-ocr page 1-

-ocr page 2-

-ocr page 3-

-ocr page 4-

w




'WWIIIVWHmMRN





ih


-4



.i#




■i-

a^a: '










-ocr page 5-

TEGIT VN VS


tllllllllliltllllltllllllllKllllllllllllllllllllilllllUtlHliillllltlillllltllllllilllllllilllllltlllllllllllIlllllltllllllllUll


iHilMlllllllllllllllllHlllilllllllllllKIIIIIIIIIIIIIKKinillllllllllltllllilllllllllilihilti«


MKthMWMmBwiBwîBlffwWIWW-l


fiimuuuiitiiiiuiuüiliiij


iiiiiiiiii iiiiiiiiiiilllllHllllllimillllllllllllllllHIIIUII


-ocr page 6-

-ocr page 7-

5

AENHANGSE

der algemeene befchrijving van dit Rijck.

Ademâél wy oordeé-len , dat de vorige be-Ichrijving gantfch beknopt en niettemin wat te kort oft te wey-nigh is, foo fijn wy te rade geworden, deïèl-ve te vermeerderen, met de leden, dapper-heydt , en aert defer

volckeren j een kort verhael van de Parlamenten, en van de Staten van Vranckrijck, waer uyt die beftaen , en hoe die vergaderen : nevens de prerogativen ofte voorrechten des Konings ; en eyndelijck een befchrijving van al de Köningen ; met dit vertrouwen , dat het den begeeri-gen Lefer aengenaem fal wefen, waer toe wy geen moeyten nochte koften Iparen.

Van àe dap^erheyt, naerßighejt en genegentheden der FranÇchen.

^i^emeent nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;defe algemeene befchrijving te ver-

MnmerckiMg I feieren , die op de heerlijckheydt en krachten van dit koninekrijek fiët, foo moeten wy oock algemeene opmerckyigen, die daer toe behooren, en van de gelegenheyt, van de grootheydt van het volck , en van de dapperheyt der inwoonders genomen fijn , daer toe gebruycken. Wat de gelegenheydt aen-gaet, dit Rijck light in ’t midden van Europa, luflchen twee zeen, beejuaem om oorioghsfehe-pen op alle zeen en oevers te lenden , met twee machtige gebergten, dePyreneen en d’Alpen verforgnt, overal vry en open voor de koophandel met alle volcken ter zee en te landt ; het fchijnt Rechter van de Chriftenheyt, en in ’t midden daer af op een troon fittende, om daer het hooge woort te voeren, de wapenen van alle de Vorften, die over de Chriftenen gebieden , te helpen , te kreneken, te vereenigen, oft te verdeden ; hun aenllagen te bedwingen, hungebueren van verdrucking te befchutten, en te belchcrmen,lboly van een machtiger aen-getaft worden. Van voren kan Italien , van achter Engelant wederftaen , ter rechterhandt Spanjen betoomt, en ter llinckerhandt Duyts-landt in plicht gehouden worden. Het is van alle fijden lèker tegen alderhande vyanden ; en haer naturelijeke vaftigheyt door de zeen en bergen, die haer omringen, wordt van veel Schrijvers hoogh geroemt. Het is machtigh en ontfacchelijck door de groote menighte van haer volck ,• en Bodinus verhack hier op , dat men, in de tijdt van Koning Henrick de Tweede , alle de bewoonde plaetfen in Vranckrijck telden, en, fonder Burgundien daer in te begrijpen , een getal van feven-en-twintigh duyfent Vranckrijck.

klocktoorens vond , behalven noch de gehuchten en buerten, die byna d’een aen d’ander reyc-ken. De Heden en landtfehappen können be* quamelijck met malkander handelen en koop* manlchappen, door middel van de bevarelijcke rivieren,van de Welckén ’t getal lbo groot is, dat Anjou alleen veertigh kleyne en groote heeft. Defe rivieren maecken het koninekrijek in ’t algemeen leer Herck, door middel van dé Heden, veHingen en burghten , die daer aen geHicht fijn, in grooter menichte dan in eenigh ge-weH des weerelts. De beHe Heden fijn met heerlijeke muer en belloten, met diepe grachten omringt, en met vaHe toorens vooifien. Daer is een groot getal van vaHe burghten en kallee-len, met bolwercken, en met alderhande tegenweer voorfien , van de Welche de voornaemHe fijn Montârgis, ChaHcaudun , ChaHeauIandon, Auxerre, Chaumont in Balfigny , Montcourt by Vitry le Parthois, Montereau, Meaux, Amiens, Langres , Sancerre, iHoudun in Berry , Argenton, Amboife, Saumur, Loches, Angers, Ealai/e in Normandien, Caen, Honfleur, Diepe, Saintes , Vzerchein Limofin , Angoulelme, Ulfon, en Nonnette in Auvergne, Saint Flour, Beaune in Burgundien, Talan by Dijon, Semur,te Lyon Pierre-Ancile, Mets, Vienne op de Rholhe in Daufine, Valence, Montlimar, Grenoble met de Herckte de la BaHille , de Herckten van Barrau, van Serre, en van Elfelles op de grenfen van Savoyen, CaHel-d’If, NoHredame delà Garde, Tour de Bouc en Antibe in Provence, Leu-cate in Languedoc, CarcalTonne, Befiers j de kaHeelen van Beaucaire, en van Pelenas, Montpelier, Sommieres, Aigues-mortes, Pont S. E-Iprit, Polignac in Vivarez , Severac in Ro-vergue, Cadenac in Quercy , CaHelnau de Barbarans in Galcogne , Auch, Leytoure , en vijftigh andere kaHeelen, die Herck van ge-legenheit fijn, en daer men Iwarelijck byko-menkan.

De Heden , die, Ibo veel hun Herekté en ve-Hingen aengaet, de voornaemHe geacht wor- piœtfen. den, fijn Gergeau , lès mijlen van Orleans, làint Difier in Champagne, Laon, la Fere, S. Quentin, Perone, la Chapelle , Ham , Dourlens, Abbeville, Amiens, Boulogne, Corbie, MonHreuil, Calis, Ardres, Beauvais,Montesclair op de gren-fen van Lotteringen ; Atrecht, Heldin, Baupau-me, la Baflée, Landrechy, vijf veroverde veHirt-gen : daerna Tours, Poitiers,Auranches in Normandien , Blaye in Xaintonge, Narbonne in Languedoc, d’Eylanden van leres in Provence, Dol, Vannes, Quinpercorentin, S. Malo, Rouan , Orleans , Dijon , Grenoble , Marfeille, Rochelle , Bordeaux , amp;c. De veHingen van S. Pieter op Oleron , en van S. Martin in ’t Eylandt Ré, de vcHing van ’t eylandt Zere in

a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nor-


-ocr page 8-

Normandien, van S. Catharina by Rouan, de bergli S. Michiel, Blavet in Bretagne, en veel andere fterckten , bequaem om groote tegenweer te doen , en voor fteden van oorlogh ee-acht te worden , die , door de groote wacker-heyt en naerftigheyt der inwoonders , hun ge-bueren in vrees houden, en ontfachelijck voor hen fijn,

Hoedanig- Kort, om dit vertoogh van de hoedanighe-hedenvan^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;volmaecken, en ais in

een woort te begrijpen , lbo lullen wy leggen dat Celar hen leer wel gekent heeft, eer hy fijn vaendelen daer oprechte. Wat de geftaltenis van de lucht aengaet, de Somer is ’er niet al te heet, noch de Winter al te lang , en te ftreng : en deshalven behoeft men daer niet d’onder-aerdfche holen van Morenlant, noch het fneeu-water van Spanjen, oft van Italien, noch de kacchelltoven van Duytslandt. Hier valt geen overmatigen regen j de winden fijn’er niet ge-weldigh : de tijden van’t jaer fijn ’er getempert , de wateren gelbnt, en de landen leer vruchtbaer in alderhande laden, planten , aerd-vruchten , boomen, en fruyten voort te brengen. Hier fijn geen woeftijnen , nochfandige wilderniflen 5 geen ontoeganckelijcke bergen, noch onbewoonde bolTchen. Alle de wegen fijn befet met huyfen , kafteelen , vlecken , oft fteden : ja Vranckrijck in ’t geheel lchijnt niet meer dan een eenige lladt te fijn , in veel wijc-ken en ftraten verdeelt, en van voick verfien en volgepropt. Men vind ’er geen verfchrickelijc-ke hangen , noch wreede heeften j geen krokodil van Egypten , noch bafililcus van Cyrenen, noch eenige andere Hangen van Arabien. Hier fijn geen leeuwen noch tygers. Men verneemt hier geen verflindende vueren , die van den hemel vallen , geen gebrul van d’aerde , geen fchrickelijcke openlplijtingen der landen, noch diergelijcke andere vervaerelijcke teeckenen. Hier fijn niets anders, dan aengename bouwlanden, klaere fpringbronnen, vloeden en beecken, die vilchrijck lijn , en bevarfen worden , aenge-naeme beemden, vette weyden, lchaduwrijcke boftchen, bergen en heuvels, die met wijngaer-den bedeckt fijn. Kort,het geheel landt is voor-fien met bloemen , kruyden , boomen , granen, vogelen, wol, leder, boter ,kaes, olie, amp;c. Eyn-delijck, de menlchen fijn tot alles bequaem, tot de wapenen en geleertheyt, tot de koophandel en landtbouw, gelijck wy hier na füllen toonen ,• de vrouwen loo vruchtbaer als d’aerde felve, die hen draeght, om ’t getal der gener, die dage-lijcks door de doot weghgeruckt worden , in de fteden en vlecken weder te vervullen.

Oude in- Wat de feden en genegentheden der oude Qauiei-s aengaet, Cefar feght dat ly feer fchoon, machtigh en fterek, en wit van huyt waren. Sy droegen een lange baert, hun hair was blond, en hing tot op de fchouders, was dick en gekronc-kelt. Sy hoedden fich voornaemelijck van vet cn dick te worder^ om foo veel te gefwinder te wefen , en waren gewoo'n met bloote lichamen ten oorlogh te gaen. Hun kleederen waren kort, en bequaem tot het ftrijden. Sy droegen broec-ken, oft ruyme en wijde kouflen,met een open-gefneden lij frock ; vergulde lchoenen, met ko-ftclijeke halsketenen , en armbanden, die met dierbaere juweelen verciert waren. De mutlen en bonnetten , met gout oft filver geborduert, hebben, tot in ’t jaer 15 jo, aen hen tot hoeden verftreckt.

De huyshouding, en ’t huysgewaet van het Hechte voick , beltonden in aerde potten , die gelchildert en met bloemen verciert waren. Als ’ ly hun maeltijt hielden , faten fy plat ter aerde, op vellen van honden, oft van boeken. Sedert gebruyckten fy tapijten en bedden , en aten het vleefch der heeften, die fy gejaeght hadden,met feer weynigh broot. De gene, die meeft aen de zee woonden, gebruyckten vifch tot hun fpijfè, die fy oock aen hun paerden en often t’eten gaven. Hun naerftigheyt en vernuftige vonden worden klarelijck genoegh van Cefar , Plinius, Pollux, en andere verhaelt.

Het groot getal defer volcken, en van hun dappere en ftrijdbare mannen , maeckten hen altijdt meer ontfien , dan hun veftingen en be-Hooten plaetlen. Ia fy vermenighvuldighden foodanigh , dat fy genootfaeckt waren fich by groote Heeren buyten hun landt te begeven, om nieuwe landen en wooningen te foecken en te veroveren , gelijck fy in Europa en Afia deden. Alle de gene, die onder hen waren , trocken ten oorlogh , ja fèlf de gene , die hooghft van jaren onder hun waren. Sy verlieten nooyt de wapenen,en gebruyckten gemeenlijck fwaer-den fonder punt, voetbogen , pijlkoockers , fchilden,worpruftingen, flingers, knotfen,handbogen , en ander krijghsgereetfehap, dat niet meer in ’t gebruyck is, federt dat men het ge-fchut te voorfchijn heeft gebracht.

De menighte der inwoonders van Vranek- Groot getal rijck, in onfè lefte eeuwen getelt, klom op, in tijdt van Koning Karei de Negende, tot een getal van twintigh millioenen van mannen, die bequaem waren om de wapenen te dragen ; ’t welck verwondering en fchrick in d’uytheem-fche veroorfaeckt heeft. Wat hun feden ^^g^u'e ß-gaet, fy fijn heufeh , beleeft, gaftvry en medo- denen kke-gend. De kleene eeren ’er hooghlijck de Groo-ten , doch met meerder liefde, dan vrees. Den Adel is feer eerbiedigh tot de vrouwen , de welcke fÿ in alle vryheyt mogen fien , en die daer niet opgefloten fijn,gelijck by andere volcken ,• maer de vrye uytgang en ommegang hebben , en echter groote forge voor hun eer en achting dragen. Soo wel de vrouwen als de manqen hebben geen vafte en geduerige dracht van kleederen , hulfel en toyfel van hair. Men moet echter belijden, dat’er geen voick in Europa is , ’t welck fich beter en netter kleed, en fbo naukeurighlijck op de verciering van hun kleeding mereken, dan de Franfchen : ’t welck oorfaeck is dat d’uytheemfchen de dracht en wijfe der kleederen van dit voick ontkenen, en aennemen ; foo wel paften hen die naer ’t oogh, cn fijn feer bevallijck voor ’t geficht.

De Franfchman is lecker en prachtigh in fijn Hunwij^ leven, fbnderling en uytfteeckend in ’t toemaec-ken van fijn fpijlè : en deshalven fijn de Fran-fche koeken ƒ en de Franfche toebereyding der


-ocr page 9-

SdjfAnder-hcyt,

A E N H A

'gerechten altÏjdt voor de leckerffe en finaecke-lijekfte geacht. Hy is weêrgadeloos van behen-digheyt in alle dingen , en fijn geefflèer leer-laem om alles in feer korte tijdt te bevatten. Alle kunften,hoe fwaer en kommerlijck ly oock lijn, vallen hun licht en gemackelijek. De Wis-kunft, lchilderkunft , fnykunft , llercktebou-wingkunft , en alle kunften en ampten, die tot d’oorlogh behooren , fijn hen als eygen. Alle oeffeningen van vrede en oorlogh, fijn hen niet Iwaer, om de felfde op een bevallijcke wijfe uyt te voeren ,• ’t fy in’t danffen , ringfteken , de Ipeer te breken , en lj^eelgevechten , ja felf de danffen en oeffeningen der andere volcken nae te volgen. Maer dAdel van Vranekrijek overtreft alle de gene van Europa in te paert te fitten, en kan de wapenen wel gebruycken : en deshalven fijn de wapenlcholen daer feer ver-maert,en binnen Parijs,en elders by d’uytheem-Ichen wel bekent. Wat de geleertheyt en wel-Iprekentheyt aengaet, indien de Gaulers fich daer toe hebben begeven, de Franlchen , die hun nakomelingen fijn , hebben ’ereen befondere genegentheyt toe. Sy hebben een natue-relijcke neyging tot eierelijek te Ipreken, en fijn van over lange tijdt daer in verre boven andere volcken tot de volmaecktheyt opgeklommen, voor foo veel men de hoedanigheden van Orateur kan verkrijgen, en de felfde by ’t geen voegen ’t welck de natuur daer af aen dit volck medegedeelt heeft. Wat de geleertheyt- en we-tenlchappen aengaet, ly werden nergens lbo feer, als hier, geëert, en geluckighlijck gebout, met loo groot een toevloeying van uytffeken-de en deurwrochte boecken , die dagelijeks van alderhande laeken en Hoffen in ’t licht komen.

Binnen Parijs, en in alle ffeden van ’t koninck-rijek is groote overvloet van geleerde en weetgierige mannen. De vrouwen lèlver fijn deel-achtigh aen d’eer , die de mannen door de ee-leertheyt können verkrijgen , gelijck wy uyt de eniehenAtg^ Hiftoricn konucn bemereken ; dat meer is, ge-mannen in Vranekrijek alle de hoedanigheden befitten , die tot d’oorlogh vereyfcht worden , dewijl fy begeerigh fijn om overal d’eerfte in den ff rijt te fijn, fich dapper, en vaerdigh om te trecken betoonen , en behendigh fijn in ’t handelen van alderhande wapenen, foo te voet, als te paert ; foo heeft men oock in Perigord, Limofin , Gaskonje, Auvergne en elders gefien, dat de vrouwen groote behendig-heyt betoonden in paerden te handelen , ja felf Rechterftoel begeeren vertoont te worden ,• in de genen, die feei' wilt waren , beftierden , op ’ de groote jacht gingen , met het vuerroer fcho-ten , met het geweer omgingen , en alle andere Ridderlijcke ampten pleeghden , ja tot fich fel-ven in lijfgevechten te vertoonen, gelijck de vrou Maerlchalckin van Biron in Perigord , de


jonekvrou van S. Griffie by Auch in Gafconje, de vrouw erfgenaem van ’t buys van Murat in Auvergne,de vrouw erfgenaem van ’t buys de la Tour in Limofin, en andere , die om de twiften ' van bun mannen liifgevechten aengevansen hebben.

Ktcphtindtl. Wat de koophandel aengaet, de Franfchen fijn geluckigh daerin , hebben groot vcrmaeck

N G S E L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iij

in ’t reyfen , en in vremde landen te befien ; ja men vind geen geweff des weerelts , daer men geen Franlchen liet, die bequaem fijn om in alle landen te woonen , en alle talen te leeren.

Sy behelpen fich overal met hun ambachten en oeffeningen, en leeren aen de vremde volcken veel geellige en nieuwe vonden. Sy veylen hen hun waeren, als lakenen, carfeyen, fargien , fta-metten, lcharlaecken, faeyen , boratten , tapijten, wolle, vlafch, lijnwaet, taffen, fulpen, fijde, papier, parekement, tin , yfer, loot, ftael, marmer, wijn , en noch veel andere waren, die met de handt gemaeckt fijn , en voor’t gemeen en belbnder groote rijekdom veroorlaeken. De landtbouw , daer alle hun winft uyt Ipruyt, en daer alderhande vruchten uyt voortkomen, als rafijnen, vijgen , kaftaenien, manna, kaes, oraenje-appelen, citroenen, rooien, amp;c. is leer gemeen by hen , en wel bekent, en fy begeven fich meer daer toe, dan eenigh ander volck. Kort, de Franfchen fijngedienftigh, behen-digh, wacker, en neerftigh in alles en overal ; en fy handelen fonder eenige grootsheyt in alle hun wereken. De glans van hun eer wordt ee-nighfins befinet en verduyftert door d’onge-bondenheyt en ontucht, die ly by de vrouwen, en in hun Ipeelen bedrijven. Sy fijn gefwind, vaerdigh en rap, en können niet lijden dat ie-mant hen van leugen beticht, Ibnder de genen, van de welchen ly waenen verongelijekt te fijn, in lijfgevecht uyt te dagen. Dele oploopende natuer belet hun echter niet de gemeene en hen andere faeken wel te beleyden. De wefor-den , die men aen Keyfcr Karei de Vijfde toe-fchrijft, dienen tot hun voordeel ,• namelijck , dat d’Italiaen wijs lchijnt, en ’t oock is ; dat de Spaenjaert wijs lchijnt, en het niet is ,• maer dat de Franlchman wijs is, Ibnder lbodanigh te ïchijnen.

Tan de Parlamenten ^an Vranekrijek.

Ewijl het Parlement van Parijs, gemee-nclijck het Hof der Pairen genoemt, uyt de Hertogen en Pairen van Vranekrijek beftaet, lbo füllen wy hier wel te pas van des felfs oprechting handelen , gelijck oock van d’oprechting der andere Parlementen.

De Gerechtigheydt is een der belbnderfle merckreeckenen der Köningen van Vranek-plaets dat d’anderc Köningen en Vorften iïch gewapent te paert, oft in eenige andere geftal-te, doen vertonnen. Sy wierd eerdjdts door de Köningen lelver bedient, die in eygen perfoon liun volcken verhoorden, en de vonniflen gaven. Maer dewijl de faeken en befigheden da-gelijcks toenamen , lbo behielden de Köningen niets voor fich , dan de kennis der faeken , die

den Staet aengaen , en ftelden tot de bediening van *t Gerecht, fekere Raden, oft Raets-vergaderingen , die ly Parlementen noemden, de welcke onder d’onbeampte en befondere lieden kennis van de lacken, die ’t goet en ’t lijf aengaen, fbuden nemen, fonder dat men fich op hooger


-ocr page 10-

Hij


AENHA NGSEL.


hoogcr recht lou mogen beroepen. In defe Raetsvergadering fouden alle de Pairen van Vranckrijck, loo welgeeftelijcke , als werelclijc-ke, zijn. Dit Parlement volgde de Koning in Fariemtnt. fljn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gQ dicshalven wierd het ambu-

latoir,oft reyfigh genoemt. Het wierdt door Pepijn ingeftelt,en is buy ten twijfel ’t gene/t welck heden de Geheyme Raet wordt genoemt. Doch de Köningen ontfloegen hch eyndelijck van delen Raet, tot voordeel en nut van hun volc-ken 5 en Koning Philippus de Schoone gaf aen raßofbiij' ’t Parlement een vafte plaets, en dede het Pa-X»!^***^^*' leys van Parijs bouwen , om de fetel van defen

* heerlijcken Raet te lijn , die door d’oprechtig-heyt van haer vonniflen foo hoogen achting by alle volcken verkregen-, dat de Paufen, Keylêrs, Köningen en uytheemlche Vorften , gewilligh-lijck hun verlchillen tegen malkander aen dele Vergadering hebben geltelt, gelijck men by na ontellijcke voorbeelden daer af in de Hiftorien fiet i en onder anderen van Keyfer Frederick, met Paus Innocentius de Vierde ; de Koning van Kaftilien , met die van Portugael, en meer anderen. De Koning Philippus Helde niet meer dan twee littijden voor dit Parlement, te weten in de Kersdagen, en omtrent Vrouwendagh. Hy onderlcheyde het oock in twee Kameren, van de welcke d’een, die kennis van de gewich-tighlfe faeken nam, het Groot gewelf, oft de Groote kamer,en d’ander,de Kamer der Onder-foeckingen genoemt wierdt.

By dit Parlement voeghde lieh het Hof der Pairen , ’t welck des fells glans grootelijeks vermeerderde. Dele Vergadering verkreegh dies-halven meer macht, van des Konings geboden en bevelen te beveiligen, af te kondigen, te re-giftreren oft aen te teeckenen , en, indien de noot liilcks vereylchte , te verfachten , oft by wij fe van verklaren, defelfde uyt te breyden, oft hun vertooningen daer op aen hem te doen. Doch dewijl de volgende Köningen verlcheyde Lantfehappen, die van hun Kroon afgefcheurt hadden geweeft, weder aen hun Rijck voegh-den , en dewijl ’t hun onderfaten, die verre afgelegen waren, laftigh viel hun gefchillen te Parijs tc komen bepleyten , lbo hebben ly noch andere Parlementen, oft Opperhoven, ingeftelt, van de welcke wy hier na lullen Ipreken.

tJet Park- Het Hof van ’t Parlement beftaet uyt vijf ka-weten , de Groote Kamer, de Tour-^en. nelle, de Beveelkamer , de Verlbeckkamer, en d’Onderfoeckkamer.

_ In de Groote Kamer lïin acht Prefidenten au Körner. Morticr gcnocmt.

Daer fijn vijf Kamers der Onderlbeckingen, Oaderfoic- yder oock omtrent uyt gelijck getal van Raets-heeren bellaende, daer men alle de vonniflen , oordeelt, die lchriftelijck befloten en ontfan-gen fijn , om t’oordeelen oft’er wel oft qualijck in ’t Hof van ’t Parlement geappelleert is.

De Tour- nbsp;nbsp;De Tournelle oft Beurtkamer onderlbeckt

d’appellatien, die ’t lijf aengaen , behalven van d’Edelingen , en van andere lieden van Staet, die aen de Groote Kamer gebracht moeten worden. Sy word dus genoemt, om dat fy be-flaen moet uyt twee Prefidenten van ’t Mortier,

en uyt twee Raetsheeren van yder der bovengenoemde Kamers,die daer by beurten van drie tot drie maenden fitten.

De Beveelkamer beflaet uyt een Prefident van’t Mortier , en uyt lèstien Raetsheeren van de Groote kamer, en van de Kamer der Onder-foeckingen , die alle twee jaren door mijn Heer de Kancelier , en door de Gedeputeerde generael die van de Gereformeerde Gods-dienft verkoren worden , tot wekkers voorlfant dele Kamer opgerecht is , door de Edióten van de bevrediging, inde jaren ly/ó, IJ77 , en 1598 gemaeckt j van de wekken de lefte het ediét van Nantes, of van Januarius genoemt wordt.

In oude tijden hadden alle de Biflehoppen van Vranekrijek fitting en ftem in de Parle- fchoppe» menten, en waren Raetsheeren daer af ; maer 1-11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;meerßttfHf

dit voorrecht is hen benomen, en by niemant hdefarit^ gebleven, als by d’Aertsbiflchop van Parijs, en by d’Abt van S. Denys in Vranekrijek.

Defe Prefidenten fijn, foo haefl: men hen aengenomen heeft, Raetsheeren van Staet : in voegen dat ly, als fy hun ampt willen bekleden, om in de Raet van Staet fitting te hebben, daer de plaets nemen,die op de tijtpaft, in de wekke fy tot d’ampten van Prefidenten aengenomen fijn.

De Prefidenten van de Kamers der Onderlbeckingen , de wekken twee voor yder kamer fijn , fijn niets anders dan Raetsheeren, die dit bevel aengenomen hebben, en befitten geen ander plaets in ’t Parlement, als ly gefament-lijck vergadert fijn , dan de gene die hen, volgens de dagh van dat fy aengenomen fijn, onder de Raetsheeren toekomt.

Behalven de Prefidenten en Raetsheeren fijn noch in ’t Parlement een Procureur gene-rael, en twee Advocaten, die over alle de gedingen gaen , de wekken de Koning en ’t Gemeen betreflén. Het getal der Advocaten van ’t ge-feyde Parlement is onfeker ,• maer dat van dc Procureurs is federt eenige jaren tot op lès hon-dert gebracht. Behalven die is ’er een opperfte Greffier , ’t welck de Heer du Tillet is, diens voorfaten dit ampt federt drie hondert jaren herwaerts hebben befeten , het welck een der ampten is, die dc meefte winft in Vranekrijek geven.

Alle d’Amptlieden van ’t Parlement fijn op een felfde wijle gekleed , te weten, met een onderrock , een tabbert, en een vierkante bonet. In ’t begin van d’oprechting des Parlements waren de Raetsheeren ten meeftendeel Edellieden met korte kleederen ; maer alle de gefeyde Raetsheeren dragen heden een lange tabbert. De Prefidenten van ’t Mortier,als ly gehoor verkenen , en de Raetsheeren, als fy in openbare pracht gaen, of in des Konings tegenwoordig-heyt om gemeene faeken vergaderen, of eenige plechtelijcke vonniflen uytlpreecken , fijn met lcharlaeken bekleedt , met verçieringen van fwart fluweel.De Koning fondt jaerlijeks nieuwe laft aen ’t Parlement, uyt wekks kracht men defe Raetop den dagh na S. Martens dagh opent, en tot aen de fevende van September duurt i en daer

-ocr page 11-

A E N H A

!

daer na volgen de vacantien , gedurende de welcken echter daer een kamer is, die mende Kamer der vacantien noemt, en van loodani-ge laken kennis neemt, die een vaerdigh on-derloeck en bellechting vereiftchen.

^ßeßin^ ’t Geen wy van ’t Parlement van Parijs gefegt ai^rePar- fi^bben*; dat moet oock vin alle d’andere Par-lementen. lemcnten verftaen worden , die de negen vol-

Koning Karei de Sevende , d’Engelfchen uyt lementenfijn , die geen Kameren van ’t Ediét fijn Koninekrijek verdreven hebbende , rechtte hebben , gelijck dat van Rennes en Dijon ; in een Parlement op te Toulouze, voor’t lant van


Voomehten des Farle-ruents van

kiet Parlement van Roüan , door de lèlfde Karei de Sevende in 't jaer 1443 opgerecht, kreeg een vafie fetel onder Louys de i waelfde, in het jaer 15'03. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

Het Parlement van Grenoble wierdt door Louys d’Elfde, Dolfijn van Viennois lijnde, door brieven van de maent Junius, in 'tjaer 1473 gt;nbsp;opgerecht ; en toen hy de kroon verkregen had, verordende hy noch een ander te Bordeaux , dacr onder hy Relde de Senefchalfchap-pen en landen van Guyenne, des Lannes, de l’Agenois, du Bazadois, Perigord, Xaintonge en Limoufin. Louys de Twaelkle rechte oock een op t’Aix voor Provence; een ander te Dijon voor Borgonje , en gaf, gelijck wy gelegt hebben, een vall verblijf aen dat van Roüan , voor Norm andien.

Het Parlement van Rennes wierdt door Hen-rick de Tweede , in ’t jaer 15J3 , voor Bretagne opgerecht en vaftgeftelt. Dit Parlement is les-maendigh , dat is, dat de helft der Prefidenten en Raetsheeren fes maenden hun dieuRwaer-neemen , en d’andere helft de fes andere maenden.

Dat van Pauw is door Henrick de Vierde in-geftelt, voor ’t landt van Bearn, en van Neder-Navarre.

Het Parlement van Mets wierdt door Louys de Dertiende , in ’t jaer 1633, opgerecht, en ter lelfde tijdt daer aen een valt verblijf gegeven , en fesmaendigh gemaeckt; dit Parlement wordt, federt d’oorlogen, te Toul gehouden.

Het Parlement van Roüan was oock , ledert de weêrfpalt in Normandien , die in ’t jaer 1640 geviel, fesmaendigh gemaeckt. Maer federt eenige jaren is dele lesmaendigheyt afgefchaft, en ’t Parlement in fijn voorgaende Itaet her-fbelt.

Het Parlement van Parijs is het edellte onder alle d’anderen , om dat de Hertogen en Pairen van Vranekrijek, en veel hooge Amptlieden van de Kroon daer d’eedt doen , en, als fy van eenigh misdrijf befchuldight fijn , oock daer geoordeelt moeten worden ; hoewel men in de laetfte heerfchappy gelten heeft.dat de Maer-fchalck van Marillac door uytgekofe Commif larillen, en de Hertogh van Montmorency door het Parlement van Touloufe geoordeelt wierdt. Doch het Parlement van Parijs betuygt^dat dele twee lacken tot nadeel fijner voorrechten verhandelt fijn. Wijders, de Raetsheeren des Parlements van Parijs geven voor, dat ly recht,

Vranekrijek,

van in aile d’andere Parlements-Hovcn te fitten, hebben , en willen echter dat niet aen de Raets-heercn der andere Parlementen in ’t Hof van Parijs toeftacn. Voorts, dewijl de heer/chappy der andere Parlementen fich niet iöo wijtuyt-ftrekt, als die van Parijs, lbo hebben ly oock niet meer dan een Kamer der Onderlbeckingen, of ten hooghften twee.

Hier Itaet oock aen te mereken , dat ’er Paryocgen dat perfoonen van de Gereformeerde Godsdienft hun gedingen te Parys komen be-pleyten. De Parlementen van Touloufe, Aix

en Bordeaux hebben ’er oock geen; maer dewijl een groot getal der lieden van de Gereformeerde Godsdienft in defc gewelf en fijn, lbo heeft men daer Midgedeelde kameren opge- M/d^edeel-recht, dat is, die uyt een gelijck getal van Ka-tholijeken en. Gereformeerden beftaen. Te Ca-ftres is een midgedeelde kamer, onder het begrijp des Parlements van Touloule behoorende: oock een te Nerac, onder het begrijp des Parlements van Bordeaux ; een te Grenoble voor Dauphiné , Provence , en voor het volck van Borgonje, die liever daer, dan te Parys, willen pleyten.

Behalven de Kameren , van de welchen hier voor geljnoken is, fijn ’er noch twee anderen , die men de Kamers der Requeften van ’t Palais noemt,. de welcken uyf Raetsheeren van ’t Hof des Parlements beftaen, yder van twee Prefidenten , en van tien of twaelf Raetsheeren , die oock kennis nemen van alle faken , die de per-foonen en befittingen aengaen, gelijckoock van Ibodanigen, die onder de voorrechten behoren; de welcken recht hebben van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat

is, Wy bevelen, ’t ly van ondergeftelde Officiers of Amptlieden,ofanderen,Sy worden in alle vergaderingen ontboden , en verlchijnen daer in ge-lijcke kleding als d’andere Raetsheeren van het Parlement. Maer ly komen nooit in de Groote kamer, lbo ly niet het bevel overgeven, ’t weick fy hebben om in de Requeften van ’t Palais t’ar-beyden. De Meefters der Requeften nemen oock de hoedanigheyt van Prefidenten en Raetsheeren van ’t Parlement, en van Commif. larilfenin de Requeften van ’t Palais. Syfijn oock leden van ’t lighaem des Parlements, en nemen daer oock, in de verhoordagen, hun fitting onmiddelijck na de Prefidertten , doch niet meer dan tot een getal van vier t’feffens. Sy fijn heden tot een getal van twee-en-feventigh , dienende in de gefeyde Requeften van ’t Palais, daerly kennis nemen van de faecken die de perfoonen en befittingen der Amptlieden van de Kroon aengaen, gelijk oock der ondergeftelde Amptlieden van de Koning en Vorllen, die recht van Committirm^s-ypy hebben. Daer is appel van hun vonnilfen op’t Parlement, het en ly door renvoy van de Raet van Staet d’op-perlfe uytfpraeck van recht aen hen opgedra-gen is. Sy dienen oock in de Kancellery,en in de Raet van Staet, daer ly de Requeften brengen en tekenen;gelijck oock in eenige bovengewone beveelingen in de Lantfehappen, daer fy Inten-, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denten


-ocr page 12-

vj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

denten van ’t Gerecht, en van de Gcltmidde-len hjn : daer beneffens in de heyrlegers, in de welchen ly feer groote macht en gebiedt hebben.

Eertijdts wierdt het recht fonder appel bedient door de Baljuwen en Senefchallen,de welchen van de Koning uyt de bequaemften van fijn huys verkolen, en naer de lantfchappen gefon-den wierden, om daer ’t Recht te bedienen. Maar heden is ’er appel van de vonnilîen die door de voorfeyde Baljuwen en Senelchallen gegeven worden ; ’t welck federt d’öprechting der Parlementen is gefchicdt. Van de Baljuwen en Senefchallen appelleerde men op de Prefî-dentsftoelen, en van defen op ’t Parlement.

Het Baljuwfchap van ’t Palais is d’eerfte en oudtfte gewone Rechtlpraeck van Vranckrijck, eertijts ingeftelt om recht aen de huysgenoten en Amptlieden der Konincklijcke huyfen te geven en uyt te Ij^reken. De Baljuw voerde weleer de naem van Maire, en van Graef van ’t Paleys.

N G S E L.

De Geeftelijcke of Kerckelijcke ftaet dan , in weerlijeke en regulier-perfoonen verdeelt, is het eerfte en aenmerckclijckfte lidt van dit Ko-ninekrijek , foo uyt oorfaeck van ’t groot getal der geletterde en geleerde lieden, uyt de welc-ken het beftaet, .als om de groote voorrechten die ly genieten , en de groote goederen die ly befitten , daer af d inkomft meer dan driehon-dert twintigh millioenen ponden bedraeght. Sy fijn vry van alle belwarenilfen , behalven van de tienden, die ly aen den Koning betalen , de-welcke ly geen belwarenifte, maer een gewillige mededeeling, noemen.

Vranckrijck, foo veel het Geeftelijck njflder gaet, is in vijftien Aertsbifchdommen verdeelt, ^ertsbifih-van ’t welck men de lijft en opnoeming hier onder heeft, met d’onderhoorige Bilchdommen domme» van yder Aertsbifchdom , onder de welchen d’Aertsbiflchop van Lyon de Primaet der Gau- rijek^ len is, fohoon die van Sens, Narbonne, Bourges , Vienne , Bordeaux , en Rouan oock voorwenden dat ly ’t recht van Primaetfehap hebben.


Vfin ÂQràenïngen en Staeten des Koninck-rijcks 'uan k^ranckrijckj en ^an hun algemeene Vergadering.

T)e Statte» va» n-anck:-rtjek in Jrie

D’Ordening wort in alle Staten en Koninck-rijcken loo vereyfcht, dat fy niet fonder haer fouden können beftaen. Want de

i^er^^chen fijn niet geboren, om gefamentlijck in gelijckheyt van ftaet te leven ; maer fommi-gen moeten nootfakelijck gebieden, en d’ande-ren gehoorlaemen. In Vranckrijck hebben de genen die gebieden , veel Ordeningen, rijgen en trappen. De Koning heeft het opperfte gebiedt over alle de volcken van fijn Staet, en fijn hooge en algemene Amptlieden by hem,die fijn beveelen aen d’Overigneden der Landtlchap-pen fenden , de welchen dele beveelen d’Ove-righeden der lieden toefohicken , die hen van ’t volch, ’t welch gehoorlàemt, doen uytvoeren : en dewijl het volck een lighaem met veel hoofden is , foo verdeelt men het felfde noch in ver-foheyde ordeningen, ftaten, ofbefondereberoepingen. Want fommige fijn befonderlijck ten dienft van Godt gewijd ,• anderen om door de wapenen de Staet te befchutten 5 en anderen om de Gemeente door d’oelfeningen van vrede te voeden , en t’onderhouden. Defo fijn de drie Ordeningen, of Staeten in ’t algemeen van Vranckrijch, de Geeftelijchheyt,d’Edeldom, en de Derde ftaet.

^'ÿ£ét nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Parlementen gehandelt

' hebben,die openbaer gebiedt en macht hebben onder de Heerfohappy van d’Oppervorft , foo is ’er nu noch overigli defe drie Ordeningen te verhiaren , die alle de trappen en ftaten der gene de welchen gehoorlàmen, begrijpen. Voor eerft, wat de bedienaers van ’t Goddelijche aen-gaet, de Köningen van Vranchrijch hebben • d’eerfte plaets van eer voor hen bewaert, en volgen daer in d’oude Gaulers, die d’eerfte Ordening aen hun Priefters gaven, de welche Druyden genoemt wierden, en die ly oock tot hun Rechters ftelden.

’t Aertsbifchdom van Lyon, ’t welck het eer- x fte Lantfehap van ’t Lyonnois is, heeft vier on-derhoorige Bifchdommen ; Autun, Langres, Maskon en Chalon.

’t Aertsbilchdom van Rouan heeft lès Bifoh- 2 dommen ; Bayeux, Auranches, Evreux, Sees, Lifieux en Confiance.

’t Aertsbifchdom van Tours begrijpt elf Bifoh- nbsp;nbsp;3

dommen : Mans, Angers, Rennes, Nantes, Van-nes, Cornoaille, anders Quinpercorentin, Leon, Treguier, S. Brieu, S. Malo, en Dol.

’t Aertsbifchdom Sens heeft heden niet meer 4 dan drie onderhoorige Bifchdommen : Troyes, Auxerre, en Nevers.

’tAertsbifchdom van Parijs, in ’tjaeridxz y opgerecht, heeft drie onderhoorige Bifchdom-men : Chartres, Orleans, en Meaux.

Het Aertsbifchdom van Befançon , ’t welck tot het Sequanoife Lantlchap behoort, en van deRomeynen Maxima gebynaemt wierdt, begrijpt drie onderhoorige Bifchdommen : Bafel , Lolanne, en Bellay. Doch van defe vier fteden fijn ’er heden niet meer dan een, die de Koning vanVranckrijckgehoorlàemt, tewe^ ten, Bellay.

Het Aertsbilchdom van Trier, ’t welck van rr » ’t eerfie Belgifch Lantfohap is, heeft drie onderhoorige Bilchdommen, die den Koning van Vranckrijck gehoorfamen , te weten, Metz , Toul, en Verdun.

’t Aertsbifchdom van Rheims, van het twee-de Belgifch Lantfehap,begrijpt acht onderhoo-rige Bilchdommen : Soilfons, Chaalons, Laon, Senlis, Beauvais, Amiens, Noyon, en Bologne.

Het Aertsbilchdom van Kamcrijck wierdt ... van dit tweede Belgifoh-landtfchap afgefoheurt, en heeft vier onderhoorige Bilchdommen: Atrecht, Doornick, S. Omer, en Namen.

Defo «ifie lefie fieden , en Kamerijck folve, gehoorlàmen den Koninek van Spanjen : en toen de ftadt van Terrouaen , oock onder Rheims behoorende , door Keyfor Karei de Vijfde verdelght was, wierd de BilTchoppelijc-


-ocr page 13-

A E N H A

ke ftoel te Bologne gevoért, ’t weick ecrtijdts cen deel daer af was, gelijck oock Doornick en Noyon. Kort, van ’t ander deel van des felfs Bilchdom wierden de Bifchdommen van S. O-mer , en van Yperen in Vlaenderen, opgerecht.

  • 7 Het Aertsbifchdom van Vienne begrijpt fes Vienne. Bifchdommen, van de welcke de twee laetffe in de landen des Hertoghs van Savoyen fijn : Valence, Die, Viviers , (daer af de ftoel eerll t’Au-benas geweeft is,- maer na dat de Wandalen dele plaets verdelght hadden , wierd het Bilchdom naer Viviers gevoert,) Grenoble, S. Jean de Maurienne, en Geneve, welcks fetel naer Nily is gevoert, na dat de Gereformeerden fich mee-flers van Geneven hadden gemaeckt.

  • 8 ’t Aertsbilchdom Arles , uyt hetlelfde Lant-Ichap van Vienne getrocken , heeft onder fleh vier onderhoorige Bifchdommen : Marleille, S, Paul trois Chafleaux, Toulon, en Aurange. jivignon. ’t Aertsbifchdom Avignon, van’t oude Vien-noile Landtlchap afgenomen , en aen S. Pieters Stoel behoorende , heeft drie onderhoorige Bilchdommen : Carpentras, Vailön, en Ca-vaillon.

  • 9 Het Aertsbifchdom Narbonne, van het twee-Narbenne. de Viennoifch Lantfehap , begrijpt negen onderhoorige Bilchdommen , van de welcke die van Lodeve en Alet door Paus loannes de Twee-en-twintighfte opgerecht wierden , toen hy Touloufe tot een Aertsbifchdom maeckte : Beziers, Agde, CarcalTone , Nifmes , Lodeve , S. Pons de Tomieres, Alet, Ufez , en Montpelier,te voren bekent onder de naem van Mague-lone,van daer de ftoel naer Montpellier gevoert wierdt in ’t jaer 1536.

jo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Aertsbilchdom Touloule, eertijts van het

7»fi(enfe. eerftc Narbonnois Lantfehap , begrijpt feven Bifdommen, van de welcken ’t eerlfe opgerecht wierdt door Paus Bonifacius dAchtlï:e,en de fes anderen door Paus Joannes de Twee-en-twintighfte , alle in’t Aertsbilchdom van Touloule felve, behalven Montauban, ’t weick men van dat van Cahors nam : Pâmiez, Mirepoix, Montauban, 1’Avaur, Rieux, Lombes, en S. Papoul.

’t Aertsbifchdom Ambrun,’t weick het Lant-fehap der Zee-Alpen , of Coccinfche-Alpen is, heeft fes onderhoorige Bilchdommen , van de welcken het laetfte in de landen des Hartoghs van Savoyen legt ; Digne, Grafte, ( welcks ftoel eertijts Antibe was,) Vencc, Glandeve, Sénés, en Nice.

Het Aertsbifdom Aix in Provence, van het tweede Narbonnois Lantfehap, heeft vijf onderhoorige Bilchdommen : Apt, Riez, Fréjus, Gap, en Sifteron.

’t Aertsbifchdom Aux of Auch, van’t derde Jux eft Lantfehap van Aquitanie, anders genoemt No-vcmpopulania en Gaskonje,begrijpt tien onderhoorige Bilchdommen, van de welcken de twee leftein ’t Vorftendom van Bearn leggen : Aqs, Laiâ:oure,Comenges oft Cominges , nu^. Ber-trand,Conferans oft Coferans,Aire, Bafas, Tar-be, Bayonne, Oleron, en Lelcar oft Lafcar.

  • 14 . Bourges , een Aertsbifchdom. van ’t eerfte itfKTXquot;* landtlchap van Aquitanien, heeft elf onderhoorige Bilchdommen, van de welcke de vier leften

  • N G S E L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vij

door Paus loannes de Twee-en-twintighfte inge-ftelt wierden ; Clermont, Rhodes , Alby , Cahors, Limoges, Mande in Gevaudan , Le Puy in Velay j Caftres, van ’t Bilchdom van Alby ver-duyftert; Vabres, van ’t Bifchdom van Rhodois genomen; Tulles, van ’t Bilchdom van Limoges afgetrocken en S. Flour, van ’t Bifchdom van Clermont afgefcheyden.

Bourdeaux, een Aertsbilchdom van ’t tweede landtfchap Aquitanien, begrijpt negen onder- ' hoorige Bilchdommen , van de welcke de vier laetfte oock door Paus loannes de Twee-en-twintighfte opgerecht wierden: Poiôliers,Agen, Angoulefme, Xaintes, Perigueux , Condom van ’t Bilchdom van Agen verduyftcrt, Maillefàis van ’t Bilchdom van Poiâriers afgetrocken, Lul-Ibn oock van dat van Poiétiers genomen , en Sarlat van ’t Bilchdom van Perigueux ontleed.

Daer lijn noch veel andere Aertsbilchdom-men en Bilchdommen van ’t oudt Gaule , gelijck die van Keulen, Uytrecht, Mechelen, Ments, met hun onderhoorige Bilchdommen : maer dewijl fy niet meer onder de heerfchappy van Vranekrijek fijn, loo füllen wy de lèlfde met ftillwijgen voorbygaen, en de Lelèr rot d’andere deelen van onlèn Atlas lenden, daer wy breedelijeker daer af handelen.

In Vranekrijek lijn meer dan elf hondert Ab- cenernk» dyen , foo van Mannen , als van Vrouwen, Ortie^ fonder een veel grooter getal van Kloofters, Prieurfchappen, Gafthuylèn , Lazarushuyfen, en Commanderyen van Malta, daer onder te tellen.

In dit koninekrijek fijn veel Generalen der Ordeningen, gelijck de Generalen van Clugny, van Granmont, de la Chartreufe, des Cifteaux, van S. Antoine de Viennois, van Clairvaux, van Premonftraten , van S.Ruf, van de heylige Drie-eenigheyt,van de Verlofting der gevangenen,van de Vergadering der Oratorien van leliis, van de Vergadering van S. Maur, van de Vergadering der Regulier-Canonicken ; daer na de Groot-Prieurs van Vranekrijek, en de Groote Ael-moefteniers van ’t felve Rijck.

P’oude verkiefmg van Aertsbiftchoppen, Begevine Biftéhoppen , Abten , Prieurs der Vergaderin-gen , en Hoofden van d’Ordening , door de Ca-pittelen, Conventen en Geeftelijcken gedaen, is in Vranekrijek afgefchaft, door het verdragh, tuftchen Koning Françoys d’Eerfte, en Paus Leo de Tiende, in’tjaeriyiy gemaeckt, en door het Concilie van Latrane beveftight.

De kerekelijeken hebben hun jurisdiótie van Vergabe-het weereltlijcke afgefcheyden, de welcke fijn de Hoven van de kerck,uyt kerekelijeke Ampt- kef-lieden beftaende, die kennis van lekere laeken nemen, als van de Sacramenten, mildaden door lieden van de kerek bedreven, echtfeheurin-gen, huwelijckslcheydingen, amp;c.

De Franfche kerek geniet feer treffelijeke rechten , vryheden, en uytfonderingen , en is dickwils vergadert geweeft in verfcheyde lieden van Vranekrijek, onder d’eerfte en tweede ftam der Köningen. Maer federt eenige tijde verfamelt de Geeftelijckheyt, met verlof van de Koninek, alleenlijck alle vijf jaren, om van de

Tien-


-ocr page 14-

viij nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A ‘ E N H A

Tienden te handelen, en van andere faeken, die daer toe behooren.

Het Concilie van Trenten , ’t weick het lefte Algemeene onder verlcheyde Paufen , federt het jaer 1545 tot aen ’t jaer 15Ó3 , gehouden is, wierd in Vranckrijck niet aengenomen, voor föo veel het tijdelijck aengaet, maer alleenlijck voor foo veel het d’artijckelen van ’t Geloof betreft.

Gedsdienß Dc Chriftclijcke Godtsdienfl: is in Vranck-aengenomen leer korten tijdt na die van d’Apoftelen : maer ly heeft ’er niet wel können ftant houden, (uyt oorfaeck van d’overredingen der Druyden , en der gedurige oorlogen ,) dan na de bekeeririg van Clouys, d’eerfte Chriften Koning. ■

DeGerefar- De Gereformeerde Godtsdienft , door loan-nes Calvinus in ’t licht gebracht, die uyt Picar-dtenß, dien ge/proten was, is in Vranckrijck toegelaten door de Edióten van Françoys d’Eerfte, Henrick de Tweede, François de Tweede , Karei de Negende , en hun naefaten j maer niet de gene , die door Martinus Luther gepredickt, en in Duytslandt aengenomen wierd omtrent, het jaer lyip.

Aen die van de voorgemelde Gereformeerde godtsdienfl is veroorloft hun Vergaderingen , oft Synoden te houden , om daerin van hun kerckelijcke tucht en ordening te handelen , in ’t byfijn van de ComraiHariflen, die den Koning belieft daer toe te (lellen , doch die belijdenis van de felfde Godtsdienfl moeten doen.

In fekere landtïchappen van Vranckrijck vind men grooter getal Calviniften oft Gereformeerden , dan in d’anderen j gelijck in Languedoc, Dauphiné, Guyenne, in ’tlandt van Bearn , Poiélou , in ’t landt van Aulnis, en in Normandyen. In d’andere Landtichappen van Vranckrijck is het getal der Catholijcken veel grooter : ja men vind Hechts een kleen getal van Gereformeerden in de landtfchappen van Picardyen,Champagne, Bretagne, Burgundien, Auvergne,Roüergue,Limou(in, Berry ,Bour-bonnois , Angoumois , en Provence : en d’in-woonders , die belijdenis van dele godtsdienfl doen in de fleden van Parijs, Gergeau, Orleans, Blois, Tours, Bourges , Rouan, Caen , Diepe , Poidiers, Agen , Angers , Lyon , Befiers, en in andere , hebben vrye oeffening daer af oft in de voorfteden , oft in fekere gebuerige dor-pen en plaetfen, amp;:c.

De Franfche kerck dan beflaet uyt alle defe voorgenoemde Prelaten , die alle de hoedanig-heyt van Raetsheeren des Konings in fijn Raden van Staet, en Geheyme Raden aennemen, fchoon fy daer in geen recht van fitting hebben, en daer niet, dan door uytgedruckt bevel, geroepen worden. De noeming behoort aen de Köninck, met uytlluyting van de Capittelen ; en fy doen den eed aen hem , en leggen , als fy de felfde doen , de handen op de borfl, tot on-dcrfcheyt der wereltlijcke, die hen te faemen-gevoeght houden.

N G S E L.

'Tan d'Edelerît het tzveede Lidt der Staten ‘van Vranckrijck,

DEwijl het koninckrijek van Vranckrijck feer groot in fijn ommekring, en oock feer oud is, foo moet het nootfàeckelijck met een groot getal van Adeldom verfien fijn, die van alle tijden meer geëert heeft geweeft, dan ’t overige van ’t volck. Dit is milfchien ge-fproten uyt de gewoonte der oude Gaulers , die geen anderen , dan hun Druyden en Edelen , in achting hielden en ontlach toedroegen : want het overige van’t volck was fonder macht, en als dienflbaer. Oft anders, de Franfche Edel-dom heeft fijn oorfprong genomen uyt de vermenging van twee volcken , die fich in dit koninckrijek te famenvoeghden , te weten, van de Gaulers, en van de Francken , die de Gaulers verwonnen en onderbrachten , fonder dat fy echter hen wilden verdrijven, oft verdelgen. Maer. fÿ begeerden dit voorrecht boven hen te behouden, dat fy alleen de gemeene ampten, de wapenhandeling,en de befitting derLeenen fóu-den hebben , fonder gehouden te wefen eenige penningen voor de nootwendigheydt van den Staet op te brengen ; in welcks plaets fy alleen-lijck verplicht louden fijn in d’oorlogn te verfehl jnen. De giffing van een nieuw Schrijver is dieshalven niet onwaerfchijnelljck, de welcke fèghtjdat de nacm van Gentils-hommes (Edelman- Genüh-nen) hier uytfpruyt, dat d’eerfle Francken, die Gentils en Heydenen waren , Gallia onderge-’ bracht hebbende, dat alreede Chriflelijck was, en de wapenen en heerfchappyen voor hen alleen , met volkomen vryheyt, en ontlafting van ■ alle fchattlngen , behoudende , van de Chrifle-nen , die inboorlingen van ’t lant waren, uyt verfmading, oft uytnijdt, oft om eenige andere oorfaeken , Gentilshommes, dat is, Heyden-fche menfehen , namaels verandert in Edellieden , genoemt wierden : ’t en waer dat fy fich -felven dus geheeten hebben, naer ’t voorbeeldt der gener, die men onder de Romeynen Gen-' tiles noemde.

Doch dit fy foo ’t wil, eenige onderfcheyden Veïdeeîini deie Ordening en flaet van d’Edeldom in drie vand'EiUt-trappen , te weten, in enckele Edelingen , die men Efeuyers noemt ; in hooge Edellieden, Heeren en Ridders geheeten ; en in die van de hooghfte Staet, de welcke men Vorflen noemt. Maer andere deelen de felfde alleenlijck in hooge oft eerfle, en in minderen Adel ,• ’t weick de befle en fekerfle deelingfchijnt.

Die van den hoogen Adel worden in d’ou- Hoo^e» de Franfche Hiflorien aengewefen met alge-meene tijtelen van Primores Primates Principes regni, Magnates, Optimates, Seniores, Barones, Leudes, Vaßiregales, dat is, Eerfle, Voornaemlle, Vorflen van ’t Rijck, Grooten, de Befle,Ouderman-nen, Vryheeren , en Leen lieden des Könincks, die hun’voorname heerlijekheden van de Kroon te leen hadden. En federt heeft men hen befon-derlijcker onderfcheydjen in Hertogen, Marck-graven , Graven , Burghgraven, Baronnen , en Kafleleynen.

De

-ocr page 15-

AENHANG SEL.

Marckgraeflchappen opgerecht, ter gunli van fekere Heeren , die fy dus hebben willen eeren ; de welche ich wel foude noemen en optellen, gelijch oock de Graven, Burghgraven en Baronnen van dit koninchrijch ; maer dewijl dit een geheel boeck Ibude vereylehen , foo fal ick dat hier, als onnoodigh, nalaten.

Wat de Graven aengaet,in Vranckrijck heeft CravtKi men twee lborten : Ibmmigen Graven van Lantlchappen , en anderen van Steden. De Graven van Lantlchappen, gelijck van Champagne, van Vlaenderen,van Languedoc,van Provence, van Poiélou, amp;c. waren niet minder dan de Hertogen ; en in eenige landen noemde men hen oock Hertogen en Graeven Ibnder onder-Icheyt, gelijck die van Normandien , van Bretagne , en Galcongnc, en anderen. In tegendeel de Graven van Heden waren minder, en de Graven van Lantlchappen, of de Hertogen onderworpen , naer de Itant en gelegenheyt van hun Graeffchappcn. Men moet lïch hier in niet misgrijpen, dewijl de Graven vanLantlchappen fich oock dickwijls naer de naem van hun voornaemHe Heden noemden. Men vindt heden feer felden dusdanige Graeflchappen , om dat hun Lantlchappen en Heden byna alle weer aen de Kroon gevoegt, of tot Hertoghdommen opgerecht hjn. En inplaets van dele Graven voeren de Köningen andere Amptlieden in , om hen te beHieren , gelijck Baljuwen SAljMwe». en Senelchallen , foo om d’Edelca van hun gebiedt te vergaderen , en ten oorlogh te voeren, als om ’t Gerecht te bedienen , ’t fy door hen felven , of door hun Schouten en Stedehouders. Hier uytlpruyt dat in de HiHorien van Vranckrijck lbo veel heerlijeke inlèttingen verhaelc worden,die door de Köningen Philippus Augu-Hus , en S. Louys gemaeckt lijn , aengaende dc plicht van foodanige Amptlieden , van de welchen men leeH , dat fy eenige maelen door het Parlement verkolen , en in ’t befit van hun Ampten geHelt fijn. Dus bevindt men in een RegiHer van ’t jaer 1417, dat in de Kamer verkolen wierden Melfire Thomas van Launais, Ridder, tot Baljuw van Vermandois; Melfire Raoul van Gaucourt, tot Baljuw van Rouan ; de Heer van Humbercourt, tot Baljuw van Amiens j de Heer van Bours, tot Baljuw van Doornick en van Doornickerlandt ,• en Melfire Olivier van Mauny,tot Baljuw van Chartres,amp;c. Defe Ampten waren flechs voor ’t leven lang, ja de Koning weêrriep , of veranderde hen naer fijn believen.

De Senelchallen, voornamelijck aen d’overfy- Se»eicMi^_ de van de Loire opgerecht, hadden gelijeke macht als de Baljuwen, en verfchildeh van hen alleenlijck met de naem : want hun macht Hreckte fich uyt foo wel over de handeling der wapenen, als over ’t Gerecht : kort,in plaets van de voorgenoemde Hartogen en Graven hebben de Köningen ingeHelt en opgerecht Gouverneurs, en Luytenanten generael, en andere bc-Ibndere Gouverneurs onder hen , aen de wekken, gelijck men bevindt, groote macht en veel vermogen toegeHaen is. Maer om weer tot de Graven te keeren, wy leggen dat de Köningen

c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van

HartPütn. Dc oacm van Hartogh betceckent eygent-lijc*k de gene die voorgaec, en d’andere leyd, ofc met het heir de tocht doet. Onder de Romey nen wierden d’Overfte der heiren dus ge-noemr. Sedert wierdt deiè tijtel voor ’t ampt en de weerdigheyt onder de lefte Keylèrs genomen ; en d’eerfte Köningen van Vranckrijck noemden de gene Hertogen , aen de welche ly het gebiedt over Lantlchappen vertrouden ; doch m.et dit onderlchey t, dat in ’t Roomfche Rijck de Hertogen alleenlijck gelach in de lacken van d’oorlogh hadden ; en de Köningen van Vranckrijck vocghden hen met eenen toe de bediening van ’t Gerecht, met het ampt van de fchattingen en belaftingen te vergaderen, opdatydervan hen lèlf die in de Vorftelijcke lchatkift Ibude brengen. Sy Honden volkome-lijck onder het believen van de Koninck , die hen aflette , als hy wilde ; en fy hadden onder lich veel Graeffchappcn, d’een meer, en d’an-der min.

De waerdigheyt van Hertogen is nu d’eerfte en voornaemlle van ’t koninckrijck , na die van de Koning. Eertijdts, feghick, waren fy geen andere dan Amptlieden, die voor Landt-vooghden verftreckten, gelijck wy alreede aen-gemcrckt hebben. Maer toen de Köningen begonnen Leenen van de Hertoghdommen en Graeflchappen te maken , namen de gene , die hen als Ampten belaten , de lèlfde tot Leenen voor hen, en voor hun nakomelingen. Hier uyt Iproot dat eenige door hun dienllen en verdien-ften grooter wierden, lchoon fy echter niet van beter afkomlf waren dan veel andere Edelen. Sedert verliep ’er veeltijdts, Ibnder dat men eenige nieuwe Hertoghdommen oprechte, de welche in’t begin alleenlijch voor de Vorften van den bloede waren. Want d’eerlle, die in deler voegen Hertogh gemaecht wierdt, was Louys van Bourbon , loon van Robert van Vranchrijch , Graef van Clermont, welchs Baronnie van Bourbon, Koninck Karei de Schoo-ne tot een Hertoghdom oprechtte in December des jaers 1327. Koninck lan rechtte daer ca op de Hertoghdommen van Berry, en van Auvergne , voor fijn loon ïan van Vranckrijck. En dus deden verfcheyde Köningen met eenige andere, tot dat eyndelijck veele Heeren defe tijtel deelachtigh wierden, gelijck wy hier voor getoont hebben.

De Marckgraven houden heden de tweede ordening van eer naeft de Hertogen, en fijn heden minder dan de felve, en meerder dan de Graven. Want in ’teerft gaf men de tijtel van Marchgraef lbo wel aen de Hertogen, als aen de Graven, die op de grenlèn woonden ,• om dat Marche in d oude Eranlche tael beteeckent grens, olt fcheydpael. De Romeynen, die dele naem niet kenden,noemden hen deshalven alleenlijck Duces nbsp;nbsp;Comités ümitaneos, dat is, Hertogen en Gra-

quot;Tpen der grenfen. En om de waerheyt te feggen, fy wierden geftelt en opgerecht, om de grenfen te bellieren , en te belchermen , gelijck Aimoi-nus met uytgedruckte woorden te kennen geeft. Maer federt eenige tijdt hebben de Köningen van Vranckrijck in 't hart van hun Rijck felf Vranckrijck.

-ocr page 16-

N G S E L.

recht aen fich Ibuden willen trecken ; en dics-halvcn was de voorHant en ’t ontfach van machtige lieden ten hooghHen nootfaekelijck. Dele verdedigers wierden genoemt Verlbrgers,Voor-fj:)reeckers , Belchermers, Vicariflen , en Stedehouders der Biflehoppen, lbo veel de tijdelijcke middelen aengaet, in*t Latijn Vice-Domini, daer af de naem van Vidâmes is gefproten , die daer mede gedaen hebben gelijck de Graven en Burghgraven , de welcke fich van gemeene Amptlieden en dienaers , Heeren en meeHers van veHingen hebben gemaeckt, oft ten min-Hen te wege gebracht hebben dat hun ampten leenroerigh en erftelijck fijn,en die van de kerck hunne leenheeren. Ia fy hebben de tijtel van ’t Bifchdom, daer af ly Vidâmes waren, aengeno-men, gelijck dievan Rheims, van Amiens, du -Mans, van Chartres, van Laon , van Normandien,amp;c. De Vidâmes voeren ’t hoogh Gerecht, met meer reden dan de Burghgraven, die ’t met gewelt aen fich hebben getrocken. Maer de Vidâmes hebben ’t volgens de natuer van hun ampt ; vermits de Bilfchoppen , die ’t niet konden gebruycken , uyt oorfaeck van hun gecHc-lijck ampt, genootlaeckt hebben geweeH om dat aen hen te beveelen, en over te geven.

Daer liet ghy alle de trappen van d’eerHe OrdonnAn-mindere verdeeling der Edelen ,• en om de felf- J*. de in eenige glans te houden , en niet al te ge-£lt;ïlt;rwlt;^ff«/f» me.en te maeken, foo hebben de leHe Köningen van Vranckrijck goetgevonden defe volgende / ordonnantiën daer in te Hellen : te weten , dat het landt en de heerlijckheyt van de KaHeleyn, van oude tijden over des lèlfs onderlaten hoog, middel en laegh Gerecht moet hebben, met recht van jaermarekten , marekten , §chour-Ichap, tollen te Hellen, en uytHeeckentheden in de kereken. De Baron moet ten minHen drie KaHeleynlchappen befitten , om vereenight en te famen gelijft, en van de Koning voor een eenigh leen gehouden te worden. De Graef moet hebben twee Baronyen, en drie KaHc-leynfchappen, oft een Baronnye , en fes KaHe-leynfchappen. Het Marckgraeflchap moet be-Haen uyt drie Baronnyen , en lès KaHeleyn-fchappen, te famen vereenight, en van de Koning gehouden. Den Hertogh moet ten minHen befitten vier-en-twintigh duyfent ponden inkomH, lbo in ’t landt, dat tot een Hertogh-dom opgerecht is, als in ’t gene dat daer onder behoort, en onder uytgedruckte voorwaerdc dat, bygebreckvan mannelijekeerfgenamen, het Hertoghdom weder aen de Kroon keert. Maer dit wordt niet altijdt naeukeurighlijck onderhouden.

Den minderen Edeldom wort weder verdeelt Miudtrtn in Ridders, Schiltknapen, en Knapen. Want ick ben niet van ’t gevoelen der gener, die achten dat de Ridders geen placts onder d’Adel hebben j dewijl leker is dat de tijtel van Ridder een dubbelde beteeckening beeft, even op de lelfde wijle, als die van Baron. Volgens d’eerfle beteeckening, die algemeen is, en ergens byge-voeght wordt, paH ly aen alle Heeren en VorHen, ja oock aen de Köningen, en aen hun kinderen , na dat ly d’ordening van Ridderlchap,

X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

van Vranckrijck , ledert drie bondert jaren tijdts , een groot getal nieuwe hebben gc-raaeckt, die niet de felfde macht, als d’oude Graven, konden behouden.

Na de Graven volgen de Burghgraven, die W«. van hun eerfte oorï'prong Amptlieden waeren, gelijck fy, en hun Stedehouders dus genoemt, om dat ly in de Heden de plaedèn der Graven bekleedden , als ly hun gemeene wooning daer niet hadden. Maer federt dat de Graven hun ampten fich eygen maeckten , hebben hun Stedehouders, hun voorbeelt volgende, desgelijeks gedaen. Hier uyt ïpruyt het dat de gene , die hch niet door gewelt hebben können vaft Hellen , niet anders dan enckelde Amptlieden gebleven fijn, gelijck onder anderen de Burghgraven van Normandien.

De Baronnen fijn oock onder de Graven, ^arennt». ..1,1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i •

niet in dalgemeene beteeckening van Baronnen , die alle Vaflalen begrijpt, de welcke im-mediatelijck aen de Kroon verbonden fijn, ’t fy VorHen van den bloede, Hertogen, Marckgra-ven. Graven, oft andere Heeren, gelijck wy nier voor aengemerekt hebben. Maer ly fijn ’er volgens een andere belbndere en ey^ge beteeckenis, de welcke befonderlijck de Heeren van ïboda-nige landen aenwijH, die tot Baronnien verheven en opgerecht fijn. En Ibmmige Hellen noch in defe rijgh de Heeren , die de tijtel van Prin-cen voeren , alleenlijck om dat hun landen met de naem van Prinsdommen vereert fijn j gelijck Chabanois, Chalais, Tlialemont, Mareiliac in Angóumois,en andere; want lbodanige Prinsdommen behooren onder Graefîchappen.

Kaßelep De KaHeleynen fijn minder dan de Baron-nen en Burghgraven : maer om de groote ge-lijckheyt en overeenkoming, die iy met de Baronnen hebben , en om dat men in faeken van Haet en waerdigheyt altijt by gevolgh van tijdt opklimt, foo hebben fy oock dit verkregen, dat fy van hoogen Adel fijn. Sy waren d’oude Ca-piteynen der Hercke plaetlen, die minder dan de ffroote Heden waren , in de welcke de Gra-ven hun wooning hielden. Men vind oude Heeren , en van deurluchtigh geflacht gelproten, die de tijtel van KaHeleyn dragen. Heden is ’t, oft de naem van een Heerlijckheyt, die alleen-lijcklaegh recht voert, gelijck in Anjou, le Maine, Dauphiné, Blois, ForeHs j oft de naem van een Ampt, gelijck het eertijts was in Auvergne, Poitou, en Languedoc. Eenige feggen, dat d’oude Burghgraven de felfde macht hadden als de KaHeleynen.

Vidâmes fijn oock van den hoogen Adel, en hebben hun oorfprong van d’oude Huys-beforgers, in de Bifehdommen ten tijden van d’eerHe kerck opgerecht, toen de GeeHelijcken machtigh gemaeckt wierden om tijdelijcke goederen te befitten : want om de Biflchoppen, die d’OveiHen van dele tijdelijcke goederen waren, oft de PrieHers , die onder hen Honden, niet in de bediening van’tgeeHelijck te belemmeren, fbo wierden lekerc Huysbelôrgers en voorHan-ders geHelt, om hun goederen en perlbonen te Hieren , belbrgçn en te belchermen tegen alle benijders, en lbodanige, die de felfde met on-

-ocr page 17-

A E N H A als een bewijs van de wapenen, en van dapper-heydt, aengenomen hebben. En volgens aefe beteeckening mach men leggen,dat de Ridders geen vallgelïelde ordening noch trap van ftaet hebben. Maer ly geven oock op een befonde-re en afgefcheyde wijle feker foort van Edelen aen, die minder lijn, dan de Baronnen,en boven deSchiltknapen en Hechte Edelingen verheven. En dieshalven heeft men niet hier aen te twijf-felen , dat ly een belbndere rijgh en ordening in d’Edeldom maeken. De Latijniche Hiftorie-fchrij vers van Vranckiijck hebben hen Milites^ oft Krijghslieden genoemt, om datfe wegens hun leenen verplicht waren de Koning, en andere Heeren,van de welcke ly iets te Leen hebben,in d’oorlogh te dienen. In de Franlche tael worden , ly Chel^aliers, dat iSjRuyterSj oft Ridders genoemt, uyt oorfaeck van quot;t paert, met het welck ly ten dienft moeften komen ,- want in Vranckrijck voornamelijck fijn de ruyters altijdt inhooger achting geweeft, dan de voetknechten.

ehivaiiers Voorts,men bemerckt dat’er drie trappen van Ridders lijn geweeft, als men dit woort in defe tn laetfte beteeckening neemt ; te weten, Bannier-Ridders , Proef-Ridders, en gemeene Ridders. Want de gene , die foo groot een getal van vaf-falen , onder hun Heerlijckheyt behoorende , hadden , dat ly een geheel vaendel van Paerde-volck konden uytmaecken , wierden Chequot;palierf B4WK^^rj,Bannier-Ridders,oft die vaendels voerden, genoemt j ’t welck ly voor groote eer hielden : en ly rechten hun bannier oft vaendel op met groote plechtelijckheyt, gelijck Frolfart, in ’t eerfte boeckfijner Hiftorien,verhaelt.D’an-dere, die geen middel hadden om een vaendel oft kornet op te rechten , maer onder die van de Bannier-Ridders trocken, wierden Che'»aliers Bacheliers, oft Proef-Ridders, genoemt, van de welcke twee foorten geweeft hebben, gelijck men befpeurt uyt een verdragh, in ’t jaer 1331, tulfchen Koning Philips van Valois,en d’Edelen van Normandien , gemaeckt : want fommige worden daer in genoemt Chelgt;aliers Bacheliers à compagnonsj dat is, Proef-Ridders met hun Mede-gelellen, en d’anderen alleenlijckCli^T^to Bacheliers , dat is, Proef-Ridders. En beneden delen waren de gemeene Ridders, die oock in ’t felfde verdrach gedacht worden.

Maer behalven defe onderfcheyden, die aen foodanige Edelen eygen fijn , de welcke boven de Schiltknapen uytfteecken, heeft de waerdig-heyt van Ridderfchap van alle tijden in foo hooge achting geweeft, uyt oorlaeck van de heerlijcke ceremoniën en toeftel, die gemaeckt wierd, als men defe waerdigheyt verkreegh, dat niet alleenlijck d’Edelingen, maer oock de Heeren en Vorften , ja oock de Köningen en hun kinderen daer mede vereert wilden fijn , gelijck ick onlangs gefeght heb,- daer uyt federt de vond van fekere Ordeningen van Ridders te maeken,gefproten is, in de welcke de Köningen vanVranckrijck alleenlijck degene aengenomen hebben , die van feer hooge verdienften waren, oft om hun dapperheyt, oft om hun af-komft. ’t Is aenmerckelijck , dat men noch heden geen andere daer in aenneemt,dan de gene,

N G S E L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xj

die alreede van elders de tijtel van gemeen Ridder befitten.

De Schiltknapen fijn minder dan de Ridders, tot welcker ordening ly echter können géra- pen. ken. Sy voeren defe naem van de lchilden , die ly dragen , niet hun eygen , maer die van hun meefters. Want in de voorleden tijdt begaven d’Edelen fich in dienft van de gene, die grooter waren, gelijck van Ridders en Heeren, van de welcke ly de lchilden en oorloghswape-nen droegen. En dieshalven worden ly in de Latijnfche gelchriften der Franlchen genoemt, Scutiferif Schilddragers, Armigeri, Wapendragers ; Se-rianti ) Serjanten i Bamuli j Knechten en Serygt;ientes, Dienaers. In eenige Landtlchappen voerden ly de naem van Valets, Knechten ; gelijck in Poiótou : want dele naem had eer tij dts een eerlijcke beteeckening , en komt van ’t Latij nfch woort Kï-Z^o, ’t welck dapperheyt beteeckent. Maer federt de felfde tot loodanig een verachting is gekomen, dat hy recht tegen d’Adel geftelt is, en na dat de naem van Serjant aen de mindere die-naers van ’t Gerecht is gegeven, foo hebben de gemeene Edellieden fich aen de tijtelTïin Schilt-knaep gehouden , die ly alle voeren , als op de krijgns-oelfening palïende, dewelcke de waer-achtighfte bron van Edeldom is, ’t fy dat ly in den dienft van grooter blijven, dan ly felver fijn , oft dat ly t’huys van hun inkomften leven.

Eyndelijck, na de Schiltknapen volgen de _ Pagien , oft Edelknapen, dus genoemt van * dagogiutn, oeffenplaets, hoewel eenige delen naem afleyden van Pagani, oft Pagenßs, dorplieden. Daer fijn tweederhande Pagien , te weten, Staet-pa-gien, en gemeene Pagien. De Staetpagien ver-voegen fich alleenlijck by de Koning , daer ly oefteningen leeren, die aen d’Adel paften. Dele fijn gemeenelijck kinderen van Baronnen , oft Ridders, die, uyt hun jongelingfchap gekomen, in voorgaende tijden genoemt wierden Bacheliers, dat is,die naer de Ridderfchap trachten, oft Damoifeaux en Don^^els, met de verkleynde naem van Dam, ’t welck Heer beteeckent. Sy droegen defe naem foo lang , tot dat fy , vooght van het huys geworden , fich volkomelijck Heeren noemden, oft tot dat fy , hun dapperheyt door de wapenen bekent gemaeckt hebbende, van de Koning tot Ridders gemaeckt wierden. De gemeene Pagien fijn van den flechten Adel af- ^tmeew gekomen, en dienen de Ridders , oft Heeren : want de flechte Edellieden moeten geen Pagien hebben , maer alleenlijck Lackeyen, die van ’t gemeen volck fijn. En in dc vorige tijden wierden de foodanige, als fy buyten het Pagiefchap waren, Schiltknapengenoemt, omdat fy het ampt hadden van het lchilt, oft de wapenen der Ridders te dragen, als ly ten oorlogh trocken. Dele Pagien droegen de lievereyen van hun Meefters , die gemeenelijck met de voornaemfte ko-leuren van hun wapenen overeen quamen. ’t Welck d’Adel noch behoorde waer te nemen, als ly aen hun Pagien en Lackeyen de koleuren doen dragen.

Nu is ’er noch overigh te fpreccken van de ji/,rckteec-merckteeckenen van delen Adel, die de tweede Staet van Vranckrijck uytmaeckt. Het een merck-

-ocr page 18-

sij nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

mercktceckcn is dat van ’t fwaert, van ’t welck d’Edelen alleen recht hebben om dat fallen tijden en overal te dragen, ja tot in des Konings StamiMpe- kabinet, ’t Ander beftaet in de Stamwapenen, dewelcke oock alleenlijck aen d’Edelen behoo-ren, en niet aen ’t gemeen volck, van ’t welck het meefte deel, oft door te groote eerfucht, oft door hun rijckdom opgeblalen, heden tracht het recht aen fich te trecken, tot groot nadeel van den waren Edeldom.Men vint het gebruyck der Stamwapenen voor d’Edelen in Vranckrijck ledert de tijdt van Carolus Magnus ,• en de Herauten , oft Köningen der wapenen, hebben gefielt gewceft om de felfde op te rechten, en te verbeteren , en om op ’t bellaen van ’t gemeen volck te paffen.

Tot een ander onderfcheyding flellen de Helm. Schiltknapen boven hun Stamwapenen een flechte helm, tjmbrc genoemt, die van de Ridders verguld wordt gevoert : maer de Graven, Marckgraven en Hartogen voeren de felfde verguld en open, met kroonen, die echter ver-Icheyden fijn. Want de kroonen, die de Graven op hun helmen voeren , fijn met paerelen be-faeyt j die van de Marckgraven met paerelen en Kreenin bloemen j en die van de Hartogen met bloemen w» alleen. De Ridders hadden oock by oude tij -graven, en den, tot een befbnder kcnteecken van hun waer-Hanegen. digheyt, vergulde Iporen en harnaffen, de welche fy alleen vermoghten te dragen. En tegen-woordigh hebben de Ridders van d’Ordening de halsbant, oft andere kenteeckenen van hun Ordening. Kort, de Hartogen en Graven hebben de Hartoghlijcke oft Graeffelijcke mantel, die fy noch by de helmen van hun Stamwapens voegen, met hun finlpreucken.

Zee- D’Edelen in Vranckrijck hebben verlof ge-had van hun Leenen aen onadelijcke lieden te verknopen , die bequaem oft machtigh ge-maeckt wier den om de felfde te befitten ; en voor dit verlof, gratie oft gunfl genoemt, be-taelden fy eertijdts aen de Koning feker recht, dat door Karei de Sefte afgefchaft wierd ; en in plaets van dit recht worden de gene, die geen Adel fijn , van tijdt tot tijdt gefchat, namelijck door de Köningen, oft door Commiflariffen, die hier toe gemachtight fijn. De fommen , en de tijdt, in de welck defè fchattingen, rechten van vrye Leenen genoemt, gelicht worden, fijn niet bepaelt.

Behalven d’onedelen fijn oock deKerckelijc-ke lieden, de Klooffers, Gaflhuyfen, Godtshuy-fen, en Lazarushuyfen tot de Leenen ontfan-gen , fonder echter het volck te verfchaffen, ’t welck foodanige Leenen ichuldigh fijn 5 en dieshalven worden fy volcken van main-morte^ dat is, die geen hulp oft oorloghsvolck ver-leenen, genoemt.

In Vranckrijck fijn huyfen en geweften, daer de dochters niet vermogen de Leengoederen t’erven : in voegen dat, fbo eenige Edelingen flerven , fonder fbon oft broeder nae te lae-ten, de Köningen defè Leenen weder aen hun Kroon mogen voegen , gelijck fy in de Reyfèn van ’t Heyligh Landt, en in d’andere oorlogen gedaen hebben.

N G S E L.

Van dc derde Staet.

WAt de derde Staet van dit Koninek-rijek aengaet, fy begrijpt al ’t overige van ’t volck , dat buyten de Kerck en d’Adel is. Dit volck wiert echter niet gereeckent ten tijden van de Romeynen, noch van de twee eerfle Stammen der Köningen van Vranek-O

rijek. Maer in de derde Stam , toen de Köningen een gewoonte maeckten van onderflant van geit het gemeen volck af t’eyffchen , tot behoef der oorlogen, wierden fy, op dat men te vreed-famerhuntoeflemming foude verkrijgen,voort-aen tot d’algemeene Vergaderingen geroepen; en dieshalven wierdt het de derde Staet oe-O noemt. En defe derde Staet is nu in veel groo-ter macht en achtbaerhey t, dan te voren , om dat d’Amptlieden van ’t Gerecht, en van de gelt-middelen byna alle daer uyt genomen worden, na dat d’Adel de geleertheyt heeft veracht ; want uyt hen wierden eertijdts de Rechters en voornaemfle Toefienders over de geltmiddelen verkofèn.

In de derde Staet fijn , foo wel als in d’eerfle Trappenvan en tweede, veel trappen en ordeningen, dewelc-ke van Loifèau en andere dus befchreven en aengeteeckent worden : de Geleerde lieden, de Bedienaers der geltmiddelen , de Praólifijns , Kooplieden, ambachtslieden, landtbouwers, en daghnuerlingen.

De derde Staet is deelachtigh aen de beneficiën , officien , en waerdigheden , verkrijght en befit Leenen ; en kan, met eenige dienfl aen de Koning te bewijfèn, oock tot de trap van Edel-dom komen. Als d’Adel en ’t volck wel onderhouden worden, foo kan d’een d’ander niet verdrucken , noch de twee tegen hun Hooft aen-fpannen. Indien d’Adel, die de wapenen heeft, net volck verongelijcken wil, foo wordt fuicks door ’t Gerecht belet, aen ’t welck de Koninek foo groot vermogen gegeven heeft , dat de Grootfle van’t koninekrijek fèlve datontfien. En indien het volck, ftereker in getal, tegen hun Koninek opftaen wil , fbo is d’Adel fbo machtigh , en met het Gerecht foo ontfacchelijck, en het volck foo fwack in de wapenen , dat het fèer lichtelijck weder tot fijn plicht gebracht kan worden.

In Vranckrijck fijnfèdert veel eeuwen suverny flaven meer, gelijck door veel vonniffen daer af geoordeelt is. Daer fijn echter in eenige Landtfehappen fckere flrenge rechten voor d’onderdanen en landtlieden tot hun Heeren, die men main-morts noemt, dat is, flaeffche men-fchen, maer oneygentlijck, amp;c.

Daer fiet men een verdeeling en korte be-fchrijving van de drie Ordeningen of Staten van Vranckrijck. Nufalhet welvoegelijck fijn van hun algemeene Vergaderingen te handelen , de welcke van de Franfche Köningen aen-geleyt en gehouden worden foo dick wij Is als men d’oude wetten en regelen weer wil oprechten, de misbruycken verbeteren , goede tucht herflellen, tegen d’afval en oproer ver-fien, d’onderdanen verlichten , en de gemeene noot van ’t Koninekrijek te hulp komen.

-ocr page 19-

A E N H A

Vergaderingen der Algemeene Staten.

D’Algemeene Staten van’t Koninckrijek , uyt drie Ordeningen beftaende j te weten, uyt de Kerck , uyt d’Adel, en uyt de derde Staet, hebben eenige overeenkoming met de vergaderingen der Gaulers, die lekere Oude gedaente en lighaem van Staten hadden, de StÄf». nbsp;nbsp;welchen in veel Gemeenten vereenigt en te ià-

men verbonden waren, of oock van alle de volcken der Gäulen, gelijck’er een voorbeelt af is in Julius Celar, die felf by de/è vergaderingen quam : en de Köningen van Vianck-rijek, inlbnderheyt die van de tweede Stam, hebben miffchien defe gewoonte van de Gaulers , of die van de Franfchen felve behouden , die in’t velt vergaderden. De Mairen van het Paleys voerden in hun tij teen form van jaie-lijckfche vergadering in , die fy Parlement noemden , om dat men daer van Staetsfaecken fprack. Sy gaven daer in de voorfitting aen de Köningen , en deden de Heeren en Baronnen van ’t Koninckrijek , en andere voorname mannen , ftemmen, om antwoort op de klachten der onderfaeten, en aen de Gelànten der vreemde volcken te geven. Karei Martel wierdt in een gelijeke vergadering Vorft der Franlchen verklaert. Pepin , om fijn macht en achtbaer-heyt met de toeftemming der Ordeningen van ’t Koninckrijek t’onderlleunen, noemde deiè algemeene lamenroeping, met iekcr woort, van ’t Latijnfch ConDentus, Samerkomß j af komende, ’t welck d’oude Franlche Schrijvers gebruyc-ken. Karei de Groote , en Louys de Goedertieren behielden de felfde. Hugo Capet, hooft van de derde Stam , vergaderde defe Ordeningen om de felfde reden , als Pepyn. Sijn nakomelingen deden desgelijeks, en feer dickwijls, om befluyt over gewichtige aenflagen te nee-men , die de welffant van de Kroon betroffen. Adelardt fegt, in fijn boeck van d’Ampten van ’t Paleys, dat fbodanige Staten, die hy Pbcita, Keurertf noemt, ten minften tweemael des jaers gehouden worden, d’een kort nae Paefïchen , die toen het begin van ’t jaer in dit Koninckrijek was, (welcke gewoonte federt door Koning Karei de Negende afgefchaft wierdt 5 ) en d’an-der omtrent S. Martens dagh.

rtrfcheyde Macr fcdcrt wierden defè vergaderingen of vtrgadertn- beroepingen van Staten niet foo veel ge-bruyckc ; en dewijl het volck voor een derde Staet by de twee anderen gevoegt was, fbo begon men oock de voornaemften daer af by defè vergaderingen te roepen, namelijck in de heer-fchappy van Koning Philips de Schoone. D’an-dere Köningen fijn federt van tijttot tijtdaer in voortgevaren, om alle hun onderdanen te vernoegen. Dus leeft men dat Koning lan , in ’t jaer 13 jy , de drie algemeene Staten te Parijs vergaderde, om middelen te beramen tot lichting van krijgsvolck, en dEngelfchen tegen te ftaen. Drie jaren daer nae, toen hy in Engelant gevangen was gevoert , wierden fy weer te Compiegne te famen geroepen, daer men de heffing van een bovengewoonegroote fchatting Vranch'ijck.

N G S E Lr. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xii|

tot fijn verlofiing toeftondt. Koning Karei de Vijfde vergaderde hen oock in’t jaer 136p, in fijn Parlementshof, daer op fijn bevel d’aen^ merekelijekften van de Kerckelijcken , van d’Adel, en van de groote fteden verfchenen, om middelen tot d’oorlogh , en tot de tegenweer van ’t Koninckrijek t’overwegen. De felfde algemeene Staten wierden door Koning Karei de Sevende inde ftadt Poiótiers beroepen, terwijl d’Engelfchen fich meefters van Parijs hadden gemaeckt.

De Köningen Louys d’Elfde, en Karei d’Achtfte , fijn loon, riepen hen te Tours, in de jaren 1467 en 1484 5 en federt fijn fÿ noch dickwijls vergadert in verfcheyde tijden, gelijck t’Orieans onder Koning Karei de Negende , in ’t jaer 15Ó15 te Blois onder Koning Hem ick de Derde,in’t jaer 15765 en te Parijs in’t jaer 1Ó14, onder Koning Louys de Rechtvaerdige, van de welcke wy, tot vernoeging van de Lefer, d’ordening en fitting füllen verhalen.

Van wegen de Geeftelijcke Staet waren in Ordcniu^ defè vergadering hondert en veertigh Gemach- fitting tigden , onder de welcken vijf Kardinalen wa-ren, feven Aertsbiftchoppen ,feven-en-veertigh de Recht-Biffehoppen , en twee Hoofden van Orderen, Van wegen d’Edeldom waren ’er hondert twee-en-dertig Edelingen ; en van wegen de derde Staet, hondert twee-en-negentigh Gemach-tighden , alle Amptlieden van ’t Gerecht, of van de geltmiddelen. In d’algemeene Ommegang ging de derde Staet voor, d’Adel daer nae, en de Geeftelijcke Staet left, die fich by de Koning voeghde, de welck toen in een geftoelte fat van drie treden hoogh , met violet-flu weel bekleedt, en met goude leliebloemen befàeyt* D’oude Koningin, des Konings moeder, fat op een fetel, en by haer Mevrouw Elifabeth, eerfte dochter van Vranekrijek, toen aen deVorft van Span jen belooft, en de Koningin Margarita , Hertogin van Valois, alle drie een weynigh van malkander afgefbndert, en als tot een half-ront gebogen , die aen des Konings rechte handt waren. Mijn Heer des Konings broeder fat in een leunftoel, en Mevrouw Chriftina, tweede dochter van Vranekrijek , een weynigh van daer ; doch beyde aen des Konings flincKC hant. De Groote Kamerling fat aen des Konings voeten op een fluweel kuften : de Groot* meefter op een draeghftoel, maer niet met een leuning, met violet fluweel bekleedt, met de rug naer de Koning, en ’t aengeficht naer het volck gekeert : de Kancelier op een leunftoel, aen des Konings flineke hant, ten eynde van de voetbanek. De twee deurwachters hielden hun knotfen opgeheeven , en lagen geknielc voor de Koning, tuffehen de Grootmeefter, en de groote Kamerling. De Kapiteynen der lijfwachten , en eenige anderen, ftonden daer achter ; dicht aen de Majefteyten, des Konings broeder, en fijn fufters. Defe toeftel faghmen op de hooghfte voetbanek. Op het groot tooneel ter rechter hant faten de Vorften van den Bloede , met een kleyn affchutlèl van d’andere Vorften van ’t Huys van Lotteringen afgefcheyden, en twee Pairs oft Genoten van Vranekrijek.

d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ter


-ocr page 20-

xüij


Ter flincke hand, en tegen over de Vorftcn waren eenige Kardinalen , en op hun Iclfde fit-piaets twee Hertogen en Pairen , en eenige Maerfchalcken van Vranckrijck. Achter hen op een banek fat d’eerftc Edelman van de Kamer, en de Meeher van de kleerkas. Beneden aen ’t tooneel , tegen over des Konings geftoelte , was de tafel der Secretarilfen van Staet, die met de rugh naer het tooneel gekeert faten. Aen hun rechte hand,by d’affchutfels,faten de Raets-heeren van Staet met de lange rock; en de Mee-fters der Requeften , op baneken, die in ’t lang gevoegt waren. Ter flincke hand, en tegen delen over, waren de Raetsheeren van Staet met de korte rock, bynae alle Ridders der beyde Ordeningen. Voor de baneken der Gemachtigden waren de Herauten, of Uytroepers, met hun wapenrocken bekleedt. Acht of tien fchre-den van het tooneel, op de vloer van de Sael, flondenveel baneken, tegen malkander over, aen wcderfijden van de kamer ; op die van de rechte fijde wierdt de kerekelijeke Staet geplaetft, ter flincke fijde d’Edeldom, en achter hen de derde Staet. De Meefler der ceremoniën, en eenige lijfwachten by hem, hadden hun plaets in ’t midden van de gang over de Sael, en maeckten een aflcheyding van de baneken , die aen weêrfljden Ronden. Alles was met affehut-felen omringt en befloten , met een eenige opening, recht over de Koning, amp;c.

De Koning doet door Ediót de vergadering der Staten bekent maecken , ’t jaer, de dagh en de plaets wordt ’er in aengewelèn. Men lêndt dit Edidf aen de Parlementen , die ’t weer aen de Baljuwen en Senelchallen lenden , de welcke het felfde aen de Schouten , en Rechters, die onder hen behooren, bekent maecken. De Gemachtigden der drie Ordeningen of Staten van yder Lantfehap vervoegen lieh ter geftelde dagh en plaets, daer van alle d’aflchriften der Lantfehappen niet meer dan drie gemaeckt worden , de welcke algemeen fijn voor de Gee-ftelijckheyt, voor d’Adel, en voor de derde Staet. D’artijckelen , in yder affchrift herhaelt, worden aengetekent ; de genen, die belónder fijn, worden onthouden, met de naemen der

Wyfi van ^egefe^de State» hy jnatkamier te veraaele-

re».


Lantfehappen en plaetlèn, om belbnderlijck daer op te doen beraetflagen en befluyten. Als de Staten dus vergadert lijn , loo vertoont de Koning of de Kancelier d’oorlaecken van de byeenkomft ; en de drie Gemachtighden , uyt yder Ordening verkofen , doen een vertoogh , en vertoonen hun klachten in ’t algemeen , amp;c. Daer fiet ghy hoe de Köningen vanVranckrijck lómtijts aen him volcken gelegentheyt geven om voor hen te verfchijnen, en door middel van dusdanigh een t’lamenkomfl:, fich vernederen om oock met de derde Staet van hun Rijck raet te leven , en des felfs gevoelen , tot éveillant van ’t Koninckrijck,te hooren ; daer ly oock ter felfde tijt het gene, ’t welck voor hen fbude können verborgen welen,foo veel de noot der volcken aengaet, fonder eenige vermaening cn veynfing verlUen.

Van grootheden , uytßeekentheden , tljtelen en 'voorrechten der Köningen, 'uan 't

en ‘van de Kroon 'van Vranckrijck.

Lie de voordeelen van roem, eer en Ma-jefteyt, die een Huys deurluchtigh maecken , worden geluckiglijck in dat van

Vranckrijck gevonden ; en geen ander , hoeda-nigh het oock is, kan by het lelfde geleecken worden , om de top van des felfs grootheyt te bereycken , foo om fijn outheyt, en Koninek-lijcke oorlprong , als om de voorrechten, ver-dienften , deughden , verwinningen en veroveringen van fijn Köningen.

Hun Heerlchappy en Kroon is beftandigh gebleven federt d’omkeer van dertien eeuwen , of daer omtrent; cn van dele tijt af fijn ly tot weêr-gadelofe grootheden opgeRegen. En dewijl Godt op hen , en op hun nakomelingen foo-danigc gunRen, die aen andere VorRen niet gemeen fijn, en feer belbndere lègeningen , heeft doen afvloeyen , foo können wy , om de felfde als in een beknopte lchildery te vertoonen, niet beter doen, dan van ’t gene, dat tot de heyligheyt behoort, beginnen. Wy feggen dan dat de Köningen van Vranckrijck, door een weêrgadeloos geluck, met olie , of met een wel-rieckende balflem , van de hemel in een heyligc ampoule of kruycke gelbnden , gelalft en ge-wijdt fijn; ’t welck betoont dat Godts belbndere genade en gunR , door de welcke de Köningen geluckigh fijn , en daer door ly heerlchen , on-middelijck van fijn voorlbrge en goetheyt alleen komen ; en men kan van hen met recht feggen, dat ly met de deurluchtige Konineklijeke Staet oock eenigfins aen d’uytReeckende waerdigheyt van ’t PrieRerlchap deelachtigh fijn. Sy com-municeeren mede , door een ander voorrecht, onder de twee gedaenten van broot en wijn ; een voorrecht ’t welck geen andere ChriRen-Koningen genieten. Wijders, ly vergeven met volkome recht eenige beneficiën, en openRaen-de prebenden , by voorval van ’t Konineklijek recht ; ly hebben de noeming in de hooge Pre-laetfchappen van hun koninckrijck,namclijck in d’Acrtsbilchdommcn,Bifchdommen enAbdyen; befitten ook felve eenige prebenden in de Dom-kereken van Lyon, Tours, Poiófiers, Angers en du Mans, met de waerdigheyt van eerRe Kano-nicken der fclv.e ; hoewel door de Kannonyckc inlettingcn de leeke perfonen niet bequaemdacr toe fijn. Dat meer is,ly fijn oock Abten in andere kereken. Ja uyt kracht van hun lalving, die meer Goddelijck dan menfehelijek geacht wort, en de welcke eenighlins met die van dc Köningen van Ifraèl overeenkomt, is hen federt de dagh van hun krooning, een andere gunR en fegening, als een Rrael van de Godtheyt, in-geRort, namelijck het wonderlijck vermogen van de fieckte der kropfweeren , met het aen-raecken van hun handen , te genefen : ’t welck alle de vreemdelingen gedwongen fijn met verwondering t’erkennen , en te belijden, dat de krachtige wereking van defe genefing niet al-leenlijck in Vranckrijck is gefchiedt, maer oock in de


-ocr page 21-

AENHANGSEL.


3cŸ


in de geburige Staten, befonderlijck in Italien , in de tijt der verwinningen van de Köningen Karel d’Achtfte, en Louys de Twaelfde , in die geweften ; en ledert in Spanjen door François


’t vermogen van ’t Parlement grootelijcks ver-^ minderde j om de voorrechten van de Kroon té bewaren. Maer, wat het gene oock is, dat ly tot grontveft van hun gevoelen ftellen, ick vind het een weynig bclachelijck;en de reden,die my dus doet fpreeken , is dat het Parlement altijt door


d’Eerfie, terwijl hy daer inde macht was van Keyfer Karei de Vijfde.

Wijders, de Köningen van Vranckrijck heb» feer klaer-blijckclijcke handelingen bekent ben door hun godtvruchtigheyt, en door hun heeft, dat het geen andere macht hadt dan de andere heldachtiae deughden , met recht ver-dient en verkregen de heerlijcke tijtels van


Tjte!e». Jller-Chriflelijckfie, oudtfie Sonen en Befchermers TPan de Kerck , 'yan Katholijck , en Vborflanders quot;Van ’t Geloofd yjan de Heylige Stoel, en tan de Roomfehe Paufen : voor de welcken Vranckrijck dickwijls een leckere toevlucht in hun dringenHe nooden en tegenfpoeden heeft geweeft. Door veel bullen der Paufen is oock aen hen vergunt, dat ly niet


gene die de Köningen daer aen gegeven hadden ; ’t welck het noch heden bekent, dewijl het lelfde , nae de vacantien , niet geopenC wordt , dan uyt kracht van een uytgedruckc bevel, ’t welck de Koning daer toe fend. Hy heeft oock de lelfde volkome macht over fijn Raet, en lelf over alle de vergaderde Staeten van ’t Koninckrijck , als over fijn Parlement : en hy gebruyckt hun raden in faecken van belang ; nae het welck hy volkome macht heeft om het gene,dat hem goet dunckt, te beveelen,-’t welck hy in defe woorden doet : Wy , uyt ons


verbannen lullen mogen worden. Als ’er een nieuwe Paus verkolen is, bewijlen fy geen on-derHelling aen hem, gelijck alle d’andere Ka-tholijcke VorHen, welcker Staten leenen fij n of 'Volkome vermogenen fekere kennishebbengeordonneert en ordonneeren , amp;c. En hy brengt geen andere reden van fijn wil by, dan fijn believen , in dele


bewijlen alleenlijck , door hun Gefanten , een :

kinderlijcke gehoorlaemheyt aen de Paus: ja woorden '.Want ha ons aldus belieft 3cc. ty hebben oock recht, om uyt hun eygen macht Synoden en Conciliën te beroepen, en in de Franfche kerck regelen op te rechten. Met.

een woort, J. Morin fegt, dat ly onder de Köningen van d’aerde het gene fijn, ’t welck de Ion in de hemel is, die door haer tegenwoor-digheyt het licht der Harren verduyftert, en door haer verwijdering glans aen hen geeft ; en dat de voornaemfte welftant def Chriltenen uyt Vranckrijck voortgekomen is. Enleeker, de


Het is wel waer, dat het Parlement van Parijs breet vermogen heeft om alle d’Ediólen en be-veelen des Konings te beveiligen ; en eenigen willen daer uytbclluyten,dat’er in de Staet van Vranckrijck eenigh vermeng vail AriHocratie is. Maer ly Ibuden met lbo grooté reden können feggen, dat ’er oock Democratie onder vermengt was in d’oprechting der Mairien, Sche-penlchappen , en andere bedieningen , die aen perfoonen van dc derde Staet meêgedeelt worden. Wy antwoorden voor eeiH, dat aen ’t Par-tot welftant van de Kerck gedaen, ’t ly om het lement niet geoorloft is fich tegen d’Ediólen en verdelgen van Arrius kettery, gelijck Clouys deê ; ’t ly om het Uytroeyen van d’afgoden-dienft der Sarafijnen, gelijck men van Karei Martel verhaelt ; ’tfy oock om de bekeering van de Groote ConHantijn , ( de gront-veft van de verlolfing der ChriHenen, ) en die van Koning Clouys felf,fijn in Vranckrijck gedaen : dit alles is beitelt door de Goddelijcke voorlbrge , en doet over de geheele aerde uytklincken, met hoe groote genegentheyt en liefde Godt dit ChriftelijekHe koninckrijck , en des felfs Köningen bemint ; die, behalven dit, noch de vry-heyt voor de Roomfehe kerck , en haer heer-fchappy en middelen vermeerdert heeft.

Daer is noch een ander voorrecht. De Kroon


van Vranckrijck ftaet onder niemant : haer Köningen hebben een Opper-Vorftelijckheyt, die in alle deelen volmaeckt is. Sy houden hun ftaet onmiddelijck van Godt alleen, en erkennen in hun tijdelijck geen andere macht, dan van fijn Goddelijcke Majefteyt. D’oude Gäulen wierden door Köningen beftiert, eer de Ro-meynfche macht daer erkent wierdt. Sy verkregen defe glans weer onder de Vorft Meroüeus, die deRomeynen verdreef; en de konincklijcke waerdigheyt wierdt daer, met een oppervermo-gen, herftelt.

Eenigen hebben gelooft, dat de Köningen van dele eeuw defe opperfte macht aen de wac-


ordonnantiën van fijn Majefteyt te ftellen; en dat, gelijck een ReChts-geleerdc lèerverftan-dighlijck aenmerckt, dele beveiligingen niet lbo nootfaeckelijck fijn, alsly wel uytbeleeft-heyt derwaerts gefonden worden. Het heeft wel verlof van vertooningen aen de Koning tc doen ; maer daernae is het gedwongen te ge-hoorfamen, cn te beveiligen. Dit vermogen, in plaets van des Konings achtbaerhey t te verminderen , dient alleenlijck om de lelfde groo-ter, feekerder en verdragelijeker voor fijn volc-ken te maecken , en Ipruyt uyt de goetneyt der Köningen, en uyt de liefde , die ly tot de ge-rechtigheyt hebben , onder de welckc ly fich gewillighlijck fchijnen te Hellen , om te doen blijeken dat fy niets tegen de billijckheyt, en tegen de gront-wetten van de Staet, aenvangen ; en oock om re maken dat niemant lbo Hout ly, dat hy fich tegen ’t Recht Helt, aen ’t welck de Koning toelaet fijn beveelen tegen te fpreken. In defer voegen vermindert de fon niets van haer klaerheyt, fchoon fyhacr ftralen aen al ’c gene, dat men blineken fiet,meedeelt ; en d’O-ceaen is daerom niet min ruym en diep , lchoon hy fich in rivieren en fonteynen verlpreydt. De Koning alleen geeft dan de vooghdyen der Heden en Landtlchappen , Helt de voornaemHe Amptlieden van de Kroon, lbo wel tot d’oorlog, als tot het Gerecht, en fet hen weêr af, als het hem goet dunckt. Hy magh tollen en fchattin-


gen

-ocr page 22-

xvj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

gen opftellen ,• en heeft volkomen gebied over de geltmiddelen. De Koninckalleen doet gou-de en filvere munt flaen , en geeft daeraen lülck gewicht en waerde , als hem goet dunckt. De Koninck alleen vermagh edel te maeckcn, en de landen der Edelen tot Hertoghdommen, Pairfchappen , Graefichappen, amp;c. op te rechten. De Koning alleen maeckt Wetten, en ver-klaert oock de felfde. De Koning alleen geeft genadebewijfingen , vergiffeniflen en vernietigingen. De Koning alleen geeft ‘lijfverfekerin-gen. In de naem van de Koning worden de be-veelen en ordonnantiën afgekondight. De Koning alleen heeft recht om Collégien en Uni-verfiteyten op te rechten. De Koning alleen vermagh Oorlogh en Vrede aen te leggen. De Koning alleen geeft commiffien van krijghs-volck te werven. De Koning alleen maeckt verbonden met d’uytheemfche Staten en Vorften, en heeft alleen Gefanten buyten Vranckrijck. Aen de Koning alleen behoort het recht van Reprefalien. In ’t kort,de Koning alleen pleeght • alle daden van Oppervorftelijckheyt en volkome macht ; daer uyt men befluyten moet dat de Staet van Vranckrijck liiyver Monarchael is, en Ibodanigh, dat ’er geen Oppervorftelijc-ker kan fijn.

De Koning is Keyfer in Vranckrijck, gelijck Bodinus feght, dewijl hy ’er geen wet ontfangt, dan fijn eygen ordonnantiën : en de Roomfche Rechten worden in d’Univerlïteyten van dit koninckrijck niet onderwelèn, dan door een befonder verlof van de Koning, Ibnder eenige prang van wetten,maer alleenlij ck van reden,- en worden van de Rechters niet toegelaten dan als gelijckformigh met d’Ediéten,Ordonnantiën en verklaringen des Konings, die d’eenige wetten lijn, volgens dewelcke men ’t Recht bedient. Paus Gregorius , aen Koning Childebert Ichrij-vende , feght dat de Köningen van Vranckrijck alle de Köningen foo verre overtreffen , als de konincklijcke waerdigheyt boven alle menfchen verheven is. Veel uytleggcrs van ’t Geeftelijck oft Canonijck Recht, en onder defen veel Uyt-heemfche Gelcerden,hebben gefchreven,dat de Köningen van Vranckrijck, noch van rechtswegen , noch in der daet, geen grooter naeft Godt kennen, dan hen felven j dat fy Key-fèrs geboren fijn, en dat fy een befloten kroon vermogen te dragen, gelijck die van de Keyfer is.

Dewijl dan defeVorften de wacrdighftc en volkomenfte Oppervorften des weerelts fijn, ja felf d’eerften onder d’oude Köningen , die het Chriflendom omhelft hebben, (vermits men geen anderen vind, die ongeloovigen oft ketters waren, dan voor de Groote cTouys, ) foo is niet fonder reden de voorfitting, en uytfte-kentheyt van eer boven d’andere Köningen en Vorften aen de Köningen van Vranckrijck in alle plaetfèn. Conciliën, vredehandelingen , verbonden , befoeckingen, en in andere vermaer-de handelingen toegeftaen en opgedragen tot aen de tijdt van Philippus de Tweede, koning van Spanjen, (nafaet van Karei de Vijfde) die begonnen heeft tegen hen om defe befitting te dingen.

N G S E L.

Wy füllen hier byvoegen, dat de Monarchy van Vranckrijck d’oudlle is van alle de gene die in Europa gebied gehad hebben federt de kómft van onfèn Heer Chriflus, en dat fy tegen-woordighlijck, fonder afbreecking, meerjaren geftaen heeft dan eenige andere heerfchappy, dewijl de dertiende eeuw van haer heerfching begonnen is, en door een reecks van meer dan tachtigh Köningen is beftiert, als men in dit getal de gene begrijpt,dic in Ooftenrijek, Burgun-dien, en in andere plaetfen geheCrfcht hebben, als van de Groote Clouis afgedaelt lijnde.

Indien wy defelfde willen vergelijeken met d’andere Staten, die inde Wefterfche landen opgerecht fijn , foo hebben wy t’overwegen dat het koninckrijck der Vifigotten fijn begin nam in ’t jaer 507, in de perfoon van Gefalricus, en omtrent twee hondert jaren daer na eyn-dighde. Dat van Leon wierdt niet opgerecht, dan in ’t jaer 7i7,door de Koning Pelagus. Navarre wierd eerfl als een koninckrijck beftiert omtrent het jaer Szy , onder Eneco, Graef van Bigorre. Het koninckrijck van Kaftilien nam fijn oorfprong niet eerder, dan in ’t jaer 1016, onder Ferdinandus, jonger fbon van Sancius, Koning van Navarre,- dat van Arragon in ’t jaer 1010 j van Portugael in’t jaer 1112 j van lerufalem onder Godefroy van Boulogne, Her-togh van Bouillon, in ’t jaer 1099. Het koninckrijck van Engelandt nam fijn begin onder Egbert, in ’t jaer 801 ; de koninekrijeken der bey-de Sicilien in ’t jaer ii4y,- dat van Cyprus in ’t jaer 1193 » Ongeren in ’t jaer 995 , in dc perfoon van de Vorft Geyfa; van Polen omtrent het jaer duyfent, in welcke tijdt Boleflaus tot d’eerfte Koriing daer af verkofen wierdt ; Bohemen omtrent hondert jaren daer na, toen Vratiftaus de kroon daer af op fijn hooft kreeg ; Lombardien in ’t jaer ;ó8 , onder Alboinus, en eyndighde omtrent 260 jaren daer na. Wat Duytslandt aengaet, de Vorft, die d’eerfte de tijtel van Koning daer af droegh , was Lodc-wijek, Germanicus gebynaemt , jonger fbon van de Koning en Keyfer Lodewijck de Goedertieren , en fbonsfbon van Karei de Groot. Dit koninckrijck bleef lange tijdt onder de handen der Vorften , die van ’t konineklijek bloec van Vranckrijck gefproten waren, tot dat het hen weder onttrocken wierd. En hoewel eenige nieuwe Schrijvers, doch fonder beftandigc grontveft, een lang gevolgh der Köningen van Schotlandt, Denemarcken , Sweden en Noorwegen afgeleyd hebben, die, gelijck fy voorgeven , in defe Noortfche Landen geheerfcht fou-den hebben, fèlfs voor de geboorte van Chri-ftus, onfen Heer j foo kan men echter bewee-ren , volgens het gevoelen der vermaertfte Hi-ftoriefchrijvers, onder anderen van den geleerden Nicolaes Vignier, dat d’oudfte Vorft van defe landen, die men bevint dat de hoedanig-heyt van Koninck aengenomen heeft, in de tijt van d’ondergang des eerften Stams der Köningen van Vranckrijck de konincklijcke Staet heeft befêten j en noch waren defe Noortfche Köningen afgodendienaers, en Heydenen,geen Chriftenen. Uyt dit alles volght, dat een der voor-


-ocr page 23-

A E N H A voornaemfte uytfteeckentheden van dele Monarchie in hare oudtheyt bellaet, welche met het verloopen van 1200 jarenis beveftight.

Men kan oock dit lang gevolgh van Opper-vorften, uyt drie konincklijcke Stammen gestoten , aen twee andere aenmerckelijcke oor-laecken toepalTen : d’eerfte dat ’er in de weerelt noy t volck heeft geweeft , ’t welck meer liefde, eer en ontfagh aen fijn Köningen heeft betoont,dan de Franlchen.D’ander is d’oprechting en onverbrekelijcke onderhouding der oude Sa-lijcke wet, dewelcke de vrouwen en uytheem-fchen uytfluyt van d’erffenis tot de Kroon,die het bloetrecht toefchickt aen de mannelijcke Vor-ften alleen , die d’oudtften en naeften aen d’o-verlede Köningen fijn, ’t fy in rechte lijn , of terfijdenaf, in welche jaren de Vorften oock fijn, en in welcke trappen van de gemene Stamboom ly oock gevonden werden , alwaer ’t tot in’tduyfendfte lid,gelijck Baldus,een vermaerdt Rechtsgeleerde van Italien, aenmerckt : een erffenis , legick , die met volkome recht aen de mannelijcke Stam opgedragen is , met uytfluy-ting van de dochters en fullers der Köningen, cn van der felfder af komelingen , fchoon fy de naeften waren.

Defe nutte inftelling is oock onderhouden door de Romeynen, Geiten , Hebreen, Perfia-nen en Lacedemoniers, de wekken geen gebiedt van vrouwen wilden lijden , die om hun fwackheyt en tederheyt niet gewent fijn de wapenen te handelen , vokken te befchermen , en ’t Gerecht te bedienen. Hier komt leer wel te pas dat de heylige Schrift ons leert, dat de Lellen des relts niet ysereken, noch pinnen ; woorden, die op ons oogemerek gepaft können worden, dewijl dit Koninekrijek niet Dan de Jpeer op de Jpinrock valt.Dit veroorlaeckt datVranekrijek nooit een cenigli oogenblick fonder Koning is,die ’er niet fterlt j, dewijl het overlijden van d’een terftont d’erffenis tot d’ander, die de naefte is, opent j gelijck men in ’t Noortfeh eyiant fiet gebeuren, daer het in fekere tijt van ’t jaer niet van de foe-te befchijningen en invloeyingen der fon on-voorfienis, die, aen d’een fijde ondergaende, terftont aen ^en ander opftaet en verfchijnt. Hier uyt f^ruyt het dat het Parlementshof, de heerlijcke fetel der Köningen, nooit fijn purper in rou verandert, om foo veel te meer te betuy-gen, dat het de gedurige tegenwoordigheyt der Köningen een fónderlinge eerbiedigneyt toe-draegt.

Een ander voordeel der Franlche Köningen komt van Godt, die Vranekrijek in fijn be-fbndere befcherming fchijnt genomen te hebben. Want toen men uyterlijck oordeelde, dat des felfs ondergang voorhanden , en de verdelging van het Konineklijek geflacht onver-rnijdelijck was, om dat het door d’Ongeloo-vigen , of door de wapenen van eenige Chrifte-lijcke Vorften, of door het vuur der burgerlijc-ke oorlogen, daer af het dickwijls ontfteecken heeft geweeft, gedruckt wierdt 5 verfcheen des hemels hulp, die het weer ophielp, en tegen fóo veel felle fchockingen befchutte, en door uyt-heemfehe veranderingen en verwiftelingenweêr

Vranekrijek,

N G S E L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xvij

in ftaet ftelde, ja in defè uytterfte noödetl dick=* wij Is kracht en vermogen aen hen gaf, om veel Vorften in hun Staten te herftellen j voorna* melijck eenige Köningen van Spanjen en En* gelande

’t Is voor Vranekrijek noch een andere eer, dat fy Köningen hebben , uyt het deurluch* tighfte geflacht des wecrelts geSroten, ’t welck voor fbodanigh geoordeelt is met algemeene toeftemming van alle de vokken , ’t fy men acht neemt op de deurluehtigheyt van ’t bloet, en op d’outheyt, ’t fy men de verdienften en weêrgadeloofè voordeelen der Vorften aen* merekt, die fy voortgebracht heeft, van de wekken eenigen tot op de trap van faligheyt en heyligheyt fijn gekomen. Dewijl ick in de* fe plaets niet alles kan fèggen, fóo lal ick alleen-lijck een weynig ftilftaen op de derde Konincklijcke Stam, de welck met een wonderlijeke glans beftaet, en bloeyt,fèdert byna negenhon-dert jaren, de wekken men aenteeckeöt van Graef Robert af, d’eerfte van die naem, vader van de grootmoedige Vorft Robert de Twee* de , de Stereke gebynacmt, Graef van Anjou, Hertogh en Marckgraef van Vranekrijek, de wekke d’eer en’tgeluckgenoot van twee kinde* ren te hebben , die Köningen van Vranekrijek gekroont wierden, Eudes, en Robert de Derde. Dcfe lefte heeft Vaderlijcke Grootvader geweeft van Hugo Capet, die oock over meer dan fèshondert en fèventigh jaren de Scepter der Lellen begon te dragen.

Van defe levendige en klare fonteyn is gefpro-ten een lang vervolgh van nakomelingen, meeft alle groote Köningen en Vorften , die fonder eenige ophouding en afbreecking geheerfcht hebben. Hier uyt fijn oock veel andere Konincklijcke geflachten afgekomen, die fich in verfcheyde geweften van Europa verfpreydden, en daer heerfchappy hadden. Uyt dit Huys fijn afgedaelt Keyfèrs , Köningen en andere Op-per-Vorften : in voegen dat uyt defen ouden Stam gefproten fijn , gelijck vruchtbare tacken uyt een groote boom, meer dan hondert Vorften , die de Kroon hebberi gedragen, en befitters , of wettige befchermers van verfcheyde Keyferrijcken en Koninekrijeken geweeft. Want van defè koning Hugo, en van fijn overgrootvader Prins Robert de Stereke, fijn afgedaelt , of by rechte lijn van vader op foon , of by andere trappen inmannelijeke fijdlijn,vijfea-dertig Köningen van Vranekrijek, van de wekken men met recht magh feggen dat fy fóo veel Keyfers fijn geweeft. Hier uyt fijn oock voortgekomen acht Keyfèrs van Conftantinopolen, fèftien koningen van Sicilien , Napels en Jeru-falem, tien koningen van Navarre , twee-en-twintigh van Portugal, vijf van Ongeren, en eenigen van Polen, Schotlandt en Arragon.

Behalven alle defè Koningen, van fóo hoogh een Stam gefproten , komen in aenmereking meer dan hondert groote en vermaerde Hertogen en Gravcn,die een felfdè oorfprong hebben als defè Monarchen, en veel machtige Huyfen en geflachten gefticht hebben ; onder anderen de léven Hertogen van Orleans, de twintigh

c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Her-


-ocr page 24-

xviij nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A fc M H A

Hertogen van Borgonje , felf de vier leften , die oock Hartoo-en van Brabant en Lutfenburnh , en Graven van Vlaenderen w'aren. Het praelt oock met veel Hertogen van Anjou,eenigen van Lotteringen , de tw'aelf Hertogen van Bretagne, de vijftien Hertogen van Bourbon , daer in oock begrepen fijn die van Vendofme , En-guien , Condé, Eftouteville, en van Montpen-11 er, met andere Vorften der telgen en affetfels van Valeis, Berry , Anjou , Alençon , Evreux, Artois, en van Dreux, welcker rijekdommen en Lantlchappen van hun heerfchappy ten meeftendeel van loo groote uytftrecking waren , dat men hen by die van eenige Koningen kon vergelijcken, ja niet minder achten.

Een der voordeelen des Adels van ’t Huys van Vranckrijck , in vergelijcking van d’anderen, is dat het altijt foo heerlijck en deurluchtigh is ge-oordeelt, dat d’Oofterlche en Wefterfene Key-rijck , welcke met de ftralen van hare Majeftèyt en achtbaerheyt hunne landen en volckeren een glans, die yder deelachtigh wort, verkenen.

fers , de Köningen van Spanjen, van Engelant, van Ongeren, Schotlant, Cyprus, en andere Vorften voor groote eer geacnt hebben fich by huwelijck daer aen te verinaeghfchappen. Wijders, delefte Köningen van Vranckrijck, en veel Vorften van hun bloet, hebben noch dit lof verdient, dat lÿ ftch in hooge ftaet hebben géliuwelijckt en verniaeghlchapt , hebbende ten meeftendecl getrout Koninginnen en Vor-ftinnen , van de welcken eenigen erfgenamen van groote Staten, en rijcke Heerlijckheden hebben ge weeft. Het Keylêrrijck van Conftan-tinopolen , de koninckrijcken van Navarre, Ongeren , Polen, Portugal, Schotlant en Sicilien ; de Hartogdommen van Lotteringen , Milanen en Brabant; de Graeffchappen van Vlaen-deren , Provence , Toloufè, Artois , en andere groote Leenen, fijn door de/è middel in het deurluchtig Huys van Vranckrijck ingekomen , ’t welck men een zee van Adel magh noemen , dewijl ly als groote vloeden hebben geweeft, die fich in d’Oceaen ontlaften , en daer in vermengen. De Keyftrlijcke Stammen van Ooften-rijck, Lutlenburgh, Bey eren , Nalfou, Hollant enBrunfwijck , en van Comnena en Paleolo-gus, (van de welchen de twee leften het Key-ferrijck van Ooften hebben befeten,) de Ko-nincklijcke Stammen van Spanjen, Arragon, Engelant, Schotlant, Rulchlant, Denemarcken , Cyprus, en Savoyen, (welcker Hartogen Tytel-koningen van dit lefte Rijck fijn, ) bevinden fich by huwelijck daer aen vermaegfchapt. Andere Opper-Vorften hebben oock gemalinnen aen de Köningen van Vranckrijck, en aen verfchey-de Vorften van hun bloet gegeven.In ’t kort,het deurluchtigh Huys van Vranckrijck is metfoo veel andere Prerogativen en voordeelen vereert, dat wy geheele boecken fouden behoeven, om de lèlfde ten toon te ftellen.

Dus verre hebbende gefproken van d’alge-inene laken, en daer onder van de Parlementen, en Staten van dit Rijck,hebben wy terftont in ’t kort verhaelt de Prerogativen ofte voordeelen en uytftekentheden van de Koning ; derhalven is’tnutijdt, dat wy komen tot de Köningen felf, de hoofden en opperfte Monarchen van de gemelde Parlementen en Staten van Vranck

Den H. Gregorius, Biffchop van Tours, en een der outfte Hiftoryfchrijvers van Vranckrijck , (want hy leefde onder’t eerfte gellacht van hare Köningen,) ftaet toc,dat’er verlcheydc Franlche Köningen fijn geweeft voor Clodion de Gehaerde , met welcke hy fijn Hiftorie begint ; maer hy fpreeckt niets van hare namen nochte fucceftie. Doch andere verhalen, dat Keyfer Maximianus,Rijks-genoot van de Keyler Diocletianus, Genebaud , Koning der Fran-fchen, overwon, cn weder in fijn Rijck ftelde, Efatech , Afcaric en Radagik, oock koningen van dit volck , leefden niet lang na de felve tijdt, en de twee laetfte wierden door Conftan-tijn de Groot verwonnen en omgebracht. Daer na wort ’er gelproken van de koningen Malaric, Mellobaudes, Priamus of Priarius, Richomer, Theodemer, Genebaud, Marcomiren Sunnon, meeft alle door de Keyfers t’ondergebracht. Maer onlangs daer na heeft dit volck met meet voorlpoet geoorloght, en kofen Koningen uyt het eerfte en edelfte geflacht van alle hare ftam-men , die wy, met meerder lékerheyt, können verhalen , dewijl de naefte van den bloede t’elc-kens fijn voorfaet is ge volgt.

Koningen 'van eerfle geßacht, genaemt

fbt aen Tepyn de Korte.

PHaramondj Veltheer van de Frankhen, die vele houden voor een foon van Marcomir, wierd door dit volck in ’t jaer 410 tot haren Koning verkoren, en terftont, na hare wijfe , op een fchilt om hoogh geheven. Defe Vorft verlbrghde fijnen Staet met goede wetten en ordonnantiën ; en men houd hem voor infteller der Salijeke wet, welcke betreft de mannelijckc fucceffie van dit Rijck, met uytfluyting van alle vrouws-perlóonen, kif dochters der Koningen. Hy overleed in ’t jaer der Saligheyt 429, na dat hy negen jaren op den troon had gekten.

Clodion de Gehaerde, fijn foon, is hem gevolght ; en vermeefterde al de landen tuffehen de Sdiel-de en Somme gelegen , als Artois, Henegouwen, het Doornickkhe,en ’t gebiedt van Came-rijek, daer hy den ftocl fijns Rijeks ftelde, en , na ’t heerfchen van 20 jaren, fturf en begraven wierd in’t jaer 448. Sommige Schrijvers kg-« gen , dat hy vier lonen had, die ly Rancaire oft Ragnacaire, Renaud, Richer, en Albero oft Alberic noemen ,• doch andere ftellen ’er maer twee , als Clodebald, vader van Chloderic, en

Meroué, volgens het gemeen gevoelen, hoewel een feker vermaert Autheur hem houdt voor een kon van eenen anderen Meroué,en alleen neef van Clodion.Defe Vorft w^as een braef oorloghshelt,gelijck hy tegen Attila,Koning der Hunnen, de Geeftel Gods geheeten, betoonde : als hy defen Barbaer verjaeght had , ftelde hy fijn ftoel in Gaule,’t welck hy in vrede beftierde; en wordt voor het hooft van ’t eerfte geflacht der Koningen , na hem de Merovingiers ge-noemt.

I ï.


-ocr page 25-

Â Ë N H A noemt, gehouden. Als hy acht of negen jaren geheerfcht had , verliet hy de weereit in ’t jaer 456, doch andere feggen 4y9.

ï V-. Cbilderic d’Ecrfie verwoi f de lof van dapper en kloeckmoedigh , deughden die hy van lijn va^ der Meroué geerft had : hy verfloegh de Saxen, verjoegh d’Alanen , en andere Noordlche volc-keren , die in Vranekrijek gevallen waren,- en vergrootte de Franfche Monarchie,tot dat hy in ’t jaer 481 fijn leven afleyde. Hy had by Bafine, fijn gemalin , Clouis of Louys, fijn navolger, gewonnen , nevens een dochter , Alboflede oft Blanchefleur genaemt, gemalin van Theodoric oft Thierry , koning der Oofter-Gotten in Italien.

V’ Clouis d'Eerflc, toegenaemt de Groote, en eerfte Chriften Koning, fat 30 jaren op den Rijeks-troon. Hy verwon Siagre met fijn Romeynen in Picardien, en deê hen Gaule verlaten j veroverde een gedeelte van’t Koninekrijek Bour-gondien j en verlofte Aquitanien en Languedoc van de Gotten. Maer dat veel meer is Pachten , hy plante en beveftighde de Chriftelijeke Religie in Vranekrijek. Sijn gemalin was Clotilde van Bourgondien, die , als een gefègent middel, kloeckelijck arbeyde tot fijn bekeering : hy ging van ’taerdrijck naer den hemel in’t jaer yr I oft y 12, andere feggen 5130^:514: en liet vier fonen na, onder welcke de Franfche Monarchie gedeelt wierd in Tetrarchien ofte vier deelen. In defè tijdt begon oock d’afdeeling in Oofter en Wefter-Vranckrijck , waer van ’t eerfte Auftrafien, ’t ander Weftrien , en door tael-verandering Neuftrien wierd gehecten.

V I. Thierry d'Eerße was een natuerlijck foon van Clouis , wierd Koning van Mets , oft Auftra-fien,en regeerde 2y jaren • fijn foon Theodebert volghde hem, wiens foon Thibaud in ’t jaer jyj fonder kinderen fturf; loo dat fijn heerfchappy verviel aen fijn oud-oom Koning Clotarius. Clo~ domir, wettigh foon van Clouis, volghde na fijn outfte broeder Ingomer in’t Koninekrijek Orleans , en befat het tien jaren ; hy wierd van de Bourgondiërs verflagen, die hem aen fijn lang hair kenden , alshy fijn overwinning tegen hen t’onvoorfichtigh vervolghde ; toen wierden fijn drie fonen onterft door fijn broeder Clotarius , die twee der felve met fijn eygen hant doodde ; de derde Clodouad ontvluchte ’t gevaer, wierd Prieffer te Parys , en leefde fbo heyligh , dat men hem na fijn doot onder’t getal der Heyli-gen ftelde, en wort noch in ’t gemeen S. Cloud genaemt. Childebert ofte Hildebert ? derde foon van Clouis,, was Koning te Parijs, en heerfchte 46 jaren ,- welcke de Hiftoryfchrijvers als navolger van Clouis Rellen, en in de fucceflie der Köningen vervolgen fy alleen de gene die te Parijs gefeten hebben,om verwarring te vermijden , ( want in defe tijden fijn fomtijts twee, drie, en meer Köningen te gelijck geweeft, ) welcke ordre wy oock voortaen füllen volgen. Defe koning Childebert verjoegh Godomar uyt Bourgondien , verfloegh Amaury , Koning der Gotten in Spanje , en bracht van daer den lijfrock van S. Vincent, tot wiens gedachtenis hy te Parijs een Abdye, nu S. Germain des Prez

G S Ë L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mï

genaemt, bouwde , in welcke hy , ha dat in ’t jaer yÓ2 fijn dagen geeyndight waren, wierd begraven , nalatende twee dochters, Crothber-ge en Grotefinde j welcke het Rijck niet erfden j om datfe door de Salijeke wet -, en d’oude gewoonte van ’t Konineklijek geflacht j uytgefloten waren.

Clotarius d Eerße, vierde en laetftó foon van y j Clouis, had eerff voor fijn deel het Rijck van Soiffons, ’t welck vervatte een deel van Weftric, nu Normandien geheeten, Picardien, en Vlaen-deren; doch op’t eynde vap fijn heerfchappy vereenighde hy, door ’t affterven van fijn broeders , de gehecle Franfche Monarchie onder fijn gebiedt ; maer fijne vier fonen deelden die weder in foo vele deelen, welcke afdeelingen ert veelheyt der Köningen fèer groote wan-ordre en verwarring in Vranekrijek veroorfaeckten , diewy, als boven gefegt is, füllen vermijden. Dele Koning ging in d’onfterflijckheyt in ’t jaeü JÓ3 , en wierd in de kerek van S. Äledard te Soifl'ons in d’aerde gefèt ; hy had vijf vrouwen , en by eenige der fèlve vele kinderen.

Charibert ofte Aribert, koning te Parijs j re- V I 11. geerde ontrent tien jaren , en betaelde de laet-Re fchult in ’t jaer y73 : hy trouwde Ingoberge, die hem drie dochters ter weereit bracht, te weten , Adilberge , ( gemalin van Ethelbert , koning van Kent in Groot-Bretagne , ) Ber-theriede en Chrodielde, beyde Nonnen.

Chilperic dEerße, foon van Clotarius d’Eerfte , I X» was eerft Koning te Soiffons, en regeerde x4 jaren : doch na de doot van fijn broeder Charibert vermeefterde hy ’t Rijck van Parijs : hy verliet fijn wettige vrouw Audovere, om fijn boel Fredegonde te behagen ,- wierd te Chelles, niet wijdt van Parijs, als hy van de jaght quam, in ’t jaer y88 vermoort, en is in de kerck van S. Vincent, nu S. Germain des Prez, begraven.

Clotarius de Tyoeede , toegenaemt de Groote, was X* wijs en voorfichtigh ; want na dat hy de krachten van de koningen Thierry en Theodebert, fijne neven , die fijn Staet pooghden te vermee-fteren , had afgeweert, verfameldc hy d’afae-fcheyde deelen der Monarchie, byna fonder bloetflorten , onder fijne heerfchappy ; foo dat hy de machtighftc Monarch van fijn tijdt wierd, en rijeker van landen cn volckeren dan Clouis de Groote, en fijn grootvader Clotarius, dewijl hy meer dan veertigh groote Provintien onder fijn gebiedt vereenighde, in welcke hy de vrede, gerechtigheyt en goede ordre Relde en hanthaefde. In ’t kort, na vele treffelijcke daden wierd hy door de doot in ’t leven gebracht in’tjaer632 , en ontfing fijn ruRplaetfe in de kerck van S. Germain des Prez te Parijs, in die tijdt de gewoone begraefplaets der Franfche Koningen : hy had van fijn gemalin Bertrude twee fonen, Dagobert, fijn navolger, en Meroue door lift der Koningin Brunehaud gedood ,• van Sichilde, fijn tweede echtgenoot, had hy Charibert , die ’t Rijck van Aquitanien van fijn broeder verkreeg, en een loon had , die geen kinderen naliet, foo dat fijne Staten weder aen fijn oom Dagobert vervielen.

Dagobert dTerfle, .oock de Groote gebynaemt, x rgt; bracht


-ocr page 26-

X I I.

XIII.

X I V.

X V.

XX nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

bracht d’oprocrige Gafconjers weder tot haren plicht, en daer na de Bretons, en andere volc-keren , die hem nieuwe gehoorfaemheyt beloofden j de Bulgaren boden hem aen, datle hem voor haren heer wilden erkennen , welche hy ’t landt van Beyeren tot een wooning gaf j doch als fy ontrouw wierden en verraet pleegh-den , fijn ly Iwaerlijck geftraft. In ’t kort, hy maeckte fich foo gevreell en geacht, dat ver-Icheyde vreemde volckeren hun toevlucht tot hem namen, als tot den opperfien middelaer van Europa. Hy bouwde , belchonck en ver-cierde op ’t prachtighfte en rijekelijek de ver-maerde kerek en Abdye van S. Denys by Parijs, waer in hy fijn graffieê aen de rechter fijde van ’t groot altaer verkoos , die oock federt die tijdt niet alleen het heerlijck Maulóleum ofte begraefplaets der Aller-Chriftelijckfte Köningen, fijne navolgers, is geworden , maer oock tot de krooning der Koninginnen is verordent. Dele Koning had by fijn tweede gemalin een foon , fijn navolger, nevens drie dochters ,• en verwilfelde dit tijdtlijeke met het eeuwige leven in ’t jaer 644.

Clouis de lypeede regeerde achtien jaren , en was een Prins van weynigh beleyt, want hy liet fich ontruften door de twiften der Hofmeefters ; doch was in fijn huwelijck géluckigh : want hy had tot fijn gemalin Batilde , een leer deughde-lijcke Princes, die drie Abdyen ftichtte, en hem drie fonen, Clotarius, Childeric en Thierry, baerde : hy gaf den geeft in ’t jaer óói, oft, volgens andere, 664.

Clotarius de Derde, outfte loon van Clouis de Tweede , wierd in ’t jaer 663 koning, en op den troon gelet met de koningin fijn moeder als Re-gente, ’twelck lyinlwareen oproerige tijden bediende ; want den Hofraeefter Ebroin, een wreet en ontrouw menlch,ftack geheel Vranek-rijek in een brant van burgerlijeke oorlogen door fijn ongetoomde eergierigheyt, in welcke defe Koning, na dat hy maer vijf jaren had ge-regeert, in ’t jaer 667, de lchult der nature be-taeide, en wierd te S. Denys in d’aerde gefet.

Childeric de^ Tsteede, broeder van de vorige , wierd toen in Auftrafien,door lift van de gemelde Ebroin , gelbnden j maer defe Prins begeerde het recht, dat hem fijn geboorte verleent had tot de Kroon van Vranekrijek, te hantha-ven i dies nam hy de wapenen , met welcke hy fijn vyanden o verwon , en nam* Ebroin gevangen , die hy liet Icheeren, en fond hem als een monick in d’Abdye van Luxeul : dus geraeckte hy géluckigh op den troon , om de Franfchen te gebieden ; maer quam om verfoheyde oorla-ken leer ongeluckigh in den haet en verachting van fijn volck, welcke foodanigh toenam, dat ly delen haren Vorft , als hy op de jaght was in ’t bofoh van Lyhons oft Livry, door de hant van een vadermoorder, in’t jaer 67^ jammer-lijck ombrachten, en gingen daer na in ’t kafteel van Chelles, daer ly de koningin Bildechilde , fijn gemalin, die fwanger was, oock van’t leven beroofden.

Thierry TEer fie, Çof, als andere leggen, de Derde, als men de gedeelde koningen mede telt, ) laet-

N G S E L.

ftefoonvan Clouis de Tweede, wierd, door ’tafftervenvan fijne broeders, alleen Koning van Vranekrijek : doch fijn heerlchäppy was ongeluckigh door al de beroerten en oorlogen van Ebroin en andere Hofmeefters om hunne ampten, foo dat hy eyndelijek byna gedwongen wierd te doen al ’t gene dat Pepin Heriftel begeerde. Acht jaren na dit on weder quam de Koning in de haven der gedurige ruft in ’t jaer Ó90 , en genoot d’eer der begraeffenilfe in de heerlijeke Abdye van S. Vaalt , die hy by Atrecht grefticht had.

O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

clouis de Derde , outfte foon van Thierry, volghde fijn vader in de gantlche Monarchie, doch regeerde maer vier jaren. Hy had de gemelde Pepin oock tot fijn Hofmeelter, die de Saxen, Swaven , en Vrielên , afgeweken van de gehoorlaemhey t des Konings, weder tot haren plicht bracht. Defe Koning ging langs d’alge-meene wegh in ’t jaer 694, en wierd in de kerek van S. Stephanus te Choily , dicht by de ftadt Compiegne in Picardien, begraven.

Childebert de T-sveede volghde fijn broeder Clouis in ’t Rijck : in fijn regeering verwon Pepin den feilen Ratbot, Hertogh der Vriefen , Villier , Prins der Swaven , en verfoheyden andere oproerige volckeren : defe Koning fcheyde uyt het leven in’t jaer 710 , en is in de kerek van Choify op de Aifne (niet te Coucy, noch te Nancy, als andere voorgeven, ) in d’aerde gefet.

Dagobert de Ts^eede, toegenaemt de Jonge, belat dit Rijck vijf jaren , doch niet fonder beroerte om de twiften der Holmeefters, die d’een d’an-der ombrachten oft beoorloghden : ondertuf-fchen wierd defe Koning van de doot vermee-ftert in ’t jaer 71 y , en fijn lichaem in de kerek te Choify te ruft geleyt, nalatende fijn foon Thierry, van welcke wy hier na füllen Ipreken.

Chilperic de T-soeede , oock Daniel genoemt, regeerde mede vijfjaren. Sommige leggen, dat hy de broeder was van de vorige Dagobert ; maer andere , dat hy een foon was van Thierry ofc van Childebert. Wat ’er af is, dit is feker, dat de Françoyfen hem ftelden voor Thierry, foon van Dagobert, die noch een kint was; want ly haelden hem uyt een kloofter, en verhieven hem op den konineklijeken troon, Sijn Hofmeefter Ragenfroy wierd van Karei Martel verwonnen , doch maeckte daer na een verbont met hem, foo dat hy fijn Heer de Koning aen Karei gevangen overgaf, in welcks vermogen hy niet lang was, of fijn ziel verkreeg de gewen-fte vryheyt der elendigen in ’t jaer 7x0, fonder kinderen na te laten.

Thierry de Tsoeede, of de Vierde, na de meening van andere , yan Chelles toegenaemt, (om dat hy in ’t konineklijek huys te Chelles opgevoedc was, ) foon van Dagobert de Tweede, wierd ten troon ( die hem door geboorte toebehoorde , ) van Karei Martel, fijn Hofmeefter, verheven , welcke het Rijck met den tijtel van Vorft oft Hertogh der Franfchen beftierde, en de Saxen , Swaven, Beyerfchen, en andere Duytfche volckeren verwon ,• verlloegh het machtigh leger der Sarrafijnen by Tours, en fuyverde ai de Provinciën van Vranekrijek van

X V I.

V 11.

VIII,

X I X.

X X.


-ocr page 27-

AENHANGSEL.

de vreemde natiën. Dit gefchiede voor’tjaer 736 , in’t wclck de Koning Thierry dit leven met een ander verwiflelde.

Childeric de Derde,broeder van de vorige Thierry , begon te regeeren onder de beftiering van Pepin , loon van de gemelde Karel Martel, en was ontrent negen jaren Koning, meer met de naem en lchijn dan de daet.Sommige leggen dat hy, kranckfinnigh lijnde, in ’t kloolter te Sithiu, nu S. Bertin in Artoys genaemt, wierd opgello-ten j en felf fijn foon Thierry is oock tot een monick in de felve Abdye gemaeckt. Dus is den boom van dit eerfte geflacht, in’t jaer zyz , na dat hy 332 jaren gebloeyt had, geheel afgehouwen , loo dat ’er noch flam, noch tacken van te vinden lijn j in welcks plaetfe de Carlovin-giers, die ’t aertrijck met haren naem en lof vervulden, fijn gevolght.

Köningen uyt het tweede geßacht, genaernt de C ARLoviNGiERs, ^an Pepin o Capet.

de Korte, tot aen Hug

I.

11.

De Franlche Hiftoryfchrijvers noemen dit tweede geflacht de Carliens,Caroliens, en Carlovingiers, om de Prins Karel Martel, vader van Pepin , van welcke het fijn begin heeft; want van hem fijn afgekomen, niet alleen loo veel Köningen van Vranckrijck, maer oock acht Roomlche Keyfers , verlcheyde Köningen van Italien, Duy tflandt, Beyeren, Lotharingen, Provence, en Aquitanien.

Pepin, toegenacmt de Korte,om de geftaltc van fijn lichaem, loon van Karel Martel, en loons-ibon van Pepin Heriflel, klom op den troon der Franlche Monarchie in plaets van de vorige Childeric , wierd in ’t jaer 7y2 gekroont, cn regeerde leftien jaren. Hy is van fijn moeders fijde uyt Clouis de Groote , eerfte Chriften koning, gelproten : dele Vo.rft verlofte de Roomlche kerck uyt de dienftbaerheyt; en gafaen de Paus alle ’t gene hy in Italien gewonnen had , als het Exarchat van Ravenne, de Provintien van Pentapolis , en Emilia, welcke Parma, Plailance, en Modena begrijpen, nevens Ferrara , Comacchio, en andere groote fteden en heerlijckhe-den.Hy verwon ook verfcheyde oproerige Vor-ften , onder andere die van Beyeren en Saxen, en ftelde geheel Aquitanien onder fijn gebiet ; doch moefl eyndelijck in ’t jaer 7Ó8 d’algemee-ne wet gehoorlamen, en wierd te S. Denys begraven , nalatende van fijn gemalin Berthe twee lonen, die hem in fijne Staten volghden.

Karei de Groote, gelegt Charlemagne, outfte loon van Pepin, wierd koning van Vranckrijck, Italien , Duytflandt, en een gedeelte van Spanje,-Want hy beftreet en verwon in fes befondere oorlogen de Saxen, die noch afgodendienaers waren ,• ontnam den Lombarden het koninck-rijck van Italien , van’twelck hy lieh Koning fleê noemen ; en herftelde de Paus in fijne Sta-

, daerhy byvoeghde’t landt der Sabinen, de hartoghdommen Spoleto en Benevente , en andere geweften. Hy vermeefterde de Baleari-fche eylanden , nu Majorca en Minorca gehee-ten i quam de Spaenlche Chriftenen tegen de

Vranckrijck.

Saralynen tehuipe ; verwon de SlaVoniers én de Hunnen, federt Hongerfchen geheeten ; bracht het hartoghdom van Beyeren onder de Kroon ; verhief Aquitanien tot een koninekrijek, waer mede hy Lodewijck, fijn derde loon, voorfach. Eyndelijck,als tot een toegift van foo veel eer en lof, verhief hem Paus Leo ten top van glorie, als hy hem opentlijck, in ’t jaer 801, Keyfer van ’t Weftenof der Romey nen verklaerde,nevens den heeilijckcn tijtel van Befchermer der Roomfche Kercke. Den roem en achtbaerheyt van defen nieuwen Keyfer door ’t gantfche Aertrijck ver-Ipreydt , deden hem niet alleen aenfoecken, maer ook vreefen en eeren van de grootfte Vor-ften der weerelt,foo wel Chriftenen als ongeloo-vigen. Na dat hy d’overige onruften van Italien had bevredight, den oorlogh der Saxen geeyn-dight,d’Avaren geftilt, de Köningen van Dene-mareken , vader en loon , verwonnen , en Paus Leo in Vranckrijck ontfangen, maecktc hy fijn eerfte Teftament , in ’t welck hy alle fijne Staten aen fijn drie lonen verdeelde ; doch twee der lelve ftorven by fijn leven , tot fijne feer groote droefheyt, te weten, Pepin , en Karei fijnoutftefoon. Eyndelijck, gantfehverlwackt door ouderdom en arbeyt, veranderde hyin’C jaer 814 dit leven in een beter,en wierd te Aken ter aerde befteet ; en namaels, ter begeerte van Keyfer Frederick d’Eerfte , in ’t getal der Heyli-gen geftelt. Hy ftichte veel kereken en kloo-fters, lbo in Vranckrijck, Spanjen , en Italien , als in Duytslandt, waer in hy negen Bisdommen oprechtte ; hy fondeerde dAcademien van Pa-vien , Bologne , Padua, en Pifa , felf die van Paris, doch van defe laetfte wort van andere het tegendeel gelooft. Hy had verlcheyde vrouwen, en vele kinderen. In’t kort, hy was in alle deelen een groot Koning en Keyfer, en fijnen naem de Groote ten hooghften waer-digh.

Lode'^ijek d Eerfle, toegenaemt de Goedertieren,cn de Godtygt;rachtige, derde foon van Karei de Groote, volghde fijn vader in de Rijcken van Vranckrijck, Italien,Duytflant, en in ’t Roomlche Key-lèrdom. Hy herftelde de Saxen en Viielen in hare privilegiën ; deê fich van de Denemarc-kers, en andere Noordfche volckcren gehoor-lamen; ftrafce de Slavoniers en Sorabers; bracht d’oproerige Bretons en Gafconjers weder tot haren plicht,- bevredighde de beroerten ont-ftaen in Hongaryen en in ’t landt Wiltz ; fteldc Gouverneurs in d’eylanden Corfica en Sardaigne, om de Sarafijnen te wederftaen. Sommige befchuldigen hem van onvoorfichtigheydt, dat hy aen y der van fijne lonen de konineklijeke waerdigheyt vereerde ; want behalven dat hy hen daer door ’t hart verhief, foo wier den aen d’andere fijde oock de genegentheden der onderdanen verdeelt, ’t welck oorfaken waren van groote Iwarigheden, ja felfvan t’famenlweerin-gen fijner kinderen tegens haren goeden vader. Eyndelijck, nadat hy hier op’taertrijck veel arbeyt en droefheyt had geleden,reyfde hy in’t jaer 840 naer den hemel, om daer ruft en bly-Ichap te genieten ; en ontfing d’eer der begrae-fenifte in de kerck van S. Arnoldus te Metz, £ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dicht

111.


-ocr page 28-

xxij nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

dicht by’t lichaem van hjn moeder de keyfe-rin Hildegarde.

I V. Karel de 'T-^eede^ gebynaemt de Kale, foon van Lodewijck de Goedertieren uyt fijn tweede hu-welijck, ( want fijn andere drie Ionen gaen wy voorby , oin datle eygentlijck geen Köningen van dit Kijck geweelt hjn , ) kreeg Vranckrijek tot fijn deel, ’t welck by 37 jaren beftierde j en befat, in ’t laetfi: van fijn leven, byna twee jaren het Keyferrijck. Hy vernietighde den koninek-lijeken tijtel van Aquitanien , en maeckte het tot een Hartoghdom. In defen tijdt wierd Vranckrijek feer geplaeght van de Noordïche voickeren, die fich loo vaft daer in fielden, dat de Graven van Champagne en Blois, en de Hertogen van Normandien uyt de felve fijn gefpro-ten , gelijck de Hiftorien leggen. Dele Koning wierd door fijn Medicijnmeelter, dat een Jode was, in ’t jacr 877 vergeven, na dat hy vele fraye kereken had gellicht.

Loder^ck de Tsoeede, toegenaemt de Stamelaer, outlle foon van Karei de Kale , wierd na hem Koning van Vranckrijek , Lotharingen en Bourgondien , doch regeerde maer twee jaren , terwijl hy met Karei de Vette om ’t Room-fche Rijck twille. Hy hadt veel ongemack door fijn ftiefmoeder de keyferin Richilde , door fijn neven in Duytflandt die hem beoorloghden , onrull met fijne Grooten , met de Noormannen,Denemarekers, en fijn afvallige Bretonnen ; doch hy redde fich uyt alle dele Iwarigheden door fijn voorlichtigheyt: en wierd in ’t jaer 878 teTroyen, door Paus loannes d’Achtlle, tot Keyler gekroont ,- maer verliet al d’aertfche Kroonen om een hemelfche in ’t jaer 879.

  • V I- Lod^ijek de Derde en Carloman , lonen van Lodewijck de Stamelaer, deelden de landen van dele Monarchie in’t jaer 880 te famen,- foo dat Lodewijck, als d’outlle , kreeg Vranckrijek en Neullrien, en Carloman Bourgondien en Aquitanien. Doch Lodewijck verreylde uyt de tijdt in d’eeuwigheyt twee jaren daer na, lijnde het jaer 882.

  • VII. verkreeg , na fijns broeders doot,

hun heerlijck erfdeel, en was alleen Monarch van Vranckrijek j doch betaelde mede den on-vermijdelijcken tol der nature in ’t jaer 884.

  • VIII. Karei toegenaemt de Vette j neef van de vorige , Koning van Duytflandt fijnde , wierd van de Staten des Rijeks ( door een hooghdringen-dennoot, en om dat Karei de Simpele maer fes jaren out, en overfiilcks onbequaem was om ’t landt te befchermen) tot Koning gellelt: doch fijn heerlchappy was oockkort ; want hy liet af van te leven in ’t jaer 888.

I X. Eudes, oft Odo, was fijn navolger, en een foon van Robert de Stereke , Stamheer van het derde Konineklijek geflacht. Defe Koning was kloeckmoedigh en dapper, doch de Franlche Heeren geenlins aengenaem ; dies hebben eeni-ge van hen den jongen Vorll Karel ingeroepen, en voor hunnen wettigen Koning erkent : en daerom tellen Ibmmige defen Eudes, en de vorige Karei de Vette, niet onder de Köningen, dewijl ly hen voor onwettigh houden.

X. Karei de Derde, gebynaemt de Simpele^ ofte Een-

N G S E L.

voudige,isin’t jaer 893 , dertien jaren out lijnde , te Rheyms gekroont. Onlangs daer na is dit Rijck met gedeeltheden , beroerten en trouwloosheden vervultj want op eenlèlve tijdt waren hier, behalven Karei, vijf andere Köningen (of die den tijtel aennamen) uyt verfcheyde voickeren en geflachten gefproten. Doch na ’t afllerven van Eudes, in ’t jaer 898, wierd Karei als op nieuw ten troon verheven : maer fijn achtbaerheyt en gebiedt verminderde onlangs daer na niet weynigh 5 want vele Princen en Heeren, die Gouverneurs van Provintien waren , namen die in eygendom , onder den tijtel van Heltonen oft Graven , voor hen en hare kinderen. Daer op quamen de Noormannen gedurigh ’t Rijck loodanigh quellen, dat dele Koning genootlàeckt was hen ’t belle deel van Neullria, nu Normandien genaemt, met ver-dragh over te geven, dies Ibude haer hooft Rollon dat, met den tijtel van Hartogh, van de Koning te leen houden : ’t aflcheuren van dusdanige flippen veroorfaeckten, dat hy de Ipot-naem van de Simpele kreeg ; en dat eenige groote Heeren lbo vele beroerten maeckten , datfe hem eyndelijck eerll te S. Quintijn , en daerna te Perone , gevangen hielden , tot dat fijn fiel, door droefheyt over fijn ongeval en d’ontrouw der lijnen, in’t jaer 929 uyt d’aertlche gevangenis naer de hemellche vryheyt vertrock.

Lode-^ijek de Vierde, ( toegenaemt yfan Ol^et^ee , X L ' om dat lijn moeder met hem in Engelandt was gevlucht , terwijl fijn vader gevangen fat,) eenigh loon van Karei de Simpele, wierd van de Françoyfen weder geroepen na de doodt van Raoul oft Rudolf, (die wy, loo wel als Robert, niet onder de Köningen Hellen, om datle by ’t leven van de gemelde Karel dien tijtel ge-bruyckten, ) enin’r jaer 936 te Laon tot Koning gekroont. Doch Hugo Graef van Parijs, met hulp van Keyler Otto, Herbert Graef van Vermandois, Arnold Graef van Vlaenderen, Richard Hertogh van Normandien, en anderen van hun verbonr, brachten defen Koning in gedurige onrull, en byna gelladige ballingfchap, om d’ongetrouheyt van fijn volck. Eyndelijck llurf hy in ’t jaer 954 door een val van fijn paerdt, na dat hy 17 jaren Koning was geweell, enleght in d’Abdye van S.Remy te Rheims begraven.

Lotharius, oudtlle Ibon van Lodewijck van x 11. Overzee, regeerde 32 jaren. Hy had groote gcfchillen met de Keyfers Otto de Tweede en Derde , vader en foon, met welche hy eyndelijck vrede maeckte tot misnoegen van de fijne, nadien hy Lotharingen aen de Keyler overgaf. Niet lang daer na, in’tjaer 98Ó, verliet hyde flerffelijcken , en wierd by fijn vader in d’aerde gefet.

Lode'Siÿck de Vijfde,eenigh loon van Lotharius, XIII. regeerde maer veertien maenden, en overleed, als fijn vader, door vergif, en fonder kinderen, in ’t jaer 987 , en genoot d’eere der begraefenil-fe te Compiegne. In defe Vorll verdorde de Stam der Carlovingiers, die de Rijcksllaf van Vranckrijek 235 jaien had gedragen.

K o NI N-


-ocr page 29-

A E N H A

Köningen uyt het derde geßacht, Gcn^iemt Capet.

• ö

H Et derde en laetfte geflacht heeft fonder twijfel een beter en volmaecktergedaen-te aen dele Monarchie gegeven ; ’t welck onder d’oorfàken getek wort, dat het gelucki-ger en langer den fcepter heeft gefwaeyt dan de twee andere te famen ; want als men rekent van Hugo Capet, ( daer het de naem Capet van heeft, ) die in *t jaer 987 begon te heerfchen , tot het jaer 1ÓÓ4, foo blijckt dathet nu Ó77 jaren op den konincklijcken troon heeft gefe-ten J en d’ander twee geflachten niet meer dan 5^7 jaren te famen. Oock fijn uyt hetfelve, behalven de Monarchen van dit Rijck, ver-fcheyde Köningen van andere koninckrijcken in ’t Chriftendom , ja fèlf eenige Keyfers van ’t Oofterfdie Rijck, gefproten.

I. Hîigo Capet, Prins en Hertogh der Françoyfèn, wierd te Noyon Koning verklaert : hy was d’outfte foon van Hugo de Groote, toegenaemt den Abt, Prins der Franfchen , Hertogh van Bourgondien , Graef van Parijs en Orleans, en afgekomen van Robert de Stercke , Hertogh en Marckgraef van Vranckrijck, na bloetverwant van Keyfer Karel de Kale. Karel,Hertogh van Lotharingen , oom van den laetflen koning, pooghde Capet door de wapenen te verdrijven, en felf koning te worden ; maer hy was fbo on-geluckig , dat hy, na verfcheyden oorlogen, in handen viel van Hugo Capet, die hem gevangen naer Orleans fond. Dus wierd,door een verborgen oordeel van den Koning der koningen, de Scepter in ’t Huys van Capet beveftigt. Defen nieuwen Monarch bracht oock tot reden verfcheyden tegenftrevende Vorften , als den Hertogh van Guyenne, de Graven van Poiélou, van Vlaenderen, van Troy en , en andere. Als hy in ruft was,weerde hy de wanordren en verwarrin-aen van de Staet door goede wetten en ordonnantiën; ftelde eenen Raet van de grootfte Prin-cen en Heeren , ’t welck fommige houden voor d’inftelling der Pairs ofte Genoten van Vranckrijck ; en ftichte fommige Abdyen. Hy had by fijn gemalin Adeley de een loon en drie dochters. Den toenaem Capet komt van een half Latijns woort, die men hem gaf, als eenige ge-looven, om dat hy wât groot van hooft was, oft oock een weynigh hoofdigh, en vaft in fijne meeningen. Na dat hy ontrent tienjarenge-luckig dit Rijck beftierthad, vertrock hy naer ’t eeuwige in ’t jaer 996, andere feggen 998 , en wierd te S. Denys ter aerden beftelt, daer men fijn graf noch kan beften.

I ï’ Robert fijn fóon, toegenaemt de Deygt;ote, de Heilige, en de Wijfi, regeerde 37 jaren na fijns vaders doot ; want hy was van hem als een Medegenoot desRijeks aengenomen, en in’t jaer 987 te Orleans gekroont. De vorige bynamen verkreeghy, omdat hyfijn gedachtenis ver-heerlijckte door een befondere Godtvruchtig-heyt tegens Godt, een groote liefde tot d’ar-men, en een ongemeene wijsheyt in fijne heer-fchappy. Hy trouwde Conftantia van Provem

N G S É L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xxiij

ce, waer by hy vier fbnen en een dochter kreeg, te weten , Hugo , tot koning gekroont, doch ongetrouwt voor fijn vader overleden ; Hen-rick, fijn navolger; Robert, Hertogh van Bourgondien , uytwelckeeen lang gevolg van Hertogen van Bourgondien, en Koningen van Por-tugael, fijn gefproten ; Eudo , wiens afkomelin-gen onbekent fijn ; en Alix, getrouwt aen de Graef van Vlaenderen. Robert ging uyt d’aert-fche naer de hemelfche wooning in ’t jaer 1032, en ruft te S. Denys.

Henrick d’Eerße regeerde 28 jaren: hytroude 11 i. Anna van Ruftandt, oft Mofcovien, die hem drie fonen gaf, Philips fijn navolger ; Robert, die jong fturf; en Hugo , Graef van Verman., dois, waer uyt een brave afkomft is gefproten. Henrick verliet de weereltin ’t jaer 1060, en legt mede te S. Denys.

Philips d’Ëerfie fat 48 jaren op den koninek- V. lij eken troon : fijn regeering is hier in aenmerc-kelijck , dat de Françoyfèn nooit fbo wijt, en in foo veel afgelegen landen, met foo veel overwinningen , oorloghden , in ’t byfonder in Engelaut , door Willem, Hertogh van Norman-dien, vermeeftert ; in Spanje, in ’t Noorden, en Sicilien; daer na in Grieckenlandt, Cappadocien en Paleftine , of’t Heyiige landt, en andere glt;r-weften, onder’t beleyt van Godefrid van Bouillon : fbo dat in defe tijdt d’achtbaerheyt van de Franfche naem fbo hoogh opging, dat byna de gantfehe weerelt daer van als verwondert en verbaeft ftont. Defe Koning had by fijn gemalin Berthe van Hollandt, ( dochter van Floris , Graef van Hollandt, ) fijn navolger Lode-wijck ; Henrick, die in fijn teedre jaren fturf, en een dochter Conftantia geheeten : en ging de wegh van alle 'vleefch in ’t jaer 1108 ; fijn lichaem wierd in d’Abdye van S. Benediólus op de Loire, gefegt Fleury, in d’aerdc gefet.

Loders^ijck de Seße, toegenaemt de Piicke, verworf V. den lof van een deuchdelijck en uytnemend Vorft;want terwijl fijn vader de welluften teveel gehoorfaemde , nam hy de beftiering van den Staet in handen,verdreef geluckelijck de vervolgers van de Kerck en van lij n volck,ftrafte d’op-roerige Princen , ftelde Vlaenderen in fijn ge-hoorfaemheyt, en gaf het fijne Graven , en aen Normandien weder Hertogen. Hy begaf fich in d’echt met Alix van Savoyen, waer by hy won , Philips, die by ’t leven van fijn vader fturf ; Lo-dewijek fijn navolger ; Henrick , Aertsbiflehop van Rheyms; Robert, waer uyt vele Graven van Dreux fijn gekomen ; Philips, eerft getrouwt, en daer na Geeftelijck geworden; Pieter, Heer van Courtenay, uyt welcke eenige Keyfbrs van Conftantinopolen, Graven van Nevers, Auxer-re,en andere PrinGen,fijn gefproten; Hugo,jong geftorven; en Conftantia , gehuwt aen de Graef vanTouloufè. Defe Koning , als hy ontrent 29 jaren had geheerfcht , betaelde d’algemeene fchultin ’t jaer 1137.

Loderfpïjck de Se'pende, gebynaemt de nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;trouw- y

de Eleonora, Hertogin van Aquitanien,Gafcon-. je en Poiólou , met hope van defe treffelijeke ■ Provintien aen de Kroon te voegen;maer ló ja-■ ren daer na wierd dit huweliick ontbonden, en de

-ocr page 30-

xxiv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

de Koningin verlâemde met Henrick de Tweede , Koning van Engelant, waer uyt een bloedi-gen oorlogh ontftont tuffchen defe twee Prin-cen, die weynigh ruft hadden, en byna gedn-righ in de wapenen waren. Lodewijek had van de gemelde Eleonora twee dochters; en nam tot fijn tweede gemalin Conftantia van Kaftilien , die hem een dochter baerde : hjn derde huwe-lijck was met Alix van Champagne, by welcke hy won Philips hjn navolger, en twee dochters, Alix en Agnes geheeten : hy befat lijn Rijck 43 jaren , ’twelckhyin ’t jaer 1180 door dedoot heeft verlaten ; en ruit in d’Abdy van onfe Vrouwe van Barbeau, oock S. Port op de Seine geheeten, die hy gelticht en befchoneken had , om d’ongehoopte en geluckige geboorte van fijn eenigh foon Philips, die daerom Dieu-donne, dat is, van Godt gegeven, wierd genaemt.

VIL Philips de Tsveede verkreeg , behalven Dieu-don-nc , de bynamen van Augi^, en 0'peryeinnaerj om fijne wonderlijeke viólorien over fijne vyan-den ; want hy vermeelterde met kracht van wapenende Hertoghdommen van Aquitanien en Normandien , met de Graeffehappen van Poiótou, Anjou , Touraine en Maine , verbeurt verklaert in den perfoon van Ian , koning van Engelandt, loon van de voorgemelde Eleonora cn Hcnrick de Tweede : hy vereenighde oock met de Kroon de Graeflchappen Vermandois, Auvergne,en Valois; verkreeg de Graeflchappen Evreux, Alençon, Nogent, de kallelanye van Gien, cn verlcheyde andere landen. Daerenbo-ven verworf hy in ’t jaer 1114 een heerlijcke en groote verwinning van een veltllagh te Pont de Bouvines by Doornick, tegen Keyfer Otto de Vierde, de Koning van Engelant, de Hertogen van Lotharingen en Limburg, de Graven van Vlaenderen, van Leuven, Bologne , Hollandt, Namen , Salisbery, en andere , die te famen een valt verbont tegen Vranckrijek hadden ge-maeckt: hondert envijftigh duylent mannen van de ffaemverbondene wierden foogedootals in de vlucht gellagen en verftroyt. Ter gedachtenis van defe viâorie ftichte hy d’Abdyen van de H. Maegt Maria by Senlis, en van Bonport in Normandien. Het fcheen oock, dat de Fran-çoyfen, ontfteken door’t vuur van fijnen y ver en dapperheyt, lieh buyten hun landt door hun oorlognsdeughden vermaerder maeckten , in-fonderheyt door het heerlijck veroveren van Conftantinopolen, en ’t Griecklche Keyfer-rijek, met hulpe der Venetianen : daer na door ’t winnen van de koninekrijeken Cyprus, en Sicilien , nevens recht tot het Rijck van Jeru-falem. Doch al dit geluck wierdt getempert, om dat het hem niet volghde in fijne drie huwelijeken ; want het eerlle met Ifaoella van Henegouwen, gelchiedt fijnde tegen’twelbehagen van de Koningin lijn moeder en fijn oomen, bragt Vranckrijck byna in beroerte; by defe Princes won hy Lodewijek fijn navolger , en twee fonen t’eener dracht, die byna foo haeft Ifurven als fy geboren waren : het tweede was met Ingeburg van Denemarcken, die hy verliet, cn verlcheyde reyfen in genade nam : ten derden mael verfaerude hy met Agnes van Mera-

N G S E L.

nien, die hem Philips en Maria baerde» Eynde-lijck , na een geluckige heerlchappy van 43 jaren , wierd hy van ’t Iterfiijcke ontbonden in ^t jaer 1x23, en te S. Denys in d’âerde gelet.

Lodsypïjck d’Achtße, toegenaemt de Leeuyo, om V l i L fijn grootmoedigheyt, regeerde drie jaren, en eenige maenden. By ’t leven van fijn vader wierd hy door eenige Engellche heeren in hun landt geroepen, en voor hunnen Koning erkent; doch hy genoot dit geluck niet lang : want na de doot van Koning Jan namen d’Engel-fchen fijn foon tot hunnen Koning. Daer na toondeLodewijek fijn dapperheyt in Artois, Guyenne en Languedoc, tegen d’Engelfchen en Albigeoilèn. Hy trouwde met Blanche van Kaftilien , die hem acht fonen en twee dochters baerde, d’eerfte was Philips die jong fturf ; de tweede, Lodewijek fijn navolger; de derde, Robert, Graef van Artois ; devierde en vijfde, Philips en Ian , in hunne kintsheyt overleden ; de lèfte, Alphonlùs , Graef van Poiólou ; de fc-vende, Karei, Graef van Anjou en Provence, en daer na Koning van Sicilien , wiens afkomft verfcheyde Köningen aen Sicilien , Hongaryen en Polen , en eenige Keylèrs aen Conftantinopolen, heeft gefchoneken; d’achtfte was Stephanus , in fijn eerfte bloeyen verwelckt en afge-maeyt ; de jongftc dochter Ifabella wierd gee-ftelijck. Als delen Koning, met laurieren van overwinningen verheerlijekt, door Montpenfier pooghdc te reyfen, wierd hy van een fiecktc verraft, die hem in ’t jaer i ii6 vermeefterde , en fijn affterven veroorfaeckte.

Loderïpijck de Negende, gefeyt de Rechtygt;eerdige, i x, en , eenige jaren na fijn overlijden , de Heylige, overwon fijn uyt- en inlandtfche vyanden : hy braght den Hertogh van Britannien tot fijn plicht ; vernederde de Graef van Champagne, en verfcheyde andere t’faemverbondenc hec-ren ; maeckte vrede met de Koning van Engelandt, die hy een deel van Aquitanien gaf, welcke daer meê afftont van alle oude pretenfien op Normandien , Anjou , Poidou, Maine, Touraine , en andere : daer na fcheepte hy met een leger in Afia en ’t Heylige landt, verfloegh dc Sarafijnen in twee veltllagen, verfterekte vier goede plaetfen in Syrien , en dwong d’Emirs oft Vorften van Egypten een groot getal flaven tc verlolTen. In fijn tweede reyfe over zee verwon hy d’Africanen en Mauritaniers, dieeertijts dc fchrick van Italien, Griecken en Spanje geweeft waren; en lbude,lbo ’t fcheen, veel meer gedaen hebben,indien hy langer had geleeft. Hy had by fijn gemalin Margarita van Provence, vijffonen , Lodewijek, in fijn jonekheyt gefturven ; Philips, fijn navolger in ’t Rijck; lan, Graef van Nevers en Valois, die fonder kinderen in ’t beleg van Thunes overleed;Pieter,Graef van Alençon, Chartres, Perche en Blois ; Robert, Graef van Clermont, en Heer van Bourbon, was fijn vijfde loon, en Stamheer van ’t konincklijck Huys van Bourbon , datnu regeert : fijne vier dochters waren Ilàbella, Blanche, Margarita, en Agnes. Defen lolfelijckcn Koning , na dat hy vele kercken , kloofters, kapellen en gafthuyfen had gefticht, byna 44 jaren ’t Rijck belèten, en

nu


-ocr page 31-

ÂÊNHANG SËL;


XXV


X I.

X I I.

Mu ten tweedenmael tegen d’ongeloovigen oor-loglide,is in’t beleg van Thunes van de belhiet-telij eke heckte aengetaft , doorwelcke hy ver-wonnenhjnde,nadenonbcfmetten hemel reylde in’t jaer 1270, nalatende een heerlijcke gedachtenis van een Vorft boven al Godtvruchtigh, Goedertieren,RechtveerdighjKuylch, Kloeck-inoedigh , en de naem van Heyligh waerdigh, met welcke hy oock in’t jaer 1297 , door Paus Bonifacius d’Achtfte , is vereert en gecano-nifeert.

Philips de Derde verdiende den toenaem van de Stoute, om dat hy , als een andere Mars, byna gedurigh oorlogh voerde. Korts na hjnkroo-ning bracht hy lietRijck van Navarre onder de gehoorlaemheyt van Ioanna , Gravinne van Champagne, die het wettelijck toebehoorde: daer na pooghde hy ’tRijck van Arragon tc veroveren voor hjn loon Karei, met twee machtige legersj en dwong de fteden Perpignan, Pier-relate, Gironne , en andere plaetlen j verfloeg d’Arragonefen in een veltllagh , en foude oock vorder hjn overwinningen vervolgt hebben, indien hem de doot, in’t bloeyen van hjn jaren, niet had doen verwekken , en in ’t jaer 1285 al hjn hooge voornemens bepaelt. Hy liet na uyt hjn eerftehuwelijck met Ilabella van Arragon, Lodewijck,in hjn teedre jaren gefturven;PhiIips hjn navolger; Karei,Graef van Valois, uyt wiens afkoraft dertien Köningen van dit Rijck hjn gelproten ; en Robert, oock overleden in hjn jonekheyt : van Margarita van Brabant, hjn tweede gemalin , had hy Lodewijck, Graef van Evreux, van welcke de Graven van Evreux,oock Köningen van Navarre, hjn afgekomen ; en twee dochters, Margarita, en Blanche.

Philips de kierde, toegenaemt de Seboone, om de brave gedaente van hjn lichaem, trouwde met Ioanna, koningin van Navarre , erfdochter van koning Henrick d’Eerlle , welcke hem , behal-ven dat Rijck, ten huwelijck bracht, de Graef-Ichappen van Champagne , Brie, en Bigorre : oock voeghde hy by lijnen Staet de Graef-Ichappen Bourgondien, Angoulehne,la Marche, en andere heerlijekheden. Hy vermeeherde door de wapenen ’t Hertoghdom Guyenne, op den Koning van Engelandt verbeurt verklaert ,• dwong d’oproerige Vlamingen,- en ftichte vele kereken en Abdyen , nevens d’Academie te Orleans. De gemelde koningin Ioanna baerde hem vier honen en drie dochters, Margarita, Ilabella, en Blanche : men foude niet onge-voeghlijck van defen Monarch können feggen, dat hy foo veel Köningen als lonen heeft ge-hadt ; want de drie outfte, Lodewijck , Philips, en Karei, hjn hem alle in den konineklijeken troon van dit Rijck gcvolght,- doch de jongfte, als een bloeyende bloem, in hjn jonge jaren door de Doot afgemaeyt, heeft de Kroon, die hyop’t aertrijck door hjn vroegh overlijden moed; derven , in den hemel verworven. Eyn-delijck heeft defen Vorft, na dat hy 29 jaren dit Rijck had belliert, en feer vermeerdert, in ’t jaer 1314 hjn leven afgeleyd.

Lodeyeijck de Tiende, toegenaemt Huttn, loon van de vorige , volghdein’t befit der beyde

Vranckrÿck,

Kroonen, Vranekrijek en Navarre; maerhy genoot die nauwlijeks twee jaren ; want hy ging in ’t jaer 131Ó in d’onfterfiijckeyt ; nalatende van Margarita van Bourgondien , fijn eerlle gemalin , een dochter , Ioanna genaemt, die daer na Koninmn van Navarre wierd ,• en van Cie-mentia van Hongaryen, fijn tweede bedgenoot, een foon , Jangeheeten, die na fijn doot is geboren.

lan d Eerße wierd , lbo haeft hy ter weérelt x 11 L ejuam , Koning van Vranekrijek en Navarre ; doch fijn teedre levens lamp is acht dagen daer na uytgebluft : evenwel moet hy onder de Köningen getelt worden , al had hy ’t maer een daghgeweeft; wantin Vranekrijek Iterven de Monarchen niet, om dat, foo haeft hen den ademuytgaet, op’tfelve oogenblick de naefte mans-oir van lijnen bloede hem volgt, en hjn recht verkrijgt.

Philips de lijfde, die men de Lange, om fijn hoo- x l V. ge geftalte , noemde, was oom van de laetfte Koning lan, broeder van Lodewijck de Tiende , en tweede loon van Philips de Vierde. Hy bracht de misnoeghde Princen en de Vlamingen met fachte middelen tot haren plicht; en verordende de Rekenkamer te Parijs. Sijn houwelijck was met Ioanna van Bourgondien, van welcke hy alleen dochters nalietwant hjn foon Lodewijck overleed in hjn eerfte jeugt: de dochters waren Ioanna, Margarita, Ifabella, en Blanche die geefteJijck wierd in ’t kloofter te Long-champ. Delen Koning eyndighde fijn dagen in’t jaer 1321.

Karei de Vierde, toegenaemt de Schoont als fijn xv. vader Philips, volghde fijn broeder in ’t Rijck, en nam mede, als fijn voorfaet had gedaen, den tijtel van Navarre. Hy ftrafte ftrengelijck ver-fcheyde Princen en Heeren, overwonnen van misdaet; dwong dEngelfchen tot vrede ; bracht de Graef van Vlaenderen tot fijn plicht ; en was van voornemen het Wefterlche Rijck met Vranekrijek te vereenigen , indien hem de doot, op’t befte fijner dagen , in’t jaer 1328 ’t felve niet had verhindert. Sijn derde gemalin Ioanna van Evreux was toen fwanger, en baerde na hjn affterven een dochter Blanche genaemt. Derhalven ging de Kroon , die tot aett de dertiende J^oning t’elckens van vader op foon was gekomen, en in de twee laetfte op d’ooms , nu over tot de neven, en de collaterale ofte dwarslinie van Valois.

Philips de Seße, gelegt yfanValois, wierd in ’t jaef x V L 1328 gekroont, in welck jaer hy d’oproerige Vlamingen by Calfel verfloegh : ledert bracht hy d’Engelfchen tot vrede; verfekerde fijn Staet na fijn vermogen , nam de Graeflchappen Champagne en Brie tot fich, en gaf fijn nicht Ioanna, koningin van Navarre, haer Rijck weder, en andere heerlijekheden, verder van Parijs gelegen, in plaetlè der voorgemelde landen. Hy was van meening tegen d’ongeloovigen met twee machtige legers t’oorlogen ; maer als hy verftont, dat de Koning van Engelandt naer die gelegentheyt wachte, om fijn Rijck te be-Ipringen, was hy genootlaeekt dat voornemen te verlaten. Oock waren defe twee Köningen g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;federt


-ocr page 32-

xxvj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

federt die tijde byna gedurigh in oorlogh ; foo datdaernaden grooten en voor Vranckrijek droevigen veltflagh van Crecy gebeurde ; de bloedighfte en fchadelijckfte voor dit Rijck, om dat ’er in de hiftorien geen weerga van de felve is te vinden.Op dit ongeval namen d’Engelfchen Calis, Poióliers, en andere Heden } doch dele fwarigheden wierden verlacht door ’t vermeerderen van den Staet met Dauphiné, Champlor, Briançonnois, Celàne , Vienne , Albon, Gra-livaudan, Ambrunois,Rouffillon, Montpellier, en verfcheyde andere landen en heerlijekheden. Hy trouwde d’eerfte mael met Ioanna van Bour-gondien, die hem vijf fonen en een dochter baerde ; d’outfte waslan fijn navolger; Lode-wijek, Robert en lan fturven in hare jonekheyt; doch Philips de jongfte , Hertogh van Orleans, en Graef van Valois , heeft kinderen nas^elaten. Des Konings tweede gemalin was Blanche van Navarre, die hem Ioanna ter weerelt bracht : eyndelijck , na een heerlchappy van jaren, heeft hyin’tjaer i3;o te Nogent Ie Roy de laetfte lchult betaelt.

XVII. nbsp;nbsp;Jan de Tseeede, geby naemt de Goede, outfte foon

van Philips de Selle , had een regeering , opgehoopt van grooter ongelucken , droeviger voorvallen , en onrullcn dan de voorgaende : want hy wierd felf, in ’t jaer i30, van d’Engel-Ichen in den Slagh van Poiétiers gevangen , en in Engelant gevoert, daer hy vier jaren lat ; en wierd genootfaeckt, om fijn vryheyt weder te bekomen, een verdragh met den verwinnaer te maken op feer nadeeligc voorwaerden : want hy moeH hem Poiélou, Thouars, Belleville, Saintonge , Agenois , Perigord, Limoufin, Quercy, Tarbe, Rouergue, Angoumois, Bi-gorre, en Gavre , overgeven, en daerenboven eenuytermaten groot rantlben oft losgelt van drie millioenen goude kroonen, en veertig Prin-cen en Eleeren tot OHagiers oft pantsmannen, tot volbrenging van ’t verdrag,in hunne handen Hellen. Eenigen tijdt, nafijn komll uyt Enge-landt, in Vranckrijek gewecH fijnde , keerde hy weder naer Londen, om het verdragh te vervullen, d’oHagiers te verloflen , en de Koning te bewegen , om tegen d’ongeloovigen t’oorlogen : doch aen ’t Engelfche hofwelènde, wierd hy in’t jaer 13Ó4 door de doot in’t leven gebracht,fijn lichaem naer Vranckrijek gevoert, en te S. Denys begraven. Hy had by Bona van Luxenburg vier Ionen en vijf dochters; d’out-He foon was Karei, fijn navolger ; Lodewijck, Hertogh van Anjou , en Koning van Sicilien en Napels ; Jan , Hertogh van Berry ; en Philips, Elertogh van Bourgondien , toegenaemt de Stoute , Stamheer van de laetHe Hertogen van Bourgondien : de dochters waren Joanna, Maria, Agnes, Ilàbella, en Margarita.

X VI II. nbsp;nbsp;nbsp;Karel de Vijfde^ toegenaemt de Wyfe^ om dat hy,

door een belbndere wijsheyt, fijn Rijck beve-Highde tegen de felle Hormwinden van ’t onge-’valjdie het in de regeering der vorige Köningen hadden doen fchudden. Terwijl fijn vader gevangen fat, was hy Regent van ’tRijck, en wederHont kloeckelijck het fchadelijck voornemen der Engellchen en oproerigen. Tot de

N G S E L.

Kroon gekomen , herwon hy ’t heHe deel vati ’t gene lijn voorlaten verloren hadden, holp fijn geallieerde vrienden, toomde de trots fijner on-derdanen en vyanden, deê fijn Rijck bloeyen en in rijekdom toenemen, vervulde de Ichatkill met groote lommen gelts, hoewel hy fijn vader had moeten lofl'en , Iwâre oorlogen voerde, en groote legers had verforght ; Hichte eenigc klooHers, en bouwde fommige kaHeelen. Hy trouwde Ioanna van Bourbon , wacr van hy twee fonen, en fes dochters kreeg ; d’outHe was Karei, fijn navolger; en Lodewijck, Hertogh van Orleans,oorfprong der konineklijeke telgen van Orleans en Angoulefme,waer uyt de Köningen Lodewijck de Twaelfde, en François d’Eer-He fijn gelj^roten ; de dochters waren Ioanna, Bona, Ioanna de ïongHe, Maria en Ifabella , aile jong geHurven ; de lèHe was Katharina. Eyndelijck, na eenlolfelijckeregeering van 16 jaren, heeft dele VorH in ’t jaer 1380 dit tijdt-iijcke met het eeuwige leven verwilîelt.

Karel de Sefle, die den toenaem heeft van de x I X. Bemindef was 42 jaren Koning. In fijn tijdt is dit Rijck, (dat in de heerlchappy van fijn vader d’adem had herhaelt,) door de fchrickelijke beroerten der Engellchen en Bourgondiërs , welche van de Koninginne , fijn gemalin, gevoedt, en door de twiHen van de Princen van den bloede vermeerdert wierden , byna tot fijn uyterHc verderf gekomen : want de Koning in ’t begin minderjarigh , en daer na in ’t verHant geraeckt fijnde , rees eerH gefchil tulfchen fijn drie oomen om het Regentfehap : ondertulfchen kon Lodewijck, Hartogh van Orleans , niet gedoogen dat men hem, dewijl hy des Konings broeder was, voorby ging; en verweckte foo veel haets tegen den Hertog van Bourgondien , fijn oom,dat d’Engelfchen daer door in Vranck-rijek quamen, en Hertogh Jan van Bourgondien hem jaramerlijck liet ombrengen ; doch dele daet wierd fchrickelijck gewroken , in den perlbon van den lelven Hertogh Jan, die door ’t volck van den Dauphijn op een brug te MonHe-reau-faut-Yonnein ’t jaer 141918 vermoort.Gedurende defe twiHen kregen d’Engelfchen , na ’t winnen van den llagh t’Azincourt, een groot ja’t belle deel van Vranckrijek in hun gewelt. Defe Koning , niet tegenHaende alle de gemelde beroerten, verwon d’oproerige Vlamingen in de flagh by Rofebeke ; Heide Genua onder fijn gebiedt, met toeHaen van den Adel der lelve Hadt ; Ibnd den Hertogh van Bourbon tot hulp van de CaHilianen tegen de Portugelen ; vernederde den Hertogh van Gelder ; en belchermde de Florentiners. Hy trouwde Ilàbella van Beye-ren,die hem fes Ionen en fes dochters ter weerelt bracht; van defonen fijn ’er vijf, te weten, twee Kareis, Lodewijck, Jan en Philips, voor hem overleden ; de feHe, oock Karei geheeten, was na hem Koning : de dochters waren Ifabek la, Ioanna , Maria, Ioanna de jonge, MicheU Ie, en Katharina. Na foo veel Hormen en baren van ongeval reyfde dele Koning, in’tjaer I4ZZ, in de haven van een gedurige ruH, en verworf d’eer der begrafenilfe te S. Denys.

Karei de Seiende verworf den by naem van Oy^er^ X x.

ytinnaer,

-ocr page 33-

A Ë N H A

'ypinnaer J om dat îiy byna geheel Vranckrijck van d’Engel/chen verlofte , door een bylbndere gunft des hemels : want in’t begin hjner heer-fchappy ftonden fijn faken feer liecht ; doch hy behiel gedurigh fijn groote kloeckmoedigheyt, en quam alles te boven. Ioanna d’Arc, daer na de Maeght van Orleans geheeten, quam tot fijn hulp, ontfette de ftadt Orleans, en verfloeg vele Engelfchen in verfcheyde gevechten. Ontrent dele tijdt verwon de Koning fijnvyandenby Patay, veroverde vele Heden ; en wierd daer na fonder bloetftorten in Parys gelaten, dat 18 jaren in de macht van vreemden was geweeft. Daer na won hy geheel Normandien,en Guyenne , en in’t kort, ’t gantfche Rijck , uytgefeyt Calis ; hy voeghde aen fijn Kroon,’t Graefichap Comminges, de heerlijckheden van Parthenay, Secondigny, Beceleu, Coudray, Salebart, Vo-vant, Mervant en andere in Poiótou , Chaftel-laillon, Mathefelon, Durerai, en de Graeffchap-pen van Chiny en la Roche in Ardenne. By fijn gemahn Maria van Anjou had hy vier fonen , en feven dochters : d’outfte foon was Lodewijck, fijn navolger ; Philips en lacob fturven jong ; en Karei, die eerft Hertogh van Berry, daer na van Normandien , en eyndelijck van Guyenne wierd : de dochters waren Radegonde, lolan-dc , Katharina, Ioanna , Magdelena, en Ioanna en Maria, tweelingen. Eyndelijck, na een ge-luckige heerlchappy van 39 jaren, is defe Vorft in ’t jaer 14Ó1 ontllapen, en te S. Denys in d’aer-de gefet, om t’fijner tijdt t’ontwaken.

XXI. Lods'vijck d'Elfdc heeft den bynaem van de Voorßchtige niet t onrecht verkregen : want hy wilt door fijn gaeuw verftant het voornemen fijner tegenftrevers t’ontdecken en om te ftooten, en hare aenllagen te vernietigen : hy was feer ge-heymio fijn berading, rechtvaerdigh en ftreng in fijn oordeelen, het welck lommige van de grootfte Heeren gevoelt hebben : hy deê fich verwonderen van alle de Mogentheden van Europa , ontfien van de vreemdelingen, en vree-fcn van fijn onderdanen. Hy vereenighde weder met de Kroon de landtfehappen van Bourgon-dien, door’t overlijden van Karei de Stoute, haren laetften Hertogh , fonder mannelijeke erfgenamen : vermeerde fijn Rijck met de lant-fchappen van Anjou, du Maine, Provence en Barrois, door’t affterven van Renatus en Karel, koningen van Sicilien , welcher recht en preten-lien hy verkreegh : by al ’t voorfeyde voeghde hy de fteden Amboife, en Mont-Richard, de heerlijckheden , Months by Tours, Montagu in Poiólou, en andere. Hy was Richter en Scheyds-man over de gefchillen tulfchen de Koningen van Navarre, van Arragon, en van Kaftilien ; cn Middelaer van de vrede tulfchen Romen en Florencen, en Romen met Venetien. In ’t kort, hy verrichte veel meer met verllant en lift, dan andere met geweldige oorlogen ,• en heeft de Koningen van dit Rijck ten top van mogent-heyt verheven; wanthybaende hen de wegh tot een wijt uytgelpreydt ja onbepaelt gefagh. Hy ftichtte een kloofter van Mindrebroeders te Parijs, ter begeerte van fijn gemalin Charlotte van Savoyen, die hem drie fonen en drie doch-

N G S Ë L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Xîtvij

ters baerde : d’outfte en jongfte Ionen waren Joachim en Françoys, die jong fturven; de tweede was Karel,fijn navolger:fijne dochters waren Louyfe, Anna, en Ioanna. Als hy iz jaren had geheerlèht, en vier jaren tegen ’’t gewelt van een ongeneelfelijcke fieckte geworftelt, is hy ten laetften in ’t jaer 1483 van de felve vermeeftert, en in de kerek te Clery, die hy gebouwt en rijc-kelijck belchoncken had, begraven.

