Nobelprijs voor Utrecht
Interview Gerard ‘t Hooft
Universitaire geschiedenis
Tussen twee werelden
1
*1
Dossier: de onvoltooide wetenschap
Universiteit Utrecht
Column
De hoogmis van het moderne teven
Zoals het twintig jaar geleden ondoenlijk was om te ontkomen aan de terreur van soulpijpennbsp;en vale jasjes, zo wordt heden ten dage iedereen geacht over een e-mail adres te beschikkennbsp;en toegang te hebben tot Internet. Van denbsp;bruikbaarheid van deze faciliteiten hoef ik nietnbsp;meer te worden overtuigd. Het is natuurlijknbsp;fantastisch om rond te dolen op de website vannbsp;de Grateful Dead fanclub in Michigan, oftenbsp;kunnen chatten met kaaskenners. En e-mailnbsp;maakt het corresponderen zo laagdrempelig,nbsp;dat je voor het schrijven van een briefje nietnbsp;eens hoeft te gaan zitten. Laat staan dat je jenbsp;geroepen hoeft te voelen het epistel van taalfouten te zuiveren.
Maar het gaat me toch wat ver om er maar van uit te gaan dat iedereen via de elektronischenbsp;snelweg bereikbaar is. En zover is het onderhand gekomen. Op visitekaartjes is het telefoonnummer - wat was daar mis mee? - vaak alnbsp;vervangen door e-mail adressen. En wie bij zijnnbsp;queeste naar menselijk contact op een antwoordapparaat stuit, wordt vaak niet eens innbsp;de gelegenheid gesteld een gesproken boodschap achter te laten, maar wordt doorverwezen naar de elektronische brievenbus. Als denbsp;boel nou nog een beetje fatsoenlijk functioneerde, kon ik mij de massale onderwerpingnbsp;aan de mailbox nog wel voorstellen. Maarnbsp;berichten die ik verzend, arriveren doorgaansnbsp;niet of ernstig verminkt op de plaats vannbsp;bestemming.
Het zou nu zo prettig zijn als de mens eens voor een innovatie zou passen. Als hij de stoffelijke verschijningsvormen van de vooruitgangnbsp;eens op hun toegevoegde waarde zou beoordelen, en zou zeggen: wij houden het tot nadernbsp;order maar bij de telefoon en de fax. De chipkaart is een dergelijk onthaal ten deel gevallen.nbsp;Heel bemoedigend. Maar Internet zet - al zijnnbsp;tekortkomingen en klatergoud ten spijt - zijnnbsp;opmars voort. De consument celebreert metnbsp;overgave de hoogmis van de moderniteit.
Ooit ging de wetenschap hierin voor. De kennis die zij genereerde, moest ook metterdaad worden geëxploiteerd. Die vanzelfsprekendheidnbsp;wordt nu voortdurend ter discussie gesteld.nbsp;Door de wetenschap zelf. Zoals het hoort. Wenbsp;mogen het onszelf toewensen dat die houdingnbsp;ooit een even dwingend karakter zal krijgen alsnbsp;de soulpijp van weleer.
Universitaire geschiedschrijving
De complexe symbiose tussen universiteit en maatschappij
De universele bibliotheek
Digitale revolutie verandert de wetenschappelijke publicatie
Dossier: de onvoltooide wetenschap 10
Zes geleerden over de verworvenheden van de twintigste eeuw.
Verder:
Kort nieuws nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4
Universiteitsfonds introduceert alumnipas / Afscheid Lieteke van Vucht Tijssen.
Promovendiclub Marietje van Winter
Hoe liep de Rijn in het Romeinse Utrecht?
Bijzondere leerstoelen / De universiteitsdag
Wordt begunstiger van het Universiteitsfonds!
Verenigingen. Onderwijs. Utrechtse stellingen
Taaltrainingen voor alumni
Een middagje evolutie van het heelal
Uitnodiging i april 2000 / Exposities Universiteitsmuseum.
Frank Groothof en het USConcert
Nieuwe titels
[Sander van Walsum, onderwijsredacteur De Volkskrant,nbsp;studeerde geschiedenis in Utrecht]
Collignon
Illustratie rechtenalumnus Jos Collignon
24
De onvoltooide wetenschap
Deze laatste Illuster van de eeuw staat geheel In het teken van de tijd; hoe kan het anders? Vrijwel alle bijdragen zoeken een antwoord op de vraag of er sprake is van vooruitgang in de wetenschap.nbsp;Vormt het einde van deze eeuw een echte cesuur in de ontwikkeling? Of blijft de wetenschap pernbsp;definitie onvoltooid, als een legpuzzel die nooit afkomt? Het geploeter van generatie na generatie,nbsp;met af en toe een doorbraakje dat de Nobelprijs verdient?
illuster I Universtiteit Utrecht ] december 1999
Nobelprijs voor Utrecht
De Nobelprijs voor de Natuurkunde is dit jaar toegekend aan Gerard ’t Hooft en Martinusnbsp;Veltman. Twee ‘gewone Nederlanders’ uitnbsp;Utrecht die internationaal hebben laten zien watnbsp;ons land wetenschappelijk kan presteren. Zijnbsp;hebben de onderscheiding van de Zweedsenbsp;Academie van de Wetenschappen ontvangennbsp;voor het werk waarmee zij in het begin van denbsp;jaren zeventig de deeltjesfysica uit een diep dalnbsp;hebben getrokken. Gerard ’t Hooft wist alsnbsp;scholier al dat hij de top wilde bereiken. Hijnbsp;wilde weten hoe de elementaire natuurwetten innbsp;elkaar zitten. ‘En dat wil ik nog steeds’. Professor dr Gerard 't Hooft Geboren: 1946 Studeerde theoretische natuurkunde te Utrecht Sinds 1977 hoogleraar theoretische natuurkundenbsp;Universiteit Utrecht Professor dr Martinus Veltman Geboren: 1931 Studeerde natuurkunde te Utrecht Is emeritus hoogleraar natuurkunde aan de University of Michigan, Ann Arbor, Verenigdenbsp;Staten. Was tussen 1966 en 1981 hoogleraar theoretische natuurkunde te Utrecht. |
't Hooft is sinds 1977 verbonden aan de Universiteit Utrecht. Veltman, zijn leermeester, werkte eveneensnbsp;in Utrecht en vervolgens aan de Universiteit vannbsp;Michigan in Ann Arbor. Inmiddels is hij met emeritaat en woont in Bilthoven. De twee theoretischnbsp;fysici hebben zich vanaf het eind van de jaren zestignbsp;beziggehouden met zogeheten ijkvelden theorieën.nbsp;Die spelen een beslissende rol in de pogingen vannbsp;natuurkundigen de werking van de natuur in eennbsp;samenhangend schema onder te brengen. Veltman en 't Hooft hebben de wiskundige onderbouwing kunnen leveren voor de theorie van de electrozwakke wisselwerking. Recente resultaten innbsp;het experimentele onderzoek laten zien hoe buitengewoon nauwkeurig de door hen gevonden formuleringen werken. Hoogleraar Gerard 't Hooft legt uit: 'De elektrozwakke theorie was weliswaar verscheidene jaren voor ons werk gepubliceerd, maar was toen een vannbsp;de vele theorieën. Zelfs door de oorspronkelijkenbsp;auteurs was deze theorie alweer verlaten. Ons werknbsp;toonde aan dat je juist precies met deze theorienbsp;heel nauwkeurig kunt rekenen en met andere theorieën niet. Pas toen dat duidelijk was geworden isnbsp;men begonnen experimenteel, gericht, deze theorienbsp;te onderzoeken. Men ontdekte dat Moeder Natuurnbsp;het helemaal met ons eens was: precies op dezenbsp;manier moeten theorieën worden opgezet. Daarnanbsp;werden achtereenvolgens Nobelprijzen uitgereiktnbsp;aan de bedenkers van de theorie - de eerste versie,nbsp;want er volgden nog diverse verfijningen -, ennbsp;degenen die de eerste experimenten uitvoerden omnbsp;de voorspelde W en Z deeltjes te detecteren. En nunbsp;waren wij dus aan de beurt.' |
Gewone Nederlanders Gerard 't Hooft hoopt zeer dat de toekenning van de prijs een positieve uitwerking heeft voor denbsp;Utrechtse en de Nederlandse natuurkunde. 'Wenbsp;hebben denk ik aangetoond dat ook 'gewonenbsp;Nederlanders' wetenschappelijke resultaten leverennbsp;die wereldwijd erkend worden. Wij wilden altijd alnbsp;laten zien dat we er zijn en dat we wat kunnen. Hetnbsp;bewijs lijkt nu geleverd. Wellicht vormt dat eennbsp;inspiratie voor jongeren die een exacte studie willen beginnen. Of dat nu natuurkunde is, biologie,nbsp;sterrenkunde of scheikunde. Er zijn genoeg interessante onderzoekingen die men kan doen, innbsp;Utrecht, hier in Nederland. Ik wil onze universiteitnbsp;niet voortrekken, ik vind dat de kwaliteiten overnbsp;het hele land uniform zijn. Ook in Amsterdam,nbsp;Groningen, Leiden en Nijmegen kun je heel goednbsp;terecht met je ambities. 'Ik begrijp niet goed waarom maar zo weinig mensen zich aangetrokken voelen tot vakken die de geheimen van de natuur proberen te doorgronden.nbsp;Dat is toch mateloos boeiend? Ik wist zelf als scholier al dat ik natuurkunde wilde gaan doen en datnbsp;ik er de top in wilde bereiken. Ik wilde per se wetennbsp;hoe de elementaire natuurwetten in elkaar zittennbsp;en dat wil ik nog steeds.' Vervolg op pagina 15 |
Illuster 1 Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 4-Nieuwe opleidingen
Per 1 september 2000 start de faculteit Wiskunde en Informatica met de nieuwe opleidingnbsp;informatiekunde, een multidisciplinaire studie die verwant isnbsp;aan informatica, maar duidelijk andere accenten legt.nbsp;Informatiekunde richt zichnbsp;vooral op de menselijke kantnbsp;van automatisering. Daarbijnbsp;komen vragen aan de orde als:nbsp;wat betekent Internet voornbsp;het functioneren van mensennbsp;en organisaties? Hoe stroomlijn je de informatievoorziening van een bank? Welkenbsp;producten kun je via e-com-merce aanbieden, en welkenbsp;niet? Om dergelijke vragen tenbsp;beantwoorden combineertnbsp;informatiekunde kennis uitnbsp;verschillende vakgebieden,nbsp;waaronder informatica (circanbsp;25 procent van de opleidings-tijd), organisatiekunde, communicatiekunde, en beleid ennbsp;management. Na de studienbsp;kunnen informatiekundigennbsp;terecht in een adviserendenbsp;functie binnen een organisatie, als brug tussen management, techniekspecialisten ennbsp;gebruikers van informatie- ennbsp;communicatietechnologienbsp;(ICT). Informatiekunde rekentnbsp;erop van start te gaan metnbsp;circa vijftig eerstejaars. |
In september 2000 gaat eveneens de nieuwe interfacultaire opleiding Bestuurs- ennbsp;Organisatiewetenschap vannbsp;start. De opleiding is eennbsp;samenwerkingsverband tussennbsp;de faculteiten Sociale Wetenschappen en Rechtsgeleerdheid en wordt de opvolger vannbsp;de bovenbouwopleiding Recht,nbsp;Bestuur en Management.nbsp;Bestuurs- en Organisatiewetenschap heeft een sterk multidisciplinair karakter en gaatnbsp;van start met een eigen propedeuse. Binnen de opleidingnbsp;komt er veel ruimte voornbsp;kleinschalig onderwijs rondnbsp;actuele thema's en een praktijkgerichte aanpak met vanafnbsp;het eerste jaar (korte) stagesnbsp;en veldonderzoek. In het laatste jaar van de studie is ernbsp;plaats ingeruimd voor eennbsp;internationale oriëntatie. Denbsp;verwachting is dat zo'n 60 eerstejaars in september zullennbsp;starten. |
Meer informatie bij studievoorlichting: (030) 253 3550 |
llniversiteitsfonds
introduceert alumnipas
Vanaf 1 januari 2000 kunnen Utrechtse afgestudeerdennbsp;gebruik maken van de Ufonds-alumnipas. Op vertoon heeftnbsp;de bezitter gratis toegang totnbsp;de collecties van de Universiteitsbibliotheek. Daarnaastnbsp;verschaft de Ufonds-Alumnipasnbsp;korting op diverse post-acade-mische opleidingen en contractonderwijs. Het Faciliteitennbsp;Bedrijf Utrecht verleent reductie op het organiseren vannbsp;congressen, cursussen en evenementen. Het lidmaatschapnbsp;van 'Vrienden van het Universiteitsmuseum', de Facultynbsp;Club 'Helios' of het Sportcentrum Olympus wordt met denbsp;pas zeer voordelig. Bezoekersnbsp;van de Botanische Tuinen ennbsp;cursisten van Cultureel Centrum Parnassos zijn eveneensnbsp;goedkoop uit. Wie net is afgestudeerd mag via de pas hetnbsp;eerste jaar na het behalen vannbsp;de bul gratis profiteren van alnbsp;deze voordelen. Alumni dienbsp;langer zijn afgestudeerd moeten eerst voor minimaal 25nbsp;gulden per jaar begunstigernbsp;worden van het Universiteits-fonds. |
De pas is een gezamenlijk initiatief van het Utrechts Univer-siteitsfonds en de Universiteit Utrecht. Zij wilden iets terugdoen voor de bijdragen dienbsp;het Ufonds jaarlijks ontvangtnbsp;van zijn begunstigers. Ruimnbsp;een eeuw geleden, in 1886,nbsp;werd het Utrechts Universiteit-fonds opgericht door vriendennbsp;van de universiteit, meestalnbsp;alumni. Daarmee is het denbsp;langst bestaande organisatienbsp;van oud-studenten in Nederland en met zijn 4300 begunstigers bovendien de grootstenbsp;van Utrecht. Naast alumni zijnnbsp;studerenden en medewerkersnbsp;aangesloten. Inmiddels heeftnbsp;het Utrechts Universiteitsfondsnbsp;ruim veertig bijzondere leerstoelen kunnen vestigen; hetnbsp;speciaal opgerichte alumnibu-reau houdt de band tussen denbsp;universiteit en haar afgestudeerden in stand; studentenorganisaties weten zich gesterktnbsp;door subsidie. Verder looft hetnbsp;fonds prijzen uit voor bijzondere prestaties en biedt hetnbsp;financiële hulp aan studentennbsp;in nood. |
Meer informatie over de Ufonds-Alumnipas vindt unbsp;op pagina 17 van deze Illuster. Ook treft u in dit nummer een antwoordkaartnbsp;waarmee u zich als begunstiger kunt aanmelden. |
Meer eerstejaars dan verwacht
Prijs voor Meesterschap voor Gerritsen
Met ruim 450 méér eerstejaars dan vorig jaar maakt de Universiteit Utrecht dit jaarnbsp;een groei door van bijna iinbsp;procent. Alleen bij de faculteiten Ruimtelijke Wetenschappen en Farmacie is ernbsp;sprake van teruggang, voornbsp;het overige is er op allenbsp;fronten een toename vannbsp;propedeuse-studenten. Koploper is Godgeleerdheid,nbsp;waar het aantal eerstejaarsnbsp;méér dan verdubbelde. |
Grote groeiers zijn Wijsbegeerte (bijna dertig procent). Godgeleerdheid (bijna 55 procent), Sociale Wetenschappennbsp;(bijna twintig procent) en Letteren en Rechtsgeleerdheidnbsp;(beide ruim achttien procent).nbsp;Ook bij de 'harde bèta's, waarnbsp;de Adviesraad voor Wetenschap en Technologie zichnbsp;onlangs nog zo pessimistischnbsp;over uitliet, is er in Utrechtnbsp;sprake van een toename vannbsp;eerstejaars-aantallen: bijnbsp;Natuur- amp; Sterrenkunde metnbsp;11,6 procent, bij Scheikundenbsp;met 8,8 procent en bij Wiskunde amp; Informatica met 13,8nbsp;procent. Daarbij groeide wiskunde meer dan informatica.nbsp;Wat de studierichtingen binnen de 'grote' faculteitennbsp;Letteren en Sociale Wetenschappen betreft; het gaatnbsp;slecht met Italiaans, kunstgeschiedenis, muziekwetenschap,nbsp;Portugees en vooral Duits (eennbsp;halvering). Maar het gaatnbsp;daarentegen weer érg goed bijnbsp;Algemene Letteren, Nederlands, Frans, Geschiedenis ennbsp;vooral Theater-, Film- en Televisiewetenschap (een groei vannbsp;ruim zeventig procent). |
In de sociale faculteit zitten alle capaciteitsgroepen in denbsp;lift. Grootste groeiers zijnnbsp;sociologie, dat zijn aantal propedeusestudenten zag verdubbelen, en psychologie waarnbsp;een kwart méér eerstejaarsnbsp;aantrad.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[AH]nbsp;De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeftnbsp;prof. dr. W.P. Gerritsen op vrijdag 5 november de Prijs voornbsp;Meesterschap toegekend.nbsp;Gerritsen, werkzaam alsnbsp;hoogleraar Middeleeuwse letterkunde bij de faculteit der Letteren, ontvangt de prijs voor zijn gehele wetenschappelijke oeuvre. quot;Het wetenschappelijk werk vannbsp;Gerritsen beslaat voornamelijk de periode van denbsp;twaalfde tot en met de zestiende eeuw, en wordt gekenmerkt door originaliteit,nbsp;inventiviteit, veelzijdigheid ennbsp;een behoedzame, weloverwogen redeneertrant,quot; aldus denbsp;jury. quot;Het is kwalitatief vannbsp;hoog gehalte en stilistischnbsp;zeer verzorgd. Met lezingennbsp;en artikelen in het Frans,nbsp;Duits en Engels heeft Gerritsen de Middelnederlandse letterkunde ook internationaalnbsp;voor het voetlicht gebracht.quot;nbsp;De Prijs voor Meesterschap,nbsp;een gouden penning, wordt |
een maal in de vijf jaar uitgereikt. Dit gebeurt afwisselend in de categorieën taal- en letterkunde, geschied- en oudheidkunde en schonenbsp;letteren. De Prijs voor Meesterschap werd eerder ondernbsp;meer toegekend aan denbsp;auteur Hugo Claus (1994) ennbsp;de historicus E.H. Kossmannnbsp;(1989). |
Informatie (030) 253 6357 |
Scheidend collegelid
Acht jaar lang was ze lid van
het college van bestuur van de
Universiteit Utrecht. Begin
december nam Lieteke van
Vucht Tijssen (56) officieel
afscheid. Daarmee rondde ze
een carrière van dertig jaar bij
de universiteit af. Van Vucht
Tijssen studeerde in Utrecht,
promoveerde op een vergelij-
king tussen de sociologen Max
Weber en Max Scheler, werd
wetenschappelijk medewerk
ster, gaf onderwijs, deed
onderzoek en deed bestuurs-
werk als lid van de Universi-
teitsraad. Aanvankelijk
beheerde ze in het college van
bestuur de post financiën, per-
soneelsbeleid en informatie-
voorziening. Later kreeg ze de
onderwijskwaliteit en interna-
tionale samenwerking met Latijns Amerika onder haarnbsp;hoede.
