mm
|
||||||||||||||||||||||
■■■■■
|
||||||||||||||||||||||
mmmwk
|
||||||||||||||||||||||
RL.
|
||||||||||||||||||||||
Bte<$US*HS4^ÄP
|
||||||||||||||||||||||
H-S
|
||||||||||||||||||||||
^^H
|
||||||||||||||||||||||
AMSTERDAM,
IN Z Y N E
OPKOMST, AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KER KENSTAAT, SCHOOIEN,
SCHUTTERYE, GILDEN REGEERINGE,
BESCHREEVEN,
DOOK
%A N IV A G E N A A R,
|
||||||||||
ÏIISTORIESCHRYVER DER STAD.
ZEVENDE S T U IC
|
||||||||||
Met Prlviltiiie van de Edele Groot-Mogende Keeien Star.ten van
Holland en Weftfiiesland. |
||||||||||
"kunsthistorisch instituut,
der rijksuniversiteit utrecht | |
||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||
3
|
|||||||||||||||||||||||
DERDE DEEL.
|
|||||||||||||||||||||||
GEBOUWEN
|
|||||||||||||||||||||||
■ *
i L ■
-■
|
|||||||||||||||||||||||
D E R S TA D
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAM.
.-----------,---------———------__—4------1------------1-----------------------.......■
EERSTE BOEK.
WEERELDLYKE GEBOUWEN
en WERKEN. |
|||||||||||||||||||||||
I.
|
|||||||||||||||||||||||
STADHUIS.
|
|||||||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||||||
In'tEERSTEDEEL deezes Werks, eene over-
algemeene fchets gegeven hebbende van gang rot de Opkomft, Aanwas en tegenwoordige ge-^eLbe". daante der Stad AMSTERDAM; en in jjjjgj* het T w e ED e , de GefchiedenifTen dier Stad, rtldhkt door alle tyden, tot digt aan den tegcnwoor- en Gees- digen, hebbende te boek gefield; gaan wy p^e nu over, tot eene byzondere befchryving w^. en van 't gene in de Stad merkwaardig is, en,vooreer/f, •oooreerfi, van haare G e b o u w e n en W e r- v*n de ken, die, in weereldlyken en geejielyken,^eg^ld" können onderfcheiden worden. ' y m' Wy beginnen met de eerften, en geeven, Befchry-
|
|||||||||||||||||||||||
onder de menigvuldige aanzienlyke Weereld- vi"S van
ke Gebouwen, waarmede de Stad verrvkt ' Stad" , met regt, den voorrang aan 'tSTAD- Yll. Stuk. A 2 huis, |
|||||||||||||||||||||||
4 AMSTERDAMS III.Deel.
St*d- huis, welk, in konft en luifter, boven al-
Huis. Je de anderen uitmunt. Onder Amflerdam hadt zo dra geene Stads reg- zoek naar ten en eene Stèdelyke Regeering verkree- de pLaatts gen omtrent den aanvang der veertiende eeu- oudfte. we W > °f de Stad hadt een Raadhuis noo- dig, daar de Wethouderfchap vergaderde, én de gemeene zaaken beftierde. Ook wordt, in de oudfle Keuren, die op Pergament ge- fchreeven; en, gelyk wy, op goede gron- den, beflooten hebben (£),voor 't grootfte gedeelte, in de veertiende eeuwe, gemaakt zyn, reeds gewaagd van der Stede huys (c), welk, volgens 't gemeen gevoelen, ruften- de op eene oude overlevering, omtrent de S. OIofs- of Oude-zyds-Kapel, geftaan heeft. De Digter Joost van den Vondel verklaart zig voor dit gevoelen, in zyne In- wy dinge van 't Stadhuis (d), zingende: Bet eerße flondt daer V T Zich uitflreckt in
zyn bedt Met biezen, riet en helm, geboort van we-
derzyde. Daer d'Aemfleïheer, van outs, de zeekaf el-
Ie wydde, Ter eere van Godts Helt, Sint OIof.--------
M s ■ f:
Ook ftaat, gelyk wy, reeds by eene ande-
re gelegenheid (e), hebben aangemerkt, nog tegenwoordig, een Huis in de oudeKapel- (*) Zie II. Deel, I. *.,*, bl. ,» !*£$ W*
(b) Voorr. bl. XLVIII..
(e) Keurb. C. ƒ. J,
(d) Poczy I. D-tt, bl. zio.
Urn dUi-j, i. 4M» bi. «. . .
|
||||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 5
fteeg, waarvoor men leeft het oude Stadhuis: Stad-
welk opfchrift 'er reeds geftaan heeft, lang »uis» voor dat het huis, in de tegenwoordige ge- daante , vertimmerd was. Hierdoor, fchynt dan 't gemeen gevoelen beveftigd te wor- den, dat het eerfte Stadhuis, ter deezer plaatfe, geftigt geweeft is; ten ware men wilde vermoeden, dat de naam van Stad- of Stedehuis meer niet te kennen gaf, dan dat het huis der Stad toebehoorde; in welk feval, men 'er geen Raadhuis door zou be-
oeven te verftaan. Zo lees ik, van der Stede huys genaempt den engel, op der fluys, dat is, of de Damslluis , of de oude zyds - Kolks* ÜLiis, in eene Ordonnantie op het plaatfei* der brandgereedfchappen van den negenen- entwintigften July des jaars 1550 (ƒ }. Het bygevoegde woord oud geeft, nogtans, wat meer te Tcennen, en fchynt op een gewe- zen Raadhuis te zien. Schoon ik dan bely- den moet, uit geene egte befcheiden, te können toonen, dat het oudfte Stadhuis om- trent de S. Olofs Kapelle geftaan heeft, neig ik nogtans tot het oud en gemeen gevoelen; te meer, om dat, uit oude Schy vers en eg- te ftukken, blykt, dat de S. Olofs-Poort, van ouds, een gevangenhuis, geweeft is; en dat de gevangenuTen, gemeenlyk, in of na- by de Stadhuizen , plagten gebouwd te worden. Wanneer dit oudfte Stadhuis verlaaten, Wanneer
of tot ander gebruik gefchikt werdt, is even gcrJJjJJ. onzeker. Vaft gaat alleenlyk , dat, in 't op dQ l be- Plaetfe
(f) Gioot-Memoi. N. II. ƒ. 24.
A3
|
||||
■
6 AMSTERDAMS III.Deel.
Stad- begin der vyftiende eeuwe, het Stadhuis
huis. reecis op de Plaetfe of Dam geftaan heeft, of Dam Sommigen zyn van gedagten, dat dit twee- g^'f1 de Stadhuis, digt aan den kant van 't Wa- ter of Damrak, ftondt (g). Doch hiervoor vind ik geenen grond altoos. Commelin heeft een' Rentebrief van den agtentwintig- ften January des jaars 1418 in 't licht gegeven (h), waarby aan Jan Beth IValkhizoon, die een erve aan de Stad opgedraagen hadt, welk aan die plaetfe gelegen, en aan de eene zyde met der Stede huys ende erve belend was, van Stads wege, boven 't gene hy reeds ontvangen hadt, eene jaarlykfche rente van .vier gouden En- gelfche Nobelen beloofd wordt: en 't is, on- der de nakomelingen van deezen Beth, van hand tot hand, overgeleverd, dat de Vier- fchaar, die nevens 't Stadhuis ftondt, op dit aangekogt erf gefligt is geweeft. Doch dee~ ze Vierfchaar heeft niet aan den waterkant geftaan; maar byna op gelyke rooijing met het midden der Kalverftraate, gelyk uit alle oude af beeldfels blykt. Het eigenlyk Stad-> huis ftondt ten noorden van het erf, waarop, in of na 't jaar 1418, de Vierfchaar geftigt werdt; en fchynt de Stad het gebouw van Katryn Mathyfen Heyngenszoons Weduwe gekogt te hebben; alzo men, in den aange-- haalden Rentebrief, leeffc van der Stede huys ende erve dat Katryn Mathyfen Heyngenszoons Weduwe plagh tho te behoren. Men weet niet zeker, of de Vierfchaar terftond in, of kort ««*
(x) VONDFLS Poëzy I, D(tl. bl, zu.
(hj Bladz,. ïj*. |
||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 7
na 't jaar 1418, volbouwd werdt. Doch het Stao« Stadhuis flondt 'er zekerlyk, reeds voor dien huxs.- tyd, en wordt, onder den naam van der Ste- de huys, vermeld, ineeneHandveftvanHer- toge Willem van Beijeren van den jaare 1411 (/); waarby, onder anderen, veroor- lofd wordt, jaarlyks, Waardyns der Lakenen te kiezen. Het Stadhuis en 't S.Elizabets- of H. Het ver- Geefts-Gafthuis, welk 'er nevens ftondt, wer- |*aene^aa< den,in eenen feilen brand,die den drie-entwm- len< tigften April des jaars 1421 ontftondt, of ver- teerd of zwaarlyk befchadigd (£). En beide deeze gebouwen eerlang wederom herfteld zynde, verbrandde het Stadhuis andermaal op den drie-entwintigften May des jaars 1452 (/). Het werdt, federt, herbouwd, en eer-*t Wordt lang met het S. Elizabets-Gaflhuis en Kapel- her- Ie vergroot, zo dat het, eindelyk, uit driebouwd* gebouwen beftondt. Het noordelykfte ge- Deszei fs bouw was vroegft tot een Stadhuis aange- gedaante, kogt en geftigt geweeft. Hierop volgde de Vierfchaar, die eenige voeten voorwaards uit getimmerd, en rondsom met yzeren tra- liën afgeflooten was; boven welken, onder anderen, de metaalen beeldteniffen der Graa- ven Willem den VI. , Vrouwe Jacoha en -Hertog Filips van Bourgondie, benevens Iza- 'belle van Portugal, Gemaalin des laatften, in 't kleine, geplaatft waren, die nu nog, in de Kamer der Heeren Thefaurieren , be- waard worden. Tuffchen de traliën derVier- fchaare, lagen, in laater'tyd, eenige haak- bus-
• (i) Handv. bl. in. [ij.]
\\) Zie II. tyttii III. Boek., bl. 12«.
r/J Zit 11. Dtel, lil. Boeit bl. Xfo. A4
|
||||
fr .vtAM ST E R D A M S III. Deel.
Stao- ; bmTeh, zo fdmmigen aantekenen (m), wel toe
huis, i twincig iagetal, omvin tyd van nood, de. Plaats of Dam fchooh te houden; De Vier- fchäar en de voet van 't noordelyke gebouw war^nnvan witten gehouwen; het overige en grootfte gedeelte van'tlaadlgemeldevan gebakken fteen opgemetfeld. Tuffchen dit ~ ■■ gebouw «fa de Vierfchkar,flondC de tooren* dietamelykhoog,en met een goed uurwerk en ilagklok voorzien was. Dit Uurwerk werdt., volgens een befluit der Vroedfchap va i dan' jaare 1563 (n) , vernieuwd. De toorenfjHts, in 't jaar itfoi, wel zes voeten over zyde hellende,. werdt, met zonderlin- ge behendigheid, in den tyd van drie dagen, 7 volkomen wederom regt gezet (0). Doch alzo de bouwvalligheid van den tooren voor 't inftorteri van den. zelven vreezen deedt, werdt deszelfs fpits^in 't jaar 161$, afge- nomen (p),en de Steèklok boven 't plat ge- hangen. Men befloot, federt, de Ilagklok te plaatfen op den Jan-Rooden7Poorts too- ren {q). Agter en bezuiden de Vierfchaar, flonden S. Elizabets-^Kapel (r) en Gallhuis, welken eerlang ook aan 't Stadhuis getrok- ken werden. In 't Gafthuis, was eene groo- te zaalj waar de breede Raad, uit de Vroed- fchap en Rykdom beftaande, en de Water- lieden uit het Noorderkwartier van Holland , * plag- (m) M. FOKKEN« Amft. hl. 10G.
f«) Refol. Vroedfch. N, «. z<t Nov Ij6j. (0) Refol. Vroedfch. N. a. »7,23 Febr. 7 Matrt iffoi. f, 53« verft, 3J7. Zie ock LaUKENTIUS Amfteldam. l*\ P-efol. Vroedfch. N. 11. ioJuny% I6t<, f. 149ver/o,
(q) Refol. Vroedfch. N. 11. z$ febr. 1616. ƒ. i6fi i/ufo. (r) JCeurb. D. ƒ. zi6 verfo. |
||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 9
plagten te vergaderen (j). Voor den ingang Stad
der zaaien ftonden , met gouden letteren,™«, de vier rymregels, vervattende den uitflag van de roekelooze onderneeming der Her- dooperen, welken wy, reeds by eene ande- re gelegenheid (ï), te boek hebben gefield. In 't noordelyke gebouw , was ook eene groote en breede zaal, vanwaar, uit de ven- fters der Voorpuije, 's Lands Plakaaten en der Stede Keuren werden afgekondigd. Voorts, waren hier en hier omtrent de Ka- mers van Burgemeefteren, Schepenen, The- faurieren, Secretariflèn en anderen, op de eerfte, en de Weeskamer, AfTurancie - Ka- mer en WifTelbank, op de tweede verdie- ping («). De Kamer van Burgemeefteren kwam onder den tooren; om welke re* den, van ouds, de Aóten, voor Burgemees- teren verleeden, dikwils, uit het loorentjc, gedagtekend werden. Zo lees ik, onder an- deren, o'nder eene Acte van den jaare 1548, Actum den xij July a\ utf\ int tboerntgen prtibus omnibus burgermrn (ü). Beneden
hadt dit gebouw gevangenplaatfen, naar de zyde van de Vogelfteeg. Doch, in 't jaar 1557, werdt, by de Vroedfchap, berfoo- ten, drie huizen in de Gafthuisfteeg te koo- pen, tot vergrootinge van 't Stadhuis, en tot het maaken van meerder gevangenis- fen (p)% De (s) GrooNMenior. N. I. ƒ. z? j verfoy inmarg. xiivtrfo,
(t) Zie II. Deel, VI. Boek., bL +9. (n) Pontan. Amft. Ltbr, \\. c«p. XI. />. 210.
(v) Geicgiftr, in een ojd Regiftcr ter Thcfaurie. Kji N. XI. in het cerfle of bovenfle Vak,. ■ . (w) RefvJ. Viocttfch. N, 1. 2} Die. iss7»
A 5
|
||||
. ■
IO
|
|||||||||
AMSTERDAMS IÏI.Deel.
|
|||||||||
Stad- De aanwas der Stad hadt, al federt eeni-
mis. gejaaren, te wege gebragt, dat het Stad- De huis, fchoon dikwils vergroot, veel te be- vroed- krompen was voor de menigvuldige Colle- fluitPeen &lcn en Amptenaars, die 'er, ten dienfte nieuw der Stede, vergaderen en arbeiden moeiten: Stadhuls ook riep de bouwvalligheid van 't gefligt lang ^ ftlS* om een ander en beter, toen de Vroedichap, in 't jaar 1639, eerft op het aanbouwen van een nieuw Stadhuis begon te raadpleegen QèJ: *t Leedt egter nog èenige jaaren, eer 't bou- wen begonnen werdt. Eerft werden de bur- cerhuizen gekogt van verfcheiden' ftraaten, m welker plaats, het nieuw gebouw geftigt zou worden (y). Men befloot, eerlang, in May des jaars 1643, met het afbreekender overgenomen huizen te beginnen (z). Doch, 't zy dat de duurte der bouwftoffen, of het verbranden en herbouwen der nieuwe Ker- ke, in't jaar 1645, of beide deeze.redenen tevens, en mogelyk nog meer anderen daar toe gelegenheid gaven; 't liep aan tot diep in den Zomer des jaars 1648, eer de huizen van de noordzyde der Gafthuisfteeg, bene- vens alle de huizen, die voor de nieuwe Ker- pe ke ftonden, afgebroken werden (a). Mid- grondftegjerwyl, was men, eenen geruimen tyd te ÊLÏff**6 vooren, begonnen met graaven: en in Ja- *t^ebouwniiary des genielden jaars, waren de roofters worden in 't fondament gelegd. Óp den twintigften 'idegd. dier maand, werden de eerfte^ en op den zes-
. ■(*) Zie II. Deel, XV. Bee(j hl. 39.
(y) Refol. Vroedfch, N. is. 28 Jan. T«40. ƒ. io verf», (x.) Refol. Vroedfch. N. ig. z8 Jan. 1Ä43. ƒ• \sxve*f». (#j Bwcfol, Vioedfch, N, 19. 18 j»ij i«*8. ƒ. »si «'ƒ•• |
|||||||||
,- ■, ■■■ ■'■ ■
|
||||||||||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen, ii
zesentwintigften Oétober des jaars 1649, de Stad-
laatfte paaien in 't zelve geheid, 't Getal huis. derzelven beliep dertienduizend zeshonderd negenenvyftig. Doch reeds op den agten- twintigften Oótober des jaars 1648, was de eerfte fteen van 't gebouw gelegd, aan den 'zuidooftelyken hoek, naar de Kalver- ilraat. Hy was van wit marmer, en om- trent vier voeten dik. Men las 'er deeze woorden op : |
||||||||||||
Dezen eerfien Fondamentfleen is
gelegd door Gerbrandt Pancras,
Jacob de Graef, Sybrant Valckenier, en PlETER SCHAEP.
Der Heeren Burgermeefleren Soonen en Neeven.
Den 28 October M. DC. XLVin. De Burgemeefters, die, ten dien tyde,
fegeerden, waren M'. Wouter Valc- kenier, D'. Gerard Schaep, Heer van Kortenhoef, Gerb rand Claesz. Pancras en Cornelis de Graef, Vryheer van Zuidpolsbroek. De laatftewas, nevens de Heeren Anthony Oetgens van Waveren, Jan Huydecoper en Jan Cornelis GEELviNCK,by de Vroedfchap, verkooren, om opzigt te heb- ben over 't bouwen, 't Ontwerp van 't Ge- fügt , gemaakt door de Bouwmeefters Ja* coh van Kampen en Daniel Stalpert t werdt, na veel raadpleegens, goedgekeurd. Men vielj
|
||||||||||||
■
|
||||||||||||
;-----------—-----—.,
|
|||||
ia r AMSTERDAMS IILDeel.
Stad- viel, van toen af, vlytiglyk aan 't bouwen.
buis. Doch de onluften des jaars 1650, en de op* gekomen oorlog met den Staat van Enge* land, die de Stad veel koften baarde, fchy- ncn het werk eenigszins geftremd te hebben. Immers, de Vroedfchap befloot, toen die «orlog op 't hevigfl was, maar eene verdie- ping te zetten op 't gebouw (b), welk men anders hooger zou hebben opgetrokken. In dit befluit, kwam egter verandering,nahet treffen der Vrede met Engeland, in 't jaar 1654; alzo de mkómften der Stad toen we- derom eenigszins Waren aangewafTen. Men vondt dan geraaden, het Stadhuis, volgens De Wet- het eerfle Ontwerp, te volbouwen (c). En bottJer- »t werk werdt zo yverig voortgezet, dat de ^^aa.Wethouderfchap, op den negenentwintig- re intrede ffcenjuly des jaars 1655, haare intrede deedt in 't in 't nieuwe gebouw (d), welk egter toen nog fii'bUWw Seen ^ak na^c* Wy "ebben elders aange- H °U j tekend ï noe *l ongelukkiglyk verbranden was °e C van net OU(^e Stadhuis, op den zevenden vooren July des jaars 1652, de Regeering genood* afge- zaalct haat, haaren intrek te neemen in 't feiand. I>rinfenhoF, terwyl eenige byzondere Kamers elders geplaatft werden (e). Van hier werdt alles, ten gemelden tyde , naar 't nieuwe gebouw overgebragt. De kap of het dak werdt ook allengskens voltooid, en grooten- deels met leijen gedekt, blykende, uit de Stads Regifters, dat, nog tot in 't jaar 168 2, .(*) Refol. Vroedfch. N. 21. -.7 Jttny J6il. f. 9*.
(e) Refol. Vioedich. N. 21. 10 Febr. 165J. f. ui, (d) Refol. Vroedfch. Ir. A. jo Jttly i«jj. ƒ. 1. (0 Z>* II. D«/, XVII. '**<, k 117. |
|||||
LBqek. Weereldi/yke Gebouwen. 13
een gedeelte ten minfte van't gebouw, met stao.
roode pannen, gedekt geweeït is (ƒ). Eeni- huis. ge jaaren laater, is de kap van zwaar Ierfch hout vernieuwd (g). Ook wordt het gant- fche gebouw, door eene geduurige toezigt en onophoudelyken arbeid, in welftand on- derhouden. 't Stadhuis, welk , midden in de Stad, Gedaante
aan den Dam , met den voorgevel naar 'tvan 'c. ooften, gebouwd is, beftaat, boven denJJJJ1 •"* grond, uit drie verdiepingen. De eerfte of buiten, onderfle is binnenswerks twaalf voet negen en een derde duim Amfterdamfche maat hoog;de tweede en derde ieder zesendertig voet. Het dak,dat niet fpits toeloopt, maar, van vooren, van agteren, en ter wederzy- de, op den kruin, omtrent vier voetbreed, en met leijen gedekt is, is ruim vyfentwiiiF tig voeten hoog. In 't midden van het dak» regt boven de groote zaal, van welke wy beneden nader fpreeken zullen, legt een vlak looden plat, ter lengte van honderd en twiri- tig, en ter breedte van zesenvyftig voet en omtrent agt duim.- 't Gebouw is, buitens- werks, langs den voor- en agtergevel, breed tweehonderd twee-en-tagtig voet, vier en een derde duim ; en diep, van het mid- den-uitftek van den voor-, tot het midden- uitftek van den agtergevel, tweehonderd vyfendertig voet en vier duim. De hoogte van't gebouw, met het dak, doch zonder den Tooren, is honderd en zeftien voet,en om-
(/; Refol. Vroedfch, l*. O. ƒ Dtc xttx. il. »41.
(g) Refot. Vroedfch. L*. R» « Ltte, i«gj. bU |j, I>» AA. I S*f*. t7CO.f. 7*. ; ■ |
||||
14 AMSTERDAMS IÏÏ.Deei,
omtrent drie vierde deelen van een duim.
De Tooren,zo ver dezelve boven 't dak uit- fteekt, is, met zyn kap en lantaarn, zesen- zeftig voet, negen en een half duim hoog. In den voor- en agtergevel, zyn drie uit- ftekken of paviljoenen, een in 't midden, en twee ter wederzyde van eiken gevel, in breedte en diepte, met eikanderen overeen- komende. De midden-uitftekken zyn ieder negenentagtig voet en een duim breed, en fpringen zeventien voet en agrduimvanhet naakte werk vooruit. De wederzydfche of uiterfte uitftekken hebben ieder eene breed- te van twee-enveertig voet en zes duim, op eene diepte van niet meer dan vier voet. De zydgevels of wanden, die eveneens gebouwd zyn, hebben ieder ook drie uitftekken: de middelflen zyn ieder negenenzeventig voet drie en een half duim breed, en fpringen flegts een weinig voorwaards uit: de uiter- ften komen, in breedte en diepte, volkomen- lyk,met die der voor-enagtergevelenover- een. De twee tufTchenruimten tuflchen de drie uitftekken in den voor- en in den agter- gevel zyn even breed, te weeten -vierenvyf- tig voet, twee en drie vierde duim. De tufTchenruimten tufTchen de uitftekken der wanden beflaan ieder maar omtrent negen- tien voet in de breedte. Het onderfte van 't Stadhuis is als een voetftuk gehouwen, en, rondsom 't gebouw, tot aan de eerfte Lyft, agttien voet, vyf en drie vierde duim hoog. Onder den grond, is 't gebouw, tot omtrent zeven voet boven 't heiwerk, van gebakken fteen opgemetfeld, APt pverige buitenwerk bo-
* |
||||
tBoEK. Wéereldlyke Gebouwen. 15
boven den grond beftaat uit witten gehouwen Stad-
Breemer- en Bentheimer fteen. huis. In 't voetftuk van 't gebouw, Haan ronds-Lichten. .
om twee-enzeventig eenigszins langwerpig vierkante Lichten, die van buiten met dik- ke koperen en yzeren traliën bezet zyn; drie in ieder der agt uiterfte uitflekken van de voor-, zyd- en agtergevels: vyf in ieder der vier tuflchennümten van de voor- en agter- gevels , en twee in ieder der vier tuïTchen- ruimten van de zydgevels. In 't midden-uit- ingang flek van den agtergevel, Haan agt dierge- van voo* lyke Lichten, een noordwaards, een zuid-ren ^ntft> waards, en zes naar 't wellen, drie aan drie* jen< ter wederzyde van een langwerpig vierkan- ten ingang, naar welken, men, langs zes ileenen trappen, opgaat, en die met twee deuren geflooten wordt. Doch in 't midden- uitftek van den voorgevel, zyn, in de plaats deezer Lichten, negen ronde boogen, naar welken men met vier Ileenen trappen op- gaat , zeven ooflwaards, een noordwaards, en een zuidwaards; welke twee laatflen, met yzeren traliën, geflooten zyn. Voorts, zyn, aan eiken midden-uitftek van de zydgevels, zes lichten in 't voetftuk. Door alle deeze lichten, worden de vertrekken van de on- derde verdieping boven den grond verlicht^ , . De Lyft, die 't voetftuk dekt, is, aan de vier hoeken van 't gebouw, en aan de twee hoeken van 't midden-uitftek van den voor- fevel, voorzien van zes groote Lantaarens.
-angs de lichten van 't midden-uitftek en de twee tuflchenmimten van 't voetftuk van den Doorder-zydgeve], door welken, de gaande- ry
|
||||||
AMSTERDAMS IILDeel.
|
||||||||||||||||
ï6
|
||||||||||||||||
ry voor de gyzeling licht fchept, ftaat een
yzeren hek van zwaare en lange feherpe fpietfen, tot verzekering deezer plaatfe. |
||||||||||||||||
Stxo
HUIS.
|
||||||||||||||||
Kolora
men. |
Boven de Lyfl van t voetftuk, liaan,
|
|||||||||||||||
rondsom 't gebouw, langs de tweede ver-
dieping , vierennegentig Kolommen van de Romeinfche of famengeftelde bouworde, die, met de Bafementen en Kapiteelen, zesender- tig voet en vyf duim hoog zyn: te weeten, in ieder midden-uitftek van den voor-en ag- tergèvel, ägt van vooren en twee aan elke zyde: in ieder uiterfte uitflek van de voor-, agter- en zydgevels, vyf, te weeten, vier van vooren, en een naar elke binnen-zyde. In elke tuflTchenriiimte van den voor- en agtergevel, ftaan vier Kolommen, en in ieder midden- uitftek van de zydgevels, zeven. TuiTchen ieder paar Kolommen, liaan twee lichten bo- ven eikanderen-, die beide zo breed zyn als de lichten der eerfte verdiepïnge boven den grond; doch het bovenfte is jüift vierkant; en het onderfte tweemaal zo hoog als het bovenfte. In elke tuflchenplaäts van de zyd- gevels , is, in 't midden van vier evengroo- te vierkante lichten, een rond licht, waar door de trappen en portaalen, die naar de derde verdieping leiden , verlicht worden. Sieraad Tuflchen de pnderfte "eri bovenfte lichten, der Lieh- en fugcfe^ ^e twee bovenfte vierkante lich- ten van de tuflehenruimten der zydgevelen, hangen fierlyk uitgewerkte Feftonnen : de ronde lichten zyn met eerien fraai gehouwen 'krans omvangen. Boven de Kroonlyft der Kolommen, van welken wy gefprokenheb- ben, ftaat, langs de derde verdieping van-^t ge,
|
||||||||||||||||
*fcU*ui»*i- .
|
||||||||||||||||
I
|
|||||
1.B0ËK; WKERALDtYKË GÉBOÜWEtf. fg
gebouw, een gelyk getal van KorinthifeheSTA»*
Kolommen, die maar zeven vyftigfte dee-Huit. len van een duim hooger zyn dan de eerft- gemelden, en tuflchen welken, een gelyk getal van lichten en feftonnen, in den zelf- den rang j grootte en gedaante, gepiaatft zyn: "zo dat de lichten, zo wel als de ko* lommen en lieraaden der derde verdiepinge * regt boven die der tweede verdiepinge ftaan* Doch even onder de Kroonlyften der tweede en derde verdiepinge, zyn, in elke tuflchen* ruimte der zydgevelen, nog zes laage, doch even breede lichten, drie onder, en drie boven, in alles vierentwintig in getal, en tot meer verlichting der trappen dienende^ Op de Kroonlyfl deezer tweede ry Kolom*- Kroonen men, ruft het dak: op ieder der vier hoe- .en Ade" ken van welk, eene vergulde Keizerlykeh^dak! Kroon , het wettiglyk verkreegen fieraad van het wapen der Stad, door vier verguU de Adelaars, die, Haart tegen Haart, op eeii wit fteenen voetftuk Haan, gedraagen wordt. De Adelaars, die, op den zuidoofterhoek, tegen over de Kalverftraat, ftaan, zyn van gegooten, de anderen allen van geflaagen koper gemaakt. Uit het dak, welk zesendertig Dakvefi- dakvenfters heeft ^ fteeken agttien witte **eJ"s en fteenen Schoorfteenen, te weeten j vier uit ^eCnen' het voor-, vier uit het agterdak, en vyf uit ie- der der twee zyddaken; welke fchoorftee-* nen even eens gebouwd, en, aan alle zy-> den, met feftonnen behangen zyn. Onder Wattt. ieder der vier binnenwaardfche hoeken van bakken* de zyddaken, is een groote waterbak ge- metfeld, die altoos rykelyk voorzien gehou* Vu. Stuk. B den |
|||||
m AMSTERDAMS IIIDêel.
|
|||||||||||||||||
Stad
HUIS.
|
den wordt van water, op dat men zig daar-
van , by ongeval van brand, zou können be- |
||||||||||||||||
dienen ; ten welken einde, ook boven in 't
Stadhuis, twee brandfpuiten geplaatft zyn, beide aan de weftzyde, ter wederzyde van het houten gewelf, boven de Krygsraads- Kamer, die wy, wat laager , befchry ven sullen. In ieder der vier waterbakken, legt eene buis, die onder 't dak uitkomt, en aan welke, by ongeval van brand, de flangen der brandfpuiten können gefchroefd worden. De zoldering onder 't dak, die met fteenen gevloerd is, loopt langs de drie zyden der twee open Binnen-plaatfen ooftwaards tot te- gen 't voetftuk van den Tooren, en wefl- waards tot aan het houten gewelf van de Krygsraads - Kamer , van welk gewelf zy, met een houten befchot, afgeflooten is. Fronte- Ieder der bovenfte Kroonlyflen van den {pies of voor. en agtergevel pronkt met eene groot- den voor- fcheFrontefpies of Kap, waarin een aanzienlyk gevel, getal van meer dan leevensgrootte marmeren beelden, door den beroemden Artus Qiiellyn, uitgehouwen zyn. De kap van den voor- gevel is twee-entagtig voet breed, en, in |
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
't midden, agttien voet hoog. In den zel-
ven , ziet men Amfterdam verbeeld, als eene flaatelyke Maagd, draagende het wapen der Stad óp de regter knie, en de Keizerlyke Kroon op het hoofd. Haar zetel wordt van twee leeuwen bewaard. Zy heeft een Olyf- tak in de hand, en vier zeenimfen reiken haar, van wederzyde, kranfen toe, terwyl twee anderen haar aard- en boomvrugten in den fchootftorten. Neptuin, op zyne Schelp- koets |
|||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||
i
|
|||||||||||||||||
J.BOÈK. AVeerêldMe Gebouwen» lp
koets, met den drietand gewapend, bekleedt Staö-
haare regter zyde, en vbor den zetel, dob* huis. teeren twee Tritons, en eenige andere ftroom-* goden en godinnen. Op de lyft der Fron* tefpies , liaan drie metaalen beelden , die ieder twaalf voeten hoog zyn, de Vrede, met den palmtak in de regter-, en Merkuurs" flangenftaf in dé linker hand, in 't midden, en de Foorzigtigbeid en Regtvaardigheid, ter wederzyde. In de Fronteipies van den ag- Fronte* tergevel > die in gedaante en grootte met die *Pies of van den voorgevel overeenkomt, is de (jen a„. Koophandel der Stad, ook in de gedaante tergevel. eener aanzienlyke vrouwe, afgebeeld. Zy heeft den gevleu gelden hoed van Merküur op 't hoofd; het Koggefchip uit het zegel der Stad, waarvan men de maft, de ree en de aangeflaagen zeilen ziet, agter zig; en is Voorts omringd van allerlei Stuurmans - ge» ïeedfchap. 't Y en de Amftel zitten, in dé gedaante van twee aloude Stroomgoden 4 voor haar. De bewooners der vier deeleh des Aardkloots komen haar, van de eene en de andere zyde, de vrugten van elk geweft aanbieden. Op de lyft, ftaan, even als op die van den voorgevel, ook drie even groo- te metaalen beelden; te weeten, eensltlas, die een Hemelkloot, welks tekenbeeldtenis- fèn fierlyk verguld zyn , op de fchouders torft, tuflchen de beelden der Maatigbeiden Wakkerbeid. De Tooreii van 't gebouw ftaat, Tooren. midden in 't dak van den voorgevel, op een vöetftuk, dat negenendertig Voet en twea duim breed en diep is, en maar weinig bo- ven het dak uitfteekt. De tooren zelf is B % rond,
|
|||||
V
|
|||||
40 AMSTERDAMS IILDeel;
Stad- rond, en, tot aan den kap toe, die op agc
«ws. halve Korinthifehe Kolommen ruil, eenen- veertig voet en drie duim hoog. De kap is zeventien voet hoog, en op dezelve ruft; een lantaarn van agt voet zes en een halve duim, op welken, een windwyzer ftaat, ver- beeldende het Koggefchip uit het zegel van Klokken- de Stad. In den Tooren, hangt een kon- fpel- ftig Klokkenfpel, behalve de gewoonlyke flagklokken. De Ton van 't fpeelwerk ia zeven en een halve voet groot over 't kruis, weegt vierduizend vierhonderd vierenzeven- tig ponden , en heeft zevenduizend twee- honderd gaatjes tot het Hellen der nooten. Michiel Servaas Nouts van Delft is de eerfte geweefl:, die, op den tienden January des jaars 1695, tot Klokkenifl en Tonnifl van 't nieuw gebouwd Stadhuis werdt aangefteld(A). Kelders Tot hiertoe, hebben wy 't Stadhuis alleen- en ver- lyk van buiten befchouwd. Nu treeden wy, onder" ®00T een' ^er k°°&en van 'c midden-uitflek
den des voorgevels, naar de onderfle verdieping grond, van 't gebouw. Laager en onder deezeri grond, zyn egter ook eenige ruime over- welfde Kelders en Vertrekken, die tot ver- fcheidenerlei gebruik dienen. Men heeft aldaar, in den noordelyken vleugel van 't gebouw, diepe overwelfde gevangen kel- ders , naar welken men, uit de wooning van den Cipier , met vyftien fleenen trappen, nederwaards gaat. Zy fcheppen licht van de noordelyke open plaats. Ooftwaards, zyn drie dubbele hokken,in vyf gevangenplaat- fen
(h) Groot-Mem«. N. IV. ƒ. 17*
|
|||||
*
|
|||||
.IBoek. Weereldlyke Gebouwen, ftr
fen verdeeld. De gang voor ieder dubbel hok Stah-
wordt met een' zwaare deur afgeilooten, om huis. den gevangenen de gelegenheid te beneemen van met eikanderen te fpreeken. Noord- waards zyn twee paar enkele hokken, in den gang voor welken, tuiïchen elk paar, ook een deur is. De hokken zyn wyders ook nog met byzondere deuren afgeflooten, en ieder hok is voorzien van eene kreb en hei- melyk gemak. Aan de zelfde zyde, is een Wynkelder. en een Bierkelder, en weftwaards ••<••* een Strookelder, een Turf hok en twee Pro- vifiekelders ten gebruike van den Cipier. In den zuidervleugel van 't gebouw zyn twee zeer groote overwelfde kelders, die met ee- nen zwaaren muur van eikanderen afgefchei- den zyn. De weftelyke, die haaren ingang heeft beooften de zuidwefber opgangen naar xle tweede verdieping, dient tot berging van kooien, potten en andere gereedfchappen, ten gebruike van den Effayeur van de Wis- selbank , en ftrekt zig voor onder zyne Ka- mer tot aan de zuider open- Plaats uit. De ooftelyke kelder, die onder de Kamer van den Ontvanger der Wiffelbank legt, ftrekt tot eene bewaarplaats van den fchat der Wis- felbank, en heeft eenen zorgvuldiglyk afge- flooten toegang, van welken Commiflarls- fen de fleutels bewaaren. Doch boven deeze Kelders, op de onder- Gaandc-
fte verdieping, komt men , van vooren,ry voor door de zeven voorgemelde boogen in eene °e vier- lange Gaandery, die tien voet diep, en langs fctiaar- de geheele breedte van het midden-uitftek des voorgevels, uitgeftrekt is. Ten weder- B 3 ein-
|
||||
22, , AMSTERDAMS III.Deei,
Stad- einde deezer gaanderye, treedt men, door
huis. twee boogen , van gelyke grootte , als de voorgemelde zeven, die, allen vier , door zwaare houten' deuren, können geflooten worden, verder binnenwaards. Voorts,ziet , jnen,, uit de gaandery , tinTchen de twee paar boogen, in de Vierfchaar, naar welke men, door de boogen aan de zuidzyde,den naaften toegang heeft. .■•.-., Vier- De Vierschaar is dertig .voet negen en fchaar. een zeventiende duim breed, negentien voet
en drie duim diep, en vierenvyftig voet, tien en drie vierde duim hoog. De ingang der zelve, zuidwaards, is met twee zwaare koperen deuren geflooten, die elf voet hoog, famen zes voet breed, en voor twee derde deelen, naar boven doorlugtig, en met kon- flig gewerkte traliën verfierd zyn. Op de traliën van de wefterdeur, leggen een regt ßn een gevlamd zwaard, kruislings over ei- kanderen vaftgeftrikt; op die der ooffcerdeur -een geelFel, over welken, twee blikfem- fchigten, in 't midden met arends vleugels gedekt, kruiswyze , geplaatft zyn. Ieder .deur heeft daarenboven drie gefroogen boom- bakken , mét bladeren gedekt; tuffchen wel- ken , in de we£fcer deur, het zegel, en in de ooiier deur, het wapen der Stad vaftge- maakt zyn. Daar jde deuren eikanderen in - 't midden raaken, ziet men een' fbam van een' boom met een' flang omflingerd. Tot zo ver, zyn ; de dieuren doorlugtig. Doch laager, daar zy niet doorlugtig zyn, en elk cenige doodshoofden, en twee kruiswys leg- gende fchenkeis draagen , leeft men , op de
• |
||||
I.BoEi£. Weereldlyke Gebouwen. 23
de eene en de andere deur , het vers van Stad-
Virgieius. . huis,
DlSCITE JÜSTÏTIAM MONIT! , Et NON, TEM-
NERE, DIVOS« dat is,
Leert regtvaardigheid betragten, «Ö
En geen Godheên te veragten. Men ziet, uit de voorgemelde gaandery weft-
waards in de Vierfchaar, door drie boogswyzè openingen, die agt en een halve voet hoog ? zes voet breed, en ook met getakte koperen traliën bezet, zyn. Om ieder der drie mid- delfle traliën, zyn twee Hangen geflingerd: boven ieder paar Hangen, itaat Merkiiurs gevleugelde hoed. De flangen zyn een zin- nebeeld van de verleiding ten kwaadc. On- der aan de lyfb van ieder der drie koperen traliën, zyn zes ronde gaten, om daaruit, in tyd van nood, fnaphaanen oï diergelyk fchietgeweer te leggen, ert den Dam te be- flryl<en..J,er wederzyde van den ingang der Vierfchaare, zyn twee, en regt daar tegen over, nog twee kleine boogswyzè openin- gen, insgelyks, met getakte traliën bezet. Van'binnen, is de Vierfchaar, grootendecls, van wit marmer gebouwd. In 't wellen, flaat een marmeren Regtbank , tot welke men langs drie diergelyke trappen optreedt. Op deeze bank, zitten de Schout en de negen Schepenen, wanneerde vonnhTen der têr dood veroordeelde misdaadigen gelezen w'or- B 4 dea.
|
||||||
«4 AMSTERDAMS III.Deel.
Stad- den. Ten noorden, ten zuiden en ten oos-
BV". ten, ftaan twee ryen geftreepte of uitge- hoolde kolommen, ieder ry van een en twee paar boven eikanderen; doch in de vier hoe- ken ftaan halve kolommen. De onderften zyn van dejonifche orde, en omtrent vyftien voe- ten hoog: de bovenden, die van de Korin^ thifche qrde zyn, bereiken de hoogte van agttien voet. Ten weften ftaat ook dier- gelyk eene bovenry Korinthifche kolom- men. Doch beneden ziet men, in de plaats der Jonifche kolommen van de overzyde » twee paar 'naakte Vrouwenbeelden', dié drie vakken van een fcheiden, welken juift zo groot zyn ajs de openingen aan de ooftzyde, en regt boven en in den rug van den zetel der Regteren komen. De Vrouwenbeelden vertoonen de veroordeelde misdaadigen. De twee buitenften bedekken, uit fchaamte, haa- re aangezigten met de handen. De handen der twee andereu zyn op den rug vaftge- boeid. In de drie vakken, zyn drie aloude gefchiedeniflen , overkonftig , iïï marmer, uitgehouwen. In hét middelfte, beilegt Sa- lomo den twift tuflehen de twee vrouwen, over het leevende kind: in het noordelyke, doet de Roomfche Burgemeefter Brutu's zy- "ne twee Zoönen onthalzen; en in het zuider lyke, laat Koning Zäleukus zig een oog uit- fteeken, om één der oogen van zynen mis- daadigen Zoon' te behouden. TufTchen de twee paaren Vrouwenbeelden , zyn twee fmajler vakken, fterlyk met loöfwerkdoor- wrogt. In het noordelyke, ziet men't wa- pen der Stad, en in 't zuidelyke, het Kog- |
||||
IBOEK. WÉERELDLYKE GEBOUWEN. 25
gefchip uit het Stads zegel. Regt tegen Stad-
over de fmalle vakken,ftaan,in 't ooften,Huis. va in twee diergelyke vakken, tuffchen de Jo- nifche kolommen, de beelden derGeregtig- heid en Voorzigtigheid, kleiner dan lee- vensgrootte. Boven deeze vier vakken, in Y wellen en in 't ooften, en op de zelfde hoogte, in 't noorden en in 't zuiden, zyn agt langwerpige fmalle vakken, waarin de wapens van agt. regeerende en Oud-Burge- meefterén, die, in t jaar 1658 , in 't leeven waren, geplaätft zyn, zynde 'er, juift in dat jaar, vier van de twaalf overleeden. De agt overgebleevenen waren GerardSchaep, NicolaasCorver,AnthonyO et- GENS VAN WaVEREN, FRANS BAN*
king Kok, Cornelis Bicker, Jo-
han Huydecopêr , Cornelis ni Graef en Franc van der Meer* Wyders, ziet men, in het verhemelte,bo- ven den zetel der Regteren, twee bondel- bylen boven de regtsoefeningen van Zaleukus en Brutus; een 'kruiswys geplaatft zwaard en palmtak, gedekt, met een oog in eenbe- ftraalden kring, boven Salomos regtsoefe- ning, en twee^Meduzas hoofden boven de fmalle vakken uitgehouwen. In 't noorden der Vierfchaare, regt over den ingang, ftaat een marmeren geftoelte, waarin de Secre- taris zig plaatft, oin de doodvonnhTen te leezen. Op dit geftoelte, van vooren, is de Stilzwygendbeid afgebeeld, dooreenevrouw met den vinger op den mond, by een doods- hoofd, en een vliegende gans , met een' fteen in den bek. In den rug van 't geftoel- B$ te,
|
||||||||
i
|
||||||||
t6 . AMSTERDAMS IILDEEt.
Sta»- te, zyn fchreijende kinderen, met een doods-
HUiu Jioofd by zig, uitgehouwen. En ter weder* zyde van het zelve, ziet men twee flangen om een boom gellingerd, die elk een appel in den bek hebben, konftiglyk, afgebeeld. Regt over dit geftoelte, in't zuiden, ter wederzyde van den ingang en de Jonifche ko- lommen , liaan diergelyke twee om een boom geflingerde Hangen in marmer uitgehouwen. In 't vak tuflchen de Korinthifche kolommen in 't noorden, regt boven den zetel van den Secretaris, ffcaat Amflerdam, als eene Maagd verbeeld, op een langwerpig vierkant zware marmeren voetftuk, met Merkuurs flangen- ftaf in den regter arm, terwyl zy, met bei- de de handen, Stads Wapenfchild voor de linker borft houdt. Zy heeft de Keizerlyke Kroon op 't hoofd, en aan haare:voeten, leggen twee leeuwen. Ter wederzyde van de Maagd, hangen;, aan aartige feitonnen, de Wapens der vier Burgemeefteren, onder welker Regeering, de eerfte fteen van 't Stadhuis gelegd is, twee aan elke zyde. Öp -t zwart voetftuk, flaat, met gouden letters IV. Cal. Nov. CD- £& C. XLVHI.
QUO COMPOSITUM EST BELLUM
QUOD FOEDERATI INF. GERMAN.
PQPULI CUM TRIBUS PHILIPPIS
POTENTISSIMIS HISPANIARUM
REGIBUS TERRA MARIQUE PER
OMNES FERE ORBIS ORAS ULTRA
' OCTOGINTA ANNOS FORTITER
GESSERUNT ASSERTA PATRLE
, . LI-
|
||||||
I Boek. Weereldlyke Gebouwen. '27
UMfCTATE ET RELIGÏOWE Stap-
AUSPICIIS COSS. HÜIS' ■ FACIFICATORUM QPTIMÖRUM
GERBR. PANCRAS, JAC DEGRAEF, SIB VALCKENIER,PE^8CHAEP/ CONSULUM FILII ET AGMATI TACTO PRIMO FUNDAMENTI LAPIDE HANC CURIAM F0ND ARÜNT. ' - I : . I
. tm is,
Dennegenentwhtigflen October (i) des jaar:
een duizend %es, honderd agt en veertig , waar- in de'oorlog, diende vereevtigde Nederland- /che Volken* $f drie Filippen, de fnagtig- fie Koningen van Spanje , te lande en ter zee, Jcbhr'döói alle de deelen der weereld, meer dan tagtïg jaaren langj dapperlyk ge- voerd badden, geëindigd, en de Vaderlani- /che Vrybeid en Godsdienfl bevefligd wer- den ; hebben , onder de begunfiïging van Burgemeeßeren , de befle Vredemaakeren, Gerbrand Pancras , Jacob de GraeffSy- brand Valckenier en PieterSchaep,derBur- gemeeflerenZoonen en Neeven, door bet leg- gen van den eerflén grondficen, dit Raad- huis gefiigh . Ter wederzyde vw 't voetftuk, waarop dit
Opfchrift uitgehouwen is, leggen het Yen de Aroftel, in de gedaante van twee aloude ftroom-
(1) Anders, wordt het leggen van den eerften
fteen van 't Stadhuis, overal, op den agtentwintig- ften Ottober gefield. ' |
||||
—„--------- ' '■■■' —^^^^«i^^pl
|
||||||
%% AMSTERDAMS III.Deeu
Stad» ftroomgoden. Het Y,welk ten weftenlegt,
«üis. leent op een anker, en Hort een' vifchry- ken ftroom uit zyn watervat. 't Beeld heeft ,eene Stevenkroon op 't hoofd, een roer in de linker hand, hét Amflerdamfch Kogge- fchip, met aangeflaagen zeilen, agter, en een zeegedrogt onder zig. De Amftel, die ten ooften geplaatil is, zit rondsom in bie- zen , lis en andere ftroom- en flootgroente; heeft eene kroon van waterloof op 't hoofd, eene kruik op den fchoot, en een Otter, die bejde de pqqten om zyn linker been geflaa- gen heeft, by zig. Tegen, óver 't vak, waar- in dit alles verbeeld is, heeft men een dier- gelyk* in 't zuiden der Vierfchaare, welk met twee houten deuren geflóoten is, die in Burgemèeflers Kamer open gaan. Bur- gemeefteren plaatfen zig in deeze opening, wanneer de Vierfchaar gélpannen wordt. Aan de wéil:- en ooftzyde van de Vier- fchaar, boven, tüfTchen de Korinthifche ko- lommen in, Zyn, ter wederzy de, drie lang- werpige openingen , die met glasraamen plagten geüooten te zyn 'y doch nu, door- gaands , immers aan de weflzyde, open ge- houden worden, om te meer lichts, door de raamen der voorpuije, te doen vallen op den grooten opgang, agter de Vierfchaar. Om dezelfde reden, is ook 't gewelf der Vierfchaare niet befchilderd. Zelfs heeft men 't gewelf boven den gemelden opgang, dat met een vlugt vogelen en twee wigtjes, voerende een wimpel, waarop fïondt,Au- pi <% alteram PARTEM, plagt bemaald te zyn, doen overwitten. Ter
|
||||||
f .
|
||||||
LBoEK. Weereidlyke Gebouwen. ê9
ï Ter wederzyde van de Vierfchaar »is een sTA0. «
ruim Portaal, waaruit men, langs een' op- huis.- gang van zeventien en zeven lleenen trap- Vertrek- pen, van de eene en de andere zyde, naar ken der de tweede verdieping klimt. Tegen over eer?eJ?f den noordelyken opgang, is de Kamer der verdie- Stads roêdraagendc Booden, en tegen over den ping. zuidelyken, flegts eene looze deur. Uit de twee Portaalen, komt men in eene gaande- ry, die, ten zuiden, rondsom eene groote langwerpig vierkante open plaats loopt, en alwaar de voornaamfte vertrekken van de eerfte verdieping hunnen ingang hebben. Hier ontmoet men eerft den ingang naar de twee Vertrekken der Boekhouders van de Wis- felbank; daarna den ingang naar de drie ver- trekken der CommiJJarißen van dezelfde Bankt allen in 't ooflen: voorts, in den zuidoos- telyken hoek, twee gemakkelyke fleenen opgangen naar de tweede verdieping nevens eikanderen, die gemeenlyk, des nademid- dags, beneden met twee deuren, en boven, met een yzeren hek geflooten gehouden worden. Hierop volgen, in 't zuiden, de ingangen der twee vertrekken van den Ont- vanger en van den EJJaijeur van de WiJJeU bank; waarop men wederom, in den zuid- weftelyken hoek, een dubbelen opgang naat de tweede verdieping ontmoet, die, even als de voorgemelden, des nademiddags, go ilooten wordt. In 't weften der Gaanderye, zyn twee ingangen naar de vertrekken der Concherge of Kaftelein van 't Stadhuis, die te gelyk het hoofd der roêdraagende Booden ' is. Ten noorden, komt men, uit de Gaan- derye,
|
|||||
(
|
|||||
$ö . AMSTERDAMS HLDm*
StA»- derye* door twee groote poorten, op de
huis.. openplaats In de Gaandery, die regt ag* : ter den grooten dubbelen opgang naar de tweede verdieping legt, fehept men, door vier openingen, die naar buiten met glas- raamen, en binnenwaards met yzeren traliën bezet zyn, flegts weinig licht van eene meer betimmerde open plaats. Ook heeft men , in deeze Gaandery, geefle andere vertrek- ken dan de Kamer der Burgervóagt, en eene Kamer, die nog onlangs tot den Ontvangß der Stads Excym van 't Beeßiaal plagt ge* bruikt te worden; doch nu, tot berging van ongemunt zilver, door den Ontvanger van de Wijjelbank y gebruikt wordt, in 't ooften; by kder van welke twee Kamers ,nog een by- zondef vertrek is. Voorts, zyn 'er i ter we» derzyde, nog twee vertrekken, die tot ber- ging van turf, hout en andere noodwendig- heden dienen. In den noordooftelyken hoek deezer Gaanderye, is ook een opgang naar de tweede verdieping, die met een yzeren bek afgeflooten is, welk niet, dan by by* sondere gelegenheden, geopend wordt. By cteezen opgang, heeft de Schryver van 't Woord een vertrekje, daar hy 't Wagtwoord fchryft, om het, vervolgens, verzegeld, aan «te Provooflen, en aan de Kapiteineö, die de wagt hebben, rond te brengen. Portaal De opgang voor den agtergevel leidt naar binnen een aanzienlyk Portaal, welk twee-endertig den op- Wel - negen duim breed, en twee-enveer- dengaVgan *% VOet> drie e.n een derde Mm di«F «•
tergevel. 't Gewelf van dit Portaal ruft op zes zwaa- Vertrek- re vierkante pilaaren. In't zuiden, ontmoet
men
|
||||||
LBofcK. WeEHËIDLYKE GEBOUWEN, gl
men hier eerft den ingang naar het groote Stao-
vertrek der Goncherge, welk, met een gang, huis. van de lichten aan de ftraat afgefcheiden is. ken in dit Daar na, den ingang naar een geringer ver- Portaal, trek der Concherge, en voorts een doorgang naar de Gaandery rondsom de zuider open plaats, en naar het voorfte gedeelte van 't febouw. In 't ooften, komt men, uit dit
ortaal, door éene ruime poort, in een ver- trek , dat voorheen tot eene Wapenkamer gefchikt was, en nu door de Ruiterwagt, die tot bewaaringe van 't Stadhuis aange- field is, gebruikt wordt. In 't noorden van 't Portaal, heeft men eerft den ingang naar de wooning van den Cipier. Hier komt men eerft: in een voorhuis; voorts in een Portaal, en uit het zelve in de Verhoorkamer, alwaar de be- fchuldigden, op de aanklagte van den Hoofd- Officier , door Schepenen, gehoord, en ook aan de paleije gebragt worden. In't gewelf, welk in twee vakken verdeeld is, zyn fakkels, roeden, tangen en ander foltertuig, konftig- lyk, uitgehouwen. Uit de Boeijen, zyn twee toegangen naar deeze Kamer. Langs den ee- nen, worden de gevangenen derwaards ge- bragt, als zy tot halsftraffe gevorderd, of Capi- tata/voorgefteld: langs den anderenyalszy bloo- telyk verhoord worden. Op de Verhoorkamer noordwaards, volgt een flaapvertrek, daarna eene groote zaal, en vervolgens nog een twee- de vertrek, ten gebruike van denCipier. Agter at deeze vertrekken, loopt, in 't ooften, een breede en lange gang, die met eene deur aan 't groote Portaal uitkomt, en de toegang naar de Boeijen en gyzeling is. In deezen gang, ontmoet men eerft ten weüen twee ver-
|
||||
32 AMSTERDAMS IILDeê£,
£tad- vertrekken, waarin de misdaadigen worden
huis. geleid, als zy verhoord, aan de paleije ge- bragt, of Capitaal voorgefleld zullen wor- den. Ooflwaards loopt een gang langs de zuidzyde der noorder binnenplaats, in wel- ken gang, drie afgeflooten gevangenplaat- fen zyn, elk uit twee hokken beftaande. Juiffc zulke drie gevangenplaatfen zyn 'er, in een gangj langs de noordzyde der noorderbin- nenplaats, die tot eene Schouts gyzeling die- nen. Regt agter deeze, is de Chile gyze- ling , uit vyf ruime gevangenplaatfen be- ftaande , van welken het ooflelykfle voor vrouwen gefehikt is. Alle deeze gevangen- plaatfen zyn van de vereifchte krebben en heimelyke gemakken voorzien. Voor dezel- ven loopt een gang, licht fcheppende van tuflchen 't Stadhuis en de nieuwe Kerke. In den eerflgemelden breeden en langen gang, is ooflwaards een ruime afgang naar de noor- der binnenplaats, alwaar zulken, die ter dood verweezen zyn, 's daags voor de uitvoering van 't vonnis, de dood aangezeid wordt. Deeze Plaats is, noordwaards en zuidwaards, met hooge houten befchotten, betimmerd i op dat men de gevangehen uit de gaande- rye niet zou können zien , of toeroepen. In de gaandefyen en portaalen der onderfle verdiepinge , hangen , tegenwoordig , op bekwaame afflanden, zevenentwintig lan- taarnen, die 's avonds ontdoken worden. Ingang Van de eerfle verdieping, treeden wy,. der twee-langs den grooten trap agter de Vierfchaar, j? v.er" naar de tweede, door den voornaamflen in- lepmg, gang van vooren, in welken, twee gewel- dig zwaare doorlugtige koperen deuren han- gen, |
||||
Ï.Boêk* Weere!olyke Gebouwen. 33
gen, waarin twee boomfcammen, met bladen Stad*
gedekt; twee zonnebloemen en twee zWaa- tium te Palmtakken afgebeeld zyn. Aan elke zy- de van dien ingang, is een boogswys o- pen vak, Welk ook met dikke koperen ge- takte traliën , over welken twee ankers § kruiswys leggende , en in 't midden twee {langen afgebeeld zyn, geilooten is. Boven deeze bóogsWyze open vakken, zyn twee langwerpig vierkanten, in ieder van Welken, twee kruiswys leggende palmtakken , die eene Stevenkroon onderfteunen, en over wel- ken , een' flang in de rondte legt, van koper gegooten, geplaatft zyn. Door deezen in- gang , komt men op de groote Burgerzaal, een pronkftuk van geregelde Bouwkunde. De ingang zelf is, binnenwaards, ter weder- Sieraa- zyde, bezet met half doorgezaagde witte enden vaa bonte marmeren Korinthifche koïommen,die, den j^l~ by drommen, tegen eikanderen ftaan, en ^cn- m* met haare Kapiteelen en Lyft omtrent der- waards, tien voet hoog zyn. Boven de lyft deezer kolommen, is, op een voetftuk van ander* half voet hoog, Jmflerdam, in de gedaante eenef zedige maagd , op een' laagen ze« tel, van witten Avendelfteen uitgehouwen« Zy houdt een' olyftak in de regter-, en de vredepaïmen in de linkerhand. Een adelaar zee haar de Keizerlyke Kroon op. Stads wapen verfierd haar de borft. De Sterkte en fFysheid, en vier wig tj es, met hoorens van overvloed, bekleeden haare zyden. Voor haare voe- ten , leggen twee leeuwen. Hoog boven haat hoofd, ftaat een groote loopende Uurwyzer. In de Fries van deezen ingang, zyn de viet l VII. Stuk. C $e* |
||||||
■--—
|
—------—.------------------------ II!
|
||||||||||||||||||||||
34 AMSTERDAMS IILÜEEt.
|
|||||||||||||||||||||||
Stad-
huis. Inganj
naar 't Port van |
getydenvan't jaar, kennelyk aan de vrug-
ten, die dezelven voortbrengen, met een* zandlooper in 't midden, konftiglyk, in wit marmer, uitgebeeld. Tegen over deezen l ingang'ten dnde der Sroote zaa]e > ziet men
een' diergelyken, naar het Portaal voor Sche- |
||||||||||||||||||||||
SchepensVens Kamer, die ook, ter wederzyde, met
Kamer, juift zulken tegen eikanderen ftaande Korhv thifche halve kolommen, bezet is. Op de lyft deezer kolommen, ruil:, ook op een voet- ftuk van anderhalf voet hoog, het beeld der Geregtigheid, met het Zwaard in de reg- ier- , de Schaal in de linkerhand, en eene Zon agter haar , insgelyks, uit witten A- vendelfteen gehouwen. Zy treedt de On- weetendheid en de Tzvifl met voeten. Aan haare regterzyde., ziet men 't beeld van de Dood, met een uitgeloopenuurglasby zig: aan haare linker-, dat der Tugtiging, met de Romeinfche bondelbyl in den regeer arm, en een' houten fielt op den fchoot, van welken twee zwaare boeijen nederwaards hangen. Boven de Tugtiging, vliegen twee harpyen, en boven de Dood, twee gevleugelde wigtjes,het eene met een blik- fem in de handen, en het andere met gees- •felroeden op de fchouder. Hoog , boven 't beeld der Geregtigheid, tegen 't gewelf aan, is de opftanding ten jongften dage, in beelden, die tweemaal zo groot zyn als 't leeven , door Adrïaan Bakker, gefchilderd. Groote De zaal zelve is honderd en twintig voet Burger- lang, zesenvyftig voet zeven en een halve |
|||||||||||||||||||||||
gaande
ryen |
- duim breed> en agtennegentig voet hoog
van verdieping. Van deeze zaal loopen ten |
||||||||||||||||||||||
we-
|
|||||||||||||||||||||||
ï. Boek. Weereldlyke Geöouwen. §§
wedereinde breede Gaarideryen , noord- Staü-
Waards en zuidwaards, langs de voorgemel-huis. de open plaatfen, van welken Zy, door tweö ryen lichten boVen eikanderen, verlicht wor- den ; fchoon de onderfle ry, die op de noor- delyke open plaats uitziet, door houten lüif ken, van binnen, op de helft geflooten ge- houden wordt. De zaal zelve wordt, doof . - drie ryen lichten boven eikanderen, verlicht; doch de helft der onderfte ry aan de noord- zyde wordt ook geflooten gehouden. In de gaanderyen, zyn de ingangen naar alle de vertrekken van de tweede, en de opgangen Haar de derde verdieping, welker vertrek- ken alleen boven de gaanderyen en de ver- trekken der tweede verdieping komen, zyn- de boven de zaal niets dan het reeds gemel- de groote en breede plat. De gaanderyen zyn zesendertig voet hoog van verdieping, en zo noog zyn ook eenige kamers,te wee- ten Burgemeefters Vertrek, de Raadkamer, een gedeelte van Schepens Kamer en de groote Secretary. Doch de andere kamers zyn, door eene tuflchen- zoldering of gewelf, in twee even hooge verdiepingen, ieder vari agttien voet, onderfcheiden. De zaal en gaanderyen zyn, met derzelver Derzel«
kolommen, beelden en fieraaden, grooten-vcr Ko- deels van wit marmer gebouwd, Beide zynlommeIis zy, ter wederzyde, bezet met geftreepte of fluitswys uitgehoolde Korinthifche kolom- men , tuflchen welken, naar de Plaatfen toe, de lichten gefield zyn. Langs de zaal, iïaan twee ryen zulke kolommen boven eikande- ren, zeven op een' ry: doch maar eeae iy Ca i»
|
||||
----«------'^^m^^mmi^mmmmmm^mmt^^^m^ßiß
|
||||||
3<5 AMSTERDAMS IILDeèI,
Stad- in de gaanderyen, die veel laager van ver-
wes, dieping zyn. 't Getal der marmeren kolom- men in de gaanderyen beloopt ter wederzy* de twee-enzeventig. 't Gewelf der gaande- ryen, welk op platte kolommen ruft, is met eenig loofwerk veriierd. Kap of Op de lyft der tweede ry kolommen van de melte'der ?aal.' dVan Benthemerfteen gehouwen en
Zaale. fraai verfierd is, ruft de Kap derzelve, die, yan onderen, welffelswyze, befchooten, en, in 't begin deezer eeuwe, konftiglyk befchil- derd is. Men ziet hier de Amßerdam/che Maagd, in 't midden, zittende in een' wa- gen, van leeuwen getrokken , op de wol- ken, met eene gelauwerde bondelbyl op den fchoot. Neptunus draagt haar de Steven- kroon op. Merkuur biedt haar zyn'Slangen- ftaf aan, en Cybele de fleutels, die de fchat- kamers des gantfchen aardbodems voor haar ontfliüten. Zy heeft nog andere fieraaden omtrent zig, en onder anderen de Konften en Weetenfchappen, door wigtjes, dry ven- de op de wolken, verbeeld, terwyl Herku- les, aan eenen anderen kant,den Nyd, den Laßer en andere gedrogten, met zyne knods, verdryft. De wolkhemel wordt omvangen door tweekonftig gefchilderde lyften; eene, zynde de buitenfte, die, ter wederzyde, met een half-rood, infpringt, waarop het Y, de Amftel, twee kindertjes met Stads wapen, en andere fieraaden, in 't graauw, gefchilderd zyn. Ook ziet men, in twee gekornifie halfron- den , ten wedereinde deezer lyfte, de wapens der Heeren Dirk Bas en Frangois de Vroede, die, m 't jaar 1705; toen tot dit Schilderwerk be~
|
||||||
______
|
||||||
'
|
|||||
I, Boek. Weereldlyke Gebouwen. 37
beüooten werdt, Thefauriers waren. Ter Stad-
wederzyde van deeze wapens, zyn de Planee- huis. ten Sol en Lima , en Cybele en Vulkaiuis geplaatfl. Op de vier fcheppende hoeken van de lyft, zitten de PFysheid, Gercgtig- beid , JVakkerhcid en Voorzigtigheid, met haare gewoone byfieraaden. De Geregtig- heid heeft het af beeldfel van Keizer Jufti- niaan by zig; eene Weegfcliaal in de regter hand, en ruft, met den linker arm, op 't Corpus Juris. Binnen deeze, ziet men eene tweede lyft, insgelyks, in 't graauw gefchil- derd, uit welker vier fcheppende hoeken, vier Wapenfchilden met bondelbylen voortko* men, ieder van welken, door drie wigtjes, onderfteund wordt: en op welke fchilden, de wapens der Burgemeelteren Nicolaas Wits en, Jeronimus de Haze de Georgio, Gerb rand Pancras en Joan Graaf la ND, die in't jaar 1705 regeerden, verbeeld zyn. Beide de fyften zyn, met keurlyke feftonnen , zweevende wigtjes en andere aartigheden verfierd. Al- les is gefchilderd , door Jan Hoogzaad en Gerard Rademaker, naar de-tekeningen van Jan Goeree. Van dezelfde Schilders, heeft men ook een af beeldfel der Stads Regeerin* ge, tegen over 't ftuk der Opftandinge van Adriaan Bakker, aan de andere zyde der zaale, boven den grooten ingang. Zy wordt verbeeld door eene vrouw, met eenen ftaf in de regterhand en een fcheepsroer by zig. De Eendragt, voor haar gezeten , biedt haar eenen granaatappel aan. De Staatkunde, met twee aangezigten, en een' verrekyker C 3 in
|
|||||
SS AMSTERDAMS III.Deel,
Stad- in de hand, verzelt haar. De Reden, met
huis. wetboek, paffer en toom in de hand,' daalt neder uit de wolken, om haar te verlichten, Zy wordt, wyders, omringd van de beel- den der Konften en des Overvloed?, terwyl de Lifl en de Tweedragt voor haar de vluet neemen. ° £?ta« De in£eleSde v^r der zaale plagt nog
kgdë mTcr U1t te munten dan het geschilderd ge-
marine-
welt. In den zelven, zag men, in 't mid-
renvloer, den, een doorgefneeden hemelkloot, waar-, in zig de Noordpool vertoonde; en de ge- fhernten, zo alsze doorgaands verbeejd wor- den, benevens de hemelkringen, van geel koper, in 't marmer van den vloer, inge- werkt waren. Doch de beeldteniifen in dee. zen platten hemelkloot zyn, door den tyd al zeer uitgefleeten. Ter wederzyde van den hemelkloot, lagen, naar beide de ein, den der zaale toe, twee halve platte aard, klopten: inden eenen, tenooften, waren Europa, Azia en 'Afrika, en in den ande- ren, ten werten, Amerika afgebeeld. De kuilen werden, door gekleurde fteenen,on- derfcheiden. De evennagtslyn, de zonneweg en de andere kringen waren van geel kope? De tyd en 't menigvuldig betreeden der zaale hadt deeze Jconftftukken ook, voor een ge- deelte, beroofd van derzelver oorfprongke- lykfieraad. Men hadt, hierom, voor eeni- ge jaaren, ondernomen, de halve aardkloo- ten te vernieuwen. Doch de ftof, waarme- de de landen en wateren moeden onderfchei- t\en worden , werdt niet belfendig genoeg Jkvonden j waarom de plaats der halve aard- kloot |
|||||||
■--_____________________________i___________________________________________________________
|
|||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 39
klooten, konftiglyk, met marmer werdt ge- Stad-
vuld, zonder dat 'er de voorige af beeldfels huis* in gebragt werden: in welken ftaat het werk tot nog toe gebleeven is. Ieder der drie rondten heeft omtrent twee-entwintig voe- ten middellyns. De agt vleugels der vier groote boogen, sieraa-
door welken men, uit de vier hoeken der den van zaale, in de gaanderyen komt, zyn niet al- de bo°" leen met hangende feftonnen , loof, ge- l^nde- bloemte en vrugten, die, van aapjes en eek- ryen. hoorentjes, beklauterd en beknabbeld wor- den , verfierd; maar in de ryzende krom- ten der boogen, worden de vier hoofdftof- fen,door agt leggendeAvendelfteenenbeel- den van negen voeten, op tweederlei wyze, afgebeeld. En agt groote feftonnen van twintig voeten lang, boven de agt beelden, beftaan uit fieraaden, die op de beelden pas- fen. In de boogen ten ooften der zaale, wordt het V u u R vertoond, door een' jon- geling , die een lugtig kleed om 't bloote lighaam, een' blikfem in de regter-, en een* fakkel in de linkerhand heeft. Voor hem legt een Salamander. In de fefton boven zyn hoofd, vertoonen zig twee kindertjes in de vlammen, en veelerlei gefchut, vuurfleenen, vuurige zwaarden enz. Eene naakte gevleu- gelde vrouw, wier hoofd met wolken over-' fchaduwd en met Herren gekroond is, ver- beeldt de Lugt. Zy fchoort het zwerk met beide de handen, en heeft een' arend en eene rave aan haare voeten. In de fefton, treedt een paauw op de wolken, onder wel- ken, de vier winden blaazen, en't gevogel- C 4 te
|
||||
46 AMSTERDAMS IHDeei,
te vliegt. Eene naakte vrouw, met eenen
fleven, en eene kroon van paarlen en zee* gewaflen op 't hoofd, en riet en lis, daar een dolfyn den kop uititeekt, ter wederzy* de, verbeeldt het Wa ter. Aan haare lin^ kerzyde, ziet men eenen haak, riem en ander feheepstuig, en voor haare voeten, kreeften, krabben en diergelyke waterdieren. In de fesr ton boven dit beeld, zyn twee wigtjes,op eene zeefchelp zittende, en water uit kinkhoorens blaazende, by rietgewas , vifTchen , fchel* pen, hoorens enz. uitgebeeld. Cybele ver* fceeldt hier wyders de A a r d e. Zy heeft eene Stedekroon op 't hoofd, een zuigend kind aan de borft, en eenen kemel agter zig, op welken een aap zit, die den toom voert. Aan haare regterzyde, heeft zy eenen leeuw, en voor zig een' wolfen eene flang. In de fefton, fitten twee naakte kindertjes op eenen hoop vrugten. In 't midden, ziet men een' hartsr kop, en daaronder, ter wederzyde, een' aap, en veelerlei aardvrugten. In de boogen ten weften der zaale,zyn dezelfde hoofdftoffen, op eene andere wyze, en met andere of anders gefchikte byfieraaden, afgebeeld, 't Vuur' wordt hier vertoond, door eene Moorin , met eene fchotel of kom van een zonderling maakfel, daar eenFeniks in verbrandt, in beide de handen. Zy heeft de Zorj aan haare linke** zyde, en wordt, door eenen der vier win- den, aangeblaazen. In de fefton boven haar, hangt het wapentuig van Mars, en een ke? ten, met vuurfïeenen en vuurflagen behanr gen, onder twee fmeedende kindertjes. JÉene fchoone maagd, met; een' pa#uw in den.
|
||||
I. Boek, Weereidlyke Gebouwen. 41
den reffter arm, en eene ehameleon op delin-Sïad- ker hand, verbeeldt hier de Lugt. 't HaiTHuis. zwiert haar lugtig om 't hoofd. In 't yer- fchiec, zweeft het gevogelte onder haar. In de fefton boven haar, blaazen twee wigt- ies lugtbellen. Voorts, ziet men hier de wijlden, reigers , parädysvogels en ander lugtgedierte afgebeeld. Eene naakte zeenimt, metsenen puitenden waterbol in deregter- hand, eenen krans van watergroente om 't hoofd, en een vat, daar zy met den linkerarm op leent, en welk water en fchelpviflchen uit- geeft , by zig, verbeeldt het W a t e r. Zy heeft een rietbofch agter, en veelerlei zee- o-ewäs voor zig. In de fefton, ziet men twee zeewigtjes, elk met een loopend watervat op den fehoot,en eenfnoerhoorensenfchel- pen aan de beenen,daar een derde zeewigt, met eene fchildpad aan den ftaart, de handen aan (laat. Flora verbeeldt hier de A a R d e. Zy houdt de linkerhand op eenen grooten aard- kloot ; heeft, in de regter, een fikkej; voorts, eenen bloemkrans om 't hoofd , en eenen hooren van overvloed voor zig. Agter haar groeit een wynftok, en voor haare voeten, kruipen Hangen en padden. In de fefton boven haar, ziet men twee^ Satyrtjes ^ een' leeuw en eene leeuwin, een' flang in 't mid- den, die zig om een' boom gefljngerd heeft, en veelerlei aardvrugten. Boven devierboo- gen,ftaan, in groote niflfen, de Modellen dei- vier zvdbeelden, die, opde kappen der vooiv en agtergevelen, geplaatft zyn. 't Model van 't middenbeeld der Vrede van den voorge- vel, flaat, op gelyke hoogte, boven den C $ gi-oo«
|
|||||
f
|
|||||
^42 AMSTERDAMS III; Deel.
Stai> grooten ingang naar de Burgerzaal, en dat
nvis, van't middenbeeld des agtergevels, zynde een Atlas, die een' Hemelkloot torft, is bo- ven den ingang naar 't Portaal voor Schepens- kamer geplaatft. De helft van den kloot ver- toont zig alleen buiten 't naakte werk. Agt * In de agt gezigten der gäanderyen, ftaan groote ook agt witte marmeren, beelden, die zes
ren beel- VOet en zevcn ^mm noo& Zyn', en op agt
den in de omtrent even hooge langwerpig vierkante agtgezig- marmeren voetflukken ruften. Vier van dee- ten der ze voetItukken,ten noorden en ten zuiden,zyn. fyen. C alleenlyk langs de kanten; de vier anderen, ten ooften en ten weflen, regt in 't midden, met keurlyk gewerkte feftonnen, behangen. De beelden vertoorten Cybele, en de zoge- naamde zeven Planeeten. Cybele ftaat, in de noordooftelyke gaandery , tuflchen de Raad- en Weeskamer, in de gedaante eener bedaagde vrouwe , welker opperkleed , in den zoom, met bloemen en loof doorwerkt is. Zy heeft eene Stedekroon op 't hoofd, eenen fleiitel en fchalmei in de linkerhand ,* en twee leeuwen voor haare voeten. Met de rcgterhand, ligt zy haar opperkleed een weinig op. In 't voetftuk, ziet men twee groo- te hoorens van overvloed, eenige gereed- fchappen tot den landbouw dienftig, twee fakkels, en een hardersfluit. In de zuidoofte- lyke gaandery, tiuTchen Burgemeefters Ver- trek en deThefaurie, ftaat Diana, verbeeld als eene Jagtgodin, met eene halve maan op 't hoofd , eenen boog op de fchouder, en eenen fakkel in de regter hand. Agter haa- re linkerzyde, vertoont zjg eene hinde, en voor
|
||||
»
|
|||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 43
voor haare voeten, leggen twee zeegedrog- stad-
ten, en eenige kreeften en krabben. Op t huis. voetftuk, is allerlei jagtgereedfchap, en on-» der anderen een bondel jagers-netten, zeer konftiglyk, afgebeeld. Tuflchen de The» faurie Ordinaris en de Secretary, voor den zuidooftelyken opgang naar de derde verdie- ping , ftaat, met^ den rug naar 't zuiden, MERKuuRjinde gedaante van een' fchoon* Jongeling, met een' gevleugelden hoed op 't hoofd, eene ftokbeurs in de linker hand en den flangenftaf op den regter arm.. Een kraai- jende haan en een bok bekleeden zyne zy- den, Op 't voetftuk, en in de twee boogen van den gemeldeh opgang, hangen, ter we- derzyde, feftonnen van graanen en loof. TuS" fchen de Secretary en de Thefaurie Extra- ordinaris, voor den zuidweftelyken opgang, ftaat, ook met den rug naar 't zuiden, het beeld van J u f i t e r , in de gedaante van een* fterk gefpierd man , vol hair en ruig van baard. Zyn kleed is met fterren bezaaid. Hy houdt den blikfem in tyz linkerhand, en heeft een' arend, met een' donderkloot onder de linker poot, aan dezelfde zyde. Ter regter, ftaat een ram. Op 't voetftuk, en in de boo- gen van den opgang, ziet men, ter wederzyde, feftonnen van eikenloof en kooren verbeeld. Tuflchen den ingang der Thefaurie Extra- prdinaris en de Kamer der Commiflariflen van kleine Zaaken, ftaat, met den rug naar 't wellen, het beeld van A p o l l o, in de ge- ! daante van eenen fchoonen baardeloozen jongeling, met krullende hairlokken. Zyn kleed zwiert hem lugtig van de fchoudcrs. |
|||||
44 AMSTERDAMS III.Deei.
Stad- In de linkerhand , houdt hy eenen boos-
mn* en met de regter vat hy den pylkoker! die hem over de linker fchouder häW De draak Python legt aan zyne voeten, en agter hem ftaat eene harp. Öp 't voetftuk, zyn harp fchalmei zakpyp , fluit en ander fpeeltuig, overkonftiglyk, afgebeeld. Tus- icnen de Kamer van Schepenen 'Extraordï- naris en de Rekenkamer", ftaat Mars in volle ruftmg, met zwaard, fchild en heirbvl gewapend, en een' gevleugelden draak op den helm. Agter hem, ftaat een wolf, en eene rave aan zyne voeten. Op 't voetftuk ziet men veelerlei oorlogs- en wapentuig af- gebeeld Hierop volgt, voor de twee noord* weftelyke opgangen naar de derde verdie- ping, het beeld van Venus, eene fchoone naakte vrouw, die alleenlyk een' lugrigen flui- ter voor den middel houdt, Zy heeft een» krans van myrthe en roozen om 't hoofd, een' appel in de linkerhand, eene zwaan ter ref- ter- en eene duif ter linkerzyde, en twee gevlerkte wigtjes voor zig. '£ Voetftuk daar zy op ftaat, en de vleugels der booten van den gemelden dubbelen opgang zyn ter wederzyde , verfierd met afhangende feftonnen van zeehoorens, fcHelpen, myr- the en roozen, daar boog en pylkoker, karn, borftel, paarlenfnoer, fpiegel en dierffelyk tooigereedfehap aan gehegt is. Voor den dub, beien noordooftelyken opgang naar de Ka- mers vanlluwelykfche en Zee.zaaken, ftaat Saturnus, in de gedaante van een oud man met een' kaaien kruin, houdende een' hkkel inde linkerhand, en in de regter een Jvind,
|
|||||
•
|
|||||
Ï.Boëk. Weereldlyke Gebouwen. 45
kind, daar hy de tanden in zet. Agter zy- Stad*
ne voeten , ziet men eene koorenfchoof, huis. ploeg en kouter: voor hem, legt een zand- loöper. En aan zyne regterzyde., ftaat een hoofd s met twee aangezigten. Op 't voet- fluk, enindeWederzydfche boogen vanden opgang, Zyn aardvrugten, adders, haspels, vlas en momaanzigten, aartiglyk, uitgehouwen. De vier hoeken der gaanderyen zyn ge* Gefchil-
fchikt, om in dezelven agt gefchilderde ta- jjfrde fereelen te plaatfen, van welken 'er zes vol- lejj er?** trokken zyn. Govert Flink was, in 't jaar de hoe- 1659, tot dit werk aangenomen, en hadtken der de modellen reeds vervaardigd. Doch hygaande" Werde, docr de dood, belet, het werk ver-ryen* der te brengen (i); waartoe, federt, ande- re meefters de hand geleend hebben. De oor- log tuffchen Civilis en de Romeinen is, in deeze zes ftukken , afgebeeld. Boven de Thefaurie Ordyiaris, fpoort Civilis de Bata- vieren aan tot het opvatten der wapenen, na de maaltyd, die, by maanlicht, in 't Heilig Woud, gehouden wordt: en daar naafl, boven eenen der dubbele opgangen naar de tweede verdieping, wordt de Kaninefaat Brinio, op een fchild, om hoog geheeven, en tot Veld- overfte ingehuldigd. Het eerfle van deeze twee ftukken is, door Juriaan Ovens (k) y het andere, door den ouden Jan Lievensz., gefchilderd. In den hoek , boven de op- gangen naar de Kamers der Cornmiflariflen van Huwelykfche en Zee-zaaken, en boven den ingang naar de Weeskamer, zyn twee vak-
(*) A. HOUBRAKSN Schouwb. d« ScWkkjJ II. Deet. t/.s?.
■(U ld* I.W.H, *74. |
||||
46 AMSTERDAMS lllÜÊtU
Stad- vakken, in 't jaar 1661, befchilderd, door
tivis. Jakob Jordaans, het eerfle, met de over- rompeling der Romeinen, in derzelver ten- ten , by nagt en fakkelligt; het tweede, met de beveiliging der Vrede tuflchen Cerialis en Civilis; waarin eene flaatelyke vrouw, de Vre- de verbeeldende, uit de wolken nederdaalt. Boven den opgang naar de Kamer van Com- miiTariffen van den Honderdften en Twee- honderdften Penning, en boven de ingangen der Thefaurie Extraordinaris en der Kamer1 Van CommiflariiTen van kleine Zaaken, moes- ten de Overwinningen by Bon en by Caßra Vetcra of oud Leger , gefchilderd worden* Doch hier liaan nu twee Hukken in Fresco of natte kalk, die, van de vogtigheid def muuren, en, zo men wil, ook van de onkun- de van zulken, die ondernomen hadden, de- zelven te her/lellen, vry wat geleeden heb- ben. Zy zyn, door eeneiig Le Grand, ge- fchilderd , en vertoonen het eene de opge- regte zegetekens, door de Batavieren, op de Romeinen, veroverd; en het andere de vredehandeling tuflchen Civilis en Cerialis, op de doorgebroken brug over den flroom Naba- lia. De twee vakken boven de ingangen der Kamer van Schepenen Extraordinaris en der Rekenkamer, en boven den noordweftelyken dubbelen opgang naar de derde verdieping, zyn nog ledig. De twee boogen der gaan- deryen aan de ooftzyde, Zyn ook, van bo- ven , door Jakob Jordaans, befchilderd. De noordelyke boog, met het verflaan van Go- liath, en de zuidelyke, met dat der Filifty- nen, doorSfrnfon. |
||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 47
Na 't befchouwen der Burgerzaak, en der stad-
gaanderyen ter wederzyde van dezelve, tree- huis, den wy nu in de vertrekken der tweede ver- Schfk- diepinge, die hier hunnen ingang hebben, k ing en Ter wederzyde van den voornaamen ingang Jroc^te in 't ooflen , ontmoet men , zuidwaards,trekken* Burgemeeflers Kamer , en noordwaards, de van de Juftitie-Kamer, ieder van welken, twintig tweede voet, negen en twee derde duim breed, envF^ie" dertig voet diep is. TufTchen deeze twee ö' Kamers, boven de gaandery, die, beneden, voor de Vierfchaar is, heeft men de Puy of Afleesplaats, die twee-endertig voet en neg- gen duim breed; doch maar tien voet en ze- ven duim diep is. En deeze drie vertrekken beflaan het midden-uitftek van den voorge- vel. In de zuidelyke tuflehenruimte vanden voorgevel, volgt, op Burgemeeflers Kamer, Burgemeeflers Vertrek; en in de noordelyke, op de Juilitie-Kamer, de Raadkamer ^ ieder van welke vertrekken vyfenveertig voet ze- ven en een halve duim breed, en dertig voet • diep is.Naad Burgemeeflers Vertrek, volgt, in dezelfde zuidelyke tufTehenruimte , een gang, uit welken men, zuidwaards, den in- gang heeft naar de Thefaurie Ordinaris, die twee vertrekken ten zuiden heeft, en in 't zuider-uitflek van den voorgevel gebouwd is. Diergelyken gang heeft men ool^, naaft de Raadkamer ten noorden, uit welken men, noordwaards, komt in de Weeskamer , die, met haare twee vertrekken ten noorden, in 't noorder-uitflek van den voorgevel, is ge- plaatfl. Beide deeze Kamers, de Thefaurie Ordinaris en de Weeskamer, hebben ieder eene
|
||||
48 AMSTERDAMS IH.Deel,
eene breedte van twee-entwintig voet en
een derde van een duim, en eene diepte van vierendertig voet* De vertrekken van ieder van deeze Kamers zyn tien voet ert twee derde van een duim breed, en eenen- twintig voet vyf en een derde duim diep. In deviertiuTchenruimtertvan de zydgevels, komen de gemeene trappen, langs welken * men, naar de vertrekken der derde verdie- pinge, en naar de vertrekken, die tuflchert de tweede en derde verdieping ingedoken 2Yn > opgaat. In 't midden-uitftek van den zmder-zydgevel, is de groot e Secretary ge- plaatft, benevens de drie vertrekken, tot dezelve behoorende, te weeten het vertrek dereerfte Stads Klerken, ook de kleine Se* er et ary genaamd, en het vertrek der Ordi- xaris Klerken, beide ten ooften, en een ge- heim vertrek voor de SecretarifTen, ten wes- ten. Degroote Secretary is dertig voet diep, en ze venenveertig voet een en tv<ve derde duim breed. Tegen over de Secretary en derzelver vertrekken, ontmoet men, in 't midden-uitftek van den noorder - zydgevel, ten ooften, de AJJurantie - Kamer, en ten wetten, de Defolaate-Boedeh-Kamer, die met een' muur van eikanderen gefcheiden zyn en elk een vertrek nevens zig hebben. Bei- de deeze Kamers met derzelver vertrekken en dentuflehenmuur, beflaan juiffc zo veel plaats, in breedte en diepte, als de Secre- tary, met de haaren. In 't midden-uitftek van den agtergevei, is Schepens Kamer ge- plaatft, die tagtig voet zes en een half duim fceed, en twee-endertig voet negen duim |
||||
L Boek. Wêereldlyke Gebouwen. 49
diep is. Voor dezelve, is een ruim portaal, stao»
en daarin, ter wederzyde , een vertrek voor huis. de Deurwaarders der Vierfchaare en andere bedienden. Ieder van deeze vertrekken is drie-endertig voet twee en een half duim breed , en dertien voet diep. In de noor- der-tuflchenruimte van den agtergevel, ont- moet men, naad aan Schepens Kamer, de Kamer van Schepenen- Extraordinaris, naar welke men ook, uit een portaal ten noor- den van Schepens Kamer, toegang heeft. In de zuider-tufTchenruimte van den agter- gevel , heeft men de Kamer van Commiffa- riffen van kleine Zaaken , die een vertrek nevens zig heeft. Ieder van deeze Kamers is drie-endertig voet negen duim breed, en dertig voet diep. Het portaal en 't vertrek zyn ieder negen en een derde voet breed, en vyftien voet diep. In 't zuider-uitftek van den agtergevel, is de Thefaurie - Extraordi- naris geplaatft, die twee-entwintig voet en een derde van een duim breed, en vieren- dertig voet diep is, en twee vertrekken ag- ter zig heeft, van welken het eene tien voet en twee derde van een duim breed, en twee- entwintig voet en een derde van een duim diep is : het andere is tien voet en twee derde van een duim in 't vierkant. Einde- lyk, ontmoet men , in het noorder-uitftek van den agtergevel, de Rekenkamer , die ook twee vertrekken heeft, welken , zo wel als de Kamer zelve, juifl; zo groot, en op gelyke wyze verdeeld zyn, als de The- faurie Extraordinaris en derzelver vertrek- VII. Stuk. D ken. |
||||
50, AMSTERDAMS HL Deel.
Statd- ken. Tot beide deeze Kamers, heeft men,
»Ü1S« uit een portaal in de gaanderye, toegang. Van alle deeze vertrekken bereiken Bur- gemeefters - Vertrek , de Raadkamer, het ZLiidelyke en grootfte gedeelte van Schepens Kamer en de groote Secretary de gantfche hoogte der tweede verdiepinge, te weeten zesendertig voet. Doch de andere vertrek- ken zyn, door eene zoldering of gewelf, ge- fcheiden van eenige vertrekken boven de- zelven, die tot verfcheidenerlei gebruik ge- fchikt zyn. Boven Burgemeefters Kamer, de Juftitie Kamer en de Puije, heeft mm de Charter-kamer, daar de Rejolutien van den Staat en veele Stads Brieven en Papieren be- waard worden. Boven de Thefaiirie Ordi- naris, zyn twee vertrekken, welken ook tot bewaaringe van eenige Stads Schriften, Boe- ken , Papieren enz. gefchikt zyn, en nog een ander, boven het grootfte vertrek. der Thefaiirie, voor den Boekhouder der Amp- ten. Boven de kleine Secretary , is de Ze- gelkamer. Boven het vertrek der Secretaris- Ten , is een vertrek, tot bewaaringe van ou- de Regifters gefchikt. Boven de Thefaiirie Extraordinaris, is de Kamer der CommiJJarisfeti van de houderdße en tweehonderdße Penningen, en boven de Kamer van CommiffkrifTen van kleine Zaaken, een vertrek, welk door de Concherge gebruikt wordt. Boven 't noor- delyk gedeelte van Schepens Kamer, is des Schouts Comptoir, en boven de Kamer van Schepenen Extraordinaris , het Comptoir van Schepenen , naar welke beiden, men, langs
|
||||
Ï.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 51
langs eenen trap uit het Portaal voor Schepens Stau-
Kamer, als mede langs eenen trap ter zyde van euis. dezelfde Kamer, toegang heeft. Boven de Rekenkamer, is de Kamer van Commijfariffen van den Levantfchen Handel. De Kamer van Commijfariffen van Huwelykfche zaakeny by welke nog twee vertrekken zyn, is boven de Defolaate-Boedels- en Affurantie-Kamers, en men heeft, tot deeze Kamer en derzel- ver vertrekken, toegang, langs de twee trap- pen , in 't noordooiten en in 't noordweften der gaanderyen van de grootezaal. Eindelyk, heeft men, boven de Weeskamer, die der Com- miffariffen van Zee-zaaken, voor welke, ten wellen, een Portaal is. Ten noorden dee- zer Kamer, is een vertrek, welk door de Com- miiïariflen van Zee-zaaken; en ten zuiden een ander, welk, door die van de Weeska- mer, gebruikt wordt. Alle deeze ingeftoken Kamers zyn voor- Byzondo
zien van 't gene vereifcht wordt, tot al wat re Be- in dezelv.en verrigt moet worden; doch vor- fchryvin5 deren, uit hoofde haarer fieraaden, geenevan byzondere befchryving. In de Kamer der Commiflariffen van den Levantfchen Handel, hangen eenige gefchilderde af beeldfels van Levantfche dragten, en andere ftukjes, die, door den onlangs overleeden Heere Cor- nelis Cal koen, Ambaffadeur van den Staat aan de Ottomannifche Porte, voor wei- nige jaaren, aan deeze Kamer vereerd zyn. Doch de andere vertrekken der tweede ver- diepinge, die hunnen ingang, op de zaale of in de gaanderyen , hebben, verdienen naauwkeunger befchouwd te worden. D 2 Wy
|
||||
52 AMSTERDAMS ÏÏLDbmu
Wy beginnen met Burgemeesters Kamer.
Ter wederzyde van een konftig gebeeld
rond, boven den ingang van dit vertrek, ziet men twee naakte wigtjes, ieder eene bondelbyl, het teken der Roomfeh - Bürge- meefterlyke waardigheid, in de hand hou- dende. Zy hebben twee adelaars voor zig, die ieder een' fpiegeJ, omOingerd met eene flang, gevat houden. Merkuur is, boven dit rond, in een vierkant,uitgebeeld, bezig met den honderdoogigen Argus, die een' wagtfchen hond agter zig heeft, in den flaap te ipeelen. Aan den vleugel bezyden, en bo- ven het rond, hangen feflonnen van eiken- Joof, granaatappelen, druiven, Indifch graan en ander gewas: alles in marmer gehouwen. Binnen in 't vertrek, flaan, aan elke zyde, vier witte marmeren Korinthifche kolom- men. De marmeren fchoorfteen mantel, ten zuiden, voor of ter zyde van welken, de vier regeerende Burgemeefteren zitten aan eene langwerpig vierkante tafel, ruft op vier wit- te marmeren kolommen van dezelfde orde, twee ronden en twee platten. In de fries van den fchoorlleenmantel, ftaat de zege- praal van den Roomfchen Burgemeeiter Quintus Fabius Maximus, in 't klein, in wit marmer, uitgehouwen. De vleugels derope- ninge, door welke men, noordwaards, in de Vierfchaar ziet;doch diegemeenlyk ge- llooten gehouden wordt, zyn, ter weder- zyde, verfierd met uitgehouwen feflonnen, han-
■
|
||||||
V
\
|
||||||
IBoEK. Weereldlyke Gebouwen. 53
hangende aan ringen, die in de muilen van Sta»-
twee leeuwskoppen vaftgemaakt zyn. In deHUIS« * A: weftelyke fefton, ziet men een zwaard, bon- delbyl en twee fchaalen, en op een wimpel, het woord Fortiter, dat is, Kloekmoe- diglyk: in de ooftelyke, zyn een paar groo- te kruiswyze geplaatfte (leutels, een fcheeps- roer, graanen en vrugten, met het woord PRUD enter, dat is, Voorzigtiglyk, uit- gehouwen. De poften der houten deuren van de openinge, die in de Vierfchaar uit- ziet , zyn met gefneeden loofwerk verfierd. Iri 't fchoorfteenftük , (laat de reeds ge- noemde Roomfche Burgemeeftrr Fabius Ma- ximus , die zynen Vader gebiedt van't paard te treeden, eer hy hem aanfpreeke, 'kon- ftigl-yk, door den ouden Jan Lievenszoon, gefchilderd (/). Men leeft 'er dit vers van Vondel onder: *
De Zoon van Fabius gebied zyrf eigen Vader
Van 't paard te fiygen,' voor Stads eer en agbt baarheid: Die kent geen bloet, en eischt dat hy eerbie- digh nader. Dus eert een man van Staat het ampt hem opgeleid. 't Zolderftuk is in tweeën verdeeld, en door
Joannes Bronkhorfl gefchilderd. Voor den fchoorfleen, ziet men de Burgemeefterlyke agtbaarheid in de gedaante ezn^.v deftige vrouwe, die een' Scepter in de linker-, en twee fleutels in de regterhand houdt. Zy heeft
O) A. HOUKRAKEN Scho'iburgh I. Dttl, hl. *>8.
*>3
|
||||
-------------- ■
|
|||||||
54 AMSTERDAMS III. Deel.
Stad- heeft den Bybel aan haare regter-, en vee-
MÊfs. lerlei oorlogsgereedfchappen aan haare lin- kerzyde. Verfcheiden' wigtjes omringen haar. Onder haar, vliegt 'er een, haar, met de regterhand, een' palmtak, en met de linker, een' krans van eikenloof toerei- kende. Voor de glazen, zyn wigtjes ver- beeld , die eene bondelbyl en Keizerlyke Kroon draagen. Nevens en tiuTchen de twee deelen van'tzolderftuk, ziet men de wapens der Burgemeefteren JoanHuydecoper Ridder, fleer van Maarsfeveen, C o r n e l i s de Graef, Vryheer van Zuidpolsbroek,' JOAN VAN DE PoLL, en HeNDRICK
Dircksz Spieghel, die, in 't jaar
1655, de eerflen in 't nieuwe gebouw zit- ting namen, konfliglyk, in hout, uitgehou- wen , en verguld. Tegen over den fchoor- fteen, hangen nog tweefchilderyenin zwar- te ebbenhouten Tyften , verbeeldende het oude, en het tegenwoordige Stadhuis, bei- de van vooren. . Het eerfte is , in 't jaar 164.1, naar 't Ieeven getekend, en in 't jaar 1657, gefchilderd, door Pi'eter Zaanredam. Het tweede is gefchilderd, in 't jaar 1667, door Jacob van der Ulft van Gorinchem (m). Beide wordenze voor uitmuntende Konft- flukken gehouden: met naame het eerfle. Eindelyk, hangt, nevens den fchoorfleen, naar de glazen, het bekende vers van Con- flantyn Huygens, Heere van Zuilichem, kon- ftiglyk, met gulden fchryfletteren, in eene tafel van zwarten toetsiteen, die agtentwin« tig
(m) A. HoüBRAKEN Schouburgh. J. Dtel, bl, 17;. li,
Prei, bl, 197* |
|||||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 55
tig duim hoog, vyfentwmtig duim breed, Stab-
en in eene zwarte ebbenhouten lyft gevat is, huis. gefneeden, door Elias Noski, Boheemervan geboorte, die, hier ter Stede, op de Lau- riergraft, gewoond heeft (w). 't Gedigt zelf, fchoon dikwils gedrukt, verdient, om zynen deftigen inhoud, ook hier ter plaatfe, te worden ingevoegd: G E L U C K
Aan de E. E. Heeren
REGEERDERS
van
AMSTELREDAM,
In haer
Nieuwe Stadthuys. Doorluchte Stichteren van 's Werelts achtfie
wonder, Van foo veel Steens om hoogh op foo veel Houts
van onder, Van foo veel koßelycks foo konflelyck verwrocht,
Van foo veel heerlickheyts tot foo veel nuts ge-
bracht : God, die u Macht en Pracht met Reden gaf
te voegen, Cod gev" u in 't Gebouw, met Reden en Ge-
noegen , Te toonen wie gy zyt; en, daer ik 't al influyt;
Heyl zy daar eeuwig in, en onheyl eeuwig uyt.
Is 't ook foo voorgefchickt, dat defe marm- re muuren f' - Des
(») F. VON ZESEN j hl, ïo».
|
||||
$6 AMSTERDAMS HI.Deel.
Stad- Des Aerdtrycks uytterße niet hebben te ver-
kuis. • duuren ; En iverdt het noodigb dat het Negende ver-
fchyn, Om 's Achtfle Wmderwerch Nakomeling te
zyn; God, uwer Fahren God, God, uwer Kindren
Vader, God foo nabyu,zy die kinderen foo veel nader,
Pat hare wehaert noch een Huys bouw en Daer by dit Nieuwe fla, als 't Oude flondt
by dit. Constanter.
Anno CIOIOCLX. ' Zuidwaards naafl Burgemeefters Kamer,
treedt men in BuRGF. Burgemeesters Vertrek.
tersVer- Boven welks ingang, ook een open rond
trek. is, ter wederzyde waarvan, men een zee- gedrogt heeft afgebeeld , om welk, twee naakte kindertjes de armen geflaagen hebben. Voorts, ziet men hier twee hoorens van q- vervloed. 't Vertrek zelf is voorzien van twee fchoorfleenen, welker mantels elk op vier ronde en vier platte gekleurde Korin- thifche kolommen ruften. De friezen der- . zelven zyn,met loofwerk en naakte kinder- des, aartigïyk, verfierd. De twee fchoor- iteenftukken munten uit in fraaiheid. Het noordelyke, welk door Ferdinand Bol gefchil« derd is (o), vertoont Fabricius in 't Leger van ,
(t) A. HOU«KAK£N Schouburgh I, Dtel, tl. |q|.
|
||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 57
van Pyrrhus, die hem, vrugteloos, door ge- Sta»- fchenken, of door't gebriefch eens Elefants, huis. in zynen pligt zoekt te doen wankelen. On- der 't fluk, leeft men dit vers van Vondel: Fabricius houdt ßant in Pyrrhus legertenten.
Bet gout verzet hem niet, door fchandelyckc zucht ,
Noch elefants gebriesch en felle dreigementen. Zoo zwicht geen man van flaet voor gaven, noch gerucht.
In 't zuidelyke fchoorfteenftuk , door Co-
vert Flink gefchilderd, ziet men den Bürge- meefter Marcus Curius, zig, op zyne Land- hoeve , met aardvrugten geneerende : on- der het zelve, Haan deeze regels van den zelfden Digter: Op *s Burgemeeflers wacht magh Rome veiligh ßaepen,
Als Markus Kurius, het aangeboden gout Veifmaênde, zich genoeght met een gerecht van raepen.
Zo wort door Maetigheit en Trouw de Stadt gebouwt. Ter zyden van de fchoorfteenen, hangen,
aan fierlyke feftonnen, de wapens der twaalf Burgemeefteren en Oud - Burgemeefteren , die 't eerft in dit vertrek zitting genomen hebben. Diergelyke wapens, ziet men ook, in 't weften van 't vertrek, boven tegen 't gewelf, in vier vakken, uitgebeeld. Het ge- welf is, door Joannes Bronkhorfly met agt vierkante zolderftukken, befchilderd, waarin kindertjes, die palmtakken, eikenkranfen , D 5 en
|
||||
•5& AMSTERDAMS III.Deel.
Stad- en andere diergelyke zinnebeeldige voor- ums> werpen draagen , aartiglyk, verbeeld zyn. In 't gewelf voor de twee fchoorfleenen, fïaan deeze woorden uit H ö r at i u s : L e- ne Consilium datis. Stet Capi- TOtiüM FüLGENs. dat is : 't Raadhuis zal luißerryk flaan blyven; zo gy zagtelyk regeert. De wand van 't vertrek, ten wes- ten , is, voor weinige jaaren, behangen, met drie Schutters (lukken, die, eertyds, in de groote zaale der Kloveniers Doele, gehan- gen hebben, daar zy groot gevaar liepen van befchadigd te worden; waarom zy herwaards zyn overgebragt. Het zuidelykfte is een Schutters gezelfchap, door Govert Flink ge- schilderd (p): het middelde een diergelyk ge- zelfchap van den Kapitein Cornelis de Gracf> gefchilderd door Adriaan Bakker: het noorde- lykfte, door Joachim Sandrart gefchilderd, ïs een Korporaalfchap van den Kapitein van Zwieten, gereed om de Koninginne Moeder van Frankryk, Maria de Medicis, wier ftee- nen borftbeeld, in dit Huk, gefchilderd"is, in te haaien. Op een' rol papier, die van de tafel afhangt, plagt men»deeze vyf regels van Vondel, die nog gedeeltelyk kenbaar zyn, te kezen: De Vaen van Zwieten wacht om Medicis font-
baaien.'
Matr voor zo groot een ziel valt Dam en mar kt te kleen,
En 't oog der Burgery te zwak vw zulke paaien.
^Dii
{f) A. HOUIEAKIN JchOftburgh, II, 2>ecl» kl. aj.
|
|||||||
\
|
|||||||
IBoeK. Weereldlyke Gebouwen. 59
Die zon van Chrißenryk is vleesch, noch W,Stap-
noch been: • huïs. Vergeef het dan Sandrart dat hy haer maelt
van ßeen. Op Burgemeefters Vertrek, volgt de
|
||||||||
.
|
||||||||
Thesaurie Ordinaris. Thesau-
._, 1 •- R1E Or-
Boven den ingang, zie; men, omtrent DINABiS.
zulk een rond, als boven dien van Burge- meefters Vertrek. Het Portaal voor dee- ie Kamer plagt van boven befehilderd te zyn met eene hemelsblaauwe lucht, waarin vee- . ierlei gevogelte zweefde; doch is nu over- gewit. De fchoorfteenmantel, in 't zui- den van 't vertrek zelf, ruft op witte mar- meren Korinthifche kolommen , konftig- lyk , met loofwerk verfierd. Ter weder- zyde tegen den fchoorfteenmantel, han- gen de wapens der Thefaurieren Nico- LAEs Tulp en Cornelis van Dronckelaer, die 't eerft zitting in deeze Kamer gehad hebben, 't Schoorfteen- ftuk verbeeldt de Egiptifche Koorenfchuur ten tyde van den Aardsvader Jozef, gefchil- derd door Nikolaas de Held Stokade. Onder aan de lyft, leeft men deeze regels, zo men wil, van Vondel, fchoon ikze, in zyne uitgegeven Gedigten, niet gevonden heb; Geheel Egypte brengt den Ryxvoojgt fchat en
have
En keft nu zeven jaer by 't uitgereickte graett Het vrye volk door noot wort 's Konings eigen ßave.
Mens*
|
||||||||
■<
|
||||||||
6o AMSTERDAMS III. Deel.
Stad- Eens mans voorzkhtigheit kan duifenden ver-
BW«-- zaên. Regt tegen over dit fchoorfteeniluk, hangt'
eene fchildery van Kornelis Brizé , waarin Papieren, Rekeningen, Pergamenten-en an- dere Brieven, Schetfen enz., als aan een nooteboomen fchot ophangende, gefchilderd zyn (</). Ter wederzyde van dit ftuk, han- gen twee fchildèryen van Bartholomeus van der Heiß, ieder met vier Heeren, vermoe- delyk , Thefauriers, of Overluiden der Schutters Doelen , en met eenige andere beelden , befchilderd. Boven den ingang naar 't vertrek der Thefaurie , hangt eene afbeelding van oud Amfterdam, naar 't Iee- yen gefchilderd, in 't jaar 1536, door Cor- nelis Anthoniszoon (r). , Dit ftuk is zeer uit- voerig gedaan. Men kan 'er de gebouwen van dien tyd, kennelyk, in onderfcheiden. Dezelfde Schilder , aan welken wy , in 't voorgaande gedeelte deezer Befchryvinge , meermaalen, gedagt hebben, heeft, eenige jaaren laater, dezelfde afbeelding, wat ver- kleind , in houtfneede, uitgegeven. Het zol- derfluk deezer Kamer is in vyf paneelen ver- deeld. In 't middelfle, ziet men eenige wigt- jes, die kooren en kooren - maaten draagen. In de vier kleine hoekpaneelen, zyn de vier tekens der vrugtbaarfte maanden van 't jaar, Jceurlyk , verbeeld. Cornelis HoJJtein heeft dit zolderftuk gefchilderd. Voorts, hangen, in deeze Kamer, nog twee modellen van groo- ter
(q) zit Vondels Pocsv, II. Deel, II, ijo. a. Hou*
BRAKKN S^houburgh II. Deel, hl. 341. (rj A. HOUSRA&EN Schouburgh 1. Deel, hl, »3,
■
|
||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen. 6ï
ter flukken. Ook ftaan , boven op eene Stab-
groote kas, in 't weften van de Kamer, de huis. metaalen af beeldfels van eenige Graaven en Graavinnen, die, boven de traliën der Vier- fchaare van't oude Stadhuis, plagten te ftaan (j). In 't vertrek nevens de Thelaurie, wordt ook eenen konftig gedreeven zilveren drink- hoorn bewaard, die, oudtyds, op de Doe- lenfeeften, of op de maaltyden der Regee- ringe, plagt gebruikt te worden. Voortgaande, komt men in de Secretarye, Secreta-
die twee voornaame deuren heeft. Boven de
eene, is 'een huilende hond uitgehouwen, ftaande met de beenen over 't lyk van zynen vermoorden meefter. In't verfchiet, ftaat eene hand met een zwaard,' boven een brandend outer. Boven de andere, zynde eene looze deur, ziet men eene zittende vrouw, met den vinger op den mond, en eene vliegende gans, met een' fteen in den bek. Het eerfte is een zinnebeeld der getrouwheid, het an- dere van het bewaaren van geheimen. Aan de poften der beide deuren, hangen Stads wapen en zegel, zegelringen, gezegelde brie- ven en hangfloten, aan koorden met kwaften, in marmer uitgehouwen. Diergelyke fieraa- den ziet men ook, in de noorder-gaanderye, langs de poften der Aflurantie- enDefolaate- Boedels-Kamers. Voor den fchoorfteen van de groote Secretarye, hangt het afbeeldfel van Maria de Medicis, Konjnginne^Moeder van
(/) Zit hiez voot, */. 7.
|
||||||
6% AMSTERDAMS IU.Deei,.
Stad- van Frankryk, leevensgrootte en ten voeten
huis. uit, door Gerard Hondborjt gefchilderd (t). Tegen den zuidelyken'wand van de Kamer hangt een af beeldfel van Keizer Karel den vyfden, waarvan de Schilder onbekend is. Boven in 't vertrek, langs den oofter- eri noorder-wand, zyn, op eene gaandery, een groot getal van allerlei Regiftèrs, in eene nette orde, geplaatft. Beneden ftaan ook eenige Regiflers, in kaflen. De fecreete en verfcheiden' andere Regiflers worden , in kaffen, in de kleine Secretarye, bewaard. Op de Secretarye, volgt de Thesau- Thesaurie Extraordinaris
RIE EX- '
TRAORDi-boven welker ingang, een rond en twee
naris, hoorens van overvloed, ter wederzyde, door wigtjes vaftgehouden , met veelerlei land- vrugten, op welken twee haanen ftaan, uit- gehouwen zyn. Dezelfde fieraaden flaan ook boven de Kamer van |
|||||||||||
Commissarissen van kleine
Zaak en. |
|||||||||||
Commis-
sarissen |
|||||||||||
VAK
kleine En beide deeze Kamers zyn voorzien van
Zaaken. fraaije fchoorfteenen, en met loof en zin- nebeelden bewerkte zolderflukken. Tegen- woordig, zitten ook de Superintendenten der Zyden - Manufactuuren , en de Gemagtigden tot het zetten en weegen van 1 Brood in de Jaatflgemelde Kamer. Op dezelve, volgt de groote en deftige Sche-
(t) A. HOUBRAKIN Schouburgh I. Deel, hl, i;o.
|
|||||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 63 1
« Tr Stad-
Schepens Kamer. HUiS.
In de fries van den ingang naar 't Portaal Sche-
deezer Kamer, zyn twee hoorens van over-*ENS vloed afgebeeld: de eene is met boeijen en ketens gevuld, en met huift, diftels en an- der fcherp loof omringd. Men ziet 'er eene hand by, die een' geeflel houdt. Aan 't einde, legt eene voetmaat, en in 't midden, Haat een gevleugeld oog. Uit den anderen hoo- ren, reikt eene hand veelerlei vrugten,die, door eene andere hand, worden aangegree- pen. Ook ziet men hier eene voetmaat. In de vleugels van 't Portaal, ftaan , in den eenen, Herkules knods en leeuwenhuid, en in den anderen , een toom en gebit aan riemen en moeren hangende, konftiglyk, in wit marmer uitgehouwen, 't Gewelf van 't Portaal is met eenige kranfen en loofwerk verfierd. Boven den ingang der Kamer, leeft men:
... Audi et alteram partem.
dat is,
Boor ook de andere partye.
Een gedeelte der Kamer van binnen is, naar't
noorden, door een gewelf, dat op een dwars- balk en vier fierlyk bewerkte en vergulde Breemerfteenen zuilen ruft, in twee verdie- pingen , verdeeld. De bovenfte verftrekc . tot Schouts-Comptoir. Onder dit gewelf, . hebben Schout en Schepenen eene verheven zitplaats. Het fteenen gewelf van het ove- rige |
||||
64 AMSTERDAMS IILDeèl.
Stad- rige en grootfte gedeelte der Kamer was,
huis. voormaals, door hrasmus Quellyn, fraai be- fchilderd met de Geregtigheid, de Sterkte, en de Voorzigtigheid, en veele byfieraa- den. Doch 't werk was, door de vogtig- heid der muuraadje, merkelyk befchadigd: waarom het gewelf, voor omtrent twintig jaaren , op nieuws, met verfcheiden' zin- nebeelden , opgefchilderd geworden is, in vyf vierkanten, door Jan Engelbrechts. In tien andere vierkanten in 't gewelf, zyn de wapens van den Schout en van de negen Schepenen, die in 't jaar 1655 regeerden, uitgebeeld. Voor den grooten fchoorfleen, die op vier bonte marmeren zuilen, twee. ronden en twee platten, ruft, in 't zuiden, is Mozes,met de tafelen der wet vanSinaï af- komende , treffelyk, gefchilderd door Ferdi- nand Bol (u). In de fries van den fchoorfteen- mantel, zyn de danferyen der Izraëliten om 't gulden kalf, en de dartelheden, die 'erme- de verzeld gingen, konftiglyk, in 't klein, in marmer, gehouwen. De kleine fchoor- fleen in 't noorden, agter de zitplaats van Schepenen, heeft thans geen fchilderftuk. Na Schepens Kamer, volgt de Kamer van Schepi- Schepenen Extraordinaris.
traordi- Boven den ingang deezer Kamer, en boven
mams. dien der Rekenkamer, welke op deeze volgt, ziet men fchreijende wigtjes en woedende wolven, met doode fchaapenj naakte kin- ders, doodshoofden en fchenkels onder hun- ne («) k, HOUBRAKRN ScllOUburgh I. Detl, bl, jol.
|
||||||
LBóEK. WfiERELDtYKE GEBOUWEN. 63
ne klaauwen, uitgehouwen: ook eenig oor- Stai*
logstuig. Alle welke zinnebeelden fpeelenauis.. op het ftandbeeld van Mars,welk, tuflchen deeze twee ingangen, geplaatft. is. 't Schoor* fteenftukj in de Kamer van Schepenen Ex- traordinaris, is door den ouden Jan Lievensz. gefchilderd, en vertoont de Geregtigheid,,., die 't zwaard, op de regter knie, om hoog • houdt, en in de linker hand, de weegfchaal heeft. De Vrede en de Voorzigtigheid be- ' kleeden haare zydem Dit ftuk heeft, voor deezen, in Schepens Kamer, voor den klei- nen fchoorfteen, geftaan, Voorts, zyn, uit eene der Doelen, ook twee fchilderyen, ver« beeldende Schutters - gezelfchappen , her- waards overgebragt. Het eene, tegen over de glazen geplaatft, vertoont vierentwintig Schutters. Men weet niet, door wien het gefchilderd is. In het andere ■, tegen over den fchoorfteen, welk door N. Elias, in 't jaar 1639,is gefchilderd,ftaan drie-en-twin- tig naamen gefchreeven, op een briefje, welk gelyk als tuflchen de lyft en 't ftuk ingefto- . ken fchynt. Onder deezen zyn d'E. Capi- tein Dirk Tyenburg, Pieter AdriaanfenRaap^ . Luitenant, Fredrik Bontemantel, Vaandrig, en Pieter HaJJelaer , Sergeant. De bekend- fte naamen onder de Schutters zyn Hans Bon- temantely Guillelmus Bartelott, Nicolaas Cal- koen, Wynant Smit enz. De zoldering der Kamer, van welke wy fpreeken, en die van de Rekenkamer, RekeN-
KAMER,
welke aan deeze volgt, zyn ook,met aartig
VII. Stuk. E loof- |
||||
€6 ; AMSTERDAMS ÏII.DéeL.
STAÖ. loofwerk en zinnebeelden , befchilderd en huis..... verguld. In de laatftgemelde Kamer, hangen twee groote wapenborden der Heeren Re-
kenmeefteren.
- Naaft aan deeze, treedt men in de
......
Desolaa- Desolaate-Boedels-Kamer.
TE-BOE-
£els. Boven welker ingang, 't verdigtfel vanDe-
Kamer. ^alus en zynen zoon jcarus f £je , met zyne wa/Fchen vleugels, tedigt aan de zon vloog,
konftiglyk, uitgehouwen is. Voorts, ziet men hier ledige killen, brieven, papier en rekenboeken, daar de rotten aan knabbelen, aartiglyk, afgebeeld, 't Schoorfteenftuk in deeze Kamer is, in 't jaar 1657, door Theo* doms de Keizer, gefchilderd, en fchynt de gefchiedenis van Ariadne te verbeelden, die, door Thefeus verlaaten zynde, van Bacchus befchermd en geholpen wordt. - Op de Defolaate-Boedels-Kamer, volgt de /ssuran- Assurantie-Kamer.
TIE-
Kamer. Boven den ingang, is een fpeelende Arion,
in eene fHlle zee, op een' Dolfyn zittende, uitgehouwen. In 't fchoorfteenftuk, is The- feus, die , na 't ..verflaan van 't menfch- paard, de kluwen, welke hem uit den dool- hof van Minos geholpen heeft, aan Ariad- ne te. rug geeft, door Willem Braßemary , anders Stryker, in 't jaar 1657 , gefchil- derd. Na de AiTurantie - Kamer, volgt de
Wees*
|
||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 67
|
||||||||
Staö*'
EESKAMER. huis. ~ r. 1 1 . Weeskam
De fieraaden boven derzelver ingang 2ynMER.
ontleend van de afbeelding van Cybele, die
tufïchen deeze en de Raadkamer geplaatft is. Ter wederzyde van eene ronde opening, leggen twee leeuwen, naafl welken, twee naakte kinderen, op eenige aardvrugten , zitten. De zoldering van 't Portaal voor de Kamer plagt, met eene blaauwe lugt, waar- in 't gevogelte vloog, befchilderd te zyn, op gelyke wyze, als die van 't Portaal voor de Thefaurie Ordinaris: doch is ook, al fe- dert lang, overgewit. In de Kamer zelve, zyn het zolder- en het fchoorfleenfluk fraai door Cornelis Holflein gefchilderd (u). In'c midden van 't zolderftuk, vertoont zig eene bedaagde vrouw , in een donker purperen kleed, zittende op de wolken, waaruit ver- fcheiden' gevleugelde wigtj es het hoofd Hec- ken. Haare linkerhand, die eene weegfchaal voert , ruil op een boek. Met haare regter, ligtfzy den flip van haar kleed op, om eenige verlegen kindertjes daar onder te bedekken. In de vier hoeken, ziet men vliegende wigt- jes , voorzien van byfieraaden, die op de zorg voor de Weezen zinfpeelen. In 't fchoor- ileenftuk, vertoont zig de Griekfche Wet- geever Lycurgus, zynen neef tot zoon aan- neemende. TufTchen de venfters hangt een gedeelte van een Huk van Petrus Paulus Rub* bens, 't welk veel grooter geweeft is,en de ge-
(») A, HOUBRAKSNS Schouburgh III. Dtel, hl. $»*«
|
||||||||
68 AMSTERDAMS 'IEDeël*
Sta»- geboorte des Heilands verbeeld heeft, 't O-
Kuis., vergebleeven gedeelte, welk men meent uit
den brand van 't oude Stadhuis, of van de
Nieuwe Kerke gered, en federt hier geplaatfl
te zyn, verbeeldt Jozef, agter een' os ftaande»
Nu komen wy aan de
< •'•••.'■ Raad- Raadkamer.
KaMJA.
Boven welker Ioozen ingang, om eene ronde
opening, byna dezelfde lleraaden als boven dé Weeskamer uitgehouwen zyn. De Kamer zelve heeft, gelyk Burgemeelters Vertrek, tweef fchoorfteenen, welker mantels op agt bonte marmeren Korinthifche kolommen, vier ronden en vier platten, ruften. Op de frieZen, is allerlei loof- en beeldwerk, keur- lyk, in 't klein, uitgehouwen. Het ichoor- fteenftuk in 't noorden, fraai, door Govert Flink, gefchilderd (vi), verbeeldt Koning Sa- lomo biddende, en de Hemelfche wysheid, daalende uit de wolken, en hem verfland, rykdom en eere beloovende. Aan den voet van 't ftuk, leeft men: -
Daer Sahmons gebedt en offer Godt behagen,
Wort hem de Wysheit 's nachts belooft uit 's He-
mels troon, Met eenen Ryckdom, Eer en veel gewenfchte
dagen. Waer inysheit raeden mag, daerfpant deStaet
de Kroon. Voor
(■) A. HOUBRAKEN Schouburgh II, Dttlt hl. 24,
|
||||||
■■'
|
|||||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 69
Voor den fchoorfleen in 't zuiden, ziet men Stad-
den ouden Jethro, zynen fchoonzoonMozeshuis; raadende , zeventig oudflen nevens zig te kiezen, om Izraê'l te regten, 't Stuk is ge» fchilderd, door Joannes Bronkhorfl. De ver- kiezing deezer zeventig oudflen zelven "t cf liever de byeenkomfl der verkoorenen voor de Tente, is in een groot fluk, welk vyfen- veertig voet breed, en negentien en een hal» ve voet hoog is, en den geheelen weflely- ken wand van't vertrek beilaat,indejaaren 1736, 1737 en 1738, keurlyk, door Jacob de fVit, gefchilderd. Deeze wand plagt be- hangen te zyn, en de Raad hadt, reeds in 't jaar 1697,beflooten,dien met een bekwaa- mer behangfel te verlieren (10). Doch daar verliepen veele jaaren, eer zulks in 't werk gefield wierdt. In 't jaar 1735, werdt 'er, met meer ernfl, aan gedagt, en de fomme bepaald, die men 'er toe wilde fchikken (x). 't Befchilderen van den wand werdt de Wit aanbevolen. Ook verlierde hy 't vertrek nog op andere wyzen. De rekening der kos- ten, die aan 't verlieren der Raadkamer be- lleed werden, beliep, in alles, dertiendui- zend tweehonderd zevenenvyftig guldens en tien Huivers (y). 't Groote Huk, de ver- kiezing der zeventig oudflen verbeeldende, wordt van kenners, hooglyk, geroemd. Bo- ven de vier deuren van de Kamer, ter we- derzyde der fchoorfteenen , heeft dezelfde Schil-
(w) Refol. Vroedfch. L*, Y. * Nov. 1697- ƒ. »ï'i.
(x-J Refol. Viocdlch. L*. KK. 28 J^n.iTis.z^Jan.i-jH,, ƒ. 4+9. «07. (y) Refol. Vroedfch. U. LL. 1$ Febr, 1739, f, 4H, J
E 3
|
|||||||
70 AMSTERDAMS III.Deeë.
Stad- Schilder, in vier ronde basrelieven, en rood-
Huts. agtig graauw, de vier vereifchten in de oud- flen afgebeeld, de Godvreezendheid, door A- braham, zynen Zoon offerende ; de Waar- beid, door Jeremia, by de ziedende pot en de Amandelroede; \ ^erfland, door Jozef, in Egipte kooren doende opleggen, en den afkeer van de Gierigheid, door Eliza, de ge- fchenken van Naäman den Syriër van de hand wyzende. Onder deeze basrelieven , zyn , overeenkomftig met de friezen der fchoorfteenen , door den zelfden de Wit, ook vier kleine graauwtjes gefchilderd, die veelen,4in den eerften opllag, voorgekomen zyn, als in wit marmer uitgehouwen. On- der Abraham, ziet men een' hond met een' zegelring, een zwaard, zegels en een'fleu- tel, de Getrouwheid afbeeldende : onder Jeremia, eenen bykorf, haan, zeef, lamp, pen en inktkoker, vertoonende de Naarftig- Jieid: onder Jozef, een uurwerk, toom en boog, de Maatigheid in 't arbeiden aandui- dende; en onder Eliza, Merkuurs ftaf, een zandlooper,boek en harp , het fpreekenvan gepafte redenen afbeeldende. TufTchen de venfterlichten, is de Hollandfche Maagd, in de gedaante van eene Pallas, ook in 't graauw, door de Wit, 'gefchilderd. Zy heeft een* fpeer, met den hoed der Vryheid daarop, in de regterhand, en ruft, met de linker, op den Bybel, die op een hoog voetftuk ftaat. Boven haar hoofd, ziet men 't Kogge- fchip uit Stads zegel. Eindelyk , heeft de- zelfde konftenaar, tuftchen de vier bovenfte en de vier onderfte venfterlichten, nog vier zin-
|
||||
\
|
|||||||
LBoek. Weereldlyke Geboitwen. 71
zinnebeelden, in 't graauw, gefchilderd. In Stad«
't eerfte, de tafelen der Wet, een Altaar, huis, ..: een' Bybel en eene Lamp, verbeeldende den Godsdienfi: in het tweede -, een' burgt, een* bondel pylen, den hoed der vryheid en een' krans van eikenloof, aanduidende deburger- lyke Eefidragt en derzelver vrugten: in het derde, eene fchaal en gewigt, vaten, pak- ken en Merkuurs flangenftaf, vertoonende den Koophandel;en in het vierde,een fchips voortleven, touwen, ankers, compas, graat- boog , riem, haak en ander fcheepsgereed- fchap, de Scheepvaart der Stad afbeeldende. 't Gewelf van deeze Kamer is, veel vroeger, en door eene andere hand, te weeten, door Erasmus Quellyn, Oom van den beroemden Beeldhouwer Artus Quellyn , befchilderd. Men ziet hier de Amiterdamfche Maagd , zittende op eenen adelaar in de wolken, en verzeld van de Wysheid, de Kennis, en de Regtvaardigheid; waarby nog andere zinne- beeldige fieraaden komen, die, ter oorzaake der groote hoogte van 't vertrek, 't gezigt der aanfchouweren byna ontwyken. Boven het groote Huk van de Wit, zyn, in vier geboogen vakken, vier zinnebeeldige ver- tooningen van de waardigheid en eigen- fchappen der Burgemeefteren en Raaden uitgebeeld. In 't noordelykfte, ziet men de Burgemeefterlyke bondelbyl agter eenen krans van eikenloof: in het volgende , de- zelfde bondelbyl, befchermd door eenen ge- kroonden leeuw: in het derde, eenen dolfyn, fpiegel, anker en flang, zinnebeelden van Voorzigtigheid en Vertrouwen: en in het E 4 vier-
|
|||||||
72 AMSTERDAMS IILDeec;
Stad- vierde, een' bybel, oijevaar en haan, pren?
huisj ten van Godsdienftigheid en Wakkerheid.
Eindelyk, ziet men, aan ieder der vier zyden van de twee fc-hoorfteenen, negen, en dus in alles zesendertig wapens van de Raaden, die 't eerft zitting in de Raadkamer gehad hebben: en tuflehen de middelfte lichten, hangen de wapens der zesendertig Raaden van't jaar 1737, toen de Raadkamer, op nieuws, verfierd werdt, in twee reekfen, ieder van agttien: allen, even als de eerft- gemelden, in hout gefneeden, en met de vereifchte kleuren befchilderd. Boven aan elke reeks, flaat S. P. Q. A. dat is, de Raad en V Folk van Amflerdam : en onder aan; MDCCXXXVII. Op de Raadkamer, volgt de * . J U S T I T I E - K A M E, JR.
Justitie-Ter wederzyde van de ronde opening bo-
Kamer, ven derzelver ingang , zyn twee kinderen uitgehouwen, draagende ieder eene bon- delbyl. Onder aan, flaan twee arenden met uitgefpreiden vleugels, van welken de eene een bondel pylen, het zinnebeeld der Eendragt, en de andere Merkuurs Slangen- ftaf gevat heeft. In een vierkant, boven dit rond, ziet men Amfion, de muuren der Stad Thebe ftigtende, door het fpeelen op de harp. De Kamer van binnen is, even als Burgemeeffcers Kamer, ten noorden en ten zuiden , bezet met vier Korinthifche kolommen; doch van Breemer fleen. De vloer is konftiglyk ingelegd, met drie witr te marmeren kruiffen uit het wapen der Stadj
|
|||||
,
|
|||||
1 Boek. Weereldlyke Gebouwen. 73
Stad , ten wedereinde van welken , twee Stad»
groote flagzwaarden leggen. Ter linkerzy-Huiv . de van den ingang van binnen, gaat men, met fteenen trappen, naar de Charterkamer, Ook is hier, in 't noorden, de ingang naar de Raadkamer, 't Zolderfluk is, door Ni* kolaas de Held Stakade, gefchilderd, en be- ftaat uit drie byzondere verdeelingen. In 't middelfte, yertoont zig Amfterdam , in de gedaante van eene maagd, met de Keizer- lyke Kroon op 't hoofd ; eene weegfchaal . in de regterhand, en een fcepter, met een beftraald oog daarop, in de linker. Zy is verzeld van de Wysheid en Wakkerheid, (He boosheid,geweldj bedrog en andere on- deugden met voeten treeden. Naar de trap- pen toe, ziet men eene maagd, die met een* geeflel de horfels verjaagt, terwyl twee naakte kindertjes zig onder haar kleed trag- ten te yerfchuilen. En naar de glazen tqe , vertoont zig nog eene maagd, die, omhan? gen met den leeuwenhuid, en gewapend met 4e knpds van Herkules, zig bevlytigt om de andere te hulp te komen. Tuflchen Burgemeeflers- en de Juf^itie-
Kamer, is, regt boven de gaandery, die voor de Vierfchaar legt, de P U IJ E.
of Af leesplaats, zynde ook eene gaandery, Puije.
langs het middelfte uitftek van den voorgevel, Zy heeft twee ingangen, een' uit Burgemees- ters Kamer, en een' uit de Juflitie-Kamer: bo- ven welke twee ingangen, binnenwaards, na't E 5 flui-
|
||||||
74 AMSTERDAMS IILDeei^
Stad- fluiten der Vrede met Groot-Britanje, in 'e
huis. jaar 1674, het volgende rym, met gouden let- teren , gefield werdt. De zes eerfle regels van het zelve flaan boven den ingang naar de Juftitie-Kamer, en de zes laatflen boven den ingang naar Burgemeeflers Kamer:
-■ .
't Onlanks door Frans gewelf
Vernedert Nederlandt,
Gaand', ah dat was gheßuit, In 't Britfche Vree-verbant 9
'Droogt in d'Orangie zon De traanen uyt baar oogen:
O Burger - Vaderen Gebiedend aan het T,
Dat dit tot Vreugd van U En Stadt en Staedt gedy ;
Soo komt God onvoorziens 't Vernederde verhoogen*
Vondel leefde nog, toen dit rym hier ge-
field werdt. Doch men ziet ligtelyk dat het niet uit zyne penne gevloeid is. 't Is, door fommigen, aan Joannes Antonides van der Goes toegefchreeven (2). Doch ik weet niet, Op wat grond. Ten minfle vindt men 't niet» onder zyne uitgegeven Gedigten. 't Zol* derfluk der Puije is> door Joannes Bronk~ horfl, befchilderd , en in drie afdeelingen onderfcheiden. In 't middelfle, is de Tyd, in 't zuidelyke, het loffelyk Gerügt, en in 't noordelyke, het fchandelyk Gerügt, aartig- ]yk, afgebeeld. Voor
(*,) Gebouwen,Gczigtenenz. van Amftcrdam^r. 1735.
*/. ui. |
||||
I. Boek. Weeeeldlyke Gebouwen. 75
• Voor de Juftitie - Kamer en een gedeelte Stad-
der Puije, wordt, tot het oefenen van open- huis. baare lyf-en halsftrafFe,'s daags voor deuitvoe- Schavot ringe derzelve, een houten Schavot of Straf- en Kaak» plaats opgeregt; waartoe de paaien, planken, leeningen, en wat 'er meer toe vereifcht wordt, zodanig gereed gemaakt is, dat het, in zeer korten tyd, in en uit eikanderen ge- zet kan worden. De Kaak, wanneer menze noodig heeft, wordt voor het noordelykfte voorlicht der Juflitie-Kamer gefield. De vertrekken der tweede verdiepinge Vertrek-
van 't Stadhuis nu befchouwd hebbende ken der komen wy, langs verfcheiden' opgangen, verdie- op de derde Verdieping. Wanneer menpinge. den trap in 't zuidooflen, gemeenlyk den Too- Gewezen rentrap genaamd, opgaat,ontmoet men, op Minuten- deeze verdieping, langs den zuider - zydge-Kamers* vel van 't gebouw, drie vertrekken, naaft eikanderen, een groot in 't midden, met vier lichten , en twee kleinen ter wederzyde, ieder met een licht, die, tot in 't jaar 1762 toe, gefchikt waren ter bewaaringe van de Regifters der verftorvene Notariflen , en hierom Minuten - Kamers genaamd werden. Doch op den twaalfden Oótober des gemel- den jaars, ontflondt 'er brand in een lang vertrek boven deeze Kamers, welk, eer- tyds, een gedeelte van de Wapenkamer ge- weeft was, en toen tot eene bergplaats van uitgediende papieren gebruikt werdt, behal- ve , dat de Schilders der Stads gebouwen en werken zig van de overige plaats bedienden, om hunne verwen te bereiden. De vlam floeg, eer menze bhuTchen kon, door de vloer van 't
|
||||
76 AMSTERDAMS ULÜEtb
|
||||||||||||||||
Stad-
huis. |
't vertrek, in de weftelyke kleine Minuten-
|
|||||||||||||||
Kamer,daar eenige fchade veroorzaakt werdt.
En dit ongeval heeft gelegenheid gegeven f tot het verplaatfen der Minuten - Kamers, zynde van de drie vertrekkenen welken de Minuten geplaatft plagten te zyn, het mid- delde nu tot berging van uitgediende boe- Tegen- k£n van de Wiflêlbank gefchikt. Ten oos- woordige ten van 't Portaal, welk naar deeze vertrek- Minuten-J^en toegang verleent, ontmoet men een |
||||||||||||||||
Kamers.
|
||||||||||||||||
langen gang, die van't zuiden naar 't noor-
den loopt, in welken, aan 't zuideinde, de ingang van een vertrek is, alwaar eenige papieren van Schepens - Comptoir gebergd worden. Ooftwaards zyn de ingangen van verfcheiden' Kamers, eene van welken, reeds voor eenige jaaren, en twee anderen, in 't jaar 1763, tot Minuten*Kamers gefchikc zyn. De Minuten der Notariaten zyn hier, in zulk eene goede orde, geplaatft,dat zy, doorgaands, zeer vaardiglyk, gevonden kon- pen worden. Aan 't noordeinde van den gang, is eene deur der Konftkamer, van welke wy, terftond, fpreeken zullen. Naar 't zuideinde, is een vertrek, alwaar, tegen- woordig , Stads Excyns van 't Beeftiaal ont- vangen wordt. Den trap in 't noordooften der zaale optreedende tot op de derde ver- dieping , ziet men, rondsom 't Portaal van den trap, vier oude Schutters ftukken han- gen: een van Alion, twee van Paulus Mo« reelfen, en een van Cornelis Ketel gefchil- derd. Ook hangt hier een gedoodverwd ftuk van Gerard de LaireJJe, Caligula verbeelden- de, die zyn Paard Burgemeeftermaakr, Ten wes*
|
||||||||||||||||
Kamer
van 't
Groot-
Kraa-
mers.
Gild.
|
||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||
1 Boek. Weërëldlyke Gebouwen. 77
wetten van dit Portaal, is de ingang der Stad*
Kamer van 't Groot-Kraamer s-Gild > een fraai huis. en lugtig vertrek, welk, door twee lichten, naar t noorden uitziet. De fchoorfteenman- tel ruft op houten kolommen * en voor den fchoorfteen, ziet men vier oude O verluiden van dit Gilde, nevens den Gildeknegt, af- gebeeld. Boven de deur, die ten zuiden van den fchoorfteen is, hangt eene oude fchil* • dery van Jacob Corneliszoon van Ooftzaanen, verbeeldende een' bekranften Gilde^Os (2), door eenen Schutter gewonnen , met het fchieten naar de Paapegaay. Voor 't beeld van den os, leeft men:
■ f . - 1 *
1
Negentien honderd en twaalf pont,
Heeft gewogen déze ojfe al ruym, En was hoog feße halve voet als hy flond En dik X. voeten ie liech niet eene kruym, De lengkte wasjufl XII. voet min UIL duym* A°. 1564. En in de fries der ïyfte, ftaat, met zwarte
en vergulde letters: Dees . os . is . gewonnen . fcutterlic •
Van . Jacob . Reyerszoon . Boon. Toen . ten . twiedemaal. Me . Papegaay ; i Was . geßelt . vaß . fuver . fchoon . Voorts,
• (1) Uit eene oude Rekening van dit Gilde, is my
gebleeken, dat het zelve, op de jaarlykfche Gilde- maaltyd, eenen geheelen os plagt te Aagten, na dat dezelve, voorgegaan van Qpeelluiden, eerft de Stad rond geleid was,. |
||||||
78 AMSTERDAMS ÏÏÏ.Deel.
Stad- Voorts, hangen, in dit vertrek, drie Naam-
Huis., borden der O verluiden. Het nieuwfte is met eene zeer fraäije vergulde lyfl verfierd* Nevens dit bord, hangt het volgende zin- ryk vers van Hekma-nüs Asschen- derg, die, in 't jaar 1760, Overman vao 't Gilde geworden is. Toen Gissing magtloos was om ieder 't zyn'
tegeeven, p In groot of kleen, in veelof weinig, zwaar
of ligt, Bedacht Gerechtigheid, tot nut van't famenleven, Gereedfchap haar ter hulp, de Maat, 't Ge' tal, 't Gewigt. JVte recht en trouw verbant, zich roekloos durft vergeet en, Zyri Naaflen in Gewigt, Getal of Maat 9 misleid, ♦ Verkrygt in 't eind' zyn loon, door 't wroegen- de Geweeten, Dat hem ten beul verfirekt, en ramp op ramp bereid: Laat dan de trouw en 't recht in alP uw' han- . del blyken, - • ■
Zo zal des Hoogfien gunfi nooit van uw' dwn» . ■ pelwyken. ,- Regtka- Uit het gemelde Portaal, treedt men, ooft-
mer der Waards, in eenen korten gang, aan welks of Water-^^y^» ^e Regsamer der Diemer- oïïVa- grafts- gr afts-Me er is, die voor deezen op de on- Meer, derfle verdieping, in de Kamer, waar, fe- dert , de Stads-Excyns van 't Beeftiaal ont- vtt-
|
||||||
I-Boek. Weïrêldltke Gebouwen. 79
vangen werdt, en die nu, door den Ont- stad.
vanger van de Wiflelbank, gebruikt wordt, hui& plagt gehouden te worden, 't Is een wel gefchikt, lugtig vertrek, met drie lichten naar 't ooften, nevens welk , weftwaards, een kleiner vertrek is met twee lichten naar 't noorden, en een naar 't ooften. In de Regt- kamer, hangen, rondsom den wand, eene hartenjagt en andere fchilderyen. Aan 't zuid- Konftka- einde van den gang, is de ingang der Konfl- mer. kamer, gelykze genoemd wordt, by welke, noordwaards, ëen kleiner vertrek is, het Konfl - Kabinet genaamd. De Konftkamer werdt, omtrent het begin deezer eeuwe, öpgeregt, en gefchikt tot eene Toon- en Verkoopplaats van Schilderyen , Teke- ningen, Beelden en andere diergelykekonfl, waartoe zy, eenige jaaren, gediend heeft. Doch de Konft hier ter Stede, federt eeni- gen tyd, merkelyk aan 't vervallen zynde, hebben Burgemeefteren , in 't jaar 1748, den Schilder Jan van Dyk verlof verleend, om zig van deeze Kamer te bedienen, tot het geeven van onderwys in de Meetkonfhi- ge beginfels der Schilder- en Tekenkonft, byzonderlyk , in de Doorzigtkunde. Ook houdt hy t opzigt over deeze Kamer, die nog tot eene Toonplaats van Konftitukken gebruikt kan worden. Boven de deur, leeft men deeze verzen van Jan Baptista Wellekens: De Dichtkunfl galmt van vrcugt, nu dat haer
ftomme fufler, • In 'f Raadhuis aan bet T, een Eerplaets is vereert ; |
|||||
-
|
|||||
8o AMSTERDAMS ÏÏLDeei.
Stad« Zy ,/praakeloos, Vint troofi enfchuylt nu veel
huis. gerufler By Themis, die , met tegbt, haer eed'lcn
geefi waardeert.