Kard d'Ächtße , fijn eenigh loon , volghde X x l Î. hem, die by Ibmmige Schrijvers de bynamen van deKkyne, de Beleefde en Gefpraeckfame worden gegeven. Dele Vorft, in de kracht fijner jonge jaren, reyfde over d’Alpen, om ’t Rijck van Napels te winnen , ’t welck hy geluckelijck volbracht; lbo dat hy daer met groote pracht ( gelijck hy onlangs te voren binnen Romen ge-daenhad) fijn intree dede, en niet lang daer na gekroont wierd ; doch dit geluck duerde wey-nigh maenden , door d’onftantvaftigheyt der Neapolitanen , welcke in minder dan drie jaren vijf Koningen hadden.Ondertuftchen begeerde defeKoning weder naer Vranckrijck te reyfen ; maer fijne vyanden poogden dat te verhinderen met een machtigh leger; doch hy wederftont hen kloeckmoedighlijck, en bevocht te For-nouè in Lombardien met weynigh volcks een heerlijcke verwinning : daer na ontiètte hy fijn neef den Hertogh van Orleans , die van den Hertogh van Milanen in Noare belegert was. In Vranckrijck gekeert, deê hy’t kalleel t’Am-boilè herbouwen ; en overleyde terwijl om een tweede tocht naer Napels te doen,en fijn verlies weder te winnen : maer dit voornemen wierd hem door een droeve toeval belet j want als hy den fevenden April in ’t jaer 1498 in een galerye ging, op ’fc gemelde kafteel t’Amboife, ftiet hy fijn hooft loo krachtigh, dat daer op terftont een apoplexie oft beroertheyt volghde , die hem negen of tien uren daer na uyt de weerelc nam , na dat hy 14 jaren en leven maenden het Rijck had beftiert. Hy had Anna, Erf-Vorftin van Bretagne, ( welck landt hy aen de Kroon hechtte, ) getrouwt, en won by haer Karei Orland, Karei gefegt de jonge, François, en Anna, alle in hunne jeugt overleden : foodat hier door de ftam en telgen van Valois alle afgehouwen waren ; en de Kroon aen de dwars-linie van Orleans quam, welcke de naefte was van den konincklijcken bloede.

Lodeyfijek de T'^aelfde verdiende den bynaem xxiII. ’V2nVader'Van''tigt;ßlck \ hywas te voren Hertogh van Orleans, en fwager van de vorige Koning, wiens lufter hy ten huwelijck had : na fijn kroo-ninglchreefhyfichKoning van Vranckrijck, Sicilien, en Hierulalem. Hy breyde de palen fijnerhcerfchappywijdt uytover d’Alpen, en kreeg de machtige fteden Milanen, Napels en Genua, met d’eylanden Corfica en Chio , onder fijn gebiedt : verwon de Venetianen en Ge-nuefèn in twee gedenekwaerdige veltflagen : oock wierd de flagh van Ravenna onder fijn ge-luckige beftiering door de Françoylèn gewonnen. Hy fond een machtige fcheeps-vloot tegen dcTurcken, onder’t beleytvan de Heer van Ravefteyn, Sijn tweede huwelijck was met de

Konin-


I

-ocr page 34-

xxviij


XXV.


Koninginne Weduwe van fijn voorfaet, Anna van Bretagne , by welcke hy twee fonen had gt;nbsp;die voor hem fturven ; en twee dochters die hy naliet, d’outfte was Claudia, gemalin van fijn navolger, en d’andere Renata , die inhuwelijck trat met Hercules d’Efte, Hertogh van Ferrate : âjn derde trouwverbont was met Maria, dochter van Henrick de Sevende, Koning van Enge-landt : korts na dit huwclijck , als hy byna 17 jaren dit Rijck had beftiert en befchermt,en fijne Princen, fijnen Adel en fijn volck, meteen va-derlijcke genegentheyt bemint, ging hy den cerften dagh des jaers ijiy, ontrent jaren out fijnde, d’algemcene wegh der fterfielijcken.

Françoys d'Ëerflc, die men de Groote, oock de Ta-der der ycetenfchappen toenaemde, was toen d’eerfte Prins van den bloede, gelproten uyt het ftam-huys van Orleans, doch uyt den telgh, die An-goulefme, en van fommige oock Valois, wort geheeten : want hy was d’eenige loon van Karei, Graef van Angoulefine j en wierd door fijn voorfaet gemaeckt tot Hertogh van Valois, (’t welck mifichien oorfaeck heeft geweeft van de gemelde benamingen ) en fijn fchoonfóon , nademael hy hem fijn outfte dochter Claudia ten huwelijck gaf. Dele Vorft met helden-deughden rijckelijck belchoncken , won dege-denckwaerdige flagh by Marignan tegen de Switfcrs; herwon het Hertoghdom van Milanen, dat Lodewijck Sforce toen befat, en verfchey-den andere plaetfen : doch het verlies van den beroemden flagh van Pavien in’t jaer 1525, in welcke hy gevangen wierd, belette en ftutte den loop van fijne overwinningen , die alreede fijne vyanden met fchrick en verwonderinge vervult hadden. Hy is eyndelijckontflagen,doch op fèer harde voorwaerden , en een overgroot losgeit : daer na had hy fware en bittere oorlogen tegen Keyfèr Karei, die lang duerden , en defe twee machtige Princen hunne krachten op clckander deden fpillen. Verfcheyde blijcken der heer-lijckheyt van defen Koning fijn noch overigh in de kafleelen van Fontainebleau , S. Germain in Laye , Chambor , Bologne oft Madrid , Fo-lembray, en Villiers-Cotterets, die hy gebouwt of vernieut heeft. Hy was een groot beminnaer der konften en wetenfchappen, had de geleerde lieden in hooge achting,en verplichte hen door weldaden. Tweemael is defen Vorft in’t huwelijck verfaemt ,• Cijn eerfte gemalin was Claudia, dochter van fijn voorfaet, als gefèyt is, de welcke hem drie fonen en vier dochters ter weerelt bracht ; hoewel fy op haer overlijden maer 2 y jaren out was ; d’outfte fbonFrançoys wierd vergeven , negentien jaren out fijnde ,• Henrick wierd fijn navolger j Karei, de derde loon, was Hertogh van Orleans, en andere landen , die oock voor fijn vader fturf : fijne dochters waren, Louyfe, Charlotte , Magdalena, en Margarita. Sijn tweede gemalin was Eleonora van Ooftenrijck, fufter van Keyfer Karei. Daer na heeft defè lofwaerde Vorft, als hy 32 jaren Koning was geweeft , in ’t jaer 1547 dit leven met een ander verwiffelt.


hulpe van Oólaviaen Farncfe, die hy tegen Paus Julius de Derde befchermde ; fond oock byftant aende Duytfche Vorften ; en als hy in Lotharingen quam, om verder te reyfen , veroverde hy Mets, Toul en Verdun, welcke de Keyfèr namaels , door een vredeverdragh , afftont. Daer na won hy fèer vele fteden in Piemont ; en in Nederlandt, die van Marienburgh , Dinant, en Bouvines.Tc Renty verwon ’t Konineklijeke leger het Keyferlijcke , waer op een treves van vijf jaren volghde. Ondertuftchen gaf Keyfèr Karei fijn foon Philips fijne heerfchappyen over , om hem tegen de voorfpoet van defèn Koning te ftellen, welcke onlangs daer na de Paus befchermde tegen de macht der Keyfèr-Ichen en Spaenfehen j doch de treves daer door gebroken fijnde , wierd de zon der vorige voorfpoet vry verduyftert door ’t verlies van twee veltllagen , te weten , van S. Quintijn, en van Grevelingen : maer defèn Vorft befweeck niet, en verdreef die nevelen van ongeval door ’t kloeckmoedigh veroveren van Calis, Guines, Hames, Oye, en al ’t gene d’Engclfchen, federt twee hondert jaren, daer hadden befèten, en alleen overigh was van alle hare conqueften in Vranekrijek. Daer op volghde ’t veroveren van Theonville in Lutfènburg , dat de Spaenfèhen verloren 5 en een nieuwe vrede tuflehen defe machtige Monarchen, waer in befloten wierd dat de Koning van Vranekrijek fijn outfte dochter Ifabella aen de Koninek van Spanjen ten huwelijck foude geven , welcke daerom Princes van de vrede wierd geheeten : dit wierd beyde volbracht, tot heyl van Chriftenrijck , meteen befonder ongeval voor Vranekrijek : want als defe Koning de feeft van fijn dochter vierde , wilde hy mede om prijs loopen , waer in hy gequetft wierd van een fplintcr eener lan-cie die door den helm in fijn oogh fprong, waer van hy groote pijne leed, en tien dagen daer na, in’t jaer lyjÿ , den geeft gaf. Sijn gemalin was Katharina de Medicis, die hem vijf fonen , en foo veel dochters baerde : drie van fijne lonen fijn hem na elckander in de regeering gevolgt, van welcke wy terftont meer füllen fpreken 5 de tweede was Lodewijck, die niet lang leefde; van de jongfte Françoys , Hertogh van Anjou, en Alançon, en daer na oock van Brabant, die voor fijn broeder Henrick fturf : de dochters waren Ifabella d’outfte, boven gemelt, Claudia, Margarita, Vidloria en Ioanna, tweelingen.

François de Tsveede , outfte foon van Henrick de X X V l. Tweede, wierdin September van ’t jaer lyyÿ gekroont, en regeerde niet meer dan een jaer en vier maenden. Hy trouwde Maria Stuart, dochter van Jacob de Vijfde , koning van Schotlant, namaels in Engelandt onthooft. In ’t laetft van’t jaer iyóo wierd defè jonge bloem, terwijl hy noch bloeyde, door de fèyffen van de doot afgemaeyt.

Karei de Negende volghde fijn broeder, die^^^^I-geen kinderen nagelaten had, maer tien jaren out fijnde. In fijn tijdt begon het vuur van in-lantfèhe twiften op ’t hevighfte te branden tot


Henrick de T-^eede volghde fijn vader in de re-

gceiing; en toonde fijn wapenen in Italien, tot lè om de Godtsdienft gevoert wierden. De Ko-


waren, om dat-


ning


-ocr page 35-

A- E N H A iiing won verfcheyde flagen en gevechten,macr allewinft is verlies in burgerlijcke gcichillen , daer de Vorfi: teaen’c volck , en d’onderdanen tegen haren Koning gekant ftaen, en eickander trachten te verderven : dies maeckte men vrede, en de Koning gaf fijn volck, die van andere dan de Roomlche gehntheyt warcn,vryheyt van gewiffe. Hy verfaemde in d'echt met Elilaheth van Ooftenrijck, dochter van Keyfer Maximi-liaen de Tweede, die hem een dochter baerde, Maria-Elifabet genaemt, welcke in hare eerde jaren fturf. Als defe Vorft 24 jaren geleeft,en 13 geheerfcht had, is hy in ’t lede van Bloeymaent 1774 door de doot verdort, om in ’t graf, terwijl djn Rijck vol twid en onrud was, vredelijck te ruden.

xxviiL Henrick de Derde lat op den konineklijeken troon van Polen , als hy fijn broeders doot fonder manlijck erfgenaem na te laten,en fijn recht tot de Kroon van Vranekrijek, verdont : het wijtuytgelpreyd gerucht van fijne dapperheyt, in de veltdagen van larnac en Montcontour betoont, had de Staten van Polen opgeweckt, om hem tot haren Koning te kiefen en te verheffen. Dochhy was genootfaeckt dat Rijck te verlaten, om ’t befit van Vranekrijek te verkrijgen , van ’t welck hy in ’t jaer 157; tot Koning wierd gekroont. Onder defen Monarch is dit Rijck meer dan te voren van vreeflelijeke dor-men befprongen, gelijck een fchip dat met iwa-re en tegendrijdige winden wordelt ; want het wierdt van faófien, liguen of verbonden, enpar-tyfehappen vervult : van drie gedeeltheden hiel men de konineklijeke voor de fwackde, doch rechtvaerdighde. De Koning pooghde al fijn onderdanen gelijekelijek t’omhelfen en te ver-eenigen; maer hy wierd gewaer dat de gund en ontfagh van fijn volck in haet en oproerigheyt was verandert ,• en,dat hem meed druckte, eeni-ge van lijn naede bloetverwanten en Grooten van fijn Rijck w^aren, met gantlche landen en deden, tegen hem ingefpannen ; foo dat hy eyndelijck Parijs verliet, en daer na belegerde , voor ’t welck hy, te S. Cloud lijnde, den eerden Augudi 1589 leer jammerlijck door een ver-vloeckt menlch wierd vermoort : want met een mes in de buyck gedeken lijnde, overleed hy in de volgende morgendont, Ibnder kinderen na te laten van lijn gemalin Louylè van Lotharingen, na dathy iy jaren dit Rijck hadbediert, en 32 geleert. In defen Vord eyndighde de dam van Valois, Orleans , of Angoulelme, van Phi-lips de Derde, outde foon van S.Lodewijck, afgekomen. Ondertuflehen waren d’andcre telgen , als van Anjou, Bourgondien, Alençon en Evreux , die nader waren dan die van Bourbon, oock alle verdorven : foo dat het Rijck , Ibnder eenigh tegenfpreken, aen ’t gemelde Huys van Bour bon-Vendofme cjuam, gefproten uyt Robert , Graef van Clermont, en Heer van Bourbon, vijfde foon van de felve S. Lodewijek.

XXIX. Henrick de VierdCf toegenaemt de Groote^ Koning van Navarre door ’t afderven van fijn vader Anthony van Bourbon, en fijn moeder Ioanna d’Albret, wierd oock Koning van Vranekrijek, als eerde ^n naede Prins van den Konincklije-Vranekrijek,

N G S É L'. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xxix

ken bloede, hoewel hy lijn voorlaet maer in den een-en-twintighden graet bedont. Delen Vord achte het niet genoegh te wefen, dat hy uyt lbo een overdoorluchtigh geflacht Ç’t welck mif-lchien in de weerclt geen weerga heeft ) gelpro-ten was, ’t en waer dat hy ’t felve vercierde met fijne deughden en heldendaden , waer door fijn naem in den tempel van d’onderflijckheyt altijdt fal ten toon blijven. In der daet, fijn leven vol trelfelijcke werekingen, en geholpen door een befondere gund van d'Opper-Mo-narch over alle koningen, is als een gelchakelde keten van heerlijeke daden en verwinningen : wanthy alles wat hem tegendont niet alleen kloeckmoedelijck verwon , maer heeft oock het van een vcrlcheurde Rijck vereenight, fijne wonden genefen, voor fijn ondergang bewaert, tegen alle in- en uyt-lantlche » machten be-fchermt, van de vreemdelingen verlod, en lof-felijck vermeerdert. Sommige gelijcken hem by Cyrus, en by den Grooten Alexander,- andere by de Keyferen Julius Celar, Augudus, Con-dantijn, Karel de Groote, Otto d’Eerde, en Henrick de Vierde , Vorden die door haer lolfelijcke wapendaden de bynaem van de Groote , als defen Köninck, verdient hebben. De laetdgenoemde defer Monarchen was in 6z felle gevechten ; maer delen Franfchen Hercules, waerdigh de heerlchappy der gantlche wee-lelt, was tegenwoordigh in leven vermaerde veltllagen, ixy gevechten , 200 belegeringen , en innemen van plaetlen, het meede deel in fijn bylijn uytgevoert. In tijden van vrede fagli men hem landen en deden met goede wetten verforgen, de wanordre weeren, de vetenfehap-pen , konden en hantwereken vorderen, fijne havenen met galeyen , en de wapenhuyfen met allerley voorraet voorfien, fijne plaetfen ver-dereken, fijn kadeelen en paleyfen van de Louvre en de Tuilleries te Parijs, van Fontaine-blaeu , S. Germain in Laye, te Blois, Verneuil^ en Monceaux, herbouwen en verderen. Hy vereenighde en hechtte aen de Kroon het Prinsdom van Bearn, en Domefan,- de Hertoghdom-men Vendofme, Beaumont, en Albret,- de Graeflchappen Roiiergue, Foix , Bigorre, Ar-* magnac, Marie, en Perigord,- de onder-graef-fchappen van Tartas, Limoges, en andere behalven ’t Graeflchap Brefle , en aengehoorige landen. Sijn eerde gemalin w'as Margarita van Vranekrijek, dochter van Henrick de Tweede ; doch dit huwelijck was niet geluckigh, en wierd niet gefegent met eenige lijfsvrucht ; lbo dat het, door ’t gefagh van den Roomfehen Stoel, met vrywilligh toedaen der beyde partyen wierd vernietight : toen nam de Koning tot fijn tweede bedgenoot Maria de Medicis, dochter van François, Groot-Hertogh vanTolcanen, en van Joanna van Oodenrijek, dochter, fuder^ moeye en nicht van foo veel Keyferen. Uyt dit huwelijck fijn geboren drie fonen , Lodewijek. de Dertiende, fijn navolger; N.vanVranekrijek , die niet meer dan vier jaren leefde ; Ga-don-Ioan-Baptid van Vranckrijck,Her.togh van Orleans,Chartres,en Valois,Graef van Bloisyamp;c,-in ’t jaer i6óo overleden ; en drie dochters, Eli-h nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fabeth^


-ocr page 36-

XXX nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

labeth, koningin van Spanje ; Chriftine, Hertogin van Savoyen, onlangs op ’c eynde van ’t jaer 1663 gefturven ; en Henriette Maria, koningin van Groot-Britannien. Als defe Koning in volle voorfpoet en Keerlijckheyt bloeyde , 57 jaren geleeft, en Vranckrijck byna 21, en Navarre 38 jaren had belliert, is hy, in ’t midden der fijnen, en in fijn karos, van een boos nienfch, of liever een gedrocht, van ’t helfche vuur aen-gefteken, door de gruwelijckfte vadcrmoort, den 14Mey 1610 van’tleven berooft, dathy foo meniglimael, ten beften van fijn Rijck, in gevaer had geftelt. Sijn lichaem wierd te S. Denys in d’aerde gefet : en fijn doot wierd , door ’t befiuyt van den Raet, met dele benaming ver-kondight ; Henrick de Grcote, Jonder yoeêrga ingroot-Moedigheyt en genade.

XXX. Lode^ijck de Dertiende, vereert met den by-naem de RechtlPaerdigej outfte loon van den Groo-ten Henrick, is te Fontaineblaeu den 27 September 1601 geboren , wanneer de Françoi-fen, in de fchaduw van palmen en laurieren, een aengename vrede genoten. Nae ’t droevigh af-fterven van fijn vader wierd hy , maer negen jaren out lijnde , den 18 Oólober 1610 ge-kroont, en den tweeden der felve maent, in het jaer 1614, majeur, of mondigh, dat is, bequaem om te regeeren , verklaert. Dacr na ging hy in Guyenne, om fijn huwelijck te voltrecken met Anna , Infante van Spanje, oudtfte dochter van den Catholijcken Koning Philips de Derde, de welcke op de grenfen van Spanje wierd ontfan-gen door den Hartogh van Guyfe , uyt de naem van fijn Majeftcyt ; cnterlèlver tijdt Elilabeth van Vranckrijck, fuller van de Koning, en bruyt van de koning Philips de Vierde, aen fijne Ambaftadeurs overgegeven. Als de nieuwe Koningin te Bourdeaux gekomen was , volbracht men aldaer de folemniteyten en fegenin-gen van dit huwelijck. Sijn gantlche regeering was een klaer bewijs, dat alle fijne vyanden , die in en buyten ’t Rijck de wapenen tegen hem aengenomen hebben, alleen dienden om fijne overwinningen te vermeerderen ,• en dat al hun quade raetflagen en wederftrevingen tegen fijnen gefalfden perlbon en wettelijcke macht’, niets uytwerckten , dan de ftralen fijner glorie en heerlijckheyt te wijder te verlpreyden,en die al de werelt te toonen: want in de jaren 1616 en 1Ó19 reien eenige beroerten, doch defe Koning blufte dat opgaende vuur tijdelijck, met een groote kloecKmoedigheyt, waer op een vrede tuftchen de Grooten, ten beften van ’tgantfche Rijck, volghde. Hy hechtte de Landen van Na-- varre en Bearn aen fijn Rijck : daer na deê hy de dampen van een machtigh verbont, dat men tegen nem opgerecht had, verdwijnen; en veroverde de lieden Saumur, Poióliers , Sancerre, Jargeau , Vitré , Pontorfon, S. Jan Angely (van ’t welck hy de muren deê afwerpen, tot ftraf van hun misdaet,) Pons,Chaftinon,S. Foy, Bergerac, Clerac, Moniteur, Royan , Montpellier , en vele andere plaetlên in Guyenne, Opper-Languedoc, Poiólou, en andere Provintien. Ter lelver tijdt bevocht fijne lcheeps-vloot een groote verwinning voor Rochel : lbo dat de te-

N G S E L.

genftrevers aen alle lijden benaeut \vierden, en genootfaeckt waren de goedertierentheyt van haren Koning, nevens een vrede, te verlbecken, welcke ly verkregen. D’inlantfche twiften be-vredight lijnde,begon defen Vorft d’uytlantlche tebelórgenj want hy fond fijne bontgenoten hulpe, en deê fijne wapenen in Italien vreefen ; lbo dat Valteline in vryheyt wierd geftelt. De Heer van Soubilè, die in’t jaer 162 j op Blavet en de fchepen van fijne Majefteyt toeleyde , wierd gellagen , en d’eylanden Ré en Oleron ingenomen. Als d’Engellchcn in ’t jaer 1627 ’t lèl-ve eylandt Ré meenden te vermeefteren , wier-den ly foo kloeckelijck afgellagen , datlè vruchteloos na hun lant moeften keeren. Toen nam de Koning voor de ftadt Rochel te dwingen,het welck hy, door een Iware en vermaerdc belegering, volbracht : in voegen dat hy daer als over-winnacr den eerften November, 1628 , fijn in-komft dede. Dit geluck wierd gevolgt van twee andere in Italien, te weten, ’t innemen van Sufa, en ’t ontfetten van Cafal ; en dus gaf fijn Majefteyt, door een verdragh te Sufa geftoten, de vrede en ruft aen Italien : daer na Ibnd hy fijn leger in Languedoc, Helde Sevenes in fijn vermogen , en nam d’Onroomlchen alle de lieden af, die fy in dit geweft belaten. In’t jaer 1630 vermeefterde hy byna geheel Savoyen , en een gedeelte van Piemont, daer hy twee ftrij-den won:welcken oorlogh met een nieuw vrede-verdragh wierd belloten, en de ruft van Italien herftelt. In’t jaer 1Ó32 wendde defe Koning fijne wapenen naer Duytllant, kreeg de ftereke plaetlên Hermenfteyn en Philipsburg in handen; en onlangs daer na verlcheyde Heden in Elfas, en onder anderen Colmar , Hagenau, Saverne, Manheym , SchlctHad ; en in de Hartoghdom-men Lotharingen en Bar won hy la Mothe, Pont à Moufton , Vic, Mo j en vic , Mariai, en Clermont in Argonne ; de Hercke hooHHadt Nancy , Liverdun, en anderen, volghden op die voorgang. In’t jaer 1633 Heide dele Koning een nieu Parlaments-hof in de Hadt Mets, ledtrt te Toul verplaetH. Twee jaren daer na wierd den oorlogh tegen den Catholijcken Koning aengevangen, waer toe delen Monarch vijf legers naer verlcheyde geweHen Ibnd, die vele Heden innamen, foo in de Palts, als eenige in Pi-cardien, door de Spaenfehen te voren vermee-Hert : een der legers verlloegh de Keylerlijckc troepen in een veltflagh by Rhijnfeld, in welcke de Generaels Saveliy en Ian de Weert gevangen,en in Vranckrijck gebracht wierden: voorts wonnen de Françoylèn noch eenige Heden in Ellas en in Swaben, inlbnderheyt de Hercke Hadt Brilach op den Rhijn, hooftlladt van Bris-gou : daer na verHroyden ly d’OoHenrijcklchc macht, en veroverden HermenHeyn, Neuftad, Landau, Creutzenach, en Coblens : in Italien dwongen ly den Marquis de Leganes’t beleg van Cafal op te breken , en kregen de ftadt Turin. Ontrent de felve tijdt, te weten, in ’t jaer 1639, veroverde de Prins van Condé eenige lieden, en onder andere Salfe in ’t Graeffchap Roulfillon : ’t felve jaer wierd Heldin in Artois, en in ’t volgende Atrecht, een Hercke en de hoofeftadt van

de

-ocr page 37-

À É N H A

de gemélde Province, met dé fteden Arien, Bapauœe, en la BafTée, ingenomen. Het famen-fpannen van eenige Frankhe Heeren wierd verbroken, en verdween door ’t gevecht by Sedan, met verlies van hun Hooft. Den Marefchal Gue-briant verfloegh de Key/èrfchen by Kempen, in welck gevecht Lamboy hunnen GeneraeÏ wierd gevangen. Alle de verhaelde overwinningen lchenen niet genoegh voor de/èn grooten Monarch , wiens geluck fijne dapperheyt evenaer-de, en byna geduerigh vergelèllchapte : hy font fijn hulp aen die van Catalonien , vermeeiterde de fteden en kafteelen Coliovr«, Argillieres, S. Elmo, en andere Sterekten j wendde fijne wapenen naer Perpignan , hooftftadt en bol-werek voor Spanje in’t Graeffehap RoulTillon, dat mede voor den verwinnaer moeft buygen. In ’t kort, het Icheen dat ’er niets onwinnelijck was voor delen heerlijeken Koning. Doch alle de gemelde voorlpoedigheden wierden nu en dan getempert door eenigh verlies van volck en plaetfèn , om te toonen, dat het lot der wapenen veranderlijekis, gelijck alle andere wcerelt-fche faken. Maer een edel en ftantvaftigh ge-moet wapent fich tegen de flagen van ’t ongeval : want het Konineklijeke Huys had nu meer dan twintigh jaren verlangt na een Dauphijn j en fich van langer hant gewent om dat leet ge-duldigh te dragen. Eyndelijck heeft fich de gunft des hemels over ’t felve uytgeljgt;reyt, foo dat hare Majefteyt de Koningin fwanger wiérd, en een jonge Koning baerde, die wy nu met feer groot geluck den Icepter defer Monarchie fien Iwaeyen ; delen fegen wierd twee jaren daer na, te weten den 21 September, 1Ó40, met een nieuwe vermeerdert, welcke was de geboorte van Philips, Soon van Vranekrijek, nu Her-togh van Orleans, Anjou amp;c. en in d’Echt ver-faemt met de doorluchtige Princes Anna van Groot-Britannien , jongfte dochter van Koning Karei d’Eerfte. Twee jaren daer na kreeg de-fen grooten Vorft een quynende fieckte, het welck hem beweeghde ordre in fijnen Staet te Hellen , en dc Koningin tot Regente, en fijnen broeder , den Hertogh van Orleans , en andere Grooten des Rijeks, tot hare Raden te ordineren , om haer oen laft der heerfchappye te helpen verlichten : en als hy nu volle 3 3 jaren dit Rijckhad beftiert, heeft hy te S. Germain in Laye op den 14 Mey (de felve dagh dat fijn vader fijn heerlijck leven eyndighde) 1Ó43 gt;nbsp;hj^de Hemelvaerts-dagh , de fchult der nature be-taelt: fijn lichaem is inde kerek te S. Denys (dat heerlijck Maufoleum ofte begraefplaetlè van lbo veel Köningen ) ter aerde befielt, om een vrolijeke opfianding te verwachten.

XXXI. Lods^'^ck dc Veertiende, oock Dieudonné gt;nbsp;dat is van Godt gegeven , toegenaemt, ( om dat hy buyten hope, na een onvruchtbaerheyt van 22 jaren , is geboren, ) quam ter weerelt op den vijfden September 163 8, een dagh, die Vranekrijek foodanigh een blyfehap gaf, dat het geen woorden genoegh kon vinden om die uyt te drucken , en den Opperfien Koning voor defen haren Vorft te daneken. Tot Gouverneur en Befcrgcr van dit Konineklijeke kint wierd den

N G S E L.

Marelchal de Villeroy gefielt, die forge droeg i om het alle oefieningen, die een groot Monarch betamelijck en noodigh fijn, te laten leeren. Door ’t overlijden van fijn vader, is delen Prins^ noch geen vijf jaren out lijnde , Koning geworden , en begon lbo haeft te winnen als te regee-ren ; want onlangs daer na heeft den Hertogh van Anguyen, (nu Prince van Condc) op den 10 Augufti 1643 gt;nbsp;vermaerde flagh van Rocroy gewonnen, waer op volghde ’t innemen vart Thionville , Virton , Circ, en’t kafieel Aime-ry. Rotweil wierd verovert door den Marelchal Guebriant, die daer ’t leven liet; doch defe plaets is’t felve jaer weder verloren. In’tjaer 1644 vermeefierde de Hertogh van Orleans, oom fijner Majeficyt , de fiadt Grevelingen. Den gcmelden Hertogh van Anguyen , die het leger in Duytslandt gebood, maeckte fich mee-fier van Spiers, Philipsburg, Worms, en Ments. Doch alle dele voorljroet verduyfierdé een w'ey-nigh door ’t verlaten der belegering van Tarra-gone , ’t verlies van Lerida , en van Fry burgh in Brisgau , ’t welck dc Beycrlche innamen ,♦ maer wierden onlangs daer na door den Hertogh van Anguyen geflagen. In ’t volgende jaer 1647 hebben de legers van fijn Majefteyt de lieden Rofes in Catalogne, Balaguyer, en la Motte in Lotharingen verovert ; gelijck oock Mar-dijek, Linck , Bourborg, Armentiers en Meenen , door fijn Konineklijeke Hoogheyt. On-dertufichen won den hooghgemelden Hertogh van Anguyen den gedenekwaerdigen flagh van Nortlingen. In’tjaer 1646fijnLanoy , Cort-rijek, Veurne, en Duynkereken in Vlaenderen, nevens Piombino en Portolongone in Italien, ingenomen* ’t Jaer 1648 was geluckigh door de vrede die met de Keyler en geheel Duytflandt wierd gefloten; en het t’onderbrengen van Tor-tofain Catalogne, Yperenin Vlaenderen, door de Prins van Condé, die oock den firijt by Lens won, in welcke de GeneraeÏ Beeck, die ’t Spaen-Iche leger gebood, is gevangen, en kort daer na van fijn wonden gefturven. Op ’t eynde van ’t lelve jaer begonnen vele misnoeghden fich hopenbaren tegen ’t groot gelagh van den Car-dinael Mazarini, ’t welck loo een grootc onor-dre in den Staet bracht, dat alle de conquefien en overwinningen , die men hadde können doen, beletwierden, ten grooten nadeel van ’t Rijck, tot in ’t jaer idy4 , als fijn Majefieyt den fevenden van Junius ofte Somermaentte Rheyms, met een leer heerlijeken toeftel en groote pracht, is gekroont, om de plichten van vreefe, eerbiedigheyt en ontlagh lbo veel te dieper in de herten der onderdanen te drucken. Hier op quamen in ’t jaer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de plaetlèn Cap

de Tiers, Chaftillon, en Saullbne in ’t vermogen des Konings ; gelijck oock in de volgende jaren eenige lieden in Henegouwen en andere Pro-vintien , hier te lang te verhalen.

Na lbo veel fiormen en bloedige plas-rege-nen des oorloghs, wierd dén grootfieri Monarchen van Chriftenrijck van den hemel ingc-geven, dat fy hunne gemoederen ncyghden tot heyllamer raetflagen, op dat eenmaél de zon der vrede ’t meerderdeel van Europa mochte belbhij'


-ocr page 38-

xxxîj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A E N H A

befchijnen , verquicken en verwarmen : dies hebben de twee grootfte Minifbers ofte Staet* bedienaers der beyde Köningen van Vranek-rijek en Spanje , den Cardinael Mazarini en Don Louys de Haro, met laft en bevel van hare Majcfteyten gefterekt, een vredeverdrach en huwelijeks-verbont getroffen, ’twelck den ly Februarii lóóo te Parijs afgekondight wierd , en van de beyde Köningen den feften lunii in ’tfèl-ve jaer beiworen, na dat drie dagen te voren de fblemnifatie ofte plechtelijckheyt der Echtelijc-ke verbï'nteniffe van den Aller-Chriftelijckften Koning met de doorluchtighfte Princes Maria Terefadochter van den Catholijeken Koning Philips de Vierde, was volbracht ; van dit over-heerlijck Paer, uyt de twee aenfienlijckfte en hoognftverheven geflachten gefproten, is den eerften November lóói een jongen Vorfl: geboren , Louys Touflaints genaemt , die wy wenfehen, dat tot heyl van Vranekrijek opwal-fe; enden i8 November, i6óz , een jonge Princes, AnnaElifabethgeheeten, doch dele

N G S E L.

eerftontloke bloem is den 30 Décember daer na , als zy maer 42 dagen geleeft had , door de doot afgemaeyt, en in ’t graf geleght. In dit felve jaer heeft delen Monarch fijn Rijck vermeerdert met het Hertoghdom LotharingeUj 't welck Hertogh Karei hem vrywilligh, op fe-kere voorwaerden, heeft overgegeven. Onder-tuflehen bloeyt dit Koniiickrijck in volle vrede, en defe Koning fiet fich foo gefegent, dat alle Chrifte Mogentheden hem met verwondering befchouwen , eeren, ontfien , en beminnen : en heeft noch onlangs , in dit jaer 1664, eenige misverfl:anden,tuffchen hem en den Roomfehen Stoel ontftaen, loffelijck ter nedergeleyt en be-vredight. Hier is dan niets overigh,dan de God-delijcke goedertierentheyt te bidden, dat fijne Majefteyt defèn Vorft lang gefont, en in vrede en voorfpoet fpare, tot heyl der gantfche Chri-fte weerelt, tot fegen van fijn Rijck, Huys en Volck, en tot gedurigen welflant fijner Bontgenoten.



’t €

-ocr page 39-

Talen.


Lucht»


Het Koningrijck


VRANCKRYCK.



Ele zijn van opinie, dat het deel Europæ , tegenwoor-digh Gallia oft Francia , in voortijden wierdt genoemt van ;gt;xÄÄ,dat mcick te feggen is j om dar ’et men-fchen voort-brengt van feer witte en melckachtige kou-Icur ; Diodorus getuyght, dat defe naem komt van Ga-lata, Hercules dochter j Pto-lemæus en andere Griccken


noemen ’c Celtogalatia ; fommige vermoeden dat Gallia van Gallatia geformeert zy : doch is foo veel hier aen niet gelegen , dat men den Lefer daerom des te langer fonde ophouden; want Gallia by den Latijnfchen fchrij vers feer breedt


de ; want ly GaUiam T'ransalpinam ( ’c welcke Plinius Conta'* tant, en Ptolcmæus Celtogalliam noemt ) afdeelden in drie deelen, als Celticam, Felgicant en Ao^uitaniam i en Ptoleinæus in vier deelen, te weten, Aquitaniant, Lugdunenfetn, (’t welcke met Cæfars Celtica overeen komt ) Felgicam en 'Flarbo-nenfent-, en alle defe deelen hebben fy toenmaels befloten tullchen het Pyreneifchc gebergte, den Rhijn, den Ocean, en de Alpes ; daer ten huydigcn dage, al dat van Calis af ooftwaerts ftreckt, niet onder Vranckrijck, maer onder Duytslandc gcrekent wordt ; en de Duy tfchen beyde de lijden des Rhijns, wijdt en fijdc fich ftreckende, voor het hare rekenen.

Hier zijn oock veel meiren, onder welcke de voornaem- Mtra-a, fteis, dat men Lacus Lemanus noemt, van weickmen breeder befcheyt fal vinden in de particuliere kaerte daer van befchreven. Een vierendeel van een mijl der ftadt Belfo


genomen is, gelijck dan uyt’et vervolgh blijcken fal. Poftel in Auvergne, is eenen bergh, en op den felven een meir, en Arias Montanus fchrijven, dat dit Lande van de He- het welck foo wijdt, en diep is, dat men meent dat’cr geen breen Tzarphac genoemt wordt ; hedensdaeghs is’t geheeten, nae de Francken, Duytfche voickeren aenden Rhijn, die ’t met gewapender-handt verovert hebben ; de Françoyfen in hare fprake noemen’t la nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de Nederlan-


gront in is ; men kan niet fpeuren of daer eenigh water in loopt, en foo iemant iets daer in werpt, fonde men ftracks een groot onweder hooren van donder, blixem, hagel, en


ders Vranckrijck; de Hoogduy tfchen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de Griec-

ken hebben alle de Gallos in ’t gemeyn Celtas en Galatas genoemt, en,als lofephus gctuyght,heeft men die eertijts oock Gomeritas geheeten.

In ’t noorden wordt het door de Britannifche zee van En-gelandt afgefcheyden, cn pack voorts aen de Nederlanden , treckende een linie van Calis tot Straesburgh toe, latende aen de flincker-handt, Artoys, Henegouw, Lutzen-burgh, en andere landenaen de rechter-zijde Picardyen en Lothringen; in ’t weften paelt het aen den grooten Oceaen, die by Guyenne eenen grooten inham maeckt, van de Ne-derlandfche fchippers oock de Bocht genoemt ; in ’t zuyd-weften, daer ’t aen Spanjen annex is, fijn de Py reneifche bergen ; en vorder naer ’t zuyden, daer het fich wijder uytbreyt, heeft het voor limiten de Middellandfche zee,- en in’t ooften wordt het door de Alpes van Italien afgefcheyden, met den bergh lura van de Switfers, en van de Duytfchen door den Rhijn.

Al-hoc-wel dit landt met de noorde winden feergequek wordt, foo mach het niet-te-min, van wegen de gefonde en getemperde lucht,gerekent worden onder de befte en treffe-lijckfte Landen van Europa. Claudianus feydt, dat ’et van wegen dc fituatie het aldergeluckighfte is ; Cxfar noemt hcc, het aldergcfontfte, een vruchtbare teelfter van men-fehen ; gelijck oock Strabo, en meer andere. De velden en ackers zijn meeftendeel effen, hier en daer met genoegh-


lijcke heuvelen verheven, in haer befluytendc feer luftige Vrucht* en playficrige, en over al vruchtbare valleyen, veel tarwe baerhejt» cn ander kooren voort-brengende, alfoo dat men daer nau-welijcks iet onbeplant en onbebouwt foude können vinden, ’c en ware de moralTchen en boflehagien. Van wijn is daer


fulck een overvloede, dat het daer mede fijne Britons, Normans, en Picarden, ja oock dc Duytfchen, Engelfchen, Nederlanders , en andere Noordfche voickeren ( aen wclcken de koude lucht der druyven rijpighcyt weygert ) genoegh-faem verforght en toe-komen laet. Dat ’er eertijdts gout en filver-mijnen waren , getuyght, behalven Strabo, oock Athenæus, doch meent men datfe nu uyt-geput zijn. De velden die geen kooren dragen, zijn bequacm om heeften te wcyden, waer van het komt, dat ’er foo groote menighte melck, kaes, vleefch, wolle,en diergelijeke andere nootwen-digheden gevonden worden.

Grootte. Vranckrijck ftreckt fich hedensdaeghs niet foo wijdt als in voortijden ; want dat deel van Italien, tulTchen de Alpes en Ancona gelegen, eertijdts Gallia Cisalpina, en nu Lombardyen genoemt, daer van als afgeruckt is, en het meefte deel der Nederlanden wordt onder Duytslandcgerekent, het wclck eertijdts, nae de befchrijvinge van Cæfar, Ptole-mxns, en alle d’oude Schrijvers, onder Vranckrijck behoor-Vranekrijek»


regen. Niet verre van daer is een hol, welckers ingang ront is, en wordt gemcenlijcken Creux âe Soulcis geheeten, waer van de diepte niet te doorgronden is ; foo iemant een fteen daer in werpt, en fijn oor daer nae toe houd, die fal ftracks een geweldigh rumoer en geraes vernemen, als of hy van verre hoorde donderen; endeslbmers, alsrs’tdat’erniec i wordt ingeworpen , foo hoort men nochtans in de holligheden fuJck een geraes, dat de winden, die daer in gefloten zijn, metmalkanderenfchijnenteftrijden. Hetmeir^^i-

oft Sorlieüe, in Auvergne by Clermont, wordt van Sidonio, in fijn tweede boeck fijnder Sendbrieven befchreven , even gelijck men het fclve nu ter tijdt bevindt. Van het meir Rubrefo mach men lefen Pomponius Mela in het tweede boeck j Plinius noemt het Fubrenfent Lacum Strabo en Stephanus , Lacunt llSlarbonenfem nu heet het Vendres.

Vranckrijck heeft ontallijcke, foo groote als kleyne rivie- Rivieren» ren. Aufonius {irTFidyllio tertioj noemt ’er niet weynige, al-waer hy van de Moefel in defer manieren Ipreeckt :

TAon tibifè Liger anteferet, non Axonafraceps, Alatronanon. Gallis, Belgiscj^ue interßta fines j Santonico reßuua non ipfi Carantonus aflu Amnis, nbsp;nbsp;auriferuntpoßponet Gaüia Lament :

Inßanumc^ue ruensperßaxa rotantia late In mare purpureum, Domina tarnen ante Aioßella Upmine adorato, Tirbellius ibit Aturnus.

En een weynigh daer nae :

Lf Druna, teßarßs incerta Druentia ripis, Aljtini^ue colent flwuii, duplicemc^ueper urbem .^i meat, dextra Rhodanus dat nomina ripa i


Te Sttignis ego caruleis, magnumo^ueßonoris Amnibus, a^uorea te commendabo Garumnee»

De voornaemfte rivieren en ftroomen zijn, deSeync, Loyre, Garonne en Rhofne. DeSeync, gelijck men die Seyne» nu ter tijde noemt, wordt in ’c Lacijn Secj^uana geheecen, vanPtolemæo ’Zrixidva,, van Scrabo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j en van Stephanus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Siban Benjamino ; fy neemt haren oor-

fprong in’tHertoghdomBourgoigne, niet wijdt van Ayfc le Duc, ontrent een Franfche mijle noordwaerts van S. Se-quano oft S. Seyne, beginnende met twee fprongen oft armen, tuflehen de welcke de dorpen Billy en Perricre liggen; voorby loopende verfcheyden plaetfen,als oock Paris (alwaer fy een fchoon eylandt maeckt) cn Roan, vale fy eyndlijcken mcc eenen breeden mont inde Britannifche ofte Norman-nifchc zec ; de vloedt komt daer met fulcken ongeftuymig-heyt en geraes in, dat hec water tot de hooghte van een fpieftewaftj de Normans noemen hec La Bare ; waer door


dc


-ocr page 40-

quot;i- PT y.....»......: ' !•' üit-1^'‘ ‘'quot;quot;quot;quot;TTgT


fl î «


•rn.i


Alaric


11 ICI


.1 .........••■-■

'•'• j.Lantleeii


llt;ß/ David


• iudierne


BelWlII


Pa 1’5


WaJ


BinifZîel ’ßcn Xit elle


fjij i fleit/jreiil


HA IN


\',tU'ii.‘heiai.

HAULT

R.irletnen/'^


Namin


twvc


,int


^cln'nttre '^'ACAtlS


i^etvteur

hu'trcy«lt; •i;u//u4^4,r

Le


Philifr^vt’iJIe'i^ JtarielwTf âs)‘ ■''


PIE loiuiioi^


Irmentier^m


Vurf


Vtrt^n


U’


ri t

l utienbi


Kei i.^nnaehereit Theeni’itte


•I^JVetuIel .fin lt;61 'h.iiiii’enbun^


lhntüvfii\


^eib]


,e„. ’‘K


'ken


HKplteati/f •


Culfivn àlL.


Ttvhtep^ct^ttus


Sl^


..Itelm, ^^blai^u nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xr

li^Previns


Viin.»«*- \eent(âr^ UeidanKf nbsp;nbsp;nbsp;»ÇT Libjtdr^,^

Seat v,li^„,.,


Vai

^G,-an,-l:,mj- P.'Cetbh,. Lttnjerar.


A ISliÄil'’quot;'!'


g T ......»llauïfÂrtën ,

•'■' C/Mpeeumur^^^^^ L*ar tende Cbatdiam’nt-Po

lt;ƒ Fentenayj^ { i'.nteve


le/m


un


___lt;!©■ ß’i'f r...i


ßuret.ul-j^llais!“'


Tviarr -.


'breb.-aa

j\ivhe

Poictiei'^Y

OU , «


riifitnivti

Gheube^


riJlon .......

^Veîefi d^fiSlen


D^iclie ^Gnllemeiit^


:ii} fs Mhlen _ , '■•. S Flerehn^


quot;:7., . 'LiMPeni


P.n-iHy


Çlhirite Le^'lhtue»


4,


amp;■ Veneter

^-nnr..


Lit Gitiereh tAUe.-he


•uant^lÎ!^ '**’


'lentn^iiy^ ten i A \


La Challvû


f L Intevet


.XatrefinJ'-


Seitta-.une


amp;/1Ä

..liiiuref^de ..,

’lednn’Vff ^S.£ti

^eme •. -lt;5^


■jiarßa

l'entanêSn


heu

TKiyoxif^


.......J’îîAtï,\KH/»cau

Franh^e^l^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R


Feiibn,


.imav Itaiuliie ‘'•’’‘fnrjf. tói

laijnr * ‘ S. Varier

'.Ml


’fetUtra:


CttafeeUaa '^ heutènnej^^ f-nPrante


i!,^Remgt;ttn lumefijitdljl.


‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ~Ktuarl!v:e„mit'u,b:^tA- ''a

Ä, ■••■...Clej’.nSnt


Ville pviiefie tk UlwiVi/


/JlLunhar J _^/Stnjan.



e jTettmus


'. Ramlvf


■lt; Pletterdns _ƒ, Lien le

.‘»..■Imûitr


• itimr.t

Lit av^euîte


IfinnJits nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fij. b,

.•TürFii'f^ arçattms\


GALLIA


FRANCE


’Seitvfie


BiGOKKE


^‘l^-^'^C^seres - Puvmerv


Girtnt't



'n’,lillen


iâurif


Pertntß


Limeitrr-


ttia’ille Denuurè i^eiin



‘Ttibti^en


Piirlamentii^.


.,t... 'Iieinireme;nt , ...fe^___-^eînidM-


Al


^otn


Cûbîentt


^nvndi ut Q J TT'

I 'tret


R.i cl:

■hml ~ear


Si/teii^


^TeÀt-a^fU/rev


kTtamhre


\Le\


^Le.f hueiTti


e(ê • ’• - ,igt;eine~


lle/et * •davilies

' te- k

'^•reeii. c.,tes n


■\®ï| Igï 1 ginnet

.1 \Ghvtjci’ei


I ’ROt V E N,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ue„t.,„a.-e

'CE

attai •^lLnieb nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'* t Ss

' ./• tl • J’tniiiiï^ Alar/çtife DeS.iueh


[hirau'


, uernujen. ■

Blankenl’unf

Grom/ fl


». irrutî


« * ft


L O xM '1'


\ß.


*T\.3S Fatal


Coj


-ocr page 41-

K R Y C K.

hy door uytnementheyt Galliens Sinus geheeten, als oock van luftino en andere. DenKleynen ftelt Strabo aen het voorgeberghte der Pireneen, ’t welck A^hrodifium genoemt wordt, defen noemtMela den fouten inham; Antoninus ftelt oock ontrent Galliam Narbonenfem, den Camblacia-num Sinum. Dit landt heeft treftclijeke zee-havens, be- jjavenen. fchreven in de Zce-fpiegel by ons uytgegeven. De voornaemfte daer van zijn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vindana, Brivates, van

de Ouden alfoo genoemt. De gene die van Ptolemæo Sta- ' liocanus geheeten wordt, meent men dat nu ter tijdt is Sint Paul de Lyon ofte Rofcou ; die veel fekerder en bequamer is als de andere, hoewel het eylandt de Bas daer recht tegen over leydt, foo is hy nochtans feven vadem diep, en heeft aen beyde zijden een bequame invaert. By S. Paul de Lyon, leydt het periculcufe eylandt Laurus, gemeenlijck Le Taureau genoemt, rontom het welcke veel klippen foo verheven als verborgen liggen. Niet wijdt van daer, in het fel-ve Brittannicn zuydwaerts, achter de kromte des voorbergs Gobai, vertoont ftch de zee-haven Vindana, die men nu Feneftiers ofte Conqueft noemt; lovius dwaeldt,als hy hem den naem Brcft geeft. Hier ontrent ftelt Ptolemeus oock de haven , behoudende Breft'bynae noch den fel-ven naem; volght by hem de haven hedensdaeghs Luflbn ofte Luxon geheeten. Daer nae wordt van Ptole-mæo geftelt SantonumBortus, die Villanovanus meent dat nu Rochelle is, amp;c.

Dit landt is op de eene plaetfe berghachtiger als op de Bergen. andere, befonder Daulphiné, Provence,Savoyen, enBur-gondien. In Anjou zijn oock veel bergen, welcke haer wijt ftrecken tot op de frontieren van Bretagnien en Poiéfou : by de oude Schrijvers zijn defe de vermacrdtfte, Gehenna, Lo-gefusçxilura, Cebenna is die bergh, welcke Auvergne van Vivaretz fchcydt; Plinius noemt hem nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lucanus

en Aufonius Gehennas ; Mela Gebennicos, doch is zijn eygen naem Cehenna, gelijck Scaliger wel geobferveert heeft, en wordt hedensdaeghs Montagnes de Cebenes en Cevenes genoemt, gelijckfe oock van Ptolem.æo en Strabo feer wel Gemmeni, en van fommige Latijnfche Gehenna geheeten worden, als by Vinetum en Nozorenum : Villanovanus noemtfe Montaignes d’Auvergne. Een deel van dit gebergte is hedensdaeghs Tarara, alsBudxus in zijn 4 boeck

getuygt, over welcken, die naer Lyon willen, hare reyfe moeten nemen. Boven op den top is een fit-plaets in een fteen uyt-gehouwen, in welcke de koop-lieden fetten die gene die noyt de Mifle ofte jacr-marckt van Lvon befocht hebben : defe ftoel wordt gemeenlijck La chaire de la 'uerité genoemt, want fy aldaer moeten fweeren, ofte fy te Lyon zijngeweeft; en die daer noyt geweeft zijn, moeten ietwes ten beften geven, daer van fy goede çiere maken. De bergh, Logeßis wordt alibo van Cæfar geheeten in ’t vierde boeck î'ogeÇns. de hello Gal. Lucanus in’t vierde, Plinius, en andere; by Taciturn qualijck Vocêtus en Vocetius ; Strabo in zijn vierde boeck, ftelt hem onder de Alpes ; nu tec tijdt wordt hy AFont de Faucilles y en heeft noch andere namen.

Hy fcheydt Burgondien en Eifas van Lothringen ; uyt hem vloeyen de Mafe ( gelijck Cæfap oock beveftight) en meer andere rivieren, die meeft alle in denRhijn lo^en. Dat deel daer de Moefel uyt ontfpringt, wordt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge

noemt , ’t welcke Ortelius feydt gelcfen te hebben in een gefchreven boecksken van Magno Grubero, in het welckc hy den Rhijn befchrijft; en hy doet noch dit daer by, dat defe contreye Eßaye en aujf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt wordt in de

landt-tafel van Lothringen, afgebeeldtvanloanneScyIlio uyt laft des Hertoghs, cn dat ’er geen andere kruyden gevonden worden (als de felvc Scyllius getuyght) dan Afarum.

De bergh Vogefus heeft oock puer ftlvcr in het

doch niet feer veel, als Munftcrus getuyght. In voor-tyden, als menZwitzcrlandt onderNederlandt rekende, hoorde de bergh Iura bynae geheel onder Vranekrijek, hedensdaeghs wordt hy meeftendcel onder Duytslandtgerekent. Zijn begin ftelt men in het gebiedt van Bafel,aen den Rhijn, tegen over Waltzhut. Hy is hoogh, vol rotfen en fteen-klippen : Ptolemeus noemt hem lurajjies, Strabo lurajßus Jura. en loros ; by onfe tyden heeft hy by de inwoonders verfcheyden namen, nae de plaetfen daer hy ftch uyt-ftreckt. Niet wijdt van het flot Habsburgh, by het ftedeken Burgis (welck foo groot genoemt is nae de brugge die met een bogc over het water Arola leght ) wordt hy Botzbergh genoemt,

van

V R A N C

fchippers; die dacr geen acht op geven, dickwijls groot gevaer uyc ftaen. De Seyne neemt onderwegen verfchey-den rivieren methaer, van wclcke de voornaemfte zijn de Marne, by den ouden Ad air on a geheeten j Fjia, gemeenlijc-ken Oyfe ofte Ayfe ; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemeenlijeken Avne, Aifne

Loyrt. ofte Efne. De Ligeris ( door Cæfar en andere meer ver-maert ) wordt hedensdaegs Loire en Leire genoemt j fy ont-fpringt in Velay, en wordt die plaetfe gemeenlijck Ie font de Leire genoemt : in de breette gaet fy alle andere rivieren te boven, foo datfe met recht een vader aller Franfcher rivieren genoemt is j het water daer van is fuyver en klaer -, loo-pende tuflehen verfcheyden volckeren, en afdeelende, nae de rekening van Strabo, de Celtas van de Ac^uitams, valt fy eyntlijeken in de weftcrfche zee tuflehen Britaigne en Poi-dou , waer van den mont ofte uytgang bynae vier mijlen breedt is, doch met eenige fanden bcloopen, en binnen-waerts op anderhalf myle zijn fteenrotfen, die men Les Porceaux noemt. Syontfangt onderwegen veel groote en vacrbaerc rivieren, onder anderen, den Elaver ofte Allier j de Carus, nu Cher geheeten j Vigennam, hedensdaegs Vienne, Viane en Vignanej Uïdeduanam, nu ter tijdt Mayne Garonne, genoemt, en meer andere. De Gartimna,, ( feparerende, nae Cæfars ftellingh, de Gallos van de Aquitanis, ) van Ptolemxo Garuna, en van Frontino Garenna genoemt, welcken naem fy noch ten huydigen dage behoud, van hacr begin af tot het kafteel Blavia, alwaer de Romeynfche fprake begint, want van daer af wordt fy voorts Geronde en Gironde genoemt: Guilielmus Brito, in zijn Philippeide, noemt die oock Gernmnam. Sy ontfpringht uyt het Pyreneifche ge-berghte, niet wijdt van de ftadt Cadalup, en loopende voor-by vcrfcheyde fteden,onder anderen oockToulouze en Bordeaux , mcnghtlc haerin deAquitanifche zee, zijnde in haren uytgang wel twee mijlen breedt, in welcke leggen de klippen, die men de Efels noemt : de noordelijcklle worden van deXederlandtfche fchippcrsnoorder-cfèls, en de andere zuyder-efcls geheeten. Daer is een hoogen toorn ofte vuur-bake , die men gemeenlijeken la Lour Gordan noemt. De rivieren die in de Garonne vlieten , zijndeT^r^A, Ie Tarn ofte Ic Tar -, Fgercius, die de Gafcons Gers noemen j oldus, van die van Auvergne en die van Cahors, Ooldt, rold, ofte 1’Oolt genoemt ; DHranius, hedens-daeghs la Dordogne, en elders oock Dordonne. De laerfte van de Fhcfie. voornaemfte rivieren van Vranekrijek is Rhodanus, by alle

Griecklche en Latijnfche Schrijvers bekent, wordt door geheel Vranekrijek Ic Rhofne geheeten ; doch van hare by-woon ders Ie Ros. Oppianus in zijn Halieuticis in ’t vierde boeck, en Philoftratus in uitis Sophiflarum, noemen die Eri-danum : Plinius feydt, datfe defen naem gekregen heeft van Rhoda, een Colonie der Rhodienfen, aldaer geplant. Sy heeft haren oorfprong niet wijt van de beginïelen vande Donauw, den Rhijn, Arola, Po, en meer andere, by den bergh Briga : ontrent het dorp Neufville looptfe in den Gc-ncver-mcir-, en komt wederom daer uyt by de ftadt Geneven , welcke fy deelt in twee deelen, van daer nae de heer-lijcke ftadt Lyon, alwaerfe door de Saone vermeerdert, loopt voort voorby de fteden Vienne, Valence, Viviers, Avignon, en valt beneden Arles in de Middel-landtfche zee, met fc-ven uyt-gangen -, gclijck Appollonius in zijn Argonauticis fchiijft ; doch ftellen Diodorus, en andere, maer vijf ; Strabo, Plinius, en Ammianus drie; Polybius enPtolemæus twee; Livius, om niet berifpt te worden, fchrijft van veel uyt-gangen: van de inwoonders worden nu ter tijdt vijf ofte meer getelt , die fy dele namen geven , Gras Neuf, Gras d’Orgon, Gras Paulet, Gras Grand, Gras d’Enfer, Gras de Paftbn, waer van Plinius het laetfte

noemt, om dat het naer Marfcillen ftrcckt ; Polybius heet het fJMafJaleoticum, de welcke dit het eerfte feydt te zijn. De Rhofne ontfanght in haergt;4r-r/4w?, Ararim, de Soane, ofte Sone, Jfarim ofte Ifere; Lrunam-t die nu Dronaofte Drofne genoemt w'ort ; Lruentiam ofte Durance.

/nwtjeken. Vranekrijek heeft verfcheyde groote inwijeken, fooaen de wefterfche als de Middel-landtfche zee} van welcke de voornaemfte is de Sinus Aquitanicus, van Lucano TabeUicus Ancon genoemt. A en de Middel-landtfche zee is de Galliens oitc Calaticus Sinus, w'clcke in den Grooten enKley-nen gcdeelt wordt ; den Grooten noemt men dat deel des Middcl-landtfchcn zees, waer in de Rhofne loopt. M. Por-ciusCato XïQcvoithcmAnguliimGallienfn, van Livius wordt

-ocr page 42-

V R A N C

van wegen het dorp Botzen, het welch met noch cenigc andere acn den voet defes berghs gelegen is. Munftcrus, Scu-dus, Lazius, en meer andere houden het dacr voor, dat dit deel des berghs lura is Tacüi Vocetns ofte Focetim ; doch gelooft Ortelius vaftelijck , dat by Taciturn in plaetfe van Vo-cetus, Vogefus behoorde gelefen te worden. Inhctfclve deel defes berghs, is een groote valeye, nae het bygelegene dorp Jncfgenoemt, endevaleyen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/ ©ilU

en andere, van welche geene door denbergh gaet, want over al daer men over defen bergh wil reyfen, moet men met groote moeyte en hoogh daer over klimmen. Tuflehen de riviere Sone enFarfpurgh , wordt defe bergh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geheeten, ‘t welck foo veel te feggen is,

als fchaeps-weyde. Tuflehen het fledeken Olten en de vooghdye van Hamburgh wordt hy ^iî)erÇautvcn|înn ge-noemt, om dat de wegh aldacr door de fteen-klippen gehouwen is. Tuflehen Walnburgh en Balftal heet hy^Cbtr-Çautvrn|îdn/ alwaer de geladene wagens met groote touwen van boven den bergh nederwacrts gedaen woorden. Wat weftlijcker, wordt hy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geheeten j en noch voor-

der, lurten, van de Savoyaerts, bykans nae fijnen ouden naem. - Die arm, welche fleh ontrent een myle van de ftadt Bafel ftreckt, by het rivierken Byrfa, wordt Blouwenge-noemt, is tot Delfpargh toe P ,;yl en rouw, alwaer hy wederom nederfackt in een plcyn -, en wat vorders, nae het Fran-fche kloofter Bellele, begeeft hy fleh allengskens wederom indehooghte, en daer nae verdwijnt hy ontrent een myle weeghs van daer ftreckt hy fleh wederom in de hooghte van het ooften naer het weften, met fteyle en vreelTelijcke klippen, alwaer hem Iulius Cæfar ( foo men feyt) heeft laten doorhouwen in de gedaente van een poort, welche fommi-ge fierre-port, andere Pierrepertuü noemen, het welch foo veel te feggen is, als een doorgchouwen fteen. Defc poortc ofte fteen is curieufelijck van Munftero en Mcrula befchre-ven, die de felvefelfs doorwandelt heeft, en getuyght dat het oplchrift over defe poorte noch klaer is om te lefen, alleen, dat de letters van het eerfte woort meer verfleten zijn als de andere. Defe ingehouwen letters ofte opfchrift zijn, als volght :

7^:::. tyfugußi vin dti^aper ardtta wont is Tecit iter Petrnrn feindens in margine font is.

Door defe fonteyn wordt verftaen het beeckshen Byrfa, wclck aldacr uyt een ftecnrotfe met groot geweldt van water ontfpringt j van daer ftreckt fleh de bergh lüra naer het zuydweften, tuflehen Switferlandt, Savoyen en Burgon-dien ( daerom getuyght Cæfar in zijn eerfte boeck, dat de bergh lura op twee plaetfen de Bourgonjons van deSwit-fers affondert, langs en ontrent vele meiren, waervanhet voornaemfte is de Genever-meir, ) alwaer hy wijt en zijdt fich uytbreydt met den naem van S. Claudii bergh, en eyn-dight ten laetften aen de Rhofne. Van het Pyreneifche ge-berghte ( ’t welck oock onder Vranekrijek kan gerekent worden ) is mentie gemaeckt in de befchrijvinge van Spanjen j en van de Alpes, in de befchrijvinge van Italien.

De bolfchagien in Vranekrijek zijn veel in ’t getal, doch niet foo groot, dicht en rouw van ftruycken, als in vele andere Landen. In de Provincie Mans zijnder vcrfcheydcn, als Les Forefts de Verfay, Longoulncy, Perfl, Sille, Char-nay, Audani, Maine, Concife ; die van Balfe Bretagne zijn de Buftblanc, Toriant, Guicrchc j by de Poiclevins, Ies Forefts de Moulierc, Dine, Breffe, Ligne, en andere ; by die van Bourges worden behalven het bofch S. Robert oock andere gevonden ; by die van Anjou is Lourfaic cn Marfon : het geheele landeken van Boulogne is bynae doorgaens als met een bolfchagic bekleedt, welckers befondere gedeelten zijn, Les bois de Surene, Celles, Hardclot, Dalles, en Bour-fin. In Vermandois, niet wijt van Peronne, zijn de bof-Ichen Recoigne en Bouhan ; in Picardien is Bois de Baine, de Beaulieu, de la Fere ,de Coufly : Lothringen heeft oock zijn befondere boflehen, als Warnewalt, IcBanbois, Bois de Mondon, de Heyde, de S. Benoift, de la Voygc, Mor-taigne, Dofeyne i in Burgondien zijn vele bolfchagien : het wout Ardenne noemt Claudianus ’t Franfche bofch, en Cæfar in zijn fefte boeck van de Franfche oorlogen, 't grooefte wout van gantfeh Vranekrijek, om dat het eertijdes in Callta ’Belgien gelegen was.

Franekrijcè.

K R y c K. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i

DeFrançoyfen zijn rafch en vcerdigh, genegen tot de Imitatt-wapenen, in de religie altijdt feer aendachtigh geweeft, cn dner.^.crt. hebben het Chriftelijcke geloove aldereerft aengenomen, ’tfelve oock meer als andere natiën behouden en in weerden gchadt, gelijek fulcks getuygen niet alleen de oude Schrijvers, maer oock de menighte van kereken, en andere huyfen, ten dienfte Godes gedeftineert.

Vranekrijek grenft in 't ooften aen Savoyen, ’t Graef* fchap Burgondien, Lothringen, en Neerlandt -, in ’t weften aen de zees in’moorden aen Neerlandt; in’tzuyden ten dccle acn de Middel-landtfche zee, ten deele aen Spanjen, waer van het door de Pyrencen afgcfcheyden wort.

De voornaemfte landen, in dit Koningrijck gelegen, zijn : 'Deelin^c. Bretagne, Normandie, Picardie, Champagne, la France, Beaulfe, Berry, Blaifois, Vendofme, Perche, Gaftinois, Senonois, Valois, le Maine, Touraine, Anjou , Po:lt;ftou, Xaintonge, Perigort, Limofln, Bourbonnois, Lyonnois, Foreft, Beaujolois, Auvergne, Angoulefmc, Auxerre, Ne-vers , het HertoghdomBourgondie, Quercy, Guafeogne* Languedoc, Provence, Dauphiné, en Beam. Onlancks is ’er la Brelfe oock bygekomcn, welck een deel van Savoven is. Ontrent feventien jaren geleden, heeft den Koning heel Lorreynen ingenomen. Het Graelfchap Avignon, het Hertoghdom Savoyen, het Prinsfehap Oraenjen, de Graef, fchappen Burgondien cn Charlois zijn oock in Vranekrijek, maer ftaen onder de Koning niet.

Dc vermaertfte Hertoghdommen zijn, Orleans, Burgon- Hertegh^ die, Narbonne, Bretagne, Anjou,Berry, Normandie, Au- dommn. vergne, Guyenne, Touraine, Barleduc, Valois, Nemours, Alençon, Reims, Laon, Langrcs, Bourbonnois, Limofln, Nevers, en le Maine.

De voornaemfte Steden van Vranekrijek zijn, Paris gele- Steden. gen in Ia France. Amiens in Picardien. Rouan, Caen, en Diepe in Normandien. Renes en Nantes in Bretagne. An-giers in Anjou. Bourges in Berry. Tours in Touraine» Blois inBlai/ôis. Chartres en Orleans in Bcaufle. Reims, Chalons , en Troyes in Champagne. Dyon , Chalon , Malcon, Beaune, cn Autun in Bourgogne. Molins in Bourbonnois. Limoges in Limofln» Poidiers in Poidou. Saindes en la Rochelle in Xaintonge. Boutdeaux in Guafeonien. Tolou-fe, Narbonne, Montpellier, cnNifmes in Languedoc. Mar-feille, Arles, Aix, en Avignon in Provence.

In Vranekrijek zijn drie voornaemfte Staten van perfoo- Staten. nen, by welcken wel eer geweeft is het recht van Concilia of. te Rijeks-vergaderingen uyt te fchrijven ; Köningen te Hellen en af te fetten ; te weten, de Edeldom, de voornaemfte van ’t volck, en ’t gemeene peupci ; cen ieder van defe heeft, nae zijn conditie en gelegentheyt, zijn eygen w’etten en rechten, daer hy nae leeft, en zijn foo vaft aen een verbonden , dat geen van alle de macht heeft een ander te onder-drucken, ofte tegens den Koning op te ftaen. Van de Gce-ftelijcken ftandt, die men rekenen mach voor den vierden, en hedensdaeghs, van wegen zijne groote macht, wel voor de eerfte, füllen wy daer nae handelen.

De Adel ofte Ridder-ftant heeft groote privilegiën en J. ^del. vryhedcn, waer door fy den Koning foo feer aenhangen cn carclferen, oock voor den fciven en des Landts w elvaren haer leven wagen ; want fy geven gantfeh geen fchattinge, mogen overal gewapent gaen, en hebben vcclcrlcy middelen tot haer onderhout, foo datfe niet cn behoeven haer tc begeven tot cenigen handel oft koopmanfehap , die tegens dc weerdigheyt des Edeldoms ftrijdt ï maer die den Koning volgen, worden met goet onderhout verfien ; want ’er veel dienften en oflicien in ’t hof zijn, waer mede men alleen de Edelen verflet, met welck een ieder een deel des jaers over-brengt, en den overigen tijdt tot zijn cygen faken magh hefteden. De vorftelijeke perfoonen, en andere groote Heeren , weleke des Konings mildheyt oock genieten, en een gedeelte des Rijeks adminiftreren,onderhouden oock dick-wils de Edelen die niet feer rijck zijn. De Köningen gagieren oock een groote ruyterye, om daer door den Adel in wapenen te oeflenen ; defe ruyterye beftact uyt vele en ver-ïcheyden officien, die onder haej verdeelt worden, cn diefe behouden foo wel in vrede als oorloge.

Tot den anderen ftandt hooren principael de kooplie- j j. Pe den, wiens gewin en profijt tegrootcr is, om datfe vrven roornacw-vranek, door geheel Vranekrijek, haren handel mogen dry- A ven,eensdeels oock,om dat de Edelen fleh des koophandels

B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;niet


-ocr page 43-

VRANCKRYCK.

UI. Ket

niet onderwinden. Onder defen ftandt worden oock gere-kent Richters, Rechts-gclecrden, Advocaten, Procureurs, Schrijvers en diergelijeke.

Onder de derde ftandt wordt begrepen het gemeene volck en peupel, welcke haer begeven tot den ackerbouw, en allerley handt-wereken. Defe, behalven dat hun gelijck en foo een goedt recht weder-vaert als den machtighften, genieten oock de vryheden , diefe van hare voor-ouders ontfangen hebben, en worden tot veel ampten en bedieningen toe-gelaten. Uyt defe Rijeks-ftanden wierden eertijdts jaerlijeks op den cerften May, en foo dickwils als daer eeni-jParlement wichtige faken voor-vielen , een gemeyn Concilium ofte hoedanigh ’ Parlement gehouden, alwaer de Koning felfs in een vergul-eerttjdtsi den troon placht te prefideeren, naeft den welchen faten de Vorften en Rijchs-Raden, en wat laeger, de Gedeputeerden van een iegelijeke Stadt. Als dan wierde de Koning daer gebracht, op een wagen, van offen getrocken. Enals de Koning op de fael van ’t paleys gekomen was, fetten hem de Princen op fijn Koninglijeke ftoel, en voorts nam een ieder fijn plaetfci en in dien ftaet wierde hy geheeten de e» Autmi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Majcfteyt. De autoriteyt defes ConciUi ofte

L'w het vergaderinge is ten allen tijden hoogh geacht geweeft, en Çdve. plachten gemeenlijeken defe nae-befchreven faken daer in

verhandelt te worden : Eerftelijck, van een Koning te Liefen, teconfirmeeren, ofte af te fettendaer nae van vrede en oorlogh, van de gemeene wetten, van de hooghfte digni-teyten en officien -, aen des verftorven Konings hinders haer wettelijck erfdeel uyt te reycken, des Konings dochters met houwelijcks goedt te verhen, en eyndelijcken van alle faken den ftaet des landts betreffende : naedienhet nietge-oorloft was van eenige dingen , concernerende het gemeene befte, te handelen, als alleen in defe vergaderinge der Staten. Soo een Prince, ofte anderperfoon, vaneenigh quaedt feyt overtuyght wierde, riep men hem te recht in dit Concilie, om fijn fake aldaer te defendeeren j infge-lijcks, als de Koning begeerde eenige groote koften te doen, foo in kereken te bouwen, als kloofteren te ftichten,dede hy foodanigh Concilium byeen roepen. In fumma, dit Parlement is by uytheemfche volckeren in fulcker aenfienge-weeft, dat oock fomtijdes vreemde Princen hare ftrijdige faken en verfchillen in handen van ’t felve plachten te ftellen, en recht daer van te vérwachten.

Dit Concilium noemen de Hiftory-fchrijvers het Hof, Convent, ofte Parlement} en Placitum, om dat de fake, daer men in ’t Concilio over gedelibereert hadde, eyndelijeken wel uytgevallen was, behaeght, en belieft hadde j daerom worden by Cicero en andere, foodanige bclievingen, fla-cita, fhilofiphorum geheeten ; hier van fchijnt defe claufu-le, die men hedensdaeghs in des Konings edióten ftelt, gekomen te zijn : .^oniam ito, pUcitum eïi -, in het Franfch, Car tel efl noFireplaißn en op Duytfch, Want het ons alÇoo gelieft.

In defe vergaderinge der Staten plachten oock gekoren te worden deStadt-houders van de Gemeente, welcketen tijden der Merovingen Majores Domus, Maires, ofte Ma~ giliri Palatii geheeten wierden. Defer macht en autoriteyt is by den Köningen van Vranekrijek foodanigh geweeft , als eertijdts by de Roomfche Keyfèrs Prstfe^orum Prxtorii, die men oock Aulaprafecïos ofte Hofmeefters noemde} welcke, met Koninglijeke autoriteyt verfien zijnde, door onachtfaemhcyt en traegheyt der Köningen, hebben , met verloop van tijdt, de felve geheelijck aen fich getrocken} want nadien fy over’t geheele Rijck het gefagh, en in de oorlogh ’t geheele bewint hadden, en de Köningen ondertuffehen t’huys bleven , fich vergenoegende met den blooten Koninglijeken tijtel, en haer leven in Icdig-hcyt en wclluften toc-brengende, heeft onder de regeering Childeriai, achtiende Koning, Pipinus deHof-meefter, die in des Konings naem langen tijdt groote en langdurige oorlogen gevoert, ende Saxens overwonnen hadde, de-fc gclcgenthcyt waer-genomen, en fich felfs Koning ge-macckt.

Soodanige macht der Koninglijeke Stadt-houders ofte Hof-meefters, heeft begonnen ten tijden van Clotharius de II, ontrent het jaer Chrifti y88, het welck is ontrent het 150 jaer, nae dat het Rijck Pranco-Gallia eerftopgerecht is.

In’t felve jaer (fcydtTrithemius) hebben de voornaem-ftc Heeren des gantfehen Rijeks, byeen vergaderende, raedc gehouden over de affettinge des ondeughdelijcken Konings Childeri ci, en alle voor goedt erkent, dat men den Koning Childericum foude affetten, als geen wetenfehap en autoriteyt hebbende om teregeeren, enPipinum (bywelcken alle de Koninglijeke macht en autoriteyt beruftede ) tot een Koning verheffen. Doch heeft Pipinus, om gewichtige redenen, fulcks niet willen toe-ftaen, eer men des Paus Zacha-riæ raedt en advijs daer van gehoort hadde.

Het fchijnt dat daer nae, in ftede van defe Hof-mcefters, Coneftables. gekomen zijn Comitésßabuli ofte Conneftables} want alle die in’t Koninglijeke Hof, als oock in’t Rijck, eenige hooge bedieninge hadden, wierden eertijdts Comités ofte Graven geheeten} en was ComesStahuli bynae gelijckals by de Romeynen MagiPier Po^^uitum, ’t welck foo veel te kennen geeft, als een die over de ruyterye het gebied hadde, en van de Duytfchcn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt wordt, die nu ter

tijdt fulcken authoriteyt heeft, als eertijdts PrxfePii Prætorii, Magiflri Palatii, oft de groote Hof-meefters hadden. Onder hem ftaen hedensdaeghs noch vier Marefchals, aen welcke alle ft rijde en twiftige faken, onder ruyteren en foldaten ont-ftaen, gebracht worden.

Daer nae heeft men, ten tijden van Hugo Capet ( hoewel Pairs fte de Hiftory-fchrijvers niet aecordeeren in den oorfprong daer Gencoten. van) opgcricht de Pares Prancia, ofte Pairs de Prance. Want als de voorfeyde Hugo fich het Koninekrijek tocgeeygent hadde, verftootende de wettelijeke erf-genamen, heeft hy de voornaemfte Heeren van ’t Rijck , met defe nieuwe eerc begift en verbonden, gelijck alle Hiftory-fchrijvers getuygen.

Doch fchijnt, dat om tweederley oorfaecken wille defe Pairs ofte Genooten zijn ingeftelt, eerftelijeken, op dat fy fouden tegenwoordigh zijn in de huldinge des Konings, en hem in de by-een-komfte der Princen en Grooten des Rijeks, met de Kroone, en andere Koninglijeke ornamenten verçieren} ten anderen, dat, foo wanneer een Prince, ofte een van de Grootfte van Vranekrijek, een groot deliót ofte capitael crimen begaen hadde, fy daer over Richters fouden zijn} want naedien foodanige gerichten van oudts in’t gemeene Concilio plachten gehouden te worden , als gefeyt is, en defe manière van doen allengskens door der Capevingiorum aengeven aen het Parlement begon ge-transfereert te worden, en de Princen des Rijeks hare faken niet gcern en vertrouwden aen ’t Parlement, foo namen de Köningen foodanige gelegcntheyt waer, beneffens het Parlement, dit Convent van de Pairs op te richten , die Parium Curia, ofte het Hof der Pairs genoemt wierde} doch is in het begin geen feker getal der felven geweeft} want daer niet altijdt juyft twaclf waren, maer fomtijdts meer, fomtijts wcy-niger, nae dat’et de Koning goedt vondt, door wien defe ecre verleent wierde, tot een teken van’t grootfte beneficie,- en kan genoegh met verfcheyden exempelen bewe-fen worden, dat met defe digniteyt oock verfcheyde Princen en Heeren begiftight zijngeweeft, inwelckersConcilie fomtijdts oock andere groote Heeren en Biftchop-pen bygevoeght zijn, jae oock uytheemfche KonJngen en Princen.

Hoewel door defe inftellinge der Pairs, Hugo Capet ( om de gemoederen der Grooten aen fich te trecken ) alle digni-teyten en officien ( die fomtijdts, nae den tijdt vereyfchte, verandert wierden,) tot een geduurige pofleffiegebracht heeft, als de Hertoghdommen en Graeffehappen, en daer door niet weynigh de publijeke autoriteyt der algemeene Conciliën gefwackt en vermindert, hoewel met oogh-luyckinge van ’t Concilie} foo bleven nochtans alle de andere faken onder het Concilio beruften : alfoo dat oock, gelijck Budæus en Karolus Molinæus getuygen, de macht en het recht van de munte te verminderen ofte vermeerderen , altijdts, gelijck tevoren, gebleven is by de Gemeente. En is die oorlogh gedenekwaerdigh, welcken de machtigh-fte van ’t Rijck, van wegen ’t gemeene befte ( en door veel-voudigh klagen der Gemeente daer toe bewogen ) tegens den Koning Lodewijek de XI gevoert hebben : onder wiens regeeringe een gemeen Concilium oft Parlement te Tours is uytgefchreven, in’t jaer 1467 op den eerften April, in het welcke beftoten wierde, datles-en-dertighdegelijeke vrome mannen, uyt yder ftandt, fouden gekoren en gcftelt worden tot Curateurs van’tgemeene befte, welckerecht fouden


-ocr page 44-

V R A N C

louden plegen, en ’t geraeene befte helpen bevorderen, na-melijcken cwaelf uyc de Geeftelijckheyt ( die toen ter tijde een orden oft ftandt alleen macckten) twaelf uytde Rid-dcrfchap, en foo veel Rechts-geleerden uyt hetgemeene volck ; en wat defe fes-cn-dertigh mannen fouden befluy-ten, beloofde de Koning by Koninglijeker eeren teratiß-ceeren en voor goedt t’crkennen. Defc wijfe van regeeringe in’t gemeen, heeft geduurt tot de tijden der Capevingio-rum. Behalvendefeofficien, denAdmirael, Cantzler, en Rentmeefter generael van Vranekrijek, amp;c. zijn de Raeds-heeren en andere officieren des Konings, die der felver ey-gen faken verrichten en bedienen, als de Kamerlingen en meerandere hof-officieren.

Meer Tm- Met verloop van tijdt zijn meer andere Rechts-Parle-lemente». menten op-gcricht; waer uyt men fpeuren kan, datbynae tot de tijdt der Capevingiorum, weynigh ft tijdige faken zijn voor-gevallen, en alles flecht toeging, foo in ’t pleyten als in’t recht te fpreken : ’twelck men hier uyt kan mereken, dat de Koning S. Lowijs, de welcke ontrent den jare Chrifti 12.30 regeerde, (gelijek loni veile, die lijn leven belehre-ven heeft, te verftacn geeft) alle twift-fakenfelverflech-tede, ofte liet het gefchieden door die in fijn gefelfchap waren. Sulcks wordt mede van Carolo Magno verhaelt, die, als hy hem kleede, en fijn fchoenen aentrock, partyen verhoorde, en fcheyde; in wiens Capitulari defewetge-fchreven ftaet : Dit füllen onfe Af-gefanten te kennen geven den Graven en ’t volck, dat wy alle weke eenen dagh willen verkiefen, en fitten om de klachten te hooren, en de felve te flichten. Maer als daer nae, door de verkecrtheydt der tijdt, de twiften vermeerderden, wierde eerftmaels dat voortreffelijcke paleys en Raedhuys gebouwt, onder de regeeringe des Konings Ludovici Huttini, ofte, als fommige willen feggen, onder Philippe Ie Bel, in ’t jaer i ijjz -, toen zijnder drie gerechten gcftelt, een dat men La grand' chambre noemt, dat des Lne^ueßes , en des Ret^uesies. Koning Francifcus d’eerfte heeft daer nae, in ’t jaer i y i i, de vierde kamer van twintigh nieuwe Raets-heeren daer by gevoeght: en wederom in ’t jaer i y43 andere twintigh gekoren. Doch was defe vergadering niet geduurigh, gelijckle nu is ; maer wierde uytgefchreven, met bevel des Konings, op S. Mar-tins-dagh , en de Rechters van de Koning geauthorifeert, om het Parlement te beginnen. Defes Parlements autori-teyt heeft allengskens foo toegenomen, dat oock geen Ko-ninglijckc wet ofte eenigh edid van waerde wierde gehouden, dan als de Raedts-heeren die hadden beveftight,gelijek door gantfeh Vranekrijek in burgerlijeke ofte krijghs-fa-ken, geene Magiftraet geftelt wierde, ofte die moeftc in dit Parlement beveftight worden , en aldaer den eedt doen. Van dit Parlement cn mocht men oock niet appellceren, maer voor goedt houden, ’t gene by het felve befloten was. Eyndelijcken, wat de gemeene Raedt met het Parlement der Staten, ( welckers naem en macht het heeft ) oyt voor autoriteyt, relpeót en macht hadde, is nu aen defen Raedt getransfereert j maer hedens-daeghs , wanneer de Koning alleen nae fijn verftandt cn oordeel, met fijnen fecre-ten en geheymen Raedt ietwes decerneert, fulcks isge-heelijcken verandert in een ordinaris gerechtclijck Concilium , en blijft derhalven de Koning voortaen ongemocyt met de faecken des Rijeks en des gemeenen beften, hebbende eenen vaftc cn geduurige refidentie te Parijs genomen.

Tarïemen- Dit voor-gefeyde Parlement ftreckt fich feer verre, en heeft voor alle andere ordinarife Hoven ofte Parlementen

K R Y C K.

( welcke feven in Vranekrijek gctelt wierden ) een wijde cn groote jurifdiólie. Defe Parlementen handelen en nemen kennifTe van burgerlijeke en hals-faken, en wat by een icgc-lijck der felver gedecideert werdt, daer by moet het verblijven.

Het Parlement van Parijs heeft dit noch boven de ande- 'uafj ren in’t befonder , dat in’t felve fomwijlen de Koningen plachten te verfchijnen, als fy cenigewichtige faken, concernerende vrede ofte oorlogh, onder handen hadden ; he-densdaeghs worden daer noch de verbonden en handelingen der Koningen, cn wat voorts hoort tot des Rijeks con-ftitutien, geleien, geregiftreert, en bewaert. ’t Gene van oudrs, het Rijck belangende, op de gemeene Rijeks-dagen en vergaderingen plachte gcrcfercert te worden, en nae af-fchalfinge van de felve, aen het Parlement van Parijs, is nu getransfereert op den Koning, en de gene, die hy in fijn Raedt begeert.

In dit Koningrijck is oock noch een ander ConßUum ofte Gtooten Raedt opgericht, welcke men den Grooten noemt , en be-ftaet alleen uyt Princen en voornaemfte des Hofs en des Rijeks i welcke Raedt, ten tijden van Koning Karei de fe-vende en de achtfte, placht vergadert te worden alleen in laken betreffende de Staten des Rijeks, en hetgemeene welvaren ; doch is de felve daer nae met loo veel twiften cn ftrijdt-faken overvallen en bemoeyt geworden, dat Koning Karei de VIII daer van een ordinaris Raedt maeckte, be-ftaende in fcventien Raedts-perfoonen,wclck getal namaels Koning Lodewijckde XII tot twintigh vermeerdert heeft, daer by voegende den Cantzler als een Prefident over den felven Raedt -, alföo dat onjier Francifco de waerdigheyt des Cantzlers tot het Prefidentfchap is verheven ; en defe Raed lt;nbsp;voortaen niet meer te doen hadde, als alleen met extraordi-narife faken fich te bemoeyen, welcke hacr van den geheymen Raedt wierden overgedragen, en bynae ordinaris, met de appellationihus Prafe^lt hoßitalis.

Behalven de voor-verhaeldc feven Parlementen, cn den Gehejrrtn grooten Raedt, heeft de Koning noch een geheymen Raed, ^aedi, welcke den Koning altijdts vergefelfchapt, en meeftendeel geoccupeert is in Rijeks-faken, hoewel de felve nu oock als in een ordinaris Raedt verandert is, naedien mede de faken van de fteden en Parlementen, en oock andere privé faken, daer niet veel aen gelegen is, daer in verhandelt worden j alfoo dat defe aenfienlijeke en voortreffelijcke mannen ( zijnde met andere dingen befigh en onledigh ) de ken-niffe van faken, concernerende den ftaet des Rijeks, bynae geheelijeken zijn quijt geworden 5 en ’t fchijnt, dat de gant-fche adminiftratie des Rijeks, en alle de forge hedensdaeghs aen den Koning, en eenige weynige Raden is over-gedra-gen, welchen Raedt men nu noemt Ie Confeil Secret, ofte Secreten den Secreten Raedt, in den wclcken men van de gewich-tighfte faken des Rijeks delibereert, over welcke van te voren van den geheymen Raedt van de financiën geraedt-flaeght was j doch by foo verre het foodanige faken zijn, die des Konings particuliere kenniffe vereyfchten. In defen Raedt worden oock alle beneficiën, brieven en Koninglijc-kc bevelen verfegelt, andere Princen, Ambaffadeuren, Prelaten, en Kapiteynen brieven geopent, beantwoort, en den Secretarifen der Staten over-gelevert. Daer is oock noch cenen anderen Raedt,die men noemt den Raedt van Finan- Raedtvan cien, de welcke het bewind van des Konings en des Rijeks Fi«ancien^ fchat-kamer heeft, by welcke noch gevoeght zijn deSur-intendans, de Secretarifen der Financiën, endeReken-meefters.


-ocr page 45-

-ocr page 46-

Palt»,

Sede».

Alis word getelt onder d’alleroudtfte havenen van Europe j ’t light twee mijlen van de ftadt van Ardres : dele feerftercke ftadt is gelegen aen de zee, ge-fterckt met een leer machtigh kafteel, en voorlien van allerley oorlogsgereetfchap. Sy werd ten Ooften hello-ten van ’t Graeflchap van Oye ; ten Weften van de haven van Nivelle ; ten Zuyden van de ma-raflchen Hames 5 en endelijck ten Noorden van de fterckte van Richeban. Sy heeft noch eenige andere vaftigheden in de moeralTchen uytge-ftrecktliggende, te weten, Brule, Fore-Rouge, Baßard, iFsclufe, door welcke ly afgelcheyden werdt van Artois.

Dele landftreke wort in de Commentarien van Julius Celar,en in andere oude Roomlêhe Hîfto-rien bylbnderlijck geprefen onder den name van Portas Jccii. Dele plaetlê heeft Celar lêlve den weg gebaent,door wekken hy over zee eene nieuwe wereldt oplpeurde, en Landtfchappen door den Oceaen van een gereten t’famenhech-tede , de lêlve onderwerpende fijnen gebiede. De ftadt Calis is recht tegenover Doeveren, maer feven mijlen van’tfelve gelegen, lulcks datmen met eenen goeden voorwindt in drie muren tijdts defwaerts kan overlchepen. Sy wordt gerekent onder de voornaemfte fleutelen des Rijcks, heeft eene driehoeckige geftalte, en proncktmet fchoone en vaftgeboude huyfen. Maer ’t gene haere grootheydt voornaemlijck vertoont, is dit, datfe fallen tijden geweeft is de befittinge der aller-edelfte Stadvooghden , aen welcke ly , gelijck als aen de getrouwfte en machtighfte opgedraegen fijndegeweeft, oock van de felve eenen leer grooten luyfter heeft ontfangen.

Hare inwoonderen fijn grootmoedigh, oprecht en van eene lónderlinge trouwe tot hun Vaderlandt : want alhoewelfe nae de viólorie van Crefiy, fich den wille van Eduard Koning van Engeîandt overgaven; ’t en gefchiede nochtans niet als naer een ganfch jaer belegeringe, en door hongersnoodt geperft fijnde. En als Eduard, den gemeenen volcke toegeftaen hebbende met lóo veel huysraets uyt te trecken , als ieder konde dragen, fes van de voornaemfte Burgeren der ftadt, tot voldoeninge van den ge-danen eed in bewaringe ftelde, om door hunne doodt de wederfpannigheydt te ftraffen , en de felve daerna tot dien eynde voor den overwin-ner vereylcht wierden ; foo riepenlê ftracks alle met ftantvaftigen en onverbaelden gemoede : laet ons den Koning toetreden , en quot;ipoor^t Vaderlandt fler-quot;Pen. Welck dapper oplet ter ooren gekomen fijnde van de Koninginne,Eduards huylvrouwe, foo hieldlê aen en verfocht datlê fouden vry werden gelaten, waer in oock de Koning ver-willigde. Uyt dit uytnemende voorbeeldt kan ’t gemoedt van de refte der burgeren afgemeten worden.

De doodelijeke tweedrachten dan tulïchen Engelandt en Vranekrijekontfteken fijnde , en hardneckelijck blijvende duuren, als Vranek-rijek alreede door vele nederlagen was afgemat, foo wierdt ’er endelijck in den jaereijóo tot Brctigny, tulïchen de Köningen lan en Eduard duldanig een verdrag getroffen, dat de heer-fohappye van Calis, Merck, Sangate, Colognes, Hames, Wals, Oye, en oock van ’t Graeflchap van Guines, aen den Koning van Engeland foude blyven ; .gelijck hy de felve oock lang heeft behouden. Maer door ’t geluck en dapperheydt van Karei den Sevenden , fijn d’Engelfchen uyt heel Vranekrijek gedreven geworden, Calis alleen uytgenomen; welcke ftadt Koning Henrick de Tweede in den jaere de gelegentheydt waernemende, belegert heeft, uyt Italien geroepen hebbende met een machtig heyrleger den Hertogh van Guilê, die den Spaengiaerden, welcke in Picardyen eenige andere fteden bevochten , den toevoer als affnyden willende, en als op iet anders uyt fijnde , na Calis henen-toogh , en fijne heirkracht derwaerts aen-voerde, en eerft alle d’oorlogs-vaftigheden in’t ronde bemachtigt hebbende, de ftadt felve belegerde, en korts daerna vermeefterde ; en aldus is endelijck het Graeffehap vanOye (’twelck aen de veilingen paelt van Calis, en tot Greve-lingen, Duynkercken eii Horfteck toe fich uyt-ftreckt ) onder ’t gebiet gebracht van fijnen ouden Prince, en wordt heden gemeenlijck ge-noemt Pays reconquis, oft Herwonnen landt. Maer als namaels d’Aertshertogh Albertus fich Calis geluckelijck onderworpen hadde, foo is ’t door de wapenen van Henrick den Grooten, altijdt Verwinnet, noch veel geluckelijeker wederge-kregen, en endelijck d’overgevinge van Calis gedaen fijnde , den gewenfohten olijftack van vreede in ganfch Europa herftelt geworden.


Vranekrijek.

De

-ocr page 47-

-ocr page 48-

-ocr page 49-

De Graeffchappen

B O V LOGNE

E N

G nbsp;V nbsp;I S N E S.

Et Graeffchap Boulogne heeft een wijden omloop, is feer fandachtigli , en van die foorte,dat menhet brandende oft ziedende fandt noemt; uyt welcher oorfake fora-mige de naem Bolonia afbrengen willen van het woordeken Bouillir ofte zieden, ’t welck be-lachelijckfcbijnt; want het fijnen naem na de liooftftadt heeft.

Het begint by het geberghtevan S. Ingei- derlcheydt tuftchen Geffotiacum portum en Gef-bert,en ftreckt tot aen de riviere Cauche,’t welck foriacum Na'valey houdende het eerfte voor Bonc-nien, en het ander voor Cailctum ofte Caftel.


Steden.

Soule^ne.

fijn rechte lengte is ; de breette ftreckt tot aen het Turnohenlèr bofch.Onder Carolus Calvus, Koning van Vranckrijck , is het tot een Graef-fchap verheven , als S. Paul, Oye , Guifhes, en Artoys oock den felven tijtel en ftaet verkregen ; en heeft veel fteden en dorpen , waer van de Hooftftadt verdeelt is in hoogh en laegh Boulogne, van elckander verfcheyden ontrent 100* treden. Het hooghfte deel was maer een Burgh ofte Vefte, eer het van de Engelfchen belegert wierdt ; het andere deel light op het vlacke, en wordt met de zee belpoelt. Dele ftadtwordt van vele Bononiageheeten ; ineen feker Panegyrico aen den Keyler Conftantinus, wordt ly genoemt Bononienfe oppidum -, Notifia Pro-ygt;inciarum noemt haer dy^itatem Bononienfem, die ftellende onder de fteden van Bdgica Secunda. De Françoyfen heetenfehedensdaeghs Bouloigne, ende Nederlanders ( naerder komende aen hare oude benaminge) Beunen. In ouden tijden was het Gefforiacum genoemt, gelijck fuicks be-tuyght lofephus Scaliger in fijne brieven aen Merula,( want hy, lchrijvende over Aulbnius, bewijft dat ontrent delen ftreeck landts het fte-deken Gelfoire noch dien naem Ibude behouden

hebben)PapynusMaflbnius,Lelandus,Ortelius, en andere, gelijck oock de Tabula PeutitJgeriana, alwaermen leeft Gefforiacum, aen die plaetlè daer nu Bolonia gelegen is; Antoninus noemt het ook GeJJoriacum , ftellende aldaer het 15 Legioen ; elders wordt gementioneert GeJJoriacenßsportus en Gefforiagenßsportus in Maritimis ; Ptolemæus noemt het Gefforiacum Nai^ale Morinorum: fommige willen dat Gcßbriacum en l^a^ale Bononienßum niet een fouden fijndoannes Talbot maeckt’er Calis van, andere S.ömersTurnebuSjFic//»; Soacij Boc-tius, Sluys ; HermolausBarbarus, Brugge ; en Bilibaldus, Gent; RobertusCænalis maeckt on

Van Boulogneis geboortigh Godefiidus, lone van Euftachius, Grave van BouIognen,Hertogh van Lothringen , eerfte Chrifte Koning van le-rulalem. Niet wijdt van Bouloigne was Iciusper-' uyt dat fommige Calis willen maecken, doch worden fy genoeghfaem wederleght van Ptolemæo,die naer de mondt van de Seyne Icium PïOYHontorium ftelt, daer nae Gejjbriacum Nay^alo Morinorum; waer van dat Calis wel meer als twin-tigh duyfent treden gelegen is. M. Velferus meent dat Gejßoriacum en Icium een fijn: fommige houden Icium portum voor S. Omer, en willen fiilks beveiligen met den ouden naem der felver ftadt Sitiem, het welck Ibo veel loude be-duyden als Sinus Jm’;brengen oock noch dele reden by, dat defe plaetfe feer nederigh gelegen is, en daerom met hooge oevers bewalt en omcingelt,eenklaerteecken,dat alhier eer tijd ts een grooten inham geweeft is. Camdenus in fijn Britannia lchrijlt , dat Itius Portus langen tijdt is geweeft op die plaetlè, die men he-densdaeghsnochWithlan noemt,niet wijdt van Blaneft, daerover wy anderen laten dilputeren.


Vranckrijck,

CD nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;G V I S-

-ocr page 50-

-ocr page 51-

G V I s N E s.

Aefl: aen Boulogne light het Graeffchap Guisnes, van welch het Giaefîchap Oye gelcheyden wordt door hetgroote Canael, dat voorby de ftadt loopt, en derhalven die bynae onwin-

baer maekt.Guifnes, dehooftftadt, afgedeelt in twee deelen, waer van ’t eene in moraflen leght, het andere aen het vafte landt, is van wegen fijne fituatie feer fterck , en wierdin’t jaer 1558 van Hendrick dell, Koning van Vranckrijck, door fijnen Lieutenant, Françoys van Lothringen , Hartogh van Guyfe , ingenomen, Wat pretenfien en recht de Denemarckers in vorigen tijden op dit landeken Guisnes hadden, is ändere van Meyei'us befchreven in fijne laer-boecken Steden, Vlacndeten. Daer fijn noch de lieden Hartincourt, Peuplinge, Conquelle, Port us Ni-ipelli-tius. Onder dit Graeffchap fijn oock de Baron-nyen van Ardres en Courtembroun, welcke van hare Heden die namen dragen 5 eyntlijcken foo gehoort oock noch daer toe de Baronnyc van Crf/v Kennen. Twee mijlen van Ardres, naer de Zee toe, leydt Calis, een lladt foo van wegen fijne gelegenheydt, als oock van gemaeckte fortificatiën , feer fterck , die men altijdt gehouden heeft voor een fteutel van Vranckrijck.Phi-lips van Bouloigne, Oom van S. Lodewijck,lbu-de die eerftmaels bemuurt hebben ; daer is een Kafteel met een ftereken Toren, die lichtelijck beletten kan de invaert van de haven. Dele Stadt wierd ingenomen van Eduard de III, Koning van Engelandt, in Augufto , in de elfde maent nae die fiagh, die hy in het jaer onfes Heeren 1347 by Crefiy gewan , tegens Philips denVI, Koning van Vranckrijck, wijdtloo-pigh van Paulus Æmyliusin fijn negende boeck verhaelt: en hebben de Engellchen dele lladt wel III jaer befeten, ( want Philips de Goede, Hertogh van Burgundien,defelve in’t jaer 1431 te vergeefs belegerde, door dien de Vlamingen hem geen byftantdeden) en allboden fteutel van Vranckrijck als in haer taftche gedragen, tot dat ly in’t jaer ijy8 inFebruario, van de Françoyfen, door den Hertogh van Guyfe verovert is. Even verre van Calis en Bouloignedisht 'O

Teroana Morinorum , gemeenlijck Terouanc, weïeke Stadt, alhoewel die van Karei de V ver-dellrueertis, en den Biffehoplijeken ftoel naer Boulogne getransfereert,foo behoudt die evenwel haren naem, wordende van die van Vlaen-deren Terrennenbergh, van Antonino Teruanna ofte Taruenna, in Tabula ïtineraria Teruanna, en van Ptolemæus Taruanna geheeten, en van eenige, gelijck Bovillus feydt, Tarubanum.. Trithemius, in fijn Hiftorie der Franfen, maeckt oock men-tie der Terrubanorum: van fommige wordtie oock Teruana genoemt, als of fy wilden feggen, Ter-^ raTpana , beduydende fulcks een aerdtrijck, dat ydelenledighleydt, londereenighprofijt. In Notifia ProDinciarum f alwaer alle de Heden van BelgicaSecunda verhaelt worden, wordt oock ge-wach gemaeckt van dépitas Moriwrum, In een oude fteen , voor eenige jaren in Gelderlandt, een halve mijle van Nieumegen gevonden, wordtly Colonia ^rlorinorum geheeten.

Het gebiedt van Oye, oft la terre lt;POye, ftreckt q y fich tot aen Duynkercken in Vlaenderen, en heeft, behalven Oye, oock noch andere kleyne Hedekens.

Het landt van Boulogne wordt met veeler hande rivierkens en beecxkens bevochtight, als betcxkim, van Arche, het welcke door de Hadt Rentyen S. Omerloopt, en te Grevelingenin zee. Niet wijdt van daer is Scalenje afluariumi ’twelckebt en vloeyt tot aen het Hot Ardres ,• noch foo fijn’er twee Zee-rivierkens oftfeheurkens, als die van Maquifin en Boulognais; en Hantia ofte Hefdyn, een beecksken, waer van de ftadt Hel-dyn haren naem heeft; oock de broecken en moeraflen van Ponthieu, en de riviere Cauche. Veele van dele voorgefeyde waterkens veroor-faken vifeh-rijeke vivers en meiren, die van de naeft-gelegene Steden haren naem voeren, als die van Hames, d’André, en d’Ardres. Defe ge-heele Hreeck is met duynen langs de ftrandc becingelt ; binnen in’t landt fijn oock Ibmmigc Bergen , als les Monts de S. Ingelvert, de Neufcatel en Dalles. Boftchen en beemden fijn het gantfehe landt door verlpreydt, welcker deelen fijn les Bois de Surene J Celles f 8cc. De inwoonders van defe contreye fijn leer korfel en eygen-finnigh fich lelfs al te veel toegevende.


-ocr page 52-

Lhoewcl de naem Picardien niet oudt fchijnt, nochtans weet men den rechten gront en oorfaecke daer van niet, want de Schrijvers heel divers daer van fprekcn. Robertus Cenalis feydt, niet te weten, ofte de Picardi defen naem van de ketters Begardis hebben, om dat het genoeg ken-baer is, dat de Picardi ouder zijn als de Begardi. Eenige

meenen dat defe naem komt van de lancicn ofte piecken, die men daer eerft gemaeckt heeft, foofyfeggen. Andere trecken defen naem van de ftadt Pequigny, ofte van een doorluchtigh Chevalier ofte Edelman genaemt Pignon, die de gemelde ftadt Pequigny en Amiens foude gebouwt hebben , cn, nae de doodt van Alexander de Groote, met zijn heyrleger verfcheyde landen verovert.

Grenfe». Dit landt is in ’tweften bepaelt met een gedeelte van Normandyen, en de Britannifche zee j in ’t noorden liggen de Landtfehappen van Gallia Belgica, die men ten huydi-gen dage Artoys en Henegouw noemt ; in ’t ooften is Lut-zenburgh en Lothringen j en in het zuydcn leyt Champagne , met de gantfehe contreye, die met haren byfonderen naem la France genoemt wordt.

Vrucht- Het is een fecr weelderigh landt, vol koren, lbo dat het fcejï. een kooren-fchuy re van Parijs en la France geheeten wordt.

Het draeght geenen wijn, ’twelck (alsfommige meenen) foo feer niet en komt door de onbequame locht ofte landt, als door der inwoonderen traegheyt.

Deeltnge. Picardien wort in drie deelen gefcheyden, als in het rechte oft eygene, het hooge en lage.

Picardie La 'ura'^e oft eygen Picardie neemt zijn begin te Creve-tj^entlijck- cœur, als men van Parijs komt, door het gebiedt van Beau-voys, en begrijpt onder fich de nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ofte heerlijckhe-

den van Amiens, Corbye, en Piequigny, de Graeffehappen van Vermandois, en Rethelois, het Hertoghdom van Ti-Amiens. raflè. De Vidamie van Amiens heeft haren naem van^z»-biano, eertijdts, nae veler Geleerder opinien,5'4wrzgt;^r/«4,en van Ptolemæo Samarobriga geheeten, fommige exemplaren van Antoninus hebben Samarobriva, ofte Santarabriga, want Priga in deSpaenfche, en ^rwin de talevanThracien be-duydt een ftadt ; fommige fchrijven oock Somonobriga, van een brugge , die over de riviere lagh , die door de ftadt Amiens loopt j welck de oorfaecke is, nae ’t gevoelen van fommige, datfe van Keyfer Gratiaen Agt;nbianum genoemt fy, om datfe met water omringt is, oft, foo de Latiniften fpre-ken , ambiatur. Defe ftadt is eene van de fterckfte van Vranekrijek, zy heeft diepe grachten, hooge wallen, en is in dat gewefte de fleutel van Vranekrijek. Aldaer is een fchoo-ne kerekej met konftigearchiteótifchewerckenfookofte-lijck gebouwt als eenige in Europa -, daer nu noch het ge-hecle hooft van S. lan den Dooper bewaert wort. Het landt van Amiens is nu een Bailliufehap, alwaer dePrefident, ofte provinciael van de plaetfen daer ontrent, woont ten huyfe van de Majeur der gemelde ftadt: zijne guarde leydtdaer binnen, en de guarde van Buffroy, met de wacht van de burgeren, waeckende op de geeftelijcke plaetfen. De eerfte Bif-fchop defer ftadt was S. Firmin, geboren te Pampeluna, de tegenwoordige Bift'chop Françoys le Febvre is de drie en feventigfte. De inwoonders van Amiens worden van wegen barer gettouwigheyt en vromigheyt feer geprefen, waerom fyoockvry zijn van belafting der garnifoenen en foldaten. Hier zijn* geboren de feer vermaerdeMedicijns Sylvius en Fernelius, en de groote Orateur Sylvius, die verfcheyde commentarien ofte uytleggingenop de boecken van Cicero en andere geleerde mannen gemaeckt heeft. De eerfte fun-dateur van Amiens is geweeft, gelijck verfcheyde Schrijvers gevoelen, een fracy krijghsman Pignon genoemt, die onder Alexander de Groote gedient hadde. In’tjaer den 11 Meert, is defe ftadt met een ftratagema, dewijl een hoy-W'agen, het fchof van de poorte ophiel, cn de wacht befigh

Vranekrijek^

was om de noten op te rapen, die van de Spaenfchc, als boeren gekleedt zijnde, geftort wierden,verraft en verovert, onder het beleydt van Harnendello de Porto Carera, Gouverneur van Dorians. Maer is korts dâer nae weder belegert, ' enden 2.4 September aen den Koning van Vranekrijek met accoort overgelevert.

De’Vidamie van Corbie heeft den naem van Corbia, Cvrbit. ’twelck is een ftadt aen de Somme, waer neffens noch een kleyne rivier loopt, die fich in de Somme ontlaft. Corbie is in ditgeweft de lleutel van Vranekrijek, moegelijck is het Antonini Curwiliaea -, tuifchen Samarobrina welck Amiens, en Ca/aromagum dat Roye genaemt wordt.

Peguignya ofte Pehigny, heeft defen naem van Pignone Peefuignj, voornoemt j defe plaetfe is in de hiftorien feer vermaert, om dat Wilhelm, Hertogh van Normandyen, met den toename LongaSpatha, door liftigheyt enbedrochvan defadicofc partye des Graven Balduni van Camerick ( die hem onder fchijn van vrede, derwaerts gelockt hadde) daer vermoort is. De Franfche hiftorien verhalen oock dat alle de Engelfchen, die in de flagh niet gebleyeM'warcn, zijn dootgeflagen, die het woort Pequigny niet fe degen konden uytfpreken, maer in plaets van ’t felvePequeny feyden.

Het Graeffehap Vermandois, ’t welck noch fijnen ouden Yeman^ naem behoudt, begrijpt in fich, nae ’t getuygcnifle der Fran- dois. fche Hiftory-fchrijvers, de landen van Soiflbn,Laon,cnTar-tenois, als oock de fteden Noyon en S. Quintin.

Het landt van de Suejjones wordt gemeenlijck Soiftbns Soijfcut. ofte Soiftbnnois geheeten, daer Antoninus oock van ver-maent. De hooft-ftadt daer van is Soiflon, diePtoleroeus t^ugußa Sttejßonum noemt, en verfterekt is met een kafteel. Het is de eerfte van de fteden van Gallo-belgica, behoorendc onder Rheims, weicke Cæfâr den naem van Koningrijck geeft. Sy is onder het gebiedt der Romeynen geweeft,maer Clovys heeftfe daer nae befeten, en fijne nakomelingen nae hem, foo datfe het hooft van ’t Koningrijck geweeft is. De SoiiTons zijn altijdt voor kloecke en dappere mannen gehouden. De kereke en abdye der Religieufen van onfe Lieve vrouwe aldaer is gefticht doorEbroyn, Maire oft Opper-hofmeefter van het Hof van Vranekrijek. Van S. Sixtus, eerfte BilTchop van Soiftbns, tot den tegenwoordigen Symon le Gras van Parijs incluys, zijn daer vier-en-tachten-tigh Biflehoppen geweeft.

Lauàunenfiam Ager, ofte het landeken van Laonnois, Laonnoit» heeft defen naem van de ftadt Lauduno, van weicke mende gemaeckt wordt in ’t leven van Carolus Magnus, hedens-daeghs Laon genaemt, gelegen aen een bergh tuifchen de rivieren de Ayne en Oyfe, is de hooft-ftadt van het gemelde landt, cn gebout, foo Sigebertus feyt, van den Hertogh Clovis, in’tjaer yoo, diedaerden eerftenBilfchop gefteltheeft Genebald j nu ter tijdt is Bilfchop Philibert de Brichanteau dc 7 ƒ. Laon is heden een Bailliufehap, hebbende onder fich de fteden SoiiTons, Noyon,S.Quintin,Rigabemont,Coucy, Chauny, Guife, Peronne, Mondidier, en Roye.

Compiegne is een woordt dat in het Latijn Compendium Ceirpie^Hg, te feggen is, andere noemen het Carolopolis van Charles Ie Chauve, die defe plaetfe vergroot en verfterekt heeft, nae de manière van Conftantinopelen, die oock de Abdye van S. Cornelius en Cyprianus aldaer gefticht heeft in het jaer 876. De jonge dochter leanne, die men lapueelle noemt, is van Compiegne door de Engelfche wegh gevoert, aen weicke fy verkocht was door haer eygen voick j dat voorwaer een leelijeke vergeldinge was, voor de groote weldaden die fyacn Vranekrijek hadde bewefen. Sy heeft een jacrlang met groote ellendigheyt gevangen gefeten, en is eyndelijck in’tjaer 1450, indeMay-maent,totRoan,terplaetfe,daer nu de kerek van S. Michiel ftaçt, verbrandt j fy was onrecht-veerdigh befchuldight en veroordeelt van ketterye en facri-legie, door Peter Cauchon van Beauvois,die een Engelsman van geboorte, en een groot vyandt van de Françoyftnwas : waerom hy oock van de Paus Calixtus is in den ban gedaen. Nae de doodt van de gemelde leanne, is Guillaume Flavy Capiteyn van Compiegne, diefe verraden en vervoerde hadde, van zijn eygen vrouwe Blanche, met hulpe van

E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fijnen


-ocr page 53-


'Jeiaamp;MSun


^Sraeoaemètit Cancken^

LeBstJet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®


Beauitais


^reky


tteßal


BaPreye


e Lesaßntels


t/Taaeaaille


..ri


S^'^S.Omer

3ou»iye;’ 9 • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;frOf***^


® Oeceltre


^•^kem


.JBt^keai


J^Xuate^

XaBatex ßourJeueß^


Saei^


Lifl


Jîi^ueiûu^


Loties J


Teartur


Tacke


Fretin


Gra/ea


Sennu


Grotte


JeTviite


- -»«v.

Prenrs nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jleaastiße Truyer

'R/acauiße ■ d.^9 ^t, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^17J

______

Comte tîe

'‘Saina



Greiatt


Ckitreky


Bauatn


'^teÜa.


C^yeSe


y'^ßo’'

Liskour^


Ban^ Ó Ttomecourt


Beaae o


Beata WeaJin


Reacen,


Jikrkant^^S.Pierrc ® BaßJes nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C


JiarBa


Coueoart


VerateßAs ^^iaaay


o Couriers


ekoacourt Ceatio


Beary


jieTaia


lemeppe


Okey


^^atiyay


^ßosfte àBnere nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^,0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n •

.^s.x«.,r i:gynSkHeldin


^ouektf

Sauye


•Juiene


Reaaca.


Times

Beutle


Marchiennei


Byeaatc


itataeit


■amp; lyya'en^eoar

^Ot^ ^^etiLlÇs.Vaia


^QÜiuiere


0 Taurieux .**•


Teria 'Remenyl


Jleueky a Bois BeCaackie


lt;?/s«rzv«rZquot;i _ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;weßtnontßj^^ßr

, '•ft. J^orataaate ’^L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•


Taßeaeeart- /ämÄwwät


C^eae ® w o Seneaite


BaitteaJ-


Neufchaflel


0 S.Sene



Jilut M ATra.a


Väeraai


rys


Beroucear


Pbuaaa^


Boeueße


—? Tÿi Sagt;aj.ufrt. o o ./«» O.»r»«rt'

...dr^r ' - nbsp;^^rt- 'V'“^

» Won» o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. r -n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[iKmmi

O Titn.,' a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

^eourt Pâvo ^'£y**e Brelle.. O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Berneeourt^^^^o


^Baaetmeeurt^i%igt;taamp; -gaav


-4^^.


Cierchya


Pitney^


TBaae


P/un


jiaaay


Terat.


Jiamel


Bocha t^^ktaceeeart Jtea


S.aßartin

^Sbntre^ourtK


Rdotine.'


^^Aÿ^msnes


Roa^ ® 1 £ic


Bapalmes lii


' ^„ftlorlsncoure nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q

O,/famp;haaA- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Ha*!^.:.


Bearht*^


|F.«’ ^aenconrr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

\lt;iSi£:Mr./^ JdEh


® Caar^y


Cambray


d.^Kr eßt


Vùly


Foaiaiae


Chafleau en


Irenui/^


Vaßneoort


BertayxnoJit


Lanarecliies


Couaeaee


Bayaee


•/tbieett.


c 3 ft Ö


nchen , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- • r '

akois o l®Änaaw ßjcaäjfstrt Pr.^nF


yayyne


Smi^‘


nurti'-


Veaeroae



TôuearatotrtP nbsp;nbsp;nbsp;Bon,yyé. O

er nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Viel Jiouon. quot;Wc

Ik nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A Li^er o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q -iV

0 ^k^uement^^''-,ii^ ^\^^kertsal Beneoertyy^ ® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o Jonnay


o Batanßeße


Caaiyjyny


‘à JJouJestiße


r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tt .La/erte

LaC/fayyeOe ( s^av


^larmanuiße.


»^Itaneraal


Ai

MlbttC


' Careaax


Tl^*^ r .t, a/ßan^aueuiße


To/rtyens


Sonneniße ^.^snemiße


Jlay


Paekt^


Gift


Bae^a


^frÿl Bias


\^ieoartL^J^


Q AGkatteie.f*/ ® ^jec nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ihoiamp; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vyerton^^^'^ Boarye

quot;'m t »VoiMeuiße

-, o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'XsSX* JzâM'?, lt;nbsp;‘^^■'' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;B?rlhn-«k

'..■■■

llli -lt;îr2r* ‘quot;V® '^Tiaoleylouiae 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^F^Fantv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J e-’—*- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®, tf^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tClonanleBe

Kymm^ Vad/e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Or,x.,au.r o'd^‘''f’?-^.


Jieur^.


yZaix


Verre


0^0-^tlaarcoart Sstaae


s-


^Tery o


Tealey\


,.-’ »'ttoaeeauy

1 Gms nteuJ Viße Bien


t^oatan la


SuSy Jßell£a»H~


'K


S.^'ß'famL


Gerkerra


ournay


fe ^cyaanee : BernaatSe o:^'


^iteatkermee


-0 '•.JSele^G


jiamet


Onecaartr


Fat^eoa


oJ.^yß

La Verne Trie


Btaeoart


Boary


eoarr fS/aoleneourt o ®


^.Itaißn

yûfbaeou ^’SlancourtCi


Gricettf . ‘^rSàl t I UueiTiiji


^ntyf^lSrunini


.y yàùiQca'


s.


ie ^^h/Sa’ß \7amp;atkßei O ^tC^JnJS.

^.Laumae


Latsrettt


iLoeuiB nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’'*aÖÊL

I A kJekurreasJ^^SSi^^^^

’.Æâ.zv°i

Boaeul' nbsp;nbsp;fs Sour Jen A

aCn^

I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O I'^eatJ VenJoeulA


O Loutfere.hi^ ^Jriuieffe 'Rinarnal


® Catea


•/Hattaaßße


J^du VùttxViBùrs Lilin.


Beasÿore


RinuiSters


Ckaulai^east. '«

^PieleCkau nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;|


Cnaumont:


S.ÿloy


^ißy


Piutervo


iBruakantel

^ueTonmme Jkk

« ti-rp. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Haißetnoat c.

g^jSb»n^;


^Bea^rr ®

Foße o

■ÆïWif/T^


. ® . Vuyen.^ gt;nbsp;J ;Y^„^ M i ■ ■ASr’^A

r jQfi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o 1 V

T „ R R nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F-, GoSaneot^t -B.

Boueaoourr Bsuerav nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q'

°~^'sß V »Fr.^


^oa^roaeße Gatae

I ^i^tlrrealck


°, d A“ N

PaißarJs O gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LaSauoife


* O ToBiße nbsp;nbsp;Foaitnne


■MonJiJier


' Gaerkiey\, ar


Beaeeonrt-


(ianaej


0 ' • ^^Breuißiera £uistyuenyoix ..........*


Terrteras


tiPoatFvar

• BouB^ae


Roye^^ ^R^ksäg


Sh/E


Tkieu o


RaeL


® nbsp;nbsp;^Jbntr.fn v

Creuecoenr •


.'ßt^nelay '**••.

•aßery

Beßoy


Beüe


G'attytyti Caaiäe


ßaikie la 0 Beattereat.


Bcaraiit


Be Fteßa B 'Seve


^oyon


•^ßa/ßreal


• tfeaeuißiere


CatilLm


^ff.m/tere


öfießea

Beauvais


•Jieuemont-

SiSy


ÄazozwÄT/-

i S. Creßsn


Bulles


üen.


Jlètery ®


\ Oruiamp;ers

'y ^Jrßn

\ Cujuißiere

^Gc^rrt^ 0

ßaantae


fteucky yerrete.


P/eßy


Pierreyoai


Pont Je Pie


^ßoamartm

s


Jßrey


Ban~ ®


Triores

Tnfiej.


-'-^FTion^ Barnreoarr^

..OdueurF o

i^r^-’' T


'S.PasJau koit


haoa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Chiaeaa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sonii

Choijy le heea. nbsp;nbsp;LaL^Prieare nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O-treaae


Caize


'evjSÈ,


vatoatrav


’ ß r ~ Tauean 0ceJet

^yrnaii o O ■0Zâ2jK£^«rf


ï-izX^'üquot;^


dtüekreß^Ok,


Zfresee




yCet^uige 9ib'ßp*y^ Q ^aesnea jSeaamoat 0


S.Jeeur


eiai. Coartcroa


.4 Ciiur.. o


j:.;

P V V A. L fo I ..«arlimtotrt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Caciairr ^rrß c


BiJy


'Bdàeeart


0

P/vaaizeax ,/tlßxai^


r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;at ^Cr**^

...

S^fpO’^ Cieranay .t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®


Vely


Prefle


Serauyß '^^ßt^re Coweke


Bajàaay


,rFll’damp;r.,ß leatonr


Poix


S.^faesttia q Ciaataoar iepeiir «Æ^arZ-^l ^.^ottettßk


yüaBBecßttr


R 1

S^Ttùrff


» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Beneeurtan.

J^ß^otoaraeux


SaaJ*

ße CauiomC g O ^ganre PâF'


^atoatS.


^T / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'quot;ff

Beßaeourt l^^^'^feur LePenieourt ^Laßleißäßß


I

ßtOr^uiiße La Vasute


Ck^ery Bnßte


Peatarey Ttaizay


Vastkre^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Roaiau .


Cia-rÿKj jieims Oixoy


E, t/Hacamp;aJt T.^

S.k£ßi«u.

auaar/aes ’S.CleatetO-

a^taiaee


Ceartreas

‘ 't/Ventoy


Petit S. Lier


^Seinptty .Soapiav


0 •s.Onae

0^; jfeX


.iCraal nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e

0i ® Briaaenar


r«..y .ll[.gt;rd,SM » . Fö.ußS ^GnmJ:


Cotule


Sernoa Poueroy

ViSefitr Jöarke


-ocr page 54-

P I C A R

■fijnen barbier, door Godes toelatinge geworgU Dcfe heeft pardon van de Koning verkregen, alfoo fy konde bewijfcn dat haren man haet hadde willen verdrineken. Koning Lo-wijs heeft Compiegne de kerek der lacobincr Monickcn,en , die van de Minnebroeders doen bouwen.

7Z.r/ezoM. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hooft-ftadt der TLartenortim, ofte van Tartenois, is

Fera, gemeenlijeken U Fere geheeten, een wel-beveftighde ftadt, liggende aen een feer bequame plaets, by de t’famen-loop der rivieren Oyfe en Serve, met een fterek kafteel voor-fien.

I^njon. De ftadt nu ter tijdt Noyon genoemt, gelegen aen de Oyfe, is een van de oudtfte van Vranekrijek, wordt van Antonio Noviomagw geheeten, die de felvige ftelt tuflehen / de Suejfones en Ambtanos, en aldaer logeert het achtiende legioen ofte regiment : vanPtolemæowordfe 'Fio’vioma.gus Vadecafforum geheeten, van de Geeftelijcke Noviomus. De-fe ftadt toont noch veel teeckenen en overblijffelen harer oudtheyt. De eerfte Bifl'chop van Noyon was S. Hilarius, de tegenwoordige BiflchopKareldeBalfac, isdeacht-en-tachtighfte.Defe fchrijven haer Graven van Noyon en Pairs de France.

rerrnAn- S. Quintin, het hooft en de woonplaetfe der Graven van /iw. Vermandois, heeft den naem van S. Quintino, welcke daer martelaer geftorven is. Defe ftadt was eertijdts Augußa Ver-mAnduorum genoemt,ter eeren van Keyfer Odavianus Augu-ftus. Sy is gelegen aen de Somme tuflehen veel moraflen en poelen, foo datfe aen die zijde de fleutel van Vranekrijek is, en in tijden van oorloge den eerften aenloop lijdt. In ’t jaer I j y 7, heeft de Koning van Spanjen,Philippus de II, defe ftadt doen belegeren, onder ’t beleyt van Emanuel Philiber-tus, Hertogh van Savoyen. Waer op den lo Augufti een groote flaghgefchiet is, tuflehen de Françoyfen die de ftadt meenden t’ontfetten, en de Spaenfehe die de vidorie hadden. Daer wierden fommigegrootenvan Vranekrijek verflagen , vele gevangen, alle het gefchut, vaendelen, en ftan-daerden genomen, en korts daer naaen Koning Philips ge-prefenteertjals hy voor S. Quintin in ’t leger quam,die oock, tot danckbaerheyt van defe groote viólorie, ter eeren Godts cn S. Laurens, op wiens dagh de flagh gewonnen was, dat wijdt-beroemde kloofter 1’Efcuriael, feven mijlen buyten Madril,heeft gefticht,daer hy oock den 14 September i geftorven en begraven is. De viftorie van defe flagh wierdt meeft toegefchreven de kloeckheyt van 1’Amirael van Eg-mond. Daer naeden 27 Augufti is de ftadt aen vier zijden beftormt, en de foldaten zijn heymclijck door een tooren, daer de brefle verlaten was, in de ftadt gekomen, cn heb-benfe vermeeftert j doch is, door het accoort gemaeckt tuf-fchen de Françoyfen en Spanjaerden, aenHenrickdc II, wederom gegeven, anno i y y 9.

DIEN.

Rethelois is gelegen tuflehen Henegou, Lothringen, en Fsthekd. Bar, waer van Rethcl de hooft-ftadt is.

De voornaemfte ftadt van la Tirafthe, is Guife, heeft een Tiraße. kafteel, ’t wclck is als een bolwerck regens Lutzenburgh. Sy is een oudt patrimonie van den oudtften foon van de Her-toßh van Lothringen, O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D

Neder oft Bafle Picardie heeft verfchevde deelen,als San- j^eder Fi-terre, de Graeffehappen Ponthieu, Boulogne, Guiefnes, cn cardie. Oye. Santerre is belloten van den bergh van S. Defiderius, in ’t François Mont Didier genaemt, van Perone, Roye, en Nefle. Mont Didier is een ftercke plaets. Perone een fron-tier-ftadt, is gelegen aen de riviere de Somme : in defe ftadt heeft Hebert Grave van Vermandois , den Koning van Vranekrijek Karel de Simpele genaemt, gevangen gehouden j die aldaer ftervende, fijn Koningrijck vol troubelen cn onruften liet. Roye is oock een fraey ftedeken, aldaer is een kafteel dat heel fterek is. Cafaromagus is bekent in Antoninus reys-kaerte.Nefle is een fterekte en bolwerck van die fij-dc van het Koningrijck, en heeft oock, gelijek ,bynac alle de plaetfen daer ontrent gelegen,een fterek kafteel. In de gemelde ftadt zijn vele vermaerde mannen geboren ƒ de Mar-quifen van de felve zijn uyt het geflachte en Hüy^ van Courtenay gefproten, ’t welck fijnen oorfprong heeft van de Köningen van Vranekrijek. Ponthieu is een Graeflijckheyt,al-foo genaemt van de menighte der bruggen, die daer zijn j want het is een land tuflehen de Somme en Authy,daer veel ftaende wateren en moraflen gevonden worden. Deprin-cipaelftc ftadt van de gemelde Graeflijckheyt is Abbeville, gelegen aen de riviere Oyfe , alwaer een Prefidents-ftoel en Balliufchap is, dat onder Parijs fortcert. De andere plaetfen zijn Cretoy, Rue, Treport. CrclTi, vermaert door eenen ongeluckigêh flagh, in de welcke al de Adel van Vranekrijek isverftroyt, en wel 36000 menfehen gebleven zijn : dit is gefchiedt ten tijden van Philips de Valois, die overwinner was in ’t jaer 134^. Alhier liggen noch de twee Graeflijck-heden Monftruel en S. Paul, de welcke beyde haren naem hebben van de voornaemfte fteden, Monftreul cn S. Paul geheeten. Monftreul is foo veel te feggen als Mont Royal, foo fommigc gevoelen j andere meenen dat ’et foo heet van een feker monfter, welck men feydt dat aldaer fijn plaets gc-hadt heeft. Neder-Picardien begrijpt oock het Graeffehap van Boulogne, welcks befchrijvinge wy neffens fijne particuliere kaerte gevoeght hebben.

De voornaemfte rivieren van Picardien zijn de Somme, Rivitrt/i, daer langhs men naer Amiens en Abbeville vaert ; de Oyfe, by welcke la Fere leydt, met de Marne, Ayne, en Scarpe i en de riviere l’Efcault, dat is, de Schelde.

Alfoo’tHooge Picardien numeeftcndeelinNcdcriandt HooßtFi-leyt, füllen wy ’t hier voorby gacn, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cardten.



-ocr page 55-

VERMA

N D O I S.


ftellen de Feromandaos ■ moeyelijck was, om dat Hugo Capet hem het onder de volckeren van recht van luccelfie genomen hadde. De Biftchop-GalliaB^^/czîjPtoIemæus 'pen lchrijven haer Hertogen en Pairs de France, De eerfte Biflehop was S. Genebaldusde 7^ ,


noemt die Romandii.


Ermandois leydtindat deel van Pi card i en, het welche wy Eygen Picar-dien, en de Érançoy/èn la ygt;raye Picardie noemen. Cæfar en Plinius ve was Hugo, Sone van Henrick de I, Koning in Vranekrijek, en broeder van Koning Philips. Dele, loo de Hiftorien Ichrijven , was in’t jaer 1099, met Godefroid, Hertogh van Boullion, in de oorloge van Paleftina. Hem zijn gevolght twee Rudolphi, fijn lone , en fijn loons lone, die fonder kinderen geftorven is, en daer door het Graeflchap aen de kroon gekomen. Als de Wenden met deBurgoignons Vranekrijek ftroopten, hebbenlb dit lant deerlijck gequelt.

Dit Graeffchap begrijpt ’t landt Soiflbnnois, Laonnois, en Tartenois, met de fteden Noyon, en S. Quintin.

Cæfar verhacltdickmaels van deSoilfonnoilen, en noemt haer Fleuth.ros, dat is, vrye. Strabo beetle ’ZmmSivii, daer Ifaacus Calaubonus syeorfcre? leeft, Ptolemæus èîàs-oviç. Ten tijde van Cælàr was Koning Divitiacus de machtighfte van. heel Vranekrijek , die een groot deel van defe landen en Britannien befat j nae wien Galba regeerde. Hoedanigh dit rijek geweeft is, kan men hier uyt verftaen,dat de Soiflonnoifen broeders en bloet-verwanten waren van die van Rheims, en de felf-de rechten , wetten, regeringe en Magiftraet met haer hadden.

De Soiflonnoilen hebben een groot landt ge-badt, en 12 fteden, onder welck een is van Cæfar Noygt;iomagum, nu Noyons genoemt, welck hy, van de Belgen treckende , in het reylèn proefde te beftormen, maer konfe niet winnen van wegen de breede graft, en hoogen muer, hoewel datfe van weynige befchermt wierd.

Clodovæus heeft de ftadt Soiftons genomen van Siagrius, Ibne van Gilo , Prefident van Roo-men; nae dedootvan Clodovæus, hebbende kinderen haer de Koninglijeke heerlijekheyt weder gegeven, diefe ten tijde van Cæfarhadde. Daer na ilfe tot een Graeflchap verheven- Karei, de Ibne van Lodowijck Prince van Condé, is Grave van SoilTon geweeft. Louys, de eenige fone van de gemelde Karei, was nae hem Grave van SoilTon, amp;c. Pair en Grand Maiftre deFrance , Ridder van beyde de ordren, en Gouverneur van Dauphiné, amp;c. Het is een Bifdom, waer van de eerfte BilTchop geweeft is S. Sixtus, gefonden van S. Pieter, en de 84 Simon le Gras, gewijdt te Parijs den 17 November 16x4.

Laonnois heeft den naem van de ftadt Lâon, daer van verliaelt wort in de hiftorie of leven van

Vranekrijek,

Karei de Groote. Papirius Maflbnius meent dat dele ftadt gebouwt is van de Prefident Matro-bius. Sy leydt op een heuvel. Karei Hertog van Lorreyne, Oom van Lodewijck, de laetfte Koning van Vranekrijek uyt de ftam van Karei de Groote, heeft dele ftadt ingenomen , als hy


Philibertus de Brichanteau, gewijdt in de vaften IÓ2O, van Franci/cus Cardinael de Ia Roche-faucaud.

De hooftftadt van Tartenois is Ia Fere, fterek zaptn, en wel gelegen op d'en t’famen-loop van de Oylè en Serve, met een kafteel verfien.

De ftadt Noyon wort van Antoninus No^voma-gus genoemt, en fteltlè tuIÏchen SoilTons en A-miens, legert oock daer het achtiende regiment. Degeeftelijcke heetenfe gemeenlijck Noipiowus, om kortheyts wiLgelijck men Trejjes lèyt in plaet-iè vanTcicaffes. Die meenen, dat dit de /èlve is met No’piodunum, dwalen. De Schrijvers Hellen vier verfcheyden JSlo-pioduna maer geen van alle heeft iet gemeens met Noyon, daer wy hier van /preecken. De/è Hadt heeft Veel kenteeckens van haer oudtheyt ; en is een Bildom , wiens Bip lchoppen Graven en de France genoemt worden. Waer van de eerftegeweeft is Hilarius, de 88 Karolus de Balfac, onder wien de Minimen en Capucinen, in het jaer lóio, in de ftadt gekomen zijn.

S.Quintin heeft delen naem van den H. Quin- s. tin, die daerMartelaer geftorvenis. Eertijdts was’t de wooningeder Graven van Vermandois, en is de hooftftadt van de/è ftreeck. By de oude Schrijvers heetfe Ferotnanduorumgelijek-feoock expreflelijck in’t leven van S. Quintin genoemt wort. Robertus Cænalis fchrijft,dat.dit Au^ußa t’eenemael verdeftrueert, en niet daer van overigh is, als hetkloofter, dat men gemeenlijck Fermand-Abbaye noemt. S. Quintin is verfterekt met een kafteel, heeft veel geleden in de oorloge tulfchen Philips de II, Koning van Spangien, en Hendrick de II, Koning van Vranekrijek. De riviere Somme loopt voorby de ftadt, en ontipringt ontrent drie mijlen boven de felve.

In Vermandois liggen oock Chaftelet , en Chaßeiet. Beaurevoir, niet verre van S. Quintin naerden noorden, enHanop de Somme naer het zuy- hm. den. Perona light op de frontieren naer ’t weften als een fterek bolwerck van ’t landt.

Petrus Bertius, in fijnBoecxken van de we-relt-befchrijvinge, Ipreeckt aldus; Delen ftreeck, die eertijdts de Feromandui bewoont hebben, beeten de Françoylèn noch met de oude naem Vermandois. Het is een landt met floten, dorpen, en fteden wel verfien , en het bolwerck van gantlch Picardien. Dehooftftadtis S. Quintin,

F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lbo


-ocr page 56-

».'Heßen cou (eure


» llontS..^^nhK O


Pißu.


^hyplnn. court


FaJar


»^urïeu.


Fouy


».UatheguL


22


Septen trio


Canan O


t'i'ci’erteur


Panel,elle alb.


jR-the court


GaiLlIC


SutiiGniü.


o tar um


S-^inttn


Launata


Merchea.


OtUtnoUe


pin


itpihhs^e aubota O


I Peau lieu.


CÙ'illlt;.


villerfli’/n O


^‘tnfcuJL'


7 uh


ocJii-t


Pna.-I'i


iroubott


Pntre O


'FbnJe court


V.Uers


Ic tjraH'f


Ie £ ebt


Carbßi^


»Moiift Ugif^


Le Pleß ter Q


oir


^KaK’Jet


. VKRMA^JDOIS.


\iLa.^cs


J.e graiid


'^ana^


Ißmcaity:


.. î*


ÿranJ boy'S


•^-äW


hJKinten court


tcmoi.


ayes


O , quot;J tj - LaMette

■L/’l’aie S-.Harbu


O t^any


mont


Ci


Prrur


Fuelluo

O


Cofléti court


S. G


anoy


Scbour.1


^ehourt


' *liÉ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lahav

'lt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-•« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J-a frav

S- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yayenhe

LU

r . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«js nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ta (


R-Onhre

•Montrent


Forttty


15Ö5gt; Cop^ tf


'^Fiert court


Q Grni eenrt


te


Verton court


ritan. Ont^i



Q

Gäulen caurt


O

LacenßP ba'^Gele

A liFbbaye Jeta »MagLilena,


Ch ^utnt


Ferttacq^


Gnt^t


-=9*^ . !

'Le Penbe



CUfffontaine


Pan caurt Q


Iepetit


Giuïe


CourßUi


Srm.tn court


LeJutu


..Vriß t’iÿr


Sfnrtrnfißf


Les bebery



' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6^ Les tnuterneo

La nie de Guiß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I


’^eiit Frannay


Cotu^ttt.


La run dr cant


iirenb-e rgt;y vßnbt


Sertwn


Gorny Sourbee


jterißn


^^regre


Gran eeurt PentlTreez


».ttouhn


5-^uintiii O

OCuebn. .LbbayeS.Pris


Faul court


S. St/non a


*Flarßle martrau


Villeferve


Pabus


Paren


Liitlon


Cafic


S/nu court


.. *2 •. .

«aW'fâszquot;


‘■'•Kaine


Syß S-.VartitL.


Chalant:ht


.Hare bi o


ernyi


Fouerove


- ■Ha^hte


Ora ut


Fuijieau


Selemon


»rtLirly


'Feronua.


^ß^-aayant nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Buirc


O

Pa .dlayiii


•F^nelle


- Guiïc


LaSeuteille ßentaine


T, a h ntt te bonJe


Htiulin


Gauchi


C/iaiini


here


La run Je Sobatft


Htpentont


o

Fißer lo fiic


fruitiers


VenJeul clyleati


^Jionv


Q Serf


PenyL


JParli


‘Periyni


li 5!


U U ' o-


'^p fl !


Gbev

lt;Sfquot;ß

f»j8»


S. Mie hel


Lofi Chau^iure


^-*- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\Pauf e

ßi-M

•*

Ta.


PkanlHau


Ält;' Æ.

La Caille.

k

If rn äß-’i. t ncjfcnne 3*

^t. .?.ît


r ‘'IurntL. aà TOX Perlon caurt Sebajrne


„ .'quot;•/‘Öik crlan. •,


Catttbron



^euj'tll yaioußc


2'uati’tînr


S. F ter re

■e.


'.ä


Rogny


*aïvnne


L‘ l’a.-he


Vervm.«

„sèb


Couinant.


‘Tênetlc


Fîomniton^


La Chaaßi


S.Fier munt:


TSetunlle sieFoumoftl


Foncent court



ChouUlau

£


Jant


».Fnny


Z4 M^ete


...ÂfeiSiïÀ -Ä.


Bcaume


Coutft


Venien


.ent caurb


fief


Gi'uJhtn caurt-


Chture


/amp;lt;


.fias ctturt


S. Preuiv


Aubaitton


:-*SeS%

'PS^ ■ ^utc


Rrunhame!


,Ä«


4öt‘'


Jrchan

S.Geueisiefic

Pusc magny


ar_ -*


* Clermont


La t’tUe - « au bay


'Ogny


yiibß


ßyyß

* Oanj-ae-eee/- î


Beau reparti


S\lceur


.4ia:leue


-ocr page 57-

V E R M A lôo eenoemt naeOuintinus, een Patricius’van Roomen , die onder den Keyfer Diocietianus, de inwoonders tot het Chriften geloof gebracht heeft. Hier was eertijdts Ai^gußaKeromanduorum j nu t’eenemael vervallen, op wiens oude over-blijffelen hetkloofter, dat de inwoonders Vèr-ruand-Abbaye noemen , gebouwt is. '’tWas weleer een BilTchoplijcke Itoel, die ten tijde van de Biflchop Medardus te Noyons geftelt is, nae ’t getuygenilfe van Karolus Bovillus. Soo is S. Quintin dan Augufla Teromanduorum niet.Twee vermaerde rivieren hebben in dele ftreeck haren oorfprong , de Somme en de Schelde. De Somme wort van fommige Samona, van andere Sabus en Samara genoemt, waer van Samaranum oft Sa-tnarobrina, dat is, Camerijck, den naem heeft. Sy

N D O I S. quot;

heeft haer begin op een berghsken nefFens dc ftadt Beauvois. De Schelde van Ptolemæus Ta-buda genoemt j ontlpringt hier mede, en loopt voorby de Reden Valençijn,S. Amand,Doornic, Oudenaerde,Gent, Dermonde, Rupelmonde,en Antwerpen, en ontfangt onderwege eenige ri-vierengt; de Scarpe by S. Amand, de Leye ea Lieve te Gent, de Denner te Dermonde, en deRupelte Rupelmondej metwelcke vermeerdert , ftort fich met twee uytgangen in de zee. Dit Graeffchap begrijpt Soilfonnois, wiens ftadt Soiffonsis: Laonnois, enTartenois, waer onder hooien de fteden La Fere , Noyon , en S. Quintin, welck fommige meenen dat Augußa Veromanduorum is.


Het Gouvernement van

CHAPELLE.

Et recht Picardien, behalven de Vidamien Amiens, Corby en Pequigny , en het Graeffchap Vermandois en Rete-lois, begrijpt oock het Her-toghdom Tirafte.

In dit leydt de vermaerde

Cuife. ftadt Guile, en onder meer andere, Ia Chapelle, daer van dele ftreeck den naem heeft. Defe wort chapelle, gemcenlijck Chapelle in Tirafte geheeten , tot onderfcheyt van Chapelle in Henegou, Sy leyt aen het zuyd-eynde van Henegou, tuftchen Guile een ftadt in Picardien, en Chimay een ftadt in Henegou.

Talen. In ’t wcft paclt het aen Picardien , in ’t noorden aen Henegou , in ’t ooft aen de Male, in ’t zuyden aen Laonnois. Het is 20 Franlche mijlen lang tuftchen Boncourt en Roquigny, en 13 mijlen breet.

chapelle de Dc hooftftadt is la Chapelle, fterck en luftigh. honftliadt. Yej-vins leyt lès mijlen van daer, en Merle lbo Vervins, op den t’famen-loop van twee rivieren. Op de frontieren naer het ooften Agt;d;aMon. light de groote en lchoone ftadt Aubanton. De Oyfe bewatert dit landt, die 12 mijlen boven Guilè ontlpringt, en midden door het lantloo-pende, komt by La Fere, daer nae by Compiegne , Pont S. Maixence, en andere fteden, tot dat hy beneden Pontoilè lîch met de Seyne menght, eerft mede nemende Ibmmige rivieren , onder andere de Ailhe boven Compiegne. In defe ftreeck zijn veel dorpen, floten, enAb-dyen. Aen de noort-zijde leyt het bolch, La IcQreß de Noyon genoemt 5 naer het ooften is het mede met veel boftchen befet. Op de frontieren in’tweften leyt de ftadt Guile, lbo bovengefeyt is, als een bolwerck tegen Luxenburgh, een oudt patrimonie van de oudtfte Soon des Her-toghs van Lorreyne. Wiens af-komfte wy hier by füllen ftellen :

Claudius van Lorreyne, Hertogh van Guile Guifardj, en Aumale.

Francilcus, Hertogh van Guile, is geftorven in de belegeringe van Orleans in ’t jaer 1563,den 12 Februarius. Sijn broeder was Claudius Hertogh van Aumale : Sijn liifter was Maria, die, na de doot van haer eerfte man de^Hertogh van Longueville, getrouwt is met lacobus de V, Koning van Schotlant, uytwelcke geboren is Maria Stuart, Koninginne van Schotlant, moeder van lacobus de VI, Koning van EngeIant,Schot-lant, en Yrlant; welcke, nae een lange gevancke-nifte, door bevel van haer nichte Koninginne Elifabeth , in’t jaer 1587 den 12 Februarius onthalft is.

Henricus Hertogh van Guife, door bevel van Koning Hendrick de 111 omgebracht, in de ver-gaderinge tot Blois, in’t jaer iy88 in December. Ludovicus, broeder van Henrick, en Cardinael, is op denlelventijdtjin de prelentie van de Koning , in de voornoemde vergaderinge onige-bracht. De andere broeder van Henrick is ge-weeft Karel Hertogh van Mayenne.

Karel van Lorraine, tegenwoordigh Hertogh van Guile, is voor delen Genoot van Vranck-rijck, Ridder van beyde de ordren des Konings, en fijne Majefteyts Gouverneur en Lieutenant Generael in Provence, en Admirael van de Mid-dellantfche zee, geweeft.


-ocr page 58-

Het Gouvernement van

L'l S L E DE FRANCE,

En byfonder van

H V R E P O I S.

Hwepois.

Cretifi».

E naem Francia , ofte wordt op drie-derley wijfe verftaen. Eerft beteeckent het ’tgantfcheKoningrijck van Vranckrijck j ten tweeden, wat nauwer genomen , wort daer voor gereeckent een kleyn deel des Rijcks, eygentlijck L'Ißc de France genoemt, én is Paris met het lant daer om. Ten derden wort daer by verftaen het Gouvernement van L'Iße de France, welck, behalven het tweede , noch onder hem heeft het Hertoghdom Valois, de landen van Beauvoifis, Hurepois, en Gaftinois, alle in de by-gevoeghde kaerte afgebeelt.

Van de landen om Paris, en van Valois, Beauvoifis , en Gaftinois, volgen de by/bndere kaer-ten en befchrij vingen daer nevens, lullen derhal-ven die hier voorby gaen, en alleen verhalen het gene in Hurepois gelegen is.

Het landeken Hurepois neemt fijn begin aen de Seyne onder de kleyne brugge van Paris, en ftreckt fich langs de felve riviere tot voorby Cor-beil, Melun, en Moret, alwaer het door de beke Verine (die aldaer met de Loing fich vermengt) van Gaftinois onderfcheyden wort; en hetgrenft met Brye ontrent S. Colombe grande, aen de Senonoilèn : voorts heeft het in ’t noorden de

Corltd.

Seyne, in’t weften Normandie , in’t zuyden Beaufte, welcken het in vruchtbaerheyt gelijck is. • Het begrijpt het Vicomté en Bailjoufchap Melun, Welckers hooft-ftadt Mclodunum by Cæ-làr, en oock Metiofedum genoemt wort,ï en he-densdaeghs Melun, gelegen ineen eylandtvan de Seyne , even gelijck de ftadt Paris, met een fterck kafteel.

De ftadt Corbeil wort, in het leven van S. Peter van Tarentaife, Corholiutn geheeten, en is vcrmaert van wegen de delicate viftchen en foete kreeften, die daer gevangen worden; ly is oock met een kafteel voorfien.

Poßiacum, gemeenlijcken Poifty geheeten, is oock een fraye ftadt, met een kafteel,in ’t welcke de Franfche Köningen haer dickwils plachten te vermaecken, en de Koninginnen in de kraem te liggen, eer ’t flot S. Germain gemaeckt was. Aldaer wierden oock der Köningen kinderen op-gevoedt,gelijck nu te Blois en Amboy le gefchiet.

Tuflchen Poifly en Paris light FanumD.Germa-ni, gemeenlijck S. Germain en Lay e genoemt, een ftedeken,reprefenterende noch fij ne outhey t.

Vranckrijck»

Daer is in heel Vranckrijck, oft bynae in heel S.Ctrmaitt^ Europa,niet luftiger als de floten SanGermain en Laye, en Fontaine-Belleau. San Germain en Laye leyt niet verre van de Seyne, vol van boomen , door haer groente en fchaduwe feer ver-maeckelijck. Hier fijn wondere en konftige gebouwen , groote en wijde plaetfen, heerlijcke en Koninglijcke paleyfen, fthoone hoven, konfte-lijck met priëelen, hagen, en diergelijcke werc-kenverçiert, boomgaerden met pijn-boomen opderye, nade konft der Geometrie, geplant. Daer fijn oock klare en fpringende fonteynen : konftige ftatuen oft gehouwen beelden, en andere wercken , onder welcke is een marmore tafel , die van alle zijden ichoon water ftcrt, het welck kruycken en fleften van verïcheyde fat-jfben ontfangen. Hecbeelt vandeNimphe, dat is water-godinne, is oock wonderbaer , dele ïpeelt en lingt fbetelijck op een orgel. Men fiet hier oock nachtegalen, die door feecker water-fluy ten het gefang van de levende na-volgen. De andere fbude men nauwlijcks können belchrij-ven ofte uyt-fchilderen. Koning Karei de V heeft de eerfte fondamenten van dit kafteel ge-leyt. Daer na, ten tijde van Karei de VI, is heC geweeft onder de macht der^ngellchen, tot dat Karei de VII het felve met groot geit gekocht heeft van een Engels Gouverneur. Nu ter tijt is het noch een aengenaem vertreck der Köningen , lbo om den geeft als het lichaem te vermaken, en wel beforght van alle nootdruft ; daer de overleden Koning Lodewijck de XIII een deel van fijn kintlche dagen overgebracht heeft.

Pons BelU Aqu.e, gemeenlijck Fontaine-Belle- FontAi^i^ eau, is een leer vermakelijckpaleys, luft-huys en vertreck der Franfche Köningen ; eertijdts was het de wopninge van S. Ludovic, daer nae van Philips en Françoys van Valois : het is fbo geheeten van de fuyvere en klare fónteynen ; be-halven de felve is hierover al menighte van levende wateren. De bouw van’t geheeleflot is hecriijck, en een Koninglijck paleys, daer veel Köningen bequaeralijck in können logeeren, en na haren ftaet getraóteert worden. Lodewijck de Heylige hadde defe pjaets fèer befint , en noemdefe fijn’Eremitagie en vertreck. Als dit flot begon te vervallen , heeft Koninck François de I uy t heel Europa konftige bouwmeefters ontboden , en het felve doen vermaecken, en het voornaemfteflot van heel Vranckrijck geraaekt, foo dat fijns gelijck niet lichtelijck te vinden is. En gemerckt defe Koninck een groot lief-heb-ber der geleertheyt was, en als een vader der

G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geleer-


-ocr page 59-

Bieotÿtt, 'fremorieoar,P^ Gerhero



amp;atiriuiy


ß^iturt


iCatfiuaihn


AdiT

^^vnr


arreuHen ®

Jfètotaead


Vtciu'iiU


FÎeciy syiy


tlV^^ 0 VenJeul


PatUarZ


■Oaayu^


'quot;'yfaßaareia


SSiirrc i o


gt;'^aiiiec^rt


Xacaurh


t.rcl


•^anar-aiP^


ParJnat’iSa


_ Q

Pßteeurt


9 ^oaeieidy


Jamy

9


ßwn/re


.Hattie Lt vilie


•X’Piiiré’'^^ , itrnui

^'o ^tlaitat..^^‘“t’’‘C'-ri


La Laaie


Sjfieleat

leCayelft^9


Kajeeao^je Sa-9rifiùt


CuM-etOtt


îjr. jiat^tSStrAibm)’


, o

Laiüerue


Lihu fauittliiea

Creveetter nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

Fraaeatel


^laeiy 0Coalemoyae


BarJiriUt'er


Aoarilby O

PueeUee 9


Roarcrey Ferrwee


■Tffittsnùt


,ltaiiJtater

Poaßont


Rueam^


Aoaloyne ® Lilloley 9 la yraee

O j „KaVfie la yeUetle vlmy


‘Jfntectfurb


*»*4*5*quot;'


^oreawttt 9 Jiiea.


.Ute.quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J^fasl9 Ausau

-Li.Ceifi-aiS.Pierfe


i, FenM^

^rßy AouJis-^ f. 9

4. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uHartaiae nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U


Leyhßt


9 Varmaßt Aeattret’oir


Crn •iceuf'


•tantÿnv


viSe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PtrerilLi

O 9jtj,^ ^‘^’iyaiee


^JiaàÿneLiy


.tery 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

„Henci^illicn


— Pi „tlarin aubau

.üenbere


CaßyLeayati leehelle

O Cn'iUteri


Caaay


Jrcffii


Jicuivrea- . .


^Be

'*0ill.-n



FBß

9 Puti maaber 0



flbuliii


• mI'* s ’


E ,ä:, l

.....-


O Jitch^Cifurt


ir’


Trvn U Rffy


Xujron


Laßße Ja toit


Ciasinv


^CeOlee nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L^n

AaOet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*


*Fansel^ '


Creßci^


'Jtvù


Ouaavuu


O. JZxvitf


-w o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ®

^^quot;'‘•y ^^ß^lriraurf 0F^ ' quot;nbsp;oA^ae


o-AA


.iriiuryl, Aerj^ SniuhtHQ

^ttirertJle.^


O

^^Mj.e.'iüe

AaiAiax o Itße


’feaUeuls


Rreu


Ottarfy


irellejte tieóbl Cj-mifi


^AruOeveri Caieney Fnere»

Otuilhrit Vny T la Araiere


ÿii o Ril Ù1.1 \i..

9^-b^ ^bott *i„


-

La Crous ,


Cbalettey ® »^ILaretx


Lai?ttn^ts


Sors/pin nbsp;nbsp;Frasy le haut nbsp;nbsp;Caine


Pierre ata»^ . Q frefie


Faul^tibrav


L^'ßy ie^ ramottt u ƒ O^.. aettnjf aux ''' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-i;

9

La neißnUe


Laon.


Vax


Zuß,


CambsroHit^

** nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Raabeay

^AerS’ '’

Han/ebp


CtiHûr


c.-^


O L.iyil£fUlt


$.rß


Q xaaaeeur „Hoiniei’ilL.

O


RcriwtS^


^LtBur, ï'‘‘ a...


4S- FbrrneS *».


'9


^4tu^ay


Artioey .


Dame marie ° s

Crantte


9 Craaelle

n PhanJarJi


trtii FeRr^irty^^ii o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4- o

90*^^^^'^^ AraaerHle ..


9Semusoufr O ï’w0'


.iViA’i.


0TretuB^gt; frefaey


£(h'tst eartxt» O


O Reluit Fotweret nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;


Daatoj O



-ridll.

Jêxdie nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^_^.te.^etert

DemoriBe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 , nbsp;nbsp;®

M äa 9„lranaturt P*xeux /* /■


Saeattay


9 OZ.,



yjaabu


^•,.9 •2'^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® 9Fleury

^.vbL-i^^iS., Tni’iriti.

-^^„Atteui QAiilsm.'i:!^ ^»»«v


^''•litera

Gynt


fi-^y

Pareyf^


ßutancy^ OJba

i’*, ^'i'atemua


R.ßy


’'‘«h-,;


.1 rabane

“ ^4Üxi4«y


'.oursellei


O Rartfim’ol


Rmataie

Q CoarlattJe


CaramilL:



.tlanebaui'tt- o


.ibothlant nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lreeaeree^


Xemiüe


X lame


Ouatre


9Doar^cae

Grlia O i, ahi^eOe


®.vo3 nbsp;nbsp;** nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•LtJutet


.^y


CramaSÜc


■Rniib


Clery j., O Charbav^e


.Harfat


Layarenbe £bae


Laeunoae iefii.-i«'*

PoiLfaeSe 0 tdÜ

ft»»


«-s-M-.

•'««-St

o Gtt~ ie


Ciaratÿ’ l 9C/f/»aitygt; l


’. 'iäaren


O

fauelett. 0


® sn'^\'cerf‘e,2''''^^ n “ nbsp;®quot;^ .Irje^iOe ilelle^

P X r..i • Pfttt*^ '‘'

ü O „läts)-ille s 9

iC. f®quot;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-, t O'-ile

'^ii.-il-l i_S.aar1iaQSei etJinji

quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.tir.vae


Rieieieur Go^i^rt


Treuitie


. O Germaua'iJie

Cbamyaiytu


0ita/ra


LaCh^eUe ,


CrataelLit


'taehant


Ttaemu^

Aa etaviäe


9 'Brettai


9

Heblto


VXore mäht


Aamemarte O Trovau


S. Laurent Seaaniee


Caaüo-


o

S.Lttcae


SaatovilL:


Harttnrille

'ftO’iroBet


Sanaiea


Chi^et nyevuie 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;

emoai ^ea.ße * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Hoatmilliert


o ’'^«iE. S.Lea


PaoMatti


Pi/èfftf


I Chauiifea


•Re^y te


^PLUfy


^Iraeaviäe Ver AeBeviSe



„Hanfe


Ta ferio nùBoit


Veraetù^ ® „Hetzen.


Scr.' enTJ-Ji


• JbÜy 9 .Kenieren


0

O Saatetul

Perrierr


Vale tu a


LeuUy


X „hnani 9

Damatv


Ceuiey ® La Pobeueme



9.„irmettheret La Charme R


Q CrtrU^^


9Aaur^juet'ille


O Bernabe


P.JMee


„Hoai^ny 'Daevito^


■ftaai^ny


Aotyiy

?



^ieß „Hoßleriel^ rouse


9 jQ, . ^HaviJtaataret- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®


^ou^aeral J '‘'iJ. fiRy^ 9^ O


.’■Jh.

Piait9


alt; ® o , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„Herberet

VauJrelau,


Maat:.ar O l,


•Harlv



„inieail 9 -r Aaÿàe


,„fiHnay


oCmtgoai


. .,0


.iaL-m.vt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ph ®


Ptaßr ^CeeS.‘ °

K T/ilin^ Ißyiuy ^Duare . ® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;

Cttaaeourt Aaeoshet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9


11°'


^leaaoctaae O


Cffkae


ha ioißiere


S.'Tboaut


S. Glanoa


S. ho^er Teyaa


S. Pents


-Framlay Rou Pareu


,., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1^1 „maureroe 9

I hoaaore Sautet 9 Anyeret


Cot^aorea


'’.stßäle


Ct^iiyea


Lee ^are


S.Denu O


foHteaay leßear^,

•Hotßre^


^ille aux a^


^,tbvy


Gerßy


ßon^ , O

•*1”^^ a JUny t! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O „

^'•’oßae nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aarey


Cauian


.BenßeuL 9 Lucy


Rureeba


Scra^iUy


LanUetU


yotJla


Jiet^àtOK/îùr


ßmientter


Batt le neotta


Ireßas


Ciaerey ’’vhlp


'Bcrtt- Ie ^nerchy

Crotßee


Demtat


9 nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;..f,

Venatuy


cK”


i’CroK


(rranJechamy


^'iUers

Charly


Lae Antfore ti ß.L^ter


Lee lex^ reyat


„Attaeoarh Leva


if'


tvhytÿ aaioeaf


,taraHe


Cervana.


^GaSanloit ißlitnetti. a



'Fo^el ■ Cieverc


•Ttoßeoa 9


-'5,, . ® ''*‘nr 8 1 ^^'’^y^bt lanJor

........

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 9 Clerfontame ah

^‘*gt;4?t?’rR^rä£/Sr^

\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„PayertHliert

A,, e 0' t Poiüfhauw ^^^ivlraetd

9 A .Ptfborian nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;••


'BeiSon 0 O AeaaeBe»


Gr,ßter

S. RiÜarton. nbsp;nbsp;nbsp;*

d


a •'IHy


.....

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ValP. Germaui

\Z 9^*.itif: ® » JotUevarJ ¥ ^...

o ’»4 ..-1^


Peanian


Citry


^abtnat


OPanù ’ .lsgt;.O lt;'ae nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l’dle ^viji

- Rrisy.-I.iii ® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

S. Ldr.. ®


La riäetie


La Cb^ett Q


%.

^1


P^nis ...


Ptoiae yaee p9ulitthautc


9Settre ''-**'2' tgt;9


a^Toay en Curjiaet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

Chaßens^ lt;nbsp;Jlieere nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..


® Luaoae


'Palloriau


Oraay


-Preoùî.


Rotaaaa’äla PoKienay


Q*^'aem


. O nbsp;Mr

'Pioyetd nbsp;nbsp;nbsp;0


LaRi^ee . nbsp;nbsp;nbsp;. q

Beu as ■•'utecaae»

Ciifia, Charenbftt


Ciasanbaoquot;^-^^


''ftert-


Rroa Courbtty


*HotßrmeJ


^Cfteto:


^^oatuttP


j Gnoßero Vitbsre


Doat- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Le Jueae

•aut? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O


•HaraBee gt;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9


„Hetye


^ßant4ytut


X'ry«v


0.


Gtbfn


Serey


0 Pony enne


.^9 Videra


'Ci^inx O^lt;)*’ P.„Harbig


Laujdny


Conehl

Cotittervee nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y


^PoiPpquot;^ ferner


'O Gaoi U


OCa^ê


Xormerva


^Fontatao


» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aa banam

Chardelca '''


blaneba


XormrrJltor


■^oriofot


Sinnott o


fuiotßfitx

9 nbsp;nbsp;9


tgt;iOe luß-a


Griy


yttXy


^gt;!^y


^StabotBo


Parray


ViUetio^ii


■tetßs nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;s


la tarte 9

ridi^


O ebaPeyott


CieriJJy


iOttOttX


. s'aReaioa.. 9 Courree {IJieaeuC’e P. Geo^re


O Biyeaatre Cofyt^ raUrt


Gri»y


Couier


Vittehon nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

S-Oer


Coawtr le ehtßel

° a^:tbii.ji

9 Gamete la rille


Jjtarn Ô


^utttuau


'^^ranivtue


Toyobt


La viOe Bt hfi»


Lei^yoal


e

Parbny •afy


Brunoy ^oayeroa


Droaoe


tnß!


Cr^ay - -


Jitüaßle yeüt Q


tiSMUl


ffh'ot'iäe Ormay


Pi Germain


Loaißtay


OeoaBilsfi*quot;*


Soatare

■OUfij.


Vhermtb^e le eornie •


Tia SouGote


•^tieor


^^rlo


Lam^ttte


(btwrvß


Ttarro Ln^ee


9

La Gratae „Hoyßi


I.aCells


Lei ioutea

Toatenav


0 nbsp;Le Jelt^et

Psieurt

Qpoitienay

I, .‘^ '


Seurylahrßhe9 „Hanehan^ 9


•», Vale ceuui O Xä# Gntael


Praß roß le Ra


iHoatl hay


^Cßfic .


LeuviUe


Arai^tt 9


^'boi


Paaiyy


Leylßite raar»

•^oatereaal^


^CbaaJeal


Q ßrißeaor


Loybßu


CiiJ^ rat


ttA^eCee s.h..


lt; O OaatCenay


gv’‘^


Gfmor ' ^LrPlrf,,

-• Hoseaux


Arst^ay q ’ o «--gt;■ ^(•3^’^. AsaJstdlsratn ii\ß O • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0


■0!^


O tr tcoate ^eranea


fontaine nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Le fard

r. O


9ort '^aaJy Q


er, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® quot;Rtbelle

P. Dents

9


tSiiß' Tat^ver


Larjy9


^CietiafiSe


Joiai le Pente ■


CftayueUe TteaiUg Brin^ß • AtnJaviJl^

RaFaacourt


Sotß' b Roti


'Heluiy



Paranee

•M-onit 0


llilliaria (yallieti communia


GOVVERNEMENT


FRANCE


Par Hannen de Tempi



-ocr page 60-

L’ I s L E DE geleerde,hecfc hy hier een ïchoone Librai ie ofte Bibliotheke gemaeckt. tiet is foo luftigen plaets als men kan bedeneken. Daer is een hof met al-derley feldfame vruchten, bloemen en kruyden beplant, met bequame wandelingen. Hier is foo srrooten en lchoonen voeel-vlucht, dat het de aen/chouwers doet verwonderen. Over al fijn ’er oudo opfchriften en meer andere Roomfche an-tiquiteyten. De naeftliggende boftchen fijn be-quaem tot jagen,.en vogel-vangj de beecxkens, meiren, en rivieren om gemackelijck en over-vloedelijck te viftchen. De lucht is hier open en gefont. In heel Vranekrijek is ’er geen bequamer plaets tot vermaeck der Princen, principael in de lomer. Hier ontrent fijn veel floten en fteden , daer de Hovelingen, en die te Hove te doen hebben , haer können onthouden. De groote Koning Henrick de IV hadde dele plaets meer als eenige andere befint, en heeft daer de Gefanten van veel Köningen en Princen ontfangen, na-melijck wanneer hy fijnen loon Lodewijck, nae hem Koning van Vranekrijek, en fijne dochters , daer, door den Heyligen Doop, Chrifto en de Heylige kereke heeft doen inlijven.

Ruel leyt ontrent drie mijlen van Paris ; daer is een paleys van de Heer Moifet, met tuynen , fonteynen, en vivers verçiert,en diepe grachten, met twee valbruggen ,• als men over de eerfte is, fiet men twee kopere honden,diedoorhaer Icha-melheyt water in de graft ftorten. Daer na komt men tot de fonteyn de Rooie genoemt, daer Hercules, de draeck met veel hoofden, en de hont Cerberus, en diergelijeke van metaelgemaeckt, water Ipouwen. Nevens de viver onder de aerdeis een grotte van fchoone waterwerc-ken,welcke befien hebbende als men wil uytgaen, wort men van alle lijden met water befpat j die de trappen weer wil oplopen, wort van twee me-tale mulquettiers niet min befchoten met water. Een mijl van daer is hetKoninglijcke luft-hof S. Germain hier voor belchreven.

s. ciott, Sainót Clou is een Koninglijck flot en plaets, heeft den naem van Clodovæus de vierde, loon van Koning Clodovæus de Groote, die monick gewordenen hier begraven is, en fijn graft in de kerck gemaeckt van Iwart marmor, ruftende op vier pilaren van porphyr-fteen. In de rechte fijdevan’t choor is’t marmoren graft, oftruft-plaetle van’t hert van KoningHenrick de III, van Frere laques Clement vermoort den eerften Augufti 1589. Dit ftedeken leytaen een berghs-ken aen de Seyne,daer een fteene brugh over leyt.

FRANCE.

Het flot en kafteel ftaet onder de Heer Gondy ; opdehooghteiseengebouw, vanwaereen lu-ftigh uytficht is naer Paris en de naeft-liggende vlecken. Indefalettenfijn deconterfeytfelen van groote Heeren en haer Gemalinnen. De tuyn is verçiert met bolch-achtige wandelingen, hooge en lage, welcke alle onderlcheyden worden mec fonteynen, fteene beelden van boeren , boerinnen, en andere. Hier is oock een gewelfde chroech, op de manier van een capel, daer een tafel in ftaet van Iwart marmor , die door ver-lcheyden buylèn water fpouwt.

Arcueil heeft delen naem van de Arcubus, dat is, bogen ofte watergangen, welcke de Romey-nen in de voorfteden plegen te maken. Eertijdts heeft de Magiftraet defe waterloopen tot profijt van’t volckgemaeckt, en met gewelfde buylen in de ftadt geleyt, om haer heerlijekheyt te too-nen , en der gemeente gonft te verkrijgen. Defe klare en gefonde wateren heeft lulianus de Apo-ftaet in fijn paleys gebrocht door loode canalen, het felve verwarmt en tot fijn baedftoven ge-bruyckt. Voor eenige jaren fijnfe met groote koften van Henrick de IV, en fijn Gemalinne Maria de Medicis, nieuw opgebouwt, en onder de brugh met gewelfde buylen geleydt tot het Koninglijck Paleys van laReyne Mere, in de vöorftadt van S. Germain , en van daer op ver-fcheyde plaetlen te Paris in de Univerfite.

Het dorp Gentilly is nu foo vermindert, dat CentHij, men daer by komende met recht mach feggen, waer is’t ? Eertijdts fijn hier AJJèmblées dat is, devergaderingen der Staten gehouden, welck alles van de Normannen met andere antiquitey-ten verwoeft en belet is. Midden door het dorp loopt de riviere Bieure, wiens water goedt is om lcharlaken te verwen.

Ifty hebben de Romeynen, alfte Paris beleger- bß-den , lciacum genoemt. Hier wiert eertijdts de afgodinne Ifis aengebeden, als mede te Paris in de voorftadtvan S. Germain, daer nu de Abdye is. Hier fijn klare en gelbnde fonteynen op den wegh die naer Paris Icyt.

Bilfeftreheeft delen naem van’t KoninglijckBi^eßre, flot Winceftre, gebouwt van Ian Hertogh van Berry, onder de Koning Karel de V. Ten tijde van Karel de VI is’t van de vleeshouwers , en dehuyvetters van Paris, berooft, en omgeworpen met gewapender handt, ter liefde des Her-toghs van Burgundien ,• foo dat hier niet te fien is als een hoop oude fteenen.


-ocr page 61-

Het Hertoghdom


Et Hertoghdom Valois is mede een ge-ö deelte van flfle de France. Men meent flî dat het den naem heeft van de fchoone IB genoeglijeke valeyen, met welcke dit landt overal verçiert is : an-dere willen het van elders afbrengen.

In het ooften paelt het aen Champaigne , in ’t zuyden aenParifis, in’t weften aen BeaU-Voifis, en in het noorden aen Picardien. In

Graeffchappen van Vranckrijck, en heeft eer-tijdts haer eygen Graven gehadt, maer doo£ houwelijck is ’t gekomen aen Wilhelm Her-togh van Normandien. Als Koning Philips Augnftjmet eenduyfterplacaetjallede landen» die de Engelfche in Vranckrijck befaten,con-fiskeerde en verbeurt maeckte , heeft hy dit Graeffchap oock aengetaft, hoewel dat nader-hant vele defen tijtel gevoert hebben.

Onder de vermaertfte fteden van dit Her- rdien toghdom is Retz, nu geiioemt Villers Cote-retz, tien mijlen van Parijs, onder wiens Parlement fy hoort, en in ’t geeftelijck onder het Aertz-bifdom Rheims.

Crefpy is mede een van de voornaemfte fte- crefpj, den. De Prevofdie van Senlis heeft dit Her-toghdom vermeerdert met deHeerlijckheden der Senliii, Pierrefons,Bethifi,en Verberie,de fteden d’An-gy,le Pont S.Maxence,welck,met morafichen omringt, fcheyt flfle de France van Picardien, Pongoing, BrenoUville , ^c.

Defe Prevofdiebegrijpt oock deftadt Com- CompUe,,»., piegne, welck eertijts was de woonplaetfe der Köningen,van fommige Carolopolis oft Char-leville genoemt, nae Koning Karei de Kaluwe, die men feyt datfe vergroot en verfterekt heeft. De hiftorien fchrijven, dat de felve Karei hier vergadering gehouden heeft van de Staten van Vranckrijck, en een nationael Synode van de Biftchoppen en Prelaten der Franfche Kercke. Defe ftadt grenft aen Picardien,Soiftbnnois,en Laonnois. Het is noch dickwils een vertreck voor de Köningen van Vranckrijck , foo om de vermaeckelijckheydt en luftigheydt van de plaetfe, als byfonder om de goede gelegent-heyt van de jaght, die in defe quartieren foo groot is als men foude können wenfehen. Onder Compiegne ftaen Magni, Thorette, en Creil. Niet verre van Creil is een lac ofte meir, ontrent een half mijle groot, en een out flot » oft fterekte, van Iulius Cæfar,foomen meent, gebouwt.

Onder de Prevofdie van Senlis hoort oock rewoi/h de ftadt Pontoife, welck is een Prevofdie, Baljoufchap, en Vicomté, daer onder ftaen Ville-neufve le Roy,en flfle Adam. Sommige meenen dat Pontoife de felve ftadt is, die Antoninus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noemt, en de reys-kaerte Tn-

'uipîrajis het de felve niet, foo ifte ten minften geweeft ontrent die ftreeck van Pontoife.Hie-ronymus Suritajfchrij vende op het Reysboeck van Antoninus, feyt, dat in aile de boecken ftaet Brivanifare ; maer dat in het exemplaer ; van de Librie van Biandin,defen naem foo van

H nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cen

vorige tijden was ’t maer een Graeffchap , en daer nae tot een Hertoghdom opgerecht. De eerfte Grave van Valois en Alençon is geweeft Karei, fone van Philips de III, Koning van Vranckrijck, broeder van Philips de Schoone. Defe heeft, door fijn foon Philips de VI, den Koninglijcken ftam van Valois in Vranckrijck voortgeplant.

De hooftftadt is Senlis, in ’t Latijn Sil^ane-dus genoemt, foo fommige meenen,om datfe aen de bofcagien als gehecht is. Sy ligt tien mijlen van Parijs, en behoort onder des felfs Parlement. Het kenboeck der Franfche Provinciën, in de befchrijvinge van het gene men Secunda eertijts noemde,vermaent mede van Senlis, nu l'E^efché de Senlis gehee-ten. Het is een oude en BilTchoplijcke ftadt, ftaende onderden Aertzbiftchopvan Rheims, heeft een Prevoftie en een Baljoufchap. Be-halven de hooftkerck, ter eeren de Maget Maria gebouwt,fijndernoch feven parochie-kerc-ken. In het geheel Bifdom fijn ontrent feftigh parochiën,met de navolgende AbdyenS.Vincent, in de ftadt,Vióforius,Charles, S.Rhemy een Abdye van vrouwen, die, ter begeerte van Koning Lode wij ck de XIII, van Paus Gregorius de XV geftelt is onder het Bifdom Soilfons. Uyt Demochares en andere Schrijvers telt men tachtigh Biftchoppen, waer van de eerfte geweeft is S. Regulus, mede-ge-fel van de H. Dionyfius, en fuccefteur van Trophimus in het Bifdom Arles. Koning Robert h heeft hem ter eeren hier te Senlis een kerk \ gebouwt. De tweede was Nicenus, de derde Manfuetus, de vierde Venuftus, en foo voorts; nu ter tijdt is daer Biffchop Nicolaus Sanguin, te voren Canoniek en Raetsheervan Parijs,die gewijdt is van Francifcus Cardinael de Sourdis, Aertzbiflehop van Bordeaux, in de Kerc-kc S. Louys, binnen Parijs, in ’t jaer i 6t- 3. Defe ftadt wort oock gereeckent onder de l'^anckrijck.

-ocr page 62-

Compiengne


milltarium CatHcorum


Crdl


türehitlf St S f


A A r«,iZf ü i-A '


C .Vjti’v

ss:^ '0


Cheuncre O


Pons S M.'uxancg^'^


lt;Buibffur O


*ßeis Dajetex O


ch.}nliUy


O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

Jhhrrval ZaJbjf^tere


nc i

VHh üftü


'i^


La-Sorie


Ftu^


O JJ


O*î^' ■■ ^ O J^eu


^MrUntn


O

Chafbiam

S^taiane


» dhtVffUf


iririici


'Viz s.liftte

' 4îû à’i-


ietfßntatM

^nüÄ«, °


SJooJrc. M

oW

S-EjUnno

ûkÿÇ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_;ySM£

E‘:C'’'^‘,.êit,h^igt;if‘’f«-Mol- O^ '_^ii


n ^Pterff£ni

* ^-birtittieni O Äv


Chihv QBara


JMlluvlW O Ö


■^unat'


.X;


- Sé lt;nbsp;wfeß-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;“K^Ä-Siue®-

W bamp;_

o *gt;'iîSê^hQ ' A;


^u'CttwnJ

SJ^ieelaf Siêt'cmin,


.UaleteurjU nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O ’»iamp;Hs'

r/C/ÆrX. s b nbsp;nbsp;nbsp;ii,ÄWi

ihamant °


^Ueut-Leveijtu


, , Q ‘Stway

■*---- .-tü


*Jiray O èft-.


' oWl ^**^*'^


0-7

•,Re^nanl


O

Jlulty

D E



^^;S^6S.o'ÿ_Ày amp;hirfl

'‘' ‘ßivßiuere O ut Cal’Ji'ft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ f n


Oulie -‘Ç^ , O O C^tmatti-irur


Q hau^bott.


■ß«!'


fe o‘^.’'


j,eo^4*vS'


ilarival


'o


O Âlcniùfny

SBariJf' * O


L^n. j


Mery-^


'’“Ä’K^^äW 'gt;*.A,

^Jgt;cnuer3b

JiMMu‘nt O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ot'ißoilv

ß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•r»s»a lt;’i*.Si o



,ÿ*i: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^-Peri'M

J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vteuraen^

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Vaux Sj^K'pUó

M^ß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ‘

* X.Kuntû.-


O ^ei^eux *Bemen

— »^Uenhynt,


Verjiait (

o


llju.v ZvtJ O Ïÿ.

'‘’‘’I?!, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘■1’l‘^lill

« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o


5oîflbjis


ChauJuiL o


Cha^eite-


O Crtmeilk iBerzi.


*Jierhi


, S.taeneriefue.


O ûuJt’iv.ü


o PrenerLeluttt ^eJiatvaux

e‘ÎS^Ï



Crepi


O

■6*A

•Wfc


o

O »VrHwnir


o Liru-J-i^aure


Cotimt


Vaflientt^ O'


Occi.detiy


nailly


Uê-S-.t:


*3ûrtiiz


..^ 'fiAfes


ßßana Je Chariepant


O t^intunpttvitk


o ÄW 4'«V


^aiK}‘ La. gove lle .


Jl-it


O Ovchm


O (PUßia heltevJb


Dampmafliit


o hapny ttfie


JJanfirt Jj o •S.SttUi,


O XeS^ul^


Duc atu s


o Vtt/ere

*Si-tui‘iîb O Z?/*OTzÿ' ® *


o ‘Perrai-


Shanebi


O

’lt;ƒgt; J^rejiuy


\ BfttieneUe

' ,0 V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~ o

Q^, -PkßiSMhii °Xouzui,ji nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;£

O .loPMz H


; ‘ri,2chii Aï.wUé* i (»iU.-lhî O O4fi S-Êî.

°


ÿ ii*fi.

® U ./! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o Au*

t -JK-ryzy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° S «k

. ° . o MAßke Se


UopliiK^


•fel


Fmtaài.S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n

Pùnv \^Vilkri Samp;ettef


Chcuit’iarjs

°. «

Q Chmra'iUe^^^^

O üityiun


|ê -

O« A


Aßi-


Tentatne. îey


nennaut,f


oJlirjU^-


Q ‘Jbau^mtur


‘^obeL O

Chtns}'


Chatah*^’^ O

Meaux


ûiuy A trfjiiu


vatir^L-P) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'^


‘FteJJb hau-


LctTpumeïUs


xC- 5ai}-O 5^-


luty


Piifiia Saatamp;il


^i^utuâ.

O O --


V4iM*fnf/riy


O JJari^y


^uia^erav

n/nyZ *|S.


O X.


baubu


Amamp;lo'


O Saire


««(i*Ä‘Äb ‘St ° .....

.fitîSc O ,K.t.


wjtev

'Àtpi-

’S*

V o o

Q.-f'fi. viUiJinur

‘J.1^«}- o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'^âr


Q ^ijnh’s


ChacvHe


■amp;S.


•ParKy .^(é. i-iü Ù

ß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Jttiriuiei O

'• nbsp;nbsp;. w

c •*.•*■


Ä a ' * *-^Mu.Vaux O rlt;gt;«Zlt;?r*r«ttt feXattn^'


OTèffirfifz


„ , La Fcrte Soubs louerrc


•° ChniMv


A. tj , ‘f

urfcZi^


0'Vrtc JJamar

O Catecffürt


O S-lamhpn.


ü dfiw rivieL^


S^m- quot;


ÜiuHerta^Vtlle O


C£ray


^Rp/py O


O Spurr^y


Q -BiWKea.


^•^anbiui


Sßatute

^itUra


O »'Hptiy er Bennet

Cherb^


‘M»-


O CramatïU’


O CnataÿilU


T, a I'ei'e en Tartenoi5


Chatcauliciquot;y-

O.Vtßy


•O

S’

P




Cuiljetmus l^laeu excuJit.


-ocr page 63-

VAL een gcdeelt ftact, dat Briva fchijnt cenfladt te wefen , en haren toenaem te hebben van de riviere Ifara, als oft men wilde fcggen Briua IfarA, Maer in dit quartier is geen IÇa-ra : foo dat men niet fonder fondament fonde mogen ftellen Bnlt;va Afu. Gregorius noemtfe enekelijek, fonder eenigh byvoegfel, Briva , als hy in fijn fevende boeck feyt, dat de Kerck van S. Marten, by het dorp Brive, van de vyandt afgebrant is, en dat Avitus nae fijn doot gebrocht is in het dorp. De felve maeckt mentie van de Diocefe Brive. Boven Pontoife leydt Normandien.

Het Graeffehap Beaumont op de Oyfe light mede in ’t gebiedt van Senlis ; onder dit Graeffehap ftaen Perfans en Metu. Beaumont

O I s.

kent voor fijn eygen Heeren , dc Princen van de Koninglijeke fiam Vendofme. Ontrent de-fe ftadt over de riviere d’Oyfe begint Beau-voifis. Beaumont fchijnt de felve te fijn met Auguftomagus van Antoninus, en dat Pto-lemæus qualijck noemt Rotomagus. Sommige meenen , dat het de felve is, die Cæfar in fijn tweede boeck van de Franfche oorlogen befchrijft, en feyt, datfe fterek van natuur is, rondtom met hooge rotfen befet, en maer cenen fteylen opgang heeft.

Ten laetften begrijpt het gebiedt van Sen-lis oock het Graeffehap Beauvoifis, oft Beau-voifin; waer van een byfonderc Kaert is, en daer benevens fijne befchrijvinge.



-ocr page 64-

Het Graeffchap

BEAVVOISIS.

: haer eygen volck te kiefen : gelijck onder an-, dere dien Corbeus, die, na de nederlage van • fij ne burgeren,door geen tegenfpoet beweeghc ; is können worden uyt den ftrijt te fcheyden j

oft naer de boftchen vluchten,oft den Romey-nen,die fulcksaénboden,hem overgevenjmaef heeft met kloeck vechten,en velen te quetfen, de gramme overwinners gedwongen op hem met de wapenen te vallen* infgelijeks verhaelt Cæfar van de Mamftraet, en sroote authori-teyt der gemeente; foo dat de Raet van Beauvais fich by Cæfar ontfchuldight heeft, feg-gende, dat fy in ’t leven van Corbeus foo veel vermogen niet hadden, als de onverftandige gemeenre.Van de felfde fchrijft Ado Viennen-fÏs aldus; de Beauvoifins, die de andere in me-nighte en fterekte fchenenteovertreften, hadden 40000 uytgelefen gewapende mannen.

Dit Graeffchap,oft CorntédeBeauvoiS) ftaet OnderSen» onder het Baljoufchap van Senlis,welcke is in ’t Hertoghdom Valois, dat men noemt, Ie Bagis de Valois.

De boeren van Beauvoifin hebben, ren tij- Ofrosr:. de van Koninck lan, een oproer gemaeckt,die men laquerie noemde, principael tegen den Adel, daerfe veel van doot fmeten. Ten laet-fien zijnfe geftilt door den Dolphin Karel.

De hooftftadt is Bello^acumi dat is, Beau- tdoofifiadi vais. Jofephus Scaliger meent dat defe het Bratïifpantium van Cæfar is, en onder de volgende Keyferen Cafaromagus geheeten. Karo-lus Bovillus feyt-ter contrarie, dat Bratafpan^ tium een dorp is, Granviller oft Grattepance genoemt : andere feggen, dat het Clermont in Beauvoifin is. Vigenere maeckt ’er Beaumont afgelegen by de Oyfe. VanBratufpanc leeft men in ’t leven van S. Guibert, en by Si-gebertus in de hiftorie van Anfrid Biflehop van Wtrecht. Maer wat is ’t van noode uyt Bratufpanto Bello^acum te maken, genierckc Cæfar felve op de plaetfe hier boven gemelc Belloijacum een ftadt noemt ? waer van hec volck Bello‘vaci genoemt zijn. De felv.e maeckt van Bratufpanîium en Bello^acurn tWee verfeheyde fteden, hoewel hy die beyde in ’t gebiedt van Beauvoifis ftelr,

Belgium was eertijts oock een groote ftadt Beigiutn, in Beauvoifin, en onder de Belgen van groot aenfien en volckrijck, daer Cæfar en fonimi-ge van fijn regimenten fomwijlen haer winter-quartier hadden. Guicciardin, die de Nederlanden befchreven heeft, feyt datfe Beauvais in Picardijen is, niet Be'vacum , dat is, Bavais in Henegou.

