-ocr page 1-


Kwartaalblad voor de 70.000 afgestudeerden van de Universiteit Utrecht • december 1998


Frank

Bovenkerk

Een leven als een spannend jongensboek



Unîversîteît Utrecht


Universiteit en markt

Verder

De valkuilen en

in dit nummer:

verleidingen van de markt tegen het licht

Nieuws

3

gehouden door drie

De opinie

4

Utrechtse alumni.

Old Girls

6

'Verwar markt niet met

IVLOS

13

bedrijfsleven'

'Universiteit moet

lllusterzake

14

zichzelf blijven'

Kwartaal

19

'Geen bedrijfje spelen'

De zijsprong

20


Hoogleraren vinden Utrecht beste universiteit

Studenten kritisch

over onderwijs


Eén lichtpuntje in de donkere dagen voor Kerstmis: in weekblad Elsevier verklaren de Nederlandse hoogleraren dat Utrecht de 'beste universiteit' is. Maar overigens was het eennbsp;beetje 'herfst' voor de Universiteit Utrecht, afgelopen trimester. In hetzelfde Elsevier en innbsp;de Keuzegids Hoger Onderwijs bestempelden studenten de kwaliteit van het onderwijs ennbsp;de voorzieningen in Utrecht als matig.


^t Barre Land in de snijzaal


Utrecht zit bij de middenmoot, vinden de studenten. Onder Maastricht, Enschede,nbsp;Leiden en Groningen, maar toch nog bóvennbsp;Nijmegen, Rotterdam en de Universiteit vannbsp;Amsterdam. De studierichtingen pedagogieknbsp;en Nederlands scoren in Utrecht hoog,nbsp;psychologie behoort tot de hekkensluiters.nbsp;Elseviers weekblad stuurde begin van hetnbsp;collegejaar onderzoeksbureau NIPO op padnbsp;om 7000 studenten naar hun mening tenbsp;vragen over hun opleiding.

Het was een troost dat Elsevier tevens het instituut voor onderwijskundige dienstverlening lOWO had ingehuurd om hooglerarennbsp;de vraag voor te leggen: 'Naar welke universiteit zou u uw eigen kinderen sturen voornbsp;een studie op uw vakgebied?' Utrecht werdnbsp;door de 866 respondenten - een kwart vannbsp;het totaal aantal hoogleraren - het meestnbsp;genoemd, gevolgd door Leiden en Groningen. Rotterdam was hier hekkensluiter. Denbsp;professoren beoordelen met name wiskunde,nbsp;informatica, natuurkunde, Nederlands,nbsp;kunstgeschiedenis, sociologie en socialenbsp;geografie beoordeelden als 'topopleidingen'.nbsp;Weer enkele weken later - eind oktober -zag die andere gevreesde uitgave het licht:nbsp;de Keuzegids Hoger Onderwijs, een soortnbsp;consumentengids voor scholieren. De inhoudnbsp;ervan is gebaseerd op een mélange aannbsp;gegevens uit visitatierapporten en studentenenquêtes. Utrecht scoorde wederomnbsp;magertjes in de achterhoede, samen metnbsp;de UvA en Leiden.

Maastricht is al drie jaar in successie als beste uit de bus gekomen; Tilburg, Wageningen ennbsp;Enschede scoorden óók goed. Het onderwijsnbsp;in Utrecht zou te schools zijn, vinden denbsp;ondervraagde studenten, en de onderwijsgebouwen belabberd. De slechte beoordelingen vielen vooral in de alfa-gamma hoek;nbsp;de bèta's trekken de Utrechtse zaak recht.nbsp;Als positief gegeven werd genoemd denbsp;ruime keuzemogelijkheden die de Universiteit Utrecht te bieden heeft.

Universitair woordvoerder dr. Joop Kessels is weliswaar niet blij met de uitkomsten,nbsp;maar toont zich niet ontdaan: quot;Het is vervelend om voortdurend onderaan die lijstjesnbsp;te hangenquot;, zegt hij. quot;Maar je kunt ze ooknbsp;gebruiken als impuls.quot;nbsp;Zie vervolg op pagina 12

Vijf studenten Theaterwetenschap studeerden in 1990 af. Voordat de groep voorgoed uit elkaar zou vallen, wilden ze nog één voorstellingnbsp;maken. Het werd een succes. Nu, 8 jaar en vele voorstellingen later isnbsp;'t Barre Land uitgegroeid tot een hecht elftal. Spel, dramaturgie, regie,nbsp;decorbouw en administratieve rompslomp: alles doen ze zelf. Hun sternbsp;is rijzend maar de thuisbasis blijft Utrecht. Om precies te zijn de voormalige snijzaal van de faculteit Diergeneeskunde aan de Biltstraat.

Pagina 8


-ocr page 2-

2

illuster . december 1998

Valkuilen

Een amusant stukje in de krant, kort geleden. Het stond bij het lichte nieuwsnbsp;en was dus waarschijnlijk niet geschreven door iemand uit de goed bezettenbsp;wetenschapsredactie van het betreffende blad. De inhoud, samengevat: hetnbsp;huwelijk bevordert het geluk, vreemdnbsp;gaan is funest en van scheiden word jenbsp;het ongelukkigst. Verder: kijken naarnbsp;soaps op de tv is goed voor het geluksgevoel.

De hoogleraar, Michael Argyle, had elf jaar gedaan over het verzamelen en verwerken van ingevulde vragenlijsten.nbsp;Maar het had er alle schijn van dat hij bijnbsp;het trekken van conclusies in een eeuwenoude val was getrapt: een verbandnbsp;is niet per se een oorzakelijk verband.nbsp;Het kan namelijk zijn dat, zeker de laatste twintig jaar, alleen gelukkige huwelijken standhouden, en dat je vreemdgaat of gaat scheiden als het met hetnbsp;geluk niet zo goed zit.

En een andere vergissing uit de handboeken beging hij ook: antwoorden van mensen op enquêteformulieren voornbsp;waar aannnemen. Hij kon hooguit concluderen dat getrouwde mensen zeggennbsp;dat ze gelukkig zijn. Dat doen ze meestal. Pas als ze eenmaal gescheiden zijnnbsp;komen de verhalen los. En misschien zijnnbsp;mensen die naar soaps kijken wel vannbsp;het type dat niet makkelijk toegeeftnbsp;ongelukkig te zijn. Weet ik niet, maar iknbsp;las niet dat Argyle het had kunnen uitsluiten.

Het kan zijn dat professor Argyle aan alles had gedacht, maar dat de auteurnbsp;van het stukje geen aandacht had voornbsp;deze nuances, of geen ruimte. Of denbsp;journalist van het persbureau, want iknbsp;wil er vergif op innemen dat de krantnbsp;het niet uit de eerste hand had. Hoe hetnbsp;zij, het is de taak van de journalist eennbsp;consistent stukje te produceren. Het magnbsp;vragen oproepen, maar geen vragennbsp;over het waarheidsgehalte van het stukje zelf. In dit geval had de journalist denbsp;zwakheid van de conclusies over hetnbsp;hoofd gezien (dan stond het ten onrechte in de krant), of deze zelf geïntroduceerd (dan was het een slecht stuk).nbsp;Dat heeft niks met wetenschap tenbsp;maken. Ik vind dat algemeen journalisten, net als bijvoorbeeld rechters, aannemers en schrijvers, iets moeten begrijpennbsp;van logica, van oorzaak-gevolgkwestiesnbsp;en van het verschil tussen wat men zegtnbsp;en wat men werkelijk vindt. Dat hetnbsp;over wetenschap gaat mag geen redennbsp;zijn om op te houden met nadenken.

Herbert

Blankesteijn, wetenschapsjournalist

De sprong

Afgestudeerd, en dan?

Naam: Marieke Huisman (25) Opleiding: Informaticanbsp;Afgestudeerd: to juli (996

i Baan: aio

Hl usterz ij de

Utrechtse citaten uit de krant

C. Brinkgreve, hoogleraar sociale wetenschappennbsp;in Elsevier

'Iemand mag niet moe zijn in deze cultuur met nadruk op vitaliteit en energie. Liever druk,nbsp;druk, druk, dan moe, moe, moe. Want het eerste verwijst naar succes, het tweede naarnbsp;nederlaag, naar quot;ik kan het niet aanquot;.

J. Hoevenaars, psychiater, over de angsttherapie van Emile Ratelbandnbsp;in het Utrechts Nieuwsblad

'Als mensen zich op televisie ertoe laten verleiden hun dwang- of angststoornis te overwinnen, al dan niet voor geld, kan dat averechts uitpakken. Een stoornis verdwijnt nooit in éénnbsp;keer, maar in stappen. Als je onder druk staatnbsp;om je angst voor een moment te overwinnen,nbsp;is het goed mogelijk dat de angst een tijdnbsp;daarna juist versterkt terugkomt.'

Geneuzel in wetboeken


Toen ze nog studeerde wist ze al dat ze onderzoeker wilde worden. Via een docentnbsp;hoorde ze van een vacature voor een assistent in opleiding in Nijmegen. Over twee jaarnbsp;hoopt ze te promoveren in de informatica.

Informatici zijn populair bij het bedrijfsleven. Ze verdienen er goed geld. Maar een baan innbsp;het bedrijfsleven heeft Marieke Huisman nooitnbsp;serieus overwogen. Ze ziet aan voormaligenbsp;medestudenten wat voor werk je dan gaatnbsp;doen. quot;Dat is vooral programmeerwerk. Jenbsp;maakt bijvoorbeeld een administratiesysteemnbsp;voor een bedrijf. Als je dat een paar keernbsp;gedaan hebt, dan weet je wel hoe het moet.nbsp;Onderzoek is veel uitdagender. Je kunt veelnbsp;meer nieuwe dingen doen.quot;nbsp;Marieke doet onderzoek naar de programmeertaal Java. Ze probeert wiskundig tenbsp;bewijzen dat een Java-programma correct zijnnbsp;werk verricht. Ze geeft een voorbeeld: Denbsp;stoplichten van een kruispunt wordennbsp;bestuurd door een computer. Je wil zekernbsp;weten dat hooguit één van de stoplichten opnbsp;groen staat, anders komen er ongelukken. Datnbsp;kun je wiskundig bewijzen.

Ze werkt vijf dagen per week, van negen tot zes. Vindt ze dat haar studie haar voldoendenbsp;heeft voorbereid op haar promotieonderzoek?nbsp;quot;In het begin vond ik het moeilijk om er ach

C. Rohde, werkgroep massacommunicatienbsp;in de Volkskrant

'Afzeiktelevisie is onlosmakelijk verbonden met de Generation Next: jongeren van 15 totnbsp;25 jaar. Een harde, cynische generatie, die denbsp;mensheid onderverdeelt in twee typen: winners en losers. Afzeiken is hun manier om tenbsp;laten zien dat ze niet van de straat zijn, tot denbsp;winners behoren. Het spel van: wat kan je nognbsp;maken, hoe lomp kan je zijn, wanneer is hetnbsp;nog leuk en wanneer niet, hoort heel erg bijnbsp;deze generatie.'

R. in 't Veld, bestuurskundige in het NRC

'Universiteiten moeten zo veel mogelijk een keuze maken. Dat schept duidelijkheid. Op dienbsp;manier kunnen ze zich veel beter profileren,nbsp;wat ze zo graag willen. Dan hoeven ze nietnbsp;meer te roepen: kom bij ons studeren, wantnbsp;het is hier zo gezellig, of we zitten in zo'n leuke stad. Terwijl het natuurlijk moet gaan omnbsp;de kwaliteit van het onderwijs.'nbsp;ter te komen wat interessant onderzoek is.nbsp;Op een gegeven moment moet je weten waarnbsp;mensen op zitten te wachten. Dat gevoelnbsp;moet je tijdens je aio-schap ontwikkelenquot;,nbsp;zegt Marieke. quot;Tijdens je studie heb je daarnbsp;nog weinig weet van.quot;

Direct na haar studie tipte een Utrechtse docent haar voor deze aio-plaats in Nijmegen.nbsp;Ze solliciteerde en werd aangenomen. Ze is blijnbsp;dat ze in Nijmegen aan haar dissertatie kannbsp;werken. quot;Iedere faculteit heeft zijn eigen stokpaardjes. Als ik in Utrecht was blijven hangen,nbsp;had ik de Utrechtse stokpaardjes overgenomen. Hier in Nijmegen doet men net evennbsp;ander onderzoek, met andere uitgangspunten.nbsp;Dat is verfrissend.

Tussen de beide universiteitssteden heeft ze grote verschillen ontdekt. quot;Als ik even magnbsp;generaliseren, kan ik zeggen dat Nijmegennbsp;veel linkser is.quot; Kan ze daar voorbeelden vannbsp;geven? quot;Er lopen hier veel meisjes metnbsp;geverfd henna haar. En er zijn veel eetcafésnbsp;waarvan het menu zeker voor de helft vegetarisch is. Dat zie je in Utrecht veel minder.quot; Zenbsp;heeft in Nijmegen een eigen flat. Dat is eigenlijk de grootste verandering sinds haar afstuderen, vindt ze. quot;Tijdens mijn studie woondenbsp;ik bij mijn ouders. Ik vond wel tijd worden datnbsp;ik eens het huis uitging. Toen ik deze baannbsp;kreeg, was het een extra reden om op mezelfnbsp;te gaan wonen.quot; (TD)

H. van der Weijden, onderwijs-inspecteur, onlangs gepromoveerd op het proefschrift Leren Samenlevennbsp;in de Volkskrant

'Respect voor elkaar moet je leren. Dat kun je alleen voelen als je verantwoordelijkheid krijgtnbsp;en in situaties komt waar je leert dat je denbsp;ander kunt overtuigen op grond van goedenbsp;argumenten. De huidige samenleving heeftnbsp;voor kinderen een eigen jeugdland gecreëerd,nbsp;maar we zijn vergeten de jongeren verantwoordelijkheid te geven.'

H.W. von der Dunk, emeritus hoogleraar in de geschiedenis van de twintigstenbsp;eeuw

In het NRC

'Nadat het Sovjet-imperium is ingestort, vond bij ons aan de universiteiten een sluipende fluwelen sovjetisering plaats. Niet Marx maar denbsp;markt dicteert de richting en distribueert denbsp;middelen. De sturing komt in handen van denbsp;buitenwacht en van de mode.'


-ocr page 3-

nieuws

december 1998 • illuster

3

Illuster slaat aan bij Utrechtse alumni

Driekwart van de 70.000 Utrechtse afgestudeerden zegt dat hun band met de Universiteit Utrecht is versterkt door hetnbsp;ontvangen van het alumniblad Illuster. Bij denbsp;helft van de lezers is het beeld over de universiteit aanzienlijk veranderd. Het bladnbsp;wordt goed gelezen door de alumni, denbsp;meeste informatie wordt zeer gewaardeerd.nbsp;Alleen het algemene rapportcijfer van 6,9nbsp;valt enigszins tegen.

Veronica Yen wint pianoconcours

In een uitverkocht Muziekcentrum Vredenburg is de uit Taiwan afkomstige maar in Edinburgh studerende kunsthistorica Veronicanbsp;Yen (24) winnares geworden van het internationaal studentennbsp;pianoconcours. De finale vond plaats op 23 oktober.

Onder de in totaal 24 deelnemers bevonden zich ook vijf Nederlandse studenten. Het was de derde keer dat de Universiteitnbsp;Utrecht dit pianoconcours organiseerde.nbsp;Over twee jaar is er wéér een aflevering.


Dat blijkt uit het lezersonderzoek dat de uitgever van het blad - de Universiteit Utrecht samen met het Universiteitsfonds - heeft latennbsp;verrichten door het Centrum voor Marketingnbsp;Analyses te Amsterdam.

Het driemaandelijkse alumniblad van de UU is momenteel aan zijn vierde jaargang begonnen. Reden voor de redactie om te achterhalen of de inhoud wel aan de wensen van denbsp;doelgroep voldoet. Dat blijkt vrijwel op allenbsp;onderdelen het geval te zijn. De respondentennbsp;moeten moeite doen om negatieve eigenschappen van het blad te noemen. Slechts 8nbsp;procent van de ondervraagden leest het bladnbsp;helemaal niet en vindt ook de universiteit tenbsp;weinig interessant om zich daarin nog verdernbsp;te verdiepen. De resterende 92 procent heeftnbsp;Illuster ongeveer drie weken binnen handbereik en leest er in die periode gemiddeldnbsp;gedurende een half uur in. Vier van de tiennbsp;lezers leest zelfs minimaal de helft van hetnbsp;blad.

Vooral de mededelingen vanuit de faculteiten kunnen op waardering rekenen. Ook het universitaire nieuws wordt behoorlijk gelezen,nbsp;evenals de 'human interest'-verhalen over hetnbsp;wedervaren van collegae-alumni op denbsp;arbeidsmarkt en van medewerkers van denbsp;'oude' vakgroep. Het formaat van Illusternbsp;daarentegen wordt door een op de zevennbsp;lezers als 'onhandzaam' aangemerkt en de layout als 'saai'. De onderzoekers geven de redactie de aanbeveling mee om de formule zodanig bij te stellen dat het blad een meer prikkelende en vitale uitstraling krijgt.

Illuster heeft substantiële invloed op het beeld dat alumni hebben van de universiteit, zonbsp;blijkt uit het onderzoek van het Amsterdamsenbsp;bureau. Dat geldt vooral voor oudere alumni.nbsp;Niet minder dan de helft van degenen die tiennbsp;jaar of langer geleden afstudeerden, zegtnbsp;door Illuster een andere voorstelling te hebben gekregen van de huidige UU. In die zinnbsp;voldoet het blad ruimschoots aan één van zijnnbsp;oorspronkelijke doelstellingen: als onderdeelnbsp;van een breed alumnibeleid meehelpen denbsp;banden tussen de UU en haar afgestudeerdennbsp;zo nauw mogelijk aan te halen. In een eerdernbsp;dit najaar openbaar gemaakt 'imago-onder-zoek' door hetzelfde onderzoeksbureau ondernbsp;afgestudeerden, bleek ook al dat het bladnbsp;Illuster belangrijk bijdraagt aan het versterkennbsp;van de band tussen afgestudeerden en UU.nbsp;(AH/TG)

Faculty club 450 leden



Helios, de dit jaar opgerichte 'faculty club' voor medewerkers en alumni van de Utrechtse universiteit, opende op 7 december haar deuren.nbsp;De club is voorlopig op weekdagen van vier totnbsp;acht open voor leden en belangstellenden, dienbsp;de ruimten vooralsnog via het Academiegebouw moeten betreden.

Inmiddels hebben zich zo'n 450 medewerkers

Centrum Geo-wetenschappen


De komst van het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geo-wetenschappen TNO naarnbsp;De Uithof, zou op termijn kunnen leiden totnbsp;de vorming van een nieuw 'Centrum voornbsp;Geo-wetenschappen'. Zo meldt Questa, hetnbsp;orgaan van de zojuist negentig jaar geworden faculteit Ruimtelijke Wetenschappen.

De komst van het NITG betekent een versterking van het toch al stevige 'geo-profiel' van de universiteit, die behalve Ruimtelijke Wetenschappen wordt gevormd door Aardwetenschappen en Natuur-amp; Sterrenkunde. Hetnbsp;college van bestuur wil dat de samenwerkingnbsp;tussen de verschillende geo-instituten wordtnbsp;versterkt. De eerste stappen in deze richtingnbsp;zijn al gezet.

De huidige faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen - voorheen het Geografisch Instituut - telt 1550 studenten en 300 medewerkers, van wie 250 wetenschappelijk.nbsp;Blijkbaar voorziet de geograaf in een grotenbsp;maatschappelijke behoefte. Die behoeftenbsp;blijkt vooral te liggen op het terrein van toegepast, beleidsondersteunend onderzoek. Denbsp;toegepaste geografie heeft dankzij de computer een snelle ontwikkeling doorgemaakt,nbsp;als lid van Helios aangemeld. Volgensnbsp;voorzitter prof.dr. P. Bär is er sprake van eennbsp;redelijk evenwichtige verdeling over faculteitennbsp;en diensten met een licht accent op medicinbsp;en diergeneeskundigen.

Binnenkort zullen ook de alumni van de Universiteit Utrecht worden uitgenodigd omnbsp;zich in te schrijven.

maar de nadruk op toegepast onderzoek is altijd gebleven. Te sterk, volgens sommigenbsp;geografen, die waarschuwen voor inhoudelijke verarming van het vak.

Geografen - zo wordt vaak beweerd - zijn zelden beleidsmakers, bijna altijd beleids-ondersteuners; geen opinie-vormers, welnbsp;opinie-peilers (met Maurice de Hondt alsnbsp;exponent). Ben de Pater, het historische ennbsp;theoretische geweten van de geografie innbsp;Utrecht, noemt een aantal uitzonderingen.nbsp;Maar hij geeft toe: 'Het is wel waar, we zijnnbsp;slecht vertegenwoordigd in de bestuurslagen.nbsp;En gemiddeld zijn we vrij afwezig in maatschappelijke debatten. Zelfs in de discussiesnbsp;over de ruimtelijke ordening laten we het eennbsp;beetje afweten.'

De Pater schrijft dit op het conto van de opleiding: 'Die legt nu eenmaal sterk de nadruk op het omgaan met computers, de beheersingnbsp;van statistische technieken en geografischenbsp;informatiesystemen. Het is die Utrechtse traditie om sterk empirisch werkzaam te zijn, dienbsp;de studenten vormt. Typisch voorbeeld: als jenbsp;een student geografie vraagt of het goed gaatnbsp;met zijn scriptie, dan hoor je vaak ja, ik heb alnbsp;125 mensen geënquêteerd.' (KV)


-ocr page 4-

4

illuster • december 1998

Amerikaanse onderzoekers hebben menselijke embryocellen gekweekt die zich tot alle celtypen kunnen ontwikkelen. Ze kunnen zich bijvoorbeeld specialiseren tot hersen-, huid- of darmcel.nbsp;Dat opent op termijn de weg voor de productie van transplantatie-organen in het laboratorium.nbsp;Wenselijk of niet? Een voor- en een tegenstander.

XANDER BRONKHORST

‘Stamcel wetenschappelijke doorbraak*


Christian Mummery, ontwikkelingsbiologe ennbsp;medewerker van het Hubrechtnbsp;Laboratorium te Utrecht:

quot;Wij wisten al een jaar dat verschillende groepen onderzoekers bezig waren omnbsp;humane stamcellen te isoleren uit menselijke embryo's. Dat het de onderzoekers vannbsp;de Universiteit van Wisconsin nu eindelijknbsp;gelukt is stemt ons zeer tevreden. Sinds hetnbsp;moment dat we erin slaagden dit soort cellen vrij te maken uit muizenembryo's, zo'nnbsp;vijftien jaar geleden, is er gezinspeeld op denbsp;mogelijkheden die zich zouden aandienennbsp;wanneer dit ook bij de mens zou lukken.nbsp;Je zou dit dus een wetenschappelijke doorbraak mogen noemen.

quot;Uit onderzoek naar tumorcellen weten we hoe we de specialisatie en differentiatie vannbsp;dergelijke stamcellen kunnen sturen. Hetnbsp;gaat om een soort blanco cel die nog vannbsp;alles kan worden. In een kweek kunnen wenbsp;die cellen tot hersencellen, spiercellen ofnbsp;andere soorten cellen laten uitgroeien.nbsp;Die kunnen dan weer de bron voor trans-plantatiemateriaal vormen. De verwachtingnbsp;is nu dat we binnen tien jaar eenvoudigenbsp;transplantaties kunnen uitvoeren. Zenuwcellen in de hersenen, spiercellen en cellennbsp;van de alvleesklier komen waarschijnlijk hetnbsp;eerst in aanmerking.

quot;Van verschillende kanten worden de Amerikanen nu beschuldigd van het instrumenteel gebruik van menselijke embryo's.nbsp;Ik zelf zou er ook tegen zijn wanneernbsp;embryo's of cellijnen uitsluitend en alleennbsp;voor deze doeleinden worden gefabriceerd.nbsp;Maar de Amerikanen hebben gebruiknbsp;gemaakt van embryo's die afkomstig zijnnbsp;van reageerbuisbevruchtingen.

quot;Daar komt bij dat het Amerikaanse onderzoek heel effectief is. Dat wil zeggen: uit veertien embryo's wisten de onderzoekersnbsp;vijf verschillende cellijnen te creëren. Elk vannbsp;die vijf zijn weer te gebruiken voor transplantatiedoeleinden. Voor sommige mensennbsp;is veertien nog te veel.

quot;Op mijn beurt zeg ik dat die mensen dan ook tegen IVF-technieken moeten zijn.

