■
|
||||||||||||||||||||||
»•.':
P*;'
H |
||||||||||||||||||||||
Vï
|
||||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||
■
"/»■■
|
||||||||||||||||||||||
:>^
|
||||||||||||||||||||||
■£•
|
||||||||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||||||||
p
|
||||||||||||||||||||||
MÜ
|
||||||||||||||||||||||
J«C.
|
|||||||||
AMSTERDAM,
IN Z YN E
OPKOMST, AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTËN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KERKËNSTAAT, SC HO OL EN,
SCHUTTERYE, GILDEN REGEERINGE,
BESCHREEVEN,
»OOR.
JAN W A G E N A A' Rt
KlSTOftlËSCÜRYVEfi. DER STAD.
AGTSTE STUK.
|
|||||||||
Te AMSTERDAM,
By / S J d K T I R I O N.
M D C C L X V.
Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van
Kolland en Weftfrieslaud. |
|||||||||
KUNSTHISrORiSr jUT
©ER RUKSUNIVERSTOT UTRECHT
|
|||||||||
'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
D E R D E ' D Ë E L.
GEBOUWEN
DER STAD
A M'S T E R D A M.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ ■ -f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
•-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
DERDE BOEK.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerken en Kerkbestier der
BYZONDERE GEZINDHEDEN,
buiten de Gerefor-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
MEERDEN.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na 't befchryven van de Kerken en *i Over-
Kerkbeftier der Gereformeerden , in gang tot 't voorgaande Boek, komen wy nu, tot de fvBe" befchryving der overige Proteflantfche en (Jè/ande? andere Kerken, in Amfterdam., re Pro- Onder de Proteftantfchen, geeven wyde teftant-
fche,en
T eerfl: der Luther.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
SCHE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
LUTHERSCHE KERKEN, Kerkkn.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
/ é
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
om haare oudheid en aanzien, de eerde plaats:
waarop wy de Remonftranten- en Doopsge- zinden-Kerken, en Collegianten- en Qua- kers-Vergaderplaatfen , in orde, zullen laa- ten volgen. VIII. Stuk. A 2 De
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
/
|
||||||||||||
# AMSTERDAMS IÜ.Dèei,.
tuTHER- De Leer van Luther, omtrent denjaare
scHE 1520, in deeze Stad bekend geworden zyn- Kerken. je • hebben de eerfte aanhangers deezer £er(le, Leere hier, ook al vroeg, heimelyke Ver- SSSr gaderingen gehouden in byzondere huizen, der Lu- onaangezien zy, van't jaar 1525 af, itren- therfchcn j k verv0]gd werden (0). Zy kwamen, iom- 5ier^ter fyds, ook buiten de Stad, in de Vryheid, b£ een, en lazen daar Luthers Overzetting van t Nieuwe Teftament in 't Nederduitfch (b). t Schynt dat zy, hier ter Stede, zo vroeg, en mogelyk vroeger geweeft zyndan de Ge- reformeerden, welker Leer, onder den naam van Oecolampadifchs Ketten en Sacramen- tiftery, veroordeeld werdt (c), Wy hebben, te vooren, uit de Sententie van den Schout Tan Hubrechtszoon, die niet vreemd gehou- den werdt van Luthers gevoelen, getoond, dat de Lutherfchen hier, in't jaar 1525» reeds heimelykeVergaderingen melden, waar zekere Meefter W'ükm, Priefter van Utrecht, leerde (d). Doch de Plaats, daar men toen |
||||||||||||
I
■ |
||||||||||||
bveen kwam,is onbekend gebleeven. Toen
de Gereformeerden, in 't jaar 1566, inde Minderbroeders Kerke predikten, met be- williging der Roomfche Regeeringe, ver- zogten de Lutherfchen, vergeefs, om de S. Oloft-Kapel (e),en bleeven nog heimelyke Vergaderingen houden (ƒ). Na de veran- »
U) Zie 11. Deel, VI. BoeK, IL 1^. (b) 11. D*«/, VI. Boe^bl. 6\, 61. (A II. Deel, VI. Bttkj «; 9, <*J. //)'11. Deel. VI. Boet, hl 66. (V) 11. r»«/. vu. BiJL hi. «•«•
[f) il. Dult VIII. *»*K» hl, U.Q. |
||||||||||||
-
|
||||||||||||
'
|
||||||||||||
"
|
||||||||||||
f
|
||||||||||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 5
dering der Regeeringe in't jaar 1578, hoop- Lutber*