De ftadt Beauvais leydt in een luftige ’con-J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;treye,

Eauvoifis kydt in het deel van Vranckrijck, dat men I’lUe de France noemt. Eertijts was ’t bewoont van de Pa-rifiens en Beaiivoifins, die van Cæfar en Plinius ^ello^aci , van Strabo , van Ptolemæus geheeten worden. Gregorius Turonenfis, Ado Viennenfis, Regino,Ai-moniusjcn andere,noemenfe^Bé’^/^;46'ö5.In het Regifter ofte kenboeck der Provinciën Wortfe agitas quot;^ellovacorum genoemt nu ter tijdt, Beauvoifis, l’Evefihé de Beaii^ais. Hier van fchrijft Cæfar aldus in fijn tweede boeck : Nae dat Cæfar de voornaemfte der ftadt en twee foonen van de Koninck Galba tot gyfelaers gekregen hadde, en alle de wapenen der ftadt hem overgelevert waren,heeft hy die vanSoif-fons bemachtight, en fijn leger in BelloojacoSy dat is, in Beauvoifin gevoertj van welcke nae datfe met alle haer goederen in de ftadt Bra-tuÇ^anùum gevlucht waren, en Cæfar met het leger ontrent vijf duyfent treden van daerwas, 2ijn al de bejaerde perfoonen uyt de ftadt gekomen, en gaven met uyt-geftreckte handen en woorden aen Cæfar te kennen, datfe haer in fijn befcherminge en macht fielden, en tegen de Romeynen niet begeerden te ft rij den. In het fe vende boek fchrij ft hy aldus: de Bello-^aci (dat zijn, de Beauvoifins) verftaende, dat de Ædui (dat zijn,de Burgoignons) afgevallen waren j en te voren ontrouw geweeft, begonnen volck te vergaderen,en openbaerlijck \ haer ter oorloge te bereyden. Door foodanige Veranderinge heeft Labienus hem anders beraden , als hy te voren gedaen had, en docht, niet hoe hy eenige plaetfe bemachtigen fou , maer op wat manier fijn leger fonder fcha-de weder te Agendicum brengen. Want van de andere fijdepraemden hem deBeauvaifins, van welcke ftadt een groote opinie was, en die naem van kloeckheyt in Vranckrijck hadde. De autheur van ’t achtfte boeck der Fran-fche oorloge fchrijft oock, dat de Bello^vaci, dat is,de Beauvoifins,alle de andere Franfchen enBelgen in eere en lofvan wapenen enftrijt-baerheyt ver te boven gingen- Strabo fpreekt van de felfde in fijn vierde boeck; Menleytde Beauvoifins de befte en fterckfte van al de Belgen zijn, en nae haer de Sueßiones, dat is, de Soiftonnoifen. De manière van de Republijke ' ’der Beauvoifins befchrijft Cæfar ten deele,als hy feyt, datfe gewoon zijn haer Princen uyt

Vranckrijck,

-ocr page 65-

'Ziitneuille


Serÿ


RT IE


£ra.ßu^


Occidcns


'caarii


(rojneeourb


La Rocheyuion



.. ... nuiui

IP



taiite


Gïfors


Charennes

^VettuA


t''*’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ipr'’quot;'.

’•'ÎA


ißeu


ilbx


yVteiilaii



ferrures


ChanCenelle

Montiille 11


Sr Pier re aux




ßissW''


^Ze.’Zamrl Gray jLetomenii


TenJeuil isk



\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;-i- ii'ify^ amp;?*

^‘Drhicoart nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j. .^in^ Zucoros j^, ÇafV

La Verne


flä. - X


CourccUcs


yCainuille


Poury


Parues


TaÄeneeurt


Irie le Chau



Beauuais

.Haryil


Ä .



^^'rteourf-


hik Z‘

Zailhruec






^atainuille


PertiehcUe

Jà Se rans


•^onb lauou


A •dllótcourt


ooutOu bets il.


•^ottia^ny


tu nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-ir nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lenemonb

«ß4*^ 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J^^^sfi^ttrb


i3?iï.Tlt; 8^Ï.,A


n^reneteiüe


Tatnblenill


.-V'j


^Menaiteourl-


cuZ ^^’'1 .

.y/arty^ I , (Trois eßquot;A


■ry


eliay

Jiet^


Ar

àq Granceurb


À

1 ‘Êounaoc Jjcmtrourt


Peizenient


Chanlci


Chars

Jlar^nes


'Erancsfurk


Va


M 'Vallen. Tat


■ „-I

nrfquot;


.''Ir Hierin


Za Ville neufue


Ceuclctnanche


. Jmlrc/y Clatiyny


/es


G'jJtirnay


^^^euieuilliers


vuibers


jïenchy le yerreux



tÄS

ttuilb


'Jtoquerpllcs


^y'Jeuui//^


Pontois,


y/s,.,,.


Jlours Üç/Hatn



y-t ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-(Jr^uety 3^

C leZr emo nt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;ZU/«^ court

S. Muhin \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,1


Craine -idrtL- . Prancieres


uMonmariin


'!fnj, UlWa.


' eilueuetie


C ompiegne




A



y^evio“

Cras«’‘ß


La Chatßec Je


1 t-e

.1 .».Fa -filers


gsï^rW


Peaureyaire


Parbey


Scnlis


La Pruiere

Sacy le^ranj


^itnraurt

cé ß


Cathe fine •*


^^llurhis


'^‘’ij^uranr


'^^tese


Le Ple/^r iPreroin


■ t- 8^ Le^azov Vicrtcourt *


^Verbene Sùintuine Puy


jCoyrenter nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j

S. Geruais JeyÔ^oiat nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VCeey


;■ 'VilUrsS.Fram r. y''^

°’ lt;Brafieg2e .iJaTUrar ßrar


'T/ille

La Por Je nbsp;nbsp;f •quot;“*


»Ment Syiloyt


jRfefitoy le Luat


nefroy^


quot;~ 'Preuill


■Äu. O^erSCt^incenb

■. L O


anii

wijeimiLVL cl 'fi

l■l^lr~^^,l^m----iwjjaii—wBii'ii

Zój


Itit.


'l’ille netße


Le Parc aux ^^ames


..ÿ.


-ocr page 66-

ceie^eny ti'cye, acii d’een fijde heeftfe vruchtbare ber-niet heel hooge fijn , aen de andere hjde goet zaeylant. Hier waft oock wijn. De vrouwen hebben hier fchoone privilegiën, haer verleent van Lodewijck de xi , Koning van Vranckrijck,in’tjaer 147x5001 datfe oortaeck waren dat Karei de Stoute, Hertogh vanBur-gundien, fonder iets uyt te rechten moefte vertrecken, nae dat hy de ftadt een maent hadde belegert.

Rivieren. In de ftadt wort een rivier door een kanael geleyt, welck door de felve loopt. Daer ontrent vloeyt de Thare,Therain. Over de Tha-re leydt een fteene brugh niet verre van de plaetfe daerfein de Oyfe valt; van welcke brug de fchepen,met fout en andere fware vracht geladen,met paerden lichtelijck tegen ftroom opwaerts getrocken worden. Sy heeft een Bifi fchoplijcken ftoel,en haerBiftchoppen fchrij-ven fich Graven en Pairs de France. Hier fijn ontrent twee-en-dertigh kercken, waer onder dertien prochie en fes collegiale. In de princi-paelfte, S. Pieter toe-geeygent, fijn twee-en-veertigh Kanoniken. In ’t heel Bifdom wor-

« • den vier-hondert parochi-kercken getelt, in 10 Decanyen gedeelt,behalven deAbdycnen vijftigh Prioryen. De eerfte Biftchop alhier was S. Lucianus ten tijde van Domitianus, ge-wijdt van S. Dionyfius Areopagita; de laetfte en fes-en-tachtigfte is Auguftinus,broeder van Renatus de voorgaende ; defe Auguftinus is eerftKanonick geweeft en cantor,daer na Ael-moeftenier geworden van Anna van Ooften-rijck , Koninginne van Vranckrijck.

Niet verre van Beauvais is de ftadt Clef-mont, die den tijtel van een Graeffchap voert, en met een kafteel verfterckt is. Lodewijck de IX, die men de Heylige noemt, heeftfefijn foon Robert jure nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is,tot onderhout

gegeven. Wiens fone L.odewijck de Groote, de 11 Grave van Clermont, gemaeckt is eerfte Hertogh van Bourbon in ’t jaer 13 xy, van Philips de VI, Koning van Vranckrijck. Van defen is gekomen de Konincklijcke ftam van Bourbon, die nu de kroon befit.

v E u X I N.

HEt landt Veuxin is, alswy voren gefeydt hebben,een gedeelte van l’Ifle de France, doch aldaer niet befchreven omdat het in die kaerte niet vervat is, maer den lefer tot hier gewefen; feggen dan tot voldoeninge,dat het heeft in ’t ooften Beauvoifis, in ’t weften een deel van Hurepois, en in ’t noorden Norman-dyen,en leght benoorden de Oyfe door de felve riviere van de andere deelen van Tlfle de France afgefondert. In dit quartier is de voor-naemfte ftadt Pontoifcjfeven Franfche mijlen van Parijsjin foo goeden oort,dat de vrouwen van defe ftadt voor een fpreeckwoort hebben, dat fy haer dochters aen gene-fijde van de Oyfe niet willen uythylicken:datis,fo fy uyt* leggen, buyten de palen van alle gemack.

De andere fteden zijn Maigny, en Meu-lan,eertijts Mellentum genoemt,gelijck oock het eylant in deSeyne dat aen defe ftadt light.


-ocr page 67-

’t GRAEFSCHAP

VAN

VEXIN LE FRANCOIS.

itnÿ.

Tale».

Y Montfort wort oock gereeckent het Graef-tchap van Vexin U François } want de volcke-ren , daer Cefar van meld onder den name van Velocaflen, laten luflchen Calis en Ver-mandois. Sy worden van Ptolemeus ge-noemt Veneliocafii oft Ve'peliocafii, van de Hiftori-Ichrijvers Vilcaßini en Wlcaßinenfes en ’t landfchap ièlve Vilcaßinutnj Wlcafinum^ Vilcafinuspagus , VUcaß-nen/e oft Vulcaßinonfe territorium en Vilcaßinaproyin-àa. Dit gewelt breyde lieh eertijdts uyt van de riviere d’Oilè tot aen dAndele toe, door welchen ftroom het lelve wierdt afgereten van het landt van Cales, gemeenlijck gelegt Pays de Caux: maer na dat de Normannen die Provincie be-machtight hebben , die van hun den name verkregen heeft van Normandien, lbo is het Velo-callijnlche landt gefcheyden geworden in twee deelen,van welche ’t een het l^lcaßinum der Normannen , ’t ander der Françoilen genoemt is geworden. Het Vilcaßinum der Normannen light uytgeftreckt tuflehen de rivieren d’Epte en dAndele, en is aen’tHertoghdom van Normandien gehecht gebleven , ’t welck wy oock betoonen füllen in de belchrijvinge van Normandien lelve. Maer’t Franfche Vilcaßinum oft Vexin le François, draeght defen naera om dat het tot den Françoilen gehoort. Tot palen heeft het ten zuyden de Seyne en Montfort, ten oo-ften de riviere d’Oilè en ’t landt van Parijs, ten wellen de riviere d'Epte , en ’t Vilcaßinum der Normannen ; en endelijck wordt ’et ten Noorden beiloten door de riviere Terin, en door het landt van Beauy^oifin. ’t Landt van Vexin le François is een Graeflchap van oude geheugenilîe, vele vermaerde Heden behellènde , namelijck Pontoife, Chaumontj Mantej en andere.

DE GRAEFSCHAPPEN

VAN

MANTE en M E V L L E N T.

't Grasf-^chap quot;va» ykfantt.

De HiHoryfchrijveren , die verhaeldoen van de Hadt Mante, gevenlè verlcheyde-ne namen j want in de HiHorie van Koning Lodewijch den Vetten, belchreven door Sugerus Abt van S. Denys , wordlè genaemt Meduntenfie caflrum. Ordericus Vitalis beetle ergens Medantenfe caftrum, met veranderinge flechs van een letter ; en met inwerpinge van eenige weynige, Madantum, en Manduntum -, en in d’ou-Vranckrijek.

de Bullen wordlè Medanta genoemt, maer meell Medunta.Sy leght aen de Seyne daerfe ten zuyden liet, en hoewelfe de palen van Vexin te buyten gaet, lÿ gehoorde nochtans tot de Graven, be-litteren defer landllreeke, en wierd gerekent onder de voornaemlle Heden des Graeffehaps. Koning Philips d’EerHe voeghde defe Hadt by fijne kroone ,• maer aille Willem d’EerHe , Koning van Engelandt, hem weder eyfchte, als feker gedeelte fijner Provincie , heefclè hem Philips geweygert ; waer over hy, genoopt van ralèrye, de felve rondom in den brand geileken, en al’t omliggende landt wreedelijck geHroopt heeft.

Mantis-Dilla , niet verre gelegen van Mante, gehoorde wel eertijds aen Simon , lone van Rudolph , Grave van Mante j maer als hy de Mon-nickskap had aengetrocken , heeft hy de lelve uyt cene doorluchtige mildheyt aen dAbdye van Cluny overgedragen -, tot welche ooch gehoort het Deccnaet van Grafficourt ; maer RoP ny Heecht uyt boven dit.

Wat aengaet Meuilent, ’t is eene andere Hadt van Vexin le François, liggende op de Seyne, by welche een hleen eylandt light, waer in eene Herchte rijH die niet onvermaerd en is. Onder de brieven van Yvo , BilTchop van Chartres, is daer een van hem gefchreven aen de Vlercken ’tgt;an Meuilent, en aen alien die fijn in ’t Archidiaconaet quot;pan Poijfiy- Sy heeft haer begin van heel oude tijden, en is verciert met een Prioraet.

In dele CaHellanie van Meuilent wordt menige heerfchappye en landtgebiedt gevonden, als, Vaux, Vigny, Longuejfie, amp;c.

DE GRAEFSCHAPPEN

VAN

CHAVMON T

EN M A I G N Y,

HEt reHerende gedeelte van Vexin le Fran- ’tCraef-çois in lieh befluytende Chaumont, Maigny fihapchau^ en Pontoiß, wordt geregeert door ’t Bail-juwlchap van Senlis. Chaumont oft Callpus-mons is de voornaemHe oft de hooftHadt deles gebieds. Sy wordt ooch van Ibmmige genoemt Caius-Mons en Calidus-Mons, tot welche namen noch

gedaen wordt in Vilcaßino, of en Vexin, om de plaetfen eens felven naems t’onderlcheyden want in andere geweHen worden oock Heden gevonden alfoo genoemt. De Hadt Ichijnt oude genoegh te fijn, voornaemlijck in haer opperdeel , ’t welck heel byna verbroken is ter plaetlè daer ’t uytfiet na den toren van Balby. In dit

I Z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebied


-ocr page 68-


La^ty Chetumont-


Viilarsyàutc

A-ALtrtia Je

G-aremtes


-ocr page 69-

Coimeilles.

Ton/oifi.

V E X I N LE

gebied fijn noch eenige andere plaet/èn , Man-deflour, Se/ran^y Brams, l^atain^pille , Trie, Parnes otc Pernes, alwacr een vermaerdt Prioraet is van S. Martijn ; voorts varende langs den oever van de riviere d’Epte , vindt men den tempel van S. Clara en Neuf-Chaßel, oock Roche-Guyon, eene pîaetle leer llerck door nature en konll, oock vereert met den tijtel van Graeflehap ; de welche gefeten is op een feer hooge rotlè aen den oever der Seyne, van waerfe oock den naem erlangt , gelijck oock van hare Gouverneurs, die meerendeels den name van Guido gevoert hebben. Sugerus Abt van S. Denys getuyght, dat Guido Heere der felve aldaer wierd omgebracht o

van fijnen fchoonvader, ten tijde van Lode-wijek den Vetten j ’t welck als de Koning te weten quam, fond hy een leger om de plaetlê te beflormcn , die hy oock in weynigh dagen ver-meefterde , en tot wrake van ’t lchelmftuck dede hy dooden alles wat hy daer binnen vond. In ’t felve gewefte liggen Benecourt, Beauregard, Chantewerle, en den tempel van 5. Marten, Vaux, Vrancourt , Maudeflour, en andere plaetfèn van Vexin le François.

Maigny is een kleen ftedeken gelegen in de Kaflellanye van Chaumont, ’t is vereert met eene Collegiale kercke van Canonicken ; hier aen grenfen Villarceau, Roulleboife, AmbleVille, OmerVille, ’t welche licht AlHncourt, fijnde eene Baro-nye. Niet verre van daer vertoont fich Montja-yeux, aldus genoemt na der Heydenen Jupiter j oock Chars, in ouden parkemente Charcium in Vilcaßino geheeten , van welcks boffchen het oudt Kegifter gewaeght, ’t welck van de gifte fpreeckt gedaen aen ’t kloofter van S, Denys : in nemoribus de Charcio, yidelicet de Luslci^^, de Ffpine-to, de Valleoflru, de Diyißonibus, de Ejjartclis, de Gene-flaio, y du Chefnay. Van daer gaende na Pontoi-fe ontmoetmen Cormeilles geieghten Vexin, tot onderfcheydt van Cormeilles, gelegen in ’t landt van Parijs. Laet ons nu voortgaen tot de Ka-ftellanie van Pontoife.

PONTOISE.

POntoife is ’t Gebiedt onderworpen van Senlis, en wordt geregeert door de felve wetten en gewoonten, ’t Light aen de riviere d’Oife, alwaer eene feer oude brugge is, waer af het den naem heeft van Pontoife. Het reysboeck des Rijeks, ’t welck Antoninus wordt toegefchreven, noemt’et Briyifara ; de kaerte van Peutingerus Briyifura , welck woordt met Pontoife overeenkomt; want Briya, een oudt Franfch oft Gallilch woordt, beteeckent eene brugge ; van waer oock komen Samarobriya, So-monobriya, Briya fuper Vram, en Briya-Curretia, om d’overgangen en bruggen deler ftroomen aen te wijfen. Waerom oock waerlchijnlijck is, dat de brugge gebouwt over d’Oyfe d’oudfte van al-len ly geweeft, en daerom aen de ftadt den naem heeft gegeven ; ja dat doenmaels die brugge d’eenige geweeft fy, waer langs men reyfde uyt de ftadt va.n Beauyoißn naer Parijs. Die

FRANÇOIS.

wat nauwer opmerek neemt, lal gewaer werden, dat voormaels de brugge wat leeger heeft gele-

C/C? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ö nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

gen, namelijck by ’t kloofter van S, Martyn, alwaer noch d’oveiblijflelen der balcken alree-de verrot gefien werden ; want met die brugge komt overeen d’algemecne wegh , die in d’oude tij telen van dit geweft genoemt wordt deytegh yan lulius Cefar. Oock ftaen ’er in den omring des kloofters lelve eenige wijngaerden geplant, onder de welcke Ipeloncken liggen , waer uyt men giften kan , dat dele ftadt wel eertijdts hier heeft geftaen. Ten laetften wierd de Kercke felve van onfe Vrouwe, dietegenwoordelijck buyten de ftadt light, geacht voor de voor-naemfte Parochie der burgeren ; want de nieuwe brugge alreóde gemaeckt fijnde, lijn d’an-dere eerft gebout geworden. Voorts is de riviere d'Oife oock met andere namen genoemt geweeft ; want Ffia wordlè gefeght van Vibius Se-quefter , F';i;.era van Lodewijck den Staraelaer in fekere brief ; in de Chronijeke van de daden der Normannen Hi/a; en endelijck van Flodoar-dus en Sugerus, Prelaet van S.Denys, Sara-, waer uyt oock de ftadt felve verfcheydelijck wordt genoemt, te weten, Ponteßa , Pontefium, Ponte^iera, Pons-fera, of Sara, amp;c. oock vindtmen Munte gcnoGcnt Pontifarenfis, en folidi Ponteßenfium. Sy wordt verdedight door een kafteel, eertijds gebouwt om den aenloop der Normannen te bedwingen , op datfe namelijck d’Oilè niet onge-ftraft en pafteerden ; maer te vergeefs : want den aenval der Noormannen bywijlen geftuyt hebbende, foo is’t nochtans endelijck hunne dulheyt ten deele gevallen, die ’t lèlve in brandt hebbende geileken , terftondt na Parijs toe vlogen. Voorts is de ftadt verciert met vele kerc-hen en kloofteren.

Niet verre van Pontoilè light de doorluchti-ge Abdye van Maubuijjon, gebout door de mild-heydt van Koning Lodewijck den Heyligcn, ’t welck hy dede op’t verlbeck van Blanche ft ine moeder, die hier hare grafftede hadde verkoren , ja ly beval noch in leven lijnde, dat men Philippa van Champagne haere bloedtverwan-te, oock alhier loudc begraven.

’t Gebiedt der Kaftellanye van Pontoilè begrijpt noch veel andere plaetfen van geenen geringen belange, te weten, Villeneuyele Roy ,Henon-yille, Marines, Grify, Eßies, Valengoujart, in’t Latijn Vallis E^njardi, en Vallis Engueiyardi ; Hedouyille, Ber-yille , Sandricourt, Amblainyille, Herouyille, Auyers, Mery fur Oyfe, oft Meriacum ad Ifaram, Sccgt;

By dele landftreke wordt oock gerekent d’oude Kaftellanye van rifie Adam. Delen naem heeftfe verkregen van lèker kleen eylandeken dam, door d’omdraeyinge des ftrooms geformeert, en van den naem van Adam, by hare eerfte Heeren aengenomen. Onder dele Kaftellanye ge-hooren van ouds defe volgende plaetfen, Nogent fur Oife, Valmondois, Marquemont, en Champ-dolent, In dit gewefte light het leer edele kloofter der H. Maria, oft d’Abdye van den Dale, gemeen- “ lijck genoemt I Abbaye du Val, en ’t dorp Villiers- Ahhaje dn Adam gelèght, liggende by de gelèyde Abdye. Tal,


LANDT

-ocr page 70-

9,8

’t landt en BOSCH «M

VAN


Et Bo/ch van Yveline ligt ten Zuyden aen ’t landt van Parijs ,• ten Ooften ftoot ’et aen dat van Gaftinois. Dit gewefte plag fijne palen Wel eertijds langer en breeder uyt te brey-den,- niettemin ’t bevat

als noch twee Baljuw-Ichappen, te weten Dourdan en Montfort Amaury , die ’t gebiedt van het Eylandt van Vfanck-rijck fijn onderworpen ; alhoewellè in ’t gee-ftelijcke den Biflchop van Chartres erkennen. Dit Bofch heeft in d’oude Regifters ver-Icheydene namen j want het wordt genoemt jEc^ualinafhgt;a , Bqualina en Aiiuilina ja Koning Robert noemt’et in fijnen machtbrief Buli-'Dordingum twee Parochiën en een Prioraet j ’ ’ ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;” nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-------- ’t is met kafteel, toornen en grachten gefterckt.

Hier glinftert het konincklijck gelagh onder verfcheydene namen : want hier is Droftye, Vooghdye, en andere waerdigheden. Maer het geeftelijck gebied is by den Aertsdiaken van Chartres.


Abt van S. Denys Jyelinam, en endelijck de Eranfche Hiftoryfchrijvers Tï^eline ; alle welche bylbndere benamingen van de ftroomkensen beecxkens fijn afgekomen, daer ’t overal vol van is ; want een van de lelve behoudt noch den name van Tve of Tvetoj en’t gene in’t Latijn aqua, in ’t Duytfch ypater gelegt wordt, wierdt in oudt en nu byna afgegaen Franfch Bgue, B7gt;e enTw genoemt : ja in eenige Provinciën van Vranckrijck gaet ’et noch in Iwange, alwaer de canael of gote , door welcke ’t water uyt de huyfen geleydt wordt, Bfier word geheeten. Sommige nochtans meenen,dat de naem van de merrien afgevloeyt foyde fijn,- en in d’oude Franfche taie ’t Bofch Tïgt;es genoemt is geweeft, om de feer groote menigte der paerden, die al-daer gingen weyden ; waer uyt miflchien oock eenige oorlaeck genomen hebben om ’t lèlve Sibam Caballinam te noemen.

Het feer aengenaem vermaeck der jacht heeft tot allen tijden de Köningen herwaerts aengelockt : alhier is ’t dat Caroloman, fone van Koning Lodewijck de Stamelaer, een wild verc-ken vervolgende, van ’t lèlve gewond lijnde, ge-ftorven is, in ’t jaer 884. Macr ’tis genoegh dusdanige buytenwegen llechs met den vinger aen te wijlen.

D O V R D A N.

HEt lledeken Dourdan en light wel niet in’t Bofch van Yveline; maer dewijl het een is van des felfs nabuuren, en eenige fijn aen-hanglèlen aldaer gelegen fijn; fi^o dunckt’et ons raedlaem dat alhier te befchrijven. De Monick Aimoinus noemt het Dordingam ’’villam: Gerbertus

Vranekrijeki

Aertsbhfchop van Rheims, die namaels gcftc-gen tot de Pauflelijcke hoogheydt, den naem aennam van Silvefter de Tweede , heet het Dor-din^um in eene fijner brieven endelijck in ’toudt regifter des Prioraets van Long-Pont, word het de naem gegeven van Dordingtum. Uy t welcke benamingen ick vermoede,dat het ’t begin en den oorïpronck fijns naems lal hebben getrocken van den Grave Dordingus , die ten tijde van Koninck Childebert de Eerfte leefde;

Dordingum light in een dal ’t welckvrylang en breed is, ontrent tien mijlen van Parijs. Dele ftadt wordt befpoelt van den vloed Vrgie gt;nbsp;die oock Org/ß genoemt word. De geleyde riviere ontlpringt in eene plaetfe geheeten Bertrandi Curia J anderfins Behaucourt, in ’t doorluchtigh gebied van ’t buys van Montihery. Voorts heeft

Boven de ftadt is een middelmatigh bofch, alwaer voormaels ylèrmijnen waren, gelijck dc nagebleven teeckenen noch getuygen. Niet verre van daer is de Heerlijckheyt van S. Maxima, gemeenlijck S. Mefme gekyt welcke den naem ontfangen beeft van Maxima, eene leer heylige vrouwe; delè,buyten weten haeres Hey-denlchen vaders, ’tgeloove Chrilti belijdende, wierdt van de hand haers eygen broeders omgebracht,die daerna berouw hebbende van fijne misdaed , den doop ontfangen , fich in der bol-fchen eenfaemheyt verll:eken,en aldaer een leer llreng leven geleyd heeft. In ’t felve gewefte is Loya, of Louye, vermaerd door ’t Prioraet der ordre van Grandmont. ’t Light in eene leer ver-mackelij.cke plaetfe, alom omfet met boftchen en heuvelen, in orde gefchickt na de wijle van een fchouwtooneel. In d’uyterfte vlackte dicht by ’t bolch, vertoont fich’t gebouw eener kerc-ke, lijnde voorwaer een konincklijck werek. ’tVolck feght, en vertelt ’et na als van fijne voorouders fulcks gehoort hebbende, dat de plaetfe den naem van den Koning ontfangen heeft, die, als hy feer befigh was met jagen, en door ’t bofch verdoolt ging, en van niemandt gehoort en wierde , die hem weder te recht mocht helpen, van hier eyndelijck begonde gehoort te werden ; tot gedachteniffe van welcke faeke hy aldaer eene kapelle dede bouwen , de lèlve befchonek metrijekeinkomften , enden name gaf van Onfe Vrouwe van ’t Gehoor, of

Î nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;N. Da-


-ocr page 71-

-ocr page 72-

’t LANDT

N. Dame de L’ouye. Maer op dat wy geene on/è-keie voor Ickere fàken ftelien ; dit altijt is buy-ten twijffel, dat Koning Lodewijck genaemt de longe , aldaer heeft geplaetft de Monicken van d’orde van Grandmont, de lèlve de plaetle inet haere aenhangfelen toewijfènde; ja dat oock d’inwoonderen van ’t dorp van Granches, ’t recht datfè op de boflchen hadden , hun hebben toe-geftaen.

Reyfende voorts naer Yveline, ïoo ontmoet-men een andere plaetfe van oude geheugenifïe, die den name draeght van S. Arnold , en be-Ij^oelt wordt van de riviere Remarde , alfoo ge-noemt met een gebroken Franlch woord ; lÿ vloeyt uyt Rambouillet na Souchampj daerna looptlc voorby S. Arnouts tempel en JSion'Villier, en valt daerna in d’Orgie.

MONTFORT.

Dit Graefîchap bevatte voormaels feer groote Vooghdyen en Heerlijckheden , , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;die door wiflelinge van tijden , van ’t lèh

ve afgefcheyden , en van befitter en Heere verandert fijn, maer de Bailjuwfchappen fijn onder desfelfs gebied gebleven. In den inganck felve van ’t gewefte, light een plaetle gemeenlijck Montfort genoemt, fijnde de voornaemfte van dit Graetlchap. Dit gewefte breydde fich uyt tufichen de rivieren de Maderde Seyne, en RurOj tot het kruys toc van S.Leufredus , ’twelck eertijdts genoemt wierd de plaetle van S. Odoë-nus. De riviere Mader Ichijnt aen ’t gewelle den naem gegeven te hebben ,• fy begint van ’t bolch Yveline, en bevochtight de landouwe van Murofque die ’t Gafthuys van Parijs toekomt ,• van daer roltfe af na Madriacum of Merey , het welck oock van d’Ouden Medriaca en Matriacapo--teflas genoemt wordt, te weten , na den naeme der felve riviere : want ’t is feker dat vele plaet-fen , die by rivieren liggen, den naem van de felve ontfangen hebben. Voorder wort Montfort geeiert met den toename van l Amauryfijnde namelijck een langduurigh befit van’t eertijdts doorluchtigh geflachte, ’t welck aen ’t felve den naem heeft gegeven.

Seine, Beine wordt getelt onder d’oudtfte Kafteleyn* Ichappen defes Graeflchaps, het leghtaen den oever van den ftroom Mandrie, die uyt Merey derwaerts aenvloeyt, en fijnen loop neemt door l!^eelfam, gemeenelijck genoemt Neaufle la Ville, waerom het oock van lommige ISlealfa Villa genoemt wordt ; op dat men ’t te beter onder-Icheyde van l^ealfa Caflello, of Neaufle Ie Chaflel ’t welck oock een ander Kafteleynlchap is, palende aen ’t voorgaende: daerna gaet de ge-lèy de ftroom naer Mar^ellium, anders ’t welck oock Mareolium^ Marolium, Maroiluscn genoemt wort ; en endelijck vermengt hy fich met de Seine, ’t Gebied van Maule is feer oud ; gelijck oock dat van Efpone.

Oock is Houdan,in ’t Latijn Hosdanum,eenig ge-deelte geweeft van de Heerlchappye der Mont-fortlche Graven ,• hier blinekt de Kercke onder de naem van S. lan den Dooper. Daer is oock een kafteel dat niet onvermaerd en is. Defe ftadt

EN BOSCH

light op het beecksken , dat in d’oude kaerten Abeton wordt geheeten , maer in ’t gemeen Ve-gria, ’t welck van daer fich ftort in d’Evre ; het neemt fijn begin ontrent den tempel van S. Leodegaer in Yveline, waer by Gaudiacum light of ïouy, oock liggen aldaer AdaMlle en Condé, alle welcke fteden belpoelt worden van ’t rivierken Abeton : daerna wat leeger de boflchen verlatende van Gros-rouygt;re, en de plaet-fen van S. Anian en Molet belproeyende, Ipoeyt het fich naer Hodan , aen welcks flineke fijde Boutigny gelegen is. Daer is oock een ander Eoutignj. dorp in ’t gebiedt defer Parochie, namelijck Burdony ter rechter fijde wordt Garancie-rês gefien , eene plaetlè weleer beroemt wegens de dappere ruyteren diele voortbrachte.

Niet verre van Houdan word d’oude landsdou- , we, Diyies-burgh genoemt, gefien.

EJpernon is een ftedeken , eertijds vereert met Efperuen. den tijtel van Baronye en Kaftelianye , maer nu verheven tot hooger waerdigheydt, namelijck tot een Hertoghdom 5 ’t heeft in fijne gebuurte ’t Prioraet van S. Thomas, gelegen aen ’t rivierken de Ehau ,• ’t rivierken felve uyt de plaetfe Gué de Loré loopt door Galardon , van daer vliet ’et af naer Elpernon , en daerna valt ’et in d’Eure. Van dit Prioraet hangen af de Parochiale kereken van Ga^ieran, Rambouillet, en andere nabuurige.

Niet verre van Elpernon wordt oock gevonden het oudt gebied Maintenon geheeten,’t welck voormaels ftondt onder de hcerlchappye van Montfort. Rambouillet is eene oude en vermaer-de landouwe. Koning Pipijn gedenekt delèlve; en Koning François d’Eerfte ftelde dit vertreck Ibo verre voor andere, dat hy ’t uytkoos tot fijn jachtvermaeck, en aldaer wenfchte geruftelijck te fterven.

Hier aen palen de volgende fteden, Ga^^eran, Boißiere , aldus genoemt van de bofchboomen daer ’t alom mede beplant is,- Néron, Le'vis, d’Abdye van Rolche , van d’ordre van S. Auguftijn, ’t woud van Guido, d’Abdye Haute-Bruiere, en Bruieres, ’t welcke light in ’t Iaeger gewefte.

De riviere Remarde Ipoeyt fich uyt Rambouillet na S. Aernouts tempel, by welchen Rochefort in Yveline allernaeft is gelegen, ’twelck eenige oock noemden ftercke Rotle , en voormaels gehoorde onder de Graven van Montfort.

’t G R AEFSCHAP

VAN D R E V X.

’t Raeffchap van Dreux grenft aen Mont-f -jr fort,en light in ’t Bisdom van Chartres;

’t is verciert met een Bailjuwichap, den eylande van Vranckrijek onderworpen,- en van desfelfs befluyten appelleertmen regelrecht tot het Parlement van Parijs, ’t Heeft in d’oude Regifteren en Hiftorien verlcheydene namen ; want fomtijds word ’et Durcaßinum, DorcaJ^inum, Drocaßnum , altemet oock Drocenfis en Drocacenfis pagus of Comitatus genoemt. ’t Wort bevochtight van drie rivieren, en van de felve orafchreven.

te


-ocr page 73-

te weten , van d’Eure, Ekfe en Aure^ oft liever Ha-dre y die Vranckrijck affcheyd van Normandien, gelijck gemeenlijck met dit versken wordt uyt-gedruckt:

De igt;lîet Tpan Hadre, al is hy kleen

Schejd Vranckrijcks ackeren ygt;an een.

Dreux is de hooftftadt defès Graeffchaps Ef legt aen den waterftroom Blelè, die de ftadt van onder befpoelende , korts daerna in d’Eure vloeyt. Wilhelmus Gemeticenfis noerntfeDor-caßinum Caflrum i Glaber Drogua i en endelijck d’oude munte Drucas. aer uyt men kan giffen dat aldaer eene munterye geweeft is, welcker geld geflagcn is geworden onder den name van Graef Hugo, mogclijck Capet, die namaels tot de Kroone gekomen is. De forme defer munte wordt u hier vertoont :

Daerna volght Eermaincourt fijnde eenefeer edele Kaftellanye van dit gebiedt, alwaer een Prioraet is van Canoniken Regulieren. Oock is’er Monßreüilj gelegen aen den vloedtEurej voorts hot dorp van S. George, daer de munte van Dreux geflagen wierd ; en ’t boffh van Cro-fois, oft van Dreux, gelegen dicht by Eerwaincourt. Die leer beroemde llagh van Dreux tegens d’op-gerelene beroerten om de Religie, is voorgevallen tuffehen de Blefe en d’Eure in den jare 15Ó2.



Eranckrijck.

-ocr page 74-

-ocr page 75-

Noem»


t)eeli»ae.


Tarißs.


Tairti’


L' I S L E de


N de befchrijvinge van het Gouvernement van l’lße de France hebben wy gefeydc, hoe dat ’et woordt France op driederley wijfe verftaen wordt : hier füllen wy be-fchrijven dat deel van Vrank-rijck, welck eygentlijck (Jße de France is.

Dit France is bynae beflo-ten tuflchen de Marne, Sey-ne, en Oyfe : niet dat alle de



landen tulTchen de rivieren daer onder gehooren, maer de naefte acn Paris gelegen.

De oorfake van dcfe naem en declinge halen fommige van de tijden van Clodoveus, bybrengende ’t gene Bcllefo-reft gefchreven heeft, dat aldus luydt : Nae de doodt van de groote Koning Clovis, is Vranckrijck op een nieuwe manier gedeelt, alfoo uyt eene meer Köningen geboren waren; en is die alleene Koning van Vranckrijck genoemt, die te Paris refideerde. Van daer komt ’et, dat Nße de France is het ware en oude domeyne van de Köningen, hoewel fulcks niet geobferveert is in de ftamme van Pepin ; maer dat daer nae dit gebiedt en Graeffehap van Paris als erfdeel aengenomen is van de Koningen van Vranckrijck.

Plfie de France, eygentlijck foo genoemt, zijnde La Fre-•voße' (ß Comté de Paris, wordt in vier deelen afgedeelt, als in het Parifche, Goclle, l’Ifle de France, en Vexin.

Het Parifche, gemeenlijcken leParißs, begreep eertijdts onder fich alle ’t gene dat van de poorte van Paris ftreckt rot Pontoyfe, en voorts tot Claye toe, naer Brye. De naem hier van is bynae in vergetinge gekomen, alleen dat ’er noch eenige memorie is over-geWeven in fommige dorpen, als Louvre, Cormeillê, Efcouan, en andere, die den toenaem van en Parißs hebben : als oockin ettelijcke munten en penningen , die men Sols en Deniers Parißs noemt , en in fommige taxatiën ofte fehattingen des Parlements van Paris. Sommige meenen, dat een poort te Paris, die men noch de pdorte van Paris noemt, nergens elders van defen naem draeght, als gt;nbsp;om dat men van de felve ging recht naer Parifis.

Van dit Parifis, als oock van geheel Vranckrijck, is Paris ofte Lutetia de hooft-ftadt,welcke alfoo van Caz^r genoemt is, en van Ptolemæus Leucotetia, van lulianus Leucetia, van Marcellinus Lutetia en CaPlellum Parifiorum, en van Zozimus Parißum j hedensdaeghs wordtfe Lutetia Parifiorum en gemeenlijcken Paris geheeten, nae de volckeren defes landekens. Sommige geven haer den naem Lutetia, À luto, het welck is van het flijck, van wegen de naeft-ge-legene poelen en moraflen : andere willen het derivecren van de groeven van de gyps,dat feer witachtige kalck oft een fpecie van krijt is, als nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, om dat de felve ftadt by

nae geheelijeken uyt fulcke materie opgebouwt is. Defe geweldige ftadt is eertijdts veel kleynder geweeft als nu tc-genwoordigh, zijnde toenmaels maer op ’t eylandt gelegen, in de Seyne, en heeft alfoo eerftmael een feer kleyn begin gehad j doch de aenwas van ’t volck dagelijeks grooter wordende , en dit eylandt alle defe menighte niet könnende begrijpen , heeft men beyde de zijden van de riviere beginnen te bebouwen en te bewoonen, en allengskens voorfteden daer aen te maken ,• waer door dan defe ftadt alfoo vergroot is, dat fy nu ter tijdt de grootfte van geheel Vranckrijck, en in drie dcelen af-gedeelt is ; van welcke het grootfte, gelegen aen d'e rechter-zijde der riviere, het laeghfte ofte ne-derighfte is, fich ftreckende naer ’t ooften en noorden, en gemeenlijcken Villa ofte la Vide genoemt wort ; het kleyn-fte deel, gelegen aen de flineker-zijde der riviere, naer het zuyden en weften, begeeft fich meer in de hooghte, van wegen de heuvelkens en bergskens, en wort geheeten iVni-•verfite'; het middelfte is ’t eylandt,’t welck men na fijnen ouden naem la Cité noemt, en is geheel met de riviere omcin-gelt, en aen ’t kleynfte deel met twee, en aen ’t grootfte met drie bruggen vaft; behalycn de Pont neuf, diedeUniver-

Vrantkrijek»


I o

FRANCE.


fité, over het eylandt la Cité, aen la Ville voeght. Architre-mus, eenEngclfch Poëet, heeftdefeftadteertijdtsmetdefe veerfen verheerlijekt :

Fxoritur tandem locus altera regia Phcebi Parrhifii, CyrrhaaViris, chry/àa Metallic, Craca Libris, Indafiudiis, Romana Poétis, oittica PhiloJophiSi Mundi rofia, balfiamus Orbis, Sidonis or nat u, fiuamenfis, nbsp;nbsp;fua po tu,

Dives agris, fcecunda mero , manfiueta colonis, Mefièferax^ Fortis Domino, Pia legibus, aura Dulcis, amanafitu, bona quolibet, omne venuFiumt Omne bonum,fi fiola bonisfor tunafaver et.

Defe ftadt is een van de treffelijckfte in Europa ; want fy Hoß. is ’t ordinaris hof der Koningen van Vranckrijck,cen Aertz-bifdom, en Univerfiteyt, heeft het grootfte Parlement van ’t heel Koningrijek, en is een koop-ftadt. Voor defen was het maer een Bifdom, en is, ter begeerte van Koning Lodewijek de XIII, van Paus Gregorius de XV, in’t jaer tot Parlement. een Aertz-Bifdom verheven, welcke digniteyt eerft bedient heeft loannes Francifcus de Gondi, zijnde de io8 Biflehop. De eerfte was S. Dionyfius Areopagita, aldaer gefonden van Paus Clement de I.

Aen de zijde van de ftadt die men la Ville noemt, zijn vijf VILLE, voor-fteden, te weten van S. Martin,S. Denys,Montmartre, Vôorflede». S. Honoré, S. Antoine.

In dit deel is ’t Chaftclet dicht by Pont Marchant en Pont Chaßelet. de Change, gebout van luliaeù de Apoftact, rot een kafteel en plaetfe om de tollen t’ontfangen. Nu is het een van de voornaemfte Hoven van juftitie.

De Louvre is de ordinaris woonplaetfe des Konings, ge- Lonvet. maeckt van Philippus Auguftus. François de I, Henrick de 11, Karel de IX, en Henrick de 111, hebben dit werck veel vermeert; maer Henrick de IV, die men de Groote noemt, heeft ’et noch heerlijcker gemaeckt,cn met fehoone galderyen foo verçiert, dat het niet nae fijn weerde befehre-ven kan worden. Sijn foon Lodewijek de X111 heeft ’er oock aen doen arbeyden, om met ’er tijdt tot een volkomen werck te brengen.

LesFhnilleries t welck de Koninglijcke hof ofttuynis, FhusHeries. wierdt begonnen van la Reyne Mere Catharine de Medicis, en volbracht met groote koften van Koning Henrick de IV, die een lange galderye gemaecktheeft, doorwelckemen naer les Thuilleries gaet.

Het Stadthuys begon men te bouwen in’t jaer i y 5 5,wiens Stadthujs. fondamenten geleyt heeft François del, doch is lang on-volmaeckt gebleven, tot dat François Miron, Raedsheer des Konings en Lieutenant Civil, ’t felve heeft doen opmaken door den künftigen bouwmeefter Marin de la Vallée. Hier houden de Prevooften en Schepenen der koop-lieden haèr rechtbanck, en oordeelen over de gefchillen der koop-man-fchappen van koorn, wijn, hout, hoy, en andere die te water en te lande aenkomen. Defe ftellen oock ordinantie op den prijs van die dingen.

De Fonteyn die voor het Stadthuys fpringt,tot gerief van Fontey». de Gemeente, is begonnen in’t jaer 1624, den nbsp;nbsp;lunii, en

volmaeckt in het jaer 161^. Koning Lodewijek de XIII heeft daer van den eerften fteen geleyt. Daer zijn naeder-handt in verfcheyden quartieren van de ftadt noch meer fonteynen gemaeckt.

La Baftille light op het eynde van de ftadt, by de poort pafliSe. S. Antoine, is een groot fterek gebouw,gemaeckt van Hugo -Abriot,Prevooft van Paris,en niet van d’Engelfche, foo fommige meynen ; dient tot een gevangenifle van Princen,Graven, en andere Heeren. Hier is de Marefchal van Biron onthalft.

Hier ontrent is ’t Arfenael, oft huys daer de wapenen Arfenael. bewaert worden, dit is van allerleyamonitiewelvoorfien.

Daer neffens is de Palemaille tot exercitie van ieder een.

La place Royale , te voren genoemt HHosielde Fournel-les, is gemaeckt van Koning Karei de V, en daer nae afge- Royale. broken, om de ongeluckige doodt van Koning Henrick

K nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de II.


-ocr page 76-

AGIR PARI SIIKSIS Vulgo

L’ISLE DE TRANCE

Er .Guillo teriu s Bitur Vîu, dclcri b.


Cli.V. PekroPitkcco I.C.

dedicabat.



äS.S enrlrOh

j* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.ä»

itlÄÄiS» '




Villars


Geut;iei‘.'c


La Chat^ee


Oattp^yjna


Peniciiç


yie Citant


Sipr.e

d '^■


^liwl’utfson


_A


À.'


^La loae iie viermes


rie. Tette.


Jf'lim.e a* k ■*»«_ ä


'Vwrtna^


A

a^ify


UarbtL Jti- 'lcrivc


ûrtvy la vtlle




,A. ,.„ . -


liälLfintainc



. A,

Vtllteiv Cidam.

A..

rßunennyt


À.J^t'efillau


Sa^ua Uci


- ALiJumißte A^C-Ücn.


ypieree late


-Irheley

à


Ceaflanf


Ifcheves ' à.


. A..

S.Sek^L.


^'î-


•ßethentent


S.Leu,


A„

Xanertiy


À,


Chaumy

.. ■ A^4


*44r


ü^-

Le ßb^ie l'eueliavd


S. Cratian.


Cernay


LaSreit

it.


^Jiaillet


A

•yraneenulUe


Ccrmdllcs

A,


Sei'b’envitlc


^ielin îcjlantf


iMentiqny

Ä. quot;


^fÿenteuiL


La Muette

A..

‘4


Le.Ucfnil


V^«x


Carier Jcub,z le hets

S.CermauL en. laye I


f ^.LitVonJe


ÂLdJiiirJe,


k.


•Re-.


JCeviUe

a,

Carrtere d.Dettis

(entßen.


CneUly


^anlertv

Él_


quot;Chäyldßh\‘ttgt;t.

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mared.

A. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;li

Vtlhers le fia


•.'Uaillclie

A_


lâ. KzeuvtUe


-A...

Chdßenay


Cltatfiur fljl

AlJamatit


Uoni •Marency


Duil Â.


^OrmJen


■L'efianÿ ie Cequcnart



.dle/iuL übvy

•Vleßie ytßüt

Ä,

£ceitetL


*iLemanuille


ji Craßay

IJertlma^nye

VilLlanctß.


Tantttilltetv ij '^-


•Ue


. IJttieres ji


ît, la. aarenne.


Cevieney


a viUL


► UValerian J^L . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»Jhtieaus

A f •.little mayèn


‘ßuzatMl

Chaletianej et


La cha^ee


GiLlliCit


coin.ntiuua,.


A.

Surette


A

Meudeu



'* A^’’ ’WO .


d


^^aviy


l^'Ptiyßnx


^Vctnandr

k -.

Villeren.


'^aulaurens'


jii


lient-ilclian

L'Srahld


Â. s. Vy


^bapylanei^


Mxki^


Crelÿi.


dFontenay

k.

A-


CheiteiUenf


Louui'e


A.

tc vieil


^^^attquaL


ßran^c def naues


À.,


Ge^imuUe

TiUay si.


Vilh^tv le hel


Le Landy


.VenUtlarhv


Mortierea nbsp;nbsp;Vremhtay

A. A


, ^yfiy ^Vauderlan


^Chatilten.


irLfntt^C


Ze


^^^lîerville.


\'n. n


A. l’aniiiv


^'Panleuay


A.^hti llcitae


'ViUe finie


lt;BtaacmeJhil


^rancy


benne.


.Suhuty


td/ejnü. .diadamd ^amp;aace


SiO-Ùv


•4bncelen9e


^enroKa


'Tet^ement

Mftine tdlle A


A.


Meuhn netß Ville


Catalans'


, 'Psnt iL ChairiLten


tcnneaii


Alei’AVJies,




A. , ..Ji

.^ntilly


A.

i5Vîyi»gt;v


FelleniJ-rß; jA.

Crrheleu^

A.etl)ye


Ville- ne ufite


^'Thteupe


C^etnfow


^•Aiary


La^Villeite


V^asyoun



Ltury* .


Les ^Raßins


^Bondis


Merlan. ,..^-

CRafny^


t^ayr^ ’^Pelaiiy


Le VteJSier

A. ■



eu/y


SMare VitMttles'


2^anivvillet


A., ßldtti ^vn.


jk I I JA..VineMl


VareUe.


Ta,^y


.^.

^Sea tavieentd.


Clichi


Jiejiy


Cheyy le. temfk it.


•Ville, Tanßis


Â.

Sevill^“


, Claye^


Channeniret


La Cauche


^lldivuiL


L^leuiattban'


Canne


:SJi


^ant au- aJamei


iiaÿeiuUahault


Vuüy


jA-


Ceuicren


.Ihnjay


LeTin.


^Urou.,


sßffin'deaue

A..


A,.

„Hettiry


LJtfermitaeje


^Jontfiftwil


- tiaißn, rai^e.


A..


A..

Ville tieißv


n^amyene..


S-Tthanlt


Ja^he


À.

Lnian,


Chelles


^Ranlilfy'


Chalifir „iiettteurin


^ußy

Ceuebt


Ville ttctßte leCende

A^..


-ocr page 77-

L’ I s L E DE E RANCE.


/.'f.-.reßs de 'Temple.


de 11. Daer zijn nu aen cîcke zijde fcs-en-dertigh nieuwe huyfen,hecrlijck van fteen opgebouwt,uyt eenderhandc,van Henrick de Groote, daer veel Adel woont. Hier zijn twee pavillons, het een voor de Koning, het ander voor de Ko-ninginne. In’t midden is eengrooteplaetfe, om tetour-noyen, ring-ftcken,amp;c. In ’t jaer 1612 is hier het fchoonfte tournoy-fpel van alle gehouden, ter eeren van de twee hou-welijcken, die befloten waren tuflehen de kroonen van Vranekrijek en Spanjen.

De Marefts de T emple hadde Henrick de IV oock voorgenomen te maken, macr is door zijn doodt belet; doch naderhandt opgebouwt, maer niet met fulcke heerlijekheyt als hy beworpen hadde. Den tooren is volmaeckt in ’t jaer


Temple.


1506.

In het Hof dat men de Temple noemt, hebben eertijdts fommige Koningen gewoont, daer nae de Templiers, en nu de Ridders van Malte.


S.Cermain De kereke van S. Germain de 1’Auxerrois is van^Childe-


de l'^uxcr- bert, fone van Koning Clodoveus, gebouwt, ter eeren Sint rüz;. Vincent ; daer nae heeftfe de naem gekregen van S. Germain , Biflehop van Auxerre. Het is een Parochie-kcreke en collegiate, dat is van Canonicken ; binnen het klooftec van defe kereke wordt den grooten Raedt gehouden.

Saints In- De kerck Saints innocens is gefticht in ’t jaer 118 y , uyt Kocens. geconfiskeerde goederen der loden, die uyt Vranekrijek verdreven wierden : op ’t kerek-hofvan S. Innocens, dat is, van de onnoofele kinderen , worden alle foorten van men-fchen begraven.

Ferronnerie. Nacft dit kerek-hof is Ia Ferronnerie, dat is de ftratc der fmeeden , lbo genoemt, om dat S. Lodewijck Koning van Vranekrijek defe plaetfe eertijdts aen fommige fmeden hadde gegeven. In defe ftratc is Koning Henrick de IV, in het jaer 161 o den 14 May, wefendc vrydagh, ontrent vier uren nae middagh, deerlijck met een mes vermoordt, fittende in zijn karos, tuft'chen den Hertogh van Efpernon, den Mare-fchal Laverdin, van Roquelaure, den Hertogh van Monba-fon en la Force, oudt y7 jaren. Wiens doodt niet alleen Vranekrijek, raaer oock veel uytheemfche Princen en volc-keren grootelijeks bedroeft heeft.

Crci.xde In de ftrate oft Rue S. Honoré is een kruys opgcricht, dat 'F»otr. men la Croix de Tiroir, dat is , van trecken noemt, om dat onder Koning Clothaire de 11, de Koninginne Brunehaut alhier met vier peerden van een getrocken is.

S. Enfla- Saind Euftache is de grootfte Parochie van Paris ; men ehe. fcvdt dat ’er 30000 communicanten onder hooren: te voren was ’t maer een kapelle gebouwt ter eeren S. Agnes, van lan Alais burger van Parijs.

Ea Trinité. La Trinité is een Godtshuys voor de arme kinderen, die van haer ouders niet können onderhouden worden. Sy worden gekleedt met blaeu laken, en hebben bonetten van het felfde, men leertfe alderhande ambachten. Françoys de I, en Henrick de II, hebben het vermeerdert. Eertijdts woonden hier de Religieufen van de Orden der Premonftraten. Hierachter is een groot kerek-hof, daer begraven worden die van EHoßelde Dieu, en alle die geen middel hebben om haer begraeffenifte te bekoftigen.

S. A'artin Sainä Martin des Champs was eertijdts een Abdyc, is nu desChamps, een Prieurie, die begeven wordt by den Abt van Cluny. Dit is altijdt het Paleys geweeft van Koning Henrick de I, cn was toen buytcn Paris.

S.EIicolat SaindNicolas des Champs, foo genoemt, om dat het desChamps. buyten de Stadt was, is gefundeert van Robert, foonvan Hugo Capet. Hier Icydt begraven Wilhelmus Budcus, door zijn uytnemende geleerdtheyt genoegh bekent. In ’t jaer 1^-76 heeftfe feer toegenomen, en is daer nae noch vermeerdert.

lEloflelde nbsp;nbsp;Het Paleys oft Hof van Burgondien, heeft den naem van

Eanrgoigne, den Hcrtogh die het toebehoorde : nu fpeclt men hier comédien,

De Bonr- Het Paleys van Bourbon is gebouwt ten tijde van Ko-ning S.Lodewijck, vanLodewijck de III, Hertogh van Bourbon.

De Mer- Het Paleys Van Mercœur is heel hoogh. Men arbeydt , noch dagelijeks om ’t fcive te verçicren.

De Gfiifle, Het Paleys van Guifc, nu genoemt de la Milericorde, heeft toebehoort Olivier de Clifton,Coneftabel van Vranekrijek, ten tijde van Koning Karei de VI : nu komt het toe de Hertogen van Lorrainen.


Niet verre van hier ftaet het Paleys van Mont-morency. nbsp;nbsp;De Mont-

Daer zijn noch de Paleyfen van SoilTons, Longeville, de

Langres, nu toebehoorende de Hertogh van Majcnne, de ^eiflonsjen Sens, de la Marek, nu toekomende de Heer Canceller, de Nemours,û’Efpernon,de Sau, de Luffan, en in ’c Faubourgh van S, Germain het heerlijck Paleys van Gondy.

Niet verre van ’t Stadt-huys is de brugh van onfe L. Vrou- L. TT-ou-we, die eerft van hout was tot het jaer 1499, toenfe in ’t wa- nbsp;nbsp;nbsp;hrng-

ter viel. Toen gaf een Minnebroeder van Verona, lucun-dus genaemt, de inventie om de felve te maken op houte palen in’t water geheydt, opwelckegeleydtzijn de fondamenten van gehouwen fteen, daer de brugh met gewelfde bogen op ftaet ; aen elcke fijdc van defe brugh ftaen acht-en-dertigh huyfen.

Hier is oock ée Pent au Change., dat is de wiifelbrugh , foo tPijfllhrug. genoemt om den wiftel die daer gefchiet van geit dat te licht oft niet ganckbaer is.

Pent Alarchand light hier mede over de Seyne, te voren Pont Mar-wiertfegeheetendemolenaersbrugge, om dat daer by veel cisand. meulens waren : in’t jaer 1596 den 22 Decern bris’s avonts te feven uren vielfe in , waer door veel menfehen verdronc-ken, en goederen verfoncken. Daer nae is fy weder opgebouwt van Karel Marchant, daerfe de naem van heeft: wclc-ke mede te kennen geven defe twee veerfen, die in een marmeren tafel op de brugh ftonden tegen een van de huyfen :

Pons oUm fubmerßis aq^ttis, nunc mole refûrgo : eJTIercatorfecit, nomen iflfe dédit.

Daer nac iftèjammcrlijck geheel verbrandt, wantfevan hout was.

Over defe bruggen gaet men nacr het deel van de ftadt la CIT E'. Cité genoemt. In dit is ’t Koninglijck gefticht oft Paleys, PaUp-wclck bynae altijdt geweeft is de woonplaets der Koningen van Vranekrijek, pvincipalijck ten tijde van Lodewijck de Heylige, die het felve vermeerdert heeft, gelijck noch ge-tuyght de kamer nae hem genoemt. Philips de Schoonc heeft hier geftelt de vafte plaetfe van ’t Parlement, welck te voren de Koningen over al volghde. In dit Paleys zijn oock andere vcrfcheyden kameren van juftitie, als de Grande Chambre, de Chambre des Enqueftes, twee van des Reque-ftes, die van PEdici, het Hof van de Beden, genaemt des Generaux , opgerecht van Karel de VI ; de Threforie, die oordeelt van de Domeynen, Leenen, Aubaines, Baftardien,ont-erfteniftTen, amp;c. La Table de Marbre, daer ’t Conneftabcl-fchap en Maerfchalckfchap recht doen. De Admiraliteyt heeft hier oock haer Recht-banck, aïs oock de kleyne Can-cellarye. In de fale van dit Paleys is de plaetfe van de Prefi-denten cn Raedts-heeren des Parlements. Het gebouw van defe is leer uytnemende. In’tjaer Kîiy, in Meert, is een groot deel van dit Paleys afgebrandt, en korts daer nae van Koning Lodewijck de XIII heerlijekeropgemaeckt.

De H. kapelle van het Paleys is gefticht van S. Louys j UtjUge nae het oordeel der Boumeefters, het fchoonfte werek van kapeamp;. heel Vranekrijek ; het zijn twee kapellen, die boven op mal-kanderen ftaen. In ’t midden zijn geen pilaren, maer alleen-lijck aen de zijden, welcke hoogh, recht, en foo dun zijn, dat het wonder is datfe foo langen tijde defen fwaren laft fonder eenigh letfel hebben können dragen. Men feyt, dat hier bewaert wordt de doorne kroone, purpererock, riet , Ipongie, het ammelaken van hetlaetfte avondtmael, ert andere reliquien, welcke altêmael om den noot des Rijeks van Keyfer Balduinus aen de Venetianen verpant waren, en Sint Louys daernae gekoft, en hier te bewaren gegeven heeft. De Canoniken van dele kapelle hebben de felve privilegiën, gelijck die van onfe Lieve Vrouwe kereke, en ftaen onder niemandt als den Paus; de Koning geeft de prebenden die ’t hem belieft.

Place Dauphine is een van de fchoonfte plaetfen van Pa- PlaceDaH-ris, gebouwt ten tijde van Koning Henrick de Groote, op phine. het fatfoen van een driehoeck, daer alle de huyfen gemaeckc zijn in een felve gedaente.

De kereke van onfe L. Vrouwe is een der voornaemfte Hercke wereken in heel Vranekrijek, fy is 174 treden lang, 60 breet, vanonfiL. 100 hoogh, en ftaet op 120 pilaren. Daer zijn binnen ront-om de kereke 45 kapellen, befloten met yfere traliën, Sy heeft elf poorten, cn twee hooge toorens, groote kloeken, w'aer van fommige met achtien en twintigh mannen moe

ten


-ocr page 78-

E DE


FRANC


ten geluvt worden ; de grootfte, Maria genoemt, kan men met ftil weder feven mijlen vêr hooren. Defe is begonnen te bouwen van Ccranus de 2 y BilTchop van Paris, ten tijde van Karel de Groote : Mauritius de Soliac de 70 Bifl'chop heeft den bouw vcrvordert,onder Philips Auguft,-doch Odo heeftfe volmaeckt.

Fetit Cha- Het Petit Chaftelet is gebouwt van Hugues Auriot, Pre-vooft van Paris, tegen de moedwilligheyt der Studenten, cn andere, die onder haren naem veel quaedts deden. Het ftaet by Petit Pont, cn is niet altijdt van fteen geweeft, geiijck ’t nu is.


Frngh van De brugh van S. Michiel is dricmael opgebout, eerft van S. Michiel, ftcen, die ingevallen is in ’t jaer 12.9^, en weder van hout op-


fchrijvinge der Franfchen ) aile den ftrecck landes, die men van S. Denys af rekent, tot Poifly en Montmorancy , en oock alle het gene, dat tuffehen de inhammen en kromten van de Seyne gelegen is, foo naer Picatdicn, alsnaerNor-mandien toe; fommige hellen de palen wat anders.

Twee mijlen van Paris light het ftedeken S. Denys, foo 5. Venp. genoemt nae den H. Dionyfius Arcopagita , difcipel van S. Paulus, en Apoftel van Vranekrijek, die met Riifti-cus en Eleutherius de volckeren van Paris, en daer ontrent , tot het Chriften geloof eerft gebracht heeft, en onder Keyfcr Domicianus onthalft is. Men feydt tlathy fijn hooft gedragen heeft van Montmartre tot defe plaetfe, die


toen Catiilus hier. Hy is hier begraven, cn daer nae met een heerlijck graf vereert van Koning Dagobert, die defe gebout : alsdefelvedederdcmael ingevallen was in’t jaer kereke gebouwt heeft. De lichamen van de felve S. De-


gemaeckt macr is wederom gevallen in ’t jaer i y 47, en op-


161 (3, ÜTe heel van ftcen gemaeckt in ’t jaer 1624, cn aen nijs, Rufticus, Eleutherius, Dionyfius Bifichop van Corin-bcyde de zijden met fchoone huyfen verçiert, malkanderen


r^niver-


Tent neuf.


Foire de S-Germain.


geiijck in getal en hooghte.

Het derde deel der ftadt is TUniverfité, foo genoemt, om dat in de felve vierderhandc wecenfehappen geleert worden, te weten, de H. Theologie, de Paufelijeke rechten, de Medicine, en vrye konften. Defe Univcrhteyt is de moeder van alle andere Hooge fcholen in heel Vranekrijek, en fommige andere landen. Haer fondateur is Keyfer Karei de Groote j Philips Auguft haer vermeerder j en Francoys de I haer voltoyer. De Redor is het hooft van de Univerfiteyt, en wordt alle drie maenden een nieuwe gekofen. Hier zijn ten minften 20 publijeke, en 50 particuliere collégien,waer onder het fchoonfte is dat van Navarre, gebouwt van Ioanna Navarræa, gemalinne van Koning Philips de Schoone. Het collegie van Sorbona is gefondeert van Robert de Sor-bona Theologant, daer inne woonen, die men de Sorbo-niften noemt, mannen, om haer groote wetenfehap in de Godt-gcleertheydt, door de heele wereldt beroemt. Onder andere ontallijcke geleerde Doótoren uyt defe Univerfi-teyt gefproten,fijn Albertus Magnus,D.Thomas de Aquino, S. Bonaventura, loannesScotus, Petrus Lombardus, Petrus de Aliaco, loannes Gerfon, Guilielmus Budæus, en andere.

De nieuwe brugh, begonnen ten tijde van Koning Hen-rick de III, in’t jaer 1578, die den eerften fteen daer van leyde, is nu volmaeckt. Den 23 van Auguftus 1614, wier-de daer geftelt het kopere beeldt van Henrick de Groote, fwaer 5000 pondt. Dit fchoon werck is gemaeckt te Flo-rencen, door meefter Ian de Boulogne, uytnemend bceldt-fnijder.

Koning Lodewijek de XI heeft in’t jaer i48zaendeRe-ligieufen van de Abdye Saint Germain privilegie gegeven, van een jaermarekt te houden des anderen-daeghs nae onfe L. Vrouwe Lichtmis. Defe wordt gemeenlijck U loir ede Saint Germain genoemt.

Het Paleys van de Koninginne Margriete is t’eencmael afgeworpen,cn de plaetfe bebout met huyfen van particulie-


re perfoonen.

’t Hof van nbsp;nbsp;Daer eertijdts het Hof van Luxembourgh was, is nu het


l.uxem-


Font Charenton.


La Goellt.


r}ß.t de France.


heerlijck Paleys van la Reyne Mere Marie de Medicis, onder andere rariteyten verçiert met koftelijcke tapifferyen, reprefenterende aile de vidorien van Koning Henrick de Groote, ailes gemaeckt na de tekeningen van den vermaer-den fehilder Petrus Paulus Rubens, die oock het leven van de voorfehreven Reyne Mere feer konftelijek in een gaelde-rye des felven Paleys uytgcbeeldt heeft. Dit werck is bynac volmaeckt j men doet dagelijcks neerftigheyt om de fon-teynen te voltoyen, die het volkomentlijck füllen verheer-lijcken.

Niet verre van Paris light le pont Charenton , daerde Marne fich met de Scyne vermengt. Alhier is een Echo oft weder-klanck, die tot dertien reylen de menfchelijcke ftem-menaevolght, en wcderhaelt, cn kan eenwoordt van vier fyllaben , vier ofte vijfmael nae malkanderen perfeftclijck pronuncieren. Hier hebben de Gereformeerden een kerek gebouwt.

Van ’t landeken Goella, oft la Goelle, zijn de oude limiten onbekent , alleen hebben tot gedachtenifle noch eenige plaetfcn den naem van Goellc behouden. Hier light het Graeffehap Dam Martin, defen naem hebbende van Dam Martin, weleer een voorname ftadt, nu ter tijdt is het een dorp, gelegen op een hooghte.

Inpela Francia, ofte flflc de France, begrijpt ( nae de bc-l’rAnckritck,


then, cn de reliquien van andere, worden hier met groote eerw'aerdigheyt bewaert. Defe kereke is nimmermeer van de Normannen , ofte in de inlandfche oorloge berooft oft verftoort, foo dat de Köningen van Vranekrijek mcenen, datfc mcrckelijck van Godt bewaert w^ordt : daer-om alsfe ten oorloge, ofte verre van buys trcckcn, befocc-ken fy eerft defe plaetfe, en doen eenige belofte. De over-fte van de kereke is een Abt, die genoemt wordt de Heer in het Parlement van Paris. Lodewijek de II heeft den felven vry gemaeckt van ’t gebiedt van de Bifl'chop van Paris , om dat fekere Abt hem gefchoneken hadde het filveren dack van defe kereke, om in de dieren tijdt aen de armen uyt te deelen.

De kerek van defe Abdye ruft op 60 columnen, en heeft xibd/e. drie metale poorten; het choor is in drien gedeelt; het eerfte deel is de plaetfe daer de religieufen fingen, en haren Godts-dienft doen. In defe drie chooren zijn de bcgraeft'cniften eijl graf-dichten van de Koningen : in’t eerfte leght Koning 4^^ Karel de Kaluwe, met dit opfehrift : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kontngen,

Imper io Caroltes Calvur regnoquepot it us, Gallortim jacet hic fub brevitatcßtus.

Aen de rechter-zijde ruften Koning Lodewijek, en Dagobert : aen de flincke, Koning Hugo Capet en Odo ; tuffehen beyde ftaet de kafl'e met de reliquien van den H. Lu-dovicus. In het tweede choor zijn de begraeffeniften van elf foo Koningen als Koninginnen : vijf aen de flincker-zijde, te weten, van Philips de III die men den Stouten noemt j van Philips de Schoone, met fijn gemalinne Koninginne Ifa-bella van Arragonjvan Koning Pepin,en Koninginne Berta: aen de rechter zijde liggen Lodewijek defoon van Philips de Schoone met fijn foonken loannes, Ioanna Koninginne van Navatra, en Karel de VIII van koper gegoten en knielende. In’t derde choor is het graf van S. Lodewijek. TufiTchen het tweede cn derde choor, aen de rechte zijde, fiet men de begraeffenis van Koning Dagobert, ftichtci van defe kereke ; fy is van fteen fonder eenigh çieraet. Aen de flincker-zijde, van Philips de Lange cn fijn gemaelinne Ioanna; noch van Karei de Schoone en fijn gemaelinne Ioanna, en van Philips en loan. Buyten ’t eerfte choor is het graf van Koning Françoys de I, uyt albafter fteen, en fijn oorlogen en viótoricn aen de flincker-zijde : hier is oock de begraftenifle van Koning Lodewijek de X11 met fijn gemaelinne Anna van Bretagnicn j defe is de hecrlijckftc van alle. Catharina de Medicis heeft een ronde kapelle aen de noordzijde van de kerck begonnen, in ’t midden van welck is de begraeffeniffe van haren man, Koning Henrick de 11, aen de zijden van hacr fonen François de II, cn Karel de IX , uyt albaft. Defe kapelle vervalt dagelijcks meer cn meer door den regen.

Ecn deel van de fchat wordt binnen, een deel buyten de Schat. kerek bewaert. In de kerek zijn de reliquien, als het hooft van den H. Dionyfius in gout befloten , en met pcerlen verçiert , een nagel van ’t kruys Chrifti, een arm van de H. Simeon,het hooft van S.Benedidus,de windels Chrifti,de reliquien van de H. Efaias en Nicolaes. Hier zijn oock autaren cn kruycen blinekende van gout en gefteente,cen eenhoren fevendchalf voeten lang, cn vijfentwintigh pont fwaer ; een vont van Porphir, die Koning Dagobert tot een badt ge-bruyckte.van Poiftiers hier gebracht, daer eertijdts een vont was van j 0000 kroonen : in dele ftcen oft vont van Porphir

K z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wordt


-ocr page 79-

Alurtre.

V I S L E DE

wort noch te PaclTchcn en Pincxtcren het water gcwijt, om te doopen. Daer is oock de lanteern van de verrader ludas, op de oude manier gemaeckt, en zijn fwaerc. Tot de kamer daer de Konincklijcke juweel en bewaert worden , gact men uyc de kerck aen de rechter zijde, met een trap. Hier zijn vier threfooren, vol Konincklijckegoederen, alle van heer-lijck en wonderlijck werck, foo dac men meent dar er in heeldewerelt geen kapc-I is, daer men fulckenmenighte van uytgelefen koftelijckheyt vint j welckc te kennen geven degroote Godtvruchtigheyt der Köningen van Vranckrijek. De Abt bewaert de Konincklijcke kroone, beyde de feep-ters, en de ampulle van de H. Olie, welck hy te Rheims moet brengen, als de Koning gefalft en gekroont wort. In ’tkloofter is een gefondefonteyn, uyt eenen fteen gehouwen, daer rontom veel oude beelden van afgoden llacn.waer uyt men meent dat defe fonteyn dacr geweeft is, Voor dat Vranckrijek Chriften was.

De bergh van Mercurius oft Mars,wiens beelden de Hey-denen daer eerden, wort nu Mont Martre, dat is der Martelaren bergh genoemt, om dat men gelooft dat de H. Diony-fius Areopagita , met zijn medegefellenRufticusPriefter, en Eleutherius Diacon, hier van de Heydenen gedoot zijn ; gelijck de oude befcheedcii van Vranckrijek getuygen mec defe woorden : Alle de H. Martelaren zijn op haer bloot lic-haem geflagen, en wederom haer klecderen aengedacn hebbende , geleyt tegen over het beek van den afgodc Mercuur nae de gefteldc plaetfe,en haer is bevolen te knielen om ont-halft te worden. Men meent datden H.Dionyfius zijn afgehouwen hooft van hier gedragen heeft tot de plaetfe die nu S. Denys heet, gelijck S. Albaen te Mentz gedaen heeft. Op die wegh zijn vier ftcene heuvelkens, met kruycen daer op gerecht, gemaeckt om te ruften ; de Franfche noemenfe Montjoyes. Men is gewoon aen elck wat ftil te ftaen in de begraeffeniflen der Koningen. In de begraefFeniflè van Koning Lodewijck de IX zijnfe hier cerft geftcit, verçiert met drie Konincklijcke beelden, en in’t top met een crucifix. Op dit berghsken heeft Lodewijckde VI, en zijn gemalin-ne Adelheida, een Macghden klooftcrgebouwt vanS.Benc-

FRANCE.

diclus Orden in ’t jaer 1154. Hier wordt veel ftof gegraven om pleyfterwerck te maken, wacrvan hetfpreeckwoordc komt : Daer is meer van Mont Martre te Paris, dan van Paris te Mont Martre. Dit berghsken is foo hoogh , dat men van dacr over Paris kan lien.

Niet verre van defe bergh is het Hospital, dat is gaft-huys, welck Koning Henrick de Groote dacr heeft doen maken ter eeren van S. Louys, gelijck het opfehrift van de kerck cc kennen geefc.

rj^ïommorancttim wordt nu Mommorcncy geheeten. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mommo*

Het heerlijck Paleys Madrid leyt een mijl van Paris in

een vlacktc. De Koningen vermaken haer fomwijl hier met de konijn-jaght. Françoys de I heeft dit doen maken nae Madrid in Spanjen, daer hy nae den flagh van Pavien vier jaren gevangen was. Hcnrick de IV heeft het Margareta de Valois gegeven, nae dat hyfe verlaten hadde.

Le Bois de Vincennes light op de Seyne, een mijl van Pa- 'Boh At ris, is met hooge graften, en acht vier-kante toorens ver* f^incennej. fterckt. Philips de Valois heeft het begonnen te bouwen, maer Koning Karel de vijfde geheel volmacckr. Hier is een bofeh bequaem toc vermaeck der Koningen, daerfe oock veelcijdts plachten te wefen. Lodewijck Huttenus, Karel de Schoone, Karel Dauphin-, en Karel de IX zijn hier geftor-ven : het wort nu veel gebruyckc tor gevangenifle van groo-te Heeren.

Sainä Maur leydc feer luftigh op een heuvelken by een SainSl boflehagie.Koning Françoys de I heeft dit Paleys begonnen, Maur. maer niet volmaeckt. In ’c midden van de plaetfc is een ftee-ne pilaer met yferwerck befloten, daer een koperen beek op ftaet van Koning Françoys de I. Die Hot heeft Henrick de IV aen den Prince van Condé gegeven.

Nae rifle de France vo\ght Fexinr/m Francicu/ft, tegen- Ffelxiule woordigh Vexin, ofte, foo lommigc feggen, Vulxin le Fran- Françop, çoys, begrijpende alle het gene, ’t welck fich ftreckt van dc riviere Oyfe tot Clermont naer Picardien.

Alfoo dit gedeelte is aen gene fijde van de Oyfe, en in de kaerte van Beauvoifis begrepen, heeft ons goet gedacht dat aldacr te befchrijven.


-ocr page 80-

i. amp;


Nairn.


Trie de heoftßadt.


Tiviertti.


Het Graefïchap



leydt in ’t ooft dicht aen Champaigne ; in 't zuyden wort het ge-fcheyden van Gafti-nois en Heurepois door de Seine; in het weften paelt het aen rifle de France,en een


deel van de Seyne; in het noorden aen Valois, cn een deel van Champaigne.

Hithardus vermaent van Brie in fijn eerfte boeck van de gefchillen tuflchen de fonen van Koningh Lodewijck de Godtvruchtige. De Franfchen noemen ’t Pays de Brie. De oorfprong des naems is onfeecker. Onder andere beduyt Abri in ’t Franfch een fchaduwe,donc-kerheydt, en plaetfe daer de wind niet deur-waeyt. Gemerckt dan dat alles hier duyfter is, en met vruchtbare boomen beplant, waer door de boer en reyfende man tegen den regen en hitte hem kan bergen, welck de Franfchenfè mettre à l'abri noemen, meenen fommige dat het hier van den naem heeft. Andere treckenfe van de Sicambren, diefe, tegen de waerheydt derhiftorien,feggen dat hier gewoont hebben. Dit Graeffchap begint by het dorp Cretel, niet verre van Pont Charenton, daer de Mar


het 41 capir. aldus : Audoenus heeft een kloo-fter doen bouwen in het bofch van Brie,welk hy lerufalem genoemt heeft, maer wordt nu Resback geheeten, na ’t rivierken daer ’t op leydt. De rivier Morin loopt voorby Colum-miers, Creflï, en Ie pont Couilly van de reli-gieufe lonckvrouwen van S. Bernardts orden, en begint by de haven Condé fchepen te dragen , en wat vorders oock redelijeke groote, die vijftigh tonnen wijn, oft andere waren laden können. Defe rivier bevochtight oock en maeckt vruchtbaer de landouwe gelegen by de ftadt Pruvin, en valt ontrent Lagny in de Marne. De Seine vloeyt van Conftans naer


Parijs, maer befpoelt eerft het palleys ontrent de plaetfe, daer die wonderlijckeEcho oftwe-derklanck is.

De Bievre mengt haer met de Seyne, heeft defen naem van het dorp Bievre, gelegen irt het gebiedt van Parijs. Dit kleyne rivierken is naderhandt Gobelin genoemt, na eenen lan Gobelin, die aen de felfde woonde. Het heeft fijnen oor/prong by het vermaerde dorp lan-court, onder ’t gebiedt van Parijs, en neemt fijn loop tuflchen Trappes en Caprofe, niet verre van Montigny, daer na door Buty,gelegen anderhalf mijle van den oorfprong defer riviere, en voorts na een meulcn in de valleye Betune,en mede nemende een kleyn rivierken.


ne in de Seyne loopt. De Marne fchcyt Champaigne, en de Seyne Gaftinois van Brie. Het gene tuflchen defe twee rivieren tot aen van fijn water, het meir van Bouvery. Ontrent een mijle van hier, ontfangende andere rivieren,loopt naer de dorpen Igny en Ie Pont Anthony, krijght hier den naem Bievre.Daer na fijn cours nemende naer Bourg de la Reine, en vermeerdert met veel beecxkens,komt tot


T Hertoghdom Burgundien leydt,hoorc byna altemael onder ’t Graeffchap Brie.

De hooftftadt Brie, oft Braie, light op de Seyne, en wordt oock genoemt Brie (^omte Boberf, na Graef Robert Heer van ’t landt, die hier meeftendeel woonde. Dit Graeffchap is gekomen op het geflacht van Britannien door Pierre de Dreux,en door Blanche dochter van lan de n,Hertogh van Britannien,aen Philips van Artois, van wien geboren is Mar-gariet, gemalinne van Louys, Grave van E-vreux. Nae de dood van Philips Hertogh van Orleans, die de erfgename getrout hadde, heeft Koning Karei de IV ’t felve gegeven aen fijn broeder Louys Hertogh van Orleans, en is alfoo, door Koning Louys de X11, aen de Kroon van Vranckrijck gekomen.

Dit Graeffchap heeft vele rivieren, als de Vree, die door het dorp Afly loopt, en eyn-dight ontrent Monceaux, een Konineklijek palleys,foo luftigh en vermaeckelijck als eeni-ge plaetfe in Vranckrijck , liggende een mijle van Meaux. Aimon fchrijft in fijn 4 boeck in Vranckrijck,


Gentilly, toebehoorende de Bilfchop van Pa-rijsjdaer eertijds een Synode gehouden is. Ten laetften, doorfnijdende het Faubourg S. Marceau , maeckc daer een bequame plaetfe om purper en karmofijn te verxven , en valt in de Seyne. In defe riviere is menighte van goede kreeften, maer geen vifch, ’t en ware dat de graften van ’t flot overliepen,oft het meir van B OU very.

Behal ven andere fteden fijn in dit Craef-fchap Ie Chafteau Thierry,Meaux,en Provins. Ptolemæus heet Meaux latïnum ^eldarum. Sy light op de Marne, en voert de tijtel van Provofdye,Vicomté,en Bailjoufchap van No-gent. Haer merckt is gelijck een Fort , en is met de Marne omringt. Een deel van de ftadc hoort onder het Graeffchap Brie, ’t ander onder Vaiois.Hier is een oudt Bifdom.wiens eer-


fte


-ocr page 81-

Septciïtrio


j/antfn


Tubaufx


O

Ceatembe


.f


'fitijav


O Villerf

'Pert Je J^eaftv


La Chayeti’Q ^Oeabuartre O


0 ClitmarJ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;î


^■Juhn


l^erriere


0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Irranbuilii.-i

W*A‘”


O

^Baianealv


lankily


Beur ta “Rente 0


^atkjinv



Huh' fêtik


(y


0

quot;laiyajl


o

Sr/zvr.-f


Lffa^cnuuMt. —


‘Perez


LeueitL. ®


'Behuuilhx


La Ville

Ju H^i.-


Chatri


Ir e petit Vaulx 0


'■“^ilte bsfya. ®

Lena pettb 'V , nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;o


a

L lyfajj''


CtunyeUe^


0 tlraehv


quot;Beane 0


Cbanteleu O


‘fierbai^


ßVeruilb


^^üarelle


quot;Boaryy


,0 '^'itle Ie yebC


'Vat la yrarU


•F-Vratz^


CtnHiutlle ifi/^yh c.’nli


quot;ßeuuille


Piyh It inare/h


.ßeße


o

Feruaif


Orly quot;nbsp;O


qRJIv


Hilteneufie te 'Ray Q eitlen


.8eujf


ßeuMt^e


Chieram 0


'ßeuteaeeur


ferle en lais


.Banhef


0

Btiufiynv


'ßuneat


ViUere^


O “Ba^nellet

» ehreu^e lt;, 'iL



Jhßra,:^


Soulljr


O 'Fre/ne


o

quot;Cerlelle


o

‘Vißakbe


X o ^luyin


^lnmk


Caruclin


o

'Villeuue aux afne.


^tiaulx



‘l^urÿny


Jhnhttnv


ftMvnbn


Li met:


^ifle/teufte


Meua.rett


Cautie


ne

.....Sfe


'V^aeuks


o ■ßreu.± .


Jienefy O


Cltat^lle


7ulf Fauuti^ie


VtJelle 0


ßa/teis^


0 ^XeaiL


Cerafi


leifan


^*80'


Cambaulx 0


i.filihjulx


‘Baßy 0

X,


0, 'Remmiite,


LiUi-me O


o

'“ÏÖ'


'Bef y y o ^larhn


■%OWSt


Cmbeafly 0



» 'Relev


'^Uaaleurin

O Leebe-


i,


Ch,tuehe_.

O


'Beauttlly O


'ßeßyF.yee^es

'Pent ifuare^.a


0 A'“tfuabe.


O e hurik'm


O ißti-


Cii^earav 0


lt;0 IjX’t-


Ckaulfu


O . LaCretx O blanche


Henniiiiulle O


La nutaJelata.’

*' O


S. 'TnfJiL^


L-hateautJjierry


'£.J?cnnei. gt;


ÂSi» . âW«Ste


Prmav Q


\0

'Varetme


.toÄ i

“ßrie eenfte

quot;ReberC


Cerbetl


■Frß


O ‘Beuetrne ^r'fy


CcttK'ft


s, a


Senam


^ILfv leiufyue


£u,rjy


. Craneiaux O


Feotare O


Le yteßy

Q


üae^nlan^ 0


rllatf^eau


^'itteuiRe 0


-UinilU '^■Pc'Uifar^


■JitlL- ßßt

Q Henitieref

O Feabane au


X. Germain^


Cowijny


Charta^


0

'Bailly


•» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

v:lb Mi


Le haraiit^u O

Beulyay


La hei^htf


O ^Uaizer


Luutgn^


O

Cluutueafstt


quot;Damarhit


Craiaaax


o .«WW


■üeàiT,

4M


Premeuher


Cherlj'


plient en : bennet O


ti ftrßy franfen


aiyi/û


Panem


O lartet.


Ceeherv


“/itßtfre


ha. Chayelte Seubx ehav


JlaÜ^ •


SJuytfh


’ßeaatal


'Rtfzziy ^aizbtef


'^ieuljç Jtaifaiif


Jleteuen^ O


quot;'“J/ietnanA-O

Lzpmz Jw.


beiß


Jler'tnaef


quot;Fenfenell^

O


o

BeaMiaif

“feupieire

O

•■lupietTe


Lanaeif


,lleuy

Lf[kßy

CbauJeuL

°L-

O OTmllylfßrt f‘'«W o


eenet


Jbfttt

Tentaine


C CeaJrM


S.Lettp


// hvbw


'Baißy le


O Le tie


lebte


OS'ußy


Geemtiße


Jleahynan


0

Tnnf/t


Q-fß-elle

V^eneif


Q Tertee


Ct Fleurv


“Barhifn


'Verruiel


'VerueiJbt


C ffuiiauen^


. JMÏL'


Rey


^eae


l4 reebePe 0


Ö

'VJlieix

.AAü


Chißv


0

^luhigiy


F Germain 0


Jheuf


^eramn^ q

lt;gt;Terjeab


CearJen O GraaJ ViRiw Linreu


O

Laßnaete


0 Bahn


La Cb^ß^


St


,laeerbiet-O


® Veautiea


«6Ö*


Cbaßtten


Feahnele Xfcg uaVieeule

Barbeau


“•fÿ'îx


Lef br^t


yremblet 0


SMite^allenee

o


GraaJ fimf


aietny


Featenaße


- ‘Vateuem.


^tfille

Guerjy


■He


Mentquot;


Chaßel

°


ttiL.


O

eieuem


^lamiBv


Lef Iwif veijè^


Laßrte. aayebe


!^Cï


0

Greamefy

Cieif

Cbaieatt—0 beau


RaztfJlett.


O 'Vaat’i/Ief


° °

ablaif nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. »X


Aamp; o *


H,ynte n'au-


■Ji£.


Iinyle ebßellet 0

Le petit yatif nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘Beztoti

ti 0


La Cearetiye',


'Vic«x’

Ghamyayne


o

Xz yleßy aux tevrnetlef


‘Retye


Fenyuet


Jieuf en


9.„

ß?^' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a5*** o û* HiJM/inv

hrciurtfr

jslâ-


X Germaó^


0 .tar^ttef


Granett-


Beßenet O


'fetraici, quot;BaiJJen.


'ßazeelia


quot;Setieau.


ChauJten.


ßaneu



Cbeneile


Chatehenei/


0

La ChayeRe

■F- JÄplgt;*^

LanJaif'


0 Lazmee


X Levy


meuteif


Sauin.e~*


Talh.f


Inhanv


’Peune..


Cfinrbere

O


Chanfinay ®


•■ßert^rv quot;O


Jnncif A- ** Samgm/


‘Reully


'^lOene^e

Prûuins


Xemzz O


•*erty


riamhaini


S. ,9artiett'ßeaebet:


Lanev^-


CbaueaiBe

® GeuJehk

°


'Rfern^


O Grinbeif


O

■yeitJeehiea


quot;ß etf


Jisamp;ß-


Senonnois

Afen'dics


'ßazecIhS- ®


•Ftraßauk 0'


'ßraj


0.


f«ulne



^Jf^altllerf

S. geerbt

Q 'JSaaeSeiy

Beißig


S. Geftet/


ijß-,À.v' Ä / ;5S. o


-liieenU O Lef betf Je ta


te


•Dae«^^


F, JIartin Jef *


quot;Riehebeor


■VlUeytyg Liatet


0 X. Jlartin Ja ekanlren

Le chate


CMKiTA-V-^ £mlllM*.A}(Agû

■jèW

o


Featißii


ChaJetre la . /Ȯu

-'ï Vy/isW'


La au beu


,ußy


'B funetr ■


Le yefv Feut


Fiettrjp


'^lUenefie


Cfffiray


QLa ^ßete


‘ßermer


jRamay


.Bent


Ceurtinan


■patti f«r yeiMi


J^laeu.



-ocr page 82-

Trevins»

B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R

fte BifTchop was de H.Sandtinus, difcipel van S. Dionyfius Areopagita , en de ^7 in ’t jaer 16'2-4 loannes de Beileave. Provins is een ver-niaerde ftadt door haer welrieckende roofen, die over al in de apotheecken , tot hulpe en vermaeck van de krancken, geconfijt, en op verfcheyde manieren toegemaeckt worden.

Lijfte de oude Grafen ‘van ^rie.

EudojOdo, oft Otto, Graef van Brie, Defe trachtte Keyfer Conrad de 11 Burgundien afte nemen,maerwierd verwonnen,en nader-handt, Lorreynen ftroopende , verflagen van Gothelon.

Theobaldus de II, Grave van Bne,en Blois, ÔCC. is van KeyferHenrick de IIII Ridder ge-maeckt, en fonder kinderen geftorven. Hy heeft het Graeffchap Touraine verloren.

Stephanus, Grave van Brie , Champaigne, cn Chartres, heeft wederom gekregen het Graeffchap Touraine , na de doodt van fijn broeder Theobaldus. Adela, de gemalinne van Hugo Capet, was fijn fuller.

Theobaldus de IlI,Grave van Brie,genoemt de Groote, om fijn heerlijcke dadenj de Hey-lige, om fijn deughdelijck leven; en Vader van de armen,om fijn mildtheydtaendearme

Î nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E,

menfchen ; heeft te weegh gebracht, dat Rudolph Grave van Vermandois in de ban gc-daen wierd,om dat hy fijn wettige huyfvrou-we verlaten, en in haer leven een ander ge-trout had.

Henrick de Milde, foon van Theobaldt de III, Grave van Brie en Champaigne, wierdc van de Turcken gevangen in de oorloge van Syrien,en verloft door het voorfpreecken van Emanuel Keyfer van Conftantinopolen. Sijn gemalinne was Maria, dochter van Lodewijk de V11, Koning van Vranckrijck. Hy overleed in t jaer onfes Heeren 1081.

Henrick de II, Grave van Brie en Champaigne, en Heer van Tyrus in Paleftine, daer hy getrocken was met de Köningen Philips Auguft van Vranckrijck, en Eduard van En-gelantj in’t jaer i ipi. Hy troude Ifabella, de dochter van Amalricus, Koning van leru-falem.

Theobald de V vermeefterde en nam de Graeffchappen Champaigne en Brie, maer wierde door Philips Auguft , Koning van Vranckrijck, daer in beveftight, tegen Alexia Koninginne van Cyprus, cn Eberhard Grave van Brennes, in’t jaer i x o i, en ftorf in hec jaer 1x16.



-ocr page 83-

Eaufîe wordt in drien gedeelt, te weten, in Hoogh , Neder , en Middel Beauffe. Het Opper begint van het dorp Ablays , flreckt naer Chartres, en vorder. Het begrijpt het landt Ie Chartrain, daer onder de Graef-

fchappen Dreux en Montfortgehooren.

chartra. Chartres, eertijts by de Latijnfclie fchrijvers 'Autricum Carnutum genoemt, is nu een voorname ftadt,gelegen eensdeels op een effen velt,en eensdeels op een heuvel j is vol huylen, met ffercke wallen verfien,met graften omringt,en heeft een rijcke burgei ye, Aen de voet van het berghsken loopt een leer bequaem rivierken, om de molens te drijven, welck komt van Perche,en is,door de neerffighey t der burgeren,tot hier geleyt,en valt by Louviers, een weynigh boven Rouen , in de Seine. De hooft-kerck is gewijt ter eeren de Ma-get Maria , in wiens kruch een put is, genaemt ilercke Heyligen put, in de welcke veel martelaren geworpen fijn , door bevel van Quirinus, Stadt-houder van Vranckrijck,als die van Chartres eerfi: ’t Chriften geloove aengenomen hadden. In defe kerck wort met groote devotie een hemd bewaert van de Maget Maria, gelijck ge^ tuygen, die leggen lulcks gefien te hebben. Hier fijn acht poorten, waer van de fes alle dagegeo-pent worden, en de andere twee fijn ten tijde van de inlantfche oorlogh gefloten, wanneer de ftadt in ’t jaer i yó/ belegert en fterck belchoten is van de Gereformeerden, maer door de kloeckheydt van de Gouverneur Lignier mannelij k belchermt. Het Latij ns dicht op fteen gehouwen, en geftelt aen de fijde van de wallen by die van buyten af-gelchoten, en daer na weder opgemaeckt, geeft Groef- Ïulcks oock te kennen. Dele ftadt hadde in vori-ge tijdeneygeneHeeren, diehaer Graven van Chartres noemden. Hetiswaerlchijnlijck, dat defe Graven gefproten waren van Otto,foon van de oude Theobald, Grave van Blois, neve van Rollon van Normandien, welcke Otto Chartres met de wapenen gekregen hadde. Dele hadde twee foonen,die hem in deregeeringe volghden, Theobald de 11, die fonder kinderen overleed,en Stephanus; Theobald de III, foone van Stephanus ; en Theobald de IV, foon van Theobald de HI, alle Graven van Chartres. Nae Theobald de IV, die fonder kinderen geftorven is,vint men in de hiftorien geen Graven van Chartres.

inweonde- De burgeis van Chartres fijn beleeft en goe-r«» dfr/. dertieren,beminnen malkanderen, fijnmildt aen den armen, behulpigh aen de vreemdelingen, de koopmanlchap toegedaen, en y verige voorftan-ders van de Roomlche Catholijcke Religie. Het Chartrain (foytMalTon) is een lantrijck van tarwe en koorn, ftreckt van de Loir en Orleans tot Eftampes iy mijlen, en van Eftampes tot Parijs lókleyne, elck van 2000 treden. Ditiantheeft geen bergen , fonteynen, rivieren,boftchen,wijn-Vranckrijck,

gaerden , noch weyden, hierom worden de putten, van de reyfende man, de fonteynen van Be-aufte, Ipotswijfe, genoemt. Hier van heeft een onbekent Poëet dit versken gedicht :

Bclfia trifle fohim, cui défunt bis tria folum :

Fentes J prataj nemus, lapides, arbufla, racemus.

Men feyt dat inBeauffe weynige boomen waf- Landts fen, en als men daer eenige plant,datfe felden tot perfeólie komen, om dat de grondt onbequaem is door de Tuph, oft Touffteen. De putten fijn feer diep, om dat het lant hoogh en verheven is, en wort niet fonder reden de koorn-fohuer van Paris genoemt. De inwoonders van Beauffe vergaderen het régen-water in diepe en holle plaet-fon, diefo Marefls noemen,om het vee te wateren.

Dreux is een oude lchoone ftadt, in vorige tij- ureux. den feer vermaert door de wooninge van de Druyden,die de Priefters van Vranekrijek waren in ’t heydendom, lbo men meent. Sy leyt op de riviere Evreux,en heeft den tijtel van Graeffchap.

Montfort, gelegen half wegen tuffehen Dreux Äfo fit fort, en Paris, wort genoemt Ie Comté de Montfort. Men leeft datfe toebehoort heeft Robert de IV Grave van Dreux, door het houwelijck van Bea-.trix, de dochter en erfgenaera van lan, Graef van Montfort.

Hoogh-Beauffe begrijpt oock het Hertogh-dom Anjou, de Graeflchappen Maine, Blois, en Perche.

Neder-BeaulTe is heel vlack, leyt tuflehen de Neder-Bifdommen Chartres en Orleans, ftreckt van Eftampes. naer’t ooft tot het Senonois, en naer ’tzuydt tot de brugh van Orleans. Het begrijpt het Hertoghdom Orleans, en de landen van Lorris en Soloigne.

De hooft-ftadt van dit Hertoghdom is Orleans, Orleans, in ’t Latijn Aurelia genaemt,na den Keyfer Aure-liaen, diefe vergroot heeft ; want te voren wafTe kleyn, gebouwtvan de Druydes, en genaemt Ge^ nahum, gelijck Cæ/àr fohrijft in het fevende en achtfte boeck van de Franfohe oorlogen : en Ai-mon in ’t vijfde capittel van ’t eerfte boeck feydt: Gebanus,daer nu Orleans is. Belleforeft foght,dat deKeyfer Aureliaen defo ftadt vergroot heeft, ter liefde van de oude Druydes, flichters van de ran de felve, om datfo hem ’t Keyfor-rijck voorfèydt hadden. Sy leyt op een heuvel,die allenskens aen de rechte fijde van de Loyre op klimt, welck de muuren van de ftadt in de lengte belpoelt, niet recht daer voorby loopende , maer met veel bochten, eerft breeder, daer nae fmalder ; in ’t midden van defe rivier leyt een luftigh eylande-ken, eensdeels met fohoone lindeboomen beplant, eensdeels met huyfon befet, een rechte plaets van vermaek.Dit eylandeken is aen d’eene fijde aen de ftadt vaft, aen d’andere met de voor-ftadt Pontereau, welck, als oock d’andere ,fohoon engrootis, bequaem, door menighte van herbergen,om den reyfenden man, en principael de boeren te logeeren, die verfoheyden vruchten en eetbare waren naer de ftadt uyt Soloigne te koop brengen. De ftadt is verfterekt met een aerde wal, fteene muuren, en torens met aerde gevult.

M nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hier


-ocr page 84-

CO


*5


fe”


ot«


o|

'i


Fi


)i^- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* iKgt;


rCSiK- iej O,


a . t-ÿpy *r/


'gt;gt;^ *jê?”

O

1-


f?


’^bô


I'


Cimù'


k-iX


1.


a' .

jrr-l*? '


1-51.


^§,o


S'



O,


gi §•



ƒ fi


.,S


/'J


4 ƒƒ /


L» f S'r?£^.


“ -Çgt;


f?l °


s f ç4^ o.amp;^t

3 'M i .« O


s

“ o^


f o'

gt;â -

-.A

K:?;

l.t


amp;.


of


t' .1“


H o’i' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ni'r

■%. pO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iliUO


■i


t_i ei’* ,1 Zó 1 '*• fe o 'S*' ^o ® !ó'^/o F X -lt; -h li 'spo z-u s %-.®pö' ’ƒgt;


h ’ I

® ƒ O I ^r® fo ! F r f 4 ?l|= * 'S- a O ■? è £ ÿ


4' ta


'5lt; l«S- S'


e o -Z

•V. je- «Ti*« «r JE?*’'*''

-:. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/' O .S- Ti, 5?


ys


?gt; ô


S '5


s ƒ »-S S\. ,.^0.4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c* ■»


-r-

H


itiï


t3


L f”

S’ t«-*pf^f'ijc


»lt;■


fj ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•


I g’ r ' Î -'5*

V 3 S


b-ïf' ott ?


O^ /

fe O


ro


3 tP

lt; S' 0


f?o '•’

•»’ fe en


■?'


\o


r oi


W Óa u. F ? o S ■'^ylt;: '-Ä -gt;’‘o I ' , nbsp;nbsp;nbsp;? oi ,gt;gt;*/gt;•

Z


^5 Os’ ;


-S' ' w A A r?


05


°i


-ocr page 85-

B E A U s s E.

Hier is eertijdts een kafteel geweeft, maer niet lang na dat het gebouwt was van de burgeren af-gebroocken. Deplaetfen rondtom de Itadjt fijn luftighj aen d’eenefijde met fruyt-boomen beplant j aen d’andere vol tuynen, weyden, acker-landt, en wijngaerden, die ftercken en koftelijc-ken wijn vóórtbrengen, die men nochtans onge-font houdt ; loo dat des Konings fchencker verboden is, den fêlvén de Koning te geven. Dele wort over zee in alle landen gevoert. Hier fijn veel Ichoonegebouweojonder andere, de hooft-kerck van het H. Kruys. Niet verre van defe is een groot kerck-hof, daer lchoone graf-dichten waren , die van de Gereformeerde af-geworpen hjn ten tijde van de beroerten,als oock het mee-lle deel van de voorlchrevekercke, die in’t jaer lóoo van Koning Henrick de ï V wederom is begonnen op te bouwen.

Aen de Loire is het paleyspræfidiael,het welche, alis 'tnafijneylch nietheerlijck, nochtans is ’t weerdi^h om befien,om dat het heel over de riviere hangt.De ftraten fijnfraey geplaveyt met vierkante fteenen, heel reyn en klaer. Daer fijn oock fchoone merckten, als la place de l'Eflappe Saint Aignan, les Mottes, en Ie Martroy, daer men de cjuaetdoenders ftraft. Defe ftadt heeft veel geleden , onder andere iffe belegert van Attila Koning der Hunnen,maer door kloeckhey t der bur-geren belchermt. En in’t jaer 1418 vandeEn-“VM Or- gelfche, maer van leanne d’ Are, geboren uy t Lorreynen, oudt achtien jaren, verloft, ten tijde van Koning Karei de VIL Daerom hebben die van Orleans, in teecken van danckbaerheyt, drie kopere beelden op de brugh van deLoire gefielt, te weten,van Koning Karel de V ï I,knielende in ’t voile harnas, de Maget Maria, en leanne d’Arc, die men la Pacelle d'Orléans noemt, knielende, heel gewapent, met het rapier aen de fijde, hangend hayr, en wat lager een koperen kruys. • Het is een Bifichoplijeke refidentie, wiens eerfieBifichop was S. Altinus, een van de 72 difcipulen, hier,foo menfeydt, gelbndenvan S. Pieter. Defevende Was S. Anianus, door wiens voorbidden Robert, Koning van Vranckrijek,veel vidorien bekomen heeft, lbo Saufieyus fchrijft. Tot wiens eere daer een kerek gebouwt is, welck nu het kloofier van S. Aignan heet. De 109 was Gabriel l’Aubelpine, onder wiendeMinimeni6i3,endeIefi3iten 1617, in de Stadt gekomen fijn. Stephanus, Bifichop van Doornick, plagh te feggen, dat meefi alle de Bifichoppen van Orleans goude waren, te gelijc-ken by vreemde, die onder de hare geen filvere waren.Hier fijn oock eenige Synoden gehouden. Philips de Schoone , Koning van Vranckrijek, heeft in ’t jaer 1312 hier een Univerfiteyt oft hooge Schole opgerecht, daer men principael de Rechten leert. Hier is een menighte van finden-ö

ten, die in vier natiën gedeelt fijn, de Franfche, Duytfche, Noormannen, en Picarden j waer van elck fijnen Procurator en Syndicus, dat is, voor-fpraeck heeft, en een Rentmeefier, met acht Raedts-heeren.

De burgers van Orleans fijn beleeft tegen de inwoende-uytlanders, en ïpreecken het befie en cierlijckfie renaerdt. Françoys van’t heel Koningrijck, als oock die van Blois, principael de jonge loffrouwen^welcke metfiilcke neerftigheydtde fèlve tale oefienen, datlèhaerin de fraeyigheyt van fpreken by Pindarus dorven gelijeken, welck ly Pindarizer noemen. Dele was eertijdts de hooftfiadt van het tweede Koningrijck van Vranckrijek, nae dat Clodovæus en Clotarius de eerfie, het Koningrijck in vieren gedeelt hadden, voor haer vier lonen. Nu ter tijdt voert ly den tijtel van Her- Hirtogdsm. toghdom, welck van Koning lan gegeven is aen Philips, Grave van Valois, die, uyt gunfi van de lèlve Koning, eerfie Hertogli van Orleans was, doch Ibnder kinderen fiorf,en de tijtel met hem, tot de tijdt van Koning Karei de V, wanneer be-floten is, dat altijdt de tweede loon des Konings van Vranckrijek, Hertogh van Orleans loude welen. In dele Stadt is mede een Prefidiale refi-dentie , en Baljoulchap , daer veel fieden onder ftaen, als Montargis, Baugency , Giefi, Lorris, Gergeau, Meun op de Loir, en andere.

Het landt Lorris, is foo genaemt van Lorris , Lorrit, eertijts een vermaerde Stadt. Sologne begrijpt al Soiogne. ’tgene over de Loire van Orleans tot Amboile leyt. Het wordt gedeelt in Opper, daer goede rogh wafi, heyen, en boflehen fijn : en Neder, met rivieren en weyden verrijekt, maer lantach-tigh. De principaelfie ftadt is Romorantin : de andere fijn Chafieau-Neuf, Aubigny, Nofire Dame de Clery, en largeau.

Middel-Beaulfe begrijpt al dat aen beyde fij-den van de Loir ley t van Rouen tot Vendolmois, . en aen de rechte fijde van de Loir, al dat van Chafieaudun tot Blois en Touraine fircckt. Hier -5/^-onder hooreneerfielijck’tGraeffchap Blois, waer van eenbelondere kaert is,in welkhet Graeflchap Chafieaudun oock begrepen wordt, wiens prin-cipaelfie fiadt is Chafieaudun , en het Graef-lchap Tornodor: ten tweeden, hetHertoghdom Vendofine; ten derden, het Hertoghdom Tours, Vtndofm;* wiens eygen kaert de leler kan fien. De voor-naemfie fiadt van’t Hertoghdom Vendofine is medeVendofine genaemt, leydt aende rivier Ie Loir, met muuren en graften verfien, heeft een kafieelop een hooge klippe, die heel fieyl is, nae de fijde van de fiadt, en na de fijde van ’t jandt met muuren , diepe graft en torens om-cingelt. Hier liggen noch de kafieelen Laver- Lavtrdi» din en Montoir.

fair.


-ocr page 86-

M

G A s T I N o I s.

Een Graef-/chap.

IQueen Jlertogh^ tlt».

Aftinois is het vierde deel van l’We de Fran-’ ce, weick door de ri-vier Verin gelcheyden wordt vanHeurepois, en begrijpt de Her-toghdommen Eftam-pes en Nemours, met ’t Graeffchap Rochefort,Moret, en andere. De ftadt oftEftampes, leydt half wegen tülfchen Parijs en Orleans, aen de riviere Jonne, (die gehouden wordt de moeder van de delicate kreeften ) die ontrent Corbeil in de Seynevalt. Dele ftadt is rondom met bergen omringt en als verborgen , lbo dat menie niet kan fien dan als men daer dicht by is. Sy heeft een lange ftraet,waer in by-nae de geheele ftadt begrepen wordt. Daer is een kerck ter eeren de Maget Maria gefticht. Aimonius en Gregorius Turonenfis, vermanenoock vanStawparumi dat is, Eftampes, Nithardusfchrijft mede van het dorp Stampen in fijn eerfte boeck van de ge-Ichillen der lonen van Koning Lodewijck de Godvruchtige. Ivo verhaelt van Co««//«#» Stam-

çoys de I heeft het tot een Hertoghdom verhe- gönnen te twijfelen , en daernae vaft gelooven, ven. Als ’t noch een Graeffchap was,heeft Falco dat de meefter van den hondt doodt was.Sy volde Plompe het lèlve aen Philips de I, Koning ' gen dan den hondt, en merckende dat ’er een van Vranckrijck, gegeven; van toen af is hetal-tijdt de kroon annex geweeft. In de hiftorien van Vranckrijck wordt mentie gemaeckt van Philips Grave van Nevers, Rhetel en Eftampes, fone van Philips de Valois,Hertogh van Burgun-dien , die in de flach van Azincourt met fijn broeder gebleven is, en tot nafaten gehad heeft fijn loon Karei in’t Graeffchap Nevers en Rhetel , en loan in ’t Graeffchap Eftampes, die de andere Graeffchappen oock bekomen heeft, nae dat fijn broeder fonder kinderen geftorven was. Nu ter tijdt is daer Heere, Karei Her-togh van Vendolme , natuurlijcke loon van


Ktmettrs.

Henrick demi, Koning van Vranckrijck, en Gabrielle d’Eftrée, Hertoginne van Beaufort en Marckgravinne van Monceaux.

Nemurfium, Nemours is een ftadt aen de rivier LoingjWelcke weynigh boven Moret in de Sey-ne loopt.Het is een Hertoghdom,niet onder de minfte van Vrankrijck. Onlangs was daerHer-togh Philippus Sabanæus, wiens tweede doch

ter getrout is met Nicolaus van Loreynen, Her-togli van Mercuer, Marquis van Nomeney, en Graef van Vaudemont.

Rupes fortiSf Rochefort is een Graeffchap. De X'oche/m^ naem brengt mede dat ’et niet feer oudt is, ’t en ware dat men lèyde, dat de namen over al verandert fijn.

In Gaftinois fijn Milly, en Moret, weick Heu- MUj en repois van Gaftinois fcneydt, alle beyde met ka-fteelen verfterckt. Daer liggen noch andere,on- . der welcke Montargium oftMontargis,- weick nae dat het verbrandtwasin’tjaer 1518 weder op-gebout is:het heeft een kafteel, daer in men ge-' fchildertfiet de hiftorie van de jachthond,die de dood van fijn meeftcr gewroken heefr.Het weick Iulius Scaliser aldus befchrijft : Seker hovelino^ vergrämt op lijn vrient, ’t zy om lijn macht,het zy om fijn ontrouwigheydt,vermoord hem ver-radelijck,en begraeft hem in een veldt verre van de wegh. De jachthondt was by fijn meefter toenhy omgebrocht wierd , en door getrouwe liefde bleef lange op’t graf fitten. Als hy

lellen van den overleden gaven hem te eten, en alshy genoegh hadde,keerdehy weder naer het graf; weick foo dickmaels gefchiede, dat ly begonnen te twijfelen , en daernae vaft gelooven.

graf was, nemen het doode lichaem uy t de aer-de, kennen en begraven het.Als de uytvaert gehouden was, blijft d’e hond by defelve die ’t lichaem gevondenhadden.De moorder,na langen tijdt in ’t Hofkomende, is van de hond gekent, die luyde begon te huylen, en den moorder toe te vliegen, dat men hem metgroote moeyte moeft wederhouden, waer door de fulpicie vermeerdert is. Door het vollierden van den haet deshonds tot den hoveling, is de Kcning be-weeght, en heeft hem van defe moort befchul-dight. Hy loochende en ontkende het felve. Dehond hielt niet op van blaffen en hem op ’tlijf telpringen, weick aide byftaenders als een lèecker getuygenilfe van de moord hielden, ’t Is lbo verregekomen,dat,door bevel desKonings, de moorder metdehondt in duel gevochten heeft. De viólorie van de hondt is gefchildert in een Koninglijcke fale, die veroudert, fomtijts door laft der Köningen vernieut is ; waerdigh dat menie tot een eewige memorie in koper gie te.


Vranckrijck,

S E N O-

-ocr page 87-

ni


-ocr page 88-

Enonois beteeckent dien ftreeck , welck eertijdts de Franfche volckeren, Senones ge-noemt, belaten. Defe hebben het Capitolium, ofte ’t Raedhuys van Roomen verbrandt, en de felve ftadt ver-woeft ; maer fijn daer-nae van Fiirius Camillus gantfch verflagen.Defe hebben de zee-ftadt Senogallia in Italien ge-bouwt, by de mondt van de rivier Atern. Van de felve fchrij ft Scaliger :

Senonum y^ires, quanta potentia fern, Traje^teque Alpes captaque Roma docet, Hiflrum atqj ÏHyricumfuperantjMartifq'^ miniftrum y

Bojana tuas Scopiafugit aquas. Subditfe Macedo yfubmittit Achaica tellus, Horridaque armigero Thracia cedit equo.

At que bine res Afa tremefacla nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;inhofpita Ponti

Littora 3 Armenios qua colit ora Duces.

Bac fumtna efl. PopuliSj caflrisj regibushorum Af worum ar bitrio fors rata quaque fuit.

defe fchrijft Merula in het derde boeck van ’t tweede deel fijner Wereldt-belchrijvin-ge : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Cælar, Plinius en andere ver-

haelt, worden van Ptolemæus zemg? genoemt, diefe in Lionnois belchrijft. Het regifter-boeck der Provinciën heetfe Ciyitatem Senonumy en fet/è in’t vierde quartier van Lionnois. lek meen dat het andere Sewöw^rfijn, die Strabo ontrent de Beryios ftelt naer ’t weften. Maer ick gevoele dat de eerfte, als meeft bekent,die grouwelijcke tochten in Italien gedaen hebben, en datfe daerom van Strabo in Flaminien , van Polybius in Picenen, en van Suidas in Albanien befchre-ven worden.De Franfche Senones hebben voor-waer onder den Overften Brennus een fware oorloge gevoert tegen de Romeynen in’t jaer cccLXivnaedatdeftadt gebouwt was. Nae den flagh van Allien ( waer van de dagh Allienfis in de Roomfehe Kalender ftaetjfijnfe in de ftadt gekomen , hebben al doodt-geflagen dathaer gemoette, alles verbrandt , en de Roomfehe jeught, die op het Raedthuys gevlucht was,veel maenden belegert : nae dat ly met haer vrede gemaeckt hadden, en een groote fomme geldts bedongen, fijnfe van de Didtator Camillus, die met foldatenin de ftadt gekomen was,eensdeels verflagen, eensdeels verjaeght, tegen de belofte haerlieden gedaen.Het Aertz-bifdom Sens,r/r-cheyefchedeSens y wordt onder Champaigne begrepen met de ftadt Pont.

De ftadt Sens, eertijdts Agendicumgeheeten, light aen de Yonne.Cæfar vermaent ’er ook van. By de poort is een buys, datfe de gevangenifle van Cæfar noemen. Buyten de ftadt fijneenige overblijffelen van de oude tijden. lofephus Scaliger fey d, datle dwalen, die meenen dat Agendicum Provins is, gelijckMarlianus. Vigenerege-voelt,dat het Milly in Gaftinoisis. Bertius, in de belchrijvinge van Champaigne, feydt aldus van ditvolck : De Senones fijn eertijds meeft ver-maertgeweeft, om datfe ónder den Overften Brennus,na de flagh van Allien, Romen ingenomen hebben, en van daer verre inGriecken gevallen fijn. Van defe hebben de Italiaenfthe fteden Sena en Senogallia haren naem , gelijck . Silius Italicus oock getuyght :

BtGlaniSy nbsp;nbsp;Rubleo y nbsp;nbsp;Senonum de nomine Sena.

Het is een Aertz-biftchoplijcke ftadt,die voor weynigh jaren feven Suffraganen hadde, als van Chartres, Auxerre, Meaux,Parijs, Orleans, Nevers , en Trojes in Champagne. Chartres, Orleans, en Trojes, ftaen nu onder denAertz-bifTchop van Parijs.

De eerfte Biffchop alhier is geweeft S.Savinia-nus ofc Sabinianus,een van de 72 diftipulen van S. Pieter gefonden,van wien Nicolaus Lyranus, Ichrijvende op den Propheet Abdias,aldusfeyt: de H.Savinianus,een van de 72 difcipulen, voor-der gaende,heeft de ftadt Sens tot’et geloof bekeert , die toen de hooftftadt van heel Vranck-rijek was, en de goude ftadt genoemt wierd. S. Bernard verhaelt oock van de Senonoifen in fijn 202 brief,gefchreven aen de geeftelijckheyc der ftadt Sens. Het is een fware faeck, feydt hy, eenen nieuwen herder te ftellen over de beroemde kercke van Sens j heel fwaer, en niet fonder goeden raedt te beginnen, daerom moet men wachten de vergaderinge der Suffraganen. Na Savinianus fijnder loy Aertz-biffehoppen geweeft , waer van de laetfte was, in ’t jaer 1Ó23, Oólavius de Bellegarde, te voren BifTchop van Cofèrans, en Abt van S. Germain te Auxerre. Defè heeft de kercke van Valery gewijdtden 27 May,de tweede dagh van Pincxteren,dïe ge-repareertis van den doorluchtigen Prince van Condé Henrick de Bourbon, in fijn leven Heer van dele plaetfe.


-ocr page 89-

Het Graeffchap


P A G N E.


Hampagne heeft defèn naem, gelijck Gregorius Turonenfis wel ge-oblèrveert heeft,van de lengte en breette der kampen ofte velden,die deFrançoi/èn Champs en Champaignes noemen ,• overmits dit lant door-gaens effen en vlack

Grenßfi.

Locht»

Otide Heeren.

is, en bequaem om te faeyen.

Het is omringt van Brye, Burgundien, Cha-rolois en Lothringen.

De locht is aldaer helder en getempert, het lant vruchtbaer van koren, en wijn ; en heeft oock veel bofchagien, bequaem tot jaght en vogel-vangft.

Thibaud de 111 Graef van Champagne, is een foon geweeft van Thibaud de II, welcke fonder kinderengeftorven fijnde,is fijn neveHenrickde Milde gefuccedeert. Defe was een fbon van Stephanus Koning van Vranckrijck,die broeder was van Thibaud de tweede. Defe Henrick heeft een

fone gehadtjOock Henrick genaemt,wclcke Grave van Champagne en andere landen is geweeft. Die fonder kinderen geftorven fijnde, heeft fijn broeder’t Graeffchap aenvaert, die fich noemde Thibaud Paltzgraef van Champagne.Hy is oock Koning van Navarre geworden,als fijn oom van fijns moeders fijde geftorven was: fijn fucceffeur, fo men fèy t, in ’t Koningrijck van Navarre, en in dit Graeffchap,is geweeft Henrick,wiens dochter Ioanna getrouwt heeft Philippus toegenaemt de Schoone,Koning van Vranckrijckswaer door dit Graeffchap en andere provinciën aen de Kroone gekomen fijn.

Heeling. Champagne wort gedeylt, in ’t gene men ey-gentlijck Champagne noemt, en de naeftgele-gene Vorftendommen,- het eygentlijcke Champagne wederom in hoogh en laegh.

Laegh Onderbet lage hoortTricaßum,dat is,Troyes, Champagne, met de Heerlijckheden van Ivigny, Baffigny, en T'rojfx. Vallage. De Stadt Troyes wort, van de Scribenten der laetfter eeuwe, Tricaßium geheeten j van Antonino Tracaßs genoemt, en ’t quartier van ’t 21 regimentivan Ammiano Tzo/fe, van BedaTr^-en Tricaßinum van Nithard. En,nae ’t leggen van lofephus Scaliger , van de Oude Auguflobona Trecaßlum. Sy leydt aen de Seyne in een effene vruchtbare lantdouwe,alwaer veel koop-handels gedreven wort, en een Biffehoplijeke ftoel, met een kafteel is. Daer ontrent op de Seyne fijn veel papier-meulens. De lurifdidie van Troyes ftreckt verre. Binnen Troyes refideert de Prefident van des Konings Raetionder den fèlven fbrteren Bray in Champagne, Bar aen de Seyne gelegen. Meri, la Perte aen de Aube,Nogent,Pont aen de Seyne, pruille, Chaftel, en S. Florentin, het welck alte-mael fteden van Champagne fijn, TotTroyes is Vranckrijck.

oock een Concilie, door ordre van de Paus loan-nes de V111, gehouden, en door toedoen van de felve Paus, is Louysle Begue Koninggekroont. De Hunnen en Normannen hebben defe Stade getimmert. De hooft-kerck van S. Steven is feer koftelijck en heerlijek.

Het Graeffchap Ivigny fèpareert Champagne h'ignj, van Bourgondien, grenft aen die van Sens : de voornaemfte ftadt daer van is Ivigny, hoorende önfter de jurifdiótie van het Baljoufchap van Troyes.

Balfigny wortfbo genoemt, om dat’et begrijpt ’t grootfte deel van neder Champaignen 5 want in ’t Françoys beduyt neder. Het is omringt met de Marne, Mafe , en een kleyn deel van de Moefèl, en daerom meer met wateren bevoch-tight als eenigh ander gedeelte defes lants. De hooft-ftadt is Chaumont en Bafligny, welchen Chaumont» naem komt van Monte Calvo,dat isKalenbergh: fy heeft een Baljoufchap, en een oudt en fterek kafteel, op een fteenrotfè gelegen ,• dat men in het jaer lyoo, ten tijde van Louys de XII, heeft beginnen te bouwen, en metmuuren, toorens,en bolwercken te omcingelen Defe fortificatie is by François de I gecontinueert, en van Henrick de tweede voltoyt. Binnen ’t gemelde kafteel is een Dongeon,metmuurenbefloten,alwaereengroo-te fael is,welcke voor de Koning gehouden wort, om daer de vergaderinge der edelen van de felve plaetfe te houden. Aldaer is een Bailjou,en Pre-fident, om de gelegenheyt der plaetfe daer is oock een Magafin ofte Pack-huys van’t fout 5 en de officiers van de Koning ontfangen daer den tol en licenten , van de (roederen die daer door gevoert worden, fbo te water aïs te lande. Daer ’wort oock recht gedaen uyt nam.e van denKo-ning.De voornaemfte handel wort hier met fmal-len,noppen,Iigaturen en lijnwaet gedreven, want in de Stadt veel wevers woonen. De hooft-kerck is de kereke van S. lean Baptift. Hier onder hoo-ren, behalven Langres, Montigny, Gœfiy, No-gent leRoy, Monteclar, Andelot, Bifhay, Choi-fèul, Vimori, Clermont; allegadertamelijeke ftereke fteden, en meeft met kafteelen verfien.

Valïcnfe Temtorum , dat men gemeenlijck Val- ra'iage» lage noemt, heeft defèn naem van de fchoone genoeghlijcke en vruchtbare valley en, is bepaelt aen d’een fijde met Pertois, aen d’ander fijde met Barrois.De voornaemfte fteden daer van fij n VaJJèjumjo£te Vaffy, gelegen aen de Bloifè,onder het gebiet van die van Guifè.

S.Defier ofte Didier heeft fijnen naem van Sint s. Deßer, Defiderius, tot wiens eer het gebouwt is geweeft. Keyfer Karei de V heeft de felve Stadt ingeno-men; doch is daer nae, door de vrede met Spanjen gemaeckt, den Françoyfèn weder gegeven : die , tot vermeerdering en verfterekinge der ftadt, een kafteel daer aen gebouwt hebben.

lainvilleofte loin ville is een oude Stadt,en een lainviiie» O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;apana-


-ocr page 90-

'X^alery Ki


'Plenit* Ki


'/Uacfr»/^


^BaiJIota PaPauueur O


gt;'


Q

Bramay nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

0 VilleMonai'bt. Q

'Vle'Perotr q


ç^ViFeroy

Caurtoù

Ki i..tlartta (h/Tartri


CoUemiert

Ki

Q 'Taro/t

'Ranßo


é^/fÿni


^teJtery


GranPftt

° °,


O 'Baaoebe , .0


OXrXwza^ S.^at-hn


./Ioner on

Q Pannes

,. o j:°., Lomyijttr

KiP.lRon '


O •^•C-fuhnhe


Ki

Laulaor Ki

Tontame


S.lngt Ki


ZaCbayyelle^ I E ^teux .Klatjb


Avyerre


S. Mar tin Ki


'FiMartin.

Ki

Ki.Pelîerw


Sa/ufttr 'O .HaPaf lo Conte


0 Tlenriynt Ó


Ki


'Verati 0


□ riHeneific üril'dC^'s//’^ GrihU' Jx

O * O o


.K.Anhn

O 0 luoni


''AUeCbtif

^Sarreul


O Z/Prt


OM o, o ‘-'’’‘’‘'Xiwi O p , O ' S.Calombi

Jiemon nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O ,


'Bellerat


0 Caurcran

'Villertoce q O -piß,

Ki'P.ully


‘Oxftt.-t^^ T,^.

9 oliallotleBoy


y'‘^ Q ‘Bi'imeiye Villers


•ft/tx. D


. 9 _ Luaer O O Lafanlaine ' Uarat nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'iW^eif:_ o


Jontaunet Ki


VJlin?

Q'Pont


Voieime q 0

'PretoaUe Ki

Qi'it/elleufiu


quot;V.tnJiÿ'jMt


O foufchi.

5Brenoi-o °


Ki



° .pU»


Sen o;


Li Gramtr 'Paroy Ki Q Aliótmv


.Halut


o -MP ntuß

Ki lt;nbsp;loree.


- liant OUu^ Q .Hont quot;rC//^ 'tfai^in^


^Ârcer

O 'Pilh thauhne


.llarey O


Atctlb

Ki Scan en M.


VJlebiluyte^ Larchtyne

'Ville'.liteu 0


TiHb' -


quot;Rr'ynan


^ix o


NOI


'l/ettisi O

Turav’ Ki


r ” • .ionmartien


O

J*. ^larentin.


0 Jttmay q


o Tiiey


^nblamuere 'Pißierej 0 Vergeht

ViUeTC^ue O îiw^jJ’ZT*


ÖSj^ ‘ ^o^^entel


le ab KiC'^dr ^ßHoßuekur.-



XTzrc


LaFße puùtati Q Qpereux


Ki

.Knott.

O



'PltnF' nbsp;nbsp;Clerlidu

Ki nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ki


O S.'Bettinlb

' Ki •Pailb’


Ktauatihquot;

Leif-atrer


0 . SomeTontanie-


KiLedeJml 'vjltrur


Q CiBimoion.


O.J.t^t.u,lpr

Of«ßR

C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^orcaar

S*. ** nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.11.^11^ lt;3 tifeH


Q^^iSruy k ebaii


fCßtire* 0

^ßbine tÿbois nbsp;nbsp;XeJlT

1’ * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»tlonfaucon. O

iA£oiuuii-alle


Q.lleyrö^./.t -■ Harchar^


O

CreJ^ancy Q 0 CbâbaJa

S,Cuaene»^‘.


aorixa- I-aa^a ,

OÄ/rj^


Curmant

Caulotyes O

Conlaneourt’ o ’

Q CerrtM -' o


Txs'jnci'


Väie »u buts


■r^i


S.Germae O ^Verneuil o Jfia

Viuell


G^^unat O



50


Cûjt£ercMiX


a I.c'E.tl 'OO-tmemtlrc

,11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

J.l ont aA'cre


ailei'tirML

Q V/net»'


°i’5-


•Rffajer



.Oetyueua O .

'Tâtccbar

X ‘Prwie ] O I QSouiatn


Gi'iaucourt Ki


^Tiaßeiuereuat

Gerrieâwt 4


Q 0 Trouttax ‘Prottifeux


O

CanJe


0 dLßmes ■


® ^‘^intin. Seriani l^ieilt Cante nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q

-rxxr nbsp;nbsp;nbsp;'FooulßV'Ki^


° Jlj‘ iiarri


P.


ARTIE

yn,rch.fld ’O

'~ ‘ O z ^,rrMCR‘''’Q la.4idmaiCon 'vUlia-j


' SiTbaJ

i lonelicri

CPraullf

* nbsp;nbsp;nbsp;. ' Ki

Trumy

Q Chaiaa


Ki ^chaiiasZ/^^ KiBatJlen


‘ Ó Rrttma

® /ttlx e Q 'Irellûn


o’ CtPeeowF ^•ornnet/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

oP”-’” .It.vt



ri^-fblr •B/Muteu

O -.0


, O •y*j-


Cb^lane Ô KoTanersOes KiViJIers ic nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;io nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

- Sarfr/'Hori •Vorsó'

Ct,-?... quot;’° ■ 'ErtOt-o) o ’R O 2.*,-«/o nbsp;nbsp;■RUptn-,, t O Sit

'£Mnttü- o' ' ^ . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 ® ■-

- nbsp;nbsp;“ nbsp;oRkta /

o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•’/RR' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ O ° ‘yo'

° O -fMio nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° o

Ih/rt/tr^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..Ctitt-n^â OUI.tttOt/i^ . P...9

RMirtio nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;g O oettm-mi/ ■’‘tfr


^S.öemtMtt

Mont ' O

quot;Ralaham



QPueemoine y?deufme«il O o'^'P


* •Dieu eorey Q It^lpjttrt Q .ntrtttt Q

CttUafi ROrO a ’■'dvv’o o ürbet ab Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Larssißnt

ßdbRV . /.Jljrti,


’BM^nt o ■PfPn.tt^.rj'lttit^ Chenay frestte. Ki ‘ KtLadeuidtllc nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Brimant

’Wo O

’Polli.!ll/ O 'Bouryone

-itCCmsquot;“’'“'’.’

Camay Ki Viet^ SLhiurd-^iPrunay



•Paine Ki

ViOenart


2Vmx



\aomerar ..'O


'Biai^

ChaueObrtian O


^STßiem

Saux o ^'PauJe



‘PMnai Ki Kgt; Vieiri


^aChi^eüe

LaCaaree 9

O Ca^r


O lettitf O jx«r--o QGan't Ki Conantrts t^pbitrt



Q 'karnen

O LaSaneUe Ki 'Bretnanj jDonchcrt v»'*’”*' ‘ -J o Ltaeneaur

O S..Her^e ^Tlone


Cquot;--!- o ÿ 3-lrtr.u At.ittl R .nttltt o Rihrl ’O ‘Jouet O Coóney ''lont O Ki'Bdly 'TtiOersanceme


vCrC»


- / ^^tOJaß’at Tr^


-Tfeonee

O

SCViot


'o-oof' o o

^’ß‘ 01!fl!l




Z. et; °

‘«s'’- ;/ Sommeual Vtilemereul ollfrni t Û Z, , , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

tjj

t .tfe. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O ,-/,., ’O

Later nay.

'PanCBelin


S.V/iJMv9


SAame .

O /aahetere. q Crenty “


Ki

Chamar Q


'TroJJitt.


Ckaatirx Cufan.^i


O

Zriebtty



V'-r.

Sm •*’'^KintlLelte.r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘

9ç},itif QS.belmJt o

QiXRtn/l .PüUitu „ Xtßxta

3 a-Mf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°

Oßf.’ 'XrMllfV' ’O




Chaflifimn Ztnßlei


.Aian^ny


’ o ■‘‘^^icourt

Preji Beb-^i

0 conrri



Ccnbnihej Ki k hoj


Cbayelane ^quot;/•/Ottr.u BttttM/rt, iSamefatt Q ® 'DatMn^'^ 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« 0

Lejlres GraadSourJe.


o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o o

.Kmbmuet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Bafle

tOy/r -*• Siptt

0 aVr'atl/ it.:. o GridLoyes SeytSanlx Q-ZarttftLr



Ki

,x


oTttttÿ/l Caurar

/RfKi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O'


■Rttrjpti ' ‘Banar

Q O


^Loniere O ,imatne


^Cotia^ts oK/ftOb BaJi, Xoi/tfS 9


Q'H/tM/ta ^Potraille


Ki LeCheJhe . O ' nbsp;nbsp;nbsp;lannay

'BruiUes Ki .Katresebe.

O O^''-X Cbaeill^r~\


O 'Sle/een Ki Artaife

le^Hontéiea


Tatt^


•jiuebeeaurt Q


AUrUbre ~Ki 'PorotvtBe

.Ktantri— O


Jâarw* O OZmzzzcz*^


dmglemot


Atous oft o

Vilk- o


Zot^K^ 0 T.Ziÿ’o j,tatin. Q SajÿûQ


Q Maru^oft}' quot;VittefranJii


i. o . uetant l iSt y/° 'yetßfiile


MaulainJ

0


Q„intrai'ilk.



O TjutebaulK dult^i. O ifeiiai


0,1iMourt!^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

JlaWiMur^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* 1 0.^3

Q F-t^inun/n-e ' quot;^amle QCbaroalu KjVa-^Rf 'LÜ^rri 0 . o


,.C jEt ° • OxKrtttp-a ossirtff^ZfCÄ«« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

OJ.TÏ^ ChamleFontaine nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 's

Q AJirmoat a“'quot;“!!!. îî quot;quot;” ® O jÄlt“ z Varenne


lt;0^5^ a itbnert.Q


0 eUaniMilt


Q'Dnn QTiäcourt


Ki Germain.


o

'Peatrin’ 0 Mallerteourt-

JlantluVUli ''f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ y »

OtttttSri nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;et6.«A:


Q^ßritBt


Chamys VatherauiUe,


Ißrietpit O

KPteurv


rHoM’iUttfS



Vcj’dun



, ® f, (Bre«mLamp; QUBotitre{ KiQ-^ ^Bocfr


Tontetet 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vranuilk.

Q 'Reauinatit nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O Attcamtille

Q Ch/^anaUes



’o.iSCC'^ ’ofquot;’^' ®


arfur ic „ ^atübe Jieirof 'O quot;»my raaool'^ 0 aXltt^HtrO '■■’


•iJrMnrtUt.



Clangsfuiy FmîsxK^ ’o 'BttVit, ■'-«»•o

0 ViBe Q ’BO*’-”quot;'’. Jlttt °


^jmic



f 'î-'-“ , lt;

c^iuîhepcrrc


Cenlemlje/n g, k hault Tonyetwk


'Viller/ ’O .0 tÀlMCeier ^onts/Mt


quot;Tairfp^ o


tatuieum •gt;



Æîr



viller


Challey °4taraetk

-r,;}]. - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Varcene, -


'ï'Âf o


mert^ Vilkmtrtt Ki


OulSy .ßulltrei o Cn

Chafle-t^ Jfatlar QCcuzett

KHelttt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.K.Afbk


^■^tttUerûn


Chaldticis Q

Letteherr


S-7ä-gt;ä o'lt;


''hclt^ Oifanu


Ki Urie.

O dhcKiaiß


Chendle Ki.Attli^P lïC/ sifs

ed:.,„ r/rtß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tgt; Cif?-

oRdßtn g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fifV^ t* lo^t - llSJi- ^/owa

. nbsp;nbsp;nbsp;-'S.... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3x1^.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O

S.H/rhin ° CJ^ odß’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■

StOm-turt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-.^^'r

omi.'tr, ƒ ..ViR’: ri. ’O OParffg .d/tntillt ’O MOr.' (3 =quot;‘^'0^0 ' ‘M /.Aeytrti Setamcurt


’t/nu ‘^•Rbruw/urt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q °

oXrattt a lt;0quot;^^./° .0


0, Ccnßittes TiaeycnytllK q


° t^eiay

Ki Rrße^ Ki Tant


l/nttnlvillt -o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.J.^.^,;il,

t3 SO’”'’ x/puu-a/rt

° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e*%r*6e«e/: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-


O 4!


Jittu’uü'


° Vtrt^ly

0‘t i/iMf’ RctatMlt

9 X* Utrtitt , RcrM.

T,^,.; ° rt,ert}


S. Otrmntn


R^^ny


O !/}•

Q D/m/tn/’’'”’


O Sh'/tv


i o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ckermip. .. Æu-, ' '

o ttb/JR 0gt; o Rr/zhuivUlt

’°lt;Wr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;s.StUù, a Vrev

I o atamp;r/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'' ° . O ƒgt;gt;


Ki Rrrtunute


Parev


o Oi


- O»

' Jltmtlabvje


KiRelt^ny


Q £at4fnetnlt;


Weufctâfirl


^Jhnfre ® villt


CHAMPAGNE

latine


FLantburt LANe^ruteQ


’RaltMuepiUe ^rA***a ƒ jtatuvv r' t


Kt JJanbatn


O Seryutn drnantaurt


^ejRlllr Htemhray^


Q a^UtnVtUt


.plSt o^'b

° aßki °

Xttm:

„ o

O


B^naeube q O FPenee.


^Nttß-iüe


Ki


StJ^Mftchur


laßratne


CAMPANIA


COMITATVS


^lulnditiutiL LjatitJunt*BhutL.


-ocr page 91-

CHAM] apanagie ofte portie van de jo ng fie foon van het geflacht van Guife, gelegen by de riviere Marne op de grenfen van Champagne. Koning Louys genaemt le Gros, heeft de muuren van defefladt laten bouwen.De voornaemfte kerck daer binnen is van S. Landeric,alvvaer die vermaerde en heer-lijcke ftatue van Godefroy de Bouillon , en die uyttermaten koftelijcke tombe van Claude,Her-togh van Guife,te hen is. De Seigneurie van îoin-ville is erf-genaem in het Senefchaelfchap van Champagne. De gemelde Stadt is, ten tijde van Henrick de tweede, feer vergroot. Onder defel-ve hooren de Baronnien van Hailly, Doulevant, Roches Efclatron,en meer andere plaetfen en ka-fteelen. Ten tijde van Karei de VJs deftadt be-halven het kafleel gantlch geruïneert. Arfi is een Burgh aen de riviere Aube; Antoninus noemt het O

Artiaca, en fielt aldaer het quartier van ’t twaelf-de legioen ofte regiment.

Hoogh Het bovenlle ofte hoogh Champagnien isey-Champn- gentÜjck het Territorium Partenfe, oft UP ays de Par-tcis^ heeft defen naem van den Burgh Perte: het is een vruchtbaer lant van koren, hennep, en hout.

rttrj. nbsp;nbsp;nbsp;De hooftfladt is Vitriacum ofte Vitry, gelegen by

de t’famen-loopende rivieren Sault en Marne : fbmmige meenen datVitryfijn naem heeft van het Legio Romana Piéîrix, het welche hier,om den inval der Hooghduytfchen te beletten, foude gelegen hebben. Alhier is oock een Bailjoufchap, daer acht Provooflen en Caflelleynen onder hooren, namentlijck, die van Chafleau Thiery, S. MenehouChaflillon,Fifmes, Efpernay, Rove-ray, Paffa van t. Vertus, en Lafaincourt. In het jacr 1141, Louys de longe verhoort op de Grave ThibaldHeere van Champagne, omdemifdaet van fommige fijner onderfaten , heeft Vitry in den brant geileken, en daer binnen meer als i ƒ o menlchen lóo jong als oudt, die in de kerck op ’t ïpoedighlle gevlucht waren,verbrant. Waer over S.Bernard den Koning befchuldighde van groo-te wreetheyt. De fèlve plaets is oock geruïneert door Carolus V, en weder op-gebouwt op een plaetsken genoemt Mont court, door Koning Françoys de I, die oock groote privilegiën aen de felve lladt gegeven, en Argilliers, Lazaincourt, Louvement,en andere plaetien daer onder gefielt heeft De naeflgelegene landen en contreyen,fijn de Hertogdommen van Rheims en Langres,met de Graeffchappen Chalon, Ligny, en la Motte, die haer eygen recht hebben, en Champagnien niet fubjed fijn.

Rheims. Het Heitoghdom Rheims leyt oockin Cham-, pagnien ,• maer alfoo wy hier aen volgende daer van een byfonder kaerte geven,füllen de befchrij-vinge in ’t lange daer nevens voegen.

? A G N E.

Lingonenßs Ducatus ( gemeynlijcken La Duché, Legres. Pairie U ËTpe/ché de Langres geheeten ) heeft defèn naem van de fladt Langres, die eertijts Audoma-tunum Lin^onum genoemt was -, van Ptolemæo An-domatunorii van Antonino, niet wel, Anremantu-num j inItinerariaPeutingeri Tabula, wat beter, An-dematunum-, van Tacito Lingonum urbs^ en van Gregorio Turonenfiz/rf’j Lingonica. Het is een oude fladt, en fraey bebouwt, gelegen aen den bergh Vogefe, waer uyt de riviere Marne vliet, en fcheyt Champagne van het GraeffchapBourgogne in het ooflen. Men fiet daer, onder andere antiquiteyten , de Triumph-poorte op de muuren,daer eenen flrijdt van menfchen, leeuwen,en paerden in flaet,die gemaektis tot een teeken van de overwinninge der Hooghduytfchen. De Bif. fchoppen van Langres fijnHertogen en Pairs^oLtc Genooten van Vranckrijk. De hooft-kerck is een van de fraeyfle en koflelijckfle van’t gantfche Rijck , gefticht ter eeren van S. Martin, en heeft daer na den naem van S. Jan Euangelifl gekregen. Het Graeffchap Ligni, heeft fijnen naem Li^}. van de hooft-fladt Ligni, die leer oudtis, aen de riviere Saux gelegen. Hier ontrent leyt een Abdye op de top van eenen bergh,ooflelijck van de fladt,daereenfchoone fonteyne nevens flaet.

Van het Graeffchap de la Motte vint men niet La Mette. veel byfonders bcfchreven.

Het Graeffchap van Chaalons, (’t welck men Ckaaions. oockgemeynlijck l’Evefché, Comté, 8c Pairie de Chaalon noemt ) heeft den naem van de fladt Chaalon , de weicke de Scribenten van de laetfle eeuwe, Catalaunum en Cathelanum noemen, en wort gemeenlijck Chaalon in Champagne geheeten ; is oock een BifTchoplijcke refidentie, liggende aen de Marne, op een effen pleyn , verçiert met hooge toorens, als pyramiden. Het lant hier ontrent is fèer vruchtbaer, en overvloeycnde van alle nootdruft.

Onder Champagne wort oock gereeckent het Aertzbifdom van Sens met de fladt Pont, waer van de befchrijvinge nevens fijne particuliere kaerte.

Behalven de voorgenoemde Graeffchappen, mindere fijnderBar furSeyne, Auxerre, La Vicontéde Tonnerre,Pourfuivent,Braine,Grandpré,Mailly, Vertus, Rouffy, Retel, Ivigny, met de Baronnie van lain ville.

De inwoonders van Champaigne en Brie, niet Lniaeendi.. tegenflaende datfè gebuuren fijn, plachten mal-kanderen te fchelden , welck nu wat gebetert is, door dien fy beyde haer natuurlijcke gramfchap hebben leeren bedwingen. Sy fijn vrolijck van herten , nochtans Godtvreefende ; maer wat flijffinnigh.

-ocr page 92-

’£ LANDS CHAP

DER

SENONÖISEN.

Oftde Tu

it Uf

Jleden-daeghfche.

Groene,

Et feer bekende ge-weft der Senonoifen, is’t gene darde Seno-nes, feer vermaerde volckeren van Gallien , plachten te be-\voonen,die(fegge ick) welcke ’t Capitolium eertijds verbrant en Romen verwoeftheb-beoj maer van Furio Camillo foo dapper gefla-genwierden, darde voetrtappen of nateecke-nen van den brand met het Gallifche bloedt Ejn uytgewifcht geworden. Waerlijck de Galli Senones hebben den Romeynen eenen feer feilen oorlogh aenîîedaen in den iarena de bou-wing der ftadt Romen, cccLxiv, die federt van hun genoemt is geworden de Senonifchen oor-logh. Hun Overfte was Brennus, eenVorft der Gallen : want na den flagh van Allia (welcks dach geraeckt is in der Romeynen Calendier) de ftadt ingetreden fijnde, en al wat hun voor-quam vermoort, en leelijck met den viere ver-woefl hebbende, foo hebben fy’tCapitolium, waer binnen de Roomfchejeucht gevlucht was, veele maenden lang belegert j doch eyndelijck met den belegerden vrede geraaeckt, en eenen hoop gouts toebedongen hebbende, foo fijnfe tegens belofte van den Didator Camillus, die met hjne troepen in de ftadt was geraeckt,eensdeels om hals gebroght, eensdeels in de vlucht gedreven j en fijn van daer in Grecien overgetogen. Florus en Titus Livius feggen, dat fy de ftadt Romen aen de weeghfchale gehangen , en voor duyfent ponden gouts verkocht hebben. Van hun fijn in Italien gebouwt Sena en Seno-gallia, ja noch veele andere lieden indelandt-fchappendiefè doortogen hebben.

Het Senonifche Gallia omhelfde wel eertijdts geheel Champagne, Bourgondien, en een gedeelte van Picardyen tot Beauvoifin toe , ja ooCxk ’tlandlchap van Chartres, van Hurepoix, en van Gaftinois 5 hier uyt quam ’t dat Brennus foo machtigen leger tegens Italien aenvoeren konde.

Maer heden wort defe Provintie van Vranek-rijek ten ooften belloten van Champagne 5 ten wellen van ’t landt van Gallinois en van de riviere de Yonne j ten zuyden van de landtllreke van Auxerre of Challeau-Landon , en van de llroom Armanfon ; en eyndelijck ten noorden van de rivieren de Brione en de Seine. Sy heeft 17 mijlen in de lengte, en alleenlijck acht in de breete.

De Senonifche ackeren worden ten deele be-vochtight door de Seine, maer veel rijckelijcker Vranekrij^k,

door de riviere de Yonne, die uyt den lande van Nivernois, van de leer hooge bergen van Mary^an afvloeyt. Dele landouwe wort oock belproeyt door den vloet Vannes, die fijnen oorlprong treckt uyt de plaetlè gefeght Font-T^zïwwfjdrie mijlen van de lladt van Troye in Champagne , en loopt door S. Liebaud , als oock Rigux-k-feron , Vi’le-neufye , Foiffy , Chigy, Pont-Jur-Vannes, cn Mafiey j een Ondergraeffehap , een mijle gelegen van de lladt van Sens, en eyndelijck in de Yonne, niet verre van S. Paulus abdye,vloeyt,en in’t voorbygaen van fijnen oorfprong af totdefe plaetfe toe meer als der-tigh meulens omdrijft, en negen beecxkens in fijnen fchoot ontfangt. De llroom Armanfon is defen lande mede goetgunlligh, en verrijekt fijnde door de wateren der Brenne, Oferain en

, gaet hy na de lladt Tonnerre , en door een ander rivierken noch meer gefwollen,werpt hy fich felven daet na in de Yonne.

De. lladt van Sens wert gerekent onder Onthelt-d’outlle Heden van Vranekrijek, welckegront-vellen geleght fijn in denjare 140 nadeSont-vloet, 2120 jaren voor de geboorte ChriHi, en 529 voor de bouwinge van Troyen. Sy is vqor-maels verfchey deli jek genoemt geweell, te weten , Aku^a, Allabria , en Orhendella ; daer na Agen-dicum, ’t welck oock in Sens is verandert. '

De Senonoifen of die van Sens fijn van feer -rierd, goeden aert, fonder bedrogh ofgeveynllheyt, oock van oude tijden afgodtsdienllieh; weshal- nbsp;nbsp;.

ven S. Saviniaen en Potentiaen d eerlle Apolte-len der Senonoifen,als ly in Vranekrijek aenqua-men,’tgeloove Chrilli in defe landtflreke ver-breyt hebben fonder ee'nige moeyte ,• na welcke op een lange rye tot defen dagh toe gevolght fijn feer heylige en doorluchtige Prelaten, die de godsdienlligheyt aldaer geplant,door alle eeuwen hebben doen dueren.

D’Acrts-bilfchoppen van Sens ontfangen ’t be-fitofdebekleedinge van hunnen Stoel van den eerflen Aertsdiaken van Sens, fijnde foodanigh recht van de Paufèn ontfangen byna van on-gedenckelijckcn tijdt, over’t welcke de doorluchtige Cardinael van Guife wilde redenkavelen , maer fonder reden j want de fake by de Kamer der Requellen gevonnill fijnde,lóo wiert d’Aertsdiaken in ’t gefeyde recht van bekleedin-ge beveflight : In erkentenilfe van welcke gifte defeer doorluchtige Prelaten den Aertsdiaken betalen een marek gouts gefchat op twee-en-feventigh penningen, en den twee Canoniken, byllanderen van den Aertsdiaken, Hechts een marek filvers. Voorts fij n d’Edelen, en de vier voornaemlle Baronnen defes Bifdoms, gehouden op d’eerlle feeflelijcke inkomfte in de ftadt,

O 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den


-ocr page 93-


s O -e ^easse assje


5../ ZDsSSSUitHsrt



âu Cfuiteeiiïx


Vavaura.y


-^lt;lt;^11»?'^ Lh/^eUe

;^Rs^îas ^etàêms


Les t^ntites


'lRneee


£wettt’


ViÏléiuin.


9Gittu


'Toot Sur Vt


* ViUertOttetts


ZZt^ut.



ZSerb-anae J, ■ o “ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Iccktl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® sircy

.Hariory o yig^J^ Ic„,^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-Baaç^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i ].grtu

.Ztacramp;c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Z^^^^cltafir nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Ï^

'hsaurnlral Ciccciacr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cian^aul trt :ßX nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ca^

OlaccSacc Tau-uäSera


ttaßsieetles Con^yisten


.i^-farc/l ___ CAarle 'i^ -t ReJ^ O


Pssuts .ytb.

O

QiS^^aetm


•^^aoffOn


i^AStX.


S^dithin


Siyy


Chatnire o


LAIAMIE MERIDIONALE


2)£ CA CJ1.1MSGSI



Cbansty Lêesm


La ville e, , nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;~

ttet^ ^^Uett^stteeu . '»r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ViLe


sSftmysle


9yêittertsy


•S^


~Lot^e/nsjy


Cbstntjuètitte uAeAnsie


.Ja-


JLa.'Rjffe


Cbs^ettes


Lesyetates ^Cb^eJles


J^es 3


o Tgt;alfy


Pstu^esy


P^ste^ ..Afs'ets nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

^^As^c LAiPier^e ^ettttnenaî


Chaytty °Sarmrry


it

*lt;LeLbaaete , .


ft


Roiiyran. CbastïeS


Ormcy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,


A£ 'Pettiiyty

OX' dsATUU


o La Clu^eue


^Aulme


VAUX ReltAt Reity^

Ratsu


y^Riees .^Lûeee 0


ChalütU


S^2«l£n




Cotubt..


£fi«y o


^^y^snestt 0


^fUifgry ó



iSet9ufn


/o '^SQ?

Vefyneux) JmoÙus


XZA»C


Catte


Q Reissee


Le vetitr ^^aast-


O GestsÀiie ^^ûsssst.


Rrebast


Coaveii^e o


_ yUtneeiemu


^ ■ ■ -• Les ReesLtis


Realnt.


decet


^cbeït^


LhannatrA


O ^ema/rs Lea/teAeetâe


LesÀt^ o


O ^Lssssbstssviïie

iSrcbeeen


C^ofpelatru


CorieU


•^iCxfÿgfy ^ratdcn^tiïigr^'


L?etie-^3rM


eaSSers

.SSalaßfi O VauJrm

^BalumU oZBÛuy

Q ^^a^gSZmu

O JfiOùrile Rstis


ViIUm-


LdiAittte


Rass


^’^'Aiuf’g SlTebssnjbe O l . ' nbsp;nbsp;nbsp;^

--- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' Vastossle le CAstul


Ls^a





Itheroft.


” O g gt;—

Qfsst ^tsfstOesy quot;^^Re^ur

jonnen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LîUsys


ututnettZG

’^^OiniAex O


Jle^«.rr VraaS ° nbsp;nbsp;,


_ CAetrttnen^f^'

^MXruUe^t^ ‘^^■iccäg nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S ‘


':^£it^4»ucgurt:


Resuy ' ^Ouiine


LaMeeesse


h'Ofu^airtr


SsH^ssty


- Caeuf*


TgiitCcguf



Xaai,1g

CesseceOeM LassnJJe


'^'Lèast^sss jHestterA/dè


Lecbe


Cbs^î •SlCeteniAe



^Rebeee^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ii.

, ^,.^’iid^gt;sssxesstestc^


0 Léefryi^


Veirs yiUsees ass CAe/be

, nbsp;nbsp;. A 'JJessJeee/tr

^sssstAet^ leCAatessss


® ^ettetnl


L^ffnen.


Vitttees auVestt ^Letsnêquot;^

2r„^ i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^amanr

le^t^ jfgt; ciarSamu^^

CbeisdA. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^.attr


•^tainteattr


:Se6oti^ug


^'ayue Q Laxu

•^dSttQ


ViUastsAexsfy


X£.

RsMs/an


■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A.‘

AasmA

O dsyesstot


o , ^ffssucosse


quot;Series 'XêottvitU


zLîasste cesse '^*âtAnceusgt;^j^^


Gsssnesft' ®


Cbattceue


^^lueïeC


Riocette^

0^ -Ses^xse


deeicsssse

■V’-ii-^-^i^ oquot;*quot;£


LApsbtes^e Rea

Celessibesastx nbsp;nbsp;LuCbs^eUe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'2^

A.Qlifis nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VstLeesntr


Lfftuhattir


Caxatateeottr


i'Jt^ .LJteeviîte


jlleueA


Geettebety


ÿX'


Getterotte


Jlststt^ysy La CesnsststssLes^ ^Reüâfy


Reu^ivt^

RtxesJA. Cottebssst Cssfie


o Villatte


t^aîwtftsu Lbsssltettu ®


Cestsnße ®


Relauvttte


9Rancetü’


Lêettvil


3bn leyrsvtd


^etAstCüue Q

'Tocaus*


Oueex


Re/eass. ® ®. Rtsseviei


O Les Cbesttts


'Zfifeeftteyii,

Luxtstesst^ 3^onesfssr


^Ateu^ts


LetA*SAt O


'Lêatt^o


■iSnixtte


^^Za.^affe


quot;^eilesC^/bsti


'entviüa


deestvitle o


•/^tattdrenaule“ O


Q .^lurVAU Rro^tm-


c^Aiót.


ds^aetniie ^•Luns^äte


Dettreft^


Lfehuotte


CbAftleetne


Jleroites


LfarmaetJe


Re/etcvâle •Sec

_ O Gesstesttiex


'lt;^betts*yue


Ltette


.Siffrseeot o ‘Lteeee


^ffuite


Cetttsna/tce


~LAUs*eul o


Gue»


Rausu

^edssbe


S^AA


O. »^Issriîtcm.-

ZuSijTe


Q yiàûes „ÂÜmsnSe


■feevit


^neite


sr^süt


^JnLeLns


La Crettx


O 'LourLsft


derment


La Jfitb


DortrU


^eeuefuber


^'S^nt.xeitL


LRottuetffue


4gt;S


^Sas^


® Raasu

Létestay


JiultartLL Qemtamca.


-ocr page 94-

s ENON

den Aertsbiiïchop te dragen van de Kercke van / S. Pieter, genoemt/^ Vif, tot aen de Cathédrale Kercke, om den nakomelingen te doen gedenc-ken , dat vier van de uytftekentfte Senonoilche Edellieden , te weten , S. Serotyn, S. Eduard, S. Altijn , en S Viólorijn den Aertsbiffchop al-lereerft in den Stoel hebben ingevoert, en hem by den volcke gefagh en aenfien gemaeckt hebben.

Wat aengaet de kerckelijcke Opperhoogheyt of’t Primaetfehap van Vranckrijek , ’t welck d’Aertsbidchop van Sens pretendeert tegens die van Lyons ; eenige oordeelen , dat de Kercke van Sens, dewijlfe d’outfte (y, d’opperhoogheyt van Vranckrijek eertijdts heeft befecen j ja Zelfs onder Augefimus Aertsbiffchop derfèlve ftadt, in’t Franfche Concilie gehouden den een-en-twintighften dach lunii, in’t jaer 87Ó, ten tijde van Karei den Kalen , wiert d’Aerts-biHchop van Sens voor kerekelijek Opperhooft van Vranckrijek verklaert j maer daer na fèec-ker Aertsbiffchop van Lyons, fïch verftouten-de op d’eenvoudigheyt van Lodewijck van Melun, Aertsbifïchop van Sens, is met defè uyt-ftekentheyt gaen ftrijeken , na dat hy oock hier op ’t oordeel van ’t Parlement verkregen hadde.

De ftadt van Sens heeft uytnemende Kerc-ken. De Cathédrale Gode en den eerften Mar-telaer Stephano toegewijt, wiert, ten tijde van S. Saviniaen , van de Chriftenen gebouwt, die in’tjaer 878 in den algemeenen groufamen brandt der ftadt wiert ingewickeltj en daer na herbouwt fijnde, weder verbrande met alle d’in haer bewaerde heylighdommen , in den jare ^61 ; eyndelijck wiertfe weder herftelt in haren ouden glans in’t jaer 986 , waer in oock ’t Aertsbiffehoppelijek Paleys is gebouwt geworden ; welcke beyde timmeragien , de Cathédrale kercke namelijck en ’t gelèyde Paleys, geftaen hebben tot het jaer 1184; want als toen is wederom de ftadt by na gants afgebrant, en voornaemlijck de Hooft-kereke felve, welcke Koning Philips de II met feer groote koften wederom heeft gemaeckt, en met vele toornen en ander aerdigh bouwerek verciert. Defe Aertsbiffehoppelijeke ftoel heeft onder fich 674 Parochiën , behalven de Kloofteren, van welcke de beroemtfte hier volgen : ’t Kloofter van S. Remigius, van S. Pieter le Vifj van S. Columba , van S. Pieter Chauifnes, van S. Pieter van Melun ftaende onder den regel van S. Be-nedidus, van S. Ian van Sens, vanS. Eugenius, van S. Severyn van Chafteau-Landon,van S. Ian du lard J van S. lacob de Provin Lijnde van S. Auguftins orde ; de Conventen des Barbeaux, Se-ranceaux, Louy, Poulis, Vaului[ant, Dilo van de Fonteyne van S. Ian, des Efchalis, Porr,wer ay,Villers, van S. Pau\us,Rofette,de Lys,de loyejVille-ChaJjbnjamp;c.

D’Aertsbiffchop van Sens hadde wel eertijts feven Suffraganen, doch heeft heden maer drie Biffehoppen onder fich, te weten , die van Auxerre , van Nevers,en van Troye in Champagne, Dit Bifdom ftreckt fich uyt over ver-icheyde landtftreken ,• want het omvangt de landouwe van Gaftinois , van Brie , van Champagne, van Hurepoix, amp;c.

O I S C H E

Voorts fijn d’andere voornaemfte kereken der ftadt van Sens defe : de tempel van S. Petrus du Donjon gefeght, welcke de feer godvruchtige Koninginne Cdotildis in dien ouden tijdt gefticht heeft j daer na de kercke van S. Hilarius ge-bout in den jare 79;; voorts die van S. Gervafius en Prothafius, van S. Maximus,en van S. lan. In den jare 1363 of 1366, wierd het kloofter der Francifcanen,te voren geweeft fijnde in de voor-ftadt, binnen de muuren der ftadt overgevoert: en daer te voren niemant en mochte begraven worden in de ftadt, behalven d’Aertsbiffchop-pen, daer beftonden doenmaels de Minderbroeders uyt eygene toelatinge de lichamen der dooden te begraven. Daer fijn noch andere Conventen in defe ftadt, te weten , die van de Celeftynen , Dominicanen , Capucynen , le-fuyten , Carmelyten, amp;c.

Dit’s merekwaerdigh ontrent het kloofter van S. Pieter le Vif, dat ’et door de’mildheyt van Theodechildis, dochter van Clodoveus, eerften Chriftelijeken Koning, gebouwt en met feer groote inkoraften begiftight, en eyndelijck den Moniken der orde van Benediólus is toegewefen geworden j’t welck oock van defe inftellinge ’teerfte wort geacht dat in Vranckrijek is be-veftight geweeft. -Dit’s oock wat byfonders,dat Baffolus Hertogh van Aquitanien in ’t fèlve een rcgulier-leven heeft aengenomen , en aldaer tot hooge jaren is geraeckc. Maer oock hebben veel andere, foo door af komfte als heyligheyt vermaerde mannen, ’t felve kloofter verheer-lijckt.

’tBaljuwfchap van Sens wort getelt onder de Paiijuu/^ vier oudtfte des gantfehen Rijeks, fijnde uyt dat van Troyen eertijdts t’famen-gefmolten, alwaer deBailjouw van Sens als noch fijnen richtftoeï heeft en recht fpreecktj tot het felve gehoor-den oock dat van Auxerre,en dat van Melun, en ’tbreyde fich uyt van den Loirftroom af, daer hy aen het landt van Gye yloeyt, tot Lothe-ringen toe,fijnde oockdaer binnen begrepen ’t Hertogdom van Langres , Baßl^ny en Barlcduc, die noch heden van dit gebiedt fijn. DefeBail-juw houdt jaerlijcx driemael groot Gerichte, gelijck fy ’t noemen,’t welck t’elcken acht dagen is duurende, namelijck op den eerften maen-dach na den feeftdagh van Allerheyligen , oock op den felven dach na Palm-Sondagh , en na den vier-dagh van S. Barnabas j ’t welck alle Gerichts-dienaers defès Bailjuwfehaps bywoo-nen.

Ontrent een mijl buyten de ftadt van Sens vertoont fich , een Aertsbiflchoppelijck dorp, alwaer eene feer gropte huyfinge wort gehen, omhey nt met een rivier en bofeh, bevattende duyfènt tienvoetige roeden ; en tuffehen de luftige groenten defes gebieds ontfpringt eene borne, die vele ftaende wateren vullende, en voortloopende, hier en daer verfcheyde meulens omdrijft, en eyndelijck in de Yonne fich ontlaft.

Villeneufife was eertijdts een ftedeken , door ruienefdve den Koning gebout ontrent twee mijlen van Sens, met een feer groot Leprofen-Gafthuys j alwaer de Koning oock den loden in Vranck

rijek


-ocr page 95-

SCHAP.


ibc


rijck geboren, toeliet te woonen, en hunnen Godsdien/l vryelijck t’oeffenen. Aldaer was oock eene plaetfe geheeten der loden kerckhof; maer de felve op ’t aenhouden van Paus Eugenius de III uytgeroeyt fijnde, foo fijnoockde lo-Pcnt-fur- tien terftont uytgedreven. Pont-fur-Toms, een kleyn ftedeken, wort oock onder ditgewefte geftelt, en meer andere bemuurde plaetCen, namelijck Dimon, een feer vermaecklijck ver-treck , alwaer de jacht feer goet valt, en de bof-fchen feer dicht, die’t van alle kanten omtuy-nen j Belle, een feer koftelijck kafteel, light oock in’t wout verborgen. Tegen den oever over van de riviere de Yonne vertoont fich Courtenay, welgeenegroote ftadt,maer wegens den tijtel van Graeflchap berucht, en leer oudt j fommi-ger meeninge is,datlè geftaen heeft al van de tijden af van Iulius Ccfar ; oock worden in de ne-derftadt feer oude teeckenen geljïeurt. Sy wort gedeelt in opper- en nederftadt, en fit op eenen heuvel redelijckhoogh. Ind’opperftadtfietmen een aerdigh flot van ’t beroemde geflacht van Courtenay. Aen den wortel van de muuren der nederftadt fijn onlangs eenige penningen uytge-graven , opd’eenfijde dragende de figure van een kruys, op d’andere, eene handtboeye, waer mededemuntc van Koning Lodewijck den Heyligen plagh geteeckent te worden , om te kennen te geven d’ongelijcken en groote verra-deryen by hem uytgeftaen op den tocht van’t Heylige Landt.

1/4» nbsp;nbsp;£)g Hagen quot;yan Courtenay maecken de ftadt

name; ontfangt’er defe befchryvinge van: Defe Hagen beginnen van de Parochie van Montcorbou, en van’daer buygenfe fich om naer het vleck van S. Martyn de Dourdon , dat twee mijlen af light van Courtenay j daer na gaenfe naer Saviniac , ’t welck over gepalTeert fijnde, foo ftreckenfè fich uyt tot aen het dorp toe van S. Hilarius, en tot aen de plaetfe van Chante-cocq; en omvangen met alle defe keeren in haren omgang leven mijlen.

Courtenay was voormaelsgeene onberoemde ftadt, fijnde van alle kanten gefterckt met wallen, bolwercken en toorens j maer in d’En-gelïche beroerten onder Karei den VII iftehcel misvormt geworden.

Niet verre van Courtenay vindmen een dorp na S. Hilarius genoemt, alwaer een Prioraet ge-fticht is door Boudewijn van Courtenay,Key/èr van Conftantinopelen en een weynigh verder ontmoetmen Montalan, een feer luftigh kafteel, aen’t edel en oudt geflacht van Montalan ge-Ichoncken door uytnemende dienften aen de Republijck bewefen : want als d’Engelfche, die Vranekrijek deurftroopten, hier binnen hunnen toevlucht namen, ioo heeft de kloeckmoe-dige man Philips de Ville-Chaßel hen daer uytgedreven ; waerom hy ’t felve van de Koning tot een gift ontfangen, en des felfsnaem voorden fijnen geftelt heeft, en namaels genoemt is geworden Heere van Montalan, wiens graf oock vele jaren daer na aldaer is gevonden. By dit gewefte worden noch gerekent eenige andere kafteelen en plaetfen, te weten, S. Phale, Trety, Chantecocq, Cudot, Piffons, Hallebec, Blaçon, Bewyillier, Giry, Theorigny, la Chapelle, Launay , Granebes, Ceri^ ßers, Venify, Aix en Gothe j en op de grenfen van Sens, Coulours, S. Iulian du Saut, Courlon, See.

’t Lant van Sens is feer vruchtbaer, en vloeyt ffoedaxv-over van koren en wijn, en van allerhande vruchten , als oock van vee en verftheyde ge-dierfen -, met alle welcke d’inwoonders leer groote winft doen,- want hunne granen, wijnen en andere diergelijeke waren voeren fy na Parys.

’tGraeffchap van Sens wiert eertijts belèten van fijne erffelijeke Gravenj maer hedenis’t aen de Kroone gehecht. Aleer wy dit landfchap verlaten, en van de Senonoifen affeheyden, foo , laet ons eerft het lack van Veron doorfnufielen. ’t Water defes lacks wort in fteen verandert, die licht en vol fweetgaten en den fchuym of puym-fteen gelijck is : het neemt nergens toe noch af ; de mofch en’tkruyt op de kant waftende ver-wiflelt’etoock in fteen ; jade muur lèlve van den meulen is door den aenvloed van’t water gelijck als met feer dicken fteen overkorft ; eyndelijck is’tdat ghy dit water in eenigh vat eenige dagen houd,terftont verftijft ’et in fteene bollekens.


Vranekrijek.

HET

-ocr page 96-

-ocr page 97-

Het Aertz-Bifdom

R.

M S.

g Ertijts hebben Cham-befeten die volckeren , daer van g nu de hooftfteden fijn

Remî,

Rhtims

tj een ^ertz.-btp-dom, Hertogdom, en Gemot-fihap.

Chalon, Meaux, en Sens.

De Hertoghdom-men in Champaigne gelegen^ fijn Rheims en Langres, die nochtans haer eygen recht hebben. Rheims heeft den naem van Remis. Remi fijn by Cæfar en Plinius bekent,van Ptole-mæus en Strabo wordenfe genoemt. Plinius noemtfe bontgenoten. Die van Rheims hebben, ten tijde der Romeinen, wijde palen gehadt; -want iy grenfden aen de Seyne, ’t gebiedt Metz, ’t lant Trier, Vermandois,en Soif-fonnois. Als Cæfar in Vranckrijck Overfte was,warenfe deprincipaelfte nae de Burgon-jons.. De felve Cæfar verhack van haer Ma-giftraet, en haren Overften Vertifcus, waer van veel gefchreven ftaet in de boecken van de Franfche oorlogen. Als Cæfar ontrent de palen der Belgen quam,hebben die vanRheims (welcke in Vranckrijck allernaeft de Belgen liggen) Iccius en Antebrogius,de voornaernfte gefanten, aen Cæfar gefonden, om haer, en al dat haer aenging , onder de befcherminge der Romeynen te Rellen, en te feggen datfe met de andere Belgen niet geconfpireert hadden , oft tegen de Romeynen gefworenj datfe oock gereet waren gyfelaers te geven ; alles te doen dat men haer bevelen foude ; en Cæfar met koren en andersfins te helpen.

Het Hertoghdom Rheims (Duché,Pairiej Çÿ Jrcheojefihe'ae Rheims ) heeft defen naem van de ftadt Rheims,by de oude Schrijvers Duro-cortorum genoemt, gelijck de boecken van Antoninus, en de reys-kaert van Peutingerus uytwijfen. Ptolemæus noemtfe Ai?§ox3-£e^op^Stra-bo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cæfar Duroc ortum Remorum. An

toninus fielt daer de leger-plaetfe van het ach-tiende regiment. Defe fiadt is in Champaigne befloten en als ingelijft,nochtans behoud-le haer eygen recht. In de oude brieven wort-fe Rheims les Chum^uigne geheeten. Sy heeft een Aertz-bifichop,die Hertogh, en eerfie Genoot van Vranckrijck is. Hier fijn geweeft 88 Bifrchoppcn,waer van de eerfie was S. Sixtus, gefonden van S. Pieter; en de laetfie, Gabriel a Sanóte Maria de Gifford. Hier is eertijdts Canonick en Scholafier geweeft de H. Bruno, Fundateur der Cathufer orden. Onder dit

Vranckrijck.

Aertz-bifdom ftaen de Biffehoppen van Soif-fon,Chalon, diequot;^oock Grave en Pair de France is : Amiens, Noyon, Senlis, Bcauvois,Laon, en Bologne frr mer,cemjdts te Teroane,toen de ftadt van Keyfer Karei de V noch niet ver-deftrueert was. Als de nieuwe Bifdommen in Nederlant niet opgerecht waren, ftonden die van Camerijck, Doornick en Atrecht oock onder Rheims.

De rivieren van dit Hertoghdom fijn de Marne,Ayne,enVefle; De Marne is een groo-te rivier,niet minder als deSeyne,met de welcke fy deFranfchen van de Belgen fcheyde,foo Cæfar, Aufonius,en Ammianus getuygen. Sy ontfpringt in de bergh Vogefus,wat hovende ftadt Langres, naerk noord-ooften , en loopt voorby veel fteden in ’t Langrois, als lani-ville, S. Defier, Chalon, Ay, Dorman,Chafteau Thiery,Meaux; en vermeerdert met de rivier-kens Sauk, Bloife, Ourq en Treme, vermengt haer met de Seyne cen mijle boven Parijs, by de brugh Charenton. De Ayne fielt Cæfar Ajnt. in de uyterfte palen van Rheims, en noemt het een rivier van Gallia Relgica. Sijn oor-fprong is by Bar, boven Clermont, in’t dorp Souilli. De Vefie ontfpringt in ’t lant Chalon, loopt van’t ooft naer’t weft door veel dorpen, en ten laetften voorby de ftadt Rheims, tot datfe haer in de Ayne ftort. Hier placht men koftelijck linnen-doeck te weven, dat men Foilede Rheims noemde.

Hier fijn veel Conciliën gehouden. Het Concilrett eerfte ten tijde van den H. Remigius in ’t jaer 5 14, in welcke als ’er een Arriaens Biffchopgt; die een kloeck difputeerder was, met fijn fcherpfinnige argumenten, dat is, bewijs-rede-nen, de Catholijcken befpotte, en, door groo-te hoovaerdt, niet woude opftaen om den H.Remigius,die in ’t Concilie quam,te eeren, foo is de H. Biffchop tot hem gegaen , door wiens fchaduwe hy ftom geworden is, en niet heeft können fpreecken , tot dat hy voor de voeten des heyligen mans gevallen is, en met teeckenen vergiffenis gebeden heeft, die hem beval het Catholijek geloof te belijden , dat hy terftont dede, gelijck Hinemarus getuyght in ’t leven van de voorfchreven H. Remigius. In ’t jaer 813 , ten tijde van Keyfer Karei de Groote,is hier noch een Synode gehouden tot reformatie derkerekelijeke difcipline , dat is, der manieren van de Chriften kereke. Noch een ander onder den Aertz-biffehop Fulco, in ’t jaer 85)2., om Koning Karei de Simpele in ’t rijck te beveftigen. Noch ten tijde van

P nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A real-


-ocr page 98-





SiPHft^




■'’ TJw.tMfp

ÂJJitj'p quot;


-u«([


'’IP^'O



jTnatttjty °

•*V^y XjJpfUS^ 9



i Aont/py * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• O

PffblUPtoJ^


iVXW^V^l.. »a

wS

quot;■ •*#'^

iTP-’ipip-Tpi^


5 . J o - .quot;“t-A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

ï‘ç .*■*0- ■


'ïl'T} è ox



o





t'7




O




'7ir

Oj




‘fin.,J


■mi^l-^'VVOß


W X













........ 3^^Ut93jy nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-


'' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

■pvaptf^vva^ 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^***711*Pt-


■Ä

'■■ipz--- ■■■











vcjnapp

-^--rn^wjëhl titr ’ '

-gp-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9

V nntpajpnp* \f •





7gt;W

gt;■gt;gt;


.winAi^m^.^ 1






O vntü(j'


'jjf-




/mJvunue^



”•‘■‘0 o



.i^nftmijifvj o





















juffunç/ttf



yWutnFtj^ .













.v7f«r


vtf^ueji'*''^





•UPUPtltamp;O


jalply

o’ ’


■^«*(1


'»*tr 9

nktvpfß'K^




Aapppjpzf:, ttJttl ï-^- -



tj


' SICUilCIL’llJ

u:7bhjni i{VJ[ ai^j,


op ^tccT or JO





'Ï'ÏÏ ' -

1-«’/“iAJliX^^-u..„fAn^.


...rutttvf



fipgt;

iJ aH^mu'ttt^


AUPiptty ntapn^y^

O

■#« -



7

T Wf'


•- ajtfucut jf uij^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. quot;..; 9




quot;/Z'jCgt;



pip'^a-'S'



'•'f



nv^^


gt;m.u,f


Çt“'

F’ «

-K-. ® ï






rw-:5’Xr'? ' W-




5^5 r

„ ■^^fiZZ‘’^'‘’'‘’'’'quot;’ir


' :-- -:.i^-'r''PV


i Âuffiip*

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'’*s£z' j/tJt^

iji^pef^ xprtpç

iXiLz

u 9 ■ tvj










^■jni

■ quot;nbsp;*

'ilÿ'~'“P'‘“/i'ig I -lA^y:, ’quot; S'^?j 'l’X

mt.r.-yn.ii'nl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ, * B

• —AfM^ ,J

QAjJiuA:l nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... ...O

mAJMilinnd: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X'ZrTj^


Q 'Uç^rfiinOQ


wui;?fnej


O









O.

s'Ajjpyac^



'o















quot;S

- -'T


-ui.t^j! “






Q



JV^J- Jp3/V,t.Pf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* ]










■iftftfifyp.f i^s^pw


ViS’xHm












‘ï: ^^Uv...

. i. -runii.’fima



■jvjmpfapjL-^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.» .,1»*'’*’^ 9' gt;,. J


Aupiu/n-^


Jî'ln * O






'X 'C - »i '’'/P^ir '^. ■»'»**

''^•''p'

'i

.wp/f3jz

''gt;'^sryF-

-


°.^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■[r,irf«‘'f'quot;'il^ nbsp;nbsp;nbsp;r’Aamp;i'-’3:,i

r^rug^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ ■«'

9 jupifjtittjtp, s». i/J:p3.ip‘

' *1 Vx ;-. '^' '^quot;•’rro

*t*.'Ti.i'.


K... ' '~W











quot;O’x-


w .-

»lt;

®v ~è-î,^‘’i'!^



















^runf^'^


~w



jÇviirî'ii'^ (O









„JJ’gt;‘I? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°


Â^n9.t^ptftf.tP) puptH ^rj3^


. ^nn'j^g^


jvputpjprj.-


rwjzr^y''^


iCi'iip'rffZ^ ' 'ifi-TT aenpnf* : UVjj p^PtJptpiZ^



-/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;È



'vcif.


T




•'^F

^tfTpfp


' -^r-J

' ■ïWP’PPF'

‘quot;quot;i 7

jA^i.'Jip'^'Jr.njnp.liti.-a,'.^ 1












O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9pinf3Q v^i

'7iuir'urfm,x-r^ “ •*£ ■.. .. - .—. * ■'


® '



WW

9-npufivf,^^ ^ÿPlL ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3(hc2 97^'1-^^^ o

Jtva^ 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7ci7i*^

Jrii^tp^


O AufiJiitp^-y

O '^■r




Z7^.7a7‘”r^^Zß^



'V ■^“f‘quot;S', •j-mjjpsn/ntff, ••’x^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

ppifitna












.lt;Z\^/'”‘’ir -f.

-s. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'-^ Wx

Wlt;x4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f

7^7^—zr^r^

-i9y 9 p^nfijj /CpyZiucy


•gt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• ï

I o ’ttjjir '^'




. -Ä^W









sumi^^



quot;■quot; . ® ■^ii’ nbsp;nbsp;nbsp;* rfvtme^tïvg


9utJJno^^



w ly







A-'Z --





9uueff


’Wj^uruiagf





'UPV^y


'Wt./MP^



'tfii^iuaj’



XtffO^'prj












fTPiJ^Ptpj 3jQ^tf3n(f



Aipav^j^



n-irfurfi' , ’ 7:^7.








.■ SfUJ^JfATfp^^

o

jatntl^ A^










^^utntt p,tp.t^ ^ptpfp




-ocr page 99-

RHE

Artaldus, regens die de kerckclijcke goederen onrechtelijck namen. Hier is mede een onwettigh Concilie geweeft,onder de regerin-ge van Koning Hugo,tegen Arnulphus Aerts-biflchop van Rheims in’t jaer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maer Paus

loannes heeft te niet gedaen al dat daer beflo-ten wasjhet welk wederom gefchiet is in’t jaer 5P5, van de Legaet des Paufelijcken ftoels, in ’c Synode daer gehouden. In ’t jaer 104^, onder Paus Leo de i Xjis hier een Concilie vergadert 5 en wetten gemaeckt tegen de Simonian dat is, koopinge en verkoopinge van geefte-Iijcke beneficiën, en diergelijcke faecken; van de kerckelijcke bedieninge, van het inkomen der autaren, welck de wereltlijcke perfoonen befaten,en andere quade gebruycken die in de voorfalcn der kercken gepleeght wierden; van de bloedtfchande, en andere ongeoorlofde houwelijcken j van de monicken en geefte-lijcke perfoonen die geapoftateert waren , en voor foldaten dienden ; van de roveryen, en het ontnemen van de goederen der armen ; van de fodomie, en feeckere ketteryen, die in fommige contreyen van Vranekrijek opre-fenjdie allegecondemneert ofteverwefen fijn, als mede veelBifichoppen, Graven en andere

I M S.

in de felve fauten vervallen. In ’t jaer 1114 was hier oock een Synode gehouden van Co-non, Gefant des Paus, tegen de huldinge der geeftelijeke Prelaten door wereldtlijcke Prin-een. Hier is oock een Concilie geweeft onder Paus Calliftus de II, tot vrede van de kereke, in welcke vergaderinge, nae ’t fchrijven van Rogerius in de Engelfche hiftorien , ge weeft fijn 414 Prelaten, en Lode wij ck Koning van Vranekrijek. Keyfer Henrick is’er niet gekomen, gelijck hy nochtans belooft hadde,maer heeft hem daer ontrent gehouden , aen wien gefanten, eerft van het gantfeh Concilie, daer nae van Paus Calliftus, gefonden fijn, dat hy foude af-ftaen de huldinge der kerckelijcke perfoonen ; welck als hy weygerde, heeft hem het eendracheigh befiuyt der Vaderen in den ban gedaen , in ’t jaer 111^. Hier is mede het Synode gehouden tegen het Çchtfina ofte fcheuringe van Petrus Leo, in ’t jaer 113 i,die hem voor Paus op-geworpen hadde. Noch een ander van de Franfche Biftchoppen,in de faecke van Abailardus, in ’t jaer 1140. En in ’t jaer 1148 van Paus Eugenius de III,aen-gaende verfcheyden kerckelijcke faecken, en fommige nieuwe ketteryen.


Het Gebiedt

I S.

Et Graeffehap Rhetelois is een gedeelte van Èygen Picardyen, en leyt tuflehen Rheims, Lor-reyne, en Bar.

De hooftftadt is Rhetel, gelegen aen de rivier Ayne, acht gemeene Fran-fche mijlen van Sedan, en fes van Rheims 5 heeft een brugh over de Ayne.

De voornaemfte dorpen fijn, Pargny,Nau-vi,Brecencour, Corny, Aboncour, Mefmont,

Unaumont, Villers Ie Tourneux, landun, Marqueny, amp;c. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

Dit lant is foo vruchtbaer, en gefondc van f^rucht. locht, als eenigh ander in die quartieren.

Beneden de hooftftadt light de ftadt Cha-P^eaH porden j redelijck fterek; boven de ftadt is Aligny, ter fijden Geneville.

In het ooften paelt het aen Sedan, in het Crtnfeu. noorden en weften aen Tirafche, en in’t zuy-den aen Champaigne.


-ocr page 100-

ievoane.


Franchev^ en andere.


Frucïat-baerheydt,


Het Prinfdom



N.


Edan heeft den tijtel en rechten van een Prinsdom; aen het fel-ve hoort deHeerlijck-heyt Rancourt , die nochtans haer eygen recht heeft. Sedan wort van Vranckrijck gefcheyden door de



Mafejaen de andere fijde grenft’et aen’t Her-toghdom Boulion j de reft paelt aen Lutzen-burgh.

Behalven de ftadt Sedan fijn in dit Prinsdom eenige dorpen, als levonne, gelegen in een luftige valleye , waer door een beecke met foo groote fnelligheyt loopt, datfe niet alleen be-quaem is om koren-meulens te draeyen,maer oock de inftrumcnten die gebruyckt worden om het yfer gereet te maecken en te fmeden. In de felve vangt men oock truyten van liefte-lijcken fmaeck, by-nae foo groot als falmen. Francheval,Semange, (welck onder den Her-togh van Nevers ftaet ) en Douzii, ontrent welcke het rivierken Cher, een mijl van de ftadt, in de Macs loopt.

Dit lant is heel berghachtigh, vol bolTchen en boomen, welck gerieflijck en profijtelijck voor de inwoonders is tot huyfen te bouwen , vuer te ftoken , en kolen te maecken daer de fmeden het yfer mede fmelten.Want hier ront-om fijn rijeke yfer-mijnen,daer men wapenen van maeckt, als ftorm-hoeden, fchilden, har-naffen, en fwaerden. Aen die fijde daer het bofch Ardenna is, fijn fteyle bergen, tufichen welcke veel aengename valleyen liggen , ge-lijck of’t de genoeghlijke Temfe van Thefia-lien waren.De allerluchtighfte is,die men Q^£-rimont heet, van alle fijden met boomen, na de konft der Lantmeterye,befet,daer men ge-woonlijck gaet wandelen. Daer loopen veel herten , ree-kalveren, en konijnen. Dit dal wort bewatert van een volle en klare fonteyn, die door het flot in de ftadt loopt,daerhy verdeelt Wort in veel kanalen en buyfen , en gerieft niet alleen de Gemeente op de ftraten en marekten, maer oock in de particuliere huyfen. Voor de ftadt light een brugh over de Mafe,diefe met Vranckrijck aen malkanderen hecht,en oock van een fcheydt. Als men hier over isjfiet men vlacke en effen velden,die, als fackendevan deFranfche bergen,haer naerde Mafe uyt-ftrecken. De felve fijn aengename weyden voor het vee.

Eer de beroerten van de inlandtfche oorlo-Vranckrijck,


ge in Vranckrijck ontftonden,was de ftadt Se- Sedan een dan fo vermaert niet:maer toen die haer Gere-

r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 • t , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 voorde Ge-'

rormeerde noemen, in Vranckrijck wat hardt reforffjeerdi^ bejegent wierden,fijn ’er vele van de felve hier gekomen, als in een feeckere en vrye plaetfe, te meer om datfe beleefdelijck onthaelt wier-den van de Heeren van Sedan,die de felve Religie heel toe-gedaen waren. Als ’er dan dage-lijcks meer en meer van ’t felfde Geloof aen-quameiljcn oock eenige Catholijeke Predican-ten Woonden , heeft men eerft een gemeen Collegie oft flechte Schole op-gerecht,om de -^cadefnie, jeught te leeren, daer na oock een Academie, dat is,hoogeSchole;om dat defeplaets fcheen bequaem te fijn voor de rtudien. Hier leert men niet alleen de Latijnfche, Grieckfehe, en Hebreeufche fpraecken, maer oock de Godt-heyt. Rechten, en Philofophie; daer men van alle plaetfen geleerde en treffelijeke Profeffo-ren toe roept. Onder welcke fijn geweeft Da- Trofijlnn. niel Tilenus uyt Slefien,Profeffor in de Godt-heyt, vermaert door fijn boecken : Defiderius Heraldus, Rechts-geleerde, eerft Profeffor al- . hier in de Grieckfehe tale, daer nae Advocaet in ’t Hof van Parijs : Samuel Neranus, in vee-lerhande wetenfehappen ervaren,diehier oock de Grieckfehe tale geleert heeft: Albertus Hut-tenus, Profeffor en naerftigh vervorderer van de Hebreeufche tale, daernae Predicant def Remonftranten in Hollandt : Andreas Mel-vinus, die, door de voorfpraeck des Hertoghs van Bouiion,verloft is uyt de gevangeniffevaii de Koning van Engelandt : en lacobus Capelins, die daer Predikant geweeft is, en daer nae Profeffor van de Hebreeufche tale, en van de Godtheydr.

