-ocr page 1-


uvsv honderd jaarnbsp;Dochter Gwendolyn in denbsp;voetsporen van moeder Ellen.

'Godin met W9|n handen'

O


Academische omnivorennbsp;utrechtse geleerdennbsp;geportretteerd. Buysnbsp;Ballot, Donders, Kruytnbsp;en de anderen.




Verder

in dit nummer:

Nieuws

4/5

De opinie

9

Utrechtse geleerden

12/13

Vakgenoten

15

lllusterzake

16 t/m 22

Publicaties

23

De Zijsprong

24


Uithof strategie

Nauwe samenwerking biomedische faculteiten

De vijf biomedische faculteiten in Utrecht streven ernaar om een gezamenlijke 'graduate school' op te richten Voor al hun promovendi. De schooi wordt een van de speerpunten van hetnbsp;nieuw te vormen Academisch Biomedisch Cluster Utrecht (ABC), zo blijkt uit een onlangs ver


schenen notitie.

De oprichting van een biomedische graduate school is een van de projecten innbsp;de door Geneeskundedecaan prof.dr. W.nbsp;Gispen ontwikkelde Uithofstrategie. Doelnbsp;van dat project is om via intensieve samenwerking tussen de faculteiten Biologie,nbsp;Diergeneeskunde, Farmacie, Geneeskundenbsp;en Scheikunde te komen tot een 'hecht ennbsp;herkenbaar' biomedisch cluster, dat denbsp;internationale concurrentiepositie van hetnbsp;Utrechtse onderzoek moet verstevigen.nbsp;Allereerst zal door de vijf decanen eennbsp;schets worden gemaakt van het gewenstenbsp;profiel van het Utrechtse biomedischenbsp;onderzoek. Met name zal worden bekekennbsp;welke mogelijkheden voor excellent ennbsp;innovatief onderzoek tot nu toe zijn blijvennbsp;liggen. Op basis van de uitkomst van dezenbsp;inventarisatie wordt een zo compleetnbsp;mogelijk palet aan opleidingen geformuleerd. Daarin zal enerzijds plaats zijn voornbsp;nieuwe initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld de chemische analyse en de biotechnologie, terwijl ook wordt gestreefdnbsp;naar uitbreiding van het onderwijsaanbodnbsp;in de richting van de sociale en beleidswetenschappen.

Om greep te houden op de commerciële spin-off van het onderzoek zal op denbsp;parkeergarage in de Noord-Oosthoek vannbsp;de Uithof een zogeheten incubator wordennbsp;gebouwd, een bedrijfsverzamelgebouwnbsp;voor startende ondernemers op biomedischnbsp;gebied. In die incubator die samen met hetnbsp;medisch cluster wordt ontwikkeld, zullennbsp;ook de al bestaande BV's onderdak kunnennbsp;vinden.

Een belangrijke doelstelling van het ABC wordt het verstevigen van de banden metnbsp;andere wetenschappelijke instituten zoalsnbsp;TNO en de Wageningse universiteit, en metnbsp;het bedrijfsleven. Op termijn wordt daaromnbsp;gestreefd naar de vestiging in de Uithofnbsp;van een Biomedisch Topinstituut. Volgensnbsp;de notitie zal daarbij zoveel mogelijk worden aangesloten bij al bestaande samenwerkingsverbanden en strategische allianties. (EH)

Utrecht

gevoel: bestaat het wel?

Hebben Utrechtse afgestudeerden nognbsp;iets met hun vroegerenbsp;opleiding? Enkelenbsp;opinies tussen weemoednbsp;en wantrouwen.nbsp;Voorzitter Jan Veldhuisnbsp;twijfelt niet:nbsp;'De alumni zijn onzenbsp;ambassadeurs'.nbsp;Pagina 6 en 7


-ocr page 2-

maart 1999 • illuster

Hans Wijers over de internationale kennismarkt

‘We zijn niet zo snel in dit land’

Waar kennis snel veroudert en de houdbaarheid van een universitair diploma beperkt is, groeit de vraag naar onderwijs en bijscholing.nbsp;Gouden kansen voor de Nederlandse universi-teiten. Maar die moeten ze dan wel met beidenbsp;handen grijpen. Vindt Hans Wijers, oud-minis-ter van Economische Zaken. Tijdens denbsp;Utrechtse Universiteitsdag op 27 maartnbsp;verzorgt hij een lezing over de toekomst vannbsp;de kennisinfrastructuur.

In Illuster alvast een vooruitblik: 'Nederland investeert onvoldoende in onderwijs ennbsp;wetenschap'

TWAN GEURTS

'Wat ik het afgelopen half jaar heb gedaan? Ach, ik heb besloten dat ik voorlopig nietnbsp;meer achterom kijk. Politieke ambities? Dienbsp;heb ik niet.'

Zo, het hoofdstuk lastige, persoonlijke vragen is snel afgewerkt. Hans Wijers heeft weinig trek om terug te blikken op de periode sinds zijn ministerschap. Pasgeleden heeft hijnbsp;de knoop doorgehakt. Hij gaat als 'Seniornbsp;Vice President' van the Boston Consultingnbsp;Group Europese en Nederlandse multinationals adviseren op het gebied van de ondernemingsstrategie. Wijers is zichtbaar enthousiast over het werk dat hem wacht.

'The Boston Consulting Group is gespecialiseerd in vernieuwende concepten en komt steeds met originele ideeën. Dat kun jenbsp;alleen volhouden als je voortdurend jongnbsp;talent binnenhaalt. Ik weet me omringdnbsp;door snelle, slimme academici. Daarom hebnbsp;ilcnu zo'n aardige positie. Dat is toch denbsp;manier om jezelf ook een beetje jong vannbsp;geest te houden.'

Zijn nieuwe werkgever - tevens zijn vorige: Wijers werkte er voor zijn ministerschap ooknbsp;al - maakt veel werk van het speuren naarnbsp;nieuw talent. 'We zijn daar veel verder innbsp;dan toen ik wegging, ik ben daar echt vannbsp;onder de indruk. Dat gebeurt wereldwijd.nbsp;Ook in Nederland op de universiteitennbsp;wordt er flink achterheen gejaagd. Als ze bijnbsp;ons komen krijgen ze uiteraard eerst eennbsp;intensieve training.'

Hadden ze die niet van hun universiteit moeten krijgen?

'Ik denk het niet, er zitten grenzen aan wat je van een universitaire opleiding kunt verwachten. Het is onmogelijk om alle afgestudeerden kant en klaar met precies de juistenbsp;vaardigheden en parate kennis af te leveren. Wat de universiteiten juist moetennbsp;doen is studenten scholen in een aantal academische basisvaardigheden. In het ordelijknbsp;en analytisch nadenken, het openstaan voornbsp;andere culturen, het leren samenwerken.'nbsp;'Dat wordt noodzakelijker en interessanternbsp;naarmate kennis sneller veroudert. Je zietnbsp;een onderwijsmarkt ontstaan die steeds


maar groeit. De houdbaarheid van een universitair diploma wordt steeds korter.'

Spelen de universiteiten daar goed op in? 'Ik denk dat er meer mogelijk is. Bij je afstuderen zou je een onderhoudscontract moeten kunnen afsluiten. Datje de komendenbsp;tien jaar voor een bepaalde prijs mag terugkomen om bij te scholen in die en die programma's. Je kunt je ook voorstellen datnbsp;een toekomstige werkgever daarin wilnbsp;investeren. Wellicht zou je zoiets kunnennbsp;laten opnemen in je arbeidsvoorwaarden.

Als je ambities koestert moetje vooropnbsp;durven lopen

Dat zijn maatregelen die de overheid fiscaal kan stimuleren.'

'Als de universiteiten niet snel meegaan in deze ontwikkeling dan hebben ze het nakijken. Dan worden ze ingehaald door privatenbsp;initiatieven, dat gebeurt nu al hier en daar.nbsp;Universiteiten die het goed doen zullennbsp;groeien en worden daarvoor beloond. Datnbsp;vraagt alertheid van de universiteiten.'nbsp;Universiteiten komen steeds meer in Europees vaarwater terecht, voorziet Wijers. Datnbsp;betekent dat ze naast hun algemene, regionale opleidingsfunctie moeten werken aannbsp;hun positie op die Europese onderwijsmarkt.nbsp;Dat betekent tevens verdere specialisatie,nbsp;supranationaal. 'Daarvan ben ik overtuigd.nbsp;De universiteiten staan straks veel meer dannbsp;nu midden in de samenleving. Ze zullennbsp;rekening moeten houden met de vragen uitnbsp;de maatschappij, inclusief het bedrijfsleven.'nbsp;De universiteiten lijken nog een beetje huiverig om zich met dat bedrijfsleven in te laten.nbsp;'Daar spreekt weinig zelfvertrouwen uit. Iknbsp;ken de gevoeligheden. Ik heb in Groningennbsp;gestudeerd en was wetenschappelijk medewerker aan de Erasmus Universiteit. Een deelnbsp;van de angst heeft bij sommigen wellicht tenbsp;maken met onzekerheid over de kwaliteitnbsp;van de eigen wetenschappelijke prestaties.'nbsp;'De ruimte voor het echte fundamentelenbsp;onderzoek zal er altijd blijven, dat is essentieel. Maar voor de grote groep van wetenschappers mag toch gelden dat ze bij voorkeur bezig moeten zijn met dingen waarnbsp;voor belangstelling is in de samenleving.nbsp;Wat is er nou opwindender? Daar hoevennbsp;we niet zo schrikachtig voor te zijn. Als je ernbsp;maar voor zorgt dat niet de directeur marketing van Philips gaat uitmaken hoe het doctoraalprogramma van een faculteit eruit ziet.'

NRC Handelsblad commentator Piet Borst betitelde het jaar 1998 als een rampjaar, omdat er weer niet voldoende is geïnvesteerd in de zonbsp;noodzakelijke ontwikkeling van kennis ennbsp;wetenschap.

'1998 was denk ik in meer opzichten een verloren jaar vanwege de verkiezingen. Watnbsp;de wetenschap en het onderwijs betreft: wenbsp;moeten constateren dat het percentagenbsp;Research en Development in het nationalenbsp;inkomen de laatste tijd een stijgende lijnnbsp;vertoont. En je moet bedenken dat het aandeel van de overheid in de kennisontwikkeling in Nederland al buiten proportie is vergeleken met veel landen waar meer privénbsp;wordt geïnvesteerd. Een ander belangrijknbsp;feit is, dat er tussen de verschillende partijennbsp;veel beter dan ooit wordt samengewerkt ennbsp;dat de kennisinstellingen zelf, zoals het TNOnbsp;maar ook de universiteiten, hun blik veelnbsp;meer naar de maatschappij hebbennbsp;gekeerd.'

Maar is de investering die we gezamenlijk plegen voldoende voor de toekomst?

'Nee, dat is niet het geval. Er is veel meer geld nodig, zeker voor het lager en middelbaar onderwijs. Je moet prioriteit leggen bijnbsp;de kwaliteit van het onderwijspersoneel.nbsp;Ook de investering in informatietechnologienbsp;in het onderwijs is van levensbelang. Datnbsp;gebeurt nu helaas toch maar mondjesmaat.nbsp;We hadden in het vorige kabinet een plannbsp;gemaakt om daar nu eens royaal in te investeren, met meer computers in de klaslokalen, maar daar komt maar langzaam geldnbsp;voor beschikbaar. Zonde! Kennis is denbsp;grondstof van de toekomst. Als je ambitiesnbsp;koestert dan moet je ook voorop durvennbsp;lopen. En dat kan ook best. Nederland isnbsp;een rijk en spaarzaam land.'

Wat in Nederland ook niet goed van de grond komt, constateert oud-minister Wijers, is de vorming van nieuwe bedrijvigheid,nbsp;groot en klein, rondom de universitaire centra. Zoals je dat in Boston of Cambridge zietnbsp;gebeuren. 'De High Tech Campus van Philipsnbsp;in Eindhoven is in dat opzicht goed pieuws.nbsp;En ook de Twinning centers voor informatietechnologie, met een eerste vestiging rondnbsp;de Watergraafsmeer, zijn hoopgevend.nbsp;Maar het gaat allemaal niet zo snel in ditnbsp;land, Nederland is een delta van traag stromende rivieren. Uiteindelijk zal het tochnbsp;gebeuren. Over tien, vijftien jaar zul jenbsp;rondom de universiteitssteden, en zeker bijnbsp;de universiteiten die alert zijn, dit soort clusters van activiteiten aantreffen. Het lijkt menbsp;voor studenten wel spannend om in zo'nnbsp;omgeving te werken. Het maakt het land ernbsp;economisch ook een stuk interessanter op.’nbsp;Nederland, zo luidt de vaste overtuiging vannbsp;Hans Wijers, zou met de juiste inzet op eennbsp;aantal gebieden zeker voorop kunnennbsp;lopen. In de agrarische sector, in de biotechnologie, in de milieuvriendelijke productienbsp;van duurzame goederen. 'Wat de informatietechnologie betreft: we moeten niet denbsp;illusie koesteren dat we de VS wel even zullen inhalen, maar er zijn genoeg nichesnbsp;waar we ons kunnen specialiseren.'

Hans Wijers op Universiteitsdagnbsp;27 maart

Oud-minister van Economische Zaken dr. Hans Wijers geeft tijdens het ochtendprogramma van de Universiteitsdag zaterdagnbsp;27 maart a.s. een lezing over de ontwikkelingen in de kennisinfrastructuur. Denbsp;andere spreker over dit thema is prof. dr.nbsp;Hans Adriaansens, decaan van het University College Utrecht.

Voor informatie en aanmelding Universiteitsdag kunt u tot 22 maart bellen met Universiteit Utrecht: (030) 253 35 50.nbsp;Zie ook pagina 16 lllusterzake.


-ocr page 3-

illuster ¦ maart 1999


s Dubbeltalent


J In een vorige bijdrage heb ik geklaagd over de geringe aandacht van omroepennbsp;¦ voor wetenschap en van het publiek voornbsp;radio 5. Het radioprogramma waar ik toennbsp;over aarzelde is er gekomen: Café Denbsp;Wetenschap, dinsdagochtend 11.00 uurnbsp;Radio 5.

Elke week praten we met gasten die een wetenschappelijke achtergrond paren aannbsp;artistieke activiteiten. Een psychiater dienbsp;dicht, een chemicus die zingt, een schilderende psycholoog, een schrijvende bioloog, een beeldhouwende sterrenkundige,nbsp;een wiskundige pianist, een elektrotechni-cus-gitarist en ga zo maar door. Met dezenbsp;'dubbeltalenten' ontstaat een ander soort

gesprekken dan wanneer je, zoals gebruikelijk, de deskundigste deskundige bij een bepaald onderwerp neemt. Er ontstaannbsp;onverwachte associaties, de sfeer isnbsp;beschouwender en minder uitleggerig.nbsp;Niemand is met een onderwerp getrouwd,nbsp;dus kan er meer worden gerelativeerd ennbsp;gelachen. Daarnaast mogen de gasten hunnbsp;artistieke kunnen tonen, wat bij schildersnbsp;en beeldhouwers helaas niet lukt op denbsp;radio, maar bij schrijvers, dichters en musici wel. Deze 'kunstjes' moeten iets tenbsp;maken hebben met het besprokene, en zonbsp;bereiken we een eenheid-in-afwisseling,nbsp;die iedereen prima bevalt.

Bij deze veelzijdige mensen valt een aantal dingen op. Bijvoorbeeld dat de helftnbsp;natuurkundige is. We hebben fysici dienbsp;schrijven, musiceren, dansen, en vaak ooknbsp;in de beoefening van hun kunst veelzijdignbsp;zijn. Zou dat iets met de aanleg of de ontwikkeling van hun brein te maken hebben,nbsp;of met een selectie-effect (ik ben zelf fysicus, en soms melden ze elkaar aan)?nbsp;Verder hebben we moeite geschikte vrouwen te vinden. Daar zijn er al minder vannbsp;in de wetenschap, maar ik vermoed dat zenbsp;zich in hun vak zo tot de tanden moetennbsp;wapenen dat er voor nevenactiviteitennbsp;naast een eventueel gezin geen ruimte is.nbsp;Verder blijken zulke breed ontwikkeldenbsp;mensen ontspannener en duidelijker overnbsp;wetenschap te praten dan soortgenotennbsp;zonder frivole nevenactiviteiten.

Er is vaak geprobeerd kunst en wetenschap in één programma onder te brengen. Meestal werd dan in hetzelfdenbsp;uur zowel kunst als wetenschap besproken. Maar omdat mensen met een dubbelenbsp;affiniteit moeilijk te vinden zijn, warennbsp;deze onderwerpen van elkaar gescheidennbsp;en werden ze gemaakt door verschillendenbsp;mensen, die elkaar niet begrepen.nbsp;Café De Wetenschap is volgens mij hetnbsp;eerste programma waarbij het luktnbsp;kunst en wetenschap tot een geheel tenbsp;smeden.

Jammer dat u niet luistert.

Herbert

Blankesteijn, wetenschapsjournalist

Ganzenbord om Frans te leren


De sprong

Afgestudeerd, en dan?

Naam: Jessica Munnikhuis (24) Opleiding: Franse taal- en letterkundenbsp;Afgestudeerd: augustus 2997nbsp;Baan: lerares Frans

Illusterzij de

Utrechtse citaten uit de krant

Lorenz van Doornen, hoogleraarlH gezondheidspsychologie, over stress]

in de Volkskrant

'In de gezondheidspsychologie moeten we meer oog krijgen voor de samenhang tussennbsp;de fysiologie van de hersenen en de psychologie van de mens. Voor de verklaring vannbsp;'vage klachten' hebben we beide nodig.nbsp;Psychosomatische klachten zijn uiteindelijknbsp;ook gewoon lichamelijke klachten; de hersenen zijn namelijk ook een orgaan.'

Karei van Rosmalen, tot voor kort^^^H directeur programma onderzoekmU^fnbsp;Universiteit Utrecht, over de strategische!nbsp;allianties van de Universiteit Utrecht met|nbsp;het bedrijfsleven^^^^^^^^^^^^^J

in NRC Kandelsblad

'Een strategische alliantie is de stap die je zet als je besluit net niet te fuseren. Daarmee komen we weg uit de oude contracten-business: jij bent opdrachtgever, ik bennbsp;opdrachtnemer. Hier geldt: keep up thenbsp;good work. Jij bent van de yoghurt, ik vannbsp;het ijs, laten we samen yoghurt-ijs maken.nbsp;Met een alliantie zegt een bedrijf, doenbsp;onderzoek, en als je iets vindt staan wijnbsp;vooraan. Daar betaalt het bedrijf dan eennbsp;prijs voor. Net zoals dat de universiteit eennbsp;Jessica Munnikhuis studeerde Franse taaien letterkunde en volgde daarna de lerarenopleiding bij het IVLOS. Onlangs won zij denbsp;ZVA Talentprijs. Deze prijs wordt ieder jaarnbsp;uitgereikt aan aankomende docenten die zichnbsp;onderscheiden hebben op de lerarenopleiding. Munnikhuis ontwikkelde een Franse lesnbsp;in de vorm van een ganzenbordspel.

JOKE VAN DER GLAS

'Het is alleen maar een A4'tje met een parcours erop', zegt Jessica Munnikhuis, verbaasd over alle aandacht die haar 'vondst'nbsp;krijgt. Het idee erachter is heelnbsp;simpel: 'Uit onderzoek blijkt dat leerlingennbsp;woorden beter kunnen onthouden wanneernbsp;ze die hardop uitspreken.'

Daarom ontwikkelde de studente vorig jaar als eindwerk op het IVLOS haar ganzenbordspel. Met een dobbelsteen moetennbsp;de deelnemers van het spel over hetnbsp;parcours. Iedereen heeft kaartjes met aannbsp;de ene kant een Nederlands woord ennbsp;aan de andere kant een Frans. 'Als je bijpercentage krijgt van de resultaten van denbsp;commercialisering. Je loopt het risico dat ernbsp;na vijfjaar onderzoek niets uitkomt.

Maar als het bingo is, dan delen wij ook mee.'

Pieta van Beek, onlangs gepromoveerdH op een proefschrift over Anna Maria van|nbsp;Schurman, de eerste studente van^^^Jnbsp;N ed e r I a n

in het AD

'Ik studeer nu ook Hebreeuws om haar teksten in die taal beter te kunnennbsp;verstaan. Zij verdient het dat haar tekstennbsp;toegankelijk worden gemaakt voor eennbsp;groter publiek. Ze was de eerste die zichnbsp;duidelijk uitsprak over de studie der vrouw,nbsp;die haar eigen gang ging, haar visie volgde,nbsp;hoe weinig die ook door de massa gedeeldnbsp;werd, kortom een markante vrouw. En iknbsp;heb het tenslotte aan haar te danken dat iknbsp;ben geworden wie ik nu ben. Toen in 1978nbsp;het 300ste sterfjaar van de in onzenbsp;reformatorische kringen zo bewonderdenbsp;Van Schurman werd herdacht, kon ik mijnnbsp;ouders ervan overtuigen dat zij toch ooknbsp;haar talenten had mogen ontwikkelen. Uiteindelijk kon ik een beurs aanvragen en innbsp;Utrecht Nederlands gaan studeren.'

in NRC Handelsblad

'Als Û nou behandelaar zou zijn en u zou een jongen van vijftien of zestien bij unbsp;voorbeeld op drie komt moetje eennbsp;Nederlands woordje in het Frans zeggen.nbsp;Ganzenbord is een manier om de leerlingennbsp;hardop woordjes uit te laten spreken. Maarnbsp;het had ook net zo goed met een andernbsp;spel gespeeld kunnen worden.' .nbsp;Munnikhuis heeft haar systeem onderzochtnbsp;bij twee groepen leerlingen. De ene groepnbsp;speelde het spel en de andere niet. Daarnanbsp;werden beide groepen getest, en na tweenbsp;weken nog eens. De leerlingen die het spelnbsp;gespeeld hadden, bleken meer woordjesnbsp;langer te onthouden dan de leerlingen dienbsp;het spel niet gespeeld hadden. Jessicanbsp;Munnikhuis geeft nu Franse les aan eennbsp;scholengemeenschap in Huizen. Hetnbsp;ganzenbordspel gebruikt Munnikhuis ooknbsp;in de praktijk. 'Vooral in de brugklassen vinden ze het heel leuk. De leerlingennbsp;vragen er ook naar', vertelt de docente.nbsp;'Maar je moet het niet te vaak spelen.nbsp;Dat gaat snel vervelen.'

De winnares kreeg een sculptuur, een oorkonde en 2500 gulden. Wat ze metnbsp;het geld gaat doen weet ze nog niet.nbsp;'Misschien een nieuwe computer kopennbsp;of deze zomer lekker met vakantie.'nbsp;krijgen die een stabiele indruk maakt,nbsp;die er verstandig over kan praten, die langnbsp;heeft nagedacht en soms al een aantalnbsp;jaren in therapie is geweest. Zijn stemnbsp;daalt, de baard groeit, en je weet, als jenbsp;nog twee jaar wacht met opereren is hetnbsp;te laat, dan zal 'zij' er altijd mannelijk uitnbsp;blijven zien. Zou û dan wachten? Je richtnbsp;schade aan door te wachten. Langdurigenbsp;psychische schade.

Het eerste beeld dat mensen hebben van transseksuelen is dat van een slechtgeluktenbsp;vrouw. Bij wie je in één oogopslag ziet datnbsp;ze ooit man zijn geweest. Ze hebben eennbsp;hoekige bouw, baardgroei, lage stem. Dienbsp;tragiek kun je voorkomen door vroeg in tenbsp;grijpen.'

Han Entzinger, hoogleraar economie em beleid over het asielzoekervraagstuk^f

in HP/De Tijd

'Het is typisch Nederlands om alles te willen weten en controleren.

Daarom moet alles punctueel verlopen en duurt de procedure zo lang; daaromnbsp;zijn wij zo aantrekkelijk voor avonturiers,nbsp;want hoe langer het duurt, hoe groter denbsp;kans dat je mag blijven. In andere landennbsp;zeggen ze zodra asielzoekers zijnnbsp;uitgeprocedeerd: wegwezen. Denbsp;opvangproblemen die Cohen voorziet,nbsp;worden niet alleen veroorzaakt door denbsp;instroom, maar ook door de geringenbsp;uitstroom. Wij willen het beste jongetje vannbsp;de klas zijn, waaraan een zeker moreelnbsp;superioriteitsgevoel niet vreemd is. Je kuntnbsp;ze beter na twee maanden al vertellen datnbsp;ze terug moeten.'


-ocr page 4-

nieuws

maart 1999 • illuster


Boekendepots die als wolken in het gebouw hangen. Dat is het beeldbepalende kenmerknbsp;van de nieuwe universiteitsbibliotheek die vanaf september zal verrijzen in het centrum vannbsp;De Uithof. Architect Wiel Arets kreeg bij denbsp;Utrechtse welstandscommissie alle lof voor zijnnbsp;ideeën. De nieuwe universiteitsbibliotheeknbsp;behelst een acht verdiepingen tellend gebouwnbsp;met een grotendeels glazen gevelconstructie ennbsp;een totaal vloeroppervlak van 24000 vierkantenbsp;meter. In het gebouw kunnen 3 miljoen boekennbsp;worden ondergebracht. Naar verwachting zalnbsp;de nieuwe bibliotheek in september 2001 opgeleverd worden. Met het hele project is eennbsp;bedrag van 100.5 miljoen gulden gemoeid. (XB)

Cornelissen decaan Diergeneeskunde


Prof. dr. A.W.C.A. (Albert) Cornelissen wordt de nieuwe decaan van de faculteit Diergeneeskunde. Cornelissen is de opvolger van prof.dr. H. denbsp;Vries die onlangs is benoemd totnbsp;algemeen directeur van het Instituutnbsp;voor Dierhouderij en Diergezondheid en de Dienst Landbouwkundignbsp;Onderzoek (IDLO).

Na zijn studie biologie aan de Uni-versiteit van Amsterdam promo-

Auto niet langer norm mobiliteit


Ruimtelijke ordening kan een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van het autogebruik. Rekeningrijden en andere technologischenbsp;oplossingen gaan voorbij aan denbsp;noodzakelijke en mogelijke gedragsveranderingen. Niet de auto maarnbsp;het individu moet de norm vannbsp;mobiliteit zijn. Dat is de boodschapnbsp;van de Utrechtse vervoersgeograafnbsp;dr. Martin Dijst en de Amsterdamsenbsp;vervoersplanoloog prof.ir. Frank Ienbsp;Clerq in hun video 'De steenworp,nbsp;een vergeten maat', een bijdragenbsp;van de Universiteit Utrecht en denbsp;Universiteit van Amsterdam aan denbsp;grote VSNU-manifestatie 'Geen kopzorgen voor morgen'.

