées te doen« waer door 's lands Militie tot
fulcken grooten aental van Compagnien is ge-
augmenteert, gelycke ende grooter noodt dringht
Hollandt tegenwoordigh, om alle Militie, die
men, zonder gevaer van den Lande, mhTen can,
aff te fchaffen ende te excuferen, ende die men
nodigh heeft op de voet van de meefte mesnage
te houden, iiadien zy oyt hare ingezetenen de
vruchten van de Vrede door verlichtinge van
ièhattingen ende impofitien wil doen genieten,
ja zelfs haer ruine prevenieren.
't Is insgelykx genoegh bewefen ter Vergade-
ringe van haer Ho. Mo. dat dele vermindeiïnge
van de Militie, waer toe Hollandt benodight is
te refolveren, gefchieden can, zonder te manque-
ren aen de nodige befcherminge van de Landen;
ende dit alfo by fyne Hoogheyt den Heere Prin-
ce van Orangien geoordeelt te zyn, can blyc-
ken uyt de voorflagh van accommodement, den
achttien December leftleden door fyne Hoog-
heyt gedaen aen haer Ed. Groot-Mo., waerïnne
wierd' voorgeflagen grooter vermindeiïnge van
Militie dan tegen woordelyck by haerEd. Groot-
Mo. is goedgevonden.
L 3                      'tls
-ocr page 166-
16*6* AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaage 't Is mede genoegfaem bekent, dat door de wey-
Lr. A. nige ordre,die 'eris op de betalinghe, monde-
linge ende discipline van de Militie, 's Lands
Compagnien zoo fchandelyck defeótueux zyn,
dat men tegenwoordelyck zo veel foldaten niet
effe&ivelyck in dienft zal bevinden, als men na
defe ende grooter caffatie ende verminderinge
zoude hebben, by aldien men te gelyck ordre
ftelde, om, volgens het ne art. van de Inftruc-
tie van den Raedt van State,de betalinge hooft
voor hooft te doen ofte bydiergelyck middel ver-
hinderde dat het Lands geldt door Mortepayen
niet en wierd' geconfumeert.
Ende is derhalven wel te verwonderen , dat
men niet liever tracht op defe voet het Landt,
niet met foldaten op 't papier maer in effefte voor-
den te houden, ende dat men Hollandt boven
vermogen wil furchargeeren, ende daerdoor te
weegh brengen, dat men op de monfteringe en-
de discipline van de Militie geen goede ordre can
dellen, alfo om daertoe te comen, eerd goede
betalinge moet voorgaen, die niet te pracTriferen
is, wanneer de laden gaen boven het incomen.
Sulx dat inderdaed die geene die hierinne Hol-
land tegengaen, niet alleen de ruine van die Pro-
vincie thoonen te zoecken, maer oock de be-
fcherminge ende de Fecuriteyt van 't Landt niet
weynich verachteren.
Ende overfulx , alfo de Heeren Staten van
Hollandt niet anders in defen hebben gedaen,
als het geene haerEd. Groot Mo. wettelyck ver-
mogens ende »tot voorcominge van de ruine van
hare Provincie noodshalven gehouden waren ,
ende zonder vercortinge van 's Lands nodige be-
fchermenifle conden doen, fo wordt defe ac-
tie van haer Ed. Groot-Mo. buyten alle be-
hooren gecontraquarreert by de andere Provin-
ciën, ende in de voorf. propofitie van haer Ho.
Mo. Gecommitteerdens t'onrecht getraduceert
ende becladt met verfcheyden imputatien waer
aen
-ocr page 167-
XVI.Boek. Geschiedenissen: 167
aen U Achtb. ende de andere Leden van HoI-btlaaoï;
landt zoo wy ons verfekert houden niet fchul- Lr. A5 !
digh en zouden willen zyn.
Als namentlyck, dat door defe afffonderlyc-
ke licentieringe ende reductie van haer Ed.
Groot Mo. 1. zoude worden gecontravenieert
het Tractaet van de Unie. a. verbroken ende o-
vertreden de ordre ende voet, die tot noch toe
in de Regieringé* onverbrekelyck is geobferveert,
alfo aen fyne Hoogheydt ende den Raedt van
State by de gefamentlycke Bondtgenooten hec
opperfte Commandement, aenneeminge , afF* >
danckinge off reduftie van Cryghsvolck zoude
zyn gedefereert, ende van dezelve alleen de-
penderen de Militie in eedt t'ontfangen, ende
daervan wederorame te ontflaen ende te licen-
tieren. 3. dat by gevolge haer Ed. Groot Mo.
oorfaeck zouden zyn van alle de disordre, on-
heylen, de ruine vän den Staet ende ingezete-
nen van dien, die hier uyt ftonden te vrefen.
Ende wordt met gelycke onrede noch ge-
claegt, dat haer Ed. Groot-Mo. haer niet en
hebben willen voegen met de zes andere Provin-
ciën, op de Staet van oorlogh, noch zelf daer-
over in conferentie comen, fonder welcke ftaet
nochtans , volgens de fuftenue van de gezey-
de Heeren Gecommitteerdens, niet mogelyck
zoude zyn het Landt buyten confufie te hou-
den.
Voor zo veel belangt de contraventie van de
Unie 't zelve en zien wy niet met wat fon-
dament beweert mach worden, maer ter con-
trarie, dewyle by het Traétaet van Unie een
veder Provincie wordt gelaten by fyne hoog-
heyt, gerechtigheyt ende Privilegien, ende dat
nergens overgegeven ende toegeftaen wordt dat
d'eene Provincie de andere in het ffcuck van
belaftinge zoude mogen overftemmen, maer
wel het contrarie: zo zoude defe befchuldingh
wel mogen worden geretorqueert tegens de
L 4                   gee-
-ocr page 168-
i6*8 AMSTERDAMS II. Deel;
Avlaage -geene die Hollandt, in het gebruyck van hare
J>. A. wettelycke macht, zoecken te verhinderen.
Wat aengaet d'intentie van de Unie, waer van
in defen gewagh wordt gemaeckt, defelve geen
andere zynde dan de befcherminge van de Geü-
nieerde Landen, ende het handhaven van een
yedcrs vryheyt ende gerechtigheyt;zoo wordt-
fe niet zeer wel betracht by de geene, die de
Provincie van Hollandt, welcke zo veel voor
haer eygen en des anders vryheyt heeft gedaen
ende geleden, zouden willen onbequaem maec-
ken om haer zelven in tyden van noodt te con-
nen befchermen.
Dat men zeyt, dat de Provinciën haer ver-
bonden hebben, omme by den anderen te b'y-
ven , in aller maniere ende forme als of zy eené
Provincie waren, 't zelve wordt qualyck in de- ,
fen
gevallen geappliceert, aengezien wy willen
vertrouwen dat niemandt in de Regieringe van
Hollandt gedacht en heeft om contrarie te doen,
mits dat men wel verftaet* dat hiermede de ge-
rechtigheden van de Provinciën niet t'famen ge-
fmolten zyn, maer een ycder by dezyne is ge-
bleven ende verbonden den anderen by de hare
te laten, ja daerinne te helpen voorftaen ende
maintineeren.
Gelyck oock zeer qualyck ten propooft ende
hatelyck de Religie in defèn wordt bygebracht, .
alfo de queftie hier niet en is over Religie, off
yets daervan dependerende,maer alleenlyckoff .
de Provincie van Hollandt geconfhïngeertmach *'
worden by haer Bondtgenooren om meerder Mi-
litie aen te houden als zy vermogens is te beta-
ler) , ende daer door in de disordre ende confu-
fie . die uyt geruineerde fmantien ende onbetaelc
Cryghsvolk gewoon zyn te ontftaen, onvermy-
delyck te vervallen, fonder evenwel effektive
meer volck in dienfi te hebben, als HolJandt^ m
onder goede mesnage, wel zoude willen onder-
houden.
, ■ '•''"'■'■■■. ^.
-ocr page 169-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 16*9
Dat wyders gemelte Heeren Gecommitteer- Bylaagï
den haar fonderen op het oe. Artic. van de Unie, Lr. A.
om het different, dat men tegens Hollandt op-
neemt te trecken tot decifie van de Stadthou-
-ders, 't zelve zoude ( onder correctie) mogen
plaets hebben, zoo wanneer over de esgaliteyt
ende inesgaliteyt van de Contributien tuffchen
de Bontgenoten eenigh verfchil zoude gérefen
zyn, waervan te verftaen is het voorf. 9« art.
Ende zeeckerlyck aengezien de Provincie van
Gelderland by de Vrede zoo merckelyck is ge-
beneficeert, ende andere, Provinciën mede na-
haer vermogen, ende na proportie van Hollandt
niet en contribueren, zo ift wel reden dat eens
ferieufelyck van 't veranderen ende reformeren
van de quota en de contributie werde gehandelt,
ende zoude als dan, in geval van differentie,
dit connen te pas comen, maer niet in cas fub-
jecl, in het welcke different comt gemoveertte
worden over een poindl tfamen gaende met de
hoogheyt ende vryheyt van de Provincie, welc-
ke men niet vermach in compromis te flellen.
, _ Ende zoo wanneer omtrent defe zake al ee-
nigh bedencken conde vallen aengaende het dif-
ferent aen den Stadhouder, des neen, zoo zou-
de zulx als nu geenplaetfe hebben connen,alfo
fyn Hoogheyt zich heeft gevoeght met de Ge-
deputeerden van de andere Provinciën.
De Heeren Gecommitteerden zeggen wel in
hare voorf. Propofitie, dat zy geloven dat de
flnantien van'de Ed. Groot-Mo. Heeren Staten
van Hollandt hoogh zyn befwaert ende niet wel
connen dragen alle de laflen; dat is wel waer,
ja het is defelve onmogelyck te dragen alle de
laften; maar dat andere Provinciën willen clagen
over gelyck befwaer ende onmacht; hoe groote
onreden zulx zy can wel blycken allen den gee-
nen die den Staet van Hollandt ende van de an-
dere Provinciën is bekent. De Provincie van
yrieslandt heeft byna een derde part van hare
I* 5                    ge-
-ocr page 170-
i?o AMSTERDAMS II. Deeu;
Btlaa-gé gemeene middelen affgeftelt, ende can noch jaer-
Lr. A. üx een goede fomme te boven ftaen, ende eeni-
ge andere Provinciën hebben hare laften mede
ten deele vermindert, in plaetfe dat Hollandt,
houdende hare Gemeente onder de befwaernis-
fe van de oude fchattingen noch zeer veel hon-
derd duyfenden, na defe caflatie, ende na dat
noch zeer veel andere middelen van mesnage
gepractifeert zullen worde« jaerlix te cort zal
com en.
Ende is zeer wel te geloven, dat indien de
Provinciën in defelve onmacht met Hollandt
waren, vcrfcheyden goede voorflagen, die meer-
malen zyn geproponeert van 's Lands geld, in 't
betalen van de Militie door goede ordre te doen
ßrecken, zoo niet en zouden zyn getraverfeert
geweeft, ende de mesnage beter behertight.1
Voor zoo veel het tweede aengaet dataenfyn
Hoogheyt ende den Raedt van State het opper-
fte Commandement tot aenneminge ofte afdanc-
kinge offreduétie van het Cryghsvolck zoude
zyn gedefereert, indien men dit zoo zoude wil-
len verftaen dat fyne Hoogheyt ende den Raedt
van Staete daer over abfolutelyck by haer zei-1
ven zouden hebben te disponeren, zoo weder-
fpreeckt men de bekende ordre ende gefteltevan
de Regieringe, achter volgens dewelckc fyne
Hoogheyt ende de welgemelte Raedt hiertoe
confenten van de Provinciën nodigh hebben en-
de gewoon zyu te verfoecken;doch indien men
hier by anders nieten meent dan dat fyne Hoog-
heyt, ende welgemelte Raedt, het goedvinden
van de Provinciën voorgaende, de'voorf. zaeken
efMueren, zo en wordt hierdoor niet verhin-
dert dat de Provincie van Hollandt, hebbende
eerft alle gevoegfaemheyt getoont om eenparig-
lyck met d'andere Provinciën te gaen eyntelyck
by haerfelve refolvere om op haer repartitie on-
betaelt te laten ende voor gelicentieert te hou-
den de Militie, die zy inderdaet onvermogens is
te
-ocr page 171-
XVLBoek. Geschiedenissen. 171
te betalen.Oock wordt in de Inftruftie van den rvt ..--
Raed van State by 't 7 Art. wel duydelyck ge- jj A -
zeyt, dat de Raden niet zullen mogen doen tot *
prejudicie van de Privilegien, Rechten, Vry-
heden ende Ufantien van de Provinciën in 't ge-
nerael ende yeder in 't befonder: onder welcke
Vryheden ende Ufantien alfo wel de voornaem-
fte is het recht dat yeder Provincie altydt gehadt
heeft ende gepra<5tifeert,vanzynconfentennaer
het vermogen van zyne finantie ende eygen goed-
vinden te formeeren; fo behooren dan welge-
melte Heeren Raden van State niet te onderne-
men de Provincie van Hollandt in defe gelegen-
heydt daer van te beroven.
Buyten dat oock by het 3a art. van de voorf.
Inftruótie de Provinciën duydelyck zeggen van
haer niet te abdiceren het recht ende de macht
omme by den Staten Generael, ende de Staten
van de Provinciën elx in 't particulier, yeder
zoo veel hun aengaet, ten tyde van noodt, off
als het de zaken van de Landen zullen verey-
fchen, zelffs ordre (tot diende van de Landen)
in de zaecken, by hun luyden ter dispofitie van
den voorf. Raedt gefielt, te mogen ftellen.
Dat men yets fchynt te willen concluderen
tegen de wettige Refolutie van Hollandt door-
dien de Militie in eedt is van de Generaliteyt,, .
't zelve heeft zeer weinigh fondament, alfo
haer Ed. Groot Mo. de Militie, daer over hier
different is niet tiyt den eedt van den Staten
Generael hebben ontflagen ', maer alleen voor zoo
veel haer aengaet voor gelicentieert gehouden
ende dienvolgende van dê verbinteniflen, die zy
aen Hollandt hadden, vrygeftelt; zonder haer
verder hier inne te laten.
Voor zoo veel aengaet de refolutie den eer-
ften novembris anno 1623 ter Generaliteyt ge-
nomen, waerby ter occafie dat eenige Provin-
ciën in de betalinge van hare Compagnien dif-
JSciilteerden, end& defelve van hare repartitie
-ocr page 172-
Ï7> AMSTERDAMS IT. Deel.
BvUage affwefen, by haer Ho. Mo. verftaen is dat geen
JXA. • Provinciën vermogen uyt eygener aiuhoriteyt
eenige Compagnien afFte wyfen, «onder voor-
gaende commnnicatic ende refolutie van haer Ho*
Mo. ende van den Raedt Van State. Daer op
can dienen , dat hier door Hollandt nochte eeni-
ge andere Provincie geenfints is benomen hare
wettige macht ende vryheyt, uyt erachte van de
welene by haer in cas fubjeét is gedisponeert; al-
fo by een refolutie dierwyfe ex incidenti geno-
men by de Gedeputeerden ter Generaliteytgeen
veranderinge in de forme ende natuyr van de
Regierïage conde gefchieden , ende aengefien
bet van zelfs fpreeckt, dat de Provinciën die
doemaels Compagnien affwefen , niet hebben hel-
pen refolveren ende toeflaen dat zy zulx niet
en vermochten te doen, zo zoude immers defe
Refolutie niet meer eftecl: hebben, dan off in
defen gevalle op gelycke manier ter Generaliteyt
by zes Provinciën wierde gerefolveert dat Hol-
landt gedaen hadde 't geen zy insgelyx niet ver-
mochte , maer hierenboven zoo is de zake, waer
overals doen different ende queftie was, niet
vangelyke natuyr ende gelegentheytalsde zake
•in defen, ende can overfulx van het een tot het
ander geen argument worden getrocken , alfo de
Landen doemaels in oorloge, onder een gefor-
meerde Staet van oorlogh , waren, daerfe nu
zyn in vrede ende in deliberatie om een Staette ,
formeren, oock de Provinciën, die de foldaten
affwefen van hare repartitie,fchynen,naer uyt-
wyfen van de refolutie 't zelve gedaen te hebben
zonder voorgaende Communicatie van de ande-
re Provinciën, dat in deCen niet en is gefchiedt,
ende uyterlyck, dat by de toorf. Refolutie ge-
fielt wordt, dat de Provinciën zulx niet vermo-
gen te doen 't zelve can wefen om dat zy daer
mede contravenieerde de coufenten by haer voor
ajs doen gedragen, ofce quamen te manquereri
iude nodige befchermenhXe va» 't Landt, oftö
°                                                                  ai__
-ocr page 173-
XVI. Boek. Geschiedenissen. 173
dier off dicrgelycke andere oorfaken, ende niet Bylaagä
om dat, volgens de Unie, gelyck men nu wil Lr. A.
voorgeven, geen Provincie vermochte de con-
fenten in de militie na demaet van harefnantia
te limiteren, want in de voorf. Refoluüe niet
gefeyt wordt dat de Unie daer door wïerd ver-
broocken, maer dat het onmogelycfc was ander-
fints het Landt in ftate ende buyten cqnfuiie te
houden, welcke reden niet en miiiteert in de-
fen; dat vorders gezeyt wordt, datdefe Refo-
lutie by Hollandt is geurgeert, daer van heefc
ons uyt de Copievan de zelve niet connenblyc-
ken.
Van gelycken oock en can de natuyr ende for-
me van Regieringe niet verandert zynby 't geen
door de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteyt
is gerefolveert in den jareióaó. omtrent de zake
voorgevallen in Zeelandt, gelyck uyt de voor-
gezeyde redenen claerlyckconfleert,maër daer-
enboven zoo is de zake als doen by Zeelandt
ondernomen van geheel andere natuyr als het te •
genwoordige in differentie zynde. De Heeren
Staten van"Zeelandt, gelyck UAchtb. uyte re-
folutie ende acte van die tyt can blyckén, had-
den alsdoenftilzwygensde Compagnien op haer
repartitie gereduceert ende vermindert, 't zelve
wierd' gedaen ftaende den oorlogh, wanneer de
behoudenifle van 't Landt ablölutely.ck depen-
deerde van de Militie, tegens de Staet van oor-
logh die de Provinciën gefamentlyck hadden aen»
genomen, ende, op derzelver Cönfenten , ia
obfervantie was,ende dit alles zonder voorgaen-
de communicatie, zulx dat hare Ho. Mo. daer
van eerft advertentie cregen door den Gouver-
neur van Sluys, wanneer gemelte Staten van
Zeelandt nu al bezigh waren om de voorf. Re-
ductie in 't guarnifoen van die Stad t'effectue-
ren, fulx dat lichtelyck aff te nemen is hoe veel
de zaecke in defen van de voorfeyde is ver-
fchille»de5. ende dat dienvolgeude defèlye hïey
-ocr page 174-
174 AMSTERDAMS IL Deel.
UYLAAGEnïet wel te pas en wordt gebracht, doch llaet en
Lr. A. pßffanfaen te mercken datdebezendinge,die da
Heeren Staten Generael als doen hebben gead-
drefTeert, niet geaddrefleert ginghaen deSteden
van de gemelte Provincie van Zeelandt, maer
aen de Heeren Staten van dezelve.
Ende hoewel als doen de Provincie van Zee-
landt van het geen zy ondernomen hadde is
'affgegaen, zo heeft dezelve echter verftaen dat
de Compagnien die zy gereduceert hadde niet
by ordre van haer Ho. Mo. maer op haer laft
wederom compleet gemaeckt zouden worden ,
gelyck te zien is by 't geen verhaelt wordt in een
refülutie van haer Ho. Mo. van den 2 martiides
gezeyden jaers 1626.
Doch voor zoo veel concerneert het vaftftel-
len van, den Staet van oorlogh geformeert by
den Raedt van State, dat de Heeren Staten van
Hollandt daerinne,gelyck geclaeght wordt, geen
Confent hebben willen dragen, 't zelve en is niet
vreemt, aengezien het onmogelyck is voor defel-
ve Provincie de latten van die te voldoen, ge-
lyck by defen Raedt op de laefte Petitien van den
Raedt van State, om die reden, oock is verftaen,
dat men in de voorf. Staet niet en zoude noch-
te conde bewilligen.
Dat men oock, volgens de laetfte voorflagh
van fyne Hoogheyt na gedane caffatie van de op-
gemelde Compagnien zoude overgeven niet meer
te cafleeren, voor ende al eer de vrede tuflèhen
Vranckryck ende Spaegnert geflooten, ende ia
Duytslandt volcomen geexecuteert zoude zyn ,
't zelve isbuyten alle reden, alfo de Provincie
hiermede, tot de uytcomfte van een onfeeckerft
zaek toe, haer zelve zoude beroven van de vry-
heyt ende macht omme omtrent een van de im-
portantfte zaken vanden Staet, na tyts gelegent-
heyt te connen disponeren, Ende zouden wy,
onder corredtie, wel geloven, dat de Heeren
Staten' vaiï de andere Provinciën oock by haer
2el-
-ocr page 175-
XVI.Boek. Geschiedenissen. J75
zelven niet gelogeert zouden zyn om hierinnete ^vlaagh
condescenderen , ende dat men op dit fubject yt &%
in Hollandt occafie zoude connen nemen van
haer te bezenden.
Wanneer voor 't aengaeu van de Vrede preli-
minarie geproponeert wierdt, dat men de Staet
van oorlogh zoude vaftftellen, is verftaen, dat
de Provinciën de vryheyt moft open blyven van
daer op na gelegentheyt van zaken terefolveren.
De oorfake die de Provinciën als doen gehadc
hebben, van hare vryheyt in defen niet over te
geven, heeft noch de Provincie van Hollandt i
ende derhalven geen reden om het geen doen
verftaan is te veränderen.
Dat gemelte Heeren Gecommitteerden in de
vooi'f. hare Propofitie de refolutie van haer Edt
Groot-Mo. trachten te fugilleren, als genomen
by overftemminge ende tegens proteftatie van
notable Leden, 't zelve can ter werelt niet die-
nen ter intentie, van haer Ed.alfo dit nietalleen-
lyck wettelyck vermocht te gefchieden, maer
zelfs, aengefien de deliberatie viel over eenpoincT:
van belaftinge, zoo zoude , fchoon de minfls
flemme de belaftinge hadde willen excufeeren ,
volgens de voorfeyde maximen d'overftemminge
van 't meeftendeel daer tegens geen plaetfe heb-
ben ; odck en is de dispariteyt van de advifen
tuflchen de Leden van Hollandt, zo wy ver-
trouwen , niet daer uyt gerefen, dat de diflentie-
rende Leden zouden geacht.hebben, dat de ge-
refolveerde caflatie ende redu&ie tegens den
dienft van den Lande gefchiede, maer op' een
prefuppoft, dat het eenigh inconvenient mocht
geven, 't zelve te doen zonder bewilligingh van
de andere Provinciën, fulx dat defelva Leden
mogen, ^efeyt worden fcrupuleux ge weeft te
zyn, in aff te wachten 't onbenoegen dat de
Gedeputeerden van de andere Provinciën hier
•over mochten comen te toonén, ende niet gé-
öordeelt dat.de zake in zich zelven was tegens de
•v'                                                       forjn '
-ocr page 176-
i76 'AMSTERDAMS IL Deel.
* GE form van de Regieringe offdienft van den Lan*
t, A ' de; ende blyckt derhalven hoe qualyck de voorf.
* ' Heeren Gedeputeerden dit zelve t'haren voor-
deel willen duyden ;maer voor zoo veel aengaet
de gedane proteftatie, ende exorbitantie daerinne
gepleeght indien de Leden die dezelve hebben
gelieven te interponeeren daer van niet gelieven
affte gaen, zo can ter Vergaderinge van haer
Èd. Groot Mo. worden gedelibereert wat men
daerop nader zal dienftigh vinden te doen.
Dat vorders de Heeren Gedeputeerden van de
zes andere Provinciën ter Vergaderinge van haer
Ho. Mo. gelieft hebben hierover een bezendin-
ge te decerneren aen de Steden van Hollandt,
dies aengäende is tegenwoordig in defen ende in
den jare' 1639 in gelycken gevalle wel verllaen
dat hare Ho. Mo. by dit middel haer quamen te
adrefïèren daer zy, volgens de ordre van de Re-
gieringe, nieten behoorden, achtervolgens de
welcke de bezendinge hadde moeten gefchieden
aen de Staten van defe Provincie , ende niet aen
de Steden in't particulier, die nietgequalificeert
en zyn, om met Bondtgenoten van Hollandt,
zonder kennuTe van de Staten, te handelen , in
zaken de Provincie in 't gemeen raeckende, alfo
niet tuflchen de Steden maer tuffchen de Pro-
vinciën de Unie is gefloten, gelyck in 't voorf.
iaer 1639 door de Gedeputeerden van defe Stadt
ter Vergaderinge van Hollandt fchriftelyck isge-
remonftreert, tot welcke fchriftelycke Remon-
ftrantie wy ons in defen gedragen,, ende is des
te meerder onreden ge weeft, dat hare Ho. Mo.
defe bezendinge aen de Steden hebben onderno-
men, alfo de Heeren Gecommitteerde Raden
hebben aengeprefenteert gehadt de Leden van
Hollandt op dit fubjeél te befchry ven, om Staats-
gewyfe te vergaderen.
' Wat belangt de zorgelycke bewegingen, con-
•fufie ende onheylen, indien hier uyt eenige qua-
Bien te ryfea dat Godt verhoede, zoo blyckt
-ocr page 177-
'■
XVIBoek. Geschiedenissen. 177
Uyt het voorverhaelde wel claerlyck , dat de Bylaagp
fchuldt daer van zoude te wyten zyn, niet den Lr. Ai
Heeren Staten van Hollandt, die, volgens de
macht ende authoriteyt haer competerende teri
diende van 't Landt hebben gedispöneert, maer
liever den genen, die de wettige en ten dienfte
van den Lande nodige refolutie van haer Ed.
Groot Mo. met zorgelyck contramandement aen
de Militie, ende met bezendinge,flrydendete-
gen s d'ordre van de Regieringe aen de Steden
(middelen die zelffs die geene diefe aenyaerden
nieuw ende extraordinaris moeten noemen} co-
men tegens te gaen, niet om dat de fecuriteit ofte
dienft van 't Landt door de Refolutie van Hol-
landt zoude lad lyden, want de caffatie ende
reductie die d'andere Provinciën toeflaen, niet
zeer merkelyck van de Refolutie van Hollandt
is verfchillende, maer om dat men dit niet wil'
laten voortgaen zonder Hollandt t'extorquerën
't gebruyck van de Vryheydt ende macht haer
competerende , om op de petitïeri van den Raédc
van State van tyt tot tyt naer gelegentheyt van
haer Staet te disponeren, een poincl dat men
noyt ende infonderheyt in defen niet can over-
geven, zonder in Hollandts onvermydelyck ver-
derff ende confufie te confenteren.
Ende derhalven, om te comen tot het twee-
de Lic van de commülïe, dewelcke 't U. Achtb.
gelieft heeft ons op te leggen, zo en connen wy
niet anders oordeelen , dan dat het diendigh
ende nodigh zal zyn by 't geen door haer Ed.
Groot Mo. is gerefolveert, ende by U Achtb.
voorgaende refolutie, gelaudeert ende geappro-
beert, te perfideren, ende geenfints in te wil«
ligen 't geen by de voorf propofitie van de Ge-
committeerden van haer Ho. Mo. wordt gein-
tenteert.
Ende alfo wy achten dat door de voorf. nieu-
wigheden ende indrachte, onderleyt by de Ge-
deputeerden van de andere zes Provinciën, worde .
V. Stuk.                   M                         ge-
-ocr page 178-
178 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel;
Bylaage gefocht de Leden van Hollandt in diflèntie te
Lr. A. brengen, zoo oordeelen wy te gelyck, onder
cprredie, dat U Achtb. door de Heeren Gede-
puteerden, ter Daghvaert gaende, alle nadere
behoorlycke devoiren gelieven te doen, om de
Leden tot eenftemmigheyt te brengen, als me-
de dat fyn Hoogheyt den Heere Prince van O-
rangien als Stadthouder van defe Provincie da-
telyck na de byeencomfte van de Heeren Sta-
ten van Hollandt,ferieufelyck behoort verfocht
te worden te compareren ter Vergaderinge van
hare Ed. Groot Mo. ende aldaer met voorhou-
dinge ende erinneringh van de Commiilie hem
als Stadthouder gegeven, ernftelyck aengemaent
ende verfocht, om zich niet verder in Commis-
fie van de Gedeputeerden van de andere zes Pro-
vinciën te laten employeren, maer te voegen
tot voorftandtvande goede zaecke van Hollandt.
Ende dat vorders gemelte Heeren Gedeputeer-
den van defe Stadt gelaft werden, te helpen be-
vorderen , dat Hollandts Refölutien uytgevoert
werden met de minfte onruft ende onluft die
doenlyck is, ende indien yetwes voorvalt, daer
op haer Ed. nader laft mochten nodigh hebben
't zelve over te fchryven.
•■
■$• $• •$•
TWEE-
-ocr page 179-
*79
TWEEDE. DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
ZEVENTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1651, tot het jaar 1661.
A
mfterdam, welk, inden Zomer desHooge
voorleeden jaars , door een onver-Water;
wagt toeval, genoodzaakt geweeft was, zy- gjj0^11
ne fluizen open te zetten, en hetnaafteland hinder-
te laaten onderloopen, werdt, in de Lente dam.
van dit jaar, van eenen zwaaren watervloed 1651.
overvallen, die meer fchade deedt. Het op-
perwater hadt,in't beginvan January,diep
in Duitfchland, geweldig hoog geftaan, en,
wat laater, verfcheiden' Dyken,in Gelder-
land en in 't Stigt van Utrecht, doen bezwy-
ken. Doch Holland hadt hiervan luttel ge-
leeden. De zeevloed, die, in 't laatfl van
February, een gedeelte van Friesland over-
ftroomde, deedt dit Gewefl, en de Stad
Amfterdam in 't byzonder, veel meer na-
deels. Op Zondag den vyfden Maart, met
volle maan en fpringvloed, waaide het zo
fterk uit den Noordweften, dat het Noord-
zeewater, door de gaten der Zuiderzee, naar
M 2                    bin-
-ocr page 180-
iSo AMSTERDAMS E Deel;
1651. binnen geperft, omtrent den middag, in 't
Y en in de Stad, reeds twee of drie duim
hooger flondt, dan het, in den Allerheili-
gen vloed des jaars 1570, geflaan hadt. 't
Water vloeide over den Nieuwendyk en
Warmoesflraat. Veele fleegen hieromtrent
werden met fchuitjes bevaaren. De meefle
kelders, en verfcheiden' pakhuizen en lootfen
liepen onder, en veele koopmanfchappen
werden zwaarlyk befchadigd; anderen,ter
naauwer nood, en half bedorven, gebergd;
waartoe zig luiden gebruiken lieten, die,
bekoord door 't hooge loon, welk men. uit-
bieden moeft, uuren agtereen,tot den mid-
DeDie- de\ toe,in 't water flonden. De S. Antonis-
breekf °^ Diemerdyk bezweek voor den hoogen en
door. ftetk aandringenden vloed, die 'er twee ga-
ten in ffciet, een ter wydte van omtrent ze-
ventig, en een ter wydte van vyftien roe-
den; waar door 't water, met zo veel ge-
welds, ten lande in ftortte, dat de ringdyk
der drooggemaakteDiemermeer, tegen den
De Die- avond, ook inbrak. De Meer raakte wel
mermeer. zeftien voeten diep onder water. Al de plan-
ender taadjen en eenige Luflhuizen werden ver-
nield. De eigenaars derzelven moeiten zig,
den volgenden Zomer, vergenoegen, met
hunne tuinen en 'luflpläatfen, alleenlyk in
fchuitjes, te bezoeken. Doch zo dra de
gaten in den zeedyk geflopt waren, viel men,
na 't verwerven van vernieuwinge van 't ver-
leende Oótroi voor nog tien jaaren, op den
zeventienden December des jaars 1652(0),
(4) Haadv. hl. j4o. [gj;.]
-ocr page 181-
XVII. Boek. Geschiede-nissen. i8ï
zovlytiglyk aan het herflellen en merkelyk i6*<ri
verzwaaren van den ringdyk,en voorts aan
het droogmaaken der Meer, dat alles , in
weinige jaaren, wederom in denvoorigen,
of beteren ftaat gebragt was (b). Nog voor
't einde van Maart, hadt de Provincie van
Utrecht,ter algemeene Staatsvergaderinge,
voorgeflaagen het houden van eenen alge-
meenen bededag, tot afweeringe der rampen-,
alomme,door hooge watervloeden,veroor-
zaakt. Doch fommigen (V) tekenen aan, dat ;
de Staaten van Holland, in aanmerking nee-
mende, dat'er, onlangs, een bededag ge-
houden was, en dat die dagen, dikwils ,
plagten misbruikt te worden, om uit te vaa-
ren tegen de Regeeringe, te wege bragten >
dat 'er niet op beflooten werdt.
De aanhoudende oorlog tufTchen Frankryk De Am-
en Spanje maakte de zee, alomme, zo onvei- jterdam-
lig, dat de Amfterdamfche Scheepvaart en Kooptot-
Koophandel, daardoor, niet weinig belem- den Me-
merd werdt. DeAmfterdamfcheKoopluiden, den den
bedagt op middelen, om de zee te beveili- j?tsaJi ,
gen , booden den Staat aan, in vyf maan- ooriogs.
den, honderd Oorlogsfchepen, twintig elke fchepen
maand, te water te zullen brengen, mids aan.
het Land zig verbonde, om Intrefl te be-
taaien van de koften, hiertoe vereifcht,tot
de aflolfing der hoofdfomme toe. Die van
Zeeland deeden dezelfde aanbieding (d).
Doch ik vind niet, dat 'ereenigbefluit opge-
nomen werdt.
             • -                   Men
(b) Holl. Merc. van \6$\. bl. 27,28,29. DOMSELAAR.
VI. Bcek^, bl. 423. COMMELIN, bl. ii(Jj.
(e) AlTZKMA III. Titel, bl. tfj2.
(d) AlTZEMA III. Deel, bl. 6$o.
M 3
-ocr page 182-
x8» AMSTERDAMS E Deel;
1651. Men hadt, in 't jaar 1649, op 't fterk aan-
2„ be. houden van Amfterdam; doch zeer tegen
vorderen den zin van Zeeland, een Verdrag vanuit-
de be- ' koop wegens den Zontfchen tol' geflooten,
kragti- met Fredrik den III., Koning van Deene-
hetVer" mar^e * wien men > voor uitkooppenningen,
drag van drie honderd en vyftig duizend guldens 's
Uitkoop jaars beloofde te betaalen (>). Doch, na
wegens jje(- fluiten van dit Verdrag, maakten Zee-
Zonnt> land, Overyflel en het Kwartier van Zutfen
fchentol. zwaarigheid, om het te bekragtigen. Hol-
land hadt, ondertufïchen, eene goede fom-
me, op rekening der penningen van uitkoop,
gefchooten aan het Deenfche Hof, en de
Amfterdamfche en andere Koopvaardyfche-
pen van ingezetenen van deezen Staat voe-
ren , zonder tol te betaalen, door de Zont.
Holland, en Amfterdam in 't byzonder ga-
ven zig veel moeite, om het Verdrag van
uitkopp te doen bekragtigen, door de ande-
re Provinciën, 't Gelukte, in April deezes
jaars 1651 (ƒ); doch niet, dan na dat, in
't laatft van February, een groot getal van
Amfterdamfche en Noordhollandfche Koop-
luiden, die op de Uitkooppenningen te fpree-
ken hadden, met voorfchryvensderRegee-
ringe van Amfterdam aan de Staaten van
Holland, in den Haage gekomen waren,en
by de Leden der Vergaderinge, onder wel-
ken, Rotterdam een weinig begon te aar-
zelen , zo ernftelyk, gedrongen hadden op de
bekragtiging van 't Verdrag, dat 'er, ein-
de-
(e) Vaclerl. Hifr. XII. Deel, bl. 41.
(ƒ) Vadcrl. Hift. XII. Deel, bl, ^j.
-ocr page 183-
XVILBoEK. Geschiedenissen. 183
delyk, toe beflooten werdt,mids men Zee- 165z
land genoegen gave, in 't befchermen van
den Weftindifchen handel (g). Doch dit
Verdrag, welk, met zo veel moeite, tot
fland gebragt was, werdt, in 't jaar 1653 ,
wederom vernietigd. Men bevondt, dat
'er 't Land meer fchade dan voordeel van
hadt; en dat 'er de Zweeden, welker vriend-
fchap men toen hoog noodig hadt, zeer mis-
noegd over waren. Het werdt dan, op den
voorflag desKonings van Deenemarke, ver-
broken (h).
Het Parlement van Engeland,na 'tover- dc En-
lyden van Prinfe Willem den II., hoop ge- gelfche
fchept hebbende, om een naauw Verbond Gezan-
te zullen können fluiten met de Staaten , J.en wor^
hadt, in Maart deezes jaars 1651, een ge- Amfor-
zantfchap herwaards gezonden, welk ftaa- dam, ont*
telyk ontvangen werdt; doch onverrichter haald«
zaake te rug keerde (i). De Gezanten had-
den, ondertuiTchen, veel fchimps moeten
uitftaan van de Koningsgezinden in den Haa*
ge, en zelfs van fommige bedienden der Ko-
ningklyke Prinfefle, Weduwe van Willem
den II. Doch om deeze fmaadheid te ver-
zoeten, werdt,onder anderen, te wege gc-
bragt, dat zy, te Amfterdam, genodigd,
en door de Wethouderfchap, volgens ge-
woonte in diergelyke gelegenheden, treffe-
lyk onthaald werden (k). Doch zy deeden,
t'huis gekomen zynde,zulk een verflag van
hun
(g) AlTZEMA III. Deel, hl. «jj, «54.
(h) Vaderl. Hift. XII. +W, hl. a7}.
(i) Vaderl. Hift. XII. Dttl, hl. 20$ en*,,
(<) AlTZEMA III. Deel, hl. 65»,
M4
* • *
-ocr page 184-
xS4 AMSTERDAMS II. Deel;
l6<i. hun gezantfchap , dat 'er , eerlang, eene
Akte van 't Parlement uit voortkwam, waar-
by de invoer in Engeland verbooden werdt
van alle waaren, die niet voortgebragt, of
gemaakt waren, ter plaatfe, daar de vreem-
de fchepen, die dezelven derwaards brag-
ten, t'huis hoorden: door welke Akte, den
Hollandfchen en Zeeuwfchen Koophandel
op Engeland, die meeft in vreemde waa-
ren beftondt, geheellyk , de bodem inge-
llaagen werdt (/).
Een
           De kloekmoedigheid van eenen Smid
Smid hjer ter Stede, Jan Janszoon de Dood ge-
zdvenlg naamc* > verdient der geheugenifle aanbe-
van den volen te worden. Hy was, federt eenen ge-
fteen. ruimen tyd, deerlyk gekweld geweefl van
den fteen. Doch op den zevenden April
deezes jaars, nam hy 't befluit, om zig zel-
ven te redden. Terwyl zyne vrouw naar
de Vifchmarkt gegaan was, flypt hy een
broodmes, fnydt op de plaats, daar hy de
fmert gevoelde , en perft den fteen uit de
opening; waarna hy om eenen Heelmeefter
zendt, dien hy toont, wat hy gedaan hadt,
en beveelt, de wonde te heelen: 't welk,
eerlang, gelukkiglyk gefchiedde. De fteen
werdt, federt, in zilver gevat, en van in-
gezetenen en vreemden, dikwils, met ver-
wonderinge befchouwd (w). Sommigen
melden, dat dezelve de grootte van een
hennenei hadt, en agt lood zwaar was (n).
Het          De zwaare koften, die de Stad, federt
Poorter-                                                               eem\
(/) Vaderl. Hift. XII. Deel, hl, »II.
(m) Holl. Mcrc. ■unn 't jaar i6n, bl, 48.,
(n) Zie J. SlX VAN CHANDEJLIER Poëzy, bl. 49 j.
-ocr page 185-
'
XVII.Boek. Geschiedenissen. 1S5
cenigen tyd, te draagen hadt, zo in het aan- i£e lt
leggen van nieuwe Veflingwerken, als in het -.
opbouwen van een nieuw Stadhuis, waarvan, hierher
in 't jaar 1648, de eerfte fteen gelegd was, stede
gaf, omtrent deezen tyd, gelegenheid tot wordt in
het raadpleegen op middelen, om hetinko- f[00t0e11
men der Stede, naar gelang, ook te doen derfchei-
toeneemen: en onder anderen, werdt, in den»
November deezes jaars, door Burgemees-
teren , aan den Raad voorgèflaagen, of men
het Poorterfchap niet in groot en klein zou
können verdeelen, en de Groot-Poorters,
tegen 't verkrygen van zekere byzondere
voorregten, eene merkelyk grooter fomme
doen betaalen(o). 't Liep aan tot den zeven 1652..
en twintigften January des jaars 1652, eer
hiertoe beflooten werdt (p). Op den een
en dertigften, werdt,door 't Geregt,afge-
kondigd „ dat het Groot-Poorterfchap vyf
„ honderd guldens koften zou, en vryheid
„ geeven tot aflerlei Koophandel en Win-
„ kelneering: ook tolvryheid, na jaar en
n dag; de bekwaamheid om, na eene ze-
„ venjaarige geduurige inwooning, tot al-
„ Ie ampten vanRegeeringe te können ver-
„ kooren worden; en eindelyk ook het voor-
„ regt, om, in geval van misdaad , niet
s, meer dan zyn lyf en honderd guldens aan
H geld te können verbeuren. Het klein Poor-
s, terfchap zou niet meer dan vyftig gul-
„ dens koften. En zulke Poorters zouden
„ tolvryheid genieten, vryen handel ennee-
„ ring
(o) Refol. Vroedfch. N. 20. 3 Nov. \6s\. ƒ. 185.
(p) Refol. Viocdfch. N. 20. 27 J*n. i6$z. f. 207.
IM
M S
-ocr page 186-
V
i86 AMSTERDAMS II. Deel.
1652. » ring mogen dry ven, en in alle Gilden ont-
„ vangen worden; doch niet tot ampten van
„ Regeering of Regtsoefening können wor-
„ den toegelaaten : ook niet genieten het
„ Privilegie van, in geval van misdaad ,
„ niet meer dan zyn lyf en honderd guldens
„ te können verbeuren. Kinderen, vaneene
„ Poorteres gebooren, zouden, fchoon de
„ Vader verzuimd mögt hebben, den ge-
„ woonlyken Poorter - eed te doen, in 't
„ Groot - Poorterfchap können ontvangen
„ worden, mids vyftig guldens betaalende.
„ Die jaar endag,metzyn Huisgezin, bui-
„ ten de Stad woonde, 't zy op 't platte Land,
„ of in eene beflooten' Stad, zou zyn Poor-
„ terregt verbeuren, ten ware hy, ter Se-
„ cretarye alhier, verklaard hadt,waarhy
* Domi- ï> zYne * wooning hier ter Stede verkoos,
ciiium. „ en hier, ten minfte twee maanden in 'c
„ jaar agtereen, met zyn huisgezin, woon-
„ de (qy Men beoogde, doordeezeon-
derfcheiding van Groot- en Klein-Poorter-
fchap, veele vreemdelingen herwaards te
lokken, en het Groot-Poorterfchap te doen
koopen, om tot het bekomen van aanzien-
lyke ampten bevoegd te zyn: doch men be-
reikte zyn oogmerk niet. De zwaare koften
van het Groot-Poorterfchap, en de kleine
hoop, om, fchoon men 't bezate, aan aan-
zienlyke ampten te können geraaken, fchrik-
ten de meefte vreemdelingen af; zo dat het,
in zeftien jaaren tyds, alleenlyk eenige rei-
zen weggefchonken; doch maar eens ge-
kogt
(j) Handr. bl. 114. [tui]
N
-ocr page 187-
XVII.Boëk. Geschiedenissen. 187
kogt was (r); waarom het onderfcheid tus- 16$2.
fchen Groote en Kleine Poorters, by eene Deeze
Keure van den vyfentwintigften Maart des onder-
16Ó8, te niet gedaan, het Poortergeld voor fchei-
elk op vyftig galdens gefield, en ieder Poor- di"g
ter, tot alle Poorters• vöorregten en vryhe-jjjurom
den, geregtigd verklaard werdt (».
          te niet
Terwyl men bezig was, met het nieuwe gedaan.
Stadhuis, agter het oude, te bouwen, en de Het oude
muuren van het zelve, reeds tot boven den Stadhuis
grond, waren opgetrokken, floeg, op Zon- £er" ,
dag den zevenden July deezesjaars, des 0rnagelllk.
morgens ten twee uuren, de brand in het kiglyk.
oude gebouw , welk, van agteren, reeds
ten deele, afgebroken was. 't Vuur liep,
van omtrent het toorentje, waaronder Bur-
gemeefters Kamer was, zo geweldig voort,
dat het gantfche gevaarte, meeft van hout
gemaakt, uitgenomen den tooren en een ge-
deelte van 't muurwerk,in korten tyd,ver-
nield werdt. Men houdt voor zeker, dat
'er, ter deezer gelegenheid, veele oude Re-
gifters en Stukken verbrand zyn. Ook is 'er
eenig geld verfmolten , en t'zoek geraakt.
De fchilderyen, waarin de aahflag derHer-
dooperen op de Stad, en de ftraf, daarover
geoefend, waren afgebeeld, en die op de
Kamer van CommilFarilTen van kleine zaa«
ken hingen, werden door de vlam verflon-
den. Ook verbrandde de oude venfters in
de puije of 't Zegelhuis, waarin men de ga-
ten plagt te können zien, die, door de ko-
gels,
(r) Refol. Vroedfch. Lr. F. 21 May US%. f. SS.
0)
Handv. */. iz$.
-ocr page 188-
i8S AMSTERDAMS II. Deei;
1652. £ek> gefchooten op de Herdoopers, toen
deezen het Stadhuis inhadden, gemaakt
waren. Doch 't gaat vafl, dat 'er ook zeer
veele Boeken en Schriften, en het meefte
geld uit de Wiflelbank, daar, zo fbmmigen
aantekenen (f), de vlam gefluit werdt, in
veiligheid gebragt zyn. En in de Aanteke-
ningen
van eenen der Brandmeefleren (1),
lees ik, dat 'er, naar gelang der felheid van
den brand, weinige wezenlyke fchade ge-
fchied is. Eenige y veraars voor Stads dienffc
flreefden, midden door de vlammen, naar
de Secretarye, en keerden, met armen vol
boeken en papieren, te rug. Een was 'er,
die naar de Weeskamer liep, toen zy in
vollen brand ftondt, en de boeken en regis-
ters, welken hy magtig worden kon, ten
venfteren uit, op ftraat fmeet, daar zy waar-
genomen en gebergd werden: waarna hy zig,
by een touw, langs den tooren, nederliet,
alzo de trap, die hy opgekomen was, reeds
was afgebrand (u). 't Geld uit de WifTel-
bank werdt ook, by zakken vol, op de ftraat
geworpen. De burgery kweet zig loffelyk,
in, zo veel mogelyk ware, te bergen van 't
gene geoordeeld werdt, de meefte waarde
te hebben (u). Wonder is 't, dat 'er, in
deeze gevaarlyke verwarring, niemant om-
kwam, of zelfs van belang gekwetft werdt.
In 't noorden van den tooren, ftondt een ton-
netje bnskruids, welk, vuur vattende, in de
lugt
(t) Holl. Mcrc. van iäjz. hl. 71.
(u) Holl. Merc. van 1652. hl. 7z.
(i/J Zit J. SlX VAN CHA.NDELJKK. Poezy, hl. %1\ tnz,.
(1) Herbert Govertsz, van den Oever.
-ocr page 189-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 189
Jugt vloog, en een ftuk muurs medefleepte, 165a;
zonder eenig menfch te befchadigen. Bur- Voor-
gemeefteren, fpoedig berigt gekreegen heb-?orS va&
bende van dit ongeluk, hadden terflondde2J2£
Schuttery en Stads foldaaten in de wapenen ren,
doen komen, en wallen, poorten, ftraaten
en bruggen doen bezetten, om 't "graauw,
dat op plondering vlamde, van den Dam te
houden, of het ontkomen te beletten, zo zy
'er reeds waren, en met den gemaakten buit
meenden door te gaan. Veelen, en de Wet-
houderfchap zelve vermoedden, in 't eerft,
dat de brand voorbedagtelyk geftigt was.
Men vondt, des ogtends ten vier uuren,
eenige tonnetjes buskruids in een fchuitje in
de Prinfen-graft onder de Reebrug, 't welk
fommigenin dit vermoeden vérfterkte. Doch
dit buskruid lag te ver van 't Stadhuis, en
kon wel meteen geheel ander oogmerk der«
waards gebragt zyn. 't Werdt egter,in der»
eerflen yver, aangehaald,en in 't water ge-
fmeeten.Naderhand, werdt,met de rneefte
waarfchynlykheid, geoordeeld, dat de brand
veroorzaakt was, door de nalaatigheid en
kwaade toevoorzigt der Ruiter wagt, zynde,
by onderzoek, gebleeken, dat de brand eeril
befpeurdwas, op4eTurfzolder, die een
venller hädt', welkböven de'Kaak uitkwam,
en digt gelegen was aan de Kamer^ daar de
Kooijen ofKrebben van de RuitérwagtHon-
den , en waar de meeden Hiep en, terwyl twee
verpligt waren, fchildwagt te houden O).
Ver-
ft») Informatien, genomen op den 13 July i6$z. beu-
tende ter Thefaftriei
in de D»oz,c G. Lt. Q.
-ocr page 190-
ïoo AMSTERDAMS ILDeel;
z6$2* Vermoedelyk, is 'er,op deeze zolder, eeni-
ge onvoorzigtigheid gepleegd, die de Rui-
terwagt hadt moeten voorkomen, of tydig
ontdekken. Immers, zy werdt, met goed-
vinden des Raads, by voorraad, afgedankt,
terwyl aan Burgemeefteren de magt gelaa-
ten werdt, om ze, des noods , wederom
aan te Hellen (», gelyk, federt, ook ge-
fchied is. Ten agt uuren des morgens, was
de brand genoegzaam geblufcht. Doch de
poorten , ketens en draaiboomen bleeven
nog, met burgers en foldaaten, bezet. Bur-
gemeefteren en 't Geregt kwamen byeen in
de Herberg de Prins, agter de Waage, al-
waar terftond eenige Kamers tot Burgemees-
ters-, Schepens-, Raad- en Weeskamer be-
kwaam gemaakt werden, dieegter,na eeni-
ge dagen verloops, naar 't Prinfenhof wer-
den overgebragt. De WiiTelbank werdt in
den Jan-Rooden-Poorts-tooren geplaatfl,
daar elk, den volgenden dag,reeds weder-
om in 't affchryven geryfd werdt. De De-
folaate-Boedels- en Aflurantie-Kamers wer-
den in 't oude Weftindifche Huis op de
Heeren-markt gehouden,en tot het uitvoe-
ren van lyfftraffen, eenige vertrekken bo-
ven de Waage op den Dam gebruikt, voor
welke ook het Schavot werdt opgeregt. De
tooren van 't verbrande gebouw,dreigende
in te ftorten, werdt, 's daags na den brand,
met dikke kabels gefchoord, en vervolgens
afgebroken. Doch op den zevenden des a-
vonds, was reeds aan de Herberg de Prins,
daar
(x) Rcfol. Vrocdfch. N. 20. 11 July U$i.f. i+j.
-ocr page 191-
XVILBoek. Geschiedenissen. 191
daar 't Geregt toen vergaderd was, afgele- 1652.
zen „ dat elk, die eenige Papieren, Schrif-
%) ten, Boeken, Geldof iet anders onder zig
„ hebben mögt, welk in den brand vermifl
„ was, het zelve, op lyfftraffe,zonderuit-
„ fiel, in de Prins op den Dam leveren
„ moefr. (y)." Veel fchade werdt 'er, on-
dertmTchen, door de Stad, geleeden aan 't
geld, welk, door de hitte gefmolten was,
en, na eenige dagen, aan klompen van twin-
tig- en dertigduizend guldens, uit de puin-
hoopen, gehaald werdt (2). Een deel be-
fchadigde Ryksdaalders bleef eenige jaaren
leggen in de Wiflelbank, zonder dat zy ver- ,
munt, of verkogt werden. Doch alzo, in
't jaar 1664, de prys van 't ongemunt zil-
ver hoog gereezen was, gaven Burgemees-
teren den KommifTarhTen van de Wiflelbank
verlof, om deeze Ryksdaalders , gelykze
waren, te mogenverkoopen (a).Eenlerfch
Koopman, Steven Frenks genaamd, een von-
nis van namptiffèment van zeven en twintig
honderd vyf en zeventig guldens en drie
fluivers in zyn voordeel verkreegen hebben-
de, welke fomme, in een kasje op de Re-
kenkamer , gelegd was, hadt verzuimd, de-
zelve van daar te ligten, om dat hem de
fpecie niet aanftondt. Dit kasje was ook ver-
brand , en 't geld gefmolten, in zo verre, dat
'er niet meer dan omtrent zevenhonderd zes
en zeventig guldens van te regt gekomen
wa-
O) Keutb. M. ƒ. IJ9-
ix.) DAPPKR, hl. J32. DOMSELAAR IV. Be<k , kl. 4.
COMMFXIN, bl. 2J7.
(aj Groot-Mcmorinal N. V. ƒ. i$\ vtrf».
>
I
-ocr page 192-
102 AMSTERDAMS ILDeel.
1652. waren. Frenks verzogt, federt, vergoeding
' van fchade uit Stads kaffe (b). Doch mj
is niet gebleeken, dat in zyn verzoek bewil-
ligd werdt. Het verbranden van het oude
Stadhuis gaf, federt, gelegenheid, dat, met
het opbouwen van het nieuwe , vlytiger
voortgegaan werdt, hoewei 'er nog drie
jaaren verliepen, eer men 'er zitting in nee-
men kon.
0
             De oneenigheid tufTchen den Vereenigden
teTm- Staat en de tegenwoordige Regeering van
iterdam, Engeland, omtrent deezen tyd, tot open-,
verwekt' baaren oorlog zynde uitgeborften, was men
door een te Amfterdam vlytiglyk in de weer, met
SbJST. hetuitruften vanOorlogsfchepen tot 's Lands
gezellen Vloote, die, onder't opperbevel ftondtvan
van 's den Luitenant-Admiraal Maarten Harperts-
*f?nds zoon Tromp. Tot het bevorderen deezer
te' uitruftinge waren eenige Heeren uit de Ver-
gadering der algemeene Staaten gemagtigd,
die hunne byeenkomften, hier ter Stede,
hielden op het Weftindifche Huis. 't Geviel,
in September, dat, eenige Oorlogsfchepen,
die te Amfterdam uitgeruft waren, ïn't Vlie
ingeloopen zynde, een goed getal van ma-
troozen, door weinige belhamels aangezet,
de hoofden byeen ftak, en, tegen dank van
de Heeren CommiiTariiTen der Monfteringe,
en van de Kapiteins der fchepen, de zwarte
Leeuw en de Kroon,
met de boot, naareene
Kaag voer, en zig met dezelve naar Amfter-
dam liet brengen; daar zy, des Zondags den
vyftienden September, aankwamen, enter-
J
                                                   flond
(b) Refol. Vrocdfch. X. U, *.\.M*art usi. ĥ 4<J.
-ocr page 193-
XVII.Boek. Geschiedenissen; 193
#ond affpraken, om's anderendaags te ver- 1652;
fchynen op 't Weflindifche Huis, en den
Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus«
tinge volle betaaling der vier, of vier en
een halve maand agterflallige foldye af te
vorderen, of, by weigeringe daarvan, den
Heeren den dienfl op te zeggen. Zo ge-
zeid, zo gedaan. De muitende matroozeri
der twee fchepen begaven zig, des Maan-
dags, voor agt uuren, naar 't Weflindifche
Huis, daar zy nog vyf- of zeshonderd man
van de andere fchepen vonden. Zy benoem-
den 'er eenigen, die binnen ftaan zouden,
en den Heeren hunne begeerte voordraagen.
't Gefchiedde. Men bejegende hen minne-
lyk, beloofde hun genoegen, en twee maan-
den gaadje op rekening te zullen geeven,
zoze flegts wederom fcheep wilden gaan.
Doch hiernaar haddenze geene ooren. Zy
Itookten in tegendeel eikanderen op, om
dagelyks op 't zelfde uur te verfchynen op
't Weflindifche Huis, tot dat zy hunnen vol-
len eifch en toezegging der hoogfle gaadje,
die thans meerder was dan zy bedongen had-
den , zouden verkreegen hebben. Zy be-
gaven zig dan, den volgenden dag,weder-
om derwaards, en werden, op gelyke wy-
ze, met goede woorden, afgeweezen. Mid- Twee
lerwyl, hadt men zorg gedraagen, dat eeni- belha-
ge Stads foldaaten, met den Major Jacob mels
Mickeraan
't hoofd, zig vervoegden voor en ^!^n
op 't Weflindifche Huis, daar 't muitend
Bootsvolk, ten derden dage, wederom, in
groote menigte, famengevloeid was. Antoni
V. Stuk.               N                  J*
-ocr page 194-
194: AMSTERDAMS II. Deel;"
16$ 2. Jakobszoon van Koppenhagen, een der voor-
naamfte belhamelen, dien dag, wederom
zullende binnen ftaan, was met zyne mak-
kers afgefproken, dat zy hem, zo hy gevat
mögt worden, terftond, ontzetten zouden.
Hy kwam, vervolgens, wederom voor de
Heeren, daar hy de maandgelden vorderde
met zulke onhebbelyke en dreigende woor-
den , dat men geraaden vondt, hem, door
den Major Bicker en eenige Schouts-Die-
naars , te doen vatten. Hy zogt zyn mes te
trekken, en zig te weer te Hellen; doch 't
werdt hem belet. Buiten gekomen, om weg-
geleid te worden, trokken eenigen van zy-
ne makkers, op zyn geroep om ontzet, de
meflen; twee of meer van welken ook ge-
vat werden. Voor de poort van 't Weftin-
difche Huis , hadt zekere Joris Janszoon
ftaan fchelden op de foldaaten, terwyl eeni-
gen , en vermoedelyk ook hy, met fteenen
over de muuren geworpen hadden. Immers,
men vondt hem alleen , flaande voor de
poorte , en den Onderfchout Willem van
Buil,
met eenige dienaars, gekomen, om
naar de fteenwerpers te zien, toegraauwende,
hier ben ik, gy hebt het hart niét, dat gy
fchiet
, of wy zullen 't huis om ver haalen.Hy
werdt, hierop, aangegreepen, en ook, na
eenigen tegenftand, gevangkelyk weg ge-
leid ; waarna de overige muiters afdroopen,
zig voorts flil hielden, en eerlang weder-
om fcheep gingen,
en ter >t Geregt van Amfterdam veroordeelde,
brastge" den volgenden dag, zynde den negentienden
Sep-
\
-ocr page 195-
XVttBóEK. Geschiedenissen. 195
September, Antoni Jakobszoon en Joris Jans- 165&
zoon, op hunne bekentenis, ter galge (c),
welk vonnis, den twintigflen, werdt uitge-
voerd. Men hadt het fchavot voor de Waa-
ge opgeregt, en, tot voorkoming van op-
roer , die ligtelyk zou hebben können ver-
wekt worden, dóór de menigte van matroo-
zen, welken zig, tot reddinge hunner mak-
keren , verbonden hadden, den Dam, met
drie vendelen Stads foldaaten, doen bezet-
ten; die laft hadden tot geene daadelykhe-
den te komen, ten ware men onderneemen
mögt, de Regtsoefening te beletten. On-OngeluK
der de aanfchouwers, flonden eenige vrou- by 't uit-
wen, die, veelligt, naauwe betrekking heb-^os!lenf
bende tot de misdaadigen, of derzelver mak- £* ra "
kers, terwyl 't vonnis uitgevoerd werdt, aan
't fchreijen raakten, en flaau w werden; waar-
om zy zig bevlytigden, om uit de menigte
in veiligheid te komen. Doch hierdoor ont*
ftondt zo groot een gedrang tegen de fol-
daaten, die voor de Waage Honden, dat
eenigen uit hun gelid wyken moeflen. De
Kapitein Abraham Commelyn^ die hier ge-
boodt, gaf toen bevel tot fchieten. De Lui*
tenant Sebafiiaan Ludolfvan Eitzen riep ook,
fehlet 'er onder: waarop eenige foldaaten in
't wilde fchooten op de aandringende me-
nigte , waaronder wel agt onfchuldige bur-
gers gedood; anderen deerlyk gekwetfl: wer-
den, 't Schieten verwekte zulk eene byftere
ontfteltenis onder de aanfchouwers,dat elk
naar
(c) Confeffieboek van zj ^«j. I«JI. tot zt Jan. 1$;*.
f'******
N 2
-ocr page 196-
i96 AMSTERDAMS TLUtEXZ
l6<2. naar een Soe(^ heenkomen zogt, en veelen
onder de voet raakten, en vertrapt, ande-
ren in 't water gedrongen werden.
Af kondi- Het ongeluk, welk den onfchuldigen toe-
ging ter kykeren overgekomen was, trof de Wethou-
defe 6en- derfchap zo diep, dat zy, den volgenden
heidfe dag, by op enbaare af kondiging, drie hon-
derd guldens beloofde, aan elk, die eenen
foldaat wift aan te wyzen, die iemant uit de
burgerye gegriefd; en zes honderd guldens,
aan die bewees dat eenig bevelhebber laft
't Geregt om te fchieten gegeven hadt (d). Ten zelfden
belooft dage, hadden myne Heeren van den Gereg-
den mul"te, by raade van de Heeren Raaden ter Ad-
bootsge- miraliteit alhier, prafcreërende, gelyk zy zig
zeilen uitdrukten,gratie voor rigeur van Juftitie^ ver-
vergiffe- giffenis beloofd aan alle de matroozen, die,
nis' behalve de ter d®od gebragten, en eenige an-
deren , welken met mindere ftraffen geflrafc
waren, zig aan den opfland hadden fchuldig
gemaakt, mids zy zig, binnen tweemaal vier-
entwintig uuren, begaven in de ligters, die
gereed lagen om hen aan boord te voeren:
ftaande Burgerneefteren 'er, in zulk een
geval, voor in, dat hun, door de Heeren
Gemagtigden tot de buitengewoone uitrus-
ting , alle behoorlyk genoegen gegeven zou
worden : daar zy, binnen den beftemden
tyd, niet fcheep gaande, met verbeurtenis-
fe hunner verdiende gaadje, en zelfs aan
den lyve geftraft zouden worden; terwyl
aan alle volkhouders en anderen fcherpelyk
verbooden werdt, hen te huisveften (O-
De
(d)  Keurb. M. ƒ. J66.
(e)  Kfclllb. M. ƒ. KSJ.
-ocr page 197-
XVILBoek. Geschiedenissen. '197
Deoproerige matroozen voegden zig allen, of 1652,
meeft allen naar dit bevel. Doch de Staaten 't welk
van Holland namen kwalyk, dat de Wet- de Staa-
houderfchap der Stad ondernomen hadt, «n,,va j
vergiffenis van openbaare misdaaden toe tekwal
zeggen, zonder hen te kennen. Zy merktenncemcru
't aan als .eene krenking hunner opperfte
magt. De Regeering van Amflerdam ver-
klaarde, zonder zulk een oogmerk, en al-
leen uit hoogen nood, tot deözen flap geko-
men te zyn. Doch de Staaten hielden zig
niet voldaan, voor dat de Stad beloofd hadt,
zig, voortaan, in diergelyke gelegenheden,
altoos eerft aan hunne Edele Groot-Mo-
gendheden te zullen vervoegen (ƒ).
Midlerwyl, was de Kapitein CommelynWat,
ter Stad uit geweeken: waarom 't Geregt ?mfrent,
befloot, hem, ppenlyk, van agt tot agtda-jjjyjjf*
gen, met de klok, te doen indaagen; ge- die laft *
lyk gefchiedde (g). Doch hy verfcheentot fchie-
niet, op de indaaging: waarom hy, federt,ten Se-
* onbekwaam verklaard, en buiten Amfter* JJJJJ,,
dam en eene myl in 't ronde gebannen werdt voorviel.