Of we moeten een maatschappelijke discussie houden over de vraag hoe wenbsp;tegenover therapie staan. Misschien moetennbsp;we lijden dan maar zien als onderdeel vannbsp;het leven. Ik vraag me echter af hoe denbsp;Nederlandse bevolking zou reageren alsnbsp;het over een tijdje mogelijk is suikerpatiënten met behulp van de nieuwe techniekennbsp;te voorzien van een nieuwe alvleeskliernbsp;en die behandeling hier niet mogelijknbsp;zou zijn.

quot;Bovendien kunnen we nu een alternatief in handen krijgen voor allerlei kwalijkenbsp;situaties die op dit moment bestaan.


Parkinsonpatiënten hebben bijvoorbeeld een tekort aan dopomine-producerendenbsp;hersencellen. In Zweden is nu bij 400 patiënten hersenmateriaal geïmplanteerd vannbsp;geaborteerde foetussen. Die zijn dus al eennbsp;stadium verder dan een embryo. Voor iedere patiënt zijn tien foetussen nodig. In China worden die foetussen gewoon te koopnbsp;aangeboden. Binnenkort worden de Amerikanen misschien wel overgevlogen naarnbsp;Peking. In veel arme landen kunnen mensennbsp;bijvoorbeeld ook hun eigen organennbsp;afstaan voor geld. Veel nieren veranderennbsp;op die manier van eigenaar. Dat vind iknbsp;onacceptabele situaties. Door het nieuwenbsp;onderzoek kan daar wellicht een einde aannbsp;worden gemaakt.

quot;In afwachting van nieuwe wetgeving geldt op dit moment een moratorium in Nederland op het gebruik van embryo's voornbsp;wetenschappelijke doeleinden.

Het oorspronkelijke wetsvoorstel liet alleen experimenten toe die gericht waren op verbetering van de vruchtbaarheid. In de nieuwe wet zal naar verwachting ook onderzoeknbsp;worden toegestaan voor andere doeleinden.nbsp;Dat kan betekenen dat we embryo's mogennbsp;opkweken tot veertien dagen om cellijnennbsp;uit te isoleren. Voor dergelijk onderzoeknbsp;zullen wij dan overigens steeds weer de toestemming moeten krijgen van een ethischenbsp;commissie en we moeten de benodigdenbsp;fondsen vinden. Wij hopen dat dergelijkenbsp;richtlijnen er snel komen, want de samenwerking met het buitenland komt ondernbsp;steeds grotere druk te staan.quot;


Morele huivering


Theo Boer, onderzoeker bij het Centrum voor Bio-ethiek ennbsp;Gezondheidsrecht:

quot;Het ethische probleem bij deze onderzoekmethoden is natuurlijk dat menselijke embryo's uitsluitend instrumenteel wordennbsp;gebruikt. Wanneer je dit soort onderzoeknbsp;wilt doen stuit je daarom al snel op denbsp;beschermwaardige status van het embryo.nbsp;Als ethicus hoop je dan dat er een weloverwogen afweging wordt gemaakt tussen hetnbsp;belang van de volwassen mens en de waarde van een ongeboren vrucht: wat de uitkomst van die afweging ook zal zijn. Nu zienbsp;je echter dat het dilemmatische karakternbsp;van dergelijk onderzoek volstrekt vergetennbsp;lijkt te worden. Je zou toch op zijn minstnbsp;een morele huivering moeten voelen.nbsp;quot;Voor mij persoonlijk zou die beschermwaardige status van het embryo overigensnbsp;al voldoende reden zijn om deze experimenten niet te laten verrichten. Een embryo isnbsp;niet hetzelfde als een huidcel. Het is hetnbsp;begin van een mens. Maar ik zie nog meernbsp;bezwaren. In de eerste plaats is dit onderzoek ontzettend duur. Dat geld zou je opnbsp;dit moment op een betere manier kunnennbsp;besteden, bijvoorbeeld aan de verbeteringnbsp;van de care in de gezondheidszorg. Verdernbsp;vraag ik me af of mensen daadwerkelijk zijnnbsp;geholpen met de nieuwe mogelijkheden. Isnbsp;de mens wel gebaat bij een maatschappijnbsp;waarin de medische wereld zaligmakend is?nbsp;Ergens moet het besef blijven dat èen individu meer is dan een verzameling vervangbare losse onderdelen.

quot;Het geding lijkt op dit punt trouwens al beslecht. De Gezondheidsraad heeft denbsp;minister geadviseerd om het onderzoeknbsp;toe te laten en er eventueel zelfs embryo'snbsp;voor te 'kweken'. De minister zal zich waarschijnlijk laten leiden door dat baanbrekende standpunt. Van een maatschappelijkenbsp;tegenbeweging is namelijk geen sprake.nbsp;Zelfs de kerken reageren verdeeld.nbsp;Met Groot-Brittannië en de Verenigdenbsp;Staten loopt Nederland dan voorop. Innbsp;Duitsland of Italië is dit soort onderzoeknbsp;onbespreekbaar.

quot;Overigens is het nog maar de vraag of het gaat lukken de cellen in een laboratoriumsituatie tot hele organen op te kweken.nbsp;Misschien stopt dat proces van deling opnbsp;een bepaald punt. De onderzoekers belovennbsp;nu in feite dat ze zullen slagen. Het zounbsp;eerlijker zijn wanneer ze zeiden dat zenbsp;enorm benieuwd zijn of dat soort dingennbsp;mogelijk is. Beloven kunnen ze niets.

quot;Het is waar dat de gebruikte embryo's afkomstig zijn van IVF-klinieken en andersnbsp;waren weggegooid. Dat zegt naar mijnnbsp;gevoel weinig. Bij late abortussen wordennbsp;foetussen soms ook weggegooid. Mag jenbsp;daar dan ook proeven mee doen? Het latennbsp;sterven van een embryo vind ik in sommigenbsp;opzichten menselijker dan ze te gebruiken.nbsp;Het is een kwestie van eren.

Daar komt bij dat het verschijnsel restembryo over niet al te lange tijd tot het verleden gaat behoren. Tot nu toe kunnen alleen bevruchte eicellen worden bewaard doornbsp;bevriezing. Per persoon worden twaalf totnbsp;vijftien embryo's aangemaakt omdat vaaknbsp;meerdere pogingen nodig zijn voordat eennbsp;reageerbuisbevruchting slaagt. Op termijnnbsp;zal het echter mogelijk zijn alleen de eicel innbsp;te vriezen. Die wordt dan pas bevrucht alsnbsp;het nodig is. Als die ontwikkeling doorzetnbsp;zullen de onderzoekers dus embryo's moeten gaan fabriceren om orgaanmateriaalnbsp;te kunnen kweken.

quot;Het hele probleem is natuurlijk groter dan het kweken van cellijnen uit embryo's voornbsp;het aanmaken van organen. Genetischenbsp;modificatie is een heel breed veld. Ik weetnbsp;zeker dat op den duur goede redenen naarnbsp;voren zullen worden gebracht om het kloneren van mensen goed te keuren. Denbsp;maatschappelijke resistentie daartegennbsp;wordt steeds kleiner. So what, zou jenbsp;kunnen zeggen. Ik denk echter dat er dannbsp;een samenleving ontstaat waarin de eigennbsp;identiteit van de mens verloren gaat.'


-ocr page 5-

december 1998 • illuster

5

Het leven van criminoloog Frank Bovenkerk is net een jongensboek. quot;Ik heb zoveel leukenbsp;dingen gedaanquot;, vertelt hij. quot;Een oude inbreker uit Utrecht geportretteerd, 'ondeugendenbsp;dingetjes' deed-ie. Hij had dertien jaar vannbsp;zijn leven in gevangenissen doorgebracht. Ennbsp;altijd prettig gezeten, zei hij. Hij komt nu nognbsp;wel eens koffie drinken. Prachtige man.quot;nbsp;KARIN ALBERTS

quot;De straat opgaan, da's mijn manier van werken. Er zijn collega's die zeggen: 'Hetnbsp;enige, ware onderzoek is kwantificeerbaar'.nbsp;Er zijn echt frappante gevallen bij in denbsp;Nederlandse criminologie. Mensen die helenbsp;boeken schrijven zonder dat ze ooit eennbsp;crimineel gezien hebben! Dat vind ik onbegrijpelijk. Diezelfde criminologen zeggen:nbsp;'Wat Bovenkerk doet is subjectief'. Mijn stijlnbsp;van werken is te verklaren vanuit mijnnbsp;achtergrond: ik ben antropoloog, geennbsp;socioloog. Antropologen doen het liefstnbsp;plicht hebt het zó op te schrijven, dat hetnbsp;voor een breed publiek toegankelijk is. Iknbsp;verschuil me niet achter allerlei ingewikkelnbsp;de formuleringen. Maar het kost soms welnbsp;moeite.quot;

Journalistiek

Bovenkerks werk heeft raakvlakken met de journalistiek, vindt hij. quot;Maar het grotenbsp;voordeel van de wetenschap boven de journalistiek is, dat het de mogelijkheid biedtnbsp;dingen écht goed uit te zoeken. Bovendiennbsp;onderzoek je ook de theoretische betekenis.quot; De studie van Bovenkerk en Yesilgöznbsp;naar de georganiseerde misdaad ondernbsp;Turken in Nederland, is zo'n voorbeeld vannbsp;een studie die een wetenschappelijke theorie op zijn kop zet. quot;We hebben altijdnbsp;gedacht dat je moet kijken naar de mensennbsp;uit de onderwereld die zich omhoog werkennbsp;door bijvoorbeeld in de politiek of eennbsp;bepaalde bedrijfstak te infilteren. Het ideenbsp;is altijd: van onderop naar boven. De tweede vooronderstelling die we altijd implicietnbsp;hanteren bij georganiseerde misdaad is, dat


De criminoloog als speurneus

participerende observatie. Over het algemeen nemen zij die sociologen metnbsp;hun enquêtes niet erg serieus. Maar datnbsp;geldt dus omgekeerd ook!quot;nbsp;De bovenste plank van zijn boekenkast isnbsp;gereserveerd voor biografieën van misdadigers. Bovenkerk leest geen detectiveromans,nbsp;dat vindt-ie niks. quot;Misdaadfictie vind iknbsp;oninteressant. Het moet echt gebeurd zijn.nbsp;Het echte leven... dat is spannender dannbsp;welke detective ook.quot;

Bettien

Meer mensen denken daar zo over. Dat merkt Bovenkerk aan de verkoop van zijnnbsp;eigen werk. Van La Bella Bettien, een biografie over een Nederlandse vrouw die opklom tot de hoogste regionen van hetnbsp;beruchte Calikartel en die in 1992 gearresteerd werd, is inmiddels al de vierde druknbsp;verschenen. Het is een project waar Bovenkerk met plezier aan terug denkt. In 1994nbsp;reisde hij ervoor naar de gevangenis vannbsp;Paliano, ten zuiden van Rome. Daar voerdenbsp;hij twintig lange gesprekken met Bettien.nbsp;Zijn laatste boek dat in mei van dit jaar uitkwam, De maffia van Turkije, is toe aan eennbsp;tweede druk. Bovendien wordt het vertaaldnbsp;in het Turks en in het Grieks. Bovenkerk ennbsp;co-auteur Yücel Yesilgöz zijn nog op zoeknbsp;naar een uitgeverij die een Engelse en eennbsp;Duitse vertaling kan maken. Bovenkerk:nbsp;quot;Vooral Duits is interessant, want in Duitsland zitten veel meer Turken dan hier.quot; Nognbsp;vóór het verscheen, wist Bovenkerk al datnbsp;ook De maffia van Turkije een kassucces zounbsp;worden. quot;Dat klinkt hovaardig. Maar ik vindnbsp;dat je als beoefenaar van de wetenschap denbsp;hij niet-ideologisch is. Mensen worden lidnbsp;van een criminele organisatie puur om zichzelf te verrijken op een oneerlijke manier.nbsp;En ten derde is uiteindelijk de staat altijdnbsp;het slachtoffer. quot;Wat blijkt nu in geval vannbsp;Turkije? Dat die definitie niet klopt. Het isnbsp;niet een misdadiger die zich opwerkt. Het isnbsp;de overheid of een politieke organisatie dienbsp;het initiatief neemt en aansluiting zoektnbsp;bij de onderwereld om allerlei smerigenbsp;karweitjes voor ze op te knappen. Wat wijnbsp;hier in Nederland hebben aangetroffen innbsp;de Turkse gemeenschap, is het uiteinde vannbsp;een hele lange keten van gebeurtenissen.nbsp;Die vindt zijn aanvang in Turkije zelf en isnbsp;voor een deel wel degelijk ideologischnbsp;bepaald.

Turkije

quot;Turkije is gekortwiekt in de Eerste Wereldoorlog. Ultranationalisten hebben zich politiek verenigd in de MHP en hun ideaal is: de verwezenlijking van het grote Turkse Rijk.nbsp;De Turkse overheid gebruikt die sentimenten om die lui voor allerlei smerige zaakjesnbsp;in te zetten. In naam van de vaderlandsliefde of de hereniging van het Turkse Rijk. Datnbsp;gaat gepaard met de bestrijding van zelfnbsp;gecreëerde vijanden. Vroeger waren dat denbsp;Armeniërs, tegenwoordig zijn het de mos-lim-fundamentalisten en op de eerste plaatsnbsp;de Koerdische beweging. quot;Dat zijn vijandennbsp;die de interne stabiliteit en homogeniteitnbsp;van de Turkse staat bedreigen. Turkije voertnbsp;een oorlog tegen die groepen. Daar wordennbsp;wapens voor ingezet en die kosten geld.

Dat kan je niet officieel op je begroting zetten, natuurlijk. Het geld waarmee de overheid buiten de officiële wegen om wapens koopt, is afkomstig van handel in heroïne.nbsp;Maar ook de koerdische beweging PKK ontvangt haar geld van drugshandelaren.”nbsp;Bovenkerk spreekt bij zijn onderzoek naar

Frank Bovenkerk:

‘Het echte leven is spannender dannbsp;een detective’

criminaliteit zijn woordvoerders nooit thuis. quot;Ze komen mijn huis niet in en ik ga nietnbsp;naar hun huis. Dat is een ongeschrevennbsp;code. Je spreekt altijd af op neutrale plaatsen. In wegrestaurants, net als de politie.nbsp;Of op de sportclub waar ze vaak worstelen.nbsp;Dat is heel wezenlijk, dat leer ik studentennbsp;en onderzoekers ook: je mag niet naar mensen thuis toe, nooit in hun eigen sfeer. Dannbsp;ben je veel te afhankelijk en chantabel.nbsp;Zeker als het om zwaardere onderwerpennbsp;gaat, dan zou je wel eens dingen kunnennbsp;horen of zien die heel gevaarlijk zijn voornbsp;de mensen in kwestie. Dus het simpele risiconbsp;dat jij dat aan de politie zou kunnen vertellen, dat maakt jou kwetsbaar.quot;nbsp;Tijdens de IRT-affaire ontstond er commotienbsp;omtrent de uitspraak van Bovenkerk datnbsp;tientallen procenten van de Turken betrokken zijn bij drugshandel. De commissie Vannbsp;Traa die het parlementaire onderzoek leidde naar de IRT-affaire benaderde vier hoogleraren Criminologie - onder leiding vannbsp;professor Fijnaut - met de vraag: 'Kun je denbsp;aard en omvang vaststellen van de georganiseerde misdaad in Nederland'?

quot;Wij hebben daarvoor onder meer de dossiers van de politie Amsterdam, Nijmegen en Arnhem onderzochtquot;, vertelt Bovenkerk.nbsp;quot;Die bleken bestanden te hebben over Turken en Koerden. De politie wist veel van zenbsp;af, omdat die groeperingen - voor zover zenbsp;zich met georganiseerde misdaad bezig hielden- in heroïne deden. Heroïne heeft eennbsp;heel hoge opsporingsprioriteit. Doordat denbsp;politie op heroïne joeg, kwam ze dus vanzelf in aanraking met Turken en Koerden.nbsp;De politie van Amsterdam liet ons eennbsp;bestand zien met alle namen van Turken ennbsp;Koerden die ooit betrokken zijn geweest bijnbsp;drugshandel. Ik was buitengewoon ondernbsp;de indruk van de duizenden namen die daarnbsp;in zaten. We hebben de lijst gecheckt,nbsp;onder meer op dubbeltellingen. Toen bleefnbsp;er nog steeds een lijst over met een duizelingwekkende hoeveelheid namen. Op denbsp;eerste dag van de enquête werden wij verhoord door Van Traa. Hij drong ontzettendnbsp;aan op het doen van een concrete uitspraaknbsp;over de omvang van georganiseerde drugshandel onder Turken. Dat kon ik niet. Maarnbsp;ik wist wel dat het een enorm aantal was.nbsp;Ik heb toen, in een poging om het aantalnbsp;bewust vaag te houden, gezegd dat het omnbsp;tientallen procenten van de Turkse gemeenschap ging. Enfin, toen brak de pleuris uit.nbsp;Ik heb vaak dwars tegen de heersende opinies in dingen volgehouden. En of men hetnbsp;nou met me eens is of niet, ik heb alleennbsp;tegenover mijzelf verantwoording af tenbsp;leggen. Punt uit.quot;


-ocr page 6-

6

illuster ¦ december 1998


Old-girls netwerk


'Onze vereniging zou een prima broedplaats zijn voor een oid-girls netwerk.' Op 10nbsp;december was het tachtig jaar geleden dat denbsp;Vereniging voor Hoger Opgeleide Vrouwennbsp;(WAO) werd opgericht. Zeker geen militantnbsp;feministisch bolwerk, nooit geweest ook.

Linie van Strien (60), afgestudeerd linguïst, universitair hoofddocent bij Letteren en alnbsp;33 jaar lid: 'Ik vind dat er als tegenhangernbsp;van een old-boys netwerk ook een old-girlsnbsp;netwerk zou moeten zijn, maar op de eennbsp;of andere manier zijn vrouwen altijd fatsoenlijkér dan mannen en schuiven ze nietnbsp;zo snel een vriendinnetje naar voren voornbsp;een bepaalde baan. Dat moet veranderen.'nbsp;De WAO was en is geen extreme vrouwenclub, eerder behoudend. Vrouwen werdennbsp;en worden in eerste instantie lid voor contacten op niveau en herkenning. Voor jongenbsp;vrouwen is netwerken tegenwoordig eennbsp;belangrijke reden om zich aan te sluiten.nbsp;Landelijk telt de vereniging inmiddels circanbsp;5400 leden. Het idee achter de oprichtingnbsp;tachtig jaar geleden was om vrij neutraalnbsp;over maatschappelijke ontwikkelingen tenbsp;praten. Niet om daadwerkelijk de maatschappij te veranderen en te strijden voornbsp;het eigen belang. De leden van het eerstenbsp;uur protesteerden niet tegen heersendenbsp;vooroordelen over vrouwen op academischenbsp;posten, ze probeerden liever die vooroordelen weg te nemen door hun werk goed tenbsp;doen. Een soortgelijke houding is terug tenbsp;vinden in de jaren negentig. Nienke Kolffnbsp;(40), voorzitster van de VVAO-afdelingnbsp;Utrecht met ruim 370 leden: 'Dat gepraatnbsp;over de verschillen tussen mannen ennbsp;vrouwen? Doe liever iets. Een mens en eennbsp;aap zijn ook verschillend. Prima toch?'

Een gemêleerd ledenbestand

De vereniging telt allerlei soorten vrouwen. De oudere leden die nooit hebben gewerktnbsp;en in de jaren zestig kinderen kregen; voornbsp;hen dient de vereniging vooral voor denbsp;gezelligheid, de ontmoeting met oudenbsp;bekenden en het voeren van een gespreknbsp;op niveau. Kolff: 'Onder die ouderen hebnbsp;je echter ook feministischer vrouwen.nbsp;Vrouwen die wel werken of gewerkt hebben en zelf tegen het glazen plafond zijnnbsp;aangelopen. De jongere leden komennbsp;bewust om te netwerken. Die hebben netnbsp;een baantje, maar dat is niet wat ze willen.'nbsp;Alleen het gebruik van het netwerk is nietnbsp;voldoende garantie datje binnen een halfjaar wel hebt wat je zoekt, zo benadruktnbsp;Kolff. 'Je moet er zelf energie in stoppennbsp;door actief te worden in een subvereniging,nbsp;een filmclub of een werkgroep die zichnbsp;bezighoudt met onderwijs. Netwerken kannbsp;overigens overal, daar hoefje niet speciaalnbsp;voor bij de WAO te zijn.'

Bittere noodzaak

Hoewel de noodzaak van een vrouwennetwerk vroeger groter was kan ook nu een vereniging voor vrouwen voor sommigenbsp;mensen wel nodig en praktisch zijn, aldusnbsp;Kolff.' Omdat ze zich misschien wat meernbsp;op hun gemak voelen, maar ook tennbsp;behoeve van de wederzijdse herkenning.nbsp;Wanneer je in een mannenomgeving werkt,nbsp;is het soms prettig je verhaal bij anderenbsp;vrouwen te doen. Door ervaringen uit tenbsp;wisselen kom je er vaak achter wat denbsp;oorzaak is van bepaalde problemen.

Dat kan de mannelijke omgeving zijn, maar dat hoeft niet.'

In tegenstelling tot Kolff spreekt Van Strien over de bittere noodzaak van een netwerknbsp;voor vrouwen. De emancipatiecommissienbsp;van de universiteit is opgeheven, maar metnbsp;de aanstelling van vrouwen op hoogleraars-posities is het nog steeds treurig gesteldnbsp;vindt zij. 'Het zou mooi zijn als er een netwerk bestond voor universitaire vrouwen.nbsp;Op de een of andere manier is dat nooit vannbsp;de grond gekomen. In de jaren zestig,nbsp;zeventig heerste er een soort generatieconflict tussen oudere vrouwen die voor tweehonderd procent voor de wetenschap hadden gekozen en jongere vrouwen met eennbsp;gezin. Een man kon nog, maar kinderen...nbsp;Dat was van twee walletjes eten. Dat wasnbsp;toen het probleem. Waarom het nu nietnbsp;lukt, weet ik niet precies.' (SB)


Verkenning van de Kunstgeschiedenis

Recensie

Peter Hecht, Chris Stolwijk, Annemieke Hoogenboom (red.).nbsp;Kunstgeschiedenis in Nederland: negennbsp;opstellen. Amsterdam: Prometheusnbsp;1998. f. 34,90; ISBN: 90.5333.708.3

De studierichting Kunstgeschiedenis is in Nederland een betrekkelijk jonge spruitnbsp;tussen de overige academische disciplines.nbsp;Van een 19de-eeuwse hulpwetenschapnbsp;ontwikkelde de kunsthistorische wetenschapnbsp;zich vanaf 1907, toen de eerste hoogleraarnbsp;in de kunstgeschiedenis te Utrecht werdnbsp;benoemd, tot een volwaardig vakgebied. Innbsp;de bundel Kunstgeschiedenis in Nederland,nbsp;die naar aanleiding van een in 1997 georganiseerd symposium werd samengesteld, zijnnbsp;negen opstellen opgenomen die de geschiedenis van het vakgebied voor het eerstnbsp;trachten te verkennen. De nadruk ligt daarbij vooral op verkennen omdat, zoals uit hetnbsp;voorwoord blijkt, niet gepoogd is een overzicht te geven noch een consistente verzameling opstellen te presenteren. Deze aanzet tot de historiografie van denbsp;kunstgeschiedenis in Nederland laat zichnbsp;dan ook lezen als een 'Pak van Sjaalman'.nbsp;Zo komen de beginjaren van de kunstgeschiedenis aan bod met Abraham Bredius ennbsp;Cornelis Hofstede de Groot die, hoewel metnbsp;een been nog in de 19de eeuw, door middelnbsp;van de door hen aangelegde rijke verzameling kunsthistorisch bronnenmateriaal denbsp;basis legden voor verder onderzoek. Denbsp;eerste hoogleraren Vogelsang en Martin dienbsp;het vak een serieuzer aanzien gaven, dannbsp;dat van een liefhebberijvak en aardignbsp;tijdverdrijf voor freules. Ook de soms tragenbsp;ontwikkeling die specialisaties als architectuurgeschiedenis en moderne kunst doormaakten, wordt treffend beschreven.nbsp;Actueler is de bijdrage van Ger Luijtennbsp;over de samenwerking tussen musea ennbsp;kunsthistorische instituten.