In k jaer i^i i heeft men hier een Librie Libde, op-gericht door de mildtheydt des Hertoghs van Boulion,die,door de naerftigheyt van Heer luftellus, Secretaris van de Prince, en groot liefhebber van de geleertheydt en geleerden , in korte tijdt met alle foorten van boecken in verfcheyde Wetenfehappen grootelijeks vermeerdert is.

De burgers fijn beleeft, naerftigh, vernuft, Ïtnïiccnde--eensdeels b^urgers, eensdeels ambachts-lieden, quot;quot;nbsp;onder welcke de fmeden de voornaemfte fijn, die allerhande flagh van Wapenen maecken, als pantfiers, hatnaffen, helmetten , en goede piftolen , die door heel Vranckrijck begeert worden. Hier Worden oock verfcheyde Wolle ftoffen gemaeckt. Sygaen oock foo fraey met de wapenen om, of het oude foldaten waren.

De Mafe loopt foo dicht aen de ftadt, datfe Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de


-ocr page 101-

-ocr page 102-

SED de molens, die op feecker bolvcrck liggen , doec omloopen. In de ft ad t fijn twee kercken, een oude , daer de Roomfch-Catholijcke en de Gereformeerde met beurten plachten te predicken; de andere is nieuw, ovaels-wijfe, daer de Gereformeerde nu alleen predicken , en de Catholijcke in de oude alleen. De nieuwe heeft veel galeryen , om dat ’er te meer voicks in kan, die alle op den Predikant können lien. Mceft al de huyfen fijn van harde fteeujdie uyt de naeft-liggende bergen gehouwen wort ; de daken meeft met tichelen gedeckt : de ftraten breet en open; foo dat defe ftadr,door fchoonheyt der huyfen,beleeftheyt der burgers,en koophandel,de naeft-gelegene fteden te boven gaet. Sy is oock heel fterck, en met bolwercken,die op malkanderen flan-queren, verficn,daer een muur rontom loopt, waer toe de fteen gehouwen is, van welckeii / foo groote menighte uyt de graften van’t ka-fteel gegraven wort, datfe van boven, om de diepte, grondeloos fchijnen. Aen de fijde van deftadt, daer de bergen liggen, is een kafteel, dat van beneden allengskens naer de bergen hooger opklimt. Het is groot, wijd en fterck, vreeffelijck en onwinnelijck van wegen fijn fortificatiën, foo konftigh gemaeckt, datfe, in tijde van belegeringe, van de bergen niet kan befchadight worden. De graften fijn hoogh en diep : met wapenen, grofgefchut, en al-

A N.

ierlcy amonitie is ft wel beforght. Hier houd de Prince van Sedan hof.

Dit Prinsdom is het erfgoedt geweeft van de Heeren de la Marche, en is, by gebreck van mans oir, ten laetften gekomen op Charlotte de la Marche , die dat ten houwclijck gebracht heeft aen Henrick Vicomte de Tu-reyne, eerfte Marefchal van Vranckrijck.Defe Prince en Hertogh van Boulion heeft de ftadt gro'otelijcks verbetert, die hem tegen de burgers meer gelijck een Vader, als Heer droegh, en daerom feer bemint was ; en by Koning Henrick de IV, om fijn ervarentheydt foo in tijde van vrede als oorloge,grootelijcks geacht. Hy was oock een behulpcr der Geleerden. De Prince van Sedan kent geen over-heer, maer imrâ. is in dit gebiedt abfoluyt. Hy ftelt alleen de geeftelijcke en wereldtlijcke Overheydtj flaet oock op fijnen naem geldt.

Nu ter rijdt regeert daer de weduwe Elizabeth van Naftau,dochter van Wilhelm,Prince van Oranjen,en Charlotte de Bourbon,doch-ter des Hertoghs van Montpenfier, die,nae de doot van Charlotte de la Marche, getrouwt is geweeft aen Henrick de Tureyne. Haer fone is nu Prince van Sedan, en Hertogh van Boulion , en, van wegen de Staten Generael der Vereenighde Nederlanden, Gouverneur van Maeftrichr.



-ocr page 103-

i8


Het Hertoghdom


L o R R E I N E.



Otharingia heeft den naem van Lotaiius, foneof neve des Keyfers en Koning van Vranekrijek Ludovichwanc Ludovicus Pius hadde vier fonen, die haer eygen vader beoorlogende, hem by Soif-fons in een klooftet ftaken, deelende alfoo fijne Vor-ftendommen onder fich, en oprechtende een Tetrar-chiam : doch eyndelijcken,


Oudt Lo^ jhrtnoen, o

Deeleti,

Talen»

Crenßn»


r'rucht“ kaerhejft.

Jidijnen.


Diere».

JLethringen ten Kontn^


De» Her-tefhdem.


door het tuflchen-fprceckeii der Rijcks-Vorften,wierde defe fake foo wijdt gebracht,dat Lotharius,de oudtfte en eerft-geboren, nevens het Keyferrijck, oock Italien, Languedoc, cn defe landen , die men namaels Lotharingia genoemt heeft, foude hebben ; Ludovic Duytflandt ; Karei Vranekrijek , van de Mafe af te reeckenen tot aen den Oceaen ; en Pipinus, ofte fijn fone van den felven naem, Aquitanien. Lotharius haddc,behalven Ludovic, ( die hem in het Key-ferrijek fuccedeerde ) oock noch eenen foon, genaemt Lotharius Koning van Lothringen ; en heeft men alfoo dat Landt, dat van te voren Loth ar ii Regnum, en van de Duytfchen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ofte wierde gcheeten, daer nae Lo-

taringien en Loreyne, als willende feggen Lotregne, beginnen te noemen.

Gelijck de Franfche Hiftory-fchrijvers getuygen, heeft Lotharingen eertijdts wijder gcftreckt als tegenwoordigh , hebbende als toen de naem van Auflraßa, Auflria, ofte Öo-ftenrijck, (gelegen tegen Weflrafien, Wefirien, ofte Wefter-rijek, ’t welck oock Neufiria geheeten wierdt ) en was afge-dcelt in het hoogh en neder, begrijpende onder fich byna alle het landt tufTchen den Rhijn, Schelde, en de Mafe gelegen : hebbende het nederdeel hedensdaeghs verfcheyden namen, en oock toebehoorende verfcheyden Vorften. Het hoog oft boven deel(’t welk Qoc^Moßeüanica en TulUngia genoemt wierde) befit nu ter tijdt eenen Heere, met den tijtel van Hertogh, uytgefonderteenige weynige plaetfen ; florerende alfoo dit gedeelte als noch met fijnen ouden naem : en heeft voor palen in ’t ooften Elfas en Wefterrijck, in ’t zuyden Burgundien, in ’t weften Champagnien, en in ’t noorden wordt het met het bofch van Ardenna befloten, grenfende voorts aen de landen van Lutzenburgh, Trier, en meer andere, de wclcke in voorige tijden alle onder Lothringen gehoorden,en deelen des felven landts gereeckent wierden.

En ofwel dit landt van Lothringen met veel hoogc bergen en dicke boflehagien omgeven is, foo is het nochtans aen koren en wijn foo vruchtbaer,dat het geen uytheemfche lijftocht van noode heeft. Behalven dat heeft het oock verfcheyden metalen, als filver, koper, yfer, tin, en loot ; koftc-lijcke geftcenten en gebreken daer oock niet, der welcke veel gevonden worden aen den voetvandeberghVogefus. De Lapides Lazuli, ofte Azur, worden daer veel gevonden, waer mede de inwoonders groot profijt doen. Aldaer is oock een materie, van welcke fpiegelsenglafengemaeckt worden ; foodanigh in geene provinciën te vinden is : daer Waffen Calcedonien, van wonderlijeke groote,uyt welcker ftuc-ken heele kelcken gemaeckt worden. Onder andere meni-gerhandc gedierten die dit landt voortbrengt, foo en dienen niet vergeten de fchoone pcerden,die in fierheyt de Turek-fche en Neapolitaenfche geenfins en wijeken.

Lothringen is eertijdts verheerlijekt geweeft met den tijtel van een Koninekrijek, gelijck fulcks getuygen de Franfche Scribenten,doch worden by de felve maer twee oft drie Köningen gedacht. nbsp;nbsp;nbsp;‘Z.'ox. Carolua Calvin , ftracks na het :

overlijden van fijn Neve Lotarius, alle defe landen fich bc-machtighde, en de helft aen hem trock,alfoo dat, niet lange daer nae, dit landt tot een Hertoghdom gemaeckt wierdt, van welckers eerftc Hertogen men hier en daer in de Hifto-rien leeft. Geduerende de regeringe van Keyfer Henrick

Vranekrijek.


de IV, is dit landt van Gotefrid gcrcgcert, die daer nae, ver-koft hebbende het Hertoghdom van Bouillon, met fijne broeders Balduin en Euftachius.een geweldige heyrtocht in ’t bey lige landt gevoert heeft, Afiencn Syrien vidorieufe-lijck doortreckende, veroverende de ftadt lerufalem, alwaer hyeyndelijck tot Koningh gekoren wierdt. Hem volghde in de regeringe fijn broeder Balduin,en daer na oock Eufta-chius : eenigen tijdtdaer na, heeft Keyfer Henrick de vyfde dit Hertoghdom gegeven aen Guilielm,Gravc van Loeven, van welcken oorfpronckelijckcn gefproten zijn de Lotha-ringifche Princen, als Fheodoric, Fheobald, Frederic, en de andere, tot op Karei den laetften,van wien dit Hertoghdom gekomen is op Frederic den I, Grave van Vaudemont, van den ftamme der tegenwoordige Hertogen van Lothringen.

De volckcren die in voorige tijden het noordelijekfte deel van Lothringen bewoont hebben, zijn geweeft de Me-diomatrices en Leuci Mcdiomatriccs, nae hetgetuygeniffc van Cafar, Tacitus, Plinius, Strabo en Ptolemeus : van Cæfàr,


in fijn VII boeck worden fy oock Adediomatrici gehccten, waer van de hooft-ftadt Dwodtirum nu Metz, genoemC wordt : Notitia Trovinciartimfub Belgica frima, heetfe Civi~ tatem Mediomatricum oft Metin, gemeynlijck TE'vefche' de Metz , oft le Tays Mejjin. Lucantts befchryft de Leucos in fijn eerfte boeck, en oock Cafar-, Plinius noemtfe Liberos ; Leuci zijnfe oock van Ptolemca gchecten, welcke Dullum voor haer hooft-ftadtftelt : ixs'N^îitiaPro'vinciarumfub Pelgicaprima,

CiuitasLeucorum, datis, 'Tulltim, oitTEve/che'de Toul^cxïoemt, en in dereys-tafel van Antoninus,Eullum Leu-corum: fommige willen oock de nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Cælâr onder

Lotharingen reeckenen.

Dit landt wordt bevochtight met vcrfcheydcnc treffelijc- Eisiieren. ke rivieren, aïs de Mafe, Moefel, Sar,Voloye,Mortane,Meur te. Selle, Nidc, en meer andere : van de Mafe fal in de bc-fchrijvinge van Nederlandt gehandelt worden; de refteren’ de behooren eygentlijck tot dit Hertoghdom,als de Moefel en Sar, voor ’t meefte deel ; en de andere geheelijck.

De Moefel ontfpringht uyt de Vogeßis, niet wijdt van het Moefel. begin van de Saone, een weynigh boven het dorp Buflan; neemt haren loop voorby de fteden L'eßraye, Eemiremont, Efpinal, Charmes, en Eaton, fich drayende daer nae van het ooften naer ’t weften,loopt recht toe naer de BilTchoppelijc-ke ftadt Toul, en foo voorts op Fruard noordelijcker aen, en befocht hebbende Pont a MoulTon, Metz, Trier, en aridere, valt fy by Coblentz in den Rhijn : de Duytfchen beeten defe riviere de Moefel, de Françoyfen Mofelle; Rhenaniis cn andere zijn van opinie, dat Ptolemeus de felve obriagum noemt; loannes Herold heeft een ander gevoelen, cn fufti-neert, dat Obringen, by Ptolemeum, geen riviere fonde be-teeckenen ; maer weldien ftrecck landts aen den Rhijn, die men ten huydigen dage ober-Rhijngau noemt: Clemens Era- , laus Moßllanus getuyght oock, gelijck Ortelius Ichrijft, dat’er noch een contreye is ontrent de Moefel, die den naem van obrinci behoudt : defe riviere wordt van Außonio fbnderling geprefen, van wegen de klaerheydt des waters, en om datlè licht en fonder gevaer te bevaren is, en ten beyden zijden met fchoone dorpen en huyfèn vcrcicrt. Aen viflehenisfy overvloedigh rijck, als karpers, barmen, falmen, baerfen, zeelten, elften, amp;c. De rivieren en wateren, die in de Moefel vlieten, en haer daer mede vermengen, zijn Proneaa, Tic-meßa, Sara, Gelbi, Frubre, Lefera, Drahone, Salmone , Sarano, Alißontia. Onder de regeringe van Keyfer Domitius 'Flero, heeft L, Vsrus fich onderftaen den Mofel met de Saone te vercenigen, met een gracht tuflehen beyden, op dat het Ita-liaenfche krijghs-volck uyt de Middelandtfche zee de Rhof-ne en Saone op mochte varen, en dan door de felve gracht in de Moefel, van daer in den Rhijn, enfoo'in degroote zee, om van de moeyelijeke teyfen te lande ontlaft te zijn , en dat men uyt het zuyden naer het noorden,van d’eene zee in d’andcr, met fchepen langhs de rivieren mochte varen.

De Sar, die niet verre van het Graeffehap van Salm ont-fpringt, is van alle andere rivieren, die in de Moefel vlieten,


wc!


-ocr page 104-

■■)» «* ^ i» !*gt;


c!


tegt;


Ss


*gt;


H

3’


- r»*»

-. te*’!«' '■•


T-. r


\ Ï' A


F te 'âi3 te®


aS-^.■- -A/®


.It'^

-V

N


• 4£, !r.tete^®®tete *; te^te^teA^te te-


te

^’'’


s^«5’ °


Vs.


“p


•5


4lamp; its ’

.’K’ O

lt;i* te


6,


te! aNO-gt; rts ..«jF


ite'tete.


te

r

’ij’tfe ä

F-'*'' ?


S' h


’ A V*


îs. ? ƒ• ’1


^gt;3


’a v§


te


te te te -te ■»- tequot;^


fctefcteto'î

^rts® S

ft.»-®®


' t^v’ te» .


gt;'

S'


'teî ê


A 5'


!t »■


te* ,oX’fe - te te »

! a- ^-V ! *U «gt;7^1» -:;!»»’?.!» ' -te (» *!te


•-«ijKs )fe ■ A»


X'

3.


F S 5'


O'OS


4lt;r

y


o S' ?


/’ ?' V


Of


te te te * Z te^.oamp;F'-^ia''^' : -J^i^ r-.'VK î teu-^ ^ . !» teJ» ■-’. te te ?8.°o8- nbsp;nbsp;«i?-?’^-’-*■ Jj»

^j*-.*’!» te . te\ Â^. I'.?

S- lt;nbsp;te^ A il «»yi» sjt j «lt; --^

■ O a Plt;' iT^ZÄ- lt;±.

. .s .. a te A

i-te


à'î' quot;’te


Si


«7


5.lt;F*’€

. fg.. -^- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ä3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;?«

'te- te ■^te


rte , rth* Si ’


a

Oj-V


îî'o-'’*^ 1

r ?■ !te » âi

: itote

r»*»


î-?

A'S«?** «\'''


te


.., i!' te ■quot;

»'...’»'...teteteu,.,*.


r^-vrte!* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te--'

te.! te- *- ■gt;.. ‘Ç.-.


lt; to*» 14 i' '*


■: r


o §gt;•


is''


*’ ^1» 8 Us ® ? vtes S-® S


/?

?• ƒ U ç* ^O .gt;?


lt;iS?’

'■ /

' nbsp;nbsp;nbsp;° te s, ’tel S '» ÜL

-jte ,8 ts^ a .s te


te


hta


*gt;S^!Cgt; i ^;teS5gt;te ;

-

■ - gt;^- te-'^' n;»,


!» te!! tes


-» «s?

* b


4-

-S, tegt;ir»


»1/ '.. lOo^, te .Fte, tete*quot; ¥ tetei» ■ «»F '5rti?4?’te HsCtete


'fe 'HO bs ’


*^4» '1 te ®

ï 'Ç H terts j te * rtfc te


■ ® 4.!'*


J XJT .^ .


«Yo


gt;1


^'*9gS'


Î3


te te te te te it-tei»

(«■gt;!£“ Æ-ît® •^•ws »»tl.


te.tei»


/K? «•’.*gt;

■fc .4to

rsClt;

*^1 ite

I'S*


-ocr page 105-

E.


LORR

wel de grootfte, fchccprijck, en fccr vermacrt van wegen de andere wateren, die daer in loopen : (y neemt haer loop voorby en door de ftedcn Snrbrtick ,Tencflrange, Sanverdcn, Sar-Alben, Gemitnd, WaUerfangen, Sarburgh, en meer andere , en valt eyndelijck in dc Moefel by Trier, niet wijde van Koncenbruck. Aujonius in fijn Aiofella, gedeneke oock defer riviere» die als noch haren ouden naem draeght,want fy van deinwoonders Sar genoemt wordt : in vorigen tijden is fy oock Sarra geheeten, gelijck fulcks blijekt uyt defe oude in-feriptie te Sarra Pons, ofte Sarbruck (aen de felve riviere gelegen) gevonden, en daer nae te Trier gebraght :

C Æ s. Ro. EXE R. Imp. p. p.

S. C. A v. T R E v E. I N G R.

Essvm. H. Castra Sarrje F 1 V. PRO. MIE. C V s T O D I A Bienn. pottitvs. est.

Dc riviere Voloja heeft peerlen, cn loopt in de Moefel, by het dorp Charmeinj de Mortana vermenght fich met de Murta, by het dorp Mortaignc -, de Murta ofte Meurta (nae datfe veel andere wateren tot fich getrocken heeft ) neemt haren wegh naer de Moefel, tuffehen vlacke velden en wey-den, een feer lange ftreeck, tot datfe eyndelijeken boven het fliot Conde,’t welk aen de rechte fijde op een fteenrotfe leyt, by het dorp, ’t welck den fel ven naem heeft, met de Moefel een fcherpen hoeck maeckt, en fich volgens met de felve vermenght.

quot;DcSeylle valt oock niet wijt boven Metz in de Moefel, nemende haren oorfprongh uyt het Linder Meyr, dat van wegen het fout, en rijeke viffeherye feer beroemt is: als oock de dubbelde Nida, te weten, de Duytfche naer ’toofien, cn dc Franfche, dien fy de Welfche noemen, naer ’t weften, by een loopende ontrent het dorp Northen, en fich in de Sar fiortende, twee mijlen beneden de Abdye Boflbn-ville.

Indevaleye Deodatenß is een fonteyne, die de kracht heeft om vele fieckten te genefen.

Onder de meiren, die aldaer veel en feer vifchrijck zijn, is ’t voornaemfie ,’t welck in fijn omloop veertien mijlen begrijpt,alwaer men karpers vangt van ongelooffelijcke groo-te, jae van drie voeten; van fmacck cn foetigheydt foo aenge-nacm,datfe de prijs hebben boven alle andere, in wat landen die oock mogen zijn. Als in dit meir gevifcht wordt,’t wclck gcmeynlijcken alle drie jaer placht te gefchieden , kan het aen den Hertoghvan Lothringen opbrengen 16000 guldens.

Daer zijn oock Soudt-mijnen, daer ’t allerfubtylfte foudt befi-fmakende, en witter dan fneeuw voortkomt, die ’s jaers acn den Hertogh 100000 guldens können opbrengen.

Defe Provincie is rontom met feer hooge bergen omgeven , welcke in ovcrvloet van allerhande metalen, dc Pyre-ncifchc bergen feer wijdt overtreffen; infonderheydt zijn de filver-mijnen aldaer feer vruchtbaer, uyt welckedit Her-toghdom een groot gewin treckt. De bergh Vogeßus brengt oock voort in het Leberthal puyr filver, doch niet veel.

Oock heeft dit Landt veel en groote boflehagien, als Warnewald, de S. Benoiß, le bois de Mortaignc, Doßeyne, boit de Mondon, le Banboisy le boû de la Voyge, de Heyde, en meer andere.

De hooft-fiadt van Lothringen is Nancejum,o(zc Nancy, die hoewel fy nict feer groot is, foo is fy doch aen een feer genoeghlijcke, effene, en bequame plaetfe gelegen, vierkant ; verciert met een feer trefielijck paleys der Hertogen van Lothringen. Voorby defe fiadt loopt de riviere Murte, die drie mijlen boven het kafieel Condei in de Moefel vliet. Petrus Divasts en andere zijn van opinie, dat Naneejum, Pto-lemei Naßon, en Antonini nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is, ftellendc ’t felve op den

weg van Durocortoro naer Divodurum ; doch die wat nauwer op defe reyfe wil letten , fal lichtelijck bevinden dat Anto-mni ISiaftiim niet gelegen is op de plaetfe daer nu Nancy ligt, alfoo dat Naßum niet zijn kan, ’t gene men nu Nancy noemt ; maer wel dat dorp, ’t welck twaelf mijlen van daer gelegen is, niet wijdt van de Mafe, in de provincie van Bar~ le-Duc, nugcmcynlijcken engeheeten, als blijekt in een oude ftcen daer ontrent uytgegraven. Dat eertijdts een groote fiadt geweefi is, kan men noch genoeg fpeuren uyt dc oude vervallen muuremgelijck fulcks oock Clemens Tralatts Mofellanus, by Ortelium, getuyght.

foloja.

Se)Ufgt;

Seut-mij^ ne»’

Polfchefi.

Naeft Nancy volght S. Niclacs, gelegen twee mijlen van S. Nidaes» Nancy, aen dc riviere Murta, opeen eften en vruchtbare plaetfe. Dcfclladt is met’cr tijde, door dc toeloop der vreemdelingen, alfoo vermeerdert en aengewafien, dat men die nu voor geen dorp, maer wel voor een van de meefi; bc-woontftc fteden van gantfeh Lothringen mach rccckenen gt;nbsp;foo die met muuren befloten ware ; want fy niet alleen excelleert in fchoonfliuyfcn, ftraten, en menighte der in-woonderen , maer oock fonderlinge acn koop-handel, en allerhande hand-wereken, door de milTen oftje marekten, die daer gehouden worden.

Een mijle van Nancy is gelegen de fladt , en drie k'rttart, mijlen van daer Ormes, en noch wat voordcr Bayon en Ltitie-•ville -, vier mijlen van daer light Pont a MouJJ'on, vermacrt door fijne Academic, cn Gerbevillcr, vijf mijlen Charnies, en fes Chaftenoy, Morhanges, cn Vaucoleur, de geboort-plaetfcvan Johanne la Pucelie, cn noch war verder Maxen fbubs Brelfe, op feven mijlen is gelegen Dompaire, Dencu-vre, Hodon Chafleau, acht mijlen Ramberville, Raon, Bel-lemont,Neuf-Chafl:eau, Mugftat, Marchain-ville, negen mijlen Efpinal, Bruyères, Darney, op tien Ormont, Wal-derfing, Beaureins, op dertien Vaigny,op veertien l’Eftraye.

De rteden die den tijtel van Gracflijckhedcn hebben, zijn Craeflije}^ Vaudemont, vijfmijlcn vanNancyj Chaligny,aendercch-ter zijde van de Mofel, een halve mijle van Nancy,-Amande, feven mijlen van Metz naer’t zuydcn,op Latijn Almentia geheeten , certijdts de Cantzlerye van Lothringen ; Riche-court, niet wijdt van het Lac la Garde,meir uyt welcke vliet eenwaterken, dar tuflchen S. Nicolaes cn Refiers in dc Murte loopt j Remiremont is gelegen aen de flincker zijde van de Mofel , die aldaer een eylandt maeckt in het zuyde-lijckfte gedeelte van Lothringen, Aimonius fielt alhier 7?«-maricum Caftellum , en by iteginonem leefi men (doch vi-tieus) Auromarici, in plaets van Ad Romarici -, in ’t Duy tfeh wort het Ovittlffebcrg^ geheeten. Niet wijdt van daer liggen de dalen van l’Eftrayecn Vagny j La Motte is gelegen aen een waterken, welck firacks daer nae in de Mafe valt. Daec ontrent is oock het gebiedt, ’t welck men noemt, Ic Sanäoyj de Rijcks-Gracfiijckhcdcn van Salm,Kirckingen,en Blanc-kenbergh. De fiadt Blanckcnbergh, van de Françoyfcn Blancmont geheeten, is niet groot, doch fchoon en play-fierigh’; aldaer fict men noch een oudt kafieel, feer riiym en magnifijek, by het welcke van dcHertogh een nieu en tref-felijck paleys gebouwt is. De inwoonders aldaer beneerfii-gen haer feer in den acker-bouw.

Aen de rechter zijde van dcSeillc, drie mijlen ongeveer- quot;Barormyt. lijck van Metz, zuydwaerts acn, Icydt de Baronnyc van No-meny.

De Hcerlijckheden in Lorraine, zijn ; Marfal, aen de Heerlijck: flincker fijde van de Seillc, niet wijdt van het Linder-meir, heden. in ’t welcke het eylandt met de fiadt Techemful gelegen is, als oock S.Bellemont,en Remerevillc, drie mijlen van Nancy i Rambcrt-Ville, aen de rechter fijde van de Mortaignc, niet wijdt van die fonteyne, alwaer het bofch van Mortaignc begint. Rofieres aen de Murta, by Sint Nicolaes, twee mijlen van Nancy ; Homburgh leydt een grootc mijle van Sar-bruk, aen een waterken , ’t welck voorts daer nae fich met de Sar vermenght. De fiadt Mariemont, die van de bergh, daer op fy gelegen is, den naem draeght, leydt van het Linder-meir ontrent een mijle, naer het zuyden. Sandacourt tuffehen Vaudemont en la Mothe, ih ’t landt van Sanótoy.

By het dorp S. Nicolaes, twee mijlen van Nancy, aen dc Cebouuten. Murta, is een geweldige hooge en grootekereke, vanbinnen feer helder en klaer, doch niet oudt : de pijlaren, daer mede fy onderfiut is, zijn foo ranek, dun en hoogh, dat ’ec bynae onmogelijekfehijnt, datfe fulek een geweldig werck fouden können dragen : defe kereke heeft twee torens, aen de ecu van de welcke, boven op de fpitfc, ftaet een obelilitts, met cylof rondtom uy tgehouwen, met defe inferiptie :

TE STANTE VIREBO.

Sijnde dit dedevijfevan Karei Cardinael van Lothringen, die Biffehop was van Metz, aen wien oock defe kereke, als haren Prior, toebehoorde. By het dorp Wafrerbilch,alwaer de Sar fich met de Mofcl vermengt, fiaet een andere obelip eus, Igelgenoemt, op een verheven plaetfe j een voortreffe-lijck werek cn Monument der cerweerdigcr oudthcyt,dicns-gelijcken aen defe fijde van de Alpes niet te vinden is, cn daer

-ocr page 106-

Lorr

daer over fich de Italianen felfs verwonderen fouden : En is ditgantfch van fteen gemaeckt, ftaende op cen pedeftal van twee-en-twintigh voet, en fchcrpt oft fpitft fich allengskens om hoogh, tot op vier-en-feventigh voeten, aen alle lijden met fchoone beelde-wercken feer konftelijck uytgchouwen: boven op de fpits fiet men noch eenigh overblijffel van een arendt, met uytgeftreckte vleugelen, fittende op een kloot, en het fchijnt dat hyeen deckfel voor fijn borft gehadt heeft. Te Nancy, in de kereke van S. loris, placht men te fien het graf van Karei de Stoute, Hertoge van Burgundien, die den y ïanuarii,in het jaer 14771 van de Switfers en Lothringers verflagen wierde ; wiens gebeente, door bevel van Keyfer Karei de V, in’t jaer lyyoinOdober, van Boifot, Heraut van’t gulden Vlies, naer Lutzenburgh gebracht wierd, van daer het, uyt laft van de Koninginne Maria van Hongarien,voorts naer Brugge gevoert is.In defelve kereke vanS. loris zijn oock begraeffeniflen ettelijeker Hertogen van Lothringen, doch fonder opfchrift, gelijck oock noch in andere kereken. De laetfte Hertogen liggen meeft begraven in S. Francifcus kerek : daer men oock fiet het feer treffelijeke graf van Renatus, die over Hertogh Karei van Burgundien getriumpheert heeft. Aldaer liggen oock begraven Hertogh Antoni, cn fijn fone Françoys, en Hertogh Kareis gemael, Claudia Valefia dochter van Henrick de 11 Koning van Vranekrijek. Het wapen-huys te Nancy is van gefchut en allerhande wapenen feer welverfien. Van S. Stephans-kereke in deftadtMetz fchrijft Divæus in defer manieren : De kereke van Sint Steven (defes ftadts Patroon) isfoodanigh een gebouw, als wy op onfe gehcelereyfe niet gefien hebben, zijnde feer uytnemend, en (’t weick men anders felden fiet ) voltoyt. Men feydt dat aldaer een crucifix metChrifti beeldt daer aen hangende, van hout foude ge-Aveeft zijn, dat geheelijeken met goude platen overtrocken

EINE. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IP

was : wy fagen aldaer een vat van porphyr-fteen, root van koleur, feer ruym en wijdt, over de tien voeten lang, in ’c welcke men het wy-water bewacrt. In defe fladt zijn meer andere fchoone kereken, en in de voorfteden zijn oock feer treffelijeke geweefl; ; als onder anderen, de kereke van S. Ar-nulphus,daer in de begraeffeniflen waren van Keyfer Ludo-vicus Pius Auguftus, van fijn foon Karei, en eeniger dochte-ren van Koning Pipin. Alle ’t welcke door den oorlogh foo verwoefl: is, dat ’er op defe tegenwoordige tijdt niet het ge-ringfle van defe voor-fteden overigh is, en fiet men daer nit anders niet, bchalven de muuren, als velden.

TouliseenBiflchoplijckeftadt, in’tLatijn 'TuUum^z- 'touL noemt, is gelegen aen de Moefel, haer hooft-kerek is ge-fticht ter eeren S. Steven. Sy heeft gehad 79 Biffehoppen, waer van de eerfte is geweeft Manfuetus, oft S. Manfu, ge-fbnden van den Apoftel S. Peter, de laetfte, Karei van Lorraine.

De ftadt die men hedensdaeghs Verdun noemt, wort van Vaàtitt, de Latijnfche Scribenten Virdtintim en Verdunttm geheeten, cn van Antoninus Verodunum^ in Notitia ProojinciarumjCi^ •vitas Ver dune 71 fium, l’Evefchc de Verdun. Hier zijn geweeft 91 Biffehoppen, waer van de eerfte W'as S. Sanffinus oft S. Sant, difcipel van den H.Dionvfius. Delaetfteis Françoys van Lorraine, Domdeecken van Keulen, aen wien het felf-de, met confient van Paus Gregorius de X V, getranfipor-tcert is van fijn broeder Karei van Lorrayne, die een Religieus der Societeyt lefiu geworden is.

De fteden Metz, Toul, en Verdun, zijn oock met den tijtel en digniteyt van Graeflijckhcydt verciertj en zijnfie-dert het jaer lyya onder de Kroon Vranekrijek geweeft, gelijck oock nu de Koning het Hertoghdom Lorraine ingenomen heeft.



TVranekrijekt

Het

-ocr page 107-

Ba -Lobe


O tri’Z-a


Jaarna.


Chnmye j, _ Baiee .............


...

l* a 4. ,


Gmvebite



e\ . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«V-' • »


Jyntilly


, lÀ-


..Âii. »hnanz'iJJe


ïa»ÿi“ î^lâ


J^ahvivUle


S.rmllr


S-. Uavie


s .‘Brme

-n

•..^6, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*B.e/Leeurb'


• ^lonloy


•'^lalancauri-


. ^dirt.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Beuxieres nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ylni-.liy\ny

‘SäW« iw»

.uerville

aQW- j^Z

Bert- fur Seille


Lavanett


Silgnv


' Veesem


fû 'Mericamp;


. Üeuwncvuvtr jiàà


Hjuv,.


-üEà

» liaiUv


B^tuevurr


La OLutinerte


.Pjmimvieu


•h'Mv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r


F ™U

Leuvigny nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•*


.Hemani-


Lielimt


Scatiri-


Saillv


*Jlotthy


.luchßlel


Set/ne


iney


lÛeSeyne

w


Alencheu.


\Iuville


Baeeurb


na Galileo-




Traÿny


MorvâU


^^la Germanica.


BaLreeeurt


^^^Iveche Cha^l


Semmy


^veux


IPierrcicu


^Feneilen


* ri ......


î’’ .....


jää

llerny


rV«/*? haut-

A

^ttitenceurt,


ChanviUe


■ àî


--.....


^Li^eralJ,


Gr. a. Ormes

!

'Iv


» Uvnftgtiy


üjr.L; tmrcui


/,ti j£jrgtie


, ^iagny


OL.Bevey J Belletastiche


luben

i


Bevts


£a ßPeigne e

•/Her^ le baut


G-cry


Frentigny

Jl^leuve

0 Y.

ii nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Clitnjye


SiSH,. Caurcelle A

Serbe

Chaily


La Cunexv

-Viller


Ferebe


-IVacremenl

Staneaurt-


ViFer


Grizy


curny


Les barLe


La Granga a bais

ÜnQ. ri . .


,h^


Oubÿ^ny


Viyneulle

-•■'1 ' 1 Itit


iLa. ranÂe


. tbyeu^'re


Tiigt;ßanS‘’


lat^cttwnir


LnMirr^chntrg^s


Franclenehamy


ÜvJeihtfge


•RicJjetiwnir


i^ukangi


fc


ta


Chb^Ue

V.Î.1?


Varcti^fi


S- ’lynci


Curie

Les ^llaxes


hak simian:! e


BÎeÂatyj


amp;uenatwe


1 hj, . J ^iuvgny


c-rtnery


U.

Vleeilly


Bevatte


Scrviyny


'Vremy


S. B orbe


»'iluH-er làtiil


ßattiyny


^4.vancy


Chamyein


OfemM\'i^eurir


Cehgny jiK ‘Beinville yja,;^y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ebeuby

^ay ^a.0. a


1.^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lanieville

£^b.tnvilb nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J. ----


'ipeceurt-


Benfây


Be Sleßil


«Ä.. -~^y nbsp;nbsp;nbsp;. b

. M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..

CetUreviUe


»Helin ereile

Cheieillen


Freeeurt


, .

Ban S. Pierre. ■



Cn’irclles


letinry


La'Bere

Lee 1


LaJem'lUer


T E RRI TO RIVAI


Cptiil


'Velmeraiiye


Cenniebeu


.A’tianye nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;%


•gt;

- ’^sV


'1^ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘Bertene.

■Beth,me


BrirkfMy


RepallMiye liâx


..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a

'e‘ Ä. 44s

‘Jiurnnye


AB. r ABERT Confule iii'bis Atetenfis.


■*quot; nbsp;nbsp;nbsp;; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a**


^Rottlity

O/ien ...... «A-à a ..» ,.

JS s 04- », » ■


Anifterdaïui .iltnnf (yuiijeftuuiji ef ifniannem 'Hiirtnif .


LE PAIS


-ocr page 108-

Het Gebiedt

DER STADT METZ.

Etz was eertijds een’ftadt van Gallia, Belvica, daer na iflc onder ’t Rijck gekomen, foo Celtes getuyght. Antoninus noemt hare volckeren cjï/e-/f^^yeJjMarcellinus Medioma-trices. Rudolphus Agricola heetfe in fijn brieven een vermaerde ftadt van Lorrey-nen , fterek van natuuren. Strabo, Plinius, en Cæfar, noemenfe Mediomatrieuw, een ftadt van Vranckrijek, Ptolemæus Dwodurum. Marlianus meynt, datfe een van de BelgifcheoftTrierfcheftedcn is. Dat fommige feggen dat de hooft-ftadt Metz den naem Mediomatrices heeft, om datfe gelegen is midden tuflhhen Toul, Verdun,enTrier.beftaet meer in opinie als reden. Andere fchrijven, datfe van eenen Romeyn Metio defen naem heeft, de welcke de felve vermeerdert, verfterckt, en met muuren en graften omringt heeft,na dat Julius Cæfar de felve ftadt verwonnen hadde : maer dit gevoelen is tegen Ptolemæus , die, van Mediomatrices fprekendc, ftelt Divodu-rum haer principaclfte ftadt, waer uytblijckt, dat lang nae de tijden van Cæfar defe korte naem Metis, dat is, Metz, opgekomen is. Het is feker uyt verfcheyden hiftorien, darin alle de tijdt als de Roraeynen daer regeerden, de naem Me--iis onbekent is geweeft , en geen ander bekent als Mediomatrices,wiens landt groot wasjwant fy befaten al ’t gene dat in Gallia Außraßa lagh, waer van Metis oft Metz de hooft-ftadt was : want gemerckt het gouvernement van ’t Koningrijek Vranckrijek gedeelt was in Oofterrijck, Wefterrijek, en SoiftTon, en Trier in groote fwarigheydt en ellende vervallen lagh, foo is Metis oft Metz, de hooft-ftadt van Oofterrijck gemaeckt, gelijck Paris van Wefterrijek. Nu is ’t een van de grootfte, rijckfte,ftcrckfte, en voornaemfte fteden van Gallia Belgica. Sy is met fehoone huyfen, publijcke gebouwen, en heerlijcke kercken verciert: Doch is hare glans feer vermindert door de fware belcgeringe van Keyfer Karei de V j want de borgers hebben doen af-breken de dicht-bebouwde voor-fleden, en de huyfen ontrent de ftadt, op dat ’er de vyandc niet foude logeeren , als mede de fchoone kerek van S. Clement, en de Abdye van S. Arnoudt, ontrent de wallen, om datfe geen belet fouden wefen in ’t befchermen der ftadt.Op welcke tijdt de Hertogh van Guifc, die hier Gouverneur was, hem niet min Godtvruchtelijck als mannelijck heeft gequeten : want hy de lichamen van Koning Lodewijck de Godtvruchtige, fone van Karei de Groote, en fijn gcmalin-ne Koninginne Hildegard j Aleida Drogo, Aertz-biffehop van Metz, en natuurlijeke foon van Karei voorfz. Vitron Hertogh van Lorreyne, Amalard Acrtz-bifTchop van Trier cn Cancellier van Karei de Groote, gebracht heeft in de kereke der Dominicanen ofte Predickhecren, met een Ko-ninglijcke pracht, vergefelfchapt met veel groote Heeren. Hy heeft de ftadt oockfoo kloeck befchermt, dat Keyfer Karei de belegeringe heeft moeten verlaten. Men feydt oock, dat’er, door de peft en bittere koude van de winter, veel van de beleggers geftorven zijn, foo dat men in ’t leger foldaten doodt gevonden heeft, met hout geladen om te branden, op ftocken leunende, aen boomen ruftende,en andere fatfoenen, de levende gelijck, om de haeftigheydt des doodts. Om kort te zijn ial ick voorby-gaen de ongemac-ken en fwarigheden, die de burgcrye van Metz geleden heeft van de Franfche en Duytfche, oock de klachten van verfcheyden Princen, om het befit van de fclve ftadt, ais oock hoe Keyfer Frederick Metz een van^e vier hooft-fte-den des Rijeks gemaeckt heeft, en wacrom fy nu niet daer onderis : cnhoede burgers de ftadt van den Bifl'chop met groot geldt gekoft hebben ; en mede over ftaen de fware be-legeringe van den Hertogh van Lorreyne, ten tijde van Koning Karei de V11, door wiens hulpe fy ten laetften in haer vryheydtgefteltis.

Die van Metz zijn eerfttot ’t Chriften geloovc bekeert door den H. Clement, niet de Paus fuccefleur van S. Pieter, maer den Oom van die Paus, als veel hiftorien getuygen j welcke van S. Pieter in Vranckrijek gefonden, om ’t geloof onfes Salighmakers Chrifti te prediken, de afgoderye uyt heel Lotringen, en de palen van Metz verdreven, veel kercken ter eeren Godts daer gefticht, en als hy eerfte Biflehop van Metz geworden was, de kereke van S. Steven gebouwc heeft, welcke nu de hooft-kereke der ftadt is, en alleen on-gefchendt gebleven van den brandt der Hunnen. Van defen S, Clement, tot Henrick de Bourbon incluys, natuur-, lijeke foon van Koning Henrick de IV, zijnder 86 Bif-fchoppen geweeft.

De ftadt Metz, eertijdts een Rijeks-ftadt, met Toul,Ver- Eertîjlse»-dun, en andere, heeft Koningh Henrick de II van Vranek- der'tEi-ckj rijck in fijn geweldt gebracht^ fy was in vorigen tijdt de ftoeb^^ des Koningrijeks van Lotringen : Petrus Divæus bcfchrijft de felve feer aerdigh, in fijn voyagie, met defe woorden : De ‘ ftadt Metz is gelegen in een ruym effen pleyn, welcke van deMofel doorgaens met waterleydingen bevochtigt wordt, een deel der felver op de flineker fijdc neffens de muuren henen loopende, een gedeelte daer van oock door de ftftdc fich verfpreydende, tot groot gerief der burgers : loopende alfoo gefeparcert tot beneden de ftadt, neemtfe met haer een ander water, Seille genoemt, welcke op de rechte fijde voorby de ftadt loopt, en vereenight fich alfoo wederom. Als men aenfchoutde gelegenheydt defer ftadt, moet men bekennen, dat die feer vermaeckelijeken fchijnt j want alhoewel het rondom de ftadt feer vlack en effen is, foo verheft fy fich doch allengskens in de hooghte, alfoo dat men daer in fonderlinge fpeuren kan de wetenfehap der Ouden van fteden te bouwen. Eer men aen de groote kereke komt, moet men veel trappen opklimmen ; en de marekt, aldcr-naeft daer aen gelegen, is op het hooghfte van de ftadt, van de welke men, aen allen fijden naer de ftads-muuren toe, al-tijdts af-dalen moet,liggende maer aen een gedeelt der ftadt een fteyl heuv eiken, alwaer men tweegeplaveyde ftraten alfoo gedifponeert fiet, dat de eene fchijnt over de gevels van de huyfen van den anderen te loopen.

Niet wijdt van Metz, by het dorp lovy, in de Mofel, jintiqui-vindt men noch oude overblijffelen van een waterleyding ; te^t. te weten, eenige bogen van witte fteen, gehouwen op de manière als backfteen,waer van men oock eenige tegen over aen den oever van de riviere fiet de hooghte daer van, ontrent den kant van de riviere, is feftigh voet, waer uyt lieh— telijck te fpeuren is, hoe groot en geweldigh dit geheele werek, en hoe hoogh de bogen in het water felfs moeten zijn geweeft.

Onderbet Hof ofte Rechtbanek van Metz gehooren drie Bifdommen, Metz, Toul, en Verdun, ftaende alle drie in ’t Geeftelijcke onder den Keurvorft van Trier als Aertz-bilTchop.


-ocr page 109-

BISDOM

VAN

■ I

s.

Ie luft heeft na Mets te reyfen, defchooneri-I viere de Moefèl, die ^9: door en voor de ftadt

: den gefien. De Badfloven van Plombiere, twee mijlen afftaende van Remiremont,gaen met de heylfaemheyt hunner wateren, ’t fy om de ge-fontheyt t’herflellen, of te bewaren, alle leerin-gen der Medicijns te boven. De paerlen en gou-de greynen der riviere Vologne roepen den rijeh-dom uyt van dit gewefle.

De Vologne of boloye vermeerdert door de rivie- jpe rivieren re Nun , vloeyt van alle rivieren d’eerfle by de plaetfe Chamery beneden Remiremont in de Moe-fel j met de welche fy nederloopt na de plaetfèn van Efpinal, Chaßel, Charmes en Bayon, alwaer de edelfte flöße van gantfeh Europa wort uytge-graven om glas of fpiegels van te blafen of te mahen. Daer na treed een ander rivierhenge-heeten Modon, de rivieren Colon en Brenon ont- Mm: fangen hebbende, waer by het dorp leght van Vez^eliz^e, by de plaetfe van Chaligny in de MoefeJ, door welche weldaet het met de Moefèl fich de fleden Toul en Ponta Mouffbn mede deelt. De Moefel in ’t midden tuffehen defe fleden ont-fangt beneden Fruart de Murte uyt veele flroomen t’famengevoeght, door welcher by-homfte fy de grachten van Nancy te rijchelijc-her opvult. De flroomen , die fich met haer vermengen , fijn eerflelijch de Mothane, die be-neden d’Abdye van Autrey ontflaen , na de plaetfèn loopt van Ramberygt;illier, Gerberygt;illier en Mortagne ; ten tweeden de Ray^on, door welche Di’fey, Raon, en Lunerygt;ille gefielt in ’t getal der acht flerchten van Lotheringen, bevochtight worden ; ten derden de Plaine, die fich ver- Flaine: mengt met de RaDon ,• en eyndelijch de Voi^iere Foivere, voorthomende uyt het groote lach de la Garde, Defe boven en beneden Roßeres allencxhens fich t’famenvoegende, vinden of hrijgen daer na den naem van Murte , en in eene gote ont-fangen fijnde, fpoeyen fich na het fledehen S. Nicolaes, om alhier d’overblijffèlen des aller-heylighflen Biffehops van Myre teeeren,en van daer vloeyenfe af na Nancy, waer af hierna lt;nbsp;breeder.

Van Pont a Moußbn fielt de Moefel haren loop regelrechtaenop Merz, onderwegen de bruggen deurvloeyende van loj en Moulin , en ont-fangende het beecxhen de Ma^ aleerfè naer defe ‘ti^ivltrietn fladt loopt, die door de glorie der oudtheyt doorluchtigh, in uythomflen van fahen won-derlijch , lufligh van gelegenheyt , en door fterchmahinge byna onverwinnelijch is.

De fladt dan, die de Françoyfen Met'Z^^ de Reßadt Latijnen Metis en Meta noemen, hebben Cefar, Tacitus, Plinius, Ptolemeus, en andere oude fchrij vers, Divodurum Mediomatricum geh eeten ,ge-lijch als fitplaetlè der Goden en hooft der Me-diomatrices. Als de Romeynen over Gallien

I waertsleyden, de welche in de gedichten van I Fortunatus, Biffchop van Poidiers, en in die van Aufonius, Burger-meefter vanRoomen, geen minderen glansen achtbaerhey t erlangt, als by die van Lotherin-gen , Lutzenburgh en Trier , welcher volche-ren velden fy vruchtbaer maecht. Want na datfe gehent hadden de breetheyt van haren ftroom, de hlaerhey t van hare wateren, en ’t feer lielfe-lijch geflehte van beyde hare boorden,door eene aengename verïcheydenheydt van beemden , wijngaerden en acheren onderfcheyden, foo hebbeniê, verlatende de fabelen der oude Griechen , de hracht hunnes uytnemenden verftants aengewend tot lof van dele riviere. Sy ontftaet in de bergen van Langres,op eene hooge plaetfè nadewijfèvan andere rivieren, en neemt de gedaente aen eener riviere uyt de vloeyinge van ver/cheyde wateren, die boven ’t ftedehen Rewremont t’famen homen, op datfe defe pro-vintie terijehelijeher bevochtige, die een edel gen. gedeelte is des ouden Rijchs van Auftrafla , en een deel van ’t erfdom, ’t welch na de doodt van Lodewijch den Goedertieren, fljnen fbne Lotharius wierd toegewefen , die ’t genoemt heeft na fijnen naem, en niet en heeft befeten als een lidtdes Rijchs, maerals een erfdeel hem van fijne voor-ouderen gelevert ; die met de heerfchappye van Lotheringen ’t Rijche van Gallien hebben ingehadt, aleer eens Ardenne ’t opper-gebiedt des Rijchs hadde gehent. verrijcht hier niet alleenlijch r^trijckj. d’inwoonderen, maer ooch de wateren felve : want de fonteynen in ’t dal van Vagny brengen achaten , granaten en andere dierbare gefteen-ten voort, byfonderecieraden fijnde voorde Duytfchen, die de fèlve met d’Indifche derven vergelijehen , uytgenomen datde vrouwelijche meeninge en der hooplieden loosheyt defe meer achten doet. De foute water-aderen in de plaet-fen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dieufej Marfal, Chaßeau SalinSalonne

en Rofieres, verftijven in een blanch fout tot cieraet der tafelen, en gerief der naburige volc-heren. Het lach van Linderan teelt harpers foo uytnemende goet, dat met de fèlve geene fborte van harpers in fbetheyt van fmahe mach vergelehen werden ; waerom fy defelve fpeculares noemen , om dat in defe als in eenen fpiegel de lof bare hoedanigheden van andere harpers wer-Krancbijck.

heerfch-

-ocr page 110-

gliwauett


quot;ProvenAuf'iS o


^erbMt^iere.


J^eTouUay


3ptaettba^


LonyeviJIe abb.Q


^othru^


dofijt


'TeaMOt^


^uj^er


Ludetjot^e^


Vbei4üffTi£r f^oi^bwalei'


f ZBerûk


Ohrtcf^


Steinbid^^


Clbó^yen o


Æ quot;V..


Metz


botany


•a. Gevmatn.


•'^ßemütuoitri-


'^a*ch erbangt


Cimtety


3fhrma^ti


•8. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'


^ûufbro



Cms ItfezU^r


TLodaHe


Siase .A4’. *-o Itecoùrt


hea Oimies nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ..■


tlaryavitte

Geberflorjf^


C^ehncüttrt,.


TUebe O


Chafeau


jLaubouJuJt^


Cbanoy

Obereeb


^.dtd


-LL k-ommtviiu


If .bourbons


S.Temy


-'^gaareaarî.


O Zï


Är:


^baonbc^of


' Travib


J^a. laultc


Teoumottt


0

X4 Garde


^Srotâllieure!


O »ttarvmeat


Chtot^s Lt Val lt;gt;

-fey °


ati^ene


GGecourt


eToó/^i I

vitte


Sentie vtUe


Vautbiemefid




. Mi?


S.Tiermant O


Cbiiy^o


A'



ti


'Atueourt


JbriSeneotert

DedtvL^^


® ^Betar^o


diaothein


Vvtieramp;s


............' Tbâyueraÿ Teaueottrt ®


Q ZDcmatz


......


è-eloamrt-O


Lébecûurt


Cb. •Sâltn.


la^e^vttto


Cbamiroy


'^écovet


'Tetonaourt 0


dtîonaouvt


Mchecottrt ta voûte gt;


Moycnvic


Cottrbejatd


0 . tLezoriouitto -^^morevtJU


,1ior^ort


Cî^atamei.


'ÎW^^


~n^

aJntnattM/ff


Xioncottrt

O ZDebru


à ^Temoneourt


Li^evilU


iRbvOlo


iojSieuXj^


Concourt


^etdiaar^


^p^ynaÿ


SXar«8 ? -Sleurt


£at^an£ourt


O Lav^ynê


Vaudieres


mont O


Â4»r^


CbMy \


Seneÿeaare


as^ ^Tuttenoy


Î^^Micy


O Sewoÿres


S. Genev^e


Set^ray


uiterdatt’


Ml*-


^a-â^ô'aX .


^aurt^oux


Charmes . JL-TTiLquot;


ZDorr^ûrre


viUer


Lon^eian^ Ä

•gt;Âî- Tots


—.ZXO.:Âê-Alt;^^.

^ois Je la, VeiMe


^îoxty


________


orWTL »


Kova amp;nbsp;Accurata delineatio Geogra


EPISCOPATVS METEN


dladiere

O ddontatudîte


Ti^emvilte


^Jur an boy


-ocr page 111-

’t B I s hecrfchten , gehoorde defe ftadt met de fteden Toul en Verdun tot de ftadt van Trier, hooft-ftadt van Belgica. Maer de Gallen namaels den Rhijn overgeftapt fijnde, en de palen huns Rijcks uy tgebreydt hebbende van defen ftroom af, tot aen de Moefel en Schelde toe, fbo hebben de Köningen van den eerften en tweeden flamme den ftoel des Rijcks van Auftrafia, het welck namaels Oofter-Vranckrijck is genoemt geworden, in defe ftadt geftelt.

Maer aengefien noyt Rijck fbo wijftelijckis ingefteltgeweeft, dateyndelijckde lanckheydc des tijds, of de fortuyne, lief-hebfter van wifte-lingen, niet en heeft omgekeert ; al/boisoock het Rijck van Metz door verfcheyde veranderingen gequelt geworden. Lodewijck de Goedertieren,fone van Karel den Grooten,onder fijne drie fonen, Lotharius,Lodewijck met toename den Duytfchen , en Karel met toename den Kalen, ’t Rijck gedeelt hebbende, en hy geftor-ven fijnde, foo hebben twee van fijne fonen den derden tot eene nieuwe deelinge geperft , en als doen viel Lotharius ten deel het Rijck van Italien , Provencen , en alle de geweften uytge-ftreckt tuffchen den Rhijn en de Schelde j de weicke vereert met den tijtel van Rijcke, van hunnen befitter ontfingen den name van Lo-theringen, die verkeerdelijck Lorraine'wert uyt-gefproken.

Lotharius,Lotharingen vijftien jaren befeten hebbende, droegh’tfelveover aen Lotharius fijnen jongften fbne , ftellende tot erfgenaem van fijn gebiedt dengenen , die’t was van fijnen name. Lotharius regeerde geruftelijck, foo lange fijn vader leefde , maer na fijn doodt fjjn oorn Klarolus Calvus of de ICale, om Karei den hem fijn Rijck af-handigh te maken onderden deckmantel van’t felve te willen bewaren; het welck gemeenlijck de verwe der Princen is als fy eenig gebiedt na trachten. Lodewijck van Germanien , meer verrückt door nijdt tegens fijnen broeder Karei den Kalen , wegens de vermeer-deringe fijner heerfchappye, als door begeerte om fijnen Neve Lotharius te befchermen , gehet fich nochtans den onderdruckten te hulp te komen, cndedefoo vele door dreygementen, vanL^e- dat fijn bfoedet Karei hem dat gedeelte van Lotheringen toeftondt, ’t welck tuftchen den , Rhijn en Mafe light,het ander voor fich behoudende , ’t welck fich uytftreckt van de Mafe tot aen de Schelde. Door dele leer onrechtvaerdige deelinge verviel Lotheringen tot de tweede ver-anderinge van regeringe.

Op defe volghde niet lange daer na de derde veranderinge, die de beftellinge van Lodewijck van Germanien invoerde, door weicke fijn fone Karolomannus,Beyeren ,Hongaryenen Bohemen verworven heeft; Lodewijck,Saxen, Vrief-landt en ’t Lodewijckfche gedeelte van Lothe-ringen ; en Karei ( die daer na onder den name van Vooghd voor Karei den Simpelen Vranck-rijck beftierde ) Swaven met het ander gedeelte van Lotheringen, ’t welck Metz, Toul, Verdun en Elfas vervatte. Dele nieuwe deelinge brachte met fich eene nieuwe wijle van regeringe , weicke daer na verandert wiert door ’t overlijden van Lodewijck den Stamelaer , die in het gebiedt van Vranckrijck , en in een deel van Lotheringen, Karei den Kalen was gevolght. Defe Koning en Key fer ( die,foo hy langer had-de geleeft,de Redenaren en Hiftory-fchrijveren overvloedt van ftoffe Ibude hebben nagelaten totfeggen en fchryven) liet drie fonen achter, Lodewijck, Karoloman en Karei den Simpelen, van weicke de twee oudtfte de bedieninge des gantfchen vaderlijcken gebiedts tot fich namen , luttel beforght fijnde voor d’oorlogen, die wegens d’aengenome vooghdye huns broeders, tegens de Denen , en tegens Lodewijck Koning van Duy tlchlant, te voeren waren, den wekken fy dat deel van Lotheringen gaven, ’t welck Karei de Kale den jongen Lotharius onrecht-vaerdelijck hadt afgenomen. Maer Karei de Vette fijne beyde broederen overlevende, heeft het gantfche Rijck van Lothcringen weder- ten. om tot een hoofdt gebracht, t’eenemael op die wijfe,gelijckhet den Keyfer Lotharius voor een gedeelte des vaderlijcken erfgoedts was toege-valkn. Waerlijck’tgaetmet de Keyferrijcken en Koninckrijcken als met de Planeten, dewelc-ke na datfe langen tijdt den omgang huns voor-geftelden cirkels met ftantvaftigen tred gevolge fijn, tot het felve punt, waer affe gefcheyden waren, wederkeeren.

Na defe t’famenvoeginge der van een geretc deelen van Lotheringen, wierdt dit Rijck van velen geheel bekten, als van den Keyfer Arnol-phus, Neve van Karei den Vetten , van Gundi-bolckden baftaerd van Lodewijck,fone van Ar-nolf, van Koenraedt Neve van Lodewijck, die der Lotharingeren haet tegens fich verwecken-de, van de felve ten Rijcke wierdt uytgejaeght, en in fijne plaetfe geftelt Karei de Simpele, Koning van Vranckrijck. Defe ftelde tot Vooghd van defen Rijcke Reynier Prince van Ardenne, die fijne af-korafte trock van Klodion Koning der Francken, en fijnen kne Gilfibert tot navolger hadde door toelatinge van Karei den Simpelen, die de genegentheyt der omliggende volckeren liever door weldaden , dan door khrick van wapenen fochte te behouden. En defewasdekfte forme van regeringe, weicke t’eenemael van de vorige verfchilde.

Maer als daerna de Vraneken fich tegens Kareidt hunnen Koning opftelden, die fimpel was wel van verftant als name, fbo wierden de raed- Rijcke va» flagen der gene die nieuwigheden fochten, door de hulpe van Henrick van Saxen onderdruckt ; vanSaxt», weshalven hem Karei, tot loon van fijne koften en arbeydt, Lotharingen khonek, tegen de Sa-lyke Wet , die niet toe en laet, dat ’er iets van den erfdomme des Rijcks werde vervreemdt; waerom oock Albert,Biftchop van Metz,uy t den Konineklijekenftamme der Francken, feerqua-lijck nam, dat die van Metz door toelatinge des Rijcks hun borgerkhap den vreemdelingen opdroegen; maer fijn navolger Diederick', Neve van Keyfer Otho den Eerften, gelegentheydt gevonden hebbende om na fijnen fin de faken te beleyden, riedt die van Metz, datk, na ’t voorbeeldt van die van Bakl, Straesburgh, Spiers, Keulen, en van andere volcken, fich van ’t jock der


-ocr page 112-

OnderHen-rtek de U. U'ordt ’et Weder aen rranekr riickee^ Iccchi,

Sijne Hoeftfladt U£i/t belegert van

VAN

der Francken ontflaen, en de vryheyt onder de befcherminge des Rijeks aennemen fouden.Eyn-delijck Henrick de 11 van dien name leer wel wetende dat de voorfchrijvinge des tijdts op het Franfche Rijck niets en vermach, en dat de ver-vreemdinge oock van het allerminfte gedeelte des Rijeks by fijne voorfaten begaen, onwet-telijck ïy, heeft die van Metz gedwongen weder te keeren tot het oude jock, rijdende met eene feeftelijeke pompe ter ftadt in, gewapent uyt-genoraen ’t hoofdt, op dat fijne nieuwe onderdanen dit voor een bewijs fbuden nemen van goedertierenheydt, niet van ftrengheyt. Door dit middel die van Metz van den Keyfèrrijcke vervreemt,en aen Koning Henrick door den eed van getrouwigheydt verbonden fijnde , hebben ’t advijs des Keyfers,door ’t woordt ntrai in den voornaemften tempel der ftadt ten toon ftaen-de, uy tgefchrabt, in de plaetfe ftellende dit van Henrick : Donee totum impleat orbewi dat is, Tot dat fy hareganfche ronde ipertfulle.

Seer ongeduldelijck droegh dit Keyfer Karei de Vijfde,geborenom ’t Rijck te vermeerderen,

niet te verminderen. Derhalven ruckt hy met XareideV. gene o'ngelooflelijcke fnelheydt een leger van hondert-duyfent mannen by-een , beftaende uyt Duytfchen, Spaenjaerden en Italianen, en ftuy t de ftadt,van de Françoyfen genomen,door een fêer eng en ftreng belegh ; regens dit aen-ftaende onweder ftellen deFranfehenFrançoys

't ICaßeel daar Hen-rickde 11 gebouwt.

Religie,

van Lotharingen , door wiens dappere tegenweer Keyfër Karel,wanhopende de felve te krijgen, afgetogen is.

Maer ick keere weder tot de Moefel, van welckede ftadt hare voornaemfte waerdigheyt treckt. Defe de ftadt met eenen barer tacken doorfnijdende ter plaetfe daer d’Abdye geben wordt van S. Steven, maeckteen eylandt met de riviere de Seille, die den borgerenhare wateren aenbiedt, aleerfe fich met de Moefel vermengt. De voornaemfte bruggen fijn vier in getale, van welcke twee in de ftadt fijn by d’Abdyc van S. Vincent, welcke light tuftchen beyde de rivieren, die eenen gerieflijeken toegang geven ,' d’andere twee , van d’inwoonderen ge-noemt, d’eene Pont Iffroy, d’andere Pont de More, verleenen toegang tot de ftadt van de fijde van Theonville. Hetkafteel, ’twelck gefien wordt by de poorte van S.Theobald op den oever der Moefel in een verheven plaetfe, gefterckt met vier bolwercken overdeckt met vierkante ftee-nen, en met eene gracht uytgehoolt in een hooge rotfe, heeft Koning Henrick de Tweede gebouwtjfoo om de ftadt te befcherroen,alsom de borgeren in hunnen plicht te houden.

De Joden bewoonen in de ftadt eene byfbnde-re ftraete, waer in fy oock hunne Synagogen of vergaderingen houden ; de Katholijeken hebben hunne tempelen en altaren j en de Gereformeerde de hunne.

Deftadtfelveis groot van omgang, en begrijpt ontrent negen duyfèndt paften , fijnde voor ’t afwerpen der voorfteden, uytgebreydt geweeft tot vier Franfche mijlen.

De poorten, gelijck oock de bruggen om in de ftadt te komen, fijn twee, om uyt te gaen na

Tranckrijck»

s.

de Moefel en is’er raaer eene, na de Helle ge-noemt, fijnde aen defe fijde der ftadt uyt het kafteel geen anderen uytgang als te fcheep. Voorts maken de bolwercken, toornen, ga-leryen en verhevene plaetfen den omloop der muuren, die de ftadt omringen , veel vafter en ftereker.

De voornaemfte kereke , gewijdt ter eeren ^Tempelen. van S. Steven,Patroon of fcherm-heer der ftadt, trotft op hare bende van hondert Kanonicken. Behalven de Parochy-kereken der ftadt, fijn ’er noch d’Abdye-kercken van S. Benedidus Orde, de tempel van S. Arnulfus vermaert door de graf-fteden van Lodewijck den Goedertieren of Godtvruchtigen, van Karei fijnen fone , en vaneenige dochteren van Koning Pepijn: de tempel van S. Clement, van S. Martijn, van S. Symphoriaen, van S.Vincentius, van S. Glofi fina, van S. Maria, van S. Pieter, fijnde alle verforght van feer heerlijeke inkomften. Hier by komen noch, tot grooter cieraedt der ftadt, met hunne kloofteren de kereken derCarthu-fianen , der Auguftinianen , der Celeftijnen, der Kapucijnen , der Minnebroeders, der Recolle-den, der Jefuiten, der Mathurijnen, der Dominicanen der Clariiïen, der fufteren van S.Magdalene,amp;:c.

’t Gebiedt of Bisdom van den Biiïchop van Btsim», Metz , die een Prince is des H. Roomfchen Rijcks,en eea Heere van rijcke befittingen, wordt verdeelt in vier Aerts-Diaconaetlchap-pen, en in fes-hondert en drie en-twintig Parochiën.

In voorgaende jaren ftondt hethooghfte ge-fagh van recht te fpreken aen XIII mannen, die elck in ’t by fonder, naer eyfch van ’t Gemee* ne-beft, tot verfcheydene handelingen wier-den gefchickt,en van dewelcke een,in ’t felve getal begrepen , ’t hooghfte bewindt hadde onder den name van Opper-Schepen , die tot teeken van autoriteyt in fijne bedieninge ’t fwaerdt op fijde droegh , en oock na de bedieninge door ’t felve cieraedt en door ’t recht van Adel aen-fienlijck was. ’tWas hem geoorloft goude en filvere raunte te flaen gemerektmet het wapen der ftadt, en de felve op den in-treê in fijn ampt of onder de vrienden , of onder den volcke, om te deelen. Defe volherde in fijne bedieninge dickmael tot fes, negen , twaelf en meerjaren, alleenlijck alle drie jaren den eedtvan getrou-wigheydt herdoende. Uyt defe dertien mannen ontfinek ’er een de klachten der verongelijck-ten, en bewaerde de boeten, by d’aengeklaegh-de betaelt,tot hacr eygen gebruyck. Een ander onder den name van Thefaurier hadde ’t op-ficht der publijeke gebouwen, en’t beleydt van de penningen geRhickt tot hermakinge der muuren, poorten , bruggen, bronnen en Raeds-vertrecken. Voorts namen vier mannen acht op’t Gaft-huys, aenwelcke de Vooght desfel-ven rekeninge was gehouden te doen , en fy wederom aen den Raedt : de Vooght van’t Gaft-huys wees den foldaten hunne vertreck-plaetlèa aen. Maer defe forme van regeringe wierdt in den jare 1Ó41 door Ediól of bevel des Konings ' geweert, en in plaetfe van ’t Dertien-manfehap

S 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het


-ocr page 113-

’t B I s het Bailjawfchap ingevoert, van het welcke d’Overfte van Metz het hoofdt is, die in de civile en criminele faken , als oock in de byfonde-re gefchillen fijne byfondere Steehouders heeft, en tien Raedts-lieden , (onder welcke vier fijn van de Religie , die men de Gereformeerde noemt,) eenen Procureur en eenen Advocaet des Konings. Daer wordt een Meyer gefielt om de fiadtte regeeren , en tien Schepenen , welcher bedieninge twee-jarigh is, t’elcken vijf aen blijvende, en vijf van nieuws verkoren werdende. Eenweynigh buy ten de fiadt is ’t dorp louy, gelegen aen de Moefèl, alwaer tuffchen beyde de bergen men noch d’overblijffelen eenerwa-terleydinge fiet van den ouden tijt. Vele bogen fijn’er noch geheel gebouwt uyt witten fteen ti-chel-wijs gehouwen 5 eenige van’tfelve werck worden ’er oock gefien op den oever tegen over.

’t LANDT VAN METZ,

gemeenelijck gefeghc

LE PAYS MESSIN.

Prf'ff«. ’t; -gr Andt van Metz , uytgenomen een kleen B gedeelte , ftootende aen ’t landt van “ Lutzenburgh , wordt van alle kanten omvangen van’t Hertoghdom van Lotherin-gen. Oock genaeckt’et met fijn dorp Colligny de fiadt van Straesburg, flechts eenige bofichen ’t een gebied van ’t ander afpalende.Sijne hoog-fte lengte is van vier mijlen , fijne breedte oock van foo vele, binnen welcke fpatie ontrent twee-hondert dorpen begrepen fijn , welcker vele aen den Bifichop van Metz gehooren, gelijck als Ars , Chatay , S. Gertn^iin , alwaer de ruy-nen eener fiadt, door die van Metz verdelght, gefien worden, Agancy Donau, amp;c. de refie-rende gehooren tot den Koning , of beyde tot den Koning en Bifichop , gelijck als Malatour^ Vry i Theon-ygt;ille , eene fiadt met Konincklijck garnifoen gefierckt , en voor al gedenckwaer-digh. Maer aleer wy de felve befchrijven, füllen wy önderfoecken den oorfprong en loop der Derwiere Seilïe, in’t voot-by-gaen befchouwende , wat deSetiie, aengeficht’t aerdtrijck vertoont aen beyde hare oeveren. Syontfpringt uyt’t lack vanLinde-ran ’t welck wy alreede dickmael gepre/én hebben , en noch verder füllen prijfcn, en groot is in fijnen omgang veertien mijlen,- in’t midden fijner wateren verweckt’et een eylandt, en teelt karpers die wonderlijck lecker fijn. Niet fonder reden wordt dele riviere gemeenlijck de genoemt, nadien haer water fout-achtigh is, en de voornaemftefout-raijnen defer Provincie hare wateren in haren fchoot uy tfiorten ,-want een mijle van haren oorfprong genaecktfe defout-mijnen van Dieuzan, daer na die van voorts die van Vic en Moyenvic. Mar-fal, waer af d’eerfte fout-mijnen den toenaem hebben, is eene beroemde fterckte, van Karei Hertog van Lotheringen, als een pand van trouwe gelevert aen Lodewijck de XIII,toen tuffchen hen beyden vrede gemaeckt wierdt in de fiadt van P/c. Moyenvic onlangs door fijn garnilben overgegeven, gehoort nu onder Vranckrijck.

D O M

Van de fiadt van Ezcfpoeyt fich de Seille na de plaetfe van Nomeny , en met verfcheyde keeren vele meeft houte bruggen deurvlietende, foo vermengtfe fich eyndelijck in de fiadt van Metz met de Moefel, en loopt met de felve af naer Theon-ville.

Theon-ville dan, ’t fy dat’et van den dienfi der valfche góden , of van fijnen fiichter Theon den naem ontfangen heeft, fit op den anderen oever der Moefel, afgelcheyden van Luxenburg vier mijlen, en oock loo vele van Metz, onder de plaetfen van Neder-Duytfchlantin glorie van budtheyt , eenevandevermaerdfiefijnde. Karei de Groote fielde hier den derden fioel des wordt di Rijcks,beweeght door de gelegenheytendoor- derde (loei tocht der plaetfe ,• waer uyt hare oude waerdig-heydt lichtelijck kan werden verfiaen, als de-welcke foo groot een Keyfer tot fetel fijns Rijcks hadde verkoren. Dele plaetfe is door nature en konfi foo fierck , datiè nauwelijcks oyt is können vermeefiert worden : want fy light in een vlacke plaetfe buyten alle' bergen, omringt van moeraffchen,door welcke fy ten Wefien on-toeganckelijck is j oock iffe veyligh en W’ordt befchermt door de Moefel, die hare grachten vervult, en door na den regelgemaeckte bol-wercken en toorens.

In ’t jaer i yyo de Franfchen onder den Hertog van Guifeop Theon-ville gcduurig fchietende, en verfcheyden aenvallen doende, verloren een groot getal van de hunne,en onder andere Strof-fy, eenen feer firijdtbaren man, en eenen van de vier Maerfchalcken van Vranckrijck;en fchoon ’t den belegerden aen volck ontbrack, fy en kregen ’t nochtans niet dan door overgevinge. ’t Wierdt Philips den 11, Koning van Spaenjen, daerna wedergegeven door den vrede tuffchen de Spaenjaerden en Françoyfen gemaeckt na de Sint-Quintijnfche nederlage. In denjare 1Ó43 brocht’et Lodewijck van Bourbon onder de macht der Franfchen, hebbende eene heerlijcke overwinninge bevochten tegens de Spaenjaerden by de fierckte van Rocroy.

Drie mijlen van Theon-ville light aen de Defiadt Moefel de fiadt, van den felven Lodewijck van Bourbon bemachtight, die in defè fireke uytnemende proeven gaf van deughden in eenen opperfien Veldt-heere vereyfcht.

’t Landt van Metzen is nietfeer vruchtbaer yan koren ; ’t is vruchtrijcker van wijn , noten en kerffen , die na Pont-â-Mouffon en na Nancy , plaetfen lijnde die geene kerffen en hebben, werden vervoert. De befie wijnen waffen inde plaetfen van Loryj Longue-'yille, Sy,en Leffy : oock en is fy niet Hecht die in de fieen-achtige p Iet-fen valt ontrent het dorp van Ars, De vele firoo-men en lacken leveren vifch. De paerden delès landtsenfijn niet feer groot van lichaem, maer fierck. Alhier wordt oock in verfcheyde plaetfen yfer uytgegraven.

D’inwoonderen fijn wat grof van fèden,weynig genegen tot de letteren , ftrijdtbaer nochtans en arbeydfaem , en vrienden van vryheydt en religie. De lantlieden nuchter en fbberlijck levende, verforgen hunne huylèn van huys-raet ,• en houden hunne vrouwen en kinderen eerelijck ge-kleedt.

-ocr page 114-

7al:.

V A N

7/jckdom.

Sterckte,

kleedt. De fteclieden volgen de Frarifche wijfe van leven, en fenden hunne fonen na Parijs, op datfe aldaer met de tale de hooffche fèden in-fuygen , ’tlichaem door oeffeningen verwacke-ren , en de pradijeke der Rechts-geleertheydt bekomen. In fbmmige plaetfen defes landts wort in de dorpen van Enry, Eury Hougondan^es en Hoquencoiirr. In ’t Bisdom fijn oock eenige plaetfen , welcker inwoonderen op S. Stevens dagh gehouden fijn aen den voornaemften autaer der kereke, by die van Mets defen Heyligh toege-wijdt, ganfèn te offeren , en op den ommegang die als dan door de ftadt gefchiet, Hooghduyt-fe liederen tefingen: maer anders is de land-tale de Lotharingfche, dat is, verdorven Franfch.

De ftadt van Metz is rijck wegens hare be-quame gelegenheydt om met deDuytfchen te handelen. Van hier werden wijnen vervoert naer Hoogh- en Nedcrduytfchlandt. De buften van Metz worden overal begeert. De paerden van Duytfchlandt , aleerfe te Parijs komen, moeten noodtwendelijck door defe ftadt paftee-ren, om deweicke, als oock om koren te ver-koopen, fekere dagen in de weke fijn gefchickt. Voorts isde ftadt met vele inkomften en bor-ger-privilegien verfien, oock heeftfê recht van de koop-waren tol te eyfehen.

’t Landt en de pafTagien worden alom bewaert door krijghs’lieden en kafteelen ,• want in verfcheyde plaetfen fijn eenige geordineert onder den tytel van Kapiteyns, welcker ge-leydc feker getal uyt d’inwoonderen hier toe verkoren gehouden is te volgen , en moeten de dorpen of gemeenfcliappen buspoeyer , kogelen , geldt en andere faken, tot eenen krijghs-tocht noodigh, verfchaffen. De Kapiteynen, die hunnen Overften hebben binnen de ftadt van Metz, geleyden ieder fijne benden , wer-s.

waerts hy gebiedt, wordende den optocht be- heeft eene gemeene regeringe onder eene kent gemaeckt door’tloften van een ftuck grof Vooghdyej het Graeffehap van Toul met de gefchuts. Uyt defe dorpen können by een gebracht worden in twee uuren tijdts twee duyfent


gewapende mannen.

hiouHn, een mijle van de ftadt Metz af-ftaen-de , eene Brugge over de Moefel hebbende, en meteenkafteel gefterckt fijnde , neemt voor-naemlijck waer den doorganck tot de ftadt, ’t en is nochtans met geen garni/oen gefterckt; maer de fterckte tot dien eynde gefchickt, wort van drie honderdt en feftigh foldaten , begrepen onder eene bende , befchermt. De ftadt van Metz felve wordt bewaert door tien Koninck-lijcke benden , eick beftaende van feftigh mannen, en verhoovaerdight ftch met hare fterckte op de groote menichte van haer grof gefchut.

De ftedekens en dorpen,rondtom de ftadt gelegen, hebben hunne Meyers en Rechters. Koning Henrick de Tweede hadde eenen Prefident ingeftelt in de ftadt,om Rechter te fijn tuflchen ’t garnifoen en de burgers.

’tRaedt-huys van’t Parlement heeft Lode-wijck de X111, gefeght de Rechtvaerdige , het Prefident-ampt ge weert fijnde, by Ediótinge-ftelt in de maend Januarii des jaers 1Ó33, kie-fende eenen Breton tot eerften Prefident, vier

Aïoulfn,

tot Meefteren der requeften oock tot bedieners van ’t Prefident-ampt , fes om dit en om het ampt van Raedts-lieden te betrachten, desge-lijcks noch andere Raedts-heeren , en twee generale Advocaten. Dit Ediót heeft Remefor-tius, gebynaemt de la Greüere, Raedts-heere des Konings, en des felven Advocaet generael in den grooten Raedt, en in ’t nieuw ingeftelt Parlement gemaeckt eerften Advocaet generael , terftont verfocht afgekondight, en tot ge-dachtenifte der fake in de publijcke aden inge-voeght te werden. Het Konincklijck Edid dan gepubliceert en gerefereert fijnde tot d’aden , ioo heeft het Parlement fijne eerfte feeftelijcke fittingegenomen,aldaer tegenwoordigh fijnde den Bifl'chop van Madaure Suffragaen en Ste-houder generael van den Biflchop van Metz ( die in ’t felve eene plaetfe hadde , hoedanigh de Hertogen, Pairs, of Biftchoppen , fit-recht in de Parlementen hebbende, toekomt) den Opper-fchepen der ftadt, en d’andere Raedts-heeren fittende op gelelyde baneken , den Dekender Cathédrale kereke en de Kanonicken, den Abt van Sint Arnulfus en andere Abten en Prebendariften, de gantlche Ridderlijcke ordre, en uyt de nabuurige plaetfen eene groote me-nighte van menfehen. ’t Verhael van defe feeftelijcke inwijdinge of eerfte fittinge heeft de geièyde de la Grellere met een fijn feer eierlijek ge/preck al overlange in druck uytgegeven. De Raedts-bedieninge van ’t Parlement van Metz, van de Köningen ingeftelt tot gerief der onderfaten, geduurt les maenden, de Vacantie met de refte van ’t jaer deurgaende. Tot de felve worden toegelaten fes Raedtsheeren van de Gereformeerde Religie,hebbende gelijck gefag nevens d’andere,maer geene af-gefonderde kamer van EdióE of van anderen name t’famenftellende.

De ftadt , ’t landt en ’t Bisdom van Metz

ftadt van den fèlven name heeft eene byfondere forme van regeringe , gelijck als oockde ftadt van Verdun met hare ftcrckte , deweicke, ge-duurende den eerften en tweeden ftamme der

Franfche Köningen , wech-genoraen en den Keyfèrlijcken gebiede toegevoeght fijnde , eer-ftelijck onder de Graven, daerna onder de Bif-fchoppen , namaels onder de Hertogen van Lotheringen, desgelijeks oock onder den Ma-giftraet of Raedt met verfcheydene regeringen is gequelt geweeft, tot datfe op nieuws gekeert onder ’t gebiedt der Franfchen , d’oude wijle van regeringe weder heeft aengenomen. ’t Lant van Metz heeft drie Bisdommen , te weten, dat van Metz, dat van Toul, en van Verdun, die als Suffraganen gehooren tot den Aerts-bif. fchop van Trier, ’t Getal der gene die de Gereformeerde religie toegedaen fijn, en is niet kleen binnen Metz, die in de ftadt vrye oeffe-ninge van hunnen Godtsdienft hebben : maer d’aenhangers der felve, woon-achtigh op de dorpen , komen t’famen om hunnen Godtsdienft te plegen in ’t kafteel van Horny, D’on-matige woekeryen der loden hebben de Heeren van ’t Parlement ingetoomt.

Be.


-ocr page 115-

vin^e viin de rivitYt

’t B Î S D O M

Behalven de ftede van Metz by ons befchre-ven , liggen oock in den lande van Metz, Verdun en Toul, beyde welbekende Biflchoppe-lijcke Heden.

'£ B I S D O M VAN VERDVN. ALeerwydeftadt van Verdun gaen be-foecken , ftaen ons in ’t geberghte van Vogefus, by de grenfèn van Langrcs, in den lande van Vaudemont d’uytberftende aderen der Mafe na te fpeuren , hebbende die eere gemeen met den meeften hoop der groote rivieren, datfeinhoogeplaetfen ontftaen, en die den hemel naeft komen. Dele riviere dan ontfpringende by het ftedeken Montigny k Roy , kromt hch om ten Noorden totaen het dorp van Sint Thibaudt, alwaer fy alreede bequaem fjjnde om fchepen te dragen , met de felve henen ftroomt na Ncuf-Chaßeau , op datfe al-foo t’aengenamer en met te meer eere den iandt-lieden van Lotheringen onder d’oogen kome , die delen ftroom geene mindere danck-baerheydt fchuldigh en fijn , als ’t aerdtrijck deSonne-ftralen. Soohaeft de Male lieh toe-rull om haren intrede te doen in defe doorluchtige Provincie, lchieten de vlieten en beecx-kens uytverfcheyde plaetfen als om ftrijdt toe, om aen de felve hunne fchattinge te betalen, en hunne krachten t’famen-brengende, maken door den overvloede van hunne wateren den

fchoDpeliic-ke fiadt f'erdun.

Maes-ftroora aenlienlijck. De rivier /a Mothe, die de wortelen leekt dierrotlê, op welcke de fterekte gelleldt is van den lèlvenname, vermengt fich by Caftre met de nieuwe Male, in welcke daerna eene andere beeke, voortkomende uyt de bolTchen van Vogefus, en Dombray, Beaumont, Viocour, en Atli^ny gegroet hebbende , by de plaetlè Maxey beneden Brecy lieh ont-lall. Door den aenwas deler wateren de Mafe lchoonder geworden fijnde, daelt af na Vaucou-leur, een dorp doorluchtigh wegens de geboorte van Ioanna van Arck , en raeckt korts daerna de ftadt van Sint Michiel, en wordt van daer afgerolt na Verdun, eene vrye ftadt desHey-ligen Rijeks, eerHenrick de Tweede, der Fran-fchen Koning , haer fijn gebiedt hadt onderworpen.

Verodunum , of Verdun, eene BilTchoppelijcke ftadt , by anderen oock genoemt Virodunum, Virdunum eaVeredttna, is groot van omgang of omvang, ontfangende van de tulfchen-vlieten-de Male eene drieftedige geftalte, of de gedaen-te van eene drie-ftadt. ’tEerfte deel aen defe lijdeder riviere light op eenen heuvel, ’t ander aen gene ftjde bellaet eene vlackte, het derde light in een eylant, opgeworpen in ’t midden van de Mafe. Men meent dat Henrick van Af. premont,Biirchop van Verdun, gequelt door de wapenen der Hertogen van Lotheringen en Bourgondien , fijn gebiedt heeft opgedragen

VAN METS.

aen den Koning Philips de Valois,op defe voor-waerde, dat die van Verdun voor de weldaet der befcherminge den Koning van Vranekrijek jaer-lijcks fouden betalen acht hondert kroonen; ’twelckfytot defen dagh toe forghvuldelijck doen; en lijnde, door ’t bevel van Lodewijck de XIII, aldaereenefterektegeleght, foolijnlc tegensden aenloop der vyanden nu veel feker-der dan oyt voorbenen.

Defe volhardige wille der pranfehe Köningen in ’t befchermen van die van Verdun , heeft de kereke van Verdun in vele dingen getrocken tot defede der Franfchekereke, en oock navolgfter gemaecktderfelvei ’t welck waergenomen is ge-weeft uyt de Pragmatijeke Sanótie , gelijck als blijcktuyt de capitulate decreten der Kanonic-ken van S.Maria of der Cathédrale kereke , en van S.Magdalene.

Tot allen tijden hebben de Hertogen van Lotheringen, of door den lchrick der wapenen, of met de Billchoppen van Verdun veranderin-ge aen te bieden , of door andere middelen de macht van die van Verdun gepooght te brekeni maer de Köningen van Vranekrijek, geftadigc belcherm-heeren der felve, hebben de ftadt by hare waerdigheydt behouden , fulcks dat noch heden de Biflehop van Verdun, oock Grave van Verdun, en Prince des Rijeks, genoemt werde.

’t B I S D O M

VAN T O V L.

De ftadt van Voul, Tuil urn, Tullo, Tulla en Teu- Be Bif~ corum ciloitas Tullum geheeten , is vermaert wegens hare oudhey t, en gelegen aen de Tout, Moelèl tufichen die van Metz en die van Lan-gres,en verciert met den tijtel van Baljuwlchap.

De glorie der onheylige oudheyt vermeerdert Bi^fchep-hare heylige oudheyt,hier in beftaende, dat die van Toul ’t onderwijs des Chriftelijeken geloofs van den H. Manfuetus, eerftenBilfchop deler plaetfe, en leerling des Apoftels Petri, hebben ontfangen , den welcken namaelsin defe wacr-digheyt mannen fijn nagevolghtfeer vermaert in oprechtigheyt, gelijck als S. Amon, Alchas, en veel andere diergelijeke. Dit Bisdom ftreckt Biideg», fich wijdt uyt, en is aenlienlijck door vele Ab-? dyen , welcke fijn : S. Bpurede Tour, S. Manßcyde Toul, S.Leon de Toul, Moyenmoutier, S.PierredeSenno-gt; ne, Remiretnont, Chaumo^ey, Lunetfille, Cairlieu , Vaux en Ornols, Mire'rgt;aux, Flabewont, en Sthage, Alle de befittingen der landen tot de Bisdommen van Metz, Toul en Verdun gehoorende, die van de Bilfchoppen uyt den huylè van Lotheringen verwilTelt fijn ge weeft, fijn door verdragh , tuf-fchen Lodewijck de XIII , en den Hertogh van Lotheringen, wedergekeert tot hare oude nature.

Dele drie fteden, te weten, Metz, Toul en Verdun , gehoorfamen nu den Koning van Vranekrijek , van wiens Gouverneurs en garni-; foenen fy beftiert en befchermt worden,


-ocr page 116-

iO



^Conitnr-


Gedeeh.


E naem van Bourgogne komt van de Burgundieirs, Duytfche volckcren, uyt de Wenden gelproten , die al-foo génoemt wierden nae de Burgen ofteStcrekten; defe, van de Alemannen verdreven uyt hare woonplaetfen, daer nu de Pfeltz is, hebben by deregeeringe van Theo-I» dofius, fone van Arcadius, quot;nbsp;' de Sequanen en Æduen uyt de hare verdreven, en fich alfoo meefter gemaeckt met de Nuifonen (van welcke Tacitus oock gewach maeckt ) van dit gedeelte van oudt Gallien. Petrus Sanéto lulianus is van gevoelen, dat Burgundien den naem heeft van een feker plaetfe in ’t gebied van Langres, die gemeenlijck Burg-ogne genoemt wort.

Eertijdts was Burgundien een Koningrijck : en omtrent het jaer onfes Heeren 1034 is’t in twee gedecltên, na-mentlijck in een Hertoghdom en Graeffehap onderfchey-den : van welcke het Hertoghdom, gelegen in ’tweften, het Neder- en KOnings-Burgundien ; het Graeffehap, in ’t boften, het Hoogh-en Keyferlijcke-Burgundien genoemt wierden.


Het Hertodidom


'Cïe»figt;3,


Vrucht-lgt;lt;terhejt. ^egeerin^Ct


Vfjon.


HEt Hertoghdom paelt in ’t ooften aen Savoyen en het Graefichap van Burgundien , de Saone loopende tuflehen beyden ; in het zuyden met het Lyonnois ; in het weften met het Nivernois en Bourbonnois; en in ’t noorden met Champagnien..

Dit gantfche landt is overal vlack en effen , in vrucht-baerheyt van kooren en wijn geen landen iéts toegevende.

Richard Grave van Autun, een dapper helt en wel gC-oeffent krijghsman, wierdvanOdo Koning van Vranek-rijek tot Hertogh geftelt van gantfeh Burgundien opdefè zijde van de Saone, en heeft het 32, jaer geregeert, enaeb fijnen fone Rudolph naegelaten, die daer na oock tot Koning van Vranekrijek gekoren wierd, latende tot nae-zaet in dit Hertoghdom fijnen broeder Hugo de Swarte. Defen heeft gefuccedeert Odo fijn broeder oft foon,(want beyder-ley gevoelen vindy men inde hiftorien) wien gevolght is fijn broeder Henrick, die, fonder kinderen aflijvigh wordende, heeft het aen Robert, Koning van Vranckrijk,by teftament, foo men fey t, nagelaten. Hem is in de regeeringe gevolght fijn fone Robert, en dien wederom Hugo fijn foons fone, na hem volghdc Otto, Hugo 11, Hugo 111, en fijn foon Odo ; wien gevolght hebben Odo III, Hugo IV, Robert III, Hugo V, Eudo en Philips ; dien, fonder kinderen ftervende, is gevolght ioannes Koning van Vranekrijek, welchen wederom 'gefuccedeert is fijn fone Philips de Stoute, van fijn vader met dit Hertoghdom begiftight ; na Philippus is gevolght fijn fone loan,met toename deOn-vertfaeghde; en na defen wederom fijn fone Philips de Goede. Nae defen Philips is gevolght fijn fone Karei, die, om verfcheyden oorlogen diehy gevoert heeft, den toename van Bellator, dat is, Strijdbare verkrecgh ; na wiens overlijden Ludowijck de XI, Koning van Vranekrijek,dit gehéele landt aen fich trock, en federt is het onder de Kroon gebleven.

De hooftftadt defes Hertoghdoms is Divis, van Gregorius Turonenfis Divionunt, en van dé inwoonders Dyjon genoemt ; fommige meenen, dat de Keyfer Aurelianus die heeft doen bouwen, dóch andere prefumeeren, dat hy die Veel eer gereftaureert en vergroot heeft ; men meent datfe defen naem heeft van de Divis ofte Goden, die defe inwoonders feer ge-eert hebben ; dit is de fchoonfte ftadt van gantfeh Burgundien , gelegen op een feer genoeghlijek

Vranekrijtki.


pleyn, tuflcheiï de twee rivieren, Sufon en I’Oufchéj Welcke beyde nevens de ftadts-miiuren loopen, wacr van de Sufon diekwils met överloopen de Stadt grooté fchade doet; doch de rOufche loopt feer zedigh, en verfiet de ftadt niet alleen mèt viflehén, maer oock met allerley andere nootdrufc, ’t welck daer langs af en aengevoert wort. De muuren defer ftadt zijn feer hoogh opgetrocken tot een rechtmatige de-fentie, en van nieuws met fchoone toorens en bolwcrckea verfien. Aldaer is de opperfte Vuurfchare ofte Parlement, van waer, als uyt den boefem ofte fchoot, des landts Rechten gehaelt worden. De gene die tot een Meycr defer Stadt gekoren wort, is gedwongen, alwaer het oock tegen fijnen danck, niet foo wel de eere als den hfl en befwaernifle daer van aen re nemen, en moet derhalven in de kercke van onfe L. Vrouwe een eeddoen enfwecren (den Procureur des Konings hem dacr in voorgaende ) dat hy den Koning fei getrouw zijn, en de rechten, vryheden, en privilegiën der Stadt, tegens yder een, ja oock tegens den Koning felfs, foo het de noodt vereyfeht, hant-haven. Op de nacftgelegene bergen defer Stadt waflen feer treffelijcke wijnen.

De biflchoplijcke fteden defes lants zijn Autun en Ch^ Àutstn. Ion, beyde van wegen hare oudtheyt feer beroemt. Augußo^ zZz/»»»!» oftAutun, gelijck mendie hedensdaeghsnoemt, héeft defcn naem van Auguftus Odavianus gt;nbsp;die defe ftadt, geruineert zijnde in de oorloge die Cæfar in Gallien gevoert bad, weder gereftaureert heeft : die willen feggen, datfe defen naem foude hebben van Auge, ApoIIinis vrouw'e, fchijnen fabelkens te verteilen. Defe Stadt is eertijdes groot geweeft, doch heeft feer veel van haer oude heerlijckheyt Verloren: hier fiet men noch de ruïnen van een theatrum 'öftc töoneel, als ook van waterleydingen,pilaren,en pyrami'-den, en worden noch alle dage veel oude medalien , en andere antiquircyten daer gevonden en uytgegraven ; fy is oock ten hedigen dage met kercken en gemeene gebouwen wel verçiert, zijnde gelegen aen den voet des berghs, die men gemeenlijck Mons de Cinis noemt, aen de riviere Arrou.

Van wren de ftadt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ofte Cahallionum Æduorum, Chalo».

gemeenlijck Chalon fur Saone, gebouwt zy, is onfeker. Sy is gelegen aen de rechter zijde van de Saone in een vruchtbare landouwe, en van feer gefonde lucht; van wegen de riviere Saone is fyfeer bequaem tot koophandel,


derhalven fy oock Van Cælar was uytgekoren tot een pro-viant-ftadt voor ftjn leger. Guntrannus heeft eertijdts hier fijn koninglijeke refidentie gehadt. Lotharius, fone van Ludovicus Pius Auguftus, heeftfe doen af branden, alfoo dat ’er nauwelijks eenige voetftappen van overbleven; doch, om de bequaemheyt van gelegenheyt daer na weder opge* bouwt ; en is nu tér tijdt een rijeke koopftadt.

Halfwege tuflehen Chalon en Mafcon leydt het ftede- T’orntfs, kenTornus, van Spartianus en Antoninus 'linurtium genoemt, aen een feer genoeghlijckcn eii vruchtbaren oort, zijnde rondtom met de Saone omringt ; de heuvelen en berghskens daer omtrent brengen feer koftelijeken wijn voort.

Cuyfellum, onder het koninglijeke gebiedt behoorende, Cuyfi/. en van Ammianus (als Paradinus (chtijtt^Secußumgebceten, is gelegen aen de voet des berghs lura ; en hoewel fy hier en daer feer vervallen is,foo fiet men nochtans hare fondcriinge oudtheyt. In ’t ooften daer van leggen feer hooge bergen, fteedts loopende rivierkens en beeckskens, van klaer en foet water, van welcke een gefonde fonteyne ( uyt een geweldige ftcenrotfc, en Duychftéen ontfpringende) inde ftadt geleydt is door houte kanalen : op de weft-zijde Ipreyt fich de vlackte uyt in een feer ruymc breette.

Ongevaerlijck drie mijlen van Chalon, naerhetnoor- SeaftlKt, den, leyt 'Belna oft Beaulne, aen het water ken, het welcke van de inwoonders Beur-fitze genoemt is ; fommige mcc-nen dat dit Ciefaris enStrabonis Bibra^Ïe foude zijn; andere zijn van ander gevoelen. Dcfc ftadt leyt aen een moc-ras-achtigen oort, en , als Paradinus fchrijft, kan fich door het meirken by de ftadt gelegen, in dier voegen befcher-men,dat de vyant alle toegang benomen kan wordenp’s daer

T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;boven


-ocr page 117-

CbatUy


So to


.5^1

lECsa


22


'ValUv


Crevant


*gt;'^orc oV.

Teutenei-^,


Verzelet


'Tbnnere


^ArAtt


Xoyei\ç


Sancy


eftahhes


^'ïr^ettfena^


tcTranc


lt;»y'tUere 0 Us ^'4uee

Chajkau ûojyar


SctAn^L


^iireaL


°, i.Jc Uenß!^ be’^''^


lutl.


ajnc

Lar^


rmont 8*quot;


cini*-


.Ä y


^■4rhff


^fatibon.


8«:


K-


SSenaili-,


^^laiguil villes Latnhert


Semy

Jlcnl’-«''’'

O

iiitlawe


Chdtn^ffn


Turs


Cetotnhes 0 le bas

^Ruc bes tehanU-ó



’4. nbsp;nbsp;nbsp;' Srenna nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ç‘’'-‘V

° ° Aa’

t'nrcettaaO A. a - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—^«.1«,

^l-cy lt;^41

FamTan % -o Jo^® a °n ® * “^Vnv Vany S^ i ® nbsp;nbsp;' ^yieta



£(!'' *^1 -^otugtt^en^ ”j .^dterel Oaßel


Gaatte ttttt’


Faverjuey vgt;-7^


Rrotte quot;^a.


Geneurev 'failleren ceurt


■flaitlane


Famarimßi sTßet


o M Cbaletteie /


:ilt;'!


° Fia


Foncf rpuiaii t


sV .8» ”


n.Maranlt A


IfU»«


Vallon ./ A


*^otpur^* o


.T, roue. 0 I •»£gt;


Chaeus


S^vHarttn Ju Putts

Fntila


e

“''ß

0=^ O.


Cerfylatour


Belize - As .AfûAAoft* A\

M«amp;Âï


’‘■kl-


ville Xe u/ve


Moiihn-s


Äalt;L

”*^0.^0

*5*


' imuHiiiflmiiifl'

ZI


Oreu.

O


8‘


z:gt;


'Vareaaes


J/ifuit T J Garhefi^


Cernen ahh.


1^ Icyyyoe//

C0«'3 Z °, C’* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

■Ta^ . ‘Täfle


Sab'n


^68. _ .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6a’

.Wr,;, y , -“ea

° ßamp;lc


Lf.4ieutat °


ChAtCMr


,y


iiuy ,syrt


^e’Trojil'tey

i3

^■«zwZflw o


n

?yley


.■ '.o

l’-eU^ 'ityCß iVcrelers


n/Heata. ®

chan tan



n GeaOcn .


ftft' ’

■^. .^- ‘5’

Rilmareu. U


...a*quot; -



A£oiquot;vaiit


Chaunier


.tbuk o


.^mecer


'■'hon/-yt '^^^fehatt


''•atla^a^

s.


^un


quot;aÖ u--'


Stfi’


LAGran.g‘


Yiy l’Kvelq


ourbon Injicr


piii.f


lt;i^re


Chafhu. Rrien,


S.Seig-n« uß’’quot;“' '^“tJrSaaan o ^S.dlißeliera.


icnault


QCre/ly •%


^*4;.


oßy


^ertu^


® Cta^y


La. CiaffiUeßut.^, _ _ ® hnehan


^enß


e/v


quot;louilon


.Mettftoy


O-La^r

Dÿnae o


Vautxlt;u. ®


•‘'Ircirel


,j^6«eÎ6«A


’ o. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o AAA o

Chaûwon Reati pret te due nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•*'


Vaulx.


Sanna, o


V/ o -* nbsp;nbsp;®

.Jtenmire ^ó'ahetie

ÏÏ1i.ù


fmtnry


Jlo


ferrt^


OreftAK


*

Al^’Vi'erat

Sivô


,0


Renm encentre^-^ o^yitty


.ftanlihtîet


Beauinc La-Roche amp;Anu


Citaßif»


ßRaait^at ^Latour tLe


-4/

° Hay. ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;”

‘Taoa-Jt -Co. ^Draçy

lt;Ü«C*’o .„U-jo X

^diamay' j! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T'


j. Chagr^


^ratulan.


la-JtaUc


^ramleft


O Snrcey


Vinoy botirg


laoiirttr- Rochefcrt


1‘arariara


0

**^ Aï o

tardant


'%


'tllere*^^


Laiii^

■Mi


Rerßitun


oranay

'1/^ . leef


■amp;^V'



viller lcxel


Koug-oaiont Ja}^*quot; FUgt;nt . 8*8^^®' [Martin 86



Ct^oe



S'-%,

Remtee


ï*


Rent


^y^teaurt

^antenans


'l^an.letbJe


P.fRS î.î«^s*ys.¥ --y


attrice Rnttane


z” Z


der ment


Cba/tiUen


^Offefhaclt

o »-


^Jiattenrci^


Jf»


.dlortan. ßfitain.


jLayraee ae lgt;tétt ahh. ti


o

Vartc


:^f^oïc cote

♦» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;brunne _

“Ï,MÂ

c«a.ç^’AjH)#- «’(OiV °

njletttren nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eme.


Tarre ^^tttßacen^


ChaüeeMaeui


S.-


Orna**^*


Mam


t'tß'o- tSL


Ch^ßbaa Roittan.


'cß.eittapierre o


^ethain.


Z*’’


gfSifr» Ch.amp;t}cl


Cmtiye nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°


Arbois J


•^ereheaul.


°atta«r,at


'..ÎU


^5 , Ren . Jtarbji


^ann,^ olactafeta


Chauee

*^^KSs

Laylc^^


Rotte Q

Jentaine


Tterre ^fnt fo


'.'JfMttra'-L *


'ÏÏ 1 ' 0 **


Jteanßrt R^ß^‘

Cr^tOr Chu »diar^na.


Aniour


KMoHfaa .S,


lÄllllAriCL


Rtnnans


o CriJta


'VeOeßti-


illiariA Germanica-^-

^1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;41 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5|


■»miiih'inininiini


I * I

Am^lerdani-i

Gudli^l''num ßlaeu.


Geneva


Sive


^aufiutr


turn Dûcatus tum Comitatus


DESCRIPTIO


-ocr page 118-

N Î) ï E

Dit landt is boven maten vruchtbaér ,'enwel vérfien inct Kwfe-allerhande lijftocht, vruchtbare ackers, koftclijeke wijnen, baerheyt. éntreffelijckeweyden voor het vee, grooten overvloet van •tarwe, rogge, garfte, haver, boonen, heerfe, en meer dierge-lijckci vruchtbare boomen ontbreken hier oock niet. In het midden van dit lant vint men treffelijeke en edele wijnbergen , derhalven men oock by die van Arbois en Vandanois leer grootc wijn-vaten vint. Omtrent dewoonftede der ou- Fermée Köningen van Burgundien, welcke plaetfe nu ter tijdt ngt;trckers. van de inwoonders chambrette aee Roy geheeten wort,graefc men veel gyps uytdc aerde, zijnde cen materie de kalck byna gclijck,- aldaer en omtrent Dole wort oock uytgegra-ven witte marmor, ’t welck de Griecken Alabaflrites noemen, en noch een andere foorte, zijnde fwart, met purperc vlccken befprengt, welcke rot fepulturen vangroote Vor-ften en Heeren gebruyckt wordt. Men liet daer gedierten Gedierte» van verfcheyde foorten, infonderheyt een groote menightc van vee, en wordende hacqueneyen van Granvelle, als oock de genereufe honden van die quartieren feer gcprefen.

Van de oude Graven van dit Burgundien, uytKeyfer- Graven. lijcken,en Koninglijeken Franfche ftammegefproten, vindt men veel befchreven,- de eerfte die den tijtel cens Pfaltz-Grave, en oock eens Flerroghs van Burgundien gebruyckt heeft, was Eudo, nae wien fuccedeerde Philips lijn foons fone, de welcke ftervende fonder eenige geboorte na te laten, heeft lohan Koning van Vranekrijek het Flertoghdom van Bourgundien gegeven aen fijn foon Philips de Stoute, doch verkreegh Margareta, Philippus fufters dochter, het Graeffchap van Burgundien,- defen volghdcin de regerin-ge haer foon Ludovicus Malanus, na wien fuccedeerde fijn dochter Margareta Malana, getrouwt zijnde met Philips de Stoute, Hertogh van Burgundien, nae welckcn gevolghc zijn, fijn fone loannCs, met toename de Onvertlaeghde ; Philips de Goede, Karei de Strijdbare, en Maria , getrouwt met Maximiliacn van Ooftenrijck,Philips vanOoftenrijck, de Keyfer Karei de V, Philips de 11, Koning van Spanjen, en Philips de III, en nu Philips dé IV, oockKoningen van Spanjen.

Om beft Recht te plegen , is dit Graeffchap in drié Veeling» Vooglfoyen ofte Bailjouwfehappen afgcdeclt, als hoogc, lage, en die van Dole; zijnde de Recht-banek van dehooge teVefoul; de tweede, dat is van het lage, te Polichny, en de derde te Dole.

Dole is de hooftftadt van ’t geheele Graeffchap, én de çierlijckftc en voortreffelijckfte van alle de andere fteden, gelegen acn de riviere Doux, die fich aldaer in twee armen verdeelt, heeft oock een fterek kafteel. Sommige meenen dat ly foude zijn Ptolemæi Didattion urbs Seq^uanorum : al* daer en gebreeckt niet dat iets foude können ftreckentot de heerlijckheydt van Cen ftadt , hebbende een groote ruyme vierkante jnarekt, dochweynigh langer alsbrcet; aen de weft-zijde is een fchoon Raedthuys met de gevange-niflen ; de kereke van onfe L. Vrouwe, als de voornaemftc, is een fohoon en verwonderens-waerdigh werek.

Daer zijn noch meer fteden, als onder anderen Vefin- Feßn^eit. tium gemeeniijck Befançon geheeten , gehoorende tot het Keyferrijck, eertijts chryfofolü genaemt ; leggende acn een feer vruchtbare enbequame plaets, en wordt door dé riviere Alduafdabis, dat is de Doux, gedeelt, en oock mee* ftendeels daer mede omringt en befloten, behalven dat deel dat fich naer Dole ftreckt.

ofteNozeroy, certijdts Nucillumgeheeten, Nofiraf» ter oorfake van de noten die aldaer wieftèn, is daer nae van Louys de Chalon, weder gekomen zijnde van fijn lerufa-lemfche tocht, metmuuren omcingelt, en Nazareth genoemt ; hier is een kafteel, het welcke, om dat het met loot bedeckt is, het loode kafteel genoemt wort.

Salina oft Salins, is een feer groote ftadt, de gcheelé we- SaRns^ relt door vermaert, alfoo genoemt van wegen de zout-fon-teynen, daer zout uy t gemaeckt wordt, dat feer wit is, en groote winft den inwoonders opbrengt, vermits het in alle de nabuurige landen vervoert wort. De vordere befchrij-vinge der andere fteden laten wy beruften, om dat het niet al te lang foude vallen.

Dit Graeffchap heeft oock veel groote en wonderbare Meyrin. ixttytcn y onder welcken het geringfte niet is, dat men ab Voraginibusy dat is , nae de grondeloofe diepten noemt, zijnde een wonderlijck werekder natuure: want boven op

I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het

B ö U R G Ù

Ijoveft occl trict fterckenivmren en bolwercken feer wel ’vcrfien. De landouwe rondcom de ftadt is feer goct en ver, de wijnftocken foo edel en koftelijck, dat men bynae de ge-heele werelcdoor van de wijn vanBeaulne weer te feggen. Hieromtrent leydthet kloofter Ciftcrciüm, het hooft der Giftercienfer Monikcn , in een fèer dickachtigh bofch , van /fr kjoßer. Hertogh Odo geflicht. Dit kloofter heeft onder fich ach-tienhondert andere Monicken-kloofters, en byna oock foo veel Nonrren-klooflcrs van de felfde orden.

Semur en Semurium ofte Semur, is een fraey ftedekèn, gelegen in andere nbsp;nbsp;nbsp;hct middcn van het landt van Auxois. Half wege tufl'chen

ßtden^ Pyj-Qjy gj-, Bcaulne leyt Nuythenium ofte Nuys ; hier worden feer goede rappieren gemaeckt. De ftadt die men nu ter tijdt Avolon noemt, wort van Antoninus Aballon geheeten, alwaer men her feftiende legioen ftelt ƒ dat men hedens-daeghs Saullieu heet, wordt van Antoninus Sidoluctim ge-noemt, ftcllende aldaer het achtiende legioen. En’t gene men nu Flavigny noemt, gelegen in ’t ooften, anderhalf mijle van Semur, meent men dat certijdts Flavia Æàuortim fonde geheeten hebben. Daer zijn meer andere fteden en burghten, die ick om kortshcyts wille voorby gae, als Au-fone, hebbende een kafteel, en zijnde als een fleuteldcfes Hertoghdomsin hetooften, voorby wclckers muntende Saone loopt : Nojers, Ravieres, Leigne,Monbard, Chaftil-lon, S. Seltne, Seloigne, Crevaut, Viteau, Verdun, Arnay, Seure,Tonnerre,van Antoninus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt. On

der het Hertoghdom Burgundien worden noch drie andere Biflehoplijeke fteden gerekent, als Nevers, Auxerre en Mafcon. Nevers is neffens de kaerte van dat Hertoghdom befchreven, füllen het derhalven hier voorby gaen.

Atixerrtt Auxerre, van Ammianus AntiJJtdorum, en van Antoninus Antijjiodörum genoemt,die oock aldaer ftelt het zz legioen. Hct gebiedt omtrent defc ftadt wort geheeten le Fays dlAu-aerrois ; van waer oock komt feer treft'eiijeken wijn, ge-naemt Fin d'Auxerre.

AFafien. De ftadt die men hedensdaeghs Mafcon noemt,wort van Cæfar Matifcena, in de Keys-tafel AFatifio, in ’t boeck der provinciën, en van Antoninus, CFlatifionenfe Caflrum genoemt, ftellcnde aldaer het tiende legioen. In eenfekcre onde gezegelde brief, als Philippus Bugnonius genoteert heeft, indebefchrijvingcen hiftorie defer ftadt, wordtfy Maßico geheeten, en Machon Villa van Paulus Diaconus in de Longobardfê hiftorien; van Gregorius van Tours en andere nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Wataengact degelegenheyt, hanteeringe,

en vele andere dingen, dacr in komt dele ftadt met Chalon feer wel over een, leggende uytgeftreckt langs de Saone, over welcke een rechte lange fchoone brugge leyt.

Craeffehap- In ’t Hertoghdom Burgundien, als oock in de contreyen daer omtrent, leggen defe Graeffehappen, Dijon, Auftun, Tonerre, Chalon fur Saone, Mafcon, S. Martin, Nevers, Langres, Auxerre, S. langou, Charolois, Chargni oft Cha-gni, Monlietofte Mondt, Auxonc, Rogemont, Mufly , Breftemont, Sees, Monbys, Senegnon, Gilli, Valenion, Tirecourt, Chevigni, Aine-ville, Efpirei oft Epireyen , Bra-fey ofte Brafle, Rochefort, Aincourt oft Agincourt, Viteau, Arley, Ragny, Chaligny, Mommartin, Langcy, Bcau-Fißdom- champ, en Couches. De Bisdommen van Autun, Mafcon, men. Chalon, enLangresgehooren onder den Aertz-bifTchop £ngt;ieren. yan Lyon. De rivieren defes Hertoghdoms zijn de Sufon, rOufehe, de Saone, lonne, de Loire, de Allier, en andere.

Het Graeffchap

BVRGVNDIEN.

FFaem. T T Et Graeffchap van Burgundien,oftc Hoogh-Burgun-Ï I dien, wort van de Françoyfen Franche Comte' geheeten , ’t welck foo veel te leggen is, als Liber Comita-tus, oft ’t Vrye Graeffchap j want defe Provincie, gehoo-rende onder haren Grave, van aile tribuyten en fehattingen vry is,- zijnde een Keyferlijck Rijcksleen, onder deprotedie van die van Bern in Switzerlandt.

Cren/èn. De palen zijn, in ’t noorden Lothringen en Hoogh-duytslandt, in ’t weften het Hertoghdom van Burgundien, de Switfers fluyten de ooft-zijdc, en de Savoyaerts de zuyd-zijde. De lengte daer van is negentigh mijlen, de brectte feftigh.

-ocr page 119-

U N D I E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;21

De Graven des Nederdeels zijn die van Ruffey en S. Aul-bin. De Baron van Chevreaulx.

De Abten zijn, die van S. Eugendi. Baume, Balerne, 'Ceeßeltji^. Mont S. Marie, Mont-Benoift, Beillen gt;nbsp;Ranlieres. De : Prieurs, Mainnaul, Vauclufe, Bonlieu, Mente, Lonflefaul-nier, Arbois, Mote, Syrodi, Valfus Polighy, Mortau. De Canoniken zijn, die van S. Mauritius, S. Anatolius , cn van

, S. Michiel, alle van Salins j die van Arboife, Polignyen van Nozereth, cn van andere lieden en plaetfen.

De Heden zijn Salins, Arbois, Poligny, Pontarlu, No- Stede». zereth, Challel Chalon, Monmorot, Orgelet.

De Heeren zijn, die van Coulongnia en Andelell, Cour- Heeren. laoü en Ie Pin, S. Amour, Argénto, l’Aubefpin, Pöupet, S. Sorlin, Darnam en Tramelay, Borlïa, Creflia, Fitigny, Chamberia, Montena, Vccles, Rofait, Marigna, Beaufort, Nafey, l’Aigle, Courbofon, Vertamboz , Largilla, Moiron rElloille,Chafuet, Arefche Coges, Bar, en loufleaul, d’Au-gea.Moyre, Charrin, Charlin, Chaumes, Breterieres, Fontenay, Cognya, Chaulx, Montuet, Vadans, Villctte, les Arbois, Aiglepierre, Challelvillain, S. Iulian, Defcrilles, Verges, Chay, Champaigne, Beaulchemin, Villeneufve les Orgelet , Challres, de Gouverneur van ’t kafteel de loulx ofte des berghs lura, Vincelle, Vifmeaulx, en meer andere.

Onder de jurifdidie van Dole zijn de Heeren van Gi- Éerde deelt vrey, Longepierre enRahon, Clervaux. De Abten van Edelen. Billön, S. Vincent, S. Paul van Befançon, d’Acey. De Prieurs van Loye, Laval, Damparis, louhe Monterot, Mote fupra Altam Petram, Faye en Mollier in Secufia. De Canoniken zijn die van Dole en Befançon, en meer andere op andere plaetfen.

De lieden zijn Dole, Quingey, Omans, Loya, Roche- Steden. fort, Vercelle. De Heeren van Vauldrey, Rainnes, Rye, Montfort, Mont-Richard, Ferrans,Maillot, Bermont, Cle-ron, Verchamps,Doirans,Port, Challcau, Roillault, d’Ab-bans cn Marchault, Reculot, Chantrans, Mont-gros-pain, Mutigney, Chafley, ParelTey, Choifey, S. Ilie, Faye, Parrel, Chemin, Rabus, Champ divers, Raslomnieres, Rainchc-court, Paintre, Montrambart, Salans, GoulTans, Chaverey, Ander, en andere.

Hier uyt kan men genoegh fien,wat een groot getal Ade-lijckegeflachten onder dit Graeffehapbegrepen zijn: be-halven die zijn ’er noch vier familien, die men wil feggen dat van de Köningen gefproten, ofte met fwagerfchap verwant zijn ; als het geflacht van Vienne, ’t welck men het Edele noemt; van Vergy, hetllrenge; vanChalon, het rijeke, welcke oock eertijdts Princen van Oranjen waren ; en van Neuf-Challel, welck. van wegen de veelheydt der L eenen feer beroemt is.

Alle de appellen van defe drie jurifdiélien , ofteBaillou- EstrlemcKt fchappen, gehooren onder het Hof, ofte hoogh He Parle- te Dole. ment van Dole.

Van de Geeftclijeke liant, daer is de Aertz-Biflehop van _Aertz.~ Befançon het opperlle hooft, zijnde oock een Rijcks-vorfl, Elßchop te hebbende onder fljne jurifdidie drie Bifl'choppen, als die Befanpon. van Bafel in Duytslandt en Switferlandt, die van Laufanne, en Bellay, in Savoyen. Defe Aertz-Bilfchop, als oock de lladt Be^nçon zijn Rijcks-ledcn, gehoorende onder den vijfden Creytz ; en is Befançon een vrye Rijcks-Hadt, eer-tijdts de grootlle lladt van de Provincie van de Sequanen, Jladt. alwaer de Stadthouder fijne refidentie hadde.

De tiende Circkel ofte Creytz van ’t Rijck wordt geheeten de Burgondifchc,om dat hy van het BurgondifcheHuys is opgerecht, onder fich begrijpende de voornaemlle Ne-dcrlandtfche Vorllen en Heeren, als den Hertogh van Burgondien , de Heeren van Bergen en Waelheym , den Grave vanEgmont en Yflellleyn, den Grave van Hoorne, den Grave van NalTouwen in Breda, en den Grave van Bergen.

R O U R G

het water grocyt een flijckofte Icemachtighcydt, welcke cyndlijck (oo hardt wordt, dat men anders niet en meent of het ware eenigh droogh lant, over het welek men te voet kan gaen, doch niet met wagens ofte paerden daer over rijden j by nevelachtigh ofte regenachtigh weer laet fich het water niet fien, dan alleen, als de lucht helder en klaer begint te worden ; want dan zijpt en dringt het water door de gaten, en de holligheden deles flijeks, en vermeerdert lieh in korten rijdt alloo, dat het ’t gantfche pleyn Columbana bevochtight. TulTchen Nozereth en Riparia is noch een ander meyr , in Bonvalli, ‘t welck feer vilchrijck is, infon-derheyt aenfnoecken enbaerfen: fommigefeggen dat het allefevenjaer cenige weken verdwijnt enfchuylt, en lieh ' daer nac wederom verheft en vertoont j ’t welck fèer miraculeus is, en bynae ongelooflijck fchijnt. Het zuydcr-deel van dit Graeffehap is oock vol meyren, als het kleync Ma-lercux, en het groote Narlay, ’t welck ongelooflijck diep isi Vcrnoy,de twee Camblici, Frogeay, Ronchault, en meer

Sivttren. andere.

De rivieren defes landts zijn de Doux, Loignon, Dain, Lupus ofte Louve,- de Doux gehoort geheelijck tot dit Graeffehap, en wordt van Ptolemæo Dttbü, en van Cæfar Kyilduabis geheeten, nae gilling van Fulvius Urfinus ; in fommige exen plaren leell men Aldua/duhts en Alduafdalis, doch feer vitieus : de Françoyfen noemen die de Doux ; fy ontfpringt uyt de bergh lura, een weynigh boven het féer geneughlijcke dorp Mota, ’t welck bynae voor een ftadt (oude können gerekent worden -, neemt haren loop van ’t Zuyden naer het noorden door het Ponder meyr, met vele bochten voorby Pontarlun, Mortau, Vafrey, tot S. Hippo-lyto toe j van daer draeyt fy haer weer naer ’t zuyden, by het dorp Chaftelet, en loopt door Befançon , makende by Dole een eylandt : eyndlijck, nae veel kromten en omwegen , vermengt fy haer by Verdun met de Saone, met fich fleepende veel andere rivierkens. De riviere Loignon gehoort oock geheel tot dit hoogh Burgondien -, de Dain ontfpringt in eeninwijck des rouwen berghsSyrodo, waer omtrent een groot en heerlijek dorp leyt.

toliciè. Wat de Policie defes landts betreft, ftaet te nóteeren, dat lbo menighmael men aldaer de lants-dagen uytfchrijft, dat als dan de drie Standen byeen komen, en worden de lèlve, in name des Graven, befchreven van den Prince van Oran-gien, als Heer van Nozereth en Arlay. Defe drie Ständen zijn de Édelen, Geeftlijcke, en de Steden.

jFfooge deels De Graven van het hooge deel defes landts, zijn die van Édele». Montbelliart, Roche , Varax , Montrivel, Thalamey, Vaulgrenans, Vergey, Rey, en Liftenois.

CeeßeHjckf. De Abten, die van Croiflant, Charité, Bitaine, Corncul, Tulley, Clarfont, Luxeul, Bellevauls, Grace-Dieu, Char-leu, en die aux Trois B oix. De Prieurs van Vauclufe, Lan-tenans, Cufance, Marteret, lulTey, Port fur Saone, Mon-treul aen de Saone, S. Marcel. De Canonicken zijn, die Van Calemoftier, en andere van andere plaetfen.

Btede». De lieden zijn Gray, Vefoul, Montboifon, lufley Palma, Port fur Saone,Cromary, Mont luftin, en Faulcogney. Uyt jJeeren. den Heeren Handt zijn die van Montmorot en S. Loup,

S. Martin, Taulens, Villeneufve, Rupt, Montgevelle, Cha- : Hillon en Belvoye, Conflandey,Monbaillon, Vellefon, Di-cei, Ygny, en Chcmylly, d’Oifelet, Cicon,Trafves, Rain- i eonnieres, Coftebrune, Sombernom, Valle-fault, Bermont, : d’Avilley, Mugny, Vereur, Touraize, Citey, Provanchie-rcs, Grandmont, Ville Chevrelous, Voyfey, Dampierre, i Frotey, Beutal, Matey, Noironde, Tromarcy,MillEfay,Mal- j leroncourt,Myon, Bennenge, Vellerot le Boz,Clerc,Beton- । court, Mortaillotte, d’Amondans, en de Fraifnc, Chavirey, ! Montot, Mont S. Legier, Cuvrey, Montereul, Sorans en ■ Lambry, en noch veel meer andere.

j^ederdeeh

Edelen.

VrAmkrijek.

Het

-ocr page 120-

'Tl.cmiatw


~2iàntan


»4'


Ai...

t$l»..


S- laan



CorfhanuS


Luaane^^ont


Sapi^ny t i-T-i. ...rî.t, 11


Chaßi


ChatlL


ji^ ƒ. Jiarc


. UrectiUy ^-


lt;

L ChamtUy


âÿl/. CX.


Uenevy


’lzt’ .’’fe- *^ßey


■Lhojpital --F^yr



$. Cernay


te,


•Maxenay


Cêruaisc


Sauieurno

,eàt.


1».


Palß ■•’■-.

Couches


D'TâOquot;^


Comunes


t— —

O riens


S .lean Cou


les J jot Z


’cWn*-


•dtßeujne


Ja a Cheßfftix ^


La TtocheW


CrötAT


lt;- -s


. Li3‘' cli^ iâi-


La chau le'


tii'


iJratiatn


JJrauatn.


Chau »diouron


^ye


Reulat


S- Heîtna


■À-V


„^Jbixerat



S- Beram t^..


JJernaw


^4ncbtna .


Las tMotnas


Le ^oßeanjg^


? tf_ i 31ÔÏ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J

/;pBranâorî8


^Icl:


-TA...


g?âa;i*T^.

'Ptnyej-

U '’n'W


^bcixbureau.


-------^Lc'Bouch air »Aumuceaux



,gt;0^ co''


le 'garenne


Lucey


Rara-


i«â


-Â’Vq*quot; nbsp;•*• Çerny


l)ernï/^_^


^nóibr,


l’estangde lokgpendvjI


Comprenant


vue gi'ande partie


COMTE de


Le Bouchot ^.- ».Hont


.-■.i... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;£-•

La Serre et curty kgt;, i..o’ s. .«t-iT ^ i.4 t. .

Llauoe •

5. Itayrc



Ch,


Cerjàt


fley tt.


tertre nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—.y

J C0ulo^eUe i.i- i.-i-^L l...


gt;^. Tulia I


Laurent danle n*^


'^erfU^


La. XJiJJa Dt-u.


famp;X£


-a Cwo'^


t/Uûnt


M -

^Trey


JSt-


Lrappo-

r 5’X’’îèîâ^’'”’


1 . nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;. »3.

Gremeau


Periaa ^■.-


Mont Ceoy


Chala


-fO teittfi lu boiif


Charmay la ville


‘*â‘ Üij*


Maixeray

,^'~OemoHe


S. Clcmani:.


Le tnar^a:^ '


quot; La^rajle


La. Ganlrca


quot;lâzeuL


'Bou .^. 'Bertau, - » tTÂ


La. Teaute


■’Wïît.WMsî“

®*’ïèwit«ÏS


Las £ß.


Ocle


' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jî^ÿS'u a ï.*âî^jï ?■'lt;■'

'ÄSÄÄ^r


.....


CourcclLÿ^


1.1«'^’


Ganoüy^


cbardoîft


■ Les betres


Cjaîtc


-Hol.-


la.

— .li'^i'C^


quot;TtJeloß:

-W-


rnan.


cheinlle


Ӕye.


relaye


^ôteulan.,


Pleßy


4Aquot;'W

^eta-xy


Tu»«.-'


s, Huneujes


S. K^ariina


Cherno^

Occideiis


Burat


La ^eîlevtUe ü

A ■ quot;nbsp;....... r a.


Le.Mont ccaux-^^ jJ •vftlU’«- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'''-


O-ment


^tary



iii' Les bretau

* '*^'- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ï----- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;19,.

'Bcauvillters

Gourion nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_^gt;


M* Chauantu:


lionceaux ■ M.


CJaucrry


J^arnat


ch,


i^fy.Tel

de Crey



I


beîu:ee Bots Xloteellcs


M-


M.




Scri^y


Les 'Boulins



,„ï{£. La-ViUeneuve

Poullon^


t^Les ^utel;

4 a4


1

-ocr page 121-

Het Graeffchap

CHAROLOIS.

Et Graeffchap Charolois leydt tuf-Ifchcn de rivieren de Loire en de P Saone. In’t noorden grenft het acn I ’t Hertoghdoin Burgondien , in ’t I weften aen Bourbonnois, en Foreft j ? in het zuyden aen Beaujolois, en ö Lyonnois j in ’t ooften aen die van I Brefle.

Het heeft defen naetti van de ftadt

Charolles. Het (chijnt dat hier eertijdts gewoont hebben de volckeren, die Cæfar en Livius ^^n^arres noemen. De oudtfte foon des Hertoghs van Burgondien voert den tijtel van dit Graeffchap, in ’t leven van fijn vader, welck wy bevinden in Hertogh Karei de Stoute, die de Ncderlandtfche enFranfche hiftorienaltijdt Grave van Charlois noemen, foo lange fijn vader Philips de Goede leefde. Het felvc is oock onderhouden in Keyfer Karei de V, in het leven van fijn vader Philips. Daer is groot gcfchil geweeft tulTchen den Koning van Spanjen Philips de II, en Henrick de II Koning van Vranekrijek, wien van beyde dit Graeffchap toequam, totdat’erop’tkafteel van Camcrijck eenvafte vrede gemaeckt is,en Ilabella, de dochter van Koning Hen-rick voorfchreven, met de felfde Philips getrouwt is, na de bloedige en langduurige oorlogen, wanneer Koning Henri ck, die dit Graeffchap befat,’t felve den Koning van Spanjen overgelevert heeft. Van welcke tijdt, als oock re voren, is ’er appel geweeft van burgerlijeke faken acn den Hoogen Raedt van Dole, waer van geen appel is, foo dat de Koning Van Vranekrijek Leen-heer van Charlois is.


-ocr page 122-

-ocr page 123-

-ocr page 124-

-ocr page 125-

-ocr page 126-

Settal - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'3^

S.ïan Lutrux-^ “ Poita.



o Vautau


j. Stra


Challon


5 rijou


Bourjia u


leTêtn


Syman-i


S. •dttdre



3C.r^eIarilb ® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 ,diatyannay

BLU. L C Cetneau yhauL’^

Brotynon ^P'lß^^y 'Varoy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 S.Poy


.ilarßlly

Cieuanne :


Chaxeu


■j£uUy


Brall!


‘’•,~ x/^ntyont

^HermortP \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® T^piiliail


'Villo nouhte


quot; Vaulx é

Cha. no^quot;^ o

S^ria .ante rta


Léatel quot;nbsp;dnLe

Licotta^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--

Grand croyeb'


S. CroiX


SeiliereSi


Lemires


Cèzanee

Chaficl


elle vio t

CrLeti^e


r gt;» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~'^Cianv i

Loyou nbsp;nbsp;nbsp;Q^netr

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LaViltors^

ttontriuel u laPeroßo


Xfeßm^^iy^ —• '“^^esaont


S..Geety


Belieg


Paeiaaye S.^rßrJille Breßay

Lizier


^.■'nerirtte


La. Chauhn


fei’ Reteaaytt t ^^hnünne


Conuamei^^ Rixoße


Borne entre Berne etSavoye-


Survend


J)aurau^^ i


\4ue.yny


Chauline


Saguenay


Ftacen J


Sah/nï


fïârùn


Soioatt


S. Li'na


^laixe


^uin^


Terrans


Tierrc


Ie eia.


•'iuiumes


^iÜy


Bellenoß


® /• ‘ ViileneuJ^


CaubLt


XrangrCÄ


CiayeUe noient


J^ieuilan


CKaußin

Jsueau ut -J


* Gißet lesy.Lesebaux q


-r y. ..«■ ^urioe


u^ttatyittey,


Caur^Jaube lyatiaf*^


. ^Cr.Jfomon o 'Pi’afim.

o^' ‘SSauùiniy' o''

..... \ ^‘17 o Tiïff^xwrù X VtOerot’^'


^^i£rre/.àtte


Boutyuynon.


le ràunicr

^^trtortoi



Corhêtte


S.^ttenr ^enay /


RanL^


Ciamyt


U To eite


vu....


T*tr^ny


Conlit^t Roche


l^Tin


pa/t*


eHetaitL-


« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t^Chalain

^^OBaulcier * ƒ o -s Chamhly ^ti^^t^^^nciille


Trjlla^ £eVaytgt;: 4 uyBatrtoaet


Ciear^m^LouUe ^Saßex ^L^.-GkOTbü ‘aquot;-- Pille moine


erreux^


^jM-Ranw


'Pßebux,


Sahbam

Taréei

• ULaRen-ra

^La Channe '^ér^ ‘ 'IToaar Biefinoratn * \BarJaiUi.


’^zSßUdam Breèt^tts

'ranbxay S.c.Sn.,it.


Ville


IjUfratM


J-


Beuitty : Çhaaatn


‘Lolàui


Cht^^laiae u


rV


Otyn^


Cheneuray


^^tlamaytaville JT.p.Leliejont


le^^ranT ^^uryiUe


U nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Coraueura

namav


Up 'lt;^ßäUe


•3^ berv


:henx


■'S.Louis


n Chamhorore a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

Pbn^cat^ laVeßcb


Prarox^ Ptte^


\LaPetiite ^aux Les Paatetx

Jloute Prieure nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rrr

Sarrt^eOi

LesSouious


Gerliu


'o Liealetu Roche Tau


Cntre îes^ur^


^Rotehaux „te..-. Palattâae Cfohar 'a


BMft iCiaßi


Craeiaux


Cna ■ ■


o ; VauxS.Cloy


Vcn^e


Villers te^^Sfamay


îmuallay


Treuuay Z. * '(,


Aaneey ß Villettetßte,‘-,Vä3^r


D. AN T ONIO DE B RVN,

^Ærzw ^^yrrfrt£mt,et~^yarcLie^'Attecîaff\^nytrè,


yéuPr^éoio.etmtnni efttrLem.Belytttn.jétsyama Senaüts Cimßamp;trto;fiecnünR^ CatLoéècèaJTraetamsPaâs Cote nts


summst esut^otejtote txan c^aciTri^oTsntes'Toeat.


Bourbonne

Tl^rcß


CKastdlon


jf, ^aretü^


JLieieeonrt


Var^ny ^wte\


laCosîe,


Cia%Ui,\Rain^


Ciaßenoy Ce^ray [RanJenleeurt


Corionay x^iHeuillers^


Le Ciesnay


Tt.)^ la Vautre


LeÜeJnntaine



fytfÿ^a RamereJ ebalasnou- -‘ '■■iL^ÇTï^ -• Bei^cinont


Lauaas (raas-


-.^ßhama prab


Vatteßiu


Crotte Jß


^^ararretux

^Irt ^ramiS^^LaCha^éré^


Cbce lesyatßv/* Cnee lès Pèrrnta i sgt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vorriere Le Rasé.


Letneaf.


î'iuiaâ- fS'”^'^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OKe/ÿù

O ‘ ' '-t ia^ La Chaux Le jCetßcitßel nbsp;nbsp;^^as


1^^ eoncißaateunusic

Croates ’


lutter irauers


* Cûlumb\


Plombiere


ßlauor^^'Vi


Lemrtt


Ville Lie^ßrjansß^Cor^'


Gn^aJa, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n.B,Ja ««uLaJaa

‘'^2*-’-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘^Jrh-a aj'aft/apt _ ZBarmafaiatimu

^PtusLtLoroheual O brades Le -tour a. .



^CfinonéLe VLers


«T'y


^Monby


► ^enioy


Chayeu^


le Ciensne-


fesnenquot;


Vitters la ville


O Xe martenet-


TroteyXtaCofit


liÉrifle

^Horuehxe


Cll^Æeloî^iz»^zÂiZk R.J/arià.

’Videiatt^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. OlMricc


Corùaiey u


ta a^^létte

CliäuNeuf


uentel-S^-'


Vitters fouh


Va ubrieOe L. Gelin.^ u


éftAeà


a'^c^moy


à'ahuaihr,


Hcriebur


etlè^^eRuy lafiuLerte


x/ftartei^ ^ßrat^aousiß^^^'^ Somefeyarans Bouryou^ue L'auec -5^ neufciaflel .


Blaninont -Btàe


court


Tratßter


y Roche Itéré


Tatüecourt eßeuye


..,PCharmotey^, SochMX eO’.u.miiàc^ - ‘

Jtonay

Charmoat


Chaux GranLCfir^ \ Sohne


Neufcliaflel


Heneipoiis

^nJron.


2fe«weaßat


£,ßarteumtbl=C,


. . nbsp;nbsp;, Perrtere

“ “ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- 0-- - dlottfaßie^

o Charma-CÜyeile'-ß^h^fgfdle Hitlers maillots


'Sapoy^^Banuans

j, ' Ä-Xfi,©..,. ,, • ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*'^Voeeurt

.. Vitters^ .,0' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

Sapov nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' Pamyt

^amp;rTotttatne « nbsp;nbsp;nbsp;'...


Vâutoacourt^Bt^ßtua'L Tambeaey


Te^e tayray ^^lïetttoic


'.eu


Rocourt^i ‘a RoeheLor


Brenoncours t


a Clarmoy '* Freiic fintcBM


-ocr page 127-

-ocr page 128-

-ocr page 129-

CHALOl^NOIS E .


Couclie


SlullUn. i


S.Morice


Séria


S “RsimMn,


ChaUM


Gertnalie.


'Pelianr


Caurjllle


b

Ctiaudci


Pournamhlo


Septentrio .


Mont S Vuicent-^


La Guiahi


giaylaube^L


Beaune


^e-rjatue,-


'Taillv


Cheuiattejr


Saltar^is^


ottzey

Buffy


S PalerÛL


'il^aletie^s Chenaue


Sautle


La


chertnee


Germain,.


Mamate


Ar^illey


Corlepntv


^ontt£encotttre.


’■lei-es


-iiae.y


» Lare^ement aechenoua


•^lartàtede lai


S. Eltiuiot-


Title


LourJi


t amp;ratey


Cl^y


Cranlna-^i^

N- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rWï i


Symanarc


Sermayers


Ciankluti,


Belleœarde


Gnarttey


Pontoux


'quot; Sernt^e-


farene

^'*~Cliarctte


^nailly toTUiUe


' Pauer^iUittes


Cleaaux ■..•■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, S^

L ^Latrocle ------ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*»-- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;if « . Senecey


S.JDiJier


tO'


^uiaty'


'Pirrans


GranJnAtr


'Petit noir


Pretorens


^ontaaiez


Pahet^enient


^oizen^ie \


o^iaruent


'Baloße

Sytnar


ConJat-


“Pcjzi^


M,

'Tiueau,


Ciem^ney


Bleteran^-


luf


TJertwii


'Potentenai’iilaaamp;


^^Pauxiol


Pono


laeey


Cha^ellenauJe


^Tmiaille


S Croix


PeUefûl


Ckaußin


Pa Chilian


'Peattuemat'


O M-


unie;



S Laurent la Roche


\2,0


Peae^rf


a Genette

Tarenne


G-ranJuat


S Ponàie


Meridies .


•léyfiaa.


S'irinier


Crufiaf


s Jlixié.1' __


Tacie.tnet


' Cozance t }^Lemu'ou



Cheviot


C U;z e au^

Chan^alym^



i..

'Villes


-ocr page 130-

-ocr page 131-

LACVS L E M A N V S,

ofte de

GENEVER-MEIR.

Acus Lemanus, ofte de Merr va» Geneve, fpoelt aen de frontieren van het Hertoghdom Savoyen, het Graeffehap Bourgundien, de Re-publijcke der Switfers, ' en’t Bisdom Valefia.

Rontom hetMeir, in delèkaert, ftaen getee-kent de namen der Landen, Vooghdyen, Ba-ronnyen, Heerlijckheden, Wegen, Rivieren, Bergen, Steden , Dorpen en Kafteelen.

Savoyen wordt bewoont van de volckeren Cis-Alpinis, die oock Frans /preecken, welcke van Iulius Cæ/àr, in het begin fijner Commentarien , Al’ohrcgesy nae den Franfchen Koning Allobrox (welcke leefde in ’t jaer na de /cheppinge der wereldt 2433)zijn geheeten, endaernae Bagaude, foo Fauchet getuyght ; eyndelijck oock Sabau-di, op ’t Fran/ch Savoyfiens , en op Savoy/ch , Savoyarden. Dit landt is, /edert het jaer Chrifti 112Ó, van Graven geregeert, en van ’t jaer 1420 tot nu toe van Hertogen. Men wil oock /eggen, dat het eerft langen tijdt van een legioen moor-ders en ftraet/chenders bewoont is geweeft,- doch zijn de wegen aldaer /eer veyligh als ’t vrede is.

Over de lucht klagen de inwoonders dage-lijcks, hoewel het Meir ofte de Rhofne daer nimmer toevrie/èn ; gelijck oock de hitte daer noyt Zoo groot is als in Dauphiné, noch de koude als in Nederlandt, daer de wateren bevrie/èn. Het geheele landt is vruchtbaer, en lichrom te bouwen ; want daer grooten overvloedt is vandruy-ven , erten , knollen, kool, wieken , meloenen, loockjboonen, en lin/èn, als oock van gerfte,hoy en haver,en meer andere diergelijeke: oock vind men daer gemeenlijck defe fruyten, noten, appelen , ver/cheyde /borten van peeren, /bete en fuure ker/Ten, witte en Zwarte moerbefien, kafta-nien, en amandelen, maer niet veel vygen. Daer is oock een genoeghlijcke verfcheydenheyt van allerhande gedierten, vilch, en vogelen.

onder’t gebiedt van de Regeerders van Bern, uyt gimanni zijn geheeten ; uyt welckers hooghten wiens naem de Vooghden alhier vijf jaren met ofte fpitièn men belcheydentlijck fien kan de grootc authoriteyt in de regeringe blijven. Nae ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

’t uytwijfên der oude Chronijeken, heeft in het


De Switlerfche Wandali, die Laufanne, en an-jaer 2790 nae de fcheppinge der wereldt, Arpen-tinus, Herculis hopman, de fondamenten der ftadt Laufanna geleydt, van wien gekomen is haeroude naem Carpentras, welcke verandert is in’t jaeronfes Heeren 593, ontrent de tijden van Martinus BilTchop van Laufanne, als de ftadt op den naeft-gelegen bergh getransfereert wierd.

De ftadt Nevedunum, eertijdts Benevis ge-Vranckrijek.

van Iulius Cælàf

noemt, is voorde aenkomft verdeftrueert, en daer nae, ten tijde van Flavius Vefpafianus, nae een van fijn Kapiteynen, Nyon geheeten, gereftaureert. Co/Tonex is in het jaer 442 gebouwt; en Aubone in’tjaer4yd, ende navolgende jaren.

De Ridderlijcke vrye Rijeks-ftadt Geneva, in de welcke men witte en fwarte welbekende en geprobeerde munte flaet, is, als fommigegi/Ten, eertijdts GensVra genoemt, om datfe gelegen is op een berghsken, daer veel genever-bezien waf^ fen , welcke daer gebouwt is van Lemannus, een vader der Allemanniers oft Duyt/chen, neve van Priamus, en Paridis/bne, in’t jaer naedefchep-ping der weereldt 2994. Daer na is Çy Aurelia genoemt, nae den Keyfer Aurelianus, omdathy de felve gereftaureert heeft ,• wantfe te voren by de regeringe Heliogabali t’eencmael verbrandt was. Van Iulius Cæ/àr, ofte van de Latijn/chen, is /y Geneva geheeten , en van de Poëten en No-tari/Ten Gehenna^ van de Duyt/chen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en van

de Fran/chen Geneve.

Caftellum Morgianim is in ’t jaer 1135' van Key/ér Lotharius gefondeert. Arjuianum ofte Pvian, van Evia«. Peter, broeder en ftadthouder van Amedæus Grave van Savoyen, in’t jaer 1237.

Het Meir ofte Lack van Geneve ftreckt fich in Gnotedet de lengte aen de Switfer/che fijde 16 mijlen, aen de Savoy/che 12,en 4 in de breete,heeft ten min-ften 16 havens. Uyt de haven van Morges en Rotul ofte Rolle, worden dagelijeks veel kofte-lijcke wijnen te Geneve gebracht:als oock uyt de haven Promontoy ofte Pormenton en Neronis, gemeenlijck Nernygenaemt, een groote menigh-te houten kolen.

De Rhofne, die in het Meir van Geneve loopt, Rhofne. kan niet bevaren worden van zijn oor/prong af tot in’t Meir toe, noch oock van de Swit/èr/che brugge gelegenaen de voor-ftadt van Geneve, tot aen de naefte ftadt Sei/fel, 7 mijlen van de/è ftadt. De /êlve riviere verlieft ficli op een /eecker plaets vijf mijlen van Geneve, en loopt een ftuck weeghs onder ’t geberghte.

De bergh luraffus is /bo hoogh, dat des feifs in-woonders van de Duytfchen daerom eertijtsLow-kercken van Geneve en Bafèl, hoewel dat fy vier of vijf dagh-reyfèn van malkanderen liggen 5 ins-gelijeks fiet men daer oock , niet fonder verwon-dcringQ Petrampertufam j oft den doorgehouwen fteen, welchen Sebaftianus Munfterus in fijn

Cofmographie be/chrijft en oock CaflellMtn Pue!-* U f oft Virginis, van Iulius Cæfar gebouwt ; de ftad 5. Claude, welcke dickwijls belbcht wordt uyt devotie van de kreupelen , die daer komen van aile geweften en verre plaetfen j des lômers de Iheeu-X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fon.


-ocr page 132-



Baronie Serre


t4-4ii4^V..

t At O 44â..4-A^

44.ält;« Êa



Aubonne ihii


Cbm.i ypoz oUyn JQ. i ,yPb ‘!zfygt;^

jgt\.i,^

*fBaV.ronie \ae

tüi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t


. I Kolle 0I.

ARolie



Ml


Gîcfault n .fef .Aï*-


ta.

......'-’•' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. Û-

/w tAiSît?'«?--, tók nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;^UCrM

Mandement

' it 'quot; ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a- Mt'tf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘Breiuyc

. sadCj^^^.^ Gaillar ■’ ta



. E ta «a ta


u*a



■ 2^

-


A. tóf


ttól.

•.ieutrc Brcturt-

ta,-


hä-

h^u


ta ailxiage


'Ôa U -Ù-;4_ ‘^■‘^■■E'quot;

■» iL4_*-Bonne •jlim ♦


lA io(i-

^ n-^L-J.-Scrji^


io'â


- nbsp;nbsp;nbsp;1^\Te nbsp;nbsp;nbsp;y?lt;

Ckßbbr


A




.gt;larlu tóf “*


iiaamp;t'i,.. -,4..4 ^' ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 4 4.

■^■■y V iUxA

■ vgt; gt;nbsp;P gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’^1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

./i.,™z,i ..A I tlt;I ''■ƒ“ a’id -'*/


4* 4 4 0^4.4.

t.î.


t lt;

4» J lt;\V e ? ?s i.yi


Genevois

ta


4


b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a?4ƒ44,,

J.., Rabnj . 4.4- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ -■»,


-ocr page 133-

GEN E VER-ME IR.

fonteyne j noch een natuurlijcken put, breet als een Theatrum, hoogh als een middelbare kercke, duyfter als een hol, en fteets vol fneeuw en ys, ofte mogelijcken van kriftal. Niet wijt van het Genever-meir op de Switfeifche fijde, fiet men ’t geberghte ’t welck oock midden in de lomer met fneeuw bedeckt is. Een mij Ie van Geneve is egjj l^ecker bergh, op welcke fommige niet /ónder Ichrick klimmen, met belondere enge enon-tallijcke trappen, meer van de natuure , als door menfchen arbeydt gemaeckt : eenige die op het hooghfte geklommen waren, en in ’t diepfte ne-derwaert» fagen, zijn door vreefe gedwongen weder te keeren. Omtrent de ftadt Aquila, naer Valefia toe, is eenen anderen bergh, van wiens wonderbaerlijcke kracht men de Hiftorie leien mach, in het boeck genaemt, iKondcrbaer’ijcke en gedencksigt;aerdigcgejchieäeniffen yan onfen tijdt, in ’t ca-pittel van de aerdtbevingen. De berg van S. Sergius is de vruclitbaerfte van alle de andere van Chablais, dieniet als hout en ftruycken vóórtbrengen; doch zijn op devlackten der bergen oockweyden, daer dekoeyen , die daer lomers op gaen, overvloedigh meick geven. De bergh lAuftruacenfis , is /óo uytnemende fchrickelijck cn fteyl en hoogh , dat jaerlijcks veel menlchen en paerden van den felven af-ftorten en vergaen. Waerde bergen van Eviangewortelt zijn, kan men,van wegen de diepte des Meirs, uyt de welcke lylchijnen voort te komen , niet weten.

Sojfche». plet grootfte deel der boHchen deles landts, brenghtkallanien voort, eyckelen,en feer goedt koop hout tot brant, wagens en ploegen te ma-Cff-oxM'w. Inditgeweftzijnlchoonekercken,inlón-derheyteen te Lolanna, van binnen met fwart marmor overtrocken ; gelijck oock te Geneve een feer oude kerck is , wiens toren met bliek gedeckt , lóo menighmael van de donder en blixem geflagenis, dat het loodenkruys gantfeh ver-fmolten, en de toren lager geworden is, die ten tijden van Karolus Magnus noch heel was. Te Vivay is oock een Ichoone kerck, buy ten de ftadt tulTchen de wijn-bergen: en die te Morges, voor weynigh jaren verciert. Te Geneve is oock een weeshuys en lïeckenhuys,die beyde onder ’t gaft-huys begrepen zijn, alwaer een Leeraer is, die de kraneken trooft, ende jeught onderrecht, met een eygen Medicus en Apoteker. Op het Raedt ofStadhuys van Geneve, daer dagelijeks ly verftandige en vrome Raedtsheeren van wegen’t gemeene befte byeenkomen, en daer de boecken en ftatuyten, in perkement gelchreven, bewaert worden, waecken alle nacht de burgers. Aen d’eene fijde van de poorte is de vierlchare ofte rechtbanek, feer magnifijek. By’t ftadthuys ftaet het Arfenael, amonitie ofte ruft-huys, wel verfien. Hier zijn oock veel hooge bolwercken, met grof gelchut. Eertijdts zijn in dit landt veel kafteelen geweeft, van welcke een S. Catharina ge-heeten, (alwaer alle’tgefchut en krijghsprepa-ratien in ’t jaer i ^90 geftelt waren tot de belege-ringe van Geneve ) in ’t jaeronfes Heeren lóor, vah Koning Henrick de IV ingenomen en ge-ralèert wierdt. Het andere, het welcke recht tegen over het voorlèyde van die van Geneve ge-bouwt was, is oock geruineert in tijde van vrede, omd’onkoften te mijden.Het derde,gemeenlijck Ripaille geheeten, wierd in ’t jaer 1589 van die van Geneve,door hulpe der Françoyfen, verovert, en gedemanteleert, gelijck oock het vierde, te Ver-loy. Te Geneve lijn eenige fraye en konftige torens,onder welcke de Meeßer-toren de ftadt aen de fijde van hetLack en Savoyen belchermtjden toren van ’t eylandt, ofte Cælàrs toren, ftaet in het principaelfte deel van ’t eylandt, tot defenfieder bruggen, eertijts den Switlèren toebehoorende, en, gelijck men wil feggen, van Cælàr gebouwt.

De ftatuyten en wetten der Republijeke en Æfçrrw« ’tcollegie van Geneve zijn door een gedruckt boeck genoeghfaem bekent. In dele ftadt is oock een mærckelijck getal van edele geflachten. Hier hebben oock veel geleerde mannen gewoont,die. Geleerde». van wegen hare fchriften, degantlche weerelt door vermaert zijn , als Petrus Viretus, Guiliel-mus Farellus , Joannes Calvinus, Antonius Sa-deel, Petrus Cevalcrius, Nicolaus Colladonus, Cornelius Bertramus , Alberius, Alizetus, Se-quierius en Bucanus, welcke alle te Geneve, Lo-fanna, Morges, enteAubone, Profelforen en Predikanten geweeft zijn : welcke gevolght zijn Theodorus Beza, Simon Goulart, Antonius Fa-jus,Ioannes Lamotius, alle Predikanten ; lacobus Ledius , Raeds-heer te Geneven ; loannes Deo-datus,Profeflor in de Theologie en Hebreeulche Ipraecke. Ilaacus Calaubonus en Calparus Laurentius , Profelforen in de Grieckfehe tale. Te Bibliotlie-Geneven is oock een fraeye publijcke Bibliothe-que, met veel treflelijcke gefchrevene boecken verfien. De Bibliothèque te Lofanne, is oock wel geftoffeert met Oudtvaderen, en allerley treffelijcke Theologilche boecken.

De burgers zijn feer courtoys en beleeft, doen en bewijlen groote eere en vriendtlchap aen de re»aert. vreemdelingen. De principaeîe handel en commercie defer Republijeke,beftaet in groote (ware forellen oft truyten , vette capoenen , goede kaelèn , goudt-draedt, en fijde, diefe in andere landen /enden.


-ocr page 134-

Oude in-Wßondere».


Thoßie,


Oßrjproifg,


Het Landt van



Et lant van Breffe wort in ’t weft befloten met de rivier Saone , tuf-fohen de ftadt Lion en Mont-Bellay,in ’t noorden met Burgundien,in ’t ooft met de Genever-


met Lyonnois en Daul-phiné. Sommige meenen dat hier eertijts de oude Segufiens gewoont hebben, welcke Paulus Merula, in ’t fes-en-twintighfte cap. van ’t derde


tuyght. Nu ter tijdt tellen’er de inwoonders vijf Sijnettjt-ofte meer , en noemenfè Gras Neuf, Gras d’Or-gon, Gras Paulet, Gras Grand, Gras d’Enfer, Gras de Paffon, welck van Plinius MafTaleoticum


genoemt wort, om datfo omtrent Maffilien leyt.

Pomp. Mela feyt in fijn tweede boeck : De Rhof-ne ontfpringt niet ver van de fonteynen van de -van meir, en ’tGraeffchap Donau enRhijn j daerna alshy in ’t lacLeman Geneve, in ’t zuyden


komt, wort fijn fterckeftroom wat geftut,en loopende midden daer door, komt ’er foo groot uyt als hy daer in quam ; daer nae een tijdt lang naerhetweften loopende, deelt Vranckrijck : voorts , naer ’t zuyden draeyende, en vermeerdert met vele rivieren, ftort fich in zee tuftchen de Volcen en Cavaren. Ammianus Marcellinus ^,an


boeck des tweeden deels van Vranckrijck , we-derleght, daer hy feyt, dat die van Lyonnois de felfde fijn met de oude Segufiens^ volgende hier in de authoritey t vanlofephus Scaliger,die aldus woorden: De Rhofne komt uyt dePæninfche fchrijft : Lion is in Segufien, gelijck het ander is


befchriift hemklaerder in fijn iy boeck met defe

- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;— nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- -- ’ Marcellt“


in Convenes aen de Garonne. Diesgelijeks is het hcele lant van Foreft begrepen in Segufien ,• en daer is noch een oudt opfchrift in de ftadt Furs, daer mentie gemaeckt wort van de marekt van Segufen. Want die van Foreft hebben haren naem van Foro,dat is,een marekt,als oockde ftadt Furs. Villanovanus feyt,dat de Segufiens die van Breffe fijn : P. Sanjulianus , die van Foreft ; Or-telius,die van Lyonnois,die nochtans in de kaer-te van Savoyen, Bourg in Breffe de wooninge der Segufiens noemt : Philibertus Pignonius meent,dat die van Brixie enBaugey de Segufiens fijn. Pinetus en Vigenere ftellen Pays de Breffe enBrefïantz : Scudus in dat deel van Savoyen , daer nu ter tijdt Bourg in Breffe gelegen is. Dit lant wort in ’t weft van de Saone, en in ’t ooft en ’t zuydt van de Rhofne gantfoh beflotenjdaerom füllen wy dele twee voorname rivieren hier wat breeder befohrijven.

De Rhofne is een rivier by deLatijnfcheen Griecklche Schrijvers wel bekent, en Rhodanus geheeten. Plinius fchrijft, datfe den naem heeft van Rhoda, een oude colonie van die van Rhoden , gelegen aen deferiviere. S. Hieronymus, fchrij vende op den brief aen de Galaten , en Ipreeckende van Lyons, feyt: De ftadt van de Rhofne is gebout door die van Rhoden,waer van de riviere Rhofne haren naem heeft. Sy neemt haren oorfprong niet verre van de fonteynen van de Donau, Rhijn, Po, en andere , in ’t geberghte boven Briga , en valt in ’t Genever-meir omtrent het dorp Neufville , en loopt door de felve tien mijlen lang, houdende fijn coleur, welck onder-foheyden is van ’t meir j daernae verlatende het felve meir by de ftadt Geneve,loopt met ftereken ftroom door die ftadt tegen ’t zuyden naer Bref-fo , en daer nae voorby Lyon, Avignon , Arles, • en andere plaetfen j ten laetften ftortfè fich in de Middellantfche zee met veel uytgangen ; Apol-lonius,in’t boeck der Argonauten,fchrijft van fè-ven,- Diodorus vijfArthemidorusby Strabo drie,-Plinius oockdrie s Polybius twee, foo Strabo ge-

Vranckriick,


Alpen met overvloedige wateren der fonteynen, (de inwoönders toonender gemeenlijekdrie) en met ftereken ftroom loopende naer de vlackten, deckt met fijn water de ftranden , en valt in het Genever-meir, Lac Leman genoemt, en ’t felve doorwandelende mengt hem met geen andere wateren,maer aen beyde de fijden facht vloeyen-


de, de wateren van ’t Lac fcheydende , en eenen uytganck foekende,baent met een Inellen ftroom fijnen wegh : van waer hy, fondereenighverlies, loopt midden door de moeraflehenjen nae dathy voorby Savoyen en Burgundien fijnen cours genomen heeft, laet Lyon aen de rechte, en Vienne aen de flincke fijde; en vervolgende fijn loop, ontfangt de Saone, die uyt Duytslant vloeyt. Hier begint Vranckrijck, (want Narbonne en Provence waren eertijts buytendeoudelimiten van Vranckrijck^) van daer rekentmen de wegen niet met duylcnt paffen , maer met mijlen : al-waer de Rhofne, verrijckt met inloopende rivieren en beeckskensjinet groote fehepen die tegen onweer meugen , bevaren wort : en, eyndende tufichen de valleyen die de natuur hem geftek heeft, valt meteen wijden uytganck in de Fran-fche zee, omtrent achtien mijlen van Arles. Dus verre Ammianus. In de Rhofne loopcn de rivieren l’Arve , Saone, Yfore , Drune, Durance , en andere ; aen de rechte fijde Narbonne, en andere, Van fijn oorfprong tot het Genever-meir kan hy niet bevaren worden, noch van de brugh van de Switzers, tot de ftadt SeifTel.

De riviere Saone oft Sone bewatert dit lant, en bepaelt het felve in ’t weft. By de oude Schrijvers wortfe Araris genoemt : Ammianus feyt in fijn I j boeck, Araris geheeten Saucona, miflehien beter Saonna : waer uyt men merckt,dat de naem Saone ouder is als men meent. Sy ontfpringt niet verre van de fonteynen van de Male cnMocfel j en is niet minder als de Rhofne eerfe in haer


Éxcipit hinc Narbo, qua ttttoraplana remordens Mit is Arar Rhodanas molliter intrat aquas.

Sy loopt foo ftil, dat men nauwelijeks fien kan

Y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;waer-


ntfs.


Saône.


OorJ^on^.


-ocr page 135-

Oc CI ns sr s.



dienlhelLiv 0 letew 0 O •^ißniaine.

L^ttvamp;iia


S-Tmu


0 J^iway

Se leve try

t» Liruchy

O Fml^ey

0


O

(^hann{^‘


â. (^Jemant 0


'Renbneveu. O

Remangt;lt;'


O LadLtijan hlanehe

Fayerti) O

. Lean darJuy

0


0 ''


‘helL'i’tHe


I s.


S-âeer^e

0


X*tlb JPranch^


inci


, '■ «?«

•arhu’/ti-


0 X.PUu'i'


Chantgniett


O • UonecaoK.


.^l^nbtùrlc


Charans


Ceßatn.

Fr.wdieîeita


O Omavetti


Lurey ^^/exeiniu.

Q Rtata*e^ard


^anc O


Rûrfy


ratify'


Liliai

Sb’:



O **SiW^fe

JVÏ«£|’


•nnißut '^^1^..

. °

■tiü S- .SnwSA«k


o feSSiv. O fbttlfùken


BotiJ'g


S-./imtrur


C'kth«


Pbu^^eu. *


S.f^Mvges .

Cî nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9

ni ;


S.Xßhla


O'aCi' LeChafeJatt SanJrana


o

Viikneufve

Chantam 0

O ‘^ellwe


Reubÿmen

.0


(rleratt^


^4mbrien.



Af ' i


rLiHsiuhin- '


A*Ç’


tOffumenb

^;'_5cr.p ■-’s5

■■ LeJ^l^tey -.


J^^’eux nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*Saney

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

Reirien

^^areieiL B


ZPettheu ' 0

S.Jan


^^hnftvhbtc

-t 0


O ifha^eley


àtnAy ,


Pï'«^* O

•duanetue.


SeeftefaVier


‘.Reùiait-C^oîienaeJ


$.Cire

Fenrvtere



~^^^4ebii Cha^iirlbs''-^^ eVaii O ............—

o S'IauJib'iie ''

Cefiiat



0 Saiauve


.PreySiat-


O Cuiz^


0 Cnauettes


^^eny O

Seucby


JôUrK ^a^un

O . iUa vZ


‘itarnay


O Zejvntai I.^..


^csChayansj litibeit


ojlie


o'S'ißy


CoïhureK O

dacennix 0 hanina.


N E.^ÏV-îT»/


^ftox


0 Fajfeicfii


* nbsp;nbsp;„ O «k® ' nbsp;nbsp;o nbsp;nbsp;,0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..»^.Onurl,

anrcysJ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt nbsp;•^Iclwu.

La.IhUùrejJ^'^ÿ^jVjy^

°.., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■‘OëiàC'-

Chalbi -*--lt;gt;


ViJk, o

■X. '~Reue


'Raueua. O


{îO'fc Chim’y


LaFeniattt^ O

0

‘^•^ati. Îa-Jer^

0 Flattte


declter^^


^“ehltne O I

•^Uetve

O


'■gt;


atvau. o

4uSia


*Q Jbttrlfu^K


rt,t/î«//«gt; quot;3r

LuIuU


**læamp;ÂÏ


ÿ^r-uat-


0

Vtlku.. 0

A *:


O Chavire

Ffitlle


Chah ) ■Peaureyairs

0 Charria

*^llemetL 0


° ^ - Unr ha


Salleneiyuc


O La Jktrme


•'UerianÇ' O


‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.^o

^Jîent Lauare


Lairatt^fere

-

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;: * ae aruutai: q


- 'Vafamhfftt. o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ri


O Rriar


Si^ ’vnicii!-


*J^*i'eaL

0 Salden


Chafiilen de CcrneilU


O Chc^ Ur.


O CÆ«-!


O T5wvv


'‘Clt'itui 0

^9urliet

■^uaettûnd


Jireïv


kt.

k..-..


O

O CeUtUetL

O Chau^oiUarJ O Gentian.


O Chai'tth^^ .4Ï^,


0 Chaîamaà'''

-g^u.

îqA

^^iixanieu.





o •tierree .. nbsp;nbsp;.

Cy.otaluet


Laßnwffiiere


S.'Detua


O ^eytna»'


ifefe


'O 'Jiva


•^lirebd^


O

^/4


J)^uteu.


laJidße


Q loit^


O livl^


O Li^iueii,


25ru^ O ^‘•vtrlii


Jianrhetta/re


Q Ri^utea


Q Pelafau.


o S.Sfrl»


. Ctalct


O

VdeUc.


Savery


Charuan. e.x^iik


Cha^^y


O

*Pa^eiL.


Klri.'u


rfattJrùrt


o lt;Bnj


O

Chauc


O ^enh'eea


S^Intußanb


inbn-


'LiC'JiAMÏe.'


a4eTi(ntr^et


.■•“v

O ^ixietL ' S/e

'


Amïler damï .

nuK’. excuâii.


-ocr page 136-

ß R E

waerïè haren wegh neemt ; waer van Silius in fijn !ƒ boeck fchrijft:

^orum feipt Ararper rura pigerrimus unda. Sywortoock Araris by deLatiniften genoemt, als blijckt uyt dit veers :

^os Rhodanus yelox, Araris quos tardior amhit.

Loop, S'Y begint in Burgundien omtrent de grenfen van Lorreynen, en loopt naer de ftadt Verdun, daer nae voorby Tournus en Malcon, en van hier voorby Thoifey, Belle-ville,Ville-Franche, en andereplaetlèn, tot dat/ê, midden door Lyon vloeyende, haer met de Rhofne mengt. Brefie heeft niet alleen de rivieren Saone enRhofiie, daerfèmede bepaelt wortj maer oock andere die midden daer door loopen , gelijck de Refouze , die naer ’t weft loopt, en haer met de Saone vermengt , nae dade Pont de Vaux gepafleertis. Niet verre van Mafton verfamelen met de Saone de drie rivierkens oft beeckskens ,Renon , Yran-ce, Veyle, en by de ftadt Thoifey de riviere Chalarine. De Dain valt in de Rhofne, tegen over de ftadt Autón, en doorwandelt heel Brefte. jjotftßad De hooftftadt van’tgeheele landt is Bourg in jowg. Brefte , alfoo genoemt om die te onderfcheyden van Bourg de Ponce Leoncien , gemeenlijck ge-heeten Rourg furmer daer de 1’Ifle in de Garonne loopt. Defeftadt is tamelijck groot, rijck, en wel bewoont : omtrent de Zelve is een kerck, ver-maert door de begraefenifte der Hertogen van Savoyen. Sy leyt in een moeras, maer vruchtbare plaetfe : in ’t ooft light de bergh lura allengs-kens nederlackende, ert met goede wijngaerden beplant.

jnciere Dit lant hccft noch andere fteden, als Pont Ie Vaux, S. lulicn, Pont de Villiers,Montalier,Tre-voulx, Loye, S. Rambert, en andere. De princi-paelfte Graeflchappen in haer gelegen fijnVa-raz, Montreveil, Pont de Vaux , en BaZgey.

Ülric, Grave van Balgey , en Heer van Brefte, • had maer een dochter Sibylle, eenige erfge-

S S E.

naem van dele landen , welche troude met Ama-dæusde IV, en VHI Grave van Savoyen, tn bracht het GraeffchapBalgey en heel Brefte ten houwelijck.Tenlaetftenin’tjaer lóoiisgantlch Onder Brefte gekomen aen de kroon van Vranckrijck, als ’t eerft met de wapenen gewonnen was van Koning Henrick de IV,en daer nae van den Her-togh van Savoyen overgelevert voor het Marck-graeflchap van Saluzze.Op datblijcke watplaet-fen de Hertogh van Savoyen de kroone van Vranckrijck ingeruymt heeft,fal ick hier de conditiën ftellen. Het belpreck (feydtThuanus) is foodanigh geweeft, dat de heele ftreeck lants aen dele lij de van de Rhofne, van Geneve af,aen het Koningrijck Vranckrijck voortaen lal hooren met de rivier, met volle recht van hooge juris-diótie : alleen fal de Hertogh van Savoyen behouden leeckere dorpen , met de brugh Grelin, die tuftchen de Clufures en brugh Arbie leyt, om de bequaemheyt van de wegh in Savoyenjop conditie , dat hy in de felvc ftreeck geen tol fal mogen fetten , oh eenige Ichanft'e maken. Her kafteel Bourg fal den Koning gelevert worden, met al het gefchut en amonitie. Over de Rholhe lullen den Koning gelevert worden Seiftel, Daire, Chauflie , Arlepont, Chave, en Chaftelet, met alle haer recht en dependentien. Daer-en-bovcn de Prevofte van Gex , met al haer gebiedt en vol recht, gelijck de Hertogen van Savoyen het lelvc voor defen gebruyckt en belèten hebben.

De hitte is hier lbo groot niet als in Daulphi- Lftcht^ né , oft de koude gelijck in Nederlandt, daer de rivieren toe vriefen. Het landt is goet en vrucht- Vrucht-baer, principael van druyven, tarwe, erten, ra-pen, kooien, boonen, gerft, hoy, haver, en andere vruchten. In ’t ooft leydt het oude Graef-Ichap Geneve, lbo genaemt nae de ftadt Geneve, daer van een byfondere kaerte en belchrijvin-ge is gegeven.


-ocr page 137-

i4


DE S O U V E R A I N I T E Y T

DOMBES.

EfeHeerlijkheyt leght binnen de palen van het lanr Brefle, wiens grenfen in het ooft fijn de rivieren Dain en Refouze, in’t zuyden de Rhofne, en in het weften de Saone, die daer om loopen. De limiten beginnen een wcynigh boven Thoyf-fce, aen de kant ofte oever van de Saone ; van daer ftreckenfe naer S.Trevier,voort door de dorpen S. Cyrc, la Chapelle, S. George, le Bouchouz en Nizier; daer keerende naer den noorden , komenfe dicht voorby Bourg, de xxooftftadt van Brefte , van wàerîe recht naer ’t zuyden gaen , tot datfe het dorp Cram be-fluyten; van hier reyckênfe tot Montelier, en wederkeerende nemen haren wegh met ver-fcheyden bochten naer deSaone.Haer meefte lengte is negen mijlen, en haer breette byna foo groot, langs den oever van de Saone, tuf-fchen Thoyftee en het dorp Geney. Behal-ven de Saone, bewateren haer de rivieren Re-non, Yrance, Veyla, Challarine, Óóc*

De hooftftadt is Trevoulz, gelegen aen de Saone , drie mijlen van l.ion. De andere fijn Thoyfféegt; S. Trivier, Ville-neufve , Challa-mont. Daer fijn oock veel dorpen en gehuchten. Dit lant is meer beroemt door de bylig-gende fteden, als fijn eygen.

In ’t noorden op ae Saone leydt de ftadt Mafcon,in ’t Latijn Maüfcona genoemt.In de Reys-kaerte wortfe Matifö geheeten , in het Kenboeck van de landen van Vranckrijck, ^aüfionenfi caflram als oock van Antoni-nus,die hierher tiende regiment logeert. Sommige meenen dat het de felve is, die Paulus Diaconus in de befchrijvinge der Longobar« den Machaonem villam noemt. Gregorius Turonenfis en andere meer heetenfe Matiffa-na. Is ’t dat men wel let op de gelegenheydt der plaetfe, muuren, en gebouw, men fal bevinden,datfe in als Cavaillon, een ftadt in Provence , gelijck is. Sy leyt op een heuvel, die naer de Saone fackt, en met een fteenen brugh overdeckt is, welche rivier met een lange ftreeck hier recht naer ’t zuyden loopt, en aen d’andere fijden met bochten booghswijfe. De hooftkerck van defe ftadt is ge wijdt ter eieren van S. Vincent ; maer de fchoonfte is die van de lacobins oft Predickheeren, wiens kloofter eertijdts een paleys was,gebouwt van Koning S.Louys,en is in ’t jaer 15 62. en 15 671 met alle de publijeke gebouwen der ftadt,van de Gereformeerde gedeftrueert. Men feyt dat hier eerft van deChriftenen geviert is de Son-äagh,gelijck men fien kan uyt het placaet van Gontrand Koning van Orleans, welck in het Synode aldaer gehouden gepubliceert,oftver-kondight is. Eertijdts was ’t een GraCflchap, welchen tijtel Koning Lodewijck de negende geköft heeft van lan en fijn huyfvrouw, Graven van Mafcon.De hiftorie van Guiliam Grave vanMafconkan de lefer by andere vinden, en gelooven daer van dat hem goeddunekt. Men feyt, dat hy van een onbekende uyt een banquet wegh-gevoert is, om dat hy met de Religieüfen van het kloofter Cltiniack qua-lijck geleeft hadde.

In ’t zuyden , niet Verre van Trevouls, fiet men de gróote, heerlijeke, beroemde, en rijc-ke ftadt Lion, gelegen aen den t’famenloop Liom van de Saone en Rhofne. Hier is een Romey nfche Colonie gekomen ten tijde van Keyfer Auguftus,tot wiens eere daer een kerek en autaer opgericht is. Haer oude heerlijck-heyt wordt genoegh beveftight door de me-nighte der kereken, triumphbogen,Waterloo* pen oft canaien, en nicer andere teeckenen* Het edelftc deel van Vranckrijck is eertijdts, nae de naem van defe ftadt, in vijf deelen ge-fcheyden geweeft, te weten, de eerfte Provincie van Lion, de tweede, de derde, de vierde, de vijfde, gelijck het kenboeck van de landen van Vranckrijck leert. Seneca , in fijn twee-en-negenrighfte brief aen Lucilius, beklaeght, datfe in fijnen tijdt door een ongeluck deer-lijck verbrant is : maer in ’t fevende jaer daer na ifie V^ederom van Keyfer Nero opgebouwe. Naderhant, als ’t leger van Albinus binnen de ftadt lagh, ifte van Keyfer Severus belegert, korts daer nae ingenomen j berooft en ver-brant.Philips de Schoone,Koning van Vranckrijck , heeftfe aen de kroon gebracht, door bevel van den Paus, gelijck Papirius Mqfto-nius in fijn hiftorie fchrijft. Sy leyt in een be-quame en luftige plaets , en is van natuure als onwinbaer; want aen eene fijde ifte verfterckt met twee bergen,daer boomvruchten wafTcn:

X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aen


-ocr page 138-

j-Amour

Camte



Toufia


he Chersn


.TeJianfiw


S.Sjlienne


5 décris.


*rrefort

.iior^uijat

3/ilîamifi^îèr


V^euiJars



Istuve


•JLarl'sn


Monre vel aî

Cante. ' ' *,!


Chisel


coai


*Rw^ir£^


^tontrej


I^Sa^RtehemDnt


^jnfiûcô


3'^


Uilltartii Galltcd communia. .


B ovr Ö


csrj^“’


\l;ulturetL’s'Jüue Je. Fi-t Sansre


./5SPH • tLtxtmyen


4

.^03. siJanrnesl


^..inJre leyMientZ-e


‘^■luUian


ï«Æ


habreaenunt:


fl Chauataneu.


^Chnßenay


L'lt;W.


^Sanaretns ,


Cliallilloô. : X , n tt tJ^S.CJirßaßl


ß'teta Ventres


VillaJV


Le J tf//ter


^‘quot;’tems


Occidens


io «Il


Montncl


Ji


'tm


olive


quot;Paullû


Ç Se^irti


la. “SsicItetaiUe


lÂpui. Guiîjelmum.


Itt^uilh titre


-ocr page 139-

B Ê amp;

, kelijcke bedieningen. -Sy heeft hoyteenige nieuwigheden lichtelijck gelooft,oft haer met lichtveerdigheyt verçiert, Weick een gemeene faute van de jonckheyt is. Symphorianus,Medicijn van Lion, heeft een boeck gemaeckt, van den oorfprong en oüdcheyt van de lïadt Laon , oock van de vermaerde mannen , foo BilTchoppen als andere;onderwelck is Lucius Plotius een Françoys, die de eerlïe was, die te Romen de konftvan welfpreeckentheydt geleert heeft, gelijck Suetonius getuyght j en M. T. Cicero fchrijft, dat hy, en fijn broeder Quintus,van hem indeLatijnfche tale onder-wefen fijn. Hier is oock een oudt Senefchal-laetfchap, daer ’t gebiedt van Lionnois onder ftaet, als mede van Foreft, Mafcon en Beau-jolois. Scaliger heeft ter eeren van defe ftadc dit geefbgh veers gedicht :

Pulmineis Rhodanus qUa fe fugat inciïusundis^ G^uaque pigro dtihitat jiumine mitis Ar ar,

Lugdunumjacet t antïquo noiJUi orbis in orbe, Lugdunumque ‘vetus orbis in orbe no^o.

Qt^d nolis alibi quAras ; hic quAre quod optas : Authic, aut nufquam sincere •vota potes,

Beduydende:

Alwaer depielleRhoon haer rajfche watren vliedt,

En daer de trage Saon bloeyt dat men quot;t nau-lijeks flet,

Is dit Lion, in d'oitd' een niettvje werldt ^er^ refen,

En inde nieu'uj een oud, ^an^der eengeprefen. Al 't geen ghy niet begeert,foeckt op een ander kufi,

Of hier, of in geen lant ,üdatH hertjen lufl.

D O M

aen d’ander fijde met de Saone en Rhofne.Sy heeft veel heerlijcke huyfen en gebouven/oo publijcke als particuliere, bloeyt in rijckdom en koophandeljfo datfe de principaelfte koop-fladt van Vranckrijck is, het hert van het Rijck , en als de deutel, daer de vech mede geopent wort naer Italien, Duytslant,en andere landen -, waer, uyt alle geweften, de koop-luyden alle jaerviermaels tot de forties oft jaet-marckten komen. Ten tijde van Koning Karel de IX, als gantfch Vranckrijck met de in-lantfche oorlogh gequelt was, is daer een ka-fteel gemaeckt. ’t Is een AertzbilTchoplijcke refidentie. Claudius Robertus telt 113 Aertz-bidchoppen van Lyons, waer onder tien Car-dinalcn geweed lijn. De eerfte AertzbilTchop was S. Photinus, gefonden van den H. Clement; de tweede, S. Irenæus, een Grieck, die vijf boecken gefchreven heeft tegen de oude. ketteryen; de hondert en dertiende was Dio-nyfius Simon de Marquemont.De tegenwoordige is de hondert-en-veertiende AertsbilTchop van Lyon,en de veertiende Cardinael,Alphon-fe du Plelïis de Richelieu, broeder van die groote Cardinael Armand lean du Plelïis de Richelieu. Dele fijn Primaten van de Geefte-lijckheyt in Vranckrijck. S. Bernard, Abt van Clervaljprijft grootelijcksdekerckelijcke per-foonen van Lyon: Het is feecker, feyt hy,dat, onder alle de Kercken van Vranckrijck, Lyon de eerfic isjoo in waerdigheytdes ftoels, als in eerlijcke ftudien , en loffclijcke inftellingen. Want daer is de reformatie en verbeteringe van de wetten altijdt in haer kracht geweeft, als oock de deftigheyt van goede manieren,dc rijpen raet, het gewicht van de authoriteyt,de teeckenen der outhcyt, principael in de kerc-


-ocr page 140-

gemeenelijck genoemt


Et land van Lyonnois 1 heeft fijnen naem ont-fangen van Lyons, Hoofdt-ftadt des fel-ven} dit hebben beferen d’oude inwoon-deren, die Cæfar Sebu-fianos noemt 5 Plinius, Strabo en andere , Se^ gufianos ; die namaels fijn genoemt geworden Lugdunenfes, gelegen aen de npieren de Rhojne en Araris, De riviere Araris is die gene, die men heden gemeenelijck noemt la 1 ^aone namelijck van den bloede der Chrifte-nen , met welcken fygeverwtfijnde tot Mafcon toe,den ouden name van Araris verwiftelt heeft, gelijck als in een bloedige waterbeke. De Saone of Araris ontfpringt uyt den bergh Vogefus opdegrenièn van Lotharingen, en nauwlijeks getreden uyt haren oorfprong , fpoeytfe fich na la Franche-Comté en Bourgondien , en Chalons voorby vloeyende,fbo befproeytfe de landouwe van Beau-jolois en ’t Prinsdom van Dombes, en onderwegen vele rivierkens na fich nemende, voertle de felve met eenen ftroom af na Lyons, welcke fy eyndelijck de Rhofne als eenefchat-tinge toebrengt.

Maer aleer^ defe feer treffelijeke ftadt komt te raecken , vormtfe een feer luftigh eylande-ken, fijnde de leckernye en ’tvermaeck der Bor-fjfle-Barbe. geren van Lyons, ’t welck (yl’Ifle-Barbe noemen. Maer om aen te roeren ’t gene by de Lyonnoi-fenallerloffelijckftis, füicks is de feeftelijeken ommegang der Armen en Weefen in eene by-naer ongelooffelijcke menighte , die door de giften en mildigheden der borgeren onderhouden werden,-onder defe fijn oock de vier biddende Ordenen ,• waer op met feeftelijeke ftacie volgen d’Overheden der ftadt en de Schepenen.

Alhier wordt gefien die feer vermaerde fterek-Fierre En- te, gemeenlijck genoemt Pierre Encife, aldus ge-fegt, foo gelooft wort, om dat de rotfe, waer op de fterekte ligt,deurgehouwen wierde , om aen de Saone eenen nieuwen loop te geven : de fterekte felve is wel toegeruft en verfbrght van oorloghs-gereetfchap , als fijnde tegens alder-hande lagen ’t allerfekerfte bolwerck der ftadt. Falen. ’t Landt van Lyonnois wort ten Noorden be-paelt door Breffe, ten Ooften door Savoyen, Franckrijck,

ten Zuyden door’t Daufine en Languedoc, ten Weften doorForeft en Auvergne :’t is langh twaelf mijlen, en maer feven breet.

De ftadt van Lyons light in of aen de t’famen- GtUgen^ vloeyinge der Rhofne en der Saone j twee ber-gen worden binnen de ftadt befloten , name-lijck die van S. Juftus, en die van S.Sebaftiaen. Op den bergh van S.Sebaftiaen light de feer ftercke veftinge van S. Jan,verfien van vele vouten en fluyphoecken of Cafèmatten, aiwaer oock garni/ben de wacht houd. Daer is oock een ander garni/ben of befêttinge aen de rivier de Rhofne , geheeten na S.Clarus. Lyons is eene vo lek-plan tinge der Romeynen, geplant van L. Munatius Plancus, die geleeft heeft ten tijde van Iulius Cæfar, in ’t gewefte der Segufianen of SebufianeUj want aldus wordt by Cæfar gelefen. Defe ftadt, om debequaemheyt harer gelegen-heydt, is eene algemeene Koopmerckt van V ranckrijck, want van daer wort met d’uy theeni-fè Provinciën allerley koop-handel gedreven by-na fonder moeyte j waerom fy oock met recht getelt wort onder de rijckfte fteden van Vranckrijck. In ’t opperdeel der ftadt fteeckt of munt uyt feker tempel van oude geheugenifte , voor-maels, namelijck ten tijde der Romeynen, Venus toegewijdt ; maer tegenwoordelijck gehey-light aen onfe Vrouwe, en vernoemt met den wijtverma^erden name van !\oßre-Dawe äe Four- Fourviere, quot;Piere.

In de voor-ftadt van Veze fiet men een feer hoogh graf, verheven op vier pilaren, ’t welck ’t gemeen volck’t graf acht te fijn van Herodes, Pilatus en Herodias, maer qualijck j want het is waerlijck de graf-ftede van twee Gelieven,die Twee Ge^ onverfiens naer een lang afwefen malkanderen ontmoetende, door ’tgeweltder liefde fchie-lijckgeftorven fijn.

De beftieringe der ftadt is denBorgermeefte- overheJe». ren en Schepenen bevolen , die in vorige tijden twaelffijn geweeft j maer door ’t Ediót van den machtigen Koning Henrick den Vierden, fijn-fe , gelijck die van Parijs, tot een getal van viere gebrocht : van defe vier worden’er jaerlijcks twee verkoren ; maer de Provooft der Kooplie-

Z 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;telen

-ocr page 141-

tentrio.


'ULya amp;effrge


'biyl des


chau Sattar


Boitrganei^


S ^•Burre U


jHonetier


Bitdiepte


Chanwagnaß


Ifo^cp leV*« ,1^


Boîtritm L^^'-


V£yesq^


CoO'T^ S.'3£ila.v’e_


^^Jler^et OMX.

jÿ^^ieneg Set^a^ea


O

'3 u

O


Jlorgee



lei


Croeptere


SitUn^uanac


■^at'que^i


^grióffnac


BSk. Je


•^Jltaenor Qa-llic.


tafC nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■


îoramp;euye B eneJte


SSUreJlr


Apud lOAWEM BEAEV,


-ocr page 142-

HET LANDTSCHAP

telen van ftadts-poorten hebben de Schepenen in bewaringe, die daer over aen Koningh Hen-rijck den III trouw hebben gefworen in'tjaer 1 j7y j en op dit recht fteunende, dringenfe d’in-woonderen tot de wapenen als ’t de gelegenheyt ▼ereyfcht , voornamelijck als door bevel des Konings hun fulcks belaft is geweeft. Daer is oock een Richt-ftoel van Politie op den Stadt-huyïe, welcke Raedts-lieden en Rechteren alle fes maenden werden verkoren j en van de felve appelleert men tot het Senefchallaet of Opper-rechterlchap. De Borgermeefteren en Schepenen , lbo haeft als fy gekoren fijn , worden veredelt, fy en hunne nakomelingen, en können den trap van Ridderfchap bereycken, en fijn al hun leven vry van alle burgerlijcke laften. De Prevooft der Kooplieden en de Schepenen nemen in hunnen Raedt oock des ftadts Voorfpra-ke, die al fijn leven dat ampt bedient;defgelijcks oock den Geheymfchrijver of Secretaris. De Rentmeefter der ftadt heeft oock plaetfè in het Burgermeefterfchap. De Befchouwer , die laft heeft de ftraten der ftadt, de huyfen, de nieuw opgaende gebouwen , hermakingen , fterckten en diergelijcke dingen forghvuldelijck waer te { nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nemen, wort getelt by andere Amptenaren van

’t Stadt-huys. Daer fijn noch veel andere ftate-lijcke bedieningen. Defe ftadt befit leer groote inkomften,gewoonelijcke ( fegh ick ) en buyten-gewoonelijcke , tot gemeenen nutte der borge-ren. De Hooftman der ftadt,voorhenen Wacht-meeftergenoemt, wordt geftelt van den Prevooft der Kooplieden en van Burgermeefteren, maer ontfanght fijne macht en waerdigheydt van den Koningh felve, welcken hy oock trouwe fweert. De Sergeant Major wordt oock ge-maeckt van den Koningh,van welcken hy oock een gefet ampt-loon treckt. Lyons wordt ge-deelt in fesendertigh wijcken , en heeft oock foo vele Kapiteynen, die wegens de livreyen der ftadt diefe dragen , Penons genoemt worden. Eene Bende van twee hondert mufquettiers is in-geftelt en beftiert na de wijfe van d’andere krachten der ftadt. De borgeren van Lyons fijn tol-vry, en genieten vele andere vryheden en jaermeKinz Privilegien. Tot Lyons wordt viermael’s jaers laermerckt gehouden, namelijck op het feeft der Köningen , op dat van PaelTchen, in de Maent Auguftus, en op Aller-Heyligen. De vryheden en Oótroyen der Lyonfche laermerckten fijn voornaemlijck afgevloeyt van de miltda-digheyt van Koningh Lodewijck den X I, maer vergroot en vermeerdert door Henrick den 11, in’tjaer iyjo. Daer is een Rechter geftelt als bewaerder der vryheden, die oock van de twi-ften der Kooplieden, die de merekt hanteeren, oordeelt, welcks vonniffen ter executie geftelt worden,fchoon appellatie daer tuflehen komende, als men maer borge ftelt, ja felfs oock per-fbonlijck, ab/quePareatiSj in wat jurisdidie fulcks oock fy voorgevallen.

