Dr. H. J. Lulofs was een geleerde, die als classicus zoo sterk onder den indruk gekomen was van de scheppende kracht der Grieksche denkers, dat hij eigenlijk zijn leven gewijd heeft aan het stxeven om de moderne wetenschap te overtuigen van de onverbreekbare banden, die haar verbinden aan het Grieksche denken.

Zeer in het bizonder zijn die pogingen uitgegaan ten aanzien van de geschiedenis der geneeskunde, maar evenzeer ten aanzien van de natuurkunde en ten slotte van de aardrijkskunde. Zijn verdienste ten aanzien van de geschiedenis der geneeskunde werd geschetst door Dr. M. A. van Andel in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde 1 ). Voor de aardrijkskunde heeft schrijver dezes getracht de groote beteekenis van het werk van Lulofs te schetsen ter gelegenheid van zijn 60en verjaardag op 8 Maart 1931 in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap 2).

Dr. Lulofs had namelijk, toen hij door een lichamelijk lijden afscheid had moeten nemen van zijn geliefde klassieken, omdat zijn gezichtsvermogen hem niet meer in staat stelde zijn waardevolle boekenverzameling te raadplegen, besloten een groot deel daarvan te schenken aan het Geographisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht, Door deze schenking, waarvoor aan Dr, Lulofs nog bij zijn leven de dank der Regeering werd betuigd, en waarvoor Dr, Lulofs ook de kasten heeft beschikbaar gesteld, is het Geographisch Instituut te Utrecht thans in het bezit van een zeer belangrijke, misschien wel unieke verzameling van de werken der klassieke geographen. Dat niet alleen, de mildheid van den schenker voegde daarbij een gansche rij van vertalingen dezer klassieke werken (onder meer de bekende Fransche vertaling van Strabo) en van moderne aardrijkskundige werken betrekking hebbende op de antieke géographie. Deze beide kasten wachten eigenlijk slechts op een bewerking door een geograaf-classicus, of zoo ge wilt door een classicus-geograaf. Deze bewerker zal een betrouwbaren gids kunnen vinden in het levenswerk van Lulofs zelf. Zijn publicaties toch zijn ook alle aanwezig. Daaruit moge een toekomstige werker blijken, welk een grooten eerbied Lulofs bezat voor de wijsheid der klassieken.

Misschien komt ook hij dan tot het inzicht, waartoe Lulofs zelf gekomen is, dat de ouden reeds elk probleem voor iedere bizondere wetenschap gesteld hadden, al was het hun niet mogelijk geweest

het verder te brengen dan juist die probleemstelling. Het best komt dit uit in een opstel van zijn hand verschenen in Onze Eeuw, 1917, getiteld „Plato en Eudoxus”. Daar schetst Lulofs in groote trekken de ontwikkelingsgang van het Grieksche denken; de periode van de kosmische belangstelling, gewekt door den eeuwigen regelmaat van de bewegingen in het heelal, die gevolgd werd door de Pythagoraeische periode, die zich verdiepte in het wezen der dingen, terwijl door Socrates tenslotte wordt ingeluid het onderzoek van den mensch zelve, zich afwendend van den makrokosmos en zich richtend op den mikrokosmos, die de mensch is. Het zijn deze gedachten, die het werk van Lulofs zoo vruchtbaar gemaakt hebben voor de probleemstelling in de moderne aardrijkskunde.

Het was daarom, dat schrijver van dit woord ten geleide van dezen beschrijvenden catalogus aan het graf van Lulofs te Amersfoort de belofte uitsprak, dat alles gedaan zou worden om zijn levenswerk voort te zetten. Natuurlijk werd daarbij in de eerste plaats gedacht aan een uitgave van zijn verspreide geschriften. Het behoeft geen betoog, dat daaraan in de jaren 1939 tot 1943 niet gedacht kon worden.

Daarom ben ik uitermate dankbaar, dat het door de bereidwillige medewerking van den Bibliothecaris der Rijksuniversiteit, Dr, A, Hulshof, thans tot de uitgave van dezen beschrijvenden catalogus kon komen, en dat in Drs. C, van Dijk een classicus werd gevonden, die de bewerking van dezen catalogus, zooals hij thans voor ons ligt, op zich heeft willen nemen. Door toevoeging van de in de Universiteitsbibliotheek en het Geographisch Instituut aanwezige titels op het gebied der antieke géographie werd een overzicht verkregen van de te Utrecht aanwezige antiek-geographische litteratuur, waarvan èn de classicus èn de geograaf dankbaar gebruik zullen maken.

Het spreekt wel vanzelf, dat hiermede de aan Dr. Lulofs gedane belofte niet in vervulling is gegaan. Het is een eerste poging, die echter wel aanleiding geeft tot het uitspreken van den wensch, dat velen zich geroepen zullen voelen kennis te nemen van de hier verzamelde werken, waarin een groot deel van de grondslagen, waarop het Westersche maatschappelijke denken berust, voor ons bewaard werd.

September 1943. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L. VAN VUUREN.

Van het in dezen catalogus beschreven boekenbezit vormt de collectie-Lulofs het hoofdbestanddeel. Zij valt uiteen in twee groote groepen van boekwerken, namelijk die betreffende de antieke géographie en die betreffende de daaraan verwante vakken.

Bij de antiek-geographische titels van de collectie-Lulofs zijn gevoegd die van werken op hetzelfde gebied in de Universiteitsbibliotheek en de boekerij van het Geographisch Instituut. Specifiek topographische en archaeologische werken zijn daarbij niet opgenomen.

De indeeling van den catalogus beoogt niet meer dan een overzichtelijke ordening van het aanwezige materiaal. Dat bij het beperkt aantal rubrieken in sommige gevallen een min of meer subjectieve keuze onvermijdelijk was, behoeft geen nader betoog.

De titels zijn binnen de afzonderlijke rubrieken alphabetisch geordenend. Slechts de indeeling van rubriek II, werken van antieke auteurs, vraagt eenige nadere toelichting.

Als verzamelingen van geographische teksten zijn beschouwd die werken, welke de titel als zoodanig aandient. Uitgaven waarin werken van meerdere auteurs zijn afgedrukt onder vermelding van de auteursnamen in den titel, zijn, indien alle teksten van geographischen aard zijn, opgenomen onder den eerstvermelden auteursnaam; indien slechts één tekst van geographischen aard is, onder den betrokken auteur.

In deze rubriek zijn naast de geographische auteurs in engeren zin ook een aantal schrijvers opgenomen, wier werk, hoewel niet geographisch van opzet, toch belangrijk materiaal bevat voor onze kennis van de antieke orbis terrarum.

De hoofdindeeling in deze rubriek is alphabetisch: onderscheid tusschen Grieksche en Latijnsche schrijvers is daarbij niet gemaakt. Voor iederen schrijver afzonderlijk is de rangschikking van de titels als volgt: volledige Grieksche en Grieksch-Latijnsche tekstedities, gedeeltelijke tekstuitgaven, Latijnsche vertalingen, moderne vertalingen, moderne studies over den auteur en zijn werk — ieder onderdeel in chronologische volgorde. Van eenige niet specifiek geographische auteurs, wier vermelding in deze rubriek niettemin gewenscht scheen (Herodotus, Plinius, Polybius, Tacitus), zijn uit het bezit der Universiteitsbibliotheek slechts enkele titels opgenomen. Bij iederen auteur is vooraf — in cursieven druk — een korte aanduiding gegeven van de beteekenis en den inhoud van zijn werk; meer dan een eerste oriëntatie is hierbij niet beoogd. Aan sommige titels is in een noot een nadere omschrijving van den inhoud of de waarde van het betreffende boek toegevoegd: ook deze noten zijn ter onderscheiding van die welke tot de titelbeschrijving behooren, cursief gedrukt.

T. A. G.: Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.

Lulofs, Henricus Joannes. De Antisthenis studiis rhetoricis. Am-stelodami, 1900. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 1453, 1900 (85)

Lulofs, H. J. Verzameling overdrukken en geschriften op het gebied der antieke geographic. 1913—1932. 8® en 4®.

Lulofs, H. J. Verzameling overdrukken, voornamelijk op het gebied der antieke geneeskunde. 1923—1932. 8°.

Lulofs, H. J. Litteratuuroverzicht betreffende Strabo. Met korte inhoudsoverzichten, c. 1925. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. A. 15 (102)

Strabo, Geographie. Boek I en II in het Nederlandsch vertaald en van een commentaar voorzien door H. J. Lulofs. c. 1925. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs LA. 16 (102)

^cazley, C. Raymond. The dawn of modem geography. A history of exploration and geographical science. With reproductions of the principal maps of the time. Londen. 1897—1906. 3 din. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst [I. A. 41] (1417)

I. From the conversion of the Roman empire to A.D. 900, with an account of the achievements and writings of the early Christian, Arab, and Chinese travellers and students. — II. From c. A.D. 900—1260. —■ III. From c. A.D. 1260—1420.

Berger, Hugo. Geschichte der wissenschaftlichen Erdkunde der Griechen. Leipzig, 1887 —1893..4 dln. 8°. U. oct. 550 (1416)

I. Die Geographie der Ionier. — II. Die Vorbereitungen für die Geographie der Erdkugel. — III. Die Geographie der Erdkugel. — IV. Die Geographie der Griechen unter dem Einflüsse der Römer.

Berger, E. H. Mythische Kosmographie der Griechen. Leipzig, 1904, 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Leesz. kast 6, nr. 18; Theol. Leesz.;

Ausführliches Lexikon der griechischen und römischen Mythologie. Supplement [3].

[Bourguignon] d’Anville, [J. B.]. Traité des mesures itinéraires anciennes et modernes. Paris, 1769. 8®.

Bunbury, E. H. A history of ancient geography among the Greeks and Romans from the earliest ages till the fall of the Roman empire. With ... maps. London, 1879, 2 dln. 8®.

Dit zeer uitvoerige werk over de ontwikkeling van de géographie in de Oudheid bevat vele belangrijke excursen over speciale quaesties op het gebied der antieke geographic.

Ccbrian, Konstantin. Geschichte der Kartographie, Ein Beitrag zur Entwicklung des Kartenbildes und Kartenwesens, 1, Altertum, 1, Von den ersten Versuchen der Länderabbildung bis auf Marinos und Ptolemaios (zur Alexandrinischen Schule). Mit einem Anhang ,,Ptolemaios als Kartograph” von Joseph Fischer und einer Tafel mit 6 Abbn. Gotha, 1922. 8®.

Curtius, Ernst. Beiträge zur Terminologie und Onomatologie der alten Geographie. Berlin, 1888. 8®.

V. V. 35 B; Lulofs IL B. 56 (1416) Sitzungsberichte der Kgl. Preussischen Akademie der Wissenschaften.

Delgcur, Louiß. La cosmographie des Grecs. Première partie. Louvain enz., 1877, M, fig, 8®, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fraenkel 2096 (1416)

Overdruk uit: Revue des questions scientifiques. Handelt voornamelijk over antieke aardmeting.

Eykman, Johannes Constant Borghardt. Bijdrage tot de kennis der Grieksche toponymie. Amsterdam, 1929. 8®.

A. qu. 192, 1929; Lulofs II. B. 16 (80; 1428) Proefschrift Utrecht Rijksuniv., Letteren en Wijsbegeerte.

Feist, Sigmund. Europa im Lichte der Vorgeschichte und die Ergebnisse der vergleichenden indogermanischen Sprachwissenschaft. Ein Beitrag zur Frage nach den Ursitzen der Indogermanen. Berlin, 1910. 8®,

Finzenhagen, Ulrich. Die geographische Terminologie des Griechischen. Würzburg-Aumühle, 1939. 8®.

Frick. C. Jahresbericht über die Geschichte der alten Geographie und die Litteratur zu den Geographen für 1879 und 1880. Berlin, 1882. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 56 E (1416)

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft, Bd, 23,

Gisinger, F.: art, Geographie in Real-Encyclopädie der classischen Altertumswissenschaft, Suppl, Bd, IV, (1924), kol, 521—685,

Gosselin, P. F. J. Géographie des Grecs analysée ou les systèmes d’Eratosthenes, de Strabon et de Ptolemée comparés entre eux et avec nos connoissances modernes. Paris, 1790. M. krtn. en tabn. 40, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 111 (1416)

Gosselin, P. F. J. Recherches sur la géographie systématique et positive des anciens; pour servir de base à l’histoire de la géographie ancienne. Paris, an 6 [1797]. 2 dln. M. fign., krtn. en tabn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 112, 113; Lulofs 1. D. 21, 22 (1416)

Bevat belangrijke hoofdstukken over de géographie van Hipparchus, Polybius en Marinus Tyrus; voorts veel gegevens over de kennis deè Ouden van de kusten van Afrika en Arabië. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Hennig, Richard, Terrae incognitae. Eine Zusammenstellung und kritische Bewertung der wichtigsten vorkolumbischen Entdeckungsreisen an Hand der darüber vorliegenden Original-berichte. Mit ... Abbn. Leiden, 1930—1939. 4 dln. 8^.

Keane, John. The evolution of geography. A sketch of the rise and progress of geographical knowledge from the earliest times to the first circumnavigation of the globe. London, 1899. M. portrn., fign. en krtn. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 1464 (1416)

Kretschmer, Konrad. Die physische Erdkunde im christlichen Mittelalter. Versuch einer quellenmässigen Darstellung ihrer historischen Entwicklung. Mit 9 Abbn. ... Wien enz., 1889.

Leake, W. M. On some disputed questions of ancient geography. With a map. London, 1857, 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;219. D. 7 (1416)

Inhoud: 1. Oberservations on some o[ the articles in the dictionary o{ Greek and Homan geography ed. by William Smith. 2. On the stade as a linear measure.

Lelewel, Joachim. Kleinere Schriften geographisch-historischen Inhalts. Aus dem Polnischen übers, von Karl Neu. Mit ... Krtn. Leipzig, 1836. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 1481 (1416)

Inhoud: 1. Geschichte der Erdkunde. 2. Historische Kunde über die Längen.-masze der Alten. 3. Nachricht von denjenigen Völkern, welche bis zum zehnten Jahrhunderte das innere Europa’s bewohnten. 4. Handelsverhält-nisse der Phönicier, dann der Karthager und Griechen. 5. Beschreibung des Herodoteischen Scythiens.

Loewe, Busso. Griechische theophore Ortsnamen. Tübingen, 1936. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 226, 1935 (80; 1428)

Männert, Konrad. Einleitung in die Geographie der Alten und Darstellung ihrer vorzüglichen Systeme. Mit 2 Krtn. Leipzig, 1829, 80, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II, D, 8i (1416)

Mohr, Walter, Verzameling overdrukken op het gebied der oude en middeleeuwsche aardrijkskunde, 1935—... 8® en 4®,

Müllenhoff, Karl. Deutsche Altertumskunde. Bd. I. Mit einer Karte ... Berlin, 1870. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Depót I.M.G. (1416)

Handelt breedvoerig over Homerische géographie, over Avienas’ Ora maritima, over Eratosthenes en over Pgtheas,

Müller, W. Max. Asien und Europa nach altägyptischen Denkmälern. Mit einem Vorw. von Georg Ebers. Mit ... ... Abbn. ... und einer Karte. Leipzig, 1893. 8®.

Norlind, Arnold. Das Problem des gegenseitigen Verhältnisses von Land und Wasser und seine Behandlung im Mittelalter. Lund enz. 1918. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;193. B. 36i2; Lulofs II. B. 38 (1449)

Reichard, C. G. Sammlung kleiner Schriften aus dem Gebiete der mathematischen und alten Geographie. Mit ... Tfln. Güns, 1826. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 1412 (1416; 1448)

Reinganum, Hermann. Geschichte der Erd- und Länderabbildungen der Alten, besonders der Griechen und Römer. Tl. 1. Einleitung und die Zeit bis auf Herodot. Jena, 1839. 8®.

Ritter, Carl. Geschichte der Erdkunde und der Entdeckungen. Vorlesungen an der Universität zu Berlin gehalten. Hrsg, von H. A. Daniel. Mit ... Bildniss. Berlin, 1861. 8®.

Schmidt, Max C, P. Zur Geschichte der geographischen Litteratur bei Griechen und Römern. Berlin, 1887. 8®.

Thiel, J. H. Eudoxus van Cyzicus. (Een hoofdstuk uit de geschiedenis van de vaart op Indië en de vaart om de Zuid in de Oudheid). Amsterdam, 1939. 8®. V.V. 90 B (90: 1417) Mededeelingen der Kon. Nederlandsche Akademie van Wetenschappen. Afd. Letterkunde. N. R. Dl. 2, no. 8.

Tozer, H. F. A history of ancient geography. With maps. Cambridge, 1897. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;177. H. 42; Geogr. Inst. [I. A. 39]?

Triidinger, Karl. Studien zur Geschichte der griechisch-römischen Ethnographie. Basel, 1918. 8®.

Ukcrt, Fr. Aug. lieber die Art der Griechen und Römer die Entfernungen zu bestimmen und über das Stadium. Weimar, 1813. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 851’; Utenhove oct. 383 (1416)

Ukcrt. Fr. Aug. Geographie der Griechen und Römer von den frühesten Zeiten bis auf Ptolemaeus. Mit Charten. Weimar, 1816—1832. 2 dln. (3 bdn.) 80.

Urban, Karl. Geographische Forschungen und Märchen aus Griechischer Zeit. Gütersloh, 1892. 8”. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;218. D. 20 (1416)

Een kort, voornamelijk voor gymnasiasten bestemd overzicht van de ont-wikkeling der Grieksche géographie.

Weber, Wilhelm Ernst. Klassische Altertumskunde oder übersichtliche Darstellung der geographischen Anschauungen und der wichtigsten Momente an dem Innenleben der Griechen und Römer, eingeleitet durch eine gedrängte Geschichte der Philologie. Stuttgart, 1848. 8®.

Rovers oct. 2373; Lulofs II. B. 12 (943; 1416) Neue Encyklopädie der Wissenschaften und Künste. Bd. 4.

W^ikén, Erik [Gunnar]. Die Kunde der Hellenen von dem Lande und den Völkern der Apeninenhalbinsel bis 300 v. Chr. Nebst einer Skizze des primitiven Weltbildes der Vorhellenen und der Hellenen. Lund, 1937. 8°.

Wimmer, J. Historische Landschaftskunde. Innsbruck, 1885. 80, Lulofs II. B. 14 (1448: 1416) ßeuaf een uitvoerig hoofdstuk over de geschiedenis der antieke geographic.