Zowel institutionele kwesties als veranderde methodiek komen veelvuldig aan bod ennbsp;zijn kenmerkend voor de worstelingen vannbsp;een betrekkelijk jong studiegebied. Kunstgeschiedenis in Nederland is echter allesbehalve een institutionele geschiedenis ennbsp;erg treurig hoeven we daarover niet te zijn.nbsp;De geschiedenis van de kunstgeschiedenisnbsp;laat zich, zo blijkt, uitstekend beschrijvennbsp;aan de hand van het leven en werk van pro-mihente kunsthistorici. Dat leverde een aantal opvallende portretten op, onder anderenbsp;van G.J. Hoogewerff, over wie Huizinga eensnbsp;schreef: quot;Deze man moet niet over kunst ennbsp;beschaving schrijven.quot; Hoogewerff, ondernbsp;andere promotor van de iconologie innbsp;Nederland, komt in de bijdrage van de historicus Krul niet al te gunstig naar voren; vannbsp;zijn kunsthistorische nalatenschap wordennbsp;alleen zijn uitvoerige bronnenstudies nognbsp;van belang geacht. J.G. van Gelder maaktenbsp;aanzienlijk meer school dan Hoogewerff ennbsp;was bovendien een van de stuwende krachten achter het Kunsthistorisch Instituut te

Utrecht, al raakte ook hij verstrikt in het web van institutionele kwesties. Eric Jannbsp;Sluijter en Peter Hecht sluiten de bundel afnbsp;met hun bijdragen over respectievelijk Henrinbsp;van de Waal en Jan Emmens. Met name hetnbsp;portret van Emmens is een van de mooistenbsp;uit de bundel. Het is niet alleen een indringende beschrijving geworden van de eminente dichter-kunsthistoricus maar tevensnbsp;van de tragische mens Emmens.

quot;De geschiedenis van de Nederlandse kunstgeschiedenis als een academische discipline is nog niet geschreven en de belangstellingnbsp;van de Nederlandse kunsthistorici om eennbsp;dergelijke studie aan te vatten lijkt tot nunbsp;toe heel gering.!...] Dat de negen hiernbsp;gepubliceerde opstellen bijna even zo velenbsp;manieren laten zien waarop men de historiografie kan bedrijven, stemde de redactienbsp;heel tevreden: in dit verkennend stadiumnbsp;zou een al te stevig keurslijf alleen maar verstikkend hebben gewerktquot;, schrijven denbsp;samenstellers van deze bundel.

Laten we hopen dat in een mogelijk vervolg op deze bundel er evenmin sprake zal zijnnbsp;van een verstikkend keurslijf. De belangstelling voor de historiografie van de Nederlandse kunstgeschiedenis zal er alleen maarnbsp;bij winnen.

Ton Geerts


-ocr page 7-

december 1998 • illuster

7

Eijkman Centennial

Besmettingsleer staat

voor revolutie

'De besmettingsleer zit in de lift. Ik denk dat ons vakgebied een revolutie tegemoet gaat.nbsp;Van een aantal ziektes beginnen we de laatste jaren te ontdekken dat hun oorzaak eennbsp;infectie is. Maagzweren, hartinfarcten, baarmoederhalskanker, athérosclérose...nbsp;bacterieën of virussen zouden er een rol innbsp;kunnen spelen.'

ARMAND HEIJNEN

Hoogleraar klinische microbiologie en Infectieziekten Jan Verhoef was verantwoordelijk voor de organisatie van het 'Eijkman-Cen-tennial', een internationaal symposium datnbsp;zich van 13 tot 16 december in Den Haagnbsp;afspeelde. De naamgever van de bijeenkomst, prof.dr. Christiaan Eijkman, werdnbsp;precies honderd jaar geleden hoogleraar innbsp;Utrecht - en hij zou dat gedurende bijnanbsp;dertig jaar blijven. Hij leverde een belangrijke bijdrage aan de bestrijding van de ziektenbsp;beri-beri en ontving daarvoor de Nobelprijs.nbsp;Hoe zal het de besmettingsleer in de volgende eeuw vergaan, 20 luidde het themanbsp;van het congres.

In 1970 zag het er nog enigszins somber uit voor deze medische discipline, legt organisator professor Verhoef uit. Er waren - in hetnbsp;kielzog van beroemde wetenschapsbeoefenaren als Koch, Pasteur en Eijkman - goedenbsp;vaccins ontwikkeld tegen pokken, kinkhoest, hondsdolheid en diverse soorten grie-pen. Met name het 'wondermiddel' penicilline maakte de stemming ten aanzien vannbsp;de volksgezondheid méér dan hoopvol.nbsp;Talloze ziekten zouden compleet uitgebannen kunnen worden, was de verwachting.nbsp;Dat maakte de bereidheid om nog veel tenbsp;investeren in de besmettingsleer gering.

Horrorscenario

Dat optimisme kantelde aan het einde van de jaren zeventig. Op de eerste plaats staken infecties die uitgebannen leken weer denbsp;kop op. Zoals kinkhoest, nekkramp ennbsp;tuberculose. Het bleek dat bacteriën die dienbsp;ziektes veroorzaken op den duur resistentnbsp;kunnen worden voor de antibiotica waarmee men ze te lijf gaat. Het is nodig steedsnbsp;sterkere antibiotica in te zetten, totdat niksnbsp;meer helpt, aldus het niet geheel onwerkelijke horrorscenario.

Ten tweede ontdekte men dat allerlei ziekten waarvan voorheen werd gedacht dat ze andere oorzaken hadden, wel degelijk metnbsp;infecties samenhingen. quot;Was het twintignbsp;jaar geleden nog gebruikelijk dat iederenbsp;chirurg minstens één keer per week eennbsp;maagoperatie verrichtte, inmiddels komt dienbsp;ingreep nauwelijks meer voorquot;, weet Verhoef.

Nóg invloedrijker was het feit dat allerlei nieuwe ziekten de kop opstaken die metnbsp;infecties samenhingen. In 1976 werd denbsp;'veteranenziekte' - een vorm van longontsteking - voor het eerst bij oudgediendennbsp;uit de Tweede Wereldoorlog ontdekt. Daarin bleek een tot dan toe onbekende bacterie een grote rol te spelen. En als donderslag bij heldere hemel dook in 1980-1981nbsp;opeens de virusziekte Aids op. Door die ontwikkelingen van de laatste twintig jaar is denbsp;besmettingsleer weer een discipijne met eennbsp;méér dan gemiddeld aanzien geworden.

Micro-organismen

Verhoef: quot;Een bacterie is een micro-organis-me dat in staat is zich zelfstandig te vermenigvuldigen en dat we kunnen zien als we het 1000 keer vergroten. Een virus daarentegen moet 100.000 keer vergroot wordennbsp;wil je het waarnemen en het kan zich nietnbsp;zelfstandig vermenigvuldigen, maar uitsluitend door gebruik te maken van eiwitten ofnbsp;enzymen. Een virus heeft dus altijd eennbsp;gastheer nodig, een menselijke cel. Virussennbsp;zijn niet gevoelig voor antibiotica, dus denbsp;bestrijding van ziektes die ze veroorzakennbsp;- zoals Ebola, Aids of de Hongkong-griep -vormt een enorm probleem.quot;

quot;Er is een grote angst voor virussen die de sprong van mens naar dier makenquot;, vervolgtnbsp;Verhoef. quot;Bij Aids en Ebola is dat waarschijnlijk ook het geval geweest. Het grootste gevaar doet zich voor in tropisch Afrika,nbsp;waar met name apen dragers kunnen zijn.quot;nbsp;Volgens Verhoef vormt het toegenomennbsp;toerisme en zakenverkeer dan ook eennbsp;zeker risico. quot;Meer dan eens wordennbsp;bacteriën of virussen meegenomen uit hetnbsp;buitenland. Dan heb ik het niet alleen overnbsp;tropisch Afrika, maar ook over Frankrijk,nbsp;Spanje of Portugal.quot;

Science fiction

Eén van de revolutionaire ontwikkelingen die de besmettingsleer de komende eeuwnbsp;tegemoet kan zien is de mogelijkheid omnbsp;- via informatietechnologie - precies tenbsp;inventariseren welke micro-organismennbsp;waar ter wereld huizen.

Maar Verhoef verwacht méér: quot;Ik denk ook dat we veel sneller kunnen diagnosticeren.nbsp;Nu zijn we nog vaak aangewezen opnbsp;'kweekjes', en die vragen veel tijd. En tennbsp;derde denk ik dat we met het ontwikkelennbsp;van nieuwe geneesmiddelen, nieuwe antibiotica, grote vorderingen kunnen maken.quot;nbsp;Wat dit laatste betreft wordt In Utrecht bijvoorbeeld het 'Genoom-project' uitgevoerd.nbsp;quot;Tot nog toe moesten we eindeloos allerleinbsp;chemische middelen uitproberen, in denbsp;hoop dat met één ervan die bacterie tenbsp;bestrijden zou zijnquot;, licht Verhoef toe.

quot;Nu richten we ons op genen die specifiek zijn voor een bacterie en die van naturenbsp;niet in de mens voorkomen. Tegen datnbsp;specifieke gen, of tegen die gen-produkten,nbsp;proberen we vervolgens middelen te ontwikkelen. Dat zou zelfs kunnen door hetnbsp;menselijk erfelijk materiaal DNA zó tenbsp;manipuleren, dat het resistent wordt tegennbsp;het bacteriële gen. Dat klinkt als sciencenbsp;fiction en er zal ook nog wel een jaartje ofnbsp;twintig mee gemoeid zijn, maar langs datnbsp;soort wegen is de farmaceutische industrienbsp;wél bezig.quot;


Christiaan Eijkman en de beri beri


Toen Christiaan Eijkman in 1885 in Berlijn verbleef om bij Robert Koch te studeren,nbsp;ontmoette hij bij toeval de Utrechtsenbsp;patholoog Pekelharing en neuroloog Winkler. Dat tweetal bereidde in opdracht vannbsp;de Nederlandse regering een expeditienbsp;voor naar Nederlandsch Indië, waar denbsp;ziekte beri-beri veel voorkwam. Zij vroegennbsp;Eijkman mee te gaan, nadat deze had verteld in de kolonie te hebben gewerkt alsnbsp;legerarts. Het Idee heerste toen nog datnbsp;het een infectieziekte was. Koch en Pasteurnbsp;hadden in die dagen immers al tallozenbsp;ziekten als infectie weten te definiëren,nbsp;dus de algemene verwachting was dat vrijwel elke ziekte een infectie als basis zou •nbsp;hebben. De symptomen deden dat ook vermoeden: onder meer spierkrampen, spier-verzwakking en een hartvergroting. Ennbsp;tenslotte leek er sprake van een epidemische verspreiding onder één specifiekenbsp;groep - soldaten in dit geval.

Pekelharing, Winkler en Eijkman moesten van de regering die bacterie zien te traceren. Na één jaar keerden de eerste tweenbsp;geleerden terug naar Nederland; Eijkmannbsp;zette het onderzoek alleen voort, nu nietnbsp;als legerarts maar als directeur van hetnbsp;Laboratorium voor Pathologie en Bacteriologie - dat nog steeds bestaat als hetnbsp;'Indonesian Institute for Molecular Biology'. Zijn zoektocht naar een bacterie vorderde echter niet zo. Op een gegevennbsp;moment brak er een soort beri-beri uitnbsp;onder de kippen die als proefdieren in hetnbsp;laboratorium werden gehouden. Hetnbsp;infecteren met mogelijke bacteriën leverde echter niets op. Toch leek er sprake tenbsp;zijn van een epidemie. Op een gegevennbsp;moment merkte een assistent van Eijkmannbsp;op dat de dieren die ziek werden, andernbsp;voedsel hadden gekregen - gepelde rijst -,nbsp;dan de dieren die gezond bleven.

Allengs kwam Eijkman op het idee dat het vliesje om de rijst een rol zou kunnen spelen. Dat verklaarde wellicht ook de epidemische vormen van beri-beri in het leger:nbsp;de soldaten kregen immers geen inlandse,nbsp;ongepelde rijst te eten, maar geïmporteerde witte rijst. Beri-beri bleek geen infectieziekte te zijn, maar een vitamine-gebrek.nbsp;Een experiment in opdracht van denbsp;Gezondheidsinspecteur in de 63 gevangenissen van Nederlandsch Indië - waarbijnbsp;alle gedetineerden ongepelde rijst kregennbsp;te eten - bevestigde het vermoeden: beri-beri was hier vervolgens totaal uitgebannen. De conclusie dat beri-beri met hetnbsp;voedingspatroon samenhangt, leverdenbsp;Eijkman in 1929 de Nobelprijs op.


-ocr page 8-

8

illuster . december 1998


Tegen theater als invuloefening


De groep

AJ^estudeerden zoeken elkaar op

Een groep theaterwetenschappers verruilde het academische voor de praktijk. De spelersnbsp;van 't Barre Land bouwen alles vanaf denbsp;grond samen op, uit liefde voor het stuk. Hunnbsp;ster is rijzend, maar de basis blijft Utrecht.

VROUWKJE TUINMAN

Vijf studenten Theaterwetenschap studeerden in 1990 af. Voordat de groep voorgoed uit elkaar zou vallen, wilden ze nog éénnbsp;voorstelling maken. Czeslaw de Wijs, vanafnbsp;het begin aanwezig: 'Alles op heel korte termijn, maar de voorstelling was een succes.nbsp;Het jaar daarop speelden we het stuk opnbsp;Festival a/d Werf. Zo ontstond het idee omnbsp;elke zomervakantie in een korte periode opnbsp;één locatie een voorstelling op te zetten. Ennbsp;dat is gebeurd.' tn de loop van de tijd groeide 't Barre Land - een verwijzing naar hunnbsp;eerste stuk Merlijn of 't Barre Land én naarnbsp;Eliot's The Waste Land - uit tot een hechtnbsp;elftal. Met af en toe een twaalfde lid. Spel,nbsp;dramaturgie, regie, decorbouw en administratieve rompslomp: alles doen ze zelf.

We spreken elkaar vlak voor afronding van het tweejaarlijkse The Waste Land: tiennbsp;dagen opbouwen, elke avond verschillendenbsp;stukken op de planken en weer afbouwen.

De acteurs ogen moe maar tevreden. Czeslaw: 'In het begin van een productie zijnnbsp;we nog wel rustig, later wordt het steedsnbsp;drukker, zijn we steeds meer bij elkaar, totnbsp;we uiteindelijk voortdurend hier zijn. Het isnbsp;absurd: geen vrije tijd meer, alleen elkaarnbsp;nog zien.' Ellen Walraven: 'Soms is het hiernbsp;net het Snurkhuis. Maar wat is er fijner: metnbsp;je beste vrienden spelen, eten, slapen en datnbsp;zonder op eikaars lip te zitten.'

't Barre Land begon met klassiek repertoire. Czeslaw: 'En maar bewerken, discussiëren,nbsp;plakken en knippen, heel vrij. Op een gegeven moment merkten we dat we, hoe antieknbsp;het stuk ook, allemaal eerstelingen vannbsp;auteurs speelden. Dat heeft ons mede opnbsp;het idee gebracht ook moderne dingen tenbsp;gaan spelen, en opdrachtstukken. En hetnbsp;rare is, van tevoren weten we nooit wat wenbsp;willen, en dan ineens komt alles op ons af.'nbsp;Momenteel speelt 't Barre Land twee à drienbsp;reisvoorstellingen per jaar, en organiseert hetnbsp;daarnaast het tweejaarlijkse festival The Waste Land. Sanneke van Hassel: 'Door onze intensieve manier van werken - we maken allenbsp;fases van de productie gezamenlijk door -zijn we momenteel fulltime bezig. We zittennbsp;in een groeiperiode: we professionaliserennbsp;en zijn voortdurend aan het regelen.' Ennbsp;dingen aan het doen waaraan de gemiddelde acteur zich niet waagt. De thuisbasis vannbsp;het gezelschap is de voormalige Snijzaal vannbsp;de faculteit Diergeneeskunde, achter hetnbsp;vroegere Universiteitsmuseum aan denbsp;Biltstraat. Er wordt intensief getimmerd,nbsp;met licht gesjouwd en gekookt voor allenbsp;collega's. Ellen, die de productie deed van denbsp;eerste voorstelling en nooit meer wegging:

'We doen veel ambachtelijk werk. Het is een leefgemeenschap, maar niet zo dat we denbsp;hele dag gezapig vanuit de kussens liggen tenbsp;filosoferen. Iedereen heeft zijn taken en zonbsp;creëren we ruimte voor elkaar.'

Utrecht blijft basis *t Barre Land

Invuloefening

Nieuwe voorstellingen ontstaan als vanzelf. Ellen: 'Een klein groepje neemt het voortouw. Met de hele ploeg bediscussiëren wenbsp;het stuk, en vervolgens gaan we aan denbsp;slag.' Sanneke: 'We hakken de dingen innbsp;stukjes, verdelen de taken en koppelen vervolgens steeds terug. Met als gevolg datnbsp;iedereen het stuk heel goed kent.' Ellen:nbsp;'Aan het begin werken we zeer oneconomisch, tijdsintensief. Maar het idee over hetnbsp;stuk groeit op die manier wel meteen bijnbsp;iedereen. Zo winnen we aan het einde denbsp;tijd terug die we aan het begin verlorennbsp;hebben.' Een hiërarchie is er niet. Ellen:nbsp;'Alles wordt uit liefde voor het stuk geboren. Zo ook de rolverdeling. Wie geen rolnbsp;heeft vervult een andere taak.' Czeslaw vultnbsp;aan: 'Als iemand zich niet thuis voelt in eennbsp;stuk gaan we praten. Een pleidooi houdennbsp;waarom het stuk tóch gespeeld moet worden. Dat is ook goed voor je eigen motivatie. Echt grote problemen hebben we nooitnbsp;gehad, trouwens.'

Meer dan de helft van de Barre Land-spelers studeerde Theaterwetenschap. Meestal metnbsp;de afstudeerrichting Dramaturgie. Ellen:nbsp;'Het probleem met die specialisatie is dat hijnbsp;enerzijds gehuisvest is in een academischenbsp;opleiding, maar anderzijds praktijk veronderstelt. In het lesprogramma doe je dienbsp;praktijk niet op. Integendeel. Toen ik nanbsp;mijn studie ging werken, bleek dat vooralnbsp;omscholen in te houden.' De ex-studentennbsp;vertellen slechts een magere repertoirekennis aan hun studie te hebben overgehouden. Sanneke: 'Er switchen niet voor nietsnbsp;zoveel mensen tussen de toneelschool ennbsp;Theaterwetenschap. Zelf miste ik vooral denbsp;focus op taal. Taal is verschrikkelijk belangrijk voor een dramaturg. Stukken woordnbsp;voor woord lezen en interpreteren, dat hebnbsp;ik later pas geleerd.'

In de tijd dat de Barre Landers studeerden werd het universiteitstheater Studio-T opgericht. Czeslaw: 'We konden relatief veelnbsp;experimenteren.' Ellen: 'Wat je leert in eennbsp;studie als Theaterwetenschap is je organiseren en binden aan mensen. Je netwerkt,nbsp;maakt samen dingen, sluit je niet op. Je hadnbsp;als student in onze tijd nog veel vrijheid. Jenbsp;kon je loswurmen van concepten van docenten. Durven loslaten, dat vind ik belangrijk.nbsp;Zelf leren kijken, leren reageren, dan pasnbsp;ontstaat er iets nieuws. Anders wordtnbsp;theater een invuloefening.' Sanneke: 'Zekernbsp;tegenwoordig is daar haast geen tijd voor.nbsp;De eerste jaren van je studie neem je vooralnbsp;kennis op, en daarna is er nauwelijks ruimtenbsp;voor eigen meningsvorming, voor het echtnbsp;in je vak groeien. Terwijl dat zo belangrijknbsp;is.' De acteurs kijken met plezier terug opnbsp;hun afstudeerperiode. Ellen: 'Je duikt in ietsnbsp;waarvan je houdt en wat je mooi vindt.nbsp;De afstudeerscriptie was voor ons een soortnbsp;intentieverklaring: dit vinden we mooi,nbsp;hiermee willen we verder.

In de loop van de jaren is een eigen besef van theatermaken gegroeid. Ellen: 'Wenbsp;gaan bewust met ons vak om en vragen bijnbsp;alles naar het waarom. Nemen méér verantwoording dan alleen het spel. Ons acteren isnbsp;wat afstandelijker, demonstrerender geworden. We doen niet alleen wat voor de handnbsp;ligt, maar realiséren ons voortdurend ooknbsp;andere opties. Zowel tijdens repetities alsnbsp;voorstellingen. Ook werken we wel eensnbsp;met quot;buitenstaandersquot; in de regie. Het isnbsp;heel goed dat af en toe iemand de eigennbsp;taal die wij hebben opgebouwd ter discussienbsp;stelt.' En dat gebeurde tot voor kort ook innbsp;de activiteiten die de spelers naast 't Barrenbsp;Land ontplooien. Jacob Derwig schitterdenbsp;vorig seizoen bij de Trust in Hamlet, anderenbsp;leden werkten onder andere bij De Tijd,nbsp;het Nationale Toneel en FAct. Hun ster isnbsp;stijgende, maar de basis blijft in Utrecht.nbsp;Momenteel werkt het gezelschap fulltimenbsp;samen en is alleen Derwig 'extern'. Met alsnbsp;voorwaarde dat hij jaarlijks een productienbsp;bij 't Barre Land kan doen.

't Barre Land brengt vanaf 12 januari Dickicht, een vroeg stuk van Bertold Brecht.nbsp;Eerst in Huis aid Werf, daarna door heelnbsp;Nederland en België. Voor informatie:nbsp;(030) 231 61 42.


-ocr page 9-

december 1998 • illuster

9

‘Gebruik van proefdieren blijft

noodzakelijk kwaad’


Vakgenoten

Docent en afgestudeerde over elkaar, de opleiding en de arbeidsmarkt

In september kreeg Bert van Zutphen (57), hoogleraar proefdierkunde bij de faculteitnbsp;diergeneeskunde, de Doerenkamp-Zbindennbsp;Award uitgereikt voor zijn jarenlange inzetnbsp;voor het welzijn van proefdieren. Onder zijnnbsp;hoede deed promovenda Heleen van denbsp;Weerd (31) een onderzoek naar het verbeteren van de huisvesting van muizen. 'Dierproeven moet je niet klakkeloos toepassen.'nbsp;LEONIE VAN DEN SCHOOR

Bert van Zutphen

Hij streeft al jaren naar een verantwoord gebruik van proefdieren. Daarbij predikt hijnbsp;de drie v's: vervanging, vermindering ennbsp;verfijning. 'Ik probeer jonge onderzoekersnbsp;ervan te doodringen dat ze kritisch moetennbsp;zijn ten opzichte van dierexperimenteelnbsp;onderzoek. Voordat ze proefdieren gebruiken, moeten ze zichzelf een aantal vragennbsp;stellen. Zijn de proefdieren echt nodig of isnbsp;er een alternatieve methode mogelijk zoalsnbsp;celkweken of orgaankweken? Passen denbsp;proefdieren wel bij de vraagstelling? Welkenbsp;ingrepen zijn echt nodig? Wat is het te verwachten ongerief? Kan het ook met mindernbsp;proefdieren?'

Bert van Zutphen is een pionier op het gebied van de proefdierkunde. Toen hij innbsp;1983 als hoogleraar werd benoemd, wasnbsp;het nog een maagdelijk vakgebied waaropnbsp;hij zelf de weg kon uitstippelen. Proefdierkunde moest vooral zorgen voor een beterenbsp;kwaliteit proefdieren, vonden velen destijds. Van Zutphen kon zich daar wel innbsp;vinden, maar koos daarnaast voor eennbsp;kritische benadering. 'Wij zijn steeds sterkernbsp;het accent gaan leggen op ethische aspecten en het welzijn van de proefdieren.'nbsp;Xenotransplantatie, het kloneren vannbsp;dieren, biotechnologische doorbraken. Vannbsp;Zutphen vindt het een boeiende ontwikkeling die hij kritisch volgt. Want die experimenten kosten veel proefdieren, terwijl denbsp;winst voor de mensheid soms zeer marginaal of discutabel is. 'Ik ben geen verdediger van de dierproef, maar soms zijn zenbsp;echt nodig. We kunnen niet zonder proefdieren, want hoe zouden we dan nognbsp;nieuwe vaccins tegen aids of medicijnennbsp;voor een ziekte als Alzheimer kunnen ontwikkelen? Je krijgt dan een veel tragerenbsp;vooruitgang van de wetenschap.'