De jurisdiäien van de Kanoniken der Cathédrale kereke, die oock den tijtel voeren van Graven van Lyons ; van den Abtd’Aifnay ; van de Temporaliteytdes Aerts-biftchops van Lyonsj van S.Iuftus , van S. Irenæus, amp;c. worden van

de ftadt felve ingefloten ; en hare appellatien worden gedaen tot den Senefthal van Lyons. Daer fijn boven dien noch andere Judicaturen, namelijck der Keure, des Souts, en der Ampte-naers van de Munte.

De Cathédrale,Aerts-biflehoppelijeke enPri- Kerckegt;f. mitiale kereke is gewijdt in den naeme van S.Ian den Dooper, en gelegen in de vlackte der ftadt aen de Saone, op de fijde van Poumre j fy is ge-fticht van eenen Koningh van Borgundien j dicht aen defe light de kereke van den eerften Martelaer S. Stephanus. Daer fijn vele Parochiën, te weten , die van S.Kruys, van S.Iuftus, waer in’t kloofter light der Minder-broeders; van S. Thomas, daer eertijdts de tempel was van Minerve of van Venus , welcks Deken fich Overfte noemt der kereke van Lyons ; van S.Ioris,welcks kerek is een Commanderije van Malta; van S.Paulus,met eene Collegiale kereke; by defe light de kereke van S. Laurens ; van S.Nifier, met eene groote en voortreffelijcke kereke , die oock pronekt met de waerdigheden der Kanoniken ,• van S. Pieter, alwaer een feer oudt, ver-maert en Koninghlijck kloofter is van Benedi-óliner Nonnen, waer aen gehecht is de Parochie van S. Saturnijn, oock d’uytnemende tempel van S. Maria, gemeenlijck gefeght la Plattere ; van S. Vincent,- van S. Michiel, aen welckc naeft light de feer oude Abdye van S. Martijn in Aifnay ,• en van S. Irenæus. Oock worden in defe ftadt vele kloofteren van Monicken en Nonnen gefien,te weten, van Dominicanen,Francifcanen, Carmelyten, Auguftijnen, Kapucijnen, Recolle-lt;ften,Fullienfen, lefuiten, Clariflen, Urfelinen, amp;:c.Oock en dient niet ftillwijgende voor by ge-gaen ’t Gaft-huys van Lyons, toegeheylight aen de H.Maget Maria,en gelegen aen de brugge van deRhofne, een werek gantfeh uytnemende, en van eene wonderlijeke timmeragie, en ’t welck de grootdadigheydt der ftadt te kennen geeft jegens den armen.

De ftadt ontfangt hare aenkomeren door fes rlt;ww». poorten, en vervat in fich vele doorluchtige en luftige plaetlèn,die gemeenlijck aldus werden genoemt : Bellecourt, Terreaux, les Cordeliers, S. l^ißer, S. Pierre, la Grenette,le Change, la Piouane,la Roche, en S. lean. Oock wortfe vergroot door vier voor-fteden.

De refterende plaetfcn van Lyonnois fijn, Tiaetßa, Condieit ceaQ Baronye, en befit der Kanonicken en Graven van Lyons,gelegen aen de Rhofnejde tempel van S.Columne by Vienne, alwaer eene brugge is over de Rhofne van Vienne, en een uytnemende toren op ’t uyterfte der brugge j voorts, Guyort, Dargnoire, S. Andueil, Ri^'ede Gier, S.C ham ont,S. Pol en Iareßs,S.Genis, S.Martin laPlaine, S. Romain en Jarefls, Montagny , S.Genis La'yal, Ere-guies, la Breße, Anjê, Vimy, Chaßelay, Rileerie,Scc.

Lyons is fwaerheydt van lucht onderworpen Hbedamg-om der bergen wille binnen den omvangh der ftadt befloten ,• maer hoewel ’t gewefte rouw, en ’t aerdtrijck niet vet en is, op de heuvelen nochtans, in de tuynen , hoven en beemden is ’t feer vruchtbaer j want koren , wijn en allerhande vruchten brengt’et voort in feergrooten over-vloet. Waerlijck de Lyonnoifthe wijnen fijn in

ver-

-ocr page 143-

N S.

voornamelijck degene, die gewonnen worden in de dorpen van S. Foy,Milleriac,en Condriac; welcker rancken of/cheuten uyt Dalmatien fijn gebrocht ten tijde van den Keyfer Probus ; van waer hy oock lelve gefèght wordt gefproten te fijn , en vermaeck gehadt te hebben in wijn-gaert-planterye. Het gedeelte van Lyonnoisge-legen aen de Saone,gemeenlijckgenoemt Franc-Lyonnois y is vetter van aerdt. Voormaels is in de pleyne van S.Martijn(de Lyonnoyfen feggcn, S. Martin la Plaine ) eene goudt- en filver-mijne gevonden: in de plaetfe geheeten deCheßf is eene ader van’t alderbefte koper vermengt met filver, oock van koper-root, 't welck in koleur engoetheydt het Roomfche te boven gaet. De fteen-putten van S. Bel brengen fteenen voort metgout-vonekskens onderfcheyden. De Iwar-te marmeren van Couzon en van Mont-d’or fijn met tranen, ringen , en andere Zoodanige figuren van melck-achtige verwe beZprenckelt.

Het voick van Lyons is beleeft en vriende-lijck, arbeydtfaem , en begaeft met eene uyter-Be naerftigheydt, en nadien ’tvermenght is onder verfcheydene natiën , namelijck onder Italianen en Duytlchen, foo weet’etlichtelijck hunne feden te volgen ; op fijne faken, koophandel en winfte is ’t wonderlijck yverig en aen-dachtigh. Ieder is daer geneyght om fraey ge-kleette gaen, voornaemlijck de borgerinnen, die OOCK gemeenlijk fchoon fijn. By den Adel is eene byfondere aerdigheydt van leden i de Landt-man is uytermaten loos.

De voornaemfte rijekdom der Li'onnoyfen beftaet in den feer grooten en verlcheyden koophandel van die leer bloeyende ftadt, die door loo vele rivieren, te weten,door de Saone, Rhofne , en Loire niet verre van de felve gelegen, hare Waren door alle de werelt kan vertieren. De gelt-handel of wiflel bloeyt hier in eene leer algemeene correlj^ondentie, en met lbo grooten profijt of winfte, dat d’inwoonderen daer uyt alleene fich können verrijeken. Sy fijn alle genegen of tot koophandel of rot hantwerc-ken, en by namen tot Boeckdrucken, weshal-ven alhier eene feer vermaerde merekt is van Boeckverkoopers , die tot Franekfort en in andere Duytfche lieden, en door heel Spaengien en Italien hunne gedruckte büecken verkoopen. Oock fijnfe befich in de fijde en in ’t maken van -koftelijcke fijde lakenen,en dat lbo fterckelijck, dat het getal der gene, die dagh en nacht hier in wereken, over de 20000 bedraeght,en jaerlijeks de kooplieden toebrenght eene inkomfte van 300000 ponden.

De rijekdoramen dan der Lionnoyfen , de menightelèlve des volcks, en d’andere gerief-lijckheden der ftadt, ftijven den Staet dapper-lijckjcn foude de Koning,felfs oock de ftede vry blijvende, 3000 voet-knechten,en 300 ruytcren können infchrijven. Tot Lyons is een wapen-huys van allerley krijgs-gereetfehap voorfien.

De ftadt van Lyons heeft eertijts den Romey-nen gehoorfaemt, als fijndegeweeft eene volck-plantinge der felve , van Munatius Plancus (als wy boven gefeghthebben) derwaerts gevoert, Franckrijck,

Sede».

Rijckdtm-me».

jCr^chte».

tot dat’et na fijnen ondergangh helde ten tijde van Arcadius enHonorius, als wanneer Stilico, die den byftant der Burgunderen tegensde Gothen haddegebruyckt, Lyons met Burgondien aen hun overleverde , ’t welck fy oock tot een Rijck hebben verheven, dat in den jare yzö onder den eerften ftamme der Franlche Köningen , ten tijde van de kinderen van Clodovæus den Eerften, fijne periode of omloop heeft be-floten : want in die eeuwe begonde de ftadt van Lyons te ftaen onder de heerfchappye der Francken , en Burgondien felve wierdt gebracht tot eene Provincie, ’t welck weder den tytel van Koningrijck ontfingin de deelinge gedaen tuf. fchen de kinderen van Lodewijck den Godt-vruchtigen. De ftadt ftaet onder de macht des Gouverneurs, in wiens afwefigheydt een Overlie van den Koning geftelt wordt, die over de ftadt felve, en over’tlandt van Lyonnois, Fo-reft en Beaujolois’t gebiedt heeft.Indien de Koning geenen ftadt-vooghd en ftelt, lbo heeft de Senelchael van Lyons, en in fijn afwefen de Borgermeefteren, ’t gebiedt der ftadt. De Sene-fchael en PrefidialeSetel,die aenfienlijekis door vijf-en-twintigh Raedts-heeren , ontfangen d’Appellatien van’tgeheelc landtfchapj maer defe Stoel appelleert aen ’t Parlement van Parijs, en hangt in allen aen’t gelchreven Recht. Onder Franc-Lyonnois behooren eenige plaet-ïèn, te weten,P/wy, Fontaines, en andere, gegrenft aen de landtftreke van BrelTe cn van ’t gewelh van Dombes, die van de gemeene belaftingen vry fijn ; maer t’elcken negenden jare den Koning eene eerlijeke fchenekagie toebrengen.

De Chriftelijeke Godtsdienft is byna van d’eerfte beginfclen der kereke by die van Lyons ingefteltgeweeft, ende tempelen en outaren , ydelijck , fottelijck en af-godtsdienftelijck den Keyfer Augufto toegewijdt , vernielt, en de Scherm-goden verbrant. Het Franfche Concilie onder Irenæo te Lyons gehouden, waer in hy oock felve voorfat, heeft de Acrts-bilTchop-pen van Lyons dat voor-recht van Opper-hoog-» heyt toegebracht, ’t welck hunne nafaten boven dien van Sens en andere Aerts-bilïchoppen van Vranekrijek fich toe-eygenen. De Cathédrale kereke is verçiert met negen weerdighe-den, indien ghy den Aerts-bilïchop daer onder begrijpt, dat ’s te weten, heeft haren Deken, Aerts-deken, Voorfangcr , Zang-meefter, Be-waerder, Opfiender en andere, en heeft boven dien fes-en-twintigh Kanonicken of Graven van Lyons, onder de welcke de Koning d’eerfte plaetlè van eere befit; gelijck oock de Grave van Tourne in de kereke van S.Iuftus een Kanonicfc is van eere, die gebouwt is van den Aerts-bif-fchop S. luftus, gefproten uyt den geflachte van Tourne, en daerom wordt de naem van luftus erlfelijck in den ftamme van Tourne bewaert. De Kanonicken van S. lan fijn gehouden tot in het vierde geflacht hunnen Adel op te halen en te bewijlen ; hunne kereke wordt van vele Prebend-befitters bedient, van welcke de dertien geduerigh fijn , en d’eerfte van hun is d’Aerts-biflchop , vier worden ’er Bewaerders

Z 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt.

-ocr page 144-

’t LANDTSCHAP de Loire Root, of de lantftreken raeckt vanFo-reftenAutun, daer rijft’et op in bergen, en heeft vol op van weyden, in welcke het feer groote kudden vee voed. Het landcfthap van Ville-Franche gaet de refte te boven j want dat is over al beplant met wouden, met hack-bofth cnmet feer vruchtrijeke wijnftocken; ’t heeft feer vruchtbare landeryen , fruyt-dragende boomen, noten,caftanien ; is oock alomme met feer vrolijcke tuynen verciert, en is feer weelde-righ in fijne beemden, die van de Saone deur-ftroomt werden , welcke de ftadt veel vifch verfthaft. Inditgewefte is eene ader gevonden van vitriol of koperroot.

Ztitn» D’inwoonderen volgen de feden der Lyonnoi-fen,dcr Foreftiers en der andere nabuuren j ly fijn meeft alle van loffelijcken aerdt en inborft. Den Adel heeft eene bylbndere aerdigheyt van fêden , en wordt geroemt om fijne grootmoe-digheydt.

De vruchtbaerheyt van ’t gewefte maeckt fij-nc inwoonderen rijck j ’t is wel kleen, nochtans

VAN LYONS.

levert’et den Koning jaerlijeks eene inkomftc van 200000 ponden. Nopende fijne krachten, Krachten. daer können geworven worden 4000 voetknechten , en 200 ruyteren,

De landtftreke van Beau-jolois ftaet onder coetts-’t Bisdom van Lyons, en heeft feer rijeke Prio-raten, namelijck Sales , onder den tijtel van S. Marten, alwaer veertigh Nonnen van Edelen ftammeden Godtsdienft oeffenen : het kloo-fter van S.Pieter in ’t kafteel van Thify, amp;c.

In de voorgaende kaert, welcke vervat het Gouvernement generael van Lyonnois, fijn ver-fcheyde landen begrepen , als Bourbonnois, Ni-vernois , Auvergne en andere, die yder hare be-fondere kaerten en befchrijvingen hebben , der-halven füllen wy die hier voorbygaen ,• en den Lefer vertonnen noch een kaert van Lyonnois, Foreft, Beau-jolois, en Mafconnois alleen , met een korte befchrijving der felve landen , op dat hy van de felve een naeuwer kenniftc moge bekomen.



’t L A N Dlt;

-ocr page 145-

L Y o N N o I s, FOREST, BEAVIOLOIS, en M A S C O N N O I S.

Onde vtîo-k^ren.


Ljws.

Lugdft‘ Knm,


Et Aertz-bifdom van Lyon, ofte Ie Fays nbsp;nbsp;Senefchaujje de

Lyonnois eertijdts Lugdu-nenfium Civitas, gelijck het in ’t regifter der Provinciën genoemt wordt, heeft voor limiten in ’t noorden het landt van BrelTe, in ’t ooften Savoyen, in ’t zuyden Daul-phiné en Languedoc, en in het weften Ie Pavs de Foreft é

en Auvergne.



Alhier hebben eertijdts de Segußani hare woon-plaet-fen gehadt, nae het getuygenifte van Plinius, Ptolemæus, en Strabo j Cæfar noemt de felve Seeußanos ofte Sebu-ßanos.

De hooft-ftadt van dit landt is Lyons , een groote, çier-lijckc, en florerende ftadt, Lugdunum van Tacitus, Plinius, Antoninus, en bynae alle Latijnfche fchrijversgenoemt. Sommige willen defen naem deriveeren van Lagere , andere van Lucere , om datfe op den bergh als een wacht-tooren, wijdt en zijd blinckende fich vertoonde; andere nae Lugdus Koning der Gelten. In een oude rcys-ta-fel,van Bordeaux af tot lerufalem, wordt Lugdunum in d’ou-de fprake der Franfchen uytgeleydt, Oeßderatus mens, dat is, een bergh waer nae men verlangt heeft om te komen. Andere houden het daer voor, dat het die gene beft getroffen hebben, die feggen, dat defe naem Lugdunum van het woordt Luck fijnen oorfprong heeft, het welck hedensdaeghs de Franfche en Nederlanders Fortuyn heeten, al-foo dat Lugdunum foude beduyden eenen bergh Fortune toegeeygent. Erick, een monick, in fijn vierde boeck van het leven van S. Germain, wil feggen, dat Lugdunum foo veel is, als Lucidus, een luchtige bergh j want by de oude Franfchen is Ounum een bergh. Pieter van Auvergne, Abt van Clugny, in het vierde boeck van fijne fend-brieven, gedenekt oock Montis Lugdunenßs i en Seneca, daec hy feydt :


gundien opgebouwt is, gelijck fulcks gertoègfaem blijekt uyt de oude marmor-fteenen en inferiptien. Vandcfenal-taer wordt van verfcheyden Hiftory-fchrijvers gewagh ge-maeckt : Suetonius in’eleven van Claudius feydt, dat die Augufto toege-eygent was , in ’t jaer van de opbouwinge der ftadt Romen 744, als Burgermeefters waren Iulius Antonius Africanus, en Q^Fabius Maximus j fulcks wordt oock beveftight in het kort begrijp van Livius, dat Florus gemaeckt heeft. Dio in ’t y 4 boeck fchrijft, dat by het leven van Auguftus aldaer de fpelen gecelebreert, en noch te fijnen tijde onderhouden wierden. Suetonius verhaelt, dat Caligula aen dien altaer ingcftelt had een ftrijt van wel-fpre-kentheyt, in de Latijnfche en Grieckfche tale, en dat de ver-wonnene aen de winners fekere prijfen moeften geven, en daer-en-boven noch gedwongen waren tothaer lof iets te fchrijvenj en wiens minft geviel wierd uytgewaflchen. lu-venalis gedenekt oock deles altaers ; van delen altaer fchrijft mede Strabo, en de oude inferiptie, die noch hedensdaeghs in de ftadt gefien wordt, aen de muure van S. Pieters kcrc-ke, noemt een fekeren Priefter des felvcn altaers, luydende als volght :


Fbi duobus imminens fluviis lugum.

Dat defc bergh een feer dicke nevelachtige lucht ver-óorfaeckt, is te mereken uyt de achtftefendt-brief van Sidonius. Van wien defe ftadt eerft gebouwt zy, is onfeecker j L. Munatius Plancus heeft de felve vergroot, en van den bergh, die eerftmaels bewoont was, beneden in de vlackte geleght. Ten tijden van Auguftus is daer een Colonie geplant, in’tjacr nae de opbouwinge der ftadt Romen 711. In een oude inferiptie leeft men COL. A V G. L V G. Van die tijdt af is defe ftadt altijdt onder de voornaemfte fteden van Vranckrijck gerekent geweeft, en waerdigh geacht te genieten de ielve vryheden,als hare naebuuren: want Plinius de Segafianos als vrye volckeren fteltj en Paulus I. C. begrijpt de Lugdunenfers te gelijck met de Viennen-leren onder het recht van Italien. Het was geen kleyne faeck voor defe ftadt, dat Agrippa uyt de felve alle de rcy-fen door geheel Vranekrijek verordineerde, en datfe daer nac oock het recht van de Munte verkreegh ; dat hier oock verfamelt wierden alle de tribuyten en fchattingen van gantfeh Vranckrijck,- oock was dit een groote eere defer ftadt, dat aldaer van alle de fteden van gantfeh Vranckrijck, ter eeren van Keyfer Auguftus, gebouwt wierd een tempel met een koftelijeken en feer vermaerden altaer, ontrent de plaetfe daer de Saone met de Rofne fich vermengt j van welcke tempel Strabo in fijn vierde boeck gewagh maeckt. Paradinus, befchrijvendc den ouden ftaet van Burgündien, verhaelt , dat uyt de ruïnen en overblijffelen defes tempels , de hooft-kereke te Lyon door Hertogh lan van Bur-

Yranckrijckt


ÎOVï. O. M.

Q^ADGINNIVS. VRBICI

FIL. MARTINVS. SEQ^ SACERDOS. ROMÆ. ET. ÀVG.

AD. ARAM. AD. CONFLVENTES

ARARIS. ET. RHODANI

FLAMEN. II. VIR. IN. CIVITATE SEQVANORVM.

Wat fal jck veel feggen van de andere inferiptien die al^ daer overigh zijn ? de kopcre tafel ( die in fich vervat dc oratie van de Keyfer Claudius, oft men den Françoyfen ftadts recht, dat is, gelijck burgers van Romen, foude gunnen ) gaet al de refte verre te boven : die de felve begeert tö lefen , falfe vinden hefchreven by luftus Lipfius in fijne Commentarien over het elfde boeck van de Annales Taci-ti, en in het Auólarium achter den Thefauru^ Infiriptionum MartiniSmetit gevoeght. De tempels, triumph-poorten, water-leydingen, en andere antiquitcyten, getuygen ge-noeghfaem van dc oude magnificentie defer ftadt. Forviere behoud noch de gedachtenifle van Forum Fenerit. Nae defe Frei/incien» ftadt is defe heerlijcke ftreecke landts eCrtijdts af-gedeelt gewceft in vijt deelen, als in k eerfte, tweede, derde, vierde, en vijfde deel van Lyons, gelijck men fietin’t regifter der provinciën van Vranckrijck. Seneca, in fijn twee-en-negcn-tighfte fend-brief aen Lucilius, beklaeght het groot onge* luck, dat haer by fijnen tijden ovcr-gekomen was door eert vreeflelijcken brandt, gebeurt in ’t hondertfte jaer nac dat de Colonic dacr geplant was -, doch Nero heeftfe wederom w’at gercparecrt, ontrent fcven jaren nae den brandt,als Tacitus fchrijft in fijn 46 boeck van dc jaerlijckfche gefchiedeniflert. Defc ftadt wierd daer nae van Keyfer Severus belegert, ge-» wonnen, verdeftrueert, en wederom verbrant, om redenen dat’et leger van Albinus fich daer binnen ophield, alsHc-rodianus daer van getuygt.Papirius Maffonus fchrijft in fijne jaer-boecken, dat Philips de Schoone, Koning van Vranckrijck , door bevel en laft des Paus, defe ftadt onder fijn ge-welt gebracht heeft. En is Lugdunum ofte Lyon, hedens- ïfeden^ daeghs op een fecr genoeghlijcke en bequame plaetfe ge- daeghfihe legen, van natuuren bynae onwinbaer, zijnde aen de eenc zijde beveft en bewaert van twee vruchtbare bergen, aen de andere zijde met twee groote rivieren , de Saone en Rhofne : voorts met kereken , en velerhande trefFelijc-ke, foo publijeke als private timmeragien, heerlijck ver-çiert, en in allerhande rijekdom en koopmanfehap feet


bloeycn”“


-ocr page 146-

-ocr page 147-

F o R E s T , en B E A tî I o L C I S . to:.

blocycnde ; alfoo dat fy nu ter -tijde gereeckenc wordt te zijn, en dat mec recht, de trefFclijckfte koop-ftade van gantfeh Vranckrijck, jac als het hert van ’t Koningrijck, en defleutel, daer mede de paflagien in Italien, Duytslandt, Jacrmarck:: en andere landen, als gefloten worden. Alhier worden jaer-lijeks vier Marckten ofte Miflcn gehouden,en van verfchey-den natiën bcfocht. Ten tyden van Koning Karei de IX is defe ftadc met een kafteel, hoewel tegen haer fin, bewaert, fijnde in die tijdt gantfeh Vranckrijck met inlandtfche oorloge ontfteecken. De Aertz-biflehop, die alhier fijne refi-dentie heeft, fchrijft fich oock Primaet van deFranfche Clerefie. Bernardus, Abc van Clareval, geeft aen de kereke van Lyon dit feer heerlijcke getuygenilfej dat fy alle kereken in Vranckrijck overtreft, foo in wacrdigheyt des ftoels, als oock in alle eerlijcke ftudien, loflijeke infettingen , enwet-Setiefihal- ten. Te Lyons is oock een Senefchallactfchap, waer onder /rfrt. gehoort hebben de lurifdiélien van Lyonnois, Foreft, Maf-

con , en Beaujolois, doch is daernae een weynigh verandering hier in voorgevallen ; en hoewel de Graeflijckheden, die de Françoyfen Foreft:, en Beaujolois noemen, onder het Hertoghdom Bourbon behooren, en het Mafconnois onder Burgondien, füllen wy niet-te-min die alhier befchrijven, alfoofc in defe kaerte van Lyons oock vervat zijn.

FOREST. nbsp;nbsp;Het Graeffehap Foreft heeft fijnen naem niet van de bof-

fchagien, gelijckhetwoordtfelvegenoeghfchijnt mede te brengen ; maer van het woordt lorum, dat is mareke te feg-gen, wclck blijekt uyt de Latijnfche bynaminge lorum Se-gufianorum, dat is, Feurs, de hooft-ftadc van Foreft.

Talen. Die van Foreft grenfen naer ’c noorden aen Bourbon,naer ’t weften aen Auvergne, naer ’t zuyden aen die van Lyons, Onde re- naer ’t ooften aen Beaujolois. Eertijdts hebben daer Graven oecring. geregeert, uyt welckers geflachte de Magiftraet van Beaujolois geboren is. Men leeft in de Franfche hiftorien van eenen Grave van Foreft en Beaujolois, die drie Ionen hadde, namentlijck Arthauld Grave van Lyons, Stephanus Grave van Foreft, en Emfrid Grave van Beaujolois ,• waer door de Graeflijckheden van Foreft cn Beaujolois een langen tijde van den anderen zijn gefcheyden geweeft, doch weder aen een geracckt nae de doodt van Guicard Grave van Beaujolois, die ten tyde van Philips dell Koning van Vranckrijck, met groote eerc een tijde lang Conftapcl van het gemelde Rijck geweeft is: want zijn dochter Ifabclla, Gravinnevan Beaujolois , is getrouwt met Raynold Grave van Foreft, geboren uyt het geflachte van Arthauld , en Ifabella uyt het geflachte van Stephanus , broeder van Arthauld. Uyt dit houwelijck zijn gefproten Guido, die het Graeffehap van Foreft, enLodowijck die de FleerlijckheytvanBeaujolois geerft heeft. Nae de doodt van defe is’ervan defuccelfie niet fekers te fchrijven. Henrick de IILKoning vanVranek-rijek, heeft daernae, eer hy tot de kroone quam, door recht van Apanage, neft'ens de Hertoghdommen van Angers en Bourbon, oock defe Graeflijckheden geêrft.

De hooft-ftadc is Feurs, eertijdts vanPcolemeo Feun. T.i-yama.vuv, en in de reys-tafel, doch qualijck, Forum Segu^‘ ßavorum genaemt. In de felve ftadc vindt men haren ouden naem aldus uytgehouwen :

NUMINL AUG.

DEO. SYLVANO.

FABRI. TIGNUAR.

QVI. FORO. SEGVS. CONSISTVNT.

D. S. P. P.

Van dit Feurs ofte Forum, komt de tiaem van Fd.ys àe Fo-refl , doch niet bcquacmlijck, want men beter mochte feg-gen de Fores. Hier wordt de gantfche handel van defe provincie gedreven. De andere fteden zijn Montbrifon, daer Andere een Bailjoufehap is : S. Eftienne de Furan, daer men wape- ßeden. nen, en andere yfer-wereken maeckt, die van daer door gantfeh Vranckrijck gevoert worden j want de inwoonders om de felve te maken, bequame gelegenthcyt hebben, door dien haer water het yfer feer wel tempert, en aldaer te lande veel kolen uyt-gegraven worden. De Abdye van S. Gal-mari, oft S. Galmier, in wiens landt een aluyn-fonteyn is, die gemeenlijck Font Fole gehecten wordt : Fanum S.Germant ofte S. Germain la Val genaemt, brengt fchoone en treffe-lijcke wijnen voort. Fanum D. Foueti, ofte S. Bovet Ie Cha-ftel, daer de befte tangen gemaeckt worden, Fanum Fgt;. Rem-berti, ofte S. Rembert, is gelegen aen de riviere Loire.

Beaujolois heeft in ’t weften de Loire, in ’t noorden Maf- BEAVIO;. connois, en’t Graeffehap Charolois, dat een gedeelt is van LOIS. Burgondien, in’tooften de Saone, cn in’tzuydenLyonnois , en Foreft, en is ’t patrimonie ofte erfgoedt van de Hertogen van Bourbon. De voornaemfte ftadt van’tgc- Feaujeu. melde Graeffehap is Bcaujeu.

Mafconnois heeft in ’t ooften de Saone, en ’t landt van M A S-BrelTe, in ’t zuyden Beaujolois, in ’t weften Charolois, en C O N-in ’t noorden Burgondien. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;N OIS.

De hooft-ftadc is Mafcon, een Biflehoplijeke refidentie, Maßen. ftaet onder de geeftelijeke jurifdidie des Aertz-biffehops van Lyon ; in de wereltlijcke, onder het Parlament van Paris : light in ’t Gouvernement van Burgondien, en heeft een oudt Bailjoufehap.




-ocr page 148-

M o s I N.


Imofin , Perigort, en Guyenne,ftaen onder het Parlement van Bordeaux. Li-mofinjP4jï oft Comté de Li-moßn , paelt in 't noorden aen Berryjn het ooften aen Bourbonnois , in 'tzuyd-ooft aen Auvergne , in het zuyd-weft aen Perigort, in ’tweft aen Poiótou.

Daer ftaet een oude olmboom tuflehen het dorp la



(/Atrheydt,


Jnwomde-«B ÄfW.


Onde voleieren.


JDetlingti Cfppeï-Limoß».

Limoges,


/Andere fitden.


Maifon neufve, en de ftadt Argenton naer ’t noorden, die de palen van vier landen fcheyd, te weten, van Berry, Bourbonnois, Auvergne enLimofin,- foo dat fomwijlde Princen van defe vier volckeren onder defen boom gefpro-ken hebben, clck in fijn gebiedt.

Dit landt is over-al niet van eenen aert, en even vrucht-baer, hoewel’t nochtans draeghtallericy vruchten, meeft rogge, gerft, boeckweyt, kaftanien, rapen en wijn, maer flechten', doch beteren in neder-Limofin. De inwoonders fijn (ober in ceten en drineken, met weynigh te vreden, en haten alle leckernyen, eten veel broots, foo dat van harent wegen het fpreeckwoordt komt : De boeren kennen geen wijn. Het is loos, vernuft, en voorfichtigh volck, van ^oedt verftandt , dat haer profijt wel weet te doen, ’t Gemeen Volck is gierigh en vreck, den adel magnifijck, milt en eer-gierigh. De meefte deel wordt heel oudt, foo dat vele oudt-grootvaders ofte overbeftevaders worden. Men feydt, dat het maeghfehap oft fufterlingen , nichten en neven, hier met malkanderen trouwen, fonder diipeniàtie van de Paus, en dat de goederen niet gedeelt worden. Belleforefl: fchrijft, dat hy huysgefinnen gefien heeft, in welckehondertuyt een maeghfehap getrouwt, t’famen leefden, gehjek de ftu-denten in de collégien doen.

Sommige feggen dat de inwoonders vanditlandtcer-tijts A^ort^tives heetten , en dat haer overfte Lemovix , die ’t landt den naem gegeven heeft, gefproten was uyt de Go-moritcn.De Gothen hebbenfe in vorige tijden overwonnen, met heel Guienne. Daernac als de Gothen van de Franfche verdreven waren, heeft Limofin Franfche Gouverneurs gekregen. Men leeft oock datfe G raven gehadt hebben om recht te doen, en Hertogen om oorlogh te voeren.

Limofin wordt gedeelt in opper en neder. Opper-Li-mofin is vlacker als’tneder. De hooft-ftadt is Limoges: Ptolemæus noemtfe in Gallia Aquitanica Ratiaflam. S'f Icyt aen de rivier Vienne, halfin een valleyc, half opden top van een berghsken, met muuren en kaftecl verfterckt j is een winckel van naetftigheyt, en karcker van luyigheydt. De vrouwen fijn hier eerlijcken melijdende. Het is een BilTchoplijcke refidentie, waer van de eerfte BüTchop gc-wceft is S. Martialis, en de tegenwoordige Raymund de la Marthonie is de 84.

De andere fteden fijn Glenick, Gueret, S. luniea, Aixe, Eimotiers. De principaelftc viecken fijn la Soubfterraine, leBoiffon,Barat, Dorat, Confoulan, en Chaufe, beroemt door de jaerlijckfche beefte en paerde-marckt, die men daer houd op S. Ioris dagh. Daer fijn oock vclc Abdyen, waer


van de voornaemftc isGranmont, het hooft van deftive orden, en Benavent Solengac, amp;c.

De oudtftc en edclfte geflachten alhier, fijn Pierre-Buf- Gemachten fiere, Chafteau-neufCarfie, welck een Vicomté is, Roche-Chouart , dat een van de oudtfte is van gaùtfch Berry, Mai-gnac en andere,

Neder-Limofin is meer berghachtigh als het Opper, en Neder-ytotAt ey^enth)c's.^ehecten ld Marche de Limofin. Deprin- Litiisißn. cipaelfte ftadt in Neder-Limofin is Tulle, gelegen in een rouwen berghachtigh geweftj en is niet alleen de refidentie van ’t baljoufchap , maer oock van een Bifdom, gefticht met deinkomften van S. Martens kloofter van S. Benedi-(ftus orden in ’t jaer 1518, door Paus loannes de 22. Daer is oock de luftige ftadt Viarche aen de Vefere, diemenfeyt onwinbaer te fijn j waer van her fpreeckwoordt komt: Die teVfarche een huys heelt, befit een kafteel inLimofin. De hiftorien feggen , dat de burgers van Vfarche haren Prince oft Koning van Vranckrijek getrou fijn gebleven , en deEngelfche wederftaen hebben, aiffe heel Berry verwonnen hadden.

De ftadt Brive leydt in een genoeghlijcke en vruchtbare Rriiv. vlackte, met boflehen befet, en w ijngaerden beplant. Het is de refidentie van de Sencfchal. Daer fijn noch andere fteden , als Treignac, Donzenac, Allaflac, Beaulieu , Meyf-lac, Vlfet, en Belmont.

Limofin,na’tfchrijvenvanP. Bertius, isovervloedigh ^ruckt-envruchtbaer van kooren, wijn, honigh, vee, fafl'raen, noten, en allerley hofkruyt. Daer fijn veel wcyden, bof-fchen, fonteynen, rivieren, baden, meiren, filvermijnen, ftereken en grooten koophandel, en is twintigh mijlen lang en tien breedt. Het begrijpt een deel van Auvergne, het vaderlandt van C. Sollius Apollinaris, vruchtbaer, rijek en luftighj welck hy niet alleen getuyght, maer oock Theo-doricus Koning der Gothen, die, foo Gregorius Turonen-fis fchrijft, fijn loldaten op defe manier acngefproken heeft: Volght my in Auvergne, ick fal u leyden in een landt, daer ghy-lieden foo veel goudt en filver fuit krijgen, als ghy begeert , daer ghy oock menighte van flaven en kleedercn fiflt bekomen. Hoewel dit van ’t gantfche landt kan verftaen worden, nochtans is in ’t ptincipael van de ftadt te verftaen, daer Gregorius Turonenfis mentie van maecktin’t 20 c. van ’t tweede boeckj en lornandes aldus: Erricus, Vice-Roy der Vifigothen, heeft Auvergne een ftadt in Vranckrijek ingenomen. In’tRegifter des Rijeks wordt de ftadtAu-vergne klaer en uytdruckelijck genoemt. Sidonius fchrijft in de derde brief van fijn i y boeck, dat de ftudien daer eer-tijdts gefloreert hebben, met defe woorden : lek gae voor-by , dat, -ter liefde van uwe jeught, van alle kanten de ftudien en ftudenten met menighte daer gekomen fijn ; en dat de Edel-liedcn aen uw’ perloon verplicht fijn, datfe daer indekonft der welfprecckentheydt en veerfen onderwefen wierden, om de fchobben van de Franfche talc af te leggen. Het principaelfte daer ghy de gemoederen der gemeente mede gewonnen hebt, is, dat ghy die felve goede en beleefde manieren geleert hebt, die ghy te voren in de Latijnfche tael had doen onderwijfen. Ptolemeus heet de Lemovices Zj/taikÿç, en hare ftadt '^eéfia.^r welcke voorfeecker Ly-moges is.


Franckrijch,


Bb


-ocr page 149-

Cetembe ab '


^nbt


ChaUae bi


Saxett^e


C^aiifn.


^ ■4i0n.ber ttuile


Setnat


Chenie


Betejlé


^tuanat


J.Tlerrf U. TrtmtfaJh.


•einureJ


Lt^at


^nßterre Jf^tetepùu


Le Borat bi P d, hdiarltn


^oenarebat bi


^AÎaUac


Srahhs


S. Oertnatn Q


Q Bun


(reiufuîîae


Coionjee


l^areidc


O Bonetiil


Buit. Pierre


Pancon


Perrot


Beta£

O


BrrKtifit


Priltonfà


çproteri,h.t


Gran Chißtu. bi


•^^uteratne.


O ^efttten


S. Sorntn bi,


° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• o

•S'Ataurtee

•u/irnAC nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,



ZubtnAC


'Promentai bi


Cho.Contau.


e^tUe. Ptopors ^tO?3U Bfrus


Cba. ^PonCtc


httorterol


Cbaßenevil O


Bou-v


Corteu


^S.Pardone


•dtouutme



o


amp; '.3ifvatn baîLiret


G-tentc

Cha Sonata


Bette Paye O '


GM‘t£infe


® Led^aiL


Croß at


S-Pardous bo Cars bi


''A r« ' ! •' 'dj


•dloterolet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uh. O

BrijufiL Q '


O . Cftantnt


Seurrs

’ o .

S- Gerpois


^^ùradottr


BreAtr^ne


S' hdîarttn bi


-d 'Phorten bi

BtnCOu.


T

S. faiU'en.


Genre


CAttuiL bi


quot;^^Parfe bi oJunien nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O Betßatf.


Chàtr


.Uaropat


Petrtbat


Chatelot


P.ooe


Con^remat


TJiurat



•Saupiat-


Peurùt


Couaeys _ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

O Brt^tere


Patrie


O e-rßuUll


S.Brßt


s-*.


Chapelle Q hlanehe dftennf


Pertmt i Condor


ff/TZw O


'Vatree

‘gt;. CianS.:


O t,duradoirh Je Patres • Lagexrac


Cnß-^


Bouruonot \ O


Hdbrun




s. Jutten.


o

^ohnßen


Pebbn


Q CfteturaiUe


çf dônr dôtt^ite


Chdtenutte


Ponehox om.


O T S-Junten.


QBeauhett


Ba^ebau


Beau mon.


S' hdtarlmhan t


Le ^topa


etantot Q


O X. üradour


Ctarotfntt^


PUpeè


tn, Conrttne


Ctiatar


-J’Jb


Lenode


S^SetBe bi


Ltnarea bi



Auciore


le Simeoneo


K®*


^an^enße bi


Rornilan.


O

X Clement


CJe


â^^^bLrne


Paufatneru


Peau mont


Bißtere ''^^nret

»ddoUe anti.^ue q


Chanperou


•Marina


eßutot


Paißeduore


d.^Pardou te neuß'


Lut^nar


'fornot


^Pörnae


o

nAtituAcbes



Chatußet pitte 'etchaJl. raine


S'dtaurtot ^Sdean. bi f


~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X. Hittere to

ç\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*Jours


Jbnchaß


Parles


ChaJor


dtteno tiers


o Bun


d^Prterb


•tantôt


Q,


* löurdoanet O

Prorxtaet


/-


bi Cbamberet


•Anhoia I O

°. O

S.Hiltere

^doud^e


Ch' Cbertus Ponthouleid O


Pero’


^Juonuc


0

quot;3?ar^4t Q


louie


Poiat


Jteunac O S'Germatn.


o'^fi o Porche ta belie


Petrat

Petr^aA

Lonaae


Orttie O


*dt4ßene


Betu^aa bi


O Solon.


bilTeßl

S.Beßct


dopette.


bantoe


QtAtefioe


tid.Bonet


lAlataderte:

hAiont^ odon.


^Urau non-t


Q hdtar^nac


- agaric amp;


Betune


Beauregard



idtouuae


S;'S:yldo


yßrcfte


Jouen


O

•Se^ur


J*»'


Jautnt


Bret pitte miner


Seirac


,O JuJiuc


tiMabporce bi


o

O 'Proche


Pyoias


•Se^onaet bi

^aultr U.U \ S-Bobcrt bi


S. Bouet


Brtnta.^


bi dlattac

® Couderc


amp;rdbi

•r^o fiv'^ o u^iaJrati^e* S*r£


’ datpadour çh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bi .


Gad, O


Chdbolttie


Q Btanr^beßrt bgt;F^


Chihanes O


c seuae


bi^ Brlmon


Orttae


GCÜtnent


bi d'Perdous


ChautueiL'


Ormot


Saltoeu


*^tae


G'obtao


Cbajp. ta.


O Bonxenac


X^/rÄT


Larehe bi


rTulb:


Sadroit O


d. Partote bi


^•odtrßac

S.^dniotne.

O ^rtve


Counties jhoß, 4‘’


-^a/n Pedrena^ bß'‘^..nC^ pitrat bi oChapÿt


Cmrrt*'.


d’ gt;0 J‘ tddarhn


jt^uenA

Cauriti^


\ - O vurao


rit/r/zez


•ottiremon.


o jikï'


O S?p„l Portes


Ojlarßltat CtoA^ L»Val


s^rdütih biPrach


^raenia^f


Vobtte


Serviere bgt;


^'^nnetre


’^det 0


QBoies


p' o


0 Peaeh:


Ohier hdianroijnon

O Patnadnae


o

Pomme Trat


Lande


O Corcare


^lt;Fh.

rertefon^ .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O


bi^Ataßt


ion


Bart


Çropptert


Batet


S.^oneb)


Glaines


TTUfrtn.


erid


^a.ria.


Amslerdæini


-ocr page 150-

L I M A I N E

N E.

D’ A U

Auvergne gedeeit.

I'Ttder' ^Ittverone.

Cltrment.

Imaniit is een deel vafi Auverf^ne. Defe worde van Sidonius Apollinaris, in de tweede brief van’t vierde boeck, aldus befchreven: Ick fwij-ge het befonder vernaaeck van de contreye en die zee der velden, in w’elcke de wateren van vruchten vloeyen fonder gèvaer,daer in minft fchipbreuck lijdt, die’t met goedt vernuft mceft bevaert, welck gemackelijck is voor de rey-fende man, profijtclijck voor die’t ploegen, genoeghlijck voor de jagers : welckede ruggen der bergen omringen met Weyden, de fijden met wijngaerden, de velden met hoven, de rotfen met kafteelen,de donckere plaetfen met boflehen, de opene met geboude ackers, de holle met fonteynen , de fteyle met rivieren ; wclck landt, om kort te maecken, foo-danigh is, dat eens gehen, dickwils de vreemdelingen haer vaderlandt doet vergeten.

Auvergne wordt gedeeit in Opper en Neder. Opper-Auvergne is berghachtigh, Neder effen en vlack. De prin-cipaelfte ftadt van Opper-Auvergne is Sainfl: Floür,gelegen op een klippe.

Neder-Auvergne, oft le bas Pays d’Auvergne, wordt ey-gentlijck Limania, oft wat volmondiger, Alimaniay datis, L’Alimaigne geheeten, naer alimonia, dat is voctfel, oft iimofi folû , welck beduyt vette aerde. Andere meenen , dat het dien naem heeft van de rivier Lamone oft Lymonne ge-noemt, welck in de Allier valt. Het is ontrent twintigh mijlen lang van de burgh van oudt Brivat tot Ganat^ en ontrent achtien mijlen breet van de bergh Poy de Dome tot de ftadt Tiert oft Croppiere. Defe bergh is een van de hooghfte van heel Vranekrijek, daer op menighte van kruyden Waffen , by de Medicijns ßmplicia genoemt. De oude ruïnen op den top van defe bergh geven te kennen, dat daer eer-tijdts een kafteel oft ander gebouw geweeft is.

Het is een vruchtbaer landt, heeft groote fteden , dorpen, hoven, veel rechtbaneken, fonteynen, meiren, baden, en boilchen.

- De hooft-ftadt is Clermont, welcke Sidonius Biffchop van de fclve Arvernum heet, in de i i brief van fijn fefte b. Scaliger meent dat het de ftadt is , die Ptolemæus i^ugußo-nententmnoQmx.. Gregorius Turonenfisfchrijft, datfemet bolwcrcken omringt en verfterckt was. Sy is van de Gothen dickmaelsbelegert, deerlijckgequelt, entenlaetften ver-wonnen.Rontom fijn veel vruchtbare berghskens, daer fonteynen en beeexkens uyt vloeyen, en de byliggende hoven en ackers bewateren. Daer is een kafteel en een Biffehop-lijcke refidentie, beroemt door de geleertheydt en fchriften Bifdonh van C. Sollius Sidonius Apollinaris, die men meent tegen fijnen danek tot den Biffehoplijeken ftaet verheven te fijn : gelijck hy oock fclve getuyght, in’t vijfde boeck van fijn brieven, met defe woorden : lek, befwacrt met het pack van mijne confeientie, en ondergehouden door ftereke koort-fen, ben onlancks gekomen tot het laetfte van mijn gefont-heydt : gemerekt dat my onweerdige de laft van fbodanigh ampt opgeleyt is, foo dat ick ellendigh menfeh gedwongen ben anderen te leeren, eer ick wel onderwelèn ben, en goet te predicken eer ick goetgedaen hebbcj en als een dorren boom, in plaets van vruchten, bladeren, dat is woorden, te ftroyen.

Hier is oock dc fchoone ftadt Rion, met een kafteel ver- Andereße» fterekt, de refidentie des Senefchals van Onder Auvergne, de». onder wien Clermont ftaet met al de andere fteden en dorpen. Montferrant light aen ’t rivierken Bedat, welck in de Allier loopt j gelijck mede Aquaper/a, Aigueperfe, Entrai-gues, Beauregard, Pont du Chafteau, Croppiere, en Mo-fon.

In dit deel van Auvergne, een half mijl van de Stadt die Cergozia. Ptolemeus Augußonemetum noemt, is eertijdts de Stadt ge-W'eeft, die Cæfar Gergovia heet, wiens overblijffelen en naem Gergoie noch behouden fijn. Sy dwalen die Cergo^ via en Gergobina verfcheyde fteden maken, hoewel Strabo Gergovia in Auvergne , en Cæfar Gergobina in Bur-gundien ftelt. Want dickmaels gebeurt het, in landen die aen malkanderen palen, dat men de frontierfteden, die aen beyde landen grenfen, n u onder het een, nu onder het ander ftelt. Sy was gelegen, foo Cæfar fchrijft, endekaertc uytwijft, op een hoogen bergh, daer qualijck en bynae on-mogelijck was aen te komen. Het welck Sidonius oock tc kennen geeft in de veerfen ter ecren van Avitus gedicht:

^uopuis vincis equo, teflis mihi Cafaris eßo Hic nimium Fortuna parens , eyuum coUe repulßus Gergovia, caßris miles vixr^ifit ipßs.


-ocr page 151-

Tale».


2d, b

’t GRAE F SCHAP

VAN


AUVERGNE.



Rygt;erniao( de provincie van d'Ariperni, behoudt noch op heden den name van fijne voor-maels oude inwoonde-ren ; want de gene die ArVerni genoemt wier-den, fijn die, diefich beroemen met den Ro-


Auriilacïs een vermaerde Vooghdye , in welc- Aurillae. ke oockeen Prefident tot de Richt-banek fit, die recht fpreeckt aen de ftadt van S. Flour, en aen vier Vooghdyen, welcke gehooren tot Murat , een ftadt groot en rijck genoech, tot Mauriac , Maurs en Salers. Murat is verciert met den tijtel van Marck-graeffchap , en wordt verdedight door een feer hoogh kafteel ; tot Mauriac is eene oeften-plaetfe der Societey t Jefu, van d’oudfte in Vranckrijek opgerecht; defe ftadt wordt veel befocht van kooplieden, en wordt alhier eene beefte-merekt gehouden voornaemlijck van paerden. Behalven de plaetfen alreede gemelt, wordt hier oock Beffa gefien , een aerdigh ftedeken , gebouwt by Mon^d’or , wegens de Capelle van onfe Vrouwe de la Vaßiniere feer wijdtberoemt j daer na Carlat, Chattdesaygues, eene feer ftereke plaetfè, en befittinge des Marekgraefs de Malauje -, Aubi-joux ; Riom gelegen in ’t geberghte,- ’t vleck van


meynen eenen gemee-nen o^^^P^^^ng te hebben, en ten tijde van Cæfar foo machtigh waren, datfe tot eenen krijghs-tocht gelaft waren op te brengen dertigh duy-fent gewapende mannen. Defe is die feer lief-felijcke landouwe (feght Sidonius, fich uytftor-tende in den lof fijns vaderlands) die den reyfe-ren foo gerieflijck, foo gemackelijck, den bouwlieden foo vruchtbaer , den jageren foo ver-maecklijck valt,alom befètmet bergen,op welcher toppen lachen d’allervrolijckfte beemden,in welcher afhellingen de wijngaerden als juy- S.Martin de MarmarouxiPeyra, Fontanges, Mons-Sa-chen, en aen welcher wortelen de hoeven of lins-,Roquebre-, Pleaux,Nerede\t met den tijtel van


landwooningen de toefienderen verlocken ; al- Graeffehap,- Pongibalt, en Rore ; la Tour, eene waer de vlacke plaetfèn van koren-oegften over- Baronyej ie Port-Dieu, beroemt door een ka-vloeyen , d’omwegen met boffehen overfcha- fteel j Murol, eene Baronye gehoorende tot den duwt, de rotfen met kafteelen enkrijgs-befet- Grave d'Eßain-, Tenders, eene Abdye j Efpen-tingen verciert, en de dalen met bronnen en, chars j de Toren vanLugard, Soubrevife, het beecxkens befproeyt werden. In defe felve provincie,een voedfterder alleredelfte en fnelfte vernuften, hebben ’t eerfte gebruyck defès lichts ontfangen foo vele feer heylige en wackere Voorftanders der Kercke, en uytgebloncken foo vele fcherpfinnigeLeeraren, foo vele oprechte Rechteren, en andere wijdtvermaerde


dorp van S. Agnac ; Madie, een feer aerdigh Huysvan den Marckgraef de Curton , en veel andere plaetfèn op de grenfen van Limofin.

Neder-Auvergne of Limagne, heeft tot gren- Neder-fèn , ten Ooften Foreft ,• Velay en’t Opper-


Opper-^Uf-verste.


mannen.

Defe provincie word ten OoRen omringt van Foreft ten Zuyden van’t Landt van en Gii^audan ten Noorden van de Bourbonfche landftreke; en endelijck van de Limofynfche en Perigordfche ten Weften.

’t Landt van Auvergne wordt verdeelt in Opper en Nedetj het Opper-Auvergneis feer hoog en bergh-achtigh, en wort in ’t gemeen eygent-lijck Auvergne genoemt ; het Neder is vlack en veld-achtigh,en word gemeenlijck Limagne geheeten.

Het Opper-Auvergne wordt ten Ooften om-fchreven van Limagne,- ten Zuyden van Givaudan ; ten Weften van’t landt vanQuercy,- en ten Noorden van ’t landtfchap van Limofin. De riviere Dordonne deelt beyde de geweften van een.


S. Flour.


De ftadt 3aïn^-Llour is ’t hooft van dit ge-wefte, fittende op eene hooge rotfe, eertijdts eene bürgt geweeft geheeten Mont-plan, nu ver-I eert met een Bifdom, en met de Konineklijeke Audiëntie.

VranckrijcL


Auvergne ten Zuyden j ten Weften Marche en de Limofynfche landtftreke j ten Noorden Bourbon. Sijne lengte van de grenfe van San-Porfan af tot die van Alegre toe, is van dertigh mijlen ; fijne breedte van die van Selle af tot die van Roque,drie-en-twintig. Eenige fbecken den oorfprong des naems in de riviere Limon-ne, die uyt het geberghte valt van ’t Opper-Auvergne, en de Kerck van S. Fleuret, Nocher, S. Saturnijn , en S. Amant aenvloeyende, eyndelijck by net dorp van S. Martijn inde riviere Allier vloeyt.

Clermont eene oude en doorluchtige ftadt, al vermaert van de tijden af van Gregorius Turo-nenfis en van Sidonius Apollinaris, en om hare uy tftekentheyt en fterekte geprefen,is de hooft-ftadtvan’tNeder-Auvergne, en wiert derhal-ven Ar’Pernum oppidum , urbs cilgt;ita5 Ar'Verna geheeten } van Ptolemeus Augufionemetum, na de meeninge van Scaliger ; van Cæfar Gergobia, na het gevoelen van verfcheydene Auteuren : Want de berg Gergovius, die aldaer light, en fchijnttotde grootheyt der ftadt Gergobieniet genoechfaem : ja men fiet alom door de ftadt vanClermontoneyndige gedenekteekenen der

B b 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oudc-


-ocr page 152-


-ocr page 153-

HET G R A oudtheydt, puynhoopen van feer vafte veflen of muuren, reften en overblijffèlen van oude gebouwen^ oude medalien, marmere pilaren,die dagelijcks aldaer uytgegraven werden. Deftadt is geftelt in ’t opgaen des berghs, omfetvan vruchtbare heuvelen, uyt welche d’afvallende beeken de tuynen, hoven , hoeven , en andere plaetfèn van weelde bevochtigen : fy light tuf-ichen twee rivieren , namelijck tuffchen d’Jr-tUr, die uyt Royac en Chamaliers vloeyende, by Lufat fich in d’Allier verdrinckt j en tuf-fchen deBeäat, die Monteferrand befpoelende, niet verre van Entraigues en Maringues, fich ne-derftort in d’Allier by de plaetfe genoemt na den Wijngaerd. De ftadt is verciert met eenen Biflchoppelijcken ftoel en Cathédrale kercke, toegewijdt aen de Maget Maria, die feer ver-maerd , feer aerdigh gebouwt en gedeckt is met een looden dack : waer tegen over light het Bif-fchoppelijck paleys, en eene feer heldere fon-teyne, welcher aderen, gelijck oock andere in de fladt, uyt Eoyac ontfpringen. Aldaer fijn drie Collegiale herchen , namelijch die van de H. Maria, gefeght van de Haven , welche onder de herchen defes Bifdoms d’eerfte plaetfe befit der oudtheyt ,• die van S. Genefius, en die van S. Pieter i behalvende Conventen der Francif-canen en Carmelijten, en drie wooningen van Nonnen. Antony du Prat , Cancellier van Vranchrijch,heeft aldaer gebouwt en opgerecht een feer groot Gafthuys. Men fiet ooch aldaer d’Abdye van S. Alyr, welche timmeragie feer hecht en vaft is, en met pilaren , graf-fteden, en altaren, uyt marmer en jafpis na d’oude honft , verheerlijcht j ooch die van S. Andries dc Chantoin , die van den jare 1633 af den ont-Ichoeyden Carmelijten is toegewefèn. Ooch werdt aldaer gefien een hloofter van Clarifïen, als ooch van Capucijnen, Minderbroêrs, en andere Ordenen, die buy ten de ftadtfijn gebouwt. Clermont eyndelijck werdt ooch verciert door eenen Prefidialen ftoel. Recht tegen over wort Montfer- Montferrand gefien , eene ftadt van fraeye ge-legenheyt, en van aenfienlijche fterchte by den vloedt Bedat. Alhier is door gunft en autori-teytvanden uytnemenden man den Cancellier du Prat, het Hof der Hulpe ingeftelt geweeft, ten tijde van François den Eerften, Koning van Vranchrijch. Sy praelt met eene Collegiale kerche, en met drie kloofteren van Monnicken en een van Nonnen. Rondom in dit gantfche gewefte fprack eertijdts recht de Schout van Riom. Montferrand. Riom ’t hooft des Hertoghdoms van Auvergne, en een Prefidiael geftoelte, wort doorfneden van een kleen rivierken,- aldaer worden in ’t Paleys der oude Droftaerden de Rechtsplegingen gehouden. Defe ftadt blinckt ooch met andere tij telen , te weten, met die van ’t Senefchaelfchap, van ’t Marefchalfchap, van de Schatkamer,en van de Munte. Sy is verciert met drie herchen van Kanonichen, d’eene van S. Amabilis, die eertijdts eene Abdye was ; de tweede onder’tgeleyde van de H. Marie du l\i\artweti dederde , die genoemt wordtS. Capelle ; behalven noch een hloofter van Capucijnen , en een ander vanNoivien; daer fijn

E F S C H A P ooch Vaderen, die met den name van Orato-riiim genoemt worden. ClermontjMontferrand, en Riom liggen maer eene halve mijle van elch-ander aen d’eene fijdejmaer aen d’andere ftaenfe twee mijlen van malhanderen , fijnde alle drie fteden uytnemende van gelegenheyt, aerdigh van timmeragie, en rijch.

Chamaliers en is geene onedele Burght. Het chanraVers. honinchlijche hafteel niet verre van Clermont heeft eene Collegiale herche. Hier ontrent liggen ooQ^Sancey, Beaurepaireen Durtol feer aerdige hafteelen, als ooch d’uytftehende borgten, T^onatJi RcyaCj en Bellomontf die feer vrucht-baer fijn van wijn en horen j ooch Lempde^ een eygendom des Biftchops j en Onat^ waer van het Capittel goede vruchten toehomen j voorts volgen Obeyna, Pereyniat, Remaniât, en Chanonat^ aenfienlijche burghten en floten. Een luttel van daer verfchijnen ooch d’oude puynhoopen van ’t vernielde hafteel de Montrojenon, ’t welch mCn meent dat van Julius Cæfar gebout is,docn hy Gergovia belegerde, en dat ’et is de Bergh der Romeymen,

Ooch wordt boven Riom,of in ’t omliggende gewefte, het oude flot genoemt Chaperon gefienj ooch de burght Chafteau-guyon , de fterchten de Tournelles j Saba^^iat eene beroemde borght verfien van een flot en Collegiale herchcjde tempel van S. Bonnet, Vohic, Chaflelguj, Blanjac, Marfat met eene feer rijche Abdye , en een Prioraet van Nonnen , en eyndelijch het ftedehen Ene^i^at,

Bil/on is een aerdigh ftedehen , en eene heer-lijche befittinge des Biftchops van Clermont, omheynt met leer hooge bergen , die alom beplant fijn met feer vruchtbare wijnftocken : het rivierhen Ricochet deurvloeyt defe ftadt, die vereert is met eene Collegiaele herche, en met eene andere feer oude van S. Loup; ooch is aldaer een Convent van Capucijnen , en een van gewijdde Nonnen , ooch een fchole van le-fuiten, eertijdts gebouwt van den doorluchti-gen man Willem du Prat, Biftchop van Clermont, Daer na volgen Spiratj Chars, en Choriat, geene verachtelijche plaetfen ; na defe het flot de Montegat-, het feer fterche hafteel Moufun,Mont-morin een feer oudt hafteel ; Molliere, Aulterat Chier, Cornets, Rochette,Coi(ppet, leuj/èi, en andere plaetlèn ontrent deleftadt liggende.

Deftadt Tjfoire, feer behent door de naeft-voorgaende oorlogen, heeft eene feer vruchtbare landouwe van horen en wijn : de riviere Couffeus voorthoomende uyt net Pavijnfche lach , en fich met de riviere d’Allier vermengende , eene mijle weegs van Yftbire, leekt hare muuren ; fy is verciert met eenige kloofteren lbo van Monicken als van Nonnen. Daer na word in dele landtftreke gefien de borghte Brog, verciert met eene Collegiale kercke, en vele andere fterekten, te weten , Steyran, Villeneuye, bonnette, Vaudab!e,Tboy , die om hunne bylbn-dere aerdigheydt en vaftigheydt feer roem-waerdigh fijn. Daer na ontmoetmenBr^«/, eene burght met een hafteel geftercht, Miibeau,S.Fir-gues, Chelus, Bonde, San/at, Per tu, Chadieu, en Cham^ peix, een groote borght met een Prioraet, deur-ftroomt van een feer Inelle riviere, die fich ont-laft


-ocr page 154-

VAN


Brionde,

Lar^eüc, ^lene.

Chaiß-Dieu,

lad in d’Allier : Nichers Plaufaty Sau^efat, oock eene leer groote burght, en d’Abdye van Blef-lens en Megemont liggen in de gebuurte van YHoire.

De Hade Biioude gefticht na den regel der oude bouwkunde, heeft leelijeke en onaerdige Hraten ,• doch is aenfienlijck wegens hare Ca-nonicale Graven en tijdelijeke Heeren ; gelijck oock de Canoniken hjn van S. lan van Lions,-daerenboven en oehoort dele Collegiale kereke tot geen Bildom , niaer is den Paus onmidde-lijck onderworpen. Sy is vereert met vele re-ligieufe wooningen foo binnen als buyten hare muuren , alwaer oock is die feer vermaerde Kereke van S. Ferreolus,- en niet verre vandaer vloeyt de riviere d’Allier, over welche in de burght van ’t oud Briaude eene Heene brugge gebouwdt is van eene wonderlijcke lenghte en hoogte. In dit geweft fijn oock eenige Nonne-klooHeren van d’Ürde van Font-Evrau en S.Benedidusj oock ’t kafteel d'Auberac ; de bürgt Motte de Cant/lac vereert met den tijtel van Marckgraeflchap ; de ftadt en Baronnye van Au^on , alwaer oock is eene Collegiale kereke j Chil/ac ot aen den ftroom d’Allier ; het fte-deken Liingeac befchut door een kafteel aen den loom van den vliet d’AHier, ’t welck voor wey-nige jaren verheven is tot den tijtel van Marckgraeflchap. Een weynigh leeger in’t Oofter-gedeelte light Pulbaquet, eene Itadt verfien van leer groote voorlieden, en een luttel verder valt in d’Allier een kleen beecxken : oock en is de ftadt A’egre niet te verfmaden , die oock glin-ftert met de waerdigheydt van Marckgraeflchap j fy light aen den wortel eens bergs, op welchen ftaet een feer vaft hafteel, ’t welch de ftadt dreyght j de bergh is uytermaten hoogh, in wiens opperfte een geweldigh lach wordt gehen ; na beneden vloeyt een rivierken, ’t welch f jne wateren afleyd in den vloedt de Borne. Twee mijlen van Alegre endight Auvergne , en wordt gefcheyden van Velay,- op dele grenlê light de ftadt van S. Pauliaen , en het ftedeken verciert met den name van Chaife-Dieu is ge-noegh bekent, ’t welch oock beroemt is door eene Abdye verlorght van eygene muuren en toornen , twee mijlen afgelegen van den gefey-den bergh. Het bolch Amardy, hch langh en breedt uytftreckende , bellaet dit geweft daer heel naby light die leer vermaerde Capelle der allerheylighfte Drie-eenigheyt, die op fekere dagen des jaers met leer grooten yver befocht wordt van eenen machtigen toeloop van volc-ke ; ly light als in eene vervaerlijeke fteylte tu flehen afgrijftelijeke rotfen. Straex daer na vertoont fich het geweldigh kafteel Claygt;dlier, en terftondt de ftadt en burght van Arle met een ftot na de wij fe van eene krijgsbefettinge , waer langs oock loopt de riviere Dore,- voorts het hafteel en de Parochiale kereke van Montra'Tpe!; de bürgt met het kafteel de Piycros ; de Tempel van S. Anthemus, waer langhs de vliet Aufe loopt, die in de grenfen ontfpringt van’t landt van Foreftenvan Auvergne,- la Roue, gelèght S. Germain L'air, alwaer de fpring-aderen hjn van den vloedt Douloni de Tempel van S. Verin

Vranekrijek.

A U V E R G N E.

26, c la Val-, de Tempel van S. Didacus , die be-Ichermt wordt door geweldige en ontoeganc-kelijcke klippen , enten meerendeele omringt wordt van de riviere Doulon j endelijck Enual met eenen feer hooien en vierkanten toren, alle welcke plaetfen niet verre en hjn van den al-reede verhaelden bergh, noch van de riviere Doulon.

Na defen vertoont hch de tempel van S. Germain Lambron geheecen ,- en Aygueperfe de voor-naemfte ftadt des Hertoghdoms van Montpenfier, alwaer eene Collegiale kereke is , oock eene heylige Kapelle, wiens gewijde dienften uyt-gevoert werden by de Kanoniken ; mitsgaders een Nonnenkloofter van den regel van S. Clare. Dat oude kafteel van Montpenher wierdt in’t jaer ló 54 afgebroken j daer na volght het geweldigh ftot d'Efßat, hjnde van eene feer aerdige timmeragie, en andere plaetfen in ’t gemeen aldus genoemt, Denone, Biaujat, Arboufes, S. G^-nis, la Font de Vanfac, S. Agolin, la Roche-Fhofpital, in welcke gebuurte twee Prioraten hjn van Nonnen , namelijck, Pontratier en Efcurolles j Edreulle, alwaer eene fraeye Abdye is aen den vloed Sioul-le-, S.^intin , ^lata, Marfillac, Chaflelard, Rochefort, en Aiygt;iers, S. Porfan, niet verre van’t welcke de riviere de Sioulle vloeyt onder eene fteene brugge : het Nonnen-Prioraet geheeten Aubeterre p de brave kalleden de Beaulin, Eriale, en Morelles, hjn oock in dele gebuurte. De ftadt Cuflet, fterek door gelegenheyt en konft , pronekt met eene Collegiale kereke, en met een rijck Nonnenkloofter. Vichy een ftedeken , ’t welck de ri- nchy, viere d’Allier bevochtight j Sere[ac,Chatifdin,Ver~ net, kafteelen j J/WenGraeffehappen, worden oock in defe landtftreke gehen. Voorts hjn dele de bekendfte fteden van Limagne.

Treipiri of Thiers eene volckrijcke ftadt, en van Thi/rs» grooten handel, gehoort tot het Hertoghdoni van Montpenher, tegens welckers muuren aen-vloeyt de riviere Diirolle, die anderhalve mijie van daer nederduyekt in de Dore : Defe riviere, de Durolle namelijck, drijft verfcheydene meu-lens om, te weten, papier-meulens, en defulcke die dienen tot maken of fmeden van mes-lem-mcren. De ftadt felve heeft een Capittel,eene Collegiale kereke,en eene uytfteeckende Abdye der Ordre van S. Benediólus, en endelijck een kloofter van Nonnen j niet verre van daer loopt de Dore , en begint van de brugge van Thiers vaerbaer te worden : oock en liggen niet verre defe volgende plaetfen, la ChaJJ'agne geen on-hebbelijck kafteel, Montgaulié een Baronnye, Selle, Maubet, la Ver fiere, les Hors, Genetoux, le Croix-latort, Noaliart een Prioraet, Monpeyroux eene Abdye, en Ris, De vliet Allier vloeyt een vierendeel mijls van de ftadt.

Cropiere een kleen, maer cierlijck ftedeken, ge- Creptrt* hoort tot den Biflchop van Clermont; doch een gedeelte der Heerfchappye gehoordt oock van rechtswegen tot feker Prioraet van Nonnen aldaer : dit wordt oock aengeftroomt van de riviere de Dore, die hier en daer met kafteelen en andere plaetfen beplant is, te weten, met Be-lefme, laBarge, Hauteribe, Laudan, Cowtefiene, en Sau-ygt;iat, een Prioraet en aerdige burght,

B b 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Votaure,


lt;

-ocr page 155-

’t GRAE

Volawe een Graeffchap , een feer groot kafteel, en de fchoonfte Parochie van Auvergne. Augerolks en Menlhiat, Prioraten, endelijck met Aubu/-/o»,eene Baronye, en feer fterck kafteel.

Les^oux is eene koninglijcke ftadt, gefeten tuf-fchen d’Allier en de Dore, in eenen vruchtbaren en luftigen acker en welgematighde locht,fulcks datle by tijde van pefte voor een onbeforghc vertreck kan ftrecken ; de medalien, kruyken, en oude marmeren , die hier dagelijcks uytge-graven werden, betoonen haere oudtheyt : fy is vereert met eene Collegiale kercke bedient door Canonicken. Wat de goedtheydt belangt des lands van Lezoux , het is beroemt wegens d’uytnementheydt van fijne feer fmakelijcke vruchten , voornaemlijck van fijne pompoenen,-het is oock daerenboven verciert met vele bürgten en kafteelen, gelijck als met Meul een Marckgraeffchap, met Mojejfatf la Garde , eene Baronye, Codeigniac, Crottes jVontenilks, Lin^onnej Beaubofi j la Terraffej la Forefl de Bullion j Se^chalk, overfchaduwt van een feer vermakelijcken berg geheeten de Corroure, die alom beplant is met wijngaerden ; Beauregard eene feer fraye burght, alwaer eene vermaerde woonftede is des Bif-fchops van Clermont,- Vertayon j Verdonnet, la BordOj Culhiat -, alle welcke plaetfen van koren en wijn overvloeyen.

Maringues wordt getelt onder de voornaemfte fteden van Auvergne , de haven, die ’t heeft aen den vloedt Allier, wordt voor al geprefen ; want fy wordt feer befocht, en handelen aldaer d’inwoonders met de vreemdelingen : de riviere de Murge ftaet tegens fijne muuren, en valt korts daer na in d’Allier : niet verre van hier fijn oock de brave kafteelen Tofc en Mont-gafcon, Randan beroemt door de waerdigheydt eens Graeffchaps, Thuret, SaiiVaniat, Blujillat, la Veyne een rijck Prioraet /an gewijdde Nonnen, die aldaer in grooten getale ftrijden onder de baniere der infèttingen van S. Benediólus Ie Pont du Chafleaü , waer langs oock d’Allier loopt; Ayne'Siat, BntragueSj Varennesj de Tempel van S.Ignatius, gemeenlijck S. Ignat^ Paierie^ S.Bonnetf Me-s^etj Dalletj les Marties d'Artiere j en Ligniat : het fte-Ccrw,». deken Cörwow, ’t welck tot het gebiedt hoort des Biftchops van Clermont, en met eene Collegiale kercke glinftert, wordt oock in ’t ronde verciert met defe adelijcke kafteelen en bürgten, de Goldolle , Dleux-Jeretj Mille-fleur, la Roche de Mar-niaCyOrfetjleCrefliract eene Collegiaele kercke, Monton en Marties de Veyre, De vruchten van dit gewefte fijn foo fèer geprefèo, datfe na Parijs, hoewel verre afgelegen, jaerlijckswerden over-gevoert. Oock is de Tempel van S. Amant in . wijngaerden en fruyten feer overvloeyende , als oock eene andere plaetfe geheeten S. Saturnijn, en de bürgt Lalende.

Kk. Vic le Comte was eertijdts de voornaemfte ftadt van ’t Graeffchap van Auvergne, maer is nu gehecht aen de Kroone met het gewefte felve ,• aldaer wordteen hecrlijck paleys gefien van d’Al-baenlche Hertogen gebouwt met eene heylige Kapelle daer aen vaft, die bedient wordt van Kanoniken. In dt*fe landtftreke fietmen de kafteelen de la Quelle, d’Anipali la ChauxMercurolj Buf-

F S C H A P

feau en Crain, die door ouderdom befivdjcken ; aldaer is oock du Bou/chet, eene Abdye niet onvcr-maert ; en Oliergues,eeo kleen ftedeken , gelegen by den waterftroom Dore.

Sauxilanges is een ftedeken met een leer rijck SauxiÎM^ Prioraet ; een mijie van daer vertoont fich d’uytnemende fterckte dVflbn, fijndeeeneko-nincklijcke befittinge, gelegen op d’allerhoogh-fte rotfe van ganfch Auvergne, op pilaren niet door handt of konfte , maer door nature felve gehouwen. In’t opperfte der rotfe fietmen eene feer heldere bron-ader, die eenen regen-back vervult, en in de leeghte eenige kleene lacken maeckt : eene mijie weeghs van de ftadt wordt gefien de konincklijcke Abdye de Man-lieu, waer in de dierbare reliquien bewaert worden van S. Sebaftiaen , die aldaer van alien ge-eert worden met een feer groote eerbiedig-heydt.

ArdeSjde voornaemfte ftadt van ’t Hertogdom van Mercuur, is oock gelegen in dit geweft, gelijck oock Alenche en Arlene, kleene, maer geene onedele fteden.

S. Ger'Vais is eene kleene ftadt,daer na by light S. Cejvais. een Carthuyfer kloofter , waer door vliet de riviere Sioule, en wordt aldaer genoemt de haven van S. Marie ; oock en is niet verre van daer de brugge van Aumure , noch de kafteelen deCha-lus, Mai/on-neufve , Chas, en Boche-dagou. De riviere Chay ontfpringt by Chas , en behoudt haren eygen naem onverandert tot by deTuro-nes. Oock liggen in dit landtfchap de volgende plaetfen,- namelijck de kafteelen de Linietesßrou-lieres, Salkl^ert, Brament een ondergraeffchap,ßf4z/-fort, les Roches, Chafleau-neuf een Marckgraeffchap, Punfljc , la Chanac, Montet de Gelac, eene plaetfe beroemt door een ftaende water, welcks fmdt gelijck als verguldt, fijnde geworpen op verfch gefchrevene letteren, het gefchrifee eenen gouden glans toebrengt ; de Kercke Blot, ’t Kafteel Blot, Montepon , de Tempel van S. Chrifline, d’Abdye van S. Menatius, alwaer oock uytnemende heylighdommen of reftanten vanHeyligen be-waerc werden ; langhs hier pafleert de riviere Sioule onder eene brugge ; Arronnc eene kleene ftadt aenfienlijck door eene Collegiale kercke; Arment eene ftadt en Baronnye. In defen oordt fijn de floten du Puy, S. Guimier, Ban/on,Teflbnniers, Prejchonner en Barmontet,en het Nonnen-kloofter de I’E/clache, het Prioraet de Brifons, la Celefle een Francifcaner-kloofter wechgefchoven in d’een-faemheyt;OrrzW eene burght feer vermaert wegens eene kercke toegewijt aen de Godt-baren-de Maegt ; het Graeftchap van Rochefort, Cordeis, Alaniat,en Vareilles. Croc, een kleen ftedeken,light cw. op de grenfen van Marche en van Auvergne : het ftedeken Ambert light by le pays de Fores, en heeft twee kloofteren, een van Nonnen , en een van Reco’ledten : aen de felve landtftreke liggen de volgende kafteelen deChampetieres , la Roche de Bas-Rieux, Roche-Saitine, en ’t Prioraet van Chaumont. Polignac en Graponne liggen in’t opper-Valaife.De lantftreke van Liysradois is een geweft, Livradoh. lang drie mijlen , en een halve breedt. Tuf-fchen Boutounargues én Tourguyon wierde eenen bergh^tweehondert ellen uytgeftreckt fijnde, af

of


-ocr page 156-

of deurgefneden , op dat d’overvloeyende wateren, die’t ganfche landt bedeckten , fouden voorby vlieten j bier uyt heeft Liygt;radois den naem ontfangen, gelijck als verloft ftjnde van de wateren, ’t welch in ’tFranfch heet délivrée d'eau : Voorts is dit gewefte maer eene mijle gelegen van de grenfen van Auvergne, en van die van’t landt de Fores.

Maer op dat de vruchtbaerheydt van dit Feer wijde gewefte bekent werde, let eens van hoe vele en groote rivieren ’t felve begoten werdt,en met wat geduurige bergtoppen’t felve opftey-gert ; waerom het geen wonder is dat ’et al ver-Ichaft, wat aen yder gewefte gemeen is ; doch ’t heeft oock vele bylondere gerieflijckheden. Van de rivieren hebben wy in ’t voorby-gaen gewaeght, als wy handelden van de plaetfen en lieden, langs welcke fy vloeyen ; wat de bergen aengaet, laet ons na de felve toegaen , foo niet om te beklimmen, ten minften om eenighfins te raken. En voor eerft is dit ten hooghften prijswaerdig in de bergen van Auvergne,datfe, als de bergen van andere geweften, niet naeckt, ledigh,noch onvruchtbaer,maer Feer vruchtdragende fijn, en meerendeels wat bylbnders baren j want fy brengen planten voort die uytne-mende puyck fijn, en feer heylfame kruyden totgebruyckdermedicijne. Oock fijn in de felve feer goede weyden , ja foo vruchtbaere, dat wegens de menichte der kudden, die aldaer weyden , alom, en van allen gefegt wordt, dat het Opper-Auvergne meer melck teelt, als het Neder, wijn ; hoewel ’t feer lang en breed , en met feer groote en vruchtbare wijnftocken beplant is. Waerom oock de kafen , die in Auvergne vallen , hoewel uytnemende puyck lijnde , nochtans voor Hechten prijs werden gekocht, wegens de volheydt van’t gewefte. De vermaerdfte bergen defer provincie fijn defe twee, Cantal en Lyouran : Cantal ftijght hooger in delocht als d’andere, is ongemackelijck en fcherp , altijdt befneeuwt, en breydt fich byna uyt tot twee of drie mijlen , in welcke tulfchen-fpacie hy uytberft in vele feer gefonde water-fprongen, en die door verfcheydene hoedanigheden vermaert fijn : want in fekere plaet-fe geheeten la Cher re, daer hy den bergh van S. Cofine raeckt, fietmen eene fonteyne, die toe-vrieft in’t heetfte der hontsdagen,en denNoor-denwindt waeyende, open enhelderis, ja felfs by wintertijdt warme dampen uytwaeffemt. De bergh Lyouran is oock geweldigh hoogh en lang, en loopt van de plaetfe genoemt Üurat Ie Vicomte, tot aen de Salles toe, en is feer vrucht-baer van genees-kruyderen, die oock van de Medicijns, verre uyt Italien komende, gefocht worden. Puy of Poy de Dome, een berg niet verre gelegen van Clermont,heeft volop van feer vette weyden en uytgelefene kruyden. Duran heeft vele vochtsof waters op fijnen top , aen fijnen voet verfcheydene badftoven natuurlijck of heet, of kout, of laeu, al na de verfcheyden-heydt der fieckten vereyfcht. Aen defen bergh light het ftedeken BeJJe geheeten, over ’t welck een andere bergh hanght, alwaer een feer groot lack is, in ’t weleke foo ghy eenen fteen werpt, ftracks komen uyt het felve blixemen , donder-flagcn, cn feer groote onwederenop, daer regen en hagel op volgen. Oock is’er eene holle plaetfe niet wijt van hier,van welcke ’t felve ver-haelt wordt ,• ja dat in de fomer-maenden mor-rinsen en donderen in de felve vernomen wer-den, fchoon daer niets wordt ingeworpen. De bergen, die over Clermont hangen, fijn vrucht-baer van filver-adercn. Oock heeft de Goude bergh daer af fijnen naem , dat de wateren, die van hem afvloeyen , en lacken maken, in hunnen grond gelijck als goude fanden of voncken vertoonen j oock om de groote profijten die hy voortbrengt , door dien hy voornaemlijck feer fmakelijcke vilfchen teelt. Rochedagou^ tien mijlen van Clermont, vertoont eene rotfe ma-telijck hoogh , uyt welcke fteenkens gefneden worden, roodachtigh van verwe , die’t in glans by d’allerblinckendtfte diamanten halen mogen. In de felve toppen vindt ghy eene borne ge-meenlijck de wijn-achtige geheeten , om dat haere wateren eenen wijnachtigen fmaeck hebben. Ontrent de plaetfe geheeten la Croix-rant fijn heete badftoven, heylfaem voor de me-laetsheyt en voor andere fieckten. In de lant-ftreke van Clermont na d’Abdye toe de S. Alyre, vloeyt een rivierken geheeten Teretan,eertijdts Scateon, ’t welck uyt eene fonteyne fpruyt welc-kers wateren tot een fteen-achtige hardigheydt t’famen-ftremmelen , die oock fich felven eene brugge geformeert hebben , daer ’t rivierken felve onder deur vloeyt: hare wateren fijna-luyn-achtigh ; maer in de felve landtftreke worden twee badtftoven gevonden, genoemt na S. Marcus, d’eene beftaendc van calcineufè, d’andere van folfer-achtige wateren : men ontmoet alom door ’t landt van Auvergne bronnen en baden van heete en minerale wateren van al-lerley foorte, gelijck als, Medaignesj S. Margarite, Nyons vermaerdt door heel Vranekrijek; Chaudes-Aygues. Oock op fekeren heuvel dicht by de ftadt van Clermont is eene fonteyne die lijmuytwerpt, ’t welck d’inwoonderen van dit gewefte in verfcheydene gelegentheden ge-bruycken , voornaemlijck is’t uytnemende om den fenuwen kracht en vaftigheydt by te letten. Oock brengen de Dennen groote menighte van Peck voort op degrenlen van Valois, ontrent Ambert, Polignac, Alegre, en in veel andere plaetfen. By Montferrand wordt eene fonteyne gehen , die wel feer klaer is, maer welcks wateren nochtans in peck en lijm verandert worden, en dat in foo groote dickte , dat’er een bergh uyt is gegroeyt, die in al ’t omliggende gewefte de Peck-bergh genoemt werdtj en defe t’famen-klevinge van ’t peck gefchiedt voornaemlijck by de lómer-maenden, in welcke de fpring-ade-ren niet foo heel rijekelijek over en vloeyen i oock en belet het winter-weder de t’famen-runninge des waters niet. Ontrent Riom wordt faffraen gevonden, ja oock fekere aderen van eenen bruynenen goudt-glimmendenfteen,heel uytnemende. Niet verre van de ftadt Brioude wordt oock marmer en jafpis uytgegraven ; by Sauxilanges graeft men ftcenkolen ; goudt en blaeuwen fteen by den oorfprong van d’Allier ;


-ocr page 157-

’c G R A E F s C H A P

den fteen Lazuli io ’t geberghte en in den Gouden bergh. Ponfgibaut heeft filver-mij-nen. Daer fijn oock in Tele plaetfen glasbla-feryen. By ’t kloofter Menât wordt een veldt gehen,dat vierige vlammen uytbraeckt. Limagne is alom met wijngaert beplant ,• oock worden de wijnen van dit landt feer geprefen.

SrJw, Die van Auvergne fijn wel beleeft,maer deur-trapt, wacker in’t vermeerderen hunner goederen, feer arbeydtfaem, bequaem tot letteren en wapenen. Dit gewefte verhoovaerdight fich op de menighte van fijnen Adel, als ’t welck bevat foo vele doorluchtige geflachten, en foo vele dappere en grootmoedige mannen.

jtijckdont- Seer groote rijckdommen verfchaft de vrucht-*w». baerheydt felve van ’t gewefte , die wy boven breedelijck hebben befchreven ,• oock brenght de verfcheydenheydt van den koophandel hun groot profijt in ; want fy handelen met koren, wijn, en andere waren ,• hun koren vervoerenfe langs de riviere Allier na Orleans, Nantes, en elders,* maerhunneuytgelefene vruchten fen-denfe na Parijs. Hun feer geprefen papier ver-fpreydenfe byna door gantlch Europa , ’t welck gemaeckt wordt in de fteden Chamaliers, Ambert, ThierSiamp;c. hunne tapijten,lakenen, kamelotten, en vele diergelijcke wolle geweeffelen, verkoo-penfè aen de nabuurige geweften ,* hunne paer-den en muylen voerenfe uyt het landt van Lan-geac, van Mercure, en van Belfe naer Italien en Spaenjen; fchapen, offen, en andere dieren, diefè by groote menighten voeden , leydenfe na Lions, ja na Parijs, waer uyt fy een groot gewin trecken : endelijck de feer geroemde ka-fenvan Auvergne worden door heel Vranck-rijck begeert en gefocht. Voorts is Auvergne om fijnen rijckdom altijdt beroemt geweeft, nadien oock Theodoricus Koning der Gothen, alleenlijck uyt rooffucht, tegens die van Auvergne , die feer machtigh en rijck waren, fijne foldaten heeft aengehitft.

jCrMhttM. Verfcheydene Schrijvers roemen ’t vermogen der oude inwoonderen van dit gewefte ; voornaemlijck Strabo, /prekende van den flag

VAN AUVERGNE.

gefchiet by d’Oyfe , verhaelt dat Bituitus, ko-ning defes volcks , van tweehonderdt duyfendt krijgslieden, die hy tenftrijde gevoert hadde, honderdt en twintigh duyfendt verloren heeft. Het felve volck heeft onder Vercingentorix tegens Julius Cæfar feer dapperlijck geftreden. De heerfchappye van die van Auvergne heeft fich voormaels van de Narbonnifche landt-ftreek af, tot aen Marfilien , den Oceaen en den Rhijn toe uytgeftreckt ,* jafyen noemden fich niet vermetelijck broeders derRomeynen, en dorften hun geflacht en afkomft van het oude Troyen afleyden. Oock proneken fy noch op heden met oorlogs-eere, en’t gewefte felve, wegens de bergen daer’t van omcingelt is, is byna alle fijden ontoeganeklijek. Wat wil ick optellen foo vele Ridderen , foo veel Adels, foo vele Helden , alle kinderen van Mars felve.

Sy hebben eertijds hunne Köningen en Her-togengehadt; maer’t Roomfche volck hun te hulpe komende , foo hebben fy daer na vry en vranek geleeft : want de Raedt hiel hunnen Koning Bituitus gevangen , opdatfevan fijn gebiedt fouden ontflagen werden. Daer na heb-benfe Graven gehoorfaemt,en endelijck Köningen. Wat het Geeftelijck aengaet^daer in fijnfe . de Biffehoppen onderworpen van Clermont en van Pleury.

Het Bifdom van Clermont bevat in fijn be-grijp defeAbdyen, S. A^lyre, S.Andre, Chaije-Dieu, Esbreule, Mo^^ac, Manlicu, Menât, Jsloire, Tiern,Beau/-' wont, Brageat, Cu£èt, Rion, Chnntoen, Be'aique , du Boufehet, Ferneres, Megewont, Montpereux, tE/dacke, Faiffy, S.Gilbert, en van Neufontaine.

Voorts en dient dit niet verfwegen, ’t welck tot de regeringe gehoort,en tot ons voornemen doet, dat ’er van ouds drie Graeffehappen in Auvergne fijn geweeft, ’t eei fte dat van Clermont ; het tweede is ’t gene , dat Eie Ie Comte tot hooft-ftadt heeft,* het derde endelijck, ’t welck daer na tot de waerdigheydt van een Hertoghdom is verheven.


-ocr page 158-

r'-J


Het Hertoghdom

BOVRBONN 01 S.

Oude» vt^ken^


Onder Wien»



Et Hertogdom Bourbon , in ’t Franfch le pays Uuche de ^ourhonnois genaemt, heeft aen het weften en noordtweften het Hertoghdom Berry, en Lymofin ; naer het noorden die van Ne


vers ; aen ’t ooften de Bourgoignons ; en aen het zuyden die van Lyons tot nagebuuren.

Men meent dat eertijds alhier dievolckeren gewoont hebben, de welcke Iulius Cæfar, in fijn eerfte boeck van de Franfche oorlogen, IBojos noemt, en onder de Æduos telt, wiens ftadt hy in fijn 7 boeck Cjer^O'uia heet, alwaer oock van Boja, de ftadt der Bojen, verhaelt wort. De Geleerde gevoelen,dat de volckeren die eertijds Segufiam genoemt wierden, haer wooninge hadden daer nu Ie Pays de Foreß is.

Dit gantfche land, en vele andere daer ontrent gelegen,placht eertijdts onder de Köningen van Aquitanien te ftaen. Daer nae heeft het fijn eygene Heeren, welcke door de ftadt Bourbon feer vermaert waren,gehad. De laet-fte van de felve is geweeft Arcibaldus, die een eenige dochter en erfgename Agnes heeft nagelaten. Defe heeft getrout loan Hertogh van Bourbon;en hem een dochter Beatrix gebaert, welcke Robert,de foon van Lodewijek de ix, ten houwelijck is. gegeven, met het Hertoghdom Bourbon; op conditie, dat hare kinderen en erfgenaemen Hertogen van Bourbon fou-den genaemt worden ; ’t welck alfoo gefchiet is. Van defe Robert is gefproten ’t geflacht van Bourbon, daer den tegen woordigen Koning van Vranckrijck Lodewijek de X1111 uyt komt.Want fijn Gemalinne Beatrix baer-de Robert drie fonen en drie dochters. Lode-


van Thurin, Gilbert Grave van Montpellier gegenereert ; en defe eenen foon Karel ge-naemt, die tot fijn gemalinne hadde Sufanna, dochter van den Hertogh van Bourbon,welc-ke oock fonder kinderen geftorven is. Karel, broeder van Lodewijek Hertog van Bourbon, heeft gegenereert Peter Hertog van Bourbon* Iacob, Grave van der Marek, hadde een foon Ioan Grave van der Marek en Vendofme : defe hadde by fijn gemalinne, Iacob Grave van der Marek,Lodewijek Grave van Vendofme, en Ioan diejong geftorven is. Lodewijek genereerde Ioan Grave van Vendofme; van defe is gekomen Françoys; van Françoys,Karel de eerfte, Grave van Vendofme. Karels foon is onder andere geweeft Lodewijek Prince van Condé, en vader van Henrick Prince van Condé, en van Karel en Françoys. Defe Fîen-rick is gebleven in ’t jaer 1588, den 5 Meert, in den flagh van Contras, wiens eenige foon Henrick de Bourbon was Prince van Condé en Conty, eerfte Genoot van Vranckrijck, en Gouverneur van wegen fijne Majefteyt in Berry, êéc. wiens oudtfte foon Lodewijek van Bourbon, by ’t leven van fijn vader, Hertogh van Anguin was,en nu Prince vanCondé,amp;c* door fijn groote helden-daden feer vermaert : Henricks andere foon is nu Prince van Conty, amp;c. Karel, daer van ick boven verhaelt heb-be, Grave van Monpenfier, foon van Gilbert de Bourbon,neve van Lodewijek,en man van Sufanna, is Conneftabel van Vranckrijck geweeft; daerna is hy van fijn Koning Françoys de I afgevallen,en heeft fich in dienft van Key-fer Karel de V begeven,met wiens le^er hy als Veld^overftenaerRoomen trock,en tfelve in-


nam,maer quam daer niet binnen; want in het ftormen wierd hy met een mufquet-kogel doodgefchoten in ’v jaer 152.7. Hierom heeft de Koning van Vranckrijck, na de doodt van Sufanna Kareis Gemalinne, het Hertoghdom Bourbon aen hem genomen ; foo dat de Her-


wijck, de oudtfte foon, is van Koning Philips de Valois, in ’t jaer 1318 , de eerfte Herrogh van Bourbon gekoren. Defe heeft getrout Maria de dochter van de Grave vanHenegou, togen van Vendofme den tijtel en het recht welcke gebaert heeft Peter Hertogh van Bour- der wapenen alleen door tijtel van Maegfchap bon, en lacob Grave van der Marek. De eene behouden hébben.


behouden hebben.


Het Hertoghdom Bourbon wordt by de


heeft geteelt Lodewijek Hertogh van Bour

bon, en de andere loannes, die getrout heeft FranÇoyfche Geographi hedensdaeghs in twee Bona, de dochter en erfgename van loannes deelen gedeelt, te weten, ’t Hoogh en Neder-Hertogh van Berry, die daernae Grave van Bourbon. Neder Bourbon begrijpt in fich Montpellier en Auvergne geworden is : fijn de voornaemfte fteden, en twee Graeftijck-fonen waren Lodewijek en Karei. Lodewijek, heden.

die de jongfte was, is Grave van Montpellier nbsp;nbsp;nbsp;De principaelfte ftadt is Molin,gelegen aen

geworden : defe, als fijn eerfte gemalinne fon- de riviere Allier,welcke tuffehen de Geiten,by der kinderen geftorven was,heeft by Gabriele Auvergne, voorby de ftadt Gergoyia, op een Vranckrijck. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;feer


-ocr page 159-


s. Eloy


Aß»


puK^t


A




Chaux


StParSeux


S. dlarcel


lllllllllllllHIII■HIIIIIIIIIIIIIIIIIIW ........... la. Gaüica. communia-^


/I Q fx

Ai.


u\eiyut’ L Li

^*.T iibi



Cha^^raux nbsp;nbsp;ve’l-e ChayeUe

lifcÉ. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vernerllet^l^

{..eulcunre ^.. .-% et.


r,^,,ht.i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bruiere

JiruiereliP^'^Qâ^yf.. J‘'‘“‘gt;’‘:ß’quot;' te Bratze y. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cerill


h^natu^ee

Heriffon^i^^^


Pemleu^^b -rf ^ik , venax


Beunet


Bourbon Lar;

•amp;? chaiiband


ChattettcH j,*^ Lattlyeuay ifel ... Vxelle f. (-y sJ4: lA


^huh'tL' Cnaiiherl


Sa/itjn


i,- ... ..^ïquot;¥ äs quot;pi

hath, ^‘y le vif


S.GertiMin M


l,a.firle Ctuulenn


Dclize


^harin


'Parise en virt


^^enlJn^uis


‘PaJbne


Penreuer


Trttta. ,

gt;.r. ,


G-enesh'nef


Lucena en


S..thneux I“Cht^et


ChatiUen


JA \y*yi^ Franc^Jie A4i^lt;w«

Le Montet aux ;

Aloines amp;ä


^et^y


DrtS^


IPeuncf-


gt; Cl,\..y„es


tS.Jücelaz Searcy


LcParc


. ., chers


AltU^i^ay


•Slent^ny

Cb^rêu


I.eTal


Seuuffty le th^u


^an


Gtuty


StPeuertn


Cellat^es AifÀ.


Racbeßrt


_ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ai

lt;l!eeay


P^dienylb



^TbSeey .rOl


XÎ4^**a 14

Cremynet

1 . nbsp;nbsp;U.. r-Ai Srehan e. s^rJL^^SÖ.^


S‘Sf''‘^ iAri ZeHilU^


• Aejv^- .zsezv^

jÿj A Mont maraut


Beauine


Boetß


T — Mont eœu en 1 JE, Gombr'äillequot;'quot;’'


t /» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bouble


quot;lallajat L, Beauuair


£t. Chatßiere^


LeCh^l^ Se yleure


jfauhe riue

T -rc nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Lreteaui^

La rerie aux

meines JW ,

M Al

Pbres


Dangiiy


StSiJier

Milly

Le Donjon

SSuillau


'Baa^ le Cente


-Aà B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Les USaies


Verneuil

quot;V^ài. jisi-

»fc-i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.


Marlîgny


Lettdy '


S.Pori cain


CerSebeeiß Lertynes


!** I s.Germain Euis


^‘’ Mont agut Jèri

r'. Ca. *•. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;il£ i’i


Chou dleran-


ChezeUes


yyf’*


^altamy


Coyuier


S PaSeux


Stßeb


^^uzerteu


'^ulaities


S. Altre


CBarherier


amp;scdt


Jiayet S'escales


SAtSi^t


U.

«annat


Il Chtron.


Billy


(Bucelles


S^nMartin

Ptretcbtrier »’*


Chaßebi


P.^Prieß^


4ï^. LaPacauSiere tpquot;


Ltßn S Ali^eran SLRamay^^

inaire


quot;quot;’quot;‘■nu....__.


Pa.'UalL


^enSat'


Elcurolles


•Reliât Ä


Vichy

Ahret

Aft,


'Veifiille yfieryenß'



‘CtRaher

^^Ceutÿnae


Le Chfußl S/is- iäijt

Les Pbrtne.f


Chatßhi


S.Iere


Pußrb


^dleh


*^ont- dl^rillen


., „ Rendari

“quot;'❖a


...At

■J’aûiert


.Puy GutMAMHte


-Ajvistekdajii Apui Ginljclrrium. et loojtnc in Blneuiv.




-ocr page 160-

B O U R B O feer hoogen bergh gelegen, loopt,en foo veel water geeft, dat men voor den herfildaer nau-welijcks kan doorgaen.Sommige meenen dat dit Gergovia Molin is,doch qualijck, (gemerkt Gergovia in Auvergne leydt, ) al is ’t dat Cæ-far de felve noemt een ftadt van de Boyen j want in de landen die aen malkanderen gren-fen, worden dickwils de fteden, nu defe, nu gene toegefchreven. Defe ftadc was eertijdts de oude woonplaets der Hertogen,daernae ilTe een aengenaem vertreck der Köningen van Vranekrijek geworden. Aldaer leydt een feer fchoon kafteel, met een luftigen hof daer nevens, met Oranje- en Limoen-boomen. In fe-kere galerye van ’t kafteel fietmen de rechte conterfeytfels der Hertogen van Bourbon, met hare afkomft. Hier is oock een fchoone fonteyn.

De andere fteden fijn Bourbon, een oude

N N O I S.

ftadt, eertijdts foo vermaert,datfe hel Hertog» dom den naem gegeven heeft.Sommige meenen dat het de lelve is die Cæfar Böja noemt. Sy heeft een fterek kafteel, en bad-ftoven.

l’Archimont, Montmeraut, Cofne, toege-naemt du Bourhonnois, gelegen aen de Allier, -^*^^** heeft een fraey kafteel, en fchoone weyden en beemden voor het vee. Mont Laflbn, S. Porcin,daer goede wijnen waften : Cuftet, Chancelle,Charroux, Vernueil, dat oock door fijn wijnen vermaert is : Varennus, een ver-maerde ftadt aen den Elaver gelegen :Gaunat, dat aen Auvergne grenft : Le Mont aux Moines, Souvigny le Comté ou aux Moines : La Palifle,dat een heerlijck kafteel heeft : Griffon, San coings, S. Pierre le Monftier, Ainay le Chafteau , alfoo genaemt van het kafteel S. Amand, en andere.

Sottrhn,


-ocr page 161-

HET GOUVERNEMENT

H Et Gouvernement of Vooghdye van Orleans ftreckt fich onder haren feer vermaerden name wijdt en breedt uyt : want het vervangt de Hertogh-dommen van Orleans, van Anjou, van Tours , van Nivernois , van Vendofme, van Berry , van Angoulefme, van Maine, en de Graeffchappen van Perche, van Blois, van Poiótiers,’t Land van Aulnis, Beauflè, en een gedeelte van ’t Landt van Gaftinois , welcher geweften befchrijvingen wy eensdeels hier boven heb* ben gegeven, eensdeels hier onder füllen doen volgen.

N E D E R-B E A V S S E, tHERTOGHDOM ORLEANS, EN SOLOGNE.

Rivieren^

Et Leege of Neder-Beaufte is in daed en waerheyt dat gewefte, ’t welck den name draeght van Belfia. Het light uytgeftreckt tuffehen de Bifdom-men van Senonois, van Orleans, en van Chartres.

De riviere Connye be.vloeyt dit gewefte j eenige achten defèn vloed eer een moerafch te fijn als beeke; wanthy drooghtveeltijdts uyt, als d’andere fwellen ; hy loopt ontrent 25 mijlen verre, en begeeft fich daer na in de Loire. Op Ptolemeus Genabum genoemt ; maer Strabo defè riviere ligt het heerlijck huys de Fontenay. Daer fijn noch twee andere ftroomen, die

voortkomen uyt het bofch van Orleans, daer af wy terftondt in de’befchrijvinge van ’t bolch lelve füllen gewagen.

Ten tijde van den Koning François den Eerften wierde ’t bofth van Orleans gemeten, çn’t felve bevonden in fijnen omgang t’om-vatten feven-en-twintig duyfent roeden ; maer federt die eeuwe is byna fijne eene helft afgehackt geworden, en in wijngaerd, faeyland en vet weyland verandert. Het begint van de weft-fijde der ftadt van Orleans by de plaetfe de Mon-pipeau, en ftreckt fich uyt tot aen den wegh ge-heeten na de Romeynen j ten ooften loopt’et uyt tot aen de ftadt van Gye. Uyt ditbolch komen twee rivieren voort, geheeten Pone aux 'M.oinesy en Bionne, die neemt haren name van ’t fèer rijeke Prioraet van dit gewefte , defe van ’t ftedeken des felven naeros ’t welck fy befproeyt. Voorts valt in dit bofch de jacht feer overvloe-digh, want daer wort wildbraet gevonden van allcrley foorte. De Köningen namen eertijdts

Vranekrijek.

alhier

hun voornaemfte Jacht-vermaecfc

’twelckde burghten getuygen alom in ditge-weftegeïàe^yt, die daeroraden toenaem voeren van aux loges, Vitry aux loges , 'Neufville aux loges, amp;c. Om dat de paerden, die in plaetfe der ver-moeyde wierden aengebracht, gemeenlijck ge-noemt âe relais, aldaer geftalt wierden, waerora oock die burghten namaels feer vermenighvul-den grond, waerom het afgehonwen in ver-Icheydene plaetfèn, aen koren , wijn, en overvloed van andere vruchten,plaetfe gemaeckt heeft.

De ftadt van Orleans wort van Iulius Cefàr en OrleAffsl

noemtfè tuv tfATTc^nv ; den naem, diefe te-genwoordelijck voert, heefcfe miffchien ontfan* gen van d’oude Aulerci.

TenZuyden heeftfe Sologne ; ten Noorden Paie»: wortfè van haer boïch omcingelt. Hare landouwe loopt uyt tot in Sologne en tot in ’t land-fchap van Gaftinois i wat’er over is, dat is het ' waerachtige Beaufte. Defe allerluftighfte ftadt vertoont nch op eenen feer vrolijcken heuvel van de Loire. Sy draeght in haren fchoot een leer aengenaem eyland beplant met fchoone boomen, van welcke fy eeneti lieffelijckcn lommer treckt, aen d’andere ftjdewortfe verciert met hoovaerdige gebouwen, ’t Eyland wort aen de ftadt gehecht met eenebrugge, de ftadt lelve volght de figure na van eenen gefpannen boge, welcks koorde na ’t zuyden ftreckt, daer/e namelijck de Loire aenfiet j macr aen d’andere fiide wortfe fach telii ck omgekromt.

Sy ontrangt hare beloeckeren door thiea poorten, en heeft groote voorfteden , de ver-vallingen van hare oude muuren fijn noch overigh. Pefe ftadt heeft veel toegenomen fe-

Cc X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dert


-ocr page 162-


C! OJ


to


0.6


VO


le ^dtonl' de


^Paktvau,


'Wertlos ae.^attmo


O JhUamer


la d^eBe danson.


quot;Us ^Rtards


Paranid


ô-orron.


'di CarOe^es


Pbt^ere^^^


Hae maitUs


Sees


la Perte au,


Aâ-’V

Cham


Bcty


Ai


'^ats


•eomleltay


.... 4* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;K.r'r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5’Codes .

t Crmttaae Llt; » nbsp;nbsp;gt;nbsp;l)f ^atrr i


VCrmiti^e )iif teBour^ Jlds»ertoa^


VilatnëlaP


Chan^ffoms tnitx

SCPurre Je la. Coan


des Lmdes


Cenes


âitrtni-


’elle


Payai


^ean


le chaulais


Mxdôatrs .lt;


S.TJenii


ChaïtJielU


^Cerenee'

P^er le P s, s PaulitL


Vemeadle


hs’^ce


Pûur^ynotL


Chouorme


amp; ConJ


IdPorestJur


l^Comt^e\


Vara^


» Pots


edectir Poa-i

•— tonne nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'


t^SiBatdle

;^d^icoTnte .'itresdM'^


.r ■ V Lastmerei Xlii


Pelie/rne^^^


labreye d.Vÿàce,^


Luot


Vük'Diat.


CVhâlU lontVitm


Meridiç^ f‘°


^onmers au Perche


CBeatano^U die^


^eUonmer 3


Chant .


^eriStres la.


Oyjonyw


HBers

Plandaat


Pra^ svr


Vibrent sitr


deyne


PaJtf^eaa^'

a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;laÜn^elîe

yiaocne amp;ouet “


Ven dos


'twl'

Du-


^onnevàl


Orfferei


la-^chi


rjin.


50


t8


ZErOliyat


nois.

la Perte I


vo



JJtereS,


di^erym laPidere


lerles \


' Cham hatiJon


I iMatcre ^yCeattx


O Stnge


oBor^ Pdarcht


lon^on


SCîohaire


zey


iaChi^e


la cil


Oxoiorù


dîd^ 0


Larges


dilau.


youaon, /^euuerort^


àPer^au-


^.dauveur en^


iProtte


: O 4 S'

i S K


Sftots^^ Carfaahnont


l^^ad^eyf^


ylâtareidle


-ocr page 163-

De kercke des H. Kruys.

’t G O U V E R dert het oorlogs-onweer der Engel/chen : want ten tijde van Karel den Sevcnden is die omvang begonnen , met welcken fy nn omringt wert. De ftraten der oude ftadt fijn enge, maer die in de nieuwe gefien werden , ruym en breedt : /y heeftgemeene koopmerekten, op welckewijn en koren in’t gemeen verkocht werden. Het kafteel of’t hof der juftitie en is wel niet fchoon of aerdigh , maer aenfienlijck wegens fijne oudtheyt. De ftadthuys-toren draeght een uurwerekvan meer als tachtigh-duyfent ponden fwaerte. Daer fijn in de Radt 2x parochiale kereken, van welcke vier aen foo vele collegiale kereken fijn gehecht, behalven deKloofteren en Conventen der Religieufen van beyderleye fexe.

De Cathédrale kereke van’t heylige kruys wort gelooft geftichttefijn geweeft van eenen der eerfie BilTchoppen van Orleans van den jare 360, en wiert met fèerrijcke vercierfèlenbe-giftight van den Arriaenfchen Keyfer Conftan-tius, waeraf d’oorfaecke verhaelt wortin d’ou-de gefchriften defer kereke en Abdye : Sy wort getelt by die kereken , die van Chrifto felve ge-heylight fijn geweeft, als die van S. Denys in Vranekrijek, van S. Severijn te Bordeaux, en van Arles in Provence.

Defekereke is dickmael vernielt, dickmael oockwederom herbouwt geweeft, voorname-lijck onder Koning Robert, doen de ftadt felve t’eenemael afbrande. Hendrick de IVhadde de felve wederom begoft t’herftellen op de feU vegrondtveften, welck begonnen werek Lode-wijek de XIII vervolght heeft. Defe hooft-kereke is vereert met vijftigh Canonifyen. Daer fijn noch andere Collegiale kereken , te weten, die van S. Aniaen, van S. Pieter der maeghden, van S. Pieter in’t punt, van S. Avitus. Oock is ’er eene kereke van S. Salvator geftelt in de plaetfe der loodfche Synagoge, die uyt Orleans verdreven wierden in’t jaer 1184.

De ftadt heeft vol op van dingen noodigh tot onderhoudt des levens, en voornaemlijck van wijn , die verfamelt wort uyt d’omliggende landouwe, en geftelt wort by de befte van Vranekrijek ; doch en wort voor de gefontheyt niet goet geacht : fiilcks dat ’et verboden is ( lôo men leght) den Koning daer van voor te dienen. Hy wort nochtans uytgevoert door hulpe van de Loire , en daer na overzee gebrocht in verlcheydene provintien van’t Noorder-Euro-pe, fijnen naem van de ftadt ontleenende. De wantlelingen buy ten de ftadt vallen feer verma-kelijck tuiïchen de wijngaerden, die nu door groenende tuynen , nu door fruytdragende boomgaerden, nu door vruchtrijeke koren-ackeren worden onderlcheyden.

Het Wijn-land gelegen rondom de Stadt van Orleans, heeft twee-en-twintigh parochyen 5 en waerlijck ’t is eene feer bewoonde landouwe : want eenige defer parochyen, In^re namelijck en O/z«i,tellen meer als twee duyfenthuylgefinneni lulcksdat indien de huylgefinnen des gant-fehen Wijn-landts tot een wierden gefmolten, fy louden eene leer machtige ftadt uytmaken: hier vertoonen deland-huylèn eene meer als gemeene aeidighey t.

N E M E N T

Orleans, aenfienlijck door eene doorluchtige ^eeerifi^e. Overheyt, heeft eenen Meyer met tien Burger-meefteren of Schepenen j oock eenen Maer-fchalck, en eenen Opfiender van bruggen en ftraten, en eene, gelt-munte. Maer wat aengaet de Vooghdye van Orleans, die ftreckt fich uyt foo breet en verre, datfe gerekent wert onder degrootfte jurifdidien van geheel Vranekrijek.

Sy geniet een fuyvere en lachte lucht ,• bynaer Htedamt^ hetgantfehegewefte doet fich op in eene fchoo-ne vlackte, en vloeyt over van koren, wijn, vruchten en fruytdragende boomen. d’Ingelc- 5^ tenen fijn feer beleeft en vriendelijck,fterck, ar-beydfaem, genegen tot koophandel ,• maer die met vreemdelingen niet en hebben omgegaen, fijn rouw, korfel, en de ledigheyt al te leer toe-gedaen. Doch de groote menighte der ko-nincklijcke Officiers heeft defe hardigheyt van leden verfacht ,• maer hier door is d’overdact ingekropen , daerle te voren Ipaerfaem waren, en hunne faken gade floegen.

D’aerdigheytder Franfche tale bloey t in de-fes ftadts midden, als oock binnen Bloys in fulc-ker voegen, datfe lichtelijck de kroonc /pannen boven alle andere. Hier uyt is Orleans den Franlchen, dat eertijdts Athenen den Griechen was. De jonge dochteren voornaemlijck poogen de felve teverçieren, en trachten met jaloufye fulcks uyt te munten in de felve, datfe fich derven beroemen Pindarus uyt te drucken of na te fpelen, datfe Pindariz^er noemen : ’t welck oock Merula aengeteeckent heeftinde befchryvingc van Orleans. Defe aerdigheyt evenwel wort verleelijckt door een of twee beteeckenende en met-beteeckenende geluyden, gebruyckt in d’uyterfte deelender ftadt, alwaer fy eene an-dere en ruwere wijle van Ipreken hebben , wer- * dende de lange e verandert in a op de Dorifche wijfe, voornaemlijck ontrent de poorte Bannière, ’t welck den inboorling niet lichtelijck afgeleert, maer van den vreemdeling, des vermaent lijnde, lichtelijck vermijt wert.

Door eenen lbo grooten overvloet van alle Rijcï;^ dingen by ons in ’t voorbygaen aengeroert,is defe altijdt eene feer fchatrijeke ftadt geweeft; welcks rijckdommenoock door den koophandel dapper fijn vermeerdert en opgehoopt. In’t Krachten, gantfche Hertoghdom van Orleans en wort geene vafte of ftereke plaetlè gevonden ; alleen-lijck Orleans is van alle tijden machtigh geweeft, omcingelt van brave muuren , bewoont van dappere inwoonderen , en voormaels heeft’et d’aenvallen van Attila kloeckelijck en onverlêttelijck’t hooft geboden.

Seer vele quaden heeft defe ftadt deurgeftaen. Op dat ick d’oudere verfwijge, ly wiert van Attila feer eng en ftrengelijck belegert, en byna geperft tot overgevinge ; maer door de deucht endapperheyt harer burgeren, oock door dc hope van den byftandt, diefe verwachtede van Ætius, Merovæus en Theodoricus, heeftfe alle geweld mannelijck uytgeftaen ; oock hebben (meent men) de gebeden des heyligen Aniani,tc dien tijde Bilfchop van Orleans, grootelijks gedient tot hare behoudenifte. Siet hier van Sidon. Apollin. 8, Epiß. 16. In wiens name en gedachte-


-ocr page 164-

LEAN S. 27, e en Lodewijck de Vette. Het Bifdom ftreckc fich loo verre niet uyt, als ’t Hertoghdom of de Vooghdye lelve : want het en heeft maer twee hondert en tachtentich Parochyen, dartigh Prioraten, elf Collegiaten, en vijf Abdyen.

Oock en dient niet ftillwijgende voorbyge-gaen het byfonder en uytnemende privilegie der Biftchoppen van Orleans , door’t welcke ly vermogen op den dagh van hunne eerfte feeftelijc-ke inkomfte indeftadt, alle d’opgeftotene in ftadts-gevangeniften dadelijck t’ontllaen; en ’t welck wonder is, Nicolaes Nets, Biftchop der felve ftadt, lich op dele macht vertrouwende, als hy in’t jaer 1Ó32 fijne feeftelijeke inkomfte dede, ontHoeg ’er vier hondert en elf uyt de ge-vangenilïe. In dele pompe fijn vier Baronnen uytdit Bifdom gehouden den Biftchop op hunne fchouderen te dragen tot in fijnen Biftchop-pelijcken ftoel.

d Academie of hooge Schole van Orleans is feer oud; ende Collégien of oeffenplaetfen der kercken en kloofteren fijn in alle eeuwen feer vermaert gewceft. De Koning Guntran op fijne eerfte intrede in de ftadt, wiert tot een gcet voorteecken ontfan^en in Hebreeuwlche, Grieckfehe en Latijnlche tale. Dele Academie bloeyde al ten tijde van Lodewijck den Heyli-gen ; cn in ’t jaer 1230 quam S. Richard , Bif-Ichop van Groot-Brittannien in’t kloofter der Dominicanen in de Theologie ftudeeren. Dat meer is Paus Bonifacius d’Achtftefond fijne De-cretalen derwaertsin ’t jaer 1298 , om in defelve Academie voorgelefen te werden. Defe Academie is beroemt, en gehanteert van de Duyt-fchen, die aldaer eenige privilegiën genieten; en voornamelijck fich derwaerts aen begeven om de Franfche tale te leeren, alwaer fy oock eenen Voorfpraeck hebben van hunne natie, oock boeckkamer en borle aen hunne natie eygen, gebruycken ; en jaerlijeks oplèkercn geftelden dagh met feeftelijeke pompe door de ftadt trecken , dragende een vaenken of ftandaerd, waer ineen Arend , hetmerek desKeyferrijeks, gelchildert ftaet. De ftraten nettekens gepla-veyt met klcyne vierkante fteenen , en brengen den wandelaren gants geene vuyligheyt aen.

Daer fijn vele groote en kleene raarekten, van welcke de voornaemfte fijn lapluce de TBflappe , le JVHrfroy, (alwaer deinildaders geftraft worden, waer affe gelooft wort den naem ontleent te hebben) S. Aignan, les MiOttes. Eenige worden be-fchaduwt van feer brecdt-getackte boomen : ’t welck boven alle andere dingen der ftede van Orleans een onvergelijckelijck vermaeck fchijnt toe te brengen.

In dele allercierlijckfte ftadt worden ontelbare andere faken gevonden , maer de wonderen der natuure, der konfte en der koftelijckheyc verlatende, laetons overftappen tot die van de Voorfienigheyt, en Orleans aldusgeprefen hebbende, gelijck het dubbel over verdient, foo füllen wy ons verhael tot wat anders wenden.

De brugge van Orleans vertoont een bylon-der en verhaelwaerdigh gedenckteecken van Godtvruchtigheyt, te weten , de beeltenifte der allerheylighfte Maegt, houdende Chriftus, afge-

C c 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;daen

VAN OR dachtenifTe, na’t volmaken des kloofters, een tempe! gebouwt wierde, heden S. Aignan gehee-ten. Oock en heeftfe CTeene mindere ftormen deurseftaen van d’Engelfchen , onder de rege-ringe van Karel den V 11, in’t jaer 1418 , als de Maegd van Orleans, van welcke wy ftracx fpre-ken lullen , haer te hulpe quam , en ontfette. Gelijcke belegeringe heeftle geleden in den jare lyój, van François Hertogh van Guife, uyc name van Koning Karel den I X. Welcken Hertogh door Polcrot fchelmachtelijck omge-bracht fijnde , foo wiertfe by verdragh van de belegering ontflagen : waer over de nieuwe hi-ftorien dienen ingefien.

Ais de Monarchye voormaels verdeelt was onder de kinderen van den Grooten Clodoveus, was Orleans een ftoel en tijtel van een feer raachtigh Rijcke, en behelfde vele provinciën haer onderworpen j maer daer na tot een Her-toghdom opgerecht fijnde, wierd’et den Ko-nincklijcken kinderen als een eygendom en va-derlijcke gifte toegewelèn. ’t Heeft vele Ca-ftellanyen, van welcke d’eerfte is die van Orleans lèlve, gemeenlijck genoemt Ie Chaflelet d'Orleans i de tweede Lonis ; welcke ftadt in’t bolch van Orleans ooftwaert gelegen isj de derde TenDiUe, een aerdigh ftedeken met muuren omringt tufichen Orleans en Chartres ; de vierde, Baugency y vereert met den tijtel van Graef-fchap j quot;t is geplaetft op eenen heuvel der Loire, en fpant eene brugge voor fichuyt, geftut van 2 2 bogen; de vijfde Caftellanye is Chafleau-renard i de felle, Boiscommun, de Ceventie,Teure-k-Chaßelie} d’achtlle, Chafteaii-r.eufde negende, Vit'y^ de thiende eynde\\]e]!i'igt;ieuf-ygt;i’le-aitx-loges.

Het Bailjouwfchap van Orleans ontftaet en beftaet uyt d’alree opgetelde Caftellanyen , ge-lijck oock uyt de volgende ; namelijck, Phiygt;iersj vermaertdoor een koren-marckt ; Meun, geen onedel ftedeken, en door ’t Collegie van 20 Ca-nonicken aenfienlijck ; Artenap, Toury, Anger-yiiki ^c.

Kitgeekn. De Palcyfen , Kafteelen en beroemde Edellieden huylèn van dit gewefte worden aldus ge-telt : £4^, een oudt erßeel van ’t huys van Bourbon , Doify, Malsherbe y Chafteau-neufj Chenaille ChameroHeSy Chemant, Acheres, Roitchemone, Montpi-feau , Huijjeau , LontenaWe Aygt;alé j l'Orgé, Duyfetj Lornapy lesGafehetiers, Duillpj Fontpertuis amp;c.

weg(». Buytcn de poorten van Orleans , werwaerts ghy oock uytgaet, fijn de wegen ten minften twee of drie mijlen verre beftraet met harde keyen. De riviere de Loire van hier voortloo-pende, maeckt tot Nantes toe verfcheydene ey-EjlMden. landen , te weten, Rofelin, en ’t gene den name draeght van de gemeenlijck genoemt flj/g auxOyes^ ’twelck een mijle groot is in fijnen omgang ; daer na ’t eyland de Baugency , ny tge-ftreckt tot acht hondert treden ; maer ’t gene voor Chaumont lige,is twee hondert treden uyt-gebreyt : ghy fuit’er alomme meer andere vinden, foo ghy’tgeleyde der Loire komt te volgen.

Daer fijn t’Orleans vijf Conciliën gehouden der Franlche kereke: oock fijn’er vele Köningen ingewijd, namelijckKarei de Kale,Robert, Vranekrijek.

-ocr page 165-

Ds Maegd v-i» Or-

Dale»-

rjibrey-dmge-

AN ORLEANS.

dat hy bynaer het gantfche gewcfle met fijne golven overloopt; niettemin hy is feer vifch-rijek, en pronekt met de wirtigheyt der in-fwemmende fwanen. Niet verre van daer fijn dé rivierkens S. Cyre en Cobray die fich na de Loiret fpoeyen. De heuvel, die over defe riviere hangt,is befaeyt met heerlijekehuyfingen, al-waer oockisd’aenfienlijcke wooninge duPontil» Daer fijn in defe landflreke noch andere rivieren, te weten, Coujfon) CanU) Beuiron ) Sauldre, onder welcken name eene dubbele riviere ver-flaen wort, Heere, Berenjon, Re^e, Scc.

De voornaemfte fteden fijn Remorantin, Ger-geati ) Suily en Aubigny, Remorantin fit aen den vloctSaldre ,’t is eene fraye ftadt, die vereert is met een kafteel, en roem draeght op een feer aenfienlijck Collegie van Canonicken. d’In-boorlingen maken en verhandelen lakenen , die feer geprefen fijn. Gergeau , eene ftadt genoegh Gergsass. bekent om hare gerieftelijcke brugge, waer langs men aldaer de Loire pafteert, blinekt oock door een Collegie van Canoniken. Sully, een Hertoghdom en Pairfchap, gelegen aen den boord der félve riviere, munt uyt door de felve waerdigheden. Aubigny fur Heere is een ftedeken van rauuren omringht, en gefterekt met een kafteel. Clery^ecne burght van Sologne, light vier mijlen van Orleans, alwaer eene fehoone kercke is van de Maegt Maria, welc-kers Canoniken de hcerfchappye der plaetfe befitten.

Dit geweft is liefelijck genoegh ,• want het isbefet van boftchen, bejproeyt van bronnen en beecxkens.vruchtbaer van aerdrijek, ’t welck voornamcljck voortbrengt feer goeden rogge, overvloeyt van weyden , en vol op heeft van allerley foorte van wildbraed , uytgenomen van vogelen ; de bouw-lieden maken voornaemlijck hun werck van ’t voeden van kudden van grootc beeften. Sy ploegen alleenlijck met often, co doorfnyden den acker met feer grooten arbéyt ; wantfy doordringen’t aerdrijek heel diep , en verheffen ’t , om ’t water te vermijden ; fy (pannen negen often voor eenen ploegh. De locht is hier gants ongefont, oock fijn’er de wateren niet heylfaem , maer fwaer ; ’t welck mif-fehlen d’oorfake is,dat d’inwoonderen ten mee-rendeele bleeck of loodachtigh van tronie fijn : niettemin ’t geweft fcive is wel bewoont.

D’Inboorlingen letten met alle forghvul-digheyt op hunne huys-fàken, fy overwegen en wickenfe diepelijek , makenfe met niemandt gemeen, en geven fich naulijeks bloot aen hunnen naeflen. ’t Is een gemeen fpreeckwoort : De Sotten lan Sologne en quot;joorden niet bedrogen als tot hunnen profijte. In ’t Franfch : Hiais de Sologne)q^ui nefetrompent qu’à leur profit.

De landftreke van Puifaye is van de verkiefin- Tuifyt. ge van Gyen, maer van de Generaliteyt van Orleans, wiens Gouverneur fy onderworpen is j S. Fergeau is de hooftfladt der felve ; fy begrijpt noch vele andere plaetfen, namelijck Toucy, Per-reufe)Tieigny,8cc. van hier ontfpringen vele rivieren, te weten , de Chenille) ^dc^HO) Bourdon, Ouayne, amp;c. Maer wat ons voornemen aengact, van Sologne genoegh.

\ Q Q N \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V

daen van den kruyce, tufTchenhare armen : aen welcks eene fijde ßch heel gewapent vertoont het heelt van Koning Karei de V11 : aen d’an-deredatvande Macgd oock t’eenemael gewapent, fittende op hare knien met tTamengevou-wen handen als biddende, en hebbende’thayr geflingert over de fchouderen ; dele is van hare ouderen loanna genoemt geworden, en in’t gemeen leanne d’Are ; maer wegens hare doorluch-tige daden en uytnemende feyten heeftfe den heerlijeken en vermaerden name verworven van de Maegd nbsp;nbsp;nbsp;Orleans. Defe dochter (feg ick)

een ongemeen wonder der Voorfienighey t die de Koninekrijeken met eenen wenek regeert, geboren van arme ouderen , en opgebroght tot fchaephoeden, komt by Koning Karel de V11, in ’t heetfte der Engellche oorlogen, Orleans vaft belegert, en alle hope hyna verlorenfijn-de, en belooft hem byftant te brengen van den Hemel, ’t welck fy oock volbroght heeft : want korts daeh aen heeft fy feven duyfent Engel-Ichen ter nedergeleyt, t’feftigh van hunne fterckten ter aerden geflecht, en endelijck Orleans ontfet ; tot eeuwige gedachteniffe van welcke wonderlijcke verloffinge , dedanckbare borgeren van Orleans de gefeyde beeltenifie op hunne brugge hebben gefielt. Den lof der ftadt heeft lui. Scaliger ten naeflen by op defe wijfegefongen :

Hooft l’an een machtigh Rijek kan Orleans niet yoefen, Sy' deê dan datfe moght, en ipierdt ’t herte ygt;an.

Rel’one geeft haer macht) ’t Hof -^oorden uytgeleftn.

Geen’ konft) geen’iseten/chapidie haer ontfehuylen kan. Soo heufeh is haer '-vernuft jfoo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;foo -ïoaerd teprijfen.

Van ’t geen [y niet en kent, loert Gallien geen’ kout. De Vader) die den reycp’tJpits aenioert lan Hy/en^

Broght oflan hier^ of hier fijn’ giften menigloiid. Sylaeti» haer niet kleenS) niet onierbelens blij eken :

’t Volckfelf draeghteenen moed,gelijck een Prinsjfoolry. Stadt) die u nieten yedjekt)enJalloor niemant quot;^djcken.

Ghy hebt loor niemant oock te itijcken, als loor dy.

SOLOGNE.

• Ologne noemen de Schrijvers met ver-^fcheydene namen, te weten, Sigalaunia, Siligonia ) om dat’et rogge v^ortbrenght, en Sabulonia ) om dat’et overvloeyt van fand. Het begint ten naeflen-by van de bruggen van Gyen, en loopt voort tot de riviere de Cher) en beflaet het gantfche zuyder-gewefle van Orleans over de Loire. Sijne lengte is ontrent van veertigh, fijne breedte van achtien mijlen.

Het wort bevochtight van vele , doch onbe-vaerlijcke vloeden j de voornaemfte üjn Loiret) Couffonj Beuiron )Çn laSauldre. De Loiret ont-fpringt eene mijle van Orleans 5 en fijn oor-fprongh vloeyt over van eene foo groote menighte waters, dathy een leer groot lack maeckt, bequaem om oock geladene fchepen te dragen ,• maer aengefien hy maer en loopt tot twee mijlen verre by de wijnbergen , foo en dient hy maer alleen ommeulens om te drijven. Defe vloed is eenige gefloortheyt onderworpen, gelijck als de grootfle flroomenj fulcks

-ocr page 166-

Het Hertoghdont


E V E


Parlement te Parijs ftaen , te weten, Ne-vers, Auxerre,Mafcon.

DeeerHe heeft den tijtel van Hertoghdom, wiens landt (Vuche de iSli^ernois} fich wijt en breet uytHreckt, en bewatert wordt met drie fcheeprijeke rivieren,de Yonne,Allier,en Loire. De inwoonders geneeren haer met veejhet landt draeght weynigh koren,en byna geenen wijn : maer heeft yfer-mijnen, en ontrent de ftadt S. I.eonard fijn oock filvere aderen gevonden. Men gebruyckt hier veel fteenkolen, welcke niet verre van de ftadt Defize gegraven worden.

Nivernois paelt in’t noorden aen Auxer-rois, in ’t ooften aen het Hertoghdom Bur-gundien , in het zuyden aen Bourbonnois, en in het weften aen Berry.

In dit Hertoghdom fijn vele Heden, waer van dertien heel oudt,als Nevers, Defize,Cla-mecy,Moulins les Engilbers,S. Pierre le Mou-Hier, S. Saulge, Luzy, Premery, Corbigny les S. Leonard, Donzy, Dreux, Antrain, S. Sauveur en Puifaye 5 de reft is federt hondert jaren herwaerts met muuren befloten, als Tan-nay, Dornecy, Suryonne, Champagne, Ama-zy, Afnan,Coruol l’orgueilleux,^BilIy, Eftais, en meer andere.

was

Nevers is de hooftftadt van’t Hertoghdom, wien jurifdiólieen gebied fich uytftreckt over dertigh Caftelleynlchappen. Nevers is Cæfar oock bekent geweeft, die in fijn eerfte boeck aldus van een ftadt van de Æduen, aen de kant van de riviere de Loire op een feer bequame plaets gelegen, ôcc. En opdat niemandt twijfele, dat de ftadt, welcke aen de riviere de Loire leyt,en nu gemeenlijck Nevers geiiaemt Wort, is de felve die Cæfar nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heet, wort

fulcks klaerlijck bewefen uyt een feecker re-gifter der Provinciën van Vranekrijek, welck by den treffelijckenRechts-geleerden Jacobus Cujacius is gevonden, waer in duydelijck ftaet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Antoninus

noemt het ]^i^ernuin)in de wegh die van Au-tun naer Parijs leydt. Het is een ftadt,welcke rondtom met ftercke muuren, hooge torens, en diepe graften oracingelt en verfterckt is.

Nder het Hertogdom Aen het ooften loopt de Nievre, van Welcke van Bourgondien ple- de ftadt haer naem heeft, daer twee kleyne gen drie BilTchoplijc- bruggen over liggen,en valt terftont in de Loi-ke Heden gereeckent re. Acn het zuyden loopt de Loire langs de te worden,welcke on- Hadts muuren, daer een fchoone brugge over der het gebied van het leydt van vierkante fteenen gemaeckt, met twintigh bogen.Aen het noord-en weft-eynde fijn verfcheyden fonteynen, uyt welcke men


Nevens de hooftkerek, ter eeren van S. Cyrus gebouwt,daer ’t BifTchops-hof aen vaft is, ley t oock het kafteel en paleys der Hertogen van Nevers.Buyten aen de ftadt fijn weynigh ofte geen voorlieden , welck nochtans andere Heden van Vranekrijek gemeen is ; daerom is Nevers oock ftereker, en te min de lagen der vyanden onderworpen. Nevers is fo een oude oMjdt, lladt, en op foo bequamen plaets in het Her-toghdom Nevers gelegen, dat men met recht wel mach feggen,dat het de felve is van welc-ke Cæfar in fijne hiftorien vermaent met defe ” 'c ?rden : Hy verwoeft de ftadt Genabum^ (dat is Orleans^ en verbrantfe, deelende den roof onder de foldaten; hy fcheept het Leger over de Loire, en komt aen de grenfen van Berry. Vercingétorix, de aenkomft van Cæfar vernemende, heeft van de belegetinge op-gehouden, en is Cæfar te gemoet getrocken î ny hadde voor-genomen de ftadt van Neversgt; op fijnen wegh gelegen, te vermeefteren,amp;c* Siet hoe hy, treckende om de ftadt Gergoie, die belegert was,te ontferten,vanNoviodununi verreyft is, welcke ftadt geen andere kan ge^ acht worden te we fen, dan die, de welcke nu

■en

Nevers genaeinc wore,en aen is, recht op den wegh waer langs Cæamp; moe-fte komen ; alwaer hy , niet tegenftaende hy meefter van de ftadt was , vreefende van het Franfche leger qualijck onthaeltte werden,de-wijl hy nu alreede de ruyterye fagh tegens hem aenkomen, de ftadt verliet. Noch hedens-daeghs fiet men op de wallen der ftadt een oudt groot en breet bolwerck, foo hoogh als de ftadts muuren. Dat Nevers de ftadt is, die Cæfar ISlo^iodunum heet, fchrijft Aimo Mo-nachus, in het beginfel van fijne hiftorie, daer hy de Franfche fteden telt,met ronde woorden.

Van de rivieren die door dit Hertoghdom Rrtfierefi» Nevers loopen,is de Loire de voornaemfte,die fijn begin heeft in Velay,komt voorby Bourbon in net Nivernois, befpoelt Defize en de hooftftadt, met noch fommige andere, en loopt voorts naer Orleans, Blois, Tours, en Nances, tot in de groote zee. Ontrent een


-ocr page 167-


yitibrur

*s

t


r is.

.S-,


''Sf



s.-'^'quot;'fto

Cjb’ts *4


Sai'ianr


diatilcre


#ift.

'‘st

*^*l«SSsS# SLs li ft#^ ilt;-



A^'er

»deneteu rafeatt

^ens


S. latne


ed s««y


s «lt;ƒ 'i

j^öVsssV -


'y'ienen


s?

«


hi »,


■4# 0' iftl’ « ftft

Cfeufuy au g deux Clochers


*ft/.#4ftftiftüVt‘'

#ft o ftftfiftft ft

141® ft*


C ** T»

lt;yury en Vnux

S.Satur

Chaijnan G J

'i'cr.tiyny_eS^.-

V


■y O

jt •yniercs


•rHenetezeu

quot;iharenay


L es ‘-Pertnuy;

O


O

Se uieney

P A


Q *Rien


cßrech


‘£lctn


-duntoŸ

Sanriany

P Seve lt;


Bft quot;S

S.Iu


(Ëevvcrt


S‘Denis de ^Lallin O

„ nbsp;nbsp;nbsp;Ta ilin O



S Ll'enjeau nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J


S.Iean enTutzay

'Do/önt


Ä -innet


Jcrtnenlron G


Lift


liuy


•■lulÿny


Cou^n


“ss«s« quot;

.«t»' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.igt;^,’lÜ‘,gt;

‘ O ‘liyiuam


Mr


Sottaer


e tS^i*iï‘fc-

'Petieny G Crein


•^diHy Ie Cha ■ tenu


'^teey,

^Sery

Jßil


Gallicè


Yonne


Jhrc


Ltyeneu


.ftftft# II, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A'^/fr»'

ftft X........ ,é V ® .• S.Vrain.


ô.Atnatit en. Tuizay Ä

■ As


^Damyterre ;


Liannny


ï.^F -,

r ~ .r^'^: il 6ft; Cours

I S.'Fiorrc le tr^’a A- ; °


Si? ^^^‘iBouy .

lit ci P'fnii-.nii ÿ it-


Sie


' COSnc

„.•••'’iïS


’■«......

sV

G


n 4 ftftS

C S.Honor o

C li nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-


Lnleem


Celletuy


LeTra o


o

^airay ^■Btneau


4 - ÿs a|#gfts.

A -:, «.Âa

■**ß * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Courou

e*#a% #

.dc O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CÀF-^ a

. Hcnctriau ^sß

seßx..

ü ü’»8-^


^ifytvney


.Itoittolidu


Grun


'JSrcfli' Q


O -Luney''^^/r^


S- -irayettde


(àermain S‘0 Chaloau G fur la mer üè *■ ft ft ’Dim le “Roy

*^«-* Conb-e

- A'Siîê W/S. 'Va ritte


lautnier^


a«A


Gceuy


Grone


.0 uetifaueen ro^ iièi.


‘£illy


G

(Rianay

'i^'


' Arauten


'Vertelet


^e*ft »ftal* Sc S 67**s. ft e

'S ^‘//Tzarrr v|ftgftSj; i^ftaftefts fi a ftO-

‘bary nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CPterreyertuts O


~Fontettey


. ilomlle o

^^^fan/te q

•■'^oaa.


ui


Sjvi^ny


ftS î#- Jlarau


Pauirt'

'. *■ °/ quot;quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S’^-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/•

Saviolny le nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q o ^Leljnv

O bêrjteau nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

Jlonhcrtaii c^ o 'Fourtin gogne Porev

T ,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Chalenav

Le meubn O * hourhilly _ G


o##^ ftft


A .°


» iouron


CmtUmbie


SM/arftrt Q J* Cucntiu.



ù.ïLaurent


Lialoavorne

O

S.JiaitJelin-


’r-

.....«u

. «a *4


Dottzi

'a ■■*■;.£' ’*^'„’41“/a


|X«7 charité

. Ciuntnu


8«4W«

#‘o •


O I*- “

Cannery


S.


Ltehource


Aö| S.Mhm ^hat^nes

Chubÿfie


o #^ft i a#A 'tany Jinti


-ei'»quot;


-Vr^y


s*K


fNr^uQü

s...


La euhony^itY^

lis#«#*//’ nbsp;nbsp;°

'Ffd/Ic^^^lß

Jl-

^t I.ey st#s


‘’quot;•'“.ïte? O

lîftï -* a e


r-«z. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lhareu


*Leaument


.aoaonbtiyne


so^^y ' Ftynot

Jonoyo^)'^^


■ *’quot;^ss

•KoHvoroy

quot;4.'


®V

Pelt


-î-zn ■ if.j^ 'Joomyiori

ßü-


yïmyttty


'Jiemhouy

.hrie _ 0


, iis G‘:ri^“’'“‘^yain’it'‘ß j,rf! Aariyny ^hauntaa/t


yinhent- G


'£ffue


P’L


Q Ciialin Chmyalonienl


S Aarb'u du fi puits

gt;ïl

I A « ftftft


ßPereiüy o AfifiJL


M . ®

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;G.‘Recverien.


;w

S.'Praneby v— O a-. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

^ardn hrpe-^'^ MS. tettnter ç»-O ftS-


Cairiyny-klSrmaiy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W®- Ä

fLaleriy .*» Ltc^^ '

lt;ee ‘Leita - Jt.Ö^


•e^ss-


Le*Portdes bjtg


Certgt;on


*iL


La roche nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

G.‘Didier û^q i* O o u»*A lt;w.

® s

Chantau .,4»


Lt^ev

Lautanjÿ


Jif AB.


Liavi.


M- -^achin


Gacune


• dot^ueht.


La tna^Ud reuje


Har^ny


•ftsl’‘W-^sßlßll.


S.Brilfon.'^ ft .«• ■ nbsp;nbsp;nbsp;,, SS.^t

® Goutlom

ie~S.Liyie ^.acr,.

0 Lßaltnareu li^

ftift


O Oreu

Morvan t.


Chauma .noe-^


Cjraiin^


“Planche


Gie


O

Savilly



il'’’quot;quot; re' Sacy hour.hn

V o CScixinnc O^ Billy y‘quot;'‘“’‘quot;“ “B-ouy •Scjp nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. IL aBAineAili

A...ô*^ lLS.tAi


^^liacenay


Hdlceauec nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O


Sirfy


O, S.i.y


O ^.ï’rzi


La Tefife ^Verriere


'lavemay


-ftftft..


Srolaine r.ft, fiiSA^ CourJeso:.

SFor^ou O

O ^«•


»So -

StSA *-■lt;?.

* is.

al, «


■*j“«*4,..

Chateau-


iss„ -%v-i*On


rElctuv lt;3 .Ä«^ ■

S.AtÄ ■“ .Juni


'-ft ftS '^##' o G. Liyier

tti.^ -^-


M r,

•“s


O Choiftcau

•Brion Seii


O Leiirci' /’S AT


G^teu:c


'd- Af 4^'


- *Jiadenay


yerel -^ft# fift® T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

• Couleuvre


td/crte Cl,^„J auay SLcoyary„


a S

Couony 45, *ii ft‘ftfe_ rtS.ft 6 -=gt; yftfteeftüSüft S'Fterrelo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q

.^liy Ie iß tk °C.,, a a^iiStSeaa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ü^S. .^oß,II A t

eeftfll’^. essftftftßesAsVfte

.,. sft/ft - ceeft*i%s?eï7.«ftsse Vi üiï‘» „J^S“


•^sÆIÂs«

ti rt ■sr ® nbsp;nbsp;nbsp;4 ç


Chantenay


’fts


•quot;yMur ahroo -y


_ ’ÿ

O .ft£ Hillel .1^!^

Luxy _


O O

LaFcnOauio !lt;■' id mer

' '1- SliorL-


O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-«r

.^-Senizr C





Sarionnyoïf;,.

* «Hn -^«nlav . ■' ' nbsp;nbsp;nbsp;■-••. » nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

sk


ehi:n


2««-

ftfta

-s s


X-

Â'^ içç*!?--

ç”


Cuzv


•- Cheranny


0.

R'


Lazi dlentett

S8^


O ^^L'enaeroU-e

^Aft ,5ftamp; iift #ftA stift-


Sfiav


O

La ChayycHeJeuîr. huohott


Lu ‘Kinicr


•ipti Qdljolniiim et lahunnem “ßlaouit’.


sa 22


-ocr page 168-

NEV

mijîe beneden Nevers loopt Ailier, de feer vermaerde riviere van Auvergne, in de Loire , welcke plaecfe Conflans genoemtwort,van de t’famenloopinge defer twee rivieren. De Yonne komt uyt’t geberghte van Morvant,fcheyc de Bisdommen van Nevers en Autun,en groo-ter geworden door de Chore,valt hy te Mon-ftereau in de Seyne. De andere rivieren fijn Nievre, daer de ftadt en het lant fijnen naem van heeft, de Alaine, Quenne, Andargue , YflTeure, CreflTonne, ôCc.

Regeering. Aymo Monachus verhaelt, dat over de gemelde ftadt en het Hertoghdom van Nevers, Craven, in het beginfel Graven, uyt den naem der Ko-ningen, geregeert hebben, welcke daer nae de poffeftie en heerfchappye, door lang gebruyk, aen haer felven trocken en behielden 5 en dat, door het verloop der tijden, defe Graeflijkheyt tot een Hertoghdom is verheven ; waer van den eerftcn Hertogh was Françoys, de fone van Karei van Nevers, en Maria van Atrecht, welcke tot gemalinne gehadt heeft Margareta van Bourbon, dóchter van Karei de I, Hertogh van Vendofme. De jaerlijckfche hifto-rien van Vranckrijck melden,dat Philips Grave van Nevers, Rhetel, en Eftampes, fone van Philips de Valois Hertogh van Bourgognen, met fijn broeder in den flagh van Azincourt bleef,entot erfgenamen gehadtheeft fijn twee fonen, Karei in het Graeffchap van Nevers en Rhetel, en lan in ’t Graeffchap van Eftampes; ■welcke, als fijn broeder fonder kinderen ge-ftorven was, de andere Graeflijckheden oock ge-erft heeft. Defe heeft by drie vrouwen ver-Icheyden kinderen gehadt, die al geftorven ' fijn,uytgenomen een dochter Charlotte, wclc-

E R S.

ke getrouwt is met lean d’Albret, en hem ge-baertheeft Maria d’Albret, welcken ten hou-welijck nam Karei van Clcef, fone van loan de ÏÎ, Hertogh van Cleef: defe Karei wort de eer- Hertc^n. fte Herto» van Nevers in de hiftorien genoemt: wiens fone was Françoys, de tweede Hertogh van Nevers. Defe hadde van fijn gemalinne Margareta de Bourbon, de dochter van Karei de I,Hertogh van Vendofme,François den derden Hertogh van Nevers,Grave van Eu,welcke fonder kinderen na te laten in de flagh van Dreux gebleven is,in ’t jaer onfes Heeren 15 ^5. lacob, Marekgraefvan Ile, de vierde Hertogh van Nevers, is oock fonder kinderen geftor-ven; Henrick, de vijfde Hertogh van Nevers, is mede,gelijck fijne broeders,fonder kinderen overleden ; defen is gevolght fijn fufter Henriette,de fefte Hertogin van Nevers,die trouwde met Lodewijek Gonzaga, Marckgraef van Mantua, waer door het Hertoghdom van Nevers aen hem gekomen is: uyt dathouwelijck is geboren Karolus Gonzaga van Cleef, de fe-vende Hertogh van Nevers,amp;c. den welcken de fonen van groote Princen en Heeren , als een exemplaer en voorbeeld , behoorden nae te volgen ; want hy verfcheyde landen en Re-publijcken, feer voorfichtigh en geluckigh , deurgereyft heeft, en de manieren en policien van diverfche natiën deurfien, eer hy fich tot het gouvernement des Hertoghdoms heeft begeven. Nu voor weynigh jaren is, door het overlijden van Vincentius Gonzaga, Hertogh van Mantua, dat Hertoghdom op defe linie vervallen, waer van breeder nevens de kaerte

van Mantua.


-ocr page 169-

Het Hertoghdom

Et Hertoghdom Berry, T)u-catus 'Bituricenßs, en in het François Tgt;uchéde Berry ge-heeten, grenft in ’t noorden aen Sologne , een deel van Neder-Beaufle,van welck het door de rivieren de Sandre en de Cher afgefcheyden wort j in ’t ooften aen Hurepois, Nivernois en Bonrbonnois, alwaer ’t gelimiteert wordt door’tbeecksken la Fayeen

Auvron cn Aurette, aen d’een zijde, en Eure en Mols aen d’andere. Van wien dele lladt geiondeert zy, is noch onfe-ker : de fituatie der felver is eertijdts veel anders geweell, als tegenwoordigh, zijnde toenmaels aen de moralîen gelegen, gelijck die feer llercke muurcn, die aldaer noch bynae geheel in wefen zijn, van een feer valle materie, (foodanigh als alle oude Romeynfehe wercken zijn ) fulcks genoeghfaem uytwijfen ; beginnende by den tooren, die men den grooten tooren noemt, voorts llreckende door ’t midden van S. Stephanus kercke, en door de Urate van S. lean Champellre tot aen de Gordianer, en foo voorts aen de nieuwe poorte, die eertijdts nae S. Andries den naem hadde j daernae kee-ren fy haer door de Urate van’t Amphitheatrum, die men gcmeenlijcken des Arenes noemt , tot aen de poorte van Tours: van daer nemende haren keer naer depoortevan S.Paul,lwaeyenfe allengskens wederom naer den voorgefey-den tooren. Defc lladt is daernae van Karolus Magnus, en andere,uyttermaten vergroot,foo dat fy nu wel met de groot-lle en aldervalle Heden van gantfeh Vranekrijek vergeleken mach worden, zijnde van gedaente rondt, feer ruym cn wijt, met tachtentigh hooge en dicke toorens bevellight, onder W’elcke de boven-verhaelde,L4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tour gcnoemt,de pri ri-

cipaellle is, van wegen fijne ongelooflijcke dickte, zijnde rondt, feer hoogh, en rondtom met andere kleyne toorens, oock met een muur en diepe graft wel voorfien, onder de rc-geeringe van Philips de II Koning van Vranckrijck,ontrenc het jaer onfes Heeren 11 jgt; o. Men wil feggen, dat ’er noch een diergelijeke tooren was, doch nu al vernietight, daerom fommige fullineeren, dat defe fiadt Bituris is geheeten àbi-nis turribus, dat is, nae twee toorens : waer van noch dit oude rijm is :

Turribtss à binis, inde vocor Bituris.

Hier zijn xvi i Collegiale,en foo veel Parochie-kereken. Sy heeft oock een Aertz-Bifl'chop, en foo treffelijeken Uni- ticm, verfiteyt, dat ’er in heel Vranekrijek geen vermaerder is ; die Vriverß-veel geleerde lieden heeft voort-gebracht, principael in de Rechten. Te Bourges is oock de hooghllc Vierfchare ofte Recht-banek van ’t gantfche Hertoghdom,alwaer prefidecre de opperde Bailjou van Berry; aen delen appelleert men, lbo wel van de Rechten der felvcr lladt, als van de Magillratcn van alle d’andere omliggende plactfen en dorpen van Berry.

Onder’t gouvernement van de Stadthouder ofteGouver- Couven:!* neur van Bourges, hoort de lladt Bourges felfs,met noch vijf ment. andere plactfen, als YlTouldun, Dun Ie Roy, Vierzon, Mo-hun en Concrefiault. Onder de hooft-lladt Bourges worden gerekentdeGraeffchappenSancerre en S. Aignan, deBa-ronnye Montfaulcon, en ontrent 40 Caftelleynfchappen.

Sommige feggen dat Sancerre defen naem heeft van Ce-Sancem. rere, die daer eertijdts ge-eert is, als oft men wilde feggen Sacrum ofte Sacellum Cereris, welcke derivatie de geleerde Latinillen niet aennemen,maer noemenfe Santodorum. Eertijdts was defe lladt een Graeffehap ; en heeft in ’t jaer 1575 foo een harde belegering uytgellaen, diedeinwoonderstoc fulck een hongers-noodt bracht, dat fy niet alleen honden, katten,paerden,ratten,muyfen, en mollen aten ; maer oock hoornen, leder, perkement, en diergelijeke, jae,dat meer is, haer eygen vuylnilfe, en menfehenvleefch, De Caftelley-nien onder haer hoorende,fijn Sanccrges,Beaufau,Chapelle d’Angillon, Ie Challel de Boncard, lalonges, Tarenay, Vir-digny, Menefme, Charentonnay, Brie, en andere.

Het Graeffehap S. Aignan heeft defen naem van de Bif- 5. fchop S. Anian. De Baronnye van Montfaulcon, het welck Mon^aid-foo veel te feggen is, als Valckcnbergh, begrijpt de Heer-lijekheden van Baugy en Gron, la Fane, Lyvron, Cony,Vil-labon, Seury, Marcilly, Marnay, Farges, Avor, Saligny, Pet-cigny, Cru, Lalfay, Boisbofon, Nuifièment, Villiers, Com-poy. Hier zijn noch de Callelleynien Ays d’Angillon, Sury en Vaux, S. Soulange, S. Palais, la Salle du Roy, Bueil, Quantilly, Fomorigny, Francheville, la Chapelle, Nançay,

E e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Drye,

de riviere de Loire j in ’t zuyden leyt Limoyfin, alwaer de riviere Creufe vliet j en in ’t wellen wordt het van Poidou en Touraine door ’t waterken Clery afgefondert.

Vrucht“ nbsp;nbsp;nbsp;Dit landt is van koorn, wijn, en alderhande nootdruftig-

iaerhejt. heyt feet vruchtbaer, en infonderheyt van vee, ’t welck door geheel Vranekrijek gedreven wordt.

Oude vele- Alhier hebben eertijts de Bit uriges, die men Cubos noem-de, haer woon-plaetfe gehad,als Strabo, Ptoleraæus,en meer andere getuygen ; want de Bit uriges waren tweederley, met toenamen onderfcheyden, als Bituriges Cubi, welcker hooft-ftadt was Avaricum Primst Aquitanix, en Bituriges Vibifci oft Fivi/ci, welcker voornaemlle lladtwas Burdigala Secunda A^uitanite-, defe beyde waren vrye lieden onder den Romey-nen, als Plinius meldt : Civitas Beturicum ofte Betorigorum, foo als fy in l!iotitia Pro-vinciartim geheeten wordt, light in Ac^uitania.frima ofte fextaViennenfi. Van den naem defes volcks heeft loannes Calamæus veel gefchreven, en de Hi-llorie der Biturigum in fes boecken vervat.

Beieeringe. Als Hugo Capet in Vranekrijek heerfchte, wierdendie van Berry van eenen Godefrid in name des Konings gere-geert j van den fclven foude gefproten zijn die Harpinius, die van Koning Henrick de I het Graeffehap van Berry ge-koft heeft ,• en als hy ( niet lange daer nae ) met andere Prin-cen en Heeren, voornemens was naer ’t heylige land te trecken , heeft hy ’t wederom verkoft aen Koning Philips de I, om het met de kroone te vereenigen : eenige jaren daer nae heeft lohan van Valois van fijnen vader Koning lohan, dit Graeffehap ( toenmaels tot een Hertoghdom verheven ) te leen ontfangen, en llervende fonder manlijck oir te laten, is dit Hertoghdom wçderom aen de kroone van Vranekrijek vervallen. Karei de VI, Koning van Vranekrijek, die fcer veel kinders hadde, heeft het daer nae overgedragen aen fijn foon lohan, die,oock llervende fonder kinderen, liet tot fuc-celTeur fijnen broeder Karei -, die zijnde nu al Koning van Vranekrijek gekroont, nae dat de houwelijcks-beloften, die tulTchen Koning Henrick van Engelandt, en fijn fuller Catharina waren gemaeckt, te niet gingen, en hem ’t meelle-dccl van ’t Rijck door d’Engelfchen ontweldight was, fpots-wijfe Koning van Bourges genoemt wierd. Nae defen Karei regeerde fijn foon Karei, broeder van Koning Lodewijck de XI van Vranekrijek; en nae hem heeft Margareta,fuller van Koning Francifeus ( die cerllmael getrout was met Karel Hertogh van Alençon, en daer nae met Henrick d’Albtet, Koning van Navarre ) dit Hertoghdom van Berry van haren broeder tochts-wijfe befeten en geregeert. Eyndelijck is oock Margarcta,dochter van den felven Koning François,

van haren broeder Koning Henrick dell met dit Hertoghdom begiftight, als fy trouwde met Emanuel Philibert, Hertogh van Savoyen.

JPooft-ftadt De hooft-lladt defes landts wordt van Cæfar, Antoninus, en van andere Avaricum geheeten, en nu ter tijdt Bourges : van Ammianus çxi'XW^çx.zBituriga : ly wordt oock Biturica, Bituriga urbs en Bit urica Civitas genoemt ; Ibmmi-gc willen voorgeven, datfe Avaricum foudeheeten, nae de riviere Eure, die daer aen-lpoelt. Sy is gelegen in een fecr genoeghlijcke landouwe, leer vruchtbaer van alderley gewas, als ooft,koorn,en wijn,oock aen menighte van beelliael cn gevogelte. Dcfe lladt is met vier rivierkens verrijekt, als Tranckrijekt

-ocr page 170-

BERRI


*|U| WH — IWUWUW


Coubn


lar^M


Ch^hjti


. gt;tu,-


CJjoumürth


'~Q0U‘S0n'^


^iteuw occulit.


B.^trtniA o


Cbm^n-


hayt^ajtu'


Briaäre Jcl ■(/quot;

BameALu’ic f\ ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® Batilk,

Otjeon. Q


ß/an^ri-


. ^lonlatane


^Cftwy


s. '

‘Tiaulicu

J^ierre/iiti


haj^oult


O . lltllMejy


‘IRenurantin


iauUre JU ■


Chabria


^illd. ^ra/tohe


Suty^b'b


^iiVaüU^,


.Jßv”}' o


Bi'idere


s-

S'o;


O Bffuy


Trek' le Chétif o


tutter JParret


taille


^i^iere Q


''^Molkers


Ltt^uye


S.Gat'Ute


ulnt^yne


Beics tnereit Q


.Blavanee


-iineb


learnel


.lleußa.

.irehamhauJt

J.aJuz

O


'aictot’itu:


o

L^arttac


óoulQ/yuty

B.L^e

Burv e^ Vaux u ilen fiou ra ■.

Sena nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;h/


Pierre Ap


L^tty La Br^e


° Sßj


Lii^y


Cetueur


S. LeMureni-


Choftcele


ittU^e terre


it^ranae

B-llBllaire tie Bienai/e


.Je'Trk-


sintertet


^7e.


LttehaJr


Ctu-leti-


^l/tuerce


• Je/ibhae O


‘■‘^biyy ^ki^au ï’ieuix

^^'rralles


Cleons O

Q


.4jay Ie fireu


O*


^/liUae


O

S- Suyjih,


S.JfanÂelùt-


‘rile... t' o, Vgt;lt;

•J^ree-


irafehv


'VtMM


f..:, iOtr



Baumery

■'tbaeße S.yCehe,


'^arc’/tnes



Tueai' le tital

Ä O


. H-ouroyue fi


G.Geneu


■Vilkers

TenM

O


La BerbfnUierre


.ibrnM o


l.! fiaoahb'^


Ban^ierre O f^.£e


gJ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J^rucrax


^ardeUeg'^


'-h^ibiyneux


Geaeaill}' ?B.,lMirille


•^fee Q ^r^ljuay Cherv O


S.Seoux


(feu»

Greve


*Rottray


Leeairtlatt yillan


'Francheril


Ctreehy o lt;nbsp;O


Bahuu

letttnabehe^


'^^iÜeyey


•Irye


Creu^^


S- CelQetnbc

O » lleb'ne


LaÂois QLatulraei


sZquot; °


$■


Settlee

O

S.Lterre Je£ la/hs


Chartictvcf O


CharatvnnM^


-HMoÇro 0 Chauynes f-.■^i^ Chalytie



► fhrtettu'ef


O

B’enlenay

Liyni^ez

Bretaiane

*-

^iG.Bhallee.


B- »'^arlin. tlea lans


S-Iaelanein

^'‘./re .e^


La .Barre^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S■Bonni O

O


'^iUeyenyi^ 'Vineul '


Chamben.

O Ghesellea


'VilleBiett

Bourain


* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;!/• nbsp;nbsp;nbsp;, ! r

y eure I le Je)


Chattlefine


Q 'Vytieu.


Laefic/e


(^rnai/


\ CUrion:


Bamyierre

O


O

Zj Chaßre au Xheetiie


Jtu feiere L . layJabeitie


.. ‘iariift


Latta


Tta Seu/llei'raim


► l^u^en.


'f.ridiers


. Heneb Je Tjieteie


S-Trier Lt^henüe O


. Jerb,



p ürc£i-* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cheerier


Cele Duiteii


-f/eurj



u... o


Gii’orÂm.


Tot


O jff/v ^ulbametten.


Lan^fi^re rL r^ Gry PU beneid


Le ^GuJratt SkFlearatti-


Le CouUray


Lrimelles ..^


*Tilt;


Jtlattiyiel 3

Leehxi


X Crt^aid


•jircay q

Lutury


Q Lt^attr


Jetfecay o

Level Q

S .Germath^


Sarreult C


Hariytty

B .Bauiletv


\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘)ù«‘gt;nhrtiO



O G.Chr^/l»


. \L O *^ *-ifrute, ^'Charüer sefit_ l^emenJ


».^ers O

^lf^ntyorrel lt;nbsp;***; L« Sarby


Bent.


Garehijy

Q Vareinee


G-Jhllayi


O u o rllic tl ^iatiatvrtu'

• Üanllet^


Vauolaulen o '^^beranb O C-quot; ~1i. Crosav


flJteee

»l/yuranJe

Le mes S-Baal


Bol^na ^^*gt;^rell jla temyle

Sarezat’


Ittbetf/erre


O '•‘t ßcbß^


If E


o o l^tzan


O

ChiunC*


TetUbe^ Liz


.'Cr^

o


neyrcrt ^Verly


iTbrffuJ'^


®’Z^^ ^^^aurnoty

BeiaLireau nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'


o

......’ ff Taüin


'Venon^j^^ O


'Vreu.


Neven


p B.Bbyquot;^-^^

Brix


■■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f - e\}amh*

OjVuzai',A. Aü -....... s£^.ASiï : ° ■ S.Slh'i«^^


'Valenay

''iVeuz/eree o


*Reyny


Te^raff-eb Prcrcranyes o


BBriet la n

O


'J^eue-skc


rhau. J- Sili'aâ^lèiJ'e


TlenJey


Itt^ny leLertÄee


Ch'S^'^ - .^rnur


S. lierre Je. *eteuje,


O • Hßjhne'


IbJun.


tle»‘


Bene^ort


•linatK le Chateau


hlnayearU boie


£aify.^


O ßak’'^.''


Tfereuet


o -4^® jl

'Veapu^^ifi O -^^Lenrn'

Q


Chi^au. sur ailie r O


Beitzt


Chatnpeaust


.Ikfrne


Olf.


O.b* J'*’- ,


oA‘t^ S.Saak:’“''

^Sehnan


Le l{tUain


Hotjoay

.C


® Gaillae


^eree


'l^rtel


-Lalleb


Saju


S.fenefl ü


quot;fraae


Cave


'^enax


urn


-ocr page 171-

BER

Drye, Beaulieu, Brccy, Bcngy, S. Florent, Ncufvy fur Ba-ranjon, Morthonnier, Marmaignes, Maubranches, S. Urfin, Tillay, Brilliers, Vatan, S. Satur, Lury, Eftrechyes.Maulpas, Ville neufve, S. Crapaix, Afcilly, lufly le ChauldrierJa Corne, les Chaires, Vauvrilles, les Cloyes, en Bouge.

Tfouldu». YiTouldun is een Koninglijcke ftadt en Bailjoufchap, onder fich hebbende de Baronnye van Chafteauroux, Ceracay met een kafteel, S. Severe, Lynieres, aen welcke de Caftel-lanye van Rizay annex is : Argenton, waer onder dat ’et Se-nefchallaetfchap van Ravennes ftaet, en de Vooghdye van Servignet. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

Haer Caftelleynien zijn BourfTac, Chafteau Meillant, Mareul, NeufFy, S.SepuIchre,Rully,Pauldy,Maflay,Cahors, Peroufe, Chaftellet, Mafl'euvre, Augurande, S. Chartier, Ie Palleteau, Bommieres, Moche Fully, Voullon, la Ferté,No-hant. Ville Dieu, Chaftre, en Charroux.

D«» Ie roy. nbsp;nbsp;Onder Dun Ie Roy hoort, behalven andere Caftellanien,

de Baronnye Fra dtèi Callant j Chafteau-neuf by de riviere Choir, en S. Iulian.

Viertsn. De Koninglijcke ftadt Vierzon heeft onder fich de Heer-lijckheden Champre, Motte d’Aify, Saragofle, Brivay, en Mery.

jïFehttn. jurisdictie van Mehun zijn onderworpen de Caftella-nyen van Love en Foicy.

Concref Concreflault ofte Concourfault, begrijpt Vailly, Argeny, demon, Beaujeu.

^vieren, Dit landt wordt eensdeels doorfneden, en bevochtight roet de rivieren de Loire, Sauldre, Eure, Cher, Theol, In-

R Y.

dre, Cteufe, en eenige andere kicync b ceckskens.

Hier zijn geen vermaerde bergen j hier en daer zijnder Fir^tn. boflehagien, van welckc die van S. Robert en Lacenne de ^°ffchen. voornaemfte zijn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(

Te Bourges zijn, behalven de 34 voornoemde kereken, noch vier Kloofters van de biddende Ordens : twee mans Abdyen, d’eene van S.Sulpicius, buyten de ftadt, rijck en machtigh; d’andere binnen de ftadt, van S. Ambrofius, die oock goet inkomen heeft j en drie vrouwen kloofters. Onlangs is daer van de Magiftraet een Godts-huys gefticht, tot onderhoud van arme en gebrecklijeke menfehen. Onder de treffelijeke gebouwen (die hier veel zijn) is ’t huys van Jacob Cordus, ’t koftelijekfte en heerlijekfte, die gelceft heeft ten tijden van Koning Karei de V11. Hier zijn oock de huyfen van de Alemannen, welcke certijdts de Koninglijcke fchat-ten bewaerden, eer de Mifle oft laermarckt ( die met groeten toeloop van de vreemde natiën placht gehouden te worden ) van daer naer Lyon getransfereert wierd. Binnen en buyten de ftadt fiet men noch een groote menighte ver-vallenc gebouwen van feer konftigh werek, daer dagelijeks veel antiquiteyten gevonden en uyt-gegraven worden, in-fonderheyt op dcplaetfe, alwaer eertijdts het Amphithea-trum geftaen heeft.

Den Aertz-biflehop van Bourges zijn onderworpen de Biflehoppen, van Clermont, Rodes, Lymoges, Mende, Alby, Cahors, Caftres, Vabres, Tulle in Limofin, S. Flour j die van le Puy is geen Aertz-biftchop fubjed.



-ocr page 172-

Het Graeffchap

B L A I S O I S,

E N

PERCHE COMTÉ.

heoft-fiadt Bleis.

f'^'Ucht-baerbejilt.

Hare oudt-hejdt.

E ftadt Blois heeft den naem gegeven aen het Graeflchap , welch in het ooft aen Beaufte paelt; in het weft met een deel aen Touraine en Mame j in het noorden met een deel aen Normandie omtrent Heurepois , en in het zuyden aen’t Hertoghdom Berry.

De hooftftadt Blois is feer out, fchoon, en een van de rijckfte in Vranckrijck, vermaert foo om hare fraeyheyt, als datfe gelijck een moeder is van vele groote Princen en Heeren. Sy verciert den oever van de Loire , midts datfe gelegen is eensdeels op luftige heuvelen, eensdeels in een vlackte. Het landt is rontom de ftadt luftigh en vruchtbaer van alle boomvruchten en granen , principael van tarwe en goede wijn, lbo datlè geen deel van Vranckrijck hier in wijckt. Om hjn fchoonheyt is ’t een plaetlê van welluften, daer niet gebreeckt tot noodtdruften vermaeckder menlchen. De klare fonteynen en fchoone rivieren maecken dit lant foo aengenàem en gefondt, dat vele treftelijcke perlbonen,door raet der Medicijnen, hier komen om gelbndt te worden , en oock haer wooningen te Blois verkiefen,om langer en fonder kranckte te leven. Hierom is ’t, dat der Köningen en Hertogen kinderen meeften-deel in defe ftadt opgevoedt worden , en de Köningen van Vranckrijck hier dickmaels haer ver-treck nemen ,• foo datfè, om defe oorfaeck, d,e Koninglijcke ftadt genoemt wordt.

Maer hoewel dele ftadt en landouw rondtom foo luftigh is,nochtans word in de oude hiftorien geenmentie van de ïèlve gemaeckt. Want de Schrijvers hebben meeft van die volckenenfte-den gefchreven, daer de beleggers en verwinners eenige eere door verkregen. En al is de naerftig-heyt te prijfen van die leggen, datOrcheze,t\vee mijlen van Blois , de kooren-fthuur en proviant-kamervan Iulius Cælàr geweeft is, gelijck de overblijfielen van de groote gebouwen noch te kennen geven; nochtans is naulijcks tegelooven, dat de fondamenten van die ftadt eerft in defe plaetiègeleydtfijn, om dat de oude Françoyfen gewoon waren haer fteden te bouwen op rouwe, berghachtige,fteyle,en ttioeyelijcke plaerfen om op te klimmen, gelegen by rivieren. Niet te min dat Blois een oude ftadt is, kan men mercken uyt GregoriusTuronenfis , daer hy feyt,dat in ’t jaer onfes Heeren y6o , als Koning Gontrandus, Ibe-rulphum wilde vangen , die te Tours by S. Martin gevlucht was, dat dien van Orleans en Blois

Vranckrijck,

geboden was, datlèhemfbuden gadeflaen, en niet toelaten te vluchten. Binnen de ftadt is een Kafleele» kafteel op een klippe, wel gelegen en van de ftadt gefcheyden, welck oock het Koninglijcke paleys is, en van waer men in de ftadt en buy ten de felve luftigh kan fien. Hier fijn twee heerlijcke kerc-ken, een op ’t kafteel van S.Salvator, van de Graven ,en hare naelatende Köningen , met groote renten begaeft ; de andere, in de ftadt, van S. Iacob. Daer fijn oock twee Abdyen, de eene van aibdje». S.Lomery in ’t jaer 9x7 van Rudolphus van Bur-gundien, Koning van Vranckrijck, gefticlit, en met goede renten verfien; de andere neet Noftre Dame de Bourgoigne , van wiens eerfte fundatie in de oude befcheeden oft hiftorien niets gevonden wort. Hier fijn noch andere kercken en kapellen,re lang om te verhalen,daer vele koftelijc-ke graven van KonÏngen en Princen fijn , gemaeckt van koper, alebafter, marmer, en dierge-lijckefteenen,principalijckin dekerck van S,Salvator,daerLodewijk en Guido,Graven van Blois, liggen, feer konftigh in marmer uytgehouwen.

In dele ftadt fijn oock vele waterloopen , die van , , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;traterloo-

verre geleydt worden met diepe en overweltde pe». graften, foo hoogh en breet,dat ’er drie mannen te paerd nevens malkanderen op können rijden. Hier toe heeft men, met ongelooflijcke koften, door veel bergen en fteenrotièn moeten graven. Dit wonderlijck en groot werck getuyght,dat de oude Romeynen eertijdts dit gemaeckt hebben, hoewel de Roomiche hiftory-Ichrijvers ’tlelve niet verhalen. Want fy feggen oock niet van de heerlijcke gebouwen der fteden Nifmes en Poi-lt;ftiers, ’t Amphitheater van Bordeaux, en de wa-ter-loopen van Paris. De oude manière van bouwen, en het lèmentin de muuren van de ftadt en ’t kafteel gevonden,en de oude fondamenten,die uyt de aerde gegraven worden, geven de outheyt der Romeynen te kennen.

De burgers en inwoonders van defe ftadt Ie- /»woonde-ven onder malkanderen met foo groote een-dracht, vrientichap, beleeftheyt,gelpraeckfaem-heyt, en welfpreeckentheyt,nettigheyt in koft en kleederen,dat alle defe manieren met de goetaer-digheydt des landts en lüchts fchijnen overeen te komen. Sy gebruycken de fuyvere Franiche tael, niet alleen in de ftadt Blois , maer oock in de naeftliggende dorpen en fteden. De ftraten fijn enge, en niet wel geordineert, nochtans net en wel geplaveyt. De huylèn fijn vanfteenenmet Ichalien gedeckt. Het Koninglijcke kafteel is eerft gebouwt van Gedon , neve van Rollon Robert, eerfte Hertogh van Normandy en ; nader-handt als ’t vervallen was,is’t weder opgemaeckt van Koning Lodewijck de X11, en Françoys de

Ff nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eerfte,


-ocr page 173-

PERCHE COMTE


•Aieulùia


5’


o'


Francke riiie


J*AHt^aUe


Cffulan^Af


Ceurtra^e


leftists


■Situer


e.ouande oa O cherouure


hePlcßis darin


: .

•.'fiarti^v O \ Otgty


AdreU


lOiirute Tempon


^^aeache. Q


MonJoubteau q


..’S


O Courtatui


.drrou.

O


ChißtUon 0


*^^iLa Potenetle


Chair O 'Ziù-aitiea/i

Banray 0


M-

auec Clerea o


SautJav


Pottle O


Boißetemi


Botgaßon

Lanae

•nß’rM


Chauvigny \

O *

PontaineRottoc J , yCtoye


Bulou Q ƒ Q d S-hubin.


P^ngeau


Lanner^ 0


il^' Charr.


^Noueay O '


^etnees


yBarvtlle jfM.Merle


^S-kulütt.


2£uenüi deotavo O


Chanîeant.

® S.lt;r‘quot;^ lt;O X’ Ceronn


Bofichea bgt;Qidtibin.

d^ Bo^e iourtau O tain.


-paPÇOf^^

■quot;


Charys q Biibertre OS.ffittaire'^r- „0,. Ptyelters VilOtura nbsp;nbsp;nbsp;n

’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w««..'




Q Seyoy

Peron vitte




' ® Menr g.jftU.-ueSayày

’’n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S-MarünCtdr


s.-A


i a cMoubiccnt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . L^Porte ViJa

S.Vietor dey ^*^’**^ Marchant. me o OReno y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vule



Ï-* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.iif:.:il.. TtS^yCara:..^ 'TirJta


Bet-iora


Ch errai'


.« •

Bii'emyr



BelUfnuVrC, Courtoin.

Crrtgty S.Martmdu


LdChofielleSoefl O i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q Batne


X mtrea


o if. Jean

ç.Su^^ubin ^desgrois


ç^Courabort

S.Qjiilte des bfojers


Verrtere



d. irernui/n des Grover O


o, X Cauburg


Pille ram etCoudeou O


O , nbsp;nbsp;nbsp;.

1‘jeertH liter.


taiL., O


La QRonge S.HiUe


Souattee-


Let Jß^ueux

J.Bomer


^tytlargen ...--.it

Nbg-ent.le Ko trou

'S' Cieroe


'ftUturaiL nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•gt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oCharbonmere



Crnehere iVtevte o !

I * Cueaues o !

Z ft

/Jtait^'^ . O

Boßeau



^^ille nttilàr'l\ 0 nbsp;nbsp;.

Conerter


; O ^eatifr

i rftite' o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i'rctrzr

Ciamj-iany



Les Mnrgers


Conlenge


lt;SeKGnchej


^Meat^e



o X Germain g '



(^bencticcdtti


»dionetlz


qPoni leroy


Cboußy O


.. fiitßeau quot;C, d rimeiî _ g nbsp;nbsp;S ê Uù Z. Û

.liait. O

.»«uw.l, Jf.pû-rf


o , chailies


Snr


’ Jtu^n. iNetUfte O


Ihlny


P 014- \


ha Perte • ». dubth


O ^enetreau


o

•.’ttonterten


Senelv


J'artnej:


^‘quot;tr .A ,. nbsp;nbsp;,

3


Fontaines


oojiat.


‘^titoroehe


, 0 Chauniont


JfettxoTt


C h.yle,2u


CouryMeJintn


O, Souin

Chemery

O


Cbaon


Burhtt ^oan Icq PuK.elt‘er


‘Kernon.


.tlillatice 0


Mur 0


Couhea


Brtnon 0


^^eillain


0 •Montault


Marmagui


2*tneuÏ 0


-V** f : X’


Moutou


s. Jiomain.


lt;ijbra


' ,éJ S ß-amp;.


Lßay


v’ o


O 'Premhtenie


O

^Rougeou


0 hanten ay


J^ftnerenh’n


O

»■ ttarcitty



^£er Corref


ZaYs


Lochee


s. Lut tn it

Chußant: tJ


X^/^on-viltd^


hea ChaBillu


Maigiur


-ë-f

i

■â# '


O Pov’ittê


*««


.il°


Se^uy


Ch^iltKn


Chajh.


Couß


FtveroUeo


teilen trou


ha Jfernelle


Pruftters 0


'' Villernter 0


s. Genou


tolled


^fiffepiou O


Lufiaj.lr .Mal


huetau 0


Chakrta


Tarpeee


o Varenne


Clane


Ä.

l llefyil-aJ


...ë nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.


La Porte hnihaiflt


Salhruf


tieneto

O


vitte Pranehe O


Langen


d.hoK.



Matrgr


d.haueent q


S.Palaia



i^cdoitunCrcuC y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°

lt;^Lrrbßb . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;■’ dore

^tMautes


-^^-Lai^rO


Patuau


deüoa


4(lt^

' ci C' '^' (^^^‘tnsun.


Cleon.


K^uMa' \taclte O


Pnherin.


(sde o


P

Genoilly


O

Jigongnolles ha. Benvrt^re


Bndc.eral


^tiaajon-


Longey

Cohory


O S-Lubut ^i-iTyv


0Bufàneaes


X Penu fie Pont


o Cloyt


ChaJleatL Jun



BauÙre


Ori’ille


(arafiay


he Pont de Sou.


BeUereJrne


:Bataÿ nr'tf Mohiie


I,gLanhu


Chambon


■ZCanlau^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jlrbauren

O (suitly


X Colombe 0

•o . ' O

Bretdigne.'


Lomer S.Flarenhn


o

o Jr Lour ion


^S.Phaür


heurauoc


ohrton


'Vatan.


' e/tue tXr-rS^

ItHUifrufoA


'Viaueil. O


Cottu i Chan^tenoß


OVtUt iuu r'l,eBi,ura £i

; OBeale yyi


endies


Lneay te


L^iray' ,


S.Valenhn


o ville rate


Jßeudun


o d. Cray me


-ocr page 174-

Grave».

B L A î eerfte , wiens devifen enbeduyd-teeckenenhier en daer op de niuuren van ’t kafteel gehouwen ftaen, te weten, het yleren verckcn van Lode-wijck, en de Salamander van Françoys. Nevens ’t kafteel is de luftige Koninglijcke tuyn,in tween gedeelt, te weten hoogen en lagen. Hier is een breede galerye 300 voeten lang , gcmaeckt van Koning Henrick de Groote, waer onder een chrough is, van waer men in den lagen hof fiet.

Men vint dat Theobaldus, de Oude genoemt, geweeft is van de eerfte Graven van hlois, fone van Gedon, die neve was van Rollon Robert,eerfte Hertogh van Normandycn. Defe Theobald had een Ibon Otto, die door fijn eygen , en oock fijns vaderskloeckheyt, mede Grave geworden is van Champaigne, Brie, Touraine, en Chartres. Hy had twee ionen, Theobald den II, en Stephanus, die fijn broeders landen erfde, als hy fonder kinderen geftorven was.Defe heeft by fijn gemalinne Adele, dochter van Wilhelm Koning van Engelandt, die men Conquefior noemt, onder andere kinderen, gehadt Thcobaldt den III, die fijn vader in de Graefichappen volghde, en Stephanus, die Koning van Engelandt geweeft is. Theobald de III had een foon Theobald den IV, die fonder kinderen ftorf, en maeckte tot fijn erfgenaemen de naefaten van zijnen voor-fchreven Oom Stephanus , Koning van Engelandt. Onder welcke men leeft dat Graef van Blois geweeft is Lodewijck, Tone van Henrick de II, Grave van Champaigne, en Brie, fbons

SOIS.

fi)ne van Henrick de Milde, diefbne was van de voorfeyde Koning Stephanus. De voorichreve Graef Lodewijck is Hertogh van Romanien ge-maeckt, om fijn kloecke en heroïiche daden, be-gaen in ’t veroveren van Conftantinopolen. Defe is fonder kinderen geftorven, en hem is in het Graeffchap Blois gevolght Theobald de V, die oockfonder kinderen geftorvenis, na welckefijn fufter Margriet dit Graeffchap ge-erft heeft, die eerft troude met Otto,Grave van Burgundien,en daernae met Gualtier, Heer van Avennes, waer varrgekomen is Marie, Vrouwevan Avennes,Gra-vinnevan Chartres en Blois, die getrouwt was met Hugo de Chaftillon, Grave van S. Paul.

In ’t jaer 1 y88 den 23 December, is hier, door bevel van Koning Henrick de III, omgebracht Henrick van Lorrcyne , Hertogh van Guife, en daeghs daer nae fijn broeder de Cardinael.

Het Graeffchap Danois heeft voor fijn hooft* Dunoise» ftadt Chafteau-dun. Het Graeffchap Tonnaire is oock in ’t Graeffchap Blaifois begrepen.

Het Graeffchap Perche Comté is in tween ge- perche deelt, waer van het Nederftegemeenlijckge-naemt wordt la PercheGouef, en is beftoten in het Caftelleynfchap Chartres, wiens principaelfte ftadt is Nogent Ie Rotrou. Het opperfte maeckt eygentlijck’t Graeffchap : het heeft, onder andere fteden, Mortaigne, daer de refidentie is van de Bailiou van Perche. Sijne palen ftrecken naer Normandien tot aen Verneuil, en naer ’t landt Mans totMamerts.



-ocr page 175-

Het Hertoghdom

Et Hertoghdom Touraine is een gedeelte van ’t middel-BeaulTe , begint drie mijlen boven defladt Amboylènaer Bloys toe , en eyndight in de dorpen la Chapelle Blanche , het welch in kerckelijcke faken ftaet onder den

Bilfchop van Anjou*, en Chouzay.

‘ De groote genoeghlijckheydt van dit landt baerhejdt. -^rordt vermeerdert door de foete , gefonde, en liefFelijcke loçht ; hierom noemt men ’t den hof en boomgaert van Vrarickrijck , in Françoys, b Jardin de France.'^ïjn en koren waft daer overvloe-digh, en daer fijn feer bequame bolfchagien om tejagcn.

Die van Touraine fijn de outfte en voornaem-fte volckeren van Vranckrijck,en niet de gering-fte der Gelten.

De hooftftadt van dit landt is Tours,heeft aen de eene fijde de Loire, die met een kromme ca-nael naer de voorftadt Riche by S. Annen geleyt is , naer de zuyd en weftzijde loopt de riviere Indre. Het is een feer oude ftadt, eertijdts gebout van de Gauloylen, en ora haer oudtheydt boven alle fteden van Vranckrijek verheven , foo datfe het hooft van vele natiën-met recht genoemt wort. Cælàr en andere die Vranckrijck befchre-ven hebben, noemen die van Touraine de voor-naemfte en treffelijçkfte volckeren van dit Ko-ningrijek 5 Ptolemæusin fijn tweede boeck,cap. S, en in de derde kâerte, Turregios, die aen de Loire woonen. Cæfar verhaelt van de lèlve op ver-feheyde plaetfen, voornamentlijck in het eynde van fijn tweede boeck der Commentarien , met delè woorden : Defe làken uytgevoert en gantfeh Vranckrijek in ruft gebrocht fijnde, is by de Barbaren loo groot gevoelen van dele oorloge geweeft , dat de volckeren die over den Rhijn woonden, gefanten aen Cæfar gelónden hebben, en belooft dat fy oftagiers lenden , en het gene men haer geboodt doen fouden. Defe regimenten heeft Cæfar bevolen, om dat hy in der haeft naer Italien en Illyrien wilde reyfen, in het begin vandefomer weder by hem tekeeren. Ennae dat hy fijn volck in Chartres, Angiers, Tours , (alle fteden gelegen by de plaetlèn daer hyge-oorlooght hadde,) tegen de winter in guarnifoen geleyt had,ishy naer Italien vertrockenrwaer uyt men befluyten kan,dat die van Tours geen vyan-den der Romeynen fijn geweeft, maer dat fy het met Cæfar hebben gehouden,- het welcke een groot teecken van haer oude magnificentie en heerlijckheydt is. Het blijekt oock uyt de hifto-rie van Gregorius van Tours, dat de burgers van Tours op verfcheyde plaetfen Raetsheeren van Roomen worden genaemt, dat fy het recht van de Roomfche burgerye hadden, welck eertijdts

Vranckrijek.

de bondtgenoten en vrienden van’c Roomfche Rijck genoten. Maer nae dat ’t Roomfche Rijck van de Gotthen, Wenden, Bourgoignons, Hunnen , en Franfchen verwoeft wierd, is de ftadt Tours, als oock andere, van haer vryheydt berooft, en van de Françoyfen hart belegert er grotelijeks benauwt, die, beweeght door eerbie-dinge des grafs van S. Martin, wiens beenderen hier ruften, hebben van haer voornemen afge-ftacn,en daer nae foo veel van defè plaets gehouden , datfe in de reliquien van defen heyligen Biftchop hetgeluck van alle hare koopmanfehap en arbeyt ftelden. Op defè manière is de ftadt Tours onder de kroon van Vranckrijek gekomen, tot datfè, nae den iiivalder Deenen en Noor-mannen in Vranckrijek, van Lodewijck de 111 aen Ingelgerus, Grave van Anjou, gegeven is, om dat hy met fijn fbldaten de macht der Barbarifche vyanden wederftaen, en deLoire be-fchermen fóude. Het is oock gedenekwaerdigh, dat dien onverwinnelijeken Franfchen Prince, Carolus Martellus, in het jaer 729, den Koning der Barbaren met 400000 fóldaten voor de poorten van Tours verwonnen en verflagen heeft, die heel Spanjen bemachtight hadden, en Vranckrijek onder haer trachtten te brengen, wanneer die van Tours oock eenen eeuwigen naem verkregen hebben, om datfè niet alleen de Sarace-nen wederftonden, maer oock voor de Chrifte-nen de ftadt floten, om datfe haer leven in fbo onfeeckeren ftrijdt niet door de vlucht fouden foecken te behouden, maer met kloeckelijck en mannelijck te ftrijden.

Den eerften Aertsbiffehop aldaer is Gratianus Jerts-bif-geweeft, die ten tijdenDiocletiani gêleeft heeft.