ten zy op meerder vryheid, en hielden hun-sche ne byeenkomften, toen, of wat laater, inKERKEBr- een Pakhuis of Schuur, de Pot genaamd, by de Handboogsdoele; niet zonder kennis der Gereformeerde Wethouderfchap (g). In 't jaar 1588, verzogten zy, om eene openbaa- re Plaats, tot oefening van hunnen Godsr dienft. Doch men verftondt toen, dat hier geen andere Godsdienft, in 't openbaar, be- hoorde geoefend te worden, dan de Evan- gelifche Gereformeerde (b). En men verboodt zelfs de heimelyke Byeenkomflen der Luther- fchen, die ik vind, dat, in 't jaar 1595,ten rninflen onder anderen, in 't huis van zeke- ren Juguflyn Pyn, gehouden zyn (i). In 't jaar 1604, werdt hun,voor 't laatft, zover my gebleeken is, aangezeid, dat zy hunne Vergaderingen zouden hebben na te laaten, of de Stad te ruimen (£). Doch na dien tyd, hebben zy, allengskens, meerder vryheid ge- kreegen. Zy kwamen, eerlang, openlykge- noeg, byeen in het Pakhuis de Pot, en be^ Honden zelfs, nu fterk toegenomen in ge- tal, in 't jaar'1632, toen de Regeering hierZy ftïg- I ter Stede ten hoogfte gemaatigd was in 'tten de , ftuk van den Godsdienft, op de plaats vailfcheouclc dit Pakhuis en den naaften grond, eeneKerk, aanzienlyke openbaare Kerk te ftigten, thans genaamd de (g) II. Deel, X. Boe(, bl. 4.
(h) II. Deel, XI. Boc{, bl. 8*. (i) II. Deel, XI. Boe{, bl. 97. Ulli. Deel, XI. Boe^bL ij*. A
A 3
|
||||||||||||
s
|
||||||||||||
1
|
|||||
6 AMSTERDAMS IHDeei,
L'JTMER-
5CHE LUTHERSCHE OüDE KERK.
Kerken. ,
Befchry- rj y ftaat, aan de ooftzyde van den Sin-
V1J^ der JLj ge* j °P den hoek van 't Spuij, en heeft vier ingangen, een' op den Singel, twee óp 't Spuij, en een' in de Handboogsdraat. De eerde fteen aan dit gebouw werdt gelegd, den veertienden Augudus des jaars 1632; en 't was, voor 't einde des volgenden jaars, in zo verre voltrokken, dat de Inwydings- Predikatie, op den Kersdag des jaars 1633, door den Predikant Caspanis Pfyffer, gedaan werdt. De Kerk is ruim, langwerpig vierkant van
gedaante , en rondsom van de vereifchte lichten voorzien. De kap beftaat uit drie nevens eikanderen opgaande leijen daken. Van binnen zyn, ter wederzyde van 't ge- bouw , in de lengte; en in 't ooften, of van agteren, ook in de breedte, drie galeryen boven eikanderen gemaakt. De onderden ruften, binnenwaards , op agt en twintig hardfleenen Pilaaren van de Dorifche orde. Doch de middelden, en de derde in 't oos- ten , worden, zo wel als het middelde dak, onderdeund door houten Jonifche kolom- men. De hoogde galeryen ter wederzyde, die zeldzaam gebruikt worden , ruden op balken, die in den kap leggen. De Predik- ïloel daat, in 't weden, op eenen bekwaa- men afdand van den voorgevel, binnen een vierkant, welgefchikt Doophuis, in welks midden, de Avondmaals tafel flaat. Men heefc
|
|||||
Hl. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 7
heeft dus, genoegzaam van alle de plaatfen Luther-
in de Kerke, den Predikant in 't oog. Agter sche den Predikfloel is, in 't jaar 1692, een def- KerK£1*- tig dubbel Orgel geplaatfl, welks deuren, door den beroemden Philip Tideman, fraai befchilderd zyn (/). Het Orgel is, van bo- ven en van onderen, met welgemaakte beel- den , verfierd. Ter wederzyde van het zel- ve , flaan de tien Geboden en het Geloof, op twee groote tafereelen, gefchreeven. On- der het Orgel, is een bank voor de doope- lingen en derzelver getuigen. Terregterzy- de van den Predikfloel, is de bank voor de Predikanten; en langs de zuidzyde van het Doophuis, zyn 'er twee voor de dienende Ouderlingen en Diakenen. Regt tegen over deezen, flaan twQe diergelyken: in de ag- terfle van welken, de uitheemfche Minis- ters, die der Lutherfche Leere toegedaan zyn, en zig hier bevinden, plaats neemen. Ook heeft men aldaar wel Heeren van de Regeeringe geplaatfl; gelyk de voorfle dee- zer twee banken, fomtyds, aan Vrouwen van zeer hoógen rang ingeruimd geweeflis. Beneden, onder de galery, en tegen de wan- den van 't gebouw, flaan rondsom befloo- ten banken: ook zyn 'er eenige beflooten banken op de galeryen, waar egter de mees- te plaatfen open,en voor allen gemeen zyn. De beflooten plaatfen, zo boven als bene- den, worden gekogt: en men betaalt, daar- enboven , nog zeker jaargeld tot derzelver onderhoud. Voor 't overige, is het ruim der
(/) Zit HOUBRAKEN Schild«rbo<k III. Deelt bl. jög.