O Burgervaders ! ei! volhardt in Kunfl te queeken,
Zo word) als Orfeus Lier% 't Penfeel een Hemelteeken. |
||||||||
J
|
||||||||
De Konftkamer firektzig, langs de lichten
van den voorgevel, uit tot aan de tegen- woordige Minuten-Kamers. Men ziet 'er nog eenige fraaije Schilderyen , Modellen en Prenten, en onder anderen, het af beeld- fel van den beroemden Zeefchilder Ludolf .Bakhuizen, door hem, zelven, in den ouder- dom van agtenzeftig jaaren , zittende, en leevensgrootte, gefchilderd. Hy houdt eene fchryfpen in de regter-, en een blad papiers, waarop zyn eigen beeld, als in zwarte konft, door hem zelven gefchrapt, nog eens te zien is» in de linkerhand, 't Stuk is, in 't jaar 1699, gefchilderd» en door den Schilder, die Mede - Opziender der Konftkamer ge- weeft is, aan dezelve vereerd. In 't Konft- kabinet, wordt eene verzameling van meer dan zevenduizend Prenten van de beroemd- fle Italiaanfche, Franfche en Nederlandfche Meefters, vervat in twee-envyftigBoekdee- len, bewaard, die, door den konftlieven- den Heere Michiel Hinloopen, aan de Konft- kamer gemaakt, en in 't jaar 1709, door den Heere Burgemeefter Nicolaas IVitfen, Executeur van zynen ujterften wil, aan de- zelve uitgeleverd zyn. |
||||||||
< •
|
||||||||
Ï.Boék. Weereldlykê Gebouwen, gi
Wy hebben nu de vertrekken der derde Stai*
verdiepinge langs de Zuidzyde, de ooftzyde huis. en een gedeelte van de noordzy de* korte- Eenige lyk, befchreeven. De gewoonlyke toegang yertl'ck"
J ' , . i? J, & & ken aan naar de overige vertrekken aan de noordzy- de noord-
de > en naar eenige vertrekken der weflzy- en weft- dë is langs den trap in 't noordweften der ^de» gaanderye van de groote zaal. En hier ont- ™\^~ moet men eerft twee vertrekken, gefchikt gebruik» ten gebmike van de Defolaate-Boedels-Ka- mer, die naar 't noorden uitzien, en zo groot zyn, als twee der drie gewezen Minuten- Kamers , in 't zuiden. Zy eindigen tegen den wand der Kamer van 't Groot-Kraamers- Gilde: voorts, weftwaards, een gang, aan welks zuideinde, de ingang is van eene groo* 'te Kamer, waar de uitgediende Boeken en . Papieren van de Rekenkamer gebergd wor- den. Zy heeft vier lichten in 't weften, en een klein vertrek,noordwaards,nevenszig, welk maar een licht in 't wellen heeft, en tot het zelfde gebruik dient. Nog meer noordwaards, zyn nog twee vertrekken, ge- fchikt tot huishoudelyk gebruik van den Ci- pier i en naar 't weften-en noorden uit- ziende. Degefeedfte toegang naar de overige ver- Overige
trekken der derde verdiepinge aan de weflzy- J"0"^ de is, langs den vierden trap, in 't zuidweften wcftjyde. der gaanderye van de groote zaal. En hier ontmoet men eerft, in een gang ten weften, eene Kamer, meteen vertrekje daar nevens ten zuiden, welk drie lichten heeft, twee zuidwaards, en een weftwaards. Zy plagten beic1^, door de Superintendenten der Zyden- VII. Stuk. F Ma- |
||||||
U AMSTERDAMS 'Hl Dm/
Stad- Manufaclmiren , die nu in de Kamer der
kuis. Commiirariflen van kleine Zaaken vergade*
ren, gebruikt te worden; * doch hebben nu
f een byzonder gebruik. De Schilder van
)yk heeft 'er een' fleutel van, en bewaart 'er de gebeeide fteenen , die tot de twee platte halve aardkïooten, in den vloer der groote zaale, gefchikt waren; doch niet ge- bruikt zyn. Gang De gang, waar deeze Kamer ingaat, leidt, naar de ten noorden, naar de kleine, en uit dezel-
raad?' ve > ^oor een rLum Portaal» naar de groote
Kamers. Krygsraads-Kamer, en is behangen met tien oude Schutters flukken: onder welken, de zogenaamde Braspenn'mgs maaltyd is, in 't jaar 1533 » d°or Corneas Anthoniszoon 9 ge- fchilderd; in welk fluk, eenige S. Joris- of Voetboogsfchutters verbeeld zyn , welker kleeding aan de linkerzyde rood, en aan de regterzyde groen is. In een diergelyk, bo* ven den ingang naar de kleine Krygsraads- Kamer, ftaat een fchutter met een keïkje in de hand, zynde Claas Gaaf\ Oud-Over- Grootvader van den Heere Burgemeefter. NicoLAAs Wits en, volgens een op- fchrift met olieverw, op den rug van 't fluk. Gaaf is, meen ik, dezelfde, die, in de lys- ten der Regeeringe, op 't jaar 1529, als' Schepen, bekend ftaat, met den naam van Claas Gaaf Lambertz. .< Kleine De Kleine Krygsraads • Kamer is een ruim
Krygs- vertrek , waar Kolonellen alleen byeenko- mds men ? en nevens welk, een vertrekje is voor amer' den Secretaris van den Krygsraad. In deeze Kamer, hangen vier oude en kleine en drie groo-
|
||||
tBoEK. Weëreldlyke Gebouwen. 83'
groote en nieuwer Schutters ftukken. Onder
de eerften, is 'er een, waarin een perfoon met l een bonten mantel, Comelis Lambertsz Opzie,
Oud - Over - Grootvader van den gemelden Heere Witfen , verbeeld ; gelyk ook , in een opfehrift op den rug van 't ftuk, te ken- nen gegeven wordt* Voor;, den fchoorfteen, hangt een fluk van Paulus Moreelfen , die Schepen en Raad te Utrecht geweeft is. En daar tegen over een optrekkend Corpo- raalfchap van 't vendel van den Kapitein Frans Banning Kok, Heer van Purmerland en ilpendam, in 't jaar 1642, door Rembrand van Ryn, gefchilderd. In 't ooften , hangt een ftuk, befchilderd, door Jacob Bakker, met een Corporaalfchap uit het vendel van den Kapitein Jan van Vkoswyk. Uit de kleine, komt men, door een por* Groote
taal, indeGROOTE Krygsraads-Ka-^s8" Mër, die zo groot is als Schepens Kamer, J^mcr. daar zy regt boven komt. Zy is van den kap afgefcheiden, met een houten gewelf. Aan 't einde der Kamer, Haat eene lange tafel, voor de Kolonellen , waarby eene kleine vierkante tafel voor den Secretaris geplaatft is. De Kamer is, aan drie zyden, bezet met drie ryen zitbanken boven eikanderen, op welken de Kapiteinen, Luitenanten en Ven- drigs zig plaatfen, wanneer de groote Krygs- raad vergadert, of anders de Kapiteinen al- leen, 't Vertrek is, wyders, verfierd met elf of twaalf Schutters ftükken. Onder dee- zen, munt allermeeft uit een van Bartholo- meus van der Heiß, in 't jaar 1648 gefchil- derd j hangende beneden, aan, de zuidzyde F % van
|
||||
84 AMSTERDAMS HI.Deec
van 't vertrek, 't Verbeeldt een teerend
Corporaalfchap Burgers, uit het vendel van den Kapitein Cornelis Jan Wiifen, die, door zynen Luitenant, Joban vanfVaveren, met de eeuwige Vrede, welke, in 't gemelde jaar, geflooten was, geluk gewenfcht wordt. Men wil, dat, voor enkele gedeelten uit dit fluk, eertyds, fchatten gebooden zyn. Ze- ker is 't, dat het, door kenners, nimmer zonder verwonderinge befchouwd wordt (a), Agter de zitplaats der Kolonellen, hangt nog een fluk van dezelfde meefterlyke hand; doch in 't jaar 1639 gefchilderd. 't Verbeeldt een optrekkend Corporaalfchap uit het vendel van den Kapitein Roelof Bicker. In 't oollen is ook een groot fluk van Govert Flink ge- plaatfl, insgelyks, omtrent het jaar 1648, gefchilderd, verbeeldende een Corporaal- fchap uit het vendel van den Kapitein Joan Huydecoper, Heer van Maarféveen. Onder de ouder flukken, is 'er een van den jaare 1625, waarin dertien beelden zyn, van den Kapitein Albert Coenraads Burg, den Luite- nant Pieter Evertsz. Huift, den Vendrig A- rend van Buil, den Serjant Herman Rendorp, en nog een Serjant en agt fchutteren. De drie eerflen zitten aan eene tafel, met eene tekening van de oude Waal, eer nog het nieuwe Waals Eiland uit dezelve aangehoogd was, voor zig. jOnder de overige flukken, zyn 'er ook eenigen, die, in 't een of in 't ander opzigt, uitmunten. Alle deeze Schut- ters-
(*) Zit HouBRAltSN Schouburgh II. Dttl, hl, 9. Hl,
hui, hl. ii7, l
|
||||
:
|
|||||
I. Boek. Weeueldlyke Gebouwen. 8£
ters-ftukken zyn ,in of omtrent den aanvang Stad-
des jaars 1683, uit de Kloveniers-en Hand-huis. boogsdoelen, herwaards overgebragt (£). De vertrekken der derde verdiepinge be-
reiken nergens onmiddelyk den kap of het dafc Van 't Stadhuis, de groote Krygsraads- Kamer alleenlyk uitgenomen, die 'er flegts, door een houten befchot, van afgefchei- den is. Alle de overigen hebben eene hou- ten zoldering, boven welken, ten ooften, ten noorden , ten zuiden , en gedeeltelyk ook ten wellen , verfcheiden' vertrekken gefchikt zyn. Zy zyn allen met gewelven van gebakken Heen gedekt; welke gewel- ven , van boven, daar men onder den kap komt, behoorlyk gevuld en met bakken ge- vloerd zyn. 't Voornaamfte van de vertrekken, dieVertrek-
boven de derde verdiepinge komen, is dekeu b°* Wapenkamer, die, eertyds , de gam> J^/ fche ooilzyde en een groot gedeelte van de verdie- noord- en zuidzyde van 't gebouw plagt te ping- beflaan, en nog de gantfche ooilzyde , en het Wapen- grootfte gedeelte van de noordzyde beflaat. er* De gereedfte toegang naar dezelve is, langs den trap in'tzuidooflen der gaanderye op de groote zaale, in 't gemeen den toorentrap ge- naamd. Even binnen den ingang deezer Ka- mer, die, aan beide haare einden, met zwaare houten deuren, geflooten is, ontmoet men eene afgezonderde zitplaats voor den Commis der Artillerie, en nevens dezelve, een ver- trek-
(k) R.cfol, VlOCdfcb, I'. O. J Dtctmb. litt, ƒ. 3*1,
F 3
|
|||||
1
Z6 AMSTERDAMS ÏII.Deel,
Stad- trekje , daar 't geweer fchoón gemaakt wordt,
huis. Voorts, is hier 't Stads fchiet- en zydgeweer, waarmede men, in tyd van nood, ipoedig, een groot getal van ingezetenen zou können voorzien , in zeer goede orde, geplaatffc. Men heeft 'er hedendaagfche fnaphaanen, , met bajonnetten, en anderen: degens, draagt banden, krujdtafTen enz. : ook eenig oud zydgeweer, gladde yzeren cuiraflen en har-» naflen ; al 't welke, tot eene gedagteniilq der oude wapenruftinge, bewaard wordt. De overige vertrekken boven de derde
verdiepinge zyn, in 't zuiden, het lang ver* trek, welk weleer een gedeelte der Wapen- kamer plagt te zyn, en waar, in 't jaar 1762, de brand ontftaan is: voorts, in 't weflen, boven de kleine Krygsraads - Kamer, een groot vertrek, waar eenige uitgediende pa^ pieren van de Wiflelbank gebergd worden, en aan dezelfde zyde, boven de vertrekken, die door de Rekenkamer en door den Cipier gebruikt worden, eene ruime bergzolder, tendienfte derDefolaate-Boedels-Kamer, en cjrie andere vertrekken, die tot berging van verfcheidenerlei foor ten van gemaakt hout^ werk, modellen van gebouwen en werktui- fen verftrekken. Boven deeze vertrek-*
en, onmiddelyk onder 't dak en den Too^ ren, onthouden zig dagelyks bedienden van de Stads Uurwérkmaaker, Loodgieter en Leidekker. Ten dienfte van dit werkvolk, welk, fomtyds, houtskoolen tot foldeerin* ge gebruiken moet ,• zyn fleenen overwelfde haarden onder 't dak gemaakt, buiten weU jcen, zy niet itooken mogen, Uit
|
||||
I.-B0EK. Weereldlyke Gebouwen. B7
, Uit de ftukswyze befchryving van ditSTAD-
grootfch gebouw, is ligtelyk af te neemen ,huis. dat het der Stad fchatten gekoft heeft. Nog- Aanmer- t.ans, is het my, uit eene berekening vankin§e"» een gedeelte der kollen, die ik gezien heb, JJoften6 voorgekomen, dat dezelven niet zo gewei- van 't dig groot geweeft zyn, als eenigen zig ver-bouwen, beeld hebben. Het grove werk van t ge- bouw werdt niet alleen aanbefteed ; maar ook de beelden, de koperen deuren, de fclülderflukken , en andere üeraaden. En gelyk de Schilder-, Bouw- en Beeldhouw- kond, in 't midden der voorgaande eeuwe, toen 't Stadhuis geftigt werdt, den hoog« ften trap van volkomenheid bereikt hadden; zo vloeiden de konftenaars en arbeiders van allerlei foorte, in zulk eene menigte, her- waards, dat zulks gelegenheid gaf, om het gebouw , fpoediger., en zelfs met minder koften , te volmaaken, dan tegenwoordig zou können gefchieden. De Frontefpies van den agtergeVel is aan. Artus Quellyn, voor negenduizend vyf honderd guWens, aanbe- fteed geweeft. Doch hem was nog eene ver« eering van vyf honderd guldens beloofd, zo hy 't werk fpoedig en tot genoegen afmaak- te. De kleine fieraaden op de zaale hebben ieder van vyftig tot zeftig guldens gekoft. #Voor de koperen deur der Vierfchaare, die drieduizend vierhonderd -en vyftig pond woog, was agtentwintig ftuivers het pond betaald; doch, naderhand, werdt, voor de koperen deur der groote zaale, niet meer dan twintig ftuivers het pond gegeven. De F 4 fchiU '
|
|||||
1
|
|||||
88 AMSTERDAMS UL&kïl.
fchilderflukken in de gaanderyen der zaale
waren, aan Govert Flink, dieze egter, ge? ]yk wy boven (c) , hebben aangetekend , niet voltrokken heeft, voor duizend guldens ieder, aanbefteed. Voor het ftuk in de Raad- |
|||||||||||||||||
Stad-
huis. |
|||||||||||||||||
» -
|
|||||||||||||||||
kamer, daar Jethro Mozes raadt oudften te
kiezen, is aan Joannes Bronkhorfl ook niet meer dan duizend guldens betaald. Men kan hieruit eenige giffing naar 't beloop der ove- rige kollen maaken, 't Gebouw heeft, zeker? lyk, hier te Lande, geene wedergade, en wordt, in andere Landen , door weinige gebouwen geëvenaard, en door nog kleiner getal overtroffen. (f) Bladx,, 4J.
|
|||||||||||||||||
'.
|
|||||||||||||||||
ï
|
|||||||||||||||||
ÏÏ. BEURS.
|
|||||||||||||||||
■- '''-"■• - ■■
|
|||||||||||||||||
LBqek, WEkmarntE Gebouwen. 89
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IL '\ *'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Koophandel, die, al vroeg, in Am- Befchfy-
fterdam, heeft begonnen te bloeijen, villg der heeft ook aldaar, al vroeg, eene Vergader- Beurs* plaats voor deKoopluiden noodzaakelyk ge- maakt. Nogtans vindt men niet, dat, met ernft, gedagt is, om hun, hier ter Stede, eene bekwaame Vergaderplaats te ftigten, dan omtrent het einde der zeftiende eeuwe, Voor dien tyd, kwamenze, in de Warmoes- Oudfle flraat, naar 't einde toe, by een (0), enjerga- bergden zig, by regenagtig weder, onder d^J?, de luifels der huizen aldaar. Door den tyd luiden, nogtans, fchynt de plaats hier te eng bevon? den te zyn. Immers, uit eene Keure van den negenentwintigften July des jaars 1592, blykt, dat de Koopluiden, aan 't oofteinde der Nieuwe Brugge (1) , vergaderden. Hier ftondt een houten huisje, het Paelhuiske ge- naamd , waaraan een klokje hing, welk, ten twaalf uuren op den middag, omtrent een half kwartier ktfig, geluid werdt; waarna de
■ . ■. . ■
(4) Zie II. Dul, VII. Boe(t hl. 17«.
(1) Men vindt dit beveiligd, inBREDÉRppss
Moortje (A6t. llr Sc. I.), daar van eens Koopmans Zoon gezeid wordt: Staagb ivas by op de brugb by de Negocyanten.
En wat laager, van twee luiden, die van de Vifch-
markt komen: J)oe gingben oyy de ivaecb neer, t water iangbs, over dé
fiorenmarckt, na de beurs. f 5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i
|
|||||
po AMSTERDAMS IIIDêiU
Bburs. de Koopluiden de Vergaderplaats verlaaten
moeften, zynde het toen de gewoonte, van elf tot twaalf, uuren, byeen te komen (Z>). In 't Paalhuisje, waarvan wy lpreeken, moes- ten de Schippers het Paalgeld voldoen: en ook de brieven, die zy van Ooften en Wes- ten herwaards bragten, terftónd na hunne aankomft, afleggen; waarna dezelven, door den Paalknegt, befteld werden (c). Doch alzo de Koopluiden, op deeze hunne Ver- gaderplaats , voor de guure ooftelyke en noordelyke winden, blootftonden, hadt de Vroedfchap, al in 't jaar 1586, beflooten, de S. Olofs-Kapel tefchikken tot eene Beurs voor de Koopluiden (d). 't Schynt ook, dat . de Koopluiden, federt, in deeze Kapel, en zelfs in de Oude Kerke , beurs gehouden hebben, 't Laatfte is af te neemen uit eene orde van Kerkmeefteren der Oude Kerke, van den zeventienden December des jaars ï6o2, waarby den twee Hondenflaageren belaft wordt, te Beurstyd, een van beide in de Kerke te zyn (e). Doch in 't jaar 1607, werdt, daartoe, uitgezien eene plaats op 't -Rokin, ägter 't huis de Pot (2), beooften welk huis, aan de zuidzyde van den Mid- del-
(b) Keurb. H. ƒ. Jj> verf,.
(c) Keurb. H. ƒ. \z$ verf.
(d) Refol. Vioedfch. N. e. is Aug. Ij8<f.
(e) Memor. van Kerkm. der Oude Kerke, bl, 6i.
(a) Op de Beursfluis, Haat nog eene Pot in de«
gevel van een huis. Veelligt, is dit huis gebouwd op de plaats, daar, in 't begin der voorgaande eeu- jve , het huis äs Pott waarvan wy fpreeken , ge- flaan heeft. 4.
|
|||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen, <*r
deldam, in't jaar 1563 , de markt van nieu- BtmßmH,
wen Haring gekeurd was (ƒ); en by de Vroedfchap beflooten , het ftigten eener Beurze aldaar, met allen ernft, voort te zet* ten (g). Men liet twee tekeningen maaken van eene nieuwe Beurze , en verkoor de kleinfte van de twee (b). En in de Lente De Beurs des jaars 1608, werden de grondflagen van wordt 't gebouw gelegd. Doch men bevondt wel setter haaft, dat het heijen de huizen, die aan den Utrechtfchen Steiger of ooftzyde van 't Rok- in ftonden , geweldiglyk, zakken :deedt; waarom beflooten werdt, die huizen af te fcreeken, en de Beurs breeder en korter te maaken, dan men eerft voorgenomen hadt (i). Op den negenentwintigften May, werdt De eerfto de eerfte fteen van 't gebouw gelegd, door f\e<^n Sq~ Henrik Hooft, jongden Zoon van den regee- s renden Burgemeefter Cornelis Pieterszoon Hooft, eri Broeder van den beroemden His- toriefchryver Pieter Corneliszoon Hooft, 't Werk werdt, vlytiglyk, voortgezet. In't jaar 1611, arbeidde men aan den opgang, om welken te bouwen, de Stads Paarden- ftal, die toen aan den Dam ftondt, op de Appelmarkt, aan de ooftzyde van den nieu- we - zyds - Voorburgwal, verplaatft moeit Worden. Ook werdt, in 't jaar 1612, tot tiet maaken van deezen zelfden opgang, nog een huis van Opmetr, insgelyks aan den Dam flaan-
' (f) Hand», hl. «jj.
(g) Refol. Vioedfch. N. 10, 28 April, 14 July 1607, f. J}6 verft , 14z.. verf».
(hj Relol. Vroedfch. N. 10. 1 Sept. K507. ƒ. 14? verf«» (t) Refol. Viocdl'ch. N, 10. 17 iUy loog. f, lös. |
||||
oa AMSTERDAMS III.DEEt;
Beur*, ftaande , voor Stads rekening , overgeno-^
men (k). De Beursftraat, daar voor deezen
de fleeden plagten te Haan, werdt toen ook,
met fchoone huizen, bezet (/). En op den
eerften Auguilus des volgenden jaars, werde
de eerfte vergadering, op de nieuwlings ge»
fligtte Beurs, gehouden, met zo groot een'
toeloop van volk , dat de plaats te klein
Be eerfte fcheen. Men leeft dit, in een zwarten mar-
Vergade- meren fteen, die in den noordwefterhoek
houden ^er gaanderye ingemetfeld is, in deezer
voege:
■
Door Godes zeegen is tot ge- rief DER COOPLUYDEN DESE BoR- ZE GE-STIGT, EN AN° CIDDCVIII. DEM XXIXMeYE DEN IftenSTEEN GELEYT, EN DENlft;nAuG. ClDDCXm. DE Ift° VeRGADERINGE GEWEEST. t Gebouw was toen tweehonderd voeten
lang en honderd vierentwintig voeten breed. Men voer, onder den middelften boog, op welken het ruftte , door , met geftreeken maften (m). Ook was 't niet ongeoorlofd, aldaar, met fchuiten te overnagten, mid$ zulks, met kennis van den fluiswagter, ge- fchiedde (w). Doch in 't jaar 1622, raak- te (i) Refo!. Vroedfch. M. u. %$ May, i Jh*j x«u, $',
jo Maart \6\x. f. ziy 57. (I) J. Laurentius Amfterdam. (m) fONTAN. Amft. Libr, \l, C*p. XXVI. f, zijt. (*) tfandv. hl, pf. |
||||
I. Boek. Weereldlttke Gebouwen. 93
te hier in hegtenis zekere Balthazar Paul^ Bevrj;
die, door de Spaanfchen, als zynde nu,na 't uitgaan van het twaalfjaarig Beiland, den oorlog wederom aangevangen, uitgemaakt was, om, hier ter Stede, brand te ftigten (0). Terwyl hy zat, verfpreidde zig een gerügt, De doof* dat men voorhadt, de Beurs, door middel JaarJDö" van een vaartuig met buskruid, onder de- Bgrurse zelve gelegd, met de gantfche vergadering wordt be* der Koopluiden, in de lugt te doen vliegen, let. Doch wat 'er van de gegrondheid van dit gerügt ook zyn moge; zeker is 't, dat, fe- dert , de vaart onder door de Beurs, met twee boomen, een in't Rokin en een in het Dam- rak afgeflooten werdt. Eninlaater tyd, heeft men de boogen, daar de beurs op ruft, met zwaare houten deuren, digt gemaakt, en dwarsbalken in 't muurwerk gelegd, in de plaats van de boomen (p). De Beurs hadt De Beurs maar ruim vyfenvyftig jaaren geftaan, toen wordt men befloot, dezelve te vergrooten (q), en ver§root» in den tegenwoordigen ftaat te herbouwen. De Tooren,die meer binnenwaards plagt te ftaan, en met een fraai Klokkenfpel en vier Uurwyzers voorzien was (r) , werdt toen afgebroken , en in deszelfs plaatfe , doch meer zuidwaards, het tegenwoordig kleiner Toorentje gebouwd, waarin alleen een flag- klok hangt, behalven het klokje, dat, by *t aangaan der Beurze, geluid wordt. Ter- wyl de Beurs vergroot werdt, kwamen de Koop-
(•) Zie II. Deel, XIII. Boel^, hl. ||I.
(p) Zie COMMFLIN hl. 1170.
\q) Refol. Vroedfch. L*. F, 9 *Aug, «*g, ƒ. tf.
(rj FOKK.ÏNÏ hl, I72.
|
|||||||
v
|
|||||||
ß AMSTERDAMS ÜlDEEt.
Beurs. Koopluiden, by goed weder, op den Dam voor 't Stadhuis , en anders in de nieuwe Kerke byeen. Grootte De B e u r s, gefligt in 't Rokin, ten zuiden <jn B* van den Middel- of Vygendam, is een lang- tet«» T*eW vierkant gebouw, welk zig van 't noorden naar 't zuiden ftrekt, en op vyf boogen ruit, eene groote in 't midden, er* vier kleineren, ter wederzyde. De voor" ïiaame opgang is in 't noorden , ter eener zyde, langs tfappen , en ter anderer zy- de, langs eene ryzende vlakte, 't Gebouw zelf is hier, met twee yzeren hekken , aft gellooten. De opgang in 't zuiden, daar 't gebouw ook nog met een houten hek, welk twee ingangen heeft, afgefchut is , heeft thans, td*. wederzyde , twee zwaare yzeren hekken, ieder met twee deuren, eene van welken, aan elke zyde, des nagts, open blyft. In den voorgevel van de Beurs, ftaat het wapen der Stad m 't groot. De agtér-» gevel is, ten tyde der vergrootinge van ''t gebouw , verfierd geworden , met eenen grooten ïleenen Merkuur, die eenige vrug- ten en waaren onder den linker arm heeft, en geplaatft is tufTchen twee houten deuren, welken, by heet weder, geopend worden, om verfche lugt op de Beurs te brengen. Het maaken van dit beeld is, in't begin des jaars 1670, aan Barthahmeus Eggeris, voor zes- honderd guldens, aanbeffceed (s). In 't Fron- tefpies van den agtergevel, ziet men 't wa- pen der Stad, en eenige baaien, pakken en vaten met koopmanfehappen ter wederzy- 'de,
O) Vit urn klein Rcgifte.tije ttr Thefwuie, ƒ, 117.
|
||||
I.Boek. Weerëldlyke Gebouwen. 9$
de, uitgehouwen, 't Langwerpig vierkantBeuäs, i
plein , daar de Koopluiden vergaderen, is omringd van eene breede gaandery, die op drie-en-twintig boogen, uitmaakende zesen- veertig blaauwe arduinfleenen pilaaren, ruil. Ieder van deeze Pilaaren heeft zynnommer, waarby men de Koopluiden, welker mees* ten hunne vafte ftandplaatfen hebben, lig- telyk, vinden kan. Ook ftaan, op de mees* ten, de naamen der Steden of Geweften, op welken de Koopluiden, die zig daaromtrent: onthouden, handel dry ven. Op eenigen, leeft men de naamen der waaren, welken daaromtrent verhandeld worden. En 't een en 't ander wordt ook, op houten borden, onder de gaandery tegen den muur vaftge- maakt, aange-weezen. Boven eiken boog, i$ eene nis van blaauwen arduinfleen tuflchen 't metfelwerk ingevoegd, in welken, beel- den of andere fieraaden zouden können ge- pjaatft worden. Men treedt, met twee tre- den , op de gaandery. Op den blaauwen ileenen vloer derzelve, wordt, tegenwoor- dig , in de wintermaanden , eene houten zoldering gelegd; 't welk groot gemak geeft aan de Koopluiden, die, dikwils, omtrent een uur lang , op de Beurs blyven. Ter wederzyde, buitenwaards, ruft de gaande- ry op vierentwintig overwelfde boogen, twaalf aan elke zyde, die, van Stads wege, verhuurd of gebruikt worden. In eene der- zelven, zynde de derde aan de ooftzyde, wordt een Corps de guarde van de Nagt- of Ratel wagt gehouden. Boven de gaandery', zyn, ter wederzyde , ook eene ioort van gaan-
•
i |
||||
9(5 AMSTERDAMS III. Dm;
Bwrs. gaanderyen* die in eenige vertrekken on-
derfcheiden, en niet altoos tot het zelfde ge- bruik gefchikt geweefl zyn. In 't ooften, plagt het Pand der Lakenkooperen of de Laken-vent-halte zyn; doch de Plaats, die hier toe plagt te dienen, is nu gedeeltelyk gefchikt tot eene wooning voor den Opzien- der der Stads werken en wateren. Het ove- rig gedeelte yerftrekt , tegenwoordig, tot eene Stads Timmerloots. In 't weiten, zyn verfcheidenerlei winkels, onder anderen van boeken» prenten, gereedfchappen en fraai- jigheden. Ook is hier, naar 't zuiden toe, een vertrek, waar Schilderyen verkogtwor- den, en agter het zelve, de Schermfcbool Van de zolder boven deeze gaanderyen , maaken de bewooners van de boogen onder de Beurs eenig gebruik. De Vergader- plaats der Koopluiden op de Beurs wordt ook gebruikt om de waakende fchutters der zeftig Burgervendelen , des nademid- dags , in de zomer , beurtswyze, in den wapenhandel te oefenen (u). Ook wor- den , op deeze plaats , maandelyks, des morgens vroegtyds, de foldaaten, die hier ter Stede in bezetting leggen, betaald. De Brandfpuitluiden worden 'er , insgelyks, in 't gebruik der flang-brandfpuit onder- weezen. Keuren Op het houden der Beurze zyn, van tyd houden j? V» verfcheiden' Keuren gemaakt (V), der Beur-^e niet allen fchynen te hebben können *e. naar- (u) Handt, bl, 170.
(vj Haudf, hl, loss tnt, [j$j /»xj
|
||||
•
|
|||||
Ï.Bóëk. "vVeereldlykê Gebouwen. 97
naargekomen worden. Ook is 'er, in fom- Beurs;
migen, nu en dan \ verandering gevallen. De Beurstyd is, onder anderen, niet altoos eveneens bepaald. In de oudile tyden, plagt men tweemaal 's daags beurstyd te houden^ 's morgens van elf tot twaalf, en 's avonds van half zeven tot half agt uuren (w), in de maanden May, Juny, July en Auguftus; en in de overige maanden, van een halfuur voor den aanvang van 't luiden der Poort- klok, tot het ophouden derzelve toe (x). Naderhand, in 't jaar 1667, is de beurstyd op twaalf uuren, en eens 's daags bepaald; wanneer de hekken geflooten werden, en elk, die laater kwam, en door de kleine deuren wilde ingelaaten worden , zes ftui* vers, ten behoeve der Aalmoefleniers - ar* men, verbeuren moeit. De boete der Ma- kelaars was, in gelyk geval, op een halven Ducaton gefteld (y). Doch deeze Keure is ook in ongebruik geraakt. De Beursklok wordt, tegenwoordig, tegen twaalf uuren geluid. Ten half een uure, plagten de dub- bele deuren der yzeren hekken, op de helft geüooten te worden. Voor de opene in- gangen , plaatflen zig vier bedienden van 't Aalmoefleniers-Weeshuis met armbofTen , daar zulken ^ die na half een uure ter beur- ze kwamen, een aalmoes in ftakeri, of niet, naar hun welgevallen. Deeze bedienden ver- trokken ten een uure, wanneer alle de hek- ken (») Refol. Vroedfch. N; 7. 6 Juny IJ92. Kemb. H, ƒ«
I9 vcrjo. ■ (x) Hand?. iL lojj. [393] (y) Handv. bl. ,.„. [,»«]
VIL Stu*. O
|
|||||
•
|
|||||||
$g AMSTERDAMS Hl. Dm.
Beurs, ken Wederom geopend werden. Doch in
de maand July des jaars 1763 , is deeze ge- woonte afgefchaft. Ten zelfden tyde, zyn 'er drie koperen armboffen, op fteenen voe- ten, gefield, een binnen den ingang der Beurze in 't noorden, en twee ten weder- einde van den opgang in 't zuiden, waarop de woorden Aalmoes/enters Armen gegooten zyn. En federt blyven alle de hekken der Beurze tot twee uuren open; alzo het thans gemeenïyk zo lang aanloopt, eer de Beurs geheellyk van Koopluiden ontledigd is. Beurs- Tot onderhoudinge van goede orde op de knegt. Beurs, is, van ouds, een Beursknegt aangefteld,
die, daarenboven, alleen geregtigd is, om de Biljetten der openbaare Verkoopingen op en aan de Beurs aan te plakken. Hy doet ook de afroepingen van openbaare Verkoo- pingenen verfcheiden' anderen op de Beurs, en geniet, voor ieder derzelven, van zul- ken, die hem te werk ftellen, twaalf Hui- vers (2). Voorts, moet de Beursknegt zor- gen voor het fluiten en ontfluiten der Beur- ze. Hy voorziet, op zyne koften, de ta- fels onder de gaandery van pennen en inkt; waarvoor hem, door de Koopluiden in 't ge- meen , een Nieuwjaars-gefchenk plagt toe- gelegd te worden: 't welk, federt eenige jaaren, by veelen, ik weet niet om welke reden, verzuimd wordt. De Beursknegt be- keurt zulken , die op de Beurs kyven of fchelden, en voert,ten teken zyner aanftel- linge ,een Hok in de hand, die, aan 't boven- ein-
(x.) Hajidr. kl. x«l).
■ - :
|
|||||||
t Boek* Weereldlykè Gebouwen. 99:
einde, met Stads wapen befchilderd is. Voorts Kookei*-
is 'er een Waaker van de Beurs, die, op keurs. op het fluiten en ontfluiten van den opgang boven dezelve, agt geeft. III.
K O Ö R E N B E U R S.
Den Koorenharidel een' van de oudfie eri Mooren-
voornaamfle neeringen der Stad ge-beurs of weeft zynde, zo is 't niet vreemd, dat ój^Kooren' handelaars in Graaneri, ook al vroeg, eenewar f* afzonderlyke Vergaderplaats gehouden heb- ben. Zy kwamen, in de zeftiende eeuwe, byeen op 't water, op de hoogte der oude brugge, op welke, reeds in de vyfüende eeuwe, eene markt van Kooren en Zout plagt te zyn (a); en behielpen zig, by regenagtig weder j onder de luifels der huizen daarom- trent, tot geenen kleinen overlaft der be- wooneren. Öm deeze reden, was, al inrt jaar 1547, gekeurd, eene nieuwe Kooren- markt aan te leggen op den Oude-zyds- Voor- |
|||||||||
burgwal, tufïchen de S. Jans- en Halfteegs-
|
|||||||||
bruggen (b). 't Schynt egter, dat de Koop-
luiden, op de voorige plaats, die digt by 1 Stads - Excynshuis en by 't Koorenmeeters- huis, en derhalve veel gelegener was, blee^ Ven vergaderen. De Regeering befloot dan* weinige jaaren na dat de groote Beurs Vol* bouwd was, tot geryf der Koorenhandelaa- ren ,
(*) Keur van S. Maartens dag 14«;.»» '< Ksiub« A. ƒ. 4^1
{}) Keuib, ë. f, u? vtrf*. G a
|
|||||||||
ioo AMSTERDAMS III.Deel.
Kooren- ren, tegen de oude brugge ten zuiden, eene
J8EUKS. KOORENBEURS of KoOREN MARKT,
over 't Water, te bouwen (V). 't Werk
werdt, in't jaar 1617, voltrokken (d). 't Gebouw is van hout, en ruft op ingeheide paaien, 't Beftaat uit een langwerpig vier- kant Plein, dat, van vooren , alwaar een zwaare koperen armbos ftaat, open , en ter wederzyde en Van agteren, met eene over- dekte gaandery beflooten is. De gaandery ruft op twee en vyftig houten pilaaren. On- der dezelve zyn, langs de wanden , eene groote menigte geflooten banken enkasjes, waarvan de Koopluiden en Makelaars de «fleutels hebben, en in welken, de monfters der graanen bewaard worden. Agter en ne- vens de gaandery, zyn twee of drie vertrek- ken , tot geryf der Handelaaren, alwaar, onder anderen, de Koorenmonfters gewoo* gen worden. Op de Koorenbeurs, en den Koorenhandel aldaar, zyn ook verfcheiden' Keuren gemaakt (e); op het onderhouden Opzien» van welken, de Opziender van de Koorenbeurs der of of Marktmeefier , gelyk hy gemeenlyk ge- Mat^' noemd wordt, agtgèeven moet. Onder an- deren, begeeft hy, met goedkeuringe der Directeuren van den Oofterfchen handel en Reederye, de opengevallene banken en kas- v jes, en geniet, daarvoor, van eene bank, twaalf, van eene dubbele kas, tien, en van eene enkele kas, zes guldens eens. Doch • in
- (e) Refol. Vroedfch. N. n. 4 Afejr I6i*. ƒ. 17*.
(d) J. LaüÄENT(US Amfterdam.
(e) Handy, bl. g-o «»«, 1106 *»**,
|
||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen, ioi
in geval iemant een' Vader, Zoon,Schoon-Koorek* zoon, Weduwe, of Compagnon nalaat, die, beurs. binnen 't jaar. toont den Graanenhandel te willen aanhouden, moet de kas of bank des overleedenen , op deszelfs naam , worden overgetekend, zonder dat 'er den Opzien- der meer dan drie guldens voor behoeft be- taald te worden: alles volgens eene Keure van den agttienden Odober des j aars 1719 (ƒ). De Opziender geniet ook het voor- deel van het monftergraan, welk, onder't bezigtigen, op de Koorenmarkt, geflrooid wordt.
Toen, in 't midden der voorgaande eeu-
we, het nieuwe Waals-Eiland uit het Y aan- gehoogd was, werdt, by de Vroedfchap, in overweeging genomen, om de Kooren- ligters voor dit Eiland te plaatfen, en de Koorenbeurs te verleggen op het Plein voor den Kamperiteiger (g) ; doch men kwam tot geen befluit, en de Koorenbeurs is ge- bleeven, daar zy te vooren was. De Koo- renhandelaars komen aldaar, dagelyks, des morgens en des avonds, byeen; doch by- zonderlyk op de drie weekelykfche markte dagen, Maandag, Woensdag en Vrydag, wanneer ook een groot getal van Buitenlui* den ter Koorenmarkt verfchynt, ■
(f\ Handv. hl. itc6.
(r) iïftl. Vroedich. N. il. 3 Matrt I6J5- ƒ• Mfc
|
||||||||
•
|
||||||||
G 3 IV. Koo*
|
||||||||
/
f
|
||||||||
•
|
||||||||||||||
102 AMSTERDAMS III. Deel.
|
||||||||||||||
KOOREN.' IV.
MKETERS-
|
||||||||||||||
HüIS.
|
||||||||||||||
KoorenmeeterstHuis.
|
||||||||||||||
Kooren- /TT\)t het meeten, draagen en verfehieten
'üuisT JL der Graanen zyn, van ouds, arbeiders en arbeidfters gefield geweeft, die zig, ten dienfte der Koopluiden , plagten byeen te houden in een huisje (h), welk, in de zes- tiende eetiwe, op de oude brug ftondt. Doch* in 't jaar 1558, werdt, by de Vroedfchap, beflooten, het zelve op de nieuwe zyds Kolk te verplaatfen (*). 't Werdt hier zo fierly^ gebouwd, dat het, in zekere overrompeling der Stad, in 't jaar 1577, door hetStaatfch Krygsvolk, voor 't Stadhuis werdt aange- zien (k). In 't jaar 1620, werdt het, van den grond af, in de tegenwoordige gedaante, her- timmerd (/). Op den zevenden JuljT, wèrdt de eerde paal geheid, en op den dertienden, de eerfte fteen gelegd, 't Is een langwerpig vierkant gebouw, met een fleenen opgang aan elke zyde. 't Stads wapen pronkt in derj gevel, 't Beftaat, voornaamlyk , uit een groot vertrek, daar de arbeiders hun ver- blyf houden , waar boven de Koorenmee- ters-Gilde-Kamer is. Onder het zelve, is eene ruime overwelfde Kelder, die ten ver- blyf der arbeidfters gefchikt is. Tegen 't gebouw, tenopften, ftaat eene pomp, die ten
(h) Keurb. D. ƒ. nj verfo.
(1) Rcfol. Vtoedfch. N. l, 12 Jlfril rjjj
(LO Zie II. Deel, TX. Sot{, bl. +jo.
(/) J. Lauk^ntius Amfteidam.
|
||||||||||||||
y?
|
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 103
ten gemeenen gebruik der buurte verftrekt. Stabs-
Het wordt, federt het jaar 1681, even als de Excyns- andere Gildenhuizen, door de Gilden, die al-HuIS« daar vergaderen, onderhouden worden (w), door het Koorenmeeters Gilde, onderhouden.
<
V.
Stads-Excyns-huis.
A an 't oofteinde der oude brugge, op Stads*
/j^ den hoek der Oude - brugs - fteeg , Excynr- ïtondt,al van ouds,hetSTADs-ÈxcYNs- huiSt huis, welk, in de jaaren 1637 en 1638, vergroot, en in de tegenwoordige gedaante herbouwd werdt. Het pronkt met twee gevels, verfierd met breede hardfteenen ko- lommen, en met twee Stads wapens in 't noorden. In den Weftergevel, ftaathet jaar- tal c 1 o 1 o c x x x v 111. Van binnen, heeft het gebouw verfcheiden' vertrekken , gefchikc 7.0 tot den ontvangft van eenigen der Stads- Excynzen, met naame die der Graanen, Bie- ren , Wynen, Turf en Kooien, als tot de byeenkomften der Commiflariflen van den Stads-*Excyns. De Bier- en Wynwerkers der Bierdrasu oude zyde, gemeenlyk Bkrdraagers genaamd, gers- hebben, voor 't Excyns-huis, noordwaards ^^J^ tegen de oude brugge, een langwerpig vier-» kant houten huisje, op paaien in het Dam* rak ftaande, alwaar zy zig, by dage, ont- houden. Een dicrgelyk huisje, ten dierifte der Bierdraageren aan de nieuwe zyde, plagt, nog
(w)Refol. Vioedfch. L'. N. 14. April léli, f. 333.
G.
|
||||
\
|
||||||||
104 AMSTERDAMS HL Deel.
Gudi nog in de voorgaande eeuwe, te (laan by de
Waag. Stads Paardenital, toen op denNieuwe-zyds-
Voorburgwal. Doch het werclt, na 't ftig-r
ten van 't nieuwe Stadhuis, van daar, op't
Spui, agter 't Begynhof, verplaatiOt.
VI.
Oude Waag.
Oude ?t Ts met geheel zeker, 'wanneer Ainfler-
WaaSt A dam ^et reSc ^er Waage, welk, van ouds, aan de Graaflykheid plagt te behoo- ren, in eigendom, verkreegen hebbe. Wy hebben, by eene andere gelegenheid (»), gegift, dat Hertog Älbrecht van Beijeren het aan de Stad heeft afgeftaan, in 't jaar 1389. Zy heeft, ten minften , al vroeg, gebruik gemaakt van dit regt, en derhalve, reeds in de vyftiende eeuwe, eene plaats af- gezonderd , alwaar Koopmans-goederen ? die by 't gewigt verkogt waren, gewoogen wer- den. Zulk eene plaats of gebouw werdt, hier en elders, eene Waag genaamd. Men vindt van dezelve, reeds in eene Keure van den zesentwintigflen Auguflus des jaars 1502, gewag gemaakt (0). Én in eene andere van den derden Oclober des jaars 1509, wordt belaft:, allen ivaagbaar goed in de waghe te brengen (/>). Deeze oudfte Waag flondt, aan of in de Waagftecg, aan de Plaats of Dam j
(n) II. Detl, II. Bêt(, hl. 171.
(») Keufh. a. ƒ. ts verft. (j>) Kcmb. fi. ƒ. ut. |
||||||||
V
|
||||||||
Ï.Boek. Weereldltke Gebouwen. 105
Dam, tegen over 't Stadhuis (q). Zy hadt oudk *
een fteiger , die agter aan 't Damrak uit- Waag. kwam, van welken men gewaagd vindt, in eene Keur van den eenendertigften Oótober des jaars 1521, beveelende geen vullens te brengen op de Waegh fleygher (r). By de Waag, ftondt ook, ten deezen tyde reeds, een huysge daerdie arbeyders in /aten, gelyk, uit eene Keur van den zevenden Februa- ry des jaars 1528 , blykt (s). Ook hebben wy, by eene andere gelegenheid, aangete- kend , dat de Rederykers eene Kamer bo- ven deeze Waage hadden (r). Doch in 't jaar 1561, werdt, by de Vroedfchap, be- flooten, eene nieuwe Waag te fügten op de Plaatfe of Dam; waartoe, in dat, en in 't volgende jaar, yerfcheiden' huizengekogt werden (?<). Sommigen hebben aangete- kend , dat de eerfte fteen van 't gebouw, door den Burgemeefter Pieter Kanter, ge- legd was (v). Het werdt, in 't jaar 1566, voltrokken, fchoon men't jaartal 1565 in de gevels gefield heeft, waarichynlyk, om dat dezelven, in dat jaar, volbouwd waren. Zó dra de nieuwe Waag gereed was, werdt beflooten, de oude af te breeken (w). De W A A G, nu de Oude Waag genaamd,
}s een vierkant gebouw van blaauwen Ar- duin-
■-
(?) Groot-Meraor. N. I. f. 284» 297 ver fa. N. U. ƒ, u
verfo. Refol. Vroedfch. N. I. Xi \April ï$io. (r) Keuib. D. ƒ. 74. (s) Keurb. D. ƒ. 119. ff) II. ƒ)«/, VI. Boel^i bl. J7. (u) Refol. Vroedfch. N. 1. loDec. ijÄr. loDec. lj<Si.
(v) Dapper bl, 449. verfo,
Q s
|
||||
106* AMSTERDAMS III. Deel,
duinfteen, en ftaat, tegen over 't Stadhuis,
op den Dam. Zy is twee verdiepingen hoog tot aan 't dak. De eerfle verdieping dient, eigenlyk, tot eene Waage; de tweede tot een Wagthuis voor de Soldaaten, die, hier ter Stede, in bezetting leggen. In het zel- ve , zyn twee vertrekken, een voor de Op- per- en een voor de Onder-Officiers. Boven dezelven, zyn de vertrekken, voor de ge- meenen, voorzien met hangzolders, op weh ken de f laapplaatfen gefchikt zyn, en nog hooger, onder 't dak, heeft men twee af? gefchooten vertrekken , daar 't geweer ge- plaatft, en fchoon gemaakt wordt. De fchoor* fteen, balken en bindten der twee eerflge- melde vertrekken zyn, met Stads wapens, trommels, vendels, geweer, en ander fny-» werk veriierd. Men heeft ongeraaden ge- vonden , eene kelder onder 't gebouw te maaken (x), I Iet Leijendak der Waage loopt fchuin opwaards. Op deszelfs top, liaan twee windwyzers, Neptunus en 't Fortuin verbeeldende. Tegen de lyft van 't gebouw van vooren ileeken twee fraaije hardfteenen fchoorfteenen ten dake uit, en een dierge* lyke, in 't midden der lyft van den agter-r gevel. Rondsom het dak, langs de lyfl, plagt eene hardfleenen leening ofBaluflrade te loopen, die, reeds in de voorgaande eeu- we, weggebroken is. Ter wederzyde van den voorgevel der Waage, die naar 't wes-? ten ziet, gaat men, langs eenen dubbelen fteenen opgang, op welks plat, twee zitten^ (x) Refql. Vroedfch. N. i. i$ Juny 15^3,
|
|||||
i'
|
|||||
k
|
||||||||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwew. 107
de leeuwen, die de wapens van Holland en s. An-
yanAmfterdamtufTchen de klaauwen houden, tonis <ƒ gefield zyn, naar het wagthuis der foldaaten. nj_euWE Onder deezen opgang, is eene der deuren van AAGf de Waage, even boven welke, tulFchen yze- ren traliën , een fraaije kleine marmeren beeldtenis geplaatft is , vertoonende, zo 't fchynt, de worfleling van Herkules met Entheus. In deeze deur, hangt een paar fchaalen. Zes paaren diergelyken hangen in de zes deuren der agter- en zydgevels; boven welke deuren, breede luifels gemaakt zyn, onder welken, de waaren, die ter waage komen , voor den regen gebergd können worden. Midden in de Waage, hangt een kleiner paar fchaalen, waarop niet dan fyne en koftbaare waaren, met koperen,gewigt, en ponden, halven ponden en vier onfen, gewoogen worden. Zy werdt 'er, eerfl in ?t jaar 1612, gehangen (y). De zyd- en agr tergevels zyn, in 't midden, verfierd met drie groote gehouwen wapens der Stad. VII.
- . ■
ß. Antonis- o/nieüwe Waag,
Het toeneemen der Stad - in getal van S. Ant+
huizen en inwooners, en de fterke nif' of aanwas des Koophandels, in den aanvang225? der voorgaande eeuwe, maakte het opreg- ten eeper tweede Waage noodzaakelyk. $len beflopt, in de Lente des jaars 1617, (y) Ha^iv. bl. 1077.
|
||||||||||
■
|
||||||||||
io8 AMSTERDAMS Ul.Ds.zu
8. Anto- de oude S. Antonis poort, die, federt eeni-r Nty- of ge jaaren, binnen de Stad getrokken was, nieuwe hiertoe bekwaam te maaken ; 't welk, in het volgende jaar, reeds gefchied was >(z), 't Gebouw, welk op de S. Antonis- of nieuwe Markt ftaat, behieldt genoegzaam dezelfde gedaante, waarin het, volgens een oud op- fchrift, in den muur te leezen, in den jaare 1488, geffcigt was. Het heeft rondsomver- fcheiden' fpitsopgaande toorentjes. En in 't jaari<5qo, is 'er, in 't midden, een dikker Ipitfe korte tooren op gezet, Beneden zyn vier dubbele deuren, tegen over eikanderen,. in ieder van welken, met een paar fchaa- len, gewoogen wordt, Binnen in de Waage, hangt eene fyne fchaaJ. Van boven en bene- den dient dit gebouw ook tot verfcheiden* andere einden. Men heeft 'er een Wagt- huis voor de Schutterye, en onder den mid^ delften tooren, is eene fraaije Ontleedplaats gebouwd, alwaar de ProfefTören der Ontleed- kunde openbaare LelTen geeven. Voorts, zyn, in het gebouw der Waage, de Gildekamers van de GhirurgynsT , Schilders- , Smids- , Metfelaars- en Schoenlappers - Gilden. Op de S. Antonis-Waage, worden, gejyk in de Waagen op den Dam en Botermarkt, al- lerlei goederen, die by 't gewigt verkogt , worden ,- gewoogen; maar in 't byzonder, Proef- ook gefchut en ankers. Om deeze laatflen, plaats der te beproeven is, digt by deeze Waage, naar Seeps de Gelderfche Kaai toe, eene Proef plaats |
||||||||
(z.) Refol. Vroedfch. N. 12, 4 ^tpril 1*17. ƒ. 10 *«•ƒ«,
1* OÜ»bt Ifi«. ƒ. 64 verf». |
||||||||
IBoèk. Wèèreldlyké Gebouwen. 109
gemaakt, zynde een hoogen paal, waar by regu.
de ankers worden opgetrokken, waarnamen- liers- ze, met het midden der fchagt, vallen laat Waaq. op een zwaar Huk yzers; welk op een blok in den grond vaftgemaakt is. En zo zy dee- ze proef, onbefchadigd, doorftaan , wor- denze, door eenen daartoe gefïelden Proef- meeßer, voor goed, gemerkt* vut
Regulier s-Waaö.
De laatfte Vergrooting der Stad heeft Regu<
gelegenheid gegeven, tot het aan-^ry- Ieggen eener derde Waage , waartoe de Waa£' nieuwe Reguliers - Poort , die , eerfl; in 't jaar 1655, gebouwd was, in 't jaar 1668, gefchikt werdt. By deeze Waage, werdt een groot Plein gelaaten , welk tot eene Botermarkt wordt gebruikt. De Regü- liers-Waag is een fraai vierkant ge- bouw , met eenen fierlyken voorgevel, in welks Frontefpies, het Koggefchip uit het zegel der Stad, in 't midden van twee Tri- tons , uitgehouwen is. In de Frontefpies van den agtergevel, ftaat het Stads wapen, door twee leeuwen vaftgehouderi. In dee- ze Waage, wordt, met drie paar fchaalen, behalven eene fyne fchaal, gewoogen. Een ruim bovenvertrek van 't gebouw is tot een Wagthuis voor de Schutterye gefchikt. Tot het bearbeiden der Koopwaaren, die Waag-
ter Waage gebragt worden, zyn, reeds in draasers. de
|
||||
ito Amsterdams tüSstL
de voorgaande eeuwe, door Burgemeefte-
ren, een genoegzaam aantal van luiden aan- gebeld , hier ïVaagaraagers genaamd * die, met eikanderen, een Gilde üitmaaken, van welk wy, in de Befchryving der Gilden * nader handelen zullen. De Waagdraagers zyn gehouden, by 't weegen, de honderd ponden en de vyftig ponden op de fchaal te zetten. Doch t afweegen gefchiedt door de PPeegers, eertyds Waagknegts genaamd (a), die twaalf in getal zyn, en in ééne beurs werken. Zy genieten van elke wik, die zy afweegen , een halven fluiver ; en zo zy een' Prik of Schaal buiten de Waage bedie- nen , drie guldens daarbovem Zo zy, tus- fchen twaalf en half twee uuren, Wanneer de Waagen geflooten worden, den Koopman met afweegen ten dienfte Haan, genieten zy twaalf ftuivers, of, zo Zy meer dan twaalf5 wikken doen > een Huiver van elke wik; In 't Weegen, moeten zy de hand niet aan de fchaal houden. Öp een wik van eenhonderd tot zeshonderd pond, mogen zy tWee; en op een wik boven de zeshonderd pond, vier pond uitflag geeven (b). (a) Groot-Memor. .N. IV. ƒ. ijo verf»é
(!>} Handv. hl. 1077. 107g* |
||||||
■
IX. trOM*
|
||||||
I.Boèié. Weêreldlykè Gebouwen, tn
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»ƒ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bank ^aw L e e n ï n g.
In de dertiende eeuwe, hadden zig eenige Oor-
Koopluiden, uit Italië, naar Frankryk/prong Engeland, en ook naar de Nederlanden be- ^erdLon1, geven, onder dekfel van aldaar Koophandel h[er te' te dry ven; doch meeft met oogmerk, om Lande, aan behoeftigen geld te leenen, of, op on- roerende , en voornaamlyk op roerende goe- deren , penningen te fchieten , tot eenen hoogen Intreft (ƒ). Zy draagen, in fchrif- ten van dien tyd, den naam van Cawarfini of Coarfini, die de gellagtnaam van de eer- ften of voornaamften fchynt geweefttezyn. In 't jaar 1260, werden zy, om hun over* daadig woekeren, uit Brabant verdreeven (d). Ook, eerlang, uit Frankryk. Doch 't leedt niet veele jaaren, of zy kwamen we- derom. En men hadt hen, in de Nederlan- den , byzonderlyk in Holland, zo noodig, dat zy, zo lang zy 't niet al te grof maakten met woekeren, in verfcheiden' Steden, ont- vangen en gedoogd werden. In de veertien- de en vyftiende eeuwen, werden zy, ge- meen-
(c) Matth. PÄtm ad Ainum iz2.c. f. fn, a*».
(d) MlRiSl Op. Dipl. Ttffl». I. ƒ. -»07»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
112 AMSTERDAMS ÏII.Déel;
meenlyk, Lomberden oï Lombaarden genaamd
(3) , om dat de meeften of eerflen uit Lom* bardye herwaards gekomen waren. Te Schie- dam, bewoondenze, in 't jaar 1327, een fleenen huis (e), 't welk, ten deezen tyde i en daar ter Stede, iet ongemeens was. Uit eene Handveft van Delft van den jaare 1342, blykt , dat zy, in die Stad, toen, reeds eeni- gen tyd, hun verblyf gehad hadden, in een huis, welk de Camerette , of ook wel der Lomberden huis genaamd werdt (/). Te Oudewater, onthielden zig twee Lombair- den, in den aanvang der vyftiehde eeuwe: gelyk klaarlyk blykt, uit eenen brief van den eerden April desjaars I4-I2[i4i3](g). En 't is zeer te vermoeden, dat zy, ten deel- zen tyde, ook reeds in Amffcerdam, geweefl zullen zyn, fchoon my niet bekend is, dat 'er, in oude fchriften of ftukken, eenig ge- wag van gevonden wordt, voor't jaar 1477. In eene Keure van den zesden January des gemelden jaars, werdt bevolen , dat elk zy- ne panden, voor vaftenavond, uit de Lom* berd moeit loiTen, zonder dair offenych iüo* ker te betalen. Ook werdt toen belafl, voor- taan, (e) WILHELM. PROCüBAT. adannum 1ivj. in MATTHiEI
Anal. Tom.ll. p. <*6j. (f) Zie BlEYSWYCK Delft, bl. 60S,
(g) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, bl. 130.
(3) Lombardi quoque Mie [Sciedaino] propter lucra
eommorantes, domo — proprio, — lapidea. Wilhelm. Procurat. ad annum 1327. p. 663. Jacob van der Graft— is een Lombert, ende plecht een banc te boli- den tot Tfelfieyn. Cbron. van 1481 tot 1483. ««Mat- thäi Mal. Tom. I. p. 439« |
|||||
s'
|
|||||
1. Boek. Wêereldlyke Gebouwen, ttf
taan, geene panden meer in de Lomberd te lom-
brengen, of te ontvangen (ti). Uit welke berd. Keure, blykt, dat de naam van Lomberd, die eerft aan de Perfoonen gegeven werdt, alreeds tot de Plaats, daar zy zig onthielden, of geld op pand gaven, was overgebragt. Ook ziet men 'er uit, dat de Lomberdhou- ders het, ten dien tyde, zo grof maakten met woekeren, dat men verboodt, hun ee- nigen woeker te betaalen van de panden, die zy beleend hadden. Het verbod van pan- den in de Lomberd te brengen, welk hier- by kwam, hieldt, nogtans, niet lang Hand. Men fcheen de Lomberd niet te können mis- fen,en 't ontbrak niet aan Lomberdhouders, hoe zeer ook 't woekeren, in de Kerkelyke wetten, verbooden was. De Vroedfchap deezerStad verflondt egter, in't jaar 1547, dat zy zo veel nadeels aan 't gemeen dee- den, dat men befloot, zyn beft te doen, om- ze ten Lande uit te helpen jaagen (1). Doch dit befluit hadt geen gevolg. In den aan- vang der Spaanfche beroerten , waren zy nog zo zeer in de gemeene veragting, dat, by eene Synode der Gereformeerde Kerken, te Dordrecht, in 't jaar 1574,gehouden,be- flooten werdt, hen niet tot de gemeenfchap der geloovigen aan 's Heeren Tafel toe te laaten (k). Doch na de verandering hier ter Stede, in 't jaar 1578, prees Willem, Prins van Oranje, der Stad Frangois Mafa- ftjfl
* •.
I
(h) Keurb. A. ƒ. »7.
■f*") Refol. Vroedfch. N. X. 1« Jnly IJ47«
' ( O Kerkel. Handboekje , b VIL Stuk, * H
|
||||
M* AMSTERDAMS IILDeeU
£0M. 3i# aan, tot het houden eener Tafel van.
SERij. Leeninge (l). Nahem, vind ik,dat J^ta De Lom- Laignie?- (m), en &'ö» .Lwz 06lroi, voor/ berd eenige jaaren, gehad hebben om, hier ter Her door Stede > alleen Tafel van Leeninge te hou-; byzondc-4efl- De laatfte trok, in 't jaar i(5n , wet re per- drie en dertig en een half ten.honderd'sjaar% foonen jntreft van de panden, die hy beleende (n)n Ten?ü~ Doch toen zyn Oólroi, in 't jaar 1614, ftondt ten einde te loopen, werdt, byv de Vroed- fehap, verilaan, dat het belang der Stede vorderde, dat de Tafel van Leeninge, voor Stads rekening, werdt waargenomen. Luz, die wel gezien was ten Hove, bewoog de £rinfeiTe Paltsgraavinne , die met een' Zus- ters Zoon van den Prinfe Maurits. gehuwd; was, en den Stadhouder zei ven, om by de? I^egeering Van Amfterdam te verwerven 9) dat hem vernieuwing van zyn Oólroi, voor nog twintig jaaren, verleend werdt. Men fcwam met hem te woorde, en vorderde,; dat hy de Intreften der panden onder de hon^ derd guldens een derde verminderde. Doch Zy wordt ky hadt hier geene poren naar. De Vroed- d°°Stad fa*? befloot toen de Leentafel aan de Stad aanvaard.te houden,,en, ftelde, reeds op den twee- entwintigften April des jaars 1614 , twee CommiflarifTen aan, om het voornaam op- zigt op dezelve te hebben, te weeten, Frans Ijendriksz Oetgenrs, Oucl-Bur.genieeir.er, en Jonas PFitsz,. Raad en Oud-Schepen, die .. , Com- |
||||||||
(l) Refol. Vroedfch. N. 4. 7 Nov."iS7g.'
(m) Vit de Stukken ter Thefamie, oude'Laad? S. Lt.K
(»J Rcfol, VlOC'djfdi. W. II. i4 Jan, 1611. f, 9,
■
|
||||||||
IBoEK. Wéereldlyke Gebouwen. 115
CommiJJariJfen van de Bank van Leeninge ge- Lom^'
naamd werden (0). berd. De Lomberd of Tafel van Leeninge was
voorheen gehouden aan de byzondere hui- zen der geoctrojeerde Lomberdhouders. Doch nu werdt 'er, van Stads wege, toe gefchikt het Turf huis der Huiszitten aan de oude zy- de; welk, in den jaare 1548, op.eene open plaats van 't Maria^Magdalenen-Kloofter in de Nes > geftigt, en, in t jaar 1567, tot eene der Predikplaatfen voor de Gereformeerden hier ter Stede gefchikt geweeft was (p). Het werdt, in 't jaar 1616% tot eene Bank van Leeninge bekwaam gemaakt (q), en is, na de jongfte. uitlegginge der Stad, met een ge- heel nieuw gebouw vergroot (f) ; en in laa- ter tydjby meer dan eene gelegenheid, van binnen en van buiten , veel vertimmerd. Doch wegens huur van 't gewezen Huiszit- ten-Turf huis wordt nog , jaarlyks, twee- duizend guldens, aan 't Oude-zyds-Huisz-it- tenhuis, betaald. De Lomberd, of het.Huis of de plaatsen
Bank van. Leen Inge beftaat uit drie gedaante groote gebouwen, die zig, van den Oude-^er homr zyds-Voorburgwal,- langs de Lomberdfleeg, tot in de Nes uitftrekken. Het zuidelykfte en nieuwfte van deeze drie gebouwen dient, ender anderen, tot eene woonuig voor den Con-
(0) ».efoj. Vrqsdfch,, N, II. n J*n. jjuly ióu.31 Dec.
ïfilj. %Jan. ii<Apr, 1614. ƒ. 44, 64 verf« , 99, loi verf", 113 verfo. (p) Zie II. Deel, VII, Boek, hl. 214,
iq) ]• LAürentius" Amfteldam.
(r) Refol. Vrocdlch. L', D. s Sept. .I$«2. nj*n, I.W4,
ƒ. 31 verfo, ja. |
|||||||||
H z
|
|||||||||
1
|
|||||||||
iió* AMSTERDAMS HLBtirJ
Lom- Concherge van de Bank van 'Leeninge; en
Mio). heeft twee ingangen, een' op den Voorburg- wal , en een' in de Nes. Boven den eerflen , die de aanzienlykfle is, zyn, in 't jaar 1740, de volgendeagt regels van den Heere Bal- thasar Huydecoper, Oud-Schepen deezer Stad, op eenen witten fleen , ge- fchreeven: Hebt gy noch geld, noch goed? gaa deeze
deur voorby. Hebt gy het Iaatfie, en miß gy 't eerfie?
kom by my: Geef pand, ik geef u geld. waarom zoude ik
u borgen? Of is het niet genoeg, dat gy van 't mync
teert? • Maar eifchtge uw pand te rug; zo dientge
in tijds te zorgen, Dat my mijn hoofdßm, met de renten, we-
derkeert. Zo help ik u en my; en toon, aan de onder-
zoekers Van mijn geheimen,''t graf des eervergeeten
woekers.
".■_.,.-- • ...
Het noordelykfte der drie gebouwen heeft,
insgelyks, twee ingangen, een' op den Voor- burgwal en een' in de Lomberdsfteeg. Bo- ven den laatften, ziet men 't brengen van panden in de Lomberd, in fleen, uitgehou-, wen : waarboven deeze woorden, al van ouds, gelezen werden: Tot behulp der noodt druftigen is hier gefielt
DiBanck van Lenmghe voor tencleyngelt. £ En
|
||||
LBoek. Weëreldlyke Gebouwen. 117
En in den voorgevel van het zelfde gebouw Löw-
in de Nes, leeft men: Anno cid idcxiv, bekj^ den 29 April, gefchieden hier de erfle belec- ninghe. Onder de drie gebouwen, zyn vyf Pak-
huizen , en twee zeer groote Kelders. De Kelders en vier der Pakhuizen worden ver- huurd. Het vyfde dient tot berging van goederen uit infolvente Boedels, die ook, Voor het zelve, verkogt worden. Van binnen, heeft de Bank van Leenïng Vertrek-
verfcheiden' groote vertrekken , gefchikt ken. tot gebruik van de Heeren CommiflarifTen en derzelver bedienden. Onder dezelven, munt uit de Kamer, daar de Heeren Com- mifläriffen vergaderen. Voor den fchoor- fteen, zyn deeze verzen van S ene ca, in 't jaar 1740, gefteld, door befchikking van den Heere Gerard vanPapenbroek, Oud-Schepen deezer Stad, en toen Commis- faris der Bank van Leeninge: QUI. STATÜIT . ALIQUID . PARTE. INAUDITA,
ALTERA.
AeQUUM . LICET . STATÜERIT . HAUD. AE- , QUUS. FUERIT.
....
Men leeft 'er deeze vertaaling onder van
den bovengemeldenHeereHuydecoper; Hoort gy , die klaagt: niet die verweert $
Al /preekt gy recht, gy doet verkeert. In de Kamer der CommifTäriflen, is eenekas,
waarin de panden, waarop honderd guldens H 3 ea
1
|
|||||
» 1
|
|||||
lig AMSTERDAMS IIÏ.Dee£
jj0M. en daarboven beleend is, bewaard worden.
berd. En nevens dezelve is een ander vertrek, ook gefehikt tot bewaaringe van grootepanden, op welke egter minder dan honderd guldens verftrekt is. In nog een ander vertrek, wor- den de panden van gemaakt Koper, en Tin bewaard. Voorts, zyn 'er vier verdiepingen boven eikanderen, allen verdeeld in byzon- dere vertrekken met gekken afgeflooten; alwaar de panden van Wollen en Linnen, gemaakt en ongemaakt, op rekken, naar de fomme, die 'er op gefchooten is, onderfchei- den, geplaatft zyn. De panden leggen, in deeze vertrekken, op hunne maand en dag, in orde,om te ligter te können gevonden worden. Aan ieder dcrzelven, is een dubbeld van de de LeenceduI vaflgemaakt, welk, zo wel als LeenceduI, eenige onbekende merktekens Vervat, tot voorkoming van bedrog. Het opzigt over de vertrekken der panden onder de honderd guldens, of om beter te zeggen» van tien ftuivers tot zes en negentig guldens, Zoekers, is toevertroud aan negen Bandbewaarders of Zoekers; die, wanneer hun de LeenceduI, door eenen der Lqßers, getoond wordt, ge-» houden zyn, het beleende pand, terftond, te leveren. Zeven hunner zyn over de ver- trekken tot Wollen-en Linnen-panden, en twee, over de vertrekken, tot Zilver, Ko* per en Tin gefehikt, aangefteld. De Zoe^ kers zyn verpligt, hunne kamers fchoon te houden, en, van tyd tot tyd, door het open- zetten der venfteren, te verlugtigen. Ook moeten zy de panden, die, door hunne on- ggtzaamheid, vermjjft worden ? v&goeden. De
|
||||
f. Boek. Weerelólyke Gebouwen, 119
De Bank van Leening is in eene groote en Loir- '
Meine Bank verdeeld, die ieder afzonderlyk berd. . beftierd worden. Inde eerfte, gefchiedenVerdee« alleenlyk beleeningen, boven de honderdvier guldens: in de laatfte, van tien ftuivers tot Leeninge zes en negentig guldens. Van panden, waar-in ecnc óp minder dan honderd guldens beleend is,grotteen wordt een penning van ieder gulden , terklem' Weeke, Intreft betaald. En deezen worden Intrea kleine Panden genaamd. Van de middelbaare der Panden, waarop van honderd tot vierhon- Panden« derd vyfenzeventig guldens beleend is, plagt zeftien ftuivers van ieder honderd guldens, ter -loopende maand, dat is, negen en drie vyfde ten honderd in 't jaar; en van de groa- te fanden, waarop vyfhonderd guldens en daarboven beleend wordt, een gulden van de honderd, in anderhalve loopende maand, dat is, agt,en naderhand negen ten hon- derd , in 't jaar, betaald te worden (s). Doch deeze Intreft is, volgens eene Refolutie der Vroedfchap van den 28 January des jaars I656, ten opzigte der middelbaare Panden, op zeven en een vyfde, en ten opzigte der grooten,op zes ten honderd verminderd (f); De Bank beleent niet alleen huisraad, klee- deren, goud, zilver, juweelen enz.; maar is ook bevoegd tot het beleenen van aller- hande Koopmanfchappen, buiten 't Huis van Leeninge, in der Koopluiden-Pakhuizen, leg- gende ; doch zy is, op deeze Koopmanfchap* pen > voor andere fchuldeifchers van deri a* *
(«) Handy, hl. «79, «$o.
(f) Haudv, l>l. 6ii. •■ ■ • II %
|
||||
120 AMSTERDAMS IED;ee£
Beleener, niet geprefereerd, dan wanneer
CommifTarifTen dezelven hebben doen ver- bruggen , en in hunne eigene bewaaringe overbrengen (u). Nogtans, gefchieden zul- ke beleeningen, die tot laager Intrefl van byzondereperfoonen te bekomen zyn, fe- dert veele jaaren, niet meer door de Bank van Leeninge. De Stad ffcaat borg voor de herlevering van alle de Panden, che in den . Huize van Leeninge gebragt zyn, op de ver- tooning der Leencedulen, of zogenaamde Lomberdbriefjes, en voldoeninge van hoofd- forn en Intrefl, tot de week of maand, waar- in de panden vervallen zyn, ingeflooten. By ongeluk van brand, of cliergelyken buiten- gewoonen ramp, plagt de eigenaar zyn pand te verliezen, en de Stad de penningen, daar- op gefchooten.Doch alzo, al vroeg,naauw- keurige zorg gedraagen is voor het bewaa- ken der Bank van Leeninge, van buiten en van binnen, is, federt, veritaan, dat zulke rampen, door de eigenaars der panden van honderd guldens en daarboven, alleen zouden gedraagen worden, blyvende dezelven ver- pligt, tot voldoening der penningen, door 't Huis, op hunne panden verflrekt;terwylde Stad zou inftaan, voor de fchade, die, door onagtzaamheid, verzuim, ontrouw, en dier- gelylce, aan de panden komen mögt. De Panden, éen jaar en zes weekengeflaanheb- bende, zonder dat dezelven geloil, of, door betaalinge der verfcheenen Intrefl:, voorlan* ger tyd, in de Bank van Leeninge gelaaten wor-
(») Handy, bl, tfl<,
|
||||
I.BOEK. WeERELDLYKE GEBOUWEN. 121
■ ■
worden, können, na verloop van nog zesLow«
weeken, door CommiflarhTen, in 't open- berd. baar, of anderszins, verkogt worden, ten behoeve van den eigenaar; die 't gene 'er meer van komt, dan 'er op verftrekt is, met de Intreft en koffcen, binnen een jaar moet komen ontvangen, of het vervalt aan de Armen. De koopers, die iet, in 't Huis van Leeninge, openlyk , op de Tafel, of ook by monde en in 't byzonder, om gereed geld, gekogt hebben, zyn verpligt, zulks terftond, immers ten langfte na zes weeken, te betaalen , onder bedreiging van parate Executie. De goederen, door de koopers niet ontvangen wordende, worden, in eene volgende verkooping, ter hunner fchade, wederom verkogt, zonder dat zyegtereenig voordeel genieten van 't gene 'er meer van komen mögt. Zo van de verkogte panden minder komen mögt, dan 'er op beleend is, moeten de eigenaars het kort voldoen (y). Wollen-flofFen of andere waaren , die der bedervinge onderworpen zyn, worden, in gevolge eener Keure van den dertienden September des jaars i68<5, niet langer dan voor een jaar en zes weeken bekend (w). In geval de Leeneedulen vermifl of verloo- ren zyn, können de panden, onder behoor- jyken borgtogt , worden geloft (x). Tert vocrdeele van de Bank van Leeninge, is, by meer dan eene Keure, belafl, dat nie- mant,
|
||||||||||||
I
|
v) Handr. il. «80, UU
f») Handv. bl. 6%z. x) Handv. bl, 6*1. |
|||||||||||
H ?
|
||||||||||||
iti AMSTERDAMS m.DEEtó-
X^oM- mant, buiten de Bank, eenige roerende of
bekó. loiTe goederen mag beleenen tot hooger In- treft dan vier ten honderd (y). Capitaal De penningen, die töt het houden der der Bank ßank van Leenihge vereifcht worden, wer* Stage.6* ^en' by de eerfte opregtinge derzelve, op lafl van de Vroedfchap, door CommifTaris- fen , op Intrefl genomen. De Thefaurie en de Weeskamer der Stad hebben ook, ibm- tyds, merkelyke fommen aan de Bank vari Leeninge verftrekt. Doch alle de geleende penningen zyn,. al federt meer dan tagtig jaaren, afgelegd, en de Bank van Leeninge kan gaande gehouden worden uit haar eigen Capitaal, welk meer dan een millioen gul* fclens beloopt. Commis- De opperbefKering der Bank vanLeenin- siRissEN. ge ftaat, federt veele jaaren, aan vyf C o m- ïiissarissen, die, jäarlyks, na de ver^ ändering der We.thouderfchap in 't begin van February, door Burgemeefteren, gekooren, Cf, gelyk gemeenlyk gebeurt, in hunnen dienft gelaaten worden. Zy vergaderen, des voordemiddags, van negen tot elf uuren \ en houden zelven aantekening van de groo- te panden, die ook in hunne onmiddelyke bewaaring blyven. Concher-, De Concherge of eerße Suppooß der Bank ee. van Leeninge is Opperboekhouder ; heeft *fcyne wooning in de Bank, en vertoont dé perfooneft der Commiffariffen, in derzelver afwezendheid. Voorts, hebben CommifTa- ruTen, tot het beflier der groote Bank, on- der (y) Handy, i/. <tx« 682.
|
||||||
t Boek. Weereldlykè Gebouwen, i23
der zig een' Cajfier der grootè Panden, die, Lom-
|
|||||||||||
by 't aanvaarden zynerbedieninge, voor tien
|
BERD.
|
||||||||||
duizend guldens, borg Hellen moet. Hy^^.
doet, allé maanden, rekening van uitgaave te en en ontvangft aan CommiflarifTen. Tot de kleine kleine Bank, behoort een Cajfier der kleine Pandcn* Panden, zynde de derde Suppooft in rang: voorts, zes Beleeners, die alle kleine panden, Belee- geen goud noch zilver zynde, waardeeren.ners* Volgens deeze waardeering, fchiet de Cas- fier 'er geld op, en de Boekhouder en Con- Boekhou« trarolleur houden 'er aantekening van. Totders en- het waardeeren van goud, zilver en juwee- JjSJ^IjJJ, len, is een byzondere JVaardyn aangefleld. En deeze zyn de Bedienden van de Beleen* Waar- kamer. Tot -de LolTers-kamer , behooren &Yn der vier LoJJers, een Intrefl-rekenaar, wien een \ ™e&~ adjunct toegevoegd is , een Contrarolleur, en Koffers een Boekhouder. Tot deeze Loflers , ver- T„,v„a '
11 • ï« • 1 - i 1 1 • Intreltre*
voegt elk zig, die eenig pand uit de kleine kenaar.
Bank begeert te loflen. Die eenig pand be- ^j,^
leenen wil, is niet gehouden, in perfoon,
in de Bank te verfchynen. CommiiTarifTen
hebben zes en vyftig Inbrengers of Inbreng- Ihbren-
flers aangefteld, die, door de gantfche Stad, sqj"s en
verfpreid zyn, en als Makelaars in beleenin- fteïS~ -ft
ge können worden aangemerkt. Aan dee-
zen, kan men zyn pand leveren. Zy fchie-
ten 'er de begeerde fomme op, die hun ,
wanneer zy de panden in de Bank brengen,
't welk, dagelyks, tot dertig panden toe,
gefchieden moet; en wanneer de Waardyri
of Beleeners oordeélen, dat zy 'er niet te
veel op verftrekt hebben, door de Cafïiers,
te rug gegeven wordt, De Inbrengers en
In»
|
|||||||||||
■
|
|||||||||||
1
|
|||||||||||
IH AMSTERDAMS IILDeelV
Vlerjch- Inbrengflers, die de beleende panden ook
hallen. loflen, en welken een bepaald loon, voor hunne moeite , toegelegd is, hebben ge- meenlyk een bordje uithangen, waarop te Ieezen ftaat: Hier gaat men in ds Bank van Leeninge. Waakers. Tot bewaaringe der Bank van Leeninge by nagt, zyn twaalf Waakers aangefleld, over welke de Concherge Kapitein is. Zy houden hun verblyf in een Wagthuis onder de Lomberdsbrug. Doch ten wedereinde van de Lomberdsfleeg , in de Nes en op den Voorburgwal, zyn twee fchilderhuisjes gezet, in welken, twee waakers fchildwagt houden. Zy doen ook, 's nagts, de ronde langs de Lomberd, tot verhoeding van dief* ftal, en andere ongelukken. X.
VLEESCH-HALLEN.
■ •
Oudfte ™^\e oudfte Vleeschhal, in eene
Vleefch- 'W-J Akte van den negenden Juny des
hallen jaars 1525, het Fleyfchhuys genaamd, heeft
siedet ge^aan m de Waagfteeg, tegen over het
oude Stadhuis (2): en de fleeg, die, van
den Oude-zyds-Voorburgwal, regt op dee-
ze Halle aanliep, heeft, zo 't fchynt, naar
deeze Hal, den naam van Halfleeg gekree-
gen, dien zy, nog heden, draagt. Naaft
deeze Hal, ftondt een huis, het Hoefyzer
genaamd, gelyk, uit eene Akte van den
elf-
(s,) Gtoot-Memw. N. I. ƒ. *s*.
|
||||
•
|
|||||
Ï.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 125*
elfden December des jaars 1546, brykt(tf). Vleesch-'
In eenen Schepenen - brief van den jaare Hallw. 1403, wordt gewaagd van eene hal in gans- mrde,n\i de Nes. En zo deeze eeneVleefch- hal geweefl is, fchynt zy van het gemelde Vleefchhuis onderscheiden geweefl te zyn, en kan, zo wel als dat, den naam aan de Halfleeg gegeven hebben. Doch hoe't hier- mede ook zyn moge; met het toeneemen der huizen in de Stad, kreeg men,door den tyd, eene tweede Vleefchhal noodig. De Vroedfchap befloot, in 't jaar 1563, daar- toe een huis te naaflen, ftaande op de Ap- pelmarkt, agter het Stadhuis (b). Doch ik twyfel zeer, of dit befliüt wel ter uitvoe- ringe gebragt, en of'er ooit eene Vleefch- hal, ter deezer plaatfe, geweefl zy. Na de verandering der Regeeringe, toen veele Godsdienftige Gefligten tot weeréldlyk ge- bruik gefchikt werden, kogt de Stad de S. Pieters-Kapelle in Gansoort, nu de Nes, van de Gaflhuismeeflers vanS. Pieters-Gaflhuis, voor twee honderd en vyftig guldens jaar- lykfche renten, en den af brek van twee huizen (c). En in Auguflus des jaars 1582, werdt de Hal, uit de Waagfleeg , in de gemelde Kapelle overgebragt (d). Zy kreeg den naam van de nieuwe Halle, en in't jaar 1584, werdt, in de fleech ouer de oude haüe, ïve/twert op totten burghwall, eene Vlafch^ markt geplaatfl (e). In 't jaar 1586, befloot de
(*) Groot-Memor. N. II. f.%.
(b) Refol. Vroedfch1. N. I. i+ Det. ij«j,
(t) Reiol. Vroeilich. N. 4, 8 M*jf lj8i.
(d) Keurb. G. ƒ. 14t.
{tj Keiub. G. f. ui,
|
|||||
126 .1 AMSTERDAMS ÏILDeeu
VLEEscH-de Vröedfcjiap nog eene Vleefchhal te flel-
Hallek. len, aan de nieuwe*zyde, 't zy in de oude? Halle j of in de Lieve - Vrouwen -Kapelle^ of eiders (ƒ). Men plaatfteze, kort hierna* in de Kapelle van 't 5. Geertruids-Kloofter > «pp den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, aan de ooftzydo, bezuiden de Dirk van Haflelts- fteeg. Doch hier was zq weinig neering, dat 'er naauwlyks een half beeil ter weeke felleeten werde* Men. befloot dan, in de
,ente des jaars 1587 ,. de Vleefchhal van daar te verplaatfen in de Kapelle van 't S. Margäreeten - Kloofter in Gansoort of de Nes, pas bezuiden de nieuwlings aangeleg- de Vleefchhal, in de S. Pieters-Kapelle (g); geiyk gefchiedde. De Vleefchhal in de S. Pieters-Kapelle, door den tyd te klein be- vonden wordende, is geheellyk vernieuwd en vergroot, en heeft den naam van groot e Vleefchhal gekreegen. De Hal in de oude S. Margareeten - Kapelle wordt de kleine Tegen- Vleefchhal genoemd. In de voorgaande eeu- woordi- we en deeze, zyn by deezé twee Vleefch- Se vrf hallen., nog drie .anderen in de Stad opge- hallen." reSc> aan ^e nieuwe zY^e 5eene °P de Wes-
termarkt; eene op de Heerenmarkt; en eene op de Reguliers- of Botermarkt; zo dat 'er, ïn alles, vyf Vleefchhallen zyn, zonder de twee Vleefchhallen der Jooden daaronder te begrypeiL , |
||||||||||||||
. (f) Refol. Vroedfch. N. j. 10 May ij8«.
i£) Reiol, Vioecifch. N. 5. 1$ Maart IH7. |
||||||||||||||
l, Groo-
|
||||||||||||||
Ï.BOEK, WêJEREJ-DIYKE GeböüWen. '127
, . TT ilALLËN»
G'r o om. Vlees eb h a t.
IJl/ Jvl ~' J*" Tl J" J -TT ' illj
1 ■
e groote Vlëëfchhal, eeftyds de Kapel* Gmf?
Ie yaiL't S. Fieters-Gafthuis, is eeii£*"ƒ'*• >udig; langwerpig vierkant gebouw met;
éèn fchuiri dak', en, zes ingangen, een' van vporen, een' van agteren en twee op elke éyde. Zy ftaat,,langs de Boeren--Rivier* Vifchmarkt ten' noorden, in de Nes, en heeft agtenveertig Vleefchbanken. Voor , fcoven de groote, yleefchhal is hetComptois der Vinders ofKeurmeefters van het Vleefch, welk zynen opgang aan de noordzyde heeft. Jßoven den opgang, ftaat een verken aan de leer, 'en ander gefragt vfeefch uitgehouwen; waaronder men leeft,Die Vinders Ka- mer 1644. Ook heeftenen hier de Kamers der Boekverkoopers-,'Aardenwerksverkoo- pers-1 Hoender^oppers- v Boatwetkers-, en Vleefchhoüwers-Gilden. ,.....13* ni\zi Ifiilri ."*" I b sg* ' ..../ •
' '**' n sar] • : :.o v..
t ^" i' ■ ■ ''t- t
, KLElN^XxEfiS.CHHA^^
ti 2 OßSttLphb ƒ13 -
e kfeifif yljeefchhal, éertyds,_ de Ka-Kleine pel van 't, S. MargareetenfKloofter^^«/^
ook langs de zelfde Vifchmarkt; in d.Qbait
Nes, ten zuiden, "t Gebouw is naauwlyks
half zo lang als dat der groote Vleefchhal;
ctöch merkelyk hooger. Uit het dak, fteekc
een fpits Toorentje^oader uuiwyzer. Dee-
|
|||||||||
-
|
|||||||||
I2g r AMSTERDAMS IIIDèeÜ
Vleesch* ze Hal heeft twee ingangen, een' van voo-
hallsn. ren in de Nes-, en een' aan 't einde, op de noordzyde. In dezelve, zyn twintig Vleefch- banken. Het Genootfchap der Geneesmees- teren houdt zyne vergaderingen, bovendee* |
|||||||||||||||||||||||
ze Hal.
|
|||||||||||||||||||||||
Agter de groote Hal, piagt, voorheen^
eene markt van nugter Kalfsvleefch te zyn: en bezyden de kleine Hal, waren overdekte banken, daar vogels, en gekookte longen, lever enz., hier ter Stede verfihe waar ge- naamd , verkogt werden. Ook is, nog in 't laatft der voorgaande eeuwe, eene markt van nugter Kalfsvleefch, op de Grimmenes- fe-iluis, gekeurd geweeft (h\ Doch deeze markten zyn, federt eenige jaaren, allengs- kens , afgenomen , en , eindelyk, geheel te niet geloopen. |
|||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||
3*
. -
WÉSTËR-HAt.
Wefler- T"\e derde Vleefchhal is, in 't jaar itfio,
kal, \_J onder het aanzienlyk fteenen Wagt- huis der Schutterye, ftaande aan de weftzy- de der Keizersgraft, op de Weftermarkt, aangelegd (i). Zy heeft drie ingangen, twee ten wedereinde, en een in 't midden, on- |
|||||||||||||||||||||||
■*
|
|||||||||||||||||||||||
der den dubbelen opgang naar het Wagthuis.
In deeze Hal, zyn negentien Vleefchban- ken. |
|||||||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||||||
< A TT**
|
|||||||||||||||||||||||
i #
|
|||||||||||||||||||||||
(h) Handy, hl. i4«f. h:\r'$
(i) J. LAUÄENTiue Amfterdam; |
|||||||||||||||||||||||
IBoêK. Weerëldlyke Gebouwen. 129
4> HAELEN»
Heerenmarkts-haL
In't jaar 1617, hadt men eert diergelyk tieeren*
Wagthuis en Vleefchhal gebouwd, op de JJ**** Heeren * markt. Het onderfte gedeelte van ja * 't gebouw was ook tot eene Hal gefchikt. Doch het werdt, weinige jaar en laater, aan de Weftindifche Maatfchappye afgeftaan ; en naderhand tot eene herberg , nu het Nieuwe-zyds-Heeren-Logement genaamd , verhuurd. In den voorgevel van 't gebouw, ftaan vier OflTenkoppen uitgehouwen, ten bewyze, dat het , by den eerften aanleg, tot eene Vleefchhal gefchikt geweefl is» JDochtoen men, in 't jaar 1659, de Stad, voor de laatite reize, hadt begonnen uit te leggen, werdt de vierde Vleefchhal gebouwd, op de Heeren-markt> agter tegen het Nieu- we-zyds-Heeren-Logement;eerft van hout, en naderhand van (leen* 't Is een laag ge- bouw, met twee ingangen, en agt Vleefch- banken, alleenlyk aan de noordzyde. |
||||||
NlÊtJWEo/BoTERMARKTS-ïiAté
Eindelyk , is, volgens een befluit der tftttm
Vroedfchap van den jaare 1736 (k), of Boter» eene vyfde Vleefclilial gebouwd op de Bo- "*'kt4* ter-
(4,1 Refol. Vroedfch. L*i LL. ii Sept. 1736, f, 84.
VII. Stuk. I
|
||||||
i3o AMSTERDAMS HL Deel.
Vleesch. tennarkt, die, in 't jaar 1737, voltrokken
hallen, werdt. 't Is een fteenen gebouw, welk vier ingangen, en twintig Vleefchbanken heeft. Jooden- Behalve deeze vyf Hallen , zyn 'er nog Vleefch- twee onder de Portugeefche en Hoogduitfche hallen. Jooden. De eerfte ftaat op de Houtgraft. De andere plagt, na het jaar 1672, wanneer zy eerft vergund werdt (/) , in eene hou- ten loots gehouden te worden. Doch in 't jaar 1685, werdt den Hoogduitfchen Joo- den toegeftaan, eene Hal en School aan hun- ne Synagoge te bouwen (in); gelyk, federt, gefchied is. De Jooden mogen, buiten dee- ze Hallen, geen vleefch verkoopen. Ook ' moeten zy hun leevend vee, in de huizen der Vleefchhouweren, die in de Stads Hal- len gewoon zyn voor te ftaan, Iaaten Aagten of fnyden. Zy hebben beëedigde Snyders en Keurders, die 't beeft alleenlyk moeten doodfnyden, en, volgens de Joodfche wet, goedkeuren of afkeuren: voorts, het fcheel- vet zuiveren, na dat het, door de Vleefch- houwers, van de darmen afgefcheeld is. AI wat 'er, wyders, aan 't beeft te doen isge- fchiedt door de Vleefchhouwers , die de zweesrikken, herflèns, 't middelrif en hoofd- vleefch, met zyn toebehooren, behouden, en den Jooden, van den afval, alleenlyk de Papa- de, dat is, den kofTem, of kwabbe onderde kin, met de tong van't Rundvee, toeweegen(7z). De Joodfche Hallen, van welken ae voor- deden, ten behoeve der armen van elke Na- tie, (/) Handv. bl. 140«.
(m) Groot-Metnor. N. Vir./, u«.
(n) Handy, bl. 1466, 1467, i4«y. *
|
||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 131
tie, bekeerd worden, ftaan onder 't opzigt Vlmmcii-
van eenige Direcleurs of Penningmeefters , hallen. die aan de Parnaflim, of Ouderlingen en Pen- ningmeefler rekening moeten doen. Geen Jood mag buiten de Hal van zyne Natie ge- . üagt vleefch koopen, uitgenomen tongen, die overal gekogt mogen worden (0). De Banken in de vier eerftgemelde Hal- Orde op
len plagten, voor deezen, door Burgemees- jp ^ai\" teren, aan de Vleefchhouwers gefchonkén vTeefch- te worden. Alleenlyk , betaalden zy , tot hallen, in 't jaar 1707, twaalf guldens 's jaars, voor ieder bank, aan de Thefaurie. Doch toen wer dt deeze Recognitie verhoogd, op vier- endertig guldens, voor ieder bank inde Nes; zesentwintig guldens, voor ieder bank op de Weftermarkt, en dertig guldens, voor ieder bank op de Heerenmarkt (p). In de Hal op de Botermarkt, zyn de banken, altoos, en in 't eerft aan de meeftbiedenden, ver- huurd geweeft,na dat zy. eerft, door de Heeren Thefaurieren, tot het huuren waren toegelaaten. De Vleefchhouwers, die ban* ken in de vyf Hallen hebben, fchuiven, al- le weeken, eene bank voort, zo dat elk ,- op zyne beurt, de gelegenfté en ongelegen- fte plaats bekleedt. In de Kermis alleen , bekleedt elk zyne plaats twee weeken na eik- anderen. In de twee Hallen, in de Nes, gaan de Vleefchhouwers zelfs van de eene in de andere Halle over. Tot
■
*
f o) Handv. bl, 4*2, 4S4.
\p) Reiol. Vioedfch. £'. DD. jz Maart 1707. ƒ. ij.
I 2
|
||||
132 AMSTERDAMS III.Deel.
Vlebsch. Tot het fluiten en ontfluiten der Hallen,
hallen, worden, door het Vleefchhouwers- Gilde, Op het met toeftemming van Burgemeefteren, zeke- flmtenen re perfoonen, mannen of vrouwen, een in derzeit ieder Halle, aangefteld, die de Hallen, ter ven. bekwaamer tyd,- 's morgens en 's nademid- En op het dags, openen, en 's middags en 's avonds, peWa" wederom fluiten (q). Alle werkdagen, wordt genagt" Halle gehouden , uitgenomen des Vrydags. vleefch. En op dien dag en des Zondags voor den mid- dag alleen, en in den Slagttyd, dat is, van half Oótober tot den vieren twintigft en De- cember, mogen de Vleefchhouwers vleefch uit hunhuisverkoopen. Op andere dagen en ty- den, mogen zy geene ftukken vleefch klei- ner dan een voet van runderen, kalveren, fchaapenof lammeren inhuis hebben, uitgeno- men't gene zy, tot hunne huishouding, behoe- ven, en 't gene, voor de Jooden, geflagt is (r). In de Hal, moet het vleefch der zogenaam- de (rildebeejlen, die, met groente en bloem« kranfen verfierd, door de Stad geleid zyn, op eene afzonderlyke plaats, te koop gelegd worden. En geen vleefch dan dit mag, in de Hal, met palm of gebloemte, of op eeni- ge andere wyze, verflerd worden (x). Tot in ftand houdinge der Vleefchhallen, is ook gekeurd, dat niemant, in de Stad of der- zelver Vryheid , eenig vleefch by 't pond verkoopen mag , die geene bank in eene van de Hallen heeft (f). Veele andere Keu- reu (q) Hnndv. bl. i*<Si.
(t) Handv. bl. 771. Kemb. T. ƒ. 13; vtrfo,
(e) Handv. bl, 906.
(t) Handy, bl. 146«.
|
|||||||||
- .1
|
|||||||||
-
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 133
ren omtrent de Hallen zyn, door den tyd, Staal-
gedeeltelyk in ongebruik geraakt: waarom hof,z*i wy te minder noodig agten, van dezelven D!-"AT' te gewaagen. hL* " XI.
*
STAALHOF, ZYDE-HAL en
SAAI-HAL. .. .
ße weevery van Lakenen en andere Oudheid
Wollen-Stoffen is eene van dp oud- dt-irWee- :eringen in Amfterdam. 't Geregt der La^ner? Stad was, reeds in 't jaar 1411, gemagtigd, en andere om, jaarlyks, op goeden Vrydag, vier ör Wollen« vyt" IVaardym ofOpzigters en Keurmeefters Stoffen, der Lakenneeringe te kiezen (u): waaruit stede. ' af te neemen is, dat de Lakenneering hier, toen al, gebloeid moet hebben. In 't jaar Laken- 1616, werdt, tot voortzetting; der Laken- Vent"ha» neennge, eene Laken-vent-Hal opgeregt. eA ver- Men befloot, daartoe de S. Agnieten - Kerk dweenen, te gebruiken, die, federt eenigen tyd, door de Admiraliteit, gebruikt geweeft was. Doch ik weet niet, of deeze Kerk hiertoe wel ge- bruikt zy, Ik vind, daarentegen, dat men, eenige jaaren hierna, eene Laken-Vent-hal gehad heeft, in de gewezen Kerk van 't S. Marias - Kloofter, die op 't Rokin, op den hoek van 't Pens- of Kalfsvels fteegje,ftondt. De Stad verftrekte eene aanzienlyke fomme, tot bevordering van 't werk (v). Zelfs vindt men,
(») Zie l\. Deel, III. ü»e{., bU 20S.
(v) Reibl. Vroedfch. 2ST. n. 17 M*yt %Jt*»y> 17 *A.»&. i<>i(S. ƒ. »7J vt'fo, 17+ verf«,m. I 3
|
||||
134 AMSTERDAMS III.Deel.
Staal- men, dat zy,aan eenige Drapiers, geld ge-
hof, Zy- fchooten heeft, zonder 'er Intreft van te pB-HAL vorderen (w). Doch na dien tyd, is de La- hal.AAI kenneering, allengskens, in merkelyk ver- val geraakt, tot dat zy, omtrent het mid- den der voorgaande eeuwe, het hoofd we- derom begon op te fleeken (x). De Laken- Vent-hal, die geheellyk verdweenen was, werdt, in't jaar 1660> van nieuws, opge- regt, en alzo de S. Marias-Kerk, federt vee- Ie jaaren,tot ander gebruikgefchikt geweefl was, boven de Beurs geplaatfl. Burgemees- teren flelderi eenen Halmeefler over deeze Hal, in welke geene andere Lakenen ont- vangen werden,dan die, binnen de muuren of vellen der Stad, gemaakt waren. De Hal- meefler hieldt aantekening van de Lakenen, die hem om te verkoopen gebragt werden, en berekende de verkogten aan hun, dieze hem hadden gebragt. Voorts, moeft hy, voor twaalfduizend guldens , borg flellen, ten genoegen van Burgemeeflcren. Het Opper-opzigt over de Laken-Vent-hal was toevertrouwd aan vyf Perfoonen, e'én' uit de Wethouderfchap, en de vier anderen door 't Geregt te kiezen, twee uit de Lakennee- ring en twee uit de Drapiers (y). Doch dee- ze Laken-Vent-hal is, in deeze eeuwe, we- derom afgenomen, en, al federt veele jaa- ren, geheellyk verdweenen. Q De Waardyns der Lakenen plagten hunne «ing van vergaderingen te houden, op het oude Stad-
huis, («) Refo!. Vroedfch.' N. n. $ üov. ifiitf. ƒ. 117,
(x) Zu Handv. bl. 11 11. (y) Handv. bl. 113*. |
||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 135
huis, boven de Wiffelbank, aan de Voor- Staal-
puije , waar de afkondigingen plagten te hof , Zy- gefchieden. Hun vertrek werdt, naar het DE-'fAL looden of zegelen der Lakenen, het Zegelhuis hAL.AAI" genaamd (z). Doch het verplaatfen der.tSt^a^ Stads Steenhouwerye , van tegen over de hof, de Kloveniers - Doele aan den Amftel, omtrent Zyde-b# den jaare 1626 , gaf gelegenheid, dat de*n f*J* plaats, daar dezelve geftaan hadt, eerft tot baai"hal* een Staalhof voor de Lakenen, en eene Saai- bal, en in 't jaar 1650, ook tot eene Zyde- hal verbouwd werdt; in welke plaatfen, eg- ter , geene Wollen- of Zyden-ftoffen te koop gebragt, maar alleenlyk gekeurd en gelood worden. Omtrent het jaar 1592, fchynt 'er ook een Staalhof voor de Lakenen opgeregt geweeft te zyn (a). Doch , vermoedelyk, is dit het zelfde geweefl, welk men ook het Zegelhuis genoemd heeft, en op *t Stadhuis geplaatft hadt. Het Staalhof heeft eenen deftigen ingang op de Verwersgraft, aan de weftzyde. De Zyde-hal heeft den haaren ten noorden van het Staalhof: boven aan welken, een Zydeworm op een moerbeiblad, by eene fchaal en eenige ftrengen zyde, afgebeeld is. Boven in den zydgevel van het Staalhof in de Staalftraat, ftaan de woorden , int t A R H o f , in fteen uitgehouwen, die te ken- nen geeven, dat de Wollen Lakenen- aldaar getard, dat is, genat, gemeeten en gekeurd worden. De Saaihal heeft haaren ingang, door eene ruime poort in de Staalftraat, aan de noord-
|
|||||||
(x.) COMMELIN, bl. 714.
(a) Handv. i/i. 11 IS, |
|||||||
14
|
|||||||
I3Ö AMSTERDAMS IÏÏ.Deel,
Staal- noordzyde. Boven dezelve , ftaat een zo-
hof , Zr- genaamde Agnus Dei of leggend Lam, welk Sf Saai- een vendel draagt, in ileen, uitgebeeld. Hec HAL.
Staalhof
|
||||||||||||
Befchry- heeft, beneden, behalve de wooning voor
ving van den knegt, een groot vertrek, daar de La-. 55 -^JcenS geftaald of gelood, en eene Binnen- plaats , daarze, vooraf, opgehangen en be- zien worden ; eene Kamer , daar de vyf Waardyns der Lakenen, ook Staalmeeflers genaamd , beurtswyze , en een voor een, driemaal ter weeke , des Dingsdags , des Donderdags en des Saturdags, verfchynen, om de blaauwe en zwarte Lakens, de eenig^ flen, die aan 't Staalhof gebragt worden, te keuren en te looden, In dit vertrek, han- gen zes fchilderyen van Waardyns der zes- tiende en zeventiende eeuwe. De oudfle is, met het jaartal 1559, gemerkt. In ieder deezer ftukken, zyn vyf Waardyns, zitten- de, en de knegt van 't Staalhof, ftaande, verbeeld. Voorts, ziet men 'er de Naam- borden der Waardyns. Het oudfle begint, met het jaar 1539. Boven, zyn ook nog twee bekwaame vertrekken. liet eene is gefchikt tot eene vergaderplaats der vyf Hoofdman- nen van den Lakenhandel, en der vyfen-« twintig verkoorenen uit de Lakenhande-j laars: het andere, tot de byeenkomften der Överluiden van het Lakenbereiders - Gilde» van alle welke Genootfchappen wy, in de befchryving van 't Lakenbereiders - Gilde, $jad,er handelen zullen, Op dezelfde verdien |
||||||||||||
■■-''•--t*-HiriilHri
|
||||||||||||
9Bi
|
||||||||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 137
ping, is nog een vertrek, waar, van ouds, Staal-
de wolle in 't vet gekeurd plagt te worden: hof , Zy- welk vertrek, federt het verdwynen derLa-r,E*J?AI* kenweeverye, niet meer tot dit einde ge- ^*46" bruikt wordt. Nog hooger, is een vertrek, daar de Droogfcheerders hunne proef doen. Het Tarhof, welk nevens het Staalhof ftaat, en zynen ingang in de Staalftraat heeft, is thans van weinig gebruik, en dient flegts om zekere grove Engelfche Lakens, na dat zy verkogt zyn, te keuren en te meeten. De vier Tarrameeflers, die hier het opzigt over hebben, komen , in een benedenvertrek van het Staalhof, byeen. De Zyh-hal
beftaat uit een groot bovenvertrek, daar de Bf-fchry-
zyde, ruw en geverwd, gewoogen en EQ~vAinyVjn keurd wordt. Voor den fchoorfteen, is het b^ y wapen der Stad gefchilderd. Nevens dit ver- trek , is de Kamer der Hoofdmannen van de Zyde-hal, welker naamen, in verfcheiden* borden , langs de wanden , gefchreeven ftaan. De Overluiden van 't Zydeverwers- Gilde houden, in deeze Kamer, tegenwoor- dig , ook hunne byeenkomften. Voor den fchoorfteen, is het Koggefchip uit het zegel der Stad gefchilderd. De Hoofdmannen der Zyde-halHoofd-'
zyn, in't jaar 1656, aangefteld, en zes in mannen getal; twee Zyde^Handeïaars, twee Zyde-derzelvc; Lakenkoopers , en twee Zyde - Verwers^ Van deeze zes perfoonen gaan 'er , jaar- lvksj in April, een uit ieder tweetal, af: lS ia
|
||||
i38 AMSTERDAMS IILDeel.
Staal- in welker plaats, Burgemeeffceren drie an-
«of,Zy- deren kiezen, uit een dubbel getal, door de-hal de aanblyvenden en afgaanden benoemd. hal.AAI Pe Hoofdmannen zorgen, voor het onder- houden der Keuren , op het Zydeverwen gemaakt, en beflaan de overtreeders der- zelven in boeten. Ook doen zy alle gefchil- len, die over 't verwen der Zyde ontdaan, ter eerfter aanleg af, by uitfpraak of be- middeling , blyvende egter het appèl aan Schepenen open, na dat de penningen, die iemant, naar 't oordeel van Hoofdmannen, voldoen moet , vooraf, opgebragt zyn. Voorts, wordt de Hal waargenomen door een' Keurmeefler , een' Proefmeefler, een* Ontvanger, die een' CaJJler onder zigheeft, en een' Knegt. De Keurmeefler, die thans ook Boekhouder is, en uit een drietal van Zyde-verwers, by Hoofdmannen benoemd, door Burgemeefleren gekooren wordt,heeft zyne wooning in de Halle, en weegt en keurt de Zyde, die ter Halle gebragt wordt, doorgaands alleen, met hulp van den Knegt, ©f ook nevens den Proefmeefler. Alle Zy- dehandelaars , Fabriqueurs en Zydewinke- liers zyn verpligt, zo menigmaal zy Zyde, in of buiten de Stad, laaten verwen, twee eensluidende Briefjes, by hen getekend, te bezorgen aan de Zyde-Halle, inhoudende den naam van den verwer; de plaats, waar de Zyde zal geverwd worden, en hoe veel Zyde, tot ieder kleur, gefchikt is. Zo de Zyde karmozyn, dons, hard zwart, of naai- en flikzyde tot zwart is, moet zy, eerfl ruw, en naderhand, geverwd zynde, nog eens, ter
|
||||
I.Boek. Weereldltke Gebouwen. 139
ter Halle worden gezonden, om gekeurd te Staal-
worden ; waartoe de Keurmeefter of de hof , Zy- Knegt zig, dagelyks, van negen tot half DE-HAL twee uuren, in de Halle > moeten laaten HAU vinden. Die dit verzuimt, verbeurt de on- aangegeven Zyde, en duizend guldens daar- boven. Van ieder pond Zyde wordt zeker bosgeld, ten behoeve van de Halle, betaald, welk, door de Hoofdmannen, verhoogd of verlaagd wordt , naar tyds gelegenheid ; doch niet hooger dan een en een halven ftuiver loopen mag. Allen, die Zyde laaten verwen, moeten, by eede, in handen van Burgemeefteren , belooven , dat zy geene Zyde of Floretten, tegen de Keuren, zul- len verzwaaren, noch, verzwaard zynde, verwerken; en dat zy dezelven niet om te verwen verzenden zullen, voor dat zyze, ter Zyde - Halle, gezonden of aangegeven hebben. De jongfte Keur,op het verwen der Zyde ende Zyde-Halle gemaakt, is van den vierentwintigften Maart des jaars 1758 (b).
De Saai-Hal
plagt, voor 't jaar 1632,00k tot eene Vent- Befchrv-
en Beleenhal van Saaijen en Lakenen te die- ving dér nen. Doch de Vroedfchap befloot, in 't Saai-Hal. gemelde jaar, deeze Vent- en Beleenhal af/ te fchaffen (c). Sedert, dient de Saai-Hal, alleenlyk, tot het keuren van geverwde wol- len (h) Kcuib. T. ƒ. 439 verf*.
(c) Refol. Vroedfch. N. \6. 4 Sept, 1*31. 3 fop, itfjj.
ƒ. 264 vtrf»i 272, |
||||
i4o AMSTERDAMS IÏÏ.Deel.
Staal- len Hoffen. Zy beftaat, beneden, uit twee
hof.Zy- groote vertrekken, agter eikanderen, het de hal eerfte Wordt de Blaauwhal, het tweede de en^ aai- ^warthal. genaamd. In de eerfle, worden de blaauwgeverwde ; in de tweede , de zwartgeverwde Saaijen en diergelyke Hof- fen gebragt, om gekeurd en gelood te wor- den. Boven deeze vertrekken, zyn twee Kamers, eene van de Hoofdluiden der Saai- fieeringe, die aldaar, om de drie maanden, vergaderen, en eene van de Staalmeefiers der Saaijen, van welken 'er twee, tweemaal ter weeke, des Dingsdags en des Vrydags, 's morgens, tot het flaalen der Saaijen, op de Halle komen. Op de kamer der Hoofdlui- den, hangt een groot ftuk,waarin vierder eerfle Hoofdluiden, Jaques de Win, Pieter Noortdyk, Gerrit Kuycken en Gerbrant Ans- /ö, die, in 't jaar 1643 , dienden,benevens den Knegt der Saai-Halle, Jan Stockmans, gefchilderd zyn: welk fluk, door de Hoofd- luiden , uit hunne eigen beurze, bekoffcigd, en aan de kamer alleenlyk geleend is; ge- ]yk , in het Refolutieboek der Halle , op den negenentwintigften January des jaars 1644, ftaat aangetekend. Voorts, heeft de Knegt der Saai - Halle zyne wooning bene- den. De Hoofdluiden zyn nog vier in getal,
twee van welken, jaarlyks, in January, afr gaan, in welker plaats, twee anderen, door Burgemeefleren , uit een benoemd dubbel getal van de voornaamfte winkeliers , ge- Icooren worden. Zy ftellen, alle drie maan- den, den prys op hetzwartverwen5endraa^ gen
|
||||
I Boek. Weereldlyke Gebouwen. 141
gen zorg, dat de Saaiverwers hunnen eed, Kistbn-
volgens welken, zy geene verbooden verw-MAAKERs* floffen gebruiken mogen, naarkomen: ookpAHD* dat de Lakenverwers niet te gelyk Saaiver- wers zyn (d). De Staalmeefters, die agt in getal zyn,
•worden allen , jaarlyks , vernieuwd , door Burgemeefteren. Hun werk is; de Saaijen, eerft als zy geblaauwd, en naderhand, als zy zwart geverwd zyn, te doen flaalen vol- gens de Keuren: 't welk, door den Knegt van de Saai-Halle, gefchiedt: en waarvoor, volgens eene Keure van den dertigflen Ja- nuary des jaars 1733, een Huiver van ieder ftuk blaauw, en een en een halve Huiver van ieder Huk zwart betaald wordt (e). De Staal- meefters mogen, niet flegts in alle Verwe- ryen, maar ook in alle Persferyen en Kalan- deryen , onderzoek doen, of aldaar ook goe- deren geperft of gekalanderd worden, die niet belioorlyk gelood zyn. |
||||||||||||
XII.
Kistenmaakers-Pand, |
||||||||||||
D
|
e Kapel van 't S. Juriaans- of S.Joris- Befchiy-
Hof, welk, in de veertiende en vyf-*»ng vaii |
|||||||||||
tiende eeuwe,tot een Leproozen-huis dien-J^*^"
de, werdt, gelyk wy, reeds op eene ande- kerJ. re plaats (ƒ), nebben aangetekend, na deP«ni. ver«
(d) Handv. hl. izU.
(#) Handv. hl. 114«. ff) I. DttJ, I, £«<. hl. lol» |
||||||||||||
"■......>«*■■ '."' ■■»WiiW^^"^^WVÜPIMMMRIMRi
|
||||||||||||||||
142 AMSTERDAMS IIÏ.Deel.
Kisten- verandering der Regeeringe, gefchikt tot MAAKERs- een E1 s T e N M A A ie e R s-P A N D, voor welk,
Fand. . in >t jaar ^^ de eerfte my bekencje q^ donnantie gemaakt werdt. Het ftaat in de
Kalverftraat, regt over den Heiligen weg, op den zuiderhoek van de OJieflaagers (leeg. 't Gebotfiv , na de jongfte uitlegging der Stad, in de voorgaande eeuwe, veel te klein bevonden wordende, werdt merkelyk ver- breed, en tot aan 't Rokin toe verlengd, en kreeg het Stads wapen in den voor- en ag- tergevel. Het heeft tweo verdiepingen bo- ven den grond. De benedenfte wordt, van agteren aan 't Rokin, gedeeltelyk, gebruikt tot een Pakhuis voor de Concherge; alwaar het huisraad en de goederen, die by execu- tie ftaan te worden verkogt, gebergd wor- den. In 't overige en grootfte gedeelte van 't gebouw, zo wel dp de twee bovenfte ver- diepingen als beneden, (lellen de Kiflen- maakers of Schrynwerkers deezer Stede, die tot S. Jozefs gilde behooren, allerlei kaflen, tafels, iloelen en ander werk, meeft van fyn hout gemaakt, openlyk , als in eene win- kel , te koop. Óver den verkoop ftaan twee vrouwen , eene van welken, door Burge- meefteren , wordt aangefteld. De andere |
||||||||||||||||
•
|
is de huisvrouw van een' Pandbroeder. Zy
|
|||||||||||||||
verkoopen het werk, tot den prys, die 'er
van de Pandbroeders, welken ieder maar één Huk werk in 't Pand mogen hebben, op ge- field is, en genieten ieder een oortje van de gulden. Twee andere oortjes worden ge- nooten door twee Kofteama.akers of Schryn- wer-
|
||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||
mÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊimÊÊÊÊÊÊÊÊiÊÊÊm
|
||||||||||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen, 143
werkers, die, by beurten , zo wel als de Witweh-
vrouw van een' der Pandbroederen, agc da- **** gen agtereen, in 't Pand oppaiTen. DochPAND- uit deeze vier oortjes moet de huur vän 't Pand aan de Stad betaald worden, volgens eene Ordonnantie van Burgemeefleren van den elfden September des jaars 1657 (g). 't Getal en de foort of zwaarte der {lukken, die, op de eerfle en tweede zolder, geplaatfl mogen worden, is, by de Ordonnantie, be- paald. De plaatfen in 't Pand worden, by lootinge der Overluiden van 't Gilde, onder de Pandbroeders, verdeeld. De Pandvrouw of Oppasfler moet het werk, tweemaal ter weeke, afveegen. Die geene open winkel houdt mag geen werk in 't Pand brengen, Eindelyk, moet de Pandvrouw nette aante- kening houden van 't verkogte, en van den prys, tot welken het verkogt is. ■ f
XIII.
, . -
WlT WERKERS-P AND.
De Witwerkers, die alleen in week hout,Befchry •
en binnenshuis mogen werken, plag-ving van ten, hier te Stede, eene Markt te hebben,JjJJJJ; aan de wellzyde van den Singel, tuflchenpan^ de Warmoesgraft en oude Lelieflraat. Doch deeze Markt werdt, in 't jaar 1667, op de nieuwe Reguliers- of Botermarkt overge- bragt (£) j daar zy egter niet fchynt gehou- den (g) Groot-Memor. Sm Vf, ƒ. 14« -vtrf;
(ƒ;) Handy, bl. gjo. |
||||
144 AMSTERDAMS ÏIÏ.Deê£,
Witwer-den te zyn; alzo den Witwerkeren, den een- kers- entwintigflen July deszelfden jaars, werdt Pand- toegeftaan, op hunne eigene koflen , een Witwerkers-Pand op te regten (i)t Men fchikte hiertoe het huis , waarin de Reélor der Latynfehe Schoole aan de nieu- we zyde plagt te woonen, welk toen ledig ftondt. Doch dit Pand verbrandde onge* ïukkiglyk, met de drukkerye van Blaauw, op den twee en twintigflen February des jaars 1672 (£). Men regtte egter, eerlang, een ander op, op den Nieuwendyk* by de Gravenftraat , waarvoor 't Geregt, den twintigflen January des jaars 1675, eene Ordonnantie vaftflelde (/). Maar dit Pand, waarover, onder de Pandbroeders, al vroeg, merkelyke oneenigheid ontflaan was (m)9 fchynt niet veele jaaren in ftand gebleeven te zyn. Immers, ik vind 'er, in de Stads Regißers, na 't jaar 1691 (»), geen gewag van gemaakt. En tegenwoordig wordt het ge- wezen huis van den Re&or der Latynfehe Schoole aan de nieuwe zyde, in de Graven- ftraat, nog kenlyk aan de plak en roede, die in den gevel ftaat , wederom tot een Witwerkers - Pand gebruikt. De Witwerkers (lellen hier, evenals de Kiflenmaakers, in 't Kiflenmaakers-Pand , hunne waaren te koop. XIV.
(i) Hxndv. bl. 1196,
(k) Van der Heyde Befchr. der Slang-Brandfpuiten ,
bl. ij. |
||||
J.Boék* WeëreldLykè Gebouwen* 14$
XlV\
STADS WERKPLAATSEN, Stads Timmertuin^
De oudflie Stads Werkplaats is geweefl ßefchry-
de Stads Timmertuin,eertyds,*mS der de ócafferie of Schafferye genaamd > en ge- ^rk. legen, tufTchen d^ Klooftere der oude en piaatfen. nieuwe Nonnen, terplaatfe, daar, federt, i. het Oude-zyds-Heeren-Logement gefligt isj Jmm6r' gelyk, uit de Kaart van CornelisAn- thoniszoon, klaarlyk', te befpeuren is; Men vindt van deeze Scafferie gewaagd, in eene Ordonnantie van Burgemeefteren van den eenentwintigden Maart des jaars 1528 (0). Ëenige jaaren laater* werdt beflooten, dezelve te vergrooten (/>) : waartoe, eer* lang j een huis, naar de zyde der lange Brug^ ge, aan den Amltel, gekogt werdt (q). En 't zy dat de Schaffery federt merkelyk uit- gelegd , 't zy dat zy wat meer zuidwaards verplaatft wierdt; men vóndtze, in de vol- gende eeuwe b ter plaatfe daar, federt, de nieuwe Doeieftraat is aangelegd, tufTchen de huizen van 't Gafthuis en de Kloveniers- Doele» Zy hadt hier twee deftige hardftee- iien poorten: eene van welken, toen men, in
(o) Groot-Memor. Nk I. ƒ. 294 verf«,
(p) Refol. Vroedfch. N. 1. 10 Dec. i;fii, \q) Gioot-Memor. N.. U. ƒ. $14. |
||||||||||
•
|
||||||||||
VIL Stuk. K
|
||||||||||
s
|
||||||||||
&4JÖ AMSTERDAMS HLDttÄ
Stads in 't jaar 1630, geraadcn vondt, den Stads
Werk- Tuin te verkoopen, voor 't Meisjes - Wees- PLAAT- nujS) jn de S. Lucicnileeg,gjplaatil: werdt. |
||||||||||||||
32N.
|
||||||||||||||
De andere werdt, wat laater, gefield voorde
Doorliigtige Schoole , op den Kloveniers- burgwal. Men befloot toen, den Timmer- tuin te verplaatfen op Jan Pieter dartfens Land (r), zynde, zo ik my niet bedriege, een hoek gronds aan de Baangraft, milchen de Anjeliersftraat en deTuinftraat. Immers, 't is bekend, dat de Stads Tuin, aldaar, voor 't jaar 1660, gelegen was, hebbende eenen ingang in de 'i uinflraat (s), die, waarfchyn- |
||||||||||||||
lyk, deezen naam naar den Stads Tuin, ge*
|
||||||||||||||
kreegen heeft. Doch ter gelegenheid van
de jongde vergrooting der Stad, werdt de Timmertuin wederom van daar verplaatft, aan de zuidzyde van de Onbekende of Ag- tergraft, tufTchen den Amftel en 't Weesper- Plein , alwaar dezelve nog tegenwoordig is. Van ouds, werden, in de Schaffery, ook fchuiten en fchepen getimmerd, ten dienfte der Stad ; doch tegenwoordig wordt 'er al- leenlyk allerlei Huistimmermans werk ge- maakt. Voorts, heeft men 'er byzondere winkels van Wagenmaakers,Smids, Sloten- maakers, Loodgieters en Leidekkers , ten .dienfte der Stad. De Brandfpuiten, en de Hangen en lederen emmers, tot dezelven , worden'er, jaarlyks, gemaakt en verfteld. Aan twee zyden en in 't midden van den Timmertuin, zyn lootfen opgeregt, onder wel-
■
(r) Refol. Vioedfch. N. i«. n Dec. j6io. f. 174.
(sj M.efol. Vioedfch, L*. L. 31 Maj 1677. f. zog. |
||||||||||||||
m
|
||||||||||||||
|
||||||||
t.BoÊK. WèërèldlykeXjèbotjwen. 147
welken, het gezaagd hout geplaatft wordt. Stadj
De ongezaagde balken en 't eekenhout leg- Werk- gen, agter en bezyden den Tuin, in 't wa-PLAAT- tex. De Stads Timmermans Baas, die 't op- zigt over al 't werkvolk heeft, en de Boek- houder hebben hunne wooningen aan den Timmertuin* ■
Stads Steenhouwery tn Metseltüin.
De Stads St eenhouwer y was, in de 2.
voorgaande eeuwe, in de Staalftraat, Steenhou- by d.m Groenen Burgwal, tegen over de jjJS^ Saai-hal, gelyk, uit de Kaart van Baltha- tuin, Zar Flüriszoon , blyken kan. Doch zy werdt, eerlang, verlegd, eerft langs den Stads wal, aan 't einde der Heerengraftj tegen over de Beulingftraat, van waar zy zig, tot aan 't einde der Keizersgraft, uit* ftrekte (f) ; en daarna aan de Baangraft , noordwaards van de plaats , alwaar, in de jongïle vergrooting, de Leidfche graft ge- graaven werdt («). En hier is zy, nog te- genwoordig. Boven den ingang, leeft men Stads Metseltuïn. De Stads Met* felaars-baas heeft 'er zyne wooning, en het opzigt zo wel over de Steenhouwers, als o yer de Metfelaars» Ook wordt hier de voor- raad van fteen, kalk en andere noodwendig- heden bewaard, tot de dagelykfche behoef- ten der Stad. 3. Stads (t) FlL. VON ZESKN f> ÏOJ.
(«) Reibl. Vioedich. L*. n. g Juny 1663, f. 4 vtrft.
|
||||||||
K*
|
||||||||
r-J
|
||||||||
Ï4& AMSTERDAMS III.Deêl.
Stads
Werk- 3-
PLAAT*
SE». Stads Schüitenmaakers-Werf.
3, |"n de vyftiende en zeftiende eeuwe, toen
Schuiten- J_ de Stad, voor haare rekening, Oorlogs- imakers- fchepen deedt bouwen, hadt zy eene Scheeps- ert' timmerwerf noodig: en hiertoe diende haar
de Schaffery, van welke wy boven gefpro- ken hebben. Doch na dat, met de veran- dering der Regeeringe, het beleid van den oorlog te water gefield was aan de Collegien. 'ter Admiraliteit, die hier en elders werden opgeregt, hadt de Stad , alleenlyk , eene Werf noodig , tot het maaken van Vlot- fchuiten , Modderfchouwen , Vuilnispraa- men, en diergelyken. Hiertoe werdt, by de laatfte uitlegging der Stad, eene plaats ge- fchikt op Ooftenbiirg , thans de Stads Schuitenmaakers-Werf genaamd, over welke , een Stads Schuitenmaakers** Baas het opzigt heeft. 4.
Stads Geschut- *»Klokgieteky. 4. Tet Klokgieten werdt, van ouds, hier
G^äMt JL JL ter Stede, geoefend, door iemant ,. Tieten.' ^e eene jaarwedde trok van de Stad. Zo vind ik, dat, op den agtentwintigften Ju«
ly des jaars 1529, aan Goebel Zael, twintig guldens 's jaars werden toegelegd, zo lang hy 't Ambagt van Klokgieten, in de Stad, oe-
|
||||
LBoek. WeereldlykeGeboitwen. 14p
oefenen zou (v). Doch de Vroedfchap, alsTADs
voor 't einde der zefliende eeuwe , geraa-WERic- den gevonden hebbende, jaarlyks, tweePLAAT- halve kartouwen te doen gieten, voor re-SEN* kening der Stad (w), bediende zig daartoe van eene Gefchut- en Klokgietery in een bolwerk, leggende, naar de tegenwoordige gedaante der Stad, op de Keizersgraft, by de Leidfche graft (x): alwaar derzelver ge- dagtenis nog bewaard wordt, in een pak- huis , de Klokgietery genaamd, op den hoek van \ Molenpad. De naaftlaatfte uitleg- ging der Stad, in 't begin der zeventiende eeuwe, in welke eenige nieuwe Kerken wer- den gebouwd, welker toorens van klokken voorzien moeften worden; behalve dat ook de uitgeftrekte Stads wallen meer gefchuts vereifchten; gaf gelegenheid, tot het op- regten eenernieuweGeschut-wKlok- g 1 e t e r y e , die, in 't jaar 1614, gebouwd werdt; doch naderhand vernieuwd, en nog in wezen is. Zy ftaat ten einde van de Kar- thuizersftraat, aan de Baangraft, tegen over de Zaagmolenspoort, en pronkt met Stads wapen in den voorgevel , op welks top, een klok ftaat tuffchen twee fchuins tegen eikanderen ftaande ftukken kanon. In 't jaar 1681, werdt eerft bellooten, de oude Ge- fchutgietery op de Keizersgraft te verkoo- pen,, en de andere te verhuuren (;y);gelyk, ■ nog tegenwoordig, gefchiedt. In dezelve, wordt,
(■v) Oud Regifter ter Thefaurie, Cas N. II« ƒ. i»a.
(w)Re(ol. Vroedfch. W. 6. iz Feir. i$9*. (x) FlL. VON ZESEN p. 206. (y) Reiol. Viocdich. Lr. O. jo April ü$i. f. \*
K3
|
||||
ISO AMSTERDAMS IRMU
Stads wordt, onder opzigt van den Stads Gefchut^
Werk- en Klokgieter , allerlei metaalen gefchut 'ett plaat- klokken,'zo ten diende der Stad, als Van andere Plaatfen, en van byzondere Perfoo- nen, gegooten. 't Gefchut wordt , door middel van eenen zwaaren molen, die met een paard rond gedreeven wordt, na dat heê gegooten is, geboord. Van doezen molen f wordt een model, in 't klein, op het Stad* huis, in een geflooten vertrekje, agter de Wapenkamer, bewaard, »
pROEFWERF Van 't GESCHUT €U
de Snap H aan en.
5- /"'I^ot het beproeven beide van klein fchiet-
Jerfvan X geweer en van grof gefchut, werdt* 'tGeJcbut.d in 't jaar 1544, eene Werf geordonneerd achter montelbaen buyten der Kae (z), dat is, op het Eiland, welk, federt, L ilenburg ge- naamd is. Doch na 't vergrooten der Stad, in de voorgaande eeuwe, is deeze Proefwerf verder Y-waards verplaatft, op een ftuk bui- tendyks rietland, tufTchen de nieuwe vaart én 't Ziekenwater; welk,met fterke houtert Jootfen, ten diende van 't arb eidsvolk, be- timmerd is. Geen kanon, noch Joopten van fnaphaanen mogen, hier ter Stede, verkogt, noch uitgeleverd worden, dan na dat zy be- hoorlyk geproefd zyn: waartoe zes gezwoo- ren Proefrneeßers zyn aangefteld, De Joopen, • ( die,
(») Groot'Mcmor, N, I. ƒ, 311,
|
||||
IBoeK. 'Weerëxdl?ke Gebouwen. 151-
die, door de Ooft- en Weftindifche Maat- Stad»
fchappyen, verzonden worden, zyn hiervan Wlrk alleenlyk uitgezonderd. De beproeving van PLAAT* 't gefchut gefchiedt, met zo veel beft kor- relkruid, als de kogel zwaar is, tot welken het ftuk gefchikt is. De eigenaars betaalen, behalve voor't proeven, ook iet voor't regt der Gefchutwerf, welk aan de Thefaurie- Ordinaris verantwoord wordt (a). ■'t'.
6.
|
||||||||||||||||||||||
Stads Salpeterhuis.
■
Tot het rafineeren, of zuiveren der Sal- 6.
peter, die, onder anderen, in 't maa- $alPet&r' ken van Buskruid, gebruikt wordt, werdt, in 't begin der voorgaande eeuwe, na dat de graften en ftraaten van de naaftlaatfte vergrootinge der Stad gerooid waren, een Rafineerhuis opgeregt, nu, in't ge- meen,het Salpeterhuis genaamd.Het ftaat, ten einde van de Palmgraft of nieu- we Braak, aan de noordzyde, en voert het Stads wapen in den voorgevel, waaronder men , naar eene ouderwetfche wyze van {peiling, leeft |
||||||||||||||||||||||
r
|
||||||||||||||||||||||
Treef-fe-neer-huis.
|
||||||||||||||||||||||
In dit huis, wordt de Salpeter gezuiverd,
onder 't opzigt van drie Kcurmeeflers der zelve, die eenen Meefterknegt onder zig hebben, en, van tyd tot tyd , de gerafE- neei-
|
||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||
(a) Handv, bl, loji-iopj.
K4
|
||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||
15* AMSTERDAMS IIT.DEEt;
neerde Salpeter, eer dezelve aan de koo^
pers geleverd wordt, komen opneemen en keuren. Stads Kar- £»Paardenstallen.
Tn diende der Sleepers, die Koopmans-.
goederen naar en van de Waage flee- pen, was, al van ouds, een Stads Paarden- flal gebouwd aan den Dam (b), ter plaatfe, daar nu de Beursfleeg is. Doch, ter gele^ genheid van het fligten der Beurze, in den jaare 1608, en het maaken van eenen be- kwaamen opgang derwaards, in den jaare ï6i 1, werdt men genoodzaakt de Paarden- ftal te verplaatfen. Men verkoos daartoe eene plaats op de ooftzyde van den Nieuwe -. zyds - Voorburgwal, bezuiden de Nieuwe Kerke, omtrent de plaats, daar toen de Ap- pelmarkt gehouden werdt. Hier werden eenige huizen van Jan Dirkszoon , byge- naamd Doet 'er niet toe, overgenomen, en afgebroken (0, en de Stal werdt, in 't jaar 1Ó12, volbouwd (d). Het ftigten van het nieuwe Stadhuis , omtrent veertig jaaren laater, was oorzaak, dat deeze Paardendag met een geheel blok huizen, benoorden ety agter het oude Stadhuis flaande, moefl af-, gebroken worden. En toen werdt eene gei Keel nieuwe aanzienlyke Stal geftigt, aan fle weilzyde van den zelfden Voorburgwal, r tust
(b) Groot-Memor. N. II. ƒ. 221.
(c) Kefol. Vroedfch. N. IX. »j May, »7«y Kill,/.iz,
(d) Groot-Metnor. N. II. ƒ. 2^,
|
||||
Ï.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 153
tulTchen de Mol- en I ïuiszitten - fteegen, op Stads
eene fteenen brug (e), 't Gebouw was, in Werk- 't jaar 1661, reeds voltrokken; in 't beginp,AAT* Van welk jaar, eene Ordonnantie gemaaktSE ' werdt, op 't gebruik der bakken , in de nieuwe ftallinge (ƒ ). Een gedeelte van 't gebouw, op den Agterburgwal uitkomende, werdt, federt, gefchikt tot eene Stads A- potheek. Doch na dat, in 't jaar 1748, de Pofteryen der byzondere Steden , en ook die van Amfterdam aan 't gemeene Land van Holland waren afgeftaan, werdt de Stads Paardenftal en drie wooningen daarby be- hoorende , waaronder ook de Stads Apo- theek, indenjaare i753> aan Holland tot een Generaal-Poft-Comptoir verkogt, voor eene fomme van vyfenveertig duizend gul- dens (g). Tot geryf der Sleepers, zyn Jdeine houten open ftallingen gemaakt, zo op den Dam aan 't water, als agter 't. Stadhuis. De Stads Apotheek is in 't Gaft« huis verplaatft. Doch tot ftallinge voor de paarden, die
voor de Afch- en Vuilnis - karren gebruikt worden, en voor de Karren zelven, heeft de Stad nog drie andere gebouwen aange- legd of gefchikt, die allen aan afgelegen oorden ftaan: een by deLeidfche Poort, een ten einde der Reguliersgraft , #en een tus- fchen de Utrechtfche Poort en Amftelbrug. Jiet laatftgemelde is eerft tot een Stads-Ma^ ga.'
(e) Refol. Vroedfch. N. 2". 8 7"ny l6!z' f' *+*•
(f) Groot Memor. N. V. ƒ. 42.
fin Refol. Viocdfch. Lr. RR. 14 Ntv. lj§U ƒ. J7<>»
K5
|
||||
154 AMSTERDAMS IILDeeu
Arf!LLE«gazyn, om gefchut en wapenen te bergen,
KY- of aangelegd, en naderhand tot eene Tapyt- Wapen- maakery verhuurd geweeft ; doch wordt, e»UIKoo- federt weinige jaaren , gebruikt tot eene Renpak- Stalling voor Afchkarren en paarden. HUIZE«
der Stad. Xy
■
ArTILLERY- o/WaPENHUIZEN,?»
Koorenpakhuizen der Stad.
Befchry- T^\- oorlog met de nabuuren,in welken,
ving der ^ J Amderdam, al vroeg in de vyftiende siad.su eeuwe, is ingewikkeld geweefl: , heeft al- oÜVapen ^aar net verzamelen van wapenen, gefchutf iuizen. en buskruid, tm diende der Stede, ook ai vroeg, noodzaakelyk gemaakt; en gevolge- lyk ook het digten van Artillery- of Wapenhüizen, waarin dit alles bewaard werdt. Het buskruid werdt, van ouds, al- leen bewaard in den toernnen of toor^ns om~ me der Stede; gelyk duidelyk blykt, uit eene Keure van den vyftienden December des jaars 1507 (h). Doch het oudde Wapen- huis of Bushuis, gelyk het eertyds genoemd werdt, werdt, eerd in *t jaar 1551, aan- gelegd, op een erf agter 't Paulus Broeders- Klood^r (?) , naad en benoorden het tegen- woordig Kr*nkzinnigen-huis; en was, in 't jaar 1554, nog niet volbouwd (£). Men fcheen, kort na dat het volbouwd was, te nei-
•
■«■■
(h) Keutb. B. ƒ. 98 verfo.
(i) Refol. Vroedfch. Jv.*l. 17 0#. ijjo. 20 Maart 15JI.
(k) Refol. Vioedfch. N, 1, 16 Nov. ijh.
|
||||
L Boek. WiitÊLDtWi Gebouwen. 155
neigen, om het tot een Peflhuis te fchikken, Artili«-
én het Paulus-Broeders-Kloofler , welk ge- ky of noegzaam ledig ftondt, tot een Gafthuis te Wapen' verkrygen (/). Doch toen, na de verande- m Koo.' ring der Regeeringe , dit Kloofter en de renpak- Kerk tot een ander einde werden vertim- huizen merd, bleef men zig van het Bushuis be-der Stad* dienen, tot het bewaaren der Stads wape- nen ; tot dat het, in den jaare 1603 , aan de Ooftindifche Maatfchappye, tot een Spece- ry-pakhuis, verhuurd werdt (tri). Kort hier- na (»), ftigtte de Stad een ander Wapen- huis, aan de ooilzyde van den Singel of Koningsgraft, tuffchen de Handboogs- en Voetboogs-Doelen; 't welk nog in wezen is, en waarin , beneden , tegenwoordig, meeft affuiten, kogels en granaaten worden bewaard. Op de zolders , plagt veelerlei handgeweer te leggen: 't welk, federt, op de Wapenkamer, boven in 't Stadhuis, ver- plaatft is. 't Gebouw zelf is flerk en groot; pronkt, met het wapen der Stad en het jaar- tal 1606, in den voorgevel, en komtagter in de Handboogftraat uit. 't Vergrooten der Stad gaf , eerlang, en van
aanleiding tot het fligten van twee nieu- &***- we Magazynen , of Wapenhuizen. Men Sfjjj£ verkoor , hiertoe , een plek gronds , ten zen, einde der Brouwersgraft, aan de zuidzyde, tuffchen de Baangraft en eene plas waters, ds
(l) Refol Vreedfch. N. i. 19 Juny, $ J*ly IJ58.
(tn) Relol. V;oedfch. N, S H* ** sAfril K63. ƒ. 4ij» (») Refol. Yioedfch. N, lo. zo /lpr. 160$. f. $9 verf**
|
||||
<
|
|||||||
i$6 AMSTERDAMS III, Deel»
Artille- de Braak genaamd (4), die, federt, aange-
BY- of hoogd, en met huizen betimmerd is. Hier Wapen- wer3en, in gevolge van een befluit derVroed- en Kop- &hap van den jaare 1635 (o),vier aanzien- BENPAK- lyke Pakhuizen getimmerd, niet, gelykfom- hui?en migen willen (p), in de jaaren 1622 en 1623; TAD* maar, gelyk anderen (q) aantekenen,in de jaa- ren 1647 en 1648; omtrent welken tyd, de gantfche Brouwersgraft, van de Heerengraft af weflwaards, eerft bebouwd werdt. Twee van
(») Refol. Vroedfch. N. 17. 13 ^Apr. i6is. ƒ. 8« verf«,
(p) COMMELIN , bl. «68. (q) F VON ZESEN, hl. zu. (4) Twee plaatfen binnen de Stad draagen den
naam van Braak: de oude Braak, binnen den nieu- wendyk, tuffchen de S. Jakobsftraat en de Nieuwe- zyds-Ärmfteeg , en de nieuwe Braak , binnen den Haarlemmerdyjc, op de Brouwersgraft; van welke laatfte wy hier fpreeken. 't Is te vermoeden, dat zy deezen naam gekreegen hebben, naar twee doorbraaken in den dyk, die, in de oudfte tyden, dikwils, plag- ten voor te vallen, en onder anderen, omtrent de jaaren 1362, 14056111510. Zie Handv. van Rynland bl. 11, 31, 133. De waterphiflen, die, door deeze doorbraaken, veroorzaakt waren, fchynen den naam van Braak gedraagen te hebben. En zulk eene Braak; ziet men, in de Kaart van Cornelis Antho- niszoon, even buiten de oude Haarlemmer-Poort aan den Singel, afgebeeld. De plaifen, aangehoogd en bebouwd zynde, behielden den ouden naam. In 't jaar 1751, werdt, by 't graaven in de grondflagen van een huis , (taande aan de noordzyde van de Brouwersgraft tuffchen de Brouwersftraat en Prin- fengraft, en dus binnensdyks, het agterend en roer Tan een tamelyk groot fchip gevonden, en daarby een ftuk van eene zeer ouderwetfche palmhouten kam. Men mag vermoeden, dat dit fchip, qf een gedeelte van het zelve, by het doorbreeken van den dyk, naar binnen geflaagen, of gedreevcn ge* worden is. |
|||||||
I Boek. Wéereldlyke Gebouwen. 157
van deeze Pakhuizen of Magazynen ftaanop Artillb*
de Brouwersgraft; twee anderen op de Baan- »t- of graft, nevens eikanderen. Zy zyn, boven Wapen* het onderfluk, vyf verdiepingen hoog, met "^kqo-* de vliering, en pronken, boven, tuflchen renpak- ieder paar voorgevels, met het wapen der huizen Stad. Het onderfluk van een deezer Pak- ^rSTAD< huizen op de Brouwersgraft wordt, tegen- woordig , ook meeft tot berging van affui- ten en kogels gebruikt. Op de zolders, wor- den Stads graanen en andere voorraad be- waard. Doch wanneer de Stad, gelyk te- genwoordig (1764), geenen voorraad van graanen heeft, worden de zolders deezer Magazynen verhuurd. De onderftukken zelven, die eigenlyk tot berging van gefchut en kogels zyn aangelegd, worden thans,op een na, ook verhuurd. Men heeft, voor eenige jaaren, in beraad gelegd, om deeze vier Stads Pakhuizen te verkoopen (r); 't welk egter, tot nog toe, niet gefchiea is. Toen men, in 't jaar 1684»'t zy met of Nieuwe
zonder grond, bedugt was, voor eene ge- Magazy- weldige onderneeming op de Stad, van de nen* zyde des Prinfen van Oranje, werdt, by de Vroedfchap, beflooten, nog drie lootfen, digt onder de wallen , te timmeren, tot berging van gefehut en wapenen (s). En dit befluit werdt , in de jaaren 1686 en 1687, voltrokken, met deeze verandering nogtans, dat men, in de plaats van lootfen, drie lange laage lieenen gebouwen deedt op-
(r) Refol. Vroedfch. I'. IX. 11 Sept. 17}«. ƒ. «7.