Als een van de zeer weinige vrouwelijke topbestuurders innbsp;het Nederlandse hoger onderwijs maakte zij zich hard voornbsp;een betere positie van haarnbsp;seksegenoten aan de universiteit. Ze was voorzitter van de
taakgroep van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten die voor-
De Universiteit Utrecht gaat het volgend studiejaar lonbsp;procent van het totaal aantalnbsp;eerstejaars geneeskunde zelt'nbsp;selecteren. quot;W^ie een biomedische opleiding aan HBO,nbsp;universiteit of Universitynbsp;College heeft afgerond en opnbsp;I september 2000 niet oudernbsp;is dan 30 jaar kan meedingennbsp;naar een plaats via dezenbsp;‘decentrale’ selectie- Oe
Illuster ( Univei
stellen doet om de doorstroom
van vrouwen te bevorderen.
Samen met NWO lanceerde de
taakgroep de suggestie om de
komende vijf jaar 25 extra
vrouwen een kans te geven
zich te kwalificeren als univer-
sitair hoofddocent. Daarmee
vergroot je volgens Lieteke
van Vucht Tijssen 'de voor ra ad
vrouwen die op termijn pro-
fessora bel zijn'.
Bij de faculteit was ze betrok-
ken bij de totstandkoming van
de studierichting algemene
sociale wetenschappen. Als
collegelid bemoeide zij zich
intensief met de invoering van
een basiskwalificatie voor uni-
versitair docenten. Ze vocht
voor een eigen CAO voor het
universitaire personeel, bevor
derde de verhuizing van het
Universiteitsmuseum naar de
Lange Nieuwstraat.
Van Vucht Tijssen wil haar loopbaan buiten de universiteit afronden. Ze heeft ver-
schillende aanbiedingen, met name bij non-profit organisaties. Wat ze gaat kiezen weetnbsp;ze nog niet. Ze neemt eennbsp;paar maanden time out omnbsp;daar eens rustig over na tenbsp;denken.
utrechtse a/umna L/'eteke i^an Uucht hyssenneemt afsche/c/a/s co//effe//c/
selectie is mogelijk na een wetswijziging en is eennbsp;experiment van drie jaar.
Belangstellenden voor de decentrale selectie moeten aannbsp;de algemene toelatingseisennbsp;voor de loting voldoen. Zijnbsp;moeten dus in bezit zijn vannbsp;een VWO-diploma met natuur-en scheikunde en zich aanmei-den voor de lotingsprocedure.
(geestelijke) gezondheidsproblemen a/s hun leeftijdsgenoten: er zijn nauwelijks verschillen in bijvoorbeeldnbsp;depressieve klachten, somatische klachten, tevredenheid innbsp;relaties, manieren waarop zijnbsp;met stress omgaan en aantallen arbeidsongeschikten. Volwassen kinderen vannbsp;oorlogsgetroffenen functioneren veel beter dan vaak wordtnbsp;y/erondersteld.
Dit zijn enkele uitkomsten van
!it Utrecht , december 1999
Naast de algemene geiden er nog specifieke selectiecriteria,nbsp;waaronder een realistischnbsp;inzicht in het werk in denbsp;gezondheidszorg en eennbsp;gefundeerd inzicht in de meerwaarde van de voltooidenbsp;opleiding voor het uitoefenennbsp;van een medisch beroep. Metnbsp;deze criteria hoopt de universiteit zeer gemotiveerdenbsp;geneeskundestudenten aan te
trekken die a! de nodige kennis hebben opgedaan, in mei za! een selectiedag wordennbsp;gehouden waar maximaal 48nbsp;gegadigden op basis van sollicitatiebrieven worden uitgenodigd.
Aanleiding voor de wetswijzi
Enerzijds lA/ordt het oneerii/E gevonden dat ieer/ingen metnbsp;hoge cijfers f8 en hogerj automatisch geneeskunde kunnennbsp;gaan studeren, terwiji ieeriin-gen met een grote motivatienbsp;en inzet, maar met minder
ging is een zeker onbehagen over de gewogen loting, dienbsp;als een we! erg mechanischnbsp;selectiesysteem wordt gezien.
hoge cijfers weinig kans op toe/ating krijgen.
een groot wetenschappelijk onderzoek waarop Peter vannbsp;der Velden op 5 november isnbsp;gepromoveerd aan de faculteitnbsp;Sociale Wetenschappen. Hetnbsp;onderzoek is gebaseerd opnbsp;een steekproef onder denbsp;Nederlandse bevolking ennbsp;heeft betrekking op volwassennbsp;kinderen van Indische oorlogsgetroffenen. Van der Veldennbsp;(1957) is psycholoog en werkzaam bij het Instituut voornbsp;Psychotrauma.
P irergte//y-/cerjc/e sfc/cZ/e rtââr fgees-teZ/ykJ ffamp;.z^orjc/y7e/cZen o/uiroecZ/rtff trannbsp;/c/rjcZere/7nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/rfa//sc/7e oon-
Üoor G.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l/e/c/en.
/Sß/V 7 ßßy'ßßß,
Ambitieus project ioopt tot 2011
Universiteit Utrecht schrijft geschiedenis
De komende tien jaar gaat de Universiteit Utrecht haar eigen geschiedenis - gedeeltelijk opnieuw -beschrijven. In het jaar 2001 verschijnt de eerste publicatie; een beknopte, algemene historie sinds de oprichting in 1636. Historicus Wijnand Mijnhardt benadrukt in onderstaande beschouwing dat hetnbsp;ambitieuze project zeker niet is bedoeld als receptenboek voor universiteitspolitici.
' De universiteit verkeert in een crisis.' Met een ijzeren regelmaat krijgen we artikelen en rapporten met een dergelijke strekking onder ogen. Een grotere platitude over het universitair bedrijf bestaatnbsp;er echter niet. Het is maar zelden duidelijk wat ernbsp;met die crisis nu eigenlijk precies bedoeld wordt.nbsp;Dat er steeds maar weer bezuinigd moet worden?nbsp;Dat het onderwijs verder van het onderzoek komtnbsp;af te staan? Of dat het onderzoek te weinig (of tenbsp;veel) op de maatschappij is betrokken? Het is bovendien uiterst twijfelachtig of dit soort problemen het gebruik van de term crisis rechtvaardigt. Niemand suggereert per slot van rekening datnbsp;de universiteiten overbodige instellingen zijn dienbsp;het best maar zo spoedig kunnen worden opgeheven. Het is daarom een verstandige vraag of denbsp;zojuist genoemde vraagstukken uniek voor dezenbsp;tijd zijn of gewoon inherent aan het verschijnselnbsp;universiteit. Wanneer we meer inzicht in deze kwestie willen, is universiteitsgeschiedenis een onmisbaar vak. Universiteiten blijken dan - met de kerk -niet alleen tot de oudste maar ook tot de meestnbsp;complexe instituties van de westerse samenleving tenbsp;behoren. De oudste zijn de universiteiten vannbsp;Bologna, Parijs en Oxford die alle dateren uit hetnbsp;begin van de dertiende eeuw. Nederlandse universiteiten zijn beduidend jonger. De vroegste werdennbsp;pas aan het einde van de zestiende eeuw opgericht. Twee werelden |
Het aardige is dat al die westerse universiteiten, of ze nu oud of jong zijn, klem blijken te zitten tussennbsp;twee werelden: aan de er.e kant zijn ze de geïnstitutionaliseerde vormgeving van de biologischenbsp;behoefte de wereld te leren kennen, zonder naderenbsp;bedoelingen, uitsluitend en alleen om het wetennbsp;zelf. Iedereen weet wel een paar voorbeelden tenbsp;noemen van belangrijke wetenschappelijke doorbraken die het resultaat zijn van onderzoek dat Samenleving is volledig afhankelijk geraakt vannbsp;de universiteit geen specifiek toegepast of gericht karakter had. Dat zijn echter de uitzonderingen. De regel is datnbsp;een groot deel van het onderzoek in het niets verdwijnt, geen vervolg heeft en ook geen maatschappelijke belangstelling oproept, terwijl op denbsp;kwaliteit ervan hoegenaamd niets aan te merkennbsp;valt. We kunnen nu eenmaal zelden voorspellen ofnbsp;iets nuttig zal blijken. Vooraf vaststelbaar is alleennbsp;maar dat we het graag willen weten. Universiteiten hebben nog een geheel andere functie. Ze bereiden voor op beroep en bedrijf en zijn zo nauw verbonden met de samenleving. Ze blijkennbsp;dan ook de meest uiteenlopende - democratischenbsp;en dictatoriale, religieuze en seculiere - regimesnbsp;trouw te kunnen dienen. Voor velen ligt in deze rolnbsp;hun eigenlijke nut. Menige belastingbetaler neemtnbsp;het maar op de koop toe dat hij daarnaast ook nognbsp;wat eminente kenners van het Babylonische rechtssysteem of nutteloze onderzoekers van het zwartenbsp;gat financiert. |
Sociale stijging Tot ruwweg het midden van de negentiende eeuw waren de spanningen tussen beide werelden welnbsp;aanwezig, maar bleven de effecten tot de universiteiten zelf beperkt. Universiteiten speelden in denbsp;toenmalige samenleving nog maar een marginalenbsp;rol. Veel fundamenteel onderzoek geschiedde buiten de universiteiten om. Noch Leeuwenhoek nochnbsp;Darwin hebben ooit een universitaire aanstellingnbsp;bezeten. Vele opleidingen stonden zelfs volledig losnbsp;van de universiteit. De meest bekwame medici vannbsp;de vroegmoderne tijd waren de heelkundigen ennbsp;die hadden hun vak in de praktijk en niet aan denbsp;universiteit geleerd. Het is daarom een open vraagnbsp;of de opheffing van de universiteiten veel stof zounbsp;hebben doen opwaaien of - nog sterker - de maatschappelijke ontwikkeling een geheel ander karakter zou hebben gegeven. Nu, zo'n honderdvijftig jaar later, zou niemand een dergelijke stap meer durven bepleiten. In Nederlandnbsp;is bijvoorbeeld het aantal universitaire studentennbsp;verhonderdvoudigd terwijl de bevolking maar metnbsp;een factor 7 is gegroeid. De universitaire opleidingnbsp;is het meest doeltreffende middel tot sociale stijging geworden en dankzij de universiteit heeft denbsp;sociale mobiliteit een geweldige impuls gekregen.nbsp;Rond 1850 waren er in Nederland drie universiteiten: Leiden, Utrecht en Groningen. Nu zijn er dertien, terwijl het aantal beroepen waarvoor eennbsp;universitaire opleiding noodzakelijk is, enorm isnbsp;toegenomen. De samenleving is voor tal van functies volledig van de universiteit afhankelijk geraakt. |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 7-Zonder universiteit geen overheidsbureaucratie, geen culturele instellingen, geen gezondheidszorgnbsp;maar evenmin een bloeiend bedrijfsleven. Vervlechting In deze verbijsterende dynamiek van verandering en in de steeds nauwere vervlechting van maatschappij en universiteit liggen de wortels van denbsp;problemen die we zo vaak als crisis aangeduid zien.nbsp;Ze vloeien voort uit de ingewikkelde en steeds veranderende verhouding universiteit-maatschappij.nbsp;Om het ontstaan en de ontwikkeling van die complexe symbiose te kunnen doorgronden, is universi-teitsgeschiedschrijving, ook voor de Utrechtsenbsp;Universiteit, onmisbaar. Het is immers van belangnbsp;om te weten hoe de rol van Utrecht in dit steedsnbsp;weer veranderende krachtenspel is geweest, welkenbsp;keuzes hier gemaakt zijn en waarom, welke definities van wetenschap gehanteerd werden en hoe cultureel bepaald die waren. Utrechtse universiteitsgeschiedenis is daarom geen zaak van public relations die beoogt te laten ziennbsp;hoeveel dieper, breder en succesvoller de eigennbsp;instelling wel niet is geweest vergeleken met denbsp;buren. Het gaat om het schetsen van de historischenbsp;groei van de relatie universiteit en maatschappij,nbsp;ingebed in een voortdurende vergelijking metnbsp;nationale en internationale universitaire, sociale ennbsp;wetenschappelijke ontwikkelingen. Dat betekentnbsp;overigens niet dat de vraag naar de eigen identiteitnbsp;van Utrecht achterwege moet blijven, al moet ooknbsp;die identiteit weer gehistoriseerd worden. In denbsp;negentiende eeuw was de Utrechtse universiteitnbsp;allereerst een predikantenleverancier, aan het eindenbsp;van de twintigste misschien wel een van Nobelprijswinnaars. Maar ook dan blijft de vraag van belangnbsp;welke rollen toeval en beleid daarbij hebbennbsp;gespeeld. |
Universiteitsgeschiedschrijving levert geen receptenboek voor beleidsmakers of universiteitspolitici. Mis-Zwitserse historicus Jacob Burckhardt al eens betoogde. Ze zal in ieder geval behulpzaam zijn bijnbsp;het weerleggen van te snelle diagnoses en bij hetnbsp;bestrijden van de waan van de dag. [Prof. dr. Wijnand Mijnhardt, voorzitter van de commissie geschiedschrijving Universiteit Utrecht.] Universiteitsgeschiedenis Op 16 december 1999 is het officiële startsein gegeven voor het onderzoekprogramma Universiteitsgeschiedenis. Hoofdthema van deze speurtocht naar het verleden is de verhouding tussennbsp;de Universiteit Utrecht en de maatschappij. Denbsp;nadruk ligt op de negentiende en twintigstenbsp;eeuw. Het onderzoek is niet puur op Utrechtnbsp;gericht, maar maakt bij voorkeur vergelijkingen,nbsp;nationaal én internationaal. Voor de komendenbsp;vijfjaar is een aantal concrete onderzoeksprojecten geformuleerd. Deels zijn die al van startnbsp;gegaan. Het handzame overzicht van de geschiedenis sinds 1636 wordt geschreven door denbsp;Utrechtse historicus Hervé Jamin. Daarnaastnbsp;loopt een onderzoek naar de vraag waarom innbsp;de negentiende eeuw in Utrecht de staathuishoudkunde een bloeiende aangelegenheid was,nbsp;terwijl daar in de twintigste eeuw weinig meernbsp;van over is. Ook staan de Utrechtse natuurwetenschappen en humaniora (en hun onderlingenbsp;verhouding) op de agenda en verdient denbsp;opkomst van de sociale wetenschappen nadernbsp;onderzoek. Voor de coördinatie van deze onderzoeken en het stimuleren van de universiteitsgeschiedschrij-ving zal onder auspiciën van het Provinciaalnbsp;Utrechts Genootschap een bijzonder hoogleraarnbsp;worden aangetrokken. Daarmee krijgt de universiteitsgeschiedenis de status die haar toekomt. |
IPHIusterzijde De Universiteit Utrecht in de pers Letterkundige Joke Linders promoveerde op het werk van Annie M.G. Schmidt. 'Iedereen denktnbsp;altijd: Annie Schmidt, dat is opstand. Zij hieldnbsp;zelf dat idee ook in stand. Toen ik haar vroegnbsp;wat zij de kern van haar leven en werk vond,nbsp;kwam ze met deze regel aanzetten: 'Doe nooitnbsp;wat je moeder zegt'. Maar wat blijkt? Annie Schmidt was eigenlijk een hele brave huisvrouw. Zenbsp;had precies gedaan wat haar dominante, vrijgevochten moeder had gezegd. Niet trouwen, hardnbsp;werken en een groot schrijfster worden.' [Trouw, 19 november '99] Internist Jeen Haalboom over de ernstige gevolgen van het doorliggen (decubitus), een aandoening waar 60.000 Nederlanders aan lijden: 'Ontluisterend en mensonterend. Zonder eennbsp;goede behandeling kan decubitus ontaarden innbsp;vuistdikke wonden, waaruit soms een halve liternbsp;pus per dag komt. Bezoekers - zelfs de eigennbsp;kinderen en kleinkinderen - gaan de patient mijden. Alleen verpleegkundigen komen nog in denbsp;buurt.' [Algemeen Dagblad, 12 november ‘99] Nobelprijwinnaar Martinus Veltman over zijn leerling en collega Gerard 't Hooft: 'De eerstenbsp;tien jaar na de doorbraak is er alleen naarnbsp;Gerard verwezen. Mijn naam werd er nooit meenbsp;geassocieerd. Dat vond ik idioot. Per slot vannbsp;rekening had ik het programma bedacht. Hetnbsp;was een akelige tijd. Ik heb 't Hooft enormnbsp;gepousseerd. In zijn proefschrift kon er nauwelijks een bedankje af. Maar een leerling is alsnbsp;een kind. Als die je tegen de schenen schopt,nbsp;wat moet je dan? Je kunt hem niet afvallen. Jenbsp;staat volslagen weerloos.' [NRC Handelsblad, 16 oktober '99] Sociale wetenschapster Aafke Komter over de kunst van het geven: 'Mensen vinden het vaaknbsp;vervelend om te horen, maar geen enkel cadeaunbsp;is belangeloos. Elk geschenk roept een tegengeschenk op. Dat gaat vanzelf, doordat je je dankbaar voelt, moreel verplicht, in het krijt, noemnbsp;maar op. Wie veel geeft krijgt veel terug. Dat isnbsp;een wet. Dat geldt voor materiele geschenkennbsp;en voor immateriële zoals hulp en zorg.'nbsp;[Utrechts Nieuwsblad, 13 november '99] Hoogleraar fysica en chemie van dunne lagen, Wim Sinke, over de toekomst van de zonnecel:nbsp;'Er moet een Deltaplan komen voor de verkoopnbsp;van zonnecellen om zo een snelle prijsdaling tenbsp;stimuleren. We moeten ambitieuzer te werknbsp;gaan bij het onderzoek en het ontwikkelen vannbsp;de markt. Anders beheersen de Japanse en Amerikaanse industrie binnen afzienbare tijd denbsp;wereldmarkt. ' [De Volkskrant, 30 oktober '99] |
schien maakt ze quot;weise für immerquot; zoals de grote
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 8-De wetenschappelijke publicatie in het digitale tijdperk
'Monopolie van commerciële uitgevers
De digitale revolutie brengt het aloude ideaal van de ‘universele’ bibliotheek dichterbij, meent Bas Savenije, bibliothecaris van de Universiteit Utrecht. De wetenschappelijke informatievoorziening kan in denbsp;toekomst sneller, goedkoper en eenvoudiger. Daarbij is één ding zeker: het monopolie van de commerciëlenbsp;uitgevers loopt ten einde, de academische gemeenschap zal zelf meer greep krijgen op haar publicaties.
