-ocr page 1-

niversiteit Utrecht • december 1995

Universiteit Utrecht

ill list cä'.


rv-'




Europese maat

Het toekomstvisioen van rectornbsp;Hans van Ginkel.


Gerard ‘t Hooft

Veelvuldig gelauwerd fysicus.

Werkt in stilte aan

'theorie van alles'.


Ethiek

Een muis een oor aannaaien, mag dat? Publiek in debat met biomedici overnbsp;de grenzen van de wetenschap.



Zeven alumni


De captain of industry,


de projectleider.


over de universiteit


toen en nu.


Illusterzake

Informatie voor alumni uit faculteiten

M en vereniginge O


De universiteit en haar afgestudeerden

Vijfenzeventigduizend. Een globale rekensom leert dat de Universiteit Utrecht sinds 1945 zeker meer dan 75.000 alumni heeft afgeleverd. Veel afgestudeerden hebben nog contact met denbsp;universiteit via vakgroep of vereniging. Maar velen zijn ook uit het zicht verdwenen.nbsp;De laatste jaren groeit de behoefte aan hernieuwing van de wederzijdse kennismaking.


'Illuster' is het nieuwe kwartaalblad voor^ afgestudeerden van de Universiteit Utrecht.nbsp;De redactie wil de lezer informeren over denbsp;stand van zaken aan de universiteit en over denbsp;handel en wandel van haar studenten ennbsp;afgestudeerden. Illuster signaleert nieuwenbsp;ontwikkelingen in onderwijs en onderzoek ennbsp;bericht over de relatie van de universiteit metnbsp;haar maatschappelijke omgeving. Centraalnbsp;staat de driehoek universiteit, alumni, samenleving. Voor de lezers van deze allereerstenbsp;editie schetst de redactie de contouren vannbsp;de Universiteit Utrecht anno 1995, metnbsp;alvast een voorzichtige vooruitblik naarnbsp;de volgende eeuw.

Sommige faculteiten, vakgroepen en verenigingen onderhouden al jaren een goed contact met hun afgestudeerden en oud-leden. Enkele recente voorbeelden illustreren dat.nbsp;Op donderdag 2 november vierde de Reünistenvereniging der Utrechtsche Chemische Clubnbsp;in de aula van het Academiegebouw haar zesde lustrum. Een gemengd gezelschap van vijftigplussers uit wetenschap en bedrijfsleven zagnbsp;elkaar weer in een enigszins nostalgische maarnbsp;zeer levendige sfeer. Twee dagen later, op zaterdagavond in de Jacobikerk, gaf het Utrechtsnbsp;Studenten Koor en Orkest ter gelegenheid vannbsp;het vijftigjarig bestaan een grootse uitvoering

met meer dan driehonderd oud-leden. J.S. Bach op het programma. Drie generaties vannbsp;het USKO sloten samen het concert in denbsp;overvolle kerk af met een canon van Mozart.

Maar naast de bestaande aktiviteiten ontstaan er opeens opvallend veel nieuwe initiatieven.

Op zaterdag 7 oktober vond de eerste alumni-bijeenkomst plaats van de vakgroep Nederlandse taal- en letterkunde. De Geertekerk stroomde vol met honderden letterkundigen.nbsp;In de ochtend was er een publiek debat overnbsp;de spellingkwestie, 's Middags fristen de afgestudeerden hun kennis van het vak op vianbsp;workshops. Of vrijdag 3 november. Toen vondnbsp;de oprichting plaats van de alumniverenigingnbsp;voor Cognitieve Kunstmatige Intelligentie innbsp;zalencentrum Zeezicht. De eerste 35 afgestudeerden van deze pas zeven jaar oude opleiding van de faculteit Wijsbegeerte liepennbsp;over van de ideeën: zo zou de verenigingnbsp;kunnen bijdragen aan de bekendheid van denbsp;opleiding, optreden als trendwatcher in denbsp;kennistechnologie en informatie verstrekkennbsp;via het World Wide Web.

Van al deze gebeurtenissen wil Illuster u op de hoogte stellen, via journalistieke verslagennbsp;maar ook door informatieve aankondigingennbsp;vanuit faculteiten en verenigingen.


Illuster

De naam van dit periodiek verwijst naar de historische wortels van de Universiteit Utrecht.nbsp;In 1634 stelde de stad Utrecht een 'Illustrenbsp;School' in, die twee jaar later door de Statennbsp;van de provincie Utrecht officieel werd verheven tot universiteit. Vanaf het begin voerdenbsp;deze als wapenspreuk; Sol lustitiae Illustranbsp;Nos, moge de Zon der gerechtigheid onsnbsp;verlichten. Als een naam tevens een voortekennbsp;is, dan gaat Illuster een roemvolle toekomstnbsp;tegemoet. En als een naam tevens eennbsp;opdracht inhoudt, dan heeft de redactie denbsp;ambitieuze opgave om voor de afgestudeerden van de Universiteit Utrecht een uitstekendnbsp;blad te maken. De redactie

Verder in dit nummer

I Geachte lezer

Nieuws

Studentenleven

Onderwijs

Vakgenoten

Lustrum 96

Kwartaal

Feiten amp; cijfers; illustratief


-ocr page 2-

2

illuster . december 1995

Clubgevoel

Heimat Dat klinkt bij iemand als ik die uit Duitsland komt naar hoge bergen, het Zwarte Woud en Rijnwijn. Ik associeer het woordnbsp;echter met het horen bij een gemeenschapnbsp;waar men zich thuisvoelt. Gemeenschappelijke belangen hebben, samenwerken, eennbsp;plaats ook waarnaar men graag teruggaat.nbsp;De Amerikanen hebben in het alumnibeleidnbsp;van de universiteiten het systeem van de gemeenschapszin geperfectioneerd. Men hoortnbsp;bij de 'Class of '95', draagt trots de Harvardnbsp;of de Yale badge. Of een universiteitsstrop-das van zijde (en niet zoals in Utrecht vannbsp;polyester). De Amerikanen maken vooral deelnbsp;uit van een sociaal netwerk, dat niet alleennbsp;plezierig maar ook uitermate nuttig is.nbsp;Misschien belast door een vroeger wat tenbsp;sterke benadrukking van tradities -zegt denbsp;Duitser in mij- heeft men in veel Europesenbsp;landen nauwelijks een alumnibeleid ontwikkeld. Dat is jammer. Ik denk dat zeker innbsp;Utrecht de alumnigedachte wortel kan schieten. Onze universiteit heeft met name in hetnbsp;buitenland een uitstekende reputatie. Ze kentnbsp;-zegt de media-deskundige in mij- een langenbsp;traditie die altijd open staat voor nieuwenbsp;ontwikkelingen. De Universiteit Utrecht biedtnbsp;een vruchtbare voedingsbodem voor eennbsp;sterke band tussen studenten, het clubgevoelnbsp;onder alumni kan hier dus gedijen. Ik denknbsp;dat de behoefte eraan heel groot is.

Een goed communicatieplatform is voor het creëren van een alumni-identiteit een belangrijke voorwaarde. De uitgave van Illuster isnbsp;dan ook van harte welkom.

Jo Groehel

hoogleraar massacommunicatie

'De functie is heel breed, 's Ochtends kan ik bij de voorlichter van Sociale Wetenschappennbsp;zitten, 's middags in een vergadering bijnbsp;Scheikunde en 's avonds aan het dinernbsp;bij het Utrechts Studenten Corps.'

De Universiteit Utrecht wil de banden met haar alumni aanhalen en heeft daartoenbsp;onlangs een coördinator alumnibindingnbsp;aangesteld. Désirée Majoor (1963) studeerdenbsp;theaterwetenschappen in Utrecht en zat innbsp;het bestuur van de gezeiligheidsverenigingnbsp;B.i.t.o.n. In haar vrije tijd richtte ze eennbsp;internationaal studentennetwerk op, hetnbsp;Erasmus Studenten Netwerk. De afgelopennbsp;tweeënhalfjaar was ze beleidsmedewerkernbsp;bij de faculteit Wiskunde en Informatica.nbsp;In haar nieuwe functie zal ze uitvoeringnbsp;geven aan het alumnibeleid, zoals verwoordnbsp;in de notitie 'De band tussen de universiteitnbsp;en haar alumni' die de Universiteitsraadnbsp;in mei van dit jaar besprak.

Désirée Majoor: quot;Alumnus of alumna ben je vanaf het moment dat je bij een universiteit afstudeert tot in de eeuwigheid.nbsp;Tot nu toe heeft de universiteit niet structureel gewerkt aan het contact met haarnbsp;alumni, dus dat alumnibeleid kunnennbsp;we fris invullen.quot;

Voor u ligt het eerste nummer van blad van de Universiteit Utr^Cfit. Lang, te hcirfgnbsp;misschien, hebt u als afgestudeerde-wëlhig ofnbsp;niets van uw Alma Mater gehoord. Sommigennbsp;van u hebben het contact met de universiteitnbsp;behouden via de Vereniging het Utrechtsnbsp;Universiteitsfonds, via faculteit, studievereniging of gezeiligheidsvereniging. Maarnbsp;voor veel anderen is de relatie verbroken ofnbsp;verwaterd. Daar willen de universiteit en hetnbsp;Universiteitsfonds verandering in brengen.nbsp;Elders op deze pagina leest u over de opzet ennbsp;het doel van dit nieuwe alumnibeleid van denbsp;universiteit. Wij hopen dat u als afgestudeerdenbsp;ook belang stelt in het aanhalen van denbsp;wederzijdse banden. Dit tijdschrift is in elknbsp;geval een duidelijke uitdrukking van onzenbsp;wens om de kennismaking te hernieuwen ennbsp;de banden te verstevigen.

Illuster nummer 1 geeft een beeld van de Universiteit Utrecht anno 1995. De redactie gaat ervan uit dat veel lezers niet op de hoogtenbsp;zijn van de laatste stand van zaken. De Nederlandse universiteiten in het algemeen en denbsp;Utrechtse in het bijzonder hebben de afgelopen decennia turbulente en soms problematische ontwikkelingen te zien gegeven. Maarnbsp;ondanks deze soms moeilijke omstandighedennbsp;heeft uw universiteit een positieve groeinbsp;-in kwantiteit čn kwaliteit- doorgemaakt.

‘Alumnibeleid


Coördinator Désirée Majoor


is ook heel aards’


quot;'Alumnibeleid' en 'alumnibinding', het klinkt misschien erg abstract, maar in denbsp;praktijk is het óók heel aards: het opzettennbsp;van een universiteitsbreed alumnibestand bijvoorbeeld, en de coördinatie van de produk-tie en verzending van Illuster. Hoe je zo'nnbsp;blad naar 50.000 adressen krijgt, daar wil jenbsp;wel even over nadenken. Het bestand en hetnbsp;blad zijn randvoorwaarden om gericht met jenbsp;alumni te kunnen communiceren. Dat moetnbsp;snel rondkomen.quot;

quot;Iedereen is op zijn eigen manier toch bezig met alumni. Het beleid beslaat dan ook eennbsp;scala van activiteiten: van reünisten- en alum-nibijeenkomsten tot loopbaanbegeleiding ennbsp;contractonderzoek.quot;

Majoor gelooft in de noodzaak van een alumni-beleid: quot;Er zijn veel verschillendenbsp;redenen om daaraan te werken. Wat mijnbsp;persoonlijk aan het hart gaat is de aansluitingnbsp;opleiding-arbeidsmarkt. Het is bepaald nietnbsp;meer vanzelfsprekend dat elke academicusnbsp;een baan krijgt. De politiek en de medianbsp;stellen dan ook geregeld de vraag waar alnbsp;die opleidingen eigenlijk toe dienen. Ik vindnbsp;dat je daar een antwoord op moet hebben.nbsp;Je moet weten waar je afgestudeerdennbsp;terechtkomen en wat ze achteraf van hunnbsp;opleiding vinden. Op basis van die informatienbsp;kunnen faculteiten hun voorlichting aan aanstaande studenten aanpassen, hun huidige


Zij neemt, nationaal en internationaal, een sterke positie in. Haar ranking op het gebiednbsp;van de onderwijsparticipatie en van de eerste-jaarsinstroom bewijzen dat, evenals haar aandeel in het netwerk van onderzoekscholen ennbsp;de omvang van haar internationale samenwerking en uitwisseling. Een recente visitatie doornbsp;de Europese Vereniging van Universiteiten,nbsp;de CRE, bevestigt -met ook enkele kritischenbsp;noten- het beeld van de Utrechtse universiteitnbsp;als een uitstekende instelling van onderwijs ennbsp;onderzoek. De internationale commissie omschrijft de universiteit ais 'a fine institution, anbsp;university pervaded by a sense of purpose,nbsp;excellence and spirit that rarely prevails innbsp;today's European universities'. Horen beleidsmakers en politici het ook eens van een ander.nbsp;Het alumniblad zal in de eerste nummers veelnbsp;informatie bevatten over de universiteit alsnbsp;geheel. Maar geleidelijk zal de redactie meernbsp;aandacht besteden aan de faculteiten en hunnbsp;opleidingen en onderzoek, en aan anderenbsp;onderdelen van de universiteit. En uiteraardnbsp;ook aan het studentenleven: de verenigingennbsp;op het gebied van studie, gezelligheidsleven,nbsp;sport en cultuur.

Wij houden ons als verantwoordelijke 'uitgevers' nadrukkelijk aanbevolen voor uw commentaar, suggesties en goede raadgeving.nbsp;En, natuurlijk, voor namen en adressen vannbsp;studenten gerichter voorbereiden op denbsp;arbeidsmarkt en zorgen dat hun opleidingennbsp;niet te ver van de maatschappelijke realiteitnbsp;komen te staan.quot;

De universiteit heeft dus baat bij meer contact met haar alumni. Maar waaromnbsp;zouden alumni nog te maken willen hebbennbsp;met de universiteit? quot;Bijvoorbeeld omdat denbsp;universiteit hen een aantal faciliteiten kannbsp;bieden: gratis toegang tot de universitairenbsp;bibliotheken, de Botanische Tuinen en hetnbsp;Universiteitsmuseum bijvoorbeeld. Of nascholing en interessante collegesquot;, antwoordtnbsp;Majoor resoluut. quot;Veel afgestudeerdennbsp;vinden het leuk om op de hoogte te blijvennbsp;van actuele ontwikkelingen in hun eigennbsp;vakgebied, of een ander maatschappelijknbsp;terrein. Maar ze komen er niet toe om zelfnbsp;de literatuur bij te houden.quot;

quot;Er zijn meer mogelijkheden. Toen ik zelf afstudeerde, wilde ik graag contact houdennbsp;met mijn jaargenoten. We hebben eennbsp;netwerkje opgezet, dat op den duur wegensnbsp;gebrek aan tijd ter ziele ging - hoewel iedereen het betreurde. Faculteiten kunnen eennbsp;kader bieden voor zulke bijeenkomsten.nbsp;Het scheelt een hoop als de organisatie uitnbsp;handen wordt genomen.quot;

quot;Zo'n netwerk van ouderen čn jongeren uit eenzelfde beroepsveld is reuze handigquot;,nbsp;meent Majoor. quot;Net afgestudeerden kunnennbsp;uw toenmalige mede-studenten. Van velennbsp;hebben wij gegevens, maar van velen helaasnbsp;ook nog niet. Kent u alumni die dit blad nietnbsp;ontvangen, dan horen wij dat graag!

Sol lustitiae Illustra Nos: moge de zon der gerechtigheid ons verlichten. Al 360 jaar is het de lijfspreuk van de Universiteit Utrecht. Wij hopen dat 'de Sol' ook de groei van de band metnbsp;onze afgestudeerden zal begunstigen.

Drs. Jan G.P. Veldhuis

Voorzitter college van bestuur

Mr. Jules J. Stael

Voorzitter Vereniging Utrechts


er ontdekken in welke richting ze werk moeten zoeken. Alumni die hun plek alnbsp;hebben gevonden, kunnen via zo'n netwerknbsp;stagiaires werven, of een onderzoek uitbesteden waar ze zelf niet aan toe komen.nbsp;En als coördinator alumnibinding zal iknbsp;ervoor ijveren dat het niet bij één leukenbsp;reünie blijft.quot; (MS)


-ocr page 3-

nieuws

december 1995 * illuster

3

College zet vaart achter topopleiding


De beste studenten moeten onderwijs kunnen volgen dat op hun capaciteiten is toegesneden. Met die boodschap trad de Universiteitnbsp;Utrecht onlangs naar buiten. Niet alleen omnbsp;minister Ritzen te laten zien dat wat hij wil innbsp;Utrecht al staat te gebeuren, maar ook omnbsp;faculteiten ertoe aan te zetten nu eens echtnbsp;werk te gaan maken van onderwijsnbsp;voor 'toppers'.

De faculteiten gaan, als het aan het college van bestuur ligt, op twee manieren op denbsp;behoeften van de beste studenten inspelen.nbsp;Allereerst moet elke opleiding aan de bestenbsp;tien procent van haar studenten een extranbsp;zwaar en intensief programma bieden, eennbsp;zogeheten 'excellent tracé'. Daarnaast moet ernbsp;een beperkt aantal 'topopleidingen'nbsp;komen, verbonden aan de onderzoekscholennbsp;en met aantrekkingskracht ook voor buitenlandse studenten. Utrechtse opleidingen dienbsp;volgens het college 'top' kunnen worden,nbsp;zijn onder meer Europees recht, kunstgeschiedenis en medische biologie.

De Utrechtse plannen zijn mede ingegeven door het onlangs verschenen Hoger Onderwijsnbsp;en Onderzoek Plan (HOOP). Daarin wordennbsp;de voornemens over de 'selectieve universiteit'nbsp;die al langer bestaan wat toegespitst.nbsp;Volgens het HOOP moeten studenten die aannbsp;de universiteit niet op hun plaats zijn doornbsp;middel van een bindend studie-advies snellernbsp;naar elders worden verwezen. Aan de anderenbsp;kant moeten er experimenten van start gaannbsp;met topopleidingen voor speciaal daarvoornbsp;geselecteerde 'getalenteerde studenten'.nbsp;Op dat laatste voorstel wilde het college snelnbsp;inspelen. De plannen van het college van bestuur sluiten overigens goed aan bij wat denbsp;Universiteit Utrecht zich al eerder had voorgenomen. 'Onderwijs op maat' is immersnbsp;één van de hoofdlijnen van beleid van denbsp;Utrechtse universiteit. Dat houdt in dat denbsp;grote stroom van studenten met hun zeer uiteenlopende doelstellingen niet langer met

Nobelprijswinnaar Crutzen in Utrecht


De Universiteit Utrecht had zich geen betere publiciteit kunnen wensen: de Nederlandernbsp;Paul Crutzen wint de Nobelprijs voor Scheikunde 1995. Tegelijkertijd wordt een van zijnnbsp;beste studenten, Jos Lelieveld, aangesteld alsnbsp;hoogleraar bij de vakgroep Meteorologie ennbsp;Fysische Oceanografie in Utrecht.

Ondanks alle commotie rond zijn Nobelprijs gaat het leven voor Paul Crutzen zo gewoonnbsp;mogelijk door. Op 26 en 27 oktober neemt denbsp;directeur van het Max-Planck-Institut fürnbsp;Chemie in Mainz deel aan de besprekingennbsp;van de adviesraad van het Instituut voornbsp;Marien en Atmosferisch onderzoek van denbsp;Universiteit Utrecht (IMAU). Hoewel aan allenbsp;kanten aan hern wordt getrokken, neemtnbsp;hij de tijd om voor de pers zijn ideeën overnbsp;atmosferisch onderzoek uit de doeken tenbsp;doen. Het voortdurend geklik van fototoestellen lijkt hem nauwelijks uit zijn concentratie te brengen.

De sympathieke Nederlander -die zijn arbeidzame leven tot dusver doorbracht innbsp;respectievelijk Zweden,_de Verenigde Statennbsp;eenvormig onderwijs bediend kan worden.nbsp;Het plan voor de excellente tracé's ontvingnbsp;aanvankelijk geen brede steun in de universiteit, erkent het college van bestuur in denbsp;brief die het ter toelichting van het plan aannbsp;minister Ritzen schreef. Maar inmiddels achtnbsp;het bestuur de tijd rijp om faculteiten te


Blauwe vinvis krijgt de ruimte

De ruggewervels van een blauwe vinvis -met een gezamenlijke lengte van ruim negentien meter- wachten in het Zoölogisch Museum aan de Plompetorengracht op een nieuwenbsp;bestemming in een nieuw onderkomen. Een groot deel van de universitaire collecties wordtnbsp;momenteel ingepakt in verband met de verhuizing van het Universiteitsmuseum naar hetnbsp;voormalig Botanisch Laboratorium aan de Lange Nieuwstraat. De opening van het nieuwenbsp;onderkomen, op 11 oktober 1996, is onderdeel van het volgend jaar te houden lustrum vannbsp;de Universiteit Utrecht. In de Lange Nieuwstraat zal het museum voor tentoonstellingsdoeleinden 2.415 vierkante meter vloeroppervlak ter beschikking staan: een verdrievoudiging tennbsp;opzichte van de ruimte waarover het museum in zijn pand aan de Biltstraat beschikte.nbsp;Gevolg is dat een groot deel van de thans in depot verblijvende collecties kan wordennbsp;tentoongesteld, en dat de blauwe vinvis voor het eerst sinds hij begin vorige eeuw op denbsp;Nederlandse kust aanspoelde weer de ruimte krijgt.


en Duitsland- ziet de Nobelprijs voor zijn onderzoek naar de afbraak van de ozonlaagnbsp;als een erkenning van de fundamentele aspecten van zijn vakgebied. quot;Dit onderzoek isnbsp;ontzettend spannendquot;, houdt hij zijn gehoornbsp;voor. quot;De menselijke ingrepen in het klimaatnbsp;maken het nog spannender.quot; Hij benadruktnbsp;wel dat zijn Nobelprijs daardoor een treurigenbsp;oorzaak kent. quot;Ze hadden hem wat datnbsp;betreft mogen houden!quot;, klinkt het oprecht.

Atmosferische Chemie

Dankzij de nieuwe leerstoel Atmosferische Chemie in Utrecht nestelt Crutzens vakgebiednbsp;zich nu ook stevig in Utrecht. Vanaf 1 januarinbsp;1996 zal prof. dr. Jos Lelieveld onderzoeknbsp;doen bij het IMAU, een interfacultair instituutnbsp;van de faculteiten Natuur- en Sterrenkundenbsp;en Ruimtelijke Wetenschappen. De kersversenbsp;Nobelprijswinnaar over de benoeming vannbsp;zijn leerling: quot;Het is een van de belangrijkenbsp;dingen in je loopbaan dat je studenten hetnbsp;ver schoppen.quot;

De 40-jarige Lelieveld bekleedt nu nog een vragen serieus werk te maken van hetnbsp;inrichten van excellente tracé's - niet alleennbsp;voor onderdelen, maar voor een hele studie,nbsp;vanaf de propaedeuse. quot;Inmiddels is hetnbsp;draagvlak daarvoor volop aanwezigquot;, laatnbsp;het college de minister weten. (HO)nbsp;leerstoel Luchtkwaliteit aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Het atmosfeerchemi-sche onderzoek blijft overigens niet tot denbsp;Utrechtse universiteit beperkt. De laatste ja-ren is de samenwerking tussen IMAU en denbsp;nabijgelegen instituten KNMI en RIVM verregaand geďntensiveerd. Die samenwerkingnbsp;heeft geresulteerd in de oprichting van hetnbsp;Centrum voor Klimaatonderzoek, waarin denbsp;drie instituten participeren.

Crutzen toont zich verheugd, dat met de oprichting van dit centrum de klimaatweten-schap in Nederland ernstig wordt genomen. quot;Een goede basisquot;, noemt hij het, hoopvol datnbsp;de steun ook voor langere termijn zal gelden.nbsp;Crutzen vergelijkt het voorzichtig met de ondersteuning die zijn eigen instituut van denbsp;Duitse overheid krijgt. Die is buitengewoonnbsp;royaal. quot;Hopelijk ontwikkelt zich in Nederlandnbsp;ook zoiets. Het klimaatonderzoek kent nognbsp;veel wetenschappelijke problemen; die kunnen we alleen aanpakken met behulp vannbsp;lange-termijnonderzoek. Ik ben blij dat ooknbsp;Nederland dit inziet.quot; (JvdB)

Utrechtse KNAW-leden

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft twee Utrechtsenbsp;hoogleraren tot lid benoemd. Prof. dr.

E. Hondius, hoogleraar burgerlijk recht, is geďnstalleerd als lid van de sectie Letteren.nbsp;Prof. dr. E. Looijenga, hoogleraar zuiverenbsp;wiskunde, trad toe tot de sectie natuurwetenschappen. Het lidmaatschap van denbsp;KNAW geldt als een erkenning voor buitengewone wetenschappelijke verdiensten.

Geneeskunde erft ton

De faculteit Geneeskunde heeft deze zomer een legaat gekregen van 101.250 gulden.nbsp;Volgens de aan de schenking verbondennbsp;voorwaarden moet het bedrag wordennbsp;besteed aan een studie naar de oorzaak ennbsp;het ontstaan alsmede de genezing ofnbsp;voorkoming van kanker.

Adriaansens naar Utrecht University College

Prof. dr. H. Adriaansens wordt met ingang van 1996 decaan van het Utrecht Universitynbsp;College. In dat College gaat de Utrechtse universiteit een Engelstalige opleiding verzorgen,nbsp;die geselecteerde Nederlandse en buitenlandse studenten moet voorbereiden opnbsp;bestuurs- en beleidsfuncties in het Europesenbsp;bedrijfsleven of in het Europese openbaarnbsp;bestuur. In een brief aan Minister Ritzennbsp;bestempelde het Utrechtse college vannbsp;bestuur het UUC vorige maand als één vannbsp;haar toekomstige topopleidingen.

Bčta-medisch onderzoek doorgelicht op citaties

De Leidse onderzoeker prof. dr. T. van Raan gaat in opdracht van het college van bestuurnbsp;een bibliometrisch onderzoek verrichten naarnbsp;het bčta-medisch onderzoek in Utrecht. Eennbsp;proefanalyse moet een indicatie geven vannbsp;de internationale betekenis van Utrechtse onderzoeksgroepen. Van Raan heeft zich gespecialiseerd in het gebruik van citaties als meetinstrument voor wetenschappelijke kwaliteit.

Topselect wordt zelfstandig

Het universitaire outplacementbureau Topselect wordt volgend jaar een zelfstandige universitaire dienst. Op dit moment maakt hetnbsp;bureau nog deel uit van de ambtelijke organisatie in het Bestuursgebouw. Topselect werdnbsp;in 1993 opgezet als bemiddelingsbureau voornbsp;hoger opgeleid personeel dat bij een universitair onderdeel met ontslag werd bedreigd.

In de afgelopen periode is in 250 gevallen met succes bemiddeld. Ook beschikt Topselectnbsp;inmiddels over een 'frictiepool' van ongeveernbsp;twintig wachtgelders, die bij tijdelijkenbsp;vacatures direct inzetbaar zijn.

Geus krijgt eredoctoraat

De Utrechtse hoogleraar anorganische chemie ir. J.W. Geus krijgt een eredoctoraat van denbsp;Technische Universiteit Delft. De faculteit dernbsp;Scheikundige Technologie en Materiaalkundenbsp;verleent Geus (zelf alumnus van 'Delft' ennbsp;volgens Delft 'een ingenieur in hart en nieren') de onderscheiding vanwege 'de goedenbsp;balans in zijn omvangrijke wetenschappelijkenbsp;oeuvre tussen fundamenteel onderzoek naarnbsp;de mechanismen van katalyse en de praktischenbsp;toepassing van katalysatoren.' Veel afgestudeerden van Geus zijn in Delft gepromoveerd;nbsp;Geus zelf participeert in onderzoeksprojectennbsp;waaraan ook Delftse groepen deelnemen.