(&). De Luitenant van Eitzen, Zoon van Al-* inbabyl.
brecht van Eitzen,
Biirgemeefter van Ham-
burg , fchoon hem geraaden werdt te wyken,
bleef in de Stad, en verfcheen, eerlang, voor
Schepenen; daar hy ontkende, laft tot fchie-
ten gegeven te hebben, fchoon men zeven
en meer eenftemmige getuigen tegen hem
inbragt, die het tegendeel beveftigden. Hy
werdt dan agter af geleid, en met de paleye
(ƒ) WicquEFORT Tom. I. Livr. VI. f. 334.
(g) Keutb. M. ƒ. 167.
(h) ArrzEMA III. Deel, hl. 874.
N3
-ocr page 198-
198 AMSTERDAMS IL Deel;
1652. gedreigd. En toen beleedt hy, dat hy,de
beweeging aanziende voor eenen blykbaaren
oploop, tot handhaaving van 't Geregt, be-
volen hadt, te fchieten. Doch eenige wec-
ken laater, verklaarde hy zulks doorvreeze
beleeden te hebben, en ontkende, op nieuws,
bevel tot fchieten te hebben gegeven (i).
Hy zat tot in het volgende jaar, wanneer
hem,op hooge voorfpraakvan verfcheiden'
Mogendheden, door 's Lands Staaten, ver-
giffenis van misdaad verleend werdt ( k ).
Vergoe- Kort na de voorgevallen beroerte, waren
dcTvrfen-^urgernee^ercn» door den Raad, gemag*
den der * "gd geweeft, om de vrienden der doodge-
gefneu- fchootenen op den Dam, die hier ter Stede
velden, niet woonden , met eene gepafte fomme
gelds, te vergenoegen, en de kinderen of
weduwen, die hier woonden, eene lyfren-
te van vyf en twintig of dertig guldens 's
jaars toe te leggen (7). Ook tekenen fom-
migen aan, dat de weduwen en weezen der
gefneuvelden , door de Wethouderfchap,
eerlang, naar hunne gelegenheid , of met
eenig ftads ampt, of met een fomme gelds,
tot vergoeding van 't geleeden verlies, ver-
eerd werden (ni).
Uitrus- Met den aanvang des jaars 1653 , kwa-
ting van men wederom Gemagtigden der algernee*
Oorlogs- ne Staaten te Amfterdam, om den aankoop
m
epqn' en uitrufting van Oorlogsfchepen te bevor*
de-
(*') Confeffiehoek van iiAug. i«ji. tot zs Ja». i6s4,f.9$.
(\) ReioJ. Holl. 16 Oä. ï6$l. hl. 462. 3 Maart 1653. bl,
|+. AlTZEMA III. Deel, bl. 74Ö, 747, 574>
(l) Refol. Vroedfch. N. 21. 7 oü. i6sz. f. 10 verfo.
{m) DAPPER, bl. 318-322. DOMSE.L4AR. VI, Boek,x blA
%9$
«»*.. CQMMEWN, bl, 1x4» WZ,,
I
....*.
-ocr page 199-
XVII.Boek. Geschiedenisen. 199
deren («). De Engelfche oorlog werdtfterk 165«?;
voortgezet, tot merkelyk nadeel van den
Koophandel van Amfterdam, waarin, zo wel
als in veelerlei neeringen en handwerken
hier ter Stede, eerlang, zo groot een ver-
val kwam, dat'er, dit jaar, wel veertien-
of vyftienhonderd (0), of, volgens ande-
ren, wel drieduizend huizen ledig Honden.
Omtrent het Heeren-Logement, wies hetverval
gras op de ftraaten. Zekere Handfchoen- v.™ J.an-
o , r ,.           ,                            . ,           del,hier
maaker,die voorheen agt en veertig knegts terstede:
in 't werk gehad hadt, werkte nu, by ge-
brek van neeringe, zelf voor knegt. Een
handelaar in zwart Zyden-Speldewerk, die
drie- of vierhonderd meisjes, in en buiten
de Stad, aan werk hadt geholpen,hadt 'er
nu maar drie in dienft (p). Van de zeven
deuren der Waage op den Dam, waren 'er,
zo fommigen aantekenen, gemeenlyk, wel
drie of vier geflooten (q). Uit welke Haal-
tjes , men 't verval des handels afneemen
kan.
De oorlog gaf aanleiding, dat, hier ter Die van
Stede, verfcheiden' Oofterfche fchepen wer- j*amburS
den opgebragt, die den Engelfchen allerlei te Am-'
voorraad, zelfs Contrebande goederen,toe- fterdam,
voerden. De Refident der Hanze-Steden, over 't
Lieuwe van Aitzema, gaf zig veel moeite, "eemen
om deeze fchepen te doen ontdaan , en fchj.«^
kwam, ten deezen einde, ook te Amfterdam,
daar hy gehoor hadt by Burgemeefteren ,
klaa-
(n) Aitzema ut. Deel, bl. 78«, 819.
- («) Aitzema III. Deel, bl. 176.
(/>) Aitzema III. Deel, bl. sm.
{q) Aitzema III. Deel, bl. 87«.
N 4.
-ocr page 200-
200 AMSTERDAMS II.ÜEEt;
x6$$. klaagende, in't byzonder, over *t neemen van
eenige fchepen op de Elve, welken flroom hy
beweerde onzydig te moeten gehouden wor-
den. Burgemeefteren beloofden, by monde
van den Heere Joan van de Polt, die voorzat,
dat zy 'er, met deVroedfchap, over raadplee-
gen zouden. Doch Bürgern eeft er Nkolaas
Corver
hieldt hem, naderhand, voor „ dat die
„ van Hamburg voor onzydig wilden aan-
„ gemerkt worden, en nogtans handelden,
„ ftrydig met de onzydigheid. " Aitzema
zette, vervolgens, zyne handeling voort in
den Haage (r). Doch de bezwaarniiïen,
welken hy inbragt, en de klagten, welken
daartegen, van wege de Staaten, en voor-
al van wege de Stad Amfterdam, gedaan
Engel- werden, duurden zo lang als de oorlog. In
fche ma- deezen jaare, werden omtrent zeftig Èngel-
{!-oozfft fche Bootsgezellen, die, met een Paspoort
gezet. des Konings van Deenemarke, van Hamburg
waren afgefteken, in zee genomen, en te
Amfterdam opgebragt, daar zy in de boei-
jen gezet werden; alzo men de krygsgevan-
genen van den Staat ook in Engeland aan-
hieldt, en zeer kwalyk handelde (s).
IJewee- Terwyl de oorlog ter zee, dit gantfche
gingen in jaar} fterk werdt voortgezet, fmeulde ook,
den'Ste- *nwen<^g» ^n verfcheiden' Steden, en onder
dcn, s ' anderen te Amfterdam, een vuur van op-
roerigheid , welk nogtans fpoedig gedoofd
werdt. Wy hebben reeds verhaald (t),
dat Amfterdam beflooten hadt, vooreerft,
niet
(V) AITZEMA III. Deel, hl. 874, %-js, 878-88*.
(s) Aitzema Ui, .Deelf bl. %js.
(t)
II, Deelt XVI. ß«e{t bl. ijo.
-ocr page 201-
,
XVII.Boek. Geschiedenissen, sof
niet te bewilligen in de aanftellinge van ee- 1653,
nen Stadhouder en Kapitein-Generaal. By
deeze gedagten, bleef men nog , hier ter
Stede, toen, in den Zomer des voorleeden
jaars, door Gelderland en Zeeland, op de
aanftellinge van eenen Kapitein - Generaal
gedrongen werdt (u). De Leden van Hol-
land waren,genoegzaam eenpaariglyk,van
dezelfde gedagten. 't Ontbrak nogtans niet
aan zulken, beide in en buiten deeze Pro-
vincie, die den jongen Prins van Oranje
zogten te bevorderen, tot de ampten, door
zyne Voorouders bekleed. Ook werden,
om de zugt tot den Prinfe leevende te hou-
den onder 't volk, hier en daar, beroerten
verwekt, wordende de tromflaagers , die
. omüoegen om zeevolk te werven, in ver-
fcheiden' Steden, genoodzaakt, zulks te
doen, in den naam des Prinfen van Oranje. Te
Amfterdam, zogt men 't hiertoe ook te bren-
gen; doch 't mislukte (©). Maar te; Enk-
huizen , werdt het oogluikende gedoogd. In
deeze Stad, ontftondt eene geweldige be-
roerte (w), om welke neder te leggen, on-
der anderen, de Heer Cornelis ÏVitfin, Raad
in de Vroedfchap der Stad Amfterdam, ge-
magtigd was, die egter de reis niet fchynt
gedaan te hebben (x). Toen Zeeland, wat
laater, den jongen Prins tot Kapitein-Ge-
neraal voorfloeg, befloot Amfterdam, door
de kragtigfte redenen, te wege te brengen,
dat
(h) Refol. Vroedfch. N. xt, 6 Aug. ifijs. ƒ. 7.
(i>) Vaderl. Hift. XII. Deel, bl. \t%,
(«>)Vacierl. Hift. XII. Deel, bl. z%6 enx..
. (*j Relol. Vioedfch, 'N. 21. 27 Jttny 16JJ. f. 66 vtrf:
-ocr page 202-
202 AMSTERDAMS II. Deel.
$653. dat de zaaken gelaaten werden, gelyk zy
waren (y): 't welk ook, eerlang, gelukte.
Doch geduurende de raadpleegingen over
dit gewigtig onderwerp, hadden eenige jon-
gens, die, met Oranje-papieren-fluijers op
't hoofd, een vendel en een trompet, door
den Haage liepen, roepende Vive Ie Prince
d'Orange!
vry wat opfchudding verwekt, en
zelfs de glazen ingefmeeten aan 't huis van
den Fiskaal Cornelis Boy , en aan dat der
Heeren van Dordrecht. De Vroedfchap van
Amfterdam, hiervan kennis bekomen heb-
bende , befloot, ter Vergaderinge van Hol-
land, te bewerken,dat de Wethouderfcbap
van den Haage, van wege de Staaten,ver-
maand' werdt, zorg te draagen, dat de Le-
den der Vergaderinge aldaar veiliglyk ver-
blyven konden, of dat hunne Edele Groot-
Mogendheden, anderszins , daartoe zulke
middelen zouden uitvinden, als zy zouden
raadzaam agten (2). De beweegingen wer-
den egter,niet volkomenlyk, noch alomme
geilild, dan na 't fluiten der vrede.
En ook De dood van den Luitenant - Admiraal
te Am- Maarten Harpertszoon Tromp, die, den tien-
fterdam. jen Auguflus, in den zeeflag voor de Maa-
ze, gefneuveld was, hier ter Stede, ken-
baar geworden zynde, ontftondt 'er eenige
beweeging in de Nes, omtrent de Pieter-Ja-
kobs - ftraat, voor 't huis van Pre/erf Mey,
die befchuldigd werdt, kwalyk gefproken te
hebben van den Luitenant - Admiraal, 't
Graauw
(y) Refb\ Vroecifch. N. zr, 30 July i<Sn. ƒ. 79.
(*,; Kefol. Vioedlch. N. ai. ... w4»j. xsjj. ƒ. «;.
-ocr page 203-
f
XVH.BoEK. Geschiedenissen. 203
Graauw, hierover geftoord, fmeet de gla- 165«,
zen in, aan 't huis van Mey, en begon de
luifel reeds af te breeken, toen de moedwil
gefluit werdt. Mey werdt egter in hegte-
nis genomen, 't Geregt maakte, den veer-
tienden, 's daags na deopfchudding, bekend,
dat elk,die iet ten zynenlaflebewyzenkon,
zulks, zonder uitflel, doen moefl (0): 't
welk ik nogtans niet vinde gefchied te zyn.
Sommigen tekenen aan, dat de Roomfche Hande-
Geeflelyken, die niet in Amflerdam geboo üng al-
ren waren, in deezen jaare, op 't flerk aan-^iev°1!1*
houden der Predikanten, hier, ter Stad uitRoomfch-
gezet werden, laatende men zulken, die ge- gezinden.
booren Amfterdammers waren, alleen vry-
heid, om hier te blyven woonen (Z>). Doch
ik meen goede reden te hebben, om te twy-
felen, of zulks waarlyk gebeurd zy. In No-
vember des jaars 1655, werdt de overwee-
ging van de bedenkingen der twee Holland-
fche Synoden, waarby begeerd werdt, dat
alle Mispriefters en geordende Perfoonen
ten Lande uit mogten gezet worden, hier ter
Stede, gefield aan eenige Gemagtigden uit
de Vroedfchap (c): en ik vind niet, dat
hiervan eenig verflag gedaan is. Men ge-
bruikte, in de Stad, de gewoonlyke ooglui-
king omtrent de Roomfchgezinden. In No-
vember des jaars 1656, werdt het onder-
zoek van een Ontwerp van een Plakaat,
welk, volgens het begrip der Synoden, ge-
maakt was, insgelyks, gelleld aan eenige
* Ge.
(*) Keutb. M. ƒ. 177 verf,.
v (bj AlTZEMA III. Deel, b/. %yo.
(f) Refol. Ytocdfch, Lr, A. x» Ntv, l6$S. ƒ. 19 verft.
-ocr page 204-
Ï04 AMSTERDAMS II.Deel:
1653. Gemagtigden uit de Vroedfchap , die 'er
zulk verflag van deeden, dat het, als ftry-
dig met de Munfterfche Vrede, en aanftoo-
telyk voor Roomfchgezinde Mogendheden,
verworpen werdt (d); fchoon de Stad, in 't
jaar 1654, nevens andere Leden van Hol-
land , geftemd hadt, om de Roomfchgezin-
den, dieeenige Ampten van Schout, Sche-
pen, Secretaris, Armmeefter, Kerkmees-
ter of Schoolmeefter, ten platten Lande, be-
kleedden, van dezelven te verlaaten, en Ge-
reformeerden in de plaats te Hellen (V)-
De
            De Synoden bepaalden, ondertmTchen,
Noord- haaren yver niet by het bearbeiden van de
holland- weeringe der Mispriefteren en geordenden;
node7" maar het Noordhollandfche in 't byzonder
zoekt hetzogt,omtrent deezentyd, verfcheiden'jaaren
Kweek- agtereen, te wege te brengen, dat het Kweek-
fchool fchool der Remonftranten, welk hier, fe-
mornRe" dert het jaar 1634, opgeregt was, insge-
ftranten lyks, geweerd werdt. Burgemeefteren,in
te doen 't jaar 1655, kennis krygende, dat hierop
weeren. wederom ftondt te worden aangehouden ,
beflooten, den Afgevaardigden der Synode
te antwoorden „ dat zy wel zorg zouden
,, draagen, dat, in ditftuk, niets openbaar^
„ lyk by der hand zou genomen worden;
doch van de andere zyde, niet konden
Si
goedvinden, te onderzoeken, wat iemant,
in dusdanige zaaken, in 't byzonder, in
'99 zyn huis, kwame te doen (ƒ)."
Eeni-
(d)  Refol. Vroeclfch. Lr. B. 20 Bic. \6s%. f. 71.
(e)  Refol. Vioedfch. N. 11. 30 July 16J+. ƒ. 19g.
(f)  Extraft uit de Refolut. der Heeren Buigem. van \6
Juny l6iS,
-ocr page 205-
XVII.BoEK. Geschiedenissen. 205
Eenige Leden van Holland, en ook de 1653:
Raadpenfionaris Joan de Witt hadden, alMen
vroeg in't voorjaar van 1653, kennis ge-krygt,t©
had, van Engelands geneigdheid tot vrede Amfter-
(g), hoe zeer men zig aldaar ooktoeruftted?m'ken-"
ten oorloge. Inden aanvang van July, werdt g*™
'er de Vroedfchap van Amflerdam ook vaniands
onderregt, door Burgemeefter Frans ifaw-geneigd-
ning Kok,Heer van Purmerland, diemeteen'he^toc
aanzienlyk' Engelfchman gefproken hadt.vre G'
Zelfs deelde hy den Raad , onder belofte
van geheimhoudinge op den eed, een Ont-
werp mede van de voorwaarden, op welken
men zou können overeenkomen (b). Men
tradt, federt, in onderhandeling. De voor-
flag, om Engeland en deezen Staat tot één
Gemeenebeft te vereenigen, werdt, te Am-
flerdam, met verontwaardiging, van de hand
geweezen (i): doch de onderhandelingen
niet t'eenemaal afgebroken, 't Liep egter
aan, tot in de Lente des jaars 1654, eer men
over de voorwaarden der Vrede, op één
punt na, eens werdt. De Proteétor, OH-Ook van
vier Kromwei, vergeefs gevorderd hebben-^e be"
de, dat de algemeene Staaten den Prins^rte
van Oranje uitflooten van de waardigheden, Krom-
door zyne Voorouders bekleed, vorderde wel, om
nu , dat Holland alleen zig verbondt, om het Huis
dien Prins, noch iemant zyner nakomelingen, IJS^
immer aan te flellen tot Stadhouder, noch door
te ftemmen tot Kapitein-Generaal over de Holland,
Krygsmagt van den Staat. Hy verklaardete doen
uitflui-
ron«
(l) Vaderl.Hift. XII. Deel, hl. j?i eng..
(b) Refol. Vtoedlch. N. zi. z July lósi.f. 71 verft.
(0 Refol. Vroedfcti, N. 11, aó Aug. 1653. ƒ. Ij».
-ocr page 206-
206 AMSTERDAMS II. Deei;
16*33. rondelyk, dat, van het bewilligen of niet
ten van' bewilligen in dit ééne punt, de vrede of dé
de hooge oorlog afhing. De AmbafTadeurs van den
waard/g- Staat tot de Vredehandeling gaven hiervan
heden, kennis aan den Raadpeniionaris, die 't aan
eenige voornaame Leden van Holland ver-
1654. trouwde. Burgemeefler Nicoïaas Tulp, die
de Dagvaart, wegens Amfterdam, bywoon-
de , een' keer herwaards doende, verwittig-
de den Raad, op den tweeden April, dat
de Vrede afhing van 't bewilligen in zeker
punt, welk Holland alleen betrof; doch
noodzaakelyk geheim blyven moeft: waar-
op de Raad goed vond t, de Afgevaardigden
der Stad in den Haage te magtigen, om in
dit punt te bewilligen, indien 'er, van de
Engelfche zyde, op mögt gedrongen wor-
den (k): gelyk gefchiedde. Men raadpleeg-
de 'er, federt, ook over, ter Vergaderin-
ge van Holland, onder den eed van geheim-
houdinge. Eenige Leden waren gereed om
in den eifch des Proteétors te bewilligen,
beweerende , dat vrede beter dan oorlog
ware, en dat de Prins van Oranje, by 't
aanhouden van den oorlog, ook veel lyden
zou. Doch anderen vonden geraaden, eerfl
ruggefpraak te houden met hunne Vroed-
fchappen: en onder deezen waren ook de
Afgevaardigden van Amfterdam, die de
zaak, den negen entwintigften April, in den
Raad bragten, na dat de Leden, vooraf,
by eede, beloofd hadden, dezelve nimmer,
zelfs niet aan de afwezende medeleden, te
zul-
(kj) Refol, Vioedfch. N. 21. 2 Ufril !«;+.ƒ. i66vtrf«.
-ocr page 207-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 207
zullen openbaaren. Men befloot hier te be- 1654.
willigen, in 't gene de Proteftor gevorderd D g .
hadt: doch het affchrift van dit befluit bewilligt
werdt,in de geheime kaiTe van Burgemees- in zynen
teren gelegd, en,eerflop 't einde des jaars,eifch.
toen de zaak lang weereldkundig geweefl
was, te boek gefield (7). De Staaten van Hol-
land hadden, den vierden May, een diergelyk
befluit genomen, in gevolge van welk, de
vermaarde Aäe van Seclufie of Uitfluiting
werdt opgefteld. Hoe veel over deeze Ac-
te, die, eerlang, ook met bewilliging van
Amfterdam (m), aan den Proteótor Krom-
wel overgeleverd werdt, met de andere Pro-
vinciën, te doen viel, hebben wy, elders («),
omftandiglyk, verrekend, en flaat ons hier,
als Amfterdam niet byzonderlyk betreffen-
de, niet wederom te herhaalen.
De A&e van Uitfluiting hadt, ondertus-yreug.
fchen, de Vrede voortgebragt; die teAm-debedry-
fterdam zo hooggewaardeerd werdt, datven te
men aldaar, reeds op den agtflen May,be-^mftei>
flooten hadt, ter gedagteniiïe van dezelve, de'Vrede
gouden gedenkpenningen te doen flaan , met En-
voor Schout, Burgemeefteren, Schepenen gelang
enRaaden(o); gelyk, federt, gefchiedde.
Den zeven en twintigflen, werdt de Vrede
afgekondigd, en met eenen dankdagen open-
baare tekenen van vreugde gevierd. Van
't nieuwgebouwde Stadhuis , en van den
Prin-
f/) Refol. Vroedfch. N. 21. 29 ^ipril, ji Dec. 1554. ƒ.
173» 22 j verfo.
(m)
Refol. Vroedfch. N, XI. l J«ny I<SJ4. f. 184.
(n) Vadert. Hift. XII. Deel, hl. 324 ent..
(o)
Rctol. Vroedfch. N. ai. 8 May 1654./. 17« verft,'
-ocr page 208-
fto8 AMSTERDAMS II. Deel;
Prinfen-hofs- en Oude-Kerks-toorens, waai-
den witte vredevlaggen. De voorgevel van
*t Stadhuis was , met groen loof, fierlyk
behangen: de venfters met tapyten belegd,
's Morgens ten negen uuren, kwamen Bur-
gemeefteren en de gantfche Regeering op 't
Prinfen-hof byeen. Van hier begaven zy zig,
met de Stads boden vooruit, naar de nieu-
we Kerke, daar zy de dankpreekehoorden,
na 't einde van welke, zy naar 't nieuwe
Stadhuis traden, alwaar de vrede, onder 't
losbranden van 't gefchut, en onder 't gefchal
van trompetten en andere fpeekuigen, af-
gekondigd werdt. Sommigen melden, dat
de Trompetters aanvingen, met het blaazen
van Wilhelmus van Najfouwe, 't zy gevallig-
lyk, of op laft van Burgemeefteren , tot
genoegen van 't gemeen, welk hier, zo ee-
nigen gefchreeven hebben, voor een groot
gedeelte, zeer Prinsgezind was (p). 's Na-
demiddags ten drie uuren, kwam de gant-
fche Regeering wederom op 't Stadhuis ,
voor welk, ten aanfchouwen van de menig-
te, tien vertooningen gefchiedden, die, door
den Digter Jan Vos^ waren uitgevonden.
Hier zag men de hel, de baarmoeder des
oorlogs; den oorlog, met al zyne gruwelen;
denkwynendenKoophandel;het fluiten van
'tjVerbond met Deenemarke; 't fcheepgaan
van't Oorlogsvolk; de zege op Zee,gekogc
met het bloed van voornaame Bevelhebbe-
ren; de verheffing van den Heere van Ob-
dam
(f) THURLOE'S Papers in de Vadttl, Hift. XII. Deelt
-ocr page 209-
XVILBoëk. Geschiedenissen. 209
dam tot Vlootvoogd; de zee en de ftroo« 1654.
men, fmeekende om de Vrede; het neder-
daalen.der Vrede uit den hemel, en deNe-
derlandfche maagd,op eenen troon van an-
kers , kabels, zeilen, vlaggen en ander
fcheepsgereedfchap. 's Avonds werden pek-
en teertonnen gebrand op den Dam, en»
den gantfchen nagt door, alomme,wakker-
lyk gevuurd. Bürgern eefter en zonden, aan
ieder Predikant, een half aam wyns,op dat
zy ook in de gemeene vreugde deelen zou-
den (q).
De Regeering van Amflerdam hadt,ter- Veran-
ftond na het fluiten der Vrede, geraaden dering
gevonden, de drie Compagnien Stads fol- ^dne °*
daaten, die thans ieder honderd en zeitig der Stad.
koppen fterk waren, op honderd en twintig
koppen te verminderen, zo dra de Vrede
zou afgekondigd zyn (f): 't welk, federt,
gefchiedde. Op de Wagten der bezettinge,
werdt eene nieuwe Ordonnantie gemaakt,
en de Raad verklaarde, dat het bewind o«
ver dezelve altoos geltaan hadt, en nog
ftondt,aan Burgemeeiteren en Kolonellen (s).
Doch op zekere gerügten van oproer, werdt,
in Auguflus, beflooten, de drie Compag-
nien , hier ter Stede in bezetting leggende,
in alle ftilligheid, te brengen tot op twee-
honderd man, en voor de verzekerdheid en
verfterking der Stad de vereifchte zorg te
doen draagen door Burgemeeiteren en vyf
Ge-
(<j) DAPPER hl. ijl enz.
(r) Refol. Vtoedich. N. fti. 24 April l«j*. ƒ. 172 verfo^
(s) Refol. Vroedfch» N. 21. zojnly 16J4. f. 199,
V. Stuk.               O
-ocr page 210-
. ftio AMSTERDAMS E DiEt.
1654. Gemagtlgden uit denRaade,de Heeren An-
toni Oetgens van Weiveren
, Cornelis de Graaf,
Heer van Zuid-Polsbroek
, Simon van Hoorn,
Joan Blaauw en Cornelis van Vlooswyk (t).
Gerügt Sommigen melden, dat tot deeze voorzorg
van gelegenheid gaf een los gerügt van den op-
toeleg t0& van Graave Willem van Naflau, uit
op Am- Groningen herwaards, met eenige duizen-
fteudam. den knegten, naar 't fcheen, om de vernie-
tiging der A£te van Uitlluitinge, met ge-
weld, door te dryven. Doch dit gerügt
bleek, eerlang, ongegrond geweeft te zyn.
Nogtans werden, te Amfterdam, na 't ver-
flerken der bezettinge, buitenwagten uit-
gezet, en gewapende vaartuigen gelegd Kop
't Y en op den Amftel (u). Doch de onge-
ruftheid verdween, allengskens. De her-
ftelling der Vrede maakte de Hollanders,
en de ingezetenen van Amfterdam in 't by-
zonder onbekwaamer om indrukfels te ont-
vangen , ten nadeele der tegenwoordige Re-
Moeite geeringe (v). Ondertuflchen , was 't ge-
nieteen' beurd , dat een Predikant van Buikfloot,
Predi- Petrus van der Veer genaamd, op den twee
Buik-Varien twintigften September, hier ter Stede,
floot. ten huize van Marritge Claas, Weduwe van
Gerrit van Kippen
, in de Doeleflraat, ge-
zeid hadt „ dat Kromwei afftondt van 't
„ punt der uitfluitinge van den Prinfe van
„ Oranje, 't welk men toch hieldt in Hol-
„ land gefmeed te zyn." Hy hadt hier by-
j» ge-
(f) Refol. Vroedfch. N, 21. zo Aug. 16$*. f. 199 verft.
(u)
THÜKLOEs Papers Vol. II. p. ?9i»J47»J77«
(v) WICQJJEFORT Tom. I. Livr. VIII. j>. 45°. AlTM-
MA III. Dttl, bl. 1172.
-ocr page 211-
JTVILBoek. Geschiedenissen. 211
gevoegd „ dat de Bickers , tegen eed of 1654.
„ belofte', wederom in de Regeering ge-
„ komen waren, en dat zeker ander Bur*
,, gemeefter een Atheifl oïMennift geweeR,
en, ongedoopt, Burgemeefter geworden >
„ of geftorven was (w)." Hiervan waren
beèedigde verklaaringen belegd, ten huize
van Burgemeefter Frans Banning Kok, Heere
van Purmerland
, dieze in de Vroedfchap
bragt. Meri verftondt aldaar „ dat zulke
„ lafterlyke gedagten,niet zonder blykbaa-
„ re ondankbaarheid, vallen konden in den
„ minden onderzaat, veel min in Predikan-
35
33
33
ten, dewelcke, overtredende de Limiten van
haer beroep
, uyt wereldtfe infichten, haere
averechtfe ende vergiftigde pajfien de goede
Gemeente
, onder heyligen fchyn, indruckent
ende defelve Gemeente van de Regieringe aU
f00 f onrecht vervreemden " Voorts, werdt
beüooten, dat Burgemeefteren den Predi-
kant voor zig ontbieden, en in gyzeling hou-
den zouden, tot dat hy voldoening gegeven
zou hebben: en zo hy niet verfcheen, zou
men de Staaten van Holland verzoeken, om
hierop zulke orde te ftellen, als tot de ruft
van 't Land geoordeeld zou worden te be-
hooren O). Bürgerneefteren ontbooden den
Predikant, tegen den vyf en twintigften.
Doch hy antwoordde, datzyne bezigheden
hem niet toelieten, die week te komen (y).
Voorts, vind ik niet gemeld, hoe 't met dee-
ze zaak afgeloopen zy.
De
f») Muniment-Regift. Lt. B. ƒ. 90, 91.
(x) Refol. Vroedfch. N. Xt. z+Sept. 16$4. ƒ. *©» vtrfa,
\y) Muniraent-B^gift, Lx. B, ƒ. 91 vtrj», »t.
O 2
1
-ocr page 212-
Blfc AMSTERDAMS ILDEEt.
1654. De Admiraliteit hier ter Stede verzogt,
v rfchü *n Ju^ ^eezes Jaars> aan de algemeene Staa-
tlichen ten» dat haar vryftaan mögt, de Kaapers
de Col- van Salee, zo wel als anderen, te doen aan«
legien taften door 's Lands Oorlogsfchepen; alzo
teF.Ac!mi* de Regeering aldaar, federt eenigen tyd,
Amfter-te a^e ^e fchepen, die van 't volk verlaaten
dam en in waren, al waren zy fchoon door Saleefche
»t Noor- Kaapers gejaagd geweeft, voor goeden prys
derkwar-verklaard hadden (z): doch ik vind niet,
dat hiertoe verlof gegeven werdt. TufTchen
het zelfde Collegie en het Collegie ter Ad-
miraliteit in 't Noorderkwartier, ontftondt,
ten deezen tyde, een zwaar gefchil,ter ge-
legenheid dat de Convooimeefter te Zwolle,
wiens Comptoir onder het Collegie in 't
Noorderkwartier behoort, na 't openen van
den doortogt daar ter Stede naar Duitfch-
land in't jaar 1Ó52, zwaarigheid maakte,
om goederen te laaten doorvoeren, op pas-
poorten, die, door't Collegie te Amfter-
dam, verleend waren. Om deeze belem-
mering van den handel van hier over Zwol-
le te fluiten, deedt het Collegie te Amfter-
dam, tegen den inhoud van een Plakaat van
den zesden May des jaars 1623, de Zwol-
fche Veerfchepen, die hier ter Stede aan-
kwamen , onderzoeken (a). De twift liep
zo hoog, dat men de Koopluiden , die te
Amfterdam uitgaande regten betaald had-
den, noodzaakte, omze andermaal ook te
Zwolle te voldoen: doch het Collegie te
Am-
{*) AlTZEMA III. Deel ,bl. II04.
OJ
AlTZEMA III. Deel, bl. II04.
-ocr page 213-
XVII.BoEK. Geschiedenissen. 213
Amflerdam gaf hun, daarna, de dubbel be- 1654]
taalde regten wederom te rug. De twee
Collegien werden 't niet volkomenlyk eens,
voor 't jaar 1660. Zy kwamen toen over-
een „ dat, van goederen, die 's Winters
„ te lande over Zwolle verzonden werden,
„ 's Lands regt te Amflerdam zou worden
„ betaald, zo zy, binnen agt dagen, hoo-
„ ger op vervoerd werden; doch na den
„ agtflen dag, zou 's Lands regt te Zwolle
„ moeten worden voldaan. Van de goede-
„ ren, die over zee naar Zwolle gingen,
„ om verder vervoerd te worden, zou 's
„ Lands regt te Zwolle worden betaald, 's
„ Lands regt van de goederen, die, in 't
„ jaar 1655, op beide de plaatfen, waren
„ aangegeven, zou, door de beide Colle-
„ gien, elk voor de helft, genooten wor-
„ den (Z>)."En federt deeze overeenkomfl,
is my niet bekend, dat de twee Collegien,
over dit punt, eenig verfchil gehad hebben.
's Nagts tuffchen den zesden en zeven- Schade
den January deezes jaars, flormde het, hier aan den
ter Stede, zo geweldig, dat het kruis, met Weflter-
den appel of kloot en den weerhaan, van KJJb
den Wefler-Kerks-tooren nederwaarts flort- d00r
te op het dak der Kerke en op het Kerkhof, ftorra,
Het yzer onder en boven den appel was in
drie flukken, en de appel of kloot, die ze-
ven tonnen waters hieldt, midden door ge-
broken (c). Doch alles werdt ipoedig we-
derom herfleld.
—                             *■*.
Het
(b) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, hl I2f<S.
(f) DOMSELAARVI. Biekj, t/.+z*. COMMEJJN, bl. II«J,
O3
\>
\
-ocr page 214-
214- AMSTERDAMS IL Deel.'
«1654. ^et verval der Weftindifche Maatfchap-
0
         pye, federt het verlies van Brazil, hadt ge-
ling van' legenheid gegeven om het Huis en de pak-
cen huizen, van welken zy zig, in haaren bloei-
Werk- jenden ftaat, hier ter Stede , bediend hadt,
voor de tot an(*er gebruik te fchikken. De Pakhui-
bede- zen °P ^e Y graft waren,reeds in den aan»
laars. vang deezes jaars, tot een Werkhuis voor
bedelaars bekwaam gemaakt. Doch alzo,
tot het voortzetten deezer onderneeminge,
eene goede fomme van penningen vereifcht
werdt, waarvan de Stad thans niet zeer
voorzien was, vondt men geraaden , het
nieuwe Werkhuis^ met het Spinhuis, welk
reeds vry wat gelds in voorraad hadt, te
vereenigen (d): gelyk gefchiedde. In Au»
guftus deezes jaars, werdt de bedelaary by
de huizen verbooden, onder bedreiging, dat
de bedelaars, of ter Stad uit, of in't nieuw-
lings opgeregte Werkhuis gezet zouden wor-
den (0).
Broeder» De Schilderkonfl: bloeide thans zeer te
fchap Amfterdam, en hadt, onder anderen, eenen
«*?.,, voornaamen voorftander aan den Heer Joan
enande" Huydecoper, Heere van Maarfeveen, en Rid-
re kon- der van S. Michiel De oerenaars en lief-
ftenaars, hebbers deezer Konfte en eenige Beeldhou-
hier ter wers j Digters en anderen, famen een getal
cereet?P van omtrent honderd uitmaakende, hielden,
op den eenentwintigden Oétober deezes
jaars, een S. Lucas-Feeft in de S. Joris Doe*
Ie. De Digter Jooft van den Vondel verfcheen
ook
(4) Rcfol. Vrpedfch. N. %t. J«,n. I6j* ƒ. 1^0,
{tj Handv. kl, *;s,45*. [•J4»«3J.'J
-ocr page 215-
f.
XVILBoÊK. Geschiedenissen. 215
ook op dit feefl:, daar hy aan 't hooge ein- 165^
de van de tafel geplaatft, en hem, door ie-
mant, Apollo verbeeldende, de Lauwer-
krans , als hoofd der Digteren , opgezet
werdt. Hy vereerde het Feefl ook met
«en Gedigt, welk,in zyne Poè'zye (ƒ), te
leezen is. Voor 't fcheiden, namen de Kon*
llenaars en liefhebbers, die voortaan eene
Broederfchap flonden uit te maaken, een
befluit, om diergelyk Feefl jaarlyks te hou-
den. Doch dit befluit is, zo fommigen fchry-
ven, door nyd en eigenbaat, verydeld(g),
en de gantfche Broederfchap , in 't kort, te
niet geloopen. In Gondels Leven (/;), wordt,
het houden van 't S. Lucas Feeil, ten on-
regte zo ik agte,op het jaar 1653 vermeld.
De oorlog met Engeland hadt Amfterdam Welvaart
zo zeer gedrukt, dat men aldaar, in 't jaar van Am-
1653, beflooten hadt, het nieuw Stadhuis,entern,
welk men bezig was te bouwen, flegts van yarCij|
ééne verdieping te maaken (f). Doch de met gn.
Vrede was zo dra niet geflooten, of de Koop galand,
handel, de bron van de welvaart der Stede,
begon te herleeven, en Amfterdam bloeide
wederom, gelyk te vooren. Zelfs, werdt,
in den aanvang des jaars 1655, eene Keur 1655.
gemaakt tot bepaaling van de overdaad in
bruiloften en maaltyden, waarin,onder an-
deren , bevolen werdt , dat aan de Bruid
geene gefchenken van Juweel en of andere
koiV
(ƒ) 1T. Deel, hl. fth
\g) Hovbuaken bchouwburgh der Schilders 111. Deel,
hl. 329 enz..
(h) liladz. $6.
(i) Kelol. Vioedfch. N. 2.1. 10 F<br. i«jj,/. 231 ver/».
O 4
\
-ocr page 216-
216* AMSTERDAMS II. Deei;
16$$. koftbaarheden gegeven mogten worden, die
meer dan den twintigften penning van 't gene
de Bruidegom ten huwelyk bragt, waardig
waren (k). Ook waren de inkomften der Stad
eenigermaate vermeerderd met de Vrede,
waarom, en om dat de toeneemende Koop-
handel nieuwe Kamers van bewind en regts-
oefening vorderde, men wederom overging
tot het eerfte ontwerp, om 't Stadhuis twee
verdiepingen hoog te maaken (7). De aan»
wafTende Houthandel hier ter Stede gaf ook
gelegenheid, dat men, met de Heeren van
Rynland,in onderhandeling zogt te treeden,
om de Watering Koflverlooren tufichen de
Stad en den Overtoom in koop of huur te
bekomen, met oogmerk omze, voor Stads
rekening , wederom te verhuuren aan de
Houtkoopers, om hun hout in te leggen;
waartoe Burgemeefteren, door de Vroed-
fchap, gemagtigd werden (m).
De Re- Met het bouwen van het Stadhuis, was
geering men nu ,• in zeven jaaren tyds, zo ver gevor-
neemt, ^erd, dat de Regeering beiloot, op Don-
ecrft derdag, den negen en twintigften July dee«
zitting, zes jaars, aldaar, voor 't eerft, zitting te
in '«■ neemen. Eerft, werden, gelyk als ter in-
n' hlW - wydinge van nct nieuwe gebouw, des voor-
de Stad" demiddags, twee Predikatien gedaan, eene
huis. iri de Oude, en eene in de Nieuwe Kerke,
die, door" de gantfche Regeering, endoor
de meefte Amptenaars, gehoord werden.
Daarna, begaf de Wethouderfchap zig naar
haa-
(IQ Keurb. M. ƒ. 22+. AlTZEMA III. Deel, hl. J172.
(/; Refol. Vroedfch. N. z\. 10 Febr. j6jj. ƒ. m verJot
(wjRcfol. Vioedfch. K. zi, is 7<*». i6jj./, 2zj.
-ocr page 217-
XVII-BoEK. Geschiedenissen. 217
laaare gewoone Vergaderplaats, op 't Prin- i$$6.
fen-hof, en toen, ten elf uuren, in rang ,
de Schout, met de roede van Juftitie voor
zig, vooruit, en voorts Burgemeefferen ,
Schepenen, Oud-Burgemeefleren, Thefau-
rieren, Weesmeefleren en Raaden, gevolgd
van de Stads SecretarhTen,naar 't Stadhuis
(«). Sommigen hebben aangetekend, dat
aldaar, terftond, eene Keur afgekondigd
werdt, waarby, ter gedagtenifTe der inwy-
dinge van 't Stadhuis, de Kermis, die in
September plagt gehouden te worden, op
den eerften Auguftus verplaatft werdt (0).
Maar volgens Stads Keurboek (p), was de af-
kondiging deezer Keure reeds op den ze-
ventienden April deezes jaars gefchied. Doch
't leedt maar weinige jaaren, toen de Ker-
mis wederom op den gewoonlyken tyd ver-
legd werdt; alzo deVleefchhouwers klaag-
den , dat het vleefch , welk zy, omtrent
Kermis, meer dan op andere tyden, plag-
ten te flaan, door de hitte van 'tjaargetyde,
tefchielyk, aan bederf onderworpen was (q).
's Nademiddags, verfcheen de Schuttery
voor 't Stadhuis, daar wakkerlyk gevuurd
werdt, ter eere van de Wethouderfchap,
die eikanderen, daarna, onder't geluid van
allerlei fpeeltuig, op 't nieuwe Raadhuis ,
onthaalde. Ter gedagtenifTe deezer intree-
de, deedt de Regeering, door Simon VaU
kenaar,
gouden en zilveren gedenkpennin-
gen
(n) Refol. Vroedfch. L*. A. 30 July i6ss- ƒ. I,
(«\ DüMSELAARVI. gfik, bl.+oj. COMMELIN, bl. ucr.
(P) M. ƒ. lig.
(q) Refol, Vroedfch. Lr. C. 6 Jnly I660. f, 4j vcrfo.
Os
-ocr page 218-
218 AMSTERDAMS II. Deel.
1655. gen fchroeven, die, volgens eene Keure
van den zeventienden December, door nie-
mant, tnogten naargemaakt worden (>).
De Ad- Het Collegie ter Admiraliteit te Amiter-
m!raM" dam, vermoedende, dat de laading van ze-
ter'stede ^er *"cmP » ^e§gen^e voor Monikendam ,
raakt in niet naarbehooren aangegeven was,zondt,
gefchil in de Lente deezes jaars, den Geweldige en
met de eenige bedienden derwaards, om het te on-
rini^ao ^erzoe^en* 'c Vermoeden werdt gegrond
Mooi- gevonden, en 't fchip herwaards te rugge-
kendam. bragt. Doch de Regeering van Moniken-
dam nam 't feilenden van haaren ftroomzo
euvel, dat zy eenen hoop gewapend volk
afzondt, die 't fchip bemagtigde , en naar
Monikendam te rug voerde. De Admira-
liteit te Amfterdam viel hierover klagtig
aan de algemeene Staaten. Doch de Ste-
den van Holland hielpen eikanderen de vry-
heid van Monikendam zo ernftelyk voor-
flaan, dat de klagten der Admiraliteit niet
veel ingang vonden (ƒ).
Amfter- Aan Frt&ß Willem, Keurvorfl van Br an-
dam denburg, die eene Dogter van Fredrik Hen-
neemt rjk, Prinfe van Oranje, ten huwelyk hadt,
hctr fe" was, in February deezes jaars, een zoon ge*
aaïover booren. Hy gaf 'er der Stad Amfterdam
denkeur- kennis van, en boodt haar het Peterfchap
prinfe aarf jj welk, terftond, aanvaard werdt. Men
nJJran*fchonk den jongen Keurprins eenen lyfren-
Ulg" te-brief van duizend guldens 's jaars, leg-
gende in eene gouden doos, tot eene pille-
ga-
(r) Keurh. M. ƒ. 257 verfo,
(sj AirztMA 111. Deel, H. Itfï.
-ocr page 219-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 2i$jr
gave (f), om welken over te brengen, Bur- i^ee*
gemeefter Joan Huydecoper, Heer van
Maarfeveen, met een aanzienlyk gevolg,
afgezonden werdt («).
Sommigen hebben aangemerkt, dat men, De Piin-
omtrent deezen tyd, te Amfterdam , uitfesWe-
llaatkundige inzigten, nu en dan, byzondere S!!?-^0
tekenen gaf van agtinge voor het Huis van Henrik
Oranje (v),onder welken, veelligt,ook het wordt,
gereedelyk aanvaarden van het Peterfchap hicr ter
over den Keurprinfe van Brandenburg gere- Ste"e»
kend mag worden. Ook nodigde men, naar haa'ld.
't fchynt, met diergelyk oogmerk, dé Prin-
fefle Weduwe van Fredrik Henrik hier ter
Stede. Zy hadt haare reis, van tyd tot tyd,
verfchooven: doch werdt, ten laatften, in
Oktober deezes jaars, met twee Amfterdam-
fehe jagten, van Utrecht afgehaald, en flaa-
telyk ontvangen en getoefd. Te Ouderkerk,
ontmoette haar een groot getal van fpeel-
jagten. De Amfterdamfche jonge Ridder-
fchap reedt, ter wederzyde van 't jagt, welk
haare Hoogheid voerde, langs den Amftel.
Op de blaauwe brugge, lagen zes halve kar-
touwen , die, op haare aankomft, gelofl wer-
den. Op ieder der drie andere bruggen, wel-
ken zy door moed, om aan 't Oude-Zyds-
HeerenJLogement te geraaken, ftondt een
vendel Stads foldaaten gefchaard, die ook
wakker vuurden uit de musketten. Zy kwam,
den eenentwintigden, in de Stad, daar zy,
da-
CO Refol. Vroedfch. N. zt. 17 oipril I6$s,f. i50,Gioot>
Memot N. iv. f. $i.
(u) AlTZR.MA lil. Deel, hl. 1199,
\y) AlTSEMA UI. Deely hl, 7*6,
r
-ocr page 220-
-
"" ■                                        ~                                   !f-----------iii,ht»»jph
220 AMSTERDAMS II. Deel:
dagelyks, in 't Heeren-Logement, en deti
drieën twintigften, Koningklyk,op'tStad~
huis, op Stads koften, onthaald werdt. De
Burgemeefteren Joan van den Poll, die thans
voorzat, Joan Huydecoper, Heer van Maar-
feveen, Henrik Dirkszoon Spiegel en Nicolaas
Tulp, nevens den Schepen Dirk Tulp, Zoon
van den laatlten, en den Secretaris Cornelis
Bäcker
, aten aan ééne tafel met dePrinfes-
fe. Zy was, voor den agtentwintigften,
reeds wederom in den Haage (w).
*6S5-
De Stad
bevor-
dert de
aflofling
der twee
millioe-
nen,
door
haar, aan
wylen
zyne
Hoog-
heid ver-
ftrekt.
De Regeering van Amfterdam hadt, on-
dertufichen, niet verzuimd, byde Voogden
over den Prinfe van Oranje, aan te houden
op de aflofling der twee millioenen,in'tjaar
1650, aan wylen zynen Heere Vader ver-
ftrekt; van welken, in de Lente deezes jaars,
reeds een millioen moeft afgelegd geweeft
zyn. De Voogden, geene kans ziende tot
deeze aflofling, floegen voor, dat men de
Stad, by twintig- of vyfentwintig - duizend
guldens tevens, zou doen betaalen door by-
zondere Perfoonen, die dan treeden zouden
in 't Verding, welk de Stad met wylen zy^
ne Hoogheid gemaakt hadt: of dat de Stad,
om aan haare penningen te geraaken, zul-
ken van 's Prinfen goederen zou -doen ver-
koopen, als zy daartoe bekwaamftzouoor-
deelen. Burgemeefteren waren , reeds in
Maart, verzogt en gemagtigd,om op dee-
zen voet met de Voogden te handelen (o;),
't Schynt, dat een gedeelte van de fchuld,
wat
(«>_) AlTZF.MA III. Deel, bl. I20J , Izo(S.
(x) Relol. Vroecifch. N. 21. t} Mtart 1655./. Z47»
Gtoot-Memoi. N. IV. ƒ. 5J verfo.
-ocr page 221-
XVH.BoEK. Geschiedenissen, vxi
wat laater, afgelegd werdt (j). Doch daar 1655.
verliep nog een geruime tyd, eer de Stadt
op zekere wyze, volkomen voldoening be-
kwam.
In den Zomer deezes jaars, was de Peft Peftzfek-
wederom ontfteken hier te Lande, metnaa-te hier
me te Amfterdam. Zy woedde zo fterk,terSte^e*
dat 'er, hier ter Stede, in den tyd van een k
jaar, dat is,tot den Zomer des jaars 1655,
zeflienduizend zevenhonderd zevenentwin-
tig menfchen aan overleeden waren. In de
eerfte zes maanden, flierven wel dertien-
duizend vyf honderd en agt menfchen. Men
oordeelde, dat de lugt thans oorzaak was
van deeze befmettelyke ziekte, om dat de
gewoonlyke Zomer- en Herfflvogels geheel-
lyk vervloogen of geftorven waren. De ramp
hadt ook invloed op den Koophandel. De
fchepen, naar Spanje gefchikt, werden met
de laading te rug gezonden, of mogten, zo
zy al behoorlyke gezondbrieven medehad-
den , niet dan na eenige weeken toevens, ont-
laaden worden. Het inbrengen vanHolland-
fche geweeven' floffen werdt, in Frankryk
en elders, flrengelyk verbooden (2). Deuren,
Wethouderfchap maakte, onder 't woeden!?c ftu*"
■der Peflziekte, veele Keuren, om den voort- voorko-
gang der befmettinge te fluiten, 't Venten ming der
van oude kleederen en vodden mögt ner-befmet-
.gens gefchieden, dan op het Bolwerk be-tinge»
weflen de Reguliers poort, 't Inbrengen engelnaa
verkoopen van blaauwe pruimen, zwarte
kne-
ty) Refol, Vroedfch. Lx. A. n Sept. ißjj./. n verf».
(g.)
Holl. Merc. van IÖ5J. bl. 117. DOMSELAAR VI,
Vwq, bl, *4*. COMMEI.IN, */. ugo.
-ocr page 222-
222 AMSTERDAMS II. Deèc.
1655. krieken en konkommers werdt volftrektelyk
verbooden. Men ftelde eenige Stads Doc-
toren, Chirurgyns en Apothekers aan, om
de kranken van behoorlyke hulpmiddelen
te voorzien. Wat laater, werden ook drie
buitengewoone ziekentrooflers aangefteld.
In de huizen, daar iemant aan de pefb ge-
ftorven was, mögt, binnen veertien dagen
daarna, en zo't vettewaariers waren, bin-
nen vier weeken, geene neering gedaan,
en de deuren derzelven alleen om uit en
in te gaan geopend worden. Zo de peft
by een' Vleefchhouwer kwam, mögt aldaar
geen vee geflagt worden, binnen zes wee-
ken na dat de laatfte kranke geftorven, of
genezen was. 't Stroo, waarop een kranke
gelegen hadt, moeft verbrand worden. De
doodkiften moeften , met pek , waterdigt
worden gemaakt. Elk moeft de goot voor
zyne deur, tweemaal ter weeke, doen rei-
nigen. De lyken moeften, ten langde bin-
nen drie etmaalen, begraaven worden. De
draagers en medegangers mogten geene lan-
ge rouwmantels aan hebben, en delaatften
niet op de Kerkhoven komen. Ook mögt
men 't fterf huis met geene wollen rouwftof-
fen behangen. In Auguftus, werden, eeni-
ge dagen agtereen, honderd en tagtig pek-
tonnen gebrand, op zeftien onderfcheiden'
plaatfen in de Stad. Zo groot was defterfte,
in September, dat belaft werdt, dat kinde-
ren en ongehuwden, 's morgens voor negen,
en in de oude en nieuwe Kerke, voor elf
uuren, moeften begraaven worden. Ook
werdt het opfchikken van lyken verbooden.
Ten
1
\
-ocr page 223-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 223
Ten zelfden tyde, werdt, ter oorzaakeder 1655.
kleinte van 't Kerkhof aan de Weder-Ker-
ke , enden ftank, die 't begraaven aldaar
veroorzaakte (a), het Bolwerk voor de Blom-
graft tot een nieuw Wefterkerkhof gefchikt.
Ook werdt toen eene verdeeling gemaakt van
de wyken, die, op ieder der zes Kerkhoven,
zouden moeten begraaven. Het toeneemen
der kwaaie gaf, op vertooninge van den
Kerkenraad (Z>), gelegenheid , tot het in-
fleilen van eenen weekelykfchen Bededag,
die, met Woensdag den agtften September,
ten vier uuren, aanving. Doch in Decem-
ber , was de flerfte in zo verre afgenomen,
dat het Geregt beval, dat de lyken weder- ,
om, op den gewoonlyken tyd, des nade-
middags, begraaven zouden worden: en in
January des volgenden jaars, bevondt men,
dat het getal der dooden het gewoone ge-
tal niet veel te boven ging, waarom,in de
plaats van den weekelykfchen Bededag, op
Woensdag den vyfden, een plegtige Dank-
dag gehouden werdt (c).
In July des jaars 1655, werdt by den Raad De eed
verdaan, dat allen, die Raaden geweeft wa-van Raad
ren, zouden aangemerkt worden als Bur-den^ur-
gers, al haddenze verzuimd, den Burger-gereed.
eed te doen; alzo de eed van Raad geoor-
deeld werdt, denBurgereed, volkomenlyk,
te vervatten (d),
In
(a)  Refol. Vroedfch. Lt. A. 12 ^Au*. \tSS- ƒ• 5.
(b)  Refol. Vroedfch. Lt. A. 4 Sept.■ *€fs, f. II verfo.
(c)  Keurb. M. ƒ. zis, z?<ï » *39 verfo, 244, 24J verfo t
Z46 ,249, IJO, 2JI ver/6 f 257, 258.
(d)  Refol. Vijedfch. lt. A. 30. July 16$S- f, % vtrfo.
HaniJtr, W, ixj, [io>]
-ocr page 224-
224 AMSTERDAMS II. Deel;
■Lfiee In Noord-America, was, in 't jaar 1609,
D Stad ^oor Hemk Hud/on, in dienft der Veree-
ftigt ee- nigde Ooflindifche Maatfchappye uitgevaa«
ne Volk-ren, op de hoogte van ruim eenenveertig
planting graaden , ontdekt een Gewefl , welk hy
jjNieuwjsjjeuw Holland noemde, en welk, nader-
land " hand, den naam van Nieuw Nederlandkreeg
(e).
De Weftindifche Maatfchappy, federt
zynde opgeregt, zondt volk en vee naar
dit Gewefl,en voer 'er op, van tydtottyd.
Haare dienaars en planters kogten veel
Lands van de Amerikaanen, en onder an-
deren een Eiland in den mond der Riviere
Manhattans, die tegenwoordig Hudfons RU
vier
heet; op welk Eiland, eerlang de Sterk-
te Amflerdam en de Stad Nieuw Amflerdam
16*56. gefügt werden (ƒ). Over dit Eiland, hadt
de Maatfchappy *t beftier opgedraagen aan
de Kamer Amflerdam, diezig, in den aan-
vang des jaars 1656', genegen toonde, om
een gedeelte haarer bezittingen in Nieuw
Nederland over te doen aan ie Stad. Men
oordeelde, in de Vroedfchap, dat dit Land,
behoorlyk bebouwd wordende , alles zou
können uitleveren, wat tegenwoordig uit de
Ooftzee gehaald werdt, tot maften toe: en
uien befloot, hierop, met de Maatfchappye,
over den koop van het zelve, in onderhan-
deling te treeden, op dat men niet altoos
van de Ooftzee zou behoeven af te hangen
(g). 't Land werdt gekogt. Burgemeefteren
en
(e)  J. DE LAAT Befchr. van Wcftindie, hl. %% enx..
(f)  Memorie1 x/a» z% Febr. 1654. in ** Verbaal van H, V.
BKVERNINGK hl. 608 enx..
($) &dol« Yioedfth. £'. A, 3 pi*** i6$6. f. 7«,
-ocr page 225-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 225
en Raaden beraamden, in November, eeni« i6e6,
ge voorwaarden, ten behoeve van zulken,
die zig aldaar zouden willen nederzetten,
om den grond te bebouwen en te beplan-
ten. De Hertog van Savoje, misnoegd op
zyne Gereformeerde onderdaanen, in de
dalen van Piemont, bekend by den naam
van JValdenzen, hadt dezelven, federt eeni-
gen tyd, naar hun oordeel, te hard gehan-
deld , en genoodzaakt, hunne wooningen te
verlaaten. Voor deeze luiden, was, hier te
Lande, meer dan tweehonderd duizend gul-
dens verzameld, die hun, eerlang, werden
overgemaakt (h). Te Amfterdam, was een
goed gedeelte van deeze fomme byeen ge-
bragt: van welke, zo my gebleeken is, in
twee reizen, meer dan zeven en zeitig dui-
zend guldens werdt uitgekeerd (i). Ook
kwamen , eerlang , ruim driehonderd van
deeze verdreevenen herwaards, die zig ge-
negen toonden, om de nieuwe Volkplanting
der Stad , in Nieuw Nederland , te helpen
bevolken (£). En werden, federt, ten zelf-
den einde, van tyd tot tyd, perfoonen en
huisgezinnen aangenomen (/). De Stad nam,
nog voor 't einde deezes jaars, vyfentwintig
duizend guldens op, ten behoeve der Volk-
plantinge, en om dezelve van eenige noodi-
ge waaren te voorzien (tri). In de Lente des
- jaars
(h) AlTZEMA III. Deel, il. iz+o.
(i) Groot-Memor. N. IV. f. 96, 106.
(\) Holl Merc. van 1656. hl. 129. DOMSELAAR VI.
JBoel^, H. 407 en%. COMMËLIN hl. IIJ7.
(t) Groot-Memor. iV. V. ƒ. ji, 79, g-i verfo.
(rv)
Refol. Vroedfch. Lt. A. 11 Nov„ I6jfi. ƒ. t$i vtrfu
y. Stuk.              P
-ocr page 226-
o
220* AMSTERDAMS II. Deel.
1656. Jaars If>57 » waren 'er wederom driehon-
derd Planters byeen gebragt, gereed tot
de reize naar Nieuw Nederland. Men be-
floot toen , nog zesendertig duizend gul-
dens , ten zelfden einde , op te neemen,
en de Volkplanting te voorzien van eenen
Predikant («). Kort te vooren, was 'er
nog tienduizend guldens toe opgenomen.
Wat laater, nog zesduizend. Doch in 't
begin van September, vorderden de Ge-
magtigden tot het opzigt over de Volk-
plantinge wederom nieuwen onderftand. Men
begon toen te zien, dat de koften der Volk-
plantinge het voordeel, welk zy gaf, te
boven gingen. De Vroedfchap verklaarde,
nooit van meening geweeft te zyn, omze, tot
zo zwaare koften, te onderhouden (0). Nog*
tans verfchafte zy, in de Lente des jaars
1658, nog wederom twintigduizend guldens,
en zondt,op nieuws, een fchip met eenige
planters derwaards (p). In 't najaar, werdt
geraadpleegd op middelen, om Nieuw Ne-
derland, met minder koften, te onderhou-
den , en te gelyk beflooten, nog wederom
zesduizend guldens, voor de Volkplantin-
ge , te ligten. Men maakte eenige veran-
dering in de voorwaarden, ten behoeve der
Planteren opgefteld, alzo dezelven al te na-
deelig bevonden werden voor de Stad Qj). De
Planters, die hunne goederen, immers ge-
deel-
(n) Refol. Vroedfch. IJ. A. 3 Maart 16$y.f. 199verfa.
(»)
Refol. Vroedfch. L*. A. 4 Julyt jSept. 16*7. ƒ.225.
(p) Refol. Vroedfch. L*. B. 11 April 1658. ƒ. i<S.
(q) Relol. Vroedfch. L'. B. 19 Otiob. 20 Die. 1658./.
SS, 1*1
-ocr page 227-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 227
deeltelyk , zonden werwaards zy wilden, 1656.
werden nu, onder anderen, verpligt, om
dezelven alleen naar deeze Stad te zenden.
Doch dit punt werdt, in 't begin des jaars
16$9 i in zo verre, veranderd, dat zulke
Planters, die de kollen hunner overvoerin-
ge aan de Stad voldaan hadden, hunne waa-
ren mogten voeren, werwaards zy wilden,
behalve de Pelteryen, en de waaren, die zy
naar 't Ooften, naar 't Noorden, of naar de
Nederlanden wilden fchikken; alle welken zy
gehouden zouden zyn, herwaards te bren-
gen (r). Doch het onderhoud deezer Volk-
plantinge viel der Stad in 't begin zo fcha-
delyk, en 't gene van daar gebragt werdt,
leverde zo weinig uit, dat rrien,inSeptem-
tember daarna , befloot, zig dezelve weder-
om kwyt te maaken, enze,ten befte moge-
lyk , aan de Weftindifche Maatfchappye
wederom over te doen (j) ; doch deeze toon-
de hiertoe geene gezindheid altoos. Mid-
lerwyl, werden 'er, in de jaaren 1660 en
1661 , nog wederom negenentwintig dui-
duizend tweehonderd en vyftig guldens, ten
behoeve der Volkplantinge, geligt (*): en
in 't jaar 1662, aan vyfentwintig Huisge-
zinnen van Menniften, die zig derwaards
begeeven wilden , honderd guldens ieder
toegeflaan (u). Van dien tyd af, begon de
Volkplanting te bloeijen. De Scheepvaart
en
(r) Refol. Vroedfch. £r. B. io Maart i«Jj>- ƒ. 91.
(1) Refol. Vroedfch. Z,». B. 30 Sept, ifij9. ƒ. i«t verft*
ft)
Refol. Vroedfch. />. C. 15 ^Aug. Nov. 1660. &Jj,n.
$ Afay 1661. f. 50 verf» , 81, 99, Ui.
(uj Refol. Vroedfch. Lx. C. zo *4frii H6z. f. !*>!•
P 2,
-ocr page 228-
228 AMSTERDAMS II.De&£
1656. en Koophandel derwaards, die gedeeltelyk
gefchiedde voor Stads rekening, nam toe (u).
Doch de oorlog met Karel den II., Koning
van Groot-Britanje, die, in 't jaar 1Ó64 ,
ontftak, deedt alles van gedaante verande-
ren. De opkomende Volkplanting werdt,
in 't zelfde jaar, omtrent den aanvang van
September , door Robert Holmes , bemag-
tigd(w). De Koning behieldtze, by de Vre-
de des jaars 1667. Nieuw Nederland werdt,
federt, Nieuw Tork vernoemd, welke naam
ook aan Nieuw Amfierdam gegeven werdt.
Ondertuflchen , hadt de Vroedfchap van
Amfierdam, in 't jaar 1665, beflooten, het
Burgerregt deezer Stad te fchenken aan de
geweezen Burgers van der Stede Volkplan-
tinge in Nieuw Nederland (x).
De En- De Regeering van Engeland hielde, in 't
seifchen jaar 1656, waartoe wy nu wederkeeren ,
niee^"de ter gelegenheid derVredebreukemetSpan-
Amfter- je (j)» Oorlogsfchepen in de Spaanfche en
damfche in de Middellandfche zee, die ondernamen,
Scheep- de Koopvaardyfchepen van ingezetenen van
vaart* deezen Staat aan te houden, te onderzoe-
ken, en, op vermoeden dat zyContreban-
de goederen voerden, op te brengen. De
Scheepvaart deezer Landen , en die van
Amfierdam in 't byzonder werdt, hierdoor,
geweldiglyk, belemmerd. Het Collegie ter
Ad-
(v) Refol. Vroedfch. I*. C. 22 Febr. 10, 16 Maart 16Ä3.
ƒ. 2*3 verfo, 24.0, 244. L*. D. 19 *Aug. 24, 26 Oft, 166}.
ƒ. Z6 , 48 , 49.
(w) Brieven van en aan den Raadp. DE WITT, IV. Deelt
hl.
386, 387. Holl. Merc. van 1664. bt. 152. Vaderl. Hift,
. XIII. Deel, bl. 119.
(x) Refol. Vroedfch. L*. E. z<ï Aug. 1665. ƒ. It«
(y) Zie Vadeil. Hift. JU. Deel, tl, 38J.