Dat schept mooie perspectieven voor de universitaire uitgeverij, reageert alumna Saskia de Vries, directeur van de Amsterdam University Press.
In het essay 'de bibliotheek van Babel' beschreef de Argentijnse schrijver-filosoof Borges ooit zijn idealenbsp;bibliotheek. In de fantasie van de auteur bestaatnbsp;die uit een oneindig aantal zeshoekige ruimten,nbsp;onderling met elkaar verbonden. Alle denkbarenbsp;boeken, tijdschriften en artikelen zijn in het stelselnbsp;van hexagonalen terug te vinden. Borges beschreefnbsp;een absoluut droombeeld. De fysieke ruimte voornbsp;een bibliotheek zou immers altijd beperkt blijven.nbsp;De gedachtengang van Borges krijgt echter steedsnbsp;meer realiteitswaarde. De bibliothecaris van de Universiteit Utrecht, Bas Savenije, denkt dat het ideaalnbsp;van de bibliotheek als encyclopedie van de wetenschap te benaderen is. Zelf stelt hij zich, met eennbsp;knipoog naar de socioloog Weber, quot;de terugkeernbsp;van de betoveringquot; ten doel; 'Als je vroeger metnbsp;een wetenschappelijk probleem zat liep je langs denbsp;planken met boeken. Dat bracht je op ideeën.nbsp;Omdat veel boeken nu in depots staan, kan dat nietnbsp;meer. Maar als alle informatie elektronisch beschikbaar komt, kun je als het ware weer langs die boeken lopen. Voorwaarde is dan wel dat de informatienbsp;te doorgronden is met intelligente zoekmachinesnbsp;die aansluiten bij de intuïtie van de gebruiker.'nbsp;Voorlopig blijft het voor de bibliothecaris overigensnbsp;nog even behelpen. Met een krimpend budget ennbsp;een personeelsbestand dat niet mag groeien zwemtnbsp;hij mee in de vloedgolf van digitale vernieuwingen. |
Collectie |
Savenije onderscheidt twee actuele uitdagingen voor 'het concept universiteitsbibliotheek'. In denbsp;eerste plaats worden sinds een jaar of vijf steedsnbsp;meer primaire informatiebronnen digitaal beschikbaar gesteld. Vooral tijdschriften verschijnen soms rechtstreeks op internet. 'Wetenschappers en studenten kunnennbsp;zich de voet- of fietstocht naar de bibliotheek vaaknbsp;besparen. Een gevolg is, dat het begrip quot;collectiequot;nbsp;een andere inhoud krijgt. Savenije: 'Vroeger beslisten medewerkers van de bibliotheek welke boekennbsp;en tijdschriften we wilden hebben. Heel aanbodge-richt. De nieuwe taak van de bibliotheekmedewerker is om uit te zoeken wat de klant zoekt en waarnbsp;hij dat kan vinden.' Daarnaast dienen we te werken aan een goede en snelle toegankelijkheid van het eigen digitale |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 9-Utrechts Universiteitsfonds
DE UFOIUDS- ALUMIUIPAS
Voor begunstigers van het Utrechts Universiteitsfonds
evoegdheden en taken in eigen hand te houden. De informatie komt uit de academische wereld ennbsp;aat er ook weer naar terug. Het is maar de vraagnbsp;oeveel partijen je daarbij nodig hebt. ' Savenije wilnbsp;ermijden dat commerciële partijen veel geld vra-en voor diensten waar de academische gemeen-chap niet op zit te wachten. Hij noemt denbsp;jdschriftagenten en uitgevers die interfaces overnbsp;un elektronische publicaties zetten die afwijkennbsp;an andere interfaces. Dat maakt het onmogelijknbsp;jdens één zoekopdracht in meerdere tijdschriftennbsp;B kijken.
Gratis lenen bij de UB, korting op sport en cultuur, voordelig postacademisch onderwijs en nog veel meer voor een bijdrage van minimaal ƒ25,-.
het gebied van de auteursrechten allerlei verschuivingen. De bibliotheken worden geconfronteerd met stijgende abonnementsprijzen van tijdschriften, al dan niet elektronisch. Door deze chaotische ontwikkelingen gaan de universiteitsbibliotheken, zoals bibliothecaris Savenije al aangeeft, allerlei uitgeeftakennbsp;op zich nemen. Er zal de komende tien tot twintig jaar inderdaad veel veranderen op dat gebied.
'In de Verenigde Staten ontstaan de laatste tijd steeds vaker liaisons tussen wetenschappers, universitei-ten en de university press. Veel universitaire uitgeverijen verzorgen kwalitatief hoogstaande publicaties, waarvoor financieel rendement niet het eerste criterium is. Zij laten zich adviseren door redactieradennbsp;van vooraanstaande wetenschappers. Voor de bibliotheken kan een university press een aantrekkelijkenbsp;partner zijn. Bijvoorbeeld bij het maken van selecties, bij uitstek een taak van de uitgever. In een digitaalnbsp;tijdperk wordt het namelijk nog moeilijker te bepalen wat bewaard moet blijven. De band met de university press is ook aantrekkelijk als de bibliotheek een nieuw tijdschrift op de markt wil brengen. Daarvoor is verkoopkennis gewenst.
'Overigens zal het boek nog wel even blijven bestaan. Vooral in de geestes- en sociale wetenschappen blijft het zijn functie voorlopig behouden. Dat de computerfabrikanten alles in het werk stellen om hunnbsp;beeldschermen beter leesbaar te maken doet daar niets aan af. Een boek leest altijd nog gemakkelijkernbsp;dan een scherm.'
Bat quot;het gebouw de bibliotheekquot; zal verdwijnen Belooft de bibliothecaris niet. Anders zou de Uni-lersiteit Utrecht nu ook niet werken aan een honderd miljoen kostende nieuwe bibliotheek in Denbsp;Uithof. Vooral voor studenten zal het een belangrijke ontmoetingsplek blijven. 'Ook als ze thuis overnbsp;alle digitale mogelijkheden beschikken zullen zenbsp;naar de bibliotheek komen. Nu komen ze ook metnbsp;hun eigen boeken naar ons toe. In de VS is bovendien een trend waarneembaar, dat studentennbsp;samen willen studeren. Met meerderen achter eennbsp;computer, dat moet hier ook kunnen.'
Of er nog boeken worden gelezen in de volgende eeuw? Dat zal volgens Bas Savenije afhangen vannbsp;het wetenschappelijk vakgebied. In ieder geval verwacht hij dat zijn klanten in het elektronische tijdperk ook de traditionele boeken snel, dat wilnbsp;zeggen binnen twintig minuten, op de werkpleknbsp;willen hebben. Lachend; 'Dat worden pizzabrom-
mertjes, vrees ik.'
[Xander Bronkhorst]
archief, de 'Nederlandse virtuele bibliotheek'. Een moeizame weg, voorspelt Savenije. Hij koestert nietnbsp;de illusie dat op korte termijn alle informatie op éénnbsp;plek via één systeem te raadplegen zal zijn. Eennbsp;gedecentraliseerde aanpak, waarbij elke universiteitsbibliotheek bepaalde speerpunten voor haarnbsp;rekening neemt, lijkt realistischer. 'Utrecht zou denbsp;bio-medische en aardwetenschappelijke informatienbsp;extra aandacht kunnen geven.' Savenije vermoedtnbsp;overigens dat gezien de verregaande specialisatie ennbsp;explosie van informatie in bepaalde vakgebieden denbsp;wetenschappers zelf een grotere rol gaan spelen bijnbsp;het vormgeven van de collectie. Peinzend: 'Het verzamelen van bookmarks is misschien een aardigenbsp;suggestie.' Auteursrechten Een groot probleem waar de universiteitsbibliotheken mee kampen zijn de stijgende prijzen van wetenschappelijke boeken en tijdschriften, ook dienbsp;van de elekronische versies. 'We zitten in een spiraal', meent Savenije. 'Steeds meer abonnementennbsp;worden opgezegd, de uitgevers zien zich vervolgensnbsp;genoodzaakt de prijzen nog verder op te vijzelen.'nbsp;De bibliothecaris vindt het onaanvaardbaar, dat denbsp;academische wereld zoveel geld moet neertellennbsp;voor de eigen output. Dat wetenschappers hunnbsp;auteursrechten weggeven, omdat publicatie in tijdschriften onontbeerlijk is voor de beoordeling vannbsp;hun onderzoek, is volgens Savenije bovendien uitermate inefficiënt. 'Het duurt vaak meer dan een jaarnbsp;voordat een artikel wordt gepubliceerd. Communicatie met vakbroeders heeft zich dan allang via hetnbsp;net voltrokken. In het elektronische tijdperk moetnbsp;de monopolistische rol van de commerciële uitgevers daarom op de helling.' |
Savenije denkt dus dat de academische gemeenschap zelf een veel grotere rol moet spelen in de wetenschappelijke informatievoorziening. Om denbsp;traditionele orde te doorbreken zullen de universi-teiten en de overheid de huidige manier van onder-zoeksbeoordeling en citatieanalyse aan de kaaknbsp;moeten stellen. De Universiteitsbibliotheek heeftnbsp;zelf samen met Delft alvast het project 'Roquade'nbsp;opgezet. Dat biedt wetenschappers ondersteuningnbsp;bij het elektronisch publiceren. In samenwerkingnbsp;met het Julius Centrum van het Universitair Medischnbsp;Centrum Utrecht wordt gewerkt aan het opzettennbsp;van het International Journal of Integrated Care,nbsp;een internationaal tijdschrift met een internationalenbsp;redactie. Pizzabrommertjes Savenijes pleidooi voor een grotere rol van universi-teiten bij het bewaren en beschikbaar stellen van informatie komt ook voort uit scepsis over denbsp;bereidheid en de mogelijkheid van commerciële uitgeverijen om eenmaal elektronisch gepubliceerdnbsp;materiaal te bewaren. In deze onduidelijke tijdennbsp;dient de universiteit voorlopig zoveel mogelijk |
Universiteitsbibliotheek toegankelijk voor alumni De Universiteitsbibliotheek is en blijft ook open voor de alumni van de Universiteit Utrecht. Denbsp;begunstigerspas van het Universiteistfonds verleent toegang tot alle collecties en voorzieningen. Meer inlichtingen over de dienstverleningnbsp;van de Universiteitsbibliotheek Utrecht vindt unbsp;op www.library.uu.nl. Zie ook pagina 17 voornbsp;aanschaf van de Ufonds alumnipas. Bas Savelijne, bibliothecaris van de Universiteit: |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 10-Sociale werkelijkheid is een uitdijend Prof.dr. Paul Schnabel (51) studeerde in Utrecht sociologie. Is nu directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau en deeltijdhoog-leraar sociale wetenschappen te Utrecht, vooral betreffende vraagstukken van sociaalnbsp;en cultureel beleid. 'Net zomin als de samenleving is de mens een legpuzzel die op een gegeven moment af is. Iedere oplossing die met behulp van de sociale en gedragswetenschappen wordt geleverd roept nieuwe vragen op; eind-antwoorden zijn ondenkbaar. Denbsp;sociale werkelijkheid is een uitdijend heelal metnbsp;steeds ingewikkelder vragen. Je kunt dus niet spreken van 'vooruitgang'. Er is in de 20ste eeuw wél winst geboekt. We hebben,nbsp;mede door de bijdragen van de sociologie en denbsp;psychologie, een beter inzicht gekregen in socialenbsp;verbanden. Hoe steekt de maatschappij in elkaar,nbsp;hoe leven mensen samen, hoe ontstaan conflicten?nbsp;Om met één van mijn grote wetenschappelijkenbsp;voorbeelden, de onlangs overleden socioloog Niklasnbsp;Luhmann, te spreken: we zijn nu beter dan aan hetnbsp;begin van de eeuw in staat de 'Komplexität zunbsp;bewältigen'. VJe kunnen een samenleving beschrijven, uitleggen, daarmee wellicht ook beter hanteren. We kunnen zingeving toekennen en psychischenbsp;nood behandelen. Dat zijn rationele processennbsp;geworden; in mijn optiek is dat winst. Ik heb tweenbsp;jaar bij Luhmann, een systeem-theoretisch socioloog, gestudeerd in Duitsland. Als geen ander heeftnbsp;hij me bijgebracht dat sociologie is wat de socioloog ervan maakt. De ene week gaf hij een collegenbsp;waarin hij voor het eerst een onderwerp uitdiepte,nbsp;de week erop kwam hij binnen met de mededeling; |
Ik heb er nog eens over nagedacht, en volgens mij zit het toch heel anders.quot; Daarmee maakte hij hetnbsp;relatieve van 'de' werkelijkheid die helemaal kenbaar zou zijn duidelijk. Mijn andere grote voorbeeld was Freud. Omdat ik zelf in analyse ben geweest, maar toch vooralnbsp;omdat zijn bespiegeling over het 'binnenleven' vannbsp;de mens een goede correctie is op het denken vannbsp;de socioloog. Die zit toch meer aan de 'buitenkant',nbsp;in de samenleving. De relativerende correctie bijvoorbeeld dat een rationeel inzicht niet noodzakelijk leidt tot verandering van gedrag. Eigenlijk zijnnbsp;beide voorbeelden a-typisch voor de sociale wetenschappen in de laatste eeuw. Freud, van huis uitnbsp;arts, is nooit écht geaccepteerd door de psychologie, die zich immers veel meer empirisch-kwantita-tief heeft ontwikkeld. En Luhmann heeft vooralnbsp;'nagedacht', zonder zich ooit tot één stukje empirisch onderzoek te laten verleiden. Terwijl denbsp;Angelsaksisch-empirische aanpak toch dé onderzoeksmethode van de twintigste eeuw, zeker vannbsp;na de tweede wereldoorlog, is gebleken. De Nederlandse samenleving als geheel staat er nu, aan het einde van de eeuw, beter voor dan aan hetnbsp;begin. De psychologie en de sociologie hebben dienbsp;verbeteringen weliswaar niet aangebracht, ze hebben dat proces in de tweede helft van de eeuw wélnbsp;begeleid: ze hebben de samenleving en de mens innbsp;de gaten gehouden, beschreven, gestuurd... Dat zijnnbsp;waardevolle bijdragen. Met ziekte, psychische nood,nbsp;sociale problemen en opvoedingsvraagstukkennbsp;wordt beter, rationeler omgegaan dan honderd jaarnbsp;geleden. De overtuiging is ontstaan dat er aan dienbsp;problemen iets te dóen is. Seksueel misbruik is vannbsp;alle tijden, maar rond 1900 kon je het er niet overnbsp;hebben. Iedereen wist 'dat het nou eenmaal' |
heelal gebeurde. Nu wordt daar heel anders over gedacht; we zijn er verontwaardigd over én we hebben denbsp;overtuiging dat het te voorkomen of zelfs uit tenbsp;bannen is. Voor de komende eeuw blijven er genoeg vragen liggen. Het program voor de sociale wetenschappennbsp;blijft hetzelfde als nu en hetzelfde als in de 19enbsp;eeuw. Waarom is er oorlog of armoede? Hoe creëernbsp;je een prettige samenleving? Wat doe je tegen Samenleving staat er beter voor dan eennbsp;eeuw geleden chronische depressies? Hoe voed je je kinderen op? Geen nieuwe vragen, maar ze zullen zich steedsnbsp;weer anders aandienen. Het zou een onrechtvaardige claim zijn om van de sociale wetenschappen denbsp;oplossing te eisen. Maar zij kunnen wel de problemen signaleren, laten zien dat er iets aan te doen isnbsp;en een richting aangeven voor een oplossing.nbsp;Persoonlijk vind ik het bevolkingsvraagstuk eennbsp;belangrijk thema voor de komende eeuw. Tegen denbsp;mondiale bevolkingsgroei wordt veel te lichtvaardignbsp;aangekeken, terwijl die aan de basis ligt van tallozenbsp;andere problemen van energievoorziening, grond-stoffen-uitputting, armoede, klimaat... Over dienbsp;groei is veel bekend, maar er valt politiek weinignbsp;tegen te doen. En daarmee heb ik precies denbsp;begrenzing aangegeven: de sociale wetenschappernbsp;kan 'slechts' signaleren, waarschuwen en het probleem hanteerbaar maken Maar hij lost het niet opnbsp;- dat doet de politiek of de economie.' [Armand Heijnen] |
IMu begint de eeuw van de eiwitten Dr Ineke Brakman (39), studeerde en promoveerde innbsp;Groningen. Is nu nog univer- sitair hoofddocent Biochemie aan de Universiteit van Amsterdam. Per 1 januari 2000 wordt zij hoogleraar Bio-organische chemie innbsp;Utrecht, bij het Bijvoet Centrum. 'Wie op mijn vakgebied voor de grootste sprong voorwaarts heeft gezorgd in deze eeuw? Nee, iknbsp;denk niet in eerste instantie aan Watson en Cricknbsp;met hun ontdekking van de dubbele helix structuurnbsp;van het DNA. Op het gebied van de celbiologie kiesnbsp;ik voor George Palade die in de jaren zestig onthulde hoe de cel is georganiseerd, en op mijn huidige vakgebied voor Christian Anfinsen die in 1972nbsp;de Nobelprijs won voor zijn onderzoek naar de vou-wing van eiwitten. |
'Vrijwel alle activiteiten die nodig zijn om ons lichaam te laten functioneren worden uitgevoerdnbsp;door ruim honderdduizend eiwitten, grote moleculen die bestaan uit reeksen van tientallen tot honderden aan elkaar geschakelde aminozuren. Eerdernbsp;was al duidelijk geworden dat een eiwit zijn werknbsp;alleen kan doen als het op een bepaalde manier isnbsp;gevouwen. Maar Anfinsen ontdekte dat die vou-wing volledig wordt bepaald door de volgorde vannbsp;de aminozuren. Voor buitenstaanders klinkt datnbsp;misschien niet al te spectaculair, maar gegeven hetnbsp;feit dat het onderzoek naar de rol van eiwitten bijnbsp;het ontstaan van ziektes een van de centrale onderzoeksthema's van de komende eeuw wordt, is die Het DIUAgt;tijdperk is vrijwel afgerond ontdekking van cruciale betekenis geweest. |
'Mede dankzij het werk van Anfinsen is het onderzoek op dit vakgebied de laatste twintig jaar in een enorme stroomversnelling geraakt. Neem hetnbsp;genoom-project dat is gericht op het bepalen vannbsp;de DNA-volgorde van elk denkbaar organisme ennbsp;dat over twee jaar de mens in kaart moet hebbennbsp;gebracht. Tien jaar geleden zagen maar weinignbsp;onderzoekers daar brood in, het werd in de vakpersnbsp;afgedaan als grootheidswaanzin, als je reinste geldverspilling. Zelfs al zou je erin slagen om de DNA-volgorde van een organisme volledig in kaart tenbsp;brengen, wat moest je dan met al die gegevens?nbsp;Gelukkig hebben de betreffende onderzoekersnbsp;doorgezet, want het is duidelijk dat dat project onsnbsp;niet alleen veel meer nieuwe kennis oplevert dannbsp;ooit voor mogelijk werd gehouden, maar dat hetnbsp;ook de stoot heeft gegeven tot de ontwikkelingnbsp;van heel nieuwe onderzoeksmethoden, zoals de DNA-chipstechnologle, waarmee in de toekomst in één oogopslag kan worden vastgesteld welkenbsp;genen in een zieke cel voor de ziekte verantwoordelijk zijn. 'Ik vind het genoom-project kortom van grote |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11
-ocr page 11-Zes geleerden over de verworvenheden van de twintigste eeuw
Dossier; De onvoltooide wetenschap
Honderd jaar geleden legde Einstein de laatste hand a^n de relativiteitstheorie, lyiax Planck zette de quantummechanica op de rails. Onze landgenoot Hugo de Vries gaf de aanzet tot een serieuze studienbsp;van de erfelijkheidsleer van Mendel. Markeert de nadering van het jaar 2000 een vergelijkbare revolutie?nbsp;Illuster inventariseert met zes wetenschappers enkele verworvenheden van de twintigste eeuw. Welkenbsp;dossiers kunnen worden afgesloten? Wat blijft er liggen voor de volgende generaties?