-ocr page 4-

4

illuster . december 1995

achtergrond

De universiteit is veranderd

Onomkeerbaar,

soms zelfs onherkenbaar

Letteren 1995

Het kan verkeren. Toen ik in 1987 aan de Utrechtse letterenfaculteit belandde wasnbsp;het er op z'n zachtst gezegd een puinhoop.nbsp;Reorganisatie, bezuiniging, ontslagen ennbsp;algehele ontreddering. Zeven jaar later kostnbsp;het me moeite geen al te chauvinistischenbsp;taal over 'mijn' faculteit uit te slaan. Nee,nbsp;ik zou nergens anders willen werken, zegnbsp;ik nu minzaam tegen collega's. Het is eennbsp;financieel gezonde club waar van alles kannbsp;wat elders onmogelijk is geworden. Er zitnbsp;tenminste leven in die brouwerij - geef mijnbsp;dus maar Utrecht.

Studeren in deze faculteit zou iets voor mij zijn geweest. Disciplines en vakgroepennbsp;blijven herkenbaar, maar tegelijkertijd ritseltnbsp;het van de discipline-overschrijdendenbsp;initiatieven. Intellectueeltjes in spé hebbennbsp;tegenwoordig een prachtig aanbod aan cursussen, maar ze hebben er helaas weinignbsp;tijd voor. Als ik me herinner hoe lang hetnbsp;duurde voordat ik echt mijn draai gevondennbsp;had, dan realiseer ik me hoe bevoorrechtnbsp;ik was toen ik ontspannen dwaalde vannbsp;het ene bijvak naar het andere. Docentennbsp;moeten nu hun studenten zo snel mogelijknbsp;op het goede been zetten, en dat betekentnbsp;meer begeleiding en contacturen bij krimpende middelen. Dat wordt de ene uitdaging van de komende jaren.

De andere grote uitdaging: de maatschappij duidelijk te maken dat onze studenten veelnbsp;meer aankunnen dan alleen de traditionelenbsp;letterenberoepen. Het ten onrechte verguisde Algemene Letteren heeft hierin een voortrekkersrol gespeeld. Daar volgen studentennbsp;als regel een stage, wat ze niet zeiden eennbsp;onverwachte werkkring oplevert. 'Letterennbsp;nieuwe stijl' vereist een meervoudige vertaalslag. Studenten en docenten moeten eennbsp;open oog houden voor nieuwe mogelijkheden en kansen, zonder de academischenbsp;vorming overboord te gooien waar het allemaal om draait. Werkgevers dienen er opnbsp;hun beurt van doordrongen te raken dat wenbsp;menseiijk kapitaal in huis hebben dat denbsp;moeite waard is. We hoeven ons dus tot hetnbsp;jaar 2000 niet te vervelen.

Mayke de Jong hoogleraar geschiedenis

De universiteiten staan tegenwoordig vaak in de krant, niet altijd in een evennbsp;gunstig daglicht. Strookt het beeld in denbsp;publiciteit met de werkelijkheid? Secretaris Willem Kardux schetst op verzoeknbsp;van de redactie de contouren van denbsp;Universiteit Utrecht anno 1995. “Er isnbsp;veel veranderd, onomkeerbaar en somsnbsp;zelfs onherkenbaar.”

In de publieke opinie ontmoeten de universiteiten een paradoxaal patroon van overtrokken verwachtingen en soms onverholen geringschatting. Dit is een internationaal verschijnsel. De verklaring is ongetwijfeld dat zich innbsp;de gehele westerse wereld overeenkomstigenbsp;problemen voordoen. Sociale en economischenbsp;ontwikkelingen vereisen hoger onderwijsnbsp;voor velen. Hierdoor ontstaan fricties tussennbsp;verwachting en werkelijkheid op de arbeidsmarkt, overigens meer bij de ouders dan bijnbsp;de studenten. In i960 bestond 4% van denbsp;beroepsbevolking uit hoger opgeleiden, inclusief het HBO, thans is dat ruim 25%. Het isnbsp;duidelijk dat dit niet zonder gevolgen isnbsp;gebleven voor de maatschappelijke positienbsp;van de academicus.

Een andere factor van betekenis is de veranderende rol van de overheid. In de gehele westerse wereld is de overheid op de terugtocht, ook in het hoger onderwijs. Hierdoornbsp;wordt studeren steeds duurder en de drangnbsp;tot een direct rendement van de investeringnbsp;groter. Het onderwijs zit daarom in eennbsp;spanningsveld.

Bij het onderzoek, de tweede taak van de universiteit, is het beeld niet anders. Zondernbsp;wetenschappelijk onderzoek is er geennbsp;vooruitgang, zo wordt algemeen erkend.nbsp;Maar vervolgens blijkt de wetenschap niet bijnbsp;machte om op afroep oplossingen te biedennbsp;voor maatschappelijk problemen die steedsnbsp;complexer en dringender worden.

Doet de nationale politiek of het beleid van universiteitsbestuurders er dan helemaal nietnbsp;toe? Natuurlijk wel, dit bepaalt hoe goed ofnbsp;slecht de universiteiten uit de huidige verwarring te voorschijn komen. Weliswaar zijnnbsp;de universiteiten “zeker de meest onbetwistenbsp;en nog steeds wereldwijd terrein winnendenbsp;van alle Europese instituties”, om de Amsterdamse universitcitsvoorzitter Gevers te citeren,nbsp;maar hun plaats in het maatschappelijk bestelnbsp;is onbestemder dan ooit. De Universiteitnbsp;Utrecht kiest dan niet voor een gemakkelijkenbsp;weg. Zij aanvaardt de opdracht tot hogernbsp;onderwijs voor velen omdat zij dit als maatschappelijk wenselijk ziet. Zij wijst ‘selectienbsp;aan de poort’ af omdat dit het VWO zounbsp;uithollen. Bovendien kan pas in de contextnbsp;van het wetenschappelijke onderwijs zelf denbsp;geschiktheid van studenten blijken. Zij wilnbsp;een universiteit naar de maat van de zeer goede Europese universiteiten zijn en richt zichnbsp;daarom sterk op internationalisering van haarnbsp;activiteiten. Zij wil ook het excellente onderzoek blijven herbergen en voert daarom eennbsp;selectief stimulerings- en investeringsbeleid.nbsp;En zij ondervindt bij dit alles dat ideaal en dagelijkse werkelijkheid verschillen; met alsnbsp;voornaamste problemen, inderdaad, het onderwijs in de sterk gegroeide faculteiten, denbsp;selectie en differentiatie, de aansluiting op denbsp;arbeidsmarkt, de academische vorming in hetnbsp;algemeen.

Waarom moet de geringschatting in de publieke opinie overwegend onverdiendnbsp;genoemd worden? Ook deze universiteit heeftnbsp;zwaar geworsteld met de groeistuipen in denbsp;jaren zeventig, die ongelukkig genoeg samenvielen met de culturele revolutie die bij wetnbsp;aan de universiteiten werd opgelegd. Niet datnbsp;het verkalkte systeem van voor die tijd denbsp;groeiproblemen ook maar, bij benadering hadnbsp;aangekund. Maar de vervanging van denbsp;koninkrijkjes van individueel handelende.

Waarom de

geringschatting in de publieke opinie overwegend onverdiendnbsp;genoemd moet worden.

almachtige hoogleraren door een verzameling radenrepublieken ging wat erg snel en wasnbsp;wat erg drastisch. Het heeft lang geduurdnbsp;voordat de ideologische discussies door meernbsp;zakelijke vervangen werden en voordat denbsp;universiteit nieuwe gewoonten, regels ennbsp;procedures had ontwikkeld waarmee min ofnbsp;meer effectief bestuurd kon worden. Hetnbsp;grootste probleem was namelijk niet zozeer denbsp;democratisering alswel de noodzaak om zonbsp;ongeveer voor het eerst de vakgroep, de faculteit en de universiteit als bestuurlijke entiteiten te hanteren. Een tiental jaren lang was denbsp;universiteit meer met zich zelf bezig dan metnbsp;de kwaliteit van haar Produkten of met haarnbsp;plaats in de maatschappij. Het is niet denkbeeldig dat het gemengde imago van denbsp;universiteiten voor een deel is terug te voerennbsp;op de ervaringen van de huidige opiniemakersnbsp;met de universiteit van toen.

Dat deel is dan onverdiend, zeker in Utrecht. Want hoewel de problemen hier hevigernbsp;waren dan elders -zo werd bijvoorbeeld nognbsp;in ‘82 het college van bestuur naar huisnbsp;gezonden- het lijkt erop dat juist daardoor denbsp;weg omhoog krachtiger en consequenter isnbsp;ingeslagen.

Om een grote sprong naar 1995 te maken: de Universiteit Utrecht is nu intensief verwevennbsp;in allerlei maatschappelijke netwerken. Zij isnbsp;de motor van het Kenniscentrum Utrecht,nbsp;waarin 14 kennisinstellingen hun krachten tennbsp;behoeve van de regio bundelen. Zij heeft eennbsp;belangrijke inbreng in de oplossing van problemen bij de vorming van de stadsregio. Zijnbsp;is op nationaal niveau de spil van meerderenbsp;netwerken met VWO-scholen. Zij is strategische allianties aangegaan met het grote bedrijfsleven. Zij werkt samen met de anderenbsp;universiteiten in de landelijke onderzoekscholen. Zij is internationaal gezien de spil van hetnbsp;zogenaamde Utrecht Network, waarin 22 universiteiten zo goed samenwerken dat dit netwerk daarvoor een prijs van de Europese Unienbsp;heeft gewonnen.

Utrecht is penvoerder van 19 door de Koninklijke Akademie van Wetenschappennbsp;erkende onderzoekscholen, dit zijn landelijkenbsp;concentraties van zeer goed onderzoek. Ternbsp;vergelijking: op de tweede plaats komt denbsp;Universiteit van Amsterdam met 14. Daarnanbsp;volgen ex aequo op de derde plaats Leiden ennbsp;Delft met 9. De Universiteit Utrecht heeftnbsp;recent als enige universiteit duidelijk omschreven onderwijskwalificaties ingebouwd in denbsp;rechtspositie van haar wetenschappelijk personeel. Ook haar bedrijfsvoering is op orde. Denbsp;universiteit is een groot bedrijf, met 6800 personeelsleden en een jaarbudget van een kleinenbsp;800 miljoen. Dat zij dit bedrijf redelijk efficiënt beheert, blijkt uit de vele buitenlandsenbsp;delegaties die de universiteit om die redennbsp;bezoeken.

Er is dus veel veranderd, onomkeerbaar en soms zelfs onherkenbaar. Voor een deel geleidelijk en sluipend als gevolg van ontwikkelingen die de universiteit óverkwamen, maar allengs meer ook als gevolg van bewust beleidnbsp;van instituten, faculteiten en de universiteit.nbsp;De Universiteit Utrecht heeft zich zelfnbsp;hervonden, als een grote klassieke universiteit,nbsp;niet zelden op een hoger plan van kwaliteit,nbsp;met de wereld als haar werkterrein. Zij heeftnbsp;“de zware boslucht van de Utrechtse heuvelrug, die loom maakt” -om een in Leidennbsp;gepromoveerde. Utrechtse hoogleraar in denbsp;Biologie te citeren- van zich afgeschud.


-ocr page 5-

beleid

december 1995 • illuster

5

De Europese ambities van rector Hans van Ginkel

De universiteit in 2010

De waan van de dag die regeert, een regeringsbeleid dat grenst aan onbehoorlijk bestuur. Het wordt tijd voor een nieuwenbsp;oriëntatie, vindt rector magnificus prof,nbsp;dr. Hans van Ginkel. Een perspectief op eennbsp;Europese universiteit in het jaar 2010.

ERIK HARDEMAN

De plannen van het college van bestuur waren al min of meer aangekondigd in de rede dienbsp;Van Ginkel in september hield bij de openingnbsp;van het academisch jaar 1995-1996. Vanaf denbsp;kansel van de Domkerk vroeg de rector toennbsp;met name aandacht voor het gevaar van zelfgenoegzaamheid. quot;Naar buiten toe lijkt hetnbsp;misschien of we in Utrecht alles onder controle hebben. En als je het hebt over bij voorbeeld strategische allianties met het bedrijfsleven en de organisatie van ons post-doctoraalnbsp;onderwijs in de Utrechtse School, dan zijn wenbsp;ook goed op weg. Maar de buitenwereld verandert zo snel, dat het hoog tijd is om die recente ontwikkelingen wat meer in een samenhangend perspectief te plaatsen en sommigenbsp;bestaande activiteiten te heroverwegen.nbsp;Met daaraan gekoppeld de vraag: Hoe wil denbsp;universiteit er in pakweg 2010 bij staan?nbsp;Er is geen keus. We moeten verder en waarnbsp;mogelijk zorgen voorop te (blijven) lopen.quot;nbsp;Essentieel daarbij is voor de rector een duidelijk herkenbare Europese oriëntatie. quot;Ik vindnbsp;dat Utrecht ervoor moet kiezen om een Europese universiteit te worden. Wat Europees innbsp;dit verband betekent? Ik denk daarbij vooralnbsp;aan de samenwerking van onze onderzoekscholen met Europese topinstituten. Kijk naarnbsp;scheikunde dat nu initiatieven ontplooit voornbsp;een Euro-doctoraat. Dat is een soort netwerknbsp;met Europese partners in het onderzoek en innbsp;aio-opleidingen. Vroeg of laat zullen alle

, onderzoekscholen daar naar toe moeten.quot; quot;Waarom ik die Europese samenwerking zonbsp;belangrijk vind? Volgens mij is dat de enigenbsp;manier om de kwaliteit die je wilt bieden, ooknbsp;te kunnen blijven bieden. Maar bovendiennbsp;denk ik dat internationale vormen van samenwerking op termijn ook de enige serieuzenbsp;bescherming bieden voor het werk van eennbsp;autonome, kwalitatief sterke universiteit.nbsp;Je kunt nu eenmaal niet iets afsnijden watnbsp;internationaal een hoog profiel heeft.quot;nbsp;Bij alle Europese geweld mag de universiteitnbsp;overigens niet vergeten om ook voldoendenbsp;voeling te houden met zijn directe omgeving,nbsp;vindt de rector. In de nieuwe oriëntatie zalnbsp;daarom ook aandacht moeten worden geschonken aan contacten op regionaal niveau.nbsp;quot;Veel onderzoekers hebben nog steeds denbsp;neiging om zich op te sluiten binnen de grenzen van hun vakgebied. Wij willen daarom denbsp;vraag aan de orde stellen hoe we de link vannbsp;de universiteit met de maatschappelijke omgeving kunnen versterken. Ook dat is op termijn van groot belang om te overleven. Hetnbsp;sluiten van tandheelkunde in de jaren tachtignbsp;is voor mij nog steeds een grote frustratie.


Als wijzelf niet eens trots zijn op onze universiteit, wat verwachten we dannbsp;van anderen?^


Waarom heeft het Utrechtse bedrijfsleven en het openbaar bestuur zich toen niet vierkantnbsp;achter de universiteit opgesteld? Toen denbsp;stadsvernieuwing werd bedreigd, hebben wijnbsp;ons toch ook vierkant achter de actie 'Utrechters staan voor hun stad' opgesteld? Het antwoord is simpel: men voelde zich niet bij denbsp;universiteit betrokken.quot;

Perspectief

Het Utrechtse 'Perspectief 2010' is vooral van zo groot belang omdat de ervaring leert datnbsp;de universiteiten nog maar nauwelijks kunnennbsp;vertrouwen op een consistent beleid van denbsp;overheid. Het in november, door ministernbsp;Ritzen aangekondigde nationale debat overnbsp;de toekomst van het hoger onderwijs stemtnbsp;de rector weliswaar hoopvol, maar hij heeftnbsp;inmiddels te vaak meegemaakt dat de waannbsp;van de dag de politieke discussie beheerst. Innbsp;zijn rede bij de opening van het academischnbsp;jaar klaagde hij over 'de wijze waarop onzenbsp;regering wat losjes uit de pols van de enenbsp;doelstelling (vorming van onderzoekscholen)nbsp;naar de andere (vorming van topinstitutennbsp;buiten de universiteiten) schiet. 'Dit is onbegrijpelijk en grenst aan onbehoorlijk bestuur',nbsp;liet hij zijn gehoor weten. En zegt hij nu: quot;Hetnbsp;lukt ons maar niet om politici duidelijk te ma

ken wat er werkelijk aan de universiteiten gebeurt. Ook niet aan minister Ritzen, nee.quot; Een nationaal onderwijsdebat zou wat Van Ginkelnbsp;betreft vooral duidelijk moeten maken waarnbsp;de werkelijke knelpunten zitten. In het onderwijs ziet hij eigenlijk maar twee fundamentelenbsp;problemen. quot;De bčta's komen een jaar tekort;nbsp;en de alfa-gamma's hebben te weinig stafnbsp;voor het grote aantal studenten. Maar dat zijnnbsp;problemen die je niet oplost door eerst structureel tweehonderd miljoen gulden bij denbsp;universiteiten weg te halen en er dan alsnbsp;goedmaker eenmalig vijfhonderd miljoen voornbsp;terug te geven in de vorm van een studeer-baarheidsfonds, zoals de minister heeft gedaan. Hoe belangrijk dat fonds op zichzelfnbsp;ook is. Het vervelende van zo'n fonds is datnbsp;we in plaats van de problemen structureel aannbsp;te pakken, gedwongen worden om projectennbsp;te bedenken om geld binnen te halen. En zijnnbsp;die projecten af, dan is het geld ook op. Aannbsp;de structurele verbetering van de kwaliteitnbsp;van het onderwijs kom je zo niet toe. Daarnbsp;heb je die tweehonderd miljoen (blijvend)nbsp;voor nodig. Alleen met zo'n bedrag zoudennbsp;de universiteiten de ook door de minister gewenste kwaliteitsslag kunnen uitvoeren. Daarnbsp;zou in mijn ogen de discussie nu allereerstnbsp;over moeten gaan.quot;

Dit najaar is Hans Van Ginkel (1940, Kota Radja) precies tien jaar lid van het collegenbsp;van bestuur, waarvan negen als rector-magnificus. Hij is de architect van hetnbsp;onderzoekscholenbeleid en uitvinder vannbsp;de term 'academische vorming'. Op eennbsp;bijna terloopse manier loodste hij denbsp;afgelopen jaren tamelijk ingrijpendenbsp;beleidswijzigingen door de universiteit.nbsp;Vriend en vijand zijn het erover eens datnbsp;de vooraanstaande positie die Utrecht opnbsp;dit moment in het land inneemt, bijvoorbeeld op het terrein van de onderzoekscholen, ondenkbaar zou zijnnbsp;geweest zonder het strategischnbsp;vernuft van de rector.

Op school was hij een kei in geschiedenis.

Maar dat vak was op de universiteit niet weggelegd voor HBS-B'ers. Dus koosnbsp;hij voor geografie met geschiedenis als bijvak. Hij was de eerste uit de familie dienbsp;naar de universiteit ging en werd lid vannbsp;Unitas. quot;Je moet ergens bij horen, zeinbsp;mijn vader. Zolang ik maar geen lidnbsp;van het corps werd. Dan zou hij mijnbsp;de benen breken.quot;

quot;Dat is tot op de dag van vandaag ook een duidelijk verschil tussen mij en Jannbsp;Veldhuis (de voorzitter van het college vannbsp;bestuur, EH). Wij hebben in dezelfde tijdnbsp;gestudeerd, maar hoewel wij allebeinbsp;behoorlijk actief zijn geweest, zijn wenbsp;elkaar nooit tegengekomen. Hij zat in hetnbsp;senaatscircuit. Dat heeft mij nooit zonbsp;aangetrokken. Ik bemoeide mij meernbsp;met de sociëteit en de sport, ennbsp;later met VUGS, de faculteitsverenigingnbsp;van geografie. Dat waren heelnbsp;gescheiden werelden.quot;

De loopbaan van Van Ginkel stond van meet af aan in het teken van bestuurs-baantjes. In 1982 werd hij decaan van denbsp;faculteit, en eigenlijk twijfelde toen al niemand er meer aan dat Hans Van Ginkelnbsp;ooit rector-magnificus zou worden.

quot;Utrecht had in de jaren tachtig met de bestuurscrisis en verschillende bezuinigingen de ene klap na de andere gehad ennbsp;dat trok ik me echt aan. Daar kwam bijnbsp;dat er in die tijd weinig waarderingnbsp;bestond voor bestuurswerk. Toen wij innbsp;1986 begonnen, was er in Utrecht sprakenbsp;van een grijze muizen-complex. Men hadnbsp;algemeen de neiging om zijn licht ondernbsp;de korenmaat te zetten. Jan en ik warennbsp;het van meet af aan volstrekt met elkaarnbsp;eens dat Utrecht daarvan moest wordennbsp;genezen. Als wijzelf niet eens trots kunnennbsp;zijn op onze universiteit, wat verwachtennbsp;we dan van anderen? In Utrecht hebbennbsp;we zo langzamerhand een aantal dingennbsp;die echt goed zijn, en ik zie er geennbsp;enkel bezwaar in om dat af en toenbsp;hardop te zeggen.quot;


-ocr page 6-

6

illuster • december 1995

studentenleven

ParnassQ.s en

Nieuwe accomodaties

Olympos

voor sport en cultuur


In korte tijd is de Universiteit Utrecht enkele belangrijke studentenfaciliteiten rijker geworden. Sinds de zomer van 1994 biedtnbsp;'ParnassQs' aan de Kruisstraat als internationaal centrum onderdak aan honderdennbsp;buitenlandse gasten van de universiteit.nbsp;ParnassQs is tevens universitair centrum voornbsp;de beoefening van amateurkunst: muziek,nbsp;dans en theater. Er is een uitgebreid cursusaanbod op cultureel gebied, er zijn podianbsp;voor voorstellingen en concerten. De bar vannbsp;het internationaal en cultureel centrum isnbsp;inmiddels uitgegroeid tot een levendigenbsp;ontmoetingsplaats voor Nederlandse ennbsp;buitenlandse studenten en medewerkers.nbsp;Een tweede verbetering in de studentenvoorzieningen is gerealiseerd met het nieuwenbsp;sportcentrum van de universiteit, Olympos.nbsp;Op 2 september van dit jaar verrichtte 'sport-minister' Erica Terpstra de officiële openingnbsp;van een van de grootste en best geoutilleerde sportcentra van het land. Met onder meernbsp;een ultramoderne fitness-ruimte en nieuwenbsp;squash- en tennisbanen. Ook het sportcafénbsp;'Olympos' is nieuw als centrale ontmoetings-en ontspanningsruimte aan de Uppsalalaannbsp;in De Uithof.

Studieduurverkorting vergt aanpassing van verenigingen

“Je denkt steeds: erger kan het niet”

Toen het kabinet maatregelen aankondigde om studenten harder en vooral sneller tenbsp;laten studeren, stonden de gezelligheidsver-enigingen op hun achterste benen. Maar nunbsp;de maatregelen zijn -of worden- ingevoerd,nbsp;roepen de verenigingen om het hardst datnbsp;je rustig lid kunt worden. Het valt dus allemaal wel mee? De studieduurverkorting innbsp;de praktijk.

De maximale studieduur is enkele jaren geleden van zes naar vijf jaar teruggebracht en zal binnenkort nog maar vier jaar bedragen, denbsp;temponorm is opgeschroefd naar vijftig procent, en de prestatiebeurs zal niet nog eensnbsp;sneuvelen in de Eerste Kamer. quot;Bij elke maatregel dachten we: erger kan het nietquot;, zegtnbsp;Charlotte Folgering van Unitas, quot;maar steedsnbsp;bleek het toch weer erger te kunnen. Gelukkignbsp;hebben we er tot nu toe steeds een mouw aannbsp;weten te passen. Maar een systeem van eennbsp;driejarige opleiding en voor de besten eennbsp;tweejarige kopstudie, zoals dat nu wordtnbsp;voorgesteld, zal voor ons desastreus zijn.nbsp;Bijna iedereen wil natuurlijk die kopstudienbsp;volgen, dus dan ben je de eerste drie jaarnbsp;alleen maar bezig met presteren.quot; Met anderenbsp;woorden: dan kun je Unitas er niet bij hebben.nbsp;quot;Ja, ik heb soms wel het gevoel dat zenbsp;proberen ons de nek om te draaienquot;, zegt

Marhijn Visser van het kleine SSR-NU. quot;De ene maatregel wordt op de anderenbsp;gestapeld. De tempobeurs is nog niet uitgekristalliseerd, of de prestatiebeurs komt er alnbsp;bovenop. Een 3 2 systeem wordt helemaalnbsp;funest; dan wordt niemand meer lid. Hetnbsp;belangrijkste is dat er nooit rust is. Ik zou zeggen: pas een shock-therapie toe en voer allenbsp;maatregelen in één keer in, of smeer het uitnbsp;over tien jaar. Maar nu krijgen we shock nanbsp;shock na shock. Dat is het grootste probleem.quot;nbsp;De gevolgen van studieduurverkorting zijnnbsp;voor de gezelligheidsverenigingen overalnbsp;merkbaar. Het aantal aanmeldingen van eerstejaars loopt terug, al is dat voor sommigennbsp;geen probleem (quot;bij ons staan er nog genoegnbsp;in de rijquot;, meldt Veritas tevreden). Veel studenten worden pas lid als zij hun propaedeusenbsp;hebben gehaald. Commissies zijn lastigernbsp;te formeren. Gesprekken over de studievoortgang worden steeds normaler, en wienbsp;'s avonds tijdig naar huis wil omdat ernbsp;tentamens aankomen, wordt niet langernbsp;uitgelachen.

Vroeg-kroeg-bezoek

Toch lijkt het dagelijkse leven in de sociëteit zelf maar weinig te veranderen. Behalve in denbsp;tentamenperiodes gaat men niet eerder naarnbsp;huis dan een paar jaar geleden.

quot;Nee, was het maar waarquot;, zegt Charlotte Folgering van Unitas. quot;We proberen hetnbsp;'vroeg-kroeg-bezoek' te promoten, maar datnbsp;lukt niet. Het zou natuurlijk het mooist zijn alsnbsp;iedereen om twaalf uur stomdronken naarnbsp;huis gaat, een paar uur goed kan slapen ennbsp;dan de volgende dag gewoon college loopt.nbsp;Maar het wordt toch altijd pas laat gezellig.quot;nbsp;Ook Veritas probeert het 'vroeg-kroegen' tenbsp;stimuleren. quot;Bijvoorbeeld met het piek-uur omnbsp;tien uurquot;, vertelt praeses Ralph Groenendaal.nbsp;quot;Dan kost het bier een gulden. Maar het isnbsp;moeilijk om er druk achter te zetten.quot; Ook bijnbsp;het Utrechtsch Studenten Corps treft mennbsp;geen harde maatregelen. quot;Nee, het is hiernbsp;geen crčchequot;, zegt Patrick van der Aa. quot;Wenbsp;gaan als Senaat niet door de sociëteit heennbsp;rennen om mensen naar huis te sturen. Maarnbsp;we proberen de eerstejaars wel duidelijk tenbsp;maken dat hun studie zwaarder is dan ze somsnbsp;denken. En vooral huizen en jaarclubs oefenennbsp;een grote sociale druk uit.quot;

De verenigingsleden die onder de studieduurverkorting het minst lijden, zijn opvallend genoeg de bestuursleden zelf. Nog altijd komen zij een jaar lang niet aan studeren toe, maarnbsp;dankzij een nieuw systeem van bestuurders-beurzen neemt de universiteit de kosten vannbsp;het verloren studiejaar voor haar rekening. Denbsp;verenigingen hebben dan ook niet meer moeite dan vroeger om hun bestuur vol te krijgen.nbsp;Alleen het USC ondervindt problemen. quot;Voornbsp;een bestuurdersbeurs stelt men als eis dat jenbsp;tot dan toe een normaal studieverloop moetnbsp;hebben gehadquot;, vertelt Patrick van der Aa.nbsp;quot;Dat is lastig. De mensen die graag in het

bestuur willen, hebben over het algemeen de neiging om minder te studeren. Zij voldoennbsp;dus niet aan die eis. De mentaliteit op denbsp;kroeg loopt achter bij de realiteit. Een studentenvereniging is een log lichaam, dus het kostnbsp;tijd voordat we de zes-jaren-mentaliteit zijnnbsp;kwijtgeraaktquot;.