In de video pleiten Dijst en Le Clercq voor een terugkeer naar denbsp;bron van de mobiliteit: het individu. Mensen krijgen het steedsnbsp;drukker in hun werk en in hunnbsp;vrije tijd. Tweeverdieners met ennbsp;veerde Cornelissen (1951) in 1982nbsp;aan de faculteit Diergeneeskundenbsp;van de Universiteit Utrecht bij denbsp;afdeling Tropische Diergeneeskunde. In de jaren daarna was hijnbsp;onder meer werkzaam als senior-onderzoeker bij het Nederlandsnbsp;Kanker Instituut in Amsterdam ennbsp;als hoofd van de afdeling Moleculaire Parasitologie van het Max-Planck-lnstitut für Biologie innbsp;Tübingen, Duitsland. Momenteelnbsp;zonder kinderen, ouderen, in denbsp;stad of op het platteland, iedereen woont, werkt en recreëertnbsp;binnen de eigen specifieke actie-ruimte. Een cultuuromslag is pasnbsp;mogelijk wanneer we beter begrijpen welke mogelijkheden dezenbsp;personen hebben om hun gedragnbsp;te wijzigen, zonder hun dagelijksnbsp;leven teveel geweld aan te doen.nbsp;Vanuit dit uitgangspunt komennbsp;Dijst en Le Clercq met een aantalnbsp;concrete ruimtelijke oplossingen.nbsp;De aanpak van verkeers- en vervoersproblemen moet niet alleennbsp;op nationaal niveau worden aangepakt maar juist op lokaal ennbsp;regionaal niveau. Het rekeningrijden is volgens Dijst en Le Clercqnbsp;dan ook niet dé op

lossing voor het fileprobleem. Volgens hen moet juist het openbaar vervoer een centrale rol gaan spelen in de ruimtelijke inrichting vannbsp;stadsgewesten. Op lokaal niveaunbsp;bekleedt Cornelissen naast zijnnbsp;hoogleraarschap Parasitologienbsp;tevens de functie van vice-decaannbsp;bij de faculteit Diergeneeskunde.nbsp;Verder is hij onder meer voorzitternbsp;van het bestuur van de Stichtingnbsp;voor Wetenschappelijk Onderzoeknbsp;van de Tropen en Ontwikkelingslanden (WOTRO), onderdeel vannbsp;het NWO en voorzitter van denbsp;Nederlandse Vereniging van Parasitologie.

zijn lopen, fietsen, beltaxi's en bezorgdiensten de belangrijkstenbsp;vervoerswijzen.

Voorzieningen en werkgelegenheid worden zoveel mogelijk op een steenworp afstand van denbsp;woning of het station gepland.nbsp;Kleinschalige voorzieningen in denbsp;stad zijn beter lopend en met denbsp;fiets te bezoeken dan het grotenbsp;ziekenhuis, de megasupermarkt ennbsp;de sportvelden aan de rand van denbsp;stad. Goede voorbeelden hiervannbsp;zijn de op loopafstand geclusterdenbsp;voorzieningen voor kinderen rondom scholen in het nieuwe Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn en de opnbsp;fietsers afgestemde ruimtelijkenbsp;inrichting van de stad Houten.nbsp;Informatie: faculteit Ruimtelijkenbsp;Wetenschappen, secretariaatnbsp;Stadsgeografie, Postbus 80.7 75,nbsp;3508 TC Utrecht, tel (030) 253 13 99,nbsp;fax (030) 253 20 37, emailnbsp;s.peters@geog.uu.nl

Minimum gezondheidzorgnbsp;is mensenrecht


Overheden moeten hun onderdanen een bepaald minimumniveau aannbsp;gezondheidszorg garanderen. Ooknbsp;moeten landen hun inwonersnbsp;beschermen tegen milieuvervuilendenbsp;activiteiten die schadelijk zijn voornbsp;de gezondheid. Dit concludeertnbsp;mr. Brigit Toebes in haar proefschriftnbsp;'Het recht op gezondheid als mensenrecht in internationale wetgeving'. Zij promoveerde op 20 januarinbsp;aan de faculteit Rechten van de Universiteit Utrecht.

In tegenstelling tot de burger- en politieke mensenrechten, is vaaknbsp;niet duidelijk welke verplichtingennbsp;voor de overheid voortvloeien uitnbsp;'het recht op gezondheid', zoalsnbsp;geformuleerd in een aantal mensenrechtenverdragen. 'Landen zijnnbsp;vaak bang voor de financiële consequenties als zij zo'n recht garanderen', aldus Toebes. 'Bovendien isnbsp;de inhoud nogal vaag. Je kunt ernbsp;als overheid niet voor zorgen datnbsp;iedereen gezond is.'nbsp;Volgens de onderzoekster zoudennbsp;inwoners waar ook ter aarde, aanspraak moeten kunnen maken opnbsp;een aantal basisvoorzieningen innbsp;de gezondheidszorg. Dat zijn innbsp;ieder geval de zorg rond zwangerschap en bevalling, de zorg voornbsp;het kind, inentingen tegen denbsp;meest voorkomende infectieziektes, adequate behandeling vannbsp;reguliere ziektes en letsel ennbsp;noodzakelijke medicijnen. Ooknbsp;schoon drinkwater en riolering,nbsp;gezonde arbeidsomstandighedennbsp;en een schoon leefmilieu horennbsp;daarbij. Verder moeten landen ernbsp;voor zorgen dat de diensten dienbsp;zij bieden, bepaalde individuen ennbsp;bevolkingsgroepen niet uitsluiten.nbsp;De zorg moet betaalbaar zijn,nbsp;maar ook geografisch goed verspreid. Het bouwen van grotenbsp;gespecialiseerde ziekenhuizen innbsp;de hoofdstad zonder te zorgennbsp;voor rurale gezondheidscentra isnbsp;een schending van het recht opnbsp;gezondheid, aldus Toebes.

Rechterlijke toetsing

De onderzoekster vraagt zich af hoe het recht op gezondheid doornbsp;rechters getoetst zou kunnen worden. Zij concludeert dat dit metnbsp;name aan de orde is als de overheid nalaat haar burgers tegennbsp;schadelijke activiteiten te beschermen of dat zij zelf de gezondheidnbsp;schaadt. Dat geldt bijvoorbeeld alsnbsp;omwonenden van een vervuildenbsp;fabriek gezondheidsproblemennbsp;krijgen, of als oliewinning in eennbsp;natuurgebied nadelige gevolgennbsp;heeft voor het leefmilieu. Inspanningsverplichtingen van de overheid zijn volgens Toebes moeilijkernbsp;te toetsen, omdat het niet duidelijk is hoe ver de plicht van denbsp;overheid precies strekt op het terrein van de gezondheid.


-ocr page 5-

illuster ¦ maart 1999

nieuws

Hoogleraren

In het komende kwartaal houden de volgende hoogleraren hun oratie (aula vannbsp;het Academiegebouw,nbsp;Domplein 29, Utrecht omnbsp;16.15 uur)

Prof. dr. A. Hagenbeek, Faculteit Geneeskunde,nbsp;16 maart

Prof. dr. L. de la Rive Box, Faculteit Ruimtelijkenbsp;Wetenschappen, 17 maartnbsp;Prof. dr. E. De Kadt,nbsp;Faculteit Sociale

Wetenschappen,17 maart Prof. dr. W. Denslagen,nbsp;Faculteit Letteren, 19 maartnbsp;Prof. dr. T.A. Boon,nbsp;Faculteit Geneeskunde,

  • 23 maart

Prof. dr. B. Hessei,

Faculteit Rechtsgeleerdheid,

  • 24 maart

Prof. dr. J.M.T. De Bakker, Faculteit Geneeskunde, 13 aprilnbsp;Prof. dr. P.L. de Boer,nbsp;Faculteit Aardwetenschappen,nbsp;14 aprilnbsp;Prof. dr. E.P. Verlinde,nbsp;Faculteit Natuur- en Sterrenkunde, 15 aprilnbsp;Prof. dr. G.P. Freeman,nbsp;KTU, 6 mei

Prof. dr. Ch. W. Backes, Faculteit Rechtsgeleerdheid,nbsp;19 mei

Prof. dr. ir. J.J.W. Lagendijk, Faculteit Geneeskunde, 20 mei

Prof. dr. J.A.M. Raaijmakers, Faculteit Farmacie, 1 juninbsp;Prof. dr. A.W. Broekmans,nbsp;Faculteit Farmacie, 1 juninbsp;Prof. dr. I.M. Hoepelman,nbsp;Faculteit Geneeskunde, 3 juninbsp;Prof. mr. L.A. Geelhoed,

Faculteit Rechtsgeleerdheid,

  • 9 juni

Prof. dr. H.A.W. Hazewinkel, Faculteit Diergeneeskunde,

  • 10 juni

Prof. dr. J. Oosten, Faculteit Sociale Wetenschappen, 16 juni

In het komende kwartaal houden de volgende hoogleraren hun afscheidscollegenbsp;(aula van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrechtnbsp;om 16.00 uur)

Prof. dr. E.M.V.M. Honee, KTU, 18 maart (16.15 uur)nbsp;Prof. dr. Ph. A. Idenburg,nbsp;Faculteit Rechtsgeleerdheid,nbsp;12 mei

Prof. dr. W.H.G. Wolters, Faculteit Geneeskunde,nbsp;11 juni (Nicolaïkerk)

Eredoctoraten Couclelis, Scriver en Widom


De Universiteit Utrecht zal tijdens de diesviering op 26 maart 1999 eredoctoraten uitreiken aan de Grieksenbsp;hoogleraar geografie Heien Coucle-lis, de Canadees Charles Scriver,nbsp;hoogleraar humane genetica en denbsp;Amerikaanse scheikundige Benjaminnbsp;Widom.

Mw.prof.dr. Helen M. Couclelis (1944), hoogleraar Geografie aannbsp;de Universiteit van Californië, Santa Barbara (VS), wordt voorgedragen door de faculteit Ruimtelijkenbsp;Wetenschappen. Begonnen alsnbsp;architect en stedenbouwkundigenbsp;in haar geboorteland Griekenland,nbsp;is zij in de afgelopen 20 jaar uitgegroeid tot een geografe van grotenbsp;internationale faam. Naast haarnbsp;hoogleraarschap is zij momenteelnbsp;een van de directeuren van het

Faculty Club Helios open voor alumni


De Faculty Club is klaar. Vanaf 4 januari draait Helios, de club voornbsp;medewerkers en alumni van denbsp;universiteit op volle sterkte. In hetnbsp;stijlvolle pand in de binnenstad.nbsp;Achter de Dom 7, hebben inmiddelsnbsp;zo'n 750 leden hun eigen exclusievenbsp;plek gevonden.

'Je ontmoet hier de hele universiteit: academische mensen vannbsp;andere disciplines die je anders nietnbsp;zo snel tegen zou komen', vertelt denbsp;voorzitter van de Faculty Club,nbsp;prof.dr. P. Bär. 'Je bent er 'ondernbsp;gelijken', die ook niet raar opkijkennbsp;als je er gaat zitten met een grotenbsp;stapel paperassen'.

Met de speciale toegangspas krijgen alleen leden letterlijk en figuurlijk toegang tot de club, dienbsp;is onderverdeeld in twee delen. Denbsp;benedenverdieping, met de 'huiskamer', de biljartkamer en aangrenzend de tuin, is exclusief voornbsp;leden van de Faculty Club. Ledennbsp;kunnen hier doordeweeks binnenlopen om de krant te lezen, iets tenbsp;drinken of te eten. Fax, mail ennbsp;internet staan ook tot de beschikking.

De bovenverdieping bestaat uit twee zalen: de Kanunnikenzaal,nbsp;waar bijeenkomsten als congressen, buffets en recepties tot tachtig personen kunnen plaatsvinden,nbsp;en de Sterrecamer, een vergader-annex eetzaal voor ongeveer twintig personen. Deze ruimtes zijn innbsp;NCGIA (National Center fornbsp;Geographic Information and Analysis), een toonaangevend instituutnbsp;op het gebied van wetenschappelijk en praktisch onderzoek op hetnbsp;terrein van de geografische informatie.


Prof.dr. Charles R. Scriver (1930), hoogleraar Pediatrie, Biologie ennbsp;Humane Genetica aan de McGillnbsp;Universiteit in Montreal (Canada),nbsp;wordt voorgedragen door denbsp;faculteit Geneeskunde. Het eredoctoraat voor Scriver is eennbsp;belangrijke en toepasselijkenbsp;onderscheiding in het kader vannbsp;de opening van het nieuwe Wilhelmina Kinderziekenhuis en hetnbsp;Centrum voor Medische Genetica.nbsp;Het levenswerk van Scriver op hetnbsp;terrein van metabole ziekten binprincipe door iedereen te huren,nbsp;hoewel leden voorrang genietennbsp;en er voor een gereduceerd tariefnbsp;terecht kunnen.

'Voor alumni biedt de club een mooie omgeving voor een reünienbsp;nen de pediatrie reflecteert voornbsp;een belangrijk deel de baanbrekende ontwikkelingen op ditnbsp;gebied binnen het WKZ in denbsp;afgelopen jaren. Zijn visie op hetnbsp;gebruik van bevolkingsonderzoeknbsp;in de zoektocht naar erfelijke metabole ziekten heeft belangrijkenbsp;consequenties gehad voor denbsp;genetische pediatrie in Canada ennbsp;was in hoge mate bepalend voornbsp;het overheidsbeleid op dit terrein.nbsp;Scriver is momenteel mede-direc-teur van het CGDN (Canadiannbsp;Genetics Diseases Network).

Prof.dr. Benjamin Widom (1927), hoogleraar Chemie aan de Cornellnbsp;University te Ithaca, New Yorknbsp;(VS), wordt voorgedragen door denbsp;faculteit Scheikunde. Widom heeftnbsp;gedurende vele jaren baanbrekenmet studievrienden', aldus Bär.nbsp;'Het is bijvoorbeeld mogelijk omnbsp;eens in de maand op een vaste tijdnbsp;een tafel te reserveren. Leden dienbsp;in de binnenstad van Utrechtnbsp;wonen of werken, hebben met denbsp;de bijdragen geleverd aan hetnbsp;begrip van vloeistoffen en denbsp;daarin voorkomende grensvlakken. Zijn inzicht heeft gezorgdnbsp;voor de huidige kennis over denbsp;wijze waarop het samenspel vannbsp;aantrekkende en afstotende wisselwerkingen de eigenschappennbsp;van de vloeibare toestand bepaalt.nbsp;In eerste instantie richtte Widomnbsp;zijn aandacht op eenvoudigenbsp;vloeistoffen maar gedurende denbsp;laatste 15 jaar concentreerde hijnbsp;zich voornamelijk op complexenbsp;vloeistoffen zoals micro-emulsies,nbsp;polymeeroplossingen en colloïdalenbsp;dispersies. Dit alles heeft ertoenbsp;geleid dat deze vakgebieden eennbsp;heldere basis hebben gekregen.

tuin bovendien een rustig privé-terras tot hun beschikking.'

Met de bon die u op pagina 21 van deze Illuster vindt, kunt u zich aanmelden als lid van de Faculty Club.


-ocr page 6-

illuster • maart 1999

^Sorry professor


Ik moet u iets bekennen: ik heb mijn alma


mater teleurgesteld. Onlangs ontving ik Illuster, het alumni-magazine van de Uni-versiteit Utrecht. En daarin vertelt prof. dr.nbsp;Vliegenhert, voorzitter van het universi-® teitsfonds, dat een enquête onder Utrecht-''^se alumni had aangetoond dat wij er helemaal niet trots op zijn dat we in Utrechtnbsp;gestudeerd hebben, quot;ik vind het pijnlijknbsp;dat het Utrecht-gevoel van onzenbsp;afgestudeerden zo lauw is.quot; En ik moetnbsp;eerlijk bekennen dat ik bij 'Utrecht' eerstnbsp;denk aan de terrasjes langs de Oudenbsp;Gracht, dan aan de Dom en de plaatselijkenbsp;FC, nog zo wat dingen, en dan pas aannbsp;'mijn' universiteit. Hoewel ik er toch bijnanbsp;zes jaar gestudeerd, en zeven jaar gewerktnbsp;heb, word ik nauwelijks warm van binnennbsp;wanneer de Universiteit Utrecht weer eensnbsp;in het nieuws komt. Misschien is het de

volksaard. Misschien ligt het ook aan het Nederlandse gelijkheidsdenken, waardoornbsp;alle universiteiten ongeveer dezelfdenbsp;grijstint hebben. Maar het heeft ook ietsnbsp;kunstmatigs, dat ik een 'Utrecht-gevoel'nbsp;moet hebben, in een tijd dat instellingennbsp;om het hardst roepen dat onderzoekersnbsp;niet moeten promoveren in de stad waarnbsp;zij gestudeerd hebben. En waarin de universiteit 'bedrijfsmatiger' moet gaan werken. Dus: een baan voor het leven bestaatnbsp;niet meer, werknemers moeten investerennbsp;in zichzelf, en liefst als zelfstandig ondernemer hun diensten aanbieden.

quot;We doen het niet om het geldquot;, stelt Vliegenhert. Dat klinkt niet echt overtuigend. Waarom zou hij mij anders nodig hebben?nbsp;De Universiteit Utrecht kan mij van eennbsp;'netwerk' voorzien, waarmee ik mijn voordeel kan doen. O ja? Toen ik een jaar ofnbsp;drie geleden baanzoekend was, na zevennbsp;jaar lang met mijn onderzoek te hebbennbsp;bijgedragen aan de reputatie van hetnbsp;Utrechtse biomedische cluster heb ik denbsp;afdeling mobiliteit en opleiding verzochtnbsp;twee 'netwerkgesprekjes' te regelen. Maarnbsp;dat heb ik ten slotte zelf moeten doen,nbsp;want men had het te druk. De meeste

Het Utrechtnbsp;gevoel

De Universiteit Utrecht wil meer contact met haar afgestudeerden. Waarom eigenlijk? Is ernbsp;wel een voedingsbodem voor zoiets als eennbsp;'Utrecht-gevoel'?

Jan Veldhuis, voorzitter van het college van bestuur, denkt van wel. Hij ziet voldoendenbsp;kansen om de banden tot wederzijds voordeelnbsp;te versterken. Hij bestrijdt de suggestie datnbsp;het de universiteit louter te doen is om hetnbsp;geld van de alumni.

PETER GIESEN

Veel afgestudeerden hebben jarenlang niets van de universiteit gehoord en worden plotseling uitgenodigd zich betrokken te voelennbsp;bij het wel en wee van hun vroegere opleiding. Sommigen reageren wantrouwend, zonbsp;bleek uit een recent onderzoek. Wat wil die

‘Alumni zijn onze



Nederlandse studenten kiezen voor die

universiteit die het dichtst in de buurt

staat. Nu ik in Roden woon, netwerk ik wel in Groningen, mocht ik daar behoeftenbsp;aan hebben. En als zelfstandig ondernemernbsp;schrijf ik stukjes voor het alumniblad vannbsp;de RUG. Sorry, professor Vliegenhert.

René Franssen wetenschapsjournalist.

Deze column werd eerder geplaatst in de Universiteftskrant Groningen.

Weemoed

Marjet van Zuijlen, Tweede Kamerlid PvdA, studeerde geschiedenis

'Ik denk eerder met weemoed aan de stad terug dan aan de universiteit. Ik denk ooknbsp;dat je eerder vanwege de stad dan vanwegenbsp;de universiteit in Utrecht gaat studeren. Iknbsp;heb ook geen goede herinneringen aan denbsp;huisvesting van de universiteit. De Uithof,nbsp;dat is wel heel wezensvreemd aan wat studeren is, vind ik. Verder heb ik helemaalnbsp;geen slechte tijd gehad, hoor. Maar mijnnbsp;melancholie geldt toch veel meer de stad.nbsp;Als de universiteit wil dat haar afgestudeerden een 'Utrecht-gevoel' hebben, moet zenbsp;toch iets eerder beginnen met het cultiverennbsp;daarvan. Nu sta je daar toch een beetje raarnbsp;tegenaan te kijken, omdat je er tijdens jenbsp;studie nooit iets van gehoord hebt. Er isnbsp;weinig voedingsbodem voor. Mijn loyaliteitnbsp;ligt ook eerder bij de vakgroepnbsp;geschiedenis dan bij de universiteit.nbsp;Als je alumni wilt benaderen, moet je datnbsp;individueel doen, denk ik. Ik zal nooit naarnbsp;grootschalige conferenties, reünies of universiteitsdagen gaan. Dat is misschien leuknbsp;als je bejaard bent en niks meer te doennbsp;hebt. Maar als de universiteit mij vraagt omnbsp;iets voor ze te doen, ben ik daar best toenbsp;geneigd. Maar ja, tot nu hebben verschillende universiteiten mij gevraagd gastcollegesnbsp;te geven, behalve de Universiteit Utrecht.

Mijn universiteit

Marianne Verkoelen, Projectleider achterstandswijk Eindhoven, studeerde algemene sociale wetenschappen.

'Utrecht is toch mijn universiteit. Als ik op de snelweg rijd en ik zie De Uithof liggen,nbsp;dan is dat toch wel een heel eigen plek.nbsp;Hetzelfde geldt overigens voor de stadnbsp;Utrecht, die zal ook altijd een speciale plaatsnbsp;blijven houden. Ik volg de universiteit nognbsp;wel een beetje, ook omdat er nog vriendinnen van mij werken.

Ik vind het wel goed dat de universiteit de banden met afgestudeerden wil aanhalen.nbsp;Volgens mij kan de universiteit veel vannbsp;alumni leren, vooral wat betreft de aansluiting van de opleiding op de praktijk. Hetnbsp;lijkt me ook wel leuk om met clubjes alumninbsp;uit een vakgebied thema-bijeenkomsten ofnbsp;excursies te organiseren, om te reflecterennbsp;op je studie en je vakgebied. Het probleemnbsp;is natuurlijk wel dat zulke dingen op papiernbsp;heel leuk lijken, maar dat je in de praktijknbsp;nooit tijd hebt.'

Oude vrienden

Menno Bentveld, Programmamaker Vara, studeerde algemene letteren

'Ik heb zeven jaar in Utrecht gewoond en gestudeerd. Dat is toch een deel van je


-ocr page 7-

maart 1999 • illuster

universiteit toch van ons? Geld soms? Maar veel alumni blijken het hernieuwde contactnbsp;ook wel te waarderen. Ze vinden het bijvoorbeeld prettig dat ze het alumnibladnbsp;Illuster krijgen thuisgestuurd. Een teken vannbsp;herkenning. Dat alleen al versterkt de band.nbsp;Wat beoogt de Universiteit Utrecht nu precies met haar alumnibeleid? Een aantal kritische vragen aan de voorzitter van het college van bestuur.

Droomt Jan Veldhuis van Amerikaanse taferelen waarbij afgestudeerden soms tientallen miljoenen aan hun oude universiteitnbsp;overmaken?

'Nee, wij dromen niet van grote donaties. Het is niet reëel om in Amerikaanse termennbsp;te denken. Aan een universiteit als Harvardnbsp;wordt bijna de helft van de studenten toegelaten, omdat hun ouders jarenlang flinknbsp;hebben bijdragen. In alumni-bladen staatnbsp;ook openlijk te lezen hoeveel iedereennbsp;heeft gegeven. Zoiets is in Nederland nietnbsp;denkbaar. We verwachten van alumni nietnbsp;dat zij bijdragen aan onze basistaken,nbsp;onderwijs en onderzoek. Wel zouden wenbsp;hen graag benaderen voor speciale projecten, bijvoorbeeld bijzondere leerstoelen,nbsp;studentenactiviteiten of het onderhoud vannbsp;bijzondere collecties'

ambassadeurs’


'We zijn dus zeker ook om financiële redenen geïnteresseerd in goede relaties met onze afgestudeerden. Maar we zoudennbsp;vooral graag zien dat alumni meedenkennbsp;over ons onderwijs en onderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van een Raad van Advies,nbsp;per opleiding of onderzoekinstituut. De juridische faculteit staat te trappelen om te praten met mensen uit de praktijk, zoals advocaten, officieren van justitie of bedrijfsjuristen. Verder voeren we een alumnibeleid uit relationele overwegingen. We willen graag contact onderhouden met macht-leven. Daarom heb ik ook nog steeds eennbsp;zeker Utrecht-gevoel. Ik vind het wel leuknbsp;om Illuster te lezen en de universiteit nognbsp;een beetje te volgen. Maar verder gaat dienbsp;band niet. Als ik in Utrecht ben, zoek iknbsp;oude vrienden op of ga ik naar mijn oudenbsp;vereniging, Unitas.

Ik heb absoluut niet het idee dat de Universiteit Utrecht iets bijzonders is. Wat dat betreft had ik net zo goed in Maastricht ofnbsp;Groningen kunnen studeren. In de Verenigde Staten vinden mensen het belangrijk aannbsp;welke universiteit ze gestudeerd hebben,nbsp;maar in Nederland niet.

Het is wel een goede zaak als de universiteit de banden met de afgestudeerden wat wilnbsp;aanhalen. Het is handig als er een netwerknbsp;van Utrechters ontstaat. Maar het duurtnbsp;jaren voordat je zoiets opbouwt. En dan nognbsp;ontstaan de meeste contacten in je studietijd. Ik zie nog niet zo snel een situatie ont-hebbers, decision makers of hoe je ze ooknbsp;wilt noemen. Zij kunnen onze ambassadeursnbsp;zijn. Dat is belangrijk in een tijd waarin denbsp;universiteiten zich willen profileren en meernbsp;met elkaar concurreren. Daarnaast zijn verschillende beroepsgroepen, waarvoor wijnbsp;opleiden, van belang. Neem de vwo-leraren.nbsp;Zij kunnen adviseren over de aansluiting tussen middelbare school en universiteit. Ooknbsp;vanuit marketing-oogpunt zijn zij belangrijk, omdat ze leerlingen kunnen adviserennbsp;naar Utrecht te gaan.'

Maar wat is het belang van een grotere binding met de universiteit?

'Ik denk niet zozeer in termen van belang. Ik geloof dat alumni recht hebben op eennbsp;band met de universiteit. Hun studie heeftnbsp;een grote invloed op hun loopbaan en hunnbsp;leven. Het is toch de mooiste tijd van jenbsp;leven, vind ik, en velen met mij. Veel mensen vinden een partner in hun studententijdnbsp;en doen er veel vrienden op. Het is mooi datnbsp;er een band blijft met die periode.'