Foto; ivar Pel
10
Illuster I Universtiteit Utrecht I december 1999
-ocr page 12-We kunnen terug tot de oerknal, maar Prof.dr. Vincent Icke studeerde in Utrecht sterrenkunde en theoretischenbsp;natuurkunde. Hij promoveerde aan de Rijksuniversiteit Leiden waar hij op dit momentnbsp;werkzaam is. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar Cosmologie aan de Universiteit van Amsterdam. 'Echt voltooide wetenschap bestaat eigenlijk niet. Er zijn gebieden waarvan je een tijdje denkt dat zenbsp;afgerond zijn, maar vaak gaan ze alleen maar doornbsp;een soort flessenhals. In het begin van deze eeuwnbsp;wist men bijvoorbeeld niets van de evolutie vannbsp;sterren. Totdat men vond dat ze hun energie verkrijgen door kernfusie. Met dat gegeven kon men toen in een paar decennia reconstrueren hoe die evolutie verloopt en daarna kwam het onderwerp in een rustfase: denbsp;vooruitgang bestond hooguit uit het uitrekenennbsp;van het zoveelste cijfer achter de komma. Maar opnbsp;dit moment heb ik een postdoc aan het werk opnbsp;het gebied van het ontstaan van sterren en zelfnbsp;onderzoek ik met een promovendus wat er aan hetnbsp;eind van het proces gebeurt. Op een gegevennbsp;moment realiseer je je gewoon dat er in de margenbsp;van een onderwerp verbazend interessante problemen te ontdekken zijn. Zo is wetenschap een onophoudelijk evolutieproces. Soms steekt een onderzoeker met kop en schoudernbsp;boven de rest uit. Einstein is ongetwijfeld de grootste geleerde die deze eeuw heeft opgeleverd, maarnbsp;persoonlijk heb ik heel veel geleerd van de natuurkundige Richard Feynman. Ik heb met hem gewerktnbsp;in Californie en het merendeel van wat ik van denbsp;natuurkunde echt begrépen heb, heb ik bij hemnbsp;opgepikt. Iedereen kan formules uit zijn hoofdnbsp;leren, maar alleen wat je echt snapt is een basis omnbsp;op verder te bouwen. Van Feynman leerde ik hoe jenbsp;natuurkunde maakt, door een probleem te omsingelen, het als het ware in de val te lokken. Het isnbsp;het idee dat je niet op houdt voordat je het aannbsp;jezelf of aan een twaalfjarige kunt uitleggen. |
Die evolutie in het wetenschappelijk denken kun je het beste beschrijven door te kijken wat door denbsp;tijd heen het antwoord is geweest op steedsnbsp;dezelfde vraag. Hoe is het heelal ontstaan? Denbsp;meest primitieve mythen gaan er zonder uitzondering van uit dat er een begin is geweest. God, eennbsp;schildpad of een andere gekke fantasie. Maar in denbsp;zestiende, zeventiende eeuw, bij de intrede van denbsp;mechanica, werd het idee van een begin verwor- ledere vooruitgang volgt op een crisis pen. Als je tegen een bal schopt, komt die weer tot stilstand, door de wrijving begreep men toen. Rondcirkelende planeten hebben echter geen last vannbsp;wrijving, dus men concludeerde: die beweging zalnbsp;wel eeuwig zo geweest zijn. Deze eeuw is uit Einsteins relativiteitstheorie echter duidelijk geworden dat een stabiel heelal nietnbsp;mogelijk is. Dat volgde eigenlijk al uit de bewegingsvergelijkingen van Newton, maar die vond hetnbsp;idee in zijn tijd te radicaal en heeft het nooit gepubliceerd. Dat het heelal niet stabiel is komt doordatnbsp;de zwaartekracht de merkwaardige eigenschapnbsp;heeft dat hij alleen aantrekkend is. Andere fundamentele krachten zoals de electromagnetischenbsp;kracht kunnen zowel aantrekkend als afstotend zijnnbsp;en zo'n wisselwerking is onmisbaar om in de praktijk een stabiele, evenwichts-toestand te kunnennbsp;krijgen. Maar de zwaartekracht is op de grote schaal van het heelal de baas over de andere krachten en wat |
niet verder er dus gebeurt is een voortdurend proces van samenklonteren van materie. Daardoor ontstaatnbsp;een soort sponsstructuur: lege holtes die steeds groter worden en daartussen steeds zwaardere structuren van sterrenstelsels die op hun beurt zijnnbsp;samengegroepeerd tot clusters en zelfs superclusters. Ik ben zelf in de zeventiger jaren op dit onderwerp gepromoveerd en toen waren dit nognbsp;allemaal ketterse theorieën, maar inmiddels zijn zenbsp;algemeen geaccepteerd. Het idee dat er een begin moet zijn geweest is in deze eeuw natuurlijk heel duidelijk teruggekomennbsp;in de oerknaltheorie. Die is in 1917 voor het eerstnbsp;door Friedman geformuleerd. Eind jaren veertig isnbsp;vervolgens aangetoond dat de begintoestand super-heet moet zijn geweest. En vandaag de dag kun jenbsp;zeggen dat de theorie volledig juist is gebleken. Hijnbsp;klopt op een dramatisch goede manier met wat wenbsp;feitelijk waarnemen. Terug naar die klassieke vraag over het ontstaan van het heelal, je kunt dus stellen dat hij rare lotgevallen heeft ondergaan. Als we die vraag op ditnbsp;moment stellen dan luidt het antwoord zelfs: wenbsp;weten het niet. We kunnen terug tot eenhonderd-miljardste seconde na de oerknal, maar niet verder.nbsp;We hebben de natuurkunde gewoon niet om iets tenbsp;zeggen over het allereerste moment. Dat is eennbsp;zware crisis in het vakgebied op dit moment. Er zijn in die malaise wetenschappers die doorgaan op de geijkte paden en anderen die kiezen voornbsp;een buitenissige aanpak. Pas achteraf zal blijkennbsp;wat de juiste weg is. Iedere vooruitgang is altijdnbsp;voorafgegaan door een periode van crisis. Vroeg ofnbsp;laat krijgt ergens ter wereld een wetenschapper denbsp;juiste ingeving. Intuïtief zeg ik: we zijn er nu dichtnbsp;bij. Wetenschappers lopen overal ter wereld in hetnbsp;donker te tasten. Vroeg of laat vindt iemand hetnbsp;lichtknopje.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[Frans van Mieghem] |
Geesteswetenschap als eenmansbedrijf is aan het uitsterven Riet Schenkeveld- van der Dussen (62), studeerde aannbsp;de Vrije Universiteit te Amsterdam. Sinds 1987 is ze hoogleraar Nederlandse letterkunde 1500-1850 in Utrecht. Ze is ook decaan van de faculteit der Letteren. 'Het beeld van de zieltogende letteren komt niet meer overeen met de werkelijkheid. Met de letteren gaat het best goed. Na een dramatische dalingnbsp;van het aantal studenten begin jaren negentig wasnbsp;de afgelopen jaren al een stabilisatie waar tenbsp;nemen. En nu hebben we tot onze grote vreugdenbsp;weer aanzienlijk meer eerstejaars dan vorig jaar. Blijkbaar zijn we uit het dal. |
Het rapport dat een aantal jaar geleden door een commissie onder leiding van Henk Vonhoff werdnbsp;opgesteld heeft wel een duwtje in de goede richting gegeven. 'Men weegt Kaneel bij 't lood', wasnbsp;daarvan de titel. Vonhoff maakte daarmee de verwijzing naar een puntdicht van Staring: Wordtnbsp;Eikenschors bij 't pond gewogen, men weegtnbsp;Kaneel bij 't lood. Wat Vonhoff wilde zeggen wasnbsp;dat dingen die gemakkelijk te vinden zijn in grotenbsp;hoeveelheden worden gewogen. Zeldzamere specenbsp;rijen gaan met kleinere maten. Het rapport verdedigde het klein-maar-fijn-karakter van de Letterenfaculteiten. De letterenvakken waren volgens denbsp;commissie van groot belang als buffer tegen hetnbsp;aanstormende geweld van het zakenleven en denbsp;dienstverlening. Vonhoff zorgde daarmee voornbsp;behoorlijk wat politieke opschudding wat tot opnbsp;zekere hoogte resulteerde in bescherming van denbsp;kleine letteren. Toch was niet iedereen gelukkignbsp;met wat in de wandelgangen inmiddels de kaneelnbsp;nota was gaan heten. Volgens sommigen had dienbsp;nota een wel zeer conserverende werking. Er zounbsp;een angstige, defensieve houding uit spreken. Datnbsp;was voor de letteren een verkeerde strategie,nbsp;meenden de critici. We zijn inderdaad al een helenbsp;poos bezig om duidelijk te maken dat we de maatschappij wel degelijk iets te bieden hebben. En dannbsp;niet alleen de mooie boeken, de muziek en denbsp;kunst. Letteraars houden zich ook bezig met computers en spraakherkenning. Ook hebben we hier innbsp;Utrecht een Frankrijkcentrum dat zich welbewustnbsp;richt op de Franse economie, om een ander voorbeeld te noemen. Taalbeheersing, nog zo'n bloeiende tak van sport. Iedereen kent de problematiek van de onbegrijpelijke gebruiksaanwijzingen. Die aandachtgebiedennbsp;vallen onder een meer dienstverlenende en mindernbsp;cultureel angehauchte kant van de letteren. Hetnbsp;lijkt me zaak zowel de klassieke als de moderne letterenactiviteiten in ere te houden. De laatstennbsp;mogen dan terecht sterk in opkomst zijn, ik wil hiernbsp;ook nog wel even een lans breken voor de traditio- |
Letteren kan bijdragen aan definitie van Europeesnbsp;cultuurbegrip nele letterenrol, die van cultuurdrager. Het verleden levend houden; daar moeten we in de komendenbsp;jaren misschien nog wel meer dan vroeger voornbsp;staan. We moeten ook niet te beroerd zijn metnbsp;onze kennis de boer op te gaan om een groternbsp;publiek te bereiken. Dat is óók een taak van de universiteit. We zouden het ons overigens niet kunnennbsp;permitteren om die traditionele rol te verwaarlozen. Er zijn nog altijd zeer veel studenten die letteren studeren omdat ze het van die mooie vakkennbsp;vinden, niet omdat ze voor het grote geld gaan. Dienbsp;mensen mogen we niet kwijtraken. Het zichtbaar maken van onze inspanningen is een belangrijke opdracht voor de toekomst. De samenleving moet weten dat onze rol onmisbaar is. Dat isnbsp;helemaal niet zo gemakkelijk, juist omdat het zonbsp;vanzelfsprekend is. Neem de Rembrandttentoon-stelling in het Mauritshuis. Daar zit een voortraject |
illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999 T3
-ocr page 13-
wetenschappelijke betekenis. Maar desondanks zie ik de ontrafeling van de DNA-volgorde primair alsnbsp;afsluiting van een tijdperk. Tot nu toe zijn wenbsp;vooral bezig geweest met het inventariseren vannbsp;wat zich allemaal in de cel bevindt en je zou kunnen zeggen dat het genoomproject daarin de laatste stap vormt. We zijn nu bijna zover dat we allenbsp;bouwstenen van de cel kennen. We hebben denbsp;inkopen gedaan, maar hoeveel verschillende maaltijden we met onze boodschappen kunnen makennbsp;en hoe we ze moeten bereiden, daarvan hebben wenbsp;eigenlijk nog geen flauw idee. In feite begint hetnbsp;werk nu pas. |
Nu moeten we erachter komen hoe dat hele bouwwerk functioneert. Dankzij onze kennis van het DNA zullen we straks precies kunnen vaststellennbsp;welke mutaties verantwoordelijk zijn voor hetnbsp;optreden van een bepaalde ziekte. Maar om eennbsp;bruikbaar geneesmiddel te ontwerpen moet je ooknbsp;weten welke eiwitten bij dat ziekteproces betrokken zijn en hoe ze precies te werk gaan. Dat is innbsp;een notendop de uitdaging voor het onderzoek innbsp;de volgende eeuw. Uiteraard zijn we al enige tijdnbsp;op dat gebied actief, maar heel grofweg zou jenbsp;kunnen zeggen dat de tweede helft van de twintigste eeuw het tijdperk van het DNA (genomics) isnbsp;geweest en dat het begin van de volgende eeuwnbsp;het tijdperk van de eiwitten (proteomics) wordt.nbsp;'Ik vind het lastig om voorspellingen te doen overnbsp;de gevolgen die dit onderzoek zou kunnen hebbennbsp;voor de medische praktijk. In tal van publicatiesnbsp;wordt de laatste tijd gespeculeerd over patiëntennbsp;die straks geneesmiddelen krijgen voorgeschrevennbsp;op basis van hun in de computer opgeslagen DNA-profiel. Het is inderdaad goed denkbaar dat in eennbsp;wat verdere toekomst voor elke patiënt op basisnbsp;van zijn of haar DNA-profiel een aangepaste versienbsp;van een geneesmiddel zal worden ontwikkeld metnbsp;zo min mogelijk schadelijke bijwerkingen, hetnbsp;'medicijn op maat'. |
Een probleem daarbij is wel dat bij verreweg de meeste ziektes sprake is van een groot aantal mutaties en dat er vaak complexen van eiwitten een rolnbsp;bij spelen. Of we ooit zover zullen komen dat we alnbsp;die interacties volledig in kaart kunnen brengen, isnbsp;voor mij nog een vraag. In dit verband wil ik trouwens wel één voorspelling doen. Het menselijknbsp;genoom is weliswaar binnen tien jaar ontrafeld.nbsp;Maar ik weet zeker dat we over honderd jaar nietnbsp;zullen beschikken over een soortgelijk overzicht vannbsp;alle eiwitten en hun onderlinge interacties. Op ditnbsp;moment zou ik niet één proces in de cel kunnennbsp;noemen dat we al volledig en in al zijn finessesnbsp;begrijpen, terwijl we toch al jaren bezig zijn. Datnbsp;klinkt misschien een beetje somber, maar als onderzoeker ervaar ik het juist als een enorme uitdaging.nbsp;Ik ben eerlijk gezegd heel blij dat ik juist in dezenbsp;tijd in dit fascinerende vakgebied actief ben.' [Erik Hardeman] |
Belangrijkste ontwikkeling was de chip-technologie Prof. dr. Jan van Leeuwen (53) studeerde wis- en natuurkunde aan de Universi- doorbraak. Programma's die normaal de omvang zouden hebben van een telefoonboek zijn hiermeenbsp;toch te behappen. Eigenlijk praatje al niet meernbsp;het ontdekken van manieren om in die complexiteitnbsp;een weg te vinden. |
Ik heb niet zulke Jules Verne-achtige visioenen. De |
teit Utrecht. Sinds 1977 bezet hij de eerste over een programmeertaal, zoals vroeger Fortran ofnbsp;belangrijkste ontwikkeling voor de nabije toekomst |
informatica-leerstoel in Utrecht. Tot 1 septem- |
C, maar over een totaal andere conceptuele wereld. zal de verdergaande digitalisering zijn, op alle |
ber was Van Leeuwen decaan van de faculteit |
We kunnen nu veel complexere systemen bouwen. gebieden. Informatiesystemen zullen in alle secto- |
Wiskunde en Informatica. In het jaar 2000 zal ren een veel grotere en directere rol gaan spelen in |
hij waarschijnlijk gaan optreden als adviseur van Philips Research. |
'De informatica zoekt structuur in de informatie en Een derde verworvenheid is de ontwikkeling vannbsp;'kennisgebaseerde' en zelflerende programma's, dienbsp;hele complexe informatie kunnen aanpakken opnbsp;manieren die we zelf niet begrijpen, of al lang nietnbsp;de sturing van activiteiten. De alomtegenwoordigheid van chips in allerlei apparaten zal grote mogenbsp;lijkheden geven om deze intelligent te maken, dusnbsp;stuurbaar, automatisch en robotachtig. Zo zullen |
de kennis die overal ligt opgeslagen. In onderzoe-meer aankunnen. Sommigen noemen het kunstma-gsm's zich gaan ontwikkelen tot intelligente zak |
ken, in experimenten, in bedrijfsprocessen, in de tige intelligentie. De mensen maken zich daar welnbsp;computers die allerlei functies integreren. Daarvoor |
beschrijving van beelden en de manier waarop we die gebruiken. Die structuur is nodig om met computers te werken. We willen de informatie creatiefnbsp;gebruiken, aanknopingspunten zoeken voor programmering, een mooie interface hebben. Zodat wenbsp;eens zorgen over, die zijn bang dat de computersnbsp;ons gaan overheersen. De vraag is echter of je aannbsp;computers ooit dergelijke sturingsmogelijkhedennbsp;kan geven. |
is al een eigen world wide web in de maak. De informatica zal zich blijven richten op het hand zaam en intelligent werken met informatie. Ze zalnbsp;verder penetreren in gebieden waar we nu nog |
eenvoudig keuzes kunnen maken, instructies kun- |
Tot slot noem ik de rol van het Internet. Dat heeft ingewikkelde problemen tegenkomen. Die kunnen |
nen geven, en nieuwe dingen maken of ontdekken Digitalisering is daarbij een belangrijk hulpmiddel.nbsp;Vroeger dacht je daarbij vooral aan computers dienbsp;konden rekenen, nu meer aan systemen die intelligent met informatie omgaan, die kunnen redene- Staat er over vijf Jaar nog een telefooncel innbsp;Nederland? ren, analyseren en communiceren. De belangrijkste sprong voorwaarts is ongetwijfeld de ontwikkelingnbsp;van de chip-technologie geweest. Die heeft de verregaande miniaturisering van elektronische schakelingen mogelijk gemaakt. Dat heeft weer geleid totnbsp;de ontwikkeling van de pc en de laptop. En tot denbsp;embedded systems, waarmee je veel apparaten -van koelkast tot robot - intelligente sturingsmogelijkheden kan geven. |
Een tweede ontwikkeling zien we in de program-meerconcepten. Het object-georiënteerd programmeren betekende zo'n tien jaar geleden een voor een enorme ontsluiting van kennis gezorgd.nbsp;Kennis is niet langer een gelokaliseerd fenomeen,nbsp;maar laat zich op mondiale schaal zoeken en vinden. Dat leidt tot de vraag hoe mensen hun voordeel mee kunnen doen: iedereen wil de technologienbsp;toepassen, van scholen tot universiteiten en bedrijven. Er is ook veel wat we niet hebben bereikt. Het modelleren en programmeren van beweging bijvoorbeeld, of het creëren van virtual reality, dusnbsp;namaakwerelden. En dan niet de virtuele wereldennbsp;die je in films als Starwars ziet of andere digitalenbsp;kunst, maar mogelijkheden om virtueel wetenschappelijke experimenten te doen of hele bedrijven te simuleren. Onze software tools zijn al welnbsp;mooi, maar nog lang niet goed en slim genoeg.nbsp;Soms heb je wel een idee hoe het moet, maar loopnbsp;je tegen praktische problemen op, die te makennbsp;hebben met de complexiteit van een vraagstuk. Denbsp;oplossingen zijn vaak te omvangrijk om in een programma te vatten, of vergen te veel rekentijd om ernbsp;reëel op te wachten. Informatici stoppen veel tijd innbsp;van technische of van maatschappelijke aard zijn:nbsp;bijvoorbeeld, hoe snel wordt een nieuwe technologie geaccepteerd? |
Al in 1980 heb ik in een werkgroep gezeten die zich afvroeg in hoeverre we ons moeten laten sturennbsp;door systemen. Dat is een bekende zorg van veelnbsp;mensen. Het antwoord is niet eenduidig. Ik denknbsp;dat technologische systemen altijd afhankelijk zijnnbsp;van de bereidheid van de mens om ze te gebruiken.nbsp;Tegelijkertijd stuwen de technische en maatschappelijke ontwikkelingen elkaar natuurlijk wel voort.nbsp;De massale aanschaf van mobiele telefoons wijst opnbsp;een brede acceptatie. Je kunt zo'n apparaat uitschakelen, dus je houdt er controle op. Die afwegingnbsp;blijft bij de mens. Maar de verbreiding van gsm's isnbsp;inmiddels zo groot dat niemand er meer aan ontkomt. Allerlei andere toepassingen worden eropnbsp;afgestemd. Hoeveel openbare telefooncellen zullennbsp;er over vijf jaar nog staan in Nederland ?' [Kees Volkers] |