Gelukkig mens

Dat het lidmaatschap van een studentenvereniging en goede studieprestaties hand in hand kunnen gaan, wordt bevestigd uit onverdachte hoek. Matty Kleine, studie-adviseur vannbsp;de faculteit der Letteren: quot;Ik zeg altijd: socialenbsp;contacten gaan vóór studieprestaties. Als hetnbsp;op het persoonlijke vlak goed met je gaat, isnbsp;dat ook goed voor je studie.quot;nbsp;quot;Studenten die lid zijn van een verenigingnbsp;lopen in het eerste jaar vaak vertraging op,nbsp;maar goede studenten halen die achterstandnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

later wel weer in. Thuis raken in een vreemde stad kost tijd, en een studentenvereniging kannbsp;daarbij helpen.quot; Nog beter zijn studie- ennbsp;faculteitsverenigingen, vertelt Kleine. quot;Dienbsp;motiveren je echt voor je studie. Algemenenbsp;studentenverenigingen houden je toch meernbsp;van je studie af. Maar om een gelukkig mensnbsp;te worden, is het lidmaatschap van eennbsp;studentenvereniging goed. Als je het maarnbsp;met mate doet.quot; (CB)



-ocr page 7-

onderzoek

december 1995 • illuster

7

Hooft werkt in stilte aan

‘theorie van alles’

Als kleuter zocht hij al naar verklaringen voor onbegrijpelijke verschijnselen. Ook nu nog isnbsp;het betreden van onbekend terrein de grotenbsp;passie van prof. dr. Gerard 't Hooft. Beginnbsp;november kreeg de Utrechtse theoretischnbsp;fysicus een Spinoza-prijs van twee miljoennbsp;gulden van NWO. Eerder dit jaar nam hij innbsp;Philadelphia de prestigieuze Franklin-medaillenbsp;in ontvangst. Al jaren wordt gefluisterd datnbsp;er in Stockholm een Nobelprijs op hem ligt tenbsp;wachten.

ERIK HARDEMAN

We schrijven januari 1971. Tijdens een congres voor theoretisch fysici in Amsterdam krijgt denbsp;24-jarige Gerard 't Hooft van zijn promotornbsp;Veltman de gelegenheid om in tien minutennbsp;zijn visie uiteen te zetten op de theorie van denbsp;zwakke kracht, een van de vier fundamentelenbsp;natuurkrachten. De lezing is een regelrechtenbsp;sensatie. Tal van gelouterde Nobelprijswinnaars springen enthousiast overeind en bestoken de verlegen jongeman met vragen.

quot;Op die dag werd de internationale reputatie van Gerard gevestigdquot;, stelt prof. dr. Bernardnbsp;de Wit, collega van 't Hooft in Utrecht, dienbsp;toen ook in de zaal zat. quot;In 1967 was doornbsp;Weinberg en Salam weliswaar een theoretischnbsp;model voor de zwakke kracht voorgesteld,nbsp;maar praktisch bruikbaar was die theorie niet.nbsp;Buiten Utrecht had men de hoop op een wiskundig consistente beschrijving van dit soortnbsp;modellen zelfs al min of meer opgegeven.nbsp;Alleen Veltman bleef er in geloven en er aannbsp;werken. En nu toonde een promovendus dusnbsp;aan dat de Utrechtse hoogleraar gelijk hadnbsp;gehad. quot;Wat 't Hooft die dag presenteerdenbsp;was als het ware een gebruiksaanwijzing voornbsp;de theorie van de zwakke kracht. Dat was eennbsp;enorme doorbraak in het onderzoek naarnbsp;fundamentele deeltjes. Hij kreeg ook meteennbsp;een paar banen aangeboden, onder meer innbsp;Harvard. Weinberg en Salam hebben voornbsp;hun werk in 1978 de Nobelprijs gekregen,nbsp;maar zonder die ontdekking van 't Hooftnbsp;had met hun theorie niets gedaan kunnennbsp;worden. Dat is in het juryrapport van denbsp;Nobelprijs toen trouwens ook met zoveelnbsp;woorden vermeld.quot;

Toeval

Hoe het komt dat hij al op een zo vroege leeftijd tot zulke wetenschappelijke prestaties in staat was? 't Hooft haalt de schouders op.nbsp;Een gezonde dosis nieuwsgierigheid en eennbsp;intuďtief gevoel voor het inslaan van nieuwenbsp;wegen. Anders zou hij het ook niet weten.nbsp;quot;Het werk van theoretisch fysici bestaat uitnbsp;het ontwikkelen van theorieën voor verschijnselen die we wel waarnemen, maar waarin denbsp;logische samenhang nog niet duidelijk is. Eerstnbsp;probeer je dan natuurlijk of bestaande theorieën verder uitgewerkt kunnen worden. Dannbsp;ben je bezig met heel nauwkeurig, wiskundignbsp;rekenwerk. Maar zo nu en dan doen zichnbsp;situaties voor waar geen enkele bestaandenbsp;theorie meer werkt. Dan moet je nieuwenbsp;wegen zoeken, nieuwe vragen stellen. Dat isnbsp;iets heel aardigs in dit vak. Dan gaat het eromnbsp;dat je een soort Fingerspitzengefühl hebt voornbsp;het stellen van precies die vragen die nieuwenbsp;wegen ontsluiten. Je moet dan even de wiskundig strenge logica opgeven, omdat je daarmee niet verder komt. Als je verder wilt komen moet je proberen over de blinde muurnbsp;heen te kijken, zelfs als de meeste van jenbsp;collega's zeggen dat er niets achter zit.quot;

Raadsels

Toen 't Hooft in 1964 in Utrecht ging studeren, viel hij met zijn neus in de boter. Want juist in die tijd was er sprake van een explosienbsp;van wetenschappelijke activiteit, die in nauwelijks tien jaar leidde tot een onvoorstelbarenbsp;toename van de kennis van de elementairenbsp;deeltjes waaruit de materie is opgebouwd.nbsp;quot;De wereld zat in dat opzicht nog vol metnbsp;raadsels. Achteraf verbaas ik me er nog welnbsp;eens over hoe weinig we toen wisten en hoenbsp;snel dat daarna is veranderd. We wisten datnbsp;er sprake was van elementaire deeltjes ennbsp;van vier fundamentele krachten tussen dienbsp;deeltjes. Maar alleen de elektro-magnetischenbsp;kracht kon toen al redelijk worden beschreven. Verder begrepen we nog vrij weinignbsp;van de manier waarop die krachten functioneerden.

quot;Tussen 1970 en 1976 is er toen opeens een aantal geweldige doorbraken gekomen, waardoor zowel de zwakke als de sterke kracht innbsp;kaart konden worden gebracht. Dat was eennbsp;heel fascinerende periode, waarin voortdurend nieuwe dingen gebeurden. Het was fantastisch om daar middenin te zitten. Er werdnbsp;toen ook een groot aantal nieuwe deeltjesnbsp;ontdekt, en wat misschien nog belangrijker is:nbsp;het werd steeds duidelijker dat de wisselwerking tussen al die deeltjes berust op strikt wiskundige principes. We wonen in een wereldnbsp;die heel nauw luistert naar de wetten van denbsp;wiskunde.quot;

Quantummechanica

'De glorieuze jaren zeventig' noemt 't Hooft die periode van koortsachtige activiteit. In nognbsp;geen tien jaar werden de sluiers weggetrokken voor drie van de vier fundamentele krachten die de wisselwerking tussen de elementaire deeltjes bepalen. En de grote vraag in denbsp;theoretische fysica is nu of er een theorienbsp;denkbaar is waarin ook de zwaartekracht, denbsp;laatste van die vier krachten, onderdak zounbsp;kunnen vinden. Volgens 't Hooft moet de oplossing van dit laatste mysterie wordennbsp;gevonden in de zwarte gaten in het heelal.nbsp;quot;In die zwarte gaten spelen zich processen afnbsp;die we met onze huidige fysische kennis nietnbsp;meer kunnen beschrijven. Voor mijn gevoelnbsp;vragen zij om een aanpak die wel eens fundamenteel van de huidige zou kunnen verschillen. Wat dat betreft zie ik duidelijke parallellen met het einde van de vorige eeuw. Ooknbsp;toen was er sprake van verschijnselen die nietnbsp;meer met de toen beschikbare theorieën konden worden verklaard. Met nieuwe theorieënnbsp;als de quantummechanica en de relativiteitstheorie konden we die raadsels opeens wélnbsp;oplossen. Op zich was het een simpelnbsp;gedachtensprongetje om te zeggen dat energie niet in een continue stroom, maar in pakketjes, in quanta van een vaste omvang wordtnbsp;uitgezonden, maar dat kleine sprongetje heeftnbsp;wel enorme implicaties gehad.quot;nbsp;Volgens 't Hooft is de natuurkunde nu weernbsp;op eenzelfde soort punt aangeland als honderd jaar geleden. quot;In die zwarte gaten gebeuren dingen waar de theorie geen weg meenbsp;weet. Dus lijkt het me voor de hand te liggennbsp;dat we weer net zo'n revolutionair nieuw concept nodig hebben als de quantummechanicanbsp;en de relativiteitstheorie honderd jaar geledennbsp;waren. Waarschijnlijk gaat het ook nu weernbsp;om een heel simpele gedachtensprong. Maarnbsp;de gevolgen daarvan zullen ingrijpend zijn,nbsp;want ik verwacht dat we met zo'n nieuwenbsp;theorie de zwaartekracht met de andere drie

‘Niet zo handig als Planck of Einstein^


krachten zullen kunnen verbinden. En dan hebben we dus één theorie voor alle verschijnselen die in de natuur voorkomen.quot;

Een aantal fysici is er van overtuigd dat de belangrijkste stap naar zo'n theorie al in 1984 is gezet. Michael Green en John Schwarz ontwikkelden toen de zogeheten 'supersnaren-theo-rie', de gedachte dat alle deeltjes uit touwtjesnbsp;zijn opgebouwd. Maar 't Hooft twijfelt aan denbsp;juistheid van deze visie. quot;In ieder geval zijn ernbsp;gigantische moeilijkheden, die maken dat wenbsp;nog maar nauwelijks een idee hebben hoe wenbsp;met die supersnaren zouden moeten werken,nbsp;en vooral: hoe we de zwarte gaten moetennbsp;aanpakken.quot;


quot;Ik volg zelf nu al tien jaar een ander spoor, en ik heb het gevoel dat ik op de goede wegnbsp;ben. Alleen ben ik kennelijk niet zo handig alsnbsp;Planck of Einstein. Het is mij in ieder geval nognbsp;niet gelukt om de noodzakelijke gedachtensprong te maken. Maar als zo'n theorie ernbsp;komt, zal dat een sensatie zijn vergelijkbaarnbsp;met de sensatie die de ontdekking van denbsp;quantummechanica in 1900 teweeg bracht. Iknbsp;hoop dat ik dat moment nog zal meemaken.quot;nbsp;Gerard 't Hooft heeft nog geen vastomlijndenbsp;plannen voor de besteding van de Spinoza-prijs. Hij denkt het geld vooral te gaan gebruiken voor het aanstellen van extra aio's en buitenlandse post-doc's. Ook wil hij buitenlandsenbsp;toponderzoekers voor een tijdelijk verblijf innbsp;Utrecht uitnodigen.

Naast hem vielen de Leidse mediaevist Van Oostrom (twee miljoen), de Amsterdamsenbsp;astronoom Van den Heuvel en de Rotterdamsenbsp;celbioloog Grosveld (beiden vier miljoen gulden) in de prijzen. De persoons-gebonden Spi-noza-premies zijn de hoogste die in Nederlandnbsp;op wetenschappelijk gebied te behalen vallen.nbsp;NWO heeft ze in het leven geroepen om hetnbsp;toponderzoek een extra impuls te geven.

Gerard ‘t Hooft:

'We hebben nauwelijks idee hoe we de zwarte gaten moeten aanpakken.'


-ocr page 8-

8

illuster • december 1995

onderwijs

Utrechtse School voorzichtig van

‘Er zit groei in

start

de opleidingenmarkt’


Met de dit jaar opgerichte 'Utrechtse School' mikt de Utrechtse universiteit op de snelnbsp;groeiende markt voor post-academischnbsp;onderwijs. Directeur Roel In 't Veld voorspeltnbsp;over vier jaar een aanbod van zestig cursussen en een bruto-omzet van twintig miljoennbsp;gulden. Dat is naar zijn oordeel een noodzakelijke minimum-omzet voor voldoendenbsp;draagvlak.

Toen het college van bestuur in het voorjaar aankondigde dat prof. dr. R. In 't Veldnbsp;directeur zou worden van een nieuwe 'professional school' voor post-academisch onderwijsnbsp;was de scepsis binnen de instelling groot.nbsp;Inmiddels overheerst het enthousiasme.nbsp;Terecht, vindt In 't Veld, want Utrecht wasnbsp;hard toe aan een aparte organisatie voor hetnbsp;post-doctoraal onderwijs.

Volgens de directeur worden met de oprichting van de Utrechtse School uiteenlopende doelen nagestreefd. In de eerste plaats moetnbsp;de school gaan fungeren als een facilitaire organisatie voor al degenen die actief zijn in hetnbsp;post-academisch onderwijs. quot;Niemand is verplicht om mee te doen. Maar als programmamakers hun activiteiten in de Utrechtse Schoolnbsp;onderbrengen, hebben ze daar in mijn ogennbsp;alleen maar baat bij. Wij bieden ze perfectenbsp;faciliteiten en nemen alle organisatorischenbsp;rompslomp voor onze rekening. En afgeziennbsp;van een relatief klein bedrag dat nodig is omnbsp;de organisatie te laten draaien, komt de volledige winst ten goede aan de docenten die denbsp;cursussen verzorgen.quot;

Naast het bieden van faciliteiten moet de nieuwe organisatie echter ook een belangrijkenbsp;rol gaan spelen bij het verwerven van opdrachten, stelt In 't Veld. quot;In het bedrijfslevennbsp;bestaat grote behoefte aan 'opleidingen-op-maat'. Dat is op dit moment de markt waar denbsp;groei zit. En op die markt is de Utrechtse universiteit slecht vertegenwoordigd. Er zijn hiernbsp;genoeg mensen met een interessant aanbod.nbsp;Maar dat sluit vaak slecht aan op de vraag.nbsp;Vergeleken met universiteiten als Tilburg,nbsp;Rotterdam en Twente lopen we in dit opzichtnbsp;jaren achter.quot; Intussen zijn de eerste offertesnbsp;voor zulke trajecten de deur uit.

Het bewerken en openbreken van nieuwe markten voor Utrechtse programmamakersnbsp;ziet In 't Veld als een van de voornaamstenbsp;taken van zijn 'school'. quot;Wantquot;, zegt hij,nbsp;quot;vroeger kon je als hoogleraar misschien nognbsp;denken: wij zijn de grootste en de knapste,nbsp;dus ze komen vanzelf wel bij ons. Maar zonbsp;werkt het al lang niet meer.quot;

Post-academisch

De Utrechtse School is wat minder voortvarend van start gegaan dan werd gehoopt. De enigenbsp;cursus die voor dit najaar was aangekondigdnbsp;-elders voorbereid, door de Utrechtse Schoolnbsp;in een laat stadium geadopteerd- moestnbsp;wegens gebrek aan belangstelling wordennbsp;afgelast. Maar In 't Veld verwacht de komendenbsp;jaren een snelle expansie. In 1996 start denbsp;door prof. dr. Jo Groebel ontwikkelde opleiding tot 'master of media-managemenf. Ennbsp;over vier jaar denkt In 't Veld een aanbod vannbsp;zo'n zestig cursussen te hebben, gericht op hetnbsp;verbeteren van de beroepsuitoefening in bedrijf of organisatie. In de faculteit Rechten isnbsp;een aantal initiatieven aangereikt. Bij Letterennbsp;bestaat enthousiasme in een aanzienlijk aantalnbsp;vakgroepen. Ook zijn vanuit de bčta-facultei-ten contacten gelegd.

Binnen de universiteit bestond aanvankelijk de angst dat de Utrechtse School een luxueuzenbsp;organisatie zou worden met een sjiek hoofdkantoor en glossy voorlichtingsmateriaal. In 'tnbsp;Veld kan niet genoeg beklemtonen dat zijnnbsp;school niets anders is dan een service-verlenen-de organisatie. De school beschikt slechts overnbsp;een paar kamertjes en wat leslokalen in hetnbsp;voormalig kantoor van Cap Volmac op hetnbsp;Kanaleneiland. Niet armetierig, maar zekernbsp;niet overdreven pronkerig en volledig gerichtnbsp;op een optimale onderwijsatmosfeer.

Tijdens het gesprek komt In 't Veld telkens terug op kwaliteit als allesbepalend criteriumnbsp;voor het toelaten van cursussen tot denbsp;Utrechtse School. Om die kwaliteit te garanderen zal in samenwerking met het IVLOS zelfsnbsp;een specifieke didactiek voor volwassenennbsp;worden ontwikkeld. quot;De naam van de Utrechtse School moet synoniem worden met 'kwaliteit'. Met name in dat opzicht zal ik het aanbod heel kritisch bekijken. Want één rottenbsp;appel in de mand kan de faam van alle Produkten aantasten.quot; (EH)nbsp;Informatie Utrechtse School: Admiraal Helf-richlaan 1, 3527 KV Utrecht. (030) 2967879


Roel In ‘t Veld: 'Geen overdreven luxe.'


Hoger onderwijs voor ouderen in trek

utrecht kent sinds een jaar het Hoger Onderwijs Voor Ouderen. Speciale studieprogramma's voor vijftigplussers, in blokken van zes of twaalf colleges, op universitair niveaunbsp;maar zonder tentamendruk. De docenten zijnnbsp;enthousiast, de studenten genieten.

'De cultuur van de Kelten' wordt gegeven aan de Drift 21. Het zaaltje is goed gevuld, zo'nnbsp;dertig vijftigplussers. Niet te vergelijken metnbsp;het massacollege dat verderop in het gebouwnbsp;aan de gang is. Klokslag drie uur worden leesbrillen uit kokers getoverd, readers opengeslagen en de pennen uit de dop geschroefd.

Er wordt hier en daar wat opgeschreven, maar minder naarstig dan de twintigers doen.

Die zijn altijd bang om een woord te missen voor hun tentamen. Ademloos luisteren denbsp;studenten op leeftijd naar de Keltische verhalen die handelen over het verkrijgen vannbsp;kennis uit de andere wereld. Het tempo vannbsp;het college is hoog, het betoog is doorspektnbsp;met verwijzingen naar de bijbel, het Latijn,nbsp;de mythologie en Roland Holst. Zelfs de IRT-enquéte komt ter sprake.

quot;In dit gezelschap kan dat makkelijker dan bij jonge studentenquot;, meent docente D. Edel.nbsp;quot;Deze mensen hebben toch meer levenservaring, ze kennen de bijbel en de klassieke literatuur. Bovendien zijn ze dubbel gemotiveerdnbsp;en stellen meer vragen. Ik vind het heel leuknbsp;om te doen!quot;

Bij een andere cursus in hetzelfde gebouw valt de docent van de ene verbazing in de anderenbsp;als hij tussen neus en lippen door een boeknbsp;noemt. quot;Wat was de titel, wie is de schrijver,nbsp;en wat is het ISBN-nummer?quot; klinkt het uitnbsp;alle hoeken van het leslokaal. Op zoveel interesse had de docent niet gerekend. quot;Wilt u datnbsp;nummer echt weten?quot;, lacht hij. quot;Jazekerquot;,nbsp;antwoordt een voormalig arts vanuit denbsp;collegebank beslist.

Gunstige voorwaarden

Het Centraal Planbureau krijgt gelijk: er zal steeds meer belangstelling komen van hoognbsp;opgeleide ouderen om weer te studeren nadatnbsp;zij het arbeidsproces verlaten hebben. Coennbsp;Görts, HOVO-coördinator aan de Utrechtsenbsp;universiteit, kan deze ontwikkeling staven.nbsp;quot;In het studiejaar '94/'95 is de universiteit begonnen met HOVO-cursussen voor vijftig plussers. Toen waren dat drie cursussen, dit jaarnbsp;geven we er zes.quot;nbsp;Görts: quot;Vorig jaar hadden we vierhonderdnbsp;aanmeldingen. De Erasmus Universiteit, die alnbsp;een paar jaar bezig is, heeft nu 1500 cursisten.nbsp;Dat moeten wij ook kunnen halen. We voldoen aan drie gunstige voorwaarden; de centrale ligging van Utrecht, het feit dat we zo'nnbsp;brede universiteit hebben en onze samenwerking met de Universiteit voor Humanistiek, denbsp;Hogeschool van Utrecht en Hogeschool denbsp;Horst in Driebergen.quot;

Het aanbod richt zich voornamelijk op de alfawetenschappen. Geschiedkundige en culturele thema's zijn populair, maar ook onderwerpennbsp;die te maken hebben met de actualiteit.

De cursus 'Afscheid van de twintigste eeuw' bijvoorbeeld bestrijkt een gebied van socialenbsp;kwesties tot en met de kunsten. Hij doet innbsp;opzet denken aan de Studium Generale lezingen. Dit najaar liepen de series 'Vrouwen in denbsp;Oudheid, Middeleeuwen en Vroeg-modernenbsp;tijd', 'De Provence - Oudheid en Middeleeuwen', 'Hoogtepunten uit de klassieke Grieksenbsp;literatuur' en 'De cultuur van de Kelten'.nbsp;Welke nieuwe cursussen brengt de toekomst?nbsp;Görts: quot;Meer aanbod op het terrein van de sociale wetenschappen. Zo is er bijvoorbeeld veelnbsp;belangstelling voor ontwikkelingen in denbsp;ideeën over opvoeding. Oost-Europa en Zuid-

Amerika zijn ook erg in trek bij deze doelgroep, evenals maatschappelijke ontwikkelingen. Ik zou me ook goed een cursus bio-ethiek voor kunnen stellen, gezien de maatschappelijke discussie op dit moment.quot; (MJR)

Voorjaar 1996

Vanaf januari worden de volgende HOVO-cursussen gegeven:

  • • nbsp;nbsp;Mens en Dier in Evolutionair Perspectiefnbsp;(12 middagen van 31 januari t/m 24 april)

  • • nbsp;nbsp;Vrouwen in de Oudheid, Middeleeuwennbsp;en Vroeg-moderne tijd (6 middagen vannbsp;16 januari t/m 20 februari)

  • • nbsp;nbsp;de Provence -Oudheid en Middeleeuwen- (6 middagen van

12 maart t/m 16 april)

Naast het volgen van de middagen, met colleges en discussie, moeten deelnemers rekenen op zelfstudie aan de hand van een reader ofnbsp;boek. Het cursusgeld bedraagt f 150,- voornbsp;een cursus van 6 middagen. Voor een cursusnbsp;van 12 middagen f 300,-. Alumni ontvangennbsp;korting op de cursusprijs.

Meer informatie: dr. C.P.M. Görts, HOVO-coördinator, bureau faculteit Biologie, Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht.


-ocr page 9-

samenleving

december 1995 • illuster

9

Publiek in debat met bi o medici

‘Men eist vooruitgang

én keurt die aP

vierkante tomaten, baby's op bestelling, de stier Herman, een muis een oor aannaaien.nbsp;De wetenschap kan veel. Maar mag het ooknbsp;allemaal? Wetenschap en publiek denkennbsp;daar vaak verschillend over. Het Centrumnbsp;voor Bio-ethiek en Gezondheidsrechtnbsp;organiseerde een congres om ‘de kloof tenbsp;overbruggen'.

HANNE OBBINK

quot;Wat is leven eigenlijk? Is dat iets zuiver biologisch waarin je zomaar mag ingrijpen?nbsp;Of is het meer?quot; Het zijn vragen, vindt Ellennbsp;van Oerie, waarover te weinig wordt nagedacht. quot;Waar baseert de wetenschap haarnbsp;handelen op, wat zijn haar uitgangspunten?quot;nbsp;Ellen van Oerie is een 'leek' - in het dagelijksnbsp;leven heeft ze niet rechtstreeks met wetenschap te maken. Maar het onderwerp boeitnbsp;haar wel. Sterker nog, het verontrust haarnbsp;enigszins. Want weet de wetenschap wel waarnbsp;haar grenzen liggen? Daarom was Ellennbsp;zaterdag 27 oktober op het congres van hetnbsp;Centrum voor Bio-ethiek en Gezondheidsrechtnbsp;over 'de moraal van biomedisch onderzoek'.nbsp;'De kloof overbruggen', zo luidde het motto.nbsp;Wetenschappers van de Universiteit Utrechtnbsp;bogen zich over de moraal van hun eigennbsp;onderzoek en gingen daarover in gesprek metnbsp;'het publiek', met mensen als Ellen van Oerie.nbsp;Ook waren er een accountant met zijn vrouw,nbsp;die geen kinderen konden krijgen, maar ernbsp;van afzagen zich in het medische bevruch-tingscircuit te storten; daar wilden ze het nognbsp;wel eens over hebben. En een moeder van eennbsp;kind met een ongeneeslijke, erfelijke ziekte.nbsp;En een leraar natuurkunde. En een huisvrouw.nbsp;In totaal 225 deelnemers. En een vijftigtalnbsp;Utrechtse onderzoekers uit vooral de biomedische hoek - van aio tot hoogleraar.

Weerloos

Er bestéât een kloof tussen wetenschap en publiek; dat had het Centrum voor Bio-ethieknbsp;en Gezondheidsrecht (CBG) al vóór het congres vastgesteld. Eerder dit najaar had hetnbsp;CBG via het Utrechts Nieuwsblad en de Amers-foortse Courant een enquęte gehouden overnbsp;de biomedische wetenschap. Het publieknbsp;bekijkt veel ontwikkelingen op dit terrein metnbsp;scepsis, zo blijkt.