Wat er zo fascinerend is aan proefdierkunde? Och, alles wat Bert van Zutphen zou gaan doen, zou hij waarschijnlijk binnennbsp;een maand fascinerend vinden. Want als jenbsp;je ergens in verdiept, wordt het vanzelfnbsp;interessant en boeiend - of dat nu diergeneeskunde of makelaardij is. 'Dat ik juist innbsp;de diergeneeskunde terecht kwam, heeftnbsp;veel te maken met mijn opvoeding. Mijnnbsp;grootvader was een bioloog in de ware zinnbsp;des woords. Hij kende elk dier en elk plantje. Daar liet hij ons van meegenieten, somsnbsp;tot vervelens toe.'

Het kleine clubje medewerkers groeide in de loop der jaren uit tot een van de negennbsp;hoofdafdelingen van diergeneeskunde.nbsp;Bert van Zutphen heeft het gevoel steedsnbsp;meer waardering te krijgen. 'We hebbennbsp;een cursus proefdierkunde ontwikkeld dienbsp;aan alle studenten in het bio-medische veldnbsp;wordt gegeven. Het standaardboek datnbsp;erbij hoort is inmiddels vertaald in hetnbsp;Duits, Engels, Spaans en Italiaans. Daarnaast komen er studenten uit meer dannbsp;twintig landen af op de internationale cursus proefdierkunde.' De Doerenkamp-Zbinden Foundation uit Zwitserlandnbsp;beloonde hem in september met een prijsnbsp;van dertigduizend gulden. De internationale award is in tien jaar tijd pas drie keer uitgereikt. “Van Zutphen has always pursuednbsp;the idea of animal protection by improvingnbsp;the quality of researchquot;, vermeldt het juryrapport. 'Ik vond het heel fijn', zegt Vannbsp;Zutphen bescheiden. Van het geld is eennbsp;nieuw fonds opgericht, waaruit aio's en studenten kunnen putten voor congresbezoeknbsp;of onderzoek. 'Zolang het maar iets metnbsp;het welzijn van proefdieren te makennbsp;heeft.'

Heleen van de Weerd

Ze heeft altijd al een sterke 'drive' gehad om iets met dieren te doen. Als kind richttenbsp;ze samen met een stel vriendinnen eennbsp;natuurbeschermingsclubje op. 'We gingennbsp;op zoek naar beestjes, keken in struiken,nbsp;dat soort dingen.' Ook nu nog is ze sterknbsp;begaan met het lot van dieren. Ze eet geennbsp;vlees, probeert bewust te leven. 'Ik zal bijvoorbeeld nooit op een donsveren kussennbsp;slapen. Als je een keer hebt gezien hoe dienbsp;veren geplukt worden, dat is echt dierenmishandeling.' Dat ze dierenarts zou worden lag voor de hand, maar toen ze hoordenbsp;dat je dan meer met de baasjes dan de dieren zelf te maken hebt, liet ze die droomnbsp;toch maar varen. Het werd biologie innbsp;Wageningen. Via een cursus proefdierkunde kwam ze uiteindelijk in Utrecht terecht.nbsp;'Dat vond ik meteen hartstikke leuk.'nbsp;Ze slaat er even de boeken op na. In 1997nbsp;zijn er in Nederland 700.000 proefdierennbsp;gebruikt, driekwart daarvan waren rattennbsp;en muizen. Heleen zet zich in voor de leef-

Kamer 12 {/m 1?

Natie naai Centrum x

Altern tieven


omstandigheden van die proefdieren. 'Om de testresultaten van een dierproef zo weinig mogelijk te beïnvloeden, zitten proefdieren in een standaardkooi. Dat is eennbsp;plastic bak met zaagsel, wat voer en water.nbsp;Die lijkt dus helemaal niet op een natuurlijke omgeving. Een muis maakt bijvoorbeeldnbsp;graag een holletje als hij gaat slapen.'nbsp;Heleen onderzocht hoe je het de proefmui-zen beter naar de zin kunt maken in hunnbsp;kale huisvesting. Ze testte allerlei nestkast-jes en nestmaterialen zoals houtwol,nbsp;papiersnippers en grof zaagsel. De muizennbsp;hadden een duidelijk voorkeur voor papieren tissues. 'Die kunnen ze zelf scheuren,nbsp;het houdt hen een beetje bezig. Zo kunnennbsp;ze hun holletje op orde brengen, net zoalsnbsp;in de natuur.' Heleens proefschrift resulteerde uiteindelijk in een richtlijn van hetnbsp;ministerie: bij de huisvesting van proefdieren is nestmateriaal voortaan verplicht.nbsp;'Leuk dat het onderzoek zo snel een praktische toepassing heeft gekregen.'nbsp;Inmiddels werkt ze alweer bijna anderhalfnbsp;jaar voor het NCA, het nationaal centrumnbsp;alternatieven voor dierproeven. 'Een kantoorbaan.' Veel liever zou ze verder zijnnbsp;gegaan met haar onderzoek, er liggennbsp;immers nog zo veel vragen. Maar eennbsp;maandenlange zoektocht naar financieringnbsp;voor verlenging van het onderzoek leverdenbsp;- behalve een frustrerend gevoel - niks op.nbsp;'De mogelijkheden voor post-doc onderzoek zijn minimaal. Dat is tegenwoordig denbsp;situatie op de universiteit: aio's worden metnbsp;bosjes binnengesleept, ze produceren grotenbsp;hoeveelheden wetenschappelijke artikelennbsp;en na hun promotie krijgen ze een schopnbsp;onder hun kont. Dat is zonde, je verliest ernbsp;allerlei expertise mee. Bovendien is hetnbsp;stom, want zo krijg je nooit continuïteit innbsp;je onderzoekslijn. Wat dat betreft ben iknbsp;zeer teleurgesteld in de universiteit. Iedereen heeft de mond vol van het welzijn vannbsp;proefdieren, maar als dat moet wordennbsp;vertaald in financiering van onderzoeknbsp;geven ze niet thuis.'

Ze had er moeite mee om proefdieren te gebruiken voor haar eigen onderzoek. Zenbsp;zou ook nooit invasief onderzoek kunnennbsp;doen, waarbij de proefdieren bijvoorbeeldnbsp;ziektekiemen krijgen ingespoten. 'Diep innbsp;mijn hart ben ik tegen dierproeven. Maar jenbsp;kunt het niet van de ene op de andere dagnbsp;afschaffen, dan zou je opeens met eennbsp;enorm medisch probleem zitten. Sommigenbsp;mensen zeggen dat het nooit mogelijk zalnbsp;zijn om het proefdiergebruik helemaal uitnbsp;te bannen, maar ik hoop wel dat het ooitnbsp;een keer gebeurt.'


-ocr page 10-

10

illuster . december 1998

Universiteit en m

Het thema markt en universiteit houdt de gemoederen flink bezig. Sinds de opening van het academisch jaar begin september is het onderwerp niet meer weggeweest van de landelijkenbsp;opiniepagina's. Veel universitaire bestuurders hielden hun gehoor bij die gelegenheid voornbsp;dat een inniger band met het bedrijfsleven onafwendbaar is. Ook in Utrecht stond het themanbsp;centraal in de toespraken van college-voorzitter Veldhuis en rector magnificus Voorma.nbsp;De laatste pleitte voor een sterkere binding van het Utrechtse onderwijs en onderzoek metnbsp;belangrijke maatschappelijke vraagstukken. 'De universiteit zal behalve klassiek ook ondernemend moeten zijn. Dat betekent niet alleen het vergroten van de inkomstenportefeuille,nbsp;maar ook meer oog hebben voor maatschappelijke problemen en zicht houden op de toepassingnbsp;van eigen fundamentele kennis.' Hoe oordelen drie Utrechtse alumni over de valkuilennbsp;en verleidingen van de markt?

MAARTEN EVENBLIJ



Krijn de Jong:

^Geen bedrijffe spelen^


Krijn de Jong, hoogleraar chemie

Prof, dr ir. Krijn de Jong volgde anderhalf jaar geleden zijn leermeester, de anorganisch chemicus J. Geus, op als hoogleraar innbsp;Utrecht. Daarvóór werkte hij op het Amsterdamse researchlaboratorium van Shell. „Denbsp;universiteit is een vrijgevochten gemeenschap met veel vrijheid om te handelen.nbsp;Ze is vitaal, met elke vijf jaar een totaalnbsp;nieuwe populatie studenten die je dynamisch houdt”, constateert De Jong. „Vannbsp;oorsprong waren universiteiten multidimensionale gemeenschappen. Maar ik bespeurnbsp;dat ze de neiging hebben meer ééndimensionaal te worden. In navolging van hetnbsp;bedrijfsleven, dat geplaagd wordt door hetnbsp;economisme. Vroeger hadden ook bedrijvennbsp;meer assen: een financiële, een technologische, een maatschappelijke as. Nu domineert nogal eens de as 'winst en groei'.nbsp;Bedrijven worden beoordeeld op winst, denbsp;return on investment. Dat ligt niet aan denbsp;mensen die er werken. Herkströter van Shellnbsp;is niet slechter dan Veldhuis van de Universiteit Utrecht. Het zijn heel gewone mensennbsp;met een gezin en een hond. Het ligt aannbsp;ons, de samenleving. Aan het flitskapitaal,nbsp;dat de ene keer in Zuid-Afrika en de volgende keer in Colombia wordt ingezet. Als denbsp;winsten zijn behaald, wordt het kapitaalnbsp;teruggetrokken en stort de zaak in.quot;nbsp;Universiteiten moeten die trend compenseren, vindt De Jong. „De kracht van de universiteiten ligt erin te voorkomen dat zenbsp;ééndimensionaal worden. Maar aan de Universiteit Utrecht bespeur ik tendensen dienbsp;lijken op het imiteren van het bedrijfsleven.quot; Het 'exploiteren van kennis' als strategie bevalt De Jong niet. „Je moet de maatschappij niet nadoen, maar de maatschappijnbsp;moet jou nadoenquot;, is De Jongs principiëlenbsp;bezwaar. Daarnaast zou het exploiteren vannbsp;kennis betekenen dat de universiteitnbsp;'bedrijfje gaat spelen'. De Jong: „Dat kan zenbsp;niet. Shell heeft een omzet van 350 miljardnbsp;per jaar, de Universiteit Utrecht nog geennbsp;miljard. Wij kunnen, voor het management,nbsp;nooit dezelfde mensen in huis halen alsnbsp;Shell. Wij hoeven ook niet goed te zijn innbsp;het genereren van geld, maar wel in hetnbsp;opleiden van mensen! We moeten oppassennbsp;dat we goed geleide universiteiten niet veranderen in slecht geleide bedrijven.quot;nbsp;De Jong beschouwt het imiteren van bedrijven voor wat de besturing betreft een heilloze weg. „Bedrijven zijn gedefragmenteerdnbsp;- in kleinere eenheden opgedeeld. Vanuitnbsp;de gedachte dat kleinere eenheden dienbsp;zelf verantwoordelijk zijn voor hun investeringen, efficiënter werken. Dat wil denbsp;Utrechtse universiteit nu ook gaan doen.nbsp;Maar het bedrijfsleven komt juist terug vannbsp;die fragmentatie, omdat blijkt dat uitbesteding en decentraliseren leiden tot sub-optimaliseren.quot;

De Jong vindt dat er binnen onze maatschappij veel te veel gemanaged wordt en er te weinig leiderschap is. „Managementnbsp;gaat over structuren en leiderschap overnbsp;mensen. Een goede leider werkt primair metnbsp;mensen en durft ze ook te corrigeren. Iknbsp;lees allerlei rapporten en adviezen, maarnbsp;waar zijn de mensen? Raadgeven en raadvragen zijn heel wijs, maar consultancies zijn

een dekmantel voor slecht leiderschap. Ik zie de directeuren en de colleges vannbsp;bestuur weinig. Waarom komen ze niet eennbsp;keer langs? Het enige bedrijfsmatige waarnbsp;ik wat in zie is dat je de hoogleraren alsnbsp;kleine zelfstandigen laat opereren. Als hetnbsp;niet goed gaat, komt dat wel in de sectienbsp;naar boven en als ze de tent niet goed runnen, spreek je ze daar op aan!quot;nbsp;De Jong vindt dat de universiteit als taaknbsp;heeft om de basisinfrastructuur voor onderzoek goed te verzorgen: salaris voor de staf,nbsp;de technici („die zijn goud waardquot;), voornbsp;gas, licht en water en NWO voor de zwarenbsp;wetenschappelijke infrastructuur. De derdenbsp;geldstroom komt vanzelf wel als je goednbsp;bent. „Je moet zo goed zijn dat bedrijvennbsp;het een voorrecht vinden om met je te werken. Dat heeft ook met de maatschappij tenbsp;maken. Ik begrijp die discussies over maatschappelijke relevantie niet. Dat is een non-discussie. Naast wetenschapper ben je tochnbsp;vader, vriend, bestuurslid van een school?nbsp;Echt goed onderzoek is altijd maatschappelijk relevant.quot; Samenwerken met bedrijvennbsp;doet De Jong alleen als hij er inhoudelijknbsp;iets aan heeft. „Ik heb geen relatie met eennbsp;bedrijf, maar met de onderzoekers. Ik kiesnbsp;voor het bedrijf met de beste mensen, nietnbsp;voor dat met het meeste geld.quot;


Frida van den Maagdenberg:

^Luisteren naar de samenleving^


Frida van den Maagdenberg, directeur VSNU

Drs. Frida van den Maagdenberg heeft zich als directeur van de VSNU, de Verenigingnbsp;van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten, al nadrukkelijk gemengd in de landelijke discussie over markt en universiteit. Innbsp;1985 studeerde ze af bij de inmiddels opgeheven Utrechtse vakgroep Slavische Talen.


-ocr page 11-

december 1998 • illuster

I

larkt

Ze verbaast zich over de felheid van de huidige discussie. „Het gaat in feite om 150 miljoen gulden per jaar die vanuit het

quot;ï bedrijfsleven beschikbaar komen voor uni-I . versitair onderzoek. Slechts ongeveer vier J procent van het totale onderzoeksbudget

van 3,5 miljard. Dus het verbaast me dat sommigen schrijven dat de universiteitennbsp;zich al aan het bedrijfsleven hebben overgeleverd. Men verwart de markt met hetnbsp;bedrijfsleven. De totale derde geldstroom isnbsp;veel groter, ongeveer 750 miljoen, daar vallen ook fondsen van de Europese Unie ennbsp;collectebusfondsen als het KWF en hetnbsp;Astmafonds onder.quot;

Van den Maagdenberg ontkent niet dat de discussie belangrijk is, al was het alleennbsp;maar omdat de universiteiten het zelf alsnbsp;een probleem beschouwen dat de overheidnbsp;steeds minder bereid is om bij te dragen aannbsp;het fundamenteel onderzoek. Van dennbsp;Maagdenberg: „Universiteiten leiden op totnbsp;de samenleving en horen daar middenin tenbsp;staan. Ze moeten luisteren naar de vragennbsp;uit de maatschappij en zelf bepalen wat zenbsp;daarmee doen. Het is belangrijk wie denbsp;regie daarbij heeft. Op het moment dat ernbsp;geld aan te pas komt, moet je als universi-teit nadenken of een bepaald soort onderzoek wel bij je past. Als universiteiten - vanwege het geld - zouden doen wat ze nietnbsp;willen, zijn ze verkeerd bezig.quot;

Van den Maagdenberg constateert dat dat nu nog niet aan de hand is, want nog steedsnbsp;blaast Nederland internationaal z'n partijtjenbsp;mee. Na de Verenigde Staten en Zwitserlandnbsp;staat Nederland nummer drie wat z'nnbsp;invloed op het internationale wetenschappelijk onderzoek betreft, ook al gaat hetnbsp;daarbij natuurlijk om onderzoek uit hetnbsp;verleden. „En ook de Nederlandse universiteiten zijn gemiddeld beter dan die in denbsp;Verenigde Statenquot;, benadrukt de VSNU-directeur. „De universiteiten willen nietnbsp;zonodig naar het bedrijfsleven hollen. Denbsp;boodschap van een aantal diesredes wasnbsp;veel eerder: als de overheid ons niet meernbsp;wil betalen, zoeken we andere bronnen -, en die hoeven niet per se uit het bedrijfsle-)ven te komen. Maar, regering, geef onsnbsp;daar dan ook de ruimte voor!quot;

Van den Maagdenberg weet dat de universitaire wereld de afgelopen vijftien jaar enorm veranderd is, onder meer door denbsp;komst van visitatiecommissies. „Als je teveelnbsp;onderzoek doet dat de wetenschappelijkenbsp;standaard niet haalt, word je nu openlijknbsp;aan de schandpaal genageld. Als de universiteiten hun fundamenteel onderzoek tenbsp;veel uit het oog verliezen, is dat slecht voornbsp;Nederland. Er zijn instrumenten voor omnbsp;dat te meten. Dat we nu nog nummer drienbsp;in de wetenschap zijn, betekent echter nietnbsp;dat we niet waakzaam moeten zijn. Want ernbsp;zijn nieuwe bezuinigingen aangekondigd ennbsp;het aantal studenten neemt toe. Bovendiennbsp;is de arbeidsmarktpositie van de universiteiten slecht omdat bedrijven veel meer salarisnbsp;bieden. Onder die druk is het verleidelijk

om te zeggen: laten we maar gauw ergens anders geld vinden.quot;

Ook Van den Maagdenberg onderschrijft de stelling dat het niet aangaat om ten behoeve van de industrie allerlei uithangbordennbsp;aan de universitaire gevel te bevestigen,nbsp;maar vooral te zorgen voor een hoog niveaunbsp;van onderzoek. „Een voorwaarde voor hetnbsp;verkrijgen van geld uit het bedrijfsleven isnbsp;datje academisch goed bentquot;, zegt ze. „Innbsp;tijden van bezuinigingen heb je daarvoornbsp;een sterk centraal bestuur nodig dat keuzennbsp;durft te maken. De Universiteit Utrecht heeftnbsp;al jaren een bewuste stimulering van speerpunten, daarom doet ze het nu goed bijnbsp;de selectie van topinstituten. De nieuwenbsp;minister van Onderwijs en Wetenschap,nbsp;een vertegenwoordiger van de partij dienbsp;zich sterk maakt voor een terugtredendenbsp;overheid, zal waarschijnlijk neigen naarnbsp;het geven van meer autonomie aan denbsp;instellingen.quot;

Willem van Oort, directeur Licentec ¦

Dit jaar viert Licentec z'n vierde lustrum. Het Utrechtse adviesbureau bemiddeltnbsp;tussen onderzoekers en bedrijfsleven omnbsp;kennis te gelde te maken en de rechten vannbsp;de uitvinder te beschermen. Licentec teltnbsp;inmiddels tien werknemers. Directeur dr.nbsp;Willem van Oort is gepromoveerd bij scheikunde en was tot 1978 werkzaam bij denbsp;Utrechtse subfaculteit farmacie. „Voor denbsp;Universiteit Utrecht heb ik veel klussennbsp;gedaan, maar er waren aanvankelijk maarnbsp;weinig initiatieven die de markt gehaaldnbsp;hebben. De Octopus van cardioloog Keesnbsp;Borst, waarmee aan het kloppend hartnbsp;geopereerd kan worden, is het eerste doorslaande succes. In feite voert de Utrechtsenbsp;universiteit pas een jaar of vier actief beleid.nbsp;Je moet je realiseren dat het je de eerste vijfnbsp;jaar alleen maar geld kost.quot;

Met de stelling dat universiteiten meer de markt op moeten gaan is Van Oort hetnbsp;„redelijk oneensquot;, ook al moet hij ervannbsp;eten. „Je moet wel luisteren naar bedrijven,nbsp;maar vooral jezelf blijvenquot;, adviseert hij denbsp;universitaire gemeenschap. „Grote bedrijvennbsp;maakt het niet uit waar ze hun technologische kennis vandaan halen. In New Delhi ofnbsp;Rusland is deze veel goedkoper, het duurtnbsp;er alleen langer voor er resultaten zijn.nbsp;Groot Brittannië had tot voor kort afbraak-prijzen en Madrid nog steeds. Nederland isnbsp;gewoon duur en daarom moet je extranbsp;goed zijn als onderzoeker. Verbanden metnbsp;het bedrijfsleven zijn meestal tijdelijk, vaaknbsp;een jaar of drie, dan shoppen ze weer verder. Je moet dus je eerste geldstroom en denbsp;inkomsten via NWO en STW op peil houden,nbsp;anders droog je op. Dat blijkt ook in denbsp;praktijk: de Nederlandse hoogleraren dienbsp;mondiaal goed scoren bij bedrijven, scorennbsp;ook goed in de wetenschappelijke beoordelingen van de VSNU. Het is niet zo simpel


Willem van Oort:

^Universiteit moet zichzelf blijven^


dat je jas maar naar de industrie moet laten hangen. Word hartstikke goed in de eerstenbsp;en tweede geldstroom en kijk dan hoe jenbsp;die kennis kunt exploiteren in de derdenbsp;geldstroom. Als je goed bent komt de industrie wel naar jou toe.quot;nbsp;Van Oort waarschuwt tegen het hanterennbsp;van afbraakprijzen. „Bij TNO kost een postdoc 350.000 gulden per jaar, inclusief allenbsp;overhead. Als een universiteit een postdocnbsp;voor 100.000 gulden aanbiedt, betekent ditnbsp;dat de eerste geldstroom de derde geldstroom sponsort. Uiteindelijk word je daarnbsp;arm van. Want hoe meer van dit soort derdenbsp;geldstroomonderzoek je hebt, hoe duurdernbsp;je wordt. Vijf mensen van de twintig die jenbsp;al hebt uit de markt halen, kan best. Maarnbsp;35 op de tien absoluut niet. Dan gaat hetnbsp;uiteindelijk mis.quot;

Omdat de Nederlandse universitaire onderzoekers het van de kwaliteit van hun kennis moeten hebben en niet van hun scherpenbsp;prijzen, adviseert Van Oort ze om zich bijnbsp;hun core bussiness te houden, zoals dat innbsp;het bedrijfsleven heet. „Ik ken bijna geennbsp;hoogleraar die 'nee' zegt als ie eigenlijk tenbsp;veel sprongen moet maken om een bedrijfs-opdracht uit te voeren. Je moet wel luisteren, maar ook 'nee' durven zeggen. In feitenbsp;moet je zeggen: hou die klusjes van tienduizend gulden maar. Tenzij ze tot doelnbsp;hebben een relatie op te bouwen.quot; Vannbsp;Oort benadrukt dat bedrijven behoeftenbsp;hebben aan nieuwsgierigheid en creativiteitnbsp;op de universiteiten, niet aan uitvoerdersnbsp;van door de industrie aangedragennbsp;projecten. „Doe je dat uitzoekwerk wel.nbsp;dan moet je er schofterig veel geld voornbsp;vragenquot;, vindt Van Oort.

Dat bedrijven inspraak zouden moeten krijgen in een studierichting of er zelfs voornbsp;gaan betalen, gaat Van Oort veel te ver.nbsp;„Wat hebben bedrijven er voor verstandnbsp;van? Als ze vinden dat de universiteit denbsp;verkeerde keuzen maakt, moeten ze maarnbsp;een fonds oprichten. Ik vind dat dat aardignbsp;opgelost is met de 'topinstituten'. Daarnbsp;heeft, met geld van bedrijven en Economische Zaken, de industrie iets te zeggen overnbsp;de grote lijn van het onderzoekquot;.


-ocr page 12-

12

illuster • december 1998

AZU wil minder ‘gewone’ patiënten

De dure faciliteiten van het Academisch Ziekenhuis Utrecht worden nu te weinignbsp;gebruikt voor de complexe gevallen waarvoor ze zijn bedoeld. In de toekomst komt ernbsp;daarom minder plaats voor patiënten metnbsp;eenvoudige aandoeningen.

Dit is slechts een van de opmerkelijke voorstellen uit de nota 'Vernieuwing als opdracht', van de Raad van Bestuur van hetnbsp;Universitair Medisch Centrum. Daarnaastnbsp;stelt het bestuur dat het UMC - dit jaar voornbsp;de tweede maal door Elsevier uitgeroepennbsp;tot beste ziekenhuis van Nederland - zowelnbsp;op zorg- als op onderwijsgebied blijvend bijnbsp;de landelijke top drie moet gaan behoren.nbsp;Het UMC maakt duidelijk grote waarde tenbsp;hechten aan kwalitatief hoogwaardignbsp;onderzoek: het medisch onderzoek dientnbsp;straks minimaal 4,5 te scoren op de landelijknbsp;gehanteerde '1 tot 5' schaal; er komennbsp;eigen pioniersplaatsen voor veelbelovendenbsp;jonge onderzoekers, een jaarlijkse subsidie-competitie en plaatsen voor gastonderzoekers. En gebrek aan kwaliteit zal directnbsp;gevolg hebben voor de voortzetting van hetnbsp;onderzoek.