Geograph! Graeci minores. Hudsonianae editionis adnotationes cum D O d w e 11 i dissertationibus edidit, suasque et variorum adjecit; textum denuo recensuit et varias lectiones subjecit; versionem Latinam recognovit; copiosissimis denique indicibus ac tabulis in aere incisis instruxit Joannes Franciscus Gail. Parisiis, 1826—1831. 3 din. 8°. W. oct. 465 (83)

Geograph! Graeci minores, E codicibus recognovit proie-gomenis annotatione instruxit tabulis aere incisis illustravit Carolus M U 11 e r U s. Parisiis, 1855—1861, 3 dln, 40,

I, Hannonis Carthaginiensis periplus, — S c y 1 a c i s, ut fertur, péri-plus, — Dicaearchi, ut fertur, periegesis, — Agatharchidis de Mare Erythraeo libri, — S c y m n i Chii, ut fertur, periegesis, — D i O n y s i i Calliphontis f, periegesis, — I s i d o r i Characenis man-siones Parthicae, — Anonymi periplus Maris Erythraei, — A r r i a n i Indica et Pont! periplus, — Anonymi periplus Ponti Euxini, — Anonymi stadiasmus Maris Magni, — M a r c i a n i Heracleensis peripli, — n, D i O n y s i i anaplus Bospori, — D i o n y s i i periegesis, — A v i e n i paraphrasis, — Prisciani paraphrasis, — Eustathii commen-tarii. — Anonymi paraphrasis, — Scholia in Dionysium, — Nicephori geographia, — Agathemeri geographia, — Anonymi geographia, — Anonymi orbis descriptio, — Chrestomathia Straboniana, — Pseudoplutarchi liber de fluviis, —- [III]. Tabulae in geogra-phos Graecos minores a Carolo Mullero instructae. Pars I,

Geograph! Latin! minores, Collegit, recensuit, prolegomenis instruxit Alexander Riese, Heilbronnae, 1878, 8®,

Geographica antiqua, hoc est S c y 1 a c i s periplus Maris Mediterranei. Anonymi periplus Maeotidis Paludis et Ponti Euxini, Agathemeri hypotyposis geographiae. Omnia Graeco-latina, Anonymi expositio totius mundi Latina, Cum notis Is, V o s s i i. J, P a 1 m e r i i, S, Tennullii et emendationibus Jacobi G r o n o V i i, cujus accedit animadversio in Oxoniensem edi-tionem et examen dissertationis de aetate Scylacis cum frag-mento Ephori, Lugduni Batavorum, 1700, 8®,

Geography, Greek, [Edit, with an introduction and translation] by E, H, W a r m i n g t o n, London enz,, [1934], 8®,

Een uUgebrcide verzameling citaten uit de Grieksche geographische auteurs, systematisch geordend en voorafgegaan door een instructieve inleiding.

Quellen, Byzantinische, zur Länder- und Völkerkunde (5.—15. Jht.). [Hrsg.] von Karl Dieterich. Leipzig, 1912. 2 dln. (1 bd.). 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LM.G.; Lulofs IL D. 23 (83)

I. Allgemeines und das Gebiet der alten Kulturvölker. — II. Das Gebiet der neueren Wandervölker.

Scriptores Graeci minores geographiae veteris cum interpreta-tione Latina, dissertationibus ac annotationibus. [Curavit J o. Hudson], Vol. I. Oxoniae, 1698. M. afbn. en tabn. 8o.

Bevat: Henrici Dodwelli de geographorum ... aetate et scriptis dissertationes. H a n n o n i s periplus. S c y 1 a c i s periplus. A g a t h ar-c h i d i s periplus Rubri Mari. A r r i a n i periplus Ponti Euxini. A r r i a-n i periplus Maris Erythraei. Nearchi paraplus ex A r r i a n o. Marei a n i periplus. Ponti Euxini et Maeotidis Paludis periplus. Annota-tiones.

Theatrum geographiae veteris ... edente P e t r O Bertio Bever o. [Amstelodami, 1619]. 2 dln. (1 bd.). M. portrn., krtn. en fign. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol, 14 (83)

Tom. I, in quo Cl. Ptolemaei Alexandrini geographiae libri 8 Graece et Latine. — Tom 11. in quo itinerarium Antonini Imperatoris terrestre et maritimum; provinciarum Romanarum libellus: civitates provin-ciarum Gallicarum; itinerarium a Burdigala Hierosolymam usque; tabula Peutingeriana cum notis Marei Velseri ad tabulae eius partem; parergi Ortelliani tabulae aliquot.

Deel I bevat de kaarten van Ptolemaeus in de bewerking van Gerardus Mercator met diens praefatio en annotaties.

Aetheria — minder waarschijnlijk Silvia — was vermoedelijk een kloosterzuster uit Zuid-Frankrijk. Het verhaal van haar pelgrimage naar het Heilige Land (c. 393 na Chr.) is slechts ten deele tot ons gekomen. Het bewaarde bevat o.a. geographische gegevens over Egypte, Palestina en Mésopotamie.

Actheria. — Peregrinatio S i 1 v i a e vel potius Aetheriae ad loca sancta hrsg. von W. Heraeus. Heidelberg, 1908. 8o.

Hilarius, St. Tractatus de mysteriis et hymni et S. S i 1 v i a e Aquitanae peregrinatio ad loco sancta. Quae inedita ex codice Arretino deprompsit Joh. Franciscus Gamurrini. Ac-cedit Petri Diaconi liber de locis sanctis. Romae, 1887. M. facs. en krtn. 4®, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;H. G. qu. 328^ (115)

Van een onbekend auteur, uermoedelijk uit de 8ste eeuw na Chr., welke zich Aethicus noemt, bezitten we e:en z.g. kosmographie, welke grootendeels op fantasie berust. Van de vele citaten zijn de meeste gefingeerd evenals het door den schrijver gesug-gereerde en door de eerste uitgevers aangenomen auteurschap van den kerkvader Hieronymus.

Aethicus. — Die Kosmographie des Istrier A i t h i k o s im lateinischen Auszuge des Hieronymus aus einer Leipziger Handschrift zum erstenmale besonders hrsg. von Heinrich Wuttke. Leipzig, 1853. M. krt. 8°.

Zie ook: Geograph! Latin! minores. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 832

Mela, Pomponius. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 630

Pertz, Karolus Augustus Fridericus. De cosmographia Ethici libri tres. Accedit tabula. Berolini, 1853. 8°. B. oct. 614 (117)

Wuttke, Heinrich. Die Aechtheit des Auszugs aus der Kosmographie des Aithikos. Leipzig, 1854, 8”.

Zie: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714? Lulofs I. D. 2

Uitvoerige excerpten uit het werk van Agatharchides (2de eeuw V. Chr.) over de „Roode Zeequot;, d. i. over den Indischen Oceaan, zijn ons bewaard bij Photius en Diodorus. Een aantal fragmenten vindt men in F. H. G. III.

Leopold!, Helmuthus, De Agatharchide Cnidio. Rostochii, 1892. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 225, 1892 (117)

Zie: G. G. M. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs 1. D. 3

Geographica antiqua. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 312

Agathemerus’ inleiding tot de géographie handelt voornamelijk over kartographie en bevat waardevolle gegevens over Agathemerus’ voorgangers op dit gebied,

De beide wel aan Agathemerus toegeschreven geographische leerboekjes, die we bovendien in G. G. M. af gedrukt vinden, moeten als anoniem beschouwd worden.

M. Vipsianus Agrippa, de voornaamste vriend en medewerker van Augustus, had zich o.a. tot taak gesteld de vervaardiging van een wereldkaart, welke te Rome in het publiek zou worden opgesteld. Echter, voor hij zijn studiën hiertoe had voltooid, is hij overleden. Met gebruikmaking van het reeds verzamelde materiaal heeft toen Augustus het werk doen uitvoeren. Eenige fragmenten van Agrippa’s aanteekeningen vindt men bij F. Philippi, De Tabula Peutingeriana; accedunt fragmenta Agrippae geographica. Diss. Bonn. 1876.

Müllenhoff, Karl, lieber die Weltkarte und Chorographie des Kaiser Augustus. Kiel, 1856. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers qu^ 2 (1398)

Philippi» F. Zur Reconstruction der Weltkarte des Agrippa. Mit ... Kartenskizzen. Marburg, 1880. 8°.

Zie: Mela, Pomponius. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 630

Dit anonieme geschrift van een Christelijk auteur uit de 7de eeuw is blijkens de verwerkte gegevens nauw verwant aan de Tabula Peutingeriana. Het bevat een opsomming van ± 5300 namen van steden en rivieren in Azië, Europa en Afrika en eindigt met een periplus van de Middellandsche Zee.

Het epos van Apollonius (3de eeuw v. Chr.) over de tocht der Argonauten bevat naast veel mythische géographie talrijke gegevens aan historisch-geographische auteurs ontleend.

Delage, Emile. La géographie dans les Argonautiques d’Apollonios de Rhodes. Bordeaux enz., 1930. 80. A. qu. 384, 1930 (85)

In zijn uitgebreid natuurwetenschappelijk oeuvre geeft Aristoteles ook eenige beschouwingen over geographische onderwerpen. Zoo in zijn „meteorologicaquot; over de zee en haar verschijnselen. Het aan Aristoteles toegeschreven werkje over het wassen van den Nijl is ons nog slechts in een Latijnsche vertaling van een verkorte Grieksche uitgave bekend. Het is waarschijnlijk geschreven door een tijdgenoot van Eratosthenes.

Koenigsmaim, Bem. Ludov. De geographia Aristotelis ... Slesvici. 1803—1805. 6 dln. (1 bd.). 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. C. 12 (86)

Partsch. J. Des Aristoteles Buch „Ueber das Steigen des Nils”. Eine Studie zur Geschichte der Erdkunde im Altertum. Mit einem Diagramm im Text. Leipzig, 1909. 4°.

Abhandlungen der Kgl. Sächsischen Gesellschaft der Wissenschaften. Phi-lol.-hist. Kl. Bd. 27, Nr. 16.

Lulofs, H. J. Aristoteles over de zee. Specimen van antieke hydrographie. Utrecht, 1930. 40.

Geographische en geologische mededeelingen. Physiographisch-geologische reeks. 4.

Kretschmer, K. H. J. Lulofs, Aristoteles over de zee. Leipzig enz., 1931. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II, B. 36 (86)

Lulofs, H. J. Permanente verandering van het aardoppervlak. Specimen van antieke geologie. Utrecht, 1932. 4o.

Geographische en geologische mededeelingen. Physiographisch-geologische reeks. 6.

Van den praefect van Cappadocië ten tijde van Hadrianus zijn ons verschillende werken bewaard, welke voor onze geographische kennis, vooral die van het oude Oosten, van veel belang zijn.

Arrianus, Flavius. Quae exstant opera omnia. Edidit A. G. Roos. Lipsiae, 1907—1928. M. facs. en krtn. 2 dln. 8®.

Lipsiae, 1854. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fraenkel 167 (88)

— Rudolphus Hercher iterum recognovit, edenda curavit Alfredus Eberhard. T. z. pl., 1885. 8®.

Inhoud: Indica. Cynegeticus. Acies contra Alanos. Periplus Ponti Euxini. Tactica.

Amanus. Anabasis et Indica ex optimo codice Parisino emendavit et varietatem ejus libri retulit Fr. Dübner. Reliqua Ar-riani et scriptorum de rebus Alexandri M. fragmenta collegit, Pseudo-Callisthenis historiam fabulo-sam ex tribus codicibus nunc primum edidit, i t i n e r a r i u m Alexandri et indices adjecit Carolus Müller. Pari-siis, 1844. 4®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fraenkel 162 (88)

Arrianiis’ verhaal van de expeditie van Alexander den Grooten naar hef Oosten dateert uit de 2de eeatv na Chr.; het bevat, dank zij de goede bronnen die binnen Arrianus' bereik waren, veel waardevol materiaal voor onze kennis van het gebied tusschen Bosporus en Indus.

Arrianus. De expeditione Alexandri libri septem. Recognovit Robertas Geier. Lipsiae, 1873. 8o.

Chijs, P. O. van der. Commentarius geographicus in Arrianum de expeditione Alexandri. Cum tabula ... Lugduni Batavorum, 1828.40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W.qu. 143 (88)

Arrianus. Historia Indica. Cum Bonav. Vulcanii interpre-tatione Latina permultis locis emendatiore. Recensait et illastra-vit Fridericus Schmieder. Halis Magdebargicis, 1798. 8“. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utenhove oct. 355 (88)

Na een geographisch-ethnographische inleiding geeft Arrianus het relaas van een tocht van de Macedonische vloot onder commando van Nearchus door den Indischen Oceaan en de Perzische Golf.

Arrianus. — The voyage of Nearchus, and the P e r i p 1 u s of the Erythrean Sea. Translated from the Greek by William Vincent. Oxford, 1809, 4». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 1 (88)

Dit werk bevat den volledigen tekst van Arrianus’ Indica naar de editie van Blancard (1768), vanaf cap. 18 — de tocht van Nearchus — gecorrigeerd naar die van Gronovius (1704).

Arrianus, — Arrien, L’Inde. [Publ. avec traduction] par Pierre Chantraine. Paris, 1927. Met krtn. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;156 F (88)

Zie ook: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Scriptores Gr. min. geographiae veteris (cap, 19 sqq. O. d. t. Nearchi paraplus ex Arriano).

Arrianus^ — Arriani et H a n non i s periplus. P 1 ut a r c h u s de fluminibus et montibus. S t r a bo n i s epitome. Basilae, 1533. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 147 (83)

Deze editie bevat zoowel de periplus Ponti Euxini van Arrianus als de ten onrechte wel aan Arrianus toegeschreven periplus Maris Erythraei.

Arrianus’ beschrijving van een tocht rond de Zwarte Zee valt uiteen in drie deelen; 1ste, het kustgebied van Trapezus tof Sebastopglis; 2de, een zeer korte beschrijving van de kustlijn van de Thracische Bosporus tot Trapezus; 3de, de tocht van Sebastopolis tot Byzantium.

Arrianus. — Arriani historici et philosophi Ponti Euxini et Maris Erythraei periplus ad Adrianum Caesarem. Nunc primum e Graeco sermone in Latinam versus ... Accesserunt et scholia ... Addita est praeter loca, quae sollers Lusitanorum penetravit navigatio, omnium oppidorum, quae Danubius irrigat turn flu-viorum qui in eum devolvuntur ... observatio, praeterea ipsius Ponti chorographica tabula. lo. Guilielmo Stuckio authore. Lugduni, 1577. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers fol. 3 (88)

Arrianus. — Le Périple de la Mer Noire par Arrien. Traduction, étude historique et géographique et carte par H e n. C h O t a r d. Paris, 1860. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 1672 (88)

Zie ook; G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^V. oct. 714? Lulofs I. D. 2

Geographi Gr. min. ed J. F. Gail. III. W. oct. 465 Scriptores Gr. min. geographiae veteris.

Avienus (4de eeuiv na Chr.) gaf van verscheidene Griek sehe geschriften een Latijnsche bewerking in dichtvorm: daaronder ook van eenige geographische werken.

Avienus, Rufus Festus. Descriptio orbis terrae. Cum conjecturis ... Clar. Schraderi ... Accedunt Nicolai Heinsii, Casparis Barthii, Claudii Salmasii aliorumque adnotationes in Avienum, impensis et curis H. Friese-manni ... Amstelodami, 1786. 8^.

Avienus' aardbeschrijving is een Latijnsche paraphrase van het gelijknamige werk van Dionysius Periegetes.

Zie ook: G. G. M. IL nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714? Lulofs I. D. 3

Dionysius Periegetes. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 466

Avienus, Festus. Ora maritima. Edition annotée, précédée d’une introduction et accompagnée d’un commentaire par A, Berthelot. Avec 6 cartes. Paris, 1934. 8°. Class. Leesz. (117)

Beschrijving van de kustgebieden vanaf Brittanniê tot de Zwarte Zee. Bewaard is slechts het begin, dat handelt over de kasten van Brittanniê, Gallic en Spanje. Dit fragment is van waarde door de zeer nauwkeurige gegevens, ontleend aan een Grieksche periplus uit de 2de eeuw na Chr.

Christ, Wilhelm. Avien und die ältesten Nachrichten über Iberien und die Westküste Europa’s. München, 1868. M. krt. 4o.

Abhandlungen der Kgl. Bayerischen Akademie der Wissenschaften. Philos.-philol. CI. Bd. 11. Abt. 1.

Unger, Georg Friedrich. Der Periplus des Avienus. Göttingen, 1884.80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 88 0(117)

Caesar s Commentarii de bello Gallico bevatten velerlei mate~ riaal, dat voor de geographische kennis van het oude Gallic van beteekenis is.

Kampen, Alb. van. Descriptiones noblissimorum apud classicos locorum. Series I. Quindecim ad Caesaris de bello Gallico com-mentarios tabulae. Gotha, [c. 1890]. 40.

Klotz, Alfred. Cäsarstudien. Nebst einer Analyse der Straboni-schen Beschreibung von Gallien und Brittanien. Leipzig enz., 1910.80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;233.0.34(102:107)

Constans, L. A. Guide illustré des campagnes de César en Gaule. Suivi d’un guide sommaire de Vienne. Orange, Arles, Saint-Rémy, Fréjus. Paris, 1929. Met pltn. en krtn. 8o.

Dicaearchus (c. 310 v. Chr.) is de eerste van wien tvij een indee-ling in lengte- en breedtegraden kennen. De op zijn naam staande fragmenten zijn alle onecht. De prozafragmenten bij Stephanus en Maller zijn van een onbekend auteur uit de 3de eeuw. De resten van een metrische beschrijving van Griekenland zijn blijkens het door de beginletters gevormde akrostichon afkomstig van een ons overigens onbekenden Dionysius, zoon van Calliphon.

Dicaearchus, Pseudo-, — Dicaearchi geographica quaedam sive de vita Graeciae. Eiusdem descriptio Graeciae, versibus iambi-cis ad Theophrastum. Cum Lat. interpretatione atque annot. Henr. Steph[ani] et eius dialogo qui inscriptus est Dicaearchi Sympractor. [Genevae], 1589. 8®. W. oct. 431 (90)

Zie ook: Thesaurus antiquitatum graecarum. XI. U, fol, 11 G, G, M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct, 714; Lulofs I, D, 2

Geograph! Gr, min. ed. J. F. Gail. II. W, oct, 465 F, H, G, II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;236 F; Cltiss. Leesz,

Van den 1er sehen monnik Dicuiltis bezitten ugt;e een geographisch werkje geschreven in het jaar 825 na Chr. Het berust geheel op antieke bronnen, voornamelijk op Solinus.

Dicuilus. De mensura orbis terrae liber a Gustavo Parthey recognitus. Berolini, 1870. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 932 (1428)

Dionysius Byzantius (2de eeuw na Chr.) Het ons een zeer nauwkeurige opsomming en beschrijving na van 150 nederzettingen langs beide oevers van den Thracischen Bosporus.

Een bijna volledige Latijnsche vertaling hiervan naar een verloren gegaan ms. biedt in den vorm van citaten Petrus Gyl-lius (Gilles) in zijn De Bosporo Thracio libri III.

Dionysius Byzantius. De Bospori navigatione quae supersunt una cum supplementis in geographos Graecos minores aliisque ejus-dem argument! fragmentis e codicibus mss. edidit Carolus W e s c h e r. Parisiis, 1874. 4°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 230 (90)

Dionysius Byzantius. Anaplus Bospori. Una cum scholiis X sae-culi edidit et illustravit Rudolf Güngerich. Berolini, 1927. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 1725; Lulofs I. B. 21 (90)

Zie: F. H. G. V. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz.

Zie: G. G. M. 1. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

De langen tijd aan Dicaearchus toegeschreven fragmenten van een beschrijving van Griekenland hebben betrekking op Noordwest- en Midden-Griekenland, op Creta en op de Cycladen en Sporaden.

Dionysius schreef ten tijde van Hadrianus een reis rond de wereld in 1187 hexameters. Zijn werk is gedurende eeuwen als geographisch leerboek op de scholen in gebruik geweest. Niet zeer waardevol. Een Latijnsche paraphrase gaf Avienus (4de eeuw) en later Priscianus (6de eeuw). De commentaar van Eustathius ( 12de eeuw) bevat waardevolle gegevens. Uit de 13de eeuw bezitten we nog een bijna woordelijke paraphrase in het Grieksch van Nicephorus Blemnides.