Een meerderheid van de 315 mensen die de enquęte invulden, is bijvoorbeeld tegen hetnbsp;gebruik van menselijke embryo's die zijn overgebleven van reageerbuisbevruchtingen voornbsp;medische experimenten. Een nog groterenbsp;meerderheid verzet zich tegen de 'Italiaanse'nbsp;praktijk van reageerbuisbevruchting vannbsp;vrouwen boven de vijftig jaar. Nu zijn datnbsp;standpunten die ook veel wetenschappersnbsp;delen. Maar dat 54 procent het eens is met denbsp;stelling dat 'wetenschappers de gevolgen van


Tekening: N. Bongers

biomedisch onderzoek niet goed kunnen overzien', dat is een duidelijke aanwijzing datnbsp;wetenschap en publiek elkaar niet altijd goednbsp;begrijpen. quot;Wij merken dat veel mensen zichnbsp;weerloos voelenquot;, zegt drs. Babs van dennbsp;Bergh van het CBG. quot;Wat er in de wetenschapnbsp;gebeurt, gaat buiten hen om. Ze hebben vaaknbsp;wel bepaalde intuďties over wat mag en watnbsp;niet mag; dat blijkt ook uit de enquęte. Maarnbsp;ze weten vaak niet waarom ze iets vinden.nbsp;Ze willen bijvoorbeeld geen genetisch gemodificeerde groenten eten, maar waarom eigenlijk niet? Moet er geld uitgetrokken wordennbsp;voor in-vitro fertilisatie-technieken of moetennbsp;we liever eerst reuma oplossen? Mag de mensnbsp;ingrijpen in de natuur en genen van de enenbsp;soort inbrengen in de andere? Wat wij met ditnbsp;congres wilden bevorderen, is dat er over denbsp;argumenten rond zulke vraagstukken doorgedacht gaat worden.quot;

quot;Dat is zowel voor de wetenschap als voor het publiek van belang. Voor het publiek, omdatnbsp;dat vaak rechtstreeks te maken krijgt met denbsp;gevolgen van wat de wetenschap doet. Maarnbsp;ook voor de wetenschap. Er zijn nu al wetenschappers die dreigen naar het buitenland tenbsp;vertrekken als ze hier bepaalde dierproevennbsp;niet meer mogen doen. Laat ze daarover maarnbsp;eens verantwoording afleggen.

quot;Wat opvalt is dat de discussie vaak uitsluitend over excessen en schandalen gaat. Over denbsp;tweeling in het AZU van wie de een donker ennbsp;de ander blank is. Als zulke incidenten zichnbsp;voordoen, staan hier bij het CBG de telefoonsnbsp;roodgloeiend. Maar de fundamentele discussienbsp;die er achter ligt, wordt niet gevoerd.quot;

Gladgestreken

Dat moest tijdens het congres dus wél gebeuren. Het CBG wilde wetenschapper en leek rechtstreeks met elkaar in gesprek brengen.nbsp;Daarom werden zij in kleine groepen samennbsp;aan het werk gezet om zich te buigen overnbsp;enkele concrete 'gevallen'. Van den Bergh:nbsp;quot;We wilden voorkomen dat mensen over-donderd zouden worden door rap pratendenbsp;specialisten die met een gladgestreken gezichtnbsp;vertellen hoe goed ze het met de wereld voornbsp;hebben - zoals in eerdere discussie over aanverwante onderwerpen wel is gebeurd.quot;nbsp;'Platgepraat' werd er inderdaad niemand.nbsp;Daarvoor was het 'leken'-publiek ook te deskundig. Zo was er directeur E. de Graaf van denbsp;Stichting Down-syndroom, die de medischenbsp;wetenschap haar plaats wees als het gaat omnbsp;de beslissing of ouders een 'mongooltje' welnbsp;of niet geboren moeten laten worden. quot;Als jenbsp;aan gezinnen vraagt hoe belastend zo'n kindnbsp;is, dan hoor je heel andere verhalen dan watnbsp;genetici je vertellen. De kwaliteit van het leven, zowel van het kind als van het gezin, kannbsp;best heel groot zijn. Daar kan de wetenschapnbsp;niet over beslissen.quot;

In een andere groep werden niet alleen de pretenties van de wetenschap, maar ook denbsp;angsten van het publiek gerelativeerd. quot;Iedereen zegt wel: o, wat eng, de wetenschap kannbsp;al zo veelquot;, zei voorzitter H. Mentgeert van denbsp;vereniging van ouders van kinderen met eennbsp;stofwisselingsziekte. quot;Maar dat is niet zo; denbsp;wetenschap kan juist heel veel niet. Ze wektnbsp;veel te hoge verwachtingen.quot; quot;Dat kloptquot;,nbsp;reageerde prof. dr. Albert Cornelissen, hoogleraar parasitologie aan de faculteit Diergeneeskunde. quot;Wetenschappers hebben de behoefte om te scoren. Maar het heeft ook tenbsp;maken met de financiën. Voor veel onderzoeknbsp;moet geld aangevraagd worden. Daarbijnbsp;worden verwachtingen uitgesproken over denbsp;uitkomsten. Die worden soms wat overdrevennbsp;- dat doe ik zelf ook wel eens, ben ik bang.nbsp;Als onderzoekers eens een tijd financieel metnbsp;rust gelaten zouden worden, dan zouden dienbsp;verwachtingen ook niet zo overspannen zijn.quot;

Huiver

Albert Cornelissen is voorzitter van het Heidelberg Appeal Nederland, een groep van zo'n vierhonderd wetenschappers die zich zorgennbsp;maken over anti-wetenschappelijke tendenzennbsp;in politiek en samenleving. Dat die tendenzennbsp;er op afzienbare termijn toe zullen leidennbsp;dat wetenschappers minder geld voor hunnbsp;onderzoek krijgen, gelooft Cornelissen trouwens niet. quot;Voor onze budgetten zijn wenbsp;nauwelijks afhankelijk van de politiek; hetnbsp;meeste geld komt allang niet meer van denbsp;overheid.quot; Wel maakt hij zich zorgen over denbsp;wetgeving op het gebied van biomedischenbsp;experimenten. Die gaat uit van het principenbsp;'nee, tenzij', terwijl de akademie van wetenschappen KNAW -en ook Cornelissen zelf-voorstander is van 'ja, mits'.

Voor Cornelissen was het congres een goede gelegenheid om zijn standpunt te verbreiden.nbsp;Hoort hij op zo'n dag nog nieuwe dingen?nbsp;quot;Het is opvallend dat de mensen die ik hiernbsp;gesproken heb, weinig moeite hebben metnbsp;gentherapie op zich. Alleen als het om transgene experimenten gaat -het gebruik van genen van de ene soort voor de andere-, dan isnbsp;de huiver groot. Ikzelf ben er niet tegen, ooknbsp;niet als dierlijk genetisch materiaal voor mensen wordt gebruikt. De stier Herman bijvoorbeeld, daar heb ik geen enkel probleem mee.nbsp;quot;Wat ik griezelig vind -en dat heb ik vandaagnbsp;ook gehoord- is het standpunt dat we beternbsp;zieke mensen kunnen gebruiken dan gezondenbsp;apen. Dat schiet wel erg ver door.quot;nbsp;Microbioloog en arts dr. Huub Schellekens hadnbsp;aan het begin van de dag al uitgelegd waarom het op dit ene congres wel niet zou lukkennbsp;om de kloof tussen wetenschappers en publieknbsp;te dichten. Het wantrouwen van het publiek isnbsp;groot, net als het verschil in kennisniveau,nbsp;aldus Schellekens. Bovendien wordt de wederzijdse verhouding extra belast door eennbsp;opmerkelijke paradox. Schellekens: quot;De gezondheid neemt toe, maar het gevóel vannbsp;gezondheid neemt af. Mensen aanvaardennbsp;niet meer zomaar dat ze ziek zijn. Ze eisennbsp;van de medische stand als het ware gezondheid - en tegelijkertijd is men bang voor watnbsp;het medisch onderzoek aanricht. Men eistnbsp;vooruitgang én keurt die af.quot;

Het Centrum voor Bio-ethiek en Gezondheidsrecht verricht onderzoek en verzorgt onderwijs in o.a. bedrijfsethiek en medischenbsp;ethiek. Voor informatie kunt u bellen:nbsp;(030)2534399.


-ocr page 10-

10

illuster ¦ december 1995

alumni

Omzien in verwondering

Zeven alumni kijken terug

De captain of industry, de politica, de hoofdredacteur, de projectleider midden- en kleinbedrijf, de festivaldirecteur, de schrijf-ster/onderzoekster, de software-engineer. Zes alumni van verschillende leeftijd en achtergrond over de Universiteit Utrecht. Welke herinneringen koesteren zij? Hebben ze nog iets met Utrecht? Wat kan de universiteit nu nog voor hen betekenen?

»

Met bijdragen van Jutta Chorus, Onno Möller en Marjan Slob

Keus voor rechten was toeval


quot;Ik had geen idee wat ik na de middelbare school moest gaan doen. Een heleboel vriendjes gingen rechten studeren om zo hun beroepskeuze uit de stellen.quot; Jhr. Mr. A.A.nbsp;Loudon (1936) is voorzitter van de Raad vannbsp;Commissarissen van Akzo Z Nobel en lid van denbsp;Eerste Kamer voor de WD. Sinds kort maaktnbsp;hij deel uit van de Externe Adviesraad van denbsp;Universiteit Utrecht. Hij studeerde rechten vannbsp;1955 tot 1961. quot;Wat je studeerde was nietnbsp;eens zo van belang, een baan vond je tochnbsp;wel. Je was zelfs verontwaardigd als er na jenbsp;doctoraal examen te weinig aanbiedingen binnenstroomden. Ik heb nooit echt hoeven solliciteren.quot;

quot;Als ik had geweten dat ik in het bedrijfsleven terecht zou komen, was ik economie gaan studeren. Dat is een natuurlijker vooropleiding.nbsp;De bewering dat juristen slechts bij hoge uitzondering aan de top van een chemisch bedrijfnbsp;figureren is relatief waar, hoewel Akzo / Nobel

daar een uitzondering op lijkt te vormen. Behalve mijzelf zitten er nog twee juristen innbsp;de Raad van Bestuur.

Waar het om gaat is dat je op een analytische manier kunt omgaan met problemen van dezenbsp;tijd: fusies, overnames en niet renderendenbsp;werkmaatschappijen. In de rechtenstudie leernbsp;je ingewikkelde situaties eerst zorgvuldig reconstrueren voordat je stappen onderneemt.nbsp;Je wordt niet uitgenodigd om al te impulsiefnbsp;te denken. Je moet een vak leren als je aan denbsp;top wilt komen. Een general manager hoortnbsp;een goede technoloog te zijn, een financiëlenbsp;of een commerciële man. Je kunt niet je helenbsp;carričre als generalist maken. Soms vraag iknbsp;aan een student: Wat wil je worden? Zo'n jongen antwoordt heel vastberaden: 'general manager'. Dan kan ik niet nalaten te zeggen datnbsp;hij nog een heel traject heeft af te leggen.quot;nbsp;quot;Een van mijn zoons heeft aan de Erasmusnbsp;Universiteit gestudeerd. Vanaf het eerste jaarnbsp;was hij al bezig met zijn curriculum vitae. Hijnbsp;stortte zich op allerlei baantjes, stages en zomercursussen om praktische ervaring op tenbsp;doen. In Utrecht, waar mijn tweede zoon rechten studeert, hebben ze daar een dédain voor.nbsp;Dat is fout. Op basis van dat cv word je uitgenodigd voor een gesprek of niet. Zo simpelnbsp;werkt het. Van holle frases houd ik niet, daarnbsp;kijken we bij Akzo / Nobel doorheen. Maar jenbsp;pikt de echte goeie er vóór de eerste gespreksronde al uit.quot; (JC)

Jhr. Mr. A.A. Loudon:

“...je moet een vak leren als je aan de top wilt komen... quot;


Wetenschap als katalysator

quot;De universiteit anno 1995 zou meer naar buiten moeten kijken.quot; Rob van Engelenburg (1955) studeerde in 1979 af in de economischenbsp;geografie. Hij is sinds tien jaar werkzaam bijnbsp;de Vereniging van Kamers van Koophandel.nbsp;Eerst als onderzoekscoördinator, vervolgensnbsp;als beleidsmedewerker, de laatste jaren alsnbsp;projectleider midden en kleinbedrijf. In dienbsp;functie is hij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Produkten en diensten die het mogelijk maken de bedrijfsvoering door te lichten. quot;Natuurlijk is het onmogelijk om voor denbsp;hele universiteit te spreken, maar wanneer iknbsp;naar mijn eigen faculteit. Ruimtelijke Wetenschappen, kijk, dan denk ik dat er regelmatignbsp;kansen blijven liggen. Actief en concreet inspelen op belangrijke veranderingen en uitdagingen in de maatschappij, zoals het rege-Rob van Engelenburg: “...wat doet denbsp;universiteit met de Betuwelijn?... “nbsp;ringsmotto werk werk werk, de vergrijzingnbsp;van ondernemend Nederland of de Betuwelijn. Dat zou zinvol zijn voor de universiteit.nbsp;Als niet direct belanghebbenden kunnen wetenschappers bij uitstek bruggen slaan tussennbsp;deelbelangen. Zij kunnen als katalysator optreden bij grote maatschappelijke uitdagingen.quot;nbsp;quot;Ik denk, dat het contact met afgestudeerdennbsp;daarin een waardevolle rol kan spelen. De universiteit kan vaker het initiatief nemen omnbsp;mensen uit de praktijk en uit de wetenschapnbsp;met elkaar te laten discussiëren over maatschappelijke problemen. Op het sociale vlak isnbsp;het belangrijk, dat afgestudeerden de mogelijkheid krijgen om ook dwarsverbanden doornbsp;de afstudeerjaren heen te leggen. Het hebbennbsp;en verspreiden van kennis is leuk, het hebbennbsp;van kennissen nog leuker.quot;

quot;Natuurlijk is de universiteit nu nauwelijks vergelijkbaar met die van twintig jaar geleden. In die tijd waren de mogelijkheden eigenlijk onbeperkt. Als je voldoende gemotiveerd was en initiatief toonde, kon in feitenbsp;alles. Tegenwoordig lijkt alles meer gereglementeerd en grootschaliger en is de studieduur veel beperkter. Daardoor wordt hetnbsp;steeds moeilijker om eigen accenten in de studie aan te brengen. Voor mijzelf ben ik er vannbsp;overtuigd, dat juist dat laatste bepalend is geweest voor mijn latere loopbaan. Daarnaastnbsp;hechten werkgevers aan mensen, die initiatiefnbsp;tonen, creatief zijn, kansen scheppen en benutten. De universiteit moet blijven strevennbsp;naar het ontwikkelen van dat soort vaardigheden bij haar studenten.quot; (OM)


Academische vorming komt van pas


quot;Terugkomdagen? Postdoctoraal onderwijs? Lijkt me prachtig, maar ik heb er geen tijdnbsp;voor.quot; Pieter Broertjes (1952) studeerde innbsp;1979 af in de comparatieve sociologie aan denbsp;Universiteit Utrecht en is sinds 1 maart van ditnbsp;jaar hoofdredacteur van de Volkskrant.nbsp;quot;Zeker heb ik wat aan mijn studie gehad. Denbsp;relatie tussen westerse en niet-westerse landennbsp;heeft mijn belangstelling en tien jaar lang hebnbsp;ik uitvoerig over die onderwerpen geschreven.nbsp;Nu, als leidinggevende, komt die academischenbsp;vorming me nog steeds van pas. Ik heb eennbsp;analytische manier van denken geleerd.quot;nbsp;quot;Ik zit in het stichtingsbestuur van het U-blad.nbsp;Dat is de duidelijkste band die ik nu nog metnbsp;de universiteit heb. Een onbezoldigde functienbsp;overigens, liefdewerk oud papier. Waarom iknbsp;dat doe? Ik heb in Utrecht mooie jaren gehadnbsp;en wilde me beschikbaar stellen voor iets nuttigs. Veel werk is het overigens niet: een paarnbsp;vergaderingen, af en toe een telefoontje metnbsp;de hoofdredacteur.quot;

quot;In de jaren zeventig, toen ik studeerde, was de universiteit een platform voor maatschappelijke discussie. Naar mijn mening is dat ooknbsp;een intrinsieke taak van de universiteit, maarnbsp;van de huidige hoogleraren gaat, op een enkele uitzondering na, weinig meningsvormingnbsp;uit. Druk als ze zijn met het hoofd boven water te houden, maken ze een naar binnen gerichte indruk. Inmiddels zijn het de opiniepagina's van de kranten die maatschappelijkenbsp;discussies entameren. Ik zie voor mijzelf eennbsp;continuüm van de universiteit naar de krant,nbsp;ja. Wat ik aardig vond aan de universiteit, trefnbsp;ik nu bij de kranten aan.quot;

quot;Er is een tendens om als universiteit steeds meer het bedrijfsleven te bedienen. Ik denknbsp;wel dat de universiteit en het bedrijfslevennbsp;profijt van elkaar kunnen hebben. Wat mijnbsp;betreft mogen ze elkaar op een goedenbsp;manier gebruiken, daar ben ik wel andersnbsp;over gaan denken. Maar er is een grens.nbsp;Die grens is duidelijk overschreden als eennbsp;gesponsorde hoogleraar met Shell-embleemnbsp;op college staat te geven. De universiteitnbsp;mag geen particuliere belangen gaannbsp;dienen.quot; (MS)


Pieter Broertjes:

“...continuüm van universiteit naar krant.quot;


-ocr page 11-

alumni

december 1995 • illuster

II

Met mazzel door de tentamens


Een groot jaar


quot;Ik heb op het scheidsvlak van twee tijdvakken gestudeerd.quot; Machteid Versnel (1940) studeerde van 1959 tot 1966 geschiedenis.nbsp;Sinds de oprichting van D66 is zij actief in dienbsp;partij. Aanvankelijk in de gemeentepolitiek,nbsp;tegenwoordig als lid van de Tweede Kamer.nbsp;quot;Toen ik in 1960 bij Veritas aankwam, wachttenbsp;me een lekker ouderwetse ontgroening. Hetnbsp;studentenleven bestond vooral uit de sociëteit, het terras van Bloem tegenover het stadhuis en café Noord-Brabant op het Vreden-burg. Utrecht was verder een provinciale stad,nbsp;te groot voor servet en te klein voor tafellaken, maar wel mooi.quot;

quot;Ik fietste dagelijks van mijn hofje in de Kruisstraat naar het historisch instituut in de Muntstraat. Achter de binneplaats lag de collegezaal waar ik zes jaar lang met negentien jaargenoten les kreeg. 'Een groot jaar' heettenbsp;het. Je kunt niet zeggen dat de studie kwalitatief slecht was, maar het ging er wel vreselijknbsp;braaf en oninspirerend aan toe. Intussen veranderde de wereld. Op Veritas was de oorlognbsp;in Algerije een item. Het was de eerste keernbsp;dat een politieke kwestie de gemoederennbsp;bezig hield. In 1963 kwam kardinaal Alfrinknbsp;op de sociëteit verslag doen van het Tweedenbsp;Vaticaans Concilie. We gaven hem een steunbetuiging mee. Vlak daarna werd de studentenvakbeweging opgericht.quot;

quot;Ik leefde helemaal op. Dat kwam vooral door de komst van professor Bernard Bellerot alsnbsp;gastdocent naar Utrecht. Dat was een geweldige belevenis. Hij gaf geen hoorcolleges, zo-


Machteld Versnel:

quot;...noem het historisch perspectief...quot; als in die tijd gebruikelijk was, maar introduceerde het fenomeen van de kritischenbsp;discussie.

Pas toen ging ik echt hard werken. Ik haalde mijn kandidaatsexamen, werkte tegelijkertijdnbsp;als studentassisent in het universiteitsmuseumnbsp;en ik was aanwezig bij de oprichtingsvergadering van de Utrechtse afdeling van D66. Omdat ik vanaf dat moment volledig door de gemeentepolitiek in beslag werd genomen, hebnbsp;ik mijn studie niet afgemaakt. Echt spijt heb iknbsp;daar niet van. Al ben ik op papier geennbsp;historicus, ik heb wel een wetenschappelijkenbsp;instelling meegekregen. Noem het een historisch perspectief. Voordat ik een politiekenbsp;kwestie onder handen neem, kijk ik naar denbsp;geschiedenis van het probleem. Hoe is hetnbsp;allemaal zo gekomen? Daaraan herken je denbsp;historicus.quot; (JC)nbsp;quot;De eerste helft van mijn studietijd maakte iknbsp;pret, rolde met mazzel door de tentamens.nbsp;Pas later sloeg bij mij de vlam in de pan.nbsp;Studenten van nu krijgen daar niet eens denbsp;tijd voor.quot;

Ally Derks (1958) haalde haar kandidaats Nederlands in Groningen en deed een kopstudie theaterwetenschappen in Utrecht. Inmiddels isnbsp;ze directeur van het International Documentary Film Festival (IDFA) dat in december voor denbsp;achtste keer gehouden wordt.

quot;In documentaires kun je interessante opvattingen verbeelden. Die wil ik onder de aandacht brengen en daarom ben ik dit festival begonnen. Ik schreef een plan, diende het in,nbsp;en tot mijn verrassing kwam er snel geld los.nbsp;Het eerste jaar zat er niemand in de zaal,nbsp;maar kregen we wel een goede pers. Het jaarnbsp;daarop kwam ook het publiek.quot;nbsp;Ze denkt met plezier terug aan haar tijd innbsp;Utrecht. quot;We waren een fantastisch jaar! Onzenbsp;groep bestond uit een kleine twintig mensen,nbsp;waardoor we zeer intensief les kregen en veelnbsp;referaten moesten houden. Slapen in de collegebanken was er niet bij. Stel je voor, dat zounbsp;veel te veel opvallen. Tot diep in de nachtnbsp;voerden we heftige discussies, bijvoorbeeldnbsp;over de vraag of 'esthetische emoties' al dannbsp;niet bestaan. Heerlijk.quot;

quot;In die tijd was ik politiek zeer fanatiek, deed aan allerlei blokkades mee. Ik heb ook hetnbsp;Academiegebouw bezet, al weet ik niet precies meer waarom. De invoering van de tweefasestructuur misschien? Die verkorting van denbsp;studieduur vind ik in ieder geval desastreus. Ernbsp;blijft geen tijd over voor analyse en reflectie.nbsp;Studenten moeten nu gewoon de stof uit hetnbsp;hoofd leren! De discussies in werkgroepen, dienbsp;zijn belangrijk. Laat desnoods wat minder studenten toe, als ze maar echt kunnen studeren.nbsp;Ik zal mijn kinderen niet adviseren om naar denbsp;universiteit te gaan. Ze kunnen nu beter hetnbsp;HBO doen.quot;

quot;Nog steeds heb ik veel contact met mijn Utrechtse docent Sonja de Leeuw. We hebbennbsp;hier constant stagiaires uit Utrecht. Altijd goede mensen; Sonja weet wat voor types hiernbsp;passen, hoewel ze nog veel moeten leren.nbsp;Maar die stagiaires houden me alert. Elk jaarnbsp;waait hier een frisse wind.quot; (MS)

Ally Derks:

“...Utrechtse stagiaires houden me alert...quot;


Het nut van

het nutteloze

quot;Mensen worden niet gevormd door hun talenten, maar door hun onvermogen. Datnbsp;onvermogen proberen ze te compenseren, ennbsp;als de natuur hen goed gezind is, lukt datnbsp;ook. Ik kon als meisje geen radslag en liepnbsp;in de gymzaal de bok omver. Ik heb er dannbsp;ook nooit aan getwijfeld dat ik zou gaannbsp;studeren. Dat deed ik al. Sinds mijn vierde,nbsp;sinds ik kan lezen.quot;

M. Februari (1963) voltooide drie studies aan de Universiteit Utrecht: filosofie, kunstgeschiedenis en (iets later) rechten. Ze werktenbsp;bij een organisatie-adviesbureau, schreefnbsp;toneelstukken, publiceerde een roman en isnbsp;nu aio in Tilburg, waar ze werkt aan eennbsp;wijsgerige dissertatie.

quot;Een schrijver -ik meen Hugo Claus- zei ooit dat hij het betreurde dat hij nooit een studienbsp;had voltooid; hij had wel veel gelezen, maarnbsp;er zat geen systeem onder. Ik snap wel watnbsp;hij bedoelt. Maar als je drie studies doet,nbsp;dondert dat systeem weer in elkaar. Je merktnbsp;dat verschillende wetenschapsgebieden eennbsp;beetje in het wilde weg naar elkaar verwijzen. De wetenschappen delen geen gezamenlijk systeem.quot;

quot;Ik vind dat je zomaar dingen moet willen leren, dat je van alles rondom de verplichtenbsp;lijst moet willen lezen. Dat wat net naast denbsp;gearriveerde kennis zit, is immers het meestnbsp;interessant. Tussen de ruis zit de informatienbsp;die tot vernieuwingen en onverwachtenbsp;combinaties leidt. Het is een groot verlies datnbsp;de studietijd zo is teruggedrongen. Het onge-


M. Februari:

quot;..filosofie is mijn noodlot.quot;

looflijke nut van het nutteloze wordt in Nederland niet begrepen.quot;

quot;Filosofie is mijn noodlot. In wat ik ook doe of bestudeer, schiet ik door naar denbsp;fundamentele kant. Maar ik ben niet tegennbsp;banden tussen universiteit en bedrijfsleven.nbsp;Ik zou niet weigeren om iets dat intellectueelnbsp;interessant is te onderzoeken omdat hetnbsp;toevallig ook commercieel interessant is.nbsp;Per faculteit verschillen de contacten tussennbsp;opleiding en werkveld enorm. Bij rechtennbsp;is het oprichten van een alumni-netwerknbsp;nauwelijks nodig. Dat bestaat al; veel docenten houden er zelf een praktijk op na. Ooknbsp;bij kunstgeschiedenis zijn de banden tussennbsp;opleiding en musea of departement vrijnbsp;nauw. Maar voor de faculteit Wijsbegeertenbsp;zou het wel aardig zijn om af en toe eensnbsp;iemand te zien die kan zeggen watnbsp;studie en beroep met elkaar te makennbsp;hebben.quot; (MS)

Betere aansluiting arbeidsmarkt


quot;Belangrijke beslissingen neem je vaak toevallig. Ik ging in Utrecht studeren omdat daar een ijsbaan is. De informatica-studie is innbsp;Utrecht vrij theoretisch, en dat feit stuurdenbsp;vervolgens mijn loopbaan.quot;

Tim Dumas (1964) studeerde in 1990 af in de informatica, de theoretische computerwetenschappen. Hij is nu 'software-engineer' bij hetnbsp;CVI, het Centrum Voor Informatieverwerking.nbsp;Hij werkt vooral voor de NS.

quot;Je kent de NS-relsplanner? Op dit moment bestudeer ik hoe we die NS-reisplanners ooknbsp;voor andere dan DOS-machines geschikt kunnen maken. Ik ontwerp ook het zoekalgoritmenbsp;voor de software van Openbaar Vervoer Reizigersinformatie, het 06-9292 nummer. Interessant, want je hebt met nog meer variabelen tenbsp;maken. In het algemeen kan je zeggen dat iknbsp;de architectuur van communicatiestructurennbsp;onderzoek, bedenk hoe allerlei modules dienbsp;verspreid zijn over verschillende hardware met

elkaar in verbinding kunnen worden gebracht. Zodat gebruikers op een overzichtelijke manier toegang tot verspreide informatie kunnennbsp;krijgen.quot;

quot;Zeker heb ik nog contact met de universiteit. Via Internet. De vakgroep Informatica houdtnbsp;een prima archief bij van lijsten die interessantnbsp;zijn. Zo raadpleegde ik vanmorgen de Frequently Asked Questions-lijst om iets te wetennbsp;te komen over Windows New Technology. Natuurlijk zou ik die informatie ook zelf uit Internet kunnen opdiepen, maar die actuele lijsten besparen mij een hoop tijd.'nbsp;'Informatica heeft een eigen alumni-vereni-ging, Avirus. Jaarlijks is er een bijeenkomst;nbsp;een docent belicht nieuwe ontwikkelingen,nbsp;we kletsen over ons werk. Ik vind die bijeenkomsten zinnig, ja. Niet om bij te blijven - datnbsp;moet je zelf doen. Maar om de gezichtennbsp;weer eens te zien.quot;

quot;Afgestudeerden in de informatica komen altijd wel aan het werk. In die zin heeft de faculteit geen reden om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren. Niettemin kan die aansluiting véél en véél beter. Een korte stagenbsp;in het bedrijfsleven zou veel helpen, dan proefnbsp;je hoe het bedrijfsleven omgaat met automatisering. Als student ben je toch vooral bezignbsp;om mooie programmaatjes te schrijven, ternbsp;wijl in de praktijk de automatisering door heelnbsp;banale problemen kan haperen. Daar ben jenbsp;snel achter. Dus veel tijd hoeft zo'n stage nietnbsp;te kosten.quot; (MS)

Tim Dumas:

quot;...een korte stage zou veel helpen... quot;


-ocr page 12-

12 illuster gt; december 1995


vakgenoten


Ruimtelijke Wetenschappen

Docent en afgestudeerde over elkaar, de opleiding en de arbeidsmarkt

Tot de kuiten in de blubber

‘Ha! Weer een probleem’

Joost Terwindt is sinds 1977 hoogleraar fysische geografie, specialisatie kust- ennbsp;rivieronderzoek. Jan van de Meene studeerdenbsp;in 1987 bij hem af. Na een aantal derde geld-stroom-projecten promoveerde hij in 1994,nbsp;eveneens bij Terwindt. Sinds september vorignbsp;jaar werkt hij bij baggermaatschappij Boskalis.nbsp;PETER VAN DE BEEK

Joost Terwindt

Een netjes opgeruimde kamer op de derde verdieping van Trans 2. Aan de wand eennbsp;luchtopname van de Zeeuwse delta waaropnbsp;geulen zichtbaar zijn, zoet en zout water,nbsp;en langgerekte zandbanken op de zeebodem voor de kust. quot;Daar zie je die ribbelsnbsp;van Janquot;, wijst Terwindt (1933). Even laternbsp;pakt hij de foto van het kerstuitje van denbsp;Snellius-expeditie. Acht lachende mannennbsp;op motoren onder een dak van palmen, innbsp;T-shirt en korte broek. Lombok 1984. Vannbsp;links naar rechts Terwindt, een technicus.nbsp;Jan van de Meene (toen nog student), viernbsp;stafleden en een tweede student.