Dat klinkt mooi, maar vriendschappen kan men toch ook in het informele circuit onderhouden? Daarvoor hoefje geen 50 of 100 gulden aan het Universiteitsfonds over te maken.nbsp;Veldhuis: 'Voor vriendschappen die alnbsp;bestaan is dat niet nodig. Maar wie oude,nbsp;verloren contacten wil aanhalen, voornbsp;vriendschap of voor carrière; wie gebruik wilnbsp;maken van het onderwijs en onderzoek vannbsp;de universiteit, of daaraan willen bijdragen.nbsp;Voor al diegenen is het goed om onderdeelnbsp;te zijn van het alumninetwerk, ook voor wienbsp;alleen herinneringen wil ophalen.'nbsp;te het imago van de Universiteit Utrecht nietnbsp;te grijs en te wazig om een echt Utrecht-gevoel te kweken?

'Alle donders, we zijn helemaal niet wazig!

staan, waarin wildvreemde Utrechters elkaar gaan bellen als ze met een probleem zitten.'

Eigen stempel

Cedel van Berkum, Organisatie-adviseur Liber-tel in Maastricht, studeerde psychologie. 'Ik heb wel een beetje een Utrecht-gevoel.nbsp;Elke universiteit heeft toch een beetje haarnbsp;eigen stempel. Ik vond mijn studie heelnbsp;breed en open. We hebben echt geleerd kritisch na te denken. Natuurlijk zal dat aannbsp;andere universiteiten ook best gebeuren,nbsp;maar dat kan ik niet beoordelen. Utrecht isnbsp;wel de minst rechtse stad, geloof ik. Dat vindnbsp;ik een groot voordeel: de corpora hebben ernbsp;weinig te vertellen. Het is heel gemêleerd.nbsp;Ik géloof dat vooral de universiteit zelfnbsp;belang heeft bij het alumnibeleid. Ik wilnbsp;best proberen te bemiddelen bij stageplaatsen, maar ik vind het echt flauwekul als denbsp;universiteit geld gaat vragen aan alumni. Zenbsp;Utrecht is een brede universiteit, met 58 studierichtingen. We zijn ook breed wat socialenbsp;herkomst van studenten betreft, van zeernbsp;behoudend tot prettig progressief. Ook zijnnbsp;we breed als je kijkt naar geografische herkomst. We zijn de meest nationale universiteit van Nederland, mede door onze centrale ligging uiteraard. Maar Amsterdam,nbsp;Leiden en Groningen zijn provinciale universiteiten vergeleken bij ons. Nou kun je negatief doen en zeggen: die breedte maakt onsnbsp;grijs. Ik zeg dan: we zijn niet grijs, maarnbsp;veelkleurig. Bovendien zijn we gewoonnbsp;goed. 'Utrecht is de beste universiteit vannbsp;Nederland', vonden de Nederlandse hoogleraren laatst in een Elsevier enquête. Innbsp;menig vakgebied kunnen we ons meten metnbsp;de Europese en wereldtop, aldus internationale tijdschriften als Science en Nature.nbsp;Zeker, de breedheid maakt het soms moeilijk ons imago te focussen. We hebben geennbsp;eenregelige slogan die meteen duidelijknbsp;maakt waar Utrecht voor staat.'

Is een alumni-beleid niet meer iets voor universiteiten die scherp selecteren? Afgestudeerden in Oxford of Harvard zijn trots op hun universiteit, omdat zij het gevoel hebbennbsp;tot een uitverkoren groep te behoren.

'In Nederland behoor je inderdaad minder tot een selectief gezelschap. We hebben eennbsp;ander toelatingssysteem. We hebben ooknbsp;geen campus, waar je woont, eet en slaapt.nbsp;Dat maakt het lastiger een saamhorigheidsgevoel te kweken, zoals aan de Amerikaanse universiteiten. Dat maakt het ontstaannbsp;van een wij-gevoel ongetwijfeld moeilijker.'

Lezersoproep:

Mijn Utrecht gevoel

Welk gevoel heeft u bij de Universiteit Utrecht? De redactie van Illuster roept afgestudeerden van alle jaargangen en gezindten op in maximaal 200 woorden te beschrijvennbsp;wat zij nog met hun oude universiteit of opleiding hebben. Koestertnbsp;u bijzondere herinneringen? Vindt unbsp;het de moeite waard de banden metnbsp;Utrecht aan te halen? Kunnen universiteit en alumni nog iets voornbsp;elkaar betekenen?

Stuur uw bijdrage voor 1 mei 1999 naar de redactie Illuster. Postbusnbsp;80125. 3508 TC Utrecht. E-mail:nbsp;Illuster, redactie. @csc. use. uu.nl. Ondernbsp;vermelding; alumnigevoel.

moeten Libertel maar vragen, maar mij niet. Amnesty of Greenpeace, dat vind ik goedenbsp;doelen, niet de Universiteit Utrecht.

Het zou wel een goede zaak zijn als alumni korting krijgen op postdoctoraal onderwijs.nbsp;Voor massale reünies heb ik niet zo veelnbsp;belangstelling. De universiteit is ook eennbsp;beetje groot om je mee te vereenzelvigen.


zijn Nederlandse Universiteiten daar ook niet te groot voor?

'Hoe kleiner je bent, hoe gemakkelijker je een wij-gevoel creërt. Maar we moeten hetnbsp;probleem van de massaliteit niet overdrijven. Op dit moment zijn alleen rechten ennbsp;psychologie echt grote studierichtingen metnbsp;honderden eerstejaars. Als je bij studierichtingen als dierengeneeskunde, farmacie ofnbsp;natuurkunde komt, zie je een gezond ontwikkeld saamhorigheidsgevoel. Veel alum-niactiviteiten zullen ook via de faculteit ofnbsp;vakgroep moeten lopen. En via de studentenverenigingen natuurlijk.'

'Je ziet dat studenten, toch onze toekomstige alumni, weer graag ergens bij horen. De afgelopen jaren zijn de studentenverenigingen weer enorm gegroeid. De traditionelenbsp;gezelligheidsverenigingen zijn ongeveer opnbsp;peil gebleven, maar vooral de facultaire studieverenigingen bloeien volop. Als universiteit steunen wij maar liefst 120 studentenverenigingen.'

Ik ben vooral betrokken bij de faculteit en bij mijn oude vereniging Biton. Daar kom iknbsp;nog wel eens op oude ballen-dagen.'

Veranderd

Andrew ten Pas, Arts, studeerde geneeskunde en woont in Australië

'Beste redactie. Alhoewel ik nu al meer dan 40 jaren uit Nederland weg ben heb ik Uwnbsp;publicatie Illuster, die mij onlangs toegestuurd is met belangstelling gelezen. Veel isnbsp;er veranderd in Utrecht en ook, naar ik veronderstel met het studentenleven. Ik zounbsp;graag willen weten of Unitas nog bestaat.nbsp;Ik kon het niet vinden onder Uw rubriek:nbsp;alleen maar een paar onbegrijpelijke afkortingen. Ik heb nog goede herinneringen aannbsp;de grote fuiven op het Lucas Bolwerk! Misschien kan ik weer contact opnemen.'


-ocr page 8-

maart 1999 • illuster

Wie niet publiceert bestaat niet

‘Volgens Van Raan ben ik dus

een waardeloze wetenschapper’

Hoe meet je de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek? Dat is de vraag waarover beleidsmakers en onderzoeksleiders zich alnbsp;jaren het hoofd breken. Een gangbare maat isnbsp;het aantal publicaties in toonaangevende tijd-schrijften, maar de vraag is of dat iets zegt.nbsp;Volgens psycholoog Ruud Abma kun je beternbsp;naar citaties dan naar publicaties kijken. Maarnbsp;ook die aanpak is omstreden.

ERIK HARDEMAN

Het Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie (NTvP) publiceerde onlangs een onderzoek in drie artikelen. Daarin wordt grondig afgerekend met vormen van kwaliteitsmeting, gebaseerd op het tellen vannbsp;publicaties.

Uitgangspunt is dat deze optelsom een indicatie vormt van de invloed.

Uit het onderzoek bleek daar niets van, aldus de Utrechtse psycholoog dr. R. Abma,nbsp;zelf redactielid van het tijdschrift.

'Dat de internationaal meest publicerende psychologen ook de meest geciteerden zijn,nbsp;klopt niet, zo blijkt. Ook niet als alleennbsp;publicaties uit tijdschriften met een hogenbsp;impactfactor werden meegeteld. Bij eennbsp;'blinde' beoordeling van onderzoeksartikelen uit drie tijdschriften met uiteenlopendenbsp;impactwaardes konden namelijk geen opvallende kwaliteitsverschillen tussen de tijdschriften geconstateerd worden.'

Keurslijf

Volgens Abma is het systeem van 'publicaties tellen' als maat voor kwaliteit dus wetenschappelijk gezien niet te verdedigen.nbsp;'Beleidsambtenaren van NWO en Oamp;W interesseert dit wellicht niet, maar wetenschapsbeoefenaren zouden zich er zorgen overnbsp;moeten maken. En dat doen ze ook: zelfsnbsp;onderzoekers die zich in het publicatiekeurs-lijf voegen, uiten binnenskamers regelmatignbsp;twijfels aan de zin van dit lopende-bandsys-teem. Publiceren moet geen doel op zichnbsp;zijn, maar een middel om het eigenlijkenbsp;doel - kennisuitwisseling over onderzoek -te realiseren.'

Wetenschappelijk gezien is het rationeler om invloed te meten, bij voorbeeld aan denbsp;hand van het aantal citaties, stelt Abma. Datnbsp;is dan ook precies wat het Utrechtse collegenbsp;van bestuur in 1997 beoogde door de Leidsenbsp;bibliometricus prof.dr A. van Raan te vragennbsp;de maat te nemen van het Utrechtse biomedische onderzoek. Wetenschap bedrijvennbsp;is aan topsport doen, vindt Van Raan. Ennbsp;dus spreekt het voor zich dat je de prestatiesnbsp;van onderzoekers - net als die van topsporters - meet.

Zijn filosofie is simpel: de resultaten van onderzoek worden op veel gebieden gepubliceerd in tijdschriftartikelen. In die artikelen wordt vaak verwezen naar eerderenbsp;publicaties over hetzelfde onderwerp. Aangenomen dat de mate waarin die eerderenbsp;artikelen worden aangehaald, iets zegt overnbsp;hun relevantie, hebben we met het aantalnbsp;citaties (dus niet: citaten) een redelijknbsp;betrouwbare graadmeter in handen voor denbsp;wetenschappelijke kwaliteit van de auteurs.

Koudwatervrees


'Wie niet publiceert, bestaat niet', stelt Van Raan, die er geen twijfel over laat bestaannbsp;dat wetenschappers af moeten van hunnbsp;koudwatervrees voor cijfers. Voor zijnnbsp;methode maakt de Leidse onderzoekernbsp;gebruik van tijdschriften die zijn opgenomen in de Science Citation Index. In datnbsp;'neurale netwerk van verwijzingen' verschijnen jaarlijks ongeveer een miljoen artikelennbsp;die elk gemiddeld vijftien aanhalingennbsp;bevatten van eerdere artikelen. Die vijftiennbsp;miljoen citaties vormen de basis voor eennbsp;groot aantal statistische bewerkingen waarbij ook de zogeheten 'impact-factor' van hetnbsp;betrokken tijdschrift een rol speelt. De uitkomst geeft volgens Van Raan een redelijknbsp;betrouwbaar beeld van de wetenschappelijke kwaliteit van een onderzoeksgroep.nbsp;Centraal in deze aanpak staat een vergelijking binnen het eigen vakgebied. Absolutenbsp;aantallen citaties zeggen niets, vindt Vannbsp;Raan, omdat de publicatiepraktijk per vakgebied sterk verschilt. Wil je iets zinnigsnbsp;kunnen zeggen over een onderzoeksgroep,nbsp;dan moet je kijken hoe die groep het doetnbsp;in vergelijking met collega's op hetzelfdenbsp;terrein. Van Raan: 'Je kunt met deze methode niets zeggen over één artikel. Bovendiennbsp;moet het gaan om gebieden waar publiceren in tijdschriften de norm is. Waar dat nietnbsp;zo is, zoals bij voorbeeld in sommige alfa-richtingen, kun je de bibliometrische methode gevoeglijk in de prullenmand gooien.'nbsp;Van Raan stelt met nadruk dat zijn aanpaknbsp;slechts als hulpmiddel moet worden geziennbsp;naast de meer beproefde methode van eennbsp;beoordeling door vakgenoten (peer review).nbsp;Maar volgens hem ondersteunt de bibliometrische methode de bevindingen van dienbsp;vakgenoten in driekwart van de gevallen.nbsp;Het grote belang van zijn methode ziet Vannbsp;Raan in de objectiveerbaarheid van het oordeel. 'Deze methode is in mijn ogen openernbsp;en daardoor democratischer dan-een oordeel door vakgenoten.'

Bureaucratisch telwerk

Niet iedereen is gecharmeerd van dit bureaucratische telwerk. Volgens de

Publiceren is geen doel maar een middel

utrechtse biofysicus prof. dr. W. van der Grind valt de kwaliteit van iemands intellectuele prestaties niet te beoordelen zondernbsp;er intensief inhoudelijk kennis van tenbsp;nemen. 'Die kwaliteit heeft vele dimensies,nbsp;niet een die uitmondt in één getal en éénnbsp;ranglijst. Alleen een goed opgezet peerreview systeem (dus niet dat van de VSNU) isnbsp;voldoende subtiel, mits het niet in De Telegraaf wordt samengevat.'

'Wat te denken van een wetenschapper die een groot laboratorium leidt en er voornbsp;zorgt dat hij/zij op alle publicaties die denbsp;deur uitgaan als eerste auteur staat aangegeven? Zo iemand heeft een goede kansnbsp;een topwètenschapper te worden volgensnbsp;de Van Raanse meetmethode. Dit voorbeeldnbsp;lijkt wat extreem, maar komt in allerlei watnbsp;afgezwakte vormen wel degelijk in denbsp;wetenschappelijke wereld voor. 'Peers'nbsp;weten wat voor vlees ze in de kuip hebben.nbsp;Van Raan c.s. niet.'nbsp;'Telraammethodologen baseren zich trouwens indirect onbeschaamd op het peernbsp;review systeem, namelijk dat van wetenschappelijke tijdschriften. Het is dus niet ergnbsp;verrassend dat hun uitkomsten met peernbsp;beoordelingen correleren. De overeenkomstnbsp;is volgens Van Raan 75 procent. Voor mij isnbsp;zelfs 99 procent correlatie niet voldoendenbsp;voor zoiets zwaarwichtigs als het publiekelijk afkraken van een persoon en zijn levenswerk. Een onterecht afgewezen artikel kunnbsp;je nog ergens anders heen sturen of herschrijven, een onterechte veroordelingnbsp;door VSNU of Van Raan, versterkt doornbsp;het publicitaire circus, kan hardwerkendenbsp;creatieve mensen mentaal en qua subsidiestroom breken.'

Kunstje

Ook prof.dr. W. Gispen, decaan van de faculteit Geneeskunde en directeur van hetnbsp;Rudolf Magnus Instituut heeft geen behoefte aan citatie-analyses, want, zegt hij, in feite is wetenschap niet te sturen. 'Er zijn klassieke voorbeelden van onderzoek dat doornbsp;iedereen waardeloos werd gevonden en datnbsp;opeens toch een doorbraak tot gevolg had.nbsp;Ik heb het college van bestuur gevraagd hoenbsp;ik die Van Raan-analyses als beleidsinstrument moet gebruiken? Maar dan komt ernbsp;geen antwoord. Ja, zegt men, het is maarnbsp;een van de instrumenten, er komt nog veelnbsp;meer bij kijken. Nou, wat dan?

'Van Raan kan een kunstje, zet professor voor zijn naam en heeft succes omdat iedereen zoekt naar objectiveerbare oordelen.nbsp;Maar zijn methode is zo beleidsarm als wat.nbsp;Hoe het dan wel moet? Tja, dat weet ik ooknbsp;niet.

'Ja, toch liever aantallen publicaties dan citaties. Want of iets veel of weinig wordtnbsp;aangehaald, zegt mij niets. Ik heb ooit eennbsp;artikel in 'Nature' gepubliceerd dat voor eennbsp;doorbraak in het onderzoek heeft gezorgd.nbsp;Maar voor de Van Raan-analyse is het hetnbsp;slechtste wat ik ooit heb gedaan, want ernbsp;zijn maar elf laboratoria in de wereld dienbsp;aan dat onderwerp werken. Dat stuk isnbsp;nooit aangehaald, dat is een zeperdnbsp;geweest. Als ik Van Raan moet geloven bennbsp;ik dus een verdomd slecht onderzoeker. Nounbsp;leuk, dat weet ik dan ook weer.'


-ocr page 9-


UVSV viert honderdjarig bestaan

‘Wij zeiden altijd: doen’


In 1999 bestaat de UVSV 100 jaar. Generaties studerende vrouwen zijn er lid van geweest.nbsp;Niet zelden was het een kwestie van zo moeder, zo dochter. Zoals in het geval van kunsthistorica Ellen Jellema-van Woelderen (58) ennbsp;haar dochter, psychologiestudente Gwendolynnbsp;Jellema (25). Ellen en Gwendolyn hebben veelnbsp;gemeen. Gwendolyn is lid van de UVSV en zitnbsp;in het toneelbestuur. Ellen was vroeger ooknbsp;lid van de UVSV en zat in het toneelbestuur.

En daarnaast schrijven ze allebei gedichten die ze bundelden in het boekje 'Godin met eigennbsp;handen'.

SUZANNE BRINK

Gwendolyn: 'Ik ben niet in Utrecht gaan studeren omdat mijn moeder dat gedaan had. Dat was gewoon iets wat ik zelf gekozennbsp;had. Ik kies elke keer een eigen pad uit datnbsp;achteraf precies hetzelfde blijkt te zijn alsnbsp;wat mijn moeder gedaan heeft. Ik lijk ooknbsp;qua karakter op mijn moeder.'

Ellen: 'Haar dichtstijl lijkt erg op de mijne. Kort en bondig. Anders hadden we ze ooknbsp;niet samen kunnen bundelen. Door hetnbsp;leeftijdsverschil zijn ze wel anders van toon.'nbsp;Gwendolyn: 'Een vriend van mij zei dat innbsp;mijn gedichten meer vragen zitten, onzekerheid, onrust over de toekomst. Mijn moeders gedichten stralen juist een soort rustnbsp;uit.' Ellen: 'We hebben andere levenservaringen. Ik ben ouder en heb overlijdensge-vallen meegemaakt en ik kan over mijn reizen schrijven. Bij Gwen is het 'waar sta ik,nbsp;wat doe ik, hoe gaat het met relaties?' Bijnbsp;mij is het meer 'hier sta ik en ik leef'!'

De dag voor het interview werd de bundel uitgereikt. Honderd hebben ze er alnbsp;verkocht en Ellen verwacht dat het ook denbsp;komende tijd goed zal lopen. Inmiddels zijnnbsp;ze ook op de Stadsomroep-radio geweest.nbsp;Met geïnterviewd worden hebben ze geennbsp;enkele moeite.

Gwen: 'Je praat over iets wat je heel erg bekend is.' Ellen: 'We hebben allebei spreek-ervaring. Ik ben docente en Gwen heeft veelnbsp;gedaan binnen de vereniging.'

Lid worden van USC of UVSV is zacht gezegd geen vreemde afwijking in denbsp;familie Jellema. Niet alleen waren de broernbsp;en zus van Gwendolyn respectievelijk innbsp;Delft en Leiden lid van de plaatselijkenbsp;corpora, ook Gwendolyns vader was lid.nbsp;En het gaat zelfs nog verder terug.nbsp;Ellen: 'Mijn vader en mijn grootvader zatennbsp;ook bij het Utrechtse Corps. De zus van mijnnbsp;vader is een Utrechtse UVSV-ster. Tijdensnbsp;mijn studie hier ben ik daar een beetje achter gekomen. Mijn grootvader is twee jaarnbsp;geleden overleden en toen ik oude foto'snbsp;zag, realiseerde ik me pas dat hij bij hetnbsp;Corps had gezeten. Het gaat wat mijn moeders kant betreft een eind terug in de tijd.'

Hoofdpijn

Ellen Jellema begon in 1959 haar studie Kunstgeschiedenis in Utrecht omdat Kunstgeschiedenis in Leiden minder goed stondnbsp;aangeschreven en minder richtingen had.nbsp;Door de zwangerschappen van haar drienbsp;kinderen en een verblijf in het buitenlandnbsp;voor het werk van haar man, moest ze haarnbsp;studie onderbreken.

'Toen ik terug kwam uit het buitenland dacht ik: 'waarom heb ik vage hoofdpijn'?nbsp;Omdat ik gewoon bezig wilde zijn op ditnbsp;gebied. Toen kwam ik iemand tegen dienbsp;ook kinderen had en toch aan het afstuderen was en toen dacht ik: 'o, maar dat kannbsp;ik ook'. Ik was zwanger van Gwen toen iknbsp;afstudeerde.' Gwendolyn: 'Dan heb ik welnbsp;een heel wat rustiger studentenleven denknbsp;ik. Geen kinderen. Niet verhuizen.' Ellen: 'Iknbsp;denk dat haar studietijd vooral financieelnbsp;anders is. Studenten van nu zijn net zo armnbsp;als vroeger, ze geven het geld alleen andersnbsp;uit, namelijk: eerder. Maar het is net zo leuknbsp;denk ik, misschien nog wat leuker. Wijnbsp;waren zulke brave meisjes. Wij dronken eennbsp;kopje thee 's middags. Als wij al naar eennbsp;kroeg gingen was dat in gezelschap van een

Godin met eigen handen

Ouders

dit park

Zwerend ga ik

en deze bomen

aan Je voorbij

aan de grenzen

ik klamp me vast

van het leven

aan Jouw

schaduw

de eenvoud van

het weten

ik wil Je vragen

dat het tij

wacht op mij

zal keren

vanuit de verte

terwijl de zon

geift de wind

nog in dit

Jouw warmte mee

water schijnt

langs mijn wang

en bladgoud

in mijn hart

tovert

Jouw liefde

in herinnering

geef ik Jullie

heide handen

een gezicht

Gwendolyn

Jellema

Ellen jellema

Uit: Godin met eigen handen, Stichting

Uitgeverij Barbinsk, Leiden 1998

man, maar nooit alleen. Dat was not done. De wereld was kleiner.' Gwen: 'Ik heb hetnbsp;idee dat de normen en waarden in de maatschappij gewoon veranderd zijn en dat hetnbsp;daarom voor ons gekker, wilder en later kannbsp;worden.' Ellen: 'Sommige dingen had iknbsp;vroeger ook wel gehad willen hebben. Datnbsp;is het emancipatieverhaal. Als meisje mochtnbsp;je vroeger gewoon een heleboel dingen nietnbsp;doen. Je ging liever door de grond dan zelfnbsp;een partner uitnodigen.'

Gwen: 'Dat heeft ook wel zijn donkere kant. In onze lustrumweek had je in totaal zevennbsp;partners nodig. Verzin maar eens zevennbsp;partners. Dan word ik toch liever gewoonnbsp;uitgenodigd.' Ellen: 'Wat ik ook nog metnbsp;mijn oudste dochter en Gwen heb meegemaakt is dat ze een paar dagen van tevorennbsp;zeggen dat ze een galafeest hebben en datnbsp;ze nog geen partner hebben en bij wijze •nbsp;van spreken geen jurk. Dat was bij onsnbsp;ondenkbaar. Mijn moeder had daar al eennbsp;halfjaar van te voren over nagedacht en denbsp;huisnaaister de jurk laten naaien. Dat datnbsp;kan vind ik geweldig. Terwijl de pret hetzelfde blijft natuurlijk. Je had ook een bepaaldnbsp;meisjeshuis en die meisjes hadden bijnamennbsp;die ik hier echt niet kan noemen. Ze werdennbsp;er zwaar van verdacht dat ze van losse zedennbsp;waren. Voor die tijd dan. Nu denk ik: 'Waarnbsp;ging dat helemaal over'?' Gwen: 'Het is allemaal wat losser geworden. Pas ben ik naarnbsp;een gala geweest van de marine in Den Helder en daar wordt echt nog elke deur voor jenbsp;opengedaan. Oude charme. Maar op eennbsp;gala hier heeft iedereen het binnen een uurnbsp;op een zuipen gezet en zitten je mooienbsp;schoenen onder de modder.

Het heeft wel iets dat het losser is, maar je mist ook wat. Ik hoorde pas ook iemandnbsp;zeggen: 'Je dumpt hem of je hebt eennbsp;gezellige avond.' Zo gaat het.' Ellen: 'Bij onsnbsp;was dumpen er absoluut niet bij. Samen uit,nbsp;samen thuis. Dat is allemaal in één generatie ontzettend veranderd. Het was de tijd-dat de pil nog niet bestond en dat maaktenbsp;ook een hoop uit. Maar wat blijft, denk ik,nbsp;is dat je studententijd de meest onbelastenbsp;periode uit je leven is.' Gwen: 'Je hebt welnbsp;te maken met de tempobeurs en je moetnbsp;'ontiegelijk' veel combineren. Je leert echtnbsp;time-management.'nbsp;Gwendolyn is met dat time-management innbsp;haar zesde jaar aan haar scriptie toegekomen. Nog een maandje en dan is ze, behalvenbsp;dichteres, ook afgestudeerd psycholoog.nbsp;Gwendolyn: 'Het scheelt dat mijn moeder ennbsp;ik in eikaars vak geïnteresseerd zijn. Ik vindnbsp;het ook prettig dat ze net als ik in Utrechtnbsp;gestudeerd heeft. Ouders die niet gestudeerd hebben denken misschien dat studeren alleen maar geld kost en vinden dat je ernbsp;niks naast moet doen.' Ellen: 'Wij zeidennbsp;altijd: doen. Voor het toneelbestuur moet jenbsp;een extra mooie jurk hebben, dat kost geld.nbsp;Maar ik weet hoe belangrijk het is.'nbsp;Voor meer informatie over het Lustrumpro-gramma van de UVSV, zie de rubriek Publicaties pagina 23


-ocr page 10-

maart 1999 • illuster

___________lIl________________s£d-

den en ze zijn ook meer uitgesproken.' De thalamus van schizofreniepatiënten is ongeveer tien procent kleiner dan gebruikelijk,nbsp;die van niet-schizofrene tweelingbroertjesnbsp;en -zusjes ongeveer vijf procent. Kortom, ernbsp;is een duidelijke genetische aanleg dienbsp;iemand kwetsbaarder voor schizofrenienbsp;maakt. Deze alleen is echter niet voldoendenbsp;om ook daadwerkelijk schizofrenie te krijgen. De indruk bestaat dat de veranderingen die tot schizofrenie leiden zich al voornbsp;het tweede levensjaar voltrekken. Trauma'snbsp;rond de geboorte, zoals een tangverlossingnbsp;of zuurstofgebrek, zijn gecorreleerd aannbsp;schizofrenie.