12
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 14-
achter met akelig gespecialiseerde technische en kunsthistorische kennis. Voor een belangrijk deel isnbsp;dat een prestatie van de universitaire wetenschap.nbsp;Zo'n tentoonstelling komt niet uit de lucht vallen.nbsp;Net zoals een Nobelprijs Natuurkunde niet uit denbsp;lucht komt vallen. Bij een tentoonstelling is datnbsp;kennelijk veel minder zichtbaar. |
Ik zie ook onderzoeksgebieden waar de Letteren in de nabije toekomst meer van zich zou kunnen latennbsp;horen. Neem het verenigd Europa. Dat wordt alomnbsp;politiek en economisch gedefinieerd, terwijl dat innbsp;de eerste plaats cultureel zou moeten gebeuren.nbsp;Zonder het zelf te beseffen hebben de Europeanennbsp;een enorme gemeenschappelijke horizon. Letteren-onderzoek zou een bijdrage kunnen leveren aan denbsp;definitie van dat Europese cultuurbegrip en, wienbsp;weet, aan een soepeler eenwording. Dat letteren-onderzoek zal in het volgende millennium overi |
gens vrijwel zeker plaatsvinden in grotere interdisciplinaire verbanden. De geesteswetenschapper als eenmansbedrijf is aan het uitsterven. Ik vond hetnbsp;altijd ai ongelukkig dat wetenschappers die elkaarnbsp;veel te melden kunnen hebben door de facultairenbsp;grenzen zo gescheiden opereerden. Dat gaat verannbsp;deren. Langzaam wordt in de alfa-gammahoeknbsp;gezocht naar gezamenlijke leerwegen en bijbehorend onderzoek.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[Xander Bronkhorst] |
Terug naar het ideaal van de internationale wetenschap Prof, dr Hans van Cinkel studeerde sociale geografienbsp;in Utrecht. Was van '86 tot landen nu economisch weliswaar uit het dal beginnen te krabbelen, maar dat die lastenverlichting er tegelijk voor heeft gezorgd dat er veel mindernbsp;lijker zullen krijgen om zich te blijven presenterennbsp;als centra van wetenschappelijk onderzoek. Dankzijnbsp;de nieuwe wereldwijde communicatiemogelijkhe- |
*97 rector magnificus van de Universiteit Utrecht. Is thans rector van de Universiteit vannbsp;belastinggeld beschikbaar is voor onder andere hetnbsp;onderwijs. Terwijl investeren in kennis de enigenbsp;den zouden de topwetenschappers de universiteitnbsp;niet meer nodig hebben als ontmoetingsplaats met |
de Verenigde Naties, gevestigd te Tokyo. manier is om die landen er op de langere duur wer-hun directe collega's. Maar ook al zou dat waar |
kelijk bovenop te krijgen. Het was alsof een arts zijn, dan nog denk ik dat de universiteiten, nog |
'Als je de afgelopen honderd jaar overziet, dan kun een geneesmiddel toediende zonder enige aanafgezien van hun onmisbaarheid als kweekvijver |
je zeggen dat de wetenschap zich in de eerste dacht voor de bijwerkingen. Voor mijn gevoel spannbsp;voor de toppers van de toekomst, ook als ontmoe- |
zestig jaar van deze eeuw heeft ontwikkeld in de richting van een steeds verdergaande specialisatienbsp;in disciplines en op deelterreinen binnen disciplines.nbsp;Vanaf pakweg 1960 is er echter sprake van eennbsp;omslag. Dan wordt duidelijk dat die sterk mono-dis-ciplinaire aanpak tekort schiet om de complexe werkelijkheid te doorgronden en groeit de neiging vannbsp;onderzoekers om de grensgebieden tussen disciplines te gaan exploreren. Inmiddels is interdisciplinariteit gemeengoed geworden in de wetenschap, denk maar aan de biochemie. Maar een probleem is dat de samenwerkingnbsp;zich nog veelal beperkt tot onderzoekers uit verwante disciplines. Misschien ligt het aan mijn achtergrond als geograaf, want in ons vak werkennbsp;bèta's en gamma's al vanaf 1908 nauw samen, maarnbsp;in veel van de huidige onderzoekscombinaties opnbsp;het bèta-medische terrein mis ik een alfa/gamma-inbreng. Dan denk ik bijvoorbeeld aan onderzoeknbsp;op het gebied van de gezondheid en het milieu,nbsp;maar ook op typische bèta-gebieden als het klimaat. Willen we de maatschappelijke problemen opnbsp;al die terreinen de baas worden dan is een werkelijk multi-disciplinaire aanpak met bijdragen uitnbsp;totaal verschillende hoeken van de wetenschap innbsp;mijn ogen onmisbaar. Hoe noodzakelijk dat is, heeft de recente financiële crisis in Azië voor mijn gevoel nog eens duidelijknbsp;gemaakt. Het was natuurlijk prachtig dat het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank daarnbsp;zo snel te hulp kwamen. Maar dat gebeurde welnbsp;vanuit een puur economisch perspectief. Er werdennbsp;door de economen van het IMF eisen gesteld aan denbsp;getroffen landen die in financieel-technische zinnbsp;misschien heel adequaat waren, maar die geennbsp;rekening hielden met de sociale gevolgen. |
Een belangrijke eis van het IMF was bijvoorbeeld een forse lastenverlichting om het bedrijfsleven eennbsp;economische impuls te geven. Gevolg was dat dienbsp;je met een zo puur economisch beleid het paardnbsp;achter de wagen, en dat zal pas veranderen als ernbsp;binnen de economische wetenschap ook aandachtnbsp;komt voor de interactie met andere disciplines zoalsnbsp;rechten en sociale en ruimtelijke wetenschappen.nbsp;Nu zal ik niet ontkennen dat de ontwikkeling naarnbsp;een meer probleemgerichte wetenschappelijkenbsp;benadering op tal van terreinen al gaande is. Als iknbsp;binnen de Universiteit van de Verenigde Naties zounbsp;durven voorstellen om nu nog een disicplinairnbsp;onderwerp in studie te nemen, dan zou ik wordennbsp;weggehoond. Maar wij zijn dan ook een bijzonderenbsp;universiteit. Elders zie ik de bereidheid om overnbsp;grenzen te kijken nog aanzienlijk minder. Neem hetnbsp;Utrechtse Klimaatcentrum in wording. Daarin gaannbsp;meteorologen, chemici, fysici, aardwetenschappersnbsp;en fysisch geografen samenwerken. Prachtig ennbsp;heel erg interdisciplinair. Maar wat mij verontrust isnbsp;dat er kennelijk geen plaats is voor bijvoorbeeldnbsp;sociaal geografen. Ik ben bang dat het klimaatonderzoek op die manier toch weer beperkt blijft totnbsp;een 'technische' aangelegenheid, terwijl iedereennbsp;het er over eens is dat maatschappelijke factorennbsp;zoals de bereidheid om daadwerkelijk iets te doennbsp;aan de uitstoot van CO2 het kernprobleem vormen.nbsp;En dan praatje over consumptiepatronen, overnbsp;houdingen en gedragingen. Ik begrijp niet goednbsp;hoe je het klimaatprobleem op een zinvolle maniernbsp;kunt bestuderen zonder daar de sociale wetenschappen bij te betrekken. Als ik nu naar de volgende eeuw kijk, verwacht ik dus een toenemende interdisciplinaire samenwerking tussen ver uiteen gelegen vakgebieden. Eennbsp;interessant bijverschijnsel daarvan is dat ook de universiteiten als ontmoetingsplaats voor de verschillende disciplines een grote rol zullen blijven spelen.nbsp;Hier en daar wordt wel gesuggereerd dat universiteiten het met de snelle groei van ICT steeds moei-tingsplaats tussen de disciplines bestaansrecht zullen houden. |
Hoe kun je klimaat bestuderen zondernbsp;sociale wetenschappen? Het zal voor een rector van de Universiteit van de Verenigde Naties duidelijk zijn dat ik daarmee nietnbsp;pleit voor een vermindering van internationale contacten. Integendeel, zou ik zeggen. Want behalvenbsp;als eeuw van de wetenschappelijke specialisatie zounbsp;je de twintigste eeuw wat mij betreft ook mogennbsp;karakteriseren als de 'eeuw van de nationale universiteiten'. Tot ver in de negentiende eeuw waren universiteiten sterk internationaal georiënteerde instellingen van wetenschap die bezocht werdennbsp;door grote aantallen buitenlanders. Maar vanafnbsp;ongeveer 1870 neemt de staat het heft in handennbsp;en worden universiteiten overal in Europa opleidingsinstituten voor het nationale topkader, vooralnbsp;bedoeld voor studenten uit het eigen land. Ik hebnbsp;dat wel eens een Europese anomalie genoemd.nbsp;Curieus genoeg heeft de democratisering in denbsp;jaren zestig daar geen einde aan gemaakt, wantnbsp;ook nu nog wordt de universitaire opleiding doornbsp;de politiek allereerst gezien als een nationale opleiding voor de binnenlandse arbeidsmarkt. Pas denbsp;laatste jaren, met name sinds de start van het Eras-mus-programma, wordt er weer actief aan internationalisering op onderwijsgebied gedaan. Ik hoopnbsp;persoonlijk dat de universiteit van de 21e eeuwnbsp;weer wat dichter bij het ideaal van een internationale gemeenschap van wetenschappers en studenten zal komen te staan en dat daar ook meer plaatsnbsp;zal zijn voor onderzoekers en studenten uit denbsp;derde wereld. Want ook dat is voor mijn gevoel eennbsp;voorwaarde voor een gezamenlijke aanpak van denbsp;grote wereldproblemen.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[Erik Hardeman] |
14
Illuster ( Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 15-Het promovendiclubje van Marietje van Winter 'Zonder verjonging sterf Je uit' Als ze door Utrecht loopt of fietst, denkt ze bij elk walletje; ‘Hé, is dit een kunstmatige ophoging of een oeverwal van de oude Rijn?’ Het is een langdurige passie van haar: de ontrafeling van de loopnbsp;van Rijn en Vecht in het Middeleeuwse Utrecht. ‘Je wilt weten hoe de stad is ontstaan, Trajectumnbsp;ad Rhenum. Maar waar precies ging men de Rijn over?’ Om zich op deze en andere wetenschappelijke passies uit te kunnen leven, ontvangt prof. Johanna Maria van Winter, emeritus hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis, veelal bekend als Marietje vannbsp;Winter, twee keer per jaar een grote groep alumninbsp;bij haar thuis. Al een jaar voor haar VUT, begin 1988, ontving Marietje van Winter (nu 71 jaar) voor het eerst hetnbsp;quot;promovendiclubjequot;. Inmiddels nemen daaraan ooknbsp;promovendi deel van andere collega-hoogleraren,nbsp;zoals prof. Mayke de Jong (Van Winters opvolgster),nbsp;en de Amsterdamse Kees Dekker. 'Zonder verjongingnbsp;sterf je uit. Alleen de mensen van toen zien isnbsp;natuurlijk reuze leuk voor de nostalgie, maar je verdroogt. Ik wil op de hoogte blijven van lopendnbsp;onderzoek. En voor de jongeren is het nuttig om hetnbsp;woord te doen voor een groepje gelijkgezinden datnbsp;genoeg weet van het onderwerp om een discussienbsp;van niveau aan te gaan.' Marietje van Winter ontvangt de club in haar werkkamer, in het monumentale pand aan de Brigitten-straat. Altijd op woensdagavond, van zes tot negen. 'Ik wilde contact houden met de mensen bij wiernbsp;onderzoek ik me betrokken voel,' zegt ze bewustnbsp;wat plechtig. 'Mijn eigen huis leek me daar heelnbsp;geschikt voor, ik woon centraal en doe niet aannbsp;strikte sluitingstijden.' |
Het clubje is uitgegroeid tot een illuster gezelschap van zo'n 36 historici, veelal aio's, oio's en postdocs.nbsp;Hun onderzoeken hebben namen als quot;Cu Chulainnnbsp;en Conchobarquot;, quot;Schriftgebruik en rechtsoorkondenquot; en quot;Macht und Disziplinierungquot;. Ze stromennbsp;toe uit alle windstreken, zelfs uit het buitenland.nbsp;Van Winter hoort vaak per e-mail wie van de partijnbsp;is. Wie helemaal nooit komt opdagen, wordt rigoureus van de lijst geschrapt. 'Van een aantal promovendi komt niets terecht, in wetenschappelijke zin.nbsp;Ze krijgen absorberende banen in de informatietechnologie en onderwijs, en hebben geen tijd meernbsp;voor onderzoek.' Otto Vervaart promoveerde wel:nbsp;op juridische argumentatie in de late Middeleeuwen. Ondanks zijn omscholing tot systeembeheerdernbsp;behoort hij tot de trouwe bezoekers van Marietjesnbsp;soiree. 'Je wordt er vaak breder geïnformeerd dannbsp;tijdens een congres. Er komen tal van deelgebiedennbsp;van de middeleeuwse geschiedenis aan de orde,nbsp;steeds met een verrassende invalshoek. Marietjenbsp;houdt de spreker door haar vraagstelling bij de les:nbsp;quot;Waar heb je het precies over?quot; wil ze dan heel formeel weten. Maar wel met die karakteristieke glimlach op haar gezicht.' Wie Marietje van Winter zegt, denkt aan Van soeter cokene. Krijgen de promovendi een verrukkelijknbsp;middeleeuws maaltje voorgeschoteld? 'Niks daarvan.nbsp;Ik moet de bijeenkomsten zonder hulp kunnen runnen. Op mijn leeftijd ben je sneller vermoeid. Bovendien moet je kiezen: óf lekker en aandachtig eten,nbsp;óf luisteren. Daarom neemt iedereen gewoon z'nnbsp;eigen brood mee. En ik zorg voor thee, koffie ennbsp;melk. En voor klapstoelen.' |
Prof. Marietje van Winter in haar werkkamer thuis, voor de hoogtekaart van Utrecht rond 1900. Het is een van haar favoriete thema's: uitzoeken hoe de Rijn heeft gelopen in hetnbsp;Romeinse en middeleeuwse Utrecht. |
Nobelprijs voor Utrecht vervolg van pagina 3 't Hooft vertelt hoe hij geïnspireerd raakte door hetnbsp;vak. 'Mijn eerste leermeester was, naast mijnnbsp;natuurkundeleraar op school, mijn oom, Nico vannbsp;Kampen. Hij leerde mij de kritische houding, niet innbsp;het minst tegenover mezelf: neem niet te gauw aannbsp;datje de oplossing van een probleem hebt gevonden, speel eerst zelf voor advocaat van de duivel,nbsp;daarmee bespaar je anderen de moeite. Einstein,nbsp;Planck, Dirac en Feynman waren de grote wetenschappelijke voorbeelden. En Tini Veltman natuurlijk. Hij koesterde de harde pragmatische houding.nbsp;Dat we het dikwijls niet eens waren met elkaar,nbsp;voortdurend in debat, heb ik altijd als positief ervaren. Zeer tot mijn spijt is onze verhouding later verzuurd geraakt.' Kwikzilverachtig |
Voorlopig blijft 't Hooft zijn werk in Utrecht doen. Dat hij de lokroep van Amerikaanse universiteitennbsp;zo gemakkelijk kan weerstaan schrijft hij vooral toenbsp;aan zijn solistische instelling. 'Ik werk graag opnbsp;mezelf. Mijn ideeën zijn wat te kwikzilverachtig omnbsp;ze met anderen te delen. In zekere zin is dat eennbsp;handicap, want je ziet vaak dat mensen samennbsp;meer bereiken, maar ik heb gewoon moeite metnbsp;het vinden van mensen die precies zo denken alsnbsp;ikzelf. Het voordeel is weer dat het er minder toenbsp;doet waar ik zit. Zolang ik maar in een instituutnbsp;werk waar me lastige vragen worden gesteld; watnbsp;dat betreft heb ik in Utrecht niets te klagen.'nbsp;Terugkijkend op de wetenschap van de twintigstenbsp;eeuw constateert de Nobelprijswinnaar 't Hooft datnbsp;er verschrikkelijk veel belangrijke resultaten zijnnbsp;geboekt. 'Ik beperk me tot de fysica, anders komtnbsp;er geen eind aan mijn lijst: ik noem de quantumme- 'Moeder Matuur was het helemaal met ons eens' chanica, de speciale en algemene relativiteitstheorie, diverse belangrijke ontdekkingen in de vaste-stoffysica, de supergeleiding, de kernfysicanbsp;(-splijting en fusie), de subatomaire fysica en zekernbsp;ook de ontdekking van het standaardmodel. Denbsp;natuurkunde van nu is niet te vergelijken met dienbsp;van een eeuw geleden. |
'Ik durf te voorspellen dat de volgende eeuw veel minder zal opleveren. Toch is er zeker nog zekernbsp;ruimte voor spectaculaire ontdekkingen. Op mijnnbsp;persoonlijke agenda staat hoog genoteerd denbsp;'fysica van de Plancklengte'. Dit is de absurd kleinenbsp;afstandsschaal van 10 ” cm, waar zwaartekracht-effecten even sterk worden als alle andere interacties, zodat je kromming van ruimte en tijd meenbsp;moet nemen in de theoretische omschrijving van denbsp;structuren die je daar zou moeten hebben. Weliswaar claimt de huidige quot;supersnaarquot;-theorie datnbsp;men op een steenworp van de oplossing zit, maar iknbsp;heb daar mijn twijfels over. Veel jongere fysicinbsp;beschouwen die theorie als een belangrijke stap opnbsp;weg naar één samenhangend beeld van alles. Maarnbsp;zelf kan ik er niets mee. Ik denk dat de werkelijkheid een stuk ingewikkelder zal zijn dan men thansnbsp;vermoedt.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[Twan Qeurts! Erik Hardeman] Informatie in tekst en beeld over de beide Nobelprijswinnaars is te vinden vianbsp;www.uu.nl/nieuws |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;15
-ocr page 16-De studentencommissie: (v. I. n. r. Joost Mellegers, Jasper van der Bruggen, Eva Pelgrom en Marjolein van de Giessen)
utrechts Pas voor begunstigers Het Utrechts Universiteitsfonds telt ruim vierduizend begunstigers. Hun bijdragen makennbsp;veel activiteiten mogelijk dienbsp;het academische klimaat vannbsp;onze universiteit verrijken. Denbsp;universiteit en het bestuur vannbsp;het Ufonds vinden dat denbsp;begunstigers daar ook iets vannbsp;terug moeten vinden. Met het |
Universiteitsfonds groot. Dat blijkt ook weer uit de waardering die bijzondernbsp;hoogleraar prof. dr. W.C. Sinkenbsp;ontving. Hij bezet de bijzondere leerstoel 'Fysische en Chemische eigenschappen vannbsp;dunne lagen' bij de faculteitnbsp;Natuur- en Sterrenkunde. Aannbsp;hem is de prestigieuze Koninklijke Shell Prijs toegekendnbsp;wegens zijn grote verdiensten |
ƒ 10.000,- subsidies toegezegd. Een bijzondere subsidie werdnbsp;verleend aan een groep studenten Geschiedenis dienbsp;zeventiende-eeuwse bronnennbsp;inzake de aanwezigheid vannbsp;Nederlandse kolonisten in hetnbsp;vroegere Nieuw Amsterdamnbsp;(nu New York) hebben ontsloten voor digitaal gebruik. Tijdens de jaarvergadering van |
oog daarop wordt met ingang van 1 januari aanstaande denbsp;Ufonds-alumnipas ingevoerd.nbsp;Veel universitaire onderdelennbsp;voor het onderzoeksterrein. |
Ook prof. dr. F.L. Leeuw, bezetter van de bijzondere leerstoel 'Empirische en theoretischenbsp;de begunstigers hebben zijnbsp;een staaltje van het programma laten zien. |
's Avonds is het woord aan de studentensociëteiten. Op denbsp;kroeg van Unitas, USC,nbsp;hem zeer erkentelijk voor denbsp;wijze waarop hij zijn diversenbsp;bestuursfuncties heeft vervuld. |
werken mee aan de pas. In deze uitgave van Illuster leestnbsp;u er alles over. Bijzondere leerstoelen Het Universiteitsfonds stelt bijzondere leerstoelen in voor actuele wetenschappelijke ennbsp;maatschappelijke vraagstukken. In de afgelopen periodenbsp;zijn een aantal nieuwe leerstoelen ingesteld en bijzondernbsp;hoogleraren benoemd.