4 A4 |
||||
V AMSTERDAMS ÏILDêel;
ttmarni der Kerke bezet men negenhonderd vier en
6CHK zeventig vrouwen floelèn, voor ieder van JfaEKEN, wejjj;en> ook jaarlyks iet aan de Kerke be- taald wordt. In 't ruim, hangen drie groo- te koperen Kerkkroonen , ieder met drie ringen armblakers. Uit een opfchrift van eene deezer Kroonen, blykt, dat dezelve, reeds in 't jaar 1620, gegooten, en dus, waarfchynlyk, in het Kerkhuis, waar de Gemeente, voor dat de Kerk gebouwd werdt,byeen kwam» gebruikt geweeft is* Voorts, hangen 'er elf kleine Kroonen , met eenen ring arm- blakers , onder de galeryen; en elf dierge- lyken, op de tweede galery, in 't noorden en in 't zuiden. De onderfte galery wordt, des avonds, verlicht van armblakers, die, voor aan de pilaaren, en agter aan de bal* ken, vaftgemaakt zyn. Aan deeze Kerk, in 't ooften, zyn nog
twee ruime Vertrekken, boven eikanderen, gebouwd. De1 onderfte dient tot eene Ka- mer voor de Diakenen; de bovenile is de Con~ fißorie of Kerkenraads - Kamer , alwaar de Predikanten en Ouderlingen byeenkomen. Op deeze Kamer, woedt een gefchilderdaf- beeldfel van den vermaarden Hervormer, Martinus Lutherus,bewaard,welk men zegt, een egt (luk te zyn. Men heeft 'er nog vier kleine (tukken, den zelfden Lu- therus , zyne Huisvrouw, Vader en Moe- der verbeeldende, Boven de Confiftorie, is eene Kamer, alwaar eenige boeken geplaatft zyn, die, voormaals, ten dienfte van jonF ge Studenten, plagten te ftrekken. Men bewaart- hier ook een houten model, welk, met
|
||||||||
\
|
||||||||
, W^gÊM Ut********-^- ■ -,----■- .„.. , ,,___ . ..---»,£■ ■.-»^•»';.:
|
||||||||
JII.BoEK. Overige Prot, en and.Kerken. 9
rnet veel reden, gehouden wordt voor eene Luthe»*-
afbeelding van 't voorige Kerkhuis,het ge- sche wezen Pakhuis de Pot, en drie daaraan paa- Volgens dit model, fchynt het Kerkhuis een' Kap of Frontefpies op den gevel, en zynen ingang gehad te hebben op of omtrent de plaats, waar nu de weflelyke ingang op het Spuij is. In de Kamer der Diakenen, han- gen twee Wapenborden van eenen Broe* der en Zufter, diè beide, onlangs, aanzien« iy-ke fommen aan de Lutherfche Diaconie ge- maakt hebben. De Broeder, de Heer A- braham Cromhuysen, is, opdenzes- den Auguftus des jaars 1751, overleeden. Ondgr zyn Wapenfchiid, leeft men: De dankbre Godvrucht, die, in Luthers Tem*
pelchoor,
Cromhuisens wlde gunfi haar Armoe zag behnken,
Beeft hier zyn Wapnfchild de onflerflykheid
gefchonken;
En fielt HemV nageflagt, verheugd, ten heil» baak voor:
Wel zalig die, w^hem, getrouw aan 's Hei* ■ lands wetten,
Hunfchaty Gods Kerk ten dienfie, op Hemel- renten zetten. ■ Op het Wapenbord der Zufter, Vrouwe Johanna Maria Cromhuysen, We- duwe van den Heer en M'. Melchior ten Ho- vt, Heer Yan.Rhynouwe enz. die op den een- •tuH A 5 en. |
||||||||
io AMSTERDAMS ÜLDeel.
Luther, endertigften Oétober des jaars 17Ö2, over-
|
|||||||||
™
|
KEK&.EN,
|
leedt, ftaat:
|
|||||||
Godvreezende Armoe ziet zig weder mild be+
fibonken. TenHovens Weduw volgt baar Broeders
loflyk fpoor:
Haar gunfl klinkt Luthers Kerk, met dankbre galmen, door.