-ocr page 229-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 229
Admiraliteit hier ter Stede en de Regeering 1656.
zelve (2) hadden, over 't gedrag der En-
gelfchen, reeds meer dan eens, geklaagd
ter algemeene Staatsvergaderinge, zonder
dat 'er eenig befluk op gevallen was. Het Heimely-
Collegie vondt dan goed, zelf eenige orde ^e ,ajJ
teftellen, geevende den Bevelhebber Gi S^jg^
deon de Wildt> den Vice - Admiraal Mkhielh{QI ter
Adriaanszoon de Ruiter, en den Kapiteinen Stede,
der fchepen, die onder hunne vlagge voe- om zu,ks
ren, heimelyken laft, den derden Novem'Jmbb.'
ber gedagtekend „ omdenEngelfchenOor-
3, logsfchepen, in zee, behoorlyke eer te
„ bewyzen, met het ftryken der vlagge, 't
„ laaten loopen van't marszeil, en het doen
„ van eenige eerenfchooten. Zo de Engel-
„ fchen de Koopvaarders onder 's Lands
„ Convoi wilden onderzoeken, onder voor-
„ wendfel, dat dezelven naar vyandelyke
„ Plaatfen gefchikt waren, moeft men hun
„ voorhouden, dat de fchepen hier teLan-
„ de t'huis hoorden, en geeneContrebande
„ waaren inhadden, met aanbieding van 't
„ een en 't ander, met de Zeebrieven en
„ Paspoorten, te willen bewyzen. Indien
„ men, desonaangezien, de fchepen wilde
„ aanhouden , opbrengen en ontlaaden,
„ moefl men den Schipperen belaften, zulks
„ niet te gedoogen. Zo de Engelfchen dreig-
„ den, geweld te zullen gebruiken, moed
„ men zig gereed maaken, om het met ge-
9, weid af te keeren; en zo zy tot daadelyk
„ geweld overgingen, moeit men 's Lands
>, eer
(«,) De Witt Brieven, Ui. Z>«/, hl. 117,
P3
-ocr page 230-
t
030 AMSTERDAMS ILDeel;
1&5Ó. j» eer betragten, en zig manmoediglyk ver-
„ dedigen: rnaar in beflooten havens, of
„ onder 't bereik van Sterkten, of onder de
„ magtige Vlooten van Blake enMountague,
„ moefl men zig van het pleegen van ge-
„ weid onthouden." Doch de algemeene
Staaten beflooten, eerlang, deeze orde we-
derom in te trekken. De Vice-Admiraal de
Ruiter, beklaagde zig hierover, in eenen
brief van den zeflienden December aan de
Admiraliteit te Amflerdam , fchryvende ,
onder anderen, in eenen regtfchaapen zee-
mans flyl „ dat het intrekken der orde voor
,, 's Lands Dienaars ondraaglyk was; dat zy,
„ by de Koopluiden en by 't gemeen, voor
eerlöoze fchehnen zouden worden uitge-
,, maakt; dat niemant zyn Convooi zou
„ können befchermen; dat de minfle En-
„ gelfchman hen zou zoeken tehoonen, de
„ fchepen te onderzoeken en te neemen; en
,, hen nog als Jan Gats uitlagchen enz.'*
De Ruiter kreeg hierop lafl van de Admi-
raliteit te Amflerdam, om zig aan de ge-
heime orde te houden. Zeeland nam dit
zeer euvel. Doch men meende, dat de
Admiraliteit dien flap, niet zonder kennis
der Staaten van Holland, gedaan hadt (V)..
OndemnTchen, vind ik niet, dat 'er, ten
deezen tyde, iet van belang, tiuTchen de
Engelfche Oorlogsfchepen en de onzen voor-
viel.
De Stad Het toeneemen van het getal der ingeze-
ftaatder tenen in Amflerdam, welk ook het getal
der
(*) A1TZEMA III. Deelybl. 1298, 1299.
-ocr page 231-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 231
der behoeftigen deedt toeneemen, gaf, om- 1656.
trent deezen tyd, gelegenheid tot deopreg- Diaconïe
ting van een nieuw Weeshuis der Gerefor- plaats tot
meerde Diaconie, waartoe de Stad, in den een
aanvang deezes jaars, een ftuk gronds by ees-
de Zwaanenburgsbrugge aan de Diaconie U1S toe'
vereerde (b). 't Gebouw werdt, in 't vol-
gende jaar, voltrokken.
Een uur gaans van de Stad, tiuTchenden Zy doet
Amftel en den Veendyk, in de Ambagts- hetklei-
heerlykheid van Amftelland, lag, van ouds, ne Loop-
een Weg, het kleine Loopveld genaamd, die ^eeJeiu
zo fmal was, dat de rytuigen eikanderen al-
daar niet myden konden, naar behooren. De
Stad, belang hebbende by het verbreeden
van deezen weg, verwierf, den zeventien-
den Maart deezes jaars, Oftroi van 's Lands
Staaten, om de gronden en landen, die tot
verbreeding van den weg zouden noodig
zyn, volgens de fchatting van de Geregten,
onder welken dezelven gelegen waren, te
mogen naar zig neemen, en om een Gabel
te mogen heffen van twee penningen of een
duit, van elk' menfch, die den weg langs
ging (V). En in gevolge van dit Oétroi,
werde het kleine Loopveld, kort hierna, op
Stads koften, verbreed.
De Haarlemmer-Meer hadt, federt vee- 't Slag-
Ie jaaren, een aanzienlyk gedeelte van de turven in
Landeryen, gelegen in de Ambagtsheerlyk- ^J^'
heden van Amflerveen, Slooten, Slooterdyk, heerlyk-
Osdorp en de Vrye Geer, der Stad toebe- heden
hoo- der Stad
(b) Refol. Vroedfch. L, A.6,Z6 Jan. i6$6. ƒ. jj,
{(j Hiiiutv, bl. 3J+. [izj.]
P4
-ocr page 232-
232 AMSTERDAMS II. Deel;
1656. hoorende , weggenomen. En desonaange-
wordt zien, was het flagturven, in de gemelde Am-
verboo- bagtsheerlykheden, door de oogluiking der
den,zon-Baljuwen, zofterk voortgezet, dat de Veen-
der haar plaflfen,die ter diepte van agttien oFtwintig
ver ° " voeten waren uitgebaggerd , op fommige
plaatfen , naauwlyks vyfentwintig roeden
van de Meer af lagen: welke fmalle ftrook,
doorbreekendc, een groot gedeelte der ge-
noemde Ambagtsheerlykheden, voor eene
verderfelyke overftrooming , bloot ftellen
zou. De Stad, om dit onheil te verhoeden,
verwierf, derhalven, op den zeventienden
Auguftus deezes jaars, 06lroi van's Lands
Staaten, dat niemant in de gemelde Am-
bagtsheerlykheden zou mogen flagturven,
dan met bewilliging van Burgemeefleren ,
als Ambagtsheeren (d).
Ontwerp j)e voorflag, die, al voor twee jaaren,
(iïJfte in ^e Vroed^cnaP deezerStad, gedaan was,
maaken om het Vegtwater in, of ten minfle nader
uit de aan de Stad te brengen, werdt, in de Len-
Vegt in 't te deezes jaars, wederom vernieuwd. Men
Gein tot kacjt reecjs een Ontwerp gemaakt,om eene
fkou- Cr Graft te graaven, uit de Vegt byNigtevegt,
vers van door het Land van Oud of Klein Muiden,
Amfter- onc]er Holland gelegen, tot in het Gein ;
dam' welke Graft groot gemak toebrengen zou
aan de Brouwers , die nu veel gereeder by
't Vegtwater zouden können komen dan
voorheen,en niet door Weesp behoeven te
vaaren, waarom zy, omtrent deezentyd,
duizend guldens 's jaars, voor 't gebruik van
zulk
(d) Hand*, bl. 32}.
x
-ocr page 233-
*
XVII-BoEK. Geschiedenissen. 233
zulkeene Graft, uitbooden. De koflen van 16*56.
"t werk werden op twee en veertig duizend
guldens begroot, en Volkert Gerritszoon Krook
hadt 'er Oclxoi toe verworven van 's Lands
Staaten, het regt van welk Oólroi hy, eer-
lang , aan de Stad afflondt. Men befloot,
in Juny, voort te vaaren met het werk (e).
De voornaamfte zwaarigheden in het zelve
waren, dat de ontworpen Graft zou können
gebruikt worden tot eene doorvaart voor
fchepen, tot groot agterdeel voor de Stad
Weesp; en dat Amflelland, door dezelve,
zou können belafl worden met vreemd wa-
ter. Doch beide deeze zwaarigheden wer-
den weggenomen, van de zyde der Stad. Zy
verbondt zig, tot voorkominge der eerfle,
by 't begin der Graft, in den Vegtdyk al-
leen , te zullen laaten fteeken een' duiker
met drie keelen, ieder niet wyder dan ze-
ven Rynlandfche voeten, en zo laag, dat
'er ook de kleinfle fchuitjes niet zouden door
können. Tot wegneeminge der tweede zwaa-
righeid, zou zy,ten einde der Graft, en daar
dezelve in 't Gein uitkwam, een fluisje laa-
ten leggen, met zulke fchutdeuren voor-
zien, dat het Vegtwater, daardoor,ten al-
len tyde, uit Amflelland zou können gehou-
den worden. Op deezen voet, werdt,den
veertienden September, eene overeenkomfl
geflooten tiuTchen Burgemeefteren van Am-
sterdam en Dykgraaf en Heemraaden van
Am-
(O Refol. Vroedfch, Lt. A. I8 Maart, i+ Jttnj \6$6.fm
12 Vtrfi , Ho Verft,                                                     _
P5
>
-ocr page 234-
434 AMSTERDAMS II. DEEt.
1656. Amftelland (ƒ), die, vooraf, door den Raad,
was goedgekeurd (g). Ook kwamfmen over-
een met de Brouwers, dat zy, voor 't ge-
bruik van 't Vegtwater uit de nieuwe Graft,
vyftien honderd guldens 's jaars betaal en
zouden: doch zo 't werk minder dan vyftig
duizend guldens koftte, naar gelang zo veel
minder, gerekend tegen drie ten honderd (£).
't Werk bleef nogtans fteeken. In 't jaar
1663, verzogten de Brouwers nog, dat het
mögt worden voortgezet (i). Doch het is,
tot nu toe, agter wege gebleeven.
Trekpad De Steden Amfterdam en Gouda, over-
en Vaart eengekomen zynde wegens het maaken van
"aar, eene Vaart en Trekpad tuflchen de twee
gemaakt. Steden , hadden daartoe , op den zesden
April, O&roi verkreegen van 's Lands Staa-
1657.  ten (£). De Staaten van Utrecht, over
welker bodem, omtrent den Uithoorn, de
Trekweg, voor een klein gedeelte, loopen
moeft, verleenden haar , den zeitienden
July des jaars 1657, een diergelyk Oclroi (/):
waarna 't werk, tot groot geryf der beide
Steden, in korten tyd, voltrokken werdt.
De Am- In de Lente deezes jaars, klaagden, on-
fterdam- der andere ingezetenen deezer Landen, de
mers Koopluiden van Amfterdam zeer over de
kIaaSden zwaare t°Uen > die, door den Graave van
tol te Oldenburg, te Elsvliet beneden ßreemen,
Elsvliet.                                                                  ge-
(ƒ) Groot-Memor. N. IV. f. in, 113. Handv. bl.
434- [153.]
(g) Refo!. Vroedfch. Lt. A. 11 Sept. 1656. ƒ. 137 vcrfa,
(h)
Handv. bl. 434. [ijf]
(»} Refol. Vroedfch. Lr. C. 14 N»v. 1663. f. 61.
({)
Handv. bl. 426. [latf.J
l/j Handv. bl. 417. [127-]
-ocr page 235-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 235
gevorderd werden. Men tradt, van wege 1657,
de algemeene Staaten, hierover in onderhan-
deling met den Graave (m); doch daar ver-
liep vry wat tyds, eer men hem van gedrag
kon doen veranderen.
De uitrufting ter zee, die, in 't voorlee- De
den jaar, begonnen was,hadt eenigeagter-5{jaajT
dogt verwekt aan 't Spaanfche Hof, daar ^(Tadeur
vermoed werdt, dat men 't daarmede op WOrdt te
Spanje hadt aangezien. De Spaanfche Am- Amfter-
bafTadeur , Don Eflevan de Gamarra , gaf jja1" ont*
zulks den Staaten te kennen. Doch hy werdt *
haaft geruft gefield (n). 't Belang van den
Staat vorderde het onderhouden der herftel-
de vriendfchap met Spanje. Men begreep
zulks vooral te Amfterdam, werwaards de
gemelde Ambaifadeur, in deezenjaare 1657,
een' keer deedt, en trefFelyk ontvangen
werdt (0). Omtrent twee jaaren te vooren,
hadt men, op zyn verzoek, hier ter Stede,
een Engelfch jongman, Richard genaamd,
in het Tugthuis gezet (J>).
Het ontwerp om Amfterdam aan de Ooft- De Stad
zyde uit te leggen, en te verfterken, welk worddc»
voor veele jaaren genomen was, werdt, om- Q0ftzy_
trent deezen tyd, ter uitvoeringe gebragt, de, ver-
Men begon met de verfterking van het Ei fterkt. ,
land Kattenburg. De ingezetenen aldaar Katten«
hadden, reeds in 't jaar 1655, geklaagd, wu0rrgdc ..
dat zy, des nagts, door het ophaalen der betim*
brugge, gelegen ten einde van het Eiland,merd.
van
(m) AlTZEMA IV. Deel, il. 196 enx,.
(n)
Vaderl. Hift. XII. Deel, il. 447.
(o) VONDELS Poëzy, I. Deel, il. J87,
(f) Groet .Memor.JV« IV. ƒ. 64.
-ocr page 236-
236 'AMSTERDAMS - II. Deeè:
1617. van ^e Stad werden afgefneeden (q). Men
befloot, hierop, de brug te verleggen, en
een Wagthuis te Hellen op het uiterfte Bol-
werk (r). Sedert, werdt nader op de ver-
fterking van Kattenburg geraadpleegd (Y).
't Werk werdt, eerlang, tot volkomenheid
gebragt, en de tot hiertoe onbetimmerde
erven op het Eiland, van Stads wege, ver-
kogt. Onder anderen, vind ik, dat de Stad,
in 't jaar 1660, twintig erven op Katten-
burg, tot zeshonderd guldens ieder erf, ver-
kogt heeft aan Henrik Rufe, buitengewoon
Ingenieur alhier, die beloofde, dezelven, tot
fieraad der Stad, te zullen doen betimme-
ren (0- In den aanvang des jaars 1657,
was reeds beflooten, den grond, benoorden
de nieuwe Vaart op Kattenburg en verder
gelegen, tot aan en omtrent Outewaal, zo
aan de Admiraliteit als aan anderen , tot
Scheepstimmerwerven uit te geeven (u);
gelyk , federt , gefchiedde. De vergroo-
ting der Stad aan de Ooftzyde werdt toen
vlytiglyk voortgezet: en zy verwierf, op
den tweeden May des jaars 1663, het ge-
woonlyk O&roi van 's Lands Staaten, om de
erven, die binnen de wallen getrokken wer-
den , volgens de fchattinge van Schepenen,
te mogen naar zig neemen (i>).
De Stad By de Vroedfchap deezer Stad was, in
ïaad- November des voorleeden jaars, in beden-
king
(q) Refol. Vrocdfch. L*. A. io Nov. \6s$. f, 27.
(r) Refol. Vroedfch. L1. A. 19 #»*• iMr ƒ. 3 3 verft*
(s)
Refol. Vroedfch. L*. A. 11 Nov. i6$6. f. iji verfo.
(t)
Refol. Vroedfch. L". B. 28 J«n. i«6o, ƒ. 240 verfo.
(»)
Refol. Vroedfch. L*. A. 19 Jan. 1657. ƒ. 185.
(v) Handv. bl. l. [887.]
-ocr page 237-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 237
king gekomen, of men, uit kragte van het 1657:
O&roi, den agtentwintigften July des jaarspleegtop
1523, door Keizer Karel den V., aan diede op-
van Nieuwer-Amftel of Amfterveen,tothetregtinga,
houden eener Paard emarkt, op de twee laat- £an *jea
fte dagen in Auguftus, verleend (<zu), ook ^Hu.'
hier ter Stede, eene Paardemarkt zou kön-
nen opregten (#). Doch men oordeelde,
na ryp beraad, dat de Stad zig , met die
Oftroi, niet zou können behelpen, zo om
dat het zelve, reeds zo oudzynde, ligte-
lyk zou können aangemerkt worden als ver-
jaard , als om dat de Privilegien een bepaald
regt gaven, en zig niet verder ftrektendan
tot de perfoon of perfoonen,aan welken de-
zelven verleend waren. Men verftondt nog-
tans, dat alle Steden bevoegd waren, om
ongeprivilegeerde Paardemarkten te houden,
dat zyn zodanigen, waar men iemant, om
fchuld , bekommeren of arrefleeren mag.
En hierop werdt goedgevonden, zulk eene
Paardemarkt hier ter Stede op te regten,
die tweemaal 's jaars, in April en in Au.
giiïlus, gehouden worden, en, t'elken rei-
ze , drie dagen duuren zou (y). Doch dit
befluit is niet ter uitvoeringe gebragt, of
heeft ten minfte geen gevolg gehad.
De Staaten (boten, in Juny deezes jaars, De Ko-
een naauw Verbond met Fredrik den III., "inê *att
Koning van Deenemarke, die thans met marke"
Zweeden in oorlog was, en van hier, eer-beveftfgt
lang,
(w) Handv. hl. jzt.
lx) Refol. Vioedfch. /.'. A. Il Nov. 1656. ƒ. Ut«
(y) Refol. Vioedfch. £r. A. ij, 20 Jan, 1657./. m
iitrj'a ,187.
                                        ......
-ocr page 238-
£38 AMSTERDAMS II. Deel.
p6$8, lang, met geld en oorlogsfchepen, onder-
«te Stad fteunc* werdt (z). 't Sluiten van dit Ver-
in de bond gaf gelegenheid, dat de Koning van
v-oor- Deenemarke, op verzoek van den Heere
heen ver- Coenraadvan Beuningen, Penfionaris van Am-
yÏÏÏ fterdam, en buitengewoon AmbafTadeur der
den. Staaten aan het Deenfche Hof, deeze Stad
bevefligde in alle de Privilegien, die zy en
haare handeldryvende ingezetenen, van de
Koningen, zyne Voorzaaten, ontvangen had-
den. De brieven, die hier van verleend
werden , waren , op den agttienden May
des jaars 1658, te Koppenhagen, gedag-
tekend (a).
Vrye
         De Staaten der Vereenigde Provinciën
vaart op vorderden, federt eenigen tyd, vergoeding
Portugal,van jjg Kroone Van Portugal, wegens het
zienad!n"verlies vanBrazil, welk der Weftindifche
oorlog. Maatfchappye , door de Portugeezen, af-
handig gemaakt was. Doch alzo deeze ver-
goeding agterbleef, hadt de Staat, in den
£Ierfft des jaars 1657 , aan Portugal den
oorlog verklaard (b). Desonaangezien, bleef
de vaart en handel derwaards open, en de
Admiraliteit te Amilerdam verleende, open-
lyk, Paspoorten en Zeebrieven voor goe-
deren en fchepen op Portugal. Het zenden
van oorlogsbehoeften derwaards was alleen-
« . lyk verbooden (c).
Keur         Het fpringen van een' Kruidmolen aan den
omtrent den Heiligen of Overtoomfchen weg, welk
den
(z.) Vadcrl. Hift. XII. Deel, bl. 4<Si,4<*7.
(j.) Handv. hl. 60. [91.]
(b) Vaderl. Hift. XII. Deely hl. 45$.
(t) A1TZEMA IV. Dtel, bl. 26J.
-ocr page 239-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 239
den twaalfden September des jaars 1657 I0*c8#
voorgevallen was (d), en vry wat fchade h-t «T
veroorzaakt hadt, gaf mynen Heeren van^d.
dea Geregte, in de Lente deezes jaars 1658,
aanleiding tot het maaken eener nieuwe Keu-
re , omtrent het behandelen, bewaaren en
vervoeren van het Buskruid, en omtrent het
maaken der Kruidtoorens langs den Heili-
gen weg. Zy was, den zevenden May, ge-
dagtekend (e).
By het gemelde ongeluk, kwam, op den Een ftee-
veertienden May des jaars 1659, een an-jjenb.ruS
der.De fteenen brug, op drie boogen,over j?-1"'
de Prinfen graft by de Leliefluis leggende, 5°*
ftortte, onverhoeds, in. Zeven of agt men-
fchen lieten 'er 't leeven. E enige anderen,
die in 't water gevallen waren, werden, ge-
lukkiglyk, gebergd (ƒ). Doch deeze ramp De Beur»
gaf aanleiding tot het verbeteren van dege-wordt
welffels der Beurs, die nu ruim vyftig jaa- 7er" .
ren geftaan hadt, en welker gaanderyen, 0UW
ten Noorden en ten Zuiden, begonden te
zakken : 't welk, door het inbuigen der
booge, waarop 't gebouw ruft, en door wel-
ke, de vaartuigen, met geftreeken maften,
uit den Amftel in het Damrak, en van daar
te rug, plagten te können vaaren, veroor«
1 zaakt was. 't Gebouw werdt dan, op beide
de gemelde plaatfen, uitgebroken, en de
flaauwe boog aldaar met eene halfronde
boog onderfteund. De Koopluiden hielden,
terwyl de Beurs verbouwd werdt, hunne
By-
(d) COMMKLIN, bl. 1169.
(e) Handv. bl. +13. [67g.]
(ƒ; DOMSJLUAAÄ Vl.iioek^bl, 42J,COMMEUN, fc/. litf.
-ocr page 240-
240 AMSTERDAMS II.Deet.;
1659. Byeenkomften in de Nieuwe Kerke, en ver-
gaderden eerft, op den eerften January des
. jaars 1660, op deherfteldeBeurs;diejeni-
ge jaaren laater (g), op nieuws, moeft wor-
den uitgelegd (b).
De rang Terftond na de gewoonlyke verandering
der Com- der Regeeringe in February, werdt, door
miliaris- mvne Heeren van den Geregte,de rang be-
paald Paa^ tuflchen de Heeren CommiiTarhTen,
* fub'ai- m a^e de *ondergefchikteCollegien van Re-
teme. geeringe en Regtsoefeninge hier ter Stede:
te weeten, de oudfte CommifTariiTen in de
Magiflrature zouden, in alle de byzondere
Collegien, voorzitten, uitgenomen dat de
Oud Schepenen en Raaden, in de gemelde
Collegien, de voorzitting zouden behouden,
als naar gewoonte (i).
Oproer De Staaten van Holland hadden, onlangs,
te Naar- orcie gefteld op de grootte der Turftonne
*Jei?'do°r binnen deeze Provincie , ter gelegenheid
ting^an een er nieuwe Ordonnantie aangaande den
Amfter- Impoft op de Turf. Te Naarden, was de
dam ge- Turfton, naar de voorgefchreeven grootte,
ftild. gemaakt. Doch eenige onruftige ingezete-
nen verwekten , ter deezer gelegenheid,
eene byftere beroerte, op den negentienden
May. De nieuwe Tonnen werden allen ver-
nield : 't huis des Pagters van de Turf op-
gebroken en geplonderd, en de Wethou-
derfchap der Stede, eindelyk, genoodzaakt,
op den eenentwintigden, af te kondigen,
dat de Turfpagt, voortaan, geheeven zou
wor-
(g) Refol. Vroedfch. U. F. p. ^iug. 166%. f. %%.
\n) DOMSELAARVI. Boek^bl. 4.12, COMMEJLIN, bh II57.
{ij Handy, hl* 116.
-ocr page 241-
XVIÏ.BoEK. Geschiedenissen. 241
worden, op den ouden voet. 't Gerügt dee- 1659.
zer beroerte kwam fpoedig te Amfterdam,
daar men op middelen bedagt was, omze
te fluiten. Men fchikte, op verzoek, zo
ik meen , der Regeeringe van Naarden,
twee of drie Compagnien Stads foldaaten
derwaards, die, met den avond, uit Am-
fterdam trokken , en, tegen 't aanbreeken
van den volgenden dag, onverhoeds, bin-
nen Naarden kwamen. De oproerigen hiel-
den zig toen ftil. De belhamels werden ge-
vat, en geftraft. Eenigen der fchuldigen
waren gevlugt. De Gecommitteerde Raa-
den hadden, reeds te vooren, vyf honderd
guldens beloofd aan elk, die eenen fchuldi-
gen zou aanwyzen. Ook kwamen, wat Jaa-
ter, twee Compagnien van de Lyfwagtder
Staaten van Holland in Naarden, waardoor
de Stad in ruft gehouden werdt (&). De
Amfterdamfche Compagnien keerden toen
wederom herwaards.
In den Zomer deezes jaars, bevondt zig, De Keur-
in den Haage, de Keurvorftin van Branden- VOJ,ftin
burg, Dogter van Fredrik Henrik, Prinfe J^JjJ™"
van Oranje, en de Prins van Anhalt, met de Pria-
zyne Gemaalin, haare Zufter. Dit Vorfte- fes We-
lyk gezelfchap, en de PrinfefTen, Weduwen duwe van
van Fredrik Henrik en Willem den IL ,°nraa^fe.
werden, te Amfterdam, genodigd, doorrehoogg
den Burgemeefter Joan Huydecoper, Hee-Perfoo-
re van Maarfeveen. Ook begaven de mees- naadjen
ten zig derwaards, en kwamen 'er aari op?ordf"'
j r hier ter
. .         den
(kj Groot-Flakaatb. II. Dttl, kol. zjji. Holl. Mcrc.
v*n iésj>. bl.sji
V. Stuk.                 O
-ocr page 242-
-----------———
a'4.2 AMSTERDAMS II. Deel.
1659. den negenentwintigften Auguftus. De Ko-
Stede ningklyke Prinfes, Weduwe van Willem
ftaatelyk den IL, was agtergebleeven, om verfchil
ontvan- over den rang met de Keurvorftinne te voor-
ge11' komen: 't welk ook de reden was, waarom
zy den jongen Prins, haaren Zoon, die nu
omtrent negen jaaren bereikte, en onlangs
te Leiden gekomen was, om zig in taaien
en weetenfchappen te oefenen , niet her-
waards wilde laaten gaan (/). 't Vorftelyk
gezelfchap werdt, hier. ter Stede, ftaate.
lyk ingehaald. De Perfoonaadjen bezagen,
een of twee dagen na derzelver aankomft,
het Stadhuis, en werden vermaakt met ee-
nige vertooningen, door den Digter Jan Vos
uitgevonden, en geplaatft op zeftien flaat-
fiewagens, die, over den Dam, en langs
de voornaamfteftraatenen graften der Stad,
gevoerd werden. Op den eerflen, vertoon-
' de zig een zinnebeeld van de Eendragt: op
dezeven volgenden, die der zeven veree-
nigde Provinciën. Op den negenden, zag
men Keizer Adolf van Naffhu. De vyf vol-
genden voerden Willem den I., Maurits,
Fredrik Henrik, Willem den If. en Wil-
lem den III. De vyftiende droeg het zin-
nebeeld der dankbaarheid voor de bewee-
zen dienden van het Huis van Oranje: en
de zefliende de Stad Amfterdam, als eene
Maagd verbeeld. Eenige dagen hierna ,
werden 'er, voor 't zelfde doorlugtig gezel-
fchap , nog drie vertooningep gedaan, de
Krooning van Keizer Adolf van NaiTau, de
ver-
(/) AITZEMA IV. Dttl, hl, 470, +71,
ét               'f1miÊk ' 1                                                                                           .....
-ocr page 243-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 243
verdrukte Nederlanden onder 't juk van i6<q„
Spanje, en het Huwelykvan George,Prin-
fe van Anhalt, enHenrietta Katharina, Prin-
feiTe van Oranje, verbeeldende (m). De
Vorflelyke Perfoonaadjen, zig cenige dagen
verluftigd hebbende in Amfïerdam, keer-
den, eerlang, te rug naar den Haage. De
Keurvorft fchreef, federt, een' brief van
dankzegging aan de Stad, waarin hy be-
tuigde , ten hoogfte voldaan te zyn, over
het onthaal , zyner Gemaalinne aange-
daan («).
Wy hebben, ter zyner plaatfe (0), ge- De Stad
waagd van het Verdrag, in denjaare 1626, fluit eeno
gemaakt tuffchen het Hoog-Heemraadfchap nadere
van Rynland en de Stad Amfïerdam, op de£^r"n*
hoogte van den Slaaperdyk. Die dyk, federt met het
het maaken van dit Verdrag, gezakt en we- Heem-
derom aangehoogd zynde, ontftondt 'er, red-
ten deezen tyde, gefchil over dit hoogen, fchaE
oordeelende de Stad, dat men daarin 4t 1^,00
peil, by het Verdrag bepaald, overfchree- de hoog-
den hadt. Doch deeze peil was tegenwoor- te van
dig niet wel te vinden, 't Gefchil zou,den,s'aa"
zekerlyk, hooger geloopen zyn, zo men,per ' *
op den negenden O&ober deezes jaars, niet
overeengekomen ware, om drie nieuwe pei-
len te ilaan op ééne hoogte, eene aan den
negenden fleen van den Ooflervleugel der
groote Kolksfluis, te Spaarnedam; eene aan
de Damsfluis, alhier, die aldaar aan den
buitenvleugel van de Zuidooftzyde der ge-
mel«
(m) DAPPER, bl. ijj ent.
(n) Groot-Memoriaal N. V. ƒ. 4.
O) &e II. Dttlt XIII. Boek., $/.371«
-ocr page 244-
- -
Ä44 AMSTERDAMS II. Deel.
1659. melde fluis, regt onder het peilteken van
den Allerheiligen vloed des jaars 1570, ge-
field werdt; en eene aan de nieuwe Brug-
ge , die aldaar aan de Zuidweftzyde, aan
den buitenhoek van 't uiterfle Steenwerk,
ten Noordweflen van het Damrak, daar de
houten brug toen begon, werdt geplaatfl.
Voorts, kwam men overeen, om den Slaa-
perdyk te houden op de hoogte van twee
voet en tien duim boven de gefielde peil.
De drie peiltekens werden , in de Lente
des jaars 1660, op de beraamde plaatfen,
gefield, nevens nog een vierde, welk aan
den Ooflervleugel van de groote Sluis te
Spaarnedam, agt voet buiten de buitenfle
deuren, op dezelfde hoogte als het teken
aan de Kolksfluis aldaar , gefield werdt.
Op de koperen plaaten der peiltekens, flon-
den de letters S. 1659. P. (p): welke let-
ters S. P. Slaaperdyks Peil fchynen te bete-
kenen. En naar deeze peiltekens, werdt de
hoogte van den Slaaperdyk , federt, ge-
fchikt.
Twee De vergrooting der Stad , die nu vlytig-
houten lyk voortgezet werdt, maakte het opregten
Lootfen van eene 0f twee nieuwe Kerken noodzaa-
ken ge- kelyk. Men hadt, reeds in 't jaar 1656,
timmerd. geraaden gevonden , eene Kerk te ftellen
op het Bickers-Eiland, terplaatfe van eene
Maflenmaakery en twee Schuitenmaake-
ryen (4). Doch't voltrekken van dit befluit
fcheen, om de koflen van 't werk, of om
an-
O) Gtoot-Memor. N. V. ƒ. J,*4. Handv. hl. +17,41».
[US, 840.]
(j) Refol, Vioedfch. L*. A. 7 Dtc, lés*, ƒ. i6x vtrfi.
'■-*•■
-ocr page 245-
XVILBoek. Geschiedenissen. 245
andere redenen, uitgefteld geweeft te zyn. 1659.
En nu vondt men goed, twee houten loot-
fen tot Kerken te timmeren, eene ter ge-
melder plaatfe op het Bickers-Eiland, en
eene op Wittenburg, by de brug naaft aan
't Magazyn der Admiraliteit (r): 't welk,
terftond hierna , werdt uitgevoerd. Het
fterk toeneemen der Gereformeerde Ge-
meente bewoog den Kerkenraad, om der
Regeeringe te verzoeken, dat het getal der
Predikanten met twee mögt vermeerderd
worden (j): waarin,eerlang, bewilligd werdt.
De Lutherfche Gemeente was, met den De Lu-
aanwas der Stede, ook zo zeer toegenomen ^er-
in getal, dat zy, nog voor 't einde deezes[c^ne"
jaars, verzogt, om eene tweede plaats tot^er
de oefening van haaren Godsdienft, waar- plaats tot
toe zy zeker Pakhuis, op de Brouwersgr aft eene
aan deZuidzyde, tuflchen de Keizers- en^^
Prinfen-gr aft, bekwaam wilde maaken. Bur-
gemeefteren en Raaden bewilligden in haar
verzoek (f). Doch toen Zy, in 't jaar 1662,
om nog eene plaats in de Konynen-ftraat,
ten zelfden einde , verzogt, werdt zulks
haar niet toegeftaan, dan onder voorwaar-
de , dat zy de plaats op de Brouwers-graft
wederom zou laaten vaaren (u). Maar zy
verkoos op de Brouwers-graft te bly ven ver-
gaderen (»), tot dat haar, in 't jaar 1667,
op gelyke voorwaarde, eene plaats op den
Sin-
(r) Refol. Vroedfch. Lr. B. 27 Maart I6jj. ƒ. 9?.
(!) Refol. Vroedfch. lr. B. 31 Dec. i6$9- f. 189.
(*) Refol. Vroedfch. Li. B. 8,17 Dec. l6S9.f. I84» I8j.
(*; Groot Memor. K, V. ƒ. 71 verf«.
(v)
F. VOM ZESEN, hl. zzz.
Q3
*
*

'• ij:
f ^ A
%"
-ocr page 246-
24<S AMSTERDAMS II. Deel.
'1Ö59. Singel by 't Kattegat, vergund werdt O),
alwaar zy, federt, haare deftige nieuwe Kerk
gefligt heeft.
De'Stad Inde Zuiderzee, leggen, en lagen van
koopt deouds twee Eilandjes, Urk en Schottland, op
he"rly?-"welk laatfte twee Dorpjes leggen, Ens en
heden Emmeloord genaamd. Men bevondt, federt
van Urk eenige jaaren , dat het Eilandje Urk, zo
enVEm- door affpoelinge, als door 't vervoeren der
meioord.fteenen, waarin deszelfs flerkte beftondt,
allengskens, kleiner werdt. 't Zelfde ge-
£ vaar liep ook Schokland. OndertulTchen,
was, voor allen, die de Zuiderzee bevoe-
ren^ veel gelegen aan de behoudenis dee-
zer Eilandjes , onder welken de fchepen
zig, by flormagtig weder, plagten te ber-
gen. Amfterdam rekende 'er,vooral, groot
belang by. Doch men zag geene kans, om
de Eilandjes te doen onderhouden, naar be-
hooren, zo lang de Heerlykheid derzelven,
gelyk ten deezen tyde, bleeve in handen
van byzondere Heeren, die 'er weinig in-
komften uit trokken , en zig hierom niet
veel aan derzelver behoudenis lieten gele-
gen zyn. De Vroedfchap befloot, derhal-
ven, in September deezes jaars,zig, door
koop, meefter te maaken van de Heerlyk-
heid van Urk (#), die van de Staaten van
Holland ter leen gehouden, en, nevens de
Heerlykheid fai Emmeloord , door den
Heer Joan van der JVerve, bezeten werdt.
't Gelukte, in 't jaar 1660. De Heerlyk-
he-
(») Groot-Memor. N. V. ƒ. 198 verft.
(x) Refol. Vioedfch. Z.r. B. 30 Sept. 1659. f, itf».
i £
-ocr page 247-
WJ ■Jl                              »■ lJin-ul".....1IU *.....'"»«»"w                             MipjppilipVMIIip
XVH.BoEfc GESC&IEDSttlSSEN. 247,
heden van Urk en Emmeloord, welke laat- itfoo«
fte ook verftaan wordt, op Hollandfchen
bodem te leggen (y), fchoon Ens geagt
wordt tot Overyflel te behooren, werden
beide, door de Stad, gekogt (2), die een*
der Burgemeefleren tot Ambagtsheer Hel-
de, welke, door de Staaten van Holland,
met de Heerlykheden verlyd werdt. De
jongfte Burgemeefter, Andrles de Graef> was
de eerfte, wien, in 't jaar 1660, deezeeer
werdt opgedraagen (a). Op den twee en
twintigften Julydes jaars 1662, verwierf de
Stad Oétroi van 's Lands Staaten, om de
vuurboet op 't Eiland Urk, voor welke het
Land, federt eenigen tyd, zeer veel was
afgefpoeld, binnenwaards te verplaatfen, en
van de koften, daartoe vereifcht, aan hun-
ne Edele Groot - Mogendheden verflag te
doen, op dat deezen, zo dezelven, uit bet
gewoonlyk vuurgeld, niet mogten können
gevonden worden , op de verhooginge van
dat vuurgeld , nader zouden mogen raad-
pleegen (£). Burgemeefleren en Thefau-
rieren werden, federt, gemagtigd, om het
hooge Land omtrent de vuurboet glooijende
en tot een ftrand te doen maaken, waarop
de kragt van 't water mögt gebroken wor-
den (O* Wy zullen, by eene andere ge-
legenheid , de twee Heerlykheden nader
befchryven.
De
(y) Refol. Vroedfch. Lr*. LL. 10 Sept. 1737. ƒ. 218.
(x.) Groot-Memor. N. V. ƒ. 3j>, 63 f«r/i,6j.
(a)  DAPPER, hl. JJI.
(b)   Handv. bl. j?J.
(e) Refol. Vroedich, L*. D. 11 Sept. 1663. ƒ. 3*.
Q4
-"■
..•:*...
-ocr page 248-
■'
§48 AMSTERDAMS IL Deel;
1660. De dood van den Prote&or Olivier Krom-
Zy be- we^» ^e *n 'c Jaar I(^ voorgevallen was
groet Ka- 00 > gaf gelegenheid tot de herftelling der
rel denil. Koningklyke Regeeringe in Engeland. Ka-
als Ko- rej (je II. $ die zig thans hier te Landeont-
Grcfo™11 ^e^c > wer dt, den agttienden May deezes
Britanje. jaars 1660 , tot Koning uitgeroepen , en
begaf zig, op de eerfte tyding hiervan, uit
Breda naar den Haage, daar hy, den vyf-
entwintigften, Koningklyk ingehaald , en
door de hooge Regeering begroet werdt (e~).
De Wethouderfchap der Stad Amfterdam,
alwaar de Koning zig, in 't jaar 1658, eeni-
gen korten tyd heimelyk opgehouden hadt
(ƒ), vondt ook geraaden, hem, door eene
plegtige bezending, te doen geluk wenfchen.
Zy werdt bekleed door de Burgemeefteren,
Cornelis van Flooswyk en Joan Huydecoper,
Heere van Maarfeveen, en door de Penfio-
narilTen Coenraad van Beuningen en Piet er de
Groot.
Zy hadden gehoor op den agten-
twintigften. De Groot voerde het woord:
onder anderen, verzoekende „ dat de Ko-
„ ning de Stad met zyne tegenwoordigheid
„ vereeren wilde, om getuige te zyn van
„ de agting, welke men hem aldaar toe-
„ droeg." Doch hy wees dit beleefdelyk
van de hand , terwyl hy verklaarde, de
vriendfchap, die de Stad hem bewees, eeu-
wiglyk te zullen gedagtig zyn (g). Zulke
betuigingen deedt hy ook, met opzigt op
den
(d)   Vaclerl. Hift. XII. Deel, bl. 471.
(e)  AlTZEMA IV. Deel, bl. J89 *»*,.
(f)  Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 6.
(fj
AlTZfiMA IV. Deel, b(, jy+.
-ocr page 249-
XVILBoEK. Geschiedenissen. 249
den Staat in 't gemeen; doch hy vergatze 1660.
fpoediglyk.
De Stad Amflerdam , de eer van het De Ko»
bezoek des Konings van Groot-Britanje niet ningkly-
hebbende können genieten, nodigde, na zyn ^e PnJj*
vertrek, de Koningklyke Prinfes, zyneZus- ?*™
ter, en den jongen Prins van Oranje, haa- prh?svan
ren Zoon (Ä), zo ernftelyk, dat zy zig, den Oranje
vyftienden Juny, met jagten,herwaards be- worden,
gaven. Zy werden, omtrent een uur gaans j^.^
buiten de Stad, ontmoet van eeneCompag-vorfte-'
nie van omtrent honderd Ruiters , uit de lyk ont-
aanzienlykften derBurgerye, die"'t Vorfte-naald-
lyk gezelfchap Stedewaards geleidden. Een
vierdendeel uurs van de Stad, werden hun-
ne Hoogheden begroet, door eenige Af-
gevaardigden derRegeeringe. Aan de Poort,
Üondt de Stads bezetting, uit vier vende-
len beftaande, tuflbhen welke, de doorlug-
tige Perfoonaadjen door reeden; terwyl 'er,
uit de musketten en uit eenig gefchut, welk
op de blaauwe brug en de naafte bolwerken
lag, wakkerlyk gevuurd werdt. Op den
Dam, ftonden eenige Burgervendels , die
ook eenige eerenfchooten deeden, op 't na-
deren hunner Hoogheden. De Koningkly-
ke Prinfes werdt naar 't Oude-zyds Heeren-
Logement geleid; de jonge Prins, naar de
Ktoveniers-Doele. Ten volgenden dage,
werden hunne Hoogheden op 't Heeren-
Logement onthaald, en bezagen, vervol-
gens , de Godshuizen. Den zeventienden,
was hun eene Vorftelyke rnaaltyd bereid op
't
(k) Rcfol. Vroedfch. Ir. C. 4 Juny 1660, f. 16 verft.
Q5
•»
*'                      Jk-
-ocr page 250-
250 AMSTERDAMS II. Deec:
't Stadhuis, voor welk, ten zes uuren, ver-
fcheenen twintig Staatfiewagens,_ met zo
veele vertooningen, door Jan Vos uitgedagt.
Men zag hier Nederland by de wapens der
zeven oudfte Steden; Koning Jakob den L;
Koning Karel den I. op het moordfchavot;
Kromwei met een bebloeden byl; den Ge-
neraalMonk; de Geregtigheid, 't geweld
en 't bedrog beftrydcnde ; Engeland , ry-
dende in eene zeefchelp; Schotland en Ier-
land; Koning Karel den IL; en de Koningk-
lyke Prinfes , Maria. De overige negen
vertooningen waren de Eendragt, Keizer
Adolf van Naffau, de vyf Prinfen van Oran-
je, Willem de L, Maurits, Fredrik Hen-
rik, Willem de II. en Willem de III., de
Dankbaarheid en de Stad Amfterdam, die,
in 't voorleeden jaar, aan de Keurvorflinne
van Brandenburg, vertoondgeweefl waren
CO Men merkte op, dat de Koningklyke
Prinfes zig afkeerig toonde van't gezigt der
derde vertooninge, waarin haar Vader, Ko-
ning Karel de I., op 't moordfchavot, ver-
beeld werdt. Op den agttienden, deedt de
ion°-e Prins een' keer door de Stad te paar-
de0 aan 't hoofd der Amfterdamfche Rid-
derfchap, die met Oranje-fjerpen en plui-
men verfierd was. Na den middag, ver-
maakte zyne Hoogheid zig op 't Y, zeilen-
de als Admiraal over honderd jagten. Den
twintigften, hoorden hunne Hoogheden de
preeke in de nieuwe Kerke, daar een ge-
ftoelte voor hun gereed gemaakt was, van
bin-
-ocr page 251-
XVTI.BoEK. Geschiedenissen. 251
binnen met tapyten behangen, en van bui- 1660.
ten, aartiglyk, met groen loof en Oranje-
appelen verfierd. Den eenentwintigden,
vertrok het doorlugtig gezelfchap door de
Veenen naar Leiden, wordende, op gelyke
wyze als by de inhaalinge, uitgeleide ge-
daan (£). Vondel heeft de gedagtenis
van den paardenrid des jongen Prinfen be-
waard in een keurlyk vers (/), waar hy zig,
onder anderen, dus hooren laat:
„ Prins WILLEM draeft alle AmftdWd-
ders voor,
„ Verbonden aen Graefs flandert en
kornette.
„ Heer Wave ren en Tulp bewaeren
't fpoor
„ Des Princen. «—■ — l—---------
Ondertufïchen, was, onder de reis dèr Heime-
Koningklyke Prinfeiïe naar deeze Stad, een lykoog-
ftaatkundig oogmerk verborgen geweeft, Jierk
waarvan men nergens, onzes weetens, ee- gj^r
nig berigt vindt, dan in de Brieven van dm
Raadpenfionaris
de Witt (m). Haare
Hoogheid hadt voor, te beproeven , of de
Vröedfchap van Amfterdam ook gezind zou
zyn, om naaren jongen Zoon , den Prins
van Oranje, te voorfchikken tot de hooge
ampten , door wylen zyne Hoogheid be-
kleed. Zy fprak hierover met denOud-Bur-
ge-
(K.) AlTZKMA IV. Deel, hl. *J?.
li) Zie zyne Poëzy I. Deel, hl. +i6.
(m) IV. D<elt bl. io. Zie oo{ Vatleil. Hift. XIII. Dtel,
*/. ij.
-ocr page 252-
252 AMSTERDAMS IL Deel.
1660. gemeefter Cornelis de Graef, Vryheer van
Zuidpolsbroek;
en deedt haaren Secretaris
Buifero deswege fpreeken met de regeeren«
de ßurgemeefteren. Doch alle deeze Hee-
ren ontrieden haar , zulk een voordel te
doen aan de Vroedfchap, die zy zig verze-
kerd hielden, dat 'er niet toe te beweegen
zou zyn. Zy keerde dan naar den Haage,
zonder, zo ver my gebleeken is, hier ter
Stede, eenigen openlyken voorilag tot be-
vordering van den jongen Prinfe gedaan te
hebben.
Trek- Men hadt, hier ter Stede, al voor eenen
vaart geruimen tyd, geraadpleegd op het maaken
Hoorn van een Trekpad en Vaart van Buikfloot naar
overï'ur-Purmerende (ft). Ook was, in'tvoorleeden
merende, jaar, geraaden gevonden, eene Trekvaart
en over te maaken naar Hoorn, zo over Purmeren-
Edam en ^ ajg oyer Monikendam en Edam. Men
kendam Mpdl» hierover, in onderhandeling met de
gsmaakt. Wethouders der vier Steden (o). Men kwam,
eerlang, overeen: en op den vyfden Juny
deezes jaars 1660, verwierven de vyf Ste-
den Oftroi van 's Lands Staaten, tot het
maaken van trekwegen en vaarten, van de
Stad Hoorn af, tot aan en in de Aamfloot;
vandaar, door Scherwoude, tot aan den
Oudendyk; voorts, tot aan den Oofthuizer-
meelmolen; en van daar, aan de eenezy-
de, langs de Beemftervaart en Ringdyk ,
tot aan Purmerende; van daar,tot aan Pie-
ter
fn) Refol. Vtoedfch. Lt. A. i« Maart i6$6.f. 83. Z'. B.
jg July i6j9. ƒ. IZ7.
(e) Refol. Vioedich. U. B. 11 N»v. i6S9> "• »7*«
-ocr page 253-
XVII. Boek. Geschiedenissen. 253
ter Spieringsfloot,en door de Agterdigtin- I(5^a
ge, langs het water de Bürge, agter Wa-
tergang en Ilpendam heenen, tot aan de
Broekermeer, en voorts, tot aan den Wa-
terlandfchen dyk: en tot het maaken van
een' fchuifweg , van den* Waterlandfchen
dyk af, tot aan het Zuideinde van de Vo-
lewyk toe. Aan de andere zyde, zou de
vaart en trekweg loopen, van de Ooflhui-
zer-meelmolen af, lynregt door Zeevank,
tot aan de Stad Edam: van daar, door Kat-
woude , tot aan Monikendam ; langs den
toenmaaligen weg en vaart, tot aan de Broe-
kermeer, en verder tot aan den Waterland-
fchen dyk en Volewyk, gelyk te vooren.
Voorts, zou men eenen wagenweg maaken,
langsde trekvaart, van Hoorn af, tot aan den
Waterlandfchen dyk. Om de renten te vin-
den der fommen, die tot het maaken deezer
wegen, paden en vaarten vereifcht werden,
werdt den vyf Steden het heffen eener re-
delyke Gabelle toegeftaan (ƒ>). 't Werk
werdt, kort hierna, voltrokken, tot groot
geryf der reizigers van Amflerdam naar de
andere Steden, of van daar terug.
Amflerdam leedt, op 't einde deezesjaars, Zwaarc
geweldig veel vaneenen vreeffelykenftorm- ft°rm-
wind, die, 's nagts tuffchen den agttienden wind'
en negentienden December, uit den Zuid-
weften opflak. Veele huizen, kerken, too-
rens werden zwaarlyk befchadigd. 't Knus,
met den weerhaan en bol, Hortte van den
Jan-
(f>) Handy, t/. 4a«, [«3$.]
-ocr page 254-
454 AMSTERDAMS IL Deel.
1660. Jan" Rooden - poorts - tooren, ten deele op
ftraat, ten deele op een der naafte daken.
In 't Y, floegen vier Fluitfchepen om. Het
Veerfchip van hier op Harderwyk dreef al*
daar van zyn anker af, en verging metaFc
volk. In Texel, bleeven wel honderd fche-
pen: welk verlies de AmfterdamfcheKoop-
luiden geweldiglyk drukte (q). ,
Dreigen- Weinige weeken na dit ongeval, tegen 't
de brie- einde van January des jaars 1661, ontvin-
ven, aan gen ^rje voornaame Koopluiden hier ter Ste-
Koophü- ^e» Trip, Boekaart en Scholten, dreigende
den ge- brieven van onbekenden, waarby hun be-
zonden. laft werdt, op zekere aangeweezen plaat-
166x. fen, en binnen zekeren tyd, eene merkely-
ke fomme van penningen, in gouden munt,
te leveren, zo zy hun leeven niet in de waag-
fchaal ftellen wilden. De Koopluiden gaven
'er den Geregte, terftond, kennis van, welk
duizend zilveren Ryders of Ducatons be-
loofde aan die de fchryvers aanbragt, met
toezegging, dat men den aanbrenger, zo
hy medepligtig zyn mögt, ftrafvryheid be-
zorgen zou. Te gelyk werdt verbooden,
met Pifloolen, Zakpiftoolen, Stiletten en an-
der ongeoorlofd geweer, langs de ftraat te
gaan. Ook moeiten de Herbergiers de
vreemdelingen, die by hen kwamen ver-
nagten, ter Secretarye aangeeven. Doch de
fchryvers der dreigende brieven, die veel-
ligt alleenlyk beoogden, den Koopluiden ,
aan welken dezelven gerigt waren , eenen
fchrik
O) Holl. Merc. van 1660. hl. 170. DOMSELAAR VI,
Loik, hl. 4*5- COMMSJ.1N, hl, XI65.
-ocr page 255-
XVII.Boek. Geschiedenissen. 255
fchrik aan te jaagen, zyn nimmer ontdekt 1661.
geworden (r).
De gefchillen in de Kerke, tuflchen de Moeite
Voetiaanen en Coccejaanen, die omtrent dee- met eeni-
zen tyd ontftaan waren, gaven, hier en daar, &e ^er-
aanleiding tot eenige onluften met de Ker- e y
QtlJ
kelyken, fommigen van welken zig niet ont-
zagen, het gedrag der Wethouderen, die
tot gemaatigdheid neigden, fcherp door te
ftryken , in de Kerkenraaden en van den
Predikftoel. Onder anderen, durfden fom-
migen , die 't met deeze Kerkelyken hiel-
den, wel fchryven, dat 'er, te Amflerdam,
ten deezen tyde, niet meer dan drie of vier
waare Protestanten gevonden werden onder
de Regenten, en dat de overigen Papiften
in hun hert, of Vrygeeflen en Atheiften wa-
ren (V). Te Utrecht, was, aan twee Pre-
dikanten , Abraham van de Felde en Joannes
Teeling
, die zig, meer dan anderen, ver-
zet hadden tegen de Overheid, in July des
jaars 1660, de Stad ontzeid. Van de Vel-
de werdt, federt, te Medenblik beroepen.
Doch de Staaten van Holland, bedugtvoor
zynen onruftigen aart, verftonden, dat hy
niet alleen Medenblik, maar ook de gant-
fche Provincie ruimen moeft. Ondertus-
fchen, was het grootfte gedeelte der Ge-
meente van Medenblik zo zeer met Van de
Velde ingenomen , dat de Regeering al-
daar geene kans zag, om hem te doen ver-
trekken , ten ware zy met de fterke hand
werdt
(r) DOMSELAAR VI. JSoe* , £/, 413. COMMELIN, l/.lljt«
(O Thukjlqe's fape« r»l. V. f. ö6j.
-ocr page 256-
.
256 AMSTERDAMS ILDeel.
1661. werdt bygefprongen. Zy fchreef dan om
' Krygsvolk aan Gecommitteerde Raaden,
De Stad die Burgemeefleren van Amfterdam ver-
1.                                °. . ^                       •         r». 1 /» 1 1______
zendt zogten, drie Compagnien Stads foldaaten,
Com met de ligte maane, te fchepe, naar Me-
ppen denblik te zenden; gelyk zy ook, onlangs,
foldaa- diergelyk getal van manfchap naar Utrecht
ten naar gezonden hadden. Men befloot hiertoe in
£fcden' den Raad , op den agtften Febmary des
jaars 1661 (0- Naderhand , kwam 'er,
meen ik, ook nog eenige manfchap uit den
Haage te Medenblik. Van de Velde ruim-
de de Stad; begaf zig naar Zeeland, en
weidt, eerlang, Predikant te Middelburg,
daar hy zig zonderling bemind wifttemaa-
ken by de yverigfte voorftanders van het
Huis van Oranje, en niet fchroomde, de
Staaten van Holland, van den predikfloel,
te fchelden voor Verbondbreehers («). Na
de verheffing van Willem den III., Prins
van Oranje, tot Stadhouder, werdt hy,in
't jaar 1675, wederom in zynen dienft te
Utrecht herfteld (i).
Keur al- Het drukken en verfpreiden van fchimp-
hier te- fchriften , fchoon onlangs ftrengeJyk ver-
£en 't booden door de algemeene Staaten, ging
denman thans> bier ter Stede, zo flerk in zwang,
fchimp- dat 'er, in Maart en in Oftober deezes jaars,
fchriften. by twee byzondere Keuren , tegen voor-
zien werdt. 't Geregt verklaarde, dat het
Plakaat der algemeene Staaten , in allen
dee-
ft) Refol. Vroedfch. Lr. C. 8 Febr.i66x. f. 105.
(«) Refol. Holl. 28 Sept. 1661. bl. 47.
(v) Tweejaar. Gefchiedeniff. bl. 598. Vadeil. Hift. XIII.
Dsel,U. $i, Si. XIV. Dttl, bl. 44J.
x *
-ocr page 257-
XVUBöEK. Geschiedenissen. 257
deele, zon worden ter uitvoeringe gebragt, 1661,
en beval allen Boekverkooperen, op eené
boete van honderd guldens, de fchriften en
gedrukte Papieren , die hun, door onbe*
kenden, zouden worden toegezonden, ter-
flond den Schout in handen te dellen (w).
't Begraaven by nagt, niet flegts van jon- En om*
ge, maar ook van bejaarde Perfoonen, was, SSLjf*
ten deezen tyde, hier ter Stede, tegen ^ve,iby
overoude en loffelyke gewoonte, zeer in ge- nagt,
bruik geraakt; waarom het Geregt, by
eene Keure van den negenden September,
beval, dat voortaan geene oude Perfoonen
by nagt begraaven zouden worden, en dat
zy, die onvoldraagen of kraamkinderen by
nagt begraaven wilden, zulks, vooraf, by
Requede, aan de Edele Heeren vanden Ge-
regte , zouden moeten verzoeken. En op
den twaalfden January des jaars 1663 ,
werdt gekeurd, dat van zulk een Kraam-
kind vyfentwintig guldens boete aan't Aal-
moezeniers huis betaald zouden worden.
Van kinderen tot tien jaaren oud, vyftig
guldens; van perfoonen van tien tot vyf-
entwintig jaaren , honderd guldens, en bo-
ven de vyfentwintig jaaren, honderd en
vyftig guldens, wanneer men dezelven by
nagt begraaven wilde (#)•
Tot het opregten van een nieuw Aal-Nieuwe
moeffeniers huis, ten welks behoeve, dee-Aal"
ze boeten moeden betaalt werden, werdt,J^s
in October des zelfden jaars 1663, eerfl Huis ge-
be- bouwd.
f») Hatidv. bl. S7jt j72. [gi7> 817.]
(*•; Handv. bl. 9?l f 9?2., [m, 874.]
V. Stuk.                  R
-ocr page 258-
^
--
s5fr AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
1661. beflooten door de Vroedfchap. Ook wer-
den , ten zelfden tyde, meer andere inkom-
fleti voor het zelve vaftgefteld. De Stad
fchonk den grond tot het gebouw, welk,
aan de Zuidweftzyde der nieuwe Prinfen-
graft, tuflchen de Leidfche graft en Leid*
fche ftraat, getimmerd werdt (y).
(y) Refol. Vroedfch. Lu C. 17 Nov. 1661. f. zï6verf$t
Lr. D. 26 Od. I66J. ƒ. 50. verg. GlOot-Memoriaal N. V.
ƒ. 1X3.
■ $% -.-V ,. ■ ,.v'-i-.ir
• '. • , i
■ !
. ■-. .                 , ;■»
TWEE-
-ocr page 259-
TWEEDEDEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
AGTTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van het jaar 1662, tot het jaar 167 r.
Dykgraaf en hooge Heemraaden van Wa* Overeen*
terland, omtrent deezen tyd, weder« komft
om hebbende ondernomen , het Rietland,Set,J,et
tünchen den Waterlandfchen dyk en de Nes raad-"
in 't Y, te doen doorgraaven, tot merke- fchap
lyke belemmering van de vereifchte fchuu-van Wa"
ring voor Amfterdam; verwierf de Resee-ter,and»
• j          cv j , -r                         H-t wegens
ring deezer Stad provijie van regte ten Ho- de Nes.
ve van Holland, om deeze doorgraavingte 1662.
fluiten. Partyen kwamen, federt, op den
dertienden February des jaars 1662, in der
minne, overeen „ dat die van Waterland
„ niet alleenlyk van't begonnen werkzou-
„ den afftaan;maar zig ook verbinden, dat
„ het Rietland, nimmer, door iemant, zou
„ doorgegraaven, maar, zo 't door affpoe-
s, linge verminderen mögt, zonder dat 'er,
„ door die van Waterland, des vermaand
„ zynde, in voorzien was, door de Stad
„ Amfterdam zou mogen befchoeid en be-
3, paald worden." Hiertegen verbondt de
R 2                     Stad
-ocr page 260-
26o AMSTERDAMS ILDeeê;
1662. Stad zig „ om aan die van Waterland twee
„ duizend guldens eens te betaalen. Doch
„ het Regtsgebied over de voornoemde
„ plaatfe bleef aan Dykgraave en hooge
„ Heemraaden (a)"
Wagten ^e ^aa<^en ter Admiraliteit alhier, in
omtrent den Herffl deezes jaars, geraaden gevon-
het Prin-den hebbende, zekere Pedbonen aan te ftel-
fenhof, jer]) omj des nagts, ten getale van zes,te
wniidngwaaken' ]n ^e Wagthuisjes op den Oude-
van 't zyds - Agterburgwal voor de Prinfenhofs-
Geregt, fteeg ; en een fchildwagtshuisje te zetten
aange- aan de andere zyde van dezelfde ftraat,
fteld. yerzogten, dat deeze Perfoonen, van Stads
wege, als gewoonlyke Wagters , mogten
worden aangemerkt, 't Geregt bewilligde
in dit verzoek, op den agtentwintigflenNo-
vember, en magtigde de gemelde Perfoo-
nen , om, niet alleen tegen brand en dier-
gelyke ongelukken; maar ook tegen huis-
braak en ander geweld te waaken, en, ten
dien einde, met de Stads waakers, verftand
te houden: te gelyk, werdt hun belaft, de
luiden, die zy daarop betrappen mogten,
des anderendaags , ter befchikkinge van
myne Heeren van den Geregte, over te le-
veren (7>).
Zekere *n de Lente des jaars 1663, waren, ne-
gezind- vens eenige andere Engelfchen, twee Predi-
heid van kanten herwaards gekomen, dievryeGods-
Engel- dienftoefening en eene bekwaame plaats
bekomt daartoe verzogten (c)- Zy verklaarden, dat
'
                                                          zy
(a)  Groot-Metnor. N. V. ƒ. 67. Handv. hl. 327.
(b)   Handv. bl. 2<fj. [%S9']
(c)  Refol. Vioedfch. L'. C. 10 Maart 1663-f- *4I vtr/i.
-ocr page 261-
XVIII.BoEK. Geschiedenissen. 261
zy zig niet hadden können voegen naar het 16*63.
ontwerp van eensgezindheid, welk de Ko-hierv
ning van Groot - Britanje, in zyne Ryken, Go is
hadt ingevoerd, waarom zy zig van daar dien ftoe-
hadden moeten begeven. Zy voegden ,erfeninS'
by, dat zy, in de Geloofsftukken,nietver-
fchilden met de Gereformeerde Kerken dee-
zer Landen, fehoon zy, in 't punt derKer-
kenorde, niet volkomenlyk met dezelven
eens waren. Men nam, op dit verzoek,
het berigt in van de openbaare Engelfche
Kerke hier ter Stede, en verftondt, dat de
verzoekers luiden van een vroom leeven wa-
ren, die niets aanflootelyks leerden, en dat
de Stad Rotterdam hun niet flegts eene plaats
ter oefeninge van hunnen Godsdienft, maar
ook onderhoud voor hunne Predikanten aan-
gebooden hadt. Burgemeefteren en Raaden
beilooten hierop, den aangekomen Engel-
fchen vrye Godsdienftoefening,en eenebe-
kwaame plaats daartoe te vergunnen (d).
Men hoopte, hierdoor, een goed getal van
Engelfche Huisgezinnen herwaards te trek-
ken , ten voordeele van de tegenwoordige
vergrootinge der Stad. Ook kwamen 'er
eenigen ; doch 't getal derzelve is nooit
groot ge weeft.
Het vergrooten der Stad maakte het aan- Nieuwe
leggen van eene nieuwe Vifchmarkt nood- Vifch-
zaakelyk, die,in den aanvang deezesjaars,markt
aan den Weftkant van den Singel ter weder- SSf"
zyde van de nieuwe Haarlemmerfluis, ge-
bouwd
(d) ».efol. Vroedfch. L*. D. t Juny 1663. ƒ. *,
R 3
-ocr page 262-
262 AMSTERDAMS II. Deel.
1663. bouwd (0), en federt d<e nieuwe en kleine
Vifchmarkt
genaamd werdt.
'tMaaken De rioolen,die in de burgwallen uitkwa-
van rioo- men ^ veroorzaakten zo veele vuiligheid in
burgwaL de Stad» dat net Geregt, om de nieuwe
Jen uit- uitloging hiervan te bevryden, op den veer«
komen- tienden Juny deezes jaars , keurde „ dat
de, ver- M niemant, voortaan, eenige nieuwe rioo-
booden. ^ jen ^ komende uit de Secreeten, en met
„ de burgwallen deezer Stede gemeenfchap
„ hebbende, zou mogen maaken, op de
„ verbeurte van honderd guldens, en daa-
„ delyke flegting der gemaakte rioolen (ƒ)."
Men
         De Noordfche Maatfchappy, in Frankryk
poogt opgeregt, zogt, in deezen jaare, te wege
vo'e/dér te brengen, dat de zwarte Amfterdamfche
Amfter- Zeep niet ingevoerd werdt te Rouan, on-
damfche der voorwendfel, dat,onder dezelve, Wal-
peePt inif v-^cntraan vermengd was, die zy thans al-
te belet- een *n 'c -^y^ invoeren m°gt- Burgemees -
ten. teren gaven zig veel moeite, om dit oogmerk
te {tuiten. Zy fchreeven 'er over aan de Wet-
houderfchap van Rouan, en beweezen,dat
de Amfterdamfche Zeep met geene traan
gemaakt was. .Zy zonden hunnen brief aan
den AmbaiTadeur der Staaten, den Heere
Willem Boreel, diezyn beft deedt, om't be-
lang der Amfterdamfche Zeepziederyen te
bevorderen (g). Ook meen ik, dat de in-
voer der Amfterdamfche Zeep in Frankryk,
kort hierna, wederom gedoogd werdt.
Peftziek- Ken Oorlogsfchip van deezen Staat, welk
lang
(e) Keutb. I'. O. f. u verfo. Handv. bl. rif. fl6t.]
(f/ Keurb. Lr. O. ƒ. 37 verfo. Handv. bl. 9^. \%%%.\
\g) O.e.