\t) Refol. VlOCdfcb, L*, Q. 13 Juny j<Jg+, ƒ. 14.1. |
||||
158 AMSTERDAMS IIIDe*^
ARTiLLE-Opregten, een binnen het bolwerk de Oos#
»T- of terbeer, by de zogenaamde Heertjes-Lyn* WAWM* baan ; een tLlffchen de Amftelbrug en U-
STkoo.' trechcfche Poort, en een binnen het bolwerk Kenpak- Osdorp tegen over de Looijersgraft. In het huizen eerfte deezex drie Magazynen en op de werf •der Stad. nevens het zelve, wordt, tegenwoordig, het grootfle gedeelte van 't Stads Metaalen ka* non, affuiten en kogels bewaard;zyndehet gefchut, federt het jaar 1736, uit de Ma- gazynen op de Brouwers- en Baangraft, en van elders, derwaards overgebragt (?). Doch de twee anderen zyn, al voor lang, tot een ander gebruik, gefchikt geweeft. Het Ma* gazyn tuflchen de Amflelbrug en Utrecht- fche Poort, laatftelyk tot eene Tapytwee- very verhuurd ge weeft zynde, wordt, fe- dert weinige jaaren, gebruikt tot eene Stads Stal, waarin een gedeelte der Afchkarren, en der paarden, die dezelven trekken, ge- plaatft worden («). 't Magazyn over de Looijersgraft is een Wagenmaakers winkel, daar de Stads karren en wagens gemaakt en herfteld worden. De Wapenkamer op het Stadhuis dient,
federt het einde der voorgaand» eeuwe, tot berging van al het Stads handgeweer \v). ?t Stads Buskruid heeft, tegenwoordig, gee- ne bepaalde bewaarplaats. Ik weet niet, of jhet Kruidhuis , welk fommige Grondteke- ningen der Stad, omtrent het einde van den Kadyk, geplaatfl hebben, een Stads gebouw ge-
(t) Refol. Vroedfch. L*. LL. 12 Sept. i7i6. ƒ. g»
(u) Zie hier voor, bl. ijj.
(v> Refol. Vioedfch. U. Y. 1 Aug. i69S. f. SXf
|
|||||
■iiiiiii............— -"
|
|||||
1. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 159
geweefl: zy, of niet. Doch het is, al lang, artiixs.
yerdweenen. ry of Rondsom de Stad, zyn, tegen woordig,WAP£N*
zes Batteryen, allen met grof Metaalen ge-^Koo' fchut, leggende op zwaare affuiten, beplant: renpak- een van drie agtuenponders, aan Keerweêr; huizen een van vier vierentwintig, en vier agttien- jïfJjj*1* ponders, aan de Oofterbeer; een van vierryen, twaalfponders, tuffchen het Bolwerk We- teringspunt en de Weteringspoort; een van vier twaalfponders, by het Bolwerk Slooten, even bewerten de Leidfche Poort; een van vier vierentwintig ponders, by het Bolwerk Wefterbeer , benoorden de Haarlemmer- Poort , en een van gelyke vier vierentwin- tig ponders, nog meer noordwaards, aan 't Blaauwhoofd. In vyf Kazematten , onder de wallen der Kazemat-
Stad, rtaat ook Metaalen gefchut, te wee-ten- ten, drie zesponders onder 't gordyn tus- fchen de .Bolwerken Oofterbeer en Outewaal; drie diergelyke flukken, onder 't gordyn be- werten de Weteringspoort; en nog drie dier- gelyken, onder 't gordyn bewerten de Leid- fche Poort. In ieder der twee overige Ka- zematten , onder de twee vleugels van de Amftelbrug , ftaan maar twee zesponders. Voorts, zyn 'er, onder twee boogen van de gemelde brug, naar 't een en 't ander einde toe, twee Kelders , in ieder van welken, drie agttienponders ftaan, die den Amftel beftryken. In de zeftiende eeuwe , fielden Bürge- Commis-
meefteren eenen Artillerymeefter aan, die 'c^arisseh opzigt hadt over de Stads wapenen. Hy TilLEry. werdt,
|
||||
itfo AMSTERDAMS ÏII.Deèl,
Artille- werdt, zo 't fchynt, van ouds , ook Bus*
»v- of meefler genaamd, en hadt vrye wooning in Wapen- »t ^mdee\ aan den Amftel, tot dat het zelve* f^Koo- *n 'x Jaar l63°> doorde Stac'» verkogt werdt*
rknpak- Piet er Egbertszoon Fink is de laatffce Busmees- HuizEN tergeweeft, die in't Rondeel gewoond heeft éerSTAo. rwy Doch in 't jaar 1576, was reeds, by de Vroedfchap , beflooten , twee uit den Raade aan te Hellen tot Superintendenten van den Artillerymeefler (#). In de voor- gaande eeuwe, werdt het getal deezer Su- perintendenten tot drie gebragt. Zy kreegen toen den naam van Commissarissen der Artillerye^), en worden, ge- meenlyk, uit en door Burgemeefteren, aan* gefield. Doch federt eenige jaaren, zyn 'er ArtilUry- wederom maar twee. Zy hebben eenen neefier. Commis der Artillerie of Artillerymeefler on- der zig, die vier bedienden heeft, twee op de Wapenkamer, en twee aan de Magazy- nen. Voor den Artillerymeefler, is, op den zeftienden May des jaars 1759, eene nieuwe InftruÊtie vaflgefteld (2). In gevolge van dezelve „ houdt hy eene Lyfl van 't gefchut 3, en geweer der Stad, waarvan eert cfub- „ beid ter Thefaurie Ordinaris beruft. Hy „ mag geene goederen uit de Magazynen „ laaten volgen, veel min verruilen of ver- 3, koopen, zonder byzondere bewilliging der „ Heeren CommifTarifTen, aan welken hy> „ jaar-
(w) Aantek. van Schep. G. SCHAEP PlETÉRSZ.
(xj Refol. Vioedfch. N. 3. z May IJ7S. ƒ. }i verft. (y) Refol. Vroedfch. Ii. C. iiiAteg, 166Z, f, lo^vtrft, £1. F. 1 April 1669. ƒ. 176 verfo. (*) Gieot-Mcmor, iV. XII. f, si*
|
||||
1. BokKi Weereldlyke Gebouwen. ï6t
„ jaarlyks, rekening doen moet; eeii dub- Wagt-
|
||||||
33
33 3» »3 35
33 33 35 35 5) >3 55 35 35 >5 ^, in derzelver afwezendheid, van de Heeren
j, regeerende Burgemeefteren." XVI,
Wagthüizen.
■
Ten dienfte der waakende Schutteren, Befchry-
zyn, al van ouds, hier ter Stede, ver-^8 der fctieiden' Wagthuizert gefchikt geweeft, die, èJ!|2L met het aanwaffen der Stad, dikwils, ver- anderd zyn (a)» Omtrent den jaare 1618*, werdt in beraad gelegd, om de oude S. O- lofs-poort, ten einde der Warmoesftraat, bekwaam te maaken tot een Wagthuis. Doch alzo zy daartoe niet dienftig bevonden werdt, werdt
(*) lU(o!. Vroeifch. N. u. 4 Uftitê 12 July 1*17. ƒ.
16 t 17 ver/b,
VII. Stuk. L
|
||||||
I
|
|||||
ió*2 AMSTERDAMS III.Deel.
Wagt- werdt zy, niet lang daarna, afgebroken (b).
HurzEN. De tegenwoordige Wagthuizen, al-
waar de Hoofdwagt gehouden wordt, zyn vier in getal. Het eerfte is in 't Stadhuis,in twee beneden-vertrekken, naad en in de Ka- mer der roêdraagende Boden: het tweede boven de S. Antonis-Waag, op de nieuwe Markt; het derde, boven deReguliers-Waag, op de Botermarkt, en het vierde, boven de Wefterhal, aan de Weftermarkt. Op ieder deezer Hoofdwagten, wordt, doorgaands, al- le nagten, met ééne Compagnie Schutters, gewaakt, die, terftond na 't opleezen van de naamen der fchutteren, eene fchildwagt voor 't Wagthuis uitzet. Behalve deeze Hoofdwag- ten , zyn 'er nog eenige Bywagten, die, insge- lyks, by nagt, uit deHoofdwagten, bezet wor- den ; te weeten, eene boven het Nieuwe- zyds-Heeren-Logement, eertyds het Weft- indifche _ Huis, welken naam het, 't gene vreemd is, nog draagt, in de Ordonnantie voor de Schutterye, die, jaarlyks, in de Naatn- wyzers der Regeeringe en Schutters - Alma- nachen, gedrukt wordt: deeze by wagt wordt door een Corporaalfehap, bezet, van welk^ nogtans, eenige manfchap wordt uitgezon- den , om de Wagtplaatfen, by de 'gewezen dude Stads Herberg, en by de nieuwe Stads Herberg te; bezetten : en eene, aan den Kamper - fteiger, in een vertrek van 't zoge- naamde Zeer egt, een aanzienlyk vierkant ge- bouw, met eene groote poort, boven wel- ke , Stads wapen uitgehouwen is; en twee klei-
(*) Rcfol. Vroedfch. K. u, l% M*y Uis. ƒ, )j virfi.
|
|||||
t Boek. Weèreldlyke Gebouwen. 163
kleine deuren ter wederzyde. Het is, in't Wagt-
jaar 1618 , gebouwd (c), en heeft den naam huïxkn. van Zeer egt gekreegen, om dat de Cornmis* farijjen van de Zeezaaken, voor het ftigten van het tegenwoordige Stadhuis, aldaar, plag- ten te vergaderen. Van 't Corporaalfehap, welk hier de wagt houdt, wordt eenige man- fchap gezonden, om de Admiraliteits-Loots aan de Peperflraat te bezetten. Nog is 'er eene bywagt in de Loots aan Heertjes Lyn* baan, ten einde Van den Kadyk, aan de fchans* Eenige manfchap Van 't Corporaalfehap , welk hier waakt, bezet Keerweêr, alwaar ook eene wagt van foldaaten is. Voorts zyn de hoofdpoorten , de Haarlemmer, Leid* fche, Utrechtfche , Weesper en Muider, ook ieder met een Corporaalfehap bezet. De Raam- en Weteringspoorten worden, met tien of twaalf man, bewaakt. Aan de Zaag- molenspoort is alleenlyk eene wagt van fol- daaten. In elke Poort, is een kift met kruid en lood, om zig, daarvan, in tyd van nood, te dienen. De Hoofdwagt der Stads Bezettinge van Hoofd*
foldaaten is boven de oude Waage op den wagt der Dam (d). Voorts, beWaakefi de foldaaten J^ ook alle poorten en boomen, by dage en by hagt, en Hellen wagten uk, aan de twee In- terne bolwerken der Stad, in 'tooflen en in Wefteiié (t) Anntck. van Schepen G. SCHA*» PlETSKii. »p 't
(d) 2it hiet voor, hl. »««. •'
l2\ " XVII.
}
|
||||
i(54 AMSTERDAMS IILDeèl,
XVII.
TOORENS.
Oude \Y7*y nekben, in 't eerße Boek van 't
ftaat der \y eerste Deel, (bl. 53 enz.) umuren kortelyk, verhaald, hoe de Stad, omtrent renJ°°* den jaare 1480, wanneer zy, tuflchen den rondsom Singel en KIoveniers-Burgwal, beflooten was, de Stad. met muuren, in welken, op zekere afïlan- den, naar de wyze van Veflingbouwen van dien tyd, ronde toorens gemetfeld waren, omringd werdt. De Laftaadje, eene aan- zienlyke Voorftad ten dien tyde, werdt, wat laater, bok met een Blokhuis en Ron- deel gefterkt (e).. In de muuren, waren, gelyk uit de Kaart van Cornelis An* thoniszoon te beipeuren is, binnen- waards, ronde boogen gemetfeld , die tot wooningen voor behoeftige of geringe luiden dienden (ƒ ). 't Gebruik van eenigen dee- zer boogen, immers van die tiuTchen de Klo- veniers-Doele en de S. Antonis-poort, werdt f van Stads wege, aan onvermogenden, om niet, gefchonken (g); anderen werden, door de Stad, verhuurd: en onder deezen, waren 'er ook, die, door milddaadige lui- den, gehuurd werden, om 'er behoeftigen in te laaten woonen ( 5 ). De Vroedfchap hadt,
O) I. Titel, IT. 5«^, bl. ijl.
(ƒ> Refol. Vroedfch. N. |. 13 Sept. 1400. ƒ. jrr.
(/) Refol. Vroedfch. K. j. 7 Jan, ijn.
(5) Hier op ziet Brederode , in den Spaanfcben
Brabander (Aft. III.), met deezc woorden: mm ÄOr
|
||||
LBoek, Weereidlyïce Gebouwen. 16*5
hadt, reeds in 't jaar 1557, beflooten,dee- too-
ze boogen digt te maaken (h): en eenige rbnj. jaaren laater, werdt vaftgefteld, dezelven, door niemant, meer te laaten gebruiken (t). Evenwel, bleeven zy in wezen, zo lang de oude muuren niet afgebroken waren: 't welk, in 't jaar 1613, nog niet volkomenlyk ge- fchied was (k); fchoon men 'er, reeds in 't jaar 1600 en eerder, toe beflooten hadt (/). Doch in de jaaren 1602 en 1603, fchynen de meefte, en, in of kort na 't jaar 1613, de overige oude muuren afgebroken te zyn. De meelte Toorens, die in de muuren ge- metfeld waren , werden toen ook geflegt. Zy hadden, te vooren, tot verfcheidenerlei gebruik gediend. Van den aanvang der zes- tiende eeuwe, of eerder, werdt Stads bus- kruid , in eenigen deezer toorens, bewaard. Men heeft nog eene Keur van den vyftien- den December des jaars 1507, waarin be- volen wordt, geen buskruid te houden, dan in den toernnen omme der Stede (m). Doch toen, ter gelegenheid der naaftlaatfte uit- legginge, beflooten werdt, nieuwe bolwer- ken aan te leggen, van de Haarlemmer-* tot aan
(h) Refol. Vroedfch. N. I. Il Juny X%57.
(*') Refol. Vroedfch. N. j. zi Sept. 1575.
(^) Refol. Vroedfch. N. 11. 2j Maart i«ij. ƒ. 76.
(I) Refol. Vroedfch. N. fi. 17 Jan. 13 Septtrnb. 17 Nov.
16oq.zJart.i6oi. ïi Maart 1603. ƒ. zjl verf», ju , }z\ , 37« verfo , 421 verf». (») Keurb. B. f. 98 verfo.
—r— —f— — -Anne Klaat in de drie teflen
Die doet f o veel goedts (God loont/er") bier an de veflen:
Cy wet et niet , boe veel booghjes datje 's jaers wel buurt.
|
||||
■■' ''>""■■—.......' w< < -.il. , ij ii um ii *-^mmmm*mimmm*mmmiHlt**mill!IIÊIIl!l
|
||||||||
166 AMSTERDAMS IILDeei,.
Too- aan de Heiligewegs-Foorte, werdt, te ge-
utn, lyk, vaftgefleld, het buskruid, uit de Stads Toorens, in deeze Bolwerken over te bren- gen O). De Toorens, of eenigen derzelven dienden ook tot WagtpJaatfen voor de Bur- gervendelen. In eene Keur van den zesen- twintigften December des jaars 1512 (0), worden de Wagtplaatfen der Burgerye, tot zeflien in getale, opgeteld: de meeftenvan welken Stads Toorens geweeft zyn. Zie hief derzelver naamen: 1. After de Gaflbuysmokn.
2. Op onfer Vrouwen toernne.
3. Op SK Jacobs toernne,
4. Üp #. Jemens toernne.
5. Op beylige Cruys tvrnne,
6. Op de nuwe brugge.
.. 7. Op de Schrey boeck. 8. Op beyman ruyjfcben toernm,
9. by S*. Anthonys pointe.
10. After de bekeerde Suft er en,
11. Op S*. Sebaftiaens thoern§,
12. Op Uleberch.
13. Leeuweborch,
14. Myert.
15. Melys Mooïen.
16. Sk Andries toernne.
|
||||||||
'
|
||||||||
Eindelyk, werden ook fomirügen van deeze
toorens, van Stads wege , aan byzondere perfoonen verhuurd. In de Stads Regifiers, is
(n) Rcfol. vroedfeh. N. *. « J^ utu f. 330.
(*) Kcurb. D. /. 1. |
||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 167
is nog eene orde van Burgemeefleren van Too-
den vyfentwintigften April des jaars 1575 rens, voorhanden, waarby, aan de bewooners van der Steden toornen, gelaft wordt, by hun ver- trelyiit dezelven, niets mede teneemenvan 't gene der Stad toekwam, of daar aan ge- maakt was, al hadden zy 't fchoon zelven doen maaken (p). Twee van deeze Toorens zyn, na de naaftlaatfte uitlegging der Stad, met fpitfen voorzien, te weeten, de Heili- ge-Kruis- , nu de Haringpakkers-tooren, en de Montelbaans -tooren: welke laatfte, niet in den muur der Stad; maar tot befcherming der Voorftad, de Laftaadje, geftigt was. Een derde Tooren, de Scbreijerstooren genaamd, heeft alleenlyk een Ipits oploopend dak met een' windwyzer behouden, gelyk van ouds. De overige Toorens, de Reguliers-tooren en de Jan-Rooden-Poorts-tooren, zyn, eertyds, Stads Poorten geweeft, op welken, ook hoo- ge fpitfen gefteld zyn. Van deeze vyf Too- Befchry- rens, die allen in welftand onderhouden wor- ^j^oL den, moeten wy thans, nog een weinig by- RENSi> zonderer, fpreeken. Wy beginnen met de twee laatftgemelden. |
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
1.
Reguliers-Tooren.
|
||||||||||||||
e oudfte Reguliers-poort ftondt, eer de f«
Stad, omtrent den jaare 1480, be-r |
||||||||||||||
D
|
||||||||||||||
LIEBS-
|
||||||||||||||
muurd werdt, in de Kalverftraat aan t Spui, xoo-
daar bew.
(p) Cïroot.Memor. N. II. f. 14.9.
L4
|
||||||||||||||
16% AMSTERDAMS III. Dm.
Too- daar nu de OfTenfluis-legt. Doch deeze Poorß
MNs. kreeg ook den naam van Bindwyker - Poort, dat is, Binnenwyker - Poort (q) , na dat de Voorflad buiten dezelve, door de bemuu^. ring, van welke wy fpreeken, binnen do veilen getrokken was. De Poort, die toen gefield werdt ■ ten einde der Kalverflraat, aan den Singel, werdt ook de Re guliers-poort genaamd. En beide de Poorten worden ge- meld , in eene Keure van den zesentwintig- flen Maart des jaars 1487, waar de OfTen- markt gefield wordt, ter plaetze tujfchen den tixecn regulierspoirten, geheten die byndewyck, ende nergent anders (r). De oudfle Reguliers- Poort werdt, eerfl in 't jaar 1526, in Janua- ry, afgebroken (ƒ). In de voorgaande eeu-> we, werdt, met het uitleggen der Stad, eene derde Reguliers-poort, nu de Waag op de Botermarkt, aangelegd, met welke wy ons, hier ter plaatfe, niet behoeven op te hou- den. Celegen- ^e twee eerflgemelde Reguliers-poorten heid en hebben haaren naam gekreegen naar het Hiftorie Reguliers-Kloofler, om welk te fligterj, Her- ResuhCt tog Albrecht, den eenentwintigden January
licrs." des jaars 1394 [1395], aan den Priefler , Jtloofter. Gysbrecht Douwe , en aan eenige andere Priefters, verlof gegeven hadt. Het dienr de voor Reguliere Kanoniken van den regel van Auguflyn, en flondt, in het Kerfpel van Nieuwer-Amilel (t), niet verre buiteji d¥
(f) Zit I. Detl, I. B«e{, hl. ft.
ir) Keutb. A. f. 1$% vcrj'o.
(>) Groot-Mcmor. N. ï. f. «zg verfr.
(tj Zit dtn Cïittbiicf *y DAPPER il. jtf.
|
||||
Ï.Boek, Wee*eldï/tke Gebouwen. 169
de Vryheid der Stad, -bewerten den Amflel-Too^
dyk, en omtrent op de hoogte der Keizers-reus, graft en Utrechtfche flraat. Het Kloofter werdt, door den voornoemden Gysbrecht Douwe; door de Prieflers Pieter Nikolaas- zoon van Uitgeejï en Jan Dirkszoon, en door den Leek Jan Sching, met verfcheiden' goe- deren en inkomften, begiftigd («). Rudolf van Diephout, Biflchop van Utrecht, gaf den Regulieren, buiten Amfterdam, in't jaar 1454, verlof, om hun Kloofter, welk ge- meenlyk het Huis van S. Jan EvangsUfl ge* naamd werdt, te vergrooten. In't jaar 1494, verwierven de Kloofterlingen vryheid, om twee Huizen te mogen leggen in den Am- fteldyk, die hier ook de Reguliersdyk genaamd werdt (y), en daardoor hunne Landeryen van het overtollig water te ontlaflen. Walraven, Heer van Brederode, en toen nog Ambagts- heer van Amfterveen, verleende hun deeze vryheid (w): en 't fchynt, dat zy toen Hui- zen gemaakt hebben, omtrent of op dezelf- de plaats, waar menze, in de voorgaande eeuwe, by de jongfte Vergrootinge der Stad, in de Keizers- en Prinfengraften , gelegd heeft. In 't jaar 1532, op den eenender- tigden O&öber, in den vooravond, ont* ftondt 'er brand in 't Reguliers - Kloofter, welk, geheellyk, in de aflche gelegd werdt (:e). De Kloofterlingen zouden het gaarne heb-
(m) Van Heussen «» van RVn Kerk. Oudh, IV. /)«/,
*/. 20+. (v) Groot-Memor. N. I. ƒ. zjj. (») Zie den Brief by I}A?PKR , bl. }ij. (jrj Groot Memoi. N. I. ƒ. 318 v$rf». L 5
|
||||
170 AMSTERDAMS III. Deel.
hebben willen herbouwen: doch de Regee-
ring van Amfterdam, in 't jaar 1529, de Ambagtsheerlykheid van Amfterveen gekogt hebbende, weigerde daartoe verlof te gee- ven. De Regulieren begaven zig naar Hei- lo by Alkmaar, en vereenigden zig, in 't jaar 1533, met een Kloofter van hunne Or- de aldaar (y). De plaats, daar 't Kloofter buiten Amfterdam geftaan hadt, met het naafte Land omtrent vier morgen groot, werdt, federt, tot eene Luftplaatsen Boom- gaard verhuurd, onder anderen aan den ver- maarden Schout van Amfterdam Willem Dirkszoon Bar des, die 'er wel twintig jaaren gebruik van gehad heeft (z). Naderhand, werdt het Reguliers - Hof te koop geveild. De Stad lei in beraad, om het te naaften (a). Doch het werdt, door het Kapittel van Haar- lem , gekogt, welk het, eerlang, in eeuwi- ge erfpagt, uitgaf aan jakob Saffius,. Kano- nik te Haarlem, die, in 't jaar 1572, pro- te fleer de tegen 't flegten van het zelve (U), waartoe egter beflooten werdt, uit vreeze dat 'er de Staatfchen in neftelen mogten (V). Alle de boomen werden toen ook om verre gehouwen, de Ooftboomen alleen uitgezon- derd (d). Na de verandering der Regee- ringe hier ter Stede, in 't jaar 1578, werdt het Reguliers - Hof wederom opgetimmerd en
(j) VAN HEUSSEN en VAN RVN Kerk. Oudh. IV. Deel,
hl. xix. * (t.) Zie een' Brief by DAPPER , */. ji«,
(4) Refol. Vroedfch. N. z. 2t. Nov. 1571./. ijl. (b) Zie 't Proteft by DaPPFR, bt. 317.
(c) Groor-Memor, N. II. ƒ. 14-1»
(d) Keuib. G. ƒ. 76 verf«.
|
||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen. 171
en beplant, en, van Stads wege, ten min- too-
fte gedeeltelyk, tot eene herberg verhuurd rens. . (6). In de voorgaande eeuwe, is het lang tot een Hortus-Medicus of Artfeny*tuin ge- bruikt ( e ), tot dat het, by de laatfte Ver- grooting der Stad , ten deele vergraaven, ten deele aan erven uitgegeven en betim- merd geworden is. Toen, in 't jaar 1663, de Keizersgraft, omtrent de Utrechtfche ftraat, gegraaven werdt, vondt men de grondilagen nog van het Reguliers - Kloos- ter , ruftende op elzen paaien. Men ontdek- te ook, dat het Choor der Kerke juift ge- ftaan hadt op de Utrechtfche ftraat, alwaar, federt, de Peilfluis gelegd werdt (ƒ) : de ge- legenheid der Kerke , ten weften van het Choor, is hier uit genoegzaam af te nee- men. De tweede Reguliers-poort, die naar dit
Kloofter genoemd was , en ten einde der Kalverftraat, aan den Singel, bewerten den Amftel, ftondt, was gefterkt met twee Too- rens, en door een' muur gehegt aan een' der- den ronden Tooren, met eene ronde oploo- pen*
(e) DAPPER, bl. 324.
(f) DOMSELAEU III. Boeket 4/.1JI. COMMELIN,^. 104.
(6) De Amfterdamfche Martiaal Roemer Vis-
scher beveftigt dit, in de Quicken, I. Schok, N. 36. bl. 19. met deeze woorden: Nel beroemde baer tegen Elsgen Boelen,
Datje in 't Reguliers Hof, noch op de Doelenf
Haer leven gbeproeft beeft Wyn nocb Broot.
En in de Rommelfoo, I.Schok,N. 57.bl. iio\
Adieu Anneken hup tn Reguliers Hof. )
1
|
||||
172 AMSTERDAMS IILDeel.
Too- pende fpits, die aan den oever des Amftels
Rens, gebouwd was. Tegen deezen muur, was een houten hok voor de Stads Zwaanen (7) getimmerd (g) 5 welk , indien ik my niet bedriege, met het vergrooten der Stad, na- derhand , hooger op in den Amflel verplaacft is, en den naam aan den Zwaanenburgwal en Zvoaanenburgßraat gegeven heeft, Tus- fchen de twee eerftgemelde Toorens der Poorte, was een uurwyzer geplaatft, en bo- ven het dak hing een flagklok. Nevens dee- ze poort noordwaards, was, in 't jaar 1617, een fterk Wagthuis gebouwd. De Poort bleef omtrent in deezen ftaat, tot in het jaar 1618, wanneer 'er brand ontftondt in eene Glasblaazerye, die nevens dezelve gebouwd was. De vlam verteerde de poort en de too- rens. Doch 't Wagthuis bleef (laan. Men hadt, ten deezen tyde, reeds eene andere Reguliers-poort van houtgefligt, terplaatfè waar nu de Waag op de Botermarkt ftaat; wes~
(g) DOMSEI.AER III. B»ek.> il, il«.
(7) J. Six van Chandelier gewaagt hiervan irj
zyn 's dinfierdammrs Winter, 61.60. met decze woor- den; De trotfe baagelblanke pwaan
Najaade in Amfiels Waterlaan, £)ic aan de lindeivortels lekt Is van de poortwacbt dicht ombekP. En men vindt 'er nog klaarder van gemeld, in eene
orde van Burgemeefteren voor den Bewaarder der Stads Zwaanen van den zeftienden Auguflus des jaars 1549, die, in een oud Regifler ter Tbefaurie (Cas II. f. 124 verfo) geboekt, en hier agter oaider de Bylaagen (Lr. A) geplaatft is, |
|||||||
1
|
|||||||
t Bogifc. WeéreldlYke Gebouwen. 173
weshalve , beilooten werdt, alleenlyk den Too-
zuidelyken tooren der verbrandde poorteREKs. wederom op te bouwen, waarmede,in Oc- tober des jaars 1619, onder opzigt van den Stads Bouwmeefter, Henrik de Keizer, een aanvang gemaakt werdt ( h ). Deeze Too- ren , die nog in wezen is, en de ReGü* liers-Tooren genaamd wordt j heeft eene fraaije doorlugtige fpits, en in dezel- ve, een keurlyk Klokkenfpel en Slagwerk, met vier uurwyzers. De windwyzer op de fpits was, eertyds, eene vergulde Os, ter gedagtenuTe der OïTenmarkt, die hier om- trent geweeft is; doch de os werdt, na wei- nige jaaren verlocps, in een' haan veran- derd. Het Wagthuis bleef, na dat de Too- ren herbouwd was, nog eenige jaaren ilaan, wordende de bovenvertrekken van het zel- ve gebruikt tot Kamers voor verfcheiden* Gilden. Doch, in't jaar 1672, werdt dit Wagthuis tot eene Munt bekwaam gemaakt, alwaar Dukaaten, Dukatons en Ryksdaal- ders, met den ftempel der Staaten van Hol- land, onder aan welken Stads wapen flondt, gemunt werden. Wy hebben, elders (i), aangetekend, by welke gelegenheid, zulks gefchiedde. Doch het duurde niet lang. De Munt is, federt, vertimmerd tot eene aan- zienlyke Herberg, die, van Stads wege ver- huurd , en nog de Munt genaamd wordt. ■.
■ (h) J. Laukentius Amfterdaro.
(0 II. Dul% XIX. £#*<, bl. 401. »Jan
|
|||||
'
|
|||||
-------- ' ■■ ■...........■Wipp«""^
|
---------------—
|
||||||||||||||||||
t» AMSTERDAMS BUBtitt,
|
|||||||||||||||||||
Too-
»ENS.
|
|||||||||||||||||||
■
Jan-Rooden'Poorts-Toorejt*
|
|||||||||||||||||||
By verkorting of vefbaftering, wordt dee-
|
|||||||||||||||||||
i.
|
|||||||||||||||||||
RoNoDEN--D"ze Tooren" ook de JanRomperts* en
Poorts- Jan-Room-poorts~tooren (£} genaamd* Doch Tooren* Jan-Rooden-Poort s+Toor en is de regte naam* Ook leeft men, in de oudfte Stads Regis- ters, gemeenlyk Jan-Rooden-Poort (/)* De Jan-Rooden-Poort was eene der kleine Poor- ten van de Stad, in de bemuuring van om- trent den jaare 1480; ftondt tuflchen de Korsgens-Poort en Gaflhuis-molen, en hadt, vermoedelyk, haaren naam naar eenen Jan Roode , die , in of omtrent deeze Poort, woonde* De Jan-Rooden-Poort hadt eenen enkelen fpitfen Tooren en een' doorgang naar de tuinen en raamen, die, even buiten dezelve, in grooten getale, waren aange- legd. In 't jaar 1554, werdt beflooten, eene Valbrug te leggen buiten de Jan-Roo- den-Poort (m). Kort na de tweede uitleg- ging der Stad, werdt de brug voor de Poort, op verzoek der buuren omtrent de Lelie- fhraat, bezuiden den Tooren verlegd («). Het af breeken van den Stadhuis-Tooren, m den jaare 1616", ter oorzaake vandeszelfs bouw- valligheid, gaf gelegenheid tot een befluit, om den Jan-Rooden-Poorts-Tooren te ver- |
|||||||||||||||||||
meu<
|
|||||||||||||||||||
(O J. Laurf.NtiuS Amflerdam.
(t) Groot-Memor. N. II. ƒ. jj.
(m) Rcfol. Vtoedfch. N. i. j July i*/4.
(nj Kefol. Vtoedfch. N. ». i9 $eft. i„f, ƒ. ,3f
|
|||||||||||||||||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 175
nieuwen, en, met eene hooge fpits, uur-Too.
wyzer en flagklok, te voorzien, alzo de buurt rens. hieromtrent het geryf van den Stadhuis-klok mifte. De Tooren was, voor 't einde van 't volgende jaar, voltrokken, en de flagklok van den Stadhuis-Tooren op den zelven overge- bragt (0). Men hadt den zelven, van on- deren omtrokken en verzwaard, met eenen vierkanten muur, en de fpits, die drie om- megangen of tranfen heeft, voorzien van vier uurwyzers. Op den top, werdt een doorlugtige Lantaarn geplaatfl:, en boven denzelven een windwyzer: in welken flaat, de Tooren nog heden onderhouden wordt. Hy flaat, aan deooftzyde van den Singel, tuflchen de korte Huiszitten- en Spaarpots- fteegen. De onderfte vertrekken van den zelven dienen tot eene wooning voor den Geweldige of Provoofi van de Stads bezettin- ge. Boven dezelven, is eene Kamer, waar de Krygsraad over de Stads bezettinge ver- gadert, 't welk, nogtans, zeer zelden voor- valt. Noghooger, zyn twee vertrekken, gefchikt tot eene gevangenis voor de Offi- cieren en foldaaten dier bezettinge; in wel- ke vertrekken, ook fomtyds, andere gevan- genen , die men niet, in de gemeene Stads gevangenis, of in het Tugthuis, wilde doen oplluiten, geplaatfl: zyn. Op het eerfte Bol- werk , noordwaards van de Leidfche Poort, Slooten genaamd, plagt eene galg,en inlaa- ter' tydeen wipte ftaan,waaraan de foldaa- ten * .
.(») RefoJ. Vroedfch. N. il. jj Fthr. 1H6. f.litvtrf*,
N. il. ij Nov, 1*17. ƒ. 48« |
|||||
. 1
|
|||||
11,11 ' "■ ......■ lip. .in jiii.,,1 i _ ■■•W^VW^lBHMmMiaa
I
|
||||||||
176* AMSTERDAMS tihJMß
•foo. ten der bezettinge, die den hals verbeurd
REws» hadden, werden opgehangen of met minde- re flraffe geifaraft. Doch zy zyn beide, al federt veele jaaren, weggenomen. Op de hoogte van den eerflen trans of ommegang van den Jan-Rooden-Poorts-Tooren , flaat eene brandfpuit. Ook is hier een groote regenbak. By zwaar onweder, moeten de Stads Loodgieters-knegts zig, terftond, naar den Tooren begeeven, en de brandfpuit ge- reed maaken, om zig, by ongeval van brandj vaardiglyk, van dezelve te können bedie- nen. In 't jaar 1648, werdt beflooten, de brug, die ten zuiden van den Tooren lag, ter wederzyde van den zelven, te leggen (p)^ en in 't volgende jaar, werdt vaftgefteld , dezelve niet te betimmeren, gelyk men, in 't eerlt, voorgenomen hadt (q) Zy werdt, eerlang, deftig , van fteen herbouwd, en ruil op drie boogen. Onder den Tooren en brug, zyn twee groote overwelfde kelders, die, ter wederzyde, tot aan 't water loopen. Zy worden nu gebruikt door den Provooft der bezettinge; doch, in 't jaar 1652, werdt* ter gelegenheid van het verbranden van het oude Stadhuis, het gemunt en ongemunt goud en zilver uit de WifTelbank, in dezel- yen, gebergd. En dewyl de Tooren belet- te , dat de rytuigen, die, van de eene en de andere zyde, over de 'brug kwamen, eikan- deren van verre ontdekken en myden kon- den; werdt, by eene Keure van den zesen- twin-
|
||||||||
(p) Refbl. Vroedfch. N. ip. 14 Nov. !«4g. f.z^verf«,
(f) Rcfol. Vrocdi'ch. Jf. zo. *g Ja». 16+», ƒ. ie. . |
||||||||
t Boek* WeeReldlyKe Gebouwen. 177
twintigften April desjaars 1668, bevolen »Too-
dat men, uit de Molfteeg komende, de brug, rm«. aan den binnen- of zuidweftkant van den Tooren, zou opryden; en, uit of van om- trent de Lelieftraat komende , aan den bui- ten- of noordooftkant (r)i • -.
Haringpakkers-Tooren. j
...
I De Haringpakkers - Tooren $ 3
flaande ten einde der Haringpakke- Harinö* rye, oudtyds de nieuwe-zyds-houttuinen, digt pakke*s- by de nieuwe Haarlemmer-fluis, droeg, wel- Toore». eer, den naam van Heilige-Kruis-toorsn , of blootelyk van Kruistooren. De laatfte naam, die, in eenen witten fleen \ aan den zuidhoek des toorens, plagt uitgehouwen te zyn, is my, reeds in eene Keur van den negenden November desjaars 1508 , voorgekomen (j)* Vermoedelyk, heeft de tooren dien gekree- gen naar het Kruisgilde, welk, in de zes- tiende eeuwe, hier ter Stede, in bloei was (t); en, veelligt ,.zyne byeenkomften, in dee- zen tooren , gehouden heeft, Ook diende hy, ten dien tyde , tot eene gevangenis voorzulken, die, om den Godsdienft, in hegtenis raakten: veelen van welken,zo de overlevering wil, van deezen tooren, in 't Y gefmeeten, en verdronken werden: van waar
(f) Kèurb. O. ƒ. 178 verft.
ii) Keutb. B. ƒ. 108 verfo. (t) Refol. Vroedfct». N. i. 27 Febr. ij;o. ƒ. 14». <*"
«„^hier voor, II. Deel, VI. i?°<, hl. 1$. VII. Stuk. M
|
|||||
*
|
|||||
----------—----------—--------------■— -■ ii ■ NiM.iiB^iini.ui.u.ii--------------------------------■.^•TW.'W.H f.....'■ »!■'.-!■■ '■■■.-iiFF.in.fm-F"'!-« ,^i.|.|pi|i|.i.i!Mn i „i
|
||||||
178 AMSTERDAMS III.Deel.
Too- waar een gedeelte van den Nieuwe -zyds-
mms, Agterburgwal, die niet verre van deezen tooren legt, de naam van Martelaars-grafi bygebleeven is. De Tooren was toen flegts van een fchuin dak voorzien, en hadt gee- ne fpits. In 't jaar 1577, werdt beflooten , Stads buskruid in dezelve te plaatfen (u). De buuren, die omtrent deezen Tooren woon- den , klaagende, dat zy geene klok konden hooren; werdt, in 't jaar 1605, vaftgefteld, den zelven te verhoogen, en meteene zwaa- re flagklok te voorzien (v). Het fpitsje, welk, tot dien tyd toe, op den Kruistooren geilaan hadt, werdt, federt, op het dak der Handboogsdoele geplaatft (w); alwaar het nog ftaat. De Kruistooren nam, na de verandering der Regeeringe , allengskens, den naam van Haringpakkers-tooren aan, ter ©orzaake der Haringneeringe, welke, ten dien tyde, en nog, voornaamlyk, tufTchen deezen Tooren en de Spaarnedammer- of Ybrug, geoefend werdt. Ten teken dee- xer Neeringe, heeft men eenen vergulden Haring, tot een windwyzer, op het fpits van den Tooren, geplaatft. De beëedigde Keurmeefters van den Haring houden hun Comptoir onder in deezen Tooren. Ook wordt, ter zyde van den zelven, het Loots- mans-Comptoir gehouden. Doch ten behoe- ve van den Gildeknegt der Lootsluiden, is, voor weinige jaaren, een huis op de nieuwe Haarlemmer Huis getimmerd. Voorts,heeft, in
(») Refol. Vroedfcb. N. j. z© Dee. \$n.
tv) Refol. Vraedfch. N. 10* ^° Aug. ióof. ƒ. 70.
(wj Rclol. Vroedfcb, iV« 10. i» M*j i«e«. ƒ. *« *«*■/♦.
|
||||||
1
|
||||||
IBoék. Weérëldlyké Gebouwen. 179
in een boven-vertrek van den Haringpak-too-
kers-Tooren, het Tinnegieters - Gilde, fe-REw». dert eenige jaaren, zyne Gildekamer. De Hoedenmaakers- en Mandenmaakers - Gil* den houden 'er ook hunne Comptoiren. ■ 4*
|
|||||||||
ScHREIJERS-TöORÊN.
Ieeze ffcaat, pas beooflen de oude-zyds* #•
1 Kolksfluis, of het Kamperhoofd, enSEcRH*EI' ïeeft nog byna dezelfde gedaante, die hy,xooREW. van ouds, gehad heeft, zynde een rond ge- bouw van vooren, en plat binnenwaards, of van agteren, met een fpits oploopend dak, op welks top, een windwyzer geplaatfl is. In den Toorentrans, rondsom het dak, zyn fchietgaten gemetfeld, waarin, voormaals > zo wel als op het Kamperhoofd, gefchut ge- plaatfl werdt. Voorts, voerde deeze Too* ren, van ouds, byna den zelfden naam als tegenwoordig, te weeten dien van Scbrei* jershoek , of, gelyk men eertyds fchreef, Scraye boeck , Scrayhouck , Scraeyhouck en Schreyboeck: ook, enkele reizen, Screyborn (#). Doch hom en hoek waren, oudtyds, woorden van ééne betekenis, 't Gemeen gevoelen is, dat de Tooren zynen naam gekreegen heeft, naar het fchreijen van zulken, die, hier ter plaatfe, het laatfte affcheid namen van hun* ne vrienden, welken, van ouds, aan't Kam- per* (x) Groot-Memor. N, I. ƒ. ïjj vtrft, Keuib. D. ƒ.114«
E,/. 48 vif', 9% vêrfo, ioj. M a
|
|||||||||
-"P-I.......■■»"«'" "«il.»!......«i»' il«-!-■—■ . .....i.........-<wWMn«M^HIHHHI
|
|||||
iSo AMSTERDAMS III. Deel.
Too- perhoofd, plagten fcheep te gaan (y). Ook
«NS. zegt de overlevering, dat zekere vrouw, in den jaare 1569 , 't vertrek van haaren man zo diep ter herte nam, dat het haar niet al- leen veel traanen; maar zelfs het verftand koftte. Men ziet, nog tegenwoordig, in den muur noordwaards, een fchreijend Vrou- wenbeeld en een afvaarend fchip, in fleen, uitgehouwen, met den naam, Scrayer houck 1569. daar onder, welk men wil, hier, ter gedagteniiTe van dit zonderling voorval, gefield te zyn. De Opper - Commissarissen der
W A A L e N houden thans hunne Vergaderin- gen , in een boven-vertrek van deezen Too- ren, welk, voor weinige jaaren, merkelyk verbeterd is. In dit vertrek, zyn, voor den fchoorfteenmantel, en in de lyfl van een ,gezigt der Stad van den Y-kant, keurlyk, -door Willem van den Velde, gefchilderd, de wapens der meefte Heeren CommiflarifTen uitgebeeld. De overigen zyn, op een Wa- penbord, gefchilderd. Voorts, hangen hier twee fchilderyen. In het eene, in 't jaar 1674, door Jacob Bakker, gedaan, ziet men ,de afbeeldfels der CommhTarhTen Dirk Claasz. vanLeek, Jan Vlasblom, • Wessel Smits en Hendrik Lyn- 1 lager; waarby de Havenmeefter, met deszelfs knegt, en de Kapitein der Waal- -redderen in der tyd, ftaande, gevoegd zyn. Het andere, in 't jaar 1747, door Jan Mau- fits Quinkbard gefchilderd, verbeeldt de Hee- ren O) Zit HootTi Verfchcide Dichten, */. 314. ■
■
|
|||||
......>■■"■"■ " »."■ ■'■■'•:m.....#..j,^Wi"«i.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 181
ren Commifläriflen JoanAggesSchol- Too- ten, Jacobus Dupeyrou Jansz.,rens. CARELLYNSLAGERenHENDRIK VAN
Castricüm. Boven deeze Kamer, is een
vertrek, welk, weleer, de Kamer van het Tinnegieters-Gilde geweeftis; doch tegen- woordig , benevens de overige beneden- en bovenvertrekken van den Tooren, tot eene wooning voor den Opzigter van 't groot Ha* ven- en Stroommeeßerfchap, verftrekt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Montelbaans-Tooren.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op meer dan ééne wyze, wordt de naam 5.
van deezen Tooren gefchreeven. Vee- NTEL- len fchryven Montalbaans-tooren, En fommi- Too&ëa. gen leiden den naam af van den Hertog van. Alba (z) , die, in 't jaar 1568 , voorhadt, omtrent de plaats van deezen Tooren, een Kafleel te doen fügten. Doch de Tooren voerde reeds diergelyken naam, lang voor dat de Hertog van Alva, hier te Lande , bekend was , en waarfchynlyk voor zyne geboorte. Ook vindt men den naam van den Tooren, in de oudfte Stads Regißers, nergens, Montalbaans-tooren gefpeld; maar/ doorgaands, Montelbaans-, en enkele reizen, ook Monkelbaens- {a), en Montenbaens - too- ren : 't zy dat de Tooren, die gefügt was, tot dekking der Voorftad deLafiaadje^ dee- zen (*,) E. VAN ZESÏN bl. Ifo.
{*) Kefol. Vioedfch. N. * 19 Jan, ij9f. f, 107.
M3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïg* AMSTERDAMS ÏILDeel.
Tpo- zen naam naar het oud en fterkKafteel Mon-
hbn$. tauban in Guijenne bekomen, of van elders ontleend hebbe. De Montelbaans-Tooren is geffcigt, na 't
jaar 1512 (V). Ik vind 'er 't oudfte gewag van, in de Refolutien der Vroedfchap, op het jaar 1537, wanneer de Regenten van het S. Pie- ters-Gafthuis verlof kreegen, om eene Kraan op te regten op den toorn van Montelbaan (c). Jn 't jaar 1544, gaven Burgemeefteren den BuJJe maker en ten erfue achter montelbaan, buyten der kae, om aldaar hunne BufTen te beproeven (d). Tegen 't einde der zeflien- de eeuwe, werdt de Laftaadje, van Mon? tenbaan tot aan den S. Antonisdyk, met eene fchans verfterkt (e), welke, naderhand, met deftige huizen , betimmerd is, en nog de Oude Schans of Montelbaans - burgwal ge- noemd wordt. Het uitleggen der Stad aan deeze zyde
gaf, in 't jaar 1605, gelegenheid tot het verhoogen van den Montelbaans-Tooren (ƒ); die, met eene nieuwe fpits, twee flagklok« ken , en vier uurwyzers voorzien werdt. Doch na verloop van eenige jaaren, be? vondt men, dat de Tooren zakte, en meer dan vier voeten over zyde helde: weshal- ve, beflooten werdt (g), de grondflagente ontblopten, en, om dezelven, na 't regt zetr |
||||||||
(h) Zie I. Deel, II. Boei, hl. ïïf.
(rj Refol. Vröedfch. N. i. i Dec. lyiy. \d) Groot-Mcnior. N. I. ƒ. 31g, (e) Refol. Vio«dfch. Ä. 6. I6 Jan. 1590.
(f) Refol. vrrocdfch. N. 10. 20 ^At*g, jijoy. ƒ. 7».
\l) R^bl, Vfoedfch. N. 11, 2| Jftny x^ii. ƒ. 3,^. |
||||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 183
ten van den Tooren, een' vaften, zwaaren Sluiz*»
voet te heijen. De Tooren werdt, boven en WA- den grond, ook met eenen muur, ter dikte TERKEE' van vier en een halve voet, verzwaard, en RINGE in dien ftand gebragt, waarin hy, nog te- genwoordig , beftaat, en onderhouden wordt* Thans, verftrekt dezelve tot eene wooning voor den Kapitein der Waalredder en ,totver- grootinge van welke, twee vertrekken, op paaien, agter, en ter zyde tegen den Too- ren aan, getimmerd zyn. XVIII.
-
S L U I Z £ N
I
en
W i T H K B E R I I 6 l K,
Zo dra, in de dertiende eeuwe, de Dam Oudde
in den Amftel, waarnaar Amfterdam Sluizen den naam heeft, gelegd was, hadt men,in der Stad» den zelven , tot behoudenis van doorvaart Öroote en fchuuring, eene Sluis noodig , die , ze- ßa^e*nc kerlyk, terftond na 't leggen van den Dam, qu|s^ gemaakt werdt, Ongetwyfeld, was dit ge- fchied, op kollen van den Heere van Am- ftel; alzo men vindt, dat de Dorpen Nieuw* veen en Kalflagen het regt om door Amfter- dam uit te wateren, van Gysbrecht van Am- ftel en deszelfs Broeder Willem, Pf ooft van S. Jan te Utrecht, gekogt hebben, en, in 't jaar 1364, door Hertog Albrecht, in het M 4 *eU
|
|||||
f
|
|||||
_.. ..
|
|||||||||||||||||
184 AMSTERDAMS ULDeêz;
zelve beveftigd geworden zyn (h). De Graa-»
ven van Holland, de Heerlykheid van Am- fiel bekomende, hebben ook het regt tot de Sluis in den Middeldam verkreegen. Dezelf- de Al brecht fchonk de Kolk deezer Sluize, veelligt om te bevüTchen ; doch zekerlyk om, op 't gewelf boven dezelve, te timme- ren en te woonen, den twintigften January des jaars 1386 [1387], aan Heere Reinier Si^ monszoon, Priefter te Amfterdam (1). Ten deezen tyde , lag 'er , nevens de oude of groot e y ook eene kleine Sluis in den Middel- dam. Beide de Sluizen lagen 'er , naar 't fchynt, reeds in 't jaar 1306, gelyk,uit zei- kere rekening van Bernd van Dorenweerde, Baljuw van Amftelland, van wege Bifïbhop Guy, af te neemen is. Hy verklaart, in de^ zelve, dat hy, des dingesdages na Pinkßeren des gemeldet jaars, tot Aemflelredamme ge- komen zyndè", die fluyfen befagh (£). Ge- volgelyk, zyn 'er toen al meer danéénege- weefl. Door de twee fluizen, van welken wy fpreeken, was het gedeelte van Amflel- ïand, welk men toen Afichdoem noemde, en welk nu Nieuwer- Amftel genaamd wordt (/), gewoon, uit te wateren \m). Doch behalve deeze twee uitwaterende fluizen, waren 'er, in de veertiende eeuwe, reeds twee of meer Sluisjes of Spuijen, ten wedereinde van de Stad, dienende, om het water te leiden door de
■f*) Handv. van Rynland, bl. 354.
(i) Mieris Chartérb. III'. Deel, bl. 4j«.
(K.) Vü Aantek. *<»»Scliepen GerakdSchaepFfeTJSHSZ.
(I) zie di Oq4e Kaart van Amftelland vttr dt Wand-
»tften. ' (m) Zit Handy, bl. 70*. £«.] |
|||||||||||||||||
Sluizen
en Wa- TERKEE-
WNGEN. |
|||||||||||||||||
Andsre
Sluizen of Spul- len* |
|||||||||||||||||
H >
|
|||||||||||||||||
■llpwwiJtwyaTfgipi
|
|||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen. 185
4e oude en nieuwe graften, nu de Oude-enSLui2E»
Nieuwe - zyds - Voor- en Agterburgwallen.e» W a- Naar den Y-kant, waren 'er twee, eene aan TERKBE" de oude zyde, daar, federt, de Oude-zyds-RmQBIf' Kolks-fluis gelegd is, der Stede Sluze ge* naamd (n), veelligt, om dat zy door de Stad bekoftigd was; en eene aan de nieuwe zy- de , zo 't fchynt, in den Amfteldyk, daar nu de Kolk is. Immers, ik lees,in eenen Sche- penen-brief van den jaare 1409, van vier huizen ende erven, ghelegen op ten nyendiket en ßi-eckende van der ouder fpoye, die toen, veelligt, reeds gedempt was, en nergens kan gelegen hebben, dan daar nu de Kolk is, tot Sint e Jacobs fir at e toe. Aan de Amilel- zyde, was ook eene fpoye of fluisje, waar- fchynlyk, op de plaats, nog het Spuy ge- naamd, van welk ik, in een Schepenen-brief van den jaare 1370, gewaagd vind. Van eene deezer Spuijen wordt ook gemeld, in eene der oudfte Keuren, verbiedende, door dezelve, te fchutten (0). De Landen in Reyerskoop en op Byle-
veld, tuflchen den Mëerendyk en Haanwy- ker Kaade, in 't Stigt van Utrecht, plagten, volgens eene Handveft van Hertog Al brecht,, in den Ryn uit te wateren. Doch Hertog Willem bewerkte, in 't jaar 1413 ,een Ver* <lrag tuflchen hen, gevoegd met de ingelan- den vanAgthoven enMaftwyk tuflchen den Mëerendyk en Heerenvliet van S. Cathary- jjen te Utrecht, ter eener, en de $tad Am- fter-
(n) Keutb. A. f. ff.
(»} K.c»rb. Af ƒ. 14 vtrf$.
Mi
5 |
|||||
'
|
|||||
t'
i8<5 AMSTERDAMS III.Deil.
Slutzew fterdam en de ingelanden van Amftelland *,
en Wa- ter anderer zyde, volgens welk, zy hun wa- TERKEE- terj ^oor eene watering , de Byleveld ge- RiNOEN. naamd ^ ujt ^en Rvn ky de Haanwyker-Kaa- de, tot in den Amftel, en voorts, door de Amfterdamfche Sluizen, tot in 't Y loozen mogten. Te gelyk , werdt, aan die van Hermelenwaard, Kokengen en Spangen ver^ gund, in de Byleveld uit te wateren. Doch zy moeften een vierde gedeelte draagen in het onderhoud der twee Sluizen in den Mid- Sluis te deldam, en der Sluis te Tpefloot, welk de Stad Ypeßoot. Amfterdam op zig genomen hadt. Een gelyk aandeel moeden zy draagen, in het onderhoud van eene vierde Sluis, die, tuflchen de Stad en Ypelloot, gemaakt zou worden. Eindelyk, moeften zy het Heikooper en ander vreemd Sluis on- water keeren uit hunWaterfchap (p). De vier- tel de S. deßuu, van welke, in dit Verdrag, gewaagd Antonis- wor(Jt, werdt, federt, gelegd, terplaatfe, p0QXt' alwaar, na de bemuuring der Stad, omtrent den jaare 1480, de S. Antonis-poort gefligt werdt , en kwam regt onder de gemelde Poort. De Stad nam, in 't jaar 1492, aan, de gemelde Sluis te*onderhouden; waarvoor, door de Landen van Reyerskoop, de Prooft> dy van Mydrecht, en van Ouder- en Nieu* wer - Amftel, zekere fomme gelds betaald was (q). Op gelyke voorwaarde, nam zy, in 't jaar 1497, het onderhoud der fteenen Huize op den Middeldam, aldernaeß 't Ste-, delmis, op zig (r): en, in 't jaar i£op, dat van
(/>) Handv. t/. 709.
Iqj Handv. bl. 711. (rj hindv. il. 7\i. |
|||||
F----------- "" " ~
|
||||||
I. Boek, Weereldlyke Gebouwen. 187
van de Oofierfcbe Sluis aldaar (s). In 't jaar Slüizëjc
1510, verbondt zy zig, uit gelyke oorzaak, en Wa- aan die van Amfterveen en derzelver aan-TERKEÊ- hang, tot het onderhouden der twee fluizen *lJ*Gm' in den Middeldam , en der fluize onder de S. Antonis-poort (f): alle welke verbindte^ nilTen Amfterdam, heiliglyk, naargekomen is. In 't jaar 1546, werdt de JVeßerßuis in den Middeldam hermaakt («), en in't jaar 1594, werdt beflooten, de Damsfluis en Duiker te herftellen (v): 't welk, in 't jaar 1597, eerft yolbragt werdt (w). Ondertuffchen, waren, met het vergroo- 't Ver-
ten der Stad, ook andere Huizen aangelegd, grooten De twee fluizen in den Middeldam keerden, ÏJAJ, t»y hooge vloeden, het Y-water uit de Stad. legenheid Zo deeden ook twee fluizen in den S. An- tot het tonis- of Zeedyk, de oude Kolksfiuis, in de maaken Stads Regiflers, d'oude zyds Sluyfe (a?), en ook ™en gjj" in eenen Schepenen - brief van den tienden zen. July des jaars 1431, waarby een erf, daar- omtrent , an den Zeeburch, of Zeedyk gele- gen, aan 't S. Nicolaas-Gafthuis opgedraa- gen wordt, der Stede flufe genaamd; en de Sluis, boven welke de S. Antonis-poort ge- fügt werdt. Doeh toen de Stad nog binnen Nieu- de Voor- en Agterburgwallen begreepen was, wendy- werdt 'er, ten gelyken einde, nog eene vyf- ^5r* °f de fluis, aan't noordeinde derNieuwe-zyds- mer-fluis" Voor- en Agterburgwallen, aangelegd, die 4e
(s) Handv. bl. 7U.
(t) Handv. hl. 715.
(m) Oud Regifter ter Thefauric, C*t N. II. ƒ. »«.
(v) Refol. Vroedfcli. N. 1. zt Jttny i$9\> f> f,
(n>) J. Lavhentius Amfterdam.
(*j Gropt-Alpmot. *?. I. ƒ. x7i Vrff.
|
||||||
'*
|
||||||
i88 AMSTERDAMS ÏIÏ.DEEt.
Sluizen de Nieuwendyker- en Haarlemmer-fluis ge-
en Wa noemd werdt (y), en nu de Oude Haarlem- |
|||||||||||||
TERKEE-
MtfGEN. |
|||||||||||||
mer ßuis heet. Zy werdt, in, of kort na
|
|||||||||||||
't jaar 1594, vernieuwd (z). Aan de Am-
ftelzyde, waren, toen reeds, zo 't fchynt, tot keering of tydige doorlaating van het hoo- ge Amftelwater, en om fchuuring en ver- verfching te wege te brengen, in de Oude- en Nieuwe-zyds-Voor- enAgterburgwallen, ook twee Sluizen gemaakt, eene, ter plaat- Gtïmnes- fe jer GrimnefTe-, en eene, ter plaatfe der fe-flms. QlTenfluis; welke laatfte, in de Stads Re- P^n* gifiers, ook de Byntwycker-fluis genoemd wordt (a). Doch, veelligt, is de eerftge- melde fluis laater gelegd geworden. Ter plaatfe van de laatftgemelde Sluis, werdt, in 't jaar 1526, eenefteenen brug gelegd (b)< Toen de Stad, omtrent den jaare 1480,100 aan den Singel en Kloveniers-burgwal, uit- gelegd werdt, werden 'er, zo ver my ge- bleekenis, in eenen geruimentyd, geene nieuwe Sluizen gemaakt, uitgenomen het Boeren- Verlaat, het Boeren - verdriet genaamd, aan verdriet, den Singel, waarvan men, in de Stads Re- vóoïde &$m ' °P de Jaaren I548 en I554> S^
Heilige- waagd vindt (V), en een fluis je, niet verre wegs- van daar, aan den Heiligen - weg, voor de
poort. Heilige-wegs^poort (</). Het eerftgemelde
ftrekr
(j) Groot-Memor. N. I. ƒ. t6j. Refol. Vroedfch. N. 5.
J» >AW> IS94- ƒ• 12'
(x,) Refol. Vroedfch. N. • ij Aug. ijs»4. ƒ. '»•
(a) Groot Memor. N. I. f, 3 t 1.
(ir) Groot-Memor. N. I, ƒ. jig vir f*.
(*) Groot-Memor. N. II. f. 11. Refol. Vroedfch. N. I»
I July 1 J?4-
(d) Groot-Me mar. N. II. ƒ. 57 vtrft,
|
|||||||||||||
<
|
|||||||||||||
-,
|
||||||
/
|
||||||
IBoëk. WéereldLyke Gebouwen. 189
ftrekte, om het Stads water op eene be- Sluizb»
kwaame hoogte te houden, en daarbenevens«« WA- tot eene doorvaart voor de buitenluiden,TERKEE* die, by hoog water of groote drokte, langRm toeven moeiten, eer 'er gefchut werdt; van waar het Verlaat de naam van Boeren-ver- driet fchynt bygebleeven te zyn. Omtrent denjaare 1545, werden de GrimneJJe-fluis en de OJJen-fluis gelegd. De laatfte fchynt, in de plaats der Bindwykerfluis, gelegd te zyn. De eerfle, veelligt, op eene plaats, waar nog geene fluis gelegen hadt. Immers, het blykt, uit eene uitfpraak der Landvoog- defle, Vrouwe Maria, Koninginne van Hon- garye, van den agtflen September des ge- melden jaars, dat defpoyen ofte verlaetenaen de Veemarcït opte nyeuwe Zyde, en tuffchen Sce- Marien Convent ende die nyeuwe nonnen, welken men, federt, de Offen-fluis en de GrimneJJe-fluis genoemd heeft, niet lang na dien tyd, gelegd zyn. De uitfpraak is, ook in andere opzigten, merkwaardig; en nog nimmer gedrukt; waarom wyze, aan 't ein- de van dit Boek, onder de Bylaagen (#), geplaatft hebben. By de Vergrooting der Stad, die, in 't S. Anto-
jaar ióoi , grootendeels, voltrokken werdt, nis*fluis* werden wederom vier nieuwe Sluizen ge-Nieuwe maakt, die, door deeze vergrooting, nood- Haar'ei?* zaakelyk geworden waren, te weeten, twee Buiten-fluizen, en twee Binnen-fluizen. De twee eerften waren de S. Jntonis-fluis, aan de oude (ƒ), en de nieuwe Haarlemmer-fluis aan
(t) L'. B.
(ƒ) Gioot-Memoi. K. il. ƒ. 199 vtrf«.
|
||||||
ioo AMSTERDAMS IILDeêl,
aan de nieuwe zyde: tot het aanleggen van
welke laatfte, reeds in 't jaar ^o^befloo- ten was (g), fchoon zy beide, niet voor 't jaar itfoi, voltrokken werden (b). De nieu- we Haarlemmer-fluis werdt, in't jaar 1Ó17, vry wat verlengd. De S. Antonis-fluis dien* de niet, om't binnen-water te loozen;maar om 't buiten-water te fchutten, en dus de wateren der Stad, op eene bekwaamehoog- te , te houden (ï). De twee anderen, die, in 't volgende jaar , werden voltooid, wa- ren de Heilige-ixegS'Sluis, pas buiten de Hei* lige-wegs-Poort aan den Singel, en de Jan- Rooden-Poortsßuis, ook aan den Singel,by de Jan Rooden-Poort. Het water of de kolk der oude S. Antonis - fluis, die onder de S. Antonis-Poort lag, werdt, in 't jaar 1614, overdamd (k), en tot eene markt gemaakt. Doch de fluis , welker deuren, ten einde der markt, aan de Gelderfche Kaai, ge- plaatft werden, hieldt gemeenfchap met het Amftelwater, door eene pyp, die nog, onder de Poort, nu de S. Antonis - Waag, door- loopt, en in die Waag, met een groot luik, gedekt is: wordende het Y- en Amftelwa- ter , op de markt, van eikanderen afgefchei- den door eene toldeur, by welke eene an- dere toldeur geplaatft is, die het buiten-wa- ter fchut, of, door de Huidenvetters floot, in den Oude-zyds-Agterburgwal, doorlaat. Tot bevordering van fchuuring en verver- fching
(g) Refol. Vroedfch. N. l.l9Mayi7Ju»yiS9+. ƒ,2,4.
(h) J. Laurentius Amfterdam. (i) Refol. Vroedfch. N. 10. 20M**rt 160*. ƒ. 164vtrfi.
(k) J. LAuaENTius Amfterdam. |
||||||||||||||
StUIZEN
en Wk-
TEKKEE-
RINGEN. |
||||||||||||||
Heilige-
wegs-
Siuis.
Jan-
Roodcn-
Poorts- Sluis. |
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
1
|
|||||||||
LBoEK. Weereldltke Gebouwen. 191
fching in de Stad, werden, omtrent dien Summ
tyd, vyf kleine fluizen aangelegd, te wee- en WA- ten de Bullebaks-ßuis, ten einde der Blom- T£*KE8* r • » • jr y f -i' n ' • KINGEN.
grart, in t jaar 1613; de Lehejluis, ten ein-
de der Leliegraft, in 't jaar 1614; de groot e JJ fslku1?1" Browwers-fluis, op de Brouwersgraft, by de zen. Prinfengraft, in 't jaar 1615; de kleine Brou~ v)ers-ßuis, ten einde der Brouwersgraft, ee- nige jaaren laater, en de Prinfen -ßuis, op de Prinfengraft, voor 't Schermfchool, nu de nieuwe Waaien-Kerk, in 't jaar 1618 CO- De laatfte en grootfle Vergrooting der Sluizen Stad, die, omtrent het jaar 1657, begon-der laat- nenwerdt, maakte het leggen van nieuwe ev^F" fluizen wederom noodzaakelyk. Ook wer- ° lns* den toen twee groote fluizen tegen 't Y ge- legd , ten wedereinde van de Stad, de Een- %en. boorns-ßuis, en de nieuwe Raapenhurger-ßuis. hoorns- En om 't hooge Amftelwater te keeren uitfluis- de voornaame graften der Stad, en te ge- Nieuwe lyk, het Y- en Stads-water te houden uit{jjjape** den Amftel, maakte men drie nieuwe ßuizen siufs. * op de Utrecbtfibe Straat, aan de Heeren-, Kei- Drie zers- en Prinfen-graften. Ook hieldt men het Sluizen Stads water uit den Amftel, van binnen, door °P de de Re gulier i-t oldeur en, die, op de Reguliers- j^60**'" graft, onder de brug over de Agtergraft, straat, werden gelegd; en van buiten door de We- ierings-Beer, en toldcuren, die, onder de twee Valbruggen, buiten de Weterings-poort, in de Stads Graft, geplaatft werden. Tot door* Klein« vaart enfehuttingevan't Stads water, maak-Sluizen te men, in de nieuwe uitlegging, de Spie- ^ngeeln gels-Sluis, tiuTchen de Spiegelgraft en We- fchutting te-van't
(/} J. LAuaENTiu* Amfterdam, water. |
|||||||||
102 AMSTERDAMS IÏI.Deël.
Sluizen terings-poort; de Leidfche-Poorts-ßuis >'md<s.
en Wa- Baangraftaan 't Leidfche Plein,en hetßuis- TERKEE je aan •$ Meine piein 9 ten einde der Leidfche »INGEN. graß.. wejjc jaatfl.e s m »t begin van deeze eeuwe, wederom gedempt is. In de voorige
uitlegging, ftrekte reeds, tot loozinge van 'c vuile Stads water, de kleine Brouwers- of Haarlemmer-Poorts-lluis, gelegen ten einde van de Brouwers-graft. Voorts, maakte men nu, om't Y-water bekwaamer, in en uitver- fcheiden' graften der twee laatfte uitleggin- gen, te leiden, eenßuisje oïklap in de Leidfche gr aft, by de Keizers - graft, en een ander in de Prinfen-graft, by de Leliegraft, voor *t Nieuwe-zyds-Huiszittenhuis. Ook werdt het vuile water, in 't zuid-ooflen der Stad, geloosd, door een fluisje, gelegd, ten einde van den Kadyk, by de nieuwe vaart. D* St d D°or 'tniaaken van alle deeze fluizen en was, In de toldeuren, was de Stad, voor zo ver zy bin- voó'r- nen dezelven lag, binnenwaards, verdeeld in gaande vier Polders of VVaterboezems. De eerfle varTtJin- was afgefcnut door de oude Kolks-fluis, de nen, ver- Grimnefle-fluis, de Huidenvetterfloots-tol- deeld in deur op de S. Antonis of Nieuwe Markt, en vier Wa- eenige rioolen onder 't Gafthuis, en de zems. Godshuizen langs den Kloveniers - burg- wal. De grootte of vlakke inhoud van deezen boezem werdt op drie en een halve morgen waters gerekend : de tweede, die ra twee en dertig en twee derde morgen wa- ters bevatte, was beflooten binnen de oude en nieuwe Haarlemmer-fluizen, de groote Brouwers-fluis, de Leliefluis, de Scherm- fchools-fluis, de Leidfche -Poorts-fluis, de Spie-
|
||||||
•
|
||||||
*
|
||||||
_—.-----.--------------------
|
|||||
ïi BöéKi Wëereldlyke Gebouwen. 193
Spiegels-fluis, de Reguliers - toldeuren , de Sluizen
Huizen op de Utrechtfche ftraat, de Heili- w Wa-j s;e-wee;s-fluis en de Offen - fluis. De derde TERKFÉ" P ö j. - , , BINGEN»
boezem, die maar zeventien en een derde
morgen waters inhieldt, lag binnen de Een- hoorns-fluis, de kleine Brouwers- of Haar- lemmer-Poorts-fluis , de Bullebaks-fluis, 't Huisje aan 't kleine Plein, ten einde der Leid* fche graft, de Schennfchools-fluis en de Le- lielluis. De vierde boezem, de erootfte van allen, lag , met den Amflel gemeen, tus- fchen de Damsfluizen , de Oifenfluis, de Heilige-wegs-fluis, de fiuizenop de Utrecht- fche ftraat, de Reguliers-toldeurert, 't (luis*, je ten einde van den Kadyk, de Scharbiers- of nieuwe Raapenburger-(luis, de nieuwe S. Antonis-fluis, de Huidenvettersfloots-tol- deur, de rioolen onder de Godshuizen, en de GrimneiTe-fluis. In deezen boezem, re- kende men te zyn vyf en dertig morgen Wal- ters ; zo dat de oppervlakte van al het wa- ter binnen de Huizen der Stad agt en tagtig en een halve morgen befloeg. Buiten deyanbu{, muuren, was de Stads graft of velt in twee ten in boezems onderfcheiden. De eerfte , die, twee. tuffchen den Haarlemmer- of Wefter-beer en den Weterings-beer voor de Weterings- poort lag , ontving het Stads Vuil water, door de kleine Brouwers*fluis * en loosde het, • door den grooten duiker, die, 'in den Haar- lemmer-dyk, pas buiten de Haarlemmer- Poort, gelegd werdt, in 't Y. De andere boezem, die, tuffchen den Weesper - beer voor de Weesper-poort en den Oofter-beer aan den Diemerdyk lag, ontving het Stads 1 .VII. Stuk. N wa- |
|||||
194 AMSTERDAMS III.Deêl.
water, en loosde het, wanneer dezelve te
vol werdt, door middel van Watermolens, die agter den Stads Timmertuin geplaatft waren, insgelyks in't Y. Beide deeze boe< zems werden gerekend eene oppervlakte van negen en negentig morgen waters te bevat- ten : de eerfte zeven en zeftig, en de tweede twee en dertig morgen. Doch in deezen ftaat van de Stads wateren,
bevondt men, dat zulke boezems inzonder- heid , die met den Amftel gemeen lagen, veel te weinig konden ververfcht worden, alzo de Amftel, niet dan by zeerlaage ebbe, die zeldzaam voorvalt, eenigen merkelyken aftrek hebben kon. De meefte ververfching der gemelde boezems beftondt in het Y- water een weinig te laaten ßonfen, dat is, door de klinketten der Sluisdeuren, en door de Reguliers-toldeuren, té laaten atloopen, op den Amftel, die gemeenlyk geen ander water te rug gaf, dan 't gene al lang in de Stad geftaan hadt, en zeer vuil was. In de andere boezems, waren, door den tyd, ook veele ondiepe plaatfen gekomen, vooral om- trent de fecreeten onder de bruggen. Ook hadden de menigvuldige rioolen, die in de burgwallen uitliepen, op veele plaatfen, on- diepten veroorzaakt , die , door vaartui- gen geroerd wordende, of door warmte, of andere oorzaaken, aan 't giften geraakt zyn- de, vry wat ftanks verwekten. Men befloot dan, het Y-water, welk, gemeenlyk, vooral des Zomers, twee of drie voet hooger was dan hetAmftelwater,uit den Amftel te houden, door het leggen van de Amftel-iluis, die, tus- fchea
|
||||||||||
Sluizen
en Wa- TERKEE-
KINGEN- |
||||||||||
Verbete-
ring in den Wa- terftaat der Stad, door het leggen van de Amftel- fluis. |
||||||||||
.
|
||||||||||
I Boeic. WEËRËtDiYKE Gebouwen. ï(tf
fchen de Prinfen-graft en Agter-graft, op de Sluïzeh
hoogte der Utrcchtfche dwarsllraat, in denen Wi- Amftel, gemaakt werdt (m). Door 't leg- t£rkeb- gen van deeze Sluis, werdt het Y-water in de.Stad op eene bekwaame hoogte gehou- den , en, door de binnenfluizen, alomme, door de graften geleid, die dus , doorgaands t tweemaal in een etmaal, ververfcht werden, zonder dat de Amftel werdt befmet. Men droeg, federt, zorg, dat het intappen door andere Y-Huizen gefchiedde dan het uittap- pen, 't welk te wege bragt, dat het water, welk, door het omloopen door de Stad, ver- vuild geworden was, geloosd zynde, niet zo ligt wederom in de Stad vloeijen kon. De meeft befmette boezems kreegen toen, ge- meenlyk, dagelyks goeden aftrek van vuil |
|||||||||||
water, alzo de ebbe doorgaands agt of ne-
gen duim laager ging, dan 't water, in de |
|||||||||||
Stad, zonder eenigen hinder, geleeden kon
worden. Doch als, by zeer hoog buitenwa- -ter, de Y - fluizen digt gehouden moeften worden, deedt men, federt, door eene tol- deur der Amftel-fluis, het Stads water, om het op een' lydelyken peil te houden, een weinig lekken op den Amftel: waardoor, in dien tyd, het Amftelwater, alleenlyk even buiten de fluis, een weinig brak werdt; welk brak water, met de minfte ebbe, kon ge- loosd worden. Men bevondt, dat de Am- ftel , by 't Oetgens pad, zeer weinige, en by de Schelpbrug, geheel geene brakheid ilaUL ,
(») Hefol. Vroedfch. L'. G. ji oRoi. 16 Ntv. 16J9,
6 Jmlj lifii ƒ. 71» 7» W»» "9 W/i. "*' N 2
|
|||||||||||
•
|
|||||||||||
■ '
|
|||||||||||
vio<5 AMSTERDAMS IILDeel.
hadt, zelfs na dat het Stads water, door de
opening van eene toldeur, ter wydte van een, of een en een halve voet , een en twintig maaien op den Amftel gelekt hadt («). De Weesper-beer naderhand wegge- nomen zynde, bleef de Stads buiten-graft, tuflbhen de Weterings-beer en Oofter-beer of Diemerdyk, gemeen leggen met den Am- ftel , en daardoor altoos voorzien van frifch 'water, wordende het vuile water der Stad aan deeze zyde, federt,door hetfluisje ten -einde van den Kadyk, geloosd in de nieu- we vaart. Het maaken van zo veele nieuwe Sfcir-
:zen, ter gelegenheid van de verfcheidene ■vergrootingen der Stad, en het leggen der Amftel-fluis in 't byzonder, hadt de mees- te oude Binnenfluizen noodeloos gemaakt; "waarom de deuren, uit verfcheiden'derzel- ven, van tyd tot tyd, geligt werden, en de doorvaart en waterloop door dezelven yrygelaaten. Eenige Huizen, gelyk de Jan- "Rooden - Poorts -< fluis, zyn geheellyk ver- ;dweenen: anderen, gelyk het fluisjé in den Heiligen weg en het Huisje ten einde der cLeidfche graft, werden gedempt. Doch -de Huizen, die nog kennelyk overgeblee- ven; maar van deuren ontbloot zyn, zyn •de Offen - fluis , het Boerenverdriet aan 't Spui, de Heilige - wegs - fluis in den Sin- gel, de Schermfchools- of Nieuwe Waa- ien - Kerks - fluis, en de drie Sluizen op ï'l de |
|||||||||||
Slutzen
tn Wa- TERKEE-
Ä1NGEN. |
|||||||||||
Uit de
meefte oude bin nenflui- zen, wor den de deuren geligt. |
|||||||||||
* (n) Zie Danikl Stalpert Bexlgt wegens de Waterea
deezer Stede, ^tdrukt 1*76. . .
|
|||||||||||
..... ' ■»»iW.w, ..... ■ ---------- —
|
|||||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 197
de Utrechtfche ftraat. Het wegneemen van Sluizen
alle deeze Huisdeuren, op de drie laatften na,e" Wa- hadt de Stad, die te vooren binnen de muu- T^RKE5" • ren, uit vier water boezems beftondt, ge- maakt tot twee Waterboezems van ongely- ke grootte, die door de groote Brouwers- fluis, de Leliefluis, het Huisje of de klapdéu- ren in de Leidfche graft, de Reguliers-toldeu-. ren, de Amftel-fluis, en de drie Sluizen op de Utrechtfche Straat, gefcheiden worden. Doch na het ligten der deuren uit deeze drie Huizen, kan de Stad, ruim zo gevoeglyk, als een enkele boezem, of groote Polder, wor- den aangemerkt. Ondertuflchen , bevondt men, weinige Nieuwe
jaaren na 't leggen van de Amitel - Huis, Water- dat een voornaam gedeelte zo der oude als keerm" nieuwe Stad, buiten de Sluizen leggende, jjfaafc. met hoog water, onderliep. Hiertoe be- hoorden , behalve de Bickers- , Prinfen- j en Reaalen - Eilanden in 't noordweften, en de Eilanden Kattenburg , Wittenburg en Ooftenburg in 't zuidooflen der Stad , de Haarlemmer - Houttuinen, Haringpakkery, Texelfche Kaai, 't Water tot aan den Dam, de Oude Teertuinen, de Oude-zyds-Kolk, de Gelderfche Kaai en Laftaadje, het nieu- .we Waals-Eiland, en de Montelbaans Burg- wal tot aan de S. Antonis-fluis, metdeftraa: ten en graften, die binnen deezen omtrek begreepen waren. De kelders der. huizen, die hier ftonden, en de benedenfte verdie- pingen van veele huizen zelven hadden veel Qverlaft van 't hoose water. In zulk een ge- |
|||||||
"..'.!. l»i!.'"." ■■■I i ii i .'i . .1 «um i. m . .1 ■
|
||||||
198 AMSTERDAMS III. Deel.
Sluizen val, waren de bewooners der huizen ver-
en Wa- pligt, hunne buuren uit de Kelders, met der* TERKEE- zeiyej. huisraad, te bergen, tot dat het wa- wjro . ter ge(jaajcj ware# Men weerde, daarenbo- ven , het water uit de huizen, en uit fom- mige flraaten, door, in groeven voor de- zelven, breede planken te zetten, welker reeten met potaarde werden digt gemaakt. Doch deeze middelen konden, dikwils, zo fpoedig niet in 't werk gefield worden, of het water hadt alreeds merkelyke fehade ver- oorzaakt , met naame aan de Koopmanfchap- pen, die, in de pakkelders, lagen, en zo ras niet konden verwerkt worden; behalve, dat het verwerken zelf veel ongemaks en koften baarde. Men befloot dan, in 't jaar 1681, het voornaamfle gedeelte van 't gene buiten de Sluizen lag, te bepolderen, door het leg- gen eener zwaare Waterkeering op Zeedyks hoogte, in Welke, op gelyke hoogte, voor de Sluizen, twee paar Vloeddeuren gelegd werden. Alleenlyk, verkooren de bewoo- ners der Haarlemmer - Houttuinen en Ha-, ringpakkerve geene Waterkeering voor hun» ne huizen (0), willende zy liever den ouden overlafl van 't hooge water lyden, dan den gemakkelyker op- en afflag hunner koopwaa- TenmhTen. In 't jaar 1682, was de Water- keering voltrokken. Zy werdt, gelegd van den Nieuwendyk af, door de Ramskooy, langs de Texelfche Kaai, de Oude Teertui- nen, het nieuwe Waals - Eiland, en de Y- graft, Ook werden de Kadyk of nieuwe Zee- • (0 /»# II. Vftl, XX. Enk) hl. 43 '»*.
|
||||||
•
|
||||||
I. Boek. Weereldlyre Gebouwen. 199
dyk, die buiten de Sluizen bleef, en de Slüizrbt
Haarlemmerdyk, van de Oude Haarlemmer-«» Wa- fluis af, tot aan 't Plein binnen de Poort toe, TERKEE' eerlang, merkelyk, verzwaard en verhoogd. De Vloeddeuren der Waterkeeringe wer- den gelegd op vyfplaatfen, onder de Nieu- we Brug, voor de Damsiluizen; aan't Kam- perhoofd , voor de oude Kolks-fluis; aan de Laftaadje, voor de Nieuwe Markts- of S. Antonis-Waags-fluis, en ten wedereinde van 't nieuwe Waals-Eiland, voor de S. Antonis- flujs. En op deeze wyze, werdt een groot gedeelte der Stad, zo fommigen hebben aangetekend (p) , wel tweeduizend huizen, tegen hoogen vloed, verzekerd; zo dat nu, behalve de te vooren genoemde Eilanden, ten wedereinde van de Stad, alleenlyk de Haarlemmer - Houttuinen en Haringpakke- rye en 't gene daar agter legt, ten noord« ooiten van den Haarlemmerdyk , aan den overlaft van 't hooge water onderworpen blyft.
De Sluizen der Stad zyn zesderlei : 1. Zesderlei
Sommigen laaten het Y-water in de Stad, Sluizen tot behoorlyke ververfching ; of fchutten gnudde het, by hoogen vloed. Hier toe dienen thans de Nieuwe Markts- , of S. Anto- nis - Waags - fluis, de oude Kolks - fluis , de Damsiluizen, de oude Haarlemmer-iluis en de nieuwe Haarlemmer - fluis, die , met den vloed, worden open gezet, en't buiten- water , dat verfch uit de Zuiderzee herwaards vloeit, tot de vereifchte hoogte, intappen. Doch
00 COMMELIN, hl. t!i.
N 4
|
|||||
•
|
|||||
**- — ■—-----------------------------------------------------------------------•— ■ —"w—» ■-■ " "" "■—■■ ■"".■•■ ■'■ ■' 'p Jw»«„«'j«r'»-'4'-v— ~ -iiiiiujijm
|
||||||
fioo AMSTERDAMS III.Deel,
Sluizen Doeh by hoogen vloed, worden deeze-Slui-.
«n Wa- zen, zo wel als de Waterkeeringen, welke TF.RKEE- laatften^ anderszins, altoos open ftaan, digt gehouden. 2. Om het Y- water van het Stads-water af te fchutten, dienen thans de Nieuwe Raapenburger- en S. Antonis - Hui- zen. 3. Tot uittappinge van 't water, na dat het, door het grootfle gedeelteder Stad, geloopen heeft, diende, voor deezen, alleen de Eenhoorns-lluis, in den Haarlemmerdyk op de Prinfengraft; doch , federt weinige jaaren, is ook, door de Scharbiers- of nieuwe Raapenburger - fluis, uitgetapt: 't welk nu, in 't kort, wederom veranderd is; zo dat thans, gelyk voormaals , alleen door de Eenhoorns-lluis uitgetapt wordt. Het vuile water, welk, door de Eenhoorns-fluis, wordt uitgetapt, wordt belet wederom in de Stad te loopen, door het digt houden van twee fchutdeuren, in het zogenaamde Boerenver- driet , by de Roodebrug. 4. Om het Y-water in de Stad op eene bekwaame hoogte te houden, dient de Amftel - fluis, belettende den afloop van het zelve naar den Amftel, die,genoegzaam altoos, met naame des zo- mers , laager is dan het Y. Ook fluit deeze fluis, zo wel als de Reguliers- en Wete- ringspoorts-toldeuren; het Stads water vaa het Amftelwater. 5. Negen Binnenfluizen die- nen , om het water, door de Stad, bekwaam- lyk, te leiden, en daardoor alle graften te ververfchen; als de groote Brouwers ? fluis, de kleine Brouwers- of Haarlemmer-Poorts? fluis, de fchutdeuren in de Prinfengraft, by ?t Nieuwe - zyds - Huiszitten - Huis, de Le- T ' - liet
|
||||||
1»
|
||||||
1
|
|||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 201
liefluis, de Raampoorts- of Bullebaks-fluis, Sluizen m
de Lauriergrafts duiker, de fchutdeuren in*« WA- de Leidfche graft, by de Keizers graft, de™™J" ' Leidfche - Poorts - Huis en de Weterings-R Poorts-fluis: eenigen van welken ook het vuile water in de buiten boezems loozen. 6. Einde- lyk, zyn 'er nog twee Sluizen of duikers, die- nende om het vuile water, met behulp van Watermolens, te loozen in twee boezems, een ten wellen en een ten ooften, De eerfte is de groote Duiker in den dyk buiten de Haar- lemmer Poort, die vier paar deuren heeft, en 't vuile water ontvangt uit de Stads buitens- graf t of weftelyken boezem, welke zig,van denWefter-beer buiten deHaarlemmer Poort, tot ^an den dam onder de Weteringspoorts- brug en de toldeuren in denzelven, uitftrekt. De andere kleine Sluis, of Outewaaler duiker, die twee paar deuren heeft, en tot het welfde einde dient, legt ten einde van den Kadyk, en looft het vuile water , welk, beooften den Amftel,in de nieuwe Stadge- loopen heeft. Wy fpreeken niet van de GrimnefTe Huis, die twee Vloeddeuren heeft, welken altoos open flaan, en alleenlyk, tweemaal 's jaars, in 't voor- en najaar, by nagt, toegedaan worden, om, na 't volzet- ten van de Oude-zyds-Voor- en Agterburg- wallen door de Kolksfliijs, de rioolen onder 3t Krankzinnigen - Huis , Spinhuis , Oude- Mannen - Huis en Gaflhuis, die, met fchui- ven»van den Hoveniers - burgwal en Binnen^ Amftel afgefchut zyn, fchoon te fchuuren. Om te klaarder begrip te hebben van de Wryze
wyze, waarop de Sluizen werken, zo tot van de N 5 ver-
|
|||||
soft AMSTERDAMS III.Deel.
Sluizen verzekering der Stad tegen hooge vloeden,
en Wa- als tot ververfching van dezelve, moet men TERKEE- weeten , dat een gemeene vloed in 't Y ryft tot omtrent tien voeten Rynlandfche
werking maat ^ t>enecjen- de hoogte van den Spaarne- zen tot dammer- en Muider-dyk. Wanneer de vloed verzeke- tot deeze hoogte beneden den dyk geklom- ring der men js ( Wordt het water gezeid te flaan op gen hoo-Stads' of ^mflerdamfcb Peil. De hoogte van ge vloe- den dyk wordt, aan verfcheiden'^ Y-lluizen den. en aan alle Waterkeeringen , aangeweezen door een' witten fteen, waarop gehouwen
ftaat:
ZEEDYKS HOOGHTE,
zynde 9 voet 5 duim boven
Stads Peil. De peil flaat benevens en onder deezen fteen,
of naaft of tegen eene der Sluisdeuren , klimmende de merkletters in den zelven op, met drie duimen, 3, 6, 9, 12 enz. tot 104 duimen toe, zynde de gemelde hoogte van 9 voet 5 duim, Amfterdamfche maat. De peiltekens aan de Waterkeering voor de oude Kolks-fluisj aan de Nieuwe Markts- (luis en elders, verfchillen hier van een wei- nig , en klimmen niet zo hoog, in 't aan- wyzen der ryzinge van 't water. Zo dra de vloed ryft tot vyf of zes duimen beneden deezen peil, moeten de Y-fluizen; en wan- neer dezelve, tot zeftien af agttien duim boven den zelven ryft, ook de Waterkee- ringen toegezet worden. Wanneer 't water |
||||||||
•
|
||||||||
tot vierentwintig duim klimt , wordt het
Hot
|
||||||||
•-■-- ■■■------------------------
|
|||||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 203
flot aan de deuren der Waterkeeringen ge- Slutzeu
hangen: op veertig duim, worden de nood- *» WA- deuren, zvnde de binnenfte deuren der Wa- TrRriEE- . • J r ■ 1 • R INGEN.
terkeeringen, toegezet: op vyltig duim wor-
den de deuren met balken verfperd: op om- trent zeftig duim, loopt de Slaaperdyk by Spaarnedam over, waardoor eenige ontlas- ting voor de Stad komt. Ten einde der Haarlemmer - Houttuinen , legt een klin- ket of fchuif, die digt gemaakt wordt, als- het water , in de nieuwe Teertuinen, op de flraat ftaat. Voorts, moeten , volgens eene keure van den twaalfden January |
|||||||||||
'
|
|||||||||||
des jaars 1701 , geene Kelders binnen de
Y-(luizen laager gelegd worden, dan een duim boven Stads peil, en buiten de Hui- zen , doch binnen de Waterkeeringen, niet laager dan twee voet boven Stads peil, welke peil den Timmerluiden en Metfelaa- ren, door den algemeenen Opzigter van de Sluizen en Wateren der Stad, wordt aange- weezen (r). De Kelders , die van ouds laager gelegd zyn, hebben, nu en dan, zo ter oorzaake van het hooger Amflelwater, als vooral, uit hoofde van het hooger loo- pen der buitenvloeden, door de geduurige verwydering der zeegaten, nog laft van 't hooge water: met naame in het laagfte ge- deelte der Stad. Het hoogde gedeelte der zelve is de Oude-zyds-Voor- en Agterburg- wal, de Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburg- wal, de Singel, de Heerengraft- en de Kei* zersgraft, met het gene binnen deezen om- trek |
|||||||||||
204 AMSTERDAMS IILDeel,;
Sluizen trek gelegen is. In dit gedeelte der Stad,
wWa- kan het water geruflelyk tot op Stads peil TERKEE- worcien ingelaaten. Doch in het overige of laagfte gedeelte, moet het niet hooger dan tot op agt duimen onder Stads peil worden in- getapt. De Sluizen, door welken, het water, in het hoogfle gedeelte der Stad, wordt in- gelaaten, hebben, aan 't einde van den Wa^ terboezem van dit hoogfle gedeelte , feen verval van omtrent vier of zes duim, dat is te zeggen, dat het water aldaar, gemeenlyk, maar vier of zes duim laager flaat, dan aan de Sluizen. Orde op Zo dra nu het water, op de vereifchte bet hoogte, in de Stad ingelaaten is, worden fchutten. ^e intappende Y*fluizen toegezet, en al- leenlyk geopend , om vaartuigen door te laaten, waardoor niet dan het fchutwater, dat is, het water, welk in de kolken tuifchen de binnen- en buitendeuren der Sluizen ge- ftaan heeft, en het water , welk door de Huisdeuren heenen lekt, in de Stad komt; 't welk geene ryzing van belang veroorzaa- ken kan. Doch zo dra de Sluizen twee, en niet meer drie voet , zo als de Keuren fpreeken, water fchutten, dat is , zo dra het water twee voet hooger ftaat aan de eene zyde der deuren dan aan de ande- re , laat men 'er geene vaartuigen meer door (Y): wordende zy, vervolgens, toege- zet; gelyk ook , wanneer het water nog meerder ryft, omtrent de Waterkeeringen gefchiedt. \Yanneer het water aan de eene zy-
(<) Handv. bl. 7itf, 711.
|
||||
I/Boek» Weereldlyke Gebouwen, 2o$
zyde hooger is dan het water aan de andere Sluizeh
zyde; doch niet zo hoog, dat 'er geene vaar-« WA- tuigen meer können worden doorgefchut,TERKEE"' haalt men, om 't hoogfte water eerft met" het water, dat in de kolk ftaat, en daarna het kolkwater met het laagfle water gelyk te doenvloeijen, de klinketten van de vloed- en ebdeuren, 't een na 't ander op: Waarna de Sluisdeuren, in orde, worden opengewon- den. En is wel uitdrukkelyk verbooden, dat iemant de Sluisdeuren of Klinketten ophaa- le , voor dat de openftaande deuren en klinketten, geheellyk, zyn toegedaan, om dus te voorkomen, dat het water te hoog ryze in de Stad: ten welken einde, de enkele deuren, in de Leidfche graft, in de Prinfen graft by 't Huiszitten-Huis, en in 't Boeren- verdriet by de Roodebrug, ook maar om 't uur geopend mogen worden; ten ware 'er eerder zes fchuiten tevens voor dezelven la- gen te wagten (f). By hoogen vloed, wanneer de Sluizen niet doorfchutten , moet egter, met de klinketten, geduuriglyk af- en aange- flonft worden', om de buiten- en binnen- deuren gelykelyk te doen draagen (h). Wan- . neer de Sluizen openilaan, ■ gaat de uitvaart voor de invaart: doch regt het tegendeel heeft plaats, wanneer het buitenwater, tot op zyn' peil, ingelaaten wordt. Vifchlchuiten, fche- pen en fchuiten met buskruid, fchepen met > teeflen, Molenaars-fchuiten, Nagtwerkers-
fchuiten, Stads-fchuiten, die by daglooners 't, u ge- (t) Handv. bl. 722. " ' "* -
(u) Handv. tl, 71$.
|
||||
sou* AMSTERDAMS IILDeel.
Sluizen gebruikt worden, en Admiraliteits- en Ooft-
en Wa- en Weftindifche Compagnies - vaartuigen , mumm* belaaden zYncle » hebben, voor alle andere vaartuigen, de voorfchutting; doch de vifch- fchuiten, fchepen met beeften en Molenaars- fchuiten moeten, zo zy dit voorregt genie- ten , en hunne beurt niet afwagten willen, dubbel fchutgeld betaalen. Aan deAmftel- iluis hebben , behalve de gemelden , ook de Veerfchuiten de voorfchutting (v\ In de vyftiende eeuwe, plagten der Stede flui- zen, maar drie- of viermaal 's daags, open- gewonden te worden, tot het doorlaaten van Vaartuigen (iu). Doch met het aanwafTen der neeringe en vaart in de Stad, heeft men, in de volgende eeuwen, hierin verandering moeten maaken, en als 't het getyde ge- doogt , den gantfchen dag door, en zo lang de Boomen openblyven , laaten fchutten. Zelfs worden Stads-, Admiraliteits- , en Ooilindifche Compagnies - Jagten ook , by nagt, doorgefchut (ar). :. Werking "fot ververfching der Stad, en om 't wa-
zen kT ' ter' aï°mme> janSs derzelver menigvuldige
verver- graften, te leiden , werken de Sluizen in fching deezer voege: het Y- of Zuiderzee-water , derS^ad'welk , by geregeld getyde, tweemaal in dtagvän vierentwintig uuren, van 't ooften, met den 't water vloed , voor de Stad komt, wordt, door de door de- intappende Sluizen, tot op eene bekwaamé zelve, hoogte , dat is, tot op eenige duimen be- neden Stads peil, ter Stad ingelaaten, terwyj de
(v) Handv. il. 71R.
(tv) Kcurb. A. ƒ. 72 '»«r/i, Ho vtrft,
(*) Haadtr. H. 71*.
|
||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 207
de nieuwe Raapenburger- en S. Antonis- Slutze»
Huizen, die het Y-water affchutten , en de en Wa> Eenhoorns-iluis, die alleen dient om uit te tap- terkee- pen, digt gehouden worden. De ftroom komt, *IN0EN* met geregeld getyde, uit de Zuiderzee, over 't Pampus, in't Y, en loopt, daar hy diepft is, van den vuurtooren by Durgerdam af, eerft, met eene flaauwe bogt, naar denWa- terlandfchen dyk; waarna hy zig Stedewaards wendt, en fterkft aanloopt op de Sluis onder de S. Antonis- of Nieuwe Markt, alwaarmen 't eerft het waffbn van 't water verneemt, om welke reden, het Comptoir van den Opzien- der der Stads Wateren, ook voor deeze Sluis, in een houten huisje, over 't water gebouwd, geplaatft is. Het Y is, hier omtrent, ook op zyn diepft, voor de Stad. Doch het is, ■ op de hoogte van de Ton op de Nes, nog. veel dieper, gaande aldaar eenen zeer fter- ken ftroom. Zo dra nu de Sluis onder de Nieuwe Markt , en de andere intappende Sluizen werken, en 't buitenwater gekomen is, tot voor de groote Brouwers - Huis, de Lelie fluis en de klap in de Leidfche graft, worden dezelven , midsgaders de Huiden- wttersfloots - toldeur , toegezet, waardoor 't buitenwater gefchut en geleid wordt, dooi- den Kloveniers - burgwal, den Oude-zyds- Voor- en Agterburgwal, het Rokin , den Nieuwe-zyds-Voor- en Agterburgwal, den Singel, en langs de Brouwersgraft, door de Heeren- en Keizersgraften, en door de dwars- graften en kanaalen, die, met de meeften van deezen, gemeenfchap hebben, tot voor de Amftel - fluis, door welke het gefchut .■.worde
|
|||||||
■ >
|
|||||||
J
|
|||||||
loS AMSTERDAMS III.Dee£.
Sluizen wordt. Uit den Binnen - Amftel voor de
en Wa- Sluis, vloeit het water, oollwaards, door |
|||||||||
TERKEE
SIMGLBK, |
de Heeren-, Keizers- en Prinfengraften ,
|
||||||||
rondsom en dwars door de Plantaadje , en
wordt, met de ebbe, door den duiker, ten einde van den Kadyk, in 't Y geloosd. Het digthouden van de Eenhoorns - fluis, die niet intapt , en het digthouden van de de vloeddeuren der groote Brouwers- en Le^ 'liefluizen, en der fchutdeuren in deLeidfche graft veroorzaakt hebbende, dat het water, in de Prinfen graft bewerten den Amftel, laager ftaat, dan in het overig gedeelte der Stad, vloeit het ingetapte Y-water uit den Binnen-Amftel, noodzaakelyk, derwaards, en beverfcht hier de Prinfen- en Baangraften, en de dwarsgraften, die met deezen twQQ ge- meenfchap nebben: wordende, om het wa- ter te bekwaamer te doen vloeijen langs de dwarsgraften , ten noorden van de Blom- graft gelegen, de fchutdeuren in de Prinfen- graft, by't Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis, met de ebbe, digt gehouden: en het water, de Stad nu ook aan de weftzyde beverfcht hebbende, wordt, ten deele door de Een- hoorns - fluis, buiten welke het, door het digthouden van de klap in 't Boerenverdriet, naar de Bickersboom geleid wordt, in 't Y geloosd. De kleine Brouwers- of Haarlem- merpoorts-fluis, die, by 't intappen, open blyft, om het water, uit de Baangrafc, naar de Stads buitengraft, te leiden; wordt, by het uittappen, geflooten, om het water, welk de dwarsgraften over de Prinfengraft, en de Baangraft zelve beverfcht heeft, te leiden jiaar de Eenhoorns-fluis. Om |
|||||||||
^'W'*^«»ppp "
|
|||||
t Boek. Wêereldlyke Gebouwen. 209
Om de Stad tegen hoogen vloed te bevei- Sluizen
ligen, en 't water, door dezelve, behoor- m Wa- lyk, te leiden, zyn de Sluizen en Duikers,TERKEE* alomme, van de vereifchte Vloed- en Eb- deuren voorzien. Onder de Y - (luizen, ^bdeu-^ hebben de nieuwe S. Antonis - fluis twee ren der paar Vloed- en twee paar Ebdeuren : de byzonde- Nieuwe Markts-fluis een paar Vloeddeu-reSlui" ren, en de toldeur by de Huidenvetters-zen' floot : de Oude - zyds - Kolksfluis , de oude Haarlemmer - fluis, en de nieuwe Haarlem- mer-fluis ieder twee paar Vloed-, en twee paar Ebdeuren. Doch de Dams (luizen, die, tulTchen de Oude-zyds-Kolksfluis en de oude Haarlemmer• (luis , leggen, hebben ieder maar een paar Vloeddeuren. De nieuwe Raa- penburger - (luis heeft vyf paar deuren in alles, te weeten drie paar Vloed- en tweQ paar Ebdeuren. De Eenhoorns - (luis, be- ftaande uit twee pypen of kolken, heeft, in de groote pyp of kolk, drie paar Vloeddeu- ren, en in de kleine,, een duiker van twee paar Vloeddeuren, die met de ebbe open- gaan. De Amftel - fluis, voor welke het y.water gefchut wordt, heeft vier kolken. In de ooftelykfte, leggen twee toldeuren, ter wederzyde van een' dam zuidwaards, en twee paar Vloeddeuren, ter wederzyde van een' diergelyken dam noordwaards. Van de drie volgenden, heeft de middelde of groo- te kolk vier paar Vloed , en vier paar Ebdeu- ren: zynde twee paar van elke foorte geplaatft, ter wederzyde van twee dammen, zuid- waards en noordwaards , midden in deeze kolk, leggende. De twee andere wederzyd- VII. Stuk. O fche
|
|||||
.
|
■ -UHgf
|
—
|
||||||||||||||||
Mo AMSTERDAMS IILDeel,
Sluizen fche kolken hebben ieder twee paar deuren
en Wa- van elke foorte. Een vyfde kolk in 't weften |
||||||||||||||||||
TERKEE-
RING2N. |
is, door een' fteenen beer, in 't midden ,
|
|||||||||||||||||
geflopt, en wordt, gevolgelyk, niet gebruikt.
De vereeniging tünchen het Stads- en Bui- ten-Amftel-water wordt belet, door twee toldeuren, op de Reguliersgraft, onder de brug van de Agtergraft, en door twee an- deren , leggende onder de twee Valbruggen, in de brug buiten de Weteringspoort. Van de Binnen-fluizen dienen 'er vyf tot fchut- tinge van het Y-water, by vloed, om het te bekwaamer te leiden, door de graften der Binnenftad: de groote Brouwers - fluis, die twee paar Vloeddeuren heeft; de Leüegrafts- fluis, die ook van twee paar Vloeddeuren voorzien is; de Bullebaks-fluis by de Raam- poort, met twee paar Vloed-, en twee paar Ebdeuren; de Sluis aan de Leidfche Poort, met een paar Ebdeuren in 't midden, en twee paar Vloeddeuren, ten wedereinde; en de Sluis aan de Weteringspoort, insgelyks met twee paar Vloeddeuren, ten wedereinde, en een paar Ebdeuren in 't midden. De klappen in de Haarlemmer-Houttuinen, by de Roo- debrug; in de Prinfëngraft, voor 't Nieuwe- zyds - Huiszitten - Huis; en in de Leidfche- graft, tuflchen de Keizersgraft en Prinfën- graft , en de Lauriergrafts - duiker hebben ieder een paar Vloeddeuren. De klei- ne Brouwers- of Haarlemmer - Poorts - fluis heeft twee paar Ebdeuren; de duiker- bui- ten de Haarlemmer - Poort, in den dyk, vier paar, en de duiker, ten einde van den Kadyk twee paar Vloeddeuren, die met de ebbe open gaan. De |
||||||||||||||||||
••
|
||||||||||||||||||
IBoek. Weereldeyke Gebouwen, ut?
De menigvuldige Sluizen, in en om de Sluizeh
Stad, van ouds gelegd, en nog tegenwoor- en Wa- dig in wezen, en de fchikkingen, van tyd TERKEE- tot tyd, omtrent de werking derzelven, ge* J^dde-" maakt, hebben egter niet altoos, noch byjenaan. alle gelegenheden van wind en weder, be- gewend, hoorlyke ververfching van water können °m <*en brengen in de graften der Stad; 't zy datgj"ft€„ men, fomtyds, by hoog getyde, in eenige te voor- dagen , geenen genoegzaamen aftrek van komen, water hebben kon; 't zy dat, in den Zo-^f te mer, by ftil weder, het water zo luttel rees v°rmiii> en daalde, dat vloed noch ebbe, naauwlyks, deren» eenige merkelyke beweeging in de wateren der Stad, en minft in de graften, die verft van de Y-lluizen lagen, te wege brengen kon. De gewoonlyke oorzaaken van den ftank in de graften, die men gemeend hadt, door het leggen der Amftel-fluis, grooten- deels , weg te neemen, werkten, in zulke ge- legenheden, eerlang, zofterkals tevooren; vooral, na dat de Stad, digter bewoond dan voorheen, door haare menigvuldigerioolen, de graften, meer en meer, gevuld hadt mee vuiligheid , die , met de minfte gifting of roering, niet nalaaten kon, vry wat flanks te veroorzaaken. Men floeg dan verfcheiden* middelen voor, tot weering van dit onge- mak , en vondt, eindelyk, geen bekwaamer, dan het flellen van Watermolens, ten we- dereinde van de Stad, die 't vuile water maaien zouden uit eenen boezem, waarin het, door (luizen of duikers, geloosd was, en het vervolgens uitftorten in 't Y, voor« O 2 al,
|
||||||
W»^ m i---------------------- ~ - -^jwi™.'?^- " "— -— '-'■""'*—■"-»•------^" T--------- *w
|
||||||
aia AMSTERDAMS IILDEEt.
Slüizsn al, in tyden, wanneer men geen water van
$n Wa- belang loozen kon, door de gewoone uit- TESKEE- tappencje Sluizen, 't Middel was, ook te uwGEN. vooren ^ en eer je Ainftel-fluis gelegd ware, gebruikt (y), en gefield boven andere mid- delen, met naame, boven het inlaaten van het Nederftigtfch-water, tot fchuuring en ververfching , waarop , fomtyds , geraad- pleegd was (2). Doch men hadt 'er zo weinig dienfl van gehad, dat, in de jaaren 1665 en 1666, bellooten werdt, de Stads Vuilwatermolens buiten de Haarlemmer- poort tot Zaagmolens ; en , alzo dit niet gelukken wilde, zelfs tot af breuken, tever- oopen (a): 't welk, federt, fchynt gefchied te zyn. In 't jaar 1687, floeg Burgemeefler Hudde eenige middelen voor , die , zyns oordeels, dienen zouden können,om meer- der ververfching te brengen in de Stad, by- zonderlyk, het maaken van boezems, aan de oude en nieuwe zyde van de Stad, die, door Ros- of Paardenmolens, zouden worden be- maalen (b\ Eenigen van deeze middelen werden, ledert, in 't werk gefield. Doch fommigen van deezen zyn, naderhand, we- derom afgefchaft, of in ongebruik geraakt. In 't jaar 1700, werden, ten- zelfden einde, eeni-
(y) fcefol. Vroedfch. K. It. \6 Kov. ï«4<>. ƒ• «!. N.io.
t» Nov. 16 Dtc. K49. ƒ• 4« **rfot 50 verfo. Groot-Me- mot. N. III. ƒ. Z9« "»*.• (*.) Refol. Vroedfch. N. 2«. 7 Dec. i«ji. ƒ. 200 verfo.
(<) Refol. Vroedfch. L*. D. 27 M**rt \6ij. ƒ. 21+ verft.
Jj. E. « D«. t*66 16*-
(b) Hefol. Vroedfch. Lr. R. * J*ny 16I7. ƒ. 30*. Mu-
mien.-Reg. N. «. f. ito ***- |
||||||
•■■
|
||||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen. «3
eenige nieuwe middelen voorgeflaagen,vanSLuizK»
welken wv, elders, breeder berigt hebbenen Wa- eegeven Cc). Doch, zo 't fchvnt, al we-TERKEE" 5 * r u* J i rr Ringen.
derom, met geen gewenicnt gevolg. Te-
genwoordig, heeft men, derhalve , geene andere middelen, om de Stad, by groote ftilte, of als 't buiten-water eenige dagen hoog blyft, en men, door de Y-Ouizen niet aftappen kan, van 't vuil water te ontladen, dan dat men, door de vier Watermolens, van welken 'er twee, ten einde van den Kadyk, en twee anderen, buiten de Haar- lemmer Poort, aan den Y-kant, ftaan, de boezems, waarin het vuil water ontvangen wordt, zo laag houde als men kan, 't welk het water uit de Binnenftad derwaards leiden moet, en dus eenige beweeging maaken. Doch alzo men,door middel deezermolens, het Stads water maar een duim in een etmaal kan doen daalen, is ligtelyk te bezeffen, dat zy, doorgaands, weinig meer doen können, dan de Stad ontlaften van 't water, dat 'er, door lekking en fchutting, ingekomen is; waardoor het, van binnen, op eenen draag- lyken peil blyft. En zo dra 't buitenwater tot op vierentwintig duim boven peil geree- zen is, zyn zy genoodzaakt ftil te ftaan, en können geheel geenen dienft meer doen. De twee Watermolens, die nu ten einde van den Kadyk ftaan , plagten, voor dee- zen, te ftaan, ten. einde der nieuwe Vaarte, die , in 't jaar 1675, van de Stad af tot aan
(0 Zh II. Dul, XXII. £*«<> */. 11$.
O.
3 |
||||
ai4 AMSTERDAMS IILDeel.
Sluäeh aan Zeeburg, verlengd was (d) ; daar zy
en Wa- geplaatft waren, om het vuile water, zo t£rkee- verre van Je Stad, als mogelyk ware, uit *jkg£ . te werpen. Doch alzo zy toen te grooten boezem voor zig hadden, die daalen moefl, •eer de Stad ontlaft kon worden, werdt, in de Lente des jaars 1759, beflootén, dezel- ven van daar herwaards te verplaatfen (*k daar zy, digt aan 't einde van den ooftelyken vuilwater boezem, ftaan, en de Stad hierom fpoediger óntlaften können. Voorts, is het diepen of uitbaggeren van de graften, in en om de Stad, ook van uitfteekendendienft, tot voorkominge van den flank der wateren. 't Gefchiedt, gemeenlyk, in 't na- en voor- jaar, en 's morgens vroeg, op dat de roering zo weinig hinder doen zou , als mogelyk ware. Opzigt Over de Wateren der Stede, is een algemee- over ne Opzigter aangefleld, die tegenwoordig, te w t ren £ety** algemeene Opzigter over de Stads Gebou- en Graaf- wmi en Werken is. In de eerftgemelde hoeda- en Mod- nigheid, heeft hy eemnOnder-Opzigter onder derwer^ ^jg ? en verfcheiden' mindere bedienden. Zy *m' draagen zorg, dat de Schutfluizen en Water* keeringen, behoorlyk, waargenomen wor- den , door de Sluiswagters, en geeven agt, op het bekwaamlyk leiden en herleiden van het water- door de Stad. In het Comptoir der Waterkeeringe, aan de Nieuwe Markt by de fluis, onthouden zig, nagt en dag, cenige bedienden der Waterkeeringe en Wa^
(d)Zie II. Detl, XX. ß«f^. M. 1P-
{«) Refol. Vtopdifli. £r. UI, ao M*»rt, ij» April 17*3.
|
||||
I.BoEK. Weereldlyke Gebouwen. 21 $
Waterleidinge, by beurten; alle uuren aan- Sluizen
tekening houdende van de ryzinge en daa-^ Wa- linge van 't water, buiten en binnen de Y-™0EJj; {luizen, 's .Nagts zyn 'er vier en een Com- mandeur. De algemeene Opzigter komt 'er dikwils: de Onder-Opzigter, dagelyks. En nit dit Comptoir komen de fchikkingen voort, op het digthouden der Sluizen, en der Waterkeeringenzelven, by hoogen vloed.. De mindere bedienden der Waterkeenn- ge zyn omtrent vyf en twintig in getal ,* • waaronder tien of twaalf Strooviffchers zyn, die 't ffooo en andere dryvende vuiligheid viffchen uit de graften, en wanneer 'er geene Waterleiding gefchiedt, ook op het fluiten der Waterkeeringen paffen: 't welk anders den Sluiswagteren. aanbevolen is. De. Wa- terleiding door de Stad gefchiedc alleenlyk in de zes Zomermaanden, April, May, Ju- nv Tuly, Auguftus en September, wanneer men den meeften nood van ftank heeft, en, geduurende welken tyd, de bedienden der Waterkeeringe ook paffen op de Binnenhui- zen aan deLeidfche graft, Leliegraft en el- ders. Over de Graaf- en Modderiger ken der Stad is ook een algemeene Opzigter: onder wien, alle de Modderluiden , onmiddelyk, ftaan. Het modderen van byzondere perfoonen in der Stede graften, welk, dikwils , ontydig gefchiedde, is, al van ouds, by verfcheiden' Keuren, verbooden geweeft (ƒ). |
||||||||||
XIX.
|
||||||||||
•
|
||||||||||
.
|
||||||||||
(ƒ) Keiub. K. f. xoj v$rf: Handy. U. 74». 7;«».
O 4
|
||||||||||
*
|
||||||||||
u6 AMSTERDAMS III.Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
i
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Befchry- TF Jet toeneemen der Scheepvaart van Am-
ving van _LX fterdam gaf gelegenheid tot het die- de WAA-pen eener fVaale of ruimen kuil, tot ber- ging van Schepen. De eerfle werdt, aan de oude zyde, voor de Laftaadj e, aangelegd, • en draagt, in de Regißers der Stad,,op het jaar 1512, den naam van Oude ■ zyds • Waal (g). Men ziet haare gelegenheid, en hoe zy , door den Montelbaans Tooren, be- fchermd werdt, afgebeeld in de Kaart van CoRNELis Anthoniszoon, die wy, in 't eerfle Boek van 't eerfle Deel deezerBe- fchryvinge , geplaatft hebben. In 't jaar 1591 , werdt beflooten , deeze Waal te befchoeijen (h). Doch het vergrooten der Stad, in 't begin der voorgaande eeuwe, een bewysvan derzelver aanwafTende Koop- handel en Scheepvaart, bragt de Vroedfchap, in 't jaar 161 o, tot het befluit, om eene nieuwe Waal aan te leggen, aan de well- ef nieuwe zyde der Stad, van de hoogte der Wieringerftraat af, noordwaards , die dui- zend voeten in 't vierkant groot zyn, en, naar giffinge, twee honderd en vyftig duizend guldens koften zou (/). 't Werk werdt, in 't volgende jaar, aangevangen, en gedekt, door
|
|||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(g) Groot-Memor. N. I. ƒ. jis verft.
(b) Bxlol. Vroedfcli. N. 6 1$ May iS9i. (i) -Refol. Vioedicli. JST. io, j» J*ry, $ Jitly i«ip, ƒ, »37 vtrfo, 139. |
|||||||||||||||||||||||||||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 217
door het Bolwerk Leeuwenburg of hetBlaau- Waalew,
we hoofd, welk , met overleg van Prinfe Maurits (£), voor de Zoutkeeten gelegd werdt. Alles was? in 't jaar 1612, voltrok- ken. Doch in 't jaar i<544,vondt men ge- raaden, de Oude Waal te dempen, op te hoogen en aan erven te verkoopen , die, federt, betimmerd, en het Nieuwe - Waals- Eiland geworden zyn (/)• De Oude Waal werdt toen, meer Y-waards,* verlegd, en in den ftaat gebragt, waarin zy zig nog tegen- woordig bevindt. De twee Waaien zyn, buitenwaards, en ook naar binnen met paal- werk bezet, waardoor de flag van 't water gebroken wordt, en welk ook dient, om de fchepen daar aan vaft te maaken. De O u- Oude- de-zyds-Waal is in drieën verdeeld,zyds' het weftelykfte , ook de groote JVaal ge-Waal» naamd, is de legplaats van allerlei, meelt groote fchepen: in het middelfte, de Braauw- of Timmerwaal geheeten, worden de fche- pen op zyde gehaald, gebraauwd en herfteld. Het ooftelykfte is een Dok of hok voor 's Lands-Oorlogsfchepen, die hier, aan 's Lands Timmerwerf, gemaakt, vertimmerd, of op- gelegd worden. Diergelyk een dok of hok, voor de fchepen der Ooftindifche Maatfchap- pye, is, in de voorgaande eeuwe, wat meer ooftwaards, voor het Eiland Ooflenburg, aan- gelegd. De N1 e u w e of NI e u w e-z Y D s- Nieuwe« Waal is in twee deelen onderfcheiden,zyds- • waarvan het noordelykfte de Nieuwe PFaal,WaaI- en
(k) Refo!. Vroedfch. N. !}. n Juny idii. ƒ. ij.
\i) Zit 1. Deel, II. L\fk, tU IJ7. Oj
|
||||||
m AMSTERDAMS III.Deel.
WAALEN.en het zuidelykfle deFifch- of Rommelhaven
genaamd wordt. Tuflchen beide legt eene Jagthaven, van welke wy, terftond, nader Jpreeken zullen. Beide de Waaien moeten, van tyd tot tyd, gediept worden. Tot het diepen der Nieuwe Waale, werdt, reeds in 't jaar 1631, beflooten (tri). Opper- ^eC °PPer" opzigt over de Stads Waaien
CoMMis-is, door Burgemeefteren, toevertrouwd aan SARissEN vier Commissarissen, onder welken, DERWAA"de Opzigter van het Groot Haven- en Stroom- ***' meeßerfchap, en de Opperfte of Kapitein van de Waalredders Haan. De eerfte heeft eenen knegt, en de andere eenen Luitenant en eenige mindere bedienden, Waaheddersge- heeten, onder zig. De Waalredders bewaa- ken de fchepen, die in de Waale winterlaa- ge leggen, by dage en by nagte, van Am- fterdamfche Kermis af, tot aan het einde van Maart toe. Zy mogen geene fchepen, die dieper gaan dan negen voeten, in de Waaien laaten: ook geene fchepen, die bus- kruid inhebben. Ook mogen zy, noch ie« mant anders, met vuur of licht in de fche- pen komen. Het Loon der Waalredderen, voor 't bewaaken der fchepen, die in de Waaien overwinteren, of eenigen tyd ver- toeven, of, terwyl zy aldaar leggen, ver- kogt worden, is, door myne Heeren van den Geregte, by verfcheiden' Keuren, ge- regeld. De verfchillen, tuflchen den Ka- pitein der Waalredderen en de Schippers val-
(») Refol. Vioedfch, N. i$. n July i«ji. ƒ. 208 verf».
|
|||||||||||
■
|
|||||||||||
j|||P|!Ppn^'WJ' .........w^iJ(j^.!ij(V"^'-..... ^
|
|||||||||||
Ï.BoEK. Weereldlyke Gebouwen. 219
vallende, worden, zo 't mogelyk is, byHiviiMi
minnelyke tuflchenipraak van Commiflaris- fen der Waaien , afgedaan , en anders ge- bragt voor myne Heeren van den Gereg- te (»). . , AA,
Haven i.
Ruim genomen, kan men, door de HA-Befchry-
v.E N s der Stad, verftaan, alle de wa-ving , * 1 1 f» 1 1 V3.Il Qc teren, voor en in dezelve, die tot bekwaa- havens.
me Legplaatfen, voor groote of kleine fche- pen, verftrekken, of können verftrekken. Doch, in eenen enger' en eigenlyker' zin, zyn de Havens der Stad de ftroom het Y voor dezelve ten noorden , en de Amftel ten zuiden: behalve dat, van binnen, de Montelbaansburgwal, de Gelderfche Kaai, het Damrak, en de Singel tot aan den Jan- Rooden - poorts - Tooren, voor bekwaame Havens, gerekend können worden. Van de Jagthavens, in 't Y en in den Amftel, zullen wy , terftond, byzonderlyk, ipree- De Havens voor de Stad, in 't Y en in Paaien-
den Amftel, zyn bezet met twee ryen paa- ien, die, in 't Y, de Waaien influiten,en tulTchen welke twee ryen paaien , geene fchepen of fchuiten vernagten mogen (o ), op dat de Stad niet, by nagt, van den wa- ter- en) Handv. bl. 752-764. Vcrr. bl, 37, ijo» {») «aiulv. bl. 7j<j, |
|||||||||||
•
|
|||||||||||
'
|
|||||||||||
'
|
|||||||||||
r
|
|||||||||||
WÊ
|
|||||||||||
220 AMSTERDAMS IUDztlu
Havens, terkant, genaderd, en 't (luiken voorkomen
Boomen. zou worden. In deeze ryen paaien zyn, op be- kwaame afftanden, drie en twintig openin- gen , die des nagts, met Boomen, zynde lan- ge balken, met yzeren pennen bezet, ge- llooten worden; waartoe byzondere Boom' fluiters zyn aangefteld, die, op 't fluiten en openen der Boomen, paffen moeten. Dus heeft men, om van 't ooften te beginnen ï. de Oofiindifche boom , voor de Oolïindi- fche Werf. 2. de Keer weer s-boom, tuiïchen Wittenburg en Kattenburg. 3. de Admirali- teits-boom, voor de Admiraliteits Werf. 4^ 5. de twee Hannekes - boomen nevens eikan- deren voor de Braauw- of Timmerwaal, op de hoogte van 't Weilindifch Pakhuis. 6. de Waals-boom, voor de Oude-zyds-Waal. 7.8. 9. de drie Kraans-boomen, voor de groote Kraan, op de hoogte der Oude Waale en Gelderfche Kaai. 10. 11. de twee Nieuws Brugs-boomen, voor de Nieuwe Brug. 12. de T-brugs- of Nieuwe-Stads-Herbergs-boom, voor de Nieuwe Stads Herberg. 13. 14. de twee Haarlemmer-boomen, voor de Nieuwe Haarlemmer-fluis.15.16. detweeOude-Stads- HerbergS'boomen, voor de gewezene Oude Stads-Herberg, of Rommelhaven. 17. 18. de twee Nieuwe Waals-boomen , voor de Nieuwe-zyds-Waal. 19. 20. de twee Dickers- boomen voor het Bickers Eiland: en 21. de Zoutkeets-boom , voor de Zoutkeets-graft. Alle deeze Boomen leggen in 't Y. In den Amftel, leggen 'er maar twee, 22. 23. de Jmßelboomen, voor de groote Arnitelbrug. De
|
||||
■-'
I,Boek. Weereldiyke Gebouwen. £21
De Boomen moeten, op het luiden der Boom- Havbn*.
klok, geflooten worden. ten ware het water zohoogftondt, dat het over de paaien vloei- de. Doch de Boom aan de Nieuwe-Stads- I^lerberg blyft open, tot de laatfte Veerfchuit van Buiklloot aangekomen is: en die aan de gewezen Oude-Stads-Herberg, tot half tien uuren des avonds. De fleutels worden, door de Boomfluiters , gebragt, aan de naafte poorten , en aldaar in een kiftje gelegd, waarvan de fleutel , verzegeld, onder de Poortfchryffters blyft, tot dat de Boomfleu- tels , door de fchutters, afgehaald , en in- de fleutelkift, op 't Stadhuis, gebragt wor- den. Doch zo de Boomfluiters te gelyk Poortiers zyn, bewaaren zy de fleutels der Boomen, en behandigenze aan de fchutters. De Boomfluiters moeten, des morgens, by tyds, aan de Boomen zyn, om de fleutels tot het openen derzelven te ontvangen (p). Binnen de Boomen, in 't Y, leggen geene groote fchepen , dan in de Waaien. De andere groote fchepen leggen, of, op eenen afftand van honderd voeten, voor de paaien, 't welk men de Laag noemt, die altoos, zo lang dezelve niet vol is, in eene enkele ry fchepen moetbeflaan; of, verder af, op Stroom. Op de legplaatfen der fchepen; op het tee- ren en timmeren derzelven, en tegen het belemmeren der doorvaart, zyn verfcheiden' Keuren gemaakt, welker voornaamften, in den laatften druk der Handveßm (g), by een
(f>) Vcrvo'g der Handv. hl. %%.
(q) Blad*.. 7SO-JS». Ywvoig, hl. ii.
|
||||||
i%% AMSTERDAMS IILDeel.
Havens, een verzameld zyn. De Opzigter van 't
Opzigter Groot-Haven- en Stroommeeflerfchap , in 't van 't gemeen, Havenmeefier genaamd, die onder Groot- 3e CommnTariiTen der Waaien Haat, en zy- ^aven" ne wooning in den Schreijers Tooren heeft, Stroom- draagt zorg voor de onderhouding deezer meefter- Keuren. En volgens eene Keure van den fchap. twintigflen April des jaars 1753, zyn alle Schippers gehouden, zyne waarfchuwingen gade te flaan, en naar te komen (r). Hy heeft dus het algemeen opzigt over alle Ha- vens en wateren, voor en in de Stad. Doch over eenigen van deeze wateren, zyn by- zondere Havenmeefier s gefield. Men heeft'er een' over'tWater,tuflchen den Dam en de Paapenbrug; een' over 't Water tuflchen de Paapen- en Nieuwe Bruggen; een' over 't Y tuflchen de Nieuwe Brug en Haringpakkers- Tooren, en een' over de Appelmarkt. Zy zyn allen verpligt, goede orde te houden, onder de ^menigvuldige Schepen, Schuiten en Vaartuigen, die in de genoemde wateren leggen (t). jagtha- Behalve de groote Havens, van welken wy vens. gefproken hebben, zyn 'er nog drie kleine of Jagthavens, alleenlyk gefchikt, tot ber- ging van Speeljagten, Boeijers en Schuiten: twee aan 'tY,byde plaats der gewezen Ou- de-Stads-Herberg, en ten einde van Katten- burg : en eene in den Amftel, voor en onder de Amftelbrug ten werten, welke laatfte, in 't jaar 1718, gemaakt werdt. ■ Over ieder dee-
(r) Vervolg der Ha»dv. bl, 37.
(0 Handv. bl. 7j7, 7sst 719, 7«ii 7«*-
|
||||
" "'"
|
|||||
I. Boek. Wéereldlyke Gebouwen. 225
deezer Jagthavens is een Havenknegt aange- Haven«.
fteld, die deplaatfen in de Havens verhuurd. Voorts zyn 'er drie Opzienders over ieder Haven, die, jaarlyks, uit een dubbel getal, benoemd, uit en door zulken, die ei- gen fpeelfchuiten in de Haven hebben, door Burgemeefleren, gekooren worden. De Op- zienders of O verluiden doen jaarlyks reke- ning, ten overftaan van eenigen uit de be* .' langhebbende; verantwoordende de plaats- huur, en de koften, die, daartegen, tot on- derhoud der Havenen, gedaan zyn. 't Ge- regt heeft, van tyd tot tyd, verfcheiden* Keuren gemaakt, tot onderhouding van goe- • de orde, in het beflier en gebruik van dee- ze Jagthavens (f). Eens 's jaars, doen de Jagten en Boeijers van ieder deezer Jagtha- venen een' fpeeltogt, langs 't Y en langs den Amftel, onder een' verkooren Admiraal, Vice - Admiraal en Schout by Nagt. Zy zyn dan, op 't fierlykft, uitgeftreeken, met vlag- gen en wimpels, en de grootften voeren eeni- gen kleine ftukjes gefchut, die, van tyd tot tyd, geloft worden, terwyl de trompetten en andere fpeeltuigen klinken. Men noemt dit vermaak het zeilen van 't Admiraalfchap, en 't is al zo oud hier ter Stede, dat 'er de Digter Co rnelisGysbertsz. Plemp, in een Werkje, welk, in 't jaar 1616, in 't licht kwam, reeds gewag van maakt («). AAI.
(t) Zit ïiandv. bl, 7jp-7tfi.
{uj AmSeiod. Monogramm, p. 12.
|
|||||
Ï24 AMSTERDAMS HI.Deel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.?.-.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Befchry- FJTo dra de Scheepvaart en Koophandel in
ving der ^^ Amfterdam fterk begonden toe te nee- Oudfte men»m ^e vyftiende eeuwe, werdt hier het Kraanen, opregten van eene of meer Kraanen, zyn- hier ter de zwaare famengeflelde Werktuigen, die, Stede. tot ket mzetten van fcheepsmaften, en het lofTen en laaden van gefchut, molenfteenen,
zerken, marmeren blokken, voedervaten en andere zwaare lighaamen, gebruikt worden, noodzaakelyk. De oudfte Kraan, van welke, al op 't jaar 1498, gewaagd wordt (u), ftondt, in 'tY, tuflchen de twee ryen paaien, te- gen over den Schreijers-Tooren, gelyk, uit de Kaart van Cornelis Anthonis- s o o n , te zien is. Zy behoorde aan de Huiszitten-Armen van de oude zyde, en de Huiszittenmeefters verhuurden dezelve, in 't gemelde jaar, voor twaalf Koopmans gul- dens jaarlyKs. In 't jaar 1511, werdt de- zelfde Kraan, aan Jacob in de Pelgrim, voor agt en veertig guldens, verhuurd(w).Doch in 't jaar 1537, kreegen de Regenten van't S. Pieters-Gaflhuis en de Huis-Armen, van Stads wege, verlof, om eene Kraan op te regten, op den toorn van Montelbaan, mids zy dien tooren niet befchadigden, en Bur- gemeefteren het regt behielden, om de Kraan weg
(*) Zie COMMELIN , bh 7I0 Amt.
(wj COmmelin 1 als boven.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
l. Böék. Wêereldlyke Gebouwen. 225
weg te neemen, of aan andere armen teKn/U-
fchenken, tegen vergoedinge der koften (^).nbn. 't Schynt, dat de eerffcgemelde Kraan,door eenen fVolfert in de Fuik, woonende in de Warmoesflraat, opgeregt was, dieze, in 't jaar 1538, aan de twee gemelde; Godshui- zen , voor driehonderd Filips guldens, ver- kogt. In 't jaar 1539, werden 'er nog wel tweehonderd een en zeventig guldens zeven Huivers aan vertimmerd (j). Doch na dat men,in 't jaar 1606, eene fpitsop den too- ren van Montelbaan gezet hadt, werdt de Kraan, die daar gefheld was, weggenomen, en, zo ik my niet bedriege, eerft in 't jaar 1620, op de Weftfriefche Koorenmarkt, nu de Stroomarkt, geplaatft. Immers, dat aldaar, in 't gemelde jaar, eene Kraan gefield werdt, lees ik in de Aantekeningen van Schepen G e- RARD SCHAEP PlETERSZOON en in
het Rym van Jacobus Laurentius.
Ook vindt men aldaar eene Kraan getekend, in de nette Kaart van BalthazarFlo- r 1 s z o o n. De Kraan, die voor den Schrei- Groote jerstooren ftondt, werdt toen de oude Kraan en kleine geheeten. De andere heette de kleine Kraan. Kraan. De eerfte is, in 't jaar 1643, vernieuwd, en verder Y-waards in geplaatft; doch binnen de paaien, die, reeds te vooren, verder wa- ren uitgezet. En koftte deeze vernieuwing den Godshuizen meer dan veertienduizend guldens. Men heeft, in 't jaar 1664 en fe- dert, meermaalen, veel aan deeze Kraan, die
*
(x) Refbl. Vrocdfch. i Dec. i;j7. N. i. ƒ. z. (y) DOMSELAERIV. B«c{, H. Z<»j. COMMELW, \>l. 71». VII. Stuk. P
|
||||||
■
|
||||||
ï
|
||||||
22Ö AMSTERDAMS III.Dee^.
die thans de groot e Kraan heet, te kofte ge-
legd. Wat de kleine Kraan betreft, dezelve heeft, niet veele jaaren, op de Stroomarkt geftaan; maar ftondt, reeds omtrent den jaare 1660 of eerder, aan 't einde van 't Bickers-Ei- land, by de brug , die naar 't Reaalen - Ei- land leidt. Zy dient meefh om molenftee- nen te ligten. Beide deeze Rraanen zyn nog in wezen, en worden, door de gemelde twee Godshuizen, aan byzondere Perfoonen ver- huurd (z), die 't regt der Kraane, welk, by verfcheiden' Keuren (a), en, laatftelyk, by eene Keure van den agt en twintigften Ja- nuary des jaars 1756 (b), geregeld is, ge? nieten, en verpligt zyn, de Kraanen te on- derhouden. By eene Keure van den dertig- ften December des jaars 1760, is verklaard, dat het Kraanregt alleenlyk betaald wordt voor het gebruik van de Iiraan en derzelver gereedfchappen, en dat de Kraanmeefter , daarby, niet meer dan een' of twee man, gelyk van ou'ds, behoeft te leveren (c). Het S. Jozefs- of Huistimmermans-Gilde is, reeds in't jaar 1541, alleen bevoegd verklaard, tot het maaken en verhuuren van eene hg- ter foort van Kraanen, die, by den dag, verhuurd worden , en welker huur ook, door myne peeren van den Geregte, gere- geld is (d). By de groote Kraan, mogen geene fchepen leggen, dan zulken, die de- (x.) Groot-Memor. N. VIII. ƒ.50. 2?. IX. ƒ. zit verft],
(a) Handy, bi. io8z» log}.
(b) Keurb. T. ƒ. 120.
(c) Keuxb. T. f. zs6.
(d) liandv. bl. ii-jo, uji,
■■■
j. ....
|
||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||
f. 3ÉnU Weëreidlyke Gebouwen. 207
fcelve, tot Ibffén, of Iaaden, of inzetten van bruó-
|
||||||||||||||||||||||||
OEN.
|
||||||||||||||||||||||||
maften, gebruiken moeten (e).
|
||||||||||||||||||||||||
XXII.
|
||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||
BRUGGE N.
|
||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||
ot ververfching en fieraad der Stad*effAlgemee»
tot fferyf der handeldrvVende en andere J? ^ Be."
. — J' t i 1 dr r fchry ving ingezetenen < is dezelve doorineeden van vee- van de
Ie breede en fmalle graften, welker meeftert Bruggen.
en voornaamften, eertyds, en zelfs nog in de voorgaande eeuwe, aan den waterkant,- én, op eenige plaatfen, ook voor de huizen, met Lindenboomen bezet waren (ƒ); doch nu meefl met Ypen-boomen bezet zyn. Om den toegang over deeze graften, van 't eene gedeelte der Stad naar *t andere, gemakke- lyk te maaken, zyn, over dezelven, al vroeg, een groot getal van houten bruggen gelegd. Wy hebben, op eene andere plaats (g), aangetekend, dat het getal deezer bruggen, ©mtrent den jaare 1500, toen de Stad nog binnen den Singel en Kloveniersburgwal be- flooten was, reeds vyf en dertig beliep. De uitleggingen der Stad, in de zeftiende en in 't begin der zeventiende eeuwe, gaven aan- leiding , tot het maaken van zo veele fleenen en houten bruggen, dat fommigen het getal derzelven, in den jaare 1628, op omtrent tweehonderd, berekend hebben(b). Dertig |
||||||||||||||||||||||||
jaa-
|
||||||||||||||||||||||||
(e) Hand*, bl. 75?.
(ƒ) FOKKENS bl, 96.
(X) I. V"l, I. Boe^ bl. ITJ.
(h) J. LAUitBNriUS Amitcrd mi.
P'
% |
||||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||||
....
|
|||||
228 AMSTERDAMS - El, Deel;
Brus- jaaren laater, telde men zeven en tagtig ftee-
g£n.. nen, en honderd zeventien houten bruggen (i). En tegenwoordig zullen 'er wel twee honderd en vyftig. wezen, waarvan omtrent de helft fteenen zyn, wordende nog, van tyd tot tyd, in de: plaats van de houten, ftee- nen bruggen aangelegd. Ook is men, federt eenige jaaren bezig, met het vernieuwen van verfcheiden' fteenen bruggen. Alle1 de bruggen , houten 'zo wel als fteenen, die, nog in de zeftiende, en veelen , zelfs in de zeventiende eeuwe , houten leeningen hadden, zyn, federt, met ronde yzeren lee- ningen , voorzien. Onder de houten brug- gen , zyn verfcheiden' enkele, en langs den Y-kant, ook eenige dubbele ophaal- of wip- bruggen, tot doorlaatinge van fchepen met ftaande maften. En in 't begin deezer eeu- we , was, in 't midden der Plantaadje, over de Prinfengraft, eene draaibrug van een zon- derling maakfel aangelegd, die niet opge- haald, maar ter zyde uit open gewonden werdt. Doch 't werk was te dikwils ontfteld, ende werking te langzaam: waarom de draai- brug , na verloop van eenige jaaren, weder- om in eene ophaalbrug veranderd werdt. Tot het ophaalen en nederlaaten der Wipbrug- gen zyn Brugwagters aangefteld: welker loon geregeld is, by myne Heeren van den Ge- regte , die ook, tegen het belemmeren en befchadigen van de bruggen, en tegen het floppen van de doorvaart onder dezelven, verfcheiden' Keuren gemaakt hébben (*). De
(i) FOK.KENS tl. 5>».
({) Handv. bl, 7jo,7ji ,73t, 7*2,751, $44, 919*
|
|||||
LBoEK. Weereldlyke Gebouwen. 229
De houten ongevoerde bruggen*, die' egtëf, Bruc-""^
tegenwoordig * een zeer klein getal lütmaa-, gen. ken, mógen niet bereeden worden (/), en zyn, hierom, met een' houten boom, afge- flooten.' De Stad heeft, reeds by een Privile- gie van Hertoge Willem van den vierden November des jaars 1411, het regt verkree- gen, om haare bruggen, zo wel als haare Üraaten, fleigers en kaaden, te mogen ver- maaken (m). De vermaardfte, en grootfte of fraaifte Byzan-
deezer Bruggen zyn de Oude-briïg, de Niëu- fcehrJLw we-brug, de Paapen-brug, de Lange-brüg', van je de Doele-brug , de Halvemaans-brug , de Blaauwe-brug, de Magere-brug en de Ahï- ftel-brug. " ■ • - Onder deezen, is, naar alle waarfchyn-
lykheid, de oudfte de ' Oude Brug.
-•'■■■■
Zy legt,in het oudfte gedeelte der Stad:, Oude
over het Damrak, omtrent op de hoogte Bru£' der Oude Kerke ten ooften, en der plaatfe van het Slot der oude Heeren 'van Amftel ten wellen, en fchynt weinig jonger tezyn dan de Oude Kerke, baar welke, zy den naas- ten toegang verftrekte, uit het Slot. Doch wanneer zy eerft gelegd werdt, is,* zo wél als de nette tyd van de ftigting dér Oude Kerke, onbekend. Het oudfte gewag,welk ik van dê Oude Brugge vindey is, In éene over-
(/) Handv. bl. to%€.
\m) Handr. 4/. m. P3
|
||||
V
|
|||||
$3® . AMSTERDAMS nj.EteEi*
Brus- ov.ereenkomft van den agttienden Maart des
gin.. ] jaars 1389 , &e , omtrent honderd jaaren jaater j in een der Stads Re gifter s Qn), te
boek gefield is, met dit opfchrift: Roerende
jvan Heynric Konincx huys an de oofieynde van
de oude brugghe. In dit ftuk, komen Jndries .Doghede, JanNottqirt, Jacob ruyJJ-che aerntsz.
ende Jacob pan den bar ge, beraders van der poirtenvanaemfielredamme, overeen met Dirck Jansz., dat hy dat eynde van der brugge van .ar • den We fier m kant van zynretrappen, die be- zyden zyne huyfe ftaet, houden /al oijlwairt '"' bvven ende beneden ten eewlgen dagen buyten (Ier pont e coft voirf.: waar tegen hy fyn trap* .pe behouden zou ende zynen vryen vuytganck
van zyne trappe votrf. hebben op ter brugge jpoiff: tot eeutyigentklgc: 'Uit welke woorden,
waarin de Oude Brug, blootelyk, de brugge genoemd wordt, in den eerften opflag,zoa fchynen te -volgen 9 dat 'er toen nog geene andere bruggen over het Damrak gelegen \, n hebben. Doch wy~ zullen, beneden, eene reden geeven, om te vermoeden , dat de Paapenbrug, ten deezen tyde, reeds gelegd was, 't Slot der overeenkomfte, van welke wy fpreeken, levert ook een bewys uit van 't gene wy, elders (0), gefield hebben, daj: fhet gedeelte der Warmoesftraate omtrent eß
Oude Kerke eerder bebouwd geweeft is,, .dan het eindederzelve naar deNieuwebnigs^
fteeg toe; alzo de Stad zig, by het zelve, verbindt, . om he^ paalwerk in het Y?otp ftej-
(») Groot-Memor. N. \. f. i4tf.
