Universiteît Utrecht
Kennis, wat weten we ervan?
-ocr page 2-K*
Nieuws
Kennis, wat weten we ervan?
Drie Utrechtse hoogleraren over het Nederlandse intellect, de macht van kennis en de kunst van de kennisoverdracht.
Uit de Toren
Een pijnloze hersenscanmethode dankzij Utrechts onderzoek.
12
14
15
15
De sprong
Kelly Regterschot over haar baan bij de gemeente Den Haag.
Afgestudeerd in de CKI
Vier jonge alumni cognitieve kunstmatige intelligentie over hun werk en hun kennisidealen.
De zijsprong
Veldbioloog let Kervel over haar baan als schooljuf.
Column Bas Haring
Stellingen
Prikkelende, humoristische en intrigerende stellingen uit Utrechtse proefschriften.
16
Kennis geven en nemen
Zes ervaringsdeskundigen over de kunst van het netwerken.
Kiek!
Een foto met verhaal uit het album van een alumnus.
Lieve Illuster
Utrechtse deskundigen beantwoorden brandende kwesties van lezers.
U-fonds/Alumnibureau
Agenda voor alumni
Pandhof
Groeten uit Utrecht van Ingmar Heytze en Ivar Pel.
-ocr page 3-Op 17 september neemt hij, na vijfjaar, afscheid als bestuursvoorzitter van het Utrechts Universiteitsfonds en Alumnibureau. Onder zijn bezielende leiding werd de basis vannbsp;het Utrechtse alumnibeleid gelegd. Een gesprek met prof.dr. Hans Vliegenthart.
De universiteit wil trotse alumni
Hij is chemicus en watje noemt een topwetenschapper: lid van de Zweedse en de Nederlandse Academie van Wetenschappen,nbsp;en eredoctor aan de universiteiten van Lille, Stockholm ennbsp;Debrecen (Hongarije). Hij is actief binnen internationale organisaties op zijn vakgebied en lid van de editorial boards van vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften. Hij is al een jaarnbsp;met emeritaat, maar fietst nog steeds dagelijks naar zijn werkkamer in het Kruijtgebouw aan de Padualaan. We hebbennbsp;het over prof.dr. Hans Vliegenthart, scheidend voorzitter vannbsp;het Utrechts Universiteitsfonds. Met zijn activiteiten en uitgebreide netwerk wil hij, zoals hij het zelf uitdrukt, de zichtbaarheid van de Universiteit Utrecht vergroten. Trots Zichtbaarheid. Het woord komt regelmatig terug als Vliegenthart het heeft over de relatie tussen de universiteit en haar alumni. 'Het hebben van een naam, zichtbaar zijn, bepaalt denbsp;mate waarin het een universiteit lukt haar onderwijs en onderzoek draaiende te houden. Een goede naam maakt een universiteit aantrekkelijk voor wetenschappers. Als je aan Harvardnbsp;kunt gaan werken, dan bedenk je je wel drie keer voor je neenbsp;zegt. Een goede naam krijg je mede door een gedegen alumnibeleid. Dat begint op dag één dat studenten de universiteitnbsp;betreden, door ze te stimuleren de universiteit voortdurend kritisch te volgen; ze uit te dagen bewust bijvakken te kiezen ennbsp;zo te ontdekken hoeveel de universiteit te bieden heeft. Als jenbsp;trots bent op je universiteit, dan is het ook niet gek daar financieel aan bij te dragen. Dat werkt niet alleen zo bij Engelse ennbsp;Amerikaanse universiteiten: in China geven sommige mensennbsp;een gebouw aan hun universiteit, mits hun naam erop komt.' Gouden formule De afgelopen tien jaar heeft het U-fonds, in nauwe samenspraak met verschillende onderdelen van de universiteit, een stevige basis gelegd voor het alumnibeleid. Dit beleid kreegnbsp;goed gestalte met de verschijning van Illuster. Vliegenthart;nbsp;'Een giga-onderneming was het opzetten van het adressenbestand. Wie hadden er allemaal in Utrecht gestudeerd? In totaalnbsp;ging het om zo'n 65.000 adressen.' Verder werd de Universiteitsdag opnieuw vormgegeven: 'Hoogwaardige lezingen in de ochtend en 's middags uitwaaieren over de faculteiten; een goudennbsp;formule.' Het succes van deze activiteiten leidde tot nieuwenbsp;initiatieven. Utrechtse alumni ontmoeten elkaar nu ook regionaal en internationaal: in New York, Londen en Brussel bijvoorbeeld, maar ook in Indonesië en Zuid-Afrika worden jaarlijksnbsp;bijeenkomsten gehouden. |
Verwijsbureau Vliegenthart heeft al ideeën voor een volgend initiatief: 'Als universiteit moet je je alumni iets bieden. Met een vraag opnbsp;hun eigen vakgebied weten de meeste alumni hun oud-docen-ten en vakgenoten wel te vinden. Veel mensen ontwikkelennbsp;zich na hun studie echter in een andere richting. Hoe kom jenbsp;dan in contact met de juiste mensen? Via de website voornbsp;alumni moetje een vraag kunnen voorleggen. Vervolgensnbsp;brengt een speciaal verwijsbureau je in contact met een deskundige. Zo kunnen alumni optimaal gebruikmaken van hetnbsp;kenniscentrum dat de Universiteit Utrecht is.' Zelf komt hij ernbsp;niet meer aan toe, zijn werk voor het U-fonds zit erop. Zijnnbsp;wetenschappelijke werk daarentegen nog niet. In oktober isnbsp;hij, net als vorig jaar, weer gasthoogleraar aan de vooraanstaande Tsinghua-universiteit in Beijing. Dr. Arie Smit, die op dit moment de portefeuille Studentenzaken beheert binnen het bestuur van het U-fonds, neemt het voorzitterschap van Vliegenthart over. De officiële overdrachtnbsp;vindt plaats tijdens de jaarvergadering van het U-fonds op 17nbsp;september. Vliegenthart treedt nog wel op als spreker op denbsp;alumniborrel van 26 november in Utrecht. [Annemarie van den Hoven] Het Utrechts Universiteitsfonds - kortweg U-fonds - heeft als doel de groei en bloei van de Universiteit Utrecht tenbsp;bevorderen. Het subsidieert en ondersteunt activiteitennbsp;die niet vanzelfsprekend voortvloeien uit het regulierenbsp;universitaire programma. Het U-fonds verstrekt subsidiesnbsp;aan studenten, ontwikkelt alumnibeleid en doet aan fondnbsp;senwerving en sponsoring. Ook stelt het bijzondere leerstoelen in. Hans Vliegenthart was als portefeuillehoudernbsp;Bijzondere Leerstoelen binnen het fonds betrokken bij denbsp;benoeming van een groot aantal bijzonder hoogleraren. |
Illuster 36 [ Universiteit Utrecht | 09/04 3
-ocr page 4-Europese tolken volgen cursus in Utrecht
Kuim zestig tolken van het Europese Parlement en de Europese Commissie volgen deze zomer een cursus Nederlands bij het James Boswell Instituut van de Universitcit Utrecht. De cursus omvat onder meernbsp;verschillende lezingen over de Nederlandse taal, cultuur en actualiteit.nbsp;Aanleiding voor de cursus is het Nederlandse votarzitterschap van denbsp;Europese Kaad in de tweede helft van 3004. Actuele Nederlandsenbsp;tinderwerpen zullen dan veelvuldig in de schijnwer^iers ktamen tenbsp;staan.
Vier nieuwe Utrechtse KNAW-leden I )c Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft zestien nieuwe leden gekozen, waaronder vier uit Utrecht. Denbsp;nieuwe Utrechtse leden zijn prof.dr. Keinipe Algra, hoogleraar antiekenbsp;en middeleeuwse wijsbegeerte, mw. prof.dr. Pearl Dykstra, hoogleraarnbsp;verwantschapsdemografie, prof dr. Wijnand Mijnhardt, hoogleraarnbsp;geschiedenis na de Middeleeuwen en prof.dr. Ben Scheres, hoogleraarnbsp;ontwikkelingsbiologie. Professional School of the Arts Utrecht Afgelopen juni heeft de officiële opening plaatsgevonden van PSAU, de Professional School of the Arts Utrecht. PSAU is een samenwerkingsverband van de Universitcit Utrecht en de Hogeschool voor denbsp;Kunsten Utrecht en biedt vanaf september 3004 professionele niaster-programma's op het raakvlak van kunsten en wetenschappen. Zowelnbsp;de masterprogramma's als het opleidingsconcept van PSAU zijn unieknbsp;in Nederland. |
Universitcit en hogeschool gaan samenwerken De Universiteit Utrecht en de Hogeschool van Utrecht gaan intensief samenwerken. Onder het motto 'elk talent telt' creëren zij voornbsp;iedere student een passende leerroute in het hoger onderwijs. Eennbsp;fusie tussen beide instellingen is niet aan de orde. De Universiteit Utrecht en de Hogeschool van Utrecht streven naar een optimale aansluiting tussen hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. Zo kunnen HvU-studenten zich al tijdens hunnbsp;opleiding (gedeeltelijk) kwalificeren voor een universitaire opleidingnbsp;via verzwaarde trajecten en wordt de aansluiting verbeterd voornbsp;UU-studenten die naar het hbo willen overstappen. Behalve op hetnbsp;gebied van onderwijs gaan de instellingen ook meer samenwerkennbsp;op andere terreinen, zoals onderzoek, bedrijfsvoering en studentzaken en het ontwikkelen van gemeenschappelijk internationaalnbsp;beleid. |
»'
Eei^actuee^ei^uitgebrei^nieuws^ei^agendaovcrzicli^vai^d^Universitei^Jtreclit is te vinden op www.uu.nl/nieuws.
Spinozapremie voor Sinninghe Damsté
Prof.dr.ir. Jaap Sinninghe Damsté, hoogleraar moleculaire paleontologie aan de faculteit Geowetenschappen en tevens verbonden aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee opnbsp;Texel, is een van de vier winnaars van de Spinozapremie 2004.nbsp;Volgens kenners is Sinninghe Damsté 'een spin in het web van denbsp;geochemie' en leidt hij een van 's werelds beste onderzoeksgroepennbsp;op dit gebied. Sinninghe Damsté analyseert organische resten innbsp;afzettingsgesteenten: de zogeheten chemische fossielen. Met zijnnbsp;onderzoek heeft de Utrechtse hoogleraar de afgelopen jarennbsp;belangrijke bijdragen geleverd aan de reconstructie van het levennbsp;en het klimaat op aarde in prehistorische tijden.
De Spinozapremie, de grootste Nederlandse onderscheiding in de wetenschap, bedraagt anderhalf miljoen euro, te besteden aannbsp;onderzoek naar keuze. De officiële uitreiking van de premie en hetnbsp;Spinozabeeldje vindt plaats op 3 november 2004.
4 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
International Wetlands Conference groot succes
Op maandag 26 juli onthulden Claude Martin, directeur van WWF international, en Yvonne van Rooy, collegevoorzitter van de Universiteit Utrecht, enorme doekennbsp;met afbeeldingen van de natuur. Deze actie was hetnbsp;startsein voor de 7th INTECOL International Wetlandsnbsp;Conference. De conferentie, georganiseerd door de Universiteit Utrecht in samenwerking met het Wereldnbsp;Natuur Fonds, vond eind juli plaats in de Utrechtse Jaarbeurs en werd bezocht door ruim 800 wetenschappersnbsp;en natuur- en waterbeheerders uit meer dan 80 landen.nbsp;Een opvallende conclusie van de conferentie was, datnbsp;grootschalige projecten voor landaanwinning, ontginning en energiewinning in het verleden onherstelbarenbsp;schade hebben aangericht aan grote wetlands. Hoewelnbsp;de projecten economisch voordeel hebben gebracht, zijnnbsp;ze uitgevoerd zonder dit voordeel af te wegen tegennbsp;het economische nadeel van het verlies van natuurlijkenbsp;functies. Eén van de aanbevelingen van de conferentienbsp;was dan ook om in de toekomst te werken met kleinschalige projecten.
UIT knalt er IN
Met als thema 'UlT=IN!' ging op maandag 9 augustus de Utrechtse Introductietijd (UIT) van start. Ditmaal met extra veel lawaai, wantnbsp;tijdens de eerste dag van de UIT stond de recordpoging 'meestenbsp;deelnemers ballonnen knallen' op het programma. Met succes, wantnbsp;op het Smakkelaarsveld knalden 2204 eerstejaars het oude recordnbsp;uit het Guinness Book of Records van 1603 deelnemers aan gort.nbsp;Tijdens de UIT hebben ruim 3000 aanstaande studenten van denbsp;Universiteit Utrecht en de Hogeschool van Utrecht vier dagen langnbsp;kennisgemaakt met hun onderwijsinstelling, de stad Utrecht ennbsp;elkaar.
Bart Metselaar wint Biobusiness Award
Farmaceut Bart Metselaar heeft met het businessplan voor zijn bedrijf Enceladus BV Pharmaceuticals de Biopartner Masterclass Biohusinessnbsp;Award 2003 gewonnen. De prijs, een bedrag van 40.000 euro, is eennbsp;initiatief van BioPartner, het stimuleringsfonds voor startende ondernemers in de biotechnologie. Enceladus ontwikkelt een nieuw geavanceerd ontstekingsremmend geneesmiddel: Nanocort®. Hiermeenbsp;kunnen mensen die bijvoorbeeld lijden aan reuma en multiple sclerosenbsp;effectiever en met minder bijwerkingen behandeld worden.