Zyflrooit, door't heilgehof, roept elk, deez9 liefdevonken
De naneef eer , met ons, die overmilde vrouw: Die deugd by wapens voegde, en by de Gods* vrugt trouw.
' ' '
By de Kerke, ftaan drie huizen der Gemeen-
te , die door Predikanten bewoond worden. Om meerder ruimte voor de Kerke te maa- ken, hebben de Ouderlingen, met bewilli- ging van Burgemeefteren, in 't jaar 1754, twee huizen, die toen ftonden op de brug van 't gewezen verlaat, het Boerenverdriet, weggebroken, en den Nieuwe-zyds-Agter- burgwal, van de Kerke af, tot aan de kor- te Heifteeg , op gemeene koften van de Kerke en van de eigenaars der huizen, op dit gedeelte van den Agterburgwal ftaande, zeer veel doen verbreeden. Aan Jet- De Kerk, van welke wy lpreeken, was jjing-tot nog naauwlyks vyf en twintig jaaren vol- te" dé?' houwd geweeft, toen zy te klein bevonden Luther. werdt voor de fterk aanwafTende Gemeente. fche Men verzogt dan verlof van de Regeeringe, &ST tot het bouwen eener tweede Kerke. En
Bur-
|
|||||||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken Ir
Burgemeefteren en Raaden verleenden dit r
verlof, voor het einde des jaars itfso (m\Teï LvTnzx' uitzag, bediende men zig van een Pakhuis
de Kroon genaamd aan de zuidzyde van de IWersgraft, tuffchen de Keizers- en££ fengraften, alwaar, op den eerften Kersdaff des gemelden jaars 1Ó59, de eerfte Predika? Kerkenraad om plaCot eenTCl?°gt ?
Konynenflraat, V to vïrguffwêr'dt w.dS zy het Pakhuis de KroonCderom af ftonden («). Omtrent deezen tyd," in den Kerkenraad, voorgeflaagen, oFt niet' geraaden ware, in de Konynenfträat eêne houten Loots op te (laan, tot het doen der Predikatien, tot dat men eene andereGele- genheid, tot het bouwen eener Kerke be komen zou hebben. Doeh deezTvooX; vondt geenen ingang. Men bleef dan pre? diken op de Brouwersgraft. Doehin"t?aaV 10-67 kogt de Gemeente eene veei bekwZ mer plaats dan deeze, digt aan'tnooSê van den Singel: en hier werdt haar vereund eene Kerk te bouwen, mids zy de Et de Konynenfträat, waar egter, zover mv gebleeken is, nog niet gepredikt was wj derom verhete (0). In 't volgende jaar wir" den de grondflagen van 't nieuwe geCw beheid, met drie duizend zes honderdÏZ vyftien uitgezogte zwaare maften fen o£ ■ (m~) Refol. Vroedfch. Zr B 8 „n„„ ' ^e°
(n) Groot-Memor. iV. v. f. A Zrk S9'f* ,,f» 18«'
(0) GtoQuMemox. N. v. ƒ. i9% Jtrftt
|
||||
ia ; AMSTERDAMS IH<Deel.
Luther- den vierentwintigften Oftober des jaars 1668, scHE aan het zelve, de vier eerfte fteenen gelegd, Kerken. cjoor j^iC0Iaas Struyck, Hendrik van Riet, Gerrit Hillebrands en Theodorus Dominicus, onder het opzigt der Bouwmeefteren Jacob van Riet, Dirk Dominicus, Daniel van Koe- fchot en David Hunthum (/>). 't Gebouw was, voor 't einde des jaars 1671 , in zo .verre voltrokken, dat het, op „den eerden Kers- dag des gemelden jaars , door den Predi- kant Volkhar dus Vijfcher, meteene plegtige Kerkrede, werdt ingewyd. Het kreeg, le- dert , den naam van LUTHERSCHE NlEUWE KERK.