Kahn: 'De reden dat bij schizofreniepatiënten grotere hersenafwijkingen te vinden zijn dan bij hun niet-schizofrene tweelingbroertje of -zusje kan heel eenvoudig zijn. Doornbsp;een erfelijke belasting zijn ze kwetsbaarnbsp;voor bepaalde hersenbeschadigingen en bijvoorbeeld ook extra gevoelig voor zuurstofgebrek in de hersenen. Bijvoorbeeld, omdatnbsp;een enzym dat de schadelijke gevolgen vannbsp;zuurstoftekort beperkt, niet goed werkt.nbsp;Daardoor kunnen de gevolgen van eennbsp;geboortetrauma niet goed opgevangen worden, ontstaan - extra - hersenbeschadigingen en - uiteindelijk - schizofrenie. Dezenbsp;theorie is pure speculatie, maar laat wel ziennbsp;hoe de gevonden verschillen in de hersenennbsp;van eeneiige tweelingen te verklaren zijn.nbsp;Doordat we nu beter in de hersenen kunnennbsp;kijken, zullen we uiteindelijk een idee krijgen over het ontstaan van schizofrenie.'nbsp;Want dat is belangrijk. Voor de patiëntennbsp;en hun omgeving die vaak geconfronteerdnbsp;worden met een taboe: aan een geestes-moord. Van de overige zeventig procentnbsp;mensen bij wie de schizofrenie blijvend is,nbsp;kan de helft zo goed worden geholpen datnbsp;ze maatschappelijk kunnen functioneren, zijnbsp;het met beperkingen. De andere helft blijftnbsp;echter ernstig ziek en hulpbehoevend.


schizofrenie praten

ziekte heb je zelf, of als ouder, meer schuld dan aan een hartafwijking of een nierziekte.nbsp;Met een somatische oorzaak komt schizofrenie meer in de sfeer van 'pech gehad' dannbsp;van 'eigen schuld' en wordt deze maatschappelijk meer aanvaardbaar. Kahn: 'Dit isnbsp;de eerste psychiatrische aandoening waarnbsp;duidelijk een verband gevonden is tussennbsp;ziekte en biologische veranderingen in denbsp;hersenen. Er zijn maar weinig ziekten waarbij er een bewijs is voor een biologische correlatie van kwetsbaarheid. Vijf jaar geledennbsp;hielden we dit niet voor mogeiijk.' Maarnbsp;nog belangrijker dan een gegroeide maatschappelijke acceptatie is dat kennis over denbsp;ontstaanswijze van schizofrenie er toe leidtnbsp;dat gerichter kan worden gezocht naar eennbsp;mogelijke therapie. Die is dringend nodig,nbsp;want slechts twintig procent van de patiënten geneest spontaan na een psychotischenbsp;aanval, echter tien procent pleegt zelf-



Geneesmiddelen

Kahn: 'Er zijn inmiddels nieuwe medicijnen op de markt. Vroeger kon je niet veel meernbsp;doen dan mensen in toom houden. Doornbsp;trial and error heeft men veertig jaar geleden een middel gevonden dat weliswaar denbsp;symptomen bestrijdt, maar enorme bijwerkingen heeft. Mensen veranderden er volledig door: ze liepen als een soort zombienbsp;rond. De huidige geneesmiddelen hebbennbsp;veel minder bijwerkingen, de mensen voelen zich beter, maar zijn nog verre van ideaal.' Psychische aandoeningen zijn in hetnbsp;algemeen complex. De hersenen zitten volnbsp;regelsystemen die elkaar onderling beïnvloeden. Vroeger dacht men dat alleen hetnbsp;dopaminerge regelsysteem betrokken wasnbsp;bij schizofrenie en gaf men dopamine-blok-kers. Kahn: 'Nu geeft men ook serotonine-blokkers. Daardoor nemen de bijwerkingen

af en verminderen ook de negatieve symptomen van de schizofrenie: de depressie en het zich sociaal terugtrekken.'

Ook nu nog spelen trial and error een hoofdrol bij het vinden van middelen tegennbsp;schizofrenie. Technieken waarmee in de hersenen kan worden gekeken, zoals PET-scans,nbsp;ondersteunen dat zoekproces echter flink.nbsp;Maar schizofrenie genezen....? Kahn: 'Zovernbsp;zijn we nog lang niet. We weten feitelijknbsp;niet eens of schizofrenie een degeneratievenbsp;aandoening is zoals bijvoorbeeld de ziektenbsp;van Alzheimer, of dat het een ontwikkelingsstoornis is die onomkeerbaar is. Zelf denk iknbsp;dat het een combinatie is: een ontwikkelingsstoornis die gekoppeld is aan de kwetsbaarheid, de genetische opmaak, van hetnbsp;individu met daar bovenop een omkeerbaarnbsp;degeneratief proces. Dat denk ik omdatnbsp;schizofrenie zelf pas ontstaat op latere leeftijd - vanaf een jaar of vijftien - en toeneemt in de tijd. Maar feitelijk weten wenbsp;niet wat er gebeurt bij schizofrenie; welkenbsp;hersengebieden er bij betrokken zijn; en ofnbsp;het wel echt een voortschrijdend proces is.'nbsp;Vroeger werden schizofreniepatiënten opgeborgen. Daar is nu (gelukkig) geen geldnbsp;meer voor. Een andere belangrijke redennbsp;voor de sluiting van de grotere psychiatrische ziekenhuizen is de ontwikkeling vannbsp;nieuwe en betere medicijnen tegen psychiatrische aandoeningen. Kahn: 'Pillen vormennbsp;een noodzakelijk onderdeel van de behandeling van schizofreniepatiënten. Maar ooknbsp;praten is noodzakelijk. Je krijgt schizofreniepatiënten nooit tot het nemen van pillennbsp;als je ze niet intensief begeleidt. Net als jenbsp;zou doen met mensen die suikerziekte hebben. Maar dat gebeurt veel te weinig. Eennbsp;verpleegkundige die elke week bij een schi-zofreniepatiënt thuis komt, is toch minimaalnbsp;nodig. Dat gebeurt echter zelden.'

Schijnbare tegenstellingen

Kahn vindt de tegenstelling tussen pillen en praten in de psychiatrie slechts schijn. 'Ernbsp;zijn genoeg psychiatrische ziektebeeldennbsp;waar het onzin is om pillen te gebruiken.nbsp;Daar kun je veel meer bereiken met ECT (denbsp;elektroshock) of psychotherapie. Bij denbsp;behandeling van dwangstoornissen bijvoorbeeld, heeft de gedragstherapie enorm succes. Onderzoek heeft voldoende aangetoond dat je de hersenen ook kuntnbsp;beïnvloeden door gesprekken en opvoeding.nbsp;Dat het gebruik van pillen in de psychiatrienbsp;lang in een kwaad daglicht stond, komtnbsp;doordat ze vaak slecht gebruikt werden. Ernbsp;was onvoldoende controle op, er werd tenbsp;weinig verantwoording over afgelegd.'nbsp;Bovendien is er een tijd geweest dat hetnbsp;debat tussen nurture en nature - tussennbsp;opvoeding en aanleg - in de psychiatrienbsp;werd overheerst door het nurture-kamp.nbsp;Mensen die mogelijke biologische oorzakennbsp;van gedrag onderzochten, werden zelfs metnbsp;pek en veren besmeurd door de stratennbsp;gejaagd - zoals de Leidse criminoloog prof.nbsp;Buikhuizen eind jaren zeventig in figuurlijkenbsp;zin overkwam. De oorzaak van bijvoorbeeldnbsp;schizofrenie lag toen dan ook niet in eennbsp;'biologisch substraat' maar in het contactnbsp;tussen moeder en kind. Kahn: 'Ik bennbsp;iemand die primair zoekt naar het biologische substraat van een ziekte en naar mogelijkheden om daarop aan te grijpen. Dat kannbsp;ook met praten. Maar dan wel volgens denbsp;modernste inzichten, zoals de cognitievenbsp;gedragstherapie doet. De tijd van Freud,nbsp;met z'n psycho-analyse is toch wel voorbij.nbsp;Waar zou je behandeld willen worden metnbsp;een therapie en een theorie van honderdnbsp;jaar geleden. Toch nergens, dus ook niet innbsp;de psychiatrie!'

Overigens was Kahn tijdens zijn studie erg onder de indruk van het werk van Freud. 'Iknbsp;was gefascineerd. Het was prachtig geschreven en hij had al in 1895 een aantal concepten heel juist gesignaleerd. De theoriën vannbsp;Freud hebben in een behoefte voorzien.nbsp;Eerst tijdens de Victoriaanse tijd met z'nnbsp;onderdrukking van de seksualiteit, later tijdens de seksuele revolutie toen het tegenovergestelde gaande was. Die grote belangstelling voor Freud heeft de psychiatrie alsnbsp;vak echter geen goed gedaan, omdat het denbsp;aandacht heeft afgeleid van de echte psychiatrische aandoening en gericht op denbsp;Woody Allen-achtige pijntjes van het dagelijkse bestaan. Wij moeten ons als psychiatrie beperken tot dat wat we ziekten noemen en niet met louter levensvragen.'nbsp;Een depressie rekent Kahn echter niet tótnbsp;die louter levensvragen. 'Een echte depressie is een psychiatrisch ziektebeeld. Dat isnbsp;wel iets anders dan een 'dipje'. Als je nooitnbsp;zo'n depressie hebt meegemaakt, kun je hetnbsp;je niet voorstellen. Het is een vreselijke aandoening, niet voor niets suïcideren depressieve mensen zich zo vaak. Ik ben heel blijnbsp;met de maatschappelijke aandacht die ernbsp;voor depressie is, want heel veel depressiesnbsp;blijven onbehandeld. Minimaal één op denbsp;tien mensen maakt in zijn of haar leven eennbsp;depressie door. Als je er één hebt doorgemaakt, heb je vijftig proéent kans om ernbsp;weer een te krijgen. Dat is zeker niet niks.'

Uitnodiging David de Wiealezingnbsp;g april

Op 9 april houdt prof. René Kahn de jaarlijkse David de Wiedlezing. De titel van zijn lezing: 'Schizofrenie; brein en omgeving'. Lezers van Illuster zijn van hartenbsp;uitgenodigd deze bijeenkomst bij tenbsp;wonen.

Voor nadere informatie en opgave: zie lllusterzake, pagina 17.


-ocr page 11-

10

illuster • maart 1999

Psychiater René Kahn zoekt vooral naar biologische oorzaken van psychiatrische aandoeningen. Als hoofd van de afdeling Psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis Utrecht is hijnbsp;gespecialiseerd in schizofrenie en hij heeftnbsp;mede het bewijs geleverd dat schizofrenienbsp;niet ontstaat door een 'koele moeder', maarnbsp;veroorzaakt wordt door een afwijking in hetnbsp;centrale deel van de hersenen. Op 9 april a.s.nbsp;houdt prof. dr. Kahn de jaarlijkse David denbsp;Wiedlezing van de Universiteit Utrecht. Lezersnbsp;van Illuster zijn van harte uitgenodigd hierbijnbsp;aanwezig te zijn.

MAARTEN EVENBLIJ

'Het is onjuist te veronderstellen dat ik een 'pillenman' ben. Wel ben ik iemand dienbsp;ervan overtuigd is dat psychiatrische aandoeningen een belangrijke biologische component hebben, zoals, al dan niet aangeboren, structurele afwijkingen in het centraalnbsp;zenuwstelsel.' Psychiater Prof. dr. René Kahnnbsp;verwacht bij therapie het meeste heil vannbsp;een gecombineerde aanpak. In sommigenbsp;situaties kunnen medicijnen soelaas bieden,nbsp;in andere werkt psychotherapie het best, isnbsp;zijn overtuiging.

Hoewel Kahn algemeen zenuwarts is en als hoofd van de afdeling Psychiatrie van hetnbsp;Academisch Ziekenhuis Utrecht, ook verantwoordelijk is voor behandeling van en onderzoek aan volwassenen met angst en depressies, gaat zijn hart toch uit naar denbsp;schizofrenie. Die aandoening heeft ook hetnbsp;grootste deel van de patiënten die de afdeling Psychiatrie van het AZU bezoeken. 'Schizofrenie is een uiterst invaliderend ziektebeeld met een grote maatschappelijkenbsp;impact', constateert Kahn. 'Dertig jaar geleden zat het gros van de schizofrenie-patiën-ten in de grote psychiatrische ziekenhuizen.nbsp;Nu kan ongeveer de helft van hen weer in denbsp;maatschappij functioneren, zij het wel ondernbsp;het niveau van voor hun ziekte.'

Naar schatting honderdduizend mensen lijden aan schizofrenie, een frequentie van één per honderdvijftig Nederlanders.nbsp;Belangrijkste fenomeen van de ziekte is denbsp;psychose die ontstaat doordat de patiëntnbsp;werkelijkheid en fantasie niet uit elkaar kannbsp;houden. Achterdocht, achtervolgingsangst,nbsp;waanideeën, stemmen horen: ze maken hetnbsp;leven van patiënten en hun omgeving totnbsp;een hel. Schizofreniepatiënten moeten vaaknbsp;langdurig worden opgenomen, komen denbsp;deur niet meer uit, of gaan zwerven. Veelnbsp;patiënten gebruiken ook drugs. Kahn: 'Schizofreniepatiënten komen niet erg voor zichzelf op. Anderen, zoals hun ouders of denbsp;beroepsgroep van artsen en hulpverleners,nbsp;moeten dat voor ze doen. Als patiënten psy-


Psychiater René Kahn ontrafelt oorzaken

Pillen en


chotisch zijn, zitten ze erg in hun eigen leven. Maat ook daarbuiten trekken ze zichnbsp;sociaal terug en nemen ze maar weinig initiatieven. Dat is een van de belangrijkstenbsp;kenmerken van schizofrenie.'

Koele moeder

Al honderd jaar geleden bedachten artsen dat voor schizofrenie een lichamelijke oorzaak in de hersenen te vinden zou moetennbsp;zijn. Die theorie maakte echter plaats voornbsp;de gedachte dat trauma's in de opvoedingnbsp;schizofrenie zouden veroorzaken. Tot voornbsp;vijftien jaar gold vooral 'een koele moeder'nbsp;als oorzaak van de stoornis, welke zich innbsp;het algemeen uit tussen het vijftiende ennbsp;vijfentwintigste levensjaar; bij meisjesnbsp;gemiddeld vijf jaar later dan bij jongens.nbsp;Kahn: 'Die opvatting, die je nog steeds welnbsp;tegenkomt, heeft heel veel leed berokkend.nbsp;Dan krijg je te horen dat je kind schizofreennbsp;is en krijg je er als moeder ook nog eens denbsp;schuld van. Volkomen onterecht, zoals -inmiddels gebleken is. In de helft van allenbsp;één-eiige tweelingen, waarvan de een aannbsp;schizofrenie lijdt, is de andere helft van denbsp;tweeling gezond. Een knappe moeder dienbsp;dat verschil bij zulke genetisch identiekenbsp;kinderen kan veroorzaken.'

Maar belangrijker is dat pas zeer recent onomstotelijk is aangetoond dat in de hersenen van schizofreniepatiënten specifieknbsp;afwijkingen aanwezig zijn. Het centralenbsp;deel, diep in de hersenen, de thalamus, datnbsp;als een logistiek controlecentrum taken toewijst aan de verschillende hersendelen, is bijnbsp;hen kleiner dan gewoonlijk. De thalamus isnbsp;betrokken bij de zogenoemde lateralisatienbsp;van de hersenen (zoals het doen ontwikkelen van talige of creatieve processen in vooral de linker- of juist de rechter hersenhelft)nbsp;en bij het filteren van informatie (komtnbsp;deze van buiten of van binnenuit de hersenen?). De derde hersenholte van schizofreniepatiënten is ook vergroot en er zijn in denbsp;frontaalkwab en andere delen van de hersenen afwijkingen te vinden.

De tijd van Freud, met z’n psychoanalyse, is toch welnbsp;voorbij.

'Maar', zegt Kahn, 'veranderingen in de hersenen betekenen niet automatisch ook schizofrenie. Bij beide helften van een één-eiige tweeling zie je afwijkingen in de hersenen,nbsp;terwijl de ene helft van de tweeling volstrekt normaal kan zijn en de andere schizofreen. Bij de schizofrene helft zijn er echternbsp;meer veranderingen in de hersenen te vin-


-ocr page 12-

12

illuster . maart 1999


W.G. Brill (1811-1896)


HJ. Hamaker (1844-1911)


J. d'Aulnis de Bourouill (1850-1930)


H.R. Kruyt (1882-1959)


Geen weldenkend mens zal de universiteit nog kenschetsen als een Ivoren Toren. In denbsp;eerste plaats omdat dit begrip door het intensieve gebruik wat sleets en nietszeggend isnbsp;geworden. In de tweede plaats omdat het evident is dat de universiteit allang in een opennbsp;verbinding staat met alle aanpalende gebieden. Dat bewijzen ook de portretten vannbsp;Utrechtse geleerden in het boek 'Beroep op denbsp;wetenschap'.

SANDER VAN WALSUM

Het hoger onderwijs is toegankelijk voor een ieder die zich er op basis van intellectnbsp;en belangstelling voor kwalificeert. Hetnbsp;onderscheid tussen toegepaste en fundamentele wetenschap heeft alle betekenisnbsp;verloren. De eerste, tweede en derde geldstroom vloeien samen, vrijwel meteen nadatnbsp;zij het Lobith van de academische wereldnbsp;zijn gepasseerd. Onderzoek wordt mede aannbsp;zijn maatschappelijke relevantie getoetst. Denbsp;universiteit neemt de mores van het bedrijfsleven over, getuige de verzakelijking - professionalisering zo men wil - van de bedrijfsvoering, en het feit dat de voorlichter tegenwoordig communicatiemanager heet.

Arcadia

En de student? Die ontzegt zichzelf al jaren de genoegens van het dolce far niente. Hijnbsp;schijnt zich ooit per rijtuig door het Sticht tenbsp;hebben verplaatst terwijl hij muntjes voornbsp;het Janhagel op een potkacheltje verhitte,nbsp;maar dat verhaal is inmiddels in zoveelnbsp;varianten en tegen de achtergrond vannbsp;zoveel verschillende decors verteld, datnbsp;aan het waarheidsgehalte ervan kannbsp;worden getwijfeld. Hoe het ook zij: hetnbsp;academisch Arcadia - gesteld dat dat ooitnbsp;heeft bestaan - is verwoest, en vrijwelnbsp;niemand lijkt het te betreuren. '

Academische

Utrechtse geleerden tussen 1850 en 1940


Besloten

De beeldvorming van 'de universiteit die allang niet meer is wat ze wordt verondersteld ooit te zijn geweest' heeft iets wegnbsp;van een 'invented tradition'. De huidigenbsp;openheid wordt met enig welbehagen afgezet tegen een toestand waarvan men zichnbsp;kan afvragen of die ooit heeft bestaan.nbsp;Maar er manifesteert zich dezer dagen ooknbsp;een behoefte om met de mythe van denbsp;besloten universiteit af te rekenen. Zo verdedigde de Wageningse filosoof Peter Bag-gen vorig jaar september een proefschriftnbsp;waarin hij poogde aan te tonen dat op denbsp;sereniteit van weleer wel wat valt af te dingen. Ook in de negentiende eeuw - wantnbsp;over die periode heeft hij het - werd de universiteit op haar maatschappelijke verantwoordelijkheid aangesproken, was vannbsp;sociale exclusiviteit geen sprake meer, ennbsp;was het hoger onderwijs onderhevig aan denbsp;turbulentie van een grillige overheid en eennbsp;gretige markt. Kortom: ook toen was ernbsp;voortdurend heibel in de tent.

Diezelfde motivatie - het relativeren van de discontinuïteit in de universiteitsgeschiedenis - gaf de aanzet tot een (binnenkort verschijnende) opstellenbundel over spraakmakende en gezichtsbepalende Utrechtsenbsp;hoogleraren. De roem van sommigen - zoalsnbsp;C.H.D. Buys Ballot, F.C. Donders en H.R.nbsp;(Hugo) Kruyt - strekt zich tot deze tijd uit.nbsp;Al was het alleen maar omdat er in Utrechtnbsp;straten of gebouwen naar hen zijn vernoemd. Maar van de meesten is de naamnbsp;slechts nog bij een enkele vakgenootnbsp;bekend.

Neem Willem Gerard Brill (1811-1896), telg uit een bekend uitgeversgeslacht, holistnbsp;avant la lettre. Als hoogleraar Nederlandsenbsp;en Vaderlandse Geschiedenis - een leeropdracht waarvan de ruimheid eertijds nietnbsp;ongebruikelijk was - heeft hij zich nadrukkelijk binnen de culturele elite van de goedenbsp;stad Utrecht gemanifesteerd. Met een eindeloze reeks pamfletten en voordrachtennbsp;waarin hij het bezielend verband opriep vannbsp;taalkundige fenomenen of van de Nederlandse geschiedenis. Niet de details interesseerden hem, of de feiten - die hij zielloosnbsp;achtte - maar de hoofdlijnen van het grotenbsp;geheel, en het plan van God dat zich in denbsp;geschiedenis der mensheid manifesteerde. Innbsp;de nadagen van zijn professoraat stondennbsp;de vakspecialisten op. Maar Brill bleef dapper en onbegrepen naar wijsheid streven.nbsp;Want wijsheid leidde tot een hogere ordenbsp;van inzicht dan wetenschap.

Postuur

Aan deze taakopvatting, waarmee Brill zich in zijn eigen tijd al ver buiten de wetenschappelijke mainstream plaatste, ontleentnbsp;de hedendaagse biograaf weinig houvast.nbsp;Pogingen om 's mans werk en leven te duiden, culmineren in welwillend geformuleerde zinnen waaruit blijkt dat hem geen enkele blijvende betekenis kan wordennbsp;toegekend. 'Brills teksten blijven immer ietwat ongrijpbaar', formuleert hij voorzichtig.nbsp;'Brills oratorisch talent zal veel hebben moeten compenseren'.

Ook anderszins kon hij niet met zijn illustere tijdgenoten wedijveren. Op menigeen wekte hij de indruk de nietigheid van zijnnbsp;gestalte - hij mat anderhalve meter - met

Geschiedschrijving Universiteit Utrecht

De bundel quot;Beroep op de wetenschap -Utrechtse geleerden tussen universiteit en samenleving' is de tweede publicatie die door de commissie geschiedschrijving van de Universiteit Utrecht isnbsp;verzorgd. In 1995 verscheen ondernbsp;auspiciën van deze commissie het boeknbsp;'Ook al voelt men zich gewond - denbsp;Utrechtse universiteit tijdens de Duitsenbsp;bezetting 1940-1945'. De commissienbsp;verricht haar werkzaamheden ondernbsp;de vleugels van de vakgroep geschiedenis, en wordt gesubsidieerd door denbsp;Universiteit Utrecht. De commissienbsp;streeft er naar op gezette tijden eennbsp;publicatie te doen verschijnen waarinnbsp;een aspect van de geschiedenis van denbsp;Utrechtse universiteit centraal staat.nbsp;'Beroep op de wetenschap-Utrechtsenbsp;geleerden tussen universiteit ennbsp;samenleving 1850-1940' wordt uitgegeven door Uitgeverij Matrijs.nbsp;Lezers van Illuster kunnen dit boek bijnbsp;voorintekening bestellen. Zie de bonnbsp;op pagina 22.


-ocr page 13-

maart 1999 • illuster





C.H.D. Buys Ballot (1817-1890)

G.W. Kernkamp (1864-1943)

F.C. Donders (1818-1889)

P. Harting (1812-1885)


Omnivoren

academische pretenties en geposeerde deftigheid te willen compenseren. In geen beschrijving van Brill ontbreekt een verwijzing naar zijn postuur. Een vakgenoot dienbsp;hem zijn benoeming tot hoogleraar misgunde, schiep er genoegen in met hem 'den Singel af te wandelen' teneinde hem fysiek uitnbsp;te putten. 'Welke gedachten van ligchame-lijke kleinheid, maar tevens van zielegroot-heid roept die naam in mij wakker'. En Brillsnbsp;collega-hoogleraar Quak bracht in zijn 'Herinneringen' de professorenkransen ter sprake die zowel door de imposante ('betoover-ende') Donders als door Brill werdennbsp;bezocht. 'Zijn kleine onaanzienlijke gestalte,nbsp;gestoken in een iets te deftig voorkomen,nbsp;maakte dat hij in een eenigszins grootennbsp;kring niet dadelijk de hem toekomendenbsp;belangstelling of aandacht, die hij zozeernbsp;verdiende, trok'.

Gemeenschap

Maar de kleine Brill en de grote Donders hadden ook iets met elkaar gemeen. Datnbsp;hun biografische schetsen elkaar flankerennbsp;in de opstellenbundel 'Beroep op de wetenschap', is door meer overwegingen ingegeven dan dat zij tijdgenoten waren. Zijnbsp;meden, net als de overige geportretteerdenbsp;hoogleraren, het isolement van de Academie. Zij wilden de gemeenschap dienen, ennbsp;ieder deed dat op zijn eigen wijze. Zij warennbsp;actief op meerdere fronten, en ontleendennbsp;hun reputatie vaak aan werkzaamheden dienbsp;zij in andere hoedanigheden dan die vannbsp;hoogleraar ontplooiden. Zo mocht de hoogleraar in de natuurkunde C.H.D. Buys Ballotnbsp;in zijn eigen tijd dan als de 'glorie van denbsp;Utrechtse hogeschool' hebben gegolden, ditnbsp;lofdicht had feitelijk betrekking op zijnnbsp;métier als meteoroloog. Het een was innbsp;zoverre van belang voor het ander dat denbsp;Utrechtse universiteit volop in de algemenenbsp;eerbied voor Buys Ballot heeft kunnennbsp;delen, maar van een vruchtbare interactienbsp;tussen zijn academische en buiten-academi-sche werkzaamheden was nauwelijks sprake.