Dionysius Periegetes. — Dionysii Afr.i de situ orbis opus studiosi» necessarium, quo gentes, populi, urbes, maria, flumina explicantur, Graece scriptum. Idem in latinitatem a R h e m n i o grammatico translatum, falso hactenus Prisciano adscrip-tum, in quo prope ducenta loca castigavimus, quae et Plynio et reliquis geographis plurimum accommodabunt, In idem annota-menta Graecorum more Latine scripta, in quibus aliquot autorum castigationes continentur. Coelii Calcagnini annotatio super Anchiale et Rhemniani carminis pensitatio. [Ferrariae, 1512], 80. W. qu. 52 (Rariora); W. qu. 139 (Rariora) (90)

Met een praefatio van Joannes Maciochus en een brief van den-zelfde aan Ludovicus Bonaciolus.

Proclus. De sphaera liber I. Cleomedis de mundo, sive circularis inspectionis meteorum libri II. A r a t i Solensis phae-nomena, sive apparentia. Dionysii Afri descriptio orbis habitabilis. Omnia Graece et Latine ita coniuncta, ut conferri ab utriusque linguae studiosis possint. Adiectis doctorum viro-rum annotationibus. Una cum Io. Honteri Coronensis de cosmographiae rudimentis duplici editione, ligata scilicet et soluta. Basileae, 1561. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utenhove oct. 185 (83)

Bevat behalve een Latijnsche prozavertaling van Dionysius’ Orbis descriptio de metrische paraphrase van Priscianus.

Dionysius Periegetes. Orbis descriptio. Commentario critico et geographico ac tabulis illustrata a G u i 1. Hill. Londini, 1679. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 378 (90)

Dionysius Periegetes. Orbis descriptio. Cum veterum scholiis et E u s t a t h i i commentariis. Accedit periegesis P r i s c i a n i cum notis Andreae Papii [ed. E. Thwaites]. Oxoniae, 1697. M. portr. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 377 (90)

Dionysius Periegetes. Geographia emendata et locupletata, addi-tione scil. geographiae hodiernae Graeco carmine pariter do-natae. Cum 16 tabulis geographicis. Ab E d v. Wells. Oxonii, 1704. 80, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fraenkel 2731 (90)

Dionysius Periegetes. Orbis descriptio. Cum commentât iis Eustathii, Oxoniae, 1710. M. krtn. 8®.

Dionysius Periegetes. De situ orbis liber. Interprète Andrea Papio. Ut et Aristophanis Plutus cura Sig. Haver-campi. Lugduni Batavorum, 1736. 80. W. oct. 374 (90)

Aratus. Phaenomena et diosemea, quibus subjiciunter Eratos-t h e n i s catasterismi. D i o n y s i i orbis terrarum descriptio. R u f i F e s t i Avieni utriusque poetae metaphrases. Curavit notasque adjecit F. C. M a 11 h i a e. Accedunt tabulae litho-graphicae. Francofurti ad Moenum, 1817. 8o,

Dionysius Periegetes. Orbis descriptio. Graece et Latine cum ve-tustis commentariis et interpretationibus ex recensione et anno-tatione Godofredi Bernhard y. Lipsiae, 1828. 8o.

Deze editie bevat behalve den Griekschen tekst van Dionysius’ periegesis den commentaar van Eustathius, de scholia, de paraphrase van Nicephorus Blemnides en de Latijnsche bewerkingen van Ayienus en Priscianus.

Zie ook: G. G. M. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs 1. D. 3

Eratosthenes (2de eeuw v. Chr.) is de eerste, die aan de mathematica en de astronomie beteekenis toekent voor de géographie. We bezitten van hem nog slechts fragmenten van een werk over aardmeting en van een géographie in drie boeken.

Inhoud: Lib. I. Critisch overzicht van het werk van Eratosthenes’ voorgangers.

Eratosthenes. Geographicorum fragmenta. Edidit Günther Carl Fridrich Seidel. Goettingae, 1789. 8o.

Eratosthenes. — Eratosthenica composuit Godofredus Bernhard y. Berolini, 1822. 8^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utcnhove oct. 352 (90)

Eratosthenes. — Die geographischen Fragmente des Eratosthenes. Neu gesammelt, geordnet und besprochen von Hugo Berger. Leipzig, 1880, 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. D. 13 (90)

Eustathius. Commentarii in Dionysium Periegetam Alexandro Polito interprète. Coloniae Allobrogum, 1741. 8o.

Zie: Geograph! Latin! minores. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 832

Geographica antiqua. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 312

In het Latijn geschreven (c. 350 n. Chr.) naar een Grieksch origineel. De ethnographische en economische gegevens omtrent de verschillende gebieden van het Romeinsche rijk zijn niet zonder belang.

Zie: G.G.M. I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Geograph! Gr. min. ed. J. F. Gail. L W. oct. 465 Scriptores Gr. min. geographiae veteris.

Arrianus. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 147

Van het bericht van Hanno’s tocht met de Cart haag sehe vloot langs de Westkust van Afrika is ons een Grieksche bewerking uit de 4de eeuw v. Chr. bewaard gebleven.

Kroon, Joannes Hermanus. Annotatio in Hannonis periplum. Zut-phaniae, 1840. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 192, 1840 (92)

Ook in: Tijdschrift van het Kon. Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap. Serie 2, dl. 8. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ts. oct 7

Hecataeus (6de eeuw v. Chr.) wilde een beschrijving geven van de geheele bekende wereld. De ons van hem bewaarde fragmenten getuigen van een veelzijdige ethnographische belangstelling.

Hecataeus M i 1 e s i u s. Fragmenta. S c y 1 a c i s Caryandensis periplus. Edidit Rud. Henr. Klausen. Äddita est tabula geographica. Berolini, 1831. 8o. Lulofs L B. 6 (92; 100)

De op het titelblad vermelde kaart ontbreekt. Aan den Griekschen tekst van Scylax is een Latijnsche vertaling en commentaar toegevoegd.

Zie ook: F. H. G. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz.

Ukert, Fr. Aug. Untersuchungen über die Geographie des Heka-täus und Damastes. Weimar, 1814. 80. T. oct. 85P (92)

Grossstephan, Joseph. Beiträge zur Periegese des Hekatäus von Milet. Strassburg i. E., 1915. 80. A. qu. 319, 1915 (92)

Herodotus (5de eeuw v. Chr.) heeft op zijn reizen een overvloed van geographische gegevens verzameld en deze in zijn geschiedwerk een plaats gegeven. Geographie van Griekenland en Klein-Azië vindt men door het geheele werk verspreid. Eenige belangrijke excursen over andere gebieden vindt men in de volgende boeken:

Herodotus. Historiae. Recognovit brevique adnotatione critica instruxit Carolus Hude. Ed. 2a. Oxonii, 1912. 2 din. 8o.

— Ed. 3a. T. z. pl., 1926. 2 din. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz.

Herodotus. — The history of Herodotus. A new English version, edited with copious notes and appendices, illustrating the history and geography of Herodotus ... by George Rawlinson. With maps and illustrations. Londen, 1858—1860. 4 vol. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct, 733 (93)

Bobrik, Hermann. Geographie des Herodot, vorzugweise aus dem Schriftsteller selbt dargestellt. Nebst einem Atlasse von 10 Krtn. Königsberg, 1838. 2 dln. 8® en fol. W. oct, 633 (93)

Hildebrandt, F. R. De itineribus Herodoti Europaeis et Africanis. Lipsiae, 1883. 8Q. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 252, 1883 (93)

Hipparchus (2de eeuw na Chr.), een der grootste astronomen en mathematici der Oudheid, schreef een critische beschouwing over Eratosthenes’ geographic in 3 boeken, waarin hij een nieuwe breedteindeeling gaf in z.g. ,,climata”. Slechts fragmenten hiervan zijn tot ons gekomen.

Hipparchus. — Die geographischen Fragmente des Hipparch zusammengestellt und besprochen von Hugo Berger. Leipzig. 1869. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 417? Lulofs I. D. 12 (93)

Van de Homerische gedichten bevat vooral de Odyssee vele gegevens, die voor onze kennis van de oudste geographische opvattingen der Grieken van belang zijn.

Ukert, Fr. Aug. Bemerkungen über Homer’s Geographie. Weimar, 1814. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 8512; Utenhove oct. 382

Schreiber, Carl Christian Ernst. Ithaca oder Versuch einer geographisch-antiquarischen Darstellung der Insel Ithaca nach Homer und den neuern Reisenden. Mit einer Kupfertafel. Leipzig, 1829. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 940 (94)

Schliemann, Heinrich. Ithaka, der Peloponnes und Troja. Archäologische Forschungen. Nebst Lithogrn. und Krtn. Leipzig, 1869. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 1363 (1437)

Berard, Victor. Les Phéniciens et l’Odyssée. Paris, 1902. 2 dln. M. afbn. en krtn. 4o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. qu, 1161 (94)

Leaf, Walter. Troy. A study in Homeric geography. With maps, plans and illustrations. London, 1912. 8o.

Berard, Victor. Ithaque et la Grèce des Achéens. Avec 19 cartes. Paris, 1927. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 1894 (94)

Hennig, Richard. Die Geographie des Homerischen Epos. Eine Studie über die erdkundlichen Elemente der Odyssee. Leipzig enz., 1934. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 253 E (94)

Zie: Itineraria. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 259 (Rariora); X. qu. 46

Hierocles ,.reisgezel” geeft een lijst van provincies en steden van het Oost-Romeinsche Rijk uit de 6de eeuw, samengesteld op grond van ambtelijke gegevens.

Zie: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Het Itinerarium provinciarum Antonini Augusti dateert waar^ schijnlijk uit den tijd van Diocletianus. Het is een lijst van ver~ keerswegen met opgave van halteplaatsen en. afstanden. Het Itinerarium Hierosolymitanum sive Burdigalense (330 na Chr.) geeft de bizonderheden van een reis van Bordeaux naar Jeruzalem. en terug tot Milaan.

Itineraria, vetera Romanorum, sive Antonini Augusti itinerarium, cum integris Jos. Simler i, Hieron. Suritae, et And. S c h o 11 i notis. Itinerarium Hierosolymitanum et H i e r o-c 1 i s grammatici Synecdemus. Curante Petro W e s se-l i n g i o, qui et suas addidit adnotationes. Amstelaedami, 1735.

Het exemplaar T. qu. 259 bevat in margine van het Itinerarium Antonini een collatie naar vier manuscripten en aanteekeningen, beide in handschrift.

Itinerarium Antonini Augusti et Hierosolymitanum. Ex libris manu scriptis ediderunt G. Parthey et M. Pinder. Accédant duae tabulae. Berolini, 1848. 8o. T. oct. 571 (116)

Zie ook: Theatrum geographiae veteris. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 14

40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;208. C. 282 (116)

Denkschriften der Akademie der Wissenschaften in Wien. Philos.-histor. KI. Bd. 61. Abh. 3.

Zie: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Marcianus (c. 400 na Chr.) geeft in deze pcriplus een beschrijving van de oceanen en de daarin gelegen eilanden. Voorts bezitten ive van hem een epitome van de Periplus Maris Interni (Middellandsche Zee) van een zekeren Menippns (1ste eeatv na Chr.) en eenige kleinere fragmenten van een epitome van de géographie van Artemidorus van Ephesus (c. 100 v. Chr.).

De Griek Megasthenes heeft c. 290 v. Chr. met politieke opdrachten verscheidene reizen naar Voor-lndië gemaakt. Zijn vier boeken Indica waren voor de Grieken de belangrijkste bron voor hun kennis van dit gebied. Zij zijn verloren gegaan, doch vele belangwekkende fragmenten worden ons door latere schrijvers overgeleverd.

Megasthenes. Indica. Fragmenta collegit, commentationem et indices addidit E. A. Schwanbeck. Bonnae, 1846. 8°.

Zie ook: F. H. G. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz.

Timmer, Barbara Catharina Jacoba. Megasthenes en de Indische maatschappij. Amsterdani, 1930. M. tabn. 8o.

Mela schreef de oudste ons bewaarde Latijnsche géographie (1ste eeuw na Chr.). Zijn belangstelling is hoofdzakelijk choro-graphisch. De stof is gegroepeerd rond de voornaamste zeeën. Inhoud: Lib. I. Algemeen overzicht over de werelddeelen.

Mela, Pomponius. De situ orbis libri III, accuratissime emendati, una cum commentariis Joachimi Vadiani Helvetii ... Adiecta sunt praeterea loca aliquot ex Vadiani commentariis ... in quibus aestimandis ... Joanni Camerti ... cum Joach. Vadiano non admodum convenit. Rursum, epistola Vadiani ... ad Rud. Agricolam ... Basileae, 1522. fol.

Vossius, Isaac. Observationes ad Pomponium Melam de situ orbis. Ipse M e 1 a longe quam antehac emendatior praemittitur. Hagae-Comitis, 1658. 80. X. qu, 142; Lulofs I. E. 30 (126)

Mela, Pomponius. Libri III de situ orbis. Cum observationibus Is. V o s s i i. Accedunt eiusdem ... appendix et indices. Ed. secunda. Franekerae, 1700. M. titelplt. 8o.

Mela, Pomponius. De situ orbis libri III. Cum notis Herrn. B a r b a r i et aliorum. Accedunt Jul. Honorii excerpta cosmographiae, cosmographia falso A e t h i c u m praeferens cum variis lectionibus ex ms., Ravennatis anonymi geographia ex ms. Leidens! suppleta. Curante A b r. G r o n o-vio. Lugduni Batavorum, 1732. M. fign., pltn en krtn. 80,

Mela, Pomponius. De situ orbis libri III. Cum notis integris Herrn. Barbari et aliorum. Accedunt P. J. Nunnesii epistula de patria Pomponi Melae ... et eiusdem et J a c. Perizonii adnotationes ... Curante Abr. Gronovio. Ed. altera, Lugduni Batavorum, 1748. M. fign., pltn, en krtn. 8°.

— Ed. tertia. T. z. pl., 1782. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 420a

Mela, Pomponius. De situ orbis libri III ... recensiti cum notis ... Hermolai Barbari et aliorum ... a Carolo Henrico Tzschuckio. Lipsiae, 1806, 1807. 3 din. in 7 bdn. M. titelplt. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 23—29 (126)

Mela, Pomponius. De situ orbis libri III. Commentario Car. Henr. Tzschuckii breviore in usum scholarum instruxit Augustus Weichert. Lipsiae, 1816. 8°.

Mela, Pomponius, De chorographia libri III. Ad librorum mss. fidem edidit notisque criticis instruxit Gustavus Parthey. Berolini, 1867. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 15 (126)

Mela, Pomponius, De chorographia libri III. Recognovit Carolus Frick. Lipsiae, 1880. M. fign. 8®.

Macrobius, (Oeuvres complètes), V a r r o n, (De la langue latine), Pomponius Mela, (Oeuvres complètes), Avec la traduction en français publ, sous la direction de [C h,] N i s a r d, Paris, 1883, 4o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II, B, 33 (115)

Mela, Pomponius. Geographie des Erdkreises. Aus dem Lateinischen übersetzt und erläutert von Hans Philipp. Leipzig, [1911, 1912], 2 dln. M. krtn. 8«.

Vossius, Isaac. Observationum ad Pomp. Melam appendix. Acce-dit ejusdem ad tertias. P. Simonii objectiones responsio. Sub-jugitur Pauli Colomesi ad Henricum Justeilum epistola. Londini, 1686. 8o, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. qu. 143 (126)

Zie: Dionysius Periegetes. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 377

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 466

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utenhove oct. 352

G. G. M. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 3

Pausanias (2de eeuiv na Chr.) gaf een beschrijving van Griekenland in den vorm van een rondreis. De opzet is meer die van een Baedeker dan van een aardrijkskundig handboek. De betee-kenis van dit vrij omvangrijke werk ligt dan ook op archaeolo-gisch-historisch gebied.

Inhoud: 1. Attica. II. Corinthiaca. 111. Laconica. IV. Messeniaca. V, VI. Eliaca. VII. Achaica. VllI. Arcadica. IX. Boeotica. X. Phocica.

Pausanias. Graeciae descriptio. Cum latina Romuli Amasaei interpretatione. Accesserunt G. X y 1 a n d r i et Fr. Syl-b u r g i i annotationes ac novae notae Joachimi Kuhnii.

Lipsiae, 1696. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. fol. 55 (97)

Pausanias. Descriptio Graeciae. Recensuit, ... emendavit, explana-vit J o. F r i d e r. Facius. Lipsiae, 1794—1796. 4 dln. 8o.

Pausanias. Graeciae descriptio. Edidit, Graeca emendavit, Lati-nam Amasaei interpretationem castigatam adiunxit et adno-tationes atque indices adiecit Carolus Godofredus S i e b e 1 i s. Lipsiae, 1822—1828. 5 dln. 80.

I. Inserta est descriptio Athenarum Pausaniae Atticis accomodata et in lapide delineata et tabula. — IV. Tabulae in dextro leschae Delphicae pariete a Polygnoto pictae adumbratio, et excerpta ex praefationibus priorum editionum addita sunt. — V. Auctarium adnotationum, indices rerum et verborum atque reliquae Bekkeri editionis lectiones memorabiles.

Pausanias. De situ Graeciae libri X. Recognovit Immanuel Bekkerus. Berolini, 1826, 1827. 2 dln. 80.

3 dln. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 16—18 (97)

Pausanias. Descriptio Graeciae. Ed. codd. mss. ... et editionum fidem recensuerunt, apparatu critico, interpretatione latina et indicibus instruxerunt Jo. Henr. C h r. Schubart et Ch r. Walz. Lipsiae, 1838, 1839. 3 dln. 8o,

Pausanias. Descriptio Graeciae. Recognovit Joannes Henricus Christianus Schubart. Lipsiae, 1875. 2 dln. 8o.

Pausanias. Graeciae descriptio. Edidit, Graeca emendavit, appara-tum criticum adiecit flermannus Hitzig. Commenta-rium Germanice scriptum cum tabulis topographicis et numis-maticis addiderunt Hermannus Hitzig et Hugo B 1 u m n e r. Berolini, 1896—1910. 3 dln. (6 bdn.). M. fign., pltn., krtn. en plattegrn. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Arch. Inst. (97)

I, 1. Attica. — I, 2. Corinthiaca. Laconica. — II, 1. Messeniaca. Eliaca. — II, 2. Eliaca (vervolg). Achaica. — III, 1. Arcadica. Boeotica. — HI, 2. Phocica. Indices.

Pausanias. Graeciae descriptio. Recognovit Fridericus Spiro. Lipsiae. 1903. 3 dln. 8®.

154. F. 22—24; Glass. Leesz. (97) Bibliotheca scriptorum Graecorum et Romanorum Teubneriana.

Pausanias. Description of Greece. With an English translation by W^. H. S. Jones and H, A. Arm erod. London enz., 1918—1935. 5 din. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 19 H (97)

I. Books I and II. — II. Books III—V. — III. Books VI—VIII (1—21). — IV. Books VIII (22)—X. — V. Companion volume, containing illustrations and index. Prepared by R. E. Wycherley.