|
En tenslotte is daar de benoeming van bijzonder hoogleraar prof. dr. J.P. Kamerling totnbsp;directeur van het onderwijsinstituut bij de faculteit Scheikunde. Studenten Een goed contact met afgestudeerden begint al in de studententijd. Het Universiteitsfonds werkt er hard aannbsp;om voor hen en met hen denbsp;basis te leggen voor eennbsp;hechte binding met de universiteit. Een groot gedeelte vannbsp;de bijdragen van de begunstigers wordt besteed aan subsidies voor activiteiten doornbsp;studenten voor studenten. Omnbsp;dat goed te doen is er een studentencommissie die hetnbsp;bestuur adviseert over denbsp;bestemming van de gelden.nbsp;Dit jaar bestaat de commissienbsp;uit Jasper van der Bruggen |
Alumni 'on line' Nederland is en masse op Internet overgegaan. Het Universiteitsfonds wil niet achterblijven en ontwikkelt eennbsp;website die het mogelijk moetnbsp;maken dat de externe universitaire gemeenschap ook zijnnbsp;stem kan laten horen. In hetnbsp;nieuwe jaar moet de site operationeel zijn. In ieder geval kunt u zich vanaf 1 februari via Internet inschrijven voor denbsp;Universiteitsdag van 1 aprilnbsp;2000. vvvvw.Ufonds.uu.nl of www.alumni.uu.nl Universiteitsdag |
Op 1 april van het jaar 2000 ontvangen het Universiteitsfonds en de Universiteit weernbsp;de universitaire gemeenschapnbsp;op de Universiteitsdag. Uiteraard staat het ochtendprogramma in het teken van onzenbsp;Nobelprijswinnaars (prof. dr.nbsp;Gerard 't Hooft heeft ondernbsp;voorbehoud toegezegd, prof.nbsp;Veltman is uitgenodigd). Ooknbsp;prof. dr. Ronald Plasterk, eennbsp;UVSV/NVVSU, BITON, SSR.NUnbsp;en Veritas wordt een bont ennbsp;luidruchtig DIES-feest georganiseerd. Ook daar bent u vannbsp;harte welkom. Maar u kuntnbsp;uw heil natuurlijk ook zoekennbsp;in de wat rustiger Facultynbsp;Club. Vanaf 17.00 uur wordtnbsp;hier een borrel geserveerd,nbsp;een Universiteitsdag-menunbsp;geboden en 's avonds bij hetnbsp;haardvuur gemusiceerd.nbsp;Reserveer 1 april alvast. In denbsp;volgende Illuster staat het uitgebreide programma te lezennbsp;en vindt u een opgaveformu-lier. Het Universiteitsfonds Op 10 september jl. is de vereniging omgezet in een stichting. De nieuwe statuten zijn in deze constituerende vergadering eveneens vastgesteld.nbsp;Dat was ook het moment voornbsp;mr. M.P.M. Steenberghe omnbsp;zijn functie neer te leggen.nbsp;Volgens de verenigingsstatuten was zijn termijn verstrekennbsp;op het moment dat hij de leeftijd van zeventig jaar bereikte.nbsp;Het bestuur had hem echternbsp;verzocht om zijn vertrek nognbsp;Zijn inzet heeft er mede toenbsp;bijgedragen dat het Universiteitsfonds nu een goede basisnbsp;heeft voor de toebedeeldenbsp;taken. |
Tijdens de jaarvergadering die aansluitend op de bestuursvergadering plaatsvond, zijn denbsp;nieuwe statuten, de nieuwenbsp;huisstijl en de nieuwe activiteiten aan de aanwezigen gepresenteerd. Informatie Wilt u meer weten van het Universiteitsfonds? Bel ofnbsp;schrijf naar: Utrechts Universiteitsfonds / alumnibureau Bestuursgebouw, Heidel-berglaan 8, 3584 CS Utrecht tel: (030) 253 80 25 fax:nbsp;(030) 253 80 26 e-mail:nbsp;ufonds@ufonds.uu.nl |
gen benoemd tot bijzonder hoogleraar 'Frankrijkstu-dies'. |
Bijzonder hoogleraren zijn vaak ook letterlijk bijzonder.nbsp;(student Fysische Geografie),nbsp;Marjolein van de Giessen (student Psychologie), Joost Mellegers (student Historischenbsp;Economie) en Eva Pelgromnbsp;(student Engels). Vanaf 1 sep-van de winnaars van de Spino-zaprijs - de belangrijkstenbsp;Nederlandse onderscheidingnbsp;voor wetenschappelijk onderzoek - is uitgenodigd, 's Middags bent u welkom bij denbsp;enige tijd uit te stellen en hetnbsp;bestuur juridisch te begeleidennbsp;bij de overgang van rechtspersoon. Deze procedure is nunbsp;afgerond en de stichting eennbsp;feit. Daarmee is ook het ver- |
Hun wetenschappelijke en maatschappelijke reputatie isnbsp;tember is de commissie aannbsp;het werk en zijn er voor zo'nnbsp;opleidingen en andere onderdelen van de Universiteit.nbsp;trek van Max Steenberghe eennbsp;feit geworden. Het bestuur is |
16
illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 17-Alumnipas voor begunstigers van het Utrechts Universiteitsfonds
Sinds l886 zet het Utrechts Universiteitsfonds zich in voor de groei en bloei van de Universiteit Utrecht. Met het ondersteunen van activiteiten voor studenten en afgestudeerden, door het instellen van bijzondere leerstoelen. Het Universiteitsfonds nodigt de lezers van Illuster uit om begunstiger tenbsp;worden. Dat kan voor een minimumbedrag van ƒ25,- per jaar. Als dank voor uw bijdrage ontvangt u de Ufonds-Alumnipas. Deze pagina laat zien opnbsp;welke voordelen u als pashouder kunt rekenen. Elders in dit blad treft u een bon. Daarmee kunt u zich aanmelden als begunstiger en aangeven vannbsp;welke voorzieningen u gebruik wenst te maken.
Lenerspas Universiteitsbibliotheek De Ufonds-pas geldt als lenerspas voor de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Dat bespaart u de aanschaf van een eigen pasnbsp;van ƒ 50,-. U heeft toegang totnbsp;de collecties en de voorzieningen van de UB, met uitzondering van de voorzieningennbsp;voor bepaalde groepen. Vriend van het Universiteitsmuseum De Ufonds-Alumnipas geeft recht op het lidmaatschap vannbsp;de 'Vrienden van het Universiteitsmuseum' voor de gereduceerde prijs van ƒ10,- in hetnbsp;eerste jaar, en ƒ5,- in de jarennbsp;daarna. U heeft gratis toegang, ontvangt twee keer pernbsp;jaar het UM-blad en uitnodigingen voor de openingen vannbsp;exposities. Lidmaatschap Faculty Club 'Helios' Houders van de pas betalen ƒ 95,- in plaats van ƒ 150,- voornbsp;het buitengewone lidmaatschap van de Faculty Clubnbsp;'Helios', de academische 'huiskamer' van de universiteitnbsp;vlakbij het Academiegebouw.nbsp;Dit aanbod geldt alleen voornbsp;betalende begunstigers dienbsp;geen medewerker zijn van denbsp;Universiteit dtrecht. |
Een bezoek aan de Botanische Tuinen Op vertoon van de Ufonds-Alumnipas krijgt u ƒ2,50 korting bij een bezoek aan de Botanische Tuinen. Normaalnbsp;bedraagt de toegang ƒ7,50. Voordelig sporten in Olympos Sportcentrum Olympos hanteert het voordelige 'uitloop-tarief' voor alumnipashouders, tot twee jaar na het afstuderen. Creatieve kortingen in Parnassos Cultureel Centrum Parnassos geeft cursussen in muziek,nbsp;toneel, dans, theater en taal.nbsp;Voor pashouders berekentnbsp;Parnassos het gunstige middentarief. |
Goedkoop organiseren bij Faciliteiten Bedrijf Utrechtnbsp;Faciliteiten Bedrijf Utrecht verleent gebouwgebonden diensten aan onderdelen van denbsp;universiteit. Houders van denbsp;Ufonds-Alumnipas kunnennbsp;rekenen op:
Onderwijs De Ufonds-Alumnipas maakt het mogelijk tegen reductienbsp;postacademische opleidingennbsp;en contractonderwijs te volgennbsp;aan de Universiteit Utrecht. • Rechtsgeleerdheid: 20% korting op postacademische cursussen. Voorwaarde isnbsp;wel dat u in een periodenbsp;van vijf jaar vóór inschrijving voor een PAO-cursusnbsp;aan de faculteit bent afgestudeerd |
Ruimtelijke Wetenschappen, Scheikunde, Wijsbegeerte,nbsp;Wiskunde amp; Informatica:nbsp;20% korting op het postacademisch onderwijsaanbod. Sociale Wetenschappen: 20% korting op het 'aan-schuifonderwijs'; keuzevakken uit het regulierenbsp;onderwijsprogrammanbsp;Biologie, Letteren, Godgeleerdheid: korting op hetnbsp;facultaire aanbodnbsp;IVLOS: 10% korting op hetnbsp;cursusaanbodnbsp;James Boswell Instituut:nbsp;nader vast te stellen kortingnbsp;op het cursusaanbodnbsp;Centrum voor Bio-ethiek:nbsp;20% korting op het postacademisch onderwijsnbsp;Cap Gemini Opleidingen,nbsp;voorheen ACCU: 20% korting op het externe tariefnbsp;voor open inschrijvingscur-sussen aan de Budapestlaannbsp;Centrum voor Beleid ennbsp;Management: 20% kortingnbsp;op het cursusaanbod Verzekeringen Pashouders ontvangen een kortingspercentage op verzekeringen bij OHRA: |
Nota Bene: prijswijzigingen voorbehouden. Aan dezenbsp;informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Informatie Voor meer informatie kunt u zich wenden tot hetnbsp;bureau: Utrechts Universiteitsfonds Bestuursgebouw Heidelberglaan 8 3584 CS Utrechtnbsp;tel.: (030) 253 80 25nbsp;fax: (030) 253 80 26nbsp;e-mail:nbsp;ufonds@ufonds.uu.nlnbsp;www.alumni.uu.nlnbsp;WWW.ufonds.uu.nl |
Illuster j Universtiteit Utrecht | december 1999 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17
-ocr page 18-utrechtse stellingen
Stellingen uit recente Utrechtse proefschriften
Ter zake
Verenigingen
Een gezicht zonder sproeten is als een hemel zonder sterrennbsp;(Jeannette Hop, Geneeskunde) Middelbare scholieren worden met de vrijheid die het studiehuisnbsp;biedt volledig verkeerd op denbsp;universiteit voorbereid. Daar isnbsp;namelijk de laatste paar jarennbsp;een trend aanwezig om hetnbsp;onderwijs steeds schoolser en innbsp;hapklare brokken aan te biedennbsp;om op die manier de studentennbsp;te helpen voldoen aan de eisennbsp;van de tempobeursnbsp;(Stephan de Roode, Natuurkunde) Wetenschap is een culturele bezigheid en daarom onderhevig aan mode (Laura M'Rabet, Geneeskunde) Een computer doet precies wat u van hem vraagt, het zou dusnbsp;geen zin moeten hebben omnbsp;boos te wordennbsp;(Nicotine Lewin, Geneeskunde) De appel valt niet ver van de boom; dit geldt ook voor denbsp;peer. In dit opzicht zijn appels ennbsp;peren dus prima vergelijkbaarnbsp;(Arno Schoenmakers, Sterrenkunde) Om los te komen moet een mens eerst vastlopen (Huib Zuidervaart, Natuurkunde) Uitgeslagen tanden zijn normaal al na een kwartier dood, maar alsnbsp;ze in melk bewaard worden,nbsp;overleven ze een hele dag. Hetnbsp;tijdperk van de tandenloze voetballer in de Premier League lijktnbsp;derhalve voorbij (Marcel Stokkel, Geneeskunde) Bestrijding van zinloos geweld begint in de wiegnbsp;(Helen Staples, Rechten) Werkdruk wil niet zeggen dat men het druk heeft met het werknbsp;(Nicolien Kop, Sociale Wetenschappen) |
Oproep oud-leden Dekoor Dekoor Close Harmony viert dit cursusjaar haar derde lustrum. Ter gelegenheid hiervannbsp;wordt in het voorjaar van 2000nbsp;een reünistendag georganiseerd. Dekoor roept oud-ledennbsp;op hun naam, adres en telefoonnummer door te geven. Reacties: Just Kalverkamp, tel. (030) 293 3393. Navigators Studentenvereniging Utrecht De Navigators Studentenvereniging Utrecht (NSU) is van plan een reünie te organiserennbsp;en is daarom op zoek naarnbsp;adressen van oud-leden. Overigens zijn zij altijd welkom innbsp;de sociëteit. Elke dinsdagavond is er vanaf 22.00 uurnbsp;gelegenheid tot borrelen. Adresgegevens doorgeven aan Ineke Muurling, h.t. Abnbsp;Actis der NSU, Boothstraatnbsp;10, 3512 BW Utrecht. Ichtus Studentenvereniging Ichthus is op zoek naar haar oud-leden. Onderwijs Antropologendag 15 maart Kopstukken uit de nationalenbsp;en internationale milieuwereldnbsp;gaan op de antropoiogendagnbsp;in discussie met antropologen,nbsp;alumni en studenten. Hetnbsp;thema van deze dag is 'Milieunbsp;amp; Conflict'. Het Utrechtse specialisme 'Ecologie, Duurzaamheid en Ontwikkeling' krijgtnbsp;die dag extra aandacht, evenals de actualiteit buiten denbsp;universiteit. Verder spreektnbsp;men over de kansen voornbsp;antropologen op de arbeidsmarkt op dit terrein. In de ochtend staan een 'keynotenbsp;speaker' en een 'counter speaker' centraal, 's Middags zijnnbsp;er workshops en in een afslui |
Contactpersoon: Grethe de Vries, tel. (030) 296 27 42, e-mail: ichthus@studver.uu.nl Zeilen, eten en feesten bij Histos Binnenkort krijgt iedereen die ooit lid is geweest van zeilvereniging Histos de kans omnbsp;oude Histos-vriendjes weernbsp;eens te zien. Op 8 april 2000nbsp;wordt ter gelegenheid van hetnbsp;8e lustrum van U.S. Histos eennbsp;grootse reünie gehouden. Zeilen, eten en feesten staan innbsp;ieder geval op het programma. Aanmelden voor het lustrum: Ellen de Kroon, tel. (030) 231 73 73, e-mail:nbsp;ellendkr@worldonline. nl Website voor Neerlandici De alumnivereniging van Utrechtse Neerlandici, NED-werk, heeft sinds kort eennbsp;website: NEDweb genaamd.nbsp;Op NEDweb is informatie tenbsp;vinden over de nieuwste ontwikkelingen in de Neerlandistiek en binnen het Instituutnbsp;Nederlands. Ook is het moge-tend forum worden controversiële stellingen besproken.nbsp;Na het officiële deel is het tijdnbsp;voor een borrel in de binnenstad van Utrecht, gevolgd doornbsp;een buffet. De dag wordt afgesloten met een bruisend dansfeest tot in de kleine uurtjes. Aanmelden voor de Antropologendag 2000 kan via het secretariaat, vóór 1nbsp;februari 2000. Tel. (030) 253nbsp;21 11, e-mail:nbsp;M.Azofra@fss.uu.nl. Mieuw: Matuur-wetenschap amp; Innovatie-management |
De opleiding Natuurwetenlijk te discussiëren en advertenties te plaatsen. Alumni kunnen hun e-mailadres achterlaten. De vereniging is op zoek naar mensen die mee willen werkennbsp;aan de inrichting en het onderhoud van de website. Heeft u interesse, neemt u dan contact op met Antoinette Bolt, tel. (030) 253nbsp;80 00, e-mail antoinette.bolt® let.uu.nl NEDweb: www.let.uu.nl/ nederlands/NEDwerk.nl Nieuwe coach Orca Roeivereniging Orca heeft vanaf het begin van dit seizoen een betaalde hoofdcoach. Het betreft denbsp;voormalig bondscoach vannbsp;Nieuw-Zeeland, Duncan Holland. Hij is de eerste fulltimenbsp;profcoach en zal vooral ouderejaars gaan coachen. Voor denbsp;eerstejaars wedstrijdroeiers isnbsp;Paul Broekhuizen aangesteld.nbsp;Orca heeft de twee begeleiders aangesteld om het roeini-veau binnen de vereniging tenbsp;kunnen verhogen. De in 1998nbsp;schappen en Bedrijf amp; Bestuurnbsp;(NWBB) heet nu Natuurwetenschap amp; Innovatiemanagementnbsp;(NWamp;i). In het flink vernieuwde programma leren studenten hoe eennbsp;natuurwetenschappelijkenbsp;inventie een maatschappelijknbsp;en economisch geslaagdenbsp;innovatie kan worden. Hetnbsp;Centrum voor Natuurwetenschappen heeft inmiddels eennbsp;hoogleraar aangetrokken. Hetnbsp;gaat om prof. dr. ir. Ruudnbsp;Smits, de voormalig directeurnbsp;van het Studiecentrum voornbsp;Technologie en Beleid vannbsp;TNO. |