WITT Blieven I. Deel,, bl. 672,
-ocr page 263-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 263
lang voor Algiers gelegen hadt, terwyl de 166^1
peft aldaar, kort te vooren, heviglyk ge- hier
woed hadt, en nog niet geheellyk opgehou ter'stede,
den was, werdt, op de te rug reize, zwaar-
lyk met dezelfde kwuale bezogt. Veele ma-
troozen ftierven onder weg. 't Schip kwam,
eindelyk, in Texel binnen, en 't bootsvolk,
voor een gedeelte, hier ter Stede, met de
ziekte onder de leden. Men meent, dat
eenigen, die op Kattenburg t'huis lagen eh
overleeden , de befmettelyke kwaaie , in
deeze Stad, allereerfl: ontfteken hebben Ook
vermoeden fommigen, dat het graaven der
nieuwe graften, in de tegenwoordige Ver-
grootinge der Stad, waardoor de modderi-
ge grond, aan veele oorden tevens, geroerd
werdt, veel toegebragt heeft, om de be-
fmetting te doen aanhouden en voortflaan.
Wat 'er van zy; de Peft ontflak zo flerk
hier ter Stede, dat 'er, in dit jaar, negen
duizend zeven honderd twee en vyftig
men-
fchen begraaven werden, 't Gerügt hier-
van , buitens Lands verfpreid wordende,
gaf gelegenheid tot flremming des Koop-
handels. De fchepen, van hier naar Lon-
den gefchikt, moeften eenige mylen bene-
den de Stad blyven leggen, en daar dertig
dagen vertoeven (h). InFrankryk, moes-
ten zy volle veertig dagen leggen. De alge-
meene Staaten fchreeven, op 't einde des
jaars, aan Koning Lodewyk den XIV. „ hoe
„ hun, door de Heeren Staaten van Hol-
„ land, verzekerd was, dat de befmettely-
,, ke
{h) AlTZEMA IV. Deel, hl. IUI,
R4
-ocr page 264-
264 AMSTERDAMS ÏIDÏèL
1063. j, ke ziekte te Amfterdam, toen zy op 'c
„ hevigft was, nog geen tweemaal het ge-
„ woonlyk getal van menfchen hadt weg-
„ gefleept;dat ook de lugt hier te Lande zo
„ weinig ontftoken was, dat de befmetting
„ aan Amfterdam bepaald bleef, zonder
„ tot de nabuurige Steden en Plaatfen over
j, te Haan, onaangezien dezelven, dagelyks,
„ gemeenfchap hielden met Amfterdam;
„ en dat het kwaad, binnen weinige wee-
j, ken, zo zeer was afgenomen, dat het,
„ in 't kort, geheellyk zou opgehouden zyn."
Zy verzogten, ten befluke „ dat de Koop-
„ handel van Amfterdam, door 't lang op-
„ houden der fchepen, niet mögt geftremd
1664. „ worden (*)," Doch 't getal der dooden
te Amfterdam bleef, doorgaands, verre over
de tweehonderd ter weeke, in 't volgende
voorjaar, en vermeerderde, in den Zomer,
tot over de agthonderd, negenhonderd en
duizend toe. Veele voornaame luiden hiel-
den toen hun verblyf op 't Land, onder an-
deren ook veele Jooden, die in de Bever-
wyk hunne toevlugt namen. De Keuren van
't jaar 1655 (k) werden, voor 't grootftege-
deelte , vernieuwd. En alzo de befmetting
zig nu ook door gantfch Holland verfpreid
hadt, fielden 's Lands Staaten ook eenige
orde, om den voortgang derzelve te fluiten.
De Staaten van Zeeland verbooden, aan al-
le fchcpen, die van Haarlem , Leiden óf
Amfterdam kwamen, het inkomen in hun-
HO
(i) AlTZEMA IV. Deel, bl. l\$l.
(<J Zie II. Deel, XVII. £oel^t bl. 221,
-ocr page 265-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 265
ne Provincie (/): waarop, ook hier ter Ste- 1664.
de, in beraad gelegd werdt, of men den
invoer der goederen van zulken, die den
onzen om de Peft den handel verbooden ,
insgelyks, niet behoorde te verbieden (m).
Men droeg, hier ter Stede,degewoonlyke
zorg om den voortgang van 't kwaad te flui-
ten. Onder anderen, werden 'er eenige
Peft-Doótoren, Chirurgyns, en Apothekers
aangefleld («). Doch tegen 't einde des jaars,
nam de Peftziekte fterk af. Het getal der
begraavenen hier ter Stede was egter, dit
jaar, vier en twintig duizend een honderd agt
en veertig
geweeft (0). Op den eenentwin-
twintigften January des volgenden jaars ,
werdt een algemeene dankdag gehouden,
wegens het ophouden der Peftziekte in Hol-
land (p).
In den nazomer des jaars 1663, en op Twee
den negenentwintigflen April deezes jaars, onëe-
hadt men, boven de Stad, twee ongewoo-Luzer-
ne Lugtverhevelingen gezien, van dezelfde fchyn-
foort, zo't fchynt, als die naderhand, en voor- fels.
al in de tegenwoordige eeuwe, gemeener
geweefl:, en onder den naam van Noorder-
licht bekend geworden zyn. De eerfle wordt
befchreeven als eene bleeke vlam of fakkel,
uit de lugt nederdaalende ; de andere als
een vuurige kloot, die korte dikke ftraalen
uit-
»
(0 AlTZEMA V. Deel, bl. 84, 141 , 17*.
(m) Refol. Vfoedfch. Lr. D. 7 Oä. 1664. f. i<j verfo.
in)
Keurb. L*. O. ƒ. 46, 77. Groot - Memor. N. V. ƒ.
116 verfo , tu vetfo.
(q) Do.MSELAAR Vl.Boe^, bl. 444. COMMEUN, bl. Ii|l.
(ƒ>) Heil. Meic. v*n 1664. bl. iyj.
-ocr page 266-
266 AMSTERDAMS ILDEEt.
1664. uitfchoot. Sommigen merkten deeze ver-
fchynfels aan, als voortekens of oorzaaken
der befmettelyke ziekte, die hier, ten dee-
zen tyde, heerfchte (q). Doch de ontdek-
kingen der laatere natuurkundigen hebben
de opmerkzaamen van diergelyken waan,
reeds voorlang, genezen.
Zonder- Op den twintigften December deezes jaars
Hng uit- zag men 1 hier ter Stede, zo wel als elders
werkfel ^ bolland (r), een zonderling uitwerkfel
fchielykevan eene fchielyke vorft. 't Hadt naauw-
'vorfl. lyks iet gevrooren, toen de bovenlugt, 's
nagts ontlaatende, regen nederliet, die zó
fchielyk en dik om de takken der boomen
vaft vroor, dat een takje van een vinger
dik, met het aanvriezend ys, zo dik als
een arm werdt. Aan veele takken hingen
lange yskegels, zo zwaar, dat zy de tak-
ken fcheurden. Geheele boomen werden,
door de zwaarte van 't aangevrooren ys,
van den wortel afgerukt; anderen gefpleeten,
of, tot op de helft, of, van boven tot beneden:
veelen van byna al de takken beroofd; welk
zonderling verfchynfel zig eerffc met den dag
vertoonde voor de ingezetenen, die 's nagts
alleenlyk 't gekraak der fcheurende flam-
men en takken gehoord hadden, met wel-
ken nu de voornaamfte graften alomme be-
flrooid lagen. Wy behoeven niet te zeggen,
dat de ftraaten zo glad waren, dat zy be-
zwaarlyk gebruikt konden worden. Veele
boomen werden nog behouden , door het
bran-
(tj) DOMSELAAR VI. B«e^ bl.+\6. COMMELIN, bl, 1160.
Ij Huil. Muc, van 16Ó4.. bl, \<j\.
-ocr page 267-
XVIII.BoEK. Geschiedenissen. 267
branden van pektonnen onder dezelven, 't 1664,
welk het ys fmelten deedt (/).
Onder de bezettelingen deezer Stede , Nieuwe
hadden, federt lang, eenige ongefchikthe- 0rd?n-
den plaats gehad, welken men, omtrent3ebezet-
deezen tyd , geraaden vondt, te fluiten, tinge.
Ook moeiten, met de nieuwe Vergrooting
der Stad, de wagtplaatfen vermeerderd wor-
den (0- Men maakte dan, op 't een en 't
ander, een nieuw Reglement, welk den ne-
genentwintigften January gedagtekend was,
en waarby, onder anderen, vaftgefteld werdt,
dat geen Officier der foldaaten, die nu vyf
Compagnien fterk waren , 's nagts uit de
Stad zou blyven, zonder verlof van Burge-
meefleren, die, wanneer zy tegenwoordig
waren, ook bevelen gaven aan de hooge en
laage Officieren der bezettinge (u).
De Schout by Nagt Cornelis Tromp hadt, Begin-
in deezen Winter,een Engelfch Koopvaar- ffIs dGS
dyfchip, welk door de Algierfche Kaapers j?"8el"
genomen was, verlofl, en hier ter Stede oorloos,
opgezonden, alwaar een gedeelte der laa-
dinge, aan bederf#nderhevig zynde, door
't Collegie ter Admiraliteit alhier, in't open-
baar, verkogt geworden was. Doch alzo
de Gezant des Konings van Groot - Britan-
je, George Downing, het fchip en de laading
te rug eifchte, werdt het een en het ander
den Eigenaaren, zelfs zonder dat men eenig
berg-
(s) DOMSELAAR VI. Boe(, bl.^lj. COMMELIN , bl. 1160.
{t) Refol. Vroedfch. Lt. D. 12, 28 Jan. 1664. ƒ. 52,
$3 verfo.
(«) Handv. hl. tij. [911.]
-ocr page 268-
263 AMSTERDAMS IL Deel.
1664. bergloon vorderde, wederom gegeven(V).
Ook waren, in de Lente deezes jaars, te
Amfterdam, en elders in Holland en in Zee-
land, fchimpfchriften aangeplakt op den Her-
tog van York, Broeder des Konings van
Groot-Britanje; waartegen, zo dra 'er de
Gezant over klaagde , door eene ernftige
Waarfchouwing van den Hove van Holland,
voorzien werdt (w). Men toonde,opdeeze
wyze, dat men het Engelfche Hof ontzien
wilde. Doch Karel de II. fcheen te zoeken
naar voorwendfels, om den Staat den oor-
log aan te doen, die, nog in dit zelfde jaar,
aangevangen, en in 't volgende jaar, open-
lyk, verklaard werdt.
DeRefï- De ^tac^ Hamburg, verneemende , dat,
dentAit hier te Lande, oorlogsfchepen werden uit-
zema geruft, tot beveiliging der Scheepvaart door
handelt de Middellandfche zee, tradt, in 't begin
fterdam deezes jaars , in onderhandeling met de
* Staaten, om haare Koopvaardyfchepen te
doen befchermen door's Lands Vlooten. De
ReOdent der Hanze-Steden, Lieuwe van
Jitzèma,
begaf zig, t^ dien einde, onder
anderen, naar Amfterdam , daar hy in 't
Collegie ter Admiraliteit gehoord werdt.
Doch men vondt hier niet geraaden, den
Koophandel der Hamburgeren , die niet
bloeijen kon, zonder dat 'er de Amfterdam-
fche Koophandel by leedt, te befchermen.
Hamburg werdt dan in de noodzaakelyk-
heid gebragt, om zelf twee Oorlogsfchepen
uit
■ ■
(v) Zie AlTZEMA V. Deef, bl, tig.
(p>; Zte AlTZfcMA V. Deel, blt 115».
'
-ocr page 269-
XVin.BoEK. Geschiedenissen. 269
uit te ruften, tot beveiliging zyner Scheep- ifó£
vaart O)-
De Staat was, in *t jaar 1647, met den Orde op
Koning vanDeenemarke, overeengekomen, de mee-
dat de fchepen, van hier op Noorwegen*in& der,
vaarende, tot beter fchikkinge van 't vol- 0pVoor-
doen der belaflinge, op dezelven gelegd, weegen
zo hier te Lande als in Noorwegen , door vaaren-
bevoegde Perfoonen, gemeeten zouden wor-de'
den. Doch in 't jaar 1658, was men onder-
ling te raade geworden, de meeting, alleen
hier te Lande, telaaten doen,mids deOp-
zigters en Meeters, van wederzyde, gefield
werden. Van wege Deenemarke , waren
toen aangefteld tot Opzigter Gabriel Mar-
celis
, en tot Meeters Jacob Aloffen en Lo-
dewyk van Weflerhof:
en van wegë deezen
Staat, Henrik Tollenaar tot Opzigter; en
tot Meeters Jacob Dirkszoon Haan te Am-
sterdam; Klaas Fredrik Schouten te Hoorn,
en
Maarten Pieterszoon Edam te Medenblik
(y). De opzigters mogten alomme hunnen
dienfl pleegen: ook de Meeters wegens Dee-
nemarke : doch de Meeters wegens deezen
Staat, alleenlyk in de Steden, daar zy ge-
field waren. Voor 't meeten werdt drieftui-
vers van 't laft betaald. Doch over de ver-
deeling van dit loon rees, in dit jaar 1664,
eenig verfchil, tuflchen den Opzigter Tol-
lenaar
en de Meeters; waarop, by eene Re-
folutie der algemeene Staaten van den
drieentwintigften December, orde gefield
werdt (2).
                                          De
(x) AlTZEMA V. Deel, bl. JJ3, 33+.
(y) Groot-Memor. N. IV. ƒ. ij>».
(*) Zie AlTZEMA V. Deel, bl. zi$. verg, bl. 177,
-ocr page 270-
*7o AMSTERDAMS II. Deel;
1665. De ooriog tuflchen Groot - Britanje en
üitrus- Meezen Scaat
>die»in net volgende jaar 1665,
tfng ter openlyk gevoerd wèrdt, gaf, hier ter Ste-
zee,hier de, aan het Collegie ter Admiraliteit gele-
eerSjede, genheid tot het uitruften van Oorlogs- en
Beiioeft-fchepen, waarmede, al in 't begin
des jaars, een aanvang gemaakt werdt. Ook
lieten zig, wat laater, eenige Amfterdam-
fche Koopluiden beweegen, om veertien of
vyftien fchepen, die te Kadix lagen, op
goede verzekeringe der Provincie van Hol-
land , aan den Staat in 't gemeen ten oorlo-
ge te verhuuren. De uitnifting ter zee werdt,
hier ter Stede, bevorderd, door eenige bui-
tengewoone Gemagtigden der algemeene
Staaten. Van een der uitgeruftte fchepen,
in Texel leggende, verliepen, eerlang,wel
vier en zeitig matroozen, vier van welken,
hier ter Stede, gevat werden. De zeekryg
viel, dit jaar, niet voorfpoedig uit. On-
dertuflehen, werdt de Vaart naar 't Noor-
den en de Ooilzee open gefield, ten be-
hoeve voornaamlyk van den Amfterdam-
fchen Koophandel. Het Collegie ter Ad-
miraliteit alhier , gaf, onder dekfel van
deeze vryheid, ook verlof tot de Vaart naar
't Weiten, waarover , door 't Collegie ter
Admiraliteit in Zeeland, ter Vergaderinge
der algemeene Staaten, ernftelyk, geklaagd
werdt O). InAuguftus, werden, vier Koop-
vaardyfehepen, die in Zweeden t'huis hoor-
den, niet verre van Texel, door de Staat-
fcheVloote aangehouden. Prins Adolf Joan,
Paks-
(4) AlTZEMA V, Ditl, U. 35J,4«, 438,4M, jog.
-ocr page 271-
XVIII.BÓEK. Geschiedenissen. 271
Paltsgraaf aan den Ryn, die zig toen te ifj6$,
Amfterdam ophieldt, drong fterk op 'tont-
flag deezer fchepen, verklaarende, dat de-
zelven niet naar Engeland, of naar eenige
andere Plaatfe, die met den Staat invyand-
fchap was, gefchikt waren. Ook vind ik,
dat dit ontflag, kort hierna, gevolgd is (b).
De ongelukkige uitflag van den Zeekrygoproeri«
deezes jaars gaf aanleiding tot eenige oproe-ge be-
righeid in Holland. Te Amfterdam zelf,^*-
begon men te morren over de tegenwoor-gen*
dige Regeeringe , en te fpreeken van de
noodzaakelykheid der bevorderinge des
Prinfen van Oranje (c). Ook was, hier ter
Stede, zekere Engelfchman, Thomas Corney
genaamd, in hegtenis geraakt (d)9 op ver-
moeden of verzekering, dat hy iet brouwde
ten nadeele van den Staat. Hy beleedt,.
onder anderen , dat hy brieven verwagtte
van Hamburg, die van den EngelfchenRe*
fident Zwaan , door middel van zekeren
Jack/on, aan den Engelfchen Gezant Dow-
ning gezonden werden. Men vondt geraa*
den, deeze brieven aan te houden en te ope-
nen, om te zien, of'er ook iet, ten lafte
van Corney of anderen , uit te ontdekken
ware (e). Doch of dit gefchied, en hoe 't
verder met Corney afgeloopen zy, vind ik
niet aangetekend. Een andere Engelfchman,
Say geheeteh, die zig ook te Amfterdam
onthieldt, zogt, wat laater, Edmond Lud-
• lowj
(b)  AlTZEMA V. Deel, bl. 549, 550.
(c)  Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 150, ijr.
(d)  Groot-Memor. N. V. f. 161 verft.
(«j Relbl. Viocdich. Lu E. 2+ July 166;. ƒ. 3.
-ocr page 272-
272 AMSTERDAMS IL Deel;
ifäe low, een' der regteren van Koning Karel den
' I., te beweegen, om herwaards te komen,
onder verzekering, dat men hem hier Hel-
len zou aan 't hoofd van een goed aantal
van Krygsvolk, welk men, van hier, naar
Engeland zou zenden, om, met hulp der
Engelfche Republiksgezinden, de Regee-
ring aldaar te veranderen. Doch Ludlow
leende geene ooren aandeezenvoorflag(/).
Voor- De Engelfche Vloot zig vertoond heb-
2org,hier bende voor Texel, gaf zulks gelegenheid
ter Ste- aaR ßurgemeefteren van Amfterdam , om
geleden- Kapitein Tak, met tweehonderd man uit de
heidvan bezetting deezer Stede, derwaards te zen-
den En • den, om tegen eene landing te waaken. Den
SnMW- Bifrch°P
van Munflsr, aangezet, en in Haat
fterfcbengefteld door den Koning van GrootBritan-
oorlog. je, die den Ridder William Temple,heime-
lyk, naar Munfter gezonden hadt, om hem
byftand in geld aan te bieden (g), den Staaten
federt den oorlog verklaard hebbende, en met
zevenduizend of agtduizend man in Gronin-
gerland gerukt zynde, verzogtende Staaten
van Holland de Stad Amfterdam, dat zy twee
Compagnien wilden zenden naar Groningen,
tot verfterking der bezettinge,alzomenzig
verzekerd hielde, dat de BüTchop het oog
hadt op die Stad. Doch men verftondt hier,
dat men de veiligheid van Amfterdam in ge-
vaar ftellen zou, zo men de Stad thans ont-
blootte van bezetting ; waarom beflooten
werdt, het verzoek der Staaten, beleefde-
lyk,
(f) LudlowS Memoirs. V»l. III. p. ijj •139,
(£) Se« TKMPJLS'S WOlks V»l. UI. f, IJ, IJ>.
-ocr page 273-
XVIII/Boek. Geschiedenissen. 273
lyk, van de hand te wyzen, hun egter de 1665»
tweehonderd man , die, onder Kapitein
Tak, naar Texel gezonden, doch daar nu
minder noodig waren, aanbiedende (h). Wy-
ders, werden de Burgerwagten , hier ter
Stede, verfterkt, waakende men nu,byda-
ge en by nagt, met drie Compagnienom den
agttienden nagt, daar men, te vooren,met
twee Compagnien, om den zevenentwintig-
en nagt, gewaakt hadt (0. Ook werdt, in
verfcheiden' andere opzigten, gezorgd voor
de verflerking en bewaaring der Stede (&).
De Koning van Frankryk, die den Staat, De Ko-
eerlang, hulp toezondt tegen den BifTchopninS^a"
vanMunfter, en wien men fterk aan zogt, jjjjjgjjg
om zig, ten behoeve van den Staat, te ver-iogsfche-
klaaren tegen Groot-Britanje, deedt, om-pen tim-
trent deezen tyd, eenige Oorlogsfchepen meren,
timmeren te Amsterdam, en verwierf verlof ff 4m"
van 's Lands Staaten, om, tot bemanninge
derzelven, hier te Lande, vierhonderd ma«
troozen, Franfchen of andere vreemden, die
niet in 's Lands dienft waren, te werven, mids
hun geene hooger gaadje beloovende, dan
vyftien guldens ter maand. In Oftober des 1666.
jaars 1666, verzogt de Franfche Ambafïa-
deur, Graaf d"Eflrades, uit naam van den
Koning, zynen Meefter, eene Gefchutgie-
tery te mogen opregten, te Amfterdam (/):
doch
(h) Refol. Vroedfch. L*. E. 7 Oäob. iö$j. ƒ. 3« vtrft.
Zie
os^AlTZEMA V. Deel, bl. 6$$.
(i)
COMMELIN. bl. II94.
ik.) Groot.Memor. N. V. ƒ. 179.
(/) A1TZKM4 V. Deel, bl. 85S, 9io.
V. Stuk.               S
\
-ocr page 274-
•I.IPIPifl.J.I.------------------------------—.
274 AMSTERDAMS ILDeex.
1666. doch ik vind niet, dat in dit verzoek bewil-
ligd werdt.
Een in- Jndré Gois, Koopman en Burger hier ter
wooner Stede, vernieuwde, in July deezes jaars,
van Am- zvne ciilcwlls herhaalde klagten, aan hunne
kfaaeT Hoog-Mogendheden , dat hem zyne vier
dat he'm kinderen, binnen Aath in Henegouwen, uit
zyne kin-louteren haat tegen zynen Godsdienll, nu
deren, tien jaaren lang, onthouden geweefl waren.
Reeee-6 ^en ^a(^c> van wege deezen Staat,langen
ring der vergeefs, aanzoek gedaan, aan 't Hof te
Spaan- Bruifel, en by den Spaanfchen Ambafladeur
fcheNe-iri den Haage, om de uitlevering deezer
^jjla|^t kinderen, en eindelyk,in Oftober des jaars
houden ^4, beflooten, eenige Priefters of Paapen
worden, uit Spaanfch Vlaanderen te ligten: en dit
befluit was van zo veel klem geweefl:, dat
de AmbaiTadeur beloofd hadt, de kinderen
op het Fort Rouge te zullen leveren: welke
belofte nogtans nog niet naargekomen was.
OndertulTchen, waren den Vader zyne kin-
deren , door eene Sententie van den Hove
van Holland, reeds in 't jaar 1658, toege-
weezen. Hy verzogt dan nu , dat het be-
fluit om eenige Priefters te ligten, eindelyk,
mögt worden in 't werk gefield. De alge-
nieene Staaten vonden zulks ook geraaden,
en fielden 'er orde toe, in geval de kinde-
ren , binnen veertien dagen of drie weeken,
niet werden geleverd Qri). De levering ag-
ter blyvende, beftonden omtrent honderd
foldaaten uit de bezettinge van Sluis den
Pater en vyf Schoolmeefters te ligten uit
het
(m) AlTZEMA V. D*tlt hl. 574,
-ocr page 275-
XVTftBoEK. Geschiedenissen. 2^5
het Collegie van Zoetendaal by Brugge, en I0-6&
dezelven met zig naar Sluis te rug te voeren^
om aldaar te blyven,tot dat Gois zynekin-
deren bekomen zou hebben. De Spaanfche
AmbalTadeur , Don Eftevan de Gamarra %
klaagde over dit geweld,en drong op'tont-
flag der zes perfoonen. Doch men antwoord-
de hem, dat het niet voor de uitlevering der
kinderen te wagten was, en dan, zonder
uitftel, gefchieden zou («). 't Is te vermoe-
den , dat het een en het ander federt ge-
volgd zal zyn * hoewel ik zulks niet vinde
aangetekend.
De Koning van Frankryk klaagde > ten Klagten
deezen tyde, over den Genuees Gio Pauldfs K°4
Bonobi of Balbi ,die te Amflerdam woonag-"^gs
tig was, en, in een nieuwspapier van zynprank-
maakfel, eenige nadeelige tydingen vantyk, over
hem verfpreid hadt. Men zal zulks nader eenen
verftaan, uit de volgende vertaaling van OCR^ÏÏJjJ'
gedeelte van's Konings brief aan denGraa-te Am-
ve d'Eflrades , die den negenentwintigflenfterdaim
May gedagtekend was, en niet in de ge-
drukte Brieven van en aan dien AmbalTadeur
gevonden wordt; fchoon, in het antwoord
op den zelven, welk in 't licht gegeven is,
melding van 't geval gemaakt wordt (0).
„ Ik heb Lionne gelaft:, aan U te fchry-
j, ven, over het * onderwerp van den Ge- *fubjt&*
j, nuees, die tot Amfterdam woont, ge-
„ naamd Gio Paul Bonobi Balbi, diö
„ f voortgaat de weereld te vervullen met f conti-
9i boo*nMWrt4
(n) AtTZÈMA V. Deelt hl. $17 ƒ , 9J&.
O)
D'ESTÄAOBS Tom. IV. p. 304.
s %
-ocr page 276-
276~ AMSTERDAMS II.Deei;
1666. j» booze tydingen, die zeer onbefcheiden
„ zyn, en altyd vol van kwaadwilligheid
„ tegen myn eigen perfoon. Ik twyfel
„ niet, of de Staaten, die alle dagen ge-
* effeäen. »» voelen zo kragtige * uitwerkfels van my-
„ ne vriendfchap en befcherminge, zullen
„ daarover zodanig een gevoelen betoonen
„ als zo onvoorzigtig eene roekeloosheid is
„ verdienende, met hem uit te bannen, zo
3, verre hunne Provinciën flrekken.
„ Ik begeer dat gy daar van fpreekt met
„ den Heer de Witt, als van eene zaak, die
„ my zeer treffende is, en die ik niet twy-
„ fele of zal by hem ter harte genomen
f fatisfac „ worden , om my daarinne f voldoening
*£• te geeven. Indien hy dienftig agt, dac
„ gy daarover een Memorie ingeeft aan de
„ Staaten, zo blyft niet in gebreke zulks
„ ten fpoedigfte te doen. Waarmede ik
„ God bidde enz."
Men kreeg teriïond kennis van 's Konings
fchryven te Amfterdam, daar 't , in de
Vroedfchap, gelezen werdt. Ook werden
drie Raaden Henrik Dirkszoon Spiegel, Mr.
Lambert Reinfl,en Mr. Bieter Kloekgemag-
tigd, om het nader te onderzoeken (p). Doch
hoe 't met deeze zaak, en met denNieuws-
fchry ver afliep, vind ik niet aangetekend.
De Stad Onaangezien de overeenkomft, in 't jaar
belet het 1659 , met het Hoogheemraadfchap van
verhoo- Ryn]ancj gemaakt, van welke wy, terzyner
den Slaa- pïaatfe (q), gewaagd hebben, beftonden Dyk-
perdyk.                                                                graaf
{f) Refol. Vroedfch- L*. E. 16 Juny 1U6. f. IZ3.
{q) II. Deel, XVII. Bt«Kj> */. 2+3.
!
-ocr page 277-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 277
graaf en hooge Heemraaden, in den Herffl io7>6.
deezes jaars , den Slaaperdyk , voor een
gedeelte , wel zeflien of twintig duimen
hooger te maaken, dan by de gemelde Over-
eenkomil bepaald was, en tot verdere ver-
hooging aanbefteedingte doen. Burgemees-
teren van Amflerdam, overtuigd van het
nadeel, welk de Stad hier van te wagten
hadt,gaven 'er der Vroedfchap kennis van.
Men belloot, den Penfionaris Hop ten fpoe-
digften af te vaardigen aan den Baljuw van
Kennemerland, of aan zulke andere Hoofd-
Officiers , onder welker regtsgebied , de ver-
hooging gefchied was, of zou gefchieden;
op dat dezelven daartegen mogten voorzien.
Te gelyk, werdt geraaden gevonden, een'
bekwaam' Officier, aan 't hoofd van vyftig
of meer foldaaten, buiten om te zenden naar
Spaarnedam, om zig,naar gelegenheid van
zaaken, te voegen by den Penfionaris, die,
by de Hoofd-Officiers geene voldoening be-
komende , den Slaaperdyk, door hen, zou
doen bewaaren,en alle hooging aldaar daa-
delyk doen beletten (r): gelyk dezelve,ten
deezen tyde, ook agterwege gebleeven is.
Eene kleine Deenfche of Noordfche Ge- Deen-
reformeerde Gemeente , die door éénen fche of
Predikant bediend werdt, hadt, federt ee-^,oor^~
nigen tyd, hier ter Stede , haaren Gods-meente"
dienfl geoefend in een gehuurd huis, doch,alhier,
in de Lente deezes jaars, eene plaats van
de Stad verzogt, alzo zy, fchoon niemant
onder haar vanaalmoefïenleefde,verklaar-
de,
(r) Kcfül. Vroedfch. Lr. E. il Nev. 1666. f. IJ3 wr/»,
S3
-ocr page 278-
278 AMSTERDAMS II.Deez.
1666. de, de koften der huure niet langer te kon«
nen draagen. Men ftondt haar eene Loots
of Pakhuis toe aan de oude Admiraliteks
Werf,eenen Jan Ramhout in eigendom toe-
behoorende (j) , mids hieruit geen gevolg
getrokken wierdt, om eenige gaadje te vor-
deren voor den Predikant % die thans was
Chrifliaan Abel: aan wien riogtans, eerlang,
vanjaar tot jaar, vyf honderd guldens, uit
Stads Kafle, werden toegelegd (f). Doch
deeze Gemeente verliep , binnen weinige
jaaren. De Predikant vertrok uit de Stad.
En in 't begin des jaars iÓ74,werdtbyden
Raad beflooten, aan Burgemeefterentever-
blyven, of men hem, zo hy te rug keer-
ren mögt, wederom toelaaten zou , of
niet («).
Een En- Ter gelegenheid dat de Stad Londen, in
gelfch September deezes jaars, voor een groot ge-t
Predi- deelte, door den brand, vernield geworden
hfer bidtwas> onderwondt zig Richard Made, Predi-
openlyk kant der Engelfche Kerke alhier, openlyk
voor de te bidden om de herftelling en voorfpoed
Stad ^jer gtacj# Burgemeefleren, aanfchryvens
konden. van (j£ gtaaten van Holland bekomen heb-
bende, ontbooden den Predikant voor zig,
en verflonden uit hem, dat hy,inderdaad,
voor de Stad Londen gebeden hadt, met
betuiging, dat hy 't voortaan laaten wilde,
indien zulks aanftoot geeven mögt. Men
vondt egter zulk bidden , in 't heetft van
den
(j) FILIP VON ZESEN, hl, Igo.
\t) Refol. Vroedfch. Lt. E. zf> Mtart litt, zg Jitnj 1^7,
f. \oo -vtrft, 21 j. Lt. F. 11 M*art 1668. ƒ. 42.
' (jij B>cfbl. VïOCcH«h. Lp K„2g Ftbr, itf*.f. 2,
-ocr page 279-
I
XVHI.Boek. Geschiedenissen. 279
den oorlog met Groot-Britanje, zo onbe- i6j55,
hoorlyk, dat Made, op den tweeden Ofto-
ber, bevel kreeg, om zig voortaan van 't
Predikampt, en van alle Kerkelyke Verga-
deringen te onthouden, tot dat hem anders
belaft zou worden. Veelligt, zou hy ftren-
ger gehandeld geworden zyn, zo niet geblee-
ken ware, dat hy gewoon was, ook om 's He-
mels zegen te bidden over de Vloote en wa-
penen van den Staat (V).
Ondertuflchen, ontbrak het in Amfterdam En-
niet aan zulken, die de onderneemingen der gelfchge-
Engelfchen begunfligden. De Ridder Tem-z^™
pk
, die zig thans te Bruflel ophieldt, hadt, al fam^
in Maart, aan den Bifïchop van Munfter ge-
fchreeven, dat een ryk Amfterdamfch Koop-
man hem dertigduizend Ryksdaalders zou
overmaaken, die tot onderfteuninge des Bis-
fchops gefchikt waren. En in Auguftus ,
fchreef hy naar Engeland, dat, zelfs in Am-
fterdam , den Engelfchen veel eers bewee-
zen werdt, en dat de Graaf van Stafford, die
onlangs derwaards gereisd was, met meer
beleefdheids, bejegend was geworden, dan
een Burgemeefter der Stad (w). 't Welk ten
minfte bewees, dat men hier niet afkeerig
was van de herftelling der Vrede.
Op den zeftienden Maart des jaars 1667, Felle
begon het zo fel te vriezen, dat het Y voor v°rft e»
Amfterdam, den volgenden dag,reeds digt [jjjj?,yke
lag, en den agttienden begaan werdt. Doch tföm
de vorft hieldt maar weinige dagen aan. Op
den
(v) Groot-Memor. N. V. ƒ. i«j>.
{») Set tempre's Woiks V«i. ui. p. j?, s$*
s4
-ocr page 280-
üSo AMSTERDAMS II. Dm.
z66j. den zesentwintigften, des morgens, gingen
nog drie perfoonen over 't Y, naar Water-
land , en tegen den avond zeilden de Wa-
terfchepen reeds voorby de Stad , fchoon
het Pampus, niet voor den negenentwintig-
ften, van 't ys bevryd werdt, en de Zuider-
zee, voor Uitdam, op den eerften April,
nog digt lag (#).
Het
           De Vroedfchap van Amfterdam, de Pre-
Poorter- dikanten der openbaare Kerke te vafterwil-
fchap. lende verbinden aan 't waar belang derSte-
de°nPre- ^e> en nim en nunnen kinderen ookeeneby-
dikanten zondere gunft willende bewyzen, befloot,
gefchon-in Auguftus deezes jaars, aan alle tegen-
ken. woordige Predikanten, en aan alle zulken,
die 't Predikampt, na wettig beroep, in 't
vervolg, bedienen zouden, het Poorterfchap
der Stad te fchenken, zo dra zy zig voor
Burgemeefteren vertoond, en den gewoon-
lyken Poortereed aldaar afgelegd zouden
hebben, zullende ook hunne wettige kin-
deren , zo wel voor als na het afleggen van
dien eed verkreegen, als Poorters worden
aangemerkt, mids zy, die voor het doen
van den gemelden eed gebooren waren, dien
eed iftsgelyks kwamen afleggen, wanneer zy
den ouderdom van agttien jaaren bereikt
zouden hebben (3/).
Musko- In November, kwam hier te Lande een
yifche Gezant van den Czaar van Muskovie, her-
hteTtcr' waarc^s gefchikt, tot aankweeking van het
Stede, onderling goed verftand met deezen Staat.
De
(x) COMMELIN , hl, 1184.
(y) Kci'oï. Viocdfch. Lr. E. 9 ~4«j. 1667. ƒ. izj.
-ocr page 281-
XVIII.Boek. Geschiedenis en. s8r
De Agent der algemeene Staaten verzelde 1667,
hem, op zyne terug reize, tot Amfterdam
toe, daar Burgemeefteren verzogt werden*
hem en zyn gevolg te willen doen plaatfen
op een der fchepen deezer Landen, welk
naar Hamburg gefchikt was; van waar hy
de reis naar Muskou voortzetten zou (z).
De Munfterfche oorlog was, op den agt-Hande-
tienden April des voorleeden, en de Engel- l'nS der
fche, op den eenendertigden July deezes^egee"
jaars, met een Verdrag van Vrede geëin-van A.in.
digd (a). En by het laatfte, was Karel defterdam,
IL, Koning van Groot-Britanje, gebleevenover het
in 't bezit van Nieuw Nederland, en van de ™™kt
Volkplanting der Stad Amfterdam in dat ge- eeuwig
well, welk hy, in 't jaar 1664 , op denEdift.
Staat veroverd hadt. Men hadt, geduuren-
de den laatilgemelden oorlog, beipeurd ,
dat 'er eene fterke party was hier te Lande,
die de belangen van Groot - Britanje zogt te
vereenigen met die des Prinfen van Oranje
(£). En hieruit werdt gelegenheid geno-
men , om een ontwerp te hervatten, waar-
toe, al voor lang, by eenige Steden, en
onder anderen by de Stad Amfterdam, nei-
ging beipeurd was. Men verftondt, naam-
lyk,dat de Prins van Oranje, tot wiens be-
vordering verfcheiden' Provinciën fterke be-
geerte toonden, onvermydelyk , tot Kapi-
tein-Generaal zou moeten aangefteld wor-
den, indien de Staat, gelyk tedugtenwas,
wederom mögt ingewikkeld raaken in eenen
oor-
(z) AlTZF.MA VI. Deel, bl. 230.
(a) Vadeil. Hift. XIII. Deel, bl. 201, 2«J.
(ij AlTZKMA. VI. Deel> hl. lög.
S 5
-ocr page 282-
282 AMSTERDAMS n. Dssc;
166*7 oorlog te Lande. Doch men oordeelde, dat
zulk een hoog Krygsampt hem te veel ge-
zags geeven zou in den Staat, zo hem ,
nevens het zelve,ook het Stadhouderfchap
over de meefte en aanzienlykfte Provinciën
opgedraagen werdt. Men was hierom be-
dagt op middelen, om deeze zwaangheid
te voorkomen, en hervattenen dien einde,
de raadpleegingen over een Ontwerp, om
het Stadhouderfchap, voor altoos, afge-
fcheiden te houden van het Kapitein-Gene-
raalfchap. Hierdoor zou het gezag desPrin-
fen van Oranje, zo hy met het laatftgemel-
de ampt mögt bekleed worden, merkelyk
minder zyn, dan dat zyner Voorouderen
geweeft was; en Groot - Britanje, welk, zo
men vaftftelde, haakte naar de volkomen
verheffing des Prinfen, om zo veel te meer
invloeds te hebben op de Regeering van
deezen Staat, zou in dit zyn oogmerk wor-
den te leur gefteld. 't Ontwerp der fchei-
dinge van de twee hooge waardigheden, 't
welk, zo fommigen hebben aangetekend (O,
eerft gemaakt was door den Heer Gillis Vak-
kcniery
Oud-Burgemeefter van Amfterdam,
was, in 't begin van July, eer nog de vrede
met Groot - Britanje geflooten was, door den
Raadpenfionaris de Witt, overgebragt ter
Vergaderinge van Holland, en aldaar over-
genomen door de Leden: die 't wel haaft
eenpaariglyk goedkeurden. Sedert werdt,
ter algemeene Staatsvergaderinge, een voor-
flag eedaan, overeenkomftigmet dit Ont-
ö
                                               werp.
(c) Zit Vaded. Hift, XIV. Dttl, l>l. ts.
-ocr page 283-
XVIïï.Boek. Geschiedenissen. 283
werp. Doch de meefte Provinciën waren té6f,
oneens met Holland. De Staaten van dee-
ze Provincie kwamen, derhalve , op den
eenentwintigden December, tot het vaft-
ftellen eener Refolutie, die reeds den vyf-
den Auguftus te vooren genomen was, en
federt den naam van eeuwig Edift gekreegen
heeft. By deeze Refolutie, werdt beraamd, Inhoud
„ 1. Dat het vermogen om in de Ridder-van he(
„ fchap te befchryven altoos aan de Rid-ze ve*
„ derfchap; en het vermogen om de Ma-
„ giflraaten in de Steden te verkiezen al-
„ toos aan de Steden blyven zou, zonder
„ ooit aan iemant te worden afgeftaan. 2.
„ Datdeampten, ftaande ter begeevinge
„ der Staaten van Holland, altoos door de«
„ zelven zouden begeven worden, uitge-
„ nomen de Krygsampten, omtrent welken,
„ men nadere fchikkingen maaken zou. 3.
,, Dat Holland nooit zou toeftaan, en ter
„ Generalkeit te wege zoeken te brengen,
„ dat aldaar ook beflooten werdt, niet te
„ bewilligen, dat een Stadhouder tot Ka-
„ pitein- of Admiraal-Generaal verkooren
„ werdt; en dat zelfs het Ampt van Stad-
„ houder van Holland zou zyn en blyven
„ vernietigd. 4. Dat de Edelen en Vroed-
„ fchappen der Steden, de Leden der Ver-
„ gaderinge van Holland en de Raadpen-
„ fionaris zig, tot het handhaaven der ge-
„ melde punten, by plegtigen eede, zouden
„ moeten verbinden. 5. Dat het derde punt,
9> in de Inftru6tien van den toekomenden
„ Kapitein- en Admiraal Generaal, zou wor-
„ den ingevoegd; zullende hy zig, by eede,
„ moe-
-ocr page 284-
284 AMSTERDAMS IL Deel.
1667,  » nioeten verbinden, om daartegen nimmer
„ eenig verzoek te doen (d)" Om den eed
op het eeuwig Edicl: in de Vroedfchappen
der Steden te vorderen, waren gemagtigd de
Heeren Fredrik van Dorp, Heer van Maas-
dam
, uit het Lid der Ridderfchap en eerfte
en voorzittende Raad in den Hove van Hol-
land , Gillis Valckenier, Oud - Burgemeefler
van Amfrerdam , en Reinier Langewagen,
Burgemeefler van Hoorn (e).
Eed op Doch 't fchynt, dat hierin, naderhand,
het zei- verandering gekomen is. Immers, de Staa-
ter'ste" ten heflooten, op den gemelden eenentwin-
de, af- tigften December, Burgemeefleren der by-
gelegd. zondere Steden te magtigen om den Vroed-
fchappen den eed op het eeuwig Edicl af te
neemen. En dit befluit der Staaten, den
1668.  Steden, ten zelfden dage, zynde toegezon-
den , werdt in de Vroedfchap van Amfter-
dam niet gelezen voor den derden January
des volgenden jaars. Ten zelfden tyde,
werden, door de Burgemeefleren, de te-
genwoordig zynde Raaden, en den Secre-
taris, Mr. Wigbolt Slicher, den eed afgelegd
op het eeuwig Edicl;, die aldus luidde :
Ik belove ende /weere het bovenflaande eeu-
wich Ediä
, mitsgaders alle de poinften ende
articulen daer inne vervat
, heylichlyck ende
oprechtelyck te/uilen maintineren
, oock geen-
fints te füllen gedogen, dat daer iegens eenige
indracht
, ofte infraäie gefchiede , veel min
oyt ofte oyt
, eenighe propofitie off advis te
ƒ«/-
< (d) Vaderl. Hift. XIIT. Deel, bL Hj enx..
(e) AlTZEMA VI. Deel, bl, 168,
-ocr page 285-
XVIILBoek. Geschiedenissen. 285
füllen doen, ofte geven, noch oock te füllen itftfS.
doen doen, off doen geven, die daer iegenstin
eenigen deele
, flrydich zoude mogen wefen.
Soo waerlyck moet my God
almachtich helpen! "
Zie hier de naamen der genen, die, hier
ter Stede, den eed op 't eeuwig Edicï ge-
daan hebben.
+
Burgemeesteren.
Mr. Lambert Reynft.
Dor. Andries de Graeff.
Nicolaes Pancras.
R A A D E N.
Dor. Nicolaes Tulp.
Der. Cornelis Witfen.
i
. .. .j
1
Joan van de Poll.
Bernard Schellinger.
Mr. Joachim Rendorp.
Dor. Toan Blaeuw.
il
Cornelis Geelvinck.
r. Gillis Valckenier.
Cornelis van Vlooswyk.
Hans Bontemantel.
Dor. Roetert Ernfl.
Mc. Henrik Hooft.
Cornelis de Vlamingh van Ouds-
hoorn.
Jacob Jacobsz Hinloopen.
Cornelis Bäcker.
Joan van Waveren.
Dot. Frans Reael.
Dor. Joan van Hartochvelc.
J*
-ocr page 286-
226 AMSTERDAMS II. Dbb*.
l66B. ■ Jacob van Neck Jacobsz.
Mr. Joan Corver.
M'. Pieter Schaep.
Cornelis Graeflandt.
Joan Hudde.
Mr. Vincent van Bronchorft.
Van de zes Raaden, die afwezig waren,
deeden, op den zevenden, deneeddeHee-
ren Nicolaes van Loon, Jacob van Neck, en
Mr. Joan Huydecoper;op den negenden', de
Heer Nicolaes Rocbusz. van Capelle, en op
den twaalfden,de Heeren Mr. Coenraadvan
Beuningen
en Gerard HaJelaer.Be drie open-
gevallen
Raadsplaatfen werden, op den agt-
entwintigften, vervuld met de Heeren Joan
Huift,
Mr. Jan ten Grootenhuys en Mr. Ja-
cob
Boreel, die, insgeiyks, den eed deeden.
Op den zelfden dag des volgenden jaars
1669, werdt dezelfde eed gedaan, door
den Heer Leonard Ranfl, die toen tot Raad
verkooren werdt: en een jaar laater, door
de Heeren Mr. Willem Bäcker en Mr. M-
colaesJVitfen, die toen Raaden werden (ƒ)
De Heer Joan Munter, die, den vierden
Maart daaraan, buitens tyds , tot Bürge-
meefter verkooren werdt, zal, insgelyks,
den eed hebben afgelegd. Op den agten-
twinugften January des jaars 1071, werdt
de Heer Mr. Cornelis Roch tot Raad verkoo-
ren, en deeze was de laatfte, die,hier ter
Stede, den eed op 't eeuwig Ediaheeft af-
gelegd (g).
                                         De
JfA *f£ Vedrcl»; **. F. j 74*. iMi. ƒ. n^rfocnu
X-». O. z8 Jan. 1670. ƒ. 22.
(S) Refol. Yw«dfch. L: G. 29 ?*». x$Jt. f. fgf
-ocr page 287-
XVni.BoEK. Geschiedenissen. 287
De Vrede met Groot-Britanje, op welke ifä%m
men, hier ter Stede, in gevolge van eenAanIeï-
befluit der Vroedfchap, gedenkpenningen ding tot
deedt flaan (h), was nog niet geflooten, toen de raad-
de Staat reden kreeg om voor nieuwen oor- pleegin-
log te dugten, ter gelegenheid van den in- j|en °?m
val des Konings van Frankryk, indeSpaan-fterkjng
fche Nederlanden (f). Men deedt, van de van
zyde der Staaten, zyn beft, om de vrede Naarden,
te bewaaren door onderhandeling: men floot
de Triple dlliantie of het drievoudig Verbond
tufïchen Groot-Britanje , Zweeden en de
Staaten, waardoor aan Frankryks overwin«
ningen paaien gefield werden, en waaruit,
eerlang, de Akenfche Vrede gebooren werdt.
Doch eer 't nog zo ver kwame, raadpleeg-
de men, in den Haage, op de middelen,
die vereifcht werden tot befcherming van
den Staat, in geval dezelve mögt ingewik-
keld raaken in den oorlog. In February,
werdt 'er een Verdrag van onderftand ge-
flooten met den Biflchop van Osnabrugge,
Hertog van Zeil, die in perfoon te Amfter-
dam gekomen was, om over dit Verdrag te
handelen Q). En fchoon, ten deezen tyde,
geloofd werdt, dat de Koning van Frank-
ryk , door zynen Ambafladeur, den Graa-
ve d'Eftrades, onder de hand, eenige fche-
pen, tot het vervoeren van KrygsvolK,hadc
doen huuren hier ter Stede (/), hieldt men
egter een waakend oog op de oogmerken
van
-
(h) Refol. Vroedfch. Lt. F. 3 Jan. j66%. ƒ. if.
(i) Vadcrl. Hift. XIII. Deel, bl. 269.
(
O AlTZEMA VI. Deel, hl. JIO.
(I) AlTZEMA VI. Deel, iL JIJ.
-ocr page 288-
i83 AMSTERDAMS II. Deel.
ï6<58 van ket Franfche Hof. In den Haage, was
•i I
zelfs, al in den Zomer des jaars 1667, ern-
ftelyk geraadpleegd op de verfterking der
grenzen van deeze Provincie, en onder an-
deren op de verfterking van Naarden, waar-
by de Stad Amfterdamzoveel belang hadt.
'
't Zal hierom niet ondienftig zyn, dat wy,
hier ter plaatfe, van 't gehandelde over dit
gewigtig onderwerp, uitvoeriglyk, verflag
doen.
'
De Ge-
commit
teerde
Raaden
Ter gelegenheid van den Engelfchen en
. Munfterfchen oorlog, was, reeds op den
agtften Febmary des jaars 1666, ter Ver-
.n gaderinge van Holland, beflooten, de Pro-
drif Le«n vincie, door het verfterken derGrensplaat-
den hun- fen, in eenen genoegzaamen ftaat van ver-
ner Ver-
gaderin-
ge tot
deeze
verfter-
king.
dediging en zekerheid te ftellen,'t welk den
Gecommitteerden Raaden, by eene Refo-
lüde van den vyftienden Juny des jaars 1667,
«rnftelyk, aanbevolen werdt. 't Geviel, dat
het Noorderkwartier aan het Zuiderkwar-
tier , by afrekening, eene aanzienlyke fom-
me fchuldig gebleeven was. De Gecom-
mitteerde Raaden vonden, wat laater, ge-
Taaden, deeze fomme te gebruiken tot het
'verfterken van Naarden, Woerden, Oude-
water en Schoonhoven. Zy magtigden dan,
op den negentienden'Oclober des gemelden
jaars, den Heer van Wimmenum, die, we-
gens de Ridderfchap, den Heer Joan Ele*
man,
die, wegens de Stad Leiden, en den
Heer Gerard HaJJelaer, die, wegens de Stad
Amfterdam , in hunne Vergadering zitting
hadt, om eerft een ontwerp van 't werk te
maa-
m '
s
-ocr page 289-
XVIII.Boek» Geschiedenissen. 289
rnaaken, en om het, vervolgens, ter uit- 166?.
voeringe te brengen. Den Heeren Eleman
en Haflelaer werdt deezelaftopgelegd,niec
alleenlyk om dat de Steden Leiden en Am-
fterdam, uit welken zy in de Gecommitteer-
de Raaden waren afgevaardigd, veel belang
hadden by de ontworpen verfterking der
grenzen; maar ook, om dat zy beide, on-
langs gemagtigd geweelt zynde, om 'sLands
Vloote, van gefchut, buskruid en anderen
voorraad te voorzien, zig van deezen hun-
nen lad, met ongefneenen yver en beleid,
gekweeten hadden: en te gelyk met zoveel
eerlykheid en fpaarzaamheid,datde goede
uitflag van den Engelfchenoorlog, vooreen
groot gedeelte, aan deeze twee Heeren toe-
gefchreeven werdt. Men begon, met het
maaken van eene afcekening der verfterkin-
ge van Naarden, die beftaan zou in twee
groote Forten, een tuilchen de Stad en de
Zuiderzee, waardoor de haven befchermd
en beftreeken zou worden, en een tuflchen
de Stad en de Naarder - Meer: waarby eene
fluis zou worden gevoegd, door middel van
welke, men het land om de Plaats onder
water zou können zetten. De Gecommit- Burge-
teerde Raaden dit Ontwerp hebbende goed-meefte*
gekeurd (m), werdt 'er, nog voor 't einde ^mfter^
van Odtober , door den Heere Haflelaer, dam kry-
kennis van gegeven aanBurgemeefterenvangen 'er
Amflerdam («), op dat zy de gemaakte af- kennis
tekening onderzoeken , en voorilaan zouden,van*
't
(m) AlTZEMA VI. Deel, bl. 49«.
(n) Relol. Vroedïch. Ir. F. ij Febr. I«6t, ƒ. Xlverfi.
V. Stuk.                  T
-ocr page 290-
lyS AMSTERDAMS II. Deel.
166$. 'l Sene zy zou&en oordeelen, by de voor-
genomen verfterking van Naarden , ten
meeften dienfte hunner Stad, in aanmerking
te moeten genomen worden. Sommigen te-
kenen aan, dat ßurgemeefteren zouden ge-
antwoord hebben „ dat zy in 't werk geene
„ keur hadden, en de uitvoering van hec
„ zelve, geheellyk, overlieten aan Gecom-
„ mitteerde Raaden (0)." Doch hiervan vind
ik niets gemeld, in de Regifters der Stad. De
onpaflelykheid des Heeren van Wimmenum.
gaf gelegenheid, dat het aangevangen wei*k,
federt, alleen door de Heeren Eleman en
Haflelaer, werdt voortgezet, die de noo-
dige erven omtrent Naarden, by fchattin-
ge, overnamen, en daarna eenige Huizen
deeden afbreeken, en de omgelegen plan-
taadjen uitrooijen. De vereifchte kielfpit-
ting gedaan zynde, werdt, by aangeplakte
biljetten, bekend gemaakt, dat de openly-
ke aanbefteeding der ontworpen Vefting-
werken van Naarden aldaar gefchieden zou,
op Maandag den zevenentwintigften Februa-
ry deezes jaars 1668. De Heer Haflelaer
begaf zig, op den vier ent wintigften, naar
zyne Landhoeve by Weesp, Landskroon ge-
naamd , daar de Heer Eleman, op Zondag
den zesentwintigften, by hem kwam (p).
Voorflag Elk was nu in de verwagting, dat de be-
vanBur- fteeding, ten beftemden dage, voortgaan
gemees- zou; doch ßurgemeefteren en Raaden van
*erei*. Amfterdam hadden, maar twee dagen voor
dien
(•) AITZEMA VI. Deel, bl. 4*9, *Jtf.
(/) AlTZEMA, VI. Deel, bl. 4Ji«.
-ocr page 291-
/
XVIILBoek. Geschiedenissen. 291
dien beflemden dag, beflooten, dezelve te 1668.
doen uitftellen. Met de gewoonlyke ver- Vroed-
andering der Regeeringe, waren Burgemees- fchsp.
teren geworden de Heeren Cornelis van Vloos-
wyck)
Heer van Vlooswyk, Diemerbroek
en Paapenkoop , Cornelis de Vlaming van
Outshuorn, Ridder , Heer van Oudshoorn
enGnephoek, en Mr. Gillis Valekenier, zyn-
de M. Lambert Reynfi, als Oud -Burgemees-
ter, aangebleeven; en 't fchynt, dat deeze
Heeren, of de meeften derzelven andere
inzigten hadden op het verflerken van Naar-
den l dan de meefte Burgemeefleren, die het
voorgaande jaar hadden geregeerd. Im-
mers , Burgemeefleren hielden den Raad
voor „ dat zy vernomen hadden, hoe men
„ eenen aanvang gemaakt hadt van eene
„ aanzienlyke verfterking der Stad Naar-
„ den, zonder dat daarover byzonderlyk
„ geraadpleegd of beflooten was, ter Ver-
„ gaderinge van 's Lands Staaten; dat niet
„ alleen het gemeene Land, maar de Stad
„ Amflerdam veel belang hadt by de rype
j, overweeging van den dienfl of ondienfl
„ eener flerke Plaats, die zo na by de Stad
„ gelegen was; dat zy van den HeereHas-
>, felaer,op hun verzoek, bekomen hadden
„ twee Refolutien van hunne Edele Groot-
„ Mogendheden van den agtflen February
„ des jaars 1666 en van den zeventienden
„ Juny des jaars 1667; doch dat de over-
„ komft van den gemeiden Heere hierop
„ zo kort gevolgd was, dat zy noggeenen
„ tyd gehad hadden, om die twee Refolu-
„ tien, met de vereifchte aandagt,teover-
T 3                 „ wee-
v
1
-ocr page 292-
292 AMSTERDAMS IL Deel.
16Ó8. » weegen, veelmin, over de byzonderhe-
„ den van het werk der verfterkinge, hun-
„ ne gedagten te laaten gaan, naar behoo-
Men be- ?» ren-" Na 'c overweegen van welk voor-
fluit , te ftel, beflooten werdt ,, den Heer Penfiona-
wege te n ris Hop, zonder uitftel, te zenden naar
brengen,^ denHaage,om by Gecommitteerde Raa-
verfiel- „ den te wege te brengen, dat de voorge-
king van)» nomen aanbefteeding, eenige weinige da«
Naarden „ gen, werdt opgefchort , en aan deezen
"jtse' „ Raade demagtgelaaten, om de zaak,als
worde. » noS in zyn ëeheel» ryPelYk te overwee-
„ gen, alleenlyk tot den tyd der naafte Ver-
„ gaderinge van de Heeren Staaten, om
„ daar deszelfs gevoelen te verklaaren, of
„ uit deszelfs naam eenig nader verzoek te
„ laaten doen (q)." De inhoud van dit be-
fluit werdt vervat in eenen brief aan de Hee-
ren Gecommitteerde Raaden, die den Hee-
re Hop medegegeven werdt (r). Sommi-
gen tekenen aan, dat de Luitenant - Admi-,
raal, Willem Jozef, Baron van Gend, kort
te vooren, by eenen der Burgemeeiteren van
Amfterdarn, was komen onderdaan, of het
. der Regeeringe deezer Stad ook onaange-
naam zyn zou, dat hem het Bevelhebber-
fchap over het verfterkte Naarden opge-
draagen werdt. En zy geeven niet donker-
lyk te kennen, dat dit ondertaften Burge-
meeiteren wakker gemaakt hadt (j). ' Ook
was niet te vermoeden, dat de Stad zulk
cene voornaame Hollandfche grensplaats,
als
(q) Refol. Vroedfch. L*. F. is Febr. 1668. ƒ. u verf».
(rt Ztt
AlTZEMA VL Deel, èl. +>6.
{*) A1T2ÏMA Vi. Deil% hl. +5»6.
-ocr page 293-
XVIILBoek Geschiedenissen. 293
als men Naarden maaken wilde, gaarne ge- i<568.
zien zou hebben onder 't bevel van eenen
Gelderfchen Edelman, wiens Vader thans
Gouverneur was van den Prinfe van Oran-
je, die onlangs, ook met bewilliging van
Amilerdam, door de vernietiging van het
Stadhouderfchap, van alle hoop op de ver-
kryging deezer waardigheid fcheen verfle-
ken te zyn, en dien men, derhalve, door
het bevorderen van zul ken, dié zo naauw
eene betrekking tot hem hadden, tot Krygs-
ampten van deezenaart,geenegelegenheid
fcheen te moeten geeven, om zig, wanneer
't de Haat zyner zaaken vereifchen mögt,
ligtelyk meeïler te maaken van eene fterke
Plaats, zo na gelegen aan de magtigfte Stad
der Provincie.
De Penüonaris Hop , terftond naar den Hnnde-
Haage vertrokken zynde, deedt, nog dienling van
zelfden avond, opening van zynen lalt aan j!en Pen'
den Raadpenfionaris de Witt, en aan den ^00narls
Heere van Wimmenum, die voorzat in dein den
Gecommitteerde Raaden, verzoekende, des Haage.
anderendaags, in 't Collegie te mogen ge-
hoord worden. Beide deeze Heeren waren
verwonderd, over 't gene hy hun voorhieldt.
Zy merkten de voorgenomen verfterking van
Naarden aan, als ten hoogfte dienftig voor
Holland in 't gemeen, en voor de Stad Am-
fterdam in 't byzonder. Ook was zy, zei-
denze, niet ondernomen , dan in gevolge
van meer dan ééne Refolutie der Heeren
Staaten: en 't werk was reeds zó ver ge-
bragt,dat het niet wel, zonder kleinagting
van den Staat,kon worden opgehouden, of
T 3                        uit-
-ocr page 294-
294 AMSTERDAMS II. Deel.
1668. uitgefteld. Zy voegden hierby, dat de af-
wezendheid van alle de Gecommitteerde
Raaden uit den Haage niet toeliet, dat 'er,
tegen den volgenden dag, Vergaderingbe-
legd werdt ,zynde ook den tyd te kort,om
de Heeren te befchry ven. Nogtans, namen
zy aan, op 't ftuk nader te letten, en den
Heere Hop, den volgenden dag, gelegen-
heid te geeven, om hen, op nieuws , te
fpreeken. 't Gefchiedde. De Raadpenfio-
naris hieldt hem, uit beider naam, voor,
„ dat de Heer van Wimmenum wel gene-
„ gen was ,om Burgemeefteren en Raaden
„ dienft te doen; doch zig alleen in den
„ Haage bevondt, en gebonden was aan
„ de Refolutien van hunne Edele Groot-
„ Mogendheden, welker uitvoering hy niet
„ bevoegd was te flremmen." Voorts, ver-
haalde hy „ met hoe veel beleid, de Re«
,, folutie vandenagtften February des jaars
1666 bewerkt was, op een Verzoekfchrift
„ van die van Weesp, en met bewilliging
„ der Afgevaardigden van Amfterdam." Hy
merkte aan „ hoe heilzaam deeze Refolutie
„ toen geoordeeld was, als naar welke, men
wel vyftig jaaren getragt hadt;" daarby
voegende „ dat de Munfterfche oorlog, die
„ aanleiding tot het neemen deezerRefolu-
,; tie gegeven hadt, ligtelyk wederom ont-
„ fteeken kon; dat men zig op de Franfchen
„ en Munfterfchen niet veel kon vertrou-
„ wen ;odat zy beide kennis hadden van
„ onze grenzen, fterkten en toegangen; dat
„ Naarden, zo als het tegenwoordig ge-
„ field was, geen tegenftand altoos doen
» kón,
-ocr page 295-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 295
„ kon, en, overmeefterd zynde, den vyand 1668.
„ den weg openen zou tot in 't hert van
„ Holland, en tot voor de poorten van Am-
„ flerdam; daar de voorgenomen verfter-
„ king in ftaat zyn zou , om een Leger
van meer dan vyftigduizend man te flui-
ten , en Amfterdam, van die zyde, voor
„ allen uitheemfch geweld beveiligen." De
twee Heeren merkten ook aan „ datdePro-
„ vincie van Holland veel dienft zou kon-
„ nen trekken van de verfterking van Näar-
„ den, in geval zy, onverhoopt, gefchil
,, krygen mögt met de andere Provinciën."
Doch na dat zy omftandiglyk hadden ver-
toond , op wat wyze, tot hiertoe, in 't gant-
fche werk, by de Gecommitteerde Raaden
gehandeld was , met verklaaring , dat zy
wel gewenfcht hadden, dat de Heeren van
Amfterdam derzelver bedenkingen hadden
geuit, eer 't werk zo ver gebragt, en zo
veele koften gemaakt waren, beloofde de De Heer
Heer van Wimmenum, eindelyk, uit zynen™n
naam alleen, den brief van Bürgern eefteren mie"
en Raaden te zullen zenden aan de Heeren raadt, de
Eleman en Haflelaer, hun daarby fchryven- aanbe-
de „ dat hy aan hun liet, wat daarin be-JeedinS
„ hoorde gedaante worden;doch voor zyn^JJ""
„ perfoon van gevoelen was, dat men 'tvan
„ werk, voor eenige weinige dagen , be- Naarden
„ hoorde uit te (tellen." De Heer Hop eenige
geene kans ziende om meer te verwerven, jJCu^
keerde met den brief aan de Heeren EJeman ien.
en Haflelaer terftond naar Amfterdam: doch
alzo hy deeze Heeren aldaar niet aantrof,
liet hy den brief, nog dien zelfden avond,
T 4                    door
-ocr page 296-
\
296* AMSTERDAMS IIDeel.*
166$. door zynen Klerk, aan de Landwooningvan
den Heere HafTelaer by Wetsp befiellen.
Op den zevenentwintigften, dag der voor-
genomen aanbefteedinge, deedt hy verflag
van zyne verrigtingen aan de Vroedfchap,
die goedvondc, te volharden by haar befluit,
om 't werk der aanbefteedinge te doen op-
fchorten , tot de naafte Vergadering der
Staaten van Holland (f),
't Ge* Midlerwyl, was de aanbefteeding uitge-
fchiedt. field tot naderen laft; doch deperfoonen,
gekomen om de aanneeming te doen, wa-
ren te Naarden nog opgehouden. De Heer
HafTelaer was terftond gekeerd naar Am-
fterdam , daar hy de raadpleegingen der
Vroedfchap , op den zevenentwintigften,
bygewoond hadt. De Heer Eleman en hy,
nevens den Peniionaris Hop, begaven zig,
nog dien zelfden nagt, naar den Haagerde
twee eerften om naderen laft van Gecom-
mitteerde Raaden te haaien (u); de laatfte,
om te wege te brengen, dat de aanbeftee-
ding werdt uitgefteld.