(.) I. Dul, l. B»i{. ti. zo, a», t: 'X
|
|||||
I
|
|||||
I/Boek. Weereldlyke Gebouwen. 231
ftellen , dat de trap , langs welken DirkBiwa-
Jansz., uit het benedenfte gedeelte van zyn gen. huis, op de Oude Brug klom, kon ftaan bly- ven, in den ïlaat, waarin dezelve toen was : welk beding niet te pas kwam, zo de War- moesftraat, langs 't Water, toen reeds, tot op de hoogte der Nieuwe Brugge, bebouwd ware geweeft, alzo de paaien, die dan bui- ten in 't Y zouden zyn gezet geworden, den trap van Dirk Jansz., die geftaan moet heb- ben , omtrent de plaats van den fleiger der Overysfelfche Veerfchepen , onmogelyk ,. konden bereiken. Zie hier de woorden van het flot der Overeenkomfle, waaruit wy dit opmaaken: Ende wairt dat men bier na der Stede voirf. ommefladtboemde by den Te, zoe Zoude ment alzo ruym maken, dat dirc Jansz voirs. fynen trappe behouden zoude, als/e zy nu flaet. Voorts, blykt, uit brieven van de jaaren 1424 en 1426, dat, voor dien tyd^. ten wedereinde van de Nieuwe Brugge, zo wel ooftwaards als noordweftwaards naar den Nieuwen Dyk toe, het Y-water fpoelde, en dat toen aldaar een gedeelte van Stads water uitgegeven werdt, om aan te hoogen (.p)i 't welk al medebeveftigt, dat de oudfteStad zig niet zo ver Y-waards geftrekt heeft, als de laatere. De Oude Brug werdt, in 't jaar 1504, -gefloopt, en 't arbeidsloon der brug*» ge, die toen van nieuws gebouwd werdt * beliep, by aanbefteedinge, tweehonderd en tagtig guldens (#). Drie en vyftig jaaren * • laa-
(p) Groot-Memör. N. I. ƒ. z<n , ijl, 27z virfo,
{q) Gioot-Äicmoi. N. I. ƒ. z^9 verft. P4
|
|||||
232 AMSTERDAMS IH.Dee£,
laater, werdt, wederom, tot het vernieu-
wen der Oude Brugge, beflooten (r). Te vooren, plagt, aan 't wefteinde der Brugge, een blokhuis te ftaan, 't welk de Stad, voor dat de Nieuwe Brug, en de blokhuizen pp dezelve, gemaakt werden, aan deeze zyde dekte; doch naderhand noodeloos, en in 't jaar 1550, afgebroken werdt. Men maakte toen een fteiger, daar 't geflaan hadt (s). Van ouds, plagten zulken, die.werk begeer* den, zig te vervoegen op de Oude Brugge, daar zy, door anderen, die hunnen dienft noodig hadden, opgezogt en gehuurd wer- den ; gelyk, uit eene Keure van den zes en twintigften Maart des jaars 1527, af te nee- men is (t). Doch, tegenwoordig, heeft de Brug zelve geen byzonder gebruik. Voor dezelve, zyn de legplaatfen der Veerfche- pen naar verfcheiden' Gelderfche en Overys- fèlfche Steden. Onder de Brug , aan de noordweftzyde , zyn de -Comptoiren der Koorendraagers- en Kooren-Ligtermans-Gil- den. De oude en trekkende Gildebroeders van 't laatflgemelde Gilde hebben ook een klein huisje op de brugge, in 't zuidweften, kennelyk aan een' Kooren-ligter, die op de deur gefchilderd is;■ alwaar zy het inkomen, welk hun van ieder Ligtervragt is toegelegd, ontvangen. In 't noordooften, ftaan, tegen en op de brugge, het Bierdraagers - huisje, hier voor (u) gemeld, en een huisje voor den Aan.
(r) Refol. Vroedfch. N. i. 14 Nav, 1SS7.
(/) Refol. Vroeüfcb. N. 1. 1 Jan. ifjo, (t) Keurb. D. ƒ. 11? ver/*. (»; Budz. loj. • |
||||
LBoek. Weereldlyke Gebouwen. 233
Aantekenaar van verfcheiden'Veeren. TenBnue* -
zuidooften, ftaat, op den fteiger T tegen 't gek. Excyns-huis, het Comptoir, alwaar de Turf en Kooien worden aangegeve_n: en onderde brugge, aan deeze. zelfde zy de, is het Comp- toir van den Havenmeefter over het Dam- rak, tuflchen dePaapen- en Nieuwe-bruggen. De Oude Brug, die nog van hout gemaakt
is, heeft drie gaten tot de doorvaart, en is omtrent drie honderd voeten lang. Noordwaards van dezelve, over 't Dam-
rak , aan den Y-kant, legt de. Nieuwe Brug.
Zy is, ongetwyfeld, na de Oude Brug, Nlcuvoa
en waarfchyntyk, omtrent het einde ßru£* der veertiende eeuwe, gelegd; niet juift, om darde Oude Brug, in't jaar 1389, nog bloo- telyk de brugge genoemd wordt.; alzo zy dee- zennaam, om haare uitfteekendheid, draa- gen kon, onaangezien 'er, toen reeds, an- dere Bruggen lagen in de Stad, en zelfs over het Damrak; maar voornaamlyk, om dat de Nieuwe' Brug , in. ftukken van de jaaren 1424 en 1426, reeds onder de naamen van nye brugghe en vuyterjte nieuwe brugge be- kend ge weeft "is (v). Voor dat de Nieuwe Brug gelegd was, werdt het Damrak,hier, met een' boom, die in 't midden van eene ry paaien lag , afgeflooten , en door een Wagthuisje befchermd. In 't jaar 1556, en federt, werdt, meer dan eens, by de Vroed- fchap,
(v) Gt3ot-Memor. JV. I. ƒ. *4? ,»$1*17* virfu
p -
|
|||||
w
|
|||||
,-y.
|
|||||
ggf "AMSTERDAMS III. Deel,
13rü* fchap, beflooten , de Nieuwe Brug, die,
gek. tot dien tyd toe, geheel van hout geweefl was, ten wedéreinde, van fteen te hermaa- ken (w), 't welk, niet voor 't jaar 1561, voltrokken werdt. Aan den buitenkant der Brugge, werdt toen een paalhuisje gezet, 't welk, naar de gelegenheid des tyds, een nee gebouw was, met een doorlugtig toorentje, en in den Voorgevel met eenige kaapen ert zeetonnen verfierd. Hier werdt het Paal- geld ontvangen. De Vendumeefters of Af- üaagers hielden 'er hun Comptoir (x). Ook moeden de brieven, die uit zee werden aan- gebragt, aan 't Paalhuisje worden afgelegd, om vervolgens, door den Paalknegt, be- fteld 'te worden. Doch wy hebben dit,reed! op eene andere plaats, aangetekend, alsme- de, dat menj in de zeftiende eeuwe , de Beurs op de Nieuwe Brugge plagt te hou- den (y). -De tyd van de vernieuwinge dei? Nieuwe Brugge plagt, van buiten , tegen den fleenen vleugel aan 't oofteinde, met; deeze woorden, aangeweezen te worden; ' " . mo ': '"" '■
f Dom menfcbreefXV'. LXI. ongeheckt,
Is defe brugh en Camper hooft volmaeckt.
In 't jaar 1596, Vondt de Stads Timmerman
Henrick Jacobsz Staets de oorgaten uit, en een der eerften werdt, in 't midden der Nieu- we Brugge | geplaatft (2). In 't jaar 1624, werdt,'
• (»)Refal. Vratclfch. 2*. i, 6 M*y i$$6, zo N»i/. »o-
Decemh'. 15 59«
' (<*) H^ntlvr. hl. ju. (y) Zte hier vo»r, hl. «9. (*J J. Laukentius Amftcrdam, |
|||||
- ■■ —
|
|||||
werdt, naar 't oofteinde der brugge, naaft brwi-
het Paalhuisje, een verdek of gaandery ge- gew, ...■ j maakt (a), op houten pilaaren ruilende, van waar men een ruim uitzigt over 't Y hadt; doch 't welk , by onftuimig weder, van buiten geflooxen werdt. En in 't jaar 1661, werdt, tegen 't wefteinde der brugge, naar binnen, een vierkant plein gelegd, welk, tegen de Br tig aan,, cene overdekte gaande* Xj hadt, ruftende „op agt houten pilaaren. 't Een en 't ander zou dienen tot zen Schippers beurs, alwaar 't bootsvolk gehuurd werdt. £)och tegenwoordig, gefchieilt zulks meeft; op de Nieuwe Brug , langs de Texelfche Kaai, en ïn de herbergen daaromtrent Ook js de gaandery op de Schippers beurs, door ouderdom vervallen zynde, reeds' voor lang, afgebroken. Hier ftaat nu een Comptoir, daar *sLands Impoft der buitenlandfche Fruiten be- taald wordt. Onder de brugge,aan dceze zyde, hebben de Kaagfchippers, en onder de brug^ ge aan de Zuidooftzyde, deVlotfchuitenvoer- ders en de Steigerfchuitenvoerders hunneGil* de-Comptoiren. De Nieuwe Brug is omtrent in den voorgemeWen ftaat gebleeven tot in 'c jaar 16819 wanneer zy geheel van fteen her* boiiwd, en alieenlyk^ van twee openingen, tot doorvaart, voorzien werdt. Ieder deezer .openingen wordt,by hoogen vloed, gefloo* ten, door twee paar Vloeddepen, die aan zes zwaare uitfteekencle hoofden, drie naar tinnen en drie naar buiten, vaftgemaakt zyn4 en
. ..... ..... . . -.— # »ja__ .< ..
f4) Anotek, van Schepen Gerakd Schaep Fiitiksz. of
jltt JMU
* .
• |
|||||
*
|
|||||||||||||
a3<5 AMSTERDAMS III.Deel;
Bru<s* en hier de Waterkeering maaken. De ge*
gew. dagtenis van het leggen deezer Waterkee- ringe is bewaard, in twee opfchriften, in *t Latyn en in 't Nederduitfch, in wit marmer gehouwen, en geplaatft aan de buitenzyde der Nieuwe Brugge, naar 't Y. Boven elk?, opfchrift, flaan de wapens der vier Bürge- meefleren,die in 't jaar 1681 regeerden, en onder de opfchriften, ziet men de wapens der vier Thefaurieren. Ter wederzyde, zyn de opfchriften verfierd met Burgemeefterly- kè bondelbylen. Het Latynfch Opfchrifc| welk ooftwaards ftaat, luidt aldus: .....
Ostiis Flevi aestv maris lax at is 2J
Cataractas Ac Lapideas moles
QUATVOR IN L0CIS
Ad frenandas exvndantes aqvas
Pro incolvmitate vrbis |
|||||||||||||
Conrado A Bevnin-^Cornelivs a Vloos-
GEN. W WYCK.
Johanne Hvdde. >w Joannes Mvnter.
Joanne Corver. SjLvdovicvs Trip. Nicolao Opmeer, m Qilestores CoNSVUBUS. MNicolavs Witsen j| Senator
|
|||||||||||||
PIERI CvRARVNT.
|
|||||||||||||
. 'T ' , ,fï
A CoRNELio WitsenL. F. primo me jactö
lapide VIII. Cal. Avg. MDCLXXXI.
-
Het
|
|||||||||||||
f
|
|||||||||||||
--
|
|||||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 237
Het Nederduitfch Opfchrift, weflwaards brug-
gefteld, is: gen. Als de zeegaten door een reex van eeu-
wen DUSDANIG OPGESPERT WAAREN , DAT DE OCEAEN TOT MERCKELYKER HOOGTE STEEDS INSTORTE, EN DE STADT MET GE- VAAR VAN INBREUK EN OVERSTROOMING DREYGDE, IS DEZELVE OP VIER PLAATSEN MET WaTERKEERINGEN GESLOTEN. |
|||||||||||
■
|
|||||||||||
In 't Burgermees-^ Onder't beleyd en
TERSCHAP DER HeE- ijtë GEZAG DER HEEREN
ren Sb Thesauriers
COENRAED VAN BEU- « CORNELIS VANVlOOS*
, ningen. v& wyck. '
Johannes Hudde. ||Joan Munter.
Jan Corver. S Louis Trip , en Nicolaes Opmeer. M Nicolaes Witsen ,
M Vroedschap.
|
|||||||||||
.
|
|||||||||||
De eersten steen alhier geleyt door
CORNELIS WiTSEN L. S. (*) IN 't JAAR iCSl. (*) £flm.
DEN 25 JULY. bertt Soon.
Boven ieder opening der Nieuwe Brugge, is
een Oorgat, welk met een luik geflootenis, • dat opgehaald wordt, ornfchepen met {taan- de maft door de brug te laaten. By 't her- bouwen der Nieuwe Brugge, zyn het oude Paalhuisje en het verdek nevens het zelve, geheel weg geraakt. Tot voor weinige jaa- ren, plagt de Nieuwe Brug, die met klin- kerts
|
|||||||||||
_
|
||||||||||||
*§| AMSTERDAMS ÜLÖêéi,"
kerts beflraat was, niet bereeden te worden*
Doch omtrent den jaare 1750, werdtde Brug, in 't midden, met groote ftraatfteenen be^ le<*d, en daardoor tot een' ry weg bekwaam gemaakt, Voor de Brug, ten weften, ftaat eene kopefen Armbos opeen' fteenen voet, ten behoeve der Aalmoeffeniefs-armen. De derde brug over het Damrak is de |
||||||||||||
P A A t E N*» R tJ 6»
|
||||||||||||
z
|
is, vermoedelyk, gelegd voor 't mid*
den der veertiende eeuwe, om aan de |
|||||||||||
Geeilelyken van Si Nieolaas-Parochie of de
oude zyde der Stad een' toegang te verftrek- ken naar de nieuwe zydé, nader dan over den Dam. Ik ftel den tyd van 't leggen der Paapen-brugge zo vroeg, om dat ik meen, dat zy, onder den naam van Inrebrugge of bin- nênfte brugge, gemeld wordt, in twee Sche- penen-brieven van de jaaren 1365 en 1399, die ik in handen gehad heb. Zy heeft, waar* fchynly k, den naam van Paap en-brug gekree- fen, om dat zy veel van Geeftelyken, die,
ier te Lande, veeityds, Pa-apen genoemd werden, betreden werdt. Sommigen verhaa* len, dat de Friefters, op eenen vaftenavond, met fakkelen en toortfen, langs ffcraat zwie- rende , de eerfte Paapen-brug, en een uit- hangbord, daar 't Vagevuur in verbeeld was, aan brand hebben geftoken ; waarna de brug, die, in de plaats der afgebrande brug- ge , gelegd werdt, eerft den naam van Pao* pn-brugge gekreegen, en federt behouden zou
|
||||||||||||
T .
|
|||||||
I.B0EK. Weéreldlyke Gebouwen. 530
zou hebben (b). De Paapen-brug, die in 't jaar Brü4.
1604 herbouwd werdt (c), is van hout ge- gen. ' maakt, en ongevoerd, waarom zy niet be- reeden wordt. Zy heeft, gelyk de Oude Brug, een oorgat m 't midden, en zes ope- ningen ter doorvaart. Zy is omtrent twee honderd en vyftig voeten lang. Zuidweft- waards tegen de Paapen - brugge, ilaat het Comptoir van het Klein-Binnenlands-Vaar- ders-Gilde; en onder de brugge , Noord* weflwaards, dat van den Aantekenaar van't Buitenveer op Haarlem. Zuidwaards van den Dam en Beurs, leg-
gen over 't Rükin nog twee oiide bruggen, de Lange Brug en de Doele-brug, en ver- der Over den Amftel nog vier anderen, de Halveroaans - brug , de Blaauwe - brug , de Magere-brug en de Amftel- brug. Onder deezenzyn de Doele-brug en de Amftel-brug alleenlyk fteenen; de anderen vier aüen hou- ten bruggen. De *
Lange Brug.
is de oudfte van allen, en lag'er reeds, toen Lange
hier het einde van de Stad was, in de veer- #rWS> tiende eeuwe. In de Stads Regifiers, wordt 'er, op de jaaren 1562 en 1563, gewag van gemaakt; en ftondt toen, op deeze brugge, naar 't wefteinde, een Kapelletje, welk aan de Lieve-Vrouwe gewyd was (d). Zy is, dik-
(*) Walich Syvaebts RoomfcheMyfterien ontdekt ƒ.
(e) J. LAuftENTius Amfterdam.
id) Gioot-Mcmor, tf, II. ƒ. sz verft, S4,
|
|||||||
.
|
|||||||||
24o AMSTERDAMS III.Deel,
Brug- dikwils, vernieuwd geworden. Men be-
g£n. vondt, in 't jaar i627, dat zy veel te hoog lag. Zy werdt toen wel drie voet een duim ver- laagd. Zy hadt, van ouds, negen; doch heeft, tegenwoordig, maar drie gaten ter doorvaart. Omtrent het jaar 1660, werden 'er voor 't eerft yzeren leeningen aan gemaakt (e). Dt> m- selaer fchryft kwalyk, dat deeze Brug, eertyds, de roode brug geheeten heeft; ge- lyk reeds,door Commelin (ƒ), is aange- merkt. De roode brug plagt te leggen, al- waar nu de ■
Doel e-b r u g«
|
|||||||||
Doek- legt, die ik ook, enkele reizen , de lange
trug. brugge by de Regulier sp oir te genoemd vind (g\ Zy is,waarfchynlyk,voor't begin der zeftienae eeuwe, gelegd, en eerft van hout gemaakt ge- weeft. Doch ter gelegenheid van het (legten Van't Rondeel, beooften deeze brugge, om- trent het jaar 1633, in welks plaats, een groot huis geftigt werdt, welk nog het Rondeel heet, werdt de Brug van fteen herbouwd. Zy ruft op agt zwaare zuilen, die zeven boo- gen maaken , zynde de zuilen geftigt op roofterwerk, welk op zwaare ingeheide paa- ien ruft; waarop de Digter Vondel het oog gehad heeft, in twee regels, die bo- ven den middelften boog plagten te ftaan, en dus luidden: (e) J. LAURENTius Arafterdam. DOMSELAER IV. Bttk,
hl. 176. (f) BUdx.. 6it. ^Aant, t.
(l) Keiub. ß, ƒ. 94. |
|||||||||
—^
|
|||||||||||||
IïBoEK. WeERILDEYKE GEBOUWEN. £41
Agt zuilen op een ry, een Brug van zwap- Bruq*
ren laß gen.
Begrondc den Amflel niet 4 en flaat allyk-
wel vaß. De H A L V E M A AN S-B RUG
I is gelegd, in 't jaar 1626, ter gelegenheid Halv$~
dat; kort te vooren, de Amftei, hierom- maant- trent, aan de ooftzyde, vernaauwd en tot brti£: erven aangehoogd was. Ook heeft de brug, zo wel als de fteeg beweften den Amftei, op welke zy aanloopt, haaren naam gekreegen, naar haare kromme of halve - maans - wyze gedaante. Zy is twee honderd drie en ze- ventig voet lang (ti), heeft tien gaten ter doorvaart, en kan, zo wel als de Blaauwe en Magere bruggen, in 't midden, wor- den opgehaald, tot doorlaatinge van gfoote vaartuigen. De |
|||||||||||||
Blaauwe Brug,
|
|||||||||||||
gelegen tegen over de Amftelftraat, plagt Biaaum
de uiterile brug over den Amftei te zyn, na Bru£m de uitlegging, die in 't jaar 1601 aangevan- gen werdt, en hegtte twee bolwerken der Stad aan eikanderen. Zy droeg toen ook den naam van Amfielbrug en van Leeuwen- brug , naar vier Leeuwen, die, op de hou- ten leeningen der brugge, gefield waren. Zy is drie honderd voeten lang, en heeft dertien gaten ter doorvaart. Na de laatfte ver^
(h) J. LAURENTIUS Amftcidim.
Vil stuk> q
|
|||||||||||||
24* AMSTERDAMS IH.ÊWtu
Brug- vergrooting der Stad, werdt 'er nog eene
•im. brug over den Amftel gelegd, die de Am ftel-Kerkftraat aaneenhegt, en, om haare
finalte, de
Magere Brug
Magere genaamd werdt. Zy is egter, naderhand,
Brug. merkelyk verbreed ; heeft genoegzaam de zelfde lengte als de Blaauwe Brug, en ook
dertien gaten ter doorvaart.
Doch de aanzienlykfte brug der Stad is
de groote fteenen
Amstel Brug.
AmM Jr7y ÏS 0°k» na ^e ^aat^e vergrooting der
Brug. ß J Stad, in den jaare 1662 ,geftigt, tus- ï'cnende twee bolwerken, Oofter-blokhuis en Wefter-blokhuis, die zy, even als een gor- dyn , aaneenhegt. Deeze treffelyke Brug ruft op vyf en dertig halfronde boogen, van gebakken fteen gemetfeld, behalve de buitenkanten der zuilen, en de randen der brugge van boven, die van graauwe gehou- wen fteen zyn. De Brug heeft eene zwaa* re yzeren leening , voor welke , weinige jaaren geleeden , binnenwaards, blaauwe fteenen pilaartjes gefteld zyn, die 't voetpad van den ryweg der brugge onderfcheiden, Voorts, ftaan, op de Brug, twee Wagt* huisjes van gehouwen fteen , in welken , des noods, eene fchildwagt zou können ge- fteld worden. Van de vyf en dertig boo- gen der brugge dienen de drie middelften tot
|
|||||
v^
|
|||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 243
tot doorvaart. De overigen, ter wederzy- bruö-
de, dienen, ten deele, tot legplaatfen der oeh» Schuiten en Jagten van de Amltel - Jagtha- ven. De Brug is zes honderd en zeflig voe- ten lang, en zeventig voeten breed. Van dezelve heeft men, zo wel naar binnen als naar buiten, een van de fraaifte uitzigten der Stad. De andere voornaame fteerteh Bruggen
der Stad zyn te veel in getal, om van ieder derzelven, afzonderlyk, te handelen. Aan en ónder fommigen, gelyk j aan de groote ftee- nen Brug by de Nieuwe Kerk, en elders , in de oude Stad, zyn ruime kelders of klui- zen gebouWd. Anderen , gelyk de over- welfde doorvaart tuiïchen de Nieuwe-zyds- Voor- en Agterburgwallen, en tuflchen den Agterburgwal en Singel b zyn met hooge 'huizen bezet. Onder de hoekboogen of ga- ten , van veele houten en fteenen bruggen, zyn ook, inzonderheid in de minft aanzien- lyke gedeelten der Stad, tot geryf der klei- ne gemeente , houten fecreeten gemaakt-, die, alomme, in twee byzondere vertrek- ken , voor mans- en vrouws-perfoonen, on* derfcheiden zyn. De hoekboogen van fom- mige bruggen zyn, van Stads Wege, tot by- zondere Comptoiren ter ontvangft vaneerii- ge gemeene middelen; ten dientte derOver- miden van eenige Gilden;tot Wagthuisjes, en tot andere diergelyk gebruik gefchikt
■
Oj XXflI.
|
||||
-'-*■■•— -■■■■"■ ■; "' '—* '
|
|||||||||||
244 AMSTERDAMS III.Deel,
XXIII.
DOELEN, De Schutteryen, reeds in de tiende eeu-
we, door Keizer Henrik den I., zyn- de opgeregt , heeft men, naar alle waar- fchynlykheid, al zeer vroeg, in de Holland- fche Steden, Doelen gefligt, in welken, de Schutters zig, met fchieten naar zeker wit pf doel, in den Wapenhandel oefenden. Te Amfterdam, was, vroeg in de veertiende eeuwe, reeds een Genootfchap van Schutte- ren , van welks Doele gewaagd wordt, in eene overeenkomft tuflchen Schout, Sche- penenen Raade en dit Genootfchap van den vyfden September des jaars 1394 (i). Naar alle waarfchynlykheid, was deeze Doele gele- gen langs den Oude-zyds-Agterburgwal, om- trent de oude Doeleftraat. Immers, dat, hier ter plaatfe, eene Doele geweefl zy, geeft de naam der laatflgemelde ftraat niet llegts te kennen; maar 't blykt ook uit verfchei- den' Schepenen-brieven, die nog voor han- den zyn. In een derzeïven van den agtften January des jaars 1414, wordt, door 't Ce- cilien-Kloofter, aan de Oudermans der oude /cutteren verpagt een erve, gelegen tujjchen der Stede nye graf te en Lambrecht Kocx eruet en {trekkende van der haluer flrate, dat is, denk ik, van de helft der Cecilien-KIoos- ters-fleeg, nu de Prinjfenhofs-fteeg, tot an dir
|
|||||||||||
DOILEN.
|
|||||||||||
Oudfte
Doelen hier ter Stede. |
|||||||||||
{%) Htndv. hl. 14a.
|
|||||||||||
<
|
|||||||||||
I. Boek. Wêereldlyke Gebouwen. 245
der voirf. /cutters kielen. In een' anderen Doelïk,
van den zesden Maart des jaars 1417, wordt die/cutter dueïen befchreeven , als gelegen tujfcben twe gra/ten en hebbende eene iloot ter wederzyde (&). In nog' een anderen van den zesden Juny des jaars 1455, wordt getuigenis gegeven van 't pagten van een erf, gelegen aen den Burgwalle by S. Jans brugge, en flreckende van der Stede oude grafi te tot aen die oude /chutters Doele en aen die middelfie grafie toe (/). Ook heb ik een Uittrekfel uit het Regißer van Rooimeefleren der Stede in handen, gedagtekend den ner genden Maart des jaars 1542, waarby zy verklaaren, gerooid te hebben op d'oude zy- des burchwall, agter op het ledig er f van het huis van Jan Klaaszoon van Hoppen , een tfiuyre gecomen zynde by ouder tyden van de oude /chutters Doulen. In 't jaar 1413, was deeze Doele nog de eenigfte in de Stad. Doch 't leedt niet veele jaaren (in), of men regtte nog twee andere Schutteryen op, te weeten, de jonge, of S. Joris- , of Voet- boogs - fchuttery, en de S. Sebaftiaans- of Handboogs-fchuttery («), die elk ook haa- re Doele hadden. De Voetboogs - Doele, de oudfte van de twee, ftondt een weinig be- noorden de plaats, alwaar, naderhand, de Heiligewegs-Poort gefield werdt, en dient nu tot eene Vergaderplaats der Weftindifche Maatfchappye. Ik heb eenen Schepenen- brief (kj "Vit de oorfpron^kelyke Schepenen-Brieven.
(/) Zie COMMELIN, bl. 209 sAant. (<»>, ('m) Keurb. A. f. 62. {n) Haadv. bl. 14t. |
||||
PB^B^WBP^™«"^'« 'I» I "« ...uiiujiw«»»»»««™.. U .. m I .......ii^OTKtpi» lil i II I ■_—*■**> »ij ui | lllll
|
||||||
»4« AMSTERDAMS IILDeel.
Doelen, brief in handen van den agtentwintigften A-
pril des jaars 1458 , waarby aan die Ouermans van die jonge .Scutters totten feinen fchutters behoef eene tuyne, gelegen buten die byndwy- ker poirte, daar ook de Doele lag , opge? draagen wordt. En in een' anderen van den yyftienden July des jaars 1471, wordt, aan dezelfde jonge /cutters, een tuyne, gelegen jn hunne dolen, en fiteckende van d een fioet tot d'ander fioet, opgedraagen. Ook is my, van elders, gebleeken, dat, in deeze Doe- le , Warmoes werdt geteeld, die, door de Groenvrouwen, van daar gehaald, en aan de ingezetenen uitgevent werdt (0). De Handboogsdoele ffcondt, eerft, buiten de S* Antqnis-poort, aan den S. Antonisdyk(B). Doch zy werdt, ter gelegenheid van der* oorlog met de Gelderfchen, in 't jaar 1508, afgebroken, en, omtrent vier jaaren laater, Noordwaards van de Voetboogsdoele , op het zogenaamde Schaapenveld, wederom op- geregt (p). Zy is, federt, tot eene deftige Herberg vertimmerd, en nog in wezen. De oude Schuttery zig diep in fchulden gefte- ken hebbende, en omtrent den jaare 1516 Vernietigd geworden zynde , werdt haare Doele, van Stads wege, verkogt, en 't gene *er van kwam, eerlang, hefteed, tot het op- maa-
(0) Confeflïe van Machtelt Lambert Lepeltax van zo Febr.
JJS5. in't Confeffieboek f<ï» i+April iss$- »•» U Apr. 1564. , (p) Zie II. Deel, V. Boel^ bl. 444,, 460. (8) In eenen Schepenen-brief van den jaare 1528;,
wordt een huis opgedraagen , ftaande buiten do S. Antonis poort, binnen V blockhuys, daer de ban%- boofb Jcbutters doelen plegen te ■weejetu )
|
||||||
/
|
||||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 247
maaken eener nieuwe Doek voor Kloveniers; doelen 't welk, in of omtrent het jaar 1522, ge- fchiedde, ten zuideinde der Stad aan den Amftel, daar nu de nieuwe Doeleftraat is (4). Zy is, insgelyks, nog tegenwoordig in we- zen Doch wy moeten beide de in wezeri zynde Doelen, nog een weinig byzonderer, befchryven. De ■
Handboogs-Doele
ftaatop de ooflzyde van den Singel, tus-Byzonde-
fchen 't Spuij en den Heiligen Weg Zy« be- was, oudtyds, van de Voetboogs1- Doele, ^^ nu hetWeftindifche Huis, gefcheiden, doorHani- eene floot of graft, in laater' tyd, de VuUtoogste* Iers-graft genaamd, om dat de Lakenvullers«> en zig daaromtrent, hadden nedergezet. Doch deeze graft, die tot in den Singel liep, werdt, in't jaar 1650, gedempt, en een gedeelte van den grond, tiüTchen de voorgevels der twee Doelen, met een Stads - Wapenhuis, betimmerd. Ook werden toen, dwars door de fchietperken der twee Doelen ,^twee dwarsftraaten gerooid, die van 't Spuij naar den Heiligen Weg loopen, en waarvan de ooftelykfte de Handboogsflraat, en de wes- telykfte de Voetboogsflraat genaamd wordt, De Stad fchynt den Krygsraad toen, we- gens het afftaan der Doelen, met derzelver erven, voldoening gegeven te hebben (¥% De Handboogsdoele plagt, weleer , eenefi |
||||||
f«) Zie II. Deel, IV. Boet, hl. 413- V' *"<.» ".««♦•
. (?) Refol. Vroedfch. N. 18- S Juny i6iU f. il».*.»*. tj| Junj 16+S>. ff JO verft. |
||||||
HS AMSTERDAMS III.Beel,
Doilen. deftigen oiiderwetfchen voorgevel te hebben,
en , nevens den voornaamften ingang, ten zuiden, eene poort, door welke men naar het fchietperk ging: boven welke poort, S. Sebaftiaan, de patroon der Handboogsfchut- teren (.f), met pylen doorfchooten, was uit- gehouwen (9). Doch deeze gevel is, reeds voor veele jaaren, afgebroken, en in een1 gevel , meer naar de hedendaagfche wyze van bouwen gefchikt, veranderd. Een fier- lyk Toorenfpitsje, welk weleer op den Kruist of Haringpakkers-tooren gedaan heeft, en, in 't jaar 1606, op verzoek van de Over- luiden der Handboogsfchutteren, herwaards overgebragt is (f), fleekt nog ten dake uit. 't Gebouw der Handboogsdoele heeft, van binnen, verfcheiden' deftige vertrekken, en boven, eene groote zaal, alwaar de fchutters, oudtyds, hunne vergaderingen hielden. Men ziet, in 't voorhuis en in de andere vertrek- ken, nog verfcheiden' fchuttersgezelfchap- pen in fchilderyen verbeeld. En onder an- de-
(s) Zie Walich SYVAEKTS Roomfche Myfter. ontdek*
ƒ. 19 verf». (t) Refol. Vroedfch. N, 10. la May itoS, ƒ. 96 verfo.
(o) $. Sebaftiaan, Burger van Milaan, en Hoofd-
ïnan der eerfte bende, werdt, volgens 't getuigenis der laatere Kerkelyke Schryveren, op bevel van Kei- zer Diocletiaan, om de belydenis van 't Chriftelyk geloof, door 't Krygsvolk , doorfchooten, omtrent het einde der derde ecuwe. Vide Henric. Thahorit, 'aliosque AuUor. apud Matthaeum Fundat. & Fat» Meel. p. 544, 545. Zyn beroep en wyze van fier- ven fchynt gelegenheid gegeven te hebben , dat de Handböogsfchutters, hier en elders , hem tot hun- nen Patroon verkooren hebben.' > . - .' |
||||
f
|
|||||
I.B0EK. Weereldlyke Gebouwen. »49
deren hangt, op de groote zaale, een fraaiDqble»;I
fhik van Johannes Spilberg, verbeeldende het vendel fchutters van den Burgemeefter en Kapitein Joan van de Poll (u), 't welk, omtrent den jaare 1660, gefchilderd is. Ook ziet men hier, voor den fchoorfteen, een uitvoerig ftuk van Bartholomeus van der Heiß, naar wiens Broeder, die hier Kaftelein ge- weeft is, de Doele den naam van Doele van van der Heiß plagt te draagen. Het is, irj h jaar 1653, gefchilderd, en verbeeldt drie Kapiteinen, Albert Pater, Joan Blaaum en Joan van de Poll, welken de eertekenender jCchntteren aan den Schilder van der Helft, die by hen aan eene tafel zit, vertoonen. De Handboogsdoele, thans, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, eene voornaame Her- berg , wordt van Stads wege verhuurd. De Kaftelein wordt, door Burgemeefteren, aan- genomen (ü). De <
Kloveniers-Doele, I
flaande ten einde van de nieuv/e Doele-Jf/w*
ftraat en Kloveniers-burgwal, is tegenwoor-niers~ dig ook eene aanzienlyke Herberg, alwaar Doele' openbaare Verkoopingen van huisraad ge- houden worden. Zy is, in twee gebouwen, onderfcheiden. Het kleinfte en geringfte ftaat aan de noordzyde van de Doeleftraat, en fchynt een overblyffel te zyn van het > oude fchietperk der Klovenieren; waarom het,
(/O Houbrakkns S-houwburg III, Deel t tl, 4},
(vj Gioot-Memor. N. V. ƒ. 1:$. |
|||||
S5ö AMSTERDAMS III.DeeI.
Doilen. het, in 't gemeen, Schietdoele genoemd wordt.
Ook vergadert 'er,van tyd tot tyd,nogeen gezelfchap van Liefhebberen, om naar het wit te fchieten, waarvan wy, in de befchry^ ving der Schutteryen, eenigszins uitvoeri- ger , handelen zullen. Men treedt, in dee- ze Schietdoele, door eene kleine Poort, bo- ven welke, de Klaauw, het teken der Klo- venieren, uitgehouwen is. Van binnen han- gen , in eene Gaandery en in een Vertrek, welk op een' kolf baan uitziet, eenige oude Schuttersftukken,. Nevens de kolf baan, ten noorden, heeft men het fchietperk, aan welks einde, een houten vierkante fchyf, beplakt met wit papier, waarop twee krin- gen getrokken zyn , ruitswyze , aan eene pen gefteken wordt. De fchutters flaan on^ der eene overdekte gaandery, en fchieten, door twee poorten, op zekeren affland van eikanderen geplaatft, in 't fchietperk, dwars door welk, de floot of het breede riool van 't Gafthuis loopt, welk zig, onder de huizen van de Doeleftraat door, in den Amftel ont- laft. Het andere gebouw, thans alleen by den naam van Kloveniers - Doele bekend, fchyntjin 't jaar 1522, toen deKloveniers- Schuttery opgeregt werdt, alleénlykbeftaan te hebben in den ouden tooren, Zuoigt of Zwyg Utrecht genaamd, die toen, door de Stad, aan de Kloveniers gefchonken werdt, en nog, byna in zyne oude gedaante, on-* Verhouden wordt (w). De Windwyzer van deezen tooren is een vergulde Papegaai, ter ge?
(w) Keub. C ƒ. itf. |
||||
. r
|
|||||
l Boek. Wëereldlyke Gebouwen, ayr
gedagtenifle van het fchieten naar de Pape- Doele»,
gaai, welk, vanouds, door de.Klovenierst plagt te gefchieden (x\ In den muur van den Tooren, is een fleen gemetfeld, waar- op twee kruiswys geplaatfte haakbuflen, en onder dezelven , de woorden SVYCH WTRECHT, met een' klaauw aan elke zyde, uitgehouwen zyn. Doch aan deezen Tooren is, ter wederzyde, zo langs de Doe- leftraat als langs den Amftel, een ruim ge* bouw getimmerd, welks ingang in de Doe- leftraat is. Men treedt naar binnen, door eene groote poort, verfierd met biuTen en andere merktekens der oude Klovenieren. Voorts, komt men, over eene voorplaats, in huis, en langs een' breeden trap op de groote Schutters zaal , alwaar, voor den eenen Schoorfteen , vier Overluiden der ^ Schutteren , Alben Koenraad Burcb , Jan
Flooswyky Pieter Reaal en Jacob Willekens, konftiglyk, door Govert Flink, gefchilderd zyn. Langs den wand deezer zaale, plagten drie fraaije Schutters-gezelfchappen te han- gen, die gevaar liepen van,by gelegenheid der openbaare Verkoopingen, of andere fa* menvloeijing van volk, ligtelyk, befchadigd te worden; waarom zy, op bevel der Hee- ren Thefaurierên , in Burgemeefters Ver- trek , op 't Stadhuis, overgebragt zyn, aj* waar wyze nader befchreeven hebben (y). Jn de Kamer van de Overluiden der Klo- venieren , ziet men de fieeren CornelU (x) Keurb. E. ƒ. «o.
(y) Zie hier voor, bl. 5f.
|
|||||
*5* AMSTERDAMS III. Deel,
Sbads ïVitfen , Roelof Bicker , Gerrit Reinfl en
Herber- §imon van Hoorn, in fchildery, afgebeeld.
gen. XXIV.
|
||||||||||
3TADS HERBERGEN.
- , F
Befchry- TpX eezen zyn, tegenwoordig, vier in getal,
ving der yj het Oude-zyds-Heeren-Logement, het Herber- Nieuwe-zyds-Heeren-Logement, de Nieuwe gen, als Stads-Herberg, en de Nieuwe Stads-Her? berg in de Plantaadje. .
.... f.
Oude-zyds-He eren? Loge ment.
Öude< _Tet ^u^e" %y^s" Heeren - Logement ftaat
*yrff- JLX aan ^e zuidzyde van den Grim-burg-i Heeren- wal, ten einde van den Oude-zyds-Voor-: mem' burgwal. De plaats, daar het zelve geftigt is, behoorde, of grensde ten minfte, van Qiids, aan het Kloofter der nieuwe Nonnen, en verflrekte, in de zefliende eeuwe of eer- der , tot eenen Stads Timmertuin, toen de ScafferieoïSchaffery genaamd; gel yk, uit de Kaart vanCoRNELis Anthoniszoon, en ook van elders blykt (z). Naderhand, werdt, in de plaats der Schafferye, eene , Brouwery getimmerd, de Sleutel genaamd, die, na eenigejaaren verioops, tot eene Lom- berd gebruikt werdt, en nog laater, tot eene wooning voor byzondere Koopluiden ver- feje -
|
||||||||||
(«,) GrootMcmor. N, II. f, $4.
|
||||||||||
- i in . . - ^wu,iii,,MiN"*»"iy. j i ui mini 1.1 11
|
||||||
IBoèk. Weereldlyke Gebouwen. 253
ftrekte. Eindelyk, werdt het gebouw doorgTADS
de Stad gekogt, en tot eene deftige Her- Hbrbek- berg en Logement bekwaam gemaakt, 't GEN* Middelfle en aanzienlykfle gedeelte van 't gebouw, welk, in 't jaar 1647, vernieuwd is, heeft twee vleugels, die zig , binnen- waards, langs eene groote open plaats ftrek- ken. De voorgevel is, tuflchen de ligten* der tweede en derde Verdiepinge, verfierd met hardfteenen Feftonnen, en pronkt, in desZelfs frontefpies, met het wapen der Stad > waarboven , twee leggende Leeuwen de Keizerlyke Kroon vafthouden. Men treedt, in 't gebouw j over eene fleenen brug, die met een fraai yzeren hek kan afgeflooten worden. Boven den ingang, ziet men, ins- gelyks, Stadswapen^ Van binnen, is het Huis voorzien van een groot getal ruime vertrekken, en onder anderen van eene aan- zienlyke behangen zaal, alwaar , dikwils , groote maaltyden gehouden zyn, en in wel- ke ook huisfieraaden, kleederen enkoflbaar- heden, die hier, gelyk in andere voornaame Herbergen, openlyk verkogt worden, ten toon worden gefield: ten welken einde, ook eenige benedenvertrekken, in den ooftely- ken vleugel van 't gebouw, langs de Plaats, dienen. Voor den weftelyken vleugel, op de Plaats, is een hoog verdek op ftylen ge- timmerd, dienende tot eene zitplaats voor den Secretaris, Afllager, Verkoopers,Ma- kelaars en anderen, alzo hier, genoegzaam het gantfche jaar door , in 't gemeen dts Maandags, Huizen i Hoffteden, Obligatien en andere vaite goederen, zo by willige Ver«
|
||||||
s
|
||||||
Ï54- AMSTERDAMS ÜLÖeêi*.
Stads Verkoopinge , als , inzonderheid van deri
Herber- eerften November tot den eerften February* •m by Executie, geveild en verkogt worden* Ni EU we^zyds-He eren-Log e ment.
Nieuwe- TTet Nieuwe - zyds - Heeren - Logement $
*yds' XjL itaande op den Haarlemmerdyk aan £oge. de Heerenmarkt, werdt, in 't jaar 1Ó17 i ment. gebouwd tot eene Vleefchhal en Wagthuis van gelyke gedaante als het Wagthuis en de Vleefchhal op de Wertermarkt. Men be- fpeurt dit nog, aan de vier Oflenkoppen * die, in den voorgevel van 't gebouw, zyn uitgehouwen. Doch de Vleefchhal bleef hier' niet lang, en 't gebouw werdt, in 't jaar 1623, aan de Weflindifche Maatfchappye i tot eene Vergaderplaats, afgeftaan en verhuurd (#)* Men timmerde toen, agter eene open plaats, een nieuw gebouw, met twee vleugels, aan hetvoorige, agter welk gebouw, eerlang, op de Heeren-markt, een nieuwe Vleefch- hal gezet werdt. De Weltindifche Maat- fchappy hieldt hier haare Vergaderingen, tot na 't verlies van Brazil, in 't jaar 1647; wanneer zy in zulk een verval geraakte, dat zy, de huur van 't Huis niet konnende op- brengen , haare Vergaderingen verleide in haar nieuw gebouwd Pakhuis op Raapen- bufg. 't Weftindifch Huis op den Haar- lemmerdyk llondt, federt, verfcheiden' jaa- ren
{*) Rcß)l. Vroodfeh. N> 13. ïj May i«jj. ƒ. it)% verfi.^
|
|||||||||
.
|
|||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. Z55
ren agtereen, genoegzaam zonder gebruik, Stad*
tot dat men, in 't jaar 1657, befloot, hetHERBEi- zelve te verhuuren tot eene Herberg (£),GEN* die, federt, den naam van het Nieuwe-zyds* Heeren-Logement gekreegen heeft. 't Gebouw heeft twee ingangen s een' van
vooren, onder den fteenen trap naar 't Wagt- huis, welk hier nog gebleeven is, en een* aan de ooftzyde, uitkomende op de Binnen- plaats, alwaar, aan deeze zelfde zyde, ook een verdek tot een afflag getimmerd is: wor- dende alhier de meefle openbaare Verkoo- pingen van Schepen', en ook fomtyds Ver- koopingen van Houtwaaren en andere Koop- manfchappen gehouden. De Verkoopingen by Executie van Schepen en Koopmanfchap- pen mogen, volgens eene Ordonnantie van Burgemeefteren van den drie en twintigflen December des jaars 1681, nergens dan hier gefchieden (c). Wyders, is het Nieuwe- zyds-Heeren-Logement voorzien van eene froote zaal en verfcheiden' andere vertrek-
en en flaapkamers, bekwaam om aanzien- lyke luiden te herbergen. De beide ingan- gen zyn, van boven, met Stads wapen ver- ïierd. |
||||||||||||||
3-
Nieuwe Stads-Herberg.
Aan of in 't Y, voor de Stad, plagtenNiew»»
twee Stads Herbergen op paaien teStads~ (b) Refol. Vroedfch. Z,r. A. S J*n. i$j7. f. h; ,
(c) Handv. H* lotl*
|
||||||||||||||
J
|
||||||||||||||
1
|
||||||||||||||
%
|
||||||
256 Amsterdams iildeer
&TADS Haan, de Oude- en Nieuwe - Stads - Herberg
Herber- genaamd, waarvan de laatlte alleen overge- GEN. bleeven is. De eerfte , die 't Leproozen- huis toekwam t flondt op de hoogte der Buiten - Wieringer-ftraat, zynde een hegt houten gebouw, indenjaare 1613 , voor- naamlyk^ aangelegd * tot geryf van reizende luiden, die, na 't fluiten van den boom, en van eene houten poort op de brug, langs welke men naar deeze Herberg toegang hadt, aan de Stad kwamen, en hier hunne nagt- ruft neemen konden. Ook werden 'er openT baare Verkoopingen van Zout, en ook wel van Sehepen en Scheepsparten gehouden. Doch de neering in deeze Herberg merke- lyk verloopen zynde, heeft men j voor eeni- ge jaaren, beflooten, dezelve, ten gronde toe , af te breeken. De brug, van welke wy fpreeken, verftrekt thans nog ten toe- gang naar een Burgerwag thuis, naar eene Jagthaven , en naar een' fteiger, alwaar eenige kleine fchuitjes leggen, gefehikt om de luiden aan boord te zetten. De Nieuwe Stads - Herberg, die nog in
wezen is, werdt gebouwd, op de hoogte der Spaarnedammer - brug, ter gelegenheid der opregtinge van het Veer over Buikfloot naar de Steden Hoorn, Edam, Moniken- dam en Purmerende, in den jaare 1660. 't Gebouw Werdt, op gelyke wyZe als de Oude Stads-Herberg, van hout getimmerd. Doch het is, in laater' tyd, en nög Voor weinige jaaren , merkelyk Verbeterd , en met een ruim fleenen gebouw vergroot; alzo de nee- ring hier,ter oorzaake van het vermaakelyk uit-
|
||||||
■.
|
||||||
I/Boek. Wbereldlyke Gebouwen, b$7
uitzigt over 't Y, merkelyk toegenomen is. Stad«
Men komt, aan de Nieuwe Stads-Herberg, Herber- over eené lange houten Valbrug, de Y-brugGfiK* genaamd , die ook ten toegang verftrekc naar een Burger-Wagthuis; naar den Buik- flooter Steiger, en naareenen kleinen fteiger Voor roeifchuitjes. De Nieuwe Stads-Her- berg behoort aan de Stad, en wordt, doof de Heeren Thefaurieren, gemeenlyk, voor een zeker getal van jaaren, verhuurd. '. i |
. - . ' >
Nieuwe Stads-Herberg, in ds
PLANTAAD JE.
■
Na 't aanleggen der nieuwe Piantaadje, Nieuws
in den jaare 1681, vóndt men geraa-Stads' den, tot weeringe van kleine kroegjes en ^fj^ kuffen, aldaar , eene enkele Herberg te laa- piantaai' ten timmeren, en dezelve, met iiitfluiting/f. van alle anderen , te bevoorregten met den Wyntap, gelykj in 't jaar 168S, ge- fchiedde (d). De nieuwe Herberg is een iteenen gebouw van drie verdiepingen, efl* Haat in de middellaan, aan de zuidzyde, even over de Prinfengraft. De ingang is, van boven, met Stads wapen verfierd. O penbaare Verkoopingen worden , in deeze Herberg, ter oorzaake van derzelvef afge- legenheid, niet gehouden, poch men heeft 'er, eer de byzondere Löteryen verbooden waren, in 't begin deezer eeuwe, verfchei- den'
(d) Groot-Memor. N, VII. ƒ• ** *«r/#,
VII. Stuk. R
|
||||
258 AMSTERDAMS IILDeel;
Gene- den' kleine Loteryen getrokken; en ook,
haal naderhand , eene Lotery ten behoeve van Post« >t Eiland Urk. De opftal deezer Herber- toirIP" Se benoort: aan byzondere perfoonen. Wy agten, hiermede, de Weereldlyke
Gebouwen, die eenigermaate aan de Stad behooren, te hebben afgehandeld. Na 't befchryven der Godshuizen, zullen wy nog van eenige* Gefügten gewaagen, die fom- migen, veelligt, ook tot de Weereldlyke Gebouwen zouden betrekken. Hier ftaat ons nog te fpreeken, van eenige Gebouwen, die, of aan 't gemeene Land van Holland, of aan de Admiraliteit, of aan de Ooft- en Weftindifche Maatfchappyen , toebehoo- ren. •
XXV.
I
f
Generaal Post-Comptoir,
Gene- \VTy hebben, hier voor (e), reeds aan-
1AAL y/y getekend, dat, na 't afftaanvande
Comp- Pofteryen der byzondere Steden en ook der
ToiR. Stad Amfterdam, aan 't gemeene Land van
Holland, in 't jaar 1748, de Stads Paarden-
flal, hier ter Stede, op den Nieuwe-zyds-
Voorburgwal, aan de weflzyde, tufTchen de
Mol- en Huiszittenfteegen, waarby ook de
Stads Apotheek geplaatil was, in 't jaar 1753,
tot een Generaal Post-Comptoir,
voor vyf en veertig duizend guldens, aan't
Land
(0 Blad*. 15-3.
|
||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 259
Land-verkogt werdt. 't Gebouw is, federt,Admira-
merkelyk vertimmerd, en heeft het wapen liteits van Holland in den voorgevel gekreegen. G^ou" Men treedt, door eene deftige poort, op eene ruime plaats, die, ter wederzyde en van agteren, met onderfcheiden Poil-Comp- toiren, betimmerd is. Het Brabantfche , Franfche en Engelfche ilaat aan de zuidzy- de, het Hamburger en Keulfche aan de noordzyde, en het Binnenlandfche aan de weftzyde. Het overige van 't gebouw is, tot wooningen voor de Opzienders en voor- naamfle Bedienden der Pofl-Comptoiren, gefchikt. De agtergevel pronkt met een Uurwyzer en Slagklok. -
XXVI.
ADMIRALITEITS GEBOUWEN.
• -
Toen , in de veertiende en vyftiende Oudfte
eeuwe, de Waterlieden, en vooralbehee- Amfterdam, groot gezag oefenden, over 't TfeGz™ beleid van den oorloge te water; het uit- ken der rullen van Oorlogsfchepen, en het heffen Admira- van een Pondgeld, om de kollen, daartoeIiteic' vereifcht, te vinden ; gelyk, uit veeleplaat- fen onzer Hißorie van de Stad, heeft können blyken (ƒ); was 'er, zo 't fchynt, geen by- zonder gebouw gefchikt, tot het waarnee- men van de zaaken der Admiraliteit. De Byeenkomflen van de Afgevaardigden der Waterlieden werden,op 't Stadhuis, gehou- den; (f) II. Dtcl, III. Eteky *'• ao8, llx, IZ5> */©.
|
||||||||
R 2
|
||||||||
/
|
||||||||
t6o AMSTERDAMS IILDeel.
den; het Pondgeld ontvangen, daar de Re-
geering zulks geraaden vondt (g), en de Oorlogsfchepen getimmerd, in de Schaffery, het Baardfihuys, of den Timmertuin der Stad. In den aanvang der Spaanfche beroerten zel- ven, toen Amfterdam alleen, in Holland, de Spaanfche zyde hieldt, en de Stadhouder, Graaf van Boflii, aan de Amfterdamfche Re- geerïng fchreef „ dat hy zig, met de fche- „ pen van oorloge, niet langer begeerde te „ moeijen (b)": fchynt de Stad de zaaken de-r Admiraliteit, op haar eigen gezag alleen, beftierd te hebben (i), zonder dat, tot het waarneemen derzelven,. eenig byzonder ge- bouw vereifcht werdt. Maar na t overgaan der Stad aan de Staatfche zyde, in 't jaar 1578, kwam 'er, allengskens, merkelyke verandering in de zaaken der Admiraliteit. De Staaten van Holland en Zeeland ëerft, en daarna de algemeene Staaten heften een Convooigeld van de uit- en ingaande goede- ren, waaruit de koften, vereifcht tot bevei- liging der Zee en der ltroomen, gevonden werden. Amfterdam hadt, in dit Convooi- geld, bewilligd (k). En, voor zo ver het zelve, van wege 't gemeene Land, ontvan- gen werdt, was 'er ook, in de Kooplieden, en vooral in Amfterdam, eene plaats noo- dig, voor den Ontvanger van het zelve en deszelfs bedienden. Men fchikte hiertoe een gedeelte van 't Celle-Zufters-Kloofter, ge-
(g) Groot-Memor. N. ï. f. 97, 101,
(h) II. Titely VIII. Botk^, hl. 330.
(i) II. Deel, VIII. Boek^t U. 301 > 343 , ;j* , 35? , 3^0.
\k) II. Üul% X. Mot{, bl. 21.
|
|||||||
A6MTRA-
litiïits
Gebou- • WEN.
|
|||||||
,—_— - ■ ■
|
|||||
li Boek. Weereldlyke Gebouwen. 261
gelegen tufTchen den Oude-zyds-Agterburg* Admira*
wal en den Zeedyk, op de hoogte van de liteits Molenfteeg. En nog tegenwoordig, ilaat, Geboü* op den Zeedyk, een oud groot huis, welk jwaIC* \n de Koopbrieven , daarvan voorhanden , den naam van het oude Convooi draagt. Doch 't leedt niet veele jaaren, of dit Convooi werdt, naar 't S. Cecilien-Kloofler, overge- bragt, alwaar ook, in 't jaar 1597, een der nieuwlings opgeregte vyf Admiraliteits-Kol- legien geplaatft werdt. .. 1.
AD MIRA LITEITS- of PRINSEN-HOF,
■
't S. •^ecilien-Kloofter, ftaande op den Ou- Befchry.
V^/ de-zyds-Voorburgwal, zuidwaards JJing van van de oude Doeleflraat, en reeds in 't begin MIRALJ*" der vyftiende eeuwe geftigt,was ,niet langTEiTs- of na de verandering der Regeeringe, in't jaar Pensen- 1578, gefchikt tot een Logement voor Prin^01"' fen en groote Heeren , waarnaar het den naam van Prinfenhof gekreegen heeft, die 'er nog, in 't gemeen, aan gegeven wordt. De Graaf van Leicefter is, zo ver my bekend is, de eerde Heer van aanzien geweeft, die 'er, in 't jaar 1586*, in geherbergd werdt (/). 't Gebouw werdt , toen reeds, het Hof van Zyne Excellentie genaamd, en de Vroedfchap befloot, in Auguftus des gemelden jaars, de Kerk van het zelve te fchikken tot een Scherm^
R 3
|
|||||
■ ■
|
|||||||||
*6* AMSTERDAMS IIT.Deel.
ADMfRA- Schermfchool (m). Doch deeze Kerk werdt, LiTEiTs eerlang, tot een Comptoir, daar 't Convooi- Gebou- gey ontvangen werdt, vertimmerd. In 't |
|||||||||
WEN.
|
|||||||||
jaar 1591, werdt beflooten , het gedeelte
van 't Kloofler, daar de Koken plagt tezyn, te verbouwen, tot wooningen voor de Le- den der Admiraliteit, mids zy, daartoe, een gedeelte der penningen verflrekten(«).Het gebouw heette, toen reeds, en gevolgelyk, lang voordat Prins Maurits aldaar, in't jaar 1594, geherbergd werdt (0), het Prinfen- liof. In 't jaar 1597, werdt het voornaam- fte gedeelte van 't Kloofler of Prinfenhof ge- fchikt, tot eene Vergaderplaats voor een der vyf Collegien ter Admiraliteit , die toen, door de algemeene Staaten, werden opge- regtrte weeten, voor het tweede in rang. En dit Collegie verklaarde, op den zeven- tienden April des gemelden jaars, geenen eigendom te hebben aan het Prinfen-Hof, noch aan de andere erven, die, door de Le- den van het zelve, gebruikt werden (p\ Door den tyd, verkreeg, nogtans, het Col- legie den eigendom aan een gedeelte van 't gebouw van de Stad, en in 't jaar 1655 » tradt men, over den affland van het overi- ge, in onderhandeling (q). Op den eenen- twintigden January des jaars 1656, werdt cene overeenkomft getroffen , tufTchen de Ad-
(tn) Refol, Vroedfch. Ar. j. i<5 Aug. ijs«.
(n) Refol. Vroedfch. N. 6. 9 ^prtt ijpi.
{») Zie DOMSEJ.AEK IV. Boe^ bl. 1U. COMMIJLIN , hl.
'7II. lp) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 69.
(?) Refol, Vroedfch. L*. A. 13, 20 Ltt. i«;j. ƒ. 37,
47 *"/♦. L
|
|||||||||
XBoek. WeerelDlyke Gebouwen. 263
Admiraliteit en de Stad, waarby 't geheele Admira-
vierkant van 't Prinfen-Hof, met de woo- liteits ningen en vertrekken, daaraan behoorende, ^ebou- aan de Admiraliteit afgedaan werdt (r). Se- dert, is dit gebouw, door vernieuwing en vertimmering, van tyd tot tyd, merkelyk verbeterd. Het aanzienlyk gefügt, welk, voornaamlyk, dient tot de Vergaderplaats van de Gecommitteerde Raaden ter Admi- raliteit, is, in 't jaar 1661, geheel van den grond op, gebouwd. En in deeze eeuwe, zyn de agterfte gedeelten der wooningen voor de Raaden, die uit andere Provinciën en Steden herwaards worden afgevaardigd, deftig hertimmerd. Zelfs heeft men, nog in den voorleeden jaare 1764, drie deezer wooningen, die op den Oude -zyds - Agter- burgwal ftonden , van den grond af, her- bouwd. Men vondt toen , by 't graaven der grondfiagen, nog eenige bekkeneelen en doodsbeenderen , overblyffels der^ lyken, die, van ouds, in de Kerke of op 't Kerk- hof van 't Cecilien-Kloofter, begraavenzyn geweeft. De voornaamfte ingangen der woo- ningen , van welken wy fpreeken, zyn, op de Oude^zyds-Voor- en Agterburgwallen; en zy komen, van agteren, uit aan de rui- me plaats van 't Admiraliteits Hof. In 't jaar I758, werdt het oude S. Cecilien Kerkje af- gebroken, en op dezelfde plaats,een nieuw gebouw tot eenComptoir van'tConvooi ge- ftigt. Het Kerkje van 'tS. Agnieten-Kloos- ter, meer zuidwaards, op den Oude-zyds- Ag-
(r) Gwot-Menioi. N. IV. ƒ• ««•
R 4
1
|
||||
■
|
|||||||||
2(54 AMSTERDAMS III, Deel,
Admtra. Agterburgwal flaande } is , reeds omtrent
LiTEiTs den aanvang der zeventiende eeuwe, door Gebou- je Admiraliteit, gebruikt geweefl (j) : en, nog tegenwoordig , verftrekt het onderfte gedeelte van het zelve tot een Pakhuis, aU waar de aangehaalde goederen gebergd wor- den. Onder 't gemeen, hier ter Stede, wordt dit Pakhuis de Hel genaamd (t). Gedaan- ' 't A D M I R A LIT EIT S- of P R IN S E N-H O P
te, Sie- heeft twee aanzienlyke ingangen, een' op
raaden en ^en Oude-zyds-Voorburgwal, en een' in de ke^van Pnnfènhofïbèeg. Door den laatften, heeft het zelve, men den naaften toegang naar't Comptoir van't Convooi, langs eenen breeden wentel-« trap. 't Vertrek, tot dit Comptoir gefchikt, is in verfcheiden' afgefchooten Plaatfen ver- deeld, naar het werk der byzondere Officie- rén en Bedienden. Ook is , naaf!; of agter net zelve, een vertrek voor den Ontvangen Wy hebben reeds aangemerkt, dat dit ge- bouw, weleer , de Kerk van 't Cecilien-» Kloofter geweeft is. Het f|>its toorentje dee- zer Kerke fleekt nog ten dake uit. De an- dere Poort leidt, voorby de wooning van, deq Kaftelein of Kafteleinfche, op eene groo- te vierkante Plaats , verfierd , in 't mid- den, met een' fraaijen pomp, aan eene zuil van blaauwen arduinfleen, boven ^p wel- ke, eene fierlyke glazen Lantaarn ftaat, en cue de plaats bellaat van den Geregtspaaï, welke hier , voor deezen , plagt te ftaan, "Aan de zuidkyde deezer Plaatfe, ftaat het ge- bouw, welk, voornaamlyk, dient tot eene Ver-
(s) Refol. Vrocdfch. N. II. i? 7»ty *<**• f. i74V*'/f.
(f; Voten. Scmaine biulcsrjuc d'Araitcrdam p. j$i. |
|||||||||
•
|
|||||||||
'
|
|||||||||
.
|
|||||
J.Boek. Weereldlyke Gebouwen. 26s
Vergaderplaats voor de Raaden ter Admi- Admira-,
raliteit. De gevel van dit gebouw, welk, liteits voor 't grootfte gedeelte, uit gebakken fleen, Gebou* gemaakt is, ruft op een wit hardfteenen voet- ftuk en diergelyke zuilen, 't Gebouw is drie verdiepingen hoog. De kap of fronteïpie$ van den gevel is, met fraai hardfteenen beeldwerk, verfierd, vertoonende, in 't mid- den , een' Leeuw, die, door twee vliegenr de wigtjes, bekranft wordt; den Holland- fchen tuin bewaakt, en twee kruiswys ge- plaatfte Ankers, zynde het wapen der Ad- miraliteit , vafthoudt. Ter regter zyde, ziet men 't beeld der Geregtigheid , met een naakt kind , eenen hoorn van Overvloed houdende, by zig; en daar agter Neptuin op een' Walvifch, met een Schip, Compas, Graadboog en Paffer. Ter linkerhand, ver» toont zig de Zee-oorlog, omringd van Ge- formt , Roapaarden, Kruidvaten , Ankers, Zeilen, Scheepskiften en Koopwaaren ; en gevolgd van Tritons, Meereminnen , Zee- paarden en andere gedrogten. Beneden , ter wederzyde van den ingang van 't gebouw, ftaan, op fraaije arduinfteenen zuilen, twee Leeuwen, die 't wapen der Admiraliteit voor zig houden. Uit het dak, fteeken vier net ger bouwde fchoorfteenen, die vier Oorlogsfche- pen dervlagvoerende Opper-Officieren, Ad- miraal, Luitenant-Admiraal, Vice-Admiraal en Schout-by-Nagt, tot windwyzers, voeren, In de eerïte verdieping van 't gebouw, zyn het Comptoir van den Commis der hooft , delyke betaalinge en het Comptcdr van den ■jßquipagiemeefier. Van hier, gaat men,langs R 5 eenen
|
|||||
'
|
|||||
266 AMSTERDAMS III.Deel;
Admira- eenen breeden trap, naar de tweede verdie-
Ï.ITEITS ping, alwaar de Raadkamer is, zynde Gebou- een groot t vierkant vertrek, met twee fraai- je fchoorfteenen, welker mantels en kolom- - men, met beeldwerk,verfierd, en verguld zyn. De twee fchoorfteenftukken zyn, konfliglyk, door Ferdinand Bol, gefchilderd. In dezelven, wordt de gefchiedenis van den jongen Man- lius, die, om dat hy, tegen lafl, geflreeden hadt, op bevel zyns Vaders, onthalsd werdt; en Eneas, de pryzen van den fcheepsftryd uitdeelende, keurlyk verbeeld. Ook hangt hier het gefchilderd afbeeldfel van den Luitenant - Admiraal Michiel Adriaansz. de Ruiter. Voor den ingang der Raadkamer, bo- ven welken, het wapen van Holland, tus- fchen twee ftroomgoden , uitgebeeld is, heeft men een ruim portaal, en in het zelve een Comptoir voor de Kamerbewaarders. Ter wederzyde van de Raadkamer, zyn twee vertrekken. In het weftelyke, houden de Raaden afzonderlyke Befoignes. En hier ftaat, tegenwoordig, de pragtige Armftoel voor den Admiraal-Generaal of deszelfs Reprefen- tant, die, in den rug, met het wapen van den Huize van Oranje en de fpreuk Je main- tiendrai, en op het kufïen, met het wapen der Admiraliteit, beflikt is. Voor den fchoor- fteen, in 't zuiden, is een Y-gezigt op oud Amfterdam gefchilderd. Aan den wand , hangen ook eenige Zeeflukjes, en midden in 't vertrek, een fraai model van een Oor- Jogsfchip van zes en dertig Hukken. Het andere vertrek ten ooften dient tot een Spreekvertrek voor den Raad en Advokaau Fis*
|
|||||
■-------—-----------------"----------------------- '
|
||||||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. z6?
Fiskaal en den Commis-Generaal. Tegen den Aomira-
wancj, ter wederzyde , leggen, op twee utbit» rekken, eenige veroverde fcheeps vlaggen. Geb°u* tt- i- il • F i • WEN.
Uit dit vertrek, komt men, zuidwaards, in
een ander, gefchikt voor de Commifen ter recherche, werwaards men, uit het Portaal voor de Raadkamer , een' gemeenen toe- gang heeft. Inliet zelve, zyn ook eenige vlaggen geplaatft. Op de derde Verdieping van 't gebouw, zyn de Secretary e;i Char- ter kamer der Admiraliteit, benevens drie of vier kleine vertrekken, die tot Comptoiren voor den Boekhouder van den Equipagie- meefter, en voor den Zegelklopper, en tot ander gebruik gefchikt zyn. De Secretary heeft twee fchoorlteenen. In 't Portaal voor dezelve, zyn beflooten Kaften voor de Bo- den , en ook eenige anderen geplaatft. In de Charterkamer, ten ooflen der Secretarye, |
||||||||||
■
|
||||||||||
zyn de Notulen van den Raad en andere
Stukken en Papieren, door den tegenwoor- digen Ghartermeefter, den Heere Mr. Jan Jacob Hartsinck, onlangs, in eene zeer nette orde , gefchikt. Tullchen het dak , zyn twee groote looden bakken ge- field, die , gemeenlyk, vol water gehou- den worden, om zig van het zelve, by on- geval van brand, te können bedienen. Op de Vliering , worden de gereedfchappen nog bewaard, welken men, by de Admira- liteit , in 't oefenen van lyf- en halsftraffen, plagt te gebruiken. Tot bewaakinge van 't Admiraliteits- of tVaakeri
Prinfen-Hof, zyn eenige Wagten aange- pa? 'c fteld, die, Vnagts, m vier huisjes, op den H"fCn" Ou- '
|
||||||||||
i:
|
||||||||||
.......---------------------------------—--------------——I---------------■ ' ' II lp 11
'■
|
||||||||||
jÓS AMSTERDAMS ■ HL-Deel.
Admira- Oude-zyds-Voor- en Agterburgwal, de wagt
Liters houden, en in 't jaar 1662, door 't Geregt Gebou- der stad, gemagtigd zyn, om, even als de gewoonlyke Nagtwagt, te waaken tegen brand en andere ongelukken; als mede te- gen huisbraak, overlaft en diergelyke onbe-« hoorlykheden, omtrent de plaats , waar zy zig onthouden, voorvallende (u). 1 ,
Admiraiiteits- of Lands Maga?
ZYN en SCHEEPSrTlMMERWERF.
■■ '
Oudfte TV7a 't opregten der Admiraliteit, in 't jaar
Admirali-J_\| i597,bergde dezelve, te Amfterdam, teits-Ma- naare Scheepsgereedfchappen in gehuurde Scheeps" Pakhuizen, die, hier en daar, door de Stad, Timmer- verfpreid waren. Doch daar verliepen niet werf hier veele jaaren, of haar werdt een erf, op Ui- ter Stede, igjjjjufg^ tot een Magazyn, en een ander, op Raapenburg, tot eene Timmerwerf af- gedaan. De eerfte deezer plaatfen geraak^ te, nogtans, met het vergrooten der Stad,! te veel binnenwaards: en zy werden beide, eerlang, te klein bevonden, tot het einde, waartoe, zy dienen moeften. In 't jaar 1648, verzogt de Admiraliteit, een Magazyn.te mogen bouwen op Marken, to; berging van gefchut en kogels. Doch de Vroedfchap wees dit verzoek van de hand (v). 't Liep ^an, tot den twaalfden Auguflus des jaars |
||||||||||
(») Groot-Memor. N. V. ƒ. 89. '
(v) KefoL Vtoedfch. H. 19. }J*nt xf^g. ƒ. 17 j vtrfa
|
||||||||||
■>
|
||||||||||
I.BOEK. WEEREtDLYKE GEBOUWEN. 2Ó0-
1655, eer haar een groot erf op Kattenburg, Adsitra- •
tot een Scheeps-Magazyn en Timmerwerf ,liteits werdt afgeffcaan, tegen het erf op Uilenburg,GjïBOÜ- en de Timmerwerf op Raapenburg, die zy w w' te vooren bezeten hadt (10). By het erf op Kattenburg, werdt, in 't jaar 1660, nog een groot ftiik gronds gevoegd, tot vergroo- tinge der Scheeps-Timmerwerf (x), die van eene verbaazende uitgeftrektheid is. ; Midlerwyl, was men, met het graaven Befchry- der grondflagen van het tegenwoordig A d- JJin& v*n MIRALITEITS- of LANDS MagAZYN,.^^,
begonnen, op den twaalfden September des dig Ad-
jaars 1655. In Maart des volgenden jaars, mirali- werdt de eerfle fleen van 't gebouw gelegd, TEITS" of door de Heeren Jonas Wit Jen, Dirk Herbert s, maga- Tiet er Jacobsz. Buttegaar en Reinier van Kuik; zïn. en daarop, zo vlytiglyk, voortgevaaren met timmeren, dat het Magazyn, binnen negen maanden , tot gebruik bekwaam gemaakt werdt. Het flaat, op den zuidwefterhoek van Kattenburg, aan en in de groote Kat- tenburger ftraat, rondsom in 't water. Het is van harden gebakken fleen gebouwd; twee honderd en twintig voeten breed, twee hon- derd voeten diep, en drie verdiepingen hoog, behalve dat het dak, welk, langs de zyd- en agtergevels, dubbel is, voor eene vierde verdieping verflrekken kan. De vier ge- vels van 't gebouw zyn, in 't midden, met vier uitfleekende paviljoenen uitgetimmerd. In de frontefpiefen van den voor- en agter- ge
(w) Groot -Meinor. N. IV. ƒ. 70.
\x) Groot - Memor. H. V. f. U **rft, ...
|
||||
»yo AMSTERDAMS IIIDEEt.
ADMiftA- gevel, zyn de Zeevaart en de befcherming
LiTEiTs der zelve, fierlyk, in fleen, uitgehouwen. Gebou- ^an j^ Paviljoen van den agtergevel, welk, met trappen, naar 't water afgaat, ziet men de wapens der Heeren, die den eerflen Heen aan 't gebouw gelegd hebben: ook leeft men, aldaar, in een opfchrift, in fteen gehou- wen , dat het, in negen maanden tyds, tot gebruik gebragt is. De buitenpoort van voo- ren, die, op Dorifche kolommen, ruft, leidt over eene fteenen brug, door den ingang van 't gebouw, boven met het wapen der Admiraliteit verfierd , in een ruim vier- kant Portaal, in welks vier hoeken, van bo- ven , de wapens der vier Heeren Gecommit- teerde Raaden ter Admiraliteit, onder wel- ker opzigt, het Magazyn getimmerd is, te weeten, Cornelis Wit jen, Burgemeefter der Stad Amfterdam , Plons Pietersz van der Hoef, Burgemeefter der Stad Haarlem, Frans Herberts, Burgemeefter der Stad Gouda, en Herman van Ewyk, Domheer te Utrecht, ïn hardfteen uitgehouwen zyn. Aan de zol- dering , hangt een fchuitje, welk uit de Straat Davis herwaards gebragt is. Ter wederzy- de van dit Portaal, zyn twee ruime vertrek- ken. De Kamer ter regterzyde pronkt, voor den fchoorfteen, met het wapen der zeven Vereenigde Provinciën, en met zeftien wa- pens van Raaden ter Admiraliteit. Ook han- gen 'er eenige vlaggen en vendels, en, mid- den in 't vertrek, een model van een Oor- logsfchip van zes en dertig ftukken. Boven de deur, tegen over den fchoorfteen, is een fraai Schilderftuk van J5o/geplaatft, welk, voorheen, ia
|
||||
h Böék. Weereldlyke Gebouwen. £?i
in deKajuit van eenAdmiraliteits-Jagt geflaan AtitiftV»
heeft, en 's Lands hooge .Regeering, in deuTEiTs gedaante eener aanzienlyke Vrouwe, ver-ÜEBO°" beeldt, den ftaf van bevel aan eenen Zee-WEN* overfte toereikende. Onder 't ftuk, leeft men deeze regels van Vondel; De groote Zeevooghdin gebiet den waterheiiïgh
En Admiraal der Zee, in haaren dienfi ge~ treên , Dat hy de Zeevaert mor 's Lants Vrede en Vrybeit veiligh, En zegene den buit en koopvaerdy der Steen. Hy, vaerdigh om dien lafi groothartig uit te voeren* Neemt Sterkbeit , Wysheit en Voorzigtig- heit te baet. Nu durft geen Zeegedroght op zee de vinnen roeren. Zoo groeit den handel aen, ten wasdom van den Staet. De Raaden ter Admiraliteit, het Magazyii
komende zien, vergaderen in deeze Kamer. De andere heeft, tegenwoordig, geen by- zonder gebruik. Uit het Portaal, treedt men, regt uit, op eene vierkante Binnenplaats, die gewelfswyze over 't water gebouwd, en omringd is van eene gaandery, ruftende'op zes en veertig kolommen van gebakken fteen, waardoor 't gantfche gebouw onderfchraagd wordt. De Plaats plagt met klein gefchut belegd te zyn; doch men heeft dezelve, al federt eenige jaaren, van deeze zwaarte ontlaft. In
■ ■
|
|||||
«
|
|||||
Ifi AMSTERDAMS III.Deêê.
. v In de kelders van 't Magazyn, leggen thans
meefl ledige watervaten en weinige kogels en oorlogstuig. De eerfle verdieping van 't gebouw is verdeeld in vier voornaame Ma- gazynen, een tot Spykers en Yzerwerk; een tot Kabels en Touwwerk; een tot Zeildoek en Zeilen, en een tot bloks en 't gene meer tot de talie van een fchip noodig is. Uit deeze Magazynen, heeft men, langs fteenen trappen, toegang naar de zolders van de tweede en derde verdieping, boven ieder der- zelVen: pp welke zolders, de fpykers, het ligt yzerwerk, allerlei ftaand en loopend want, zeilen, vlaggen, vlaggenftokken, riemen, bloks , lantaarns, kardoeskookers, kruid- höorens, kruidmaaten, potten, ketels, en veelerlei ander Stuurmans- Konftapels- en Koks - gereedfchap , in byzondere kaffen , hokken , bakken en laaden , in eene zeer nette orde, geplaatfl zyn. Ook heeft men, op de tweede verdieping, eene Zeilenmaa- kers- en eeneCompaflenmaakers-Werkplaats. Doch een voornaam gedeelte deezer verdie- pinge, langs den voorgevel in 't zuidooften, is gefchikt tot eene Wapenkamer, waar 't handgefchut, zyd- en ander geweer, welk in den zeekryg gebruikt wordt, in byzon- dere kallen, wordt bewaard. Tuflchen de twee gedeelten van het dak, loopt, langs de 2yd- en agtergevels van 't gebouw, eenwa- terbak , die zeftienhonderd tonnen waters houdt. Men plagt dit water, langs looden buizen, in welken groote koperen kraanen ftaken, op alle de verdiepingen, te können bren-
|
||||
ÏBoëk. Weereldlyke Gebouwen. 27 g
brengen, om 'er zig, voornaamlyk by on- Admira.-
geval van brand, van te bedienen; doch, liteïts federt de verbetering der blufchgereedfchap- Geboü- pen hier ter Stede , zyn deeze buizen en w ' kraanen weggenomen. Voorts , rteeken , aan de vier hoeken van 't gebouw , vier fchoorfleenen ten dake uit, die ieder eehe konflig gewerkte koperen Sphere draagen. TufTchen de daken, ten noorden , is eeri hoog plat, van waar men een ruim en ver uitzigt heeft, over 't Y en de Zuiderzee. In 't jaar 1740 , bevondt men eenige zak- king in de grondflagen van 't Magazyn; die, federt * verholpen werdt. Ook flevigde men de wanden van 't gebouw, door eenenzwaa- ren fleenen beer, die, van onderen, tegen dezelven gelegd werdt* De A D MI R A L I T E r T S-S C ïi E E £ S T IM- Befcliry-
"M er wer f heeft twee toegangen, een* vl"g der
over eehe brug uit het Magazyn, en een* te§en- uit de groote Kattenburgerftraat, van wel- admirI* ke zy, met eenen hoogen fleenen muur , litkits- afgefcheiden is j waar langs zy zig tot aan 't Scheeps- Ytoe, ter lengte van omtrent vyftienhoh- ^^R&' derd voeten , uitflrekt. I)è laatftgemelde toegang is eene groote fleenen poort, op welke een fierlyk fleenen Koepeltoorentje ftaat, voorzien van een Uurwyzer en Slag- klok. Door deeze poort getreden zynde, komt men op een vierkant plein, de Beurs genaamd, daar 't arbeidsvolk vergadert, als 't betaaltyd is. Voorts ontmoet men, ter we - derzyde, de wooningen van twee der On- der - Equipagemeeflers^ van den Commis *, van den Meefler-Timmerman, en van een yn. Stuk. S •£ |
||||||||
274 AMSTERDAMS III. Deel.
Admira- of twee mindere Bedienden. Wyders, is-
LtTEiTs de Werf, langs de zuidooftzyde, betimmerd Gebou- met zwaare fteenen Lootfen, in byzondere vertrekken verdeeld. Hier heeft men degroo- te Smids-winkel , daar ankers en veelerlei zwaare yzeren gereedfchappen vervaardigd worden. Voorts, byzondere Werkplaatfen voor Blikflagers, Zwaardveegers, Huistim- merluiden en Schipbefchieters , Schuiten- tenmaakers, Roopaardenmaakers, Schilders, Maftenmaakers , Blokenmaäkers , Metfe- laars, Loodgieters, Riem- en Boommaakers, Kuipers enz. Vooraan op de Werf, ftaat eene Stookloots, daar 't ligte hout, welk in * en aan de Schepen verbruikt wordt, lenig wordt geftookt, wanneer het zig gemakke-
lyker buigen en verwerken laat. Ten einde van de Werf, ftaat nog een
",', groot Scheepsmagazyri , tot berging der Scheepsbehoeften en gereedfchappen , die uit zee aangebragt, en in 't eerftgemelde Magazyn, niet bekwaamlyk, gebergd kön- nen worden. Het is, met de vliering, ook vier verdiepingen hoog, en heeft een dub- bel dak. In den voorgevel, boven de Poort, naar welke, men over eene fteenen brug toegang heeft, ftaan drie wapens der Raa- den ter Admiraliteit, onder welker opzigt, dit gebouw geftigt is: en op de lyftvanden agtergevel, ftaat het wapen der Admirali- teit, door twee Leeuwen befchermd , in fteen uitgehouwen. De kelders dienen , voornaamlyk, tot berging van yzeren bal- laft voor de Oorlogsfchepen. Op de eerfte verdieping, worden de kabels, boeijen en |
||||
1 Boek. Weereldlyke Gebouwen. 275;
andere zwaare Scheepsbehoeften gebergd: Admira-
op de derde, de ligter Scheepsnoodwendig- liteits heden. De tweede is in verfcheiden' win-GE^ou* kels onderfcheiden, alwaar de bloks , hetWE * flaande eiï loopende want, en veele andere, behoeften, tot de uitruftinge der Schepen vereifcht, gereed gemaakt worden. Tus- fchen 't dubbel dak, legt een groote Wa- terbak, waaruit het water, langs looden' buizen, geleid wordt tot op de eerfle ver- dieping , alwaar het, tot groot geryf der buuren hier omtrent, door zwaare kraanen, kan getapt worden. Ook zou men 'er zig, by ongeval van brand, van können bedie- nen , ten welken einde, dit Magazyn van drie brandfpuiten voorzien is. Voof het zelve, is's Lands Gefchutwerf, die, door- |
||||||||
gaands, met een groot getal van rrietaalen
en yzeren ftukken gefchut belegd is. Ook ftaat hier, aan 't Y, eene zwaare Kraan, om Kanon en andere zwaare lighaamen te los- fen en te laaden, en om de Scheepsmafter* uit- en in te zetten. Regt voor 't eerftgemelde Magazyn eri
de Timmerwerf, is het groote Scheepsdok\ alwaar de volbouwde Oorlogsfchepen, ge- woonlyk, onttakeld, worden opgelegd. Heß is een ruim vierkant, rondsom met paaien bezet, op welken, op zekere afflanden , Wagthuisjes geplaatft zyn, waarin de Sche- pen , by dage en by nagt, door aangeflelde wagten , bewaakt worden. Voorts , zyn 'er, in 't paalwerk, twee openingen, eene naar den kant van de Werf, en eene naar S 2 bui-
|
||||||||
276 AMSTERDAMS IILDeex,
Admira- buiten, door welken de Schepen, in en uit
LiTEiTs het Dok, gebragt worden. By de uitvaart Gebou- naar buiten, ftaat een fterk TFagthuis, welk met gefchut voorzien is. De Werf naar den kant van het Dok toe is, eigenJyk, tot het bouwen van groote Schepen gefchikt: het overige en kleinfte gedeelte der Werf, naar den kant van 't Y, dient tot het timmeren van Sloepen, Booten en ander klein Vaar- tuig. Admiraliteits-Lynbaan.
Bcfchry- T~"\e Stad, in 't jaar 1660, met de Admi-
ving van JL/ raliteit, wegens 't opregten eener kali™1 nieuwe Lynbaan , zynde overeengeko- TEITS men(y), werdt dezelve, in 't zelfde* jaar, Lyn. gebouwd, aan 't einde van Ooftenburg, ne- saan. vens en beooften de Lynbaan der Ooftindi- fche Maatfchappye. 't Gebouw is vyf en vyftig voeten breed , en omtrent agttien- honderd voeten lang, en pronkt, met twee kruiswys geplaatfte ankers, het wapen der Admiraliteit, onder een fraaije Fefton, in den voorgevel, op wiens lyft, een Leeuw met een zwaard en zeven pylen, het wapen der Verenigde Nederlanden, geplaatft is. De agtergevel is, met de byzondere wa- pens der Vereenigde Provinciën , verfierd. De buiten-muuren van 't gebouw zyn wel drie voet dik: de binnen-muur, die 't ge- bouw, (j) Kefol. Vïocdfch. Lt, 3. 20. Jau. itftfo. ƒ. n9 verf,*
|
||||
I. Boek. Weereldlyke Gesouwen. 277
bouw, in de lengte, in twee deelen fcheidt, Gebou-
ruft op open boogen. Aan de eene zyde, wen der de groote Baan genaamd, worden de kabels 0oSTi»- geflaagen : aan de andere , de kleine Ä^ComS«. geheeten, wordt het ligter touwwerk ge-nie. maakt. Ook is hier de plaats, daar de hen- nip gehekeld; de Stoof, daar het touwwerk knig gemaakt; de Tee^ketel, daar het ge- teerd wordt, en al wat verder tot eene zwaa- re Touwflaagery wordt vereifcht. De zol- ders van 't gebouw dienen tot berging van hennip, roopaarden, ledige vaten enz. De wooning van den Onder - Opzigter over 't werkvolk is voor aan de flraat. Langs de zuidooftzyde van 't gebouw , van buiten, legt gemeenlyk een goede voorraad van Scheepsankers. XXVII.
GEBOUWEN der OOSTINDISCHE
COMPAGNIE. *
OOSTINDISCH-HOIS.
|
|||||||||||
T
|
en, reeds voor't einde der zefriendeAanlef-
eeuwe, de handel op OofHndie der-jj^ot |
||||||||||
wyze was toegenomen, dat men, hier terte„ eïf"
Stede, eene Ooftindifche Maatfchappy hadt, vergroo- die den naam droeg van de oude Compagnie, t£,n van werdt, by de Vroedfchap, beflooten, dee- J^t0osT- ze Maatfchappy te geryven met een erf tot bSis^' een Pakhuis op Raapenburg, niet verre van s3 't
|
|||||||||||
"
|
|||||||
2rt AMSTERDAMS III. Deel.
Gebou- 't Ryzenhoofd aan 't Y (*); welk Pakhuis,
wen der federt, herbouwd, en nog in wezen is. Het Oostin- ft;aat 0p den weilerhoek van de Foelieftraat; Compag- nee^c twee aanzienlyke gevels, en; een' gang mE, aan de weftzyde, die eene groote fteenen poort aan de ftraat heeft, boven welke , het gewoone merk der Maatfchappye alhier uitgehouwen is. Mgt den aanwas des Ooft- indifchen Speceryhandels, werdt, aan de Ver- eenigde OoftinchTche Maatfchappye , die, in 't jaar 1602 , opgeregt was, Stads Bos- of Gefchuthüis, ftaande ten einde van de Hoogilraat , verhuurd , voor tweeduizend guldens in 't jaar (0). En 't leedt naauw- lyks twee jaaren, of men befloot, de Maat- ichappy te geryvenmet meerder plaats, om- trent het Boshuis; en Stads gefchut, welk jaar, voor een gedeelte, nog was blyven leggen, over te brengen naar de Voetboogs- doele (b) , die , federt, gedeeltelyk , tot een Stads Wapenhuis verbouwd werdt. In 't jaar 1608, werdt haar een erf op Raapen- burg, tot eene Scheepstimmerwerf, afge- ftaan (c). 't Pakhuis in de Hoogftraat, eerlang, te klein geworden zynde , kwam de Stad ,• met de Maatfchappye, in 't jaar 1658, overeen, om haar,nevens het zelve, een ander te bouwen, welk zig , tot aan den ingang der Waaien Kerke, uitflrekken (d), en waarvoor de Maatfchappy, tegen |
|||||||
(*,) Refol. Vroedfch. N, L g Nov. IJ99. ƒ. «4.
(a) Refol. Vroedfch. N. 1" 14 April 1603. ƒ. 413,424. (t>) Refol, Vroedfch. N. 10. 20 ^Aptil i6oj. ƒ. s$ verft. (c) Refol. Vroedfch. N. 10. 15 Jen. i«o8. f. 161 verft, (4) Refol. Vroédlch. Lr, a. 14 'f*n, i6j«. 'f. »73. ' |
|||||||
...
|
||||||||
I.BOEK. Weereldlyke Gebouwen. 279 a
vier en een half ten honderd van de koften Gebou-
vier en cm < betaa-WEN <*"" der timmennge, in t jaar, aan nuur oeiaa
len zou (e). Ten deezen. tyde, betaalde dfe
Maatfchappy, voor huur van t oude Ooit-CoMPAQ, indifch-Huis, in de Hoogftraat, zeven dui-H*. zend twee honderd guldens m t jaar. De huur van 't nieuwe, gebouw, naaft den ingang der Waaien Kerke, die drie duizend negen honderd vyf en dertig guldens beliep, kwam hierby; zo dat de jaarlykfche huur, voor- taan/elfduizend een honderd vyf en der- tig guldens beloopen zou. Doch alzo,in t iatr 1661, nog eenige verbeteringen aan t JOoftindifch-Huis gefchied waren werde de huur van het zelve, op elf duizend vyf hon. derd guldens in 't jaar bepaald (ƒ). In t begin des jaars 1720, beftootdeVroeafchap dit zo dikwils vergroot gebouw aan de Maat- fchappve te koop aan te bieden (g), en my s onderregt* dat zy 'er, wat laater, twee honderd vvf en zeventig duizend guldens voor betaald heeft, mids Laar 't gebruik van Stads srootenModdermolen, tot het diep- houden van haar Dok, vergund werdt, zo dikwils, als zy 't noodig hebben mögt. Het Ö o s T1N D1 s c H - H u 1 s , waarvan Befchry-
wy fpreeken, beftaat dus, uit drie a^^X cevoeede gebouwen. Het oudfte, tegen- woordig het Oude Slagtbuisgenaamd, ftaac op den hoek van de Hoogftraat en ftrekc zig langs den Kloveniersburgwal of Ooftindi- |
||||||||
rO Groot-Memor. N. IV. f. U*
|
||||||||
(f) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 10 verf».
\li Refol, Vwedlch. L», GG. zj J*n> 1710, ƒ. I,
■
|
||||||||
2So AMSTERDAMS IILDeeÊ,
Gebou- fche Kaai, uit tot aan 't Krankzinnigen-huis,
wen 4er Het heeft vyf ingangen, waaronder twee dis*™ kleinen, op dén Burgwal; en een in de Straat, Compag- welke laatfle geopend wordt, wanneer 'er Kis. Speceryen of andere Indifche Koopmanfchap- pen, die, op de ruime zolders van 't Slagt- huis, bewaard worden, moeten worden af- geleverd. Voorts, gefchieden, in 't. Slagt- huis, de aanbefteedingen der leevensmidde- len • en andere waaren , die tot onderhoud van 't Scheepsvolk dienen, of naar Ooftin- die verzonden worden. Ook worden deeze waaren, voor een groot gedeelte, in 't Slagt- huis ontvangen, en uit het zelve gelaadea in Ligters , djeze aan boord der Öoftindi- fche fchepen voeren. Het tweede gebouw, welk het Ooftindifche Pluis uitmaakt, ftaat bewerten het gemelde in de Hoogftraat, en aan dit is, eindelyk, het derde en nieuwfle gevoegd , welk zig nog meer weftwaards tot aan den ingang der Waaien Kerke ilrekt. Beide deeze gebouwen hebben eenen ge- meenen ingang in de Hoogftraat , zynde eene fierlyke hardfteenen Poort, «jievens welke, de deur naar 't Wagthuis is, waarin zig de waakers onthouden, die 't Huis, van buiten en van binnen, by nagt en by dage, bewaakén. Door de Poort, komt men op eene ruime vierkante Binnenplaats, daar 't Bootsvolk byeenkomt, om aangenomen of gemonfterd te worden. Voorts, zyn, op deeze Plaats, de op- en toegangen naar al- le de kamers en vertrekken van 't Huis, die zeer veelen in getal en tot veelerlei byzon- der gebruik gefchikt zyn. In fommigen , daar
|
||||
IBoek. Weereldlyke Gebouwen. 281
daar de Bewindhebbers vergaderen, zyn eer gebqu-
nige Chineefche en andere Schilderyen ge- wen der plaatil. Een bovenvertrek van 't zuider- Oqstin- deel des gebbuws dient tot eene Wapenka- compag- mer, alwaar veelerlei geweer, welk in den nie.' oorlog te water en te lande te paffe komt, wordt opgelegd. Ook is hier de groote Zaal, alwaar de openbaare veiling der Indifcjie waaren gefchiedt. 2.
Oostindisch Zeèmagazyn en
SCHEEPSTIMMERWERF. '
De Scheepstimmerwerf op Raapenburg, Befchry-
die der Maatfchappye, reeds in 't jaar ving van 1608, was afgeflaan, door den tyd te klein J^°™T" geworden zynde, vondt zy,na de vergroo- ZE£MA. ting der Stad, omtrent den jaare 1660, ge- gazyn en raaden , dezelve te verleggen op Ooften^ Timmer. burg.- Hier kogt zy eenige erven van deWERF- Stad, ter breedte van zes honderd zes en dertig, en ter diepte van ruim agt honderd voeten, voor eene fomme van zeven dui- zend zes honderd en twintig guldens (b): welke erven , door twee wyde dwarsgraf- ten , in drie Eilandjes , verdeeld werden. Op het eerfte deezer Eilandjes; werdt een groot Zeèmagazyn geftigt , ten einde der groote Ooftenburger ftraat, welk het gant- fche erf in de breedte beflaat. De twee ' an--
(h) Groot-Memor. N. f. f. S6 vtrf$.
S 5
|
|||||
é
|
|||||
182 AMSTERDAMS III.Deel.
Gebot»- andere Eilandjes werden aangelegd toe
wen der Scheepstimmerwerven. OOSTIN- llet OOSTINDISCH ZEEMAGAZYN,
dtsche vee]tyjs het Ooflindißh'Buitenhuis genaamd,
hie. is vier verdiepingen hoog , zeventig voe- ten diep, en, ter wederzyde, van vooren en van agteren, met vleugels uitgebouwd. Op den voorgevel,die, zo wel als de agter* gevel, in't midden, Paveljoenswyze, uit- fteekt., ftaat een fraai Koepeltoorentje van hout met lood bekleed, en met twee Uur- wyzers en eenSlagklok voorzien. Voorheen, ftaken 'er vier fchoorfteenen ten dake uit, die weggenomen zyn, om dat zy 't Maga- zyn, alwaar nu niet gevuurd wordt, te zeer bezwaarden. Men komt in 't gebouw,over eene brug, voor welke, ter regter zyde , een Corps de Guarde, ten diende der waa- keren van 't Magazyn, en ter linkerzyde, een Comptoir voor eenige Bedienden ge- plaatft is. Men treedt, in 't Magazyn,door eene aanzienlyke hardfteenen Poort van de Toskaanfche bouworde. Diergelyk eene Poort is ook in den agtergevel van 't ge- bouw. In 't Portaal tuflcnen deeze twee Poorten, is een vertrek voor den Conftapel, en een ander voor den Poortier.: In 't eerr fle , leggen , doorgaands , eenige kleine ftukjes gefchut. In 't andere, ftaat eene brand- fpuit. Ter wederzyde der Poorte van den agtergevel, zyn de ingangen naar de pak- huizen der eerfte verdiepinge. Mep heeft hier een Spykerpakhuis, een Pakhuis voor kabels en touwwerk en een Yzerpakhuis aan de regter zyde. En aan de ljnker zyde, een
|
|||||
i
|
|||||
^—-----------------
|
|||||||
LBoek. Wêereldlyke Gebouwen. 283
een ruim Slagthuis , daar 't hoornvee ten Gebqu-
dienfle der Ooftindifche Schepen, geflagt,WEN der afgehouwen en ingezouten wordt. Tegen- ^™* woardig, hangt men hier vyftig of zeilig compag. geilagte beeften te gelyk aan den haak. Op nie. de tweede verdieping, zyn, langs den ag- tergevel, eene groote menigte en verfchei- denheid van Scheepsnoodwendigheden ge? plaatll. Langs den voorgevel heeft men 't Porcelein-Magazyn, de Peper-zolder, en de zolder, daar de fyner Speceryen, in befloo- ten kaïTen, bewaard, en ook verlezen wor- den. De Cauris wordt hier ook uitgezogt. De zolders der derde verdiepinge zyn ook van SpecerykafTen voorzien. Ook legt 'er Peper los en in baaien. - Een gedeelte dee- zer verdiepinge wordt tot eene Loots voor de Huistimmerluiden gebruikt. De Kaneel- zolder is op de vierde verdieping. Het uit- fchot der Speceryen wordt op de vliering gelegd , op welke, voorheen , 4e Zeilen- maakers werkplaats plagt te zyn. Doch dee- ' ze is, in 't jaar 1752, verplaatft in een ge- bouw , welk, in 't gemelde jaar, voor de brug, ter regterzyde,, naar de agterilraat toe, gefligt werdt, en waaraan, volgens een ppfchrift in den voorgevel, Nkolaas Willem Hartman, op den twintigilen April 1752, •den eerden (leen gelegd heeft. Plet ger bouw is drie verdiepingen hoog, behalve de vliering. De benedenile wordt, door de bedienden van 't Slagthuis, gebruikt, om Vleefch en Spek te zouten en te bergen. Op de tweede worden de nieuwe Zeilen en 't Zeildoek bewaard , en fomtyds ook natte zei-
|
|||||||
*34 AMSTERDAMS HL Dek:
Gebou- zeilen gedroogd. De derde verdieping is
wen der de werkplaats der Zeilenmaakeren. Op de
jH-scmf" vüermS» worden de oude zeilen en ander
Compag- linnengoed , tot fcheepsgebruik, gebergd.
Nï£. Agter het gebouw, van welk wy fpreeken,
ftaat een ander, welk, reeds in 't jaar 1720,
geftigt is, en waaraan, volgens een opfchrift
in den voorgevel, op twee hardfteenen ,
Gerrit Hooft de Jonge, Dirk Sautyn, Fr an-
pis de Witt en Adriaan van Loon de Jonge,
den agttienden April des gemeidenjaars,den
eerflen fteen gelegd hebben. Het is eene
verdieping hooger dan het voorgemelde, en
gebouwd rondsom eene vierkante binnen-?
plaats, die met Verwhout belegd is. Het
gebouw dient tot een pakhuis voor Koffy,
Tin, Drogeryen, Speauter , Katoenen-ga-
rens, en veele andere waaren, die uit de
Indien worden aangebragt. Men kan de
goederen hier, door middel van zes windr
aflen, te water, en van vier, te lande, op-
flaan en aflaaten. De Katoenen-Lywaaten
worden gelegd in het Pakhuis der Compagr
nie , op de Y - graft, nog de oude Werf
genaamd.
Uitliet groot OofUndifch-Magazyn, welk
wy, in de eerfle plaats, befchreeven heb- ben , komt men, over eene brug, op het tweede Eilandje, ter wederzyde met loot- fen bezet, voor de Scheepstuigmaakers , Blokenmaakers, Schuitenmaakers, voor wel- ker Loots eene Werf legt: voorts , voor Roopaarden-, Spillen-, enßraadfpitmaakers, Beeldhouwers , en Riemmaakers. By de koots deezer laa,tften, {laat het model van het
|
||||||
I Boek. WeêreldIyke GebqitWen. 285
het eerfte Schip, welk op deeze werf ge- Gebou-
bouwd, en Zuidpolsbroek genaamd werdt. By wen der den naam van 't fchip, ziet men 't jaartal 0ostin- 1663. Van het tweede Eilandje, komt men, comfa*- over eene brug, op het derde of de eigen- nu. lyke Scheepstimmerwerf. Deeze is, voor aan, ook, ter wederzyde, met lootfen be- zet. Men ontmoet hier de groote Smede- ry,waar met agttienvuurengefmeedwordt; twee ten dienfte der Ankerfmids. Agter dezelve, flaat de Stoof, daar 't befchot tot fcheepsgebruik lenig wordt gemaakt. Voorts heeft men hier eene Loots voor de houten Nagelmaakers, eene Spykerloots en eene Loots voor de Schipbefchieters. De Equi- pagemeefler heeft hier by ook een Comp- toir en Spreekvertrek. Het derde Eilandje is verre het grootile van de drie, en omtrent drie honderd en vyftig voeten lang. Voor het zelve is het Dok derMaatfchappye,met paalwerk , in 't Y afgeperkt, alwaar de Ooflindifche Schepen, onttakeld , leggen. De Meefter Timmerman heeft zyne woo- ning voor 't Magazyn, tuflchen de groote en kleine Ooftenburger ftraat. «
Lynbaan der Oostindïschi
Compagnie. Befctyy-
ving van
de IjYN- In 't begin des jaars 1660, droeg de Stad,BAAN der
aan de Ooftindifche Maatfchappy, denOosxm- grond op Ooflenburg, beooften de Agter- £ISCHE Itraat, het Magazyn en de Werf, op, tot^ *f eene
|
||||
286 AMSTERDAMS III.Deel.
Gebou- eene L y n b a a n , en tot een Teer-Magazyn, wen der het uiterfte einde van de Stads veften aan Oostin- deezen kant, by het Bolwerk Zeeburg (i). CoRWA«. De LYnbaan> tot welke men ook van de
nie. Werf, over eene brug, toegang heeft, legt naaft die der Admiraliteit ten weftert, e.n heeft juift dezelfde lengte; doch het gebouw, welk, voor aan de Ooftenburger graft, ten: deele tot eene wooning voor den Equipage- meefter, ten deele tot een Hennip- en Touw- pakhuis, is geftigt, is veelhooger, breeder en aanzienlyker, en pronkt met eenen fraai- jen voorgevel, in welks nette Frontefpies^ het merk der Vereenigde Ooftindifche Com- pagnie, zynde de letters V. O. C. dooreen gevlogten, in fteen, uitgehouwen is. De agtergevel is, op gelyke wyze, verfierd. De Lynbaan zelf heeft haare groote Stoof er* Teerketel. Boven dezelve, is een zolder, daar de hennip gehekeld wordt. Het Teer- Magazyn ftaat een ftuk wegs van de Lyn- baan , rondsom in 't water. Het is een vier^ kant gebouw van twee verdiepingen , en met een dubbel dak voorzien. Beneden wordt de Harpuis gemaakt, en de voorraad vän Teer bewaard. Boven is eene Kuipery en Schipbefchieters winkel Tegen over dit Magazyn, agter het Bolwerk Jaap-Hannes, ftaat de Zaagmolen der Ooftindifche Maat- fchappye'-, alwaar het hout, welk zy tot Scheepsgebruik noodig heeft , gezaagd wordt. XXVIII.
(i) Groot'Memor. K. V. ƒ. ia vttfi.
|
|||||
%
|
|||||
LBoEK. Weereldlykê Gebouwen. 287
XXVIII.
West in Di sc h-Hu is f» Pakhuis.
De Vaart naar Guinea en de Weftindien, Befchry-
hier ter Stede, zo wd als die naar Ooft vin§ vaa indie, ook reeds voor 't einde der zeftiende ™c eeuwe, ondernomen zynde, vondt de Vroed- iNDisch fchap, in 't jaar 1599, geraaden, aan zekere Huis en vereenigde Maatfchappye , handelende op Bakhuis. Guinea, een erf digt by 't Ryzenhoofd toe te ftaan (£). Dit erf lag terplaatfe, daar nu het nieuwe Werkhuis ftaat, en men timmer- de 'er, eerlang > een Pakhuis. Doch na 't op- regten der Weftindifche Maatfchappye, in't jaar 1621, verkreeg zy eene plaats tot het houden haarer Vergaderingen, op den Haar- lemmerdyk, aan de Heeren-markt, in een gebouw, welk tot eene Vleefchhal en Wagt- huis gefchikt was (/). 't Veroveren van Brazil, in den jaare 1630, bragt zo veel toe tot den bloey der Maatfchappye, dat zy, in 't jaar 1642, op den nooïdelyken hoek van Raapenburg, aan 't Y, nog een groot en flerk Pakhuis bouwde, tot berging der Weft- indifche waaren. In't jaar 1646, verzogt zy, dat de Stad een nieuw Huis voor haar bouwen wilde, op 't nieuwe Waals - Eiland. Doch dit verzoek werdt afgeflaagen (?ri). Men voorzag, naar 't fchynt, het verval der Maatfchappye, welker zaaken in Brazil, ten dee-
(k) Refol, Vroedfch. N. ». 8 Nov, i>jt,9. ƒ. 2«4.
(I) Relbi. Vrofeiifch. W. ij. ly May i6jj. ƒ. i0* vtrf*.
(«) Refol. Vtocdfch. N. ijf. 10 Jun. i4t6. ƒ. jz.
|
|||||
•
|
|||||
s88 AMSTERDAMS IILDéèa
West« deezentyde, reeds geweldiglyk verloopen
iNDTscH waren,en eerlang zo veel verder verliepen, Huis en dat zV ? jn 't jaar 1654, gantfch Ërazil weder- Pakhuis. om ^wyt raakte# Zy was toen niet in ftaat, om de huur van haar Huis op den Haarlem-
merdyk op te brengen, 't Bleef dan ledig ftaan, en de Maatfchappy hielde haare Ver- gaderingen , in haar Pakhuis op Raapenburg. 't Weftindifch Huis op den Haarlemmerdyk werdt, in of kort na 't jaar 1657, verhuurd tot eeneHerberg (ra)',die, federt, hetAfaa- toe - zyds - Heer én - Logement genaamd werdt. De Maatfchappy , buiten ftaat om haare fchulden te voldoen, in 't jaar 1674, ge^ heellyk vernietigd ; doch te gelyk , van nieuws, op eenen anderen voet, öpgeregt zynde, huurde de Voetboögsdoele, op den Singel, tiuTchen den Heiligen Weg en 't Spuij, van de Stad, tot het houden haarer Vergaderingen , voor duizend guldens 'i jaars (o).In, of omtrent het jaar i654,hadt de Stad de Pakhuizen der Maatfchappye * die digt aan 't Ryzenhoofd ftonden , reeds van haar gehuurd, tot een Werkhuis voor de Bedelaars (p). En in 't jaar 1736, werdt dit Huis,tegen de gewezen Voetbdogsdoe* Ie, ingeruild van de Weftindifche Maat- fchappye (q) , die 't laatftgemelde gebouw, nog tegenwoordig, bezit, en 'er haare Ver* gaderingen blyft houden. ' Het Westindisch Huis, ofdege- we*
(n) Refol. Vroedfch. L*. A. 8 Jan. 1657. ƒ. I80.
(0) Groot-Memor. N. VI. ƒ. i6o, 161. O) Refol. Vroedfch. S. iu 16 Jan. IÖJ4. fi 14°. (q) Refol. Vroedfch» Li. LL. 11 S*ft. »7J<*- ƒ. »4. |
||||
' m..... ,-.-,..^., --,:.-...,,,-.
|
|||||
t Boek. Wéereldlykê Gebouwen. M$
wezen Voetboogsdoele is een oud gebouw, Wkst-
met verfcheiden' groote vertrekken, tot ge- indisch; bruik der Bewindhebberen van de Weftindi- **ms en fche Maatfchappye, en van derzelver be- AKtiuIi* . dienden gefchikt. Ook houden de t> i r e c- teuren der Sociëteit van Surina- me, die, in 't jaar 1Ó82, opgeregt is, hier hunne Vergaderingen. Boven de hardftee- neh Voorpoort van 't gebouw, die van' de jborifche orde is, ziet met eene (taaien Voet- boog , Pylen en ander oud oorlogstuig, kon- fliglyk, uitgehouwen. En boven eene ande- re deur, die , door eene foort van een por- taal , ten tosgang verftrekt naar eene bin- nenplaats , op welke verfcheiden' vertrekken hunnen ingang hebben, is een S. Joris é den Draak doorfteekende, aar tiglyk, uitgebeeld. Het Pakhuis der Maatfchappye, op den hoek van .Raapeiiburg of de Y-graft, tegen over de Kalkmarkt, is een groot gebouw, met drie gevels, welker middelfte met een* Jkap of frontefpies gedekt is, in welke, het merk det Geoärojeerde JVeßindifche Compag* h:e, zynde de letters G. W. C., door eikan- deren gevlogteri, is uitgehouwen. De Com- mis der Equipage en de Schipper van de Jag- ten der Weftindifche Compagnie hebben hunne wooning in het onderde noördoofte- lyke gedeelte van 't gebouW. Het is, wy- ders, van zulke ruime zolders voorzien, dat 'er de waaren, die de Maatfchappy uit dé Weftindien aanvoert, doorgaands, ligtelyk, können gebergd worden. „VII. Stuk. T BY-
|
|||||
■
|
|||||||
S90 AMSTERDAMS IILDeel.
bth» BYLAAGEN
GEN *
Lr. A.
op het III. Deel, I. Boek.
T r A
_
Ordonnantie van JSurgemeeßeren van Amßer-
dam voor Willem Huysman, Bewaarder van der Stede Zwaanen, gedagtekend, den 16 -Auguftus des jaars 1549. ;
/")p huyden hebben myn Heeren d'ambochs-
*^* heer ende burgemeefteren der Stede van Aemftelredamme aengenoemen Willem Huysman omme te hebben die toezicht ende bewarenifle van der Stede Zwaenen, te wetene, dat hy in 't voerjaer toezicht hebben zal opte Zwaenen die broeijen willen, den zeluen ruychte toevoeren omme bequamelicken neften te maicken , die jongens te fnuycken,fplisvoetenendemaercken. Item zal alle jaers, een maent voor kermhTe,by den ambochsheere ende burgemeefteren coemen, ende den zeluen te kennen geuen hoe veel jon- ge zwaenen in 't voerjaer gekipt ende aengevoet zyn, ende hoe veel zy der zeluer jonge Zwae- nen opgèhaelt willen hebben tot kermisfwaenen ende zoe veel hem dan gelaft worde op te hae- len, die zal hy tot zynen cofte zoecken, ophae- len ende leueren in handen van de poertiers van de reguliers poert, die de zelue meeften, end« den ambochsheeren, burgemeefteren, trezorieren ende anderen daer aff hem beueel gedaen zal wor- den, hoer kermisfwaenen te huys zullen brengen daer aiF zy hebben 2ullen van 't ftuck twee ftuuers van den trezoriers, daer voer die zelue poortiers die voorfz. Zwaenen des winters alft 1 • - ge- |
|||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen, soï
geflooten water is mede vueren ende onderhou- b7laa.
den zullen. Item zal die voorfz. Willem Huys- GEW tnan, alle jaers , als 't begint te vriezen , alle»l/. A. der Stede Zwaenen by malcanderen brengen omtrent de reguliers poert, omme daer by de poertiers gevuert te werden , voer al welcke zyne moeyte ende bewareniflè hy jaerlicx tot wedden hebben zal die fomme van dertien fcel- linghen ende vier penningen vlaems, verfchy- nende affumptionis marie (i), daer van teerfte jaer wedde verfchynen zal affumptionis marie , anno XV .c L. A&um den XVI" Augufti, au- ao XLIX.
■
(ï) Dat is, den 15 Auguftus.
|
||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||
T *
|
L'. B.
|
|||||||||||||||||
i9 2 AMSTERDAMS III. Deel.
■ *
GKN*
J>. B. Copia t»#p <&r Sententie by de mat. van dt
Cottinginne gcgeuen tufcben die eygenaers
ende geërfde van der laiflajgie ter eenre, ende den hurgermren dezer Stede ter an- dere floepende''t vaflmaicken van de voorfz. Laflaigc, op den vyftienden September des jaars 1545. Alzo die gemcyne eygenaers ende geërfde van,
der lafiaige gelegen buyten de Stadt Am- ftclredamme aen de ma', van der Coninginneyan hongrye etc. regente van Rey. Ma', in deze zy- ne erfnederlanden by diverfche fupplicatienhad- den verzocht te willen ordonneeren ende hem- luycien confen teren de voorfz. plaetze genaempt Laftaige te befluyten, veftegen ende vereenigen mit die voorfz. Stadt fuftineerende dat tzelue weezen zoude de gemeen oerboer ende promTyt der voorfz. Stadt ende oick yerzeekertheyt nyet alleenlyck van der Stadt, nemaer oick van den feepen ende goederen aldaer arretierende, alzoe wel in tyde van Oirloge als oick in tyde van groote onwederen , tempeeften ende ysganck, daer doore die vreemde coopman te meer genee- gen zoude werden de voorfz. Stede ende den Lan- de van holl1. te hanteeren ende frequenteeren , ten dien fyne allegerende ende bybrengendé diuerfcbe redenen,Tey ten, ende middelen pre- fenterende de voorfz. beueftinge zelue tot hoer- Juyder cofle te doen doen in zulcker manieren als 't haer ma', oft haeren CommiÏÏaryfTen be- licuen zoude te ordonneeren, mitz by dien van, Amftelredam hemluyden laetende genyeten en- de gebruyeken van alzulcke incommen ende prourTyten als de voorfz. Stede doer de oirz ic- Jte va? der voorfz. beueüinge vallen ende toe- coe-
|
||||||
"
|
||||||||
I.Boek. Weereldlyke Gebouwen, £93
coemen zouden moegen, totter tyt toe dat zy Bylaa-
ten vullen gerecompenfeert zouden werden en- gen d> dat bouendien den burgermeefteren ende re- L'. B. genten der zeluer Stede verboeden zoude war- den voorts te gaene met zekere reparatie by hem- luyden begonft aen S'. Anthonis poorre tot aen der ftont dat op heurlnyder voergaende verzouc- ke geordineert foude werden. Ende dat die voorf. burgemrs ende Regenten de voorf fupplicatien gezien hebbende by diverfche redenen, feyten ende middelen by gefcrifte ouergegeuen gefus- tineert hadden ter contrarien der voorf fupplian- ten verzouck ongefundeert zynde, ende dat 't zelfde der Stede noch oerboevlyck noch prouf- fytelick wezen zoude nemaer geheel hinderlyck der gemeene weluaert énde neeringe van de voorf. Stede, Ende mittertyt caufeeren de de- folatie ende verderffenifTe van der onder Stede, verzouckende mitsdien, dat den voorn. Supplian- ten heurlieder verzouck ontfeyt zoude werden, énde henlieden geconfenteert met heurl. begon- fte werck voert te moegen gaen; De voer?, haer Ma', gezien hebbende de re-
denen by beyde partyen ten eynde als bouen óyergegeuen , heeft alvoerens gecommitteert heer Lodewyek van Vlaenderen , heere van Praet, ridder van der oirdene, tweede Camer- ïïnck der Key. Ma', hooft van zynre fynancien ende demeynen, ende Stadthouder van den Lan- den van holl'. ende Utrecht, mitsgaders den heer van afTendelft ende elcken van hen omme hen op alle des voors. is te informeeren ende Bezondere off t' innemen ende vereenigen van der voors. laftage weezen zoude meer tot oir- Boir weluaeren ende prouffyt dan tot achter- deele fchade ende Intereft van der voors. Ste- de ende Inwoonders van diene, ende voorts daer op hoeren d'oorconden die beyde partyen zouden willen b'eleyden endé andere waérc T 3 noot.
|
||||||||
294 AMSTERDAMS IILDeel,
Bylaa- noot. Ende voirts vifitatie neemen ende doen
gen mitter ooghe , ende te verflaen hoe veel die L', B. voors: vereeninghe coflen ende waermen die, penn, daer toe behoeufuende ten minden grie- ue zoude moegen vinden , Ende op al haere Ma1, befcheyt ouerzeynden mit hoeren advyze om voerts gedaen te zyne zoe men zoude be- vinden behoerende. den wekken volgende de voorsz. Cómyfen hebben ter plaitze geweell, ende van als vifitatie genoemen partyen ge- hoirt ende hemluyden geinformeert op de re- denen ende feyten, by hemluyden aen beyden zyden voort gefielt, Ende daer naer hoerlieder gebezungneerde mit hoerluyder aduyze haere Ma1, ouergezonden achtervolgende hoerl. Com- miffie. Die Contnginne hebbende alle 't zelue gedaen yifiteeren ende daer aff rapport gehoorc by aduyfe ende deliberatie van den raide neffens haer wezende verclaert den voorn. Supplianten in heurluyder verzouck nyet gefundeert zynde. Ende nyetmin begeerende te voirderen de ge- meyne weluaert ende prouffyt van de voirs. Stede ende van allen den Inwoenders van dien, ende te vermeerderen aldaer die neeringe ende negociatie confenteert den voorn. Burgernirs ende Regierders te moegen volmaicken die muer ftreckende van S*. anthonis poorte noort- waerts tot verby den eerflen thoore daer nu llaende, zulcx als eerft by heml. geaduifeert is geweell Ende des nyettemin vän Honden aen mit alder diligentien poftponerende allen anderen wercken te doen maicken by aduyfe yan zulcke Commyfen als haere Ma', aldaer ter plaitze zeynden zal de fchotdoeren dienende ende behoufuende aan twee fluyfen leggende binnen der zeluer Stede, deen aen de nyewe zyde by der haerlemfche poorte , ende d'an- dere aen de oude zyde, zoe dat men daer doere op een gemeene vloet tot alle getyde twa-
|
||||||
■ ■""■■■■ :.......'■' ■
|
||||||
I. Boek. Weereldlyke Gebouwen. 295
t water van den tye daer doere in mach laten ByLAA_
vloijen in de vier burchwallen der zeluer Ste- GEN de, ende totte dien oock van flonden aen te l/# b, maickene ende leggen twee nyeuwe fpoyen of- te verlaeten deen aen de Veemarckt opte nyeu- we zyde, ende d' andere tufTchen S". Marien convent ende die nyeuwe nonnen aldaerdie wa- teren van doude zyde in een loopen , achter- volgende de prefentatie ende betooch daer aff den Commyfen gedaen van wegen den Regier- ders der voorsz. Stadt, om aldaer de vloyte te fchutten ende by den ebbe 't water van den am- ftel daer doer te laten zuiveren , zoe dat die Sceepen altyts aldaer zullen moegen vaeren al- zoe wel in de nyeuwe zyde als in doude en- de middelwart ten fyne dat de neeringe ouer alle de Stede haer beflrecken mach. Ende bo- uendien hare Ma', willende voorfien tot meer- dere fortificatien der voors. Stede ordonneert den voorn. Burgemrs ende regierders de graf- te van der Stede , dreckende van S. Anthonis poorte noortwaarts tot in de tye te doen wyden ende verbreeden drie roeden, ende dat die huy- zen ende lynbaanen oft andere edifiden flaende opte Laflage in aduenantie van dien affgetroc- ken ende achterwarts gefielt zullen worden ver- biedende voorts den geërfden van den voorn, latlaige dezelue plaitze meer te verhoogen dan die tegenwoerdelycken is offte eenige andere huyzen oft edificien meer aldair te maickene off te doen maicken dan van houten wanden ende gedeckt met weecke daecken noch oick die naerder der Stede graften te ftellen dan hier voertyts by die van der Stad geordonneert ofte gepermitteert is geweefl. Al op te peyne van dat die zelue huyzen ofte edifitien van flonden aen offgebroicken ende gedemolieert zullen wor- den tot hoerluyder cofte Ende tot dien arbi- traelycken gepunieerc. Ende aeugaende ande- re |
||||||
-!±nmi*m*~Ll
|
||||||
!
|
|||||||||||
^6 AMSTERD. Weerl Geb. 11h Dee&
«
re breder ftercten ofte fortificatien zullen die
van der voorsz. Stede hen reguleren naer dat by den voprn. heere van Praet Stadhouder ofce andere die daer toe geordineert zullen worden geaduyfeert ende oorboorlycxte beuonden zal worden. Gedaen te Bruelfele den XV.tu dach fan feptembris anno XVC vyff ende veertien. Ondergeteykent Marie. Staet noch onuerge- fchr- ter Ordinancie van haer'e Ma'. ende is on- dergeteykent Vereycken. |
|||||||||||
Geregiftreerd in een oud Boek
ter Thefaurie, geintituleerd, op den omflag, Aennemwgbe van de Clariflen. Copien van Rentebrieven enz. ftaende in de kas n°. xi. in 't bovenßc vak |
|||||||||||
■
DER- |
|||||||||||
.
|
|||||||||||
/
|
||||||||||||||
DERDE DEEL.
GEBOUWEN
DER STAD AMSTERDAM.
|
||||||||||||||
TWEEDE BOEK.
■
Kerken en Kerkbestier der
Gereformeerden. Wy komen nu tot de Geeflelyke Gebou- Over-
wen der Stad , onder welken , de§anS £ot eerite plaats verdienen de elf Nederduitfche fchryvine der Gees-
GEREFORMEERDE trfjfcG«.
kerken, sra
der elf
te weeten, de Oude Kerk, de Nieuiüe Kerk, ^efft de. Nieuwe - zyds - Kapel, de Oude - zyds - Ka- c"ere-* pel, de G aß huis - Kerk , de Zuider - Kerk., formeer* de We fier - Kerk , de Noor der - Kerk , de de Kb«,- Oo/2er - A'erfc , de Eilands - Kerk en de Am-KSN* Jfo/ - Kerk. Wy zullenze allen, in deeze or- de, befchryven. |
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
VII. Stuk. V . t
|
||||||||||||||
(.
|
||||||||||||||
I lil
|
|||||||||||
~ '
|
|||||||||||
298 AMSTERDAMS III. Deel.
I.
OUDE KERK.
|
|||||||||||
Oude
Kerk. |
|||||||||||
Befchiy- T~^Ve Oude Kerk, een groot en aan-
Oüde ■ ß zienlyk gebouw , ftaat tuflchen de Kerke, "W armoesftraat, die hier van ouds de Kerk- flraat plagt te heeten, en den Oude-zyds- Naams- Voorburgwal. Zy wordt de Oude Kerk ge- reden, naamd , om haar te onderfcheiden van de nieuwe, die, in 't begin der vyftiende eeu- we, geftigt werdt. En men heeft nog eene oude Keur zonder dagtekening; doch die, naar alle waarfchynlykheid, voor 't midden der vyftiende eeuwe, gemaakt is, by welke, de burgers vermaand worden , als de klok klepte, op hunnen hoefflag, te verfchynen, 't zy in de oude kercx toirn, of up der Stede huus (a): waaruit men zien kan, hoe oud de naam van Oude Kerke zy. In eene andere Keur van denzelfden tyd, draagt zy den naam van groote Kerk, wordende daarin bevolen, geene dooden te beluiden, in den toirne van der groter Kerke, terwyl de Priefter op den pre-* Zy was dikltoel was (Z>). Voorts, was zy,oudtyds, weker aan s. Nicolaastoegewyd (1), van waarde gant-
(a) Keurb. C. ƒ. ï.
{b) Keutb. A. ƒ. ig ver/i.
(1) Nicolaas, BifTchop van Myra in Lycie,
de vervolging ten tyde van Licinius ontkomen zyn- de, is onder Juliaan of Joviaan geftorven. Men verhaalt van hem, dat hy, een Icind zynde.al wat hy overhadt aan de behoeftigen plagt tegeeven, en |
|||||||||||
Il Boek; Gereformeerde Kerken. 299
gantfche oude zyde, het Kerfpel deezer Ker- Oude
ke, den naam van S. Nicolaas - Parochie ge- Kerk. kreegen heeft. Pontanus (c),en allen,aans-Ni* die hem gevolgd zyn, fchryven, dat deOu*^™* de Kerk ook aan Joannes den Dooper toe- wyc|.* gewyd geweeft is; doch ik heb hiervan, tot nog toe, in oude Hukken, geen bewys ge- vonden. De ongenoemde befchryver van Amfterdam, die, omtrent den jaare 1500, gebloeid heeft, is de oudite, by wien ik dit leeze (d). Wy geeven, in de Befchryving der Ker- is hef
ken, de eerfte plaats aan de Oude Kerke , pudfte niet alleen, om dat zy , volgens aller toe-bouwb^er {lemming, de oudfte Parochie- of Kerfpel- Stad. Kerk der Stad is; maar ook, om dat zy, met re- den , voor het oudfte Kerkgebouw gehouwen wordt, welk, hier, tegenwoordig, in wezen is. Sommigen, 't is waar, hebben gemeend, dat de S. Pieters Kapel, thans de groote Vleefchhal in de Nes, de oudfte Kerk der Stad
|
||||||||
(c) Amft. Libr. I. Cap. VI. p. 14.
\d) Ad Calcem Pöntani, p. j. in hooger' ouderdom, een' arm' man, te Patara in
Lycie, kennende, die met drie huwbaare dogters" belall was, welken, by gebrek van huwelyks goed» gevaar liepen van verleid te worden , van tyd tot tyd, heimelyk, zö veel gelds ten venfter inwierp, als tot een uitzet voor deezc dogters vereifcht werdt. Vide Matthtëi Fundat. £f Fata £cd.p. 188. En uit deeze vertelling is de gewoonte ontftaan, die, van ouds, in Amfterdam en elders, heeft plaats gehad,t dat men den kinderen, op S. Nicolaas dag, heime- lyk, eenig gcfchenk toewerpt , of in hunne fchoe- nen of muilen bergt, welk men hun diets maakt, van S. Nicolaas te komen. V 2
|
||||||||
*
|
||||||||
- -f*—"*
|
||||||||
3oo AMSTERDAMS III.Deel;
Stad zou geweefl zyn (e); doch 't is niet te
vermoeden, dat men, in zulk eenen laagen en waterigen grond, als de Nes is,deeerfte Kerk zou geftigt hebben; daar men den hoo- gen en vaften grond, waarop de Oude Kerk flaat, zo naby hadt: behalve, dat fommigen eenen brief van den jaare 1419 te berde ge- bfagt hebben, uit welken blykt, dat de Ka- pelle in Gansoord, welke zy meenen, de S. Pieters Kapelle te zyn, eerfl in het gemelde jaar, ingewyd geworden is (ƒ ); waaruit de jongkheid deezer Kapelle genoegzaam zou beweezen worden. Wy können egter niet ontveinzen, dat wy , onder de Heiligen , waaraan de Kapel in Gansoord, in 't jaar 1419, toegewyd werdt, den naam van S. Piet er niet gevonden hebben; doch wel dien van S. Mar gar eet; weshalve wy veeleer ver- moeden zouden, dat hier op de S. Mar ga- reet en-Kapel, nu de kleine Vleefchhal, niet op de S. Pieters-Kapel, gezien wordt. Ook zullen wy, beneden, in de Befchryving van 't Gafthuis, doen zien, dat de S. Pieters-Ka- pel, in 't jaar 1385 , reeds in wezen was. Anderen zyn van gedagten, dat de S. Olofs- of Oude-zyds-Kapel de oudfte Kerk van Am- fterdam, en voor de Oude Kerk,'gefligtge- weeft is (g). Doch hiervan vindt men ner- gens eenig bewys, en, indien 't zo ware , zou men bezwaarlyk eenige goede reden geeven können, waarom niet de S. Olofs- Ka*
f») At>i.i PONTANUM Lihr, I. Cap. VF. p. 14.
(ƒ_) H. VAN RYN ej> de Kerk. Oudh. IV. Dtel, bl, 279»
(l) LE Long Refoun. van Amft. bl, $z.
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 301
Kapel, maar de Oude Kerk, tot eene Ker- Oude
fpelkerk , verheeven geworden is. Behalve Kekk- dat de S. Olofs Kapel, eerft in 't begin der zeftiende eeuwe , verlof gekreegen heeft, om, op zekere byzondere feeften, Mis te laaten zingen en Sermoenen te laaten doen; gelyk wy, in de Befchryving dier Kapelle, breeder toonen zullen; 't welk, vermoede- lyk, niet zo laat zou gefchied zyn, zo dee- ze Kapel ouder was geweefl dan de Oude Kerke. De juiffce tyd van de ftigting der Oude Sommf-
Kerke is egter niet geheel zeker. P o n t a- Sen jfefr mus fielt dien te laat, fchryvende (h), inSjJ^. 't begin der zeventiende eeuwe, dat de Ou- rer Stig- de Kerk, voor omtrent twee honderd jaaren, tiage te dat is, omtrent den jaare 1400, begonnen islaat? gebouwd te worden. Men heeft nog twee brie- ven van den jaare 1334, waar in van de Kerfpelkerk van Aemjtelredamme , als reeds gefcheiden van de Kerken van Ouder-Am- ftel en Nieuwer-Amftel, gefproken wordt, Gevolgelyk, moet de Kerk toen reeds eeni- ge jaaren oud geweeft zyn. En 't kan niet wezen, dat menze, omtrent den jaare 1400, eerft zou hebben begonnen te bouwen. Wy zullen deeze Brieven den Leezer, terftond „ mededeelen. Doch eerfl nog eenige ander re aanmerkingen vooraf laaten gaan. Anderen, die den tyd der fligtinge dee-Anderen
zer Kerke tot de dertiende eeuwe brengente vroeg, (i), fchynen my dien wederom te vroeg te ftcK
■
(k) Loco ciratf.
(») LE Long il, t,6+.
V 3
|
||||
302 AMSTERDAMS IH.Deel.
Oude ftellen. Amfterdam begon, in 't laatft der
Kerk. dertiende eeuwe, eerft een weinig te bloei- jen, en nam niet merkelyk toe, dan na dat . het, in 't begin der veertiende eeuwe, be^ flendiglyk geraakt was onder 't gebied der Graaven van Holland, 't Is dan niet te ver- moeden , dat de buuren der Plaatfe, in de dertiende eeuwe, reeds eene Kerk zouden Onder- gefligt gehad hebben. Sommigen,'t is waar, zoek vanjjebben, uit eenen brief van Biffchop Jari brief "van van Vernenburg van den jaare 1369, waar- 't jaar in verlof gegeven wordt, tot het herftellen 136p, van 't hoog-altaar in de Oude Kerke, be- wa*jrL7 flooten, dat dit Altaar, toen, door ouder- geven dom > vervallen was, en dat, derhalve, dq wordt.tot Kerk zelve, in 't jaar 1369, al zeer oud moet vcrnieu- geweeft zyn (£). Doch zie hier den brief J^8't zelven, die wat gebrekkelyk uitgegeven is, hoog al- en oordeel, of 'er iet diergelyks uit op te taar. maaken zy. Johannes, Dei Grat ia Episcopus Ultra-
jeiïinus, Dileäis nobis in Chrifio, Domino Jo- hanni de Daventria, Curato Ecclefice Parochia- lis in Aemflerdam noflrce Dioecefis, nee non, Procuratoribus Fabricce ejusdem Ecclefice Sa- lut em in Domino fempiternam. Ut fupremum altare Chorifupradidtce Ecclefice, manibmves- tris, Domine Johannes preefate^ prius coap- pofit'iS) licitè f range [1. frangere], feu frangi face [1. facere], eoque in melius reformato, fuper eodem, in lapide portatili confecrato, di- vina Mijfarum officia per quemlibet Presbyte- rum
fkj COMMELW", hl. 421. VAN HetjSSEN en VAN KVN,
Keik. Oudh. IV. Deelt tl, 174, igj. |
|||||
•
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 303
rum idoneum, dum tarnen aliud canonicum in-Oudx
pedimentum non obfiflat; licité pojfint celebra- Kerk, re feu facere celebrare, vobis & eidem Presby- tero, infrahunc £ƒ diem natalem Beati Jo- kannis Baptifics proximo affuturum inclufivé9 tenor e prcefentium concedimus facultatem, ha' rum noflrarum teftimonio Litterarum. Datum Anno Domini millefimo trecentefimo Jexagefimo' nono, menfis Decembris die fecunda. dat is;
„ Johannes, door Gods genade, Bis- N
„ fchop van Utrecht, aan onze welbemin-
j, den in Chriftus, Heere Jan van Deventer, „ Paftoor der Kerfpelkerke in Aoifterdam, „ onder ons Bisdom, en den Opzienderen „ over 't gebouw der zelfde Kerke, altoos- „ duurend heil in den Heere! By den in- „ houd deezes, en in oirkonde van deezen, „ onzen brief, verleenen wy de magt, om het „ hoog-altaar in 't Choor der bovengemel- „ de Kerke, na dat gy, Heer Jan voornoemd, „ vooraf uwe handen daarop gelegd zult „ hebben, vryelyk te mogen afbreeken, of „ te doen af breeken; en, in een beter her- „ vormd zynde, over het zelve, na dat het, „ van een draagaltaar (2), zal ingewyd zyn, „ door allerlei bekwaame Priefters, mids „ hun
(i) Lapis portatilis betekende , in 't Latyn der
middeleeuwe, eigenlyk, een Draagaltaar. Vide Du Cange Glo[fariam in h. v. Van het misbruik, welk, in fommige gelegenheden, van deeze Draagaltaarei* gemaakt werdt, kan men van Ryn op de Kerk, Qudb. I.Deeljbl.oi. en V. Deel, bl.419. nateezen, V4
|
|||||
/
|
|||||
304 AMSTERDAMS IE Deel.
Oude „ hun geen ander wettelyk beletfel in den
Kerk. „ weg fta, vryelyk, de Mis te bedienen 9 „ of te doen bedienen;'t welk Ulieden, en „ den zelfden Friederen, van deezendag af, „ tot op den naaitkomenden Geboortedag „ van Johannes den Dooper ingeflpoten, „ geoorlofd zyn zal. Gegeven in 't jaar des •„ Heeren een duizend drie honderd negen „ en zeitig, den tweeden December." Immers, zegt deeze brief nergens, dat het
hoog altaar, door ouderdom, vervallen was. Veeleer, zou men 'er uit afleiden, dat het zelve, naar het toeneemend aanzien der Stad , te gering bevonden werdt, en daarom in een beter veranderd moed worden. Twee De bygebragte brief levert dus geen bewys brieven, ujt voor ^e hooge oudheid der Kerke. Doch
J^*.™11 dé twee andere brieven van den jaare 1334 dat de können ons, agt ik, derzelver waare oudheid, Kerk, pp betere gronden , leeren. Zy zyn. den voor^t Hèere Pieter Vlaming, voorheen, gefügt 4' medegedeeld, door den Heere Dionisius' geweeft Andreas Roê'LL,Burgemeefter vanDe- *s« venter. Ook is de Cerite derzelven , on- langs , door den Heere Fra'nsvanMie-
r is, uit het Pergament - Re gißer der Char- terkamer van Holland, in' 't licht gegeven (/). Dus luidenze beide : GrjiLLELMüs Hannonie, Hoïïandie Co-
mes, ac Dommus Frifie , tMverfis prefentia vifuris notum fachnus , quod nos Ëcclefiam Parochialem de Aeraftelredamme , per Je di- vifam & feparatam ab Ecclefiis de Oude AcmfteJle ö* Nieuwe Aemltelle , vacan- tem
tl) Charterb. II. Deel, bl. S6z. '
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 305
tem ad prefens per mortem vel liberam refig- Oude
nationem Magißri Johanrds de Ratingen,ulti Kerk. mi Rector is e ju [dem, Walther o de Dronghek\ filio quondam Domini Johannis de Dronghele, propter Deum pure & in Elemofynam contulu mus &? conferimus per prcfentes, fupplicantes vobis Venerabili viro , Dno Archidiacono loei ejufdem , quatinus ipfum ad ditlam Ecclefiam admittatis & Recïorem inflituatis in eadem , folempnitatibus adhibitis in talibus fieri confite- tis. In cujus rei Tefiimomumfigillum noßrum prefentibus literis duximus apponendum. Da- tum in Querccto ,feria quinta pofi feflum bea- torum Fhilippi et Jacobi, Apoflolorum. Anno Domini 1334. dat is:
„ WyWillem, Graaf van Henegou-
„ wen en Holland, en Heer van Friesland > ^ doen allen, die deezen zien zullen , te „ weeten, dat wy de Kerfpelkerk van Aem- „ ßelredamme, in zig zelve gefcheiden en „ afgezonderd van de Kerken van Oude Aemflelk en Nieuwe ' Aemfielle, tegenwoor- |
|||||||||||||
:.
|
|||||||||||||
5*
>5
|
dig opengevallen, door de dood of vry- •
willigen afftand van Meeiler Jan van Ra- tingen, den laatffcen Paftoor dier Kerke, |
||||||||||||
„ aan Wouter van Drongelen, Zoon van
„ wylen Heere Jan van Drongelen, zuiver- 5, lyk om Gods wille en tot eert aalmoes „ gegeven hebben, en by deezen geeven; „ U, den eerwaardigen Aartsdiaken der zelf- „ de Plaatfe, verzoekende, dat gy hem in „ de gemelde Kerke ontvangt, en tot Pas- V 5 j, toor
|
|||||||||||||
3©<5 AMSTERDAMS IÏI.Deel.
Oude „ toor aanftelt, met de plegtigheden, die in
Kerk. $f diergelyke gevallen gebruikelyk zyn. Ten „ oirkonde hier van, hebben wy ons zegel „ hier onder doen hangen. Gegeven te „ Quesnoy, 's Donderdags na den Feefldag ,, der H. Apoflelen Philippus en Jacobus, „ [dat is, den vyfdenMay], in 't jaar de* „ Heeren 1334. GuiLLELMüs Harmonie,Hollandie, Ze-
landie Comes ac Dominus Frifie notum facimus univerfis, quod nos Ecclefiam Parochialem do Out-Aemflel, Trajeclenfis Dioecefis, divifam f fc? feparatam ab Ecclefiis de Aemflelredamme, &? de Nova Aemflel, ejusdem Dioecefis, va* cantem ad prefens, per mortem feu liberam re- Jignationem Magiftri Johannis de Ratinge, ultimi Recloris ejufdem, cum fructibus, reddi- iïbus, 6? obventionibus fuis univerfis, ad ip- fam ecckfiam de Oud Aemflel pertinentibus, & pervenientibus, difcreto viro Johanni, filio Gifelberti, didti Jacobs fonc, Clerico, pure & fimpliciter propter Deum & in puram elemofi- nam contulimus êf conferimus per pre f ent es. In cujus rei Tefiimonium literis prefentibus fi- gillum nofirum duximus apponendum. Datum Ambianis, f er ia quarta pofi fefium afjumtio- nis beate Marie Firgïnis. Anno Domini 1334. dat is:
„ Wy Willem, Graaf van Henegou*
„ wen, Holland, Zeeland, en Heer van Fries^ „ land,doen allen en een iegelyken te wee^« „ ten, dat wy de Kerfpelkerk van Out Aem- ,, fiel, in 't Bisdom van Utrecht, gefcheiden |
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 307
„ en afgezonderd van de Kerken van Aem- Oude
?, ßelredamme en Nieuwer Aemjlel'm 't zelfde Kerk. „ Bisdom, tegenwoordig opengevallen, door „ de dood of vrywilligen affland van Mees- „ ter Jan van Ratinge, laatflen Pafloor der „ zelfder Kerke, met alle derzelver vrugten, „ in- en opkomflen , die tot de gemelde „ Kerke van Oud-Aemflel behooren, aan j, den eerzaamen Jan Gyzelbertszoon, ge«r ,, zeid Jakobszoon, Kerkelyken, zuiverlyk „ en eenvoudiglyk om Gods wille, en tot ,, een louteren aalmoes opgedraagen heb- „ ben , en opdraagen by deezen. In oir- ?, konde waarvan , wy ons zegel aan den „ tegenwoordigen Brief hebben doen han- ?J gen. Gegeven te Amiens, 's Woensdags „ na den Feefldag der Hemelvaart van de II. „ Maagd Maria, [dat is, den zeventienden „ Auguflus,] in 't jaar des Heeren 1334. Eenige weinige aanmerkingen over dee- Aanmer-
ze twee brieven zullen ons, vertrouw ik,kingen aanleiding geeven,om den tyd der fligtingeoverdee" van de Oude Kerke, op waarfchynlyke gron- Brieven, den, na genoeg, uit te vinden. 1. De twee brieven, met eikanderen ver-
geleeken , doen ons zien, dat de Kerken van Ouder - Amßel of Ouderkerk en Amflerdam t tot in 't jaar 1334 toe, door een en den zelf-? den Priefler, bediend geweeft zyn. Hieruit volgt klaarlyk, dat de Kerk van Amflerdam nog niet zeer aanzienlyk, en derhalve nog niet zeer oud geweeft kan zyn. Wanneer Jan van Ratingen de Kerk te Amflerdam heeft begonnen te bedienen, blykt, myns weetens, nergens. Doch in 't jaar 1323, is
|
||||
3°8 AMSTERDAMS III,Dei&,
Oude is hy Priefter in Ouder-Amftel of Ouderkerk
Kerk. geworden, na dat Jakob van Benthem vry^ willigen afftand van 't Priefterfchap dier Ker- ke gedaan hadt (m). De naam vanOuder-Am- ftel geeft genoeg te kennen,dat deKerk teOu- derkerk de oudfte Kerfpel-Kerk van Amftel- land geweefl is, alwaar de opgezetenender Landftreeke, eer nog deKerk terNieuwer- Amftel of Amfterveen gefligt ware, ter mis- fe gingen; en gevolgelyk ook, in de dertien- de eeuwe of eerder, de opgezetenen van Amfterdam, of van de Plaats, die, in laater* tyd, Amflerdam geworden is. 2. Doch deeze zelfde brieven leeren ons
ook, dat de Kerk te Amfterdam, in 't jaar 1334, reeds in zo verre toegenomen was in aanzien, dat zy gefcheiden werdt, of ^an- gemerkt , als uit zig zelve [per fe] gefchei- den van de Kerke van Ouder -Amftel, en dat de bediening van ieder deezer Kerken aan eenen byzonderen Priefter werdt opge- draagen. In de Kerk van Amfterdam, werdt Wouter van Drongelen Priefter, en in die van Ouder - Amftel, Jan Gyzelbertszqon. Amfterdam was ook, ten deezen tyde, zo zeer aangewaffen in getal van inwooneren, dat haare vryheid, in 't jaar 1342, merkelyk werdt uitgebreid («). 3. Eindelyk, leert ons de eerfte deezer
brieven, dat de Kerk van Amfterdam, fchoon zy, ten tyde van het verleenen derzelven, nog geenen hoogen ouderdom bereikt hadt, even^
(m) zie Mieris Charterb. ir. Deel, hl. 30-f,
(n) Zie 1. Deel, \. Boe^ bl, 3if
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 300
evenwel, in't jaar 1334, reeds eenige jaa-OuDE
ren oud geweeil: moet zyn. Jan van Ratin- Kerk. gen wordt de laatfie Pafloor [ultimus Re6tor] der Kerke van Amfterdam genoemd. Ge- volgelyk, moeten hem meer dan een, en veelligt wel drie of vier Paftoors zyn voor- gegaan : 't welk onderftelt, dat de Kerk, in 't jaar 1334, al eenige jaaren geftigt geweeil: moet zyn. 't Blykt nogtans, dat de Paftoors hier ter Stede, in 't eerft, niet veele jaaren • agtereen, in dienft bleeven, en , zo 't fchynt, al fpoedig naar aanzienlyker Kerken ver- plaatft werden. Toen Jan van Alten, in 't jaar 1359, door Hertoge Albrecht,tot Pas- toor werdt aangefteld, waren 'er, na Wou- ter van Drongelen, reeds twee anderen voor- gegaan , te weeten, Jan Bloote en Gerard Hen (0). In 't jaar 1369, was Jan van De- venter Priefter Q>). En kort hierna, Filips van Leiden (q). Men kan dan de woorden laatfie Pafioor [ultimus Reótor], die, in 't jaar 1334, van Jan van Ratingeri gebruikt worden * in hunne volle kragt laaten, zon- der dat men behoeft te onderflellen, dat de Amfterdamfche Kerk toen meer dan vyf en twintig of dertig jaaren oud ge weeft is. Op de gelegde gronden nu, vermoed ik, De Kerk
dat men den tyd van de ftigting der Oude j.s,hwafrr Kerke behoort te brengen tot het begin der °e^ty * veertiende eeuwe. Voor dien tyd, waren in 't be- de gin der (o) Mieris Charterb. til. Deel,hl. pt>.Schcperen-brief
van ü6o, by COMMELIN , hl. 429.