De Utrechtse stelling

Stellingen uit recente proefschriften


Ook op onderwijsgebied wil de Raad van Bestuur nieuwe wegen inslaan. In plaats vannbsp;de huidige optelsom van arts- en specialistenopleiding moet er in de toekomst éénnbsp;geïntegreerde opleiding komen tot medischnbsp;specialist, die bovendien veel korter gaatnbsp;duren. Verder komt er naast de 'traditionele' artsenopleiding een waaier aan afstudeerrichtingen, bijvoorbeeld wetenschaps-journalistiek. Tot slot moet de terugkeernbsp;van tandheelkunde naar Utrecht wordennbsp;gestimuleerd.

Om alle veranderingen mogelijk te maken moeten volgens het bestuur ziekenhuis ennbsp;faculteit samensmelten tot één organisatienbsp;met één huisstijl, die voor alle personeel alsnbsp;werkgever zal optreden. Dat betekent datnbsp;facultaire medewerkers in de toekomst vannbsp;de universiteit naar het UMC zullen overstappen.

De nota moet dienen als grondslag voor de discussie die in ziekenhuis en faculteit gaatnbsp;plaatsvinden. En wel op korte termijn. Alsnbsp;het aan het bestuur ligt worden missie ennbsp;strategie van het UMC nog in 1998 vastgesteld en start in 1999 de invoering van denbsp;voorstellen.


Zolang Albert Heijn in dit new age-tijd-perk geen 'dolfijnvrije' tonijn verkoopt, laat dit bedrijf niet alleen een commercieel succes onberoerd, maar verkwanseltnbsp;het ook een spiritueel ideaal.

Anje Brouwer, rechtsgeleerdheid

Uit de opmerking van Sherlock Holmes 'It's a capital mistake to theorize beforenbsp;you have all the evidence' volgt datnbsp;sterrenkundigen slechte detectives zijn.nbsp;Nick Schutgens, sterrenkunde

Ongewenste kinderloosheid is een van de grote taboes van deze tijd. Dit taboenbsp;is een weerspiegeling van het overheersende gevoel van 'maakbaarheid' in onzenbsp;samenleving.

Vincent van Schaik, geneeskunde

The trouble with the rat race is that even if you win, you're still a rat.

Monique de Sain, geneeskunde

In Nederland lijkt het areaal natuurgebieden omgekeerd evenredig met het aantal onderzoekers dat er rondloopt.

Doesjka Ertsen, ruimtelijke wetenschappen

De grootste wreedheden tegen de mensheid zijn in naam van het geloofnbsp;verricht. Het lijkt daarom verstandignbsp;niet te geloven.

Wil Landman, diergeneeskunde

It giet de boeren mei wjukkelbunders faaks foaral om de snippen.

Willem Woude, diergeneeskunde

Monica Lewinsky heeft het beste uit de president van de Verenigde Statennbsp;gehaald.

Rick Dijkhuizen, geneeskunde

Ter bestrijding van overgewicht is het maken van een rondreis door India zekernbsp;zo effectief als het volgen van eennbsp;Montignac-dieet.

Lucien Duijn, geneeskunde

Een slimme meid maalt niet om campagnes van de overheid.nbsp;Ineke Klinge, letteren

Doordat de spelling van het Nederlands elitair en nodeloos ingewikkeld is,nbsp;maken velen veel spelfouten, weinigennbsp;weinig en niemand geen.

Henk van der Weijden, sociale wetenschappen

Gezien het succes van de Viagra pil zou men geneigd moeten zijn niet meer dannbsp;tien procent van de in café's verteldenbsp;verhalen te geloven.

Kuo Sen Han, geneeskunde

Een essentiële overeenkomst tussen schilderijen en fysische theorieën is datnbsp;beide menselijke constructies zijn die ietsnbsp;uit de werkelijkheid voorstellen als ietsnbsp;anders.

Frederik Muller, natuurkunde

The surest sign that intelligent life exists elsewhere in the universe is that it hasnbsp;never tried to contact us.

Monique de Sain, geneeskunde

Een goed verhaal moet je niet laten bederven door de feiten.

Margriet Schneider, geneeskunde

De illusie van kennis is schadelijker dan onwetendheid.

Ad Stoffelen, natuurkunde

‘Enquêtes hebben nauwelijks effect’


Vervolg van pagina 1

Joop Kessels, woordvoerder van de Universiteit Utrecht: quot;Ik zie de enquêtes als een signaal hoe studenten over hun eigen opleiding denken, wat ze positief of negatiefnbsp;vinden. Dat geeft handvaten ter verbetering.quot;nbsp;Kessels vindt dat er wel wat af te dingen is opnbsp;de studentenenquétes: quot;Het zijn natuurlijknbsp;geen wérkelijke vergelijkingen. Je vraagt eennbsp;Citroenrijder hoe het is om in een Citroen tenbsp;rijden, en een Renault-automobilist vraag jenbsp;hetzelfde over een Renault. Dat leg je naastnbsp;elkaar, maar wat vergelijk je dan helemaal?

De beste universiteit

Hoogleraren van dertig opleidingen kiezen de beste universiteit op hun vakgebied. Welke universiteit haalt de meeste eerste én tweede plaatsen? Tussennbsp;haakjes staat de rangorde als alleen denbsp;eerste plaatsen tellen.

Algemene universiteiten

Technische universiteiten

De verschillen die er uit komen zijn verder nogal klein. In de Keuzegids speelt het helenbsp;gebeuren zich af tussen een laagste score vannbsp;6,88 en een hoogste van 7,32. Het is de vraagnbsp;of je kwaliteit tot op twee cijfers achter denbsp;komma kunt vergelijken. Tenslotte: in veelnbsp;gevallen gaat het om 'past-performance':nbsp;klaagden de studenten scheikunde op hetnbsp;moment van ondervraging nog over hun com-puter-faciliteiten, inmiddels hebben alle eerstejaars een laptop ter beschikking; dus dienbsp;klacht is op het moment van het verschijnennbsp;van de gids niet meer steekhoudend.quot;nbsp;Kessels is dan ook niet zo gelukkig met denbsp;'ranking' (het maken van top en flop-lijstjes)nbsp;die aan de enquêtes opgehangen wordt, maarnbsp;als signaal voor de richting waarin onderwijsverbetering zich zou moeten bewegen, vindtnbsp;hij de onderzoeken zinnig. quot;De universiteit isnbsp;daar zélf, in de vorm van een 'Studentenmonitor' óók mee begonnen. We proberen studenten vrij secuur te volgen: waar komen ze vandaan, op welk moment maken ze een keuzenbsp;voor een universiteit en een studie, wat is hunnbsp;eindexamenpakket, welke vakken volgen zenbsp;hier, hoe verloopt hun studie, welke resultaten behalen ze, in hoeveel tijd...? Op basis vannbsp;die gegevens gaan we onder bepaalde groepen een kwalitatief onderzoek verrichten. Opnbsp;die manier krijgen we een heel goed beeldnbsp;van studenten en hun wensen.quot;

En verder: quot;Uit onderzoek blijkt dat de Elsevier-enquête, de Keuzegids en dergelijkenbsp;onderzoeken tot nu toe nauwelijks een rolnbsp;spelen in het keuzeproces van middelbarenbsp;scholieren. Voorlichtingsdagen en meeloop-dagen hebben op dat gebied een veel groternbsp;effect. En daar heeft de Universiteit Utrechtnbsp;de afgelopen jaren gewoon in geïnvesteerd.quot;


Armand Heijnen

-ocr page 13-

december 1998 • illuster

13

Het dieptepunt is voorbij. Het imago van de leraar wordt langzaam beter, zegt Theonbsp;Wubbels, hoogleraar-directeur van het IVLOS.nbsp;Dit interfacultaire instituut voor lerarenopleiding, onderwijsopleiding en studievaardigheden leidt afgestudeerden op tot docent. Innbsp;1986 had maar een handjevol studenten zinnbsp;in een carrière in het voortgezet onderwijs,nbsp;nu kan het Utrechtse instituut rekenen opnbsp;een jaarlijkse toestroom van 160 cursisten.

MICHIEL SLÜTTER



Het IVLOS en de leravenproblematiek

Didactische vaardigheden komen altijd van pas


De duikeling van de achting voor de leraar is gekeerd. Theo Wubbels herinnert zich denbsp;woorden van collega-onderzoeker Leo Prick,nbsp;die begin jaren tachtig schreef dat de leraarnbsp;als een loser door het leven ging. 'Als je opnbsp;een verjaardag achter je taart zat, kon jenbsp;maar beter niet bekennen dat je leraar was.'nbsp;Dit beeld behoort definitief tot het verleden,nbsp;verzekert Wubbels. Met het verhogen vannbsp;het salaris gaat volgens Wubbels ook de status van de leraar gestaag omhoog. 'Er zijnnbsp;economische modellen die een verband leggen tussen de hoogte van het inkomen ennbsp;de maatschappelijke status. Daaruit blijkt datnbsp;een verdere verhoging nog wel nodig is.'nbsp;Ook al is het imago verbeterd; de problemen zijn nog niet voorbij. In de krant duiken telkens verhalen op over het zwarenbsp;bestaan van de leraar. Leraren moeten veelnbsp;uren lesgeven aan veel leerlingen en tegelijkertijd talloos veel onderwijskundige vernieuwingen bijhouden. Liefst de helft vannbsp;de leraren, opgeleid in het HBO, zou bijnbsp;nader inzien niet meer voor het leraarsvaknbsp;kiezen. Zo blijkt uit een recent onderzoeknbsp;van de Universiteit van Amsterdam. Voornbsp;afgestudeerden van de universiteiten ligt ditnbsp;percentage gunstiger, maar voor hen is denbsp;werkdruk te hoog. Een reden te meer voornbsp;jongeren om maar niet voor het onderwijsnbsp;te kiezen.

Werkomstandigheden

Wubbels kent de klachten. 'Als je het beroep aantrekkelijk wilt maken voornbsp;jongeren is een goed salaris niet genoeg.nbsp;Het werk moet gewoon leuk zijn, daarom isnbsp;er vooral aandacht nodig voor de werkomstandigheden.'

Voor jonge docenten is het werk in het begin bijzonder zwaar. Alle lessen zijn evennbsp;nieuw voor de leraar als voor de leerlingen.nbsp;Tot voor kort konden leraren rustig beginnen; de onderwijscarrière begon meestalnbsp;met het invallen voor zwangere of ziekenbsp;leraren. Het aantal uren liep daardoor nietnbsp;snel op.

'Nu krijg je gelijk een volledige baan aangeboden. Maar ik vind dat een baan met 25 lesuren bijna altijd is af te raden. Sommigenbsp;jonge docenten doen het wel, maar eennbsp;complete aanstelling is toch te zwaar. Jenbsp;bent veel tijd kwijt met inwerken. Je zounbsp;eigenlijk 18 uur moeten lesgeven. Je bentnbsp;namelijk evenveel uren aan het werk als eennbsp;ervaren leraar met 25 lesuren.' Hoewelnbsp;scholen ruimte hebben voor beleid zullen ernbsp;toch niet veel zijn die hun geld gebruikennbsp;om een jonge leraar volledig te betalennbsp;voor 18 uur les.

De overbelaste en overspannen leraar is een schrikbeeld, dat veel studenten hebbennbsp;overgehouden aan hun middelbare schooltijd. Het IVLOS doet zijn best om dat beeldnbsp;bij aspirant-leraren te doorbreken. Bij hetnbsp;instituut is men ervan overtuigd dat veelnbsp;gevallen van overspannenheid voorkomennbsp;kunnen worden. Een leraar die zich opsluitnbsp;in zijn werk, de deur dicht trekt en in hetnbsp;leslokaal heerst als een koning in zijn eigennbsp;koninkrijk loopt het risico in korte tijd op tenbsp;branden.

Klas 3d

'Toen ik begon met lesgeven,' zegt letje Veldman, nu coördinator lerarenopleidingnbsp;van het IVLOS, 'was het niet gebruikelijk omnbsp;te praten over je problemen. Op mijn eerstenbsp;school kwam ik diep zuchtend de lerarenkamer binnen en vertelde mijn collega's datnbsp;klas 3d zo moeilijk was. Alle andere lerarennbsp;reageerden verbaasd en zeiden dat ze juistnbsp;geen enkel probleem met die klas hadden.nbsp;Aan het eind van het jaar werd 3d opgesplitst en gaven ze allemaal toe dat de klasnbsp;onhandelbaar was.'

'Wij leren de studenten om met hun collega's te praten over de problemen dienbsp;ze tegenkomen. Het begint al tijdens denbsp;opleiding. Studenten gaan altijd in eennbsp;groepje van drie naar een school. Eén staatnbsp;voor de klas, de andere twee zitten erbij ennbsp;bekijken hoe het lesgeven gaat. Na afloopnbsp;bespreken ze de les'

Het voortgezet onderwijs zal de komende jaren een tekort kennen van 17.000 leraren.nbsp;Wubbels; 'Er zijn nu al te weinig leraren.nbsp;De scholen zullen hun best moeten doen

Perspectief is goed

Anton Bakker, leraar aardrijkskunde voor klas een tot en met vijf HAVO ennbsp;VWO.

'De werkdruk is extreem zwaar. Zeker als je begint, dan mis Je de routine.nbsp;Zelfs een parttime-baan kost zoveelnbsp;uren dat je kunt spreken van een volledige werkweek. Dit is mijn tweede jaarnbsp;en ik geef twintig uur les. Zestien lessen geef ik voor het eerst, dus ik moetnbsp;elke week zestien nieuwe praatjesnbsp;voorbereiden. Ik ben elke avond bezig.nbsp;Toch mag het beeld van de werkdruknbsp;niet overheersen. Het is een erg leukenbsp;baan, je werkt met jongeren, het isnbsp;afwisselend. De beroepsperspectievennbsp;zijn goed. En je hebt lange vakanties.'nbsp;om het leraarschap aantrekkelijk te maken.nbsp;Dat zal moeilijk worden; er is veel concurrentie. De afgestudeerden hebben denbsp;keus.' De Universiteit Utrecht probeert denbsp;komende jaren haar studenten al tijdensnbsp;de universitaire opleiding het onderwijs innbsp;te lokken. 'Veel studies gaan de richtingnbsp;Communicatie en Educatie aanbieden.nbsp;Binnen deze richting zijn veel variantennbsp;mogelijk. Bij een bètastudie kan datnbsp;inhouden dat je bijvoorbeeld wetenschapsjournalist, voorlichter of leraar wordt',nbsp;zegt letje Veldman.

Ze hoopt dat Communicatie en Educatie hetzelfde effect heeft als de korte oriëntatiecursus op het beroep van leraar. Tijdensnbsp;deze cursus leren studenten het een ennbsp;ander over didactische vaardigheden en zenbsp;maken kennis met het lesgeven. 'Je ziet datnbsp;mensen die cursus kiezen met de gedachte:nbsp;'Didactische vaardigheden kunnen menbsp;altijd van pas komen, maar ik ben absoluutnbsp;niet van plan leraar te worden.' Ze hebbennbsp;ook niet de roeping om het onderwijs in tenbsp;gaan, maar merken dat lesgeven goed bijnbsp;hen past. Zo komen ze voor de klas terecht.'

Zie voor meer informatie over het IVLOS ook lllusterzake, pagina 17

Gedoe over werkdruk Nathalie Schutjens, geeft op eennbsp;gymnasium aardrijkskunde aan klasnbsp;een tot en met vier.

'Er is zoveel gedoe over die werkdruk. Maar docenten zijn niet de enigen metnbsp;een zware baan. Het kan aan de schoolnbsp;liggen, maar ook aan je manier vannbsp;werken. Misschien ben je niet geschiktnbsp;voor het vak. Ik moet zeggen dat iknbsp;op een hele fijne school werk, waarnbsp;ik veel ruimte krijg om me te ontwikkelen. Ze willen me graag houden.

Ik kan een loopbaanplanning opstellen en ik heb interessante taken naast hetnbsp;lesgeven. '


-ocr page 14-

14

illuster . december 1998

illusterzake

Berichten voor Illustersake kunt u vóór 27 januari 1999 sturen naar de redactie. Adres zie colofon, pagina 18.

Zaterdag 27 maart

Universiteitsfonds


Bijzondere leerstoelen Twee bijzonder hooglerarennbsp;hielden in dit najaar hun oratie.nbsp;Professor dr. Titia koenen,nbsp;benoemd op de leerstoel Juridischenbsp;vrouwenstudies, sprak over de zor-gethiek in het recht. Zij brak eennbsp;lans voor de zorgethiek als alternatief voor de visie die het individunbsp;als persoon op zich beschouwt, watnbsp;het uitgangspunt is van de rechte-nethiek. Zorgethiek, zo betoogdenbsp;zij, plaatst het individu in relatienbsp;tot anderen. En voor die anderennbsp;heb je verantwoordelijkheid ennbsp;zorg. De consequenties van dezenbsp;visie in met name het familierecht,nbsp;zijn evident. Zorg voor anderen isnbsp;kenmerkend voor veel vrouwenlevens, maar zorgarbeid wordt slechtnbsp;beschermd door de wet. In gevalnbsp;van een scheiding van een echtpaar dat op huwelijkse voorwaarden is getrouwd, blijft de zorgendenbsp;partij - meestal de vrouw - metnbsp;lege handen achter. Vanuit de zorgethiek geredeneerd, komt datnbsp;anders te liggen en is een evenwichtiger uitkomst mogelijk.

De oratie van Titia Loenen is uitgegeven bij Gouda Quint en verkrijgbaar bij de boekhandel. Titel: 'Zorg als bron van vernieuwing. Beschouwing over gender en recht'.

Het veel bezongen Nederlandse poldermodel in internationalenbsp;context was het onderwerp van denbsp;oratie van professor dr. Maartennbsp;van Rossem. Hij zette enige kanttekeningen bij de lof die ons landnbsp;krijgt toegezwaaid wanneer hetnbsp;gaat om sanering van de verzorgingsstaat zonder de economischenbsp;spankracht en de sociale cohesie tenbsp;verliezen. Het kan verkeren, zonbsp;luidde zijn boodschap. Hoe enthousiast was de mondiale gemeenschap niet over het Japanse model,nbsp;de Aziatische tijgers, en de Zweedse prestatie. En kijk nu eens. In eennbsp;bij tijd en wijle hilarisch betoognbsp;schetste Van Rossem het kortenbsp;geheugen van de media, de tijdelijkheid van beelden en de weinignbsp;steekhoudende argumentatie voornbsp;goede of slechte naam. Eigenlijk isnbsp;er maar één maat die bewijsbaarnbsp;iets zegt over het gemiddelde welzijn van een natie, en dat is denbsp;lengtemaat. En wat dat betreftnbsp;zitten we goed, aldus Van Rossem:nbsp;wij Nederlanders zijn de langstenbsp;mensen.

De oratie van Maarten Van Rossem, getiteld 'Het Nederlandsenbsp;poldermodel in internationalenbsp;context' is uitgegeven door denbsp;faculteit Letteren, en daar verkrijgbaar voor de prijs van f 7,50nbsp;(exclusief verzendkosten).nbsp;Faculteit Letteren Universiteitnbsp;Utrecht, Didi van Soeren, Krommenbsp;Nieuwegracht 46, 3512 HJ Utrecht,nbsp;(030) 253 61 06.

Hoogleraren

Per 1 november 1998 zijn benoemd tot bijzonder hoogleraar: prof. dr.nbsp;L.P.H.M. Buskens op de leerstoelnbsp;'Recht en Cultuur van de Islam'nbsp;(faculteit Rechtsgeleerdheid), prof,nbsp;dr. J.A.M. Raaijmakers en prof. dr.nbsp;A.W. Broekmans op de leerstoelnbsp;'Pharmaceutical Technologynbsp;Assessment' (faculteit Farmacie).

Bestuur

De Algemene Ledenvergadering heeft op 25 september jl. plaatsgevonden in een gezelschap vannbsp;circa zestig aanwezigen. Jaarverslag 1997 en financieel verslagnbsp;1997 passeerden zonder problemen. Ook de benoeming van prof,nbsp;dr. J.F.G. Vliegenthart tot voorzitter van de VUUF werd met applausnbsp;bekrachtigd.

VUUF en universiteit hebben de laatste jaren gezocht naar eennbsp;intensivering van hun samenwerking, met name daar waar het gaatnbsp;om de versterking van de band metnbsp;alumni. Beide besturen hebbennbsp;geconcludeerd dat nu zo langzamerhand het moment gekomen isnbsp;waarop de concentratie van alum-nitaken in één organisatie gestaltenbsp;kan krijgen. De VUUF gaat dezenbsp;functie vervullen. Het bestuur schetste de veranderende eisen die nunbsp;gesteld worden aan de VUUF. In denbsp;functie als universiteitsbrede alum-niorganisatie, wordt de VUUFnbsp;geacht te werken voor alle alumni.nbsp;Een verenigingsstructuur is daarvoor minder geëigend, meent hetnbsp;bestuur. Een stichtingsstructuurnbsp;past beter bij de doelstelling vannbsp;het Universiteitsfonds (groei ennbsp;bloei van de Universiteit Utrecht).

Universiteitsdag voor alle afgestudeerdennbsp;van de Universiteit


Een spraakmakende lezing en een uitgebreide lunch in het Educatorium, boeiende middagprogramma'snbsp;bij faculteiten, optredens van studentenbands bijnbsp;studentenverenigingen en natuurlijk ruimschootsnbsp;gelegenheid om oude bekenden weer eens te spreken;nbsp;het programma voor de komende Universiteitsdag isnbsp;weer divers. De universiteit en het Utrechts Universiteitsfonds nodigen u van harte uit naar Utrecht tenbsp;komen. Reserveer zaterdag 27 maart 1999 dus nu vastnbsp;in uw agenda. In februari krijgt u het completenbsp;programma en een aanmeldingskaart thuisgestuurd.


De volgende faculteiten/-opleidingen organiseren op 27 maart een middagprogramma: Aardwetenschappen, Algemene letteren

De vergadering kon zich vinden in deze argumentatie. Toen hetnbsp;voorstel van het bestuur innbsp;stemming kwam, heeft 90% vannbsp;de aanwezigen (een wettelijkenbsp;vereiste om tot omvorming vannbsp;vereniging in stichting over tenbsp;kunnen gaan) zich uitgesprokennbsp;voor de stichtingsstructuur.nbsp;Daarna kwamen de conceptstatu-ten aan de orde. Principieel puntnbsp;daarin is dat de doelstellingen ennbsp;taken van de vereniging nietnbsp;wezenlijk veranderen, dat ledennbsp;voortaan begunstigers heten, ennbsp;dat statutair wordt vastgelegdnbsp;dat er jaarlijks een begunstigersver-gadering is. Met deze aanvullendenbsp;opmerkingen kon de vergaderingnbsp;het bestuur mandaat geven omnbsp;verder te gaan met zijn werkzaamheden.

Als u meer wilt weten over de VUUF of u wilt aanmelden alsnbsp;begunstiger, neemt u dan evennbsp;contact op met: Bureau VUUF,nbsp;drs. Ineke van de Meenenbsp;Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8,nbsp;3584 CS Utrecht (030) 253 80 25,nbsp;fax (030) 253 80 26nbsp;e-mail: ufonds@ufonds.uu.nl

(o.v.). Algemene literatuurwetenschap, Diergeneeskunde, Economie, Franse taal- en letterkunde. Geneeskunde, Geschiedenis, Italiaan

Internationaal studentennbsp;piano concours

Veronica Yen uit Taiwan heeft het derde Internationaal Studentennbsp;Piano Concours gewonnen. Zij wonnbsp;liefst twee prijzen. De eerste prijsnbsp;met vertolkingen van muziek vannbsp;Chopin en Grieg, en de U-Fondsnbsp;prijs voor de beste vertolking vannbsp;het Nederlandse werk 'Inscriptiesnbsp;voor piano' van Peter Schat.nbsp;Het niveau van de deelnemersnbsp;was hoog, vond de jury. En het

Veronica Yen viel tweemaal in de prijzennbsp;se taal- en letterkunde,nbsp;Nederlandse taal- en letterkunde, Natuur- en Sterrenkunde, Oosterse talen.nbsp;Rechtsgeleerdheid, Ruimtelijke wetenschappen.nbsp;Scheikunde, Sociale Wetenschappen, Spaanse taal- ennbsp;letterkunde. Vrouwenstudies,nbsp;Wijsbegeerte, IVLOS.

De Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen,nbsp;het Utrechts Studentenkoor-en orkest en de reünistenverenigingen van SSR (o.v.),nbsp;Unitas, USC en Veritasnbsp;richten tijdens de lunch eennbsp;meetingpoint in.