Gefprek De Heer Hop, wederom in onderhande-
tuflchen ]Jng getreden zynde met de Heeren van
T*SnA Wimmenum en Raadpenfionaris de Witt,
penfiö- vernam „ dat de eerftgemelde in het be-
naris de „ geerde ukftel geene groote zwaarigheid
Witt en • maaken zou." Doch de Raadpenfionaris
den Pen- nicjdc hem voor „ dat Amfterdam, om de
Hop. 8 » verfterking van Naarden te vorderen, in
„ 't jflar 1Ó66, beleid gebruikt, en Weesp
„ doea
. *
(f) Refol. Vro-dfch. Lr. F. 27 Feit. 1668. ƒ. 23 *nj£
(»)
AlTZÏMA VI. Deel, bl. 4*7.
r
-ocr page 297-
XVIILBoek. Geschiedenissen. 297
„ doen fpreeken hadt; dat het Verzoek- 166$,
„ fchrift van die van Weesp hem, Raad-
„ penfionaris, door de Heeren van Amfter-
„ dam, ter hand gefield en aanbevolen was;
„ dat 'er, in de zaak, doorgaands, niets
„ was gedaan, dan met medeftemmingvan
„ Amflerdam; dat het moeilykwas,tever-
,, neemen,dat de Stad derwyze wankelde,
„ en zwaarigheden maakte op de uitvoering
„ van 't gene met haare bewilliging belloo-
„ ten was; dat, eindelyk , de zaak, ter
,, Vergaderinge van hunne Edele Grooc-
„ Mogendheden, gebragt wordende, ge-
„ vaar liep van geheel agterwege te bly-
„ ven, door de verfchillende begrippen, die
„ daaromtrent te voorzien waren." De
Heer Hop antwoordde hierop „ dat nie-
„ mant van de Regeeringe of Vroedfchap
j, bekend ftondt, iet van het gemelde be-
,, leid geweeten te hebben ; dat de zaak
„ zelve, de verflerking van Naarden, naam-
„ lyk, in haar geheel bleef, al werdt zy ee-
nigen tyd uitgefteld; dat hy geen' laft hadt,
om zig daartegen te verklaaren;maaral-
„ leenlyk om tyd te begeeren, tot nader
onderzoek en beter verftand der meenin- -
ge van hunne Edele Groot-Mogendheden*
hin dat, zo deezen mogten oordeelen, dat
het werk behoorde agterte blyven, daar-
uit klaarlyk volgen zou, dat hunne mee-
„ ning nimmergeweeft was, de algemeene
„ woorden der Refolutie van den agtften
„ February des jaars ióóó van alle de gren-
„ zen deezer Provincie met Veftingwerken
„ te voorzien, zo verre te trekken, dat daar
T 5                „ on-
-ocr page 298-
2oS AMSTERDAMS II. Deel.
ï6<58. » onder zouden begreepen zyn zulke voor-
„ naame werken, als men nu om Naarden
„ aanfeggen wilde." De Raadpenfionaris
hernam „ dat men, voor dit laatfte , niet
„ behoefde bedugt te zyn; dat alleen in
„ bedenking zou komen, met welke Plaats,
,, men de voorgenomen verfterking^zoube-
„ hooren te beginnen; dat Amflerdam groo-
„ telyks benadeeld zou worden zo men
,, eens befluiten mögt, niet met Naarden
„ aan te vangen; dat de Gecommitteerde
„ Raaden beflooten hadden, Naarden, in
,, de eerfte plaatfe, te verfterken, enkelyk
3, om Amflerdam, welk ligtelyk van dien
„ kant zou können overvallen worden, te
„ beter te dekken ; vooral in den tegen-
„ woordigenkommerlyken toeftand derty-
,, den, zynde Frankryk, met een magtig Le-
,, ger, op de been, en den BifTchop van
„ Munfter wederom aan 't werven. Dat
„ de Franfchen, die denStaat,indenjong-
3, ften Munfterfchen oorlog, hadden byge-
5, ftaan, zo wel als de Munfterfchen, wis-
„ ten, hoe ligt Holland, van den kant van
„ Naarden, kon worden aangevallen; en
„ dat, van deezen kant ook, in alle tyden
„ van oorlog, de meefte bekommeringge-
„ komen was." De Heer Hop antwoordde
hierop, wel ter zaake en behoorlyk; doch
toen hy, naderhand, verflag van 't gehan-
delde deedt aan Burgemeeftereh, verfton-
den eenigen derzelven „ dat, toegeftaan
„ zynde , dat de Heeren Staaten blyven
l, zouden by hun befluit om de grenzen te
3, fterken, en dat alleenlyk te dugten ftondt,
„of
-ocr page 299-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 299
„ of men wel van Naarden beginnen zou; jgóg,
w deeze Stad geene zwaarigheid behoefde
„ te maaken, van zig hieraan te onderwer-
„ pen, alzo de Leden, verftaande dat de
„ meefte nood omtrent Naarden was, niet
„ van de Gecommitteerde Raaden verfchil-
„ len zouden, of anders, de waare meening
„ der hooge Regeeringe ontdekt hebbende,
„ het dienftigfte en noodigfte eerfr. helpen
„ vaftftellen; waarin de Stad zig ook wel
„ zou können voegen, zynde het, in eene
„ zaak van zo veel gewigt, hoognoodig,
dat men met eenpaarigheidbefloote, zon-
der eikanderen, door bedekte wegen, een
voordeel af te zien, waaruit, in tyden en
„ wylen, gevolgen zouden können getrok-
„ ken worden, tienmaal fchadelyker voor
j, de Stad, dan zy voordeel uit dit voor-
„ regt zou hebben können trekken:" welke
aanmerking men goedvondt, by nadere ge-
legenheid , aan te dringen.
Na 't gefprek met den Raadpenfionaris % De Heer
werdt de Heer Hop gehoord, in het Col- Hop
legie der Gecommitteerde Raaden , daar klz re-
vier Leden tegenwoordig waren. Hy ver- ^oor in
nieuwde hier zyn verzoek om uitftel der mitteer-
aanbefteedinge, en bekleedde het met re- de Raa-
denen: waarna hem^ in tegenwoordigheid den.
van zes Leden , geantwoord werdt „ dat
„ hunne Edele Mogendheden, door eenigen
,, hunner Medeleden , aan de Regeering
»»
van Amflerdam zouden doen voorftellen
de redenen, die hen bewoogen hadden,
>5
om met de verflerking van Naarden te
„ beginnen; doch zo de Regeering van A m-
„ fler-
\
\
-ocr page 300-
300 AMSTERDAMS II. Deel.'
IÖ68. » fterdam van een ander verftandzyn mögt,
„ zou men 't voorgenomen werk agterwege
„ laaten, en de kollen fpaaren, mids de
„ Stad zig, ten langfte binnen tweemaal
„ vier en twintig uuren, op de zaak zelve
„ verklaarde; alzo men, in geval van lan-
„ ger uitftel, zo wel als in geval van be-
„ williging, met de voorgenomen aanbeftee-
„ ding voortvaaren zou."
Zy zen- De Leden der Gecommitteerde Raaden,
den Ge- die naar Amflerdam gefchikt werden, wa-
magtig- ren de Heeren Eleman, Haflelaer en Joan
Amfter-3r ^eJFer» welke laatfte, wegens Rotterdam,
dam. in Gecommitteerde Raaden zitting hadt.
Die de Zy verfcheenen , den negenentwintigften
nuttig- February, by Burgemeefteren, die zy, by
verfter-1 mon(^e van den Heere Eleman, voorhielden,
kinge 9* dat Naarden eene Grensplaats van Hol-
van „ land was , welker verfterking eerfl ter
Naarden >} hand was genomen, om dienft te doen
rerT.66" » aan ^e ^ta^ Amfterdam; die wel de mag-
„ tigfle te water was, maar niet te lande;
„ die ook, in voorige tyden, met naame in
„ 't jaar 1629, toen Graaf Henrik vanden
„ Berge in de Veluwe gevallen was, in
groote bekommering gezeten hadt, en
zelfs in den jongften Munfterfchen oorlog,
toen men, insgelyks, voor eenen inval in

de Veluwe bedugt geweeft was Dat het
zelfde gevaar dagelyks te dugten was,
n van den kant van Frankryk, wiens mag-
„ tige en zegepraalende Legers by der hand
„ waren; of andermaal van den Bilfchop
van Munfter, die zyn Krygsvolk , met
5>
Franfch geld, wift te betaalen. Dat de,
„ Stad-
-ocr page 301-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 301
j, Stadhouders, voorheen, de verflerking 166$.
„ der grenzen van Holland belet hadden,
„ ten gevalle van de Provinciën; doch dat
j, dezelve, nu dit beletfel ophieldt, be-
„ hoorde in 't werk gefield te worden, voor«
„ al omtrent Amflerdam, het voorwerp,
„ welk vyanden en kwalykgezinden altoos
„ hadden gezogt te bemagtigen; waarom
„ het, van wege den Staat, te zorgvuldi-
„ ger befchermd moefl worden. Dat zy
„ hierom verzogten, dat de Raad hierop
„ mögt vergaderd worden. Dat men 't ver-
„ fierken van Naarden zou nalaaten, zo 't
„ ondienftjg geoordeeld werdt, zynde de
,, Heeren Gecommitteerde Raaden zelven,
„ ter oorzaake van de fchaarsheid van 's
„ Lands geldmiddelen, niet ongenegen, om
„ flil te flaan , hoewel zy, anderszins ,
„ meenden, de vereifchte penningen te zul-
„ len können vinden. Dat zy, eindelyk,
„ een fpoedig antwoord verzogten, alzo de
„ zaak geen uitflel leedt; zynde de gron-
„ den om Naarden reeds aangenomen; de
,, boomen omgehouwen; de grondtekening
„ gemaakt en goedgekeurd; de aanneemers
„ van 't werk opontbooden, en met geld
„ bewoogen om te wagten, zonder nog te
„ reppen van den blaam, dien het langer
„ uitftel brengen zou over de Heeren Ge-
„ committeerde Raaden, en dat om het uit-
„ voeren eener Refolutie, die met eenege-
„ noegzaame éenpaarigheid der Vergade-
„ ringe genomen was, .betuigende zy, van
„ wege de genoemde Heeren, ten befluke,
„ onfchuldig te willen zyn aan de nadeelen,
1
-ocr page 302-
302 'AMSTERDAMS IL Deel.
l6ö8. „ die, uit het nalaaten of verwylen eter ver*.
^ flerkinge van Naarden, zouden mogen
„ volgen, en die alleen aan deezeStadzou-
,i den te wyten zyn."
Bürge- Burgemeefleren, den Raad, tegen den
meefte- volgenden dag, vergaderd hebbende, hiel-
ten hou-<jen dien, nevens den gemelden voorflag,
Raad 00^ eeniSe redenen voor, welken, tegen de
eenige nuttigheid en dienft der voorgenomen ver-
redenen flerkinge, konden worden ingebragt. Zy
voor, te- merkten aan „ dat Holland nog niet ge-,
nuttig 9» noegzaara verfterkt zyn zou, onaangezien
heidïier» Naarden verfterkt ware, konnende den
vertier- „ vyand, wanneer hy op de Veluwe ware,
kinge. n Holland, langs verfcheiden' oorden, in-
„ trekken, en zelfs Amfterdam naderen,
,4 zonder Naarden aan te doen, alzo hem,
,j daartoe, onder anderen, een breede, ge-
„ baande en wel gezande weg open lag
3i door 's Graavenland, en van daar tot aan
,; de Vegt, langs eene vaart, door welke
5> hy zig allerlei voorraad zou können laa-
„ ten toevoeren, en waarna hy, den Vegt-
„ dyk hebbende tot eenen wal, waaragter
„ een gantfeh Leger fchuilen kon, te Mui-
„ den, te Weesp, aan den Hinderdam, te
,', Vreeland, te Loenen, te Nieuwerfluis en
„ elderö, over de vafle bruggen, of mee
„ fchuiten, die alomme by de hand waren,
„ over de Vegt komen kon, zonder dat
„ het hem, door de bezetting van Naar-
„ den, al was zy al zeer talryk, zou kon-
„ nen belet worden* Dat het, in de tegen-
„ woordige fchaarsheid der geldmiddelen,
u raadzaamer was> de penningen, tot het
„ ver-
/
-j-
-ocr page 303-
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 303
„ verfterken van Naarden gefchikt, te be* i66$,
„ fteeden tot het aanwerven van Krygs-
„ volk, waarvan men thans meer dienfl zou.
„ können hebben. Dat men de penningen
„ zou moeten vinden, of by opneeminge,
„ waardoor de Sterkte een eeuwige lafl voor
„ de Provincie worden zou, buitende kos-
„ ten van het onderhoud; of uit een twee
„ honderdflen , of veel ligt wel een hon-
j, derdflen penning, waardoor de goede in-
5, gezetenen, die nu, in het tweedejaar,
„ een honderdflen penning betaalden, zeer
3 zouden gedrukt worden ; fchoon deeze
„ zwaarigheid zou moeten worden overge-
„ flapt, als de nood blykbaar was; 't welk
„ men hier nog niet zien kon.Dat,wyders,
„ te dugten flondt,dat men zig tezeerver-
„ laaten zou op hetverflerkteNaarden,en
„ de buiten - fterkten op de grenzen, naar
„ gelang, verwaarloozen; welker bezettin-
„ gen ook zouden moeten verzwakt wor-
„ den, naar maate dat die van Naarden ver-
„ flerkt werdt. Dat ook de voorgenomen
„ verflerking den anderen Provinciën zeer
„ tegen de borfl zyn zou, en teligterdoen
„ befluiten, om andere befchermingtezoe-
j, ken, en Holland alleen te laaten zitten
„ met de fcheenen voor *t vuur van den
„ oorlog, wanneer zy hier de voorbereid-
j, fels zagen maaken van iet, waardoor zy,
„ als het Holland t'eenigen tyde gelegen
ä, komen mögt, zouden können afgefneeden
„ en verlaaten worden. Dat ook zeer te
„ vreezen was, dat de handeldryvende in-
„ gezetenen argwaan zouden opvatten, over
„ dee-
*
-ocr page 304-
3<H AMSTERDAMS ILDeel;
1668. ï» deeze zo naby gelegen Sterkte: waarte-
„ gen niet deedt, dat men veeleer het ver«
„ trek der Koopluiden, by gebrek van ge-
„ noegzaame veiligheid, zou mogen dug-
w ten:naardien de ondervinding, veelejaa-
,", ren herwaards, geleerd hadt, dat geene
j, Koopluiden Amfterdam verlaaten of ge-
,V myd hadden, om dat Naarden niet beter
,V verfterkt was; maar zig, daarentegen,
„ in kommerlyke tyden, dikwils derwaards
„ hadden begeven. Dat ook der Stad Am-
„ fterdam, uit zulk eene vefting, waarin
„ doorgaands eene fterke bezetting zou moe*
,*, ten gehouden worden , een geduurige
„ fchrik over 't hoofd hangen zou, om door
„ dezelve overvallen, en naar de hand ge-
,-, zet te worden van hem, die, in zorgeïy-
j, ke tyden, zyn gezag zou willen doen gel-
,* den; 't zy dat hy ware het Hoofd van 't
,, Krygsvolk, of de Bevelhebber der Sterk-
,, te, ofiemant, die, deezen Bevelhebber
,, *aan dehand hebbende, zig van denzelven
„ zou zoeken te bedienen. Dat het, fchoon
„ 'er geene Stadhouders meer te vree-
„ zen mogten zyn, nooit ontbreeken zou aan
„ Staat- en heerfchzugt, in zulken, die tot
s, aanzien en gezag zouden mogen verhee-
it ven worden, en door den tyd het Krygs-
„ volk , door bezoek en vriendelyke, toe«
3> fpraak, aan hunne koorde zouden wee-
„ ten tekrygen; de verhooging van Kapitei-
„ nen en Kolonellen behendiglyk bevorde«
„ ren; onder de Regeeringe, door het be-
„ wyzen van goede dienden aan deezen en
„ genen in 't byzonder, aanhang maaken,
„ en
-ocr page 305-
XVIII.Boek. Geschiedenissen,. 305
,, en de zaaken eindelyk zulks beleiden, dat 166B,
j, het volk van oorloge, welk anders ver-
5, fpreid legt, onder voorwendfel van be-
,, ter krygstugt onder het zelve te oefenen,
„ en het nader by de hand te hebben , om
„ in geval van nood te können worden ge«
„ bruikt, in één© plaats byeengebragt werdt,
„ daar het, zynefterkte ziende, envertrou-
„ wen op eikanderen krygende, ligtelyk,
„ vrees in anderen veroorzaaken zou. Dat
„ men dikwils gezien hadt, dat zulk eene
„ magt tot verdrukking der vryheid mis-
„ bruikt geworden was; waarom de Stad
,, ook, met zulk eene bezetting in Naaf-
„ den , niet vry, ten minde niet geruft
„ zyn zou: en dat de gantfche Staat in 't
„ zelfde geval zou zyn, alzo hy, die zig
„ meefter zou hebben weeten te maaken
„ van Amfterdam, zig ook, welhaaft,met
„ de middelen van deeze Stad, meefter
„ maaken zou van gantfch Holland, en van
„ den gantfchen Staat, inzonderheid daar 'c
„ Huk der Patenten, op welken het Krygs-
„ volk van de eene Plaats naar de andere
„ werdt gefchikt, tot nog toe, niet in dier-
„ voege hadt können worden geregeld, dat
„ de vereifchte fpoed, met eene genoeg«
„ zaame geruflheid voor de Provinciën en
„ Steden, gepaard ginge. Dat men hierop
., niet zeggen kon, dat de Stad ook van de
„ bezetting uit eene andere Provincie zou
„ können overvalJen worden, ako men meer
3, dan éénen dag of nagt noodig hadt, om m t
„ een' aanzienlyken hoop volks zo verre tp
w trekken; daar men, in vier uuren tyds,
V. Stuk.               V                „ van
-ocr page 306-
3o6 AMSTERDAMS II. Deel.
van Naarden hier zyn kon: behalve dat
„ ook de andere Provinciën, ter oorzaake
„ van het klein getal der Compagnien, ter
„ haarer betaalinge ftaande, zulk eene magt
„ niet zouden können byeentrekken. Dat het
„ ook zeer gevaarlyk was, zulk eene fterke
„ Plaats, daar de vyand bykomenkon, zon-
„ der anderen aan te doen, midden in 't
„ Land te hebben; alzo dezelve, eens, by
„ verrafling, waarvoor de magtigfte ves-
„ tingen bloot flonden, ingenomen zynde,
„ alle de omleggende Plaatfen onder be-
„ dwang zou können houden, zonder anders
„ dan door een langduurig beleg te können
„ herwonnen worden. Dat, eindelyk, de
„ verfterking van Naarden, welke men te-
„ gen de magt van Frankryk, en tegen de
„ verdagte troepen van den BifTchop van
„ Munfter wilde doen dienen, niet dan na
5, verloop van eenjaar of twee, in behoor-
„ lyken flaat van tegenweer zou können ge-
„ bragt worden: weshalve dit werk , zo
„ zulks het oogmerk der Heeren Staaten
„ geweefl ware, al vroeger, ondernomen
„ geweeft moeft zyn; gelyk men, ook nu,
„ minder reden van bekommeringe hebben
„ zou, zo men, toen de Refolutie tot ver-
„ ilerkinge der grenzen genomen werdt,
„ met de verfterkinge van Weesp voortge-
„ vaaren* ware."
De Vroedfchap, de bedenkingen vanBur-
gemeefteren gehoord hebbende, magtigde
de Heeren Mr. Lambert Reynß , D'. Gillis
Vcukkenicr
, Dr. Nicolaas Tulp, Dr. Cornelis
Witfen
, Nicolaas Pancras, Gerard HaJJelaer^
M'.
-ocr page 307-
"
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 307
Mr. Henrik Hooft en Mr. Andries de Graaf, 1553,
om alles nader te onderzoeken, en van hun-
ne bedenkingen aan den Raade verflag te
doen Qd).
Wy hebben, ineen ander werk (iü),uit A"t-
Aitzema (x), aangetekend, dat de iftem- woord
men over de verfterking van Naarden, tus- a^sTacf°
fchen de vier Burgemeefteren, dezes en der- aan de
tig Raaden, en de agt Gemagtigden uit den Gemag-
Raade gef reken hebben. Doch federt dat wy t{gde*
gelegenheid gehad hebben, om de Refolu- commic"
tien der Froedfchap zelven in te zien, können teerde
wy, met verzekering, zeggen, dat aldaar Raaden,
van deeze byzonderheid niets altoos te boek
gefield is. Men vindt alleenlyk, dat de
agt Gemagtigden , 's anderendaags , den
tweeden Maart, verflag gedaan hebbende
van hunne Commifïie, Burgemeefteren en
Raaden beflooten hebben, uit hunnen naam,
den Heeren Afgevaardigden uit de Gecom-
mitteerde Raaden aan te zeggen „ dat zy
„ niet zouden können aanzien, dat met de
„ aanbefteedinge der Veftingwerken van
„ Naarden voortgevaaren werdt, voor dat
„ men daarop de meening der Heeren Staa-
„ ten nader zou hebben verftaan; ten wel-
„ ken einde, daarvan, ter naafter Dagvaart,
„ zou worden gefproken; oordeelende zy
^, niet verpligt te können worden, om, in
„ zulk een korten tyd, als by de Heeren
„ Gecommitteerde Raaden bepaald was,
„ op zulk gewigtig punt, een eindelyk be-
„ fluit
(■u) Refol. Vroedfch. />. F. i Maart U«g, ƒ. al enz..
(w)
Vaderl. Hift. XIII. Deel, 6/, 362,
(*) VI. Deel, bi. 4S8.
Va
-ocr page 308-
308 AMSTERDAMS II.Deel.
4668. » fluit te neemen. Doch zo men, deson-
„ aangezien, met de aanbefteedinge wilde
„ voortvaaren, zou daartegen, van wege
5, deeze Stad , geprotefleerd worden, met
„ voorbehoudenis van de magt om hierna
„ zulk eene verdere protcflatie te doen,
3, als men als dan zou bevinden te behoo-
„ ren (j)."
Befiuit De Afgevaardigden uit de Gecommitteer-
der Ge- de Raaden, kennis van dit befluit gekreegen
commit' hebbende, gaven te verftaan, dat zy, vol-
iiaaden 8ens hunnen laft en Inftru&ie, genoodzaakt
waren voort te gaan met de aahbefteeding.
Zy vertrokken, dien zelfden dag, nog naar
den Haage. Doch de Gecommitteerde Raa-
den, hen gehoord hebbende, verflonden,
„ dat men wel met de aanbefteedinge voort-
„ gaan zou; doch den minftaanneemende
„ aanzeggen, dat hy zyn bod,den tyd van
„. drie weeken, een dag of twee onbegree-
5, pen, geftand zou moeten doen;wanneer
„ hem 't werk uiterlyk af- of aangezeid zou
„ worden." De aanbefteeding gefchiedde
dan op deezen voet. Ondertullchen, na-
derde de tyd der gewoonlyke Vergaderinge
Nader van Holland. De Afgevaardigden deezer
jj?ui* j Stad werden gemagtigd om den Heeren
ta 'Staaten, op dezelve, bekend te maaken,
„ wat 'er, tuflchen de Heeren Gecommit-
„ teerde Raaden en derzelver Gemagtig-
„ den, ter eener, en de Regeering deezer
„ Stad, ter anderer zyde, over de verfter-
„ king van Naarden, gehandeld was, met
„ her-
(j) Relbl. Vicxdfch, £'. F. * M**r$ l$«8. f. 3+ verf»
-ocr page 309-
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 309
„ herhaalde verklaaring, dat de Stad niet j6ö8%
„ kon noch zou aanzien , dat de aanbe-
„ fleeding, van 's Lands wege , wierdt
„ aangezeid, of met de verfterkinge voort-
„ gevaaren, voor men daarop de meening
„ van hunne Edele Groot - Mogendheden
5, verflaan zou hebben, na 't houden van ,
j, een befoigne door CommifTarifTen uit 's
„ Lands hooge Vergaderinge, over het re-
„ gelen der voorgenomen verfterkinge; van
„ welk befoigne 't verflag hier ter Stede zou
„ moeten worden overgebragt , om door
5, Burgemeefteren en Raaden overwoogen
3, te worden. Voorts, moeften de Afge-
„ vaardigden der Stad het gemelde befoig-
„ ne in diervoege beleiden, dat daarin ont-
j, worpen en op 't papier gebragt mogten
5, worden zodanige middelen van zekerheid
„ voor de Stad Amfterdam, als zy,nevens
j, de andere Heeren CommiflarifTen, dien-
„ ftig zouden oordeelen, mids daaronder
„ ook gefield werden de volgende zes pan-
„ ten:
,, 1. Dat geen Gouverneur over Naar-
„ den en de Sterkten daaronder behooren-
„ de, noch geen Commandeur over de be-
„ zetting, in dezelven leggende, gefield
„ zou worden, dan die de Regeering van
„ Amflerdam uitdrukkelyk verklaard zou
„ hebben, haar aangenaam te zyn.
„ 2. Dat ook geen Gouverneur of Com*
„ mandeur langer aldaar verblyven zou,
s, dan hy aan de Regeering van Amflerdam
„ aangenaam zyn zou, zullende,op de aan-
V 3                    „ mäa«
-ocr page 310-
310 AMSTERDAMS II.Deel.
i6ö8.
5>
maaning van die Regeeringe, een ander
33
in deszelfs plaatfe worden gefield.
,, 3. Dat in Naarden en de onderhoorige
55
Sterkten, geene Ruitery voor gewoonly-
33
ke bezetting zou worden gelegd.
„ 4. Dat de bezetting der Stad en derSterk-
33
55
ten niet grooter zyn zou dan vyfhonderd,
of uiterlyk zeshonderd mannen te voet.
„ 5. Dat de gemelde bezetting,in Oor-
3>
55
53
33
logs- of andere kommerlyke tyden, niet
zou mogen vermeerderd worden , dan
met kennifle en uitdrukkelyke bewilligin-
ge der Regeeringe van Amfterdam.
„ 6. Dat al het volk, waarmede de ge-
33
53
3)
33

J3
melde gewoonlyke bezetting, in tyd van
nood, vermeerderd zou zyn, op de aan-
maaning der Regeeringe van Amfterdam,
daaruit geligt, en de bezetting op het
gewoonlyk getal gebragt zou moeten wor-
den (2)."
Na deezen tyd, vind ik niet, dat 'er, in
eenige jaaren, by de Vroedfchap van Am-
fterdam, op de verfterking van Naarden ge-
raadpleegd is. Sommigen tekenen aan, dat
de punten, die de Siad bedingen wilde, den
Leden van Holland niet zeer gevallig wa-
ren. Zeker is 't, dat het aanbefleedde werk
den aanneemeren werdt opgezeid, en dat de
verfterking van Naarden, ten deezen tyde,
fteeken bleef (a).
De jongfte Vergrooting der Stad, met
welke thans yverig voortgevaaren werdt,
gaf
(z.) Réfol. Vroedfch. L*. F. iz Mia.rt Iö6g. ƒ. 3j> cnx.,
(<*; AlTZEMA VI. Deelt bl, *gj>,*?$.
De ver-
fterking
van
Naarden
blyft
flecken.
Burge-
meefte-
-ocr page 311-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 311
gaf gelegenheid, dat veele Handwerkslui- 1(5<5g.
den zig, hier ter Stede, nederzetteden. Deren wor_
Regeering, om deezen te meerder aan teden ge_
moedigen, en de nieuwe uitlegging te fpoe-magtigd,
diger te bevolken, befloot,in de Lente dee- om 't
zes jaars, het Poortergeld, dat voor fommi-^^
gen wat te hoog liep , aan alle Meefter-Meeftcr.
Handwerksluiden , die zig met der woonnand-
herwaards begeeven wilden , twee jaarenwerkslui-
of langer ,_ter befcheidenheid van Burge-^n te
meefteren , te goede te houden (b) ? welk ö
befluit, ongetwyfeld, veelen, die, met den
tegenwoordigen oorlog in de Spaanfche Ne-
derlanden , Brabant en Vlaanderen verlieten,
herwaards gelokt heeft.
Het Waaien-Weeshuis hier ter Stede, Nieuw-
door het aanwaffen deezer gezindheid, te baaien-
klein geworden zynde, verzogten de Ker- huic,eg"e.
kenraad en Diaconie derzelve, in den aan:fCigt.
vang des volgenden jaars, verlof van de 1660.
Regeeringe,om het zelve en eenige huizen
te mogen verkoopen, en een ander Wees-
huis te mogen bouwen. Bürgerneefteren en
Raaden bewilligden in dit verzoek, en fchon-
ken der Walfche Gemeente, tot het nieuwe
gebouw, een erf in de nieuwe uitlegging op
de Prinfen-graft op den wefterhoek van de
Vyzelgraft (c), alwaar het, kort hierna,
deftig opgetimmerd werdt.
De hooge Zeeburg of Zeedyk tiuTchenZorg
deeze Stad en Muiden was, in de Lentevoor den
dee-Muldei"*
; *%                          '                               •> dyk«
(&) Refol. Vtoedfch. Li. F. JZ Maart 166%. ƒ. 4z verfo.
Zie ook,
COMMELIN , bi. U95.
                            \
' (f) Refol. Vroedfch. L*. F. is Jan. 1669.1- »35 WH
v4
-ocr page 312-
3« AMSTERDAMS IL Deel.
1669. deezes jaars,in groot gevaar van doorbraak
geraakt, door aanhoudende zwaare flor-
men en eenen geweldigen aandrang des wa-
ters, 't Grootfte gevaar liep de dyk niet
ver van Muiden , daar hy geen voorland
hadt; van veel paalwerk ontbloot, en op
vyf plaatfen zodanig uitgehold was, dat hy,
met deneerften hoogen vloed, dreigde door
te breeken. Hiertegen was, op de jongde
byeenkomfl van Dykgraave en Heemraaden,
geene genoegzaame orde gefield. Burge-
meefleren hadden, derhalve, te wege ge-
bragt, dat het Collegie buitengewoon be-
fchreeven werdt, tegen den zevenden Maart.
En de Vroedfchap hiervan kennis bekomen
hebbende, werdt, na gehouden raadplee-
ging, verdaan, Burgemeefleren en Thefau-
rieren te magtigen, om, van Stads wege,
(toffe, gereedschappen en penningen , by
leeninge en op belofte van wedergeevinge
of vergoedinge, te mogen verfchaffen,, tot
fpoedige herflellinge van den Zeedyk; en
om te mogen helpen befluiten tot het gene
ter verzekeringe der binnensdykfche Lan-
De Re- den noodig zou geoordeeld worden (d). Wat
duit laater, werdt beflooten, de Reduit Zeeburg^
eeiv"^ voor tw*nt'& Jaaren < a*n den Muiderdyk,
niet verre van de Stad, opgeworpen, als
thans van weinig nut zynde , af te bree-
ken (#}.
De Oos- De zelfde Heeren Burgemeefleren en
ter-Kerk Thefaurieren waren, ook, door den Raad,
(d) Refol. Vroedfch. Z«, F. $ M*,«rt i«<ïy. ƒ. 16$ ve,rfa
(f) Refol, Vioedlch. Lr, G, 16 Sept, 1*6$. 'f. « vtrfa
i%*
-ocr page 313-
XVIILBoek. Geschiedenissen. 313
gemagtigd , om in de plaatfe der voor eeni- 1C69.
ge 3 aar en geftigtte houten Predikloots, die wordt
op Raapenburg ftondt, op Wittenburg ,ge.
door Kerkmeetleren derzelve, eene nieuwe bouwd.
fteenen Kerk te doen bouwen, en de pen-
ningen, daartoe vereifcht, van tyd tot tyd,
op Intreft te ligten, tegen drie ten honderd,
ten lafte van de Stad, mids dezelven we-
derom afleggende, uit de verkooping en an-
dere voordèelen van de graven, zo verre
zulks zou können ftrekken (ƒ).
De vergrooting der Stad hadt verfcheiden, Oftroï
erven nader aan, en zelfs gedeeltelyk onder op de
de Vryheid der Stad gebragt, dietevooren °Pai'aZz
onder andere Geregten behoord hadden. veJn ,C1ge-
Tot voorkominge dermoeilykhedenentwy-deekelyk
felingen, die hieruit, ter gelegenheid van onder de
de opdragt deezer erven, en in andere ge- Vryheid»
legenheden, zouden können ontdaan, vondt Jjeekeïyk
de Regeering geraaden, met de naafle Ge-onder de
regten, eene fchikking hieromtrent te be-naafte
raamen, die, den negen en twintigften No- GereS-
vember deezes jaars, by een O&roi van r*KL§|!"
Lands Staaten bekragtigd werdt (g).
In de Lente des volgenden jaars, werdt, Amfter-
ter Vergaderinge van Holland, wederomd^m#bè-
geraadpleegd op de zitting des Prinfen tfan^gS
Oranje in den Raad van Staate. Amfterdam<jesprjn_
bewilligde hierin, en verftondt zelfs, tegen fen van
't gevoelen van fommige Leden, dat men Oranje
zyner Hoogheid eene befluitende ftem be-^de"an
hoorde toe te Haan (/;): waartoe, eerlang, Staate*
ook i67i,
(f)  Refol. Vroedfch. Lu F. n July 1669. f. aoj.
(g)  Handv. bl, $$$.
\h) Refol. Vroedfch. Lr. G. n^ifril 1*70. ƒ. 40,
V 5
-ocr page 314-
314 AMSTERDAMS II. Deel.
ook ter Vergaderinge van Holland, befloo-
ten werdt. Toen naderhand geraadpleegd
werdt over de wedde, welke men den Prin-
fe, wegens het zitten in den Raad van Staa-
te , behoorde toe te leggen, en welke fom«
migen op vyftigduizend guldens begroot had-
den (f), oordeelde de Stad, dat menze op
dertigduizend of zesendertigduizend guldens
ftellen moeft. Doch de Vergadering van
Holland befloot, eerft in de Lente des jaars
167 i,zyn er Hoogheid niet meer dan vyfen*
twintigduizend guldens toe te leggen (£).
i6"jo.
Eenige
Afge-
vaardig-
den van
Rotter-
dam en
anderen
bejege-
nen die
van Am-
flerdam
onheu-
fchelyk,
in de
Vergade-
ringevan
Holland.
Doch geduurende deeze of andere raad-
pleegingen , waren de Afgevaardigden der
Stad, door eenige Afgevaardigden van Rot-
terdam , geftyfd door die van Delft en Hoorn,
onheufchelyk bejegend en gedreigd; fchroo-
mende men niet, den Afgevaardigden van
Amfterdam te gemoet te voeren „ dat dee-
„ ze Stad, fteunende op haare magt en
„ grootheid, de andere Leden tot onder-
„ werping zogt te brengen, en den voet
„ op den nek te zetten," met bygevoegde
bedreiging „ dat men, andermaal, eenLe-
„ ger voor de Stad zenden zou, om haar
„ te bedwingen." Burgemeefteren en Raa-
den , hiervan kennis bekomen hebbende,
en niet bewuft zynde, dat zy ooit iet had-
den voorgenomen, welk naar eenige over-
heerfching fmaakte: noch dat iemant der
Regenten deezer Stad in 't byzonder iet
tot onderdrukking der andere Leden ont-
wor-
(i) Vadetl. Hift. XIII.'d«/, hl. 4*7 "»*.
. (k.) B-efol, Vioedfch. L*. G. 14**7 jfril 1671. ƒ. iifc»
II4 verfo.
-ocr page 315-
XVIII.Boek. Geschiedenïsen. 31$
worpen, of in 't werk gefield hadt; maar iöto,
zig, in tegendeel, verzekerd houdende, dat
de Stad altoos gezogt hadt, in befcheiden-
heid en zedigheid uit te munten boven de
andere Leden, en meermaalen, uit infchik-
kelykheid, veel over zig hadt laaten gaan;
beflooten, zig gevoelig te toonen over den
hoon, dien mm zulk eene aanzienlyke Stad
aangedaan hadt; de zaak in de Vergaderin-
ge van Hollard te brengen, en te onder-
zoeken , of die Tran Rotterdam , uit eigen
beweeging, of uit lalt hunner Principaalen,
zo fchamperlyk van deeze Stad gefproken
hadden, met bygevoegde verklaaring, dat
zy zulke Regenten hunner Stad, die, tot
diergelyk verwyt, gegronde reden gegeven
hadden, naar verdienften wilden doen ftraf-
fen; en met ernfligc bede aan hunne Edele
Groot Mogendheden, om tegen zulke las-
teringen , voor het toekomende , te voor-
zien , indien, gelyk zy vertrouwden, niet
mögt können beweezen worden, dat eenig
Amfterdamfch Regent daartoe reden gege-
ven hadt. De Afgevaardigden ter Verga-
deringe van Holland werden gelaft, deeze
zaak met allen ernft te bevorderen (7). Doch
hoe zy zig hierin gekweeten hebben, en wat
'er de uitllag van ge weeft zy, vind ik ner-
gens aangetekend.
De nieuwe uitlegging der Stad nu genoeg Eenige
zaam voltrokken, en voor een goed gedeei- Godshuï.
temet aanzienlyke huizen bezet zynde, waszenIlieJ
men op middelen bedagt, om het afg£le-[)cl)0ll.
genftwen ecix
{/) Refol. Vrocdfoh, L*. G, 14 *4ftil 1670. f, 4.0 vtrjï.
I
-ocr page 316-
3i6* AMSTERDAMS II. Deel.
1670. genft gedeelte deezer uitlegginge, tot aan-
cedeelte moediging der Wollen- en Linnen-weeverye
der nieu-hier ter Stede, te doen betimmeren met
we uit- wooningen, die genoegzaam alleen aan
legginge Weevers, Wolkammers, Spinners en dier-
^^gj^'gelyke handwerksluiden zouden mogen ver-
diende huurd worden. Het Gafthuis, het Burger-
der Wee Weeshuis en het Leproozen - huis bezaten
verye. eenige Landeryen , van welken zy kleine
huur trokken. De Regenten deezer Gods-
huizen toonden zig dan genegen, om deeze
Landeryen, in 't openbaar, aan de meeft-
biedende te verkoopen, en voor 't gene 'er
van kwam vierhonderd of meer huisjes te
bouwen in de nieuwe vergrooting; en dezel-
ven, indeeerll: komende twaalf jaaren, niet
hooger te verhuuren, dan de huur beliep,
welken zy van de verkogte Landeryen ge-
trokken hadden, verhoogd met een vierde
voor het onderhoud der gebouwde huisjes.
De Vroedfchap bewilligde in dit hun ont-
werp (in): en in minder dan een jaar, wa-
ren de huisjes voltimmerd. De Vroedfchap
verftondt toen „ dat de huur van ieder
3, huisje met de kelder, voor de eerftko-
„ mende drie of vier jaaren, op negentig
„ guldens 's jaars behoorde geiteld te wor«
„ den, zonder hier onder nogtans de hoek-
„ huizen en neeringhuizen te begrypenjdat
„ de Regenten der Godshuizen , veertien
„ dagen lang, de voorkeur geeven zouden
„ aan handwerksluiden, die van buiten kwa-
„ men, en welken men hier hun handwerk
,, zou
ft») Refol. Vxoedfch, U. G. 14 *4.pril 1670. ƒ, 41 verfa
-ocr page 317-
XVJII-Boek. Geschiedenissen. 317
„ zou laaten oefenen, onder zeker Regie- I^0/
„ ment, by 't Geregt te beraamen. Doch
j, dat,na verloop der gemelde veertien da-
„ gen, alle inwooners, die eenig handwerk
„ oefenden, welk tot de Weevery behoor-
„ de, zonder onderfcheid, tot het huuren
„ der nieuwe wooningen zouden worden
„ toegelaaten («). ■' De huisjes werden ,
federt, allen verhuurd; doch in de hand-
werken, die aldaar, in 't eerfl, geoefend
werden, is, door den tyd, merkelyk verval
gekomen.
Jean de Labadïe, Walfch Predikant teLabadïe
Middelburg, en aldaar, om doolingen inde|"er,hee
Leere, van den Predikdienfr., en federt ter^vèr-
Stad uit gezet, was, onlangs, hier ter Stede gaderfn.
gekomen, daar hy afzonderlyke byeenkom-gen ver-
Hen hieldt. Doch dit werdthem, doorBur-booden'
gemeefteren, een en andermaal, verboo-
den (0). Hy voer 'er egter bedektelyk mede
voort, en maakte, zelfs onder deftige luiden,
eerlang, eenigen aanhang, tot dat hy, ein-
delyk, befloot, met eenigen der zynen ,
naar Herford, in 't Graaffchap Ravensberg,
te verreizen, alwaar hy,tot in 't jaar 1674,
vertoefde. Hy begaf zig toen naar Altona,
daar hy overleeden is (f).
De Wiflelbank deezerStad hadt,by haa-Nader
ren opregting in't jaar 1609, Oclroi ver-0ftroi»
kreogen dat de penningen, in dezelve be-[J^Jf"
ruftende, door niemant mogtengearreßeerdvan de
ofWiflel-
(») Refol. Vtoedfch. £». G. 13, to Febr. 1*71. ƒ. s» °ank»
yerfo, $9 verfo.
(9) Groot-Memor. N. VI. f. 15 verfo, I8 verfo.
(?) üytttEï Kerk. en Waer. Hitferie, bi, éff, «5«,
-ocr page 318-
3x8 AMSTERDAMS Iï.Deel.
1670. °f bekommerd worden. Doch men onder-
vondt, omtrent deezen tyd, dat fommige
fcherpzinnige luiden, flilftaande op ,de be-
paalde betekenis van het woord penningen y
ondernamen arreflen te doen op het onge-
munt metaal in de Wiflelbank gebragt, of
op het regt, welk Faftoors en Koopluiden
hadden, om voor anderer rekening in de
Bank af te fchryven. En fchoon deeze ar-
reflen
geen gevolg hadden, verwierf de Stad,
op den zeftienden December deezes jaars>
eene nadere verklaaring van haar Oclxoi,
waarby deeze onderfcheiding voor nietig
verklaard werdt (q).
Degioo- Tot hiertoe, was de Stad van verver-
te Am- fching van water voorzien geworden, door
ftelfluis middel van het Y; welk, door de buiten-
maakt86" ^u^zen» met ^en v^oe^» ingelaaten zynde,
door de binnen-fluizen, in vier onderfchei-
den' boezems, in de Stad ontvangen en rond
geleid; en daarna, wederom in 't Y geloosd
werdt. Doch alzo twee van deeze boezems
gemeenfchap hadden met den Amftel, en
het Amftelwater, vooral des Zomers, een
of twee voeten laager ftondt, dan het wa-
ter, in deeze boezems, dat is,in eengroot
gedeelte der Stad, moeft gehouden worden;
kon men dezelven naauwlyks ververfchen,
dan by laage ebbe, die 's Zomers zeldzaam
voorviel. En dan kwam 'er nog, uit den
Amftel, geen ander water in de Stad, dan
't gene, voorheen, reeds uit de Stad geko-
men en zeer vervuild was. Men beiloot
dan,
(<j) Handv. hl. 674»
-ocr page 319-
f
XVIII. Boek. Geschiedenissen. 319
dan, in den Herfïl deezes jaars , dit ongemak i6-i0t
te voorkomen, door het leggen van twee
{luizen in den Binnen-Amftel, op de hoogte
van de Utrechtfche Dwarsflraat , die het
Y-water uit den Amftel weeren zouden ;
•waarna het, de Stad rond geleid zynde ,
wederom in 't Y zou können ontlaft worden.
De Heeren Gerard Hajfelaer , Cornelis de
Vlaaming van Oudshoorn
en Joannes Hudde
werden gemagtigd, om, nevens de Heeren
Burgemeefteren en Thefaurieren, opzigt te
hebben op dit gewigtig werk; waarvan ,
eerlang , een uitvoerig Ontwerp gemaakt
werdt (r). Doch in dit Ontwerp kwam,
federt, eenige verandering. Men vondt, in 1671.
den Zomer des volgenden jaars, geraaden,
in de plaats van twee, drie (luizen te maa-
ken, eene groote in 't midden , en twee
kleinen, eene aan ieder zyde (j). En in
gevolge van dit veranderd Ontwerp, werde
de groote Amftelfluis, in 't jaar 1674, vol-
trokken. Sedert, werdt de Stad, tweemaa-
len in den tyd van vierentwintig uuren, door
middel van het Y-water, ververfcht, zon-
der dat de Amftel befmet werdt. Ook droeg
men, van toen af, zorg, dat het intappen
en uitlaaten van 't Y-water niet door dezelf-
de (luizen gefchiedde. De twee boezems in
de Stad, die, voorheen, in een geheelen Zo-
mer, naauwlyks eenigen aftrek van water
kreegen, kreegen nu dagelyks goeden af-
trek, alzo de ebbe gemeenlyk agt of negen
duim
(r) Refol. Vroedfch. U. G. Ji Ofiok. 2« Nov. 1670. ƒ.
(1) Kefol. Viocdfch. U. G, 6 Jttly 1071, ƒ. 119 ver/té
-ocr page 320-
3.20 AMSTERDAMS II. Deel.
1671. duim laaSer §indan 'c wacer> in de Stad,
' zonder ongemak, kon geleeden worden (0-
De menigvuldige rioolen, die in de graften
der Stad uitloopen, en eenige andere oor-
zäaken hebben egter, door den tyd, te we-
ge gebragt, dat de graften, allengskens on-
dieper en vuiler geworden, met de minfte
gifting of roering, of als de Y-fluizen, by hoo-
gen vloed, digt gehouden moeten worden,
vry veel ftanks opgeeven. Men heeft ver-
fcheiden' middelen voorgeflaagen en in 'c
werk gefield, om dit ongemak te voorko-
men, van welken wy, by eene andere ge-
legenheid , in 't verhandelen van den water-
loop en waterkeering hier ter Stede, uit-
voeriger verflag zullen moeten doen.
Gefchil De Regeering van Amfterdam , altoos
tufTchen zeer zorgvuldig om de ingezetenen der Ste-
de Stad dg te handhaaven by derzelver voorregten,
51 fhetn geraakte, ter deezer gelegenheid, in den
denH^o-Herfit des jaars 1671, in een ernftig ge-
gen Raa-fchil met het Hof van Juftitie in den Iiaage,
de- . en zelfs met den Hoogen Raade; waarvan
£a"1ei\ wy den uitflag ,. beknoptelyk, ontvouwen
beuzel- moeten. Dirk van Haringtarfpel, Kapitein
ve. van een vendel Mariniers of Zeefoldaaten,
ten dienfte van den Lande, en gebooren
Poorter en inwooner deezer Stad, laft ge-
kreegen hebbende, om met 's Lands Vloo-
te in zee te gaan, was , aan 't Schild op
het Eiland Texel, in woorden geraakt met
Otto de Rumoer, insgelyks Kapitein over
een
(t) Zie 't Bericht wegens de Wateren deezer Stede,
1
-ocr page 321-
»•■;:■■'•"
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 321
een diergelyk vendel. De degens raakten 16ju
uit de fchede. Rumoer deedt den eerften
aanval;doch werdt, in 't gevegt, zo zwaar-
lyk gewond, dat hy, na eenige dagen leg-
gens, den geeft gaf. Haringcarfpel hielde
zig, eenigen tyd, verhoolen; doch vervoeg-
de zig, midlerwyl, met een Verzoekfchrift
aan Gecommitteerde Raaden, begeeren-
de „ dat hem mögt toegelaaten worden,
„ zig den grooten Krygsraad ter purge of
,, zuivering voor te ftellen, alzo, gelykhy
„ beweerde, de ontmoeting tuflehen hem
„ en Rumoer moeft aangemerkt worden
>> als eene ontmoeting tuffchen twee Krygs-
„ luiden, die eenigszins op den Krygstogt
„ voorgevallen was; behalve dat Rumoer
„ hem ook eerit hadt aangetaft." De Hee-
ren Gecommitteerde Raaden bragten dk
verzoek in de Vergadering van hunne Edele
Groot-Mogendheden, die 'er, terftond, in
bewilligden; te gelyk afwyzende zeker Ver-
zoekfchrift van Dithf Rumoer, Broeder van
den overleeden,waarby begeerd was „ dac
„ hunne Edele Groot-Mogendheden den
„ Procureur-Generaaf, of eenig ander' Of-
„ ficier zouden beveelen, den Kapitein Ha-
„ ringcarfpel voor 't Hof van Holland, of
„ voor eenige andere Regtbank, crimineeU
lyk te dagvaarden." Doch Dit lof Ru-
moer , zig kwalyk genoegende met het ver«
wyzen der zaake aan den grooten Krygs-
raad , beweerde, in een tweede Verzoek-
fchrift „ dat het voorgevallene, niet als
„ een Krygsmans, maar als een gemeen
delift of misdaad aangemerkt moeft wor-
i V. Stuk.            X               „ den/*
v
-ocr page 322-
322 AMSTERDAMS IL Deel.
1671. j> den/' andermaal, verzoekende „ dat
„ den Procureur-Generaal mögt worden ge*
„ laft, daar over, voor den HovevanHol*
„ land, te procedeeren, zonder van eeni-
„ gen anderen Officier of Regtbank te ge-
„ waagen." De Staaten gaven zo veel agt
op dit tweede Verzoekfchrift, dat zy't voor-
gevallene , inderdaad, voor eene gemeene
misdaad verklaarden , en de voorgaande
Refolutie introkken. Doch zy bevalen te-
vens , dat de verzogte purge niet gefchie-
den zou voor den Hove van Holland, ge-
lyk Ditlof Rumoer begeerd hadt; maar
voor den ordinam en dagelyxen Rcgter, naer
de wetten en de practique defer Landen
, daer-
toe bevoegt en competent.
En in gevolge van
dit bevel, vervoegde Haringcarfpel zig aan
Schepenen van Amsterdam, als zynen ge-
woonlyken en bevoegden Regter, alwaar
hem, op zyn verzoek, citatie of dagvaar-
ding tegen den Officier , de Vrienden en
Maagen van den overleeden, en alle ande-
ren , die zig party zouden willen flellen, en
ten opzigte van zulken, welker woonplaat-
fen hem onbekend waren, citatie by Edic-
te,
en met aangeplakte Biljetten aan't Stad-
huis en de Kerke, werdt toegedaan. Ha-
, ringcarfpel werdt toen, by provifie, onder
handtaftinge ontflaagen. Maar de Procu-
reur-Generaal, verilaande , dat het Hof
alleen, in zaaken van purge of zuivering ,
Regter ware, verzogt aldaar een Mande-
ment poenaal,
waarby niet flegts gehandeld
werdt tegen Haringcarfpel, en tegen den
Schout, die aüeenlyk als gedaagde voor-
kwam p
*                          *
-ocr page 323-
XVIII.Boek. Geschiedenissen. 323
kwam; maar waarby aan Schepenen ook, x
in fcherpe en dreigende bewoordingen ,
werdt bevolen, de verleende Afte van ci-
tatie
in te trekken; diergelyke niet meer te
verleenen, en de koften, daarover geval-
len , te betaalen. 't Verzoekfchrift werdt
den Schout deezer Stad in handen gefield,
om den Hove te dienen van berigt: welk
ingeleverd zynde , werdt den Procureur-
Generaal Mandement verleend, niet gelyk
hy 't eerft verzogt hadt; maar alleenlyk te-
gen de claufiile van Ediäe ofEdiäale Citatie,
waarmede hy meende, dat, onder anderen,
zyn Perfoon, en anderen, die niet onder 'c
Regtsgebied van Amfterdam behoorden ,
voor Schepenen deezer Stad , gedagvaard
werden: 't welk Schepenen, eerlang, be-
tuigden , nimmer in hunne gedagten geko-
men te zyn, alzo de Procureur - Generaal
niet kon geagt worden te behooren onder
diegenen, welker woonplaatfen onbekend
waren , waarop alleen de Ediclale Cita-
tie
zag.
't Mandement, midlerwyl , door den
Deurwaarder geëxploiteerd of aangekondigd
zynde, werdt door Schepenen ingetrokken,
en de Deurwaarder, drie dagen, in hegte-
nis gehouden. De Afgevaardigden der Stad
traden, vervolgens, in onderhandeling met
CommiflarifTen van het Hof, die erkenden,
„ dat Schepenen van Amfterdam, over bur- '
„ gers der Stad, in geval van Purge, be-
„ voegde Regters waren:" waartegen, van
de zyde der Stad, erkend werdt „ dat Sehe-
-ocr page 324-
324 AMSTERDAMS IL Dra:
1671. »> penen den Procureur - Generaal niet on-
„ der de Edi&ale Citatie begreepen." 't
. Mandement werdt toen wederom overgele-
verd : en men dagt, hier ter Stede , dat
het Hof voortaan ftil gezeten zou hebben.
Doch 't viel anders uit. 't Hof zettede de
begonnen regtspleeging voort. Haringcar-
fpel hadt van 'fr verleende Mandement Ap-
fel
verzogt aan den Hoogen Raade , en
* grieven, zyne * bezwaarniiTen overgeleverd. Doch
het Hof, zonder op deeze bezwaarniiTen te
befluiten, verleende Mandement van Com-
plaincte
tegens Schepenen, en zelfs tegens
Burgemeefteren van Amflerdam, zo deeze
laatften zig party maaken. wilden. En dit
gefchiedde,zonder dat aan Burgemeefleren
of Schepenen kennis gegeeven was van het
Requeft, waarby men onderftelde, dat het
jongde Mandement, door den Procureur-
Generaal , verzogt geweefl was. Burgemees-
teren , door zulk een onminnelyken handel,
niet weinig ontltigt, bragten de zaak in de
Vroedfchap, alwaar beflooten werdt, dat
men, by den Hoogen Raade, brieven van
Complaincte tegen 't Hof verzoeken zou ,
waarby Prefident en Raaden, tegen zekeren
bepaalden dag en uur, in de Raadkamer s
van den Hoogen Raade gedagvaard wer-
den ; gelyk gefchiedde. Doch eer nog de
dagvaarding gefchied was, kreeg de Deur-
waarder bevel, zo gezeid werdt, van we-
ge den Hoogen Raade, om dezelve op tQ
houden; zonder dat men geraaden vondt,
hiervan eenige reden te geeven aan Bürge.
mees-
-ocr page 325-
, r
XVIIÏ.BoEK. Geschiedenissen. 3^5
meefteren, die zelfs geen antwoord ont- 1671^
vingen op den brief, dien zy, hierover ,
aan den Hoogen Raade hadden afgevaar-
digd. Men befloot dan, eindelyk, de zaak
te brengen voor 's Lands Staaten. De Af-
gevaardigden der Stad fielden een wydluf-
tig Vertoog op, waarin, uit de oude Privi-
legien , byzonderlyk uit die van de jaaren
1401 en 1409 (u), beweerd werdt,, dat al-
„ Ie breuken, te Amfterdam vallende, of*
„ door Poorters dier Stad, benoorden de
„ Maaze, verbeurd, binnen de Stad moes-
„ ten beregt worden." Voorts, werdt,
uit het tweehonderd en twintigfte Lid der
Inflru&ie voor den Hove Provinciaal, be-
weezen „ dat het zelve elk by zyne Juris-
„ dictie laaten moeft:" en uit het Groot-
Privilegie van Vrouwe Maria „ dat het
5, Hof geene kennis neemen mögt van ee-
,, nige zaaken, die ter eerfter aanleg; tot
„ de kennifle der Steden of Dorpen be-
„ hoorden:" ook „ dat het zelve geene
3, bevelen mögt geeven, tegen de Privile-
„ gien der Steden," 't welk, volgens een
Privilegie van Koning Filips van den jaare
1562, en volgens eene Refolutie der Staa-
ten van Holland van den jaare 159t,voor-
al , niet mögt gefchieden, zonder de Re-
queften van partyen, vooraf, aan de Ste-
den gezonden te hebben, op dat deezen d^n
Hove daarop zouden können onderregten,
eer de verzogte bevelen werden afgevaar-
digd.
(u) Zie II. Deel, II. Boek^, hl. I$5. III. Botl^, hl, xoj,
x3
-ocr page 326-
V6 AMSTERDAMS II. Deel.
'1671. digd. Wyders, werdt aangemerkt, dat de
Staaten, op den negenentwintigften Okto-
ber des jaars 1Ó67, nog verftaan hadden,
„ dat het Hof, naar de orde en het regt
„ van 't Land, geen Regter zyn kon over
„ de verfchillen tuflchen het zelve en de
„ Steden voorvallende." En ten befluite
verzogt „ dat de Staaten den Hoogen Raa«
„ de, of den Gemagtigden tot de uitvoe-
„ ring van het begeerde Mandement van
„ Complaincle wilden aanfchryven en be-
„ laften, aan Burgemeefteren van Amfter»
„ dam regt te doen hebben: of zo de Hoo*
„ ge Raad hiertoe niet bevoegd geoordeeld
„ werdt , andere onzydige Regters , ten
,, zelfden einde, benoemen, en ondertus-
„ fchen het Poenaal en de Complaincle van
„ den Hove nietig en van onwaarde ver-
,, klaaren." Ten opzigte van de kleinigheid,
die het Hof Burgemeefteren en Schepenen
bleef aandoen, door het verleenen van een
Mandement van attentaten poenaal, met de
Claufule van Ediäe , in deeze Provincie Ä
omtrent Steden, ongehoord, en waardoor
de Regtbank van Amfterdam,by openbaar
klokken gedag, voor elk veragtelyk tentoon
gefteld werdt, verklaarden de Afgevaardig-
den „ dat Burgemeefteren niet zouden na-
„ laaten, de Regten en Privilegien, hun,
„ door de Graaven van Holland in der tyd,
„ om hunne goede dienften, verleend; by
„ derzelver opvolgers bezwooren; by de
„ Satisfactie bedongen , en met goed en
if bloed befchermd, naar hun uiterfte ver«
„ mo-
-ocr page 327-
XVIIIBoek. Geschiedenissen. 327
mogen, te handhaaven, zonder te gedoo- 1671,
gen, dat hun dezelven, door het Hof,
„ of door eenigen Procureur-Generaal, on-
„ der hoedanig een voorwendfel ook, af-
„ handig werden gemaakt; of dat het Hof,
„ in zulk een geval, Regter in zyne eigen
„ zaak zyn zou : in vertrouwen, dat zy
„ hierin, door hunne Medeleden, zouden
„ worden bygeflaan, terwyl zy geene ge-
„ zindheid altoos hadden, om zig den ge-
„ woonlyken Regter, of 't gene by hunne
„ Edele Groot - Mogendheden , naar de
,, orde der Regeeringe, zou worden goed-
,, gevonden , eenigszins te onttrekken(V)."
Het Hof, van ter zyde kennis gekreegen
hebbende van het Vertoog der Stad , ver-
dedigde zig , in eenen uitvoerigen brief,
die aan h^are Edele Groot-Mogendheden
gerigt, en den elfden December gedagte-
kend was (tu). De Hooge Raad hadt, den
agtften te vooren, ook een' brief aan haa-
re Ed. Groot-Mog. laaten afgaan:die aan.
de Afgevaardigden der Stad werdt mede-
gedeeld. En deezen, verklaard hebbende,
„ dat, by de EdiStale Citatie, de Procureur-
„ Generaal niet kon begreep en worden ge-
„ dagvaard te zyn, noch dat, op hem ,
„ eenig defaut of verflek kon worden toe-
„ gepaft; ea dat het vonnis, by Schepe-
„ nen van Amfterdam, in gevaj van Purge
„ te wyzen,geene verdere uitwerking heb-
„ ben
(v) Hefol. Vroedfch. Lr. G. 21 Oä, i<s , 16 Novcmb. j
Dec. 1671. ƒ• '4-f » '53, 157 vtrfa, 163.
(»; Mumracnt-Kegiiter, Zr. G. ƒ. 171 enz.
- -- ---------------wm -—^-- —■—----------^A-^*t
-ocr page 328-
328 AMSTERDAMS IL Deel;
1671. » ben zou, dan naar regten mogelykware,
„onverminderd nogtans der Stede Privile-
„ gien" beflooten de Staaten, op den drie-
ent winti gften en vierentwintigilen der ge-
melde maand December „ den Hove aan
„ te fchryven, dat het zelve, op de Grieven
„ van den Kapitein Haringcarfpel, goed
„ regt zou doen; dat,voorts, de proceduren
„ Over de attentaten poenaal, midsgaders
„ die van Complaincle, zo voor het Hof als
j, voor den Hoogen Raad aangevangen, by.
„ provifie, in ftaate zouden worden gehou-
„ den, onverminderd eens iegelyks regt:.
„ dat, wyders, door Gecommitteerden van.
„ haare Ëd. Groot-Mogendh. tot de zaaken
„ van dejuftitie, na ingenomen berigtvan den
„ Hoogen Raade, van het Hof, van deRe-
„ kenkamer van 's Lands Domeinen, en van
„ Schepenen van Amfterdam, midsgaders
„ van de Advokaaten Fiskaal en Procu-
% „ reurs - Generaal, beide in 't Crimineel en
„ in 't Civil, des noods, met den eerften,
„ eene onderhandeling zou worden aange-
„ vangen, om 't gene verders wegens dee-
„ ze zaak nog oneffen zou mogen blyven,
„ in der minne af te doen, en by eene aL
„ gemeene Verklaaring vaftte flellen,van
„ wat kragt en uitwerking zouden können
„ zyn de uitfpraaken , die, in geval van
Sl Purge, pp Ediclale Citatien, voor deGe-
„ regten der Steden of voor andere byzon-
„ dere Regtbanken, gedaan werden O).
My
(*) Munimem-Regifter, L". G. ƒ. ijy. Refol. HoU. zj
en 24. Dec, 1671. In. loo,                                 '
t
--■- ■'- -■                                  ^m^—*...            A—^ -^.
-ocr page 329-
XVIILBoEK. Geschiedenissen. 329
My is niet klaarlyk gebleeken, wat 'er rfju
van deeze voorgenomen onderhandeling ge-
worden zy. Doch de Ediclale Citatie van
't Geregt van Amfterdam hieldt ftand, en
Haringcarfpel werdt, in 't volgende jaar,
zuiver en onfchuldig verklaard, wegens 't
gene, waarover hyzig ter pur ge gefield hadt.
't Liep aan tot in 't jaar 1677, eer de Staa.
ten , hy Plakaat van den vyftienden Sepr
tember des gemelden jaars, verklaarden,
dat geen ingezeten, die niet voorvlugtig,
of op heeter daad betrapt was, anders zou
können worden te regt gefield, dan voor
zynen dagelykfchen en bevoegden Regter
(3O: tot opheldering van welk Plakaat, by
Refolutie van den zeflienden December,
daaraan volgende, de Officiers en Regters
der plaatfe, daar de misdaad begaan was,
bevoegd werden verklaard, tot het onder-
zoek op, en de regtspleeging over de mis-
daad , wanneer de misdaaclige niet voor-
vlugtig, of op heeter daad gegreepen was,
en dat het oordcel over de voorvlugtigheid
en 't vatten op heeter daad, aan den ge-
woonlyken en bevoegden Regter, liaan zou
(s). Uit het een en 't ander, is, niet zon-
der grond, op te maaken, dat de Souve-
rain de regtspleeging, in geval van Purge,
ook by Edictale Citatie, zo wel aan de Ge-
regten der Steden, als aan het Hof, heeft
willen overlaaten (#). OndertufTchen,
fchynt
(y) Groot-PIakaarb. III. Deel, hl. ms.
(z.) Groot'-Plakaarb. IV. Deel, bl. 499.
(<i) Zie bqf.ls Aantek. op de Deciiïen en Obfetv. van
LüENIUS, */. 479.
-ocr page 330-
330 AMSTERDAMS Gesch. H.Deel.
167i. fchynt de verklaaring van 's Lands Staa-
' ten, in dit gewigtig ftuk , zo lang agter-
gebleeven te zyn , ter oorzaake van den
feilen oorlog , die in 't jaar 1672 ont-
ftak, en van de veranderingen,die daaruit
voortkwamen.
TWEE-
-ocr page 331-
331
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
NEGENTIENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
in het jaar 1672.
De gevaarlyke oorlog tegen den Staat, Oorlog
die met den aanvang des jaars i672tuflchen
ontftondt, en hevigfl: doorFrankryk en Groot- Frankryic
Britanje gevoerd werdt, was ook van veel |n den
invloed op den toeftand van Amflerdam in 't I0--!2
byzonder: waarom wy ons verpligt agten, '
de gefchiedennTen der Stad, in dit merk-
waardige jaar, eenigszins ornflandiglyk, en
met de vereifchte naauwkeurigheid, te ont-
vouwen.