Befchry- rjfy ftaat, even als de Lutherfche Oude
ving dti-j^j Kerk, aan de ooftzyde van den Sin- zelve. gej. joch digt aan 't noordeinde, niet verre van de Nieuwe Haarlemmer fluis. 't Ge- bouw deezer Kerke, een van de fraaiflen der Stad, is naar de fchetfe van den Bouw- kundige Dorsman gemaakt, en gelykt, in gedaante, naar de ronde Kerk te Rome. De muur is, van het fondament opwaards tot aan de flraat, veertien, en vervolgens tot aan de Lyffc, tien voeten dik. De fraaije ronde kap van 't voorgebouw der Kerke, uit welken een fierlyke Lantaarn fteekt, waar- op eene Zwaan, het zinnebeeld van Luther, tot een windwyzer ftaat, is van buiten be- dekt met rood koperen plaaten , die, mee verlof van Koning Karel den XL, tolvry uit Zwee-
ft) zie A. Paauw Euxop, Luthexdom bl. ns» |
|||||
\
|
|||||
III. BOEK; OVERXGE PROT. EN AND.KeRKEN. 1%
Zweeden herwaards gevoerd zyn; en ruft op Luther-
vier paar ronde gekoppelde, en zes half ron-scHE de fteenen zuilen van den Dorifche orde, Kerken- die op vierkante voetftukken geveftigd zyn. Het rond gebouw, waarvan wy lpreeken, wordt voorts, van agteren, omvangen van een half rond gebouw, welk van binnen met het zelve vereenigd, en welks plat, vanbo- ven, ook met koperen plaaten gedekt is. Op dit plat, is een groote looden regenbak, die altoos rykelyk voorzien is van water, op dat men 'er zig, by ongeval van brand, van zou können bedienen. De Kerk heeft vier deftige ingangen, een' op den Singel, een* ia de Jeroenenfteeg, een' nog meer ooft- waards naar den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, en een' in de Osjes-Poorts-fteeg. Binnen in de Kerke, en byzonderlyk in het halfronde gebouw, zyn twee zeer ruime Galeryen, bo- ven eikanderen , naar welken men , langs eenen grooten wenteltrap zonder ipil , die altoos voor een meefterftiik der Bouwkun- de gehouden is, opklimt. Op de beneden- fte Galery, zyn zeventien ryen zitbanken, van welken de vyf eerften afgeflooten zyn: de twaalf overigen, en veertien ryen op de tweede Galerye zyn allen open plaatfen. Doch op de tweede Galerye, is een afge- fchooten plaats voor de Weeskinderen. De Predikftoel, die met konftig fnywerk, ver- beeldende de voornaamfte Evangelifche ge- fchiedeniflen, verlierd is, ftaat in het voor- fte of ronde gebouw. De opgang naar den zelven, uit het geftoelte van den Predikant, gefchiedt langs een' trap, die in den muur ver*
|
||||
14 AMSTERDAMS IÜDee^
Luther- verborgen is. Boven den Predikltoel is, in
scHE 't jaar 1719, een deftig dubbel Orgel ge- KiRKBw. piaacft. Het is, met fraai gefchifderde deu- ren , en wel gemaakt beeldwerk, verfierd. Boven , zit David op de harp fpeefende, tuflchen twee bazuinende Engelen, die elk eene Zwaan by zig hebben. Laager zitten twee wigtjes met fpeeltuigen, ter wederzy* de eener ftaande harpe. Heel boven aan, zyn de wapens geplaatft der vyf Kerkmees- teren, onder welker opzigt, het orgel ge- maakt werdt , Härmen Bujfenfchut , Simon Burg, Gerard de Jong, Jacob Oortman en Anthoni Gril, Het Doophuis is ter regter- zyde van den Predikftoel, beneden tegen den muur. De voornaamfte gef toeken zyn, in het zelve, op gelyke wyze, verdeeld, als in de Lutherfche Oude Kerke. Ook wor- de de beflooten banken , beneden, en op den eerfte Galerye, even als in de gemelde Kerke, verkogt en onderhouden. Het ruirri der Kerke wordt, met agthonderd een en zeventig vrouwen ltoelen, bezet. De Kerk ontvangt het daglicht, niet alleen door twee ryen glasraamen boven eikanderen , maar ook door den Lantaarn, die in't midden van den ronden koepel Itaat, en onder welken, een zwaare koperen Kerkkroon hangt, met drie ringen armblakers. Rondsom deeze kroon , hangen drie kleineren, met twee ringen armblakers, en op en onder de ga- leryen, nog vierentwintig anderen, die maar een' ring armblakers hebben. De wanden der Kerke beneden zyn, rondsom, met fraai- je houten Lambrifeeringen bekleed. Aan de |
||||
.'