Utrechtse High Potentials krijgen 14 miljoen Drieëntwintig getalenteerde jonge onderzoekers van de Universiteit Utrecht - tien duo's en een trio - krijgen voor vijf jaar programmasubsidie. De subsidies bedragen maximaal 300.000 euro per jaar. Innbsp;totaal gaat het om circa 2,75 miljoen euro. Het initiatief komt voort uit de wens van de Universiteit Utrecht om ook in de toekomst een internationale research-universiteit te blijven. 'Hiervoor zijn nieuwe excellente onderzoeksleiders nodig dienbsp;op het grensvlak van disciplines kansen zien en verzilveren', zo steltnbsp;rector magnificus Willem Hendrik Gispen. 'Het High-Potentials-programma is bedoeld om de volgende generatie onderzoeksleidersnbsp;kansen te bieden.' Het programma richt zich op onderzoekersduo'snbsp;uit verschillende onderzoeksgebieden, zodat nieuwe ontwikkelingsrichtingen in het onderzoek kunnen ontstaan. Junior College Utrecht van start In september is het Junior College Utrecht begonnen, een uniek tweejarig bètaprogramma voor 5- en 6-vwo'ers dat ontwikkeld isnbsp;door de Universiteit Utrecht in nauwe samenwerking met twaalfnbsp;middelbare scholen uit de regio. Het Junior College biedt getalenteerde en gemotiveerde 5- en 6-vwo'ers een uitdagend bètaprogramma aan in een bijzondere leeromgeving. De deelnemers krijgen twee dagen per week les op de campus van de universiteit in de vakken natuurkunde, scheikunde,nbsp;wiskunde en biologie. Het is voor het eerst in Nederland dat vwo-leerlingen een deel van het onderwijs structureel buiten de eigennbsp;school volgen. Docenten van de Universiteit Utrecht en van de part-nerscholen verzorgen samen het onderwijs. Daarmee is het Juniornbsp;College ook een laboratorium voor onderwijsvernieuwing. Hetnbsp;Junior College biedt komend schooljaar plaats aan 25 scholieren.nbsp;Dit aantal zal het jaar daarop waarschijnlijk verdubbelen. Meer informatie: www.Jcu.uu.nl. |
19 Veni-subsidies voor Universiteit Utrecht De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan negentien pas gepromoveerde wetenschappers vannbsp;de Universiteit Utrecht een zogeheten Veni-subsidie toegekend. Denbsp;onderzoekers zijn geselecteerd vanwege hun opvallende talent voornbsp;vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. Elke onderzoeker krijgt innbsp;ttitaal maximaal 200.OOO euro. Hiermee kan de wetenschapper drie jaarnbsp;lang onderzoek doen en ideeën ontwikkelen. Van Oostrom voorgedragen als president KNAW 1’rof.dr. Frits van Oostrom, univcrsiteithooglcraar aan de Universitcit Utrecht, is door het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) voorgedragen als nieuwe president.nbsp;Als Van Oostrom benoemd wordt, zal hij het presidentschap van denbsp;KNAW vervullen binnen zijn functie als universiteitshoogleraar. Alumni worden ambassadeur Twee alumni van de Universiteit Utrecht zijn recent benoemd tot ambassadeur. Drs. joke Brand, alumna sociale geografie, is benoemdnbsp;tot ambassadeur in Oeganda. Mr. Toine van Dongen, alumnus rechtsgeleerdheid, wordt ambassadeur in Zweden. Olympisch alumna Drs. Karin Kuckstuhl. 23 jaar oud en pas afgestudeerd aan de faculteit Utcowetenschappen, heeft tijdens de Olympische Spelen in Athenenbsp;deelgenomen aan de meerkamp voor vrouwen. Komend najaar begintnbsp;Kuckstuhl aan haar pronK)tieonderzoek bij fleowetenschappen. Weer toename eerstejaars Eind juli stond de teller van de vooraanmeldingen aan de Universiteit Utrecht op ruim 6200 eerstejaarsstudenten, een stijging van iS%nbsp;ten opzichte van vorig jaar. De stijging is het sterkst bij de bachelor-oplcidiugen geneeskunde ( 177), psychologie ( 161) en rechtsgeleerdheid ( i 14). Het totale marktaandeel van de Universiteit Utrecht stijgtnbsp;met deze cijfers met 1,3% ten opzichte van vorig jaar en staat nu opnbsp;i.S.ó'Xi. Daarmee is de Universiteit Utrecht nog steeds de gi'ootste vannbsp;Nederland. |
iHuster 36 [ Universiteit Utrecht | 09/04 5
-ocr page 6-De Studenten die deze maand aan hun nieuwe collegejaar beginnen zijn gewaarschuwd: Nederland wordt dommer. Tenminste, als we de hoogleraren moeten geloven die de afgelopen tijd in de media hebben geroepennbsp;dat Nederland qua kennis het lachertje van de wereld dreigt te worden.
Een Albanië aan de Noordzee. Is het werkelijk zo bedroevend gesteld met het Nederlandse intellect? Is kennis macht? En hoe kun je kennis het bestenbsp;overdragen? Drie Utrechtse professoren geven hun mening.
Robert-Jan Simons: ‘Het scheelt als iemand een hoog cabaretgehalte in zijnnbsp;voordracht heeft’
Wat voelde hij zich gefrustreerd. Ruud Smits, hoogleraar technologie en innovatie, weet nog goed dat hij voor de eerste keer als docent natuurkunde op de middelbare school een proefwerk nakeek. 'Een week of zesnbsp;had ik in de klas zo goed mogelijk mechanica proberen uit te leggen',nbsp;herinnert Smits zich. 'Ik had al dertig keer gevraagd aan mijn leerlingen:nbsp;hebben jullie het allemaal begrepen? Ja, ze hadden het allemaal begrepen.nbsp;Het proefwerk dat volgde was niet moeilijk. Maar toen ik het nakeek, hadnbsp;ik de tranen in de ogen. Ze hadden er geen bal van terechtgebracht.' Het lijkt zo simpel, het overdragen van kennis, maar de praktijk is weerbarstiger. En het lijkt alleen maar moeilijker te worden. Het geweeklaag in den lande over het anti-intellectualisme, de bureaucratie op de univer-siteiten en de ongeïnteresseerdheid van studenten neemt toe. Toch zijnnbsp;de ambities in Nederland en in Europa torenhoog. Het kabinet Balkenende II liet de koningin vorig jaar tijdens de Troonrede voorlezen: 'Denbsp;regering zal actief bijdragen aan het streven van de Unie om de meestnbsp;concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te worden.' Kennis is macht |
Kennis is macht. Het is de stelling waarmee staatsman en filosoof Francis Bacon in 1600 furore maakte. Ruud Smits, lid van het Kennisnetwerknbsp;Systeem Innovatie, gelooft heilig in die stelling. Smits: 'Ik vind kennis welnbsp;macht, ja. Een van de grote innovaties in het oorlog voeren is bijvoorbeeld de uitvinding van de stijgbeugel, ergens in de elfde of twaalfdenbsp;eeuw. Daardoor veranderde de manier van oorlogvoering. Je kon namelijknbsp;op je paard blijven zitten met je speer of met je wapen, terwijl je voor dienbsp;tijd van je paard werd getrokken. Dit was een belangrijke factor in denbsp;opkomst van de ridderstand. En omdat paarden geld kostten, kreeg je eennbsp;heel andere sociaal-economische organisatie van oorlog voeren. Datnbsp;kwam dus door die stijgbeugel, door kennis.' Robert-Jan Simons bezet als onderwijspsycholoog een leerstoel in Utrecht op het gebied van ICT in het onderwijs. Ook hij denkt dat steeds meernbsp;macht wordt uitgevochten via kennis. Maar volgens Simons is er annonbsp;2004 sprake van een ander soort kennis dat machtig maakt dan vroeger.nbsp;'Ik vind dat het nu vooral gaat om impliciete kennis. Dat is kennis die nietnbsp;zo makkelijk te beschrijven en niet makkelijk zichtbaar is. Het is kennis dienbsp;je opdoet in je werk. Ervaringskennis dus. Vorig jaar kwam ik een kunst-taxateur tegen op vakantie. Hij vertelde dat hij kan beoordelen of eennbsp;schilderij echt is of niet. Op mijn vraag hoe hij dat dan deed, antwoorddenbsp;hij: quot;Dat weet ik niet. Ik ga naar zo'n schilderij toe en ik zie in één oogopslag of het echt is. Ik weet niet hoe het werkt, maar ik heb altijd gelijk.quot;nbsp;In de praktijk gaat het kennelijk veel meer om mensen die ervaringskennisnbsp;weten te combineren met abstracte, theoretische kennis. Met alleen maarnbsp;leren ben je er niet. Dat is een nieuwe ontwikkeling van de laatste tijd.nbsp;Ervaringskennis is een vorm van kennis die we niet zagen, verwaarloosdnbsp;hebben.' |
6 Illuster 36 [ Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 7-Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 7
-ocr page 8-
'Met alleen maar leren ben je er niet. Ervaringskennis wordt steeds belangrijker' Robert-Jan Simons Pythagoras Hoe dan ook is het belangrijk dat kennis zo goed mogelijk wordt overgedragen. Bijna iedereen weet uit eigen ervaring hoe vaak die kennisoverdracht op een jammerlijke mislukking uitloopt. Wie herinnert zich niet de autoritaire wiskundeleraar die vanaf zijn verhoging in het klaslokaal denbsp;stelling van Pythagoras tot vervelens toe erin probeerde te stampen? Hetnbsp;was kennis die een halfuur later in de pauze alweer was verdampt, alsnbsp;waterdruppels in een gloeiend hete woestijn. 'De laatste jaren zeggen wijnbsp;binnen de onderwijs-leerpsychologie: kennisoverdracht kan niet. Dat isnbsp;een onmogelijkheid', aldus Gellof Kanselaar, kenner van de leerpsychologie. Op zijn kamertje in een van de vele gangen van het Langeveld-gebouw maakt hij korte metten met het idee dat het geven van hoorcolleges een effectieve manier van leren is. 'Dat is grotendeels verlorennbsp;tijd. Een student kan beter een boek gaan lezen', zegt hij over de saaienbsp;oervorm van kennisoverdracht. 'Het enige dat je als docent voor eennbsp;collegezaal kunt doen, is het presenteren van informatie. Kennis is altijdnbsp;gebaseerd op het mentale handelen van degene die denkt of leert. Denbsp;voorwaarde om kennis te hebben verworven, is dus altijd een mentalenbsp;activiteit van de persoon zelf. Informatie wordt pas kennis als je het integreert in wat je al weet. Je moet verbanden leggen, zelf meedenken.'nbsp;'Hoe je een zo groot mogelijk effect kunt bereiken met een presentatie?nbsp;Door in de eerste plaats zo min mogelijk te presenteren, hahaha. Ennbsp;door de studenten te laten werken. Je moet bij een college proberen jenbsp;publiek, je gehoor op een ander been te zetten. Je moet proberen dingennbsp;uit een ander, onverwacht perspectief te schetsen, zodat je je gehoor eennbsp;beetje losschudt. En het is belangrijk dat er een zekere mate van bevlogenheid overkomt, dus de liefde voor het vak. Dat mensen denken: hé, kennelijk is dat vak leuk.' Overdrachtskunst Een presentatie in de collegezaal moet dus verrassend en bevlogen zijn. Onderwijspsycholoog Robert-Jan Simons is het daar van harte mee eens.nbsp;Hij gruwt van de klassieke kennisoverdracht, waarbij de alwetende professor letterlijk uit de hoogte de stof laat neerdalen op zijn studenten.nbsp;Simons: 'Dat is een vorm van collectieve overschatting van de overdrachtsvorm als het ideaal. De student denkt: hij heeft het me verteld, ik heb hetnbsp;gehoord, dus nu weet ik het. Zo werkt het dus niet. Als mensen alleennbsp;maar luisteren of alleen maar lezen, dan functioneert de kennis niet.'nbsp;Simons pleit voor de Belgische manier van kennisoverdracht: 'Belgennbsp;beginnen altijd met iets verrassends, iets spannends of iets onverwachts,nbsp;of ze beginnen met een concrete anekdote over zichzelf. Van jongs af aannbsp;zijn ze erop gericht om er meer omheen te praten en het spannend tenbsp;maken. Dat zit ook in de Belgische cultuur. Wij Nederlanders zijn veelnbsp;zakelijker: veel rijtjes, veel opsommingen. Het heeft dus allemaal tenbsp;maken met overdrachtskunst. Dat is ook echt een kunst, geen kunde. Hetnbsp;scheelt echt als iemand een hoog cabaretgehalte in zijn voordracht heeft.nbsp;Humor werkt, daar is ook onderzoek naar gedaan. Alles wat vlak voor ennbsp;vlak na iets grappigs wordt gezegd, wordt beter onthouden.' |