Men hadt, reeds in den Herfïï des jaars
1670, uit fchryvens van den Ambafladeur
Pieter de Groot, die voorheen Penfionaris
van Amflerdam geweefl was (#), en zig nu
aan 't Franfche Hof bevondt, verflaan, dat
Lodewyk de XIV., Koning van Frankryk,
den Staat iet euvels brouwde (Z>). Ook was
men,
(a) Refol. Vroedfch. Z,'. B. 6 Febr. 1660. f. 2ji. L*. E,
ij Jan. 1667. ĥ l76.
                                                  \
(*J Refol. Vïoedfch. Li. G. 3 Qtl, 1670. f. 7* vtrft.
-ocr page 332-
AMSTERDAMS II. Deel.
i6j2. men, al vroeg, bekommerd voor nieuwe
vyandelyke onderneemingen van Karel den
II., Koning van Groot-Britanje. Men hadt
hierom 's Lands Zeemagt op eenen taame-
lyken voet gebragt. Doch te Lande, was
de Staat-zwak, ter oorzaake inzonderheid
van het verfchil der Provinciën over de be-
vordering des Prinfen van Oranje (V). Te*
gen 't einde des jaars 1671, begon men eg-
ter te zorgen voor de veriterking der gren-
Zorg zen van Holland. In de Vroedfchap van
voor de Amflerdam, werdt toen ook geraadpleegd
veilig- 0p het beveiligen der Stede, en, onder an-
«!maI7° deren, voorgeflaagen „ dat de Stads graf-
Amiter-             '          ö «_ ö 1 1 1 1 ° «
dam. *> ten van malten en hout behoorden ontle-
„ digd te worden; dat de Veftingwerken
„ om de Stad, die nog niet voltrokken wa-
„ ren, ten fpoedigfle voltrokken mogten
„ worden, en de beddingen tot plantinge
" „ van gefchut gereed gemaakt; dat denCo-
„ lonellen mögt worden aanbevolen , de
„ Schutters in goede tugt te houden , en
„ vlytiglyk te'oefenen in den wapenhandel,
„ op dat zy, des noods, de Stad zouden mo-
„ gen können befchermen; dat men den
„ den Majoor en Kapiteinen der Stads bezet-
„ tinge gelyke waarfchuwing doen moeft,
„ en dat de CommifTariflen der mon-
„ fteringe zorgvuldiglyk moeften letten,
„ dat de Compagnien voltallig gehouden
„ werden: dat, eindelyk , de Stads be-
„ zetting, met de twee Compagnien, die
„ onlangs afgedankt waren, op nieuws, be-
„ hoor*
(t) Vaderl. Hift. XIII. Deel, bl. 441, 44z, 471» 4?«»
XIV. Deelt bl. 4.
/
-ocr page 333-
XIX.Boekä Geschiedenissen. §33
„ hoorde te worden verflerkt (i)." De Ge- 167z.
committeerde Raaden, in den aanvang des D s ,
jaars 1672, wederom, gelykin'tjaar 1668, bewilligt
gedrongen hebbende op de fpoedige verfier- \n 't ver-
king van Naarden, waarin men, hier terfterken
Stede, zwaarigheid gemaakt hadt; werdt Y.an , ,
daarin nu, na eenig beraad, bewilligd door aar en*
Burgemeefteren en Raaden, mids de bezet-
ting van 't verflerkte Naarden, in tyd van ,
Vrede, niet talryker ware, dan van vyf-
of zeshonderd man. Doch de voorgenomen
verflerking werdt ten deezen tyde niet vol-
.trokken. De Stad ïtondt 'er ook ernftelyk
op, dat men met de Staaten van Utrecht
overeenkwame omtrent het befchanfen van
de Vegt en Rynfche Vaart; te gelyk in be-
denking geevende, of men den vyand , zo
hy in de Veluwe vallen mögt, door het op-
ftoppen van het water aan den Grebbendyk,
niet eenigen tyd ten minfte,zou können be^
Jetten, dieper door te dringen (e).
Op de bevordering desPrinfen vanOran-Zyftemc
je, werdt ook,vroeg in 't voorjaar,een be-van de
fluit genomen. Amflerdam toonde zig van eerften»
de eerften geneigd, om zyne Hoogheid tep^nsv"n
verheffen tot Kapitein-Generaal, mids zulks, Oranje
met eenpaarige bewilliging der overige Le- tot Ka-
den, gefchiedde. Ook bewilligde de StadPitefn*
fpoedig in de ontworpen Inflruclie voor den^"^
Prinfe. Doch in February, kwamen dePro-bevorde«
vincien overeen , om zyner Hoogheid deren,
waardigheid van Kapitein - Generaal alleen*
lyk
(d)  Refol. Vroedfch. Ir. G. 7 Dec. 1671. f. 173 verjo.
(e)  Refol. Vroedfch. Lr. G, nfam $Fi:br,l67i. f. 19$
êfrf>» IJ>7 f""/«» >oï Verft.
-ocr page 334-
-
334 AMSTERDAMS IL Deel.
1672. tyfc voor den aanflaanden veldtogt op te
draagen; waartoe ook de Stad haare ftem
gegeven hadt (ƒ).
Defchut- Frankryk en Groot-Britanje den Staat,
tery op den zevenden April, den oorlog verklaard
hier ver- hebbende, begon men in Holland en met
meer- naame te Amfterdam, ernftiger maatregels
derd, en te neemen tot tegenweer. Men befloot de
in den Schutters en huisluiden alomme te oefenen
handel" *n ^en wapenhandel : waartoe , door de
geoe-
Vroedfchap deezer Stad, byzonderlyk ge-
fend. magtigd werden de Raaden en Colonellen
Cornelis Geelvinck , Heere van Kaftrikom,
en Roetert Emfi. De Schuttery, die hier
thans uit vyf Regementen, welken famen
vierenvyftig Compagnien uitmaakten, be-
ftondt, wercft eerlang verminderd op agten-
veertig Compagnien , die onder zes Rege-
menten werden verdeeld. Ieder Compag-
nie was, te vooren, omtrent honderd kop-
pen fterk geweeft. En de weerbaare man-
fchap van de nieuwe uitlegging der Stad
werdt ook onder de byzondere Compagnien
gebragt. Doch de vermindering van vier-
envyftig op agtenveertig Compagnien fchynt
niet ter uitvoeringe gebragt te zyn, of ten
minfte niet lang ftand gegreepen te hebben.
Men vondt zelfs, hier ter Stede,geraaden,
aan te zien, dat eenige Patriotten of Lief-
hebbers des Vaderlands, van wege de hoo-
ge Regeeringe, werden aangemoedigd,om
Soldaatenof Matroozen, op eigen beurze,
te
(f) Refol. Vroedfch. U. G. iÄ,Ji Dec. IS71. ƒ. 1$, 16.
il jan, zo Ftbr. 1671. ƒ, 17» vtrfo, 150,1,94, 135,196, Z09.
-ocr page 335-
XIX.BoEK. Geschiedenissen. 335
te werven, onder Aóte van getuigenifle ter 1672.
hunner eere (g). Ook begaven zig, eer- Gerarj
lang, drie Amfterdamfche Heeren op 'sHaJre.
Lands Vloote, Gerard HaJJelaer, Zoon van laer,
Pieter HaJJelaer, Coenraad van Heemskerk , Coen-
Zoon van Joan van Heemskerk, Raadsheer J?ad va0
in den Hoogen Raade , en Joan Bergb , ]ierk en
Regtsgeleerde , uit eerlyken flamme van Joan
Naarden herkomftig, en thans Vendrig ee- ßergh
ner Burger-Compagnie te Amfterdam. Al-begee."
len drie hadden zy een zeker getal van toa*J^«Ze
troozen, op eigen koften geworven, onder ge ma-
zig: Haflelaer veertig, die Engelfche mut- troozen;
fen, met rood fluweel gevoerd, ophadden; °P eigen
Heemskerk vyftig, die diergelyke mutfengewor-
met blaauw fluweel droegen, en Berghagt, ven, op
die mutfen voerden, met groen of graauw 's Lands
fluweel geftofFeerd. Zy woonden allen drievloote#
't gevegt voor Soulsbaai by, op den zeven-
de Juny, daar Heemskerk, die op 't fchip
de Dolfyn, gevoerd by den Luitenant-Ad-
miraal Willem Jozef van Gend;«>en Bergh,
die op 't fchip de Stad Utrecht, onder den
Kapitein Joan Bont befcheiden was , het
leeven af bragten, en met eere, hier ter Stel-
de , te rug keerden; alwaar Heemskerk, in
November deezes jaars, tot Secretaris, en
in January des volgenden, tot Penflonaris
aangefteld werdt (Ä): maar Haflelaer, dieHaflelaer
zig op het fchip de Befchermer , gevoerd keuvelt,
by Kapitein David Sinerius begeven hadt,
fneuvelde in den ftryd, door eenen kogel
(g) Refol. Vroedfch. L*. H. 4, 7 April t 3 May itf7t. ƒ,
30, 3|, 3<S, 45.
(*) Gioot-Mcmoiiaal JV. VI. ƒ. «, io«%
1
-ocr page 336-
-336 AMSTERDAMS II. Deel,
getroffen zynde, en twee moederlooze dog-
tertjes nalaatende, die hy by eene Dogter
van den Schout en Burgemeefter, Gerard
Hqflelaer,
gewonnen hadt (i). Doch ik vind
niet, dat andere Amfterdammers, ten dee-
zen tyde, het voorbeeld van deezen drie
hebben nagevolgd. Te vooren was , ter
Vergaderinge van Holland , een voorflag
gedaan, om den vyfden man van alle Bier-
dragers, Turfdragers eh diergelyke arbei-
dende Officianten tot matroozen op de Vloo-
* te te prefTen. Doch deeze voorflag werdt,
hier ter Stede, afgeweezen, zo om dat dee-
ze arbeiders, of onder de Burger-vendelen
verdeeld waren, of, by ongeval van brand,
der Burgerye ten dienft ftaan moeften; als in-
zonderheid , om dat het vyfde gedeelte van
hun getal hier naauwlyks honderd en vyftig
koppen uitmaaken zou (&).
De Franfchen hadden zig, in May, mees-
ter gemaakt van Orfoi, Rynberk en andere
Plaatfen aan den Ryn. De Keulfchen en Mun-
flerfchen waren in Overyflfel en in 't Graaf-
fchap Zutfen gerukt,en hadden, insgelyks,
verfcheiden' Steden bemagtigd. Men vrees-
de, in Holland, niet zonder reden, dat de,
Franfchen, Nieuwmegen overmeefterd heb-
bende , door de Betuwe, in die Provincie,
of over den Ryn, by Reenen , in 't Stigt
zouden dringen; wanneer de zwakke Hol-
landfche Steden voor hun geweld zouden
blootftaan. Men was hierom bedagt op
mid-
1672.
De Stad
Wyft het
preffen
van den
vyfden
man der
arbeiden
de Offi-
cianten
van de
hand.
.£3
Men be-
fluit,
Holland
doorin-
laaten
van 't
water te
bevcili-
«/ ...
•tt) G. Brandt Leven van de kuiter, bl. 66t.           ,.
HJ Refol. Vjpedi'ch. Lt. H. ij>, lodpriliijz. f. 4°i4ï»
-ocr page 337-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 337
middelen, om Holland, door 'c inlaaten van 1 tf^
't water, en door 't leggen van fchanfenop
de toegangen, te dekken tegen den naderen-
den vyand (/). In May, was reeds befloo»
ten, door de fluizen op halfwege Haarlem,
en door de Huizen in den Yflel te Gouda
leggende, zo veel waters in den boezem van
Rynland te laaten, dat het zelve agt duim
boven de gewoonlyke zomerpeil ftondt :
waarna, ook met bewilliging van Amfter-
dam, geraaden gevonden werdt, de fluizen,
met naame de fluizen op halfwege Haarlem,
die nu met de afwatering opengedreeven
werden, met zwaare balken, teverfparren,
of toe te houden. De Stad hadt egter be- Gedag-
dongen, dat d^eze verfparring, flegts voor J5n d"
korten tyd, gefchieden zou, en dat de Hui- ringevan
zen terflond zouden worden geopend, zo Amfter-
haar, door het digthouden derzelven, eenig damhier-
ongemak in haare wateren werdt toegebragt. over*
Ook zouden die van Haarlem moeten beloo-
ven, om hunne fluizen, niet dan by noodi-
ge fchuttinge, te openen, op dat de loop
van 't water, ten nadeele van Amfterdam,
door hen, niet mögt verleid worden ( m ).
De boezems op deeze wyze vol gehouden,
wordende, verftondt men, teAmiterdam,
dat het onder water zetten der Landeryen,
zo lang als 't mogelyk ware, moed worden
uitgefteld. De Staaten van Holland befloo-
ten 'er toe, op den agtften Juny. Doch men
oordeelde, hier ter Stede, op den elfden ,
dat
(i) Vaderl. Hift. XIV. Deel, hl. 29,30.
(rit) Refol. Vroedlch. L». H. 13 , X\ JUjlay Itjt. ƒ.49, !?•
V. Stuk.                  Y
-ocr page 338-
33^ AMSTERDAMS II. Deel.
dat 'er nog geene genoegzaame reden was,
om tot dit uiterfte te komen. Men befloot
'er zelfs tegen te protefleeren, en het, met
der daad, te beletten, zo men 'er, deson-
aarigezien, mede voortwilde («). Maar 't
leedt niet langer dan tot den dertienden ,
toen men hier veranderde van gedagten.
Men kreeg zulke nadeelige tydingen uit het
kleine leger der Staaten, welk, onder den
Prinfe van Oranje, aan den YITel ftondt,
dat men met reden bedugt werdt, dat het
de poft aldaar niet lang zou können hou-
den ; maar genoodzaakt worden, langs de
Veluwe, naar de Provincie van Utrecht,
en naar Holland te wyken. Men befloot
dan alles, zo na als 't mogelyk ware, tot
de inlaatinge van 't water gereed te maa*
ken; en, ten overftaan van deeze Stad, en
van de Stad Gouda, of van derzelver Ge-
magtigden, alle de Slooten der Polders voor
eerlt vol water te zetten, zonder het nog
over 't Land te laaten loopen, ten ware de
Yflel bemagtigd , of door de onzen ver-
laaten werdt; in welk geval, de Vroedfchap
oordeelde, dat men alle middelen ter hand
neemen moeft, om de Landeryen, zonder
eenig uitftel, onder water te zetten. Ten
zelfden tyde , werdt ook goedgevonden ,
wanneer zulks ter Vergaderinge van Hol-
land mögt voorgeflaagen worden, voor 't
gevoelen deezer Stad, in te brengen, dat
de hooge Collegien van 's Lands Regeerin*
ge, 's Lands geldmiddelen en Oorlogsbe-
hoef-
(n) Refol. Vroedfch. L*. H. n Juny 167a. ƒ. j$>.
-ocr page 339-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 339
hoeften,in geene veiliger plaats dan indee- 1672.
ze Stad konden worden overgebragt: waar-
toe eenige Leden der hooge Regeeringe,
reeds te vooren, genegenheid getoond had-
den (0).
Midlerwyl, waren de Franfchen, 's daags De Fraa-
te vooren, by het Tolhuis, over den Rynfchen
getrokken, en in de Over-Betuwe doorge-k°™re[j
drongen, daar zy de Staatfche poft geflaa- Ry"n,
gen hadden. De algemeene Staaten kree-
gen hiervan, den volgenden voormiddag,
kennis, uit eenen Brief van de Afgevaardig-
den te Velde, dien wy, aan 't einde van
dit Boek (p), geplaatft: nebben. De Heer
en Mr. Piet er Schaap, Raad deezer Stede,
begaf zig, met een affchrift van deezen
Brief, in perfoon, herwaards. De Vroed- Voor-
fchap werdt, nog dien zelfden avond ten Jors t9
tien uuren, byeen geroepen. Men befloot ^
terflond in het in laat en van 't zoete water
te bewilligen. Ook werdt geraaden gevon-
den , ter Vergaderinge van Holland, te
wege te brengen, dat de Stad met eeneaan-
zienlyke bezetting voorzien werdt, en on-
dertufïchen een begin te maaken met het
aanwerven van drie vendelen Stads foldaa-
ten, waarin de Raad, al voor eenigen tyd,
bewilligd hadt. Men vondt goed, de vier-
envyftig Compagnien Burgers nog met drie
te vermeerderen, en alle nagten zes Com-
pagnien, in de plaats van drie, te doen waa-
ien (q). Wat laater, werdt het getal der
Bur«
(0) Refol. Vxoedfch. Lx. H. ij Juny iVji.f. 63,64., «;,
(f) Bylaage L*. A.
({) Kcfol. \i06dkh, L*. H. 15 7»ny Ujz, f, 71.
y %
-ocr page 340-
340 AMSTERDAMS IL Deel,
1672» Burger-Compagnien op zedig gebragt (r).
Voorts, raadpleegde men op het afbreeken
der bruggen langs de toegangen naar de Stad,
welk laatfte gelaaten werdt aan de Heeren
CommiflarilTen tot de Veftingwerken der
Stede, by welken nu de Oud Burgemees-
ter , Mr. Andnes de Graef, gevoegd werdt (/).
Men Iaat Twee dagen laater, werdt ook beflooten
waterin het zoute water, zo aan de Ooft-als Welt-
en om de zyde van de Stad, in te laaten, na dat de goede
Stad. Gemeente vooraf gewaarfchuwd zou zyn,
om zig voor fchade te hoeden (f): tot welk
werk, de Heeren Nicolaas Pancras, Cornelis
van Floosïvyk,
Heer van Vlooswyk,^«tóf
de Graef, Nicolaas van Loon en Joannes Hud-
de
gemagtigd werden. Onder opzigt van
deeze Heeren, werden terftond eenigePol-
ders om de Stad door gelleken: ook de Die-
mer- en Bylemermeeren. De doorfnyding
in den Diemerdyk gefchiedde omtrent Jaap
Hannes, 't Gat aldaar werdt verfchanfï: en
omtrent het zelve een Oorlogsfchip gelegd.
De Ringdyk derDiemermeer werdt, insge-
Jyks,doorgefleken.Ook de Amfteldyk, ter
wederzyde; en op de doorfnydingen werden
fchanfen gelegd, 't Zelfde gefchiedde in den
Veendyk en elders. Men raadpleegde ook
op het (legten van molens, raamen en an-
dere timmeraadjen buiten de Stad : doch
men befloot, eerlang, het zelve nog eenigen
tyd
(t) Handv. hl. UU
(/) Refol. Vroedfch. L'. H. ij Junj/ 1671 f oft dccimam
VtfftTtinam f. 66, 67, 68, 69.
(i) Zit Keutb. Ui I. f. jj.
-ocr page 341-
XIX. Boek. Geschiedenissen. $41
tyd uit te ftellen (w). Kortom, men ver- itf^j.
zuimde niets, om de Stad ongenaakbaar te
maaken voor den vyand.
Het Leger der Staaten, den YfTel hebben- Het o-
de moeten verlaaten, was, ondertuffchen, vergaan
geweeken naar Utrecht, daar 'tgraauw, ge- aarden
lykmcn, op den zeftienden Juny, tèAm-en
fterdam , vernam , volftrekt meefter was trecht
van de Regeeringe, en, zo 't fcheen, be- Seeft ge'
flooten hadt, 's Lands Krygsmagt buiten te1^"'
houden (V)- Ook verftondt men, in denvertjere
Haage, dat het Leger, in den tegenwoordi- voorzorg
gen nood, gebruikt moeft worden om Hol- binnen
land te dekken. Het werdt dan verdeeld j??8*"
langs de toegangen naar deeze Provincie.
Prins Joan Maurits van Naffau vatte poft te
Muiden, daar hem, eerlang , uit Amfter-
dam, op zyn verzoek, omtrent negendui-
zend guldens aan geld en veelerlei behoef-
ten werden toegefchikt; fchoon men, om-
trent deezen tyd, niet dan met moeite be-
lloot, buskruid ten dienfte van 't gemeene
Land van hier te laaten vervoeren. Ook
moeit de Stad haare geldmiddelen, ten dee-
zen tyde , zeer te raade houden, ter oorzaa-
ke van de zwaare koften, waarin zyzigftee-
ken moeft, om zig te verzekeren (w) tegen
den naderenden vyand,die,'s nagts na den
negentienden, van Naarden, en op den drie-
en-
(u) Refol. Vroedfch. /.'. H. 14. if, 16» 19, 20, »t>,
23, z+
7**"j> 'i 7«(y i6-z. f. 70. 71) 7« j 771 78» 84»
«5, 86, 87, 88» Hï>» 170. Groot-Mcinor. N. VI. f. 74,
77» 7>
, (v) Refol. Vroedfch. L*. H. i<5 Juny 1671. ƒ. ff.
(tv) Refol. Vroedfch. U. H. 21,11,14, 2j, 30 Juny liiji.
f,
88,91,92, »ó,57,;oi,117.
Y 3
-ocr page 342-
34» AMSTERDAMS II. Deel.
X672. entwintigften, van Utrecht meefter werdt.
Men oordeelde hier ook de Burgery zo noo-
dig te hebben, dat men zig verontschuldig-
de van het laaten aanwerven van eenige vry-
willigen uit deeze Stad, tot het verdedigen
van de poft aan de Nieuwerbrugge, onder
beleid van den Prinfe van Oranje (a;). De
vlugtelingen, die, by menigten, van Naar-
den herwaards kwamen, werden, by klei-
ne hoopen, ingelaaten door 't klinket. De
poorten werden, ten deezen tyde, digt ge-
houden , de valbruggen waren opgehaald f
de hameijen geflooten. Menfmeetde brug-
gen op de toegangen af. Men nam twaalf
Compagnien gewapend Bootsvolk aan, die
onder bevel van den Vice-Admiraal Ifaak
Sweers
gefteld, en, voor eerft, op de Uit-
leggers in 't Y en in den Amftel, gelegd
werden (y). Ook werden drie Compagnien
vrywillige Ruiters opgeregt, over welke de
Heeren Dirk Tulp, Oud - Schepen, Henrik
Hooft,
Advokaat - Fiskaal voor 't Collegia
ter Admiraliteit alhier, en Jan van Vloos-
wyk,
Secretaris deezer Stad, Ritmeefters
waren. De arbeid aan de wallen werdt vly-
tiglyk voortgezet. Men bediende zig hier-
toe van de jongens uit de Weeshuizen. Ook
floegen 'er veele Doopsgezinden de hand
aan. Doch de Jooden werden verfchoond,
mids twaalfhonderd en zeftig guldens aan
de Stad opbrengende (z). Voor de Haarlem-
mer-
(x) Refoi. Vroedfch. L*. H. 23 Juny 1671. ƒ. 94.
(y) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 75 -verft, 78, 81 verft, lf
•verft
, 92 verft , 97 verft , 98 , 124 verft,
(*,) Gioot-Meinor. X. VI. ƒ. «7.
-ocr page 343-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 343
mer- en Leidfche Poorten, werden ravelynen 1672.
gelegd, om die poorten te dekken. De wallen
werden,eerlang, geftoffeerd met tweehon-
derd ftukken gefchuts.'t Bevel over de Burge-
rye enhetKrygsvolkinde Stad werdt, door
Burgemeefteren, opgedraagen aan den Colo-
nel joanvan Beveren, Bevelhebber van Geer-
truidenberg en onderhoorige Sterkten (a).
Men befloot, in 't begin van July (b), fcherp
onderzoek te doen op de inkomende Fran-
fchen, en zelfs alle gebooren onderdaanen
des Konings van Frankryk , die hier niet
voor May gewoond hadden, ter Stad uit te
doen vertrekken: welk bevel, in Oktober ,
ook tot de Engelfchen uitgebreid werdt (V).
Sommigen fchryven, dat de Prins van Condé
voorhadt, zig van Amfterdam meefter te
maaken (d): 't welk, zo men 't aanneemt,
de zorg, die, ten deezen tyde, voor de Stad
gedraagen werdt, ten volle regtvaardigt.
De kommerlyke toeftand van Holland en Misnoe-
van den gantfchen Staat gaf, midlerwyl,gen°pde
in verfcheiden' Steden aanleiding tot mis- ^e&QQ-
noegen, waarvan eenigen zig bedienden,™1^-
om de verheffing van denPrinfe van Oranje migeSte-
tot de waardigheden zyner Voorzaaten te den, en
bevorderen. Te Amfterdam, hadt men nog-C)0k.te
tans minder blyken van dit misnoegen be- dam *
fpeurd, dan in de meefte andere Steden ; «
fchoon het hier ook niet ontbrak aan zulken,
die
(4) Refol. Vroedfch. Z,. H. 2» July 1672. f. 137.
(è; Gtoot-Memor. N. VI. ƒ. 71.
(c)  Keutb. L*. P. ƒ. 40 vetfo , 47 verfo. COMMELIN,
hl. mi, 1213.
(d)  Valkenier Verw. Europa, 1, Dtdt hl, 4J9.
Ï4
/
^K
-ocr page 344-
344 AMSTERDAMS II. Deel.
die fommige Heeren , by monde en ge-
fchrifte, verdagt zogten te maaken van on-
geoorlofde handeling met het Franfche Hof.
l6?2.
Prins
Joan
Maurits
wordt
Op den zesentwintiglten Juny , was het
graauw zo opgezet door eenigen, dat men
2ig niet ontzag,den Veldmaarfchalk,Prinä
v0"o7/^r- Joan Maurits, die toen door deeze Stad trok,
vaader ge-op de openbaare ftraat, aan te randen, en
fchol
den.
De
Hoofd-
officier
Gerard
voor verraader te fchelden (e). Op de Bur-
gerwagten, ging ook een heimelyk en open«
lyk morren om onder eenigen. 's Nagts tus-
fchen den agtentwintigften en negenentwin-
tigften Juny (i), deedt de Oud-Burgemeeiïer
HafTeïaer Gerard HaJJeker, van wien wy, in 't voor-
wordt, gaande gedeelte deezer GefchiedenhTen ,
by^onge meermaalen gewaagd hebben, en die, fe-
kwe'tft6" ^erc ^et Jaar I0^9> het Ampt van Hoofd-
en fterft Officier bekleedde, de ronde langs de wal-
aan de len, vermoedelyk, om met eigen oogen te
wonde.
zien, hoe't op de wagten toeging. Gele-
genheid hiertoe gaf een gerügt, door fom-
mige burgers, ten zynen huize, verwekt,
dat de Franfchen, met eenige vaartuigen,
in 't Y, omtrent het Blaauwe Hoofd, ge-
naderd waren, met oogmerk, gelyk men
vreesde, om de Stad te verraflen. De Heer
HaiTelaer toonde zig bereid, fchoon 't nagt
en hy reeds te ruft gegaan was, om de waar-
heid hiervan te onderzoeken. Doch bevondt,
aan
(e) VALKENIER Verw. Europa, I. Deel, hl. 687,688.
(i) Commelin fchryft, dat het tuffchen den agt-
entwintigften en negenentwintigften July voorviel;
doch wy volgen de Lyfl der Regeeringe voor dq
Handvefien.
-'
_-. _ _____
-ocr page 345-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 345
aan 't Blaauwe Hoofd gekomen, dat de ver- x
dagte vaartuigen vol Zuid- en Noordhol-
landfche boeren waren, die, in Deventer
en elders krygsgevangen gemaakt, federt,
waren vrygekogt. De Hoofd-Officier, zulks
vernomen hebbende, vindt geraaden,langs
de wallen en poorten, de ronde te doen,
eer hy naar huis keert. Doch aan de laat-
fle poft gekomen , wordt hem, door den
Burger fchild wagt, naar 't woord gevraagd.
De Heer Haffelaer, verftoord over deeze
vraage, hervraagde, qfhy zyne ordre niet be-
ter verßondt
? en of hy zelf het woord wel
hadt
? De burger , zulks met neen beant-
woord hebbende, hieldt egter den Heere
Haffelaer, die vaft voortging, den tromp
van den fnaphaan toe, nog al aanhoudende
om het woord te weeten. De Hoofd - Offi.
cier , dit dringen en dreigen kwalyk nee-
mende, tradt naar den Schildwagt, en floeg
met den rotting 't geweer nederwaards, 'c
welk, alzo de haan overgehaald was, in dit
oogenblik, los ging, en een' kogel uitliet, die
den Heere Haffelaer ongelukkiglyk kwetffe
in de dye. Hy kwynde lang aan de wonde,
en overleedt 'er eindelyk aan, op den elfden
Juny des volgenden jaars. Een zyner Die-
naaren , die met een' halven piekgewapend
was, zynen meefter gekwetfl ziende, ftiet
den fchildwagt in de borfl; doch deeze
bragt 'er 't leeven af (ƒ). Na dat de Heer
Haffelaer gekwetfl geworden was , werdt
het
(f) Valkbnier Verw. Europa, I. Ded . bl, 71 j. 7I,
COMAJEUN, k 1290.
                                  '        ' » 7 '*
<
r
l
-ocr page 346-
346* AMSTERDAMS IL Deel.
1672 het Schoutampt , by voorraad , door den
" Prefident-Schepen, Hans Bontemantel, waar-
genomen.
Amfter- De handeling met Frankryk , waartoe,
dam kant ter Vergüderinge van Holland , beflooten
zig tegen was s bragt veel toe, om 't volk in de Ste-
fv**' den ongeraft te houden. De Stad Amfter-
met 8 dam hadt de voorwaarden, die, van wege
Frank- den Koning, waren voorgeflaagen, en be-
ryk- ftonden, in het behouden van 't gene hy reeds
veroverd hadt, of iet anders van gelyke
waarde in de plaatfe, boven vergoeding van
de koften des oorlogs, voor volftrekt onaan-
neemlyk verklaard (g), en zelfs eene ern-
ftia-e aantekening gedaan tegen het befluit;,
ter Vergaderinge van Holland-, in afwezend-
heid haarer Gedeputeerden , genomen ,
waarby goedgevonden was,volmagt te gee-
ven om te fluiten, mids de Regeenng en
Souverainiteit der byzondere Provinciën be-
waard bleeve (*). Doch 't gemeen, hier-
van geene kennis hebbende, en onder de
hand opgeftookt wordende tegen de Regen-
ten hadt alomme, en zelfs te Amfterdam,
het hoofd en den mond vol van eenen toe-
leg om 't Land aan Frankryk te verkoo-
pe* De Stad Dordrecht hadt, ter Vergade-
ringe , voorgeflaagen, dat men de Gemeen-
te van de waare gefchaapenheid der han-
delmee met Frankryk behoorde te onderreg-
ten Doch de Stad Amfterdam, met in dee-
ze handelinge bewilligd hebbende, kantte
zig
(e) Refol. Vroedfch. L'. H. U Jmy 1672. ĥ P>* ȣ
-ocr page 347-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 347
zig tegen den voorflag van Dordrecht, ten 1672.
ware tevens openbaar gemaakt werdt, dat
zy niet in het geeven van volmagt geftemd
hadt. De Regeering vondt egter geraaden,
tot geruftftelling der Gemeente,in 't hoofd
van een verbod van uitvoer van graan en ,
welk den negenentwintigften afgekondigd
werdt, te laaten invloeijen „ dat zy ge»
„ zind was, de Stad, en derzelver Gods-
„ dienft en Vryheid, met goed en bloed ,
„ en tot het uiterfte toe, te befchermen (>).**
Én fommigen tekenen aan, dat deeze af-
kondiging van nuttigen invloed was op een
goed gedeelte der Burgerye (£); een ander
gedeelte van welke egter nog bleef morren
op eenigen uit de Regeeringe.
De beweegingen onder 't gemeen waren De Stad
blykbaarlyk aangelegd, om den Prins van befluit
Oranje te bevorderen. Leiden hadt, ge-tot<Jebe*
duurende dezelven, reeds voorgeflaagen , [£ °"es
dat men zyner Hoogheid de volkomen magt Prinfen
over de Patenten behoorde op te draagen: van o-
en de Stad Amllerdam belloot 'er haareranje*
flem toe te geeven, mids het met eenpaa-
righeid der Leden gefchiedde (/). Maar 's
daags voor 't neemen van dit befluit, was
de Regeering van Dordrecht, door een ge-
deelte der Burgerye, gedwongen geworden,
om den Prins , by fchriftelyk befluit, tfe
verklaaren tot Stadhouder. Andere Steden
volgden dit voorbeeld. En Amfterdam on-
der
f») Refol. Vroedfch. Ir. H. 29 Juny lfj%, f. 122, I2j.
Keurb Zr. P. ƒ. 19 verf»,
(kj
Valkenier, 1. Deel, hl. 6%%.
(/) Reibl. Vieedtch. L'. a, 30 Jnnj it7z. f. X4f,
-ocr page 348-
T
348 AMSTERDAMS 'II. neut,.
/L ; der de eerflen : wordende alhier, op den
7 eerflen July , zonder dat 'er, zo ver my
sebleeken is, ten dien dage, eemge oproe-
rde beweeging vooraf gegaan ware, in de
Vroedfchap, beflooten „ van deezer Ste-
de wege, wel geen' voorflag te doen tot
" vernietiging van 't Eeuwig Edift en be-
, vordering van zyneHoogheid tot het Stad-
- houderfchap; doch, zo de andere agt«
„ tienLeden daartoeeenpaanglyk neigden,
insgelyks, in 't een en 't ander te bewil-
" Hgen." De Afgevaardigden der Stad
ter Vergaderinge van Holland verzogt heb-
bende , dat hun, in deeze gewigtige tyds
gelegenheid , nog eenige Heeren uit den
Raad mogten worden toegevoegd; werden
daartoe ten zelfden dage, benoemd de Hee-
ren Andries de Graef en D'. Willem Bäcker.
De eerfle hadt, nevens den Heer Joan Cor-
ver maar even verflag gedaan van eenen
keer, dien zy, 's daags te vooren, naaf
Muiden by Prinfejoan Maunts gedaan had-
den en was hierop, in den Raad, befloo-
ten ' alles, ter Vergaderinge van Holland,
aan te wenden, om de poften te Muiden,
te Weesp en aan den Hinderdam wel te doen
bewaar en (m).
                        .
r, , De Heer de Graef begaf zig , op den
Bur?e middag, naar't Nieuwe-zyds Heeren-Loge-
Sr ment, voorheen het WeftmdifcheHuis op
Andries ^en Haarlemmerdyk, om van daar, met den
ds Graef poß.wa te vertrekken naar den Haage.
Ä Hieromtrent was eenig (legt ff™^*
(*) fcefol. Vioedfch. L: H. 1 July 1672.ƒ. 1:0, 111, ut.
-ocr page 349-
'
XIX.Boek. Geschiedenissen. 349
vrouwvolk famengefchoold, welk, ziende \6i%.
dat de Burgemeefter een' reiszak by zig
hadt, hem begon te fchelden voor Verraa- gefchd-
der> roepende, dat hy met geld en brieven den en
naar den Haage trok, om de Stad den vyand Se\
te leveren , daarby voegende, dat men den dreiSd*
fcbelm vafl houden, en doorfcbieten moe ft. De
Schutters, die op het Wagthuis boven 't
Heeren-Logement de dagwagt hielden, op
dit gerügt, in 't geweer geraakt, deedert
den Poftwagen ftiï ftaan. De Burgemeefter
tradt 'er af, en bergde zig in 't Heeren-Lo-
gement, terwyl een wyf hem naar de, pa-
ruik greep, en een ander hem haare muts
in 't aangezigt fmeet. Zelfs werdt 'er, in
\ fluiten van de deur, een' Heek met een
degen naar hem gedaan , waardoor een
jongman, Olfert Meijer genaamd , aan de
hand ^ekwetfl werdt. De Burger-Kapi-
tein Pieter Verh , midlerwyl zyn vendel
Schutters op de been gebragt hebbende ,
rukte regt toe regt aan op 't Heeren Loge-
ment; deedt het graauw verftuiven in een
oogenblik, en geleidde den Heer de Graef
veiliglyk te rug naar 't Stadhuis; van waar
hy, eerlang, tuffchen de Burgemeefters Cor-
nelis de Fläming van Oudshoorn
en Henrik
Hooft
, en de Colonellen Geelvinck en Roe-
ters
, gevolgd van eenen grooten fleep inwoo-
ners, naar de Haarlemmer - Poort gebragc
werdt En hier werdt aan de Burgerwagt
verklaard, dat de Heer de Graef, om Stads
zaaken, ten belle van de Burgerye, naar
den Haage vertrekken moeft. Men liet hem
dao andermaal op den Poftwagen treeden,
en
-ocr page 350-
350 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. en nY reedt, zonder verdere verhindering,
0
         ter poorte uit. Maar 't gerügt der bewee-
fchud- gingen voor 't Heeren-Logement verfpreid-
ding aan de zig fchielyk door de Stad. 't Gefchreeuw
verfchei- van een oploop ! een oploop! klonk door alle
den' oor- ftraaten. »t Graauw rotte te hoop, aan ver-
de^slad. fcheiden'oorden, met naame, op en om*
' trent de Reguliersmarkt, die, in 't jaar 1668,
tot eene Botermarkt gefchikt was (n); van
waar de woefte menigte, langs de Reguliers-
Breêftraat, naar den Dam wilde. Doch een
Serjant, met een Korporaalfchap burgers,
de wagt houdende onder den Reguliers-too*
ren, bezette in aller yl de Reguliers Breê-
ftraat , den Singel, de Kalverftraat en de
nieuwe Doeleftraat, met piekeniers en mus-
kettiers, en ftuitte de aandringende menig-
te. Ook bevondt zig hier een der Burge-
meefteren, om de Schutters aan te moedi-
gen tot hunnen pligt. In de nieuwe uitleg-
ging over de Prinfen - graft, waren de wy-
ven op de been geraakt, een van welken
met de trom omfloeg, dat elk die een flui-
ver of een halve fluiver veil hadt om een
vendel te hopen
, waarmede men naar den
Dam dagt te trekken
, zig terßond openbaar en
tnoeß.
£n in een oogenblik , vloeide 'er
eene groote menigte famen. Doch de Bur-
gerwagt van de Leidfche Poort en Regu-
liers-tooren verdreef dezelve , met weinig
moeite (o). Ook vernam men hier, voor
eerft, geene oproerige beweegingen meer.
'tlf

(?i) Kcurb. Li. O. f. 192 verfot 207 wtrfi,
(*)
VJO.&SN1&& Veiw. Europa, i. D$eltbl. 61$ t 6$*4 *
-ocr page 351-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 3-1
't Is zeer te vermoeden, dat de tegenwoor- i&jft
digen heimelyk waren aangelegd,om, door
middel derzelven, ook hier, gelyk in an*
dere Steden, de Regeering te dwingen om
den Prins van Oranje te verkiezen tot Stad-
houder; en dat de bewerkers deezer bewee«
gingen van het voortzetten derzelven heb-
ben afgezien, na dat zy vernomen hadden,
dat de Raad hadt beflooten te bewilligen in
de verheffinge van zyne Hoogheid.
Ten volgenden dage, werdt de verkiezing Jyzon*
van den Prinfe, tot alle de waardigheden, ^g!jheJm,
voorheen door zyne voorzaaten bekleed, op tren't fa
nieuws, in den Raad deezer Stede, vaft-vaftftel-
gefield, en te gelyk beflooten, den Prinfe IinS
hiervan, door eene aanzienlyke Staatswyze JJjjL J?!
bezending, kennis te geeven, zo dra de Le* "an l?"S
den van Holland, eenpaariglyk, tot 's Prin- eeuwig
fen verheffing, zouden beflooten hebben.Edift«
De vernietiging van 't eeuwigEdicl werdt,
ten zelfden tyde, vaftgefteld (p). In zeke-
re Aantekeningen van den Heere HansBon«
tem an tel, die, ten deezen tyde, Prefi-
dent-Schepen en Raad deezer Stede was,
leeft men „ dat dit EdicT:, door den Grif-
„ fier Gaspar Fagel en den Oud-Burgemees-
„ ter Gillis Valkenier uitgevonden, en den
„ Raadpenfionaris de Witt overdrongen
„ was; dat Fagel het, in't jaar 1670, reeds
„ hadt willen doen vernietigen, zo men den
j, Prinfe geene befliflende ftem in den Raad
„ van Staate wilde toeftaan; doch dat Val-
„ kenier, 's daags voor dat de vernietiging
3, van
(/>) Refol. Vioedfck. L*. H. 2 f*lj/i*ji,f, t|§,
-ocr page 352-
35» AMSTERDAMS II. Deel.
IÖ72.
van dit Edict, hier ter Stede, beflooten
9J
93
95
werdt, nog in de Vroedfchap gedreeven
hadt, dat men 't in wezen behoorde te.
laaten , en den Prins egter tot Stad-
houder aan te ftelleh, of zelfs, van dee-
zer Stede wegé, voor te flaan, om hem
3>
tot Graave te verheffen; waartoe de Raa-
35
den Jsicolaas Pancras, Cornelis Geehinck,
Jacob Jacobszoon Hinkopen en Cornelis,
31

33
33
93
39
33
99
3*
Bäcker ook gezind zouden gcfcheenen heb-
ben. Doch Bontemantel en de meefte
andere Leden hadden gedrongen op de
vernietiging van 't Eeuwig Edi6t, alzo
men vaftftelde, dat de Staaten de Leden
wel ontilaan zouden van den eed, op de
onderhoudinge van het zelve afgelegd.
Ook werdt," volgens de Aantekeningen van
den Heere Bontemantel „ de voor-
93
flag om den Prins tot Graave te verhef-
fen , door de mecfte Leden der Vroed-
93
fchap, van de hand geweezen(£)." Doch
van dee'ze byzonderheden vind ik niets ge-
meld in de He gifiers der Vroedfchap.
Willem
de III.
wordt
Op den vierden July, werdt Willemde
III., Prins van Oranje, aangefteld totStad-
houder van Holland: en den volgenden dag,
Stadhou- werdt, in de Vroedfchap deezer Stede, be-
^er' flooten, zyne Hoogheid, door eene byzonde-
re bezending van Stads wege, waartoe de
Heeren Cornelis de Vlaming van Oudshoorn %
Prefident-Burgemeeiter, en Jacob Boreel en
Cornelis Rogh, Raaden, benoemd werden,
met
fa) Vit Aantek. **» Schepen BontemantïL, MSS. Zit
Vadcil. Hift. X1Y. Dttl, bl. %$ , %6.
-ocr page 353-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 353
met de nieuwe waardigheid geluk te wen- 1C72.
*fchen, en van de zonderlinge toegenegen-
heid en bereidwilligheid van deeze Stad te
verzekeren (r). Het boek, waarin alle de
Leden van de Vroedfchap, federt het jaar
1668 , het eeuwig E,di6l ondertekend had-
den , werdt, op den elfden July, in de Raad-
kamer , verbrand (Y).
De verheffing des Prinfen van Oranje hadt De Afgc*
merkelyken invloed op de begonnen hande- vaardig-
ling met Frankryk. De meefte Steden had- Edam
den, te vooren, bewilligd om te fluiten , raaken
onder anderen Edam , welks Afgevaar- hier in
digden, den derden July (1) , door Am-J^ge«
vaar.
fterdam naar den Haage reizende, aange-
taft waren van de burgers, die hen naar 't
Stadhuis gefleept, en genoodzaakt hadden
tot het openen van hunnen laft, waalrby
bleek, dat zy in de volmagt tot handeling
bewilligen mogten: 't welk hen in lyfsge-
vaar bragt (r). Amfterdam hadt altoos de
hau*
(r) Refol. Vtoedfch, £'. H. $ July KJ72. ƒ. i+S.
(s) Rcfol. Vroedfch. L*. H. n July liyz. f. i$0. Zit
•«4 Vaderl. Hift. XIV. Deel, bl. gj.
(t) Refol. Vroedfch. L*. H, $ July i6jz. f. &f*.' Va-
derl. Hift. XIV. Deel, bl. 66.
(1) In eenige aantekeningen van deezentyd, die
ik, in de Vaderlandfcbe Hiftorie,gevolgd had,worde
het geweld, gepleegd aan de Afgevaardigden van
Edam, gefteld gebeurd te zyn op den zesentwin-
tigften Juny. Doch in de Refoiutien der Vroedfchap^
lees ik, op den derden July, van d'infolentie, dek«
OCHTENT, by de burgers alhier, aen de Heeren Gede-
puteerden van Edam gepleecbt: 't
welk ik onderftel
op het zelfde geval te zien: waarom ik, ten opzigta
van den tyd, afgeweeken ben van de dantekeninj*en,
boven vermeld.
V. Stuk,               Z
i
-ocr page 354-
1
354 AMSTERDAMS IL Deel.
1(5-72. handeling afgeftemd; doch weinig gehoor
verworven ter Vergaderinge van Holland/
Maar na de verheffing van zyne Hoogheid,
was 't blad omgekeerd. Men befloot toen,
op 't fterk dringen van Amfterdam, en na
't inneemen van 's Prinfen gevoelen , de
handeling af te breeken, zo de Koningvan
Frankryk zyne eifchen niet maatigen wilde;
en wat laater, al 't beleid derzelve te laa-
ten aan den Prinfe van Oranje. Terwyl de
handeling gerekt werdt, kwam 'er zo groot
eene verandering in den ftaat der zaaken,
dat men wel haaft betere voorwaarden be-
dingen kon van Frankryk. Doch 't verhaal
hiervan behoort niet tot de gefchiedenhTen
van Amfterdam in 't byzonder («).
Stoute In deeze Stad, duurde, zelfs na 's Prin-
vraag fen aanflellinge, 't genior en het misnoegen
van ee- oncjer eenigen. Op den vyfden July, begaf
ee" in* z*& tovert Outvorß, Koperflager en Serjant
Bürge- der Burgerkompagnie van Kapitein Jakob
meefters-rfe Graaf, naar Burgemeefters-Kamer, den
Kamer. Heere Henrik Hooft, die zig toen alleen al-
daar bevondt, ftoutelyk, en met gedekten
hoofde, afvraagende,/we men 't met de Stad
voorhadt ?
daarby voegende, dat hy en wel
drieduizend met hem ongerufi waren > en ge-
ruß gefleld wilden worden.
Men nam in be-
raad , om deezen onbefcheiden menfch ,
terflond, agter af te leiden. Doch eenigen
hielden 't tegen; en hy badt Burgemeefter
Hooft, des anderendaags, om verfchooning;
zo dat de zaak, voor dien tyd, geen ver-
der
(*; Zie Vadeil. Hift. XIV. D«l.
-ocr page 355-
XIX. Boek. Geschiedenis en. 355
der gevolg hadt (v), Burgemeefteren,mid- 1672.
lerwyl , vernomen hebbende , dat zyne Burge-
Hoogheid gezind was, de Stad, door allenieefte-
mogelyke middelen, tegen vyandelyke aan-*etl
vallen, te befchermen, lieten, op den agt- ^T^JJ
flen, eenen Brief aan hem afgaan, die van Hoog*
woorde tot WQorde aldus luidde:
                 heid.
Aen syn Hoogheid,
Doorluchtige Hoocbgebooren Forfl ende Heere ,
„ j Tic het mondeling bericht van den Hee-
%r re van Oudtshoorn, onfen welgeßerden
„ Collegua, ende de andere Heeren defes ftads
„ Gedeputeerden hebben wy met fonderlinge
j, aengenaemheit verftaen ,dat u Hoogheid heefc
gelieven de goedheid te hebben van aen de
felve verfeekeringe te geven van de onver-
diende toegenegentheid die u Hoogheid heeft
omdefeftadt ende de goede ingefetenen van-
dien met^raed en daed te willen byfpringen en-
de van alle oppreffien en vyandtlykeattaqucn,
,, door alle bedenkelyke precautien , befcher-
„ men en protegeren.
„ Wy vinden ons daerop gemoedigt om uw
„ Hoogheid wat omftandelyk defes ftads con-
„ ftitutie en gelegentheid by defen te remon-
„ flreren, ende met eenen des felfs wyfe raed in
?> veele importante faeken (daer voor wy geer-
„ ne bekennen dat ons verltandt ftille ftaet, en.
„ die onfe capaciteit by manquement van erva-
„ rentheid verre overtreffen) gedienftelyk te
„ requireren: onder proteftatie, Doorluchtige
„ Hooghgebooren Vorlt en Heere, dat wy hier
„ inne gaen met de openhartigfte confidentie
5, van de wereld, en dat wy hebben dat ver-
„ trou-
(v) vit Aantek. van Schepen Bontemantbl. Zit Va-
4etl. Hift. XIV. Dcct, bl. jog.
z %
J
-ocr page 356-
356 AMSTERDAMS II. Deel.
„ trouwen in u Hoogheid» eedelmoedigheid, dat
„ naeft God ons heil daervan totaliter depen-
1672.
55
95
95
95
55
59
»5
'99
99
9>

3J
39
»9
35
deert, ende dat wy uw Hoogheid confidereren
als die geene de welke van Godt Almaghtig
met de vereifchte qualiteiten is begaaft, om
de vervallene fake door fyn wys' beleyt te
kunnen herftellen, ende by defe bekommerly-
ke conftitutie van tyden den Staet voor ver-
der onheil behoeden.
„ Doch om u Hoogheid met geen verdere
proteftatie (van 't geene nochtans waerach-
tig is en dat wy bidden dat by uw Hoogheid
mooge impreiïïe neemen als een articel des
geloofs) op te houden, füllen wy overgaen.
tot de fake, ende u Hoogheid met het vereifch-
te refpeft gedienftelyk te gemoet voeren hoe
dat uit de bygaende Caerte kan afgemeten wer-
den de conftitutie van defes Stads fortificatie,
behelfende in fyn circuit de diftantie van vier
„ uren gaens, omringt (buyten d'Ykant) met
„ A7 bolwerken, hebbende daerenboven in de
„ buytenwerken en gemaekte doorfnydingen te
„ befetten acht confiderable avenues van alle
„ het welk die heere L'. Colonel du Mont,als
5, alles naeuwkeurig hebbende onderfocht, u
„ hooch'. klaer bericht can doen, die wy bid-
„ den daerop moge werden gehoort, ende dat
„ wy hier op wyders van U hoogheïds hoogwys
„ advys en confideratien mogen weien gedient,
„ op wat wyfe u hoogheid oordeelt dat foo
„ groot een werk in behoorlyke fccuriteit en
j, forme vandefenfie kan werden gebracht,hoe
3, veel canon, kruyt, fcharp en ander amonitie
„ vanoorloch, hoe veel befcttingen, hoc groot
„ aental militie, hoe veel Commandanten,hoe
„ veel Ingenieurs daer toe noodigh fyn ver-
,, eifcht, dat deze fake by U hoogheid gepon-
„ dereert ende ooverwogen fynde, wy ook met
„ het gene ons dan nog foude mogen deficieren,
„ door U Hoogheids ordre, foo veel doenlyk
■É^Ma^rtHh^ti^MM
-ocr page 357-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 357
5, is, promptelyk mogen werden voorden ende
„ van gedient: En om U hoogheid van't guar«
„ nifoen alhier bericht te doen , foo is 't flilx
„ dat haer Ed: Gr: Mo: ons eenige dagen gele-
„ den, op ons aenhouden om eenig bequaem
„ Commandant, hebben gelieven toe te fenden
3, den heere Colonel Beveren, ende alfoo wy
,, om meer hooge Officieren aenhielden, fyn
'„ ons gerecommandeert, ende hebben haeren
„ dienft geprefenteertd'Overften of Colonellen
„ Trempe, Stocheym, Jorman, Fagnani, Ver-
„ (traten, Frens en Du Thièl, van dewelke
„ eenige de premier rang van den Commandant
„ fchenen te willen in disput trecken. Nu bid-
„ den wy dat U Hoogheid ons uyt defe ofte
„ andere, die u Hoogheid bequaem mochte oor-
„ deelen fodanig Commandant en foo veel me-
„ de- ofte minder Commandanten gelieven te
„ dispicieren , als U Hoogheid oordelen fai
„ tot befettinge van onfe binnen en buyten for-
,, tificatien vereifl te fyn. Wy füllen ons daer
3j gewillichlyk aen gedraegen, ende alles wat
„ van U hoogheids hand comt niet anders als
„ heilfaem voor onsconfidereren ,ook met per-
,j miflie den Ingenieur Du Monts comft gaerne
„ te gemoet fien.
,. Wyders foo beflaet onfe burgery uit fes-
„ tigh compagnien, endemaekt uyt een aental
„ van 10000 koppen, onfe militie gerengeert on-
„ der i4Capiteinen bedraegtaaoo koppen ende
„ vier compagnien paerden; waer onder twee
„ vrywillige van de jonkheid van defe ffcad ma-
„ ken uit 260 ruiters. fulks in alles 12460 man.
„ Wy kunnen niet dille ftaen om nochmaels
„ te repeteren dat wy ons naefl God in alles
„ verlaten op uw Hoogheids wyfe directie ,
„ goede voorforge en voorfichtig beleid, ende
„ füllen hier met permifïïe, noch by voegen dat
„ wy 't voor een fonderlinge gratie en geluk
„ fouden achten, indien wy foodaenige eere
Z 3                 „ moch-
-ocr page 358-
$5$ AMSTERDAMS ILDeelJ
72, „ mochten genieten, en ons d'occafie,wierde
„ gegeven om aen u Hoogheids perfoon hier
„ ter ftede defe verfekeringe mondeling nader
3, te kunnen betuygen. Soo'tdan buyten hin-
„ der ofte ongemak kofle gefchieden , dat u
„ Hoogheid geliefde te refolveren omme tot
„ beter informatie van 't geene voQrf. is een
„ keer herwärts in loco te doen; U Hoogheid
„ foude hier vinden genegen herten die alleen
„ haer glorie daer inne füllen (lellen dat fyhaer
„ moogen qualificeren onveranderlyktefyn
Doorluchtige, Hoochgeboren Vorfl en Heere,
Uw Hoogheids ootmoedige die-
nacrs,
BüRGERMEESTEREN EN ResEERDERS
der Stad Amsterdamme.
S July 1672.
Men ziet, uit dit fchryven, klaarlyk, dat
de Regeering van Amflerdam beOooten
hadt, den Prinfe van Oranje, fchoon maar
onlangs tot Stadhouder verheeven, deblyk-
baarfle bewyzenvan eerbied en hoogagting
te geeven. 't Leedt zelfs maar weinige da-
gen , toen men befloot , zyner Hoogheid
voor te flaan, dat de Stad het haare wilde
doen, om hem hooger waardigheden te doen
opdraagen, en zyn gezag en aanzien inden
Staat te doen vermeerderen. En 't is ten
hoogde waarfchynlyk,dat een verkeerd be-
grip van 't gene hierover gehandeld werdt,
fommigen (w) heeft doen fchry ven, dat die
van Amflerdam den Prinfe, omtrent deezen
tyd,
(w) Burnet Hißory of hïa ownTirae.rW I. p, 3x0.
-ocr page 359-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 359
tyd, de*opperfte magt over hunne Stad 1672.
hadden aangebooden. 't Zal hierom niet* Sove-
ondienftig zyn, dat wy hier een naauwkeu-reignty,
riger en omftandiger berigt van 't gebeurde
ten deezen opzigte invoegen.
't Gevaar, waarin Holland, en Amfler-Amfter-
damin't byzonder geftort geworden was,dam
door het naderen des vyandelyken Legers,raakt
hadt de Stad, die, federt den aanvang AfjfjSJJJJ1
jongfte vergrootinge, reeds vry wat ten ag-^oor do*
teren geraakt was, gejaagd op nieuwe en zwa.ire
zwaare koften, die haare geldmiddelen uit- koften,
geput, en zelfs haar Credit, geweldiglyk, Yaacinj
verzwakt hadden. Het aanwerven van ver-z|g? Jell
fcheiden' vendelen Stads foldaten; het lig-deezen
ten van een goed getal matroozen;hethou-ty<te,
den van uitleggers in 't Y, in de Zuiderzee, fteek^n
in den Amftel; het maaken van doorfnydin-moe '
gen en het leggen van fchanfen op de toe«
gangen naar de Stad, by 't Huis ter Hart,
aan den Overtoom, by Jaap Hannes, en ter
wederzyde van den Omval aan den Amftel;
de arbeid aan de Stads wallen; het opwer-
pen van nieuwe werken buiten de Haarlem-
mer- en Leidfche Poorten; het voorzien der
Stad van krygs- en mondbehoeften, en zelfs
van geheeje fiuitfchepen met zoet water ,
om,in geval van nood, tot het brouwen van
bier en ander gebruik te können dienen; al
dit en nog veel meer ftrekte wel tot nut en
befcherming der Stede, en de Oud-Burge-
meefter en Hoofd Officier Gerard Haffelaer,
en de Burgemeefteren Henrik Hooft tnjoan
van de Poll
; ook, zo fommigen melden,de
Z 4                   Oud-
-ocr page 360-
%6o AMSTERDAMS ILDeel.
1672. Oud-Burgemeefter Gillis Valkenier > die 't be-
leid van al dit werk hadden, leiden 'er veel
eers mede in by de opmerkzaamften onder
de burgerye (x): maar men begrypt ligte-
lyk, dat de geweldige koften, die tot dit al-
les vereifcht werden, de geldmiddelen, en
zelfs het credit der Stad zeer moeiten druk-
ken. De gemeene lallen des oorlogs 4 waar-
in Amflerdam zulk een aanzienlyk gedeel-
Bürge- te draagen moet , kwamen hierby. Al 't
meeiter Welke de Regeering, ten deezen tyde, zo
Hooft verlegen maakte, dat zy, op den zeftienden
aan den JL1^ ' kefloot , Burgemeefter Hooft af te
Prinfe- vaardigen aan den Prinfe Stadhouder, met
Stadhou- laft om zyner Hoogheid de gelegenheid der
^er dfgcL ^tac** en voora^ ^en ^egten ^aat van der-
o^hèm zelver geldmiddelen, omftandiglyk, te ver-
de gele- toonen, met verzoek, om uit den Prinfe te
genheid mogen weeten, of'er, zyns oordeels, na
der Stad fat- men goed en bloed by de gemeene zaak
toonen. Z0L1 opgezet hebben, eenig middel ware uit
te denken, om het overige te behouden, en
verdere verderfelyke onkoflen te voorko-
men ; en of zyne Hoogheid, door deszelfs
Vorftelyk credit en luider, by den Koning
van Groot - Britanje of elders, daartoe zou
können medewerken(}O.De Heer Burgemees-
ter Hooft begaf zig terftondop reis, enhadt,
den volgenden dag, zynde Zondag den ze-
ventienden July, tot twee maaien toe, gehoor
by den Prinfe, riem in 't breede vertoonen-
de,
(*) VALKENIER I. Deely hl. ({47, 70$ tnx.. Vervolg«^
** Lceven van H. de Groot, hl. 76,
(y) Refo!. Vroedfch. Z>. H. 16 july 1672. ƒ. 71. Stada
MilUvcn N. IV. ƒ. 14$ verf*.
-ocr page 361-
T-",^ .
XIX.Boëk. Geschiedenissen 36*1
de „ den ftaat van 't Krygsvolk deezer Ste- 16*72.
„ de, van derzelver veftingwerkenvanbin-
„ nen en van buiten, en byzonderlyk de
„ flegte gefleltenis van derzelver geldmid-
„ delen." Voorts, verzogt hy „ dat zyne
„ Hoogheid geliefde te denken,op wat wy-
„ ze , het gemeene Land beft uit deeze
,, moeilykheden zou können gered worden,
„ met verzekering, van Stads wege, om
„ met hem alles, zelfs de eigen perfoonen
„ der Regenten, te willen opzetten, zo hy
3, oordeelde, dat de Staat, door de wape-
„ nen, in zynen voorigen toeftand te her-
„ (lellen ware. Doch vondt hy de zaaken zo en hem
„ verre verloopen, dat zy niet te redden de mede-
„ waren, dan door een verdrag, op rede- ^/^["f
„ lyke voorwaarden; en agtte hy., om het aan te
„ een of het ander tot een goed einde te bieden,
„ brengen, noodig, op fyn perfoon hoogerora hera
digniteiten te doen confereeren, ende $*&«|«25!L
authoriteit en gefagb te doen vermeerderen; heden te
„ de Stad Amfterdam was genegen, daar-doen op-
„ toe, van goeder herte, het haare toe tedraageiï«
„ brengen." De Prins beantwoordde dee- Ant-
zen voorilag met algemecne en beleefde woord
woorden, betuigende, dat hy, met der daad, ™n zyne
toonen zou, dat hy zig het belang van dejjyf"
Stad ter herte liet gaan. Voorts, beloofde
hy, zo 't hem eenigszins mogelyk ware ,
Amfterdam met zyne tegenwoordigheid te
zullen vereeren. Hy hadt ook, zeide hy,
een' Edelman afgevaardigd aan den Koning
van Groot-Britanje , van wiens handeling
hy zig iet goeds belooven durfde. De In-
genieur du Motu, die hier ter Stede veel
Z 5                    dieuft
-ocr page 362-
V
» -V
36*2 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. dienfl gedaan hadt, in het aanleggen van
nieuwe Veftingwerken, was, onlangs , op
ernflig verzoek van den Prinfe, naar 't Le-
ger vertrokken (2). Doch zyne Hoogheid
beloofde nu, hem, met den eerflen, her-
waards te rug te zullen zenden. Ook zou
hy zyne gedagten laaten gaan op een' of meer
bekwaame Commandanten, die men, hier
ter Stede, daar nu vry wat gewapend volk
binnen was , oordeelde noodig te hebben
(di). Burgemeefter Hooft deedt, den ne-
gentienden, verflag van 't gehandelde met
den Prinfe: 't welk, door de Vroedfchap,
Aanmer- *n a^en ^eele * werdt goedgekeurd (£). De
kingen Engelfche Hiftoriefchry verBürnet,fpree-
op het kende van 't gene de Stad Amfterdam, ten
geneBur- Meezen ty&e, met den Prinfe handelde, meldt,
gensdeë-u h°e zYne Hoogheid zelf hem verhaald
zehande-j, hadt, dat deeze Stad hem zulke aanbie-
ling,te „ dingen deedt, om dat zy alles voor ver-
boek ge1 • m looren hieldt, en de fchande van haaren
Jgift „ ondergang liever over hem dan over zig
„ zelve brengen wilde." Doch uit ons ver-
haal blykt, dat de Regeering gezind bleef,
het uiterfte, en zelfs haare eigen perfoonen
te waagen, zo de Prins oordeelde, dat de
Staat door de wapenen te redden ware: 't
welk doet zien, dat zy zyne Hoogheid in
geen gevaar van fchande brengen wilde ,
waaraan zy zelve niet begeerde te deelen.
Wyders, zou de Prins ook aan Burnet ver-
klaard
(k.) Refol. Vroed fch. Lx. H. zs «lojuny \6ji. ƒ.101, 128.
(*) Refol. Vroedfch. Lr. H. 27 Juny , 22 July 1672, ƒ,
109, i9i.
(b)
Refol. Vioedfch, Lr, H. Ij> July 1672. ƒ. 17a,
"
' /
_^m
-ocr page 363-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 363
klaard hebben „ dat deLandzaaten geenen 1762.
Souverain verdraagen konden, en meer tot
den oorlog zouden opbrengen, om hun-
ne eigene vryheid te befchermen, dan
„ voor eenigen Vorfl, wie hy ook ware: en
dat deeze aanmerking hem bewoogen
hadt, om de aanbieding van Amfteidam
van de hand te wyzen ff)/' Doch uit de
Regiflers der Froedfchap blykt wel niet, dat
zyne Hoogheid den voorflag der Stad om
hem hooger waardigheid te doen opdraa-
gen aangenomen; maar even weinig, dat hy
denzelven afgeweezen heeft. Hoe veel flaats
men dan, ten deezen opzigte,op het getui-
genis van B urn et alleen maaken moge,
blyve het oordeel des onzydigen Leezers
aanbevolen.
By gelegenheid, dat wy hier van Bürge- Afbeel-
meefter Hooft gewaagd hebben, können t,inS der
wy niet nalaaten, kortelyk, te melden, 't^u,rgfte\
gene een ander Engelfch Schryver,de Am-rcn
bafladeur William Temple, die hem Hooft en
van naby gekend hadt,van hem te boek ge- v/»lfcc-
fteld heeft. „ Ten deezen tyde, waren 'er,""1>er' .u.lt
fchryft hy (d), „ twee regeerende Bürge- der Wil-
„ meefters te Amflerdam, die 't gantfcheliam
„ bewind over de Stad, welke veel invloeds Temple.
op den Staat heeft, in handen hadden, te
weeten Hooft en Valkenier. Hooft was
eeneerlyk, edelmoedig man, die groo-
„ te rykdommen van zyne voorouders be-
„ zat. Hy was, daarenboven , geleerd,
„ fchran-
(e) BUBNKT Vol. I. f. 316.