Voor meer informatie: (030) 253 26 51.

concours opnieuw zeer geslaagd met een uitverkochte zaal, 21nbsp;deelnemers, en een fors aantalnbsp;U-Fondsleden die de buitenlandsenbsp;studenten gastvrij logies boden.nbsp;Mede namens de organisatie:nbsp;hartelijk dank!

Wisseling van de wacht

De universitaire alumnitaken en de taken van het Universiteitsfonds worden per 1 januarinbsp;1999 gebundeld in één bureau.nbsp;Dat bureau gaat werken ondernbsp;leiding van Leneke Visser, dienbsp;eerder belast was met denbsp;reorganisatie van het Universiteitsfonds. Désirée Majoor,nbsp;die vanuit de universiteit hetnbsp;alumnibeleid uitvoerde, zal hetnbsp;merendeel van haar alumni-werkzaamheden overdragennbsp;aan het alumnibureau. Haarnbsp;werkzaamheden zullen zichnbsp;verplaatsen naar onder meernbsp;het taakveld 'aansluiting studie-arbeidsmarkt'.


-ocr page 15-

illusterzake

december 1998 . illuster


15


Universiteitsmuseum


‘KijkiTaal'- Gebarentaal in Nederland: t/m 28 februarinbsp;1999

Hoe is het om iedereen om je heen een onbegrijpelijke taal te ziennbsp;spreken? Voor horenden een nietnbsp;alledaagse ervaring. Voor doven denbsp;dagelijkse praktijk. In de tentoonstelling zijn alle facetten van denbsp;Nederlandse Gebarentaal te ziennbsp;en te ondervinden. De wereld isnbsp;hier voor even omgedraaid; denbsp;gebarentaal is de voertaal.

Bij de tentoonstelling hoort een activiteitenprogramma. Bij allenbsp;activiteiten is een doventolk aanwezig en ze zijn daardoor voornbsp;doven en horenden toegankelijk.nbsp;Het programma:

20 december, 7 februari

14.00 en 15.30 uur

Het Gebarenkwartet door John van Gelder, Mieke Julien.

Het handtheater speelt met de bezoekers het gebarenkwartet.nbsp;Voor 9 jaar en ouder.

22 of 23 december

14.00 en 15.30 uur Vertelmiddag. Verhalen voor hetnbsp;hele gezin. Vanaf 5 jaar. Naderenbsp;informatie bij het museum.

29 december 14.00 en 15.30 uur De Gebarenfabriek- een les innbsp;gebarentaal door Tony Bloem.nbsp;Voor volwassenen en kinderennbsp;vanaf 10 jaar.

17 januari 14.00 en 15.30 uur Verdwaald in het gebarenbos doornbsp;Minnekus de Groot. Tweetaligenbsp;kindervoorstelling over een horendnbsp;kind dat verdwaalt en in de wereldnbsp;der doven terechtkomt. Vanafnbsp;5 jaar.

24 januari 14.00 uur

Wat vertelt gebarentaal over het menselijk taalvermogen? doornbsp;Liesbeth Koenen.

15.30 uur Gebarentaal en muziek door Gerdinandnbsp;Wagenaar/Mindy Brown.

Gevoelens

Lezingen met demonstratie.

31 januari 14.00 en 15.30 uur De bavianenkoning door Hugonbsp;Brasz.

De bavianenkoning is een theatrale vertelvoorstelling over een Afrikaanse jongen, die een luipaardnbsp;moet doden. Na een spannendenbsp;jacht stuit hij op een bavianenstamnbsp;wiens koning hem uitdaagt voornbsp;een gevecht.

28 februari 14.00 en 15.30 uur De gebarenvertellers door Joninbsp;Oyserman, Selena Waas en Jellenbsp;Postma.

Verhalen kunnen net zo goed in gebarentaal als in het Nederlandsnbsp;verteld worden. Aankomendnbsp;docenten gebarentaal vertellennbsp;hun eigen verhaal. Voor horendennbsp;is er een toelichting in hetnbsp;Nederlands.

U kunt zich aanmelden voor de activiteiten via telefoonnummernbsp;(030) 253 80 08 of per faxnbsp;(030) 253 87 00. Voor zover er op 'nbsp;de dag zelf nog plaatsen beschikbaar zijn, kunt u ook dan nognbsp;een plaatsbewijs krijgen. De toegang tot de activiteiten is bij denbsp;prijs van het museumbezoeknbsp;inbegrepen.

Het programma is mogelijk gemaakt door een bijdrage uit hetnbsp;VSB Fonds.

'Geleerd in Utrecht' over de historie van hetnbsp;universitair onderwijs innbsp;Utrecht

Deze permanente expositie biedt een kijkje achter de schermen vannbsp;het onderwijs aan de Utrechtsenbsp;universiteit, in de negentiende ennbsp;het begin van de twintigste eeuw.nbsp;Het hart van de tentoonstelling innbsp;de 'Utrechtzaal' wordt gevormdnbsp;door een negentiende-eeuwse collegezaal met een dertigtal zitplaatsen, die is gebruikt door anatomie-studenten aan het Janskerkhof.nbsp;Universiteitsmuseumnbsp;Lange Nieuwstraat 106,nbsp;3512 PN Utrechtnbsp;(030) 253 80 08nbsp;info-lijn (030) 253 80 07nbsp;fax (030) 253 87 00nbsp;internet: www.museum.uu.nlnbsp;Bereikbaar: vanaf Utrecht CS bus 2nbsp;en 22, halte Universiteitsmuseumnbsp;open: dinsdag t/m zondagnbsp;11.00 - 17.00 uur (gesloten opnbsp;1 januari, 30 april, 24, 25 en 31nbsp;december); rondleiding opnbsp;afspraak via (030) 253 80 08nbsp;toegang: f 7,50nbsp;(6-18 jaar f 3,75; MJK gratis)nbsp;Het Universiteitsmuseum isnbsp;vrijwel geheel rolstoelvriendelijk.

Ingezonden brief: De ethiek van professor dr. Geert Blijham

In Illuster van september 1998 werden wij getrakteerd op een interview met Geert Blijham, hoogleraar interne geneeskunde in Utrecht, bestuursvoorzitter van het AZU, en tot voor kort voorzitter van denbsp;commissie medische ethiek (!) van het AZU. Maarten Evenblij was denbsp;auteur en het interview vond plaats naar aanleiding van het boeknbsp;quot;Op het scherp van de snedequot; van Heleen Dupuis over de grenzen vannbsp;het medisch handelen. Blijham vindt, dat het curriculum van aankomende artsen wel aandacht besteden aan vragen over de grenzen vannbsp;het behandelen en komt met een klassiek voorbeeld, dat hij zijn studenten voorschotelde, van de patiënt, die de eerste hulp binnennbsp;gebracht wordt met zijn maag vol pillen na een zelfmoordpoging.nbsp;Het basale medische verhaal is, dat zelfmoord beschouwd wordt alsnbsp;een hulpvraag en dat reanimatie geboden is, tenzij dit zou leiddennbsp;tot een buitengewoon vegetatief bestaan van de patiënt. Blijhamnbsp;stelt vervolgens de vraag: quot;Wat doe je als de patiënt elke maand eennbsp;keer terugkomt? Kom je dan toch niet in de verleiding om te zeggen:nbsp;Laat maar gaan om van het gedonder af te zijn?quot; (mijn cursivering).nbsp;Wat een ethiek krijgen de toekomstige artsen aan de Utrechtse universiteit voorgeschoteld. Wat een dédain en gebrek aan respect voornbsp;de patiënt in psychische nood met een serieuze doodswens of roepnbsp;om hulp spreekt uit deze vraag van Blijham.

Opvallend in het verhaal is, dat de patiënt elke maand terugkomt. Het gedonder voor de patiënt om elke maand opnieuw pillen te moeten verzamelen voor een herhaalde poging of om te zoeken naar eennbsp;effectievere methode zullen we maar buiten beschouwing laten.nbsp;Wel kun je je afvragen wat gedaan is met de quot;hulpvraagquot;. Als hetnbsp;goed is heeft de patiënt na het leegpompen van de maag goedenbsp;psychiatrische hulp gekregen bij het zoeken naar de oorzaak vannbsp;de doodswens. Helaas moet gevreesd worden, dat adequate psychiatrische hulp gekregen bij het zoeken naar de oorzaak van de doodswens. Helaas moet gevreesd worden, dat adequate psychiatrischenbsp;patiënten in de gezondheidszorg laat nog altijd veel te wensen over.nbsp;Er zou al wat gewonnen zijn, als deze patiënten met hetzelfdenbsp;respect bejegend werden als bijvoorbeeld hartpatiënten, om te beginnen door iemand als Blijham, die door zijn positie een voorbeeldfunctie heeft. Misschien kan dan ook nog eens de situatie bereiktnbsp;worden, dat de noodzakelijke behandeling van psychiatrische ziektennbsp;net zo vanzelfsprekend is als van somatische kwalen.

T. Bloemers-Alma, Nijmegen


De Uitwijk

Cultureel studenten centrum De Uitwijk

Adreswijziging: driemaal is scheepsrecht! Het Cultureel Studenten Centrum de Uitwijk gaatnbsp;voor de derde keer in zijn 25-jarignbsp;bestaan naar een tijdelijke behuizing: de westtraverse in de laagbouw tussen Trans II (Van Unnik-gebouw) en het Educatorium opnbsp;De Uithof.

Nog steeds is de Uitwijk een gezellig trefcentrum voor iedereen in De Uithof. Er is een uitgebreidenbsp;leestafel met kranten en tijdschriften; er zijn spelletjes, (gratis) films,nbsp;muziek en TV. Ook staat er weernbsp;een (creatief) cursusprogramma opnbsp;stapel. Een greep uit het aanbod;nbsp;fotografie, tekenen, schilderen,nbsp;keramiek, boekbinden, inleidingnbsp;filosofie, ethiek, mens en dier,nbsp;algemene inleiding kunstgeschiedenis, architectuur, straatmeubilair,nbsp;niet-westerse kunst, kalligrafie etnbsp;cetera. Ook alumni zijn van hartenbsp;welkom! Zij kunnen tot een jaar nanbsp;afstuderen tegen studententariefnbsp;deelnemen aan de cursussen. Denbsp;cursus-informatie-markt is op dinsdag 26 januari 1999. Tijdens denbsp;boekenweek (10 t/m 20 maart) zalnbsp;er een Tweedehands Literairenbsp;Boekenmarkt plaatsvinden in denbsp;hal van het Educatorium.

Wilt u een cursusrooster ontvangen of meer informatie over de Tweedehands Literaire Boekenmarkt?nbsp;Schrijf, bel of mail ons.nbsp;Bezoekadres: Cultureel Studentennbsp;Centrum de Uitwijk, Universiteitnbsp;Utrecht, Westtraverse tussen Vannbsp;Unnikgebouw en het Educatorium.nbsp;Bereikbaar via de Heidelberglaan 2nbsp;(Van Unnikgebouw) en de Leuven-laan 19 (Educatorium).

Postadres: Cultureel Studenten Centrum de Uitwijk, Universiteitnbsp;Utrecht, c/o Bestuurgebouw,nbsp;Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht.nbsp;Telefoon: (030) 253 34 02nbsp;Fax: (030) 253 85 50

E-mail: uitwijk@accu.pobox.uu.nl Internet: www.uu.nl/Uitwijk/

Bèta-bedrijvendagen op 9 en 10 maart 1999

Op dinsdag 9 en woensdag 10 maart vinden de Bèta-bedrijvendagen plaats. Nu al voor het derdenbsp;achtereenvolgende jaar. De organisatie is in handen van de Bèta-bedrijvendagcommissie van de verschillende bèta-studieverenigingen.nbsp;Doel van de bedrijvendag is hetnbsp;bedrijfsleven en studenten dichternbsp;bij elkaar te brengen en studentennbsp;zicht te geven op de ontwikkelingen en mogelijkheden op denbsp;arbeidsmarkt. De bedrijvendagennbsp;zijn bestemd voor studenten, aio'snbsp;en oio's van alle Utrechtse bèta-opleidingen.

Vla deze weg willen wij ook u, als (recent) afgestudeerde van denbsp;Universiteit Utrecht, van hartenbsp;uitnodigen om deel te nemen aannbsp;de Bèta-bedrijvendagen. Dat kannbsp;op twee manieren;

  • - nbsp;Wellicht wilt u zich, na alnbsp;enige tijd gewerkt te hebben,nbsp;heroriënteren op de arbeidsmarkt. Of u hebt nog niet denbsp;juiste baan gevonden. Op denbsp;bèta-bedrijvendag kunt u innbsp;contact komen met een breednbsp;spectrum aan bedrijven. Bij denbsp;bedrijvendagcommissie kunt unbsp;een inschrijfpakket aanvragen.

  • - nbsp;Het is ook mogelijk dat uwnbsp;bedrijf besloten heeft deel tenbsp;nemen aan de bèta-bedrijven-dag middels presentaties of eennbsp;stand op de bedrijvenmarkt. Innbsp;dat geval willen wij u oproepennbsp;met uw bedrijf mee te komennbsp;naar de universiteit op 9 en 10nbsp;maart. De ervaring leert dat studenten het heel waardevol vinden van alumni te horen hoenbsp;het hen vergaan is bij de overstap van universiteit naarnbsp;arbeidsmarkt. Via de bedrijvendagcommissie of uw eigen afdeling Pamp;O kunt u achterhalen ofnbsp;uw bedrijf deelneemt aan denbsp;Bèta-bedrijvendagen.

Voor meer informatie over de Bedrijvendag, een inschrijfpakketnbsp;voor uzelf als deelnemer, of informatie over deelnemende bedrijvennbsp;kunt u contact opnemen met denbsp;Bèta-bedrijvendagcommissie 1999.nbsp;Bèta-bedrijvendagcommissienbsp;Achter Sint Pieter 25nbsp;3512 HR Utrechtnbsp;telefoon: (030) 253 63 84nbsp;fax: (030) 253 63 95nbsp;e-mail: betabd@cs.uu.nl


-ocr page 16-

illusterzake

i6 illuster . december 1998


Oude kaarten bij Solaris

Op 11 november konden geïnteresseerden de lezing quot;Kaarten vertellen: de kaart als spiegel vannbsp;de zeventiende-eeuwse Nederlandse cultuurquot; bijwonen in de collegezaal bij Universiteitswinkel Solaris.nbsp;De lezing is tot stand gekomen innbsp;samenwerking met de faculteitnbsp;Ruimtelijke Wetenschappen ennbsp;werd gegeven door prof. dr. G.nbsp;Schilder.

Schilder is benoemd op de unieke leerstoel Historische Kartografienbsp;binnen de faculteit Ruimtelijkenbsp;Wetenschappen. Hij is leider vannbsp;EXPLOKART, een onderzoeksprogramma waarmee Utrecht hetnbsp;wetenschappelijk centrum vormtnbsp;voor onderzoek naar de geschiedenis van de cartografie in Nederland. Het onderzoek heeft geresulteerd in een groot aantalnbsp;standaardwerken op dit vakgebied, als de Monumenta Carto-graphica Neerlandica.

Solaris heeft zes schitterende facsimile's van verschillende originele kaarten in haar assortiment.nbsp;Op bovenstaande afbeelding zietnbsp;u een detail van de kaart vannbsp;Holland, in 1608 uitgegeven doornbsp;Willem Jansz. Blaeu. De kaartennbsp;zijn alleen bij Solaris te verkrijgennbsp;(vanaf ƒ 44,95) en kunnen opnbsp;verzoek worden ingelijst. U kuntnbsp;ook telefonisch bestellen ofnbsp;via e-mail.

Solaris, Drift 13 open van 13:00 tot 17:00 uurnbsp;(030) 253 60 53nbsp;e-mail: Solaris@pobox.accu.uu.nl.

Faculteiten


Aardwetenschappen

Vulkanologische excursie Italië

Enkele medewerkers van de faculteit Aardwetenschappen hebben, op privé-basis, het initiatief genomen om medio april 1999 voornbsp;niet-geologen een vulkanologischenbsp;excursie te organiseren naar denbsp;actieve vulkanen van Italië, ondernbsp;wetenschappelijke leiding van eennbsp;geoloog/vulkanoloog. Deelname isnbsp;niet exclusief voorbehouden aannbsp;alumni, ook andere geïnteresseerden kunnen inschrijven.

De reis, die twee weken duurt, ziet er globaal als volgt uit: Vliegen naarnbsp;Napels en naar hotel. Dagexcursiesnbsp;naar de quot;Campi Flegreiquot; (=vurigenbsp;velden), een groot vulkanisch gebied

Studentenleven


UVSV/NWSU

In 1999 viert het UVSV/NWSU haar honderjarig bestaan. In het kadernbsp;van dit lustrum worden er velenbsp;activiteiten georganiseerd. Hetnbsp;programma in maart en april zietnbsp;er als volgt uit:

Maart 1999

Onthulling Eeuwboek. Aan dit boek wordt reeds 7 jaar gewerktnbsp;door reünisten. In het Eeuwboeknbsp;zal de honderdjarige geschiedenisnbsp;van de U.V.S.V./ N.V.V.S.U. op unieke wijze beschreven worden.

15 Maart. Opening tentoonstelling. De tentoonstelling zal een overzicht geven van de verenigingnbsp;door de jaren heen en staat minimaal een halfjaar opgesteld in hetnbsp;Universiteitsmuseum. Op 15 maartnbsp;wordt het Eeuwboek aangebodennbsp;en de tentoonstelling geopend.

9 april 1999 Het Europa Congres. Er wordt een vernieuwende opzet nagestreefd waarbij Europanbsp;centraal zal staan. Vanuit viernbsp;onderwerpen wordt de Europesenbsp;eenwording kritisch besproken.nbsp;Studenten van alle faculteiten uitnbsp;Utrecht kunnen hier naar toe.nbsp;Het Congres is toegankelijk voornbsp;alle Utrechtse studenten en anderenbsp;studenten die in de Europese eenwording zijn geïnteresseerd. Studenten en bedrijven discussiërennbsp;over vier thema's:

netto positie van Nederland met betrekking tot (het investerennbsp;en ontvangen vanuit) deelnamenbsp;aan de Europese Unie

invloed van de media op de publieke opinie

democratische gehalte van de Unie en het Europees Parlement

Europa en mensenrechten. ten noorden van Napels met sterkenbsp;bodembewegingen, die in de stadnbsp;Pozzuoli gedemonstreerd wordennbsp;door een Romeinse tempel die nanbsp;eeuwen weer uit zee is verrezen.nbsp;Tevens een bezoek aan de Romeinsenbsp;arena in die stad. Verkenning van denbsp;nog steeds actieve vulkaan ' lanbsp;Solfatara'. Beklimming van denbsp;uitgedoofde vulkaan Monte Nuovo,nbsp;die in 15-e eeuw een eenmaligenbsp;uitbarsting kende.

Bezoek aan de opgegraven resten van Herculaneum. Rustdag.nbsp;Bezoek aan het stedelijk museumnbsp;van Napels, met originelen uit denbsp;door de uitbarsting van de Vesuvius bedolven steden. Excursie naarnbsp;Pompeji. Dan naar de krater ennbsp;hellingen van de gevaarlijkste vulkaan van Italie, de Vesuvius, met

Voornamelijk binnen de Europese Unie.

Meer informatie over deze activiteiten en de activiteiten dienbsp;voor mei zijn gepland kunt unbsp;krijgen bij het UVSV/NWSU.nbsp;Drift 19, 3512 BR Utrecht, (030)nbsp;2308030, Titia van Sminia.

S.S.R.-N.U. dé algemeen christelijke studenten-gezelligheidsvereniging

  • 5.5. R.-N.U. is de algemeen christelijke studentengezelligheidsvereni-ging van Utrecht met ongeveer 150nbsp;actieve leden. Deze verenigingnbsp;heeft een eigen pand aan denbsp;Oudegracht waar zij haar socië-teitsavonden houdt. S.S.R.-N.U. isnbsp;de materiële voortzetting van

    • 5.5. R.-U..

  • 5.5. R.-N.U. heeft verschillende activiteiten voor reünisten. Elk jaarnbsp;organiseert de landelijke Reünistennbsp;Organisatie (R.O.) van alle S.S.R.-afdelingen in het land een congres.nbsp;Ook S.S.R.-N.U., de enige nognbsp;christelijke S.S.R. in Nederland, isnbsp;natuurlijk aanwezig op dat congres. Daarnaast hebben wij eennbsp;eigen Reünisten Vereniging (R.V.).nbsp;Deze vereniging organiseert innbsp;samenwerking met S.S.R.-N.U. verschillende activiteiten voor in denbsp;eerste plaats de reünisten, maarnbsp;ook voor leden van S.S.R.-N.U..

Zo is er jaarlijks een reünistendag met een diner en een feest, eennbsp;Algemene Ledenvergadering ennbsp;zijn er jaarlijks wisselende activiteiten als bijvoorbeeld een dag zeilennbsp;op de Loosdrechtse Plassen. Het isnbsp;zeer waardevol om deze contactennbsp;met andere oud-leden te hebben.nbsp;Er worden herinneringen opge-spectaculair uitzicht op de oude ennbsp;toekomstige rampgebiedennbsp;Na 4-5 dagen 's nachts overstekennbsp;(ca 12 uur varen) naar het vulkanisch zeer actieve eiland Strombolinbsp;, waar na aankomst olv eennbsp;beroepsgids deze actieve vulkaannbsp;beklommen wordt, (BOOmeter, zeernbsp;pittige klim) als de vulkaan tenminste niet te actief is. De volgendenbsp;dag een boottocht rond het eilandnbsp;voor beter inzicht in de opbouwnbsp;van de vulkaan. Dan door metnbsp;draagvleugelboot naar Lipari. Daarnbsp;tijd voor theorie, toegelicht aan denbsp;hand van een voettocht over denbsp;uitgedoofde vulkaan Monte Pilato.nbsp;Rustdag: het lokale museum laatnbsp;veel zien van de vroegste (ca 5000nbsp;BC) en latere bewoners van dezenbsp;eilandengroep. Dagexcursie naarnbsp;het eiland Vulcano met beklimming van die ca 300 meter hogenbsp;haald uit het studentenleven bij

  • 5.5. R.-N.U. en men verliest elkaarnbsp;zo niet uit het oog. Mochtennbsp;oud-leden geïnteresseerd zijnnbsp;reünistenbijeenkomsten dannbsp;kunnen zij altijd contact opnemennbsp;met het bestuur der Afdeling.

Op 27 maart 1999 organiseert de Universiteit Utrecht een alumnidag.nbsp;Op deze dag is S.S.R.-N.U. natuurlijk ook vertegenwoordigd. Er zalnbsp;een kraampje staan met S.S.R.-N.U.-leden en wellicht ook metnbsp;leden van de Reünisten Vereniging.nbsp;Ook daar kunt u terecht voornbsp;verdere informatie en eventuelenbsp;vragen. Tot ziens op zaterdag 27nbsp;maart!

  • 5.5. R.-N.U., Oudegracht 32,nbsp;3511 AP Utrecht,

(030) 2316929.

Veritas 110 Jaar

Het Collegium Studiosorum Veritas werd opgericht in mei 1889. Eennbsp;simpele rekensom leert eeniedernbsp;dat 1999 het jaar is waarin dannbsp;de 110e dies, oftewel het 22enbsp;Lustrum, wordt gevierd. Dit vereni-gingsjaar zal dan ook in het tekennbsp;staan van de viering van dit grootse feest. In drie zogenaamde Lus-trumblokken (oktober, februari ennbsp;mei) zal op alle mogelijke manieren dit heuglijke feit gevierdnbsp;worden. Met quot;Lof der Zotheidquot;nbsp;als thema zal een breed scala aannbsp;activiteiten en feesten georganiseerd worden, niet alleen voornbsp;Veritijnen, maar ook voor de helenbsp;stad Utrecht. Naast het 22e Lustrum is Veritas ook bezig met denbsp;dag van morgen. Als één van denbsp;weinige verenigingen heeft Veritasnbsp;nog niet geleden onder de verhoogde studiedruk bij de studenten van de jaren '90. Op hetnbsp;actieve vulkaan. Na ca. 3 dagen:nbsp;Oversteek naar Milazzo in Sicilië,nbsp;transfer per bus of trein naar Catania.nbsp;Dagexcursie olv beroepsgids naarnbsp;de kraters van de Etna, (gt;3000nbsp;meter hoog!, onder voorbehoudnbsp;mbt de activiteit van de Etna).nbsp;Volgt nog een dag rond de Etna,nbsp;leren herkennen van verschillendenbsp;lava-flows. Bezoek aan door denbsp;Grieken gestichte stad Syracuse ennbsp;eventueel aan andere Siciliaansenbsp;hoogtepunten. Terugvlucht vanuitnbsp;Catania De kosten bedragen ongeveer ƒ2.800,-. Maximaal aantalnbsp;deelnemers: ca 16.