In het jaer 375 is S. Martin de derde Aerts-biL fchop geworden , defe was in Hungaryen geboren, en heeft geoorlooght onder lulianusden Apoftaet: daer na, fijn leven en religie veranderende , heeft hy die van Tours, nae ’t gevoelen van fbmmige, tot de Chriften religie bekeert, en is geftorven, nae dat hy over de fes-en-twintigh jaren geregeert hadde. In defe ftadt is de heer-lijcke hooftkerek van S. Gratiaen, die S. Martin tot fijner eeren heeft doen bouwen, verciert met een konftigh uur-werek, dat niet alleen de uuren, maer oock de bewegingen der Planeten, en het waffen en afgaen der mane aenwijftj en tweetoorens, van gelijeke hooghte, vanwaer men wijdten breedtkan fien. Hier is oock de kerek ter eeren van S. Martin, by de nakomelingen gefticht, daer fijn gebeente bewaert is, tot datfe in de oorloge van Vranckrijek verbrant is : de plaets, daer de fèlve plegen te wefen , is met yfère traliën afgefehoten, daer defè veerskens op gefehreven ftaen :

Impia Relligio furiis agitât a malignis Ojja yiri Jan5li hic igné cremanda dédit, Uc.

Een half mijle van de ftad leyt een Abdye daer G g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de


-ocr page 176-


ji , ,1


53’' “


-

Ceurcelic


I il


^'lentmes


S.-Kaitreris


S.n’i^ny


Artyn^


l. Saftet-


Sully ith-



Cletrm.y


Jdä

P tan.


Lemenay


CoiniiiuniA-.

31_________4


M-iw zol


Mil '

20


. !tnbi/bt!

il


.lt;


r.-'nl J,


Ti’‘-



Chabaiyn


iS qrr


'■Pi''” ƒ ,.u


.11


äL


w.


Cbam//..- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

r^i’-.ana jö[_ *51®^ , Liiaauf


Si'nfi'er


l-SMb


CrttffiflC .


J^rutiay


Chafh


P-'tquot;


4!'^


SsK‘


jB.


Laneav

-4ä.


quot;Terlustratus ct J^ri^tus al’ ISAACO TJlAlfC0^ ÆA;!! bley« a in ea.^rovincia viarum maaish-a .


iÉL Dami’- lt;l/quot;b


gt;^ueret-z


-'lantrauil

-Xaz.-Ua.


fla.


Jöl

C.banmenf


Valb-.


Lnfdaut- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ... .


•^’-^hrhrt b b^wt


■^LaLcta^Jaizü


Dyn-rt J^.


JeniHe^ viynv


..lt;*îî‘lÆ»^

.V


Lettau »liC^


■rH'*


'Jbrnn


Chittnbt


- ^bntrtchjpt-


^f'merv


«•X.


^ran^ujtl


S ■ Quentin


Dhcj'eil


1Ùquot;'


^Neyunt-


£arcay


J^etiznv


Catfren'r


'4


äk


, Ücfntrepft’


^aubyn.


Orbiynr


Ci^tiUanyb


LynAreye^/Jtt


rai'eralltfs en


Cleve


ßquot; '


-'lya Craché


J^eurnnn


fan


T’cauyerays ab. ~Victrav I 1^


-’j.ub-


zay


5^01^ .It!'


Verneuil


Cettreej'


.fLailb LaiHb'-


vgt;’*


Seymes


^eu


^*t‘rnain /tn ßnJne


A Les -Pruneaux


drilb'”'


j’-rnß‘”'


S.l^han


„JI« '

■^ - 'br/,-,, nbsp;nbsp;Vebavs

^■'-.'’■and„.I.,„,^ U


'X^ille -Demain


BERRI.


Les f^hasbcl


arannes


'^^emueil


‘afne


!lll«


Setbsßvr '^abem


letnaleche



Veih


Ck-‘quot;'


Ozav


Luiyny


; ^leré


ßiiru'«


• ^Lenetrieu


ei’-'”!


Chtifhlleraub


S-.^flarfitt Je 4L Sbableau


*^^anntzny


tl^s Ltntlps

PfHi/b


. lubeterr,


Ç. Cemtne


S-Leui’icn


ja


iPenav


Sennay


arMb


ƒ. Cenet^


CliXJ


iiß^^ M




c Cvi--'quot;'

Ä


Anifterdami, Jfud Giiiljebnu,ji ct bhamein'Rlaciw .


rm p4 i^.i' ÎC


■i^ßgt;y


Chemben


-ocr page 177-

TOUR de Loire voorby loopt, door de gemelde S.Martin gebouwt. Hier is een Koninglijcke ftal,en de ampulledaer de H. olie in bewaerc wordt, die S. Martin van eenen Engel, foo men fey t, gekregen heeft; met welckeolie Henrickde IV tot Koning is gelalft, om dat men die van Rheims in Champagne, door de oorlogen in die quartieren, niet konde krijgen, van weicker falvinge,tot geheugeniffe, aldaer gefchreyen ftaet ; De lal-vinge vanHenrick de IV, Koning van Vranck-rijek , is te Chartres gelchiet in de groote kerck van de H. Maegt Maria,als François de la Guefle Bilfchop van Tours deMiHe dede, op den 27 Fe-bruarii des jaers 1594 : den Ampul oft het Olie-kruycksken tot de falvinge des Konincks,hebben tot Chartres gebracht, met bewilginge van al de broeders,Fr. Matthias Cyron Sacrifl:,Iacob Duy-fæus bewaerder van de papieren oft belcheeden , en Efaias lanay , onder-Prieur van het groote kloofter des Konings,

De kleynder fteden van ditHertoghdom ,fijn Amboyle, Langres, Chinon, Loches, Mont-Richard, Chaftillon, Afay. Amboyfe is een ibo luftige plaets aen de Loire, als eenige van het gant-fthe Koningrijek, daer de Köningen dickwils plegen te trecken om haer te vermaecken. Carolus de VIII heeft alhier een kafteel doen bouwen , alwaer hy in ’t jaer 1498 feer haeftigh is geftorven. S. Martin heeft hier de eerftc kerck gebouwt, Marmonftier genoemt, nae dat hy de Heydenlche afgoden en religie uytgeroeyt had-de. De kerck van S. Florentius heeft Fulcode Nerra, Grave van Anjou , gefticht, met een col-legie van Canonicken,en jaerlijekfe renten. Amboyfe heeft onder de Graven van Anjou geftaen, totdat Lodewijekde HeyligehetHertoghdom van Anjou aen het Rijckgebracht, en fijn broeder daer Hertogli geftelt heeft. Aldaer leyt een kafteel op een hooge rotle,dat met uythongerin-ge alleen kan gewonnen worden, en daer de Ko-ninginne en des Konings kinderen in tijde van oorloge plegen bewaert te worden,als in een ver-lèkerde plaetfe.

Langres is oock een fraye ftadt nacr ’t ooften gelegen, een weynigh boven de plaets daer de Loire en de Indre in een loopen.

Chinon is een ftadt met een kafteel, daer de Köningen van Vranekrijek haer plegen te vermaken,voornamentlijck Karei de V11, meeft in dien tijdt, als fijn benijders hem niet anders als

AINE.

Koning van Bourges noemden. Het landt daer rondtom isfeer vruchtbaer en genoegelijek. By defe ftadt beginnen de groote mijlen naer den wegh van Poittou. Niet verre van hier leyt een brugh de la Nonnain genaemt, de bogen fijn van fteen, en duuren by na een half mijle.

Lodunftellenfommige onder Poiótou; eertijts Lcdft». was het onder het gebiedt van particuliere Heeren, nu is daer de vierfchaer des Konings. Hier van breeder in fijn particuliere kaerte.

Aldaerleydt oock deftadtLoche, met een fterek kafteel voorfien, in wiens chroech eertijts de beenderen van een m.an gevonden fijn, welche acht voeten lang was,hy lat op eenen grooten fteen met bey de handen onder fijn hooft.

Mont-richard is een ftadt op een luftige vlack-te gelegen, rondtom met klippen en boffehagien belet, die les Forefts de Mont-richard heeten. In de voorftadt ftaen huylcn onder de aerde , daer boven tuynen en wijngaerden op fijn.

Chaftillon is een Koninglijcke ftadt by de In-dre gelegen. Afay is tweederley, Afay Ie Brufte Heden. by de Indre, en Afay Ie Ferron. L’Ifle Bouchard leyt op de rivier Vienne,die daer rondtom loopt. Cande leydt daer de Vienne en Loire in een loopen. Het kafteel Paulme heeft den tijtel van Vi-conté, en leydt op een hooge plaetfe ; dicht daer by fiet men een vijver bynae twee mijlen lang be-muurt. Iulius Cæfar Scaliger heeft dit lof-dicht van Touraine gefthreven ;

Geen koflelijeker landt mach Vranekrijek immergelpen, Daer 't beter is yoor menfeh en beeßen om teletgt;en, Als dity -^ant hier de hitV noch koude noord/che quot;^laegh Strcckthier de Spracht ygt;an't landt i noch bouyotièn tot een ■plaegh ;

De ho'penßjnplaifant, foo dat men die mach noemen Den Dempe^ daer roeleerplaeh Griechen 'rgt;an te roemen Want locht y en landt en ’pokk, haer alles is gelijck ,• Dn dit heeft het noch meer, het is quot;^el eens foo rijek,

De rivieren in Touraine fijn de Loire,die daer Rivkreu. dwersdoorloopt, gelijck oockde Cher, ende Indre, de Creulè valt in Touraine in de Vienne , en loopen foo te làmen voorts voorby iTfle Bouchard, nevens Cande opdeuyterftepaelen van dit Hertoghdom in de Loire; defe leggen alle be-zuy den de Loire : benoorden fijn la Gifte, la Branfte, Choizille, en Brefne,


-ocr page 178-

Idden-BeaufTe begrijpt al het gene aen beyde fijden van de Loire leydt, van Remorantin tot Vendosmois ; en van hier af aen de rechte fijde van de ïèlve rivier vanChaftel laudon tot Anjou toe, de Her-toghdommen Vendos* me, Touraine; de Graeffchappen Blois, Dunois, en Tonnerre. Het Hertoghdom Touraine begint drie mijlen boven Amboifè, naerBlois, en eyndight in de gehuchten, die men Chapelle blanche noemt. DehooftftadtisTours ; de andere fijn Amboi/è, Langres, Chinon,Chaftillon, Afay, Mont-Richart, en Loudun oft Lodun.

Lodun is de naem van de ftadt, en dien heelen ftreeck, wekken andere onder Poiótou ftellen , Waer in i zoo Parochiën fijn,onder drieBirtchop-pen, te weten van Poióliers, Luflbn,enMalezais. De voornaemfte plaetlen fijn Röche fur Yon, Talmont, Meroil, Vouvant, Mervant, Brefture, Lodun, Fontenay Ie Comte, die in ’t Hoogh-Poiólüu liggen. In ’t Nederige fijn Niort, Cha-ftelleraut,amp;c.Poióliers is de hooftftadt,de grootfte vanheel Vranckrijck nae Parijs, wiens mee-fte deel van de riviere Clain omcingeltis.

Het gebiedt van Lodun is niet feer groot, ge* merckc dat het befloten wordt met de rivieren de Loire, Dive Vienne, en Veude ; in ’t midden van welcke de ftadt Lodun leyt,die niet groot is, m'aer luftigh en wel gelegen ; omtrent de felve is een Ichoone boftchagie , Bois-royne geheeten. Eertijdtshadfè eygenHeeren, ûu hoortfe onder de kroon van Vranckrijck,en heeft een Koning* lijckerechtbanck. Sommige meenen, datfein oude tijden luliodunuw genoemt was, en van Iulius Cæfar gebouwt, maer noemen geen oudt Schrijver,diertilcks feyt.Hier wort khoon broot met fartraen gebacken, welcke de inwoonders van denabuurigeplaetfen, van hier t’huyskee-rende , haer kinderen en vrienden mede dragen. Dit landt brengt oock menighte van groote hoenderen voort, die men gemeenlijck les poulies de Lodun noemt. In dit gebiedt fijn geen fteden meet, doch veel dorpen en gehuchten , met drie ïchoone boflchen op de ry liggende, waer van het middelfte niet verre van de ftadt Lodun is.

Hier loopt de rivier Loire ofte Leire, genoegh Lo!re rgt; door Cæfar en andere bekent. Sijn ooriprong is in’t dorp Velaune, diefe gemeenlijck noemen la Font de Leire. Sy is de grootfte van Vranck-rijck, lbo datlè met recht geheeten magh worden de vader van de Franfche rivieren ; want/ê van haer begin, meer als lyo mijlen in de lengte veel landen en ftedenvoorbyloopt, enten laetften vermeerdert met de lcheepdragende rivieren Elaver, Cher, Indre,Vienne,en Meduane, ftort haer in den Oceaen tulïchen Poiólou en Bretaigne, met een uy tgàng omtrent vier mijlen breedt. De riviere Vienne,daer Fortunatus,Gre-goriusTuronenfis ,enHugoFloriacenGs mentie vanmaecken , loopt dicht voorby ’t gebiedt van Loduq , van’tzuydennaer’t noorden. In het werten loopt ’er de rivier Dive rondtom, en eensdeels door. Op de grenfen naer ’t noorden , rtet . men aen de Loire liggen de fchoone rtadt Sau- Saumur. mur, verben met rtercke muuren en wallen , en verciert met vele heerlijcke huylên. Daer is oock een karteel op een hoogen bergh,welck van buy-ten oudt en vervallen fchijnt ; maer van binnen heeft het vele heerlijcke lalen en kamers , oock rondtom luftige tuynen. Voor eenige jaren is hier Gouverneur geweeft, van wegen de Koning van Vranckrijck, Philips de Mornay, Heer van Pleflis, een treffelijck man, niet alleen om fijn groot en edel geflachte , maer oock door de boecken en hiftorien by hem gelchreven. Het was een gelpraecküem en vriendelijck man tegen de uytlanders, die altijdt vryelijck by hem mochten komen. Hy heeft hier oock een Academie , dat is, Hooge fchole gefticht, met con-fènt van Koning Henrick de I V. Daer is oock omtrent de ftadt een fchoone fteene brugh,waer van men over aide lullige landouwen kan fien. Naer ’t zuyden op de grenfen van Lodun, leydt de ftadt Moncontour aen ,de rivier Dive. In het ooften is de ftadt Champigny, en wat hooger het eylandtjl’Ifle Bouchardt genoemt,omcingelt met de wateren van de Vienne.


-ocr page 179-


4*gt;epte3iü*io





o 4quot;'^

'Part


10


o

rZ/z/Zj.'


S aumiir


o Nantill^


o

'^amjJierre


L-tza.


6 iJ’. Cyrf.


O •^litntrnilbelLï


OS.^LtrtÜL Ie m.testi


'ten



gSraent.


*^fatunsnit.


alt



i I^a-^appelJe îS^ÿt^ J'Aa:ay


Intstjiu


*Rerm


'^rtetuu'



baRi,d,! Chi-mifnt


T.iriïle


o'Rn^^ull


0 E'rrntenny


Chainbejet belbi'ilh


OS.V,„


LAVnVNVM.


'^arnan p. O


AlsultnS ecttnm^:

Serie 9



2'


zParfay


'iierrtere^


JCamp;s'RfeJieS


cl^fAbs


OiLaJlatAfh-


es'Psttont


hue


Cliampigny-


Ito- 'Tsitr^eltn


O 'n

ft


Loudim lt;5


^'Terttayj^^


® y-tfanSa


',eli


tR.inl-iinV


'£fts ra^ue


O lalletiere


J^Yoncr:


o ChMvrz


0 Jh^nae


it

Û' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o


ChauaignfS


O TraAJy Gleiwi^ey-


^^•rn/hrJiJby


X Catberme p.


HittlV^I^

tPuy iM’Jane^


r-ir'SauAiet,


belhuin


‘J^eree


0 •4Lons


.tn^hcrJ


»ïlt;'*ï4


AuIxmJ'.


Q ^Uart^Jay jt.


^it^nnües


Moncontoiiï ’

S.Cbr_y.


o ‘ Chartres


^ritnsri


^rsntenav


ti En GrtmauJtere


Meridiem


O 5.Vwi^ï^^

*-Rert^ffnji


•Rznru^


X-iRj.he cifiy


Savue _p.


SXÿk


Surt^n


o 'J’iwA'Y^z


*CurJte


O f^àu^a^eau


C^iàtec)}


Chaîtritnnny


'GtlllLC tl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•



Siert ets S. Caslterirte


O S,,^are


0 tPort Se_yules


ßantrajau


Cliampi^ni


quot;Lifle 'Jiauehart


^httneratns


Jaes f}.3umesJhrtftt


Ü'Tarÿ.

Cbaftellieraiilt


TËeauuaw


•^Ißurres


SSStr^oße


Jari^ne


tau^ny


T/inien


Cieruau^ O


Xtalri-


0*5’«^-^'^

Gmanls


^eaumane

à


OupU


O jlar^tiy



AïSA Poictier





Î

•V»amp;.



tA

T*

Ja tal.iiJle Is

•'(tvieantmi' /


M illLti‘lil Ytnlliin

^i ■ -^i


Am /lei'd ami

Guiljihntun. it Ij.jniutii. ‘IM.ii


-ocr page 180-

Het Landt van


Talen.

A/irebean.

Andere ßeden.

Toülieri.


M I R E B

Irebalais is een kleynlande-ken, grenfènde aen Lodun , maer is niet foo groot, en heeft fijnen naem van de hooftPcadt Mirebeau.

In ’t ooften is het bepaelt met de riviere Clain , in het



Antiquiteiten.


wçften met de Vende , die midden daer door loopt, en vruchtbaer maeckt.

Behalven dat Mirebeau met een kafteel ver-fterckt, en door haer Ibut-keeten vermaert is, fijndernochde ftedekens Paye laVineulè , Au-rigne, Douflay, Moncontour, Vouzaille, en Ceaux. Op de grenfen naer ’t znyden leydt de ftadt Poióliers, in een luftige plaets, doch bergh-achtigh, behalven aen d’eene fijde die ineen vlackte lackt, diele in ’t Franfch U Tranchée noemen. Defe ftadt is ( foo wy hier voren oock ge-lèyt hebben ) de grootfte van Vranckrijck naeft Parijs, doch het grootfte deel is niefbetimmert oft bewoont, maer vol velden, wijngaerden, boomgaerden, en tuynen. Het ander deel is ver-ciert met vele fchoone , en heerlijcke gebouwen en huyfen,lbo van publijcke als particuliere. Aen dees fijde loopt de rivier Clain, en met veilchey-de kanalen door de ftadt, maeckende Ibmmige eylandekens, tot groot gerief der burgeren , en ftort fichomtrent vier mijlen vanhier naer het noorden, in de Vienne. Hier fijn veel antiqui-teyten: want behalven een oudt kafteel, is’er het paleys van Keylèr Galienus ; het fondament van een groot amphitheater, dat de inwoondersZw


ALAIS.

Arenes noemen ; de bogen en gewelflèlen van de waterleydingen, en meer andere kenteeckenen van het Roomlche Rijck. De hooftkerckis ge-wijdt ter eeren S. Pieter , daer de Biftchoplijcke ftoel is. Deeerfte Biftchop was S. Viólorinus, de tiende S. Hilarius, die geleerde boecken van de H. Drieëenigheydt tegens de Arrianen ge-fchreven, en het landt rontom tot hetChriften geloof bekeert heeft, lbo de kerckelijcke Hifto-rylchrijvers getuygen. De 98 is Henricus Ludovicos Caftaneus , de loon van Lodowijck, Heer d’Abin, en de la Roche-pofay. Hier is een ver-maerde Academie, die men feydc de principael- ^cridemte. ftetewefen naeft Parijs; Karei de VII, Koning van Vranckrijck, ftichtelè in het jaer 1431. De inwoonders van dit landt hebben veel van de Engelfche en andere geleden , in de tijdt aille gantlch Vranckrijck afliepen en bedorven. Een half mij Ie van de ftadt,op de wegh naer Bourges, liet men cenen vierkanten fteen, van wonderlijc-kegroote, onderftut met vijf andere fteenen, waer van hy genoemt wort, La Pierre le'Vée, daer dit veersken af gemaeckt is :

Uic lapis ingeniem fuperat: graygt;itate Colofum PonderiSy grandi fidera tnolepetit.

Het landeken Mirebalais is vruchtbaer van tar- rmcht-we, en alle andere lborten van kooren, oock van ^^erhejt. vee, wol, was, wijn, vilTchen, vogelen, en wildt-braedt.

De inwoonders hebben de lèlve manieren, fm'oende-conditiën, en aerdt, met die van Poidou. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;renae-idt.



-ocr page 181-

Het Hertoghdom


33


Njou begrijpt in ficli ettelijcke Graeffcliap-pen , Baronien , ende Heerlijcklieden. Cæ-far noemt de voickeren van defe Provincie Andes,cn Plinius Andegaygt;os, Dit Hertoghdom begint by het dorp Chou-fay, en paelt tufTchen

J’rttcht-baerhejfdt.

Oadt

Handt.

Moncontonr en Herraut, aen het landt van Poi-óHers, het welck zuydwaerts van daer gelegen is, hebbende voorts in ’t ooften voor palen Touraine en Vendofme,in ’t noorden'de Graeflchappen Maine en La Val, en in ’t wellen Bretaraien.

Anjou is een leer vruchtbaer en playnerigh landt,hoewel het niet feer groot en is; de heuvel-kens en berghskensüjn daer over al vol wijnftoc-ken,de valeyen verciert met fchoone groene bof-lchagien , en daer benevens leer goede weyden vol beeilen. De witte wijnen lijn daer leer gepre-lèn en vermaert, die men l^ins d’Anjou noemt. In Ibmmia al ’t gene tot ’s menlchelijcken levens onderhout van noode is, wort in dele Provincie gevonden: op lommige plaetlen worden oockleyen oft fchalien (aldaer Ardoi/es genoemt) uyt-gegra-ven.

Koning Chilperic, nae dat hy Grave Paul omgebracht hadt , heeft Angiers verovert, en fijne 'nalaten den Köningen van Vranckrijck achtergelaten , waer van Karolus Calvus het hooghlle deel delèrProvincie gegeven heeft aenTorquato, (lommige willen hem anders noemen)behouden-de niet te min het opperlle gebied daer over ; en het benedenlle deel, aen Grave Eudo van Paris ; wiensNeve ( ofte loon van fijn broeder Robert, Grave van Anjou en Hertogh van Celtica) Hugo Magnus , dit felve wederom overgegeven heeft Fulconi, foons fone van Torquatus. Delèn Ful-co fijn in ordre geluccedeertFulcode II, Go-defrid, Grilgonellagenoemt, Fulco de 111, Go-defrid de II, Fulco de IV,Fulco de V,dieoock Koning van lerulalem is geweell nae Balduin, wiens dochter hy (weduwer lijnde ) getrout laadde : hem volghdeGodefrid de VI, met toename BarbatuSjdic tot een vrou hadde Machtelt, dochter van Henrick de I, Koning van Engelandt, wiens lóne Henrick , de tweede van dien naem, Koning van Engelant is geworden; en fijne twee andere lonen, Godefrid de V11, en Wilhelm, Graven van Anjou ,• de welcke, als fy beyde van haren broeder den Koning in een llrijdt overwonnen , en te lande uy t gedreven waren, heeft hy tot luccelfcurs in ’tKoningrijck van Engelant gehadt fijn oudtlle foon ; en Godefrid den VIII inhetGraeflchap van Anjou: Artur Godefrids loon , Grave van Anjou , en vanfijns moeders wegen oock Hertogh van Britannien , wierd de oorloge aengedaen door fijn oom Iohannes,Koning van Engelandt. Dele Arturus hadde te vo-

Vranckrijck.

ren het leen van’t Prinsdom ontfangen , en den eedt van getrouwigheydt gedaen aen Philippus Augullus Koning van Vranckrijck , dóór wiens ophitfinge, als hy meende fijnen Oom Poiótiers afhandigh te maken, en met lij n leger de Loire gepalleert was, is hy van de lèlve gevangen naer Rouen gevoert, en niet lange daer nae van lohan omgebracht. Ditfeyt ging Gonllantia (Arturi moeder,dochteren erfgenaem van Conane Princevan Britannien) loo leer ter herten , datlè by den Koning van Vranckrijck,den Koning lohan befchuldighde, dat hy defe moort begaen hadt, de welcke,daer over te recht gedachvaert fijnde, en niet comparerende, van de Pairs de France voor foodanighgecondemneertis , en alle fijn landen, diehy in Vranckrijck befat,aen den Koning vervielen ; welcke fententie de Koning felfs uy tvoe-rende,heeft hyAnjou onder fijn gewelt gebracht, en fijn lone Lodewijck den VIII, Koning van Vranckrijck , naegelaten ; delen is gevolght fijn lone Lodewijck de IX, met toename Sandius, dat is, de Heylige , die dele Provincie fij nen broeder Karel tot fijn erfdeel heeft ingeruymt ; welchen gevolght is Karel de 11 ; dele uythouwelijckende hjn dochter Clementia , aen Karel van Valois , gafhaer dele Provincie tot een bruyt-gave. Daer nae fijn gevolght de Köningen van Vranckrijck, als fijn fone Philips van Valois, en wederom lohan fone van Philips, die dit edele gedeelte van hetRijck, in ’t jaer 1350, met de tijtel van Hertoghdom aen fijnen fone Ludovic getransfe-reert heeft.Defen fijn wederom gevolght in rechte linie,Ludovic de tweede,en Ludovic de derde, die fonder lijfs-erven nae te laten llurf,en aen fijn broeder Renatus dit Vorllendom naeliet ,• dele, als hem fijne kinderen afgellorven waren, heeft voor erfgenaem gefubllitueert fijns broeders fone Karei, (fommige meenen dat hef fijn broeder loude gewcell fijn) die Ludovic den XI, Koning rranekrijh van Vranckrijck, voor fijnen fuccelfeur verklaert heeft : en is alloo defe Provincie vereenight gebleven aen de Kroone van Vranckrijck, alleen dat Francilcus I de lèlve aen fijne moeder Louy-fe de Savoye,toteenlijftocht,heeftovergegeven,-gelijck dan oock Koning Karei de IX de felve gegeven heeft aen fij nen broeder Henrick, die daer nae Koning van Polen en van Vranckrijck geworden is.

De hooftlladt delès Hertoghdoms is Andega- Anakrs. quot;vum, van Paulo Diacono Andega'pcnßs Ciigt;itas, en nu ter tijdt Angiers geheeten ; van Ptolemæo lulio-unagus Andica^arum, gelegen aen beyde fijden van de ri viere Meduana, oft Maine, met een lleene brugge daer over. In defe is een feer goede Poli-cie ; daer beneffens is de lladt oock verciert met een Bilfchoplijcken lloel, den Aertsbiffehop van Tours onderworpen ; met een Senefchallaet en Bailjoulchap,en een Siege Prefidial. Daer is oock een leer vermaerde Academie, van Louys de I I ^cadanie, van dien naem,FIertogh van Anjou, in ’t jaer on-

I i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fes


-ocr page 182-

^lauln


■^arce


Lffuvi^ne


Gnievdu


PueLti/tes


SSttj’ifltcc


Celles


'Vitlicrs Charicmcync


'Peii.rj)smJ,it,is\.inïmai Cuiltc u.-nliiim Jilimcm a üriti'


ji[5i


Ruiltc


j^^rcc


en Jjoyi


'l^urquot;^ -d[ i-Rsiar


- ^Lafliifny


S.Jhsh-


deï


S“it^nan'


S. » \^Lcalas

•de Sailp

jbt

Csttrcelliers


jii


td.

C'li.Gontie


Cai^ne


3.£^rh


Sterne


S'


Piaet


diriant'

îï


Senantte 1^.


1 tile au hihß


S.Sebi^'e


Carbaili


S..lynun


G. .Irbbn

M


Tjuanec


Clianncaux

Lïfet


AIÇDEGAVENSIS


iuctûpp Ltiimo Guvap


'avense


^Hees

iS jöi.


A:cmace~‘^

■Ucbcccs^Si^


LoiuW


^^ßellain

S.Denis h.‘l-Injeu


■ IL;„I


Tarns


. Ibnl .inillen


,lrÿentvn.


'Jieranne


Seg.c


V»quot;'

•S-.ticHin ilu


'aan


Seurdre


■ A . Hire


'yntiyne


Cherre


^Cbaze henry I Ûnbreii

.Jrinaille


CbaLun


; a-


C‘gt;'


Jit

. flanns


rs C.huntdil''


ï-’k


, Inar te


u . La Lattes^ ^Dratn siereSL


Le Leratyc


iMuflmJcs;^ *; bats


^.Svtnen


Partie


yiHentelaa


S. Lauren ht ylarne


metay


pleats tnace


-’’Si 11


'V‘ Beuch.


-Dance ‘Jtcchc/vrlr


lumelltere


iXLsscance ...... quot;■ ,V

-'5- *’■ - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jo

ik ‘

Ch.-^ctle


Bcaupreau æ


• Pu. ChuycUc Jn i)t jeneb gt;'X//icrs^ -l'illclic e •■' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jit


'ermain


Jiôrt-aÿm

de Poictou .


S.Jlartin Laa^s


Cbanzei


S-Lamberb


3.LhilberbSjL


•Renaudtere A


S., Indre


S. Laurens


Les landes Qenßan.

Anifferdanii


i6



JiaAe'cji^ ad TsCermain


Isrißar^e


Duretail


C^uilh


^j. ^ßvt^Uc 'l^liynp


vas


Le Lude


Autism;


(Jermain

•J’arez.,

À


PL

Villi.-i-i au


JciV-


V^cns


•A


Anglers y


^aee


'ftO*


Satches


.VÏ'


Geneiay

ü


Sf


'‘.hiyue


aux Chp


*Pißai


Afaigne


LuHe


’A


‘FuOcn

yyrbze .,lndart

.. Äi


JÖ-

S.snHaeairc


^^»'f'»neniines


Se^nmi.


Chcbtr


Cerne


“ À-Zi


§rcc ‘■Penne


*'^laze


Cetßures

Charce nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yA


J;

S.Ce^d^^;'


K-iU'


^•dtnbd/en Aa


Jlartiant’


euuruf-.^


;b


Zhcu’arcnnc


'Jenmile


Cnanlelau

AValevi-ier


.. \'‘uaielßtr les .dni,.


•Rcncntcn

Â


rjo.__


(Retane


rien


^fantitte


nerre ea

quot;Vaux _


^4iille


S. J/illtire


S.^lubin


jà. Lfeneze


'’yyy \

gt;sgt;~ -lâjî^« .....^^et^nc

■Jinlmcs-^


CpuTfcay


'Ferycs Ccurcbans


La Chay eile ^^Ireehe


Pail aven t


^~ibuhtyan


Breßuvrs


S .y^alife


. Hs'ran


^'^'ße.tudv

Chauae


IIV'quot;®

Rrueil


Jj'quot;quot;


JI Ceurcelles


CJiaiinay


Nantie


'S.Lierre desy


Satnyne


S.Siyharien des


^htzav


lt;S. Jltcbiiu


?O


blanch


Chinan


•cliaulenrier


7lt;OI5


^'TCrais matters


Ss-^lauilc


Trenezay


S.^^llatßUe

M'


■ Jdillaire nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jfai

'Jrcßny

Ä nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lèù

La dladalette

^La Lmde


MorrtreuJ belay


'^^aitilclutta^/

I,e‘Jluis

S.Aacayrc


./licbanb


LauiJle htirab


riautlle S.


Saueay


St'ftaie:


Lodun


S.^^lartin de

Ceurlcnad


Curßay ndlanbercille


Chtiais


Lriau


»£7«.îIs«'


lit

Chanbes


Jt’ijenlon


*Jjalre


Cs^lanyes


ßair terre


. Uartaixe


S. Carehaire


Jlacc


S. Clair


'’^Ld^din


^Luehe


ÜLaucatter


PcntcßV’'''


•^£pyty^-


^.~llerrue

Laltyny


-Tveniency


Jö*^- Chartres


’ Prebum hn eomm^m, ijuod vultffl Afaneatitour nanten habet-


-ocr page 183-

A N J

fes Heeren 1389 opaericht. In deÆ hebben vele geleerde mannen , ibo in de Rechten, als andere faculteyten geleert,onder welke eeuwige memorie waerdigh fijn , om haeruytnemendegeleert-lieydt en wetenfehap, D.Guiliam du Pojet, Can-celier van Vranckrijek D. Lazarus Baifius, Io-achim Bellai,FrançoisBalduin,een groot Rechtsgeleerde , Renatus Benedidus Doóïor in Theologie, Bodinus,een Advocaet in ’t Parlament van Parijs. De ftadt light in een lage plaetfe , waer van het Ipreeckwoordt is :

Angers bajjeloillc, hautes clochers Riehes putaines j pauygt;res E/coliers j

Weick beduydt:

In de lage Stadt AngierSj kan men bemerchen, Hooge töorenSf rijeke hoeren, arme 'K.lereken,

Dit Hertoghdom heeft vele fraye fteden, onder andere Saumur, gelegen aen de Loyre, ver-ciert met een kafteel, en onlangs met een Uni-verfiteyt : fy heeft ftereke wallen en grachten , en lchoone liuylên. Hier is,voor weynige jaren, Gouverneur van de ftadt en kafteel geweeft Philips Mornay, Heer van Pleffis, door de boec-kendiehy uytgegeven heeft, wel bekent, als oock door fijn Ipraecklaemheyt en vriendelijck-heydt tegen de uytlanders. De andere fteden fijn Montreneau, Bauge, Beaufort, Biftac, Monftreul Belay, Malevrier, Chantonceau, Vi-Ijers, Duretail, la Flelche,Chafteau-Gontier,Se-gre, amp;c.

Een mijle van Angiers is een brugge, dielê Pont de Cee, oft See noemen, als oft fy wilden leggen,/de brugge van Cæfar,want ly meenen, datle van Iulius Cælar gemaeckt is j andere gevoelen, datlê lbo genoemt is als de brugh van de zee.

In defe Provincie fijn veel meiren en vivers, moeralTen, fonteynen, en meer als 40 rivieren, behalven de kleyne waterkens. Onder de rivieren fijn de principaelfte, de Loire, Dive, Thoe, Layon, Ligne, Sevre, Couelhon, Oudon, Me-

Tent de Cee»

Tà^yett.

O V.

duana oft Maine s Sarta gemeenlijck Sartra, en Leorius : buyten de ftadt Angiers fiet men noch vele oude vervalle timmeragien en ruïnen, Grohan genoemt : men wil leggen , dat de Romey nen aldaer eer tij ts een Tiheatrum Ibudenge-bouwt hebben , overmits daer noch ter tijdt vele medalien uytgegraven worden.

Onder dit Flertoghdom ( behalven andere ^„dere Graeffehappen , Baronnien en Heerlijckheden ) gehooren te leen , defe vier Graeffehappen, als Mayne, Vendofme, Beaufort, en La Val.

’t Graeffehap van Vendofme, nu tot een Her- Vendofme. toghdom opgericht, neemt fijn begin by Beau-gency, tuflehen beyde Beauften,welcke met toenamen Sologne en Vendofme genoemt worden, en ftrecktfich wijdt en zijtuyt tot aen Xainton-ge, heeft delen naem van de ftadt Vindocinum ofte Vendofme,welcke van Ptolemæus Eindicum Aulev^ ciorum Cenomanorum in Gallia Lugdunenß geheeten is, als Ibmmige Ihftineeren^hoewel Scaliger van opinie is, dat de ftadt Mans V^indicium Ibude fijn. De Graven van Vendolme hebben haren oorlprong uyt de ftamme vanBourbonsen gelijck men leeft, foo Ibude Ludovicus Bourbonius, Ibne van lo-han, Grave van Marche en Clermont, de eerfte Grave daer van fijn geweeft j wekken in rechte linien fijngevolght, fijn Ibneloannes, fijnneve Francifcus, en wederom Francilci lbon Karolus, wekken Francifcus de I, Koning van Vranckrijek, eerften Hertogh van Vendofme maeckte; defen Karei luccedeerde wederom fijn foon Antonius, Hertogh van Vendofme en Pair de France, dat is, Genoot van Vranckrijek, en, van wegen loharina d’Albret fijn gemalinne, oock Koning van Navarre • van wekken geboren is Henrick van Bourbon de IV, Koning van Vranckrijek en Navarre, Prince van Bearn, Hertogh van Vendofme, Beaufort en La Vai, amp;c. Vader van Lodewijek de XIII, wiens lone Lodewijek de XIV outer tijdtgeluckighregeert.

Tegenwoordigh is Hertogh van Vendofine, Cæfar de Bourbon, natuurlij eke Ibon van Henrick de IV.

-ocr page 184-

34


Het Graeffchap

M A I N E.

ilivieren.

E Graeficliappen Le Maine en Vendofme kennen voor haer leenheer den Hertogh van Anjou, gelijck oock die van Montfort en la Val. Het Graeflchap Maine is befloten met degrenfen van Anjou, T ouraine,Normandie, en Perche ,• en wort bewatert met drie rivieren, de Mayenne, Loire, en Hartle. Lucanus maeckt mentie van de Mayenne,in’t boeck van de Phar-falifche oorlogh, daer hy fey t :

In ripis Meduana tuis marcereperofus,

Regino en Gregorius Turonenfis lehryven oock van dele rivier. Hedensdaeghs wortlè de Mayne genoemt. Sy loopt door de lladt Angiers, en valt in de Loire, een weynigh onder defelve ftadt naer ’t zuyden.LeLoir ontlpringt niet verre van de ftadt d’Illiers, daer van Fulbertus, Bif-fchopvan Chartres, vermaent in fijne brieven, loopende door Allogy, van welche de lèlve oock mentiemaeckt, ende Abdije Bonneval van de Orden van Cifteaux, en de ftadt Vendolme. De DfJWiïpf. ^ayne heeft haren oorlprong op degrenfen van dit Graeflchap,daer ’t van Normandien gelchey-den wordt, en nae datlc lang geloopen heeft,be-Ipoelt de ftadt Mayenne. Sy vloey t feer traegh, (loo datlè Gregorius Turonenfis maer een torren-tewj dat is, beke noemt ) en komt aen de rijcke ftadt La Val, en daer nae aen ChafteauGon-tier : van hier gaetfe naer de ftadt Lion d’Angers, daerle met de rivier Volon vermeerdert wort,en korts daer nae met de Sarte, die door de fteden Alençon en Mans loopt. Men leeft in het leven van den H. Mauritius,Biftchop van Angers, aldus: Als de H. Mauritius nederwaerts met een Ichip door de riviere de Mayne naer de Loire reyfde,amp;c. De Sarte is vermaert door fijn water, welck klaer is als kriftal, en van coleur als filver; waer van dit veersken van een goet Poëet is :

Venimus ad Sartam^ quo non efl clarior alter.

Wy lullen hier noch van defe rivier by voegen, dat in’t leven van S.,Lenard aldus gefchreven ftaet : Het kloofter van S. Lenard is vijf mijlen van de ftadt Mans, ley t op de riviere Sarte, en is deerlijck bedorven. Men leeft oock in ’t lèlve leven, dat S.Lenard, in de tijt van de Biftehop In-nocentius, grootelijcks het dorp Mans verciert heeft, en daer nae een kleyn plaetsken gevonden op de riviere Sarte, ( welcke plaets noch den naem behoudt, en wort la Chapelle geheeten, oft de kamer van S. Lenard, ) alwaer hy een kerck ter eeren S. Peter bouwde.Delè rivier heeft veel karpers, lampreyen, elft, en andere lóorten vanvilch. Weynigh boven Angers vermengen haer dele rivieren, en loopen gelijekelijek door

Vranekrijek.

de ftadt, en niet verre daer beneden in de riviere de Loyre.

Delchoonecn luftige waranden enbolTchen Borchen, verderen dit landt j onder welcke fijn de voor-naemfte, de warande van Verlay, Longoulnay, Perfi,Sille,Charnay, Andain, Maine en Concile.

Defe geheele ftreeck landts is voor fommige jaren in tween gedeelt. De principaelfte ftadt is Mans, die nu de kroone van Vranekrijek toekomt : maer de ftadt Mayne met fijnHertogh-dom, dat eertijdts een Marquifaet was , behoort aen ’t geflachte van Guife. Van ’t begin is ly de refidentie geweeft van ’t bailjoufehap, en nae de tijden van Koning Henrickde ÎI gemaeckttot een Prefidentlchap, daer vele fteden appelleren.

Ditlandt was in vorige tijden onder Guienne Oudere^ begrepen,en gehoorfaemden haer Hertogen, tot dat Lodewijck de IX, Koning van Vranekrijek, en Henrick de III, Koning van Engelandt, een verbont maeckten, dat de Engellchen te vreden louden welen met dat deel van Guienne, ’tgene in ’t noorden met de riviere Charante, enin’C zuyden met de Pyreneilche bergen bepaelt wort; en voort afftaen van al het recht datfy meenden te hebben op Normandien, Anjou, en Mans ; op conditie dat men ten tijde desafftandts dervoor-fchreven landen,hem loude tellen i yooooo gou-de kroonen. Daer nae heeft Koning lan aen Lodewijck fijn tweedelbon gegeven de Graeffehap-pen Anjou en Mans. De brieven van defe gift worden noch onder de befcheeden bewaert.Hier volght de af-komft van Lodewijck.

Lodewijck van Valois del, Hertogh van Anjou, en Graef van Mayne, die van Ioanna del, Koninginne van Napels, tot een loon aengeno-men wiert, en Koning vanlerufalem, Sicilien en Napels gekroont, fterf anno 1384 in September.

Lodewijck de 11, Hertogh van Anjou , en Graef van Mayne, Koning van lerufalem en Si-cilien,overleed in ’t jaer onfes Heeren 1417. Lodewijck de III, Hertogh van Anjou en Graef van Mayne, van Ioanna de 11 Koninginne van Napels geadopteert, is geworden Koning van Sicilien, Hertogh van Calabrien, en Grave van Provence : en fonder kinderen geftorven in ’C jaer 1434.

René, broeder van Lodewijck, Hertogh van Anjou, Grave van Mayne, Hertogh van Calabrien en Bar, Grave van Provence en Guife , is erf-genaem gemaeckt van fijn broeder Lodewijck,met conlent van Ioanna de I I,Koninginne van Napels,en overleed in ’t jaer 1480.

Karel, nae de doodt van Ian, foon van fijn broeder René, en van Niclaes, Hertogh van Ca-labrien,lbon van de voorfeyde Ian,dede afftandt van ’t recht dat hy meende te hebben op ’t Ko-ningrijek Napels, de Graeffehappen Provence en Mayne , en maeckte fijn erf-genaem Lodewijck de XI, Koning van Vranekrijek.

K k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De


-ocr page 185-

•A-et Ai! huliu'


'Reuelie


0 S.Raeh


La..haulte eha^ .

CO1Æ


o

L.GAIos Acs


Tet^efallei £ TO O Landiul

Pont aubree


Lc potnutoM. cn. fStllcX*

\ S K ^.£tier


Dijèriinee^

S Vt

O K q

Pimen.


LaAfn’ee q


ro A^/fAare 0


Lat’cham^


B La^cï


JxAnn.fißf! lauvain. n 1


5 M

O r Lenave

Vi

O S.ßorteuin.


£ Carelloe


®0 Alontaxulaxji £ O


quot;0 Domftert Aee JauLes


tncnlattao'


0 La. eroi^iUt


J-iercc


£

O, ColttMlnet*s


C A-ßente Ae ^^ne


Occi^^ den s.



Domlront


r 1..^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^KProixt

'Ajgt;Aeßleaue


Vautorte f-a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Chaflillon.

Caanna


M.


£4Ai J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o B S.Gddrye-y

• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ •Tailc^chart Jc0 boutauant


£ ^ßourne^


Chuet


SPteme Ae la..cetu*t ji o


Tar^ne


Chfa^yriu

B ^^-MAyenne


Chaitlant s P

'PUA’ o

O tcAt^lerie

LaBx^otiere


0. LaRaconiere


0Pt^is

*. O JUt ûreaelle n r\ Aailie O


c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

QLjfairün; • ____

Luxeree la^ Doifcelle


e JtS Ld:Rachd AlabiUd °.. quot;nbsp;'-


S O ^Taul iJeniiffne S


^■'ßuuLi^, o

«4 AelaJ^ iaitte Lâtuel


Cantsft.


Lannaj' G.Gcrmain.tc^iye.


XB O .J -Ûnen..


s ht^udle


£ 0 A üemu*ut


^l.Ae ClermenL

^Labeulale. ^^hanjin


0/~f^ ^ha^c 0 Lt^enc/t

*Ruille


^oei'PotciS.


AC CrctxoK 11 °. fßerteuitta


haVal

M * CarbeutUe


Aueaxex'ee^-*^ O ^ZZe

O •.alanl^itc


La. htóftett'e


If.Sujflice 0 Ez 0 L. Cattll


Galliæ re^ionis typus;


Vulgo


PLLOUTILICES


SKales cu Jofevt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;.:

a à • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 Pau^o

L-,. Hsit’ic Ju- bats

Champfhurtnous^

-La. 'Bijocheaotut BI


• B O . iAlonf^Pofl ' ßalenepu


PAI S


0 Ceurbeis


^ACellau.


quot;o d ^Vliirra »at^i/uena/' Ltai/oneelles


0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M

ßxanott O •Pi'caux


O A.Leenat'A


i/aulins


o ^ 'PoA iauts-


T,aTrofhat2

i\fhoMn- 0


Lau^

O‘


o^CoxUille

^iLuhin de^ey


AC a o


°C


Si( 0


.S.ahPeß^nc


SJii.,am,., H.a„f If. ÿ ,. tCCii’^r'S ClldPdIm


'Aieane^'e .ÇVq ^AAai’Odettes


Allieres

^0 $Leiÿi£


VtUaine O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

O tS L •pycciisi


’ (

O ^Aenters


Ce


° R . o SVictor


ifii


O ' PouiAct 0 ...^ L.Gror^e

3 Jubux, Au Acfbt'b '

iiT^ ll^SJubiu 0

3 r. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i'



B ARON


Louj^nc


rfsi^*Jixctnef ., ^,

C erali 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 ■ d.

o f^Vrot ,£atitgtflct’aje nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..


O S-Cuen

£ .


B £ 0 Alaune


oisr^

Q i^'^uttlfiers

Giaan A Chatnf


t/dtnh’.rttatAr ° c ^iLmt O houAcul,


.5 ^Pamys-ro yjiatdf Q aiuplaUn


---MeSadUCCS SV B

*Tocfc Laur^nc SY ES B

P 0


Lvl*iSxtLtu.' 0 O •ALarolLis 3VXi , 3V „ O Poniolun.


^aa 'lt;^5,. . nbsp;nbsp;0 B


E Charcnce „ Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ßoucelUs


STD^oL tt £

£ O Trozhet


O

•ALeurca f^iPoni


P-AoVit'aùt


Tbillat*


ballen


T^^UurS


Celle Cnrte le U licceefe^ le Jtlans, comjjrend. Jour regard dti Sjirituel, outre U Cathelrule , jtltfieurs e^lifes collegiales, ablsires, 010,^^,^


jrteuren, couventuelz, etJimjlay clochers jarocliiuuls, et chu', gelles, comme er les t’ai’ez jar figures ie lettres, uv ecg noms de jatrons itfen rfgectivement a. chuct cloder, dont e.-jlica-tiou eil er ioincte.


0 S PierroortneS

FF \ '^Xia;

O LReniy ■■

SAlincent'


Beleftne


£ Centne/


^O

'•Cpßnc AeVer


£ Tpuvrax 0


0' Sahle


*Rot^enouec

'^'b^ens lcRemâi'A


0 Lielûnt. £ ___—


ße hauhe £ O


DECXARATIO HVIV5


KEX.REX.


E.

C. CT. SV. AC. BL. SK.

L-SA. SS. 10. EB.

IV.

VD. VI. T.0. TT. se. Al.

SL.'


J’2V.


^^ifea^HS Cextittti.

Ca/ibilutn Secî^iC C/natn. Cafttul. S. Tetri Ae Caria..

Ahias S,Tincetttj', Abh, Ae Cithura... Âbb. Ae Telle loeo, Ahb.S RarAi^ht., •Abb.AeXiontay.

Jhh.S.AltebaeliA.

Abb, S. Sergy AnAe^.

Ahb »S. Jeuini Ae Jîarn -Abb, Ae Cbroido.

Abl. S.Ittliatii AiirAii. Abba.AeTaAatia, Abb.TùîAecienfa.

Abb. Ae Rata., Abb. Ae Teltcta^ Abb.S,Ceor^‘AeJiein, Abb,Aiaieris .Monaßer^, Abb.STautwriRleJij. Abb. Ae T'retinta, Abb, Ae Ctella.

Abb, S. AfaximtniAurl.

Abb. S.Atartinifogieri. Abb. S. AlbiniAnAegauen. Abb. S.KieolaiAnAeaa..


SU. 02,. T6.


lypquot; ADC, JT.


Jj.

RJi. CK, C,^A, TR, CT, CS^ tk, TlTl.


TC. TO. TS. CAS. TV. TIC. TS.


TABViÆ


M.SJitontfi’ ttiTra. Al, Omniii S.AnlegV'. Ah. teTani^gamhau. Ah. S.Tlar^ Js Saulm. Ah .ieTante gehartt. Al. Campania,. Ahhaty?a JdPraia. Al. S.Suljrit;' TCAalt. Ah.S.AAti.

Ah. Sd Sjîtuaîa. Ah .S.Aarta .iniya. C,ÿitutum. S.SarÜ^li. C,^itAV.^ju.i4nt Tirran.. Ca., idTraa. Ca.S.Hyalis leTtaua. Ca, ie Silhaaa. Tieaamis id Soy enta. Homus Hdt, Homitius -Ten^orAis. Trtar ie C,^raliAt. Prior it Ofiio. Triar id Tetlifiia. Trior id CafltUis. Tnar ie Vitiania. Trtar is Sayenia. Tr. st Ct^itul. S.yien,


CoxaacnataA nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AuRofa^

01Sfrehaul't nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PP O


*O *ßallen gt;Cii-—^„^^euncetnanf


. . t

Soul^ne ^ï.^....

Leaufiu'

'till .

^tataa-'^betu-e


La Guterchc


0 loue Labo tî.


'AontrieuL


sa.”., . T.a*^*quot;**a””...,.

quot;2*-% « -

*■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sdlabm. Jidd'ft,ÿidlame


NIE


*-^ruUffn o


°IidHnd 11 ° ‘-^o o “


PoUye


^uîut


Chan^ Au. bais


CRx’iene


S.Ceïcrup


o CouÏainc^



^ieauUeu.


a, fl r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 S.amp;t

0 nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Le $eFtdchre

CauJeda^,S~^i,i^

s ■ — O' ChaxAbur


AP


-VatlanAC oJD^

s.Apgtd “oquot;^ quot;tV-iï. S-Oudn.


jf.Pxetn'e Ae boxe


lt;lt;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O .

It^i^OlanteiMX ‘PtUe,,^


^•P.AcSoiy^


La Bofte

F, S ßenis Je O coulAi'a/'s lt;nbsp;tS ß %Aulaines


Q Tfevette SV o


S^AJartinAB L O


PF


$ ïT ChS-Rcttyr


Chepi*(^


'lirce


Ch- Ae'ßrefi^nu 0 Lotnbren jg •Jiai^


Ceut^eoi’A C


_-■ C LPebasti o didMi, Lamena/' ^•IfOd-vent


i\utUe


‘Pet-Au-^rene-

Leßivil 0


ytl 0 ^culb’c S%.tlat's


£ '

.^f^xtrfaas'


0 CoulAt’ecieu TesLo^ee /


*- , !

O ^/at/bneetlea _.


AA


•'^Au.^ue Ae Laune


O ^PUiCay


Vallainps


0 ijfaxUo


\Rahaj'


31^

O Tartan


S^lartin. _


dhat^e c T RuatAAuin.

0

;;:z..d^g^^_^Paryne

0 Biv/vtte


'Volnay

O


luaille


^U-arottea


S^Aiane Ae Lo^e lt;-


i.Aê la..l*ù^tnite


dUdraenne ■ ■ 0 Laj^ae euLelia TLe Giamment


E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q

gt; Lhllaxno

ChaUe nbsp;nbsp;d.


Faniatnea


•Rache lenef^ue 0 /./ ,.______ £B


rT_ iTaet^^


TiO^auA ^S.Run^^'


Ta^ASaadd i

’ A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o l.,y,iHdr^

•Ba^dl r . °d . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;scrinddnt sir


Lttee


'' ö


*PAa Chafieaux


o a, ’ 0 SL.Jtt.bets^s


Pentualatn


Lueeaxi.


ttalieeme


o

Cdurettdd


A n -r.t.g:^Afarmt


V U nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T'ur


'Uontuban.

Colot^c £ » Lubt^ffue


SLAe la mpTe


sa* ILonflrcuL

-J,..r?dR.^

-^ . . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;£ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a,, -

Chap^


F-lVerre Lu Lorouee


'0 Pt-di. O PC


£ O Gau


If/atn.


La t.h^A.'lene


RAlaresot^ ^1. Ja


Coultune £ O X*v o^’Uld itdd o E ° e

K i/wr/itf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Laoo ACffmnite.


ChalÜlou 0 V vu r-r • ® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® Chcxriüo

Efp^*^




-ocr page 186-

Oude 'vo’ckert».

Imvcöfide-ren aert.

L E M

De nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat is te /eggen,de volckeren van

Mayne, worden van Cæ/àr, Ptoleniæus,en andere feer gepre/èn. In de kenboecken der landen wort mentie gemaeckt van de ftadt der Cenoma-novum in Lugdunenß tertia dat is ’t derde deel van Lyon. Plinius maeckt’er oock gewach af, en noemt/è Zonomanos. Polybius, Livius, luftinus, en andere hiftory-lchrijvers verhalen, dat de Ceno-mannen dickmaels in Italien gevallen fijn. Daer-om ftelcfe Ptolemæus in Italien over de riviere Po. Strabo noemt/è oock Kex«^t*yelt;, en heet/è ge-buren van Chartres boven die van Vannes. Plinius ftelt/e in Narbonne, een landt van Vranck-rijck : foo datle met haer landt niet te vreden,nu hier,nu daer, andere landen ge/öcht hebben.

De inwoonders ontfien haer geen arbeyd,können wel ongemack verdragen, fijn neerftigh, en vangoet verftandt, worden niet lichtelijckbe-drogensbeginnen geen ûecke eer/è die wel over-leydt hebben, fijn raedtfaem en /parigh. Voorts, dit landt heeft ioo vernufte en kloecke verftan-den, als eenigh in Vranckrijck.

Claudius Kobertus,Priefter van Langres,verhack van de ftadt Mans als volgt : De ftadt Mans wort in hetkenboeck der landen van Vranckrijck, van lom mi ge Vindium oft Vendicum gehee-ten, gelegen op de riviere Sarte. Sy ftaet onder den Aertz biflchop vari Tours, en ’t Parlement van Parijs. De inwoonders van de/è ftadt worden voor oproerigh gehouden,en nieusgierigh.Oder-cius, in fijn vierde bocck, feydt, dat haren naem Cenomaine komt van Canis mania, dat is, van de verwoedtheyt der honden. De principale kerck was te voren ter eeren van de H. Maget Maria, en daer nae van S. Gervaes gewijdt, en in ’t jaer

AINE.

1201 van S. Juliaen, wanner men fijne reliquien in de felve bracht. Sy heeft 38 prebenden. In dit Bifdom fijn 670 Parochiën, gedeelt in fes Archi-diaconien, en 20 Decanien : oock veel Abdijen, als Beaulieu, Sainde Marie d’Euron, Sainól Vincent, S. Marie de Lonlay, Sainól Calez, S.Geor-ge des Bois,S.Marie de Perfine,de l’E/pau,S.Marie de Clairmont, S. Pierre la Couture, S. Marie de Vaaz, S.Julien du Pré, de Ia Virginité, Eftival en Charnie, welcke twee vrouwen-kloofters fijn: Bon-lieu, Fontaine Daniel, S. Marie de la Campagne , Tironneau, la Perigué : noch drie van vrouwen ; la Pelice, du Gué, en de Laune. Daer fijn oock 191 Prioryen. De ftadt Mans is een BiJf. /choplijcke refidentie, wiens eerfteBiftchopis geweeft de H. Julianus, ten tijde van Key/èr Ve-fpafianus. Dele ( loo Claudius Robertus Ichrijft) doorwandelende het lant Mayne,heeft gearbeyt de oude eycken- en boucken-boomen uy t te roe-jen, dat is, de onvruchtbare en ydele verdichtlè-len, afgoderijen, en fuperftitien van ’t oudt hey-dendom,daer toe gebruyckende ’t y/èr der ftraf-finge, om de Ibnden der quade men/chenafte /hyden, en een brandend vyer,waer door de aer-de, dat is, de zielen, die nu van Zónden ge/ùyvert waren, bequaem fonde worden, om vruchten der Goddelijcke liefde voorts te brengen.Waer mede hy te kennen geeft de oude fuperftitien van de Françoy/èn, die de eycken-boomen voor góden aenbaden. De ó8 Biftchop is Carolus de Beau-manoir,foon van Ian,Heer van Laverdin,en Ma-relchal van Vranckrijck,welcke Carolus in’t jaer 1614, in de vergaderinge van Parijs, een Apologie gefchreven heeft voor de Religieu/èn der So-cieteytlefii.



-ocr page 187-

Si


Het Hertoghdom

NORM AN DIEN.

Crinßu,

Vrttch^ baerhtyt.

Rotten,

E naem Ikormanma komt van de noordlche volckeren,want Nordt fo veel te feg-genis, als een ftreeck [ der Wereldt in het Noorden gelegen. Uyt welcke contreye van ÿ Norwegen,Denemarc-ken en Sweden een groote menighte volks hier is aengelant.en heeft dele plaetfen tot een woning ingenomen ; en allo nae hun,ofte nae de landen van waer fy quamen, Iklortniannia genaemt, als een woonftede der mannen uyt den noorden^welcker invallen en roove-ryen in Vranckrijck en Duytflandt genoegh-faem bekent fijn.

Rollo de Noorman heeft, door fijn gewelt en rooven (foo in Vranckrijck,als in defe geweften) Karei den Simpelen, Koninek van Vranckrijck, in fulcke benauwtheytgebracht,dat hy hem (nae dat hy’t Chriftelijckegeloovehaddeaengeno-men) fijne dochter Gillaten houwelijck heeft moeten geven, en daer mede oock gantfeh We-fterrijek en Bretagnien aen gene zijde de Loire gelegen ; en alloo is hy eerfte Hertogh van Nor-mandien gemaeckt.

Dit landt Normannia ofte Normandien, wordt in’tweften gelèpareert van Britannien door de riviere Crenone; in’t noorden is’t bepaeltmet de Britannifche zee ; in ’t zuyden met Mans, en in ’t ooften light Francia , eygentlijck alloo ge-noemt, ( waer in Parijs gelegen is, ) van ’t welcke het door de riviere Epta onderlcheyden wordt. Het hoort niet geheelijck onder Gallia Lugdu-nenfls, maer éen deel daer van wordt gereeckent onder Gallia Belgica.

’t Is feer goet en vruchtbaer,overvloedigh van kooren, appelen, en peeren, foo dat deinwoon-ders dranek daer van maecken , welck ly Cidre noemen, en voorfien daer-en-boven noch andere natiën genoegh met hare fruyten. Aen vee is daer oock grooten overvloedt.

Sommige deelen dit landt in hoogh en laegh Normandien. In het hooge fijn drie Hertogh-dommen , als Alençon, Aumale, Longue-ville; en de Graeffehappen d’Eu , Harcourt, Eureux, Tancarville, Malevrier, Mertain, en Montgom-mery : noch begrijpt dit deel oock het landeken Vaulx, ( waer van Gifors de hooftftadt is, fijnde een Graeffehap en Baljulchap,)als oock de Baronie l’Aigle.Neder-Normandien wort in kleynder deelen onderfeheyden , als Caux , Beffin, Cou-tantin, Hovivet,le Royaume d’Yvetot, en le Vaulx de Vire.

De voornaemfte ftadt delès landtsisRouën, certiits Rotomagum. seleeen in ’t noorden aen de is tot den koophandel; in’t ooften heeft fydc rivierkens Rubec en Aubet,en daer rondom feer fchoone beemden en velden,alsoockhooge bergen. Over de Seyne placht te leggen een feer konftelijcke brugh, die onder de wonder-werc-kenvan Vranckrijck mocht gerekent worden, van vierkante graeuwe fteen gebouwt, met fterc-ke pylaren onderftut, en met r 3 fchoone bogen geeiert, van wegen hare hooghte en breette leer vermaert ; doch is voor eenige jaren ingevallen. Dele ftadt is oock beroemt van wegen het Aertz-bifdom en ’t Parlement.

riviere Seyne, welcke aldaer met groote fchepen

kan bevaren worden, waer door iy Peer bequaem nius GaÜcti^ doch niet eygentlijck ; want liyie, in

Vranckrijck, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Li nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fijn


Onder den Aertz-bilfchop van Rouen ftaen de BilTchoppen van Sais, Confiances, Lifeux, ‘ Aurenches, Bajeux, en Eureux.

Onder het Parlement van Rouen ftaet heel Taritrwn^, Normandien , welck nae dat het weder den En-gellchen ontnomen was van Koning Karel de V, en daer nae van Hertogh Karel beleten, is ’t den felven van hjn broeder Koning Lodewijek de XI ontnomen, en aende Kroon Vranckrijckgebracht, daer ’t noch onder is,en van die tijtnoyt gegeven aen eenige kinderen van de Köningen. In plaetle van dit Elertoghdom gaf Koning Lodewijek aen fijn broeder Karel het lant Guienne. Dit Parlement is op-gerecht van Koning Lodewijek de X 11, waer in hy ordonneerde vier Pre-fidenten, acht-en-twintigh Raeds-Heeren, waer onder waren dertien geeftelijcke en vijftien we-reldtlijcke ; daer by ftelde hy twee Griffiers, een Audiencier, twee Advocaten, en een Procureur generael. Naderhandt is ’t getal van de Officiers hier feer vermeerdert,als mede in de andere Parlementen van’t Koningrijek.

Behalven het Parlement, is hier noch het Ge- Cony àet recht datfè des Aides heeten, dat is, van de Subfi-dien, welck begrijpt de jurisdictie van die men Efleus heet, en is in-geftelt van Koning Karei de V11 : dit heeft twee Prefidenten, elf Raets-hee-ren, een Griffier, twee Advocaten,en een Procureur van de Koning, drie Deurwaerders, en een Ontfanger. Dele oordelen ablbluyt van de fiibfi-dien oft gemcene middelen, als tollen, Ichattin-gen, impoflen, accijfèn, endiergelijcke. Onder dele Rechters ftaen meer andere Efleus ; als de Overften van de lout-fchuuren , en boeck-hou-ders der felve, die haer eygen gerecht hebben. Te Rouen is oock het Hof van ’t Baljulchap , en eenPrefident van de ftadt en Vicomté, diefy Chouë noemen.

Van Neder-Normandien is het Bailjufehap van Caux wel ’t voornaemfte deel. De inwoon- horman“ ders der felve fijn de volckeren, die Cælar Caktes, OrofiuSjin fijn vierde boeck aen het 11 cap. Caïe~ ti^ Strabo noemt ,vanhetover-varen van de riviere Sequana ofte Seyne; van waer men minder als op een dagh in Bretanien ofte Engelandt kan komen. Ptolemæus noemtfe , enPli-


-ocr page 188-

.. ^ nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—net-aiHc


0 sdnof-^enbdetnffe ^., .rttlt;:lt;^‘


VRa^oZ ‘ ^^'’trS/tc


‘^'Vnlcny


'JijiirJtn-''''''*'

-neaiitl’i«'


-n


■ J.


*Loineiulle Cjajuenilte O CyertitteHille ‘Flecbemenaitte


‘ntiuÆ

Cu^tti//^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;exflÿ,itt.-

(Berteuills -Mutffxatff.-



-a O ffaillarJe SdOetrele

^^ntenr


rïgt;- -xk'quot;quot;-^''’' oX4c.fe';c^- ■

«1'”^ S.‘Jgt;emy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.T^i^

9 -Juhemilh •Leaeourb^^^i^.. y



t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;yb^rtuurïub

LouJenicr ''^oy nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yretne

‘Souc^^tafjt- o •Rjilhies nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..fieJen

'^^nteruille 0aailty


• Jeufeuilt.-’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,S.Wt lt;

-. L Lcaumonrin ts t f Q ... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/.»K Genneuitte nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...

Hirai^etiillel^Saalmej. ® nbsp;nbsp;® Q

\ ’‘‘ ^'quot;'•''^■btuur V”«z G

[Rouille nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ïv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l


TCer-^UeuUh


CuÂcuilic O



icriZïz^iw O au^t A lb.‘^,.1ulbrrs Ju-^it l'

o.Lan Je la RouruiUe ri0uieno 0 nbsp;nbsp;0

-burutiuillc


''■‘quot;''o


Mtuttibauv H


heben nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t,

I O ^^*rjrzSK.

S.Cesnte nbsp;nbsp;nbsp;.,, _

.0 O 'ÿaruill'^ 0

Jnienb nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S-Sau^^tr

■iSi,o»zisi^


■Suruille nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘^-2’4-4. O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;q

LaeVlelÜere


'' O Cf^outcuiUe ^Oyorümc


Oueuilte nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O


‘-‘’■^quot;ftille

T y vù-tJot

eaa,2ly0 J Mayer^^ ^S.Slemenb f Lt-tuier-e.^

•JaaieHaiBe _ 1 0

k O Qz ' Lour 0


quot; nbsp;nbsp;® LuHtquot;n»‘^

ctriv

A 5 O Xr.r*^ïj«/ir.r 7 vAzCj:,, .,. O. ■


O Camhrenan.


^itikÿny


^BtrOU'


O -^yiuenJtU

O

Janne aille


7lt;,S

\uchon

Couhancca


'Xcur O O .K,»»«*-“«


‘Renatle

O ^^-z;

Courcy q ^^^jianbie Le Lieb 0 ® 0‘j30uuitl^

■* •Luflonaitle


^Hully fk


f ,

V-'


Isif^rtfunt


J ÿ X y ®

Gauoienne


/I 5®^

* Henirett


Le„tLefiiil iUL jrare


CoiuaiJte ^ottylùe , 7^^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e\


^\.0-^fLenutlle - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®:ll'^®««l'^’ -u

luruill. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.y •^Jâr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O S-.t“'“

3-._,..®z. TX.O A



xxrkuti„„i,u^xSiit “’. ®

OS.S''” 'LranJ.incoarb


0 Foatainea nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Moùteaille Goi^euilte0 '^^Ln

iß S.-ix^duu nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- -liruumuutti ‘Jlu'^Hc

^VttretUt- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bS ctut^^ ia^‘VuluiA ^at.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o“^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘•trb: Ç, Xrr,,^^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^f-Oi,,. I-Wrnyr

S-Luttoßa.: y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r?...- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ïa. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I-tXuubiurt * O

//»/z,»fc°X otóL*^^ r.Sy-’^^t, ■^ruruito'^. y CuiBr „ ... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘Jlauiltv O cy 0 ' A* o ■ filzj?«

/'•ft.r.ill,fi]t}i.j,-,ii^yy o IBarcutuu ' S.Oerrrjrr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Jï„tu!.,riuur^

rice nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0-^, SeriiGte0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O -i^e

^i7s.-Xtruillr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° nbsp;nbsp;7/. -^z.ïóz I

S.aL^-jT^^^ zJH» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•enaetnlle ane0 “

«fi4LU4.St£^-j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■^■s.j.u^ju .tot




O Iß-Äzfczüz-Z fi •rfmu.ctcttx



loeyuemanb O


•ItueSiPterre



tjiuis^xm J,!)-“quot;'* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\

nbauf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0\ nbsp;nbsp;nbsp;'jV'quot; -' . -

zz:. „. O , 1“ O Vr -ÏUin'fV'' O’t.ï ./.• Klt;r„zÆ«-O

I ■J-t.-rr.-ux/


O » y 0 Jenia0mtu 0\

^ucn Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^•neb A®-

P . O îU A

'.‘Harnejlal ^««‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

Vononb


‘jttuXtßiu.^

•'Jt^-ana r.^Mea '^aneiCr-, •^quot;*quot;';7



I ! t\ -^^ratinats en ,. n

I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.44| s,

MFia iV û • ■*- O ^Oriual O gt;.

JStStutxur, Chrbuat g^^Ztxtt.i^'i.^ 5t. Il^„,1l,.

—-’’’ß-a-nftO: ‘■Puchay 0 0 Gaitlarbois ,



XßrtfAZÄf^^ 'Lorefl y«- , il V r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-^l


i.-

La Maneeli


UZ-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

O

O SfSiiûiutt^


Soulles


Q ‘ßorJes ■■'


e..-£tx.ilhn

...........

os.5ZZrgt;—oquot; 'î’^ô


^Xontlcli

'^i^s-Jiichci


*JleauujL


fftktnce


-/uninch.


*■ l^^^eeSetttv


O S.Laurent- L^s’-Centis

Gttni.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i


•Senmeres


VaeÿMctvg


^linchanl-•^Slauuieux 4.0


k Cabbenne ’***lt;« 71e

'xiÿi-cuOi.-

X-UU. .. ^^''■quot;•l'‘--uil!e e”-nxttui/l.


I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.Vafb 0^\

flIJ-xri^trx ^Gxiuu-uitlt ■liuut.-Sl

|2Sr4^« - O IBranuille ko ‘S'V^'HiÜe . ,.Mf ■Htuf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f



ite ttt.’i' tSXuttl O


O Cantehn


S-tJarfialeViel O ‘‘’^»zZ.4


CfitnJ Cou-, ranne


areaux nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y

O - Monbat^o Q

X \ O


•Senjtto

LnlRarro Je SeuJtv


lulnay 0


Zo^l^

“Ron^aan



Lifrfy O ■Si.-milTe l O ‘S.Si/naà,^ ‘Lenem-yil ^^ReeteuJley

^•^^0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^0


^Vr.i!k -

® Lontaineleyin nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ -i. .


0lars '^0S.Mietats

lt;( -^‘^^rn{Ue0


'iBernay .

O Couftonne la Ville


Izj.fAjrJ«« .J O cogt;‘d‘^ O * Itonireul latyi/le


'quot;o y S..Vurfiuji'''^''quot;%”^ rtttjt fi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a..t.'..


quot;^Zî

‘Reamnontle


In^aruillt



^^^'Rah^ane

•J^OIHlitlfQ


au .. o '-

C’-^rtm,,/!.-Grainuilte O


Sety Crajttv


Ctreyayny 0 Scours


-’ièri^tt/e

3^


quot;Loiue


■La Lande 'Jirefeeeurt-


^■etle Jn Camn

• gt;lonfitly 'Reente


irCicüJfi


Lrucleneitr


tS.lan etn lamt .lt;


Uiatiilla


Munonjouree


La Chayette iz-avA.« J, .eObJ'urSxHxt


■^o .iulxti/i

7'

‘gt; 1


O * . fbteheyras


Chiinttrau


Gifß^

0

JioitryÙ C\.Tfinailte


'jkickecfH''


0

Gilaneaurb^ Gnery 0 •JJueny



■-^.i


OuJeuUle 0 Jiqurleutfle Jiofmnnuille '^eufitille 1


'JJarare ‘■ßratftuil ^Cah^’rs 'Rea/K


•FoulaineS

^yegt;y €


rrex


Groioeuure


llliers


‘-«‘quot;dtou' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SuuJrru^b ”

■ rJticrs nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘^‘quot;uruifur nbsp;nbsp;y


La Claion : ^eroulb


ieiSssrb


Chat^


.iC-ffife

/ / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J'

44m. nbsp;nbsp;nbsp;4.14s.,.^P nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.j.^ ^xxithv, to


^SouJraneaurb

^Guernes 0


quot;F0nbena%e

9 Litnoy


eTquot;'quot;'


Mu ^heryeuille tReuafle


IFernunea -. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q,-^

'^'Lrouit/e jieruille La chauffe


rgt;


^XeOe


Cheyei-


Les»4Üeun U quot;Roy



-ocr page 189-

NORMA

fijn 13 boeck 2 cap. Calaes heet ; nu ter tijdt wort het genaemt kBaiîlagedeCaux en Normandie, nae het gevoelen van Scaliger, Turnebus, Divæus, en andere. Sy dolen, die meenen dat de ftadt der Morinen, Terouannois,die de Françoyfen in het jaer lyjS den Engelfchen ontnomen hebben, Caleßum Het is waerfchijnlijcker,dat daer heen een Colonie van Calis, en met eenen de naem, is vervoert geweeft. Dit Caux heeft de gedaente van een fchier-eylandt, enleyt bynaerondtom van de Seync, met noch eenige kleyne rivier-kens , en de zee, belloten. Het ftreckt fich uy t totTreport en de ftadtvan S. Valéry, die by Abbeville, en de ftadt Eu ley t. Daer is een hooft oft bergh aen de Zee, dat de Françoyfen Capo de Caulx, ofte le Groing de Caulx noemen : het welche die uyt de Seyne naer Engelandt varen, voor-by pafteeren moeten.

Diepe. De hooft ftadt van dit landt is Diepe, die fijn naem heeft van de riviere die daer voorby loopt. De inwoonders van dele ftadt hebben een eeuwigen naem , door haer voyagien in de nieuwe Wereldtgedaen, verkregen. De kleynder fteden Harflew. aldacr fi j n Har fleur, liggende geli j ck een boogh aen de rechter zijde van de Seyne : daer tegen Honfleur. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;flincker zijde, leyt Honfleur , dat

heeft een fray kafteel en bequame haven j Ptole-mæus noemt het, lbo fommige meenen, het felve doet mede Antoninus,en de Reys-kaer-te oft het Reys-boeck, alwaer gefthreven ftàet luliobona.Sigebertus verhack oock van luliobo-na, en ïèyt, dat het lèlve van Iulius Cæfar is ge-bouwt, en nae hem genoemt geweeft,als de ftadt

N D I E N.

Cales verdeftrueert was. luliobona wort van Ha-drianus Turnebus Vülebon geheeten. Havre de Grace, dat een Haven van gratie te leggen is in Nederlandts, is een ftadt welche de Zee-rovers feer vreelèn , en aen die fijde de deur en fleutel van Vranchrijch is 3 ly is gefundeert geworden in’tjaer lyo«^. Caudebecq leyt aen de rechter fijde van de Seyne. Felcamp beteechent het lant Feßamp. ofte velt van de Filcael ,• dit heeft een vermaerde Abdye, alwaer een uytnemende graf-ftede der Hertogen van Normandyen te fien is. Aldaer leyt begraven Richard de eerfte, en Richard de tweede , toe-genaemt de Onvertfaeghde, de welche vader en Ibne fijn geweeft, en de derde en vierde Hertogen van Normandyen waren.

In Beffin leyt de ftadt Caen, vermaert door de Se(fl». Academie, daer byfonder de Medicijne floreert. Hier ontrent worden veel papieren gemaeckt, die nae defe ftadt den naem hebben.

Coutance oft Conftance,is de hooft-ftadt van Coutanti». Coutantin.

De andere fteden van Normandien fijn, Au- Andere rencheSjEureux, Bayeux, Sais,Lifieux, Alençon, Aumale, Longùe-villé, Eu, Harcourt, Tancar-ville, Malevrier, Montain,Montgommery,Tho-rigny, en Gilôrs, amp;c.

De Normans fijn doorgaens argh, geen uyt-heemlche wetten onderworpen, leven nae hare manieren en zeden,diely lèerhertnechigh voor-ftaen en befchermen,in liftigheytlèergeoeffent, en geneyght tot twift en kraheelen ,• doch de ge-leertheyt en Gods-dienft wel toegedaen.



-ocr page 190-

^lt gewefte wort om-ringht van de rivieren HdeD^nen de Seine, en [van de zee aen den 8 oever der fteden,de Sie'^ poorten aenvloeyt. '^Dieppe , en S. Valery. Van achter vertoontfich eeneplaetlê,daer t is ten meerendeele eertijdts geftaen heeft de ftadt Limar daer 'nu geene teeckenen van overigh fijn. Defe haven van verfcheydene beftormingen aenge-vochten ftaende den borgerlijeken oorlogh, heeft Hendrick de I V, na de doodt fijns voor

I vruchtbaer, en vloey t


over van dingen nood-wendigh tot herleven, heeft boffehen, beemden, bouwlandt, vleefch.

Sieden-

Gelegenheit.

Talen.

Dieppf*

fruyten, wolle, vlafch, en grooten overvloed van vifeh , die aen de bygelegene zee den vif-Jfcheren overal ter handt is. Dedranck, dienle hiergebruycken, is voor meerendeel appelfap en bier. De gewoonlijcke namen der voor-naemfte fteden fijn, Caudebec, Harfleur, Ha’fre de Gracef Fefcamp Monneillier Dieppe, S. Valery, Eu, l^eufchaftel, Aumale, Arques, amp;c.

Dit gewefte heeft de gedaente van een half-eylandt, en is meer lang als breet : ’twort ten Ooftenbepaeftvan’tlandt van Abbeville, ten zuyden van’t Landt van Beauvoifin, ten noorden van den Oceaen , ten weften van de riviere de Seyne , en ten deele van de grenlen van die van Rouaen. Dat dele volckeren van Cefar Caletes Bja genoemt geweeft , gelooven eenige liever als Caletenfes , welcher ftadt hy Iccium Fortum,de nieuwe, Calitium noemen ; om dit beter te beweeren, dryvenfè, dat het Cafetum van Cefar verwoeft , niet Cales, maer fekere fterekte ly geweeft in ’t landt van Caux. Alwaer hy van nieuws eene fterekte gebouwt heeft vereert met 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• • 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 t

den tijtel van lulia-Bona, gemeenlijck genoemt met een verdorven woort l'Jße bonne, uyt welcks fteenhoopende wegh beftraetis vangt;ColleboIc. Het voorgeberghte geheeten de Caux light onder de ftadt van den felven name, en is aenfien-lijckdoor eenen toren aen de ftrand , die een baken draeght tot gerief der zee-lieden ; fijn hooghfte fpitfe wort genoemt d’ontmoetinge van d’Aifne; van hier ftreckt de reyfe naer Engeland voor den genen die by de Seyne varen. Defe landftreke wort getelt onder de feven Bail-jouwlchappen des Parlaments van Rouaen , en omhelft vele Hcrtoghdommen,Graeffchappen, Onder-graeflehappen , Baronyen, Abdyen en Prioraten van grooten name.

Dieppe, de voornaemfte ftadt der lèlve, light tuffchen twee bergen aen den oever der zee, die tegens hare muuren aenflaet, en fchoon door enge kelen , aen de mondde la Bethune fich inwerpt of infthickt tot eene bequame haven, van waer dè bywoonderen der ftadt ter bequa-mer tijdt vertrecken na Terre-neufve , en andere Rij’cken , om hunnen handel te drijven. De veftinge du Pollet hangt over de haven -, aen d’andere fijde wort de ftadt verdedight door

Vranekrijek.

een kafteel : ter fijde van defe veftinge light het garnifoen van Chaftillon , ’t weick den vloec commandeert van Arques ; de ftadt heeft den name van eene kleenebecke, dietegens hare

faets, tot eene toevlucht geftreckt. ’t Gebiedt defer ftadt als oock van LouTpiers, foo in’tgee-ftelijck als wereltlijck,lègtmen met toeftemmin-gedes Konings en des Paus geweeft te fijn by Gauthier, AertsbiflTchop van Rouaen. ’t Is ken-nelijck dat de borgeren, na de wijfe van die van Rouaep, de feeften van Kersmifle en der Ont-fanekenifle gewoon fijn heel vrolijck te vieren, en aen de geeftigheyt der Poeten gelijekeprij/èn voor te Hellen. De ftadt van Argues en is niet Deßadt verre van Dieppe, haer flot hangt over de rivie- Arques. re Bethune j die den heuvel befpoelt daer ’t op Dermeri light j defè riviere noch lang noch diep, is ver-maert door de vidorie van Hendrick de IV; fy is t’famen-geronnen uyt drie rivierkens ,van welcke ’t een ontftaet in ’t dorp de Seaurne, ’t ander treckt fijnen oorfprong een weynigh boven l^eufchaßelj van Hendrick de IV, na dat hy de Ligue door fijne Stehouderen hadde gebroken , t’ondergebraght j het derde beecxken ont/pringt uyt de plaetfegeheeten Bon-encombre^ defe drie rivierkens voegen fich by Arques t’fa-men; alwaer in den jare lypS Hendrick de Vierde in eenen beroemden ftrijd, met luttel Switferen en Françoifen , dertigh duylent mannen ter neder geleght hebbende, aen ’t befit der Kroone begonde te geraken.

Aen den fel ven ftrant na het zuyden toe, Fescamp',' light het oude vleck van Fefcamp, by den mont van eene kleene riviere uyttwee beeken t’Iàmen-gefmolten, van welcke d’eene haren oorfprong treckt van Vallemontf d’andere van Gouffrel^ilk. d’Abdyc erkent voor haren bouwer Richard den tweeden, Hertogh van Normandyen, en S.Vandrillus,neve van Koning Pepyn,derwaerts aengelockt door de liefde der eenfaemheyt;

fy is vermaerd door de graf-fteden der Köningen van Engeland, en der Hertogen van Normandyen,van welcke fy,behalven andere giften, de Baronye d'Argences te fchenck heeft ontfan-

d'Urgences.

De ftadt vünCaudebec Bchijnt haren naem ge- Caudebec. nomen te hebben van ’t landt waer in ly light ; fy wort befpoelt van de Seyne, in welcke de riviere Clere een weynig beneden Ckr en Rouaen De riviert fich ontlaft, waer doorfe breeder vloeyt wegens de nabuurige zee, in welcke fy tuffchen le Ha'pre

Liz nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en


-ocr page 191-

-ocr page 192-

HET L

j/oitfieur. en Honfleur met een feer groot en voor den ïchip-lieden vervaerlijck geweldt lïch uytftort; defe. barninge wort genocmt la Barre de Seine. Honfleur 'wottaidus gehectea y om dat de baren Htirfleur. uythec fèlve na zee toe vïoeyen : Barfleur daer tegensover, beteekent de tegenftrijdige barninge der zee.

Haipre de Grace j eene Beer geweldige flerckte, en om de kuften van Vranckrijck te befcher-men van feer grooten belange, is opgerecht van François den Éerften, om den Engelfchen den toegang tot Vranckrijck te beletten, indien-fc daer weder luft na kregen j gelijck wanneer onder Karei de IX die ftadt van de Proteftan-ten gelevert wiert aen de Koninginne Elifa-beth , maer wiert daer na van den Koning weder gekregen.

rvetoteefte Drie mijlen van Caudebec light een kleen Koninckrijck , indien nochtans ’t landt van fn^eisee» Tvetof dien tijtel oyt heeft genoten, om dies wille dat Clotharius d’Eerfte , na de moord van Gualter, Heere van Tvetot, op Goede Vrydagh in de kapelle felve den heyligen Dienft bywoonende,totboete van’tlchelmftuck« door den Paus gedrongen op pene van den ban, de Heeren dier plaetfe voor’t toekomende van de vaïfaelfchap heeft ontflagen, voor Boo veel als aengaet het landt van T^efot gelegen in Normandyen ; endelijck hebben de naem en authoriteyt van Koning plaetfe gemaeckt voor den naem en authoriteyt van Heere,die nu noch befèten worden by den huyfe du Bellay. De riviere Brefle flaet tegens de ftadt van E«,* fy en is nergens bevaerlijck, als aen den mond du Treport, en aldaer noch nauwelijcks ; fy begint van ’t dorp Courcelles boven Aumale , en wort vermeerdert door eene beeke by Senenponf, al-waer hare boorden door eene fteene brugge t’famengehecht worden , en door eene andere vier mijlen laeger. Aumale, voormaels een Graeflchap , is tegenwoordelijckeen Her-toghdom, enfeer vermaert wegens den adelen oorlogs-eere fijner Heeren , en hunne fwager-jeitntviUief fchappen met de Köningen van Engellant.Mowf-js een bequame haven niet verre van Bef-S. Falery. camp. S. Vakry, eene {kadt en parochie gelegen vijf hondert paften van den zee-ftrandt tuftchen Dieppe en B'efcamp , en heeft geene haven om de Oton en baminge der zee t’ontfangen. Oton en Courbon Cof^rbo». gehooren tot het landt van Huge, fommige hechtenfè aen ’t landt van Caux.

dEyianden Niet verre van Conftantin, waer van hier bo-w nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;d’eylanden ïarfay oB Gerfay, Grenefay

gefterckt tegens de zeeroovers met bol-wercken, die niet te verachten fijn ,• fy fijn den Engelsman onderworpen : aldaer gaet in fwang de gewoonte der Perfifthe Köningen, waer door d’eerftgeborene, ’tfyedel of onedel, Boo veeluyt hun vaderlijck goet trecken, dat’er voor de volgende niet veel over en blijft ; eene gewoonte gefproten uyt de Noorwegers en Denen , om de geftachten ftaende te houden, door welcke deleftgeboorne gedwongen worden ’t geen hun gebreeckt elders te foecken -, gelijck oock miftchien hier door d’eerfte Normannen Vranckrijck foo geluckelijck hebben befprongen, datfe noch befitten , ’tgeenfe met geweld verkregen, gelijck in den oorfprong der Hertogen ftaet aen te mercken.

Hetiflria , fijne oude Heeren dienftbaer ge- rtrande-maeckt fijnde , gelijck de menfchelijcke faken loopen, wiert gedwongen van name te verande- van EJcr-ren ,en Normandyen te heeten , als Rollo ofmandyen. Raoul, Hertogh der Normannen , in den jare p I o ’t gewefte vermeefterde.

De Normannen, Noord/che volckeren, ge- /»^trededer perft door den^aenwas der Denen, Sweden, en der byliggende volckeren, die meer wierden als vint». ’t aerdrijck voeden konde , en degelegentheyt waernemende van ’t verbafteren der navolge-ren van Karel den Grooten van hunne voorva-derlijcke deughden , beiprongen de palen des Rijcks, en dat foo dapperlijck , dat Karel , met toename de Vette, verdragh met hun makende, genootdruckt wiert te wijcken de gene die hy niet en konde verdrijven. En aldus isNeu-ftrien dep Normannen ten deel gevallen, op defe voorwaerde, datfe den Koning fouden erkennen voor Leen-Heere : hunnen vaderlandfchen naem hebbenfe t’onderworpen landfchap me-degedeelt. Geen volck was vyandiger tegen Chriftus , terwijl fy ongeloovigh waren, geene daer-en-tegen,die hem meer eerden na ’t erkennen der waerheyt.

In ’t Opper-Normandyen is een Gouverneur, defgelijcks een Stedehouder of Voogd van den Koning geftelt, gelijck als oock in ’t Neder, t’famen met de Staten , die alle jaren te Roüaen vergaderen j fijne couftuyme en gekrijfch do Haro ( ’t is een woort van Rechte by den Fran-fthen in gebruyck) nopende’t gene dat tot de befchuldighdegehoort, en tot eenige burger-lijcke faken , mitfgaders ’t Parlement uyt andere namen en getal beftaende,is vermeerdert onder François den Eerftenen de volgende Köningen ; daer van hangen af twee Generalitey-ten, Roüen en Caen, werdende de breedere op-rechtinge der kleene Hoven van nieuws verkoren voorbygegaen, die eerftdaeghs fal onderdruckt werden. Men feght dat defe de voornaemfte fit-plaetfe der Admiralen is geweeft.

Het bevat de Hcrtoghdommen d’Alençon, , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. r 13 r- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/-i • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» demme»

d Aumale, d Elbœuf, d Eureux, waer af hier boven,- van Noren de Hertoghdommen van Dam^ille, Longue^ille en d'Efloute’yil.'e, waer afhier beneden.

Efloute'yille is gefterckt met een kafteel. ’t Is eeneBeer bekende woonplaetlè van dengrootften Franfchen Adel, die aldaer heericht of gebiedt.

Longucyilleteene vermaerde plaetfe,waer af een Beer doorluchtigh geflacht den naem ontleent, vHit, heeft al voor lange gehoort tot den Koninck-lijcken huyfè.

De landen van Graslilie, Neubourg, Nonant, O, -Couïtaumer , Canity, Beuygt;ron, la Lande, Thury,Man-ny,Alegreen Verneuil,Nneren den tijtel van Marck-graeffchappen. Gr avilie heeft naem gegeven aen een vermaert geflacht gefproten uyt d’oude Graven van Alençon.

Eenige Graeffchappen van Normandyen fijn craffikap-van nieuws gehecht aen de Kroone, gelijck als, Hiejmes, Argentan, B^ireconches, Orbec y Bretueil, Beau- dyen, g,e-mont-le-Roger, en M.ontfort^

Andere


-ocr page 193-

Craeffihap^ Andere gehooren tot byfondere Heeren , ge-Gracffchap Eu, verheven tot een Her-lowmäe. toghdom ter liefde van Karel d’Artois in’t jaer 1478, Lfßeux, Mortain, Harcourt, Brio/ne, lancaryfille, Mauki'rier, Montgomvnery, S. Saicpeur, Landelin (opgerecht van Karel de VI, en gelevert aen den Hertogh van Orleans, ) Gi/ors , Thilleres, Carroitge, Thori^ny,Creances,Thury, Auge,Fiers, Eßelan, en Cuify, Welcker Heeren voormaels door deurluchtige fwagerfchappen en oorlogs-dadenfijn beroemt geweeft.

Barcnye» £)e voomaemfte Baronyen van Normandyen 'wa)!dje^. ° ot^der velen defe, Medany,la Berte, Orbec, Montreuil , Pont S. Pierre, f Aigle, GyMlbœufde Herin'yille eertijdts eene gefterckte haven aendeSeyne, Rommois, amp;c,

Conventen. De voomaemfte Conventen uyt velen fijn, Chark'Val, een Prioraet gebouwt van Karel de Negende in ’t bofch de Lyo«j, uyt begeerte tot de jacht, fijnde nu d’Abdye SainFlEygt;roult -, le-Bec, dat den naem heeft van Bec, dat is van ’t voorge-berghte des lands, waer in het light, alwaer twee rivieren t’famen vloeyen ; Bec-Herluyn, aldus genoerat wegens d’Abdye gebouwt van Hcrlun, eenen aenfienlijcken Norman; Cormeilles, aen den oever der kleene riviere de Calonno, wort gehecht aen d’Abdye van den felven name ; Bernay aen de rivier Charantone, eene rijcke en vruchtbare plaetfe t’famen met hare Abdye ; Di’ye , ’t welck fijnen naem heeft van de nabuurige riviere,waer af hier boven, aen wiens ingang ’t beeld Chrifti is hangende aen ’tkruys, vermaert door de me-nighten die derwaerts in pelgrimagiegaen.

Behalven d’Vniverfiteyc van Caen , in welc- JcAde-ke ’tburgerlijcken geeftelijck Recht, de Gods-geleertheyt, de Genees-konft, en de Vrye kon-ften werden geleert, en die door de Paulen en door Karei de Sevende beveftight is, lbo ftaen noch open de Collégien der kunften en hooge Scholen du Mont-cloutier, en andere. De Icholie-ren aldaer onderwelèn , en totfèkeren trap ge-promoveert, hebben ’t lèlve recht om tot fijner tijdt beneficiën te verwerven, dat de gene hebben die gepromoveert fijn te Parys.



Vranckrijck.


LI 3


Het


-ocr page 194-


-ocr page 195-

^zrcux.


Jtcn, ri-vicYt,


lilltrts.

Cettchet.

irctudl.

Ru^ts.

Jia^res.

j4ftten.

JHontfcrt. ’Ecnteau.

4'Eurt.

Notian-court.

Ljre,


Pernort.


BISDOM




It Bisdom is in Opper-Normandyen gelegen, niet wijt van ’t Graef-fchap Perche, en heeft aen dander fijde het Aerts-Bifchdom van Rouaen.

De hooft-ftadt oft Biflchoppelijcken letel van ’t lelve is B'preux ,


in ’t Latijn Ebroica Mediolanum Aulercorum Eburo-nicumj Sgt;cc. genaemt ; welckers muren beiproeyt worden met de wateren van d’Iton , een kleyne riviere die uyt een fonteyn in Perche haren oor-Iprong heeft, doch is verwonderens-waerdigh' ; want ly verberght fich twee oft drie mijlen boven defe ftadt onder d’aerde,fonder eenigh teec-ken van hare graft, oft haer water , na te laten ; daer na komtie onverwacht weder opichieten, na datle meer dan drie duyfent treden onder d’aerde geloopen heeft, en geeft foo wel verwondering als gemack aen de gene daerfe dicht voorby loopt : ly heeft twee oorfprongen, d’een is in ’t ftaende water Bretueil, en d’an-der by 'Verneuil in Perche, welche fich t’fa-men vereenigen dicht by Condé, een kafteel en vermakelijck verblijf der Biiïchoppen van Evreux, waer ly met een brugge is overdeckt en verciert.

Dele ftadt Evreux is met vafte muren bello-ten, heeft oock een kafteel, over welck de Bail-juw gebiedt. Sy is een der lès Bisdommen en leven Bailjuwfchappen van Normandyen ; tot dit Bailjuwichap behooren Tilleres , een Graef-Ichap en vleck , onder Willem, toegenaemt den Baftaert,op de riviere Aure gebouwt: 1 Aigle,een Baronnye , daer de riviere Rille deur loopt : Conches , omtrent drie mijlen van Evreux, een Ondergraeffchap en Eledie oft verkiefing, en ftadt met haer kafteel, en Gouverneur : Bretueil omringt met twee ftaende wateren, in welcke de riviere Iton vloeyt, en dwars deurloopt : Rugles wort van de vloet Rilles bevochtight, welcke by ’t kafteel Hafpres ontlpringt, dicht by ’t bofch Aigle, loopt voorby Aigle terftont gemelt, daer na aen ’t gemelde Rugles, Auton, Montfort, Ponteau, kleyne plaetlcn , maer die alle aen den Engellchen en Franlchen , gedurende hare oorlogen , werek gaven. Pafly op d’Eure drie mijlen van Evreux gelegen, is met wijngaerden verciert. Nonancourt wort door ’t water van d’Aure beiproeyt. Lyre is een dubbel vleck, genoemt het oude, en ’t nieuwe Lyre, met een vermaerde Abdye verciert. Bruin, Hermencourt , Louviers , Aquigny (^ab a^uis, oft van de wateren der rivieren Iton en Eure,) en Harcourt , behooren oock tot het Bailjuwfchap van Evreux, als mede Vernon op de Seine, waer de-

Vranckrijck.




fe rivier een fteene brug heeft : dele plaets met het kafteel Vernonet geheeten , fijn den Engellchen door Karel de Sevende afgenomen. In ’t jaer iipy verworf de Koning Philips Auguft de Caftellanye van Vernon en Longueville, met d’ondergelege plaetlèn , van Richard de Ver-nont.

Beaumont le Roger is oock onder ’t Bailjuw-fchap van Evreux, en wort befproeyt van de Rille, welcke lieh fchijnt te verbergen by d’Aigle , doch verheft fich weder beneden Grolay , om defe ftadt met fijne wateren te begunftigen , die eertijts d’eer genoot dat hare Heeren fich in haer onthielden , uyt welcke den Ridder Raoul oft Rudolf de Meullant is gefproten, die , voor eenige landeryen, aen de Koning S. Lode-wijek, in ’t jaer iiyy, de heerlijckheyt van Beaumont le Roger, en die van Briane,overgaf^ en dus is defe ftadt aen de Kroon gekomen.

Koning Philips de Schoone gaf, in ’t jaer 1298 , aen fijn broeder Lodewijek , tot fijn erf-goet, het Graeffchap Evreux , Beaumont le Roger,en andere landen,op voorwaerde van ’t Op-per-gebiedt aen fich felf te behouden.

De voorgemelde ftadt Evreux is beroemt om nare vrome en y venge Biflehoppen, die 3^3 Parochiën onder haer hebben , behalven d’Abdyen S. Taurin , ’t Kruys van S. Leu-froy , S. Maria de Lire, S. Maria van de Vale-ye, La Noue, S. Sauveur-Breval, 1’Eftrée, Yvry, en andere.

S. Taurin is d’eerfte Biftchop van Evreux ge- Eijjekopfe», weeft , ontrent het jaer 133 , doch volgens Ba-roniu? in ’t jaer 9y , welchen vele treffelijcke en vermaerde mannen fijn gevolght, als S. Gaudus, S. Laudulphus, S. Etherus, S. Aquilinus, en vele andere , te lang te verhalen : in de laetfte eeuwen hebben defe waerdigheyt genoten, Guilielmus d’Eftouteville in ’t jaer 1384, Philippus de Moülin, Petrus de Moulin fijn neet, Guilielmus de Cantiers, Paulus de Chevrigny, Martinus Fournier, Pafchalis de Vaux, Guilielmus de Floques, Petrus de Comborne , Joannes Baluë, Petrus Turpin, Joannes Habert, Rudolphus du Fou , Ambrofius le Veneur , Gabrielle Veneur fijn neef 5 Claudius de Sain-étes, een groot Theologant ; lacobus Dany , toegenaemt du Perron, een man van uytmun-tende geleertheyt, daer na tot Kardinael en Aerts-Biftehop van Sens verheven ,• Guilielmus de Pericard, Francifeus de Pericard , fijn neef, is hem in’t jaer 1Ó14 gevólght. Nu wort dit ampt bedient door Ægidius Boutault, Graef en Heer van Condet, Illiers, Brosville, amp;:c.

Na dat dit Graeflehap verlcheyde malen door de Köningen aen hare broeders, neven , en andere Heeren was gegeven, en t’elckens weder aen de Kroon gekomen, heeft eynde-

L 1 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jijck


-ocr page 196-

-ocr page 197-

’£ BISDOM

lijck Karel de Negende, in’tjaer 1J69, aen fijn broeder Françoys Hertogh van Alençon , in vergelding van ’t Graeffchap Gifbrs , de ftadt Vernon , Andely, en ’t Graeffchap Evreux , dat hy tot een Hartoghdom maeckte , overgegeven , om dat, als fijne andere landen , gelijck fiinerfpoet te befitten , ’t welck de vollende December in ’t Hof van’t Parlement wierd be-veftight. De gemelde Françoys , Hertogh van

EVREUX.

Alençon , en in Nederlant, Hertogh van Brabant , fonder kinderen geftorven fijnde , is dit Hertoahdom Evreux weder aen de Kroon ge-

O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

komen en federt hebben de Köningen hier het voorverhaelde Bailjuwlchap en Prefident-ftoel, ftaende onder ’t Hof van Rouaen , opgerecht , en vele andere fteden , jurisdiólien , en Caftellanyen van ’t oude lantfehap der Euborini-eiers daer onder geftelt.



Het


-ocr page 198-

Het Hertoghdom


Ritunnid , in de Franfchc fprake Bretaignegenoemt, heeft fijnen name, rechten, wetten, en inwoonders van de Rritannis , die men nu Engelfche noemt, welcke, van dc Saxens verdreven uyt hare woon-fteden, haer alhier hebben neder-gefla-gen, ten tijden der regee-ringe des Konings Vorti-gerni, van welcken fy tot

de befcherminge tegens de Schotten geroepen, enaenge-lockt waren. Het kan oock wel zijn, dat van te voren in dit deel van Vranekrijek, eenige Colonie oft voort-plantinge wasjde welcke, toenmaels door de uy tgedrevene Britanniers vermeerdert zijnde, het gewelt, dat haer van anderen was wedervaren, wederom tegen de Aremoricas ( want de felve eertijdts defe plaetfen bewoonden ) betoont en gepleeght hebben j hierom fchrijft Scaliger :

Tic it Aremoricas animo fa 'Britannia gent es j £t dedit impofito nomina prifcajugo.

Wclck aldus luyd :

He kloecke 'Britan heeft den Armorie verßagen, En hem met 't nieuwe jockfijn ouden naem doen dragen.

Waer van het oock komt, dat dit landt eertijdts Aremorica is gcheeten, infonderheyt daer het fich naer de zee ftreckt, ’t welcke nu Bajfie Bretaigne genoemt wordt ; want Armoris ind’oudeBritannifchefpraecke, gelijck Camde-nusgetuyght, foo veel te leggen, als aen de zee ofte oever der zee.

Oude t». Het landt is eertijdts van de Engelfchen, toen ter tijdt 'ii/eonderen. Brittens van Britto haer naem hebbende, bewoont geweeft.

De oude inwoonders waren de Redones, gelijck fulcks noch de Abdye Redon genaemt, die in dit Bifdom is gelegen, klaerlijck kan getuygen. De Namnetes ofte Nannetes, die in het Bifdom Nantes woonen. In het Bifdom Cornouaille dc Curiofioliti, anders genoemt de Corifiopitenfes, Curifio-piti^ en Crifopotes. De Veneti en Ciantii in het Bifdom Vennes ofte Vannes. De Ofifmii en ofifitni, datdevolcke-ren waren van de Stadt die nu Triguier en Landtriguier genaemt wordt. De Hiablintes, Hiablintres ofte Diablindi, eertijdts woonachtigh daer nu Leondoul leydt. De Ambi-bari, die men meent de felve geweeft te zijn, die nu by den bergh S. Michiel woonen, en Veneli, Venelli, en Vnelli, genaemt worden, en nu Ambiens heeten. De Ambiliates, Ambialites, dat nu de Lambalois zijn, ofte, foo andere meenen , dat volck dat te Amblie in Normandien woont. De Biducefi, die men nu noemt Briofinces van S. Brieu. De Lemovices, die Lemovices de Aquitanie, by Cæfar de Leo-nenfis, ofte die van S. Paul de Leon genaemt. De Cadetes ofte Caletes die van Cales, gelijck Fulvius Urfinus dar verandert ; doch fommige derven aftirmeeren, dat de Cadetes zijn die van Chafteau Briant, dat in hoogh Bretaigne,onder

het gebied van Montmorency, leydt.

Regentnge. Defe Britannen hebben in korten tijdt in fterekte en macht foo toc-genomen, datfe oock de Gotthen te rugge hielden, die haer anders meefter gemaeckt fouden hebben van geheel Vranekrijek ; want haer Koning Riothimus, als lornandes getuyght, heeft twaelf duyfcnt Brittons tot hul pc der Romeynen tegens de Gotthen in ’t veldt gebracht. Callimachus fchrijft, dat fy haer in de flagh tegen Attilam hebben laten vinden. Van haer macht is dit oock een groote getuygenifle, dat de Koningen van Vranekrijek, in voorlede tijden, al dit landt ( als niet machtigh zijnde het felve te veroveren ) acn de Normans gegeven hebben, als bequamer Vranekrijek.

ten oorlogh zijnde; waer op gevolght is, dat door ’t Nor-mannifche fweert , de Brittoenfe ftoutmocdigheyt is gc-temt. Eenigen tijdt onder het gebied der Normans geftaen hebbende, is het daer nae van fijncygenHertogen gcre-geert, waer van delactfte is geweeft Francifcus de II, die, in’t jaer Chrifti I4lt;?o overleden, naeliet een eenige dochter en erfgenaem van Bretaigne ; defe ten houwelijck belooft zijnde aen Maximiliaen Aertz-Hertogh van Ooften-rijek en Roomfeh Koning, is van Karei de VIII Koning van Vranekrijek gehouden voor fijn eygen bruydt en ge-maelin ; en te dier tijdt is Bretaigne ccift onder de Kroon van Vranekrijek gekomen : Karei ftervende fonder kinde- Onder ren nae te laten, is Louys de X11 Koning geworden , en Vranek^ heeft de Koninginne weduwe, die nu weder in Bretaigne geretireert was, ten houwelijck doen verfoecken, en met difpenfatie van Paus Alexander de VI bekomen. Uyt defe zijn geboren twee dochters, waer van de oudtfte Claude, getrouwt is aen Françoys Hertogh van Engoulefme, en daer nae de eerfte van dien naemKoningin Vranekrijek. Defe voorfiende de fwarigheden en ongemacken, die t’ceni-gcr tijdt mochten voorvallen om dit Hertoghdom, indien het weder quam te geraken aen de Kroone, uyt kracht van de contraólen van Anna, heeft Bretaigne eerft aen fijnen oudtften foon gegeven, cn naederhant in het jaer 1551 acn dc Kroon verknocht, met bewilliging van de Staten van den lande.

Dit landt is bepacltin’tooftenmetNormandien, met Gi'cnfe», die van Mans, en Anjou, fijne naebuuren ,- in het zuydcn leggen de Poitevins ; dc refte wordt befloten met de Bri-tannifche zee. Het begeeft fich meer als andere Provinciën

t’zeewaert, gelijck als een half cylandt, derhalven het dan oock niet onbillijck Cornu Gallia genoemt wordt ; en is de gedaente van een hoef-yfer gelijck, welckers buytcn-fte ronde deel de zee, enhetbinnenfteoftehethol, het middellandtfche aerdtrijck reprefenteert. De lengte daer van wordt gereeckent op fes dagh-rcyfen , en de breedte op drie.

Bretaigne is een fcer genoeghlijck en vruchtbacr landt, Vfucbt^ overal vol weyden en heyden, derhalven fecr bcquaem tot het vee : is oock begaefe met eenige mijnen van filver, yfer, en loot. De zee geeft aen de Bretons niet alleen eene goede gelegentheyt, om wijdt cn zijd in andere landen te varen, handelen, amp;c. maer verleent haer noch daer toe fulcke waer, diefc vele landen weygeït, te weten, fout, dat fy, in de Son gedrooght en hart gemaeckt, aen de gebuurige plaetfen verkoopen.

De tael in Bretaigne is driederley, Breton Bretonnant, Raeï. Franfch, en gemengt, veranderende nae degelegcnheyt. des landts,en Bifdommcn.In Bretaigne zijn negen BilTchop- Bifdom-lijeke fteden, te weten. Dol, Rennes, alwaer oock het Par- men. lement is opgerecht, in ’t jaer i4tgt;y , en S. Malo, in welcke fteden en omliggende contreyen de Franfche talc gelpro-ken wordt; Nantes,quot;Vannes, en S. Brieu, in welcke Franfch en Bretoens; Cornuaillc ofteKempcrcorentin, S. Paul de Leon, en Landtreguicr, in defe drie laetfte dc Bretonfe tale, die men Breton Bretonnant noemt, en wordt van dc~ Oude voor de Troyaenfchc fprake gehouden. Alle de Bisdommen van Bretaigne ftaen onder den Acrtz-bifichop van Tours.

Dit Hertoghdom wort kleyn Bretaigne genoemt,om dat Kky» Bre-het van Groot Bretaigne , dat men gemeenlijck Engelandt taigne. noemt, foude können onderfcheyden worden ; en wort ge-deelt in Haulte en BalTe, dat is Hoog- en Nedcr-Bretaigne, waer van ’t Hooge naeft aen de Loire gelegen is, het Neder aen de zee recht tegen over Engelandt, waerom het certijts en noch Ripenfis genoemt wordt.

Hoogh-Bretaigne, dat het ooftelijekfte deel is, wordt van jjec^h het Laege afgefcheyden door een knie die door Chaftcau Bretaigne.

■ Andron loopt, ( defe inwoonders fpreecken ten declc Bre-: tons, ten deele Françoys ) en daer nae fich ftreckt tufi'chen

h l til

ucn-



-ocr page 199-

Duché He BrctaiP’ne


Pont Orion


Syaae O gSjVlalo


Granvilh


Duce


Vloulerh 1 O Trelrea Llaaherre ^bm.


tnczeau . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Rbui


Part-LaJur ta Laniùliu’-


'LLu^iuiun G L LfeleaeaH, r Viftrtitfve J


'Viertel O


'Vet^anee

QLauce


5-’-


Cf


Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jti bafüfftt-


Caruihs

,luderaa.-

LaudausiaM


Le Va^^eeb


Lamîtutzia


LlaeJanul


Lernt al


Guimillia


ù.lanan jg


La Roche


^Pbncaur


’ltbaai


Xit®


•.tnayuej


'eiiaucfl


Qre^aen-


Lendemeau. r -r“ *.‘^«1;-^ aa^^sSiu Le Jä-enatu


La mat'ùt'i


CaniatM



LeTott


Üattk

S-Cyal ebduLin


'J*affaa


^■î^aTquot; ^.PlamaJteltm-^Phtuen. l


Feclies ^^5 arômes'

Jf rrÿdüSi


Q TaaifiJe jazoatt

L JcinarleVaîeU O

9 O Rannelin. J

■XdrmJ

W Raaulàt.

A O Cahauetue


Ranjanar ^airctun-

^^iantebr ‘7%^ O

1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-'quot;“

J

® Rumaa-Q

lt;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lrexelan.

iBrebly


Vtûet^ çylubtli^


'^^^ban


r •lUul'C''

O . Itnntbt a »ff


'Llett Gcaet ai 'Lblan


ti RreJuJel ‘Rraaeb


.^gtn. O

.»/ O

Llaexuaet

^ahehaa O


*£rak Q O f£eiemee


Gamenee I Lamerie , O Gava


■1'^


La buujJjjfg ^Rbaian fi'RbJeh.t


LattefJ*


, RreaJinHeaa

9/j^ Rûtaneh ‘Rbttixù Q


Gncitazen.


Giirmil


Irsutanuu


Grtue


5w ‘Rrtnyoit

U nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rbbia

i ^itaalan ,

A

O ^^f’iaae- ^baan O


Lj cnix le y.'jjffMan o ff,4iU


Tbn^fnuztt


Layaiut. o quot;; 'Rlat^uerei


Lauzec Garlel^uin


aierrten.


r-


Pbuabaut:


Lajèullee^ ^etuayait


'jPbitan


Lab’


•Pant iaurehis


‘J^ffni iujcaj^

// nbsp;nbsp;La,ar..^z:. nbsp;'


'iPankJuan


S’-


'■Roflauales


O Leucfian


'Farßde eouatbueb ^^Le. k R-aJberde.


■Flllu«.y.t 0^''quot;V lababn. 'Rettare O ' ® Rea finerb 'Rbyuea


La eihaha».


^LattJuLt


^lay/^al k '.Plamalin.


. arnUl^


de


O l'auldruzie


•DbneJttf O Rttxalcaka aal k G.^:iii.'nalar


Lehttiiet'


.iabl ki

Cffuiiaieae


Qjfale gt;.^ùrift O LanJrcx


S5m7 ^layatt ft^rt^A o «W''

I


Rant nubne


Caahnaban


^Leuteha o


o o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q.


.r ■ ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;W

Loiruun i.,

lt; o


Pleura



c»*


Locard


Sermin.

Rbuin.


'‘-PituL


Glatnel


Ranre ^yas


■Ctanf,'


Ja'aunan


1 Vnp! ° f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rudric

deOTL'udeu ire^anuacl fi


Ltauanel


iêMlÈSÉ#««

. £.Iuatt -j


^iftt


bvLsa ^^llùteu Uxel 2^


kt Rbßai, ^Lbaar


9S.£b


O Cadela


Rank-de ilac Q tte^ae\,


ChfZt

•Hl^u


» ^jhan


• ILe haLeu


O Lamata G O jjbtw^'Lz fi


'^Ónar


LdUtaJaa


y,


•^uiJù

Éi



CrcJin


Gollèlin


ft®

Hetnet^al i iVaf fin


^‘^ItealAS iPbamelèa

Jiaa^


Caattarkx


Lanlale


rlrdütan.

^^bùtel


‘R-eyuiay


(Raleatt


» breec


Guitw


*Fluuÿm

Hat


^ÿuofi.


Gran cham^


Lrech


'Pbtnur

Cracb ®


'Lelz


O

* iaatJaiL.


*Ratib\J. Raauinia


*Lte^ na.c

Z:ihuçlla.s


O iS.^Paix. Seruan ..l■ll.,le ' ' o ‘Ranahan ^réae fi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O Ccina

Leras O ^Dol

ViIbf.-bU‘gt;^O O Ctahlan nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f.


‘Latutetnaùt lt;i

‘Rbudiben nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~


^atißa


Jbazaj^^ o ^LaRaußae


Cre/^uan

tin an


O Triß^



QLattcaœb


0 O

Laurtnave


CûllJfOUf^


Tbyuaa


^edre


Ctl^UML


Är..o

.IL„a,w

-inkun nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O o


'n. ^LoitJean

Ltynelet lt;

‘Reauß^


^LaatJùti




it,


oGuÿ'e^ ,lndauille

C' Qa-Rneu nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'------ ■'*'*


S.^ubin la iâ~ cartfüer

t ‘Rarluye


VenJel rhtui Chçfhf,^


Lat-ee 'Bille Q


«^/wZ74r..

Ki .


Vÿaete ç, O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jrÿk


Montfort Ia Canne


Laval

S■ G-atftitrant-


Gtubeao Sb' ® Leras

-MaJeAroit


•Serans de brettebc


*Jlumelec


'lre^io


tBrchil


Rabal


-isuif..


•^bankauar le blaute


.S.Vaÿ^

Laquelkas


ebSaet

^Li’etiebatt a



‘Lrcal


Let^uelLlela


kalian


•^lajdan-


Laulatt.


O Rettererç des landes Laydarùu


iPartie du


Catnbaurtille 'Lbllü f.


ZaRàîleft- .

- Rabce


'laute ÜiÄi;

‘Rterffne


Serÿne

Cheure


Ciatt^eaux ttyifi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/


itlVitr.


. H-eruean rduro-V


Vannen


L j£aaac


I La'Roßtara ebaa bautÿ ‘lernen.


dßüne.


Renn ei

Chantiyte o


O Paca f -iamJcs


0 s. Pierre de la court-

Rrcal


.ti^snire.


Q La aroMclic’


^S.RifÙz,


ejJr-zih


o’ i.» VabU-e * ebduGtratt ®, denfi M ZVauuaiiatk nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6

O y.^lulnJafiRaueii


‘quot;Virtue


Oracles


Getutjs


I^aumalût


O Cuilli


VetK/b


;?£rbbtn


o .^*^0


dbiynott

■ ’B RE ^T

•2^“«o nbsp;ß..U^


Rattunac


^tanlratebt


lt;^LareL


Suhuae


rebb


Sufxa


hd


*Jiaiiat


Gtûeban

-d.erueL À


^l^marUa

°Z,y^


iècCibtiL


^»duaibb 1 nbsp;nbsp;nbsp;1 lt;• nbsp;nbsp;*

•Titrn““ S^l^ScIpC-Ar^ Ij


Laiüe


Carentax’^


kamp;a.


seeh CaJoM


QRerit

'Reaulb fi


^yta


^ebamyd Giönyuen

I GNpE

Labeac . e.A ' O ? o J


’ X

’Laitt.



O Chaïun C


Œffuance


Lutfan.


Sutgt^


S. Slaut.


^^leßae '^ifr'csb Jz ‘Ttlbr


S-,lubiti lis cbaux.


‘Lera


QavÏÏe


^R^eria,


Reneac


Psnh earbât-


'Raufyauie Rreauxaerbes


Fo ».^iüüLie


•■ ^leßiiüu


Llen^ßüt


■k-CfaraiL


•Sgt; ^aul


'Lt^L


gt;R'\n6


tS. Lalek


a tvche betmar-i.


'•^erbÿntae


'‘yScr-ac


Iritifchs


‘£anb Cb^


tSaliav


^ite^audc a


Cruiß,


Sf*


*Fat^cray ÀÎ. JSL


'Farefb de


'Hierr-i/-


Griambk Gtiilly


dtan


‘ï-ts..


Leyfv

o' J


tf’


•S-tSulpiei


Luxazye


'^Jay



GranJ. cltatn£


£^e


VCark o.


---


Le Setiker


Les tauebes iS- • H.ars L


Cbantban. La Q Cb^-etb


idauanay Rette ®


Lauazi ti


tuu


Catfib


O Preutatt


Lefiy


*b.anMe


Le*Ien^le


•rtvbre ^Oiikeran.


'L’art-le

Luuu^ fi


Liyefis

Farcet- -,


Z- £rbb».

O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o __


I Lalde

/

I Laulan.

Nantes


Cbl^ay


La Chayelie


•Stexay


*Leieav


^ß-ßebafiicn.


Chaunay


nCantic

£-^^icbel- I

s. ^Haee


ÿi ? -J 'LraatL- ‘


Le cauratue

^fallex.


o d.jliUairamp; ^rtan


Le Cltatt-


fi Villeuÿne


a^iL


-ocr page 200-

BRET AIGN E.

Quentin en Korlai, naer de kant van Golfe dc Vannes, tot de rivier Villaine toe, foo nochtans dat de plaets genoemt S. lean blijft in Neder-Bretaigne.

JTooft’ Dc hooft-ftadt van Hoogh-Bretaigne is Nantes /ecrtijdts tfrbs T^anetica geheecen, en van Ptolemæo Condiwoniim T^nneticum, als lofephus Scaliger, Cognatus en meer andere getuygen. Sy was eertijdts de refidentie der Hertogen van Brctaigne, verhecrlijckt met den tytel eens Graeflchaps, ’t wclck competeerde den outften foon des Hertoghs : fy is gelegen aen de Loire, beneven noch twee andere rivier-kens, aen een feer bcquame plaets, niet wijt van de zee, en verhecrlijckt met een Biflchoplijcke ftoel.

R:nnti. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Renncs, in oude tyden Redonica, van Ptolemæo Condate

Redonum, en van Antonino Candate genoemt. Defe ftadt is eene van de oudtftefteden van Vranckrijek, vandevoor-naemfte Bifdommen van dit Hertoghdom, en de refidentie van het Parlement ofte hooge Hof van Brctaigne, en daer oock dc R eken-kamer is.

'Dol, Doltim, nu een ftadt, was eertijdts maer een kaftecl, en wordt hedensdaeghs Dol ofte Doul genaemt. DeBiflehop van defe plaetfe heeft het recht een Pallium te dragen, waer-om hy oock onder de Aertz-biftchoppen gerekent wort.

S. Rrieu, S. Brieu, in voor-tyden Ranwm Rriocenfe geheeten, is een fchoone ftadt, aldaer is een ftcenrotlè, welcke veroorfaeckt een feet bcquame reede voor de fchepen j op die rotfe leydt een kafteel tot defentie der ftadt.

3. Alalo, lanum Sanci't MachlovU, nu ter tijdt S. Malo genoemt, is die ftadt, foo fommige mcenen, die tyïletum in het boeck van de KennilTc vanVranekrijekgenaemtwort, enaenden oever van Neroican is gelegen j dat Alethc een Zee-ftadt in Vranekrijek is, daer de riviere Rance, niet verre van het eylandt Aaron langs loopt,bcfchrijft Surius van Gemblours, in het leven van S. Machlovius, die de eerfte BilTchop van dele ftadt was. S. Malo is het vaderlandt van dien vermaer-denAdmirael ter zee lacob Cartier, die door zijn beleydt, en ordre van de Koning van Vranekrijek, Comada, en andere landen in de Noordt-zec gelegen, heeft gevonden. In dit Bifdom leggen feer rijeke Abdyen, als Beaulieu, Montfort , en des Perez.

Dinan. Dinan is een feer fchoone en geneuchelijeke ftadt, daer de Hertogen van Brctaigne haer plegen te verluftigen. Rianlx. Rieulx leydt by de riviere Villaine. Chafteau Briant is een kafteel verftérckt, liggende op de grenfen van de Bretons Armoricques, en de Angevins, ftaet onder de gehoorfacmheyt van het doorluchtigh huys van Montmo-Lambtdle. rency. Lamballe, daer van het Lambalois fijnen naem heeft, is mifl'chien de woonplaets ( als gefeyt is ) van de Ambliates geweeft. Alhier zijn veel winckels van parkement, en be-Vitray. reydc fchaeps-vellen en kalver-vcllen. Vitray is een ftadt, tuflehen welcke, en dc plaets la Corfzille genaemt, een ri-vierken loopt, dat de Bretons van die van Mayne alhier af-feheyt ; aldaer wordt niet verre van dc burgh Hermes ofte Henrici een Clm-boom gefien, die de felve landtfcheyding maeckt. lugon, alwaer eenige groote kafteelen, die feer Junen. oudtzijn, gefien worden. S. Aulbin du Cormier, in wiens jurifdidie de flach van S. Aulbin gefchiet is. Mont-contour, Plerel, locelin, Maleftroit, Pontigni, S. lulien, Enccnis, en eyndelijcken aen de uyterfte grenfen naer Poiófou, zijn oock dc heerlijckheden Cliflbnnis en Rais.

Neder-Bretaigne heeft naer het weften de zce,die dc drie Neder-geweften van het felve befluyt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rretai^ne,

In Laegh ofte Neder-Bretagne, zijn defe voornaemfte fteden : Venetia, nu ter tijdt Vannes, dat een Bifdom is, en rannes. van Cæfar, in zijn derde boeck der Commentarien van de ' Franfche oorlogen, de hooft-ftadt van dc Veneti, en de prin-cipaelfte plaets van de Armoricques genoemt wordt. Aldaer leydt een kafteel Hermine genoemt, en eertijdts het Hof der Hertogen van Brctaigne. Men weet niet of het kafteel van het wapen, dan of het wapen van het kafteel den naem heeft j fommige feggen dat het wapen, het welcke een kleyn beeftken genoemt Hermeline, op een wit velt voerdt, den naem gegeven heeft. S. Paul de Leon wordt van Ptolemæo S. Raulde Portus Saliocanus en Cænalis, welchen naem fy heeft van Deen. het fout-maken, genaemt. In dit Bifdom zijn de Abdyen Geriet de religieux, S. Mathurin du fin terre, S. Marie de Gerier. 'Trecorienfi oppidum nu Triguier, Landtriguier, dat een fraeye haven heeft. Blavet is een ftadt by een inham Rlavet» van de zee gelegen j alwaer twee rivieren,onder den anderen gemengt, gins en weder inloopen j de eene, die ooftclijeker leydt, heeft de felve naem diedefeftadtheeft; de andere wordt Elle genaemt, die de befte haven aen defe fijde van Vranekrijek is. Breft, waer van fommige den naem Bre- Ureß. taigne deriveren. Aldaer leggen noch andere fteden, als Morlaye, dat een bequame haven voor de Engelfchen is. Morlaix. Guincamp, daer de erfgenamen van Stampes over regecren, defe zijn uyt Engelfche huyfen gefproten. Petrus de V11 Hertogh van Brctaigne is Heer van Guincamp geweeft, Guincamp. defe was fone van loannes de V, die de vijfde Hertogh van het gemelde Hertogdom was. De andere fteden zijn Quim- Andere perlay, Conquerneaux, Quimpcrcorentin,S. Regnant des fieden. bois, Szc.

De Heerlijckheden aldaer zijn het Graeffehap van Mont-' JJeerltjckz fort, het Vicc-Graeffehap van Rohan, Grello, welcks voor- heden. naemfte plaetfe is Chaftcau Andron, Le pays de Gucel, Bai-gnon, Montfort, en Vannerais.

De rivieren van Brctaigne zijn, dc Loyre, Villaine, Ran- Rivieren. cc, Elle, en meer andere.

De voornaemfte en bcquaemfte Zec-havens zijn S.Malo, Havens. S. Paul de Leon achter het eylandt Rofcou, Breft, Con-quet, Quimperlé, en Blavet.

De inwoonders zijn niet over al even vriendelijck en be- juwoonde-leeft ; doch fy zijn in ’t gemeen voorfichtigh en argh, des ren aert. gewins feer begeerigh, en verrichten hare gewichtighfte faken by den dronek.



-ocr page 201-

V.

ICTONIVM, Pióhavia, ofte Poidou, heeft in het zqyden Angoulef-me, eqjkaintonge, in ’t weften den Üceaen,in’t noorden Breta£;nien en Anjou, de reit wordt beiloten van Touraine, Berry, en Lymoiin.

Dit landt is feer

baeihejdt. vruchtbaer aen koren , vlas, en wijn, rijck van beeftiael, en geeft veel wolle. De jacht is hier /onderlinge goet, om de menighte van vogelen en wilde beeiten.

Ouie Men leeft dat defè provincie eertijts een Ko-’''’2- ningrijck van de Gothen is geweeft, dewelcke van Koning Clouis van Vranckrijck, daer uyt, en uyt gantich Aquitanien, verdreven wierden. DeKeyfer Ludovicus Pius gaf aen fijn fone Pepin hetKoningrijck van Aquitanien i wiens fo-nen Pepin en Karei, van haer oom Karei de Ca-luwe uyt Aquitanien verdreven, en in een kloo-fter gefteken zijnde,heeft hy fich deiès Vorften-doms bemachcighty en aen fijnen neve Arnul-phus vereert, onder den tijtel eens Hertogh-doms. Arnulpho zijn in order gevolght,Wilhelm de Goede, Eblo de I, en de 11, Wilhelm de 11, en de III, Guido, Wilhelm de IV, en de V, wiens eenige dochter en erfgenaem Eleonora wierdt gehouwelijckt aen Lodewijck den VII, Koning van Vranckrijck, die haer daer na ver-ftooten heeft, uyt vermoeden van echtbreking en verraderye j zijnde alfoo verlaten, heeft haer terecht genomen Henrick , Hertogh vanNor-mandyen, die Stephanus in het Koningrijck van Engelant volghdc. Defen Henrick zijn gevolgt, /oo wel in het Engelfche Koningrijck, als in de moederlijcke en vaderlijcke erf-landen in Vranckrijck,fijne lonen Richard en lohan.Maer als Arthur (fone van Godefrid , de oudtfte fone van Koning lohan) voorgaf, dat hy voor Iohannes behoorde geftelt te worden, daer toe hy op-gehitft wierd van Philips Auguftus, Koning van Vranckrijck, om fijn oom lohan het landt van Poiólou te ontweldigen, en hy fulcks metgewelt meenende uyt te voeren, is hy onvoorfiens van lohan overvallen, fijn volck verflagen, en hy ge-vanckelijck naer Rouan gevoert, en daerna omgebracht. Iohannes, van Conftantia,de moeder van Arthur,by den Koning Philips befohuldight zijnde van defe moort,is verwefen, en fijne goederen Philippus toegeleyt, als Leenheer, onder welcke oock was Poidou; waer mede daerna fijn navolger Ludovic de VIII fijnen foonAlfon-ius beleent heeft ; defo fonder kinderen fterven-de, is het gekomen aen Koning Philips den 111, en by fijne nakomelingen foo lange verbleven, tot dat, gedurende de regeringe van Philips van Valois,hetfolve van Koning Eduard de III van Engelant weder ingenomen is, die het oock met gantfoh Guyenne ingehouden heeft, uyt kracht van foker accoort , tuflchen hem en Koning Vranckrijck,

lohan van Vranckrijck gcmaeckt. Defo Eduard, veranderende het Hertoghdom van Guyenne in een Prinsdom, gaf het over aen fonen foon Eduard , die defo landen al te veel fohattede ; waer over het meefte deel van hem afviel, en hy fich overgaf in handen van Karei de V, Kóning van Vranckrijck, wiens neve Karei de V 11 in 'c jaer 1453 de Engelfohen uyt geheel Guyenne verdreven heeft, ’tfelve nalatende fijnen fone Lodewijck den XI. Defe heeft’er fijnen broeder Karei mede beleent, na wiens doot Koning Lodewijck het wederom aen fich genomen, en fijnen fone Karei den VIII nagelaten heeft,vars wekker tijt af Guienne oft Galconien (waer van Poiétou een goet deel is) altijdt gebleven is in het gewelt der Köningen van Vranckrijck.

De oude inwoonderen defos lants worden van Cæfar, Strabo en Plinius Piâ:ûnes, van Ptolêmæus Perones, en van Ammianus Marcellinus Picia^’i geheeten. Aufonius noemt ditlant Pidonicam Regionen j. In ’t regifter van de provinciën ftaet Cm-tasPitla'ygt;oruw ofte Pedal^orum in Aquitania i , oft 7 Vienncnfi. Hedensdaeghs noemt men ’t le Pays de PoiRlûu. By de Pin,ones voeght Plinius oock de AgeßnateSj van wekker gedachtenifle noch ten . hedigen dage eenige overblijffolen zijn in het dorp Aigounois, niet wijt van de ftadt S. Maxent aen de Seure j en dwalen derhalven de gene, die de Aginnates met de A^eßnates vermengen , nade-mael dat beyde defe volckeren wel vijf dagh-reyfen van malkanderen kggen.

De Koninglijcke hooftftadt defos landts is Hooftfladt Pi^aYia, van Ptolêmæus en Antoninus Auguflori-tum, van Gregorius Turonenfis Pi^aigt;ia urbs en nu ter tijdt Poiôliers genoemt 5 gelegen aen een feer genoeghlijcke plaets, doch watberghach-tigh, maer fockt wederom nederwaerts in een vlackte, welck gedeelte men Tranchée noemt. Sy is, naeftParijs, de grootfte ftadtvanVranckrijck : de riviere Clain loopt meeftendeel daer om heen : alhier is een foer vermaerde Univerfi-teyt, byfonder in de Rechten, geacht de tweede na de Univerfiteyt van Parijs, en opgericht van Karei de VII, in’t jaer 14x1. Iulius Scaliger fohrijftvan defolve, in fijn veerfon van defte-den, aldus:

Si fludium èfl anim^e^ y^eniunt à corpore ygt;ires, GalHaque a meritispofcit utrumque fibi :

■ H^c fludiis, ali^ belli exercentur amore : Pi^a'Pium efl animusCtCtera corpus erunt, De outheyt defor ftadt getuygen het Theatrum ofte fchouplaets, het paleys van Galienus, en de gewelffols der water-leydingen, die men oock noch ter tijdt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noemt; zijndedefealle

gewilTe teeckenen des Roomfchen gebiedts in defo plaetfen. Sommige geven voor, dat defe ftadt gefticht is van de nakomelingen van Aga-thirfis en Gelo , fonen van Hercules, de welcke van de Poëten Picïi genoemt worden ; want defo volckeren,van wegen inlandtfchen twift uyt haer vaderlant verdreven , hebben haer in Engelant neder-geflagen, alwaer fy foo vermeerderden, N n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;datfo


-ocr page 202-

'Mutes


hiile de


Vulcfo


S.jllzliju

S'Patricz


jL-tJUy


1 '^ihre


Z/TctntJ^itnanlc


'Pahtt^u


'^hUe


S.Suljn,


^fiauleurter


^Haulay q


i^auJtnttr


quot;panree


^PiAttentnere


S'Phtltbert:


c

Chetigne


'In»v


ChaubraAn^,


«ï’


X'Fórr/ itsyiere


O'Sa/Σ '


'Frwrav


Q swanßm


'ßa.’'jtti£r£


o L^sJierîrûres


LaT^tnnter.^'’


Vju.irsJnrs


^daa-tierc


Chajlzatimur


•Raitartais O


S.Âiüftn.


t74.


Chatf^


leTut


O Cerefcty


o

Ccbinhier-^


X^'iturfjn


HiUitb-yon


quot;•triz


. Ilttrtnande


tRhriy


Lz fau


e/ï/

ijt^r


bierhuis S. Catharine


LiâelàeDieu


Jianielan o ° tfenics


^^112


Cjuzhz. ^■enguiH.i^


. O znetiere • ihhar^e


fe.è^êj.Tr:



‘b'iculxPauzanacs


^^Ijtichan


Lzßrr^etnent , O


• ^^'atriragne


(^i^eßstz Chef:


'Pjusaiyss .Hanfaumais


'.PjMmur '


La.tlenandiere

quot;Pardiare



S.Marßlle


.u


Pas'Hii


lodurt-^ Truu


O^‘

° J.jniknint »^S


Itaudtert quot;^7^


Ättrigtty


'Plumercös

oM


X Sauiienr


ChiTS’


'^birterre


'Brw«


X CÏair


^.^iantbrun


^’ßrnereitjc


'Perue lt;


'SrecJtituße


L-iJZjjv £11 Pjiira.ui£


tuitenr

L « öMV


QS.CenJrt


'ßuigny


Canß%‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*,


'ßeauuatr

■^‘’^.tiriu,


Clurttp^


Cnßarlehins


f^Huere


eX^

Cha^TiO» 0


^•ÄuHrrn

•TiJtu,


'Partenar

* c


^enaa^ O


lerr^^^


'Bertrand


Q’SrauJ^egt;


'ÜJJe


OLejßirrgeS

O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o


Cbattraa^


Ci yi'jre


Befsines


Sfoehe s.n,r..,a: igt;^‘


6gt;S^


Par tie


de


O idntherre

'Vau^aîÜe


•ßruxcrcÜe^


O..


'Pra^e-^


Chj^M


IRatiiüy q


CimljTtiiners


'Pf^euau 0

^^^arjp^’ P-ufignan


.B-auyrrier nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jAft^,

O î/^^nz* unw nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;Pigra ©


ChetMts


I. aJtette S.2{erar


'^'(eire


üviStprure .. o


S'Ptasine C o


ttXatnan


Lesfatßtes


S.JjJtan.


S’o


^.negitt^ t»-1hJh!2)ieu


Liree .ßoicücrs _ o


lèii S.'Radegmdirn


V.u'l'vjiti'


Q Vejlnruna


^dunat^r^


Lj^Pui'c


ÄCifi-oct ï^'aaille ab-^ïirurk ® AM*^7é,r,Â


'Pjuilte


Pte^


^'iUe'i^iea O

Ifaiine

ChißeUaeher


•^atgne S.'^daire


^Cantu^


'R^'Rablcr


Pan/ar O ' ’U quot;P^ehe Channjw

rji^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o.ihnu..„i a o

- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^t’ort^aigne

^,1t:tZMnJgt;er£

® *tlatßtd’land)e


0.;ÿ£lU

O


fnaa


^aßm. iSiULeßa


i.^btnûJlae.


irlt;niruiUe.

»^.ntuUe


Tamllierj


O Preßend^ ^iarnn le^re^

Ê . quot;* o Silurs liufi;.-


oRomatifne

* 'Bernay


'Bi/nlçi-inr

°T °:

‘•‘‘lülvtl.Mt


'■Bcnreße

S.SetJttdin


Cfj. (ramier


S.'JS^rtnMn


o IZJfartSÄl'

Xi'wrji*


'.malenaej nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/

T^aule/ifte


•Pagec.


'^ernoüi


^eyetitjiarffeil laTeme. o


^oHeynac


X Gifradm


Jrtrru


^^y^dehajh Q Cltanier


^eniiec

‘^^•^nbnarilljn


’■^•^gdrebamitauit O


LéVignàti


O Lar/au


Q *ßar»a£


A'


•quot;S-Sebafliim


r^Chamm


‘Pàere.


'Rpchemfati w PleuHtJie


.ir , o G-enoiJle.


C^es QVertflgd’


'laurrwes


°.*Unbÿrt»i O SehaUaa

TiVr^fr Q O J,üenr ffiaJhJars


O^Rachaare


Hau] t e

Jlmitagt'ier


Ct BalTc


^fiartJrari O


; Leßae

C'ßgende


•ßriUaC


Perat


CanfaulMit


Irzerable


O Ordern linViantc UhM


dhan^aye Jiautan.

Q (^aßenaeil


^vfan, “ O


O Caniort.


Q Äußernde


5J,A«rni^ ^oMreßte

X Clüu


(rrantrr


Marche


'Promental-


tót


^rrtemar


*Slantr


,z'


quot;% gt;


quot;Radi PaiiZMtit


Sottttagnac


'Montrais


P.Aiatfneti.


•Rache ’Beattecntre


Ie tcur'ßlattch.


Chabattnayd

O 'Laiierda^


Chgjanon


quot;’fi’Vi.k


•SaA'irm. \ ChimagMC


Metretttl


^ßraeil aujint.


^^adzntrßtr Qïane


lt;/%


-ocr page 203-

T o V.

Vouvant, S. Hilaire, Mortemer, Luzaz,S. Savin, l’Ifle lourdain, S. Benoift du Sault, Bourg-neuf, Meroil, Mervant, Brige, Vouver, Villefaignaix, en meer andere. Dat ’er oock een ftad met name Limonum in Poidou zy geweeft, blijckt uyt de reyfe van Antoninus, van Bordeaux naer Autun ; Ptolemæus noemt die Limonon, en in de reystafel wort fy Lomonnum geheeten» Veel geleerde mannen houden ’t daer voor,dat het Augufïoritum ofte Poiótiers foude zijn, doch wy willen ons daer aen foo vaft niet binden. In commentario A. Hiftii oock van Liwonum mentie gemaeckt , alwaer nochtans Ibmmige exemplaren Lemoygt;icum hebben, tegens de authoriteyt van de alleroutfte ge-Ichrevene boecken.

De rivieren delès lants zijn de Clain, Vignane Rivlerett. ofte Vienne,Vivonne, en andere, alle vilchrijck. By het dorp Doué is een Amphitheater,lbo kon-ftigh,dat het van de natuure Ichijnt gemaeckt te zijn, want het gantlch uyt een bergh gehouwen is, fondereenigekalck, fteen ofte hout: defes berghs,mitfgaders des Amphitheatri af-beeldin-ge,van Levino Keersmaker,eertijts Burgermee-fter van Ziericzee, gedaen, mach men hen by luftus Lipfius, in ’t fefte capittel van hjn boecx-ken van de Amphitheatris die buyten Romen zijn 5 die dit noch daer by voeght, dat het dorp Doué eertijts wat meer moeft geweeft zijn, dewijl dit geen werck was voor een dorp, als oock, om dat de overblijffelen van de gemeene oude wegh, die door dit dorp gaen, tot aen Pont du Sey, fulcks genoegh uytwijlèn. Ontrent een half mijle van Poiétiers, op den koninglijcken wegh naer Bourges, is te ften een leer groote vierkante fteen, van vijf andere fteenen onderftut, daerora hy oock Pierre Lelpée genoemt wort, op welcke uyt-gehouwen ftaen dele verlèn :

Hic lapis ingentem fuperat gravitate Coloffum

P onderis, grandi ßdera Mole petit.

De Bildommen van Poiétou ftaen onder den Bifdo». Aertzbiflchop van Bourdeaux, en hebben haer woonplaets te Poidiers, waer onder 28 Abdyen Feiaitrü gehooren; te Luçon,onder wien ftaen 2 Abdyenj lhço», te Malezais, met 4 Abdyen. De boeren defes Afaifxjüs» landts hebben een bylbndere manière van {preken; die fich minft op haer betrout Wort wijs ge-achtj fy zijn feer geneyght tot pleyten : de ftee- rtnatrdt. lieden liberael, goetdadigh, oprecht, de geleert-heyt en de geleerde feer beminnende ; den Adel is ftoutmoedigh, en wacker.

datfè gedwongen waren nieuwe woon-fteden te foecken, derhalven fy in Vranckrijck overge-fcheept zijn,en hebben aen dit lant en dele ftadt haren naem gelaten. Doch andere gevoelen anders daer af, dewijl het kenlijck is uyt Pompo-nius Mela en Plinius, dat lange te voren alhier de Pidlones geweeft zijn, eer die uyt Engelandt over-quamen. De Biffchoplijcke bywooninge maeckt defè ftadt beroemt, van welcke S. Hilarius met groote lof Biïfchop is geweeft, een man van fbn-derlinge geleertheyt en Godvruchtigheyt,die de Arriaenfche fede dapper heeft tegen geftaen,en te dien eynde, die feer treffelijke ix boecken van de H.Driecenigheyt tot fijnen onfterffelijken lof nagelaten. Het hof van Poidou wort geregeert van een Prefident en twee Vicarien , eene over civile faken, ènde ander over criminele. Aen defèn Raedt gehooren oock veler andere fteden Niort. Rechtbancken j Niort met fijn toe-behoorende

Kafteel, alwaer jaerlijcks drie de voornaemfte marckten van gantfch Poidou gehouden wor-pontenaj. den j Fontcnay Ie Conte, oock met een kafteel verfien, by welcker ftadts muuren loopt het wa-terken V andée, dat fomtij ts fbo hoogh op fwelt, dat de geheele contreye ontrent Fontenay, oock de naeftgelegene plaetfen , daer van overloopen Lufg^An. worden. Lufignan , alwaer eenfeeroudt (lotis, weick men gemeenlijcken Melufine noemt, amp;c. Anßt Montmorillon , la Baffe Marche, Dorât, S. Ma-xent, en andere, waer by oock gerekent wort Si-vray, nieuwelijck opgericht tot een Senechauffé, met een fterck kafteel. Onder Poidou gehoort oock hec Vorftendora Talmont,alfoo genoemt, na fommiger feggen , als Talon du monde, calcaneus mundi, de hiele van de werelt. HetVorftendom van Roche fur-Ion, toebehoorende het Koning-lijcke geflacht van Bourbon. Caftellum Heraldi ofte Chaftelherault aen de Vigenna,met de tijtel van Hertoghdom verheerlijckt. Touars, aen de riviere Tovio,Brofre, Bridieres, en Rochechouart, fijn Vicomtez ; gelijck dan noch veel fteden met de tijtel van Baronnien en Heerlijckheden ge-çiert zijn, als Mainlers, alwaer jaerlijcks een groot getal Salm, Elft en Stockvifch gevangen wort, die gedrooght in verfcheydelandenge-voert worden. De fteden Partenay, S. Maxent, Melle, Chizay, Chauvigny, Luffac, Breffuyre, Charrou,Chafteneraye,S. Mefnin,S. Gilles,Cha-fteaumur, les Sables d’AuIonne , S. Hermine, Montaigu een ftadtmet een kafteel, van waer veel fouts komt. Mirebeau, la Motte, S. Beraye,

0

-ocr page 204-

X A I N T o N G E.

An to nil heeft dien naem van de oude Somtones, inwoonde-ren van defe landen; nu wort het oock nae de ftadtXaintes Xaintonge seheeten.

Hec grenft in ’t noorden aen Poidou, in ’t ooften aen Angoumois en Perigort, in ’t zuyden aen de Garonne,en in ’t werten aen den Oceaen, en d’eylanden Oleron, en Ifle de Ré, gemcenlijck S. Mar

ten genoemc, welcke een groote menighte van konynen en hafen geven.

Dat de grcnfen van Xaintonge eertijdts veel grooterge-wcert zijn, blijckt uyt de Autheur van de Ephemerides, ofte daghregirters der Franfche oorlogen,die fchrijven dat fy niet verre van de Holofoites zijn geweert, en in die groote oorlogh tegens Cxfar, door ordre van de Vorrten van Vranckrijck, twaelf duyfenc mannen moerten te velde brengen, daer die van Poidou maer acht, endcLimofins maer tien duyfenc op brachcen.

Vritck- Xainconge is een vruchtbaer lande, en geefc veel wijnen iaerhejt. kooren J foo dac het een van de berte concreven van

Vranckrijck is, wane het fijne granen naer Hifpanien, Enge-Onde In- landt, en andere landen fendt. De oude inwoonders waren

Je Santones, dacrCæfar, in zijn eerrte boeck der Franfche oorlogen, mentie van maeckt. In fommige exemplaren vindt men Xantones, en in het tweede boeck van de gemelde oorlogen Santoni : men leert oock in het derde boeck van de burgerlijeke oorlogen Som to ne, doch miffehien niet wel -, Strabo noemt haer Santoni; Ptolemæus Santones, gelijck oock Stephanus. Plinius aen zijn negentiende geeftfc den naem van Vryheydt: Ammianus Marcellinus noemtfe de voornaemrte van Vranckrijck : GalenusSantonie, daer hy fchrijft Hherbe Santonique, dat is, het kruydc van Santonge. De rtadt der Santongeois wordt in het Regirter der Provinciën van Vranckrijck, l^Evefché de Sainides genoemt.

ffooft-ßadt De voornaemrte rtadt is Xaintes, die de oude Françoyfcn Xainiles. sjMediolanium Xantonnm, ofte Santonum heeten. Antoninus

^Mediolanum Santonum ; het reys-boeck, ofte Tabula Itine-raria, doch tjualijck, tjiïediolanum Saneon : Ptolemæus en Strabo noemenfe Mediolanium, Stephanus Mediolanum. Nae dat de volckeren van dit landt, door Cæfàr, en de Ro-meynfehe overrten, zijn verwonnen, is de naem van defc rtadt verandert, De oudtheyt en heerlijekheyt van dc felve wordt door verfcheydenantiquiteyten, die aldacr noch te fien zijn, bewefen ; als eerrtelijeken de ruïnen van de oude rtadts-muren, die fich noch hier en daer vertoonen : de fundamenten van het Amphitheatrum, dat van de Perigeux gemaeckt is : De kerek van S. Eutorpc, en het opfchrift, dat aen de boogh van de brugh van Charente, die voorby de rtadt loopt, aldus gehouwen rtaet : Ca/ari Nep. Diui. lulii Pontifici Auguri: en aen de andere fijde zijn de letteren, door de oudtheyt des tijdts, bynae verfleten : Eyndclijck de ruïnen van de waterleydingen en fonteynen, met de gebroken canalen, door welcke men het water in de rtadt plach te ley-den. Aufonius noemt de rtadt in zijn 15 Ccndtbàcf Santonus, cn in zijn 14 en 18, Santones. is gelegen bydevrucht-baro riviere de Charente, die in het water Charemac, dat tuffehen Limoges en Angoulefme leydc, zijn vloeden lort.

Pifient. Het is een Bifl'choplijckc refidentie : De eerrte was S. Eu-torpe, gertelt van S. Clement, welcke defe volckeren tot het Chrirtengeloove bekeert heeft, en ten tijde Domiciani des R. Keyfers gemartyrifeerc is., In ’t jaer 1618 is Michael Raoul daer de 68 BifTchop gewijdt. Binnen de rtadt is een kloorter der Religieufen van onfe L. Vrouw, gerticht van Geoffroy van Xantonge, en zijn Bruydt Agnes, in het jaer MXLVII. Dedrie-en-dertighrteBifTchopvanXantonge, Pierre de Confoulant, heeft het BifTchoplijcke hof, in het jaer 1102, doen bouwen, en de muuren van de hooft-kerek laten vermaken.

Dc andere rteden zijn Rochelle, S. lean d’Angeli, Ar-Yrantkriick^

chaut, Pont Loublefe, Blaye, Taillebourgh, larnac, Bar- Ar.dirt lefieux, lofac, Marennes, Soubize, enBrouage. ßedc».

Rochelle, in ’t Latijn Pupella genaemt, is een van de voor- RednUe-, naemrte rteden van Vranckrijck, liggende aen een inham van de zee, doch niet feer oudt ; want fy is, voor 600 oft 700 jaren, om de bequame haven en fehipvaert die daer was, gc-bouwt door ordre van de Köningen van Vranckrijck, en daer nae foo rterck gefortificeert, dat fy onwinbaer wierdt gehouden : want aen de zuyd-zyde heeft fy de zee, en daer tegen over eenige moeraflige plaecfen ; het rerterende deel was met muuren, fchanfl'en, bolwercken, graften, en andere fortificatiën omringt. Sy is eertijdts van de Engelfchen verovert en geregeert, doch daer nae zijnfe felve door de inwoonders verdreven, cn de rtadt onder de gehoorfaem-heyt van de Köningen van Vranekrijek gekomen, die daer-om dcfelve met vele privilegiën begiftight hebben : want Koning Karei de V11 heeft haerluyden, behalvcn veel goede oélroyen, die de zeevaert concerneerden, oock toegelaten , dat fy uyt haer eygen burgers een Majeur cn Magirtra-ten foudc kiefen, dieabfoluyt, fonder eenigc hooger Ove-righeyt te kennen, haer fouden rcgcercn: fy waren oock met geen garnifoen bclart, en hadden de authoriteyt een kartecl, om haer rtadt rontom te befchermen, te bouwen.

De eerrte fware belegeringe, die Rochelle geleden heeft, pdetrert is geweert in het jaer i y 75, door Henrick dc Valoys, Her- i y 7 3. togh van Anjou, die daer nae Koning van Polen cn Vranckrijck is geworden ; wiens heerlijeke daden,te water cn te lande , verfcheyde Hirtorien gedeneken, In de gemelde belc-gcringe, hebben die van Rochelle fich foo dapper en klocck gedragen, dat fy haer vyanden verfcheyde malen uyt hare wereken en loop-graven verjoegen , en met gedurige uyt-vallen, by dagh en by nacht, groote fchade deden : en of wel de beleggers door force van ’t kanon vcrfcheyden brefien maeckten ; foo hebben die van binnen, jonek cn oudt, mannen cn vrouwen , fich rtoutmoedigh daer in begeven, cn op genade van ’t canon en mufquetten, de felve gertopt. Eyndelijck, de Hertogh van Anjou fiende, dat hy niet feer cn vorderde, heeft zijn volck in flach-ordrc gertelt, cnmet furie geboden tc rtormen, doch die van binnen hebben de felve negenmael afgeflagen. Middeler-tijdt quamen in het leger de AmbafTadeurs van Polen, die den Hertogh van Anjou het Koningrijck van Polen opdroegen ; waerdoor die van Rochelle, tot de uytcrrte extremiteyt gekomen, van dc belegeringe verlort zijn, en haer vryheyt behouden hebben, als ’er over dc 2000 menfehen, foo door het fwcerdt en ge-fchut, als anders gertorven waren : want de Koning heeft de articulcnvan de vrede in forme van Ediél doen rtellen, en toegertacn, dat die van Rochelle, Montauban, Nifmes, en andere rteden, de vrye exercitie van hare Religie fouden genieten. Den 28 Oéfober des jaers 1628 heeft Koning Louys i lt;^28^4. de XIII dcfelve, nae een langdurige belegeringe, ingeno- wonnen. men, dc Engelfchen, die daer tot fccours quamen, geflagen, en de Stadt met zijn guarnifoen befet, doende dc meerte rterekten, om alle acnrtaende revolten voor te komen, ne-derwerpen. Defe vidorie is een van de voornaemrte die Vranckrijck in langen tijdt bekomen heeft. Tot Rochelle is een Prefidcnt-rtoel, met eenige Raedts-hccren, cn andere van luftitie.

Het is een rijeke Stadt, uyt oorfaeck van den handel die fy te fchepe op allerley geweften met alle natiën drijft ; doch nu ter tijdt is haer oude fleur wat vermindert, door dien fy haer vryheyt, en dien volgende veel raoedts verloren heeft.

Sint lean dc Angeli is hedensdaeghs noch een van de S. lean rterekrte en grootrte rteden van Xaintonge; fy voert den d’An^eli.. naem van een Abdye, die aldacr ter eeren S. lean gebouwt is, ten tyden des Konings Pepini, die fich op het paleys An-grien, (waer van met een klcyne verrtellinge der letteren gekomen is het woordt Angeli, ) by de riviere Bautonne gelegen , onthiel. Aldaer zijn eertijdts eenige Religieufen van hetheylige landt, die het hooft van S. lean Baptirt (foofy fcydenj mede brochten,gckomen;op welcke tijdt de Koning (door haer hulpjeen groote viótorie bekomen heeft, waerom hy, tot crkentenifiTe van die getrouwigheyt, aen zijn paleys

O o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;An-

-ocr page 205-





O

Soettn



s. lan D .niaeli



RicIienioiit'J .Uaipn .rM.- ■




'Villeheis 0


-ocr page 206-

X A ï N T

Angrien, ccn Abdye ter ccrcn van S. lean gebouwt heeft, begiftigende de gemelde Rcligicufen met groote renten en inkomften, op dat fy des te bcquamer tijdt mochten hebben Gode te dienen. Dit is gebeurt in’tjaeronfes Heeren 768 , op welche tijdt de gemelde Koning Pepin een groote vióto-rie tegens Confer, Koning van Aquitanien, gehad heeft : de gefeyde Abdye wierdt, door ’t Godtfaligh leven der gemelde religieufen, foo vermaert, dat met ’ec tijdt vele volckeren dacr met ’er woon gekomen zijn, en defe Stadt gebout hebben. De felve is in ’t jaer i y69 door den Hertogh van Anjou belegert, en nae twee maenden, op conditie, dat de belegerde met fack en pack, vliegende vacndels en brandende lonten, te voet en te paerde, in volle wapenen fouden uyt-trecken, gewonnen. In debclegeringe, door dien die van binnen haer foo dapper weerden , zijnder meer dan 2 y 00 menfehen, foo door de mufquetten, als door het kanon, gebleven.

Tont Loii- Pont Loublefe oft Pont, vier mijlen van Xainöhes, is ver-deelt in een opper- en neder, ofte hooge en laege Stadt : de cene heet S.Vivien,en leyt naer het bofch.d’andere naer het noorden : Les Ploures en Sainch Martin, defc is met vele kereken en kloofters verçiert j aldaer zijn oock de Conventen van de lacobijns en Minnebroeders,- wiens Convent ge-fticht is door een Heer, die ten tijde van Koning Karei de V leefde: de kloofters van Saind Benoift, en S. lean van Hie-rufalem, zijn gefundeert door Guy van Angoulcfme. Daer zijn oock drie Parochiën, en drie Gafthuyfen, waer van een deel van de inkomften tot onderhoudinge der Schole geim-ployeert wordt. De lurifdidie van Ponts ftreckt over yx Parochiën, en X56 Edelen envaflalen. Dcmcdalien ,dicdacr onder een pilaer gevonden zijn, bctuygen dat ’et een feer oude plactfe is 5 want op fommigeftaendefeopfchriften : Ditjus Cajus lui. Cxf. Imperator, ca aen d’ander zijde : Æliut Tontius Tlepos, Tomp. Mag. Tumul. Waer uyt het waerfchijn-

O N G E.

lijck is, dat de gemelde ftadt era kafteel van Ælius Pondus haren naem heeft : in eenige andere oude fchriften heeft men defe w'oorden gevonden : Armadm Flnerius Pontius Anabalda uxor, Biis Valent. amp;nbsp;jilbinus CoJJèius Pontius Filius. Anab. Flneri. D. A. Pont. nbsp;nbsp;Helheida uxor hic jacent. Item,

Ecmoratus, Cornai. D. A. Pont. Fgilda Filia Frenni uxor. De oude Romeynen hebben haer den nacm Pont gegeven, om de menighte van bruggen die hier zijn j want Pons in het Latijn, en Pont in Françoys, een brugge betekent^ waer-om oock noch heden de Heeren van Pont in haer wapens voeren drie goude bruggen.

Blaye is een van d’oudtftc fteden van dit landt î Aufonius noemt haer Flaye militaire ofte ftrijdtbaer Blaye j fy voert den tijtel van ’t eerftc kafteel ofte fterckte, dat de Françoy-fen in Gallia bewoont hebbeui aldaer is geboren de dappere Palatijn Roelandt Furieus, die geleeft heeft ten tijde van Karel de Groote, welcke Karolus alhier de kerck van S. Romain gebouwt heeft.

By de poort van Xantonge leydt noch een ftedeken qaiUt^ Taillebourg,feer fchoon en redclijck fterck, Barlefieux leydt bow/g negen mijlen van Xaintes,en vijf van Angoulefme,Coignac, en Ponts, cn was eertijdts met ftercke muuren omcingelt, in een vruchtbaer en vet landt : daer binnen zijn twee Parochiën, d’eene van S. Matthæus, d’andere van S. Euftachc.

Het kafteel dat daer aen leydt, is fterck, en gerepareert door Ageül, een van de Graven van Rochefocault.

Brouage is een kleyn vierkant ftedeken, dat fterck is, t'n Frottait., by een moeras aen de zee leydt, vermaert door het fout dat men daer komt halen, en gewonnen op den xx luniides jaers 1577 door den Hertogh van Mayenne.

Daer ontrent leydt oock Marans, dat van een fterck ka- Marar.s» fteel befchermt wordt; het heeft fijn naem van het omliggende landt, dat vol moraflen is : men maeckt aldaer over-vloedigh fout. De riviere de Seure loopt daer voorby.



-ocr page 207-

3?

De Eylandeii

S. MAR T I N

E N

O L E R O N.

Aintonge is een lant-ïchap in Guienne : tegen over het fèlve liggen in het weft twee groote eylanden, Ifle de Ré oft S. Martin, en Oleron^ Ifle de Ré ley t een mijle van het vafte landt, en twee van Rochelle, is vijf wijlen

lang, en anderhalfbreetdaer’t wijtfteis, opan-Prftcht- dere plaetièn veel enger. Hier waft wijn ge-bAcrhtjft. noegh, en al het gene tot des menfthen leven noodigh is. In ’t noorden is een haven, en goede ree voor de Ichepen. In ’t zuyden wort het met de ongeftuyrne zee belpoelt, en is niet bequaem om te landen, nochtans vol volck en dorpen, om den koophandel, en is onder het gebiet van Rochelle begrepen. Dit eylant hoort S. Michiels kloofter toe,welck daerom ’t kloofter van Ré ge-noemt wort. Het ftcdeken S. Martin, welck het voornaemfte en meeft bewoont is , heeft het gantiche eylant den naem gegeven. Hier zijn oock de dorpen S. Maria, Heers, de Abdye , la Plotte, en la Couarde.

Engeifche nbsp;nbsp;Dit Eylant is voor weynigh jaren vermaerder

r«:/#. geworden door de ftercke Engelfche fcheeps-vlote en krijghstocht. Wanuals de ftadt Rochelle belegert was van Lodewijck de X111, Koning van Vranckrijck, heeft de Koning van Engelaut de lèlve willen befthermen en ontlètten, en te dien eynde derwaerts gelonden een groote fcheeps-vlote, onder het beleyt van de Hertogh van Buckingham,vergelèllchapt met Soubife,die in ’t Eylant komende de Françoylèn tot in ’t dorp la Flotte gedreven heeft. Daer na, fijne victorie vervolgende, heeft hy oock vermeeftert het open ftedeken S. Martin, daer weynigh te voren de kloecke Gouverneur M. Thorax uyt-getrocken was, naer het flot, met vijfentwintigh hondertlbldaten. Buckingham heeft het ftedeken met wallen doen verftercken, lbo datnie-mant, fonder fijn confient, daer uyt mocht gaen. Het flot, daer M. Thorax op was, heeft hy mede belegert, en rontom metfichanflen befiet, na de hedensdaeghfiche manière. En,om dat hy dit flot niet met gewelt,maer met honger wilde winnen, heeft hy tachtentigh Franfiche vrouwen met haer kinderen gedwongen aen het fort te gaen, om dat de belegerde meerder laft en gebreck van koft fiouden hebben, oft, foo verre fiy niet ingelaten wierden , hy den eenen Françoys tegen den anderen fioude ophiefien. Geduurende de be-

Vranekrijek,

legeringe, heeft de voorfichreven Hertogh een fchrift laten uytgaen, daer mede hy de oorlaken te kennen gaf van defie belegeringe, welck van fommige op defie manière,van andere op een andere wijfie uytgeleyt en verftaen is. Maer vele Stirftti zijn van ongemack en gebreck van verfiche koft kranek geworden, veel by gebreck van verfoh water van dorft geftorven, en veel van de buyck-loop, door dienfo te veel druy ven gegeten hadden. DeoverfteBurghtis, door het treffen van een grof gefichut, gebleven, wiens doot Buckingham begerende te wreken, heeft het fort fterek doen befohieten , waer door de broeder van M. Thorax gequetft en overleden is met vijf-en-twintigh foldaten. Ondertuflehen wies de honger in ’t kafteel, en de prijs van de viélualie, om datdefo minderde. Korts daer na zijn’er vijftien fohepen met vivres binnen’t kafteel gekomen , door de onachtfaemheyt der Engelfchen. Op dat fiulcks niet meer fioude gefohieden, hebben de Engelfchen een hoop boomen met ketenen t’famen vaft gemaeckt,en voor de haven ge-ley t : maer ’t gewelt van de wint en ’t water heeft dit werek gebroken. Ten laetften hebbenfo met kleyne fohepen, geftelt op de wijfo van een halve maen, het inloopen van de Françoyfon belet, ge-lijck Graef Mauritz eertijts gedaen haddeinde belegeringe van Geertruydenbergh. Als de be- b^ertreckt legerde, met proviande verfien , haer moedigh toonden, maeckten de Engelfohe gereetfohap te vertrecken, als’er noch tuflehen de vijf en fes duyfont Françoyfien in het Eylandt gekomen waren. In’t vertrecken hebben de Françoyfien tuf- Gefiagett, fichen de vijf en fes hondert van de arrieregarde der Engelfohen doot-geflagen. De reft, na datfo veel ftormen en onweder op de zee geleden hadden, is t’huys gekomen, achterlatende drie duy-fient dooden.

Het Eylant Oleron, by de Latijnfohe Schrij- ow. vers Vliarus genoemt, is van alles overvloeyen-de. Het begrijpt foven mijlen in fijn omloop, en flaet onder ’t gebiedt der Pontianen. Om dat Brouage fich fielven niet genoegh kan befolgen, wortuytdit Eylant daer alles, tot’smenfohen onderhoudt noodigh, gebracht. Men kan van hier naer Brouage in twee uren foylen,als ’t voorwint is. Hier is een fterek kafteel, een collegiale kerek, en fes Parochiën,een Minnebi;oérs,en een rijck Benedidiner kloofter. Hier is overvloet f'ŸUcht-van wijn, koren, en fout, dat naer Nederlant en andere plaetfien gevoert wort. Het heeft oock vele dorpen , onder welcke de voornaemfte zijn S. Andries,S. Vrgent,S.Pieter,S. loris,S. Denys.

P p nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nade-


-ocr page 208-



O Cnnron.


iSfncini


Fucolt


M.ara.tJ!


barest- _


L Solche ‘liou


Les Granaes


i-


■Lffranae.


Le. J?Lin


^X'-.^npatn


Rockelle


Jie Joes


AeliAttlis Jiranl


C.hare.nkon


Z

Leflta


Senezere


S. Aazare


5oub.tze gt;


L^a K^utllaße


latienet


O Aerdt/àu.



lauaeoM-


voit Hen^rJu)

X,» »^gry


L».SaiUre.


Oe/lorbatick Aelianlis


Chayu.


,A.;i fier.- 0^7 2Zzv ‘Doiut

rre'^»


- .° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.J.b^quot;

Xe ieff’e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®


.QXwxt^f- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r:»!’.. .^it^^XeoPggjiJ

4^.0

X O


Ijf* O Thil^anSat


Ailltiiria Qaîltca communia


SDeni» O

jgt;X4.5',Ç’Mÿ44-Lg-r^ühelgr.

Gt!ir.i. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—=



Oionutu».


Xa»^tM.griigf nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

O . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 Uerg

X» Giliotee JaAXûeelûr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;i Xa'Sirgür


Ltilagie XeTriculti . , ^^0°. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'■


Bivi Martin I et VriarvS

Vulgo l’Isle de ré et Oeeron


-ocr page 209-

s. MARTIN EN OLERON.

Nademael veel gevaren wort, foo op defe Eylanden, als andere Heden aen het vafte landt hier ontrent, heeft ons goet gedacht iets van de gele-genhey t der zee hier by te voegen.

Die tuflchen Poidou en ’t Eylant S. Martin S. begeert te varen, moet de flash van de wal hog-het va^e dcn , en laten twee derdendeelen water van S. Undt. Martins Eylant, en een derdendéel naer’t vafte lant. Want by ’t Eylant van S. Martin langs, is het oneffen en banckigh : en van het vafte lant leggen oock fommige baneken af, doch men kan/è looden. Gaet, als gefèyt is, innewaert aen, tot dat de Kerck van S. Martin zuydzuydweft van u is, dan fùlt ghy zijn voorby de banek die noorden van S. Martin af ley t, en een ftuck be-weften S. Martin van de wal af ftreckt, dat is een harde fthorre fteenbanek , die haeftigh op-drooght. Hier is’t met laegh water een vadem diep i met hoogh water, vier. Voor S. Martin mooghdy ’t letten op vier, vijf, ofte lès vadem.

roor s. Om voor S. Martin te letten, lbo lèt allbo, dat ghy open tot in de haven in kondt lien, en dat de hoeck van het kloofter en den bos een paer wintboomen lengte van malkander ftaen, daer is’t met fpringftroom en laegh water vierdehalf vadem diep,maer met hoogh water fevendehalf.

Wilt ghy met een diepgaend lchip over de banek, die van het kloofter af ftreckt, verbeyt lbo lang tot dat het half vloet is j want met laegh water en blijft daer niet meer op als drie vadem, oft een elle meer.

Wilt ghy voor’t kloofter onder de banek letten , lbo loopt op lès oft léven vadem , en fet ’et daer.

Kaer Wiltghy onder S.Martin niet letten, maer het Brant-eylandt, lbo brengt het ’ toornken van LulTon over het huysken dat op ’t Eylandeken Vrek ftaet,en houdt dat lbo ftaen-de, lbo en mooghdy aen de Laverdin niet mif-doen.

L^erdin. De Lavcrdin is een rye klippen, te lamen een mulquet-fchoot lang,een vierendeel mijls van de ooftnoeckvan S.MartinsEylant, en komt op een lprinck,met laegh water,boven : tuffehen die en het Eylant S. Martin mach men deiirzeylen, daer is diepte genoegh.

Komende by ’t oofteynde van S. Martins Eylant , en willende naer Rochel, oft onder den bos fetten , lbo moet men den grooten tooren van Rochel, een lchips-lengte buyten den bos brengen , dan mach men aen den Laverdin niet mif-doen.

Porthus is een wijdt en breedt gat, ftreckende Tertbuf, tuffehen S. Martins Eylant en Oleron deur, leyt vanHeys verlcheyden zuydooft ten ooften ontrent elf mijlen. Wilt ghy Porthus in zeylen,foo loopt tuflehen bey de landen, ooftzuydooft in, maer S. Martins Eylant vry wat naerder, om de krage van Oleron te lchouwen, dat is een vuyl fteenrif aen ’t noord-eynde van Oleron, komt dat by nacht niet naerder als op twaelf ofte dertien vadem.

Om op de riviere van Charante te zeylen, char/tfith loopt men bezuy den Brant-ey lant omjmen mach oock wel benooiden,en by de toorn van de Four in. Mee laegh water valt defe riviere droogh,wel drie mijlen in’t landt.

'Om naerBrouage te zeylen, gaetmeneerft ^rotta^, zuydzuydooft aen , daer na zuydooft, en te met zuydooft ten ooften in. Te Brouage plagh voor hondert jaren niet een buys te ftaen, en is nu éen fraeye ftereke ftadt. Langs het Eylant Oleron leyt een drooghte, die met laegh water boven komt. De Neêrlanders noemenfe den Banjaert, en ftreckt tot binnen Brant-eylant, en de fteert verre om de noort.

Aen ’t zuyd-eynde van Oleron, tuffehen Óle-ron en’t lant daer bezuyden, is noch een gat daer men in en uyt mach zeylen, geheetende Mammelbndt, diep genoegh voor groote lche- Ätamme-pen, ftreckt van uyt ’er zee ooft ten noorden in; daer binnen komende loopt’er een rivier zuydooft op naer Sales toe,daer men zout laedt : daer voorby,aen den anderen hoeck van de Mamme-fbndt, leyt een plate daer men benoorden om loopt.

Breeder befcheyt van defe gelegenhey t flet in onfe Zee/piegel.


-ocr page 210-

PER I G O R D.

Noedania-hej/t.

,Et landtfchap van Pe-rigordt heeft fijnen naem gekregen van fij-neoude bewoonderen, die Petrocorii en Petrogo-ril, oock by wijlen Fie-funnki genoemt wier-den , weicker oock Iulius Cæfar gedenckt in ’t revende boeck fijner

FoHtejne^

Spekwkf*

Commentarien. Dit gewefte is wel feer fteen-achtigh , rots-achtigh en hey-achtigh j maer oock metfeer uytnemende gaven , en als met wonderen der nature, befchonckenft geniet een feergelonde lucht j ’t vloeyt rontom over van feerïuyvere water-fprongen, en brengt oock ergens kaftaenjen voort,- ’theeft feer vrolijc-ke beemden, en voedt dienvolgens kudden van vee by menighten J oock verfchaft’et wijnen, en teelt puyck van vifiTchen in feet grooten overvloed want het wordt befproeyt van vele rivieren : uyt de noten, daer’tmachtigh vol van is, perft ’et eene loo groote menighte van olye , dat ’et oock de byliggende geweften daer van dient , en uyt den felven groote winften treckt : dewijl het die vertiert by die van Lymofin , Auvergne en Languedoc. Daer fijn ten , in J^ortrou y Eßidueil, Men^eil, Chapelle-Po^ mieïf amp;c. oock fijn ’er yfer-fmifien in de geweften geheeten Bernardiers, Sainfi lammes , Roche-Cuffèt^en Roquette : ontrent IRortrou worden oock filver-korften gevonden, en niet verre van daer fekere fteen den Lazuur gelijckende. Ontrent vier mijlen van de ftadt van Perigord ont-graeft men eene roode aerde van gelijcke kracht en eygenfchap als den Bolus Armenius. Oock en ontbreken ’er geene minerale , geene folfer-achtige en aluyn-achtige wateren , geene lauwe en warme bad-ftoven , geene kruydcn van ve-lerJey aerdt en van ongemeene en uytgefoch-te deughde , en voornamelijck geen Capilla-rium van allerley foorte. Maer foo’tuluft de wonderen der fpelende Nature te belchouwen, foo wandelt twee mijltjens van Perigord af, hier fuit ghy fekere fonteyne fien, w’elcks wateren t’famen-runnen tot eene fteen-achtige hardig-heydt, en dickwils door ’t ys gebonden werden; en het welck het gefichte wonderlijcken ver-maeckt, de geeftige Nature fpeclt nier eenen Protheus, foo velegedaenten vertoontlè in de wateren, foo vele geftalteniften trecktfè aen,ft)o veel aengefichten en beelden verwifleltlè in de fonteyne ; en des niet-te-min fijn de wateren der felve feer gelóndt en heylfaem. En niet verre van Miraumont wordt een Ipeloncke gefien,ge-meenlijck geheeten Ie Clu^^eau, die vijf of fes mijlen onder d’aerde wech-loopt, alwaer eertijdts féer aerdige (alen en kameren, geplaveyt met vierkanten fteen ,gefienfijngeweeft , ’t welck

Vranckrijck, d’inboorlingen betuygen van hunne vaderen fe-kerlijck gehoort te hebbenja dat aldaer oock gelijck als eenige altaren , (childeryen en beelden geweeft fijn,en eenige fonteynen en beeken gevloeyt hebben, onder dewelcke eene was feer diep en fnel, en die fich hondert voeten verder uytftreckte, die niemandt en heeft dorven pafferen , alhoewel de (peloncke noch veel verder fcheen te ftrecken. Voeght hier nu noch een ander en geen minder wonder by , ’t welck in ’t omliggende gewefte van Marfan gefien wordt, alwaer een riviere loopt die op gelette tijden ebt en vloeyt, gelijck als de zee. Daer fijn noch veel andere wonderen : miaer op dat ghy niet en doolt, en te fekerder in dit gewefte mooght intreden, fie daer fijne palen.

De landtftreke van Perigord wordt ten Zuy- ^**^^*' den bcfioten van Agenois , ten Ooften van Quercy, ten Noorden van Limofin, en ten We-ften eyndelijck van Bourdelois. Hare lengte is croottei van 33 mijlen, en hare breedte van 24.

’t Landt van Perigord word bewatert van ve- Rivkïotl Ie rivieren, namclijck van de Dordogne, Iße, Vefere, Droume, laCreufe, Ie Loup, Ver, Lifonne, Ie Seu,Zo!y, Ie Ceon, Belvr, la Cleufe, Bandiat, Auioe^ere, en Tardoire, De riviere Piße voort-vloeyende uyt het opper-gcdeelte van Limofin , wordt van Perigord af bequaem omfchepen te dragen, tot dat ghy komt by Libourne alwaerfe fich in zee neder-ftort. De ftroom Droume valt in Plfle by Loubar-demont. De Vefere loopt uyt het neder-gedeelte van Limofin in de Dordogne ontrent Limenlie, De Bandiat duyckt neder in de Droume by Branton. D’Awveniere, ftroomende tulTchen beyde de landtftreken van Limofin , (poeyt fich na de riviere Plfle. De Tardoire, uyt de ftadt van Ro-che-foucaud beginnende , en de Bandiat uyt die van Vau-guyon, vloeyen in ’t Braconnifche bofch t’famen, en loopen aldaer door onder-aerdfche goten of gaten twee mijlen verre, en eyndelijck als uyt een graf-ftede weder verreien, makenfe uyt hunne t’famen-gevoeghde wateren de riviere Tow^re by Angoulefme.

Ditgewefteproncktmetfchoone huyfen, ghy fiet overal paleyfen van groote meefters,kaftee-len van Edel-lieden, en leer luftige hoeven,- ick fal u eenige namen deler plaetlen in gemeene tale gaen uytlchrijven : Bourdeille, Bßidueil Net-ciert met den tytel van Marck-graeffchap ; Mar’ïgt;eïl een Baronye ; Hautefort,oock een Marck-graeflchap; S.Alvaïïe-,la Dou'^^e, een Marck-graeffchap ; les Bories •, Auberoche Baronye Neufioic, Montreal', Beauregard-ßa Roderiei Bernardiere', Riberac, veredelt door een Graeflchap; S.Aulaye, la Roche^ Chalais', Longa de PArmandie', Longa de BarriereRoni--haci Peyrauxi Miramont} Griniol} Raßignac,- Laßieu; Puy-Guilhem} la Force,een plaetlè wonderlijck ver-makelijckiG«rfô»,- Trajac; la Chapelle-Faucher-, Aferac} Montenfeys-, Montegrier} Marouates-, Bourfac', Ver^Lair; Lardimarie i Mont-Baßilhac ClarensFernue} Roche-

P P : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ipigneron j


-ocr page 211-

C OMI TAT VS


leur tnanebe


S.^rich Fai^^tere


LiK


'F^/bmcirt


L '^tntenac


CûuLiures


ii,


^®^-

LÿJtSeuit^


Tumiliac


S.Dony

loi:. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I0K (


S.Cmüion.


Lieuzs


Aos.

Ln reche ChnL^s


' Jüitrtoira£


^OL.


los CnifS


lOl


Gityin


CafUtlmi'


^Mûncarzt


S.leJart ■■■.


•S^asiretterre


S. Laurens le Deutle


Meneventz


^iefches


letrunJete

eeJsib^e


La-Ferce


e^eami

CareneUe


Xaeone


•Kcnctt^

Jfoc JllmJnfiittM Q ioc- •^■■'Vi^ne

Fen^

Fertus


Lla^


Feuu Jgeur

DeuxiHnc igt;l


Cnfàc


X Gr^azi


SŒ^ctu


'quot; *r. Cotembe


U^Zinle


4qc


^/4ttJrmaux


S. Cha^îitr


:Àor. S.^lÙA


’t


IBirrJes


ioL-G-leiueneuve


Fatauic


^altAc 1


'Jjtrs


IteRmidi


Jtartemar


S.Th-eux


IcrmM


'^lamzviUz


laChapp^


lal.


S.Cri^M isK-^/liltac


Siiÿeyrac iso—



Le^t^

Limeil


»s-

Fauteen,


jtoc eenaa


larrick ^ei^ie


CIjmIz


CouJere


S. ^Rainer


'Set^ezat-


FetmacL


Saraeac


itOL.


Sam


Delr^arL


S.HUiare ioi.


k^Grexes


Àot\b^ FûtJiaJe


Chanhsùanoc


LaCoiwa^ne


y*' Chappelle ^HhareiL


I LaFi^ ne -bvis Cve/iues


Clian^t^nac


Joc.- ^aaxAT , Since nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Seaumont L

■'; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. gt;a.amp;


t Lira^ue


. ^^NauGanes ^^ouearie


’*' Sû^emte

Lma-eene nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.stanLeeu


^•gt;ßre2ame


tos—


^Menmoruct


Cafnücnes


taValaJs


Cauaae


roe.


Ciunu laJahirtat ^i^tei^laaen^ liieiuic


S.^amaut- i

Aos.. L


‘Seh'er

e

ChattMOttac aarxac


CaFehtau:


S.Cafiio


'^■Q'brofter


‘Seuhre


S. ^Hortin Je Jret


U^ae

Zetlij lUs.'Berleae


ios-^«^

Aos ,Maziercles


l^a ChapreSe ioe^

S. Laurens


Sru


Lai..


jiot

S .Nazan .Jm.

I Douzaius


S. Chartw»' Ju Jrotquot;


Gaaraa^


Fauzen^


LeFeèebi


Biron.


La.'yaur


Cazah


OccxäetiÄ


ioL-

''SleranenL


AOZ’ '^GJnrac


G^ordon ,j


-ocr page 212-

PERI

Ipigneron-, Boiffe-Pardaillan; Caße/naui Piles ; d’o verge füllen wy in der plaetfen afbeeldinge brengen. jifdeeiinge. Hct Perigordfchc landtfchap wordt gedeelt in hoogh en leegh j het hooge, waer in de ftadt light van den felven name , en de ftadt van Bergerac , wordt het het leege het S-^arte ge-heeten. In dit lefte is gelegen ’t Bisdom van Sarlat.

Stede». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftadt van Perigord of Perigueux , eertijdts

van d’Ouden genoemt Vefuna Petrocoriorum , behoudt op heden den felven name. Hare oudt-heydt bewijfèn d’overige puynhoopen van een Amphitheater,die by dien volckemeteen dage-lijckfch woort les Ro/ßes geheeten worden j oock bewijft de felve fekere toren genaemt Pifone, denwelcken Ptolomeusgedenckt ; men meent dat Venus in den felven ge-eert is geweeft. Hy is van een ronde geftaltenifte ; de muuren, metdewelcke hy omkleetis, ftijgen op tot de hooghte van hondert voeten, en fijn (even voeten dick ; hy en heeft noch deuren noch venfte-ren om dagh t’ontfangen ; men komt ’er in door twee onderaerdtfche holen. De ftadt van Perigord wort in twee deelen gefcheyden, te weten, in Pille en Cité ; la Cité is dat deel, ’t welck d’oude ftadt genoemt word, van welcke wy ftracks hebben gefproken ; fijne Cathédrale kercke is een feeroudt werck , weJcks welflel degeftalte van een kruys vertoont. De ftadt felve wordt omringt van fraeye veften, gefterckt met grachten, toornen en bol-wercken,en fit aen den foom van de riviere l'Iße in een vlackte omcingelt van bergen en heuvelen, en in den navel felve van ’t ge-wefte, en ontfangt d’aenkomeren door feven geene onaerdige poorten. De beeke Viße wordt aldaer overbooght van een brave brugge. Sy wordt oock vereert door andere kercken,name-lijck door een Collegiale of Abbatiale gehecht aen’tBisdom, oockdoor eeneParochiale, en door fommige kloofteren en eene oeften-plaetfè van lefuyten. Sy heeft een wapen-huys dapper verfien van allerley krijghs-gereetfchap^en wort geregeert door eenen Meyer en Burgermeefte-ren. Buyten de muuren worden vele kloofteren gefien van mannen en maeghden ; een mijle van de ftadt ftaet de feer vermaerde kapelle van onfe Vrouwe van Deughden, tot dewelcke feer veel toeloops is van volck j oock en liggen niet verre van de ftadt d’oude refterende fteenhoopen van eene garnifoen-plaetfè door Cæfàrgebouwt, die aldaer oock onder fijnen name getoont werden. Bißchoppe». De ftadt heeft van oudts hare Biftchoppen ge-hadt, door welcker ftralen fy oock nu noch ver-heerlijckt wordt.

Ber^ac. Bergerac, ftadt van ’t hoogh Perigord, wordt aengeftroomt van de wateren der Dordogne ly

GORD.

light in een lieffelijcke vlackte, die door geene heuvelen en wordt beheerfcht. Sy heeft eertijts foo feer gebloeyt,datfè na Bordeaux in macht en rijekdom de tweede plaetfe befat} oock en is ly heden de minfte niet ; want doordienfe gelegen is op de grenfen van die van Agenois, Perigord, Bordeaux en Quercy,(bo geeftfe toegang tot alle die Provinciën. Caftillon is oock eene welbe- ^**M‘’»* kende ftadt wegens den veldt-fiaghgeflagen tuf-fchen d’Engelfchen en Françoyfen in het jaer 1452, alwaer Talbot, eengryfaert van tachtigh jaren,aendringende, en met de ftemme dapper* lijck ftrijdende, nadien hy met de handt niet meer en konde, mannelijck gefneuvelt is ; maer d’Engelfchen fijn in de vlucht gedreven, en weder verjaeght in hun eylandt, en d’overwinnin-ge eyndelijckgebleven by de Franfchen. S.Emi-lianiswel een Kleyne, maer geene onhebbelijeke ftadt, gelegen op eenen heuvel, alwaer een kercke van Kanonicken is, door een /onderlinge konft op een rotfe gebouwt.

Eyndelijck de riviere 1’Ifle Perigord verlatende, fwelt op door veler rivieren ontmoetinge, tot datfe twee of drie mij len afgeley t hebbende, en naer haren ingang (poeyende, fich koppelt met de Dordogne , die alle beyde daernadoor eene buyfè loopende , fich nederftorten in de Garonne.

De refterende plaet/èn van’t Opper-Perigord ^»éereffe-fijn , Bourdeille, Brantome, alwaer een goede Ab-dye light aen de wortelen eener fteenrotfe, waer opeene boffchagie ftaet, en ontelbare fontey-nen ontfpringen ,• MußidaWj RiberaCy veredelt door den ouden tytel van Graeffchap i Marfac, vermaert door een fonteyne , die ebbe envloet onderworpen is ; Nontrortj Limeil^ Tiquot;pierSj Pßidueil^ Miramont leer wel bekent wegens den tempel van Venusen de Priapifehe beelden; S. Aßier, een aerdigh ftedeken, alwaer ^en Collegiale kercke is ; Roche-Beaucourt, oock vereert met eene Collegiale; Chanceladeeen kafteel verciert met een Abdye ; Saul^etatj Aymetj Linde, ’t welck ver-dedight wordt door eenen vierhoeckigen toren, en waer uy t eene borne ftroomt, die twee graen-meulens omdrijft ; la Force een lchoon kafteel en feer vermaecklijck ; Cwr/o«, gefterckt met een kafteel; Montraygt;elj een kafteel en befit des Aerts-bilTchops van Bordeaux ; Montegrier, Beau-fejour, Tour-Blanche, alwaer de feer luftige tuyn is der Heeren de la Bueillade ; Montroa, een ftedeken ; Sa-' lignacy eene leer aerdige ftadt, gefterckt met een feer kloeck kafteel. Daer fijn noch andere geringere plaetfen in grooten getale, die ick geer-ne voorbyga , om vaerdighlijck over te treden tot het leeger gewefte van Perigord.