Pausanias. Commentariorum Graeciam describentium Attica et Corinthiaca, a Domitio Calderoni Veronensi quondam latinitate donata et nunc primum ex collatione ad Graecum exemplar innumeris quibus scatebat hactenus mendis repur-gata. ... Basileae, [1541], 8o. W. qu. 68^ (Rariora) (97)

Pausanias. Voyage historique de la Grèce, traduit en François avec des remarques par [N.] G e d o y n. Paris, 1731. 2 dln. M. krtn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. qu. 329 (97)

Pausanias. Description of Greece. Translated with a commentary by J. G. Frazer. [2nd ed.] London, 1913. 6 din. M. afbn., fign., pltn. en krtn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Depót Arch. Inst. (97)

Frazer, James George. Sur les traces de Pausanias. A travers la Grèce ancienne. Ouvrage traduit de l’anglais par Georges Roth. Avec une préface de Maurice Croiset. 2me éd. Paris. 1927. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;155 B (97; 1421)

Deicke, Ludovicus. Quaestiones Pausanianae. Gottingae, 1935. 8o. A. qu. 250, 1935 (97)

Deze zeer nauwkeurige beschrijving van de kusten van N.O.-Afrika, Arabië en Voor-lndië is ten onrechte wel aan Arrianus toegeschreven. Ze is afkomstig van een Aegyptisch koopman uit de 1ste eeuw v. Chr. en bevat vele gewichtige gegevens voor de handelsgeschiedenis van de beschreven gebieden.

Periplüs, Der, des erythräischen Meeres von einem Unbekannten. Griechisch und deutsch mit kritischen und erklärenden Anmerkungen nebst vollständigem Wörterverzeichnisse von B. F a-b r i c i u s. Leipzig, 1883. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 1148 (84)

Periplus, The, of the Erythraean sea. Travel and trade in the Indian Ocean by a merchant of the first centrury. Translated from the Greek and annotated by W i 1 f r e d H. Schoff. New York enz., 1912. M. afbn., fign., facs. en krtn. 8o.

Periplus. — Le périple de la Mer Érythrée. Suivi d’une étude sur la tradition et la langue par Hjalmar Frisk. Göteborg, 1927. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 79 B (84)

Zie ook: Arrianus. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 1

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 147

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers fol. 3

G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AV. oct. 714? Lulofs I. D, 2

Deze anonieme ten onrechte wel op naam van Arrianus gestelde — periplus is ons bewaard in 3 fragmenten en geeft hoofdzakelijk uittreksels uit Arrianus, Marei anus en pseudo-Scymnus.

Fr. 2 zie: F. H. G. V. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz.

Fr. 3 nbsp;nbsp;: Geographica antigua. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 312

Plinius f 1ste eeuw na Chr.) gaf in zijn Naturalis Historia een soort encyclopaedisch handboek der natuurwetenschappen. Van de 37 boeken bevat het eerste een overzicht van den inhoud en een opgave der bronnen van alle boeken afzonderlijk. Daar Plinius gegevens van allerlei schrijvers vrijwel critiekloos bijeenbracht, is de waarde van het materiaal zeer ongelijk. De boeken II—VI handelen over géographie en ethnographie.

Inhoud: Lib. II (cap 64—109). Over vorm, grootte en gesteldheid van de aarde; over veranderingen in de verhouding van zee en land.

Plinius Secundus, C. Naturalis historia. D. Detlefsen recensait. Berolini, 1866—1873. 5 dln. 8®.

Plinius Secundus. Die geographischen Bücher (II, 242—VI Schluss) der naturalis historia mit vollständigem kritischem Apparat hrso. von D. Detlefsen. Berlin, 1904. M. tabn. 8o.

Plinius Secundus, Cajus. Naturgeschichte. Liebers, und erläutert von P h. H. K ü 1 b. Stuttgart, 1840—1856. 35 Bändchen. 8o.

Römische Prosaiker in neuen Uebersetzungen. Bd. 155—159, 167, 172, 174, 177—180, 183, 185, 187, 188, 190, 192—194, 196, 198—202, 204, 207, 209—215.

Oehmichen, Gustav. Plinianische Studien zur geographischen und kunst-historischen Literatur. Erlangen, 1880. 8°.

Detlefsen, D. Die Beschreibung Italiens in der Naturalis Historia des Plinius und ihre Quellen. Leipzig, 1901. 8”.

Detlefsen, D. Die Anordnung der geographischen Bücher des Plinius und ihre Quellen. Berlin, 1909. 8o,

Een grootendeels op fantasie berustend geschriftje over de rivieren met vele gefingeerde citaten is ons op naam van Plutar-chus overgeleverd; het dateert echter uit veel later tijd.

Plutarchus, Pseudo-. — Plutarchi libellus de fluviis. Recensuit et notis instruxit Rudolphus Hercher. Lipsiae, 1851. 8®.

Zie ook: G. G. M. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 3

Arrianus. Periplus. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 147

Polemon (3de eeuw v. Chr.) maakte met sterk historisch-archaeologische belangstelling uitgebreide reizen door Griekenland, Italië en Voor-Azië. Slechts enkele fragmenten van zijn periegetische geschriften zijn ons bewaard.

Polemon Periegetes. Fragmenta. Collegit, digessit, notis auxit L. Preller. Accedunt de Polemonis vita et scriptis et de historia atque arte periegetarum commentationes. Lipsiae. 1838.

80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;217. F. 19 (100)

Zie ook: F. H. G. UI. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;236 F; Class. Leesz.

Bencker, Max. Der Anteil der Periegese an der Kunstschriftstellerei der Alten. München, 1890. 80.

Polybius (2de eeuw v. Chr.) zag de gvoote beteekenis van de géographie als hulpwetenschap voor de geschiedschrijving. Hij geeft in zijn Historiae uitvoerige beschrijvingen van landen, zeeën en steden, voor een belangrijk deel op grond van eigen aanschouwing. Boek 34. dat geheel aan geographische kwesties was gewijd, bezitten we nog slechts in uittreksel.

Polybius. Historiarum quae supersunt. ... Accedunt excerpta Vaticana ab Angelo Maio in lucem emissa. Ed stereotypa. Lipsiae, 1836. 4 dln. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 19—22 (100)

Schmidt, Maximil. Carolus Paullus. De Polybii geographia. Bero-lini, 1875. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 214, 1875 (100)

De beroemde Stoïsche wijsgeer en historicus Posidonius (c. 90 V. Chr.). van wien ons slechts citaten overgeleverd zijn, heeft ook voor de ontwikkeling van de geographic groote beteekenis gehad. Met name Strabo onderging sterk zijn invloed.

Schühlein, Franz. Untersuchungen über des Posidonius Schrift ne/7î ’Q.Y.ix.voïi. (Geophysischer Teil). Freising, 1901. 8®.

Ohling, G. D. Quaestiones Posidonianae ex Strabone conlectae. Gottingae, 1908. 8”. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 250, 1908 (100; 102)

Van Ptolemaeus. den beroemden astronoom en geograaf uit de 2de eeuw na Chr., bezitten ugt;e de beste géographie uit de oudheid. Zijn overzicht van ruim 8000 plaatsnamen met opgave van lengte en breedte bleef tot in de 16de eeuw de voornaamste geographische handleiding. De kaarten zijn waarschijnlijk niet van Ptolemaeus zelf, doch van een ons overigens onbekenden Agathodaemon.

Inhoud: Lib. I. Theoretische en methodische beschouwingen over aardmeting, aardbeschrijving en cartographie volgens lengte- en breedtegraden.

Ptolemaeus, Claudius. De geographia libri octo ... Parisiis, 1546. M. fign. en tabn. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 3 (100)

Deze editie is nagedrukt naar de Bazelsche van 1533, de door Erasmus bezorgde editio princeps. De Grieksche tekst van Ptolemaeus wordt voorafgegaan door een praefatio van Erasmus gericht tot Theobaldus Pettichus.

Ptolemaeus, Claudius. Geographiae libri VIII Graeco-latini. Latine primum recogniti et emendati cum tabulis geographicis ad mentem auctoris restitutis per Gerardum Mercatorem; jam vero ad Graeca et Latina exemplaria a Petro Montano iterum recogniti et pluribus locis castigati. Adjecta insuper ab eodem nomina recentia et aequipollentia ex variis auctoribus veteribus et recentiorib. magna cura collecta in gratiam et usum geographiae studiosorum. Amsterodami, 1605. M. portr., fign., krtn. en tabn. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 161 (100)

Ptolemaeus, Claudius. Geographia. Edidit Carolus Fride-ricus Augustus Nobbe. Ed. stereotypa. Lipsiae, 1843— 1845. 3 dln. M. krt. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 13—15 (100)

Ptolemaeus, Claudius. Géographie de Ptolémée. Reproduction photolithique du ms. grec du Monastère de Vatopédi au Mont Athos, exécutée d’après les clichés obtenus sous la direction de P. de Séwastianoff et précédée d’une introduction historique par Vict. Langlois. Paris, 1867. fol. W. fol. 197 ( 100)

Ptolemaeus, Claudius. Geographia [Graece et Latine]. E codici-bus recognovit prolegomenis annotatione, indicibus, tabulis in-struxit Carolus Mullerus. Parisiis, 1883, 1901, 2 dln. 4».

Ptolemaeus, Claudius. Geographiae codex Urbinas Graecus 82. Phototypice depictus, consilio et opera curatorum bibliothecae Vaticanae. Lugduni Batavorum etc., 1932. 4 dln. 4o en fol.

Tomus prodromus Josephi Fischer. De Cl. Ptolemaei vita operibus geographia praesertim eiusque fatis. 1. Commentatio. 2. Tabulae geo-graphicae LXXXIII Graecae, Arabicae, Latinae e codicibus LUI selectae. I. Textus cura appendice critica Pii Franchi de Cavalieri. — II. Tabulae geographicae. Accedunt tabulae XXVII codicis Vatican! Latini 5698, III Urbinatis Graeci 83. —

Ptolemaeus, Claudius. Geographiae opus novissima traductione e Graecorum archetypis castigatissime pressum ceteris ante lucu-bratorum multo praestantius. ... [Argentinae, 1513]. fol.

De vertaling is die van Jacobus Angelus, door de Straatsburger geleerden Jacobus Essler en Georgius Uebelin gecorrigeerd naar een Grieksch handschrift, hun uit Italië toegezonden door den bekenden humanist Pico della Mirandola. Vooraf gaan een brief van Pico aan Essler en een opdracht van de bewerkers aan keizer Maximiliaan.

Achter den tekst en de kaarten van Ptolemaeus bevinden zich nog 20 kaarten, welke de eerste volledige moderne wereldatlas vormen. De eerste is een hydrographische kaart, welke geacht wordt door Columbus of Vespucci ontworpen te zijn. De laatste is een kaart van Lotharingen, de oudst bekende van dit hertogdom, tevens de oudst bekende kaart in kleurendruk. Hierna volgt nog een verhandeling getiteld: De locis ac mira-bilibus mundi. De niet genoemde auteur is de Duitsche geograaf en astronoom Nicolaus Donis. (Zie over hem en zijn leerling Angelus: L. Gallois, Les géographes allemands de la Renaissance. Diss. Parijs, 1890).

Ptolemaeus, Claudius. Geographiae libri VIII, partim a B i 1 i-baldo Pirckheimero translati ac commentario illustrati, partim ... collatione emendati atque ... restituti. His accesserunt scholia .... indices ... Conradi Lycosthenis opera adjecti ... epistula ... de utilitate tabularum tabulae novae per Sebastianum Munsterum, geographicae descrip-tionis compendium ... [Basileae, 1552]. 40.

De eerste uitgave met de kaarten van Sebastiaan Munster is van 1540. De titels op de rugzijde der kaarten bevatten zeer fraaie houtsneden, ivaar-van sommige worden toegeschreven aan Holbein.

Ptolemaeus, Cl[audius]. Geographia olim aBilibaldo Pirckheimero translata, at ... collata ...ajosepho Moletio. Addita sunt ... eiusdum commentaria ... Adsunt LXIIII tabulae, XXVII antiquae et reliquae novae, quae totam continent terram nostra ac Ptolemaei aetati cognitam ... Venetiis, 1562. M. fign. en tabn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 77 (Rariora) (100)

De Ptolemacïsche en de moderne kaarten vormen tezamen een volledigen wereldatlas. Ze zijn niet gescheiden gehouden, doch systematisch geor.-dend. Naast een voor den tijd opmerkelijk goede wereldkaart in twee halfronden en een fraaie hydrographische kaart valt de kaart van Vlaanderen, Brabant en Holland op door gebrek aan kennis van de geographische situatie dezer gebieden.

Ptolemaeus, Claudius. — La geographia di Claudio Tolemeo, gia tradotta di Greco in Italiano da M. Giero Ruscelli et hora in questa nuova editione da M. Gio M al o m bra ricor-retta ... Con l’espositioni del Ruscelli ... et sopra tutta la geographia, o modo di fare la descrittione del mondo. Con una copiosa tavola de’ nomi antichi ... dal M a 1 o m b r a ... Et con un discorso di M. Gi o s e p p e Moleto. Venetia, 1574. M. fign., krtn, en tabn. 8^. T. qu. 153 (Rariora) (100)

De geographic van Ptolemaeus met de kaarten. De Espositioni van Pascelli en de Discorso van Moleto zijn beide van 1573 en met afzonderlijke titel en pagineering. De verzameling kaarten in de Espositioni bestaat uit 37 moderne kaarten, welke men ook vindt in Moletius' editie van Ptolemaeus van 1562.

Ptolemaeus, Claudius. Tabulae geographicae orbis terrarum vete-ribus cogniti. Trajecti ad Rhenum enz., 1698. M. titelplt. fol.

Ptolemaeus, Claudius. — Orbis antiqui tabulae geographicae secundum Cl. Ptolemaeum cum indici philologico ... Amstelae-dami, 1730. M. titelpl. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 143a (100: 1398)

Ptolemacus, Claudius. Afrika nach der arabischen Bearbeitung der ixpifryvo'“; von Muhammad ibn Müsä al-

M z i k. Mit einem Anhang „Ptolemaeus und Agathodaemon” von Joseph Fischer, 2 Tfln, und einer Karte von Afrika. Wien, 1916. 4«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;208. C. 21 (100)

Denkschriften der Kais. Akademie der Wissenschaften in Wien. Philos.-histor. Kl. Bd. 59, Abh. 4.

Ptolemaeus, Claudius. Die Geographie des Ptolemaeus. Galliae Germania Raetia Noricum Pannoniae Illyricum Italia. Handschriften, Text und Untersuchung von Otto Cuntz mit 3 Krtn. Berlin, 1923. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;238. C. 21? Lulofs II. B. 29 (100)

Ptolemaeus, Claudius. La géographie. L’Inde (VII, 1—4). Texte établi par Louis Renou. Paris, 1925. M. krtn. 4o.

Heeren, A. H. L. Commentatio de fontibus geographicorum Pto-lemaei tabularumque iis annexarum: num ii Graecae an vero Tyriae originis fuerint? Göttingae, 1827. 4°.

Roscher, Albrecht. Ptolemaeus und die Handelsstrassen in Cen-tral-Africa. Ein Beitrag zur Erklärung der ältesten uns erhaltenen Weltkarte. Mit 2 Krtn. Gotha, 1857. 89.

Glazebrook Rylands, Thomas. The geography of Ptolemy elucidated. Dublin, 1893, M. fign., pltn, en krtn. 49.

Schiitte, G. Ptolemy’s atlas: a study of the sources (with reproductions of Ptolemy’s maps). Edinburgh ,1914. 89.

Schütte, Gudmund. Ptolemy’s maps of Northern Europe. A reconstruction of the prototypes. Copenhagen, [1917]. M. krtn. en tabn. 49. Geogr. Inst. [I. C. 4]? Lulofs I. B. 18 (100: 1398)

Schnabel, Paul. Die Entstehungsgeschichte des kartographischen Erdbildes des Klaudios Ptolemaios. Berlin, 1930, M, grafn, en tabn, 49. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 35 B (100: 1398)

Sitzungsberichte der Preussischen Akademie der Wissenschaften. Philos,-hist. Kl, 1930, 14,

Kubitschek, Wilhelm. Studien zur Geographie des Ptolemäus. Mit ... Krtn. Wien enz., 1934—......dln. 80, V.V. 50 D (100)

Sitzungsberichte der Akademie der Wissenschaften in Wien. Philos.-hist. Kl. Bd. 215, Abh. 5.

Pytheas heeft in de 2de helft van de 4de eeuw van uit Marseille een ontdekkingstocht ondernomen langs de Spaansche en F rausche kust en verder naar het Noorden, waarbij hij waarschijnlijk zelfs tot Ijsland is doorgedrongen. Het bericht van zijn tocht is slechts indirect en fragmentarisch tot ons gekomen.

Lelewel, Joachim. Pythéas de Marseille et la géographie de son temps. Ouvrage publié par Joseph Straszéwics, orné de 3 cartes ... Paris, 1836, 8^, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;182. B. 19 (100)

Redslob, Gustav Moritz. Thule, Die Phönicischen Handelswege nach dem Norden insbesondere nach dem Bernsteinlande, sowie die Reise des Pytheas von Massilien neu nach den Quellen untersucht, Leipzig, 1855, 8o.

Bessell, W. lieber Pytheas von Massilien und dessen Einflusz auf die Kenntnisz der Alten vom Norden Europa’s insbesondere Deutschlands. Göttingen, 1858. 8». Rovers oct. 514 (100)

Fuhr, Maximilianus. De Pythea Massiliensi dissertatio. Darm-stadii, 1885. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 1043 (100)

Broche, Gaston E. Pythéas le Massaliote, découvreur de l'extrême occident et du Nord de l’Europe (IVe siècle av. J.-C.). Essai de synthèse par les textes. Paris, 1935. M. krt. 8o.

Zie: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs L D. 2

Geographica antiqua. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 322

Geograph! Gr. min. ed. J. F. Gail. I. W. oct. 465 Scriptores Gr. min. geographiae veteris.

Hecataeus. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 6

De op naam van Scylax ans bewaarde periplus uit de 4de eeuw V. Chr. geeft een beschrijving van de kusten van de Middelland-sche en Zwarte Zee.

Letronne, [A.]. Observations historiques et géographiques sur le périple attribué à Scylax. [Paris, 1826]. 4®.

De periégesis van Scymnus (c. 200 v. Chr.) is verloren gegaan. Het aan hem toegeschreven leergedicht dateert uit het eind van de 2de eeuw v. Chr. en is meer praktisch dan theoretisch van opzet.

Scyumus Chius, Pseudo-. — Fragments des poèmes géographiques de Scymnus de Chio et du faux Dicéarque, ... précédés d’observations ... sur ces fragments; sur Scylax, Marcien d’Héraclée, Isidore de Charax, le stadiasme de la Méditerranée: ... par J. A. Letronne. Paris, 1840. 8°.

Scymnus Chius, Pseudo-, et Dionysius. — Scymni Chii periegesis et Dionysii descriptie Graeciae. Emendavit Augustus Meineke. Berolini, 1846. 8®.

Zie ook: G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Het in de middeleeuwen zeer veel gelezen boek van Solinus (c. 3de eeuw na Chr.), dat voornamelijk uit de chorographische werken van Plinius en Mela is gecompileerd, geeft een over-zicht van de landen der wereld met beschrijving van de bizon-derheden der verschillende volken, landstreken en steden.

Solinus, [Caius Julius]. De memora[bi]libus mundi. Venetiis, 1498.80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. qu. 771 (131)

Incunabel: Alblas 693. — De drukfout, waardoor de letters -bi- in den titel zijn uitgevallen, komt ook in de Venetiaansche editie van 1491 voor, waardoor het aannemelijk schijnt, dat de ecne editie naar de andere nagedrukt is.

Solinus, C. Julius. Collectanea rerum memorabilium. Recognovit Th. Mommsen. Berolini, 1864. 8®.

Salmasius, Cl. Plinianae exercitationes in Caii lulii Solini Poly-histora. Item Caii lulii Solini Polyhistor ex veteribus libris emendatus. Parisiis, 1629. 2 din. fol.