Terwindt: quot;Het plan was twee rivierdelta's te bestuderen bij Surabaya. Fysisch-geogra-fisch was de vraag: welke invloed hebben zenbsp;op het kustsysteem? Hoe verloopt bijvoorbeeld de menging van zoet en zout waternbsp;en waar bezinkt het rivierslib? Dat soortnbsp;processen wilden we meten. Voor de restnbsp;wisten we niet wat ons te wachten zounbsp;staan. De studenten kozen we daarom opnbsp;teamgeest, zin voor avontuur en geestelijkenbsp;spankracht. Want je moet wčl kunnen incasseren als je maanden achter elkaar met achtnbsp;man op een kluitje zit, in een primitief land,nbsp;waar alles tegenvalt. Toen we eenmaal opnbsp;Java waren bleek bijvoorbeeld het bootschip niet beschikbaar, dus toen hebbçn wenbsp;van twee vissersbootjes en balken zelf eennbsp;bootschip gebouwd. Jan had tropenervaringnbsp;en is bovendien zo'n figuur die zich nooitnbsp;uit het veld laat slaan. Goed kan improviseren. Die denkt gewoon: 'Hal, weer eennbsp;probleem'.quot;

Organiseren leerde Van de Meene daarnaast tijdens zijn promotiewerk op de Noordzee, waar hij de invloed van zandrib-bels op de zeebodem op het proces vannbsp;kustvorming onderzocht. Dat was méérnbsp;dan alleen een intellectuele prestatie,nbsp;zegt zijn promotor. Al was het maar omdatnbsp;hij z'n fondsen, meetschepen en instrumenten eigenhandig moest regelen. Even geslaagd verliep het subtiele samenspel metnbsp;de overige deelnemers, diensten alsnbsp;Rijkswaterstaat en de Rijksgeologischenbsp;Dienst. Zorgen dat je op niemands tenennbsp;staat en tegelijk je zin krijgen, quot;dat spelnbsp;speelde Jan heel knapquot;, aldus Terwindt.nbsp;quot;Hij kan goed met mensen omgaan. Dingennbsp;regelen. En hij weet ook wat hij wil.quot;nbsp;Geen onbelangrijke eigenschappen wanneernbsp;je als fysisch-geograaf meer wilt dan eennbsp;baan als beleidsmedewerker bij een waterschap of provincie. Terwindt: quot;Jan is denbsp;eerste fysisch-geograaf die bij Boskalis binnenkomt. Hoe dat komt? Ik denk dat ze hetnbsp;heel lang niet hebben aangedurfd om science toe te laten op het werk. Bang dat wetenschappers in de weg lopen en overal drienbsp;keer over nadenken. Boskalis is een typischenbsp;doe-maatschappij, die heeft het liefst praktische ingenieurs. In de baggerwereld zijn denbsp;marges tussen winst en verlies ontzettendnbsp;smal, dus je móet praktisch zijn. Tegelijkertijd moet je de spirit hebben om het zesnbsp;weken uit te houden in een islamitisch land,nbsp;waar je nog geen pilsje kunt krijgen. Waarschijnlijk merkten ze dat hij uit hetzelfdenbsp;hout is gesneden.quot;


Is de docent nog behulpzaam geweest bij het zoeken naar werk? Nee, antwoordtnbsp;Terwindt. quot;Althans niet in de sfeer vannbsp;mensen wegzetten. Heeft ook geen zin, jenbsp;voelt toch niet aan wat bedrijven in iemandnbsp;zien. Via de onderzoekscontacten houdennbsp;we het beroepsveld wel in de gaten. Op hetnbsp;ogenblik is de markt slecht, veel overhedennbsp;slanken af of automatiseren. Maar het isnbsp;niet zo dat er geen banen zijn - er zijnnbsp;alleen ontzettend veel sollicitanten. Zelfsnbsp;studenten die hoog scoren moeten moeitenbsp;doen om redelijk terecht te komen.quot;

quot;Wat de vakgroep daarbij moet doen is zorgen voor goede fundamenten. Zorgennbsp;dat de studenten vakinhoudelijk wordennbsp;gevormd, denktechnieken meekrijgen ennbsp;via hun stage rondkijken in de praktijk. Desnoods voeden we ze nog wat op, als ze innbsp;het veld te veel solo opereren. Kortom: wenbsp;rusten ze toe.quot;

Jan van de Meene

Een haventerrein aan de Merwede bij Papendrecht. Op het eerste gezicht lijkt hetnbsp;de plek waar onderdelen van baggerschepen die alle zeven zeeën hebben bevarennbsp;hun laatste dagen mogen wegroesten. Aannbsp;de hand van de gids komt er al meer structuur in de ijzerwinkel: die dikke pijp is eennbsp;persleiding, en die schuit daar is 'een hop-pertje'. Werkt als een stofzuiger, legt Jannbsp;van de Meene (1962) uit. Zoiets is prettignbsp;om te weten als je voor de kust van Nigerianbsp;met een zeeman op de brug staat; voel je jenbsp;niet zo'n kantoorpikkie. Bovendien moet hijnbsp;binnenkort tentamen doen voor de be-drijfscursus baggeren voor stafleden.

Op papier is Van de Meene senior consultant bij 's werelds grootste baggeraar. In de praktijk betekent dat studeren op waterloopkundige en geologische vragen in hetnbsp;voortraject van een opdracht. Van de Meene: quot;Is dat kunstmatige eiland voor de kustnbsp;van Hongkong technisch haalbaar? Hoe zietnbsp;de zeebodem eruit? Blijft het eiland liggen?nbsp;Zakt het in? Wat zijn de milieu-effecten?

Hoeveel dagen per maand ligt het werk stil vanwege te hoge golven? Dat soort vragen.nbsp;In de baggerwereld snijdt het mes heelnbsp;scherp. De concurrentie is zó groot dat jenbsp;precies moet weten met welke natuurlijkenbsp;factoren je te maken krijgt.quot; Regelmatignbsp;moet hij daarom op site visit; even zelf totnbsp;de kuiten in de blubber.

Dat hij op de universiteit al niet bang was voor vieze handen, heeft doorgewerkt tijdens zijn (open) sollicitatie. quot;Ik ben duidelijknbsp;aangenomen op mijn praktische instellingnbsp;en veldervaring. Uit de Snellius-periodenbsp;strekte tot aanbeveling dat ik niet na éénnbsp;week tropenkolder had. Ik kan tegenslagennbsp;incasseren, inderdaad. Uit de tijd op denbsp;Noordzee telde vooral dat we zat ideeënnbsp;hadden, maar in het begin geen instrumenten en geen geld. Wij zijn ontzettend actiefnbsp;geweest om zelf fondsen te creëren.nbsp;Vonden ze mooi.quot;

quot;Toch heeft het me moeite gekost om het vak hier te verkopen; uit te leggen wat iknbsp;nou eigenlijk kan. Als fysisch-geograaf kunnbsp;je zó veel gedaantes hebben, datje duidelijk voor jezelf moet verzinnen welk etiketnbsp;je op je voorhoofd plakt. Wat ik hier naarnbsp;voren heb gebracht? Dat ik niet alleen achter de boeken zit, maar ook instrumentennbsp;kan ontwikkelen en met de acquisitie vannbsp;fondsen voor het Noordzee-onderzoek innbsp;wezen al commercieel bezig was. Kortom:nbsp;dat ik in staat ben schepen aan het werk tenbsp;houden. Want op de werken wordt hetnbsp;geld verdiend.quot;

Nog hulp gehad? quot;Absoluut. Terwindt heeft me tips gegeven ('Bel die en die eens') ennbsp;z'n contacten gebruikt om de markt te verkennen. Niet als een ordinaire kruiwagen,nbsp;je moet zélf de baan veroveren. Terwindtnbsp;doet het subtieler: hij zorgt er voor dat jenbsp;het zelf kunt doen.quot;

Met enige reserve (quot;Ik ben al in '87 afgestudeerd, sindsdien is er veel veranderdquot;) laat hij nog wat losse opmerkingen over de studie noteren. quot;Dat het beroepsadvies indertijd weinig voorstelde was voor mij perfectnbsp;-je moet mij niet vertellen wat ik moetnbsp;doen. Als je weet wat je wilt is fysische geografie een fantastische studie. Ontzettendnbsp;breed ook. Ik zou het nog wel drie keernbsp;kunnen studeren met telkens een heel ander pakket: bodemerosie, grondmechanica,nbsp;geografische informatiesystemen, noemnbsp;maar op.quot;nbsp;quot;Het mooie van de studie is verder dat zenbsp;constant aan de opzet sleutelen; ze zeggennbsp;nooit: 'Nu is het curriculum af'. Ik kan menbsp;bijvoorbeeld voorstellen dat ze er op ditnbsp;moment over nadenken om weer wat meernbsp;aan rivieren te doen. Met bodemvervuilingnbsp;was men er ook op tijd bij. Zo'n soort gefilterde waan van de dag betekent dat je alsnbsp;afgestudeerde met beide benen in de maatschappij staat.quot;


-ocr page 13-

lustrum

december 1995 • illuster

13

Veel aandacht voor

alumni in lustrumjaar

In 1996 bestaat de Universiteit Utrecht 360

jaar. Ongemerkt zal dit 72ste lustrum zeker niet passeren. Wetenschappelijke congressennbsp;en symposia, tentoonstellingen en concerten,nbsp;feesten en lezingen; van maart tot en met oktober 1996, gonst de Universiteit Utrechtnbsp;van de activiteiten. De meeste daarvannbsp;staan in het teken van het lustrumthemanbsp;'Studentenstad' en zijn ook voor alumni denbsp;moeite waard om aan deel te nemen.

INGE NIX

Universiteitsdag

Met de keuze van het thema 'Studentenstad' wil de universiteit de band met haar studenten bevestigen en versterken. Daarbij gaat hetnbsp;niet alleen om de vijfentwintig duizend studenten die de universiteit nu bevolken of omnbsp;de toekomstige studenten, maar ook om denbsp;alumni van de universiteit. Met name de eerste week van het lustrum zal grotendeels innbsp;het teken staan van de oud-studenten. Zonbsp;wordt de jaarlijks terugkerende Universiteitsdag groots opgezet. Op 30 maart kunnennbsp;alumni bij de meeste faculteiten een programma volgen. De invulling daarvan wisselt pernbsp;faculteit. Ruimtelijke Wetenschappen organiseert fiets- en busexcursies in Utrecht en omgeving. Scheikunde presenteert nieuwe ontwikkelingen op het terrein van onderwijs ennbsp;onderzoek. Andere faculteiten gaan in op denbsp;arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerdennbsp;en presenteren de resultaten van loopbaan-onderzoek.

Naast de facultaire programma's is er, zoals altijd op de Universiteitsdag, een algemeennbsp;programma georganiseerd door de Verenigingnbsp;Utrechts Universiteitsfonds. De grootste alumnivereniging van de universiteit viert dit jaarnbsp;op de Universiteitsdag haar 110-jarig bestaannbsp;met een uitgebreid dagprogramma, 's Ochtends kunnen alumni in het Internationaal ennbsp;Cultureel Centrum ParnassQs gaan kijken naarnbsp;de muziektheaterproduktie 'Molle Flanders'.nbsp;Deze voorstelling met schitterende muziek ennbsp;professionele zang verhaalt over de lotgevallen van een vrouw die na een diefstal in denbsp;gevangenis belandt. Ook een rondleiding innbsp;de Universiteitsbibliotheek of de Oude Hortus,nbsp;die deel uitmaakt van de toekomstige behuizing van het Universiteitsmuseum, behoort totnbsp;de mogelijkheden. Na de lunch in het Academiegebouw verplaatsen de activiteiten zichnbsp;naar de Janskerk voor een lezing en een cultureel programma door studenten.

's Avonds is er een diner in het Academiegebouw. De algemene en facultaire programmaonderdelen lopen parallel. Alumni kunnen dus zelf hun dagprogramma samenstellen.

Lustrumjaar boordevol activiteiten

Behalve op de Universiteitsdag zijn oud-studenten welkom bij de dies-viering op 26 maart. Het lustrum wordt die dag officieelnbsp;geopend. Speciaal voor alumni zijn honderdnbsp;toegangskaarten beschikbaar. Daarnaast zijn

Informatie Universiteitsdag 30 maart: Voor informatie over de facultairenbsp;programma's kunt u bellen met de volgendenbsp;faculteitenivakgroepen:

  • • Aardwetenschappen,

Ellen Hooijen 2535106

  • • Biologie, bureau van de faculteit 2536705

  • • Farmacie, bureau van de faculteit 2537313

  • • Geneeskunde, bureau van

de faculteit 2538481

  • • Letteren, Nederlands:

Alex de Jager 2536530 of Vrouwenstudies: Anneke van der Meulen 2536137 ofnbsp;Geschiedenis: Margreet Goorhuis 2536222nbsp;of Theater-, film- en televisiewetenschap:nbsp;secretariaat 2536300 of

Onderzoekinstituut voor Taal en Spraak, secretariaat 2536006

  • • Rechtsgeleerdheid, bureau van

de faculteit 2537017

  • • Ruimtelijke Wetenschappen,

Ria van der Linden 2532044

  • • Scheikunde, Jenny Huttinga 2536961

  • • Sociale Wetenschappen,nbsp;bestuurssecretariaat 2534895

  • • Wijsbegeerte, CKI: Joke van de Plasschenbsp;2531259 of Wijsbegeerte:

Judith Oost 2532172 er in 1996 talloze andere activiteiten die denbsp;moeite waard zijn om te bezoeken. Op 27nbsp;maart kunnen alumni aanwezig zijn bij eennbsp;cabaretavond met optredens van Utrechtsenbsp;(oud)studenten die inmiddels bekendheidnbsp;verworven hebben met hun voorstellingen.nbsp;Op 12 april is er in de Jaarbeurs een grootsnbsp;feest voor personeel en (oud)studenten. En opnbsp;16 mei kunnen alumni zich nogmaals te buitennbsp;gaan tijdens de Utrechtdag op het Janskerkhof. Een circus, goochelaars, muzikanten ennbsp;zangers vermaken daar studenten, medewerkers en de Utrechtse bevolking. Van 31 augustus tot en met 17 november organiseert hetnbsp;Museum Catharijneconvent samen met de Universiteitsbibliotheek een tentoonstelling overnbsp;het Utrechts Psalter. Dit boek, in bezit van de


• Wiskunde amp; Informatica, bureau van de faculteit 2531515

Voor meer informatie over het algemene programma kunt u bellen met de Verenigingnbsp;Utrechts Universiteitsfonds, 2538025

Bij alle genoemde telefoonnummers kunt u een programmaboekje aanvragen met eennbsp;overzicht van alle activiteiten die op 30nbsp;maart georganiseerd worden.

Diergeneeskunde

Een opmerkelijk aspect van de lustrumviering vormt de aparte plaats die de faculteit Diergeneeskunde in het programma inneemt.nbsp;Het 175-jarig bestaan van diergeneeskundignbsp;onderwijs in Nederland heeft er niet alleennbsp;voor gezorgd dat de veterinairen dit jaar innbsp;de persoon van prof. dr. A. Rijnberk denbsp;dies-redenaar mogen leveren. Daarnaast magnbsp;de faculteit tijdens een officiële academischenbsp;zitting op 9 mei een eigen eredoctoraatnbsp;uitreiken. Diezelfde maand organiseert denbsp;faculteit een feestweek met onder anderenbsp;een aantal vakpersconferenties, een opennbsp;dag en in de Veemarkthallen een publieks-dag rondom het thema 'Het dier in hetnbsp;leven van de mens'.

bibliotheek, is tussen 820 en 840 vervaardigd en bevat spectaculaire pentekeningen die denbsp;150 psalmen in het boek illustreren. De tentoonstelling toont kunstvoorwerpen die directnbsp;door de stijl van het Utrechts Psalter zijn beďnvloed. Verder opent het Utrechts Universiteitsmuseum op 11 oktober de deuren van eennbsp;nieuw onderkomen in de Lange Nieuwstraat.nbsp;Kortom: in 1996 is er keuze te over aannbsp;lustrumactiviteiten. Voor meer informatienbsp;over het lustrum kunt u bellen met het

Algemeen

Informatiecentrum van de universiteit,nbsp;Heidelberglaan 8,nbsp;De Uithof:nbsp;(030) 2533550.

Om te noteren

  • • nbsp;nbsp;26 maart Dies Natalis, opening lustrumnbsp;(Aula Academiegebouw)

  • • nbsp;nbsp;27 maart Cabaret-avond

(lokatie nog onbekend)

  • • nbsp;nbsp;nbsp;30 maart Universiteitsdagnbsp;(wisselende lokaties)

  • • nbsp;nbsp;nbsp;12 april Lustrumfeestnbsp;(Jaarbeurs)

  • • nbsp;nbsp;6 t/m 11 mei Lustrum Diergeneeskundenbsp;met op 11 mei een open dagnbsp;(faculteit Diergeneeskunde)

  • • nbsp;nbsp;10 t/m 19 mei Lustrum Utrechtschnbsp;Studenten Corps met o. a eennbsp;Utrecht dag op 16 meinbsp;(Janskerkhof en Neude)

  • • nbsp;nbsp;nbsp;31 aug t/m 17 nov 'Het Utrechts Psalter'nbsp;(Catharijne Convent) en Letterenparadenbsp;(faculteit Letteren)

  • • nbsp;nbsp;2 sept Opening Academisch jaar

(Aula Academiegebouw)

  • • nbsp;nbsp;11 okt Opening herhuisvestingnbsp;Utrechts Universiteitsmuseumnbsp;(Academiegebouw en Langenbsp;Nieuwstraat)

  • • nbsp;nbsp;14 t/m 18 okt Internationaal Studentennbsp;Pianoconcours (finale Muziekcentrumnbsp;Vredenburg)

naam voorlettersnbsp;m/v*nbsp;adresnbsp;postcode -F woonplaats

afgestudeerd/gepromoveerd* aan de Universiteit Utrecht

in: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(jaartal)

faculteit


opleiding/studierichting

is lid van de Vereniging Utrechts Universiteitsfonds: ja/nee* en

O wil een kalender met een overzicht van alle lustrumactiviteiten ontvangen

O wil de opening van het 72ste lustrum van de Universiteit Utrecht op 26 maart bijwouennbsp;en ontvangt daarvoor graag een toegangsbewijsnbsp;(Er zijn slechts 100 plaatskaarten beschikbaar.

Toewijzing op volgorde van binnenkomst.)

O wil deelnemen aan de Universiteitsdag op 30 maart 1996 en ontvangt daarom graag hetnbsp;programmaboekje van deze dag.

* doorhalen wat niet van toepassing is

Retourneren in een envelop zonder postzegel aan: Universiteit Utrecht,nbsp;afdeling In- en Externe Betrekkingen,nbsp;f.a.v. het lustrumbureau.

Antwoordnummer 8428, 3500 VW Utrecht.



-ocr page 14-

14 illuster • december 1995

illusterzake

algemeen


Het Onderwijs Meester

Op 4 januari 1996 vindt de conferentie 'Het Onderwijs Meester 4' plaats. De conferentie getiteld 'Studeren ofnbsp;stampen?' gaat over de veranderende positie van de student binnen denbsp;universiteit en de samenleving. Onderwerpen zijn aansluiting VWO-WO,nbsp;academische vorming, studeerbaarheid en aansluiting op de arbeidsmarkt. Een van de sprekers is denbsp;voormalig minister van Economischenbsp;Zaken dr. J.E. Andriessen.

De 'Onderwijs Meester'-conferenties vormen een vast jaarlijks platformnbsp;voor discussies over nieuwe ontwikkelingen. Ze zorgen ervoor dat docenten en studenten met elkaar innbsp;contact kunnen komen, over denbsp;grenzen van de faculteiten heen.nbsp;Informatie: Marjolein Boessenkoolnbsp;(030) 2533810.

Contractonderwijs

Contractonderwijs is er voor mensen die geen volledige opleiding willennbsp;volgen. De brochure 'Contractonderwijs' geeft een beknopt overzicht vannbsp;de cursussen per faculteit.

Deze brochure is verkrijgbaar bij de afdeling In- en Externe Betrekkingennbsp;(030) 2532670.

Nobelprijsposters

De Universiteit Utrecht maakt elk jaar posters van de Nobelprijzennbsp;Natuurkunde en Scheikunde.

Op deze posters worden de Nobelprijswinnaars en hun onderzoek in beeld gebracht. Ze wordennbsp;naar middelbare scholen in het helenbsp;land verstuurd.

Alumni die belangstelling hebben voor een of beide posters kunnennbsp;deze (zolang de voorraad strekt)nbsp;aanvragen bij de afdelingnbsp;In- en Externe Betrekkingennbsp;(030) 2532572.

Kunstorkest

Op 12 januari 1996 verzorgt het Kunstorkest, het studentenbarokensem-ble van de Universiteit Utrecht, een concertante uitvoering van de Fransenbsp;Barokopera 'Semiramis' van Andrénbsp;Cardinal Destouches. Deze operanbsp;werd in 1718 gecomponeerd en zo'nnbsp;twintig keer in Parijs uitgevoerd.nbsp;Daarna is dit werk niet meer ten gehore gebracht. In samenwerking metnbsp;het koor Sjanton en vier solisten verzorgt het Kunstorkest de Nederlandse premičre van deze opera. Het geheel staat onder leiding van Lu vannbsp;Albada.

Beurzen

De Stichting Fonds Doctor Catharine van Tussenbroek stelt zich ten doelnbsp;het wetenschappelijk werk en de wetenschappelijke opleiding van vrouwen te bevorderen. Het fonds steltnbsp;hiertoe beurzen beschikbaar. Er zijnnbsp;beurzen voor vrouwen die na hunnbsp;promotie enige tijd aan een instellingnbsp;voor onderzoek of onderwijs in hetnbsp;buitenland willen doorbrengen. Ooknbsp;zijn er beurzen voor afgestudeerdenbsp;vrouwen die in het buitenland eennbsp;promotie-onderzoek willen voorbereiden. Deze beurzen bedragen maximaal f 12.500.

De overige beurzen zijn reisbeurzen van maximaal f 2.500 voor vrouwennbsp;die zondeCof met zeer geringenbsp;financiële steun werken aan eennbsp;proefschrift of vervolgonderzoek.nbsp;Deze beurzen dienen de aanvraagster in staat te stellen een korte studiereis naar het buitenland te makennbsp;voor het bijwonen van workshops,nbsp;symposia, grotere congressen (mitsnbsp;een voordracht wordt gehouden ofnbsp;een poster wordt gepresenteerd)nbsp;en/of korte bezoeken aan wetenschappelijke instellingen voor onderzoek, bibliotheken of archieven innbsp;het buitenland.

Aanvragen moeten op speciaal daarvoor bestemde aanvraagformulieren vóór 15 februari 1996 ingediend worden. Deze formulieren zijn tot 10 februari 1996 schriftelijk op te vragennbsp;bij het secretariaat van het Fonds. Innbsp;mei 1996 valt de beslissing-over denbsp;aanvraag.

Informatie: Secretariaat:

Dr. A. G. Fokkema, Postbus 13337, 3507 LH Utrecht.

Alumnibestand

Om afgestudeerden en gepromoveerden adequaat te informeren over wat er gaande is aan de universiteitnbsp;(stand van zaken in onderzoek ennbsp;onderwijs; facultaire activiteiten; cursusinformatie; Studium Generale;nbsp;alumnibijeenkomsten; loopbaan-onderzoek etcetera) is een goednbsp;databestand een vereiste. Samen metnbsp;faculteiten, studentenverenigingennbsp;en de Vereniging Utrechts Univer-siteitsfonds is de universiteit begonnen een gemeenschappelijk databestand van alumni op te bouwen.nbsp;Bijzonder aan het project is dat gekozen is voor een systeem waarbij hetnbsp;up-to-date houden van het bestandnbsp;zowel bij de faculteiten en verenigingen als op centraal niveau plaatsvindt. Waar uw adreswijziging in denbsp;toekomst ook binnenkomt, via denbsp;gemeenschappelijke database is denbsp;wijziging meteen overal bekend.nbsp;De realisatie van zo'n database vergtnbsp;wel enige tijd. Het is heel goed mogelijk dat u in meerdere bestandennbsp;die bij de universiteit bekend zijn,nbsp;voorkomt. Het is ook mogelijk datnbsp;die dubbelingen niet meteen opgespoord kunnen worden. Of dat denbsp;wijzigingen die binnenkomen nietnbsp;meteen adequaat verwerkt kunnennbsp;worden. Het komende jaar zullen wenbsp;zeker met kinderziektes van dezenbsp;aard te maken krijgen. Wij vragennbsp;hiervoor uw begrip en hopen dat unbsp;uw medewerking wilt verlenen aannbsp;het verder op orde brengen van hetnbsp;databestand door ons te attenderennbsp;op onjuistheden. Hoe u dat kuntnbsp;doen is aangegeven op de adresbandnbsp;waarmee Illuster wordt verstuurd.nbsp;Bij voorbaat onze hartelijke dank.nbsp;Désirée Majoor, coördinator alumni-binding Universiteit Utrechtnbsp;Bon voor aanmelding/meernbsp;informatie op bladzijde 16.

Studium Generale

Studium Generale stelt zich ten doel het inzicht in de samenhang van denbsp;wetenschappen, het maatschappelijknbsp;verantwoordelijkheidsbesef en denbsp;cultureel-esthetische vorming vannbsp;studenten en medewerkers van denbsp;universiteit te bevorderen. Daartoenbsp;organiseert het Bureau Studium Generale lezingenseries en discussieprogramma's. Deze gaan over thema'snbsp;op wetenschappelijk, kunstzinnig,nbsp;filosofisch, politiek en economischnbsp;gebied, thema's die van belang zijnnbsp;voor de algemene ontwikkeling vannbsp;de (toekomstige) academicus. Tevensnbsp;opent de universiteit daarmee denbsp;mogelijkheid voor alumni (en niet-universitaire belangstellenden) hetnbsp;contact met de universiteit te onderhouden. De programma's zijn meestal gratis en vrij toegankelijk en vinden doorgaans plaats in hetnbsp;Academiegebouw van de Universiteitnbsp;Utrecht aan het Domplein.

In het winter- en voorjaars-programma 1996 komen vijf onderwerpen aan de orde. Op de dinsdagavonden vanaf 30 januari vindt, in samenwerking met de Stichtingnbsp;Literaire Activiteiten Utrecht (SLAU),nbsp;de serie 'Denkende schrijvers' plaatsnbsp;waarin tien schrijvers zullen vertellennbsp;waaruit volgens hen de relatie tussennbsp;literatuur en filosofie bestaat en hoenbsp;ze zelf door de filosofie zijn beďnvloed. Uitgenodigd zijn onder anderen A.F.Th. van der Heijden, Connienbsp;Palmen, Geerten Meijsing, M. Februari, Sybren Polet, Charlotte Mutsaers,nbsp;Dirk van Weelden, Patricia de Marte-laere en Gerrit Krol.

Op donderdagavond 22 februari zal, in samenwerking met het Cultureelnbsp;Centrum van de Universiteit Utrechtnbsp;onder de titel 'Nietzsche... na denbsp;puntjes' muziek van Nietzsches handnbsp;worden uitgevoerd door studentennbsp;en professionele musici. Nietzsche beschouwde zijn eigen filosofische teksten als uiterlijk, als voorgrond, dienbsp;voor hem pas echt interessant werden nâ de gedachtenstreepjes of denbsp;drie puntjes. Deze komen in zijn latere werk steeds vaker voor 'als aanduiding van een veelbetekenend zwijgen waarin het onuitsprekelijke zichnbsp;aankondigt'. Daarna kan alleen denbsp;muziek het onzegbare nog uitdrukken.

In samenwerking met de Internationale School voor Wijsbegeerte te Leusden wordt een programmanbsp;georganiseerd over 'Het wijzenbsp;lichaam', onder het motto vannbsp;alweer Nietzsche: 'Er is meer verstandnbsp;in uw lijf dan in uw beste wijsheid'.nbsp;Het programma bestaat uit zes lezingen op de woensdagavonden van 13nbsp;maart tot 24 april met aansluitendnbsp;een weekend in de Queeste in Leusden. In de lezingen zal de hernieuwde, moderne interesse in het lichaam,nbsp;vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden, zoals de (cultuur)filo-sofie, (medische) technologie, de media en de kunsten.