Rijtjes leren Wie deze woorden leest, zal zich vertwijfeld afvragen waarom hij of zij vroeger al die ellendige rijtjes uit het hoofd heeft geleerd. Aus, außer,nbsp;bei, mit, nach, seit, von, zu; de voorzetsels voor het gebruik van de derdenbsp;naamval in het Duits zitten bij velen na decennia nog diep, heel diep innbsp;het geheugen. Heeft deze kennisoverdracht dan geen enkele zin gehad?nbsp;Gellof Kanselaar: 'Die Duitse naamvallenrijtjes zijn nuttig om te weten alsnbsp;je schriftelijk vertaalt. Dan heb je tijd om erover na te denken. Maar datnbsp;soort rijtjes functioneert nauwelijks in de gesproken taal. Uit je hoofdnbsp;leren levert kennis op, maar over het algemeen kennis van geringe complexiteit. Bij een universitaire studie zijn er weinig situaties waarin zoietsnbsp;een zinvolle activiteit is.' En hoe zit het dan met de opvatting dat een mens maar twintig minuten naar iets kan luisteren? 'Daar is nooit goed onderzoek naar gedaan', reageert Robert-Jan Simons. 'Iedereen schrijft van elkaar over dat je maarnbsp;twintig minuten kunt luisteren, maar ik ken geen onderzoek dat dat aantoont.' Kanselaar voegt daaraan toe: 'De invloed van de kijker of luisteraar op het tempo van informatieaanbod bepaalt in belangrijke mate hetnbsp;ontstaan van geestelijke vermoeidheid. Bij televisie heb ik geen invloednbsp;op het tempo van de beeldwisselingen. Daardoor is de mogelijkheidnbsp;beperkter om mentale activiteit te ontplooien. Terwijl als ik lees, dan kannbsp;ik zelf het tempo bepalen; ik kan even stoppen of terugbladeren.' Songfestival Wie over kennis en kennisoverdracht praat, verbaast zich soms over de bizarre verschillen. Zo kan iemand exact weten wie in 1963 op het Eurovisie Songfestival Nederland vertegenwoordigde met welk liedje en opnbsp;welke plaats dat liedje eindigde (Annie Palmen met 'Een speeldoos', dertiende plaats). Maar diezelfde persoon met die ongelooflijke feitenkennisnbsp;kan het antwoord schuldig blijven op de simpele vraag wie de ministernbsp;van Economische Zaken is (minister Brinkhorst). Simons heeft een verklaring: 'Omdat deze mensen het één, het Songfestival, belangrijk vinden ennbsp;dat willen onthouden. Dat heeft te maken met nieuwsgierigheid en motivatie. Maar ook met: als je al veel van iets weet, dan is het makkelijk omnbsp;allerlei dingen eromheen ook te onthouden. Kennis beklijft als het in eennbsp;groter geheel past. Een stuk kennis vind je in je geheugen terug op denbsp;manier waarop je een stad kunt bereiken per auto. Als een stad een smalnbsp;toegangsweggetje heeft, dan is het lastig om er te komen. Maar als dienbsp;stad allerlei snelwegen heeft, dan is hij via allerlei routes makkelijk tenbsp;bereiken. Zo is het ook met kennis. Als je kennis op allerlei manieren verbonden is met andere kennis, dan is de kans veel groter dat je die kennisnbsp;weer terugvindt.' |
8 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 9-
Motivatie Volgens Ruud Smits draait succesvolle kennisoverdracht voornamelijk om één ding: motivatie. Hij denkt weer terug aan zijn tijd als natuurkunde-docent op de middelbare school: 'Op mijn school hadden we twaalfnbsp;eerste klassen. Ik hield uiteindelijk één eindexamenklas natuurkunde vannbsp;vijfentwintig mensen over. Van die vijfentwintig hadden er twee of drienbsp;de stof echt begrepen. Het rendement van dat systeem was dus buitengewoon laag. Dat heeft niets te maken met de intelligentie van leerlingen.nbsp;Dat heeft te maken met interesse. In die periode kwamen de eerste zak-rekenmachientjes met hun tientallen functies. Ik kreeg zo'n apparaatjenbsp;niet eens aan, maar de leerlingen hadden het zo in de gaten. Het interesseerde ze en wat je interesseert, dat leer je. Bij ons aan de universiteitnbsp;wordt nog maar eenderde van de stof aangeboden in hoorcolleges. Wijnbsp;zijn voortdurend op zoek naar nieuwe, meer effectieve manieren omnbsp;kennis over te laten komen. Maar er zitten grenzen aan. Met nieuwenbsp;methodieken alleen kom je er niet. Het succes van kennisoverdrachtnbsp;heeft ook veel te maken met de motivatie van studenten. En er lopen tenbsp;veel studenten rond die niet echt gemotiveerd zijn. Nu zijn wij er veel tenbsp;veel op gericht om zo veel mogelijk nieuwe studenten aan te trekken ennbsp;er zo veel mogelijk mensen doorheen te laten rollen. Wat mij betreftnbsp;mag er aan de poort geselecteerd worden, ook op motivatie. En je zounbsp;studenten in het eerste jaar een bindend studieadvies moeten geven. Alsnbsp;wij na een half jaar tot de conclusie komen dat iemand het niet kan ofnbsp;wil, dan moet zo'n persoon vertrekken. Misschien klinkt het elitair, maarnbsp;een universiteit moet het neusje van de zalm zijn en blijven.' Kennissen Voor het goed overdragen van kennis zijn dus bevlogen, verrassende en grappige docenten nodig. En gemotiveerde studenten, die het liefst al denbsp;nodige kennis bezitten en die actief in kleine groepen meedenken ennbsp;meepraten. Of zoals Gellof Kanselaar het op zijn manier samenvat: 'Aannbsp;de universiteit moet het organiseren van leerprocessen, van studentacti-viteiten meer centraal staan dan de activiteiten van de docent. De docentnbsp;moet het leerproces niet stelen van de student.' Maar is het hebben van de juiste kennissen niet veel effectiever dan het bezitten van kennis? Wie denkt aan sommige machtige wereldleiders zounbsp;makkelijk tot die conclusie kunnen komen. 'Het is allebei belangrijk', reageert Robert-Jan Simons. 'Sommige mensen kunnen door het hebben vannbsp;kennissen veel gebrek aan kennis compenseren. Ik denk dat er steedsnbsp;minder nadruk komt te liggen op feitjes en weetjes en meer nadruk opnbsp;sociale kennis, op wat je met die kennis kunt.' Ruud Smits onderstreeptnbsp;dat. 'Het is van belang dat je kennis succesvol kunt toepassen. Aan eennbsp;ouderwetse nerd die alleen op zijn kamertje zit heb je niets. Je hebtnbsp;mensen nodig met antennes in de samenleving die durven te experimenteren en risico's durven te nemen. Iemand als Bill Gates of autofabrikantnbsp;Henry Ford. Absoluut geen kandidaten voor de Nobelprijs, maar dat zijnnbsp;wel mensen die hebben laten zien watje met kennis in een bepaaldenbsp;context kunt doen.' 'Wie kennis goed wil overdragen moet zijn publiek losschudden' Gellof Kanselaar |
Kenniseconomie Maar wat heeft het allemaal voor zin als Nederland als geheel inderdaad steeds dommer wordt, zoals sommige experts verzuchten? Onzin, concludeert Smits. 'Wij Nederlanders zijn hartstikke goed in het verwerven vannbsp;kennis om nieuwe economische activiteiten te ontplooien. Kijk maar eensnbsp;naar de landbouw. Wij hebben slechts een oppervlakte van 33.000 vierkante kilometer en toch zijn wij na de Verenigde Staten en Frankrijk denbsp;grootste exporteur van agrarische producten. Dat is ongelooflijk en datnbsp;komt door de kennis.' Nederland steeds dommer? Onzin, zegt ook Gellof Kanselaar. 'Wij worden juist een steeds hoger ontwikkeld volk. Maar als je kijkt naar het geld datnbsp;naar het onderwijs gaat, dan zie je dat het basis- en voortgezet onderwijsnbsp;er sinds 1980 fors op vooruit zijn gegaan en het universitair onderwijs ernbsp;fors op achteruit. Als we 1980 op 100 stellen, dan ontvangt het basisonderwijs in 2001 190 eenheden per leerling, het voortgezet onderwijsnbsp;172 en het wetenschappelijk onderwijs 69. Het hoger onderwijs heeft dusnbsp;ontzettend moeten inleveren de laatste 20 jaar. De bezuinigingen op denbsp;universiteiten benaderen een gevaarlijke grens. De tijd die nodig is omnbsp;goed onderwijs te organiseren, wordt steeds beperkter. En dat leidt ertoenbsp;dat het ontwikkelen van goede opdrachten, het monitoren van studentennbsp;en het stimuleren van hun denken in gevaar komen.' Simons is ook al niet somber over de kenniseconomie in Nederland. 'Ik denk dat we het niet slecht doen', zegt hij. 'Maar we moeten af van hetnbsp;idee dat we eerst heel veel moeten weten. Een van de belangrijkste consequenties van de kenniseconomie is dat je leert van de fouten. Je moetnbsp;daarom studenten veel eerder betrekken bij vragen die nog niet zijnnbsp;opgelost. Ik ben ervoor dat studenten zo snel mogelijk, het liefst al in hunnbsp;eerste jaar, bezig gaan met onderzoek. Een heel mooi voorbeeld daarvannbsp;is wat mijn zoon op de hotelvakschool meemaakte. Hij moest al na zesnbsp;weken een volledige avond voor ouders en familie organiseren: een dinernbsp;met uitnodigingen, een menukaart, wijn, bediening, alles. Er ging ontzettend veel fout. Maar het gaf ook een ontzettende motivatie om verder tenbsp;gaan. Je moet leren van je fouten en dat doe je in de praktijk.' |
[Tim Dekkers]
illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 9
-ocr page 10-Uit de Toren Maatschappelijke relevantie van Utrechts onderzoek
Onderzoeker Jeroen Hendrikse bedacht een uiterst veilige en pijnloze hersenscanmethode. De methode is meteen toepasbaar in Utrecht vanwegenbsp;de nauwe verwevenheid met de behandelpraktijk.
Pijnloos scannen van de bloedbaan
Met de MRI-scanner kan het stroomgebied van een enkele ader in kaart worden gebracht.
Science fiction wordt steeds minder fictief. Neem Star Trek. In die televisieserie kon de scheepsdokter zonder opereren en via een tv-scherm diagnoses stellen. Dat wonderinstrument op de ziekenboeg van het ruimteschipnbsp;Enterprise leek verre toekomstmuziek, maar inmiddels is een dergelijknbsp;apparaat alweer vijfentwintig jaar geleden uitgevonden. Sindsdien is dienbsp;zogenaamde MRI-scanner niet meer weg te denken uit het ziekenhuis.nbsp;Toch is vijfentwintig jaar nog te kort om alle mogelijkheden van hetnbsp;indrukwekkende apparaat volledig te doorgronden. Vorig jaar pas kregennbsp;de uitvinders van de megamagneet hun Nobelprijs, en afgelopen voorjaarnbsp;promoveerde de jonge Utrechtse onderzoeker Jeroen Hendrikse nog opnbsp;een revolutionaire toepassing van de scanner, waarmee het onderzoekennbsp;van hersenaandoeningen plots vele malen makkelijker is geworden.nbsp;'Selectieve magnetische spin labeling' heet de MRI-toepassing waaropnbsp;Hendrikse promoveerde. Heel erg simpel gezegd komt het erop neer datnbsp;een stukje bloed in een halsslagader magnetisch wordt gemarkeerd, zodatnbsp;vervolgens kan worden bepaald waar dat bloed terechtkomt. Op die manier kan het stroomgebied van een enkele ader in kaart worden gebracht,nbsp;zodat precies kan worden bepaald of en zo ja waar de doorbloedingnbsp;belemmerd wordt. Tot nu toe was voor die bepaling een hele serie pijnlijkenbsp;en ingrijpende operaties nodig, met contrastvloeistoffen en buisjes die vianbsp;je lies helemaal naar je hals werden geprikt.
Maar de vinding is op meer gebieden revolutionair. Jeroen Hendrikse: 'Er wordt wereldwijd veel onderzoek gedaan met MRI-scanners, maar Utrechtnbsp;is een van de weinige laboratoria waar die scanners ook voor patiëntennbsp;worden gebruikt. De stap van onderzoek naar toepassing is daardoor eennbsp;stuk sneller gezet, en bovendien kun je ook putten uit de enorme rijkdomnbsp;aan ervaring die wordt opgedaan in de dagelijkse praktijk. Nieuw aan onsnbsp;onderzoek (Hendrikse werkte met onderzoeksleider Jeroen van de Grond -WS) is dan ook dat we vanuit een klinische vraagstelling zijn begonnen.nbsp;Omdat de bestaande diagnosemethodes zo omslachtig en weinig preciesnbsp;zijn, wilden wij weten of via MRI het stroomgebied van een enkele ader innbsp;kaart kon worden gebracht. Toen zijn we heel doelgericht gaan zoekennbsp;naar de radiofrequenties waarmee dat kan. Veel onderzoekers werken nognbsp;precies andersom: zij experimenteren met verschillende frequenties, kijkennbsp;wat er te zien is en bepalen dan pas of daar ook een diagnostische toepassing voor is.'