(d) MciHoirs from 1671 t« 1679, f. 3+8 1 %1UEdit,iiS4m
-ocr page 364-
364 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. » fchrander, vrolyk, en vry van ftaatzugt,
„ hebbende hy al de ampten, die hem door
„ den Staat waren aangebooden, van de
„ hand geweezen, en zig te vrede houden-
„ de met op zyne beurt Bürge meefter te
„ worden van zyne Stad, in welk ampt hy
„ zig zo weinig werks gaf, als hem moge-
„ lyk ware: een regtfchaapen vernuft, die
„ my, vervolgt de Schryver, twqe dingen
„ gezeid heeft, welken ik nooit voorheen
„ gehoord had, het eene, dat iemant,die
„ op morgen een pynlyken dood te wagten
5, hadt, zyn genot neemen zou van den dag
„ van heden, indien hy gezond ware, en
„ dat hy de eene of de andere ziekte of ee-
„ nig verval van kragten onder de leden
„ hebben moefti zo hy 't niet deedt: het
„ andere, dat iemant, die ouder dan zes-
„ tigjaaren wenfchte te worden,een plom-
„ pe bloed zyn moeft; en dat hy, zo dra
„ hy dien leeftyd, welke hem toen naby
„ was, bereikt zou hebben, naar de eerfte
„ goede gelegenheid om te flerven verlan-
„ gen zou. Ook maakte hy," vervolgt T e m-
ple „ zyn zeggen waar, fteryende, onbe-
„ zorgd, aan een overval van jigt, en fpree-
„ kende met zyne vrienden, tot dat hy öm-
^, trent bezweeken was: waarna hyze weg-
'' zondt, op dat hy niet in hunne tegenwoor-
^, digheid llerven mögt. Maar, naderhand,
een weinig bekomende, ontboodt hyze
„ op nieuws, zeggende, dat hy nog een half
uur met hen praaten kon. Van zulk eenr
", aart was de Heer Hooft. Dezelve," gaat
Temple voort „ hadt veel overeenkomft
„ met
s
-ocr page 365-
XlX.Boek. Geschiedenissen. 365
5, met den mynen, fchoon hy voor een gril- i6j2.

»

3J
3i
J>

91
J>

»I
>i
ï>
lig man gehouden werdt, en my eens zei-
de, dat ik de eenigflie AmbaiTadeur was,
dien hy ooit van zyn leeven bezogt hadt.
Hy had al het gezag, welk iemantinzy-
ne Stad hebben kon, zonder het te zoe-
ken , te agten, of te gebruiken; daar Val-
kenier
het zo fterk zogt en najaagde als hy
kon, zonder'er half zo veel van te bezit-
ten : want hy was ftuurfch en gemaakt,
fchoon van veel beleid en overleg: ook,
zo geloofd werdt, gierig, en voorts be-
hendig in 't uitvinden en te werk ftellen
van de middelen, die hydienflig oordeel-
de , om zyn e oogmerken, in 't fluk der
Regeeringe, te bereiken."
Eer de Prins van Oranje zignaar Amfter« Gemor
dam begaf, was 'er wederom eenig gemorin deStad
verwekt onder de burgerye over 't bewaa- bewaa-
ken der poorten, en 't bewaaren van de fleu- ren van
telen der zelven. Het eerfte gefchiedde, <fc fleu.
ten deezen tyde,ookby nagt, door de Stads teIs der
foldaaten, en de fleutels der poorten en boo- J^^
men werden aan 't huis der regeerende Bur- men.
gemeefteren gebragt en bewaard. Doch de
nabyheid der Franfchen, die Utrecht niet
alleen; maar. ook Naarden inhadden, maak-
te de Burgers, of eenigen der zelven onge-
ruft als of de poorten en de fleutels derzel-
ven niet bewaard werden, naar behooren.
Eenige Regenten waren nog al verdagt by
't gemeen, als of zy 't oog hadden naar den
vyand , en toeleg maakten, om hem de Stad
in handen te ftellen; fchoon hiervan nooit
iet het allermjnfte gebleeken is, en men
veel«
-ocr page 366-
366 AMSTERDAMS II. Deel.
veeleer reden heeft om te befluiten , dat
diergelyke gerugten verwekt, of voortver-
haald werden, door zulken, die verandering
zogten in de Regeering der Steden, en ook
te Amfterdam, alwaar zig deeze toeleg wel
haafl openbaarde, 't Was 'er zo ver van af,
dat men niet gezorgd zou hebben voor de
beveiliging der Stad, dat men zodra, in't
begin van Auguftus, geene tyding gekreegen
hadt, dat de Franfchen de poften omtrent
Muiden begonden te naderen, of men befloot
den Heer Jacob Boreelahe vaardigen aan zy-
ne Hoogheid, en om een' Kolonel en Rege-
ment voetvolk, tot verdere bezetting der
Stede, te verzoeken. Ten zelfden tyde ,
werden ook, op ingeloopen berigt, dat 'er,
by wylen, eenige onraad befpeurd was in.
en omtrent de Wetering, de Heeren Corne-
lis Geelmnck
, Heere van Kaftrikum, Dr. Roe-
tert Ernfi
en Mr. Nie olaas IVitfen gemzgtigd,
om, nevens de Heeren CommifiarüTen tot
de Veftingwerken, daarop een waakend oog
te houden (e). Maar tegen 't einde van Ju-
ly, hadden eenige burgers bellaan,de fleu-
tels der poorten, in plaats van aan 't huis
van eenen der Burgemeefteren, te brengen
op de Hoofdwagt op 't Stadhuis, alwaar
Burgemeefter Lambert Reinfl, wiens beurt
het toen was, geraaden vondt, zyne nagt-
rufl te neemen, om te beter te zorgen voor
de lleutels, welker bewaaringe hem aanver-
trouwd was. Maar met den aanvang van
Au-
1672.
Burge-
meefter
Reinfl:
neemt
zyne
nagtrufl:
by de
Stads
fleutels
op 't
Stadhuis,
, Zy wor-
(«) Refol. Vtoedfch. ir. H. S «/*«£. 1672 f »ß mtriAicm
ƒ. 207.
-ocr page 367-
XIX.Bokk. Geschiedenissen. 36*7
Auguftus, viel de beurt om voor de fleutels <
te zorgen, op den Burgemeefter Joan van,72',
de Poll;
en Burgemeefteren vonden toenffe-?enaan c
raaden, dezelven wederom ten zynen &*%£*
ze te laaten brengen. Van dit hun befluit meefter
gaven zy kennis aan den Krygsraad doorvan de
wien het den byzonderen Compagnien'werdt,Po11 §e*
aangediend. Doch de Schuttery, fchoor!«zv ^
omtrent deezen tyd, de poorten reeds be-
waakte; of eenige heethoofden onder dezel-
ve namen euvel, dat de fleutels in beivaa-
ring van Burgemeefteren bleeven. Men mor. 0n«
de „ dat Burgemeefteren, meefters zyndenoegen
„ van de fleutels, ook meefters van de Stad hier-
5, waren; dat de droevige er vaarenis, onove,r>
*  langs, geleerd hadt, hoe veele Bärge-ß"te dc
*  meefters, door 't overleveren van derrye?
„ Steden fleutelen, de Steden en Burgeryen
„ te gelyk aan den vyand hadden ovenre-
„ leverd; doch dat het hier nog tyd was,
„ dat de Burgery zelve toezage, en een oo*
„ in t zeil hielde." 't Graauw, de lugtkry.
gende van het misnoegen onder de Schut-
terye ftreefc, op zekeren avond, in grooten
getale, naar den Dam. Eenige onruftige
geeften, die, om te minder bekend te zvn
den mantel om de ooren geflaagen hadden*
mengen zig onder den woeften hoop • blaa*
zen't vuur van oproerigheid aan, en ver-
zekeren t volk van byftand. Tegen tien
uuren, kwamen de Schutters, met de fleu-
tels van eene der poorten, aan 't Stadhuis .
m de plaats van aan 't Huis van Burgemees
er van de Poll. 't Graauw, om als Ware
te zjen,ofzy de regte fleutels welbragten,
drong
-ocr page 368-
3^8 AMSTERDAMS II.Deel.
1672. drong naar binnen .-doch werdt gefluit door
den Kapitein Barend Elias, die toen de wagt
hadt, en, den ingang van 't Stadhuis bezet
hebbende, nevens zyne manfchap, met de
lonten op den haan, de fleutels der overige
poorten en boomen bleef afwagten, die eg-
ter , vooraf, door de onruftigen op den Dam,
bekeeken en geteld werden. Maar de fleu-
tels van denNieuwe-brugs-boom waren, door
eenigen,die zig,zo 'tfchynt, naar den lafl
van Burgemeefteren voegen wilden, aan 't
huis van Burgemeefter van de Poll gebragt.
»tVolk 't Volk zulks bemerkt hebbende, ftreeft,
ftreeft woedende, derwaards, en vordert de fleu-
naar 't tejs ft0utelyk te rug, op dat zyze op 't Stad-
?en Hee" huis brengen, en bewaaren mogten. Geval-
re van de üglyk, bevondt Burgemeefter Hoofczigten
Poll. huize van den Heere van de Poll. Deeze ,
ter deure uit getreden, houdt der menigte
voor „ dat de fleutels daar immers wel be-
„ waard waren; dat Burgemeefteren'er ook
niet mede konden uitvoeren, zo lang de
3J
Burgery de poorten bewaarden; en dat,
al wilde fchoon een Burgemeefter den
„ fchelm fpeelen, en de poort openen;het
„ hem immers ligtelyk door de Burgerye
„ belet kon worden." Dooh al deeze rede-
nen waren vrugteloos. De Gemeente, meer
en meer, aangegroeid in getal, hadt den
burgwal reeds zo digt bezet, dat de Kapi-
tein Fredrik Beerewouts, Schoonzoon van Bur-
gemeefter van de Poll, met eenige gewa-
pende Schutters ,uit zyn vendel, toegefchoo-
ten om oproer te voorkomen, en eenige vry-
willige Ruiters zelven genoodzaakt warea
on*
-ocr page 369-
XlX.BoEK. Geschiedenissen. 369
onverrigter zaake te rug te keeren. De op- 1(572.
roerigen, ftout op hun getal, dreigden daar- En
op 't huis met plondering, enimeetenreeds dreigt
met lleenen door de glazen, toen de Bürge- het met
meefter,om grooter onheil te voorkomen, p]onde-
op de floep kwam metdefleutels,vraagen-ring*
de wie dezehen hebben moefl? Een onbezuis*
de dronkaart greep 'er naar. Een ander %
wat befcheidener, zogtze hem te ontwel-
digen, tot datze , eindelyk , door eenige
gewapende fchutters, aanvaard, en by de
overigen op 't Stadhuis gebragt werden. De
opfchudding voor 't huis van Burgemeefter
van de Poll nam hiermede een einde (ƒ).
Burgemeefteren namen federt het gevoelen Burge-
van den Krygsraad in, over de wyze, op meeJJe'
welke de Stads fleutels, voortaan, tot Ver- jjj ^ '
zekerdheid der Stede ,en tot het meefte ge- raac}e
noegen der Burgeren, behoorden bewaard van den
te worden. En de Krygsraad verklaarde, Kl7p-
op den vierden Auguftus „ dat menze be ^aQ * £*'
„ hoorde te brengen in de Corps de Garde bewaa-
„ van de Hoofdwagt op het Stadhuis, om ren van
„ aldaar gelegd te worden in zekere kift, de Stada
„ geflooten met twee byzondere fleutels, puts*
„ eene van welken, des avonds, zou wor-
„ den gebragt aan 't huis van eenen der
„ Heeren Burgemeefleren, door den Ser-
„ jant van de Hoofdwagt, dieze, des mor-
3>

9>
gens , wederom van daar zou af haaien;
terwyl de andere fleutel, nevens de kift,
op de Hoofdwagt, in handen van eenen
st der Hoofd-Officieren , blyven zou." Bür-
ge«
(ƒ) Valkenier I. Deel, bl. 746 enz..
V. Stuk.               Aa
-ocr page 370-
370 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. gemeefteren en Raaden, de ruft der Bürge-
rye, in deeze tyds gelegenheid , zo veel
doenlyk ware, willende bevprderen, befloo-
ten, 't gevoelen van den Krygsraad te om-
helzen , en te doen naarkomen (g). Ook
worden, tot op deezen dag toe, de Stads
fleutels hier ter Stede , omtrent op de ge-
melde wyze, bewaard.
Zyne
         Weinige dagen na 't flillen der opfchud-
Hoog- dinge over het bewaaren van de Stads fleu-
£eid . telen, kwam de Prins-Stadhouder, uit het
dcStad! Leger by Bodegrave, hier ter Stede aan,
op den twaalfden Auguftus. De Schuttery
hadt bevel gekreegen, om zig in de wape-
nen te begeeven, en den Prins plegtiglyk
in te haaien. Doch zyne Hoogheid kwam,
vroeger dan men verwagt hadt, in ftilte,
in de Stad , zynen intrek neemende in 't
Oude-zyds-Heeren-Logement. De Schutte-
ry trok hier, dien zelfden avond nog, op
laflvanBurgemeefleren,in haare volle rus-
ting , voorby; 't welk tot tien uuren des
Bezigtigt avonds duurde. Ten volgenden morgen,
de wal- bezigtigde de Prins, verzeld van twee der
lan. regeerende Burgemeefteren, en onder 't ge-
leide van eene Compagnie der vrywillige
Ruiterye, de Stads wallen, van den Y-kant
by de Haarlemmer Poort af, tot aan Funen
toe. Voorts, reedt hy naar 't Prinfen hof,
alwaar hy, als Admiraal - Generaal, in 't
Neemt Collegie ter Admiraliteit, zitting nam. Bur-
houder gemeefteren > dien zelfden dag, den Raad
zitting hebbende voorgedraagen, dat zyne Hoog-
heid
(i) Rcfol. Vieedfeh. L". H. 5 *<*»&< 1671, ƒ. 203.
1
C
-ocr page 371-
XtX.BoËK. GESCÜiÈÖÈNlSSfeN. $?t
iieid hun hadt bekendgemaakt, dat hy iet iGil.
Van gewigt in den Raad hadt voor te fiel- . ,
len (£), werdt hem, des nademiddags ,Vroed-
als Stadhouder, in de volle Vroedfchap fchap.
xitting gegevem 's Prinfen voorflel fchynt,
ten deezen tyde , beftaan te hebben in het
aandringen op zekeren voordag van Dor-
drecht, welke, den veertienden July, ter
Vergadefinge van Holland, gedaan, en waar4
by begeerd was , dat den Prinfe onbepaalde
volmagt gegeven werdt , om met Groot-
Britanje te fluiten; welke voorflag, door de
Leden , overgenomen was. Immers, ik
vind, dat Amfterdam, tot hiertoe nog niet
in den zelven bewilligd hebbende, 's daags
na dat de Prins in de Vroedfchap verfchee-
nen en gehoord was, befloot, deAfgevaar*
digden ter Dagvaart lall te geeven, om me-
de te Hemmen tot de begeerde volmagt (ï).
Sommigen tekenen aan, dat zyne Hoogheid,
van Stads wege, wederom om een' ervaa*
ten Commandant verzogt geweeft zynde, ge-
antwoord zou hebben „ dat de Stad onwin*
j, baar was; en dat hy, zo de vyand Mui-
j, den en Weesp overweldigen mögt, in per*
„ foon, binnen Amsterdam bevel zou ko-
j, men voeren." De Prins, den dertienden,
treffelyk op het Stadhuis onthaald zynde,
vertrok, nog dien zelfdennademiddag, met
drie jagten, naaf Muiden , Weesp, den
Hinderdam en 't Huis te Abkoudé,daar hy
de
(h) Refol. Vroedfch. L*. H. ij ^iug. 1672./. 238.
(i) Refol. Vioedfch. Lt. H. 1+ ^iu^. 1672, ƒ. 23s,
Aa 2
-ocr page 372-
372 AMSTERDAMS IL Deer;
1672. de Veftingwerken bezigtigde. Den veertien^
Hy ver- den, kwam hy te Amfterdam te rug, en den
trekt van vyftienden, vertrok hy, van voor 't Stad-
daar. nujs ^ tuflrchen vierentwintig vendelen Schut-
ters door, die, van daar, tot aan de Leid-
fche Poort, gefchaard Honden. Hy reedt
ter poorte uit, onder 't lollen van 't gefchut
. en de musketten, wordende, door twee Com-
pagnien vrywillige Ruiters, geleid tot aari
den Overtoom (k). Voor zyn vertrek, was
beflooten „ hem, uit naame van den Raad,
,, verzekering te doen, dat de Stad nooit
„ in gebreke blyven zou,om de weldaad,
„ haar door zyn bezoek aangedaan, met een
j, genegen hert, te erkennen; hebbende zy
„ beflooten alles, ja goed en bloed, ten dien-
„ fte van zyne Hoogheid en tot behoudenifle
De Stad „ van den Staat,op te zetten." Voorts, werdt
vereert hem eene vereering van dertig duizend gul-
den Prin. ^ens gedaan f te verrekenen, overmids de
duizend6 tegenwoordige fchaarfchheid van Stads Kas-
guldens. fe, tegen de fchuld van zynen Heere Va*
der , hoogloffelyker gedagtenifle „ welk
3, klein gefchenkmen hem badt niet te wil-
„ len verfmaaden; maar alleenlyk te wil-
„ len zien op het goede hert, waarmede
„ het zelve gedaan werdt (/)." Doch drie
weeken laater, befloot men, op 's Prinfen
verzoek, veertienduizend guldens van deeze
fomme te verrekenen tegen een jaar Intreft
van vierhonderd duizend guldens, die zyne
Hoogheid aan de Stad fchuldig was; en de
ove-
(bj VALKEN1KR T. Deel, hl. 711 ,. 712.
(/; Rel'ul. Vioedfoh. U, H. 14 A*z, 1(72. ƒ. 2fof
..... ..-■■'-- . .
-ocr page 373-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 373
overige zeflienduizend guldens aan hem in 1672;
geld te voldoen (m).
Op den tienden Auguftus deezes jaars,Oftrot
verwierf de Stad, welker gewoone en bui-tot het
tengewoone inkomflen, tegenwoordig, nietheffen
konden toereiken, tot vervalling der zwaare]^60
lallen, diezy te draagen hadt, Oétroi van geld.
's Lands Staaten , tot het heffen van een
Huisgeldvan alle huizen en pakhuizen, naar
gelang dat dezelven in de Verpondingen
droegen. Zo de Verponding van zes tot
dertien guldens beliep, zou men agt pen-
ningen 's daags betaalen; van dertien tot twin-
tig guldens, een fluiver; van twintig tot der-
tig guldens, twee fluivers; van dertig tot veer-
tig guldens, drie Huivers; van veertig tot vyf-
tig guldens, vier fluivers; van vyftig tot zes-
tig guldens, vyf fluivers; en van zeflig guldens
en daarboven, zes fluivers (n).
Maar weinige dagen na 's Prinfen vertrek Bewee-
'uit Amfterdam , befpeurde men hier nieu fnß, on~
we beweegingen onder 't gemeen , fïrek-g^g^
kende, gelyk eerlang klaarlyk bleek,omdefl:rekken-
'Regenten wars te maaken van 't bewind, de tot
Sterk namen deeze beweegingen in verfchei-v.era"de"
den'Steden toe, na de yfTelyke moord der££2^
Broederen de Witt, die op den twincigftenringe.*
Auguftus in den Haage voorviel. Doch in
Amflerdam, hadt het gemeen zig, tot hier-
toe , fliller gehouden dan elders. Eenige
weinige woelgeeflen flookten egter, onder
de hand , de ingezetenen op , flrooijende
fchimpfchriften, ten nadeele der tegen-
woor-
O) Refol. Vroedfch. £f. H. $ Sept, 167z. ƒ. 28+,
(n) UI. Privileg, boek,/: 1 ió.
Aa 3
-ocr page 374-
374 AMSTERDAMS II. Deei,.
.1672. woordige Regeeringe. Op den drie-entwin*
Zöge- tigften Auguftus maar agt dagenna's Prnv
naamd fen vertrek, vondt men 'er, aan de Beurs
deJZßur- en elc*ers' ecn aangeplaktj 't welk, woor-
geren delyk, aldus luidde:
van Ani-
fterdam,          Versoeck van de Borgers de&
Stadt Amsterdam.
Voor eerß, verßaan onze Borgers, dat on-
ze Heeren haaß believen de oude Handtveßen^
Zoo als by 't overgaan van de Stadt van Arn*
fierdam wy borgeren vinden geextendeert
, by
zyn Hooghlojfelyke en nooyt volprezen memo-
rie Pr im fVillem den eerfien , mei alle Privi-
legten en Borgers rechten zyn geweeß
, op 'P
fpoedigße te herßellen^ op dat de Borger in vri-
de blyfl.
2.
Dat in de Handtveßen begreepen flaat, dat
die van de Vroetfchap
, die Capitcynen o/Luy-
tenanten zyn
, haar affchtyt met den eerfien
te nemen, op dat zy uyt kracht van de oud»
Handtveßen van de Borgers niet verworpen
-
Vierden, en met fcbands ruymen moeten.
3-
Dat geen regierende Perßonen mogen we-
ßn van de Oofl- en Wefiindifihe Compagnie
,
'volgens haar Eedt in de Unie befwooren.
4-
Verfiaan wy wel exprejjelyk, dat ons wer.-.
de ter handt gejtelt de Handboogh- en de Voet-
booghs
-ocr page 375-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 375
booghs doelen, die zy den borgers ontvreemt
hebben.
5-
Verßaan wy wel exprejfelyk , dat na dit
jaar de Steevefien niet zuilen verhuurt wor-
den
, want het van outs is een Privilegie voor
de Borgeren.
6.
Verßaan wy, dat de 36 Raden uyt de Bor-
gers
, ofte uyt een getal van fatfoenelycke
Koopluyden zullen beßaan
, op dat wy verze-
kert zyn
, dat het geit vanfchattingen aan ons
getrouwe Stadhouder
, of daar hy ordineeren
zal
, werde befielt, op dat hy Heer is en
geen knecht.
Want wy een Requefl aan zyn Hoogheyt
enfe Prins en Stadhouder zullen prefenteeren
,
en gelieft gy lieden 't niet te herfiellen, zul-
len dan op fyn Haaghs huyshouden, dat wy
niet uyt vruntfchap kunnen
, f al UL. dan ge-
waar werden. En UL. weet
, dat die dit
biljet affcheurt zal acht op genomen werden,
en zal op zynder tyt een koegel vereert werden.
Oranje moet groot,
De Witten zyn doot,
Tot Borgers glory
,
Brant viclory.
Dit 'x kort befcheyt, de Borgers houden ';
Landt.
De opper dieven behalen oneer enfihandt.
Aa 4                \ In
\
-ocr page 376-
37<S AMSTERDAMS II.Deetl;
1672. In dit fchotfchrift, welk, zo men meent,
Domheid °°k no& °P den vierentwintigften, hier en
en
         daar , verfpreid werdt, wift men naauw-
kwaad- lyks, of men zig meer over de domheid,
?}'\S~ dan over de kwaadaarrigheid van den Op*
dit ver- fteller verwonderen zou. Te zeggen, dat
zoek. de Handveften vorderden, dat de Raaden
geene Burgerkapiteinen zyn mogten; daar
regt het tegendeel uit de oude Keuren en
Gewoonten bleek; te zeggen, dat, by de
Unie. toen men nog om geene Ooft- of
Wcftindifche Maatfchappye dagt, bezwoo-
ren was, dat Regenten geene Bewindheb-
bers dier Maatfchappyen zouden mogen
zyn, bewees zo veel onkunde en domheid,
als bezwaarlyk onderfteld mögt worden te
können vallen in luiden , die leezen en
fchryven geleerd hadden. Maar de kwaad-
aarrigheid van den Opfteller ftak niet min-
der door, in het gantfche fchrift. 'c Bleek
klaarlyk, dat men de Regenten zogt te doen
ontzetten van ampten, waarvan de klem
der Regeeringe , gedeeltelyk , plagt af te
hangen, en dat men hun ook zulken, waar-
aan eenig voordeel vaft was , misgunde.
Men beoogde hen , door vinnig dreigen ,
wars te rnaaken van 't bewind, onder dek-
fel van den Stadhouder, den Prins van O-
raije, grootte rnaaken; op wiens verdere
Verheffing fommigen zo zeer gefield fchee-
nen, dat zy eikanderen , ten deezen zelf-
den tyde, zo te Amfterdam als elders ,
briefjes in de hand (laken, behelzende eene
vermaaning om zyne Hoogheid, door de Ma-
gißraaten van de Steden
, met alle beleefd-
heid.
^
-ocr page 377-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 377
beid, tot Graaf van Holland te doen ver- jtf™.
klaar en (0).
Burgemeefteren, niet onkundig van het De Re-
woelen van eenigen, om onrufl te verwek-geering
ken onder de ingezetenen, hadden dienftigP^gt
gevonden, den raad van zyne Hoogheid™lemet
hierover in te neemen, en ten dien einde,Hoog-
aan de Afgevaardigden der Stad ter Ver- heid
gaderinge van Holland gefchreeven ; van °y^r hst
welken zy een antwoord ontvingen, welk, ^ e^e_
den vierentwintigflen, in de Vroedfchap, meente,
geleezen wérdt, en aldus luidde ï
D'efe foo verre gefchreven fynde, hebben wy
ontfangen U Ed, Gr. Agtb mijfive ons door
den Bode Brugman over gebragt
, met dewelcke
<wy ons aenßonds by fyne Hoogheid hebben ver-
voegt
, en desjelfs hoog-wyfen raed en hulpe
verfogt; dog geen anderen uytflag bekomen
,
als dat hoogßgemelte fyn Hoogheyd wel kan
beJeff en het inreparabel quacd dat uyt vorder
voortgang van een nioetwillige Gemeynte Jou-
de können ontßaen; maer dat by egter van ad*
vys was
, dat het Jelve met auctoriteyt of ge-
weld niet te ßuyten Joude Jyn; en daerom beß
Joude wejen met de hoof den van de onver genoeg- ■
de Borgery te accorderen
, bet fy uytter hand
ofte met interpofitie van Jyn Hoogheyds per*
Joon; en dat men by onfekerheyd van de Auc-
teurs de Jelve by publicatie daer toe Joude kön-
nen inviteren. Wy füllen fien 'of ix>y
r, onver-
vanckelik uwer Ed, Gr. Agtb. beter advys
, een
Concept op papier können brengen, om U Ed.
Gr. Agtb. te communiceren
, fonder ons egter
in
(«) Vadenl. Hift. XIV. Dedt hl. 211,
Aa 5
-ocr page 378-
378 AMSTERDAMS II. Deei;
1672. 'wte taten 'm het ëene WJ met gfdienfiig refi
pett U Ed. Gr. Agtb. privativelik aenbevolen
/uilen laten.
P. S.
Syn Hoogheyd was mede van advys, dat de
fake door geen befendinge van Staet te regten
finde fyn; en füllen wy dien - volgende de pre-
poßtie daer van ter Vergadering excuferen.
Men be- De Vroedfchap, den raad van den Prin-
fluit fe-Stadhouder overwoogen hebbende, be-
vooftr-.. floot, op den voorflag van Burgemeefteren,
te zitten » dat men' dewy] de zaak niet fterkdron
* „ en alles nog in tamelyke ruften ftikewa-
re, vooreerft, hieromtrent niets vaftftel-
," len of by der hand neemen zou (p)"
De Vergadering der Staaten van Holland
y™Ge? den zevenentwintigften ftaandete fcheiden,
commit- zo werdt, des daags te vooren, door de Ge-
teerde committeerde Raaden , voorgedraagen, dat
Raaden, v00raf een middel behoorde bedagt te wor-
lfneder den, tegen de onruft en beweeging onder de
bewee- Burgery en Gemeente in de Steden. Men
gingen verzogt hun, dat zy zig, omtrent zulk een
in <|e middel, verklaaren wilden. Zy gaven te
Steden. verftaan ^ <}at zy maar twee middelen te-
„ denken konden, of het middel van dwang
„ en regtsoefening, of het middel van over-
, reding. Dat het gebruik van het dwang-
" middelongeraadenwas, zyndehetkrygs-
„ volk, waarvan men zig zou moeten be-
" dienen, niet fterk genoeg, en ook met
den vyand belemmerd op de grenzen,
en de Regtbanken ontbloot van den ver-
5>
„ ei-
(p) Refol. Viocdfch. L*. H. 24 duS> »«7*»/• i6*'
i
-ocr page 379-
XIX.BoEK. Geschiedenissen. 379
„ eifchten klem en ontzag , en geen van I0*w
„ beide beftand tegen eene gewapende en
,, hollende Gerneente, behalve dat ook
„ ongeraaden ware, het overig gezag van
„ den Stadhouder en van de Regenten in
1, de waagfchaal te ftellen. Dat het hier-
om meer geraaden fcheen, dat men den
zagtften weg van overredinge infloege ,....

en den Prins-Stadhouder verzogt, om de
Gemeente, door allerlei middelen, beter
te onderregten, en, het goed gevoelen,
„ welk zy van haare Overheid behoort te
„ hebben, te herftellen: en, zo zulks niet
„ gelukken wilde,de Regenten,of eenigen
^, derzelven, op de allerbeleefdfle wyze,
„ over te haaien , om zig, vrywilliglykien
„ buiten benadeelihg van der Steden Pri*
„ vilegien, en van hunnen goeden naam en
faam,te ontdaan van deRegeeringe. Dat
-„hierop, flaande de Vergaderinge , op

5*
infcbryvinge, behoorde beflooten te wor- . .
den, met behoudenis van de vryheid van -
affchryvinge voor deLedeh; zullende de
magtiging van zyne Hoogheid van kragt
„ blyven, ten opzigte van de Leden, die
„ bewilligden; en die niet bewilligden, hun-
„ ne.eigene middelen moeten gebruiken,
„ tot ftilling der beweegingen (#)."
De Afgevaardigden van Amiterdam,zigAmfter-
verlegen vindende, om in eene zaak van zo Jam be-
veel gewigt, zonder uitdrukkelyken laft van willigt
Burgemeefteren en Raaden , te llemmen, ^ voor-
vaardigden terftond iemant af, met verzoek, flag.
dat
(jj VaUcil. Hift. XIV. Dctl, U*lt&
-ocr page 380-
380 AMSTERDAMS EL Deel.
1672. dat de Raad hierop, zonder uitiïelj verga-
derd mögt worden; gelyk nog dien zelfden
avond na tien uuren gefchiedde. Men be-
floot, na eenig beraad, den voörflag der
Gecommitteerde Raaden, zo als dezelve
lag, te omhelzen. Men vondt nogtans g§-
raaden, dit befluit, voor eerfl, geheim te
De Staa- houden (r). De Staaten, den raad van zy-
ten ins- nen Hoogheid hebbende ingenomen , na-
gelyks. men ^ ften zevenentwintigften , diergelyk
befluit, op infchryvens binnen agt dagen.
Men beruftte te Amfterdam in het befluit
der Staaten; vondt geraadennietaftefchry»
ven, maar der misnoegde Burgerye vryheid
telaaten, om haare klagten, zozydezel-
ven hieldt gegrond te zyn, te doen aan zy-
ne Hoogheid (j).
De Re- OndertmTchen, bleef alles hier ter Stede
genten m tamelyke ruil; waarom men, nog op den
befluken derden September, befloot, het gerultftel-
hunne Jen der Gemeente op zyn beloop te laaten,
ampten zonc[er eenige nadere vertoogen te doen aan
te ftellen          TT P . , -,. ^ , ö ,         ,
ter be- zYne Hoogheid (f)- Doch twee dagen laa-
fchei- ter, vondt men geraaden, eene lyft temaa-
denheid ken van alle deregeerende Burgemeefteren
van den en Schepenen, alsmede vandeVroedfchap-
nn e' pen, Oud Burgemeefteren en Oud-Schepe-
nen, en dezelve, met den Secretaris Dirk
Schaap, te zenden aan zyne Hoogheid, met
aanbieding, dat alle de Regenten, op't wel-
behaagen van den Prinfe , alïland wilden
doen
(r) Refol. Vroedfch. Lt. H. 26 Aug. I672. poftdecimam
t/efpettinam.
(s) Refol. Vroedfch. £*. H. 30 ^4ug. 167z. f. 275.
\t) Refol. Vioedfch. L». H. ) Sept. 167z. ƒ. a&z.
-ocr page 381-
—-                                                  r-^.
\
XIX.Boek. Geschiedenissen. 381
doen van de Regeeringe; en met verzoek, ióyaa
dat zyne Hoogheid hieromtrent zulke fchik-
king wilde maaken, als hy, tot dienft en
ruft van 't gemeene Vaderland en van dee-
ze Stad in't byzonder, zou bevinden te be-
hooren («). Te vooren, hadt de Oud-Bur-Curge~
gemeefter Andries de Graef reeds in den ^S91 f
Raad verzogt, van de Regeering. ontflaa-ver.
gen te worden. Doch men hadt verft aan, zoekt,
dat de Vroedfchap, behoudens derzelververgeefs,
agting, niet bevoegd was, om in zulk een °£tflaa*
verzoek te bewilligen (v).
                         worden:
De Secretaris Schaap vertrok den zesden Geweld!-.
naar 't Leger by Bodegrave, alwaar zyne ge op-
Hoogheid zig bevondt: en op dien zelfden looP,
dag, ontftondt 'er, door een flinks geval lIuis van
of loos beleid, een gevaarlyk oproer hier den Lui-
ter Stede, waar van wy den aanleg en uit- tenant-
flag, omflandiglyk, verhaalen moeten. KortA(i1'
na twaalf uuren op den middag, als 't mees- Ruiter.
te arbeidsvolk van't werk komt,rotte eene
groote menigte van 't flegtfte graauw, vee-
Ie vreemde bootsgezellen, en eenige hon-
derden van wyven, welker mannen op 's
Lands Vloote dienden, van alle kanten, fa-
men. De menigte ftreefde, als dol,naar'c
huis van den Luitenant-Admiraal de Ruiter,
Itaande op den buitenkant van 't Nieuwe-
Waals-Eiland, daar een Ruiter te paarde
boven de deur uitgehouwen was. In dit
huis, bevonden zig, ten deezen tyde, des
Admiraals Huisvrouw, eene Dogter,diezy
by
(u) Refol. Vroedfch. Lr, H. j Sept. 167z- ƒ. 28ï.
(vj Refol. Vioedfch. L*. H. 3 Sejrt, 167z. ƒ. itz.
-ocr page 382-
«Sa AMSTERDAMS II. ÖEEt*
4072. by hem hadt, eene Nigt en twee dienst-
maagden . zonder eenig manvolk* Ten eeri
uure, was *'er nog geene de minfte bewee-
ging voor 't huis; doch een oogenblik daar-
na , kwam het graauw, van alle kanten, iti
zo grooten getale, toefchieten , dat men ,
voor en ter wederzydevan het huis,fcheen
o
          te können gaan over de hoofden. Men mom-
wórdt pelde en fchreenwde, dat men 't huis £ott
met pion- pionderen. Mevrouw de Ruiter, zulks yer-
dering neemende, ontboodt den Heer WeJJelSmid,
gedreigd. een voornaam Koopman en Kapitein eenei?
Burger-Compagnie, die flegts een huis of
twee verder naar de Kaikmarkt toe woonde,
en wiens dogter met haaren voorzoon, Jon-
ker Joan van Gelder,gehuwd was, ten haa-
ren huize, om haar met raad en hulpe te
dienen. Hy,opzyneftoep getreden,vraag-
de aan 't volk , wat 'er gaans ware ? Men
antwoordde, onbefchoftelyk, Gy dikke fchelm>
kom van de floep; men zul u op zyn Jan de
Witts handelen.
Maar hy, hierop ftoutelyk
op de flraat treedende, dreef hun toe, Heb
ik
't verdiend; men handel my dan op zyn 'fan
de Witts.
Dochtoen begonden hemeenigen
te verfchoonen , zeggende, dat zy tegen hem
niets hadden,
Hy drong dan door, tot aan
't huis van den Admiraal, daar hy Mevrouw
de Ruiter zeer verlegen vondt. Zy fprak
van deur en venfters te willen fluiten. Doch
hy verftondt, dat men, met zulk eene ver-
tooning. van vreeze , het graauw veeleer
tergen of aanlokken zou, enriedt,deur en
venfters open te zetten, goed gelaat te too-
nen, en 't volk goede woorden te geeven,
om
' I
-ocr page 383-
XIX, Boek. Geschiedenissen. 3S3
om tyd te winnen. Daarna begaf hy zig 1672.
naar 't huis van zynen Vendrig, Nikolaas weiïel
Duizend, die 't bedryf der domme menig-Smid,Ka«
te verfoeide; met hem overleggende, hoeP^e»*
men zyne Compagnie fchutters , die dien^"61" _
dag of 's avonds de wagt hebben, en naarconïpag.
de Muiderpoort trekken moeft, beft in de nie, doet
wapenen brengen zou. Geene tromflagers zyn beft»
by der hand hebbende, alzo deezen zig,01:
naar 't gebruik van dien tyd, op den DamJ.°llen.
onthielden, zondt hy zyne dienftboden door
de gantfche wyk, en ten huize van alle zy-
ne Schutters, hun beveelende, in hun vol-
le geweer, voor 't huis van den Vendrig,
die ook hier omtrent woonde, te vergade-
ren. Hier liet hy 't vendel in de ftoep
zetten, 't welk veel gefchreeuw verwekte
onder 't volk. Maar hy gaf te verftaan,
dat hy dien dag de wagt hadt, en ten dien
einde zyne Compagnie byeenbrengen moeft;
't welk het graauw een weinig tot bedaaren
l?ragt. Voorts, zondt hy zynen Luitenant
aan Burgemeefteren, om kennis van den
oploop te geeven, en byftand van krygs-
volk te verzoeken, 't Graauw begon ,
midlerwyl, fterker aan te dringen op het
huis van den Admiraal, zo dat het> eer-
lang , alleen fcheen te ontbreeken aan eenen
voorganger, die den eerften ftefen wierp.
De Heer Smid, zig toen wederom begee-
vende naar 't gedreigde huis, vraagde de
menigte, waarom zy daar, in zo groot een
getale
, waren famengetrokken? 't Antwoord
was, gy weet het wel. Hy betuigde, <fof'tGra«uf
hy 't niet wifl. Toen ging 'er een gefchreeuw bcfchul-
op
-ocr page 384-
384 AMSTERDAMS IL Deel*
* - op van veel en tevens, om dat de Admiraal,
7 die fchelm, 's Lands Floot aan de Franfchen
2!g\dc beeft verkogt
, en gezogt over te leveren. Eeni-
van ver- ge wyven riepen, dat hy de Vloot hadt willen
raad. verraaden, en voor ieder van haare arme man-
nen een ducaton trekken zou.
Anderen
fchreeuwden , dat zy hem, V daags te voor en,
aan handen en voeten gebonden, in den Haage
hadden zien inbrengen.
Mevrouw de Ruiter,
verbaasd over de boosheid van zulk een
logen, zeide tegen den Heer Smid, hos kan
dit zyn? Ik heb, nog deezen dag, een brief
van myn man ontvangen
, die gifteren gefchree-
ven is
, en waarin hy meldt, dar hy met 's Lands
Vloot den vyand, eerlang, weer hoopte te gaan
opzoeken.
Smid verzogt, dien brief aan 't
graauw te mogen vertoonen , om terwyl
dezelve gelezen en overwoogen werdt, tyd
- te winnen, en orde te Hellen tot het beko-
men van hulpe. Zyn raad werdt gevolgd.
Hy vraagde, of 'er iemant onder den hoop wa-
re , die des Admiraals hand kende ?
Eenigen
riepen, dat zy 't zig toevertrouwden. Leeft
dan,
zeide Smid, dien brief, en gy zult be-
vinden, dat het zeggen van des Admiraals ge-
vangenis louter verdigt is.
Uit het leezen
van den brief, ontftondt eenige twift Som-
migen, die de Ruiters hand kenden, zei-
den , V zyn fchelmen, die den Admiraal dit
margeeven.
Ondertuflehen, hadt men ruim
een half uur tyds gewonnen. Twaalf of
veertien gewapende burgers waren reeds
voor 't huis van den Vendrig byeengeko-
men, toen de Heer Smid zyne gantfche Com-
pagnie, die men, in de wandeling, de mlde
-ocr page 385-
XIX. Boek. Geschiedenissen. 385
Ieren noemde, in haar volle geweer, over 1672,
de brug by de Weftindifche pakhuizen zag
aantrekker. Eenigen riepen waar toe dit
volk?
Daar Smid op antwoordde, Ik hebte
nagt de wagt aan de Muiderpoort, daar de
Franjehen, veelligt, den eerflen aanval zul'
len doen. Ik wil hierom
, met myne Compag-
nie
, die zeer flerk is, by tyds, op de wagt zyn.
OndertufTchen , van 't huis aftreedende,
Helde hy, met zyn' Vendrig, Serjanten en
andere Officiers, orde om geweld met ge-
weld te keeren. Hy liet de nieuwe Schip-,
persftraat, die niet ver van 't huis was, be-
zetten door drie gelederen Muskettiers, on-
der bevel van eenen Serjant, dien hy laffc
gaf, om 'er onder te fchieten , indien 't
graauw wilde doorbreeken. Met de overige 'tGraauw
manfehap, meer dan tweehonderd flerk, wordt
trok hy naar 't huis des Admiraals, dry- 7a** yoor
vende het graauw, met rottingflagen, van tles Aj.
daar, tot voor zyn eigen huis, zonder het miraals
verder te können krygen. Hierop gaf hy verdreo*
bevel, dat zyne burgers zig gereed zouden ven'
maaken; en als 't graauw nergens naar fcheen
te luifleren, geboodt hy den Muskettieren
aan te leggen, en den Piekenieren de pieken
te vellen. Toen ging 'er een yöelyk ge-
fchreeuwop,onder den woeften hoop. Doch
de burgery tradt 'er op in, en dreef de me- .
nigte, met den rotting en met de gevelde pie-
ken , die fommigen op de borfl ftieten, tot
een fluk wegs voorby 't huis des Admiraals.
Juift op dit oogenblik, kwam een tjalk of
kleine uitlegger, die zes (lukken gefchuts
aan boord hadt, regt voor 't huis leggen,
^y, SlüKs             Bb                 dm
\
-ocr page 386-
N
386 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. daar hy, ter oorzaake der groote menigte
vanfchuiten met volk, herwaardsgevoerd,
om dit geweld te aanfchouwen, niet wel
voorby kon. Smid riep den Kapitein toe,
of hy niet genegen ware den Admiraal dienfl
te doen
, en deszelfs huis, tegen het raazende
graauw
, te helpen befchermen ? De Kapitein
toonde zig bereid, naaide, op Smids ver-
zoek , zyn gefchut te boord, en deedt het
met fcbroot laaden. Groote verbaasdheid
veroorzaakte dit onder't volk, dat zelf niet
wift, door wien 't gaande geworden was,
en geenen aanleider gehad hadt, om in
tyds aan te vallen. In deezen ftand der
dingen , kwamen agttien wel gewapende
Ruiters , door Burgerneefteren, op verzoek
van Smids Luitenant, derwaards gezonden,
'op 't Eiland aanrennen, met zo veel vaart,
dat zy honderden van 't graauw in 't water
gedreeven zouden hebben , zo Smid hun
niet te gemoet getreden ware, en verzogt
hadt zig in 't gelid te willen ftellen, en zag-
De op- ter te ryden. Dus kwamenze by de gewa-
roer. pende burgers, die toen, nevens de Rui-
geftild, ters» aandrongen op de moedwilligen, de-
zonde/ zelven voortdryvende tot aan de nieuwe
bloed- Bantammerftraat; daar de Kapitein Cornelis
ftoning. Röcf)i Oud-Schepen en Raad, met een ge-
deelte van zyn vendel,den Heere Smid en
den Ruiteren, ter goeder uure, te hulpe
kwam. Voorts, fchooten, wat laater , en
toen 't graauw reeds afweek, nog vier der
naafte Compagnien burgers toe. Men vondt
geraaden, de vier bruggen van 't Eiland
elk met eene Compagnie burgers te bezet-
*               * ■ " ten«
-ocr page 387-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 387
ten. Al 't graauw moefl toen het Eiland i6j£,
verlaaten, en elk liep zyns wegs. Smid,
op 't Eiland niet meer te doen vindende,
trok naar zyne wagtplaats aan de Muider-
poort. Maar 't Eiland werd dien nagt be-
waakt, door de vier Compagnien, dielaatft
waren aangekomen, en men liet 'er niemanc
op, dan dia men wift dat 'er woonde, 's
Anderendaags, kwam 'er wederom eenig
gemeen volk voor 't huis des Admiraals ;
doch men las hun eenen zyner brieven voor,
meldende de plaats, waar hy zig toen met
de Vloot in goeden ftaat bevondt; waarop
zy wel haaft verfchooiden. Doch.de uit-
legger bleef, nog wel vier of vyf dagen,
voor de deur leggen. De beroerte hadt eg-
ter hier geen verder gevolg, en was, door
kloekhertigheid en beleid, gefluit, zonder
een droppel bloeds te vergieten. De Rui-
ter, op de Vloot kennis krygende van 't
gene omtrent zyn huis te Amfterdam voor-
gevallen ware, vondt geraaden, *vryehoe- *fauve~
de te verzoeken van zyne Hoogheid, by ee- garde. *
nen brief, die den elfden September ge-
dagtekend was. Doch de Prins hadtze hem,
op 't verzoek van andere vrienden, reeds
twee dagen te vooren, verleend. Hy liep
cgter, in dit zelfde najaar, hier ter Stede,
nog gevaar van 't leeven. Op eenen mor- De Rui-
gen , den dag wordt niet genoemd, kwam ter loopt,
een onbekend man tenzynen huize aanklop -i!? zyn
pen; en toen hem opengedaan was, metf^"
een groot mes en een bol broodsin de hand, vaar'van
in 't voorhuis indringen, raauwelyk roepen-'t leeven.
èQy waar is Mkhiel de Ruiter? Men vraag-
Bb 2,                    de
»
-ocr page 388-
:
388 AMSTERDAMS II. Deel:
de, op geen kwaad verdagt , wat hy be-
geerde? Hy hernam, dat hy Micbiel de Rui-
ter wilde fpreeken.
De Admiraal, op eene
opkamer , ter zyde van 't voorhuis, dit ge-
roep hoorende, tradt naar beneden, om te
verneemen, wat men hem te zeggen hadt.
Maar de ander kreeg hem zo dra niet in 't
oog, of hy liep, met het bloote mes, in
arren moede, naar hem toe, en zou hem,
naar alle waarfchynlykheid, gegriefd heb-
ben, zo niet een zyner' dienaaren, denboos-
wigt een kleinen ladder, die in 't voorhuis
ftondt, op 't lyf of de armen geworpen, en
daardoor den Heek verzet hadt. Voorts ,
werdt hy ten huize uit gedreeven, zonder
dat iemant in de gedagten kwam, hem na
te loopen, of valt te houden, op dat hy,
in hegtenis geraakt, genoodzaakt mögt wor-
den te ontdekken, wat hem tot zulk een
boos Huk bewoogen hadt. Sedert, deeden
de dienaars van den Geweldige en andere
Geregtsdienaars veel moeite, om hem, in
kroegen en kuffen, op te zoeken en in han-
den te krygen. Doch alle moeite was ver-
geefs. Ook kon men niet bevroeden, wat
deezen menfch tot zulk eene roekelooze
daad mögt gedreeven hebben,en of hy 'er,
uk eigen beweeging, of door anderen, toe
ware aangezet. Wie de ftigter of aanleg-
ger geweeftzy van de beroerte, die, eenige
weeken te vooren , voor 't huis van den
Admiraal verwekt was, heeft men, insge-
lyks, nimmer met zekerheid können ver-
neemen. Men hadt wel fterk vermoeden
op fommigen; doch dit vermoeden hadt *
geen!
-ocr page 389-
I
XIX.Boek. GeschieDeniss»n. 389
geen' grond genoeg, om hen geregtelyk te 1672.
befchuldigen. Zeker is 't, dat iemant, daar-
omtrent woonende, terwyl de burgers van
Smids Compagnie vergaderden , naar de-
zelven toetradt, en,zig gelaatendenergens
van te weeten, den Kapitein vraagde, wat
het volk begeerde
? En als deeze hem onder-
regt hadt, wat 'er gaans ware, antwoord-
de hy, Ik ben zo even by een Heer geweefl,
die by dit volk , met een enkel woord, meer zou
vermoogen
, dan gy met al uwe burgers. Ook
werdt te meer geloofd, dat de beroerte mee
voordagt verwekt was, om dat Mevrouw
de Ruiter, drie dagen te vooren, eenen
brief ontvangen hadt van haar mans voor-
dogter, de Huisvrouw van den Kapitein
jfoan de IVitt, uit Rotterdam gefchreeven,
meldende, hoe daar't gerügt liep, dathaars
Vaders huis te Amfterdamgeplonderd was,
ofgeplonderd ftondt te worden; hebbende
de ondervinding meermaalen en ook hier ter
Stede geleerd, dat zulke gerügten uit vaft-
gefielde voorneemens ontftonden, en zekere
voorboden van onverwagte gebeurteniffen
waren (w).
Maar 's daags na den oploop voor 't huis Eenige
van den Admiraal de Ruiter,op Woensdagbur8eJs
den zevenden September, zynde den ge-J^p Jj,
woonlyken Maandelykfchen bededag, ont- Doele.
ftondt 'er eene andere beweeging in de Staa,
die klaarlyk aangelegd was op het bevorde-
ren van verandering in de Regeering. Eeni.
ge
(w) G. Bbandt Leven van c?e Ruiter, bl, 740-74;, 761.
Bb 3
-ocr page 390-
390 AMSTERDAMS IL Deei.
1672. ge burgers verzogten veelen hunner mede-
,burgeren, by gedrukte briefjes, tegen den
avond van dien dag, op de Kloveniers Doe-
le in de nieuwe Doeleftraat te willen byeen
komen. Negentig of honderd perfoonen,
meefl Handwerkslieden, verfcheenen hier,
tegen den befremden tyd, en waren naauw-
lyks byeen, of de deur van 't vertrek werdt
geflooten, en voorgeflaagen, of de Burger-
pligt, in deezen zorgelyken tyd, niet vor-
derde, dat men zyn werk maakte, om her-
Helling te verkrygen in de oude Privilegien
en Vryheden. Terwyl hier over gefproken
werdt, vondt iemant, geiyk als by toeval,
onder een floelkuffen, in een verzegeld pak-
je, een groote menigte afdrukfels van een
Verzoekfchrift, uit den naam der Burgerye
en Schutterye van Amfterdam, gerigt aan
Burgeme etteren en Raaden, en aan myne
j^e" Heeren van den Geregte. Gerrit Klaaszoon
daar een &"*** Scheepstimmerman, een derafdruk-
Ver- felen opvattende, klom op de tafel, en las
zoek- het Verzoekfchrift, welk uit twaalf Arti-
fchrift, kelen beftondt, die hierop uitkwamen :
twaalf » x' ^at a^e ver^aSte Regenten zig mog-
Arcike- »> ten ontllaan van hunne Ampten, en dat
len be- „ andere bekwaame Perfoonen, Leden van
ftaande. ?) den Gereformeerden Godsdienft, naar
„ den inhoud der Privilegien, in derzelver
9, plaats, mogten worden aangefteld, alzo
„ de Burgers, onder de tegenwoordige Re-
„ geering deezer Stad, zigongeruftbevon-
„ den. 2. Dat de Burgers herfteld werden
„ in derzelver Privilegien en Voorregten.
„ 3. Dat geene Magiftraatsperfoonen, tot
s, Se-
' \
-ocr page 391-
XIOoek. Geschiedenissen. 391
SecretariiTen ingeilooten, Leden mogten ifa%m
„ zyn van den Krygsraad. 4. Dat ieder
„ Regement zyn eigen Colonel hebben
j, mögt, die, door den Krygsraad, uit de
„ byzondere Regementen, zou moeten ge-
„ kooren worden. 5. Dat niemant dan de
j, Colonellen , te beginnen met den oud-
„ ften, in den Krygsraad zou mogen voor-
„ zitten, voorflagen doen en de befluiten
» opmaakenjdat zy den Krygsraad zouden
„ mogen vergaderen , zo dikwils als zy
„ goedvonden, en dat de Krygsraad zynen
3, byzonderen Secretaris hebben zou. 6. Dat
„ niemant tot Kapitein, Luitenant, Vendrig
„ of Serjant zou mógen verkooren worden,
„ dan die te vooren als Adelborft gewaakt
s, hadt, om dus deBurgery te doen regee-
„ ren door bekwaame Officieren, die, ne-
3, vens de Regenten, verpligt waren te zor-
„ gen voor den welftand der Stad, op dat
3, dezelve niet buiten hunne kennis in de
„ handen van een tirannifch volk mögt wor-
„ den overgeleverd, gelyk de nabuuren nu,
„ tot hun uiterfte bederf, ondervonden. 7.
„ Dat, tot voorkoming van zulk een'ramp,
„ de Stads-Artillerymeefters uit de Leden
3, van den Krygsraad zouden moeten ver-
3, kooren worden. 8. Dat de fleutels der
„ Stad altoos, gelyk tegenwoordig, door
„ de Officiers der Burger wagt, op het Stad-
3, huis, zouden moeten bewaard worden.
„ 9. Dat alle de bedieningen, omtrent den
3, Krygsraad open vallende, door den Krygs-
„ raad, zouden moeten begeven worden:
3, ook de drie Doelen, als der Schutterye
Bb 4               „ toe-
-ocr page 392-
392 AMSTERDAMS II. Deel.
1672. s' toebehoorende. 10. Dat Burgemeefteren
„ zig zouden moeten verpligten, om geene
„ ampten noch bedieningen te geeven dan
„ aan zulken, die zes jaaren burger geweeft,
„ en binnen éeQze Stad, of ten minite
„ binnen Holland enWeftiriesland, geboo-
„ ren waren. 11. Dat de Collegien van
„ Schepenen, CommiffarifTen en Secreta-
„ rillen mogten worden gezuiverd, en dat
„ geen Burgemeefter het Schoutsampt voor-
„ taan meer bedienen mögt. 12. Dat de
„ Gilden in derzelver Privilegien gehand-
,, haafd 5 de Gildekeuren uitgevoerd , en
„ alle flraat- enlandloopers geweerd mog-
„ ten worden. De verzoekers beloofden ,
9i ten befluite, goed en bloed voor den Staat,
j, de Stad en den Heere Prinfe van Oranje
„ te zullen opzetten, wanneer in deezepun-
„ ten bewilligd werdt (x)"
't Verzoekfchrift gelezen zynde, werdt
'er gevraagd, of 't niet wel ingeßeld ware ?
en of de Burgery niet in haare Privilegien wil'
de gehandhaafd worden?
't welk van de me-
nigte met ja werdt beantwoord. Men bragt
hierop een Gefchrift te voorfchyn, waarby
dit laatfte alleenlyk begeerd werdt. De mees-
ten tekenden dit Gefchrift. Doch eenigen,
die't in beraad namen, liepen gevaar van
mishandeld te worden, en raakten niet dan
met moeite van de kamer af. Men benoem-
de vier Perfoonen , Do£tor Abraham van
Poot
, den Apotheker Jacob Dankerts, Da-
niel Smout
en Arnout van der Wayen , om
't
(*•) zie Valkenier I. £>«/, Syl, Bf. 69, tl. ua.
-ocr page 393-
X1X.Boek. Geschiedenissen. 393
't Verzoekfchrift, ten volgenden dage,aan 15-2."
Burgemeeileren over te leveren (y). Ook
waren zy, en Doftor van Poot in 't byzon-
der, de voornaamfle dry vers geweeft, onder
de vergaderden in de Doele.
Maar eer wy den uitllag van deezen han- Aanmer-
del verhaalen, zal 't niet ondienftig zyn, kingen
dat wy hier twee of drie aanmerkingen maa- ?v.et d,eu
ken, over het oogmerk en den inhoud van vln°dit
het ontworpen Verzoekfchrift.
                    Ver-
1. Het blykbaar groot oogmerk van hetzoek-
zelve was, gewiffelyk, verandering te we-fchrift'
ge te brengen in de Regeeringe der Stad.
Men befpeurt dit, onder anderen, uit het
eerfle en elfde Artikel, 't Bleek ook uit een Vinnig
vinnig fchimpfchrift, welk, omtrent deezen J^™?*
tyd, geftrooid, en waarin eenigen der ver- ^J^
dagte Regenten met naame genoemd wer- eenige
den. Het luidde woordelyk als volgt: Regen-
ten.
Aen de E. Heeren Burgemeesteren
en ses en dartigh raade der stadt
Amsterdam.
TT/f« iffer foo ongevoelyckofte moetwillens hünt
W die niet en kan fien
, de grouwelycke en-
de verdoemde verraderye die ons lieve vaderlant
fyn gebrouwe ende overgekome
, van diergelycke
Tierannye men niet geboort noch geleefen Joo lan-
ge de weerelt heeft geflaen
, waer in ghy de mees-
mie part fufpecl en fchuldigh fyt
, helpende fmee-
de die verdoemde faamefweringe van het eeuwigh
ediêï, ende a&ens van feclufie ende gearheydt aan
die
fy) VALK.ENIEB , I. Deel, hl. 7Sq,
Bb5
-ocr page 394-
394 Ä M S T ERDAMS IL Deel;
die gr ouwels cke ver r adery e van de witte loeve~
fteynfche factie, alleen uyt eygen regeerfucht enge~
not van de Soeveryniteyt
, Joe kende het loffelycke
Huys van Oranje ende Na (Jouw tot de grondt uyt
te roeyen ende ons en onfe kinderen tot ßaeve en
Contrahutarijfen van Vranckryck te maacken
,
fynde liever frans als prins fiet nu eens aan in hoe
beweenlycke gedeformeerde fiaat gby liedens de
Religie jFufiilie militie politie neevens definantie
hebt gebracht door UE boofe Regeeringb bet
fchip van het vaderlant foo grouwelyx moetwil«
lens voor de wint hsbt chen verfyle
, ende noch
fien wy daaglyckx dat gby liedens daar en booven
alle pracktyck aanwent om in de Reegeringe te
blyven
, ende volgens den vercoop noch alles over te
keveren ofte laaten verhoren gaan
» foo feggen
wy äie een ongelooffelycke getal fyn UE. aan alle
die aan dit grouwelyck ver raat by de gemeente
fufpeel fyt f waar van eenige hier onder gefpeci-
ficeert dat gby aanflonts U ampt ende bedieninge
nederleyt ende Heere Prince van Oranje fonder
uytfiel verfoeckt om fyn reyfe herwaarts te willen
verbaafiigen op dat andere beguaame patriotten
en by de gemeente niet fu/peel mogen geeligeert
worden tot gerufl'tgheydt van het gemeene beft en~
de per faut e van dien foo protefieere hier meede
alle voor de gantfche weerelt dat fy fchuldig fül-
len fyn aan het bloet ende aan alle onheylen die U
mochte overkoomen door de reetvaardige wraack
der getergde gemeente
, dit doende &c.
Hendnck hooft              Hans bontemantel
Jan van der Poll            Roeter Ernft
Lambert Reynft              Jacob Jacobz hinloopen
Nicolaes Pancras            joan Corver
Joan blaeuw                   Pieter Schaap
andries de graaff            Joan Huift
CornelisvanVlooswyck Willem backer
Nicolaes van Loon         Cornelis Rogh.
Doch
•Y-
t
-ocr page 395-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 395
Doch onder deeze zogenaamde verdagte 1672.
Regenten, waren'er veelen, die, indeezen
hagchelyken tyd, in de zwaarwigtigfte Com-
miffien, tot welftand van Stad en Land, ge-
bruikt geweefl waren; gelyk men, zelfs uit
het voorgaande gedeelte deezer gefchiede-
niffe, heeft können zien; en geenen, waar-
van in 't allerminfte blykt, dat zy niet fterk
geyverd hadden, tegen het voorgeilaagen
verdrag met Frankryk, en tot beveiliging
en verzekering der Stad tegen vyandelyke
onderneemingen. Zy, die deeze Regenten
verdagt hielden, noemen zig een ongelooflyk
getal
Doch wy hebben boven (3) gezien,
dat de vergaderden op deDoele naauwlyks
honderd haaien konden, onder welken 'er,
zekerlyk, waren, die 't Verzoekfchrift niet
getekend hadden. Ook werdt'er, weinige da-
gen laater, een lomp fchimpfchrift verfpreid, •
door de Stad, waarin voorgegeven werdt,
dat de voorftanders van het Verzoekfchrift
naauwlyks-eenagtfte gedeelte van de Burge-
rye uitmaakten. Het luidde, van woord tot
woord, aldus:
Antwoort op 't Canaille-requêft, Lomp
ingegeven door vier van hare fchimp-
Belhamels aen de Magiftraet |j™
defer Stede Amfterdam, op den het Ver-
8 September 1672.
                 zoek-
fchrift
De raifonable Gemeente, beßaande in Lu ^^'
theranen
, Catholyken , Remonßranten en be-
ßheydene Gereformeerden
, uitmakende J van
ds
(/*) BUdi, 350.
-ocr page 396-
S96 AMSTERDAMS II.Deel.'
de gewapende Burgerye, ingefien hebbendeden
' feditieufen eyfch van de Canailleufe Requirant
ten, wert verfiaen dat aengaende de Magi-
firaet ofte Burgemeefleren geen andere verkie-
finge fal werden gedaen
, als ontrent onfe Lie-
ven Vrouwen dagh naeflkomende
, volgens het
Privilegie de/er Stede gegeven by ti L. M.
Albrecht
, Grave van Hollant den 16 febr.
1299 (2): en wort oock verfiaen geen andere
als de f e tegenwoordige Regeeringe volgens cos-
tume en Privilegien behoren te gebootfaamen
,
alfchoon die van den Canaille Stadhouder felve
mierde gefielt
, want hy fyn eer ende eedt ver-
acht hebbende
, heeft fich als Mas Aniello
canailleus op laten werpen, om onfe Privilegien
fo licht ah fyn eedt te verbreecken, en met de
voet te treden: dcrhahen wert de Requiranten
haer eyfch ontfeyt. Släum Amfierdam den
10
' September 1672.
Prefent. ut fupra
Was getekent
Privilegium Privilegiorum.
teadvoueert van 'f gros der gefamentlycke
Doopsgefinden, exemt den blauwcnburg-
walfen Steyl-oor, 'tfamen\der Burgerye.
getekent ut fupra.
Lager ftond.
Hantvestius van Willekeur.
Doch
(2) Het Privilegie, waarop hier gezien wordt, is
nipt van den zeftienden February , maar van den'
zeftienden January des jaars 1399 [1400]. Zie IL
Deel, U. Boek, bi. 185.
-ocr page 397-
XIX. Boek. Geschiedenissen. 397
Doch op de waarheid van 't gene, in zul- \ 1672*
ke fchimpfchriften, die door enkele perfoo-
nen van de eene en de andere zyde, kön-
nen gefchreeven en verfpreid worden, voor-
gegeven wordt, is luttel ftaats te maaken.
Het klein getal dei^ vergaderden op deDoe-
le bewyft genoegzaam, dat het 'er wel ver-
re van af was, dat de verandering der Re-
geeringe, door de meefte en voornaamfle
Burgers, zou begeerd geweeft zyn. Ook
was zulk een klein en onaanzienlyk getal
t'eenemaal onbevoegd, om Regenten, die
nooit wettiglyk befchuldigd waren van wan-
gedrag, voor verdagt te verklaaren. Maar,
gelyk eenige tydgenooten hebben aange-
merkt , men beleefde nu booze tyden, in welke
donfchuldigßen dikwils d'ongelukkigflen werden,
en de befien 't boofle loon ontfingen (a).
2. In 't Verzoekfchrift werdt, wyders ,
begeerd „ datgeeneMagiftraats-perfoonen
„ Leden van den Krygsraad waren; dat de
„ Colonellen alleen in den Krygsraad zou-
„ den voorzitten; en dat alle de bedienin-
„ gen, omtrent den Krygsraad vqorvallen-
„ de, door den Krygsraad, zouden moeten
„ vervuld worden;" dingen allen, die niet
alleenlyk regelregt ftrekten, om een voor-
naam gedeelte van den klem van 't bewind,
welk in 't gezag over de gewapende Burge-
rye gelegen is, Burgemeefteren en Regeer-
derenuitde handen te wringen; maar die
ook, meerendeels, vierkant aanliepen tegen
de aloude gewoonte, en tegen menigvuldi-
ge
(4) G. Brandt Leren van de Ruiter, bl, 7«*.