Onder de titel 'In grote lijnen' wordt een serie programma's gepresenteerdnbsp;waarin belangrijke denksystemen ennbsp;historische gebeurtenissen aan de orde komen. Dit voorjaar komen denbsp;'Belangrijke perioden uit de Europesenbsp;geschiedenis' in vogelvlucht aan bod.nbsp;In zes lezingen op de donderdagavonden (8 februari t/m 21 maart)nbsp;geven sprekers de grote lijnen vannbsp;belangrijkste culturele en politiekenbsp;ontwikkelingen in de prehistorie,nbsp;oudheid, middeleeuwen, renaissance,nbsp;verlichting, negentiende en twintigste eeuw.

'Duurzame ontwikkeling' vormt het thema van een programma van zesnbsp;maandagavonden (te beginnen op 12nbsp;februari) in februari en maart. Sindsnbsp;het verschijnen van het Brundtlan-trapport is de term 'duurzame ontwikkeling' niet meer weg te denkennbsp;uit het maatschappelijk debat. Datnbsp;heeft de Utrechtse universiteit nietnbsp;onberoerd gelaten. Door het collegenbsp;van bestuur wordt een beleid ontwikkeld waarin de universiteit haarnbsp;bijdrage levert aan de ontwikkelingnbsp;van een duurzame toekomst. Maarnbsp;het universitaire debat moet natuurlijk gevoerd worden in alle lagen vannbsp;de universitaire bevolking. Daartoenbsp;heeft het Universitair Milieu Platformnbsp;het Studium Generale gevraagd eennbsp;aantal aktiviteiten op dit gebied tenbsp;ontplooien. Dit programma vormtnbsp;hiertoe de eerste aanzet.nbsp;Informatie: Bureau Studiumnbsp;Generale: (030) 2532436.

De Salon

Elke derde zondag van de maand vindt er in het Polman's Huis De Salon Utrecht plaats. De Salon Utrechtnbsp;is een platform voor publieke debatten, een plaats waar burgers, politici,nbsp;kunstenaars en wetenschappers elkaar ontmoeten voor een vrijmoedige uitwisseling van gedachten.nbsp;Tijdens elke bijeenkomst staat eennbsp;thema centraal, aan de hand van drienbsp;of vier pittige stellingen. Enkele pa-nelgasten brengen de discussie opnbsp;gang, waarna het publiek alle ruimtenbsp;krijgt om mee te debatteren. De debatten worden afwisselend gepresenteerd door Paul Schnabel, hoogleraarnbsp;geestelijke gezondheidszorg, ennbsp;Machteid Versnel, lid van de Tweedenbsp;Kamer voor D66. Iedere bijeenkomstnbsp;wordt ingeleid met een gesprokennbsp;column door Andre Klukhuhn,nbsp;hoofd Studium Generale van denbsp;Universiteit Utrecht.

De thema's voor de eerste helft van 1996 zijn (onder voorbehoud):nbsp;21 januari 1996: Verval van denbsp;zeden - opkomst van de moraal;nbsp;18 februari 1996: Ontwikkelingshulp;nbsp;17 maart 1996: Nieuwe Zieken, Echtenbsp;Ziektes - over chronischenbsp;vermoeidheid; 21 april 1996:nbsp;Student en Stad

Plaats: Polman's Huis, Keistraat 2 (hoek Jansdam), Utrecht.

Tijd: 14.30 uur. Informatie: De Salon Utrecht, Postbus 80125,nbsp;3508 TC Utrecht, (030) 2535489.nbsp;e-mail: Salon@bur.ruu.nl

PamassQs

ParnassQs, het Internationaal en Cultureel Centrum van de Universiteitnbsp;Utrecht, verzorgt driemaal per jaarnbsp;vele muziek-, dans- en theatercursus-sen voor een relatief lage prijs. Iedereen die op cultureel gebied iets wilnbsp;ondernemen is van harte welkom.nbsp;Er zijn cursussen voor beginners ennbsp;voor gevorderden.

Op 15 januari start het tweede cursusblok van ParnassQs. Een cursusnbsp;duurt tien weken. Er zijn ruim tachtignbsp;cursussen waar u zich voor kunt inschrijven, zoals diverse zang-workshops, algemene muziekleer,nbsp;popworkshop, celloles, stemvormingnbsp;en close-harmony. Op het gebied vannbsp;dans is er onder andere jazz-dance,nbsp;latin aerobics en tapdansen.

Tot slot een kleine greep uit het theateraanbod, zoals kleinkunst,nbsp;elementair toneel, produktieleidingnbsp;en theatersport. De cursusbrochure


-ocr page 15-

december 1995 • illuster

15

illusterzake

is gratis verkrijgbaar. Informatie: Cultureel Centrum,nbsp;Kruisstraat 201. (030) 2538448,nbsp;fax. (030) 2538445.

Bčta-bedrijvendag

Op 13 maart 1996 organiseren de studieverenigingen van de opleidingen in de Wiskunde en de Natuurwetenschappen van de Universiteitnbsp;Utrecht de jaarlijkse bčta-bedrijven-dag. Bedrijven met interesse innbsp;bčta-studenten/-afgestudeerdennbsp;kunnen kosteloos aan deze dagnbsp;deelnemen. U kunt deelnemen aannbsp;de bedrijfsmarkt, waar u zich metnbsp;een stand kunt presenteren. Tevensnbsp;is er de mogelijkheid tot het houdennbsp;van een afzonderlijke bedrijfspresentatie. Daarnaast zijn er lezingen overnbsp;actuele ontwikkelingen op de bčta-arbeidsmarkt en zijn er workshopsnbsp;waarin werkgevers, wetenschappers,nbsp;studenten en afgestudeerden zich

faculteiten


Aardwetenschappen

A-Eskwadraat

Zie Wiskunde en Informatica

UGV

Op zondag 14 januari 1996 bestaat de Utrechtse Geologen Verenigingnbsp;vijftig jaar. Om dit feit luister bij tenbsp;zetten, organiseert de lustrumcom-missie dit collegejaar een grootnbsp;aantal activiteiten, waarvan enkelenbsp;speciaal voor oud-leden ennbsp;-bestuursleden interessant zijn.

Op maandag 22 januari vindt de diesreceptie plaats, waarvoor alle bijnbsp;ons bekende oud-bestuursleden zullen worden uitgenodigd. In dienbsp;week zal de lustrumalmanak uitkomen, de 3e almanak van de UGV.nbsp;Op zaterdag 9 maart wordt innbsp;Utrecht het laatste lustrumgala vannbsp;de eeuw gehouden, voor alle studenten, oud-studenten, donateursnbsp;en medewerkers van de faculteitnbsp;Aardwetenschappen.

Inmiddels zijn er 750 brieven verzonden naar oud-studenten vannbsp;de faculteit Aardwetenschappen.nbsp;Heeft u nog geen brief van onsnbsp;ontvangen, geeft u dan uw adresnbsp;door aan: UGV: t.a.v. lustrumcom-missie, Budapestlaan 4, 3584 CDnbsp;Utrecht. E-mail: ugv@geof.ruu.nlnbsp;of aschmidt@earth.ruu.nl.

Agenda

13 maart 1996

Bčta-bedrijvendag (zie Algemeen)

Biologie

Nobelprijs voor eredoctor

De Nobelprijs Geneeskunde 1995 is toegekend aan een eredoctor vannbsp;de faculteit Biologie, mevrouw prof,nbsp;dr. Christiane Nüsslein-Volhard.

In 1991 ontving deze ontwikkelings-buigen over de aansluiting onder-wijs-arbeidsmarkt. Informatie: bčta-bedrijvendagcommissie 1996, Bregje van Nunen, F.A.F.C. Went-gebouw, kamer Z-103, Sorbonnelaannbsp;16, 3584 CA Utrecht. (030) 2536741,nbsp;fax. t.n.v. Proton (030) 2515802,nbsp;e-mail: ubv@pobox.ruu.nl.

Agenda

4 januari 1996

Conferentie

'Studeren of stampen?'

  • 12 januari 1996 om 20.00 uurnbsp;Uitvoering 'Semiramis' door Kunst-orkest. Aula van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Reserveren (030) 2717721, prijs f 17,50.

  • 13 maart 1996

Bčta-bedrijvendag

26 maart 1996

Dies en opening lustrum

30 maart 1996

Universiteitsdag (zie pagina 13) biologe een eredoctoraat van de faculteit Biologie, met prof. dr. Jo vannbsp;den Biggelaar en prof. dr. Siegfriednbsp;de Laat als erepromotores. Professornbsp;Nüsslein is verbonden aan het Maxnbsp;Planck Institut in Tübingen. Haarnbsp;baanbrekend onderzoek heeftnbsp;vooral betrekking op de ontwikkeling van het 'body plan', op denbsp;vraag hoe bevruchte eicellen hunnbsp;genetische informatie gebruiken omnbsp;tot een gedifferentieerd en volgroeid organisme te komen.nbsp;Haar modellen zijn Drosophilanbsp;en de zebravis.

Vergelijkende Fysiologie Op 30 september 1995 vond hetnbsp;symposium '80 Jaar Vergelijkendenbsp;Fysiologie' plaats. De aanleidingnbsp;hiervoor was dat prof. dr. H.J. Jordan in 1915 zijn ambt als hoogleraarnbsp;in de Vergelijkende Fysiologie aannbsp;de Universiteit Utrecht aanvaardde.nbsp;Tijdens het symposium werd teruggeblikt op de afgelopen 80 jaar ennbsp;een perspectief voor de toekomstnbsp;van de vergelijkende fysiologie geschetst. Enkele over de wereld uitgezworven leerlingen uit denbsp;'Utrechtse School', Ad Kalmijn ennbsp;Frans de Waal, hielden lezingennbsp;over hun onderzoek. Kalmijn is bekend vanwege zijn onderzoek overnbsp;mechanoperceptie bij vissen, Denbsp;Waal vanwege zijn werk over sociale strategieën bij primaten. Het symposium was tevens een afscheid vannbsp;Wim Nuboer, die bijna 40 jaar aannbsp;de vakgroep Vergelijkende Fysiologie was verbonden was. Hij hieldnbsp;een afscheidscollege over visuelenbsp;oriëntatie bij duiven, waarover hijnbsp;de laatste tien jaar veel onderzoeknbsp;deed. Hij blijft als gastmedewerkernbsp;aan de vakgroep verbonden. Ongeveer 150 belangstellenden, waaronder veel oud-studenten, woondennbsp;het symposium bij.

Plantensystematiek

Op 12 januari 1996 aanvaardt prof, dr. Paul Maas zijn ambt als bijzonder hoogleraar in de Plantensystematiek, vanwege het Universiteits-fonds. Prof. Maas is vanaf 1965nbsp;verbonden aan het Instituut voornbsp;Systematische Plantkunde, nu projectgroep Herbarium. Hij verrichtnbsp;taxonomisch onderzoek aan neotropische plantenfamilies. Hij leidt eennbsp;internationaal onderzoeksprojectnbsp;over taxonomie en fylogenie van denbsp;belangrijke tropische plantenfamilienbsp;van de Annonaceae. De titel vannbsp;zijn oratie is 'Van botaniseertrommel tot database'.

Prince Bernhard Centre

Op 6 november 1995 werden in aanwezigheid van Prins Bernhard opnbsp;Paleis Soestdijk de handtekeningennbsp;gezet onder een overeenkomst voornbsp;de instelling van het Prince Bern-hard Centre for International Naturenbsp;Conservation aan de Universiteitnbsp;Utrecht. Het Centrum stelt zich totnbsp;doel onderzoek en onderwijs op hetnbsp;gebied van de internationale natuurbescherming te coördineren, tenbsp;initiëren en uit te voeren in samenwerking met universiteiten en onderzoekinstituten jn het buitenland.nbsp;In het Centrum is de al langer binnen de faculteit Biologie gevestigdenbsp;leerstoel Internationale Aspectennbsp;van de Natuurbescherming ondergebracht. De faculteit Biologienbsp;is penvoerder van het Centrum.nbsp;Informatie: drs. W. Dijkman,nbsp;vakgroep Botanische Oecologienbsp;en Evolutiebiologie, Wentgebouw,nbsp;Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht,nbsp;(030) 2536835.

Agenda

  • 12 januari 1996 om 16.15 uurnbsp;Oratie prof. dr. Paul Maasnbsp;Aula van het Academiegebouw,nbsp;Domplein 29, Utrecht

  • 13 maart 1996

Bčta-bedrijvendag (zie Algemeen)

Diergeneeskunde

'De dichter is een koe .. '

Veertien gedichten over de relatie tussen mens en dier, op een cd gezet door een illuster groepje Nederlandse popmusici. De verschijningnbsp;van deze opmerkelijke cd begin december is de opmaat voor de vieringnbsp;in 1996 van 175 jaar diergeneeskundig onderwijs in Nederland.

De dichter Ed Leeflang en hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde Wiljan van den Akker selecteerden samen met initiatiefnemer Frans Smulders veertien gedichtennbsp;uit het werk van onder anderenbsp;Gerrit Achterberg, Ida Gerhardt,nbsp;Levi Weemoedt, Charlotte Mutsaersnbsp;en Ivo de Wijs. Smulders, wetenschappelijk medewerker aan de faculteit Diergeneeskunde en in zijnnbsp;vrije tijd fervent muzikant (ondernbsp;meer voorheen '.Overstekend Wild'),nbsp;liet de teksten door verschillendenbsp;componisten op muziek zetten ennbsp;kreeg een keur aan nationale popmusici zover om ze uit te voeren.nbsp;Volgens Frans Smulders zijn het stuknbsp;voor stuk 'hoogvliegers' die spelennbsp;of gespeeld hebben met ondernbsp;andere Prince, Phil Collins, Hetnbsp;Metropole Orkest, Fay Lovski en Hetnbsp;Goede Doel.

De cd zal worden geperst in een voor Nederlandse begrippen hogenbsp;oplage van 3500 exemplaren. Veelnbsp;dierenartsen hebben er op ingetekend omdat ze de cd een gepastnbsp;geschenk vinden voor relaties ennbsp;goede klanten. Er zijn bedrijvennbsp;die hele partijen hebben besteldnbsp;om hem op te nemen in hunnbsp;kerstpakket.

De cd 'De dichter is een koe, géén varken' is verkrijgbaar via denbsp;faculteit Diergeneeskunde,nbsp;(030) 2534851, of via het U-Fonds,nbsp;(030) 2538025. De prijs is f30,-.

Agenda

7 mei 1996

Faculteitsfeest

11 mei 1996

Open dag en Dag van het Aangespannen Paard

Fannacie

Alumnimiddag

Op de universiteitsdag, 30 maart 1996, is er bij de faculteit Farmacienbsp;een middagprogramma met lezingen, een rondleiding langs vakgroepen en gelegenheid om elkaar tenbsp;ontmoeten. Dit jaar zullen de volgende jaren van aankomst uitgenodigd worden: 1985/1986, 1975/1976,nbsp;1965/1966, 1955/1956, 1945/1946,nbsp;1935/1936.

Informatie: Henriette Dobbelaar (030) 2537317.

Agenda

30 maart 1996

Alumnimiddag (zie ook pagina 13)

Geneeskunde

M.B.V. Mebiose

Van 28 februari tot en met

8 maart 1996 viert M.B.V. Mebiose haar tweede lustrum.nbsp;Het thema is 'Iedereen is vannbsp;de wereld'.

Informatie: M.B.V.

Mebiose (030) 2328298,

di. na 20.00 uur en (030)2538953, do. van 12.00-13.00 uur.

PHEPH

Het einde van de studie Medische Biologie betekent voor de nieuwenbsp;doctorandi een nieuw begin. Contacten die tijdens de studie warennbsp;opgebouwd verwateren en velenbsp;jaar- en studiegenoten raken uit hetnbsp;zicht. Eén van de redenen voor denbsp;oprichting van een alumnivereniging voor medisch biologen is tenbsp;voorkomen dat we elkaar volledignbsp;kwijtraken. PHEPH: Post Hoe, ergonbsp;propter hoc: daarna en derhalvenbsp;daarom!

PHEPH is de alumni-vereniging voor medisch biologen en is nu ongeveernbsp;5 jaar oud. We hebben op dit moment 120 leden. PHEPH houdt eennbsp;adressen- en functiebestand bij datnbsp;één keer per jaar aan de ledennbsp;wordt toegezonden. Dit bestandnbsp;geeft een goed overzicht van denbsp;mogelijke beroepen waarin afgestudeerde medisch biologen terechtnbsp;komen. Ook verzorgt PHEPH enkelenbsp;malen per jaar een Magazine metnbsp;daarin allerlei informatieve en nuttige artikelen voor de leden. Elk jaarnbsp;wordt een reünistendag georganiseerd met een ontspannende activiteit gevolgd door een diner, eennbsp;uitgelezen mogelijkheid om studiegenoten weer eens te ontmoeten.nbsp;Voor aio's en oio's die gaan promoveren biedt het lidmaatschap vannbsp;PHEPH een aantrekkelijk financieelnbsp;voordeel: leden van PHEPH krijgennbsp;een korting tot 18 procent op denbsp;kosten van het drukken van hetnbsp;proefschrift bij drukkerij FEBOdruknbsp;b.v., een drukker die zich gespecialiseerd heeft in het drukken van dissertaties en boeken.

Iedere medisch bioloog die afstudeert aan de faculteit Geneeskunde van de Universiteit Utrecht kan lidnbsp;worden van PHEPH. Voor studentennbsp;Medische Biologie bestaat het aspirant lidmaatschap.

Informatie: Arnoud Kal, J. de Beka-straat 18 bis, 3514 VM Utrecht, (030) 2722813, e-mail: PHEPH@cv.ruu.nl.

Letteren

Contractonderwijs

Hadden de Middeleeuwers ook al een G.F.T.-bak? Hierover komt unbsp;meer te weten bij de cursus 'Algemene milieugeschiedenis', waarnbsp;wordt aangetoond dat de huidigenbsp;milieuproblematiek helemaal nietnbsp;nieuw is. Misschien heeft u echternbsp;meer interesse in kastelen en vraagtnbsp;u zich af of het nu echt zo koud wasnbsp;in een kasteel? Of gaat u dit jaar opnbsp;vakantie naar Italië? Dan kan denbsp;cursus 'Italiaanse Renaissance' boeiende achtergrondinformatie geven.nbsp;Uit het aanbod van de opleidingennbsp;Geschiedenis en Mediëvistiek blijktnbsp;dat u meer met geschiedenis kuntnbsp;doen dan u denkt.

Iedereen die zijn kennis van geschiedenis wil vergroten en nieuwe inzichten wil vergaren of gewoon geďnteresseerd is, kan een cursusnbsp;volgen. Wij nodigen u uit om gezamenlijk met studenten in de colle-


-ocr page 16-

illusterzake

illuster • december 1995

gebanken te gaan zitten en te luisteren naar diverse docenten.

In de brochure 'De poorten worden opengegooid' worden 33 cursussennbsp;beschreven: van Oude Geschiedenisnbsp;en Antieke Cultuur tot de 20stenbsp;eeuw, van bedrijfsgeschiedenis totnbsp;geschiedenis van de mensenrechten.nbsp;Een cursus duurt 5 ŕ 6 wekennbsp;(f 285,-) of 10 ŕ 12 weken (f 570,-).nbsp;Het is ook mogelijk om een strippenkaart voor 5 of 10 cursussen tenbsp;nemen. De meeste colleges zijnnbsp;overdag, een aantal is 's avonds tenbsp;volgen.

Informatie: mw. drs. A.M.P.R. Bos, vakgroep Geschiedenis, Krommenbsp;Nieuwegracht 66, 3512 HL Utrecht,nbsp;(030) 2537865, fax. (030) 2536391.

Vrouwenstudies

Op 30 maart 1996 houdt de vakgroep Vrouwenstudies Letteren een alumnae-middag voor haar studenten en oud-studenten. Speciaal voornbsp;deze gelegenheid wordt een alum-nae-boekje gemaakt, waarin eennbsp;aantal oud-studenten wordt geportretteerd. Verder zijn er workshopsnbsp;rond werk en carričre. De middagnbsp;wordt afgesloten met een borrel.nbsp;Informatie: (030) 2536125.

Literatuurwetenschap

De vakgroep Literatuurwetenschap van de faculteit Letteren organiseertnbsp;regelmatig activiteiten voor alumni.nbsp;Op 16 juni 1995 had de laatste bijeenkomst met alumni plaats: een lezing van prof. dr. Jaap Oversteegen,nbsp;omlijst met een informeel samenzijnnbsp;met buffet en overige versnaperingen. Bij die gelegenheid is geprobeerd zoveel mogelijk alumni eennbsp;uitnodiging te sturen. Het is echternbsp;moeilijk om van alle afgestudeerdennbsp;het huidige adres te achterhalen.nbsp;Daarom is het mogelijk dat niet allenbsp;alumni van deze activiteiten op denbsp;hoogte gesteld zijn.

We zouden het op prijs stellen als afgestudeerde literatuurwetenschappers die in het voorjaar vannbsp;1995 geen uitnodiging ontvangennbsp;hebben voor de alumni-bijeenkomstnbsp;van 16 juni, of die via een oud adresnbsp;een brief ontvangen hebben, contact opnemen met de vakgroep.nbsp;Dan kunnen wij u in de toekomstnbsp;wel op de hoogte stellen van alum-ni-activiteiten. Wilt u op schriftelijkenbsp;adreswijzigingen vermelden dat hetnbsp;alumni-post betreft?nbsp;Contactpersoon: Annelies van dennbsp;Hurk, secretariaat vakgroep Literatuurwetenschap, Muntstraat 4, 3512nbsp;EV Utrecht, (030) 253 82 42, fax.

(030) 253 8381, e-mail: Annelies.van-denHurk@let.ruu.nl

Shakespeare

Op zaterdag 17 februari 1996 organiseert het Shakespeare-Genoot-schap van Nederland en Vlaanderen, in samenwerking met de opleidingnbsp;Engels van de Utrechtse Universiteit,nbsp;een symposium over de rol vannbsp;Shakespeare in het hedendaagsenbsp;Nederlandse en Vlaamse onderwijs.nbsp;Het gaat daarbij om het onderwijsnbsp;op VWO, HBO, en academisch niveau. Naast de problemen die denbsp;hedendaagse tijd stelt aan de docent, willen we ook aandacht besteden aan nieuwe mogelijkheden ennbsp;methodes om het onderwijs te verlevendigen, zoals toneel in de klas,nbsp;en de nieuwe electronische hulpmiddelen.

Informatie: P. Franssen, p.a. Opleiding Engels, Trans 10,nbsp;3512 JK Utrecht, (030) 2536665,nbsp;e-mail: p.franssen@let.ruu.nl.

Islam-educatie

Op 1 november 1995 is dr. N. Landman (vakgroep Oosterse talen en culturen) begonnen met een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden om leerlingen die imamnbsp;willen worden hier in het voortgezet onderwijs op voor te bereiden.nbsp;Begin 1995 maakte staatssecretarisnbsp;T. Netelenbos bekend dat scholennbsp;voor voortgezet onderwijs een zogenoemd imam-traject kunnen verzorgen. Die scholing kan wordennbsp;gegeven in de vrij besteedbare urennbsp;die in de basisvorming beschikbaarnbsp;zijn (zeven lesuren per week). Landman gaat als 'terreinverkenner' inventariseren wat de behoeften ennbsp;mogelijkheden zijn van de islamitische organisaties, het voortgezetnbsp;onderwijs en de schoolbesturen.nbsp;Ook zal hij een beschrijving gevennbsp;van de imam-opleiding in relatienbsp;met de islam-educatie die voor allenbsp;leerlingen toegankelijk is.

Oosterse talen en culturen

Contactpersoon voor alumni bij de vakgroep Oosterse talen en culturennbsp;is Agnita van 't Klooster, secretariaat vakgroep OTC, Drift 15, 3512 BRnbsp;Utrecht, (030) 2536133.

Mediëvistiek

Contactpersoon voor alumni bij de werkgroep Mediëvistiek is Grada denbsp;Vries, secretariaat Mediëvistiek,nbsp;Kromme Nieuwe Gracht 66, k. 1.13,nbsp;3512 HL Utrecht, (030) 25338189.

Agenda

17 februari 1996

Symposium over de rol van Shakespeare in het onderwijs

30 maart 1996

Alumnae-middag Vrouwenstudies Letteren (zie ook pagina 13)

Natuur- en Sterrenkunde

Morgensterren

Meer vrouwen in de sterrenkunde? Dat kan best volgens de faculteitnbsp;Natuur- en Sterrenkunde. Daaromnbsp;organiseerden medewerkers van hetnbsp;Sterrekundig Instituut afgelopen zomervakantie voor het eerst de cursus Morgensterren, een cursus sterrenkunde voor meisjes uit denbsp;hoogste klassen van het VWO. Bijnbsp;deze meisjes kun je het beeld vannbsp;wetenschapper vorm geven en zonbsp;een aanzet maken tot het veranderen van een houding ten opzichtenbsp;van vrouwen in de sterrenkunde ennbsp;de natuurkunde. Sterrenkunde isnbsp;een boeiend vak, dat natuurlijk ooknbsp;vrouwen aanspreekt. Als meer vrouwen met het vak kennis maken, zullen we ze in de sterrenkunde ooknbsp;meer tegen komen. De cursus omvatnbsp;colleges, practica, waarnemingennbsp;met telescopen en een excursie naarnbsp;de radiotelescoop in Westerbork. Denbsp;cursus is afgestemd op de belangstelling en de kennis van 5 en 6nbsp;VWO leerlingen. Het is niet de bedoeling om het aanbieden van sterrenkundige projecten te beperkennbsp;tot deze VWO scholieren, maar hetnbsp;is wel een goed begin.

Netwerk natuurkunde docenten

Een goed contact tussen docenten van VWO scholen en medewerkersnbsp;van de universiteit. Dat is een vannbsp;de belangrijkste motieven voor hetnbsp;starten van een netwerk van scholen uit de regio Utrecht en de faculteit. Er zijn regelmatig bijeenkomsten met docenten die daarnaastnbsp;ook gebruik kunnen maken van diverse faciliteiten op de faculteit, zoals gratis gebruik van de bibliotheeknbsp;en een aansluiting op internet. Verder kunnen leerlingen uit de zesdenbsp;klas hun experimenteel (natuurkunde) onderzoek uitvoeren met onder-zoeksopstellingen op de faculteit ennbsp;op aanvraag is er een spreker beschikbaar die op school een lezingnbsp;geeft over een natuurkundig onderwerp. De faculteit hoopt op dezenbsp;manier ook de leerlingen te bereiken en enthousiast te maken voornbsp;de natuurkunde, sterrenkunde, meteorologie en fysische oceanografie.nbsp;Het netwerk van de faculteit is inmiddels deel gaan uitmaken van hetnbsp;Bčtagroei-project van de Universiteit Utrecht. In dat project zijn ooknbsp;andere bčta-faculteiten bezig metnbsp;het opzetten van overeenkomstigenbsp;netwerken met VWO scholen.

A-Eskwadraat

Zie Wiskunde en Informatica

Agenda

13 maart 1996

Bčta-bedrijvendag (zie Algemeen)

Rechtsgeleerdheid

Bedrijvendag

Op 16 februari 1996 organiseert de Juridische Studenten Verenigingnbsp;Utrecht (JSVU) wederom de Bedrijvendag voor Juristen. Het ochtend-gedeelte bestaat uit een aantal lezingen van de advocatuur en hetnbsp;bedrijfsleven. Zij zullen het themanbsp;'de advocaat versus de bedrijfsjurist'nbsp;behandelen. Tevens zal een sollicita-tie-trainer 'een lezing verzorgen. Nanbsp;de lunch zijn er workshops en is ernbsp;een banenmarkt. Hier kunt u uitgebreid kennis maken met vertegenwoordigers van kantoren, bedrijvennbsp;en de overheid. De dag wordt afgesloten met een borrel. Kosten voornbsp;de dag (inclusief bundel, lunch ennbsp;borrel): f 15,00 voor leden ennbsp;f 17,50 voor niet-leden.nbsp;Informatie: (030) 2538298.