—. Accesserunt huic edition! de homonymis hyles iatricae exercitationes antehac ineditae, nec non de manna et saccharo. Trajecti ad Rhenum, 1689. 2 din. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R. fol. 6, 7

Zie; G. G. M. I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 2

Van deze zeer nauwkeurige beschrijving van de Middelland-sche~Zeekust iiit de Iste eeuw na Chr. zijn ons bewaard de fragmenten betreffende de kust van Noord-Afrika, van Syrië en Klein~Azië en voorts de beschrijving van de eilanden Cyprus en Creta.

Stephanus van Byzantium (c. 6de eeuw na Chr.) is de auteur van een aardrijkskundig woordenboek, bestemd voor ambtelijk gebruik. Behoudens eenige fragmenten is het ons slechts in excerpt bewaard.

Stephanus Byzantinus. De urbibus. Guil. Xylandri labore ... repurgatus duobusque inventariis ... auctus. Basileae, 1568. fol.

Stephanus Byzantinus. De urbibus. Quem primus Thomas de Pinedo Lusitanus Latii jure donabat et observationibus scru-tinio variarum linguarum ac praecipue Hebraicae, Phoeniciae, Graecae et Latinae detectis illustrabat; his additae praeter ejus-dem Stephani fragmentum collationes Jacobi Gronovii cum codici Perusino una cum gemino rerum et verborum indici ad Stephanum et Thomae de Pinedo observationes. Amstelo-dami, 1678. M. pl. 4». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. D. 20 (102)

Stephanus Byzantinus. Gentilia per epitomen. antehac De Urbibus inscripta, quae ex mss. codicibus Palatinis ab CI. S alma s i o quondam collatis et ms. Vossiano restituit, supplevit, ac Latina versione et integro commentario illustravit A b r a-hamus Berkelius. Accedunt collectae a Jacobo Gro-n o V i o variae lectiones ex cod. ms. Perusino, intermixtis eiusdum notis cum excusatione de excerptis Bocharti et Palmerii ab se non publicatis. Lugduni Batavorum, 1694. 8”.

Stephanus Byzantins. Ethnicorum quae supersunt. Ex recensione Augusti Meinékii. Tom. I. Berolini, 1849. 80.

Stephanus Byzantins. — Variae lectiones in Stephanum Byzantium, E codice Rhedigerano edidit Franciscus Passow. Vratislaviae, 1824. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 19 (102)

Geffcken, Johannes. De Stephano Byzantio capita duo. Gottingae, 1886. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 250, 1886 (102)

Knauss, Guilelmus. De Stephani Byzantii ethnicorum exemplo Eustathiano. Bonnae, 1910. 80. A. qu. 215, 1910 (102)

De opzet van Strabo s géographie (Iste eeuw v. Chr.) is in hoofdzaak het geven van plaatsbeschrijving in verband met de historische beteekenis van de behandelde gebieden. Intussehen is Strabo vooral in de eerste twee boeken een belangrijke bron voor onze kennis van de systemen van zijn voorgangers, met name van die van Eratosthenes en Posidonius.

Inhoud: Boek 1, II. Mathematisch-physische géographie met kritische bespreking van de systemen van Strabo’s voorgangers. — III. Spanje, Portugal. —■ IV. Gallië, Brittannië, Thule, Alpen. — V. Povlakte en Noord-Italië. VI. Zuid-Italië, Sicilië. — VII. Gefmanië. Donaugebied, Illyrië, Macedonië, Thracië. — VIII. Griekenland, Peloponnesus. —■ IX. Attica, Boeotië, Phocis, Locris, Thessalië, Euboea. — X. Euboea (vervolg), Acarnanië. Aetolië, Cephallenia, Zacynthus, Creta, Cycladen en Sporaden. ■— XI. Azië: het gebied rond de Zwarte en Kaspische Zee. — XII^XIV. Klein-Azië. - XV. Voor-Indië, Perzië. - XVI. Assyrië, Syrië, Palestina, Arabië. — XVII. Aegypte en de kust van Noord-Afrika.

Strabo. De situ orbis libri XVII. Graece et Latine simul iam, in eorum qui pariter et geographiae et utriusque linguae studiosi sunt, gratiam editi; olim quidem, ut putatur, a Guarino Veronensi, et Gregorio Trifernate in Latinum conversi: ac deinde Conradi Heresbachii opera ad eins generis autorum fidem recogniti; nunc vero postremum, eruditorum aliquot industria ac studio, quorum in praefatione fit mentio, ab innumeris, quibus aeque et Graecum exemplar et Latina translatio scatebant, mendis repurgati. Accessit rerum et verborum memorabilium locupletissimus index. Basilae, 1549. 4°.

Strabo. Rerum geographicarum libri XVII. Isaacus Casaubon u s recensuit, siimmoque studio et diligentia, ope etiam veterum codicum, emendavit, ac commentariis illustravit. Accessit etiam tabula orbis totius descriptionem complectens. Adiecta est etiam Guilielmi Xylandri Augustani Latina versio, cum necessariis indicibus. [Genevae], 1587. 4o.

Naar deze uitgave wordt geciteerd. — De op het titelblad vermelde kaart ontbreekt.

Strabo. Rerum geographicarum libri XVII. Isaacus Casaubon u s recensuit, summoque studio et diligentia, ope etiam veterum codicum, emendavit, ac commentariis illustravit, et secundis curis cumulate exornavit, quae nunc primum prodeunt. Adiuncta est etiam Gulielmi Xylandri Augustani Latina versio ab eodcm Casaubono recognita. Accessere Fed. Morelli in eundem geographum observatiunculac Additus est ... index ... Lutetiae Parisiorum, 1620. fol.

Strabo. Rerum geographicarum libri XVII. Accedunt ... notae ... G. Xylandri et aliorum. Subiciuntur chrestomathiae. Graec. et Lat. [Curavit Theodorus Jansonius ab Almelo-veen]. Amstelaedami, 1707. 2 torn. fol.

Strabo. Rerum geographicarum libri XVII. Graeca ad optimos codices manuscriptos recensuit, varietate lectionis, adnotationi-busque illustravit, Xylandri versionem emendavit I o a n~ nes Philippus Siebenkees. Inde a septimo libro con-tinuavit Carolus Henricus Tzschucke. Inde a tomo septimo curavit Fridericus Traug. Friedemann. Lipsiae, 1796—1818. 7 dln. 8».

Vn. Is. Casauboni commentarius in Strabonem ... conquisivit ... Fridericus Traug. Friedemann. Tom. I.

Strabo. Rerum geographicarum libri XVII. Graece et Latine, cum variorum, praecipue Casauboni animadversionibus, juxta editio-nem Amstelodamensem. Codicum mss. collationem annotationes, et tabulas geographicas adjecit Thomas Falconer. Stib-jiciuntur chrestomathiae. Oxonii, 1807. 2 din. fol.

1819. 3 din. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 23—25 (102)

Strabo. Geographica. Recensuit, commentario critico instruxit Gustavus Kramer. Berolini, 1844—1852. 3 din. 80.

Strabo. Geographica. Recensuit, indicem geographicum et histo-ricum adiecit Gustavus Kramer. Editio minor. Berolini, 1852. 2 din. (1 bd.). 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 696a (102)

Strabo. Geographica. Recognovit Augustus Meineke. Lip-siae, 1852, 1853. 3 din. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;154. H. 22—24 (102)

Strabo. Geographica. Graece cum versione reficta. Accedit index variantis lectionis et tabula rerum nominumque locupletissima curantibus C. Miillero et F. Dübner o. Parisiis, 1853. M. krtn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 701 ( 102)

Strabo. The geography. With an English translation by Horace Leonard Jones, based in part upon the infinished version of John Robert Sitlington Sterrett. London enz., 1917—32. 8 din. M. krtn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 19 H (102)

Strabo. — Der Strabon-Palimpsest Vat. Gr. 2061 A. Hrsg. von Wolf Aly. Heidelberg, 1928. M. fign. en facs. 8o.

— Neue Beiträge zur Strabon-, Ueberlieferung. Von W o 1 f Aly. T. z. pl., 1931. M. fig. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 107 B (102)

Sitzungsberichte der Heidelberger Akad. d. Wiss. Philos.-hist. Kl. Jahrg. 1928/29, Abh. 1; Jahrg. 1931/32, Abh. 1.

Strabo. Iberia sive rerum geographicarum liber tertius. Graecis diligenter emendatis, rerum argumentis praemissis indiceque graecitatis ' adiecto iuvenum usibus accommodavit Christoph. Theophil. Groskurd. Stralsundiae, 1819. 8^.

Strabo. — Fragmenta libri VII geographicorum Strabonis Palatino-Vaticana. Novis curis emendavit et illustravit Theophilus Lucßs Fridericus Tafel. Tubingae, 1844. 4®.

Strabo. — Selections from Strabo. With an introduction on Strabo's life and works by H. F. Tozer. With maps and plans. Oxford, 1893. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. D. 14 (102)

Strabo. — Strabo on the Troad. Book XIII, cap. I edited with translation and commentary by W alter Leaf. Cambridge, 1923. M. pltn. en krtn. 80, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;249. G. 25 (102)

Strabo. — Strabonis illustrissimi scriptoris geographia decern et septem libros continens e Greco in Latinum a Gregorio Typhernale et Guarino Veronense conversa. Cum indice haudquaquam aspernando propter meliorem litterarum ordinem servatum. [Parisiis, 1512.] 4°. W. fol. 148 (102)

Met een opdracht van Theobaldus Pigenatus aan Hieronymus Aleandrus. Het met de hand gekleurde titelblad bevat verscheidene voorstellingen van religieuzen aard. In de centrale voorstelling vindt men een wapen afgebeeld met het onderschrift: Gilles de Gourmont. Voorts nog op het titelblad: Veneunt ab Egidio Gourmont e regione collegii Cameracensis.

Strabo. Geographicorum commentarii olim, ut putatur, a G u a-rino Veronense et Gregorio Tryfernate latini-tate donati, denuo a Conrado Heresbachio ... recog-niti. Basilae, 1523. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. fol. 40^ (102)

Strabo. De situ orbis libri XVII. Editi quidem in eorum gratiam, qui geographiae studiosi sunt, olim (ut putatur) a Guarino Veronensi et Gregorio Trifernate latinitate donati: recens vero a doctissimis viris quorum in praefatione fit mentio, emendatiores quam antea prodeunt. Lugduni, 1557, 1559. 2 dln. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 28, 29 002)

Strabo. Géographie. Trad, du Grec en Français. Paris, 1805— 1819. 5 dln. M. fign., krtn. en tabn. 4o.

Strabo. Geographie. Uebers. von Karl Kärchner. Stuttgart. 1829—1835. 2 dln. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 26, 27 (102)

Sfcrabo. Erdbeschreibung in siebenzehn Büchern. Nach berichtigtem Griechischen Texte unter Begleitung kritischer und erklärender Anmerkungen verdeutscht von Christoph Gottlieb Groskur d. Berlin enz., 1831 —1834, 4 dln. M. fign.

80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs L E. 31—34 (102)

Strabo. Erdbeschreibung. Uebers. und durch Anmerkungen erläutert von A. F o r b i g e r. 2. Aufl. revidiert von E. A. Bayer, Berlin-Schöneberg, [c. 1888]. 2 dln. 8°.

Strabo. Géographie. Traduction nouvelle par Amédée Tardieu. Paris, 1890—1909. 4 dln. 8°.

Strabo. The geography literally translated, with notes; the first six books by H. C. Hamilton, the remainder by W. Falconer. 3 dln. Londen, 1912. 8®.

Zie: Arrianus. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. qu. 147

G. G. M. II. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714? Lulofs I. D. 3

De uittreksels zijn van belang voor de aanvulling van eenige hiaten in den tekst van Strabo’s géographie.

Geschenk van den auteur aan D. Wyitenbach. Behoorde later tot de bibliotheek van Cobet.

Hennicke, Joannes Fridericus. Geographicorum Strabonis fides ex fontium, unde is hausit auctoritate aestimanda et autorum recensus ... cum fragmentorum indice ... Göttingen, 1791, 8®.

Heeren, Amoldus Hermannus Ludovicus. De fontibus geographicorum Strabonis commentationes duae. Gottingae, 1823. 8®.

Meineke, Augustus. Vindiciarum Strabonianarum liber. Berolini, 1852. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 8 (102)

Hasenmueller, Josephus. De Strabonis geographi vita commentatio philologica. Bonnae, 1863. 80.

Vogel, Augustus. De fontibus quibus Strabo in libro quinto decimo conscribendo usus sit. Gottingae, 1874. 8®.

Cascorbi, Paulus. Observationes Strabonianae. Gryphimontii, 1879. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 250, 1879 (102)

Marburg, 1879. 8o. A. qu. 223, 1879; Lulofs II. B. 62 (102) Proefschrift Marburg.

Neumann, Karl Johannes. Strabons Quellen im elften Buche. I. Kaukasien. Leipzig, 1881. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 218, 181 (102)

Wilkens, Hermannus. Quaestiones de Strabonis aliorumque rerum Gallicarum auctorum fontibus. Marpurgi Cattorum, 1886. 8o. Proefschrift Marburg.

Auerbach, B. Quid sibi voluerit Strabo rerum geographicarum libros componendo. Nanceii, 1887. 8o. A. qu. 384e (102)

Fabricius, W^ilhehn. Theophanes von Mytilene und Quintus Del-lius als Quellen der Geographie des Strabon. Strassburg, 1888. M. krt. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. C. 15 (102)

Bidder, Hugo. De Strabonis studiis Homericis capita selecta. Ge-dani, 1889. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 224, 1889 (102)

Serbin, Albert. Bemerkungen Strabos über den Vulkanismus und Beschreibung der den Griechen bekannten vulkanischen Gebiete. Ein Beitrag zur physischen Geographie der Griechen. Berlin, 1893. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 216, 1893 (102)

Stcmplinger, Eduard. Strabons litterarhistorische Notizen. München, 1894, 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 60 (102)

Rid, Hans. Die Klimatologie in den geographica Strabos. Ein Beitrag zur physischen Geographie der Griechen. Kaiserslautern, 1903. 80. A. qu. 216, 1903? Geogr. Inst. [II. K. 8] (102) Proefschrift Erlangen.

Keim, Joseph. Sprichwörter und paroemiographische Überlieferung bei Strabo. Tübingen, 1909. 80.

Steinbrück, Otto. Die Quellen des Strabo im fünften Buch seiner Erdbeschreibung. Halle a. S., 1909. 8o.

Klotz, Alfred. Cäsarstudien. Nebst einer Analyse der Strabo-nischen Beschreibung von Gallien und Brittannien. Leipzig enz. 1910.80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;233.0.34 (102:117)

Förderer, Josef. Ephoros und Strabon. Tübingen, 1913. 8o, A. qu. 226, 1913 (102) Proefschrift Erlangen.

Sprenger, Ferdinand. Strabos Erdkunde von Libyen. Berlin, 1913. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;187. C. 20 (102)

Margwelaschwili, Titus von. Colchis, Iberien und Albanien um die Wende des 1. Jahrhunderts v. Chr. mit besonderer Berücksichtigung Strabo’s. Halle a. S., 1914. 8°. A. qu. 218 (102)

Münz, Robert. Quellenkritische Untersuchungen zu Strabo’s Geographie, mit besonderer Rücksicht auf die posidonianische Sprachtheorie. Basel, 1918. 8o, Proefschrift Zürich.

Morr, Josef. Die Quellen von Strabons drittem Buch. Leipzig, 1926. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 88 D (102)

Lulofs, H, J. Strabo over Scythen, Specimen van antieke anthro-pogeographie. Utrecht, 1929, M. krt. 4®.

Calzoni, Angelo. Conception de la géographie d’après Strabon. Lugano, 1940, 8o

Deze in het begin van de 13de eeuw vervaardigde kaart gaat terug op Romeinsche kaarten uit de 2de—4de eeuw na Chr. Ze bevat de reisroutes en het wegennet door de toenmaals bekende ivereld met gegevens over de afstanden van stad tot stad.

Tabula Peutingeriana. — Peutingeriana tabula itineraria, quae in Augusta Bibliotheca Vindobenense nunc servatur, accurate exscripta a Francisco Christophoro de Scheyb, Vindobonae, 1753. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 15 (1398)

Tabula Peutingeriana. — Tabula itineraria Peutingeriana primum aeri incisa et édita a Franc. Christoph, de Scheyb 1753. Denuo cum codice Vindobonensi collata, emendata et nova Conradi Mannerti introductione instructa. Lipsiae, 1824. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 104 (1398)

Tabula Peutingeriana. — Weltkarte des C a s t o r i u s genannt die Peutinger’sche Tafel. In den Farben des Originals hrsg. und eingeleitet von Konrad Miller. Ravensburg, 1888, 4o,

Zie ook: Theatrum geographiae veteris. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 14

Paulus, E. Erklärung der Peutinger Tafel mit besonderer Anwendung derselben auf die Römerstraszen von Windisch (Vindo-nissa) nach Regensburg (Reginum) und von Pfin (Ad fines) nach Augsburg (Augusta Vindelicorum). Mit einer ... Tfl. Stuttgart, 1866. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 461 (1398)

Philippi, Fridericus. De tabula Peutingeriana. Accedunt fragmenta Agrippae geographica. Bonn, 1876. 8o.

Gross, H. Zur Enstehungs-Geschichte der Tabula Peutingeriana, Bonn, 1913. M. tabn. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 214 (1398)

Miller, Konrad. Itineraria Romana. Römische Reisewege an der Hand der Tabula Peutingeriana dargestellt. Mit 317 Kartenskizzen und Textbildern. Stuttgart, 1916. fol.

Müller, Reiner. Die geographic der Peutingerschen Tafel in der Rheinprovinz, in Holland und Belgien, Gotha, 1926, 4°,

Wartena, Jan Rinse. Inleiding op een uitgave der Tabula Peutingeriana. Amsterdam, 1927. M. fign. en tabn. 8o.

Onder het oeuvre van den geschiedschrijver Tacitus (c. 100 n. Chr.) bevinden zich een tweetal kleinere geschriften, welke de belangrijkste bron vormen voor onze kennis van de noordelijke en noord-westelijke randgebieden van het Romeinsch imperium.

Tacitus, P. Cornelius. De vita Julii Agricolae and De Germania. With introduction, notes, appendices and index by Alfred G u d e m a n. Revised ed. Boston enz., 1928. M. pltn. en krtn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Class. Leesz. (132)

Tacitus, P. Cornelius. Libellus de situ, moribus, populisque Ger-maniae. Cum commentariis Andreae Althameri. Am-bergae, 1609. S». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs IL E. 192 (132)

Tacitus’ monographie over de Germanen bevat naast belangrijke ethnographische gegevens ook geographische mededeelingen. Zijn beschrijving van den loop van den Rijn en van de Donau is zeer nauwkeurig. Voor het overige zijn Tacitus’ geographische voorstellingen vrij vaag.

Tadtus, P. Cornelius. Germania. With ethnological dissertations and notçs by R. G. Latham. London, 1851. M. krt. 8°.

Tacitus, P. Cornelius. Germania antiqua. Cornelii Taciti libellum Mauricium Hauptium cum aliorum veterum auctorum locis de Germania praecipuis edidit K a r o 1 u s Müllenhoffi u s. Berolini, 1873. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. oct. 877 (132)

Müllenhoff, Karl. Die Germania des Tacitus erläutert. Berlin, 1900. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Depót I. M. G. (132)

1920. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs IL B. 20

Tadtus, Cornelius. De vita et moribus Julii Agricolae. Recensuit J. J. Cornelissen. Lugduni Batavorum, 1881. 8o.