|
|||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 15
zelve, is eene ruime Kerkenkamer, alwaar luttier-
de Kerkmeefters der beide Kerken byeen sche komen, 't Model van 't Orgel deezer Ker- Kerken.' ke wordt, in dit vertrek , zorgvuldiglyk, bewaard, 't Gantfche gebouw is, van den grond af tot in den Lantaarn, die op den koepel ftaat, een honderd twee en zeftig voet en agt duim hoog. Terwyl men mee het bouwen der Nieuwe Kerke voortging, verzogt de Lutherfche Gemeente, in 't jaar 1669, in dezelve te mogen begraaven. Doch dit verzoek werdt toen van de hand gewee- zen (q). 't Liep aan tot in het jaar 1674, eer zy verlof kreeg, om in beide de Kerken te mogen begraaven, mids van ieder Lyk zo veel aan de Thefaurie der Stad betaald wierdt, als van andere Kerk - Lyken plagt betaald te worden, en dat de Gravenmaa- kers, door Burgemeefteren , wierden aan- gefteld (r); gelyk, federt, gefchied is. Vee- Ie graven, in beide de Kerken, zyn, van tyd tot tyd, door Kerkmeefteren, verkogt. Doch een genoegzaam getal derzelven behoort nog aan de Kerken, en dient, om verhuurd te worden. In de Nieuwe Kerke, is een Grafkelder van den Ruflifchen Refident Christoffel van Brantz, en een dubbel graf van 't geflagt van Visscher. Aanmerkelyk is 't , ondertuflehen , dat twee zulke aanzienlyke Kerken, binnen den tyd van veertig jaaren, genoegzaam eenig- ]yk uit vrywillige giften geftigt geworden zyn,
(q) Refbl. Vtoedfch. L*. F. 28 J*n. n July 160». ƒ,
IJ7, 103
(r; Sxfol. Vwecü'ch. L'. K. « .Afril 1(74. ƒ. 4«. |
|||||
ïö AMSTERDAMS llLDzzU
Luther- zyn: hebbende de Gemeente zig, ter gele-
scHE genheid van het bouwen der Nieuwe Kerke, Kerken, aj}eenlyk belaft met vyftig duizend guldens, die van twee honderd perfoonen , welken ieder twee honderd en vyftig guldens op* bragten, by wege van Lyfrente met Tonti- ne9 den vyftienden Maart des jaars 1671, tegen vier ten honderd, opgenomen werden; • en zynde de jaarlykfche Intreft, onder de Jeevende geldfchieters, verdeeld, tot dat de laatfte, op den drie en twintigften Noverrw ber des jaars 1755, overleeden, en de Ge- meente, eindelyk, van deezen Iaft onthee- ven geworden is. Het Weeshuis en't Ko- nynen-Hofje zyn, weinige jaaren na de Nieu- we Kerke , gebouwd , insgelyks, uit vry- willige giften. Kerkbc- De Lutherfche Gemeente, ook genaamd itier der de Gemeente, toegedaan de onveranderde Luther- Augsburgfche Confejfie, of Geloofsbelydenis- fe, wordt, tegenwoordig, hier ter Stede, bediend door zes Predikanten, een van wel- ken in 't Hoogduitfeh predikt; tien Ouder- lingen, en twaalf Diakenen. Predi- De Predikanten worden benoemd en ver- kanten, kooren door den grooten Kerkenraad, be-
ftaande uit de Predikanten en de dienende en gediend hebbende Ouderlingen en Dia- kenen. De Kerkenraad verzoekt geene hand- opening van Burgemeefteren, tot het ver- kiezen van eenen Predikant; doch geeft, nogtans, van een gedaan beroep kennis aan hunne Edele Groot- Agtbaarheden. Ook vind ik, enkele reizen, aangetekend, in de Re* gifiers der Stad, dat het beroep van eenen Lu-
|
||||
III. Boek. OverïgeProt. en and.Kerken. 17
Lutherfchen Predikant, door Burgemeefle- Luther«
ren, goedgekeurd is (V). sche De Ouderlingen en Diakenen dienen twee ^ERKEN»
jaaren, gaande jaarlyks, op den eeriften Zon- [f^gaTen cïag in May, de helft van hun getal af. Ten Diake- zelfden tyde , wordt dit getal, door den neo. grooten Kerkenraad, wederom volge maakt, uit twee dubbele getalen , genoemd, het eene door den gewoonen Kerkenraad, of het Conßflorie, beftaande uit de Predikanten en dienende Ouderlingen, waaruit de nieuwe Ouderlingen verkooren worden: het andere, door het Collegie van Diakenen, waaruit de plaatfen der afgaande Diakenen worden ver- vuld. De Ouderlingen, die voor 'teerftaan- komen , moeten uit Diakenen, welken twee maaien, in die hoedanigheid, gediend heb- ben, verkooren worden. Beide de Ouder- lingen en Diakenen, den dienft hebbende aangenomen, worden, door oplegginge der handen, in den zelven beveiligd. Te ge- lyk, worden de afgaande Leden verzogt, de dienende Collegien,in allegewigtigezaa- ken, waartoe eene groote Vergadering be- roepen moet worden, met hunnen goeden raad, te willen byftaan. De groote Kerkenraad of groote Kerkelyke Groote