Het

-ocr page 213-

40


Het Bifdom

Ec Hertoghdom Guyenne begrijpt vee-le Hertoghdommen, Graeffchappen , en Heerlijckheden. Onder de Graeffchappen is Perigort een van de voornaemfte. Dit paelt in het noorden

aen de Liniofins,in het ■'sreft àen die vanXain-élonge, in het znyden aen Gafconien, in het ooft aen Qnercy en Auvergne.

L^nds-aert. Dit lant IS ftecuachtigh, vol bergen en bof-fchen, die meeft kaftanien dragen^hier waften oock veel foorten van wijnen, na dat de aerdt des lants in verfcheyden plaetfen is.

Luckt. De lucht is hier fuyver, foet, aengenaem,en gefönt, fo dat de inwoonders niet veel kranck faucht- njn. Daer is oock menighte van verfcheyden baerheydt. kruyden,waer door ’t hier bequaem is te woo-Mijnen. ucu voor Mcdicijns en Apothekers. Men feyt oock dat’er mijnen van filver fijn. Hier fprin-gen veel klare fonteynen, waer van fommige gefönt en geneesbaer fijn, om datfe door fol-Jnwoonderi, phermijnen loopen. Cæfar noemt de inwoon-ders van dit landt PetrocorioSt welcke vlijtigh van geeft fijn, gefönt, lang van leven, matigh in fpijs en dranck,gcfpraeckfaem,bequaem tot alle eerlijckc exercitien, als tot de letceren,wa-penen,konften,en ambachten.De Adel roemt op haer oüdtheyt,feggende dat haer voor-ou-ders de oude Françoyîen fijn,die eerft Vranck-rijck bemachtight hebben. De vrouiîren fijn fchoon, niet dertel 5 maerfedigh, neerftigh, en die ^el huys-houden.

Bifdofffme», Dit Graeffchap is vetheerlijckt met twee Bisdommen, waer van het een is in de hooft-ftadt Pctigort, gelegen in eenvlackte, omringt met bergen,die allengskens haer verhef-fen,daer goeden en ftercken wijn op waft:het ander, waer'van defe kaert is, heeft fijnen ftoel in de ftadt Sarlat. Dit Bisdom ftaet onderden Aerts-biftchop van Bordeaux , gelijck oock dat van Xaintes, Perigort, en Agen.

Sarlat was eertijdts onder den Bif-fchop van Perigort,maer heeft nu haer eygen Palen van Biftchop.In’t ooft grenftfe aen die van Qucf-cy,in ’t zuyd aen ’t Bisdom Agen,in ’t weft aen Bordeaux, en in ’t noorden aen Perigort^ pranckrijcL

De riviere Dordonne oft Durance, die Gre- Pîvîeren, gorius Turonenfis noemt ^oràonïam, Aufo-nius en Sidonius Apollinaris ^uranium, nu ter tijdt la T)oràogne Cordonne genoemt,is J)lt;ffdognéi een van de principaelfte rivieren, niet alleen van Guyenne, maer van heelVranckrijck ,,de Garonne in groote oft fnelheydt niet wij cken-de. Aimonius,in het vijfde capittel van ’t eer-fte boeck fijner hiftorie,fchrijft aldus van defe riviere : De Dordogne ontfpringt met tWee fonteynen op den bergh Dor in Auvergne, waer van de eene Dor en de andere ^ognè heet, die niet verre van de felve bergh haer vermengen , en by de ftadt Bourg in de Garonne loopen: Sidonius fchrijfc, dat hy vol mofch is,en met kromme bochten loopt. Het geile Strabo van de Garonne fchrijfc,datfe met drie rivieren vermeerdert wort, moet verftaen worden van deTar, Lot, en Dordogne. De Dordogne komt in’t Bisdom Sarlat by de dorpen C^viac en Feneïon, de een aen de rechte fijde, en de ander aen de flincke fijde latendej een weynig beneden loopt’er het kleyn rivier-ken Carfac in, welck in ’t weft het Bisdom bepaelt.Daerna looptfe voorby deftadc Domme, die recht tegen over ’t rivierken leyt, dat door de ftadt Sarlat loopt, en valt hier in de Dordogne, die voorts naer S. Cypriaen fijnen loop neemt,en aen de andere fijde voorby Bel-vere,een weynig te landwaert liggende op een rivierken. Daer na by de ftadt Limeul vermeerdert met de rivier Vefere , pafteert de ftadt Ia Linde recht tegen over ’t rivierken Coufe, welck daer in valt.Hier nae ftroomende voorby Bergerac, en veele dorpen, ontfangt by S. Nazari een rivierken, Welcke de laetfte palen van ’t Bisdom maeckt.

De riviere Vefere loopt door dit Bisdom , ontrent de ftadt Terraftbn, en van daer pafte-rende door Montignac , een ftadt door den goeden en delicaten wijn Vermaert, wordt by Tayac vermeerdert met het rivierken Beune.

De Drot heeft fijn begin in dit Bisdom, by het dorp Capdrot, en loopt van daer recht naer Salvetât, Ay met 5 Caftillones, Villereal en Montpazier.

In dit Bisdom liggen noch de fteden Ville- Stedenl Frânfche,niet verre van welcke een fonteynis, diefe la fontaine des trois E^jeßjues noemen,dat

Qq nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;isgt;


-ocr page 214-

CatiotlicKs Ccclefix Sarliiti


tUUtudbat.



t)




SiwisMn,



Bergerac


.,^'i -ï*’ f/iûii/âiL


-àà.


ÔA-



■Kai'itrte fetu


•J. Chriflayhle


-atfazt.


lÉjtt -




Men^Mis.


'Venlon.


Sep ten trio.


./aihariii






S^Cham^i



^^^aturyueri£



Sionrac


^^.ntaL


i!i^



*-igt;K



ücJöTfiBej


Terraison



Moi J fisgt;iiac



*1

-QÏi




(rlttUtc


'£ejncatri

*ri.v//z


quot;Ues d




teanne


I



^^•ras






S.Cir^


'j/ilftrae


-4i,

'^onbiiiSiilia^


“Ban/J





jài— H-arteu^


Columhtej


-àà


JCChalh,







J S‘O’atti ibha. hartJi,


ac.





V quot;Rlift^nac.


i'gt;l’oair^ S.Cruix



Ti^attMc -M



•'ftffnhoJ




C^uhb


^FlauMC. ■ ■■:^^ -^uyreJnt . iiloiKw— . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:_=^


jiL jà

S.^naeetui. S,Tulugt;n. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-' » -^fanJaean.


•^'Qri^a^i



^‘ttan^utarJ.


S.Gr^yotfe


k. ^Hff^nran.




•ïî«ÿl


Jatth' M


la tnah-



lt;lt;^!2yartin.


'^.Marc^n'i


tfi^e.


MontPazier



•^•S/jt-ntn Jt Uj


Jri ~^onbunilbs


Kv


iaiui^


-0(1 X Graait



XiApaur


■Aianlhaui



ti^Sf.rtytta£


Lach/yeUc


^^Ît-Lajalue.



- Meri^^Ö


Guilielntuïn^


-ocr page 215-

is,de fonteyn van de drie Bifl choppenjgelijck in Giniac de put van de drie BiflTchoppenjoni dat in elck van defe twee plaetfen, de palen van drie Bisdommen fijn. Aen de Coule leyt de ftadt Beaumont,welck een fchoonejuftige, en vermaeckelijcke plaets is, gelijck de naem, diefe met recht voert,te kennen geeft. Voorts is dit Bisdom vol fchoone dorpen en gehuchten, bergen met boomen befet, heuvelen met wijngaerden beplant : foo dat het wonder en luftigh is om te aenfchouwen.

De hooFtftadt 5^dat Jeydt op een bergh-en heuvel-achtige plaetie , aen een rivierken, en is omringt met de dorpen Campignac, 7empniac, Fuymartin, S. André, Ia Cazenac, en S. Vincent. Sy is luftigh en vermakelijck. van wegen de nacftliggende rivieren, en de gefonde en aengename lucht.

Claudius Robertus, Prieftcr van Langrcs, fchrijft van Sarlat in fijn boeck, genoemt Het Chriften Vranckrijck,op defe manier: Sarlat ftaet onder het Aerts-bisdom en Parlement van Bordeaux. Defe ftadt is tot een Bisdom verheven in ’t jacr 1317 van Paus loânnes de XXII, en het Bisdom Perigort onttrockengt; en van ’t felve gefcheyden met de riviere Ve-lère. Haer Cathédrale Kerck was eertijdts van een Abdye vanS. Benedidus Orden, en is ge*, wijdt ter eeren van S. Sadroc de dertigfte Bif* fchop van Limoges. In dit Bisdom fijn de Ab-dyen van Terraflon, S. Amand, en Cadouin»


-ocr page 216-

Quît^nien, voormaels een groote Provincie, heeft de wetten der Romeynen ontrent vier hondert jaren gehoor-faemt,- maer’tRoom-fche Rijck alreede be-fwijckende, foo fijn vele Duytfche volckeren weder/pannigh geworden, en den Rliijn en Donau overgefcheept, op dat fy een gedeelte des Wefterfchen Keyfer-rijcks alreede aen ’t facken, en byna van een gereten , fich fouden eygen maken. In die eeuwe heeft Gallien,der Romeynen gebiedt onderworpen fijnde, den eerften aenval der Duytfchen uytgeftaen. Daer op volghden de Vifigothen, die onder’t geleyde van hunnen Koning Atul-phus, haren fetel in Aquitanien hebben geftelt. Maer de Koning Wallia heeft d’eerfte der Vifigothen het Rijck in Aquitanien gegrondtveft, ’twelck van de hooft-ftadt Toloufe fich uyt-ftreckte tot aen den Oceaen. Na Wallia volghden vijf andere Köningen, namelijck Theodo-ric, Turfimund, Theodoric de Tweede, Eorick en Alaric, dewelcke verdreven fijnde, foo fijn de Gallen oock in een gedeelte des Rijcks gekomen , en hebben defe Provincie fich onderworpen,en onafîcheydelijck aen de kroone gehecht. Onder Karel den Grooten wierdt het Rijck van Aquitanien gelevert aen fijnen fone Lode-wijck, die in ’t lèlve geboren was, en gedeelt in negen Provinciën , aen ieder van welcke een Landtvooght of Grave wiert toegefchickt. De-fè fijn Berry,Poiólou, Perigord, Auvergne, Ve-lay,Toloufe, Bordeaux, en ten leften ’t lant van Albigeois en van Limofin. De dochter van Willem, Hertogh van Aquitanien, wierdtgetrouwt met Richard de I I,Koning van Engelant,en tfe-dert hebben d’Engelfche Aquitanien vele jaren belèten. D’allerheylighfte Koning Lodewijck heeft tien volckeren van Aquitanien afgelôn-dert, namelijck;die van Berry,Auvergne,Velay, Rovergue, Albigeois, Givaudan , Poiótou , An-goulmois, Saintonge, en Agenois : dereftevan Aquitanien bleef als vertrouwt goedt noch eenen tijdt lang by de Köningen vanEngelandt, maer eyndelijck Aquitanien hun heel ontruckt fijnde, wierdt tot die palen gebracht, waer van ’t nu begrepen wordt, door Koning Lodewijck den Elfden.

Aquitanien dan, eertijdts geweefl: een derde gedeelte van Vranekrijekjs nu een twaelfde gedeelte, indien ghy Vranekrijek afdeelt na ’t getal der Gouverneurs, gelijck fyfè noemen. Eeni-ge nemen Gafconien en Aquitanien voor een, andere onder/cheyden Gafconien gelijck als het gedeelte van’theel, even als het eylandt van Vranekrijek, foo men’t noemt, van gantfeh Vranekrijek , ’t welck den fèlven name voert,' onderfcheyden wordt, ’tls kennelijck dat eertijdts de Gafcons, nadienfeveeltijdts rebelleerden , noch in hunnen plicht konden gehouden worden,van Cæfar gelaft fijnde het Pyreneifche geberghte te verlaten,op wiens onderftant door weldaet der nature fy fich vertrouden, en ge-fcheurtin twee deelen , eensdeels de dalen over ’t Pyreneifche geberghte tot Spanjen gehooren-de, eensdeels oock ’t landt, ’t welck nu den name voert van Gafconien , hebben ingenomen.

Aquitanien, gelijck het voor tegenwoordigh is, wort ten Zuyden van de Pyreneen , ten Oo-ften van Languedoc en Quercy, ten Weften van den Oceaen, en eyndelijck ten Noorden be-paelt van’t landt Angoulmois , welcks hooff-fladt is Angoulefme.


Vranekrijek.

’t L A N D T

-ocr page 217-

4-3



U --o


4^^


43


Pamplo


ia^^enat


ac Clar*^^^ \\



S.Jèan VVi^


J



lûe de




Titrai







BarbeUeux
























ôfnif*uaftac




XiA


it Jlejgt;




iPuy JFimnaaii




4/ ..^. f ^i^triniA^si



^7



^5


ta







erratice







clTÙJ^nc^y


IViU^C


yios


Cefrrixe^^ :•''' --^^£01^^ t,y£el.


Xaifts Je



Jjeiiae^ri-




SZ/wzzät^









tHiiMoua


^/ Sn^a O



P


il GarJe



c,G^»-



P


Xmtyreux



Jt/'i'“ ^'/'Ca-Jee



Xjouramp;tu


r^^j^vais


^Severac u H Cioeritl



^4



-ocr page 218-

gemeenlijck genoemt


'•4



Vrdigala , gemeenlijck genoemt Bordeaux^ het hooft van het heden-daegfche Aquitanien, is verheerlijckt door een Parlament, door een Aerts-Bisdom, ka-fteel en zeehaven , en door de voetftappen van een Amphitheater


Tale»,

Misdor».

Stede».


en van andere Roomfche oudtheden. Het wort tweemael’s daeghs be/poelt van den vloetder zee ; defe rivier door den weervloet der Garonne klimt op tot aen de ftadt deLangon gemeen-lijck gefegnt, en luttel hooger. Bordeaux treckt fijnen naem (meent men) van fijne gelegen-heydt j want Bord beteekent in’t Franfch oever, en eaux wateren. ’tWort omvat van de Garonne, van den üceaen, van een deel der Provincie geheeten la Bigarre , welck deel la CbaloJJè genoemt wordt, en van’t landt van Agenois.

Den Aerts-bifichop van Bordeaux fijn negen


van een kaHeel in ’t opperHe des berghs, door nature en konH feer Herck, maer is door laft des Konings geflecht, en tot een Hertoghdora opgerecht, op dat de nabuurige Hroom te vryer foudefijn. Op den bergh , van welcken de Dordogne a£vïoeyt, fijn feer gefonde warme ba- gade». den. En niet verre vanhier is een afgrondt, in welcken lbo ghy eenen Heen werpt, oock by helder weder, terHont fal ’er donder, blixem en hagel op volgen.

De riviere Z’jyl^doorflroomt de üedcnMußdan en Montpont ; by Guitres ontfangtfe de beeke Dro-me, in welcke de rivier la Colle vult, niet verre van vermaert door een kaHeel, en gedenck-waerdigh door den flagh van Henrick den Vierden.

De haven vanCufac wort beHroomt beyde van de riviere 1’Ifleen van de Dordogne, die ontrent defe plaetfe fich veel breeder op-doet als de Garonne by Bordeaux, en de gedaente van eenc zee vertoont.

quot; Beneden Bordeaux aen den flincken oever ji/edte.


Biflchoppen onderworpen, namelijck die van der Garonne en aen de zee-kuHe, light het landt Poiótiers, Angoulefme, Agen,Xainótes, Peri-.

gueux. Condom, Maillefais, Luçon, en Sarlat.

De Heden fijn, Cadillac hooft van’t Graef-{châp de Eenauges, uyt d’erffenifle der Hertogen


van Medocj Blanquefort en Aubin, en noch andere plaetlen van minderen name.

Nevens den zee-ftrant light het landt van


Rficbt,


Riviere».


van Candale, merck-waerdigh door een feer heerlijck kaHeel aen den oever der Garonne. Ba^as een Bisdom. De Hadt Barfac, een weynigh boven de HadtBo^/rc, is een voorgeberghte gemeenlijck genoemt, alwaer de rivieren Dordogne en Garonne verfamelen. De


Buchs gekoppelt aen dat van Medoc : dat voor-geberghte, ’t welck fich uytHreckt tot in de haven van Arcachon,bewoonden eertijts de Boji. Dc Heere dier plaetfe wort Hooftman genoemt van J5«cÂij,enis uyt ’et doorluchtig geflacht der Can-dalen, of der Foix-Candalen. De wint heeft een wonderlijcke kracht in die geweflen , en over-Holpt Heden en boHchen fomtijdts met landt : behalven vele Heden van mindere vermaertheyt


Dordogne ontfpringt in Auvergne uyt twee fonteynen van ’t geberghte Dordont, weicker eene den name voert van’t geberghte, d’andere fijnaldaerhet Marck-graeffchap van Vfa, en van Dogne , waer afgemaeckt wordt Dordogne. Montferrat eerHe Baronye van Aquitanien. De vloetder zee is hier feer heftigh, en voor de j


\Agt;:dere ße-de».


fchepen fèer gevaerlijck. Dele riviere krielt van falmen, die uyt den Oceaen opfwemmen tot aen haren oorfprong toe : fy doorloopt fes lant-fchappen, te weten, Auvergne, Limofin, Quer-cy, Agenois, Perigord, en Bourdelois. Aen haren oever liggen de Heden, Lindre, Bergerac,8.Boy, Caflil/on, Libourne , gebouwt van Eduard Koning van Engelandt, en genoemt Libourne, gelijck als ILße Borne, om datlè ligt aen de t’famenvloeyin-ge van de riviere de 1'JJle, en van de Dordogne; voorts de Heden Etaüeres en Mant andre.

Bronjac een Hêrtogbdom, was eer tij dts verfien


ValatiwMy gemeenlijck genoemt Bastas iseenSetiMi Bisdom gelegen by Caßetjaloux en Monf deMarfanj fijne inwoonderen Worden by Cæfar en Plinius Cocojates genoemt j ’t light eene daghreyfe van Bordeaux ,• ’t landt is wel befet van heyde,maer


echter niet onvruchtbaer : ’t heeft behalven het Bisdom oock een Prefidiael Hof. ’t Wordt deur- Riviere», watert van vier rivieren, welcke fijn de Dordogne, Garonne, Drot en Cyron,die, ontHaen uyt het Bisdom van Auchs, boven Cadillac in de Garonne valt. In defe lantHreke fijn Reole, Mont- Stede», fegur, Langon, Sawveterre, Caflet-jaloux ,CaPelmoron, Caudrot, amp;c. Blaignac een Graeffçhap, en ’t nieu- fihap.

we


-ocr page 219-

’£ LANDT VAN we Marck-graeffchap Ro^^an , en Pujols eene Ba-ronye , en Caßets een Onder-Graeffchap aen de Garonne, welcks kafteel afgeworpen is; oock wordt onder defe dreke gedelt de Baronyc Ca-flelnauQLznàcvWïQïQ Cyron, Roquetadlade, Qrignols eene Baronye, en vele andere plaetfèn van minderen name.

n»togk- ’cHertoghdom Jlbrefttreckt (ich breet uyt: ’t begrijpt de deden , Albret, Tartas, Caflet-jaloux, Idirac, iAillan, Caflelmoron, Puj?-normant, amp;c.

Stadt en Bifdom

VAN A C (X S.

D En genen , die vorder gaet, ontmoet de riviere Arture, op wiens oever light de dadt en’t Bisdom van Acqs. Defe was de hooftdadt der Tarbellen, volckeren van ouden name, en wordt oock begrepen in ’t T^o'vempo-pulaniavan den grooten Keyfer Iulius Cæfar. Sy pronekt met eenen Prefidialen fetel, en een gebiedt dreckende vijftien mijlen verre ; doch dit gewede vol ruwe en woede heyden, is veel diendiger om fchelmen derwaerts in balling-Ichap te fenden, als om onnoofelen t’ontfangen. jjoeian'ig;- Dit harde iantlchap en brengt niet voort als heyde en wilde pijn-boomen , waer uyt peck en hars gedruckt worden j de lucht krielt’er van vliegen die den reylèr moeyelijck vallen : oock worden’er d’ooren eenighhns gequetd door de ruwheydt der tale: ghy foudfè eer Barbaren als Françoyfèn achten , ten ware de Fran-fche beleeftheydt hun ten aenficht uytdraelde. ’tVolckbackt fichbroot uyt geerde, vermits hetfappeloos aerdtrijck nietmachtigh en is koren voort te brengen.

De dadt niet-te-min is fecr aenfienlijck; want fy vertoont vele teekenen van oude gedachtenif-fe, heeft feer heldere fonteynen , enharegele-genheydt en vedingen werden deurgaens van d’oorlogs-lieden geprelèn. Sy wiert eertijts ge-noemt de dadt der Edelen , om datfc van twaelf der voornaemde wierde geregeert, die ieder eenen eygen toren be/aten, verciert met de wape-pen van hun gedachte : fy vertoont eene drie-hoeckigegedalte, en wordt door derekten,wallen en grachten verdedight ,• de wij hè gerekent wort onder de voornaemde deutelen des Rijeks,

BORDEAVX. 40,c

en den Spaenjaerden de deure fluyt. Binnen en buyten hare muuren heeftfe bad-doven. Dit vooral is wat byfonders, datfe eene foute fon-teyne heeft, vloeyende niet verre van hare ve-den ; oock eene fpeloncke , in weicke drie graven gefien werden vol waters, als de Mane vol is, die by ’t afnemen der felve weder ledigh loopen. Daer fijn oock feer gefonde bad-doven in de plaetfe do Tercis, eene mij Ie weeghs van de dadt, die haer oock veel befoecks toebrengen.

Voorts wat de Bidchoppen van Acqs betreft, sisdom. d’eerde is geweed Vincentius met den toename de Saintes, die als een doorluchtigh kampioen den heerlijcken drijdt des martelaerfchaps voor Chridus deurgedaen heeft in de plaetfe gehee-ten Poy de Saintes, alwaer heden een Convent is van d’Orde der Clariden. Hy is ’tdie voor het jaer yoo der zaligheydt, door Chridus herdelt, de Cathédrale kereke gebouwt heeft. Vele Bif-fchoppcn,beroemt door heylighey t,fijn hem na-gevolght. Dit Bisdom heeft twee Collegiaten, en feventien Archipresbyteraten, onder weicke daen 194 Parochiën : in de dadt van Acqs worden vele klooderen getelt, en d’Abdyen de Cagnotte, deSorde, dl Artous, en de Dundeile,

Dc voornaemde deden, behalvcn de hooftdadt, fijn Boyanne, S. Settere, Tartas, Orths, Ba ft ide, Vidache, Haflingues , Cap-breton , en P sir chore. Eyn-delijck wordt defe landtdreke befproeyt van de volgende rivieren, Adour, Doufe, Galeas, Lou^i en Lays allebeyde , Vidoufe, Nil’s, les Nilre'leSyScc.

De dadt van S. Sever is ’t hooft des landts van Chalode , onder weicke vele plaetfen liggen, tc weten, Turfan, ânAersCapdeGafeogne, Ayre, en ontrent 150 Parochiën , onder weicke fes deden getelt worden. Maer Geaune of Geauna is de voornaemde dadt des Marquifaets de Caßet-nau, Caßet-nM'. waer by gerekent werden Pi)nbo,S. Louboiper, Or~ goux, Sault de Nayailles , Nagetmau , een Baronye; LoDigner, een Graeffchap ; alwaer oock is Orjac, een vleck vermaert door fijne vee-raarekten ; M-onget, oock een vleck ; Samadet, Momuy, Mont-gaillard, amp;c. Daer fijn oock in dit gewedehet Onder-Graeflehap ; Gaitardan, welcks hooft’dadt is Gal^arret ; en Neboujan, een landtdreke van d’andere afgefcheyden , en verciert door den felven tijtel van Onder-graeffehap, waer onder daen eenige Cadellenyen, te weten, S. Blancard, Maufeßn, Sau^eterre, amp;c.


Vranekrijek.

-ocr page 220-

«gt;


.» r: xr’

-4*« iaeiU J*






•■lt;♦ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 '««»M »'■ '^;'

xrjbtV’.





'j^


37lt;'



l.


n^î»:!^


I O* , #%i ' ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-





' L'


X




n'ïfT V-'




t : J


. - ▼' *i i: K


jailVx! tr*;iO5



-*'1'


5



ïquot;ïi4.'k.iii£F'




?


f-v£.


-ocr page 221-

41


Het Landt van

B O R D E A V X,

M E D o C, en B o R N.

Tolemæus ftelt de Va.-fcons in dat deel van Spanjen, welck de Ouden T^arraconcnßs noemden ; enhy kent geen van de felve in de be-fchrijvinge van Vrank-rijck, maervoeght in haer plaets Bituriges Vï-~ bifcos. Hedensdaegszijn

de Gafcons in Vranckrijck gebuuren van de Bit-cayers, en worden met de oude naem Bafques genoemt.Eertijdts wierdt Gafconien Gallia Aqui-tanica gebeeten , ab Aquis, van de veelheyt der wateren die daerzijn, fóo fommige meenen, Ondein- andere van de ftadt Aquis ofte Aqs. Nu ter tijdt ftreckt het van de Garonne, naer den weften, tot acn den Oceaen , naer het ooften aen Languedoc, naer het zuyden aen Spanjen.

In dit landt woonden de Au/cij Tarn fat es, Lac-torates Bigerrones, Nùiobriges ( wiens hooft-ftadt is Agen ) Cortpenic, Garotcs, en Blufates.

La^dts- T Lant is daer meeftendeel vruchtbaer, prin-cipael van wijn, de aerde vet, en de lucht loet en aengenaem.

^ordeaMx. De voornaemfie ftadt van dit landt is Bordeaux, welcke Carolus Magnus in fijn teftament onder de hooft-fteden van het Roomfche rijck teltj fy is gelegen aendeweft-fijde van de Garonne , die naer dePyreneifche bergen ftreckt. Aen de overftjde van de riviere liggen feerplay-fierige heuvelkens, en kleyne bergen , met ver-fcheyden fruyt-boomen, en veel wijngaerden beplant: onder delèlveiseenedatallengskens Ichuyns op-gaet en tegen over de ftadtley t,daer een dicht bofch van cypreften-boomen op ftaer, dat nunauwlijcks fêven bunderenoft mergen groot is. Vranckrijck heeft: wcynigh cypreffen, daerom roemen die van Bordeaux op dit cypref-fen-bofch; Ibodat niemandt, diedaerwijnen koopt, verreylèn mach, voor dat hy een cypreL fen-tack van de Magiftraet gekregenheeftjwaer voor ieder fchip betaelt eenen fekeren kleynen penning. Dele ftadt light niet verre van de mondt van de Garonne, daer de zee in loopt, cn maeckt een haven die ebbe en vloet met de zee gemeen heeft j het welck de Pocet Aufo-nius te kennen geeft, alshy fijn vadeilant Bordeaux met een geleert eer-dicht prijft , van wiens climaet en vruchtbaerheyt hy mede aldus fchrijft :

lek ben in Bourdelois ter quot;bereidt l^oort-gebracht, Het landt l^eel ygt;ruchten heeft, de locht die is daerfacht, t)e dagh die is daer lang , en 'Tteeltijdts kort de nacht. De felve betuyght oockdatdefe ftadt eerft vierkant is geweeft, als hy feydt :

De vnuuren %^jn vierkant, tnet toorenshooghyicrhey^en, franekrijek.

Die aen de tpolcken, die daer boygt;en oDer fiee'Ven, Schier raken, ieder ßraet leydt langgeflreckt en ytijdt, Daer langs elck buys ont prijs,met floep en ge'yel ßrijdt : Soo dat dees fladt nbsp;nbsp;nbsp;licht, quot;nan buy ten en ygt;an binnen,

Denprijs y an al de Steen in Vranckrijck kan ges^innen. De omvang van dele ftadt is verfcheyde rey-len, maer meeft ontrent het jaer 1302, vergroot en uyt-geleyt. Daer is binnen Bordeaux een fraeyc ftraet nae de wolven genoemt, die in ’t jaer 582 met menighte in de ftadt quamen, en Cehitutn. vele burgers befchadighden. Hier zijn hedens-daeghs twee fraeye collegiale kercken, twaelf Parochiën , acht Monicke kloofters, een van maeghden, en eencollegie der lefuiten,’t welc-ke Françoys Boulenois, Raedts-heer van Bordeaux, gefticht heeft in’t jaer 1573 »behalven noch een profefiie, en een novitien-huys. Hier isoockhet paleysvan Galienus, dat van Key-lerGalienus fijn naem Ichijntte hebben. Men fiethier noch de droeve en kleyne overblijffe-len van’t konftige amphitheater ofte Ichou-plaetfe : Vinetus, die’t felfs gefien heeft, feydt dat het met fes muuren omringt was, waer van debuytenfte, die de hooghfte, enbinnenfte, die de laeghfte was, fes-en-tachtentigh voeten van den anderen ftonden.De binnenfte vloer oft plaetfe was 224 voeten lang, en 140 breet, aen elcke fijde was een poort. Dit amphitheater is altijdt buyten de ftadt geweeft, en was ten tijde van Aulbnius van de muuren van Bordeaux meer dan 400 treden. Het paleys van be-fcherminge ofte tuteU'^a^ oocktöen buyten, maer naerder de riviere Garonne, en neffens de ftadts gracht ,.naer’t noorden : daer nae als de ftadt vergroot is, wierd het binnen de felve ge-trocken i Ibmmige meenen dat het een open kerck van den Godt der befcherminge is geweeft. Puy Paulin heeft fijnen naem van Pontius Paulin, difcipel van Aulbnius,uyt hetdooiluch-tigh geflacht der Paulinen en Leontien gelpro-ten. Aen defen heeft Sidonius een lof-gedicht van Bourg gefchreven. Aufonius verhaelt oock dat’er een haven in de ftadt is geweeft, alshy feydt :

Ais de GaronneJ^elt, door't /teilen loan de o^ee, Komen de fchepen hier, by quot;yloten, op de ree.

Van defe haven is nauwlijcks eenigh kenteyc-ken, als inde mondt van’twaterken Peuge, daer op elcke kant eenhooge tooren ftaet,door welcke eertijts een keten, die nochtcfienis, getrocken wierd , neffens de poort du Caillau. Nu ter tijdt is ’er geen havenin Bordeaux,maer de Garonne is in de plaetfe van de felve. Van de fonteyneDivone , die nu oock verdrooghc is , fpreeckt de lelve Aulbnius aldus :

Gegroet ojjt ófonteyn, ytiens diepe ytater-flroomen K^er,heydighjuyiperjchoon, loan y»aerfi ojjn gekomen

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Men


-ocr page 222-

lt;O|___

O'-idJ


BotrpfeE Tgt;O. G^Irone


du pais de


MEDOC,


et de la prevos


LaJiaU


S.'iith


fG*rÓÜC;);/lu:


.. .ft ft.« Lelëm^l.


® a ' iAt.S.»ele,Mje


t,Torl‘ '.amp;


o Bta^


t '» .ft


•S.Sarm


...« Sfift

.th’nttttJrt


aA- s. quot;e^rttn


Scalitao


d’Arfa chon


..ft.S-


Ba.»^arte


Bhfvmo moHitu^ono pros Sayonao 0» LA'4 »Ito CisppMe


sr'^^ »


O * ^orbatytio nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~“

ftftX


*ƒ it-


^fioiieto ÿS' é-

*‘t%« SJ

......* fts-


■'',6--

. • quot;nbsp;.1

— M*-;'


*4...


^ZeHdrriet


Cipry^^


deux Mers


■”^üß ^^bitSoufiUauo

.....Si^,

o Salle eAA~ - -


LoBar^


. BauiiriUi ’ïêftjs^ eastramp;s


o Lyp,ßk


.'âAj


s;a» -


,ft.

'h


® Atbroo

b-

..../«•


P tien.


ift'quot; .....IT’ .in


--

■'quot;-A

A.ftix- Labrtt

.....*;lt;,....


. gt;’X


:4


P^liili,t^’ta



SefrOe


Q ^tryerl


fi«*' i V


4«**



s-ft*


...-ftft..


PRINCIPATA/S



K.


i?;'~ A


ft«»’


Orets


•^uir hielt


X Gladtt


À, ..

Sahes


Sauve terre


•eindrtn 0


•./Istntn.


Btraute O


Rwe baute


Soayuts


•btendite


^ydnzonote


^diontejirue


•^iarlaz


AS - ■ — ■


° ■•■..

Jiour^mbe


O Peele nare


^^dlertton


daGüt


Ceßeinau


Charre ^.o SumwtL


.....


Sits


O

o -^rrAiïr


•eblonta^ole


Châtrante


ßarcus


^'qu-toult


^larcietz


Gurs O

Prêchât


® Saißede


^reet.

Gotfs Ç, . O XÄ»«tne-

O trznwrr.


dejuch


S..,4Lirte


lil


Goneo


Lar he


•oirett


Lane


Mojxtory


Dame at Sarance


,^ißt


La Seoube


.A


Larutis


» /rytt ts ehaudeo


AHA „ft «A-ft*


Lons

O


^irhlelltan


0 Bordes


O Bouil


Aûon


^‘^^b'cl.Blaeii cxc.


l^dlLec OU Aaii


-ocr page 223-

BORDEAVX,

Men niet '•teelquot;beeten kan ighy hebtgenefens kracht, Daeromghy Diirona quot;fan ieder ^ijt geacht -, IVant Aponii^, noch oock Nemauftis klare beeken, Noch de Timal^us mach by u Vergeleken.

frijnen. Geen lande in Vranekrijek lieefc foo overvloedige oft koftelijeke wijnen als dit. Dele worden vin de Grave genaemt, na de fandige landouwe Grave, daerle walTen; want Grave, fandt beduyt. Daer zijn oock andere foorten van wijnen , als Ie Lermont, en la Baflide.

De Garonne fpoelt aen Bordeaux , en ebt en vloeyt meer als 5000 treden boven de ftadt. De kleyne rivierkens Beuge en Divife gaen wy voorby.

De Kepublijck wordt, neffens de Magiftraet, van een Majeur geadminiftreert ; de Raedts-' perfoonen , ofte Magiftraet, die daer gemeen-lijcken Gefworen genoemt worden , waren eerlij ts 30, daer nae 24 , en ten laetften 12 , conform’t getal van dewijeken derftadt. Hier is parlement, Koninglijck Parlement, het welche daer geftelt isin’t jaer 1460 , inde maendt van Mayj op de manière des Raedts van Paris , en gecr-donneert, dat de Provinciën Bordeaux , Baza-dois, Agennois, Condomois, Landes, Arme-nois,Cahors, Limofin, Perigort, Angolefme , Xantoigne, en Roebelle, de wetten van dit Parlement fouden onderworpen zijn. Nader-handt zijn de provinciën Armenois, Angoulef-me, Rochelle, en het grootfte deel van Cahors, (laer van getrocken. Eertijdts was dele ftadt een Biflehoplijeke refidentie , maer nuheeftlè ^cademit. cen Aertzbiflcliop. De Academie van Bordeaux is, door ordre van de Paus Eugenius, na die van Toloufe gefondeertj en van Ludovic, Koning van Vranekrijek, in ’t jaer 1472 beveftight,met vele vryheden en privilegiën verçiert, en wort, als boven andere uytftekende , de Schole van Gafcognien genoemt. De burgeren van Bordeaux hebben van Karelde IX ’trecht van twee vrye jaer-merekten verkregen, die daer in de Meert en Oéfober, gelijck die te Lions, twee weken gehouden worden.

Ten tijde desKeyfèrs GalieniheeftTetricus, een van ae dertigh tyrannen, en Prefident van de Provincie, hem nier voor Keyfer opgeworpen. Door de oorlogen der Wandalen, Got-then, Sarracenen, en Normannen is defe ftadt dickmaels verwoeft , en heeft haer glans verloren, diefy ten tijde Aufonii hadde. In ’tjaer 1479 is ’er tuflehen die van Bordeaux en Bourg een verbondtgemaeckt, dat Bordeaux , als de pfincipaelfte ftadt, gebieden fbude over Bourg j cn d’andere fteden van dele Provincie , foo dat tot den laetften dagh van’t Engelfche gouverne-E D O C, cn B O R N.

ment, de Majeur en Raedt van Bordeaux, in tijde van oorloge , uyt haer burgers eenige gekofen hebben, tot Gouverneurs van de fteden en kafteelen van dele Provincie j welck oor-faeck is dat de fteden Blayc, Bourg, Libourne, S, Æmilian , Chaftillon , Cadillac, S. Macar, dochters van de ftadt Bordeaux genoemt wier-den.

Blaye is een ftercke ftadt, aen de rechter fij- ^''7^-de van de Garonne, twaelfmijlen van de mondt derfelvej en feven mijlen van Bordeaux gelegen: aldaer zijn altijts wachters, diele nacht en dagh bewaren, en van daer fienkonnen, wat ’er op de Garonne wijdt en breet geLhiedt, en op devyandts fehepen, die daer voorby willen varen , lchieren, loo veel de breedte desri-viers toelaet, die daer 2200 treden wijdt is.

Burgus fchijnt eertijdts Ebromagnum ge-naemt te zijn , en om datfe op de manière van een burgh ofte Ilot, met publijeke fchuuren, en daer na met toorens van Pontius Leontius Paulinus is verfterekt en vergroot, heeftfe defen nacm Bourg gekregen: want de lloten,die fterek en, met alderley nootdruft, tot de oorloge ver-lien waren, noemdenlè in die tijden burghten.

Libourne leytop de plaetlc daer de Dordoi-gne enLilie in eenloopen aldaer j pleegh men dickmaels het Parlement van Bordeaux te houden , als daer de pefte gralfeerde ,• het is een nieuweftadt, want Froflardusis de eerfte, die daer mentie vanmaeckt.

In Bourdelois zij n oock Ie pays entre deux mers, Ley^jt Medoc , le pays de Buch 3 en le pays de Fron/ac. Het landt tuffehen twee zeen , oft entre deux mers gelegen, is leer vet, en vruchtbaer, tulfchendc Garonne en Dordoigne, die om haer groote van deinwoonders Zeengeheeten worden: onder dit hooien de fteden S. Macari en Libourne, met andere, het Parlement van Bordeaux onderworpen.

Le pais de Medoc begrijpt alle het landt dat Adtdoc, tulfchen Bordeaux , de zee, en de Garonne leydt : het is byna niet dan fandt, omtrent eenige moeralfen, en lbolaegh dat het dickmaels onder loopt, foo dat niet re verwonderen is, dat de ftrant van Medoc dagelijcks afneemt, en de inwoonders met’er tijt vande zee overweldight, en in de lèlve gelijck als begraven worden.

AenMedoc grenft Ie païsde Buch, welck een Vorftendom is.

Le païs de Fronlac is een Marquilaetfehap, en heeft fijnen naem van deftadten’tkafteel Fronlac, dat Karolus Magnus heeft doen bou-wen , als hy Hunoldus Hertogh van Galcognien beoorloghde en verdreef.


-ocr page 224-

Het Prinfdom


ft

Crefizen.

Deelen,

Vrucht-haerheyt.

/mvoonele-quot; ven ai.n.

Baronie».

Oewel de Prinfdom-men Bearn en Orange in Vranckrijck liggen, nochtans ftaen/è niet onder de Köningen, ofte iemands gebiedt. Het PrinJfdom Bearn is weeft , en foo vry en veel rechts gehadt, als Vranckrijck folvermaer het is den Rijcke als aen-gewaften en in-gelijft, toen Henrick Koning van Navarre de Franfohe Kroon ge-erft heeft.

Bearn light aen de voet van de Pyreneifche bergen, tuftchen de landen van Bigorre, Bajo-ne, en andere naburen.

Dit Prinflomis in twee deelen gefoheyden,-waervan’teene, daerdeftadt Oleron in light, met bergen belet is ; ’t andere, daer de ftadt Lafoar in light, is vol valleyen en eftene velden.

De aert defos landts is wonderbaer, foo op de bergen,als in de vlackten. Hier is nauwlijcks een ftadt oft dorp,die niet wat befonders heeft. In de meefteplaetlen waftgeerft, vlas, hennep, met welcke waren de inwoonders grooten handel drijven ; hier en daer draegt het veel kooren ; in fommige geweften zijn goede weyden en me-nighte van vee, daer ongelooflijcken overvloet van boter en kaes af-komt. Daer zijn oock veel boeken en geyten, die, fonder arbeyt en fohade van de vruchten en teedere boomen, op de klippen en in de heyen haer koft foecken. Hier waf fon oock wijnen ; onder andere een koftelijeken, die men noemt. In geheel Europa zijn geen beter baden als in Bearn.

De inwoonders fijn moedigh,kloeck,en fterek; in de wapenen ervaren ; open van herten , niet bedrieghlijck; gefpraeckfàem en beleeft : nochtans loos en fcherpfinnigh, wel-fpreeckende in haer tael, lief-hebbers der vryheyt. Sy hebben groote privilegiën. Sy geven haer meeft al uyt voor Edel-luyden. De rechte edelen arbeyden meer om met vrome feyten fiilcks te toonen, als met koftelijeke kleederen.De heerlijckfte geflachten alhier, ü\nGramontiQ.n Luffea, uyt Can-tabrien gefproten.

De Baronien in dit Prinfoora, fijn Mirens, ladre, Monins, S. Colombe, Efoalabagne, Co-derch, Navailles, Caftelnau, Maferes, Luz, Suz, en andere.

Renifler der Princen 'van Pearn.

I Gafton , fone van Wilhelm Moncada Span-giaert, is eerfte Prins van Beam geweeft, en heeft getrouwt Martha, dochter en eenigh erf-genaem van Elquibaet, Grave van Bigorre,waer mede hy ’t felve Graeflehap gekregen heeft.

z Margareta, dochter van Gafton, heeft ten Vranckrijck.

houWelijck genomen Rogier Bernard , Grave van Foix, en is de tweede PrincelTe van Bearn geweeft ; waer door de huyfèn Bearn,Bigorre, en Foix, onder een hooft gekomen fijn.

Gafton de 11, de derde Prince van Bearn, Grave van Bigorre en Foix. Sijn gemalinne was Ioanna, dochter vanLodewijck, Grave van Eureüx.

Gafton dein, de vierde Prince van Bearn, heeft getrouwt Eleonora van Comminges, dochter van de Grave van Comminges.

Gafton de IV, vijfde Prince van Bearn, wort fèer geprefon van Frolfard. Sijn gemalinne was Agnes, foftcr van Karei Koning van Navarre.

Mattheus Vicomte van Chaftellon,heeft ge-fuccedeertnaeGafton de IV, en is geweeft de fofte Prince van Bearn, wiens gemalinne was Ioanna van Aragen, en overleed fonder kinderen.

I/àbelIa is gekomen in de plaetfo van haer broeder Mattheus, om dat’er geen naerder mans erven waren , en geworden de levende Princefîe van Bearn.

loannes Grave van Foix en Bigorre, en Heer van Moncada, isgeweeft de achtfte Prince van Bearn. Defo heeft twee vrouwen gehadt; Maria van Navarre, die fonder kinderen geftorven is, die fommige Agneet noemen, en Ioanna van Albret.

p GaftondeV, Grave van Foix, was de negende Prince van Bearn j fijn gemalinne Eleonora was de dóchter van loannes Koning van Navarre; welcke weduwe geworden,nae haers vaders doodt het Koningrijck heeft befeten.

lo Gallon de VI, tiende Prince van Beam , is gellorven voor fijn ouders , heeft daeroni ’t Koningrijck Navarre nietge-erft. Sijn gemalinne was Magdalena, dochter van Karei de V11, Koning van Vranckrijck.

II Francilcus Phœbusde XXIV Koning van Navarre, erf-genaem van fijn groot-moeder Eleonora , is geweefl de elfde Prince van Bearn, en geftorven fonder kinderen in ’t jaer 1481, en begraven in de ftadt Lalcari.

12 Catharina de XXV Koninginne van Navarre, en Gravinne van Foix, was de twaelfde . Princefievan Bearn, en heeft getrouwt Ioan foon van Alaen de Groote, Heer van Albret, enaen hem het Koningrijck ten houwelijck gebracht. Defoloan heeft geoorloght tegen Paus Iulius de tweede,voorLodewijck de XII Koning van Vranckrijck, en is van de Paus in den ban gedaen, en van Ferdinand, ( die men den Catholijcken noemt) Koning in Spanjen, bynae van geheel Navarre berooft.

13 Henrick van Albret de X X V1 Koning van Navarre, en Grave van Foix, isgeweefide dertiende Prince van Bearn. Hy is overleden

S f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in


-ocr page 225-

reta van Valois, dochter van Karel Grave van Engoulelme, fuller van François de I, Koning van Vranckrijck, en weduwe van Karel d’Alençon.

J4 Ioanna cTAlbret, de X X V ÏI Koninginne van Navarre, en Gravinne van Foix, was de veertiende PrincelTe van Bearn : defe was ten houwelijck belooft aen Wilhelm Hertogh van Cleve, maer heeft door dilpenfatie ofte con-fent van de Paus, getrouwt Antoni van Bourbon, Hertogh van Vendohne, die daer na fijn fchoon-vader in’t Rijck gevolght is. Ioanna is te Parijs gellorven in’t jaeri 572, den 10 lu-nii, oudt 44 jaren, weynige dagen voorde bruyloft van haer fone.

15 Henrick van Bourbon,doX XVIII Koning van Navarre, Grave van Foix, enfuccelfeur vanHenrickde III Koning in Vranckrijck, was de vijftiende Prince van Bearn.

1Ó Ludovicusde XIII, Koning van Vranckrijck, en de X XIX van Navarre, Grave van Foix, was de felliende Prince van Bearn.

17 LudovicusdeXIV, Koninckvan Vranckrijck, ende XXX van Navarre, Grave van Foix, is nü ter tijt de leventiende Prince van Bearn.

van Aulchjte weten,dat van Lefcar,lbo genoemt na de lladt Lelcar, daer de Princen eertijdts hof hielden ; en dat van Oleron, foo geheeten na de fladtvan Oleron, op een bergh gelegen.

Hier zijnen och andere kleyne lledekens, als Orthes, by de riviere la Gave, de oude woon-plaetfe der Graven van Foix, en Princen van Bearn. Eertijdts wierd het Bearn, by de Latijn-fche fchr ij ver sßmi^rwziw genoemt, gelijcklofe-phus Scaliger feyt, lchrij vende op Aulonius, in ’t 7 cap. van ’t tweede boeck. Gregorius,BilTchop van Tours, verhaelt mede van Benearno in fijn 9 boeck, daer hy aldus fchrijft : Het is lèker van de Heden Bordeaux,Limoges, Quercy, BenearnOf Bigorre ,• welcke Guilelùinda,de luller van vrouw Brunihilde, als fy in Vranckrijck quam , gekregen heeft voor haer houwelijcks goedt en morgen-gift. Defe lladt heeft den naem aen het Prinsdom gegeven.

Hier is oock het lledeken Morlaix, daer een Morlaix gt;nbsp;munte is 5 en Navarrins, aen den voet van de Py- NavArrinSi reneifehe bergen, wel verllerckt van Henrick de I, Koning van Navarre,en andere : het lchijnt dat het den naem aen ’t Koningrijek gegeven heeft. Sarance light oock op een berg , en is Sarance. delaetlle frontier-lladt van Vranckrijck tegen Spanjen.

Het Graeflchap Bigorre grenll aen ’t Prins- Bigom. dom Bearn, en is de woonplaetfe van de Biger-roilèn, die Aulonius Bigeritanos noemt : het ley t tulïchen Bearn en Comminges : het is een rouw, kout, en windigh landt, De hooft-lladt is Terbe, een Bilfchoplijeke refidentie, gelegen aen de rivier Adurè. Sy is dickmaels vergroot, en in vier deelen als kleyne lledekens gelcheyden. De andere Heden zijn Trie, RavaHeins, (welckeen Duytlchen naem lchijnt ) Monbourget, en Bai-gneres, daer gelonde baden zijn, wiens fontey-nen uyt de byliggende heuvelen door fblffer-

* achtige plaetfen komen.

De hooft-lladt van Bearn is Caflrum meenlijck Pau genoemt. Hier is het hof van de Princen , daer Henrick van Albret Koning van Navarre, en groot-vader van moeders wegen van Henrick de IV, Koning van Vranckrijck, een heerlijck palleys gebouwt heeft. De lelve heeft daer oock den hoogen Raedt van’t geheel Prinsdom gelleit, daer allegelchillen , naede wetten en gewoonten des landts, geoordeelt worden.

Onder delen Raedt ofte Gerecht,hooren twee Bifdommen, Suffraganen van de Aertz-bilTchop

-ocr page 226-


E ftadt van Ayre light in eene plaetfe die vruchtbaer genoegh is, bynaindenIchoot fèlve van Gafcogne; een ftadt eertijdts fterck en vermaerd, namelijck ten tijde der Vifigotthen j de ge-denckteeckenen van

hare oude grootsheyt worden noch gehen in d’oude vervallene muuren, en voornaemlijck in ’t kafteel van Alaricus. Haer eerfte Biflchop is geweeft Marcellus in ’t jaer yo6, van wekken gewaeght wert in d’oude Conciliën der Franïche Kercke, waer in hy genoemt wort Biflchop van Vicojulus i want aldus wierd dele ftadt eertijts heeten; oock wiertfe Vrbs Sociatenfis,Socia, Sociatum^ en van den ftroom Aturus of Jf)T«j,door wekken, fy bevochtight wert , Adtorenfium Vicojulus gç-gt; noemt. Dit BilHom erkent den ftoel van Auchs voor opper hooft, en begrijpt fes Aerts-Priefter-khappen, in wekke vervat worden 211 parochiën en feven Abdyen,te weten,S. SeiPCTjPontau, S. lean de la Caflelle j S. Claire du Mont de M.arfan, S. Gérons,S. LouchoieVj in ’tLatijnLe^oriwwj enPimbes.


’t B I S D O M

BAYONNE

BAyonne,een welbevokkte ftadt en ker ge-hanteert van kooplieden , en met allerley krijghsgereetfchap toegeruft, is van ko oude geheugnifle, datmen gecne reden van haren naem en kan aenwijkn ; kmmigc verkke-ren datk die is, welckc Ptolemeus Aqua Augußa noemt ; andere noemenfc voor Lapurdum, Vasco-rum Regionis caput ; oock in d’oude aenteeckenin-gen van Gaule wortk genoemt Boatium ciydtas. Doch uyt de deelinge gekhiet tuflchen de Köningen Childebert en Guntrand, wort hare out-heyt overvloedelijck bewefen.

Syisde hooft-ftadt van Bifcayen, maer den Frankhe Köningen onderworpen, tot de riviere jamp;'o»toe, die’t Frankhe gebied van Spanjen afkheyd ; want van Koning Karei de Sevendc wicrtk aendeKroonevan Vranckrijck gehecht.

Dek ftadt erkent voor Schuts-heere S. Leo, eerften Biflchop, die voor ’t Chriftelijck ge-loove tegens de raferye der zeeroovers manne-lijck ftrijdende, den laurier-krans der Martel-rye verworven heeft : wekken mannen gevolght fijn beroemt van godvruchtigheyt. Dit Bildom breyde voormaels fijne palen langer en breeder uyt ; want het wiert uytgeftreckt tot in de ko-ninekrijeken vanVranckrijck, Navarre enCa-ftilienj maer de Paus heeft fijne palen ingetroc-ken. ’t En heeft maer twee Abdyen, d’eene genoemt de la Honce, d’andere S. Bernards, niet verre van de ftadt Bayonne.


Vranckrijck-


Sf 2


’tLANDT-


-ocr page 227-










































-ocr page 228-

-ocr page 229-

’t L A NDTSCHAP

VAN

A G E N N O I S.

Pale»,

Port Sain^

He Marie.

It lantfchap heeft ten Noorden de iantftre-ke van Perigord ; ten Zuyden Armagnac en die van Bigorre ten Ooften C^ercy, en ten Weften Vafa-fzwwjgemeenlijck ge-feght Ba/adois j en de fanden, diefe les Landes

noemen, het welck woeftijnen te feggen is. ’t Heeft in de lengte twaelf mijlen, en oock foo veel inde breete j en wordt befproeyt van vier geen verachtelijcke rivieren, te weten, van de Garonne, Dordogne, Drot en Lot, door Welcker hulpe de ftadt Agen veel geriefs werdt toe-gebracht. Defe, nu gelegen aen de wortelen des berghs , die ten Noorden overhangt , fat eertijts aen den oever der riviere, ge-lijckmen ramen kan uyt d’oude bogen der ge-brokene brugge^nu light tuffchen de hadt en rivier een leer ver makelij eke fpatie met boomen beplant :

Soo groote ‘gijzelingen baren Tijdts oudheytf en^e T?erloop der Jaren ; dat een riviere wechgedreven, ’t lÿ doordijek en konfte , of door hare nature , hare oude gracht loo verre verlaten heeft.

Twee mijlen van de ftadt vindt men Port S.Marie i daerna ontmoet men aen den mondt

Cajfentieil.

Mom pefat.

van de riviere Lot die in de Garonne vloeyt, het Hertoghdom Aiguillon, feer wel geftcrekt, welcks inwoonderen eertijdts een belegh van 14 maenden tegens loannes , doenmaels Hertogh van Normandyen , en namaels Koning van Vranekrijek , hebben doorgeftaen.

Cajjenueil is een ftadt vereert met een kafteel, en eertijdts met het paleys van Karei den Glooien, in ’t welcke de Koninginne Hildegarde ge-baert heeft Lodewijck toegenaemt den Godt-vruchtigen , in ’t jaer 777.

Montpefat, eertijdts geene onedele ftadt, wiert van den Koning verweeft, omdatfy ’t met d’En-gelfchen hielde , waer over de Heere dier plaet-le van droefheydt geftorven is ; de felve is door verlcheydene oorlogen dickwijls vernielt geworden , en t’elckens weder verrefen.

Tonneint. Van de ftadt Tonne ins door vuur enyferver-woeft, wegens de lchadelijcke gefchillen om de Religie , fijn naulijeks eenige voetftappen nagc-bleven, ja’t is verboden de ftadt t’herbouwen. Men noemde haer in ’t gemeen TonneinsleGrandj en gehoorde tot den Grave de Vauguyon.

Daer is eene andere ftadt van den felven na-

Steie». me gehoorende tot den Hertog de la Force. Volgen noch eenige andere fteden, namelijck M.ar^ Vranekrijek,

wande aen den oever der Garonne, S. Foy aen den boort der riviere Dordogne. Aen den randt der beeke Lotj van den mondt opkomende, ontmoet men eerftelijck Lufets, alwaerlè de vlieten RMerea, ontfangt Ie Vert en la M.ajje ; daerna de voetftappen der ftadt Pennes feer vermaekelijck voor de borgerlijeke oorlogen , maer heden verwoeft j voorts Villeneu'ygt;e, Cajjeneuil j Sainte Lii^rade, en Cle^ rac, eene ftadt niet groot, maer van grooten name, om datfe d’eerfte de Luterlche Religie, door aendrift eens Abts geheeten Gerard Roujfel, van natie een Picard,en Profeftbr te Parijs,daer-na de Kalvijnfe Leere heeft aengenomen eynde-lijck wederfpannig fijnde, van den Koning ver-giffenifte verworven heeft. In ’t Bisdom van Agennois fijn vier Abdyen , Eyßeisi, S. Maurin, Gon^ don, en Perignac,

’t HERTOGHDOM

VAN AIGVILLON.

Derefterendeplaetfen van Agennois fijn, Aiguillon,Monheur, le Temple, la Fit, la Parade, Villereal, Caßillones, la SaWTpetat, les Allemands, Duras, Cajîel-Sagrat, Clermont,d’Entragues, Puy-merol, PreiJJas, BeauDille , Pujols, Bajaumont, DoulmePac, Mont S. Prou, Cusiols, Nerac, eene plaetfe door d’opvoedinge van Henrick den Grooten wijdt-vermaerdt, amp;c. De refterende rivieren defer landtftreke fijn, Baife, Lojje, Gelijfe,8cc.

t L A N D T

VAN CONDOMOIS.

Dehooft-plaetfedelèslantswort gemeen-liratm. lijck Condom , in het Latijn Condomium ge^ noemt, gelijck als Condominium , om datlè twee Mede-heeren erkent, den Koning en den Billchop, ’t Is lang twaelfmijlen, en twee breet. Het landt rontom de ftadt gelegen , aen de t’la-menvloeyinge der rivieren de Baife en Gele , wort omringt van vruchtbare heuvelen. De voor-naemlïe fteden fijn, Caumont aen de Garonne, alwaer een kafteel light op eenen hoogen berg ; Montreal, eertijdts een groote en rijeke ftadt, nu Stede». verwoeftj Montrejan, Francefcas, Monerabeau, Da-mazan,la Gruere, la Romiou,Reßingle, laCaJfagne,amp;:c.

De ftadt heeft haren oorlprong getrocken van Oerfpro»g d’Abdye van S.Benediótus,gebouwt door Agla-fius, Hertogh van Aquitanien, en is tot een Bisdom opgerecht van Paus loannes den X X 11.

In dit landt is oock het Marquifaet de Fiumar^ con, Tur fan, Marfan, Gei?ardan,Scc,

S f 3 CAS-


-ocr page 230-

Occid


Oriens .


-ocr page 231-

Talen.

La rallie d'j^nre.

De riviere

Ließe,

tanières-taden.

E Vafcones oft Ga/cons hebben eertijdts bewoont het Pyrenei-fche geberghte ; en op dat de gelegenheydt der woon-plaetfc de vermetelheydt des volcks niet en fonde ftijven, heeftfe Cæfar getemt, fijnde na de vlackten gedreven , en ge-Icheyden in twee deelen,en ’t een deel belaft aen gene, ’tanderaen defe fijde der Pyreneen te woonen : waer uyt de naem van ’t hedendacgh-fche Gafcogne by velen getrocken wordt over heel Aquitanien ,• by fommigen macr over ’t eene gedeelte, van ’twelcke wy hier handelen, voormaels by Cæfar genoemt Tßloyiempopulania, ’t Wordt befloten door den ftroom Garonne, door Neder-Aquitanien en door ’tPyreneifche geberghte. Het Graeffthap van Armagnac en de ftoel des Opper-rechterfchaps hebben , ge-lijckoockBeauife, in de lengte 2y mijlen,en 17 of 18 in de breette.

Het dal gemeenlijck genoemt la Vallée d’Aiire, heeftvoormaels gehoort tot de Heerfchappye van Navarre ,• het begrijpt twee fteden van wey-nighnaems, Sarancol enArre. Oock fijn in defe landtftreke vele kafteelen. Voorby dit dal vloeyt de riviere Neße, en ontlaft fichin de Garonne by de ftadt Montreal j het wort omvangen vanhooge en feer feherpe bergen, hebbende maer eenen ingang aen de weftdîjde, ’t en waer iemandt d’omwegen der bergen, die hoogh ge-noegh fijn , pooghde t’overftijgen, die d’in-woonders Havenen noemen. De bergh Agella dicht by ’t dal tegen over Hifpanien , ftreckt fich drie mijlen uyt in den omgang, en ftijght twee mijlen op in de hooghte j van fijnen top wordt Spaenjen gefien liggende een halve mijle van de plaetfe, daer de toegang valt door d’engten van ’t geberghte,die gemeenlijck genoemt worden Ie Port A’Angefle. Aldaer fijn mijnen van yfer, loot, filver, koper, en onderaerdtlche vuuren, oock cryftal den diamant niet iêer ongelijck, en dierbare gefteenten treckende na de topafen en fapphieren : de bergen fijn verciert met bloemen, en voornamelijck met lelien in verwe van de gemeene verfchillende : fy hebben oock warme wateren wonderlijck nut tot heelinge van fieckten : in de ftadt geheeten Banieres, en in het dal, en byna in denopperften nabuurigen bergh fijn vele bad-ftoven foo geweldigh heet, dat oock by ’t allerkoudtfte weder ’t gevoelen de felve niet en kan verdragen fonder groot on-gemack: fulcks dat oock een ey in eenenoo-genblick tijdts hardt in de felve wort : den verkouden fenuwen,of fieckten uyt koude ontftaen, brengenfe eene fchielijeke genefinge toe ; maer den gal-achtigen of die de lever ontfteken hebben, veroorfakenfe de gewiße doot, en dat binnen weynig dagen : omdatfefieden door eene dobbele hitte, namelijck door een elementaire, die door ’t gevoelen flaet, en door een krachte-lijcke, gelijck peper en folfer. Daer fijn andere bad ftoven in de Pyreneen ter plaetfè geheeten Barege, die Pachter en heylfamer fijn , welcker water,lijm-achtigh als olye,de wonden en (wee-ren in korten tijdt geneeft ; een wonderlijeke weldaet der nature, van d’Aert-befchrijveren nauwlijeks aengeroert: en na de vergeeffo vlijt der Genees-en Heel-meefteren, können geen wagen noch paert derwaerts komen. De ftadt by de Schrijveren genoemt Aufiorum deltast by Ptolomeus Augujia Aujcoïum , gemeenlijck Auchs, hooft van Gafcogne, wordt beftroomt juchs, van ’t beecxken genoemt Ie Qers-, ick verwondere my dat dit van den Poëet Fortunatus , Biffehop van Poidiers, die’t noyt en hadde gefien, ge-roemt wordt als een groote riviere, daer ’t veel-tijdts fomers gantfeh uytdrooght, en noyt en fwelt als in de Lente door den Ineeuw van ’t Py-reneïfche geberghte. Het Aerts-Bisdom is na den ondergang der ftadt door de ketteren verdelght , derwaerts overgevoert. Defe ftoel is machtigh rijck, want hy heeft hondert duyfent ponden jaerlijeksinkomende. De ftadt gelegen in een foer luftige plaetfo, fiet uyt na het Ooften. In defe ftadt is een kereke toegewijdt aen de maeght Maria, waerdigh in de Geographie aengemerekt ; onder andere Reliquien, roemenfe fich eene Phiole te hebben vol van de melck der gefeyde Maeght, en eenen arm van S. Taurijn Aerts-Biftchop , voor veertien hondert jaren geftorven, noch foo vaft en geheel, alsofhy leefde,’t fy dat dit van Godefy, of van den Balfem , of van eenige andere verborgen-heydt der nature. Aldaer is een Collegie, in het welcke de ftudie der Philofophye meer bloeyt als in de refte van Aquitanien. De wijnen fijn hier fterek , en ’t gemeen volck uytermaten arm en hoovaerdigh.

Het Bisdom heeft 12 yd Parochiën onder fich , en defe volgende Abdyen, Sitnorre, PeJJatt, Saranwnj Bendoues ,Gïfnont, Flarant, Bouillas Ï4 CaJe~Dieu,

’t B I S D O M

VAN LECTOVRE.

De beeke de Gers ontftaet uyt de Pyreneen, loopt of vloeyt voorby Auchs en Leéloure, en valteyndelijck in de Garonne. Defo ftadt gelegen opeenrotfe, is door nature der plaetlègeweldigh fterek; fy light wel verre van de riviere , maer binnen dè folve in een foo hooge plaetfe ontfpringt eene feer overvloedige fonteyne, mitsgaders tachtentigh waterputten.

Defo ftadt is verheerlijekt door een Senefoal-laet, Prefidialen fotel, en Bisdom. Sy heeft ver* fcheydene namen by deLatynen, door welcke fy by d’Auteuren bekent is ; want ly wordt genoemt Leciora, Ladora, Ledorium, Ciiygt;itas Ladora^ tiur», ja oock LauripoHum apud Ægincutn flumen,

Hee


-ocr page 232-

G A s C

Armagnac Het Grâef/chap van Armagnac is uyc vele Graeffehap, Gracflchappen, Onder-Graefïchappen , Baron-fiaende' oycHcnanderelècr grootc hecrlijckheden t’fa-Ueeritjckz men-gcfmolten , namelijck uyt Fesienfac, Vic~ Fe^enßc, le^un , Larepaxj Lupiac amp;c. van defe was’c Graeflchap ’t voornaemfte , het welck meer als drie-hondert Heerlijkheden onder fieh heeft gehadt. Fe^enfa^uet een Onder-Graeffehap, is oock eenigh gedeelte des Graef-fchaps van Armagnac, en heeft eertijdts dertigh edele Vaflalen gehadt. De derde Heerlijckheyt is het Neder-Graefïchap van Armagnac, weicks hooft is de ftadt van Nogaret gelegen aen ’t ri-viertjen Mondou; hier onder ftaen Aignant Ie Feu-get, Ri^cky Baremone, Placentie, eneengroote me-nighte van Adel.

Riitiere-Baffe is oock een lid defes Graeffehaps, van ’t welcke hangen Caftelnau, Deuefe, en Maubur-guet', aldaerhjn oockgelegen d’Abdyen Taftiue en Cafades.

Tot het felve Graeffehap gehoort de Heer-Ichappye Eu^an, weicks hooft is Eaujjè, eer tij ts hooft-ftadt van Noyempopulania ; d’inboorlingen wierden genoemt E/zz/zïfei ,• Fj is voormaels van de Gothen verwoeft ontrent den jare 870. Defer afhangfelen fijn de volgende ftedekens, la Ba-flide, en Calaubon i ontbloot van vellen , maer blinekende met de waerdigheyt van Baronnye; Maudet en Bretagne, alwaer fterekten en kaftee-len fijn. Aldaer wort gefien een kleyne lantftre-ke geheeten Cieutat, alwaer Eauße voormaels was gebouwt.

Het Graeflchap Pardiac gehoort oock tot Armagnac. Aldaer worden de Konineklijeke rechts-plegingen gehouden ,• fijne fleden fijn Montlezjin, Ville-Condal, en Eillacgt;

Het Onder-Graeffehap en Baljouwfchap du Bruillois is oock van de felve heerfchappye ; de voornaemfte fit-plaetfe des Gerechts is 42 Plume, geene onvermaerde ftadt, omringt met muuren en onder fich hebbende defe fteden , Leyrac aen de Garonne, Cauderot, en Serignac.

Het Onder-Graeffehap van Auioilare is oock gehecht aen ’t Graeffehap van Armagnac j het heeft onder fich eenige edele Leen-lieden oft Burchfaten.

Het Burgh-GraeffchapLöW4^w is vereert met een Konineklijeke judicature, met vier plaetfèn, en met vijftigh fich onderworpene Leenen. De plaetfèn van ’t felve afhangende fijn, la Vit, S.Clar, Miradoui, enGardony^ille.

L’Ifte Jordan is een feer oudt Leen van het recht der Graven van Armagnac ,• fijne ftadt is berooft van muuren, en’t kafteel tot den gronde geflecht. Sy is verciert met een Collegiale kereke, en heeft vele edele Burchfaten onder fich. Defeftadt en leydt maer vier mijlen van Thouloufe.

StdtH, D’inwoonderen defer landtftrekc fijn boer-achtigh en belemmert van fprake , daer is groo-te menighte van Adel, waer af de voornaemfte fijn, de Grave de Peguillain} de Burgh-Grave de Sere, de Barons de Beaurepeau en de Fontanilles, amp;c.

Gwf. ’t Graeffehap van Gavre wordt befloten van Armagnac, en van Comenges, afgefcheyden door een tufïchen-vloeyend riviertjen. Dit Graef-

Vranekrijek,

O G N E. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;41, d

fchap is wel kleen^maer niet-te-min om fijne palen fijn veie verfchiilen ontftaen tuffehen fijne Graven en die van Thouloufe. Dit Graeffehap vervat defe volgende fteden, La'Ttiznac, Fleurance. S. Puy,la Sauyietat. De jurisdidie van Verdun wort Rerdn». geoeffentin fes ftecht-baneken , namelijck, te Verdun, Ie Mas de Verdun,Grenade fur la Garonne, Beau^ mont, Gimont, en Cologne. De jurisdidie de Riiriere beftaet uyt de fteden de Marjiac, Beau-marche',Trie, Rmere, Bologne, S. Foy, Galan , en Monte-real, ’t welck gelegen is aen de Garonne. Beyde defe jurisdi-dien maken een landtfchap , geheeten RiTtlere-Verdun , ’t welck oock voormaels ftondt onder eenen Richter.

’t Graeffehap van Aflarac wordt ten Ooften befloten v^nComenges , ten Zuyden heeft’et Ma-gnoat tot grens-pael ■ ten Weften en ten Noorden Armagnac en Rbiere-Verdun. ’t Leydt uytge-ftreckt in de lengte feven Gafeonfehe mijlen, en acht in de breete. Dit gewefte rijft eensdeels op in heuvelen, en breydt fich eensdeels uyt in vlackten. De fteden fijn Mirande, Mafeube, ftoel des Gerichts, Lechan en Paygt;ie, liggende over den oever der Gers ; Simorre, Sunteîix, Saramon, amp;c. ’c Landt is vruchtbaer van koren, vloeyt oock over van rogge, geers en hoy j ja ’t brengt oock wijnen voort. Dit Graeffehap is een befit der Hertogen van Candale.

’t Graeffehap dan van Armagnac heeft meer dan 1800 Leenen fich onderworpen gehadt,van welcke d’edelfte fijn geweeft de vier opperftc Baronnen van dit gewefte, te weten, de Montant, de Montesguyon, (anders Grave de Monluc') de Par-daillan , cn de iTfle. Daer fijn boven dien vier Onder-Baronnen , die in ’t afwefen der Opper-Baronnen d’eerfte fijn , als ’er vergaderinge van den Adel wordt gehouden.

’t G R A E F S C H A P

VAN B I G O R R E.

’t Ewefte van Bigorre iseen feker derde ge-i -JF declte van Aquitanien , weicks volckeren van Iulius Cæfar Bigerriones, van Paulinus

Bigerri, van anderen eyndelijck Tarbeli en TarbeHi genoemt werden, ’c Wordt ten Ooften bepaelt door la Vallée d’Aure , door ’t Onder-Graeffehap van Nebuze,door Ri'yiere-Verdun,çn door ’t Graeffehap van Pardiac; ten Weften door’t landt van Bearn ; ten Zuyden heeft ’et Arragon, en de dalen Drotou en Teva ; eyndelijck ten Noorden Ri~ Ttiere Bajfe in ’c Graeffehap van Armagnac.

’t Wordt van niet weynige rivieren befproeyt, Rivkrtf*-namelijck van Ladour, Lefche'^, Larros, amp;c. de Bi-gorrifclie lantftreke, die uytgeftreckt light by de nvïQtc Larros, wordt gemeenlijck Rufian genoemt.

Dit landtfchap wordt verdeelt in vlack en DeeUngt. bergh-achtigh ; maer de Ruftanfehe landouwe wordt gerekent voor fèkere derde portie van ’t felve. Sijne berghfpitfen worden omfloten van de bergen van Vallée d’Aure, van die van Arragon, en van die van Bearn ; ’t gene tuftchen beyden light, beflaen de Valeyen van Lairedatt en Barege, ’t Begrijpt vele Parochiën, welcher

S f 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor-

-ocr page 233-

G A s C

voornaemfte genoemt wordt. Eïet dal van Lavedan üretkt fich uyt twee mijlenverre, en verfelt fich met vier andere mindere dalen , te weten, met DavanCaigueSj A^un, Eßrewe de Salles Bat/origuere, tot welcke getelt wordt het vijfde dal geheeten CautereSy behoorende totd’Abdye van S. Savijn. Het Burgh-graeffchap van La-vedan light in ’t Iaeger gewefte, als oock’t ka-fteel deBeaucensi en een mij Ie van daer light5.2’’d de Geacres,met eene Abdye van den felven name. Niet verre van hier is Capan^ geen onaerdigh vleck, dat van Thouloufe af tot Bordeaux toe overvloedelijck boter verlchaft ; daer is oock in het dal van Lavedan ’t vleck Argeles, en eenige oude kafteelen. Het dal en Graeffehap van Lavedan telden in ’t jaer 1300 vijf duyfent huyfen.

De Vlackte van Bigorre vertoont een ey-ron-re. de gedaente, en komt dicht by de geftalte eens Amphitheaters j fy voed vele kudden van heeften , wort befprengt van vele rivierkens , heeft overvloet van leer vrolijeke beemdekens, en van feer goede wijngaerden j wordt oock belcha-duwt van boflehen , en is vruchtbaerinkoren-oegften, en feer wel bevolckt.

BagniereSj een ftadtwel bekent by de fiecken om hare heylfame bad-ftoven,die hier vele fijn, is al beroemt geweeft ten tijde der Romey-nen ,• fy hebbenfe Vicum Aquenlem genoemt, foo veel gefêght als Waterburgh, en hebben haer veel cieraets toegebracht, waer af de voetftap-pen feer dickwils in de vervallingen der oude gebouwen gevonden fijn, als oock penningen dragende de beelden der Keyferen. Behalven defc bad-ftoven , worden noch andere gevonden in de plaetfen Bareges , en Cauteres , beftaende uyt lolfer-achtige, aluyn-achtige en andere minerale en metaeï-achtige wateren , die feer ge-fondt fijn om te drineken.

* Tarbe is ’t hooft van ’t gewefte en een Bif-fchoppelijcke ftadt, welcks inwoonders Cæfar nochtans , hoewel een vlytigh onderfoecker der Gallilche Provinciën, voor byfondere voie-keren houdt onder den name v^aTarbelli, welche fommige nabuuren achten van Eicus Aquen-fis. Defe ftadt wordt in d’aenteekeninge van Gaule, Burka, Burfaf en lomtijdts Tur/ambica genoemt, maer qualijck j Gregorius van Tours heeftfè Begoria en Beorritana genoemt , andere Bigerronum cïvitas j de hedendaeghfche noemen fè Tarba Bigerronuw caput, of Caflrum Be^or-r^eadAturuf» fiulgt;iuw in Noygt;ewpopulanla onder de Metropolitaen van Auchs, en 't Parlement van Thouloufe. Sy light dan aen de riviere d'Adour, die derwaerts door de vlackte hare wateren af-leydt, engeklieft wordtin vijfgoten, die oock de ftadt felvein foo vele deelen onderfcheyden door bruggen,poorten en diergelijeke affluyringen , welcke toonen datfe gebouwt is met tuf-Ichenpoofen en op verfcheydene tijden. Alhier fit tegenwoordelijck een Senefchael ofOpper-Rechter, die in d’overblijffèlen van ’t oude ka-fteel fijne Rechts-plegingen houdt. De ftadt wordt verheerlijekt door acht Borgermeefteren. Daer is oock een Rechter in hals faken, Behalven de Cathédrale kereke heeftfe twee Parochiën , en kloofteren van Francifcanen en Kar-

O G N E.

melyten. ’t Paleys des Biftchops en fijn kereke, hoewelkleen , vermeerderen oock’t cieraet der ftadt.

Defe Abdyen fijn den Biftchoppen onderworpen , S. Seygt;er, S. Pé de Generes, S. Pierre de Cafle, la Rede, S,Saquot;tin, S.Salgt;in de Lavedan, PEfco!e-Dieu,8cc. D’eerfte Biftchop van Tarbe is geweeft Anto-marius voor’t jaer yo6 ; den felven fetel hebben daerna vele door heyligheydt aenfienlijcke Biftchoppen verheerlijekt.

Drie mijlen van defe hooft-ftadt vintmen het vleck Pic-Bigorre. Herwacrts fpoeyt fich, Tar- f^ic-Bhor-be verlatende , de riviere Atour, op datfe de ftroomen ïfie, Lefche^, en Larros, als eenen’tol haer gerechtelijck toekomende, mach ontfan-gen. De water-vliet 1‘Jfie deurfpoelt Rabaflens, een aerdige en oude ftadt , maer die gevoelt heeft hoe grouwfaem en doodelijck de dullig-heden fijn der burgerlijeke twiften , die geene fchoone gebouwen en verfchoonen, en alles af-grijftelijck verwoeften ; maer na defe wet loo-pen de tijden, fulcke nederlagen fleept met fich de wiftelinge der eeuwen ! ’t k?.fteel defer ftadt voormaels feer fterekfts in ’t ingewant der aerde gelijck als ingefwolgen.

Lapurdum ofLam/)urdium,m ’t Françoyfch Lo«r- Lo^^^e, de, wordt oock gefien op de grenfen van Bigotte , en is de laetfte ftadt des gebiedts van I hou-loufe,welcker oockSidonius gedenckt,en feght, dat de fèlve feer vermaert is geweeft , en ge-fterekt met een kafteel j alwaer nu noch een dicke toren ftaet, een werek der oude Romeynen, die meer als eens d’inboorlingen regens den aen-loop der vyanden heeft verdediglit. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

S. P(?is een ftedeken liggende op de Gabare,-in d’omliggende vlackte worden de volgende plaetfen gcCien,Tbos,Goudon,Toftat,Bcnac,Paraber£., Lüc,desgelijeks vele kafteelen en fterckten,waer af foo veel Edele geflachten den name voeren.

De landt-vergaderingen van dit gewefte worden door uytgedruckt bevel des Konings te fa-men geroepen, en t lamengeftelt, voor foo veel de keickelijcke orde betreft, uyt den Biftchop van Tarbe j uyt d’Abten van S. , fE/-cole-Dieu , en de Reole ; uyt de Prioren van S.Lecer en S.Orens en uyt de Commanderye de Borderes van d’Örde van Malta : maer voor foo veel den Adel belangt, uyt dan Marek-grave van Lave-dan j uyt de Baronnen de Barbafan , Antin, Cafiet^ bajac,Baceillac,des Argles,en de Benacjuyt den Burch-grave d'Aftre, amp;c. en eyndelijck uyt de Gedeputeerde der fteden en dalen. Den Koning, als Grave van Bigorre,begiftenfe met een gefchenek van 8000 ponden ; dele fomme hebbenfe na-maels met drie duyfent ponden vermeerdert.

’t Hertoghdom van Albret heeft ten Ooften ’tHtrtc^ tot palen het Graeffehap van Armagnac en de riviere Garonne , die’t landt van Agennois van dat van Albret afdeelt,- ten Zuyden Condom en ’t Sencfchallaet des Lanes -, ten Weften den Oceaen ; en eyndelijck ten Noorden de landt-fchappen van Bordeaux en Perigord, ’t Vervat in dertigh mijlen weeghs verfcheydene landen; oock light het Senelchallaet van Bafadois,en ce-nig gedeelte van Condom en van Marfan in fijnen lchoot befloten. ’t Wort befproeyt van vele

rivie-


-ocr page 234-

GASCOGNE.


42, fr


Rivieren.

Titltn,

rivieren; de Garonne doorloopt dit gewefte tot twaelf mijlen weegs ; de Dordonne doorftroorat het feven mijlen verre ; noch wort’et bedaeuwt van andere rivieren, te weten,van d'Adourf la Bay-Je, la Ge!i-e, Lavancela Doi{fe,Scc.

Dit Senelchallaet of Opper-rechterfehap be-ftaet uyt vier Reclitbancken, namelijck uyt rac , Tartas, Caftct-jaloax, en Caßclmoron, Welcker gebiedt onderworpen fijn ontrent dertigh fteden.

Barbaße liggende een mijle van Nerac,vertoont een aerdigh gebouwïel pronekende met vier toornen, en een brugge onderfet van acht bogen. Een halve mijle weeghs van daerfietghy de feer wijde pereken van Durance, verfien van harten , fwijnen , fayfanten , reygers, en dierge-lijcke. ’t Wordt gerekent onder de luftighhe plaetfèn van Vranekrijek ; en was eer tij ts d’uy t-fpanninge van den Grooten Koning Henrick den Vierden.

Caßet-jaloux fit op de Garonne , ’tis verciert met een kafteel , alwaer voormaels begraven wierden d’oude Heeren van ’t geflacht van Al-bret. Byditgewefre wordt oock Tartas getelt, welcks feergeweldigh kafteel in’t jaer lóii ten gronde wierdt afgeworpen. Daer fijn oock ee-nige Abdyen , onder welcke de voornaemlle is de Para'Pis, der Ordre van Font Eygt;raud alwaer ee-nige dochteren uyt d’edelfte geflachten van ganlch Gafcognen uytgefocht, een religieus of Godtsdienftigh leven leyden.

’t G R A E F S C H A P

VAN CO MENGES.

’t Raeffchap van Comenges draeght he-I -p den den name van S. Bertrand; d’in-boorlingen bieten eertijdts Contente, die ahfe lange verftroyt in ver/cheydene plaet-fèn hadden oragefworven, eyndelijck op’t ingeven der Romeynen tot een volck t’famenge-fmoltenfijn, en een ftadtgebouwthebbende, eene fekere woonplaetfe hebben genomen ; de-fc noemt Plinius en d’oude Hiftoryfchryveren Lugdunum Contfenarum, welcke gelteldt op de hooghte eens berghs, en gefterekt door nature en konfte, fulcks datfe voor onwinnelijck geacht wielde, nochtans ingenomen wiert en verwoei!; doch daer na weder herftelt fijnde , en haren ouden name verwerpende , den name van S. Bertrand haren Scherra-heer heeft aengeno-men ; want aen hem is de Cathédrale kereke toegewijdt.

Defe ftadt heeft al lange voor d’aenkomfte der Francken in Gallien gepronekt met den BiP fchoppelijeken fetel ; want in den felven fat Alo-rius voor’t jaer 360; en daerna in’t Concilie van Agde wordt gemelt van Suavis in’t jaer 506; waer uyt hare waerdigheyt en oudheydt bewefèn werden.

Dit gewefte wordt ten Ooften bepaelt door ’t landt van Languedoc ; ten Zuyden door’t dal van Aran, en door de landen van Aragon ; ten Weften door de velden van Neboufe, en de Baronye van Barthe ; en ten Noorden door

’t Graeffehap van Gavre en Riviere-Verdun ; ’t heeft achtien mijlen in de lengte, en fes in de breedte.

De riviere Salat ontfpringt uyt den bergh Sa- »viert Jant , die eene feer gebruyckte paifagie of^'*^”^* deurgang is naer Hifpanien. De bergh en riviere hebben beyde den name getrocken van de foute putten in’t omliggendegewefte. De Sava borrelt op aen de wortelen der Pyreneifche bergen, indeplaetfègenoemt Lannes de Bouc, en vermengt fich drie mijlen van Touloufe met de Garonne. Van daer barft: oock de Girone uyt,die Bologne deurwandelt,een ftadt van Comenges , en fich endelijck ontlafl: in de Garonne.

De ftadt,die tegenwoordelijck genoemt word S.Bemand, isopgebouwtuytde vervallingen van Convene ; Iaeger light het dorp Braccay^erßf alwaer een kloofter is van Francilcanen. Vijf mijlen van de fladt S. Bertrand rijft het kafteel van Alan, eene treffelijeke befittinge des BiP fchops. Defe landftreke telt acht Caftellanyen, te weten, Samathan, Carrieresj Aurignac, S.Iu-Hen, Salies, Caßillon, en ITße en Dodon.

DE STADT

LOMBERS.

De ftadt Lowberium , gemeenlijck genoemt Lombers, fit op den watervloet Save,acht mijlen van Thouloufe, in eenegrasrijeke pleyne beplant met wijngaerden, en vrucht-baer in granen. Paus Joan de XXII heeft haer vereert met den Biftchoppelijcken ftoel; en d’Abdye toegewijdt onfe Vrouwe, is opgerecht Bijdtui. tot eenen fetel der Lomberfche Biflehoppen, Welcker cerfte geweeft is Arnoldus Rogerius Comte-nenßs.

Niet verre van Lombers in ’t dal light de ftadt Samatban , welcke deurfpoelt wordt van de riviere de Save, die de ftadt van de merckt af-fondert; fulcks datfe eene drie-voudige ftadt fchijnt, uyt burght, merckt, en kafteel t’famen-geftelt. ’t Kafteel, wegens de feer diepe grachten, gelijck als fteylten , daer’t van omringt is , wordt voor onvermeefterlijck en ontoe-ganckelijck geoordeelt. D’overblijf/èlen des Olijfbergs en der plaetfe de Motaße, vertonnen haren ouden luyfter ; oock vertoont fich noch een feer oudt kafteel van eene hoovaerdige tim-meragie, maer bedeckt met eenen feer hoogen dijck; en eenige feer breede falen met fchoone gewelffelen verciert, oock eenige folderingen van huyfen , die bedeckt of befchermt worden door eenen onbegancklijcken dijck.

Sy is verheerlijekt door vele kereken j binnen hare mueren heeftfe den aerdigen tempel der H. Marie , voorts die van S. Michiel, van de Francilcaenfche Bagijnen; buy ten de mueren is de kereke geheeten van Varenne,raet een feer wijt kerekhof; die van S. Marie ten Sneeuwe,en ’ van S. Marie Magdalene , behalven de klooftc-ren der Minder-broederen, en Minimen. '

Nopende de burgerlijcke regeringe, de ftadt ^f£fri»ge. wordt beftiert van Burgermeefteren j maer in

de


-ocr page 235-

GASCOGNE.

Mura.

Namen.

Cabote.

de dingen , die van de Konincklijcke lurifdidie ßjn, heeft fy eenen Schout, Raende als fublH-tuyt onder den Meyer , en andere bedienaren van de julcitie , van welcke men appelleert tot het Hof van’t Parlement van Thouloufe.

Vijf mijlen van Samaihan ontmoetmen Muret, cene beroemde ftadt, gefeten op den randt van de Garonne , en onder eenen vermaeckeiijc-ken heuvel, die haer ten tijde van oorloge aen verfcheydene lagen bloodt Helt. Alhier is eer-tijdts een bloedigh gevecht, en der eeuwige ge-dachtenilTe weerdigh, gehouden, in’t welcke de Graven van Thouloule, van Foix, en van Co-menges in de vlucht geflagen fijn, en de Koning van Aragon verflagen wierdt van Simon van Montfort. Eene gantfeh wonderlijcke ver-winninge, waer in een kleen getal van verwin-ners, te weten, duyfendt vijf honderdt, twintigh duyfendt ter neder leyden ; ja’t eenemael miraculeus , want hondert duylent ketteren floe-gen alleenlijck eenen gewapenden ruyter doodt en acht foldaten.

COS ERANS.

COferans eene oude ftadt, en een feer oudt Marckgraeflchap , heeft ’et Euangelium aengenomen door de predikinge van S. Valerius, haeren eerften Biftchop. Sy wordt omringt van fraey muerwerek j in haer opperdeel rijft de Cathédrale kereke, en wordt af-gelcheyden van de ftadt of van ’t gedeelte S.Ly-ccr genoemt. Aldaer palfeert men de riviere Sa/ae over eene fteene brugge , op welcks midden een feer ftereke toren ftaet, die vlijtelijck bewaert en bewaecktwordt; de brugge wordt ’s nachts afgefloten ; in haer uyterfte ftaet eene kapelle de Maeght Marie toegewijdt, die in de Spaenfche tale genoemt wordt, Nueflra Senora del Cap del Pon.

Sy had eertijdts verfcheyde benamingen, namelijck CtTpitas Conforrancrum, en Vrbs S. Lyceri, daer na Auflria, en endelijck heden Conferanum of Coferans.

Uyt Coferans getreden fietghy terftondt de ftadt S. Pregeou op eenen heuvel foo hoogh, dat oock het fcherpfte geflehte tot daer niet en kan Toereycken ; waerom fy oock feer moeyelijck valt om by te komen : de heuvel nochtans is beüeyt met wijngaerden, en fijn opperfte befet met bolïchagien : tuftchen de boftchen light feer vermaeckelijck eene rijeke Abdye van edele Nonnen : de dalen ftaen vol terwe, de beemden feer luftigh , rondom welcke liggen eenige ver-woefte plaetfen , onder de welcke Cöw/Ïw d’over-blijffelen vertoont van fijne oude heerlijekheyt. ïn dit gewefte fijn noch geweeftwel honderdt andere merekwaerdige plaetfènj maer nadienfe begraven liggen onder hare fteenhoopen, füllen wy die met ftilftvijgen voorby gaen.

Daer is in Gafcogne fekere foorte van men-fchen geheeten Cagots, welcker oock eenige gevonden worden in de provincie van Bearn ; defè hoewel fraey van tronie, hebben nochtans den adem en’t vleefch qualijck riekende , en worden alom in dit gewefte gehouden voor me-laetlch , en gefthuwt, ja in de voorfteden af-nelondert ; oock in de kereken van andere door lekere (chutfelen afgefcheyden. Sy fijn wel arm, maer begaeft met fbnderlinge behendig-heydt; leven van hunner handen arbeydt, en fijn meeft timmerlieden. Dit (na ’t gevoelen veler ïchrijvers) hebbenfe als eenen vioeck of erfquale getrocken van hunne voorouderen de Gothen, Wifigothen, of Saracenen.

Tuftchen de Pyreneifche bergen light een dal geheeten d'Arboufl, ’t welck ontrent achtien dor-pen bevat; over dit dal hangt de Lelien-berg, aldus genoemt wegens de groote menighte der Lelien aldaer in ’t voorjaer waftende ; daer groeyen oock andere nameloolè en onbekende bloemen. De berg heeft fes mijlen in den omgang, en feer dichte en aengename boftchen.

’t G R A E F S C H A P

VAN FOIX.

Die de beginffelen defes voicks en fijne eerfte Overheeren hebben nagefpeurt, geven verlcheydene redenen van lijnen naem, en bewimpelen oock de waerheydt met Poëtifthe verfieringen ; maer wy de fabelen verfinijtende , en de waerachtige fchrijveren volgende, leggen dat defe volckeren van Iulius Cæfar Flujjates genoemt fijn geweeft ; van andere Fuxenfes, die wei, gelijck d’andere volc-ken van Aquitanien , de wetten der Romeynen hebben gehoorfaemt tot het rijeke der Gothen toe ; maer Alaricus Koning der Wifigothen uyt-gedreven van Clodoveus , daerna Spaenjen ver-meeftert hebbende , en fijne verwinningen vervolgende , heeft de landtlchappen van Bourde-lois, Agennois, Quercy, Languedoc, Auvergne, Rouergue, en Foix fich eygen gemaeckt ; die daerna verdreven is geworden van Koningh Theodorick; dochTheodorick felve heeft defe feer wijdtftreckende provinciën aen de Kroo-ne gehecht.

Het Graef/chap van Foix heeft ten Ooften Falen. Languedoc; Comenges ten Weften; de landt-ftreke de la Rildere ten Noorden ; en endelijck de Pyreneilche geberghten ten Zuydcn.

De grootfte riviere van dit gewefte wordt ge- rioede». meenlijek genoemt Auriege ; defen naem voert/è vandegoude fanden , met welcke fy in haren grondt, en aen hare randen verguldt is. Dele waterftroom haelt fijne fpring-aderen van de berghtoppen van Foix , van daer fpoeyt hy fich na de hooftftadt defes Graeffehaps, en daerna fijnen loop vervolgende,groet in ’t voorbygaen de ftadt Pamlers, en niet verre van daer befpoelc hy de fteden Sayierdun, S. Galgt;ele, en Hauteri'pe ; en ontlaft fich endelijck in de Garonne.

Een by fonder wonder van dit gewefte is de De won-fonteyne Bellefiat, die d’uuren van dagh en nacht veel fekerder aenwijft, als eenige Sonnewijfer ; Beiieilat. want defe feer friflche en levendige bronne ont-fpringt en verdroogt twaelfmael op elcken dag en nacht, en dat foo juyft en netop haren tijt, datmen Ibude feggen datle als eenen fandtlooper was door eene onuytlprekelijcke konfte van


-ocr page 236-

G A S C de Nature gewrocht, op dat fy daer na op’t nethe mocht afmeten den tijdtvan hare groot-fte en ernhighltc handelingen. De riviere /’Jr-. aldus genoemt van hare filvere fanden, vermengt lïch met 1'Aiiriege by de ftadt van Foix.

€aßeiu- ’t Graeffchap van Foix wordt verdeelt in i y Caftellanyen j welcher namen gemeenlijck defe f jn, Foix, Merens, Aijs, Montalir, Lordat, Caflel-Ver-dun, ^ier,Tarafcort, Mont-gaiHard, U Baßide, Came-rade, duCarlar, S. Ibars, Sai^erdun, en Bivreilles.

Steâen. ßg ^ier voomaemfte fteden van dit gewefte fijn, Foix, 'Maz,eres,Taraf:on, en Salfcrdun.

'Btntn'jtn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yjgp voortreffelijckftc Baronycn fijn, R-4-.

bat, S. Paul, Arniac, en du Fort, ’t Ondergraef-fchap de Leran is een byfonder gebiedt, gehoo-rendetotde bedienjngc van Foix. Voorts is Miglos en feer oudt geflachte in dit Graeffchap, ’t welck na de vier Baronnen d’cerfte plaetfe bekleedt.

Tamitrs. PamieTs, ccne fraeye ftadt gelegen aen d’Au-rie^e, wierdt voormaels genoemt van de Latijn-fche Ichrijvers Fredelacum, gelijck de gene voorgeven, diefe meenen een kleen Rijck te fijn geweeft, alwaer Fredelas, gefproten uyt de Gothen, en broeder van Koning Theodoric, fijnen ftoel hadde geftelt, waer uyt hy oock geftooten wicidt van den Grave van Carcaflonne.

Sy t gefchey den in fes deelen, den weicken oock fes Burgermeefteren toegefchickt werden ; ’tcerftedeel wordt genoemt Mercadat ,• Ville-tta’^e ; '^,la Place j 4, Romengous i les trois Barris 6, Lolmet.

Paus Bonifacius de VIH, heeft alhier eenen Biflchoppelijcken ftoel opgerecht, felfs tegen danck des Konings, alwaer oock twee Capit-tclen fijn waer van ’teen onder den Biflchop ftaet, en na d’inftellinge leeft van S.Auguftijn ; 't ander is onder den wereldtlijcken Deken. Hier fijn vele kloofteren van Dominicanen, Augu-ftijnen , Francifcanen , Carmelijten , Bernardij-nfen , lefuiten , Clariflen , Urfelijnen, amp;c. De belchermer der ftadt is S. Antoninus , in wiens cere gewijdt is eene deftige Abdye, dietegen-woordelijck verandert is in eene Cathédrale kereke. Het Bifdom en begrijpt maer hondert Parochiën. D’eerfte beftierder van ’t Bifdom

O G N E. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;41,ƒ

van Pamiers is geweeft Bernard Suijfet , die uyt eenen Abt van S. Antonijn tot dele waerdigheyt verheven wierdt in ’t jaer 11^6 ; na defen is ge-volght S. Lodewijekde Siciliaen , fone van Karei de II, Koning van Sicilien, 5:c.'

Niet verre van de ftadt van Foix wordt de kereke gefien de Montgaucy, geBouxvten begif-tight van Karei den Grooten , alwaer de leer dierbare overblijftèlen van S.Volufiacn,ApofteI der Gafcons, met eene allerhooghfte eerbiedig-heydt bewaert werden.

Doumezan is eene kleene landouwe, ftaende 'itmt tun onder den Gouverneur en Senelchael van Foix, bevattende vele fteden en kafteelen,onder welc-ke ^erieut met fijn kafteel getelt wordt. J»-dorre is een uytnemende dal van’t lèlve Graeffchap van Foix ; by ’t welck oock gerekent werden defe volgende plaetfen , Sabarat, Montaut, Hauteri've eene Baronye, les Bordes, Saurat, Vic^ de-Sos, Signer, les Cabanes, Amplan, Verdun, Loubens, Ôcc.

’t Geniet eenen feer fuyveren en heylfamen Htdarûi. hemel, en wat meer treckende na de hitte. Al-hier is feer grooten overvloedt van heldere wateren ,• overal fonteynen in de fteden en velden.

’t Aerdtrijck is vet genoegh, en brenght koren, rogge, haver, en geers voort ; de wijnen van Pamiers overtreffen d’andcre ; de wijngaerden van Foix, de Bareils, du Masd'Azil, Sabarat, en des Bor^-des, verforgen ’t gantfche gewefte met wijns genoegh ,• ’t geberghte van Tarafton geenen wijn hebbende, treckt hem uyt de pleyne,- ’tvleelch valt hier feer fmakelijck door de feer goede wey-den op welcke ’t vee wordt gevoedt j de bofi fchen ftaen iegelijeken tot de jaghtopen, en nochtans en vermindert daerom de volheyt der jaghtniet,- allerley Ibortevanwildbraedt vloeyt hier toe, harten, daffen, fwijnen, amp;c. Alhier bloeyt oock de vogeljaght ; en worden hier valken en beiren gevonden , die uyt hunne eygenc plaetfen,als pleynen voor haer gebouwt, gevangen werden. Voorts werden de bergen van Foix ten hooghften geroemt,foo om hunne mc-tael-mijnen, als wegens hunne minerale wateren, en vele andere nuttigheden.


Vranekrijek,


S lt;■ s


CtV E R-


-ocr page 237-

-ocr page 238-

En de fiincker fijds van de Loire fijn twee 'ff Parlementen ; te we-X ten, van Bordeaux en Touloufe. Onder dat van Bordeaux ftaen

É) en Guienne : Onder dat van Toloufe, Quercy, Rodes en Languedoc.

Quercy paelt in’t noorden aen Limofinen Auvergne, in ’t ooften aen Auvergne en Rhodes, in ’t weften aen Perigort, en in ’t zuyden hooftftadt van Quercy foo verre naer’t ooften ftrecktjdatfe niet kan liggen op den wegh die van Bordeaux naer Autun leyt. Het is feecker, dat AiAneâonacum die ftadt is,welck men Aul-nay noemt, ontrent fes mijlen naer het noorden van Saintes gelegen. Aufonius fpreeckc van de hooftftadt van Quercy in ’t boeck der Profeftbren,in her achtiende gedicht,ter eeren Exuperius Orateur van Toloufe gemaeckt :

Decedens placidos mores t tranejutlïaque Tempora pr^drues ßmßi ÇedeCadurca.

De andere BifTchoplijcke ftadt is Montai-ban,die men noemt Montauban,en S. Theo- ‘**^'*”*


Hier hebben eertijdts de Cadurci ge woont, daer Plinius af vermaent in’tnegentiende cap. van ’t vierde boeck , en Cæfar in fijn fevende boeck, daer hy verhaelt,met wat naerftigheyt Vercingétorix,de SenonoifeiijParifienen, Poitevins, QadurcoSi dat is, die van Quercy, de lijcken ftoel verheven in ’t jaer 1317. Syftaet Tourangeoifen, Limoifins, Angevins, en alle in ’t geeftelijck onder den Aertz-bilfchop van andere volcken by den Oceaen gelegen, t’fa- Toloufe; in ’t wereklijck, onder het felve Par-men gebracht heeft, en eendrachtelijck van 'lement. Sy is wel bewoont om den koophan-haer Overfte gemaeckt is. In ’t felfde cap. ver- ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

maent hy oock van Luêdenus CadurciuSi een


Ouie !»•' wotlikre»,


mm.

C4h9ri.

ftout en kloeck foldaet, welcken Vincingeto-rixmet een deelvolcks naer Rhodes gefonden heeft. De felve Cadurci worden van Cæfar Elutherü, dat is, vtye, genoemt.

dat is, De^eona heet, en van cenige Tgt;ticonai doch qualijck, genoemt wort. Sommige geleerde heetenfe : lofephus Scaliger, Vinetus, en andere, feggen dat het de hooftftadt van Quercy is. luftus Lipfius, in fijn geleert boecxken van de Amphitheatren, meent dat Donjeona het dorp is , dat men Dowe noemt, een halve dagh-reyfe van de Loir gelegen , by den wegh dien men van Angiers naer Poiótiers gaet ; de naem fchijnt over een te komen: maer nae defe opinie,kan Do'veona de hooftftadt van Quercy niet fijn,wantfe meer fijn fiincker oogh getroffen als feftigh mijlen van daer leyt. Soo verre Do- dagh geftorven. De fterfte nam foo toe in het ^eonaCahoïs is,kanfe oock de felve ftadt niet Konings leger, dat ’er over de 2.0000 geftor-


In dit iant fijn twee Bildommen, te weten, te Cahors, en te Montauban. Cahors in het Franfch, is de felve ftadt die Ptolemæus wefen, ( welck nochtans fommige geleerde meenen Jdie Antoninus Aune don ^icum noemt, en Peutingerus in fijn reys-kaerte Anjedona-cum, gelegen op den wegh die van Bordeaux naer Autun leyt. Want in die reys-kaerten ligt As4gt;nedonacum van dAediolanwm oft Saintes 16000 treden ; maer tuflchen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eh

^ediolaniumA'^t is,de fteden Cahors en Saintes, fijn ontrent veertigh mijlen, dat is, over de 100000 treden. Voeghdaerby, darde yranckrijck.

met een kafteel aen de riviere Tarn, daer een brugh over leyt, waer van de helft onder het gebiedt van Languedoc is. Paus ïoannes de twee-en-twintighfte heeftfe tot een Biftchop-del. De hoofrkerck is gebouwt ter eeren Sint Martin, in welcke’t lichaem van S. Theodard ruft. Hier is een hooge Schole van die haer Gereformeert noemen, daer men de Theologie en de Medicijne leert. Men magh daer Meefters maecken in de vrye konften , maef geen Doóloren in dc andere faculteyten. Defe ftadt is in’t jaer 1611 van Koning Lodewijck de X111 fterck belegert. Binnen de ftadt was Gouverneur de Grave van Bulfrand van Bearn, een manhaftigh foldaet, die hem dapper ge-queten heeft met het guarnifoen,beftaende in 1000 foldatcn en 2.00 ruyters. Over des Konings leger commandeerde de Hertogh van Maine, weicke, met groot verlies van volck, een fchanfte by de ftadt ingenomen hadde j maer als hy op den feventienden September in de loopgraven met de Hertogh van Guife, en de Graef van Schonbergh wandelde,is hy met een vervlogen kogel, die uyt de ftadt quam,in I, en dien felven

Konings leger j dat’erover de 2.0000 geftor* ven fijn,behalven die door den f^aerde gebleven waren. Daerom heeft de Koning Mon-fieurd’Efplan in de ftadt gefonden,oni die tot gehoorfaemhcydt te vermanen, het weick te • vergeefs was; want fy niet alleen door de groo-te fterfte van ’t leger moediger waren , maer oock om de negen hondert mannen, die de Hertogh van Rohan haer tot hulp gefonden had. De Koning dan, om de reft van fijn krijghsvolck te behouden, heeft de beiegerin-


-ocr page 239-

O 'nxfuoj^ S343in1uj^


©oc


wuiP^


«lïiQt


nouSjAy


gt;cplinig,v7


HSKvnQ^a aSuEJo 1^-^j. AVdiJs^m^


PPU40^*

4P|dujO3j

vopvjvuo'


Oi


■•••i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’■• Vk

vtjapjf'y '-Al^ nbsp;nbsp;.

ö S


fgUt^K- '•'

O ® fsiKtvParfi


33004300^^9

•C® ’ nbsp;nbsp;.4««* nbsp;nbsp;.


ii4ejßp^9


,:; f349iFfgJprf1 •'*.* Mti^a


^J’iAois nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°(tS'1:7.

4431301.3,^^.9 ^.kV * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

So»*’


jvaguf- o


gasiquifivi iv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®


nsm -F ■*«— o y/TTZ/ry


o gzgltflf


44gtUltX,I3i‘P

À' ■ d


fwrfti. .


dou9{ej\


O r9’iPnngj- «

UOAO^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9^^^


- turif3 o uvj'^


jpzgduoit' 'J .MttOl f-''i


ueJnj'


.■»■''%


il


ftS -


3apa»4^ ff4j^


'V'-j gt;nbsp;• ’


1^'''


quot;i’l‘■’J3 ruuer'if'^


lt;gt;l


quot;Ftrlt;J43^

pgjjoueiMj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ç


iJiJ’


O 0I1PU0J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;î%ÿ


■ ?5??r


■-SB-


^Çi*î?r


?!V


° '^g'U


tjcs’r-nA.


tlt;p^^ W' o 'T

^ÿiii,l° .rf'3


i3'7-”Ji-o J’'


..O ‘


Jlt;v

■“'^b^''Z'’f''.

'*It ^.„gniojC -p/inui‘r49-'}

O ‘ vruigjp?


’ • 7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'’Slt;Wlt;’

vlp.lM,!- \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-'


, 9 urrfiioi, ' 3UPI

■ff w

!''■quot; .'111,1. 7'


jguUCfMF^


Z 0

:'•■ ‘fy ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;0.''°

0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r, ipi»“'? ig

,1.. nbsp;nbsp;0 7O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ' '

’4 ■ nbsp;nbsp;nbsp;.’/V’ •'^’ quot;••


p-';4iPC]C9 -aruipi/pj pg^^Jl.y4iiej.


r . 0 gaeae] i^iifl..

ijai4X3j9

/^~^jiiJ^3’ orquot; o 5.ylquot;'^' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-

riifiofil' O %.


grus’^^^eT'



wu^i^xa. 1 o 1

■—F’ut'gtjy^


S'



O ■

j*r^««?rT5ÖDi O i? o '

93pp.\. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.


ipap/D'l


guugaCj-ç ff*A'

■• rr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. ^Pgr^

litjaoMjF'S


quot;'po.Zf ° 7iiiuir,-’'■•/‘’’fÂt, ,. j '‘‘quot;'ir'-'Jb


'^^ie9


4gl9qffuejf ssnyujp


p*^’ '3^031, ■


3t3^ir/^ '

94aeij4ri vraj3^f’’0


'S'

sn^otn/J* l‘^^‘pa■S.’^


-’- o'^g o44giJne4^ *’:^


O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o 3i44no

4n0pVll/FÇ‘Ç nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’'

, o Ii^g, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.


0 tOit^ quot;^30. S31


334Favii gq

O

4«puinv3^ 2p‘3Pnß4Pji'y9 O svuoi’'*'''quot;^ ® pgnffiw^^j^-



^^'*^■*31 nbsp;nbsp;‘'^/”^s:9('f^

r?'S®

., 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9a3rJgt;’’’*ß


^93431^9041

’■**' niftfy


*yo i«Oj. •fo^ifiays ji. o ■j'quot;' ^Pj 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0«W-y nbsp;9341J

- MSiuruquot;! “ nbsp;nbsp;0 „

uwurgsS nbsp;nbsp;nbsp;intlli^i-s. 'y^a:

‘--' lugi.. V7-S,SO ■

Ij/lÿ nbsp;nbsp;nbsp;•’o-’ï' SHU, u^



^ppiueji' J3.,F4UP]I' ^*^-“-■^■■•'0 ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'°


2r’ f°,:pnfgt;3S


S ^JP3tn3j^9 O OTVjSfe-.T.


75


j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rf,34U01.

f9 vrj{nel,

z.....

ggfUP'^ ^Pp,r- -■PfK.'Z. ’-'-


oy ■• sojgniJ-j^


Î22Ç.



PPfAtfVJ^ 0

ïi.quot;*------. ’’rnp’s'

o japifl' ®_. ^—• - »rv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^noiy^gj^^


.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’’quot;S.’■•7


.j«9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°


3.10'1 nbsp;nbsp;'''


«Kf.


9 VO4)tf\ »OffPtl9 fç (

gt; -.-ii.#é* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;” r’X'L

’ \rO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;gt;quot;(/ƒ• S'


P343l3iaFy 1


FSitgqi, 0


° nbsp;nbsp;nbsp;.»»'«■' Oiling

j_ .s.. o

w ^^P'ziPT: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1


'- .° } °

f xnpfi, ] 9 a» (C* ' o rjPf1P4J. 9


.. ,. ’quot;gnto ’’g'y


34guigt;tunj VI ......,..’

O ’'■^fri'S

[ Silioufityv^ ■ quot;


0 ■* O *’*3

'fF.i

1 \


'4


ƒ ® 33jnn-^f,


quot;'_K 3VUyi34Vig^'''\

-■ of?5

^■’p'-^v-,, : o ‘ o


èifli ° ’'‘}'“T3S .. ''s

■7quot;'’r3'‘


fjae^. 9 gjtJl fX^ffFd O .. O

»li. 1’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..


.gt;*


gtmohij* ®


' -pfi-'ni.i.

o -’»'ey - ® ■•


‘'Hhï^


'fi


'Fquot;rs^


r° -

SgU.’jJ“’“


flgfjtlgf

.fztzoi y


W5fÇ

*quot; nbsp;nbsp;nbsp;* girAguuugj.


f*“ 0

'A'ijp^ii nrap^pqj ...

k O gtlPIVAP.ifS

I giargrg, ■

\ 9 nbsp;'

\^^IIquot;lt;^S



■',0


•~,-. 4^340^1101 quot;

.....,■ o

svu0qnj‘

X0113.I3JI * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘t*’ ”^q’‘*pqj p'i '

fgt;l'0'‘’’ àsu,u,ys

o rupUF ’“’I!«FF 3F gt;,”7 . X î

o^^-'ô’Æ y'.4i, Hilur

011313113 SWjnglU 031

004131^


43P4ai.

o

' O ,»1


pjinvsFjf,-


fU fl


IIZ.KJ, ° K’f-mir.’j ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

. 0i„uir ■‘.•'Iipj.-s. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-1711^1 ”7


gangn nffutga “1


Aai931^'l:ÿ


O $3440/^ nbsp;9

0tOJ14V^


juv.tgpnv^


l'fPUgtfj ^■3C»V941.

-^^‘ns.rs'


ggutrp


Fg4g}j^^. nbsp;**^.0r7

.’»yrjp O •'’■*« :r s'


® ’Vff^ '—T 33UP33^1


°.....


iiijj quot;rnio

As^'uupy,

9 3343ÿ, O


,.v4’


xnPlothuvqj


uaruiPii: O ' I3j343(fgt;


■lt;r«f !■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P*'

j, o4’“^’f,O l4VV34U3Jf FJlf^VUt Ugllllf^


fi quot;quot;ÿ^

'quot;’g^ ■ '‘.„i'i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r.

. IC»’'' ,,,sr ;

^’’quot;ÿi''


uipuipff.y .


tlJgUFg, O


3qgUF.t3,tg4^, vgutqq 3 Vi


fi gan3.iFf^


tFujgyrj


':il-'f‘’-'ir. J“'

. A??


U04iinfqj

9 qFujjHri


O FtJiej


gtvcnjici'


■‘l’J


lt;gt;o -

gt;o


.o - ‘r-T tlUll) i/i lüçiy


} mrtuo^f.-^ O •3tU1Ul.gfj‘


•/quot;ofgUUgA ^F«PI9S ja»


^3440-^ Q . nbsp;nbsp;. . gç JW^ jUPUfP-^ A#

n’U3}l-'C 3uP^gt;Pq3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

‘^’■Si -iy.......

I! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i.-liiui-il,

gt;’yquot;3Ç nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o 3JUli4Pf,y^


ggagUA


jitfU.'n


spnîjpy


o ^FuanciS'ff,


o 0UgJ0^tÎ3'^’31 ^4Pzn0ff, 30^00-^^


^’■IPXS ^’■0° ■* pgagtF3-ff^


giiAnf.* giHnAgg-,


UlVUtcg,'


ÄKT

vpyj»t'j;S9


44 9 33^ y 344inii;S 9 c 'ii3r:4'f-'

ugtAiui*

uPlJp’f i

“ O


■tFi,


gpuggy 9

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pÿ’'^

■’quot;quot;‘'X-s-


*’*lt;y


.......o


gtunvi^j


P4igji*


jvaguueg.


. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 gt;

3300^0^9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Y

Jgt;.,l.,p3 'quot;^•J^ 9fa3‘0('^' 9_::-., O.



□ PFttS.ty^


“ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PBguPwinp

xif'/^F19 1 ..^2^ o*


0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^^P^gt;P31

\sill343ttf3^ So


^■'rn’ys'


H'^Tcy


garß^Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-jaoihe^* ■

-|'’•quot;’3o



.... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......1^ ...

gt;.gt;, ’J-’JJuU'F ,,]o o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' 7~x °rc 'Xf'/rfJ'l

/‘quot;’j'C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o o IZ«IUgt;1,I7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l’io^siÿquot;’^

' '““‘Yl'S V o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- i-’‘irS.0‘l^


0 VIO s

034^ ®


«H-’-V F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iC^-3 .

o !3-S’ /a-quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ O ’•ÿu.ii.


ßiT.pruprß''


' iljiUhil^ quot;'I ^a£/npur^


■ 34314 »0^.932:,


^PjÏ'S


•7o


0 JfO/tAefgi


T1OUPJ9


9 ngtztttuaf^'

’-yi’s

gt; nbsp;nbsp;nbsp;® nbsp;nbsp;nbsp;•^» o


quot;*^2

Vagt;^^ itaeuAuft

o’ïÿ’


a JKcfr.tjrgy


V«-

-.1.» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;s-Tquot;!, nbsp;nbsp;nbsp;0 ’’s.u,

?.',ci'‘”'I ■’^ —sAiÄ o . „ nbsp;J

°-S .J, Oniinr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;u,.. o nbsp;nbsp;in’.


40iqzf‘ • • jr4i0ir4gt;^pjt' ..•09 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ' zi»« “

—. 03ry^9rl


PJgt; rv34ttriy9 tU3334f


ffOVP »1


9 0^443^;,


i’»”!ir3S

»^za-.ißqj31


, nbsp;nbsp;•'•quot;’quot;'O

lijleaifif


T.S3JO J


nturueaÿyÿ


..' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jpjguejl’

Offgugy jvu-J ' f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4r43uio(j^

o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...


^'‘■nrs,'quot;quot;

9^' 43pVApgt;S'^


yupi4f‘ imgjqJiBJ/-


't

J ijpiiintvir, ...


■n/tf


'i*VSJo

gt;o lt;nbsp;quot;S lt;gt;}i^V’-'^


'V9


SFUlttH^

PzqSüj. c° ’SI’X o, - ,Si“i


pejepif

:^34P:f9


ge.ijoi.

-■ 3ZJ3,tPJ1'


“Il'f


/■quot;J


ti0i44Sy9


9-^n:S' 1 ^Âl



lg.hiugj,


zojo^X

|'^lt;V PJglUlgIfl


gt;n‘


■quot;3gt;utüli43^y

^'»»yyo o ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'■'■Vvi's


“‘IIS'S' ■


griftmi ^S P“1^‘


..,z,r.’7o^°-'''s- ■ ‘j:;:f.' f n.o”7! °iiquot;P,s,,.'s b s-.s'’c’'i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^.... .^P^0,isiiii. ivis.-g.b^


^O l‘■quot;ÿ‘quot;’^o '

Iquot;! .S' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0

OjrffO ’r.iji.is


\^en‘iy “ o ,

3341^44^,^ P^ • O g^puiog, 9,^^ xagAtsJtrg,


“Sloiijis

..J .sO-P^ o

5lt;V’Squot;*~quot; ^'’'o’’'’''’'Ïtx'


iK


jrj/n 9 UA.lJcir.


3111431, O’!

P'ßlOfJ, y.w»7/.,l


O 3.l/ttfU3JI'

gti.'i3r/v[c


3uugjjir^‘

inppiuo'h


0 gt;''^’’/'''’T'l'^«'‘'^ -JlfS ' O'i:.

quot;’quot;gv o ;^-‘i'j 1^,.!^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i^T. Ai/rtf,

quot;«■i.i,, Oi,..l,-,.r nbsp;.„UH, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.’-P'S'SC

,0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Opiliu,,- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'.I S®

3,.IIS'S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;K 7iiii/,is. : J'Zp'g \


irjs'


jraitufugi,! ' '^ O .y


«gt;?'


grup'ug'.


gt;11'


tig/ufS


/v'lt;°

ß V- - '■


vpqnpiuoj^ ■*

ii!'”f^m’


°¥v}y


iKnsviy^ ytnu


i-n. ■!-9 ‘-Fqf^q ^ T.

gt;2'..^ ‘'•tgpit4ng9p-i


O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^rqgJi


i J

- ^«. -lt;-

F4PißiPi.:

o -C-- -r’:is-VF ’'7 . . »..iFjf S


jvijgnog, ■■■■■■...o O 3431jno-fi^



^quot;^qßs9


IIUVÏ


o siiifuejJ- s ?4-lä'r lt;nbsp;nbsp;nbsp;#

a***!^© ■?


.v»g./.îÿj,o


O' •zt-33f44Tz:, _ , u,g 9^ igiupfi*ti y-^F-fvip *


ij^9 - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

^f,J^ nbsp;nbsp;14FF34 Jgg, O PF^tVç

0-^

O-.. ’gt;’’IPF-\l.


quot;rnsfiv


gUICJfllgit^


gj.43:igiur^


o

’ •’^'S


»gt;5I-'’

’ 4r'“gt; o


o gjjsJihif^ v’1

„j*”


JP p343iznoy, 4P^quot;T9 •^''' nbsp;nbsp;nbsp;iif^’'^

411^^ gUlVF*^.

2^.-

■tPi‘’j[o o ,ii.r-o

o


'3Jgt;‘l’’^ ƒ-

iMinfl0i'

quot;nii'”'7,


gPUFhtgifJ -«j


fillguSirJvj 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1


. -^^pas PUI44331’3 O - O aoxP’'1'^ij gpigiA^j. •'■ ,Ü^33,n-a,e 4U343J r uoiugjïij 31 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..^ 0

A


* 4‘^gmnv.’g^

0 UO-nhy


oqguPi

-V.'


gu^g^


43!34r^ ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^•=’* ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■ ”lquot;‘'^’'^'9 -^

' quot;nbsp;.ns?,s's nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y.s7iiAuro /■

77 Ouu.^..

' •,::4V/quot;-«.77-“■’1

un4q^0^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v443f,’-

. -UPMS nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fi?f o'?


JifpOPl 33qj03-S, 3llg^


jng4Al* ppjnj O . ®


O C

,eiiis'F° ^3/


voimf)


IgOUO'}


g.gvaijj


»U y



glMffg


3V4tlgJ^f

0 ••.,


SJpi,«invj


'quot;n’a içr


oflganoy^T


quot;T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® JPjii^ng-ff.

,3:19 -'NOiuri


ii:o4


anopnoi 9 3F4}3ii' q

„ i-'Jip- 'oquot;‘'‘ü 00 4^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3PUPI1, ■


guizvqugi*


-ocr page 240-

LANGVEDOC.

A^fonius, verhalende van een zee oft meyr, verftaet daer door ’t gene nu ter rijdt heet 1’Eftang dc la RubinéiSidonius vcrftaet met het woort Flavius, de riviere Atois, die, gelijck Vibius getuyght, van de Pyreneifche bergen neftens Narbonne in de Middellandfche zee loopt.

Onder de Biffchoplijcke Heden zijn eenige die oock hooft-fteden zijn van de landen , ofte deelen van defe Provincie , als van Givauldan, de ftadt Mende 5 van Albigeois, Alby ; van Velay, le Puy oft le Peu s van Coferans, de ftadt S. Legier de Coferans, door haer oudheyt vermaert ; van Vi-varais, Viviers. De andere, die geen hooft-fteden genaemt Nij^cs. worden, zijn Nifmes, een feer oude ftadt, gelijck uyt de ruïnen van d’oude muragie, die eertijdts veel grooter en wijder was, klacrlijck blijckt. Daer ontrent is oock een Amphi-theatrum, dar van buyten noch foo geheel is, als dat van Verona. Voor’t Amphitheatrum is Campus Martins geweeft, welck, gelijck dar van Rome, nu gantfch bebouwt en elders toe gcordineert is. Het treftelijcke gebouw oft Capitoli, dat de inwoonders nu Ie Cap Dueil noemen, is van Hadrianus Keyfer van Romen, ter ceren van fijngemaelinnePlotina gemaeckt. Het is bynae vierkant, doch wat langer als breeder , wiens zijden fteunen op tien columnen, het voorfte en achterfte deel elck op fes. Het dack is met groote ftecnen beleyt, en bequaem om op te wandelen. De kerck, by het voorfte deel gelegen, is noch heel en vier-kant, de zijden fijn met twee ryen columnen onderftut,fccr fraey gewrocht. Men fier daer noch de Arenden, welcke eertijdts de wapens van ’t Roomiche Rijck waren, doch fonder hoofden,welcke men meent van de Gotthen afgebroken te zijn,om daer mede te toonen, dat ’et Roomfehe gebiedt een lichaem fonder hooft was,haer macht nu grootelijeks vermindert lijnde. By de muuren der oude ftadt, op een heuvel, leydt een oudt gebouw van kleyne vierkante fteenen, dicht aen een fonteyne, en wordt gemeenlijekTourremagne genaemt, als oft men wilde feggen Turris Romana, ofte Magna, dat is, de Roomfehe oft groote tooren,aldacr zijn oock eenige oude ftatuen: by de poort is een pilaer, die de gekroonde heet. Defe ftadt is vermaert door de geboorte van de Keyferen Domitianus, en Antoninus Pius Philofophus. ’t Is onfeker, of het water, het welck d’inwoonders de fonteyn noemen,de felve is daer Aulonius in fijn veerfen van verhaelt, oft een ander die uyt de naefte heuvelen in de ftadt geleyt wierdt, en nu vergaen is. Drie mijlen van Nifmes leydt een brugh, gemeenlijcken pont du Gard genoemt, met drie gewelffelen boven mal-kanderen. TulTchen de kerck van S. Prive en Romotin, zijn noch de overbiijffelen van de canalen, daer de Romey-nen ’t water in Nifmes leyden.

Beneden Nifmes leydt de ftadt Ufetz, die men oock rjîzx. noemt: Lodeve Leva^ç, Pont de Tomieres,Aleth,en Mont

pelier, in ^t Latijn Alons Fejpulanus. Defe ftadt leydt op een Morast-kleyn bergsken, twee mijlen van de Middelandtfche zee, lier. heelt een foete en gefonde lucht ; foo dat’er geen lulliger ftadt is, nochte beleefder burgers gevonden worden, ofte vruchtbariger landouwe, principael van kruyden, die de Apotekers Jimplicia noemen : welcke gelegenheyt ten deele oorfake is, dat de ftudien in de Medicijnen hier meer als in eenige andere Academiën floreeren. De Academie binnen ^Aicadomit. defe ftadt is gefticht in ’t jaer 1196, ofte ten tijden als de Sa-racenen uyt Italien zijn verdreven, wanneer de konft der Medicijnen hier gevlucht is, met de difcipulen van de Ara-bifche Doóloren Avicenna, Averroes, en andere. De Redoc heeft hier foo groote autoriteyt, dat de Studenten genoot-faeckt zijn hem te vergefelfchappen, ’t zy oock om wat oorfake dat hy uyt gaet, ’t welck Rebufttis beklaeght,dat hy met groote fchade van fijn ftudien en tijdt dickmaels gedaen heeft. Binnen de felve ftadt zijn verfcheyden Collégien, onder de welcke Collegium Papa ’t voornaemfte is, gefticht van Paus Urbanus, en met groote inkomften verfien. Het Collegium Regium, van Henrickdell Koning van Vranekrijek gefundeert, is oock treffelijek. Het derde is College du Verzier , daer vele Studenten tien jaren lang den koft hebben, en alles wat tot de ftudien van noode is. Hier zijn noch de fteden Beziers,Bitara Septimanorum, Agde oft Agatha, Ca-ftres, Pamiers, Mirepoix, en andere.

De kleyne fteden zijn Beaucaire, Aiguesmortes, Pifeaux, Kleine fle-S. Gilles, Chafteau Garry, Lufignan,Monteignac,Millant, en andere.

Aen Languedoc is voor weynigh jaren ’t Graeffchap Foix, F o t x,’ dat eertijts aen Guienne behoorde, ingelijft. Dit Graeffchap heeft aen’tooften Languedoc, en aen’twellen het landt Commenge, aen ’t noorden Muragcz.en de zuyd-zijde wort van de Pyreneifche bergen belloten j defe maken dit Her-toghdom woeft, maer evenwel van yfer en kolen rijck : het heeft fijnen naem van de ftadt Foix, die door haer oudtheyt Foix. genoeghfaem vermaert is.

In ’t Graeffchap Foix is ’t bifdom Apamiers, en de hooft- Apawiers'. ftadt heet gemeenlijck Pamiers en Apamiers, in het Latijn Apamia en Pamia, fy is gelegen niet wijdt van daer de Lets en Regie t’famen loopen. Van defe ftadt fchijnt het Conci-lie van Epaumois, dat gehouden is ten tijden van den Paus Gelafiusde I, en den KoningSigifmundus, fijnnaemte hebbenj want alle deBiirchoppen,die aldaer zijn prefent ge- ' weeft, waren van hier. Fiet Synodus van Efpaume wort het XV genaemt, in ’t cerfte boeck der Decretalen, niet het xvi. Daer leggen noch andere fteden, als Saverdun en Maferes, daer de Graven woonen. Sy dwalen grootelijeks die hier de woonplaets van de Elufatois Hellen.


-ocr page 241-

vetndit Bisdom.


Stede» ttt fltutfi»}


Het Bisdom en Graeffchap


Lbigeois vervat de Bisdommen van Alby en Caftres , met ver-fcheyden Rechtbanc-ken , fonder fijnen naem te verlielen • maer als Caftres noch niet tot de Biftchop-pelijcke waerdigheyt verheven was, is het



te famen maer een Bisdom geweeft : wy lullen evenwel, nademael wy d’ordre der Bisdommen volgen , onder Albigeois niet dan ’t eenige Bisdom Alby begrijpen , volgens ’t gevoelen van fommige Schrijvers , die aen’t landt en’t Bisdom de folve grenlèn ftellen. Doch Albigeois, breeder eff met Caftres genomen, als boven, is ontrent twaelf mijlen lang, en acht oft negen breet.



dom : Ville-Franque, oock met muren om-ringt, een eygendom des Graefs van Aubijous , viie-frÀn'^ uyt het geflacht van Amboilè ; Caftel-vieil, een kleyne ftadt op de Tarn : Giroftens, ftadt en ka- * fteel, en woonplaets van den Rechter van Ter-


rebafle, den Koning toebehoorende ; Orbaing, een vleck; Bonnecombe,een Abdye; Trevas,een Baronye,vervremt door ’t Huys vanVentadour: Milhars, een huys van de Graef van Ceftac, uyt het geflacht van Cafilhac in Quercy : Ceftairols, een Baronye der Staten van dit Bisdom;Riviere, een Baronye en eygendom der Heeren Chever-ry;Galhac,een der twaelfvoornaemfte fteden van dit Bisdom, by de Tarn gelegen, cerfte fitplaets van den Rechter van Albigeois, een Abdye en Commanderye onder de naem van S.Michiel de Galhac , een plaets om fijn goede wijnen ver-maert : Valence, een kleyne ftadt met muren en graften befloten , oock een der twaelf voor-


’t Bisdom Alby legt tulTchen die van Caftres, naemfte fteden van dit Geeftelijck gebiedt: van S. Pont, en van neder Montauban , en de Ambilet, een Ondergraeflchap en ftereke plaets by de Tarn, ftaende onder de Baron van Pujol in Guyenne : Paulin , een Onder-graeffehap en fterek kafteel : Realmont, een der twaelf voor-


landen van Quercy en Roüergue. Het heeft fijne Staten in ’t byfonder , de welcke vergaderen na dat die van de geheele Provintie fijn ge-foheyden : hier op verlchijnen de Geeftelijcken, Baronnen , en de Burgermeefters van de voornaemfte fteden ,• gelijck oock in Vellay, Gevau-dan en Vivarez gelchiet.

De hoofrftadc van dit Bisdom is Alby, die het oock fijn naem geeft ,• en wort van de Latiniften in ’t gemeen Albia, Albigenfium urbs van Gregorius van Tours Albi^axn van Mattheus Paris Alba


genoemt, ’t welck men met Alba Hebiorum, een andere plaets, niet moet vermengen. Dele ftadt is op de Tarn gelegen j fy wort voor de hooft-ftadt van Albigeois gehouden, en is meteen Biftchoppelijeken ftoel verciert. De Koning heeft hier niet dan een Viguier oft Rechter over de contraólen, en de Konineklijeke faken; want den Biftchop noemt hchHeer van de ftadt. De hooftkerek, in welcke de Biftchop fijn ftoel heeft, is gewijdt aen S. Cecilia, en is leer fchoon en wel gebouwt ,• ly wort bedient van meer dan twintigh Canonicken , en vijftigh Priefters ©n Capellanen ; oock is hier de Collegiale kerek van S. Michiel, en andere , nevens vele kloofteren.


naemfte fteden, by de riviere Adou : Clavairie, een kleyne ftadt, maer fterek en door koophandel verrijekt, met goede muren en vier poorten beftoten : Lombers, een kafteel en ver-woefte ftadt,en een oude Baronnye van den Koning , als Graef van Caftres, met een Koning-lijcke Rechtbanek, oock een der twaelf voor-naemfte fteden , in welckers plaetfe, om hare verwoefting, Denat is gevolght : Artes, een vleck op de Tarn , ftaende onder de Koning , en een oude fitplaets van den Rechter van Albigeois : Cahufac de Vere, een der twaelf gemelde fteden : Denat, een kleyne ftadt, toebehoo-rende den Biftchop van Alby; Berens,een vleck, met een haven , en een Stedehouder van den Rechter van ’t Graeffehap Caftres : la Grave , een kleyne ftadt en kafteel op de Tarn : Ia Guepie by de riviere Biaur, alwaer ly fich ver-


mengt met de Aveyron , door welckers aflehey-ding het kafteel in Albigeois, en ’t vleck in Roüergue legt : Pechbegon, een vleck : Can-delh , een Abdye : Curuale , een kleyn vleck , met den tijtel van groote Baronnye, ftaende onder den Koning : Coffolens, een vleck van den Konina aen den mont der Agout, alwaer O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o '


Dele kerek heeft feer groote inkomften , en de Biftchop heeft jaerlijeks meer dan vijftigh oft lèftigh duyfent guldens aen renten. De ftadt is metvafte muren en met graften befloten , de die in de Tarn loopt, gelegen ; Florentin, een • riviere , die dicht by de muren onder een fraye kleyne ftadt, ftaende onder den Marquis van brugge loopt, is dienftigh tot haren koophandel, en maeckthaer rijck en welvarende, het welck door de vruchtbaerheyt van’t omgelegen lant in tarwe, wijnen, en krappe oft meede, wort vermeerdert.


Mirepoix : Cadalen , oock een der twaelf voor-


De fteden en plaetlen hier onder gehooren-de, fijn Lelcure , een kleyn befloten Itedeken, en een van de Baronyen der Staten van dit Bil-Vranekrijek.


naemfte, en een der fitplaetïèn des Rechters van Terrebaffe , ftaende onder den Koning ; rille d’Albigeois by de Tarn, een der twaeif meer-mael genoemde fteden : Rabaftens op de Tarn, oock een der twaelf fteden , ’t welck de tij telen vermeerde der oude Ondergraven van Paulin ; Salvagnac , een out kafteel en kleyne ftadt, toe-

V u 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beboo-


-ocr page 242-


C K SIS

ÎÆonncotttf'



5yijc^ß et JJomùui t.Unenßi, .Jtbau lÉ.^ .Maritt de Cajlellani^ IDioecefls Tictdvienjts. 'Prion Commendjitano J.Và^ms Cafiellii in. Lremo, Toi. harte deJicaM y^tjte PLunana.


Ci !2. s




A

gt;lt;




-ocr page 243-

’t

een bygelegen kafteel van den Biftchop , Com- nael, 1309; Beraldus de Fargis, Petrus du Che-befa genaemt : Caftelnau de Levis, een kleyne ,min 1334, Bernardus de Camiat 1337 Guiliel-ftadt dicht by de Tarn, en Baronye der Staten - • nbsp;nbsp;nbsp;- - nbsp;nbsp;-

van Albigeois en van dit lantfchap, met een fraey kafteel : Pampelonne, een kleyne ftadt van den Koning, en een der fitplaetfcn van den Rechter over ’t Albigeois : Pont de Sirou : Alban , Villeneuve ) en S. André, met muren be-


Oude Jlee-ren.

Äen

behooreade aen ’t geflacht van Arpajou : Mont-miral, een ftadt van den Koning , met een kafteel oock genaemt Caftelnau de Montmiral, mede een der twaelf fteden van dit Bisdom : Pene,een ftadt en kafteel, ftaende onder de Koning by de riviere Vere gelegen , en een der twaelf fteden ; Cordes, een ftadt op een heuvel, als een wacht-toren, dicht by de riviere Serou , gelegen, met drie muren befloten , en een der fitplaetfèn van den Rechter over ’t Albigeois : Monefties, een kleyne ftadt en B^ronnye, ftaende onder den Biffehop, by de riviere Serou, met floten, en een fterck kafteel voorfien , nevens eenige andere plaetlên.

lek weet niet wat de Hiftorylchrijvers van Languedoc beweeght heeft teichrijven, datlè dele ftadt houden als een out patrimonie oft erfgoet der Franfche Kroone , en als of die Köningen daer van de bylondere en wettige Flee-ren waren ; want men leeft in tegendeel, dat Bernard Aton, Graef van Carcaflbnne en Bezie-res, in fijn teftament in ’t jaer 1129 gemaeckt, de ftadt Alby en ’t landt van Albigeois, als fijn eygen goedt, aenfijnoutfte foon legateert en belpreeckt, om dat na fijn doot te befitten.

In ’t jaer 1191 fchreef fich Rogier, lóons loon van de gemelde Bernard Aton, Ondergraef van Carcaflonne, van Bezieres, en Alby.

In’tjaer 1210 gaf de Paus Innnocent de Derde aen Symon , Graef van Montfort, Ondergraef van Bezieres, en aen fijn Catholijeke erfgenamen , de ftadt Alby, met fijne onderhoori-ge plaetlen.

In ’t jaer 1229 heeft Amaulry, Graef van Montfort, een afftant, transport oft overdraght aen de Koning S.Lodewijck gedaen ( gelijck oock Trincavel, Ondergraef van Bezieres, en Jacob, Koning van Arragon,dedenj van ’t recht dat hy had op Alby , en in ’t geheele conqueft oft ingenomen landt van Albigeois , amp;c. Wat hier af fy , laet ons het Kruys doen heerfchen , en feggen alleen, dat in ’t vleck, genaemt Bourg du bout du pont, een Stedehouder woont van den Rechter van Albigeois.

De Bifichoppen van dit gebiedt fijn van feer oude tijden, dewijl het Martyrologium,oft Mar-telaer-boeck van Albigeois te kennen geeft, dat S. Clarushier ontrent het jaer Chrifti 300 defe kerek beftierde, die Antimius fijn leerling tot een navolger kreeg j Diogenianus leefde in ’t jaer 40Ó, daer na Anemius in ’t jaer 4^1, Sabi-nus 506, Ambrofius 549, S. Sauvus, Defidera-tus, Conftantius j Lupus bediende defe waer-

M A L B Y.

digheyt eenige eeuwen daer na, van welcke in ’t leven van S.Theodard,AertsbiHchop van Narbonne in ’tjaer 876, gewagh wort gemaeckt; Eligius, Frotardus, Bernardus, Froterus , Amelius, Aldegarius, Guilielmus in ’tjaer loyo, Frotardus 1069, Guilielmus de Poidiers io8ó,Gual-terus 109Ó, Hugo , Adelgarius , Bertrandus , Humbertus,Guilielmus,Hugo,Dominicus,Rigal-duSjArnaldus,Guilielmus,Gerardus 1176,Guilielmus Petri, Durandus 1x32 , Bernardus de Com-bret I2j2j Bernardus de Caftaneto, Cardinael, 1276 j Geraldus ; Bertrandus de Bordis, Cardi-mus Curtius, Cardinael, toegenaemt de Witte , in’tjaer 1338 ; Pidainus de Montefquieu, Cardinael , gefproten uyt het edel geflacht van de felvenaem, in ’tjaer 1350; Arnaldus Guilielmi, Hugo Alberti i3y6, Bertrandus 1370, Dominicus de Florence 3 Joannes de Saye , toegenaemt van Alby , 1382,- Guilielmus de la Voute 1383, Dominicus de Florence 1392 , Petrus Nepveu 1424, Bernardus de Cafillac 143 y 3 Robertus Dauphin , fbon van Berald de Tweede , toegenaemt de Groote, Dauphin dAuvergne, in het jaer 143 y ,• Joannes Joffroy, Cardinael, 1461 j Ludovicus d’Amboife , broeder van de Cardi-nael Georgius d’Amboife, 1473; Ludovicus d’Amboifè,Cardinael,(foon van Carel dAmboi-fe, Gouverneur van Bourgondien en Champagne,) volghde na fijn oom in’t jaer 1506 ; Carolus Robertet, foon van Claude , en broeder van Florimond, Baron van Alluye en Brou, Secretaris van den Koning, i y 11 : Joannes Robertet , broeder van Carolus, in ’t jaer i y 18 : Adrianus Gouffier, Cardinael van S. Sabine , genaemt de Cardinael van Boify, foon van Willem Gouffier, Heer van Bonnivet, Boify, en Oi-ron, iyi9 : Aimarus Gouffier, broeder van Adrianus ,iy23 : Antonius du Prat, Cardinael, Legaeti van den H. Stoel, lytp: Joannes de Lorraine, Cardinael, iy4y ; Ludovicus van Lorraine, Cardinael de Guife , lyyo ; Laurentius Strozzi, Cardinael de S. Balbine , Floren-tyns Edelman , foon van Philips Strozzi, en van Clariffe de Medicis, nicht van Paus Leo do-Tiende, in’tjaer lyói : Philippus-Rudolphus , Florentijn , neef van de voorgaende, iy67: Julianus de Medicis, i y84 : Alphonfus d Elbene , iy88 : Alphonfus d’Elbene , neef van de vorige , i62y : Gafpard de Daillon (foon van François, Graef van Lude en Pontgibaut, Senefchael d’Anjou, en van Francifea van Schomberg , fu-fter van Henrick , Graef van Nantueil, Maer-fchalck van Vranckrijek, ) wierd in’tjaer 163y tot defe heerlijcke waerdigheyt verheven ; en befit die noch met de volgende tijtel : Biffehop en Heere van Alby, Abt van S. Maria de Caftel-lariis in ’t Bisdom van Poiófou, Prieur van de Comraanderye der H. Maegt Maria van ’t kafteel in de Woeftijne.


’t GRAEF-

-ocr page 244-

Techy Yt“ viere.

Coïiovre,

riviere.

Leue aie,

en Salcei , (leden.

Latetyti-vitre.

Ouffillon y een van de conqueften oft veroverde landeïehappen der laetfte Köningen van Vranckrijek, wort van de Françoyfen keerlijcker geacht, om ’t fweet en bloet van haren Adel, op dit ge-weft uyt-geftort , als om de zeebaren , en de rivieren die van ’t Pyre-neifehe geberghte afftorten, en de kullen en landeryen van dit Graeflchap bevochtigen : het lchijnt veel grooter door hunne overwinnende wapenen , dan door fijn wijtllreckend gebiedt ,• en de drie lieden Coïiovre , Perpignan , en Sal-ces, met de drie rivieren Egli, Latet, en Tech , die dwars door ’t lant loopen , hebben nooit fchoonder gebloncken in d’oogen der Franfche natie , dan als hunne Lelybloemen op hare oevers en op de muren bloeyden, en haren glans uytlpreyden.

De Tech valt van den heuvel Ares, loopt door de brugge van Ceret, en Hort fich in de Middelandtlche zee beneden Elna , en niet wijt van de ftadt Coïiovre, ’t welck d’eerlle plaets van belang is, die de kracht der Franfche wapenen gewaer wierd , na datfe geweygert had fich die Kroon t’onderwerpen. Hare gelegenheyt, fterekte, ’t vertrouwen van een fpoedigh ontfet, en ’t groot getal der foldaten die haer befcherm-den, lchenen hunne legers op te houden , en de vleugelen van hare overwinningen te korten , indien haer kloecke krijghslieden, federt eenige jaren, niet waren gewoon geweeft alle vindingen van de krijgskunll, ja alle de krachten der Nature op de wateren, op ’t aertrijck , en de lucht, foverwinnen.

Egli, een kleyne riviere, krijgt hare gellalte van verfcheyde beecxkens, die fich verlpreyen als lbo vele aderen van de Pyreneen, en vereeni-gen fich weder dicht by Stagel, om beneden S. Laurens een wcynigh op gene fijde van de groote moeralfchen van Salces,en van Leucate, t’famert in de Middelantlche zee te loopen.

Leucate legt op de grenlèn van Languedoc , en is door Koning François d’Eerlle gebouwt , om een bolwerck voor Vranckrijek aen die fij-de tegen fijne vyanden te verllrecken. Salces wierd opgerecht en gellerckt door Keyfer Karei de Vijfde ten lel ven eynde voor fijne landen tegen Leucate. De Franlchen vermeellerden Salces, ongeacht hare hooge torens en muren , en hare bolwercken na de kunll gebouwt, die alleen dienden om te beter hare kloeckmoedig-heyt tegen de wederllant der belchermers te toonen , waer door hare oorloghsdeught met een lchoonder glans van glorie alllraeide.

Latet is de grootlle en aenmerckelijcklle ri-Vranekrijek.

viere van ’t lant, niet lbo feer om hare langte, want ly begint leer verre in d’Arragonlche bergen , als om datfe de muren van Perpignan be-Iproeyt. lek wil oock liever de grootte der lladt, dan van de riviere,vertoonen,tot meerder heer-lijekheyt der Majelleyt van Vranckrijek, die de wonderlijcklle verwinningen alleen acht als ge-meene werekingen. Laet ons dan toonen , dat dele lladt van alle tijden als onwinbaer is geacht, op dat het tot meerder eere llrecke van diele verovert heeft ,• tot dien eynde lal ick een wey-nigh in d’outheyt opklimmen , om tot in onle tijden met meerder licht neder te dalen. Daer na lal ick d’ordre van ’t beleg, en de voordeelen die men daer uyt kan trecken, yder doen be-fchouwen ,• en dat men , dewijl men foo een llercke lladt heeft ingenomen, voortaen alles fal können verwinnen.

Ick lal hier met eenige Schrijvers niet onder-foecken , of Lucius Perpenna , Proconlul oft Onder-Burgermeeller van Spanje , de naem aen Perpignan , door een bederf of verandering in de tael, heeft gegeven , hoewel dat defe afley-ding van de naem tot eer der Françoyfen kon dienen ,• want volgens defe aenmereking , können ly roemen datlè een plaets hebben vermee-llert, die eertijts een triumf-teecken wasvoor ’t volck, dat fich felf d’overwinners des geheelen aerdtbodems noemde. Doch ’t Koningkrijck Vranckrijek is oock het heerlijekfte Iluckvan ’t gebroken Roomlche Rijck, of liever de krach-tighlle oorlaeck van ’t ontleden van dat groote Jichaem, dat fich over de gantfche weerelt uyt-breyde. Ick wil my oock niet inlaten tot het gevoelen van andere, diefeeker GothifchPrins, Perping genaemt, voor den grontlegger van Perpignan houden, welcke, om fich te befcher-men tegens d’invallen der Franfchen onder Theodeberg, defe llerckte heeft begonnen te bouwen , die ledert van de Köningen van Arra-gon en Kallilien is opgemaeckt. Eyndelijck , ick lal met den Autheur van de Franfche laer-boecken niet nalpeuren , of Perpignan eertijts Rufeino is genoemt j want hoewel de namen d’af beeldfels der dingen fijn, foo is ’t feker , dat ons de faken meer dan de namen llaen te be-mereken. ’t Is genoegh dat wy weten, dat Perpignan fallen tijden geacht is voor de lleutel van Spanje aen de fijde van ’t Narbonfche Gaule j en dat de Spaenfche yolckeren geloofden , datfe tegen de Franfchen niet genoegh be-. lchermt waren met de natuerlijcke muren van ’t Pyreneifehe geberghte, ’t en ware dat hen oock defe feer llercke veiling ten felven eynde diende. Sy leght by de riviere Latet in een wijt uyt-gelpreyde en leer vruchtbare vlackte , en kan van geen plaets beheert worden j maer in tegendeel , door de hooghte van een rotfe , waer op het kaileel is gebouwt, ’t omleggende lant

Vu 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;over-


-ocr page 245-

öuóibeS


CctJbtw


tS^^Colamle


*^Pueah


VespelM


(}arftigt;ux


o 5i.rPrërSS


S.JlarMileM


O,\’'''-dZoucgl A- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\


'V^laUvnga, ieM Sa^ iMtica^.


Co t-nuhcdela^^^SÓh


Stelae Je.Ætfck


S-TâtU JAvaL-


Ä dfoUuyad


Terpigtt^


rpollef-bret-


debruv


fPere aeU ^iVirfcaiS


(î^ffn^er±a^\Cafiixlnj5n^


55


O ireii


Ûeiiyogt;d


S. steve de


S.^tduelde Ci'\


S.IoAn seiS


^T.S.UJLati-


S^dlartv


:EV£SCJi£ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ou.


Mliarin- commuma. jSy^iaiua, ■


-ocr page 246-

’t Kaßed.

’t GRAEFSCHAP

'overheeren. De ftadt is oock genocgh ge-fterckt y hoewel datfe '^eenige Hechte borilwce-ringcn heeft, doch aen die fijde hjn haer geen oorloghswercken meer noodigh, dewijl ’t ka-fteel loo hüogh leght, en niet toelaet dat de vyanden hare muren naerderen, indienle niet en willen door ’t gefchut vermorfelt worden. In de ftadt noch in hare graften is oock geen water gebreck , foo om de menighte der putten , die men hier het, als om den overvloet van ’t felve uyt fekere fonteyne , die hier door konft is ge-maeckt. Wat aengaet d’inwoonders , fy hebben defe ftadt fallen tijden voorfien van’t gene tot haer bewaring ftreckte ; en fijn altijt geacht voor leer kloeckmoedige mannen ; want als de Spanjaerden in hare hiftorien Ipreken van hun volck, die belegeringen können uytftaen, loo iioemenlè d’anderen alleen Stantvaftige , maer die van Perpignan worden Stantvaftige tot in de wanhope geheeten; ’t welck te kennen geeft, datfe ftch liever willen verderven als overgeven , en datfe eer de doot in hare harten , dan de vyanden in hare huyfen, willen lijden.

Het Hot beftaet uyt een out kafteel, ’t welck als tot een wacht-tor en dient, en les groote royale bolwercken, die te ftercker fijn, om datlè elckander befchermen, en niet wel können be-ï|)rongen worden : men gelooft oock , dat ’er geen plaets ter weerelt is, voorfien met foo een menighte van gefchut, dan Perpignan. De bolwercken , fijnde geleyt op een leer harde rotlè , können niet ondermijnt worden, noch, om hare ongemeene hooghte , van een vlackte befcho-ten; by de fteylheyt komt de breette en diepte der s;rafc, foo dat men die niet kan beklimmen. In ’t midden van dele Sterckte is een groote en wijde wapenplaets, daer fich een leger in ordre kan ftellen , en felf een ingekomen vyant uyt-jagen. Voeghthierby , dewijl den Raet van Spanje bemerckte , dat het een van hare befte plaetlèn is, foo is ly altijt voorfien geweeft met de kloeckmoedighfte Gouverneurs, en de befte foldaten , dienoch voor de noot, noch voor’t gewelt desoorloghs, walden wij eken. Oock is ly feer lelden verovert, en dat ongeval is haer meer door ’t gebreck van noodige faken, dan door ’t lot der wapenen , overgekomen. Van ’t jaer 1462 tot het jaeri474, heeft dele ftadt veel geleden door de rebellye der Catelanen tegen Jan Koning van Arragon, die door Lode-wajek d’Elfde, Koning van Vranekrijek , wierd geholpen onder ’t beleyt van Jacob van Armagnac , Hertogh van Nemours, op voor-waerden, dat de Graeffehappen van RoulTil-lon en Cerdagne, met alle de fteden en landen die daer onder behoorden, aen de Franlche Kroon verpant wierden. Dit traólaet is in ’t eerfl: wel onderhouden , maer daer na door die van Arragon gebroken : waer door Lodewijck, leer vergrämt fijnde , dele ftadt lbo vaft belegerde , dat hy die in ’t jaer 1474 vermeefterde, wanneer de Kardinael van Amboife voor de Koning daer inquam. De belegerden hadden hartneckigh-lijcK de grootfte ellenden uytgeftaen, en al ’t le-

ROUSSILLON.

der, ratten en honden’, ja felfhaer eygen kinderen , gegeten , behalven drie hondert Françoy-fen , dielè ombrachten, en in ’t fout leyden , om in d’uyterfte noot fich daer van te dienen , eerfe lich wilden overgeven.

Door de vrede , die na dit innemen gelloten wierd , bleef dit geheele Graeflchap geruftelijck in handen der Françoylen tot het begin der oorlogen van Italien , welcke Karel d’Achtfte voornam na fijns Vaders doot ,• defe Koning gaf met verdragh Perpignan aen die van Arragon , om Napels met meerder fekerheyt te veroveren. Doch als de Koning van Arragon die van Vranekrijek opnieuw vergramde, heeft Fran-çoys d’Eerfte defe ftadt met'veertigh duylènt mannen belegert j want in ’t jaer 1541, beftooc hy ( om ’t ongelijck dat hy voorgaf van Keyfer Karei de Vijfde aen hem gedaen , ) dit Graef, fchap te beoorlogen,en fond daer den Dolphijn met een fterek leger, terwijl den Hertogh van Guife een andere oorloghsmacht naer Luxen-burgh voerde. Den Dolphijn belette Perpignan , in meening van dat t’overvallen, doch ’t geluckte niet ; want de Keyfer had al ’t gefchut , dat hy t’Algiers gewonnen had , in dele ftadt gebracht, nevens een belètting van acht duylent mannen : dit volck deê lbodanigh een ftereken uytval,, datfe ’t gelchut der Françoy-ïèn vernagelden , en een deel van ’t lelve in de ftadt brachten. Dit ongeval, gevoeght by ’t on-gemack van ’t weder, deê de belegering met verlies opbreken j en hoewel ’t voornemen der Franlchen toen niet geluckte, lbolchijnt evenwel , dat het Nootlot defe eer aen hen gewey-gert heeft, om die aen Lodewijck de Dertiende, toegenaemt de Rechtvaerdige, te fcheneken, welcke , geholpen door de wijsheyt en dapper-heyt van fijne grootfte en befte dienaers, dele ftadt belegerde,te meer dewijlle niet wel verfien was van alle noodige faken, hoewellè een lleu-tel des Rijeks wort geacht : dus wiert in vijf maenden een ftereke plaetfe gewonnen, be-quaem om een beleg van vijf jaren te verduren. Perpignan is van ßnderling belang voor de Kroon van Vranekrijek,- want ten eerften, ly verlèkert Languedoc, lbo dat Narbonne en Leucate , eertijts foo geacht, nu als onnut fijn voor een Staet, die ftercker plaetlèn heeftbuy-ten fijne grenfen : ly maeckt den Koning mee-fter van een Graeflchap dat aen Vranekrijek paelt, groot in fijn begrijp, en vruchtbaer in alle lij ne deelen , ’t welck van de Hiftorylchrijvers het mergh en den arm van Spanje wort ge-naemt: ly opent boven dat een vryen deurtocht naer Catalonien , ’t welck Vranekrijek te voren heeft geacht als een lant leer moeyelijck om te bewaren. In ’t kort, Perpignan ftaet noch onder de Franfche heerlèhappye ,- en dewijl byna een yder dit beleg gefien, ofte daer van gehoort heeft, lal ick ’er niet meer van leggen,- want de triomfen van den laetft-overleden Koning veroorfaken foo wel ftoffe om lieh daer over te verwonderen, als onvermogen om die na waerde te befchrijven.


PRO-

-ocr page 247-

Talen.


Lucht,


Re^erèn^e.



OVEN


It treffelijke deel van Vrank-rijek, ’t vvelck cock aen gene zijde van de Rhofne tot aen de Garonne toe ftreckt,heeft den naem van Provence, ora


provincie gereduceert is, welchen naem het noch ter tijdt behoudt door uyrne-mentheydt ; om te toonen datfe de cerfte, niet in de ordre, maer in waerdigheyt, on


C E.


wille van René, niet fonder tegenfprekinge, en groot verdriet van René Hertogh van Lothringen.

In dit landt hebben eertijdts gewoont de volckeren Salyi,


Aquenßs, Arelatenfès, Sextani, Sentii, Ebroduntii, Linienfis, tt-'oeud, Vefdiantii, Sanicienfis, Tgerucii, Vencienfes, Vulgientes, Apten-dat het van de Romeynen, fis, Rejenfes, Otaviani, Commoni, Eorojulienfies, Segefiorü, Al-veel jaren voor Chrifti ge- bid, Oxubii,Deciates, cmnActc. bootte, in de forme van een


'eren.


der alle Romcynfche provinciën is : want het gantfche landt van Narbonne’t alderfchoonfte is van geheel Vranek-rijek.

Provence is in het noorden bepaelt met Daulphiné, en wordt daer van gefcheyden door het geberghte van Velay, en een deel van de riviere Durence ,• in ’t ooften wordt het befloten van de Alpes en de riviere Varo, aen welcke'rs flinc-ker-zijde gelegen is Nice, daer Italien begint ; in ’t zuyden wordt het aengefpoclt van een gedeelte van de Middelland-fche zee,genpemt de Franfche zee ,• en in ’t wellen heeft het voor limiten ecn deel van’t Vorftendom Orange, en het Graeffehap VenifTe (welcke landen eertijdts onder ’t gebied van Vranekrijek hoorden, en leden defer Provincie waren, maer nu ter tijdt andere Heeren hebben, ) ten deel oock, de gehccle riviere Rhofne, van Lyon tot Arles toe.

Alhier is een gefonde, foete en fuyvere lucht ; behalven overvloedigh koorn, brengt dit landt menigerley andere fchoone fruyten voort, fonder groote moeyte ofte arbeydt van bouwen : daer waft foo groote menighte van vijgen en rofijnen, dat ’et meeftendeel van Europa daer mede voor-fiien wordt : de rosmarijn, myrten, geneverbefyen, en andere diergelijeke kruyden wafTen hier van felfs in overvloedt : kaftanien, citroenen, orangien, granaten, faffraen, en rijs, zijn daer feer veel. De wijn-ftocken dragen koftelijeken wijn. In fomma , dit landt heeft overal goeden vetten grondt.

Van d’oude Graven van Provence wordt weynigh in de hiftorien gevonden. Ten tijde van Ludovicus de V111, Koning van Vranekrijek ( gelijck men in d’oude jaer-boecken leeft ) is geweeft eenen Raimundus Berengarius, Grave van Provence, wiens eenige dochter en erfgenaem Beatrix, Karel, Hertogh van Anjou en Grave van Mans, fone des felvi-gen Konings Lodewijck, ten houwclijck nam, daer mede hy kreegh’t Graeffehap van Provence, nae welchen in de regeeringe gevolght is Karel, genaemt Claudus, oft de hinc-kende. Prince van Salerno en Koning van Napels ; wien fuccedeerde fijn foon Robert, HertoghvanCalabriencn Koning van Napels ; defen volgde fijn nichte Ioanna (welc-kers vader Karel, Hertogh van Calabrien, te voren overleden was, ) by Teftament Koninginne van Napels, en Gra-vinne van Provence gemaecht. Defe heeft wederom tot een fuccefTeur gefielt en nagelaten, foo in andere Vorftendom-men, als oock van Provence, Louys van Anjou, fone van Koning lohan van Vranekrijek, dien fy, in fpijt van hare tegenpartye, voor haer kindt hadde aengenomen. Nae defen Lodewijck is fijn fone, Lodewijck de 11, Grave van Provence geweeft : wien gevolgt is fijn foon Lodewijck de 111, die oock fuccefTeur van het Koningrijck Sicilien, en ’t Her-toghdom Calabrien verklaert was van Ioanna de 11, Koninginne van Napels : defe , als hy geenen erfgenaem hadde, heeft fijnen broeder René van Anjou, met bewilliging van de felve Koninginne Ioanna de 11, gcfubftituecrt. Defe René, (niet willende refigneeren aen René Hertogh van Lothringen , foon van fijn dochter lolante, het recht dat hem competeerde in’t Koningrijck van Napels en Graeffehap van Provence,) transfereerde het felve aen fijnen broeder Karei Grave van Mans ; welcke, oock berooft zijnde van fijn cenige fone Karei, den Koning Lodewijck den XI erfgenaem aller fijner goederen gemaeckt heeft j hoewel fom-mige fuftineeren, dat fulcks gefchiedt is door den uyterften

Yrtiwkrijck,


Onder ’t Parlement van Aix in Provence hooren, bchal-ven vele andere kleyne fteden, twee Aertz-biflchoplijcke, en elf Biffchoplijcke. De Aertz-bifTchoplijcke zijn Sextid, en AreUte -, dat is, Aix en Arles.

Aix wordt van Paterculo, Soli no, en Ptolemæo Ac^ua Sex- Ai tilt Coloma geheeten : Plutarchus, in ‘t leven van C. Alarius, noemtfe Sextilia j cn in de reys-tafel Aqua Seßia -, in het op-fchrift eens oude fteens, die men noch hedensdaegs te Lyon in ’t kloofter van S, Bcnediótus fiet, als oock in ecn ander, die te Aix is, wordt fy Coloma Iulia ad Aquoi geheeten ; in een oude medalie van Vefpafianus, fbo Hubert Goltzius gè-tuyght, wordt het vijf-cn-twintighfte legioen Colonia Iulia Aqua Sextia genoemt Aqua, om dat aldaer warme baden zijn, waer van defe ftadt nu ter tijdt Aix genaemt wordt -, en Sextia, nae den Romeynfehen Burgermeefter C. Sextius Calvinus, die, in ’t 65o jaer van de bouwinge der ftadt Romen, overwonnen heeft het volckder Salyorum, en defe Colonie Aquagt;s Sextias gcfticht, op dat hy daer guarnifocn fbude leggen, om te dwingen, en van de kufte re verdrijven, die de burgeren van Marfeillen fecr quelden, welckenice machtieh genoeeh waren haer tcçcnftant te deen j hier van mach men lefen Livium in ’t 61 boeck. Defe ftadt is oock, nae C. Iulius Caofar Auguftus, Iulia Augufia genoemt, die de felve met voortplantinge vermeerdert, en de oudtftc fólda-ten van het vijf-en-twintighfte Legioen aldaer gebracht heeft. Alhier, en eensdeels in Italien, in Campo Raudino, heeft C. Marius de Duytfche volckeren Cimbros, en de Ti~ gurinos tx\Ambrones, volckeren uyt Gallia ■gt; die haer by de Cimbren gevoeght hadden, overwonnen, en t’eenemael verflagen.

Arelas wordt foo geheeten vân Orofîus, en Aufonius, die Ade's-. haer oock datas noemt, en Cxl-àx. Ar elate, gelijckoock Plinius, Suetonius, en Mela ,• Strabo noemtfe Arelata, Pto-lemæus Arelaton Salyorum Coloniam, gclijck oock vele oude fteenen. Salyorum wordt fy geheeten nae de oude volckeren Salyics, en Sextanorum nae het fefte Legioen , ’t welck hier eertijdts fijn quartier hadde j hedensdaeghs heet fy Arles. Feftus Avienus verhaelt, datfe eertijts van hare Gricck-fche inwoonders Thelincn genoemt was -, en Scaliger feydt, dat men aldaer noch in een colomne ecninferiptieleeft, waer in fy Mamiliaria geheeten wordt; Keyfer Fl. Con-ftantinus heeft haer den naem van Conflantina gegeven, en geordineert dat men daer den landt-dagh van feven Provinciën fonde houden, als van Vienne, van bcyde Narbonnen, van beyde Aquitanien, van Novem populania, en van de


Alpes aen de zee gelegen ; Aufonius noemtfe oock 'trranÇli Roma. Sy leydt nu ter tijdt aen de flinckcr-zijde van de Rojnen. Rhofne, hoewel de oude reys-tafel haer aen de rechter-zijde fielt, alwaer nu Languedoc is. Aufonius fchrijft, dat de R hone eertijdts door defe Stadt liep, en die in tween deelde. Nu ter tijdt iflefeer verandert, nae dien fy maer aen eene zijde van de Rhofne naer Italien toe light, cmcingclt met broecken en moralTen, in welcke veel fchoone oflen geweyd worden. Men meent dat defe ftadt in vorige tijden veel grooter was, en dat de Gotthen het trefFcIijckfte deel daef . van vernielt hebben. Dat ’ct een Voorname koopftadt was, blijekt genoegh uyt Aufonio. Sy was eertijdts oock een acn-gename refidentie der Bourgundilche Köningen, en daer nae der Graven van Provence. De eerfte Biflehop aldaer is geweeft, foo men feyt, S. Trophimus, ecn difcipel van den ' H. Apoftel Paulus in Vranekrijek gefonden, in het tweede jaer der regeering des Key fers Nero, uyt wiens fonteynen (als de Paus Sofimus fchrijft) geheel Vranekrijek de rivieren van ’t Chriftelijck geloof ontfangen heeft. Defe Stadt is feer beroemt van wegen hare Prelaten Honoratus cn Hilarius. Aldaer is oock een fterek kafteel.


De


-ocr page 248-

BeUegaeae »


2.6


Tgt;tne


G-aff


S- ^ßnu


P-rrtJe Cead/idet^


LfttJun


S- Lavenj dee -.didrej


lui’


Caea^ßant


Embrun


S' Ctement


Gtigtifflnt.


Viallanea


- No^a


fTêrreta. ^ir


3^gt;tJmala il



S-^dlaunec

là r


t-t Jhierrt^


Zf Ct^bilar


xi Chtoft


^Braxtes


-4ioKt Ventpu^


^^ent^lahin '*


Sarcilldnß ttee -^eealee


il


tO Jteteli


ihsMH


^iSa aß»


Tilar


30


Vatercren. Jn^aJieebf


RdGnete-' ' • nbsp;nbsp;,»’’' ^^ontltrun


•Sault

•stent'. Criu ^onte


J“- Cerni


lâ^aChtiu.


.Aißeti


i^ntentw


.a .a


•fîmiecn


jßZePa^ue^üvn-' Reder tier Jy 4*«^


ea Om^rgufj


•di.SaJ/ür


Carmuflt


Val Saimte


SatMt


Jüut^te


mene , ZeReteat


VetUtMtie


quot;^t.h^ejete

'nienaa^^ VaeRirea


•Feleauiuùr


Ceüehriene

■^eyeenet


.Harcfitii


^ntrat^uet Cltunena

^S^ttnJre


'Soi'tce^


z

^dnden


Ji-ciUatit


'iSh RecMuent


‘‘Vjf 3e ïtfara^


Vernam


IS^ZeCaßettet n,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\llentj,dÜr

Lb e k o

^lnérea nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-^“ 'fiafi

^d.Alartiet ^Ladiouir

•i^fneeu


it


'^uee


Vetleren


jtax


Brandij Caatela s


'Jgt;e)KanJAr


'•d/ratBhne


G/andetve


“ S.^inianin


44


Plana


_ lal hßidene.

Ptrbua . fc;


d •tteat^naee nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-


■SSaletca


^arjojne


^fteale


'■^erueil


^•^ntvnln-


ttiareiu


â ...Ji:


•Ulmet


tlaeneu


*'t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ß^eRa^uetie

ZeVerdtere


Clauvtrt^

■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;^b


Û It^Breenele d^ne L^Ragae nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Xgt;l


vitte Creß


iTörotut


amp;eidàeen.


La Oartle

Ä Caliae


■lt;■»££5 note STECjtllIiS


■^Lfdtirliie

'et nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•*


Ca^oniea


'Tirretea


dttgute


Jr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ernaßr/

ZeVittar •^aeimie 4^


O Ciii^ax


iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiM'i'iiiiiiiiiiiiinr


W!a ’ war

4tgt;i


4‘gt;


30


■««iimMWMwnwnnni^


-ocr page 249-

P R C V

■JlfarfeiSe. De Eiflcho'plijcke itcdcn van Provence worden cîfge-teît, onder wclcke MarfciUcn, nae ’c Aertz-bifdom Arles, d’eerftc is. Dcfc ftadt wort van aile de Latijnfchc, en foinmi-ge Grieckfche Scribenten, geheeccn by Strabo, en Stephanus, in d’oude medalicn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ptolemæo Ma-

falid, en nu tegenwoordigh Marfeille. Sy is een Colonie der Phocæcufer Griecken uyt kleyn Afien, gefundeert, nae het getuygenifle Solini, in de 45 Olympiade, ten tijden van KoningTarquinius,gclijckIuftinus in lijn 43 boeckfchrijft. Plutarchus, in ’t leven van Solon, feydt, datfe gefticht is van Proto ofte Protis : Strabo fchrijft, datfe gelegen is aen een fteenachtige plaets, by den uytgang van de Rhofne : in een diepen inham, en als een hoeck der zee, feydt luftinus. De Malfilienfe Republijcke wordt van Cicero foo feer geroemt, dat hy, in fijne defentie van Fontejus, voor het Roomfche volck opentlijck durffeggen, dat de difcipline defer ftadt, niet alleen Grieckenlandt, maer oock alle andere natiën wijdt te boven gaet. ’t Getal der Biflehoppen defer ftadt wort gerekent van S. Lazarus af, welcken Chriftus van de dooden verweckt heeft. In’tjaer 1614 is tot Biflehop ge-wijdt Françoys de Lomenie.

'Aniert De andere Biflchoplijcke fteden zijn Dine, TiiniA Flinii ßeds». in Ebroduntiii ; Dinia ftolentAO i» Sentiis, Grajjinfe oppidum^ nu Graßo. Glandeve, van de Geleerde Glanate geheetenj Ne-titia Ero'vinciArum GaHt/n noemtfe GUnnatena Civitof-, in andere boccken wort fy GlanaticA en GlAmnAtenA genoemtfy dwalen, die Plinii, Mela: en Antonini GlAnum met Glannate confundeeren} want Antoninus ftelt GlAnnm tuflehen Cha-lon en Arles, waer van Glannate verre gelegen is. Wat en waer Glanum nu ter tijdt is, weet men niet. Senas, Sanition, een ftadt der VefiAntiorum, in de Alpen aen de zee gelegen. S. Paul de Vinces is Ptolemæi Vincium, en Dionis VentiA,ç.QXi. ftadt der Nernfiortim in de zee-alpen. Apt oft Apt a IuUa is van Plinio Vnlgientium genoemt, en van Antonino Aojia IuUa en Abe IuUa, doch qualijcken, naedien men in de befte exemplaren Apt a IuUa leeft, gelijck oock in de reys-tafel.

F N C F.

Ries oft Rejus word in i^titia ProvinciArum''^d'lfA, CivU^s Eejenfium ^chcziQ'n, in d’oude reys-tafel Reis ApolUnAris. Fe-riuls , is van RIahco ad Ciceronem, Forum lulii, van Ptolemæo Forum luiittm Commonorum urbs, en in Goltzi Medalie van Auguftus,CoL. IvL. OcTAv. genocmt, cn vaiiPlinio Forum lulium Ociimorum Colonia, die oock Pacenßs en daß ficA geheeten wordt; hier is nu ter rijdt een goede zee-haven. Cifteron heet by Antonino cn in de oude reys-tafel Segußro : lofephus Scaliger, in fijne brieven aen Merulam, maeckt ’er Plinii Ceßero van, ofte Ceßero-, Merula meent, dat Plinii Cejßero met Ptolemæi Ceßbro, ( het welche onder To-louze en Carcaflbnegerekent, en nu in Languedoc Ca-ftres genoemt wort ) doorgacns eenderley is. Tolon, van dê Geleerde Telonum, en van Antonino Felsnum Martium ge'-noemt, is een ftadt, gelegen in de binnenfte inwijek der zee, negen mijlen van Marfeille. Behalven defe voor-genoemdc Biflchoplijcke fteden, zijnder noch eenige andere,niet wey-niger beroemt, en in oudtheyt excellerende ; als Antibe, Antipolis Eeciatorum Oppidum, Ptolemæi, en Plinii ; Tacitus noemtfe N^arbonnenfis GaIUix. Municipium ; en in de Medalie van deKeyferTitus, wordtfy geheeten. Ptolemæi en Melæ Olbiu, wort nu ter tijdt Yeres ofte Hieres genocmt, is gelegen aen de zee, bynae drie mijlen van Tolon. Tegen over defe ftadt leggen die vermaerde eylanden, welche van Ptolemæo5/ô^rÂ4^er, en vanStephano Ligußides genoemt Worden, en hedensdaegs les Ißes de Teres, nae de ftadt Yeresj aldaer vindt men de befte korallen,die in de Liguftifehe zee mogen zijn. S. Maximin meent men Antonini Tecolata te zijn,en is gelegen fes groote mijlen van Marfeille naer het noorden. Taraßcon Strabonis, ofte Tarußcon Ptolemæi, leyC aen de flincker-zijde van de Rhofne, hebbende tegen over, aen de rechter-zijde, Rello quAdra, oft BeAucAtre, van welche het alleenlijck door de riviere afgefondert is. De fteden Sault en S. Gilles, zijn oock met den tijtel van Graeflijck-heden verheerlijckt.



-ocr page 250-

Het Prinsdom

E Landen en Provinciën, die nu ter tij tin S de befchryvinge van

Vranckrijck van de Cojmographis ofte We-reldt-belchryvers ver-haelt worden, behoo-__ ren fommige onder denKoningjCn worden in acht Parlementen

verdeeltandere hooren niet aen de Kroon,

maer ftaen onder de gehoorfaemhey t van haer Ondéta»‘ eygen Heeren. Dele zijn ofgeeftelijckeoft we-j-eltlijcice perlbonen : onder den Geeftelijcken

nn.

Tak».

Vrucht' iaerheyt. Rivieren.

Heer, dat is, den Paus van Roomen, ftaet het Graeffchap Avignon : onder de wereltlijcke, de Hertoghdommen van Savoyen, en Lothringen; de Prinsdommen Bearn en Orange; en dé Graef-lijckheden Bourgogne, en Charolois.

Het Prinsdom Orange is gelegen in Narbonne , weick eertijts Gallia Braccata wns, en aen de Middellantfche zee leyt, door de rivier Varo en de Alpes van Italien gefcheyden. Het heeft fijn naem van de hooftftadt Aurange of Orange, en leyt midden in Avignon, gelijck uyt defe kaerte blijckt. Aen het weftelijckfte deel van defelve vloeyt de Rhofne, byna half-maens gewijfe; hier en daer naer het Noorden liggen eenige hoogh-ten als Horens.

Dit lant is heel vruchtbaer, en wort bewatert van de Meine, Louvefe,en Egues,diein de Rhofne loopen. Het is maer vijf-en-twintigh Franfche Oude in- mijlen in fijnen omloop. Eertijts hebben hier dc »'oo«4/w«. Ca’ipares en die van Orange gewoont, wiens ftadt, dorp, oft wooninge in het regifter der Provinciën , onder het eerfte quartier van Vienne, en FElPefché d'Aurange gcnoemt wort.

De fladt Dcfe ftadt is by Strabo, Ptolemæus, Sidonius, Plinius , en Mela bekent : de Franfchen heetenfè

Aurange oft Orange, de inwoonders Aurage, de flechte Latiniften Aurafio en Auraica, de geleerde Aratißo Ca^arum : Pomponius Mela, Colonia Secun-danorum, want aldus vint men in een oude fteen

gehouwen,

Cob ÄVRASIO. Sec vndanorvm.

COH. XXXII. VOLVNT.

Binnen de fladt Orange is éen Biffchoplijcke floel,en een Academie, doch niet feer vermaert. Men fiet daer veel overblijffèlen van oude Anti-quiteyten, onder andere het Theatrum en den Arctic ‘Triumphalis^^Len de poort daer men naer Lyons gaet. In defe Arcu^ ofte boge flaet een gevecht te paerde,fbo konftigh uytgehouwen, dat het de befienders dickmaels op-houdt. Men meent datfè C. Marius heeft doen maken.

In het gemelde Prinsdom liggen noch eenige binder» kleene fleden,als Martignan, CadaroulTe, Cour--^*^^^* tezon , Caufans, loncquieres, S. Andrée de Ra-mieres, Brabayon, en andere.

Derbous leyt buyten defe halve maen, in een DerbßUSt kleen lant en begrijp befloten.

De hooftftadt Orange is met een fterckka-fteel, nu ter tijt op de Nederlantlche manière, door order van Maurits Prince van Orange H L.M. fbo verftercktjdatlè voor onwinbaer gehouden wort. Defe ftadt is meeft vermaert door de Synoden aldaer gehouden, eerft inhetjaer 441, ten tijde van Paus Leo, om de kerckelijcke order te vernieuwen. Op dit Concilie is onder andere geweeft Eucherius BifTchop van Lyons. In het jaer 462, als Hilarius Paus van Roomen was,is aldaer het Concilie tegen de overblijffelen der Pelagianen gehouden,alwaer van de Genade en Vrye wil, door order van de Roomfche Stoel, gerefolveertis. Wederom in’tjaer 526 is, door, bevel van PausFeIix,aIdaer een Concilie gehouden , waer uyt de H. Cæfàrius BifTchop van Arles een brief van de Genade en de Vrye wil gefchre-» ven heeft, die door den voornaemden Paus bc^ veftight, en over al gefonden is.

Hedensdaeghs is Prince van Orange F R e-DERicK Henrick, GravevanNafTau, en Gouverneur Generael van Hollandt, Zeelandt, Wtrecht,Groeningen en Ommelanden,amp;c. wijt beroemt door fijne groote viélorien, fone van Wilhelm van NafTau en Loyfa, dochter van Caf^ par de Coligny, Admirael van Vranckrijck.


Vranckrijck.


Yy


Het


-ocr page 251-

/Loü. Lamp;4Ë»erorL Jiont



S. óiivorzn__


,^^2jaßShä«*-lt;*•''■


Saul


'^ubie^tL.


'Durance


Ca»rtcrc5


Laines


Âurel


quot;'Tiiitr de Se '' 5 '- 1 bron-


L/tlioche


y relia me


J'auburn


Har.ie Sslri^-


^/^ars


ATrematit


et PnifTant


Seigneur


de Na{rau,Catzenelbog


ViandenJîietz.Lingen


Meurs , Buren


S. Laurent iamp;s Avirss'


ia'Jioiiiys et vitales T. Tmr

H.Jlsliii

'B.'Biis


S.Èatttiani ia Vïen,:


.jUltoflM- -'i — -


-ocr page 252-

On4er jvitn ecrtijdti.


Riviere».

Oude In-tvaouderen.




Et Graeffchap ATi^tgnon, gemeenlijck Ie Comtat de Kenaißin genaemt, behoort onder het gebied van de Paus van Roo-men, en heeft totge-buuren aen het weften Languedoc , daer het de Rhofne van fcheyt ; aen het zuyden en oo-


ften Provence ; aen het noorden Delphine. Het heeft op verfcheyde tyden verfcheyde regeerders gehadt ,* oock de Romeynen, na datfe haer


vryheyt verloren hadden, gelijck Gallia Narbonenfis ofte Narbonnois, waer van Avignon een deel is. De Romeynen verdreven zijnde , hebben de Gotthen hier geregeert j na defe de ßour-goignonsj ten laetllen de Françoyfèn.

Karei de Kaluwe, Koning van Vranckrijck, heeft dit Graeflchap aen Bolon, die fich Koning van Arles lchreef,gelchoncken. Als Keyler Otto het Rijck van Arles verovert hadde, heeft hy oock dit Graeffchap ingenomen, welck de oor-faeck is, dat noch op heden verfcheyde plaet-fen het gebiedt van de Rijcks-kamer onderworpen zijn. Daer na is het onder ’t gefagh der Graven van Provence gekomenjwant Karei de broeder van Lodewijck de IX, getrout hebbende Beatrix, dochter van Raymund, Grave van Provence, heeft oock defè Graeflijckheyt bekomen. Defe heeft daer na het Koningrijck van Napels en Sicilien ingenomen, welcke,als oock de Graeflijckheyt van Provence, fijn nakomelingen ge-erft hebben. Onder defèisgeweeft Ioanna del, dochter van Karei, Hertogli van Calabrien, die dit edele Graeffchap aen den Paus Clemens de VI gegeven heeft, in betaling van de achterftel des tribuyts van het Rijck Napels, daer den Paus Zich Beneficiarius ofte Leen-heer van noemt, en deshaivenTerraPap^ j ofte het lant van de Paus heet.


De hooft-fadt Avignon.


Avignon wort befproeyt door de Rhofne, Durance,en Sorge. Eertijts hebben hier de Caygt;areSf Meminif Vocontü, en Allobroges gewoont. Dit lant heeft vier Graeflijckheden , een Aertzbifdom Avignon j en drie Bifdommen, Carpentras, Ca-vaillon, en Vaifbn, den Aertz-biffehop van Avignon onderworpen.

De hooftftadt is Avignon,gelegen op de flinc-ker zyde van de Rhofne , hebbende een kafteel aen de eene zyde. Het lant is daer vruchtbaer en goet , men verwt daer laken en fijne hoffen, men maeckt ’er oock veel papier. Alhier leyt een brugh over de Rhofne, die,als oock de gant-


fche riviere, den Koning toebehoort, behalven een kleen deel dat onder den Paus ftaet, ontrent de poort van de ftadt Defe had is door het getal van fèven,dat het aller.volmaecktfteis,vermaert : want alle de heerlijeke gebouwen vandefèlve zijn fèven. Daer zijn I feven palleyfèn, II fèven parochiën, III feven gafthuyfen, IV feven vrou-wen-kloofters , V feven collégien , VI feven conventen,VII fèven poorten. De Hooft-kerek is ter eèren S. Maria gebouwt. Daer is oock een klooher van Carthuyfèr Monicken, dat alle de kloofters in Vranckrijck paffeert. Hier is oock een Academie ofte Hooge fchool, welcke, als de Paufèndaer woonden, fèer vermaert was: de lèlve heeft oock beroemt gemaeckt Paulus à Ca-fl:ro,door fijn uytlegginge op de Wereltlijcke ofte Keyfèrlijcke Rechten, welcke de Avignonfche leffen genoemt worden : aldaer heeft oock Pro-feffor geweeft Andreas Alciatus. Onder de pal-leyfen is vermaert, dat men Brufle noemt. Hier heeft Paus loannes de XXH het Roomfeh hof geftelt, en de Paufen tfèftigh jaren gewoont.

De andere fteden zijn Carpentras, Cavaillon, Andere Veyzon, waer vanteRoomenin de kerek van de H. Padentiana aldus ftaet :

C./aCILIO. C. F. MARTIALI VASIONE.

VETER. EX. COH. XII. PR. M ILIT A VIT. A N-NIS. XVII. VIXIT. ANNIS. LV. M. I. Q. DO-MITIVS. ADIVTOR. HERES. CONSORTI. SVO. BENE. MER. FECIT. ET SIBI.

De andere kleene fteden gaen wy voorby .Eertijts is niet verre van Avignon, ter plaetfe daer de Rhofne en Sorge in een loopen, een ftereke ftadt geweeft, die Florus Vindelium heet : nu ter tijt feggen fomraige dat aldaer Portas TrallU, la Traille leyt. De fœippers van de Rhofne noemen een touw waer langs men met ponten over de Rhofne vaert, een Traille, defe is daer over geleyt, om dat defchepen, in het over-varen, door de fhelleftroom niet fouden afdrijven. By Avignon leyt oock Vauclufe,daer de Philofóoph Vauäuß. Francifcus Petrarcha , willende iet bedeneken en overleggen , heli plach te begeven. Dit is een genoeghiijcke valleye, met fteenklippen, waer uyt feer heldere fonteynen en wateren vlieten, omçingèlt. Van Avignon fchrijft Iulius Scaliger aldus :

U'ïï' i^ryheydt en manier ygt;an le'ten by de y^roomenf Maeckt datghy ^ijt gelijck een f^eedefladt quot;yan Roomen;

Groot s^ijn u Fempels^ groot is uyter huyfin eer, Maer dit noch grooter is, ghy « eygen Heer.


o

-ocr page 253-

Vrttcht-baerhejt.

Olphinaet grenfl: in het zuy-óen aen Provence,in ’c noorden aen Breffe , daer de Rhofne tuflehen beyden loopt, en aen Savoyen ; in het weiten leydt het Graef-fchap Venaflin, in’t oollen Piemont : het Itaet onder het Parlement van Grenoble; en heeft fijn naem van Chait eau-dolphin.

jHWOBude^ rt» aert.

Oude vole-

Fiennt.

Het is vruchtbaer van ver-fcheyden faken, maer niet overal ; want ontrent de bergen ( die hier veel zijn, en met verfeheyden namen, ) is ’t dor en onvruchtbacr.

De inwoonders roemen feer van haer vryheyt, die fy Godt en het vergieten van haer bloedt alleen toefchrijven. Het zijn dappere en onvertfaeghde foldaten, en t’huys vernuftige koop-luyden ; doch worden fy van haer naebuuren in loosheyt lichtelijck overwonnen. De landt-luyden zijn bot, boers, en ongemaniert. De edelen en Itec-luyden zijn beleeft, en gantfeh niet hoovaerdigh ; hebben goet verltant, en zijn genoeghlijck, met een gematighde graviteyt; fy beminnen en begrijpen alle konlten,doch meelt de Mathema-tifche, en onderlbecken alle fecreten der natuure. Alhier hebben eertijdtsgewoontde AllohrogeSyVienneafes,Caturi-' ges) Ebrodttnenjes ,Segalaiinii, Valentini, Vocontii, Deenfès, Gratianopolitani, Vricaflini, Vapincenfes, en 'Branno'vii. De Itadt en ’c gebied van Vienne, in ’t regilter van de Franfche Provinciën, wordt nu l'Archevefché de Vienne, Vieïinenfium van Plinius, en van Cæfar Caturiges genoemt. Men meent dat noch hedensdaeghs het Itedeken Charges, by de Durance , niet verre van Ambrun gelegen, den naem behouden heeft, Weickede Geleerde meenen de hooftltadt van de Caturiges te wefen. De Segalauni van Ptolemæus, zijn die van Pays de Valentinois, en nu HEvefihe'de Valence-, want Valence is by Ptolemæus de hooft-ltadt van Segalaunois. De Vocontii zijn nu die van le pays de Dieu tot aenVaifon. In’t regilter van de Provinciën wort HEve/che'deDie', de Itadt Dienßum genoemt, en ƒEvejchéde S. Anthoine de Tricaßin, de ftadt ^ricaßinorunt. Het felve regilter heeft in’t derde quartier de ftadt Vapenfium, die men nu l'Evefché de Gap, en Le pays de Gapençois noemt. Men feydt dat de Erannovii mede onder dit landt hooren, om dat de naem van de ftadt Brianfon fulcks fchijnt mede te brengen.