Zo'n methode klinkt naar zendamateurisme, maar voor Hendrikse gaat die definitie te ver. Wel is de door hem gevolgde onderzoeksmethode eigenlijknbsp;alleen toepasbaar in Utrecht, juist vanwege die verwevenheid met denbsp;behandelpraktijk. 'Ik zou ook best elders onderzoek kunnen doen, maarnbsp;Utrecht heeft wereldwijd toch de beste papieren voor dit MRI-onderzoek.'nbsp;En over dat verdere onderzoek is Hendrikse optimistisch: 'Door onze vinding is het opeens mogelijk om veel verdergaande diagnoses te stellen.nbsp;En vanaf hier openen zich allerlei nieuwe mogelijkheden. We hebben nunbsp;dingen zichtbaar gemaakt die voorheen niet te zien waren. En over wat jenbsp;niet kunt zien, kun je ook niet nadenken.'
[Wijbrand Schaap]
10 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 11-
'Laat mij maar regelen' gesaneerd krijgen van de bodem tot het bepalen van de kleurnbsp;van de baksteen. Pas als de stoep er netjes bij ligt zit onzenbsp;taak erop.' |
Kelly Regterschot (29) is sinds januari 2003 projectleider bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeentenbsp;Den Haag. Twee maanden later voltooide ze haar deeltijdopleiding sociale geografie.
Kun je een voorbeeld geven?
'De gemeente kan op een bepaalde locatie een binnenstedelijk bedrijventerrein willen van zoveel hectare en met die en die partijen. Ik bekijk dan hoe dat gerealiseerd kan worden.nbsp;Of een woningbouwcorporatie wil ergens een bepaald aantalnbsp;woningen gaan bouwen en vraagt wat de gemeente ervannbsp;vindt.'
Niet gek, projectleider als je nog niet eens bent afgestudeerd. 'Ik heb eerst ruimtelijke ordening amp; planologie gedaan aan denbsp;HTS. Daarna ben ik in deeltijd sociale geografie gaan studerennbsp;aan de universiteit. Ik werkte toen al bij de gemeente Dennbsp;Haag, als planeconoom. Dat ging vooral om de kosten ennbsp;baten bij bouwprojecten.' En van daaruit ben je doorgegroeid. 'Inderdaad. Als je wilt krijg je veel kansen bij zo'n grote gemeente. Je krijgt veel verantwoordelijkheid, kunt je eigennbsp;weg zoeken. Ik wilde graag projectleider worden. Een echtenbsp;inwerkperiode was er niet, je moet gewoon aan de slag. Voornbsp;mij is dat de goede manier.' De gemeente als ideale werkgever? 'Vroeger had ik nooit gedacht dat ik bij een gemeente zou gaan werken, vanwege het saaie imago. Maar nu merk ik datnbsp;er veel jonge mensen werken en er voor hen veel mogelijk is.' l/l/at doe je zoal? 'Ik stuur verschillende projecten aan en ben eindverantwoordelijk voor het hele traject, van het maken van een stedenbouwkundig plan tot de uitvoering. Dat loopt uiteen van het |
Hoe pak je zoiets aan? 'Ik heb heel veel overleg, zowel binnen de gemeente als met externe partijen. Dat laatste is het makkelijkst, al is het somsnbsp;lastig om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Intern hebnbsp;je vaak te maken met politieke en bestuurlijke invloeden. Eennbsp;plan kan op zich goed zijn, maar politiek ongewenst. Daarnbsp;loop ik wel eens tegenaan.' Maar op zich bevalt het wel? 'Zeker. Het contact met mensen vind ik heel belangrijk. En ik wist dat ik geen superspecialist wilde worden, ik ben meer eennbsp;generalist. Een praktische invulling van de sociale geografienbsp;past bij mij. Laat mij maar regelen en organiseren!' Wat cfoe je over vijfjaar? 'Over vijfjaar zit ik nog in hetzelfde vakgebied. Ik werk nog steeds als projectleider, maar dan misschien bij een anderenbsp;gemeente, een projectontwikkelaar of een woningbouwcorporatie.' [Eveline Meeuwissen] Illuster zoekt kersverse alumni die willen vertellen over hun eerste baan: llluster.redactie@csc.uu.nl. |
Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 'll
-ocr page 12-Beroep: afgestudeerd in de CKI
Niet iedere slimmerik heeft de juiste kennis
Studenten cognitieve kunstmatige intelligentie (CKI) leren niet alleen logisch te denken, maar ook om zich razendsnel te verdiepennbsp;in nieuwe materie. Daar hebben ze in hun beroepspraktijk profijtnbsp;van. Vier jonge alumni CKI vertellen over hun werk en hun kennisidealen. Mits ze die hebben. 'Ik denk vooral in termen van goedenbsp;resultaten,' zegt CKI-afvallige Jasper Rienstra. Jasper Rienstra (33) rondde de studie CKI af in 1997. Sinds oktober 2002 is hij organisatieadviseur bij YDL. 'Als een van de eersten ben ik afgestudeerd in kennismanagement, met veel bedrijfskundigenbsp;vakken in deze vrije afstudeervariant. Daarnanbsp;ben ik gaan werken bij het Kenniscentrum CIBIT.nbsp;Kennismanagement bevond zich in die jarennbsp;overigens nog in de pioniersfase. Hoewel ik eennbsp;afvallige CKI-er was door mijn interesse in denbsp;bedrijfskunde, heb ik in mijn scriptie wel eennbsp;typische CKI-verhandeling geschreven over denbsp;vraag: Wat is kennis? Maar dat had bepaaldnbsp;geen diep-filosofisch gehalte. En het antwoordnbsp;heb ik ook niet gevonden. Als organisatieadviseur ben ik grotendeels aangewezen op mijn eigen kennis en op die van collega's. YDL is niet zo groot dat het delen van kennis erg ingewikkeld kennismanagementnbsp;behoeft. Ik versta onder kennis: beschikken overnbsp;competenties: vaardigheden, houding en ervaringskennis. Naarmate ik ouder en meer ervarennbsp;word, maak ik binnen mijn werk steeds meernbsp;gebruik van mijn ervaringskennis. Ik beoefennbsp;geen beroep waarvan de basiskennis theoretischnbsp;volkomen duidelijk is, het zit tussen kunst ennbsp;kunde in. Bij CIBIT was het mijn doel om mensen binnen een organisatie gebruik te laten maken vannbsp;eikaars kennis en ervaringen. Hoe zorg je ervoornbsp;dat het succes van Senseo Crema ook iets oplevert voor andere bedrijfsonderdelen van Saranbsp;Lee? Het levert goede kennis op door marketeers te laten reflecteren op hun successen. Nognbsp;steeds ben ik gefascineerd door kennis en leren,nbsp;maar ik ben allergisch geworden voor teveelnbsp;ongericht kennis verzamelen. Kennis is geennbsp;doel, het gaat om de resultaten. Bij YDL houd iknbsp;me bezig met het implementeren van complexenbsp;veranderingen. Wat je hebt bedacht moet ooknbsp;werkbaar zijn. Kennisidealen heb ik dan ook niet,nbsp;ik denk vooral in termen van goede resultaten.nbsp;Het kan me echt geen bal schelen met wat voornbsp;kennis dit gebeurt. Ik huldig het standpunt:nbsp;willen is kunnen. Met het accent op willen.' 12 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 |
Carl in 't Veld (26) rondde zijn studie CKI af in 2003. Sinds november van dat jaar werktnbsp;hij als content-analist bij uitgeverij Kluwer. 'Op dit moment werk ik met een team aan een nieuw content-managementsysteem. Omdatnbsp;Kluwer de informatie zo veel mogelijk wil hergebruiken in verschillende media, zoals internet,nbsp;cd-roms en tijdschriften, komt het aan op denbsp;juiste metadatering. Bij jurisprudentie moetennbsp;we bijvoorbeeld zowel de rechterlijke uitspraaknbsp;als de annotatie identificeren. Beide zijn met ditnbsp;systeem in no time terug te vinden. Ik ben afgestudeerd in de computationele taalkunde en logica. Ik begon aan de studie met het idee om talige uitdrukkingen op discussieforanbsp;beter toegankelijk te maken. Het lijkt me nognbsp;steeds spannend om een informatiesysteem opnbsp;te zetten waarmee je digitaal een dialoog kuntnbsp;aangaan. Welke rol kennis speelt in mijn werk? Ik heb veel bedrijfsspecifieke kennis nodig om dit werknbsp;goed te kunnen doen. En die kennis heb ik nognbsp;niet. Het managementsysteem dat Kluwer ontwikkelt, bestaat nog nergens ter wereld. Hetnbsp;punt is dat de nieuwe contentstructuren zijnnbsp;gebaseerd op de structuren die Kluwer nu al innbsp;gebruik heeft. Die moet ik eerst begrijpen om ernbsp;de nieuwe uit te kunnen destilleren, en daarnbsp;komt veel specialistische kennis bij kijken.nbsp;Kennis impliceert zekerheid, maar ik ben tamelijk onzeker omdat er om me heen steedsnbsp;nieuwe dingen verzonnen worden. Ik weet vandaag bij wijze van spreken niet wat er morgennbsp;bedacht wordt. Gaande het project ontstaannbsp;steeds nieuwe inzichten, discussies. Het is heelnbsp;belangrijk voor mij om die onzekerheid tenbsp;accepteren, dat is een heel proces. Gelukkignbsp;begin ik er nu in te rollen. Idealiter ontwerp ik op een dag een systeem dat specialistische kennis kan vertalen naar hetnbsp;niveau van de leek. Ik laat me hierbij graag inspireren door science fiction. De communicatornbsp;van Star Trek vind ik geweldig. Die vertaalt elkenbsp;willekeurige taal in een andere. Dat past preciesnbsp;in mijn droombeeld.' |
Roland Staring (29) studeerde in 1999 af in de CKI. Sinds kort is hij manager communitynbsp;support bij SURFnet, de internet servicenbsp;provider voor het hoger onderwijs ennbsp;onderzoek. 'SURFnet levert internet en een aantal daaraan gerelateerde diensten aan circa honderdvijftignbsp;instellingen in Nederland: alle universiteiten ennbsp;hogescholen, alle academische ziekenhuizen ennbsp;een aantal researchinstellingen. Ik heb videonbsp;conferencing, video streaming en de thuiswerkplek in portefeuille. Sinds vorig jaar kijken we bewuster naar de diensten waaraan gebruikers behoefte hebben.nbsp;Daarom organiseren we regelmatig een intercollegiaal seminar waar medewerkers met elkaarnbsp;praten over het nut van bijvoorbeeld video conferencing. Hoe zetten ze dit precies in voornbsp;onderwijs of patiëntenzorg? Radiologen vannbsp;een academisch ziekenhuis kunnen via videonbsp;conferencing informatie over scans uitwisselennbsp;met specialisten in een perifeer ziekenhuis. Opnbsp;die manier is expertise die verdeeld is over tweenbsp;locaties makkelijk en snel te bundelen.nbsp;Momenteel ontwikkelen we samen met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid standaarden waarmee grote sets historisch materiaal geïnventariseerd en ontsloten kunnen wordennbsp;op internet. Zo kan een leraar geschiedenisnbsp;straks makkelijk een oud Polygoonjournaalnbsp;vinden dat past bij de lesstof. Onder kennis versta ik het vermogen om inzicht te krijgen in een probleem en om dat vervolgensnbsp;op te lossen. Hierbij spelen niet alleen rationelenbsp;factoren een rol, maar bijvoorbeeld ook je IQ ennbsp;je karakter. Sommige slimmeriken hebben denbsp;lastige karaktereigenschap dat ze nauwelijksnbsp;iets van een ander kunnen aannemen en pikkennbsp;alleen maar informatie op die hun eigen hypothese versterkt. Dan beschikt zo'n intelligentnbsp;persoon toch niet over de juiste kennis, wil iknbsp;maar zeggen. Of ik een kennisideaal heb? Noem het eerder een utopie: dat iedereen op aarde over de juistenbsp;kennistoestand beschikt om van de hele wereldnbsp;een betere wereld te maken. Er is zoveel kennis |
Silvie Spreeuwenberg (33) studeerde in 1996 af in de CKI. Twee jaar later richtte zenbsp;een eigen bedrijf op, LibRT, dat productennbsp;en diensten levert voor de kwaliteitsbewaking van bedrijfsregels. 'Twee jaar heb ik als consultant maatwerk expertsystemen voor klanten ontwikkeld. Iknbsp;vond het jammer dat elk project startte met eennbsp;lege lei, ook als ik in een eerder project ietsnbsp;soortgelijks had gedaan. Daarom heb ik samennbsp;met een collega LibRT opgericht: we leverennbsp;producten en diensten voor de kwaliteitsbewaking van bedrijfsregels. Er zijn nog te weinig bedrijven die het beheer van bedrijfsregels serieus nemen, hoewel deze regelsnbsp;een essentiële invloed uitoefenen op hetnbsp;bedrijfsresultaat. Wel is de aandacht daarvoornbsp;groeiende. Rampen zoals in Enschede hebbennbsp;daaraan bijgedragen: niemand wist precies watnbsp;de regels waren en wie er verantwoordelijknbsp;voor was. Maar denk ook aan de strenge milieu-en veiligheidsvoorschriften in een havenbedrijfnbsp;en aan verzekeringsmaatschappijen die snelnbsp;moeten inspelen op wijzigingen in de pensioen-wetgeving. Tijdens mijn studie heb ik geleerd om me razendsnel te verdiepen in nieuwe materie, snelnbsp;te switchen van het ene onderwerp naar hetnbsp;andere. Daar heb ik nu veel profijt van. Als ik bijnbsp;een nieuw bedrijf binnenkom, dan heb ik heelnbsp;snel door wat ze doen en wat de zwakke plekken zijn in hun regelbeheer. Aan mijn kennisnbsp;van logica heb ik daarbij het meest: makkelijknbsp;abstracties kunnen maken. LibRT streeft het ideaal na dat mensen zelf hun kennis kunnen formaliseren en de kwaliteitnbsp;ervan kunnen bepalen. Nu is het nog nietnbsp;mogelijk om via internet aan gestructureerde ennbsp;direct toepasbare kennis van veiligheid voornbsp;een bepaald bedrijfsonderdeel te komen. Wetteksten bijvoorbeeld moetje zelf interpreteren.nbsp;Wij voorzien dat in de toekomst direct toepasbare kennis ingekocht kan worden. Daar werken we stapsgewijs naartoe, onder andere doornbsp;onze bijdrage aan de ontwikkeling van internationaal geaccepteerde standaarden in het vakgebied. Ik zie de toepassing vooral in wetgevings-domeinen als milieu- en veiligheidsregels, omdatnbsp;dit publieke kennis betreft. Dat is toch een voorwaarde voor mensen om hun kennis te willennbsp;delen met anderen. En gelijk hebben ze.' [Chiara Soldati] |
en er zijn zoveel slimme mensen, maar we maken er toch een grote puinhoop van.'
Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 13
In 1983 studeerde let Kervel (48) af in milieu, landschapsecologie en natuurbeheer. Haar vakkennis overdragen, dat wilde ze het liefst. Maar het liep anders. Toch staat de veldbiologe anno 2004 voor de klas. Op basisschoolnbsp;De Werkplaats in Bilthoven. 'Een gouden greep!'
Ook de schoolklas is een ecosysteem
'Al op jonge leeftijd wist ik dat ik het onderwijs in wilde. Daarom koos ik voor een afstudeerrichting waarmee ik denbsp;ideale biologieleraar zou worden. Maar helaas: er was geennbsp;vaste baan te krijgen. Hoewel iedereen om mij heen werkloos was, bleef ik ervan overtuigd dat ik snel aan de slag zounbsp;kunnen. Ik vond namelijk dat ik een heel goede lerares was.'nbsp;Kervel trouwde en kreeg een dochter. Het was midden jarennbsp;tachtig, en menig werkloze academicus liet zich omscholennbsp;bij Pion om de automatisering in te gaan. 'Ook ik besloot denbsp;opleiding tot informatieanalist te volgen. Ik kon direct aannbsp;de slag bij een bedrijf waar ik docent informatica werd. Eindelijk stond ik voor de klas! Ik gaf les aan zeer gemotiveerdenbsp;biologen en cultureel antropologen die nergens aan de baknbsp;waren gekomen. Het was geweldig leuk, vooral omdat ik ooknbsp;als hun coach fungeerde. Dat heb ik tien jaar gedaan. Inmiddels was ik hertrouwd, had nog twee dochters gekregen, ennbsp;wilde fulltime bij de kinderen zijn.' |
Na drie jaar wilde Kervel weer aan de slag. Maar middelbare scholen zaten nog steeds niet op biologen te wachten. 'Iknbsp;koos voor de verkorte opleiding Pabo. Een gouden greep! Nunbsp;geef ik met enorm veel plezier les aan kinderen in groep drienbsp;en vier. Zes- en zevenjarigen zijn puur, leergierig, houden vannbsp;je. En als je zelf enthousiast bent, dan doen ze alles voor je.nbsp;Ik vind het niet alleen leuk om kennis over te dragen, maarnbsp;interesseer me ook voor de psychologie van het jonge kind.nbsp;Ik ben het type leerkracht dat kijkt wat een kind beweegt,nbsp;waarom het bepaald gedrag vertoont, waarom het iets moeilijk vindt. En hoe dat te veranderen is. Eigenlijk ben ik altijdnbsp;veldbioloog gebleven. Een veldbioloog onderzoekt de systemen, ontrafelt processen. Dat doe ik in de klas ook, ik zoeknbsp;naar de samenhang tussen het gedrag van een kind en denbsp;groep. In de natuur hangt alles met elkaar samen, en in denbsp;klas ook. Ook de schoolklas is een ecosysteem.' [Chiara Soldati] Illuster zoekt alumni die een opmerkelijke zijsprong maakten: llluster.redactie@csc.uu.nl. |
14 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 15-Column Bas Haring
Geïnstitutionaliseerde zelfmoord komt maar zelden voor. Eén van de redenen is waarschijnlijk dat het gedrag vanzelf verdwijnt: op een gegeven momentnbsp;zijn de zelfmoordenaars op. Een uitzondering vormen de bijen. Die stekennbsp;zonder schroom indringers van de korf en leggen daarbij het loodje. De bijennbsp;die dit gedrag vertonen verdwijnen weliswaar van de aardbodem, maar denbsp;genen die de bijen 'programmeren' om zich aldus te gedragen verdwijnennbsp;helemaal niet. Integendeel. Het 'pleeg-zelfmoord-ten-gunste-van-korfgenoten-gen' kan zichzelf in stand houden omdat de overgrote meerderheid van denbsp;korf over precies hetzelfde gen beschikt: een gevolg van de vreemde ennbsp;uitzonderlijke biologische omstandigheden van de bij. Eén zichzelf opofferende bij is één 'pleeg-zelfmoord-gen' minder, maar betekent tevens eennbsp;winst van dit soort genen - mits de indringer een serieuze belager was.
Er is in de natuur altijd iets dat profiteert. Is het niet het individu, dan zijn het wel de genen die het individu programmeren: omdatnbsp;het 'pleeg-zelfmoord-gen' profiteert van het gedrag dat het programmeert, bestaat het nog.
Maar mensen zijn niet de slaaf van hun genen. En een 'pleeg-zelf-moord-gen' kan dan ook niet de verklaring zijn van de huidige zelfmoordaanslagen door jeugdige, naïeve Palestijnse jongetjes. Mensen worden gestuurd door hun ideeën en hun overtuigingen. En misschien profiteert - naar analogie van de biologie - de overtuigingnbsp;'zelfmoord-plegen-is-gaaf' zelf van het gedrag dat hij programmeert.
Zelfmoordenaars komen uitgebreid in de schijnwerpers van de media en verkrijgen zo haast een Idols-achtige status. Het idee dat het gaaf is om jezelf op te offeren ten gunste van religie kan zichzelf via de media vermenigvuldigen.nbsp;En zo houden we door alle media-aandacht misschien zelf de zelfmoordaanslagen in stand. En doe ik daar bij deze naar hartelust aan mee - hoewel ditnbsp;verhaaltje gelukkig maar door weinigen gelezen wordt.
Utrechtse stellingen
Prikkelende, humoristische en intrigerende stellingen uit Utrechtse proefschriften
Wie roept in de woestijn moet zich niet over gebrek aan toehoorders beklagen. ] Wouter Ides, Geneeskunde] Hoewel onthoofding een effectieve behandeling is voor hoofdpijn, is het niet in het belang van de patiënt.nbsp;IFraiik Bracke, Geneeskunde] Mobiel bellen is een gevaar voor de mobiliteit. ]lngcborg van der Tweel, Geneeskunde] In tegenstelling tot spieren verzuren hersenen ook door onderactiviteit. ]Gcrlinde tic Dcyii, Gcou'etciischappeiil Hoe korter je lengte, hoe langer het duurt voor je serieus genomen wordt. IMiiiiie Hcniipti, Diergeneeskunde] |
Het bewuste is niet minder oncontroleerbaar dan het onbewuste. /Datniaan Denys, Geneeskunde] Het is verbazend hoe vaak een dienstverlener zegt dat iets niet kan, terwijl hij bedoelt dat hij er geennbsp;zin in heeft. j Wouter Bergmann Tiest, Natuurkunde] Kinderen moeten vooral veel gewelddadige spelletjes spelen, zodat ze daar als ze volwassen zijn de rest vannbsp;de wereld niet mee lastig hoeven te vallen. ]Moniek Tromp, Scheikunde] Vakanticliefdes zijn net als de lokale wijn; meegenomen naar huis valt het vaak toch een beetje tegen. ]Willeni Hueting, Geneeskunde] |
Ihfuster 36 [ Universiteit Utrecht | 09/04 15
-ocr page 16-Netwerkbewustzijn op
scherp
Netwerken doet praktisch iedereen, in zijn eigen stijl, met zijn eigen motieven en doelen. Zelfs wanneer iemand 'netwerken' een opportunistischenbsp;kreet vindt, zoals freelance journalist Riëtte Duynstee.
Kennis
geven en nemen
Riëtte Duynstee is freelance journalist in Amsterdam. Lid van een beroepsvereniging is ze niet, maar direct contact met collega's vind ze wel belangrijk. Daarom huurt ze met vijf freelancers een kantoor in de hoofdstad. 'Het woord netwerken komt me opportunistisch over. Ik interpreteer hetnbsp;als contact leggen met mensen zonder dat je er zelf zin in hebt. Hoe vaaknbsp;hoor ik niet: 'Bah, ik heb geen zin in die borrel, maar ik ga toch, want iknbsp;moet mensen leren kennen.' Ikzelf netwerk alleen als ik daar zin in heb. Iknbsp;denk dat ik onbewust de link leg tussen netwerken en kennis opdoen,nbsp;want ik heb altijd mijn voelsprieten uitstaan voor een mooi verhaal. Nietnbsp;dat ik er meteen iets mee doe, maar die kennis wordt opgeslagen in mijnnbsp;hoofd en mogelijk kan ik het op een dag gebruiken voor een verhaal. Datnbsp;zou je mijn persoonlijke stijl kunnen noemen: oprechte interesse tonen innbsp;anderen.' Joyce van Tuyl, hoofd operational risk, control and security bij de ABN-AMRO, maakt volop gebruik van haar interne netwerk om te horen waar andere afdelingen mee bezig zijn. De koppeling tussen kennis vergaren ennbsp;netwerken vindt ze dan ook volstrekt logisch. Van Tuyl is lid van de WAO,nbsp;de Vereniging van Vrouwen met een Academische Opleiding. Eind jarennbsp;zeventig werd ze lid omdat de WAO een congres had georganiseerd datnbsp;haar interessant leek. Ook is ze lid van de Rotary. 'Ik gebruik dit netwerknbsp;bewust voor mijn zakelijke contacten, daarom ben ik er ook lid van geworden. Als ik iemand nodig heb voor informatie, dan kijk ik meteen of hij lidnbsp;is. Zo ja, dan weet ik dat hij makkelijk te benaderen is.' Subtiele codes Zowel Duynstee als Van Tuyl past op haar eigen manier in het plaatje van de succesvolle netwerker. Althans, volgens de ideeën van Paul Adriaanse,nbsp;directeur van het Centrum voor Management en Communicatie Onderzoeknbsp;van de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Volgens 'Je zit elkaar eerder in de weg |
dan dat je er beter van wordt' hem is er een aantal ongeschreven regels dat iemand tot een goed netwerker maakt: ten eerste het bewustzijn dat een opdracht of een geschiktnbsp;contactpersoon uit de gekste hoeken kan komen, waarbij de scheidslijnnbsp;tussen werk en privé is vervaagd. Succesvolle mensen weten daarbij tenbsp;opereren op de raakvlakken van verschillende netwerken. Het is niet denbsp;bedoeling dat je altijd maar met je werk bezig bent, vindt Adriaanse, maarnbsp;het is wel handig dat je je bewust bent van het werk dat je doet. Netwerken en inhoudelijke kennis vergaren gaan daarbij hand in hand. Zelf is hijnbsp;niet iemand die te pas en te onpas met visitekaartjes strooit, maar zijn netwerkbewustzijn staat altijd op scherp, waardoor hij op de juiste momentennbsp;gebruik kan maken van de mogelijkheden. Ten tweede: vertrouwen en wederkerigheid vormen het cement van een netwerkrelatie. Ofwel: goede netwerkers geven en nemen. Voor zijn eigennbsp;werk betekent dit bijvoorbeeld dat hij niet alleen bestuurskundigenbsp;kennis aan een organisatie levert, maar tegelijk de kans krijgt om doornbsp;de opdracht nieuwe kennis op te doen. En die kennis wordt dan weernbsp;gebruikt voor een nieuwe opdracht. Meer op het persoonlijk vlak bedoeltnbsp;hij met de begrippen vertrouwen en wederkerigheid: toon interesse in denbsp;ander en luister. Wie teveel met zichzelf bezig is, zich niet in de ander verdiept, komt nergens. Natuurlijk, zegt Adriaanse, is inhoudelijke deskundigheid ook belangrijk, maar minder dan het wekken van vertrouwen. 'Denbsp;codes zijn subtiel. Je moet bescheiden zijn, maar niet té. Blijf naturel. Hetnbsp;gaat om je persoonlijke stijl, die je zelf moet ontdekken en verfijnen. Datnbsp;uit zich in bepaald taalgebruik, uitstraling, kleding. De eerste indruk isnbsp;bepalend. Het is ook belangrijk dat je kunt schakelen van de ene wereldnbsp;naar de andere zonder daarbij je eigen identiteit geweld aan te doen. Zonbsp;moet je bijvoorbeeld wel het jargon van de ander kunnen duiden, maarnbsp;het niet zelf overnemen. De bestuurskundetaal is heel anders dan die vannbsp;de gezondheidszorg.' Meer dan borrelen Jan van Haaren noemt zijn visie op netwerken 'enigszins utopisch'. Twee jaar geleden meldde hij zich als één van de voortrekkers voor het alumni-netwerk Brabant. Niet alleen vanwege zijn affiniteit met de universiteit ennbsp;de stad Utrecht, maar ook vanuit een behoefte bij te dragen aan de vermaatschappelijking van de universiteit. 'Het gaat in ons netwerk nietnbsp;alleen om de borrel, maar ook om het uitwisselen van kennis en ervaring.nbsp;Vanuit hun ervaringkennis kunnen alumni het onderwijs helpen verbeteren.nbsp;Oudere alumni kunnen pas afgestudeerden op weg helpen. Feedback overnbsp;en weer, daar gaat het om.' Van Haaren is zich ervan bewust dat het calvinistische Nederland moeilijk voor deze visie te mobiliseren is. De hoop vannbsp;de gepensioneerde arts is vooral gevestigd op de jongere generatie. Die wil hij trekken met eigentijdse activiteiten, zoals de rondleiding op |