(p) Zie hier voor, bl. 302.
(q) vid. Phix.. a Lkydis de Cum ReipuM. Sc foite
Jïincip. C*f. LX. p, 207. Uf, LXIV. ƒ>. ai*. , |
||||||
giö AMSTERDAMS IILÜEEt.
Oude de Heeren van Amffcel Heeren der Stad;
Kerk. die, naar alle waarfchynlykheid, toen reeds veertien- twee Kerfpelkerken in hunne Heerlykheid deeeu" geftigt hadden, te Ouderkerk en te Amfter- we' veen; en die 't opkomend Amfterdam nog van te weinig aanziens zullen gerekend heb- ben , om 'er eene Kerk te bouwen. Zy had- den 'er hun Slot; en, in of aan 't zelve, ver- moedelyk, eene Kapel, die, zo 't fchynt, . aan de Lieve Vrouwe toegewyd was, en zelfs na 't verdelgen van 't Slot, in wezen gebleeven, of herbouwd is. Doch de oud- fte opgezetenen der Plaatfe gingen, of over den Dam, of over de oude brugge, langs de weftzyde des Amftels, naar Ouderkerk ter miffe; en kwamen aldaar in de Kerke, langs eene brug, die daar, al van ouds, over den ffcroom gelegen heeft. Maar toen Guy van Henegouwen-, in 't jaar 1300, Heer van Amfterdam geworden, en vooral ,* na dat hem, in 't volgende jaar, de Biflchoppelyke waardigheid van Utrecht opgedraagen was (r), fchynt deeze Kerkelyke Heer zyne op- komende Stad ook van eene Kerk te heb- ben willen voorzien. Of, veelligt, is 'er, eerft, omtrent de plaats der Oude Kerke, eene Kapel geftigt, die, kort hierna, toen nu de Plaats Stads regt verkreegen hadt, tot eene Kerfpelkerk verheeven werdt; gelyk men weet, dat, omtrent deezen tyd, meer- maaien gefchied is (s). De Kerk werdt eg- ter eerft bediend door den Prielter van Ou- der-
(r) Zie II. Deel, I. Boê{, bl. 49, 77.
(t) zie Van Santen Privileg, van Kennemerl. K177,
178. Lams Handv. van Kennemerl. bl. 77;. |
||||
iLËoEfc. Öereformeerde Kerken. 31 i
der-Amftel; doch, na weinige jaaren ver- Oud* loops, op zig zelve; en in 't jaar 1342, ver- Kerk* wierf de Stad het regt, om het Kofterfchap deezer Kerke te begeeven 4 als eene byzon- dere gunft van den Graave (t). Ten deezen tyde, immers in 't jaar 1333, hadt de Kerk reeds vier Kerkmeefters, Heyn Nutaertsfoen, Tideman die Zael, Claes Duvelant en Ckes van den Damme, die, in eenen Schepenen- brief van 't gemelde jaar, welke in't Wees- huis plagt bewaard te worden, of nog be- waard wordt, den naam van Goedshuys be~ raders draagen. Ligtelyk bezeft men, ondertuiïchen, dat Naar-
de Kerk, in haaren eerften aanleg K op ver- Jg°^ re na, het aanzien en de grootte niet heeft leverin. gehad, die zy , federt, verkreegen heeft, gen, om- De ongenoemde Befchry ver van Amfterdam, trent dea die omtrent den jaare 1500 bloeide, zegt, &™» dat zy, zelfs in zynen tyd, door aangevoegde de Kerk Kapellen, nog dagelyks, vergroot en wr/fcrrfgeftigtis. verdt («). En twee honderd jaaren vroe- ger, zal de buik der Kerke zelve zeer veel kleiner geweefl zyn, dan zy toen was. Vol- gens eene overlevering, die, doorlaAAK CommelynO), bewaard is,zou hethoo- ge Choor, en dat der Lieve Vrouwe, bene- vens den ingang ten noorden, geftigt zyn op eenen hoek van 't Muiderzand, welk hier eindigen, en zo hoog leggen zou, dat men, gelyk 'er anderen (m) byvoegen, dit gedeel- te
(t) Zie II. Deel, II. 5*^, hL lo6» 123*
(») AU Calcem PoNTANI, ƒ>. *• (v) Bj DOMSELAEK IV. £*'<| ". 47'
(wj DAMER bl, 171.
|
|||||||
.. i ■ »Vinn
|
|||||||
i*i ' AMSTERDAMS IILDeêk'
te der Kerke niet zou hebben behoeven té
heijen. Dezelfde Cömmelyn verhaalt, dat, op den zuidhoek der Engekerksfteege in de Warmoesftraat, eene oude gemetfelde pät gevonden wordt, die, vooral by droo- ge zomers, zulk helder en zoet water op- geeft , als rtergeris in Amfterdam gevonden wordt, ten blyke, dat het gemelde zand zig tot daartoe heeft uitgeftrekt. Ik heb zelf ,a op den eerften October des jaars 1762, het water uit deeze put geproefd, en het tame- lyk goed van fmaak; doch een weinig geel- agtig van verwe bevonden. Men zeide my, dat het, by hoog water, blanker en zuive- rer was. Voorts, bert ik ortderregt, dat 'er , zo wel ooft- als zuidWaards van de Kerke , meer putten zyn, die zeer goed water in- hebben, en, naar alle Waarfchynlykheid, op het zelfde zand gemetfeld zyn. Doch het Overig gedeelte der Kerke, en de tooren in- zonderheid ruft op ingeheide elzen paaien. En Wil men, dat de buuren van Outewaal de grondflagen van den Tooren; 't zy van den oüdflen van welken men gemeld vindtj die omtrent den jaare 1500 eene tamelyke grootte hadt, naar dé gelegenheid der Plaatje (x); 't zy van eenen volgenden, die, in 't jaar 1566, volbouwd werdt (y), gegraaven en geheid, en daar voor het regt bekomen hebben, om hunne dooden, die in de Oude Kerke begraaven werden, een uur lang, te mogen beluiden, zonder iet voor 't regt der Ker- K;
(x) Anonym, ad Calc. PontaniJ, p. 4.
(y) PONTAN. Libr, I. Cap, VI. p. 14. J
|
||||
IJ. Boek. Gereformeerde Kerken. 313
Kerke te betaalen. Izaak CommelynOudx-
fchryft, dat dit voorregt, by zynen tyd , Keek. nog plaats hadt (z). Zyne Befchryving der Oude Kerke is, wel eerft in 't jaar 1665, uitgekomen ; doch, waarfchynlyk, vroeger opgefteld. Maar Dapper, wiens Befchry- ving, reeds in 't jaar 1663 , het licht zag, meldt (o), dat het voorregt, waarvan wy fpreeken, weinige jaaren te vooren, met den laatflen Outewaalder , zou uitgeßorven zyn. OndertuiTchen, is my zelven eene overleve- ring voorgekomen, die, in een oud bürger- lyk huis, in deeze Stad i bewaard wordt, en volgens welke, de nakomelingen uit dit huis het regt hebben zouden, om zig in een graf in de Oude Kerke te laaten begraaven, en de klok over 't lyk te laaten luiden, om dat derzelver voorouders, in overoude tyden, onder zulk een beding, een ftuk Warmoes- land aan de Kerke gefchonken hadden, waar- op een gedeelte van 't gebouw geftigt werde. Men heeft my , wyders , onderregt, dat Quiryn of Kryn Steen, een Koorenmolenaar, en Curnelis Blom, een Pakker , de laatflen uit deezen huize geweeft zyn, die, ingevol- ge van het gemelde voorregt, in de Oude Kerke, begraaven zyn geworden; Steen, op de,n zeftienden July des jaars 1726, en Blom, op den vier en twintigften February des jaars 1739, in een graf digt by 't Orgel, en K AI. gemerkt. Doch wat moeite ik ookhebbe aan- gewend i ik heb, noch by de pvergebleeve- nen
(x.) By DOM3ELA.EU IV. Btt^ bl, 4«,
(a) Bladx.. J78. VII. Stuk. X
|
|||||||
f
|
|||||||
314 AMSTERDAMS III.Deel.
Oude nen uit deezen huize, noch in de Papieren
Kerk. der Oude Kerke, geen eigenlyk bewys voor den grondflag der overleveringe können ont- dekken. Ik heb wel gevonden, dat de twee genoemde Perfoonen, Steen en Blom, in een en het zelfde graf in de Middel-Kerke, ge- tekend num. 43., begraaven zyn; doch te gelyk, dat, in't jaar 1Ó38, agttien guldens voor 't verhoogen van dit Graf en voor eene nieuwe zerk , aan Kerkmeefleren zyn be- taald ; waaruit zou fchynen te volgen, dat het, toen ten minffce, geen vry graf geweeft is. De overlevering, van welke wy fpree- ken, ftrekt, midlerwyl, meer ofmin, tot beveiliging van 't gevoelen, dat, omtrent de Oude Kerke, van ouds, Warmoesland ge- weeft is, waarnaar de Warmoesflraat den naam gekreegen heeft. Ook heeft , in de Oude Kerke, beruft een Teftament van Ja* kob Gerritszoon en Haze Fekerdei, Egtelui* den, den veertienden December des jaars *473 gemaakt , waarby de eerfle aan de laatfte befpreekt eene eeuwige rente op een Lynbaan op den Zeedyk, met een Koolhof daarby; ten blyke, dat het Warmoesland zig, van ouds, tot heel aan den Zeedyk, heeft uitgeftrekt. Vergroo-, Doch wy hebben ons reeds lang genqeg ting van by den grond der Kerke opgehouden, 't Ge- deIvan '^ouw zeu°is allengskens vergroot, en, by- deiiToo-Z°nderlyk in de vyftiende en in 't begin der zen. zeftiende eeuwe, met eenige aangevoegde Kapellen, vermeerderd geworden. In 't jaar 1563 , befloot men het fteenwerk van den tooren te verhoogen tot zes en dertig voe- ten |
|||||
•
|
|||||
o-'
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 315
ten, en 'er eenen nieuwen kap óp te ftel- oude
len (b): die, drie jaaren daarna, voltrokken Ke&k» werdt. Tot in de voorgaande eeuwe, was Toeftand de Oude Kerk omringd van een Kerkhof,:Va^ 'c welk, met een' muur, van de gemeene ftraat Kerkhof afgeflooten, en in de veertiende eeuwe, of om de- laater, zo digt met gras begroeid was, dat zelve, 'er de ingezetenen hun Vee, Verkens, Schaa- pen en Paarden, op lieten weiden: 't welk men vindt, by eene onzer ou'dfte Keuren, verbooden te zyn. In dezelfde Keure, wordt ook verbooden, eenigerhande mairfe- rye [kraamery], driakelt rollen, gefchreuen werke , ghemaelde werke [prenten], noch gheenrehande guede, in de Kerk, inden Too« ren, noch op 't Kerkhof, te toghen [uit te ftallen], noch te vercopen (V) : waaruit af te neemen is, dat de Kerk, zo wel als 't Kerk- hof, van ouds, hier , tot eene foort van markt gebruikt werdt. Toen de Kerk, voorde veranderingin't jaar Chooren
1578 , reeds omtrent dezelfde gedaante hadt of Kapel- als tegenwoordig, was zy voorzien van twaalf £n j° Chooren of Kapellen, behalven het groote of hooge Choor, in 't ooflen der Kerke, welk nog dien naam draagt. Het eerfte Choor, welk men, de groote *•
of wefterdeur der Kerke ingetreden zynde, ***m °*' terftond, ter linkerzyde, of noordwaards,choor of ontmoet, was het Hamburger Choor, ook de KapeÜ Hamburger-Kapel genaamd, welk, in 't be- gin der vyftiende eeuwe, geftigt of gekogt was,
(b) Refol. Vroedfch. N. I. ij jing. lUU
(r); Keiub. A. ƒ. 19. X 2
|
|||||
3*5 AMSTERDAMS III.Dm;
Oude was, door eene Broederfchap van Hambur-
Kerju gers, die hier ter Stede woonden, en fier- ken handel dreeven in Hamburger bier. Zy hadden een altaar opgeregt in dit Choor, welk aan de Apoftelen Petrus en Paulus toe- wyd was, van waar de Overluiden der Broe- derfchap , iri eenen Schepenen-brief van den vier en twintigfien September des j aars 1421, den naam draagen van Overmans van Sunt e Pouwels Maar. De Broederfchap, nog voor 't einde der vyftiende eeuwe, in merkelyk verval geraakt zynde, werdt, in 't jaar 1494, met goedvinden van de Wethouderfchap der Stad Hamburg, van nieuws, wederom op- geregt , en verkreeg, tot haare onderfteu- ning, een inkomen van eene ledige ton,,of drie Caroë fluivers van ieder ton Hamburger bier, die,hier ter Stede, verkogt werdt. Zy Helde zig toen wederom in 't bezit van haa- re Kapel, en van agt graven in dezelve, die haar, voorheen, nevens de Kapel, door de Overluiden der S. Nicolaas - Kerke, waren afgeftaan. De Overluiden der Kapelle maak- ten , in 't jaar 1509, een Reglement op het onderhoud van de Kapelle, en van de gant- fche Broederfchap. Volgens dit Regfement, werdt, aan alle Leden der Broederfchap , Koopluiden, Schippers, Stuurluidenof Boots- luiden, die te Amfterdam aflyvig werden eene begraafplaats in de gemelde agt graven toegeflaan. Weinige jaaren laater, begon zig de Leer van Luther te verfpreiden on- der deeze Broederfchap. De meefte Leden 'derzelve verlieten de Stad, ten tyde des Her-
|
|||||
* v
|
|||||
*
|
||||||
1
n.BoEK. Gereformeerde Kerken. 317
Hertogs van Alva. 't Liep aan tot in 't jaar Oude
1594, eer de Broederfchap eenigszins her-KERKi fteld; en tot in 't jaar 1621, eer den Over- luiden, door Burgemeefteren, het regt ver- leend werdt, om de Hamburger - Kapel en derzelver graven te gebruiken. De Broe- derfchap in laater tyd genoegzaam zynde uit- geftorven; is de Kapel, door de laatftover- gebleeven Leden, afgedaan aan de Luther- fche Gemeente alhier, welker Ouderlingen, nog tegenwoordig, twee CommiflarifTen over 't Hamburger Choor benoemen, die, vef- -. volgens, door Burgemeefteren, worden aan- gefteld (d); voor hun leeven dienen, en thans alleen 't bewind over de agt graven in dit . Choor hebben. In 't verkiezen deezer Com- muTariflen, wordt nog de voorrang gegeven aan zulken, die van Hamburg herkomflig zyn. In de beeldftorming des jaars 1566, hadt de Hamburger-Kapel zo veel geleeden, dat men, naderhand, voor dezelve, onder anderen, nieuwe deuren moed laaten maa- ken, die met de gefchjedenis van 's Hei- lands opftandinge befchilderd werden; doch, reeds voor lang, wederom weggenomen zyn. In de glasraamen der Kapelle , was Paulus bekeering gefchilderd. Doch zy werden, verouderd zynde, in 't jaar 1621, wegge- nomen , en raamen in de plaats gefteld, waar- op , in 't midden, ter grootte van agt ruiten, afieenlyk twéé wapens van Hamburg ver- beeld werden. De beroemde Adolf Vxjfcber^ een der oudfte Lutherfche Predikanten hier ter
(rf) Gioot'Memor. N, X. ƒ. »i verf».
X3
|
||||||
*
|
||||||
<
|
|||||
ffl AMSTERDAMS IIIDeU.
ötivn ter Stede, is, op den vier en. twintigften
Kerk. April des jaars 1Ó13 , in een der graven van het Hamburger-Choor, ter aarde ïelteld(^). Voorts ziet men nog, nevens en in het zel- ve, de Grafftede van den Veldmaarfchalk Wirtz,en het Grafteken van den Schoutby JVJagt Willem van der Zaan, welken wy, be- neden, uitvoeriger befchryven zullen. In -I Hamburger-Choor, is de ingang van een ftookhok. 2m 1 Op dit Choor, volgde het. Binnen- en Bui- Binnen- tenïandsvaarders-,Choor, 't welk, insgelyks, en Bui- zvll altaar h$dt, Ook hadden de Binnen- en vaarde«'- ;Buitenlandsvaarders - Gilden een zilveren Choor. fehip, welk, in plegtige ommegangen, wan- neer het Gilde teerde, omgedraagen , en, zo men de ftaatfie aan de oude zyde hieldt, in 't Hüiszitteni huisje in de Oude Kerke , ppgeflooteri werdt; gelyk, uit eenen Brief yan dén jäare 1473 (ƒ),. • is: af te! neemen. De Buiterilandsvaarders aan de oude zyde bezaten ook een beeld van S. OduIfofOlof, -welk, insgelyks, by plegtige gelegenheden, omgedraagen werdt (g). In hét Choor, van welk wy fpreeken, is thans de ingang van «en zandhok. ; •, * u 3. Naaft aan dit Choor, volgde dat der We'it-
Weit* -koopers of Graankoopers, van fommigen ,
Choor" <^n omegtc9 ketiFeerkoopers-Choor; van an- deren, even verkeerdelyk,^? fVynkoopers- Choor genoemd. Voorby dit Choor, is • de Noor-
'0 vit égte stokken, èé MitiAzmtk. van Christof-
0JS1. BEUDEKER.
(f) By COMMEUN il. 414.
(i) KCKib, A.friï-v&fu -3 A%
:
|
|||||
II. BoEKi Gereformeerde Kerken. 319
Noorder-ingang der Kerke ,. boven welken 3 Oude .
gefchiljderde glazen plagten te zyn ;cfie reeds, Kj&k. voor lang, voor gewoonlykeKerkraamen, zyn verwifTeld. Het Weitkoopers - Altaar in de Oude Kerke wordt genoemd, in den Stigting- brief eenerVicarye, by Commelin (h)l in de Befchry ving van't Gafthuis, aangehaald. Ooftwaards van het Weitkoopers-Choor, 4.
fewam men aan S. Jeroens ■ Kapel of Choory S. Je- op welks hoek, het kleine Orgel ftaat. Iri JS'of 't jaar 1450 , hadt Bieter Gysbertszoon, in Choor. deeze Kapel, die 't Noorder^kruispand der Kerke uitmaakt, een altaar geftigt O"). In S. Jeroens-Kapel, ftaat, nog tegenwoordig, het houten model eener Coupel-Kerke, om- trent het jaar 1700, door JSlicolaas Lifling gemaakt, om op de Botermarkt gefügt^ worden. , '" Hier op volgde het Voetboogsfchutters- 5»
Choor,, 't welk, eertyds , met, reen houten J^g. hek, plagt gefcheiden te zyn van het Lie- schut- ve-Frouwen-Choor, waarmedehet nu gemeen ters- legt. In deeze twee Chooren, ziet men dë choor- fraaifte gefchilderde glazen, die, iri deeze uev'c- Kerke, of elders in de Stad, te vinden zynf Vrou- Het eerfte, dat eigenlyk in't Voetboogs- wen- fchutters-Choör ftaat yis in twee afbeeldfels C*100** onderfcheiden. In het bovenfte, ziet men de boodfehap des Engels aan Maria; in het andere, het bezoek van Elizabet aan de H. maagd. Onder aan ftaan Paulus en Petrus, voor den eerften van welken, een aanzienlyk man, in een graauw Moniks gewaad, zyn- (h) BUdx.. stf.
(*) Zn Commelin bl. 41+. 10< D .
X4
|
||||
3se AMSTERDAMS HCTfeö
Oude de de Schenker van 't glas, Burgemeefler
Kerk. Jan Claaszoon van Hoppeti, en voor den an- deren , een ige vrouwen geknield leggen. Men vertelt, dat Van Hoppen, befchuldigd zynde van Ketteryé, om zig te zuiveren, naar Rome in Bedevaart hadt moeten trekken^ daar hem opgelegd werdt, een glas in dé Kerk zytter Parochie te vereeren. En meent men , dat op zyn geval zien zouden de •' woorden L »^90*1 Nemo Ljeditur nisi a sê ipso ,
dat is:
■• • ■•
Niefnant wordt beledigd dan van zig delven, ■''••••-
die, op eene rolle, boven' zyn hoofd vaii
eens BhTchops Staf afwaaij ende, te leezen ;0V zyn« Voorts ziet men , in 't zelfde glas, het wapen van Van Hoppen, en zyn Lyk is, voor het zelve, onder eene zerk, die, 10f' - . insgelyks, met zyn wapen verfierd is, be-
graaven. In't Vroutven-Choor, zyn ook twee -3vsU fräaije gefchilderde glazen. In 't eene, in 't
noorden, naaft het voorgemelde geplaatft, ziet men, van boven, de juichende Enge- len over 's Heeren geboorte,"in,eenen geo- penden hemel, afgebeeld, en naar beneden, het kind Jezus, door de Herders en Wyzeri, geëerd en begiftigd. Jezus befnydenis ver- toont zig in t verfchiet. Onder aan ziet men 't wapen van Amfterdam tuflchen een* S-Omeirifch' Krygsknegt en een' BifTchop. Uit een Latynfch opfchrift in dit glas, blykt, dat het, door het geflagt der Btundten,aan |
||||
ft Boek. Gereformeerde Kerken. 321
de Kerke gefchonkén is. Het andere glas, Oude
welk ooflwaards flaat, vertoont de fierven- Kerk. de Lieve Vrouw, die eene Waskaars in de handen heeft; van eenen lloet treurigen omringd is, en door eene rei van Engelen opgewagt wordt. De drie glazen, van wel-, ken wy fpreeken, zyn, in 't jaar 1555 > door eenen Digman, gefchilderd (£); doch, veel . van den tyd geleeden hebbende, voor wei- nige jaareh, in Brabant wederom herfleld. Uit het Lieve- Vrouwe-Choor, treedt men, 7*
ooflwaards, door eene deur , in de Kapel JyJ van 't Heilige Graf, die nu tot eene berg-Heilige plaats voor turf verflrekt. Kort na de Re- Graf. formatie, plagt de Gereformeerde Kerken- raad , die ten deezen tyde in de Nieuwe Kerke byeen komt, in deeze Kapel te vergaderen: en fommigen meenen, dat de Kweekfchool der Theologie en Philofophie, S. Nicolaas- Collegie genaamd , welk , door Willem en Jan Eggert, Heeren van Purmerende, ge- fügt was, en door Jan Eggert Hartgerszoon en IVendelmoed, zyne Vrouw, merkelyk be- giftigd werdt, in deeze Kapel, plagt gehou- den te worden (/). In 't ooflen der Kerke, was en is nog het 8.
ïi o o G e C H o o R. Hier ftondt het hoog 9°oge Altaar, waarop verfcheiden' byzondere Mis- oer* fen gefligt waren, door voornaame Amfler- dammers. Bovenzag men, in de glazen, gefchilderde äfbeeldfels van eenige oude Graaven en Graävinnen van Holland: ook 's Hei-
(kj Memoriaal van Kerkm. M. 77» 79.
(I) Zie COWMEI.IN 4/. 4i«. i
X 5
|
|||||||
/
)
|
|||||||
f
|
|||||||
322 AMSTERDAMS IUDzzu
Oude 's Heilands kruisfiging, en't overboord wer-
Kbrk. pen van den Profeet Jonas. Noordwaards, naarde zyde van 't Kruispand, hadtWillem de I., Prins van Oranje, een glas vereerd. Doch alle deeze glazen, verouderd en be- fchadigd zynde, zyn, van tyd tot tyd, wee- genomen, en de plaats,met gewoone kerk- glazen, gevuld. Agter het hooge Choor, was, digtft aan het Vrouwen■- Choor, het oude Comptoir der Kerkmeefleren, waar na- ■ \ derhand de Huiszitten-meefters hun Comp- toir gehad hebben, en nu wederom hebben. Het plagt met eene yzeren deur van de Ker- ke afgeflooten te zyn. 9# Voorts, kwam men aan het Handboogi* Hand- fcbutters-Choor, zynde het zuider kruispand ^gs- der Kerke, en de tegenwoordige Catechi- Choor!rS feerPlaats* Sommigen hebben dit Choor,
ten onregte, het Choor der Voetboogsdoele ge- noemd. Het Foetboogsfchutters-Cboor was, omtrent tegen over dit, aan de noordzyde der Kerke. Het Handboogsfchutters-Choor werdt ook het.S.Sebajliaans-Choorgenaamd, zynde deezen Heilig den patroon der Hand- boogsfchutteren geweeft. Zyn zilveren beeld .8 ftondt aan den voet van 't Choor, en was, " i°°p na de verandering des jaars 1578, gebleevea in xie bewaaring van Kerkmeefleren, toen zy bevel van Burgemeefteren kreegen, om te vercoopen die filvere Ciborie , Claesjen [een S. .Nikolaas-beeld] ende watßherfy meer in haer bewaringe hadden, dempt? Bafliaen, die /y den Hantboogsfchutters moeften overleveren, In den ooftermuur van dit Choor, ziet men den ingang nog naar 't vertrek, alwaar de Com-
|
||||
—------------
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 323
CommifTariflèn van Huwelykfch'e Zaaleen 0uDE
plagten te vergaderen. Boven den zelven, Kerk. leeft men 't Is haefi getrout, dat lange rout. Men noemde ,deezen ingang de Roodeur, om dat hy, met eene rood gefchilderd^ deur, ge- llooten plagt te zyn. En hiervan wordt, he- den nog, onder 't gemeen der Amfterdam- meren, gezeid, dat een Paar voor de Roo- deur gegaan'ijfj wanneer het zjg, voor Com-- miflarifTen van Huwelykfche Zaaken, die, federï meer dan eene eeuw, op 't Stadhuis vergaderen-, heeft laaten |aantekenen. In Bewaar- den weftermuur van 't Choor;, ziet men, om- plaats der trent vyftien voeten van, den grond , een°ucj? ., yzeren deur, die tegenwoordig' met kalk ge- vïfegienl" wit,en met een hangflot en een hengfelflot enandere voorzien is. Binnen deeze deur, is nog een ftukken. zwaare eekenhóuten deur , met een flerk grendelflot; welke deur , geopend zynde t toegang verleent tot een vierkant overwelfd vertrekje, 't welk, aan de zuidzyde, door twee hooge fmalle venftertjes, licht fchept. Tegen den weftelyken muur van dit vertrek- je, ftaat een eekenhóuten kas, die met drie floten geflooten, en omtrent agt voet hoog is. De deur der Kas, van buiten digt met yzer beflaagen, flaat, op de helft, voor- waards over, op twee yzeren ftylen,dieaan dezelve hangen, en tot flutten voor de open- geflaagen deur verftrekken. In deeze Kas, ' zyn vyf en veertig Laaden, die ieder om- trent twee duim diep, half zo breed als de Kas, fchaars een en een half voet lang, en allen genommerd zyn. En deeze Laaden ver- vatten de ooifprongkelyke:. Handveften en Pri^
|
|||||
324 AMSTERDAMS III.Deelv
Öude Privilegien, door de Graaven van Holland
Kehk. en andere Vorften en Mogendheden, van de oudfte tyden af, aan de Stad verleend, be- nevens veele andere brieven en Hukken, die hier, al voor drie of vier honderd jaa- ren (3), bewaard geworden zyn, De fleu- tels van 't Vertrekje en van de Kas zyn , tegenwoordig , op de Thefaurie - Ordinaris der Stad. Zeldzaam, worden de Stukken, die hier in bewaaringe leggen, bezien. In * 't jaar 1732, in de maandjuny, gefchiedde zulks, door de Heeren Thefaurieren, Mr. Jan Six en M'. Willem Munter, Oud-Burgemeefteren, benevens den Secre- taris Joan Thierry, Pieter Vlaming en Gerrit Schoemaker, welke twee laatflentoen arbeidden aan eene nieuwe Befchryving .der Stad. Na dien tyd, weet ik niet, dat dee- ze Letterfchat hier bezigtigdgeweeftis,dan op den dertienden O&ober des jaars 1761, toen zulks gefchiedde, door de Heeren re- geerendeBurgemeefteren,Mr.Daniel de Die uenMr.Gu alte rus Petrus Bou- daan, die my, op dien tyd, ook dit on- gewoon gezigt vergund hebben. De mees- te (lukken waren toen nog zo zuiver en lees- baar, en de zegels aan die der vyftiendeen zefliende eeuwe zo gaaf, als of zy, nog maar weinige weeken, gedrukt geweeft waren. Op
(3) Onder een affchrift van een Privilegie van
den twiatigften September des jaars 1413 , welk, niet lang daarna, fchynt gemaakt te zyn, ftaat, dat; de originccle beruft in Sint nicolaus kercke by dtr\ anderen bantueßen. I. Privil, Boek, f. 99 vcrfo. |
||||
/
|
|||||||
iLBöÊït* Gereformeerde Kerken. 325
Op het Handboogsfchutters-Choor, yolg-OuDK
de de S. Elois- of Smids-Kapel, waarin de Kerk.. zuider ingang der Kerke is. In deeze Ka- ia pel, plagt, weftwaards, een houten hang-s-|lo.is- kamer tezyn, vanouds gefchikt tot eene Kapel, zitplaats voor de Cellebroeders, die, bene* den onder 't volk, in de Kerke, niet werden toegelaaten, om dat zy verpligt waren, de kranken, zelfs in Pefttyden, te bezoeken, de dooden te ontkleeden, te kiften en te Jhelpen begraaven, en hierom, als meer of min befmettelyk, gefchuwd werden. # Hierop volgde de Kapel der Huiszitten aan iï.
de oude zyde. By dezelve, die ook het Huis- Kapel det zitten-Cboor genaamd werdt, Was het graf[^szlt* van het oud Amfterdamfch geflagt der Dob- bens. En Katryn Wouter Dobbens zoons Dog- ter belaftte, by haaren uiterften wil, óie i den zesden Maart des jaars 1555, gedagte- kend is, dat men, over dit graf, een Tafereel zou ftellen, ende dair voer een kaerjfe gebou' den te worden van wajje, dair voor makkende ende befpreeckende honderd Karolus guldens eens (tri). In ditChoor, was eene deur,van buiten met yzer belegd, boven welke, het jaartal 1622 plagt teftaan. Door deeze deur, Kwam men in de Vergaderplaats der Huis- zittenmeefteren, die in 't jaar 1497 getim- merd was. En hier gefchiedde de uitdeeling van leevensmiddelen aan de behoeftigen, die in 't Choor byeen kwamen. Ook plagt men, in het zelve, onder een overgeverwd beeld, de volgende woorden te leezen: Hout
(ra) Vit «n Affchlift v#n dit Tcftamcnt, tndcr mj bt-
rmßcndc. |
|||||||
■
%i6 AMSTERDAMS HL Deel.
Oude HoütGoDS GEBOD, EN GEEFT DEN
KekK. ARMEN OM GODS WIL. De bedeeling der Huiszitten - armen heeft
hier geduurd, tot in 't jaar 1655; en federt is de Vergaderplaats der Huiszittenmeefle- Kerk- ren bekwaam gemaakt tot een Kerkmeefiers- meefters- Comptoir; waartoe zy nog gebruikt wordt. Comp- -Qe ingang is t'eenemaal vernieuwd. In den noorder muur van dit Comptoir, iseenekas met laaden vaftgemetfeld, in welke een groot getal van oude Schepenen- en andere Brie- ven, de Kerk betreffende, gevonden wordt. De meeflen behelzen giften van oud-ei- gens, geveftigd op de voornaamfte hui- zen der Oude-zyds-Parochie, en ook op eeni- ge huizen, aan de Nieuwe zyde. Doch ik heb/er geene ouder brieven onder aangetrof- fen , dan van omtrent den jaare 1350. Voorts, hangen, in dit Comptoir, eenige fraaije ge- fchilderde afbeeldfels der Kerke van binnen: ook een gemyterd hoofd , keurlyk gefchil- derd, welk men houdt dat van S. Nicolaas te verbeelden. De Wapenkaart der Kerk- meefteren beflaat een groot gedeelte van eenen der vier wanden van 't vertrek. Men plagt 'er eene fchildery van den oproer der Herdooperen, in 't jaar 1535, te bewaaren, en een Tafereel, vervattende de naamen der gefheuvelde burgeren, in dien oproer (n). Doch beide deeze ftukken zyn niet meer voor handen. In 't voorbygaan, merken wy aan,
, (») Metnoüaal van Keikm, il, 3; , 3«,
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerern. 327
aan, dat de jaarlykfche ommegang , die, Ovm
hier ter Stede. -ter gedagtenifTe van de over- Ker*# - winning der Herdooperen, plagt gehouden te worden (0), van jaar tot jaar, aangetekend ftondt, in net Boek met den leeren band, welk, in de Oude Kerke, bewaard werdt; doch niet verder dan tot het jaar 1567 (p) ; waar- uit men afneemen mag, dat die ommegang, federt, opgehouden is. loórö Op het Huiszitten-Choor, volgde,äande 12.
zelfde zuidzyde der Kerke, Etizabeth-Gaeven* jpiza- Kapel, geftigt, naar 't fchynt, door eene£^en. vrouw uit het oud Amfterdamfch geflagt van Kapel. Gaef. Zy pronkt, tegenwoordig,; met de Graffteden der Zeehelden van der Huift en Sweers. Ook is, in dezelve, onder eene ver- heven zerk tegen den zuidelyken muur, het graf van 't geflagt van Bor e ex, waarop de hoofdwapens van Boreel en Coymans, ert van ieder derzelvéh agt kwartieren zyn af- gebeeld. De laatfte Kapel in de Oude Kerke is „ *3-
bezuiden het groote Orgel, aan de weftzyde. HsKap^ï Zy wordt van fommigen S. Cornelis-Kapel genoemd, naar een Altaar in dezelve, ge- ftigt , door Cornelis Janszoon Drebber, en aan S. Cornelis toegewyd. Anderen noemen deeze Kapel die van de Brundten en Dreb- bers. En 't fchynt, dat het geflagt van Brundt, zo wel als dat van Drebber, de ftigting, of het onderhoud van S. Cornelis-Aitaar heeft helpen bekoftigen.In deeze Kapel, was wy- ders
■■
(o) Zie II. Veel, VI. BJftL bL 4j>.
(p) Mexnpjt, vsin Üetkm. bl. ji.
|
||||
328 AMSTERDAMS III.Deeu.
Öude ders eene Doopvont geplaatfl. De laatfle,
Kerk. die 'er geftaan heeft, was van koper, en, in 't jaar 1531, te Mechelen, door Cornelis van den Einde, gegooteri. Zy woog vyftien , honderd ponden (q). Én de plaatfing dee- zer Doopvonte , die tot gemeen gebruik diende, in de Kapelle, van welke wy ipree- ken, doet my vermoeden, dat de Kapel of het Choor, gelyk het ook genoemd wordt * niet door de Drebbers en Brundten, maar door de Kerkmeefleren zelven, gefligt was, gelyk deezen het ook , in de voorgaande eeuwe, verkogt hebben, zo als wy* wat laager, zullen aantekenen. De Kapel is al- leenlyk de Brundten- en Drebbers-of S. Cor- nelis-Kapel genoemd, naar het Altaar, welk in dezelve geplaatfl was. De Doopvont moet, voor 't jaar 1580, reeds weggenomen zyn geweeft, alzo PetrusOpmeer, om- trent dien tyd, gefchreeven heeft, dat 'er geene Doopvonten meer in Holland overig waren (r). Altaaren. De Oude Kerk Was, eertyds, rykelyk van Altaaren voorzien. Omtrent den jaare 1500, werden 'er drie en dertig geteld (j). Onder deezen, waren het hoog Altaar, waarop Mei- nert Jansfoen, in 't jaar 1467, eene Mis ge- fligt heeft (0» S. Antonis - Altaar ten noor- den, waarop Dirck Jan Heimerszoen„Pries- ter, in 't jaar 1465, eene Vicary hadt op- geregtj S. Jgnieten-Altaar, in 't noordoos- ten; I (5) Memor. van Kerkm. bl. tt.
(r) Ca t hol. Martelaarsboek ,11. Deel, il. 474. (/) Anonym, ad Calcem Pontani . /». f, {*) Renteb, v*n 't Oude Gafthui« ƒ. j$. |
|||||||
1
|
|||||||
•
|
|||||
ÏJLBoekv Gereformeerde Kerken. 32p
ten; S. Cornelis Altaar, boven reeds vermeld; Oude
5. tieten-Altaar, waarop Boel Dirkje Boelens^**- in 't jaar 1470, eene Vicary ftigtte; S.Geef~ tmids-Altaar, waarop G'eeriruïd Albert Ottens Weduwe, reeds in 't jaar 1418, eené Vica- ry geftigt hadt; nog een Altaar, welk aari 'de Lieve trouwe, S. 'Bieter en Pauwels, S. Catharina en 5. Barbara, gewyd, en omtrent of in den jaare 1463, door Claes Jacobs, vari nieuws, opgercgt was; een Altaar ter eere van S. Salvaior en de Lieve Vrouwe, omtrent: of in 't jaar 1497, door Meefter Jacob Pil- len , opgeregt; een Altaar aan de zuidzyde, gewyd ter eefe van Chrifius verryzenijje, van S. Antoni en van de Maagden S. Cunefa eri S. Antonia., waarop Meefter Willem Aridrïes* in 't jaar 1505, twee Vicaryen ftigtté; een Altaar in de Middenkerk, ten zuiden, aari de tweede Pilaar, ter eere van S. Jan den Évangelifi. waarop Frank Dirk Franken Joen en zyne Huisvrouw, in 't jaar 1541, nog eene Vicary forideerdeh , eeri Altaar téri hoorden, aan 5. Filippus tocgewyd; het Al- taar van 't Heilige GraJ; waarop Wein Heirt' Jacobs, anders1 treintje Papè^ eene Vicary geftigt hadt; het Weithopers-Altaar, waarop Jan ClaèJJe van Hoppe 'en Cbriflyn >fyn Wyf± eenen dienft hadden gefondeerd; S. Jacobs- Altaar, by, de noorder deur, in den jaare 1450, door Gysbert Bieters, geftigt; S.Je- roens-Altaar,äan de noordzyde,.geftjgtdoor Pieter Gysberts, waarop verfcheiden' rniiTen gefondeerd waren ; het Huiszitten- Altaar > waarop Heer Claes vari Diemen , in 't jaat 1512, eene Vicäry ftigtte; S. Andries-Altaar, VII* Stuit* Y Waar- |
|||||
«NPWWUIil. ------------------------------^ppwppuJpipJI4IWU(Wlipipppp^|piWI. ■ ■
|
|||||
|$ AMSTERDAMS IIÏ.DEÊt.
Oude waarop, reeds in 't jaar 1416, eefte Vicary
Kerk. geftigt was ; S. Adriaans - Altaar en S. Lu- den - Altaar, vermeld in het Teftament van Cornelis Wouters Dobbes zoon, Burgemeefter der Stad, en in eene A£te aan het zelve ge- hegt. Het laatfte ftondt ten noorden van S. Sebafliaans-Altaar, aan den voet van 't Handboogsfchutters-Choor. Alle deeze AI- taaren zyn my bekend geworden, of uit dé Stigtingbrieven der dienften op dezelven, of uit aantekeningen in de boeken der Gatt- en Huiszittenhuizen hier ter Stede. Elders, vindt men nog gewaagd van S. Pancras-Al- ïaar, Van S. Huberts-Altaar, en van 't ff. Kruis - Altaap («). Daarenboven , hadden Veele Gilde^i hunne byzondere Altaaren in de Oude Kerke M. Het Kuipers - Gilde, onder anderen, haat 'ei* het Altaar van den Zoeten naam Jezus, van waar een naby ge- legen Steegje den naam van Zoeten naam Je* zusfleegje nog fchynt behouden te hebben. tiet Komans- of Kraamers-Gilde hadt 'er een . Altaar, welk aan S. Maarten toegewyd was, en in den Beeldenftorm des jaars 1566, vry wat geleeden heeft (4). De (u) van Heussen en Van Ryn Keikel. Oudh. IV. P«/
il. 177 , 219, *78. ' ' (v) Hsndv. bl. $$6, 6$c.
(4) Dit is my gebleeken uit eene oude Rekening
Van dit Gilde, in welke ik, op het jaar 1567, leeze: Oncoften gevallen aen bet autaer van St. Matten, dat
de Geufen badden gevioleert. Het fchilderen van deuren en verniflen ƒ 7: — : —
Het beeltfnyden van de Tabernakel . « 7: — • — Het ftoffeerfel van de Tabernakel . en: - : — |
|||||
II. BofitC. GEREFORMEERDE KERKEN, ggl
De Kerk was, wyders , oudtyds, voor- Ouot
zien van koftbaare Beelden en andere Sieraa- Kerk« den. WaLïch SyVaerts heeft aange- Beelden lekend (ïü), dat de Kerkmeefters, in*tjaar^n^n^ere 1522, een zilveren S. Nicolaas-beeld deeden ieraadel' maaken, welk drie en vyftig mark, een ons en twaalf engels zwaar was; tweehonderd goudguldens van maaken, en in alles negen- Honderd agt en veertig guldens zwaar geld cekoft haat. Én. 't was dit beeld, welk,in t jaar 1578 , tot geld gemunt werdt, gelyk wy, ter zyner plaatfe (ar), verhaald hebben, ïn 't hooge Ckoor, ftondt een Sacraments- huis, welk twee en vyftig voeten hoog,en waarin een kondig gewerkte zilveren Re» monfirancie of Hoftiedoos geplaatfl: was (y). 't Een en 't ander werdt, omtrent den jaare Ï544, geftolen door eenen Fries, Bouwen genaamd, die 't zilver gefmolten , en aan eenen Goudfmid verkogt hadt, en 't Sa- crament, van de Minderbroeders brugge, in 't water hadt geworpen: waar 'er lang na gezogt werdt, zonder dat men 't weder vin« den kon (2). De twee binnenfte deuren van 't hoog Altaar waren, in 't jaar 1537, konftiglyk befchilderd, door Meefter Maar- ten Jakobszoon van Heemskerk, die 'er twee honderd en zeventig guldens voor genooten hadt. En in 't jaar 1560, werdt het hooge Choor behangen met tapyten, die, door Wil- lem Andrieszoon de Raet, Tapytwerker te Lei-
(») Roomfche Myftet. ontdekt, V*»rr. bl. jj.
(x) 11. Dtti , IX Botk., H. W-
(y) Anonym, ad Talre n PoNTANl , p. 4.
(*J W. SïVdtRrs Rooinfc >e Meeden ontd, ƒ. 7 vtr/i»
y 2
|
||||||
332 AMSTERDAMS III. Dei*.
Oude Leiden, gemaakt waren. Meefter Cornelis
Kerk. Dobbes hadt, reeds te vooren, een kofl> baar tapyt aan de Kerke vereerd (a). De |
||||||||||
' .
|
||||||||||
Kerkgereedfchappen van zilver waren ver-
fcheiden van foorte en veei in getal. Doch fommige Sieraaden weeken vry wat af van de deftigheid, die in eene Kerke betaamt. In de Lyft boven de noorder zyddeur van 't hooge Choor, ftondt een fpotagtig zinne^ beeld uitgehouwen, vertoonende een' ezel op een' predikftoel, met een paard in eene wieg voor zig* waarby een kat ftondt te wiegen (£). En diergelyke afbeeldingen plagten 'er meer te zyn in deeze Kerke, en zyn nog niet geheellyk verdweenen. Tegen- Tot niertoe, hebben wy ons meeft be- woordigezig gehouden met de befchouwinge der Ou- de^OiH? ^e Kerke, zo als zy was, voor de Hervor- Kerke. minge des jaars 1578. 't Wordt tyd, datwy tot de befchryvinge haarer tegenwoordige uit- en inwendige gedaante overgaan. Grootte. De lengte der Kerke met den tooren is, buitens - werks, drie honderd, en zonder den tooren en binnens - werks , twee honderd negen en veertig, voeten. De breedte van 't middenkruis is, buitens-werks,, twee hon- derd vyf en twintig , en binnens-werks, twee honderd en agt voeten (e). De gant- fche ommegang is op zes honderd en veer- tig voeten gemeeten: alles Amfterdamfche voeten van elf duimen ieder. Tooren. De Tooren is, van den grond af, tot aan
(a) Memoriaal van Kcrkm. bl, ti, 23, 209.
{'») DOMiELAKR Kt Iitkjt bl.iw. COMMELINi/. I$+.
(i) Mc.iiór. van Kcrkm. hl, loj intn*\gint. |
||||||||||
t
|
||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 333
aan den weêrwyzer, twee honderd en veer- Oude - tig voeten hoog. Het fleenwerk bellaat de Kerk. helft van deeze hoogte, en de houten kap of fpits, die drie ommegangen heeft, en, op eene konftige wyze, valt en fterk, in ei- kanderen verbonden is, de andere helft. Meer dan eens, is deeze tooren vernieuwd. • En nog voor weinige jaaren, zyn deszelfs grondflagen merkelyk verzwaard. Ook zyn de klokken en het fpeelwerk in den zelven meermaalen veranderd. Men kan van bei" de eene uitvoerige Befchryvipg vinden, by DoMSELAER(ï),enbyCoMMEt in (e). Het onderhoud van den Tooren, welk, door Kerkmeefteren, plagt te gefchieden, is, fe- dert het jaar 1566, ten lafte van de Stad gekomen (ƒ). De Kerk is, van buiten, be- zet met verfcheiden' wooningen, fommigen van welken, gelyk die van den Koller en eenige mindere bedienden der Kerke, ge- meenfchap hebben met vertrekken , die, van ouds, tot de Kerke plagten te behoo- ren. Anderen bellaan op zig zelven , en worden , door Kerkmeefteren , verhuurd. Op den Burgwal, naad des Kofters wooning, is eene woaning gebouwd op de plaats van het oude- Bekkeneels- of Doodsbeenderen- |
||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||
vat (g), Zy wordt nu, door een' der Deur-
waarderen , gebruikt. De Kerk heeft tegenwoordig vier in-ingan
gangen: de grootfte is in't weiten onder gen. den
(d) IV. Boe^t hl. 57 «»*,.
|
||||||||||||||||||||
(
|
(f) Memor. van Kerkm. hl. 7f«
|
|||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||||
U)
|
Metnor, van Kerkm. hl. 9\?
|
|||||||||||||||||||
Y3
|
||||||||||||||||||||
334 AMSTERDAMS HLDeu;
Oodé den Tooren , zynde eene groote en zeer
Kerk. aanzienlyke Poort: de ingangen ten noor- den en ten zuiden zyn veel kleiner en van minder aanzien : in 't zuidooften , is nog eene enkele deur, die ook tot een ingang plagt te verftrekken ; doch nu , met een yzeren hek, van de gemeene ftraat afge- llooten is. En in 't noordooften , is, in *t jaar 1761, eene defiige poort geftigt, op eene plaats, die, voorheen, met eene ftal- ling voor vyf paarden bezet was, welke, door Kerkmeefteren, plagt begeven te worden (b), Naaft en boven deeze Poort, is eene woo- ning gebouwd, die Verhuurd wordt. Van binnen, benoorden de nieuwe Poort, is een vertrek voor de Huiszitten aan de oude zy- de getimmerd, daar de Regenten tegenwoor- dig Comptoir houden, en de Collect.', die zy in de Oude Kerke laaten doen, ontvan- pilaaren. gen. Van binnen, ruft de Kerk op twee Kaars- en veertig groote Pilaaren. In 't midden, kroonen. hangen vyf groote Kaarskroonen, elk met dertig armblakers, en rondsom, langs den ommegang, twaalf kleinen, elk met zeftien Geftoel- armblakers. De geftoelten voor Perfoonen ten. van hoogen en minderen rang zyn, rondsom, Predik- tuflchen de Pilaaren , geplaatft. De Pre- ftoej. dikftoel, langs welks trap, een fraai gewerkt te koperen leening ftaat, is, in 't jaar 1642, door Piet er Janszoon Kifiemaaker, gemaakt; (i), en geplaatft in 't midden der Kerke, aan de noordzyde, tegen een Pilaar, aan wqU ken,op den Predikftoel, deeze woorden ge- Je-
(h) Memor. van Kerkm. i/. ïï,
(;)i Memoi. van Kexkm, bit ai;. |
||||
t
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. $$$
lezen worden: Is 't dat ymant /preekt, dat hy OupE
fpreeke als Gods Woord, i Petr. IV. Ker*. Het hooge Choor, welk nu eene geheel Choor.
andere gedaante heeft dan van ouds, is, om- trent het jaar 1682, voorzien geworden, met een fraai koperen hek van vooren (k); aan de bovenlyft van welk hek, naar buiten, de twee regels van den Heer Cornelis Schel- ünger, die in 't jaar 1587 Kerkmeefler wer,dt, gelezen worden: 't Misbrüyk in Godes Kerk alxengskens
ingebracht, Is HIER WEER AFGEDAAN , 't JAAR ZEVENTIG
EN ACHT. Binnenwaards, aan dezelfde Lyft, leeft men:
Men moet, om Godes dienst en kennis
reyn te houwen,
Op 't woords grond nu voortaan , op geeïï menschen instel bouwen.
Ter plaatfe, daar 't hoog Altaar plagt te
ftaan, Haat een Predikfloel, die nu genoeg- zaam alleenlyk gebruikt wordt, tot voorlee- zing van het Formulier des Huwelyks, en inzegening van het Egtverbond. Boven de kleine zyddeur van 't Choor, ten zuidooften, door welke de Bruidegoms en Bruiden ge- meenlyk in- en uitgaan, ftaan deeze regels: Twifly hoovaerdy eniïoverdaet
Doen dat gheen buisfeer langhe ßaet. M.EEANTHON.
In
(*) Memor. van Keikm. bl. 117,
|
|||||
33<5 AMSTERDAMS Hï.Deel.
Outoï In 't agterfte gedeelte van 't Choor , langs
^ERK. de lyft van den houten wand,leeft men,ter, gedagtenifle van de verdelginge der Spaan-
fche Vloote, in 't jaar 1588, de volgende
regels:
' ' '
't Heyhos gebroep, gefint de wacrheyt uyt
te royen,
Had met de Spaenfe Floot een groot Heyr opgebragbt;
Maer God dit heyr verliet, en doet de Vloot verflroyen,
Door vuur rondom ten toon ,ßaet die te grondt met kraght,
Looft hem, die zyn zaekregbt, in*tjaer ' tachtig eni.achh ^tegels. Twee Orgels zy n 'er in de OudefCerke. Het
groote- in 't weften boven den grooten in- gang geplaatft, is een fchoon ftuk werks. Het OLidfte, welk hier geftaan heeft, was maar twaalf voeten, hoog. Doch tuflchen, de jaaren i53Qen 1540., werdt'er een, gemaakt, • door Hendrik van Nieuwqnhof, Meefter Jan, gebynaamd Beflevaar., dien fommigen/7tfw.r- ke van Coelen noemen, en Meefter Härmen, drie Broeders: welk Orgel toen een duizend drie hondend en twintig guldens twee ftui- vers en agt penningen gekoft heeft. De deu-, ren werden , door Meefter Maarten van Heemskerk, gefchilderd. Op de eene, zag men de Bondxift, die om de muuren van. Jericho gedraagen werdt, en op de andere, David, danfende en fpeelende voor dezelf- de Bondkift. Van bijpen ftondt, op de |
||||||
ILBöÊK. Gereformeerde Kerk-en. 337
eene deur, 't verflaan van Goliath; en op Oud*
de andere, het inhaalen van David, door de Kerk, Jeruzalemfche Maagden. Dit Orgel werdt, van tyd tot tyd, en onder anderen, in de jaa^ ren 1569 en 1682, met nieuwe Regifters vermeerderd (/). Doch omtrent den jaare 1724, werdt het Orgel geheellyk van nieuws hermaakt , door Chrifiiaan Vutter , Orgel- maaker van den Koning van Groot - Britan- je, George den I., als Keurvorft van Ha- nover, en in den tegenwoordigen ftaat ge- bragt. Het werk is voorzien van vier en zes- tig trekkers, vier en vyftig Hemmen, en agt blaasbalgen. Op den dertienden October des jaars 1726, werdt 'er, in 't openbaar^ voor 't eerft, op dit Orgel gefpeeld. Het ruft, van binnen in de Kerke, op vier zeer fraaije zwaare marmeren zuilen, welker Ca- piteelen en Voetftukken konftiglyk verfierd. zyn. Het andere of kleine Orgel, welk zeftien trekkers, vyftien Hemmen en drie blaasbalgen neeft,ftaat, gelyk wy boven reeds hebben aan- getekend, tegen den Pilaar op den hoek van S. Jeroens-Choor, aan de noordzyde der Kerke. Het is, omtrent het midden der voorgaande eeuwe, van buiten, met aartig gefneeden en verguld houtwerk, verfierd, waar in het wapen en zegel van ,Amfterdam zyn afgebeeld. De buitenzyden der Orgeldeuren zyn ook, door, den beroemden Konftenaar Cornelis Brizé, met veelerlei fpeeltuig en muzykboeken , fraai befchilderd. Om 't Orgel is eene gaan-t ^lery 9 op welke, voordeezen, lbmtyds, Zang-. en
(/) $lemor. van Keikm. il. 21, ij, i«j, 172.,
Y'S
|
||||
<»'•:'"»! .1 .....i i. ijun^inmiBpBp^Mv^B
|
|||||
338 AMSTERDAMS III.Deel.
Oude en SpeeJkonftenaars geplaatft werden, die,
Keük, met het Orgel, een aangenaam Concert maak- ten. Ook plagt men, nog in de voorgaan- de eeuwe, alle avonden, tot vermaak der wandejaaren in de Oude Kerke, op het klei- ne Orgel te fpeelen. Doch zulks is, al federt veele jaaren, buiten gebruik geweeft. Gefchil- Van eenigen der oude gefchilderde gla- derde zen in de Oude Kerke hebben wy, in de glazen. Befchryving van 't hooge, het Voetboogs- fchutters- en het Vrouwen-Choor, reeds kor- telyk gewaagd. Nog eenige anderen , zyn 'er, of zyn 'er geweeft, die hier verdienen gedagt te worden. Agter 't groote Choor, plagten twee befchilderde glazen te zyn. In t eene, werdt het kroonen van Filips den I., gebynaamd den Schoonen, 't welk de Ne- derlanden aan de Kroone van Spanje bragt, afgebeeld. Onder aan las men: d'Jartsbiffchop kroont hier, met zyn band,
Den fcbo'jnen Flips met diamant, Tot Koning op Kaßiliens troon. Dus eerde ons Nederland die kroon. Doch dit glas is voor lang vergaan en weg-
genomen. In 't andere , welk nog in we- zen ; doch zeer befchadigd is , ziet men Filips den IV. , het Munfterfch Verdrag , waarby de Nederlanden voor vry erkend werden , bezegeld , overreikende. Onder aan ftaan deeze vier regels van Vondel; Filippus tekent met zyn handen
Het Freêverbond met zeven Landen, En
|
|||||
II. Boek, Gereformeerde Kerken. 339
Enflaat zyn recht en tytel af Oubï
Dit tuygt bet zegel dat by gaf. Kkiuc,
Wat verder zuidwaards, ziet men nog een
nieuw gefchilderd glas, waarin de wapen» der Burgemeefteren, die hier, federt de ver* andering des jaars 1578, geregeerd hebben, afgebeeld zyn. Men begon dit glas te be- fchilderen, in 't jaar 1654, en vind ik, dat Jacob Colym 'er, nog in 't jaar 1681, aan gefchilderd, en twee guldens tien Huivers, voor ieder wapen , ontvangen heeft (m). Het laatfte wapen, welk in dit glas is ge- plaatft, is dat van den Heer en Mr. Jam Baptista Slicher , die , in 't jaar 1757, Burgemeefter geworden is, De wa« pens der volgende Burgemeefteren zyn ge- field, in een glas, aan de noordzyde der Kerke, op den ooflelyken hoek van het ge- wezen Lieve-Vrouwen-Choor. Boven, aan jeder deezer twee glazen, ziet men het wa- pen en zegel der Stad, door twee zittende jCrygsknegten vaflgehouden wordende. Na. het eerftgemelde deezer glazen , volgden drie oude gefchilderde glazen, In het eene was het eeten van het Pafcha door de Jzraëliten afgebeeld, De twee anderen ver- toonden eenige oude gefchiedeniflen uit de Legenden der Heiligen. Doch deeze drie glazen zyn reeds, voor eenen geruimen tyd, vergaan en weggenomen. Wy komen nu tot de befchryving derGrafflc* ' voor*de« .
(m) Menu», van Ketkm. hl, lig 114.
|
||||
34o AMSTERDAMS III. Dtó.'
Oue>e voornaamfte Graffteden in de Oude Kerke,
Ke^k. en beginnen met de oudfte. Van Bezuiden 't hooge Choor, in den omme-
gangen gang, ontmoet men 't graf van den beroem- ^ier* den Amfterdamfchen Konftfchilder, Pieter Laurenszoon, in 't gemeen,, om zyne lange lighaamsgeftalte, Lange Pier genaamd, die» in 't jaar 1573 , overleeden («), en hier, in een dubbel graf, gelegd is, waarin, nader- hand , ook twee zyner zoonen bygezet zyn. Op de zerk fchynt, naar 't gene Izaak C o m m e l 1 n zig nog te binnen brengen kon (0), een versje geftaan te hebben, 't welk begon: , 'iii'ji
' Den konßige fchilder Lange Pier Met bey zyn Zoonen leggen hier enz. Doch 't was, by zynen tyd, reeds genoegd
zaam uitgefleeten. In't jaar 1675, werdt het, zo 't fchynt, in deezer voege, vernieuwd: »ij
De Meefler Schilder Lange Pier
Met beyd' fyn Soonen, fchilders hier % Begraven, lang en oud bejaart, - Blyven noch al in Kunfi vermaart. Anno M. DC. LXXV. •
Van Ten noorden van 't zelfde Choor, ziet
Jacob men de Grafftede van den Admiraal Jacob van van Heemskerk, kennelyk aan een Ta^ |
||||||||||
fcerk.
|
' fereel van zwart marmer, welk, boven de-
|
|||||||||
zek
(n) PONTANI Amft. Lihr. H. C4j>. Jt^VHI. f. 245<
(♦) By DOMSELAER IV. Bee{t hl. j2. |
||||||||||
ILBoek. Gereformeerde Kerken. 34t
zelve, 'aan een Pilaar gehegt is,en waaröj), Oude
in 't Latyn, gelezen wordt: Kerk»; tn de Lyft, onder het wapen van't Huis
van Heemskerk, welk tuflchen twee globen ftaat, en met eéne'SteVenkroon gedekt is: |
||||||||
•
|
||||||||
, HONORI ET iETERNITATI.
:i 5 >dat is: o
Aan de Eere en de .Eeuwigheid.
En wat laager, in het Tafereel zelf:
Jacobo ab HeemskercK
v amstelredamensi.ik* Viro fortilK et optime de Patria merito,
Pofi varias in notas ignotasque oras navigatio*
tieSj in novamSetnblam fub polo Aräico, duas, in IndiamOfientakm, ver Jus Antarfticum . . totidem, indeque opimis fpoliis A°* cid idciv.
"ZJreverfus vifltor. ; e j ,
TANDEM
Expeditipnis maritima adverfus Hispa. pree-
feEtus eofundem validajn clajfem Herculeo au/u agrejjus in Freto Herculeo fub ipfa arce et Urbe Gibraltar, VIT. Kal Map A°. cid iDCVii. fudit ac profligavit.' J HKV .
Z& fi'IPSE IBIDEM,
Pro Patria flrenuo dimicans , gïoriofe occu-
%^kuit. ' Ant* |
||||||||
■
|
||||||||
$4« AMSTERDAMS ItlDztU
Anima corio gaudet, Corpus hoc loco jacet.
Have Leäorfamamque viri ama et virtutem* Cujus ergo .
Ab IllufirUf.et Potentifs. Foederat. Provinc, België*
Ordinibus P. P.
H. M. P. Vixit annos XL. Menjem I. Dies XU.
dat is:
--, r.- r- -- . . ,
.. . ■
AAN JaCOB VAN ÜEEMSKiERCK^
^MSTERD^tMMEJt, DIE „ Na verfchsidene Scheepstogten in beken-
^, de en onbekende Geweften , twee naar „ Nova Sambia, onder den noord-, even ^, zo veel in Oodindie , naar den zuid- „ pool, van waar hy, in 't jaar 1604, met „ ryken buit, als overwinnaar, te rug ge- „ keerd is, • "f*
EinDELTK,
„ Opperhoofd van eenen zeetogt tegen de
„ Spanjaarden geworden zynde, derzelver „ magtige Vloot, met een beftaan als dat „ van Hercules, in de Straat van Hercules, „ en zelfs in 't gezigt van 't Slot en de Stad „ van Gibraltar, aangetaft, en op den 25 „ April des jaars 1607, geflaagen en ver- „ delgd heeft j WAAR.
|
|||
II. Boek» Gereformeerde Kerken. 34.3
|
|||||||||||||||||||
WUiAR Hr ZELF
Kerk»
|
|||||||||||||||||||
., wakkerlyk voor 't Vaderland ftrydende,
roemrugtiglyk gefneuveld is. De Ziel ge- niet den Hemel , het Lighaam legt ter deezet ftede. Zyt gegroet, Leezer, en |
|||||||||||||||||||
5>
|
bemin 's mans lof en dapperheid:
|
||||||||||||||||||
^A^tN WELKJ.N,
DOOR y, de doorlugtigfte en hoogmogende Staaten
|
|||||||||||||||||||
der Vereenigde Nederlanden, de Vaders
des Vaderlands, dit gedenkteken gefield is. |
|||||||||||||||||||
„ Hy heeft veertig jaaren, eene maand
„ en twaalf dagen geleefd." Onder dit opfchrift, was de zeedag voor
Gibraltar, in 't klein , afgebeeld; doch 't beeldwerk is nu meeft vergaan. Boven 't zelve, leeft men deeze twee regels van den BidderPlETERCoRNELISZOONHoOFT:
Heemskerck, die dwers door 't ys en 't yzer
dorfle flreven, Liet d'eer aan 't land% bier't lyf9 voor Gi-
braltar het kven. De helm en 't harnas van den Zeeheld zyn
aan een anderen naaftvolgenden Pilaar op- gehangen. En naardien hy, zo ik my niet bedriege, de eerde Zee-officier is geweeft, die, na de verandering der Regeeringe , hier ter Stede, met ftaatfie begraaven is, zal ik, veelligt, fommigen dienft doen,met de
|
|||||||||||||||||||
344 AMSTERDAMS in. Dem*'
Öude <fe orde der begraafenifle, uit eene aariteke-
&ERK. ning, die in den huize van Witsen be- waard geweeft is, hiertuflchen te voegen. Vooraf ging een vendel uitgelezen Soldaa* ten, in rouwgewaad, met omgekeerd ge- weer , fleepende fpietfen en veridel , en bekleedde trommels. Toen werdt de helm gedraagen. Daarop het Harrias. Wyders net wapen, zynde een zilveren Leeuw op een azuuren veld. En vervolgens het Lyk, welk van veertienKapiteins gedraagen werdt, leggeride den vergulden degen op de kift. De riaaffce Bloedvriendcn en de Raaden ter Admiraliteit volgden agter 't Lyk. En hier- op de Schout, Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad,de Leden van denBur- ger-Krygsraad, de Bewindhebbers der Ooïl- indifche Maatfchappye en een groot getal Van de deftigfte Burgeren, to dat de ftaat^ fie, buiten de foldaaten, uit meer dan agt honderd perfoonen beftondt. 't Lyk werdt, den agtften Juny des jaars 1607, ter aarde beileld. Doch daar verliep nog eenige tyd, eer het Grafteken gereed zyn kon. Schuin boven het zelve, plagt, aan een
der Schoorbalken, eene fchildery te hangen, waar op, aan de eene zyde, het Keizerlyke wapen, zynde een dubbele Arend, afgebeeld was. Op de andere zyde» las men; Anno 1559, hoc in loco, celebratie funt exe*
quice Caroli quinti Imperatoris ac Hollan-
d'ne Comitis , vicefimo primo et
fecundo die Aprilis*
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 34$
dat is: gumt
„ In 't jaar 1559 , is ter deezer pïaatfe
„ gehouden de uitvaart van Karel den V., „ Keizer, en Graave vanHolland,deneen- „ en twee en twintigften April. Diergelyk Grafteken als dat van Heems- van
kerck is ook aan den hoekpilaar, ten zui- Cornelia den agter 't Choor, opgeregt, ter gedagte- Jans" iiiffe van Cornelis Jans%oon, bygenaamd de ^ynaamd Baan of het Haantje, Het pronkt, van bo- de Haan. ven in de Lyfl, met zyn wapen, zynde een kraaijende Haan, en onder flaat het zee- gevegt met twee fchepen, waarin hy om- kwam, afgebeeld. Op het Tafereel, ftaan de volgende Latynfche verzen van den Pro» feflbr Caspar Barlaeus uitgehouwen: Virtuti ac Fama
Fortijfimi Ducis CORNELII JOANNIS,
Amflehdamenfis, Cognomenti Galli9 Di-
retlorès et Vindkes Oceani
Septentrionalis.
Aspice Spetlator noflra miracula gentis9
Gefiaque viëèrici bella ßupenda manu. Bic jacet Eoum qui duxit vela per orbem Atque Arabum Hesperio Janguine tinxit aquas* Quem modo pr adat rix pot uit Duinkerkatimert, Cum Morinum captce fucciibuere rates, Una triumphantis totiesfefe tor fit in hofiem Vuppi, et adverfus exiit una duces, Ut vincätur Iber Batavo non cluffibus ultra Vil. Stuk. Z £ft |
|||||||
1
|
|||||||
34<5 - AMSTERDAMS IIIÜEEt.
Oude Ffl opus: una ratis, dux fatis unus erit.
Kerk. Qui dum f e Patrice mediis bellator in undis
Devovet, illuftri funer e viëtor obit. Jam Decios ja&are mihi ceffate, Quirites% Hcec etiam Decii marmora Corpus babent. MDCXXXIII.
dat is:
De Opzienders en Befchermers der Noordzee
Aan de dapperheid en roem
van den wakkeren Zeeoverfte, CORNELIS JANSZOON,
Amfterdammer, gebynaamd de Haan.
„ Let, aanfchouwer , op de wonderen
„ van ons volk, en op de verbaazende oor- „ logen, waarin het overwinnaar geweefl „ is. Hier legt hy, die de Oofter-weereld „ doorgezeild is, en de Arabifche zee met „ Spaanfch bloed geverwd heeft; voor wien „ 't roofgierig Duinkerken onlangs plagt te „ beeven, toen de veroverde Vlaamfche „ kielen zwigten moeflen. Met eéne zege- „ praalende Steven,- keerde hy zig zo dikwils „ tegen den vyand, en beftreedt zo veele „ vyandelyke overften , dat de Batavier , „ voortaan, geeneVlooten behoeve, om den „ Spanjaard te verwinnen. Hy heeft maar „ ééne.kiel; maar éénen Overfte noodig; „ die, terwyl hy zig, ftrydende in volle „ zee, den Vaderlande toewydt, overwin* „ naar, eenen roemrugtigen dood flerft, «, JL>aat
|
||||
N
|
|||||
ft Boek. Gereformeerde Kerken. 34?
„ Laat af, Romeinen, van op uweDecien Ouöö
„ te boogen. Dit marmer dekt ook het Kerk» >, lyk van eenen Deciüs.'\ Onder de afbeelding van 't Zeegevegt, leeft
men deeze regels van den Ridder Lau- rens Reaal* Hier ruft de Held, die van zynvyands fchepen
In zevenmaal kwam zeven vlaggen ßeepen> En gaf voor 't laatft op twee zo dapper vonk, Dat d'eene vlood, en d'ander by hem zonk. Wy hebben, boven (p), reeds te kennen j Vati
gegeven, dat de Kapel, in welke de Doop* 'fc Ge|ja§* vont plagt te ftaan, door Kerkmeefleren , Graef4 verkogt geworden is. Zulks gefchiedde, in of omtrent den jaare 1651. Kooper was de HeerBurgemeefterCörnelis deGraef, Vryheer van Zuidpolsbroek, die deeze Kapel, met verlof van Burgemeefteren , van de Ker- ke afgefchut (g)> en tot eene aanzienlyke begraafplaats verbouwd heeft. Men kome *er in, door eene fraaije marmeren poort, ruftende op twee Korinthifche kolommen, en geflooten met eene doorlugtige koperen deur, ter wederZyde van welke, ook eene langwerpige opening is, met traliewerk be-4 fcet: waarboven de wapens van den Stig* ter en deszelfs Egtgenoote, Catharina Hoopt, uitgehouwen zyn. De Lyfl is meü Zand«
(f>) Bladx,. 3»8.
(q) Gioot-Memor, N. III. ƒ. i$>#.
|
|||||
348 AMSTERDAMS III. Dee!"..
t)uDE Zandloopers, Lampen en ander beeidwerk
Kerk. verfierd. Op dezelve ziet men , tuflchen twee fchreijende kindertjes, een' Feniks uit de vlammen verryzen, waaronder, in zwar- ten toetsfteen, de ipreuk des Apoflels (i Kor. XV. 42) gelezen wordt: ..... Alsoo sal Oock de opstandin-
ghe der dóoden zyn het llg- haem wort gezaeit in verder- velyckheit en wort op ghe- weckt in onverdervelyckheit. Het middelfte van de vyf glasraamen der
begraafplaatfe is oök verfierd met de ge- fchilderde wapens van de huizen van de Graef en Hooft. Von In de Kapel van Elizabeth Gaef, ten wes- Abrahamten van 't oude Handboogsfchutters-Choor, j;an der ontmoet men twee aanzienlyke Graffteden, tegen over eikanderen , gefügt voor de Vice - Admiraalen Abraham van der Hulst en Isaac Sweers. Omde graf- zerk des eerften, in 't ooften der Kapelle, flaat een fraai yzeren hek, en boven dezel- ve , een konftig gedenkteken van marmer, verbeeldende den Zeeheld, leggende in vol- le rufting, en omringd van vlaggen en oor- logstuig. Bj hem ïtaan twee fchreijende kindertjes, die zyn wapen vafthouden, waar boven de gelukkige zeefiag tegen de Engel- fchen, van den elfden, twaalfden, dertienden en veertiendenJuny des jaars 1666, in welken hy fneuvelde , afgebeeld is. Boven aan ziet men twee bazuinende Vrouwen-beelden, die 't
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 349
't wapen der Vereenigde Nederlanden, rus- oude
tende tegen twee kruiswys geplaatfle an-Kerk. kers, vallhouden. Onder dit wapen, leeft men: Ter onfterfelyker
GEDACHTEN ISS E
van den
Eed. en Manhaften Zeeheld, ABRAHAM van der HULST,
Vice-Admiraal van Holland en Weft«
Vriesland, Geboren tot Amflerdam,
den xi April ck> idcxix. Hier rufl hy, die niet ruften kon,
Eer hy fyn vyand overwon:
Om hoogh leeft hy in vreughde, In marmer door fyn deugden.
Anno 1666,
Op de Grafzerk ftaat: Hier ruft de onfterfelycke Zee-Helt
ABRAHAM van der HULST, Vice - Admiraal van Holland en Weftvries-
land onder den Zee-Raad t'Amfterdam, zynde glorieufelyk in fyn devoir overle- den, in de bevoghten Viftorie tegen de Engelfchen den xn Juny cid uclxvi. |
|||||
Z 3 Bier
|
|||||
■WPPW-
|
|||||||
■
|
|||||||
350! AMSTERDAMS III. Deel,
OuiïE
Kewc. $fr ßuymerp HULSTt de fchrik der Britfche
Zesbanier,
Beproeft in flag op flag, in Bloed, in vloed en vier.
JPe groote Zeeraad kroont dien Vaderlands Be- fchermer ,
De faam des braven Helds braveert metaal en marmer.
T TT
J. v. Vondel.
Van ^•eSt tegen ovcr de GrafTtede van Van
Ifaac der Huift i aan <ie weftzyde der Kapelle, gweers. ontmoet men het trefrelyk grafteken van den Vice - Admiraal Sw^ers, 't welk ee- nige jaaren laater opgeregt is. Boven aan ziet men zyn marmeren borftbeeld, en nog hooger, het wapen der Vereenigde Neder- landen en dat van den Frinfe van Oranje. Onder aan, is de voordeelige Slag, waarin de Zeeheld omkwam, afgebeeld. Tuflbhen beide, flaat, op een tafereel, welk van vlag-. gen, wimpels en ander fcheepsgcreedfchapi pmringdis, teleezen: Hic fitus efl
ISAACUS SWERIUS,
Qui eam quam nafcendi forte et folicita edu*>
catione a parentibus prceclaram accepe-
rat indolem DEO et Patrice devovit;
jPfimum terreflris et maritima Miïïtice Tyro-.
cinium in India occidentali depofuit;
{% fatriam redux cum federet animo
Re«
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 351
Regia via, ad honores grajjari Oude
Terra/e continere non potuit: Kerk.
Mare ingrejjus, omnes militia ordines infimos
et medios eluftari in Juventute necejfe habuit. Pirat as mahumedanos fapius profligavit. Tutumque Batavis Mare mediterraneum ejje juffie. Edidit tanta virtutis fortitudinis et prudentice fpecimina, Ut omniafumtna omnium judicio meritus Proximum a primo int er tbalajjiarchas locutn Area; maritimce prafeftus adeptus fit. Quo ho- nore cum fungeretur in nupero Ulo tertio et ultimo contra Gallice Britanniceque Regum inflruaijfimasclajjesprce- Ho, Fortiter et generofe pugnando gïande trajeêius XI. Kalend. Septemb. Anno Chrifti MDCLXX1II. Gloriofe occubuit, Patrice Viftoriam , Civibus /ui defiderium, exemplar pofieris imitandum reüquit. MAGNANIMO HEROI
Hoc quodde Rep. bene meruit monumentumpo/uit
Senatus maritimus foederatarum provinciarwn Amfiel. 1 Anno 1674. ,
dat is:
Hier legt
ISAAC SWEERS.
j» die den voortreffelyken inborft, welken
„ hy, door de geboorte en door eene zorg- ,, vuldige opvoeding, van zyne ouders ont- Z 4 „ van-
|
|||||
-\
|
|||||
35* AMSTERDAMS iII.Deel.
Oude »» vangen hadt, Gode en den Vaderlande toe-
Kräk« „ gewyd heeft.
„ Hy Jeerde de eerfte beginfels van den
„ Krygsdienft te water en te Jande in Weft-- „ indie. Toen hy, in 't Vaderland weder* „ gekeerd, in overleg nam, om langs eer- „ lyke wegen naar waardigheden te ftree- ,, ven, kon hy 't aan land niet houden. In „ zee geftoken, moed hy, in zyne jeugd, „ de minfte en de middelbaare krygsamp- ,, ten doorworftelen. Toen heeft hy de „ Turkfche Roovers dikwils verflaagen, en „ de Middellandfche zee voor de Hollanders „ veilig gemaakt. Hy heeft zo veele be- „ wyzen van dapperheid , ftandvaftigheid „ en voorzigtigheid gegeven, dat hy, die, „ naar aller oordeel, het hoogfte waardig „ was, het naafte aan het hoogfte krygs- ,, ampt ter zee verkreegen heeft. Met dee- „ ze eere bekleed, is hy, onlangs, in den „ derden en laatften zeeflag, tegen de mag- „ tige Vlooten der Koningen van Frankryk „ en Groot-Britanje , wakkerlyk en groot- 5) moediglyk ftrydende, door eenen kogel „ getroffen zynde, op den twee en twin- „ tigften Auguftus van 't jaar des Heeren 3» i^73 j roemrugtiglyk gefneuveld, zynen ,, Vaderlande de overwinning, zynen me- „ deburgeren de begeerte om hem wederom j, te hebben, en den nakomelingen een voor- „ beeld ter navolginge agterïaatende. „ De zeeraad der Vereenigde Nederlan- „ den te Annlerdam heeft den Grootmoedigen Held H dit gedenkteken, welk hy aan den Staat » wei
|
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 353
„ wel verdiend hadt, doen opregten, in 't Oudk,
„ jaar 1674. Kerk. - In 't Noordweften der Kerke, in 't Ham- Van
burger-Choor, ontmoet men nog twee Graf- Willem tekens. Boven de Frontefpies van het eene, ^a welk, meeft noordwaards, ter gedagteniflè van den Schout by Nagt Van derZaan, van marmer opgeregt is, ziet men twee ba- zuinende wigtjes, voor het wapen der Ver- eenigde Nederlanden, welk met eene ge- flooten kroon gedekt , en van vlaggen en vlaggeftokken omringd is. Onder de lyft, |
||||||||||||
.
|
||||||||||||
hangt het borftbeeld van den Zeeheld, in een
langrond , welk door eene Slang , die de Haart in den bek houdt, gemaakt wordt. In een tafereel van zwart marmer, ter weder- zyde van welk, twee ankers, met eikenloof omvlogten , geplaatfl; en waaronder het wapen van den overleeden en een fcheeps- flryd uitgehouwen zyn, leeft men: GEDACHTENIS
door haer Ed. Mog. de Heeren ter Ad-
miraliteyt doen oprechten, ter Eeren
van den Schout by nacht
|
||||||||||||
WILLEM van der ZAAN.
Omtrent de Kaap Tres Forkas, uit een Al-
giers Rooffchip, met een ponts Kogel gefchooten, en onrilaapen den 17 Maart 1669. Dus keft men na de doot.
Dit is door 'f Landt tot eer van van der
ZAAN befielt, Z 5 Om
|
||||||||||||
354 AMSTERDAMS IIIDee^
Oude Om dat een Roovers fihoot ontzielde defen.
Kerk. Hek, Vyf goude ketenen had hy voorheen genooten,
Ruß hier, tot eer van haar, die uyt hem zyn '• gefprooten. Uit een opfchrift op de ankers, blykt, dat
dit gedenkteken, in 't jaar 1670, door den Beeldhouwer Rombout Verhulfl■', vervaar- digd is. Van Zuidwaards van dit Gedenkteken, is het
Paul Graf van Paul Wirtz, Veldmaarfchalk Wirtz. der Vereenigde Nederlanden, die, den drie en twintigften Maart desjaars 1676, te Ham- burg , overleeden zynde, op den vier en twin- tigften Ociober desjaars 1679, alhier,ftaa- telyk, ter aarde beiteld werdt. Op zyne Grafzerk, Haat, in 't koper: Fortune et
MaRTIS SOBOLES, EOJJI-
TUMQUÈ Magister
Wirtsiüs
Invictus Regibus hlC SITUS EST.
dat is:
Hier legt een fpruit van t geluk en van den
Oorlog, de Generaal der Ruiterye WIR TZ,
die door geene Koningen kon overwonnen
worden. En daaronder: |
|||||||||
■ •>. Vl
|
|||||||||
VIVAT POST FUNERA MAJOR!
dat
|
|||||||||
II* Boek. Gereformeerde Kerken. 355
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Oudje
Kerk.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
dat is:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Na zynen dood, leeve by Mßerryker!
Nog laager:
Major ab occasu postquampr/eluxit ubiqüe.
dat is:
' Na dat hy zyne flraalen aïomme verfpreid beeft,
is hy, by zynen ondergang, nog grooter. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
GRAFSCHRIFT
1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
van den Heer
PAUL W I R T Z,
Baron van Ornholm, weleer Veldmaar- *
fchalk van den Staat. PUGNANDO RESTITUIT REM (5).
De Veldheer WIR TZ, wel eer der Staaten
oog en hand.
De faifler, roem enfihrik van Cbrifien Gene- r aaien
Die door zyn krygsfortuin flut Vrarikryks ze- gcpraalen,
Wiens arm, in Zweedfcben dienfi, de Poolen overmant:
hegt hier, den Elv ten trots, tot Amflels eer begraaven.
Dus leeft dien Duitfchen Mars , gezien by Scepterflaven. '
Bartholomeus Abba,
XXIV. van Wynmaand K79.
Rechtsgeleerde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Bq* k
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Dat is:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
StRYDENDE , HEEFT SY 's LANDS ZAAKEN HERSTELJ»,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
356 AMSTERDAMS HL Dek:
Oude Boven 't graf, om hoog tegen den muur,
Kerk. hangt, in een groot Wapenbord, het ge-
flagtwapen van den Krygsheld , benevens
zyn' kling, yzeren handfchoenen, fpooren
enz.
Ter zyde van het oudfte glas, waarin de
wapens der Burgemeefteren gefchilderd zyn, hangt het Wapenbord van den Zweedfchen Admiraal Ze ehe lm , die ook, in deeze Kerke, fchynt begraaven te zyn. Op het bord, ziet men zyn wapen, zynde een zei- lend Oorlogsfchip, voerende de Zweedfche vlag van agteren en van de groote Heng. Om het wapen, ftaat . H. G'. Zeehelm. Jd, v. Zweeden, is gefi. 27 May i6<58. De graffleden van byzondere Perfoonen in dee- ze Kerke, veelen van welken ook haare ken- tekens of opfehriften hebben, zyn te me- nigvuldig, om 'er metnaame van tegewaa- gen. In 't jaar 1738, is, door Burgemees- teren, aan den Heer Godefridus Franciscus Cromhout, gefprooten uit een aanzienlyk Roomfchgezind huis in deeze Stad, toe- geftaan, eene Grafkelder, op zyne koften, in de Oude Kerke, te mogen fügten, waar- in het Lyk zyner Egtgenoote, Vrouwe Jo- hanna Elizabet Bleefen, die zulks, by haaren uiterflen wil, begeerd hadt (r), het eerffce geplaatfl: werdt. Zy bèftaat uit een dubbel Graf, regt voor den ingang der Grafftede van den Huize van de G r a e f gelegen. Sïïi- Wy befluiten de befchryving der Oude meeste- Kerke, met eene Naamlyfl der Kerk- rem. , mees- (r) Memor, van Kerkin. cf 12 Kov. 173S.
|
||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 357
meesteren, van ouds Goedshuysberaders0uDE
genaamd, voor zo ver zy, door anderen en Kerk. door ons, uit oude Hukken en aantekenin- gen , hebben können opgefpoord worden. 1333. Heyn Nutaerts foen.
1333. Tideman die Zael.
1333. Claes Duvelant.
1333. Claes van den Damme.
1360. Ysbrand Arents foen.
1360. Egbert Pillegroms foen.
1360. Claes Arents foen.
1396. Wouter Willems foen.
1396. Servaes Roelofs foen.
1396. Jan Deymans foen.
1396. Vechter Jacobs foen.
141 o. Claes Beyen foen.
141 o. Jacob Divel.
1410. Derk Jan Tydemans foens foen.
141 o. Jacob Coman Willems foen.
1441. Jan Beduinre Alberts foen.
1441. Claes Janfens foen.
1441. Pieter Kroek.
1441. Willem Bruin Gerrits foen.
1460. Hendrik Jacob Gerrits foen.
1460. Mr. Hendrik Foppens foen.
1474. Jan Dirckfe van Wormer.
1474. Jan Claes foen van Perfyn.
1474. Symen Dirck Bardens foen.
1474. Clement Gerrits foen.
1505. Jan Perfyn.
1505. Hillebrant Janfen.
1505. Hendrik Symonfe.
*5Ö$« Lambert Reyerfz. 1506. Andries Boelen.
1511.
|
||||||
/
|
||||||
■
358 AMSTERDAMS III.DéèI*
Oude 1511. Pieter Roding. |
||||||||
Kzu.it.,
|
||||||||
1511. Jacob van Campen.
1511. Willem Rokefe. 1511. Gerrit Wynants.
1512. Willem Croek.
1512. Dirck Claefz. de oude. 1512. Luyt Janfen. 1512. Jan Lambertfe Goedekan.
1513. Cornelis Janfen Vlaming.
1513. Kot Jacobfz. 1513. Hendrik de Koninck.
1514. Hillebrand Janfen Otter.
1514. Gerrit Moyaerts. 1514. Jan Gerritfz. Fem.
1515. Cornelis Cornelifz. de Jonge Vla*
ming. 1515. Gerrit van den Anxter.
1517. Allert Arentfe. 1517. Dirck Kerftenfe.
1518. Reyer Janfen.
1518. Gillis Janfen de WilTelaer.
1519. Allart Boel.
1519. Gysbert Tamenfe. 1519. Claes Gaef.
1520. Dirck Kros.
1521. Robbert Jacobfen.
1521. Volkert Janfen Snyder. 1521. Claes Jacobfe Bicker. 1521. Gysbert Janfz. Bereniïeifl«
1522. Gysbert Thamfz.
1522. Claes Jeroenfe.
1523. Claes Volkerfe.
1525. Claes Gerrit Deyman* 1525. Jonge Jan Benning. I53°' Jacob van Hoef. 1 153*
|
||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 359
1530. Pieter Bicker. Oude
1530. Hendrik Paulus. Ke*k.
1531. Symon Laurenfe Koppens*
1531. Hendrik Brouwer.
1532. Pieter Janfen Pletfer.
1532. Cornélis Gerbrantfe Ruys.
1533. Lambert Ysbrandfz. Koppens*
1534. Jacob Meeufc. Merois.
• 1534. ^Hendrik Frans. 1536. Floris Florifz. Kant.
1537. Pieter Kanter Willemfz. .
1537. Symen Marten Dirckfz. vanRuwiel. 1537. Claes Volkerfz.
1538. Pieter Claafz. Smith.
1539. Claas Meeufz.
1539. Brugman Wouterfz. Dop.
1541. Gerrit Claes Matheus. 1541. Claes Jacobfz Brouwer. 1541. Claes Hendrickfz. Bas. 1543. Gerrit Claefz. 1545. Cornélis Anthonifz. Schilder. 1545. Cornélis Janfz. Hollefloot.
1546. Sybrand Buyk Jacobfz. Bam.
1547. Lucas Meynertfz. van Alkeftem.
1548. Willem Hendrickfz. Molenaer.
1548. Lourens Symenfz. van Neck. 1548. Cornélis Dobbenfz. 1550. Hendrick Trok.
1552. Jan Harmenfe Gouwenberg.
1552. Frans Dirck Marcufz.
1556. Mr. Pieter Bicker Willemfz.
1557. Claes Jacobfz.van Swieten van Ley-
den.
1558. Hendrik Krook.
1558. Andries Boelifz Hollefloot.
, *S59'
|
||||
3<5o AMSTERDAMS IIIDeel.
1559- Gerrit Janfen Koesvelt.
1562. Jan Reyerfz. 1562. Hendrik Jacobfz. van Swietenvan
Leyden.
1563. Claes Gerritfz. Bontwercker.
1565. Mr. Dirck Florifz. Kant.
1566 Adriaen Janfz. Roefl: in de Klau. 1566. Claes Buyk Jooftens.
1567. Cornelis Janfz. Rootkruys van Lis,
1568. Cornelis Janfz. Roothart.
1568. Jan Michielfz. Loef.
1569. Sybrand Willemfz. Stam.
1572. Evert Claefz. Schoch. 1572. Jacob Pieterfz. Kanter.
1573. Jacob Florifz. van Alkemade.
1573. Dirck Claefz. Buik.
1574. Jan Ryfer Janfen.
1575. Willem Adamfz.
1578. Cornelis Floris van Teilingen.
1578. Gerrit Schaap.
1578. Dr. Claes Kat.
1579. Claes Boelenfz.
1579. Weifel Bekker. 1579. Adriaan Kromhout.
1580. Hendrik Olphertfz. Fuik.
1581. Jacob Pieterfe Schaap.
1583. Dirck Jacobfz. Roofekrans.
1584. Jacob Pauw.
1584. Gaas Simonfz. Heemskerck.
1586. Jan de Vry.
1587. Cornelis Schellinger.
1592. Reynier Pauw. 1592. Walich Syvaarts. 1594. Vincent van Bronckhorfl.
1601. Pietcr Bas. 1604,
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 361
1604. Jacob Claesz. Roch. Oudb
1614. Jacob Pietersz. Koppit. Kerk-
1618. Aibert Velicher.
1624. Jan de Waale. »
1630. Jacob Bicker Gerritsz.
IÖ35- Jacob Jacobsz. Rogh.
1636. Rombout Jacobsz.
1640. Cafper van Dronkelaer.
1646. Willem van Erpekum.
1653. Jacobus Trip.
1654. Abraham de Viïler.
1658. Nicolaas van Ryn. 1658. Claes Pietersz. van Hoorn. 1663; Mr. Nicolaas Liftingh. 1665. Éombout Hudde.
1666. Joannes Hudde.
1662- Gillis Reyniersz. 1668. Francois de Vicq. 1668. Mr. Pieter van Dam.
1669. Joan Pels.
1676. Joan Bernard. 1682. Steven de Geer. 1685. Abraham Oort. 1689. Jan Biler. 1698. Mr. Gerbrand de Vicq.
1699. Arnoud.de Koek.
1700. Pieter Reyniersz.
1706. Jan Reaal. 1706. Pieter van Dam. 1716: Philips Anthony van derGhiefen.
1719. W. Jan Wolters.
1720. Louis Boddens.
1720. Jan Gabriel Voet. 17 21. Francois Lelievenon.
1723. Hendrik Lynflager.
VII. Stuk. Aa 172$\
|
||||
362 AMSTERDAMS m. Dm.
1728. Mr. Gerrit Hooft Gerritsz.
Kzrk. 1729. Jan Hop. 1732. Lambert Alewyn.
1734. Albertus van VVeflerhof.
1736. Lucas Trip Cornelisz.
1743. Pieter Trip.
1752. Abraham Bredius.
1754. Willem Gerrit Dedel Salomonsz.
1757. Mr. Ifaac Ernft de Peterfen.
1762. Nicolaas de Maréz.
IL
■
NIEUWE KERK.
Befchry- ' "Xe Nieuwe Kerk,zo genaamd,om
ving der \j fax. Zy, lang na de Oude, gelligt is, ?IEU^rE was, eertyds, de tweede Parochie- 'of Ker- fpel-Kerk der Stad. Zy flaat aan den Nieu- we-zyds-Voorburgwal, daar de voornaamlle ingang in 't wellen is, en is, zo wel als de Oude Kerk, een aanzienlyk kruis-gebouw: doch zy heeft alleenlyk eenen kleinen fpit- ren tooren in 't midden, zynde den hoogen en zwaaren tooren, welken men voorhadt, in 't wellen, te fügten, onvolmaakt geblee- ven. Boven in den gevel van 't zuider kruis- pand , (laat een fraaije Zonnewyzer. De Kerk heeft, behalve den gemeiden, nog drie in- gangen , een' in 't zuiden, die op den Dam uitkomt, een' in 't noorden, ten einde van de Gravenflraat, en een' in 't ooflen, in de van ouds genaamde Elendige Steeg. Zy was, oudtyds, omringd van twee Kerkhoven, een ju 't wellen, en ten in 't zuiden en zuid-
■■ *• -
OOS"»
|
||||||
1
»
|
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 363
ooften. Het laatfte droeg den naam van het Nieuwe
elendige Kerkhof, om dat 'er alleenlyk ge- Kerk. flrafte misdaadigen i en zulken, die men der gewyde aarde onwaardig keurde, begraaven werden. De gemelde elendige Steeg heeft den naam naar dit Kerkhof gekreegen.- Het andere flrekte tot eene begraafplaats voor geringe, doch onbefprokene luiden. Beide deeze Kerkhoven zyn, nog tot het midden der voorgaande eeuwe , in wezen geweeft (ju) ; doch, ter gelegenheid van het bouwen van het nieuwe Stadhuis, verdweenen. Te- gen de Kerke in 't noordooflen, Was, in 't jaar 1560, een fierlyk hardfteenen Bekke- neels- of doodsbeenderen-huisje van eene tempelswyze gedaante gebouwd; 't welk , omtrent den jaare 1656, ingeftort is. Op de plaats, daar het geftaan hadt, werdt, in 't jaar 1659 , een Comptoir voor de Wynroeijers gebouwd. De oudfte Befchryver van Amfterdam (y) Tyd der
fielt, dat de Nieuwe Kerk, in 't jaar 1408, StiStinSe<; geftigt is. Doch, in de Lyilen der Regee- ringe, die voor deHandvellen gedrukt zyn, leeft men: Anno .1414, is die nieuwe Kerk begonnen te bouwen. Veelligt, zyn de grond- slagen , in 't jaar 1408 , gelegd, en de optim- mering, niet voor 't jaar 1414, aangevan- gen. Men is 't eens, dat Willem Eggen , Sttgter Heer van Purmerende, de Nieuwe Kerk me- Willem de geftigt, en den opbouw derzelve, voor J^gert» een groot gedeelte, bekoftigd heeft, Hy -^nlxlx^ was ende,
tu) Refol. Vroedfch. N. i?. j Maart K+i. ƒ. in verf*.
{v) Ad Calcem Pontan i, />. y. A »
Aa 2
|
|||||
•
|
|||||
364 AMSTERDAMS III.Deeu
Nieuwe Was van Gend in Vlaanderen herkomftig ;
K# doch, ten deezen tyde, een aanzienlyk Koop- man te Amfterdam , en flondt diep in de gunft van de Hertogen Albrecht en Willem van Beijeren, Graaven van Holland, welken hy, dikwils, met groote geldfommen, on- derfleund, en, even als de Edelen van den Lande, in den Arkelfchen kryg, met twee mannen van wapenen , gediend (w) hadt. Ook verwierf hy, van den laatften deezer twee Graaven, verfcheiden' gunftige Privi- legien voor de Stad Amfterdam (x). Voor zig zelven, verkreeg hy, in't jaar 1410, de Ambagtsheerlykheid van Purmer en Pur- merland; en niet lang daarna, het aanzien- lyk ampt van Thefatirier des Graaven, welk hem byna het gezag gaf van eenen Graafly- ken Stedehouder (y). De hooge Heerlyk- heid van Purmerende, alwaar hy een Slot geftigt hadt, werdthem, in 't jaar 1413,. opgedraagen (z). Zulke gunften ftelden hem, die van burgerlyke afkomft was,gelykmen ligtelyk denken kan, bloot voor de afgunft der Edelen van den Lande. En verhaalt meny dat Hertog Willem, hiervan niet onbewuft, zynen Leenmannen, t'eenigen tyde, voor- hieldt „ dat hy zynen vriend, Willem Eg-v „ gert, hunner zorge aanbeval, en dat hy ^, op hen allen vernaaien zou, zo hem, by „ ongeluk, een tegel van het dak op 't hoofd j, viel. *
I
0») Mieris Chartert). IV. Deel, bl, g4..
(jr) Anonym, ad Calcein Pontani , p. 6. (y) Mieris Chatterb. IV. Deel, bl. 1*7,219 , 2S8,?7r3 397» 398.
(z.) ld. ibid. LI. 261.
|
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 365
„ viel." Na de dood yan Hertoge Willem, Nieuws
die op den een en dertigften May des jaarsKeBK. 1417 gebeurde , ontving Willem Eggert , van alle kanten, uitdaagbrieven van de Hol- landfche Edelen, 't welk hem in zulk eene verlegenheid bragt, dat hy, zig nergens vei- lig waanende, kort na den Graave, zynen weldoener, van enkel hartzeer, op't Slot te Purmerende, overleedt, en den vyftien- den July des gemelden jaars 1417, te Am- fterdam, in de Nieuwe Kerke, in het Choor Dcszelfs of de Kapelle, federt, Willem Eggerts-Choor Gm en of Kapelle genaamd, begraaven v/erdt ( a ). 9Tf~ Zyn Graffchrift wordt,nog, ten zuiden van het groote Choor, ter wederzyde van eenen balk, tuflchen twee pilaaren, in deezer voe* ge, gelezen: Anno M C C C C ende X V11. den XV. dag
in Jidio, flarff den eerbaeren Heer Wil-
lern Eggaart, Heer tot Purmercynde, gedoyteert met twee Vicarien, mede funda- teur van defe Kerk, die begraven is onder defe blauwe ferkm In welk graffchrift, opmerkelyk is, dat zyn
affterven gefteld wordt, op den zelfden dag, waarop men, elders (b), leeft, dat hy be* graaven is. Voorts, ftaat zyn wapen, te- gen den zuider-muur, omtrent boven 't graf, uitgehouwen. Men wil, dat zyn dood oor- zaak geweeft is, dat de Kerk niet zo volko- men f*) Regeer. Lyft voor de Handr. op 't jaar 1417. AnOt
fij'tn. ad Calcem l'ONTANi, p. 6. \l>) Regeer, Lyft voor de Handv. op 't ja«r 1417, Aa 3
|
|||||||||
. ■■■'-ifi ■
|
|||||||||
...
|
|||||||||
----------------——
|
||||||
■
|
||||||
$66 AMSTERDAMS III.Deel.
Nieuws men naar de fchetfe der Hoofdkerke van
Kerk. Amiens in Picardye, die nog, gefchilderd, inde Kamer van Kerkmeefteren, bewaard wordt, heeft können voltrokken worden , als men voorhadt. Uit de affchriften van verfcheiden' egte ftukken, Willem Eggerts- Kapelle of Choor betreffende, en beruhen- de in 't Gomptoir van Kerkmeefteren der Nieuwe Kerke, is my gebleeken, dat, in dev jaarcn 14.14 en 1415, verfeheiden'Lande- ryen , in Abbekerk en in Sybekarfpel, ten behoeve der gemelde Kapelle, die toen nog niet geftigt was, aan I leere Willem Eggert, werden opgedraagen. Xoewy- De Nieuwe Kerk werdt, by haare eerfte ding der ftigting, toegewyd aan de Lieve trouwe, Kerke van waar de gantfche nieuwe zyde, zynde Li'eve6 ^et ^er^Pe' deezer Kerke, onzer Lieve ^rou- Vrouwe w«i Parochie genaamd werdt; en aan S. Ca- ena*mS. tharina, die, volgens 't verhaal der Legen- Cathari- c|en } jn >t \^Qgm der vierde eeuwe, te Alex- andrie in Egipte, om den Godsdienll, ter
dood gebragt werdt. Men geloofde, dat van haar gebeente iet, op 't hoog Altaar, be- waard werdt, in eene Jooden bufle, op wel- ke , te leezen ftondt: Dit ifl gebeente van Sinte Catherine (c). Haar aan- In 't jaar 142 r, verbrandde de Nieuwe aien van Kerk, benevens een derde gedeeke der Stad ouds. jij, T)och Zy Werdt, eerlang, zo pragtig her- bouwd, dat zy, omtrent den jaare 1500, onder de aanzienlykfle Kerken van 't Chris- tenryk, gerekend werdt. Zy vervatte toen vief
ff} W. Syvaekts Roomfche Myfter. Vwrr, bl. 17.-
(d) II. Deel, III. Boe^t bl. ïit,
|
||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 367
vier en dertig zeer fchoone Altaaren, en eene Nieuwe
groote verfcheidenheid van koftbaare Kerk- Kerk, fieraaden ; onder welken, uitmuntten een Beelden zilveren verguld kruis, waarin, zo geloofd en fieraa- werdt,een gedeelte van het waare kruis ge-den* werkt was. Dit kruis woog zes en twintig mark zilvers. Voorts, was 'er een zilveren verguld Sacramentshuis van agt en dertig mark, en een zilveren Lieve Vrouwen-beeld van twee en dertig mark (e). Nog flondt een ander Lieve Vrouwen - beeld in 't mid- den der Kerke, en een van S. Catharina in 't midden van 't hooge Choor. Ook was 'er een beeld van S. Urfula (ƒ). Onder de Chooren en Kapellen, van wel- Chooren
ker meeden wy wunig meer dan de naacn.,Ka" men hebben können opfpooren, waren het S. Joris- of Schutters-Choor ,3.gter 't vertrek, waar thans de Kerkenraad vergadert; Wil- lem Eggerts - Choor, naaft en benoorden het Schutters-Choor; het Choor van Jan Dirkszoen Si//, nog meer noordwaards , en met een houten fchot van de Kerke gefcheiden, ver* {trekkende nu tot eenen doorgang naar des Ko^evswoonm^ Jacob Verbergen-Choor^velk ook met een diergelyk befchot van de Kerke afgefcheiden is, en nu tot kokengebruik voor den Kofter verftrekt; en Jacob Mceuwszoom» Chbor, welk nu tot een Stookhuis gebruikt wordt. Alle deeze Chooren waren aan de zuidzyde der Kerke. Aan de noordzyde, h^dt men het Metfelaars- of Vier~gekroonden- Choor
(e) Anonym, äd Calcem Ponta.ni, p. 7,
(f) V** w» Dieußb. der Nieuwe Kcike.
Aa 4
|
||||
3<5S AMSTERDAMS III.Deel.
I^ievwe Choor (6), naar 't ooften, zynde nu de oos-
KfiiiK. telyke uitgang. In een glas van het zelve, ftondt het wapen van Loen en Boelen, waar van nu niets meer overgebleeven is. De uit- gang is juut, daar 't Altaar plagt te ftaan. Naafl dit, volgt het Boelinger- of Otters- Choor, 't welk, met eene baluflrade vanar- duinfteen , naar de Corinthifche orde, en voorts met een houten befchot, afgefchut is. Het werdt, in 't jaar 151Q , door Heere Vechter Dirksz, Priefter, geftigt en begif- tigd (g), en dient nu tot eene bergplaats voor den Gravenmaaker. Hier op volgt het Drapeniers-Choor, welk ook, met eene ar- duinfteenen Baluftrade, waarop een houten befchot flaat, van de Kerke afgezonderd is, en nu tot eene Timmerjoots gebruikt wordt. En na dit, ontmoet men het Heilige Kruis- Choor (h), welk, met een houten hek, van de Kerke is afgezonderd, en nu, door de Diaconie, tot het uitdeelen van aalmoeflen wordt gebruikt. Voorts, was 'er , in de Nieuwe Kerke, eene Kapel van Jacob den meerderen, waarop Jacob van Qericb eenen dienffc
ff) Zit den Stigtingbrief in de Bylaag. L'. A.
(h) Vit oude Aantekeningen. Có) Deeze vier gekraonden waren Severus, Seve^
rinus* Carpophorus en Viiïorinus , die geloofd wer- den , onder DJocjctiaan, den marteldood geleeden te hebben. Zie Walvts Befcbr. van Geuda,ïl.Dee], bl. 30. Doch wat betrekking zy tot de Metfelaars hadden, weet ik niet. Ondertuflclien, vindt men, in eene Keure voor 't Metfel aars-Gilde hier ter Ste- de/van den agttienden Mny des jaars 1532,dat de Bosineefters, jaarlyks, op Vier-gekroonden-dag, re» kening moeften doen. Zie Händv. bl. 1382. |
||||
I
11. Boek. Gereformeerde Kerken. 3.69
dienft geveftigd hadt: ook eene S. Laurens- Nieuw»
Kapel, die, door Bartbolomeus Gerbrandszoon Kerk. Doos, Burgemeefter der^Stad, en Jafje, zy- ne Huisvrouw, in 't jaar 1443 , gefügt was. Ook ftondt, aan de xuidzyde, eene Lieve Vrouwen-Kapel, in 't jaar 1488, door Atax Gerbrandszoon en Catryn zyne Moeder, ge- fügt (O-Digt by deeze Kapel, was de Kapel van bei Heilige Graf 9 over welke, in 't jaar 1654, gefchil ontftondt, tuflchen Kerkmees- teren en de eigenaars; welke laatften hun regt tot de Kapelle vefügden op eenen Sche- penen-brief van den jaare 1538, dien wy, hier agter, onder de ßylaagen (k), geplaatft hebben, 't Gefchil werdt, door Burgemees- teren , als zegsluidcn, afgedaan. De Kapel bleef aan de Kerke ? die, daartegen, drie graven aan de eigenaars afflondt, hun, daar- enboven , het regt laatende tot het ^raf in de Kapelle, welk hun, voorheen, reeds hadt toebehoord (/). De Kapel heeft haaren in- gang in de Kerke, en komt uit in de Ker- kenraads-Kamer, aan 't wefteinde. Ver- moedeiyk > zyn 'er nog andere Chooren en Kapellen in of aan de Nieuwe Kerke geweeft, van welken wy geen duidelyk befcheid heb- ben können vinden. De S. Jacobs - Kapel, pp den Nieuwendyk, met de goederen tot dezelve behoorende, in 't jaar 1578, aan Kerkmeefleren der Nieuwe Kerke zynde over-
(«") VAN HEUSSEN en VAN RYN Kerk. Oudh. IV. Deel,
kl. 184-, '8f- COMMELIN, bl. JOJ. PU L». B.
. (/) Giooi-Memot. N. IV. f. ifi.
Aa 5
|
||||
570 AMSTERDAMS III. Deel.
Nieuwe overgegeven (m), is, federt, tot burgervvoo-
Kerk. rangen vertimmerd, die, met de erven, aan byzondere perfoonen, verkogt zyn. Op eene deezer wooningen, ftaat het Toorentje dee- zer Kapelle nog; 't welk , door Kerkmeefte- ren der Nieuwe Kerke, plagt onderhouden te worden. Doch na 't overlyden van den Jaatften Klokfteller van den Kapekooren, nu eenige jaaren geleeden, heeft men geenen anderen aangefteld, en het Toorentje en Uurwerk is, aan de bezorging van den ei- genaar der wooninge, op welke het ftaat, overgelaaten. ^Itaaren. Wat de Altaaren betreft, die, in de Choo- ren en Kapellen, en ook elders rondsom de Nieuwe Kerke, geplaatfl waren; ik vind , dat Heer Willem Claes, Priefler , nog in 't jaar 1503, eene zingende Mis op't hoog Al- taar geftigt heeft. In het Choor of Kapel- letje van Jan Dirkszoon Sill, flondt een Al- taar, welk aan onzer Lieve brouwen zeven droeffenijftn gewyd was , waarop gemelde Jan Dirkszoon Sill, in 't jaar 1513, vyf mis- fen ter weeke inftelde. Jan Eggert, Heer tot Purmerende, en Zoon van Willem, ftigter der Kerke, hadt, reeds in 't jaar 14.18, twee eeuwige Kapelryen gefligt, inWillemEggerts Kapelle. Wy hebben den Stigtingbrief, die, voor zo ver my bekend is, nimmer, gedrukt, is uitgegeven , hier agter , onder de By- Jaagen («), geplaatfl. Heer Willem Eg- gert , Priefler, en Erfgenaam en Leenbezit^ ter
(m) Vit eene oude Rekening van Kerkmeefteren dei
Jïieuwe Kerke van den jaare Ijgfi. (r>) L*. C. |
||||
/
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 371
ter van de voortreffelycke Heeren , Willem en Nieuws v
Jan Eggert,fyne voorvaderen, Itigtte, in 't Kerk. jaar 1509, tweeVicaryen op het Altaar van S. Jan Baptifi en Maria Magdalena, in de zelfde Kapelle. Het graf van Claas Lamberts Gaef 'was ook in deeze Kapelle. En op het zel- ve , moeften , jaarlyks, op zynen fterfdag, drie kaarfen geiteld worden. In 't jaar 1615, kwamen de nakomelingen der Eggerts, die regt hadden op deeze Kapelryen en op eene derde, geveftigd op S. Katharynen-Al* taar in de Oude Kerke, overeen met de Stad Amflerdam , om , tegen de overgifte der Landeryen, voor de drie Kapelryen verbon* den, drie jaarlykfche renten, ieder van een honderd en zeventig guldens, losbaar tegen den penning zeftien, te trekken (0). In 't jaar 1475, nadt Andries Willemszoon eenen Lykdienft ingefteld, op de graven van Ger- rit Bannink en Ruifch Jacobsz, gelegen in het Kruis-Choor. In't jaar 1462, itigtten Willem Bruynincx en Pieter Bye Jacobs , Priefters, wegens Dirk Holland en Margriet fyn Wyf, een Kapeirye, ter eere Gods, der Lieve Vrouwe en der Heilige Petrus, Pau- lus , Hieronimus en Margareet, belafl met vyf miffen ter weeke. Het Altaar, waarop deeze dienft verrigt werdt, was, reeds in 't jaar 1450, of eerder, opgeregt geweeft: het ftondt in de Kapel van Catharyn-Mceus Ger- brants-fions Weduwe, Zufter van Jacob Ble- ker, die, in 't jaar 1454, gefügt werdt, aan
(0) Vit het Memoriaal van Eggarts Cappelrie, berußende
in 't Comptair va,n K^jrkfna-fieren der nieuxe I{jrk£> |
|||||
372 AMSTERDAMS IIIDeei.
Nieuwe aan de zuidzyde der Kerke; en werdt, ge-
Ëtilf meenlyk , 0. Hieronimus-Altaar genaamd. De Pater der Karthuizeren was Collatordee- zer Kapelrye, en droeg dezelve, in 't jaar 1552, aan Meefler Jan Henrichs Nieveen, Reólor der Schoole aan de oude zyde, op. Hughe Jam, Apothecar, fondeerde, in 't jaar 1494, vopr zig zelven, voor Geert Ja- cob Rickers Dogter , zyne Huisvrouw, en voor beider voorouders in den opgaanden lyn, vyf miflen ter weeke op het zelfde AU taar. Aan den Pilaar der gemelde Kapelle, flondt nog een Altaar, het Romeinen- of Romenicn-Altaar genaamd, waarop Jan de Waal, reeds in 't jaar 1476, eenen dienfl geftigt hadt. Aan de noordzyde van 't {100- ge Choor, flondt een Altaar van S* Jan den Evangeliß, waarop eeneVicary geftigt was, die, nog in't jaar 1567, door Anna Benningy Weduwe van Jan Duin, Raad, aan Mees- ter Pieier Nkolaas, Priefter, gegeven werdt. Voorts, was, in de Nieuwe Kerke, een S. Chrifioffels - Altaar, waarop Meefler Arend Barendsz, in 't jaar 1495, eene Kapelry ge- fondeerd hadt. En deeze Kapelry, of de in- komflen derzelve, zyn, meermaalen, door ßurgemeefleren, aan nakomelingen van den Stigter , die als behoeftig werden aange- merkt , toegeweezen geworden (p). In het Dienflboek der Kerke, welk, tegenwoordig, niet meer voorhanden fchynt, werdt nog gemeld van de Ältaaren va,n S. Barbara, S. Cornelia en S. Severyn; van welken wy de net-.
(;>) Groot Memor. 2?« V. ƒ. is.
|
||||
JL Boek. Gereformeerd Kerken. 373
nette plaats niet können aanwyzen. De mees- nieuwb
te Gilden hadden ook Altaaren in de Nieu- Kerk. we Kerke, en onder anderen, de Bergervaar- j ders, welker Altaar aan S. Anna toegewyd
was; de Buitenlandsvaarders, de Binnenlands- vaarders., de Barbiers, de Bierdraagers, de Huistimmérluiden , die hun Altaar aan S. Jozef hadden gewyd; de Koorendraagers, welker Altaar agter in de Kerke ftondt, en aan S. Judieus of Jooiï gewyd was; de Droogfcheerders; de Verwers, welker Al- taar aan de Heilige Maagd. was opgedraa- gen; de Schoenmaakers, die 't hunne aan S. Krispyn en Krispiniaan gewyd hadden; de Volders, de Weevers, de Smids en de Sny- ders. Wy fpfeekën niet van de Metfelaars, om dat wy van derzelver Choor, waarin zy ook hun Altaar hadden , reeds boven ge- waagd hebben. Op deeze Gilden-Altaaren, werden ook, fomtyds, door byzondere pef- foorien, Vicaryen geftigt, gelyk, in 't jaar 1500, door Nie laas Heyn Niclaas, man en voogd van Wendelmoet, Dogter vmHeyman van Tip of Hilp, Dirk Jacobfen Boel den ou- den en Dirk Jacobfen Boel den jongen, gebroe- ders, en'wettige Kinderen van KatrynHey- mans, Süßer van Wendelmoet voornoemd, op 't Verwers-Altaar, gefchiedde. Voorts, vind ik gemeld de Altaaren van Geryt Paauw, Gr ebber Dirks, Albert Gerrits, Jacob Florisz en Steven Reyersz, zo genoemd naar de per- foonen, die eenigs dienften op dezelven ge- itigt hadden. In deezen (laat omtrent, bevondt zig de De Nie»«
Nieuwe Kerk, toen zy, weinige maanden™er£*rnkd na
|
||||||||
■ ■^vw
|
|||||
S74 Amsterdams ïftökfe
Nieuwe na de verandering des jaars 1578 , gewel-
Kerk. diglyk beroofd werdt van. beelden en ande- en her- f e iieraaden (q). Doch op den elfden Janua- bouwd. ry des jaars 1645, trof haar een zwaarder ramp. Zy verbrandde toen, by ongeluk, Van boven en van binnen, geheellyk (r); maar werdt, in *t kort, zo verre herileld, dat de eerfte Predikatie, in de vernieuwde Kerke, op den tienden May des jaars 1648, door den jLeeraar, Fredrik Keslemsl gedaan werdt. Men hadt, midlerwyl, ook befloo- ten, in 't weften der Kerke, een' zwaaren hardffceenén Tooren te ftigten (7), en, in May des jaars 1646, met het graaven der De too- grondflagen, eenen aanvang gemaakt. Men renblyft vondt toen eenige oude grondflagen van ee- onvol- nen tooren of klokhuis, die, in 't jaar 1565, maakt, ggjggd waren. Met het leggen van 't roos- terwerk, en met het heijen, werdt, in Au- guftus, begonnen, en tot in'Juny des jaars 1647, voortgevaaren, op den zesden van wel- ke maand, de laatfte van vierduizend vyf- honderd drie en negentig zwaare maften in den grond geheid werdt. Behalve deezen, waren 'er nog eenduizend zevenhonderd vyf- tien ftopmaften verbezigd: om niet te fpree- ken van vyf en vyftig oude elzen paaien , die in den grond gevonden waren. Op den twintigflen July hierna, werdt, door Come- lis Bäcker, Zoon van den Heere Burgemees- ter Willem Bäcker, de eerfte fleen aan 't ge- bouw (?) Zie II, Deel, X. Boe^ hl. is.
(r) Zie II. Deel, XV. Boe^ bl. y4. (s) Refol. Vfoeclfch. N, ij. t zept. 13 Ottob. i«*;. ƒ,
♦O Vtrfi), 67.
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 37$
bouw gelegd (t) , zuidwaards naar 't Stad- Nieuws
huis toe, en onder den zelven een gefchenk Kers. in goud van twee honderd guldens. Men arbeidde'er, eenige jaaren, met veel yver aan. Doch toen liet men 't werk fteeken,zo fommigen meenen, om dat men oordeelde, dat zulk een zwaare Tooren het zeer naby gelegen Stadhuis, welk in deezen zelfden tyd gebouwd werdt, te zeer overfchreeuwd zou hebben. De Tooren, die reeds, tot op de helft van de hoogte der Kerke, opgetrok- ken was, is onvolmaakt gebleeven, en van boven omzet met eene yzeren Leening. In 't jaar 1662, werdt aan Kerkmeefteren, op hun verzoek, toegedaan, de Kerk , in 't noorden en in 't noordweften, van buiten, met wooningen te bezetten («); die, ten behoeve der Kerke, verhuurd worden, en fommigen van welken, nog voor weinige jaaren, vernieuwd zyn. De Nieuwe Kerk heeft, na de herbou- Grootte
wing, van welke wy fpreeken, omtrent de en ge- zelfde gedaante verkreegen, welke zy, tot^11^ nu toe, behouden heeft. Zy is drie honderd^ en vyftien voet lang, en met de kruispan- den twee honderd en tien voet breed, 't Gebouw ruft op twee en vyftig hardfteenen zuilen, en wordt verlicht door vyf en ze- ventig groote glasraamen. In 't midden der Kerke, hangen vyf groote, en rondsom , |
||||||||
-■
|
||||||||
twaalf kleiner koperen kaarskroonen: de eer-
ften hebben ieder dertig; de anderen ieder twin-
(t) Zie]. SlX VAN CHANDELIER Poe^y, bl. 404.
(u) Refol. Vioedfch. U C. 31 ^mj. 166*.ƒ. ie* verft. Groot-Memoi. N. V. f, %6 -verft, |
||||||||
&è AMSTERDAMS III.Deee.
JNiEuwfi twintig of zeftien armen met blakers. On-
Kerk. der de glasraamen der Nieuwe Kerke Gefchil- zyn eenige nieuwen , die fraai befchil- Sen derd zyn. In 't glas, welk in 't noorder- kruispand, boven den ingang, geplaatft is, ziet men Graaf Willem den IV., de Stad be- fchenkende met het driekruisfig Wapen- fehiid. De kond munt egter, in dit ftuk, meer uit dan de waarheid. Men vindt wel, dat Graaf Willem de IV., in 't jaar 134.2, verfcheiden' Voorregten aan de Stad ver- leend heeft 0). Doch men .vindt nergens, en 't is zelfs onwaarfchynlyk , dat zy het driekruisfig Wapenfchild van deezen Graa- ve heeft verkreegen. Regt tegen over dit glas, boven den ingang in.'t zuider - kruis- pand, plagt het fchenken van het Voorregt om de Roomfch'Koningklyke Kroon boven vStads wapen te mogen voeren, gelyk het, ïn 't jaar 1488 [1489I, door den Aartsher- tog Maximiliaan, gefchied is, niet minder kondig, en meer naar waarheid, in 't glas- raam afgebeeld te zyn. Doch dit glas, vry wat van 't weder geleeden hebbende, 'is, al voor eenige jaaren, weggenomen. Het an- dere is ook merkelyk befchadigd. Beide de glasraamen pronkten met de wapens van de , Burgemeefteren en van eenige andere Wet- houderen, die, toen dezelven hier geplaatft werden, in Regeeringe waren: met welken, het eerflgemelde, nu nog, veriierd is. Ten zuiden van 't grootc Choor, boven den in- gang der Kapelle van 't Heilige Graf, zyn nog drie
(v) Zit II. Deel, tl. BêtiL tl. iói, ij*,
|
||||
I
U. Boek. Gereformeerde Kerken. 377
drie nieuwe gefchilderde glazen, waarin het Nikuwb
heil der Vrede, door veelerlei zinnebeelden, Kerk. vertoond wordt. Aan de vier grootfte zui- len van 't houten middengewelf, liaan vier engelen-beelden, die dat gewelf onder fchraa- gen. De fchoorbalken van 't gewelf zyn, onlangs, vernieuwd. Een weinig bewerten het zuider - kruis- Galeiy.
pand. is eene Galery gebouwd voor de Bur- ger - Weeskinderen. Voorts, is de Kerk, ceftoel- rondsom, tuffchen en tegen de pilaaren en ten. wanden, bezet met fraaije geftoelten voor de Regeeringe en mindere Standsperfoonen. Onder dezelven, munt allermeeft uit de Pre- predik- dikftoel, die gemaakt fchynt op de wyze ftoel, van den voorgaanden, welke, in den brand des jaars 1645, vernield geworden was. De tegenwoordige is rondsom met konftiglyk geiheeden Beeldwerk verfierd. Onder aan zyn, in vier vakken, voor en ter zyde, de vier Evangeliften afgebeeld. By dezelven, ftaan de beelden van de Sterkte, 't Geloof, de Liefde, de Hoop, de Geregtigheid en de Voorzigtigheid. Hooger, vertoonen zig de zeven werken van Barmhertigheid, door kleine aartiglyk werkende beeldjes, in die- pe verfchieten geplaatft. Het verhemelte, boven den ftoel, is, van onderen, met fraai loofwerk, verfierd, en draagt eenen tooren, met verfcheiden' ommegangen, op welken, ook kleine beeldjes fchynen te wandelen. De leening is met wyngaardsbladen door- werkt , en op den zelven legt een dik bog- tig touw, zo konftiglyk van hout gefnee- VII. Stuk. Bb den.
|
|||||
378 AMSTERDAMS III.Deel.
NntowE den, dat het byna van hennip fchynt ge-
Kerk. draaid te zyn. Het ruft op eenige kleine
wigtjes. De beroemde Beeldhouwer Alber- tus Vinkenbrink heeft deezen Predikftoel ge- maakt. Zyne gedaante is te zien, in eene konftplaat van Holfteyn , die, by de lief- hebbers , 'hoog geagt wordt. Orgels. Twee Orgels zyn 'er in de Nieuwe Kerke.
Het grootfte ftaat boven den ingang in 't wellen, en ruft op vier halve en twee hee- le bonte marmeren Korinthifche kolommen, welker voetftukken en kapitteelen fraai ver- fierd zyn. Tuflchen de halve kolommen, ftaan tweePenanten van wit marmer,waarop veeler- lei fpeekuig uitgehouwen is. Het Orgel zelf, een konftig werkftuk, kan met vier deuren geflooten worden, welken , door Joannes Bronkhorfl, met eenige deelen der gefchie- denilTe van Saul en David, en vooral met het fpeelen en zingen van David en van de Jeruzalemfche maagden, van binnen en van buiten, befchilderd zyn. Het Orgel heeft drie en veertig Regifters of ftemmen, on- der welken , de vox humana of menfchen item zeer beroemd is. Het kleine Orgel 'ftaat in 't zuider kruispand beweften den ingang. Choor. Het groote Choor is, van vooren, met
een zeer konftig hek van gegooten koper 9 ruftende op eene marmeren Baluftrade, af- geflooten. De zwaare koperen lyft van het zelve, die, in 't midden, met Stads wapen, welk door twee Leeuwen vaftgehouden wordt, verfierd is, wordt onderfteund door zes
|
|||||
\
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 379
zes zwaare vierkante zuilen, tulTchen wel- Nieuwe ken, zeventien gevlamde en veertien reg- tal* te, doch kleiner pilaaren geplaatft zyn, al- les met aartig loof bewerkt, en dertien voe- ten hoog. In 't Choor, gefchiedt niet al- leen , gelyk in dat der Oude Kerke, de pleg- tige Egtverbindtenis des Zondags, en nu en dan ook in de weeke; maar het Noordhol- landfch Sinode vergadert hier, om 'toeven- de jaar. Ook worden 'er, tweemaal 's jaars, 's Vrydags voor Paafchen , en 's Vrydags voor Kermis , de pryzen uitgedeeld aan de naarftiglte Leerlingen der Latynfche Schoo- ien. De Kerkenraad komt, tegenwoordig, ge-Kerken-
|
||||||||||||
woonlyk des Donderdags, na den middag, «ads
byeen in de Nieuwe Kerke, in een ruim enjj?,. fraai Vertrek, óoflwaards van den zuider- in |
||||||||||||
gang op den Dam, alwaar ook de Koller
zyne wooning heeft, 't Vertrek, waar de Kerkenraad byeenkomt, plagt, weleer, ge- deeltelyk te dienen'tot eene Bibliotheek of Boekery , vermoedelyk, in de vyftiende eeuwe , opgeregt, door de nazaaten van Willem Eggert, Heere van Purmerende. Doch na 't Itigten der Doorlugtige Schoole, in 't jaar 1632, werdt dezelve derwaards overgebragt; en de Kamer, daar de Ker- kenraad, die des zomers in de Oude Kerke plagt te vergaderen , alleenlyk des winters byeenkwam , werdt toen merkelyk ver- groot , en tot eene geduurige Vergader- plaats van dit Genootfchap gefchikt. Aan elke zyde, ftaan twee ryen bekleedde zk- Bb 2, ban-
|
||||||||||||
-
|
||||||||||||
38o AMSTERDAMS IIIDeel.
Niduwe banken. In 't werten, is een fraaije fchoor-
Kerk. fteen. Langs den noordelyken wand, han- gen twaalf oude gefchilderde af beeldfels van de eerfte Kerkhervormers, die, door den Heere Schepen Gerard van Papen- i broek , op den vier en twintigften Janua- ry des jaars 1743 , aan den Kerkenraad ver- eerd, en federt hier geplaatft zyn. De Clas- fis van Amfterdam houdt haare Vergaderin- gen in deeze zelfde Kamer, boven welke, een diergelyk vertrek is, alwaar de Clasfica- le maaltyd gehouden wordt. meefters- ?et ComPtoir der Kerkmeerteren is ten
Comp- weiten van den gemelden zuider - ingang, toïr. onder het kleine Orgel, in een vertrek, al- waar de Huiszittenmeerters aan de nieuwe zyde hun Comptoir plagten te houden, tot dat het zelve, in 't jaar i64o,in'tNieuwe- zyds-Pïuiszitten-huis, op de Prinfen - graft verplaatft werdt. In 't Kerkmeefters Comp- toir, hangt een Wapenbord der Kerkmees- teren, waarop ruim tagtig wapens zyn uit- gebeeld. Voor den fchoorfteen, ftaat het jaartal 1666. deXats, .^Diakenen hebbe* ook eene afzonder-
der Dia- lyke Vergaderplaats, in 't noorden der Nieu- kenen. we Kerke, beftaande uit vier vertrekken twee beneden, en twee boven. Zy is, eerft omtrent den jaare 1642, en laatftelyk, in den jaare. 1723, merkelyk verbeterd en vergroot, en heeft twee groote deuren, in het ou- de Heilige Kruis-Choor,waarin tegenwoor- dig de behoeftigen, die door de Diaconie bedeeld worden, byeenkomen. Boven de
-
oos-
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 381
ooflelyke deur , ftaat eene Spreuk der H. Nieuwe
Schrift, uit Jacob. I. vers 27: en boven de Kerk. weftelyke, twee anderen, uit Matth. XXV. vers 40. en Gal. VI. vers 10. uitgehouwen. Het gemelde Choor is, op dat de bedeeling met te meer orde zou können gefchiederj, door hekken afgedeeld in enge gangen,die in elkanderén loopen, en in welken de be- hoeftigen, bekwaamlyk, op hunne beurt kön- nen wagten, zonder eikanderen te verdrin- gen. Voorts, komt men, uit het gewezen Byzondei Kruis «• Choor , in de twee beneden-ver-re ver- trekken der Broederen - Diakenen , zynde trekken. de groote Uitdeelkamer, in 't weden, en de kleine Uitdeelkamer, in'tooften, alwaar des Donderdags de Uitdedingen gefchieden. TufTchen deeze twee Vertrekken , is een Portaal,gefchikt voor eenige Broeders, die in de Hoofden - Boeken fchryven , waarin de naamen, omftandigheden en bediening der behoeftigen worden aangetekend. De groote Uitdeelkamer dient 's Donderdags nademiddags ook toteene Attefiatie-Kamei\ alwaar twee Broeders zitting hebben, om de Atteftatien en andere omftandigheden van zulken , die onderftand begeeren, te onderzoeken. Boven de twee vertrekken, van welken wy fpreeken , zyn 'er nog twee, de groote Kamer, daar de Dings- dagfche Vergadering der Broederen gehou- den wordt, in 't weften , en de Weeska- mer, in't ooften: tuflchen welke vertrek- ken , een Portaal is, daar een Comptoir- tje,voor eenen derSuppooften van de Dia- Bb 3 co-
|
||||
382 AMSTERDAMS ÏÏI.Deel.
Nteüwe conie, is afgefchooten. De Vergaderkamer
KsRK. is een ruim, wel gefchikt vertrek. Aan't hooger- of wefteinde , voor den fchoor- fteen, zitten de Praefes, Scriba en Secon- de-Scriba , aan eene tafel , en de overi- ge Broeders , in hunnen rang , langs de wanden van 't vertrek, in twee geftoel- ten. De Kamer fchept haar Jicht, van ter zyde, door groote glasraamen, en van boven, door eenen fraaijen koepel, in 't midden. De Weeskamer, alwaar de Weesboekhou- ders hun verblyf hebben, is een lang en fmal vertrek. De Papieren - Effecten der Diaconie worden hier bewaard , in eene Kas , met eene houten en eene koperen deur geflooten, en in eene der Kerkpilaa- ren ingewerkt. In eene der Laaden dee- zer Kaffe , wordt eene zilveren Schaal be- waard , die , volgens zekere aantekening, aan dezelve gebonden , door dé Gerefor- meerden van S. Marten in Frankryk, voor- maals, by de vieringe van 't Avondmaal , plagt gebruikt te worden. Aan deezefchaal, hangt een klein houten zogenaamd geuzen- napje, op een ivooren voetje. Voor den fchoorfteen , ziet men eene zinnebeeldige vertooning van de zorg voor de behoefti- gen, met naame voor kranken en gebrek- kelyken, gefchilderd, door Louis Fabricius. du Bnurg. De Milddaadigheid vertoont zig, in het zelve, op de wolken. In 't verfchiet, ziet men de Godshuizen der Diaconie. Ook (laan, in 't ftuk, de naamen van de Weesboekhouders, die, federt dat het |
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 3?$
hier geplaatft werdt, gediend hebben. Nieuwe
Wy komen nu tot de befcliryving der*«";
aanzienlyke Begraafplaatfen in de Nieuwe^ Kerke
L In 't noorden der Kerke, fchuin agterden Van Predikfloel, ziet men 't marmeren graf van J^^ den Commandeur Jan van Galen,die, in t jaar 1653, na een gevegt met de E11- gelfchen, waarin hy de overwinning behaald hadt, aan zyne wonde, overleeden was. De zeeheld legt, in 't harnas, in wit marmer, op eene verheven tombe, op welker voor- zyde, een zeeflag afgebeeld is. Daar onder ftaandeeze vier regels: Hier kit in 't Graf van eer den dapperen van
Galen, Die eer ft ging buit op buit Kaßilien afhalen,
En, met een Leeuwen hert, naby 't Toskaan-
f che ßrant, De Britten heeft verjaagt, veroverd en ver-
brandt. In een zwart-marmeren Tafereel, boven de
Tombe, welk met eene fcheepskroon, on- der het wapen der Vereenigde Nederlanden, gedekt, en met vlaggen, wimpels,fpietfen, zwaarden, en ander oorlogstuig omringd is, leeft men: |
||||||
*
|
||||||
Bk 4 Gem
|
||||||
'384 AMSTERDAMS IILDeei.
Nieuwe Generoßßimo Heroi
K£RK.
TOANNIäGALEN
EJJenfi
Qui ob res fcepe fortiter & feliciter geßas,
Sexies uno anno Duinkerkanorum pradatoriam Navem captam, & a Barbaris opima fpolia reportata, Ordinum ClaJJtin marimediterraneo prafeclus, memorabili prcelio ad Livornam Deo auxiliante Anglor. navibus, captis >fugatis9 Jncendio & fabmerßone deletis, Commercium cum dielt maris accolis reßituit. Idibus Mart. Ao. cid ïo cliii. &? alt er o pede truncatus, nono die poft vifloriam annos natus xlviii. obiit, utfccula per gloriam viveret, Illuflr. &? prespotentijf. Ordinum decreto nob. &? potentijf. Senatus Jrchitalajf. qui eft Amßelodami M. H. P, dat is;
■ ■
Aan den grootmoedigen Held,
|
||||||||||||||
»
u |
||||||||||||||
.
|
||||||||||||||
JAN van GALEN,
van EfTen,
|
||||||||||||||
i9 die,om veele braave en gelukkige krygs-
„ bedryven; omdat hy, in één jaar, zes „ Duinkerkfche kaapers veroverd, en op de „ Barbaaren eenen ryken buit behaald hadt, „ het opperbevel bekomen hebbende over „ de Vloot der Staaten in de Middelland- $i fche Zee, in $en merkwaardig gevegt „ voor
|
||||||||||||||
_----------
|
||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 385
„ voor Livorno, met Gods hulp, de Sehe- Nieuwe
„ pen der Engelfchen genomen, verjaagd, Kerk. „ verbrand en in den grond gefchooten, en |
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
73
33
|
daardoor den Koophandel met de bewoo-
ners van de oevers der gemelde zee her- field heeft, op den vyftienden Maart des |
|||||||||||||
„ jaars 1653;doch,alzo hem het eenebeen
„ afgefchooten was, op den negenden dag ,, na de overwinningen den ouderdom van „ agt en veertig jaaren ,overleeden is; heeft, „ opdat zyn roem eeuw in eeuw uit leeven •„ zou, de Ed. Mog. Raad ter Admiraliteit tè ',,'Amfterdam, in gevolge van een befluit „ der Hoog-Mogende Heeren Staaten, dit „ gedenkteken doen Hellen." Ten zuiden van 't Choor, tuiTchen twee Van
pilaaren, is de Grafftede van den wakkeren J?a^d •Zeekapitein DavidSweers. Boven de-Sweers' zelve, hangen het wapen, de degen en de yzeren handfehoenen van den held: waaron- der gelezen wordt: <
David Sweers, Capitëyn, getrouwe- lyk voor 't Vaderland gestorven,
IN DE VICTORIEUSE BaTAILLE TEGENS
DE TWEE KoNINKLYKE VlOOTEN VAN Vrankryk en Engeland , op den
XXI. Aügusty MDCLXXIII. Doch 't gene allermeefl uitmunt is het Van
Graf van den Luitenant-Admiraal-Generaal jeKuitci MicHiEL Adriaanszoon de Rui- ter, welk, aan \ einde van 't Choor, in 't ooften, opgeregt is. Men was eerft van voor- noemen geweeft, dit Graf te fligten in het Bb 5 Choor
|
||||||||||||||
)
|
||||||||||||||
386 AMSTERDAMS, IILDeel.
euwe Choor der Oude Kerke, daar de Admiraal,
;sK. wanneer hy in de Stad was, gemeenlyk ter preeke ging, en daar hy verkooren hadt, begraaven te worden. Ook was 'er alles toe vervaardigd. Doch de eigenaar van zeker graf in 't Choor, waarvan men een gedeelte noodig hadt, tot voltooijinge der Grafkel- der , wilde zynen eigendom niet afflaan. En deeze flyfzinnigheid was oorzaak, dat het Graf in de Nieuwe Kerke gebouwd werdt (w). 't Stuk werks was eerll ontworpen en getekend, door den Beeldhouwer Rom.' hout yerhulfly die 't, daarna, in fleen ge- houwen, en in 't jaar 1681 voltooid heeft. Het werdt geplaatft boven de Grafkelder, en is omtrent dertig voeten hoog, en dertig voeten breed, 't Beeld des Zeehelds legt, eenige voeten boven den grond, in wit mar* mer uitgehouwen, met den Staf van gebied in de regterhand, rullende de linker op de borft, en 't hoofd op een fluk gefchuts. Aan 't hoofd- en aan 't voeteneinde, leggen twee Tritons, op eenen grooten zeehoorn blaa- zende: by ieder van welken, een zwart mar- meren kolom Haat, daar de lyfl van 't werk op ruft. Tuflchen de twee kolommen, (laat in den agtergrond een Scheepsflryd uitge- beeld, boven welken, eene Stevenkroon, door twee wigtjes , vaftgehouden wordt. Vier anderen houden de wapens van Hol- land en de Vereenigde Provinciën om hoog. Tuflchen beide, flaat een bazuinen de Faam, In de lyfl, ziet men 't wapen der Generali«. teit,
(») Me.Twr. van Kerkmecft. der Oude Keike, */. 112.
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 387
teit , en op dezelve , dat des Admiraals, Nieuwe rondsom met vlaggen bezet. Buiten de mar- Kerk. meren kolommen, Haat, in een vak terreg- terzyde, het beeld der Voorzïgtigheid, en in een vak ter linkerzyde, dat der Standvaflig* fieid. In 't midden, heel om hoog, is het Wapenbord des Admiraals geplaatft, waarop het jaar van zyn overlyden gefchreeven ftaat. Onder zyn leggend beeld, leeft men, met gouden letters, in zwarten toetslleen; . D. O. M. S.
ET . iETERNJE . MEMORIE . MICHAELIS . DE . RUI-»
TER. ARCHITALASSI . HOLLANDLE. ET. WEST- FRISI/E . A . TRIBUS . EUROPA . REGIBUS . DON ATI. CENTILITIIS . INSIGNIBUS . EQUESTRI. DIGNITATE. ET . DUCATU . REGNI. NEAPOLITANI. VIRI. QUI. NULLA. SIBI. PR/ELUCENTE. MAJORUM. IMAGINE. SIBI. DEO . ET . VIRTUTI. OMNIA . DEBUIT . EXPE- RIENTIA .TTVTTI. ANNORUM . REI. NAVALIS . SVJE. /ETATIS . PERITISSIMUS . REBUS . MAXIMIS . TOTO. OCEANO . ET . MEDITERRANEO. MARE. PER. VIL BELLA. BENE. GESTIS . INSULIS . CASTELLISQUE . AD . BOREAM . ET . MERIDIEM . OCCUPATIS . ASSER- TA . «BLGIS . VASTA. AD . MARE . ATLANTICUM. ORA. DOMITIS. PIRATIS . DUCTU . SUO . JUSTIS. QUINDECIM . PR&LIIS . INVICTUS . DECERTAVIT , QUATR1DUANA . PRjE . RELIQUIS . MEMORABILI. yUGNA. EDITA . SOCIATARUM. CLASSIUM. VIM. \ IMMANEM . QUATER. AB. IPSO . REIPUBLICiE . JU- Bb 5 cu-.
|
||||
388 AMSTERDAMS IILDjeei/
Nieuwe gulo . prosperrime . submovit . copiis . minor.