Integendeel. Noch als onderzoeker, noch als onderwijsgevende heeft hij een verpletterende indruk op zijn tijdgenoten gemaakt.nbsp;Uit frustratie hierover heeft hij in zijnnbsp;levensmiddag 'de meteorologie als eennbsp;speelpop ter hand genomen'. Daarbij gingnbsp;hij niet als wetenschapper te werk, maarnbsp;meer als verzamelaar van weerkundige datanbsp;waaraan hij een bepaalde wetmatigheidnbsp;hoopte te ontlenen. Daarbij achtte hij hetnbsp;stramien in zijn waarnemingen van groternbsp;belang dan een mogelijke verklaring voornbsp;het gebodene. Hij wilde niet in de eerstenbsp;plaats een bijdrage leveren aan de theorievorming rondom de meteorologie, maar aannbsp;haar praktische betekenis voor - ondernbsp;andere - de scheepvaart. In die zin was Buysnbsp;Ballot, aldus zijn biograaf, 'het tegendeelnbsp;van de moderne beroepsbeoefenaar'.

Toepasbaarheid

En zo ontlenen alle hoogleraren die met een biografisch portret in 'Beroep op denbsp;wetenschap' zijn bedacht hun reputatienbsp;voor een belangrijk deel aan activiteiten dienbsp;zij buiten de studeerkamer hebben ontplooid. Donders gold als 'weldoener dernbsp;menschheid' op grond van zijn inzet voornbsp;minvermogende ooglijders en zijn bijdragenbsp;aan de professionalisering van de optome-trie (die tot dan toe het domein wasnbsp;geweest van kwakzalvende brillenventers).nbsp;Kruyt belichaamde het maatschappelijknbsp;engagement van de onderzoeker. Fundamentele wetenschap ontleende haar betekenis niet aan vernuft maar aan toepasbaarheid - al was die niet altijd meteennbsp;zichtbaar. De bioloog Pieter Harting steldenbsp;zich te weer tegen de opmars der vakspecialisten die, zo meende hij 'opperlieden (blijven) maar nooit architekten worden'. Die rolnbsp;was weggelegd voor de academische omnivoren die de verschillende disciplines vannbsp;dwarsverbanden wisten te voorzien. Mensennbsp;zoals Harting zelf. Hij zette zich niet alleennbsp;in voor de paalwormbestrijding, maar greepnbsp;ook het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog aan voor bespiegelingen over de ontwikkelingsgang der mensheid.

Soms doet het getoonde engagement verrassend eigentijds aan. Zoals de vermaning van de historicus G.W. Kernkamp aan zijnnbsp;vakgenoten om zich meer rekenschap tenbsp;geven van het lot van de naamloze onderworpenen van de geschiedenis. 'Zeldennbsp;wierpen zij een blik in de werkplaats vannbsp;den industrieel, het kantoor van den koopman of de kajuit van den schipper; nooitnbsp;overtraden zij den drempel van de woningnbsp;van den arbeider, of het krot van den proletariër.' Nog herkenbaarder is de bijdragenbsp;van Kernkamp aan de eeuwige strijdvraagnbsp;of de universiteit specialisten of generalistennbsp;moet opleiden. En ook het vermeende primaat van de 'utilistische' bèta-wetenschap-pen boven de humaniora hield hem bezig.nbsp;En de wenselijkheid van een innige relatienbsp;tussen wetenschap en bedrijfsleven.

Helaas wordt de schok der herkenning die de bundel wordt geacht te weeg te brengennbsp;nogal eens gedempt door tamelijk duisterenbsp;passages. Die komen vooral voor in denbsp;beschrijving van de wetenschappelijke achterhoedegevechten waarin obscure hoogleraren als H.J. Hamaker en J. d'Aulnis de Bou-rouill betrokken waren. De inzet van dienbsp;disputen biedt voor de hedendaagse lezernbsp;zo weinig houvast, dat ze óf helderdernbsp;geformuleerd had moeten worden, ófnbsp;- beter nog - buiten beschouwing had moeten blijven.

Een tekortkoming die vrijwel alle hoofdstukken met elkaar gemeen hebben, is dat het privéleven van de geportretteerden er geennbsp;enkele rol in speelt. Of dat te maken heeftnbsp;met huiver voor de petite histoire of metnbsp;ruimtenood waarmee de auteurs mogelijknbsp;hebben gekampt, wordt niet helemaal duidelijk. Maar het resultaat is dat veel bijdragen daardoor een nogal steriel karakternbsp;hebben. Ten slotte fungeert Utrecht als hetnbsp;min of meer toevallige decor van de biografische schetsen. Verwijzingen naar denbsp;omstandigheden waaronder de hooglerarennbsp;hun werk deden, en naar hun relatie met denbsp;studenten - om maar wat te noemen - zijnnbsp;schaars. En dat is eigenlijk dé grootste omissie van een bundel die toch de pretentienbsp;heeft de maatschappelijke bedding van denbsp;universiteit als thema te hebben.


-ocr page 14-

illuster • maart 1999

Het verschijnsel studentenhuisplakker

De gesjeesde romanticus

Wie denkt dat er alleen studenten wonen in studentenhuizen vergist zich. Op een gezondenbsp;studentenverdieping woont altijd een 'oudenbsp;lui', of een gesjeesde romanticus, leder studentenhuis heeft zijn wijze uil, of vage vagebond.nbsp;Mensen die met elkaar gemeen hebben dat zenbsp;de universiteit nooit van binnen zien, maarnbsp;moeilijk afscheid kunnen nemen van de chaotische levendigheid van het studentenbestaan.

GERARD JANSSEN

De mooiste tijd van je leven heet de studententijd te zijn. Dan moet er nog niet zo veel en wordt bijna alles je vergeven. Zuipen,nbsp;braspartijen, vage feestjes, tongen met eennbsp;kwijlebal, dronken in het bed van een andernbsp;plassen. Het mag allemaal, totdat je afgestudeerd bent. Dan verwacht men dat je eennbsp;eigen huisje gaat betrekken. Het tijdperknbsp;van de hypotheken, de kinderen, de uitvaartverzekeringen en de geheime minnaarsnbsp;of minnaressen breekt aan.

Er zijn echter mensen die van dit normale patroon afwijken, en blijven hangen in eennbsp;studentenhuis. Die nog dagelijks de geurnbsp;van verschaald bier ruiken, en herrie horennbsp;uit goedkope hifi-installaties. Die nog steedsnbsp;'s nachts struikelen over lege wijnflessen, ennbsp;gietijzeren pannen met pastaresten.

Zo iemand is Joris Uijen (31). En hij woont niet in zomaar een studentenkamer. Uijen isnbsp;de 'opa' van verdieping 89, twee hoog, vannbsp;de Ina Boudier Bakkerlaan, een soort grotenbsp;studententuin. Een vrijplaats voor jongerennbsp;die juist onder moeders vleugels vandaannbsp;zijn. Uijen is er een vreemde eend in de bijt.

De Utrechtse Stelling

Stellingen uit recente proefschriften


Sinds Diana Woei het weerbericht op televisie presenteert is het niet meernbsp;Somers geweest.

Henriette Swanenburg de Veye, Geneeskunde

Iedereen wordt graag oud, maar niemand is het graag.

Petra Simons, Geneeskunde

Wie naast zijn schoenen loopt is snel op zijn teentjes getrapt.

Ivar Nijenhuis, Aardwetenschappen

Met een jaar toneelschool bereikt men vaak meer dan met een afgeronde academische opleiding.

Tine van Werven,

Diergeneeskunde


die het drukke bestaan van fysiotherapeut leidt. Daarnaast coördineert hij ook nog eensnbsp;het overblijven op een school. 'Ik zorg ervoornbsp;dat in de lunchpauzes alles goed geregeldnbsp;is.' En tenslotte doet hij bestuurswerk op denbsp;IBB. De werkende man woont al tien jaar opnbsp;de Ina Boudier Bakkerlaan. Uijen heeft ernbsp;inmiddels de leeftijd en wijsheid bereikt omnbsp;de gebeurtenissen op zijn verdieping vannbsp;een droge afstand te kunnen bekijken. Ditnbsp;brengt hem in de positie waarin hij analyserende opmerkingen kan maken over de huidige en de vroegere student. En hij ziet welnbsp;degelijk verschillen met een decennium geleden: 'De studenten werken tegenwoordignbsp;harder. Ze zijn intensiever met de studienbsp;bezig. De werkende bewoners hier op denbsp;verdieping gaan vaak later naar bed dan denbsp;studenten. En ik heb de indruk dat de studenten minder bewust leven dan wij vroe-

De uitspraak van kardinaal Simonis dat gelovige mensen geen geweldnbsp;gebruiken, getuigt van weinig realiteitszin.

Monique Nijhuis, Geneeskunde

Wie nog steeds denkt dat internationalisering in de financiële dienstverlening ver is voortgeschreden moet maar eens geld naar het buitenlandnbsp;overmaken.

Ton van Rietbergen, Ruimtelijke Wetenschappen

Schiphol in de Noordzee is een te letterlijke opvatting van een luchthaven.

W. Hazeleger, Natuur- en Sterrenkunde ger. Toen ging de televisie wel eens uit ennbsp;zaten we tot diep in de nacht te discussiëren.nbsp;Nu gaat de televisie nooit meer uit.'

Puinhoop

Behalve wanneer er feesten gegeven worden, en die zijn heftiger dan vroeger. 'Er wordt dan flink gezopen en flink geblowd.'nbsp;Na afloop is de puinhoop groter. En ernbsp;wordt minder goed opgeruimd. 'Resten vannbsp;een feest blijven veel langer liggen. Vroegernbsp;gingen we de volgende dag met zijn allennbsp;opruimen en dat gebeurde dan ook grondig.' Paradoxaal is dat volgens Uijen de huidige student, ondanks zijn gebras, wel netter is in het liefdesleven: 'Eind jaren tachtignbsp;kwam het regelmatig voor dat de vriendinnbsp;van een huisgenoot dronken in een hoekjenbsp;met een ander lag te zoenen. Dat zie je nietnbsp;meer. Tenminste niet op deze verdieping.'nbsp;Relaties lijken standvastiger te zijn. Uijennbsp;sluit echter niet uit dat het er op anderenbsp;verdiepingen nog ouderwets aan toe gaat.nbsp;Hijzelf geeft zich, ondanks dat hij vrijgezelnbsp;is, niet meer over aan dergelijke gekkigheid.nbsp;Uijen bekent dat hij zich aan het socialenbsp;leven op de verdieping onttrekt. 'Ik vind hetnbsp;niet zo leuk meer om erbij te gaan zitten.'nbsp;De gespreksonderwerpen van de huidigenbsp;student interesseren hem niet. Als ze alnbsp;gespreksonderwerpen hebben. 'Maar ik wilnbsp;geen alien zijn', zegt Uijen terwijl hij eennbsp;sjekkie rolt. 'Ik heb meer een houding van,nbsp;wat jullie doen is niets meer voor mij, maarnbsp;trek je alsjeblieft niks van mij aan.' De vraagnbsp;dringt zich op of het niet eens tijd wordtnbsp;dat Uijen een huisje voor zichzelf betrekt.

'Ik ben nogal honkvast', zegt de jonge fysiotherapeut, die wijst op de onvermoede voordelen die het studentenhuis biedt: 'Iknbsp;hou erg van computers, en het netwerk isnbsp;hier ongelooflijk goed. Voor vijftig guldennbsp;per maand heb je hier een perfecte Internetaansluiting.' Hij demonstreert hoe je metnbsp;een simpele druk op een knop onmiddellijknbsp;contact kunt maken met het Internet. Daarnaast kost een kamer op de IBB, inclusiefnbsp;alles datje maar kunt verzinnen, 300 guldennbsp;per maand.

Geneugten

Een echte romanticus met een warm kloppend hart, die zich dergelijke immateriële zaken aantrekt, is Alex Broods (24). Hij isnbsp;niet afgestudeerd maar gesjeesd. Een vagebond die het Utrechtse uitgaansleven kentnbsp;als zijn broekzak. Hij studeerde enige tijdnbsp;psychologie, maar het lukte hem niet omnbsp;zich te concentreren, en weerstand te bieden aan de aardse geneugten van de nachtelijke stad. Hij is nu druk doende een gulden middenweg te vinden tussen 'het alsnbsp;een robot volgen van de regels, en doennbsp;wat ik echt leuk vind.'

Ook Broods is blijven hangen in een studentenhuis in de Poortstraat. Hij moet de badkamer en het toilet delen, maar heeft een eigen keukentje. 'Het is heel goed voor hetnbsp;sociale bewustzijn om met veel mensen innbsp;huis te wonen. Je moet samenwerken, en jenbsp;leert veel mensen kennen. Dat gaat best welnbsp;rap.' Het grootste probleem vindt Broodsnbsp;het als 'medemensen niet snappen datnbsp;samenwonen ook alleen zijn is. Af en toe

hou erg van cotnputerSj en het netwerk is hiernbsp;ongefse^ijk goed’

wordt er teveel van je verlangd. Krijg je het idee dat je asociaal bent als je mensen geennbsp;aandacht geeft.'

Toch heeft Broods niet de behoefte om te verhuizen naar een eenheid voor zichzelfnbsp;alleen, zolang zijn kamer maar aan de basisvoorwaarden voldoet. 'Het moet een bronnbsp;van rust zijn waar je je lekker in kunt terugtrekken.'

Hij wijst erop dat velen luchtkastelen najagen. 'Je hebt mensen die wonen in een groot huis waarin ze eenzaam zijn. Hetnbsp;maakt niet uit hoe groot je kamer is, als jenbsp;Utrecht als je tuin hebt. Dat moet je inzien,nbsp;anders ga je energie verspillen aan riuttelo-ze dingen.'


-ocr page 15-

maart 1999 ¦ illuster

15

Vakgeno ten

Docent en afgestudeerde over elkaar, de opleiding en de arbeidsmarkt

'Ben je geïnteresseerd in cowboys?' vroeg hoogleraar film- en tv-wetenschappen Williamnbsp;Uriccio (46) vier jaar geleden aan studentenbsp;Nanna Verhoeff (27). Het antwoord was 'ja'.nbsp;Sindsdien inspireren ze elkaar in hun passienbsp;voor de vroege film.

LEONIE VAN DER SCHOOR


Nanna Verhoeff


Op de middelbare school ging ze al veel naar toneel en stond ze ook zelf op de planken.nbsp;De keuze voor theater- film- en televisiewetenschappen, zoals het Instituut voor Medianbsp;en Re/Presentatie toen nog heette, was dannbsp;ook snel gemaakt. 'Theater, dat was hetnbsp;helemaal voor mij. Binnen een half jaar wasnbsp;dat echter totaal omgedraaid. Opeens vondnbsp;ik film het meest aantrekkelijke, theaternbsp;interesseert me eigenlijk geen klap meer.'nbsp;Nadat ze in haar vierde studiejaar een vaknbsp;volgde bij de nieuw aangetrokken hoogleraar William Uricchio, is ze helemaal in denbsp;ban van de 'vroege' film. 'Opeens kreeg iknbsp;het gevoel van yes, hier heb ik al die tijd opnbsp;zitten wachten, hiervoor ben ik gaan studeren.' De vroege film dateert van vóór denbsp;eerste wereldoorlog, legt Nanna uit. Hetnbsp;begon in feite al voor 1895, toen de gebroeders Lumière in Parijs de eerste film vertoonden voor een betalend publiek. De allereerste keer dat Nanna een oude film zag, in denbsp;City-bioscoop, was ze vreselijk onder denbsp;indruk. 'Het was een ingekleurde film uitnbsp;1902 van Méliès, een Franse goochelaar. Hijnbsp;had bedacht dat hij de uitvinding 'film'nbsp;goed kon gebruiken voor allerlei goocheltrucs. De kleuren waren toverachtig en denbsp;oude beelden leken ontzettend dichtbij tenbsp;komen. Op de een of andere manier vond iknbsp;dat erg spannend. Het was een keerpunt innbsp;de geschiedenis, film was aan de ene kantnbsp;een technische uitvinding, aan de anderenbsp;kant een nieuw medium dat op veel manieren gebruikt kon worden.' Toen William zagnbsp;hoe enthousiast Nanna was, stapte hij opnbsp;een gegeven moment op haar af en vroeg:nbsp;'ben je geïnteresseerd in cowboys?' Nanna:nbsp;'Hij had gehoord dat ze in het Filmmuseumnbsp;iemand nodig hadden om naar hun archiefnbsp;te kijken. Anderhalf jaar heb ik er eennbsp;onderzoeksstage gedaan.'

Haar promotie-onderzoek gaat over hoe het genre 'western' zich heeft ontwikkeld. Nanna bekijkt de voorlopers van de western:nbsp;niet alleen cowboy-films, maar ook land-schapsfilms, kostuumfilms en etnografischnbsp;getinte films. 'Een filmprogramma bestond


‘Ben je geïnteresseerd in cowboys?’


in het begin van deze eeuw uit een heleboel korte films, een soort Vaudeville-achtigenbsp;show met fictie naast non-fictie, of eennbsp;wildwest show van Buffalo Bill naast eennbsp;landschapsfilm.' Vanwege die enormenbsp;variëteit vindt ze het tricky om nu, achteraf,nbsp;die films een genre-indeling op te leggen.nbsp;'Het is veel interessanter om te kijken hoenbsp;de mensen destijds de camera gebruiktennbsp;om de wereld om hen heen vast te leggen.'nbsp;Ze kijkt veel film en tv, ziet niet alleen denbsp;'betere' films, maar ook pulp. 'Ik ben dol opnbsp;moderne Hollywood-fllms, actiefilms ennbsp;B-films.' Een lievelingsfilm heeft ze niet,nbsp;daar wil ze zich niet op vastpinnen. 'Maarnbsp;natuurlijk heb ik wel altijd een mening overnbsp;een film.'

Haar promotor William mag ze erg graag, ze voelt zich bij hem thuis: een leuke,nbsp;enthousiaste en genereuze man die in 1994nbsp;met bakken energie naar Utrecht kwam. 'Iknbsp;ben ontzettend blij dat ik hem in de buurtnbsp;heb. Hij brengt mensen bij elkaar, creëertnbsp;een goede, productieve sfeer en werkt metnbsp;je samen in een gelijkwaardig partnerschap.nbsp;Ik heb ontzettend veel aan hem gehad. Hijnbsp;heeft me geleerd mijn blik open te zetten,nbsp;zaken op een andere manier te bekijken.nbsp;Voor mij was het bevrijdend om te horennbsp;dat een combinatie van benaderingen ennbsp;zienswijzen niet moeilijk of verdacht is,nbsp;maar juist goed. Zo kunnen historischnbsp;onderzoek en theoretisch onderzoek heelnbsp;goed hand in hand gaan. Niet alleen datanbsp;verzamelen maar ook meteen hieropnbsp;reflecteren, dat is cultuurgeschiedenis ennbsp;cultuuranalyse in één. Nu lijkt het voor denbsp;hand liggend, maar voor mij was het toennbsp;een echte eye-opener.'

William Uricchio

'Een van de mooiste eigenschappen van Nanna is haar anarchie, haar eigenzinnigheid. Dat bedoel ik positief: ze is onafhankelijk en bekijkt de wereld altijd vanuit eennbsp;onverwachte invalshoek. Ze is zelfbewustnbsp;zonder dominant te zijn. En - heel belangrijk -ze heeft gevoel voor humor.' Williamnbsp;stödenten, hij houdt van tweericnting-ver-~

ÎTÏ

keer. 'Een goede leersituatie is een dialoog, een uitwisseling van visies en percepties. Datnbsp;kost geen energie, daar krijg je als docentnbsp;juist veel energie voor terug. Dat waardeernbsp;ik ook zo aan Nanna.'

William Uricchio, hoogleraar Film en Televisiewetenschap, Nieuwe media en Digitale Cultuur, is Amerikaan van Italiaanse origine.nbsp;Zijn opa kwam uit de buurt van Napels ennbsp;werd tijdens zijn diensttijd verliefd op zijnnbsp;oma uit Siena, in die tijd een onmogelijkenbsp;liefde tussen een arme zuiderling en een rijke noorderling. Daarom ging het jonge stelnbsp;er vandoor: met de boot naar Amerika. 'Eennbsp;waar Titanic-verhaal', lacht William Uricchio.nbsp;Na een aantal jaren filosofie gestudeerd tenbsp;hebben, besloot Uricchio zijn geluk tenbsp;beproeven bij een filmmaatschappij. Geheelnbsp;volgens Amerikaanse traditie begon hijnbsp;onderaan de ladder als schoonmaker ennbsp;klom op tot filmproducer. 'Waarom ben jenbsp;gestopt met filosofie? vroegen mensen mij.nbsp;Ik ben niet gestopt met filosofie, antwoordde ik dan. Film en tv zijn voor mij filosofische denkpatronen in concrete vorm. Film isnbsp;een collectief geheugen, het is toegankelijker en beter toepasbaar dan een filosofischnbsp;idee dat ik hooguit met twintig anderenbsp;mensen kan delen.'

Uricchio is gefascineerd door de eerste stappen op filmgebied. 'In 1875 zijn de eerste ideeën voor tv ontstaan, nog vóór de komstnbsp;van de film. De gebruiksmogelijkhedennbsp;waren toen ontelbaar, niks lag vast, het konnbsp;nog alle kanten uitgaan. Dat vind ik interessant. De nieuwe media van nu staan op hetzelfde breekpunt als destijds tv en film.

Denk maar aan de verandering van analoog naar digitaal, interactieve tv, videospelletjes.nbsp;Daardoor ontstaan er compleet nieuwenbsp;theorieën over de relatie toeschouwer ennbsp;media.'

In Utrecht is de film- en tv-wetenschap een jonge discipline. Pas sinds de aanstelling vannbsp;Uricchio, in 1994, kunnen studenten formeelnbsp;in deze richting afstuderen en promoveren.nbsp;Uricchio staat er nog steeds van te kijkennbsp;hoe slecht ontwikkeld Nederland op filmwe-tenschappelijk gebied is. 'Duitsland bijvoorbeeld telde vóór 1945 al 250 promovendi innbsp;film, terwijl er in Nederland tot op hedennbsp;slechts zes proefschriften op het gebied vannbsp;film en tv geschreven zijn.' Het liefst zou hijnbsp;alleen maar bezig zijn met onderwijs ennbsp;onderzoek, net zoals dat het geval was in denbsp;VS en in Duitsland, waar hij vijfjaar in Berlijn, werkte. Maar in zijn huidige baan komtnbsp;er veel administratie en organisatie bij kijken. 'Dat is mijn lot, ik moet hier nu eenmaal een nieuw veld opbouwen.'

De arbeidsmarkt voor tv- en filmwetenschappers ziet er goed uit volgens Uricchio. De media zijn flink in beweging, zowel opnbsp;de beleid- als de productiekant is er werknbsp;aan de winkel, De Utrechtse alumni hebbennbsp;zich op diverse terreinen kunnen ontplooien, Uricchio noemt het documentairefestivalnbsp;lU^jMÊiWnânds Filmfestival en hetnbsp;TîrftimuiCUWj^---_

wetenschSjy^Hjlt;^»^tó«o§JèaSfëefSfft^f^ siteit willen doen'fscÄT weini§=tS:jmdeh.^Er~T?nbsp;zijn maar twee plaatsen waar dat kanf^^^J^Jnbsp;en in Amsterdam.'

Voor meer informatie: Instituut Media en Re/Presentatie, Kromme Nieuwegracht 29,nbsp;3512 HD Utrecht, (030) 253 61 25.


-ocr page 16-

illuster • maart 1999


illusterzake


Berichten voor Illusterzake kunt u vóór 6 mei 1^99 sturen naar de redactie. Adres zie colofon, pagina 22.

Universiteitsfonds

utrechts Universiteitsfonds

? Bijzondere leerstoelen

Op 13 januari sprak prof. mr. P.J. Baauw, benoemd op de bijzondere leerstoel 'Mensenrechten innbsp;straf(proces)recht' zijn oratie uit.nbsp;In zijn oratie ging professornbsp;Baauw in op het feit dat verworven mensenrechten niet altijdnbsp;positief uitpakken in het strafproces. Zo is de openbaarheid van denbsp;rechtspraak een groot goed, datnbsp;garantie biedt voor een juist verloop van het proces. Dat wordtnbsp;echter niet altijd zo ervaren doornbsp;hen die terecht staan zonder datnbsp;nog sprake is van bewijsbare ennbsp;verwijtbare schuld. Het feit datnbsp;hun naam of of bedrijf in relatienbsp;wordt gebracht met een eventueelnbsp;misdrijf is vaak al reden genoegnbsp;om ernstige schade aan te richten.nbsp;Professor Baauw werkte dezenbsp;aspecten verder uit in zijn rede dienbsp;getiteld is 'Eerlijke berechting ennbsp;bijzonder straf(proces)recht'.nbsp;De oratie is nog niet in druknbsp;verschenen. Wanneer u geïnteresseerd bent, kunt u contact opne

  • 9.30 uur: Ontvangst in hetnbsp;Educatorium, Leuvenlaan

nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;19, De Uithof

  • 10.30 uur: Nederland alsnbsp;brainport, ontwikkelingennbsp;in de kennisinfrastructuur.nbsp;Sprekers: dr. G.J. Wijers,nbsp;oud-minister van Economische Zaken, en prof.dr.nbsp;H.P.M. Adriaansens,nbsp;decaan University Collegenbsp;(kosten ƒ 15,- inclusiefnbsp;lunch)


Professor René Kahn houdt David de

Wiedlezing 1999

Na hoogleraar Frans de Waal, is het op 9 april a.s. de beurt aannbsp;professor René Kahn om de jaarlijkse David de Wied-lezing uit tenbsp;spreken (zie interview op paginanbsp;10 en 11). Geïnteresseerde llluster-lezers zijn van harte uitgenodigdnbsp;deze bijeenkomst bij te wonen.nbsp;Met bon op pagina 17 kunt unbsp;plaatsen (kostenloos) voor dezenbsp;bijeenkomst reserveren. Doet u ditnbsp;snel; de verwachte belangstellingnbsp;is groot, en het aantal plaatsen in

men met het bureau van het Utrechts Universiteitsfonds.

Per 1 februari 1999 zijn benoemd tot bijzonder hoogleraar:

  • - prof. dr. R.L.M. Vissers, op denbsp;leerstoel 'Geologie' (faculteitnbsp;Aardwetenschappen),

  • - prof. dr. C.G. Langereis op denbsp;leerstoel 'Paleomagnetisme' (faculteit Aardwetenschappen),

  • - mw. prof. dr. A.M. Korte, op denbsp;leerstoel 'Vrouwenstudiesnbsp;Theologie' (faculteit Godgeleerdheid)

  • - prof. dr.A. Ouweneel op de leerstoel ' Culturele Antropologie ennbsp;etnohistorie van de Indiaanse volken van Latijns-Amerika' (faculteitnbsp;Sociale Wetenschappen),

  • - prof. dr. C.H. Schröder op denbsp;leerstoel 'Kindernefrologie' (faculteit Geneeskunde)

? Bestuur

De statuten van de stichting Utrechts Universiteitsfonds zijnnbsp;goedgekeurd door de leden ennbsp;het bestuur. Dat betekent dat wenbsp;nu het laatste traject kunnennbsp;ingaan alvorens de gedaantever-de Theatronzaal van het Educato-rium beperkt.