Tacitus’ biographie van Agricola geejt bij de beschrijving van diens veldtochten in Brittanniê vele bizonderheden van geographischen aard.

Timaeus van Taucomenium (300 v, Chr.) heeft omvangrijke geschiedwerken geschreven over Sicilië en Italië, welke talrijke geographische en ethnographische excursen moeten bevat hebben.

Geffcken, Johannes. Timaeus’ Geographie des Westens. Berlin, 1892. M. krtn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 56 D ( 103)

Timosthenes van Rhodus (3e eeuw v. Chr.) schreef o.a. een belangrijk werk over havens, waarvan ons een aantal fragmenten bij latere schrijvers zijn bewaard.

Wagner, Emil August Die Erdbeschreibung des Timosthenes von Rhodus. Leipzig, 1888. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 252, 1888 (103)

Bosse, F. A. Geographiae antiquae compendium, in usum schola-rum scriptum. Ed. 2a ... Lugduni Batavorum, 1826. M. krt. 80.

Brietius, Philippus. Parallela geographiae veteris et novae. Parisiis, 1648—1649. 2 dln. M. titelpltn., fign., krtn. en tabn. 8°.

— Appendix. Parallela geographica Italiae veteris et novae. T. z. pl., 1649. M. titelplt., krt. en tabn. 8o.

Cellarius, Christophorus. Notitia orbis antiqui sive geographia plenior ab ortu rerumpublicarum ad Constantinorum tempora orbis terrarum faciem declarans ... collegit et novis tabulis geo-graphicis ... illustravit. Adjectus est index ... Tomus 1. Canta-brigiae, 1704. M. portr. 4®. Utcnhove qu. 330 (1416)

— Tomus II. Asiam et Africam antiquam continens. Amstelae-dami, 1706. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utcnhove qu. 331

Deze zeer uitvoerige beschrijving van de antieke wereld gaat uit van de orbis terraram zooals de Romeinen die kenden. Cellarius' werk draagt een overwegend philologisch karakter en heeft nog slechts waarde wegens de zeer vele verwijzingen naar de antieke litteratuur.

Inhoud: Lib. I. Algemeene gezichtspunten: bolvorm van de aarde, zonen-indeeling, invloed van het klimaat, verdeeling van land en zee, geographische maten. 11. Europa. III. Azië. — IV. Afrika. Alphabetische indices.

Cellarius, Christophorus. Geographia antiqua ad veterum historia-rum, sive a principio rerum ad Constantin! Magni tempora deductarum faciliorem explicationem adparata et sexto auctius édita [a Laurentio Reinhard o]. Praemissa est in omnium temporum geographiam brevis introductie. Jenae, 1731. 8®.

Cellarius, Christophorus. Notitia orbis antiqui sive geographia plenior, ab ortu rerumpublicarum ad Constantinorum tempora orbis terrarum faciem declarans ... Alteram hanc editionem .. auxit L. Jo. Conradus Schwartz. Lipsiae, 1731—1732. 2 dln. (1 bd.). M. krtn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 184 (1416)

Charlesworth, M. P. Trade-routes and commerce of the Roman Empire. Cambridge, 1914. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;250. G. 3 (772)

Cluverius, Philippus. Introductionis in universam geographiam, tam veterem quam novam, libri VI. Tabulis aeneis illustrati et gemino indice aucti, cui adjuncta est Danielis Heinsii oratio in obitum ejusdem Philippi Cluveri. Brunsvigae, 1641. 8®.

Cluverius, Philippus. Introductionis in universam geographiam tam veterem, quam novam libri VI. Illustrati et aucti. Et Petri Bertii breviarium. Patavii, 1695. M. krtn. en tabn. 8°.

Cohen, D, en G. J. A. Mulder. Aardrijkskunde van het Middel-landsche-Zeegebied. Vooral ten dienste van gymnasia en lycea. 3de druk. Groningen enz., 1927. M. afbn. en krtn. 80.

Detlefsen, D. Jahresbericht über die Geographie der nördlichen Provinzen des römischen Reiches. Berlin, 1875—1883. 8°.

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Alterthumswissenschaft. Bd. 2, 4, 7, 11, 23, 28,

Detlefsen. D. Jahresbericht über die Geographie der nördlichen und westlichen Provinzen des römischen Reiches, 1897. 8°.

V.V. 56 E (1416) Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft-Bd. 90.

Dom Seiffen, G. Aardbeschrijving der oude volken met de nieuwere vergeleken. Dl. I. Amsterdam, 1816. 8°.

Van dit werk is slechts het eerste deel verschenen, dat na een korte inleiding van algemeen^historischen aard een beschrijving geeft van Hispania, Gallia, Brittannia, Germania, Sarmatia, Rhaetia, Noricum, Pannonia, Dacia, Illyricum.

Fischer, Theobald. Mittelmeerbilder. Gesammelte Abhandlungen zur Kunde der Mittelmeerländer. Leipzig enz., 1906. 8^.

— 2. Aufl. besorgt von Alfred Rühl. Mit einem Bildnis ... T. z. pl.. 1913. 80.

Forbiger, Albert. Handbuch der alten Geographie. Mit Krtn. und Tabn. Leipzig, 1842—1848. 3 dln. 8°. T. oct. 588 (1416)

Historische Einleitung und mathematische und physische Geographie der Alten. — 11. Politische Geographie der Alten. Asia. Afrika — 11. Europa.

Forbiger, A. Handboek der oude aardrijkskunde, bewerkt en verkort door E. Mehler. Leiden, 1852. 8°.

Geographie und politische Geschichte des klassischen Altertums mit einer Einleitung über die Geographie und Geschichte des Orients bis zu den Perserkriegen. Bearb. von Fr. Hommel, H. G. Lolling, Robert Pöhlmann u. A. Mit 6 Plänen. Nördlingen, 1889, 8^.

U. oct. 545a; Lulofs II. D. 24 (789; 1416) Handbuch der klassischen Altertums-Wissenschaft. Bd. 3.

Hommel, Fritz. Abriss der Geschichte der vorderasiatischen Kulturvölker und Aegyptens bis auf die Zeit der Perserkriege. Nördlingen, 1889. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. oct. 545a (789; 1416)

— 2. ... Aufl. o. d. t.: Grundriss der Geographie und Geschichte des alten Orients. 1. Hälfte: Ethnologie des alten Orients. Babylonien und Chaldäa. München, 1904. 8°. U. oct. 545b

—- [3. Aufl.] o. d. t.; Ethnologie und Geographie des alten Orients. T. z. pL, 1926. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lcesz. kast 5, nr. 3; Class. Leesz.;

Theol. Leesz.; Geogr. Inst. [III. E. q. 115] Handbuch der Altertiunswissenschaft. Abt. 3. Tl. 1, Bd. 1.

Jung, Julius. Geographie von Italien und den römischen Provinzen. Nördlingen, 1889. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. oct. 545a (1416)

— 2. ... Aufl. o. d. t.: Grundriss der Geographie von Italien und dem Orbis Romanus. Mit alphabetischem Register. München, 1897. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Leesz. kast 5, nr. 3

Kiepert, Heinrich. Leitfaden der alten Geographie für die mittleren Gymnasialclassen. Berlin, 1879. 8o.

Männert, Konrad. Geographie der Griechen und Römer aus ihren Schriften dargestellt. Nürnberg, Landshut und Leipzig, 1788— 1825. 10 dln. in 15 bdn. M. krtn. 8°. T. oct. 1162 (1416)

III. Germania, Rhaetia, Noricum, Pannonia. — IV. Der Norden der Erde von der Weichsel bis nach China. — V, 1, 2. Indien und die Persische Monarchie bis zum Euphrat. — VI, 1. Arabien, Palästina, Phönicien, Syrien, Cypem. — VI, 2, 3. Kleinasien. — VII. Thracien, Illyrien, Macédonien. Thessalien, Epirus. — VIII. Das nördliche Griechenland, der Peloponnesus, die Inseln des Archipelägus. — IX, 1, 2. Italia nebst den Inseln Sicilia, Sardinia, Corsica etc. — X, 1, 2. Afrika.

Schmidt, Max Georg. Europa im 6. Jahrhundert (zugleich als Erläuterung zur gleichnamigen Wandkarte). Gotha, 1913. 80.

Semple, Ellen Churchill, The geography of the Mediterranean region; its relation to ancient history. London, 1932. M. pltn. en krtn. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [III. E. q. 117] (789; 1416)

Sickler, F. C. L. Oude aardrijkskunde met de nieuwe vergeleken ... Naar het Hoogduitsch ... vrij bewerkt door J. J. H i s e 1 y. Delft, 1827—1828. 4 dln. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 803 (1416)

I. Inleiding. Europa (zonder Griekenland). — II. Griekenland en omliggende eilanden. — III. Azië. — IV. Afrika. Register.

Herrmann, Albert. Die alten Seidenstraszen zwischen China und Syrien. Beiträge zur alten Geographie Asiens. 1. Abt. Mit einer Karte ... Berlin. 1910. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;187. C. 212 (1438)

Herrmann, Albert. Alte Geographie des unteren Oxusgebiets. Berlin, 1914. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 82 A (1441)

Abhandlungen der Gesellschaft der Wissenschaften zu Göttingen. Philos.-hist. Kl. N. F. Bd. 15. H. 4.

Herrmann, Albert. Das Land der Seide und Tibet im Lichte der Antike Leipzig, 1938. M. pltn,, krtn. en tabn. 80.

Junge, Julius. Saka-Studien. Der ferne Nordosten im Weltbild der Antike. Mit 2 Tfln. Leipzig, 1939. 8«. V.V. 136 A (1416)

Paquier, J.i B. — De Caspiana atque Aralica regione Asiae veteros geographos cum recentioribus conferendos suscepit J. B. Paquier. Paris, 1876, 8^.

Robertson, William. An historical disquisition concerning the knowledge which the ancients had of India and the progress of trade with that country ... With an appendix containing observations on the civil policy ... of the Indians. With 2 maps. Utrecht enz., 1792. 8®. Utenhove oct. 641 (772; 1416)

Götze, Albrecht. Kleinasien zur Hethiterzeit. Eine geographische Untersuchung. Mit einer Karte. Heidelberg, 1924. 8®.

Menge, Rudolf. Troia und die Troas nach eigener Anschauung geschildert. Mit 28 Abbn., 2 Krtn. und 1 Plan. Gütersloh. 1891. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;218.0.16(1438)

Meyer, Ernst. Die Grenzen der hellenistischen Staaten in Kleinasien. Mit 5 Krtn. Zürich enz., 1925. 8°.

Robert, Louis. Villes d’Asie mineure. Etudes de géographie antique. Paris, 1935. Met pltn. en krtn. 8®.

Streck, Maximilian. Keilinschriftliche Beiträge zur Geographie Vorderasiens. 1. Berlin, 1906. 8®, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 18 B (1438)

Mitteilungen der Vorderasiatischen Gesellschaft. Jahrg. 11, H. 3. Niet verder versehenen.

Oberhununer, Eugen. Bericht über Geographie von Griechenland. Kypros. Berlin, 1894. 80,

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumwissenschaft. Bd. n.

Oberhummer, Eugen. Die Insel Cypern. Eine Landeskunde auf historischer Grundlage. Erster Teil. Quellenkunde und Naturbeschreibung. Mit 3 Krtn. ... und einem ... Profil ... sowie 8 Kärtchen ... München, 1903. 8°.

1866. 8quot;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 503 (1437)

Lugduni, 1561. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. qu. 21i (1437)

Bevat in den vom van citaten een bijna volledige Latijnsche vertaling van Dionysius Byzantins' Anaplus Bospori. De editie van 1561 is vol fouten. Correcter is de Elsevier-uitgave van 1632.

Gyllius, Petrus [P i e r r e G i 11 e s]. De Bosporo Thracio libri III. Lugduni Batavorum, 1632. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 1172t (1437)

Zie ook; G. G. M. IL nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 714; Lulofs I. D. 3

Bobrik, Hermann. Griechenland in altgeographischer Beziehung. Für Gymnasien und zum Selbstunterrichte dargestellt. Nebst einer Karte ... Leipzig, 1842. 8^.

Bursian, Conrad. Geographie von Griechenland. Leipzig, 1862-— 1872. 2 dln. M. krtn. en plattegrn. 8o.

Gerbelius, Nicolaus. Pro declaratione picturae sive descriptionis Graecia Sophiani libri septem ... Basileae, [1550]. 40.

Kruse, Friedrich Karl Hermann. Hellas oder geographisch-antiquarische Darstellung des alten Griechenlandes und seiner Colonien mit steter Rücksicht auf die neuern Entdeckungen, Mit Kupfern und Charten. Leipzig, 1825-—1827, 2 dln, in 3 bdn, 8°, T. oct. 283 (1437)

Kruse, Fr[icdrich Karl Hermann]. Fragen über mehrere für das höhere Althertum wichtige Verhältnisse im heutigen Griechenland beantwortet von einem Philhellenen; nebst der Beschreibung seiner Reise durch Morea nach Athen, Aus den Alten commentiert und hrsg. Mit 2 Halbplan-Charten .,, Berlin, 1827. 8®, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 530 (1437)

Leake, William Martin. Travels in Northern Greece, London, 1835, 4 dln, M, fign„ facs, en krtn, 8^,

Neumann, C., und J. Partsch. Physikalische Geographie von Griechenland mit besonderer Rücksicht auf das Altertum. Breslau, 1855. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W. oct. 1953; Class. Leesz.;

Oberhummer, Eugen. Jahresbericht über Geographie von Griechenland, 1874—1890, Berlin, 1891, 8^, V.V. 56 E (1437)

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft, Bd, 64,

Oberhummer, Eugen. Eine Reise nach Griechenland, Bilder von der zweiten Universitäts-Reise. Wien. 19J2. M. afbn. en pltn. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [III. E. q. 129] (1421)

Tozer, Henry Fanshawe. Lectures on the geography of Greece. With map. London, 1873. 8^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;217. G. 25 (1437)

Wachsmuth, C. Jahresbericht über die Geographie und Topographie von Griechenland und Klein-Asien. Berlin, 1875. 8®.

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft. Bd. 1.

Casson, Stanley. Macedonia, Thrace and Illyria. Their relations to Greece from the earliest times down to the time of Philip, son of Amyntas. Oxford, 1926. M. fign., pltn., krtn en profn. 8®.

Kriegk, G. L, lieber die Thessalische Ebene. Frankfurt a. M., 1858. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [III. E. p. 3] (1437)

Stählin, Friedrich. Das hellenische Thessalien. Landeskundliche und geschichtliche Beschreibung Thessaliens in der hellenischen und römischen Zeit. Mit einer Karte Thessaliens, 12 Tfln. und 29 Abbn. ... Stuttgart, 1924. 8®.

Curtius, Ernst. Peloponnesus. Ein historisch-geographische Beschreibung der Halbinsel. Mit Krtn. und ... Holzschnitten. Gotha, 1851, 1852. 2 dln. 8®.

Leake, William Martin. Peloponnesiaca: a supplement to travels in the Moréa. London. 1846. M. krtn. 8®.

Philippson, Alfred. Der Peloponnes. Versuch einer Landeskunde auf geologischer Grundlage. Nebst einer ... Karte .... einer Profiltafel und 41 Profilskizzen ... Berlin, 1892. 8®.

T. oct. 1365 (krt: Kast E. pl. 1); Luiofs II. D. 22 (1437) Bij het exem.plaar Luiofs ontbreekt de kaart.

Valmin, Mattias Natan. Études topographiqàes sur la Messénie. Lund, 1930. M. afbn. en krt. 8®.

Alimonakis, Charalampos. Xioç zj vf,a-oç è.v rz; àp-/aiiÔTYiri. Erlangen, 1882. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 216, 1882 (1437)

Bursian, Conradus. Quaestionum Euboicarum capita selecta. Lip-siae, 1856. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 356 (1437)

80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 384e, 1884 (1437)

Menge, Rudolf. Ithaka nach eigner Anschauung geschildert. Mit 3 Holzschn, und 1 Karte, Gütersloh, 1891. 80.

Oberhummer, Eugen. Bericht über Geographie von Griechenland. Die westgriechischen Inseln. Berlin, 1892. 8®.

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft. Bd. 69.

Philippson, Alfred. Beiträge zur Kenntnis der griechischen Inselwelt. Mit 4 Krtn. Gotha, 1901. 4®.

Ross, Ludwig. Reisen auf den griechischen Inseln des ägäischen Meeres. Stuttgart enz., 1840—1845. 3 dln. M. fign., pltn. en krtn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 1021 (1421)

I. Syros, Tenos, Delos, Rhenäa, Naxos, Paros, los, Thera, Therasia, Anaphe, Kuthnos, Keos, Seriphos, Siphnos, Pholegandros, Sikinos und Amorgos. — II. Andros, Syros, Mykonos, Amorgos, Astypaläa, Nisyros, Knidos, Kos, Kalymnos, Telendos, Leros, Patmos, Ikaros, Delos, Rhenäa, Gyaros, Beibina. — III. Melos, Kimolos, Thera, Kasos, Karpathos, Rhodos, Chalke, Syme, Kos, KalSymnos, los.

Ashby, Thomas. The Roman Campagna in classical times. London, 1927, M. pltn. en krtn. 8®.

Bum, Robert. Rome and the Campagna. An historical and topographical description of the site, buildings and neighbourhood of ancient Rome. With illustrations ..., maps and plans. Cambridge enz., 1871. 4®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. qu. 247 (979; 1435)

Cartellieri, Walther. Die römischen Alpenstrassen über den Brenner-, Reschen-Scheideck- und Plöckenpass mit ihren Nebenlinien. Leipzig, 1926. M. krtn en tabn. 8°.

Detlefsen, D. Jahresbericht über die Geographie von Mittel- und Ober-Italien, dem römischen Gallien, Brittanien und Hispanien. Berlin, 1894. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 56 E (1435; 1429)

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft, Bd. n.

Bonnae, 1891. 2 dln. 4®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(1416; 1435)

Holm, Ad. Jahresbericht über die Geographie und Topographie von Unter-Italien und Sicilien. Berlin, 1873-—1883. 8°.

Jahresbericht über die Fortschritte der classischen Altertumswissenschaft. Bd. 1. 4, 11, 19, 28.

Schulten, Adolf. Tartessus. Ein Beitrag zur ältesten Geschichte des Westens. Mit 2 Krtn. Hamburg, 1922. 4°.

Abhandlungen aus dem Gebiet der Auslandskunde der Hamburgischen Universität. Bd. 8. Reihe B, Bd. 5.

Schulten, Adolf. Numantia. Eine topographisch-historische Untersuchung. Mit 3 Krtn. und 11 Fign. ... Berlin, 1905. 4o.

Desjardins, Ernest. Géographie historique et administrative de la Gaule Romaine. Paris, 1876—1878. 2 dln. M. fign., pltn. en krtn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 802 (800)

I. Introduction et géographie compareé époque romaine — époque actuelle. — II. La conquête. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.5 O W.

Extraits des auteurs Grecs concernant la géographie et l’histoire des Gaules. Texte et traduction nouvelle publ. ... par E d m. C O U g n y. Paris, 1879—1892. 6 dln. 8°.

Lemiére, P. L. Étude sur les Celtes et les Gaulois et recherche des peuples anciens appartenant à la race celtique ou à celle des Scythes. Paris enz., 1881. 8^.