-ocr page 398-
398 AMSTERDAMS II. Deel.
ge Keuren, van tyd tot tyd gemaakt en be-
' kragtigd: 't welk wy voorhebben , in onze
verhandeling over de natuur en herkomft
der Schutteryen en Burgervendelen, om-
ftandiglyk, te bewyzen. Hier merken wy
alleenlyk aan, dat deeze volflrektelyk de
cerfte reis was, dat de Burgery of een ge-
deelte derzelve begeerd hadt, dat Magi- „
ftraats ■ perfoonen geene Leden waren van ,
den Krygsraad. Zo lang de Stad Schutte-
ryen en Burgervendelen gehad had , was
regt het tegendeel in gebruik geweeft. Bur-
gemeeflers waren dikwils Colonellen;Sche-
pens en Raaden ook Kapiteinen geweeft: zo
dat de opftellers van het Verzoekfchrift, of
zy, die hun dit verzoek hadden ingegeven,
hoe groote voorftanders en heriiellers der
Privilegien zy ook wilden geagt worden te
• zyn $ blykbaarlyk toeleiden op het krenken
van het gene, by oude, welherbragte en
tot hiertoe ongekrenkte Gewoonten, heil-
zaam bevonden was, tot behoudenis van de
ruft en welvaart der Stad.
3. In 't Verzoekfchrift, worden, wyders,
den Burgeren voorregten toegefchreeven,
die zy nimmer gehad hadden, en, onder
anderen, den eigendom der drie Doelen,
die wel, oudtyds, door de drie Schutteryen,
welken eene foort van Gilden of Broeder-
ichappen waren, bezeten waren geweeft;
doch van welke Broederfchappen,delaate-
re opgeregte Burger-Compagnien t'eenemaal
onderfcheiden waren, fchoon deezen, inzon-
derheid na het te niet loopen der oude Schut-
teryen, ook Schutteryen genoemd werden:
1
*-
-ocr page 399-
XIX. Boek. Geschiedenissen. 399
al 't welke wy, in de verhandeling der Schut- t&fi$
teryen, klaarlyk bewyzen zullen.
't Verzoekfchrift dan zo merkelyke on- Da voor-
geryradheden behelzende, was het niet™^
vreemd, dat het,gelyk fommigen aanteke- van »t
nen, niet ingeleverd werdt. De visr Per- ver-
foonen, benoemd tot de inleveringe, wer- zoek-
den, den volgenden dag, zynde den ^{JAJÏ
flen September, door eenige tekenaars ,ajleea
overgehaald, orn het Verzoekfchrift te ver-monde-
branden, en 't voornaamfte van den inhoud Hng aan
van het zelve alleen mondeling voor te draa- ago-
gen aan Burgemeefteren. Zy kreegen vrien- ^voor-
delyk befcheid. Burgemeefteren verklaar-gedraa-
den, te willen letten op 't gene zy hadden gen.
voorgedraagen, 't welk op een algemeen
verzoek om herfteliinginde voorregtender
Burgerye uitgekomen was. Zy deeden
hiervan verilag aan de vergaderden op de
Doele, en werden voor hunne moeite be-
dankt. Maar hierby bleef het niet De dry-
vers van dit werk , Do&or Abraham van
Poot
, Jan van Bruynenburg, Elias Nokt en
Henrik van Poot, Broeder van den Dó&or,
die in fommige fchriften van deezen tyd
fchynen voor te komen, als de vier benoem-
den om het verzoek der Burgerye aan Bur-
gemeefteren voor te draagen,yverden,ter-
ftond hierna, om de zeftig Burger-Compag-
nien te beweegen, om twee Gecommitteer-
den uit elke Compagnie te benoemen, die
de belangen der Burgeren aan zyne Hoog-
heid, den Prinfe van Oranje, zouden voor-
houden. Zelfs tekenden zy een gefchrift,
hiertoe ftrekkende: 't welk, nog dien zelf-
de
/
-ocr page 400-
400 AMSTERDAMS ILDeelJ
1672. den avond » door Gerrit Klaaszoon Fruit,
Jacob Luikewaal en Gerrit Meindertszoon,op
de wagten rond gedraagen werdt (b). Doch
ik vind niet, dat deeze toeleg gekikte.
Zyne         Ondertuflfchen, hadt zyne Hoogheid tot
Hoog- op den tienden uitgefleld te verklaaren ,
heidont-we|ke Heeren hy van de Regeering ontflaan
c?2e W1^e' Hy deedt het toen, by eenen Brief,
Heeren uit net Leger by Bodegrave afgezonden, die
uit de den elfden in de Vroedfchap gelezen werdt.
Regee- Volgens eene Lyfl, by den Brief gevoegd ,
nn£e* werden ontflaagen de Heeren
Burgemeesteren.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft.
Schepenen.
Hans Bontemantel.
M'. Willem Blaen.
Mr. Jacob de Graef.
R A A D e N.
Johan van de Poll.
Mr. Lambert Reinft.
Dr. Johan Blaeu.
Hans Bontemantel.
ÏNicolaas van Capelle.
Mr. Andries de Graef.
Mr. Pieter Schaep.
Joan Hülft.
Mr. Willem Bäcker.
OUD-ScHEPENEN,
D'. Roetert Ernft.
Dirk
(fc) VALKENIER I, Detl, hl. j$o, 7JI. Byl, N. is. hl. ists
\
-ocr page 401-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 4or
Dirk Spiegel.                »                 1Ó72.
Nicolaas van Waveren.
Mr. Arnoud Hooft.
D'. Gerard Bors.
In den Brief, werdt verklaard ,, dat dit
M ontflag gefchiedde, in gevolge der Refo-
„ lutie van hunne Edele Groot-Mogendhe-
„ den van den zevenentwintigften Auguftus
„ laatftleeden; en der aanbiedinge van vry-
„ willigen afftand van Burgemeefteren en
j, Vroedfchappen, in derzelver Refolutie
,, van den vyfden deezer." Ook verklaar-
de zyne Hoogheid „ dat de ontflaagen Hee-
„ ren, door dit ontflag, geenszins in hunnen
s, goeden naam en eere gekrenkt of beua-
,> deeld werden , zullende hy hun, des
„ noods, ten allen tyde, zodanige byzonde*
„ re befcherming en vrye hoede verleenen,
„ als zy zouden können begeeren (£)."Hec ^
ontflaan deezer zeftien Heeren werdt ter-
ftond aan de Gemeente bekend gemaakt. Zy
kon 'er uit zien, dat niet allen, die te voo-
ren getekend waren als verdagt by de Bur-
gerye , door den Prinfe - Stadhouder, be-
dankt werden. Onder deeze getekenden^
waren 'er wel zeven, te weeten de Heeren
Henrik Hooft, Nicolaas Pancras, Cornelis van
yiooswyk
, Nicolaas van Loon, Jacob Jacobsz,
Hinloopen
, Joan Corver en Cornelis Rogh (d\
die in de Regeering bleeven: waartegen we-
derom mdere zeven Heeren, Willem Élaeuwt .
! (c) Refol. Vtöedfch. Lr. H. il Sept. 167z. f. »98. Z»>
eok^ de Lyft der XXXVI. Raaden v*or de ftandv. op httjaar
(d) Zie lri<?r voor, bl, .3,94.
V. Stuk.              Cc
c
-ocr page 402-
402, AMSTERDAMS ILDeeU
1672 Jacob de Gnaef, Nkolaas van Capelle, Dirk
Spiegel, Nkolaas van Waveren
, ArrmdHooft
en Ger ar d Bors bedankt werden, die by de
yveraars uit de Burgerye niet verdagt ver-
klaard waren. Doch de Prins - Stadhouder
hieldt geenen van de ontflaagen Heeren ver-
dagt van pligtverzuim. Hy ontfloegze al-
leenlyk uit ftaatkundige inzigten, van wel-
ker redelykheid en gegrondheid hy zelf goed-
vondt te oordeelen.
De aan- De twee aanblyvende Burgemeefteren en
biyvende de niet ontilaagen Raaden verzogten zyne
Regen Hoogheid, ten zelfden dage, by eenen be-
ten ver legden brief, die wederom door den Se-
dafzyne cretaris Schaap afgezonden werdt, dat het
Hoog- hem gelieven mögt de opengevallene plaat-
heid de fen der dienende Burgemeefteren, Schepe-
openge nen eri Raaden, met andere bekwaame man-
pSen nen, te vervullen (*). Terwyl men hierop
vervulle. befcheid verwagtte, kwam 'er,den dertien-
De ^er- den, een Lyft in 't licht van twee en d«r-
gader- tjg perfoonen, die, drie dagen te vooren,
denDoPele door de vergaderden in de Doele , be-
geeven noemd waren; en uit welken men begeer-
ctoartoe de, dat de Prins van Oranje zeftien Perfoo-
cene nen tot Vroedfchappen kiezen wilde, zon-
iv™?n der dat de goede yveraars fchynen gewee-
tiem'i ten, of opgemerkt te hebben, dat 'er niet'
licht. meer dan negen Heeren uit de Vroedfchap
ontflaagen waren. De Lyft was getekend
door Do&or van Poot, die zig al|Secre-
taris der Vergaderinge fcheen te laaten ge-
bruiken. Zy behelsde de volgende naamen:
Lau-
(ff) Refol. Viocdfch. L\ H. Il Stpt, 1072. ƒ. 300*
f,
JU' .
.-■
-ocr page 403-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 403
Laurens Jans?,. Noote. Nkolaes Walléndael. iè>a.
Jacob Winter* ,         JVyerBeeldfnyder,
Philips Zaal               Reynier Lampen.
Cornelis Bäcker.           Jan de Kuyer.
Jan Stakelenbeecq. Cornelis van derNooU
Elias Linckenburgh. Adriaen Ackerlack,
Härmen Gerritsz Pot. Jan Snel.
Johannes Pollio.           Hendrickde Kempenaer.
Jfack Warnfinck.         Härmen Voordy.
Tymenjacobszjoncker.Willem van den Broeck.
Jfack Loeman.             Jan van Erpecum.
Pieter Gillisz. van den Dirck Bloem.
Bos.                    Abraham Atewyn,
JVeJJel Smith.              Gillis Wybrants.
Pieter Koek Dircksz. Jan van Klarenbeech
Johan Pyl.
                 Andries- van Berg-
Govert Outvorfl.                heyck (3).
Onder deeze Perfoonen waren eenigenZy wor-
der hoofden van de vergaderden op de Doe- den des*
Ie, die hierdoor zo zeer in de veragdngvan J?se
veel en raakten, dat men niet fchroomde, fok $£-"
hen te befpotten in openbaare fchimpfehrif- fchimpc.
ten, die men voor hunne huizen te koop
liet fchreeuwen; 't welk hen zo bedeesd
maakte, dat zy 't hoofd naauwJyks terdeu-
re
(3) In de Nederduitjcbe Kewdigten , bl. 395.
vindt men eene Lyft van drie en dertig, tendee«
le dezelfde, doch grootendeels andere naamen ,
waaruit de vergaderden op de KIoveniers-Doele
begeerden, dat zyne Hoogheid de Vroedfchapver-
kiezen zou. En , veelligt , zyn 'er, in deezen
verwarden tyd, verfcheiden' zulke Lyften ontwor«
pen, die allen even weinig aanmerking verdien-
den*
Cc 2
-ocr page 404-
404 AMSTERDAMS II. Deeê.
!672 re uit fteeken durfden (ƒ). Ondertuffchen,
' floeg zyne Hoogheid zo weinig agt op dee-
ze benoeming, dat hy niet meer dan een'
der benoemden in de Regeering fiel de; ge«
lyk wy wel haaft zien zullen.
Nader Den Secretaris Schaap, op den dertien-
verzoek den, verflag van zyne verrigtinge by den
der aan- Prinfe gedaan hebbende, vonden deaanbly-
biyvende vencje Burgemeefleren en Raaden dienflig,
^nêaeann\hem andermaal af te vaardigen, om uit zy-
zyne ne Hoogheid te verneemen „ of de bedank-
Hoog. 99 te Heeren zig, voortaan, van alle amp-
heid- j, ten en waardigheden zouden moeten ont-
„ flaagen rekenen, en als byzondere Per-
„ foonen aangemerkt worden ; dan of de
„ ontflaagen Burgemeefleren en Raaden den
„ rang van Oud-Burgemeefleren en Oud-
„ Schepenen zouden bly ven behouden, en in
„ die hoedanigheid mogen verfchynen, op de
„ verkiezing van Burgemeefleren? Ook of
„ niemant hunner, voortaan, eenig Com-
„ miflarisfchap in 't een oft ander Collegie
„ binnen deeze Stad zou mogen bekleeden,
„ of Colonel of Kapitein der Burgeryezyn,
„ of zitting behouden in de Collegien ter
„ Admiraliteit in Zeeland en in 't Noorder-
„ kwartier? Voorts, of de ontflaagen Oud-
„ Schepenen,Raaden zynde, ookvanhun-
„ ne Raadsplaatfen moeften afftaan , al-
„ fchoon zy daarvan niet byzonderlyk ont-
3, flaagen waren? En eindelyk, of Burge-
„ meefteren , uit naame van zyne Hoog-
„ heid, de bedankte Heeren van hunnen
„ eed ontflaan zouden?" De aanblyvende
Hee-,
(f) Zit Vaderl. Hift. XIV. Z)«/, bl, zï$, *W»
-ocr page 405-
.!•
XIX.Boek. Geschiedenissen. 4©5
Heeren vonden geraaden, hierop, fchrif- i^%.
telyk antwoord te verzoeken van den Prin-
fe tot hunne geruftheid, alzo eenige aan-
zienlyke burgers kwalyk fcheenen te nee-
men , dat het ontflag der bedankte Hee-
ren, door fommigen, begreepen werdt zig
tot alle andere ampten en waardigheden uit
te ftrekken. Schaap vertrok dan den veer-
tienden naar den Haage (g), daar de Prins
zig toen bevondt, en keerde , eerlang, te
rug met twee brieven, die den vyfrienden
gedagtekend waren. By den eenen , ver, Ant-
klaarde zyne Hoogheid „ geen ander 00&'^f
„ merk gehad te hebben, dan dat de ont- Prinfet
„ flaagen Heeren zig van alle ampten en be-
„ dieningen, hun van Stads wege opgedraa-
„ gen, zouden moeten ontflaagen agten."
Ook gaf hy te kennen „ dat hy met be-
vreemding gezien hadt, hoe, in de ge-
drukte Copyen van zynen voorigen brief,
den naam van den Heer Pieter de Graef
niet onder denaamen der ontflaagen Hee-
ren gefteld was: 't welk by een misflag
moeit toegekomen zyn, zyndezynemee-
s» ning geweeil ook deezen te ontflaan van
s, de Regeeringe." By den tweeden brief, Die
werden de volgende Heeren, door zyne nieuwe
Hoogheid, in de plaats der ontflaagenen, ^6^,
aangefteld:
                                             ftelt.
Burgemeesteren.
Coenraed van Beuningen, oud Bur-
gemeefler.
(£) Refol. Vioedfck. Lt. H. 13, r+Sept,ii7Z*f. joz, 303.
Cc 3
*
-ocr page 406-
4o6 AMSTERDAMS II. DeeC.
J672,            Jóhan Hudde.
Schepenen.
Louis Trip.
David de Wilhem.
Nanning Kloek.
R A A D E N.
r
Nicolaes Opmeer, oud Schepen*
Louis Trip.
Johan Appelman.
Henrick Becker.
Johan Commelyn.
Dirk Blom.
Michiel Tielens.
M'. Gillis Sautyn.
Dr. Gerard Bors.
Coenraed Klenk.
Onder deezen, was de Heer Dirk Blom
de eenige, die door de vergaderden op de
Doele benoemd geweefl was. Dr. Gerard
Bors, die nu in deVroedfchap gefield werdt,
was, te vooren, door zyne Hoogheid, als
Oud-Schepen, ontflaagen geweefl. De nieuw-
lings aangeflelde Heeren werden, terflond ,
in den eed genomen, na dat Burgemeefle-
ren , daartoe door den Raad gemagtigd
zynde , de bedankten hadden aangezeid,
dat zy door zyne Hoogheid van alle amp-
ten en bedieningen ontflaagen waren (h).
Ook werden, eerlang , de Commiffien,
welken fommigen van hun bekleed hadden,
aan andere Heeren opgedraagen (i).
't Groo-
(b) Refol. Vroedfch. L*. H. ij Sept. 167z. ƒ. 3°*» 40«.
(,) Rdoi, Vrocdfch. L*. H. 4 Oct. i6ji, f. 32$ , 327.
-ocr page 407-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 407
't Groote werk van de verandering der ^2:
Regeeringe was hiermede afgedaan, 't Was Misnoe-
'er nogtans wel verre van af, dat het allen gen on-
ingezetenen evenzeer behaagd zou hebben. ^e.refo.rn]
't Leedt maar weinige dagen, of men vondt gjf^."
een gefchrift aangeplakt aan den Jan-Roo nen over
den-poorts-tooren , waarin de ontflaagen deeze
Heeren driftiglyk verdedigd werden , en de verande-.
verandering toegefchreeven aan den Bürge-nns*
meefter Gillis Falckenier, die zyne vrienden
ter Regeeringe hadt willen indringen, om
zynen aanhang te ftyven. 't Gefchrift heet-
te te fpreeken uit den naam van veels dui-
zenden Burgers, en de opftellers zeiden voor
't meerderdeel te behooren onder de Kapkei-
nen Jacob de Graef, Jan Huift, HansBonteman-
tel, Nicolaas van Waveren,
en Blaauw, alle ont-
flaagen Regenten, voor welken zy lyf en goed
wilden opzetten. Zy waarfchuwden elk,
toe te zien,dat het hier niet opzynHaagfch
afliep, en de Stad in een bloedbad geraak-
te (£). Doch op dit dreigen kwam geen ge-
volg ,enAmfterdam geraakte, allengskens,
inwendig in ruft. Tot meerder verzekering Orde op
der zelve, en om, in deezen bangen oor-'th°uden
logstyd, alle noodelooze blyken van open- Kermis.
baare vreugde te vermyden , was, reeds
voor eenigen tyd, vaftgefteld, op den jaar-
lykfchen Kermis, die in September valt,
geenerlei Spelen, en zelfs geene Kraamen
toe te laaten. Wat laater, beiloot men nog-
tans , te gedoogen, dat Burgers Kraamen
opregteden: ook WTafelkraarhen, mids, in
r                                                    de-
(kj vit een Affchiift van 't Oorfprongkelyke.
Cc 4
-ocr page 408-
408 AMSTERDAMS II. DeeC
dezelven , geene buitenfpoorigheden wer-
den toegelaaten (/).
In 't begin van O&ober, was by Burge-
meefteren en Raaden beflooten, de Over-
manfchappen der Doelen te vernietigen, en
de inkomften derzelven aan de Heeren The-
faurieren aanbevolen te laaten, mids zy die
inkomften, zo ver dezelven mogten ftrek-
ken , bekeerden tot onderfteuning van den
Krygsraad (m). Wat laater, werdt ook het
Pluimgraaffchap, of het opper-opzigt over
de Stads Zwaanen, welk, gemeenlyk,door
eenen Burgemeefrer, waargenomen werdt,
te niet gedaan, en de Zwaanen, die thans
in wezen waren, gefield aan de befchikking
der Heeren Thefaurieren (n).
Onder de belaftingen, die de tegenwoor-
dige oorlog in Holland noodzaakelyk maak-
te , hadden 's Lands Staaten ook eene Capi-
taaie Leening
gevorderd, beftaande in eenen
dubbelen tweehond er dften penning, die in
gemaakt Goud- en Zilverwerk mögt betaald
worden, van welks waarde, gerekend te-
gens agtenveertig guldens en twaalf Huivers
de onfe goud, volgens 's Lands Plakaaten
gewerkt, en drie guldens vyf Huivers, de
onfe Zilver groote keur , Obligation ver-
leend, en vier ten honderd in 't jaar In treft
betaald zou worden (0). Elk hadt, zo dra
het oogmerk der Staaten bekend gemaakt
was,
(l) Refol. Vroedfch. L*. H. 9 <Aug. 3, 1 Sept. 1672. f.
219, 2**t 2»7.
(m) Refol. Vroedfch. Ar. H. 4 Oei. 1672. f. 316.
(n)
Refol. Vroedfch. Lr- 1. 1« Ntv. 1671, f. $0.
(?j Groot-Plakaatb. UI. Diel, hl. 10+3.
16*72,
DeOver-
man-
fchappen
der Doe-
len en't
Pluim-
graaf-
fchap
vernie-
tigd,
Gelegen-
heid tot
hetop-
regten
eener
Munt,
hier ter
Stede.
-ocr page 409-
'SUP
XIX.BoekC Geschieöenissen. 409
was, zyn Goud- en Zilverwerk in de Wis- ifa
felbank deezer Stede gebragt, om welk te
ontvangen, men meer dan één vertrek fchik-
ken moefl (p). Doch de zwaarigheid be-
ftondt in dit goud en zilver, fpoedig ge-
noeg , tot geld te munten. De Munthuizen
in Gelderland, in Utrecht en in OveryfTel,
waren in handen van den vyand geraakt, en
't verzenden van ongemunt Zilver, naar de
Hollandfche Munten te Durchgeht en te
Enkhuizen , kon niet gefchieaen zonder
gevaar: behalve dat de Munten, jn dee-
ze twee Steden, de Gemeente en 't Land
ook niet vaardig genoeg van een' genoeg-
zaamen voorraad van penningen voorzien
konden. Men was, derhalve, hier ter Ste-
, de, al by tyds, bedagt geweeft op het ver-
zoeken van Oélroi van 's Lands Staaten, om
hier, by hoogen nood, eene Munt te mo-
gen opregten (q). Doch Dordrecht en de
Weftfriefche Steden kantten zig fterk tegen
het verleenen van zulk een Oétroi. De Stad
verklaarde, geenszins van meening te zyn,
om de andere Steden van 't regt der Mun-
te te ontzetten, en hier niet te zullen mun-
ten, dan by hoogen nood. Men tradt in
onderhandeling met de belanghebbende Ste-
den (r). Die van Weftfriesland gaven te
kennen, dat zy 't regt der Munte, op re-
delyke voorwaarden, by voorbeeld dat het
voordeel voor hun, en 't geryf en Regaal
der
O) COMMELIN, hl. lioj.
(cj) Refol. Vroedfch. Lt. H. ij Jttny 1672. f. lot.
(rj Kei'olt Vroedfcn, Lt. H. 16 July 1671. ƒ. I6»*
Cc 5
-ocr page 410-
4io AMSTERDAMS EL Deel.
af « der Munte voor Amfterdam zouden zyn,
wel aan de Stad wilden afftaan. Doch die
van Dordrecht verklaarden, datzyAmfter-
dam niet zouden können geryven, al wilden
zy fchoon, om dat reeds onder 't graauw
verfpreid werdt, dat zy het Munt- en Sta-
pelreet , tegen de Privilegien, voor geld
verkogt hadden (ï). Amfterdam verkreeg,
eindelyk, met veel moeite, verlof, om, in
de tegenwoordige verlegenheid om pennin-
gen, en buien benadeeling derHollandfche
Munten, geld te mogen flaan of fchroeven.
In O&ober, was alles tot de Munt in ge-
reedheid gebragt, en delnftruäien voorde
bedienden der Munte opgefteld en goed ge-
keurd (0- 'c Stads Wagthuis aan den Re-
guliers - tooren werdt bekwaam gemaakt tot
een Munthuis, alwaar, eerlang, gouden
Ducaaten en zilveren Ducatons en Ryks-
daalders gemunt werden, die t wapen der
Stad op de voorzyde droegen. De Munt-
meefter mögt geene andere Muntftoffe ge-
bruiken, dan die hem door Commiflans-
fen van de Wiffelbank , ter hand gefteld
werdt. De Stad genoot al 't zuiver voor-
deel van de Munte. Het munten duurde,
tot dat de drie overheerde Provinciën van
den vyand verlaaten, en in 't jaar 1674 met
de overigen vier hereenigd geworden wa-
ren Het Munthuis werdt, federt, tot eene
herberg bekwaam gemaakt , die nog den
naam van de Munt draagt (u).
              ^
(s) Refol. Vioedfch. Lt. H. 6 ^lug. i67i.f. 209.
(t) Refol. Vioedfch. Lt. i. is, « ?P' »«**• /• x» z«
\m) COMMELIN, bU 70J' ii°<S» "°8"
■V
-ocr page 411-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 411
De Colonel van Beveren,die,voor eenen .1672;
korten tyd, bevel gevoerd hadt over de be- De Sta"d
zettinge der Stad, was, in 't begin van Ju-verzoekt
ly, reeds van hier vertrokken; en zyn ver- om ee-
trek hadt gelegenheid gegeven tot een be- "en an"
fluit der Regeeringe, om met het aanwer- ce0rma
ven van Waardgelders of Kanonniers, die mandant,
reeds vierentwintig honderd fterk waren, in de
ftil te ftaan, tot dat de Stad van eenen an- PIaats
deren Commandant voorzien zou zyn. De ]^r v"n
Heer van Beveren hadt, geduurende zyn Beveren.
verblyf alhier, zo weinig genoegen gege-
ven , dat men hem niet wederom tot Com-
mandant begeerde, en liever zag, dat de
Heer van Weideren tot Commandant werdt
aangefteld (u). Zyne Hoogheid hadt, reeds
in 't begin van Auguflus, en dus lang voor
de verandering der Regeeringe, begeerd,
dat de Waardgelders hier afgedankt wer-
den, en dat de Stad, met eene bezetting
van 's Lands Krygsvolk, voorzien werdt.
Doch men verftondt toen, dat dezelven, als Zy wil
meeft braaf volk en hier gezeten zynde, in J™are
dienft behoorden te blyven. Ook vondt men g^yJrs
in 't eerft ongeraaden, dezelven op foldaa- |n dienft
ten-gaadje te brengen, waarop door eeni- houden,
gen gedrongen was; hoewel hiertoe eerlang
beflooten werdt. Wat laater, werden aan
zyne Hoogheid, op zyn verziek, driehon-
derd man uit de Stads bezettinge, tot uit-
voering van zekeren aanflag, dien ik niet
gemeld vinde, toegevoegd: en in't begin
van *
(v) Refel. Vïoedfch. la, H. itf Jalj/» 4 ^«JT« i«7». ƒ.
170, 201.
-ocr page 412-
'
412 AMSTERDAMS II. ÜEEt:
1672, van O&ober, zondt men, op 's Prinfenaan-
fchryvens, drie Compagnien van de zelve
naar Texel en 'tVlie, daar men bedugt was
voor eene landing der Engelfchen, die°zelfs,
naar men hier vernomen hadt, eenen aan-
flag op deeze Stad in den zin hadden (-&).
Doch fchoon men, ten zelfden tyde, aan-
hieldt by zyne Hoogheid, om eenen ande-
ren Commandant in de Stad, en om het
te rug zenden van den Ingenieur du Mont,
vind ik niet, dat tot het een of het andei
beflooten is.
            %
Eenige Weinige weeken te vooren, hadt menge-
doorfby- raaden gevonden, de doorfnydingen in den
dingen Diemerdyk by Jaap Hannes wederom digt
wecUn te maa^en > a^zo ^e verfchanfingen en bat*
digt ge- terYen aldaar nu in goeden ftaat van tegen-
maakt, weer waren gebragt. Wat laater, werdt
ook beflooten , de doorfnydingen in den
Haarlemmer weg eenigszins te floppen, o-
vermids de Polders daaromtrent anders niet
konden worden droog gemaakt (V).
Kapitein In Jaly te vooren, hadt zyne Hoogheid
Cornelis het Slot te Kroonenburg aan de Vegt bezet
Witfen met omtrent honderd en dertig man, onder
Wordt ge
Vangen
en ge-
ioft.
de Kapkeinen Cornelis Witfen^ Amfterdam-
mer, en JV. Bouwman. Vyftien honderd Fran-
fchen uit de bezetting van Utrecht waren,
óp den eerftep Auguftus, opgetrokken, om
dit Slot te bemagtigen. Zy befchooten 't,
uit drie flukken. Doch op 't flot was gebrek
aan
(w) Rcfol. Vroedfch./,».H. 4»y»<f, ï8, tj.jo^«^ 40Ö.
1672./. 200J 206, 212 , 24+t *59 » i7» » 3U. COMMf.
I.1N. bl. 1107.
(xj Refol. Vïoedfch.Lu H. 3 , Il Seft. 1672./. 275», 301.
-ocr page 413-
XIX.Boek, Geschiedenissen. 413
aan krygsbehoeften, waarom Bouwman ge- 167&;
raaden vondt, in befprek te treeden met;
den vyand. Maar Witfen, niet van zins zig
zo fchielyk over te ge even , weerde zig ,
eenen tyd lang, wakkerlyk, uit de kelders
van 't flot. Eindelyk, werdt hy overmand,
en met al de bezetting krygsgevangen ge-
maakt , en naar Utrecht gevoerd (y). De
Regeering van Amfterdam nam , op den
vierden October, een befluit, om Witfen,
dießcb, dus luidt de Refolutie, alomme als
een braaf foldaat
hadt gecomporteert, en toen
nog te Utrecht gevangen was, te loflen (2);
gelyk, meen ik, federt, gefchied is.
De Franfchen hadden, na dat zy Naar- Men be-
den en Utrecht bemagtigd hadden, van tyd fluit de
tot tyd, de Gooilandfche enAmftellandfche £™jL
Dorpen afgeloopen. In Oclober, trokken zy, Muiden
met een aanzienlyken hoop volks, aan op de van
poften van Prinfejoan Maurks vanNafTau, Krygs^
Wiens hoofdkwartier te Muiden was. Zy lo]]i uit
waren rykelyk van grofgefchut voorzien, dam t0
en overweldigden eene fchans in 's Graaven- voor-
land. Doch by de poft te Ankeveen, diezien«
vinnig befchooten werdt, werden zy wak-
kerlyk afgeflaagen. Prins Joan Maurits gaf
'er der Regeeringe deezer Stad kennis van,
haar te gelyk verzoekende, om een merke-
lyk aantal van Krygsvolk, tot verdediging
der poften, die hem waren aanvertrouwd.
Men befloot, hierop , Burgemeefteren te
magtigen, om zes- of zevenhonderd 'man
van
(y) COMMELIN, hl. 1207.
{z) Rdol, Vioedfch. ir. H. 4 Ott, l6jx ƒ. 32*.
-ocr page 414-
w^w^---------
414 AMSTERDAMS II.Deeê;
tftft van de Stads foldaaten derwaards te fchik-
ken; doch vooraf den Heer en M'.NicoIaas
ffitfen,
Raad, af te vaardigen, om de ge-
legenheid der poften te onderzoeken, en
wegens de plaatfingvan het Krygsvolk dee-
zer Stad overeen te komen (a). Ondertus-
fchen, hadt zig een groot getal van Land-
luiden, welker huizen en goederen , door
den vyand, verwoed waren, begeven naar
Amfterdam, alwaar zy, tot in't volgende
jaar, door de Aalmoefleniers en Huiszitten-
meefters, op laft der Regeeringe, onderhou-
den werden (£)•
          ,.,,,,, 11
Voor- De Franfchen denLekdyk hebbende door-
zorg om gefteeken, om Holland, door middel van
het hoog hetOpperwater 5t'eenemaal te doen onder«
tTwdk'vloeijen; beval de Prins van Oranje, voor-
doÄziende, datverfcheiden'Polders in Rynland
doorftee-geheellyk zouden overftroomdworden,zon-
ken van ger ^at ^e uitwaterende Huizen, te Spaarne-
tl over dam en op Halfwege, genoegzaame ont-
't Und lading zouden können toebrengen; dat Dyk-
gebragt graaf en Heemraaden van Amftelland, met
was,door §ennis der Regeeringe van Amfterdam, zo
de Stads veel waters jn hun Diftricl: zouden inlaaten
St als mogelyk ware, mids de boezem van Am-
Y, we- ftelland laager bleeve dan die van Rynland;
derom te en daarna, in den Veendyk of Amfterveen-
loozen. ^henweg, eene bekwaame opening maa-
ken, om het water der Haarlemmer-Meer,
door dezelve, en voorts door de (luizen
van Amfterdam, zoveel mogelyk ware, te
loo-
# .■
(a) B-efol. Vroedfch. Lt. H. io Ott. 1672. ƒ. IM.
lb) Refol. Vioedfch. U. I. iot 15 M**rt 1673./. 1 Si» *iS*
-ocr page 415-
, I: '
XIX.Boek. Geschiedenissen. 415
loozen. De brief, waarby zyne Hoogheid 167»,
deeze bevelen gaf, werdt, den dertienden
O&ober, in de Vroedfchap deezer Stad,
overwoogen. Burgemeefteren droegen den
Raad voor, dat, behalve den Lekdyk, ook
de hooge Zeedyk by Naarden , door den
vyand , doorgefteken was ; waardoor het
Land metoverftrooming, zo wel van *t Zee-
water als van 't Rivierwater, gedreigd werdt.
Men verzogt en magtigde de Heeren Joan-
nes Hudde,
regeerend' Burgemeefter, Nico-
laes Pancras
, Cornelis Bäcker, Cornelis Geel-
vinck, Heere van Kaftrikum, Mcolaes van
Loon,
en Mr. Jan Corver, Raaden, om te
overleggen, op welk eene wyze, men be-
kwaamlykft aan het heilzaam oogmerk van
zyne Hoogheid voldoen, en den vyandely-
ken toeleg tegengaan zou können: waarna
zy den Raade van hun gevoelen verflag
moeiten doen (c). 't Gefchiedde, weinige
dagen laater. En de Raad befloot „ voor- Men be-
„ eerft, een gat te maaken , nevens den fluit een
„ Overtoom en 't eerfte huis op den Veen-gatin
„ dyk, ter wydte van twintig voeten; het^nd fe
„ zelve met fcheepsplanken te overdekken, del-
„ en naar de zyde der Meer , met eene ven.
„ draaideur, te fluiten. Door dit gat, zou
„ men het Meerwater können loozen, wan-
„ neer het hooger ware dan het Amftelwa-
„ ter, en dus, ten minfte gedeeltelyk, vol-
„ doen aan 's Prinfen oogmerk, met den
„ meeften fpoed, en zonder iemants bena-
„ deelinge." Wyders, vondt men geraa-
den>
{c) Refol. Vroedfch. Lr. H. ij Ott. 1671./. lio.
-ocr page 416-
416 AMSTERDAMS II. Deel:
ï672 den de uitwaterende fluizen van Rynland
„en Amftelland, met de ebbe , te doen
„ openen, om de hooge overftrooming, voor
„ welke men bedugt was, te voorkomen. En
„ op dat de vyand, den Lekdyk, den Zui-
„ derzeedyk en andere dyken, van welken
„ hy meefter was, doorfleekende, Holland,
„ naar zyn welgevallen, niet zou onder wa-
„ ter zetten, wift men geenen beteren raad,
„ dan dat men zig, met al 's Lands magt,
„ bevlytigde, om den vyand, nog voor den
„ winter, uit Naarden, Woerden,Utrecht
„ en andere Plaatfen te verdry ven; om wel-
„ ken raad den Gecommitteerden Raaden,
i, en den Prinfe van Oranje fmaakelyk te
„ maaken, de regeerende Burgemeefteren
Coenraad van Beuningen en Joannes Httdde,
„ en de Raaden Gillis f^akkenieren Cornelis
Geehinck, Heere van Kaftrikum, benoemd
't welk „ werden (d)." Het maaken van het gat in
door den Veendyk werdt egter, op het lterk aan-
Haarlem houden der Stad Haarlem, diebedugtwas,
jegenge- datzVj door het zelve , in haare fcheep-
wordt" vaart benadeeld zou können worden, eemgen
tyd uitgefteld. De Stad Amfterdam boodt
de noodige verzekering aan, om Haarlem
geruft te (tellen; en onder anderen het gat
zulks te overdekken, dat het onmogelykbe-
vaaren kon worden. Doch die van Haarlem
namen geen genoegen in 't gene men hun
aanboodt; zo dat het doordelven van den
Veendyk, eindelyk, geheel agter bleef O).
Men'
(d) Refol. Vroedfch. Lx, I. 21 03. Hfli ƒ• 3- »» d* By-
{*) Rdbi. Vroedfch. Lt, I. zi, « Nov. j Dec. Ujt.f.
5ïï«J»72«
-ocr page 417-
XIX.Boek. Geschiedenisen. 417
Men loosde, aüeenlyk, eenige maanden 1672;
agtereen, by ebbe en laag gctyde, het o-
vertollig Amftelwater, door de Stads {lui-
zen , in het Y, zo veel men konde. Het hoog
opperwater vloeide nogtans over de gemee-
ne wegen, in Amflelland en elders, en maak-
teze, voor eenen tyd, onbruikbaar. Ook
bevalen Burgemeefteren, in 't begin des vol-
genden jaars, datzy, die laage wooningen
en kelders binnen de peil (luizen der Stad in
gebruik hadden, zig voor fchade moeften
hoeden, wanneer men, by hoog buitenwa-
ter , niet in ftaat mögt zyn, om te loozen
haar behooren;en het water binnen depeil-
fluizen, met het hooge Amftelwater, op
dezelfde hoogte geraaken mögt (f). Doch
van de andere zyde, werdt de Stad,uit de
Lek, voorzien van zoet water, zo dat de
Brouwers alomme uit de graften brouwden,
efi de Noordhollanders hunne waterfche-
pen,voor deS. Antonis fluis binnen de Stad,
vol zoet water lieten loop en (g).
In 't begin van November, kreeg men, Men
hier ter Stede, berigt, dat de Franfchen, zendt
in het Dorp Waveren, brand geftigt en ge- l*yJ?l.eT'
ftroopt hadden. Men befloot hierop, ter-Volknaar
ftond, tweehonderd Stads foldaaten en ee den Uit-
nige jiuitery te zenden naar den Uithoorn,hoorn etl
tot verfterking van de poll: aldaar. Ook wer- JJerkeris!
den tweehonderd man van hier uitgezonden,
om te Ouderkerk poft te vatten (/;). En al-
zo
(f)  Kemb. £r. P. ƒ. <5j verfo.
(g)  Refol, Vroedfch. L*.l. ii,iü J.tn. 7, g Maart 1673.
f. 104, III, 134, I3J. COMMELIN, bl, 1207,1211.
(h) Refol. Vioedfch. IJ. h s Nov. 1072. ƒ. 1*.
V. Stuk.               Dd
-ocr page 418-
4i8 AMSTERDAMS II. Deel.
,572 zo men, bydiergelyke gelegenheid, ligte-
lyk meer krygsvolk kon noodig hébben ,
werden Burgemeefleren gemagtigd , om
over zeshonderd man Stads foldaaten tebe-
fchikken, zonder dat zy'den Raad,vooraf»
behoefden te kennen (i).
Voor- Tegen 't einde desjaars, kreeg men ,
zorg hier ter Stede, tyding van den toeleg des
alhier op vyands op Holland; waartoe de flrenge vorft
de tyding hem goede geiegenheid gaf. Men befloqt
door terftond zeshonderd matroozen aan te nee-
breeken men, en, op ingekomen berigt, dat de Fran-
derFran-fchen, inderdaad , by Bodegrave doorge-
fchen by broken waren;en daar, en daaromtrent, de
er°ave meefte verlaaten huizen in den brand ge-
ftoken hadden; nog twaalfhonderd matroo-
zen te werven, die, onder bevel van den
Vice-Admiraal Sweers, naar Alfen werden
gezonden. Men nam ook een goed getal
van vrywillige burgers aan. Op 't byten
langs den Amftel, werdt de vereifchte orde
gefteld. Ook werdt, over't maaken van
eene dwarsbyt over 't Y, van Funen af*
tot aan de Volewyk toe, geraadpleegd met
den Luitenant - Admiraal de Ruiter^), aan
wien het bevel over al 't volk van wapenen,
zo burgers, matroozen als foldaaten, langs
het Y enden Waalkantjopgedraagenwerde
(/). Voor Durgerdam werden vierOorlogs-
fchepen gelegd, onder bevel van den Kapi-
tein
(i) Refol. Vroedfch. £». I. 12 Nov. I67t. f. 4J.
\() Refol. Vroedfch. £'. I. 28 , 29, 31 ,/>«• i67z. z
fan. 167?. ƒ.81 , «1 enz.. 86 enz. 89.
(/) Gïoot-Memor. N. VI. ƒ. 116* Brandt de Ruiter,
-*.,
-ocr page 419-
-
t
XIX.Boek. Geschiedenissen. 419
tem Jan Rylofszoon van Hoorn, die geene 167a,
vaartuigen naar de Stad liet, zonderze voor-
af onderzogt te hebben. De wallen der Stad
waren, op 't einde des jaars, beplant met
driehonderd ftukken gefchuts. Doch't ge-
viel , dat een bolwerk, tufïchen de Wees-
per- en Muiderpoorten, de zwaarte vanden
aarden wal niet konnende draagen, met een
gedeelte van de gordyn, in de graft flor«
tede. De Stad zou dus, van deeze zyde,
open gelegen hebben voor den vyand.Doch
de breuk werdt, in korten tyd, met wier
en aarde, geftopt. Het floeg ook, na wei-
nige dagen verloops, aan 't dooijen, waar-
door den vyand belet werdt, dieper in Hol-
land in te dringen. De Amfterdamfchevry-
willigen, die gereed geweeft waren om uit
te trekken, werden toen ontflaagen vanden
togt(w): waarmede het rampfpoedig jaar
1Ó72, welk, hier ter Stede, in groote on*
geruitheid gefleeten was, ten einde liep.
(m) COMMELIN, bl. 113, IZC9, Iïlo. .
■ v ■
Dd s                B Y-
-ocr page 420-
42o AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaa- BYLAAGEN
GEN
Lr- A'               op het II. Deel, XIX. Boek.
Lr. A.
Mißve der Gedeputeerden te Felde van den
twaalfden Juny des f aars 1672
, her igt
geevende van bet doorbreeken der Fran-
fcben in de Betuwe.
Hoog Mogende Heeren,
|\ e vyand is, tot ons groot leedwefen defe mör-
■*-^ gen in de Over-Betuwe doorgebroken,
en hebben de Regimenten te paerd van King-
ma, Haerfolt, La Leek, Jofeph metzyn Ma-
jor , en het Regiment van Ailva geflagen :
wat verlies eygentlik daer voorgevallen is kön-
nen wy nog niet fpecificeren. De vier Com-
pagnien van La Leek fyn minft of weynig be-
fchadigt binnen Arnhem gekomen. Wy' heb-
ben in der haeft daerop gerefolveert het Leger
op te breken, alfoo men nu d^n vyand op den
rugge en van voren heeft, en hebben naer Groe-
ningen gefonden het Regiment van Braersma,
naer Vriesland Amama , naer Sutphen Graef
van Solms en Voorft, naer Deventer Stek en
Clant,naer Swol Ripperda en Bamphield,naer
Doesburg Swartfenborg en Wefterlo, naer U-
trecht de Veldmaerfchalk Wirts , Grave van
Hornes, jonge Nieuland Aquila, Grave van
Stirum en Golfteyn, naer Arnhem drie Com-
pagnien van Pain & Vin, en de Regimenten
van Vrybergen 'en Gent leggen tullen Nimme-
gen en Arnhem, zynde te laet gekomen om
de voorsz. Regimenten te feconderen. DeRuy-
te«
-ocr page 421-
XIX.BOEK. Geschiedenissen.' 4*1
tery meenen wy dat men by een fal moeten Bylaa«
trecken onder Arnhem. Wy hebben het on- gen
geluk dat den Heer Prins van Oranje ontrent Lr. A.
Arnhem en naer de Over Betuwe was, en wy
waren hierontrent gebleven, ora dat den vyand
fig ook hierontrent tot in 't gefigt van den Ys-
fel heeft laten fien. Of wy defe nagt nog een
alarm van die kant, vermits het overgaen van
Grol, te verwagten hebben, weten wy met ,
nog ook wat refolutie te nemen ontrent onle
perfoonen. Bidden den almagtigen God dat
hy den Staet genadiglik voor meerder onhey-
Jen wil bewaren, en wy blyven met haelt,
Hoog-Mogende Heeren,
G. Schade.
H. Beverningh.
Sitfphen 12 Junii ftf%*
Lr.B.
Dd 3
-ocr page 422-
4*2 AMSTERDAMS IL DbkC,
Lr. B.
Rapport van Commiffariffen der Vroeäfchap
van Amflerdam van <n Qcloher
1672 ,
wegens bet kozen van het water over Am-
flelland
, en de gevreesde overflrooming van'
gantfcb Holland: en Re/olutie daerop ge~
nomen,
Isgelefen het navolgende fchriftelik rapport,
/^ommiflarhTen van defen Rade , hebbende in
^* gevolge en tot voldoeninge van vorige Re-
folutie CommifToriael, in dato 13 defes , ges.
examineert de Mi (live van fyne Hoogheyd den
Heere Prince van Oranje, geaddreflcert aen de
Dykgraef en Hoogheemraden van Amftelland;
mitsgaders 't vordere geproponeerde van de
Heeren Burgemeefteren, in de felve Refolutie
geinfcreert en vervat; „ Eerftelik,op watwy-
„ fe bet oogwit van fyne Hoogheyd in de ge-
„ melte miflive vervat op '/ gevoegl'txt en met
„ de meefle ruß foude können werden bereykt;
„ en ten tweede , wat middelen tot voorko-
„ minge van de gevreesde onheylen , die uyt
„ de overvloeying van wateren te refulteren
„ flaen, dienden by der hand genomen; en hoe
,, de vyandlyke defleynen hierin beft tegehgé-
„ gaen en belet fouden können werden ? " En
dienende den Raed van haer EE. Confidera-
tien en advys fouden vermeynen (onder 't
beter gevoelen van haer Ed. Agtb.) nopen-
de het eerfie poinct „ dat het felve hares oor-
„ deels by provifie konde voldaen worden mee
,, het maken van een gat nevens den Overtoom
„ en 't eerde huys op de Veendyk, welk gat
„ kan vallen omtrent twintig voeten wyt, en
„ füllende uytkomen digt aen dees fyde van
„ den Overtoom; 't welk met fcheepsplanken
„ overdekt, en meteen draydeur aen de fyde
„ van
iühfi-i "^"^JMF")
-ocr page 423-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 423
„ van de Meer gefloten moft werden." HierßYLAA.
mede fou het oogmerk van fyne Hoogheyd ,GEN
foo niet volkomen, ten minlten voor een groot Lr. I3S
gedeelte bereykt fyn, dewyl men het Haerlem-
mer-meer-water als dan foude können lofen
ten allen tyden als het Amftel -water leeger
ware als dat van de Meer. T welk ook feer
gevoeglik alfoo foude können gefchieden, de-
wyl foo een waterlofinge in ontrent veertien da-
gen met weynig koften ten niemands nadeele en
met veel voordeels
voor de Stad Amfterdam en
ganfch Amftelland, en dienvolgende ook met
de meefle ruß in 't werk gefielt en ten eynde
gebragt foude können werden. Ten niemands
nadeele;
want dewyle 't alleen een,waterlofin-
ge , en geen deurvaert fyn fou , nogte ook
geen conllderabel brak water in de Meer, maef.
veeleer verfcher als het Meer felfs is, infon-
derheyd wanneer de Amftelfluys voltrocken fal
fyn, brengen foude; en dat men ook d'inlating
ten allen tyde in »fyn magt fou hebben, en tot
een fekere imprejudiciable hoogte, des nood,
termineren können; foo fouden in foodanigen
geval nog Haerlem, nog Leyden, nog Amftel-
land daer by ten minften niet benadeelt fyn. E-
dog fchoon fy al door 't inlaten van 't Amftel-
water in 't Meer eeniger maten benadeelt wier-
den , foo hadden fy egter geen reden van klag-
ten, dewyl by 't privilegie van Keyfer Karel
de anno 1520. foodanig en meerder regt van
waterlofing notoirlik aen die van Amfterveen
vergunt is. Amftelland foude ook nergens daer
door benadeelt fyn ; want dan alleen alsbyhaer
water te veel is, fal men het zelve op 't Meer
lofen; en niet te veel hebbende, fal 't behou-
den können werden. En ten dien opfigte moet
'er noodfakelik een draydeur voor defe nieuwe
waterlofinge fyn; want anderlins foo den Am-
ftel met het Meer gelyk wierde gehouden, fou-
de den Amftel fomerdaegs veel te weinig wa-
Dd 4                      ter
f
—>..                                              n—fc^—1 1 M^MM|MMi^aM,>gMaMÉgMBjgaMi
-ocr page 424-
424 AMSTERDAMS IL Deel.
Eylaa- ter hebben, foo ten regarde van defes Stads fchut-
Gsiï tingen, die daerdoor feer verfwaren fouden, als
Lr. B. ten aenfien van de fchuring en ververfing in de
Stad, die op verre na foo confiderabel niet fou
fyn; als ook in opfigte van de aen den Amftel
gelegene Polders, die fomerdags foo goed wa-
"ter als dan niet inlaten fouden können ; gelyk
ook onfe Schipvaert daerby vry benadeelt fou-
de werden; gemerkt de Haerlemmcr Meer,deur-
gaens, federt dat we van Rynland afgefcheyden
fyn, wel een voet en meerder lager is geweeft
als den Amftel. Daer fou ook niet te vreefen
fyn, dat dit Meerwater door Amfterdam loo-
pende, de leege Stad onder water fou fetten,
dewyl het Meerwater op den 14 Oftober laetft-
leden gemeten fynde nog agttien duymen onder
de Y-peyl bevonden is; en fynde op die tyd,
volgens verfeheyde getuygenhTen, de Meer ge-
noegfaem foo hoog als fy gemeenlik is des win-
ters , eri derhalven op het hoogde. Synde ook
mennigmael ondervonden, dat het water in de
'laage Stad een voet en minder onder gemelte
Y-peyl fyncle, geen fehade aldaer veroorfaekr;
te meer fouden die kelders dan vry fyn van 't
water foo het felve agttien duymen daer onder
blyft. Ook heeft men daerenboven ten defen
opfigte niets te vrefen , dewyl men al tyd die
draydeur met de minde moeyte fluyten fal kön-
nen ; ofte ook ten allen tyden naer welgevallen
(door des Stads fluyfen in de wal en Amftel)
lbo wel 't Ryn- als Amftelwater buyten de
Stad fal können houden. Dog niet alleen dat
hier niemant by benadeelt foude werden, ofte
eenige regtvaerdige reden van klagten gegeven;
maer in tegendeel fouden aen veel en feer con*
fiderable voordeden worden tosgebragt.
Want
wat Amfterdam en Amftelland belangt, dewyl
de voorn, draydeur ten allen tyden feer mac-
.kelik open gedaen foude können werden, foo
ibumen niet alleen by ebbe 't Meerwater door
Ara-
-ocr page 425-
XIX.Boêk. Geschiedenissen. 425
Amfterdam doen loopen, 'en daer door,de lee-3YUA-
ge Stad merkelik fchuren en luyveren können ; gen
maer men foude ook 't Amflelwacer, wanneerL/. B„
men 't te veel hadde, op 't Meer, dat ordina-
.rie, gelyk gefeyd is, een voet lager is, kön-
nen quyt raken; 't geen in defe tyd feer con-
fiderabel is, nu de Vecht by Muyden gefloten,
wel diende door Amftellandgeëxonereert te wer-
den , daer de Stad Amfterdam, fo om het ver-
fe Brou-water nader, als meerder fchuringdoor
de Stad te brengen, ook niet weinig aen gele-
gen is. De Buyten-velderfe en Sloter - polder
fouden hier ook voordeel by rekenen können,
vermits fy de Kaden van de refpe<5Hve wegen
aen den Schenckel foo hoog niet fouden hebben
op te maken, als wel voor defen , nogte ten
, dien opfigte ook foo veel pericul van deufbreken
fubjeét zyn, dewyl by harde fuyd-wefte win-
den het Meerwater in de Schenckel wel 2 a g
voet opgejaegt word, 't geen door 't openen
van dit nieuwe verlaet als dan belet, en bynae
geheel fou worden voorgekomen. Die van
Ryniand fouden daer ook dit confiderabel pro-
fyt by vinden, dat fe, namentlik, in tyd van
overvloed van water veel meer als nu quytfou-
den können werden; want niet alleen dat fe
een waterloofing van 10 voeten wyt en fes voe-
ten diep meer fouden bebben, t geen al een con-
fiderabel gedeelte van alle hare gefamentlike uyt-
wateringen maekt, maer daerenboven foude
haer overvloedig water, door dit gat wel eer-
der gelooft können werden,als dooreenigevan
hare' fluyfen , dewyl niet alleen de ebbe wel
ruym een half uer eerder voor Amfterdam als
voor halfwegen Haerlem begint te gaen; maer
ook infonderheyd in opfigte dat by alle fterke
ebben, de wind meeftentyd uyt den fuydweften
fynde, als dan 't Meerwater nae den Overtoom
veel ftercker, en wel twee a drie voeten hoo-
ger als nae halver wegen opgefet,- en by gevolg
Dd 5                     ook
-ocr page 426-
426* AMSTERDAMS II. Dee£.
Bylaa- °°k foo veel eerder door d' Amfterdamfe als
gen Rynlandfe fluyfen gelooft kan werden. Derhal-
1/. ß. ven fouden fy Heeren Commiflarifen (onder
beter oordeel van haer Ed. Agtb.) van gevoe-
len fyn, „ Dat den Dykgraef en Heemraden
„ van Amftelland, aen wien de voorfeyde brief
„ van fyne Hoogheyd is gefchreven, behoorden
„ te refcriberen (daer toe haer Ed: geloofden
fy feer genegen fouden fyn, dewyle fy ook een-
parig verftaen hebben, dat foodanige Waterlo-
finge voor Amftelland feer dienftig en te wen-
fchen foude fyn, gelyk van 't felve fentiment
ook is ge weeft den Dykgraef van den Nieuwen-
Amftel (alvoren met fyn Heemraden daerover
hebbende geconfereert) „ dat fy,gelyk ook de
„ Heeren Regeerders van Amfterdam, al voor
„ eenige weeken, alle nodige ordres hadden ge-
„ ftelt om door hunne refpeélive fluyfen geen
„ water in, maer wel by alle gelegentheyd uyt
„ te laten; gelyk fy ook niet^beter wiften of
„ wierd feer naeukeurig agtervolgt, en dat fe
„ daerin foo lang de nood niet anders vereyfte,
„ feer forgvuldig continueren fouden : voorts
„ dat fy, gelyk ook de Heeren van Amfterdam,
>t met wien fy fyne Hoogheyds brief volgens
„ fyne Hoogheyds ordre gecommuniceert had-
w den, niets beters hadden können uytvinden,
j, als datter by provifie een waterloofinge van
„ twintig voeten wyte in de Veendyk, digt aen
„ den Overtoom, met een fchotdeur daer voor,
„ gemaekt wierde, om het water uyt het Haer-
„ lemmer-Meer ten allen tyden, als het felve
j, Meer hooger was als den Amftel, gelyk nu
M al verfcheyde malen binnen weynig dagea
,, voorgevallen was, door Amfterdam te doen
„ loofen: en dat fy niet nalaten fouden het
„ felve op het alderfpoedigfte in 't werk te
j, leggen, en ten eynde te brengen, gelyk fy
„ hoopten het felve binnen veertien dagen ook
>9 te füllen können voltrekken."
Aen-
-ocr page 427-
/
•XïX;Bokte. Geschiedenissen. 427
Aengaende bet tweede poinB, ftond te confi-BYLAA-
dercren Eerflelik hoe 't overvloedig water uyt gen
ons Land beft gelooft; en ten anderen hoe del/. B.
gevreesde inundatie beft voorgekomen foude
können worden. Wat hei eerfle Lid belangt,
oordeelden fy Heeren CommuTarifen notoir te
fyn, dat tot het loien en wegbrengen van 't o-
vervloedig water geen ander raed is, als alle de
uyt waterende fluyfen van Ryn- en Amftelland,
wanneer de ebbe begint te gaen, open, en als
de vloed begint te gaen weder toe te doen.
waer omtrent alle de nodige ordres al voor eeni»
ge dagen, foo by de Heeren Burgermeefteren ,
als de Heeren van Rynland gefteld, en voor foo
veel de Heeren Burgermeefteren bekent is wel
waergenomen fynde, foo is ontrent dit poinét
niet meerder te doen, ten ware dan, dat men
met het opmaken van de twee geconcipieerde
fluyfen in de nieuwe vergrooting wilde voort-
varen : want hoe meerder fluyfen hoe meerder
water gelooft kan werden. En dewyle men %
door foodanige twee fluyfen ongelooflik veel
water foude quyt können raken , fouden fy
Heeren Commiflarifen tot het opmaeken van
defelve wel inclineren , foo haeft Stads Cafle
het eenigfins verdragen fal können. Alleenlik
fouden fy hier nog byvoegen, dat de Stad door
het deurlaten van al te hoogen water groote
fchade foude können lyden, maer dat daerin op
geene andere wyfe is te voorfien als de Stad
foo haeft als mogelik is te bepolderen; dat is,
den Amftelfluys en wat daer aen hoort op het
fpoedigfte op te maken. Dog dewyle de Hee-
ren Burgermeefteren ook hierin alle mogelike
ordres hebben geftelt, foo valt daerontrent ha-
res oordeels ook niet meerder te doen.
Aengaende bet ander Lid, te weten hoe de
gevreesde inundatie beft voorgekomen foude
können werden; Commiflarifen confidererende
dat defe inundatie gefchieden kan door het deur-
fny-
[1
O
-ocr page 428-
4*8 AMSTERDAMS IL DsEt;
Bylaa- fnyden van den Lekdyk, Suyder-feedyk , als
GEN andere, en welke doorfnydmgen wy onfevyan«
L'. B. den, foo lang fy meefler fyn van gemeide dyc-
ken, niet können beletten op honderd en meer
plaetfen te doen, en alfoo Holland met een hoo-
ge vloed (die wy alle dagen te verwagten heb*
ben) fonder dat onfe iluyfen op die tyd daer
iets tegens helpen können, met fout of foet wa-
ter , of beyde te doen o verftroomen; te meer *
dewyl het Land alreeds vol water is; en alfoo
Boer en Ruyter, ja ons alle gelyk in de groot-
fte verlegentheyd te brengen, en daer de vyan-
den buyten alle bedenking haer toeleg of op ge-
maekt hebben, of nog op maeken füllen; bly-
vende ondertuffen fy op 't hooge, wy in 't mid-
den van 't verdroncken Land fitten: foo wiften
fy Heeren Commiffarifen geen beter nog an-
dere raed om dit gedreygde en haeft te ver-
wagten onheyl voor te komen, als „ dat men
,, op het alderfpoedigfte make, dat wy weder
„ meeftcr fyn van gemelde dycken. En om
5i daertoete komen, fagen haer Ed. ook geen
„ andere kans, als dat men den vyand met
„ geweld uytNaerden, Utregt, en andere plaet-
,, fen dede ruymen, en dat hoe eer hoe liever;
„ dewyle, foo oyt, nupericulumin mora is,
„ en dienvolgende foude haer Ed: oordeelen,
„ dat dit nogf voor de winter diende afgedaen:
Tot welk advys fy haer boven de gefeyde, ook
nog door vele andere redenen bewogen vonden.
Want in gevalle den vyand in gemelte plaetfen
komt te overwinteren, men hier te verwagten
heeft, ie. alle dagen alarm voor onfe poorten niet
alleen , maer byna voor alle Steden van ganfch
Suyd-Holland.Teno/Vt verbranden van alle onfe
watermolens , huyfen en hofiteden, dat men haer
niet of feerfwaerlick fal können beletten, ten 3*.'t
ondernemen van brandfligting in Stad, Koop-
vaerdy* en Oorlogfchepen, de magt van ons
Land, en dat mogelik ligter als men denkt uy t-
I
-ocr page 429-
XIX.Boek. Geschiedenissen. 429
gevoert foude können werden: ten 4e. 't onder- Bylaa»
nemen van de Dycken van 't Noorderquartier gen
deur te fteken, en alfoo dat quartier voor eeu-Lr, 3.
wig onder water te fette*n. Hoe Veel fielen en
vee dit alles koften, en wat irreparable fchade
dat veroorfaken en den Staet aenbrengen fou, we-
ten wy alle. Daer by confiderêrende, dat, hoe-
de vy an den langer in Naerden, Woerden, U-
tregt etc. blyven, hoe fe haer daer vafter in
inaeken füllen ; en wy in tegendeel daegelix on-
vermogender moeten worden; dewyl wy niet
alleen miflen onfe negotie, maer ook d'inkom-
ften van onfe landeryen, huyfen, obligatien ; en
moetende fupporteren een ondragelyke lalt,
fynde haeft ten eynde van ons geld, geloof en
Sil ver- werk. En daerenboven te winter op on-
fen hals füllende hebben een ongelooflik getal
van arme en behoeftige menfehen: uyt alle 't
welcke in feer korten tyd onfe totale ruine in-
dubitabel moet volgen, ten fy dan datwy ons,
gelyk gefeyd is, op 't alderfpoedigfte door on-
fe wapenen daeruyt helpen, terwylen wy nog
voetvolken Ruyters, en geld en fchepen, en
beter nae alle apparende voor, als na de winter
gelcgenheyd füllen vinden om haerfoo te water
als te lande by te komen, en niet fonder grote
hope uyt de^gefeyde plaetfen op te flaen;„foo
„ nebben fy Heeren CommhTarifen met eenpaa«
„ rig advys defe fake van foogrooten belang en
„ gewigt geoordeelt,dat,in gevalle onfetegen-
„ woordje militie daertoe niet fuffifant mogte ■
„ fyn, dat men fein alleryl fuffifantmake,door
„ 't aennemen van meerder foldaten, of ook ma-
„ trofen, die 'er feer veel en ook vol moets
j, genoe^gevonden füllen werden.
- .„ Dog foo men 'diiermede ook nog niet fou-
9, de durven wagen , dat men dan de vrywillige
,, Burgers mede op ontbiede; en foo'er dan nog
„ meer volk van nooden is, dat men veel liever
„ een generaale en fuffifante opbod over gantfeh
„ Hol-
-ocr page 430-
430 AMSTERDAMS Gesch. .II. Deel.
„ Holland en Weflvriesland uytfchryve, alsdat
„ men defe faek nog voor de winter niet onder-
,, nemen foude. Eyndelik fouden fy Heeren
„ Commiflarifen fondér 't beter gevoelen van
j, haer Ed. Agtb.) ook oordeelen, dat men een
„ confiderable deputatie aen fyne Hoogheyd
„ behoorde te deeerneren, om hem dit te doen
„ begrypen ais een faek van dat gewigte, daer
,j0 onfe eenige behoudenifle in fchynt gelegen
„ te fyn." '
Waer op gedelibereert fynde , is eenparig
goed gevonden en verftaen , het voorfz. advys,
foo 't leyd, te ampleéteren ,ende Heeren Com*
miflarifèn voor hare EE. genomen moeyte te
bedancken: En dat verders een aenfienlike de-
putatie tot bereykinge van het falutair oogwit
in 't gemelde advys omftandelik aengeroert,uyt
het midden van defen Raed aen fyne Hoogheyd
den Heere Prince van Orange fal'werden gede-
cerneert. En op dat defelve met te meerder
vrugt moge gefchieden , dat de te nomineren
Heeren Commiflarifen fnllen werden verfogt
om fig al voren te vervoegen en te addrelTeren
aen 't Collegie van d'Ed. Mog. Heeren Gecom-
mitteerde Raden ; en defelve te remonftreren
de noodwendigheyd van defe fake, en gedien-
ftelik te verfoeken, ten eynde haer Ed; tot be-
vorderinge van 't gene voorfz. is door eenige
Heeren uyt het midden van welgemeke haer
Kd: Mo: in de voorfeyde deputatie mogen wer-
den ge-adfifteert. Waertoe vervolgens verfogt
en gecommitteert fyn, gelyk ä!s verfogt en ge-
committeert werden by defen de Heeren M'.
Coenraed van Beuningen en Johannes Hudde,
regerende Burgermeefteren, mitsgaders Mr. Gil-
lis Valckenier en Cornelia Geelvinck , Heere
van Cailricunié