De David de Wiedlezing is uitgegroeid tot de lezing van de Uni-versiteit Utrecht, bedoeld voor medewerkers, studenten en afgestudeerden van de universiteit. Opnbsp;initiatief van het Rudolf Magnusnbsp;Instituut voor Neurowetenschappen en in samenwerking met C ennbsp;E Bankiers werd in 1990 gestartnbsp;met de organisatie van dezenbsp;lezingencyclus. Telkens staat eennbsp;actueel vraagstuk op het kruispuntnbsp;van medisch-biologisch onderzoeknbsp;en maatschappij centraal. Een jury,nbsp;bestaande uit hoogleraren van denbsp;faculteit Biologie, Geneeskunde,nbsp;Diergeneeskunde en Scheikunde,nbsp;kiest jaarlijks de spreker uit. Eerdere sprekers waren o.a. prof.mr J.nbsp;Remmelink, dr A.H.G. Rinnoy Kan,nbsp;prof.dr H. Galjaard en drs. G.J.nbsp;Cerfontaine.

Professor R.S. Kahn werd in 1993 benoemd tot hoogleraar Psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. Hijnbsp;is tevens hoofd van de afdelingnbsp;Psychiatrie voor volwassenen vannbsp;wisseling een feit is. Het bestuurnbsp;hoopt dat dit voorjaar de vereistenbsp;toestemming van de rechtbanknbsp;verkregen wordt, zodat dan denbsp;stichting een feit is.

Wanneer u meer over de zaken van het Universiteitsfonds wilt weten, of

Programma

£ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦¦!¦ j nbsp;nbsp;.


Naast de lezing van^^^quot; dr. G.J. Wijers over denbsp;ontwikkelingen in denbsp;kennisinfrastructuur zietnbsp;het programma op denbsp;Universiteitsdag van zaterdag 27 maart er als volgtnbsp;uit:

het Academisch Ziekenhuis Utrecht. In zijn lezing 'Schizofrenie: brein en omgeving' gaat Kahnnbsp;in op het ontstaan en verloop vannbsp;schizofrenie. Schizofrenie geldt alsnbsp;de meest ernstige aandoening innbsp;de psychiatrie, en treft ongeveernbsp;een op de honderd mensen voornbsp;hun 30ste. Kahn leidt een onderzoekproject naar de biologischenbsp;en omgevingsfactoren die een rolnbsp;spelen bij schizofrenie.

Voor telefonische informatie/-reserveringen: (030) 253 25 72. u wilt aanmelden als begunstiger,nbsp;kunt u hierover informatie krijgennbsp;bij: Bureau Universiteitsfonds,nbsp;Bestuursgebouw, Heidelberglaan 8,nbsp;3584 CS Utrecht, tel. (030) 253 80 25,nbsp;fax. (030) 253 80 26,nbsp;email: ufonds@ufonds.uu.nl

1kipT* Ir L* y»

12.00- 14.00 uur: Lunch in’ het restaurant van hetnbsp;Educatorium met muzieknbsp;en fotopresentatie 'Vrouwen aan de Universiteitnbsp;Utrecht'nbsp;vanaf 14.00 uur: Facultei-ten/opleidingen ontvangennbsp;hun alumni op verschillende locaties. De volgendenbsp;faculteiten/opleidingennbsp;organiseren een middagprogramma; Aardwetenschappen (ƒ 10,-); Algemene Letteren; Algemenenbsp;Literatuurwetenschappen;nbsp;Arabische, Nieuw-Perzischenbsp;en Turkse Talen en Culturen; Diergeneeskunde;nbsp;Economie; Frans (ƒ 10,-);nbsp;Geneeskunde; Geschiedenis (ƒ 10,-); Godgeleerdheid (ƒ 10,-); Italiaansnbsp;(ƒ 10,-); IVLOS lerarenop-

Programmagegevens:

De David de Wied-lezing

15.30 uur Ontvangst

16.00 uur Welkom en Laudatio

16.15 uur Lezing

17.00 uur Discussie

17.30-18.30 uur Borrel

Vrijdagmiddag 9 april 1999

Theatronzaal van het Educatorium

Leuvenlaan 19, Universiteitscampus De Uithof Utrecht leiding; Natuur- en Sterrenkunde; Nederlandsnbsp;(ƒ 10,-); Rechtsgeleerdheid;nbsp;Ruimtelijke Wetenschappen (ƒ 10,-); Scheikundenbsp;(ƒ 10,-); Sociale Wetenschappen (ƒ 10,-); Spaansnbsp;(ƒ 10,-); Vrouwenstudies;nbsp;Wijsbegeerte (ƒ 10,-) voornbsp;alumni die Artarkeia-con-tributie voor '99 betaaldnbsp;hebben).

vanaf 20.00 uur: de eerste Utrechtse Studentenband-route bij verschillendenbsp;Studentengezelligheidsver-enigingen

Wilt u zich nog aanmelden voor één of meer program-ma-onderdelen, dan kunt unbsp;tot 22 maart bellen met denbsp;Universiteit Utrecht: (030)nbsp;253 3550.


-ocr page 17-

illusterzake

maart 1999 • illuster

Algemeen


UMA-kamerorkest viert eerste lustrum

De Utrechtse Muziekacademie (UMA) viert zaterdag 24 april haarnbsp;eerste lustrum met een concert innbsp;de Fentener van Vlissingenzaal innbsp;het gebouw Kamp;W te Utrecht. Hetnbsp;UMA-kamerorkest speelt ondernbsp;meer het pianoconcert in G vannbsp;Ravel met als solist Hans Eijsackers.nbsp;Verder staat op het feestprogramma de Vierde, Italiaanse symfonienbsp;van Mendelssohn-Bartholdy en denbsp;Suite, opus 3, van Janaçek. Marconbsp;Bons dirigeert. Voorafgaand aannbsp;het concert ontmoeten huidigenbsp;leden, oud-leden en overigenbsp;betrokkenen elkaar bij een smakelijk buffet en is er gelegenheid denbsp;UMA te feliciteren met haar eerstenbsp;lustrum. Na afloop van hetnbsp;concert geeft de UMA een feest.

Het UMA-kamerorkest nodigt alle oud-leden en alle musici die ooitnbsp;in het orkest hebben meegespeeldnbsp;van harte uit haar lustrum mee tenbsp;komen vieren. Kom een hapjenbsp;mee-eten aan het buffet en genietnbsp;van het concert. Na afloop drinkennbsp;we er nog een (of meer) op denbsp;UMA!

David de

Wied-lezing 9-4-1999

Ondergetekende:

Organisatie:

Adres:

Postcode: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Plaats:


Zal aanwezig zijn, in gezelschap van ... personen, bij de David de Wiedlezing 1999, op vrijdag 9 april om 15.30 uur, in het Educato-rium, Leuvenlaan 19, universiteitscampus De Uithof.

Deze bon per omgaande retourneren. De kaarten worden u dan thuis toegestuurd. Aanvragers worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen. Retoursdres: Universiteitnbsp;Utrecht/ese, Antwoordnummer 8428, 3500 WV Utrecht.



Of wil je er liever helemaal bijzijn? Kom dan nogmaals meespelen opnbsp;het lustrumconcert. Strijkers kunnen er nog best bij, ook voor denbsp;overige activiteiten op de lustrumagenda. Voor feesten en/of concerteren kun je je opgeven vianbsp;onderstaand adres en telefoonnummer.

Nog nooit eerder meegespeeld? Ook dan ben je welkom. Komnbsp;eens luisteren op een repetitie opnbsp;woensdagavond in de Silokerk,nbsp;Herenstraat 34, in Utrecht. Voornbsp;informatie of aanmelding, zienbsp;onderstaand adres en telefoonnummer.

Het eerste lustrumconcert vindt plaats op zaterdag 24 april in denbsp;Fentener van Vlissingenzaal,nbsp;gebouw Kamp;W (Utrechts conservatorium), Mariaplaats 27, tenbsp;Utrecht. Aanvang 20.15 uur. Toegangsprijs ƒ 15,-/10,- (CJP/College-kaart/Pas 65/U-Pas).

Voor informatie en opgave: bel Bou-dewijn Schokker (030) 280 42 81 of schrijf naar Utrechtse Muziekacademie, Goedestraat 23 bis, 3572 RMnbsp;Utrecht.

Concert Utrechts Blazers Ensemble

Datum: donderdag 17 juni

Tijd: 20.15 uur

Plaats: Maria Minor Kerk, Achter

Clarenburg 6, Utrecht

Programma:

Theo Abazis - Attractive Moralities Micheal Torke - Overnight Mailnbsp;Igor Stravinski - Miniaturesnbsp;David Lang - Are Younbsp;Experienced?

Frank van Gompel -Bastrombone concert Toegangsprijzen : ƒ12,50 voornbsp;studenten/cjp/65-h ennbsp;ƒ 20,00 voor anderen.

De Utrecht Debating Society

De Utrecht Debating Society (UDS) stimuleert al sinds 1995 de mondelinge vaardigheden van haar ledennbsp;door middel van het parlementai-.re debat. Elke woensdagavondnbsp;vanaf 19.30 uur op Janskerkhofnbsp;15a in Utrecht bereiden de ledennbsp;zich voor op debatteertoernooiennbsp;in zowel het binnen- als het buitenland. De UDS organiseert ditnbsp;jaar ook weer haar eigen toernooi, te weten het Nationaalnbsp;Debat Toernooi. Vorig jaar wasnbsp;het Nationaal Debat Toernooi eennbsp;groot succes met de heer Doctersnbsp;van Leeuwen als voorzitter en grote belangstelling van teams uit hetnbsp;hele land. Dit jaar wordt hetnbsp;Nationaal Debat Toernooi gehouden op zaterdag 22 mei en iedereen is op die dag van harte welkom om te kijken, te jureren ofnbsp;deel te nemen (in een team vannbsp;twee personen).

Voor meer informatie of aanmeldingen kunt u zich richten tot het secretariaat van de UDS op telefoonnummer: (030) 253 63 98.

Nieuwe artikelen bij Solaris...!

Universiteitswinkel Solaris is 1999 begonnen met een opruiming vannbsp;een gedeelte van de collectie. Unbsp;kunt nu nog profiteren vannbsp;diverse aantrekkelijke aanbiedingen. Zo krijgt u op alle jassen eennbsp;korting van 15% en zijn denbsp;geborduurde handdoeken maarnbsp;liefst 25% in prijs verlaagd. Dezenbsp;25% korting geldt ook voornbsp;enkele rugbyshirts en de bekendenbsp;blauwe Universiteitsdas.

Het assortiment van Solaris is inmiddels uitgebreid met eennbsp;aantal ansichtkaarten en boekennbsp;van het Universiteitsmuseum ennbsp;de Universiteitsbibliotheek. Alumni van U.V.S.V. kunnen bij Solarisnbsp;terecht voor diverse lustrumartike-len die zijn vervaardigd ter gelegenheid van het 100-jarigenbsp;bestaan van deze studentenvereniging. In de loop van het jaarnbsp;worden er meer artikelennbsp;geïntroduceerd door Solaris. Zonbsp;komt in februari een nieuwenbsp;stropdas uit. De das is er innbsp;donkerblauw en bordeauxrood ennbsp;is overall voorzien van het sollogo.nbsp;Ook nieuw is Port Solare, eennbsp;exclusieve Portugese wijn, voorzien van het Universiteitslogo ennbsp;een afbeelding van de oude stadnbsp;Utrecht.

Portwijn wordt gemaakt door de gisting van de basiswijn voortijdignbsp;te stoppen door toevoeging vannbsp;wijnalcohol. Hoewel port oorspronkelijk uit Portugal komt isnbsp;het aan de Engelsen te dankennbsp;dat de wijn in de 17e eeuwnbsp;bekendheid kreeg in het buitenland. Door politieke problemennbsp;tussen Engeland en Frankrijk legde een Franse minister hoge belastingen op de Bordeauxwijn, destijds een belangrijk importproductnbsp;voor Engeland. Koning Charles IInbsp;was zeer verontwaardigd overnbsp;deze maatregel en besloot tot eennbsp;boycot. Om de Engelse dorst tochnbsp;te lessen was er dringend behoefte aan een alternatief. Via denbsp;bloeiende Engelse kolonie in Portonbsp;ontdekten de Engelse wijnhandelaren de kwaliteiten van de Portugese wijnen en de export kwamnbsp;op gang. Er zijn verschillende soorten port te onderscheiden;nbsp;Port Solare is er in twee smaken.nbsp;De jonge Ruby is vernoemd naarnbsp;zijn robijnrode kleur en heeft eennbsp;zoete fruitige smaak. Een ietsnbsp;oudere port is de Tawny wat letterlijk 'taankleurig' betekent.nbsp;Deze portsoort kenmerkt zichnbsp;door de bleekbruine kleur en denbsp;rijpe, volle smaak. Wij zijn ervannbsp;overtuigd dat Port Solare bij u innbsp;de smaak zal vallen!

Solaris Universiteitswinkel b.v. Drift 13 (bij het Janskerkhof)nbsp;Open van ma. t/m vr. van 13:00 totnbsp;17:00 (en op afspraak)nbsp;tel.: (030) 253 60 53 /nbsp;Solaris@pobox.accu.uu.nl


-ocr page 18-

illuster . maart 1999

illusterzake

studium Generale programma voorjaar 1999

Woensdag 17 maart:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Sociale Wetenschappen. Student en netsurfer. Spreker: Hans Schipperijn (Berenschot). Plaats: Aula van hetnbsp;Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Maandag 22 maart:


Studium Generale programma Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora. Thenbsp;Monster of Frankenstein (1931,nbsp;Universal Studios).

Spreker: dr. B. Peperkamp (Fac. Letteren, Nederlands, UU).

Plaats: Filmzaal 't Hoogt, Hoogt 4, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 24 maart:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Sociale Wetenschappen. Spreker: Gerrit Krol (schrijver en programmeur).nbsp;Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Maandag 29 maart:

Studium Generale programma Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora. Denbsp;film Dance of the Wind (1997,nbsp;Rajan Khosa).

Spreker: mw. dr. S.C. Kersenboom (Culturele Antropologie, UvA).nbsp;Plaats: Filmzaal 't Hoogt, Hoogt 4,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 31 maart:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Sociale Wetenschappen. Video Games: interface van de 21ste eeuw. Spreker: Joostnbsp;Raessens (UU). Plaats: Senaatszaalnbsp;van het Academiegebouw,nbsp;Domplein 29, Utrecht.

Aanvang: 20.00 uur.

Dinsdag 6 april:

Studium Generale programma's

Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora. Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Socialenbsp;Wetenschappen. Toneelstuk Denbsp;Les van Eugène Ionesco. Regie:nbsp;Frans-Jan Snelders.

Inleiding: mw.dr. M.F. Breut (Fac. Letteren, Franse Taal- en Letterkunde, UU). Plaats: Cultureelnbsp;Centrum ParnassQs, Kruisstraatnbsp;201, Utrecht. Aanvang: 19.30 uur.

Donderdag 8 april:

Studium Generale programma Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora.nbsp;Toneelstuk De Les van Eugènenbsp;Ionesco. Regie: Frans-Jan Snelders.nbsp;Spreker: mw. dr. M.F. Breut (Fac.nbsp;Letteren, Franse Taal- en Letterkunde, UU). Plaats: Cultureel Centrum ParnassQs, Kruisstraat 201,nbsp;Utrecht. Aanvang: 19.30 uur.

Maandag 12 april:

Studium Generale programma Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora. Denbsp;film Mädchen in Uniform (1931,nbsp;Leontine Sagan). Spreker: prof.dr.nbsp;E.W. van der Knaap (Fac. Letteren,nbsp;Duitse Taal- en Letterkunde, UU).nbsp;Plaats: Filmzaal 't Hoogt, Hoogt 4,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Studium Generale programma Het gezin in de volgende eeuw. Ontwikkelingen in het Nederlandsenbsp;gezin. Spreker: prof.dr. R.A.C.nbsp;Hoksbergen (UU).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Dinsdag 13 april:

Studium Generale programma Le Sacre du Printemps. Voorafgaandnbsp;aan de openingsvoorstelling vannbsp;het Sgringdance Festival 1999,nbsp;waarin het Nationale Ballet vannbsp;Portugal de oorspronkelijke versienbsp;van Le Sacre du Printemps zalnbsp;uitvoeren: Joachim von der Thüsennbsp;(UU) met een lezing over denbsp;historische context waarin Nijinski,nbsp;Strawinsky en Roerich hunnbsp;kunstwerk maakten.

Plaats: Stadsschouwburg Utrecht, Lucas Bolwerk 24, Utrecht.nbsp;Aanvang: 19.00 uur.

Woensdag 14 april:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Socialenbsp;Wetenschappen. Broos (1977),nbsp;regie en scenario: Mijke de Jong;nbsp;camera: Joost van Starrenburg,nbsp;met: Maartje Nevejan, Marnienbsp;Blok, Leonoor Pauw en Adelheidnbsp;Roosen. Inleiding: Maartje Nevejan. Plaats: Filmtheater 't Hoogt,nbsp;Hoogt 4, Utrecht. Aanvang: 19.30nbsp;uur.

Studium Generale programma Le Sacre du Printemps. Voorafgaandnbsp;aan de herhaling van de openingsvoorstelling: Rudy Laermans ennbsp;Miriam van Imschoot (KU Leuven)nbsp;met een lezing over denbsp;verschillende choreografieën dienbsp;er in de loop van de twintigstenbsp;eeuw op de muziek vannbsp;Strawinsky zijn gemaakt.

Plaats: Stadsschouwburg Utrecht, Lucas Bolwerk 24, Utrecht.

Aanvang: 19.00 uur.

Maandag 19 april:

Studium Generale programma Onderwijs en erger. Wetenschapsfilosofie voor de humaniora.

Full Metal Jacket (1987, Stanley Kubrick). Spreker: prof.dr. D.A.nbsp;Hellema (Fac. Letteren,nbsp;Geschiedenis, UU). Plaats: Filmzaalnbsp;'t Hoogt, Hoogt 4, Utrecht.nbsp;Aanvang: 20.00 uur.

Studium Generale programma Het gezin in de volgende eeuw.nbsp;Vragen rond de kunstmatigenbsp;voortplanting. Spreker: mevr. dr.nbsp;D.A.M. van Berkel (UU).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 21 april:

Studium Generale programma Praten in het donker.nbsp;Wetenschapsfilosofie voor denbsp;Sociale Wetenschappen. Spreker:nbsp;Antoine Bodar (schrijver ennbsp;priester). Plaats: Senaatszaal vannbsp;het Academiegebouw, Dompleinnbsp;29, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Zondag 25 april:

Studium Generale programma Le Sacre du Printemps.

Millicent Hodson en Kenneth Archer met een lezing over hunnbsp;onderzoekswerk naar de originelenbsp;Sacre. Plaats: Sporthal De Veiling,nbsp;Heycopstraat 305, Utrecht.nbsp;Aanvang: nog niet bekend.

Maandag 26 april:

Studium Generale programma Het gezin in de volgende eeuw.nbsp;Ontstaan en ontwikkeling van hetnbsp;homo-gezin.

Spreker: dr. A.X. van Naerssen (Klinische Psychologie, UU).nbsp;Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29,nbsp;Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 28 april:

Studium Generale programma Praten in het donker.nbsp;Wetenschapsfilosofie voor denbsp;Sociale Wetenschappen.

Spreker: Arthur Japin (schrijver en acteur).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur

Studium Generale programma Le Sacre du Printemps. Voorafgaandnbsp;aan de Sacre-versie van hetnbsp;Scapinoballet: Hans Achterhuisnbsp;(Universiteit Twente) met eennbsp;lezing over de utopische aspectennbsp;van de Sacre.

Plaats: Stadsschouwburg Utrecht, Lucas Bolwerk 24, Utrecht.

Aanvang: 19.00 uur.

Maandag 3 mei:

Studium Generale programma Het gezin in de volgende eeuw.

Het adoptiegezin. Spreker: prof.dr. R.A.C. Hoksbergen (UU).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Maandag 10 mei:

Studium Generale programma Het gezin in de volgende eeuw.nbsp;Effecten van scheiding ennbsp;stiefgezinsvorming. Spreker: dr.nbsp;A.P. Spruyt (UU).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29,


-ocr page 19-

maart I999 • illuster

illusterzake

utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 12 mei:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Socialenbsp;Wetenschappen. god@internet.nbsp;fallus. Interface in het licht vannbsp;Derrida's 'teletechnofallologie'.nbsp;Spreker: Mark de Kesel (Socialenbsp;Hogeschool, Gent).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29,

Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Woensdag 19 mei:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Socialenbsp;Wetenschappen. Het universitairenbsp;Solis-systeem. Spreker: Bas Save-nije (UU).

Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Aanvang: 20.00 uur.

Dinsdag 25 mei:

Studium Generale programma-Schrijfsters uit het Zuiden. Forumdiscussie.

Plaats: Aula van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.

Aanvang: 20.00 uur precies.

Woensdag 26 mei:

Studium Generale programma Praten in het donker. Wetenschapsfilosofie voor de Sociale Wetenschappen. De psychotherapeutische interface. Spreker: prof.dr. A. van Dantzig (psychiater). Plaats:nbsp;Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.nbsp;Aanvang: 20.00 uur.

Studium Generale, Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht, (030) 253 24 36,nbsp;e-mail: studgen@sg.uu.nl,nbsp;internet:http:/lwww.uu.nllUU_alge-meen/studium_generale/


Universiteitsmuseum

Jeugdlab universiteitsmuseum van start. VIP-behandeling voor kinderen van alumni.

Het Utrechts Universiteitsmuseum is een spannend onderdeel rijker:nbsp;het Jeugdlab. Bedoeld voornbsp;wetenschappers-in-de-dop tussennbsp;10 en 15 jaar. Ongestoord kunnennbsp;ze vanaf 4 maart proeven doennbsp;rond het thema 'zien'. Een voorproefje staat hiernaast. Het is eennbsp;anamorfose; een plaatje of woordnbsp;dat zo uit elkaar is getrokken, datnbsp;je haast niet meer kunt zien watnbsp;erop staat. Kinderen van llluster-lezers die de woorden hiernaastnbsp;wel kunnen lezen, kunnen rekenen op een VIP-behandeling.nbsp;Geven ze bij binnenkomst in hetnbsp;museum de juiste oplossing door,nbsp;dan mogen ze met drie ogen hetnbsp;Jeugdlab in (het derde oog is tenbsp;verkrijgen bij de balie van hetnbsp;museum).

Het Jeugdlab is een echt lab. Kinderen krijgen hun eigen werkplek. Daar kunnen ze allerhande proeven doen. Zoals schilderen metnbsp;licht, de kleur zwart mengen, eennbsp;eigen anamorfose maken, licht uiteen rafelen in honderden tinten,nbsp;spelen met gezichtsbedrog. In eennbsp;labboek schrijven de jeugdige wetenschappers hun ontdekkingen op.

In het Jeugdlab is altijd iets nieuws te beleven. Nu zijn ernbsp;experimenten met zien, straksnbsp;kunnen kinderen er ook 'proevennbsp;amp; ruiken', 'horen' en 'voelen'.

Vanaf 4 maart Jeugdlab Universiteitsmuseum. Kinderen mogen op WO, za en zo, tussen 14.00 en 17.00nbsp;uur het jeugdlab ook zonder begeleiding bezoeken. Op andere tijdstippen moet er een volwassenenbsp;mee.

'Je geld of je leven. Twee eeuwen ziekte en zorg in Nederland'

Wie in 1800 een been brak, liep grote kans levenslang invalide tenbsp;blijven. Botten groeiden vaaknbsp;scheef vast of groeiden langsnbsp;elkaar. In het ergste geval moestnbsp;het been geamputeerd worden.nbsp;Zonder verdoving. Tweehonderdnbsp;jaar later, na de uitvinding van hetnbsp;gipsverband, de röntgenfoto ennbsp;de antibiotica, is dat niet meernbsp;denkbaar. Door de enorme vooruitgang in de medische wetenschap is de kwaliteit van het levennbsp;sterk verbeterd. En, belangrijk, denbsp;moderne gezondheidszorg is innbsp;Nederland niet alleen voor rijkenbsp;mensen, maar ook voor de mindernbsp;bedeelden toegankelijk. De tentoonstelling 'Je geld of je leven.nbsp;Twee eeuwen ziekte en zorg innbsp;Nederland' -vanaf 13 april te ziennbsp;in het Universiteitsmuseum


Utrecht- laat het verschil zien tussen vroeger en nu. Vier 'gevallen': botbreuken, tuberculose,nbsp;transplantaties en ouderdomsziekten, maken duidelijk hoe (pijnlijknbsp;en langdurig) het was om tweehonderd jaar geleden een behandeling te ondergaan. Welke cruciale vindingen betekenden eennbsp;keerpunt in de genezing, behandeling en kans op overleven? Ennbsp;hoe gaat het er tegenwoordig aannbsp;toe in moderne ziekenhuizen?nbsp;Ook de rol en geschiedenis vannbsp;het ziekenfonds komen in denbsp;tentoonstelling aan bod. Wantnbsp;waar kwam het geld vandaan alsnbsp;je in 1900 de vliegende tering hadnbsp;en eindeloos op bed moest liggen? Kunt u raden wat een niertransplantatie tegenwoordig kost?nbsp;Zal de samenleving de solidariteitnbsp;blijven opbrengen om de stijgende premies zonder morren tenbsp;betalen? Vragen die de bezoekernbsp;in de tentoonstelling krijgt voorgeschoteld. En daarnaast zijn ernbsp;vele medische instrumenten tenbsp;zien. Van antieke gehoorapparaten tot moderne operatiekamersnbsp;en natuurlijk vele ziekenfondsbrilletjes.

Vanaf 13 april

'Je geld of je leven. Twee eeuwen ziekte en zorg in Nederland'

Universiteitsmuseum, Lange ' Nieuwstraat 106, Utrechtnbsp;Openingstijden: di t/m zo vannbsp;11.00 - 17.00 uur

Toegang: 6 tot 18 jaar ƒ 3,75; vanaf 18 jaar ƒ 7,50; MJK gratis Informatie; (030) 253 80 08

Houd de pagina plat tussen je handen. Strek je armen. Kijknbsp;over de rand.