Cluverius, Philippus. Germaniae antiquae libri tres. Opus post omnium curas elaboratissimum tabulis geographicis et imaginibus priscum Germanorum cultum moresque referentibus exornatum. Adjectae sunt Vindelicia et Noricum ejusdem auctoris. Lugduni Batavorum, 1616. 4°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. fol. 140 (800; 1433)

Cluverius, Philippus. Germania antique cum Vindelicia et Norico. Auctoris methodo, verbis et tabulis geographicis retentis contracta opera Johannis Bunonis. Accessit index rerum ... Guelferbyti, 1663. 8®. Utenhove qu. 328 (800; 1433)

‘ Germanien, Das rheinische, in der antiken Litteratur. Von Alexander Riese, Leipzig, 1892. 8®.

180. F. 33 (83; 115; 1433) Bronnenverzameling. De Grieksche teksten met Latijnsche vertaling.

Germanien, Das rheinische, in den antiken Inschriften, Hrsg, von Alexander Riese, Leipzig enz,, 1914, 8®,

Kubitschek, Wilhelm. Altere Berichte über den römischen Limes in Pannonien, Wien enz„ 1929, M, pltn„ plattegrn, en tabn, 8®,

Sitzungsberichte der Akademie der Wissenschaften in Wien. Philos-hist. Kl. Bd. 209, Abh. 1.

Partsch, J. Die Stromgabelungen der Argonautensage. Ein Blatt aus der Entdeckungsgeschichte Mitteleuropas, Leipzig, 1919, 8®,

Berichte über die Verhandlungen der Sächsischen Akademie der Wissenschaften. Philol.-hist. Kl. Bd. 71, H. 2.

Weiss, Jakob. Die Dobrudscha im Altertum. Historische Landschaftskunde. Mit 11 Tfln. und einer Karte. Sarajevo, 1911. S«.

Albertini, Eugène. L’Afrique romaine. [Alger], 1937. M. pltn. en krt. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Br. 1937. III, 9 (800)

Berlioux, E. F. Les Atlantes. Histoire de l’Atlantis et de l’Atlas primitif, oud introduction à l’histoire de l’Europe. Paris, 1883. 8^.

Berthelot, André. L’Afrique Saharienne et Soudanaise. Ce qu’ en ont connu les anciens. Paris, 1927. M. krtn. 8^.

80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A. qu. 384e, 1886 (1442)

Kiepert, Heinrich. Erläuterung zu zwei den Fortschritt! der afrikanischen Entdeckungen seit dem Altertume darstellenden Karten. Berlin, 1873. M. krtn. 8«. Geogr. Inst. [I. B. 11] (1425)

Maroc, Le, chez les auteurs anciens. Textes traduits par Raymond Roget. Préface de Stéphane Gsell. Paris, 1924. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;156 B (77; 1442)

Nouvelle collection de textes et documents publ. sous le patronage de l’association Guillaume Budé.

Rutot, A, Pourrait-on retrouver les ruines de la capitale des Atlantes? Bruxelles, 1920. 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 50 G (1442)

Mémoires de l’Académie Royale de Belgique. Cl. des Beaux-Arts. Collection in- 80. T. 1, fasc. 1.

[Bourguignon] d’Ànvillc, [J.-B], Mémoires sur 1’ Egypte ancienne et moderne suivis d’une description du Golfe Arabique ou de la Mer Rouge. Paris, 1766. M. krtn. 40. T. qu. 22 (1422)

Brugsch, Heinrich. Geographische Inschriften altägyptischer Denkmäler ... erläutert und hrsg. Leipzig, 1857—1860. 3 dln. M. fign. en krtn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. qu. 200 (1442)

I. Die Geographie des alten Ägyptens. — 11. Die Geographie der Nachbarländer Ägyptens. — III. Die Geographie der Ägypter nach den Denkmälern aus den Zeiten der Ptolemäer und Römer.

Calderini, Aristide. Dizionario dei nomi geografie! e topografie! deir Egitto Greco-Romano. Cairo, 1935—■......dln. 4«.

Dümichen, Johannes. Geographische Inschriften altägyptischer Denkmäler nebst einem Anhänge enthaltend die im Tempel von Edfu aufgefundenen Recepte ... Leipzig, 1865—1885. 5 dln. M. fign. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U. qu. 201 (1442)

Dümichen, Johannes. Zur Geographie des alten Aegypten. Lose Blätter aus dem Nachlass [hrsg. von W ilhelm Spiegelberg]. Leipzig, 1894. M. afbn. en krtn. 4o.

Passarge, S. Die Urlandschaft Aegyptens und die Lokalisierung der Wiege der altägyptische Kultur. Mit 22 Textabbn. Halle a.d. S.. 1940. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 52 A (942; 1442)

Toussoun, Omar. Mémoire sur les anciennes branches du Nil. Le Caire, 1922, 1923. 1 dl. (2 stkn.). M. krtn. en tabn. 4®.

Bailly, [J. S.]. Lettres sur l’Atlantide de Platon et sur l’ancienne histoire de l’Asie. Pour servir de suite aux lettres sur l’origine des sciences, adressées à M. de Voltaire. Londres enz., 1779. 8®.

Bessmertny, Alexander. Das Atlantisrätsel. Geschichte und Erklärung der Atlantishypothesen. Mit ... Abbn. ... und Tfln.

Leipzig, [1932], 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Georg. Inst. [II. K. 22] (941)

Dévigne, Roger. Un continent disparu. L’atlantide, sixième partie du monde. 14me éd. Paris, 1924. M. fign. en krtn. 80.

Herrmann, Albert. Unsere Ahnen und Atlantis. Nordische Seeherrschaft von Skandinavien bis nach Nordafrika. Berlin, [1935]. M. pltn. en krtn. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. oct. 6550 (941)

Knötel, A. F. R. Atlantis und das Volk der Atlanten. Ein Beitrag zur 400-jährigen Festfeier der Entdeckung Amerikas. Leipzig, 1893. M. fign. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;195. H. 30 (941)

8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. oct. 5986; Lulofs II. B. 52 (941)

Rudbek, Olf. Atlantica sive Manheim, vera Japheti posteriorum sedes ac patria, ex qua non tantum monarchae et reges ad totum fere orbem reliquum regendum ac domandum, stirpesque suas in eo condendas sed etiam Scythae, Barbari, Asae, Gigantes, Gothi, Phryges, Trojani, Amazones, Thraces, Libyes, Mauri, Tusci, Galli, Cimbri, Cimmerii, Saxones, Germani, Suevi, Longobardi, Vandali, Heruli, Gepidae, Teutones, Angli, Pictones, Dani, Sicambri, aliique virtute clari et célébrés populi olim exierunt, Upsalae, [1675], 4°.

Latijnschc ' en Zweedse he tekst. Volgens den schrijver zou Plato met Atlantis Zweden bedoeld hebben.

Atlas historique. I. L’antiquité. Par Louis Delaporte, André Piganiol, Etienne Drioton [et] Robert Cohen. Avec la collaboration de J. J. Gruber. Paris, [1937]. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Arch. Inst. (1398)

Besnier, Maurice. Lexique de géographie ancienne. Avec une préface de R. C a g n a t. Paris, 1914. 80.

Bonne, [Rigobert], et [N.] Desmarest. Atlas encyclopédique, contenant la géographie ancienne, et quelques cartes sur la géographie du moyen-age, la géographie moderne et les cartes relatives à la géographie physique. Paris, 1787—1-788. M. titel-pl. en tabn. 4®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs IL C. 13, 14 (1398)

Graesse, J. G. Th. Orbis latinus oder Verzeichniss der lateinischen Benennungen der bekanntesten Städte etc., Meere, Seen, Berge und Flüsse in allen Theilen der Erde nebst einem deutsch-lateinischen Register derselben. Ein Supplement zu jedem lateinischen und geographischen Wörterbuche. Dresden enz., 1861.

80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. oct. 954 (112: 1428)

— 2. Aufl. ... bearb. von Friedrich Benedict. Berlin enz., 1909. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lecsz. 10 E; depót I. M. G.

Hornius, Georgius. Accuratissima orbis antiqui delineatio sive geographia vetus sacra et profana ... Praemissa est introductio. Amstelodami, 1654. fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T. fol. 7 (1398)

Kämpen, Alb. van. Taschen-Atlas der alten Welt. 24 kolorierte Karten in Kupferstich mit Namenverzeichnis. [Hrsg, von Max Schneider]. Gotha, 1893. 80. nbsp;217. H. 14 (1398)

— 4. Aufl. T. z. pl., 1896. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 13

— 9. Aufl. ... mit ... einem Abriss der alten Geschichte. T. z. pl., z. j. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Leesz. 10 E

Kiepert, Heinrich. Topographisch-historische Atlas von Hellas und den hellenischen Colonien in 24 Blättern. Unter Mitwirkung des Professors Carl Ritter bearbeitet. 2. ... Ausg. Berlin, 1851. fol.

Kiepert, Heinrich. Atlas antiquus. Zwölf Karten zur alten Geschichte. 6. ... Aufl. Neue Ausg. Berlin, [c. 1875], fol.

Kiepert, Heinrich. Atlas antiquus. Twaalf kaarten behoorende bij de oude geschiedenis. [7de dr.]. Berlin, [1881]. fol.

Kiepert, Henricus. Formae orbis antiqui. 36 Karten mit kritischem Text und Quellenangabe. Berlin 1894—1913. 25 stkn. (1 bd.) fol. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AB. 310(1398)

V. Syria. Mesopotamia. Assyria. Armenia. — VI. Palaestina. — VII. Asia minor cum oris Ponti Euxini ante dominationem Romanorum. — VIII. Asia minor imperatoris Traiani tempore. — IX. Asia provincia. — X. Coloniae Phoenicum et Graecorum. ■— XII. Insulae maris Aegaei. — XIII. Peloponnesus cum Attica. — XIV. Phocis. Boeotia. Attica. Athenae. — XV. Graecia septentrionalis. — XVI. Graecia cum Macedonia et Epiro. — XVII. Illyricum et Thracia. — XIX. Italia inferior cum insults. — XX. Italiae pars media. — XXI. Roma urbs. Magna Graecia. — XXII. Roma urbs imp. Augusti aetate. — XXIU. Italia superior. XXIV. Gallia. Raetia. Germania. — XXV. Gallia (provinciae). XXVI. Insulae Britannicae. — XXVII. Hispania. — XXXIIl. Imperium Roma-num usque ad Traianum. — XXXIV. Imperium Romanum cum provin-ciis a Diocletiano constitutis. — XXXV. Europa secundum Ptolemaeum. — XXXVI. Asia et Africa secundum Ptolemaeum.

Köhler, J. D. — Descriptio orbis antiqui in XLIV tabulis exhibita a Jo. Davide Koelero studio atque opera Christo-phori W e i g e 1 i i. Norimbergae, [c. 1720], M. titelpl. fol.

Menke, Th. Orbis antiqui descriptio, an atlas illustrating ancient history and geography by eighteen maps. 4th ed. Gotha enz., 1866. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 6 (1398)

Sieglin, Wilhelm. Schulatlas zur Geschichte des Altertums. 64 Haupt- und Nebenkarten auf 28 Seiten. 5. ... Aufl. Gotha, [c. 1910]. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hss.-Leesz. 11. B. 15 (1398)

Vieth, G. U. A. Atlas der oude wereld in 12 kaarten; uitgegeven en met verklarende tafelen vermeerderd door C. P h. Funke. Naar het Hoogduitsch. Groningen, 1819. 8o.

Aelianus, Claudius. De natura animalium libri XVII. Varia histo-ria. Epistolae. Fragmenta. Ex recognitione Rudolphi Kerch e r i. Accedunt rei accipitrariae scriptores. D e m e t r i i Pepagomeni cynosophium. Georgii Pisidae hexaë-meron. Fragmentum Herculanense. Lipsiae, 1864, 1866. 2 dln. 8°.

Sammlung wissenschaftlicher Commentarc zu griechischen und römischen Schriftstellern.

Aristoteles. Liber de mirabilibus auscultationibus explicatus a loanne Beckmann. Additis annotationibus ... ; interpreta-tionibus ... atque lectionibus variis ... Göttingae, 1786. 8o.

Aristoteles. Meteorologicorum libri IV. Graeca verba denuo post Bekkerum ... recensuit ... Iulius Ludovicus Idel er. Lipsiae, 1834, 1836. 2 dln. M. fign. 8o.

I. Libres duo priores cum commentariis, excerptis et prolegomenis conti-nens. — n. Libros duo posteriores cum commentariis. Alexandr! Aphrodisaei libellum de Mistione et indices continens.

Aristoteles. Kleine Naturwissenschaftliche Schriften (Parva na-turalia). Übers, und mit einer Einleitung und erklärenden Anmerkungen versehen van Eugen Rolfes. Leipzig, 1924. S**.

Aristoteles. On the parts of animals. Translated, with introduction and notes, by W. Ogle. London, 1882. 8o.

Aristoteles, Pseudo-. — Aristotelis de mundo liber ad Alexandrum. Cum versione Latina Gulielmi Budaei. Glasguae, 1745. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 20 (87)

Athenaeus Naucratita. Dipnosophistarum libri XV. Recensait Georgius Kaibel. Lipsiae, 1887—1890. 3 din. 80.

Cleomedes. Circularis doctrinae de sublimibus libri duo Recensuit, interpretatione Latina instruxit, commentarium Robert! Bailor e i suasque animadversiones addidit Janus Bake. Lugduni Batavorum, 1820. 8o,

Curtius Rufus, Quintus. The history of the life and reign of Alexander the Great. London, 1809, 2 din. M. pit. en krtn. 8o.

Diidorus Siculus. Bibliothecae historicae quae supersunt. Ex nova recensione Ludovic! Dindorfii. Graece et Latine. Perditorum librorum excerpta et fragmenta ad integri operis seriem accommodare studuit, rerum indicem locupletissimum adjecit Carolus Müllerus. Parisiis, 1855. 2 dln. 4°.

Euclides. Elemente. 15 Bücher aus dem Griechischen übers, von Johann Friedrich Lorenz. 2. ... Ausg. Halle, 1798. M .fign. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B. 4 (90)

Hyginus, C. Julius, Augusti libertus. Fabularum liber, ad omnium poetarum lectionem mire necessarius, et nunc denuo excusus. Eiusdem Poeticon Astronomicon libri IV, Quibus accesserunt similis argument! Palaephati de fabulosis narrationi-bus liber I; F. Fulgentii Placiadis ... mythologiarum libri III; eiusdem de vocum antiquarum interpretatione liber I; Phurnuti de natura deorum, sive poeticarum fabularum alle-goriis, speculatio; A 1 b r i c i philosophi de deorum imaginibus liber. A r a t i lt;pxcv:fiévwv fragmentum, Germanico Caesare interprète; eiusdum phaenomena Graece cum interpretatione Latina; Prodi de sphaera libellus Graece et Latine. Index rerum et fabularum ... Basileae, 1570. 4®. LuloEs L A. 14 (83)

Manilius, M. Astronomica, in bet Nederlandsch vertaald door J. van W a g e n i n g e n. Leiden, 1914. M. fign., krtn. en tabn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P. oct. 1865; Lulofs IL B. 30 (126)

Plinius Secundus, C. Vijf boeken handelende van de nature. Hier zijn bijgevoegd de schriften van verscheidene andere oude schrijvers over de natuur der dieren. En nu deeze laatste druk wel een vierde vermeerderd, uit verscheidene nieuwe schrijvers en eigene ondervindinge. Versierd met ... koperen plaaten. Van nieuws overgezien ... door een liefhebber der Nederduitsche taaie Th. v. B. Amsterdam, [1770]. 8».

I. Der raenschen. — 11. Der viervoetige en kruipende dieren. — III. Der vogelen. — IV. Der kleine beestjes of ongedierten. — V. Der visschen, oesters, kreeften, enz.

Ptolemaeus, Claudius. Opera quae exstant omnia. Edidit J. L. Heiberg. Lipsiae, 1898—1907. 2 dln. (3 bdn.) M. facs. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;154. H. 1—3; dl. I, 1, 2 ook: Lulofs I, 4, 5 (100)

I. 1, 2. Syntaxis mathematica. — II. Opera astronomica minora Bibliotheca scriptoruro Graecorum et Romanorum Teubneriana.

Ptolemaeus, Claudius. Handbuch der Astronomie. Aus dem Griechischen übers, und mit erklärenden Anmerkungen versehen von Karl Manitius. Leipzig, 1912, 1913. 2 dln. M. fign. en tabn. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;154. H. 5, 6; Lulofs I. E. 2, 3 ( 100)

Scriptores rei rusticae veteres Latini. Cato, Varro, Columella, Palladius. Quibus nunc accedit Vegetius de mulo-medicina et Gargilii Martialis fragmentum ... Adjectae notae ... et lexicon rei rusticae curante Jo. Matthia G e s n e r o. Lipsiae, 1735, 2 dln, M, pltn. 40.

Seneca, Lucius Annaeus. Naturbetrachtungen (Naturales Quaes-tiones). Stuttgart, 1830. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. E. 12 (130)

Seneca. Werke. Abhandlungen übers, von Georg Heinrich Moser [und]. J. M. Moser. Bd. 9—11.

Bapst, Germain. Les métaux dans l’antiquité et au moyen âge. l'Étain. Exploitation. — Étamage. l’Orfèvrerie d’étain en Grèce et à Rome. La poterie d’étain. Applications diverses de ce métal. Avec 11 planches ... Paris, [c. 1883], 8^.

Breusing, A. Die Nautik der Alten, Bremen, 1886, M, afbn„ fign,. pltn, en krtn, 80, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. D. 19 (1104)

Gilbert, Otto. Die meteorologischen Theorien des griechischen Altertums. Mit 12 Fign. ... Leipzig, 1907, 8®,

Gronovius, Joannes Fridericus. Notae in Annaei Senecae naturales quaestiones. E manuscripto Hamburgensi primus edidit Carolus Rudolphus Fickert. Vratislaviae, [1848]. 8®.

Günther, Siegmund, und W. Windelband. Geschichte der antiken Naturwissenschaft und Philosophie. Nördlingen, 1888. 8o.

Gutschmid, Alfred von. Ueber die Fragmente des Pompejus Tro-gus und die Glaubwürdigkeit ihrer Gewährsmänner. Leipzig, 1857. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. B, 20 (133)

Besonderer Abdruck aus dem zweiten Supplementbande der Jahrbücher für classische Philologie.

Haase, Fridericus. Ad L. Annaei Senecae dialogorum libros VI adnotationes criticae. Animadversiones ad eiusdem libros de remediis fortuitorum et ad naturalium quaestionum libros. Vratislaviae, 1852—1859. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 4 (130)

In: Index lectionum in universitate litterarum Vratislaviensi habendarum, 1852, 1853, 1859,

Hultsch, Friedrich. Griechische und römische Metrologie. Berlin, 1862. M. tabn. 8°. Rovers oct. 94; Lulofs 11. E. 2 (1065)

Idcler, Julius Ludovicus. Meteorologia veterum Graecorum et Romanorum. Prolegomena ad novam Meteorologicorum Aris-totelis editionem adornandam. Berolini, 1832. 8°.

Rom, Das alte. 18 Tafeln in Farbendruck und 5 Holzschnitte. Mit erläuterndem Text von Christoph Ziegler. Stuttgart, 1882. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. D. 25 (979)

Sittl, Karl. Die Anschauungsmethode in der Altertumswissenschaft. Gotha, 1896, 8o. nbsp;nbsp;nbsp;220. C. 3i; Lulofs 11. B. 66 (1015)

Strunz, Franz. Naturbetrachtung und Naturerkenntnis im Altertum, Eine Entwickelungsgeschichte der antiken Naturwissenschaften. Hamburg enz., 1904. 8®. Lulofs II. B. 69 (1057)

Zielinski, Th. Die Antike und wir. Vorlesungen. Autorisierte Uebersetzung von E. Schoeler. 4. ... Aufl. Leipzig, 1913. 8°.