Congres

De onderzoekschool Arbeid, Welzijn en Sociaal-Economisch Bestuurnbsp;(AWSB), het Economisch Instituut/nbsp;CIAV, de Universiteit Utrecht en denbsp;Emancipatieraad organiseren op 3nbsp;april 1996 een congres over de toekomst van de sociale zekerheid innbsp;Nederland. De titel is 'Met zekerheid naar de toekomst. Sociale zekerheid op de drempel van de 21enbsp;eeuw'. Inleiders uit verschillende disciplines gaan onder andere in op denbsp;potentiële bijdrage van de socialenbsp;zekerheid aan het bevorderen vannbsp;de arbeidsmarktparticipatienbsp;(dr. 5. Klosse/mr. H.J. van Dijk) ennbsp;aan gelijkere posities van vrouwennbsp;en mannen in de samenleving,nbsp;onder andere via de herverdelingnbsp;van betaalde en onbetaalde arbeidnbsp;(mw. G. den Ouden-Dekkers/dr. J.J.nbsp;Schippers). Andere onderwerpennbsp;zijn de verhouding tussen (publieknbsp;geregelde) basisvoorzieningen ennbsp;(particulier geregelde) bovenminimale voorzieningen (prof. mr. A.

Jaspers en dr. H.P. van Dalen), de rol van de sociale zekerheid bij het instandhouden van voldoende maatschappelijke cohesie (prof. dr.nbsp;H.P.M. Adriaansens) en de Nederlandse sociale zekerheid in het lichtnbsp;van de Europese Unie (dr.G.J. Vonk).nbsp;Informatie: Emancipatieraad,nbsp;Sandra van Kampen,nbsp;(070) 3334667/3334782. Prijs f 125,-.

Merkourios

Merkourios is een onafhankelijk verenigingsblad van de Internationaal-rechtelijke studievereniging Urios. Het is een kwartaalblad en wordtnbsp;gratis onder haar leden verspreid.nbsp;Het blad behandelt actuele onder--werpen vanuit een internationaalnbsp;juridisch perspectief. Belangstellenden kunnen bij de redactie een lidmaatschap aanvragen.

Geen Illuster ontvangen?

Niet bij de universiteit bekend als alumnus of alumna? Meld u aan!

naam

voorletters nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;m/v*

adres

postcode -1- woonplaats

afgestudeerd/gepromoveerd* aan de LJniversiteit Utrecht

in: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(jaartal)

faculteit

opleiding/studierichting


O Ik ontvang graag Illuster en meld mij aan voor het alumnibestand.

O Ik wil geen Illuster ontvangen, maar meld mij wel aan voor het alumnibestand.

Retourneren in een enveloppe zonder postzegel aan: Universiteit Utrecht, Afdeling In- en Externe Betrekkingen

T.a.v. Lustrumbureau, Antwoordnummer 8428, 3500 VW Utrecht * Doorhalen wat niet van toepassing is


Informatie: Redactie Merkourios, Lucas Bolwerk 6, 3512 EG Utrecht,nbsp;(030) 2537042.

Urios symposium

Begin februari 1996 organiseert Urios haar jaarlijkse symposium. Hetnbsp;onderwerp is de Europese Unie innbsp;het licht van de Intergouvernementele Conferentie (het vervolgnbsp;van Maastricht).

Informatie: Urios symposiumcie, Lucas Bolwerk 6, 3512 EG Utrecht,nbsp;(030) 2537042.

Agenda

11 januari 1996 om 16.15 uur Oratie mw. prof. Curtinnbsp;Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht

7 februari 1996 om 16.15 uur

Oratie prof. Hol Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht

16 februari 1996

Bedrijvendag voor juristen

3 april 1996

Congres 'Met zekerheid naar de toekomst. Sociale zekerheid op denbsp;drempel van de 21e eeuw'

Ruimtelijke Wetenschappen

Excursies

Op 30 maart 1996 organiseert de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen voor haar alumni een aantal excursies in en rondom de stad Utrecht.

De excursies staan onder leiding van gerenommeerde excursiebegeleidersnbsp;als Ben Driessen, Hans Harten ennbsp;Martin Stijnenbosch. Op hetnbsp;programma staan een historischgeografische excursie langs denbsp;buitenplaatsen ten oosten van


-ocr page 17-

december 1995 • illuster

17

Utrecht, een landschapsexcursie rondom de stad, een excursienbsp;Utrecht buiten de singels en eennbsp;excursie naar de groeikernen en hetnbsp;projectgebied Leidsche Rijn. De excursies beginnen om half tweenbsp;'s middags en duren tot vier uur.nbsp;De middag wordt afgesloten metnbsp;een borrel. De kosten voor deelname bedragen f 25,-.

Informatie: Onno Möller, (030) 253 1405. Aanmelden kan bijnbsp;O. Möller of met de in het bladnbsp;'Utrecht Connection' opgenomennbsp;antwoordbon. Zie het decembernummer van Utrecht Connectionnbsp;voor uitgebreide informatie.

Actualiteitscollege

In het voorjaar zullen prof. dr. Ton Kreukels, hoogleraar planologie, ennbsp;drs. Jaap van Staalduine (Ministerienbsp;van VROM) een actualiteitscollegenbsp;verzorgen. Zij zullen ingaan op denbsp;verstedelijkingsopgave in de Randstad. Het college wordt gegeven opnbsp;een vrijdagmiddag op de Universi-teit Utrecht. Wanneer tijd ennbsp;plaats bekend zijn, ontvangt unbsp;nader bericht.

Agenda

30 maart 1996

Excursies in en rondom de stad Utrecht (zie ook pagina 13)

Scheikunde

Alumnibeleid

Het bestuur van de faculteit Scheikunde heeft zich met veel plezier aangesloten bij het initiatief van denbsp;Universiteit Utrecht om het contactnbsp;met afgestudeerden te versterken.nbsp;Sinds 1 september heeft de faculteitnbsp;een assistent in dienst -Jenny Hut-tinga- die het alumnibeleid in denbsp;komende tijd gestalte gaat geven.nbsp;Jenny Huttinga probeert allereerstnbsp;een actueel adressenbestand op tenbsp;bouwen. Ze heeft inmiddels contactnbsp;gelegd met de vakgroepen binnennbsp;de faculteit, met de huidige studievereniging Proton en met de Reünistenvereniging van de Utrechtsenbsp;Chemische Club. Via deze kanalennbsp;zijn al zo'n tweeduizend namen ennbsp;adressen verzameld. Daarmee is hetnbsp;adressenbestand echter nog verrenbsp;van compleet. Bovendien zijn langnbsp;niet alle adressen recent. Alle tipsnbsp;over oud-studenten Scheikunde zijnnbsp;daarom van harte welkom! Natuurlijk neemt de faculteit met een eigen programma deel aan de universitaire alumnidag op 30 maart 1996.nbsp;Het programma voor deze dag isnbsp;bijna rond. Alle afgestudeerdennbsp;ontvangen begin februari eennbsp;uitnodiging.

Tot slot staat een loopbaanonder-zoek onder oud-studenten op stapel. De faculteit hoopt u opnbsp;30 maart reeds een indruk tenbsp;kunnen geven waar al haar afgestudeerden zijn gebleven.

Informatie: Jenny Huttinga, bureau faculteit Scheikunde, Sorbonnelaannbsp;16, 3584 CA Utrecht, (030) 2536961;nbsp;fax. (030) 2533072; e-mail:

J.m.huttinga@chem.ruu.nl.

Colloďdfaciliteit

De vakgroep fysische en colloďdche-mie heeft een miljoen gulden subsidie gekregen om collega-onderzoekers te ondersteunen bijnbsp;het bereiden en karakteriseren vannbsp;colloďdale modelsystemen. Het accent ligt daarbij op advies en op wetenschappelijke samenwerking.

quot;We willen niet als een soort toonbank uitsluitend colloďden leveren, maar het andere onderzoekers in denbsp;natuurkunde, fysische chemie ennbsp;materiaalkunde gemakkelijker maken om met anorganische colloďdalenbsp;modelsystemen te werkenquot;, aldusnbsp;prof. dr. Albert Philipse, samen metnbsp;prof. dr. Henk Lekkerkerker denbsp;initiatiefnemer.

Het merendeel van de subsidie is afkomstig van de stichting FOM. Denbsp;toezegging past in het beleid vannbsp;deze stichting om onderzoek op hetnbsp;gebied van de zachte gecondenseerde materie te stimuleren. Daarnaastnbsp;dragen de stichting SON en het Debye Instituut aan de subsidie bij.nbsp;De vakgroep fysische en colloďdche-mie is de enige in Nederland dienbsp;fundamenteel onderzoek doet aannbsp;anorganische colloďdale modelsystemen, zoals silicabolletjes, boehmiet-staafjes en magnetische colloďden.nbsp;quot;SON en FOM hebben gemeend datnbsp;ook anderen van deze expertisenbsp;moeten kunnen profiterenquot;, aldusnbsp;Philipse. De subsidie heeft een looptijd van vijf jaar en is bedoeld voornbsp;een post-doc, een technicus en voornbsp;materiaal.

Chemisch Colloquium

Sinds 1985 houdt de faculteit jaarlijks een lezingencyclus om medewerkers en studenten op de hoogte te houden van ontwikkelingennbsp;buiten hun directe vakgebied. Ooknbsp;geďnteresseerden van buiten denbsp;faculteit zijn daarbij van harte welkom. De sprekers stemmeri hunnbsp;lezing af op een breed chemischnbsp;publiek. Na afloop is er gelegenheidnbsp;om onder het genot van een drankje bij te praten.

De eerstvolgende lezing is op 25 januari 1996. Prof. dr. E.W.nbsp;Meijer (Technische Universiteit Eindhoven, Organische chemie) spreektnbsp;dan over 'Dendrimeren en supra-moleculaire polymeerchemie'. Opnbsp;7 maart 1996 houdt prof. dr. B.W.nbsp;Dijkstra (Rijksuniversiteit Groningen,nbsp;Biofysische chemie) een lezing overnbsp;'Enzymmechanismen in relatie totnbsp;3D-structuren'.

Informatie: voorlichter faculteit Scheikunde, (030) 2533793.

Onderscheidingen

Dr. Antoinette Killian (vakgroep biochemie van membranen) ennbsp;dr. Andries Meijerink (vakgroep gecondenseerde materie), beiden innbsp;Utrecht afgestudeerd en gepromoveerd, zijn onlangs meerdere kerennbsp;onderscheiden. Meijerink ontvingnbsp;op 5 oktober een van de twee

Koninklijke/Shell Stimuleringsprij-zen. Shell reikt deze erkenningen jaarlijks uit ter bekroning van wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeker kreeg de prijs, een bedrag van f 20.000,- voor zijnnbsp;onderzoek naar luminescentie vannbsp;fosforen. In het voorjaar ontving hijnbsp;al subsidie in het kader van hetnbsp;SON-plan voor jonge chemici.nbsp;Ook Killian viel deze eer te beurt.nbsp;Het was de start voor een ware prijzenregen: een NATO Collaborativenbsp;Research Grant in mei, de Anniversary Prize van de Federation of European Biochemical Societies (FEBS)nbsp;in augustus en in september eennbsp;eredoctoraat van de Universiteit vannbsp;Umea in Zweden. De chemica ontving de FEBS-prijs voor haar uitstekende prestaties op het gebied vannbsp;lipide-eiwit interacties. Het eredoctoraat was eveneens een erkenningnbsp;van haar wetenschappelijk werk.nbsp;Daarnaast was de onderscheidingnbsp;bedoeld als dank voor haar inspanningen voor een goede samenwerking met de Universiteit Utrecht.

Eredoctoraat

Op 5 januari 1996 krijgt prof. dr. J.W. Geus een ere-doctoraat van denbsp;Technische Universiteit Delft. Prof.nbsp;Geus is sinds 1980 hoogleraar aannbsp;de Universiteit Utrecht en is een gezagdragend (inter)nationaal expertnbsp;op het gebied van de katalyse.

Agenda

25 januari 1996 om 16.00 uur Lezing prof. dr. E.W. Meijernbsp;(Technische Universiteit Eindhoven,nbsp;Organische chemie)

Groene Zaal van het Wentgebouw, Sorbonnelaan 16, Utrecht

7 maart 1996 om 16.00 uur

Lezing door prof. dr. B.W. Dijkstra (Rijksuniversiteit Groningen, Biofysische chemie) Groene Zaal van hetnbsp;Wentgebouw, Sorbonnelaan 16,nbsp;Utrecht

13 maart 1996

Bčta-bedrijvendag (zie Algemeen) 30 maart 1996

Alumnidag (zie ook pagina 13)

Sociale Wetenschappen

Netwerk Onderwijskunde

De vakgroep Onderwijskunde heeft per 1 september 1995 een Netwerknbsp;Onderwijskunde Utrecht (NOU) opgericht. Dit is een vervolg van hetnbsp;Netwerk Opleidingskunde (coördinator Jan de Jong). Het nieuwe netwerk NOU richt zich op drie werkvelden: basis- en voortgezet onderwijs, bedrijfsopleidingen, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.nbsp;Dit nieuwe netwerk staat open voornbsp;(bijna)afgestudeerde onderwijs-kundestudenten die in Utrecht hebben gestudeerd/nog studeren.nbsp;Er zijn inmiddels ongeveer 160nbsp;afgestudeerden lid van NOU.nbsp;Informatie: Clari Vredeveldt,nbsp;(030) 2537765.

Seminars economie

Gedurende het afgelopen decennium is uitgebreid gediscussieerd over flexibilisering van de inzet van denbsp;produktiefactor arbeid en van denbsp;markt waarop deze 'verhandeld'nbsp;wordt. Aan het verschijnsel flexibilisering kunnen verschillende aspecten worden onderkend. De econo-mie-opleidingen van de Universiteitnbsp;Utrecht (faculteiten sociale wetenschappen, ruimtelijke wetenschappen, letteren, rechten) organiserennbsp;zes seminars waarin aspecten vannbsp;flexibilisering van de arbeid aan denbsp;orde komen. Via de keuze van denbsp;inleiders is getracht een evenwichtige combinatie te vinden tussen wetenschap en praktijk.

Het seminar rond het thema 'flexibilisering van de arbeid' geeft niet alleen een goed inzicht in een belangrijke ontwikkeling zoals die zich de laatste jaren op de arbeidsmarkt aftekent, maar laat ook duidelijk ziennbsp;dat markten (in dit geval de arbeidsmarkt) niet in een vacuüm werken,nbsp;maar op allerlei manieren beďnvloednbsp;worden door een maatschappelijkenbsp;context. Daarmee sluit het seminarnbsp;expliciet aan bij de in Utrecht gekozen opzet van de economie-oplei-dingsvarianten binnen de verschillende faculteiten, waarin aan denbsp;verbinding tussen economie en denbsp;facultaire disciplines een centralenbsp;plaats wordt toegekend. De collegesnbsp;vinden plaats op de maandagmiddag van 15.00 tot 17.00 uur:

8, 15, 22, 29 januari, 5 en 12 februari 1996.nbsp;Informatie: (030) 2533892.

Onderscheiding

Op 15 november 1995 kreeg

dr. M.P.J. van de Port een Studie-prijs van de Stichting Praemium Erasmianum voor zijn proefschriftnbsp;'Het einde van de wereld. Beschaving, redeloosheid en zigeunercafésnbsp;in Servië'. Hij promoveerde op 25nbsp;oktober 1994 bij prof. dr. H.U.E.nbsp;Thoden van Velzen.

De Stichting Praemium Erasmianum kent jaarlijks maximaal vijf studie-prijzen toe aan jonge wetenschappelijke onderzoekers die een uitzonderlijke dissertatie hebben voltooidnbsp;op het gebied van de geesteswetenschappen.

Agenda

3 april 1996

Congres 'Met zekerheid naar de toekomst. Sociale zekerheid op denbsp;drempel van de 21e eeuw' (zienbsp;Rechtsgeleerdheid)

Wijsbegeerte

Alumnivereniging CKI

Op 3 november 1995 is de alumnivereniging Cognitieve Kunstmatige Intelligentie opgericht. Tijdens denbsp;oprichtingsvergadering bleek dat ernbsp;voldoende behoefte bestaat aannbsp;een dergelijke vereniging. Op dezenbsp;vergadering waren zowel afgestudeerden als medewerkers en studenten aanwezig en werd gezamenlijk gebrainstormd over mogelijkenbsp;activiteiten waarop de verenigingnbsp;zich zou kunnen gaan richten. Doelstellingen van de CKI alumnivereniging zijn het uitwisselen van informatie tussen de afgestudeerden, denbsp;studenten CKI en de opleiding CKInbsp;en het vergroten van de externenbsp;naamsbekendheid van CKI.

De vereniging zal onder andere periodieke bijeenkomsten organiseren, een Web-pagina (met werkadressen,nbsp;een vacature bank, stageplaatsen,nbsp;publicaties en activiteiten) makennbsp;en onderhouden, een nieuwsbriefnbsp;uitgeven, feedback geven aan denbsp;CKI-opleiding over de mate waarinnbsp;de opleiding aansluit bij de praktijk.nbsp;De eerstvolgende bijeenkomst vannbsp;de alumnivereniging zal zijn opnbsp;30 maart 1996 ter gelegenheid vannbsp;de lustrumviering van de universiteit. Van de vereniging kunnennbsp;afgestudeerde CKI'ers en medewerkers CKI lid worden. Studentennbsp;CKI kunnen aspirant-lid worden.nbsp;Informatie: Hayo Schreyer (voorzitter), Laan van Eik en Duinen 123,nbsp;2564 GN Den Haag, (070) 3238548,nbsp;email: alumni@phil.ruu.nl.

Wiskunde en Informatica

KNAW-lid

Prof. dr. E.N. Looijenga (geboren in 1948, gestudeerd in Amsterdam) isnbsp;onlangs benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie vannbsp;Wetenschappen (KNAW). Sinds september 1991 is hij als zuiver wiskundige werkzaam in Utrecht.

De KNAW is verdeeld in twee secties: Natuurkunde en Letterkunde. De Natuurkunde-sectie omvat allenbsp;exacte wetenschappen. Er zijn 110nbsp;wiskundige KNAW-leden. Als eennbsp;KNAW-lid 65 wordt, gaat deze innbsp;ruste en komt er een plaats vrij. Eennbsp;nieuw lid wordt benoemd op basisnbsp;van wetenschappelijke verdiensten.

A-Eskwadraat

Op 10 februari 1996 is het precies 25 jaar geleden dat A-Eskwadraat,nbsp;de Utrechtse studievereniging voornbsp;studenten sterrenkunde, wiskunde,nbsp;informatica, natuurkunde en geofysica ontstond na een fusie van denbsp;veel oudere verenigingen A-E en 52.nbsp;Dit zal groots worden gevierd tijdens een spetterende lustrumweeknbsp;van 5 tot en met 10 februari 1996.nbsp;Graag zien we dan oud A-E-, 52 ennbsp;A-Eskwadraatleden nog eens innbsp;Utrecht terug.

Op 7 februari is het symposium 'Over 5troming, Stromingsleer in de


-ocr page 18-

Colofon

r8 illuster • december 1995

bčtawetenschappen'. Tijdens dit symposium worden de toepassingennbsp;van de stromingsleer in de wiskunde, informatica, sterrenkunde, natuurkunde, geofysica, meteorologienbsp;en fysische oceanografie belicht.nbsp;Sprekers uit het hele land zorgennbsp;voor een gevarieerd programma.nbsp;Alle belangstellenden zijn van harte

studentenleven


Veritas RW

Oud-leden van het CS Veritas die een nauwere band met hun vereniging willen behouden, zijn lid vannbsp;de Reünisten Vereniging Veritasnbsp;(RW). Het bestuur van de RW ontwikkelt aktiviteiten in goed overlegnbsp;met het bestuur van Veritas. Ooknbsp;voor de komende periode staatnbsp;weer het een en ander op stapel.nbsp;Een dezer dagen wordt de najaarse-ditie van de Reünisten-Vox aan denbsp;RW-leden toegestuurd.

In 1996 zullen net als in het huidige jaar weer reünies georganiseerdnbsp;worden voor de 'Kroonjaren'. Zij die

Studeerbaarheid

Wanneer men de universiteit anno 1995 in één woord wil vangen,nbsp;springt het neologisme studeerbaarheid naar voren. Voorbij is de tijd omnbsp;de wetenschappelijke twijfel zijnnbsp;loop te laten nemen. Om rustig eennbsp;vraag bij de kop te nemen zondernbsp;beschouwingen over vyanneer denbsp;vraag beantwoord moet zijn ennbsp;hoeveel dat gekost heeft.nbsp;Met het begrip studeerbaarheidnbsp;wordt de universiteit rechtstreeks innbsp;de wakkere produktiemaatschappijnbsp;geplaatst. Een produkt is een afgestudeerde student en het gaat eromnbsp;hoeveel je er daarvan in zo'n beperkt mogelijke tijd voor zo weinignbsp;mogelijk geld kunt maken. Ut sum-mos honores petat voor een summier honorarium. En zo komen wenbsp;bij studeerbaarheid.

Een studierichting is studeerbaar wanneer het produkt in vier jaar kannbsp;worden afgeleverd. Als het voor watnbsp;minder kan, in drie jaar.

De faculteiten dienen afspraken te maken met nieuwe studenten. Nietnbsp;om tegen hen te zeggen; student studeer, maar om ervoor garant te staannbsp;dat de student geen strobreed academische bagage in de weg gelegd zalnbsp;worden, om het programma in viernbsp;jaar af te kunnen ronden. De faculteiten worden ook geholpen om denbsp;lopende band niet te laten stagneren:nbsp;er is een studeerbaarheidsfonds.nbsp;Innovatieve ideeën die de snelheidnbsp;van afstuderen bevorderen, kunnennbsp;op extra financiering rekenen.nbsp;Geheel in dit kader past een andernbsp;nieuw woord: studievertragend.nbsp;Ik werd op een ogenblik door eennbsp;welkom. Kaarten (f 15,- met lunch,nbsp;en f 5,- zonder lunch) zijn te reser-veren/verkrijgen bij A-Eskwadraat.nbsp;Op 10 februari is er een reünie voornbsp;oud A-E en S2 leden in het oude Fysisch Lab aan de Bijlhouwerstraat.nbsp;Informatie: A-Eskwadraat,nbsp;(030) 2534499, fax: (030) 2535787,nbsp;e-mail: Aesbest@fys.ruu.nl.

50 (1946), 40 (1956), 25 (1971) of 12,5 (1983) jaar geleden lid van Veritas werden, worden door enkelenbsp;jaargenoten van het RW-bestuurnbsp;uitgenodigd voor speciale reünies.nbsp;Ook niet-RW-leden zijn daarbij welkom. De data zijn nog niet bekend,nbsp;behalve voor de 50-jarigen: die komen op zaterdag 11 mei 1996 samen in het Eigen Huis. Diezelfdenbsp;dag vindt ook de algemene reünienbsp;in het kader van de Dies van Veritasnbsp;plaats met ledenvergadering van denbsp;RW, ultgebrelde borrel en diner.nbsp;Traditioneel wordt voorafgaand aannbsp;die reünie de Meilezing gehouden.

delegatie studenten geneeskunde bezocht, die meldde dat het tentamen interne geneeskunde studievertragend was. Het tentamen was tenbsp;moeilijk, het moest te vaak overgedaan worden. Zelf zie ik het tentamen altijd als het laatste momentnbsp;dat een geneeskunde student formeel op zijn kennis getoetst wordt,nbsp;voordat zij/hij op het Nederlandsenbsp;volk wordt losgelaten en kan het mijnbsp;niet moeilijk genoeg zijn. Maar nietnbsp;zo de student die op wil schieten.nbsp;Het is vervelend dat er zulke studievertragende momenten zijn als tentamens.

Op de keper beschouwd is trouwens de hele studie studievertragend. Ernbsp;zou wat voor te zeggen zijn de studie af te schaffen om de studeerbaarheid maximaal te laten zijn.nbsp;Wie de nieuwe wetgeving op hetnbsp;Hoger Onderwijs bestudeert, ziet alnbsp;snel dat mondige studenten niet passen in de bedrijfbaarheid van de universiteit. Het is dan ook begrijpelijknbsp;dat zij protesteren, een soort opstand van toekomstige Produkten,nbsp;of eigenlijk half-fabrikaten.

Dat is voor mij in de universiteit van 1995 het wonder. Het ongelooflijkenbsp;incasseringsvermogen van studenten. Zij laten alle nota's en nieuwenbsp;wetten over zich heen komen zondernbsp;de nieuwsgierigheid te verliezennbsp;naar kennis en begrip. Daar zit denknbsp;ik de kracht in van de universiteit innbsp;1995. Zij heeft het gunstige gesternte van een grote studentbaarheid.

D.W. Erkelens hoogleraar interne geneeskunde


bestemd voor reünisten, Veritas-leden en de universitaire gemeenschap als geheel. Een tweetal sprekers behandelt een door het RW-bestuur en het Meilezing-Curatorlum gekozen onderwerp.nbsp;Op 11 mei 1996 zal het over denbsp;spanningsvolle relatie tussen Islamnbsp;en Westerse samenleving gaan ennbsp;over de rol die godsdienst, cultuurnbsp;en maatschappelijke situatiesnbsp;daarin spelen. Het RW-bestuurnbsp;werkt van harte mee aan de plannen van onze universiteit om denbsp;band met él haar afgestudeerdennbsp;aan te halen en te benutten tot wederzijds voordeel. Dit zal, alleen alnbsp;door de toezending van Illuster, ooknbsp;de band met Veritas en RW versterken. Wij zullen Illuster, naast denbsp;Reünisten Vox, gebruiken om u opnbsp;de hoogte te houden.

Mocht u lid van de RW willen worden of zonder lid te willen worden belangstelling hebben voor genoemde aktiviteiten, stuur dan eennbsp;ongefrankeerd kaartje naar onderstaand adres. Prof. dr. M.F. Kramer,nbsp;voorzitter RW. Informatie: Reünisten Vereniging Veritas, Antwoordnummer 9014, 3500 ZA Utrecht.

use

quot;Wat de waarde van de ontdekkingen die ik tot dan toe had gedaan ook moge zijn, ik beschouw als hetnbsp;kostbaarste te hebben vastgesteldnbsp;dat er veel voortreffelijke mensennbsp;op aarde leven.quot;-David Livingstone.nbsp;In mei 1996 viert het Utrechtschnbsp;Studenten Corps haar 36e lustrum.nbsp;Het lustrum zal geheel in het tekennbsp;staan van de ontdekkingsreizigernbsp;David Livingstone, de man die voornbsp;Europa de binnenlanden van Afrikanbsp;blootlegde. Het Lustrum wordt gevierd in de week van 10 tot en metnbsp;19 mei 1996. Voor de reünisten vannbsp;het U.S.C. is het programma alsnbsp;volgt: zaterdag 11 mei 1996nbsp;Intocht reünisten, opening in denbsp;Domkerk, jaar- en subgezelschap-penlunches, voorstelling Honorairennbsp;Travestie in de stadsschouwburg,nbsp;reünistenkroegjool op de Sociëteit,nbsp;zondag 12 mei 1996nbsp;Oecumenische dienst in de Pieterskerk, galavoorstelling van de Honorairen Travestie, reünistengala, opening feestterrein.

Naast de vele activiteiten voor leden en reünisten van het U.S.C. zal ernbsp;ook in samenwerking met de Universiteit Utrecht een speciale dagnbsp;voor de bevolking van Utrecht georganiseerd worden. In de volgendenbsp;uitgave van Illuster zal er een gede

illusterzake


tailleerder programma verschijnen.

Informatie: (030) 2341312.

SIB

De Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen (SIB) wil de komende maanden een flink aantalnbsp;oud-leden benaderen met het verzoek om reünist te worden. Reünisten blijven in contact met de vereniging en worden uitgenodigd voornbsp;speciale reünisten-activiteiten, veelalnbsp;rondom speciale SIB-gebeurtenissen.nbsp;Ben je voormalig SIB-lid en ben jenbsp;geďnteresseerd om reünist te worden, neem dan contact op met hetnbsp;SIB-secretariaat, Kruisstraat 201,nbsp;kamer 204, Postbus 13301,nbsp;3507 LH Utrecht, (030) 2532884,nbsp;fax (030) 2538775, e-mailnbsp;sib@fys.ruu.nl, internet locatienbsp;http:l/www.fys.ruu.nl/~sib.