Vergadering beftaat, gemeenlyk , uit om- Kerkely- trent negentig Leden, en wordt, behalve ke .Ve.r" tot het benoemen en verkiezen van Predi-§a enn^* kanten, Ouderlingen en Diakenen, ook over andere zaaken van groot gewigt, byeen ge-
(s) Refol. v*n den Oud -Raad van Bnrgem, £». C, f
Stpt. 1701. ƒ. 16 ver/o,
VIII. Stuk. B
|
||||
i8 AMSTERDAMS III.Deeit,
Lüther- geroepen. Ook worden eenige Bedienden
SCHE der Kerke, door deeze Vergadering, aan- tel. en afgefteld. Conßßorie De gewoonlyke Kerkenraad of 't Conßßorie,
of ge- uit de Predikanten en dienende Ouderlingen woonly- beftaande , vergadert , op den eerften en keiSad derden Woensdag in elke maand, des na- ' demiddags ten drie uuren, in de Oude Ker- ke. By buitengewoone gelegenheden, wor- den de afgegaane Ouderlingen,Oud-Oudjlen genaamd, ook tot deeze Vergadering ver- zogt. Men handelt, in dezelve, alleenlyk over zaaken, die de Leer en Godsdienftoe- fening aangaan. En na 't eindigen deezer Byeenkomfle, bly ven de Ouderlingen afzon- derlyk vergaderd, om zaaken, de Kerkdy* ke goederen , aan hun bewind toevertrouwd, betreffende, af te doen. Secreta- De groote en gewoonlyke Kerkenraad, lis» en de afzonderlyke Byeenkomft der Ouder? lingen wordt bygewoond door eenen Secre- taris , die eene vatte wedde trekt, en een Regifter houdt van de verrigtingen en be- fluiten dier Vergaderingen. 't Collegie van Diakenen vergadert op den
laatften Saturdag van elke maand, des mor- gens, om uitdeelingen te doen, en 't gene verder tot deszelfs bewind behoort te rege- len. Eens 's jaars, in 't begin van January, doen de Diakenen eene algemeene collecle, aan de huizen der Ledemaaten, door de gant- fche Stad, die, ten dien einde, in vier wy- ken, verdeeld is. Ook doen zy, eens's jaars, in den nazomer, eene algemeene huisbezoe- king, by de behoeftige Ledemaaten. By eene
|
||||
III. ÉoEK. OvERIGEpROf .ENAND.KéRKEN. 19
eene Keure van den agtentwintigfteil Janua- Luther-
ry des jaars 1763, is bevolen, de boedels vanSCfiE zulken, welker kinderen, door de Luther^ ^2111^ fche Diaconie, worden onderfteund; terftond, en eer dezelven verminderd worden, aan Diakenen aan te geeven (f). In de Vergaderingen, van welken wy tot
hier toe gefproken hebben, en in anderen,. die aan dezelven ondergefchikt zyn, worden alle zaaken behandeld naar zekere Kerkelyke ' Ordonnantien en byzondere Reglementen^ van tyd tot tyd, desaangaande gemaakt, en door ieder Lid, by 't aanvaarden van zynen eerftéii dienll , ondertekend. Doch over zaaken van gewigt, gelyk zyn het beleggen en opneemen van penningen; het koopen of-verkoopen van huizen -of andere vaflig- heden; het hertimmeren van huizen of ker- ken , wanneer het meerder ftaat te beloo- pen, dan by de Reglementen voor elk Col- iegië bepaald is; het aanftellen of afdanken van Suppooften, en al wat meer het vérmo- gen, aan de Collégien gegeven, te boven gaat, moet ieder Collegie zyne afgegaane Leden bëfchryven, en derzelver raad innee- men, om, vervolgens, met meerderheid van Hemmen, te befluitem De Collégien, welken aan die der Ouder- Onderge«
lingen of Diakenen ondergefchikt zyn, zyn Si?1* die van Kerkmèefleren, CommiiTarhTenvangien/ het Fonds, Directeurs van 't Hamburger- Choor, Regenten Van Brantzen-Rus-Hofje, Commiflariffen over de Gemeente in't Land (0 Kcutb. ü. ƒ. tf,