-ocr page 20-

illuster • maart 1999

illusterzake

Onderwijs

Informatie over postacademisch onderwijs, postdoctoraal onderwijs, contractonderwijs en open cursussen.

Vraag de overzichtsbrochure aan: (030) 253 26 70, of e-mail: studievoorlicbting@csc.usc.uu.nl



Het bureau voor Juridisch Post Academisch Onderwijs, verbondennbsp;aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid, biedt de mogelijkheid totnbsp;professionele na- en bijscholing.nbsp;De cursussen worden verzorgdnbsp;door docenten van de Faculteitnbsp;Rechtsgeleerdheid in samenwerking met externe, veelal in denbsp;praktijk werkzame juristen. Denbsp;cursusprijs is inclusief cursusmateriaal en consumpties.

Voor meer informatie over onze programma's kunt u contactnbsp;opnemen met het Bureau Juridischnbsp;PAO, tel. (030) 253 70 21 ! 253 70 22nbsp;of onze internetsite raadplegen:nbsp;www.law.uu.nl/pao

Programma maart - juni 1999:

Contracten maken:

Onroerend goedcontract: prof.mr. H.W. Heyman, 22nbsp;maart, 19.15 - 22.00 uurnbsp;Computercontract: prof.mr.

  • F. W. Grosheide,

prof.mr. J.M.A. Berkvens, 29 maart, 19.15 - 22.00 uurnbsp;Licentiecontract:

jhr.mr. J.L.R.A. Huydecoper, prof.mr.ir. A. Louët Feisser,nbsp;1 april, 19.15-22.00 uurnbsp;Overnamecontract: mr. J.M.M.nbsp;van der Velden,

prof.mr. W.J. Slagter, 14 april, 19.15-22.00 uur

Leveringsvoorwaarden: prof.mr. H.W. Hondius,nbsp;mr. A.E. Driessen, 19 april,nbsp;19.15-22.00 uur

Krediet en zekerheid:

mr. J.E. Fesevur, mr. P.M. Stol, 26 april, 19.15 - 22.00 uurnbsp;Internationale aspecten ennbsp;internationale koop: mr.

  • G. J.W. Steenhoff,

prof.mr. Ph.H.J.G. van Huizen, 7 juni, 19.15 - 22.00 uurnbsp;cursusprijs: ƒ 325,- per onderdeel

Recente jurisprudentie Burgerlijk

Procesrecht

18 maart, 9.00 - 16.30 uur docenten: mr. A.W. Jongbloed,nbsp;mw.mr. M. de Tombe-Grooten-huis, mw.mr. M. Freudenthalnbsp;cursusprijs: ƒ 675,-

Verdieping Ambtenarenrecht

24 maart, 9.00 - 17.00 uur docenten; mr. H.S.P. Stuiver, mr.

Th.A. Velo

cursusprijs: ƒ 625,-

Recente strafrechtelijke jurisprudentie

25 maart, 9.00 - 17.00 docenten; prof.mr. P.J. Baauw,nbsp;mw.prof.dr. C.H. Brants, prof.mr.nbsp;C. Kelk

cursusprijs: ƒ 695,-

PAO-specialisatie Gezondheidsrecht

  • 29 maart, 12 en 26 april, 10 en 31nbsp;mei, 14 juni, 9.00 - 17.00 uurnbsp;docenten; prof.mr. J.K.M. Gevers,nbsp;prof.mr. J.H. Hubben, mw.prof.mr.

  • H.D.C. Roscam Abbing, mw.mr. M.C.I.H. Biesaart, mr. G.R.J. denbsp;Groot, mr. R.B.M. Keurentjes,nbsp;prof.dr. H.J.J. Leenen, prof.mr. J.nbsp;Legemaate, mr. E.W.M. Meule-mans

cursusprijs; ƒ 2195,- voor de gehele cursus, ƒ 395,- per onderdeel

Aansprakelijkheid en schadevergoeding bij letselschade

  • 30 maart, 9.00 - 17.00 uurnbsp;docenten: mw.mr. P.A. Kottenha-gen-Edzes, mr. R.J.P. Kottenhagen,nbsp;mr. J.M. Milo

cursusprijs: ƒ 695,-

Verdieping Milieurecht

  • 31 maart, 14 en 28 april, 16.00 -21.00 uur

docenten: prof.dr. Ch.W. Backes LLM, mr. J.W. van de Gronden,nbsp;mw.mr. J.E. Hoitink, mw. mr.

  • G. T.J.M. Jurgens, mr. A.R. Hartmann, mw.mr. I. Klinger-van Rooijnbsp;cursusprijs: ƒ 1095,- voor de gehelenbsp;cursus, ƒ 425,- per onderdeel

Schadevergoeding in het Bestuursrecht

7 april, 13.00- 17.30 uur docent: prof. mr. P.J.J. van Buurennbsp;cursusprijs: ƒ 495,-

Nieuw Recht II

9, 16 en 23 april, 13.00 - 17.30 uur docenten: prof.mr. P.J. Baauw,nbsp;mw.mr. W.J.H.T. Dupont, mr.

  • H. F.M. Hofhuis, mw.dr.

S. Klosse, mw.mr. F.M.J.A. Lohuis, mr. C.L.J.M. de Waalnbsp;cursusprijs: ƒ 750,-

Recht rond de elektronische snelweg

14 en 28 april, 12 en 26 mei, 9 en

23 juni, 13.00- 17.30 uur docenten: prof.mr. M.A.P. Bovens,nbsp;prof.mr. J.M.A. Berkvens, dr. J.L.M.nbsp;Boek, mr. C.E. Drion, mw.mr. M.J.nbsp;Geus, prof.mr. F.W. Grosheide, mr.nbsp;H. Hijmans, prof.mr. J.J.C. Kabel,nbsp;prof.mr. H.R.B.M. Kummeling, mr.nbsp;A.P. Meijboom, mr. A. Patijnnbsp;cursusprijs: ƒ 1895,- voor de gehelenbsp;cursus; inschrijving op deelonderwerp is mogelijk (de eerste bijeenkomst dient door iedere deelnemer te worden gevolgd), ƒ 695,-voor één bijeenkomst (inclusiefnbsp;bijeenkomst 1), ƒ 495,- voor iederenbsp;bijkomende bijeenkomst

Actualiteiten Arbeidsrecht

15 april, 9.00 - 16.30 uur docenten: mr. D.M. van Genderen,nbsp;prof.mr. A.Ph.C.M. Jaspers, mr.nbsp;S.J.J.M. de Laat, mr. C.E. Schoutennbsp;cursusprijs: ƒ 695,-

Multiculturaliteit en Strafrecht

21 april, 9.00 - 16.30 uur docenten: profrdr. F. Bovenkerk,nbsp;prof.mr. M.A.P. Bovens, dr.mr.

L.M. Moerings, mw.dr. M. van San, mw.mr. H.C. Wiersinga, dr. Y.nbsp;Yesilgöznbsp;cursusprijs: ƒ 695,-

Actualiteiten Ondernemingrecht

23 april, 13.00 - 17.00 uur docenten: mr. J.B. Wezeman,nbsp;mw.mr. S.M. van den Braak,nbsp;mw.mr. G.M. ter Huurne, mw.mr.nbsp;A.J.M. Klein Wassinknbsp;cursusprijs: ƒ 495,-

Deelnemingsvrijstelling en fiscale eenheid

4 en 11 mei, 13.30 - 17.00 uur docenten: prof.mr. K.L.H. vannbsp;Mens, mr. P.T.H.M. van Oort,nbsp;jhr.mr. W.E.M. van Nispen totnbsp;Sevenaer

cursusprijs: ƒ 675,-

Recente ontwikkelingen Media-en communicatierecht

12 mei, 13.00 - 17.00 uur docenten: prof.mr. F.W. Grosheide, prof.mr. J.J.C. Kabelnbsp;cursusprijs: ƒ 495,-

Actualiteiten Bestuurs(proces)recht

28 mei, 10.00 - 16.30 uur docenten: mr. A.J. Bok, mr. B.M.J.nbsp;van der Meulen, prof.mr. R.J.G.M.nbsp;Widdershoven

cursusprijs: ƒ 625,-

Bestuursdwang en dwangsom

2 en 16 juni, 13.30 - 17.30 uur docenten: prof.mr. P.J.J. van Buuren, mw.mr. G.T.J.M. Jurgens,nbsp;prof.mr.drs. F.C.M.A. Michielsnbsp;cursusprijs: ƒ 795,-


Europees recht en Burgerlijk recht: de gevolgen van het EG-rechtnbsp;voor het Nederlands Burgerlijknbsp;Recht

3 juni, 15.30 - 21.00 uur docenten: mr. G. Betlem, mr.drs.nbsp;H.A.G. Temmink

cursusprijs: ƒ 395,-

Postacademische opleidingen

In 1999 en 2000 bieden wij onder andere de volgende cursussen aan:

Leergang 'Strategisch management in de non-profit/not-for-pro-fit sector'

De uitdaging tot het maken van strategische keuzen en het varennbsp;van een eigen koers staat centraalnbsp;in deze tweejarige postacademische leergang die deelnemersnbsp;afronden met de titel 'Master ofnbsp;Strategie Management (MSM)'.nbsp;Deelnemers worden door reflectienbsp;op eigen denken en handelennbsp;gestimuleerd om aangereiktenbsp;theoretische concepten, visies ennbsp;kaders in relatie te brengen metnbsp;de eigen praktijksituatie.

De leergang start in september 1999

Leergang 'Management in dienstverlenende organisaties'

De uitdaging om te 'ondernemen' binnen de randvoorwaarden vannbsp;het organisatiebeleid én professionals te inspireren tot cliëntgerichte dienstverlening van hoge kwaliteit staat centraal in deze tweejarige leergang. Uitgenodigdnbsp;worden managers van relatiefnbsp;zelfstandig opererende organisa-tie-eenheden in dienstverlenendenbsp;organisaties van de non-profit/not-for-profit sector. Bij voldoendenbsp;afronding heeft men recht op hetnbsp;diploma 'Master of Managementnbsp;(MM)'.

De leergang start in maart 2000

Leergang 'Counselling in context' Na afloop van deze tweejarigenbsp;leergang zijn deelnemers in staatnbsp;om met inzicht in de emotionelenbsp;beleving van de werkplek, bij hunnbsp;functie passende begeleiding tenbsp;geven aan anderen op een doelgerichte en professionele wijze.nbsp;Ook zijn zij in staat om verkregennbsp;inzichten om te zetten in ondersteuning van collega's bij veranderingsprocessen. Uitgenodigd worden managers, Pamp;O-consulenten,nbsp;opleiders, arbodienst-medewer-kers en anderen die belast zijnnbsp;met begeleidings- en/of counsel-lingstaken op de werkplek.nbsp;De leergang start in oktober 1999nbsp;(Het oriëntatieseminar start in meinbsp;1999)

Leergang 'Kwaliteitsmanagement in dienstverlenende organisaties'nbsp;Deze eenjarige leergang isnbsp;bedoeld voor kwaliteitscoördinato-


-ocr page 21-

maart 1999 • illuster

illusterzake

ren in dienstverlenende organisaties binnen de not-for-profit sector. Een kwaliteitssysteem is te vaak een bureaucratische invuloefening. Kwaliteitsmanagement wilnbsp;professionals tot reflexief handelen bewegen. Het ontwikkelen vannbsp;een visie op de betekenis van kwaliteit in de eigen situatie staat centraal. In deze leergang spelennbsp;daarom thema's als context, procesnbsp;en creativiteit een belangrijke rol.nbsp;De leergang start in maart 1999

Cursus 'Het maken van een marketingplan voor non-profit organisaties'

Het doel van deze vierdaagse cursus is deelnemers op een interactieve wijze, stap voor stap aan de hand van bouwstenen (o.a. hetnbsp;formuleren van een missie ennbsp;bedrijfsdoelstellingen, concurren-tie-analyse, SWOT-analyse) een

Faculteiten


Interen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;|

UHSK

De Utrechtse Historische Studenten Kring zal op vrijdag 14 mei 1999 een symposium verzorgennbsp;over Niet-Westerse Historiografie.nbsp;Tijd, plaats en sprekers zullen nognbsp;bekend worden gemaakt.

Voor informatie, bel op maandagochtend naar de UHSK-stuurgroep, (030) 253 64 49.

Alcmaeon

Dinsdag 16 maart organiseert de commissie Cultuur, Mens en Maatschappij van Alcmaeon een lezingnbsp;over 'Dakloosheid'. De lezing vindtnbsp;plaats aan het Janskerkhof 15a innbsp;zaal 001 van 19.00 tot 22.00 uur.nbsp;De toegang voor leden is gratis,nbsp;niet leden betalen ƒ 3,50. U bentnbsp;allen van harte welkom!

Zaterdag 10 april vindt er een Bedrijven- en instellingendag voornbsp;sociale wetenschappers plaats. Tijdens deze dag worden twee lezingen gegeven en na de lunch is ernbsp;de mogelijkheid om deel te nemennbsp;aan twee rondes met workshops.nbsp;Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Alcmaeonnbsp;Utrechtse Faculteitsvereniging dernbsp;Sociale Wetenschappen Alcmaeonnbsp;Centrumgebouw Zuid,nbsp;Heidelberglaan 1, Kamer E 033,nbsp;E 038, 3584 CS Utrechtnbsp;tel. (030) 253 3200,

fax. (030) 253 16 19 o.v.v. Alcmaeon http://www.fss.uu.nl/student/alc-maeonnbsp;strategisch marketingplan tenbsp;laten bouwen voor de eigen organisatie.

De cursus start in oktober 1999

Cursus 'Kwaliteit en implementatie in non-profit organisaties'

Het doel van deze vierdaagse cursus is deelnemers inzicht te bieden in het kwaliteitsbeleid van denbsp;eigen organisatie èn vanuit nieuwe aanvullende perspectieven tenbsp;werken aan een zelf gekozennbsp;praktijkcase. Uitgenodigd wordennbsp;managers, projectleiders en staffunctionarissen die verantwoordelijk zijn voor kwaliteit in de organisatie of organisatie-eenheid.

De cursus start in april 1999

Cursus 'Marketing, sponsoring en fondsenwerving voor non-profitnbsp;organisaties'

Deze tiendaagse cursus met terug-

Bezoek 'Letteren werkt!' op 26 mei !

Op woensdag 26 mei organiseert de Faculteit der Letteren een dagnbsp;voor haar doctoraalstudenten ennbsp;promovendi. Ook als je recentelijknbsp;je letteren-bul hebt opgehaald zalnbsp;dit voor jou een bijzonder interessante dag worden. Tijdens dezenbsp;dag, getiteld Letteren werkt!, kunnbsp;je namelijk kennis maken met denbsp;mogelijkheden na de letterenstudie. Daartoe worden bedrijven,nbsp;(semi)overheidsinstellingen ennbsp;postdoctorale opleidingen uitgenodigd. Het is voor het eerst datnbsp;in Utrecht op facultair niveau eennbsp;dergelijk evenement voor 'lette-raars' wordt georganiseerd.

De kennismaking zal vorm krijgen in zogenaamde presentatierondes.nbsp;In deze rondes wordt door vertegenwoordigers van bedrijven,nbsp;instellingen en opleidingen uiteengezet wat hun werkgever precies doet, wat de werkzaamhedennbsp;van een academicus zijn, naar watnbsp;voor personen ze op zoek zijn,nbsp;etcetera. Verder zullen enkele let-teren-alumni hun verhaal vertellen: Hoe zijn zij op de huidigenbsp;werkplek terecht gekomen ?nbsp;Interactie staat op Letteren werkt!nbsp;centraal. Tijdens de presentatierondes maar vooral op de informatiemarkt waarop elke instantienbsp;een eigen stand heeft (daarbij ooknbsp;stands van bedrijven,nbsp;instellingen en opleidingen dienbsp;geen presentatieronde verzorgen),nbsp;is er de mogelijkheid om op informele wijze met vertegenwoordigers van je eventuele toekomstigenbsp;werkgever in contact te komen.nbsp;komdag reikt medewerkers vannbsp;non-profit organisaties handvatten aan voor het opzetten en uitvoeren van een strategie voor hetnbsp;verwerven van extra inkomsten uitnbsp;, sponsoring, fondsenwerving, ennbsp;subsidies.

De cursus start in september 1999

Voor informatie eniof de folder(s) kunt u contact opnemen met:nbsp;Centrum voor Beleid en Management, t.a.v. secretariaat PAO, Antwoordnummer 3402, 3500 ZLnbsp;Utrecht, (030) 253 64 63/63 38

HOVO

Leerzaam en gezellig

In het najaar gaat weer een nieuw HOVO-seizoen van start. Tal vannbsp;cursussen op het gebied van literatuur, filosofie, architectuur,nbsp;gezondheid en natuurwetenschap

Ook de lunch en de borrel die de dag afsluit, zijn hiervoor uitermatenbsp;geschikt. De dag zal plaatsvindennbsp;in de binnenstad; in het Academiegebouw, Kromme Nieuwe-gracht 80 en Trans 10. In een laternbsp;stadium zal bekend zijn wie zichnbsp;allemaal zullen presenteren. Denbsp;bedoeling van de dag is in iedernbsp;geval om een zo breed mogelijknbsp;beeld van toekomstige werkgeversnbsp;te bieden: Van overheid tot IT, vannbsp;journalistiek tot de kunstsector.nbsp;pen worden verzorgd door denbsp;Utrechtse instellingen voor wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs. De cursussen zijn speciaalnbsp;ontwikkeld voor personen vannbsp;boven de vijftig: er is veel ruimtenbsp;voor discussie, het stellen van vragen en het uitwisselen van ervaringen. Hoewel er geen specialenbsp;vooropleiding is vereist, zijn denbsp;cursussen van behoorlijk niveau.nbsp;HOVO-cursussen zijn niet alleennbsp;leerzaam, maar ook gezellig. Denbsp;Vrienden van HOVO organiserennbsp;gezelligheidsbijeenkomsten, symposia en andere activteiten. In meinbsp;komt de nieuwe cursusgids uit.nbsp;Wilt u die gids ontvangen, belt unbsp;dan onderstaand telefoonnummer:

Alumni worden van harte uitgenodigd om lid te worden van de Faculty Club. Het lidmaatschap bedraagt ƒ 150,- per jaar. Het is ooknbsp;mogelijk om 'levenslang' lid te worden voor ƒ 2000,-. Statiegeldnbsp;voor de toegangspas is ƒ 30,-.

Faculty Club Helios

Ik geef mij op als lid van de Faculty Club

Naam:

Voorletters:

MA/

Werkadres:

straat

postcode en plaats

telefoon

Prive-adres:

straat

postcode en plaats

telefoon


Alumnus van de faculteit/opleiding:

Gewoon lidmaatschap (ƒ 150,- per jaar)/Lidmaatschap voor het leven ƒ 2000,- eenmalig)

Bon sturen naar Faculty Club, t.a.v. drs. J. Bonenkamp (gastheer/clubmanager). Achter de Dom 7, 3512 JN Utrecht.

Heeft u vragen, dan kunt u natuurlijk contact opnemen: telefoon (030) 253 99 10.

De deuren van Faculty Club Helios zijn op werkdagen open van 11.00 uur tot 21.00 uur. In de weekenden zijn alle ruimtes, inclusiefnbsp;de tuin, beschikbaar voor verhuur.

Ron


HOVO-Utrecht, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht. Tel.: (030) 253 34 83nbsp;enzovoort. In de congresgids die jenbsp;als deelnemer krijgt thuisgestuurd,nbsp;worden de zich presenterendenbsp;werkgevers uitgebreid besproken.nbsp;Ook een website (nog in opbouw)nbsp;zal deze informatie bieden.

Wil je als pas afgestudeerde letterenstudent Letteren werkt! bezoeken, neem dan contact op met de Commissie Letteren en Arbeidsmarkt, tel.: (030) 253 62 58,nbsp;e-mail: Let.werkt@let.uu.nl.

Adressen

Alumnibureau UU/UniversIteltsfonds

mw. L. Visser

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht

(030) 253 80 25 Fax.: (030) 253 33 88

E-mail; ufonds@ufonds.uu.nl

Aardwetenschappen

Budapestlaan 4, 3584 CD Utrecht

Postbus 80021, 3508 TA Utrecht

(030) 253 50 50 Fax: (030) 253 50 30

E-mail: i.beekman@geo.uu.nl

Biologie F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80088, 3508 TB Utrecht

(030) 253 22 76 Fax: (030) 253 45 26

E-mail: w.j.c.amesz@bio.uu.nl

Diergeneeskunde Androclusgebouw

Yalelaan 1, 3584 CL Utrecht

Postbus 80163, 3508 TD Utrecht

(030) 253 48 51 Fax: (030) 253 77 27

Farmacie F.A.F.C. Wentgebouw Sorbonnelaan 16, 3584 CA Utrecht

Postbus 80082, 3508 TB Utrecht

(030) 253 73 13/253 25 25

Fax; (030) 251 39 53

E-mail: h.m.dobbelaar@pharm.uu.nl

Geneeskunde Stratenum

Universiteitsweg 100, 3584 CG Utrecht

Postbus 80030, 3508 TA Utrecht

(030) 253 88 88 Fax: (030) 253 90 25

E-mail; bureau@med.uu.nl

Godgeleerdheid Willem C. van Unnikgebouw

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht

(030) 253 18 53 Fax: (030) 253 32 41

E-mail; necr@theo.uu.nl

Letteren

Kromme Nieuwegracht 46, 3512 HJ Utrecht (030) 253 61 05 Fax: (030) 253 60 83

E-mail medewerkers: lt;naamgt;@let.uu.nl

Natuur- en Sterrenkunde

Princetonplein 5, 3584 CC Utrecht

Postbus 80000, 3508 TA Utrecht

(030) 253 32 84 Fax: (030) 253 92 82

E-mail: facbureau@phys.uu.nl

Rechtsgeleerdheid

Janskerkhof 3, 3512 BK Utrecht

(030) 253 70 18/253 70 17 Fax: (030) 253 73 00 E-mail medewerkers: lt;voorletters.voor-voegselsachternaamgt;@law. uu.nl

Ruimtelijke Wetenschappen

Willem C. van Unnikgebouw

Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht (030) 253 20 44 Fax; (030) 254 06 04

E-mail: r.vanderlinden@geog.uu.nl

Scheikunde F.A.F.C. Wentgebouw

Sorbonnelaan 16. 3584 CA Utrecht

Postbus 80083, 3508 TB Utrecht

(030) 253 37 93/253 37 91 Fax: (030) 253 30 72 E-mail: j.a.dekooker@chem.uu.nl

Sociale Wetenschappen Centrumgebouw Zuid, Heidelberglaan 1, 3584 CS Utrecht

(030) 253 47 00 Fax: (030) 253 16 19

E-mail: bureau@fss.uu.nl

Wijsbegeerte Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht

(030) 253 18 31 Fax: (030) 253 28 16

E-mail; buredu@phil.uu.nl

Wiskunde en Informatica

Budapestlaan 6. 3584 CD Utrecht

(030) 253 15 15/253 35 36 Fax: (030) 251 83 94 E-mail; hurk@math.uu.nl

IVLOS Bestuursgebouw

Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht

(030) 253 34 00 Fax: (030) 253 27 41

E-maii: ivlos@ivlos.uu.nl


-ocr page 22-

illuster • maart 1999

Colofon


Studentenleven

Lustrumactiviteiten 100 jaar UVSV/NVVSU

15 maart wordt in het universiteitsmuseum een tentoonstelling over de 100 jaar oude studentenvereniging geopend. Met wand-vullende foto's, verenigingsattri-buten en een korte video wordtnbsp;een beeld geschetst van het verenigingsleven door de tijd heen.nbsp;Tijdens de opening wordt hetnbsp;Eeuwboek aangeboden. Daar isnbsp;zeven jaar lang aan gewerkt doornbsp;reünisten en beschrijft de geschiedenis van de UVSV aan de handnbsp;van anekdotes en achtergronden.nbsp;Universiteitsmuseum, Lange Nieuw-straat 106, 3512 PN Utrecht, 030-2538007

Openingstijden di-zo 11.00-17.00. Maandag gesloten.

Op 9 april wordt een congres over de Europese eenwording georganiseerd waar niet alleen UVSV-leden, maar alle Utrechtse studenten welkom zijn.

Er wordt gediscussieerd over vier thema's;

  • - De bijdrage van Nederland innbsp;verhouding tot de diversenbsp;opbrengsten

  • - Invloed van de media op denbsp;publieke opinie

  • - Democratisch gehalte van denbsp;Unie en het Europees Parlement.

  • - Europa en mensenrechten zoals

Ingezonden brief

Het is niet zonder een zekere trots dat ik mijn achternaam Grijns draag, al kan ik er natuurlijk niets aan doen dat mijn grootvadernbsp;als eerste vaststelde dat er zoiets als vitaminen moest bestaan.nbsp;Het deed me dan ook goed dat bij mijn eindexamen gymnasiumnbsp;in 1944 de gecommitteerde voor de B-vakken, een Delfts hoogleraar, het biologie examen begon met: 'U heet Grijns, dan kunt unbsp;wel wat vertellen over vitamines'. Dat kon ik.

Toen ik in Illuster 13 'Eijkman centennial' zag staan trok dat meteen mijn aandacht. Dat een geleerde als Eijkman door onze universiteitnbsp;wordt geëerd is natuurlijk terecht. Maar dan zou een meer juiste ennbsp;vollediger vermelding van de feiten op zijn plaats zijn.

Mijn grootvader, de latere prof. Grijns, prefereerde eigenlijk een studie aan de T.H. in Delft. Financieel was echter alleen een academische studie medicijnen mogelijk, als hij zich een aantal jarennbsp;beschikbaar zou stellen als militair arts. Zo werd het Utrecht. In

Lezersservice: voorintekening

Beroep op de wetenschap

'Beroep op de wetenschap. Utrechtse geleerden tussen universiteit en samenleving 1850-1940'

In dit boek wordt aan de hand van negen portretten van Utrechtse geleerden het proces van 'vermaatschappelijking' van wetenschapnbsp;en universiteit toegelicht. De geportretteerden zijn G.W. Kernkamp,nbsp;W.G. Brill, P. Harting, F.C. Donders, H.R. Kruyt, J. d'Aulnis de Bour-rouill, H.J. Hamaker, D.F. van Esveld en C.H.D. Buys Ballot.