Kerk
VIRTUf E . PAR . CONSILIO . ET . SUCCESSIBUS . MA-
JOR . TANDEM . PATRIA . PRvESENTISSIMO. DISCRI-
MINI. EREPTA . SECUNDO . APUD . SlCILIAM . CON-
FLtCTU . SAUCIUS . SYRACUSANO . IN . PORTU. FOR-
TITER. OCCUBUIT . XXIX. APRIL. A°. CIOIDCLXXVI.
NATUs. VlissinGjE . xxiv. Mart. A°. cididcvij.
ORDINES . FOEDERATjE . BELGICE. DUCI. OPTIME.
MERITO . MONUMENTUM . HOC . IMPENSlS '. PUBLI- CIS . EXCITARI. CURAVERUNT. VlXlT . AmOS . LXIX . MENS . Ï.DIES. V^
IMMENSÏ. TREMOR. OCEANI.
't welk op den volgenden zin uitkomt;
ZT DITTOEGElVrD
AAN DEN BESTEN EN GROOTSTEN GOD,
EN AAN DE EEUWIGE GEDAGTENISSE VAN Ml- CHiEL de Ruiter , Opper-Admiraal van Hol-
land EN WESTFRIESLAND, DOOR DRE5 EuRO- pische Koningen , met adelyke wapenen ,
ridderlyke waardigheid en een hertogdom in 't Koningkryk napels beschonken: een man, die, zonder door eenigen voorou- dere yken luister voorgelicht te zyn, al- les eeniglyk aan gode en zyne eigene deugd heeft te danken gehad ; die, door eene ondervinding van agt en vyftig jaa- ren, in het stuk der zeezaaken, de be- dreevenste zyner eeuwe geworden , db GROOT*
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 389
GROOTSTE DAADEN, IN ZEVEN OORLOGEN, NlEUWB
DOOR DEN GANTSCHEN OCEAAN EN MIDDEL- Kerk. LANDSCHE ZEE , LOFLYK UITGEVOERD J EILAN- DEN EN STERKTEN IN 'T NOORDEN EN IN 't ZUIDEN VEROVERD J DE UITGESTREKTE KUST LANGS DE ATLANTISCHE ZEE VOOR DE NE- DERLANDERS VERZEKERD, DEZEESCHUIMERS GETEMD , EN IN VYFTIEN REGTVAARDIGE ZEE- SLAGEN , ALS OPPERHOOFD, ONVERWONNEN, GESTREEDEN HEEFT. En , DIEN BOVEN AN- deren gedenkwaardigen slag van vier dagen geleverd hebbende , heeft hy den Staat de geweldige magt der vereenig- ,DE VlOOTEN , TOT VIERMAALEN TOE , GELUK-
KIGLYK, VAN DEN HALZE.GEKEERD. SCHOON . MINDER IN MAGT, WAS HY EVEN GROOT IN DAPPERHEID , EN IN BELEID EN GELUK GROO- TER. TEN LAATSTE , HET VADERLAND UIT EEN BLYKBAARST GEVAAR GERED HEBBENDE, IS HY, IN EEN VOORDEELIG GEVEGT BY Sl- CILIE, GEWOND, EN IN DE HAVEN VAN Sy- RACUSA, MANHAFTIGLYK , OVERLEEDEN , OP DEN NEGEN EN TWINTIGSTEN APRIL DES JAARS 1676. ZYNDE DEN VIER EN TWINTIG- STEN Maart des jaars 1607. te Vltssin- GEN GEBOOREN. De STAATEN DER VeREE-
nigde Nederlanden hebben eenen- Zee-
overste van zulke uitsteekende verdien- STEN DEEZE Grafstede, op gemeène kos- ten , DOEN OPREGTEN. HY HEEFT LXIX. JA AREN, I. MAAND EN
V. DAGEN GELEEFD. DE SCHRIK DES GROOTEN OCEAANS.
|
||||||
1
|
||||||
«
|
||||||
3po AMSTERDAMS III.Dee£.
Nieuwe Ter wederzyde van dit Graffchrift ; doch K£rk. meer inwaards, Haan twee Latynfche ver- fen van den beroemden NicolaasHein- sius, insgelyks, met gouden letters, in zwarten toetsfteen, gehouwen. Ter regter zyde, leeft men: MICHAELI RU TER O.
Ruteri hoc einerem mStoris & offa fepukro
Jdferta, cequoreo Matte recondit humus.
Tantillum exuvias fpatii compleäitur omnes Funere de tanti quas tulit urna inri.
Niltamen egifli, mors importuna, triumphum De te perpetuum fama fuperfles aget.
In titulos Europa parum eji: feit Americus orbis Jfrica laurigeri feit decus ora ducis.
Fix capit Oceanus , vix fol oriensque ca- densque Tot palmis gravidam, tot fpoliisque ma-
num. Maxima quodfi quem virtus facravit Olympo, Hanc animam athereafas jubet ar cef rui NICHEINSIUS.DAN.FIL*
■
■ -
\ welk, door den beroemden Digter, Johan-
nes Folknhove, in deezer voege , overge- zet is: " 6 -
Degronr, door zeegevecht op zeegevecht
befchut Van RUITER., wiens triomf's Lands wel-
vaart heeft geftut, Be-
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 39 t
Bewaart nu zyn gebeent: het fterflyk deel Nieuwe des grooten Kerk.
Verwinners ruft hier in zo naauw een perk
beüooten.
Noch recht de doodt niet uit: hem over- leeft zyn faam, Braveert haar, triomfeert oneindig met zyn' naam. Euroop viel hem te klein: d'Amerikaanfclae landen
Gewagen van zyn lof, en d'Afrikaanfche (branden.
Geen lucht, geen Oceaan , noch Ooft- noch Wefterzon
Beperkt de ftrydbre hant, die zo veel lau- ren won. Zyn menfchen ooit tot goön, door helden-
deugt verheven, Dees helt is waardt om hoog de doot ten
trots te leven. |
||||||
Ter linkerzydeftaat:
MICHAELI RUTER O. Martius hic tumidi moderator ê? incola pntt
Qu\ ftbi Je totum dehuit; ecce jacet. lp f lapis, cinis ipfe viri.fpirare mdentur
Inelyta pro patriis quce tulit, arma Jociï. Hofli imentat adhuc marnwr cladetnque fugatn-
que:
Saxa cruentatas ßra^e minantur oquas. Naufrae'is huncfenjttfcopulum.quicumque Ba- tavas .,
Mqu9'
|
||||||
392 AMSTERDAMS III.Dêei.
Nieuwe Mquora turbanti clajje premebat opes.
Kerk. Hie hoßes, ubicunque jacent, commune Jepul- crum Cum ducc fortui^ patria er ede, tuos. Si tarnen eß tumulus, moribundis vitafalusque Civibus t& dcxtrcB laus redit undefuce* NIC. HEINSIUS. DAN. FIL.
Luidende, naar de vertaaling van den zelf-
den Vollenhove: Hier ruft de krygshelt, voogt en burger
van den plas
Des woeften Oceaans, die alles, wat hy was, Alleen kreeg door zich zelf, noch leeft zyn moed in 't marmer,
Noch vecht bykans het lyk van 's Vaderlands befchermer. 't Graf dreigt den vyand noch met neêr- lage, en den vloet
In 't entren, vlucht hy niet, te verwen met zyn bloet. Dees was dé Zeeklip, daar wie Hollands fchat, met Vlooten
Wou pionderen, 't hooft weleer te berfte op heeft geftooten. De Staat verheelt zich hier al 't vyandlyk gewelt,
Waar 't fneuvelde, in een graf begraven met dien helt. Of is 't geen graf, waar by de Staat, bykans geftorven, Nieuw
|
||||
il. Boek. Gereformeerde Kerken. 393
Nieuw heil, nieuwe oorlogseer, nieuw Ie- Nieuwe
Ven ziet verworven. Kerk, De ingang der Grafkelder des Admiraals is
buiten, en agter 't Choor, Boven den zei- Ven leeft men:
> 'i
INTAMINATIS FULGET
HQNORIBUS;
., . -.■
dat is: |
|||||||||||||
Hy blinkt in onbezoèdelde eere.
|
|||||||||||||
ïn de zelfde Grafkelder, zyn ook byge- Van
zet de Lyken van Jonker Jan Pauluszoon Jan van van Gelder , de Ruiters behuwdzoon, die,Geldcr« op den een en twintigften Auguftusdesjaars 1673 , gefneuveld was ; Engel, Baron de Ruiter, Zoon van den Admiraal; Johan de Witte en Michiel de Witte, den eerften een Schoonzoon, en den tweeden een Kleinzoon van de Ruiter. Het wapen, en de helm, degen en handfehoenen van Van Geldef, den eenigften van de vier, die, ftrydende, omgekomen is, zyn aan den naaften pilaar opgehangen. Onder dezelven leeft men: |
|||||||||||||
Hier ruft die dapper ficb in Neerlants Scheeps*
magt droeg,
Toenfe in een jaar driemaal twee Konings FIoo* ten ßoeg,
Hy is met zegenpraal voor *t Land op zee ge- fiorven, VII. Stuk, Cc, En |
|||||||||||||
394 AMSTERDAMS III.Deêl.
NisuivE En heeft, door lof en eer, hier 't Heldengraf
Kerk. verworven. Van Bezuiden het Choor, naar den kant van
Jooftvan den ingang der Kerke op den Dam, is het Vondel. Qraf van jen vermaarden Digter Joost van Vondel, die hier, op den agtflen February des jaars 1679, begraaven, en met eene gemeene zerk, zonder eenig opfehrift, gedekt werdt. Doch omtrent drie jaaren laater , deedt de Heer J o a n S i x, Heer van Wimmenum en Vromade, Oud - Sche- pen en Raad deezer Stad, deeze regels op '5 Dichters grafzerk houwen: * Hic JACET Vondelus,
PhOEBO AC MüSIS AMICUS.
En nietjgelyk fommigen aantekenen,
VIr phoebo et MVsIs gratVs VonDe-
LIVs hIC est. 't welk Brandt (#), in deezer voege, ver-
taald heeft: hIer rVst Van VondeLhoogh beïaarDt,
APOLLO EN ZUN* ZANGBEIIG VVaArDt.
I
Van het jjet Burgemeefterlyk geflagt vanD e Ha*
van d? zede Georgio, eene begraafplaats in Hazc de het oude Drapeniers-Choor, aan denoordzy- Georgio. de der Kerke, welk nu tot eene Timmer- loots
(x) Vondew teren, hl. 74,
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 395
loots gebruikt wordt , gekogt hebbende, Nieuws
heeft, in den jaare 1702, van Burgemees- Kerk. teren de vryheid gekreegen (y), om de zerk, waarmede de begraafplaats gedekt is, hooger te mogen leggen, dan de andere zerken. Wy voegen hier by de naamen van deNaamlyft
Kerk meesteren der Nieuwe Kerke, derKERK- zo ver menze heeft können opfpooren: ™ST£" I
ï5°3' Geryt Jans Peng.
1503. Jacob Hugen Zoen. 1503. Ruyfch Jans. 151 o. Jan Dirksz. Zil. 1510. Frans Claeflèn. 151 o. Claes Beuyck. 1512. Walich Dirksz.
ï 513. Cornelis Benninck.
1513. Pieter Simonszoen.
1513. Jonge Claes Hein.
1514. Mr. Pieter Colyn.
1514. Jan Lambertfe.
1515. Jan Gavezoen.
1515. Reyer Pieterfe. 1517. Huygjanfen.
1518. Pieter Janfen Akkerman.
1519. Ruyfch Janfen.
15 20. Floris Janszoon.
1521. Popius Occo.
1522. Gerrit Ariszoen.
1523. Simon Claeszoen.
1524. Jan Pieterfe Schaep.
*525»
O) Gïoot-Mempi, #. VIII. ƒ. ui.
Cc %
|
||||
396 AMSTERDAMS IILDeel.
Nieuwe j 1525; Jan Banningh.
Kerk. 1526. Heiman Jacobszoen van Ouden Am- ftel.
. 1527. Dirck Jansz Peftren. 1538. Jan Ysbrantsz Hoolefloot. 1*538. Egbert Garbrantsz. |
||||||||||||||||
153&. Jan Willemsz.
|
||||||||||||||||
1538. Jan Ryfer Jansz.
1 . ,.
Na deezen, ontbreeken de naamen der Kerk- meeßeren , tot op de Verandering des jaars 15785 wanneer volgen Egbert Pietersz. Vinck,
Job Cornelisz. Cofter.
Jacob Bas.
Pieter Jacobsz. Bolwerck.
Jan Cornelisz Hooft. .
Rykert Autgesz.
Cornelis. Cornelisz. de Lange.
1 Gysbert Janfen van de Poll. Willem Pietersz. Hooft.
1593. Claes Claesz. Guidekruys. 1593. Pieter Matthysz. / 1593. Ifack Ouwerogh. 1593. Ysbrand Harmensz. 1597. Pieter de Vlaming. 1599. Gerrit Olphertsz.
1600. Matthys Pietersz.
1607. Claes Jansz. Buys. 1609. Franeois van Cruysbergen. 1612. Pieter Pietersz. Karfeboom.
. 1612. Dirrick Heynick. 1613. Jan Willemsz. Boogaert.
1616,
|
||||||||||||||||
" <■
|
||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||
)
|
|||||||||||||||
U,Boek. Gereformeerde Kerken. 397
1616. Michiel Reyniersz. Pauw. Nieuws 1620. Gerrit Hudde Hendricksz. Kerk.
1620. Pieter Jacobsz. Elias.
1622. Frans Jacobsz. Hinloopen. 1625. Matthys Willemsz. Raephorft. 1627. Hermen Theulrncxs. '
1628. Joan liivydecoper. j
1629. Dr. Pieter Jansz. Hooft.. . . .
1629. Dr. Cornelis van Dronckelaer.
1629'. Lucas Jacobsz. Rotgans. 1630. Hendrick Louwerensz.
1646. Fredrik Alewyn.:
1647. Zacharias Roode.
1649. Pieter Trip.; 1649. Jacob Pietersz, Elias. 1656. Jan DuytSr -
|
|||||||||||||||
...
|
|||||||||||||||
. .1657. Lucas Schölten,
1657. Jan Hinloopen.
|
|||||||||||||||
1657. Joan Rombouts.
|
|||||||||||||||
1667. Jan de Weert.
1673. Albert Bentes, • /r 1673. Karel Voet, 1675. Jacob Trip.
1675. Jan van Erpecum.
1675. Jacob ten Grootenhuys.
16jy. Jeronimo de Haze.
1680. Andries Bernarts. . ^ï
1680. Anthony Bruningh.
1681. Dirk Alewyn,
1682. Louis Wolters.
1685, Johan van der Merc% 1687. Adriaen Temminck. . 1688. Jan Elias Huydecoper,
1690. Mattheus Abbas. • \j_
J693. Reinier van Cuyck,
Cq 3 t^94v
|
|||||||||||||||
------------------------------------------- ■
|
||||||||||||||||
39S AMSTERDAMS WLThxL.
Nieuwe- 1694. Louis Vtétór. |
||||||||||||||||
<N
|
||||||||||||||||
w I7°4' 'Nico1^ Calkoen Cornelisz.
AAP£JU 1704. M'. Willem van Dam.
1707.-David van der Meer.
\ 1709. Nicolaas Elias. |
||||||||||||||||
1709. Anthony SehelJingwouw.
|
||||||||||||||||
1709. Jan du Fay.
171 f. Francis de Vicq.
171a. kloris Elias.
1713. Francis van HarencarfpeL
1714. Pieter ïïuguetan.
1714. Mr. Mattheus van Hartogveld.
1715. Jan van der Wiflel.
1719. Paulus Emtinck. [ ..
1724- Pieter Calkoen.
1727. Jacob Boreel Jansz.
1728. Mr. Ferdinand van Collen Fejdi
nandsz. .-• :}r
1730. Raymond de Smeth.
1732. Wybrand ten Poortingen. 1732. Heifdrik Hooft Gerritsz. 1734. Cornelis Munter. .r 1743- Andries Bicker. '
1749' Mr. EvertBerewout. 1749- Cornelis Jacob'van der Lyn, 1759> Jacob van Ghefel Junior. - 1763. Gerard Munter. III.
NIEUWE-ZYDS-KAPEL. Ä; TY,N^^e;zJ^-Kapel,vanouds
Nieuwe. *-/ ™ Heilige Stede genaamd, ftaat in de zYDs- Jialventraat, tegen over het Burger-Wees- *"*■"••'■ huis, |
||||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 399
huis, daar zy haaren aanzienlykften ingang Nieuwe.
heeft, in't wellen. Twee andere ingangen zy ds- deezer Kapelle zyn 'er, een in 't ooften op SawM 't Rokin, en een in 't noorden 4 in de Wy- oe-Kapelfteeg. In 't wellen, lleekt een fpit- fe tooren ten dake.iüt. i 't Is my ten hoogfte waarfchynlyk, dat Oudheid
men deeze Kapel, die nogtans, by haare eer-en Gele- fle opregting, eene veel geringer gedaante^nïe.id gehad heeft; na de Oude Kerk, voor hett£rge>ls" oudffce Kerkgebouw van Amfterdam houden moet, fchoon de juifle tyd van derzelver Stigringe niet aan te wyzen is. Men heeft, van ouds, geloofd, en de Roomfch-Katho- lyken houden, in 't algemeen, voor zeker, dat de Kapel, van welke wy fpreeken, ge- ftigt werdt, ter gelegenheid van zeker won- derwerk , omtrent het midden der veertien- de eeuwe, op de plaats der Kapelle, voor- gevallen. Omtrent den aanvang der zes- tiende eeuwe, is, zo ver my*gebleeken is, het eerfbe omftandig verhaal van het zelve in 't lieht gegeven, vermoedelyk in de La- |
||||||||||
tynfche taaie, 't zy door JanGerbrakds*
|
||||||||||
z o on : v an Leiden, of een' ander', op-
gellefö (&); waarnaar verfcheiden' overzet- tingen in 't Néderduitfch gemaakt zyn, zo in de oude Holland/ehe Cbronyk (#) en in de Vermeerderde Cbronyk van Bek.\(^), als in een afzonderlyk Boekje , waarvan my een afdrukfel ter hand gefteld is', tot titel heb- bende , Hier beghint die vind'mgc van 't hoich- weer~
(z.) Zie Le Long fc/, 197.
(*) Divif. XXIII. Caf>. X.
(ij In MATTHJii Anal. Tom, III. f, si8.
Cc 4
|
||||||||||
4<3o AMSTERDAMS IILDebl,
Nieuwe, weerdigc ende Heylighe Sacrament, in 't vier
2YDS- ende viam miraculofelyc ongcquetfi ende geheel EL' geconferueert; bet welche rußende is binnen der Stadt van Aemftelredam, ende die plaetfe wert gbenoemt ter Heyliger Stede (c). En 't verhaal van dit Boekje is wel 't uitvocrigfte. Eindelyk, heeft LeonardMarius, Fries- ter te Amfterdam op 't Begynhof (d), in; 't jaar'1639, eene uitvoerige Verhandeling over de Mirakelen der Heilige Stede uitge- geven , genaamd Amstelkedams eer ende opcomen door de denckwaerdige miraklen aldaer gefchied aen ende door het H. Sacrament des■■ Altaevs Anno 1345, t'Antzvcrpen [waar- fchynlyk, Amflerdam] by H e n n r i kA e r t s- sens 163p.doorBoETius A Bolswerï; weike laatfte naam, van fommigen (Y), ten onregte, voor den naam des Sciiryvers ge- -houden is. Verhaal De ïütvoerigfte Verhaalen van het won- van het derwérk, welk gelegenheid tot het ftigten Amfler- der Kapelle zou gegeven hebben, komen wonder- k*eroP u^t: » ^ac een z^ mettfch, hier ter
werk in » Stede, 's Dingsdags voor Palmzondag ,
fleffeili- „ zynde den zeflienden Maart , in 't jaar
p Stede. 5j 1345, kort na Vespertyd, het Sacrament
„ ontvangen hebbende, het zelve, lang na
„ zonnen-ondergang, wederom uitbraakte;
„ wanneer het, door de vrouwen, die den
„ zieke bedienden, in een zuiver vat, ont-
„ vangen, en in een groot vuur geworpen
., werdt. Dat eene van die vrouwen,/s an,-
„ de-
(c) Zie LE LQNG , hl. 199.
(d) J. F. f OPPENS Biblioth. Belg. Tom, II, p, ny.
(ie) l)APPi,a ik 3»7.J |
||||
JI.Boek. Gereformeerde Kerken. 401
„ derendaags, omtrent Priemtyd, by 't vuur, Nieuwe*
„ welk den gantfchen nagt gebrand hadt, zyds- „ zynde gaan zitten, midden in de vlammen, ^*1« „ de hoftie zag, zo geheel wit, als zyze, „ immerrneer, in eens Priefters hand, ge- „ zien hadt. Dat zy de hoftie , zonder zig „te branden, uit het vuur greep, en van „ de eene hand in de andere leide. Dat de „ hoftie , ondertuiTchen , eene vuurige of „ verbrande gedaante aangenomen hebben- |
||||||||||||||||
de , aan eene andere vrouwe overgegeven
werdt,dieze, in eenen fchoonen doek, leide, en in haare kift floot. Dat dé |
||||||||||||||||
& man deezer vrouwe, t'huis gekomen zyn-
„ de, en vernomen hebbende, wat 'er ge- „ beurd ware., de hoftie uit de kift nam, en gewaar werdt, dat zy zig inzyne hand |
||||||||||||||||
»1
|
||||||||||||||||
beweegde, even als het hert van een'
Z fnoek, die geopend was. Dat de hoftie ]] een vlek behieldt, op de plaats, daar zy, „ door den man, aangeraakt was, die'er, „ honderd of meer jaaren na dien tyd, nog „ aan te zien was. Dat de Priefter, ge- haald zynde, de hoftie uit de kjft nam, en in de Ciborie deedt; doch dat de Ci- ,, borie naderhand ledig, en de hoftie we- „ derom in de Jdft gevonden werdt. Dat dit, volgens fommige verhaalen, tot twe$ of drie reizen toe, gebeurde, zelfs na dat ", de hoftie reeds in de Oude Kerke over- " gebragt geweefi was. Dat de Priefter „ toenbefloot, dat de hoftie, plegtiglyk, afgehaald en overgebragt moeft worden; gelyk gefchiedde. Dat een kind van den man en de vrouw, die 4e hoftie gehad $ c 5 » had^ |
||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||
———^_—-^——
|
|||||||||
402 AMSTERDAMS IILDee£.
;, hadden, met de vallende ziekte gekweld
„ zynde, genezen geworden was, na dat de „ ouders en bloedvrienden het Sacrament, „ in de Oude Kerke, eerbiediglyk, bezogt, „ en aldaar hunne offerhanden gedaan had- ,„ den»" Het verhaal, in het boekje, waar fvan de titel aanvangt Hier beghint enz. wordt met deeze woorden beflooten : Ende want alle defe'voorfeide punBen van den heyligenSa- 'crament waraehticb zyn, ende wi bekennen, dat fi in der waerheit fo gefciet zyn, als voor- fcreuen, fo hebben wi Fiorys van ßoeckhorft, Ridder, Baeliu des mogenden Princes des Heren Graefs van Hollant in den lande van Amflel ende in Watcrlant, Scout, Seepen ende Rade der Stede van Amflelredam, om defe miracu- len allen kerßen menfeen te condigen , otifefe- gelen bier an gehangen. In 't jaer ons Heren M. CCC. XLV. • des Donredaecbs in der Oc- tauam van Paejfchcn. Sedert werdt,zomen wil, op de plaats, daar het wonderwerk ge- beurd was, eene Kapel geftigt, in welke de wonderdaadige hoftie , eerlang', geplaatft werdt, die de Kapel der Heilige Stede, eeu- wen agtereen, beroemd gemaakt heeft. Wy hebben niet voor, de waarheid van
't verhaalde wonderwerk, omftandiglyk, te onderzoeken. Doch wy können niet nalaa- tenj, eenige weinige aanmerkingen te maa- ken , die onpartydigen , van welke Gods- dienftige gezindheid zy ook zyn mogen-, moeten doen twyfelen, of het zig, met de gelegenheid van het ftigten onzer Kapelle, niet een weinig anders hebbe toegedraa- gen, dan ons het verhaal , genomen zo » als
|
|||||||||
NlEUWE-
ZYDS- Kafel.
|
|||||||||
Kort on-
derzoek der ge- loofs- waard ig- heid van dit ver- haai. |
|||||||||
__■ I ft * ' TV " *
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 403
als het legt, zou moeten doen denken. Nieuwe-
1. Ik merk, voor eerfi, aan, dat, in fchrif- tos-
ten van tydgenooten, zo ver zy my bekend £A j£L* •zyn, niets het allerminfte van dit beroemde no0ten wonderwerk gefproken wordt. B e k a , die reppen •gebloeid heeft, toen 't geval gebeurd moeftniet va"'t zyn, rept 'er geen een woord van. Even JJJ°^ef" weinig wordt 'er van gewaagd by anderen, die,omtrent het midden der veertiendeeeu-
we, geleefd hebben, en welker fehriften tot ons gekomen zyn. 2. De oudfte Schryvers , die 'er van ge- De oud-
waagen, hebben, ten minften honderd jaa- ^en > <*ie ren na den tyd, waarin het wonderwerk ge- **vari loofd wordt gefchied te zyn, gebloeid. 'Engen, dóen deezen fpreeken 'er van, in zeer algemeene t met woorden. De Schryver van het Goutfcheweini£e Cbronyxeken (ƒ) zegt alleenlyk : In 't jaar '^ver-** ons Heeren M. CCC. ende XLVII. doe ge-fchiUen fchiedo dat Mirakel in die Stede van Amßer-o^ent dam van den H. Sacrament. Veldenaarden{Yd fchryft (g): In den jaer ons Heren 1342, Joe beurde?2 |
|||||||||
'*
|
|||||||||
gefihiede, in die Stede van Amflerdam, een
groot mirakel van den H. Sacrament, dat een fieck menjche ontfangpen badde, ende over•gaff\ ende in V vuer gegoten wert. Doch men ziet, dat beide deeze Schryvers, de oudften, die van 't Mirakel gewaagen, merkelyk, omtrent den tyd van 't gebeurde , verfchillen. De eerfte fielt, dat het f in 't jaar 1347 ; de tweede, dat het, in 't jaar 1342, gebeurd is. En 't zelfde jaartal vindt men ook, in de Latynfche Uitgaave van Vel denaars ChiO'
(f) Bladx,. 103.
(g) Btadz., 78.
|
|||||||||
4<H AMSTERDAMS HI.Dees.
Nieuwe- Chronyk (h). In een ander Chronykje, welk
Kwel a§ter de Chronyk van den Ongenoemden Klerk
uitgegeven is, leeft men ook (i) ; i^m, /« V jaer ons Heeren M. CCC. en XLII., /o* ghefclede een myrakel van onfer lieve trouwe ende van den heylige Sacremente tot Aemfier- damme van den brande. Jan Ger- 3. De Haarlemmer Karmeliet, J a n G e r- brands- br andszoon vanLeiden, diein'tjaar Senlj5,^ °verleedt, is de eerfte der bekende de eerfte, Schry veren, die 't gebeurde, in 't jaar 1345, die't^e. geplaatft, en met byna alle de omftandig- mïïS J1*0' met WeIken wy het; boven verhaald
plaatlt. hebben, te boek gefield heeft (k). Enhyis, door den Schryver der oude Holland/ehe Cbro- nyke; door den Fermeer der aar van Bek a, en door alle de overigen, gevolgd. Wat men 4. En hier valt nu de vraag, of het ver- dehTh ^ ^er °udfte Schry veren, onderling en benVan ' met de IW1^ omtrent den tyd van 't ge- het be- beurde, de geloofwaardigheid van 't verhaal zegeld niet vry wat verzwakt? 't Is waar,dat we^ nifdfr" der0m tot bevefliSing van dit verhaal fchynt
Wethou. teftrekken, dat Floris van Boekhorft, Rid*
derfchap d<pr en Baljuw van Amftelland , benevens
van Am- Schout, Schepenen en Raaden van Amfler-
flerdarn, ^arn^ het wonderwerk, weinige dagen na
dat het, in 't jaar 1345, zou voorgevallen
zyn, met hunne zegels, bekragtigd hebben.
Doch niemant getuigt deeze bezegelde brie^
ven immer te hebben gezien. En ik meen
niet, dat 'er van gewaagd tfordt, eerder dan
(b) In MATTH/EI Anal. Tom. V. />. ss7.
(i)- B adz.. 217.
(O Ch£OI>- L,f>r- XXniI. Cap. X. f, ij4,.
|
||||
iL Boek, Gereformeerde Kerken. 405
in 't kleine Mirakelboekje , welk , eerit in Nieuwb. Pt jaar 1518, in 't Hcht gegeven werdt Zo zw |
||||||||||||
'
|
||||||||||||
ook deeze brieven, in vroeger tyd, bekend Kapel.
geweefl waren, is 't bezwaarlyk te begry- pen, dat Schryvers der vyftiende eeuwe , omtrent het jaar van 't gebeurde, zo mer- kelyk verfchild zouden hebben. Ik zou hier- om, voor de egtheid deezer bezegelde brie- Ven , geenszins , durven inftaan. Om nu nog niet te zeggen, dat Floris vanBoekhorfl, Ridder, my, nergens, als Baljuw van Am- Heiland , voorgekomen is. Van Leeu- wen meldt maar drie Edelen uit den huize van Boekhorft vandeezen naam. Tweeder- zelven bloeiden in de zefliende eeuwe: de derde, omtrent den jaare 1330: doch deeze laatfte was Rentmeefter - Generaal van1 Kei- zerinne Margareet (/) , naderhand, Graa- vinne van Holland; en, zo ver blykt geen Baliuw van Amflelland. In eene gefchree- ven Lyfl der oude Baljuwen van Amftelland, door Schepen Gerard Schaep Pie- t e r s z o o n opgemaakt, wordt ook geen Floris van Boekhvrfi, en zelfs in t geheel geen Floris gevonden, dan Floris de onledige, |
||||||||||||
'
|
||||||||||||
'
|
||||||||||||
op het jaar 1313; doch deeze kan in't jaar
104* geen Baljuw van Amftelland geweeit zyn, alzo 'er, in de gemelde Lyfl: en elders, na hem, en voor 't jaar 1345, nog wel drie Baliuwen van Amftelland geplaatft worden, te weeten, Arfl van der Horfl, op het jaar 1327, Willem Kufervan Ooflerwyk, op het jaar 1332» en Heer Gerrit van Eemskerk, Ridder, op het
(/> VAN LïEüWï.N Batav. Wuft*. *ƒ. 8«© «*.
|
||||||||||||
4o6 AMSTERDAMS IU.Deel.
Nieuwe-het jaar 1338 (m).* Gevolgelyk , is Floris
zYDs- de onledige de Floris van Boekhorfl niet ge-
Kap£l. weeft) die{. in »t jaar I345 ^ aIs Ba]j.uw vaii Amftelland, het wonderwerk getuigd zou
hebben.
Omtrent 5. De Kapel der Heilige Stede, is nog- het jaar tans> niet ]ang na >t midden der veertiende moet
eeuwe, reeds zo vermaard geweeft, dat'er,
nogtans naar alle waarfchynlykheid, in of omtrent
iet zon- den jaare 1345, iet vreemds is voorgeval- •ebcïrd kn) °PdePlaats> d^zy gefügt werdt,'t
zyn,welkwelk» .in die tyden, voor een wonderwerk aanlei- aangezien, en greetiglyk verfpreid en ge- ding tot Ioofdis. Men heeft'er, in laater'tyd, nieu- teenengdewe omftandigheden byverzierd,die 't geval ver. nog wonderlyker hebben doen voorkomen, maard. De beroemdheid der Kapelle lokte zo veel* W11? 7°lks naar Amfterdam, en bragt Geeflely- gegeven ken en weereldlyken zo groote voordeden heeft. aan, dat niemant reden hadt, om haaren wonderdaadigen oorfprong in twyfel te trek- ken , tot dat de tyden begonden te veran- deren , en men de bewyzen begon te onder- zoeken , waarop de waarheid van 't Amfter- damfch Mirakel gevefügd werdt. Wat dit, Veelligt, heeft tot het fügten der Kapel- vermoe- lealleenlyk gelegenheid gegeven, dat een «Weeft kranke de hofHe» die hem I door den Pries-
zy? ter> gegeven was, niet heeft können door- zwelgen , maar geheel wederom uitgebraakt heeft, 't Uitbraakfel, in 't vuur geworpen zynde, heeft de vlam, ligtelyk, in zo verre können uitbluiTchen, dat men de hoftie, on- ge- C*»} Zit Mieris Chartexb. II, Deel, bl. 41;, <jZI, |
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 407
gefchonden, heeft können opraapen. HierNiEuw*.
van heeft men, terftond , veel gerugts ge- zyds- rnaakt, als van een groot wonderwerk. De Kafel« wooning, daar 't geval gebeurd was, is tot eene Kapel verbouwd: waarin , zo fommi- gen vernaaien, de haardftede, met roode fteenen belegd, bewaard gebleeven is, tot in 't jaar 1624, wanneer zy, nevens een klein fchoorfteentje, welk tegen een' pilaar aan ftondt, is afgebroken («). En indien men Van het dit verhaal aanneemt, volgt 'er uit, dat het Mirakel- zogenaamd Mirakelhuis, aan de weftzyde der j" kift* Kalverftraat, tegen over de Kapelle, welk waarin' lang door een Roomfchgezind geflagt be-de hoftie woond geweeft is, niet liaan kan op de plaats, §eleS^ daar men, oulings, geloofde, dat het won- derwerk omtrent de hoftie gebeurd was; al- zo de haardftede, volgens dit verhaal, aan de ooftzyde der Kalverftraat gelegen, en in den omtrek der Kapelle begreepen geweeft is. De noordwefterhoek der Kapelle wordt zelfs, nog tegenwoordig, de heilige hoek ge- , naamd. Maar de kift, in welke de hoftie
|
|||||||
gelegd werdt, is, zo men wil, nog tegen
woordig, in wezen, en wordt in 't Burger- Weeshuis bewaard. Immers, my is, aldaar, op den twee en twintigften April des jaars 1762, eene oude kift getoond, die zeven- tien duim hoog, ruim zeftien duim breed, en, over het dekfel gemeten, ruim tweeen dertig duim lang was. Zy hadt, van voo- ren, drie yzeren floten, en was, op het dek- fel, («) Opkomft der Nedexl. beroerten «nz. gedrukt te£j»-
len 167}. kk 137, |
|||||||
\
|
|||||||
——
|
||||||||||||||||||||||||||
408 AMSTERDAMS III.Dee£<
Nieuwe- fel, befchilderd met drie witte hoftien inde
|
||||||||||||||||||||||||||
ZYDS
Kapcl.
|
vlammen: met twee diergely'ken, tegen de
|
|||||||||||||||||||||||||
einden,en met nog twee, van vooren; voor
welke laatiten, twee Engelen knielden; doch alle deeze nguuren waren, reeds voor een groot gedeelte, uitgefleeten en vergaan. En deeze kift werdt van de Roomfchgezinden, die dezelve nog dikwils kwamen zien, ge- houden voor dezelfde, waarin de wonder- daadige hoflie gelegd geweelt. was. |
||||||||||||||||||||||||||
De Pro-
vifoors
der
Heilige
Stede
draagen
het on-
|
De Kapel kreeg, terftond na dat zy ge-
ftigt was, den naam van Heilige Stede. Ën de Provifoors ende beivarers van dezelve on- derhielden eenen weg, die, van den Am- ftel, nu 't Rokin, liep tot heel aan Slooten, |
|||||||||||||||||||||||||
en gebruikt werdt door zulken, die de Hei-
|
||||||||||||||||||||||||||
.d5'h°"d h
|
'b
|
e Stede kwamen bezoeken. En deeze
|
||||||||||||||||||||||||
Heiligen weg wer^ de eilige Weg genaamd ; een
weg op naam, die nog aan een gedeelte van deri- *anhet. zei ven gegeven wordt. In *t jaar 1371,
Oaitnuis. ^erdt deeze Weg verkogt aan »t Gafthuis binnen Amfterdam , die 't onderhoud van
Eurge- den zelven op zig nam (0): doch zig, ver- mehrte- rnoedelyk uit onvermogen, niet naar behoo- ten 'er ren ^we,Qt van deezen pligt; waarom de De* zig mede, ken en 't Kapittel der Lieve-Vrouwe in den onder Haage Burgemeefteren der Stad, in den jaa- zekere re 14.15, met het onderhoud van de Kapel- waarden, k en van den WeS> die toen beide merke- ' lyk vervallen waren, belaftte , hun , daar- entegen, alle de inkomften der Kapelle, en alle de Offerhanden, die aldaar gedaan zou- den worden, afftaande, mids daar van een mark
(>) HanJv. hl. ut.
|
||||||||||||||||||||||||||
II. BöEfc. Gereformeerde Kerken. 409
mark fyn zilvers 's jaars, aan 't Kapittel in Nieuwë-
den Haage, wierdt uitgekeerd. Uit den brief* zyds- die hiervan verleend werdt * blykc, dat het KAm" Sacrament, welk , dus luiden de woorden, in de plaats,daar de Kapel flaat, wonder daa- diglyk gevonden was [in loeo, ubi di6ta Ca- pella • fituatur, miraculofe invento] toen irt de Oude Kerke bewaard werdt; doch dat mert onderftelde, dat het j t'eenigert tyde ^ in de Kapelle zou können worden overge- bragt. Ook ziet men, uit den zelven, dat de Priefter, die, als Kapellaan, in de Ka- pelle-der Heilige Stede, dienft deedt, al fe- dert vyftig jaaren, door Burgemeefteren be- noemd j en, door 't Kapittel in den Haage 4 aangefteld was. En eindelyk, blykt 'er uit * dat 'er toen, behalve het hoog Altaar, nog drie andere Altaaren in de Kapelle waren (p). De brief, waarby de Regeering vanAmiter- dam zig verbindt * om het gemelde mark fyn zilvers 's jaars aan 't Kapittel der Lieve Vrou- we in den Haage te betaalen, is bewaard in een Vïdimus van Schepenen van den Haage van den jaare 1550, en nog nimmer in't licht gegeven, waarom wy dien, hier agter, on- der de Bylaagen (q) , geplaatft hebben. Indien men flaat maaken moge op het De Ka-
verhaal van den Vermeerderaar der Chronyke pel ver- van Bek A , ds de Kapel der Heilige Stede, b™n.di:> op Zondag den drie en twintigften April des l^S^T jaars 1421, afgebrand. Zelfs fchynt hy te zeggen, dat de wonderdaadige hoftie toen ook
(f) Handv. il. 4*1.
(?) lf D. VII. Stuk. * Dd
|
||||
.....--------------------------------------------------------------------'----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ■ —*^^
\
|
|||||
410 AMSTERDAMS IHDeel,
Nieuwe- ook door de vlamme verteerd werdt. Dus
zTDs- luiden zyne woorden: Doe bernde die nye Kapel, farck, die beylige Stede, ende dat heylige Sa- crament aldair te rußen flach ( r ), Aan dee- zen brand, fchynt gedagt te worden in een' Schepenen-brief van den tweeden Maart des jaars 1423, waarby een huis en erve op tie Middeldamme , aan S. Nicolaas - Kapelle en Gafthuis opgedraagen wordt, welk belend was met een erue op ten hoek van der Stege, dar Kathryn Heyndrik Andries foens We- duwe, voir den brande, in plach te woenen. En in 't Ondertuffchen, hebben anderen, ook in laa- jaari452.ter? tyd, geloofd en gefchreeven, dat het Sacrament, naderhand, nog in wezen ge- weeft, en zelfs, in eenen anderen brand, die op den een en twintigften May des jaars 1452 voorviel, midden in de vlammen, on- befchadigd gebleeven is (s). Onder anderen, wordt zulks getuigd, door den ongenoemden Befchryver van Amfierdam, die omtrent den jaare 1500 bloeide (f). Doch zo de won- derdaadige hoftie, in 't jaar 1421, reeds ver- brand geweelt is, gelyk de Vermeerderaar van Beka fchynt te zeggen, kan zy, in 't jaar 1452, niet, ongefchonden, in 't midden der vlammen, bewaard geweeft zyn. Zy wordt Vader gaat, dat de Kapel, na 't jaar 142 r, grooter herbouwd is, en, in 't jaar 1452, ander- en fchoo- maa] afgebrand zynde, zo veel ichooner en bouwd!" riumer werdt opgetimmerd, dat zy, reeds om-
(r) Vermeerd. Beka , bl. 19t.
(3) L. Makius Amfielr. eer enz.il, 64, Zit »e^'f Ver-
haal by Le Long. bt. 324.. (r) <,iU Calcetn PQNTANJ, /. 3, .
|
|||||
I *
|
|||||
il. Boek. Gereformeerde Kerken. 41 i
omtrent den jaare 1500, onder de fraaifte Nieuwe*
Kerken gerekend werdt. Zywerdt, ten dien zyds- tyde,en nog lang daarna, van alle kanten, Kapi?l' niet flegts uit de verfle hoeken der Stad , van de Haarlemmer-Poort en 't Hoofd af (h); maar ook uit andere Steden, en zelfs uit af- gelegene geweften, rykelyk bezogt en be- giftigd , met naame door zulken, die, van gevaarlyke reizen, behouden waren t' huis gekomen. De Aartshertog Maximiliaan, in *t jaar 1484,in den Haage krank leggende, deedt eene gelofte, om het Sacrament te Amfterdam in bedevaart te gaan bezoeken, indien hy in gezondheid herlteld mögt wor- den. Zyne herftelling volgde op deeze ge- lofte t waarop hy zig herwaards begaf, en eene Kelk en Waskaars van eene geweldige grootte, in de Kapel der Heüige Stede, offerde (v). Ook vereerde hy een glas in de Kapelle, waarvan nog een gedeelte in den zuidooilelykenhoekvan't gebouw over- gebleeven is. t Gemeen gevoelen was, dat, door het Sacrament hier ter Stede, verfchei^ den' wonderdaadige geneezingen gefchied* den. Doch fommigen verhaalen, dat de ou- de miraculeufe hope, door den tyd vergaan zynde, van den Biffchop van Utrecht genut- tigd was; die eene andere hoflie, in derzel- ver plaatfe, gewyd hadt (w). Op den Sa- craments-dag in de vallen, hieldt men eeneil plegtigen ommegang, met het miraculeus Sa»
(«) W. SYVAERTS Roomfche Myftericn ontd. ƒ. jj verf»»
(v) Anonym, ad Calcem Pontan I * p. $.
{»> W. SYVAERT» Roonifche Myft«i. ontdekt, f. 31 vvjï.
Dd t '
|
|||||
-----------
|
----------------—
|
||||||||||
412 AMSTERDAMS IIIDèel,
1 Sacrament , en omtrent Pinkfteren , een*
diergelyken; gelyk wy, reeds op eene ande- re plaats (x), hebben aangetekend, 't Vry- geleide, welk, by deeze gelegenheid, ge- meenlyk voor veertien dagen,verleend werdt, lokte veel volks herwaards. Doch ook aan ZLilken, die, op andere tyden, het Sacrament, in bedevaart, kwamen bezoeken, wordt, in eene der oudfte Keuren, vrygeleide ver- leend , met deeze woorden: Item enich man of vrou-wenaem die binnen der Stede coemt zyn pilgrimmaedze te doen ten heylighen Saeramen" te, dien en machmen niet becommeren noch be~ Jetten hinnen der Vryhede noch dair buten van enfin poirters. Mer wairt dat hy om ander zaken quame» dat zoude fiaen tots gherechts bekenninge. Ende dair zullen zy toe doen alze der gberechte zal guetduncken (y). Opmeer heeft eenige wonderdaadige geneezingen aangetekend, die, ten zynen tyde, in de Ka- pelle van de Heilige Stede, gebeurd zouden zyn. Onder anderen, fchryft hy het fchie- lyk opbreeken van het beleg der Stede, in den jaare 1572 (z) , toe aan eenen omme- gang met het Sacrament, op den raad van een* Boer van Abkoude,. gedaan (a).Hoe Von- del, in zynen tyd, getragt heeft de Won- deren der Heilige Stede, in een trefFelyk vers op haar derde Eewwgety, der vergetel- heid te ontrukken (b), is, by de hoogag- ters zyner Poê'zye, bekend. De
fx) II. Deel, IV, Boeier bl. 404.
(y) Ketub. A. f. j.
(x.) Zie II. Deel, VIII. Btsk, tl. ««f.
(/) Cathol. Marielaats-Boek, II, üetlt tl. fzt jg$,
{») Poëzy I, Dtelt tlt 462.
|
|||||||||||
Nieuwe
zyds-
Kapel.
|
|||||||||||
ÏI. Boek. Gereformeerde Kerken. 413
De Kapel, die, in 't begin der vyftiende Nieuwe«
ceuwe, maar vier Altaaren hadt (c), was, zyds- omtrent denjaare 1500, van zes Altaaren Kap£L* voorzien. Het beroemdiïe van deezen wasAl?aren» het H. Sacraments - Altaar, behoorende aan Kapelle, een Gilde van Vrouwen, het H. Sacrament s-' Gilde genaamd. De Overwyfven van dit GiK de, gelykze, onder anderen, in eenen Sche- penen-brief van den jaare 1498, genoemd worden, waren, in't jaar 1573, Tryntgen Hendrix, Aef Jacobs > Tryntgen Pieters en Mari Claes, gelyk blykt uit eenen brief, die in 't Burger-Weeshuis bewaard wordt. Nog vondt men 'er S. Hieronimus- Altaar, gemeld in eenen rentebrief van denjaare 1539; 5. Rochus-Altaar, waarvan, in brieven yan de jaaren 1548,1552 en 15 66, gewaagd wordt, en S, Laurens - Altaar, gemeld in eene Lyft van de inkomften der Kerke van Sloote/dyk (d). Voorts, was 'er een Lieve - Vrouwen- Altaar, welk aan de noo'rdzyde der Kapelle ftondt, en reeds, in eenen Schepenen-brief van den jaare 1368, vermeld wordt. De Kruisbroeders, die in de Heilige Stede by^ eenkwamen, en in 't jaar 1361 reeds ver- meld worden, hebben 'er waarfchrynlyk ook een Altaar gehad. Voor de Kapelle der Heilige Stede, ver^ Veratide-
moedelyk boven den ingang in 't wellen , ringen plagten, tot op de tyden der Hervorminge^^^ toe, deeze woorden, met gouden letters, te de Hcr- leezen te zyn: Signa & mirabilia fecit in te vorming» Deus
(c) Zie hier voor, tl. 409.
{d) By LE LONG, bl. 497. Dd 3
|
||||
414 AMSTERDAMS III. Dm,
Nieuwe- Deus excelfus, dat is „ de groote God heeft,
2YDS- „ in u, tekenen en wonderen gedaan (e)" Kapel. j)och dit opfchrift is , naderhand , uitge-r wifcht. Eenige Roomfchgezinde Schryvers verhaalen, dat de Kapel, na de verandering des jaars 1578 , eenen geruimen tyd, ge- bruikt geworden is, eerft tot een' Paarden- ftal, naderhand, tot een Stads Turf huis, en eindelykjtot een Zout-kafTe (ƒ). 'tLaatfte wordt, ook door anderen , beveiligd , en, meent men, dat zulks, nog in de voorgaan- de eeuwe, aan 't ziltig uitflaan der pilaaren, . van welken toen eenigen vernieuwd wer- den, zou gebleeken zyn (g). Zeker is 't, dat 'er, na 't jaar 1578, eenige jaaren ver- loopen zyn, eer de Kapel tot een Godsdien- flig gebruik gefchikt werdt. De Vroedfchap befloot, in 't jaar 1586, dezelve af teilaan aan de Walfche Gereformeerden (h). Doch ik meen niet, dat dit beliuit ter uitvoeringe gebragt werdt. Omtrent drie jaaren laater, werdt zy, ten dienfle derNederduitfche Ge- reformeerden , tot het doen der Hoofdpre- dicatien, bekwaam gemaakt; alzo de twee Hoofdkerken, ter oorzaake van het aan* waflen der Gemeente, te klein geworden waren (1). Op den eerflen Zondag in De-r cember des jaars 1590, werdt 'er 't eerfte 1 Avondmaal gehouden, waartoe 't brood en cte wyn, op lad van Burgerneeileren, door Kerkt
O) W. SWAKRTS Roorafchc Myfter. onrdekt, ƒ. 3j.
(f) Opkomft dcj Nederï. bereerten gedr. id-;ubl. 137.
(g) DOMSELAER IV. Boeket hl. 7;. COMMELltf, *l> 47°*
($) Rcfol. Vroedfch. N. $. 14 UtrU ijritf. (t) Refol. Vioedlch. N. 6. %% Nov. jjg».
|
|||||
\
|
|||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 415
Kerkmeefteren der Nieuwe Kerke, bezorgd Nieuwe«
werdt (k). De Kapel is, federt, in de te-zYDs- genwoordige gedaante herbouwd. In 't jaar Kapel*. 1657, werdt beflooten, den vloer derzelve te verhoogen , en met blaauwe zerken te beleggen (/). Te vooren was dezelve,zo ik meen, flegts met gebakken fteenen belegd geweeft. De Nieuwe-zyds-Kapel is honderd vyf en Tegen-
tagtig voet lang , en honderd en dertig woordige voet breed; en wordt verlicht door dertig der*3" groote glasraamen. 't Gewelf ruft op twin-Nicuwe- tig ronde fteenen zuilen. By avond worden, zyd*- op tien koperen kaarskroonen , 't vereifcht KaPelIc* getal van kaarfen ontftoken. Over de drie toegangen naar 't Doophuis, leggen drie fierlyke koperen boogen. Ook zynde fchui- ne plaaten, waarop de Predikant en de Voor* zanger den Bybel leggen, van doorlugtig ko- per , konftiglyk, gewerkt. .Van binnen te- gen den weftergevel der Kapelle , is eene ruime Galery voor de Weeskinderen , op welke ook , veeltyds , andere toehoorders plaats neemen. Regt hier tegen over, in 't ooften, is een net portaal, beftaande bene- den uit zes grooter, en boven uit zes klei- ner geflingerde kolommen , die ook een klein Kapelletje onderfteunen. Tegen 't noorden, ftaat een klein Orgel, 't welk, in zuiverheid van geluid, boven alle de Orgels hier ter Stede, plagt uit te munten; doch fe-
t 1
f^) Vit de Oorfprongkelyke Orde van Bürgern. van jo
Nivcmb. IJ90. berußende in de Nieuwe Kerke, {l) Re tol. Vtoedlch. L*. A. ig Jan. 16J7. f. IJ>9 ,v«r/5. Pd 4
|
||||
'üBBKHw i«»j jmm.Mmm':A>«9^
|
|||||
4.16 AMSTERDAMS III.Deee,
Nieuwe- federt de jongde herftelling, veel van zyne
Kap1"l voImaaktheid verlooren heeft. De deuren zyn, gelyk doorgaands, befchilderd, aan de eene zyde, met Davids inhaaling na 't ver- daan van Goliath, en aan de andere, mee den fpeelenden David , door Saul met de fpietfe gedreigd. In de Nieuwe-zyds-Ka- pel, zyn gcem zeer aanzienlyke Begraaf- plaatfen. Men heeft 'er het Graf van den Schout deezer Stede Willem van der Does, en van zyne Egtgenoote Maria Govers, en eene Grafkelder van 't Geflagt van dlewyn. * In 't Kerkmeefters - Comptoir, aan de noord- zyde der, Kapelle, hangt een groot Wapen- bord der Kerkmeefteren, federt het jaar 1519. Voor den fchoorfteenmantel, ziet men het wapen en zegel der Stad, en de wapens van vier Kerkmeefteren, Ttolcns, Pancras, Scott en Valcomer, ten tyde van welken, de man- tel fchynt gemaakt te zyn. 't Schoorfteen- ftuk is met kwalyk gefchilderd. Ik heb, in 't Kabinet van Kerkmeeftercn, geene oude ftukken , de Kapelle betreffende, können vinden. Alleenlyk, worden aldaar nog eeni- ge brokken bewaard van een gedoodverwd Schilderftuk, waarop het Mirakel der Hei- lige Stede, en byzonderlyk, de vrouw, die de onbefchadigde Hoftie uit het vuur grypt; de plegtige ommegang met dezelve ; de aanbidding derzelve, door Engelen, en men - fehen , en andere hyzonderheden verbeeld zyn. ( In dezel- In 't eerfl werdt, in deeze Kapelle even
ye wordt,als in dj Hoofdkerken, alleenlyk in de Ne- Hoog- dentottfche taaie gepredikt. Doch de Dak* icne
|
|||||
♦
|
|||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 417
fche oorlog eerfl:, en daarna de dood van den Nieuwe-
Paltsgraave Fredrik, verkooren Koning van zros- Boheeme, in den jaare 1632, gaf aan eenKAPE*- groot getal van Hoogduitfche Gereformeer- duitfche den gelegenheid, om hun Vaderland te ver- SJjJf laaten, en zig hier ter Stede neder te zetten. Van toen af, werdt ook, eens of tweemaal ter weeke, ten dienfle deezer Geloofsgenoo- ten, in de Hoogduitfche taaie, gepredikt, m de Nieuwe-zyds-Kapelle, zynde Otto Ra- dius den eerften Leeraar geweeft, die, tot het waarneenun van den Predikdienft in de Hoogduitfche taaie, in 't jaar 1620, her- ■ waards beroepen werdt. Tegenwoordig , wordt 'er, des Zondags, na den middag, en van half February tot het einde van Augus- tus , ook des Woensdags, ten vyf uuren des avonds, om de veertien dagen, in de Hoog- duitfche taaie, gepredikt. Ook wordt ?er, pm de twee maanden, het tweede Avond- maal , in deeze taaie, gehouden. Róndsom V de Nieuwe-zyds-Kapelle, zyn eenige woo- * ningen en kaflen getimmerd , die , door Bedienden derzelve , bewoond, of, door Kerkmeeiteren, aan anderen verhuurd wor- den. Zie hier de naamen der K e r k m e e s t e- Naanïlyfl
ren van deeze Kapelle, oudtyds RegentenderKe**« van der Capelle en Capelmeejleren genaamd, ^ST£' zo ver dezelven hebben können gevonden worden : 1431. Jan Bout Aelbertszoen.
1431. Dirck Jacob Fekardyszoen. 1431. Jan Beduynre Aelbertszoen. Dd 5 * 1503.
|
|||||||||
/
|
|||||||||
\
|
|||||||||
■ .
|
|||||||||||
4,rg AMSTERDAMS III. Deel,
1503. JBmyning Jacobsz.
1503. Frans Qaesz. 1503. Mr. Pieter Colyn. 1511. Claes Volkertsz. 1511. Dirck Jan in de Kalverfiraet over de
Heilige Stede.
1512. Pieter Stevensz.
1513. Popius Occo.
1517. Klaes Hein.
1518. Heiman Jacobsz. van Oude Amftel,
1519. Klaes Boelensz.
1522. Jan Dirksz. Sil.
1523. Jacob ßanninck.
1524. Dirck Martsz. Mooy.
1525. Jan Lambertsz.
1526. Willem Koek.
1527. M'. Hendrik Dirksz,
^543« Jacob Wouter Dobbesz. x543- Jacob Heindriksz. 1543. Aris Gerritsz. 1543. Pieter Koenesz.
1549. Härmen Jansz.
1551. Claes Dircksz.
I55i' Jan Vechtersz.
1562. Härmen Gysbertsz,
1562. Olof Abinga.
1593. Willem Jansz. Bogaert.
1593. Huyg Hendriksz. Verploeg.
1606. Gerrit Gerritsz. Dootshooft.
1618. Volkert Nanning van Ayta^
1623. Reynier Reael.
1628. Hendrik Brouwer.
1632. Jacob Reepmaker.
1634. Jan Witfen.
J637. Nicolaes van Bronckhorfl.
|
|||||||||||
Nieuwe-
ztds-
Kapel,
|
|||||||||||
-
|
|||||||||||
H, Boek. Gereformeerde Kerken. 419
1639. Jan Jansz. Koekebacker. Nieuw*
1646. Jacob Valckenier. • ***»•
164.6. Everard Scott. ^***1"
1664. Abraham Alewyn,
1672. Egbert de Vry. 1678. Jan van Erpecom, 1678. Hendrik Scholten.
1679. Jacob Scott.
1679. Joannes Tielens de Jongef .
1679. Jacobus Valconier. 1682. Jofephus Coymans.
1683. Gerbrand Pancras,
1688. JanNuyts. 1690. Daniel Kick. 1705. Mr. Gillis Graafland,
1709. Mr. Gerard Trefchouw. 1712. Jan Ditelaar. 1715. Mr. Daniel van Liebergen.
1716. Adriaan van der Ghiefen.
1719. Abraham Mattheus Koolbrand,
1729. Joan Scherenberg,
1730. Daniel Bäcker.
1732. Antoni Warin. 1740. Hendrick Bicker Jansz, 1746. Egidius van de Poll. 1749. Joan Couck. 1753. Jonas Witfen de Jonge, Ï754. Mr. Hendrik Bäcker. 1758. Daniel Hooft Gerritsz. 1760. Jean Deutz.
1761. Mr. fricolaas Willem RoèU
1762. Mr. Joan Graafland de Jonge.
1764. Jacob Hooft. |
|||||||
IV,
|
|||||||
"-..,(■. .„(UW>, - - -------------------------------—------
|
||||||
420 AMSTERDAMS III.Beeil,
IV
X V .
OUDE-ZYDS-KAPEL.
Befchry- P\e Oude-zyds-Kapel flaat aan't
ving der \_^f begin van den Zeedyk by den Kam-* Oudé- per-Steiger, alwaar zy twee ingangen heeft. ZYDs- Twee andere ingangen zyn 'er, in de Kapel-? PELLE'ftéeg. Boven den voornaamften ingang in 't noorden, op den Zeedyk, zyn een geraam- te , eenige doodsbeenderen, en eenige ko- renairen, daaruit opryzende, in fteen uit- gehouwen , waaronder men leeft f ,SPES ALTERA VITiE.
dat is:
De andere hoop des Leevens.
■■
2 is De Oude-zyds-Kapel is, oulings, niet aan
van ouds, S. O duif, Priefter en Prediker in Friesland,
aan S. in de negende eeuwe; maar aan S. Olofy Olof een» ^er eerfte Chriften-Kpnjngen van Noor- wSSSL wegen •> ^e *n ^e e^e eeuwe bloeide, toe- gewyd geweeft,en werdthierom, voorden tyd der Hervorminge, de S. Olafs Kapel ge- naamd. Sommigen hebben hieruit afgeleid, dat deeze Kapel, ook reeds in de elfde eeu we, geftigt is, en, derhalve, voor het oud- fle Kerkgebouw van Amfterdam gehouden moet worden (m). Doch zo de Leeftyd van. eem?
(m) LE LONG, hl, ft« 52,
|
||||||
t
|
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 421
eenigen Heilig iet bewyft, omtrent den ou- Ouds>
derdom van Kerken of Kapellen, $an denzyns- zelven toegewyd , zullen verre de meefle Kapel. Godsdienflige gefügten eeuwen ouder zyn, dan zy, op goede gronden, gehouden wor- den, 't Komt ons, in tegendeel, voor, dat Redenen, de S. Olofs-Kapel niet alleen jonger is, dan de °m te £e" Oude Kerke en de Nieuwe-zyds-Kapel, die da°zy!* in de veertiende eeuwe geiligt zyn ; maar niet lang dat zy zelfs, na de Nieuwe Kerke,. die in voor 't 't begin der vyftiende eeuwe gebouwd werdt, J^^f, gefügt geworden is. En dit ons gevoelen tiende {leunt op deeze drie redenen^ eeuwe, 1. Niemant heeft, tot hiertoe, een eenig gefügt
fchrift of Huk te berde gebragt, «ouder dan f^66 de vyftiende eeuwe , waarin de S. Olofs- Kapel genoemd wordt; 't welk gegronde re- den geeft, om te vermoeden, dat zy, voor dien tyd, niet in wezen geweeft is. , 2. De Stads-Poort, die digt by de S. O-
lofs-Kapel plagt te liaan; lang tot een ge- vangenhuis gebruikt is (»), en eerfl in 't jaar 1618 afgebroken werdt (0), droeg, in de zefliende (p), en miflchien reeds in 't laatfl, of in 't midden der vyftiende eeuwe, den naam van 8. Olofs-Poort, dien zy, on- getwyfeld, naar de naaflgelegen Kapel, aan- genomen hadt. Maar, in 't begin der vyf- tiende eeuwe en eerder, hadt zy eenen an* deren naam. In eene onzer oudfle Keuren, die even na eene Keur van den jaare 1401 ge-
(n) Keurb. B. ad calcem f, £4. D. ƒ.118 verfo.ü.f. 116
Vtrfo. (o) Refol. Vroedfch. N. iz. M May 161%, f, 57 vir/»,
(J>) Gioot-Memor. N, 1. ƒ. a$7 ™r/"'« |
|||||||||
•
|
|||||||||
•
|
|||||||||
■/ '
|
|||||||||
4M Amsterdams ükiÈÊm
Oude- geboekt is, heet zy de poirthiiyfe vp tie Kerc-
|
||||||||||||
KaPJSU
|
jy^e (o)9 *n eene andere, een weinig laater
|
|||||||||||
te boek gefteld, de poirthuyfe vp t eynde van.
der Kercflrate (r)< In twee brieven van de jaaren 1424 en 1431', die in 't Leproozen- huis bewaard worden, draagt zy den naam Van der Kerkfirate poirtbuus. Zelfs wordt zy ook die fVarniocsfiraet poïrte genoemd, in eene Keur van den jaäre 1478 (s). En in eene andere van den jaare 1481, nog we- derom de Kérkfyde Poort (f). Zy hadt deezen haam gekreegen naar de Oude Kerke; en die van Warmoesßraet-poirte naar de War- moes ftraat , aan welker einde zy ftondt. Maar, zo de S. Olofs-Kapel toen reeds lang ge- bouwd geweefl; ware; waarom zou de Poort, in dien tyd,niet zo wd als naderhand,naar de Kapel genoemd geweeft zyn?In de zes- tiende eeuwe, draagt zy beftertdiglyk den haam van Sint Olofs poirtc (u). Ën fhieruit mag men veilig beiluiten, dat de Ëapel toen reeds eenen geruimen tyd geftigt geweeß Was. Doch in eenen Schepenen-brief van den jaare 1451, waarin ik', voor 't eerfli van de S. Olofs- Kapelle gewaagd vind, wordt de Poort nog die Kerczyde- poiYte genoemd, om geene andere reden, naar't ichynt, dan dat dé Kapel nog niet lang genoeg geftaan hadt, om haaren naam aan de naaftgelegen Stads
(q) Keurb. A. ƒ. 8 verfo,
(r) Keurb. A. ƒ. 14 -verft.
\t) Keuib. A. ƒ. 101.
\t) Keutb. A. ƒ. lip vtrfi.
■ {«) Keurb. B. ƒ. 9g verfo. adcïlccmf. «4. D. ƒ. T18 verfo. E. ƒ. ia« verf*, Groot-Memor, £T. I. ƒ. %sy -verft, n. u. ƒ. I*. |
||||||||||||
.
|
||||||||||||
f
|
||||||||||||
tt.BoEKi Gereformeerde Kerken. 4113
Stads Poort te hebben können mededeelen* Ouds,
De inhoud van den brief zelf fchynt de jongk- zyds« heid der Kapelle te beveiligen. By den zei- **#* ven wordt verpagt of verhuurd aan Sinte Oleuers Capellen, gelegen an die Kerczyde poir- te, dat ledicb erue dat voir die voirfz. Capelk gelegen is, mit die flemen toerne flreckende an der poirte wirf. (v). Dit ledig erf heeft, vermoedelyk, moeten (trekken, tot opbou- wing of vergrooting der onlangs geftigtte Kapelle.
3. De jongkheid der S. Olofs-Kapelle blykt,
eindelyk , uit eenen brief van den Deken en
't Kapittel der Lieve-Vrouwe-, of Hof-Ka-
pelle in den Haage, gedagtekend den ne*
genden Maart des iaars 1512; waarby de
Overmans der Kapelle eerft verlof krygen,
om, den vreemden Coopman ende beur omgbe-
/eten tot gerive, mifle te doen zingen, pre*
dikatien te laaten doen, en offerhande te
verzamelen , geduurende den tyd van vyf
en twintig agtereen volgende jaaren: 't welk,
vermoedelyk, niet zo laat gefchied zou zyn,
zo de Kapel toen reeds verfcheiden eeuwen
oud geweefl: ware. De Kapel der Heilige
Stede hadt-diergelyke vryheid, reeds in 't
jaar 1415, verkreegen (w). Wy hebben den
brief, die ook andere merkwaardigheden
vervat, en nog nimmer gedrukt geweefl is,
hier agter, onder de Bylaagen (x), geplaatft.
Uit de voorgeftelde aanmerkingen, mee- Waar-
nen wy veiliglyk te mogen befluiten, dat de f^£ (v) Groot-Memor. N. I. f. »7$ **fi*
(»j Handv. bt. *Ji. (*) L*. E. |
||||||
------------
|
|||||||||||||||||||||
ii., ...mmmi.iu— ---------------•------------
|
|||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||
424« AMSTERDAMS III.Deèlï
|
|||||||||||||||||||||
ÖUIJE-
zyns-
Kapel. genheid
ïiaarer • Stigcing. |
S. Olofs-Kapel, niet lang voor 't midden der
vyftiende eeiiwe, geftigt is. De gelegenheid der fligtinge is ook niet moeilyk op te fpoo- ren. De Stad hadt, in 't jaar 1443, van Chrifloffel, Koning van Deenemarke j vry-' |
||||||||||||||||||||
heid verkf eegen, om op Noorwegen te mo-
gen handelen (y). De vaart derwaards gaf denNoordfchen Koópluiden aanleiding, om Amfterdam dikwils te komen bezoeken; en- deezen wilden men wel gelegenheid geeven^ om hunnen Godsdienfl te können verrigten* pas binnen de poörte, niet verre van wel- ke , hunne fchepen lagen. Dus werdt dan de Kapel, van welke wy fpreeken, geftigt, zo wel als naderhand bevoorregt, den weèm- Hiftorie den Coopman tot gerhe. Zy werdt den be-, Van S. roemden Noordfchen Heilig Ülaus of Olof |
|||||||||||||||||||||
Olof.
|
|||||||||||||||||||||
toegewyd, om de Nooren aan te lokken.
Olof was, na de dood van Sueno $ Ko- ning van Deenemarke en Noorwegen, ver- kooren tot Koning van Noorwegen, daar hy 'c Chriftendom alomme invoerde. Doch Ka- nut i, Suenos Zoon, die in Deenemarke $e$ geerde, deedt hem den oorlog aan, en over- won hem. Olof fneuvelde, volgens fommi- gen, in den flryd; of werdt, volgens ande- ren , door beleid van Kanut, van zyne eige- ne huisgenooten, verraaderlyk, omgebragt, in 't jaar 1028. Zyn yver voor den Chris- telyken Godsdienfl ; zyne agting voor de Priellers; zyne mildaadigheid omtrent de ar- men, en zyne naauwkeurige waarneeming |
|||||||||||||||||||||
der uiterlyke plegtigheden hebben hem, eer-
lang* (j) Zit II. Dïcl, III. Bték* bi, 140.
|
|||||||||||||||||||||
tl. BoEKi Gereformeerde Kerken. 4*5-
lang, onder 't getal der Heiligen, doen plaat- Oude-
fen (z). En de Nooren, zyne onderdaanen, zyds- behielden zo veel agting voor hem, dat zy KAPËr'» zig gaarne begaven in Kerken en Kapellen, die hem waren toegewyd. In zyne Kapelle te Amfterdam, hadt men zyn beeldtenis aan 't gewelf gefchilderd, aan de voeten van dat van Koning Kanut, die hem met een zwaard dreigde. Izaak Co mm el yn getuigt (a), dat hy dit af beeldfel nog gezien heeft, fchoon hy den Koning met het zwaard, ten onreg- te, voor S. Olof heeft genomen * die niet o- verwonnen heeft, maar door Kariut over- wonnen is. Aan deeze S. Olofs-Kapelle, was, reeds Berigt
voor 't jaar 1500, nog eene andere Kapel Te|ens» gevoegd, gelykende, zegt de oudfte Befchry- jee vaa^ e ver van Amfterdam ( b), naar den Jeruza- Jeruza- iemfchen tempel, met het graf des Heeren.lem» dJ| [ad inflar Jherojolimitani templi, cum fepül qJJJt chro Domint], Van deeze bygevoegde Ka- Kapel ge« pelle vindt men weinig befcheids. Ik flelvoegd vaft, dat zy geftigt is, door dé Broederfchap was* der Jeruzalemsvaarders, die hier, in de vyf- tiende en zeftiende eeuwe, in wezen geweeft, en haaren oorfprong verfchuldigd is aan de reizen in bedevaart naar 't Heilige Land, welken, toen nog, door fommigen, onder- nomen werden. In de Gafthuis-kerke, ziet men, nog tegenwoordig, eene oude Schil- aery j
(x.) Alb. Krantzh Norvag. Libr. 1U. Cap, VI. f. 38I.
SAxo GramMatic. Hift. Dan. Libr. X. ƒ. I$4 , ij>;, l$*. & Nor. über. S. |. StephanII p. Ut. (a) By DOMSELAER IV. Boe{, U. 7J.
(b\ Ad Calcem PQNTAttl , ƒ>. j.
VH. Stuk. E e
|
|||||||
■ .
|
|||||||
4-2Ö AMSTERDAMS IILDeêI.
Oude- dery, waarin elf zulke Jeruzalems-vaarders,
zYDs- Burgers deezer Stede, ieder met eene zo- Kap£l. genaamde Jeruzalemfche veer in den arm, knielende ter wederzyde van een altaar, waar- op een kleed legt, beftikt met het wapen van Jeruzalem, zyn afgebeeld. De wapens deezer elf mannen ziet men, .boven aan de Schilderye, benevens een wapen van Jeru- zalem, welk het zesde in getal is. De eer- fte letters van de naamen der Jeruzalems- vaarders ftaan onder de wapens, en onder aan de fchildery leeft men: Pi e ter Heinricx- zoon Opmeer , was te Jeruzalem A\ 1525. Coen Barentsz. A°. 1550. Cornelis Cornelis- zoon Feit, A°. 1551. Jan Woutersz. Gael, A". 1553. Matthys van' Bancken, A*. 1553* Wouter Brugmans, A°. 1557. Floris Gerritsz. A°. 1560. Thomas Symonsz. A°. 1561. Bie- ter Gysbertsz. Ruyfib, A°. 1562. ReyerWil- lemsz, A°. 1562. Evert Jansz. Backer, A*. 1563. Boven 't Altaar, is 's Heilands He- melvaart gefchilderd. En in den onderffcen rand der fchilderye, in vier vakken, 's Hei- lands Opftanding; 't bezoeken van zyn Graf; zyne verfchyning aan Maria, en zyne ver- fchyning aan de Discipelen. Doch 't fchil- derwerk en 't fchrift heeft al zeer veel van den tyd geleeden. Dat nu de Broederfchap der Jeruzalemsvaarders deel hadt aan den dienil, die'in de S. Ölofs - Kapelle verrigt werdt, blykt uit deeze woorden van den Brief van 't Hof-Kapittel in den Haage van den jaare 1512,dien wy boven hebben aan- gehaald , en die, hieragter (c), geheel te lee- zQn,
(0 ßylaagen U. E.
|
||||||
S
. ■ - ;
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 427 zen is: Maer om dat die Heren ende broeders Oude-
van Jerufakm, die t heylighe graf ons Heren zyds- Jefu Chrißi gbevifiteert hebben, haer ßacie Kakl« endefeefie houden upten palmdach, zo füllen die vourfz. Capelle - bewaerers ende hoer nacome* linghen moghen fitten met haer voorfz buffert om almiffen en offerande t ontfanghen den voorfz. gheheel palmdach ghedurende. En uit eene Keure van den dertienden Maart des jaars 1498, vergeleeeken met het berigt van W a- licii Syva erts zoon (f/), blykt, dac men, op den Palmzondag, een' houten ezel, waarop een houten man zat, den Heiland verbeeldende, het eene jaar, uit de Kapelle der Heilige Stede, naar de Nieuwe Kerke, en het andere jaar, uit de Kapelle van Je- ruzalem, naar de Oude Kerke trok; 't welk, lbmtyds, en vermoedelyk alleen in de laat- fle gevallen, door de Jeruzalemsvaarders , met hunne Jeruzalemfche Veeren in de hand, en fomtyds, door twaalf oude mannen, uit het Oude-mannen-huis, die met zonderlinge gekleurde lange rokken gekleed waren, plagt te gefchieden. De Schoolieren der beide Pa- rochien flonden dan, in wit Choorgewaad, voor de open bovenvenftersvanverfcheiden huizen aan de Kerkhoven, en zongen, als de ezel voorbykwam, en wierpen 'er palm- takken op neder. In de Keure, van welke wy fpreeken, leeft men uitdrukkelyk , dat de ridderlike broederfchap van den heiligen Lan- de overeengekomen was, dat men t eenjaer onfe beere god upten ezel halen zal mitter pro- rgCm
{i) Roomfche Jtfyftei. ontdekt, Vatxr. hl. io, Ee a
|
||||
428 AMSTERDAMS III.DEEt,
Oui>r.- cejjle eerliken becleet uyt Jerufaïem, ende bren-
zYDs- gen in de oude kerck, ende t ander jaer, vuytef ■^*1" heilige Stede in de nyewe kerck. Voorts, blykt, uit de Keure, dat de ridders, die by buys wa- ren, den plegtigen ommegang moeflen by- woonen, buiten wettig belet, waarvan de meerderheid der broederen, den beer, dat is, de Schout, ende 't gerecht zouden oor- deelen (e). Staat der De S. Olofs-Kapel en de bygevoegde Ka- Kapelle, pei van Jeruzalem bleeven in deezen flaat, Hervor- tot na °*e nervormmg des jaars 1578. De
uünge. fieraaden en gereedfchappen der Kapelle werden, in 't jaar 1579, door Kerkmeefte- fen der Oude Kerke, op lall van Burgemees- teren, verkogt. Ook ontvingen deezeKerk- meellers, eenige jaaren, de huuren der hui- zen, die aan de Kapelle behoorden (f).De Kapel flondt, midlerwyl, ledig. Doch in 't jaar 1602, werdt beflooten, de gemelde hui- zen , die zeer bouwvallig geworden waren, te verkoopen, en de S. Olofs-Kapel bekwaam te maaken tot den predikdienfl (g)> Zy kreeg, ledert, den naam van Oude-zyds-Kapelle. In 't jaar 1644, werdt by de Vroedfchap vafï- gefteld, de Kapel te vërgrooten, en daar- toe eenige huizen over te neemen (h). En in 't jaar 1646, werdt zy, in de tegen woor-* dige gedaante, volbouwd. De Stad gaf, in 't jaar 1656, nog vyftien honderd guldens, tot eene wooning voor den Koller (f). Die
(*) Groot-Memor. N. I. ƒ Ui verft.
(f) Zie COMMEL1N hl. 4<ïï. ig) Refol. Vioedfch. N. * *, zijsn, itfoi. ƒ. 176 verft.
Jjl verft. (h) Refol. Vrocdfch. N. 18. 2 7*"- T*+4. ƒ. 19t verft, (i) Gioet-Mcmor. N, IV. ƒ, Ilf verft. |
||||||
ILBoek. Gereformeerde Kerken. 429
De Oude-zyds-Kapel, die een fierlyk too- Oude-
rentje met een'ommegang heeft, is honderd £YDS" vyf en twintig voet lang, en negentig voet APEL' breed, 't Gewelf, aan welks fchoorbalken, ^ordï- hier en daar, nog eenige oude kopftukken en ge ge- beeldjes te zien zyn, werdt, by de herbou- daante wing des jaars 1646, fraai befehilderd,doch derzelve* is, in 't jaar 1743 , o vergever wd. Het ruft, in 't midden, op drie, en ter zyde langs de muuren op zeven pilaaren. De Kapel heeft vyf groote giasraamen, in welken, Stads wapen en 't Koggefchip uit Stads zegel gefchilderd zyn, en drie kleinen, onder eene ruime ga- lery, in 't zuiden. In 't midden der Kapel- Ie, hangen vyf groote koperen Kaarskroonen. In dezelve, wordt doorgaands maar tweemaal jer weeke, des Zondags, gepredikt. Doch na cle Namiddags - Predikatie, wordt de jeugd en inzonderheid de meer gevorderden hier in den Gereformeerden Godsdienft onderwee- zen of gecatecbifeerd. In 't jaar 1752 , is het gebouw der Kapelle merkelyk verbeterd. De naamen der K e r k m e e s t e r e n der Naamlyfi
Oude-zyds-Kapelle zyn niet verder voorhan- HerK-RK- den, dan van de voorgaande eeuwe. Zie MEEST£" Jiier de Lyft der zelven: 1617. Symon van 4er Does,
1617. Jan Franfen Bruiningh, Notaris, 1624. Jacob Claefen Gekhouwer. 1624. Cors Hendrickfen Cloeck. J625. Joris Ariaenfen. 1629. Jacob de Gyfelaer. 1636. Claes Jacoblen Gekhouwer. $643. Comelis Corneliffeu Karfeboom. E e 3 1Ó4Ó. |
||||
430 AMSTERDAMS IILDeel.
Oude- 1646. Ifaek Soolmans.
zYDs- 1655. Nicolaes R. van Capelle.
Kapel. j66o. Claes Pieterfen van Hoorn.
1662. Jofeph Deuts.
1663. Marcus Broen.
1663. Jan Bas. 1664.. Aert Kool. 1670. Jan van Loon. 1676. Mattheus Amya,
1677. Jan Witcebol.
1681. Adriaen Temminck Jacobsz.
1682. Jean Thierry.
1685. Nicolaes Six.
1686. Jacob Looten.
1689. Cornelis Broeck. 1693. Mr. Hendrik Decquer de Jonge.
1693. Casparus van Wallendal.' ,( 1707- Lambertus Lepeltak. 1709. Pieter van Rhyn de Jonge.
1712. Willem van der Does.
1715. Pieter de Smeth.
1725. Jan Hendrik van Heemskerck.
1725. Gillis Sautyn.
1730. George Clifford.
1730. Jeronimus Graafland.
1730. Philip Zael.
1734. Mr. Dirk Sautyn.
1739. Jacob Gerard de Famars.
1743. Gillis Valckenier Junior.
1751. Jan Meyn.
1752. Willem Backer Willem Cornelisz.
1763. Bartholomeus van den Sandheuvel
Junior.
1764. Mr. Johannes Cyprianus van E-
wyck.
V.
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 43 t
|
||||||||||||||
_
|
||||||||||||||
GASTHUIS-KERK.
De Gasthuis-Kerk ftaat op deBefchry-
Oude Turfmarkt , daar zy haaren JjnS der voornaamften ingang heeft, en loopt, win- ^' kelhaakswyze, of met eenen elleboog, tot kerke. aan het Gafthuis-hof, daar een tweede in- gang is. De Kerk heeft nog eenen derden ingang, uit de lange Galery van het Gafthuis. 't Gebouw is oud en fmal, en heeft, van bin- nen , ter wederzyde, lange fmalle Galery en, onder welken zitbanken geplaatft zyn. De Predikftoel ilaat in 't ooften, digt aan den hoek des elleboogs, voor de galery. Voor en ter wederzyde van den zelven, zyn, onder en op de Galery, eenige zitplaatfen voor de Wet- houderfchap, Regenten van 't Gafthuis en mindere ftandsperfoonen. Voorts, hangen, in 't ruim der Kerke, koperen kaarskroonen. Ook is 'er, voor , en ten zuiden van den Predikftoel,. een Doophuis afgezonderd, 't welk egter niet tot de bediening des Doops gebruikt wordt. Het gedeelte der Gafthuis-Kerke, welkVennde-
van de oude Turfmarkt naar den Predikftoel ,rinSenin loopt, en waarop een fpits toorentje ftaat, ^zeh/iT was weleer de Kerk van het Klooftej der nieuwe Nonnen, van welks ftigtinge wy, reeds by eene andere gelegenheid (k), ge- waagd hebben. Het andere gedeelte was, 1 van
|
||||||||||||||
(k) I. Deelt I. Bttkj U. ft.
Ee 4
|
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
1
|
||||||||||||||
JW,
|
||||||||||||||
-
|
|||||
432 AMSTERDAMS IILDeee.
van de verandering des jaars 1578 af, tot
in 't jaar 1645,het Mannen-Gafthuis.Doch, toen gaf het verbranden der Nieuwe Kerke gelegenheid, tot het vergrooten der Gaft- huis- of Nieuwe-Nonnen-Kerke , waaraan het Mannen-Gafthuis getrokken werdt; om welke reden, nog tegenwoordig, de naam van Mannen-Gasthuis , boven den ingang der Kerke, op de oude Turfmarkt, gelezen wordt. De bedfteden in het Man- nen-Gafthuis werden toen weggebroken, en de plaats derzelven met zitbanken bezet. Te vooren, hadt men , beurtswyze, in 't Mannen- en in 't Vrouwen-Gafthuis gepre- dikt, en dit duurde nog, tot in 't jaar 1655. Doch toen werden de Predikatien in 't Vrou- wen - Gafthuis, die des Zondags nademid- dags plagten te gefchieden, afgefchaft; en men bleef alleenlyk prediken in de oude Ker- ke der nieuwe Nonnen, zo als dezelve, met het Mannen-Gafthuis, aaneengetrokken was. In of omtrent het jaar 1686, is de gewezen Nieuwe - Nonnen - Kerk nog meer vergroot, (/). En dit famengevoegd gebouw draagt thans alleen den naam van Gaßhuiskerke. In den Noordweftelyken hoek vän het ge«? deelte der Kerke , welk op de Turfmarkt ingaat, op de Galery, hangt de Schildery cler Teruzalems-vaarders nog, waarvan wy, in de Befchryving derOude-zyds-Kapelle (m), nitvoeriglyk, gewaagd hebben. ; (0 Refol. Vroedfch, IS, R. ïS J*n, xdSÖ. ƒ, 34»
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 4g s
In de Gafthuis-Kerke, wordt, tegenwoor- Gasir.
dig, des Zondags alleen, driemaalen gepre- huis-
dikt, tweemaalen voor den middag, en eens1ÜÏRK«
na den middag. De Vroeg- en Nademid- Tyd en
dags-Predikatie plagt te gefchieden , door °r^J?
den Predikant, die byzonderlyk in 't Gafl-
ken al-
huis beroepen was, en de tweede Voorde- daar.
middags-Predikatie, door de Stads-Predikanr ten, by beurten. Doch tegenwoordig worr den alle de beurten in de Gaflhuis - Kerke, door den Gafthuis-Predikant en de overige Stads-Predikanten, beurtswyze, waargeno- men , en de Gafthuis-Predikant predikt ook, op zyne beurt, in de andere Kerken. 't Liep, na de verandering des jaars 1578, Wyze
aan tot in 't jaar 1582, eer men dagt om't van aan- beroepen van eenen Gereformeerden Predi- v^n ed"en kant in 't Gaflhuis. De Regenten vervoegr Gafthuii- den zig,ten dien tyde,aan Burgemeefleren, Predi« verzoekende dat hun Everhard Hermanszoo% kant* een Amfterdammer, die toen te Maasland flondt, mögt worden toegeflaan. Burge- meefleren, als hebbende 't regt vanPatroon- fchap over de Gafthuis-Kerke («), bewil- ligden in dit verzoek, en weezen de Regen- ten aan den Kerkenraad, op dat het beroep, pok met deszelfs toeflemming, mögt gefchie- den. De Kerkenraad hoorde den voorgeflaa- gen Leeraar op drie punten „ 1. of by ook een „ trek hadde^ ende hem inwendig voelde ge- ,, roert, om zyne Vaderftad, indien hy al- daar beroepen wierdt, te dienen ? 2. of |
|||||||||
9»
|
hy ook fligtelyk van zyne Gemeente zou
|
||||||||
„ kon-
ln) GloOt-MCDflOt. N. IV. ƒ. 88 verft *
fie 5
|
|||||||||
MP» ----------- ■
|
|||||
434 AMSTERDAMS HLDeel.
Gast- 5, können ontflaagen worden? 3. of hy zig,
buis- „ in Leere en Kerkelyke Vergaderingen, ***** „ ook met de andere Dienaars deezer Ste- „ de zou können voegen? " Op de eerfle deezer vraagen , antwoordde hy „ dat de „ trek naar zyn Vaderland, elk natuurlyk en „ aangebooren was." Op de tweede „ dat „ hy zig gedroeg aan zyne Gemeente." En op de derde „ dat men, omtrent zyne Leer, „ gedrag en houden der Kerkelyke Verga- „ deringen, by zyne Clafïis , onderregting „ bekomen kon." Twee dagen na dit on- derzoek (7), verfcheenen twee Burgemees- teren ,• Mr. Willem Bardefius en Egbert Roe- lof szoon , in den Kerkenraad, den zelven ken- nis geevende „ dat Burgemeefteren noodig 3> hielden, dat 'er altoos een Predikant in „ een der Gafthuizen woonde, om de kran- „ ken, in hun uiterfte, te trooften; dat E- „ verard Hermanszoon hun, ten dien ein- ■ ,, de, door de Regenten van 't Gafthuis, „ voorgeflaagen; en hun en der Burgerye ,, aangenaam was; en dat zy hierop de ge- ti dagten van den Kerkenraad begeerden te „ verdaan." De Kerkenraad bewilligde , terftond, in den voorllag van Burgemeefte- ren , onder voorwaarde, dat de Predikant zig, in Leer en Kerkölyke Vergaderingen, voegde met de andere Dienaars. Burgemees- teren hernamen „ dat zy voorhadden, hem j, daar toe te houden." Ook maakten zy, eerlang (8), eene Ordonnantie op 't aannec- , men
'T) Op den 4 Oftober des jaars 1582,
(8) Den 7 November 1582. |
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 435
men van Dienaars, die , als nu en bier na- Gast«
maak, tot bedieninge der Gafibuyfen zouden huis* werden aangenomen , behelzende „ dat zy, Keäk* „ even als andere Dienaars, der Gemeente „ van den Predikfloel voorgefleld, en, zo „ 'er geene wettige verhindering kwame, „ op de gewoonlyke wyze, in den dienfl „ bevefligd zouden worden. Dat zy zig, „ in Synodale , Claflicale en Kerkenraads- „ Vergaderingen, houden zouden by de an- „ dere Dienaars. Dat zy, op de Zon- en „ Feefldagen, tweemaal, in 't Gaflhuiszou- ■„ den prediken; de gantfche week door, „ de kranken bezoeken; doch aldaar geene „ Sacramenten bedienen, noch andere ge- „ woonlyke of nieuwe Kerken-Ordeningen ,, invoeren. Dat zy ook, op hunne beurt, ,, in de groote Kerken prediken,en de Sa- ,, cramenten uitdeelen zouden (0)." En op deezen voet, werdt Everard Hermanszoon, in 't jaar 1583 , als Predikant in 't Gafthuis, beveiligd. Naderhand, is geraaden gevon- den , dat ook de Krankbezoekers het Gafl- huis bedienen zouden, in 't bezoeken der Zieken. Ook is, fomtyds , een Gaflhuis- Predikant beroepen, door den Kerkenraad, en op gelyke wyze als de andere Stads Pre- dikanten ; doch niet zonder uitdrukkelyk verlof van Burgemeefleren , gelyk, onder anderen, by 't beroepen van D\ Daniel E- versdyk,'mden jaare 1688,gebleeken is (p). Doch gemeenlyk hebben Burgemeefleren eenen
(o) Kerkenr. Protocol N. I. ƒ. 12;, 127, ia*.
* (f) Keikenr. Pnotoc. N. XV. |
|||||
-,
|
|||||
-------—••
|
|||||||||||||||
436 AMSTERDAMS IILDeel.
eenen Predikant voor 't Gafthuis, by naa-
me , aan den Kerkenraad , voorgefteld en aangepreezen, die, vervolgens, op de Nominatie gebragt , en , met eenpaarige flemmen der Leden van den grooten Ker- kenraad , verkooren geworden is j gelyk , onder .anderen, in 't Kerkenraads - Pro* tocol ( q), by de verkiezinge van D'. Cor* neliüs van den Bogaerde, Predikant te Hoorn, in den jaare 1726, gezien kan worden. Voorts, wordt de Gafthuis - Predikant, gemeenlyl^, door den Oud - Raad van Burgemeefteren , gemagtigd, om in alle de Kerken te prede- ken, mids blyvende Predikant der zieken in 't Gafthuis: 't welk ik vind, dat, onder anderen, omtrent den gemelden Predikant van den Bogaerde, heeft plaats gehad (r). Wy laaten hier volgen de naamen der Regenten van het Gafthuis, federt de ver- andering des jaars 1578, na welken tyd, zy, te gelyk , Kerkmeesteren der Gaftr ' huis-Kerke geweeft zyn. |
|||||||||||||||
Gast-
buis- JUftK.
|
|||||||||||||||
Naamen
der Re- genten van 't Gafthuis als Kerk- meefte- ïen der Gafthuis Kerke. |
|||||||||||||||
1578. Arend Henriksz. Weesp.
1578. Jan Percyn. 1578. Wouter Cornelisz. Verhel,
1579. Otto Pietersz.
1579. Jan Jacobsz. Bal.
J579. Fredrik Jansz. Vogel. 1580. Jan Jacobsz. Huydecoper,
1580. Bruyn Fredriksz. 1580. Pieter Willemsz.
(/j) N. XIX. ƒ. 18«.
(r) Rcfcl, van den Oud-Raad van Burgem. van
|
|||||||||||||||
17 yilfg.
|
|||||||||||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 437"
1581. Jan Cornelisz. Hooft. Gast*-
1582. Hendrick Cornelisz. Spiegel. huis-
1582. Matthys van Bancken. Kwafc
1583. Hendrik Lucasz.
1583. Matthys Coenraetsz.
1584. Serväes Gooflensz. Limburg.
1584. Floris Klaesz. Kloeck.
1585. Gerrit Pietersz. Bicker.
1587. Gerrit Adriaensz. Harington.
1588. Pieter Adriaensz. Wykerfloot.
1589. Goofén Jacobsz. Hooft.
1589. Ysbrant Jacob Dobbefen. 1592. Gerrit Jacob Witfen. 1532. Jan Hendriksz. Oetgejis. 1592. Eibert Cornelisz.
1593. Neck Pietersz.
1594. Jan Commelhl.
1594. Pieter Cornelisz. Spiegel.
1594. Willem Willemsz. Vrint* 1594. Geurt Dirksz. 1599. Pieter Rodingewert. 1599. Simon Willemsz. Noomfen.
1602. Cornelis Jansz. Geelvinck. 1602. Härmen Ysbrantsz. Hem, 1602. Volkert Overlander.
1603. Jan Jansz. Karel de Jonge*
1603. Lambert Pietersz. 1606. Jacob Poppen.
1607. Jacob van Neck.
1607. Pieter Reaal. 1600. Ysbrant Harmensz,
|
|||||||||||||
1609. Abraham Boom.
|
|||||||||||||
1609. Pieter Egbertsz. Vink.
1613. Jan Gysbertsz. |
|||||||||||||
1
|
|||||||||||||
X6i$*
|
|||||||||||||
438 AMSTERDAMS UI.Deeu
1613. Jacob Bicker.
1614. Warnar Ernft van Baffen.
1615. Dirk Wuytiers.
1618. Reinier Reaal. 1611. Bartholomeus Reaal. 1623. Hendrik Hooft. 1623. Cornelis Arentsz.
1624. Floris Noomszoon.
1625. Jacob Hendriksz. Servaes.
1626. Pieter Jansz. Snoek.
1629. Dirk Haflèlaer.
1630. Nicolaes Baltesz.
1632. Cornclis Schellinger Gerrits/»
1637. Hendrik van Bronkhorft. 1643. Pieter Jacobsz. Wroght. 1645. Gerrit van Helmont. 1645. Nicolaes Pancras.
1646. Jacob van Neck.
1646. Michiel Pop». 1650. Jacob picker.
1651. Jan Steur.
1651.. Willem Schellinger.
1651. Jacob Backer. 1651. Mr. Jan Veneman.
1652. Coenraet van Heuflèn.
1655. Izaak Commelin. 1655. Mr. Jan Coetenburg. 1655. Nicolaas Blaauwhclm.
1656. Pieter Six.
1661. Silvefter Heermans.
1670. Michiel Marlelis. |
||||||||
1671. Mr< Dirck Heerman«.
1672. Leonard Winninx.
1^72. Mr. Pieter Verloo. |
||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 439
1678. Jacob Poppen. Gast-
1678. Mr. Fran^ois de Vroede. huis-
1679. Samuel Gillis. Kerk-
1681. Jan van de Put. 1681. Hendrik Decker.
1682. Hendrik van Baerle.
1686. Conftantyn Decquer. 1691. Pieter van der Poel. 1691. Mr. Elbert Slicher. 1693. Mr- Joan van der Voort.
|
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
1694. Claude Louis de Surmont.
169*. Reinier la Clé. 1705. Gillis van Hoven. 1707. Mr. Daniel Kick Junior. 1719. Mr. Abraham de Riemer Junior. 1719. Ni colaas Warin. " t T -r» 1
1719. Tan Lucas Pels.
ij21. Gerard Bors Van Waveren.
|
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
1722. Jan van den Bofch.
1722. Mr. Gerard Aernout HafTelaer.
1723. Jan Huydecoper.
1723. Bartholomeus van den Santheuvel. 172«. Samuel Elias Coymans. 1728. Willem van Loon ïansz. 1728. M\ Wouter Valckenicr. 1732. Rombout Lepeltak. |
|||||||||||||||||
1732. Andries Munter.
1732. Bartholomeus Muylman. |
|||||||||||||||||
1736. Mr. Joan Hendrik Kerckrink*
1738. M', Jan Wolters de Jonge.
1739. M'. Jacob Coymans.
1741. Adriaan Temminck. 1743. Godefridus Cromhout. 1750. Thomas van Son Zegersz. *7551
|
|||||||||||||||||
440 AMSTERDAMS HbDsEti
1755. Nicolaas Faas.
1755. Jofua van Ouderkerk. 1760. Nicolaas van Buren.
1761. Mr. Maarten Wevering Antonisz.
De vyf Kerken 5 welken wy, tot hier
toe, befchreeven hebben, de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk , de Nieuwe - zyds - Ka- pel, de Oude-zyds-Kapel en de Gafthuis- Kerk, zyn de eenigfte Kerken in Amfter- dam , die, voor de tyden der Reformatie, in wezeri geweeü zyn, eri nu nog , door de Nederduitfche Gereformeerden, gebruikt ivorden. De Franfehe en Engelfche Ge- reformeerden gebruiken ook nog twee Ker- ken, die, door de Roomfch - Katholyken * geftigt zyn ; gelyk wy , hierna, zien zul- len. De andere oude Kapellen en Kloos- terkerken zyn, of geheellyk verdweenen^ of ftrekken niet meer tot oefening van den opehbaaren Godsdienft , maar tot arider nuttig gebruik; gelyk wy, in de befchry- Ving van eenigen der tegenwoordige ge- bouwen , reeds hebben aangetekend, en nog verder zullen aantekenen. De zes o- verige Kerken der Nederduitfche Gerefor- meerden , de Zuider-, Wefter-, Noorder-, Oofter-, Eilands- en Amftel - Kerk, tot welker Befchryvinge wy nu overgaan, zyn allen geftigt, na de tyden der Reformatie, en ter gelegenheid van de verfcheidene ver- grootingen der Stad. .' 8UI-
|
|||||||
Gast-
huis ■ KfiRIt.
|
|||||||
*
|
|||||||
frBoEtf. Gereformeerde Kerken. 44%
vi
ZU ID E R-KE R fC
Tjen de Stad, omtrent den aanvarigderBefcbry.
zeventiende eeuwe,terwederzydevanvin§ de* den S. Antonis-dyk, uitgelegd geworden was^ vJJJJjJT beiloot de Vroedfchap, in 't begin des jaars 1602, uit te zien naar eenige plaatfen \ tot het bouwen Van nieuwe Kerken , zo wel buiten de S. Antonis - Poort, als buiten da de Haarlemmerpoort (s). En 't leedt niet lang, of de Stad kogt een erf, tot eene Kerk en een Kerkhof, ten zuiden ran de nieuwe Hoógftraat (jj, alwaar toen eenige fpeeltui- - neu waren aangelegd. In 't volgende jaar, Stigtlng» begon men, met graaven en heijen der grond- flagen, en, op den twee en twintigden Au- guftus des jaars 1603, werdt de eerde fteen van 't gebouw gelegd , door Jan Bicker, Zoon van den regeerenden Burgemeeder , Gerrit Bicker. 't Werk lïondt, ledert, om- trent vier jaaren ftil; doeh werdt toen we- derom hervat (u), en, in vier jaaren, zo ver febragt, dat de eerfte Predikatie, in de Kef- e, op den twee en twintigften May des. jaars 1611, zynde den eerden Pinkfterdag, gedaan werdt. 't Eerren 't ander blykt, uit het volgende opfchrift, welk, van binnen in de Kerke, tegen den muur van den Toe- ren, te leezen is: .....» Ter
(s) Refol. Vroedfch. N. 0. 21 Jm, l*ot. ƒ. %%\ vtrfo.
(r) Refal. Vroedfch. N. |. 15 May t6oz. f.
(u) Refol. Vroedfch. N. »o. *7 7»ty I606. f, xoj verf»,
VII. Stuk. Ff
|
|||||
1
|
|||||
442 AMSTERDAMS III. Deel.
Ter oefeninge van de Chrifielyke Religie is
defe Zuyder Kerck geflieht, Anno cidiociii. den xxii Augußi, den iflen fleen geleyt ('f werk ruym iv jaren ßil geßaenJJn". ciDiocxi. volmaeckt, ende op den Pinx~ terdagh de 1« Predicatie gedaen. 't Liep nogtans aan, tot in 't jaar 1614, eer
de tooren, en de muur en ingangen van 't Kerkhof, geheellyk, voltrokken waren. Ook ziet men dit jaartal nog , aan den tooren , boven den uurwyzer. In 't eeril, dagt men , deeze Kerk den
naam van S. Jans Kerk te geeven. En dee- zen naam vindt men gemeld op den rand van 't Regißer der Vroedfchap , op 't jaar 1606 (v). Ook werdt het Kerkhof, ronds- cm de Kerke, nog vroeger, S. Jans Kerk- hof genaamd (w). Doch de yverigfte Ge- reformeerden hielden deezen naam te zeer te fmaaken naar Roomfchgezindheid. Men befpeurt dit, klaarlyk, uit de woorden van WitxicH Syvaertszoon, wienswerk- je, Roomfche Myflerien ontdekt, in 't jaar 1604, toen de grondflagen der Zuider Ker- ke gelegd waren, het licht zag: want, met reden,beweerd hebbende, dat de ftofFelyke Kerken flegts werken van menfehen han- den zyn, laat hy 'er (x) op volgen: gelyck- men fien magh aen het beginfel van de Kercket luelcke alhier nu gebouwet wert (met welcke de Superfiitie aireede begint te fpeekn, om die, tiae
(v) Refol. Vroedfch. ubi fttpra.
(«>) Refol. Vioedfch. ü, I. Z6 May, l+ Juny l«c|. ƒ.
|
||||||||||||||||
ZUIDER
Kerk.
|
||||||||||||||||
Men
fchynt, in 't eerfl, voorge- had te hebben deeze Kerk S. Jans Kerk te noemen. |
||||||||||||||||
425 tierfuy 4Z%i
|
f
|
|||||||||||||||
(*) Fêl. }J.
|
||||||||||||||||
,
|
||||||
11, Boek. Gereformeerde Kerken. 443
nae de oude ende nieuwe Roomfche Afgodijcbe Zmm%
wyfe, eenen naem te gheven, welcke haer nietKz&x. en betaemt) dat het menfchen werck is. De af- keer der Gereformeerden van eenen naam, die, met de naamen, welken de Roomfch- gezinden aan hunne Kerken gaven , over- eenkwam, is, federt, naar alle waarfchyn» lykheid, oorzaak geweeft, dat de nieuw ge- bouwde Kerk, zelfs in het opfchrift, welk in den muur des Toorens geplaatft werdt, niet S. Jans-, maar Zuider Kerk genoemd is, om dat zy, in 't zuidelykfte gedeelte der Stad, geftigt was. Des Sants naam is, nog- tans, vermoed ik, bewaard gebleeven in de naaftgelegen Santflraat; fchoon de meeften den naam der zelve Zandfiraat fchry ven, zon- der dat ik heb können vinden, dat hier, van ouds, meer zands geweeft zy, dan elders / in de Stad. De Zuider Kerk flaat tuffchen de nieur Tngau.
we Hoogftraat en Raamgraft, en heeft vier gen. ingangen, twee in de Santflraat, van welken deooftelykfte, eerflin't jaar 1733, gemaakt is; een in de Santdwarsflraat, en een' op de S. Antonis-breêftraat.De laatfte is ook de ingang naar'tKerkhof,welk,in 't eerft,nog eenen ingang in de Santflraat plagt te hebben, die, in de Frontefpies, met allerlei gereedfchap, tot het begraaven van dooden in gebruik, en met de fpreuk Memento mori, Gedenkt te fierven, plagt verfierd te zyn. Doch dee- ze ingang is, voor lang, weggenomen. De andere, die nog in wezen is, is eene fraai- je hardfleenen poort, in welker Frontefpies, eene doodbaar, doodshoofden en beenderen, Ff 2 kon-
|
||||||
•
|
||||||
1
|
||||||
444 AMSTERDAMS IHDjïelL
Zomen' konftiglyk, uitgehouwen zyn. De Kerkisr^
Kerk. binnenswerks, een honderd agt en dertig Grootte, voeten lang , en een en negentig voeten breed. Zy heeft geen Choor,gelyk de ou- de en nieuwe, doch geene andere Kerken * die, na den tyd der Reformatie, geftigt zyn, hier ter Stede, hebben. Het midden-dak der Kerke fleekt ver boven de twee zyd- daken uit, en ruft op tien zwaare, ronde, ^Glazen, fteenen pilaaren, vyf ter wederzyde. In 't eerft, was de Kerk met gefchüderde glazen voorzien, die door vyftien byzondere Gil- den (9) gegeven waren. Het zeftiende was, door de Admiraliteit, gegeven, en vertoonde den flag voor Gibraltar (y) ,.in 't jaar 1607, by den Amfterdamfchen Admiraal Heemskerck, gewonnen.Doch alzo zy deKerk,geweldiglyk, verdonkerden, zynze allen, in gevolge van een befluit van Kerkmeefteren van Decem- ber des jaars i658,allengskens, weggenomen, en ongefchilderde glasraamen, in welker mid* den, alleenlyk, het wapen en zegel der Stad ftaan, in de plaats gezet. Egter,is de Kerk niet zeer licht, om dat de glasraamen, in de zydpanden, wat laag geplaatfl zyn, en de huizen ten wellen, in de Santdwarsflraat, wat digt aan de Kerk ftaan. De Kerk heeft, in 't midden, vier groote, en in de omme- gan-
(y) Aantelc. van Schepen SCHAEP MSS. N. z.
(9) Zie hier derzelver naamen: 't Schoenrflaakers-,
Kleêrmaakers-, Goud- en Zilverfinids-, S. Lueas-, 't Viffchers-, Bergen vaarders-,Metfelaars-, Kraamers-, S. Jozefs», Scheepsummermans-, Kuipers-, Smids-, Droogfcheerders-, Binnenland&vaarders, en Bakkera- |
||||||
^ •
|
||||||
IlrBoEK. Gereformeerde Kerken. 44.5
gangen, agt kleine Kaarskroonen. In 't zui- Zuide*
den der Kerke, is, in't jaar 1660, eene rui- Kerk» me Galery voor de Diaconie - Weeskinde- ren gebouwd: waarby, in 't jaar 1749,nog eene andere,boven den ingang in'tNoord- ooflen, ten behoeve der toehoorderen in 't gemeen, gevoegd is. De Tooren der Zuider Kerke, die in 't Tooren»
zuidweften flaat, en twee honderd zeven en dertig voeten hoog is, heeft drie tranfenof ommegangen: de eerde, van onderen , is honderd en vyf voet hoog: de tweede dertig voet. Op den zelven , liaan, aan de vier hoeken , vier hardfleenen Jonifche kolom- men van gelyke hoogte. 'De derde trans,, die met eene fteenen leening omringd is, is een en, dertig voet hoog, gerekend van h?t bovenfte gedeelte van den tweeden trans. Van den derden trans tot aan 't kruis, zyn nog een en zeventig voet. 't Gebouw van den tooren wordt van kenners zeer gepree- zen. De koepel of kap is doorlugtig, en voorzien yan een fraai któkkenfpel; welk cgter niet zo zwaar , en wat hooger van toon is, <\m dat van den Oude-Kerks-Too- ren. Sommigen hebben den bekenden Jan Adriaans$oon Leegwater, als maaker van dit uur- en fpeelwerk, te boek gefield (z). In 't Kerkmeefters-Comptoir, hangt een fraai fchilderftuk, in 't jaar 1669, door Ferdinand Bol, gedaan, en het aanbrengen der ge- fchenken , tot den opbouw van Salomos Tempel, verbeeldende. In de vergulde Lyft yan
(z,) DOOKEGEEST en POSJAGER Ryp« ZccpoM, hl. 3 30»
r t 3
|
||||||
■
|
||||||
44<5 AMSTERDAMS III.Deel.
Zuider van het zelve, ziet men de vier wapens der
Kerk. Kerkmeefteren, die, in 't gemelde jaar, in dienft waren.
Zuider- Het Zuider - Kerkhof is het eenigfte hier Kerkhof, ter Stede,. welk nog, omtrent de Kerk, ge- bleeven is. De overige Kerkhoven, die aan of om de Kerken plagten te zyn, zyn, al voor lang, verdweenen of verplaatil. Men begraaft , nogtans, zeer zeldzaam, op het Zuider-Kerkhof: zynde aldaar maar ééne dubbele Grafkelder, boven den grond op- gebouwd , en met twee zerken gedekt. Zy behoort aan het geflagt van I/aak Hartman en Jaapje Hanfe Roodenburgh , Egteluiden; die, hier, de eerfte, in 't jaar 1684, en de andere, in 't jaar 1701, begraaven, en wel- ker wapens, boven de Grafftede, geplaatfl zyn. Naamlyft Zie hier de Naamlyfl: der Kerk mee s- derKERK- T e R e N van deeze Kerke': MEESTE-
*E*- ifjii. Gerrit de Beer.
1611. Cornelis Philipsz. Boom.
ïdi1. Willem Jacobsz. Pauw. 1614. Simon Willemsz. Nooms. j 616, Adriaen Cromhout. JÖ17. Cornelis Jansz. Valckenier. 1.621. Cornelis Canter. 1621. Cornelis Michielsz. Blaauw. 1627. Reynjer Reayer. 1627. Jan Cornelisz. Valckenier. 1633. Jacob Jacobsz. Roch, 1635. Jacob van Bronekhorft. 1650. Willem Six. 1652. Adriaen van Cuyck. |
||||
|
Gereformeerde Kerken. 447
Nicolaes van Bambeek. Züidbs
Jooft Janfen Cruysvelt. Kerk«
Jan Tayfpil.
Thomas Broers.
Elbert Del.
Jan BaptiftaBartolotti van den Heu-
vel. Mr. Nicolaes Witfen.
M'. David de Wilhem.
Denys Nuyts.
Gafper Pellicorne, Heer van Law*
reght. Mr. Anthoni Gommers.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nicolaes Walens.
|
l
l |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
George de Haes.
Pieter Pellicorne.
Mr. Jacob Bicker Hendriksz,
Jan Coymans.
Mr. Fredrik Danckers.
Mr. Quiryn van Stryen.
Hendrik Hudde.
Mr. Jacobus van Stryen.
Willem Adriaen van der Stel.
Mr. Jan Six de Jonge.
Guillam Pels.
Mr. Daniel Jan Bernard,
Joan van Hemert.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Garel Hartfinck.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr. Lucas Trip.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jooft de Smeth de Jonge.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nicolaas Witfen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr. Joan de Witt.
Joan Corver de Jonge.
Carel Boelens.
Mr. Diderik van Buren.
Ff \ 1717*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
448 AMSTERDAMS IH,Deel,
Wmtir 1717. Jan van den Velde.
Kerk. 17!9> Jan Card Six. 1720. Frans van Marfelis,
1722. M'. HiobdeWildr,
1724. Balthafar Coymans. ' ...
.11730." Mr. Iman Mogge.
1731. Karel van Dam.
1740. Willem Giefenbier,
1741. Jan Lucas van der Duflèn.
1749. David ten Hove.
<**?49- Jan van Marfelis Junior. 1750. Lodewyk de Bas de Jonge.
1754. Märten Backer.
1755. Mr. Pieter Nicolaas Rendorp,
1758. George Clifford Junior. 1763. Jacob van Ghefel Junior, I ■ 1
'öt
|
|||||||
WüSTER-KERK.
|
|||||||
■ < ■
|
|||||||
SS p|elaat(le Vergrooting der Stad opeens
wÏstTr JLf *a> in den jaare 1611, zynde aange. Kekke. vanSen> befloot de Vroedfehap, in den jaa- re 1614 in deeze vergrooting, een erf toe eene markt, twTchen de Keizers- en Prin- fengraft, te laaten leggen (a). Men gaf, aan deeze markt, in 't eerft, den naam van Kêtzersmarkt (b). Doch, naderhand,is haar de naam van Wejlermarkt bygebleeven De bewooners der Keizers - graft omtrent de markt verzogten, in 't jaar 1616 , dat 'er eene
ff) RefoJ. Vrocdfch. N. n. 20 pee 1gr. * ,Ay
tri m vfPedfch. iv,„: % m miniïU
$1 ■ |
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kernen. 44,9
eene ilraat gerooid mögt worden, die, van Westbji
over de markt, ooftwaards, liep. Doch dit Kehk. verzoek werdt afgeflaagen (c). In 't begin Stigting. des jaars 1615 , werdt goedgevonden«, op deeze markt, eene Kerk te ftigten (d). Doch 't liep aan tot in 't jaar 1620, eer de eerfte fteen van 't gebouw gelegd werdt. Zulks gefchiedde, op den negenden September, door Willem de Vry, Zoon van den regee* renden Burgemeefter, Fredrik de Fry. En in 't jaar 1631, op den agtften Juny, zynde pinkfterdag, werdt,in 't nieuwe gefiigt, de eerfte Predikatie gedaan. De gedagtenis van 't een en.'t ander is bewaard in eenopfchrift vandeezen inhoud, welk, boven eenen ingang naardesKofters wooning, bezuiden de wefter- deur, van binnen in de Kerk, te leezen is: Tot oeffeninge van de Chrlftelycke Religie
. is de f e fVeßer Kerck gheßwht Anno. 3V1DC. XX. den IX. Septembri den eer- ften fteen gheleyt, ende A\ MDC. XXXI, op Pinxterdach de ecrße Predicatie ge- faen. Terwyl de Kerk gebouwd werdt, was , zuïd-
waards van dezelve , eene groote houten loots opgeflaagen , waarin, tot in 't jaar 1631 toe, gepredikt werdt; waarna dezelve wederom werdt afgebrooken. Een Kleër- xnaaker, Klaas Janszoon genaamd, aan Bur- gemeefteren, by Requefte, te kennen ge^ geven hebbende, dat hy, om zynen yver voor
1 (c) Refol. Vroedfch. N. il. 19 D**, \6\6. f. 19% verfo,
\d) Refol. VïOC^fch. N. 11. 7 Jan. 16is. f. 14$. |
|||||
f
|
|||||
*** AMSTERDAMS III.Deel,
Wester voor de waarheid, zyne kalanten,diemeeft
Eerk. Remonftranten waren, verlooren hadt, was, op zyn verzoek, den eerften Oftober des jaars 1620, by provifle, tot Kofter in de Wefter-Loots-Kerk, aangefleld (V). Grootte De Wester-Kerk, zo genaamd,om daante dat zy>.in 'c weftelyk gedeelte der Stad, geftigt is, ftaat op eene ruime markt, al- omme met boomen bezet, en gelegen tus- fchen de Lelie-graft en Ree-ftraat. Zy is de grootfte en aanzienlykfte van alle de Ker- ken, die, hier ter Stede, na de Reformatie, geftigt zyn. Binnenswerks, is zy honderd agt.en zeftig voet lang, en zeven en negen- tig voet breed, 't Gebouw is twee Staad- jen hoog, die beide, met pilafters van de Toskaanfche en Jonifche orde, bouwkon- fliglyk, verfiejdzyn. De onderfte ftaadje is agt en veertig,de bovenfte negenender- tig voet hoog. Op deeze ftaadje, ruft het dak, welk zeven en dertig voet hoog is. De fteenen gewelven van't gebouw ruften, met derzelver boogen, ter wederzyde, op vyf zwaare pilaaren, elk, als een driëling, fa- mengekoppeld. De Predikftoel ftaat, tégen een der zelven, in 't noorden. In't wéften der Kerke, boven den ingang, werdt, in 't jaar 1687, een fraai Orgel gefteld, op vier marmeren zuilen. Het heeft zeven en der- tig Regifters of Hemmen, ert is, van bui- ten , met keurlyk beeldwerk , verfierd. Boven het Orgel, ftaat het beeld der Lief- de , waaronder men leeft : Deo et pro- XI*
(0 Gwót-Meraor. N. II. ƒ. zss verft. |
||||
/
\
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 451
xiMo: dat is , Gode en den naaflen. Ook Westev
zyn de deuren van het Orgel, door Gerard de Kerk. | LaireJJe, fraai befchilderd. Kerkmeeft eren wa- ren, in 't jaar 1682 , gemagtigd , om dit Orgel, welk men rekende, zeftien duizend of negentien duizend guldens te zullen kos- ten , te laaten maaken (ƒ). In 't ooften der Kerke, is , ten zelfden tyde, eene ruime Galery gebouwd voor de AalmoelTeniers- Weeskinderen, die op vier ileenen pilaaren ruft, en, naar 't zuiden, voor weinige jaaren, ten behoeve der toehoorderen in 't gemeen, vergroot is. In 't ruim, hangen vier koperen Kaarskroonen, elk van dertig armen, en ter wederzyde agt kleineren, 't Kerkmeefters- Comptoir is een fraai vertrek. In 't zelve, hangt eene afbeelding der Kerke van buiten, van de Keizersgraft te zien, konftiglyk, door Jan van der Hey de, gefchilderd. Ook ziet men, hier, de wapens der Kerkmeefteren, in een zinnebeeldig Tafereel, in 'tjaari75o, door den Konflfcnilder Louis Fabricius du Bourg, gefchilderd. De Tooren deezer Kerke, die, in 't wes- Tooren;
ten, tegen eene bogt derPrinfengraft,(laat, en daardoor van zeer verre gezien kan wor- den, overtreft alle de andere toorens dee- zer Stad, in hoogte en fraaiheid. Hy heeft drie tranfen of ommegangen. De voet van onderen beflaat agt en dertig voet in't vier- kant. De Tooren is, van de ftraat af, tot aan den eerden ommegang, honderd en veer- tig voet hoog. Tuflchen den eerflen en twee- den (f) Refol. Viotdfch. L', O, xz Nov. |ft* ƒ. 3z;,
|
||||
™
|
|||||
452 A MS T E R D A M S III:Deel.
Wester den ommegang, (laan, ter hoogte van agt
Kerk. en veertig voet, zeer iïerlyk bewerkte ko- lommen op de vier hoeken, tuflchen welken, aan elke zyde van den Tooren, Stads wapen geplaatft is. Tuffchen den tweeden en derden ommegang, is de Tooren doorlugtig: ook hangen hier de fpeejklokken. En deeze tus- fchenwydte is, ter hoogte van agt en der- tig voet, op de vier hoeken, ook met ko- lommen bezet, tuflchen welken, vier Uur- wyzers geplaatft zyn. De kap boven dea derden ommegang is, insgelyks,doorlugtig. In dezelve hangt de groote flagklok. De top des Toorens is , beneden 't kruis, ge- dekt met de Roomfch-Koningklyke Kroon, die 't wapen der Stad verfiert. De kap be- reikt , tot aan 't kruis, de hoogte van drie en zeventig voet; zo dat de Tooren, in 't geheel , twee honderd negen en negentig / voet hoog is. Hy is niet voor 't jaar 1638, geheellyk, volbouwd. Sommigen hebben aangetekend, dat Jan Adriaanszoon Leegvoa- ter het Uur- en Speelwerk in deezen Too- ren gemaakt heeft (g). Kerkhof. Aan deeze Kerk plagt ook een Kerkhof te zyn, welk, tot het begraaven van doo- den, diende. Men hadt den toegang der* waards door eene fraaije poort van de Tos- kaanfche orde, die, ooftwaards van de Kerke op de Keizersgraft ftondt, en van boven, bei- de naar binnen en naar buiten, met een ge- lauwerd doodshoofd, tuflchen twee hoopen doodshoofden, in (leen gehouwen, verfierd was,
(g) DOOREGEEST en POsjAGER Ryp« Zcepoftil,*/, »».
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 453
was. In 't midden, boven den ingang, las wtsnti7 men: Mors fidelium est \itje perennis Kerk. I INITIUM, dat is: De dood der geloovigen is 't begin van 't eeuwig Leeven; en van binnen: Bona mors initium vit/e, dat is: Eenßoede dood is 't begin van 't leeven. Doch in 't jaar 1655, zynde een Pefttyd, werdt beflooten, dit Kerkhof, om de kleinte en flank, niet meer te gebruiken, en het in't Bolwerk Ry~ keroord, ten einde van de Blomgraft, te ver- leggen (h), daar het nog is , en fFeßer- Kerkhof genaamd wordt. ï)e Poort, van wel- ke wy fpreekén, werdt voor een meefterftuk #. der konit gehouden. Men ziet diergelyke fie- raaden, als boven deeZe Poort plagten te ftaan, nog boven de twee ingangen der Kerke in't ooften: de zuidelykfte van welken eene loo- ze poort is. De Kerk heeft twee andere voornaame ingangen, een in 't weften, en een in 't zuiden. De naamen der K e r k m e e s t e r e n zyn Naamlyft
der Kerk*
tt 1 m T.T MEESTE'
1631. Hendrik Voet. ÄKK#
16 31. Cornelis Ysbrantsz. Kieft.
163,3* Joan Bicker. 1647. ReynierPauw* 1651. Gerard Smits.
1652. Joan Coymans.
1653. Adriaen de Waert. - •
1657. Jan Barent Schaap.
1658. Nicolaas van Liebcrg.
1659. Guilliam de Penyn.
16Ó9. Willem van den Broek. 1670.
(fc) RefoU Yjpedfch. lt- A. is ^«f, itffJ. ƒ. $• .
-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
454 AMSTERDAMS IILDfiEr,.
Wester 1670. Dr. Gerard de Penyn.
Kerk. 1670. Denis Nuyts. 1677. Daniel Bernard, Heer van Catten-
broek.
X678. Salomon van de Blocquery. 1678. Reymont Wolters.
1684. Cornelis Calkoen. 1686. Coenraad Geelvinck, 1689. Märten van Loon. 1693. Pieter Balde. 1696. Mr. Nicolaas de Vicq.
1698. Hendrik van de Blocquery.
1699. Mr. Anthony van Waveren.
1704. Mr. Aegidius Tollink. 1704. M'. Willem Backer. 1708. Wigbold Muilman.
1709. Jan van Ghefel.
1711. Abraham Leftevenon.
1716. Mr. Willem du Fay.
1719. Fredrik Berewout.
1719. Abraham Boddens Thomasz.
1734. Mr. Pieter Rendorp.
1725. Pieter Pels Andriesz.
1727. M\ Pieter Pels. v
1729. Mr. Nicolaas Wirten Jonasz.
1729. Mr. Gerrit de Graef.
1736. Jacob Elias Scott.
1737. Mr. Aegidius Willem Tollink.
1738. Mattheus Boendermaker.
1740. Henrik Bicker. 1745. Nicolaas Warin Junior.
1748. Lieve Geelvinck. 1748. Cornelis Deutz van Aflèndelft.
1749. Zeger van Son.
1751. Lambertus van Notten. 1752.
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 455
1752. Hendrik de Wacker van Sou. Noorder
1753. Jean Deutz. ***** "
1755. Philippus van der Nolk.
1757. Henry Clifford. VIII.
NOORDER KERK.
De Noorder Kerk, zo genaamd, Befchry-
om dat zy, in 't Noorder gedeelte ving der der Stad, gelegen is, ftaat aan de weftzyde £°™BD£R vandePrinfengraft, tuflchen de Anjeliers- en Brouwersgraften, op een plein met boo- men bezet, eertyds, de Prinfen-, doch nu de Noordermarkt genaamd. De zelfde ver- grooting der Stad, die, tot het bouwen der Wefter Kerke, aanleiding gaf, heeft ook, tot het ftigten van de Noorder Kerke, gelegen- heid gegeven. De Vroedfchap befloot, in 't begin des jaars 1620, uit te zien naar plaats tot eene kleine Kerk of Kapel, op de Prinfenmarkt (f). En 't liep flegts aan, tot Stigting. den vyftienden Juny des gemelden jaars , toen de eerfte Heen aan 't nieuwe gebouw gelegd werdt, door den oudften Zoon van Cornelis Dankerts, Stads Meefter Metfelaar. In 't jaar 1623, was de Kerk, in zo verre, volbouwd, dat, op den zeftienden April, zyndePaafchdag, de eerfte Predikatie ge- daan werdt. 't Een en 't ander blykt^uit dit opfchrift, welk boven den ingang in 't noor- den van binnen te leezen is: Tot
(») Refol. Vioedich. N. «. si Ftir. ie JtpT&i « M*j
»«10. ƒ. 106 verjhf !•«, UU |
||||
--------------
|
||||||||||||||
45Ó AMS TERDAMS ttfcfittfil
|
||||||||||||||
Koorder
Kerk« |
||||||||||||||
Tot oefeninge van de Cbrißelycke Religie,
|
||||||||||||||
is defe Noorder Kerck ghefticht, Anno
MDC. XX. den XV. Juny den eerßen Steen ghekydt. Anno MDC. XXIII. vol- maeckt, ende op Paefibdagb de eer ft e Pre- dicatie gedaen. De Noorder Kerk, die kleiner is dan de
twee andere nieuwe Kerken, welken wy, hier voor , befchreeven hebben , en maar zeventig fchreeden in haaren omtrek heeft, is een fraai kruisgebouw, welk, van bin- nen , nogtans, eene agtkantige gedaante heeft, en daarom zeer gefchikt is, tot het gehoor der openbaare Leerredenen, en eene groote menigte volks bevatten kan. De vier, gevels van 't kruis hebben ieder twee groo- te hooge glasraamen, en een glazen rond, welk boven ieder paai- glasraamen geplaatft, en twaalf voet over 't kruis groot is« De gevels zyn, van onderen, ieder twee en ne- gentig voet breed. Op het plat van eiken gevel, ftaat eenefraaije ßaluftrade: en uit het dak fleekt een fierlyke Tooren, die tot aan den kloot, welke 't kruis en den weêrwyzer draagt, vier en vyftig voet hoog is. Twee voornaame ingangen heeft de Kerk, een in't noorden * en een in 't zuiden, zynde beide, binnenwaards, poorten van deDorifche bouw- orde , die ieder twaalf voet hoog zyn. Het gekroond Stads wapen ftaat boven ieder der- zelven. Boven den zuider ingang, van bin? nen, ftaat het Geloof, de tien Geboden en het Gebed des Heeren, op een Tafereel. Voorts, zyn 'er nog twee mindere ingan- gen*: |
||||||||||||||
Grootte
en ge- daante. |
||||||||||||||
«*
|
||||||||||||||
II.BoeK; Gereformeerde Kerken. 457
gen: een derzelven leidt door des Kollers woo- Nookdbr
ning.'t Kruisgewelf der Kerke ruft, vanbin-KEKKi' ïien, op vier zwaare, als drielingen, famenge- koppelde kolommen, tegen eehe van welken, de Predjkltoel gefteid is. In 't midden der Ker- ke, hangt eene groote koperen Kaarskrobn, en vier anderen rondsöm dezelve. Voor de Kerke, in 't ooften, plagt een groot Vier- kant Kerkhof afgefchóoten te zyn; 't welk, te gelyk met het Weiler - Kerkhof, ver- plaatfl, en in het Bolwerk Kärtbuiäers, be- hoorden de Zaagmolens-Poort, övergebfagt is. Het wórdt nog het Noorder - Kefkhof ge- naamd. De beroemde Hendrik de Keizer is Bouwmeefter der Zuider-, Weiler- en Noor- der-Kerke gewéeft. |
||||||
623
1623. Pieter Haffelaef. 1623 1Ó24 U%'. jan Vaïkenaar.'
1637. Pieter Jansz. de Wit.
1641. Adriaan Valckenier.
1645. Dirk dé Lange.
1649. Pieter van Loon.
1653. Jan Fontaine.
1653. Cafjtervan Ceulen.
16^8. Daniel Bernard.
1662. Jean Raye.
1664. Cornelis van Gee\.
VII. STtffc; Gg m$6j.
|
||||||
458 AMSTERDAMS IÏÏ.Deei.
Noorder 1667. Salomon Sweérs.
Kerk. 1669. Toannés Rykefs. X T T. •
1074. Joannes Reyniers.
1680. Johannes van Grol.
1682. Chrilloffel Indifche Raven,
1682. Willem Raap.
1682. Pieter Six.
1683. Barent de Moor.
1687. Louis Trip. 1689. Jan Loten. '
1690. M'. Antoni de Sadeler.
1697. Dr. Ludovicus de Dieu, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
David van der Meer.
Tacob Temminck. TT 1 »1 T T 1
Hendrik Huyghens.
Jacob Faas NicólaasZ.
Willem van der Does Junior»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Bernard.
1721. Mr. Johan Schrevelius. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1721. Mr. Tan van Loon.
1725. Jan van Marcelis Junior. 1731. Daniel Deutz de Jonge. 1733. Jan Willem Trip. 1739. M*. Willem Adriaan van Weert, 1742. Daniel Jan Bouwens. 1744. Mr. Johan Om. 1746. Dirk van Marfelis. 1746. Pieter van der Nolk. 1748. Johan Michiel Bock. 1748. Hendrik Hoogenberg. 1752. Daniel Parve. 1756. Joan Geelvinck. 1758. Ifaac Hoogenberg. 1760. George Clifford Pietersz. IX.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 459
IA.
OOSTER.KERK. j^j
|
|||||||||||
De jongfle uitlegging der Stad heeft ge-ßefchry-
legenheid gegeven tot het ftigten van ving der drie Kerken, de Oojjer - Kerk. de Eilands- Ooster« Kerk en de Amftfel Kerlc, welken wy nog KERKE* s befchryven moeten. | De Vroedfchap, Jn de Lente des jaars'
1659 , beflooten hebbende , eene houten Loots, in de plaats van eene Kerk, tot het houden van openbaare Godsdienftige Ver- gaderingen , op te regten pp Raapenburg (£); gefchiedde zulks, zonder uitftel : en" op Paafchdag , zynde dep agt èntwintigïten Maart des volgenden jaars,'werdt daarin de eerde Predikatie gedaan. De Loots., die den naam van Oofler-Kerke kreeg, ftondt aan 't einde van Raapenburg, voorby 't nieuwe Werkhuis, aan de fchans, ter plaatfe, daar, federt, de nieuwe P^aapep^urger - fluis ge- legd werdt. 't Leggen deezer fliüze gaf gë>- legenheid, tot het af breeken der Loots, van welke wyfpreeken:ejiin tjaar i669,wèrdt( beflooten, eene fteenen Oofter-Kerk te bou- wen op Wittenburg (/), alwaar, by 't uitgee- ven der erven, plaats tot eene Kerk open- gelaatenwas. Men viel, nog in 't zelfde Stigting. jaar, aan't graaven. Op den vierden Oc- tober, werden de vier eerfte fteenen van 't |
|||||||||||
(kj Refol. Vroedfch. Lr. B. 27 Maart T6J9. ƒ. 9Ï.
(/) Refol. Vroedfch. L*. F. 11 July x«ó$. ƒ• *°S* |
|||||||||||
Gg2
|
|||||||||||
45o 'AMSTERDAMS IILDeel^
Ooster. gebouw gelegd, door Gillis JVybrantsdeJon-
Kerk. ge, Dirk van der fVaeym, Hendrik de Penyn en Aernaud Blom, Zoonen der.toen dienende Kerkmeéfteren. Voor 't einde vari 't jaar 1Ó71, was de Kerk volbouwd,en de eerfte predikatie werdt, op Kersdag, gedaan. Gtootte DeOosTERKERKÏs een fraai vierkant daante kruisgebouw, welk, binnenswerks, honderd voeten lang en breed is. Zy heeft vier in» gangen, drie van welken tot gemeen gebruik dienen. De vierde is de toegang naar des Kollers wooning en 't Kerkmeefters-Comp- toir. De aanzienlykfte ingang is in 't zui- den , en heeft een deftig Portaal, op welks plat, eene fierlyke Baluftrade ftaat. In 't Por- taal , is de ingang naar 't Diakens-Vertrek. De Kerk wordt, in 't zuiden en noorden, door twee, en in rt wetten en ooften, door drie ryen glasraafnen, boven eikanderen , verlicht. In deeze glasraamen, zyn het wapen en zegel der Stad, en de wapens der Bur- gemeefteren, Mr. Andries de Graefj JpAN VAN DePoLL, D'. NlCOLAES
TüLPen CoRNELi-s vanVlooswyk,
die , in 't jaar 1671 , regeerden, gefchil- derd. 't Gewelf rutt op vier vierkante pi- laaren van de Jonifche orde. In 't wetten tus* fchen twee der zelven,ftaat de Predikftoel, die vierkant, en, in elk der drie voorfte panee- len, met een byzonder zinnebeeld, bewerkt is.; doch allé de zinnebeelden zyn omringd van een' Hang, het afbeeldfel der eeuwig* heid. Men ziet 'er een brandend hert met vleugels, op, een' lelietak; een anker, met korenairen en leliën, en twee Jeruzalemfche veê-
|
||||
II. Boek., Gereformeerde Kerken. 461
veeren of palmtakken, kruiflelings geplaatfl:. Ooster-
De leening van den trap naar den Predik-Kerk. {loei ruft op diergelyke palmtakken en le- liën. Zulke zinnebeelden ziet men ook, in een bßsrelief, boven den toegang naar 't |
||||||||||||||
Kerkmeeflers-lComptoir, in 't noorden 'der
Kerke. Het vertoont een' fpiegel met 'twee |
. i
c
|
|||||||||||||
Hangen, en eene duif in 't midden; boeken,
palmtakken en andere fieraaden ter weder- zyde. Onder aan, leeft men /
j • f
|
||||||||||||||
PrUDENTES £ƒ INNOCENTES.
|
||||||||||||||
1
dat is: Foerzigtigen en onnozelen.
In dit Comptoir, hangen, voor den fchoor-
lleen en boven de deur, twee Wapenborden der Kerkmeefteren. De gefloelten voor de Regeeringe zyn , ter wederzyde van "den Ooiter-ingang, tegen over den Prèdikfloel, en de overige gefloelten, rondsom'en tegen de wanden, geplaatfl. Agter de gefloelten der Regeeringe, heeft men, by 't bouwen der Kerke, de grondflagen gelegd, waarop men, des noods, de pilaaren tot eene galerye zou können vefligen. Negen koperen Kaars- kroonen hangen 'er in de Kerke. De mid- delfle en grootfle is, met het boveneinde van haaren flang, vafl in 't midden vaneen Uurwyzer, geplaatfl in 't gewelf dèr Kerke, vlak onder den Tooren, en door deszelfs uurwerk bewoogen wordende. De Tooren is een maatige agtkantige koepel, met' een' lan- taarn , van gedaante als de tooren van 't Stad- Gg 3 te.
|
||||||||||||||
I
|
||||||||||||||
4<& AMSTERDAMS IÏÏ.Deel.
Öoster- huis. Sedert drie of vier jaaren, arbeidt men Kaee? zeer aan 't herftelJeh van 't muurwerk dee- zer Kerke, welk hier en daar begon te fcheu-
Ten. r x
Naamlyft Zie hier de naamlyfl van de Kerk-
derKüRK- meesteren der Oofter - Kerke. MEESTE« *
|
||||||||||||||||||||||
RE«.
|
i. Nicolaas Pietersz, van Hoorn.
1659. Dirk van der Waayen. 1659. Arent Hardebol.
3659. Jan Baptifta Hochepied» 1660. Jofephus Duyts.
1660. Cornelis Schaep. 1662. Gillis Wybrandcs.
1663. Mr. Nicolaas Lifting.
1663. Dr. Gerardus de Penyn. 1669. Dirck Blom.
1670. Abraham Tobias.
:\1671. LöüisTrip. |
|||||||||||||||||||||
1673. Änthoni van der Ghieflèn.
'1676. Anthoni Bruyning. 1680. Daniel Cherify. 1680. Carel Six. '1680. Hendrik Schölten. """1690. M'. Daniel de Dieu, |
||||||||||||||||||||||
r ï(&3* Ja" Hinloopen.
|
||||||||||||||||||||||
1694. Floris Elias.
1709. Mr. Jacob Karsieö |
||||||||||||||||||||||
. .1712. Jacob Elias Scott,
'1715. Benjamin Dutry. "1716. Jan Agges Scholten. 1720. Nicolaas Calkoen de Jonge. 1725.
|
||||||||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||||||||
. v
|
||||||||||||||||||||||
Gereformeerde Kerken. 46*3
Anthony Guftaaf de Geer. Coenraad van Son. Jean Fleon. M*. Jacobus van de Poll. >
Zeger van Son. Jan Nicolaas van Eys Ifaaksz. Mr. Coenraad Ie Leu de Wilhem. David de Wildt. Hendrik de Wacker van Son. Jan PieterBols. Arnoldus van Ryneveld. Mr. Carel Wouter Weher. |
|||||||||||||||||||||||||||
II. Boek.
■ «i725-
173a. 1736. ,1742. 1746. 1748. 1748-
1748. 1749. *752-
"I755-
1756. 1760.
|
|||||||||||||||||||||||||||
ElLANDS'
Kerk. 1
|
|||||||||||||||||||||||||||
'
|
|||||||||||||||||||||||||||
Pieter van Ghefel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
A#
|
|||||||||||||||||||||||||||
■■« *v
|
|||||||||||||||||||||||||||
EILANDS-KERK.
|
|||||||||||||||||||||||||||
)en, in 't jaar 1659, beflooten werdt,
^ de Oofter-Loots, op Raapenburg, te timmeren; werdt, te gelyk, vaftgefteld, een diergelyk houten gebouw, tot eene Kerk, op te regten, op het Bickers- Eiland (m). Ook werdt, in het zelve, op den zelfden Paafchdag des jaars 1660, de eerfte Predi- katie gedaan. De Eilands-Loots was van eene langwerpige gedaante, en hadt drie da ken van welken het middelfte, boven de twee uiterften, uitflak. 't Gebouw was, rondsom,van kleine dubbele glazen venflers voorzien. Men heeft zig van deeze Loots, omtrent vyf en zeventig jaaren, tot eene Kerk, bediend. Doch in 't jaar 1734, be- floot
(m) Rcfol. Vioedfch. Lr. B. 27 Mam 16$%, f. 91*
Gg4
|
|||||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving der Eilands* Kerke.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Zy was,
eertyds, eene houten. Loots. |
|||||||||||||||||||||||||||
464 AMSTERDAMS III.Dehl,
Eilands- floot de Vroedfchap, eene fteenen Kerk, in
Kerk. de p]aats der zelve, te ftigten (»). Zy werde yanfteen eF[t m l ja»r_ 173Ö volbouwd, en tegen 't her- einde van dat jaar, werdt de eerfte Predika- bouwd. tie gedaan in de nieuwe Ei l a n d s-K e r k e. Haare ^Y heeft ook, gelyk de Loots, eene lang- gedaante. werpige gedaante; doch is merkelyk hooger. Twee deftige ingangen heeft deeze Kerk, een in 't zuiden, en een in 't noorden, alwaar des Kofiers wooning en't Kerkmeefters-Comptoir is, en nog twee deuren in 't ooften 't Gebouw wordt, wyders, verlicht door twintig glasraa- men van redelyke groote, twee van vooren, ter wederzyde van den zuider-ingang, en ne- gen aan elke zyde. Inde Kerke, hangen twaalf koperen Kaarskroonen: vier in 't midden, waarvan de twee binnenften de grootften zyn, en vier aan elke zyde. Het dak ruit, van tinnen, op zeftien witte ronde hardfteenen kolommen, tegen eene van welken in't ooffcn, de Predikfloel itaat.Midden uit het dak,fteekt een kleine Koepeltooren, die doorlugtig, en van Uurwyzer en Slagklokken voorzien is. Naamlyft' Ker km eesteren deezer Kerke zyn derKERK- weeftr
pk 1659.'Louis Quickelenburg.
1659. Cornelis Graafland.
1Ö59. Adriaan van Loon. |
|||||||||||||
1659. 'Willem Blaauw.
1667. Jacques Thierry. 1667. Joannes Carpentier. 1676. ifaac Hochepied Junior. 1678. Andries Bernard. * (»} Hefirf, Vxoedffch. L*. KK. 29 April 1734./. j^' T'
|
|||||||||||||
)
|
|||||||||||||
■
|
|||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 465
16*79. Jacobus Schot. Eilands-
1679. Cornelis Graafland. Kew...
1679. Joan van Zeiler.
1679. Hendrik van der Voort.
1681. Elias Coymans.
1683. Hendrik Theulinx.
1684. Hendrik van Beuningen.
1689. Nicolaas Calkoeii Cornelisz. |
|||||||||||||||
1691. Cornelis Borghorfl.
|
|||||||||||||||
1697. Adriaan Pels.
|
i
|
||||||||||||||
1704. Gillis Val ckenier. > J
1704. Mr. Pieter Calkoen. 1704. Silvefter van Tongeren. 1706. Abraham Loten.
1707. Jan van der Wiffel.
1711. Willem Nolthenius. 1711. Philippe de la Fontaine. 1713. Hendrik de Wacker. 1719. M\ Johan Ortt. - ■ 1721. Mr. Gillis Coymans.
1721. Pieter Teftas.
. 1729. Mr. Gualterus Petrus Boudaen. 1729. Ewaldus Deodati.
1730. Cornelis Jacob Hagelis.
1737. Lucas Trip Dirksz. 1739. Willem Cornelis Bäcker. 1739. Dirk Bäcker.
1740. Jan de Cerf Jansz.
1745. George Clifford Junior. 1745. Willem Hooft.
1746. Hendrik Clifford.
Ï748. David Jacob van EysL 1749. Ambrofius Pool. 1753. Philippus van der Nolfc 1755. Gysbert Heycoop. GS 5 1757
|
|||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||
*
|
|||||||
466 AMSTERDAMS J III.De££,
Amstel- 1757. Joan Fredrik d'Qrville.