Vernieuwd zijn de afstudeer-trajecten. In het tweede studiejaar kan gekozen worden opgerichte Businessclub Orcanbsp;zorgt samen met IT-gigant IBMnbsp;voor financiële ondersteuning. Feest USKO Het Utrechts Studenten Koor en Orkest (USKO) viert in hetnbsp;jaar 2000 haar 55-jarignbsp;bestaan. In conferentieoordnbsp;Woudschoten worden tweenbsp;weekends georganiseerd. Oud-leden zullen daar het Weihnachtsoratorium van Bachnbsp;instuderen en, samen met hetnbsp;huidige USKO, ten gehorenbsp;brengen. Om het bestand van oud-leden up-to-date te krijgen, wilnbsp;USKO graag van iedereennbsp;actuele adresgegevens. Oud-leden van het USKO kunnen hun adresgegevens,nbsp;stem- of instrumentgroep,nbsp;jaren van lidmaatschap ennbsp;eventuele interesse voornbsp;een nieuwsbrief doorgevennbsp;aan de lustrumcommissienbsp;van het USKO. Contactpersoon is Myriam Schulze,nbsp;Willem Schuylenburglaannbsp;76, 3571 SL Utrecht. E-mail:nbsp;m.schulze@students.let.uu.nlnbsp;uit drie studiepaden: Energienbsp;amp; Materialen, Mobiliteit amp;nbsp;Infrastructuur of Medische Biotechnologie. De verschillende bèta- en gam-mavakken zijn in het curriculum geïntegreerd. Het aantal contacturen is teruggebracht,nbsp;waardoor er meer ruimte isnbsp;voor zelfstudie. Bij een aantalnbsp;cursussen wordt gebruikgemaakt van probleemgestuurdnbsp;en projectonderwijs. Herstel In de vorige Illuster stond voor contractonderwijs bij Wijsbegeerte (pagina 20) het kortingspercentage voor alumninbsp;foutief weergegeven. Dit moetnbsp;zijn: 20 procent. |
18
illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 19-Boswell Talen
Boswell Talen organiseert taaltrainingen binnen het hoger onderwijs. De sectienbsp;Engels ontwikkelt en verzorgt op verzoeknbsp;trainingen die zijn toegesneden op de specifieke leerdoelen van de deelnemers. Ooknbsp;voor individuele training kunt u bij de sectie Engels terecht. Daarnaast biedt hetnbsp;James Boswell Instituut een programmanbsp;met open inschrijving. In de eerste helftnbsp;van 2000 organiseert het Instituut opennbsp;cursussen Spaans, Italiaans en Engels. |
De brochure Boswell Talen kunt u aanvragen bij: James Boswell Instituut, Bijlhouwerstraat 6, 3511 ZC Utrecht. Tel: (030) 253 86 66, fax: (030) 253 86 86, e-mail: James.boswell@jbi.uu.nl. Internet: www.jbi.uu.nl. Voor meer informatie over ons programma kunt unbsp;bellen met het Instituutsbureau, tussennbsp;9.30 en 16.30 uur. |
Basiscursus Spaans
Open inschrijving
Een intensieve cursus Spaans. Bestemd voor mensen die voor werk, studie of vakantie naar een Spaanstalig land gaan. In deze cursus ontwikkelt unbsp;vooral spreek- en luistervaardigheid in praktischenbsp;situaties.
12 bijeenkomsten van elk 2 uur en 15nbsp;minuten
1 februari
15 maart
di 18.30-20.45
WO 18.30-20.45
ƒ495,-
ƒ90,-
Marja Küsters
Basiscursus Italiaans
Open inschrijving
Een korte, intensieve kennismaking met de Italiaanse taal. In deze cursus verwerft u zoveel basiskennis dat u in staat bent u tijdens een vakantie of studieverblijf in Italië in alledaagse situaties uitnbsp;te drukken. Het accent ligt op het ontwikkelennbsp;van spreek- en luistervaardigheid.
14 bijeenkomsten van elk 2 uur
X''
21 maartjl*
Spoken English
Open-enrolment course
This advanced course provides opportunities to practise and develop your oral communicationnbsp;skills in English. Vocabulary development is annbsp;essential part of the programme. Issues ofnbsp;grammar are addressed when necessary.
Writing in English for publication
Open-enrolment course
Writing letters in English
Open-enrolment course
Tuesdays
17.15-19.30
Teaching your subject in English
Open-enrolment course
Presenting in English (intensive)
Open-enrolment course
Presenting in English (extensive)
Open-enrolment course
22 June
23 June
Ter zake
Hoger Onderwijs Voor Ouderen (HOVO) Het HOVO is er voor alle 50 plussers met belangstellingnbsp;voor het volgen van op hennbsp;afgestemd hoger onderwijs,nbsp;leder half jaar starten er zo'nnbsp;25 cursussen op allerlei gebied:nbsp;filosofie, geschiedenis, theologie, kunst, architectuur, ontwikkelingen in de Balkan,nbsp;fysica...van alles. De cursussennbsp;worden verzorgd door de Uni-versiteit Utrecht, de Universi-teit voor Humanistiek, denbsp;Hogeschool van Utrecht ennbsp;Hogeschool de Horst in Driebergen. |
De meeste cursussen hebben een theoretisch karakter, metnbsp;andere woorden het zijn geennbsp;vaardigheidstrainingen of cre-ativiteitscursussen. Hoewel bijvoorbeeld Werken metnbsp;internet daar weer een uitzondering op vormt. De cursussennbsp;zijn algemeen inleidend opnbsp;het niveau van het eerste ennbsp;tweede jaar wetenschappelijknbsp;onderwijs. Bij de HOVO-cursus-sen concentreren de docentennbsp;zich niet op allerlei details,nbsp;maar zij zoeken verbandennbsp;met andere vakgebieden ennbsp;schetsen de grote lijn.
|
HOVO Utrecht mag zich verheugen in een groeiend aantal cursisten. Op dit moment zijnnbsp;het er ruim 1100 per jaar, ennbsp;dit aantal groeit nog steeds.nbsp;De cursussen zijn toegankelijknbsp;voor vijftigplussers, de meestenbsp;cursisten zijn echter boven denbsp;zestig. Er is geen selectie opnbsp;vooropleiding. Meer informatie over HOVO Utrecht en het cursusprogramma vindt u in denbsp;cursusgids 1999-2000. Aannbsp;te vragen bij: secretariaatnbsp;HOVO. Postbus 80125, 3508nbsp;TC Utrecht, (030) 253 34 83. |
Een middag evolutie van de sterren De superlatieven zijn niet van de lucht op de laatste middagnbsp;Evolutie van heelal en sterrennbsp;bij het HOVO in de vernuftigenbsp;Zonnezaal in het Minnaertge-bouw. De enorme plas regenwater in de hal is evennbsp;indrukwekkend als de thematiek van de middag. Supernovae, zwarte gaten, eennbsp;krabnevel, Aristoteles, Julesnbsp;Verne, Stephen Hawking, geennbsp;zee is het HOVO te diep. Denbsp;materie komt tot leven doornbsp;de bevlogen woorden van Jannbsp;Kuijpers, hoogleraar Sterrenkunde aan de faculteit Natuur-en Sterrenkunde en door denbsp;technische en didactischenbsp;hoogstandjes die hij laat zien.nbsp;We zijn getuige van de bewegingen van sterren die 150.000nbsp;jaar geleden zijn geëxplodeerdnbsp;en in februari 1987 vanuit denbsp;aarde waargenomen. We reizen over een virtuele globe,nbsp;zodat we inzicht krijgen in denbsp;reis die sterren over de aardbolnbsp;maken. Veertig luisteraars volgen aandachtig het verhaal van professor Kuijpers. Hij gaat wel erg snel, vinden de toehoorders. Innbsp;de pauze vertelt de Jurist desgevraagd 'gewoon even niet tenbsp;luisteren als Kuijpers formulesnbsp;uitlegt' en de Arts dat hij 'blijnbsp;is als hij de grote lijn te pakkennbsp;heeft' omdat de details eennbsp;geheim voor hem blijven. Denbsp;Angliciste vertelt dat ze metnbsp;haar achtergrond natuurlijknbsp;weinig begrijpt van de 'formules en zo' maar dat ze het tochnbsp;vreselijk interessant vindt. 'Iknbsp;vind het heel boeiend, ik hebnbsp;enorm veel vragen maar durfnbsp;ze niet te stellen. Ja, dat heb jenbsp;van vroeger hè, nog die prestatiedrang.' Toch lijkt niemandnbsp;werkelijk onder het vlottenbsp;tempo te lijden. Als Kuijpersnbsp;aan het eind van het collegenbsp;de aanwezigen stevig doorvraagt over niveau, tempo ennbsp;inhoud van de cursus, geven denbsp;meesten wel toe dat ze hetnbsp;allemaal veel te vlug vondennbsp;gaan. Kuijpers wil preciesnbsp;weten waar de feilen zitten.nbsp;'We willen het de volgendenbsp;keer nóg beter doen.' Niettemin is er grote belangstellingnbsp;voor een vervolg op de cursus.nbsp;Vijfentwintig van de aanwezigen zeggen terug te willennbsp;komen voor nog een keer zesnbsp;bijeenkomsten Sterrenkunde.nbsp;Dan wil men meer weten overnbsp;de laatste ontdekkingen in denbsp;ruimte. |
Veel van de deelnemers van Sterrenkunde hebben al eensnbsp;eerder bij HOVO iets gedaan.nbsp;Ontwikkelingen in Oost-Europa, of Architectonischenbsp;vormgeving. Omgaan metnbsp;internet, dat zijn de goedlopende cursussen. 'Het is zonbsp;prettig, je hoeft geen diplomanbsp;of iets dergelijks te halen, hetnbsp;is echt prachtig om je eens tenbsp;verdiepen in een onderwerpnbsp;dat je altijd al interesseerde,nbsp;maar waar je nooit aan toenbsp;kwam', zegt de Financieelnbsp;Directeur. Opvallend dat iedereen het beaamt: 'Nee, alsjeblieft geen vakgenoten. Dienbsp;spreek ik elders wel. Juist eensnbsp;over een ander onderwerp ietsnbsp;horen, dat is het prettige vannbsp;HOVO.' [5abine Funneman] N.B. In februari 2000 start weer een cursus Nieuwe ontwikkelingen in de astrofysicanbsp;(zie hiernaast). |
20
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 21-Universiteitsmuseum
Het tentoonstellingsprogramma voor het nieuwe jaar:
l'y | ||
Ä v_=;.O| | ||
« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SS | ||
ó • i£ |
Jeugdlab Jeugdlab, het spannende, semi-permanente onderdeelnbsp;van het museum, is bedoeldnbsp;voor wetenschappers-in-de-dop tussen 10 en 16 jaar.nbsp;Ongestoord en op eigennbsp;houtje kunnen ze allerlei proeven doen rond het themanbsp;'zien'. In oktober is het jeugdlab uitgebreid met een echtenbsp;badkamer. Onnozele Kinderen De beeldend kunstenaar Krien Clevis laat zich inspireren doornbsp;de collectie aicoholpreparatennbsp;van het Universiteitsmuseum. |
De foto's van de kinderen op sterk water worden getoondnbsp;achter geëtst glas, waarop versieringen zijn aangebracht.nbsp;Het glas werkt als een sluiernbsp;voor het eigenlijke beeld.nbsp;Deze veertien religieuze kabinetten ofwel relikwiekastjesnbsp;zijn vanaf 2 januari tot 22 meinbsp;2000 te zien. Photographie |
In deze grote wisselexpositie laat het Universiteitsmuseumnbsp;een selectie zien van haar uitgebreide en gevarieerde fotocollectie. Deze collectie,nbsp;afkomstig uit diverse hoekennbsp;en gaten binnen de universi-teit, is verzameld door Hansnbsp;Rooseboom, assistent-conser-vator van het Rijksmuseum. Ernbsp;zijn foto's te zien uit denbsp;periode 1860 - 1918. Verplaatsnbsp;u in de wetenschapper vannbsp;1870, bekijk de eerste kleurenfoto uit Utrecht en neem eennbsp;kijkje in de elitaire wereld vannbsp;de student anno 1910. Vanafnbsp;18 februari tot 6 novembernbsp;2000. Pronkstuk |
Iedere twee maanden kiest een van de (gast)conservato-ren een bijzonder object uit denbsp;enorm gevarieerde collectienbsp;van het Universiteitsmuseum.nbsp;Soms een uniek stuk, eennbsp;andere keer een curiositeit.nbsp;Maar ook een vervalsing kannbsp;als pronkstuk dienen. Kijk opnbsp;de internetsite of in hetnbsp;Utrechtse Stadsblad welknbsp;object nu in de schijnwerpersnbsp;staat. Biotechnologie Een vooruitblik: op dit moment is het museum hardnbsp;bezig met een tentoonstellingnbsp;over biotechnologie. Wat isnbsp;het en op welke manier krijgen we ermee te maken? |
Is het gevaarlijk of juist een wondermiddel? Vanaf december 2000 te zien. Voor meer informatie over tentoonstellingen, activiteiten en evenementen in hetnbsp;Universiteitsmuseum kunt unbsp;bellen met (030) 253 80 08.nbsp;of kijken op internet:nbsp;wvvw.museum.uu.nlnbsp;Openingstijden: dinsdagnbsp;tim zondag van 11.00 uurnbsp;tot 17.00 uur. |
Zaterdag 1 april 2000
Universiteitsdag voor afgestudeerden,nbsp;studenten en medewerkersnbsp;van de Universiteit Utrecht
Het programma: 's Ochtends presentaties rond de Nobelprijzen voor denbsp;Natuurkunde 1999 en de Spi-noza-prijzen voor wetenschappelijk onderzoek. Denbsp;prijswinnaars Gerard 't Hooft*nbsp;en Ronald Plasterk hebbennbsp;hun medewerking toegezegd.nbsp;Een feestelijke lunch metnbsp;informatiemarkt** in het Edu-catorium, het gebouw dat denbsp;Rietveldprijs 1999 heeft gekregen. |
's Middags ontvangen de faculteiten*** hun gasten.nbsp;Daarnaast organiseert eennbsp;aantal universitaire onderdelen workshops (o.a. Hogernbsp;Onderwijs Voor Ouderennbsp;(HOVO), Loopbaancentrumnbsp;Topselect en Centrum voornbsp;Beleid en Management). 's Avonds een diner op de Faculty Club en een Diesfeestnbsp;met optredens van studentenbands bij studentenverenigingen in de Utrechtsenbsp;binnenstad. |
* Onder voorbehoud ** Op de informatiemarkt kunnen alumni hun bedrijf of organisatie (kosteloos) presenteren.nbsp;Denkt u dat de producten/diensten van uwnbsp;bedrijf/organisatie interessant zijn voornbsp;andere alumni, stuur dan een e-mail naarnbsp;Germaine Custers (g.custers@csc.usc.uu.nl)nbsp;vóór 1 februari 2000. Vermeld relevante gegevens over uw bedrijf/organisatie, met welknbsp;doel u op de markt wilt staan en hoe u zichnbsp;daar wilt presenteren. U verneemt in de eerste helft van maart of uw bedrijf/organisatienbsp;zich kan presentererj op de markt. *** De volgende faculteiten/opleidingen organiseren op 1 april een middagprogramma: Biologie, Duitse taal- en letterkunde. Engelsenbsp;taal- en letterkunde, Geneeskunde, Geschiedenis, Godgeleerdheid, Italiaanse taal- en letterkunde, Kunstgeschiedenis, Muziekwetenschap,nbsp;Nederlandse taal- en letterkunde. Natuur- ennbsp;Sterrenkunde, Oosterse talen. Rechtsgeleerdheid, Ruimtelijke wetenschappen. Scheikunde,nbsp;Sociale Wetenschappen, Spaanse taal- en letterkunde, Taalwetenschap, Theater-, film- ennbsp;televisiewetenschap. Wiskunde en Informaticanbsp;en Wijsbegeerte. |
De Universiteit Utrecht en het Utrechts Universiteits-fonds nodigen u van hartenbsp;uit op 1 april naar Utrechtnbsp;te komen. In de volgendenbsp;Illuster, begin maart, vindtnbsp;u het volledige programmanbsp;en een aanmeldingskaart.nbsp;Vanaf 1 februari vindt unbsp;het complete programmanbsp;op www.alumni.uu.nlnbsp;Meer informatie:nbsp;(030) 253 35 50 |
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;21
-ocr page 22-Ter zake
Peer Gynt door Frank Groothof De Noorse sage Peer Gynt is door theatermaker Franknbsp;Groothof bewerkt tot eennbsp;matineevoorstelling. Hij vertelt, zingt en danst. Hetnbsp;Utrechtsch Studenten Concertnbsp;speelt daarbij muziek vannbsp;Grieg. Een aanrader voor jongnbsp;en oud. Theatermaker Frank Groothof geeft op 27 december eennbsp;eenmalige matineevoorstellingnbsp;van Peer Gynt. Deze Noorsenbsp;sage verhaalt over een jongenbsp;vrijbuiter die de wijde wereldnbsp;intrekt, geheel berooid terugkeert en troost vindt in denbsp;armen van Solvejg, zijn oudenbsp;jeugdliefde. |