Belangstelling? Neem dan contact op met: B. 't Hart, Faculteitnbsp;Aardwetenschappen, Budapestlaannbsp;4, 3584 CD Utrecht ofnbsp;b.thart@geo.uu.nl (030) 2205592nbsp;(buiten kantoortijd).nbsp;b.thart@wxs.nl.

moment is Veritas met haar 1800 leden de grootste studenten-gezelligheidsvereniging vannbsp;Utrecht. Het spreekt voornbsp;zich dat dit gevolgen heeft voornbsp;onder andere de huisvesting. Vandaar dat Veritas al enkele jarennbsp;bezig is met de planning van eennbsp;grootscheepse verbouwing dienbsp;ook het Eigen Huis 'millenium-proof' zal maken. De dag van vandaag en de toekomst alleen makennbsp;Veritas niet tot de vereniging dienbsp;zij nu is. Uiteraard hebben denbsp;afgelopen 110 jaar daarin eennbsp;nog veel grotere hand gehad.nbsp;De Reünisten Vereniging Veritas isnbsp;bij uitstek het orgaan om het verleden levend te houden. Ondernbsp;andere in het licht van het Lustrumnbsp;en de verbouwing is de RW opnbsp;zoek naar oud leden van Veritasnbsp;die alsnog lid willen worden vannbsp;de Reünisten Vereniging. Degenennbsp;die interesse hebben kunnennbsp;contact opnemen met:

Judith Fielen, Prinsenstraat 9 3581 JR Utrecht (030) 2521095.

Studentenvereniging Internationalenbsp;Betrekkingen

Tot het tegendeel is bewezen, is SIB nog steeds de meest actievenbsp;vereniging van Utrecht. Reünistennbsp;worden door middel van het bladnbsp;quot;Ad Infinitumquot; op de hoogtenbsp;gehouden van alles war er gebeurtnbsp;binnen de vereniging. Wilt u ooknbsp;reünist worden?

Bel, schrijf, fax of mail dan naar: SIB-Utrecht, Kruisstr. 201, k 2.04,nbsp;3581 GK, Utrecht, (030) 2532884nbsp;(op werkdagen van 13.00 tot 17.00nbsp;uur), fax (030) 2538775,nbsp;e-mail: sib@phys.uu.nl, internet:nbsp;http://www.phys.uu.nl/~sib.


-ocr page 17-

illusterzake

december 1998 . illuster 17

Onderwijs

Informatie over postacademisch onderwijs, postdoctoraal onderwijs, contractonderwijs en open cursussen.

Vraag de overzichtsbrochure aan: (030) 253 26 70, of e-mail: studievoorlichting@csc.use.uu.nl


Rechtsgeleerdheid

Education Permanente... het maatschappelijk mottonbsp;van de Jaren 90!

Het recht is voortdurend in ontwikkeling. Daarom biedt de rechtenfaculteit cursussen voor bijscholing in recente ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie en cursussen ter verdieping van de juridischenbsp;kennis op gebieden die voor denbsp;beroepsuitoefening van belang zijn.nbsp;Het komend voorjaar wordennbsp;onder meer de volgende cursussennbsp;aangeboden:

Actualiteiten bestuursprocesrechtnbsp;Verdieping milieurechtnbsp;Schadevergoeding in hetnbsp;bestuursrecht

Internationaal handelsverkeer Formeel belastingrecht:nbsp;belangrijke wijzigingen innbsp;verband met aanpassing aannbsp;de Awb per 1-1-1999nbsp;Deelnemingsvrijheid ennbsp;fiscale eenheidnbsp;Actualiteitennbsp;ambtenarenrechtnbsp;Actualiteiten arbeidsrechtnbsp;Recente jurisprudentienbsp;strafrecht

Multi-culturaliteit en strafrecht

Aansprakelijkheid en schadevergoeding bijnbsp;letselschade

Recente ontwikkelingen in het mediarechtnbsp;Contracten makennbsp;Europees privaatrechtnbsp;Juridische aspecten vannbsp;de elektronische snelwegnbsp;Specialisatie gezondheidsrechtnbsp;Adviesvaardigheden voornbsp;advocaten

Presenting in English for lawyers

Begin januari 1999 komt de nieuwe brochure uit met hierin het complete programma. Deze kunt unbsp;telefonisch aanvragen bij hetnbsp;Bureau Post Academisch Onderwijs,nbsp;(030) 253 70 211253 70 22.

E-mail: JPAO@law.uu.nl

Sociale Wetenschappen

De faculteit Sociale wetenschappen biedt vele contractcursussen aan.nbsp;U kunt een studiegids aanvragennbsp;via telefoonnummer (030) 253 49nbsp;49, of e-mail: contract@fss.uu.nl

Diergeneeskunde

De faculteit Diergeneeskunde organiseert nascholingscursussennbsp;voor afgestudeerden. Daarnaastnbsp;zijn er beperkte mogelijkhedennbsp;voor contractonderwijs.nbsp;Informatie: Stichting PAO-Dierge-neeskunde, Yalelaan 11, Postbusnbsp;85205, 3508 AE Utrecht, (030) 251nbsp;73 74, fax (030) 251 64 90, e-mail:nbsp;paod@pobox.uu.nl,nbsp;www.cc.ruu.nl/paodl

HOVO

Nieuwjaarssymposium op 22 Januari

Wetenschaps-romans en andere 'begidsde tochten' door het ken-nisbestel

Een van de plezierige kanten van levenslang leren is, dat je op jenbsp;gemak kennis kunt nemen van oudenbsp;kennisbestanden en nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap. Bij dienbsp;tochten door het kennisbestel is hetnbsp;prettig een gids bij de hand te hebben. Die gids kan een persoon zijn.nbsp;Het kan echter ook gaan om eennbsp;specialisme in de wetenschap, datnbsp;mede tot taak heeft om begidsdenbsp;tochten te organiseren.

Wat quot;guide toursquot; door personen betreft komen in de eerste plaatsnbsp;romanciers in gedachten. Eennbsp;recent voorbeeld is J.J. Voskuil, dienbsp;de lezer in quot;Het Bureauquot; zijn oudenbsp;instituut laat zien. Boek na boeknbsp;krijgen het instituut, de volkskundenbsp;en eigenlijk ook de wetenschap innbsp;het algemeen reliëf. Het HOVO-nieuwjaarssymposium wil latennbsp;zien, wat romans over de wetenschap kunnen bijdragen tot inzichtnbsp;in de gang van zaken in het weten-schapsbestel.nbsp;Wetenschapsromans mogen, janbsp;moeten zelfs een vertekend beeldnbsp;geven. Daarom kan het zinvol zijnnbsp;om een tweede gids in de schakelen, die uit de wetenschap zelfnbsp;afkomstig is. Die gids is het wetenschapsonderzoek. In het HOVO-nieuwjaarssymposium komt aan denbsp;hand van voorbeelden de vraagnbsp;aan de orde, in hoeverre weten-schapspsychologie, wetenschapssociologie, wetenschapsfilosofie ennbsp;wetenschapsgeschiedenis als gidsennbsp;kunnen optreden.

Biedt de combinatie van weten-schapsliteratuur en wetenschapsonderzoek een bruikbare en prettige ingang tot stukken kennis uit denbsp;geesteswetenschappen, de natuurwetenschappen, de mens- en maatschappijwetenschappen en denbsp;patiëntenwetenschappen?nbsp;Deelname aan het nieuwjaarssymposium 1999 kan vanuit verschillende doelstellingen plaatsvinden.nbsp;Sommigen zullen het symposiumnbsp;als een afzonderlijk gebeuren willen meemaken, benieuwd naar denbsp;spanningsverhouding tussennbsp;wetenschapsroman en wetenschapsonderzoek. Anderen zullennbsp;het symposium als aanloop tot denbsp;HOVO-cursus quot;science of sciencequot;nbsp;gebruiken en het daarbij laten.nbsp;Weer anderen zullen het symposium en de cursus quot;science ofnbsp;sciencequot; als opstap hanteren voornbsp;verdere cursussen, daarbij wellichtnbsp;de reeks cursussen uitbouwend totnbsp;een leergang.nbsp;Nieuwjaarssymposium HOVO:nbsp;quot;Wetenschapsromans en anderenbsp;'begidsde tochten ' door het ken-nisbestelquot;. Op 22 januari 1999,nbsp;9.30 - 12.30 uur; aansluitend lunchnbsp;(12.30 - 13.30 uur) en nieuwjaarsbijeenkomst van quot;Vrienden vannbsp;HOVO Utrechtquot;.

Universiteit Utrecht, Educatorium, De Uithof, Leuvenlaan 19.

Kosten f 35,-, voor leden van quot;Vrienden HOVO Utrechtquot; f 25,-.nbsp;Inlichtingen: prof. dr. H.A. Becker,nbsp;(030) 253 78 03.

Cursusaanbod voorjaar '99 HOVO-Utrecht verzorgt in de eerste helft van 1999 bijna 25 cursussen op velerlei gebieden. Zo starten er in het nieuwe jaar collegesnbsp;over literatuur, muziek, filosofienbsp;en geschiedenis, maar ook overnbsp;stresshantering en het raadsel pijn.nbsp;M//7t u meer weten over het HOVO-cursusaanbod? Vraagt u dan denbsp;folder of studiegids aan bij HOVO-Utrecht, postbus 80125, 3508 TCnbsp;Utrecht, (030) 253 34 83.

IVLOS

Het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardighedennbsp;(IVLOS) verzorgt onder meer de universitaire lerarenopleidingen. Docenten in het voortgezet en hogernbsp;onderwijs kunnen er ook terechtnbsp;voor diverse postdoctorale cursussennbsp;en scholingsprogramma's.

De postdoctorale lerarenopleiding

Deze opleiding leidt op voor een eerstegraads bevoegdheid in achttien schoolvakken. De opleiding kent eennbsp;preservice variant voor wie nog geennbsp;betaalde baan in het onderwijs heeft,nbsp;en een inservice variant voor wie zo'nnbsp;betrekking al vervult. IVLOS biedtnbsp;ook een Engelstalig Internationalnbsp;Postgraduate Teacher Training Coursenbsp;aan wie les wil gaan geven op Engelstalige afdelingen van scholen in hetnbsp;voortgezet onderwijs. Andere varianten zijn in ontwikkeling. Om geïnteresseerden verantwoord de keuzenbsp;voor de lerarenopleiding te latennbsp;maken biedt het IVLOS de cursusnbsp;'oriëntatie op het beroep van leraar'nbsp;aan. De cursusduur bedraagt tennbsp;minste twee maanden en wordtnbsp;gewoonlijk tijdens de doctoraalopleiding gevolgd. Wie al is afgestudeerd, kan de cursus bij wijze vannbsp;contractonderwijs volgen.

Het (na)scholingsaanbod

Het aanbod voor docenten in het voortgezet onderwijs bestaat uitnbsp;enerzijds vakdidactische cursussennbsp;(o.a. de cursussen 'Culturele ennbsp;Kunstzinnige Vorming' en 'Zelfstandig Leren', in het kader van de invoering van de nieuwe twee fase, en denbsp;cursus 'Ontspannen voor de klas'),nbsp;anderzijds programma's voor hetnbsp;hoger en middenkader, gericht opnbsp;personeelszorg, begeleiding vannbsp;leraren, onderwijsvisitaties e.d.nbsp;Docenten in het hoger onderwijs (wonbsp;of hbo) kunnen bij het IVLOS terechtnbsp;voor kortlopende cursussen, workshops, langere opleidingstrajectennbsp;(die kunnen worden samengesteldnbsp;uit de losse cursuseenheden en/ofnbsp;workshops) en individuele trainingnbsp;en begeleiding. Er zijn cursussen ennbsp;workshops op het gebied van onderwijs maken - bijvoorbeeld 'Hetnbsp;maken van zelfstudiematerialen'-onderwijs geven en begeleiden - o.a.nbsp;'Presenteren en college geven' - ennbsp;beoordeling en evaluatie van onderwijs. Ook biedt het IVLOS tweemaalnbsp;per jaar de opleiding 'Didactiek voornbsp;hbo-docenten' aan, bedoeld voornbsp;docenten die moeten voldoen aan denbsp;bij wet gestelde voorwaarden voornbsp;benoeming in het hbo.

Voor opleiders en schoolpracticum-docenten van lerarenopleidingen aan hogescholen tenslotte verzorgt hetnbsp;IVLOS trainingen die zijn gericht opnbsp;het verwerven en verbeteren vannbsp;begeleidingsvaardigheden.

Meer informatie: IVLOS, Postbus 80127, 3508 TC Utrecht, (030)nbsp;253 17 14 of 253 21 94; fax (030)nbsp;253 22 00; e-mail ivlos@ivlos.uu.nl


SâiUn vullen tn f*?! Studiehui«

S. ten Brinke met 'Vakken vullen in het studiehuis'.

Publicaties

Lessen uit Sebrenica

In het kader van de Universitaire Vredesdagen organiseerde hetnbsp;Bureau Studium Generale van denbsp;Universiteit Utrecht in het najaarnbsp;van 1997 het programma Lessen uitnbsp;Srebrenica. Nederland en internationale vredesmissies. Een pluriform gezelschap sprekers, wetenschappers, journalisten, politici ennbsp;militairen bezorgden het publieknbsp;een aantal zeer boeiende avonden.nbsp;De afschuwelijke gebeurtenissen innbsp;Srebrenica vormden de aanleidingnbsp;en het uitgangspunt voor ditnbsp;programma; de toekomst van vredesmissies het centrale thema.nbsp;Deze bundel bevat de lezingen dienbsp;in dit programma zijn gehoudennbsp;door F. Westerman, J.W. Honig,nbsp;D. Leurdijk, J. van der Meulen, P.nbsp;Baehr, A. van der Vlis en W. vannbsp;Eekelen.

De bundel, onder redactie van Jan Weerdenburg, is deel 9801 in denbsp;Studiurn Generale reeks en is verschenen bij uitgeverij Prestige,nbsp;isbn 90 6481 611 5.

Vakken vullen in het studiehuis

Het boek 'Vakken vullen in het studiehuis' is het resultaat van eennbsp;project in het schooljaar 1997/1998nbsp;op 17 middelbare scholen in denbsp;regio Midden-Nederland. Docentennbsp;werkten samen met het Instituutnbsp;voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden (IVLOS) van de Universiteitnbsp;Utrecht in een experiment om denbsp;uitgangspunten van het studiehuisnbsp;in de praktijk te testen. Het boeknbsp;vormt de neerslag van dat experiment. De beschrijvingen van denbsp;praktijkexperimenten zijn onstaannbsp;in de discussie met IVLOS-mede-werkers; daarbij kwamen vrijwelnbsp;alle vakken aan de orde. Het boeknbsp;geeft daarmee een aanzet tot eennbsp;praktische didactiek van het studiehuis. Een zestal didactische principes (actief bezig zijn, optimaliserennbsp;van de leeromgeving, zelfstandignbsp;kiezen, bevorderen van taakbereid-heid, het leren leren en omgaannbsp;met verschillen) worden beschreven en geïllustreerd met denbsp;praktijkervaringen. Van die 6nbsp;principes blijkt er 1 zeer goed tenbsp;werken, 3 heel behoorlijk en 2 watnbsp;minder.

'Vakken vullen in het studiehuis; een praktische didactiek van hetnbsp;studiehuis en resultaten van 20nbsp;praktijkexperimenten'. Redactie J.S.nbsp;ten Brinke, H.H. Diephuis, A. denbsp;Heer, R. van de Kraats en Th.nbsp;Wubbels. Uitgeverij Garantnbsp;Apeldoorn. ISBN 90-5350-764-7.


-ocr page 18-

kwartaal


december 1998 • illuster


19


Een kwartaalkeuze uit de persberichten van promoties, oraties en onderzoek. De persberichten zijn te vinden op internet: http://um’tv.ruu.nl/persberichten.

Veiligheid geneesmiddelen


Hoogleraren


In het komende kwartaal


Thuisverzorging terminale patiënten


Volgens prof.dr. Bert Leufkens, de nieuwe hoogleraar met de leeropdracht farmaco-epidemiologie aannbsp;de faculteit Farmacie, zijn absolutenbsp;uitspraken over de veiligheid vannbsp;geneesmiddelen een brug te ver.nbsp;Leufkens ziet de rol van zijn vakgebied niet zozeer in het absoluutnbsp;bepalen of een geneesmiddel wel ofnbsp;niet veilig is maar veel meer als eennbsp;mogelijkheid om inzicht te geven innbsp;relevante factoren rond werkzaamheid en veiligheid.

De farmaco-epidemiologie volgt het geneesmiddel in de samenlevingnbsp;nadat het geregistreerd is voor toelating op de markt. Leufkens is vannbsp;mening dat een aantal factoren denbsp;veiligheid bepaalt: het middel zelf,nbsp;de groep patiënten die het middelnbsp;krijgt en de manier waarop zij hetnbsp;gebruiken.

Voorkomen en genezen


In zijn proefschrift 'Preventieve geneeskunde tussen plicht en aspiratie' stelt drs. Marcel Verweij datnbsp;medici en zorgverleners die zichnbsp;bezighouden met preventievenbsp;geneeskunde een meer kritischenbsp;houding ten opzichte van hun werknbsp;moeten ontwikkelen. Dat betekentnbsp;dat zij bij een preventieprogrammanbsp;de kosten, de baten en de mogelijkenbsp;ethische problemen analyseren. Opnbsp;die manier kan medicalisering vannbsp;gezonde mensen worden tegengegaan. Wanneer preventie leidt totnbsp;medicalisering ontstaat volgens Verweij een moreel probleem. De pre-ventiepraktijk veronderstelt namelijk een bepaalde moraal: gezondnbsp;zijn is belangrijk en hoort een vannbsp;de hoogste idealen te zijn. Mensennbsp;zouden daarom moeten strevennbsp;naar (behoud van) gezondheid ennbsp;wie dat niet doet is verkeerd bezig.nbsp;quot;Hoewel blijkt dat veel mensen hunnbsp;gezondheid inderdaad heel belangrijk vinden, accepteert lang nietnbsp;iedereen de uiterste consequenties.nbsp;In de praktijk scoort gezondheidnbsp;niet altijd zo hoog. Niemand wilnbsp;ziek worden natuurlijk. Maar het isnbsp;ook niet zo dat iedereen altijd heelnbsp;bewust om wil gaan met zaken dienbsp;ongezond zijn, zoals roken, weinignbsp;bewegen en vet en zout eten. Mensen moeten uiteindelijk zelf kunnennbsp;bepalen wat een goed leven isquot;.

De samenleving vraagt van de wetenschap vrij definitieve uitspraken over de werkzaamheid en veiligheid van geneesmiddelen. Leufkens nam in zijn oratie op 19nbsp;afstand van te veel zwart-wit denken over wie nu wel en wie geennbsp;gelijk heeft als bijvoorbeeld de veiligheid van een geneesmiddel ternbsp;discussie staat. Dat zwart-wit denken biedt volgens hem vooral schijnzekerheden en is op den duur ooknbsp;negatief voor de innovatie van nieuwe medicijnen. De farmaco-epidemiologie is er om te leren wat eennbsp;geneesmiddel doet wanneer hetnbsp;eenmaal op de markt is. Dat lerennbsp;kan een belangrijke bijdrage leverennbsp;aan een betere plaatsbepaling vannbsp;geneesmiddelen in de klinischenbsp;praktijk.

Door de preventiepraktijk wordt de waarde van gezondheid echternbsp;voortdurend onderstreept. Datnbsp;maakt het volgens Verweij steedsnbsp;lastiger om een alternatieve visie opnbsp;'goed leven' te ontwikkelen.nbsp;Verweij promoveerde op dit onderwerp op 6 oktober aan de faculteitnbsp;Wijsbegeerte.

(promotores: prof.dr. F.R. Heeger, prof.dr. H.A.M.J. ten Have)

Marcel Verweij:

Oppassen voor medicalisering


In het komende kwartaal houden de volgendenbsp;hoogleraren hun afscheidscollege (aula van hetnbsp;Academiegebouw,nbsp;Domplein 29, Utrecht omnbsp;16.00 uur)

Prof.dr. E.M.V.M. Honee, Katholieke Theologischenbsp;Universiteit, 18 maart



houden de volgende hoogleraren hun oratienbsp;(aula van het Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht om 16.15 uur):

Prof.dr. G.E.H.M. Kutten, faculteit Geneeskunde,

  • 12 januari

Prof.mr. P.J. Baauw, faculteit Rechtsgeleerdheid,

  • 13 januari

Prof.dr. L. van Doornen, faculteit Sociale

Wetenschappen, 15 januari Prof.dr. F. van Bel,nbsp;faculteit Geneeskunde,

19 januari

Mw. prof.mr. C. Kessedjian, faculteit Rechten, 20 januarinbsp;Mw. Prof.dr. J. Frishman,nbsp;Katholieke Theologischenbsp;Universiteit, 28 januarinbsp;Prof.dr. H. Dekker,nbsp;faculteit Sociale wetenschappen, 12 februarinbsp;Prof.dr. R. Koole,nbsp;faculteit Geneeskunde, 2 maartnbsp;Prof.dr. A.J. Rabelink,nbsp;faculteit Geneeskunde, 9 maartnbsp;Mw.prof.dr. M.E.Everts,nbsp;faculteit Diergeneeskunde,

11 maart

Prof.dr. A.P. Hogenkamp, faculteit Letteren, 12 maartnbsp;Prof.dr. A. Hagenbeek,nbsp;faculteit Geneeskunde,

16 maart

Prof.dr. W.F. Denslagen, faculteit Letteren, 19 maartnbsp;Prof.dr. T.A. Boon,nbsp;faculteit Geneeskunde,

23 maart

Prof. dr. B. Hessel, faculteit Rechten, 24 maart

Patiënten met een ongeneeslijke vorm van kanker die afhankelijk zijnnbsp;van zorgtechnieken kunnen heelnbsp;goed thuis worden verzorgd. Artsennbsp;en wijkverpleegkundigen zijn zeernbsp;wel in staat om de zorgtaken vannbsp;het ziekenhuis over te nemen. Denbsp;verzorging thuis is prettiger voor denbsp;patiënt en bovendien kostenbesparend. Voorwaarde voor verplaatsingnbsp;van de zorg is dat bepaalde zorgtechnieken die in het ziekenhuisnbsp;worden toegepast ook thuis kunnennbsp;plaatsvinden. Het gaat dan voornamelijk om infusietherapie: het toedienen van vocht, bloed of antibiotica via een infuus. De aanwezigheidnbsp;van een 24-uurs steun- en coördina-tieteam vanuit het ziekenhuis speeltnbsp;hierbij een belangrijke rol. Tot dezenbsp;conclusies komt promovenda drs. Elsnbsp;Witteveen na onderzoek onder 297nbsp;patiënten in de regio Utrecht.quot;Huis-artsen en wijkverpleegkundigennbsp;kunnen altijd terugvallen op ditnbsp;team. Niet alleen voor advies maarnbsp;bijvoorbeeld ook als er midden in denbsp;nacht iets met de patiënt aan denbsp;hand is. Dat betekent voor denbsp;patiënt dat er 24 uur per dagnbsp;iemand is op wie ze een beroepnbsp;kunnen doen, net als in het ziekenhuisquot;. De behandelingskosten pernbsp;dag in het ziekenhuis bedragennbsp;ongeveer 1500 gulden per patiënt,nbsp;thuis lopen die kosten flink terug en

Kiesrecht vreemdelingen


Het toekennen van bovenlokaal stemrecht aan vreemdelingen wordtnbsp;in Nederland en België tegengehouden door de centrum-rechtse politiek. Het staatsburgerschap blijftnbsp;voor deze politici voorwaarde voornbsp;uitoefening van dat kiesrecht omdatnbsp;zij verregaande assimilatie noodzakelijk vinden voor deelname aannbsp;de politieke praktijk. Tot dezenbsp;conclusie komt drs. Dirk Jacobs.

Hij promoveerde op 9 oktober aan de faculteit Sociale Wetenschappennbsp;op een vergelijkend onderzoek naarnbsp;het parlementaire debat over hetnbsp;kiesrecht voor vreemdelingen innbsp;Nederland en België. Volgens Jacobsnbsp;zal algemeen kiesrecht voor vreemdelingen op alle politieke niveausnbsp;niet snel plaatsvinden. Daar is nameliggen dan tussen de 400 en

500 gulden.