Andree, Karl. Geographie des Welthandels. Mit geschichtlichen Erläuterungen. Bd. 1. 2. Aufl. ... von Richard Andree. Stuttgart, 1877. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. C. 9 (772)

— Bd. 2. Die aussereuropäischen Erdtheile. [1. Aufl.]. T. z. ol., 1872. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. C. 1Ó

Berg, Alfred. Die wichtigste geographische Litteratur. Ein praktischer Wegweiser. Halle a. S., 1902. 8o.

Blaeu, Willem J. Tweevoudigh onderwijs van de hemelsche en aerdsche globen; het een na de meyning van Ptolemaeus met een vasten aerdkloot; het ander na de natuerlijke stelling van N. Copernicus met een loopenden aerdkloot ... Amsterdam, 1638. M. fign. en tabn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [II. E. 28] (1087)

— T. z. pl., 1655. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. C. 11

— T. z. pl., 1666. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utenhove qu, 268

Bos, P. R. De landen en volken der geheele aarde. Handboek voor land- en volkenkunde. Dl. 4. [Het werelddeel Azië]. Groningen, 1891. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 1 (1438)

Brandes, A. Lessen over de natuurkundige aardrijkskunde, 2de reeks, Gorinchem, 1902. M. fign. 80. Lulofs II. B. 41 (1448)

Burger, C. P. De Poolzee-reizen van 1595—1596. M. 13 facs. ’s Gravenhage, 1921. 4®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs 11. B. 65 (1418)

Ook in: Het boek. Jg. 9. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kamer Bibliothecaris; H. G. v. 212

Cellarius, Henricus. De divisione globi terrestris in quinque zonas et variis zonarum apparentiis ... praeside Dn. Sigis mundo Hosemanno ... publicae censurae submittit. Helmestadi, 1662. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs 1. B. 16 (1448)

Dacqué, Edgar. Geographie der Vorwell (Paläogeographie). Mit 18 Fign. Leipzig enz., 1919. 8o. Lulofs 11. E. 10 (1416)

Frobenius, Leo. Geographische Kulturkunde. Eine Darstellung der Beziehungen zwischen der Erde und der Kultur nach älteren und neueren Reiseberichten zur Belebung des geographischen Unterrichts. Mit 18 Tfln. und 43 Kartenskizzen ... Leipzig, 1904, 80. Geogr. Inst. [II. L. 15]; Lulofs II. C. 11 (1416)

Gelcich, E. und F. Sauter. Kartenkunde geschichtlich dargestellt. 2. ... Aufl. von Paul Dinse. Mit 70 Abbn. Leipzig, 1897. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 23 (1397)

Götz, Wilh. Die Verkehrswege im Dienste des Welthandels. Eine historisch-geographische Untersuchung samt einer Einleitung für eine „Wissenschaft von den geographischen Entfernungen.” Mit 5 Krtn. ... Stuttgart, 1888, 8o.

Götz, Wilhelm. Historische Geographie. Beispiele und Grundlinien. Leipzig enz., 1904. 8o, Lulofs II. B. 9 (1428)

Die Erdkunde. Eine Darstellung ihrer Wissensgebiete, ihrer Hilfswissenschaften und der Methode ihres Unterrichtes. Tl. 19.

Groll, M. Kartenkunde. 1. Die Projektionen. Mit 56 Fign. ... Berlin enz., 1912, 8o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 29 (1397)

Gronovius, Jacobus. Oratio de geographiae origine, progressu, ac dulcedine, quam dixit renunciatus publico decreto geographus Academiae Lugduno Batavae. Lugduni Batavorum, 1702. 8o.

Lulofs, H. J. Jacob Gronovius over geographic in haar oorsprong, vooruitgang en bekoring. Amsterdam, 1925. 8®.

Ook in: Vragen van den dag. Jg. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V.V. 76 B

Guthe, H. Lehrbuch der geographic. 4. Aufl. ... von Hermann Wagner. Hannover, 1879. 8°.

1882, 1883. 2 dln. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [I. E. a. 21]

Günther, Siegmund. Lehrbuch der Geophysik und physikalischen Geographie. Mit ... Abbn. Stuttgart, 1884, 1885. 2 dln. 80.

Günther, Siegmund. Handbuch der mathematischen Geographie. Mit 155 Abbn. Stuttgart, 1890. 8®.

Geogr. Inst. [II. C. 3]j Lulofs II. C. 1 (1448) Bibliothek geographischer Handbücher.

Günther, Siegmund. Physische Geographie. Mit 32 Abbn. 2. Aufl. Leipzig. 1899. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 22 (1448)

Habenicht, Hermann. See-Atlas. Eine Ergänzung zu Justus Perthes’ Taschen-Atlas. 24 kolorierte Karten in Kupferstich mit 127 Hafenplänen. Mit nautischen Notizen und Tabellen von Erwin Knipping. 2. Aufl.. Gotha, 1895, 8®.

Habenicht, Hermann. Taschen-Atlas. Vollständig neu bearbeitet. 24 kolorierte Karten in Kupferstich. Mit geographisch-statistischen Notizen von Hugo W i c h m a n n. Gotha, 1906, 8**, Lulofs II. E. 16 (1398)

Haberlandt, Michael. Völkerkunde, Mit 56 Abbn, Leipzig, 1898, 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 26 (939)

Hann, J., F. von Hochstetter und A. Pokorny. Allgemeine Erdkunde. Ein Leitfaden der astronomischen und physischen Geographie, Geologie und Biologie. Mit 205 Holzstichen 15 Tf!n. und einer ... Uebersichtskarte ... 3. ... Aufl. Prag, 1881. 8o.

Heiderich, Franz. Länderkunde von Europa. Mit 14 Textkärt-chen und Diagrammen und einer Karte der Alpeneinteilung. Leipzig, 1897. 8^, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 24 (1429)

Heiderich, Franz. Länderkunde der aussereuropäischen Erdteile. Mit 11 Textkärtchen und Profn. Leipzig, 1897. 8”.

Hochsteyn, Lucien. Les termes de géographie dans les langues du globe. Paris, 1906. 4°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 28 (1416)

Hugershoff, R. Kartographische Aufnahmen und geographische Ortsbestimmung auf Reisen. Mit 73 Fign. Berlin enz., 1912. 8*’.

Humboldt, Alexander von. Kosmos. Ontwerp eener natuurkundige wereldbeschrijving. Naar het Hoogduitsch door E. M. B e i m a. 2de ... druk. Harlingen, 1865—1866, 5 dln. 8^.

Israel-Holtzwart, K. Nachträge zu dem Abrisse der mathematischen Geographie und den Elementen der Astronomie. Mit 9 Tfln. Wiesbaden, 1885. 80, Lulofs II. B. 51 (1088; 1448)

Kirchhoff, Alfred, Mensch und Erde. Skizzen von den Wechselbeziehungen zwischen beiden. 3. ... Aufl. Leipzig, 1910. 8°.

— 4. Aufl. T. z. pl., 1914. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 9

Kleinschmidt, A. Die geographischen Grundbegriffe. Eine Anleitung zur unterrichtlichen Behandlung zu Siedles Relief. Mit einer Dreifarbendrucktafel. Giessen, [1907]. 8o.

Kretschmer, Konrad. Geschichte der Geographie. Mit 11 Krtn. ... Berlin enz., 1912. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 31 (1416)

— 2. Aufl. T. z. pl., [1923], 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Geogr. Inst. [I. A. 52]

Lulofs, Johan. Inleiding tot een natuur- en wiskundige beschou-winge des aardkloots ... Leyden enz., 1750. M. portr., fign. en tabn. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utenhove qu. 344; Lulofs I. D. 15 (1448)

Lulofs, Johannes. Disputatie philosophica de causis, propter quas zona torrida est habitabilis. Traject! ad Rhenum, 1729. 80.

Machatschek, Fritz. — Fritz Machacek. Gletscherkunde. Mit 5 Abbn. ... und 11 Tfln. Leipzig, 1902. 80.

Maite-Brun [= Malte Conrad Bruun]. Géographie universelle ou description de toutes les parties du monde sur un plan nouveau d’après les grandes divisions naturelles du globe; précédée de l’histoire de la géographie chez les peuples anciens et modernes et d’une théorie générale de la géographie mathématique. physique et politique. 6me éd. rev. ... par J. J. N. H U O t. Paris, [1853]. 6 dln. 40.

Malte-Brun [= Malte Conrad Bruun]. Atlas de la géographie universelle ou description de toutes les parties du monde sur un plan nouveau d’après les grandes divisions naturelles du globe. Nouvelle éd. ... par J. J., N. H u o t. Paris, [1853], fol.

Marcus, Hugo. Die ornamentale Schönheit der Landschaft und der Natur: als Beitrag zu einer allgemeinen Ästhetik der Landschaft und der Natur. München, 1912, M. fign. en pltn. 8®.

Merula, Paulius G. F. P. N, Cosmographiae generalis libri III. Item geographiae particularis libri IV; quibus Europa in genere, speciatim Hispania, Gallia. Italia describuntur. Cum tabulis geographicis aeneis multo quam antehac accuratioribus. Amsterodami, 1621. 4°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs I. A. 13 (1428)

Paquier, J. B. Le Pamir. Étude de géographie physique et historique sur l’Asie centrale. Paris, 1876. 8®.

— 2. Aufl. T. Z. pl., 1877. M. portr. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;437. F. 22

Peschel, Oscar. Geschichte der Erdkunde bis auf A. von Humboldt und Carl Ritter. München, 1865. 8°.

Peschel, Oscar. Abhandlungen zur Erd- und Völkerkunde. Hrsg, von J. Löwenberg. Leipzig, 1877. 80.

Polo, Marco. — Die Reisen des Venezianers Marco Polo im dreizehnten Jahrhundert. Zum ersten Male vollständig nach den besten Ausgaben. Deutsch mit einem Kommentar von August B ü r c k. Nebst Zusätzen und Verbesserungen von Karl Friedrich Neumann. Leipzig, 1845. 8°.

— 2. ... Ausg. T. z. pl., 1885. 8®. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rovers oct. 805

Schott, Gerhard. Physische Meereskunde. Mit 28 Abbn. ... und 8 Tfln. Leipzig, 1903. 8«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs 11. E. 27 (1449)

— 2. Aufl. Mit 39 Abbn. ... T. z. pl., 1910. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;195. H. 3

Schlagintweit-Sakünlünski, Hermann von. Die Pässe über die Kammlinien des Karakorum und des Künlün in Bälti, in Ladäk und im östlichen Turkistän. Nach unseren Beobachtungen von 1856 und 1857 und den neueren Expeditionen. München, 1874. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 26 ( 14411

Abhandlungen der Kgl. Bayerischen Akademie der Wissenschaften. CI. 2, Bd. 12, Abt. 1.

Schneider, Oskar. Naturwissenschaftliche Beiträge zur Geographie und Kulturgeschichte. Dresden, 1883. M. pltn. en krtn. 8o.

Schulz, Alfred. Geschichts-Atlas. Taschen-Atlas zur mittleren ui.d neueren Geschichte. 24 Karten in Kupferstich mit einem Abrisse der deutschen Geschichte und der Geschichte der wichtigste.n anderen Staaten bis auf'die neueste Zeit. 2. Aufl. Gotha, 1904, 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 15 (1398)

Seydlitz, E. von. — E, von Seydlitzsche Geographie. Ausgabe C: Grosses Lehrbuch der Geographie, 24. Bearbeitung ... besorgt von E. O e h 1 m a n. Breslau, 1905. M. afbn., fign., pltn., krtn., plattegrn. en tabn. 8o. Geogr. Inst. [I. E. a. 3] (1428)

—. O. d. t.: Handbuch der Geographie. Jubiläums-Ausgabe. „Der grosse Seydlitz”. 25. Bearbeitung ... besorgt von E. O e h 1-m a n. Mit 400 Fign., Krtn., Profn. und Landschaftsbildern ..., 4 farbigen Krtn. und 30 farbigen Tfln. Breslau, 1908. 8°.

— O. d. t.: E. von Seydlitz’sche Geographie. Hundertjahr-Ausgabe. Handbuch. Bearb. von Otto Baschin, Gustav Braun, Bruno Dietrich u. A. Unter Mitw. von W i 1-h e Im Volz hrsg. von K. Krause, R. Reinhard und K. V o p p e 1. Breslau, 1925—1931, 3 dln, M, afbn,, fign,, pltn,, krtn,, plattegrn,, grafn,, profn, en tabn, 8°,

Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, Systematisch register, II, (Jaargang 1905 tot en met 1922), Samengesteld door F, E, S p i r I e t, Leiden, 1923, 8o,

Varenius, Bernard. Géographie générale, composée en latin: revue par Isaac Newton, augmentée par Jacques Jurin, traduite en anglais d’après les éditions latines données par ces auteurs, avec des additions sur les nouvelles découvertes: et présentement traduite de l’anglois en françois. Avec des figures en tailledouce, Paris, 1755. 4 dln. M. krtn. 8®.

Verhandlungen des neunten deutschen Geographentages zu Wien ... 1891. Hrsg, von ... Georg Kollm. Mit 9 Fign. ... und 2 Krtn. Berlin, 1891. 8». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 5 (1416)

Weltverkehr, Der, und seine Mittel. Mit einer Übersicht über Welthandel und Weltwirtschaft. Bearb. von C. Merck el u. A. 10., durch einen Nachtrag ergänzte Aufl. Mit 859 Textabbn., 14 Tfln. und einer Weltverkehrskarte. Leipzig, 1913. 8^.

Zondervan, Henri. Allgemeine Kartenkunde. Ein Abriss ihrer Geschichte und ihrer Methoden. Mit 32 Fign. ... und ... Tfln. Leipzig, 1901. 8^.

Anthropologie. Unter Leitung von G. Schwalbe und E. Fischer. Bearb. von E. Fischer, R. F. G r a e b n e r, M. Hoernes u. A. Mit 29 Tfln. und 102 Abbn. ... Leipzig enz., 1923. 40. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;204. C. 31; Lulofs II. C. 8 (938)

Baldaeus, Philippus. Afgoderye der Oost-Indische heydenen, opnieuw uitgeg. en van inleiding en aanteekeningen voorzien door Albert Johannes de Jong, ’sGravenhage, 1917. M. afbn. 8®. A. qu. 192, 1917; Lulofs II. B. 64 (257)

Bebber, W. J. van. Katechismus der Meteorologie. Gänzlich umgearbeitet. Mit ... Abbn. 3. Aufl. Leipzig, 1893. 8°.

Cluverius. Ph. Batavische out-heden met de verhandeling over de drie uytloopen van den Rhyn. Uyt het Latijn vertaalt. De 2de druk. Vermeerdert ... door Jacob Love. Amsterdam, 1719. 2 dln. M. pit. en krtn. 80.,

Flinders Petrie, W. M. Social life in ancient Egypt. London enz., 1923. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. E. 5 (790)

Haecxs, Hendrik. — Het dagboek van Hendrik Haeexs, lid van den Hoogen Raad van Brazilië (1645—1654), medegedeeld door S. P. l’Honoré Naber. Utrecht, 1925. 8®.

V.V. 29 H; H.G. v. 32; Lulofs II. B. 67 (923) Bijdragen en mededeelingen van het Historisch Genootschap. 46.

Kant, Immanuel. Kritik der reinen Vernunft. Hrsg, von Heinrich Schmidt. Volksausgabe. Leipzig, [1908J. 8®.

Klein, Hermann J. Die Welt der Sterne. Allgemeinverständliche Darstellung der astronomischen Forschungen über die Fixsterne und den Bau des Universums. Mit 5 Tfln. Stuttgart, [ 1908]. 8o, Lulofs II. B. 45 (1092) Naturwissenschaftliche Wegweiser. Sammlung gemeinverständlicher Darstellungen. Serie A, Bd. 1.

Lecky, William Edward Hartpolc. History of European morals fom Augustus to Charlemagne. London, 1869. 2 din. 8o.

—13th impr. T. z. pl., 1899. 2 din. 8®. Lulofs II. E. 6, 7 — [New impr.] T. z. pl., 1913. 2 din. (1 bd.). 8®.

Losius, Joannes Justus. Biga dissertationum, quarum prima exhibet monn lOOsive librum de pomo Aristotelis ... ex Arabica lingua olim in Ebraeo-Rabbinicam translatum a R. Abraham Levi t a, nunc Latine versum et notis illustratum; altera ostendit consensum Kabbalisticorum cum philosophia Academica et Peripatetica dogmatum per quinque capita. Cum praefationo J o. Henrici Maji, Gissae-Hassorum, 1706. S®.

Maspero, G. Geschichte der morgenländischen Völker im Altertum. Nach der 2. Aufl. ... übers, von Richard Pietschmann. Mit einem Vorw. von Georg Ebers, ... und ... Karte. Leipzig, 1877. 80.

Tylor, Edward B. Anthropology: an introduction to the study of man and civilization. With illustrations. London, 1881. 8o.

Tylor, Edward B. Die Anfänge der Cultur. Untersuchungen über die Entwicklung der Mythologie, Philosophie, Religion, Kunst und Sitte ... übertragen von J. W. S p e n g e 1 und Fr. P o s k e. Leipzig, 1873. 2 dln. 8°.

Vries, S. de. Wonderen soo aen als in, en wonder-gevallen soo op als omtrent de zeeën, rivieren, meiren, poelen en fonteynen: historischer, ondersoeckender, en redenvoorstellender wys verhandeld. Amsterdam, 1687. 8°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs 1. 23 (5; 196)

Walther, Johannes. Ueber die Auslese in der Erdgeschichte. Jena, 1895. 80. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lulofs II. B. 50 (1152)

Erste öffentliche Rede gehalten am 30 Juni 1894, entsprechend den Bestimmungen der Paul von Ritter’sehen Stiftung für phylogenetische Zoologie.

Wirth, Albrecht. Vorderasien und Ägypten in historischer und politischer, kultureller und wirtschaftlicher Hinsicht geschildert. Mit 82 Abbn. und einer Karte. Stuttgart enz., 1916. 8o.

Oehlmann, E. 79

Oehmichen, G. 35

Oorde, W. van 15

Otto, P, 50

Palaephatus 71

Palladius 71

Palmerius, J. 14

Papius, A. 23, 24

Paquier, J. B. 58, 77

Parthey, G. 22, 28, 30

Partsch, J. 18, 60, 64

Passarge, S. 66

Passow, F. 44

Paulus, E. 52

Pausanias 31, 32, 33

Perizonius, J. 30.

Pertz, K. A. F. 16

Peschel, O. 77, 78

Petrus Diaconus 15

Philipp, H. 31

Philippi, F. 17, 52

Philippson, A. 61, 62

Phurnutus 71

Pico della Mirandola 38

Pietschmann, R. 81

Piganiol, A. 67

Pigenatus, Th. 47

Pinder, M. 28

Pinedo, Th, de 43

Pirckheimer, B. 39

Plinius Secundus 34, 35, 71

Plutarchus 14, 20, 35

Pöhlmann, R. 56

Pokorny, A. 76

Polemon 35

Politus, A. 25

Polo, Marco 78

Polybius 36

Pomponius Mela 29, 30, 31

Posidonius 36

Poske, F. 81

Preller, L. 36

Priscianus 14, 23, 24, 37

Proclus 23, 71

Ptolemaeus 15, 37—41, 71

Pytheas 41

Rawlinson, Gz 26

Redslob, G. M. 41

Reichard, C. G. 12