Kerk. 1757. Jacob Luden. |
|||||||
.
|
|||||||
A M ST E L-K E R K.
Befchry- ? I "Vm geryf der Gereformeerde bewoone-
ving der JL ren van de nieuwe uitlegging der Stad, Kerke L" werdt' in,tjaar l668, by de Vroedfchap,
vaftgefteld, omtrent de Utrechtfche Poort, eene Predikfchuur op te regten (0). Hier was, by 't uitgeeven der erven aan de noord- zyde der Prinfen-graft, tuflehen de Regu- liers-graft en Utrechtfche flraat, een groot veld tot eene Kerk gefchikt, welk, federt, Stigtlng. het Ämßelveld genaamd werdt. Men ging,
eerlang, aan 't bouwen van eene ruime vier- kante Loots, op dit veld; die, even als de Oofler-Kerk, honderd voeten lang en hon- derd voeten breed was, en in welke, op den negenden Maart des jaars 1670, de-eer- fte Predikatie gedaan werdt. In 't jaar 1687, werdt beflooten, eenige erven omtrent de Amftel-Kerk te verkoopen; doch het plein of veld aan die Kerk egter groot genoeg te laaten, om op het zelve, t'eenigen tyde , eene fteenen Kerk te können zetten (/>): 't welk egter, tot nog toe, niet gefchied is. Grootte De A M s T e L-K e R K is een tatnelyk hoog,
*!n ge" en hegt en konflig in een verbonden houten
gebouw, welks midden-dak boven de zyd- da-
-
f o) Refol.'Vroedfclu L*. F. 9 Aug. t66l. ƒ. 89 verft.
{/) Retbl. VlOédfch. L*. R. 7 Jan. mj. ƒ. iij. |
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 467
daken uitfteekt, en op zeftien houten fly- Amstel-
len ruft. De Kerk heeft drie groote, en vier Kerk, kleine ingangen, en is, van binnen, met de vereifchte geftoelten voor de Magiflraats- en mindere Standsperfoonen, voorzien. De ze- ven kaarskroonen in deeze Kerke zyn, in 't jaar 1670, door de Stad, aanbefteed,eene van drie honderd pond, twee ieder van een honderd en zeftig pond, en vier ieder van 'tagtig pond, of daaromtrent, tot zeventien fluivers het pond (q). In 't Kerkmeefters - Vertrek , hangt een
zinnebeeldig Tafereel, vertoonende de wa- pens der Kerkmeefleren, gehegt aan eene zuil, by welke, het beeld der Waarheid flaat, waarop de voornaamfte Deugden het gezigt gevefligd houden. Boven aan de zuil, ziet men de zinnebeelden van 't Gebed en de Boetvaardigheid. Een kindje, de Lief- de tot den Gbdsdienß afbeeldende, wyft naar een klein fchild, waarop de Schriftuurtek- ften Gen. XXVIII. WW 17. P/alm V.versS. Fred. IV. vers 17. en Jez. LVI. vers 7. aan- getekend zyn. Het. Y, de Amftel en het wapen der Stad toonen de plaats aan, daar de Kerk gefügt is. Onder aan 't fluk, ziet meii, op een fchildje, deeze regels van den geagten Digter Laurens Bake, Heere van JVulverhorfi, weleer Kerkmeefter dee- zer Kerke, die op eene oude Wapenkaart plagten te fbaan: De Godsvnigt plaatße wel de Godsdienfl in de
Kerken, Dog
(q) Vit etn klein Regiftertje ttr Th;faurie , ƒ, izi.
|
||||
/
|
|||||
468 AMSTERDAMS III. Deel.
Amstel- Dog God die 't goetdoen mint, geen woorden
Kerk. zonder werken, Bewoont nog hout nogßeen, maar een opregt
gemoet,
Dat nedrig fmeekt, en hem met dank en lof- zang groet, 't Stuk is, even als een diergelyk, in 't Kerk-
meesters Vertrek der Weftei>Kerke, in 't jaar 1750, gefchilderd door Louis Fabrichis du Bourg, Koller der Amftel-Kerke (1). Naamlyft Ite naamen derKERKMEESTEREN van
derKERK- de Amflel-Kerke zyn:
MEESTE*
***' 1669. Daniel Stalpert.
1669. Thileman Soolmans.
1669. Jacob Noirot.
1669. Gillis Sautyn.
1672. Chriftophel Thysz»
1672. Adriaan Temminck Engelbreght,
1681. Mr. Laurens Bake.
1687. Willem Backer Cornelisz.
-
(1) Terwyl dit blad gedrukt wordt , in 't begin
des jaars 1765, is dezelfde Konftfchilder bezig, met het fchilderen van een Schoorfteenftuk voor den kleinen of noordelyken fchoorfteen van Schepens- ÏCamer op't Stadhuis; dienwy, hiervoor (III. Deel, I. Boek, bl. 64.) gemeld hebben , van geen fchil- derftuk voorzien te zyn. Hét zal de Geregtigheid verbeelden, zittende op eenen verheven zetel, ver- meid van de Wakkerbeid en Standvaftigheid, en raad- pleegende met de Wysheid , Voorzigtigbeid en Gods- vrugt. Zy doet Geweld en Bedrog wyken, en wordt gekroond, door de Gelukzaligheid. Onder aan'tfluk, zal men 't af beeldfel van Keizer Juftiniaan en ver- fcheiden' Regtsgeleerde boeken zien. |
|||||
GEREFORMEERDE KERKEN. 469
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joan Scott.
Jacob Dankerts.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Am stel*
Kerk.
: S
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
I |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr. Eyerard Scott.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik van Hoorn.
Abraham Engelgraaf.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Philip Hack.
Otto Schutten.
Jan van Son.
M'. Märten Schrik.
Mr. Jan van de Poll Harmensz,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem van Heemskerck.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan van de Poll Pietersz.
Mr. Arnoldus Commelin.
Joachim Rendorp.
Jan Six de Jonge.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Hop.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem Hooft. |
Nicolaas Pyll.
Pieter van de Poll de Jonge.
M*. Aegidius Laurens Tolling.
Francois Hendrik van Hoorn.
Abraham DedejL
Dirk Bas Backer.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I760.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KERKBESTIER der NEDERDUITSCHE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEREFORMEERDEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
|
e zorg voor 't onderhoud der elf be-Beftie*
fchreeven Ëerken van de Nederduit- der Ne- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fche Gereformeerden deezer Stad is' toever-j^uit-
trouwd aan Kerkmeesteren, die ook J^r_ * het opzigt hebben, over den ontvangft der meerde inkomflen, tot dit onderhoud gefchikt, wel- Kerken, ken,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4?o AMSTERDAMS ptïtikü
Kerk- ken, voornaamlyk, uit de gfavëri, *<lë iit-
BESTiER. plaatfen en het klokluiden over Roomfchge- Kerk- zinde dooden komen. Over ieder Kerke, meeste- zyn vier Kerkmeeflers, die, voor hun lee- ven, of tot hooger bevordering, dienen, en, door Burgemeefteren, worden aange- fteld. Doch over de Gafthuis - Kerke, zyn de zes Regenten van 't Gafthuis, te geïyk, Kerkmeeflers. Ook is, in ieder Kerke, be~ halven in de laatftgemelde, een Koftér, en een Gravenmaaker, die, door Burgemeefte- ren, worden aangefteld. Doch, m fómmi- ge Kerken, worden deeze ampten, door een* en den zelfden perfoon, bediend. En in de Gafthuis- en Amftel-Kerke alleen, wordt niet begraaven. De Organiften en Voorzangers 'm deKerken worden, ook door Burgemeefteren; doch de Deurwaarders , Stoelenzetßers of Plaatsbewaarfters en andere mindere bedien- den , door Kerkmeefteren, aangefteld. De Kerkmeefteren plagten, eenige jaaren na "de verandering des jaars 1578 , de Predikanten te betaalen, uit penningen, die hun, door de Thefaurie, werden ter hand gefield. Zy mogen, zo min als de Regenten der andere Godshuizen, eenige zwaare nieuwe werken aanleggen, zonder bewilliging van Burge- meefteren (f)', die Opper - Kerkmeefters zyn van de Kerken en Kapellen deezer Stad (j). Ook zyn zy, federt het jaar 1592, verpligc, jaarlyks, Rekening van ontvangft en Hiit- gaave te doen aan Burgemeefteren (?). In * ie-
(r) Handv. hl. 94 ƒ.
(t) Zie Groot-Meraor. K, VII. f. «*. (t) Memor. »ƒ Notulb. väü 'feerfth/ÜerOude Ketke , il. 10J>. |
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 47 r
ieder Kerke, met naame, in de grootfteri, zyn Keru.
bekwaame geftoelten afgezonderd voor den bestier. Schout, Burgemeeftèren', Schepenen, Raa- den,CommilTariiren,Secretariflen,Kerkmees* teren, Regenten del*Godshuizen, eneenige andere Amptenaars. De Krygsraad heeft ook een afzonderlyk geftoelte. In eenigën van deeze geftoelten, wordt, fomtyds, aan by- zondere Perfoonen, 't zy amptenaars of an- deren, naar hunnen rang, by byzondere Ac- te van Burgemeefteren, zitplaats verleend. Wy behoeven niet "aan te merken, dat de Predikanten, Ouderlingen en Diakenen ook hunne byzondere geftoelten hebben. Voorts, zyn 'er, behalve deêzen, nog veele gefloo- ten en ongeflooten mannen-zitbanken. Dé plaatfen, op de eerftgemelden, ftaan, zo wel als de vrouwenftoelen in den buik der Ker- ke, aan de begeevinge van Kerkmeefteren («). De vrouwenftoelen in de Ddophuizen worden, federt het jaar 1687, door Burge- meefteren, begeven (ü). Volgens eene Inftrüctie voor de Kofters
ïn 't gemeen van den jaare 1655, zyn de- zelven, als eerfle Suppooflen van de Kerke, gelyk zy genoemd worden, verpligt „ goe- „ de zorg te draagen, voor al wat de Kerken 5, aangaat, met naamé voor het openen en „ fluiten der Kerken; het luiden der klok- „ ken, tegen den tyd der Predikatien ; 't „ voorzien der banken met boeken, kus- „ fens, flooven; en der Kroonen met kaar- „ fen:
(«) Handv. hl, 121. ,
(v) Dagel. Notulen van Burgemeeft. wn zz Sept. i6t~.
|
||||
472 AMSTERDAMS IIIDeeb.
Kerk- j> &n: °°k voor net dekken en ontdekken
BKstjER. „ der tafel, by de bedieninge des Avond- maals. Zy mogen niemant in de Doop- huisjes zitting toeftaan, dan die daar toé |
||||||||||||||||||||
JJ
|
geregtigd is. Zy moeten zelven het wa-
|
|||||||||||||||||||
„ ter in Tiet Doopbekken gieten, en het
„ Doopboek , naauwkeuriglyk , houden. „ Voorts, moeten zy de verzogte Voorbe- „ den en Dankzeggingen den Predikant net „ opgeeven; en, eer zy ter Kerke uitgaan, „ toezien, dat de deuren geOooten zyn, „ en 't vuur der ftooven wel verzorgd is. De Koller der Nieuwe Kerke is, in 't by- zonder,, verpligt, den Kerkenraad en Cla's- ficale Vergaderingen waar té neemen (v). Dè Gravenmaakers zyn gehouden ,, de Graven, „ tydelyk, te doen openen en fluiten, dezel- |
||||||||||||||||||||
5»
|
ven, behooriyk, te doen vullen en flampen^
|
|||||||||||||||||||
en de zerken effen en gelyk te doen leg-
„ gen O): voorts, het regt der Kerke eri |
||||||||||||||||||||
5>
JJ |
hun eigen Loon pz ontvangen, volgens
het reglement, daar op, den negen en twintigften April des jaars 1724, by Bur- |
|||||||||||||||||||
,, gemeefleren, vaftgefteld (x)."
Gewoon- DeGE woonlyke Ke RKENRAAödèi?
LYKE en Nederduitfche Gereformeerden , die, in 't Groote gemeen, eens ter weeke, des Donderdags Kerken- ten twee uuren na den middag ? 'm de J^jeu^ we Kerke, byeenkomt, beftaat thans uit ne*
gen en twintig Predikanten, waaronder eert Hoogduitfche Predikant begreepen is. Ook bekleeden, tegenwoordig, twee Profeflbrert, eert
(v) Groot Memor. N. IV. f. 34,
(n>) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 3 s verf«.
{xj Groot-Memor, isT. X, ƒ, 31 tnt..
|
||||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 473
een in de Oofterfche taaien, en een in de Kerk-
Godgeleerdheid, famen , eene Predikants- bestier, plaats. Doch zy hebben elk eene ftem, in den Kerkenraad. Voorts, zyn een gelyk getal van negen en twintig Ouderlingen Leden van den gewoonlyken Kerkenraad. Van de Pre- dikanten is een , by beurte , eene week, Traejes of Voorzitter; een ander Scriba of Schryver , en een Ouderling Subfcriba of tweede Schryver. De Scriba en Subfcriba veranderen om de twee maanden; en wan- neer de Predikant, die Scriba is, op zyne beurt Praejes zou moeten zyn, gaat zyne Praefidiale beurt over tot .plen Predikant, die hem in rang opvolgt. De Leden van den Kerkenraad zyn verpligt, dien, buiten gewigtige verhindering, aile Donderdagen, by te woonen. Doch behalve deezen, is 'er een grooteKerkenraad, uitde Predi- kanten , de Ouderlingen en twee en veertig Diakenen bellaande, en dus, in alles, hondera en een Leden uitmaakende. Doch deeze Kerkenraa'd vergadert, alleenlvk, om Pre- dikanten, en, jaarlyks, om Ouderlingen' i Diakenen en Diakoneffen te verkiezen. De Wethouderfchap heeft, hier ter Stede, zo wel als elders, van ouds , regt gehad, om Afgevaardigden te zenden in alle openbaare Vergaderingen, en gevolgelyk, ook in den Kerkenraad. Dit regt der Wethouderen in 't gemeen is zelfs, uitdrukkelyk, erkend , in het zeven en denigfle Lid der Kerken-or- deninge van de vermaarde Dordrechtfche Sinode (y). Ook heeft de Wethouderfchap van
O) Zit II. Deel, XIV. Bte(, hl. 4x«.
VIL Stuk. Hk
|
|||||
*
|
|||||
474 AMSTERDAMS HL Deel.
Kerk- van Amfterdam zig van het zelve bediend ,
bestier, in het jaar 1632; en, eenige jaaren agtereen, zitting in den Kerkenraad gehad (2), daar- toe een' of twee Burgemeefteren, of Sche- penen, die CommißariJJen politiek genoemd werden, afvaardigende. De eerften, die, iri *? jaar 1632, van wege de Wethouderfchap, zitting in den Kerkenraad namen , waren Geurt Dirksz. van Beuningen, regeerend, en Andries Bicker, Oud-Burgemeefter. In 't jaar 1639 , werden Cornelis Bicker en Reinier Reaal) Oud-Schepenen,in den Kerkenraad af- gevaardigd : en eenige jaaren laater, de Hee- ren Cornelis van Dronckelaar en Antoni Oet- x gern van Waveren {a). Doch deezen zyn de laatften, welken, van wege de Wethouder-
fchap, geduurige zitting in den Kerkenraad gehad hebben. En thans heeft deeze zit- * ting, federt veele jaaren, geene plaats gehad, fchoon 'er altoos twee CominiffariJJen politiek
uit Burgemeefteren zyn; een van welken, gemeenlyk, op de Noordhollandfche Sinode, zitting neemt, wanneer dezelve , hier ter Stede, gehouden wordt. Predi- £*e verkiezing der P11 E n 1 k a n t e n ge- KANTJEN. fchiedt, in Holland, niet op eenerlei wyze. Te Amfterdam, heeft men, met dezelve, terftond na de Reformatie, den Kerkenraad laaten beworden, behoudende Burgemeefte- ren , nogtans, het regt, om handopening, tot het doen van een beroep, te verleenen, en om het gedaan beroep goed- of af te keu- ren» ■ - (k.) Zie II. Deel , XIV. Boei, *'• 48(5.
(a) Vit Aantek. v*» Schepen Gekard schaspPietebsï.
■
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 475
ren, beftendiglyk, aan zig. In andere Ste-KF.RK-
den, wordt dit; regt geoefend door de Hee* bestier« ren van de Wet of het Gereg:, beftaande uit Schout, Burgemeefteren en Schepenen. Doch hier ter Stede, is, al vroeg,hetgant*' fche politiek beflier der Stad aan Burgemees- teren toevertrouwd geweeft, die, gevolge- lyk, ook het regt, waarvan wy fpreeken ,. beftendiglyk, gebruikt hebben. Wy hebben zelfs, by eene andere gelegenheid, een ftuk van den jaare 1513 aangehaald , waaruit blykt, dat de .Kloofterlingen, immers de Clariffen , oudtyds, haare Paters niet ver- kiezen mogten, dan by advys ende wille va?t den Burgermeefleren (b). Ook blykt, van el^ ders (V) , dat het Geregt, voor het invoeren der Reformatie, verlof gaf tot prediken in de Kloofters. En men heeft geene reden om te ftellen , dat Burgemeefteren of het Geregt, na de Reformatie , minder magt zouden behouden hebben , dan zy , reeds voor de Reformatie, gehad en geoefend had- den. Men houdt, hier ter Stede, in 't ver- kiezen en beroepen der Predikanten, deezen volgenden voet ; wordende alleenlyk den Gafthuis-Predikant aangefteld door Burge- meefteren , als hebbende het regt van Pa- troonfchap der Gafthuis-Kerke, gelykwy, hiervoor ( d ) , hebben aangetekend. De gewoonlyke Kerkenraad, uit Predikan-Wyze -
en en Ouderlingen beftaande/sDonderdags na van 't be« 't openvallen eener Predikantsplaatfe, of na 't roepen
bc_ derart-
(h) Zie l. Dee!, I. Bot{, bU I14. VCn>
{c) lt. Detlt VI. ßoek^. bL 8.
ld\ BUds,% 4)3. Hh 2
|
||||
1
|
|||||
476* AMSTERDAMS III.Deel.
Kerk- begraaven van een' afgefborven Predikant,
bestier, byeengekomen zynde, vaardigt een' Predi- kant , gemeenlyk den Preefes, met zynen Ou- derling af, om, den volgenden dag, handope- ning tot het doen van een nieuw beroep, aan Burgemeefteren, te verzoeken. Doorgaands, wordt deeze handopening, terftond; zeld- zaam na eenig uitftel, eenvoudiglyk, ver- leend. Doch, enkele reizen, vinden Bur- gemeefleren geraaden, den Leden van den Kerkenraad eenige nuttige vermaaning voor te houden, opzigtelyk op het te doen be- roep ; of eenig byzonder Leeraar, of foort van Leeraaren voor te liaan en aan te pry- zen, op welken, men hun raadt, in het doen der Verkiezinge, ten nutte van de Stad en van de Kerke, het oog, byzonderlyk, te ves- tigen. Van de bekomene handopening wordt, den volgenden Donderdag, in den Kerken- raad , verflag gedaan. De Predikanten en Ou- derlingen gaan, hierop, des Dingsdags daar aan, over, tot het benoemen van een zes- tal , waaruit, terftond, een drietal gemaakt wordt. De Diakenen, die , op dien dag, hunne gewoonlyke Vergadering hebben , krygen aldaar , door Afgevaardigden uit den Kerkenraad, kennis van het benoem- de drietal door Predikanten en Ouderlin- gen , en gaan daarop , agt dagen laater, ook over , tot het maaken eener Nomi- natie van zes Perfoonen, die, insgelyks, ter- ftond , tot een drietal gebragt worden, waar van ook, door afgevaardigden uit de Ver- gadering der Diakenen, ten volgenden Don- derdage , aan den Kerkenraad kennis wordt ge*
|
|||||
I
|
|||||||
s
II. Boek, Gereformeerde Kerken. 477
jregeven. Uit beide de Nominatien, wordt,Kerk-
*s Dingsdags daarna, door den grooten Ker- bestie*. kenraad, uit Predikanten, Ouderlingen en Diakenen beftaande, een drietal gemaakt; waaruit, ten zelfden tyde, een Perfoon ver- kooren wordt. De Nominatie en de Ver- kiezing gefchieden, by meerderheid van de ltemmen der tegenwoordig zynde Leden. Terftond na de verkiezing, wordt van de- zelve kennis gegeven aan Burgemeefteren; die, vervolgens, met Oud - Burgemeefteren, raadpleegen op het goed- of afkeuren van het gedaan beroep. Zo zy tot afkeuring be- iluiten, 't welk gefchieden kan, zonder dat men beoogt, den afgekeurden Predikant, in 't allerminft, te hoonen , ontbieden zy de afgevaardigden des Kerkenraads voor zig, en geeven hun van de afkeuring kennis. De Kerkenraad is dan verpligt, van nieuws, handopening te verzoeken en tot een nader beroep over te gaan. Doch zo Burgemees- teren gezind zyn, het gedaan beroep goed te keuren, gelyk gemeenlyk gebeurt, doen zy zulks, tegenwoordig, niet, dan na dat zy verzekerd zyn, dat de beroepen Predi- kant het beroep zal aanneemen. De ver- kooren Leeraar wordt , vervolgens , aan de Claflis van Amfterdam voorgefteld, en, daar goedgekeurd zynde , der Gemeente, drie Zondagen agtereen, in alle de Kerken, des voormiddags , van de Predikftoelen, voorgedraagen, op dat elk, die iet op zyne Leere of gedrag te zeggen mögt hebben, zulks den Kerkenraad zou können aandienen. Hh 3 Ver-
|
|||||||
1 >
' f
|
|||||||
47B AMSTERDAMS III. Deel.
KBit* Vervolgens, plagt de beroepen Predikant,
bestier, zó hy reeds eene Standplaats hadt, gelyk hier, genoegzaam altoos, gebeurd is, door eene bezending uit den Kerkenraad, op Stads koften, van zyne Gemeente los gemaakt te worden. Doch federt eenige jaaren , ge- fehiedt deeze losmaaking, door eenen brief, en 't overzenden van eene oningevulde vo.- magt: waarin de beroepene den naam in- vult van den Predikant, dien hy tot zynen lósmaaker verkieft, aan wien de Stad vyftig guldens toelegt; genietende de Leden van den Kerkenraad, die anders, op hunne beurt, de Losmaaking zouden hebben moeten doen, famen, honderd en vyftig guldens (e). De beroepen Predikant, in deezer voege, van zyn Gemeente, losgemaakt, en op eenen brief yan Burgemeefteren, ook van de Wethouder- fchap zyner Stad, ontflaagen zynde, wordt, eindelyk, plegtiglyk, en zo hy, voorheen, gee- ne andere Standplaats gehad heeft, 't welk by- na nooit voorvalt, ook met oplegging der han- den, in den dienft beveftigd. Volgens eene Staats-Refolutie van den een en twintigften December des jaars 1680,mögt niemanttot Predikant , in eene ftemmende Stad van Holland, en gevölgelyk ook niet inAmfter- dam, verkoören worden, dan die den ou- derdom van zeven en twintig jaaren bereikt hadt (ƒ). Doch hier ter Stede, plagt men, gcmeenlyk , Predikanten, die niet jonger dan
(c) Refo!. der Regeer. *n Oud • Burgcrmceft. 3 Vecemt.
(f) Groot-Plakaatb. III. £>«/, bl. 483. |
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 479
dan twee en dertig, en niet ouder dan vyf-KÉRK-
tig jaaren waren, en een of meer beroepenBliSTII:R• \ gehad hadden, te verkiezen. Maar hierin is, voor eenige jaaren, wederom verande- ring gekomen, mogende men, nu, volgens eene fchikking van Burgemeefteren van den tienden November des jaars 1740, hier, gee- ne Predikanten beroepen , die jonger dan dertig, noch ouder dan vyf en veertig jaa- ren zyn, De wedde der Predikanten hier ter Stede is, meermaalen, verhoogd, en ein- delyk gebragt, op een duizend zeven honderd guldens in't jaar, die, onder zekere voorwaar- de , nog met vyf honderd guldens verhoogd zyn. De verhooging van de wedde der Predikanten is, zo wel als de vermeerdering van hun getal, door de Vroedfchap , by meer dan eene gelegenheid, gelaaten aan de befchikking van Burgemeefteren en Oud- Burgemeefteren (#). Zy worden , hier, betaald door de Stad , die daartegen, na de verandering der Regeeringe, de gees- telyke goederen en Vicaryen verkreegen heeft (b). Wyders, is, reeds in 't jaar 1667, by de Vroedfchap, beflooten, aan alle wet- telyk beroepen Leeraars der publyke Kerken, na dat dezelven den gewoonlyken Poorter- eed zouden hebben afgelegd, het Poorter* regt te fchenken (i). In
(g) Refol. Vroedfch. Zr. 8. 31 Dec. 5*59. ƒ. t«9 I, D.
Ijjuny 1,66}. ƒ. JO verfo, L*. Q, Zo JMaart 1684- ƒ. 67.
\h) Refol. Vroedfch. N. *. 7 Ja». 1579. Groot-Memot.
N. III. ƒ. tf] H. V. ƒ. it. {i) &efol. Vroedfch. L* E. 9 jiug. 1667. ƒ. *i|. |
||||
48o AMSTERDAMS III. Deel.'
Kerk- In alle de Gereformeerde Kerken, wordt,
bestier, des Zondags , gepredikt. In de Gafthuis- orde van ^er^e » driemaal, eene Vroegpredikade, prediken,en Voor- en Nadenmiddag. In de Oude en Catechi-'Nieuwe Kerken, om de andere week,eene feeren, Vroegpredikade, behalve wanneer 'er be^ en°A-n' lening van 't Avondmaal is; en voorts, al- vond- toos, Voordenmiddag, Nadenmiddag, en 's maalhou- Avonds. In de Weiter - Kerke, wordt, al- den, in detoos ^ driemaai ^ Voordenmiddag , Naden- duitfche middag en 's Avonds gepredikt: in de Zui- Gerefor- der- en Noorder-Kerke, van gelyken, van meerde het einde van Oólober tot het einde van Kerken. ]y/[aartj doch van April tot het einde van October, wordt, in deeze twee Kerken; en het geheele jaar door, in de overigen,uitgeno- men de Oude, Nieuwe, Gafthuis- en Wefter- Kerke, alleenlyk Voordenmiddag en Naden- middag gepredikt. Op tweeden Paafchdag, Hemelvaartsdag, en tweeden Pinkllerdag, wordt, in alle de Kerken, alleenlyk Voor- en Nadenmiddag, doch op tweeden Kerftdag, even als op Zondag, gepredikt. En in de Galt- huis-Kerke, worden, op alle die dagen, de gewoonlyke Vroeg- en Voor- en Namid- dags-Predikatien gedaan. Op de Bededagen, wordt, in alle de Kerken, even als des Zon- dags , gepredikt. In de weeke, gefchieden, des zomers, twee Vroeg-Predi kaden, 's Dingsdags in de Nieuwe, en 's Donderdags in de Oude Kerke, en vyf Avond - Predi- katien , 's Woensdags in de Noorder- , Nieuwe-, en Zuider-Kerke; en 's Vrydags, in de Weiter- en Oude Kerke. Doch cfes winters, dat is, van het einde vanOétober tot
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 481
tot het einde van Maart, zyn 'er zeven A- Kerk-
vond-Predikatien, 's Woensdags in de Noor- bestier. der-, Nieuwe en Zuider-, 's Donderdags, in de Amftel-, en 's Vrydags in de Oude en Wefter-Kerke, en in de Nieuwe-zyds-Kapel, en maar eene Vroeg - Predikatie, 's Dings- dags, in de Nieuwe Kerke. Om de twee maanden, wordt, twee Zondagen agtereen, des voordemiddags, Avondmaal gehouden, in alle de Kerken, uitgenomen in de Gaft- huis - Kerke., Het eerfte Avondmaal wordt gehouden in de Oude, Nieuwe, Zuider-, Wefter-, Noorder- en Amftel-Kerke, en in de twee Kapellen, op den laatften Zondag der maand: en het tweede, wederom in de Zuider-, Wefter- en Noorder - Kerken; in de Nieuwe - zyds - Kapel, in 't Hoogduitfch, en in de Oofter-, en Eilands-Kerke, op den eerften Zondag der volgende maand. Het doopen gefchiedt, in alle de Kerken, be- halven in de Gafthuis-Kerke, des Nademid- dags en des Avonds, zo wel in de weeke, als des Zondags. Doch des Zondags 's Avonds, alleen in de Nieuwe Kerke, in de zes Zo- mermaanden , en in de Oude en Wefter- Kerke , in de zes Wintermaanden. Ook wordt 'er, door éénen Predikant , gecate- chifeerd, des Zondags, na de Namiddags- Predikatie, in de Oude-zyds-Kapel, 't gehee- le jaar door: ten zelfden tyde, des zomers, in de Zuider- en Noorder-, en des win- ters , in de Oofter - en Eilands - Kerken. Voorts, wordt, des Zondags ten vyf uuren, 't geheele jaar door, in de Nieuwe-zyds- Kapel, en des winters, 's Maandags, op't Hh 5 ' zelf-
|
||||||
•
|
||||||
v
|
||||||
4-S2 AMSTERDAMS IILDcel,
Kerk- zelfde uur, in di Amftel-Kerke, voor zul-
M5TJER. ken, die veertien jaaren bereikt hebben , gecatechifeerd. 's Dingsdags en 's Donder- dags , 's morgens ten elf uuren, is 'er Cate- chifatie, voor meerder geoefenden, in de Oude Kerke. Het afleezen der Huwelyks- geboden van Gereformeerden gefchiedt,des Zondags, voor den Voormiddagsrdi-iifl:, al- leen in de Oude, Nieuwe, Zmder- en Wes- ter-Kerken. De Vroeg-Predikatien begin- nen*, des zomers, ten halfzeven, de Voor- middags-Predikatien ten half negen uuren: en des winters, de eerden, des Zondags, een halfuur, en in de weeke, een uur, en de tweeden, beide in de weeke en des Zon- dags , een halfuur laater; doch daar 't Avond- maal gehouden wordt, begint de Voormid- 4ags-Predikatie een half uur vroeger. De Nademiddags-Predikatien beginnen, altoos, ten half twee, en de Avond-Predikatien ten half vyf uuren. Doch de Belydenis - Predir katien, des Vrydags- , en de Voorberei- dings - Predikatien, des Saturdags 's avonds, vangen ten vier uuren aan. Al in de zefliende en zeventiende eeuwen,
is, by verfcheiden' Keuren, zorg gedraagen, tegen het ontheiligen van den Zondag, door het dry ven van openbaaren Koophandel; het uitftallen ; het tappen ; het doen van zwaaren arbeid, door Waagdraagers, Schui- tenvoerders en djergeiyken; het vertoonen van Kamerfpelen; het houden van Scherm- en Dansfchoolen enz. (£). Eenigen van dee- ze Keuren zyn , federt, vernieuwd. Men mag,
(k) Handv. hl. 117.
|
||||
II. Boek. Gêreformeerse Kerken. 483
mag, des Zondags, voor twaalf uuren, on- Kerk-
der de Predikatie, geene gelagen zetten,en, bsstie*. dien dag, geenerlei gedruifch maaken om* trent de Kerken. Ook is, in 't jaar 1737, verbooden, des Zondags voor zeven uuren des avonds, zingende, of op Inftrumenten fpeelende, door de Stad te vaaren (/). De twee Predikanten der EngelfchePres- cw^
byteriaanfche Kerke hier ter Stede behoo-van Am- ren , zo Wel als de Predikanten der Neder- fterdam. duitfche Gereformeerde Kerke, tot de Gas* fis van Amfterdam, die, in 't geheel, uit twee en vyftig Predikanten beftaat, te wee- ten, twee en dertig uit de Stad, waar on- der de twee Engelfchen begreepen, en de twee Profefïbren, die elk eenen halven Pre- dikantsdienft waarneemen, voor twee Pre- dikanten , gerekend zyn; twee uit Weesp, twee uit Naarden, twee uit Muiden, een van Muiderberg, een van Hilverfom , een van Huizen, een van Blarikom en Laren, een uit de Oude Loosdrecht, een uit de Nieuwe Loosdrecht, een van Loenen, een van 's Graavenland , een van Ouderkerk, een van Amfterveen, een van Waverveen, een van Diemen, een van Slooten en een Slooterdyk. In de Claflis van.Amfterdam, zitten, behalve de Predikanten, ook twee Ouderlingen uit de Stad. Uit de andere Ste- den en Plaatfen, wordt, nevens een' Predi- kant j ook gemeenlyk, een Ouderling afge- zonden. De Gallis van Amfterdam zit, ze- venmaal in 't jaar, in de Nieuwe Kerke, den
0) Hand*, bl. u%t ij,t izcm .
|
||||
4$4 AMSTERDAMS IILDeel.
Kerk. den tweeden Dingsdag in January; den eer-
bestier, ften Maandag in April, in May, ift Juny, in September, en in O&ober, en 's Maan- dags, agt dagen voor het houden van de Noordhollandfche Sinode, welke haare zit- tingen, met den laatflen Dingsdag in July, aanvangt, en om het zevende jaar,te Am- fterdam , gehouden wordt. Doch zo 'er een Bededag, of eender verfchietende Feeft- dagen van Paafchen, Pinkfleren of Hemel- vaartsdag valt,in de week, waarin,anders- zins, de Claffis zou moeten gehouden wor- Naamlyftjgjjl wordt zy, tot den volgenden Maan- SF dagzLtifr de Naamlyft van alle de Neder-
Neder- duitfche en Hoogduitfche Predikanten dee- jluitf?e zer Stad, zo als dezelve, in 't jaar 1764, ineerdf gedrukt en uitgegeven is: ie-8 i.Toannes Kuchlinus, beroepen van Embden,
is 1596. geworden Regent van '/ Collegie bin- nen Le'yden, alwaar by 1606. is overleden. a. Petrus Hardenbergius, beroepen uit Embder* ' lant is 1580. van bier te Zwol beroepen. i-Ro * Martinus Lydius, beroepen van Antwerpen , w i<$<$. geworden ProfeffbrTbeologia tot Fra- mquer \ alwaar hy in *1 'jaar 1600. is overleden. 4. Joannes Nicolai a Waflenaar, beroepen van Ifydenes.is in'/ zelve jaar overleden, den a8 Oftober.
<. Hillebrandus Cuneus , beroepen van Hoog- Carfpel, * 1583- van Wf ^ ontflagen.
6. Toannes Ambrofius, beroepen van Sybe- Car- fpel is 1599' den 16 Ottober overleden. ,<«, 7 [oannes Hallius , beroepen van Leyden, is 1619. den i Oftober overleden.
1 s 81 8 Everardus Hermanni, Amflelodamenfis, ber. 'vanMaeslant.M eerfle Predkant alhier in '/ Gaflbuis is 1589. overleden. 9. Pe- |
||||
■»>'■■ "■' —"----------------
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 485
9.Petrus Plancius, Predkant geweeß zynde te Kerk. Brujfel, ah de Prins van Par tna dezelve Stad BESftlR, gewonnen had, hier beroepen, en overleden I585/" 1622. den 25 May, 10. Jacobus Arminius, Proponent zynde alhier be- 2 588>
roepen, en 1603. geworden Profejfor Theologien te Leyden. in 1609. den 19 Oftober overleden.
11. Johannes Halbergins, Proponent zynde, alhier 1590.
beroepen in 't Ga/thuis, en 1599« in de Kerken, is 1Ó06. overleden.
l a. Lucas Ambrofius, beroepen van Muyden, in 't 1599. Gaßhuis,en lóio.indeKerken, overl. 1628.
13. Joannes Urfinus , beroepen van ts 1600.
1620. overleden.
14 Joannes la Mairè, Proponent zynde alhier be- iöoi. rotf/te» tt 1642 den 4 $fi«*f overleden.
i5.Warnerus Helmichius, beroepen van Delft, l6o2; n 1608 overleden.
16. Jacobus Roelandus, beroepen van Francken- 1603. <^?/, *« lói 8. geweeß Aßßr in V 6j»o^
t/ Nationaelte Dordrecht, *?# ofo^r »/7 /<? Z^- </<?« gecommitteert tot de overfetting des By-
bek, 1632. overleden.
17.Cafparus Heydanus, beroepen van Franken- uQ%. daal, is 1626 den 14 January overleden.
18. Joannes Cornelius Silvius, Amfielodamenßs, l6ra beroepen van Sloten, in 't Gaßhuis, en 1622.
.-, in de Kerken,is 1638. den 19Nov.overleden. 19 Jacobus Triglandius, beroepen van Stolckwyck, - £»1634 geworden Profejjor Tbeologia te Lei- .- ifatfi «ÄÄwr 1654. den 11 April overleden. Q.O. Rudolphus Petri, Amfielodamenfis, ben van 1Ö12. Saanredam, is 1649. <#» 4 3^? verleden.
21. Gofuinus Geldorpius, beroepen van Sneek, is 1627. den 11 Augußus overleden.
-aa. Adrianus Smoutius, beroepen van Overmaas, 1020, /of bet jaar 1630. <fe0 7 January uit de Stad
vertrekkende is tot Rotterdam 1646. overleden.
63. Otto ßadius , beroepen van Huchelhoven en Lüvenigb uit Gulickerlant^tot eerße Predicant
|
|||||
436 AMSTERDAMS IILDeel.
alhier in *t Hoogduyts, en 1616 in de Neder-
duytfe Kerken, is 1664. den 8 Mey overleden* 24. Joannes Kloppenburg, Amßilodamenßs, beroc-
pen van Heusden, is 1630. in den Br iel Pre- dikant getvorden, en 1640. Pr'ofefforTheologie te Harderïvyk, en 1644. te Franeker, overle- den 1652- a5.Jacobus Laurentius, Amßelodam., befoepen
van Naerden, is 1644. den 19 Maart over led. 26. Eleazar Swalmius, beroepen van Schiedam, is
1652. den 4 funy overleden. 27. Anthonius Plancius,beroepenvanOoßerhout,
in9t Gaßhuis, overleden den 29 Febr. 1623. 28. Petrus Wachtendorp , beroepen van Linnig ,
uit Gulickerlant, overleden 1652. 29. CornelisHanekopius, Predikant geweefi zyn-
de te Breda, is als het Spinola gewonnen had» de, in jfuly alhier beroepen en 162.6. in No- vember van zytt dienß ontßagen, is 1655. 0- verleden den 15 July. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Kérk-
B£STIER.
1621. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Iß22*
I623. I625.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
3°
|
PetrusPulleus, beroepen van Amßelveen in't
|
||||||||||||||||||||||||||||
Gaßbuis, is 1629 overleden.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
£626. 31
|
Fredricus Keslerus, beroepen van Stolburg, in
|
||||||||||||||||||||||||||||
't Hoogduyts, is 1636. na Brafil vertrokken,
en na zyn wederkomße 1643. beroepen in de Neder duytfe Kerken alhier, overleden 1650« den 15 September. |
|||||||||||||||||||||||||||||
nn
|
|||||||||||||||||||||||||||||
I62S.
1630« Ié32-
1633. IÖ34- |
|||||||||||||||||||||||||||||
Henricus Geldorpius, beroepen van Leeuwaar'
den y is 1652. den 6 Oftober overleden. |
|||||||||||||||||||||||||||||
33
|
Joannes de Mourcourt, Amßelodamenßs, be-
|
||||||||||||||||||||||||||||
roepen van IVeesp in V Gaflbuis alhier, en 1667.
den 16 Auguflus oU zyn ouderdom en fwakheid Emeritus geworden. 34. Petrus Clafenius, beroepen van Domburgh uit
Zeelant) is 1636. den 3 December overleden. 35. Anthonius Haringhoek, beroepen van Amers-
foort, is 1636. den 25 February overleden. 36. Lucas Trelcatius, beroepen tlbier uit de Fr an-
fein onze Neder duytfe Kerken % is 1638. den "28 April wer leden* 37. Wil-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 487
37 Wilhelmus Somerus, beroepen van Alkmaar, Kfcfi*
overladen 1 ''49. den 30 September, bestier. 38. J.»cobus Holleheek, beroepen van Amersfoort, 1036*.
is 1650. den 30 November overleden. 39. Petrus Wktewrongel. beroepen vanZierikzee, 1638.
beveßigt op den 31 J&fy, overleden 166a. <&( 7 December.
40. Joannes RuHrius. beroepen uit de Engel/e K r- 1639.
ke, in de Hoogduytfe, is 165-2 vanhier na Heydelb.-rg beroepen,en 1655 w&sfer van Hey* deïberg alhier gekomen in de Neder duytfe Kerk9 is of) den 16 ififeji beveßigt, daar na inflante-
lyk vrfogt %ynde, is 1666 den 7 Augnflus voor de tweedemaal in de Hoogduytfe Kerk ge- gaan , en V zelfde jaar overleden. 41. Henricus Rulaeus , beroepen van Weesp, is den 164a
25 May beveßigt en den 2a O&oker 1680. 42. Petrus Lettpenius, beroepen van Hattem, be- 1641,
veßigt den 30 jPanuary, overleden den 15 jfa- naary 1670, 43.Wilhelmus Schotanus, beroepen van Sneek^ 1645.
beveßigt den 10 July, is 1664. in Maart om zyn ouderdom en zwakheid Emeritus geworden, *en 1666 den 15 December overleden. 44. Cornelius Coffius, beroepen van Purmerent,« lö^g.
op den 13 /^/>r/7 beveßigt, en 1661. <&» 22 Fe- bruar y overleden. 45. Harmanus Langelius, beroepen van Rotter- 1647.
dam, op den 16 Augußus beveßigt, en 1666, den T o September overleden.
46. Joannes Heydanus, beroepen<van Rotterdam, 1649.
ïs op den a8 November beveßigt, en 167o. den ló^.Juny overleden. 47.David Kotheus, Amßelodamenßs, Proponent 1650.
zynde, alhier beroepen, den ro April beven- tigt is 1655. den 6 A/tgußi overleden. 48. Cafparus de Carpentier, beioepen van Amers-
foort , /&» T7 April beveßigt en 1667. <&# 12 iliiry ovxrkdtn* 49. Abra-
|
||||||
\
i
|
||||||
■'■■■■ >•••>■■ ■l."«!1.
|
|||||||
488 • AMSTERDAMS III.Deel.
Kerk- 49. Abrahamus Roehof, Amflelodamenfis, beroe-
bestier. pen van Ilpendam , bevefligt den 7 May, over- 1651. leden den 7 February 1682.
50. Petrus Proëlius, beroepen van Gouda , den 7
Mey beveßigt, overleden den 19 Aug. 1661. 51. Samuel Coop a Groen, beroepen van Wefl
fanen, den 12 November bevefligt, en over- leden den 21 jfanuary 1686. 1652. 52. Carolus Schulerus, beroepenvan Steenbergen,
den 7 July beveßigt en overl 17 April 1670.
53. Petrus Gribius, beroepen van Middelburg, uit
de Engelfe Kerk aldaar . in de Hoogduitfe Kerk albier, bev. 1 o Nov. over/, den 27 Maart 1660. 54. Menfo Joannes, beroepen van Zwol, bevefligt
den 8 December ,24 May 1664.. overleden. 1653. 55. Joannes de Gavarel, Amflelodamenfis, beroe-
pen van Harderwyk, bevefligt den 5 jan. in
't zelve jaar den 4 Maart overdeden, zonder (vermits zyn ziekte) dienjl aan de Kerk ge- daan te hebben. 56. Robertus Junius, beroepen van Delft, beves-
tigt den^Feh., overL den 28 Auguftus 1655. 57. OttoBelcampius, beroepen van Deventer, en
den 20 April bevejtigt,overl. den 11 jfuly 1685. i6S4« 58. Abraham de Roy, beroepen van Zutphen,den
15 Maart bevefligt, is 1680. 21 Apriloverled. 1656. 59:Jacobus Clerquius, beroepen van Haarlem,
bevefligt 20 Feb., overleden 2 Novemb. 1680. 60. Andries Lansman, beroepen van Leyden, be-
vefligt den 5 Maart, overleden 12 Sept. 1666. 61. Lucas Vinckius, beroepen van Alkmaar, den
7 Mey, overleden den 19 April 1671. 1660. 62. Laurens Laurentius, Amflelodamenfis, beroe'
pen van Dordrecht, bevefligt op den 18 Jan,
is 1672. den 28 Jan. overleden. 63 Johannes Nieuwenhufius. beroepen van Nim- wegen, en bevefligt den 21 Maart, overleden den 12 January 1681 1661. 64. Ifaacus Ie Maire, Amflelodamenfis, beroepen
van Rotterdam^bevefligt dm 3 April, over!, den
6 May 1692, 65. Ja* |
|||||||
1
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 489
65 Jacobus Triglandius, beroepen van Haartem^wn-
Bevefiigt 17 July, is den 8 Nov. 1664. over led. bestier.
<56.Laurentius Homma, Amflehdamenfis, berae- ■ pen van Enkkuyzen den 18 December, oiw-
Iftfeè <&$ 4 Januafy 1681
^7. Joannes VhTcherus, beroepen van Zutphen, &?- 1662. vefligt den 1 O&oBer. ot&7. J<?// 22 April 169%.
68. Gerardus Havicius, Beroepen van Leyden, is 1663.
bevefligt den ic5 ^Amj , Emeritus geworden 45 ^fy 1698. overleden 15 Mj^ 1699.
69. Cornelius Lycochton, Beroepen van Rotter- 1664»
<&*»», Beveftigt den a Blaart, overleden den 19 Juny 1685.
70.Nicolaes de la Plancque, Beroepen van Kam- 16Ö5. ƒ>?«, Bevefiigt 13 Möj, overleden den 8 ./#«• .
gufius 1702,.
71. Cornelis Dankerts , Amfielodamenfis, foröi?- ƒ>£» zw» Gorcum, Bevefiigt den 13 SeptemBer,
overleden den 27 jfanuary 1693.
7a Henricus Kiefrius, Beroepen van Alkmaar, 1666. beveft* den 5 Z)ifC. overleden den 25 jMSity 1683.
73 Henricus Rynsdyk, beroepen vanOudewater, 1667,
Bevefiigt den 9 jan. oveti, den 6 Maart 1689. 74 Petrus Schaak - beroepen van Alkmaar, &*#*ƒ<•
ftaf f/?//17 ^//31, overleden den 17 Sept. 1708. 75. Johannes Silvius, Beroepen van Zittert in de
Hoogduitfe Kerk alhier, Bevefiigt den a Au~ fuflus, overleden den 6 Juny 1699.
egerus van Son, Beroepen van Rotterdam , Bevefiigt den 11 September, overleden den 14 Maart 1687. 77 Rudolphus Rulasus, Beroepen van Graft, jfc &?ƒ 166S. Gaftbuis, Beveftigt den 4 Maart , overleden den 9 Juny 1688. 78.Petrus van der Hagen, Amflelodamenfis, fo- 1670. rö^tf» zw» Leyden, Bevefiigt den 1 Maart, 0- verleden 1671 den 3 ^/31. 79.Gualterus Boudaen Courten , Beroepen van ter Veere y Bevefiigt den 31 Auguftus, overle- den den 14 February 1684. VIL Stuk. Ii So.Ber* * |
||||
'*l
|
|||||||
490 AMSTERDAMS III.Deee.
Kerk- 80. Bernardus Homoet, beroepen van Rotterdam%
bestier. bevefligt den 14 December, Emeritus gewor- den 20 Sept. 1708. overleden io,April 1717. 1671. 81. Bernardus Somer, beroepen van FliJJiiigen^
bevefligt den 29 Nov.. overl. den 2 jPuly 1684. ■
1672. 82. Gysbertus Ooftrom, beroepen van Kuylenburg,
bevefligt den 21 Febr., overl. den 6 May 1706.
83.JacobusBeugb.olt, Amflekdamenfls , beroepen van Ooflzanen, bevefligt den 14 Auguflus ,0- verleden den 10 September ïójj. 1677. 84. Joannes Relant, beroepen van Alkmaar, beves- tigt den j 9 i>(?c., overleden den 18 ./fyg'. 1703, 1679. 85. Theodorus Beels» beroepen van Maasfluis,
bevefligt den 19 February, overleden den 31
Auguflus, /» V ZtfA/e jVrar. 86. Bakhafar Becker, beroepen van Weesp^beves- tigt den 31 /tec., overleden den 11 ^«/73! 1698. 1680. 87. Joannes Oyers, beroepen van Zwol, bev. den
15 Dec. en overleden den 5 Juny 1704.
Iö8i. 88. Guilielmus AnOaar, beroepen van Delft, be- vefligt den 1 Fcb.} overleden den 14 J"uly 1694.. 89. Gerbrandus van Leeuwen, beroepen van Haar-
lem, bevefligt den 1 Blaart, overl. 11 May 1721. 90. Joannes van Doreflaer, Amflelodamenfls, be-
roepen van Medenblick,bevefligt den 30 Maart 9 overleden den 2 April 1707. 1682. 9i.Jacobus Vafleur, beroepen van Swammerdam,
bevefligt den 19 April, overl. den 11 'Jan. 1Ó86» i68n. P2'Hero Sibersma, beroepen van Harlingen, is
den 15 Auguflus bevefligt, Emeritus 1727. overleden den 4 Maart 1728. 1684. 93» Albertus van Wefterhoff, beroepen van Sto-
ter dyh , bevefligt den 23 April, overleden den
27 September 1702. 94. Johannes Smith, beroepen van Alkmaar, fo-
vefligt den 30 April, overl. den 23 May 1710, 95.Cafparu§Ruppius,/w-0<?/>£» vanWefel^ beves-
tigt den 17 September, Emeritus gewordend jfuly 1722, overleden den 11 Maart 1727. 1685. pó. Gerard van der Port, beroepen van Londen
in
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 49*
' in Engelant , bevefligt il Oktober .overleden ipkerk. September 1691 - r T B£STI£S'
07 Adrianus van Wefel, beroepen van Leeuwaar-
97'den, bevefligt 18 Nov., overl 16 Jan. 1710 98 ]ownes óe\oy,beroepen van Edam.beves- 1686. to <fc* 5 May, overleden den 11 Febr. 1705.
99. Leonardus Groene wegen ^JW» vanSchoon- boven, Bevefligt den 17 3*f, WW*** *»
6 May 1696- _, r -a,
100.Petrus du Bois, troepen vanGorcum.be. 1687-
veßtet as il&f, overleden 3 ikfatfr/ 169». ïo 1. Daniel Kversdyk, Amftelwlamenfls beroe- 1688.
/*,* ff* <fe Zype, fr V Gitfiffw, beyefltgt aa Augufius, overleden il Aug. 1716. , |
||||||||||||
102.Tacobus Strefo, beroepen van Delft, beves-
tigt vi Juny, overleden 11 Aprtl 1708. lc^A%tnb/^ers,beroepen vanMonnickendam
bevefligt 18 AVj., overleden 8 Oclob. 170.7.
|
1680*
l69i.
IÖ92« |
|||||||||||
104. AdriaSus van Ooftrum, beroepen uit de En-
gelfche Kerk alhier, bevefligt 20 July, 0- vsrleden 10 January 1716. 105. Cornelius Schuhing, beroepen van Gorcum, 1693.
bevefligt den 18 08 over/.^n I2>«3> 17*5- 106 Hieronyraus van &\v\\m,beroepen van Zut-
phen, bijligt den 1$ Oclob. en 1715 £«• * wor^/m Pre/#r Theologe te ütreebt ,1742. tf/J^r overleden. 107 Huso van der Helft beroepen van Alkmaar, l6^t
bevefligt 19 &#*• overleden 11 J«/y 1727- io3 Henricus Winter, beroepen van Kapelle aan
den Tfel, bevefligt den 14 November en o- verleden den 27 ^«£. HJJ , , Ä , 109. Adrianus Beukefoar, <£*&***&**£ in-
roepen van Utrecht, bevefligt den 30 Sept. overleden den 0.9 Maart 1717. , den ProfTheol. te Leyden, aldaar overl. 1740.
UI. Elifa van der Horft, beroepen van Monnicken-
Jam, bev. den 34 Aug. overl den 3o Sept. 1728.
\\ o, na.x'io-
|
||||||||||||
«it
|
|||||||||
492 AMSTERDAiMS III. Deel,
Kbrk- iia.Florentius Bomble, beroepen van Zwol, be-
BEsTiER. afligt den 16 JSfov,, overl den 25 Jan. 1722.' 1600. iI3* Siemens Strefo, beroepen van Repelen, uit
bet Graaffcbap Meurs, beveßigt inde Hoog- duytfe Kerk, den\ ütiob,, overleden den 31 Jan. 1718. 1700. 114« Paulus Steen winkel, beroepen van *s Herto- genbofcb, bevefligt den 28 Nov.t overleden den 7 April 1740. »1702. 115. Otto Brancz SwaUnias , beroepen van Enk* buyfen,bev. den 22 Oä. ,overl. 6 May 1710. lló.Jofras Hollebcek, beroepen van Haarlem, den 3 Deo., averieden den x^Juny 1726. 1703. 117.Johannes van Staveren, beroepen van Alk-
maar, bevefligt den 4 November, overleden
den 6 November 1724. 1704. 11%' Johannes van der Hagen , beroepen van Ley-
den, bevefligt den 17 Auguftus , overleden
den 25 Jany 1739. 1705. ïi9. Franciscüs Burmannus, beroepen van Enk-
buyfen ,bevefligt den 10 May, en 1715. ge-
worden ProfeJJor in de Theologie tot Utrecut, 1719. aldaar overleden. 1706. i2°* Abraham Chanfleury , beroepen van *s Herio-
genbofcb ybevejligt den 8 Aug., overleden den
ar &/>*... 1714. 1707. 121.Gerardus Fnppius Hondius, beroepen van
Hoorn, bevefligt den 19 Juny, overleden den
9 Maart 1740. 1708. *22»Hermanus van de "Wall, beroepen van Zut*
pben den 8 July, overl. den 7 May 1733.
123. Johannes d'Outrein, beroepen van Dordrecht, bevefligt den \6Dec.y overl, den i^Feb, 1722.
i24.Nicolaas Wihens, beroepen van 's Herto- genbofcb,den 2$Dec.Emeritus geworden in
Mey 1733. en overleden den ^ April 1734.
1710. 125. Wilhelmus Vonk, beroepen van Delft, bev* den 6 Aprils overleden den 9 Sept. 1724.
12(5. JohannesCramer, beroepen van Delft, bev, dan 28 Sept.) overleden den 6 OQob. 1718.
i27.Pe.
*
|
|||||||||
y
|
|||||||||
/
\
|
|||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 493
127. Petrus Boudaan, beroepen van Utrecht, bev, Kerk».
den 5 Otïob,, overleden den 30 Mey 1734. bestier.
128.Joannes Junius, Amftelod.* her. van Leeu- I7IS. waarden, bevefligt den 17 Febr., overleden
l720- ,
lap.JohanriesThierens, Amftelodamenfis, beroe- pen van Arnhem,bevefligt den 24 Februar2,
overleden den 9 Aug. 1721.
130. Johannes delaMoraifier$. beroepen van Dor-
drecht , bevejiigt den 5 Ma;y, overleden den i$Oüober 1758. , 131 Johannes Petrus Canzius, beroepen van Alk'
maar , bevejiigt den 12 JVfaj, overleden den 12 May 174Q. r i32.Henricus Vos, beroepen van Utrecht, Ü«, 1716.
dc-7E 3 May, overleden den 1 Otiob. 175a. 133.Johannes yan Dooreflaar, beroepenvan Dor. 1717. "
dr echt, bevefligt den 11 July, overleden den 8 &p{. 1719. 134.Johannes Hagelis, Amfielodamenfis, &eroe- 1718.
penvan Dordrecht, bevefligt den 25 Decenih. overleden den \6 Nov. 1735. 135. Johan Gofewyn Everhard Alftein, beroepen 171^
Mit Brandenburg, in de Hoogduytfe Kerk, bevefligt den 19 Aro<u. o<ueW. den 25 May 1740. 136. Cornelius Houthof, beroepen van Dordrecht t
bev. deniöNov., overl.den 22 /4pn'J 1752. 137.Johannes Backar, Amflelodamenfis, beroepen 1721.
<uun Maasfluys, bevefligt den 24 Auguflm , overleden den 10 ^aw. Ï74> |
|||||||||||||||
138.Petrus Elzevier, beroepen van Enkbuyfen,
bev. den 2. Nov., overleden den 7 /4/>n7 1754. |
|||||||||||||||
139. Johan Vilïcher , beroepen van Amersfoort, I722.
/?e^ den i$Aprü> overleden den 6 April 1759. 140.Johannes Noordbeek, beroepen van Deven-
ter,bev.den i2july,overl. den^ April 1749. 141. Leonard Beels, beroepen van Gouda, &e<uW_
tigf den 1 iVVü., overleden den5 ZVü-ü. 1756. 142. Daniel Bedber, beroepen van Alkmaar, &eiu. 1724.
de?> 6 .Fdl?r., overleden den 6 ^an. 1726. |
|||||||||||||||
.
|
Ii 3 143. Tho-
|
||||||||||||||
494 AMSTERDAMS III. Dm.
Kerk- i43 Thomas van Son, Amßelodamenfis, beroe-
BESTiER. Pen van Delft, beveßigt den i$Feb.,over- leden den ai Jan. 1737.
144. Petrus Zaunflifer, beroepen van Vianen, be~ vefligt den 24 Dec., overleden den 15 May 1725. 145. Albertus Haringjh, beroepen van Delft, be-
vefligt dan4 Maart, overl. den 27 Oft. 174 r.
146. Cornelis van Rhyn, beroepen van Zutpben, bev. den 23 Sept., overl,den i\ Nov. 1745*. 1726. 147-Franco de ßruyn, beroepen van Deventer,
beveßigt den 21 April, overleden den 26 Ja*
nuary 1763. I4H.Johannes Piaminus, beroepen van Utrecht, beveßigt den 29 September. 1727. 140. Cornelius van den Bogaerde, Amßelodamen-
fls, beroepen van Hoorn, in *t Gaßbuys, be-
veßigt den 16 Febr. en in Sept. van 'f zelve jaar in de Kerken, overl. den 7 Dec. 1739. I50,Franciscu» Halma , beroepen van Elburg,
beveßigt den 14 Sept., overleden den 8 Ja- nuary 1733. 151. Tiberius'Reytsma, beroepen van Middelburg,
beveßigt den 19 Oä., overl. den 1 July 1.742. 1728. i52.Theodorus van Scheiliiyne, beroepen van
Bommel, beveßigt den 22 February.
IJ3. Wilhelmus Snabelius, beroepen van Campen, beveßigt den 19 Dec., overleden den 6 May
1732.
1720. I54« Cafparus Goris, beroepen van Deventer, bev. den 8 May, overleden den 8 Febr. 175-r.
1730. 155. Willem Schiphout, beroepen van Noortvoy* kerbout, beveßigt den 19 Maart,overleden
den 21 t«$ 1747«
1732. 156. Petrus Hollcbeek , beroepen van Campen ,
beveßigt den 10 /i«g., overleden den 14 Ju-
1733. 157. Hieronimus van Alphen, Amftelodamenfis,
beroepen van Leeuwaarden, beveßigt den 19
JKtty, 2/y» <#*»/$ lü^ewj" zwakheid nederge- legd
|
||||||
»
|
||||||||||||||
II. Boer*. Gereformeerde Kerken. 4.95
legd Decemb. 1757. overleden m8- Kerk-.. •
158. Jacobus Covyn, beroepen van Dordrecht, bestier.
bevefligt den 1 Aug., overleden den 11 Ja~ ■ nuary 1746.
159. Gerardus Kulenkarap, beroepenvanDelftuit
bet Gaflbuys, bevefligt den 9 Aug. 1733. 160. BroUrius Brouwer, beroepen van Harlingen, 7734.
bevefligt den 22 Aug. overleden den 23 May KJi. Joannes Esgers , Amftelodamenfls, beroepen 1736.
<ua« Middelburg, bevefligt den 26 Febr. en 174c« Profejfor Tbeologm geworden te Lêy- |
||||||||||||||
den, e;: aWaar 1755 overleden.
|
||||||||||||||
162. Mamnus Snethlage, beroepen van Delft, bev, 1737.
rfe^ï 2 Juny, overleden den 29 ^ara. 1763, 163. Samuel Coenraad de Bruine, beroepen van 1739»'
Middelburg, bevefligt den 20 &££♦ cwr/e- de« Je;i 30 Maart 1748.
l<54.JohanTemmink, Wemnv.Fil: &<?r. vanSchoon* 1740. boven, ir^tGaßbuis^bev. den io April 1749,
e» r» iVo-T>. van /j££ zefoe jaar w de Kerken.
i6j* Johannes van der Vorm, beroepen van Flis- fingen ,bevefligx den 21 ify& i7-fo.
iCö.JacobusTyken, beroepen van Schiedam, eri c-\r bevefligt den^Jaimary 1741.
Ió^.Jacob de Jonge,beroepen van Wefl-Zaan- \*il\. dam en beveftigt den 12 Febr. overleden den
17 Oïtober 1757. " ;
168. David tirunmgs, beroepen van Neckerau, in
de Hoogduytfe Kerk, bevefligt op Paasmaand»
namidd. den 3 April in de N. Z, Kapel, 0-
verleden den ió Juny 17+9.
I<So.Johan Albert van Muyden , beroepen van 1742. de Nieuwe Loosdregt, beveftigt den .25 Fe*
bruary.
170. Wilhelmus Peiffers, leroepen van Delft , beveftigt den 19 Aug.
171.jacobus du Marchié, beroepen van Zierifa zee, bevejligt den 23 Sept. 1742. overleden
den 30 Dec. 1748,
li 4 272. Her-
|
||||||||||||||
"1
|
||||||||||||||
49<S AMSTERDAMS III.Deel.
Kerk. 172. Hermannus Engelberts, beroepen van Delft,
bestier. beveßigt den 31 Maart, overleden den 11
1743. Aug. 1745.
1745. 173« Rutgerus Schutte , beroepen van Dordrecht,
beveftigt den 7 Nov.
1746. 174.Johannes Boskoop, beroepen van Utrecht,
beveßigt den 6 February.
175. Adriaan Johan Elzevier, beroepen van V Gra? ...- venland. beveßigt den 27 Maart overleden den i5 Juny.
1747. i/o. Adrianus Huurt, beroepen van Hanau , &#•
veßigt den 25 Feèr. 1/48.
1748. 177«Petrus Noordbeek, beroepen van Gronin-
gen, beve ft igt den 14 ^M/y.
174p. 178» Rutgerus Perizonius, beroepen van Veendam, bevejiigt den K Juny. 179. Erneftus Philippus Gerhardus van Efïèn ,
beroepen van Haltern, bevejiigt den 6 Ju* 180. Johannesjacobus Kesler, beroepenvan Stein-
furt, in de Hoogduytß Kerk, beveßigt den 21 Sept. namid. in "de N. Z. Kapel.
ty$o. X8l* Willem Hendrik van Harscamp, beroepen
van de Niewwê Loos dregt* beveßigt den 4 OStob., overleden den M Fïhr. 1753. 1751. 182.Johannes de L,ange, Amjtelodamenjis, her,
van Nymêgen, beveßigt den 6 Juny. J752. i83«Winoldus ßudde, beroepen van Arnhem ,
beveßigt den 21 May. ^•Johannes Kalkoen , Amftelodamenfis , ber. van Franequer, beveftigt den 6 Aug.
185. Wilhelmus van den Broek, Amftelodamen- fis , beroepen van Leiderdorp, beveftigt den 31 Dec. t754. 186- Adrianys Becol, beroepen van den Briel, bev,
den !j Sept. Ï755. 187. Wilhelmus Coolhaas, hingt & Antiq. O-
rient. Profeffor, tot Predikant alhier beves- tigt den 2 Maart. 188. Pc-
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 497
188. Petrus Curtenius, Amftelodamenfis , Tbeol» Kerk*-
Profeffor, tot Predikant alhier beveftigt den bestie*.
2 Maar*. 1755.
189.Johannes van Schelle, beroepen van Edam, 1757.
beveftigt den 8 May 1757. en 1758. Pro/.
Theolog. geworden te Leiden, en aldaar 170a
overleden.
190. Daniel Serrurier, beroepen van Leiden,bev.
den 28 Aug. 191. Nicolaas Tetterode , beroepen van Dor- 1758.
drecbt, beveftigt den 9 /7/>n7. 192. Johannes Arnoldus Eek, beroepen van Zut-
pben, beveftigt den 11 Juny. 193.Samuel Claver, beroepen uit deRyp, beves- 1759-
tigt den 7 January, 194.Rudolph Arend ten Brink, beroepen van
Hattem, beveftigi den 21 Jan. I9j. Hermannus Genet, beroepen van Delft uit
H Gaftbuisy beveftigt den 15 July over- leden den Q.6 July 1703. 196. Herman Hubert, beroepen van Campen, be- 1765.
veftigt den t$ May. i97.Filips Serrurier, beroepen van iVüsveen ,
beveftigt den 19 May. 198» joh. Henr. Wefterhoff, beroepen van Gou-
da, beveftigt den 6 Nov* •
De Ouderlingen, die, voor 't eerft, Oudm-
in't jaar 1566, eenigen tyd na de Diake-LINGEN* nen, werden aangefteld (»0, zyn , te ge- lyk met de Predikanten, toegenomen in ge- tal , en maaken nu negen en twintig Perfoo- nen uit, alzo aan ieder Predikant een Ou- derling toegevoegd is. De Ouderlingen die- nen twee jaaren agter een. Het eene jaar, gaan'er vyftien; het andere jaar, veertien af«
(m) ZU II. Bed, VII. £•«*., hl. 10a.
Ii 5
|
||||||
•
|
||||||
• <
|
||||||
• -'■',-- '-------------------------------------------------------
|
|||||
4.98 AMSTERDAMS IILDeel.
Kerk- af. De gewoonlyke Kerkenraad, beflaande
iBSTiER. uit Predikanten en Ouderlingen, moet, door hen, buiten gewigtige verhindering, wee* kelyks, worden bygewoond. In 't'''alge- meen, zyn de Ouderlingen verpligt,zohier, als elders hier te Lande, te waaken op de Leere en op het gedrag der Predikanten en der Ledemaaten. Ten dien einde, zyn zy gehouden, de Predikatien, in alle de Ker- ken, by te woqnen. De weekelykfche zit- ting in de Wefter-Kerke, die met de Vry- dags - Avonds - beurte aanvangt, is tuflchen vier Ouderlingen verdeeld, ieder van wel- ken eene week zit. Doch die des Zondags zyne beurt in de Wefter-Kerke heeft gehad, moet ook , wanneer 'er 's Vrydags in de Nieuwe-zyds-Kapel wordt gepredikt, aldaar • zitten. De twee Avondmaalen , in de Wes- ter-Kerke, worden, door een' van de vier Ouderlingen, terwyl een andere de gewoon* Iyke zitting waarneemt, bygewoond. De zitting in de Nieuwe en,Gafthuis-Kerken, verwifTelt tufTchen vier andere Ouderlingen. En als een van deezen by 't eerfte Avond- maal in de Nieuwe Kerke zitting heeft y woont ook zyn opvolger het zelve by. In de Oude Kerke en Oude-zyds-Kapel, gaat de weekelykfche zitting rond tufichen zes andere Ouderlingen. De opvolger van hem, die, op de eerfte Avondmaalen, in deeze twee Kerken, zitting heeft, woont dezelven ook by. Ook woonen twee van deeze zes Broeders, by beurte, de een het eerfte A- vondmaaljin de Zuider-Kerke,en de ander het
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 499
het tweede, in de Nieuwe-zyds-Kapel, by. kerk.
In de Nieuwe- en Gaflhuis-Kerke, en in de besties. Oude Kerke en Oude-zyds-Kapel, zit ieder Ouderling twee weeken agter een. De Zit- ting in de Nieuwe-zyds-Kapel en Amftel- Kerke, gaat rond tuflchen vyf Broeders, ie- der van welken, eene week in de eene Ker- ke gezeten hebbende, ook eene week in de andere Kerke zit. Wanneer 'er, 's Donder- dags , in de Amftel-Kerke gepredikt wordt, begint de weekelykfche zitting aldaar met dien dag, anders des Vrydags, en op Bede- dag, des Woensdags. De Broeder, die des Zondags in de Nieuwe-zyds-Kapel zit,moet de Catechifatie aldaar ook bywoonen. Het eerfle Avondmaal, in deeze en in de Am- ftel-Kerke, wordt, door de opvolgers van hun, die dan in deeze Kerken zitting heb- ben , bygewoond. In de Noorder- enEilands- Kerke, verwiflfelt de zitting ook tuflchen vyf Broeders, ieder van welken, zyne beurt eene week in de eene Kerk gehad hebben- de, ook in de volgende week, tot de andere Kerk overgaat. Die, op de twee Avondmaa- len, hunne tweede vrybeurt hebben, woo- nen dezelven, ook in de Noorder-Kerke, by. Ook wordt, aldaar, het eerfle Avondmaal, door een' Broeder uit de Gaflhuis-Kerke by- gewoond , voor wien de Broeder, die in de Noorder-Kerke zitten moefl, de beurt inde Gaflhuis-Kerke waarneemt. Het tweede Avondmaal in de Eilands-Kerke, en de Voor- bereiding aldaar, wordt bygewoond door den Broeder, die dan zyne eerfte vrybeurt heeft. De
|
||||
■----- . ., M . II . I l"^W««
|
|||||
500 . AMSTERDAMS IH.DEEt.
Kerjc- De zitting in de Zuider- en Oofler-Kerken
bestier. js 9 0p gelyke wyze , als de zitting in de Noorder- en Eilands-Kerken, onder vyf an~ dere Ouderlingen, verdeeld. Het tweede Avondmaal in de Zuider-Kerke wordt door den Broeder, die 't langfl: zyne vrybeurt heeft gehad, en dat, in de Oofter-Kerke, door de twee Broeders, die hunne vrybeurten 't laatft gehad hebben, bygewoond. Die, op het tweede Avondmaal, in deeze twee Kerken, inkomen, moeten ook de Voorbereiding by- woonen. En op deezen voet, moeten de negen en twintig Ouderlingen in de Predika- tien komen, of zy verbeuren eene boete, ten behoeve van zeker liefddaadig Fonds, waar^ van wy, beneden, nader fpreeken zullen; ten welken einde, altoos plaats in de Bank, voor i den Ouderling, die zitten moet, moet worden opengelaaten. .; De Catechifatien worden ook door eenen
Ouderling bygewoond. In de. Oude Kerke en in 't Diaconie-Weeshuis, gefchiedt zulks door den Ouderling, die den Catechifeeren- den Predikant toegevoegd is. In de Amftel- Kerke, waar, eens ter weeke , des Maan- dags , in de zes Winter - maanden, te begin- nen met 06lober, en dus maar zes en,twin* tig reizen gecatechifeerd wordt, zyn de drie oudfte Ouderlingen vry van het bywoo- nen der Catechifatien. De Zondags - Cate- chifatien , in de Zuider-, Noorder-, Oos- ter- en Eilands-Kerken, en in de twee Ka- pellen , worden bygewoond door de Ouder- lingen, die, in die Kerken, zitting hebben ge-
■
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 501
gehad. De Ouderlingen verbeuren ook eene Kerk?-
boete, zo zy de Catechifatien , op hunne bestisr, beurt, niet bywoonen. Zes maal in 't jaar, voor de gewoonlyke
Avondmaalstyden , worden nieuwe Lede- maaten aangenomen, in de Oude en Nieu- we Kerken. Zulks gefchiedt , door twee Predikanten, by beurten; doch de twee oud- fte Predikanten en de Hoogduitfche Predi- kant zyn 'er vry van. Vier Ouderlingen woonen, telkens, deeze aanneeming by, van welken dienft, de vyf oudfte Broeders dus ook ontOaagen zyn. De Ouderlingen, de * aanneeming van nieuwe Ledemaaten heb- bende bygewoond, maaken de Lyften der zelven^op; zien, of zy behoorlyk geboekt zyn, en doen van 't een en 't ander verflag aan den Kerkenraad. Het aanneemen van Ledemaaten, die, uit eene andere gezind- heid , tot de Gereformeerde Kerke over- gaan , wordt, wanneer het aan de huizen der Predikanten gefchiedt, daar ook dikwils zul- ken, die in de Gereformeerde Leere zyn opgevoed, worden aangenomen,insgelyks-, door eeneri Ouderling, bygewoond. De vyf oudfte Ouderlingen, die 't aanneemen der Le- demaaten niet bywoonen, zyn nogtans ver- pligt, na 't afgaan der Ouderlingen, die zulks laatft gedaan nebben, het boeken der Lede- maaten , die in January en February aange- nomen , en met Atteftatien van buiten inge- komen zyn, naar te zien. Ook moet een van hun het aanneemen der Ledemaaten zelf bywoonen, in geval de Ouderling, wiens poft het was, voor het vervullen vanzynen dienft,
|
|||||
;
|
|||||
------' ~m~~^mm
|
|||||
502 AMSTERDAMS III.Deei:.
Kerk- dienft, mögt overleeden zyn. Zo zulk een
iEsTiBK. Ouderling de Catechifatien in de Oude Ker- ke en in 't Diaconie-Weeshuis zou hebben moeten by woonen, moeten deeze zyne beur- ten , door de vier oudften, en door dien van den Hoogduitfchen Predikant, worden waar- genomen. De Atteftatien van Ledemaaten, die van buiten inkomen, worden, alle Don- derdagen, inden Kerkenraad, ontvangen, door den Predikant , die de voorgaande week voorgezeten heeft ; en door zynen Ouderling , die dezelven boekt. Van de Atteftatien van vertrekkende Ledemaaten wordt ook , door een' Ouderling , boek gehouden. De vier jongfte Ouderlingen houden de Atteftatieboeken , in welken, zy de aan- en inkomende Ledemaaten, om de twee maanden , moeten inteke- nen. De twee Cenfuurboeken van Mannen en Vrouwen, die voor den Kerkenraad ver- fcheenen en beftraft zyn, worden ook, ie- der door een' Ouderling, behandeld. In den Kerkenraad , zyn zes Ouderlingen , ieder twee maanden, Subfcribas of tweede Schry- vers. Tot deeze poft, komen, irf de eerfte plaats, zulken , die meer in dienft ; doch nimmer Subfcriba geweeft zyn. En zo dee- zen het vereifchte zestal niet können uit- maaken, gaat men over tot zulken, die in het tweede jaar van hunnen eerften dienft zyn: voorts tot zulken, die, in hunnen voo- rigen dienft of dienften, maar eenmaal Sub- fcriba zyn geweeft, en, eindelyk, hoewel zulks zeldzaam voorvalt, tot zulken, die dee- ze poft reeds tweemaal hebben bekleed. De oud*
|
|||||
II. Boek. Gedeformeerde Kerken. 503
oudfte in dienft van deezen zes zit de eerlle KER!f, als Subfcriba. De Subfcriba brengt in't Pro-bestier. tocol in't net, 't gene, door den Scr'iba, in Jäis gebragt is, en geeft den afweezenden Leden kennis van de Commiffien, die hun zyn opgelegd. Voorts houdt hy een Regifter van ziilken , die onderzogt en goedgekeurd zyn , om uit Catechifeeren te gaan. Zulke perfoonen moeten ten min- ften vyf en twintig jaaren oud , en een jaar Ledemaat geweell zyn. Zy worden, tuiïchen de twee Avondmaalen, onderzogt, na datzy zig, veertien dagen te vooren, heb- ben aangegeven, op dat 'er tyd zou zyn, om naar hun gedrag te verneemen. Tot het waarneemen der zeven Clafficale Vergade- ringen , worden veertien Ouderlingen be- noemd , twee tot elke vergadering. Alle de Predikanten verfchynen in de Claiïïs. Tot de Noordhollandfche Sinode, waaronder de Claflis van Amfterdam behoort, wordt maar één Predikant en één Ouderling afgevaar- digd. En als de benoemden tot deeze Com- miffie buiten Haat geraaken, omze waar te neemen, wordt hunne plaats, door hunne onmiddelyke opvolgers, vervuld. De gewoonlyke huisbezoekingen, voor 't
onderhouden van 't Avondmaal, 'worden door een' Predikant, met den Ouderling, die hem toegevoegd is, elk in zyne Wyk, waargenomen. Doch de twee oudfte Pre- dikanten en de twee oudfte Ouderlingen zyn van het doen van huisbezoekingen vry. De Stad is, derhalve, naar 't getal der overige Predikantsplaatfea en der Ouderlingen, in ze-
|
||||
50+ AMSTERDAMS III, Deel,
Kerk. zeven en twintig wyken verdeeld. Doch
KSTjER. hierby komen nog vier wyken buiten de Stad, die de vier jongde Predikanten, by fchikkinge , onder zig verdeelen, en daar zy, met hunne toegevoegde Ouderlingen, huisbezoeking doen. De byzondere Commifllen van den Ker-
kenraad, 't zy 'er iet, by Burgemeefleren of elders, voorgedraagen, of verzogt moet worden, worden, door eenen Predikant en eenen Ouderling , waargenomen. Twee- maal 's jaars, worden de Doopboeken in de Kerken naargezien , in Maart en in September , telkens , door vier Predi- kanten en vier Ouderlingen: een paar ver- rigt dit werk in de Oude Kerke, Oude-zyds- Kapel en Eilands-Kerke; een ander paar in de Nieuwe Kerke en Nieuwe-zyds-Kapel; een derde paar, in de Zuider-, Amftel- en Oofter-Kerken, en een vierde paar, in de Noorder- en Wefler-Kerken. De Propofitien of Leerredenen over den Catechismus, die, 's Woensdags 's morgens, in 't Diaconie- Oude-Vrouwen-Huis, gefchieden, worden, tweemaal in 't jaar, door eenen Predikant, en eenen Ouderling, bygewoond. By het doen der groote Rekening van de Diaconie aan Burgemeefleren, die, eens 's jaars, in Ja- nuary, gefchiedt, zyn ook een Predikant en een Ouderling tegenwoordig. _ En 't groot Examen of Onderzoek der Kinderen in 't Diaconie - Weeshuis, welk door twee Pre- dikanten gefchiedt,' wordt door twee Ou- derlingen bygewoond. Eindelyk, houdt een der oudfte Ouderlingen de Kas der Liefde- gaa-
|
|||||||
•
|
|||||||
JüLBoek. Gereformeerde Kerken. sb$
gaaven, 't Fonds Charit at is genaamd, waar- Keric- .
in hy, jaarlyks, op den laatften Donderdag bestück. voor de verandering des Kerkenraads , de Bos, die, in de Kerkenraads - Kamer, op de tafel flaat, in 't byzyn van twee zyner oudfte Medebroederen, ledig maakt. Uit dit Fonds, worden, nu en dan, behoeftige Bui- ten-.Gemeenten onderfleund. De D i A K e N e N der Nederduitfche Ge- Diake-
reformeerde Kerke hier ter Stede, aan wel- ken. ken de zorg voor de behoeftige Ledemaa- ten toevertrouwd is, hebben, in deeze hoe-? danigheid, ook het opzigt over verfcheiden' Godshuizen > die onder 't bewind der Dia- conie Haan. De grootte der Stad, en de menigte der arme Ledemaaten maakt het werk der Diakenen zeer laftig. De laft wordt egterj merkelyk* verligt, door de nette or- de en geregelde fchikkingen, die zy, op hunnen uitgebreiden diehit, gemaakt heb- ben; 't Zal, derhalve, niet onvoeglyk zyn, hier, een kort berigt in te vlyen van de wyze, waarop de dijenft der Diakenen vere- ngt wordt; Wy hebben, elders, aangetekend, dat Eer{[9
de Gereformeerde Gemeente hier ter Stede, opreg- zo dra zy, in 't jaar 1566, eenige vryheid ting der van Godsdienfloefening verkreegen hadt,Di^coni* Diakenen aanftelde, die de aalmoeflen, on- alhieu der de preeke, in houten fchoteleri, Verga- derden (o). Doch deeze vryheid duurde flegts tot in de Lente des volgenden jaars. De Gereformeerde Gemeente verliep toen ge-
(•) II. Deel, VII. ÈQikt hl- >8«.
VIL Stuk, Klc
|
|||||
t
|
|||||
So6 AMSTERDAMS IIÏ.Dee£.
Kerk- geheellyk (V), en werdt niet herfteld, dan
mstisr. na de verandering der Regeeringe, in 't jaar 1578 ; van welken tyd af, de gewoonly- ke Lyften der Diakenen eerft aanvangen. Schets De inkomften der Diaconie waren , in 't haarer in-eerft, gering, en de laften zwaar, naar ge- kommen lang dier inkomften. In 't jaar 1578, werdt gaaven. 'er zeventien honderd vyf en veertig gul- dens, vier ftuivers, en vier penningen uit- gegeven , en maar veertien honderd negen en zeftig guldens, veertien ftuivers en drie penningen ontvangen; zo dat 'er tweehon- derd vyf en zeventig guldens, tien ftuivers, en een penning te (kort kwamen. Doch inde vyf en vyftig volgende jaaren , werdt 'er, altoos, meer ontvangen dan uitgegeven, en* fomtyds, merkelyke fommen overgehouden. Zo is 't, in den volgenden tyd (q), en tot heden toe, doorgaands gegaan; hoewel'er, fomtyds, jaaren tufTchen beide gekomen zyn, gelyk, onder anderen, in den bangen oor- logstyd, die met het jaar 1672 aanving, ge- beurd is,waarin de uitgaaven de ontvangft, verfcheiden' jaaren agtereen, vry wat te bo- ven gingen. In de volgende oorlogen, heeft de Diaconie dit lot, dikwils, moeten onder- gaan, en zelfs veelen van haare vaftigheden, zo Huizen als Obligatien, moeten verkoo- pen, tot onderfteuninge der behoeftige Lede- maaten. 'tZelfde is, na den ftrengen winter en duuren tyd des jaars 1740, meer dan eens, ge- beurd. Doch men heeft, in't algemeen, onder- von-
(f) II. Deel, VIII. Eoekj bl. 249 ewu
(?) Zit COMMEJLIN, tl. 485 f»*,. |
|||||
. '■
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. $07
vonden, dat de Diaconie beft heeft können kerk-
beftaan, in tydert van vrede. Onder haate ■?»*:«*• voornaamfte inkomften, zyn de Collecten in de Kerken en by de huizen g die haar, van Stads wege, worden toegelaaten. Voorts, bekomt zy, van tyd tot tyd, ook meer of min aanzienlyjke erfenhTen en Legaaten. Haare uitgaaven zyn , allengskens, toege- nomen, met het toeneemen der Stack In de zeftiende eeuwe, heeft Zy , ten hoogfte \ niet veel boven de dertig duizend guldens,. in een jaar, uitgegeven: in de zeventiende eeuwe, zyn haare uitgaaven tot ruim drie- maal honderd duizend guldens' opgeklom- men : én in de laatfte twintig jaaren, heeft zy, doorgaands, tufTchen de vier- en vyf- maal honderd duizend guldens , en zelfs, nu en dan, tot boven de vyfmaal honderd duizend guldens, uitgegeven. Doch op dat men den ftaat der inkom- jaarlyk-
ften en uitgaaven der Diaconie , nog by- fche ftaat zonderer , zou können zien > voegen wy J"2^n hieronder een uittrekfel uit de groote Re- xe573 toC kening, die, jaarlyks, aan Burgemeefteren o-1763. vergegeven, en ter Thefaurie bewaard wordt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Te kort gekonj.
ƒ 275.10. 1 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 526.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||
<"
508 AMSTERDAMS IILDeeê*
Kerk- In Uitgegeven Overgehouden Tekortgekom.
»ïSTi£K. I58<5./ 6567. 6.14/ 688. 2. 4 ---------..... . 1 1587.- 9939.18.11 - 320.14. ï---------------------
I58S-- 9487.16 9 • 301. 8. 11--------------------•
1589.-1051a 14 8 • 258.19. 3 —(-----------------
1590.-10687. 6. 8- 315. - 3 ------i— t
Ï59I.-H435- 5- -- 131Ö. 13. 9 ----------
1592.-12804. 7. 6 - 3050. 8. - ■
3593. -14820. 3.12- 3633. 5.13--------------------*
1594.-18197.18.14 - 5074. 8.13 ---------- .
1595'-23176.19- - - 3305- tilt--------------------1
i596.-22.964. 6.14- 5178.14.15---------------—-
1597--25514- 8.10- 5135. 11.14--------------------,.'
1598.-27469.18.12 - 4668. - 15 -*__*_______„
1599..32298. 8. 5- I93S. 9.14________1______1
1600.-33657-10 14- 4539.17- 4 _______ ,
1601.-34758.10.15 - 8925. 6.13--------------------.
1602. -43786. 7. 5-16024. 2. - , ______►
1603.-47554.19.10-19361. 18. 8---------------------,
1604.-38633- 3. 7 *23929. 11. 7----------______m
1605. -44352. - 13 -25289 14-1$ ----------.______„
1606. • 49328.13. 5 - r932ó. 10. 6 ■ 1
I6O7.- 544O2. I7. II - 708I. - I3-------------Ü ■ ;
J608. -66326 1. 6 -11395 13.14 _____i_____.
J609. 47653-14-15 - 3201. 9. 4----------tmmm
1610.- 59238. 8 12 - 4498.13. 8 -j_________„
I611 -61261 6. - - 2048.14.10______________
1612. 72507- 5- - " "929Ï. 15. 8 --------fcft-____-i
I6I3. 68964 I4 II - 8857.I2. 9 M----------,_____
1614. 61706.10. 8-11588.18. 2 —-----y______.
1615. 66231.12. 6-10443.17. 8-------------------„
1616.-71431-13- 4- 7679.18. 4 ----------«H-------■
I6I7.-92757.10. .. -15907.14. - ■----------
löifc
|
|||||
ÏI Boek. Gereformeerde Kerken. 5p9
In Uitgegeven Overgehouden Te kort gekom. Kerk*
l6l8. f 829OI. 7« 8 ƒ 9307' 7- - /-----------------BESTIEÄ,
1619.- 89679 7. 4 -13844 14.10----------f
1620.- 84667.11.11 -10865. 713 -----——•
1621.- 99078. 6.14- 1759 13-4----------f
1622.. 93425 2.12-14703.17-4----------?.;
1623.-10922«. 13. 8- 4549.17-4 -----—
1624. -124742 10. 8- 12813 2.8-----------
1625 -I3747I-I4- 4- 7311. 1. 4 ---fff >—"
1626.-124141. 2. 8-I4555.I1 ------ !-r"
1627.-134.618. - 8-121.69 6.-------------
1628.-145873. i-H- 6517- 9 8-----------
1629.-147928.11. 6- 7084.12.8 -----.-----.
1630 -131505- 3 - - 37"- 8. 8----1------•
1631.-131399 10. - - 6060.15.10 ——f---^
ï632- -137801. 5.12-10545. 8. - -
1633.-137894.14. 2- 1498. 5- 2----------*
im.. 146724- - 8------------ 535. 2. «.
1635.-152925.12. 8- 7535.ï7,i2----------'
I636.-204975- 4- 9------------------" 2°3' 4' 8
IÖ37.-I859I7-IO. 5----------------------- 25°9-i9 14
H538.- 172516*18.10 -
1639.-173023«. 9.10 - 1640.-183911. 7.12 - 1641.-204684.11. 6 - 1642.-184811. 2. IQ ,.. I.643--195355 il? - * 1644 -2I4233- *& - - 1645.-253110* 8.12- 1646.-215609.14. - - 1647.-230453.15. - -
1.648.-235501,17-
_ 6R70. 8. - ————
?650<
|
||||
AMSTERDAMS
ïn Uitgegeven Overgehouden
1650./239497- 9. - ƒ 867. 8. - 1651.-252821. 2, - -4516.10. - 1652. .272236. 1.'"- 445.15,- Ï653.-252934. 4- - - I081.15. L 1654.-254637-12. - "——I---------
1655.-274543,17. - - 1417. 5- 9
1^56.-322371.11. 6- 5862.13.6 1657.-274310.18. - - 8632.14. - 1658.-264095. 3. 8. 5766.15. *•; rt559. - 253390. 4.--------------
ï66o. - 238301. 1. - . 6464.10. -
r66i.- 280499.16. - . 6145. 7 - 1662.-291484. - 14--------1---
16753. - 325028. 5. - -----i-----------
|
IILDeÊI.
Te kort gekorn.
|
|||||||||||||||||||||
Kr.RK-
nf.SÏIER.
|
||||||||||||||||||||||
—
|
||||||||||||||||||||||
1494-19.
|
||||||||||||||||||||||
128.13.
|
||||||||||||||||||||||
6121.17 -
8768.11. - .....■» >*m
----,-------.
■- * i
IO304. I. "5
_-------
----------
. 20II. 4. -
. 4l86-l8. - 5084. 14. -
31615. 9. i»
14304 19. -
. 8062. 9. _
9485. 1. -
|
||||||||||||||||||||||
1664.-353864. 9. - -
1665.-315730. 6. - - 1666.-334017« 2. - . |
2923. 9. -
3936.19. -
5079.16. - |
|||||||||||||||||||||
1667.-326554.il. - ----------1------
1668.-283383.13. - - 3573- 2. -
r 1259. 7- *
- 1010. 6. - |
||||||||||||||||||||||
T671.-297619. 2. .-------——
1672.: 312967. 6. --------—■—
1673.-J49193. - - —i—*—
jó'74. - 348089. 6: .-----------
1675.-353860.18; -•--------—
Ï676.-358704. 3.---------«ip*«?
1677. - 306046. 6; - *------Uö*
1678.-291814. 8.- - 1780, 2--
1679.-268792.14. - - 1860. 5. . 1680. .272527.11. 8 -75725.14. . I68it-322478,17. -.-37357. & - |
||||||||||||||||||||||
168*.
|
||||||||||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 511
In Uitgegeven Overgehouden Te kort gekom. h^rk-
I682./367659- 6. - ƒ----------------ƒ 5337- i- 8 bestier
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683.-291676.17. - - 2190.16. 2
1684.-276274,17. - - 1861.17. 8 1686.-263165.16. - - 5060 14; -
1687.-277041. 6. - _ 1465. 5. & - 1688.-283631. 1. ••------
1689»- 286282.16. - .12936. 4. .
1690.-286411. - - - 4803. 1. . 1691.. 264921.14. - - 4894. r. • 1692.-270670. 1. - - 3608. - . 1693. - 251440.10. - -12546. 9. . 1694.-281416. 6. - - 5094.15. . 1695.-282519.15. - - 2453.11. . 1696.-276494. 1. - - 1709.15. . 1697.-278615. 7« - - 1984.10. . |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1698.-326548. 2. - - 7911. 3. .
1699. -296548.14.-------------♦ 2546, 6* -
1700.-303659. 6. - ■----------A - 4811. 5«
1701.-303188. - ,--------------- 3165.12. -
1702.-325309. 6. - - 2723,17. , "
1703.-275121.17. .-—————— - 2121. 7. •
1704.-308235.11. .------------ - 427*-i2- -
1705.-290110. 4.------------— - 1480. 9« -
1706.- 300142.11. . »
1707.-278936.17. - - 1827.10. - ------'-----"
1708.-279314- - - - 9486. 3« ' ———
ï709.- 319454- !6. - - 2731.14- . ' Ï710.-320519. 7- - - 7!79- "• * ' -----'
1711.- 355587-16. - - 8322. 1. - ------
1712.-329476.18. - - 327i- 4*--------------'
Ï713. -320224^15. - - 2795* !7- -
Kk 4 ifc*»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
512 AMSTERDAMS UI.Dmu
Kerk* *n Uitgegeven Overgehouden Tekortgekom.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mstier. i7U»/35S97i.HJ. -/ 1468.14. - ƒ
1715.- 318056.16. - -10886. 1. -
1716.-336970,15. " - 9782.10. -
1717.- 282263.19. - -17921.14. -
J718.-312476. 4. - -13934* U -
1719.-383329. 7- - -24420. . -
1720. -321428. 7. - -16508.11. -
I72I.-385I38. 5. - -26888.17. -
1722.- 379852. 4. - -30760.16. -
1723. -352161. 8. - - IQ444. 8. -
1724.-32.2211, 2. - -26788.16. -
1725.-363265. 7. - -27977.16. -
1726.-367I93.I3. - - 930- 1. -
1727. -343175.12. - - 8983-I5. -
1728.- 35592a. 18; - - 3969. 2. -
1729 -392744« - - - 4Q34- * -
1730.-365439.15. * - 8493.15. *
Ï73I.- 401897.19. * -12871.15. -
1732. -368116.12. - - 794.15. -
1733»-403548. ■ - - 3248. 1, -
J734--35Ö935-10. - -r/665.10. -
1735.-39^12.19,-
J736.-346732. 7- - - 1290. jb -
1737.-375412. 6. - -11126. 8. - 1738. -427585.17. - - 4781. 4. - 1739.-399888. 5- - - 1468.16, - 1740.-443183. I. - - ä69.18, - 1741.-518519. I..- - 239. i - 1742.-473761.15. - - 6588.17. - 1743. -417482. 9. . . 335. 3. .
1744. -403233.18. - 926,18. -
J745.-420557- 6 - -14929. 2. - |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I746.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H.Boek. Gereformeerde Kerken. 515
In Uitgegeven Overgehouden Tekortgekom. kertc.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BESTIER.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de voorgaande eeuwe en eerder (r),
heeft de Diaconie, fomtyds, eenigen onder- iland genooten uit Stads KafTe, of uit de Kafle van byzondere Godshuizen, die aan de Stad verantwoord werdt. Onder ande- ren , vind ik, dat de Diakenen der Gerefor- meerde Kerke, in 't jaar 1602, ten behoe^ ve van de armen, op laft van Burgemeefte- ren, tot twee reizen toe, van KerkmeefteT ren der Oude Kerke een honderd ponden vlaams ontvangen hebben (ƒ). In 't zelfde jaar, ontvingen zy, op gelyken laft , van Kerk-
(r) Zie II. Deel, XI. Bt>e{, hl. 104.
{/) j^femoi. van Kerkmeeft. der Oude Kerke, IL 2e*, zo^.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5H AMSTERDAMS III.Defx,
Kerk- Kerkmeeffceren der Nieuwe Kerke, twee- lESTiER. maal twaalf honderd guldens (f). Ook heeft de Stad, op den een en twintigilen Juny des jaars 1625, eene onlosbaare rente van een honderd en vyftig guldens 's jaars aan de Dia- conie gefchonken («). De giften van den grond tot het Diaconie-Weeshuis, het Dia- conie-Oude-Vrouwen-Huis , en de Diaconie j Brouwery, van Stads wege gefchied (v), können ook, als een onderfland der Diaco- nie , worden aangemerkt. Al 't welke wy hier te liever hebben willen aantekenen, om dat fommigen zig verbeeld hebben, dat de Diaconie, nimmer, eenigen onderfland ge-t nooten hadt van de Stad. Ondertuflchen, is, uit de korte fchets van de zwaars inkom- flen en uitgaaven der Diaconie , ligtelyk, op te maaken, hoe veel omflags 'er zy aan den dienft der Diakenen, tot welks byzon? dere befchryvinge wy nu overgaan. iGf*\?n" -^e diakenen houden , weekelyks , des gaderiiT'Dingsdags, ten vyf uuren nademiddag, hun- gen der ne gewoonlyke Vergadering, in de Nieuwe Diake- Kerke. Des Donderdags, 's morgens, ge- nen* fchieden, in dezelfde Kerke, de gewoonly^ ke uitdeelingen: waartoe, en tot eenig an- der Dienflwerk, ten dien tyde, ook eenige Broeders vergaderen. En s nademiddags, komen, ten zelfden dage, ook twee Broe- ders byeen, voor welken, zulken s die on^ der-
(t) Vit de oorfpr. Refol. van 17 tAug, en 14 Septcmb,
I602. berußende in de Nieurvc [(jr^e. (u) Oroot Memor. N. UI. f. 22 verfa.
(v) Refol. Vroedfch. Lr A. 16 Jan. i6;6. f. jj. £*.N.
14 ^ifril 16SI. ƒ. 322. L%. S. 16 M**rt 1682. f. JS» |
|||||
I
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 515
deritand begeeren, met hunne Atteftatien, keuk-
en verzeld van twee getuigen, Ledemaaten bestier. der Kerke, verfchynen. Deeze Broeders doen' onderzoek naar den ftaat en 't gedrag der behoeftigen, waarvan wy, hierna, uitvoeri- ger gewaagen zullen. Zy deelen ook, om de vier weeken, den onderftand uit, die op on- volledige Atteflatien genooten wordt. Eenige dagen na dat de nieuwe Diakenen ^zon'
verkooren zyn , belegt de aanblyvende ^enin.6" Weesboekhouder eene byeenkomlt van de gen Gn- gantfche Broederfchap, in welke, de byzon- der dezel- dere Bedieningen onder de Broeders, by kie- ven« zinge, naar den tyd van hunnen dienft, of, voor de eerflaankomende, naar hunnen ou- derdom, verdeeld worden. Een Broeder, die, te VQoren, Weesboekhouder geweeft is, heeft, nögtans, fchoon jonger in rang, tot deeze poft de voorkeuze. Men geeft, in deeze verdeeling , ook fomtyds, agt op de bekwaamheid en gelegenheid der byzonde- re Perfoonen; wordende alles, by vriendely- ke fchikking, afgedaan. In gevolge deezer Prefidca« fchikkinge, zyn 'er, in ieder jaar, negen Pre-ten* fidenten , agt van welken elk zes weeken voorzitten; doch Praefes negen zit maar vier weeken voor, en wordt, in 't volgende jaar, wanneer hy nog zes weeken voorzit, Prae- fes een. De Praefes doet een gebed, voor ft aanvangen, en eene dankzegging na 't eindigen van elke Vergadering. Na 't ge- bed , worden de Notulen der laatfle Verga- deringe, door den Scriba, gelezen. Ver- volgens , gefchieden de voorftellen of ver- zoeken, van welken de Praefes niets toe- flaan
|
||||||
Sie AMSTERDAMS IILDeei,,
Kerk- Haan mag, dan 't gene , by de meerder-
BESTiEB. heid der Vergaderinge , goedgekeurd is, Hy gedoogt niet, dat eene Refclutie der Vergaderinge, die nog geen jaar en zes wee- ken oud is, in omvraage gebragt worde: ook niet, dat men omvraag doe , om iet in omvraag te mogen brengen. Doch zaa- ken , die niet met de wetten der Diaconie ftryden, is hy verpligt, in omvraag te bren- gen. Ieder heeft regt om een vierdendeel uurs te befleeden om over eene zaak te fpreeken, of te advifeeren : doch meerr der niet. De Praefes ontvangt al 't geld, dat gecolleóteerd of gebofTeerd wordt, of op eenige andere wyze inkomt, aan zyn huis, en doet 'er de vereifchte uitdeelingen en be- taalingen uit, zorg draagende, dat het gelcj tot de Donderdagfché uitdeelinge, beJioorT lyk verdeeld en opgepakt, aan de Kamer is, waarvan hy 't overfchot naziet met den Scri-r ba, met wien hy ook, als hy afgaat, zyne rekening effent, de overfchietende pennin- gen aan zynen Opvolger overhandigende , en zyne rekening van Ontvangft en Uitgaa- ve voorleezcnde in de Vergaderinge, daar .. zy, tegen de rekening, die de Scriba houdt, wordt naargezien. De Rekeningen of As- fignatien , die, door den Praefes. , betaald worden, moeten door twee Broeders gete- kend zyn. Die 't eerft prefideert, na 't aanftellen van nieuwe Diakenen, is yry van *t waarneemen der Donderdagfché Kamer- dagen , op welken, de dienende Praefes, verzeld van den Groot-Boekhouder en nog een' Broeder, de uitdeeÜngen tfoet} jn ^ groQ-
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 517
groote Uitdeelkamer , terwyl zyn Opvol- kerk.
ger, van den Seconde-Boekhouder en een'bestier ander' Broeder verzeld , het zelfde werk, in de kleine Uitdeelkamer, verrigt. Som- mige byzondere poften * te weeten die van Groot - Boekhouder * Seconde - Boekhouder, Vryén Broeder, Scriba, Seconde - Scriba, Groot- Alphabeth - houder en Paflant-Mees- teï, worden, ieder door één perfoon, twee jaar en agtereen, bekleed. Doch van alle de overigen, die , door twee Broeders, wor- den waargenomen, gaat 'er, jaarlyks, een af, fchoon ieder Broeder, in zyne poft, twee jaar en agter een, blyft dienen. De Groot- Groot- Boekhouder brengt de Partyen, met de uit- Boekhou. deelingen , welken zy genieten , te boekder- en op 't Alphabeth in 't Groot-Boek, de rekening van overleeden Partyen opmaa- kende en fluitende, en zorgdraagende,dat, wanneer de Party, die op een Bediening- briefje boven aan ftaat, overleeden is, de langftleevende geene Bediening geniet, dan na dat desz^lfs Lidmaatfchap beweezen is. Wyders, houdt hy aantekening van de open Plaatfen in 't Diaconie - Oude - Vrouwen- en Mannen-Huis, en van on verhuurde woo- ningen , op het Medenblikker Hofje ; en draagt zorg, dat zulken, die 't meelt trek- ken zo 't zyn kan, in 't Oude-Mannen of Vrouwenhuis geplaatft worden. De Seconde- Seconde- Boekhouder, die, met het vermeerderen van Boek- de uitdeelingen der Diaconie, tot verligting houder, van d'.n laft des Groot - Boekhouders, aan- gefteld is, houdt ook een Boek, waarin de partyen, die, in de kleine Uitdeelkamer, be- deeld |
||||
^pp-*
|
|||||
5i3 AMSTERDAMS til.ümu
fcERK. deeld worden, eene rekening hebben. Nog
bestier, komt 'er jaarlyks een van de twee IVeesboek-* iWCkh houders aan, die, 's Donderdags, ter Weeska- d°fes* ou*mervan de Diaconie, in de Nieuwe Kerke, verfchynen moeten, en 't Renteboek, Com* rniflieboeken Weesboek der Diaconie waar« neemen. Hun poll; is, wyders , de erfeniiferi en boedels, die aan deDiacoriie komen, te aan- vaarden en te redden; de renten der Diaconie te doen ontvangen, en de Commiflien, uit flerfgevallen ontitaande, uit te voeren; dezel- ven, binnen agt dagen, in 't Commiflieboek aantekenende. Commiflien by de Admiraliteit en Ooft- en Weft-Indifche Compagnie zyn hiervan egter uitgezonderd, zynde daartoe afzonderlyke CommifTarüTen uit de Broeder- fchap gefield. De Weesboekhouders hou- den ook aantekening van alle de kinderen en bejaarden, die, door de Diaconie, he- fteed worden; en van zulke Kinderen, die nog wel geenen daadelyken onderftand ge- nieten ; maar aan welken , om dat hun- ne Ouders Ledemaaten geweeft zyn , het regt der Diaconie toegeftaan, dat is, ver- lof verleend is, om, t'eenigen tyde, in ge- val zy in ongelegenheid geraaken mogten t onderftand te mogen vraagen. Voorts, raad.- pleegen de Weesboekhouders ook met de Broeders CommiffariJJen van den Bouw, over het verhuuren en verkoopen van de huizen der Diaconie. De inkomende Weesboek- houder is, wyders, verpligt, de Notulen der Vergaderinge van 't voorleeden jaar, die, door $m Scriba , gehouden zyn , in 't QrQQt - Notulen - Bosk over te fchry ven. Den Wees-
|
|||||
\t Boek. Gereformeerde Kerken. 51$
Weesboekhouderen is een Adjunft-Boekbou- Kerk-
der, Vrye Broeder genaamd, toegevoegd ,bestier. die de Hoofden der weekelykfche Commis- Vrye fién overfchryft, en 's Vrydags, voor twaalf Broeder, uuren, bezorgt, daar zy behooren. Wy- ders, fchryft hy de Quohieren der uithan- gende Boften, en bezorgtze by de Broeders Boffeerders, die deeze Boffen, eens 's jaar?, moeten ledig maaken. By 't overlyden van een' Praefes, of van een' Broeder, die een Bezoekboekje heeft, moet hy de Kas van den eerften, of het Boekje van den anderen o- verneemen, en derzelver poften vervullen, geduurende welken tyd, hy van boffeeren enfweekelykfche CommnTien vry is.Ook heeft hy, wanneer hy, voor de tweede reize, in den dienft komt, de voorkeuze tot het Wees- boekhouderfchap, in geval het, door geen' gewezen Weesboekhouder, gekooren wordt. De Scriba of Schryver leeft, in elke ge* Scriba.
woonlykeDingsdags-Vergadering, na 't ge- bed , de naamen der Broederen op; houdt aantekening van de afwezenden, en in't by- zonder ook van 't voornaamfte, dat, in de Vergadering, voorvalt, en beflooten wordt; en leeft zyne Notulen van elke Vergadering, in elke volgende Vergadering, voor. Voorts, draagt hy zorg, dat alles, alomme, byzonder- lyk, in de Vergadering en in de Godshuizen der Diaconie, naar de wetten en reglementen der Broederfchap, behandeld worde, de boe- ten invorderende, die op het laat komen, of geheel wegbly ven zonder wettig belet, en op andere verzuimeniffen, gefteld zyn. Wyders houdt hy Contra-Rekening van 't gene de frefidenten ontvangen en uitgeeven, dezel- ve, |
||||
t
$20 AMSTERDAMS III. Deel-
kerk- ve, onder anderen, opmaakende, uit de zo- BESTiJER. genaamde Fiden, of Memoden van inge- bragte penningen en Dubbelden van Afïigna- tien, die hem moeten behandigd worden. Hy is verpligt, de Contra-rekeningen der Pre- fidenten, afzonderlyk , te boeken, en ter Weeskamer over te leveren. Hy houdt ook een Contra - Renteboek, 't welk hy, om de drie maanden, tegen dat der Wees- Seconde- boekhouderen, moet naarzien. Hem wordt Scriba, een Seconde-Scriba of tweede Schryver toe- gevoegd ; die, in de Dingsdags-Vergadering, de Hoofden der Commiflien leezen; 't getal der Boffen, waarmede geboffeerd is, en de Colleólen in de Kerken naarzien, en, 20 hy eenigen misflag ontdekt, dien de Scriba op- geeveh moet, op dat deeze de boete, daar- op gefield, moge invorderen, 's Donder- dags , onderzoekt hy ook, of de Hoofden- boeken en anderen in goede orde gehouden zyn. De boeten, van welken wy fpreeken, worden bewaard in des Scriba's Boeten-bos ^ en, by voorkomende gelegenheden , be- lleed aan Liefdegaaven, onder anderen, tot losfinge van Slaaven en onderfleuninge vari Buiten-Gemeenten, waaronder ook de Lu- therfche Broeders niet vergeten worden. Óroot- Een der Broederen bekleedt de poft van Alpha- Groot'Alphabethhouder. Zyn werk is, alle be- ^th" hoeftige Partyen, die in de weekelykfche CommifTie worden verantwoord, en aan 't Groot-Boek genieten, midsgaders, de ver- anderingen , in de groote Bezoeking voor- vallende , op den naam van elke party, naar orde van 't A. B. C. 3 te boek te brengen. De
|
||||
IÏ.Boek. Gereformeerde Kerken. 521
De vatte en verwiiTelende Broeders, die 't Kerk-
Weeshuis en 't Oude Vrouwen- en Mannen- bestier.
Huis waarneemen* midsgaders, de Gecom- Verdere
mitteerden ter beflieringe van het Cor- by^.nde"
TT c j i '• • 1 1 • j reDien- yers - Hor worden , msgelyks, in de voor- ßen>
gemelde byeenkomii, gefield; doch wy zul-
len van derzelver dienden, in 't befchryven van deeze Godshuizen, byzonderlyk, han-> delen. Vervolgens, komt, jaarlyks, aan een van de twee Gecommitteerden tot de zaaken van de Admiraliteit en vanOofi- en Weflindïe% voor zo ver dezelven behoeftige partyen aangaan ■, welken zy ieder eene Rekening, in hunne boeken, geeven moeten: een der twee CommiJJariJjen van de Brouwery; een der twee Commijfarißenvan den Bouw en Bakkéryy die opzigt hebben op de huizen * én op de Bakkery der Diaconie; dejaarlykfche köften, tot herftelling of verbetering der huizen ge- daan , aan de Weesboekhouders opgeeven, en met dezelven, op het verkoopen en ver- huuren van huizen , raadpleegen moeten. Zy mogen niet meer dan zes honderd gul- dens , tot herftelling of verbetering van ee- nig huis, befteeden , zonder üitdrukkely- ke bewilliging der Vergaderinge. Wyders, zyn 'er twee Infpeftores van de Apotheek in 't Diaconie - Weeshuis, die, tot vyftig guldens toe, voor geneesmiddelen, beftee- den mogen , buiten gelyke bewilliging ; twee Examinateurs of onderzoekers der At- teflatièn van zulken , die eenigen onder- ftand begeeren ; twee CommißariJJen van de Loots* die , te gelyk, gemagtigd zyn, tot onderzoek van het Burgerfchap der VII. Stuk. LI be- |
||||||
522 AMSTERDAMS III.Deee.
Kerk- behoeftigen. De Loots is een vertrek aan
BESTiER. 't Diaconie - Oude - Vrouwenhuis, daar de Inboedeltjes, die aan de Diaconie vervallen, gebragt, en, door de Suppooftinne, ten o- verdaan van een' der Broederen van de Loots, worden weggefchikt, om, of twee- maal 's jaars, in 't openbaar, verkogt, of, ten diende van de Diaconie, bewaard te wor- den. Doch 't Lynwaat, welk in de Loots komt, wordt aan de Zufteren - Diaconeflen ter hand gefield, die 't, ten nutte der Dia- conie , uitgeeven. De Broeders van de Loots- komen, tweemaal ter weeke, des Woens- dags voor-, en des Saturdags nadenmiddag, in 't Oude-Vrouwenhuis, byeen. Voorts, zyn 'er twee Gecommitteerden, om kinderen van JJdmaaten van buiten ter Vaart te recom- mandeeren ; 't welk egter niet gefchieden mag, dan met uitdrukkelyke bewilliging der groote Vergaderinge: twee Laken- en Hoe* denkoopers; twee Stoffenkoopers; twee Lin* nenkoopers; twee Leêrkoopers ; twee Graa- nenkoopers; twee Boter- en Kaaskoopers, en twee Ryfi en Kruideniery-koopers. Alle in- koopen gefchieden by Ledemaaten derKer^ ke, binnen der Stede Vryheid woonagtig. Men plagt vafte Leveraars te hebben. Doch in 't jaar 1740 is beflooten, dezelven te laa- ten uitflerven. Zo de inkoopen meer dan- drie honderd guldens beloopen zouden, moet 'er de Vergadering eerffc in bewilligd hebben. De vafte Broeders van 't Oude-Vrouwenhuis koopen de Graanen, ten behoeve der Dia- conie-Brouwery. Men afligneert, voor de inkoopen, op den Praefes, by wien men eg-
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 523
egter eerll onderzoekt, of hy penningen inRF.RK-
Voorraad heeft, in geval de Asfignatien meer bestick* dan zes honderd guldens beloopen zouden. Nog is 'er een Pajfant - Meefier , die aan behoeftige doorreizende Ledemaaten, op 't vertoonen eener behoorlyke Atteflatie van hun Lidmaatfchap, ten hoogde zes guldens geeven mag, mids zy binnen 's jaars niet wederkomen. Voorts, zyn 'er agt Gecom- mitteerden tot het opzigt over de agt Schooien der Diaconie, van welken 'er twee zyn aan de oude, en zes aan de nieuwe zyde. Ieder paar Schooien flaat onder 't bellier van twee Broeders. Zy worden ook Scholarchen ge- naamd , en bezoeken de Schooien, gewoon- lyk, tweemaal, en buitengewoonlyk nog eens, in 't vierdendeel jaars. Ook aflig- neeren zy de Schoolmeefters, voor hun Loon en Verfchot, op den Praefes. Eindelyk, worden benoemd de Broeders, die, alle Don* derdagen, de Boeken behandelen, en de par- tyen helpen, die op Atteflatien genieten. Zy verfchynen, ten getale van zeven tevens, en maaken, met eikanderen, een getal van agt en twintig uit. De beurten om in de Kerken en by de huizen te collecleeren, en om de ge- collecteerde penningen te tellen, worden, insgelyks, naar behooren, verdeeld: ook de zesweekfche Commiffie , om daadelyke of vafte bediening toe te Haan, en de vyftien Bezoekboekjes, naar welken, vyftien paar Broeders, in even zo veele wyken der Stad, eens 's jaars, de groote bezoeking doen, in welke zy, tot aanhouding, vermeerdering, vermindering, of afwyzing van verleenden LI 2 on-
|
|||||
'
|
|||||
524- AMSTERDAMS III.Deei.
Kerk- onderftand befluiten, en, daar 't de nood ver-
i£8tier. eifcht, iet extra toeftaan. Van alle deeze fchikkingen , wordt, jaarlyks, een Boekje gedrukt, en aan de Broederen ter hand ge- field ; waarin het dienftwerk, aan elk hun- ner opgelegd, onderfcheidenlyk, aangewee- zen wordt. De arbeid der Diakenen zal klaarder be-
greepen worden , als wy wat byzonderer zullen hebben getoond, op welk eene wy- ze , de Diaconie haare voornaamfte in- komftèn bekomt, en met welk eene voor- zorg , zy dezelven, ten meeflen nutte der behoeftigen, wederom uitreikt. Orde op De Diaconie bezit eenige Huizen en Obli- het col gatien, van welken zy huuren en intreften iïfde'611 tre^1 » ^ocn onc^er naare voornaamfte in- Kerken, komften, zyn, gelyk wy reeds hebben aan- gemerkt, de Collecten in de Kerken en byde huizen.'t Is te vermoeden, dat zy, na haare tweede opregting, in 't jaar 1578, tot het doen deezer Colleélen, even als andere Gods- huizen , verlof zal gekreegen hebben van Burgemeefteren; hoewel my daarvan geen blyk is voorgekomen. In alle de elf Gere- formeerde Kerken, wordt, door Diakenen, onder de preeke, gecollecteerd, in zwart la- kenfche zakjes, waaraan een klein koperen fchelletje hangt, en die, aan 't einde van een' langen ftok, vaftgemaakt zyn. Doch in de Oude en Nieuwe Kerken, eolleótee- ren Diakenen niet, dan des Zondags 's a- vonds, en in de Gafthuis-Kerke, alleen on- der de Voormiddags - preeke. In de Oude Kerke en Oude-zyds-Kapel, collecteeren ze- ven |
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 525
ven Diakenen ,. by beurten , in de eerfte Kerk-
twee, en in de andere, drie te gelyk. Iiibesïieu de Nieuwe Kerke en Nieuwe - zyds - Ka- pel, doen zeven andere Diakenen de Col- Iefte, insgelyks by beurten , in de laatftc twee , en in de eerite , drie te gelyk. Doch de Broeder , die, des Zondags 's a- vonds , voor 't eerfte Avondmaal, uit de Nieuwe Kerke gaat, is ontflaagen van by dat Avondmaal dienft te doen. De Broeder, die, 's Woensdags voor 't eerfte Avondmaal, in de Nieuwe Kerke ingekomen is., moet, Saturdags 's avonds, en 's Zondags voor- en na den middag, in de Nieuwe-zyds-Kapelle, colleóteeren, en 's Saturdags 's avonds , 't brood tot het Avondmaal fnyden : ook by de Avondmaalhoudinge dienen; doch hy is, des Zondags 's avonds, vry. De drie Broe- ders, die anderszins niet colleóteeren zou- den , moeten, ter deezer gelegenheid, des Saturdags 's avonds, in de Nieuwe Kerke, colleóteeren en broodfnyden: aldaar, des Zon- dags by 't Avondmaal dienen, en ook des a* vonds colleóteeren. In de Weiter Kerke , colleóteeren zeven andere Broeders , ins* gelyks, drie tevens, en by beurten. Zee- ven anderen colleóteeren , by beurten, in de Zuider-, en in de Oofter - Kerke, twee in ieder Kerke. De Broeder, die, by het tweede Avondmaal, in de Zuider-Kerke in- komt , is ontflaagen van daar by te dienen; wordende den dienlt, by het eerlte Avond- maal, door den Broeder, die op hem; en den dienlt by het tweede Avondmaal, door den Broeder, die op deezen volgt,waarge- |
|||||||||
Ll 3 no« -
|
|||||||||
*
|
|||||||||
'\
|
|||||||||
*
|
|||||||||
S26 AMSTERDAMS HI. Deel.
Kfrk- nomen. De Broeder, die, des Zondags van
lESTiER. het eerfle Avondmaal, uit de Oofter-Kerke uitgaat, dient, in die zelfde Kerke, by het tweede Avondmaal aldaar. Drie andere Broe- ders neemen, twee tevens, de Collecte in de Gafthuis - Kerke waar; doch deeze zelfden moeten ook , in de weekbeurten ; in de tweede Voorbereiding, des Saturdags 's a- vonds, en by het tweede Avondmaal, in de Nieuwe-zyds-Kapelle, collecleeren: op wel- ken laatftgemelden tyd, de twee Diakenen, die, anders, in de Nieuwe-zyds-Kapelle, zou- den hebben moeten collecleeren, de Colleéte in de Gafthuis - Kerke waarneemen. In de Amftel-Kerke, wordt, door drie andere Broe- ders, by beurten , twee tevens, gecollec- teerd. De laatft ingekomen Broeder neemt, nevens den laatft ingekomen Broeder uit de Wefter Kerke, de Donderdags - avonds- Colleéte, in de Amftel-Kerke, waar ; ten ware aldaar maar één Diaken vereifcht werdt; in welk geval, de Broeder uit de Wefter-Kerke ontflaagen is. Eindelyk, col- lecleeren de agt overige Diakenen, by beur- ten , drie te gelyk, in de Noorder-, en twee "te gelyk, in de Eilands - Kerke. Doch de Broeder, die, op het eerfte Avondmaal, uit de Eilands - Kerke uitgaat, is verpligt, op het tweede Avondmaal, in dezelfde Ker- ke , te dienen. Men begint, gemeenlyk , een uur na 't aanvangen van den Predik- dienft; doch op Avondmaalstyden, terftond na 't afleezen van den Tekft, te colleclee- ren. By het trouwen in de Kerken , op engewoone tyden, wordt ook, door twee Öfc
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 527
Diakenen, gecollecteerd. De gecollecteerde Kerk-
penningen worden, terflond na dat de Kerk bestier. uitgegaan is, door de Collectanten, gefor- teerd, en in lederen zakken geflooten, die 2y ,door eenen Diaconie-Weesjongen, naar hunne huizen laaten draagen; doch van wel- ken de fleutelsjin de Kamer der Diakenen, blyven. 's Dingsdags na de Collecte, des En op nademiddags, worden de geflooten zakken, J}*1^1 in de Telkamer, zynde de groote Uitdeel- ningen, kamer, en de Boffen, in welken, de Collefte aldaar by de huizen gefchiedt, om de vier wee- gecoilec- ken, in de Vergadering der Diakenen ge-teerd* bragt; van waar zy, na 't leezen der Notu- len, ook naar de Telkamer gebragt worden. De penningen, in de Kerken gecollec- teerd , worden, door eenige Broeders, on- der de negen Prefidenten, geteld. Dit tellen gefchiedt, door alle de Diakenen, by beur*- ten. Onder ieder der zeven eerfl dienende Prefidenten, tellen vyf Broeders: en onder de twee laatften, famen zeven. Doch de Broe- ders Boffeerders tellen zelven, insgelyks by beurten, 't gene zy gecollecteerd hebben. In de Telkamer, wordt, behalve de Broeders Tellers, niemant dan den Scriba en Secon- de-Scriba toegelaaten. De ongangbaare fpecien worden, alle zes weeken, door de Broeders-Tellers, verwiffeld. De getelde penningen, door eenen der Broederen ge- boekt zynde, worden, nevens zen Vide of Lyft der fpecie, door de Tellers getekend, in Kiftjes, aan 't huis van den Prefident ge* bragt, en, terflond na dat hy afgegaan is, LI 4. aan
|
|||||
528 AMSTERDAMS in. Deel.
Kerk. aan zynen opvolger, verantwoord. De Seri*
BESTiER. ba bekomt Dubbelden van deeze Piden, omr Orde op ze te können boeken, het bos- ds Collecte by de huizen gefchiedt, om of col- ^e v^er weeken, des Donderdags 's morgens, lefteeren Hiertoe zyn vyf en twintig Diakenen aan- met de gefteld, die , verzeld van twee Diaconie-* 2jw?! Weesjongens, om van hunne aankomft , 2^n# vooraf ? aan elke wooning, kennis te gee- ven, elk eene Wyk der Stad, welke, ten deezen einde. in vyf en twintig Bolleer^ wyken verdeeld is, rondgaan, en doorkruis- fen, en met de Bos collecteeren aan de hui- zen van Gereformeerde Ledemaaten, en van zulke anderen, die gaarne hunne Liefdegaaf ven aan de Diaconie willen mededeelen, ten welken einde, zy,even als de Gereformeer- de Ledemaaten, eene L, aan ééne der poften hunner woöningen, laaten ftellen door de Diaconie-Weesjongens, die, hiertoe, jaar- lyks, kort na den gewoonlyken verhuistyd in May, de Stad doorgaan, 't Gebofleerde geld wordt, onder de Prefidenten, 's Dings- dägs daaraan, geteld: en 't beloop der ge- bofTeerde penningen, gewoonlyk, door den Sub-Scriba, te boek gefteld. Wyze.op E)us, kortelyk, hebbende aangeweezen, welke de op wat wyze, de Diaconie een voornaam Diaconie gedeelte haarer inkomften, in de Kerken en vS de Py ^e nLUZen 9 coïlecleert, gaan wy nu over, onder- om te doen zien, hoedanig de behoeften fteuning der Ledemaaten, door haar, vervuld wor-
dcr bc, Jen V» Ff' ä «wil»
^eder Om onderzoek te doen op de behoeften,
siaacen. en dezelven in orde te vervullen, heeft de Broei
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 529
Broederfchap, al voor veele jaaren, twee- Kerk- -
derlei verdeeling gemaakt van de Stad, eene bestier. in vier deelen, van welken een deel de gant- Weeke- fche Oude Zyde vervat; zynde degantfche Wch* Nieuwe Zyde, in drie deelen, bekend by Cmmm N". 1 , 2, en 3, onderfcheiden : en eene in vyftien deelen, naar 't getal der vyftien Bezoekboekjes, getekend van A. tot P. in- gellooten, waarin de behoeftigen, in ieder deel of wyk woonagtig, opgefchreeven zyn. Van de eerfte deezer twee verdeelingen wordt gebruik gemaakt, in de waarneeming der IVeekelykfche Commijfien, gelyk dezelven genoemd worden, in deezer voege: onder ieder der negen Prefidenten, zyn, tot deeze Commiffien, vier paar Broeders gefield, een paar voor de Oude Zyde, en een paar voor ieder der drie deelen van de Nieuwe Zyde. De jongde in de Commiflie uit ieder paar neemt dezelfde Commiflie , nog eens zes weeken, waar, onder den onmiddelyk vol- . genden Praefes: en de oudften in de Commis- ile onder Praefes een , dienen, op gelyke wyze, als ijongden, onder Praefes negen; zo dat ieder paar Diakenen, in deeze Wee- kelykfche Commiflie, twaalf weeken dient, de Broeders, die onder Praefes een en Prae- fes negen dienen , uitgenomen, die maar tien weeken in de Weekelykfche Commiflie zyn. Een behoeftige, onderhoud begeeren- de, vervoegt zig, van twee eerlyke getui- gen, Ledemaaten der Kerke, verzeld, de* Donderdags, na den middag, met eene AtT tcftatie of getuigfchrift wegens zyn Lid- maatfchap, die door den Kerkenraad ver* LI 5 leen4
|
||||
53<ä AMSTERDAMS III.Deel,
Kerk-' leend wordt, voor de Kamer der Diakenen,
bestier, alwaar de twee Broeders-Examinateurs der Atteftatien, ten twee uuren, byeenkomen, om op de partyen, die zig aangeeven; der- zelver Atteftatien en getuigen, naauwkeu- rig onderzoek te doen. Zo zy de aangee- ving eerlyk en alles in orde bevinden, fchryft de oudfte der twee Broederen de naamen, ouderdom en woonplaats der partyen ; de naamen en ouderdom van derzelver kinde- ren , en de naamen der getuigen, op de Atteftatien: al het welke de jongfte Broe- der , op het Atteftatieboek, aantekent. Men zegt, vervolgens, den partyen aan, dat zy, den volgenden Vrydag of Saturdag 't bezoek van twee Broederen te wagten hebben. De Broeders - Examinateurs der Atteftatien wagten, ten zelfden Donderdage, ook de gewoonlyke bezendingen uit den Kerkenraad af; welken dienen, of om iet aan Broederen-Diakenen bekend te maaken, of om de eene of de andere party, welker Atteftatie niet volkomen is, 't zy dezelve, niet lang genoeg, Lidmaat geweeft, of hier, niet lang genoeg, voor Lidmaat erkend zy; van wege den Kerkenraad, ter bekominge van onderftand, gunftiglyk, voor te draa- gen: welk laatfte gefchiedt, door den Pre- dikant en Ouderling van de wyk, daar de behoeftige party woonagtig is. Van 't gene den Broederen, u}t naame van den Kerken- raad , bekend gemaakt wordt, geeven zy, terftond, met een Fiele of briefje, kennis aan den Praefes, die de Vide aan den Scriba behandigt, door wien dezelve genotuleerd, en 3
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 531
en, ten volgenden Dingsdage, in de volleKerk.«
Vergadering, voorgelezen wordt. In deeze bestier, zelfde Vergadering, doen de Broeders-Exa- minateurs der Atteftatien, mondeling, ver- flag van de verzoeken om onderftand op onvolledige Atteftatien, hun, 's Donder- dags te vooren , van wege den Kerken- raad , gedaan. De Vergadering befluit daarop, tot het aanneemen of afwyzen dier Atteftatien. In 't eerfte geval , wordenze door den jongde Atteftatie t Broeder ge- boekt , en de Predikant en Ouderling, die 't verzoek gedaan hebben , verftrekken f in dit geval, tot getuigen; waarna de At- teftatien worden ter hand gefteld aan de Broeders, die in de weekelykfche Commis- fie zyn, elk paar in zyn Quartier: welke Broeders de party , op den gewoonlyken tvd , gaan bezoeken; de verantwoording van dit bezoek , en hunne Conclufie of befluit tot onderftand, op den rug der At- teftatie, fchryven , en zulks, den volgen- den Dingsdag, derVergaderinge voorleezen. De partyen, die dan worden aangenomen, genieten onderftand om de vier weeken, tot dat hunne Atteftatie volledig is; waarna zy, verderen onderftand behoevende, den ge- woonlyken weg moeten inflaan. Van ouds, fchynt de Diaconie onderftand verleend te hebben aan alle Lidmaaten ; doch in 't jaar 1625, werdt , voor 't eerft, vaftgefteld, dat iemant ten minfte zes maanden Lidmaat ge- weeft moeft zyn, eer hy onderftand trekken kon van de Diaconie. Deeze tyd werdt, om den grooten toevloed der armen, in 't jaar
|
||||
532 AMSTERDAMS III.Deez,
Kkrk- jaar 1647, op een; in 't jaar 1651, op twee,
MSTiER. en in 't jaar 1701, met kennis van Burge- meefteren, op vier jaaren verlengd. Doch in 't jaar 1759, is, by den Kerkenraad en Diakenen, goedgevonden, te vorderen, dat behoeftigen, die buiten de Vryheid deezer Stad, doeh binnen de Vereenigde Provin- ciën en Generaliteits Landen, Lidmaat ge- worden waren, bewyzen moefteti, ten min- fte vyf jaaren; en zo zy, buiten deezeLan- den , belydenis gedaan hadden, ten minfle zes jaaren, Lidmaat geweefl: te zyn : aan welk beüuit, welk, insgelyks, door Burge- meefteren, goedgekeurd is, men zig federt gehouden heeft. In 't jaar 1653, was, reeds, by Burgemeefleren, verflaan, dat, van twee gehuwden, de langftleevende, geen Lidmaat zynde, midsgaders de Kinderen, welker ou- ders geen jaar Lidmaat geweefl: waren, door de Aalmoefleniers, zouden onderhouden worden. Doch wanneer man of vrouw een jaar Lidmaat geweefl: waren, zou het on- derhoud van beide, en van de kinderen, in- dien de Lidmaat de langftleevende geweefl ware, komen ten lalle van de Diaconie. Daadely- De Broeders, die in de weekelyke Commis- ke Com- fie zyn, doen, ieder paar in zyne wyk, naar mifle op de vier wyken, waarin de Stad verdeeld is, Atufia- oncierzoek op de aangegeven' partyen, en belaften dezelven , zo alles wel gevonden wordt, binnen zes weeken, de vereifchte befcheiden Burger - cedul, Trouw - cedul , Doop 7 cedul, Dood-cedul van overleeden man of vrouw; of zo de man vaart, de be- fcheiden van de jjeis, Transporten en Maan4? |
|||||||||
■■ ■
|
|||||||||
!
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 533
cedulen, om welken, zonder koften, te be- Kerk- .
komen, hun Vrybriefjes gegeven worden,bestïer. ter Kamer te bezorgen. Voorts, worden zy, tegen den eerftvolgenden Donderdag, . befcheiden voor de Kamer, alwaar zy, zes weeken lang, om de veertien dagen, be- deeling genieten, in gevolge der gemelde daadelyke Commiffie op Jtteflatie, gelyk zy genoemd wordt. Midlerwyl, fchryven de Broeders, die in de Commiffie geweeft zyn, op de Atteflatie, en 's Dingsdags daarna, op den rand van het Atteftatieboek, Eerlyk werk meriteert vafle bediening. De zes weeken ver- loopen zynde, fchryft de oudfte Broeder, die dan uit de Commiffie gegaan is, Hoofden van Commiffie tot vqfii Bediening : waarop - de partyen andermaal bezogt worden, doof den Broeder, die in de Commiffie gebleeven, en door den Broeder, die, op nieuws, in dezelve gekomen is: en 't gebeurt, nu en dan, dat men, in deezen tiuTchentyd , zo veel nadere kennis gekreegen heeft van den ftaat en 't gedrag dier partyen, dat dezeï- ven, geheefiyk, worden afgeweezen. Schoon de Diaconie niet gewoon is, na 't eerde onderzoek , terfhond , vafte bediening toe te liaan; gefchiedt zulks egter, nu en dan, omtrent Perfoonen , die , in overvloed of aanzien geleefd hebbende , buiten hunne fchuld, tot behoefte vervallen zyn. In zul- ke gelegenheden, wordt het getuigenis van een Predikant, Ouderling, of Diaken, voor eene daadelyke Commiffie , aangenomen , en het afgaan van een Hoofd van Córnmis- fie tot vafle Bediening toegedaan. * In
|
|||||
èu AMSTERDAMS III. Deel.