16 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 17-
21 oktober door het moderne Interpolisgebouw, met natuurlijk een borrel tot besluit.nbsp;Zo'n jonge alumna en netwerkernbsp;pur sang is Karen Jedema. In 1997nbsp;studeerde ze af in de natuurwetenschap en innovatiemanagement ennbsp;tegenwoordig werkt ze bij het Inspec-tiebedrijf Financiën van het ministerie vannbsp;Financiën. Ze is lid van Sociëteit De Witte.nbsp;Jedema: 'Er wordt gezegd dat je lid wordtnbsp;voor de gezelligheid en niet om te netwerken,nbsp;maar dat gaat natuurlijk hand in hand. Ik doe bijvoorbeeld de begroting van Landbouw, dus als iknbsp;iemand spreek die daar bij Pamp;O werkt, dan vraag ik hoe hetnbsp;zit met de bezuinigingen en de op handen zijnde ontslagen. Datnbsp;soort kennis achterhalen is overigens niet primair mijn opzet. Voor datnbsp;doel ben ik lid geworden van het netwerk Vrouwen in Financiën.' Ook isnbsp;Jedema sinds twee jaar lid van de Adviescommissie van Jonge alumni,nbsp;waarin ze het Alumnibureau adviseert over de wensen van jonge alumni.nbsp;Zo worden er bijvoorbeeld sollicitatietrainingen georganiseerd en was ernbsp;vorig jaar een debat over de kenniseconomie. 'We zijn nu bezig om eennbsp;mentorensysteem op te zetten: Wat kan een jonge alumnus die eennbsp;eigen bedrijf wil opzetten bijvoorbeeld leren van een ervaren alumnusondernemer?' Doorzichtig spel En dan zijn er de mensen die niet in netwerken ge/oven. Anke Leys, zelfstandig communicatieadviseur: 'Toen ik een paar jaar geleden op straat kwam te staan, heb ik geen gebruik gemaakt van mijn netwerk. Ja, dat isnbsp;misschien gek. Maar ik werd gebeld voor een paar klussen en zo gaat datnbsp;tot op de dag van vandaag. Ik ga nooit lunchen met relaties om er beternbsp;van te worden, maar om bij te kletsen.' Ook de koppeling tussen netwerkennbsp;en het opdoen van kennis ziet Leys niet zo. 'Volgens mij wordt niemand Hdnbsp;van de Rotary vanwege de lezingen. Ik ben zelf lid geworden van Entrenbsp;Femmes, een grote Utrechtse kring van vrouwelijke zelfstandig ondernemers. Negen van de tien leden zijn communicatiemensen die aan werk willen komen. Je zit elkaar eerder in de weg dan dat je er beter van wordt.'nbsp;Paul Adriaanse kan zich wel vinden in dit laatste standpunt. Hij heeft omnbsp;die reden een hekel aan verenigingen. 'Ik heb wel eens een Utrechtsenbsp;sociëteit bezocht, maar daar ligt het netwerken er te dik bovenop. Denbsp;leden doen net of ze vrienden zijn, maar feitelijk kijken ze of er iets tenbsp;halen valt. Ook de Rotary ligt me niet, ik ben er niet goed in, doorzie hetnbsp;spel teveel. ' Hij vindtnbsp;dat elke vereniging op haar eigennbsp;manier zinvol kan zijn, maar niet om aan opdrachten te komen. 'Vee! consultants zijn lid van een communicatievereniging om opdrachten binnen tenbsp;halen, maar je ziet er niet of nauwelijks managers die opdrachten te vergeven hebben. Die putten uit hun persoonlijk opgebouwde netwerk. Het isnbsp;een misvatting dat er allerlei rationele beslissingen aan het weggeven vannbsp;opdrachten ten grondslag liggen. Zo weet ik zelf in een eerste gesprek vrijnbsp;snel of ik een opdracht krijg of niet. Ik schat dat in negentig procent vannbsp;de gevallen goed in, omdat ik merk of het klikt, of er sprake is van vertrouwen en wederkerigheid. Dat zijn de doorslaggevende factoren dienbsp;bepalen of een klant je ziet zitten. Ik heb in elk geval nog nooit meegemaakt dat de prijs een doorslaggevend criterium is.' |
fCh/ara So/dat/J .z- ’m,',.,,..'**' |
Illuster 36 / Universiteit Utrecht / 09/04 1 7
-ocr page 18-Kiek! Uit het album van een alumnus Jim van der Meer Mohr (derde persoon aan de publiekskant); 'In 1979 werd koningin Juliananbsp;70 jaar en als Senaat van het Utrechtsch Studenten Corps (use) namen we deel aan het bloe-mendefilé, haar één-na-laatste. De rector vannbsp;de Senaat en Van Gend, de pedel, mochten hetnbsp;bordes op om de koningin geluk te wensen metnbsp;haar verjaardag. Daarna was er de Oranjelunchnbsp;op de sociëteit met veel oranjebitter en denbsp;gebruikelijke 'burgerijmiddag', wat niet veelnbsp;meer inhield dan dat je spelletjes organiseerdenbsp;voor de Utrechtse jeugd. Het use had een Oranjecommiteit, een speciaal geïnstalleerde commissie tot viering van denbsp;Koninginnedag. Op de foto dragen we hetnbsp;oranje lint van de Oranjecommiteit. Twee ledennbsp;van de Oranjecommiteit stonden de Senaat terzijde op Koninginnedag, een erebaantje voornbsp;ouderejaars die zich verdienstelijk gemaakt hadden op de kroeg. In ons jaar waren dat Bobnbsp;Steensma en Robert Bosman; de eerste is nunbsp;officier van justitie, de tweede is mededingings-advocaat te Brussel. |
Een jaar later, in januari 1980, was Carel Hieben-daal namens het USC aanwezig bij de inhuldiging van Beatrix als koningin. Hij kon er smakelijk over vertellen, met name over zijn finest hour toen voormalig premier Den Uyl hemnbsp;vroeg wie hij dan wel was. Waarop Carel naarnbsp;eigen zeggen antwoordde: 'Mijn naam isnbsp;Hiebendaal, rector van het Utrechtsch Studentennbsp;Corps, en wie bent u dan wel?' Illuster zoekt foto's met een verhaal. Stuur uw bijdrage naar Illuster, Postbus 80125,nbsp;3508 TC Utrecht. Mailen kan ook:nbsp;llluster.redactie@csc.uu.nl. Bij vermelding vannbsp;naam en adres krijgt u de foto retour. |
18 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
Waarom schamen veel mensen zich om hun naakte lichaam in de openbaarheid te tonen? Wat zijn denbsp;culturele en sociale achtergronden daarvan?
Victor van Dijk - afgestudeerd in de culturele antropologie, 1996
Oproep
Prangende vragen kunt u sturen naar llluster.redactie@csc.uu.nl.
'Laat me allereerst opmerken dat het schaamtegevoel in de wereld geen universeel beeld geeft. Bij vijfennegentig procent van de mensen is denbsp;schaamte genitaal gericht. Toch zijn er bijvoorbeeld in het Amazonegebied naakte vrouwen dienbsp;zich schamen als ze geen bandjes om hun arm of
enkels dragen. De schaamte ontstaat als wordt afgeweken van de kledingnorm, die in iedere cultuur weer anders is ingevuld.
De schaamte is niet aangeboren, maar de reden dat mensen zich schamen heeft wel een universele, biologische achtergrond. Basis is de genetisch geïndiceerde man-vrouwrelatie. Die is biologisch nietnbsp;verder ingevuld, zoals dat wel het geval is bij vogels (monogamie) of bavianen (polygamie). Het is aannbsp;de cultuur om 'aan de seks wat te regelen'. Dat leidt tot culturele regels voor seksuele binding, dusnbsp;seksueel gedrag. Dat verklaart weer de culturele aandacht voor het genitaal, dus voor bedekking vannbsp;het genitaal, want sommige reflexen zijn nu eenmaal zichtbaar. Het lijkt een logische opdracht voornbsp;elke cultuur om, gezien het belang van een stabiel ouderpaar, dat immers nodig is voor de opvoedingnbsp;van een vroeg geboren jong, het genitaal te 'privatiseren'.'
Dr. W.E.A. van Beek is universitair hoofddocent culturele antropologie.
Het is volgens mij nog maar honderdvijftig jaar geleden dat ‘wij’ dachten dat ‘negers’ niet echtnbsp;helemaal mens waren. Hoe kan men dan nu bewerennbsp;dat bonobo’s geen mensen zijn? Met andere woorden: wat definieert de mens, in biologische termen?
J. Mars - afgestudeerd in de sociologie, 1982
'Mens en bonobo zijn twee soorten primaten. In biologische termen is de 'soort' goed gedefinieerd. Een soort betreft een groep individuen dienbsp;in de natuur met elkaar paren en vruchtbarenbsp;nakomelingen voortbrengen. De 'soort' is eennbsp;breed hanteerbaar begrip. Er zijn wel uitzonderingen, zoals de leeuw en tijger die tot verschillende soorten behoren maar in gevangenschap
vruchtbare nakomelingen voortbrengen. Maar dat doet niets af aan de geldigheid en toepasbaarheid van het begrip. Een bonobo verschiltnbsp;genetisch gezien maar enkele procenten van de mens. Maar bonobo'snbsp;behoren niet tot de menselijke soort omdat bonobo's en mensen samennbsp;geen nakomelingen voortbrengen.
Inderdaad zijn er in het verleden discussies geweest of 'negers' mensen waren, maar die werden ook gevoerd over indianen, aboriginals ofnbsp;maori's. Ik ben hier niet zo deskundig in, maar volgens mij zijn hetnbsp;vooral sociologische kwesties die overigens nog steeds actueel zijn.nbsp;Want naar mijn idee worden tegenwoordig nog steeds dergelijke vragen gesteld, alleen in een modernere variant. Meer in de trant van 'watnbsp;zijn de rechten die wij als groep toekennen aan anderen buiten onzenbsp;groep?' En dat dat tot discussies leidt behoeft geen toelichting. Denknbsp;maar eens aan Guantanamo Bay en de Abu Ghraib gevangenis.'
Dr. Liesbeth H.M. Sterck is universitair hoofddocent gedragsbiologie aan de faculteit Biologie.
Waarom was het circa 900 jaar geleden ongeveer twee tot drie graden warmer op het noordelijk halfrond dan nu, en dat zonder hroeikaseffect? Ditnbsp;blijkt uit historische feiten, zoals landbouw opnbsp;Groenland en Ijsland en wijnbouw in Engeland ennbsp;Schotland, en dit zonder geavanceerde agronomie.
Drs. J. van de Berg - afgestudeerd in de geschiedenis, 1998
'Inderdaad hebben de vikingen vanaf 850 na Christus tot en met de vijftiende eeuw in Ijslandnbsp;en later in Groenland landbouw bedreven. Ennbsp;ook maakte voldoende druivenproductie eennbsp;echte wijnindustrie mogelijk in Engeland rond denbsp;twaalfde tot en met de veertiende eeuw. Hoewelnbsp;ik geen expert ben op het gebied van vroegerenbsp;klimaten, weet ik wel dat deze opwarming mogelijk te maken heeft met een van de cycli in de
zonne-intensiteit. Daar is op internet heel wat over te vinden (trefwoord: medieval warming}. Verder spelen er allerlei feedback-mechanismen een rol die die mogelijke zonne-invloed versterken. Het precieze mechanisme is echter onduidelijk. Er wordt vaak een vergelijking gemaakt met de huidige opwarming, om te laten zien dat klimaatverandering ook zonder menselijke invloed kan voorkomen. Dit heetnbsp;'natuurlijke klimaatvariabiliteit'. Hierin spelen, naast zonnecycli, vulkaanuitbarstingen en El Nino's eennbsp;belangrijke rol, aangevuld met interne schommelingen in het klimaatsysteem. Voor het heden komt denbsp;invloed van menselijke activiteiten daar dan nog bovenop.'