Hier zijn feven voornacme Steden, daer twee Äertz-bifdommen onder zijn, te weten Vienne en Ambrun, en vijf Bifdommen ; de andere fteden zijn van minder importantie.

Vienne was eertijdts de hooft-ftadt van de Allobroges, foo Strabo fchrijft, leydt aen de Rhofne, feftien mijlen van Lyons, gelijck Seneca feydt in het klucht-fpel van de doodt des Keyfers Claudii. Aufonius noemtfe Alpinam, als by feydt:

Ædues, Alpino, tyuaque Vienna lugo.

En elders :

Alpinis opulent a Vienna colonis. in ballingfchap geleeft heeft : daer is noch een tooren nae hem genoemt, en een oudt duyfter beeldt. Van de oude oneenigheden en haet tufl'chen die van Vienne en Lyons, om de heerlchappy, en præ-eminentie, kan men Tacitus lefen in het eerfte boeck van fijn hiftorien. Suetonius verhack , als Keyfer Vitellius tot Vienne in de Vierfehare fat, om recht te doen, dat ’er een haen eerft op fijn fchouders, en dacrnae op fijn hooft quam ftaen, welcke de waerfeggers beduyden, dat Vitellius foude van een Fransman omgebracht worden, welck foo gefchiet is ; want hy is gedoot van de overfte van de tegenpartye, Antonius gebeeten, geboren te Toloufe, die in fijn jongheyt Beco hiet, welck den beek eens haens te feggen is. Vienne heeft in’tjaer iy45,doorde hooge vloeden van de Rhofne, groote fchade en ellende geleden. Totlofvan dekoftelijeke Tournoifche wijn mach men hier byftellen, het gene Plinius eertijdts van de felve fchrijft: Men heeft nu ( feydt hy) een wijngaert gevonden, wiens wijn van felfs nae peck fmaeckt,en ’t landt van Vienne vermaert maeckt, amp;c.

Sy is hedensdaeghs niet alleen een Aertz-bifdom, maer oock een Hertoghdom, Duché de Viennois. De eerfte Bif-fchop gt;nbsp;foo men meent, is geweeft Crefcens, de difcipel van S. Paulus. Mamercus is hier oock BilTchop geweeft, welc-ke, foo fy feggen, de ftraffe die de ftadt over het hooft hing, met proceflien, om te bidden ingeftelt, die de nakomelingen noch onderhouden, afgekeertheeft. In’tjaer i6iy was Hieronymus de Villars de loé BilTchop. Onder de treffelijekfte mannen aldaer geboren, zijn geweeft Ado van Vienne, een Schrijver van hiftorien en van’tMartelaer-boeck : en Claudius Mamercus, autheur van de geleerde boccken van de ftaet der zielen, Men feydt dat Pilatus hier

Vranckrijck^

Antbrodunum, dat is, Embrun , leydt rondom in de ber- Etnbrun, gen, die vruchtbaer zijn, en fchoone wijnen, en andere heerlijeke vruchten voort-brengen. Alhier heeft eertijdts Aertz-bilTchop geweeft Guilielmus, die, door’t bevel van Paus Bonifacius de VIII, het felle boeck der Decretalen verandert, en byeen geftelt heeft. De inwoonders ftaen onder hare BilTchoppen, die fy Princen noemen. Defe ftadt heeft vele en groote privilegiën van de Köningen vanVrank-rijek ; onder andere abfoluyt recht, Ibndereenige hooger overigheyt te kennen; een vrye munt, en diergeJijeke Ko-ninglijcke vryheden, die men regalia noemt. Sy is de hooft-ftadt van Ambrunois.

De vijf Biflehoplijeke fteden zijn Valence, Dié, Greno-, Eiflow ble, S. Anthoni deTricaftin, en Gap.

Valence heeft fijn naem niet van Keyfer Valens ofte Va- Valencéi lentinianus, maer van dekloeckmoedigheytderloldatcn.

Hier is een Biflehoplijeke ftocl, een Recht-banek, en Aca- AiadefKÏii demie, in de welcke eertijdts lacobus Cujacius, deeere van de vórige eeuwe, geleert heeft. Sy voert den tijtel van het Hertoghdom, en is de hooft-ftadt van ’t landt Valentinois, oft Duché'de Valentinois geheeten. De Romeynen hebben haer eertijdts geregeert : in’tjaer 415’ifle van de Gotthen vermeeftert ; daer nae van de Burgunjons ; en in het jaer 576 te vergeefs van de Longobarden belegert. Men liet daer eenige vreemdigheden. In het klooftcr der lacobiner, oft Prediker monicken, is’tconterfeytfel en gebeente van de Reufe Buerdus, i y cubiten groot. Buyten de ftadt, in de ruïnen van S. Pieters kerek, is een hol onder de Rhofne.

Van ’c lichaem van htïlina, dat buyten de poorte van S. Felix in de wijngaerden gevonden is met haer çieraet, kan men by andere Schrijvers lefen.

Dia oft Dié, is de hooft-ftadt van ’t landt,dat gemeenlijck Dit, Eays de Diois genoemt wordt, heeft eertijdts een byfondcren BilTchop gehad. In den jare 127 y is ’t met die van Valence onder een vereenight van Paus Gregorius de X.

Gratianopolis, dat is Grenoble, wiert eertijdts Cularo gc- Grenoble» naemt.Van Cularo fijn de rauuren Cularenfes nturi geheeten, gelijck uyt de oude op-febriften blijekt : waervandeeene ftaet op de ftadts poort, die naer ’t zuyden leydt, de Room-fche geheeten, en d’andere op de poort daer men naer Vienne gaet.en aen de noord-zijde leydt. Sy iS daer nae vergroot, mifl'chien van Gratiaen, en Gratianopolis genoemt ; met de-fen naem is fy bekent by den H. Auguftijn in fijn 21 boeck van de Stade Godts, aen het fevende capittel ; by Sidonius Apollinaris inde 14 brief van fijn derde boeck; bvGrego-^ rius Turonenfis, in fijn vierde boeck capittel 44 : fy wordt nu gemeenlijck Grenoblegeheeten. Binnen defe ftadt is dc refidentie van het Parlement van Dolphiné : fy leydt by de Ifere, aen den voet van de bergh Chalemont,- wat figure oft fatfoen fy eertijdts gehad heeft, blijekt uyt de oude ftadts muuren en poorten. Als de wallen füllen volmaeckt zijn, die Françoys de I, koning van Vranckrijck,begonnen heeft, fal de ftadt bynac vierkant zijn. In’t noorden tulTchen de ftadt en de voorftadt, die feer fchoon is, en nae S. Laurens

tiKcr



-ocr page 254-

-ocr page 255-

L P H I K E*.

beet, looptdelfcrc, daetccnfchooneenheerlijckebrugh over Icydt. In'tzuyden loopt de foelie en fterck-ftortende riviere Drac, die de velden dickmael overvloeydt, met flijck bedeckt, en met geen dijeken te dwingen is. Het lant, rontom Grenoble gelegen, heet van het gemcene volck van Graßzoiil- Dolphiné Graßvouldan, en van fommigcG/'-t/^aZiS^^z«. Niet verre van de ftadc, naer het noorden, zijn mijnen, daer fteen, tot gebruyck der ftadt, uytgegraven wordt. Een mijl van Grenoble leydt het dorp Parifet, daer een tooren ftaec, die de inwoonders U tour S. Venin hecten, om dat alle fenijnigh gedierte, dat men daer in brengt, terftont moet fterven niemandt woont in de felvc.

S. Peul. ^_Augt{fia Vricußinoriim wordt nu S. Paul en Tricaftin ge-noemt, leydt twee mijlen van Pont S. Efprit.

Ca^. Vapingum ofte Gap, de hooft-ftadt van Gapençois,welck rondtom met bergen omcingelt is : defe ftadt, nu cn eertijts vermaert, leydt aendevoetvaneenhoogenbergh, die de inwoonders Ie col S. Digo heeten -, fy is de refidentic van de Bailjou.

y^fidere Behalven de landen die onder de fteden forteren, en daer fiedi». van dennaemhebben ; als Viennois, Ambrunois, Valen-tinois, Diois, Graiiivouldan en Gapençois, zijnder noch andere in de Franfche tacl genoemt, Le Pays du Treves, des Baronnies, en Briançonnois ; de principaelfte ftadt van de eerfte, is Mentz i van de tweede, Buys ; van de derde, Brianfon, eertijts Griganüum geheeten. Niet ver van Brian-fon leydt een fteenrots, die als een poort door-houwen, ofte open is, in de felve zijn defe woorden gefneden : D. Cxfari Augußo dedicate, falutate earn. Dat is : Sy is de Keyfer Au-gufto toegeeygent, groet haer. Men meent dat Iulius Cæfar defe doorgang in de grootc rotfe gemaeckt heeft, op dat hy daer door in Vranekrijek foude komen. Daer liggen oock de Graeflijckheden Champfunt, en Roflillon.

In Dolphiné liggen noch vele andere kieyneftedekens, die de Françoyfe Geograph! in dryen deden ; fommige liggen aen de Rhofne, als Montimarcum ofte Montelimart, en T^hinium oft Thine, welck onder de Heeren van Tournon ftaet. Aen de Ifere leydt Monmelianum, oftMontmelian, en Romanumoft Romans, beyde met kafteelen. Romanis rijek, en heeft een fehoone brugh, welcke, foo fommige meenen, en de naem fchijnt mede te brengen, van de R o-meynen gebouwt is, oft foo geheeten van die de Romeynen toegedaen waren. In de bergen liggen Talart, eertijdts Ala-montis genoemt : Charges, Chafteauroux, daer een plaets is daer men leyen vindt j S. Crifpin. Aen de bergen liggen oock Vaync, Serre, le Bayx, S. Euphemie, Vauxerregt;,Corp, laMeutre, Men, Vifible; alwaerveel marmor-ftcen en al-bafter is : Ours, Eflilles, de flcutel van Dolphiné j fommige meenen dat dit de felvc is, die Cæfar Ocelum hcct. Chaftcau-dolphin, daer van men meent dat dit landt zijn naem heeft: S. Clement leydt wonderlijck in ’t binnenfte van een bergh. Op de vlacke plaetfen liggen, Quirien, Chemicu, la Ver-piliere, Bourgoing, la Tour du Pin, Ie pontBeauvoifin, daer van de helft onder Savoyen hoort j la Cofte S. André, S. Donat, Macelan, Villeneuve, S. Marcellin, Tulins, Lam* ben, Modian, Moretel,S.Vallier, Beaurepaire, Beaupais, Muraz, Neiron , Len, Ten, Chafteau d’Imble, Aleflan, Montelier, Beaumont, Lauriol, Cret, Salliens,daermen goede fluyten en fchalmeyen maeckt : Verane, S.Paul, Aval-lon. Onder de laetfte Princen van Dolphiné was Guido, welcke oorlogh voerde tegen de Hertógh van Savoyen, en in de flagh gebleven is, fonder kinderen achter te laten; van Wien de Franfche Hiftory-fchrijvers van de laetfte tijden veel, en eenige ongelooflijcke daden fchrijven. Nae hem heeft zijn broeder Humbert het landt befeten, die ontrent hetjaer 1540, rouwighover de doodt van zijn ey gen fonc, en niet begeerende dat defe edele Provincie, nae zijn doodt, onder vele erfgenamen foude gedeelt worden, is in ’t Dominicaner kloofter munnick geworden, als hy eetft dit Prinsdom aen lohan Koning van Vranekrijek opgedragen hadde. Dolphins met conditie dat de oudtftc foon des Konings altijdt Dol- aenVj^anck^ phin foude heeten; welck noch hedensdaegs gefchiedt. In het kloofter der lacobijnen tot Parijs is het graf van Humbert , met dit opfchrift :

amp; tres-illuftre Seigneur Humbert, jadis Dauphin de Viennois : puis laijßant fi Principauté futfaicifiere de noßre Ordre, Prieur de ce Con'vent de Paris, (fi enfin Patriarche dlAlexandrie, (fiperpétuel Adminißrateur de PArcheve-fihé de Rheims, (fiprincipal bien-faiéîeur de ce noßre Con^jent. Il mourut Pan de grace mil, trois cent, cine^uante-cinc^,

Welck in Nederduyts te feggen is :

Hier ruft de Vader en doorluchtige Heer Humbert, in zijn levenDauphin van Viennois; daer nae verlatende zijn Prinsdom, is geworden broeder van onfe ordre, en Prior van dit Convent van Paris, en ten laetften Patriarch van Alexandrien, en gedurigh Adminiftrateur van ’t Aertz-bif-dom Rheims ; en is geweeft een voorname weldoender van dit Convent. Hy i? geftorven in ’t jaer der genade 15 y y.



-ocr page 256-

Het Hertoghdom


4S

N.


Outie haft-ftadt.

Nae/ff.

Oude In-woendfrent

E Savoyaerts, eertijdts Allobroges genaemt, fijn door de vidorie van Fabius, en de conjura-tie van Catilina,wel bekent. De nae-g-elaten Ichriften der Ouden betuygen dat dit gant-fche landt een Koning-rijck geweefl is, ten tijde van Hannibal, die, als Broncus met fijn broeder om de kroon ftreet, tot fcheydts-man ver-koren,hetRijckden oudtften toe-gewelèn heeft, en wederom in pofieflie geftelt, gelijck Livius in fijn 21 boeck der hiftorien verhaelt. Lucius Florus fchrijft oock van de Koning Betullus, dien Fabius Maximus gevangen hadde. Daer is oock eenen Cottius Koning van Savoyen geweeft, groot vriend van Key/èr Auguftus , welcke de Alpes y nae hem Cottias genoemt, door eenige ïwa-re wercken bequamer maeckte om te reyïen.

De Hooft-ftadt van dit Hertogdom was eer-tijdts Vienne , welcke Mela Vienna Allobrogum noemt.

Men twijfelt van waer de naem Savoyen gekomen is.Carolus Bovillus ïchrijft,dat dit landt, door de engte der wegen , en weynighte der in-woonderen,vol ftruyck-roovers en moordenaers is geweeft, die den reyfenden man beroofden, ofte doodtfloegen, en dat het daerom toen ter tijdt Mauhgt;oye, dat is een quade wegh, genoemt wierd : en als daer nae, door fekeren edelman, defe roovers en moordenaers verjaeght en verflagen waren, heeft het den naem van Sauhroycy dat is een veylige wegh,gekregen: doch wanneer fiilcks gebeurt is, vint men niet befthreven. Savoyen wort in het regifter-boeck des Rijcks ver-fcheyde-mael getelt onder de Provinciën van Gallia Narbonenßs: waer uyt blijckt, dat de naem ouder is als de Franfche ofte Savoyfthe tael, die men nu fpreeckt. Sy oordelen beter, die het woordt Sabaiidia van Sabada trecken. Plinius verhaelt in fijn 3 boeck van ’t water Sabatia, en Si-lius Italicus in fijn achtfte aldus :

C^i^ue tuos Vlay^inafocos, Sabada qui^ue Stagna tenent.

Welckluydt:

Diebinnen u Flatiina yooont, en by het Saygt;onfche ypater.

Mela noemt Sabada ofte Savone,een ftadt.Het is feecker dat de Savonefche wateren die fijn , by de welcke de Keyfer Pertinax,uyt gierigheydt, handel gedreven heeft als een gemeen man, gelijck Capitolinus feyt. Dat Plinius en alle andere Schrijvers feggen, dat de Savoyaerts ofte Sabad in Italien onder de Ligures woonen, is geen dwa-linge; dwijl Strabo getuyght,dat de oude Griechen Maflilien oock in het Liguftifche laat geftelt Vranckrijck,

hebben ,• weick van de Françoyfèn oock gedaen is, die de Gelten Ligures hebben genaemt,tot aen de riviere de Rhofne toe. Die naem is dan voort geloopen van de ftrandt des Middellantlche zees totde binnenfte plaetfen toe. Behalven de J/Zö- Allolno^eSt, broges, hebben hier oock gewoont de Centrones, NantuateSy Garoceliy Medulli, Feragriy Salaßii, en andere. Livius getuyght, dat de Allobrogesj ofte die van Savoy en,lbo rijck en vermaert fijn als eenig voick in Vrankrijck. Horatius, in fijnegedichten aen het Roomlche voick, waer in hy haer be-klaeght over de inlandtfthe oorlogen, noemt de Allobroges y ofte die van Savoyen, luyden die ontrouw en nieus-gierigh fijn,- op welcke plaets een oude uytlegger aldus lchrijfc : De Allobroges fijn Françoyfèn,ros van hair,en worden Seeiuanici ofte Bourgon jons genoemt, woonende aen die ftreeck van de Alpes,daer men van Belànçon naer Duy ts-landt reyft -, het is een nieus-gierigh voick, amp;c.

De Centroncs hebben gewoont aen de Grieck- Centrsn^st fche Alpes , daer nu Tarantaifè leyt. Men leeft inhetregifter der Provinciën van Vranckrijck, in ’t vijfde quartier van Vienne,de ftadt der Cen-tronen, dat is, Larantafiay in Françoys, l’Archeve-fché de Tarantaifè.

De Nantuates worden van de jonge Hiftori-fchrijvers op verftheyden plaetfen geftelt Mar-lianus fèt haer wooningen by de Boden-zee, daer nu Conftantz leyt. Paradinus feyt, dat het landt, en de naem van de bLantuates noch op heden is by een ftedeken dat Flantua heet, niet verre van Chambery gelegen. Van de LJantuates fchrijft lo-fèphus Scaliger aldus aen eenen feeckeren vrient: Wacht u van te gelooven d^fereen kloofterin Savoyen is, dat alfbo genaemt wort, gelijck fom-migemeenenjhet fijn die,onder welcke dat is, S. Mauritius leyt : weick blijckt uyt de ge-denck-teeckenen der martyrien en lijden des le-gioens van de Thebeen, in welcke van Oblodurus verhaelt wordt. Cæfàrftelt OFlodurum onder àe ISlantuateSy dicht by het landt van Gavot, ofte de Veragri j fbmmige lefèn Antuates. Die de LJantuates ftellen by de Boden-zee, en feggen dat het die van Conftantz fijn, dwalen foo feer, als die, die gevoelen, dat ’et het kloofter van S. Benediótus orden is.

De GaroceliÇi]ny fô Raymundus Marlianus oor- CarBcdh deelt, die nu by den bergh Cineßus, dat is, Afch-bergh, die men Mont Cenis noemt, woonen.

De nae-geburen vandevoor-genoemde vole-keren fijn geweeft Medulli, van de welcke Vitruvius in fijn achtfte boeck verhaelt. Philander en Barbarus feggen, dat het fijn inwoonders van de valleye van Cilera : Dalechampius, van Miollan-tie enTarantaife.

Het landt van de Veragri. wort van Guilielmus Paradinus genoemt WallilTerlandt, en van Ægi-dius Scudus ’t landt van Gavot, van Piçnonius het Hertoghdom Chablais, van Marlianus de

A a a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bergen


»

-ocr page 257-

^et^terej-O


(Âex Ia \,'tefl,

• **?

Vefhe



nrrio


A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lac de Ci


:ftn


ft


ft;'s


G,


ntii .ÿ’c’ÿcji


- 'Vimei'


CcnJnui


Ccnb^ut


S.SenJîb


S.Biefrs.


(jiwtitu.

(bfoilt.

Chcmilbn Q


Itif.lbvae

ùà


•Fi


Cculler


o BattoU


BKirri^02»WW--


S.Ioyf


MrJ


UneUicr


flwnuvy


S. l^itusnt


Fontewy S.StivenC


S^in


.bynebckltc JJomeßw.


‘O y. Beven.


LÿieicUc-r


ChtW^b’Me


Lgt;O^fA Q lyt-AH 4^


• tpcfn

C-Purre Q


T3avJa^n^-ChAlcK \ O :


O -'4..


iJeaitt ,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■

y l’.ïcemjc i^^i-r'* °AJanilc O Jiieul «c '* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rt r .


LJAÖE

! O

•Jrmey


^^r^Ofrû.v


Le l'ertJi.


Luitin 0


la. y


.Uii^tej' O

n7t’*TlYH»ir


lacf Q


tteirati Q

de Tcrnii


,11.1. 0 UK 0 O„

K .lt;!. O -R,,,,a a

, i lt;t/

^‘9 A A °-i’ilt„


«A


.Ugt;u(inL

xsni»«;


'Leyhttji'


•VinC' 8 6

Clau^ne


Vachre^


Uux


S^.


fft


-S- 'Reetu ÀÀ/'grpey


quot;u ° s


i?.


S/ihi


Cerner

Eßein


....^s. EaCambe Q

Au

zj Ö l^aLialmc^ , A^ A ■'

CCitwnL


'•’Raaatit. ft . JU.


ASL Aftft

U ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

ü As û Rmali

AA


SA ri ® Lh,in,L



•rthnßat


Choi'b-wR^

S.IhtMÛv °lSmùr


O^Ueilan ^ÇLÏÏattikttw


Grewol'^c


Fjbe/if- Q


Ût£tv


Cbeyleiei

4;k

Liß«*-/


O

Pebult;iaay


Chadlais


fei-re


'*VatUn.


rtVCBE


Gru«ls‘


Ên’« O O ‘Jioyji Y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

I.,i(xtiill‘ JZl= ' O X_ Lc.rr‘gt;n-dhrn.m


O

Choiry

® J-

'R^P:'


jiSS.


ChAjiilbn^t


Le.n^ir


ZmI. th/^


^arbtir


ts.


«« Sfiftfe

«fi s s


-«s*


Chambcrij


ft--ft Aft Aü- c

*‘’.

■. A A ' JXA,. Ajt

■ft ..' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..Xs_Ä,A4,-ft-

a. a - X, Aa. \


JL a

d«/? .


.»ÿ


-ft-ft-^


«0 ft Ait.

. -ft.

■A. ...A.


n, eA it

A A A Jtft-ft®-.xA_s„


A a.A


- •f.FutTcd'Al bi^ui


M-ont JWc1j4m


O Cfkt/tareiÜatt.


O Jgt;Vtn£eitt-

O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0-^

O _ X. tLu'/a-

La lêuueb


Q LiTlvep 0 Lumbin. .


Q Ctvib^T QLafkaye^


XACjs4/rtî O

4


FtnsK


'^tlfafboni ^I^nfdcy 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*

^tprunai


Jiotruiytu


. laejeturj' scâ^'''^‘’S



X^c^'


ï-aChayclit

O E.CbarÆ


o Chclai’


S.fteiT£ O


° ’

LttFcfftet'a


^hvitnaeb


- s^t


CK


S.


Finctn.

O O


ll’dtac^c


■ ■ ■ —*■quot;

■-amp; ft-Jt


Flntne


i. V^^larx 1«^



Mi® fi-®ft®K


Tcuntffji


amp;üiL


qLuUù

Lamp;Vpar^F - P\ O kuch£


if.Vfban^


Xlkrni


DU’


irticn.


ij“


O ZaCliMicttc —ft ®


i*z Cbanthrc


Ai^ühn


o S.lubcti


FpfMumrte O


Aamp;.. ,,JML A „A

■A^§a.,^aa,|^ ^„^■liran^ptig.

ftjtsft-.-ftjt-. ..AT''-'ft-ftft-- --ftfcA


*SAZ^

ft 6 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bodniif


.i


’«


■gt;?« a.4û


($4^


r-ftt


^’J3.lt;Uia(MaTe ft ft^C -r».


/ '^yÿicaauekc


Meri


Pi4jfe


liraiÿMii ;


gt;.A

A.A


SA^^^SA^ o a ft


.-S:..«


AA


Afe. -ï-



Lafncbtur^


AarAmech


Tie^ubu


°r -ftSfi quot;

Li/rayamif


IteGneuJy.Renurd


CoLiijKbtTicrnani


quot;Tîfefi^ ■ \ftA


Zarntîe ;* î Lagr^iiut't


iSeihbairaH


JMc


. .'lt;0^


VaU


JieufJculeitJ'


SABAVDIA

D VC AT V S .


COIK^C


-ocr page 258-

SAVOYEN.

bergen van S. Bernardt en Briga : die voor de booft-plaetfe vanditvolck, fielt liet dorp daer de Abdye van S.Mauritius is. By Cæfar worden gt;nbsp;de NantuaîeSj VeragriyCn ScdiinîyN3.n de grenfèn der Allobrogen , ’c Genever-meir oft lac Leman, en de riviere de Rhofne, tot aen de Alpes toe, ge-rekent.

Saiajßi. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De Salaßii fij n by Ptolemæus die volckeren,die

eertijdts woonden in de contreye,die de Hoogh-duytfchen nu / en de Italianen Val d'Ofia noemen. In’t regifler van Vranckrijck, in het vijfde quartier van Vienne, wort oock verhaelt van de lladt Geneve oft l'Eluefché de Genel’e. Daer ßjn fonder twijfel eertijts noch andereinwoon-ders van Savoyen geweefl, welcher memorie men nu niet en kent, ofte wiens woonplaets men nu niet weet.

Regering. nbsp;nbsp;nbsp;Ditgehccle landt,daer nu Savoyen,Delphine,

en andere naburige Provinciën leggen, is eertijts eenKoningrijckgeweeft, alsuyt het zi boeck der hiflorien van Livius blijckt. Savoyen , een deel van dat Koningrijck, heeft daer naevcr-foheyde regeerders en Princen gehadt j hedens-daeghs heerfchen daer Hertogen, die voor 500 jaren foo veel landts niet hadden, en maer Graven van Maurienne genoemt wierden. De eerfle Crave»‘ nbsp;nbsp;Graef is geweefl Berold, die , gedwongen fijnde

fijn vaderlandtte ruymen, is op die plaets van Bourgogne over den bergh lura gaen woonen, die van de Savoyaerts Maurienne genoemt wort. Daer nae , als hy fijne faecken geluckelijck voor het Rijck uytgevoert hadde,heeft hy het gemelde Graeffchap bekomen; in’t welcke fijn foon Humbert de eerfle, door leen van Keyfer Hen-rick de HI beveflight, heeft het fèlve overgegeven aen fijnen foon Amedæus.en fijn neve Humbert de tweede, die door erffenifle van Adelhei-da,de huys-vrouw van Humbert de I, oock Mar-quifen van Forefl fijn geweefl, en hebben Ta-rantaifè onder haer gebiedt gebracht. De foon van Humbert de 11 is geweefl Amedæus de 11, eerfle Grave van Savoy en, en Marquis van Thu-rin en Forefl.Defèn fijn in derechte linie gevolgt Humbert de 111 j Thomas, die het Vorflendom Piemont met den fwaerde gewonnen heeft;Arae-dæusdelll, die het landt van Chablais, en hsAugufia, oft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat men oock

heet, daer geen mans erven waren, ingenomen heeft; en Bonifacius, welcke fonder kinderen ge-florven fijnde, hebben fijn oomen oft vaders broederen gefuccedeert, te weten Petrus,die het felvefeer vergrootte,nemende verfoheyde Heden aen ’t Genever-meir ofte lac van Lofanne; en Philips, te voren Aertz-biffehop van Lyons, welcke,geen hope hebbende van kinderen te krijgen, heeft het meefle deel des gebiedts aen Amedæus deIV, toe-genaemt de Groote, fijns broeders Thomæ foon, by erfienifle nae-gelaten. Defen fijn gevolght fijne fonen, Eduard, die fonder mannelijcke erve geflorven is,en Amedæus de V; wien in rechte linie gefuccedeert fijn Amedæus de V I, die de orden van de Ridders der Annun-tiaten, oft onfèr Vrouwe boodtfohap heeft inge-flelt; daer nae Amedæus de V11; nae defon Ame-

Hertege», dæus de V 111, die eerfl Hertogh van Savoyen gcmaeckt is van Keyfer Sigifmund in het jaer i4id : defè, nae dat hy vrywilligh het Hertogh^ dom aen fijn foon Lodewijck hadde gegeven, en monick geworden was , hebben de Patres van het Concilie van Bafol hem , tegen Eugenius de IV, Paus gemaeckt, en Felix de V genaemt; doch hy heeft, nae het negende jaer fijnder re-geringe,de Paufelijeke digniteyt aen Nicolaus de V overgegeven, en is Cardinael gebleven,en geflorven in het jaer 1472 te Ripaille, by’et Genever-meir , oft lac de Lofanne. Nae defen Amedæus fijn Hertogen geweefl :

Ludovic,de tweede Hertogh van Savoyen,die geflorvenis in’t jaer 1462; fijnegemalinne was Anna de dochter van loannes Koning van Cyprus.

Amedæus de ï X , en derde Hertogh van Savoyen, toe-genaemt de Heylige,en Vader, is geflorven in’t jaer 147y^fijnegemalinne ofte huys-vrouw was Iola,de dochter van Karel van Valois de V11, Koning van Vranckrijck.

Philibert, de vierde Hertogh van Savoyen, is geflorvenin’t jaer i486.

Karel, de vijfde Hertogh van Savoyen, is vergeven in ’t jaer 1489; fijn gemalinne was Blanca, de dochter van de Marquis van Montferrat.

Karel de 11, de fofte Hertogh van Savoyen, flierfals hy fes jaer oudt was,in het jaer 1496.

Philippus BrefTeus Grave van Bengiac, Heer van Breffia, is, nae de doodt van fijn bloedt-ver-wanten, defevende Hertogh van Savoyen geworden, en flierf te Chambery in ’t jaer 1498.

loannesPhilibert, toe-genaemt de Schoone, en achtfle Hertogh van Savoyen,wiens gemalinne was Margareta, dochter van Keyfer Maximi-liaendel, is geflorven in het jaer 1504 fonder kinderen.

Karel de 111, was de negende Hertog van Savoyen, welcke die van Bern, den Genevoyfen fe-coursdoende, qualijckgetradeert hebben; die oock daer nae van Françoys del, Koning van Vranckrijck,uythetgrootfle deelfijns Hertogh-doms en erf-landen verdreven is, en geflorven te Vercelliin’t jaer iyy4 , in de maent vanlu-nius. Sij ne gemalinne was Beatrix, dochter van Emanuel Koning van Portugal.

Em.anuelPhilibertjde tiende Hertogh van Sa- ' voyen, uyt fijn landen verdreven, heeft Keyfer Karei de V, en Philips de ÎI, Koning van Spanjen, in de oçrlogen gedient, door wiens hulp hy fijn Flertoghdom weder verkregen heeft. Sijne gemalinne was Margareta,dochter vanFrançoys de I, Kcning van Vranckrijck ; hy is geflorven in het jaer 1580, den 2 Augufli.

Karei Emanuel, de elfde Hertogh van Savoyen, Prince van Piemont,heeft getrouwt Katharina , de jongfle dochter van Philips de 11, Koning van Spanjen, en is geflorven in ’t jaer 1630.

Vidor Amedæus, de twaelfde Hertogh, die getrout heeft Vrou Chriflina de France,dochter van Henrick de IV, Koning van Vranckrijck, is voor wey nigh jaren geflorven ; wiens foon nu te-genwoordigh regeert.

Savoyen grenfl naer het noorden met onfoke- Cftnßtf, re palen aen Bourgoigne en Switforlandt, daer ’t Genever-meir ofte Lac de Lofanne tufichen beyde lightjaen het ooflen aen Walles en Piemont met

geen


-ocr page 259-

S A V O

geen feeckerder, dan dat de hooge’Bergen daer tulïchen zijn.Naer’t zuyden en weften is Delphine, met een deel van de Rhofne,die de Savoyarden fcheydt van het Hertoghdom Bourgoigne.

Savoyen heeft een luyvere lucht, en is vol ge-berghte j naer het noorden leyt de hooge bergli Jura, oftMonf S. Glande. Aen Wallilferlandt en Pays du Gavot de Pœnina Alpes aen Saluzze de Grajie Alpes ,• aen Medulla, de Cottu. De valleyen en beemden fijn luftigh en vruchtbaer, meefl: naer het noorden langs het Genever-meir, ofte lac de Lolanne, daer goede wijn wafl:, die Ripaille genoemt wort, nae de oever van het felve meir, ofte nae het ftedeken Ripaille. De weyden.fijn beguaem om heeften van alle foorten te voeden, befonderby dekleyne Bergh van S.Bernard.

Door Savoyen loopen de rivieren de Rholhe, Arche, Ilàra, Doria, Arve, Dain,en andere. Daer ftjnoock verlcheyde groote en breede meiren, onder de welche lac de Lofanne, ofte Geneve, Nicy,en Bourget, de grootfte zijn.

De hooft-ftadt van Savoyen is Chambery,leyd in een valleye met klippen belet,daer een fchoon kafteel en het hof van de Hertogen van Savoyen is, als mede het Hoogh-gerecht ofte Parlement.

Onder Savoyen ftelt men oock de Graeflchap pen Geneve, Maurienne, Tarantailè, het Mar-guifaetlchap Sufa,met lómmigeHeerlijcklieden, en het landt Brefte.

Het Graeffehap

GENEVE.

Et Graeflchap Geneve heeft lijnen naem van de ftadt Géneve, waer van de middel-fte lyllabe kort is, als in Plu/af ’t welck niet

Lucht.

Vrucht-baerheyt.


Rivieren.

.Meiren,

Chambery.

Graef-fihappcn.



alleen de Switfers Spraecke toont, die het ©Cttff beeten, maer oock de boeren leeren,die daer ontrent woonen, ende andere Savoyaerden, die Ze'neygt;a leggen, de middelfte fyllabe kortuyt-Ipreeckende. Maer het is den Françoylèn gemeen,dat ly een fyllabe, die in het midden kort is, lang pronuncieren, als blijekt in de woorden publique, facile, en in ont alii j eke meer andere , die de Latiniften kort pronuncieren. Hedensdaeghs wordt het van de inwoonders Cenavageheeten, als oock van Antoninus in de belchrijvinge van de reylè van Milanen naer Straesburg. Het is een feer oude ftadt. Cælàr verhaelt van een brugh die by Geneve over de rivier Rholhelagh, en van hem af-gelmeten is ; en van eenen muur, van het Lac van Geneve tot den bergh Iura, 19000 treden lang, en leihen voeten hoogh. Waerom men met recht raagh verwondert fijn, dat by andere Schrijvers,als by Strabo, Ptolemæus, en dierge-lijcke,geen mentie van dele ftadtgemaeckt wort. Sy leyt nu aen het lac van Geneve, in tween ge-deelt door de rivier de Rhofne, daer een houte brugge over leyt, daer aen bey de lijden huyfen opftaen,- wantfe opeen eylandt fteunt, datin ’t midden van de rivier leyt. Het grootfte deel van de ftadt leytnaer het zuyden, hetkleynfte naer’t noorden. Op het eynde van het eylandt, naer het ooften, ftaet een wacht-toorn,diele feg-gen van Cæfar gemaeckt te fijn. In het grootfte

Vi'anckrijek.

Y • E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;49

deel is onder andere een voorname kerek van S. Peter , die eertijdts , lbo de op-lchriften ge-tuygen, ter eeren van Apollo gebouwt is. In het kleynfte deelftaetdekerek van S. Gervais, van Welcke dat gantfche deel van de ftadt den naem heeft. Die de oude gelegentheden en verlchil-len over de heerlchappye van defe ftadt,tulfcheii de Biftchoppen, Graven en Hertogen van Savoyen begeert te weten , kan leien dat Francoys Bonivardt hiervan aen SebaftiaenMunfterge-fchreven heeft. Sy is tot haer vryheyt gekomen ontrent hetjaer 1536. Met die van Bern, een volck in Switlerlandt , heeft ly in’t jaer een verbont gemaeckt, het welck verlcheyde malen is vernieuwt. Om wat oorlaken, en hoe dickmaels dat dele ftadt, voor eenige jaren , lbo met liften als gewelt bevochten is, wordt by veel Hiftori-lchrijvers verhaelt, en Ibude hier te lang vallen.

Het Graeffciiâp

MAVRIENNE.

La Morienne ftreckt lieh tot dé riviere Arche, daer van de ftadt S. jan deMorienne genaemt is. Het is een fraye ftadt, met een fterck kafteel, daer Humbert de eerfte begraven leyt, die het Graeffehap Morienne, datnuin het Hertoghdom van Savoyen is, in leen van Keylèr Henrick de derde gekregen heeft,engeftorvenisin’tjaer 1048. Naefthem leydt fijn lbon Amedæusde I , die men Caud4 noemt.

Het Graeffehap

TARAN TAISE.

Arantailè leydt belloten tuflehen de Alpes , en de rivieren de Arche en Are, die by Chamoulè in de Arche loopt. Het heeft fijnen naem van de ftadt Tarantaife, die nu van de inwoonders Monftier , en van de Hooghduytfchen b^?un|ïCV lit ^avautafcit genoemt wordt, gelijck Jofias Simlerus getuyght. Aldaer is begraven Humbert de tweede. Grave van Morienne , en Marquis van Lyonnois en Foreft , die Tarantailè onder fijn gebiedt gebracht heeft. Hy is geftorven ontrent het jaef 1109.

Het Marquifaetfchap

S V Z A.

Et Marekgraeffehap Suza is lbo genaemt van de ftadt Suza , welcke gelegen is niet verre van de riviere Doria, die beneden

Thurin in de Po valt, Ammianus fchrijft in fijn ijboeck, dat de ftadt Suza het beginfcl is van deCottü Alpes, en feyt dat het graf van de Koning Cottius daer by de ftadts muren is. Sommige ftellen, niet Ibnder reden, Suza onder Pie* mont,

B b b HEER.


-ocr page 260-

H E E R L Y C K H E D E N.

De Heerlijckheyt Foffigni is dicht by het Lac van Geneve. In defe leyt de ftadt Ripaille,eengeneughlijcke plaets, vermaert door Amedæus de VI II, die de eerfte Hertogh van Savoyen was, en verlatende alle fijne Vor-ftendommen, hier monick is geworden, en dacr nae Paus gekofèn van het Concilie van Balèl, tegen Eugenius de ï V, en gewijdt den 2 2 AugulU des jaers 1440, aennemende den naem van Felix de V, die hier oock, nae dat hy het Pausdom gerefigneert hadde, gewoont heeft, en eenige huyfên doen bouwen, doch niet koftelijck. Men ieefi: dat Eleonora, de dochter van Foffigni, ge-trouwt is aen Petrus,de fefte Grave van Savoyen. Maria, dochter van Amedæus de IV, en achtfte Grave van Savoyen, uyt fijn gemalinne Braban-tina, is oock getrouwt met den Heer van dit landt.

I

Het Prinsdom

C H. A B L A I S.

HEt Prinsdom van Chablais grenfiinhet ooften aen Foffigny. Dit heeft Amedæus de 111 gekregen,als ’er geen wettige man-nelijcke erve meer was. Onder dit Prinsdom ftel-Ïen fommige Thonon, Evian, S. Guingau,en andere plaetlcn. Van het gebiedt dat men Val d’Ofta heet, kan men de Schrijvers van Piemont fien. Daer fijn noch andere fteden van Savoyen, als Aigue-Belle, lbo genoemt van de ffihoone wateren. Sy leyt op de riviere die daer ontrent inde Arche loopt : Montbelial, Bellay, Nicy, by het meir van Nicy : Montmelian, en lufilles, gelegen boven Sufa.

}

Het Landt

BRESSE.

ONder het Hertoghdom van Savoyen rekent men oockdatis, het landt Breffie, tuffichen de Are en Rhofne gelegen , daer de Dene tuffichen loopt. Hier pleegh eertijdts het Hof der Segufianen te we-fen , fbo fommige meenen. In dit fijn de fteden, Bourg in Brefie , de Graeflchappen Varaz, Montreviel, Pont de Veaux, en Balgey. Ulrick, Grave van Balgey en Heer van Brefle, had een eenige dochter en erf-genaem Sibylla nae-gela-ten, welcke Amedæus de IV, die de achtfte Grave van Savoyen was, getrouwt heeft, waer door hy Grave van Balgey, en Heer van Breffie geworden is. Siethier vandebefchrijvinge nevens de particuliere kaert van Breffie.


-ocr page 261-

-ocr page 262-


51:


IS


17


li


^iaao DCCCXctaffis navivm ex Danu ayycBit in /rißjnt CotbeßeJtts * Rex a praprie fiteOite intee, ■■


C .,ß

jjsk


D CCCXJT '^^rmannt Jfiberntain Scotorom.


TSrOMIXA ERANCICA XH VEXTORVM

tnuenta.ßrimum. ihgeß^a^ne a. D.lQAROI.0 Trancarum

j.utim. ante eun vix ^uatuar in 1^11 effent. £x C^inharlo .


R c gio


ob ctaßem ^uamprtore annoßert

'ttJJeratsSononiam.civitatent mariti


ßanhvm curjus atriyenaos aatt^uttus conßitttlum reftàurav^^ ’ quot;



Siius Julism ah OtciJentelis Oeejnp trientem P/rfus ffripitur, tp„pituJi„is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, . t r ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t H • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;imempertp:, hl,htJ,ms vers jtia „„filtern C milip rpßuyn

exeejpt. Ptnim in mithis hets centrselipr inventetur. Hune rmtitx eircutnrtJ^nr J. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• r j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r

, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5..elt;.n.î5 ^„rd.nanos

.‘seplentrienete Ultlis Cf pmnes in it inpihs tenent. .it linus .instrah 5ctavi Pre 'fl' r r r ■

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.TV,,.V, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pUp J,uirjx ineotunt natienes, infer j,

P^us tunc a Xereh tellnm inferekptur WeJatabi pups ilte me tanhin ix e„. r r e ,p

- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l^imfirfißjttt eXfeJihm.- ilpcp„,ej;t ec chmuit,

ferjta fjccre, minime ßh renvenJum jujieerent

Rugia

infula


ûfJanti


DCCC5iX5LV J^rmanm DoreßA Âum VjßantiJnluaryijm tneenaunt lir tt'/irA-a/n Lm/üriftn juxta ^ivm Aofee ßuntinis trtbutum a Freßnibus ca/innt uenipnt^ ia tnßlam quot;Watcberant .


et VIC mar um regioiium



eSffreJJiu eß vtamtu :


ßbifU ia/erfi reSJent


CrACifvÎA


Fpas VißuiA?


Ap Auctore


m,


Hum et


heif 'Fanaoniaj


15


, ofquot;'


Sutfolaiiys, oßrowinit.


Jjùnnt toca catnpeßna ffuihus ießeiant Voeabant'Rbhyos, ßuß ikas cireutas 'Fates attfeitthabuenih


truacts faflnie tix abiania


FtuujfiPifimu Leroli F. ^uionasßus erttnJit;


oß.Fentumiß ”^an„syya


quot;quot;•a yafluum a lit


47


PYXIS NAVTICA

Qju tnare if elinolnm Pulcae, me rej^eee j i/entas Rex tiln dot Rar plus na^e Ri^ttùaÂxi..

.iretoe Rrancerum Jff^njutt lilia-.^iuJ, erta.^ eff Orient, .^a^nee ffnrt tiii^lura daiit.

etiani cieca. at tenelrat regione v ’utrian. £rras,^er noctem. Jta. tilL ttirris er it, Re^ts aj^tu, Geßarlaeo ^na: in littare JIammatn 'Rarrieit, vt portion jnem. ei^is ijte,_petiu. ßfiiffh^ient jra lem^pre, ium. tili Aynes Lilralumfaeiat fisiere fe chplriem.


F0JLT17(? ALUjS name» etreu__ An. Cheßi .tt C X aatuM eß a perht CaU ^ui eß ai OJUvn

Jfur^ aiunis





.t.lCAl'.K PJlt^.HOlf

Vaknha fuum lßi S Vmuithj .larlvns lul^ cjTeu a Chnfiuau cxelt nun £a.O'M 5' nxcrixTlt


BALEARTDEk^

IWS VEÆ


■Üinûrtco-


16


^ercrijn»


Mncfia


infcri or


P A It


15


Propontis


Stcoebaaas tnfuLi.


£tha


Anne nceexur CenhiKiteUji vtftt.


L nn£j:CCBi


-tr



tUj’beßa.t

Mamp;Iriiiiioi


^nti^OTua


Ontfhafia


'Buthortum


'Pbarfahs



Ocia 11


Jticß Jnof eutunh ____ »erjit^'geßffAtiiim


Sinus Illicetanus


Mare IIoniv


CaJci


Tarn^us m


Cerejhi


Mare

^Caffbareits



eatuA


five Abenatibebcn»


IBERICVAt




MlKSIV^L FrAXCICA

Cnrolus ^Hßtius ttLetßhtis tuxta.patrto-m litißimm voaahulp. tmßoßni.t,^uhhi ante, il


lanuariua, Eebruarius, Afar tius,


Maius, luiiius,


0 il:e.rirL0ttotlgt; ■ 57u.tLfLi: uro HP th. ^r^ch iiiPii pth.


Iulius, Au^uftus, September, October, November, December,


Tfeipmaiicith.

AfnmpiiLitl!.


5l7ytLtnani)tli. '3Pi nJiLinonoth.

TPeil^moiiûtli.








i'i^'




■ 551


54


55\


-ocr page 263-

-ocr page 264-

E beginfelen van de edele Franlche natie zijn kleynj want het een arm en gering volck was by de Chaufen en Vriefen, op de kuften van de Occaen by de moraflenj welck,als het met onverdra-gelijcke laften van de Ro-meynen gequelt wierdt, nemende den naem van vry-heydt, heeft fich felven, met een woort haers Vaderlants,

Francken genoemt : want ^raJK beteeckent in ’t Duytfch vry. Dcfe naem is allenskens tot de na-buurige volckeren voort-gekropen, met den y ver van defe vryheydt te volgen. Defe dan, ’t zy met andere volcken, het zy nu een fterck en geheel volk,hebben eerft begonnen uyt te lopen,en te ftroo-pen in Batavien, en tot de laetfte uytgangen des Rhijns ; daernain de Sicambren, datnu Gelderfen zijn, Salien, Bruéleren, en het binnenfte van Duytflandt^ en hebben ten laetftengetrachtVranckrijckte bemachtigen, welcktoen een Provincie der Romeynen was overal achterlatende tekenen van haren naem en wooninge. Hiervan isinVrieP landt de naem van de ftadt Frankera oft Franeker^in Duyts-landt by de Meyn en de OderFrancofurt;in Beyeren Fran-coraarek; in de Neder-Pfaltz aen den Rhijn Franckenthalj in Brabant Francimont. En hoewel Koning Clodovæus een Franfchman was, nochtans wordt hy van den heyligen Remigius een Sicamber geheeten ; en Ammianus noemt fom-mige Franfchen Atvaticos, en fommige Saltos. In de kacrte van Velferus, in Duytflandt over den Rhijn, leeft men den naem Francia, onder de Chaucen, Ampfivaren,Cherufcen, en Chamaven. En tegen over Keulen, in het kloofter van Duyts, iseenopfchriftuytgegraven, te kennen gevende, dat aldaer een groot werek gebouwt is van Keyfer Conftan-tinus, in ’t lant der Francken. De hiftorie die allerecrft van haer lieden vermaent, is van de Keyfer Gallienus, in ’t jaer Chrifti 270 , wanneerfe foo fterck waren, datfe van Poftu-mius tot hulpe geroepen zijn tegen den Keyfer Gallienus. Sommige van defe hebben, ten tyde van Probus, in de Hel-lefpont eenige fchepen genomen j en zijn voorts in Griec-kenlandt en Aften gevaren, en aldaer geftroopt, Syracufen geplündert, en alfoo wederom door deSpaenfche zee te huys gekomen. Den haet van dit volck tegen de Romeynen , is foo groot geweeft, datfe meer als hondert jaren den Rhijnftroom ingehadt hebben,alle gelegentheydt foecken-de, om Vranckrijck te vermeefteren, niet tegenftaende dat’er fommige van haer Köningen en veldt-overften gevangen, en met de doodt geftraft zijn, datfe veel ongemack en fchade leden, en hare vrouwen, kinderen, en maegh-fchap weg-gevoert wierden. Maerinalledcfetegenfpoetis haer klocckhcyt en wraeckgierigheydt gewaflèn, foo datfe de Bacauden tot byftandt genomen hebben, en onder Keyfer Conftantio in Vranckrijck geruckt zijn, het felve met moorden en branden verwoeftende tot Autun toe. Nader-hanthebbenfe Trier tweemaelingenomen, eerftin’tjaer onfes Heeren 409 , daer nacin ’tjaer 411. Nacfesjaren hebben Iveencn Koning gcmaeckt, Pharamund genaemt.

In’tjaer 44$ is Clodio uyt Thüringen gereyft, en over den Rhijn getröcken, en heeft ftjn wooninge te Camcrijck en tot Atrechtgeftclt , alles innemende tot de riviere Somme toe. Nae hem heeft Merovæus, ten tijde van Keyfer Valentinus de 111, Rheims in Champanien befeten. De felfde heeft den velt-ovciftcn Aëtius, tegen Attilam, overften der Hunnen, geholpen inde flagh van Chalon aen de Marne, Vranckrijck.

daer Attila bleef. Childericus heeft de landen gewonnen» die GermanMprima, en 'Belgica fecttnda toen ter tijd genoemt wierden. Clodovæus heeft naderhandt heel Vranckrijck bemachtigt, van de Rhijn af tot aen de Pyreneifche bergen» en van den Oceaen tot de Middelandtfche zee. Defe is van den Heyligen Remigius van het heydendom tot het Chri-ften geloove bekeert ; en Keyfer Anaftafius heeft hem een gouden kroon gefonden, meteen Konincklijckkleet, en den tijtel van Conful en Auguftus. Op defe manière zijn dc Franfchen, van vreemdelingen inwoonders van Vranckrijck geworden; en hebben hare Köningen drie hondert jaren uyt eeneftammalkanderenin’tRijckgevolght, tot Childericus. Defe bequamer zijnde tot den Geeftelijcken ftaet, als tot de kroon, is Monick geworden, in ’t kloofter van S. Bertin; en gemerekt dat ’er geen Koninglijeke erfgenaem was, is Pepinus van Auftrafien tot Koning gekofen, die,van wegen Angeftlus, oock aengetroude maeghfchapwasmetde Merouefche Köningen. Nae de doodt van Pepin is het Rijck op ftjn foon Karei gekomen, die men, om ftjne heer-lijckc daden, den Grooten noemt.

Hoe verre ’t gebiedt van Keylèr Karei

de Grootegeftrecktheeft.

De voorouders van Karei dc Groote hebben, bchal-ven ’t officie van het Conneftabelfchap, groote en fchoone eygen Heerlijckheden gehadt. Want in Auftrafien hebbenfe befeten een groot deel van ’t landt dat tuflehen de Mafe en de Moefel leydt, en zijn genoemt Hertogen van Mofellen. De Chronijeken van Brabant ftellen Pepin van Landen den eerften Hertogh van Brabant, An-gefil den 11, Pepin Heriftal den III, Karei Martel de IV, Pepin den Naen den V, die van groot hofmeefter Koning van Vranckrijck geworden is. Nae fijn doodt, hebben Ka-rolomannus, en Karolus het Rijck gedeelt, doch hadden eenig gefchil, wclck met de doodt van Karloman geeyndigt is. Soo dat Karei alleen befeten heeft, al ’t gene de vorige Köningen verkregen hadden, het welck hy grootelijeks vermeerdert heeft ; gemerekt dat te voren ( foo Eginhardus feydt, wiens woorden wy gebruycken ) het Koninekrijek Vranckrijck alleen begreep’t gene tuflehen dc Rhijn en Loire leydt, en tulTchen den Oceaen en de groote Franfchc Bay in de Middellandtfche zee,met dat deel van Duytflandt, dat tuffehen ’t landt Saxen en den Donaw, en tulTchen den Rhijn en Sala is, (die de Thüringers van dc Sorabers fchcyt, enbewoontwierde van deFranfchen, diemendeOofter-fche noemde, ) en daerenboven noch datmen eygentlijck Alemanicn heet, en Beyeren. Dit was al’t gene de kroon Vranckrijck in die rijdt toebehoorde. Daer nae heeft Karei de Groote daer by gewonnen,eerft Guyenne,en Gafconien, met het geberghte Pyrene, en alles dat tot aen de riviere Ebroftreckt, die in Navarre ontfpringt, en nae dat fy de vruchtbare velden van Spanjen doorloopen heeft, valt, by dc veften van de ftadt Dertofe, in de Balcarifche zee. Naderhandt won hy heel Italien van Ofta, in ’t Latijn Aagußa Fratoria, tot aen Neder-Calabrien, daer Groot Griecken en Benevento aen malkanderen palen. Hier heeft hy noch bygevoegr Saxen, dat tweemael breeder is als Ooft-Vranek-rijck, en wel foo lang. Daerenboven opper en neder Hun-garien, en over gene fijdc van de DonauwDacien, begrijpende Tranfilvanien, Walachien, en Moldavien : oock Iftrien en Dalmatien. Ten laetften al de Barbarifche en wilde volckeren, tuflehen de Elve en de WeilTel, en tulTchen den Oceaen en Donaw, waer van de voornaemftc waren dc Velatabcs, die van Sorabien, Mcckelenburgh, Bohemen en

C c c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mora-


-ocr page 265-

HET R Y C K VAN K. KAREL DE GROOTE.

Moravien. De andere voickeren, die veel meerder waren, hebben haer goetwillig acn hem overgegeven, en alle Chri-Rcn Köningen van Europahebbenden fclven voorKeyfet gekent. De Denen en Saracenen wilden haer onder hem niet geven, uyc haec van de Chriftcn religie. Nae dat Adel-fonfus, Koning van Gallicien en Afturien, de ftadt Lisbona verwonnen hadde, heeft hy hem gefonden de tekenen en vaendelen van fijn vicborie.en als hy aen hem fchreefnoem-dcfichaltijdt fijnen onderdaen. De Köningen vanSchot-landt en Yrlandc noemden haer fijne dienaers, en hem haren Heer. De Koningen van Engelandt hadden geen feker-der hulpe, als in de goede gunft en macht van Kareh foo dat Eardulph,Koning van Nordanimbrcn,uyt fijn Rijck en Va-derlant verdreven, door Karei wederom herfie’t is. De Koning van Perfien Aaron heeft hem tweemaels door fijn ge-fanten gegroet, welck de Koningen der Saracenen oock dickmaels gedacn hebben. Soo groot was toen de heerlijck-heydt van ’t Koningrijck van Vranekrijek. Michael, Keyfer van Conftantinopolen, gaf hem den tijtel van Koning en Keyfer, door fijn Gefanten. In dit wijt begrijp der landen, haddehycen-en-twintigh Aertz-biflehoplijeke Heden, te weten : Romen, Ravenne, Milanen, Frioul, Grades, Keulen, Mentz, Saltzburgh, Trier, Sens,Befançon,Lyon,Roua-nen, Rheims, Arles, Tarentaife, Embrun,Bordcaux,Tours, en Bourges. Hct was heel noodigh dit Keyferrijck te Hellen, om dat,na de doodt van Auguftulus, in drie hondert en vijf-en-twintigh jaren, geen Keyfer in ’t weft geweeft hadde, waer door foo grooten ongcregcltheydt over al gekomen was, dat de Chriften kercke niet langer fonder belchermer, noch de Pvcpublijck fonder Keyfer konde ftaen. Want de Saracenen waren uyt Aficn gekomen, en in Spanjen gevallen, en trachtten om Guyenne, Languedoc, en de refte van Vranckrijck te bemachtigen. De heele zee-kuft van Italien lagh tot cen roof der Barbaren. De eylanden Corfica, Sardinia, Majorca, en Minorca,waren in ’tfelvegevacr.Dc Lon-gübarden plaeghdenItalien , namende kerckegoederen; fouden de Haut Romen, de moeder van aüe kercken, cn een ftoel des Keyferdoms, ingenomen hebben, ’t cn ware men haer by tijdts wederftaen hadde. In defc eilenden fuchtte de kercke , en hadde geen hulpe tc verwachten van de Keyfer van Conftantinopolen, die lelver genoegh te doen hadde, om hem tegen de Saracenen cn Bulgaren te bcfchermen, en die om fceckerc particuliere oorfaecken de Latijnfche kercke niet gunftigh was. In defen droevigen ftaet heeft Godt almachtigh fijn kercke Karel, Koning van Vranekrijek en Lombardien,tot een Keyfer gegeven, die eerft Advocaet oft voorfpraeck, daer na Patricius, ten laetftcn Roomfeh Keyfer verklaerr is van Paus Leo de 111, die toen van de Catho-ijeke kercke de forge droegh,wclcke van S. Pieter af totop hem door vervolgh gekomen was ; die toen oock Leo, Keyfer van Conftanti nopolen, van ’t Keyferrijck afgefet, en in den ban gedacn hadde, om fijn ketteryc en haet tegens de Catholijeke, gelijck Platina fchrijft. Daer nae riep al het volck : Karel Auguft van Godt gekroont, Groot en Vreed-facm, Roomfeh Keyfer, fy een lang leven en viótorie. Waer van een Sax Poëet aldus fchrijft :

Ipßu-s impofkit capiti Leo Papa coronam.

ConcUmat parit er populmßfacraperfinat Æàes Ingentijubilo , ‘vox fertur ad atheraplebis P^omana.,fic concordifimnl ore canentù :

Augusto K a r o l o Magno, pacenjq^tteferenii, Imperii merito Romanifceptra te7ienti,

Gloria,proß)erit(ts, regnum, pax, vita, triumphm, Pofl laudes igitur diLlas, ^ fummns etimdem Praful adüravit,ßcut mos debittts olim Principibns fuit antic^uis ; ac nomine dempto Patricti, quo diLïus er at pritis, inde vocari

Augustus meruit, Pius, Imperii quoque Princeps.

Dat is:

Leo, het Hooft der Rerck, met go udt en diamant

Den Franfchen Koning kroont, in 't Italtaenfche landt,

*t Geenfulckseett wonder fcheen-, want in drie hondert jareft Het weßerdeelgeen fulck een machtigh Prins kon barest :

Dies 't prachtigh Roomfhe volck, metfemme n overluyt, Lot door defeldlre lucht, Codt lofhngt, datßjn Pr uyt,

SifH kerek, en heyligh pant, ontfangt met groot verblyen Len fcheïm estf ut, die hen van onheylfil bevryen :

Ln roept ; ô Groote Vorst, treck als A u g u s T velt, En Godt s vyanden al ver dry ft door u gewelt,

Herflelt het Chriftendom in nare rußen vrede, Op dat het recht geloof van allen nerdt belede ;

En dat een y der vrees die Godt daer ’t al voor beeft j Op dat u naem en roem in alle eeuwen leeft.

Hier na heeft Leo, 't Hooft van alle Godts dienaren, Hem veelgeluck en heylgewenfcht in al fijn jaren.

Eert hem, want Vranekryek noyt een P^orf gaf fins gelijck, Met tytel van August, Godtvruchtigh, Prins van 7 Ry c k.

Enfeker, defe heerlijckheydt konde niet elders, oft van lemandt anders, oft aen iemandt anders beter gegeven worden. Het Rijck van Keyfer Karei de Groote is hier befchre-ven, met de aenpalende grenfen van Europa, Africa, cn Afienjom de hiftorien van dien tijdt beter te verftacn.

Of’t Keyferrijck van Karei de Groote

Duytsgewceftis.

SOodanige zijn niet wel in de hiftorien crvaren,dic mec-nen, dat het Roomfche Rijck in de perfoon van Karei op fulcke manierein Duytflandt gekomen zy, dat het genetc voren Roomfeh was, eygentlijck Duyts geworden is, gelijck het van de Meden op de Perfen, cn van defe op de Macedonianen, en ten laetftcn op de Romeynen gekomen is. Want gemerekt dat het Roomfche Rijck het laetfte van alle is, en kan oft en mach geen ander bedacht worden,daer het Roomfeh in verandert fonde zijn. Op wat plaetfe dan dat geweeft is, heeft het altijdt Roomfeh geweeft : en ’t en volgt nict,de Keyfer is cen Duyts geweeft,dacrom is ’t Rijck oock Duyts geweeft, ’t en fy dat wy de vijfde, fefte, en meer andere Monarchien willen maccken. Want men moet het Rijck niet waerdeeren uyt het vaderlandt, oft woonplaetfe , van die regeert ; maer uyt het recht, oorfprong, en princi-pacl hooft, welck geweeft is,nu ter tijdt is,en altijts welen fal, de ftadt van Romen ; gemerekt dat Conftantinopolen felfs met geen andere tijtel dc*ftoel van ’t Rijck in ’t Ooften geweeft is,als met die van nieuw Romen. Om dat de Keyfers, Nerva, Trajanus, Kadrianus, Spanjaerden waren, was het Keyferrijck nietSpaens; cn hoewel Conftantius, Gratianus, Valentinianus te Trier in Vranekrijek woonden, daerom was ’t Keyferrijck niet Franfch. Soo kan ’t dan gefchieden dat een Duyts, oft Franfchman, in Duytflandt oft Vranekrijek het Roomfche Keyferrijck rcgcere. Dat men fomtijdts in de hiftorien leeft, het Franfche, oft Duytfche Rijck , dat gefchiet,niet om te loochenen dat het geen Roomfeh Rijck is ; maer om te kennen te geven , by wien en in wat deel des werelts de heerlijkheyt cn iMajeftcyt van ’t Roomfche Rijck is. Sy dwalen oock,door onervarentheyt van de Cofmogra-phie, cn te grootc liefde van haer Vaderlandt, (w^clcke twee quade oordeelders der waerheydt zijn ) die feggen , gelijck hedensdaeghs meeft alle de Duytfchen doen , dat Karei de Groote in Duytflandt, en niet in Vranekrijek geboren is. De wacrheyt is defe:GelijckVranckrijck met de Pyrcncfchc bergen, foo word Duytflandt met de Rhijn cn Weilfel beflo-ten.Karei is geboren te Ingelheim, aen defc fijde des Rhijns, op den Franfchen bodem, van cenen Franfchen Koning, en onder de regeringe van cenen Franfchen Koning , daerom moet hy voor geen Duytfcb, maer een Fransman gehouden worden. Hy heeft oock den ftoel des Rijeks niet in Duyts-landt, maer in Vranekrijek geftelt, te weten, te Aken, aen defe fijde des Rhijns : en hy heeft begeert dat defe ftadt fonde genoemt worden , het hooft van alle de fteden en landen van Vranekrijek, en den ftoel des Rijeks over de Alpen ; want Paris w'astedier tijdt tot fulcken heerlijckheydt niet verheven als nu. En hoewel dar deel van Vranekrijek fom-tijts Duytflandt gcheeten wordt, laet daerom geen Vranekrijek te wefen ; want oock in Vranekrijek is opper cn nedcr-Duytflandr, welck zijn declcn van Belgica, om dat ’er in Duytflandt, een Franckenlandt is, welck in die tijdt Ooft-Vranekrijek genoemt wiert ,• volgt oock niet dat Karei daer naeFranfchKeyferioudegenoemt zijn, alsvandewcfter-fche Franfchen, die in Vranekrijek zijn;want Ooft-Vranek-rijek geen Koninekrijek was, maer alleen cen byvoeghfcl van ’t Koninekrijek in Weft-Vranekrijek, en wierde alleen door een Grave geregeert, die toen ter tijdt Hcnrick was. Hedensdaeghs wordt dit onderfchcyt noch onderhouden, wan t


-ocr page 266-

HET R y CK VAN K. KAREL DE GROOT E.

want de Duytfchen heeten Wcft- Vranckrijck, dat is, hct Koninckrijck van de Franfchen macr Ooll-y/ranckrijck, 5'J'ûncfctl(an0t/ dat is, het landt der Franfchen. De redenen dan dat Vranckrijck,en niet Duycûandc deftocl des Roomfchen Rijcks geweeft is, zijn defe : I, De flocl tot Aken, welcke ftadt in Vranckrijck is ; 11, De mecninge van Paus Leo, die tot het Keylcrnjck verheven heeft, met een Duyts Grave, maer den Koning der Franfchen en Longo-barden , fuccefleur van foo vele Köningen , en die te voren Advocaet en Patricius gemacckt was ; III, De meeninge van Karel, want hy geen oorfaeck hadde om een anderen ftoeloftrefidentiedesKeyferrijckste begeeren, als dat van het Koninckrijck der Franlchen , welck Vranckrijck was : want hier hadden heele drie hondert jaren Köningen ge-weeft, in ’t felve waren foo veel Köningen geboren, geftor-ven, en begraven.De fonen der Köningen van Vranckrijck, hebben Vranckrijck als haer Vaderlijck goedt gedeelt, fonder haer met Duytflandt veeltemoeyen. Daerom is’t dar men dikmaels in de hiftorien leeft, de Koning van Orleans, Paris, Soiflbns , en Metz , en niet eens Koning van Duyts-landt. Ten vierden, de goetheyt des aertrijeks van Vranckrijck , die ( gelijck C afar wel bemerekt heeft ) gcenfins met die van Duytflandt te vergelijcken is. Dacrcnbovcn,f()o veel fchoone fteden van Vranckrijck, foo grooten rijekdom, foo goede wetten en rcgecringc in ’t Geeftelijck en het Werelt-lijck i daer in tegendeel te dier tijdt in Duytflandt weynigh voorname fteden waren, geen rijckdom;rnaer in vele plaet-fen de Heydenfche religie, ongcrcgeltheydt, en een rouwe manier van leven : wantal wat’er naderhandt van goede manieren, Catholijeke religie,gelcertheyt,en goede konften in Duytflant geweeft is, het felve is daer uyt Vranckrijck gekomen. Te recht dan fcydt de Poëet uyt Saxen, die,ten tijde van Keyfer Arnulphus , de daden van Karei de Groote bc-fchreven heeft, fprceckendc van de verwonnen Saxen :

Van de Munte der oude Françoyfcti*

N” Icmandt en twijfelt dat de fteden van Vranckrijck haer eygen nlunte gehad hebben, eer Cæfâr daer quam. Nac fijn komfte hebbenfe met de Roomfche wetten en fpraeckeoock de munte acnvaerdt. Demunt-plaetfen waren te Lyons, Arles, en Trier, als blijekt in het boeck, genoemt Rijcks-kennis, dacr men leeft, onder den tijtel van de Beforgers der munte van Vranekrijekjde Bc/or-ger der munte van Lyons J deBcforger der munte Van Aries; de Beforgcr der munte van Trier. Procopius,in’t derde boçck van de oorlogen der Gothen, getuyght, dat de Franfchen , nae datfe haer van het Roomfch Rijck verloft hadden, niet alleen kopere en filvere munte, maer oock goude geflagen hebben, met den nacm en beelt van hare Köningen. Het felve hebben oock de Burgundiers en Gothen gedaen,in de declen van Vranckrijck,diefe bemachtigt hadden, gelijck de oude penningen, die men noch vindt,te kennen geven. Niet te min het is wacrfchijnlijck, dat door verloop des tijdts, en de kennifTe en vriendtfehap tu flehen de Köningen van Vranckrijck en de Keyfers van Conftantino-polen.deFrançoyfen oock’c gelt van’c Keyferrijck toegela-ten hebben. Maer nademael Pepijn Koning van Vranckrijck, en Karel de Groote Roomfch Keyfer is geworden, heeft den Françoyfcn niets belet alleen de munte van haër Köningen te gcbruyckcn. Men bevindt nochtans dat de Hertogen in haer'landen oock onder haren eygen naem geit geflagen,en fbmtijdts oock de naem en beelden van ee-nigc heyligcn dacr op gemunt hebben , als van S. Dionys, S. Martin, S. Nazarius. Wy hebben hier cenige beeldenif-fen van het oude Franfche geldt bygevoeght, daer men uyt fien kan, wat munt in die tijdt en wacrfe geflagen wierdt :


Copiapauperihtis Saxonibta agnitaprimum 'Ttim fucrat rerum, qttas Gallia fort opulent a.

T en vijfden, blijekt het fclfdc genoegh uyt de daden van Karel;want voor cevft heeft hy begeert dat meeft alle de Bif-fchoppen van Duytflandt, fouden ftaen onder de Aertz-bifTchoppen van Vranckrijck, gelijek onder die van Mentz, die van Alemanien en Beyeren.'acn die van Keulen, die van Saxen, dat is, van Ooftphalcn, Weftphalen, en Angeren. Ten anderen, hy heeft fijne Rijeksdagen meeft in Vranckrijck gehouden. Ten derden , hy heeft vele Synoden in Vranckrijck doen vergaderen, en principalijck , in de laetftc jaren van fijn Ievcn,de vijf vcrmaertfte,te weten, van Mentz, Rheims, Tours, Chalons op de Saone, en Arles. Ten vierden, heeft hy een Univerfireyt, dat is, hooge fchoole van dc Vrye konften te Paris in Vranckrijck gefundeert ; w'ant die. van Ofenbrugh was veel kleynder. Ten vijfden , de beroepingen en laetfte vonnifl'en van rechtsfaken, in’thof van Aken in Vranckrijck. Ten feften, de vergaderingen van de Sangers, tot befturinge van het Antiphonal, te Soiflbns, en te Metz in Vranckrijck. Ten fevenden, de munte van die tijdt geeft mede genoegh te kennen, dat de eygen ftocl ofte refidentie van ’t Keyferrijck geweeft is, Vranckrijck over de Alpen. Die de Duytfchc tael, van Karei gebruyckt, tot bc-fcherminge van haer gevoelen bybrengen, moeten weten, dat dc Franfchen vele jaren voor en nae de tijdt van Karei, geen andere tael als de Duytfchc in haren gemeenen omgang gefproken hebben. Die feggen dat het Refcript, dat is, dcfchriftelijcke antwoorde, van Paus innocentius de 111, feydt : Het Rijck der Romeynen is door den Apoftolijeken ftoel getransporteert, in de perfoon van Karei de Groote, van dc Griccken op de Duytfchen ; moeten gedeneken dar de Duytfche Kcyfers,de Franfche Keyfers gcvolght zijn^gc-li jek nac Conrad, delactftc Keyfer van de ftam van Karei dc Groote, gevolght is Henricus Auceps een Sax : en dat daerom het Refcript van Innocentius de 111 moet verftacn worden middelijck, en niet onmiddelijek, dat is te feggen, dat het Keyferrijck van dc Griccxfchc cerft op de Franfchen,en dacr nae op de Duytfchen gekomen is : en dat dacrom Paus Leo de IX te recht verklaert heeft, dat Otto, dc fone van Kenrick dc cerftc , Koning der Duytfchenis, wiens vader den tijtel van Keyfer geweygert hadde. Otto Frifingenfis meent, dat het Koninckrijck van Duytflandt anders niet is als een deel van ’t Koninckrijck Vranckrijck.

J'ranckrijci.











War


-ocr page 267-

HET R Y C K VAN K. KAREL DE GROOTE.

Wat de wetten en ordonnantiën van de munt belangt,de-felve zijnder vele van Karel de Groote, fijn vader Pepin, en fijn foneLodewijck.In het achtfte capittel van ’t derde boek der Koninklijcke ordonnantiën, by een vergadçrt door An-fegife Aertz-Biflchop van Sens, leeft men omdevalfche munte, die in vele plaetfen, tegen de gerechtigheydc en ons verbodt, geflagen worden, willen wy, dat in gecne andere plaetfe gemunt worde, als in ons paleys/t en ware wy anders ordonneerden:Wy laten nochtans toe,dat het gele welck nu gemunt is,voor goet gehouden worde,foo verre het gewich-tigh is,en van goede alloye oft ftoft'e. Dacr is oock een ediól oft bevel van de nieuwe en valfche munte, in ’t y y capit. van ’t vierde boeck, waer mede fulcken geit verboden wort. En, in ’t 8o capittel van ’t vierde boeck, wordt geboden, dat nie-mandt goet geldt weygeren foude- In’t Capitulacr-boeck van Karei de Caluwe, in ’t elfde capittel, ftaet defe wet : Dat men op ’t geit van onfe munte, op d’eene fijde rontom ftelle onfen naem, en in ’t midden het kort begrijp van onfen naem -, op d’andere fijde den naem van de ftadt,cn een kruys in ’t midden op defe manier :

In ’t twaelfde capittel ftaet defe wet : Volgende het ge-bruyck van onfe voorouderen,ordonneeren wy, gelijck men oock van haer gedaen vindt, dat men in geene andere plaetfe van ons gantfeh Rijck munte flae , als in ons paleys, te Qwentouic, en Rouaen, (welcke munt van Qwentouic behoort tot het oudt gebruyck, ) te Rheims, Sens, Paris, Orleans, Chalons op de Saone, Medoc, en Narbonne. Waer uyt men befiuyten kan, dat het meefte deel van de oude munte, die men nu noch vindt, geflagen is voor dit verbodt van Karei de Caluwe, oft dat het felve, gelijck het fomwij-len gebeurt, niet fcherp onderhouden is.

Van de Tael der oude Franfchen.

E oude fpraecke der Franfchen is niet geweeft gelijck fy nu is; want nu ter rijdt luytfc als Italiacns,eer-tijdts waiTc louter Hooghduyts, die, niet alleen in

Duytflandt, maer oock inVranekrijekvandeRhijnaftot de Loire'toe,de Franfchen gebruyckt hebben; maer die van Guyenne fpraecken quaedt Romeyns. Het felve blijckt ten eerften uyt den oorfprong der Franfchen ; want ge-merekt datfe uyt Duytflant gekomen waren, is ’t geen won-der,datfe haer eygen en moeders tael fpraken. De felfde tael gebruyckten de Bourgonjons, Longobarden, en de Saxen die in Engelandt woonden, die altemael uyt Duytflandt ge-trocken waren. Ten tweeden, uyt het Euangelie van S. lan, gefchreven met Franfche rhymen, door bevel van Waldo Biftchop vanFrifingen, welck over vele jaren te Bafel gedruckt is} want in de voorreden feydt de Authcur, dat hy de Franfche tael fal gcbruyckcn :

Na wi/ firiben unfer heil I.uangelions âeil, So wir mt hiar hegunnon, In Trankisga zungon.

Die macr weynigh Duyts verftaet, hoort terftondt dat dit een Duytfche tael is; welck oock de tijtel des boecks te kennen geeft , daer op ftaet : Hec Euangely-boeck in de Thco-difea tael overgefet. Ten derden, toonen het felvc de eygen namen der Franfchen, welcke alle oorfpronckclijek Duyts zijn J want daer is geen tael, die geluckelijcker de woorden by-cen-voeght, oft de by-een-gevoeghde gebruyckt, om de faken haer nacm te geven. Thiet, Diet, oft Dheut, beduyt by de oude Duytfchen,Godt. welck de Nederlanders gebruyc-ken. Hier van komt het woordt Dhiedricw, oft Dheodoricu^, en de Latijnfche terminatie oft uytgangwegh genomen, quot;ihietrijck, dat is , rijck door Godt. Soo beteeckent Diet-precht, veerdigh door Godt ; Dhietwintis, T’heodo'vinm, en GodfiinttsAoQt. Godt vvinnendejD/f^ö oft G‘z?^2;tf,Goddelijck; 'Iheudobochiis, veel van Godt fpreeckende; 'Thietwaldus, Godswaldas, Godtskracht; Godegißltts, dieGodtbemint; Theudolinda, van Godt bemint, welck de nacmis vaneen Koninginne der Longobarden. Die op aert uytgaen, betekenen de natuur oft genegentheydt, fulcke zijn, Bern-aert, die den aert van een beer heeft;Gö/-44’rZ,Goddelijcken;G£’T-aert, milde ; Adel-aert, edelen; Geit-aert, Geyten ; Gyr-aert, Gy en, Gerardus. Eber-aert, beeren oft verckens aert ; Eer~ aert, eerlijcken; 7?^'o^-4er^,rijcken,Richardus;Z6’6’»w»-zï6’r/, leeuwen natuur, Leonardus; Engel-aert, Engelfchen ; Wblf-aert, wolven, Wolfardus ; Weren-aert, twiftigen. Man, beduyt een mans perfoon. Heyr-man, Hermannus, een aen-voerder des legers ; en buyten twijfel is dit de naem van Ar-minius geweeft. Heym-man, beteeckent de Prince van fijn huys oft geflacht,Heimannus.^^lt;?Z-iW472,een edelman,welck de naem was van den acht-en-twintighften Bifl'chop van Beauvais. Hilde-nian,ccn man die bemint is,welck de naem geweeft is des dartighften Bifl'chops van Beauvais. Hilde, beteeckent liefde ,• en Htlde-brant, door liefde brandende ; Erune-hilde, die om haer bruyne coleur bemint wordt ; Lot-hilde, fuy ver van liefde; Grot-hilde, groot door liefde. Sieg-man,zcrs krijghsman;want Zieg beteeckent krijgh. De Lon-gobaerden hebben den naem van Baert en lang, Duytfche woorden, om datfe de baerden niet korten, foo Paulus Diaconus getuyght, in het negende capittel van ’t eerfte boeck. Eul-baert, die eenen dicken ofte vollen baert heeft ; Idel-^4fr/,dieweinighbaerts heeft : hier van komt Idclbertus en Elbertus. Die in defematerie een curieus lief-hebber is,lcfc de Regiftersder BilTchoppen, en fal met vermaeck bevinden, dat met veranderinge der tijden en Rijcken ,den eenen naem in de plaetfe van den anderen gekomen is, en dat de aldereerfte namen in de oude kereken, Latijnfche ofte Griecxfche geweeft zijn, daer nae Duytfchc; cn ten laetftcn van fulcken tale, als nu gebruyckt wordt. Men leeft in het teftament van den H. Remigius, dat Koning Cludovicus, die wy Clodovæum heecen, de twee hoeven, die hy acn S.Remigiusgegeven heeft, als hy van hem gedoopt wierdc, 55ifdjofc6^cpni genoemt heeft, welck een Duyts woordt is, en een Biflehops huys te feggen is. Ten vierden, kan het felfde betoont worden uyt de namen der macnden en winden , van Karei de Groote gevonden, die wy uyt Eginhar-dus in onfe kaert geftelc hebben. Ten vijfden,uyt de woorden, die de oude Franfche fchrijvers gebruycken, oock alflc Latijn willen fpreken : diergelijeke zijn facra, in plaets van fieguentia hominum-, Luidi, in plaetfe van fogulus-, Wachta in plaetfe van excubiisi Bannm, in plaetfe van exilium-, cn diergelijeke. Ten feilen, uyt de formulier van fweeren, die Karei de Caluwe, Koning van Vranekrijek, en foon van Lode-wijek de Godtvruchtige,gebruyckt heeft, welck defe is : In Codes minna, ind durchtes Chriflianos Eolches, ind unfer bed-hero gehaltnifi, forit thefemo dagefammordes,Jo mieGódt giwiz inde mahdfurgibit, fo hald ich thifan minam bruodher Ltidhu-wig, fifo man mit rebienfinam Bruodherefoal, inthin th az er migfifo maduo , indi mit Lud he rem in noth in cheino thing ne gegango, the minam willon imo ehe fcadhen werben. Men leeft by Nithardus, in ’t derde boeck der gefchillen van de foneu van Lodewijek de Godtvruchtige, van eenen anderen eedt, welck fy van het Franfche volck begeerden. Uyt alle dit blijckt merckelijck,dat de eygen en oude tale der Franfchen Duytsgeweeftis, volafpiratien, die meteen open mont gefproken worden : sXs Hludo-vicuf, Hlotarius, Hturones, Hbajocas,cn andere,welcke de Geleerde met het bydoen van een C verfachten, als in Chlodovicus, Chlodovam,Chlotarim, chlotildis.

De uyterlijcke gedaente van

Karel de Groote.

Ginhardus befchrijft de gedaente van Karel de Groote aldus.’Hy is fterck van lichaem geweeft,en van hoo-gegeftalteniffe, fonder nochtans de gemeyne groote tepafleeren, want hy was feven van fijne voeten langh : het opperfte deel van ’t hooft was rondt,de oogen groot en fnel, de neus wat groot, het hair fehoon, het acnficht vrolijek : cn hoewel hy eenen korten cn dicken hals hadde, en den buyck wat uytfteeckende, nochtans, door de fraye geftalte-nifle van d’andere lidtmatcn, misftonthem dit niet: hy hadt eenen vaften gang, en het heele wefen van fijn lichaem was manlijck ; fijn ftem helder, nochtans overeenkomende met het fatfoen van fijn lichaem. Hy was altijdt gefondt, bchalven dat hy,vier jaren voor fijn doodt,dickmaels met de koortfe gequelc was, cn op ’t laetfte kreupel wierdt acn den eenen


-ocr page 268-

HET RYCK VAN K. K

cencn voet.Hy haettc bynae de Medicijns, en oefFende fich alle dage met de jaghc, welck hem als aengeboren was j.wanc men geen natie vindt, die hiet in by de Françoyfen te verge-lijcken is. Het felve fcydt de Saxilche Poëet, en Otto Fri-fingenßs.

De Godtvruchtigheydc van Karei de Groote, en fijn weldaden aen de Kerck.

DEvoornaemftc deught van Karei de Groote isge-weeft de Godtvruchtigheydt, foo publijcke, als particulier. Defe is met foo veel zegens vergolden ge-weeft van de Goddelijcke goetheyt,dat ’er naeuwlijcks by de Hiftori-fchrijvers een Koningh te vinden is, die foo vele groote faken begonnen,en geluckelijk uytgevoertheeft.Ten cerften tafle hy de Saracenen aen, een flrijdtbaere natie, die een groot deel van Afia en Africa ingenomen hadden : fijn vader en grootvader haddenfe uyt Vranekrijek gedreven, maer hy jaegdefe tot aen de rivier Hebro. Ten tweeden, hy brocht tot het Chriflen geloofde Heydcnen van Duytflant, te weten, die van Saxen, Bemen, Meyffen, Laufnitz, Tran-filvanien, Moravien , Hungeren, Mecklenburgh, en meer andere. Hy gaf oock aen de Denen, die om het Chriflen geloofuyt haer landt gebannen waren, een groot deel van Vrieflandt. Ten derden, hy verwon de Longobarden, die naehetKeyferdomin hetWeflen trachten, endekereke-lijcke goederen overal namen. Ten vierden , hy dede ver-fcheyden ketteryen te niet, door veel Synoden, daer toe vergadert. Ten vijfden, hy was de eerfle die de vrye konften en ftudieninDuytflandt bracht. Ten feilen, hybeveflighde alle de vryheden van fijne voorouders gegeven aen de Roomfche kerck, en gaf haer noch het Prinsdom vanRa-venne, welck hy nochtans hadt mogen houden, om dat hy ’t met den fweerde gewonnen hadde. In dit Prinsdom zijn begrepen de Heden, Ravenna, Boulogne, Imola, Faënça, Forli, Cefena, Bobio, Ferrara, Comachio, Adria, met Pen-tapoli, en de fleden Rimini, Pefaro, Conque, Fano, Sene-gallia, Ancona, Oxima : hierom voerde hy te recht den tijtel van fbon enbefchermerder kercke Godts. Tenfeven-den, hy flichtte veel Bifdommen, als die van Halberfladt in ’tjaer777, van Paderborn 77lt;gt;, vanOfenbrugh78o, van Munfler 805», van Minden 787, van Bremen 788, van Veerden 78‘gt;. Men feydt dathy in fijn Cabinet een buffet hadde, daer het heele A B vervolgens met goude letteren opge-fchreven was, en by elcke letter teeckende hy de Abdyen cn klooflers oy hem gcfondeert,om dat hy,die fiende, gedach-tigh foude worden noch andere te flichten. Ten achtflen, hy heeft verfeheyden kercken geboutjonder andere,die ver-maerdeen heerlijcke kercke tot Akcn.gewijdt ter eeren van de Maget Maria ; en die van S. Pieter te Arles. Ten negenden, hy heeft te weegh gebracht, dat’er veel Synoden gehouden zijn. Ten tienden, hy was de eerfle, die tot Paris de

AREL DE GROOTE. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yz

Scholen van de Vrye konften cn talen oprechtte,die ten tijde van fijn voorfater^ vervallen waren; en tot dien cvnde.ont-boot hy van alle kanten geleerde mannen , om de felve aen de jcucht te leeren. Ten elfden,hy was foo grooten liefhebber van de Wcrclt-befchrijvingc, daer in hy oock geftudeert hadde, dat hy de landt-kaerten bewaerde, die hy in filvere platen hadde doen fnijden : een van defe, daer de ftadt van Conftantinopolen op gefneden was, maeckte hy by tefta-ment aen de kerck van S. Pieter te Rome : een ander, daer Romen op ftondt, aen de kerck van Ravenne : hy gaf oock een aen fijn foon Louys, daer alle de deelcn des wercldts op befchreven waren. Ten twaclfden, hy maeckte by tefta-ment aen de Metropolitane kercken, de twee derdendeelen van alle fijn meublen. Ten der tienden , dedehymethem begraven de Euangelyboecken, die hy felfs neerftelijck verbetert hadde, en regens de Griecxfche cn Syriafche exemplaren overfien, die men nu ter rijdt noch tot Aken fiet. Ten veertienden, hy arbeyde om de Stadt van Conftantmo-polen te brengen rot gehoorfaemheydt van het Roomfche Rijck, daer ’t van rechts wegen acnhoorde,-welck hy gedaen foudehebben, hadhy langer gelecft. Daeromhadhydie groote graften, die men noch fiet, doen maccken tuftchen de rivieren Ardant en Almont,met de welcke hy den Rhijn in den Donauw wilde brengen, en een wegh voor ’t krijghs-volck maecken,van de Noordt-zee tot in de Swarte zcc.Om de felfde oorfacck had hy ten houwelijck verfocht de Key-ferinneIrene: maer Aëtius, Gouverneur van Conftantinopolen,belette foo grooten goet voor Vranekrijek en gantfeh Wellen, en maeckte fijn broeder Keyfer, lluytende de Key-ferinne Irene in een kloofter ; een wijfe vrou, foo Otto Fri-fingenfis getuyght, cn die waerdigh was,dat het Kcyferrijek van de heele werclt, door haer, aen de Françoyfen gekomen hadde. Het welck de Griccken oock wel verftonden, dacr-om feyden fy in die rijdt, van K. Karei en de Françoyfen, (piÄove%gt;!s , y£inya,‘lt;j • wclck te feggen is: Hebt de Françoyfen voor vrienden , maer niet voor nabuu-ren. Om al defe verdienften heeft Paus P^afchafius Karei de Groote gecanonifeerr, dat is, in ’t regifter der Heyligcn gefielt. Sijn graf-fchrift luydt aldus : Onder defenfirekrufl het lich^em van Karei de Groote, een Cathol^ck Keyfer, die groote-l^cks het Koninckrijck Vranekrijek vermeerdert heeft, en nae dat hy 't 47 jaren geltiekelijek geregeert had,jlorfin 'tjaer onfis Heeren 814, den 2 lanuariiis, in de ’y Indióiie, oudt quot;y o jaren,

Nae fijn' doodt verfpreyde hem de naem van de Françoyfen foo grootelijeks door de gantfche wereldt, dat men in Alien en Afriken meende, dat’er geen andere Chrifte-nen en waren, als de Françoyfen. Die van Afien noemden al de Keyfers van ’t Wellen, Franfche Keyfers. De Abiffi-nenhieten aide Chrillencn, Alfranges, endeTureken noemdenfe altemael Françoyfen,die de Roomfche,Gricck-fche, en andere Chriften kercken volghden.

Vranekrijek.

OVDT

-ocr page 269-

OVDT VRANCKRYCK,

Nae de befchrijvinge van Strabo, en andere oude Schrijvers.

Ie geheele ftreeck, die van de Oceaen, de Middellandc-fche zee, de Alpen, Pyrénéen , en de Rhijn befloten wordt, is van de oude Schrijvers Gallia, ofc G alla ci a ge-noemt , en de inwoonders Gelten, en van Ptolemæus Celtogallacia. Wy weten wel dat eertijts de naem der Gelten verder ftrcckte, en dat de naem Gallia over de Al

pen quam tot aen de rivier Rubicon, om dat dit deel van Italien van haer befeten wierd. Maer füllen hier alleen het eygen Galliam befchrijven, dat wy hier boven gefeyt hebben bepaelc te zijn met de zee , Rhijn , en bergen. Dit is van de oude Schrijvers Gene-zijds-Alpifche geheeten -, ge-lijck het andere Defe-zijds-Alpifche. Mêla en Plinius hebben het felfde in tween gcdeelt, te weten , in ’t noorder en Detlinge- hl ’t znyderdeel : Plinius en Solinus feheydenfe met bergen Gehenna, oft Cevennes , en S. Claude, oft Iura • Mela met de bergh Gehenna en de riviere Rhofne, gelijck Eutropius, en Suetonius oock doen. Het noorderdecl heetenfc Comata , dat is, het Gehaerde, het zuydcrdeel Braccata, dat is, Comata. het Broeckdragend. Comata wordt van Cv far in drien ge-Biaccata. deelt, wacr van het een de Belgen bewoonen, het andere die van Aquitanien, het derde de Gelten, die van ons (feydt Geiten. Cæfar) Galli genoemt worden. De Galli oft Gelten worden van Aquitanien door de riviere Garumna oft Garonne, en van de Belgen door de Matrona oft Marne, en de Sequana ofte Seine gefeheyden. Eehalven defe befchrijvinge van Gallia Gælar is ’er noch Gallia Narbonenfis, welche Plinius en Mela Nnhonen- beionder befchrijven, en Cæfar onder Provence begrijpt. fi^’ Ptolemæus nochtans, in fijne befchrijvinge van Gallia, en Ammianus , fielt Narbonne oock in Gallia oft Vranckrijek j Jndere cn deelt heel Galliam in vieren, te weten, in Aquitanien, deeltyige. Lionnoyfe, de Belgen, en Narbonne. Maer defe declinge wordt niet op een manier van de Schrijvers bepaelt: want Cæfar fielt de Helvetios, oft Switfers, onder de Gallos ofc Gehen, Plinius en Pcolemæus onder de Belgen. Cæfar ftelt Belgen. de Belgen van de Rhijn coc de Marne, Plinius van de Schelde coc de Seine. Cæfar en Mêla feggen dac de Marne de Gehen van de Aquicanen feheyt, Strabo Liger is, dat is, de Loir, nae de ordonnantie van Keyfer Auguftus ; met wien Ptolemæus over-een komt. De felve Strabo feydt, fonder eenige Auteuren, dat de Belgen tuffehen den Rhijn en O-ceaen woonen, waer onder hy oock de Venetos oft die van Vannes rekent, de laetftc volckeren naer de Wcilerfchc Oceacn. Maer ’t is te vreefen, dat de text van Strabo hier bedorven is, en dat men in plaetfe van Beigne, Celta moet lefen; gemcrckt dat alledeHiflorien en Wereh-befehrij-versdele Fenetos onder de Gelten oft Lionnoyfen flellen. De volgende Schrijvers hebben gantfeh Vranckrijk in veel-derley dcelcn gefcheyden ; gelijck men fien kan uyt Sexto Rufo, Ammiano, het Boeck der Kenniffen van de Provinciën, en het tradaetken van Dignitcyten,die feventien dee-len flellen en noemen, die Wy hier oock in onfe kaerte fetten. Ten laetftcn, nae de tijden van Karel de Groote, is ’c maer in twecn gedeelt, te weten, in Aufirafiam, dac is, Ooft-Vranckrijek, en Tgeußrafiam: Teftrafiam, oft, om wcl te fpre-ken, Weflrafiam,A2Z\3, Wefl-Vranckrijck. Suetonius, in’c leven vanjulius Cæfar,fchrijft dat Vranckrijek in fijnen omloop begrijpt 3 20000 treden. Claudianus noemt Vranek-jAndts hjck geluckigh van gelcgenheyt. Cæfar in ’t derde boeck aert. Van de Burgerlijcke Oorlogen noemt het gefont. Seneca in ’t derde boeck van de Natuurlijeke Saken, feydt, dat het vol rivieren en beecxkens is : Solinus, dat het fommige roo-kende fonteynen heeft : Strabo, dat het heel mét rivieren bewatert wort, en de plaetfen dacrfe door loopen mcefl velden zijn, oft lage aerde heuvelen., ’t felfde getuyght Sidonius. Strabo voeght ’er by, dat het veel korens, garfl,eecke- Vrucht-len, en allerlcy vee voortbrengt; dat ’et niet onvruchtbaer haerheyt, is, behalven daer de bolTchen en moraflchen zijn. Trebel-lius feyc, dat het overvloedigh van koren is : ’t felfde feyt Cicero in fijn oratie van Marcus Fontejus, daer hy fchrijft, Keren. dat de Romeynen een groote menighte koren van hier voeren. Men leeft oock by Cæfar in ’t derde boeck der Fran-fchc oorlogen, en het negen-en-dertighfte boeck van Dio, dat de Romeynen Gefanten gefonden hebben om koren te eylTchen van die van Vannes, volckcren van kleyn Britan-jen. Pliniusgetuyght, dat’ethetlichtftckoren is, dat tc Romen gebracht wort. De felvc feydt, dat die Van Aquitanien boeckweytgebruycken. Solinus fchrijft,dat Vranckrijek geluckig is van vette aerde, tot alle vruchten bequaem, beplant met wijngaerden en boomen , voortbrengende al ’t gene tot ’s menfehen onderhoudt van nooden is. Pompo-nius Mela fchrijft aldus: Vranckrijek draeght meeft koorn, en voeragie voor de heeften, is luftigh van wegen de groote bofl'chcn, en heeft weynigh fchadelijck gedierte. Keyfer Julianus, die felfs Vranckrijek befien heeft, fchrijft daer van aldus: De winter is daer feer facht, om de warmte, foofy Koude. feggen,van den Oceaen; by avontuur komt daer van cenige fubtilc warme lucht;en het fchijnt dat het zeewater warmet is, als ’t foet. Het zy dan om defe öorfake, het zy om een ander, my onbekent, de winter, gelijck ick fegge, is voor de inwoonders van dat landt fachtcr : daer-en-boven wafTcn hier goede wijnen, fommige queken daer oock vijgen op, doorfekerekonfte, en decken die in de winter met tarw'-ftroo, kleederen, en diergelijeke, die de boomen tegen de onheylen des luchts befchermen. Nochtans om dat Vrank-rijek in ’t noorden leyt, nac de getuygcniffe van Cæfar in ’t cerfte boeck der Franfche oorlogen , ’tis waerfchijnlijck dat de koude het rijpen der vruchten wat verfpaet: wacr van te verftaen is dat Varro fchrijft in fijn eerfte boeck van de Landt-neeringe : In Gallia over genc-zijds de Alpen,feyt hv, aen den Rhijn fijn fommige landen, daer noch wijn, noch olijven , noch appelen fouden waffen, ’t en ware dat de ackers gemeft wierden met uytgegraven krijt. Dit wordt van Plinio Marga genoemt. Claudianus feyt mede,datfe fel door fneeuw is : en Lucianus vermaent oock van ’t Fran»-fche ys. Hier van komt het fpreeckw'oort dat men by Pc-tronius vint, kouder als de Franfche fneeuw. Diodorus Siculus fchrijft, dat de koude daer foo groot is, dat ’er heelc legers met wagens over de toegevrofén rivieren können gaen, en dat het heel landt bedeckt wordt met fneeuw in plaets van water. Het fchijnt dat Ariftoteles hierom in fijn boeck der Wonderen gefch reven heeft, dat dit landt geen efels voortbrengt. Seneca, in het derde boeck der Natuurlijeke Saken , noemt Vranckrijek windigh. Vranckrijek Winde», (feyt hy) wordt van de wint Circius gequelt, diefe nochtans bedaneken, als hy haer huyfen doet fchudden, om datfe meenen dat hy haer lucht gefont maeckt. Dit foude wel een fabel gelijeken, ’t en ware Seneca terftont daer by voegde, dat de Keyfer AuguÜus,als hy in Vranckrijek was,defen wint een kerk belooft en gebouwt heeft.Gellius fchrijft ook van defe wintin ’t 22 capittel,in fijn tweede boek.Defe is,die men den noorden wint heet. Dit is de oorfake dat Cicero roept.-Wat is ’er harder als die plaetfen? Wat is ’er rouwer als die fteden ? En wat kander verder gevonden worden als den Oceacn? Defe koude des luchts, en natuur des aerdtrijeks hebben nochtans niet belet,dat de inwoonders van Vranckrijek, van de Romeynen, foo Macrobius getuyght, ofte van die van Marfilien,gelijkTrogus mcent,wijngaerden en olijf- Wijnen. boomen hebben leeren planten. Plinius fchrijft, dat Heli

con


-ocr page 270-

o U D T V R A

cofi, eenSwitfcren timmerman, aldereerft uyt Italien in Vranckrijck gebracht heeft drooge vijgen , druy ven, olie, en wijn. Naderhandt is Vranckrijck foo vruchtbaer van wijn geweeft , dat Columella bynacklaeght, dat de Italianen hier provide van wijn quamen doen. De ftadc Vienne in Daulphiné fondt wijn, diefe gcpeckten noemden , naer Romen, die daer wel begeert en geacht wasj gelijck Plutar-chus, in fijn vijfde boeck van de Tafcl-redcncn, verhack. Daerom weet ick niet wat Vopifcus en Eufebius willen feg-gen, alsfe fchrijven, dat de Keyfcr Probus de Franfchen toegelaten heeft wijngaerden te hebben. Men mocht meenen dat voor de tijdt van dele Keyfcr in Vranckrijck geen wijn-gaerd geweeft hadde, als in Provence en Languedoc ,• en Plinius maecktgewach van de wijngaerden van Berry, en van Auvergne. DeKeyfer Julianus fchrijft, dat in fijnen tijdt eenen fchoonen wijngaert omtrent Paris was: en Ifido-rus prijft de wijngaerden van Berry.

e» Strabo getuyght oock, dat in Vranekrijek gout- en filvcr-zijn, waer van de befte in ’t geberghte van Gebenne oft Cevennes gevonden worden ; en dat ’er oock voorname van gout zijn in Galconien omtrent Taibe, en in Perigord en Berry vanyfer. Athenxus fchrijft, dat’er in fommige plaetfen van Vranckrijck gout gevonden wort -, en Aufonius feydt, dat de rivier Dordonne in Aquitanien gout voortbrengt. Diodorus fchrijft in fijn vijfde boeck,dat in Vranckrijck veel rivieren zijn die gout dragen. Hierom feydt Procopius , dat de Franfchen geit flaen van gout uyt haer ge-boorten-landt genomen, niet met het beek van de Room-fche Keyfers, als andere doen, maer haer eygen. Cafliodo-rus infijnfevende boeck, n. 32, maeckt gewach van het Frans gek, en feyt, dat de Françoyfen de eerfte zijn, die de metalen tot gek gebruyckt hebben, fonder nochtans de felve te teeckenen. Hierom is ’t wacrfchijnlijck,dat Vranckrijck van Manilius rijek genoemt wordt; van Dio,bloeyende van goederen ; en in de oraklen der Sibyllen, machtigh van gout. En hoewel Diodorus fchrijft, dat hier geen filver is, nochtans verhack Athenæus, dat ’er gefmoken filver in de Pyreneifche bergen gevonden is, als by geval een bofch in brant geracckt was. Strabo getuyght dock, dat ’er filvcr-mynen in ’t landt van Rovergne en Gevauldan zijn. Cæfar fchrijft oock, dat ’er in veel plaetfen koper-mynen gevon-Koper,lt;^c. den worden- Pliniusfeyt, dat men in Vranckrijck Amethy-ften vindt, en omtrent de eylanden Stœchades, die men nu de eylanden van Eres noemt, leggende in Provence, corael. In fekerc riviere van Vranckrijck wort Amber gevifcht,na ’t feggen van Dio Prufæus. Plinius en Vitruvius fchrijven dat hier purpur waft, om de kleederen te verwen ; Galenus het kruyt Nardus, om den Triakel te maken. Plinius fchrijft, dat op ’t geberght Jura en Vogefus, fchoone Abeel- boomen waften, waer van de inwoonders teer maken. De felve feyt, dat hier veel vlas enhennip waft, daer men defeylenvan maeckt; hoewel Cæfar fchrijft, dat die van Vannes, nu Bretons genoemt, vellen in plaets van feylen gebruyckten. Paterculus feyt, dat het gereedfehap van fekere triumph uyt citroen-hout alhier gemaeckt was, foo dat ’er ooek citroen-boomen waften. Hier is oock menighte van de venijnige Ypen-boomen, foo Cæfar getuyght. Defcis in de contreye Feuiinen. vanNarbone, na het fchrijven van Diofcorides, foo fcha-delijck, dat die onder fijn fchaduwe flapen ofte fitten, be-fchadight worden en dickmaels fterven. Plinius feyt mede, dat men bevonden heeft, dat de wijnen, gedaen in reys-vaten gemaeckt van dit hout, doodelijck waren. Cæfar verhack oock,dat Cativulcus,Koning der Eburonen ofte Luy-kenaers, fich met den Ypen-boom gedoot heeft. Ariftote-les in fijneWonderen fcgt,dat de Françoyfen een feker foort van fenijn hebben, datfe 'Toxicon noemen, waer van wy hier na füllen fpreken.

Gedierte. Nu füllen wy wat van ’t Franfche gedierte feggen. Tre-bellius,in’t leven van Keyfer Claudius,prijft grootclijeks de merrien van Vranckrijck. De Poëten Ovidius, Oppianus, Horatius, Pollux Grammaticus, en den Orateur Euphra-da, loven de verfcheyde foorten van deFranfche honden. Plinius fchrijft, dat hy gefien heeft, in ’t Amphitheater van Pompejus,een wolf gelijck een hert, die uyt Vranckrijck gekomen was. Strabo fchrijft, dat de ver ekens aldaer groot zijn, fterek, fnel in ’t loopen, en gevaerlijck als de wolven, voor die niet gewent is daer mede om te gacn.Hicrom prijft Athenæus datfe goede hammen hebben ; in fulckcn menig-Franekrijek.

N C K R Y C K. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;B

te, lbo Strabo fchrijft, datfe niet alleen die van Romen, maer heel Italien beforgen. Varro, in ’t traótaet van de La-tijnfehe tale, feyt, dat’cr groote hafen zijn, maeckt oock gewach van de Franfche wolle, die Strabo fchrijft hart te zijn. Plinius feyt, dat ’er een vogel als een fwaen is, Ono-crotalus geheeten , acn den Oceaen omtrent het noorden ; en dat men daer lalmen in de rivieren vangt ; dat men oock in den Oceaen een wonder gedierte fiet, P/y/e/er genaemr, welck fich oprecht als een colom, en is hooger als de leylen van de fchepen, en menighte van water fpout ; dat ’er oock Nereides zijn, oliphanten, en zee-beeren. Stobæusver- . hack uyt Callifthcnes, dat in de rivier Saone een fekeren grooten vifch gevangen wordt, die de inwoonders Clupea noemen, en nu Alofe, die wit is in ’t waften van de maen, en /wart in ’t afgaen,dewelcke,heel groot wordende,van fijn eygen graten gedoot wort. In’t hooft van defe vifch is een fteenken, foo groot als een korltjen fout, oft, foo Plutarchus gt;nbsp;feyt, wieroock, welck een uytnemende kracht heeft tegen de vierde- daeghfche koortfc, als men het felve op de /linc-kcr zijde leyt, in ’t afgaen van de maen. Anaftafius en Gly-cas noemen defen vifch Clopca, Plutarchus Scolopidon. Maer wie foudc geloovcn dat ’er fulcken menighte van vor/fen is, datfe als met een leger een fekere ftadt geplaeghc hebben. Plinius nochtans getuyght fulcks uyt Varro; Tro-gus in fijn vijftiende boeck, maeckt een vor/lcn leger noch veel grooter, en fchrijft dat het gekomen is by de ftadt Ab-dera, oft Clazomene.

Laet ons tot andere wonderen van Vranckrijck komen. AKdere Pompejus Mela feydt, dat’er viflehen zijn, die men uyt de aerde graeft. In Narbonne (fchrijft hy) is een fonteyn,wiens water fouter is, als dat van de zee. Daer neftens is een v\ldt ßhrijzinge. met kleyn groen riet, welck boven het water fchijnt te hangen ; gelijck men kan mereken in ’c middelfte deel van ’t felve, welck van het ander gcfcheydcn, drijft als een eylant, en laet hem trccken cn ftooten, foo men begeert. Men fiet oock uyt de kuylen , die onder d’aerde zijn, dat ’er de zee over loopt. Hier van komt, dat de Grieckfche, en de onfe . gefchreven hebben, dat men in dit landtde vi/Tchen uyt de aerde graeft, die,als fy uyt de zee tot hier toe gekomen zijn, door defc kuylcn gevangen zijnde, gedoodt worden, Het fchijnt dat Strabo en Athenæus hier van gew'ach maken : want Strabo feyt in fijn vierde boeck, dat ’er een lac is omtrent de rivier Rufcio, nuTet genoemt,- en eenweynigh van de zee, een meir vol fout-pannen, daer men een vi/ch uyt graeft, die de Latijnfche Mugil heeten, en de Françoyfen Mulet: Is’tdatghy (feythy) twee oft drie voeten inde aerde graeft, en een gaffel in ’t water ftceckt, ghy fuit defen grooten vifch vangen, die in ’t /lijck gevoedt wort,gelijck de palinck. Athenæus in fijnachtfte boeck fchrijft uyt het vier-en-dertighfte van Polybius aldus: van de Pyrenefche bergen tot Narbone is een vlackte, daer de rivieren Ebero enTetdoorloopen, in welckc vlackte vift'chen uytgegra-ven worden : de aerde van defe vlackte is licht, en met veel groente beklect ; en gemerekt fy tufichen de twee en drie cubiten diepfandigh is, loopt het water daer lichtelijck door, en met het water de viffehen , die wortelen van de kruyden komen eten, dacrfe begecrigh na zijn ; foo dat onder defe aerde menighte van vi/ch is, die men, met weynigh giavens, haeft kan vangen. Dalechampius, dieopAthe-næum gefchreven heeft, feyt, dat defe manier van viffehen hedensdaegs daer noch gebruyckt wort.Het fchijnt dat Ari-ftoteles hier van oock fpreccktin fijne Wonderen, daerhy verhaelt, dat by de grenfen van Marfi’iien, omtrent Genua , een lack is, welck als ’t overloopt, een ontallijcke menighte viflehengeeft. Plinius, in’t feventiende cap. van fijn negende boeck, feyt, dat in ’t felve landt Narbone, een fekere loortevan vifch is, vanwelcke, foo men ten tijde als de viffehenparen, een manneken neemt, en met een lange lijn in de zee werpt, en foetjens naer fich treckt,alle de wijf-kens füllen volgen tot op den oever, en desgelijcks füllen de mannekens het wijfken volgen. De felve Plinius getuyght dat in defe Provincie een fonteyn is, genoemt Orge, waer in feker kruyt waft, foo feer van de oflën bcgeert,datfe het heele hooft daer in fteken, om ’t felve te /oecken cn te eten. En in’t tweede capitrel van fijn dertighfte boeck feyt hy, dat ’er te Tungren, een ftadt van Vranckrijck, fekere fonteyn is, die vele kleyne bobbelen maeckt, enden fmaeck van yfer heeft, welck men niet gewaer wordt dan

E e c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;naö


-ocr page 271-

Maris Germanici


BRAK CI.


LunAum , ImtthmiiittL .


=5


CAN ; T IVM .


y/jwltßiexxx .


Za

-x\’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v


ma II.


Irautiut


“•


AMBIA'.


Bclgica II.


At Xb


JuhoHum.'


■ à* *OfVM«nttW S


^otubl


•U’iiùuiA bgie utumuicum

Cenflueiilia ‘Reiiebi'ica. fieelia





43


OSI5MII, ijttt amp;t


MAVRI

VutilaM pjfhis


Ö

1)




(^‘ZSvca Afiila


£b(j(ita itt/.


Utnattcuiw


Menumuj


Cßu/latUM aytfii , bhtl'iA Cßttflitttliii, CrecMlinum , ■Ptebmire


• EEXOBir.

.Av ', ^VIERCI, 3?^ ROVICE5.


'^ahiauyus 'rtal 'Jütuvtayiiuii


'©4 6


A:



SbiltifCtUtuii

Vcn^-Mia,^ I-EM OVICE DAroCA2ï,^ES,


CVRIO.lt;OEIT jES AV EKRCI, ,iui i ii IUADEINTEE^


Ex conatiD Geograph.

Abrah. Ortelii.


Nervicanus trac-,.

AMBIETATES. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LL rt-C



'îèà SitvAneébim.


Siußatutm.


I!^, , ll’hôlmtmrAi




Vtl.

DtU'iefiijiiiiL



Vatferttitm


'iityiutn.

CE NO At ANI,


Vhri .


'Bhobmui^


Bug-dunenß.s IT.


VNEUi, VENEII .


tu .S . •un,

lt;gt;^^tnaawn. . U-IX □ •

^JccÏctum-

gt;!À!, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;

-^tttficam. . Â '^i

Ccaulate nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.fvi 4,


Shit an .


Ni p/ùiit. M AVR] .


KH EUONE S ,

Ceikliih: Pbl


iài

pMdtjeiaum


f 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®

Sak: chtt


TVRV ' PU.


Ài.


'JleUauM --dunam.


.iSÀ


CA BETES.


l'uh'em/j^us,Juv


^tàticdunum.


^inlißitKln. rtun.


Ai...


EruûiittrtaiL


JryantomaifMn'


Aquitania I


dûbi’ûmAquttt


Aquitania


CatitJIanum.^ ^riaU


Belgi.sL ;ca I


rwat


ij^f'é^rhaea.


\A‘fiviodtmttn- Ca:s.

^^ieiwßttS Strahüni^


ÿjf SiJüîettcum.


LMVCr


Cureaiutin. vrmn.


Mçnvii.


»Burd^alt


^tiimn VOCA -.


ExcÜlnn


F Aquitania III


Provin


rtol A


Nouempoptt \


SchtuAma'.


G AViennen'


PerAtitttit-


Zquot;quot;'' ’■Br0Cùm4MUs


fe „ '. 11 S. o, TRIBOCCI,


Hxamp;^Se v^heium.


Germania I


^ÏX'quaï et Superior.


BVKÖVNDIOKES.


Lugdun/enfi^ V


ttunx



kavraci.


Cot^iwntcs'


a^obvhia


■iermuis Jmus


iét, 'Vitadutmat.


THATfirVA


'JJwwmtttte JEDVr.

^thntdts


-TAVUCASSTS.

L ug'du

latiimm.



DubitbuatA


^eatuiM-


'Virb^eau^


XATOB-XIGI.


LEPONTH.


'VteUttA


äuacyb


JEDVNn


VISSILÏ.


Poeninse alpes.


,^4CX,G^riyæ alpes.


47


‘Iniphaum.

Max. ;


^Car^entv:


ractû


^CalaÏuea.


^.âu- AMBROKES


___ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Uatuauftn ___

»-TANI.yjg^^^^yfi,, ni.

Ei-ai^anm nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A iB^ICl.


Cottiæ .Alpes.


•4fig, 'Taru'war


ûütut^'


GAlIICVSj^G^

Sin VS „VV y jgt;A


Alarlius



-ocr page 272-

VRANCKRYCK.

nac dat men daer van gedroneken heefc. Defe fuyvert het lichaem, verdrijft de derden-daeghfche koorts, en breeckt den fteen. Het felve water by ’t vuur verwarmt,v/ort dick,en ten laetften root. By Grenoble in Daulfinéis eenfonteyn, daer S. Auguftijn afvermaent in hjnboecken van de Stadt Godts, van de felfde natuur met die van Epirus j want fy ontfteeckt de uytgedanc toortfen, en fy doet de brandende uyt. By den oever van de zee (foo Artemidorus fchrijft) is een lack, dat men’t meyr van de twee ravens noemt, daer twee ravens haervertoonen, wiens rechte vleugel wit is, en dat, die cenigh gcfchil hebben, aldaer komen om het felve te fcheydcn, leggende óp een hooge tafel elck een koeck, de koeck van die ongelijck heeft, wort van de ravens gegeten, en van die gelijck heeft, willenfe niet aenraken, Maer dit, feyt Sträbo, g'elijckt wel een fabel. Ariftoteles fchrijft oockinfijn wonderen , dat’er eenen weghwas, Heraclea genoemt, die van Italien naer Vranekrijek en Celtiberien ftreckte, op welchen wegh de inwoonders forge droegen, dat de Griecken, oft den inlantfchen reyfenden man geen ongeluck oft fchade foude overkomen, om datfe geflraft wierden, en de fchade moeften vergoeden , in wiens palen de felve gefchiet was.

Sternen Vitruvius fchrijft dat ’er te Marfilien een fteen gebacken 'veUt. viQVi, die op ’t water fwemt. Nu füllen wy wat van het ftee-nen velt verhalen.Dit wort by alle Schrijvers geftelttuflchen Marfilien en den mont van de Rhofne. Plinius feyt, dat ’et een memorie is van Hercules-ftrijt,w'elcke als op defe plaet-fe tegen Albion en Bergion, fonen van Neptunus, vocht, en alle fijn pijlen verfchoten hadde, Jupiter aengeroepen heefc, en van hem met eenen fteenen regen geholpen is. Men foude meenen dat het hier fteenen geregent heeft, foo veel leggen ’er overal. Mela, Solinus, Hyginus, en Martia-nus verhalen de felfde fabel. Dit gevoelen van Strabo is waerfchijnlijck, die dit velt uyt Xylander aldus befchrijft: daer is een ront velt, omtrent hondert ftadien van de zee, wiens diameter oock foo groot is. Dit wort het fteencn-velc geheeten, om dat het vol fteenen is,waer van elck een men-fchen handt kan vullen, 'onder welcke genoegh gras waft voor de heeften -, in ’t midden zijn fout-pannen, en fout water. Al hctlant dat boven dit velt leyt is de wint onderworpen, voornamentlijck den noorden, die met fulcken gewelc op dit velt ftotmt, dat hyde fteenen omwerpt, demen-fchen van de wagens , en haer van wapenen en kleederen berooft. PoGdonius meent dat het een lac gew'eeft is,welck, door te veel beroerte des waters , uytgedrooght, en in veel fteenen verdeelt is. Ariftoteles feyt fulcks door aertbevinge gefchiet te zijn, en noemt dit het felfde Phlegreen veldt. Diodorus, in fijn vijfde boeck,befchrijft het felfde velt (hoewel hy het niet noemt) met den fchadelijeken wint.

■Ardenner- Het bofch Ardenne is hier oock in Gallia Belgica, daer Tacitus van fprceckt in fijn vijfde boeck der jaerlijekfehe Gcfchiedeniflen, ’t en waer dat’er meer zijn van de felfde naem, weick fwacrlijck te gelooven is -, want in alle de oude hiftorien wort ’er maer van een alleen gelproken, dat fich wijt en breet uytftreckte, en in veel boflehen verfpreyt is met den felven naem. Cæfar feydt, dat het ’t grootfte van heel Vranekrijek is -, want het ftreckte van den Rhijn door ’t midden van ’t lant van Trier, tot de grenfen van Rheims, en liep tot aen den t’famenloop van de Schelde en Mafe, foo dat het meer als joooo o treden lang was, weick zijn omtrent 4000 ftadien, nae de rekeninge van Strabo, maer uyt geen geloofwaerdigeSchrijvers.foo hy meent,is ’t dat de plaetfe onvcrvalftis ; weick Cafaubonus niet wel en gelooft in de geleerde uytlegginge,die hy op defen Auteur gefchre-ven heeft. Het is oock de waerheyt niet gelijCk, dat Cæfar, die’t felve gefien heeft, degroote van’t bofch niet foude geweten hebben. Na dit bofch heeft Diana den naem Ar-duenna, gelijck een oude marmerfteen te kennen geeft, daer van wy hier nae wat breeder füllen fpreken.

jMiniolrte Paufanias fchrijft dat Vranekrijek volvolcks is. Livius tan in- noemt het vruchtbaer van menfehen. Polybius getuyght dat Casfar vier hondert Franfchc volckeren verwonnen heeft. Jemandes, Hirtius, en Ammianus feggen, dat de Françoyfen hooger zijn als andere menfehen , en datfe wonder groote lichamen hebben. Cæfar fchrijft, dat de Françoyfen, om haergroote lichamen, de kleynigheyt der Romeynen verfmaden. Strabo fchrijft, datfelang, wit, en facht van vlecfch zijn. Petronius fpreceke van defe wittig-heydt, als hy aen Gyrtonem fchrijft, aldus t Incretafacies, titfuos Gaüia civesputet.

Om datfe door konft de natuurlijeke wittigheyt van defe fouden gelijcken, niet, foo fommige meenen, dat de Françoyfen gewoon waTen haer acnfichtcn met krijt te blanc-ketten, weick by geen Schrijvers gelefen wort ,• en oock niet noodigh was, gemerekt de natuur haer defe wittigheyt van felfs gunde. Daerora feydt de Poëet, datfe hallen gelijck melck hebben. Strabo en Clemens Alexandrinus feggen, datfe lang hair dragen, daer de naem Gallia, Comata van komt, dat is te feggen, Gehairt Vranekrijek. Agathias fchrijft, dat de Köningen van Vranekrijek haer noyt lieten fcheeren, maer datfe van jongs af het hair lieten waflen, weick haer achter çierlijck op de fchouderen hing , en het voorfte fcheyden fy van een, latende het felve over de ooren hangen, niet over het voorhooft. Livius feydt, datfe lang en blont hair hadden. Diodorus fchrijft, datfe van nature roodt hair hebben, weick fy nochtans met konft rofler maeckten ,• want fy ’t felve geftadighmet kalck wieflen , en van voor naer achter op ’t hooft trocken , om dat het hair ’t acnficht niet decken foude, maer datfe de Pans en Satyrs, Weick Bofch-góden waren, fouden gelijcken : fy maken het hair oock dicht, dat het manen van paerden fcheenen. Mif-fchien dat Claudianus daerom feyt, Gallia crineferox, dat is, de Fransman wreet door ’t hair. Plinius feyt, dat de Françoyfen een foort van feep gevonden hebben, gemaeckt van fmeer en affehen, om het hair root te maken 5 foo dat Claudianus van haer fchrijft., datfe een geel hooft, en Virgilius, datfe gouden hair hebben. Hier toe dient oock dat Tertullianus feyt in het traftaet der vrouwen kleedingc , daer hy fchrijft dat fommige het hair met faft'raen veranderen. Ammianus noemtfe bequamelijck wit en root, wit nae de huyt, root nac ’t hair. Livius fchrijft datfe altemacl lange baerden dragen. Diodorus maeckt een onderfcheyt met defe woorden van Caftalio : fommige fcheeren den baert, andere laten hem een weynigh waflen. De Edelen fçheeren de wangen , en laten den baert waflen om de lichamen te decken,amp;c. Strabo fchrijft, datfe forge dragen om niet te dick of te vet te worden ; en dat de jongmans, geftraft wierden, die de mate van haren gordel niet behielden.

Nu füllen wy wat van haer natuur en aert fpreken,welcke -rderdt. niemant van de oude Schrijvers beter gekent en befchreven heeft, als Cæfar, die, in deboccken der Franfche oorlogen, aldus fchrijft : DeFrançoyfen zijn vaerdigh en hacftigh in haer racdtflagen en refolutien, waer uyt komt datfe dick-maels haer voornemen veranderen, en altijdt w'at nieuws loecken. Sy hebben voor manier, datfe den reyfenden man, oock tegen fijnen danek, ophouden, en van een iege-lijck vragen watfe vernomen oft gehoort hebben : en het gemeen volckbefetindeftedenrontomdekoopmans, en dwingenfe te feggen van wat landt datfe komen, en watfe daer verftaen hebben : en dickmaels door fuiken uytftroyen en tijdingen beweegt, gaenfetc rade van wichtige faken, waer van fy terftont berouw hebben, gemerekt fy den onfe-keren roep te veel gehoors geven, en die haer fulcks feggen, mceftendcel wat verfieren, dat fy geern hooren. Polybius, Orofius,Trebellius, en Vopifcus, leggen byna het felfde. Strabo fchrijft eenfaeck die te bemereken is, diefein haer raedtflagen gebruycken : is ’t dat iemant een ander die fijn gevoelen feydt met woorden oft anders moeyelijekis, terftondt komt een dienacr van de juftitie met een bloot mes in de handt, en gebiet hem met dreygementen te fwij-gen, tot twee en driemael toe ; is ’t dat hy daer op niet paft, fnijt hem den dienaer foo grooten ftuck van den pantrock af, dat de refte onbequaem is om 'te dragen. Diodorus en Strabo feggen, datfe fcherpfinnigh zijn, en bequaem om tc leeren. Polybius fchrijft ter contrarien, datfe haer noch tot de geleertheydt nocheenigc konften begeven. Hirtiusis haergunftiger: het zijn menfehen (feydt hy) die ront uyt handelen, nietbedriegelijck, gewent niet rhet bedrogh, maer kloekheyt en voor de vuyft te vechten. Strabo noemtfe eenvoudigh en openhertigh. Miflchien dat hyfe op een andere plaetfe daerom Hecht heet. Servius, traegh van ver-ftant ; Firmicus, fot j Julianus, bot en boers. Florus hier tegen fchrijft, datfe met bedrogh omgacn. Het weick lbo het waerachtigh is, hebben fy waerfchijnlijck naderhandt van de Romeynen fulcks geleert, die, nae’t fchrijvenvan Trogus, Servilius in Afriken gefonden hadden, om dat hy

Anni-


-ocr page 273-

O LI D T V R A

Annibal heymelijck door fijn benijders foude doçn qm-brengen. Maer het is onwaerachtigh. Men moet meerden Kcyfer Julianus hier in gelooven, die lang met haer omge-gaen , alles doorfien, en, na alle oude Schrijvers, haer delen lofgeeft, datle niet weten nae den mont te fpreken, maer datlè recht uyt en vrymoedigh met iegclijck handelen ; en datfe den houwelijeken ftaet beminnen, alleen om kinderen te krijgen ; cn den wijn, om te drineken ibo veel de natuur noodigh is, en niet meer. Ælianus feyt,datle onder alle natiën de gereedfte zijn om haer in ’t perijckel te ftellen. Florus , Cicero, en Eumenius noemenfe wreet en barbarifch : Lucanus,Trogus, Hegefippus, wildten bloetgierigh : Vo-pifcus, deonruftighfte van alle volckeren : Livius en Poly

bius , gemackelijck, welluftigh, en ontrouw, geneyght tot bralTen en dronckenfehap : de fclve Livius noemtfe geneyght tot gramfehap en gout-gierigh : Mela, hoovaerdigh, en in degodtsdienft overtollighSilius, ydcl cn leugenaers: Plutarchus, niet te verladen met gelt. Dit is de lof van defe natie, maer van haer vyanden gefchreven. Niet te min,men vint twee exempelen van hacr wreetheyt:een by Trogus,die fchrijft, datfein deoorlogh tegen Anrigonus, alshaer uyt het ingewand der flacht-offerhanden voorfeyr was, dat’er niemant foude ontkomen, niet gevreeft, maer geraeft hebben , cn haer vrouwen cn kinderen omgcbracht, en foo begonnen de voorfegginge waerachtigh te maken. Het ander exempel verhaelt Florus, feggende dat lómmige gevangenen de ketenen geproeft hebben door te bijten, en malkan-deren de keel verworght. Dan ’t kan wefen datfe dit gedaen hebben ter liefde van haer vryheyt, diefe grootelijeks beher-cigen j gelijck Orofius cn Kcyfer Leo fchrijven. Paufanias nochtans toont haer wreedheyt in de oorloge byThermo-pvlen. lek ben verwondert dat Marius Vidorinus hacr bloode, bevreefdc, fonder couragie noemt, en die den rugh nacr den vyandt keeren : die Claudianus couragieus, ftrijt-baer, ervaren in de wapenen en krijgh heet ; en Saluftius, in oorloghs-handcl boven de Romeynen ftclt. Het mach wefen, dat Vidorinus oorfake neemt uyt de woorden van Cæfar , daer hy feyt : fy zijn vlijtigh en gereet om den oorlogh te beginnen, maer flap en ftvack om het ongemack en fcha-de te verdragen. En uyt Livius, als hy fchrijft: deeerfte aen val der Francoyfen in ’t gevecht is meerder als van mannen , de laetfte minder als van vrouwen : en op een andere plaetfcj de ervarentheyt leert, foo men den eerften aenval der Françoyfen, welck fy met een heet gemoedt en blinde gramfehap doen, kan wederftaen, dat men haer licht verwinnen fal,-want fy fweeten terftont, en worden moede,foo dat haer de wapenen ontvallen. Sec. Florus feyt oock: Men heeft bevonden, dat gelijck de eerfte aenval der Françoyfen meerder is als van mannen, foo is de laetfte minder als van vrouwen : de lichamen, in de vochtige lucht opgevoedt,zijn gelijck haer fneeuw, welcke, alsfe door vechten warm worden , terftont fweeten, en door lichte beroerte fmelten als van de fon. Dio aldus : de Françoyfen loopen tot alle faken met een onverfadelijeke begeerte,en'gebruycken geen mid-delmaet; want gelijekfe uytnemende ftout zijn, foo worden-feoock metter haeft uyterraaten bevreeft. Strabo fchrijft van de Françoyfen als volgt : het is een ftrijdbare en wreede natie, gereet om tc vechten ; daer toe geterght zijnde, loo-penfe met hoopen t’famen fonder voordachtigheyt -, welck veroorfaekt datfe licht bedrogen worden,als iemant krijghs-liften gebruyckt: want men kanlê lichtelijck foo dickmaels, en daer men wil, tot flaen brengen, daerfe niet mede bren-gen, als fterekte en kloeckmoedigheyt fonder eenige voor-fichtigheyt. Keyfcr Leo, in fijn tradaet van de krijghs-ge-reetfehap,oordeelt heel anders ; deFrançoyfen, feyt hy,zijn onvervaert cn klocckin de oorloge, fy houden deluyigheyt, cn tsrugh wijeken, voor grootefchande, en achten’t als vluchten, amp;c. Is ’t dat defe natie foo weeck is, en geen ongemack oft arbeyt kan verdragen, en in den flagh tot het laetfte niet kan herden, hoe kómt dan dat Cicero fchrijft, dat de Françoyfen föo grootelijeks van de Romeynen gevreeft wierden? Waerom feyt Salluftius, dat heel Italien door vreefe van dit volck gebeeft heeft ? foo datfe met haer niet om eer, maer om haer leven te behouden ftreden. Waerom fchrijft Trogus van de Konihgen in ’t ooftèn ? daer was fulc-ken fchrick van dé Franfche naem, en haer geluckige en onwinbare wapenen , datfe haer lieten voorftaen, datfe fonder de Franfche macht haetMâjèfteyt niet konden bevryen,

Vranekritek» ' 'Fï

N C K R Y C K.


54 •


oft, fooCe verloren ware, niet weder krijgen. Appianus feyt, dat deFrançoyfen foo vreeflelijck waren voor deRomey-nen, dac in de ordinantie, daer de Priefters en de oude per-foonen mede bevrijt worden van de krijgh,de Franiche oorlogen niet mede begrepen zijn.

Soßpater feyt uyt Varro,dat de Francoyfen altijdts arbey-den om wel tc vechten en çicrlijck te ïpreken. Daerom fchrijft Juvenalis :

•-------- Accipiat te

Gallia, vel potius nutricula caufiâicorum

Africa, ßplacuit mercederUponere lingua. En de felve :

Gallia caußdicos docuit facunda 'Britannos.

De H. Ambrofius, fchrijvendc acn Rufticus, prijft de ftudien in Vranckrijek florerende, en haer welfprekentheyt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

Claudianus, in het eerdicht van ’t IV Confulaet Honorii » looft de geleerde inwoonders van Vranckrijek. Van hacr oorlogh Ichrijff Cæfar op defe manier : Eer datfe beginnen te oorlogen, houden fy krijghsraedt, in welcke moeten alle de jongmans gewapent verfchijnen, en die laetft komt,wort in ’t aenfien van allen met veelderley pijnen gedoodt. Haer wapenen zijn, foo Strabo getuyght, nae de mate van haer Waper.in, lichamen, een lang iwaert hangende aende rechterzijde, eenen langen (chilt, de lancie na advenant met een yfer een cubit lang, en een weynigh min als twee palmen breet, na ’t feggen van Diodorus. Sy hebben een fborte van een werppijl. Sommige gebruycken oock bogen en flingers. Noch gebruyckenfe een flock, gemacckt als een pijl, diefe met geen riem oft bant, maer met de hant alleen verder als een pijl werpen. Varro en Nonnius maken gewach van fckere wapenen die ly Gaß noemen. Waer van Virgilius fchrijft:

Duo cuit^ue Alfina corujeant Gapi manu.

Servius defe woorden uytleggende, feydt, dat het mans fpietfen waren en voeght daer by, dat de flereke mannen Cefi by de Françoyfen genoemt wierden. De felveStrabo feydt, dat de Franfche ruyterye beter was, als ’t voctvolck : Cæfar fchrijft, dat de ruyters altijts met veel karren enba-gagie marcheerden. Livius en Pomponius verhalen , dat het voetvolk eerfl van de karren en wagens met werp-pijlen tegen den vyant vochten, daer na te voet met de fwaerden. Vegetius fchrijft,datfe benden van fes duyfent mannen hadden. Boven de navel warenfe bloot, maer deckten haer met de lange fchilden ,doch niet heel -, wantdie,na de proportie van ’t lichacm,niet breet genoegh waren,foo Livius en Polybius gctuygen. Hier van (preeckt Virgilius :

Scutisprotest corpora longis.

Diodorus feyt, dat haer wapenen fchilden zijn, lang als een menfeh, verç!ert,na ’et goet duneken van iegelijck,met verheven beelden van heeften oock wapenden fy haer hoofden met koperc helmetten, daer hoornen , vogels, en viervoetigh gedierte op gefneden waren: fy gcbruyckten oock trompetten, die, met haer geklanek, vreele onder den vyant brachten. Haer fweerden waren lang, foo Livius, en » fwaer, foo Polybius feyt, fonder punten, alleen bequaem om den vyandt van boven met flagen neder te houwen, en het hooft af te fnijden: doch waren van facht cn qualijck getempert yfer,gelijckPolyænus infljnachtfteboeckgetuyght: daerom fchrijft Suidas uyt Polybius ; met den eerften flagh krommen en buygcnfe foo feer, dat de tweede flagh te vergeefs foude zijn, ’t en ware datfe terftont achterwaerts liepen om die met den voet te herftellen. Diodorus noemtfe ßathas, en feydt datfe aen de rechter zijde met een koperc keten hangen: niet te min Julius Pollux prijft defe Franfche fwaerden. Polybius, Strabo, en Diodorus fchrijven, datfe goude ketenen om den hals dragen, daerom feyt Virgilius :

La^ea colla auro inne^îuntur.

en om de handen en armen brafeletten : en die in de Magi-ftraet eenigh officie bedienden, hadden fehoone gecoleur-de en vergulde kleederen. Daerom feyt Virgilius :

Atepue aurea 'veflù.

Plinius fchrijft, datfe haer flveerden en fchilden met ko- Maniéré rael çierden. Diodorus feyt, dat fommige hare ylère har-naffen met gout amalieerden. Als fy begonnen te vechten , fongenfe, huyldenfe, danftenfe, en maeckten een groot getier der wapenen en fchilden, diefe op de manier van haer vaderlandt fchudden, jae foo groot, dat al de omleggende plaetfen een geluyt fcheenen te maken, foo Polybius en


-ocr page 274-

NCKRYCK»^

geweven is, maer van felfs t’famen vergadert, daer men met geen yfer door kan fteken, foo verre men daer eeck by doet. Hy feydt oock, datfe de kleederen met fchildekens hebben leeren fnijden oft pickeeren. Diodorus fchrijft, datfe ringen aen de vingeren droegen ; Plinius feydt, alleen aen den middclffen. Cæfar fchrijft, datfe vermaeck hadden in beeilen.

Soo veel haer manieren van eten aengaet : fy gebruycken ^aniertn Ileencn vaten, met bloemen verçiert : ly eten fittende, niet op ftoclen , maer plat op de aerde, bedeckt met wolfs- oft honts-vellen. Dejonge kinderen dienen de tafel. Neffens haer is goet vuur, daer potten,en fpitten met vlecfch gellof-feert zijn,meeft van verfche en gelouten verekens,hoewelfc allerlcy vleefch eten. Dit lchrijft ’cr Diodorus van. Sy eten oock veel melck, foo Strabo fchrijft. Athenæus verhaelt uyt Pofidonio, datfe op hoy fitten, en aen lage tafelen eten: en datfe weynigh broot gebruycken, ( het wclck Plinius feydt, datfe met deefem oft heef licht maken ) maer veel vleefch, gefoden , en op de kolen oft aen ’t fpit gebraden : en Heken, als de leeuwen doen, heele lidtmaten met beyde handen in de mondt, daerfe van bijten : is ’er iet datfe met dç tanden niet können fcheuren , dat fnijdenfe met kleyne merkens. Die by de rivieren ofte zee woonen, eten vifch met fout, eeck, en cumijn gebraden, wclck fy oock in haren dranek doen. Als ’er veel t’famen eten, fittenfc in ’c rondt, en fetten in ’t midden de voornaemllen van het gc-felfchap, die de andere door kloeckheyt, adel, oft rijek-dom te boven gaen. Dc fchenekers dragen den dranek in filvere oft aerde kannen : de fchotelen, daerfe de fpijfe mede op dragen, zijn van de felfde Hof ; fommige gebruycken ko-pere, andere korven van teenen gevlochten, in plaets van fchotelen. Derijekedrincken wijn, diefeuyt Italien ofc Marfilien ontbieden, meefl: ongemengt, fomtijts met weynigh waters. Sy drincken oft florpen foetjens, dickmaels haer verhalende, en proevende. Ecn jongen draeghtde bekers in bey de handen. Plinius feyt, datfe met geweeckc koren dranek maken,daetfe droneken van worden. Diodorus fchrijft, datfe feker gebrouw van geril maken, diefe zyth heeten, en een ander van water en honighraet : Ammianus, datfe verfchcyden dranek hebben, fmakende als wijn. Men leeft by Diodorus, datfe oock menfchen-vlcefch eten, mif-fehlen van hare vyanden, gelijekfe gedaen hebben by Ther-mopylen, foo Paulanias fchrijft. Sextus Rufus getuyght,dat de Françoyfen die men Scordißos noemt, fomtijdts men-fchen-bloet gedroneken hebben uyt de beckenelen der gevangenen. Sy roepen den reyfenden man oock te gall, en na de maeltijdt vragenfe, wie hy is, en waerom dat hy gekomen is.

Sy hadden oock een manier, öm éenige woorden over tafel gerelen, malkahdéren ha den eten te beroepen, en tc vechten fonder eenigh achterdenken van haer leven; welck Poflîdonius by Athenæus aldus verhaelt : Sy hebben een fekere oeffeningevan wapenen, daerfe malkanderen toe beroepen, en brengen alleen het uyterHe van hare handen aen de punt van het rapier, malkander mijdende: nochtans wordenfe fomtijdts gequetll, waer doorfe van gram-fchapfoo ontHeken, datfe tot ’er doodt toe vechten, 'ten zy datfe van de omllandcrs gefcheyden worden. Hierom feyt Horatius milTchicn, T^npaventisfunera Gallia, dat is, Vranekrijek, welck de doot niet vrecll. Eertijdts was oock by haer de manier, dat, als ’er eenige lidtmaten van beeilen op tafel gefet wierden, de llercklle van het gefelfchap nam de dye,en waer ’t dat een ander dc felve wilde hebben, vochten fy foo lang met rapieren, dat een van beyden doot bleef. Andere namen gout oft filver op ’et theatre oft toonneel,ofc oock een feker getal van vaten met wijn, en alsfe met eedt belooft hadden datfe ’c gene fouden lijden, daeromfe de giften ontfangen hadden, na datfe de felve aen haer belle en naelle vrienden gegeven hadden , gingenfe langs op den rugh leggen in haer fchilden, ’en lieten haer foo de keel af-ffeken. Polybius feyt, datfe op hoy llapcn ; Diodorus, op vellen van wilde beeilen.

Hare huyfen llaen meeft, lbo Cæfar fchrijft, in de bofi fchen oft langs dc rivieren, om de hitte te mijden, gedeckt pin„ met eycken berden oft llroo, nae ’t feggen van Vitruvius en Plinius. Strabo fchrijft, datfe ront zijn van bert en willen, gemaeckt met een hoogc gevel. Nimmermeer fluytenlè haer deuren, foo ’t waer is, ’c gene Nicolaus by Scobæus feyt.

Datfe

o U D T V R A

Livius gctuygcn. Strabo en Diodorus leggen oock, datfe »■net honden vochten. Poflîdonius by Athencsus en Diodorus fcytjdatfe gewoon zijn flatteerders oft pluymftrijckers in de oorlogh mede te leyden , van wien fy hacr lof gefongcn wouden hebben , aen haer afgoden, gelijck Athenæus vec-haelt uyt Sofipater. Alsfe uyc den flagh komen,feyt Strabo, hangenfe de hoofden der vyanden aen de halfen van de pacrden, en fpijckerenfe aen de ftadts-poorten ten toon. S'y balfemen de hoofden der edelen, feydt Diodorus, en be-warenfe forghvuldigh in kaflen, toonenfe den vreemdelingen , en willenfe om geen gelt de ouders oft andere geven. Livius fchrijft, datfe den roof en het afgefneden hooft van L. Pofthumius, met groote ftacie en blijdtfchap in haer kerck gedragen hebben, die fy voor een heylige plaets houden; ennaedatle deherfenen daeruyt genomen, en het hooft gefuyvert hadden, hebbenfe het beckeneel in ’c gout gefielt, en een beker daer van gemaeckt, om die in haer ofierhanden te gebruycken , en daer de Prieflers en overlie der kercke uyt fouden drincken j daerom feydt Silius Italiens :

Ât Celttü 'vacui capitis circuntdarefueti

Ojja, (nefds} auro, menßs eapocula fervant, .

Die begeert te weten wat ordre datfe hielden in’t gevecht van de ruyterye, datfe Trimarfiam noemden, lefe Pau-liinias. Uyt Athenæus en Cæfar kan men oock verllaen , wie haer Silodunen oft Soldurien waren. Voeghthier by het gene de Keyfcr Leo heeft in ’t 18 cap. n.88. van de krijghs-gereedclchappen.

Laet ons nu komen tot haer particulier leven en huys-van levtn, houdinge. In heel Vranekrijek, feyt Cæfar, zijn twee foor*-ten van perfoonen, die in eenigh aenlien en geacht zijn : de Druiden, en de Edelen : defe raoeyen haer alleen met de oorlogh, en hoe iemant hooger van geflacht, oft rijeker is, hoe hy meer dienaers en onderdanen by'hem heeft. De Druides dragen forge van’t gene den godtsdienft aengaet, en doen de publijeke en particuliere offerhanden, en leeren oft leggen de religie uyt, amp;c. Het gemeene volck wordt niet veel meer geacht als Haven, en moet alles doen, als de knechten aen hunne meellers. Sy laten haer kinders niet by haer komen, voor datfe oudt genoegh zijn om de wapenen te dragen ; en houden het voor groote fchande, dat een foon in ’t publijck by lijn vader ftact, als hy noch een kindtis. De mannen doen’t houwelijeks-goede van haer vrouwen fchatten, en leggen ’er foo veel van ’t hare by ; dit geit wintt’famenderhant, en dc profijten worden bewaert: die eerll llerft, laet lijn deel aen den ander met alle de vorige inkomlleni De macht der mannen over de vrouwen cn kinderen is abfoluyt,foo datlê recht hebben over haer leven en doot. Dit hebben wy hier en daer uyt het felle bocck der Franfche oorlogen van Cæfar genomen. Diodorus feyt,dat haervrouwen fchoon, groot, cn llerckzijn als mannen. Strabo Ich rijft, datfe geluckigh in ’t baren en opvoeden der kinderen zijn. Plutarchus verhaelt, datfein de badtlloven, daerfe haer met de kinderen wallen, potten met bry oft pap brachten. De felve feyt,dat de mans foo veel van haer hielden , dat het de manier geworden was, datfe met haer van vrede en oorlogh te rade gingen, en alles in haer goctdunc-ken Itelden. Stobæus getuyght, dat de Celten fwaerder llraffen de doodt van een vreemdeling, als van een ingefc-ten; want de doodt van defe wort alleen met ballingfchàp,en van de vreemdeling met de doodt gellraft.

Kltedinae. . Wat de kleedinge belangt; de Françoyfen gebruycken, na ’t fchrijven van Strabo, een klect, dat de Schrijvers Saga heeten ;

rirgatis lucentfagulis, feyt Virgilius.

En een kleet van wol geweven, oft kappe, dienfe/anas noemen, oock wijde broecken. In plaets van ecn tabbaert hcbbcnle ecn gefneden klect met mouwen, dat wy nu ka-facken hecten, welck maer half over de billen komt, Dimidiafçi^ue nates Gallica falla tegit, fevdt Martialis. Dit fatfoen van kleederen is noch hedens-daeghs bv de Nederlanders in ’t gebruyck, welck fy pallat-rocken oft paltrock noemen : rock is in Nederduyts ecn kleet te feggen. Het is waerfchijnlijck, dàt Arilloteles in fijn fevende boeck van de Politic dit felfde meent, daer hy feydt, dat dc Françoyfen ecn kort kleet dragen. De felve Martialis maeckt gewach van de kappe van Xaindonge. Plinius feyt, datfe noch een kleet maken van wolle die on-

-ocr page 275-

QUDT vrangkryck;

Datfe kachel-ftoven gehad hebben, is genoegh bekent uyt de hiftorie van Keyfer Jnliacn in ßjnMifopogone, Haer dorpen waren met geen wallen befloten, fcydt Polybius: welche fyvan deMarfilicnsdacr nac gdeérc hebben, foo Trogus lchrijfc. Waer van het fatfocn by Cæfar befchreven is in ’t fevende boeck der Franfche Oorlogen : daer hy oock verhack , dat, als ’er iet groots oft befonders voorvalt, fy fulcks met geroep door de velden, en contreyen, te kennen geven : welck de naeftc hooren , en voorts haer nabuuren toeroepen. Ammianus Ichrijft, datfe gewent zijn te fwem-mcn. Cornelius Cclfus feyt, datfe op de jaght met vergifte pijlen fchoten. Gellius verhack , uyt Plinius, dat de Fran-çoyfen haer pijlen met hcllcborus ftrijeken, om dat het wildt-braet, hier mede gefchoten, teerder en delicater van fmaeckis; maer fyfnijdcn het vleefch rontom af, datgC-quetft is, om dat het venijn niet voorts foudc kruy pen. Ati-ftotcles feydtin fijn Wonderen, dat men in Vranekrijek venijn vint, datfe toxicum noemen, welck foo haeft doodt, dat de jagers, àlsfe een hart gefchoten hebben, terftont loopen, enfnijdenhetgequetftcvleefchuyt, op dat door’tvoort-kruypen des venijns ’t wild-braet niet bederve. Het is waer-fchijnlijck,dat dit venijn van de ypen-boom gemaeckt wier-de,die venijnigh is,foo wy hier voor gefeyt hebben, en by de XatijnfcheZ4x«rf genoemt wortj om dat Plinius feyt, dat bet venijn welck nu toxicon heet, eertijts taxicon genoemt wier-de, daer men de pijlen mede ftrijkt. Strabo fchrijft oock uyt andere, dat ’er een boom in Vranekrijek waft,de vijgeboom gelijck, wiens vrucht is, als ’t capiteel van de colom Corin-thiaeâ, met wiens fap de pijlen geftreken.doodehjk quetfen.

Ariftoteles en Plutarchus getuygen, dat de Françoyfen Riet vervaert 2ijn voor de aertbevinge. Si et noch een exempel van ftoutigheyt, oft, om beter te feggen, van onver-ifacghtheyt, foo verre het waerachtigh is. Ælianus fchrijft in fijn hiftorie, datfe het vluchten foo groote fchande ach^ ten, datfe dickmaels uyt de omvallende oft brandende huy-fen niet vlieden,foo datfe in het vuur fterven. Vele verwachten oock den vloet van de zee. Andere fpringen gewapent in de golven, en ontfangen haer gewek met bloote en uyt-gereyckte fw^aetden en fpitfen, gelijck öftfc de zee begeerden vervaert te maken oft te quetfem Dit mach gclooven die wil. Nochtans heeft Stobæus fulcks gelooft,en voor hem Nicolaus. Hier mede wort waerachtigh gemaeckt, ’t gene Plinius feydt, dat ’er niet lichter om te gelooven iS als een leugen, alsfe beveftight wordt van een treffelijck Auteur. Dit is miftchien het lchouwfpel by den wefter-Oceaen, tot welchen Sabinus gereyft is, na dat hy Vranekrijek doorwan-dek had, gelijck Lucianus in fijn Apologie fchrijft.

De begraeftenifl'en der Françoyfen,feyt Cxfar.zijn heef^ lijck en koftelijck ; fy werpen in ’t vuur, al ’t gene de levende beminnen, oock heeften: en voor defen wierdenoock de knechten en onderdanen, die men wift dat fy in haer leven bemint hadden, na debegraeffenifte te famen verbrant. Mêla voeght’er by : met de dooden branden en begraven-fc al’t gene de levende aengenaem was. De rekeningen en fchulden wierden uytgeftek tot het ander leveh. Sommige wierpen haer vrolijck in k vuur van haer maeghfehapi gelijck oftfe met haer fouden leven. Diodorus fchrijft, dat Ïommige brieven in ’t vuur wierpen , meenende datfe dé dooden füllen lefen, Want fy gclooven met Pythagoras, dat de zielen der menfehen onftcrffelijck zijn, en datfe, nâ de doodt van de overleden, weder in andere lichamen komen. Valerius Maximus feydt : Ick word indachtigh van de oude manière der Françoyfen , die men feydt, datfe het gek plachten te lêencn,datfe na dit leven fouden ontfangen. Het is niet te verwonderen datfe dit gevoelen van Pythagó-ras volgen,is ’t waer dat Pythagoras in Vranekrijek geweeft is, gelijck fekere Alexander getuyght by Clemens Alexan-drinus. Tertullianus verhack uyt Nicahder, datfe héelc nachten by de graven van voorname mannen bleven, om eenigc orakelen ofte voorfegginge te bekomen.

lek acht niet ’t gene Cicero feyt in de oratie voor M.Poil-tejus, dat de Françoyfen geen religie hebben, gemerekt dat Livius, hoeweldefe natie niet gunftigh, nochtans fchrijft, datfe niet onachtfaem in de religie was j en Cæfar, die goede kennifte van dit volck hadde, getuyght mede , datfe de Godtsdienft gantfeh toegedacn waren, w'iens woorden aldus luyden : fy vieren meeft den god Mercurius, dienfe veel beelden maken i en feggen den vinder te zijn van alle konften, léydtsman van de reyfendé heden, hulper en be« fchermer van de koophandel en kooplieden , ( defen offer-denfe menfehen, foo Minutius Felix fchrijft. ) Nae defen eerden fy Apollo, Mars, Jupiter, en Minerva. Van defe hebbenfe ’t gevoelen met andere volckeren j te weten , dat Apollo de fieckten genceft^ dat Minerva de meefterefîe van de ambachten en konften is^dat Jupiter den Hemel regeerti dat Mars de Oorlogh gouverneert. Max.Tyrius getuyght dac de Françoyfen Jupiter vierden, dienfe den hooghften eyé-ken-boom toe-eygenden. Plinius,in hetfevendecapittel van’t 34boeck, verhack van een groot gehouwen beck van Mercurius, welck Zenodorus heeft doen maken, in de ftadt d’Auvergne, daer men tien jaren over arbeyde, en ko-ften 20000 pont van Ertfoen. Strabo fchrijft dat Diana Ephelia te Marfilien een kerck gehad heeft. Polyænus in fijn achtfte boeck, en Plutarchus in het tradaet van de Deuffhdcn der vrouwen, getuvgen dat de Callo-Grxci, dac is, Griecxfche Françoyfen , de goddinne Diana gevierc hebben. Daer is een oude ma’ merfteen , die toont dat de Franfchen noch een andere geêert hebben,die den ty tel van Arduenna had. Het is waerfchijnlijck datfe in ’t bofch Ar-duenna geviert is. ’t Opfchrift van den fteen füllen wy hier onder ftellen. Die in de oude opfchriften ervaren zijn, weten Wel,dat men Deanæ Arduinnæ, voor D i a-NÆ A R D u EN N Æ, fchrijft. Want de oude Schrijvers gebruyckten dickwils I voor E , en E voor 1. En her en is niet te verwonderen dat de Romeynen haer dit bofch toe-ge-eygent, ofte, het welcke waerfchijnlijeker is, een kerck hier in gebouwt hebben, als in ’t grootfte bofch van haer Rijckjcn defe goddinne alderwaerdighft. La(ftantius,Luca* nus,en Minutius Felix vermanen oock van Hefus ofte Efus, Tentâtes en Tarancs, góden van Vranekrijek. Maer het meefte deel der geleerde feggen, dat defe Mars, Mercurius, en Jupiter zijn. Aufonius maeckt gewach van Belenci, een god derFrançoylcn, die HerodianusBelis noemt, gelijck Jofephus Scaligerwel merekt. P. Pithæus ondcrfoecktoF het die felve is met Tibileno, daer Tertullianus van fchrijft ; doch meent dat het Apollo is. Abellio was oock een van haer góden , foo de lelve Scaliger toont uyt een oudt opfchrift , in fijn noten op Herodianus, daer hy oock gewach maeckt van de goddinne Onuava. De H. Auguftinus, in de boeckeu van de ftadt Gods.getuygt dat de Françoyfen eenigc onfuyverc gceften Dufios noemden. De felve Pithæys meent,uyt fommige woorden vàh Ammianus in ’t 16 boek, dat Serapis oock een van haer Goden gew eeft is. Wy hebben mede uyt Florus,datfe den godtVulcaen aenbaden,diefe de wapenen der Romeynen beloOft hadden. Alsfe haer góden aenbadeh, keerdénfe haer naer de rechter zijde, nae ’c fchrijvénvan Athenius: Plinius feyt ter contrarie, in het aenbïdden küften wy de rechter bant, w'elck de Françoyfen de góden meénen aéngenamertc zijn, dat men’tmet dö flineker doet. Sy ofterden de góden veelderley faken, onder andere heeften en menfehen; Mars meeftendeel, gelijck Cæfar fchrijft met defe woorden : alsfe eenige oorlog beflo-ten hebben,beloven,fy aCn Mars,al datfe van den vyant krijgen füllen,en öfteren nem al het vee datfe in dé krijgh bekomen hebben, en werpen al de reft van den roof in een plaets óp een hoop. Men kan in veel fteden op geheylighde plaet-fen als berghskens Van defe goederen öp malkanderen gehoopt fien. En het gefchiet felden dat iemant wat van defe faken, die hy genomen heeft, Verberght, oft, van ’t gene by een gcleyt is,neemt : want regens fulcke zijn groote ftralfen en penen geftelt. In de kereken, feyt Diodorus, ftroyenfc VCel gout, datfe de góden offeren, welck niemant der in-woonders, door vreeie der godtsdienft , dorft aeiitaftcn. CiÉfar fchrijft voorts : die een fware fieckte hebben, oft in de krijgh, oft groot gevaer zijn, offeren menfehen, oft beloven die te offeren j en gebruycken tot fulcken offerande de Druides, om datfe meenen dat de onfterffelijeke góden niet können verfoent worden , als door het offeren van ’c leven van de eenc menfeh, om te behouden ’t leven van eert ander menfeh. Andere hebben groote beelden van tienen gevlochten, diefe met menfehen vullen, fteken dan het Vuur daer in, en doen alfoo de menfehen fterven. Sy meenen dat dé góden aengenamer zijn de ftraffen en pijnen van de dieven cn moorders ; maer alsfe die niet hebben, moeten de onfchuldige lijden. Het felfdç feydt Strabo, doch wat verfcheyden : fy doorfchieten fommige in haer offeran

den.


-ocr page 276-

o U D T V R A

den, oft hangenfe aen kruycen : fy maken oock eenen groo-ten hoybergh, en fetten een ftacck in ’t midden, daerfe ver-fcheyden beeilen en oock mcnichcn aen vaft maeckten, en foo verbrandden. Diodorus feydc, datfe de mifdadigen vijf jaer bewaren, en daer nae aen palen vaft maeckten, haer goden offerden,en met andere eerftc vruchten verbrandden op grootc vuuren. Minucius Felix getuyght datfe Mercurio oock menfchen offerden. Tertullianus in fijn Apologetico feytjdat de eerft-geboren ter eeren van Mercurius gefneden wort. Soo dat het beter ware, gelijck Plutarchus in het tra-daetvan de fuperftitie fchrijftj dat dcFrançoyfen de Goden niet gekent hadden, dan datfe meenen dat ’cr Goden zijn, die met het bloet van de menfchen, die men daer toe doodt, verfoent worden. Solinus fchrijft mede, dat dit ver-vloecktgcbruyck tot oncer,niet tot eer van de religie ftrekt. Defe manier van menfchen te dooden gebruycken fy niet alleen in haer offeranden, maer oockinhacr waerfeggen. Want fy floegen den rugh van de menfeh, die daer toe ver-wefen was, met een rapier, en voorfeyden, uyt de bewegin-ge van het deel dat gequetft was, toekomende faken , feydt Strabo en Diodorus. En hoewel ten tijde van Keyfer Tiberius den Françoyfen verboden is menfchen te offeren,nochtans beklaeght Eufebius in ’t vierde boeck de Pr^sfar. Euang. dat het noch in fijnen tijt duurde, welck was onder Keyfer Conftantin de Groote. Plinius feydt oock, datfe het kruyt Verbenaca gebruyckten in haer tooveren en waerfeggen. By Spartianus in Pefcennio leeft men,datfe fekere facrificien hadden, die van niemant gedaen wierden, dan die heel fuy-ver waren.

Om dat wy hier boven uyt Strabo gefeyt hebben , dat de Françoyfen de manier haddqn ’t hair te fatfoneeren, datfe de Panes, dat is der herders Goden gelijekten, hebben wy

N C ' K R y C K.

hier de bcelteniffe van een oude penning gefef, van C. Vi-

bius Panfa geflagen, met hét hooft van Pan, om dat men de een regens de ander fonde befien en te beter verftaen. Waerintebemerekenis, dat de Romeynen in’t geit datfe munten gemeenlijck een beelt deden fetten, dat met haren naem over een quam, gelijck in dit van Panfa, de Godt Pan, inde penningen van Florus een bloem, welck in’t Latijn florem beduyt, in Vitalis muntc een kalf, in Latijn 'vittdum en diergelijeke.

Dit is ’t opfchrijft van de oude marmerfteen, daer wy hier boven van vermaent hebben :

DIS. MANIBVS.

Q. CÆSIVS. F. CLAVD. ATILIANVS. SACERDOS.

DEANNÆ. ARDVINNÆ.'

FECIT. SIBI. SVIS. ET. HÆREDIBVS.

IN. FR. P. XII, IN. A GR. P. XV.

IIII. ID. OCT.

IMP. CÆS. FLAVIO. DOMITIANO. VIII.

ET. C. VALERIO. MESSALINO. COSS.

Defe marmerfteen is gevonden op den wegh,die men Decia Salaria noemt, by de fevenBaden, en tot Marfilien gebrächt ; gelijck Julius Jacobonius uyt P. Ligorio fchrijft, in ’t byvoeghfel van de uytlegginge van Bapt. Fontejus,van het oudt geflacht Cæfia.

Men leeft oock in het boeck Smetii der oude opfchriften Diana Ardoinna.


OVDT VRANCKRYCK,

Nae de befchrijvinge van Iulius Cæfar.

Efc kaerte noemen wy foo, om datfe geteeckent is alleen uyt de befchrijvinge van Julius Cæfar : daerom hebben wyhier niet een naem oft plaetfc gcftelt uyt ecnige andere SchrijvcrsiCn oock geen achtergelaten , die hy befchrijfc in de boecken van de Franfchc oorlogen. Dit heb ick willen feggen, om dar de lefer niet te vergeefs in defe kaerte foecke,dat hy by andere oude Schrijvers van Vranckrijek leeft. Ick fal hier oock niet feggen van den aert des lants en volcks, om dat iegelijk ’t felve uyt Gæfar genoegh kan verftaen j maer in^lie plaetfehier wat van de Druiden fchrijven uyt de oude hiftorien.

Cæfar dan feydt in’t fefte boeck der Franfche oorlogen, dat’er in Vranckrijek twee foorten van menfchen van acn-ficn zijn,te weten dcDruiden en de Edden.Strabo noemt ’er drie, de Barden, Vates, dat is, Waerfeggers, en Druiden. En Lucanus in defe veerfen :

Laudibtis in longum Fates dimittitis awim ;

' ( Plurima [ecurifudißis carmina Bar di : lt;nbsp;‘ nbsp;nbsp;Bt 'uos barbaricos ritus, moremqueßnifirum

- Sacrortim Druides, amp;c.

En Marccllinus, die de Fates Eubagesheet. Diodorus vermaent alleen van de Barden en Druiden , die hy Saroni-das noemt, welcknochtans ’t felfde beteeckent. Plinius heetfe mcteen.gcmcene nacm Magos, dat is, Wijfe: Lucianas Philofophen. De Ridders oft Edden, feyt Cæfar, als ’t noodigh is, zijn.altijdt in de oorlogh, en hoe iemant van hooger flam oft ri jeko: is, hoe hy met meet dienaers en onderdanen v.ergefelfchapt wordt. Hier in is haer meefte eer cn macht gelegen, Bardi zijn Poëten, die den lof en prijs van dedooElQdiüg.e helden met rijm fingen,na de getuygc-niffe van Athenæus en Strabo. Diodorus fchrijft,datfe op dc orgelen cn liere fingen , den eenen prijfende, den anderen lakende. Feftus Pompejus feydt mede, datfe den lof van dc kloecke enftrijdbaremannert fingen, en dat Bardw inde Franfche tael een Tanger beduyt. Marcellinus fchrijft van dc felfde aldus: de Bardi fingen foetelijck de kloecke daden der vermaerde mannen met veerfen, die men heroikc noemt. Uyt Strabo leerr men datfe Fates genoemt wierden , oftcr-hande deden,en de fecreten tier Natuur onderfochten. Am-mianus (die de felve Eubages noemt) fchrijft van haer aldus: Onderfoeckende groote en hooge faken der natuure,trach-ten fy de felve uyt te leggen. De geleerde Petrus Pythæus meent dat de woorden, Bardi, Fates, Eubages,Semnothei, en Saronida, het felfde beduyden dat Druides, welk waerfchijn-lijckis, omdatwyfien, dat ’t gene verfcheyden Auteurs elck van defe toefchrijven, alleen de Druiden toekomt : als blijekt uyt’et gene hier volght:

Diodorus feydt, dat de Druiden Philofophen en Theologanten waren. Cæfar en Tacitus fchrijven, dat haer leerin-ge in Engelant gevonden is, en van daer in Vranckrijek gekomen^ en datjdiefenaerftelijeker wilde leeren,gemeenlijck naer Engelant ging. Maer laer ons Cæfar hooren die alder-klaerft van haer gefchreven beeft : defe, feydt hy, be/orgen den Godtsdienftcn offeranden, en leggen de wetten en ceremoniën uyt van den Godtsdienft. ^Sy zijn grootelijeks geacht : en veel jongmans gaen bÿ haer ter fchole. Sy effenen alle gefchillen , foo wel publijcke als particulière. Is’ereen ' quact fcyt oft moort gefchiet,’ is ’er twift van de palen, oft erffeniffen, fy-lieden mdctèö’t Vonnis ftrijckèn : fy ftr^en mede, enverecren die ’t Vérdiénen : is’t datiemandtnac haer vonnis niet vraeght, dien doenfc in den ban, en laten niet toe dat hy in de offeranden kome ; ’t welck fy voor dc grootfte ftraffe houden. Van nae de oorloge te trecken, ac- gt;

•' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ciien.


-ocr page 277-

o U D T V R A

cifen, en fchattingen zijnfe vry. Om defe vryheydt zijn ’er veel die haer tot defe leeringc begeven gt;nbsp;ofc van de ouders en vrienden gefonden worden, fommige oock door een na-cuurlijeke genegentheyc. Men feyde datfe een groot getal van veerfen van buyten moeten leeren ; foo dat eenige twin-tigh jaren ter fcholen gaen. En hoewel fy meeft in alle haren handel en rekeningen de Griecxfchc tael en letteren gebruyken, nochtans meenenfe dat ’et niet geoorloft is defe leere te befchrijven. VVelck my dunekt om twee oorfaken geordineertte zijn 5 deeene, omdat fy nietbegeerendat defe leeringe onder den gemeenen man kome ; de andere, om dat, diefe leeren, op de boecken haer niet fouden verlaten, gelijck ’t dickmaels gefchiet, maer de memorie te beter oefFenen. Haer voornaemfte leere is, dat de zielen niet fterven, maer datfe van ’c een lichaem in het ander nae de doodt verhuyfen : en meenen dat men hier door tot de deught,en ’c verfmaden der doodc verweckc wort. Sy difpu-teren oock veel, en leeren de jonekheyt van de fterren en haren loop, van de grootte des aertrijeks enwerelts, van de natuure aller faken, van de macht der onfterfFelijeke Goden. Dit fchrijft Cæfar. Doch tot meerder kennifle füllen wy hier byvoegen ’t gene andere hier van feggen. By Pomponius leeft men aldus: defe beroemen haer datfe de grootte en ’t fatfoen dec aerde en werelt weten , de beweging der hemels en fterren, en de wille der Goden : fy leeren den meeften Adel des volcks veel faken, twintigh jaren lang, in holen, oft boflehen, die van de wegh leggen. Sy begeeren wel dat de gemeenen man een punt van haer leeringe weet, welck is de onfterftelijckheydt der zielen, en dat ’er na dit leven een ander is. Marcellinus feyt bynae het felfde, en voeght’cr by, datfe Pythagoras hier in volgen. Laertius feyt, datfe met duyftere fpreucken philofopheren, en leeren, dat men de Goden moet eeren, geen quaet doen, de kloeckhey t oefFenen. Strabo in ’t vierde boeck fchrijft ’er aldus van: de Druiden difcoureren niet alleen van natuer-lijcke faken,maer oock van de goede manieren. Alle men-fchen hebben goet gevoelen van haer rcchtvaerdigheyt; foo datfe publijeke en particuliere faken oordeelen : het is fom-tijdts gefchiet datfe de oorlogen nedergeleyt hebben, als de legers gereedc ftonden om te vechten. De vonniflen van doodtflagers en moorden zijn haer oock bevolen. Als haer getal groot is, meenenfe dat de ackers vele vruchten füllen dragen. Sy leeren, als oock eenige andere, dat de ziel on-fterfFelijck is, en dat de werelt niet vergaen fal : maer nochtans van ’t vuur en water verwonnen w’orden. Diodorus verhaelt datfe waerfeggers gebruycken in haer offeranden, die toekomende faken voorfeggen, die de gemeente eert en gehoorfaem is. Alsfe van eenige gewichtige faken raedtfla-gen, gebruyckenfe een wonderlijeke manière : want fy offeren eenen menfeh, en flacn hem met een fwaert dwars op fijn borft : lettende hoe hy valt, hoe haer de gequetfte lit-maten roeren, hoe ’t bloet loopt, en hier uyt voorfeggenfe toekomende dingen. Sy doen geen offerande,’t en zy dat ’er een Philofooph by is. Want fy meenen dat de facrificien moeten gefchieden door de onderfoeckers van de Godde-lijcke natuur, die de Goddelijeke tael verftaen, door wiens voorfprake alles goets van Godt moet komenj fy doen oock niet in tijdt van oorlogh en vrede fonder haren raedt. Van defe offerhande der menfehen feydt Strabo in ’t fevende boeck, daer hy defe waerfeggers Vates noemt. Nae ’t feggen van Diodorus achtenfe de Poëten foo groot, dat niet alleen de vrienden, maer oock de '^yanden ophouden te vechten als defe tuftchen beyden komen, al is ’t dat de legers dicht by malkanderen zijn, en haer fwaerden getrocken, en met pijlen gefchoten hebben : foo dat by de barbarifche en rouwe menfehen de gramfehap haer van de wijsheydt laet gefeggen, en de Godt Mars van de Mufen. Dion Prufeus feyt : de Franfchen hebben hare Druiden,welcke ftudeeren in de wijsheydt en toekomende faken, fonder wien de Köningen niet geoorloft is iet te doen oft raden : foo dat, om de waerheydt te feggen, fyregeeren, en de Köningen die-naers en uytvoerders zijn van hare meeningen en refolu-tien, hoewel datfe in goude troonen fitten, in groote paley-fen woonen, en koftelijck eten. Waer toe defe veerfen van Lucanus dienen:

£t vos barbaricos ritus, moremquefinifirum Sacrorum Druiditpofitis re/)etißü ab armis.

. Solis nofje Deos, C/ili numinn^ vebis, Vranekrijek,

N C K R Y C K.

Autfoils ne fire datum : nemora alla remotîs Incolitis lacù. vobis au£loribus, ambra Non tacit as Erebifdes, Ditif^ue profundi fallida régnapetunt, amp;c.

Onder de Druiden, feyt Cæfar, is ’cr cen Overfte, dienfe aile eeren en gehoorfaem zijnj nae fijn doodt, komt de acn-fienlijckfte in fijn plaets j als ’er meer van gelijcke wijsheyc en achtbaerheyc zijn, wordt’er een gekofen metdemceftc ftemmen van de Druiden. Somwijlen ftrijt men oock met de wapenen om de qverigheyt. Op fekeren tijdt des jaers vergarenfe op de frontieren van Chartres, welck gehouden wort het middelfte deel des lants, en fitten in een geheylig-de plaets. Hier kómen van alle zijden die eenigh gefchil met malkanderen hebben, en zijn met haer oordeel te vre-den. In dit quartier van Chartres is noch hedensdaeghs de ftadt Dreux, die den naem van de Druiden fchijnt te hebben. Gab. Simeonius,fchrijvende op Cæfar, verhaelt dac hy in de boffchen van defecontreye eenige overblijffelen gehen heeft van de paleyfen der Druiden. Plinius fchrijft, dat haer waerfeggen, en manier van menfehen te offeren, gc-duert heeft tot fijnen tijdt, hoewel datfe verboden was yan Keyfer Tiberius. Suetonius, in ’t leven van Claudius,fchrijfc, dat het van Auguftus verboden was, maer de burgers alleen; en van Claudius t’eenemael tenietgedaen is. Welck Seneca oock getuyght in de klucht van Claudius doodt. Nochtans toontTacitus, in het vierde boeck van fijn hiftorie^daC de naem van de Druiden te dier tijdt noch niet heel verftor-ven was, daer hy feyt, dat de Druiden met een ydele hope voorfeyt hadden , dat door den brant van ’t Capitolium ófc Rooms raedthuys, onder Vcfpafiaen, het Rijck foude komen op dcOver-Alpifche volckeren. ÆliusLampridius fchrijft, dat een vrouw van de Druiden aen Keyfer Alexander Severus in de Franfche tale geroepen heeft, als hy naer den oorlogh van Vranckrijek trock: gaet, maer hoopt geen viólorie, oft betrouwt u foldaten niet ; welck foo gefchiede, want hy in de flagh bleef. Fl. Vopifeus verhaelt, dat Keyfer Valerianus de Franfche vrouwen der Druiden gevraeghe heeft, of het Rijck in fijn geflacht foude blyven. De felvc fchrijft, dat een vrouw van de Druiden aen Diocletianus ’t Rijck by Tungren voorfeyt heeft, als hy noch foldaet was. Nae defen is ’er niemant die van de Druiden vermaent, ’t en wareiemant wildefeggen, dacmen van hetfacrificie der Druiden moet verftaen, ’t gene Eufebius in ’t vierde boeck van deEuangelifche bereydinge feydt, datdeFrançoyfen noch tot fijnen tijt, welck was onder Conftantinus en Con-ftantius,menfchen geoffert hebben. Plinius fchrijft, dat dc Druiden niets heyliger houden als lijm,en den eyken-boom, daer hy uyt komt. Sy foecken altijdt boffehen van eycke-boomen,en doen geen facrificie oft ceremoniën fonder eyc-ken, foo datfe haren naem hier van fchijnen te hebben, volgens de Griecxfche tael. Al ’t gene op defen boom waft, meenenfe uyt den Hemel gefonden te zijn, en houden ’t als een teccken dat Godt dien voor hem gekofen heeft. Sy noemen hem remedie van alle quaet : fy maken gereedfehap van facrificie enmaeltijden onder defen boom, en binden aen hem met de hoornen twee witte offen, die noyt gebonden zijn. De Priefter,in ’t wit gekleet.klirat op den boom, en houdt de lijm af met een goude feiffen, welck fy ineen wit kleet ontfangen. Daer nae doenfe facrificie en bidden Godt, dat hy fijn gift tot gefontheyt van die gene laet ftrec-ken, die hyfe verleent. Sy meenen dat alle de onvruchtbare heeften, met dit lijm te drineken vruchtbaer worden, en datfe alle venijn verdrijft. De felve, in ’c derde capittel van fijn negen-en-twintighfte boeck, verhaelt wonder van een flangen-ey dat hy gefien heeft, groot als cen middelbaren ronden appel, welck een merck-teecken is daer men dc Druiden aen kent, en datfe gelooven kracht te hebben om proceffen te winnen , en lichtelijck by de Köningen te komen. Sy plucken oock nüchteren , met de flineker handt, fonder omfien , feker kruyt Samolum genaemt, welck, foo fy feggen, dekranekeoffen en verekens helpt. Hy feydt oock, datfe met de rechter handt ’t kruyt Sclago plucken, fonder mes oft yfer, door de flineker mou van den tabbaert ; en dit doenfe met ’er haeft, op de manier of fy ’c fteelen, in ’t wit gekleet, met gewafïên voeten, nae datfe facrificie gedaen hebben met broot en wijn. Sy leggen ’t in cen witten en nieuwen lijnen doeck. De Druiden meenen dat dit een befondcre macht heeft tegen allcficckten, en

G e e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat

\

-ocr page 278-

rameftf flu.


CJ


Sicambri.


Gallarum, ali: ^uet 2gt;igt;pulorum. etegiajtve de-. Jeripbencs a : yud. Cçpirem..


Ebwoiies Ambwrie CaüiivJeits.

Bellovaci

Cer be iis Vcrt^cus.

Nervii

ßodueenaiui

Vertici ■

Treviri InJurtrmani./

Cin^ebgt;ri}t •

StieÄioneS

Dn'ibaeus üalba.-

Reiui Antebre^tuS IceiuS .


Aedui CmwUIus Cetus Cettvietelitamu Duiimevix Divtbacu.f fyereJtx lifcus Libtrteus Surus Vé,k1iaeiiS ■VirdumaruS.

Helvetii

Or^eteri.’i:

■VeredecUus düimenius Divice .


Seuoaes CavarittuS Merite^g-us .icce DriyeeS-



Cax'nutes

Ti^etius Cetuatus Cenetednnus

Iamp;ubtrvabiS ■



Cadurcus

luterius.

Averjii ■Vercü^eterix. CeliiUus Gebanitie Vergafilaunus Critegnatus Eyi^uaefur.

Aulcrcns Camulegenuj. NitiobrigeS Oüaviee 'Iheutomatus,

Helvii. Cabitrus CyADenatauni.e.


Segnana


OJîfini.


Lem ovices.


CAE , Stve


Anibibari.


Lexobli.


Auler ci


Aulerci,4«ibiai


RJiedones.


Nannetes. ‘


Cocolàtes


Vocates



Tarbelli •


Preciani


Ad. Jul CizfM'ts Cam.nu’iibtrbL.,


Canatibus Gedarayhieis


AbraJi Ortelli.


Cantabri,


Cuir-tiiini.


Gordii'


Anibix’a.


L atuaci.


« dui.


BellovaciA*!^


Bellocaflii


five Velo;


canes.


Eburovices


Parifi


idunt, V


Advaticj


tondru;


Xlk SfiH*


^6t*wdunuiti


Snelfio:


Meldæ


Agendicttm


buroiies


Segni.


CKLTAE.ia his

-AcdtU fiatres

^omiWPt'um die. U üb veteivm ae jfer^èttuun er^O- PAiJtiiem hi^ in omni, (rallidt ßi-mmA-anâlonbts

Hclvetä re amp;alt0£

virtute Juperanb

Senoues ei. vitas nt^'rinus iitter (roL hs autemiatis.



tjtcjjßß üT. 1■


,öte e


Tribo ;


Cariiutes W


Druidnm Jedes •


Senoiies.


ik Genahm.


Raura


ma Jcientia et ufu renim nau hea-rum eetcros anteeeduni :

BoJl eÿre^ia. vir tute cegniti.

Auibarri ne-cejjarii et een.-. Jiuiguitiei ^■. dueruni..


’S-o


Avaricum.


Bituriges.


Mandu bii.


Helve tii


BEEGAX. his m-o-xima, vir.-tuSf et amntunt, ^iiïlerumfirtif*: Jimi. Jfi?r»nv.

Nei-vii m



Harudes


Lemovices


Petro com


Gantes.


Tarufates.

4arufalum.i^ Attfri epidum nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nu-iei.



Aedua civitas.


Ambarriquot;


Seblui '


ûcto^tirus


'Vtentut


Jlatip C6n^


Allobroge s.


nes.


Garoçeb.



1

Helvii.


Vocontn.


Aujerci,4,tti

Branno '


Heleuteru.


R R

'Xeteja


Tolo^. fates.


Rhuteni



■i

i-


Braiiuo ;


jn^no


Areco-mici


^itiobri -ges.


CatuMgcs.


Elu- Sibutzates. ßtteS-


Simbatum. oyidum.


inte firi, et magna: virtutis yedejlribus valebant eeyus..

Ti

*CVH^-3*wJ rum, virtutig epinte fi-i^uhv ris, cuItu etfi. ritate nen mub turn a amp;erma: I I 4


nis d^erebant.

Remi effiei-: eji iRsmanis in äatticG betiG.

et Jèeundam, dignttabs le : ennv apud beS ebiinebant.

Ebui’ojies. civitas i^n^bi lis et Ituntiïi^.

Bellov aci plur’tmum Inler bes valent vir: tute et aucteri tate.beminumy namera. item magna, egmd bes virtutis epinie.

Adttatici

ex CimJjrig'Peu-

eraati Jittri “T

Condi’uB 'Iremrerum eli ente.'! .

Vbn ceteris . hutnatticrcs, hc: fgt;UTti cùntasjîc rens et ampla .



aqviiani-hütnitLum 'mul liiutic rfti. ■ ni4t ^ctis Oil hei lutu ^ercH/ium ■

Sontî-xlcs gt;nbsp;Ja reputniu jtlu' vimuttL vakant'


-ocr page 279-

OUDT VRANCKRYCK.

dat fijnen roock goet is tegen de kranekheyt der oogen, Soo groot was de fuperftitie van defc natie.

Den oorfprong des naems Druides, feyt Goropius van een Duyts woort te komen, welck beduyt, een wijs man oft leeraer: Pomponius noemtfc meefters der wijsheyt. Het fchijnt dat defe naem een Theologant beduyt, dat is, geleert in Goddelijeke faken,(gelijckïè Diodorus noemt)want in oudt Hooghduyts, Godt te feggen is, foo men kan fien in ’t gedruckt Euangeli van Otfridus ; en noch he-densdaeghs in Yslant, daer men Hooghduyts fpreeckt, ge-bruyekthet voick het woort nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in plaets van Godt.

Dit gevoelen is niet vreemt van ’t gene Laertius uyt Arifto-teles fchrijft, dat de Druides Semnothei genaemt waren, welck dienaren der Goden beduyt. In Camdeni befchrij-vinge van Engelandt, feyt fekeren Albericus, dat de Saxen cenen wijfen man Drii noemen, welck woort een Theologant oft Philofooph beduyt : Plinius noemt defe Druidas oock Magos, dat is wijfe : want hy genoegh te kennen geeft dat fy den naem van den eycken-boom ( in ’t Griecx genoemt ) niet hebben, als hy feydt, datfe fchijnen van den eycken-boom oft lijm den naem te hebben , volgens de Griecxfche tael, want tuflehen fchijnen en zijn is groot onderfcheyt. Cæfar getuyght mede, dat haer leere uyt Engelaut gekomen is, daer de Griechen noyt een colonie ge-hadt hebben. Want de reyfe en acnkomfte van Ulyfles in dit eylant wort van de verftandige voor een fabel gehoudeni die men met Eratofthenes niet behoort te gelooven, tot dat ’er iemant toone wie de borfe genaeyt heeft, daer Ulyf-fes de winden in gefloten hadde. Maer niemant kan loochenen dat men in Engelandt de Duytfche tale gebruyckc heeft. Want Cxfar fchrijft, dat een colonie van de Belgen (welcke. Coo hy feyt, Duytfche volckercn aen dees zijde des Rhijns zijn ) in Engelant getrocken en met ’er woon gebleven waren: en Tacitus fchrijft,dat de inwoonders van Calédonien,dat is Schotlant, welck een groot deel van dit eylant is, uyt Duytslant zijn gefproten. En gemerekt dat de Druiden niets foo heyligh achten als den eycken-boom en fijn lijm, gelijckwyuyt Plinius verhaelt hebben, en datfe den hooghften eycken-boom voor een teecken van Jupiter hielden , foo Tyrius Maximus feyt, daerom is te gelooven, dat Diodorus haer met een andere naem Saronidas noemt, die nochtans ’t fclve beteeckent j ’t en waer dat defc plaetfe bedorven waer, en men voor Saronidas, Druidas moeft lefen. Annius fchrijft uyt Berofiis, dat de Druiden delen naem hebben van Druio Barro, en Sarrone, Koning der oude Françoyfen ; maer fonder fondament. Sommige meenen, dat defe woorden. Au Guy San neuf, van haer gekomen is, welck noch alle jacr op nieuwe-jaers avondt publijck in Vranekrijek gefongen wordt. Waer van het veers van Ovidius miflehien Ipreeckt :

Ad 'vifcum Druidtt, Druida cant are folehant.

Cornelius Celtes, Irenicus, Althamerus, en Aventinus feggen, dat de Druiden, van Keyfer Tiberius, en van Claudius uyt Vranekrijek verdreven zijnde, over den Rhijn getrocken zijn, en in Duytslant gewoont hebben : en dat van dien tijdt tot nu toe noch daer duert een feker nachtfpook, datfe Srutfcnfue noemen, welck den fchoen van een Philofooph beteeckent. Joachimus Camcrarius fchrijft, datfe meenen dat feker figuur van vijf hoecken een goet en ge-luckigh teecken is, en datfe dit op de wiegen fnyden , mee-nende dat de kinderen daer door van defe nacht-fpoocken bevrijt worden. Cornelius Celtes befchrijft eenige oude beelden van fteen gehouwen, die hy gefien heeft in feker kloofter, aen den voet Piniferi, oft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I

de fchoudcren met haken vafl gemaeckt, een kop

den van Duytslandt, welcke hy meent de gelijckeniffen der Druiden te zijn. Daer waren ’er fes, feydt hy, by de kerek-deuren, in een muur gefet, elck feven voeten lang, met blootc voeten, gedeckte hoofden, Griecxfche mantel, met een kap, en male : fy hadden een baert tot op den navel, boven neffens de neusgaten geklooft ; in de handen hadden fy een boeck, en flock, gelijck Diogenes, een flemmigh en droevigh aenficht, met het hooft cn oogen naer de aerde. Jacobus Schepperus befchrijftfe geckelijk, met ketenen aen denhals, brafeletten aen de armen, ringen aen de vingeren , gekoleurde kleederen, en philofophifche fchoenen. Van wien mach hy dit hebben ? want Plinius, foo wy gefeyt hebben, kleetfe in ’t wit en Strabo in het fevende boeck, daer hyfe Fates, dat is Waerfeggers, noemt, geeftfe oock een wit kleet, met een witten overrock van fijn linnen, boven eren gordel, en bloote voeten.

Defenfilveren penning hebben wyhier bygevoeght tot gedachtenis van Scr.Sulpitius Galba,fladthouder van Cæfar in Vranekrijek j oock om te toonen dat Vranekrijek, foo Cæfar oock getuyght, in drien gedeelt was, voor de tijden van Auguflus, die het in vieren gedeelt heeft.





-ocr page 280-

, en Capelle.

Het Gouvernement van 1’Iflc de France.

Valois.

Beauvoifis.

Vexin le François.

’t Landt en Bofch van Yveline.

L’lfle de France.

Brie.

BeauiTe.

GaÄinois, en

Hurepois.

Champagne.

Senonois.

Rheims, en

Rhetelois.

Sedan,

Raucourt, en

Donchery.

Lothringen.

’t Gebiedt der ftadt Met2.

’t Bisdom van Metz.

De beyde Burgundien.

Charolois.

’t Hertoghdom Burgundien, Graeffchap Burgundien.

Breffe Chalonnoife,

Genevcr-meir.

BreHe.

Dombes.

’t Gouvernement van Lyonnois.

Lyonnois,

Foreft, Beaujolois, en Malconnois. Limoges, en Limaine.

1

Auvergne.

Bourbonnois.

’t Gouvernement vatl Orleans*

Nevers.

^7

28

3

5

Berry.

Blailbis, en Perche.

^9

6

7

Touraine.

Loduii, en

Mirebalais.

3^

9

Anjou.

33

9i^

Le Maine.

34

9yf^

Normandien.

3^

TlQ

’t Landt van CauX; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

3L^

17^

’t Bisdom Evreux.

35 J

13

Bretagne. PoióloUi

3lt;^

37

14

15

Xainâ:onge. Oleron, en

S. Martin. Périgord.

39

39,^

16

Sarlat.

’t Gouvernement van Guyenne BourdeauXi

4^

^7

Bearn.

4*

18

*t Bisdom Aire.

4igt;^

19

Aiguillon. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;

4îgt;tf

i9gt;^

Quercy.

43

20

Languedoc.

’t Bisdom Alby*

21

44,^

Rouffillon.

44,«

ibid.

ibid.

Provence.

Orange, en

4;

22

Venaiflîn*

4^

^3

Dolphiné.

^7

24

Savoye.

^4,1’

Het Rijck van Kcylèr Karel de Groote ,

Tcfoor nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yo

Oudt Vranckrijck, nade belchrij ving van

Strabo, en andere Oude. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y3

Oudt Vranckrijck, na de belchrijving van Iulius Cælàr. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^7

16

-ocr page 281-

-ocr page 282-

-ocr page 283-


-ocr page 284-

-ocr page 285-