Els Witteveen is op 5 november gepromoveerd bij de faculteitnbsp;Geneeskunde, (promotores:nbsp;prof.dr. G.H. Blijham, prof.dr.nbsp;A.J.P. Schrijvers)

Els Witteveen: Thuisverzorging vaak prettiger

lijk een grondwetwijziging voor nodig en die is alleen mogelijk metnbsp;de steun van centrum-rechts. quot;Denbsp;status quo blijft dus gehandhaafdnbsp;maar het weigeren van kiesrechtnbsp;aan vreemdelingen ondergraaftnbsp;wel de fundamenten van denbsp;democratiequot;, (promotor: prof.dr.nbsp;E.P.J.M. Eibers, co-promotores:nbsp;dr. R. Maier, dr. A.E. Komter)


-ocr page 19-

illuster . december 1998


illusterzake


Colofon


Publicaties

Minnaertgebouw

In maart van dit jaar werd in de Uithof het Minnaertgebouw innbsp;gebruik genomen. Architect Willemnbsp;Jan Neutelings kreeg van opdrachtgever Universiteit Utrecht voor zijnnbsp;plannen meer vrijheid dan bij hetnbsp;'gemiddelde kantoorcomplex'nbsp;gebruikelijk is. Het resultaat mag ernbsp;dan ook zijn. Het Minnaertgebouwnbsp;oogt als een oase in een betonwoe-stijn. Uitgeverij 010 heeft er eennbsp;prachtig fotoboek over uitgebracht.nbsp;De lezer/kijker wordt in zwart-witnbsp;en kleur meegenomen door hetnbsp;gebouw. Plattegronden en poetische teksten geven uitleg over functie van de ruimtes en inzicht in denbsp;filosofie van de architect, dienbsp;samengevat luidt: 'Probeer op eennbsp;zo interessant mogelijke manier omnbsp;te gaan met de elementen die jenbsp;hebt'. Voorbeeld hiervan is het vernuftige systeem van hergebruik ennbsp;zuivering van regenwater.nbsp;Minnaertgebouw=Minnaert building. Uitgeverij 010; ISBN 90 6450nbsp;354-0; FL.39,50.

Opening Academisch jaar

Op 31 augustus j.l. werd het academisch jaar van de Universiteit Utrecht geopend. Bij die gelegenheid sprak collegevoorzitter drs.nbsp;J.6.F. Veldhuis over 'De universitésnbsp;industrie' en hield rector magnificus prof.dr. H.O. Voorma een redenbsp;met als titel 'Diep, breed en nu verder'. Beide redes zijn opgenomennbsp;in de brochure 'Opening Academisch Jaar '98-'99'.

De sprekers constateren dat univer-

Informatie voor deze rubrieken gaarne toezenden aan de redactie onder vermelding vannbsp;'Publicaties' of 'Personalia'.nbsp;siteiten uit hun geïsoleerde positienbsp;moeten komen. Universitaire onderzoekers zouden zich meer moeten bekommeren om de maatschappelijke bruikbaarheid van hunnbsp;werk. Ondanks stijgende studentenaantallen en toegenomen behoeftenbsp;aan hoger opgeleiden staan denbsp;universiteiten voor een bezuinigingnbsp;van in totaal 300 miljoen. Behalvenbsp;de universiteiten lijkt niemand zichnbsp;daar druk om te maken. Een beangstigende ontwikkeling, aldusnbsp;Veldhuis en Voorma. Met de bezuinigingen dreigt de infrastructuurnbsp;van het wetenschappelijk onderzoek te worden aangetast. Dalingnbsp;van investeringen leidt op termijnnbsp;tot terugval in kennisproductie ennbsp;internationale concurrentiepositie.nbsp;Extra financiële impulsen zijn dusnbsp;nodig. Veldhuis en Voorma pleitennbsp;voor een sterkere binding van hetnbsp;Utrechtse onderwijs en onderzoeknbsp;met belangrijke maatschappelijkenbsp;vraagstukken. Voorma: quot;denbsp;Universiteit Utrecht zal behalvenbsp;klassiek ook ondernemend moetennbsp;zijn.quot;

De brochure 'Opening Academisch Jaar '98 - '99' is verkrijgbaar bij hetnbsp;Communicatie Service Centrum vannbsp;de Universiteit Utrecht, telefoonnbsp;(030) 253 2572.

Een vriendschap met West-Afrika

Hens Kraemer (1958) studeerde culturele antropologie in Utrecht. Na zijn studie werkte hij van 1988 totnbsp;1993 in Burkina Faso en Senegalnbsp;voor de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigdenbsp;Naties. In deze periode woondenbsp;Hens Kraemer twee jaar samen metnbsp;de Burkinees Pascal Zalla. Kraemer:nbsp;quot;Ik besef dat het een voorrechtnbsp;was om de reus, de man van Faso,nbsp;te ontmoeten, deze goedmoedigenbsp;en bijna altijd goed gehumeurdenbsp;levenskunstenaar. Ons vermogennbsp;alles uitgebreid te bespreken heeftnbsp;tot vriendschap geleid.quot; In zijnnbsp;boek 'De assistent en zijn deskundige' beschrijft Kraemer deze vriendschap. quot;Een vriendschap met eennbsp;persoon, maar ook met een deelnbsp;van de wereld.quot;

'De assistent en zijn deskundige, een vriendschap met West-Afrika’nbsp;van Hens Kraemer is uitgegeven bijnbsp;DABAR-LUYTEN in Heeswijk. ISBN:nbsp;90 6416 343 x. Prijs: 29,50.

Personalia

Prof.dr. Gerard van Koten, hoogleraar organische synthesenbsp;en decaan van de faculteit Scheikunde is de meest geciteerdenbsp;Nederlandse chemicus in denbsp;periode van 1981 tot juni 1997.nbsp;Met 355 artikelen en 5288 citatiesnbsp;neemt Van Koten op de 'wereld-citatieranglijst' de 141e plaats in.nbsp;Dit blijkt uit cijfers van het ISInbsp;(Institute for Scientific Information)nbsp;in Philadelphia. Het ISI analyseerdenbsp;de artikelen die in de genoemdenbsp;periode zijn gepubliceerd in eennbsp;groot aantal wetenschappelijkenbsp;tijdschriften in de chemie en teldenbsp;hoe vaak deze werden geciteerd innbsp;andere artikelen. Het Chemischnbsp;Weekblad heeft uit de internationale gegevens van het ISI eennbsp;top 25 gedestilleerd van de meestnbsp;geciteerde Nederlandse chemici.nbsp;Deze lijst wordt dus aangevoerdnbsp;door Van Koten. Ook prof.dr.ir.nbsp;Dieck Koningsberger (Debye Instituut, Anorganische chemie),nbsp;prof.dr. Daan Frenkel (Debye Instituut, Fysische en colloïdchemie/nbsp;AMOLF), prof.dr. George Blassenbsp;(emeritus hoogleraar Vaste-stofchemie), en prof.dr. Robnbsp;Kaptein (Bijvoet centrum, NMR-spectroscopie) staan in dit overzicht. Met vijf chemici in de Nederlandse 'citatie-top 25' scoortnbsp;Utrecht dus goed.

Dr. Leo Lentz (werkzaam bij de Faculteit der Letteren, Universiteit Utrecht) en dr. Menno de Jongnbsp;(TU Twente) hebben onlangs denbsp;Best Paper Award 1998 gewonnennbsp;voor hun artikel 'The Evaluation ofnbsp;Text Quality:Expert-Focused andnbsp;Reader-Focused Methods Compared' in het Amerikaanse tijdschriftnbsp;'Transactions on professional communication'. In dit artikel beantwoorden Lentz en De Jong denbsp;vraag in hoeverre experts kunnennbsp;voorspellen welke problemennbsp;lezers met een tekst ervaren. Dienbsp;experts zijn enerzijds specialist innbsp;taal- en tekstzaken en anderzijdsnbsp;specialist in het onderwerp en denbsp;doelgroep van de tekst. Het blijktnbsp;dat de experts niet meer dan zo'nnbsp;15% van de problemen kunnennbsp;voorspellen die lezers melden.nbsp;Lentz en De Jong concluderen datnbsp;lezersonderzoek nodig blijft als jenbsp;wilt weten of een tekst problemennbsp;zal opleveren bij lezers.

De Alexander von Humboldt Stichting heeft aan prof.dr. J.nbsp;(Jaap) Mansfeld de quot;Humboldt-Forschungspreisquot; toegekend. Het isnbsp;een prijs voor het gehele oevre, ennbsp;voor zijn voortreffelijke prestatiesnbsp;in onderzoek en onderwijs, aldusnbsp;de Stichting. Mansfeld (1936) isnbsp;hoogleraar in de quot;Geschiedenis vannbsp;de wijsbegeerte van oudheid ennbsp;middeleeuwenquot; en heeft zich metnbsp;name gericht op de antieke historiografie van de Griekse filosofie;nbsp;hij is tevens decaan van de faculteitnbsp;Wijsbegeerte.

De prijs biedt Mansfeld de mogelijkheid om gedurende 5 jaar studiereizen naar Duitse universiteiten en onderzoekinstituten te maken,nbsp;tot een totale omvang van 120nbsp;dagen. Bovendien krijgt hij versterking van zijn onderzoek doornbsp;post doc onderzoekers die gefinancierd worden door de Von Humboldt stichting. De Humboldt-prijsnbsp;wordt slechts bij uitzondering toegekend aan onderzoekers uit denbsp;geesteswetenschappen.

Op 10 oktober jl. heeft prof, dr. Gerard 't Hooft, hoogleraarnbsp;theoretische natuurkunde aan denbsp;faculteit Natuur- en Sterrenkunde,nbsp;een eredoctoraat ontvangen van denbsp;Universiteit van Bologna in Italië.nbsp;Hij kreeg het eredoctoraat vanwege zijn grote verdiensten op hetnbsp;terrein van de theoretische hogenbsp;energie fysica. Professor 't Hooftnbsp;verklaarde quot;zeer vereerd te zijnnbsp;met dit eredoctoraat van een vannbsp;de oudste en meest gerespecteerdenbsp;universiteiten ter wereldquot;. Het wasnbsp;de derde keer dat 'T Hooft een eredoctoraat kreeg. Eerder werd hijnbsp;onderscheiden door de Universiteiten van Chicago en Leuven.

Illuster 13, jaargang 3, december 1998

Illuster is een gezamenlijke uitgave van de Universiteit Utrecht en de Vereniging .nbsp;Utrechts Universiteitsfonds. In samenwerking met faculteiten en verenigingen, het Alumniplatform en de Stichtingnbsp;Utrechts Universiteitsblad.

Illuster verschijnt vier keer per jaar en wordt toegezonden aan afgestudeerdennbsp;van de Universiteit Utrecht in een oplagenbsp;van 70.000.

Hoofdredacteur: Twan Geurts

Redactie: Karin Beneken Kolmer, Noor van Haaren, Désirée Majoor,nbsp;Armand Heijnen, Johan Vlasblomnbsp;Redactie-advies: Mascha Damen,nbsp;Sandra van Dillen, Peter Giessen,nbsp;Esther Lusse, Ted Sanders, Harry vannbsp;den Tweel

Redactie-raad: Paul van den Hoven, hoogleraar Nederlands, Joop Kessels,nbsp;directeur Communicatie (voorzitter);nbsp;Joke Mat, redactie NRC-Handelsblad;nbsp;Bertien Collette, Stichting Utrechtsnbsp;Universiteitsblad; Mascha Damen,nbsp;Vereniging Utrechts Universiteitsfonds;nbsp;Leon van de Zande, alumniverenigingnbsp;Nederlands

Aan dit nummer werkten verder mee:

Karin Alberts, Herbert Blankesteijn, Suzanne Brink, Xander Bronkhorst, Tanjanbsp;Dobbelaar, Maarten Evenblij, Ton Geerts,nbsp;Erik Hardeman, Gabby Hees, Armandnbsp;Heijnen, Petra de Koning, Leonie van dennbsp;Schoor, Michiel Slütter, Vrouwkjenbsp;Tuinman

Fotografie: Ivar Pel, Stijn Rademaker, Maarten Hartman

Cartoon; Niels Bongers Ontwerp en opmaak:nbsp;Jeske van der Poel, Bredanbsp;Druk: Drukkerij Dijkman BV, Amsterdam

© Universiteit Utrecht. Illuster, periodiek voor alumni van de Universiteit Utrecht.nbsp;Overname van artikelen is - ondernbsp;bronvermelding - toegestaan.

Het U-blad stelt op verzoek van de redactie eerder in het U-bladnbsp;verschenen artikelen en illustratiesnbsp;beschikbaar aan Illuster.

ISSN: 1383-4703

Voor toezending is gebruik gemaakt van het alumnibestand van denbsp;Universiteit Utrecht

Adreswijziging

Adreswijzigingen kunt u doorgeven via de elektronische postbus. Als u een e-mailnbsp;met uw oude en nieuwe adres naarnbsp;illuster@csc.usc.uu.nl stuurt, worden uwnbsp;gegevens door ons verwerkt. Natuurlijknbsp;kunt u ook de gecorrigeerde adreswikkelnbsp;kostenloos terugzenden naar het op denbsp;wikkel vermelde antwoordnummer.

Redactie-adres:

Illuster, postbus 80125, 3508 TC Utrecht,nbsp;(030) 2534073,nbsp;fax: (030) 2533685,nbsp;e-mail: k.beneken@csc.usc.uu.ni


-ocr page 20-

Adressen



Koken als topsport


De zijsprong

Opmerkelijke loopbanen

Na verschillende afgebroken studies werd Paul van den Boomennbsp;(38) in 1994 doctorandus in denbsp;sociale geografie. Nu werkt hij bijnbsp;Peter Pan, een vegetarisch cateringbedrijf in Amsterdam.

Op de tafel van zijn woonkamer in Hollandse Rading ligt een kookboeknbsp;met recepten voor Spaanse tapas.

Is hij zich aan het voorbereiden voor een volgende klus? 'Nee, nee, mijnnbsp;vriendin is binnenkort jarig', antwoordt Paul van den Boomen. 'Iknbsp;was alvast aan het kijken welkenbsp;hapjes ik kan maken.' Sinds een jaarnbsp;werkt Paul van den Boomen in eennbsp;vegetarisch cateringbedrijf Peternbsp;Pan dat onder meer de cateringnbsp;verzorgt voor groepen die zich metnbsp;spiritualiteit bezighouden. Hij reistnbsp;naar cursusinstituten en verzorgtnbsp;daar het eten en drinken van denbsp;hele dag: van een uitgebreid ontbijtnbsp;met yoghurt en vers fruit, brood ennbsp;muesli in de vroege uren tot en metnbsp;een viergangen-diner en de drankjes voor het slapen gaan. Ook bijnbsp;feesten en partijen wordt Peter Pannbsp;uitgenodigd. 'Afgelopen oud ennbsp;nieuw hebben we de catering bijnbsp;Irene von Lippe verzorgd', merktnbsp;Paul op, 'dat is misschien wel leuknbsp;om te vermelden.'

Ik ben interessant

Mijn moeder heeft iets ontdekt. In het colofon van NRC Handelsblad. De kleinzoon van haar vriendin in het bejaardenkoor, mijn collega vannbsp;de economie-redactie, is géén mr of drs. Nee, zeg ik, hij heeft alleennbsp;zwemdiploma's. Dat had hij me kort daarvoor verteld. Hij was ook nooitnbsp;geslaagd voor zijn rij-examen, zei hij. En dat maakte hem, vond hij zelf,nbsp;wel een beetje bijzonder. Dagbladen zijn de laatste jaren dol op sollicitanten die na hun studie de Post Doctorale Opleiding Journalistiek hebbennbsp;gedaan, aan de Erasmus Universiteit. Ook al is er niks te bedenkennbsp;waarom een academicus een betere journalist zou zijn dan iemand dienbsp;goed heeft leren zwemmen. De Volkskrant publiceert geen universitairenbsp;titels van redacteuren. Maar als ze er naar gevraagd wordt, willen ze wel.nbsp;quot;Zonder mijn moederquot;, zegt hoofdredacteur Pieter Broertjes in Opzij,nbsp;quot;had ik gewoon de mavo gedaan, maar het is gymnasium geworden.quot;nbsp;Toen hij hoofdredacteur werd, heeft hij zijn moeder gebeld en gezegd:nbsp;quot;Mama, luister goed. Dit is het hoogste dat ik kan bereiken, nu moet jenbsp;tevreden zijn.quot; En, gaat Broertjes door: quot;het is ook niet niks, hoofdredacteur is een mooi vakquot;. Als hij in de trein iemand de Volkskrantnbsp;ziet lezen, moet hij zich quot;echt inhoudenquot; om niet te zeggen: quot;daar bennbsp;ik de baasquot;.

Maar niks is dit vak van ijdeltuiten zonder ijdeltuiten die met hun verhaal in de krant willen. Ik vergis me in een telefoonnummer en krijg op eennbsp;avond een vrouw aan de telefoon, Cornelia heet ze. NRC Handelsblad?nbsp;Fantastisch. Jammer dat ik iemand anders dacht te bellen, zegt ze, wantnbsp;ze is zelf ook erg de moeite waard. Ze is kunstenares en wacht op denbsp;quot;grote doorbraakquot;. Dat wij elkaar nu spreken heeft een quot;kosmos-bedoelingquot;, denkt ze. Ze stuurt een foto van een van haar schilderijen:nbsp;een vogelkop met lange nek, daaromheen een blauw strikje. De vogelnbsp;heeft iets in zijn bek dat lijkt op een piemel. Er zit een briefje bij: quot;Ik maaknbsp;heel kleurrijk en apart werk, waar bovendien een interessant verhaalnbsp;achter zit (streng christelijke opvoeding o.a.)quot; IJdel. Trots op eennbsp;interessant christelijk verleden. En nog meer. Want 'o.a.' belooft nognbsp;wat. Met een beetje geluk heeft de journalist hier een vreselijk dramanbsp;voor de zaterdagbijlage, dat zich gretig aan de krant opdringt.

Petra Je Koning, verslaggever NRC Handelsblad


Paul houdt zijn hele leven al van sport. Daarom ging hij na zijnnbsp;atheneum in 1979 naar de Tilburgsenbsp;sportacademie. De studie bleeknbsp;geen succes. 'Mijn vader was netnbsp;overleden. Daar had ik het behoorlijk moeilijk mee', vertelt Paul.nbsp;'Binnen drie maanden had ik zwarenbsp;inspanningsastma'. Hij stopte metnbsp;de sportacademie en begon innbsp;Tilburg aan een studie economienbsp;('mijn vader was doctor in de economie'). Ook dat was geen succes.nbsp;Hij wilde opnieuw beginnen, in eennbsp;andere stad, met een andere studie.nbsp;Het werd sociale geografie aan de

Universiteit Utrecht. Aanvankelijk omdat hij ontwikkelingswerk wildenbsp;gaan verrichten, later eigenlijknbsp;alleen maar om nu eindelijk eensnbsp;een studie af te ronden. Afstuderennbsp;werd een doel op zichzelf. Vervolgens ging hij werken bij Stogo, eennbsp;bureau voor toegepast geografischnbsp;onderzoek. Daar onderzocht hij denbsp;relaties tussen de stad Utrecht en denbsp;universiteit. Paul wuift vaagjesnbsp;richting boekenkast. 'Het boekjenbsp;moet daar ergens tussen staan.' Nanbsp;een jaar was het onderzoek af. Datnbsp;vond hij niet erg. 'Ik voelde geennbsp;passie.' Zonder veel enthousiasmenbsp;ging hij solliciteren. De meest voornbsp;de hand liggende werkplek zou bijnbsp;een gemeente zijn. 'Stiekum hooptenbsp;ik dat die sollicitaties zouden mislukken. Ik paste niet bij die suffenbsp;ambtenaartjes.' Paul bleef eennbsp;beetje ronddobberen. Totdat eennbsp;vriendin hem tipte. Haar broer wasnbsp;op zoek naar een maatje in zijnnbsp;cateringbedrijf. Paul: 'Catering, datnbsp;is een ontzettend lelijk woord.nbsp;Maar die vriendin had het goednbsp;gezien. Het is echt iets voor mij.nbsp;Ik heb altijd van koken gehouden.nbsp;En ik vind het prettig om mensennbsp;te verzorgen.' Hoewel hij vaaknbsp;veertien uur per dag werkt, ennbsp;zelden een vrije dag heeft, voelt hijnbsp;zich volledig op zijn plaats. 'Alsnbsp;iemand zegt: jij kunt wel goed


Paul van den Boomen: quot;Toen iemand laatst zei: 'jij kunt wel een restaurant beginnen', vond ik dat een enorm compliment.quot;


Oproep voor deze rubriek

Bent u na uw studie ook iets heel anders gaan doen of kentnbsp;u iemand die een 'zijsprong'nbsp;heeft gemaakt, laat het dannbsp;weten aan de redactie vannbsp;Illuster, telefoon: (030)nbsp;2534073, fax: (030) 2533685,nbsp;e-mail: k.beneken@csc.usc.uu.nl

Reacties, suggesties en ingezonden mededelingen kunt u toezenden aan de redactienbsp;vóór 27 januari 1999.

De redactie behoudt zich het recht voor ingezondennbsp;mededelingen in te kortennbsp;of te weigeren.

schrijven, dan denk ik 'ach, dat zal wel'. Maar toen iemand laatst zei:nbsp;'jij kunt wel een restaurant beginnen', vond ik dat een enormnbsp;compliment. En weet je wat ook zonbsp;fijn is? Dit werk vergt lichamelijknbsp;heel veel van me. Net als sport.nbsp;Dat geeft ook een kick. Ik heb eennbsp;bere goede conditie en dat is maarnbsp;goed ook, want het is heel hardnbsp;werken in de catering.'

Tanja Dobbelaar

Aardwetenschappen

Budapestlaan 4, 3584 CD Utrecht

Postbus 80021, 3508 TA Utrecht

(030) 2535050 Fax: (030) 2535030

E-mail: i.beekman@geo.uu.nl

Biologie F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80088, 3508 TB Utrecht

(030) 2532276 Fax: (030) 2534526

E-mail: w.j.c.amesz@bio.uu.nl

Diergeneeskunde Androclusgebouw

Yalelaan 1, 3584 CL Utrecht

Postbus 80163, 3508 TD Utrecht (030) 2534851 Fax: (030) 2537727

Farmacie F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80082, 3508 TB Utrecht

(030) 2537313/2532525 Fax: (030) 2513953

E-mail: h.m.dobbelaar@pharm.uu.nl

Geneeskunde Stratenum

Universiteitsweg 100, 3584 CG Utrecht Postbus 80030, 3508 TA Utrecht

(030) 2538888 Fax: (030) 2539025

E-mail: bureau@med.uu.nl

Godgeleerdheid

Willem C. van Unnikgebouw

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht (030) 2531853 Fax: (030) 2533241

E-mail: necr@theo.uu.nl

Letteren

Kromme Nieuwegracht 46, 3512 HJ Utrecht (030) 2536105 Fax: (030) 2536083 E-mailnbsp;medewerkers: lt;naamgt;@let.uu.nl

Natuur- en Sterrenkunde

Princetonplein 5, 3584 CC Utrecht

Postbus 80000, 3508 TA Utrecht

(030) 2533284 Fax: (030) 2539282

E-mail: facbureau@phys.uu.nl

Rechtsgeleerdheid

Janskerkhof 3, 3512 BK Utrecht

(030) 2537018/2537017 Fax: (030) 2537300 E-mail medewerkers: lt;voorletters.voor-voegselsachternaamgt;@law.uu.n!

Ruimtelijke Wetenschappen

Willem C van Unnikgebouw

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht (030) 2532044 Fax; (030) 2540604

E-mail: r.vanderlinden@geog.uu.nl

Scheikunde F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80083, 3508 TB Utrecht

(030) 2533793/2533791 Fax: (030) 2533072

E-mail: j.a.dekooker@chem.uu.nl

Sociale Wetenschappen Centrumgebouw

Zuid, Heidelberglaan 1, 3584 CS Utrecht (030) 2534700 Fax: (030) 2531619

E-mail: bureau@fss.uu.nl

Wijsbegeerte Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (030) 2531831 Fax: (030) 2532816

E-mail: bureau@phil.uu.nl

Wiskunde en Informatica

Budapestlaan 6, 3584 CD Utrecht (030) 2531515/2533536 Fax: (030) 2518394nbsp;E-mail: hurk@math.uu.ni

IVLOS Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (030) 2533400 Fax: (030) 2532741

E-mail: ivlos@ivlos.uu.nl