Dr. G.J.H. Roelofs is docent-onderzoeker aan de faculteit Natuur- en Sterrenkunde, Instituut voor
Marien en Atmosferisch Onderzoek.
Illuster 36 I Universiteit Utrecht | 09/04 19
-ocr page 20-utrechts Universiteitsfonds / Alumnibureau
In 1886 werd het Universiteitsfonds opgericht door alumni van de Universiteit Utrecht. Sindsdien zet het U-fonds zich in voor de Universiteit Utrecht. Zo stelt het bijzondere leerstoelen in, subsidieert het studentenactiviteiten en regelt het sociale zorg voor studenten in financiële nood. Sinds 1999 is het Universiteitsfonds tevens Alumnibureau. Het bureau heeft een uitgebreid programma voor alumni in binnen- ennbsp;buitenland en voor jonge alumni. Kijk ook in de bijgevoegde folder voor het Najaarsprogramma 2004nbsp;voor alumni.
Najaarsprogramma voor alumni. Kijk voor meer
Ufonds - Alumnipas 2004 Draag bij aan de groei en bloei van de Universiteit Utrecht en word begunstiger van het Universiteits-fonds/Alumnibureau. Dat kan al vanaf € 15,- per jaar. Begunstigers van het Universiteitsfonds ontvangen de Ufonds-alumnipas en kunnen daarmee:
Kijk voor meer informatie op www.alumni.uu.nl of bel (030) 253 8025. Alumnipas-aanbiedingen Afgestudeerd en op zoek naar een baan? Voor afgestudeerden van de Universiteit Utrechtnbsp;die op zoek zijn naar een (nieuwe) baan heeftnbsp;Topselect een kort begeleidingstraject samengesteld. Doel van het traject is om inzicht te krijgennbsp;in het soort banen dat bij je past en je te faciliterennbsp;bij het zoeken naar deze baan. Houders van denbsp;alumnipas krijgen 10% korting op de tarieven vannbsp;een of meer van de volgende onderdelen:
Topselect, Bolognalaan 10, 7de etage, 3584 Cl Utrecht. Meer informatie: (030) 253 5946 (werkdagen tussennbsp;12.00 en 13.30 uur), www.topselectgroep.nl. |
Alumnipas-wandelingen Exclusief voor alumnipashouders wordt een tweetal wandelingen georganiseerd:
Aanvang 14.00 uur, verzamelen in grand café The Basket. De rondleiding duurt circa 2 uur.nbsp;Aanmelden voor één of beide wandelingen isnbsp;noodzakelijk en kan via (030) 253 8025 of vianbsp;ufonds@ufonds.uu.nl. Er is plaats voor maximaalnbsp;25 personen. 10 september: alumniprogramma in het teken van 750 jaar Domnbsp;Voorafgaand aan de driemaandelijkse alumni-borrel van 10 september wordt de opening vannbsp;het academisch jaar gevierd. Hierbij is aandachtnbsp;voor het 750-jarig bestaan van het Domcomplex.nbsp;De hele stad Utrecht is deze maanden het toneelnbsp;van de viering van de jarige Dom. Voor dezenbsp;gelegenheid is zelfs het middenschip van denbsp;Gotische kerk, weggewaaid in 1674, weer provisorisch in ere hersteld. De Universiteit Utrechtnbsp;heeft letterlijk en figuurlijk sterke verbondenheid met de Dom (de aula was de kapittelzaalnbsp;van het Domcomplex). Op 10 september besteden we hieraan uitgebreid aandacht. Onzenbsp;alumni zijn daarbij van harte welkom. Programma:
Een deskundige gids voert u naar diverse plekken op en rond het Domplein waar de resten uit het verleden tastbaar en zichtbaar zijn. Opnbsp;het Domplein is ook de reconstructie van hetnbsp;middenschip te bewonderen. |
De rondleiding duurt een uur. Bij grote belangstelling wordt een tweede wandeling gemaakt. De DVD '2000 jaar Domplein' vormt een perfecte inleiding op de wandeling. Via virtuelenbsp;reconstructies beleeft u de bebouwing van hetnbsp;Domplein vanaf de Romeinse tijd tot nu.nbsp;Reserveren bij organisatie RonDom is nodignbsp;voor deelname: (030) 233 3036. De kosten zijnnbsp;€6,50 per persoon. Meer informatie over de jarige Dom en het programma vindt u op www.750jaardomkerk.nl.
De Domkerk heeft een dubbele geschiedenis. De viering van het 750-jarig bestaan houdtnbsp;natuurlijk vooral verband met het christelijkenbsp;verleden van de stad Utrecht. Maar sinds denbsp;oprichting van de universiteit in 1636 bezetnbsp;het gebouw ook een belangrijke plaats in denbsp;universitaire historie. De kerk is steeds als aulanbsp;gebruikt wanneer er een ruimte nodig wasnbsp;voor een groot aantal aanwezigen. De functienbsp;als universitair centrum domineert vandaag denbsp;dag volledig. Geloof en wetenschap gaan weliswaar niet samen op de wijze die Gisbertusnbsp;Voetius ooit voor ogen had, maar het Domcomplex houdt kerk en universiteit toch nognbsp;wel wat bij elkaar, en dit geldt zeker als saillante momenten uit het verleden opgehaaldnbsp;mogen worden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f Dr. Frits Broeyer was tot voor kort als hoofddocent kerkgeschiedenis werkzaam bij de faculteit Godgeleerdheid. Reserveren isnbsp;gewenst, via www.alumni.uu.nl.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f
De opening van het academisch jaar staat garant voor een bruisende alumniborrel waar unbsp;van harte welkom bent. Gastheer is zoals altijdnbsp;het Utrechts Universiteitsfonds/Alumnibureau.nbsp;De spreker is Maarten Prak. Hij zal het hebbennbsp;over de relatie tussen universiteit, overheid ennbsp;kerk in het verleden en geeft zijn visie op denbsp;relatie tussen universiteit en buitenwacht nu ennbsp;in de toekomst. Aanmelden via www.alumni.uu.nl is niet verplicht, wel gewenst. Locatie: Belle van Zuylen-zaal, Academiegebouw. Meer informatie: www.alumni.uu.nl. |
20 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 21-informatie in de bijgevoegde brochure.
17 september: jaarvergadering Utrechts Universiteitsfonds De jaarvergadering van het Utrechts Universiteitsfonds vindt plaats op 17 september in de splinternieuwe Universiteitsbibliotheek op Denbsp;Uithof. Begunstigers van het Utrechts Universiteitsfonds hebben in augustus een uitnodigingnbsp;ontvangen, samen met het jaarverslag 2003. Denbsp;bijeenkomst biedt alumni ook de gelegenheidnbsp;afscheid te nemen van prof.dr. Hans Vliegenthartnbsp;als voorzitter van het bestuur van het Universi-teitsfonds/Alumnibureau. Hij draagt zijn functienbsp;over aan dr. Arie Smit, die op dit moment denbsp;portefeuille Studentenzaken beheert binnen hetnbsp;bestuur. 23 september: pubquiz voor jonge alumni Op donderdag 23 september organiseren de Adviescommissie voor Jonge Alumni en hetnbsp;Alumnibureau speciaal voor jonge alumninbsp;(afgestudeerd na 1995) een pubquiz! In een ontspannen sfeer kun je met je medealumni strijdennbsp;om de jonge-alumnitroffee. Test je kennis op hetnbsp;gebied van wetenschap, geschiedenis, actualiteit,nbsp;sport, muziek en nog veel meer... Een panel vannbsp;vooraanstaande alumni, waaronder Maarten vannbsp;Rossem en rector magnificus Willem Hendriknbsp;Gispen, jureert de antwoorden en licht deze opnbsp;geheel eigen wijze toe. De presentatie is innbsp;handen van Larry Kendrick, die in het Utrechtsenbsp;café 'Florin and Firkin' regelmatig pubquizzennbsp;presenteert. Vóór de pubquiz kun je met je team eten in de Faculty Club (Academiegebouw). Reserverennbsp;tussen 11.00 en 21.00 uur: (030) 253 9910. Plaats: Senaatszaal van het Academiegebouw, Domplein 29 Ontvangst: 19.00 uur (Belle van Zuylenzaal) Start pubquiz: 20.00 uur (Senaatszaal)nbsp;Aanmelden kan via de antwoordkaart in denbsp;bijgevoegde folder of via www.alumni.uu.nl.nbsp;Hier vind Je ook meer informatie. |
Utrecht Lezingen 2004: najaarsprogramma in de regio'snbsp;Na het succes van het afgelopen najaar, zijn denbsp;regionale alumninetwerken druk bezig met denbsp;voorbereidingen voor de Utrecht Lezingen in hetnbsp;komende najaar. De lezingen zullen plaatsvindennbsp;op de volgende data:
9 oktober: regio Arnhem
29 oktober: regio Utrecht 2 november: regio Zwolle
Wij nodigen u van harte uit om één of meerdere lezingen bij te wonen. 26 november: alumniborrel Alle alumni zijn van harte welkom op deze laatste alumniborrel van het jaar. Prof.dr. Hans Vliegenthart, scheidend voorzitter van het Utrechtsnbsp;Universiteitsfonds/Alumnibureau, zal in eennbsp;korte toespraak ingaan op het belang van alumni-beleid in het huidige hoger onderwijsbestel.nbsp;Aanvang: 17.00 uur Locatie: Maskeradezaal, Academiegebouw Meer informatie: www.alumni.uu.nl. Bezoek voor de meest recente ontwikkelingen en activiteiten onze website: www.ufonds.uu.nl. |
Alumnicontactpersonen Contactpersonen faculteiten
3584 CS Utrecht, (030) 253 8025, ufonds@ufonds.uu.nl
3584 CA Utrecht, (030) 253 5116, n.meijer@geo.uu.nl
(030) 253 2276, c.m.jansen@bio.uu.nl
(030) 253 4836, m.e.martens@vet.uu.nl
3508 TB Utrecht, (030) 253 7313, d.a.ondaatje@pharm.uu.nl
(030) 253 6420, t.m.v.fakkeldij@med.uu.nl
(030) 253 1853, Mswarte@theo.uu.nl
(030) 253 9756, a.poorterman@let.uu.nl
(030) 253 3284, j.andriese@phys.uu.nl
(030) 253 7018, n.vanderputten@law.uu.nl
3584 CS Utrecht, (030) 253 2044, y.langen@geog.uu.nl
(030) 253 3793, m.vandergarde@chem.uu.nl
3584 CS Utrecht, (030) 253 4700, h.j.vanrinsum@fss.uu.nl
(030) 253 1831, e.kas@phil.uu.nl
3584 CD Utrecht, (030) 253 1515, vlimmere@math.uu.nl
(030) 253 4494, m.vanrijswijk@ivlos.uu.nl Contactpersonen nationaal
Contactpersonen internationaal
New York, irmajansen@hotmail.com
|
Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 21
-ocr page 22-Agenda voor alumni
Zonder waardeoordeel te geven signaleert deze rubriek activiteiten en publicaties die voornbsp;Utrechtse alumni interessant zijn. Bijdragen zijn welkom: llluster.redactie@csc.uu.nl. V.U.G.S. alumniactiviteiten Op zaterdag 9 oktober organiseert de Vereniging van Utrechtse Geografiestudenten, V.U.G.S., eennbsp;lezing en een borrel voor alle alumni ter ere vannbsp;de 82ste dies. Daarnaast zoeken wij nog enkelenbsp;enthousiaste jonge alumni (korter dan tien jaarnbsp;geleden afgestudeerd en jonger dan 35) die opnbsp;23 september in het V.U.G.S.-team mee willennbsp;dingen naar de Jonge Alumni Trofee. Meer informatie: (030) 253 2789, vugs@geog.uu.nl, www.vugs.ni. UBV, ook voor alumni De Utrechtse Biologen Vereniging werkt sinds dit jaar aan een alumnibestand. Binnenkort zijn ernbsp;activiteiten voor alumni te verwachten. Oud-leden die willen meedenken over ons alumni-beleid of informatie willen ontvangen, kunnennbsp;contact met ons opnemen. Meer informatie: (030) 253 6741, ubv@studver. uu.ni. Alumniactiviteiten aardwetenschappen Alumni aardwetenschappen die mee willen doen aan de pubquiz voor Jonge Alumninbsp;op 23 september, kunnen tot 9 septembernbsp;contact opnemen met Jan-Willem de Blok,nbsp;deblok@geo.uu.nl. Verder is er komend academisch jaar nog ruimte voor oud-aardwetenschappers die de huidigenbsp;generatie toe willen spreken over hun ervaringennbsp;in de echte wereld. Meer informatie: www.geo.uu.nl/aiumniAW. ALV Reünistenvereniging Veritas De algemene ledenvergadering van Reünistenvereniging Veritas vindt plaats op vrijdag 24 september om 20.00 uur in het Eigen Huis.nbsp;Voorafgaand kunnen reünisten van de jarennbsp;1932 tot 1960 vanaf 16.30 uur borrelen ennbsp;dineren in het eetcafé. Jaargenoten en bekendennbsp;vindt u in het recent toegezonden ledenboek.nbsp;Tot 24 september! Meer informatie: www.veritasreunisten.nl. Boswell Talen U wilt uw taalkennis verder ontwikkelen en uitbreiden? De afdeling Boswell Talen van het James Boswell Instituut heeft ruime ervaring metnbsp;het organiseren van taaltrainingen voor belangstellenden binnen en buiten de Universiteitnbsp;Utrecht. Medio september starten voor alumninbsp;praktische cursussen Engels, Frans, Spaans en Italiaans op diverse niveaus. U kunt zich nognbsp;inschrijven. Voor alumni gelden gereduceerdenbsp;tarieven. Naast het reguliere cursusaanbod zijnnbsp;er trainingen op verzoek, zoals Presenting innbsp;English. |