PSO

Diepgang gemist in je studie? 'Utrecht start excellente tracé's voornbsp;alle opleidingen!' kopte het U-bladnbsp;onlangs. Aangezien dit onderwerpnbsp;nog wel wat discussie behoeft, organiseert het PSO op donderdagnbsp;21 december 1995 een voor iedereen toegankelijke thema-avondnbsp;over dit onderwerp. Bekende ennbsp;minder bekende sprekers zullen zichnbsp;gaan buigen over de wenselijkheidnbsp;van extra-uitdagende studiepaden,nbsp;de invulling hiervan en natuurlijk denbsp;financiering. De avond begint omnbsp;19.30 uur in de Senaatszaal van hetnbsp;Academiegebouw. Afsluitend wordtnbsp;er in de stad geborreld en kunnennbsp;huidige studenten verder discussiëren met oud-leden die natuurlijknbsp;van harte welkom zijn.

Dit jaar (1995) bestaat het PSO precies tien jaar als zelfstandige vereniging. Om dit te vieren is er van 5 tot 9 februari 1996 een lustrumweeknbsp;met vele activiteiten. Óud-ledennbsp;worden bij deze opgeroepen omnbsp;hun huidige adres naar PSO te sturen, zodat ze een uitnodiging voornbsp;de reünie op 8 februari kunnen krijgen. Ook als je oud-leden kent dienbsp;dit bericht misschien niet lezen; zegtnbsp;het voorti Informatie: PSO,nbsp;Postbus 13270, 3507 LG Utrecht.

Softijs

Met ingang van dit jaar is binnen Softijs een commissie opgericht, dienbsp;zich bezig gaat houden met hetnbsp;organiseren van activiteiten voornbsp;oud-Softijsleden. Zo kunnen oud-leden deelnemen aan de clubkam-pioenschappen die op 19 januarinbsp;1996 worden georganiseerd. Daarnaast organiseert de vereniging opnbsp;woensdagavond 14 februari eennbsp;borrel op de ijsbaan. Aansluitendnbsp;kunnen oud-leden schaatsen ennbsp;meedoen aan de clubmarathon.nbsp;Helaas hebben we geen compleetnbsp;bestand van oud-leden. Heb je interesse in deelneming aan een van denbsp;activiteiten of wil je alleen informatie, neem dan contact op met denbsp;oud-ledencommissie. Informatie:nbsp;Nicole Heuts (030) 2716145 ennbsp;Onno Möller (030) 2899749.

Illuster 1, jaargang 1, december 1995. Illuster is een gezamenlijke uitgave vannbsp;de Universiteit Utrecht en de Verenigingnbsp;Utrechts Universiteitsfonds. In samenwerking met faculteiten en verenigingen,nbsp;het Alumniplatform en de Stichtingnbsp;Utrechts Universiteitsblad.

Illuster verschijnt vier keer per jaar en wordt toegezonden aan afgestudeerdennbsp;van de Universiteit Utrecht in eennbsp;oplage van 75.000.

Hoofdredacteur;

Twan Geurts

Redactie:

Karin Beneken Kolmer, Noor van Haaren, Desiree Majoor,nbsp;Onno Möller, Sander van Walsumnbsp;Redactie-advies;

Kees van Dam, Roeland Dobbelaer, Lex Linssen, Marjan Slob

Redactie-raad;

prof. dr. Jo Groebel, hoogleraar massacommunicatie,nbsp;drs. Willem Kardux, (voorzitter),nbsp;secretaris Universiteit Utrecht,nbsp;dr. Joop Kessels, hoofd In- ennbsp;Externe Betrekkingen,nbsp;mr. Jules Staël, voorzitter Verenigingnbsp;Utrechts Universiteitsfonds

Aan dit nummer werkten verder mee: Christiaan Bonebakker, Jos van den Broeknbsp;Jutta Chorus, D. W. Erkelens, Erik Hardeman, Mayke de Jong, Hanne Obbink,nbsp;Marie José Raven, Marjan Slob,nbsp;Angelique Tjon a Tjoen

Fotografie:

Maarten Hartman, Ivar Pel.

Verder: M v.d. Veen, M. Beekman, H. Post.

Ontwerp amp; opmaak: Jeske van der Poel,nbsp;Hans Lodewijkx visuele communicatienbsp;Druk:

Drukkerij Dijkman BV, Amsterdam Redactie-adres:

Illuster, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht, telefoon (030) 2533551. Fax: (030)nbsp;2533685, e-mail; n.vanhaaren®bur.ruu.nl

© Universiteit Utrecht. Illuster, periodiek voor alumni van de Universiteitnbsp;Utrecht. Overname van artikelen isnbsp;-onder bronvermelding- toegestaan.

ISSN: 1383-4703

Voor toezending is gebruik gemaakt van alumnibestanden van:

Vereniging Utrechts Universiteitsfonds, Reünistenvereniging BITON,nbsp;Reünistenvereniging SSR-NU,nbsp;Reünistenvereniging Unitasnbsp;quot;Jungit Junctusquot;,

Reünistenvereniging U5C, Reünistenvereniging UVSV/NWSU,nbsp;Reünistenvereniging Veritas,nbsp;Faculteit Godgeleerdheid,nbsp;Faculteit Letteren,

Faculteit Rechtsgeleerdheid, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen,nbsp;Faculteit Sociale Wetenschappen,nbsp;Faculteit Scheikunde,nbsp;Faculteit Wijsbegeerte,

Faculteit Wiskunde en Informatica, Avirus, ESN, Pheph, UGV, NIBI,nbsp;KNMGMG, KNMvD

Rectificatie

In het gedenkboek over de Universiteit Utrecht tijdens denbsp;Duitse bezetting, quot;Ook al voelt mennbsp;zich gewondquot; (ISBN 90-393-0658-3)nbsp;is op pag. 43 een onjuiste mededeling gedaan over de doodsoorzaak van prof. dr. L.S. Ornstein.nbsp;Anders dan -op gezag van denbsp;auteur- vermeld, Is prof. Ornsteinnbsp;een natuurlijke dood gestorvennbsp;ten gevolge van hartklachten.nbsp;Uitgever (de Universiteit Utrecht)nbsp;en auteur (Sander van Walsum) betreuren dat door deze mededelingnbsp;afbreuk kan zijn gedaan aan denbsp;nagedachtenis van prof. Ornstein.


-ocr page 19-

kwartaal


Een kwartaalkeuze uit de persberichten van promoties, oraties, publicaties en personalia


VN moet meer doen aan vrijheid van godsdienst


De richtlijnen die de Verenigde Naties hanteren voor de nalevingnbsp;van vrijheid van godsdienst ennbsp;overtuiging moeten worden aangescherpt. Dit kan door middel vannbsp;zogenoemde 'general comments'nbsp;die tevens een voorbereiding zijnnbsp;op een eventueel verdrag op ditnbsp;terrein. Dit stelt mr. dr. Bahiyyihnbsp;Tahzib in haar onderzoek waaropnbsp;zij op 29 november bij de faculteitnbsp;Rechten is gepromoveerd.nbsp;Volgens Tahzib is het op ditnbsp;moment niet haalbaar en nietnbsp;wenselijk dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties eennbsp;apart verdrag opstelt voor hetnbsp;waarborgen van effectieve interna-tionaalrechtelijke bescherming

‘Kantonrechter als dorpsoudste’


quot;Het afschaffen van de kantonrechter leidt tot een onpersoonlijke rechtspraak. De kantonrechternbsp;treedt nu vaak op als een soortnbsp;dorpsoudste. Dat gaat ten kostenbsp;van abstracte rechtsbeginselen, zoals rechtseenheid en rechtszekerheid, maar het sluit veel beter aannbsp;op de specifieke eigenaardighedennbsp;van elk conflict. De ene burenruzienbsp;is de andere niet.quot; Volgens prof,nbsp;dr. J.F. Bruinsma is het daarom eennbsp;slecht idee om de kantongerechtennbsp;op te heffen, zoals ministernbsp;Sorgdrager wil. Op 7 novembernbsp;van de vrijheid van godsdienst ofnbsp;overtuiging. Ten eerste kost hetnbsp;opstellen van een verdrag velenbsp;jaren voorbereiding; ten tweedenbsp;bestaan er al verdragsnormen tennbsp;aanzien van de vrijheid van godsdienst en overtuiging. Volgensnbsp;Tahzib is het zinvoller om nu tenbsp;beginnen met het aanscherpen ennbsp;naleven van de bestaande normen.nbsp;Sinds 1993 bestaat er een 'generalnbsp;comment' waarin diverse onderwerpen aangaande vrijheid vannbsp;godsdienst en overtuiging aan denbsp;orde komen. Volgens Tahzibnbsp;moeten er meer specifieke 'generalnbsp;comments' aanvaard worden doornbsp;toezichthoudende verdragsorga-nen. 'General comments' gevennbsp;hield prof. Bruinsma zijn oratie.nbsp;Prof. Bruinsma, hoogleraar rechtssociologie aan de Universiteitnbsp;Utrecht, volgde in Amsterdam,nbsp;Utrecht en Zwolle 200 korte gedingen vanaf de aanvraag tot en metnbsp;de afloop. Hij ontdekte in het kortnbsp;geding een type rechter, dat doetnbsp;denken aan de kadi, zoals dezenbsp;eeuwenlang in verschillende islamitische landen heeft gefunctioneerd:nbsp;een dorpsoudste aan wie problemen worden voorgelegd. Volgensnbsp;Bruinsma is dit een goede gang vannbsp;zaken omdat zo'n dorpsoudstenbsp;meer inzicht in bestaande normennbsp;door ze nader te omschrijven.nbsp;Tahzib: quot;Het voordeel van dienbsp;'general comments' is dat zij dyna

rekening houdt met de bijzonderheden van elk conflict. Of de gevonden oplossing werkt, is voor een kadi veel belangrijker dan de vraagnbsp;of de oplossing ook past in het systeem van de wet. Een kadi doetnbsp;eerst een bemiddelingspoging ennbsp;als die mislukt, beslist hij op grondnbsp;van fatsoensnormen of desnoodsnbsp;hakt hij gewoon de knoop door.nbsp;Juridische argumenten spelen bij denbsp;'kadi' wel mee, maar geven niet denbsp;doorslag. Kantonrechters gedragennbsp;zich volgens Bruinsma ook vaaknbsp;als 'kadi's'.

misch zijn, ze kunnen snel aangepast worden en daardoor beter aansluiten op veranderingen in denbsp;samenleving. Dit in tegenstellingnbsp;tot een verdragquot;. Mocht op langenbsp;termijn besloten worden een verdrag op dit gebied te aanvaarden,nbsp;dan zijn 'general comments' eennbsp;goede voorbereiding hierop. In ditnbsp;laatste geval is het dan ook wenselijk om gebruik te maken van eennbsp;bestaand toezichtmechanisme innbsp;plaats van een nieuw mechanismenbsp;in het leven te roepen.

Bahiyyih Tahzib:

quot;'General comments' sluiten beter aan op veranderingen innbsp;de samenlevingquot;.


Freek Bruinsma:

quot;Ik heb niet elk jaar wat te vertellenquot;.

december 1995 • illuster


19


MediagolQe


Professor Bruinsma over zijn recente ervaringen met de media: quot;Volgens mij hebben intellectu-elen een publieke verantwoordelijkheid, die maakt dat ze innbsp;beginsel de media te woordnbsp;moeten staan. Je kunt je -zo isnbsp;mijn ervaring- op een publiciteitsgolf voorbereiden zoals eennbsp;strandsurfer op de branding:nbsp;de golf blijft onvoorspelbaar innbsp;kracht, maar met enige behendigheid kun je droog blijven.nbsp;Dat is me onlangs gelukt bij mijnnbsp;oratie, die op dezelfde dag wasnbsp;als mijn deelname aan een discussiebijeenkomst en een 'live'-uitzending van de VPROnbsp;(De omgekeerde wereld).nbsp;Zo'n publiciteltsgolfje is in éénnbsp;dag voorbij en het is zaak om jenbsp;surfplank goed recht in denbsp;golven te houden, want andersnbsp;sla je subiet om. Zonder beeldspraak: ik had veel zorg besteednbsp;aan een persbericht. Zo kon ik innbsp;geval van nood altijd terugvailennbsp;op de 'fooi proof one liners' dienbsp;de journalisten ook voor hunnbsp;neus hadden. 7 November omnbsp;half negen 's ochtends begonnbsp;het media-circus, met de VARA-Ontbijtradio en het eindigdenbsp;'the day after' met een interviewnbsp;met de Wereldomroep.

Ik heb niet elk jaar wat te vertellen. Gelukkig maar, want de oppervlakkigheid stompt af.nbsp;Zelfs dit stukje moest van 1000nbsp;woorden terug naar 200.quot;

Freek Bruinsma


De eindeloze jaren zestig

quot;Ongrijpbaar, maar meer dan wat ook karakteristiek voor denbsp;jaren zestig is de betovering, denbsp;waan, de droom, de luidkeelsnbsp;gezongen illusie van 'we cannbsp;change the world'quot;, aldus historicusnbsp;Hans Righart (faculteit Letteren).nbsp;In zijn in oktober verschenen boeknbsp;'De eindeloze jaren zestig. Geschiedenis van een generatieconflict'nbsp;(Uitgeverij De Arbeiderspers)nbsp;vertelt hij het verhaal van eennbsp;na-oorlogse generatie die geloofdenbsp;dat zij de wereld opnieuw konnbsp;laten beginnen. Daarmee kwamnbsp;die generatie in botsing met denbsp;oudere generatie, die in de jarennbsp;vijftig en zestig haar vertrouwennbsp;in de wereld zag instorten. De studie van Righart is daarmee denbsp;eerste wetenschappelijke analysenbsp;van de jaren zestig die uitgaatnbsp;van een generatie-sociologischenbsp;benadering.

Personalia


In het afgelopen kwartaal zijn de volgende hooglerarennbsp;met emeritaat gegaan:

Prof. dr. J.L. van den Brande, faculteit Geneeskunde,

8 september

Prof. dr. F.H.L. Beyaert, faculteit Rechten,

11 oktober

Prof. dr. R.E. Ballieux, faculteit Geneeskunde,

13 oktober Prof. dr. N. Deen,nbsp;faculteit Sociale Wetenschappen,

18 oktober

Prof. dr. F. Németh, faculteit Diergeneeskunde,nbsp;7 november

Prof. dr. M.C.B. Burkens, faculteit Rechten,

15 november

Drank en dronkenschap


Mensen gaan steeds gedisciplineer-der met alcohol om en steeds minder mensen hebben hulp nodig bij alcoholverslaving. Volgens onderzoeker dr. Jaap van der Stel is ditnbsp;geen direct gevolg van effectieverenbsp;hulpverlening, maar heeft het tenbsp;maken met maatschappelijkenbsp;veranderingen. Hij onderzocht denbsp;geschiedenis van de drankbestrijding en de alcoholhulpverlening innbsp;Nederland. Zijn onderzoek beslaatnbsp;vijf eeuwen, van 1500 tot nu.nbsp;Op 3 november is Van der Stel aannbsp;de faculteit Sociale Wetenschappennbsp;in Utrecht gepromoveerd.

Van der Stel onderscheidt golfbewegingen in de manier waarop de samenleving reageert op drankmisbruik en de manier waarop zij metnbsp;alcoholisten omgaat. Hij toont aannbsp;dat in de loop van de tijd de eisennbsp;die aan mensen worden gesteldnbsp;steeds sterker gericht zijn op zelfbeheersing. Alcoholmatiging is, veelnbsp;meer dan de geheelonthouding dienbsp;eind vorige eeuw gepropageerdnbsp;werd, een belangrijk aandachtspuntnbsp;geworden binnen de huidige verslavingszorg.

In de zestiende eeuw stonden de middeleeuwse drinkgewoontennbsp;voor het eerst aan kritiek bloot.nbsp;Die kwam vanuit de humanistischenbsp;en later vanuit de calvinistischenbsp;hoek. In de zeventiende eeuw zochtnbsp;men, wellicht als reactie op hetnbsp;sobere dagelijks leven, steeds meernbsp;mogelijkheden om te mogennbsp;drinken. Bruiloften, feesten, heildronken of het sluiten vannbsp;handelsovereenkomsten bijvoorbeeld, werden als excuus aangegrepen om flinke hoeveelheden alcoholnbsp;te nuttigen. In de achttiende eeuwnbsp;kwam er kritiek op deze zogenaamde drinkrituelen en werden ze langzamerhand afgeschaft.

Later in de zeventiende eeuw werd de consumptie van bier vervangennbsp;door die van sterke drank. Dit heeftnbsp;vooral voor de volksklassen in denbsp;zeventiende en achttiende eeuwnbsp;dramatische gevolgen gehad.

Structuuronderzoek hersenreceptornbsp;De Utrechtse chemicus dr. Marcelnbsp;Verdonk heeft gedeeltelijk de werking blootgelegd van een hersenreceptor die betrokken is bij depressiviteit, eetstoornissen en schizofrenie.nbsp;Verdonk wil met zijn werk bijdragennbsp;aan de ontwikkeling van nieuwenbsp;psychofarmaca. Op 2 oktober is hijnbsp;op zijn onderzoek gepromoveerd.nbsp;Verdonk concentreerde zich tijdensnbsp;zijn promotie-onderzoek op eennbsp;van de receptoren (5-HT2C) van denbsp;overdrachtsstof serotonine. quot;Klinischnbsp;gezien is serotonine erg interessant,nbsp;omdat de verbinding onze stemming,nbsp;gedrag en eetlust beďnvloedtquot;,nbsp;aldus Verdonk.

quot;Iemand die depressief is bijvoorbeeld, kan een verstoorde serotoni-ne-huishouding in de hersenen hebben. Dat evenwicht kun jenbsp;herstellen met geneesmiddelen dienbsp;aan de serotonine-receptoren binden.nbsp;Een probleem is dat de preciezenbsp;structuur en werking van veelnbsp;receptoren onbekend is. De vondstnbsp;van geschikte psychofarmaca is dannbsp;ook vaak een gelukstreffer.quot;


-ocr page 20-

20


illuster . december 1995


ill U s tr a ti ef


Adressen


Universiteit Utrecht Bestuursgebouw

Hetdelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (030) 2533550 Fax: (030) 2533388


Voor de afgestudeerdeii'die het zieht op de Universiteit Utrecht enigszins zijn kwijtgeraakt, volgt hier een selectie uit recente feiten en cijfers.

In een volgende uitgave op deze plaats o.a. een overzicht van facultaire gegevens en internationale betrekkingen.

Vereniging Utrechts Universiteitsfonds Secretaris: mw. B. van Middelkoop-Berkhoff, Achter de Dom 20,

3512 JP Utrecht (030) 2538025

Feiten en cijfers


Data (December 1994)

Faculteiten

14

Voltijdopleidingen

59

Onderzoekscholen

UU als penvoerder

19

UU als participant

23

Promoties 1994

356

Personeel in dienst van de universiteit

Personeel in personen (incl.aio's)

6.795

Personeel in fte (incl. aio's)

5.590

Wetenschappelijk personeel

3.364

Ondersteunend en beheerspersoneel

3.431

Totaal aantal hoogleraren

364

Studenten

Totaal aantal

25.279

% vrouwen

58

% deeltijd

10

% eerstejaars

20

Assistenten in opleiding

607

% vrouwen

41

Financiën (in miljoenen guldens)

totaal omvang baten

792

rijksbijdrage (incl. collegegelden)

589

overige baten

193



Het nieuwe onderwijsgebouw, het Educatorium, in aanbouw in Dé Uithof. Naar een ontwerp van Rem Koolhaas.


Het Kenniscentrum Utrecht

In het kenniscentrum Utrecht hebben alle regionale onderwijs- en onderzoekinstellingen zich gebundeld. Het doel is om doornbsp;gezamenlijke investeringen strategischenbsp;onderzoekprogramma's uit te voeren ennbsp;marktgerichte opleidingen te ontwikkelen.nbsp;De volgende instituten maken deel uit vannbsp;het Kenniscentrum:nbsp;Universiteit Utrechtnbsp;Universiteit Nijenrodenbsp;Hogeschool van Utrecht

Hogeschool voor de Kunsten Academisch Ziekenhuis Utrechtnbsp;Wilhelmina Kinderziekenhuisnbsp;TNO-Technische Menskundenbsp;TNO-Voeding

KIWA

FOM-Rijnhuizen Innovatiecentrum Midden Nederlandnbsp;Stichting Ruimte Onderzoek Nederlandnbsp;KNMI

NIMBAS

RIVM

Onderwijs

De veertien faculteiten van de Universiteit Utrecht verzorgen in totaal bijna zestig opleidingen verspreid over vrijwel alle disciplines. Daaronder een aantal voor Nederlandnbsp;unieke richtingen zoals diergeneeskunde,nbsp;meteorologie, Perzisch en algemene socialenbsp;wetenschappen.

Faculteiten/opleidingen:

Wijsbegeerte

cognitieve kunstmatige intelligentie wijsbegeertenbsp;wijsgeer van bepaald wetenschapsgebiednbsp;Godgeleerdheidnbsp;godgeleerdheid

Rechtsgeleerdheid

Nederlands recht internationaal juridische opleidingnbsp;juridisch-bestuurswetenschappeiijkenbsp;opleiding

notariële opleiding recht, bestuur en managementnbsp;recht en economie in bedrijf en maatschappijnbsp;Letteren

Arabische, Nieuwperzische en

Turkse talen en culturen Duitse taal- en letterkundenbsp;Engelse taal- en letterkundenbsp;Franse taal- en letterkundenbsp;Italiaanse taal- en letterkundenbsp;Nederlandse taai- en letterkundenbsp;Portugese taal- en letterkundenbsp;Spaanse taal- en letterkundenbsp;algemene letterennbsp;geschiedenisnbsp;kunstgeschiedenisnbsp;muziekwetenschapnbsp;theater-, film- en televisiewetenschapnbsp;algemene literatuurwetenschapnbsp;algemene taalwetenschapnbsp;economische en historische studiesnbsp;fonetieknbsp;Keltische talen en cultuurnbsp;mediëvistiek

Wiskunde en Informatica computational sciencenbsp;informaticanbsp;wiskunde

Natuur- en Sterrenkunde meteorologie en fysische oceanografienbsp;natuurkundenbsp;sterrenkunde

Scheikunde natuurwetenschappen en bedrijf amp; bestuurnbsp;scheikunde

Aardwetenschappen geofysicanbsp;geologienbsp;geochemie

Biologie biologienbsp;fundamentele biomedische wetenschappennbsp;milieubiologie

Farmacie farmacienbsp;Geneeskundenbsp;geneeskundenbsp;medische biologienbsp;verplegingswetenschapnbsp;Diergeneeskundenbsp;diergeneeskundenbsp;Sociale Wetenschappennbsp;algemene sociale wetenschappennbsp;culturele antropologienbsp;onderwijskundenbsp;pedagogische wetenschappennbsp;psychologienbsp;sociale en institutionele economienbsp;sociologie

Ruimtelijke Wetenschappen fysische geografienbsp;planologie

sociale geografie internationale economie ennbsp;economische geografienbsp;milieukunde

Onderzoek

Van de 13 universiteiten in Nederland neemt de Universiteit Utrecht ongeveer 1/6 van hetnbsp;wetenschappelijk onderzoek dat wordt verricht, voor haar rekening. Inmiddels zijn innbsp;Nederland 87 onderzoekscholen erkend doornbsp;de Koninklijke Nederlandse Akademie vannbsp;Wetenschappen (KNAW). De Universiteitnbsp;Utrecht participeert in 42 van de 87 erkendenbsp;onderzoekscholen en is van 19 scholen penvoerder. Erkende onderzoekscholen met denbsp;Universiteit Utrecht als penvoerder:

  • • Landelijke Onderzoekschoolnbsp;Taalwetenschap

  • • Nederlandse Onderzoekschool

voor Theologie en Religiewetenschappen

  • • Onderzoekschool Kunstgeschiedenis

  • • Onderzoekschool Arbeid, Welzijn

en Sociaal-Economisch Bestuur

  • • CERES Research School

  • • Netherlands Graduate School of Housingnbsp;and Urban Research (NETHUR)

  • • Onderzoekschool Psychologienbsp;en Gezondheid

  • • Onderzoekschool Rechten van de Mens

  • • Nederlandse Onderzoekschool

Vrouwenstudies

  • • Onderzoekschool Ontwikkelingsbiologie

  • • Onderzoekschool Pathofysiologie

van het Zenuwstelsel

  • • Onderzoekschool Infectie en Immuniteit

  • • Onderzoekschool Biomembranen

  • • Onderzoekschool voor

Biomoleculaire Chemie

  • • Debye Onderzoekschool

  • • Helmholtzschool for Autonomous

Systems Research

  • • Onderzoekschool Theoretischenbsp;Natuurkunde

  • • School voor Atmosferisch- en

Marien Onderzoek

  • • Mathematisch Research Instituut

Illuster 2

Nluster nummer 2 verschijnt op 15 maart 1996 en zal innbsp;het teken staan van de verschillende universitaire lustra.nbsp;Reacties, suggesties ennbsp;ingezonden mededelingennbsp;kunt u toezenden aan denbsp;redactie vóór 24 januari 1996.nbsp;Adres zie colofon.

Coördinator alumnibinding

Mw. D.T.M. Majoor Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht, (030) 2534072

Aardwetenschappen

Budapestlaan 4, 3584 CD Utrecht

Postbus 80021, 3508 TA Utrecht (030) 2535050 Fax: (030) 2535030

E-mail: naam@earth.ruu.nl

Biologie F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht Postbus 80088, 3508 TB Utrechtnbsp;(030) 2532276 Fax: (030) 2534526nbsp;E-mail: W./.C. Amesz@boev.blol.ruu.nl

Diergeneeskunde

Yalelaan 1, 3584 CL Utrecht

Postbus 80163, 3508 TD Utrecht (030) 2534851 Fax: (030) 2537727

Farmacie F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht Postbus 80082, 3508 TB Utrecht

(030) 2537313/2532525 Fax: (030) 2513953 E-mail medewerkers: voorletters.voorvoeg-selsachternaam@far.ruu.nl

Geneeskunde Stratenum

Universiteitsweg 100, 3584 CG, Utrecht Postbus 80030, 3508 TA Utrecht

(030) 2538888 Fax: (030) 2539025

E-mail: bureau@med.ruu.nl

Godgeleerdheid Transitorium 2

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht (030) 2531853 Fax: (030) 2533241nbsp;E-mail: theotogy@cc.ruu.nl

Letteren

Kromme Nieuwegracht 46, 3512 HJ Utrecht (030) 2536105 Fax: (030) 2536083

E-mail medewerkers: achternaam@let.ruu.nl

Natuur- en Sterrenkunde

Princetonplein 5, 3584 CC Utrecht

Postbus 80000, 3508 TA Utrecht

(030) 2533284 Fax: (030) 2539282

E-mail: facbureau@fys.ruu.nl

Rechtsgeleerdheid

Janskerkhof 3, 3512 BK Utrecht

(030) 2537018/2537017 Fax; (030) 2367210

Ruimtelijke Wetenschappen Transitorium 2

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht (030) 2532044 Fax: (030) 2540604

E-mail: R.vanderLinden@frw.ruu.nl

Scheikunde F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80083, 3508 TB Utrecht

(030) 2533791/2533792 Fax: (030) 2533072 E-mail: bureau@chem.ruu.nl

Sociale Wetenschappen Centrumgebouw

Zuid, Heidelberglaan 1, 3584 CS Utrecht (030) 2534700 Fax: (030) 2531619

E-mail: bureau@fsw.ruu.nl

Wijsbegeerte Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (030) 2531831 Fax: (030) 2532816

E-mail: bureau@phil.ruu.nl

Wiskunde en Informatica

Budapestlaan 6, 3584 CD Utrecht

(030) 2531515/2533536 Fax: (030) 2518394

E-mail: achternaam@math.ruu.nl