De heer/mevrouw

Adres nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(s.v.p.geen postbusnummer)

Postcode/woonplaats

bestelt.......ex. van de uitgave 'Beroep op de wetenschap. Utrechtse

geleerden tussen universiteit en samenleving 1850-1940'. De gebonden, geïllustreerde uitgave kost tot 7 april 1999 ƒ 39,95; daarna ƒ 49,95.

Deze bon kunt u inleveren bij de boekhandel. Een andere mogelijkheid is dat u de bon zonder postzegel stuurt naar Uitgeverij Matrijs Antwoordnummer 4121 3500 VB Utrecht.

In april 1999 ontvangt u samen met het boek een acceptgiro waarmee u kunt betalen.

Bon

de problematiek van migratie in de Europese Unie.

Het Congres vindt plaats in het Academiegebouw van 9.30 totnbsp;17.30. Aansluitend is er een borrelnbsp;en kan er gezamenlijke gegetennbsp;worden. De inschrijving begint innbsp;maart. Inschrijfformulieren liggennbsp;bij de diverse faculteiten.

Zondag 16 mei wordt van 11.00 tot 18.00 uur De Grote Utrechtnbsp;Dag gehouden. Voor kinderennbsp;worden er spelletjes georganiseerd in het Wilhelminapark. Verder wordt er op een nader tenbsp;bepalen plaats cabaret opgevoerd.nbsp;Overige activiteiten zijn er door denbsp;hele stad.

Informatie over deze activiteiten kunt u krijgen bij het UVSV/NW-SU, De Munnikplein 3, 3572 LSnbsp;Utrecht, (030) 2714223 of 2714078

Ichthus

E.S.V. Ichthus Utrecht is op zoek naar haar alumni! Wilt u uw oudenbsp;vereniging nog steunen en op denbsp;hoogte blijven van de ontwikkelingen, geef dan uw huidigenbsp;adresgegevens en de jaren waarinnbsp;u lid geweest bent door op hetnbsp;volgende adres: ESV Ichthus,nbsp;Achter Sint Pieter 25, 3512 HRnbsp;Utrecht.

Er is zicht op een reunie volgend jaar, tijdens het vieren van onsnbsp;achtste lustrum!

1892 promoveerde hij als 24-jarige op de 'Nervus Opticus'. Daarna vertrok hij als officier van gezondheid naar Nederlands Indië.nbsp;Wegens zijn fysiologische opleiding werd hij gedetacheerd bij hetnbsp;door C. Eijkman geleide geneeskundig laboratorium. Met enigenbsp;onderbrekingen wegens de Lombokexpeditie en de Atjeh-oorlognbsp;wijdde hij zich aan het onderzoek naar de oorzaak van de ziektenbsp;beri beri. Eijkman had al ontdekt dat het zilvervliesje van de rijstkorrels een rol speelde. Hij ging er van uit dat het ging om eennbsp;vergiftiging of om een infectie. Onderzoek van Grijns leidde totnbsp;de conclusie dat hier sprake was van een totaal onbekende stof.

onmisbaar bij het in stand houden van het zenuwsysteem. Het heeft Grijns veel moeite gekost Eijkman ervan te overtuigennbsp;dat er géén infectie in het spel was, maar dat beri beri een defi-ciëntieziekte bleek. Grijns' publicatie terzake werd in 1901 dannbsp;ook zeer koel ontvangen. De weerstand was groot. Pas later werdnbsp;duidelijk dat hier de grondslag voor de vitamineieer gelegd was.

In wetenschappelijke kringen is later wel gesuggereerd dat het in de rede had gelegen als Eijkman de eer, en daarmee ook denbsp;Nobelprijs, gedeeld had met Grijns. Zelf heeft hij nooit met dienbsp;mening ingestemd; hij had grote waardering voor zijn vroegerenbsp;leermeester Eijkman. Wel is mijn grootvader teleurgesteldnbsp;geweest dat hij zich, zowel in Batavia als later in Wageningen,nbsp;moest behelpen met een te klein en onvoldoende geoutilleerdnbsp;instituut. Hij mocht na 1912, toen zelf directeur van het Batavia'snbsp;instituut, wel een nieuw geheel ontwerpen, dat ook gebouwd is.nbsp;Daar heeft hij zelf, kort voor zijn vertrek naar Holland in 1917,nbsp;echter maar enkele maanden gewerkt. Zou het anders gelopennbsp;zijn als hij zelf niet zo'n uitermate bescheiden man was geweest?nbsp;Vergeef me deze wat uitvoerige reactie die ik nodig achttenbsp;lom de eenzijdigheid van het Eijkman-artikel in uw overigensnbsp;gewaardeerde blad aan de

kaak stellen.

Mr. J. van Goevereen-Grijns, Groesbeck

Illuster 14, jaargang 4, maart 1999

Illuster is een gezamenlijke uitgave van de Universiteit Utrecht en de Vereniging Utrechts Universiteitsfonds, innbsp;samenwerking met faculteiten en verenigingen, het Aiumniplatform en denbsp;Stichting Utrechts Universiteitsblad.nbsp;Illuster verschijnt vier keer per jaar ennbsp;wordt toegezonden aan afgestudeerden van de Universiteit Utrecht in eennbsp;oplage van 70.000.

Hoofdredacteur: Twan Geurts Redactie: Armand Heijnen, Leneke Visser. Johan Vlasblom

Redactie-advies: Mascha Damen, Sandra van Dillen, Peter Giessen, Esther Lusse, Ted Sanders, Harry van den Tweel

Redactie-raad: Paul van den Hoven, hoogleraar Nederlands, Joop Kessels,nbsp;directeur Communicatie (voorzitter);nbsp;Joke Mat, redactie NRC-Handelsblad;nbsp;Bertien Collette, Stichting Utrechts Universiteitsblad; Arie Smit, vice voorzitternbsp;Utrechts Universiteitsfonds; Leon vannbsp;de Zande, alumnivereniging Nederlands

Aan dit nummer werkten verder mee: Herbert Blankesteijn, Xander Bronkhorst, Tanny Dobbelaar, Maarten Even-blij, René Franssen, Peter Giesen, Jokenbsp;van der Glas, Gijs de Graaf, Erik Hardeman, Gerard Janssen, Roy Meijer, Jan-ny Ruardy, Paul Schnabel, Leonie vannbsp;de Schoor, Sander van Walsumnbsp;Fotografie: Ivar Pel, Stijn Rademaker,nbsp;Maarten Hartman, Eveline Jacq

Cartoon: Niels Bongers

Basisontwerp:

Jeske van der Poel. Breda

Opmaak:

Jeske van der Poel, Breda;

Elsa Zijimans, Sena Ontwerpers

Druk: Drukkerij Dijkman BV, Diemen © Universiteit Utrecht. Illuster, periodiek voor alumni van de Universiteitnbsp;Utrecht. Overname van artikelen is -onder bronvermelding - toegestaan.nbsp;Het U-blad stelt op verzoek van denbsp;redactie eerder in het U-blad verschenen artikelen en illustraties beschikbaar aan Illuster.

ISSN: 1383-4703

Voor toezending is gebruik gemaakt van het alumnibestand van de Universiteit Utrecht

Brieven aan de redactie sturen naar: Illuster,nbsp;postbus 80125,nbsp;3508 TC Utrecht, faxnbsp;(030) 253 36 85 ofnbsp;illuster@csc.usc.uu.nl.nbsp;De redactie houdt zichnbsp;het recht voor om ingezonden kopij te weigeren of in te korten.

.pi.-* -

' Redacti».adres:

Illuster, postbus 80125, 3508 TC Utrecht,nbsp;(030) 253 40 73,nbsp;fax: (030) 253 36 85,nbsp;e-mail:

illuster.redactie@csc.uic.uu.nt


-ocr page 23-

maart 1999 . illuster

Pub


licaties


Publicaties

Herinneringen van een gewoon hoogleraar

Ter gelegenheid van zijn afscheid als gewoon hoogleraar bij denbsp;interfacultaire vakgroep Milieukunde aan de UvA heeft Egbertnbsp;Tellegen zijn memoires geschreven. Van '55 tot '62 studeertnbsp;Tellegen sociologie in Utrecht bijnbsp;prof. Kruijt en Groenman. Hij is innbsp;deze jaren als enige sociologiestu-dent corpslid, hoewel niet vannbsp;harte vanwege z'n linkse ideeënnbsp;en lidmaatschap van de PvdA.nbsp;Tellegen wordt na zijn studienbsp;sociologie in Utrecht docent aannbsp;de UvA en promoveert op denbsp;morele uitgangspunten van Maxnbsp;Weber. De belangstelling voor hetnbsp;milieu ontstaat in 1970 tijdens eennbsp;gastdocentschap in New York.nbsp;Hem wordt dan duidelijk dat hetnbsp;milieu beschermd moet wordennbsp;tegen allerlei menselijke activiteiten. Tellegen heeft dan ook allenbsp;35 jarén die hij bij de UvA heeftnbsp;doorgebracht, de tien kilometernbsp;die tussen huis en universiteit lagnbsp;per fiets afgelegd. Volgens hemnbsp;zijn er geen weersomstandigheden die het fietsen onmogelijknbsp;maken.

Doordat zijn moeder van Russische afkomst is, ontstaat ook zijnnbsp;belangstelling voor de grotenbsp;milieuproblemen in Oost-Europa.nbsp;Egbert Tellegen is na zijn afscheidnbsp;in december aangesteld alsnbsp;onbezoldigd hoogleraar aan hetnbsp;Oost-Europa Instituut vannbsp;dezelfde universiteit. [JR]nbsp;'Varen en een beetje voetbal.nbsp;Herinneringen van een gewoonnbsp;hoogleraar' van Egbert Tellegen isnbsp;uitgegeven bij Jan van Arkel en kostnbsp;f 27.50

CD-DOM

Een virtueel bezoek aan het Domplein in Utrecht is sinds kort mogelijk met de CD-DOM die isnbsp;uitgegeven door Het Spectrum.nbsp;Op deze cd-rom staat namelijk denbsp;(bouw-)geschiedenis van de kerken op het Domplein van 250 totnbsp;heden. Het resultaat is verbluffend. Op overzichtelijke wijzenbsp;wordt in beeld gebracht hoe ernbsp;door de eeuwen heen isnbsp;gebouwd, afgebroken of vernieldnbsp;door beeldenstorm en tornado,nbsp;waardoor de Domtoren van denbsp;kerk is gescheiden. Ook is ernbsp;muziek uit de verschillende periodes te horen. Door 3D-simulaties isnbsp;het met een simpele muiskliknbsp;mogelijk om de digitale maquettes te draaien en de gebouwennbsp;vanaf alle kanten te aanschouwen. Veranderingen die aangebracht zijn worden opgelicht. Er isnbsp;eveneens een rondleiding annonbsp;1998.

De CD-DOM is eenvoudig in gebruik, geeft uitvoerige informatie en ziet er zeer fraai uit. [JR]nbsp;'Reconstructie in Europa: CD-DOM.nbsp;Het Domplein van 250 tot heden' isnbsp;uitgegeven door Het Spectrum ennbsp;kost f 49.90

Universiteit 'mannenbolwerk'

Honderd jaar vrouwen en universiteit. Wat heeft dat opgeleverd? Zoals de titel van de bundel 'Universiteit als modern mannenklooster' al zegt, is het daarmee bedroevend gesteld. Landelijkenbsp;cijfers geven aan dat er in 1996nbsp;slechts 102 vrouwelijke hoogleraren op universiteiten werkzaamnbsp;zijn, wat neerkomt op een percentage van 4,6. Op wetenschappelijknbsp;topniveau lijkt er weinig veranderd te zijn in die honderd jaar. Innbsp;de bundel wordt een verklaringnbsp;voor dit verschijnsel gezocht. [JR]nbsp;'Universiteit als modern mannenklooster' kwam tot stand ondernbsp;redactie van Barbara van Balen ennbsp;Agneta Fischer, is uitgegeven bij Hetnbsp;Spinhuis en kost ƒ 47.50

'Ook al voelt men zich gewond'

November 1940. Het ontslag van joodse hoogleraren door de Duitse bezetter veroorzaakt grote ontsteltenis in de universitairenbsp;gemeenschap. In Leiden roepennbsp;de studenten op tot een stakingnbsp;die de sluiting van de universiteitnbsp;als gevolg heeft.

In Utrecht is er ook een oproep tot actie. Maar rector magnificusnbsp;Kruyt maant de studenten totnbsp;kalmte: 'Ook al voelt men zichnbsp;gewond, daarom slaat men tochnbsp;niet de hand aan zichzelf.' Dezenbsp;bezwering groeit uit tot een soortnbsp;geloofsbelijdenis. Zij bepaalt hetnbsp;beleid gedurende de hele bezettingsperiode; de universiteit moetnbsp;voor de samenleving behoudennbsp;blijven. Dit eenvoudige uitgangspunt geeft aanleiding tot moeilijke keuzes en wrange gewetensconflicten. Daarover gaat ditnbsp;boek. Het geeft een indringendnbsp;en levendig beeld van een instituut dat zich immuun acht voornbsp;de waan van de dag, maar nietnbsp;kan ontkomen aan de maalstroomnbsp;van de bezettingstijd.

Ook al welt men zich gewond

-i VntwxttvitWrrsUit

'Ook al voelt men zich gewond. De Utrechtse universiteit tijdens denbsp;Duitse bezetting' is geschreven doornbsp;Sander van Walsum en is uitgegeven door de Universiteit Utrecht,nbsp;1995. Het boek kost f 25,- en is tenbsp;bestellen bij de Universiteit Utrecht:nbsp;(030) 253 35 50. U kunt het boeknbsp;ook kopen bij de receptie van hetnbsp;Bestuursgebouw van de universiteit,nbsp;Heidelberglaan 8, De Uithof.

Veertien Utrechtse alumni over hun leven en werk.

In het boek 'Zo, dit is de wereld' vertellen veertien alumni over hunnbsp;Utrechtse jaren. Monseigneur Bär,nbsp;(oud)-ambassadeur Van Walsum,nbsp;oud-staatssecretaris Veder-Smit,nbsp;emeritus hoogleraar Von dernbsp;Dunk en Nobelprijswinnaarnbsp;Bloembergen herinneren zich hoenbsp;ze in de jaren dertig, veertig ennbsp;vijftig rondstapten in het bravenbsp;decor van de Domstad. Hoe verliep hun carrière na hun studietijd? Hoe oordelen zij over universiteit en wetenschap van nu?

Zo, dit is de wereld^^

Zo, dit is de wereld. Utrechtse afgestudeerden over 50 jaar leven en werk.' Eindredactie: Twan Geurts.nbsp;Uitgave Universiteit Utrecht, 1996.nbsp;Voor lezers van Illuster is het boeknbsp;te bestellen (nog een beperkte oplage!) voor ƒ 20,- bij de Universiteitnbsp;Utrecht: (030) 253 35 50. U kunt hetnbsp;boek ook kopen bij de receptie vannbsp;het Bestuursgebouw van de universiteit, Heidelberglaan 8, De Uithof.

Gedichten

Kunsthistorica Ellen Jellema-van

Woelderen (58) en haar dochter.

Personalia


  • ? Drs. P.J. (Peter) Schelleman

MBA is aan de Universiteit Utrecht benoemd tot directeur informatiemanagement. Schelleman (1943) isnbsp;op dit moment al bij de Universiteit Utrecht werkzaam als directeur van de faculteit Letteren, eerder was hij onder meer directeurnbsp;van de faculteit Wijsbegeerte.nbsp;Schelleman wordt in deze voor denbsp;universiteit nieuwe functie verantwoordelijk voor het ontwikkelennbsp;en realiseren van de universitairenbsp;strategie op ICT-gebied en hetnbsp;behouden van samenhang in ontwikkelingen op verschillende deelterreinen (ICT in het onderwijs,nbsp;wetenschappelijk en bestuurlijkenbsp;informatievoorziening, administratieve systemen, in- en externenbsp;digitale communicatie, technischenbsp;infrastructuur).

  • ? Prof. dr. Geert Banck, hoogleraar 'Antropologie van Brazilië'nbsp;aan de Universiteit Utrecht, isnbsp;door da Braziliaanse presidentnbsp;benoemd tot Commandeur in denbsp;Orde van Rio Branco. Deze voornbsp;buitenlanders hoogste Braziliaanse onderscheiding is hem toegekend voor zijn wetenschappelijknbsp;onderzoek en kennisverbreding innbsp;het algemeen over dat land. Hetnbsp;onderzoek van Banck richt zichnbsp;vooral op de studie van lokalenbsp;politieke processen, urbane socialenbsp;bewegingen en meer recent, denbsp;symbolische constructie van stedelijk imago.

Informatie voor deze rubrieken gaarne toezenden aan de redactie onder vermelding vannbsp;'Publicaties' of 'Personalia'.nbsp;psychologiestudente Gwendolynnbsp;Jellema (25), hebben méérnbsp;gemeen dan een studie aan denbsp;Utrechtse universiteit. Gwendolynnbsp;is lid van de UVSV en zit in hetnbsp;toneelbestuur. Ellen was vroegernbsp;ook lid van de UVSV en zat in hetnbsp;toneelbestuur. En daarnaast schrijven ze allebei gedichten die zenbsp;bundelden in het boekje 'Godinnbsp;met eigen handen' (zie ook artikelnbsp;op pagina 8 van deze Illuster).nbsp;'Godin met eigen handen', is uitgegeven door Stichting Uitgeverij Bar-binsk. Leiden 1998.

? Mevrouw drs. G.J.M. (Frida) van den Maagdenberg is aan denbsp;Universiteit Utrecht benoemd totnbsp;directeur onderzoek. Van dennbsp;Maagdenberg (1961) is momenteelnbsp;directeur van de Vereniging vannbsp;Nederlandse Universiteitennbsp;(VSNU). Daarvoor was zij ondernbsp;meer secretaris van de faculteitnbsp;der Economische Wetenschappennbsp;bij de KU Brabant en hoofd onderwijs, onderzoek- en studentenzaken bij de faculteit Wiskunde ennbsp;Informatica van de Universiteitnbsp;van Amsterdam. Zij studeerde Slavische talen en Rechten in Utrecht.nbsp;De directeur onderzoek is verantwoordelijk voor het ontwikkelennbsp;en realiseren van de onderzoekstrategie van de Universiteitnbsp;Utrecht (onder meer diepte- ennbsp;breedtestrategie, strategischenbsp;allianties met bedrijven, kennisexploitatie, etc).


-ocr page 24-

illuster • maart 1999


illustratief






Ik zal nog maar 4 zijn geweest, toen ik als klassenoudste meemocht naar denbsp;promotie y mijn leraar Latijn - later denbsp;het Utrechtse 'Boni', dr. W.F.

. Het ging over Germanicus, ik reep er niets van, maar ik dacht welnbsp;een, dat wil ik dus ook. Het zou nognbsp;bijna 20 jaar duren en het was ook niet innbsp;de Senaatszaal, die ik juist zo mooi vond,nbsp;maar in een kale collegezaal met twee palmen in Rotterdam. De schade is wel ingehaald, want ik heb inmiddels zelt alweernbsp;zo'n 30 promovendi voor hun 'Germanicus'nbsp;met een bul mogen belonen. Vanaf denbsp;schoorsteen kijkt een andere koningin op



Kleur


De zij sprong

Opmerkelijke loopbanen


hen neer, maar hun voeten staan nog altijd op het Shiraz-je, dat nu zo versleten is datnbsp;ook het Utrechts Universiteitsmuseum het


niet meer wil hebben.


Er is verder wel veel veranderd sinds 1962. Als je naar de agenda van de pedel kijkt,nbsp;staat ze aan het hoofd van een bijna vol-continu bedrijf, met soms wel vier of vijfnbsp;promoties per dag. De eerste al zo vroeg innbsp;de ochtend dat sommige collega's iets tenbsp;laat merken dat de eerste borrel die dagnbsp;nog voor de koffie komt.

Promoveren was vroeger natuurlijk bijna uitsluitend een mannenaangeiegenheid,nbsp;tot aan het promotiediner toe. Een laatstenbsp;restje van seksisme is nog te vinden in hetnbsp;ontbreken van een kledingvoorschrift voornbsp;de promovenda of vrouwelijke paranym-fen. Meestal zien die er overigens heel leuknbsp;uit, al wordt mijn herinnering toch vooralnbsp;bepaald door die ene promovenda, die alsnbsp;een soort Pippi langkous binnen kwam rollen. De zwarte rok met plastron zullen veelnbsp;vrouwen wet weer iets te Mariene Dietrich-achtig vinden, maar voor mannen blijft hetnbsp;een uitkomst, omdat vrijwel niemand overnbsp;een fatsoenlijk pak beschikt. En dan nognbsp;moet je er altijd even aan herinneren dat


In 1994 studeerde Ellis Toxopeus (1967) af als scheikundige. Tegenwoordig ontwerpt ze innbsp;haar Utrechtse atelier 'Oranje Raaf' ramen vannbsp;glas in lood.

Het huis van Ellis Toxopeus is ongeveer even breed als Ellis lang is. Als ze haar armen zijwaarts strekt, kan ze op veel plaatsen beidenbsp;muren aanraken. Op zijn breedst is het huisnbsp;hooguit twee meter. Het heeft drie verdiepingen, opgeschilderd in vrolijke kleuren.nbsp;Helemaal bovenin heeft Ellis haar atelier.nbsp;Daar snijdt ze stukjes glas die ze vervolgensnbsp;bestrijkt met glaspoeder in allerlei kleuren.nbsp;In de keuken op de begane grond staat haarnbsp;glasoven, waar het poeder op het glasnbsp;gebrand wordt. Daarna brengt ze de stukjesnbsp;glas weer naar boven waar ze deze in loodnbsp;vervat. 'Zeker met grote ontwerpen is ditnbsp;huis heel lastig', zegt Ellis. 'Ik ben altijdnbsp;bang dat er een stofje op komt als ik hetnbsp;glas naar beneden breng. Of dat ik tegen denbsp;muren stoot.' Ze wil haar atelier gaan verplaatsen naar een nog te bouwen schuur innbsp;de tuin. Helaas is de tuin vervuild. Pas nanbsp;een grondige sanering kan ze met de bouwnbsp;van de schuur beginnen.

Voordat Ellis afstudeerde als chemicus, had ze al verschillende studies geprobeerd. Opnbsp;de middelbare school had ze een exact vakkenpakket. Het lag dus voor de hand dat ze



het Shiraz-je niet bestand is tegen van die een exacte studie ging doen. 'Voor dierge-


stevige bruine Mephisto's en dat bij een rok wel witte handschoenen, maar geennbsp;witte Nike-sokken horen.

Is dat nu belangrijk? Nee, maar we voeren in de Senaatszaal met zijn allen, in allenbsp;ernst en vaak voor een 'volle bak' eennbsp;toneelstuk in twee bedrijven op en dat luktnbsp;alleen maar overtuigend als iedereen ooknbsp;netjes zijn rol speelt. Ik heb een keer eennbsp;pastor meegemaakt die zich bij elke handeling van het doopritueel verontschuldigdenbsp;voor het onzinnige ervan. Daar had hij misschien wel gelijk in, maar ais peter bij denbsp;doopvont ga je voor het ritueel en wil jenbsp;niet lastig gevallen worden met de twijfelsnbsp;van een katholiek geworden Maartennbsp;Xoning. Die is trouwens ook nooit gepro-rmweerd en heeft er 5000 bladzijden voornbsp;nodi^m dat te rechtvaardigen. Vergeefs.

Paul Schuilei

Directeur Sociäe) en Cultureel Planbureau neeskunde werd ik uitgeloot en biologie,nbsp;dat deed mijn broer al. Toen koos ik voornbsp;geofysica, dat klonk minder saai dan natuurkunde.' De studie bleek geen succes en Ellisnbsp;hield er snel mee op. Een van haar vriendinnen was net gestopt met de Hogere Labora-toriumschool. 'Dus ging ik dat maar doen.nbsp;Nee, ik dacht er niet bij na of ik dit nu wilde.nbsp;Bovendien was die school erg eenvoudig. Iknbsp;hoefde me niet in te spannen en ik kon ernbsp;veel dingen naast doen.' Na de laboratori-umschool kon ze in twee jaar een doctoraalnbsp;chemie halen. Dat deed ze dus, zonder veelnbsp;plezier. 'Het klinkt bizar, maar ik dacht ernbsp;weer niet bij na. Ik volgde braaf het spoor.nbsp;Waarschijnlijk omdat ik ben opgevoed metnbsp;de regel 'wat je begint moet je ook afmaken'.' Peinzend: 'Wat ook meespeelde wasnbsp;dat idee van Kies exact; als je als meisje voornbsp;exact kiest, dan ligt de wereld voor je open.nbsp;Dat onderdrukt het verlangen om iets tenbsp;zoeken wat je echt wil doen.'

Na haar afstuderen wist ze het zeker: ze wilde geen leven in een witte jas of op kantoor. Ze wilde met haar handen gaan werken. En ze wilde iets gaan doen met 'kleur'. Ellis: 'Ik houd ontzettend veel van kleuren.nbsp;Misschien komt dat omdat mijn moedernbsp;onze kinderkamers vroeger spierwit heeftnbsp;gemaakt. Dat vond ze proper: wit staat voornbsp;schoon.' In het OM-project (bestemd voornbsp;werkloze academici), onderzocht ze welknbsp;beroep het best bij haar zou passen. Iets innbsp;de modebranche? Een carrière als kunstschilder? Het werd glas in lood. Ze ging eennbsp;opleiding volgen aan de Antwerpse kunstacademie en startte in 1996 Oranje Raaf,nbsp;een atelier voor glas in lood. Het liefstnbsp;maakt ze eigen ontwerpen, bijvoorbeeldnbsp;voor een ruit in of naast de voordeur, of

Oproep voor deze rubriek

Bent u na uw studie ook iets heel anders gaan doen of kent u iemand die een 'zijsprong' heeft gemaakt, laat het dannbsp;weten aan de redactie van Illuster,nbsp;tel.: (030) 253 40 73, fax: (030) 253 36 85,nbsp;voor raamhangers die beschermen tegennbsp;inkijk. Ellis pakt haar boek met ontwerpennbsp;voor ramen met vlinders, bloemen, beesten,nbsp;kleurige abstracte vormen en zelfs een raamnbsp;met daarin een gedicht, gemaakt voor eennbsp;trouwerij.

Ze slaat het boek dicht en wrijft over de kaft. Zegt dan: 'Ik vraag me weleens afnbsp;waarom ik jaren heb lopen sukkelen voordat ik dit vak gevonden heb. Maar meestalnbsp;ben ik gewoon ontzettend blij dat ik eindelijk weet wat ik moet doen.' (TD)

Illuster 15 verschijnt op

19 juni