Meer informatie: James Boswell Instituut, (030) 253 8666, www.jbi.uu.nl. Contractantenonderwijs Letteren Heeft u interesse in vroegmoderne literatuur, een moderne taal of kunstgeschiedenis? Ofnbsp;houdt u zich liever bezig met taalverwervingnbsp;Spaans, muziekwetenschap of vrouwenstudies?nbsp;In het studiejaar 2004-2005 biedt de faculteitnbsp;der Letteren een uitgebreid cursusaanbod voornbsp;contractanten aan. Houders van een alumnipasnbsp;krijgen 20% korting op het cursusgeld. Meer informatie: (030) 253 6285 (StudiePunt Letteren), www.let.uu.nllcontractanten. Juridisch PAO Voor het najaarsseizoen heeft het Juridisch PAO Utrecht weer een scala aan cursussen geprogrammeerd om de kennis van advocaten, rechters ennbsp;juristen te actualiseren en verdiepen. U kunt zichnbsp;onder andere aanmelden voor:
Alumnipashouders, korter dan vijfjaar geleden afgestudeerd aan de faculteit Rechtsgeleerdheid,nbsp;krijgen 20% korting op de cursusprijs. Meer informatie: www.law.uu.nl/pao, (030) 253 7022/7032. |
Studiemiddag IVLOS Het IVLOS organiseert op maandag 1 november van 13.30 tot 16.30 uur de jaarlijkse studiemiddag voor schoolpracticumdocenten en alumni.nbsp;De workshops in de eerste ronde zijn algemeennbsp;onderwijskundig en didactisch van aard. Denbsp;tweede ronde biedt cluster- of vakdidactischenbsp;workshops. Bij die workshops zijn ook denbsp;docenten-in-opleiding van het IVLOS betrokken.nbsp;De studiemiddag vindt plaats op De Uithof. Ernbsp;zijn geen kosten aan verbonden. Opgeven kan bij Elise Schokker (A.E.Schokker® ivlos.uu.nl) onder vermelding van spd/alumni-middag 1 november 2004. HOVO In 2004-2005 biedt HOVO Utrecht (Hoger Onderwijs voor Ouderen) voor iedereen van 50 jaar en ouder maar liefst 63 cursussen op velerlei gebied:nbsp;van de geschiedenis van de filmkunst tot denbsp;actuele stand van zaken van het onderzoek in denbsp;oncologie. De eerste najaarscursussen beginnennbsp;in september, dus u kunt zich nog net inschrijven.nbsp;De cursusgids kunt u aanvragen bij het secretariaat. Meer informatie: HOVO-secretariaat, (030) 253 3197, ma-wo-do van 9.00 tot 12.00 uur,nbsp;hovo@usp.uu.nl, www.hovoutrecht.nl. 6® Internationaal Studenten Pianoconcours Op vrijdag 22 oktober a.s. vindt in Muziekcentrum Vredenburg de finale plaats van het 6e Internationaal Studenten Pianoconcours. Denbsp;avond belooft ook dit jaar weer een spannend |
22 Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04
-ocr page 23-
en feestelijk evenement te worden. Getalenteerde studenten uit binnen- en buitenland strijden om de eer om tot beste pianist gekozennbsp;te worden en een geldprijs van € 2.500,-. Het pianoconcours wordt iedere twee jaar georganiseerd door de Universiteit Utrecht en het Utrechts Universiteitsfonds en is vanaf het beginnbsp;een succes bij publiek, jury en deelnemers. Ooknbsp;dit jaar bevinden zich onder de deelnemers velenbsp;getalenteerde studenten uit binnen- en buitenland, zoals Rusland, Slovenië, Duitsland en hetnbsp;Verenigd Koninkrijk. De voorrondes en halve finales vinden plaats vanaf 18 oktober 2004. De finale is op vrijdagavond 22 oktober in Muziekcentrum Vreden-burg. De finalisten spelen een zelfgekozen stuknbsp;en een vaststaand pianoconcert. Ze wordennbsp;begeleid door het Utrechtsch Studentennbsp;Concert. De presentatie is in handen van prof.dr.nbsp;Willem Albert Wagenaar. Alumni zijn van hartenbsp;welkom bij deze bijzondere finaleavond. Voornbsp;alumni geldt een gereduceerd toegangstariefnbsp;van € 5,-. Voorafgaand aan het concours kunt unbsp;deelnemen aan een rondleiding door het compleet gerenoveerde Academiegebouw met aansluitend een buffet in de Senaatszaal. De prijs voor dit arrangement is €42,50. Kaarten eniof het arrangement zijn te bestellennbsp;via www.pianocompetition.uu.nl of (030) 253nbsp;3550. Voor het arrangement kunt u zich inschrijven tot 7 oktober. Op de website vindt u meernbsp;informatie. Bestellingen worden op volgordenbsp;van binnenkomst behandeld. Faculty Club Helios De Faculty Club is een aantrekkelijke ontmoetingsplaats voor leden van de Utrechtse universitaire gemeenschap en hun relaties. In een sfeervolle, gastvrije omgeving in het hart vannbsp;de Utrechtse binnenstad kunt u besprekingennbsp;houden, maar ook genieten van een rustignbsp;moment aan de leestafel. U kunt er tevensnbsp;lunchen en dineren. Lid worden? Alumni dienbsp;begunstiger zijn van het Utrechts Universiteitsfonds betalen geen € 65,- maar € 45,- per jaar.nbsp;Faculty Club, Achter de Dom 7, 3512 JN Utrecht,nbsp;(030) 253 9911. Meer informatie: www.helios.uu.nl, n.vanhaaren@helios.uu.nl. Make a Move Carrièreweek Voorjaar 2005 wordt op initiatief van de internationale non-profit studentenorganisatie AIE5EC de Make a Move Carrièreweek georganiseerd. Het doel is academische studenten die innbsp;hun afstudeerfase zitten in contact te brengennbsp;met het bedrijfsleven. Dit kan door middel vannbsp;bedrijfspresentaties, workshops en individuelenbsp;gesprekken, afhankelijk van de wensen van hetnbsp;bedrijf. Is uw bedrijf op zoek naar kwalitatiefnbsp;goede studenten, dan kunt u die bij Make anbsp;Move Utrecht vinden. Meer informatie: www.makeamove.nl of peter.vanberkel@makeamove.nl, (030)253 6327. |
Lezingen Studium Generale
Twee colleges door prof.dr. H. von der Dunk. Data: maandag 8 en 15 september. Tijd; 19.30-22.00 uur.
Datum: donderdag 16 september. Tijd: 13.OOIT.15 (lectures in English) en 19.00-21.00 uur (forum in Dutch). Plaats: Educatorium,nbsp;De Uithof, Utrecht. Meer informatie: www.nanotopia.nl.
Data: lezingen op maandag 27 september en 4 oktober. Maandag 11 oktober: forum metnbsp;universiteitshoogleraren en rector Gispen innbsp;de Aula.
Data: de donderdagen van 14 oktober t/m 4 november.
Data: de maandagen van 18 oktober t/m 15 november.
Data: de maandagen van 25 oktober t/m 8 november. Plaats: Kanunnikenzaal Facultynbsp;Club Helios, Achter de Dom 7, Utrecht.
Data: de donderdagen van 18 november t/m 16 december. Plaats: Senaatszaal Academiegebouw m.u.v. 16 december: Grieks Orthodoxe Kerk Utrecht, Springweg 89, Utrecht.
Data: de maandagen van 22 november t/m 20 december.
Tenzij anders vermeld duren alle programma's van 20.00 tot 22.00 uur en vinden plaats in denbsp;Senaatszaal van het Academiegebouw,nbsp;Domplein 29 te Utrecht. Meer informatie: Bureau Studium Generale, Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht, (030) 253nbsp;2436, studgen@sg.uu.nl, www.sg.uu.nl. Boek afscheid Jan Veldhuis Eind 2003 nam Jan Veldhuis afscheid als voorzitter van het college van bestuur van denbsp;Universiteit Utrecht. In het boek 'Academie innbsp;verandering', uitgegeven ter gelegenheid vannbsp;zijn afscheid, reflecteren direct betrokkenen opnbsp;de ontwikkelingen in 25 jaar universitair bestuur.nbsp;Voor lezers van Illuster zijn tien gratis exemplaren beschikbaar, te bestellen bij Paulien van dernbsp;Veer, p.vanderveer@bs.uu.nl, onder vermeldingnbsp;van Lezersaanbieding Illuster. |
Herfst in de Botanische Tuinen In het weekend van 16 en 17 oktober kunt u in het Von Gimborn Arboretum in Doorn ondernbsp;leiding van een gids een prachtige wandelingnbsp;maken langs de herfsttoppers. Op Fort Hoofddijknbsp;kunnen bezoekers op zondag 17 oktober ziennbsp;hoe de planten zich op de winter voorbereiden.nbsp;Beide rondleidingen zijn om 11.00 en 14.00 uur.nbsp;Meer informatie: www.botanischetuinen.uu.nl,nbsp;(030) 253 5455. Ensemble Schönbrunn speelt divertimenti van Haydn Op dinsdag 2 november verzorgt het Ensemble Schönbrunn een Haydnprogramma voor denbsp;Nederlandse Joseph Haydn Stichting. Hetnbsp;ensemble, bestaande uit Marten Root, Johannesnbsp;Leertouwer, Richard Wolfe en Viola de Hoog,nbsp;speelt fluitkwartetten, fluittrio's en strijktrio's.nbsp;Het concert begint om 20.15 uur en vindtnbsp;plaats in de Gertrudiskapel, Willemsplantsoennbsp;1c te Utrecht. Illusterlezers betalen €12,- i.p.v.nbsp;€15,-. Kaarten bestellen: stort voor 15 oktobernbsp;het verschuldigde bedrag op gironummernbsp;4388908 t.n.v. de Nederlandse Joseph Haydnnbsp;Stichting, Utrecht, onder vermelding vannbsp;concert 2/11, Illuster. De kaarten liggen opnbsp;2 november voor u klaar bij de kassa. Meer informatie: www.haydnstichting.nl. Master in Applied Ethics Allerlei ontwikkelingen in wetenschap en maatschappij vragen om ethische reflectie.nbsp;Het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrechtnbsp;biedt per februari de mogelijkheid om te beginnen met het (Engelstalige) masterprogrammanbsp;Applied Ethics. Deze interdisciplinaire master isnbsp;toegankelijk voor studenten met een afgerondnbsp;bachelor- of doctoraaldiploma. Kandidatennbsp;moeten verder een aantoonbare basiscompetentie hebben in de wijsgerige of praktischenbsp;ethiek. Een toelatingscommissie beslist overnbsp;aanmeldingen. Meer informatie: www.ethics.uu.nl, master@ethics.uu.nl. Oproepjes Drie generaties Illuster is op zoek naar families waarin drie generaties aan de Universiteit Utrecht hebbennbsp;gestudeerd (of nog studeren) en die het leuknbsp;vinden om daarover te vertellen. Aanmeldennbsp;kan via llluster.redactie@csc.uu.nl. Introductie ‘92 In 1992 heb ik, Richard Kok, meegedaan aan de introductie in Utrecht. Vooral de groep vond iknbsp;een groot succes. Het lijkt me daarom leuk omnbsp;weer in contact te komen met de groepsgenoten van toen. Je kunt een mailtje sturen naarnbsp;llluster.redactie@csc.uu.nl. |
Illuster 36 | Universiteit Utrecht | 09/04 23
-ocr page 24-Pandhof
Wat hier allemaal niet is gebeurd.
Daar heeft die monnik een dagtaak aan, om dat op te schrijven.
Je hebt hier - introductietijd - bijvoorbeeld niet gezoend met het ene meisje,nbsp;stiekem achter een pilaar,
schuilend voor een roedel aangenomen broers en zussen van wie je ooknbsp;al niets meer weet.
Om precies te zijn gebeurde dat helemaal nooit en nergens, van die zoen, maarnbsp;het meest van alle plaatsen waarnbsp;dat niet gebeurde.
Tekst: Ingmar Heytze ! Foto: /var Pel