Het wordt een mengeling van vertelkunst, zang en dans. Hetnbsp;Utrechtsch Studenten Concertnbsp;zal de bijbehorende muzieknbsp;van Grieg spelen. Er is tevensnbsp;een kleurplatenwedstrijd georganiseerd, waarvan de uitslagnbsp;na afloop van de voorstellingnbsp;op bijzondere wijze zal worden bekendgemaakt. Lovende recensies Het Utrechtsch Studenten Concert heeft in 1995 ook al een show met Frank Groothof opnbsp;de planken gezet: Peter en denbsp;Wolf. Zijn nieuwe show Peernbsp;Gynt is eerder uitgevoerd,nbsp;onder meer op het Prinsengrachtenfestival in Amsterdam, en kreeg lovendenbsp;recensies. Voor Utrecht betekent de show een primeur.nbsp;Dirigent Bas Pollard dirigeerdenbsp;dit jaar bij de opera Pagliacci,nbsp;uitgevoerd door het USCon-cert, het projectkoor en professionele solisten en artiesten.nbsp;Hij is regelmatig assistent-diri-gent bij bekende orkesten alsnbsp;het Nederlands Philharmonischnbsp;Orkest en het Nederlands Blazersensemble. |
De matineevoorstelling Peer Gynt vindt plaats opnbsp;maandag 27 decembernbsp;1999. Locatie: Muziekcentrum Vredenburg, De voorstelling begint om 15.00nbsp;uur. Kaarten zijn verkrijgbaar aan de kassa van Vredenburg, tel. (030)231 45nbsp;44 of via het Utrechts Studenten Concert, tel. (030)nbsp;253 87 50. Kosten f20,-voor kinderen (tot 14 jaar),nbsp;f25,- voor volwassenen. SOLARIS Universiteitswinkel Nu de verhuizing van Solaris naar het Academiegebouwnbsp;achter de rug is treden ernbsp;opnieuw veranderingen opnbsp;binnen SOLARIS. Van een aantal ontwikkelingen willen wij unbsp;graag op de hoogte brengen.nbsp;Per 1 november heeft Denisenbsp;Hermanns afscheid genomennbsp;als manager van SOLARIS en isnbsp;zij opgevolgd door Colette vannbsp;den Adel. In de komendenbsp;maanden zullen er ook weernbsp;nieuwe artikelen in het assortiment van SOLARIS verschijnennbsp;en wordt een deel van denbsp;oude kledingcollectie opgeruimd. Daarnaast zijn wij unbsp;graag van dienst bij hetnbsp;samenstellen van kerstpakketten voor uw medewerkers ennbsp;relaties. Naast de verkoop van artikelen heeft SOLARIS als taak informatie te geven over denbsp;universiteit en haar activiteiten en bezienswaardigheden. |
De openingstijden van SOLARIS zijn: maandag t/mnbsp;vrijdag van 13:00 tot 17:00nbsp;uur en op afspraak. SOLARIS, Academiegebouw (kamer 4), Domplein 29,nbsp;3512 JE Utrecht, telefoon:nbsp;(030) 253 60 53, fax: (030)nbsp;253 60 10. Beurzen voor vrouwen De Stichting Fonds Doctornbsp;Catharine van Tussenbroeknbsp;stelt een aantal beurzen ternbsp;beschikking voor vrouwen dienbsp;niet in aanmerking komennbsp;voor financiering door NWO,nbsp;KNAW en faculteit. Een aantal beurzen is voor vrouwen die na hun promotienbsp;enige tijd aan een instellingnbsp;voor onderzoek of onderwijsnbsp;in het buitenland willen doorbrengen. Ook afgestudeerdenbsp;vrouwen die in het buitenlandnbsp;een promotieonderzoek willennbsp;doen, komen in aanmerking.nbsp;Deze beurzen bedragen maximaal ƒ12.500. Verder verstrekt het fonds reisbeurzen aan vrouwen die zonder, of met zeer geringe financiële steun, bezig zijnnbsp;met een proefschrift of vervolgonderzoek. Met eennbsp;bedrag van maximaal ƒ2.500nbsp;kan de aanvraagster in hetnbsp;buitenland workshops, symposia of congres bijwonen, ofnbsp;een bezoek brengen aan eennbsp;wetenschappelijke instelling,nbsp;bibliotheek of archief. Aio's, Oio's, bursalen en postdocs komen niet in aanmerking voor deze beurzen. Ook subsidieert het fonds geennbsp;drukkosten van het proefschrift of stages die in hetnbsp;kader vallen van een scriptie. Een aanvraagformulier is tot 1 februari 2000 schriftelijk op te vragen bij hetnbsp;secretariaat van de Stichting Fonds Doctor Catharine van Tussenbroek,nbsp;postbus 13337, 3507 LHnbsp;Utrecht. |
Colofon Illuster 17, jaargang 4, 18 december 1999 Illuster is een gezamenlijke uitgave van de Universiteit Utrecht en de Verenigingnbsp;Utrechts Universiteitsfonds, in samenwerking met faculteiten en verenigingen.nbsp;Illuster verschijnt vier keer per jaar ennbsp;wordt toegezonden aan afgestudeerdennbsp;van de Universiteit utrecht in een oplagenbsp;van 55.000. Hoofdredacteur: Twan Geurts Redactie: Gabby Hees, Armand Heijnen, Helene Ruys. Redactie-advies: Mascha Damen, Peter Giesen, Ted Sanders, Harry van den Tweel Redactieraad: Piet van Asseldonk, NOS eindredactie; Paul van den Hoven, hoogleraar linguïstiek UU; Joop Kessels, directeur communicatie UU; Bas Mesters, redacteur denbsp;Volkskrant; Frida Pruim, redacteur Opzij;nbsp;Arie Smit, directeur NotTeleac. Aan dit nummer werkten verder mee: Sander van Walsum, Erik Hardeman,nbsp;Johan Vlasblom, Wijnand Mijnhardt, Leennbsp;Dorsman, Xander Bronkhorst, Armandnbsp;Heijnen, Kees Volkers, Frans van Mieg-hem, Chiara Soldati, Leneke Visser, Sabinenbsp;Funneman, Roy Meijer, Janneke Voskamp.nbsp;Foto's: Maarten Hartman, Cees de Laat faculteit Natuur- en Sterrenkunde, NKI/AvL, Ivarnbsp;Pel, Universiteitsmuseum Cartoon: Jos Collignon Ontwerp en opmaak: WRIK (BNO), Utrecht Rubrieksllustraties: Marco Faasen Druk: Brouwer Rotatie © Universiteit Utrecht Illuster, periodiek voor alumni van de Universiteit Utrecht. Overname van artikelen is -met bronvermelding- toegestaan. Hetnbsp;U-blad stelt op verzoek van de redactienbsp;eerder in het U-blad verschenen artikelennbsp;en illustraties beschikbaar aan Illuster.nbsp;Illluster is een productie van het Bureaunbsp;Journalistieke Producties, een samenwerking tussen het Communicatie Servicenbsp;Centrum van de Universiteit Utrecht ennbsp;het Utrechts Universiteitsblad. ISSN: 1338-4703. Voor toezending is gebruikgemaakt van het alumnibestand van de Universiteit Utrecht Oproep aan de lezer Illuster 18 verschijnt op 1 maart 2000. Reacties, suggesties en ingezondennbsp;mededelingen kunt u toezenden aan denbsp;redactie voor 15 januari. De redactienbsp;houdt zich het recht voor ingezondennbsp;mededelingen te weigeren of in te korten. Redactie-adres: Illuster, postbus 80125,nbsp;3508 TC Utrecht,nbsp;tel.: (030) 253 26 51,nbsp;fax: (030) 253 36 85,nbsp;e-mail: illuster.redactie@csc.use. uu.nl.nbsp;Voor adreswijzigingen:nbsp;illuster@csc. usc.uu. nl |
22
Illuster I Universtiteit Utrecht | december 1999
-ocr page 23-Publicaties
Educatorium Op 6 november jl. ontving architect Rem Koolhaasnbsp;namens het Office for Metropolitan Architecture denbsp;Utrechtse Rietveldprijs voornbsp;het Educatorium, het modernnbsp;vormgegeven onderwijsgebouw op De Uithof. Nunbsp;beschikbaar is een uitgave dienbsp;in woord en beeld toelichtingnbsp;geeft op de achtergrondennbsp;van dit spectaculaire gebouw.nbsp;Een must voor architectuurlief-hebbers! 'Educatorium, synthetisch landschap', Universiteitnbsp;Utrecht. ISBN 90.393.2280.5. Te bestellen bij de receptie van het Bestuursgebouw,nbsp;(030) 253 35 50, fax (030)nbsp;253 33 88, e-mail studie-voorlichting@csc. usc.uu. nl.nbsp;Kosten f20,-, excl.nbsp;verzendkosten. Aristoteles had ongelijk Studenten en professoren dienbsp;met elkaar op de vuist gingennbsp;en een wapenverbod in de collegezaal. We schrijven de jarennbsp;vóór 1643. Locatie: Denbsp;Utrechtse universiteit.nbsp;Oorzaak van de strijd wasnbsp;Descartes. In Utrecht werd denbsp;revolutionaire natuurfilosofienbsp;van deze denker onderwezennbsp;door zijn vriend, hoogleraarnbsp;medicijnen Henricus Regius.nbsp;Volgens Descartes kon denbsp;mens door middel van de redenbsp;tot de ware wetenschapnbsp;komen. |
Regius' tegenstander was hoogleraar theologie en voorman van de naderende Reformatie Gisbertus Voetius. Vanafnbsp;de kansel en in de collegezalen verdedigde hij Aristotelesnbsp;tegen de aanvallen van Descartes en Regius. Regiusnbsp;beschuldigde Voetius van achterlijkheid, volksverlakkerij ennbsp;machtsmisbruik. Beschrijvingnbsp;uit het boek Wetenschap ennbsp;wereldbeeld in de Goudennbsp;Eeuw. Auteur Eric Jorink geeft een helder overzicht van de wetenschapsgeschiedenis en maaktnbsp;deze toegankelijk voor eennbsp;breed publiek. [JR, U-Blad] Wetenschap en wereldbeeld in de Gouden Eeuw van Eric Jorink is deel XVIInbsp;van de Zeven Provinciënnbsp;Reeks van Verloren Uitgeverij. Kost f25,-. EGYPTIAN TREASURER Eüropë Egyptische schatten De cd-rom 'Egyptian Treasures in Europe' neemt de kijkernbsp;mee op een adembenemendenbsp;tocht langs duizend topstukken uit tien egyptologischenbsp;verzamelingen in Europa. Denbsp;cd bevat van elk voorwerp eennbsp;afbeelding, plus een gedetailleerde beschrijving. Een aantalnbsp;objecten kan zelfs driedimensionaal bekeken worden doornbsp;ze op het scherm te draaien. 'Egyptian Treasures in Europe', Center for Computer-aided Egyptologicalnbsp;Research. Kost ongeveernbsp;f 90,- (€45). Voor meernbsp;informatie: www.ccer.nl,nbsp;ccer@ccer.nl ofnbsp;(030) 253 19 82. |
Leven voor de kunst Etha Fles (1857-1948) was naast schilderes, schrijfster ennbsp;kunstcritica een vooruitstrevende persoonlijkheid die eennbsp;grote bijdrage leverde aan hetnbsp;culturele leven in Nederland.nbsp;Zich bewegend in de kringennbsp;van de Tachtigers, maakte zenbsp;de weg vrij voor kunststromingen als het Fransenbsp;Impressionisme en de Engelsenbsp;kunstnijverheid. In 'Leven voornbsp;de kunst' maakt Suzettenbsp;Haakma, stafmedewerker bijnbsp;Bureau Studium Generale, eennbsp;einde aan de relatieve onbekendheid van deze markantenbsp;vrouw. Leven voor de kunst - Etha Fles, een portret vannbsp;Suzette Haakma verschijntnbsp;binnenkort en zal f29,90nbsp;gaan kosten. Uitgegevennbsp;door Uitgeverij Kwadraat.nbsp;ISBN: 90 6481 333 7. Religieus-filosofisch 'De logische Jezus' van Jacob Slavenburg is de eerste uitgavenbsp;in de LOGOS-reeks, bedoeldnbsp;om populair wetenschappelijknbsp;werk op religieus-filosofischnbsp;gebied een eigen herkenbaarnbsp;gezicht te geven. Slavenburg,nbsp;Utrechts alumnus geschiedenis,nbsp;vormt samen met twee anderenbsp;Utrechtse geschiedkundigen,nbsp;Heleen de Jong en Annine vannbsp;der Meer, de redactiecommissie van deze nieuwe reeks. Innbsp;dit boek gaat Slavenburg in opnbsp;de beelden van Jezus zoals dienbsp;zijn gevormd door de kerkelijke traditie of vanuit bijbelsenbsp;interpretatie. 'De 'logische' Jezus. Logos, Christusdimensie en de 21enbsp;eeuw. Een antwoord opnbsp;kerk, bijbel en new age'nbsp;wordt uitgegeven doornbsp;Uitgeverij Ankh Hermes bvnbsp;en kost f 39,50. ISBN: 90nbsp;202 8207 7. Mensenrechten |
Eind 1998 organiseerde Studium Generale een lezingencyclus en essaywedstrijd in het kader van 50 jaar Universelenbsp;Rechten van de Mens. De bijdragen, waaronder die vannbsp;journalist Gijs Schreuders ennbsp;oud-hoogleraar P. Baehr zijnnbsp;een jaar na dato gebundeld. 's Lands wijs, 's lands eer? Universaliteit van mensenrechten van Esther van dennbsp;Berg, Ineke Boerfijn en Jannbsp;Weerdenburg (red.) wordtnbsp;uitgegeven door Prestigenbsp;en kost f 29,90. De letteren als wetenschappen Prof.dr. Thijs Pollmann schetst in heldere lijnen de kenmerken van het alfaonderzoek innbsp;Nederland en laat zien hoe denbsp;geschiedenis, de taalkunde, denbsp;letterkunde en de kunstendisciplines aan de wetenschappelijke eisen van de deugdelijkheid voldoen. Metnbsp;begrippen uit de filosofie vannbsp;de wetenschappen wordt hetnbsp;waarheidsstreven en de groeinbsp;van kennis in deze vakkennbsp;geanalyseerd. Pollmann isnbsp;sinds 1985 coördinator van denbsp;opleiding algemene letteren innbsp;Utrecht en sinds 1989 hoogleraar in de linguïstiek. De letteren als wetenschap. Een inleiding, van Thijsnbsp;Pollmann. Amsterdamnbsp;University Press, f39,50. Slavernij Vorig jaar november werd op Curaçao het eerste museumnbsp;over slavernij geopend doornbsp;koningin Beatrix. De Nederlandse media besteedden weinig aandacht aan dezenbsp;gebeurtenis, terwijl ons landnbsp;toch een aanzienlijke rol heeftnbsp;gespeeld in de slavenhandel.nbsp;Gert Oostindie, hoogleraarnbsp;Caraïbische studies aan de Universiteit Utrecht heeft eennbsp;bundel samengesteld, waarinnbsp;de vraag aan diverse auteursnbsp;wordt gesteld hoe dit verledennbsp;onder de aandacht kan blijven. |
Het verleden onder ogen. Herdenking van de slavernijnbsp;van Gert Oostindie (red.)nbsp;wordt uitgegeven doornbsp;Arena en kost f 35,-. Het zwarte vuur Het jeugdboek 'Het zwarte vuur' (bestemd voor 12 jaar ennbsp;ouder) is het debuut van Henknbsp;Hardeman, afgestudeerd Neerlandicus. In het boek levert denbsp;15-jarige Florian strijd met denbsp;Magisters van het Zwarte Vuurnbsp;die Zonneland hebben veranderd in een Schaduwland. Hijnbsp;is de uitverkorene die Zonneland moet redden. Het zwarte vuur van Henk Hardeman wordt uitgegeven door Christofoor ennbsp;kost f27,50. ISBN: 90 6238nbsp;655 5 (leeftijd vanaf 12nbsp;jaar). Buren en buurten Wat doen buren in Nederland met elkaar? Is de buurt waarinnbsp;men woont in onze modernenbsp;samenleving ook (nog) eennbsp;gemeenschap? Is de buurt vannbsp;invloed op individueel gedrag?nbsp;Deze vragen vormen het uitgangspunt van recent onderzoek in buurten en tussennbsp;buren in Nederland. 'Buren en buurten'. Nederlands onderzoek op het snijvlak van sociologie ennbsp;sociale geografie, vannbsp;Beate Völker en René Ver-hoeff (red.), Universiteitnbsp;Utrecht. Uitgave SISWO,nbsp;november 1999, f25,-. |
Illuster 1 Universtiteit Utrecht | december 1999 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2 3
-ocr page 24-Col lig non
V44K Hier
VAH.
tA1èK 'ZeTrE’K.
MAÏgfH5Zlt;EH.P(RK?
Cillignon is politiek tekenaar. Studeerde rechten te Utrecht in de jaren zeventig. Het juridisch handwerknbsp;was niet aan hem besteed. Via het Utrechts Universiteitsblad opende zich de weg naar de journalistiek.nbsp;Aanvankelijk als schrijver voor Ublad en de Volkskrant. Later tekenend voor NRC-Handelsblad. |
'Misschien kun je zeggen dat de studie Rechten en vooral het laatste jaar in het minder ontgonnennbsp;internationale recht op het Europa Instituut op hetnbsp;Janskerkhof mij van huis-tuin- en keukentekenaar totnbsp;politiek tekenaar hebben gemaakt.' |