Kerk- In het doen van de Commiflïe tot vafte
bestier, bedieninge, onderzoeken de Broeders alles toïïSS*ten naailw^eurïgfte > en tekenen zulks aan Bedie- * °P ^e Hoofden der Commiiïïe: waaruit zy ning. eene volledige verantwoording opmaaken* die zy, in de daartoe gefchikte Quohieren, in 't net fchryven, en , ten volgenden Dingsdage, in de Vergaderinge, voor- leezen. De Vergadering keurt het befluit der Broederen in de Commiflïe goed , of maakt 'er eenige verandering in: waarnaar de bedeeling gefchiedt. Wegens het onder- zoek van den Haat en omftandigheden der behoeftigen, zullen wy , beneden , in het befchryven van de behandeling der Be- zoekboekjes, byzonderer berigt geeven. De vafte Bediening wordt, driezins , naar de nooden zyn , toegedaan , of des Winters en des Zomers evenveel; of des Winters , volgens de wetten der Diaconie , en des Zomers met vermindering ; of, eindelyk, des Winters volgens de wetten, en des Zo- mers niets. By deeze wetten , wordt , in de veertien dagen , aan man en vrouw, met twee kinderen tot lad; of aan partyen van vyf en twintig tot vier en dertigjaaren oud, een' gulden; van zes en dertig tot vyf- tig jaaren, een gulden tien Huivers; van een en vyftig tot zeventig jaaren, twee guldens; en van een en zeventig jaaren en daarbo- ven , twee guldens tien fluivers toegelegd. Men kan egter ligtelyk bevroeden, dat men zig, in den tegenwoordigen tyd, daar aan niet ftiptelyk houden kan. Nogtans, wordt dee-
|
||||||
■
|
||||||
/
|
||||||
-- . '-------
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 53 £
deeze bediening niet merkelyk verhoogd, Kems-
ten ware de partyen, met ongeneeslyke Lig- bestieä. haamskwaaien, bezogt waren, en niets win- nen konden: 't welk, by de verantwoor- ding , moet worden gemeld. Ook wordt, aan huishoudingen, met veele kinderen be- laft , vyf ftuivers in de veertien dagen, voor ieder kind boven het bepaalde tweetal, toe- geftaan, mids rekenende de kinderen, die geld winnen, twee voor een. Getrouwde partyen, van welken de man een ambagt doet, 't zy timmeren , metfelen . turf- of koorendraagen ; en Vrouwen , Weduwen of Dogters, die des Zomers uit werken, of uit naaijen gaan, genieten geen' onderftand dan des Winters, dat is, van den eerften November tot den eerften May. Voor ieder vvolwalTene, waaronder kinderen van twaalf jaaren en daar boven begreepen zyn, wordt een brood in de veertien-dagen gegeven; aan man of vrouw, met een kind boven de agt jaaren, twee brooden; aan twee kinde- ren van agt tot twaalf jaaren, een broodj, en aan perfoonen, die meer dan vyf en zes- tig jaaren oud zyn, in de plaats van Rog- gen-, Tarwenbrood. Het verkoopen en koopen, inruilen of beleenen van het brood, is, by eene Keure van den zes en twintigften January des jaars 1695 , ftrengelyk , ver- booden (io). De broodloodjes zyn, dikwils, in meer dan één opzigt, veranderd, om het naarmaaken te voorkomen. Op de tegen- woordigen, is, aan de ééne zyde, eene ta-, fel,
(») Kcuib. R. ƒ. 43 verf».
|
|||||||
536 AMSTERDAMS III.Dee£,
Kerk- fel, waarop twee brpoden leggen, gemerkt
sESTiER. met de letters D I Ä, het merk der Diaco- nie, afgebeeld. Om den rand ftaat Gere- formeerd Diaconie - Brood. De andere zyde draagt het beeld der Behoeftig- heid. Om den rand leeft men Verge- noegd en dankbaar. OpdeezeLood- jes , können de behoeftigen, terftond, het brood, in de Bakkery der Diaconie, op het Blaauw erf, agter de Nieuwe Kerke, gaan haaien. Aan burgers , op 's Vaders Bur- ger-cedul , wordt geene bediening toege- ftaan, voor dat die Burger-cedul overgete- kend is; waartoe de Broeders in Commiflïe, en ook de Broeders der Bezoekboekjes een* noodpenning van dertig fluivers geeven mo- gen. Zo de man of vrouw geen Lidmaat is, fchoon Gereformeerd, moet zulks, met de Doopcedule, beweezen, of reden gege- ven worden , waarom men geene Doop- cedule bekomen kan. Zo de vrouw Lu- therfch is, geniet zy geen' onderftand, zo zy niet, met een handfchrift van den Groot- Boekhouder der Lutherfche Diaconie, be- wyze, dat zy aldaar niet onderfleund wordt. Doch de man Lutherfch zynde , wordt de huishouding niet onderfleund, al is de vrouw Gereformeerd: alles volgens eene herhaalde orde van Burgemeefteren, en eene overeen- komt! tufTchen de twee Diaconien van den jaare 1759. De Vergadering ftaat ook, na voorgaand onderzoek en verantwoording, ibmtyds, met naame aan vrouwsperfoonen, agt guldens toe, voor drie maanden huur: ook
■
|
||||
II. Boek. Gedeformeerde Kerken. '537
ook wel plokjes van twintig guldens , om Kerk- 3
. eenige neering te beginnen; of om zig teBßSTiiR. redden; of om daar mede de Diaconie te bedanken. Doch de behoeftigen können, zulk een plokje genooten hebbende, in een jaar en zes weeken, volgens de wet der Dia- conie , geenerlei nieuwen onderltand beko- men. De gewoonlyke uitdeelingen gefchieden, Ty(j
des Donderdags voor den middag, in twee plaats en Vertrekken, hiertoe gefchikt, in de Nieu- wyze der we Kerke. De behoeftigen vergaderen, voor ^°° ne dezelven , in het gewezen Kruis - Choor, ïykfche \ welk, door verfcheiden' gangen, met. hek- uitdeeiin- ken van eikanderen afgezonderd, en in el- §en- kanderen loopende, zulks verdeeld is, dat de behoeftigen eikanderen niet verdringen. De partyen, die confent hebben, om zig de bediening, door aangeftelde Kamerloopfters, te laaten t'huisbrengen, worden de eerften geholpen, in beide de Uitdeelkamers. Daar- na , worden de andere partyen, na dat zy hunne Bedieningbriefjes aan eenen der Sup- pooften hebben overgegeven, by vyftige« tevens , ingelaaten : de eerfte zeshonderd nommers, in de groote , en de overigen, in de kleine Uitdeelkamer. De Praefes, in de eene en de andere Kamer, zig voorzien hebbende van een' vierkante bak, in vakken verdeeld, in welken, drieguldens, daalders, guldens, pakjes van tien en vyf Huivers, en de broodloodjes gelegd zyn; heeft de Bedie- ningbriefjes in de ééne hand; roept de par- tyen, by naame, op, en de folio, die zy in 't Groot-Boek hebben., texwyl hy, met de .../VU. Stuk. Mm an* |
||||
538 AMSTERDAMS III.Deeu
Kerk- andere, de bediening grypt, opnoemt, en voor
lürriER. elke party op een houten bordje legt. On- dertuiTchen, ftelt de Groot-Boekhouder, in de groote, en de Seconde-Boekhouder, in de kleine Uitdeelkamer , dezelve te boek. Een ander Broeder, wien 't zyn Kamerdag is, boekt de bedieningen, in de zogenaamde klad, onder eikanderen: waaruit daarna de nette fom der Uitdeelinge wordt opgemaakt. Alles gefchiedt, in zulk eene orde en met zo veel vaardigheid, dat het der befchou- winge dubbel waardig is. Extra. Behalve de vafte Bediening, wordt, nu waarin en dan, aan de meed benoodigden, eenig het bcih? extra ^ ^oor jg Broeders, toegedaan: 't welk egter niet meer dan drie guldens beloopen mag, zonder dat 'er de groote Vergadering in bewilligd heeft. Het verzoek om een extra, boven de drie guldens, moet, eer het ge- fchiede, in de Extraboeken', gefchreeven, en deezen, by tyds, op des Scribas LeiTenaar, gelegd worden. Voorts, moet het ook, in de Bezoekboekjes en Commiffieboeken, aan- getekend zyn. Binnen de zes weeken, mag geen tweede extra toegedaan, of aan de groo- te Vergadering verzogt worden. Het Extra beflaat, of in Noodpenningen, of in Wollen en Linnen-kleeding, Beddengoed, Dekens, Lakens, Koufen, Schoenen, Muilen, Breuk- banden , Bybels en Doodkiften. Alle deeze noodwendigheden zyn, zo wel als de broo- den, op een prys gefield, volgens welken, dezelven, door den Groot-Boekhouder, op de rekening van elke party, worden geboekt: op dat men, ten allen tyde, zou können zien, wat
|
||||
H.BöïA. GfeREFÜRMEERDE KERKEN. 539
wat elk genooten heeft: 't welk, onder an- kerk-
deren, van dienft is, wanneer een behoef- bestieb. tige, tot beter' ftaat gekomen, het genoo- tene aan de Diaconie zou willen vergoeden; gelyk, nu en dan, gebeurt. De bovenklee- ding voor mannen , jongens en kinderen, die de Diaconie geeft, is ros karfaai; de gefchiktften krygen gekleurde of zwarte Ser* gie: de onderkleeding is blaauw karfaai. Dè bovenkleeding van vrouwen en meisjes is zwarte of gekleurde Wefterfche kroonras, tot Jakken ; en geftreepte Leidfche baai % tot Schorten. Doch aan de gefchiktften wor- den Sergie-Jakken en Schorten gegeven. De gemeene onderkleederen zyn roode Duffel- fche Onderrokken , en blaauwe of roode karfaaijen Borftrokken. Het verkoopen en koopen, inruilen , of beleenen van deeze kleederen en van het Linnengoed, al het welke, met de Letters DIA, ttüTchen twee fterren, in een' kring, is getekend, is by eene Keure van den vyf en twintigften Ja- nuary des jaars 1752, fcherpelyk, verboo- den (#). De noodpenningen, die extra worden Nood- toegeftaan, moeten altoos tien ftuivers min- pennin- der zyn, dan de gewoonlyke bediening. Zy gen* worden, des Donderdags, door den Scriba of Subfcriba, gegeven, na dat zy, 'sDingsdags te vooren, in't Noodpenning-boek, ingefchreeven zyn. De Koufen en 't Linnengoed worden ge- asfigneerd op de Zufteren DiaconefTen, in 't Diaconie - Weeshuis. De oude Jakken en Schor-
ÉA) Vervolg dn Handv. hl. ia. Mm 2
|
||||
540 AMSTERDAMS IH.Dee£,
Kf.rk- Schorten, Bedden, nieuwe en oude Dekens,
KS.TIBR. Kraamkinderen-goed, als luijers, dekens en pislappen, en doodkiften met derzelver toe- behooren, worden, op de Broederen van de Loots , en halve fcheepsuitruftingen voor befteedelingen., of voor kinderen van zul- ken, die onderitand genieten van de Dia^ conie , op de Kleêrkamer in 't Diaconie- Weeshuis geasfigneerd. Oude Bedlakens worden, 's Donderdags, door den Scriba, uitgereikt, na dat zy, 's Dingsdags te voo- ren, in 't Oude-Lakenboekje, ingefchreeven zyn. Voor ongemakken, worden één, en voor eene aanftaande kraam , twee oude Lakens toegedaan. Wollen kleederen, Ryg- ly ven, Schootsvellen en Linnen pakjes wor- den geasfigneerd op den Kleêrrnaaker; en Schoenen en Muilen op den Schoenmaaker, in 't Diaconie-Weeshuis! Hoeden op den Binnenvader, en Breukbanden op den Chi- rurgyn, in 't zelfde Huis. Kuipers-, Glazen- maakers-, Metfelaars- en Huis- enScheeps- timmermansgereedfchap, wordt geasfigneerd op den Broeder - Ambagtsboekhouder, en Schoenmaakers-gereedfchap, op den Schoen- maaker in 't Diaconie-Weeshuis: doch daar wordt geenerlei gereedfchap toegedaan, dan na dat het eerft aan de Dingsdagiche Verga- dering is voorgefteld. De Bybels, die extra worden toegedaan, zyn Huis-bybels, Zak- bybels, of Quarto-Bybels, en worden, on- derfcheidenlyk,. des Donderdags,in de Kal- mer, op den Scriba geasfigneerd. Alle be- hoeftigen zyn verpligt, hunne bediening, £ in . in
|
|||||||
■
|
|||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 541
in perfoon , te komen haaien. Doch om Kerk- l
zeer gewigtige redenen, gelyk ziekte, lafl bestier. van kinderen en diergelyken, wordt, fom- tyds, confent of verlof verleend, dat hun de onderftand, door zekere bedienden der Dia- conie , Kamerloopfters genaamd, worde t'huis- gebragt. Voor 't overige, moeten de Broe- ders in de Commiffie zig fchikken naar de • orde, omtrent de Bezoekboekjes beraamd, van welke wy, beneden, handelen zullen. . De Broeders in de Commisüe beiluiten Beftee-
ook tot inneeming van kinderen in 't Dia- delingen. conie- Weeshuis, en van perfoonen in't Dia- conie - Oude - Vrouwen en Mannen-huis en in 't Corvers-Hof, van al 't welke, wy, in de befchryving dier Godshuizen, byzonder- lyk, handelen zullen. Doch hier komt te pas, nog kortelyk ftil te ftaan, op het be- ileeden van mannen, vrouwen of kinderen, waartoe, by deeze Broeders, insgelyks, be- ilooten wordt, na dat zy de Atteftatien en andere befcheiden in orde bevonden, en van de eerlykheid der partyen het vereifchte berigt bekomen hebben. De boedels van zulke partyen, worden , vervolgens, door - de Broeders in de Commiffie , geinventa- rifeerd, en 't gene niet tot derzelver lyf be- hoort gewaardeerd. Zo dezelven meer be- draagen dan de fchulden , wordenze aan- vaard: anders, afgeweezen. De Diaconien in 't gemeen zyn, reeds in 't jaar i68o? door 's Lands Staaten, geoftrojeerd geworden, om de boedels, aan dezelven vervallende, te mogen aanvaarden, zonder verder, dan, Mm 3 voor
|
||||||
542 AMSTERDAMS IILDeel.
Kerk- voor 't beknp derzelven, in de voldoeninge
sKSTiER. der fchulden, gehouden te zyn, mids zy de Boedels, ten overftaan van Schepenen, doen inventarifeeren. Doch Burgemeefleren heb- ben de Diaconie deezer Stad, daar 't Sche- penen niet zou te vergen zyn, dit inventa- rifeeren by te woonen, bevoegd verklaard, om de inventarifatie te doen , zonder 'er Schepenen over te moeijen. Men onder- zoekt , wyders, of de partyen ook erfenis- fen te wagten hebben, en houdt 'er aante- kening van. Vervolgens, worden de man- nen , door de Broeders - Diakenen , en de vrouwen, door de Zufters-Diaconeflen, he- fteed. Ten opzigte van de kinderen, die befteed moeten worden, om dat de Moeder dood, en de Vader op de vaart, of afwezig is, moet de Broeder, die de befteeding ge- daan heeft, by 't Comptoir, voor welk de Vader vaart, ten behoeve der Diaconie, een' Schuldbrief van twee maanden gaadje in 't jaar tragten te verkrygen, en, inde verantwoording zyner Commiffie, aanteke- nen , of dezelve verleend zy, of zal worden; te gelyk daarvan kennis geevende aan de Broeders, gecommitteerd tot de zaaken van Ooft- en Weftindie. Zy moeten ook ver- antwoorden, of deeze Kinderen een of meer Broeders, onder of boven de negentien jaa<- ren, naar Ooft- of Weftindie hebben, en zulks, insgelyks, aan de gemelde Gecom- mitteerden opgeeven. Alle de befteedde kin- deren worden aan de Broeders van het Wees- boek, en die, onder dezelven, op een am- bagt
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 543
bagt gaan, ook aan de Broeders van het Am- Kerk-
bagtsboek opgegeven. Voorts, worden alle bestier, de befleedde partyen in 't generaal Quohier gebragt, en door de Broeders van de Be- zoekboekjes, onder welken zy behooren, in de gemelde Boekjes, overgetekend: waarna deeze Broeders, in de groote jaarlykfche be- zoeking , ook naar derzelver ftaat en gedrag onderzoek doen: 't welk, ten opzigte van de beiteedde kinderen, en van zulken, die 't regt tot de Diaconie behouden, duurt, tot dat zy vyf en twintig jaaren bereikt hebben. De Broeders, die, de laatft voorgegaane Orde op
zes weeken, in Commiffie geweeft, en uithet fchry- dezelve uitgegaan zyn,zyn verpligt,devoI-^0df^en gende zes weeken, de Hoofden van Commis- Van Com- fie voor 't zelfde Quartier der Stad, waar- uüffie. over hunne Commiffie zig geflrekt heeft, in 't Commiffieboek te fchryven: 't welk, des Donderdags voor twaalf uuren; doch op de Bofleerdagen , voor een uur, gefchieden moet, zynde wel uitdrukkelyk vaftgefteld, dat de Subfcriba, 's Dingsdags, geene Hoof- denboeken afgeeven zal , om dien avond hoofden te fchryven. Tot vafte bedieninge, mogen geene hoofden gefchreeven worden, dan voor partyen, die, agt dagen te voo- ren, voor de derdemaal, op Atteftatien ge- nooten hebben. Men mag geene hoofden, 't zy om iemant in de Godshuizen te plaat- fen, of te befteeden, of iemant het regt der Diaconie toe te {faan9ofeenplokje van twin- tig guldens, gelyk het genoemd wordt, om Mm 4 daar-
|
||||||
544 AMSTERDAMS III. Deel.
Kerk- daarmede te bedanken, dan na dat de Lid-
kstikk. maats -Atteftatien en andere befcheiden in orde bevonden , en de eerften , met een Vide of dubbeld van het hoofd, des Don- derdags te vooren, aan den Groot-Boekhou- der bezorgd zyn. Die een hoofd-van Com- x miffie verzoekt, midsgaders , die begeert, dat zyn getuigenis, of dat van eenen ande- ren Broeder, voor eene daadelyke Commis- fie, by de groote Vergadering, worde aan- genomen , moet het zelf fchryven. Doch wanneer de Broeders van de Atteflatie-Ka- mer een hoofd verkrygen, tot een plokje van twintig guldens, moet het, door de Broeders, die in 't Hoofden-fchryven zyn, gefchreeven worden. Van zulke hoofden krygt de Groot-Boekhouder geen Vide: ook niet van de hoofden tot vafte Bedieninge, of tot agt guldens voor drie maanden huur : wordende van deeze allen , alleenlyk , de Atteftatien overhandigd. De hoofden tot befteeding, of tot het regt der Diaconie, of tot verhooging van bedieninge alleen, wor- den in het CommilTie - Hoofden - boek , in blanco, gefchreeven. 'Behande- t Wy komen nu tot de behandeling der Be- hng der z'0ekboekjes, die vyfiien in getal , en van boekjes A tot P in§ef]ooten gemerkt zyn. Ieder dee-
zer Boekjes vervateene wyk,zynde de Stad, ten deezen aanzien, in vyftien wyken ver- deeld. De vier Quartieren, in welken de Stad, ten aanzien der weekelyke Commis- ÜQ, verdeeld is, zyn ook, zo na doenlyk, in de byzondere Bezoekboekjes begreepen. • Het |
|||||||
,
|
|||||||
'
|
||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 545
Het Quartier der Oude Zyde is vervat in de Kerk.
Boekjes A. B. en C. Doch het laatfle be- eestier. helft ook een gedeelte van 't eerfte Quartier der nieuwe zyde, welk, voorts, in de Boek- jes D. E. F. en O, begreepen is. Het twee- de Quartier der Nieuwe Zyde is vervat in de Boekjes G. H. I. en in een gedeelte van het Boekje K., begrypende het overige ge- deelte van dit Boekje , en de Boekjes L. M. N. en P. het derde Quartier der Nieuwe Zyde. Ten dienfte der Broederen Diakenen, is een Regifter gedrukt, vervattende de naa- men van alle de Graften, Straaten en Stee- gen der Stad, naar orde van 't A. B. C, voor welke naamen, de Letters der Boekjes Haan, waarin dezelven gevonden worden. Eens 's jaars, gefchiedt 'er, volgens dee- jaarïyk-
ze Boekjes , eene algemeene bezoeking fche bc- van allen, die, door de Diaconie , onder- zoeiiin£- fteund worden; waartoe dertig Broeders , twee tot ieder Boekje, aangefteld zyn. De Boekjes zyn, van buiten, befchreeven, met de Letter, 't jaartal, 't Quartier en de naa- men en hoedanigheid der twee Broederen, die, volgens ieder Boekje , de bezoeking doen. De Letter,en 't jaartal worden, ge- makshalve , ook gefield onder en boven aan ieder blad, welk ook gefolieerd is. Voor in 't boekje, is een Regifter, naar orde van 't A. B. C., van alle de naamen der behoef- tigen, die in het zelve gebragt zyn. Op de linker zyde van ieder blad, ftaat de woon- plaats , de naam, hoedanigheid en bediening der byzondere partyea, en deeze omfchry- Mra 5 ving |
||||||||
■
|
||||||||
^
|
||||||||
.
|
||||||||
,'
|
|||||
54Ö AMSTERDAMS III.Deei.
Kerk- ving wordt een Hoofd genaamd. Op de reg-
BEsri£Rvter zyde, wordt eene nadere omfchryving van den flaat en omflandigheden der par- tyen gefield, met aanwyzing van de bewyzen, voor 't een en 't ander: 't welk Verantwoor- Hoofden ding genaamd wordt. In de Hoofden, fielt der Be- men de hoedanigheid der partyen, 't zy We- k°e£" duwenaar, Weduwe, Jongman of bedaag- * Jes' de Dogter: 't welk met het Groot- of Wees- boek overeenkomen moet. 't Getal van be- fleedde Lidmaats - kinderen , en derzelver naamen en ouderdom , volgens de Doop- cedulen, worden, onder de naamen der Ou- deren , die in 't hoofd flaan, gefield. By alle partyen, wordt de Letter en folium van 't Groot-boek, en by de nieuwen, ook de* Letter en folium van 't Boekje of Commiflze- boek, waaruit dezelven gekomen zyn, op den rand der Hoofden, gefield: voorts, de bediening en 't brood, met by voeging, of zy, voor 's Winters alleen, of met verminde- ring voor den Zomer, of voor's Winters en 's Zomers evenveel, toegeflaan zyn. De verandering der Bedieninge wordt ook, on- der de voorige, met by voeging der woor- den , nu en voortaan, aangetekend : gelyk ook het confent of verlof om de bediening te laaten haaien, en de byzondere en extra onderfland, en onder anderen het t;oeflaan van Bedden en Bybels, met by voeging van 't jaar, waarin zulks gefchied is. By de Be» fleedelingen , die tot het Weesboek be- hooren, wordt het Koflgeld, en de tyd, wanneer 't' ingaat, gemeld, te gelyk met d$
|
|||||
■
|
■; ■ ''■■' ■■ "■■ ■■■■■.. ■■•■■■'.....■ ■
|
||||||
II. Bont, Gereformeerde Kerken. 54?
de Letter en folium van 't Weesboek. Kerk*
De Verantwoordingen, die, zo wel in de bestier.
weekelykfche Commiffie, als in de Bezoek- Jjjjjr' boekjes gefchieden, vervatten niet alleen dedingen, hoedanigheid van elke partye, maar ook, zo zy Weduwenaars of Weduwen zyn, waar en wanneer de overleedenen zyn geftorven, of begraaven. Van verlaatene mannen of vrouwen, wordt verantwoord, waar en wan- neer zy getrouwd; hoe lang zy verlaaten geweeft zyn, en of zy iets van den verlaa- ter of verlaatfter verneemen, of genieten. Van eene Weduwe en verlaaten Vrouw, wordt ook verantwoord, wat de man ge- daan heeft: en van alle partyen, de geboor- teplaats, ouderdom, hoe lang zy hier ge- woond hebben, of zy burger zyn, en zo ja, wanneer geworden, ook voor alle dingen, hoe lang zy Lidmaat geweefl zyn. Zo man en vrouw, van welken de een tot eene an- dere gezindheid behoort, behoudenis van bediening verzoeken, wordt zulks niet toe- geftaan, ten zy blyke, wat de huishouding aldaar geniet. Voorts, wordt verantwoord, waar iemant zig mede geneere; wat hy win- . ne, en indien niets, wat hiervan de reden zy. Nog, of hy of Meefter of Knegt zy; en zo 't laatfte, by wien hy werke; of hy tot een Gilde behoore, 't welk, ten opzigte van knegts, alleen omtrent de Scheepstim- merluiden plaats hebben kan; of hy ook iet van zyn Gilde geniete; en zo neen; waarom niet? De Broeders der Bezoekboekjes zyn verpligt, jaarlyks, in September, eene lyft aan
|
|||||||
........
|
|||||
■
&8 AMSTERDAMS III:Deee;
Kf.rk- aan den Scriba over te geeven van de par-
BESTiER. tyen, die onder een Gilde behooren, waar- van zy verklaaren, niet te können trekken : waarna, by de Overluiden der Gilden , on- derzogt wordt, of zulks de waarheid zy? Men laat ook, in de weekelykfche Commis- fie inzonderheid, door eenen der Suppooften onderzoeken, of de winft van iemant, die voor knegt werkt, naar waarheid zy op- gegeven : en zo men het tegendeel bevindt, wordt zyn naam van de Quohieren afge- fchreeven. Zo de man, of Vader op de vaart is, wordt verantwoord, waar heenen; voor welk Collegie; met wat Schip en Schipper; in welke hoedanigheid, en op hoe veel gaad- je: ook, of 'er Transport gemaakt zy, en hoe groot: van gelyken, of 'er een Maand- cedul gemaakt zy; zo ja, ten wiens behoe- ve? Zo dezelve verkogt of verzet is, voor hoe veel, en aan wien ? Indien 'er geen Maand-cedul gemaakt is, draagen de Broe- ders zorg, dat 'er, zo dra het Transport vol- daan is, een gemaakt worde, ten behoeve van de vrouwen of kinderen, zo ver dezel- ven der Diaconie aangaan. Voorts, wordt verantwoord, of en hoe veele kinderen tot laft de partyen hebben; derzelver naamen, ouderdom, bedryf en winft. Doch zo zy op de vaart zyn, behoeft 'er geen Maand- cedul voor gemaakt te worden. Van kin- deren-onder de vyf jaaren, worden alleen- lyk de naamen en ouderdom aangetekend. Van kinderen boven de vyf jaaren, moet verantwoord worden, dat zy op de School „-. der |
|||||
V
|
||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 549
der Diaconie gaan; of reden gegeven, waar- Kêrk. *
om zulks niet gefchiede. Kinderen boven bestikk? de twaalf jaaren moeten blyken op een am- bagt te gaan ; of verantwoord worden , waarom niet. Geene kinderen tot laft wor- den verantwoord, dan die minder dan ne- gentien jaaren bereikt hebben, ten ware de ouders reden gaven, waarom zulke kinderen de koft niet winnen können ; die nogtans, zo dra zyvyf en twintig jaaren oud zyn, moeten afgefchreeven worden. Zo de meis- jes het Wollen- of Linnen naaijen leeren, moet blyken, waar , wanneer , door wie, voor hoe lang, en voor hoe veel, zy befteed zyn. En zo zy voor langer dan drie jaaren befteed zyn, wordt daartoe, door de Dia- conie , geen geld gegeven. Zo zy, door de Diaconie, zyn befteed, wordt het jaar enfolium van 't Naaiflersboek in de Verant- .ajho woording aangetekend. Omtrent de befteed- de kinderen in 't gemeen , wordt verant- woord, wie der Ouderen laatft-overleeden, en of dezelve Burger geweeft zy: draagen- de de Broeders zorg, om de Burger-cedulen te laaten overtekenen, wanneer de jongens zeftien, en de meisjes negentien jaaren oud zyn. Zo de befteedde Kinderen, voor de Admiraliteit,of Ooft- of Weftindifche Com« pagnien vaaren, moet zulks aan de Wees* boekhouders worden opgegeven. Zozyeen Ambagt leeren, moet verantwoord worden, by wien, voor hoe lang, en wat zy winnen. De Diaconie houdt geene befteedde kinde- ren , die fimpel, blind of kreupel zyn, langer» '».} dan |
||||||||
550 AMSTERDAMS IILDëeI»
|
||||||||||||||||||||||
Kerk-
BESTIER,
|
dan tot dat zy vyf en twintig jaaren bereikt
|
|||||||||||||||||||||
hebben, waarna zy te wege brengt, dat de
naafte vrienden of buuren Burgemeefteren, by Requefte, verzoeken, om haar van zul- ke kinderen te ontladen. Zo zy, op 't over- lyden der Ouderen, reeds meer dan vyf en twintig jaaren oud zyn, wordenze geheellyk afgeweezen. De Diaconie befleedt geene kinderen, by luiden, die onderhoud genie* ten, of niet Gereformeerd zyn : ook niet meer dan vier op ééne plaats, en niet by hunne bloedvrienden, dan met goedkeuring der groote Vergaderinge. Zo 'er verande- ring in de befteeding, het werk, of de winft der Befteedelingenkomt, moet zulks aan de Wees- en Ambagtsboekhouders opgegeven, en op den kant der Verantwoordinge aan- tekend worden. |
||||||||||||||||||||||
Orde,
|
De twee Broeders van ieder Bezoekboek-
|
|||||||||||||||||||||
naar wel-je, elk paar in zyne wyk, eens 's jaars, de
ke, in de groote bezoeking doende, verleenen aan be* |
||||||||||||||||||||||
bezoe
king |
kende partyen, op derzelver verzoek, of
verhooging van Bediening, of eenig extra, |
|||||||||||||||||||||
of verlof om zig de Bediening te laaten t'huis
brengen , of plaats in 't Diaconie - Oude- Vrouwen- of Oude - Mannen - huis. Doch aan nieuwe partyen, die uit de Commiflie* of andere Bezoekboekjes komen, mag geene verhooging van Bediening, noch extrawor- den toegeftaan, dan na dat 'er de groote Vergadering in bewilligd heeft: 't welk, by de Verantwoording , moet worden aange- tekend. Somtyds, wordt de bediening in de groote Bezoeking ook verminderd, of't Con-
|
||||||||||||||||||||||
..
|
||||||||||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 551
Confent ingetrokken: doch doorgaands blyft Kerk.
de bediening gelyk zy was. Zo aan eenige bestier. partyen Verhooging, Confent, of extra toe- Xerho°* geflaan wordt, moet 'er de reden van ge- Confm meld worden: en indien de huishouding , en extra, uit verfcheiden' perfoonen, of gedeekelyk uit • kinderen, beftaat, moet byzonderlyk worden gemeld, voor welke perfoonen of kinderen, het extra gegeven wordt. Men verhoogt geene partyen, dan in de uiterfle noodzaa- kelykheid , en flaat nooit verhooging en extra te gelyk toe. De verhooging in Be- diening mag niet boven de tien uuivers, in de veertien dagen, beloopen. Het extra, be- ll aande in kleeding, dekfel en eenige andere noodwendigheden, mag niet meer beloopen, dan, voor partyen zonder kinderen, veertien; met twee kinderen, agttien; met vier kinde- ren , twee en twintig; met zes kinderen, zes en twintig; met agt kinderen en daarboven, dertig guldens. Voor mannen of vrouwen, die geene Lidmaaten, of voor kinderen, die bui- ten de Gereformeerde Kerke gedoopt zyn, wordt geen extra, en ook geene Doftors- of Chirurgynsbriefjes toegedaan. Noodpennin- gen worden niet gegeven , dan aan zulken, die, door de Broeders, in perfoon, bezogt zyn, behalven om 't Burgerfchap te laaten over- sekenen. Van de verhooging in de Bediening moet, aan den Groot - Boekhouder, terftond na 't afloopen der groote bezoekinge, fchrif- telyk, kennis gegeven worden. De vermin- Vermin- dering in Bediening of Huur moet, terftond, de«ng» op het Bedieningbriefje veranderd, en insge- lyks
|
||||
S52 AMSTERDAMS IILDÉEt;
Kerk- lyks aan den Groot - Boekhouder opgegeven
bestier, worden: gelyk, ten opzigte der partyen, die uit andere Boekjes overgenomen zyn , ook j gefchieden moet aan de Broeders, uit welker of conti- Boekjes die partyen zyn overgenomen. Zo nuatie aan de partyen in de groote bezoeking gecne van Be- verhooging, noch extra, noch confent, noch wordt plaats in de Godshuizen is toegeftaan; en zo toege- derzelver Bediening of Brooden ook niet ver- ftaan minderd zyn, wordt, tot flot der verantwoor- ^jVdage"dinge, blootelyk, gemeld, dat zy continua- tie verzoeken. Zo eenige partyen overlec- den, of afgefchrecven , of in de Godshuizen géplaatfl: zyn , of bedankt hebben , worde zulks, op de Bedieningbriefjes, aangetekend , en daarvan aan den. Groot - Boekhouder en aan den Groot-Alphabeth - houder kennis ge- geven, r IÖW3 Diaco- De ZusTERs-DiAcoNEssEN,dic een
|
|||||||||||
WESSEN.
|
|||||||||||
gedeelte van het dienftwerk der Diaconie, in-
zonderheid , zo ver het vrouwen, en het huis» houdelyke in 't gemeen, betreft, waarneemen, zyn twaalf in getal. Men vindt, dat 'er, by de eérfté inftelling der Diaconie, in den jaare 1566, reeds eenige oude, deugdzaame Zus- ters tot Diaconeflen, hier ter Stede, verkod- ren zyn (7). De gewoonlyke Naamlyften der Diaconeflen beginnen, nogtans, eerft met het jaar 1582 , waaruit men fchynt te mogen afneemen, dat, by de herftelling der Diaco- nie, in den jaare 1578, niet terftond, Dia- coneflèn aangefteld geworden zyn. Zy waren, |
|||||||||||
m
|
|||||||||||
(j) Zit II. Deel, VII. Boe^ hl, i$«.
|
|||||||||||
1
|
|||||||||||
ILBOEIC», Gereformeerde Kerken. 553
in 't jaar 1582, maar drie in getal: doch ditKERK-
gctal is, met het toeneemen der Stad,allengs- bestier. kens, grooter geworden. Behalve den dienft, dien zy, in 't Diaconie Oude-Vrouwen-Huis, en in 't Diaconie Weeshuis , doen, van welken wy, in de befchryving dier Godshuizen, na- der zullen handelen ^ doen agx haarer, twee aan twee, ook huisbezoek in de vier Quar* tieren, in welken de Stad, ten dienfte der Broederen Diakenen, die in de weekelykfche Commifïïe zyn, verdeeld is, en geeven van 't gene haar voorkomt, en den Diakenen aan- gaat , kennis aan de Broederen , in welker wyk, de partyen woonen , of befteed zyn. Wy hebben, reeds elders (2), gemeld, dat het Linnengoed en de Koufen, op Afïignatien der Broederen Diakenen, zo die in de Com- mifïïe zyn, als die de Bezoekboekjes houden, door de Zuftcren Diaconefien, aan de behoef- tigen worden uitgedeeld. De Diaconie, die, zo hier als in den Haa- Regtstf*
ge, dikwils, genoodzaakt is, Regt te zoe-leerden ken, op de gewoonlyke wyze, of Requeftcn en an(*e* in te leveren aan de hooge of mindere Over- der Dia' hcid, of in eenige andere opzigten, raad en conie, hulp van Regtsgelecrden en anderen noodig zonder heeft, wordt, in dcnHaage, van twee Ad-:0®1,! vokaaten en een' Procureur, en hier ter Ste-ftc ftaan. den, ook van twee Advokaaten, twee Procu- reurs , een' Notaris , en twee Solliciteurs , zonder loon, gediend. Ook ftaan haar, op gelyken voet, de eerfte Stads Klerken,en een der
(x.) Zie hier voor, tl, jjp. ♦ *
VII. Stuk.. Nn
|
|||||||
! é.
|
|||||||
„ 1
|
|||||||
554 AMSTERDAMS III.Deel.
Kerk- der Ordinaris Klerken van Secretarye tcn
bestier, dienfte, in 't gene zy ter Secretarye te verrig- ten heeft. In erkentenis deezer dienften, gee- ven Diakenen, jaarlyks, eene maaltyd in eene voornaame herberg ; waar by , behalve de gemelde perfooncn , ook eenige voornaame Beamptcn der Admiraliteit, en der Ooft- en Weftindifche Maatfchappyen, aan welke de Diaconie diergelyke verpligting heeft, geno- digd worden. t Doftoren Voorts, zyn 'er zes Doéloren van de Dia- en Chi- conie, een ten dienfte der kranken in het de?Dia~ Diac0T,ic Oude - Vrouwen- en Mannen - Huis; conie. een voor het Diaconie - Weeshuis en Oor- vers-Hof, en vier voor de vier Quartieren, waarin de Stad , by de Diaconie , verdeeld is. Ook heeft zy vyf Chirurgyns, een' voor haa- re Godshuizen, en vier voor de vier gemelde Quartieren. Alle deeze Perlbonen worden, door de groote Vergadering der Broederen- Diakenen,op een jaarlykfch Honorarium of ee- ■ rengefchenk, aangefteld.Van de Meefters Hand- wcrksluiden, tot herftelling'en onderhoud van de huizen der Diaconie vereifcht, behoeven wy niet in 't by zonder te fpreeken. School- De Diaconie heeft,in haare agt Schooien, meefters. alwaar de Kinderen der behoeftige Ledemaa- tcn, in leezen, fchryven, en de beginfels der Gereformeerde Leere, onderweezen worden, agt Schoolmeefters, twee aan de Oude Zyde, Suppoos- en twee, in ieder der drie Quartieren, aan de ten en Nieuwe Zyde. Voorts, heeft zy thans drie. Suppoos- supp0often, die de Vergaderingen der Dia- kenen waarneemen, en ten dienfte der Broe- deren verrigten, 't gene, buitens huis, en in en
|
||||||
i
|
||||||
■
|
||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. $$$
en buiten de Vergaderingen , te doen valt; Kerk-
eene Süppooftin, die den Broederen van de bestier» Loots i, by 't inventarifeeren en waardee- ren der Inboedeltjes , ten dienfle Haat; en vyf Kamerloopfters. De, laatften , die Kamer- voldoende borg moeten Hellen , bezorgen looPfterä? den partyen , die confent of verlof hebben, de Bediening en 't brood, aan dezelven toe- geftaan ; ten welken einde , haar de Con- fentbriefjes in handen gefteld worden. Ie- ... der Kamerloopfter bedient drie van de vyftien Bezockboekjes. Degroote Vergadering heeft, op -den. twaalfden November desjaars 1748, een Reglement voor deeze Kamerloopfters, onder welken groote misbruiken plagten plaats te hebben , vaftgefteld , welk , naderhand , dik wils vernieuwd en vermeerderd is, en naar welk zy zig, ftiptelyk, gedraagen moeten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onder anderen, is haar verbooden, iet, bo-
ven 4 gene haar toegelegd is, en 't gene, door de Diakenen , van elk bedieninge in- gehouden wordt, van de behoeftigen te vor- deren , op de verbeurte van vyftig guldens voor de eerfte, en van haar beroep voor de tweede reize. Wanneer'er eenig Ampt, by de Diaconie, openvalt, wordt daarvan , aan de eerfte Dingsdagfche Vergadering, kennis |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegeven. De ampten blyven ten minfte veer-
tien dagen onbegeven, eer 'er, door de groo- te Vergadering, over geitemd wordt. Zulken, die eènig ampt bekomen , moeten, eer het openviel, Ledemaaten der Kerke geweeft zyn. De Nedèrduitfehe Gereformeerde Diaconie Overeen»
is, reeds in't jaar 1622., met de Walfcbe5om^n
-ivT r^a «er aj*»-
3Nn 2 Ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
556 AMSTERDAMS IIIDeel-
Gereformeerde Gemeente, overeengekomen,
dat de wederzydiche armen, man en vrouw, van welken de een tot de eene, en de ander tot de andere Gemeente behoorden, zouden onderhouden worden by die Gemeente, van welke de man Lidmaat was; dat de vrouw, na zyn overlyden, zou worden onderhouden, door die Gemeente , by welke zy Lidmaat bleef, en dat de Weezen, na haar affterven, zouden worden onderhouden, door die Ge- meente , by welke de langftleevende Lidmaat geweell was. En diergelyke overeenkomften zyn ook, met goedkeuringe van Burgemees- teren , in den jaare 1759 , getroffen, eerft met de twee Doopsgezinden- of Mennoniten- Gemecnten by den Tooren en 't Lam, en in de Zon op den Singel, cn daar na, met de Lutherlche Gemeente. De Nederduitfche Gereformeerde Diaco-
nie deczer Stad is, volgens Oclxoi van 's Lands Staaten van den vyftienden September des 1735, erfgenaame van alle perfoonen, kin- deren en bejaarden , die , t'eenigen tyde, ïrt of buiten haare Godshuizen, onderhouden ge- Weeft zynde, zonder kinderen of verdere na- komelingen , en zonder uitkoop gedaan te hebben , overlyden. Doch onder derzelver mlaatenfehap, wordt niet begreepen , 't gene hun, gcduurende hun onderhoud, mogtaan- beltcrven of gemaakt worden: waarvan eg- ter de Diaconie niet alleen de vrugten geniet; maar van 't beloop van welk, zy, eer zy 't uitkeere, in gevolge eener nadere Refolutie van 's Lands Staaten van den zeitienden Juny des
|
||||||
Kerk-
BESTIER.
conie
met de Diaco- nien van ündere Gemeen- ten, op het onder- houden der we- derzyd- fche ar- men. |
||||||
Zy is erf-
genaame van de behoefd- en, door haar on- der- steund , die, zon der nako- melingen, overly- den. |
||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. -557
.des jaars 1751 , ook het gehccic bedrängen Kers*
van den verleenden onderftand mag aftrek-bestier, ken (0). Wy komen nu, tot het ontvouwen der wy- Wyze
ze , waarop de Ouderlingen en Diakenen , van .vcTr" midsgaders, de Zufteren-Diaconeiïen, jaar- vatfcta. lyks, in 't begin van February, verkooren wor- derlin- den. Van de Ouderlingen, Diakenen en Diaco-gen, Dia- neiïèngaan, jaarlyks, allen zulkcn, die tweej^"^ ea jaaren gediend hebben, af: 't welk, gemeen- neffen. lyk $ op de helft, of omtrent de helft uitkomt. Zeven weeken voor dat de nieuwe Ouderlingen en Diakenen in dienit treeden, is 'er, op Maan- dag voor den middag-ZgrooteKerkenraad, om het Jlphabetb der'Ouderlingen en Diakenen vol te maaken. En dit beftaat, in het leezen eener Naamlylle, naar orde van 't A. B. C., voor beide deeze dienden. Op decze Naam- lyft , zyn , vooreerft , alle zulke Perfoonen gebragt, die, als Ouderlingen en Diakenen, gediend hebben, en nog, naar 't gewoon ge,-, bruik, tot dezelfde dieniïen, verkieslyk zyn. De Ouderlingen, die gediend hebben, moe- ten een; de Diakenen twee jaaren ftil geze- ten hebben, eer zy wederom verkieslyk zyn. Zy worden allen verkooren, om twee jaaren agtereen te dienen. By 't eindigen der Leczin- ge van elke Letter, wordt gevraagd, of de Leden ook nog iemant op cüe Letter heb- ben op te Hellen, waartoe elk vryheid heeft. Na deeze leezing, fcheidt de Vergadering. Vier weeken daarna , doch op Dingsdag, go
(#) Vervolg der Handv. bl. ii.
|
|||||||||||
Nn 3
|
|||||||||||
•rê
|
|||||||||||
5SS AMSTERDAMS III. Deel,
Kerk gefchiedt'er eene tweede leezing. Zo ie-
jBESTiER. mant, te vooren,in de eene of ahdere hoe- danigheid, gediend hebbende, gaarile ver- fchoond was van nieuwen dienfl, draagt hy zorg, dat 'er de Vergadering, by defweede leezing, kennis van heeft: 't welk gefchiedt door den Predikant van zyne wyk, zo dra zyn naam gelezen wordt. Twee dagen na de tweede leezing, op Donderdag , treedt men tot de verkiezing, die met Briefjes ge- fchiedt , waarop ook de Hemmen van af- wezende Leden gefield zyn. Gemeenlyk, wordt niemant tot Ouderling verkooren, dan die, driemaal tweejaaren, als Diaken, gediend heeft, ten ware hy Regent van een Godshuis ware. Eerfl,' wordt de verkiezing der Ouderlingen; daarna die der Diakenen verklaard. Zy worden allen, twee Zonda- gen agtereen , der Gemeente , in alle de Kerken, voorgefleld, en des Saturdags 's A- vonds, zyhde de Voorbereiding tot het eerfle Avondmaal, na eene derde voorflelling, in de Oude en Nieuwe Kerke , plegtiglyk , in den dienfl bevefligd. De Ouderlingen treeden, des Donderdags daar aan, in hun- nen dienfl:; Doch de Diakenen reeds des Dingsdags, en na dat zy ingezegend zyn. Eene week na de verkiezing van Ouderlin- gen en Diakenen, gefchiedt de verkiezing van Zuileren"- Diaconefien , die ook twee jaaren moeten flil gezeten hebben, eer zy weder verkieslyk zyn, en welker Alphabeth, van gelyken, vooraf, gelezen en aangevuld wordt; waarop, terftond , de verkiezing volgt.
|
||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. ss9
volgt. De verkooren Ouderlingen en Dia- Kerk-
kenen krygen, door een' Predikant en een' bestier. Ouderling , uit den Kerkenraad afgevaar- digd ; doch de verkooren DiaconefTen, door een' Predikant en een' Diaken , kennis van derzelver verkiezinge. 's Dingsdags daarna, Worden de DiaeoneiTen; en eene week laa- tér, de Diakenen, met eene korte Leerre- de , die vän een gebed voorgegaan en ge- volgd wordt, door twee byzondere Predi- kanten , in de Vergaderkamer der Broede- ren Diakenen, plegtiglyk y ingezegend : waarna zy den dienft aanvaarden. De af- gaande Broederen en Zufteren worden, l)y beide deeze plegtige gelegenheden , vooc derzelver dienfl:, bedankt. Ten dienfle der kranke Leden van de Ge* Krank-
reformeerde Kerke, hebben Burgemeefteren, bezok- hier ter Stede , negen Krankbezoe-kers* * kers of Ziekentroosters aange- fteld, die elk hunne Wyk hebben, en, terr behoeve der kranken van die wyk, können gehaald worden. Zy zyn ook verpligt, de misdaadigen, die op den hals zitten, in de gevangenis, te bezoeken, en by de uitvoe- ringe van het doodvonnis te- Verzeilen. In Pefttyden, heeft de Regeering, fomtyds, bui- tengewoone Krankbezoekers aangefteld (b)J (b) Keutb. M. ƒ. ajo.
|
||||||
/ •
|
||||||
Nn 4 XIII.
|
||||||
$6o AMSTERDAMS HLDeel,
XIII.
■
OUDE WAALEN-KERK.
Over-
denBe£0t T>ehalve de elf Kerken der Nederduits
fchryving Jö ^cne Gereformeerden , zyn , hier ter;
der Wal Stede, ook twee Kerken van Walfche of
fche en Franfche, en eene Kerk van Engelfche Ge-
fc^|eGe. reformeerden, midsgaders, eene Engelfche
refor- Episcopaale Kerk , tqt welker Befchryving
meerde wy nu overgaan.
Kerken. . Befchry- De Waalen-Kerk,federt de opreg»
ving der tmg eener tweede, waarvan wy, terftond, Waaien nac*er fpreeken zullen, deOude-waaien-Kerk Kekke, genaamd, ftaat op den Oude - zyds * Agter- burgwal, aan de Ooilzyde, tuffchen de Hoog- flraat en Spinhuis-deeg, daar zy haaren oud- ilen en voornaamften ingang heeft, voor welken een vierkant plein legt, ter weder- zyde met burgerwooningen bezet. In de Hoogftraat, naaft het Ooftindifch Huis ten weden, heeft zy nog eenen anderen in^ gang, langs eenen langen gang, die met eene Poort van witten gehouwen fteen, een ftuk werks van den beroemden bouw- konftenaar Hendrik de Keizer, en met Stads; wapen verfierd, van de Hoogftraat afge- scheiden is. De ingang der Kerke pp cjen Agterburgwal heeft drie deuren : eene groote van vooren , en twee kleinen, te? wcderzyde, Boven de groote leeft men; ji . e*.
|
||||||
IJ. Boek. Gereformeerde Kerken. 561
Genese XXVul. vers 17. £,ÜD*
Ce Heu lei efl la maifon de Dieu, et la parte ***<•
des Cieux, dat is:
■
„ Deeze plaats is het Huis Gods, en
p de poorte des Hemels.'* |
|||||||||||||||||||
Boven de zuiderdeur ftaat:
|
|||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||
Pseaüme V. vers 8.
J'entrerai en ta maifon avec reverence. ■
dat is;
„ Ik zal in uw huis gaan, met eerbiedig-
„ heid,"
■■
En boven de noorderdeure: Mat TH. XXI. vers 13.
Ma maifon efl la maifon iïOraifon.
dat is:
|
|||||||||||||||||||
„ Myn huis is het huis des Gebeds.
|
|||||||||||||||||||
n
|
|||||||||||||||||||
Oudtyds, behoorde deeze Kerk tot het Oudheid.
Kloofter der Paulus - Broederen , en was, reeds in 't jaar 1409, geftigt, volgens een gpfehrift, boven aan een' balk, omtrent in 't midden der Kerke, luidende: Cette Eglife a etèfondêe A>. MCCCCIX,
Wcoinmodée A°. MDCXLVII.
êggrandie A°, MDCLXI.
Nn 5 dat
|
|||||||||||||||||||
1
|
|||||
5óV «AMSTERDAMS III. Deel.
Oude > dat is:
Waalen Deeze Kerk i,s gefiigt 1409; herbouwd,
lc' 1Ó47; vergroot, i66ï. Het Paulus - Broeders Kloofter , in 't jaar
1457, door eenigè Kloofterlingen, verlaa- ten (c), en federt, naar 't fchynt, voor een groot gedeelte, ledig gebleeven zynde; werdt* in 't jaar 1541, by de Vroedfchap, geraad- pleegd , om de Regulieren van Heilo en Oude Naarden der-waards oyer te brengen, indien 't gevoeglyk gefchieden kon(d).Doch dit fchynt nietgevolgd te zyn.Immers, in 't jaar 155g, befloot de Vroedfchap, het Paulus-Broeders- Kloofter, welk toen genoegzaam ledig ftondt, voor de Stad, te verkrygen tot een Gaft- huis (e). Doch 't liep nog aan, tot na de verandering der Regeeringe des jaars 157.8, eer het, gedeeltelyk, tot een' Proveniers- Huis , gefchikt, werdt. Midlerwyl, hadt de Stad, reeds op verfcheiden' tyden, by aan- koop,-den eigendom verkreegen van een goed gedeelte van den grond van 't Kloos- ter (ƒ), en onder anderen, in 't jaar 1555, den tKloöfterboomgaard, groot Vy f tig en een halve roede, gelegen aan de weftzyde .-. .-«T^van der-Sféde'buïbuys, en ftrekkeride, op de halv« {loot» tiuTchen hét Paulus - Broeders- Kloofter en dat der elf duizend maagden, tbt elf guldens'de roede gekogt (g). Na ■ • ■ - de (e) Zie I, Djeel, I. Bo'ks hl. 8«. II. Deel, III. Boe{,
bl. zsz. . (d) Refol. Vioedfch. N. i. j Nov. IJ41.
(e) Refol. Vroedfch. N. 1. 19 Juny IJ58.
(f) Schepeneu-bïief van 30 Jannury Ijja.i
(l) Groot-Memoi. N, II. ƒ. $6. |
|||||
■
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. $6$
de verandering flëf; Regéëringe , begaf 2iig oude
eeri goed getal* van Gereformeerden Aiit'de Waalek Walféhe Nederlanden-herwaarde ^'ivoor wel- Kehjc* kè'n^'Jtó de la GreW $''reeds in;'fcj&tr£5?8, hier tér Stede 3'gepredikt'heef^,i«onder dat my gebleéken is, in ^elke-Kërké.-'DeStad gaf hem eene wëddë vän Jiétöctefd Daalders in 't jaar, van wélké hem het eeffté'halfjaar, in Jutty des jaars 1579, op laft van Burgëmees- tëren, door Kerkmeëfterën' ck? Oude Kër'kë, die ook, in 't eër'fl:, ënzelfs t#t in 'tja#r 1586" toe* de Nëderduitfche Predikanten betaal- den, -voldaan wefdt (£). Doch in 't jaar 1586", wërdt, by de Vroedfchdp /betioo- fiën, den Walfehén Gereformeerden de Ka- pel in de Kalverftraat, tot verrigtinge van den openbaaren Godsdieïaft,toê-teftaan (i): hoewel 't my niet waarfciiynlyk4sJ, >dat' dit befluit ter uitvoeringe gebragt werdt. In 't zelfde jaar, werdt Jeah Hochedé, Predi- kant alhier, van Wege de Walfchë-Kerken, nevens eenen Predikant, die Delft en Rot- terdam bediende, op de Nätionäale Sinode' in den Haage, afgevaardigd (£). Niet langHerbou- hierna, fchynt den WalfcheriGerèformeer- wing en den de Kerk der Paulus-Broederen' ingeruimd vt«gK>o- te zyn, dié, in 't jaar iói6\, reeds zo veeltlng* te klein bevonden werdt, dat men beflobt, dezelve te vergrooten, door hetmaakën van eenen doorgang uit de Boshuisflraat, nu de Hoogftraat;, naar 't gewezen Choor , en
... . .. i . ^oor ^h) Memor. van Kerkm, der OudeKeike, il. 15*3,194,
19S, 19<5. (1) .Refol. Vioedfch. N, $. 34. April ij*«?.
(kj zie W. te Water Tweede Eeuwgetyde der Ge-
loofcbelydeniffe, il. %$. |
|||||
■
|
|||||||
56*4 AMSTERDAMS IILDeel*
Oüoe door het bouwen van eene Galery boven het Waalen zelve (/): 't welk, gedeeltelyk, gefchied is. KeSK' Uit het opfchrift, boven aangehaald, blykt, dat de Waaien - Kerk ook, in 't jaar 1647 > hertimmerd is. Eenige jaaren laater , be- vondt men, dat de zuidelyke zydmuur der Kerke begon uit te fpatten, en dreigde in te ftorten, waarom, in 't jaar 1659, tot her- {telling derzelve aan deeze zyde, beflooten werdt (m). En toen werdt de Kerk, aan den zuidkant, uitgezet over het S. Joris Hof, waar eenige kleine huisjes afgebroken wer- den, 't Werk was, in 't jaar 1661, vol- trokken. Op het dak der Kerke, in 't mid- den, werdt, ten dien tyde, ook een klein Koepeltoorentje geplaatft. Doch de Kerk is, federt, en nog voor weinige jaaren, van binnen, merkelyk verbeterd. Zy heefteene Galery, aan drie zyden, en een fraai Orgel in 't oollen. Het is, in 't jaar 1680, ge- maakt, en voor omtrent dertig jaaren ver- nieuwd. Voorts, is de Kerk, beneden en op de Galery , voorzien met de vereifchte Geftoelten , voor de Magiflraat en ande- ren, en met eenige afgezonderde zitplaat- fen, voor mannen en vrouwen. De Waa- ien-Weeskinderen hebben hunne plaats, op de Galery, agter den Predikfloel. Men heeft 'er , wyders, beneden , een afgezonderd Doophuts, agter en ter wederzyde van den Predikfloel, die aan de noordzyde ftaat. 't Gewelf der Kerke ruft op veertien ronde ftee-
(l) Refol. Vroedfch. N. it. ij Julj i6i«. ƒ. 17*.
\m) fcefol. Vroedfch. I", B. 17 N9V> "«• /■ x7f» |
|||||||
■
|
|||||||
- ■
|
|||||||
IL Boek, Gereformeerde Kerken, 56$
fteenen kolommen. In 't midden, hangen oudk v
drie groote, en ter wederzyde boven de Ga- Waale» lery zes kleine koperen Kaarskroonen. De ver- Ke&k« gaderplaats des Kerkenraads in 't wellen is, onlangs, merkelyk verbeterd, 't Vertrek is klein; doch groot genoeg tot de byeen- komften van den gewoonen en grooten Ker- kenraad. Zie hier de naamen der KerkmeesTe- Naamlyft
ren deezer ßerke, federt het jaar 1586". derKERK |
||||||||||
MEESTE-
RE». |
||||||||||
1586. Jan Sybrandsz de Jonge.
1588. Jan Petay. 1590. Jacob Pietersz Coppit. 1592. Egbert Pietersz. Vinck. 1597. Wybrant Appelman. 1597. Pieter Cornelisz. Verwer.
1598. Jan Pietersz. Reaal.
1598. Pieter Rooding.
1599. Jacob Florisz. Kloeck.
1604. Claes Jacobsz. Haringcarspel.
1605. Dirck de Vlaming van Outshoorn«
1607. Albert Lucasz. 1609. Marten Adriaensz Boom.
ion. Claes Hendrik Lenartsz. 1612. Hendrik Cromhout. 1615. Wybrant Warwyk.
1616. Jasper Cornelisz. Lodder.
1619. Hendrik Barentsz, Bontemantel. 1624. Dirk Tholincx. 1624. Dirk Corver.
1626. Hendrik Lonts. 1628. Dr. Gillis Snoek. 1634. Claas Corver. 1637. Jan van de Poll. |
||||||||||
■l
|
||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||
AMSTERDAMS IH.Deeil
Oude 163 9- Pieter Gerritsz. Hooft.
Waalen- -164.0. Ottho Córnelite van' der Öeveiï
%***• 1(543. Theimis Claesz. Bruyningh. 1646. Gerrit Hudde.
- 1647. Ysbrant van de Wouwer. 1Ó48. Dirck de Lange.
1651. Jan de Raed.
1651. Anthoni Caftelein.
|
|||||||||||||||||||
»Mi
|
1652/ Ädriaen Weveringh.
|
||||||||||||||||||
■ 1652." Dirck Tulp. -
1655. Johannes Reaal.
1658. JanvanDyk.
1658. Johannes Pollio.
1660. Jacob \ran Neck.
1662. Samuel Sautyn.
1664. Pieter Schaep.
1665. 'Leonard Ranft.
1666. Mr. Jacob Jacobsz. Hinïoopen.
1667. Daniel Hochepied.'
1672. Abraham Aïewyn de Jonge. 1676. Cornelis Valckenier. 1679. Dr. Abraham van der Voort. 1679. Jan van Ooflerwyk. 1660. Jan Trip. 1Ó81. Gysbert Vaftrick. 1688. Nicolaas Ie Seuter. 1688. Adrianus Duyvensz. - 1690. fïërmannus Hartman. 1690. Jan Jacob de Famars. 1699. Mr. Nicolaas Sautyn. 'r |
|||||||||||||||||||
[702. Abraham beitevenon.
1702. Mr. Daniel Hooft.
1705. M'. Hendrik Hooft Gerritsz.
|
|||||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||||
1711. Fredrik Alewyn.
1711. Jan van der WiffeL H
|
|||||||||||||||||||
/
|
|||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||
II. Boek* Gereformeerde Kerken. 567
1713. Mr. DkkAlewyn. Nieuwe
1715.i'Mfolaas' Willem Oetgens van Wa- Waalen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Kerk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
■■ *• veren;
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4_'. k.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1715. Jan Wolters Stevensz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1716. Hendrik Reaal.
1719. Mr. Jan van de Poll Jansz; 17 21. Bonaventura Oetgens vanWaveren. 1728. Mr. Hugo de Wildt.
1729. Olivier Schaak. < '* < - - .-.--;-•
1731. Mr. Nicolaas Hendrik van Hoorn.
1732. Jan Sautyn de Jonge.
1745.-Mr* Pieter Hartfinck. 1747. Mr. Jacob Boendermaker. 1753. Cornelis Hartfinck.
1754. Jean Delafarelle.
« 1757. Mr. Cornelis van der Hoop. |
||||||||||||||||||||||||||||||
XIV.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
^ -
|
||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||
NIEUWE WAALEN-KERK.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De verdrukking der Gereformeerden in Befchry-
Frankryk, die, in 't jaar 1680, aan- ving der ving, <deedt, al terflond, eenige perfoonen NlEUWE de wyk nëemen naar Holland, daar zy,met^*gEIÏ opene armen, ontvangen werden. In den Gelegen- nazomer des volgenden jaars, kwamen de h<;id t0* eerfte zes huisgezinnen te Amflerdam, die ?i8te? met het burgerregt befchonken werden, en erze Ve' vryheid kreegen, om, drie jaaren agtereen, allerlei handwerken te mogen doen, zonder dat zy de Gilden behoefden te winnen, of eenigen Excyns te betaalen (»). De Re- gee-
(n) Reiol. Vroedfch. Lr. O. u Sept. I6«i, ƒ. $9,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||
568 AMSTERDAMS IHDeëI,
Nieuwe geering onderfleunde de vlugtelingen ook
\Vaalen met geld, in het opf egten van eenige Fa- Kerk. briquen. Hun getal wies zo fterk aan, na 't herroepen van 't Edicl van Nan- tes, in 't jaar 1685, dat de Kerk te klein werdt, om, nevens de Oude Walfche,ook de nieuwlings aangekomen Franfche Gere- formeerden te bevatten. De Vroedfchap be- floot, derhalve, het Schermfehool op de Prinfengraft, op den hoek van 'tMolenpad, welk men rekende veertienhonderd perfoo- nen te zullen können bevatten , tot eene N I EU WE W AALEN-Of FrANSCHeKeR-
k e , bekwaam te maaken (o). En dit be-
fluit werdt, in 't jaar 1686, ter uitvoeringe gebragt. De nieuwe Kerk werdt bediend, door twee Predikanten uit de vlugtelingen, en bleef gefcheiden van de oude Kerke, tot in't jaar 1712; wanneer de twee Kerken werden famengevoegd, en, door dezelfde Predikanten , by beurten , bediend. Het gebouw der nieuwe Kerke is laag ; doch voorzien van een hoog dak. Het heeft geen* tooren. Een der twee voornaamfte ingangen is op de Prinfengraft, alwaar ook 't Kerkmees- ters-Vertrek en des Kofiers wooning is. In. 't eerflgemelde, hangt eene Wapenkaart der Kerkmeefleren. Nog een voornaame, en een kleine ingang is 'er, op 't Molenpad. De zorg voor 't onderhoud van ieder der twee Waaien - Kerken flaat aan vier K e r k- meesteren, die, door Burgemeefleren, worden aangefleld. De Kerkmeefleren der, Ou-
(•> Rffol. Vroedfch. Lx. R. Il Dtccmb, X6S5* ƒ» 3i-
■ ■
|
|||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 569
Oude Waaien-Kerke zyn, te gelyk, Regenten NrEuw.a
van 't S. Joris Hof, Wy hebben derzelver Waalen naamen,hier voor, opgegeven. Zie hier de Kekk# de Naamiyfl van die der Nieuwe Waaien Naamiyfl; Kerke: **■£■ MEESTE»
BEN. 16SS' IfaacBrayne.
1685' Mr. Jacob Hooft.
1685. Nicoïaas Calkoen.
1685. Cornelis Bors van Waveren.
1688. Pieter Pouille.
1689. Hendrik ter Smitten.
1697. Mr. Jan Baptifta Hochepied. 1699. Cornelis Calkoen de Jonge. 1702. Abraham Alewyn Abrahamsz. 1704. Arent van der Waaijen. 1707. Hendrik Trip.
1708. Dirk Trip.
1713. Cornelis Trip.
1714. Jan Calkoen Nicolaasz.
1723. Jacob Boreel. 1729. Hendrik ter Smitten de Jonge.
1729. Mr. Abraham Alewyn de Jonge. 1737. Mr. Cornelis Huift.
1738. Jan Corver Trip.
1739. Jan Leonard Deutz.
1739. Pieter Martens. 1744. Lodewyk de Bas de Jonge.
|
||||||||||
1746. Harman van de Poll.
1750. Ferdinand van Collen de Jonge«
|
||||||||||
1750. Hendrik Bakhafar van Aalft,
1752. Jan Bernd Bicker.
1755- Nicoïaas Doekfcheer.
1757. Pieter Rentrop.
1761. Jan Carei van Notten.
•VII. Stuk. O o De
|
||||||||||
'■
|
||||||||||||||
■ ■
|
||||||||||||||
57o AMSTERDAMS III.DeeI.
Walscke De beftiering der Wal'fche Gereformeer-
Kerkün. de Gemeente alhier is, toevertrouwd aaa Kerkbe- drie onderfcheiden' Kerkelyke Vergaderln- ilier der gen ? de gewoonlyke Kerkenraad [Lonfifioi- 'Gerrfoï r'T> bellaande uit alle de Predikanten, die meerden, tegenwoordig zes in getal zyn, en de die- ' nende Ouderlingen, zynde zeftien in getal; de dubbele Kerkenraad [double Confifluire], uit de gemelde Predikanten en Ouderlingen, en uit de dienende Diakenen, die zeventien in getal zyn, beftaande; en de drieledige Ker- kenraad (triple Confifioire~] , die, door de Predikanten, en de afgaande, aanblyvende en aankomende Ouderlingen en Diakenen, wordt uitgemaakt. De dienende Diakenen houden , daarenboven , eene Vergadering op zig zelven [ Confifloire des Diacres ], om te voorzien in de zaaken der behoeftige Le- demaaten , zo ver dezelven hunner zorgc aanbevolen zyn. De wetten, waarnaar de Gemeentelyke zaaken thans beftierd wor- den , zyn , laatftelyk , door den dubbelen Kerkenraad , in eene bekwaame orde ge- bragt, en op den zes en twintigften Janua- ry des jaars 1756, door alle de Leden van dien Kerkenraad, goedgekeurd. ra ■ De gewoonlyke Kerkenraad komt, eens ter orge. weeke 3 des Dingsdags-nademiddags, ten half woonly- vier uuren, by een, in een vertrek der Oude |
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
Ï
|
kenraad.
|
Waaien-Kerke. De Predikant,_ die, 's Zon-
|
||||||||||||
dags te vooren, des Voordemiddags, in de
oude Kerke, gepredikt heeft, is Prefident, en de Predikant, die, ten zelfden dage * des Nademiddags, in de nieuwe of kleine Ker- ke, heeft gepredikt, Secretaris of Scriba der Ver«
|
||||||||||||||
N
|
||||||
ÏÏ.Boeil Gereformeerde Kerken, sft
Vergaderinge. De Predikanten* die 's Woens- Walsch*
dags of Donderdags den dienft moeten waar- Kwiks»» neemen, zyn niet verpligt, den Kerkenraad by te woonen. En wanneer de Kerkenraad, buitengewoonlyk, des Zondags, byeenkomt, zit de Predikant voor, die, 's Voordemid- dags, in de oude Kerke > gepredikt heeft > . wofdende de poft van Scriba dan waargeno- men , door den Predikant, die, ten zelfden tyde, in de kleine Kerke, heeft gepredikt. De Scriba houdt niet alleen aantekening van de voornaamfle belluiten des Kerkenraads > die > in de eerftvolgende Vergaderinge * herzien worden; maar ook van de naamen der Ledemaaten, die, met Anefiatien, her- waard« komen, of van hier vertrekken. De dubbele Kerkenraad vergadert, gewoon- Double
lyk, voor het eerfle, en na het tweede A-Confifi<>in vondmaal, desDingsdags, op het zelfde uur, als ,of ^ubbe* de gewoonlyke Kerkenraad: de eerfte reize >kenraai om Ledemaaten aan te neemen; en de tweede* om de rekeningen der Diakenen te hooren« De Prefident en Scriba zyn dezelfde Predikan- ten, die den gewoonlyken Kerkenraad, in deeze hoedanigheid, zouden gediend heb- ben. Wanneer de dubbele Kerkenraad»bui- tengewoonlyk , byeenkomt, worden de Le- den , door den Prefident , met briefjes, fa- mengeroepen. Zo'er eenige verandering ge- maakt wordt, of in 't beftier der Gemeente, of in het opzigt over de behoeftigen, moet zulks, door den dubbelen Kerkenraad,gefchie- den, die ook de Ouderlingen en Diakenen verkieft; de vier Doctoren, de twee Chirur- gyns, en de twee. Apothekers der Gemeente, O o » mids-
|
||||||
4
|
||||||
"1 ■ P'MI.' "
|
|||||||||||
57^ AMSTERDAMS TJLDivL
Wai.sche midsgaders de Binnen-Vader en Binnen-
Kerren. Moeder in 't Waaien-Weeshuis aanftelt. De drieledige Kerkenraad vergadert, ge-
clnßflöire woonlyk'»
eens 's. jaars, op Zondag, ten vier
of drie-fC uuren na den middag, na dat de aankomen-
Jedige de Ouderlingen en Diakenen in den dienft Kerken- beveftigd zyn. De Predikant, die de be- jaao. vefliging gedaan heeft, zit voor in deeze Vergadering. In dezelve, worden, eerft, de Kerkelyke Wetten voorgelezen. Vervol- gens, gaat men over, tot het verkiezen van twee Regenten- en eene Regentes van 't Waaien - Weeshuis. Daarna, kiezen de Ou- derlingen én Diakenen hunne wyken, die veertien in getal zyn, zynde twee Ouder- lingen, te weeten de Regenten van 't Waa! Ien-Weeshuis, en drie Diakenen, naamlyk, de |
|||||||||||
twee andere Regenten van 't zelfde Wees-
|
|||||||||||
huis , en de Diaken-PaflTantmeefter, vry van
het opzigt over eene byzondere wyk. De Doop- en Lidmaats - boeken, en de boeken der Geloofsgenooten, die gevangen, of op de galeijen zyn; die der Kerkelyke behoeften; die van de beurs der Schoolieren, en die der beurs van den Heer Mouche, als mede die der Waldenzen van Piemont worden onder de Ouderlingen verdeeld. Men verkiefl een' Fis- kaal , die de boeten, welken de Leden, by ver- icheiden' gelegenheden,verbeuren, invordert; een Thefaurier, die de penningen ontvangt en uitgeeft, en een' Boekhouder [Controlleur], dié 'er rekening van houdt. Voorts, doen de Regenten van 't Weeshuis hunne jaarlykfche Rekeningäänden driedubbelenKerkenraad: waarna, de afgaande Ouderlingen en Diaké- |
|||||||||||
Ik Boek. , Gereformeerde Kerken. 573
Hen bedankt worden. Zo alles, bekwaamlyk, \val8c»r
in ééne zitting, kan worden afgedaan, fcheidt Kerken, de Vergadering: anders, komen de Leden, ten volgenden dage, npgeens, byeen. De Beurs van den Heer M o u c h e , in zyn
leeven Raadsheer in 't Parlement van Parys» van welke wy zo even fpraken, is, al in de voorgaande eeuwe, opgeregt., en heeft zy- nen oorfprqng gehad uit eene geringe fom- me, door den gemeiden Heere , gefchikt voor zulken, die 't Evangelie onder de in* wooners van Noord-America, byzonderlyk inNieuw-Nederland, zouden willen prediken; Doch alzo zig, hiertoe, weinige of geene bekwaame voorwerpen opdeeden , is da hoofdfom deezer Beurze fterk aangewafTen, en, eindelyk, volgens, eene Refolutie van haare Hoog-Mogendheden van den negen- den IDecember des jaars 171 (5, gefchikt, tot onderfteuning van twee Studenten, die zig tot denPredikdienft willen bekwaam maaken. En de Hoofdfom deezer Beurze wordt, in ge- volge van een befluit der Walfche Sinode, door de Kerk van Amfterdam, bewaard. Men heeft nog eene ouder Beurs in de Walfche Kerken deezer Landen, de Beurs der Sckoalie* ren genaamd, die nu ook, tot onderfteuning twee Studenten, dient (p), en, voor de-ktein- fte helft, door de Kerk van Amfterdam, ea voor de groqtfte helft, door de Kerk van Mid* delburg, bewaard wordt. Alle de Walfche Ge* meenten hebben, van de oudfte tyden af, tot heden toe, tot deeze Beurs gegeven. Wy fpree-
(ƒ>> Reg'em. du Synode des Eglif. Walonnes O. XIV.
O o <5 • .?)
|
||||
574 AMSTERDAMS IHDeä.
WALscriEipreeken niet van de Weduwen - Beurs, die
Kakken, door de Predikanten, Leden der Walfche Sinode , gehouden wordt, en tot onder- fleuning hunner Weduwen flrekt (5). Confiftoire Dö Vergadering der Diakenen wordt, ge- des Dia- woonlyk, eens ter weeke, des Dingsdags, eres of ten jrje uuren j gehouden. De oudfle in rin?der dienil *** voor: doch een' Predikant, alleen,
Diake- of van eenen Ouderling verzeld, iet in de nen. Vergadering der Diakenen hebbende voor te draagen; ruimt de Diaken-Prefes hem de eerfle plaats in. 's Dingsdags na ieder twee- de Avondmaal, en dus om de twee maan- den, doen de Diakenen rekening aan den dubbelen Kerkenraad, of kezen hunne Ba- lance , gelyk het genoemd wordt. En dee- ze Balance , door de Vergadering zynde goedgekeurd, wordt by den voorzittenden Predikant, den Scriba en de twee oudfte Ouderlingen ondertekend. Wyze De Predikanten der Walfche Gemeente van'tver-Worden, byna op gelyke wyze, beroepen, Iriezen ^ ajs ^je ^er Nederduitfche Gereformeerde, dfkanten'. De dubbele Kerkenraad vaardigt een' Pre- dikant, een' Ouderling en een' Diaken af, om handopening te verzoeken van Burge- meefteren. Men treedt, na dat 'er, twee of drie Zondagen agter een, openlyk, voor gebeden is, tot de verkiezing , die, door den driedubbelen Kerkenraad , gefchiedt, welke dan, uit de Predikanten, en dienen- de en jongft afgegaane Ouderlingen en Dia- kenen , bellaar,. Men maakt, eerft, eene Nominatie van een ruim getal, by meerder- heid {q) Reglern. <fo Synode Cb* XXIV. f, «o.
|
||||
Zï. Boek. Gereformeerde Kerken. 575
heid van ftemmen , waaruit, daarna , de Walscre
«verkiezing gefchiedt, met briefjes. De Pre- Kerken. fident, van eenen Ouderling en eenen Dia- ken verzeld, geeft 'er, terftond, kennis van aan Burgemeefteren , en doet verdag van zyne boodfchap aan den Kerkenraad, die, midlerwyl, vergaderd blyft. De Prefident maakt den beroepen Predikant zyne verkie- zing bekend, hem vraageia.de, of hy 't be- roep aanvaarden zal, indien het door Bur- gemeefteren goedgekeurd wordt ? En, zo Iry bewilligt, en Burgemeefteren hunne goed» keuring verleenen, wordt hem, 't beroep, andermaal, uit den -naam der Vergaderinge, epgedraageu. 't Beroep wordt, vervolgens, of door de Sinode, indien dezelve kort daar« na gehouden wordt, of door eene ClalTïsvan ten minften vyfof zes der naaftgelegene Ge- meenten , welke, met verlof van Burgemees- teren, befchreeven wordt, beveiligd. Het beroep wordt, daarna, drie Zondagen agter een, in t>eide de Kerken, van de Predik- ftoelen, afgekondigd, en de beroepen Pre- dikant , op den derden Zondag, pjegtiglyk, beveiligd: waarna hy, des avonds, zyne in- trede predikt, in de oude Kerke. Voor de plegtige beveiliging, biedt de Predikant, die deezen dienft verrigten moet, den nieuwen Leeraar den regeerenden Burgemeefteren , aan derzelver huizen, aan. Doch na de beves- tiging, wordt hy den CommiflarilTen politik, en den regeerenden Burgemeefteren, in der- zelver Kamer op 't Stadhuis, aangebooden. De Walfehe Predikanten zyn verpligt, oJ?e?
4es Zondags 's morgens inzonderheid, niet predi- 0 o 4 te ken.
|
|||||
i
|
|||||
I
|
|||||||
576" AMSTERDAMS III.Deel.
WALscHEte lang te prediken, om dat de Ouderlin«
Kerken, gen en Diakenen dan de Catechifatien in 't Weeshuis moeten bywoonen. Gewoon- Jyk, wordt 'er, des Zondags, in beide de Kerken, tweemaalen, des Voor- en Namid- dags , en om de veertien dagen, by beurte, ook des avonds, gepredikt. Voorts, pre- dikt men, des Woensdags 's avonds, in de Oude Waaien - Kerke, en des Donderdags 's avonds, van den Donderdag tuffchen de twee Avondmaalen in April, tot den Don- derdag tuiTchen de twee Avondmaalen in Oélober, in de Wefler-Kerke; en van den laatftgemelden tot den eerftgemelden Don- derdag , in de kleine of nieuwe Waaien Ker- ke. De Voormiddags - Predikatien begin- nen ten negen, de Namiddags - Predikatien, ten half twee, en de Avond - Predikatien, ten vyf uuren. Doch op de Avondmaalstyden, die op dezelfde dagen vallen, als in de Ne* derduitfche Gereformeerde Kerken, begint men de Voormiddags-Predikatien, een half uur vroeger, behalven in February, Oftober en December, wanneer, in de WalfcheKer- ken , ook op de Avondmaalstyden , de Voormiddags-Predikatien, ten negen, en de Namiddags - Predikatien ten twee uuren , aanvangen. De Voorbereidings-Predikatien gefchieden, des Saturdags - namiddags, ten vier uuren , in beide de Kerken, Op de Bededagen , wordt driemaal, in de oude Kerke, 's voormiddags ten negen , 's na- middags ten half twee , en 's avonds ten half vyf uuren gepredikt, en tweemaal in de kleine Kerke j s voor- en nademiddags, op |
|||||||
f
|
|||||||
Kfr-
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 577
de gemelde uuren. Op tweeden Paafch-, Walsche
tweeden Pinkller-, tweeden Kerft-, en He- Kerken. melvaarts-dag , predikt men tweemaal, in beide de Kerken , voormiddag ten negen, en namiddag ten half twee uuren ; doch 's avonds niet. Als Kerfldag op eenen Maandag of Donderdag valt, wordt 'er 's Woensdags; en als dezelve op een' Dings- dag of Vrydag komt , 's Donderdags, •. niet gepredikt. In zes weeken tyds, gaan de Pre- dikbeurten rond, tufTchen de zes Predikan- ten , en in de zevende week, is elk hun- ner , beurtelings , vry, behalve wanneer 't Avondmaal is. De Predikanten, van hunne Ouderlingen verzeld , doen, eens 's jaars, eene algemeene huisbezoeking , en tweemaal, op den laatflen Zondag in Juny, en op den laatflen Zondag in December, eene vermaaning van den Predikfloel tot milddaadigheid , ter gelegenheid der twee gewoone jaarlykfche Colleclen, aan de hui- zen der Ledemaaten. Wy voegen hierby de Naamlyfl der Pre- Naamlyfl
dikanten, die, in de oude Kerke voor, en der Wal* in beide de Kerken, na derzelver famenvoe- ^d[ ging,- tot hier toe, beroepen geweeft zyn. karntel*.
■ - 1
1. Jean de la Greve, is 1603 overleden. 1578.
2. Jean Hochedé (gezegc de ja Vigne), beroepen 158 5.
van Antwerpen den \6 en bevefligt den 29
September, is i6aa. overleden. 3. Jean Taffin, beroepen van Haarlem, in Fe- 1590.
bruary ,bev. den 3 May,is 1602.overleden* 4. Simon Goulart, beroepen van lVefel,'den \6 I(50K
September, beveßigi deni^QEtülerJynDe- mißte bekomen 1615. O o 5 5«,Tho-
|
||||||
«
|
|||||
578 AMSTERDAMS III.Dee^.
Wat.sche 5- Thomas Maurois, beroepen van Ceulen in
Eerken. January, beyeßigt den n Auguflus, over' 1613. leden in den jaar e 1646.
1616. 6. Fabrice de la Baflècour, beroepen in Aug.,
bevefligt den 9 May 1617. Emeritus gewor- den in 1649. overleden den 29 April 1650, 1620. 7. Jean Doucher, beroepen van Wiffingen den
oO&., bev.inNov. 1621, overleden 1659. 1630. 8. Lucas Trelcatius, beroepen uit de Nederduit-
se be Kerk van Elburg, bevefligt den 5 May, en alhier in de Nederduitfcbe Kerk beroepen in 16^4. overleden in 1638. 1634. 9. Godefroy Hotton, beroepen van Limburg den
25 Juny , bev. den q6 Nov., Emeritus ge» worden in 1655. era over/. deni6juny 1656. 1647. 10, Henry Blanchetefte, beroepen van Maaflrigt
den 14 Qclober 1646. bevefligt den 28 April 1647. overleden Een 18 Auguflus 1670. 1650. 11. "Nicolaas de la BaflTecour, beroepen van PMs*
fingen den 8 Maart, bevefligt den 26 Juny9 overleden den 17 Ma;y 1677. 1656. 12. Nicolaas Colvius , beroepen van Dordrecht,
den S28 May, bev, den <±o Aug., Emeritus ge*. worden inApril 171\. overl den ijNov.i-jij. i 1670. 13. Louis de Wolzogue, beroepen van Utrecht den 26 Oäober, bevefligt den 21 December, «wer/, den 13 November 1690. 1677. 14. Pierre Pierot, beroepen van ter Goes den 1
Auguflus y bevefligt den? Nov. overl. den ljuly\6%%. . ■ 1688. 15. Etienne Morin, Pr edikant tot Caen, beroepen
den 8 Augußus, bevefligt den 17 Oäober, Emeritus geworden den 25 July lógfroverl. den 5 May 1704. 16. Pierre Yfarn , beroepen den 8 Augußus l bevefligt den 17 OÜober^ Emeritus gewor- den den 27 Oktober 1712. overleden den 33 May 1714. J7. Abraham Boddens, Amftelodamenfis, Pro- ponent zynde, fo'er beroepen den 8 Auguflus, |
|||||
■H.Boric. Gereformeerde Kerken. tfp
beveftigt den 04 Oftober, overleden den iaWALSci«
Nov. 1727. Kerken. 18. Nicolaas Colvius, Amftelodamenfis, beroepen 1705,
van Dordrecht den 23 Auguftus, bevejligt den 18 Oäober, overleden den 26 Novem-
ber 1730. , 19. Godefroi Clermont, Beroepen van Leyden
den 23 Auguftus , beveftigt den 25 Ofto- 20. Anthoiue d'ArbiuTy, vaw Utrecht, beroepen 1713:
de« sa January, bevefiigt den 19 Maart, Emeritus geworden den 31 January 1735.» overleden den 30 November 1741. ai. Jean Brurel de la Rivicre, beroepen van Rot' ^72.0.
ter dam den 5 February, bevefiigt den 6 A* pril, overleden den 14 Auguftus 1742. *a2. Johannes Boddens, Amftelodamenfis, foroff- !724»
pm ^a« Rotterdam den 24 Oäober,, beves- tigt den 7 January 1725,, overleden den 18 Oclober 1731. 2.3. Henry Chatelain, beroepenvan's Gravenha- *7*7»
ge den 9 Dec., beveftigt den 21 Febr. 1728. overleden den 9 May 1743. 24. Theodorus Francis Huec, beroepen van 1730«
•j Gravenbage den 19 November, beveftigt den 11 Maart 1731. , overleden den. 27* Oo toter 1733- ' , „
«aj. Ifaac Samuel Chatelain , Amftelodamenfis , 1731.'
beroepen van Rotterdam dm 13 November, beveftigt den 17 February 1732. 26. David Renaud Bouillier, beroepen vanLon- 1734.
<ten den ia January, beveftigt den 13 ^zwy wederom na Londen vertrokken in April 1749, overleden 1759« 27. Daniel Olivier, beroepen van Londen den 8 1735.
Maart i bev. den 1$ July> overleden den \% December 1736. 28. Jaques Jean Uesmazures, Amftelodamenfis■-, 1737,
beroepen van Rotterdam den 15 January, frc. <fen 7 yfpnï.
29. Pier-
|
||||
58o AMSTERDAMS IÜDeei:;
■Walsche *9« Pierre Jaques Courtonne, beroepm van Goes
Kerken. den 25 Sept., bev. den-j April 1743. 1742. 30. Jaques George de Chaufepié, beroepen van
1743. Delft den 17 September , bev. den 1 De-
cember. 1749' 31, Jean Henri Francis,gewezen Adjunct-Pre-
dikant te.Iperen, tot Extraordinair Predi- kant alhier verkoren den 29 April 1748.^» 9 Hé3/"i749 tot Ordinair Predikant, beves- . tètf den 27 Jufy. ■ • ... 32. Eftienne Lefpinaflè, Amfielodamenfis, be-
roepen van Deventer den 13 Mu,y% en be- veftigt den .27 July, overleden den 16 A- .r. pril 1761.
1761. 33, Jean Scïpion Vernede , Amftelodamenfis ,
beroepen van Maaftriebt den 19May, bev, |
||||||||||||||||||
f ■ ■
|
||||||||||||||||||
dett 16 Auguftus.
|
||||||||||||||||||
Wyze De verkiezing der Ouderlingen en Dia-
van 'c kenen gefchiedt, jaarlyks, in January. Zy verkiezen dienen twee jaaren. Van de Ouderlingen, deriin*' die ze{lien in Setal zYn> Saan 'er> Jaarfyks»
gen en agt af: en van de Diakenen, die een getal Diake- Van zeventien uitmaaken, het eene jaar, ne- Ben. gerij en het andere jaar, agt. De dubbele Kerkenraad vergadert, op den eerften Dings- dag na het tweede Avondmaal in January, om het getal der afgaande Ouderlingen en Diakenen te vervullen: ten welken einde, men twee Lyften opftelt, vervattende de naamen van zulken, die geoordeeld worden, ïn de eene of andere hoedanigheid, te kön- |
||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||
nen dienen. Des Zondags daarna, gefchiedt
de verkiezing uit deeze benoeming. De Ouderlingen, die, een, en de Diakenen, die twee jaaren buiten dienft geweeft zyn, kön- nen, op nieuws, verkooren worden:, doch, zo
|
||||||||||||||||||
*
- »
IÏ.B0EÜ. Gereformeerde Kerken. 58t
zo de eerften verkiezen, nog een jaar te Walschb
ruften , behoeven ze 'er , alleenlyk , by Kerken. tyds, aan den Ouderling hunner Wyk ken- nis van te geeven. 's Maandags na de verkiezing , worden de voor 't eerft ver- kooren Ouderlingen en Diakenen in den Kerkenraad ontvangen, en, vervolgens, twee Zondagen agtereen, aan de Gemeente voor- gefield : waarna zy , op den derden Zon- dag , plegtiglyk , beveftigd worden. Zo eenig Lid van den dubbelen Kerkenraad o- verlydt, wordt zynen Weduwe of erfgenaa- men de rouw beklaagd, uit naam der Ver- gaderinge, door een' Predikant, een' Ou- derling en een' Diaken, 't Zelfde gefchiedt, in geval eene Regentes van 't Weeshuis, of de Huisvrouw van een' Predikant, of van een' der dienende Ouderlingen of Diakenen fterft. De Ouderlingen zyn , in 't algemeen , Dienfl
verpligt , te waaken over de zeden der der Ou« Ledemaaten, en van de openbaare erger-derljtoge» niffen,die dezelven geeven mogten»ên diej^J*" tot hunne kennis komen, aan den Kerken- raad verflag te doen. Twee Ouderlingen en drie Diakenen i ten minfte, zyn gehouden, de Predikatien , en een Ouderling en een Diaken, by beurten, ook de Catechifatiéft in 't Weeshuis by te woonen. Ook deelen de Ouderlingen en Diakenen, een van elke foorte in ieder wyk, om de twee maanden, de Loodjes uit, op welken, de Ledemaaten ten Avondmaal toegelaaten, en welken, door twee Ouderlingen, by de Avondmaalhoü- ding,
|
||||||
■
|
||||||
*
|
||||||
582 AMSTERDAMS HJJÖfelï
WALscHEding, wederom ingetrokken worden. By
Keursn. 't aanvaarden deezer Loodjes, zyn de Le- demaaten gewoon, eene gift voor de armen der Gemeente te doen, die door den Dia- ken ontvangen wordt. Vier weeken voor de onderhouding van 't Avondmaal, doet de Predikant, die, des Zondags 's morgens, in de oude Kerke, gepredikt heeft, na 't eindigen van den dienfl, eene korte les over de kleine Catechismus, welke, door twee Ouderlingen , by beurten , moet worden bygewoond. En op de vier daaraan volgende Maandagen, 's namiddags ten drie uuren, on- dervraagt een Predikant de Aankomelingen * die zig hebben aangediend , om Ledemaaten te worden, in 't openbaar, in dezelfde Kerke, waar by ook twee Ouderlingen tegenwoor- dig moeten zyn. Doch het ondervraagen der aankomelingen gefchiedt ook, dik wils * aan 't huis van eenen Predikant, in 't byzyn van den Ouderling der wyk, zo deeze zulks verkieft. En hier ftaat men den aankome* lingen, fomtyds, toe, in 't Nederdukfch, te antwoorden, in geval zy NederduitfcheLeer- meefters gehad hebben , of zig, niet be- kwaamlyk, in 't Franfch, können uitdruk- ken. Wyders, wordt, in 't aanneemen, de vereifchte toegeevendheid gebruikt, om- trent zulken, die een zwak geheugen heb- ben, of niet leezen können. Men ver- klaart, nogtans, aan zulken, die men ver^ moedt , dat eenigen onderftand zouden können beoogen, dat zy dien niet, dan na verloop van vier j en zo zy uit de Generaii- teits-
|
||||||
II.Bóek. Gereformeerde Kerken. 383
teits-Landen komen , na verloop van vyf, vvalscïa
of, van afgelegener Plaatfen komende, na Kkpken. verloop van zes jaaren, te verwagten heb- ben. Zulken, die naar Frankryk vertrek- ken willen, können geene Atteftatie beko- men , dan om byzondere redenen, waarvan de Kerkenraad moet oordeelen. Een Ou- derling vermag, iemant, voor eene enkele reis, van 't Avondmaal te weeren, 't welk gefchiedt, door 't inhouden der Loodjes, zonder vertooning en overlevering van wel- ken , niemant ten Avondmaal toegelaaten wordt. Doch zo 't, naderhand, noodig zyn mögt, gefchiedt zulks , door den Kerken- raad. Zo een Lidmaat het ongeluk ge- had heeft van banquerout te gaan, wordt hy van 't Avondmaal geweerd, tot dat hy zig, met zyne fchuldeifchers, verdraagen heeft. Die alles betaald hebben, zyn zelfs verkies- lyk tot Ouderlingen en Diakenen. De Wal- fche Gemeente heeft twee byzondere Kas- fen, eene der Predikanten en Ouderlingen en eene der Diakenen, die, elk op zig zel- ve , beftierd en verantwoord worden. Het geld en de papieren deezer KafTen worden bewaard, in twee yzeren kiften , elk met twee byzondere flooten geflooten, waarvan ieder paar ileuteJs, door twee byzondere Perfoonen, bewaard wordt. De Diakenen hebben hunne byzondere Reglementen, waarnaar zy zig, in 't bezorgen der behoef- tigen, gedraagen. Zy zyn, iaatftelyk, op den dertigflen O&ober des jaars 1744, ver- nieuwd. Elke Diaken houdt een boekje, waar«
|
||||
584 AMSTERDAMS Itt.DEEt,
WalscheWaarin de naarnen, ouderdom, beroep en
Kerken, verdere omftandigheden der behoeftigen zyner Wyk, midsgaders, de woonplaatfen van de Krankbezoekers, Doctoren, Chirur* gyns, Apothekers en Aanfpreekers aangete- kend zyn: welk boekje hy, uit den dienft treedende , aan zynen opvolger ter hand fielt. De Diakenen doen, tweemaal'sjaars, eene algemeene huisbezoeking onder de be- hoeftige Ledemaaten: waarna, tot vermeer- dering , vermindering, aan- of inhouding van den verleenden onderftand, beflooten wordt. Niemant bekomt eenigen onderftand van de Diaconie, dan wanneer het hoofd des huisgezins Lidmaat der Walfche Gemeente is. Voor Lidmaats - Kinderen worden al- leen gehouden zulken, welker Ouders niet flegts Lidmaaten zyn, of geweeft zyn, maar die ook zelven, in de Walfche Gemeente, zyn gedoopt. Een der Diakenen is, by- zonderlyk , gefteld , tot het bezorgen der Pqßanten, of behoeftige reizigers. Inkom- De Walfche Diaconie heeft tweederleï Hen der f00rt van inkomften. De eerfte beftaat uit Walfche ^e Colleiïen of inzamelingen, die, van haa- niea,C * re eerfte opregting af, in de Oude Waaien- Kerke, en naderhand, in beide de Kerken, gefchied zyn, en die ook, tweemaal 'sjaars, aan de huizen der Ledemaaten, en om de twee maanden, by zulken, die ten Avondmaal wil- len komen, gefchieden; als mede uit de boffen in de Gods- en andere huizen, en uit het ar- méngeld, welk, by de Stad en by de Ooftin- difche Maatfchappye, ontvangen wordt: waar |
||||
iï. Boek. Gereformeerde Kerken. 58$ r
by,van tyd tot tyd, eenige erfeniflen geko- Walsche
men zyn. De andere komt uit den onderftand, Kerke». die haar, al voor het midden der voorgaan- de eeuwe, en vooral, na het overkomen der Franfche vlugtelingen, genoegzaam jaar- lyks, uit Stads KafTe, vergund is. ïn't jaar: 1631, hadt zy verlof verzoet, tot het doen eener openbaare College by de huizen. Dodh dit verzoek vondt geen' ingang. Men vef- koor, de behoeftige Gemeente, met eene fomme gelds, te onderfteunen (r). Toen * in't jaar 1680, de Franfche vlugtelingen, in deeze Stad, eene fchuilplaats begonden te zoeken, vondt de Diaconie zig zo bezwaard, met de behoeftïgen, dat zy i nog voor 't einde des jaars 1681 , met twintigduizend guldens, van Stads wege, onderfteund werdt (i). Zelfs werdt haar, federt, veroorlofd, tweemaal 's jaars, eene Collecte by de hui- zen te doen, ten behoeve dei* vlugtelingen» die, tot aan 't jaar 168 8, geduurd heeft (f). Van dien tyd af, zyn de behoeftige vlugte- lingen , door de Walfche Diaconie, onder- houden, die egter, jaarlyks, door de Stad, met eene zeer aanzienlyke fomme , onder- iteund werdt, ook na dat de vervolging ia de Palts, die, in 't jaar 1719, aanving, een groot getal van Franfche Gereformeerden nerwaards gedreeven. hadt. De vlugtelin^ gen, die, in 't jaar i<5ao, onderftand trok- ken , waren zeventienhönderd en agt in ge*
(r) Refol. Vroedfch. N. ï«. $ J»ly »flf« ƒ.10* verj9,
(t) Kefol Vroedfch. L* O. 6 Decemb 16%f. f. ioy. (f) Refol Vroedfch. L*. P. 16, z%J*n. lögj. f. %tt »j. £,., R, g Kov. »68f. ƒ. tf, Li. S. 26 M**Tt HM. ƒ. 76. VIL Stuk. Pp
|
||||
J86 AMSTERDAMS IIÏ.Deel.
"WALscHKgetal («). De Stad onderfteunde deDia-
Kerken. conie, met veertigduizend guldens 's jaars; daar, fomtyds, nog een-buitengewoone on- derftand van dertigduizend guldens byge- voegd werdt (v). Om zulk een aanzienlyken onderftand te vinden, werdt, in 't jaar 1707, beflooten, de belading op de Vleefchban- ken te verhoogen, en de nieuwlings aanko- mende Koffyfchenkers ieder vyfhonderd guldens te laaten betaalen (w). De gewoon- lyke onderftand bleef, na dien tyd, jaaren agtereen , op veertigduizend guldens jaar- lyks bepaald. Doch de Diaconie kwam , desonaaiigezien , byna jäarlyks , te kort. Alle de agterftallen zyn, eindelyk, in't jaar 1743 > verrekend, en het onderhoud der vlugtelingen, die nog, van tyd tot tyd, hoe- wel, in kleinen getale, herwaards komen , benevens de onderfteuning van Stads wege, fn't volgende jaar, op eenen vaften voet gebragt. Men bevondt toen, dat de Walfche Diaconie aan merderlei perfoonen onderftand verleende: 1. aan Waaien, de oude en na- tuurlyke Leden der Kerke. 2. aan Franfche vhtgt eitrigen, die, in en kort na 't jaar 1680/ in merkelyken getale, herwaards geweeken waren, en nog nu en dan overkwamen. ^ 3. aan arme Waldenzen: en 4. aan zulken, die, op laft of met kennis van Burgemeefteren > een jaargeld trokken van de Diaconie, en hierom gepenfioneerden genaamd werden. Bur-
|
||||||||||
(u) Refol. Vroedfch. £'. T. ?i 7*1} i«S>o. ƒ. 170.
fv) Hefol. Vroedfch. L*. Z. 27 Oilob. 1699. ƒ• i*i> L'. AA. II Jm. 170z. ƒ. *♦?• Lx. BB. 9 ?<*»• I70J- fi i01- r»i Kefol. YiocdfcU. L*. DD. 11 Maart 1707. f. 19. |
||||||||||
X
|
||||||||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. s%? ,
Burgemeefteren en Raaden. verftonden, dat Walschk
de eerfle foort van behoettigen , door de Kerken. Diaconie alleen, moeft worden onderhou- den: en dat daaronder behoorden te wor- den begreepen allen , die , of zei ven , of welker ouders, hier ter Stede, vier jaaren ägtereen, gewoond hadden, zonder onder- ftand genooten te hebben, en zig, in dien tyd j by de Walfche Gemeente hadden ge- voegd. Doch de drie andere foorten van behoefeigen nam de Stad aan, door de Wal- fche Diaconie, te laaten voorzien van on- derhoud , op den volgenden voetj de Ge- penfioneerden, tot het volle jaargeld, waar- op zy gefield werden, en van de behoefti- ge Franfche vlugtelingen en arme Walden- zen, welke laatflen byna uitgeflorven, of tot beteren flaat geraakt zyn ; de kinde- reen onder de agttien jaaren , tegens vyf- tien guldens in 't jaar , en de bejaarden, tegen vyf en zeventig guldens in't jaar. Alle deeze perfoonen worden, door de Diakenen, op eene Lyft gebragt, die, jaarlyks, in de maand January, aan eenen der eerfle Stads Klerken ter Secretarye, moet overhandigd worden: en deeze doet'er verflag van aan Burgemeefteren. De Franfche vlugtelingen, die, van tyd tot tyd, overkomen, worden ook, onderfcheidenlyk, op deeze Lyft ge- bragt: en zulken, die, of flerven, of we- derom vertrekken, of in flaat geraaken om zig zelven te geneeren, worden van de Lyft afgefchreeven. Doch zo zulke afgefchree- venen, binnen vier jaaren , wederom be- hoeftig worden, mogen zy, op nieuws, op Pp 2 de
|
||||
588 AMSTERDAMS IIIDeel.
Walsche de Lyft worden -gefield. Het beloop vaa
Ke&ken, den jaariykfchen onderftand wordt, alle drie maanden i ingaande met den eerften April, door Diakenen, ter Thefaurie Ordinaris ont- vangen (x). Walfche ^e Predikanten en Ouderlingen der Wal- Sinode. fche Kerken in deeze Stad zyn Leden van de Walfche Sinode der Vereenigde Neder- landen , die, tweemaal des jaars, in 't laatft van April, of in 't begin van May, en in 't laatft van Auguftus, in de meefte Neder- landfche Steden, waar Walfche Gemeenten zyn, en om de vyftien jaaren, ook eens, in deeze Stad gehouden wordt. De Sinode vergadert dan in de groote zaal van 't Oude- Mannen- en Vrouwen-Huis. Wanneer zy buiten deeze Stad gehouden wordt, wordt een der Predikanten, by beurten, en een der Ouderlingen, ter benoeminge van den Kerkenraad, derwaards afgevaardigd. Voor hun vertrek, vervoegen zy zig by de Com- miflaruTen politik, aan ieder van welken zy, by hunne terngkomft, ook een affchrift van 't gene op de Sinode gehandeld is ter hand ftellen. In geval de Sinode, hier ter Stede, ftaat gehouden te worden, wordt daartoe, vooraf, verlof verzogt van Burgemeefteren, en te gelyk eene plaats, daar de Vergade- ring bekwaamlyk kan worden gehouden. De Afgevaardigden der Walfche Gemeente al- hier moeten , vervolgens, zorg draagen, dat deeze plaats, tot het houden der Sino- de , gereed gemaakt worde. De Gemeente van deeze Stad is eene van de zes Gemeen- ten, <x) Refol, Yroedfck. lt, ^M, il tUj »743. t* »»«•
|
||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 589
ten,onder een' van welkerPredikanten, de Ar-Walschk
chiven der Sinode, by beurten, bewaard wor- Kerken. den. Zy draagt ver het meeft, te weeten twin- - tig ten honderd, in de koften van de Sinode. Wy hebben, hier voor (y), te kennen gege: Kotters,
ven, dat de dubbele Kerkenraad der Walfche v°orlee- Gemeente, de Docloren, Chirurgyns en Apo- x7anSe- thekers der Gemeente aanflelt. Doch Bürge- zoekers meefteren ftellen, daarenboven, een' Stads der Wal- Doétor en Chirurgyn ten behoeve der vlug-J^L^jf* telingen. De aanftelling van twee Kofters, twee Voorleezers, en twee Krankbezoekers gefchiedt ook door Burgemeefteren. De Kos- ters moeten zig fchikken naar de Inftruclie, voor de Kofters in 't gemeen, door Burge- meefteren vaftgefteld, midsgaders, naar eene byzondere, by den Kerkenraad beraamd. De Kofter der oude Waaien-Kerke geeft verklaa- ringen van de drie Zondagfche afkondigingen der Huwelyksgeboden, die aldaar, voor den aanvang der Voormiddags-Predikatien, door denVoorleezer, gefchieden. De Huwelyken van zulken, die t begeeren, worden, in de- zelfde oude Waaien-Kerke, des Zondags na- middags en des Woensdags 's avonds, en des zomers, in de Wefter-Kerke, des Donder- dags 's avonds, door eenen Walfchen Predi- kant , ingezegend. En de Kofter houdt 'er aantekening van, om 'er, wanneer 't ver- eifcht wordt, vérklaaring van te geeven. Doch de eigenlyke Atteftatien wegens de inzegening der Egtgenooten worden, door den Kerkenraad, uitgegeven. De Voorlee- zers , (y) iludx.. *71.
Pp $
|
||||||||
590 AMSTERDAMS III.Dee£.
zers en Krankbezoekers krygen ook eene In
ftriiélie van den Kerkenraad. Van de Krank- bezoekers bezoekt een de oude, en een de nieuwe zyde der Stad. |
|||||||||||||||
EtfCEL-
SCHS Presby-
teriaan se he Kerk. |
|||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||
XV.
|
|||||||||||||||
:r 'O'
ENGELSCHE PRESBYTE-
RIAANSCHE KERK. Befchry- ~T\e Engelfche Gereformeerden hebben
ving der \_J twee Kerken hier ter Stede. De eër- Engel- fte is die der Presbyteriaanen, zo Presby- genaamd, om dat zy geene Biffchoppelyke TERiAAN- Regeering erkennen ; maar zig , even als scHE de Nederduitfche en Walfche Gereformeer- Kerke. (jen ^ houden aan de ordening der Presbyteri of Ouderlingen, die van gelyken rang zyn, in de Kerke. De andere is die der Episco- Oudheid.paa^n °f BilTchoppelyken. De Engelfche Presbyteriaanfche Kerk ftaat op het Begyn- hof, en is, ongetwyfeld, een van de oudfte Godsdienftige Gefligten deezer Stad, alzo het Begyn-hof, waartoe zv plagt te behoo- ren, gelyk wy, in de Belchryving van het zelve, toonen zullen, reeds voor het midden der veertiende eeuwe, in wezen geweefl is. In 't begin der zeventiende eeuwe, was het getal der Engelfche Presbyteriaanen , hier ter Stede, in zo verre toegenomen, dat hun de Begynen - Kerk werdt afgeftaan , alwaar John Pagett, in 't jaar 1607, tot eerften vas- ten Predikant, beroepen werdt. Hy deedt •er de eerfle Predikatie, op den vyfden Fe- bruary, na dat de Kerk, 's daags te vooren, in
|
|||||||||||||||
u
|
|||||
II. Boek.' Gereformeerde Kerken. 591
inde tegenwoordigheid van den Schout, ÏVilr Engel-, lern van der Does, en van denNederduitfchen sche Predikant, Betrus Plancius, plegtiglyk,, in- ?*ESBTm gewyd was. De Kerk werdt, toen, na de Jche^" herftelling van Koning Karel den II., op den Kerk. troon van Groot - Britanje, in 't jaar 1660 , Vergroo- veele Engelfchen herwaards kwamen, in 'ttms* jaar 1665, op Stads kollen, en onder 't op- zigt van Kerkmeeffceren der Nieuwe Kerke, vertimmerd, en, zo my berigt wordt, met al wat ten muiden van oe pilaaren flaat, by- zonderlyk met eene nieuwe Kerkenraads- en Diakens-Kamer , vergroot. De noord* zyde der Kerke is, in 't jaar 1727, vernieuwd. En de Gemeente heeft, geduurende deeze vernieuwing, haare Vergaderingen gehou- den , in de Gehoorplaats der Doorlugtige Schoole. Tegenwoordig, is de Kerk een klein, doch tamelykwelgefchikt gebouw, met een* tooren in 't weflen, waarop een hooge fpits ftaat. Men wil, dat de koperen Leezenaar van den Voorleezer, waarin de Letters W. M. R. R- > dooreen gevlogten, betekenende Willem en Maria, Koning en Koningin, en 't jaartal 1689 te zien zyn, midsgaders, deko: peren armblaakers, door deeze Vorftelyke Perfoonaadjen, aan de Kerke zyn vereerd. De zilveren Avondmaalsbekers zyn een g&- fchenk van Jzaak Sinkefin, die, in 't jaar 1717 , Ouderling was. In 't jaar 1743, voer- de men, in deeze Gemeente, eene nieuwe beryming van Pfalmen en Kerkgezangen in: en in 't jaar 1753, hebben de voornaamfte Leden, op hunne kollen, een nieuw Orgel, ii) de Kerke, geplaatft, en de Pfalmboeken; Pp 4 met
|
|||||
59* AMSTERDAMS IIï.Dêel:
Engel- met nieuwlings famengefteld Muzyk van
scHE J, Z. Triemer voorzien, doen herdrukken, teri/Tn en ten voorc^ee^e der armen verkoopen. Het
«che Orgel, welk vierduizend tweehonderd vyf en Kerk. negentig guldens gekoft heeft, werdt , op den agttienden December des gemelden jaars, ingewyd , door eene Predikatie over den honderd en vyftigften Pfalm, die, door den ©udften Predikant, David Longueville, uitge^ fproken werde. Behalve voor en na de ge- woonlyke Predikatien, wordt 'er ook, des Vrydags, des Zomers, van Maart tot No- vember, van vier tot vyf, en des Winters, van November tot Maart, van drie tot vier uuren des avonds, op dit Orgel, gefpeeld, Verfcheiden' byzondere Leden hebben, fe- dert , ook andere gefchenken gedaan tot nuttig gebruik der Kerke. Men plagt, hier ter Stede, nog eene andere Engelfche Ge- meente te hebben , Brownifien of Bruinis-r ten genaamd, die, reeds voor 't einde der zeftiende eeuwe, uit Engeland, waar zy zig, met de Leere en Regeering der Kerke, ten tyde van Koninginne Elizabeth, niet ver- draagen konden, herwaards gekomen waren (z); doch altoos maar een klein getal hebben uitgemaakt. Zy hielden, in 't eerft, hunne Vergaderingen op denGroenenburgwal, toen een afgelegen oord van de Stad. Naderhand, vergaderden zy in de Barndefleeg, daar hun- ne Vergaderplaats, in eenen feilen brand lies jaars 1662, verteerd werdt (a). Doch in 't
(*) Zit H. Deelt XI. Beek, H. izj. Piaeftant. & «tq»
dit. Viror. Epift f. 6$ »j. [*) foMMELIN» bl. tJ>3. |
||||
J
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 593
'tjaar 1668, bouwden zy eene andere, in Engel*
dezelfde Steeg,aan de noordzyde,daar een schjï gang is, die nog de Bruiniflen-gang heet. De Pkesby, Gemeente nam,federt, zo flerk af,dat zy, TERUAN* in 't jaar 1708, uit een' Ouderling, een' Dia- Kifak ken, en drie Broeders beflondt, die toen tot de Presbyteriaanfche Kerk overgingen, en het Kerkhuis, in de Barndefteeg, aan de Nederduitfehe Gereformeerde Diaconie o- vergaven, onder beding, dat het nooit tor eenige Godsdienflige Vergadering, buiten de Nederduitfehe Gereformeerde Gemeen^ te, zou gebruikt worden; maar dienen ten behoeve der Diaconie (b), die 't, in het jaar 1714, verkogt heeft. Kort na 't overgaan der Gemeente uit de Barndefteeg, werdt be^ flooten, eenen tweeden Predikant, in de Engelfche Presbyteriaanfche Kerke, te be- roepen (c). ^ De Kerkenraad der Engelfche Presbyte- Kerkbe-
riaanfche Gemeente beftaat, thans, uit twee ftier. Predikanten, vier Ouderlingen en vier Diake- nen. De Predikanten behooren tot de Ne- derduitfehe Claffis van Amfterdam. Zy, en de Ouderlingen en Diakenen worden, ge- noegzaam op gelyke wyze, verkooren, als die der Walfche Gereformeerden. Voorts, zyn 'er, in deeze Gemeente, ook Zwqq Dia- conefTen. De Kerkmeefters der nieuwe Ker- ke, onder welker Parochie, het Begyn-hof, van ouds, behoorde, blyven nog Kerkmees- ters (f>) Commiflieboek der Diaconie Zr. C. ƒ. u. NotuL
boek, ƒ. ig. (c) Refol. v*n den Oud-Raad van Burgen», ao 7«/y Pp s
|
|||||||
S94. AMSTERDAMS IILDm.
ters der Engelfche Kerke , van welke wy
|
||||||||||||||
*
|
||||||||||||||
SCHE
Presby-
teriaan SCHE
Kerk.
|
fpreeken. Én de Gravenmaaker der Nieu-
we Kerke is ook Gravenmaaker van deeze, De Engelfche Gemeente plagt eenen Krank- bezoeker te hebben, die door de Stad be- |
|||||||||||||
taald, en door Burgemeefteren aangefteld
werdt: doch het afneemen der Gemeente, in getal van Leden, is oorzaak geweeft, dat deeze poft, federt veele jaaren, onbegeven gebleeven is. Alle Zondagen wordt, in de Engelfche Kerke , tweemaal , gepredikt, voor- en nademiddag. In de weeke, is 'er, federt veele jaaren , geene Predikatie ge- weeft , behalve zesmaal 's jaars, des Satur- dags , ten vier uuren , tot voorbereiding voor 't Avondmaal, welk,op delaatfteZon- dagen in February, April, Juny , Augus- tus , Oótober en December, gehouden wordt. De wedde der twee Predikanten is-, federt het jaar 1710, ongelyk. De oudfte heeft de- zelfde wedde, als de Nederduitfche Predi- kanten. Doch de jongfte wordt, op dui- zend guldens, beroepen. Deeze wedde wordt, nogtans, op vyftien honderd guldens ver- hoogd , na dat hy twee of drie jaaren ge- diend heeft, en op zeventien honderd gul- dens , wanneer hy tweemaal zo lang heeft gediend. Naamlyft Zie hier de naamen der Predikanten, die,
dp Pre- tot hiertoe, in de Engelfche Presbyteriaan-? Akanten. ^e Ker£e 9 beroepen geweeft zyn: i&>7 *• J°hn Pagett; eerße Predikant sbeveftigt den
7' - *9 April. a. 4 no-
|
||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 595
2. Thomas Pots, beroepen van Fliffmgen den Engel-
12 Maart, overleden 16^. SCHE
3. John Rulitius, beroepen vanHeydelberg, be- Presby-
veftigt den 27 Jiinuury, en overgegaan in tekiaäbt*
de Hoogduytfe Kerk in December 1639. sche overleden lööö. Kerk. 4. Julius Hering, beroepen van Shrewsbury in l6lV«
Engeland den 6 Dec, overleden lütf. l63,<5.
5. Thomas.Pagetüj beroepen van Blakeley by I^37*
Manchejter in Engeland, den 27 JVos;., e/z 1<53S?'
overgegaan na Surewsbury in Engeland den A. 29 AügUftUS IÖ4Ö, ;
6. Richard Mavden, beroepen van Utrecht den l6^
31 OStober, en beveftigt den 17 Maart 10*47.
en Emeritus in Maart' 1669., overleden den 4 OStober 1670. 7. Willem Price, beroepen van Londen den 9 1643.
Auguftus, overleden in July \666.
8. Richard Wood ward, beroepen van Weftmaas 1660,
den 2 September, en beveftigt den 31 Oft.
overleden den 23 Auguftus \66y. 9. Alexander Hodge, beroepen van Delft den 1669.
6 Feb.9 overleden den 2 Dec. 16R9.
10. Adrianus van Ooftrum, beroepen van Lon- 1690.
den den 15 Ocloher, uyt de Nederduytfi
Kerk, en beveftigt den 25 February 1691. en 1692. alhier van de Engelfche inde Ne' derduytfe Kerk beroepen, overleden den 10 January 1716. 11. Hugo Fits, Amftelodamenfis, beroepen van 1690,
Vïiffingen den 6 Dec. en bev. de 21 Febr.
1700. Emeritus geworden den 31 Oäober 174?., overleden den 11 February 1742. 12. Daniel Rainey , beroepen van Londen den 1710.
14 Dec. beveftigt den 22 Maart ijii^en
di?« 2 Auguftus i739. af f tand van zynen dienft gedaan. 13. Divid Longueville, beroepen van Exon den 1740.
7 February, e« beveftigt den 17 ,9f«/}'.
34. David Thomfon , beroepen van Äit den 4 1742.
/Vo- x
|
|||
596 AMSTERDAMS III,Deel,
November, en beveßigt den 16 December,
en overgegaan na Gargunnocb in Schot- land den 2 April 1758. 15. Jaraes Blinshall, S. S. Theol. Boa. beroepen
van Islingtoun by Londen den 30 May, en beveßigt den 23 July, en A°. 1764 over- gegaan na Dundee in Schotland. 16» "William Grierfon, beroepen van Dordxecht%
beveßigt den 3 Maan* |
||||||||||||
Èn<sel-
«CHE
Presby-
teriaan- 5CHE
Kerk.
1758. |
||||||||||||
De Gemeente bezit, tegenwoordig, een
Wees- en Armenhuis op de Looijersgraft, waarvan wy, hierna , breeder berigt gee- ven zullen, en twee huizen nevens het zel- ve. Tot in 't jaar 1763, behoorden haar ook vyf huizen op het Schaapen-plein, tus- fchen de Reguliers- en Doele-bruggen, die, in of omtrent het jaar 1624, gebouwd wa- ren , op den grond van het oude Glashuis, welk, in 't jaar 1618, verbrand was (<J), en van de wooningen , daartoe behooren- de. Jan Juriaansz. Engelsman, Brander hier ter Stede, en Lid der Engelfche Kerke, in welker Regifters, hy, onder den naam van John Jorden of Jourdan, bekend is, hadt deezen grond, voor agtduizend guldens, ge- kogt van de Stad, en 'er deeze huizen op gezet, welken hy, by uiterflen wil, aan de armen der Engelfche Gereformeerde Kerke van Amfterdam, hadt nagelaaten ; die de- zelven , op den zeftienden May des jaart 1763, in 't openbaar, verkogt heeft. |
||||||||||||
(d) Zie hier vpor, III. Deel, I. Boc{% bl. 17z.
|
||||||||||||
XVJ,
|
||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 597
|
||||||||||||
r "
|
||||||||||||
XVI.
ENGELSCHE EPISCOPAALE KERK. Wanneerde Engelsche Episco-Befchfy.
paaleGemeente begonnen heb- ving der be, hier ter Stede, Godsdienftige Vergade- Engel- tingen te houden, is my, tot hiertoe , niet ;FHE klaarlyk gebleeken. By het Verdrag met Paale°" Koninginne Elizabeth van den jaare 1585, Kerke, was wel beftemd, dat de Engelfche bezet- ting , in de Steden van verzekerdheid, Brie- Ie en Vliflingen, Kerken hebben zou, daar zy den Godsdienfl, op de Engelfche wyze, dat is, volgens de Episcopaale ordening, vryelyk, 2011 mogen oefenen (e). Doch 't blykt niet, dat de Engelfchen deeze vry- heid, zo vroeg, ook elders, en vooral in Amflerdam, gezogt en genooten hebben. Maar te Rotterdam, daar zig, lang voor 't midden der volgende eeuwe, eene Maatfchap- py van Engelfche Koopluiden, /hanturiers genaamd, hadt nedergezet, was hun, in den jaare 1635, eene Kerk, tot oefening van hunnen Godsdienfl, volgens de discipline ende ordre van de Kercke van Engelandt, afgeflaan ( ƒ). Na de dood van Kar A den L, en onder de regeering van Kromwei, weeken verfchei- den' voornaame Engelfchen herwaards; doch ■t
(*) Zie BOR XX. Boe^ hl. 6% [tf+i]. Vaderl. Hift. VIII.
Deel t bl. 9+, * (f) Extraft uit het Concordaet tuflchen de Vroedfchap der
Stad Rotterdam en de Sociëteit d«r MerchaiusAdvemurers. ■in dat« s Febr. 16 jj. MS. |
||||||||||||
AMSTERDAMS III. Dm.
Engel- 't blykt niet, dat zy, te Amfterdam, Gods-
scwE dienftige Vergaderingen gehouden hebben. Eprsco- Toen Karel de IL, in 't jaar 1660, op den |
||||||||||||||||||
PAALE
Kerk.
|
troon van Groot - Britanje,v herfteld werdt,
|
|||||||||||||||||
kwamen ook verfcheiden' Engelfchen, die
zig niet hadden können voegen tot de ge- meenfchap, welke de Koning, in de Engel* fche Kerke, hadt ingevoerd,in deeze Stad. Twee hunner Predikanten verzogten; in de Lente des jaars 1663, vryheid van Gods- dienftoefening aan Burgemeefteren (g). Zy verklaarden, dat zy, in de Leere, niet van de Gereformeerden verfchilden; fchoonzy, in de Kerkenordening, niet alknthahe, met dezelven, eem waren, 't Verzoek werdtin de Vroedfchap gebragt. Men vondt geraa- den,de gedagten der PresbyteriaanfchePre- dikanten , deswege, in te neemen. En op deezer getuigenis, dat de aangekomen En- gelfchen geene aanflotelyke Leerpunten had- den, en vroom van leeven waren, werdt hun vrye Godsdienftoefening, in eenbyzon- der huis, toegedaan (£). 't Zou, in den eerften opüag, fchynen, dat deeze Engel- fchen Episcopaalen geweeft waren, om dat zy verklaarden, in de Kerkenordening, van de Gereformeerde Kerke_ te verfchillen. Doch als men in aanmerkinge neemt, dat de Presbyteriaanfche Gemeente alhier gun- ftig getuigenis gaf van hunne Leere , is 'er reden om te vermoeden, dat zy eer- der behoord hebben , tot de kleine Ge- |
||||||||||||||||||
meen-
|
||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||
(g) Refol. Vroedfch. Lt. C. 10Maart l66^. f. z+\verft0
(b) IV.elbl. Vioedfch. L*. D. 8 Juny i66u ĥ 4. |
||||||||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. S99
meente der Browniften of Bruiniften , die Engel-
hier, op 't einde der vyftiende eeuwe,aan- sohe gekomen, en federt merkelyk verminderd, EpIsco- of geheellyk verdweenen was. Immers, wy JJS" hebben, hiervoor (i), verhaald, dat deeze Bruiniften, in 't jaar 1668, een huis in de Barndefteeg gebouwd hebben, tot het houden van Godsdienftige Vergaderingen. Omtrent het einde der Regeeringe van Karel den II., en onder de Regeeringe van Jakob den II., begaven zig wederom veele aanzienlyke En- gelfchen naar Holland, en naar deeze Stad. Doch my is niet gebleeken, dat zy toen ee- nige andere Engelfche Godsdienftige Verga- dering hebben bygewoond, dan de Presby- teriaanfche. Ik vind niet, dat de Episco- paalen hier eene Gemeente uitgemaakt, en openbaare Vergaderingen gehouden hebben, voor den jaare 1700. Omtrent dien tyd, of weinige jaaren laater, huurden zy eenbo- ven-vertrek van een huis, op den Oude- zyds-Agterburgwal, op den zuiderhoek van de Huidenvetters - floot, welk vertrek, te vooren, door de Auguftynen , die nader- hand in de Spinhuisfteeg vergaderden, tot eene Roomfche Kerk, gebruikt geweeh was. Zy hebben 'er, tot in 't begin deezes jaars 1765, hunne Godsdienftige Byeenkomften gehouden; doch, op den agttienden Janua- ry, verlof van Burgemeefteren gekreegen, om, voor eenigen tyd , in de kleine Ge- hoorzaal der Doorlugtige Schoole, byeen te ko-
|
|||||
(0 */***. t*h
|
|||||
6oo AMSTERDAMS IILDeei*
Engel- komen (k); gelyk zy, op den vierentwin-
scHE tigften February, voor 't eerft, gedaan heb- Episco- ^en ^ en ? n0g tegenwoordig, doen, terwyl zy Kerk! naar bekwaame gelegenheid , tot het aan- leggen eener Vergaderplaatfe, uitzien. De Engelfche Ëpiscopaale Gemeente is hier, altoos, klein van getal geweeft. Zy wordt bediend door eenen Predikant, die, door de Kroon van Groot-Britanje, betaald wordt, en, even als alle de Leeraars der Engelfche Episcopaalen buiten 't Ryk, zyne zending en ordening heeft van den Biiïchop van Londen, onder wien hy, in 't Geeftelyke, flaat. Hy predikt, tegenwoordig, eens ter weeke, na 't volbrengen van den ge- woonlyken Engelfehen Kerkdienfl, des Zondags 's morgens, ten tien uuren. De Vergadering wordt , voor een gedeelte , door Engelfch Scheepsvolk , uitgemaakt. Men rekent, dat 'er 't Avondmaal, welk, opPaafchen, Pinkfteren en Kerfttyd, en, nog twee- of driemaal tuflchentyds, gehou- den wordt, door tuflchen de twintig en veer- tig Perfoonen tevens, wordt ontvangen, 't Vertrek, welk deeze Gemeente, nog on- langs , plagt te gebruiken, was van eene Galery, en van een Altaar, naar de En- gelfche wyze, voorzien. In de plaats van het Altaarftuk , welk 'er , toen het, tot eene Roomfche Kerk , verftrekte , ge- daan hadt, las men de tien Geboden en de Geluofsbelydenis der Anfielen, 'm gulden let- ters, (i) Groot-Memor. N. XII. ƒ. ïo.i.
|
||||||
/
|
||||||
-
|
||||||
™mfr
|
|||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||
,11. Boek.; Gereformeerd^^ Kerken. 601
ters, en in de Engelfche taaie. De zorgENOEe»
voor de Gëmeentélyke^zaaken ftaat aandénSCHE B ' Predikant en aan de voornaamfte Leden der ^ïjt^ Gemeente, als Kerkmeeflers. .Men onder-Kärk./ regt my, dat Burgemeefteren, op den twaalf- den December des jaars 1707, aan deeze Gemeente, even als aan anderen, het voor- regt verleend hebben, om Huwelyken, die behöorlyk aangetekend , en waarvan drie geboden gegaan zyn, in haare Kerke, te doen inzegenen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
. ■ I -
j
-
f,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
f\,"
|
|||||||||||||||||||||||||||||
'Ö.J
|
|||||||||||||||||||||||||||||
-
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||
• I
|
|||||||||||||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vit. Stuk.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
<&
|
|||||||||||||||||||||||||||||
<tea AMSTERDAMS III. Deel.
torn BY L A A GEN
GEN ! I
L'' A' t x TTT r* TT T>
cö fof IIL Deel, II. Boek.
fr A ~Tt *
...
Stigting der Boelinger- Kapelle itt
de NieuweKerke,door Vechter Dircx, Priefter, in 't jaar 1510. 't,','' "f
Wy Jan Lambert zoen en Claes ghaeff fee-
pene in.aeraftekedanie oirconden en kennen dat voer ons quame Ruyfch Jans zoen Jan dircx zoen, Frans Claes zoen, Claes Bouyck, kerkmeefters van onfe Lieve vrouwe kerke bin- nen-deefe .fteede, ende geliede , in dieu^ame by ebnfente van den Rade defer ftëde , alzoe heer vechter Dircx priefter feekere merkelyke lommen van penningen in aeimifle gegeeven heeft, der voirf. kerken, omme dair meede, als nu ge- beurt is, te timmeren en fundeeren, ter eeren Goite ende fyn lieve moeder de gloriofer maget marien, een Cappelle aent* oifteynde van der voirf. kerken , aldernaift de Drappenierders Cappelle die fy in den name als boven van nu voirtaen tot ewigen dagen tot coften van voirf. kerken füllen houden, dack dicht in rake ende dake , dat daeromme die voirf. heere vechter, achtervolgende feekere overcomfte mit hem dair af van te voren gemaekt, gehouden en ge- acht fal werden, als een euwig fundatoer der voirf. cappelle, ende dat men in derfelver cap- pelle een altaar fal fliehten, als nu al gedaen is, ter eeren Goits, ende fynder liever moeder Ma- rien, ende niet meer, fonder expres confent, efi believingen, van de voirf. heer Vechter en- de fyn nakomelingen, daer op hy of fyn iiako- ■ *. I ma* |
||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. . 603
melingen een ofte meer Vicaryen fal mogen Byiaa*
(lichten, ende miflèn mogen fundeeren, doen- gen de bidden voer fyn Siele, fynder ouderen efi Lr. A. , vrunden fielen, ende voer alle die geene daer hy voer begeerende is» tot euwigen dagen, als hem en fyne nakomelingen belieuen fal. Ende tot dien binnen de voirf. cappellen heb-
ben vier graven, over hem ende fyn nakomelin- gen tot euwigen dagen, die hy in meeninge is te bedekken, met twee farcken, behoudelyk der kerke hoerder recht, op den voirf. graven, efi dat den voirf. heer vechter, of fyn nakomelin- gen niet fal of fallen mogen toefchutten, maer open laten, omme een yegelyck, daer inne te fitten en knielen, omme fyn devotie te doen* foo veele als recht efi reeden eyfchen fal alle avch efi lift uytgefondert. in oirconde defen brief befegelt mit onzen Zegelen, gegeven upten vier- den dach vanJanuario,int'Jaer ons beeren duy- fent vyfhondert, en thien. |
|||||||||
Tr B
|
|||||||||
Opdragt der Kapelle van bet Heilige Graf in\j, j$,
de Nieuwe Kerke aan Gerrit* Corne- lis20on««Maria ClaasDogter, Egteluiden , By eenen Schepenen-brief van den zevenden O&ober des jaars 1538. 1
!
TT /y Lambert frederycx zoen ende Jacob
VV Henricx zoen Schepenen in Aemftelre- damme, oirconden ende kennen dat voor ong quamen Jan Ysbrantsz. hooiefloot, Egbert Gar- brantsz. Jan Willemsz. ende Jan Ryfer Jansz. kerckmeeflers ende regenten van onfer lieuer Vrouwen parochy kercke binnen defer Stede ende gelieden in der voorfchr. qualité by weete ende confent van denRaide defer Stede dat Ghe- ryt Cornelisz. ende marie Claes dochter zyn Qq a wet-
|
|||||||||
- —-
|
||||||||
"
|
||||||||
6o4 AMSTERDAMS III.Deei.
Btlaa- wettige huysvrouwe der voorfchr. kercke een
gen feeckere fomme van penningen omme in hoere L*# B. timmeraige geemployeert te werden gegeuen en- de betaelt hebben, daer voere de voersz. Re- genten , by weete ende confente als vooren den zeluen Gheryt Cornelisz. zynder huysvrouwen ende hoerer beyder erffgenamen ende nacome- lingen van hoeren bloede geconfenteert ende ouergegeuen hebben, ende gheuen ouer by defen brieue, een eeuwich recht omme te ge- bruycken deCapelle die men nu ter tytnoempt dat heylige graffgeftaen an dezuyt zydevander voorfchr. Kercke in dernaevolgende maniere als dat zy luiden in de voorfchr. Capelle zullen mogen doen maecken ende vermaecken 't gundt hen gelieuen zall ende d'felue Capelle gebruyc- ken fonder dat yemandt daerinne plaetze , in- ghanck ofte vuytganck zal mogen hebben dan by hoerluder wille, ende daerinne te moegen een sltaer oft meer (lellen, daer op miflen funderen, dooden in der zelue Capelle begrauen zoo veele daer leggen zullen mogen ende zy luden daer plaetfe gunnen willen behouden der voorfchr. Kercke hoer recht van den grauen te weeten van .. een hooff doot drie Wilhelmus fchilden, van een kindt, dat men an een flock draecht, twee Wil- helmus fchilden, ende een jonger kindt d'welck onder den arm te kercke gebrocht wert een Wil- helmus fchildt, ende den graeffinaker zyn ar- beytsloon foo dat behoort, fonder eenige ande- ïe coilen van den grauen te lyden, des fal de voorfch. Kercke den voorfchr. Capelle houden ,dack dicht ende t licht van den zeluer Capelle zoo wel datter nu es, als dat men namaels be- quamelicken zouden mogen gecrygen tot gheen tyden mogen betimmeren ende zullen de voorn. Gheryt ende marie ende hoere nacomers den tra- lie off 't geficht ter Kercken inne mitter doere van de voorfch. Capelle mogen grooten , zoo zy bequamelicxt mogen , welcke geficht hen |
||||||||
.
|
|||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 605
nyet belet noch bedeel: zal mogen werden,wel'ByLAA. |
verftaende dat men 't voorfch. heylige graff in-gen der zeluer Capelle fal laeten, ende alle vrydage Ia B« paefch auondt ende voorts op alle oude ge woont- Hcke hoochtyden de Capelle voorfchr. fal open laten ftaen tot voordeel ende deuotie van der gemeente ende tot proufyt van voorfchr. kerc- ke die d'almoefen alsdan comende genietenfaU fonder arch ende lift. In oirconde deferi brieff befegelt met onfen Segelen, Gegeuen op den zeuenden dach in Octobri in *cjaar ons beeren duyfent vyffhondert acht ende dertich. Onder ftont getekent Franc van Delff, ende was be- fegelt met twee uythangende fegelen van groe« se Wdlle. Uit een affebrift, den dertienden Septem-
ber 1615 , gecollationneerd en geau- then'ifeerd, door A. van der Lyn , jVo- taris te Alkmaar^ berußende in 't Comp- toir van Kerkmeefteren der nieuwe Kerke. T r C
. t •
Stigting van twee Kapelryen , in Willem Eg- ]jt c gerts Kapelle, in de nieuwe Kerke,by uiter- fien wille van Jan Ecgart, Heer te Pur- merende, gedagtekend den twee-en-twin- tig flen Augufius des jaar% 1418. a - i ' In den naeme des Vaders, des Soens ende des
beyli'gen geefts, Amen. Jan Eggart, here tho Parmerende, doen cont
endete weten allen luyden, dat icktenlo- ve ende ere Gods fynre gebenedyde moeder ma- rien \ Sl Jan Baptift ende Sinte Barbara ende in Saligheden mynre Sielen, myns vaders, myne Q q 3 OU-
|
|||||||
6o6 AMSTERDAMS III.Debl.
Bylaa- ouders ende myne nacomelingen hebbe geflieht,
gen geordonneerd, ende gemaeckc een ewige Capel- Lr. C rie ftaende in de Capelle getimmert op de fuyd fyde aen dat nieuwe fabryeke der parochie kerc- ke van onfer vrouwe voorn, binnen der Stede Amftelredamme, ende hebbe met voorden, wel bedagt ende beraden defe Capelle gedoteert en- de doteere met derthien ende een halve oude Vrancrixe fchilden jaerlixe renten ter ewelyc* ker pachte ftaende op een huys ende erve ge- legen in der Stede Amftelredamme in de Wynt- jnolenftraet geheten Copperunfen hunt, gelyck: die propre brief van die rente claerlyck inhout ende begrypt, behoudelycke dat die priefter up defe Capelrie jaerlix fal verdienen ende hebben van de voorfchr. renten twaelf Vrancrixe fchil- den , ende die anderhalve Vrancrixfe fchilden fal menbefegen tot de autaerende Capelle voor- fchr. jaerlixe mede tho belichten, ende tot den Ornamenten ende anders gelyck daer tho beho- rende fal behoerlyck wefen ewelycken dueren- de. Ende des fo is myn wille ende ordonnan- tie dat de patrone, gever ende prefenterer van defer Cappelrie fal wefen de rechte lecnvolger ende erfgenaem ewélyeke duerende , ende die fullenfe elck na des anders dood begeven in der manieren en de forme gelyck hierna gefchreuen ftaet. Dat 's te verftaen, fo wanneer dat de priefter die defe Capellrie befit aflyvig word, endeidood is, waer by dat die Capelrie ledig fy, fo fal die gene diè dé patroon of gever daer af is, wel bedagt ende beraden verkiefen enen goedén.eerbaéren armen priefter ofte clerek die 6y den eerften toecomende jaer priefter "wor- den wil ende priefter word , die enen goeden uaeme ende geruchte heefif, dat hy priefterlyc- ke ende deuchdelycke levet, daer die patrone by fyn fiele ende confeientié felve fal duncken dat fegodlixte, eerlixteende befte aeh befteet fy, dien.fal hy fê geven of prefenteren puer- 'uu £ p9 lyck |
|||||
■
|
|||||
IL Boek. Gereformeerde Kerken. 607
lyck om Gods wille, ende in defer gifte of pre- Bylaa-
fèntatie en fal hy niet aenfien beden noch voor- Gen beden, vriend noch mage , liefde noch hate,Lr. C E gifte noch gimfte van iemand dan alleen God en- de fyn eygen confcientie, nochtans moet hyfe wel fynen vriend ende maag gunnen ende geven vöol' eenige vreemde, alfo verre hy onbefpre- kelyck ende goed van leuen fy, gelykvoorfchr. ftaet. Voorts, fo wie defe capelrie hebben fal die falfe felve verdienen , wanneer hy 's niec van ftade is, met drie miflen ter weke ende niét min daer op te doen ende te celebreren na goeder confcienrfen ende na fyn vermogen, ende als die mifie gedaen is then gravetegaen in der Gapelle voorn, ende aldaer telefen.M- ferere mei Deus ende de profundis met een of twee collecten voor alle gelovige fielen die in den vage vier fyn ende fonderlinge voor die fie- len mynre ouderen, myns vaders, myns moe* ders, voor rriy en d'm^rt nacomelingêrt ende voor die genen dair defe patroönre in diejegen- woordigen tyd wefende voir wil gebeden heb- ben i ende die gene die defe Capelrie' fal hebben, die fal hem verbinden, al fuleke fet tin gen ende ordönnahtien als hier voir ende nae ftaen gefchre* vertth'o houden, ende dat die nimmermeer by hun en füllen worden verminderd, vercort,noch gebroken nae fyn verftahde ende vermogen. Voortsfo hebbé icjt tip de voorfchrèven äutaer gëfticht ende gedoteert een andere CäpeMedie men mede verdienen fal met drie miflen"tarwe^ ke uptëh; föiven üütaer gelyck die propre brief van dier fundatien dat claerlyokeri' inhout efcde begrypt ende hebben noch tot beyden Cappel- ryèn voorn, gegeven endè geven een Iniys enda hoftlede leggende en ftaendtfin de voerftrate by fle' vöorfchr." Kercke alfo myn neve Symon Abba die Cöïler van de yöorri'. Kercke dat nu ter tyd bewoond om door de priefteren die defce twe Ca- ptinen füllen hebben te bewonen ofce verhuren ^ ?** Qq 4 en- |
||||||
6o8 AMSTERDAMS IILDeel.
Bylaa- en{*e die renten ofte nutfchap daer af gelyck te
gen hebben ewelycken durende ende waert fake, dat Lr. C. fy daer over twiftende ofte fchelende worden dat fouden fy aen beide fyden blyven, ende uyt- gaen by denpatroonre voorfchr. ende die foude fe dan fcheyden als hum redelycken duncken fbude by fynre confcientie» Voort fpismynuy- terfte wille ende raeyninge dat defe priefteren ende regeerers der voorfchr. twe Capelrien elx mit andéren overdragen ende haer meeften oot* moet te doen, alfo dat op fes dagen in elcke weke elckes dages een mifïè word gedaenopten voorfchr. autaer duerende tot ewege dagen , fieckte ende andere nootfaecke uytgenomen, behoudeiyck oock der moederkercken altoos haers rechts. Ende defe voornoemde Capelrien geve ick, ende hebbe gegeven , ende daertoe geprefenteert puerelycken om Gods wille Here GerredWillems Schrevels foon prieftet denEerw. Vader in Gode Here Vrederyck van Rlancken- hem Biflchop t'Utrecht mynen genadegen here, ende bidde hem om Gods wille dat hy mynen vyterften wille, meyninge ende begeerte voorn, hier in wil helpen vervullen ende defe voorn, dispofitie ende ordonnantie met fynenbrieve hier deurftekende wil confirmeeren ende vertegen e- welycke te duren ende den voorn, here Gerred in de felve Capellryen met allen heuren rechten, en de toebehoren inftitueren. In oirconde defen brief belègeld mit mynen Segele hier, aen gehan- gen. Gegeven upten ,twe ,en twin;ichften dag in Augufto in 't jaer onfes heren duyfend vier honderd en achtieh. \vi e, Uit eene Verzameling van egte Stukken, ge-
3i£-j naamd Memoriael van de Cappellrje
van Joan en Willem Eggert, heren tot
Purmerend, berußende in V Comptoir van
■, ,, Kerkmeefleren der nieuwe Kerke,
|
|||||||||||||
1/. D,
|
|||||||||||||
■
|
||||||||||||
II. Boek. Gereformeerde Kerken. 6*09
T _ T-V
Ld • LJ- t Eylaa-
Vidimüs van Schepenen van 's Graaven-L'- D»
haage van eemn Brief der Wethouder- schap van Amsterdam, waarby de- zelve zig verbindt. om, tegen de Offerhanden in de Kapel der Heilige Stede, aan bet Ka* pittel der hieve Vrouwe in den Haage, een mark zilver 's jaars te betaalen: zynde dee- zen brief gedagtekend den vierden Maart des jaars 1415. Wy fcepenen in den hage doen condt allen
ende eenen yegelicken dient behoort Dat wy gehandelt gelien ende gelefen hebben eenen fcepenen brieff vander ftede van Aemftel- redamme begrypende eif geheele regelen vuyt- hangende bezegelt met een groen waflèn zegele vander voorfz ftede wefende noch heel gans ga- ve fonder eenige corre&ie van raferinge daerin- ne gerfaen zynde dat wy mereken condenluyden- de van woort tot woorde als hier nae volcht. Wy Schout feepene ende rade der ftede Aem-
ftelredamme doen cond ende te wetene allen luden want die Eerbare lüde deken efi capittel vander cappellen inden hage om goids wille onsgegon- net hebben op te bueren alfulcke offerhande en- de aelmiflèn als inder heylige ftede tot Aemftel- |
||||||||||||
.
|
||||||||||||
redamme geoffert ende gebrocht zullen worden
efi oic mede fulke vruchten efi renten als comen zullen vanden lande dat daer toe behoort te hul- pe totter timmeringe in der heyliger ftede voorfz. ende houdinge des heyligen weges gelycken die brieven die zy ons dair of gegeven hebben in- houden ende begripen zoe hebben wy dat aen- gefien ende van rechter deuchden ende gunften wegen ende in beteringe ende in meerniflen van hoerre provende den heeren vanden cappittei voorn" wedergegeven ende geloeft geven ende geloven mit defen brieve vander voorfz ftede |
||||||||||||
|
||||||||||||
6to AMSTERDAMS IILDeel.
Bylaa- wegen een marck fyns zuivers ewelic dueren-
GEN de welc mare zuivers of die waerde dair voir Lr. D. men betalen fal alle jaire den heeren voorn of horen vicicureit tot Aemftelredamme binnen den kersheyligen dagen commer vry buyten hoeren cofte. Ende waert dat wy des nyet en deden zoe wes cofte of fcade dat die heeren voorfi daer by leden dien geloven wy hem up te rechten ende te beteren by horen fympelen woerden zonder enich wederfeggen alle dinge zonder arch en lifte te verftaen. In oirconde efi in ken- niflè der waerheden zoe hebben wy defen brie- ve bezegelt mitter voorfi. Stede zegele hier aen ge- hangen Gegeven upten vierden dach in mairte Int jareons heren duzent vierhundert ende vyfthien. In oirconde der waerheyt foe hebben wyfeepe- nen voorfi in forme van vidïmus defen brief beze- gelt met ons gemeen zegele hier onder aengehan- gen upten achtem wintichftën-dach van Junio int Jair ons heeren duyfent vyf hondert ende vyftich. Lr» E.
Brief van 't Kapittel der Lieve Frowwe in den
Haage, waarby de Overmans der S. Olofs Ka-
. pelle te Amflerdam verlof krygen om tniffen^
fertnoenen en offerhanden te kuiten doen,gedag~
tekend den negenden Maart des jaars • 51a.
V. E. TT 7y Deken en Capitele van onferLiever
W Vrouwe Capelle Collegiate up thof inden
Hage, angemercT: efi ghehoort hebbende die be-
Ï;heerte en fuppHcatie van Jacob Jansz van Co-
en, Criftoffel Jansz, Gherit albertz, ende Po- mapietersz, als nu Overmans ende bewaerers van Sinte Oloefs Capelle ftaende in die prochie van van Sinte Nicolas Kercke binnen der Stede van Aemfterdamme, onfen Capittelen jncorporeert, angaende Miflen,predicatien fermonen offerhan- den ende anders haeren verfoeke; Soo iftdat wy gheinclineert tot hare begheerte on* gods dienlt te vermeeren, ende den Vreemden Coopman% |
||||
II. Boek. Gerepormeerde Kerken. 611
end heur omghefeten, tot gerive ghegont hebben, b^laa-
en gönnen mitsdefen , dat zyOvermäns ende be« <jEN waeres vander voirfz: Capelle die nu zyn ende Lr« E. hiernaemaels füllen wèfen, füllen moghen doen finghen upten Kermis dach van der verfz. Capel- le een Mifie in de felve Capelle, efi des achter- nöens Vigilien mitsdaechs. Daef naete doen fin- ghen een MifTe van Requiem mits ontfanck van offerande defen vorfz: daghen, Desghelyck dat zy Overmans ende be waeres van verfz. Capelle oec füllen moghen doen finghen een Miflè in de felve Capelle mit Sermonen en offerande te ont« fanghen up elcx deefer naghefchreven dagen, Te wêeten up Sinte Mauiïcius dach, up des heylicx Cruisdach Verheffinge, up Sinte Servaesdach, up Sinte Annen dach, up S«. Olauusdach, Te moghen ooc doen fingen Alle dingsdaghen alft gheen heylich dach en js, een MifTe van Sinte An. né, Ende up des Kers avont, Kersdagh, en Palm avondt, daer füllen moghen fitten mit horen Buf- fen die zy nu hebben Offerande efi Almifïèn ont- fanghen, Ende dit nae den noene, alzo jnder* daghen toebehoerén allen Kerflen meynfchen te comen in haer moder der heylighen kerke Tonder enige dispenfatié ter contrarie gegheven zoude moghen werde by den paftoer, Maer om dat die Heren en broeders van JeruTalem,, dietheylighe graf ons Heeren Jefu Chrifti ghevifiteert hebben haer ftatie en feefte houden upten palmdach zo füllen die voorfz. Capellebewaerers en hoer'na- comelinghen moghen fitten met haer voorfz. buf- fen om Almiflèn efi Offerande tontfanghenden. voorfz: gheheel palmdach ghedurende, De voorfz: Capelle bewaerers ende hoer nacoraelinghen zuil Ie« ooc in de voorfz: Capelle moghen doenfin- fen yotive Miffen als 't gheen Sonnedach noch
eylich dach en js, als zy van den Coopluyden eft anderen daer toe verfocht werden, ghevende van elck de voorfz: votive fingende MifTe den paftoer derdalve ftuver, Tullen mede alle Vry- daeghe alle heylich dagen avOnt, efi alle beylicn da«
|
||||||||||
j
|
||||||||||
6i 2 AMSTERD. Geref. Kerken. IILDeel,
Bylaa- dagen tfavonts moghen finghen ende doen fin-
GEN gneii een Lof,nae dattet Lof in de prochi Ker- Lr. E» ke vuyc is zullen ooc alle daghe onder die Miflè om moghen gaen met een boi t om te ontfanghen alfulcke aelmifle en offerande als men hem Luy- den gont, desgelycx alle avonts mit een paesboert of dierghelycke te fitten om offeranden en ael- miifen te ontfanghen van den gheenen die comen verfoecken onfer Liever Vrauwen Beelde, oeck moghen doen predicken alle ferieael daghen jn- den vaefte alle heylich dagen buyten den vatten, behoudelick dat het tot allen hoerluyden tyden Miflen en Sermonen zullen voor acht urenfmor- ghens gheeynt wefen, eii tot dat zy gheen Sin- gende Milfen noch Sermonen doen füllen alsmen doen fal in de prochie Kercken dyergelyck tus- fchen zeven efi acht uren voorfz:, Ende alzo dit comt eii comen fal tot zaecken achterdeel van Recht van der voorfz; prochi Kerqke welck recht wyDeeken efi Capittelen voorfz: ghehouden zyn by onfen Eede te onderhouden, Om nochtans te believen onfen prochianen die affeótie ende iver hebben totten dienft goeds diemen aldaer doen fal binnen der voorfz: 'Capelle, fo füllen die voorfz: Capelle bewaerers die nu zyn efi nae- maels commen zullen voer die Confervatie van trecht van dervoorfz: prochiekercke jaerlicxbe- talen upten belooken paesdach , Ons Deecken en Cappittel voorfz: of onfen ghewaerdighen Boode de fomme van drie gouden Koervorften gulden gemunt voer date des briefs of payement hore werde, Dit Trattaetfal geduren nae date van dee- fen brieve, vyffende twintich jaeren, er! te Ende ■van deefe voorfz. xxv jaeren lalt expireert, wefen, In gethuichenuTen der Waerheyt hebben wy Dee- ken en Capitele voern. deefen onfen brieff mit on- fen groetenZeghelen, up vuythangende..,. en be- zeghelt Int jaèr ons Heeren Dufent vyffhonderc ende twaelf den neeghenden dach in Marcio. |
||||