B %
|
|||||
■
|
|||||
20 AMSTERDAMS III.Deel.
Luther, van Kadzand, en CommifTarifTen tot de zaaken
»che der Gemeenten in Ooftindie, Suriname en Kerken. ßerbiCe ; welke Collegien aan Ouderlin- gen onderhoorig zyn; en die van Regenten van 't Weeshuis, Regenten van 'tKonynen- Hofje, en Regenten van het Zwaardveegers- Hofje in de Tuinftraat, welken allen drie aan Diakenen ondergefchikt zyn. De Kerkmeeflers, die vier in getal zyn,
worden, door de Ouderlingen en Oud-Oud- ften, uit de hunnen, voor hun leeven, ver- ' kooren. Het onderhoud der twee Kerkge- bouwen is hun aanvertrouwd. Ook wordt de prys der verkogte en verhuurde graven, en 't gene van de beflooten zitbanken in de Kerken komt aan hun verantwoord. Zy houden hunne Vergaderingen, den eerflen Maandag van elke maand, in de Nieuwe Kerke, en doen jaarlyks rekening aan het Collegie van Ouderlingen. De CofnmiJJariJfen van bet Fonds, zynde
een Predikant en twee Ouderlingen, die, in cene groote Confifloriaale Vergadering, voor hun leeven, verkcoren worden , hebben 't bewind over de middelen, gefehikt tot on- derfteuning van Lutherfche Predikanten bin- nen deeze Landen, die , door hunne Ge- meenten, van geené genoegzaame wedde können worden voorzien; en van derzelver Weduwen. Ook können 'er jonge Studen- ten uit onderfteund worden. Jaarlyks, op den vyfentwintigften Juny, of den eerften Zondag daarna, wanneer men eenen aan- vang maakt, met het prediken over de Augs- burg- |
||||
III. Boek. OverigeProt. en and.Kerken. 21
burgfche Geloofsbelydenis, gefchiedt 'er, in Luther-
beide de Kerken, aan alle de deuren, in by- schs zondere koperen bekkens, door de Ouderlin- Kerken. gen en twee der drie CommiffarhTen, eene afzonderlyke colleéte ten behoeve van dit Fonds, van welks beftiering, jaarlyks, aan het Collegie yan Ouderlingen verantwoor- ding gedaan wordt, na dat de jaarlykfche uitdeeling uit het zelve, door CommhTaris- fen, nevens den Prefident en den volgenden Prefident der Ouderlingen, geregeld gewor- den is. Van de Regenten van't Weeshuis, van 't
Brantzen-Rus-Hofje en van de twee andere Hofjes, zullen wy, beneden, in de befchry- vinge dier Geftigten, nader handelen. Van de Directeurs of CommiflarifTen van 't Ham- burger Choor hebben wy, hier voor, in de befchryving der Gereformeerde Oude Ker- ke (u), reeds gewaagd. De CommiflarifTen over de zaaken der Lutherfche Gemeente te Groede in 't Land van Kadzand , welke, voor 't grootfte gedeelte, uit geweeken Saltz- burgers, die zig, aldaar, in 't jaar 1733, hadden nedergezet, plagt te beftaan, zyn drie in getal, een Predikant en twee Ouder- lingen. De CommiiTarilTen over de zaaken, der Gemeenten in Ooftindie zyn, insgelyks, drie in getal, een Predikant en twee Ouder- lingen. Die over de zaaken van Suriname en Berbice zyn twee in getal, een Predikant en een Ouderling. (ft) JU. Dctlt II, Boeket hl. 317.
|
|||||
B3 n.
|
|||||
»3 AMSTERDAMS IILDeeu
■REMONSTRANTEN-KERK.
Befchry- "|~^ve Remonstranten hadden, voor
Remon' jlJ en na^aLnunneLeer,in de vermaarde
STRAN- binode van Dordrecht van de jaaren iói8 en ten- 1619, veroordeeld geworden was, hier ter Kerk- Stede, feèimèlyke Vergaderingen gehoudc n, in verfcheiden' byzondere huizen; doch 't liep aan, tot in den Zomer des jaars 1630, eer zy ondernamen, een huis en eene gewe- zen Hoedenmaakery, aan de weftzyde der Keizersgraft, bezuiden de Prinfenftraat; wel- ken zy, eenigen tyd te vooren, op de rïaa- men van Anthony de Lange en Dr. Joan Har- togsneld, tot het houden hunner Godsdienfti- ge byeenkomflen, gekogt hadden, tot eene Kerk te vertimmeren ; in welke , op den agtften September des gemelden jaars, de eerfle Predikatie gedaan werdt, door Simon EpisGGpius (?>). De Rem&nftranten-Kerk is een net en lug-
tiig gebouw, met twee deftige ingangen op de Keizersgraft: behalven eenen kleinen in- gang, in 't zuid weilen', die , genoegzaam éeniglyk , door de Opzienders , gebruikt wordt., De Kerk is eenigszins langwerpig vierkant. De Predikftoel, boven welken, een fraai Orgel gefield is, flaat in 't zuiden. Langs de drie andere zyden der Kerke, zyn twee galeryen, boven eikanderen getimmerd, die elk op twaalf houten kolommen ruften. In 't midden der Kerke, en onder de bene- den* (v) Zit II. Deel, XIV. ZJ*^, bl, «s.
|
||||
IJl. Boek.OvetugeProt. en and.Kerken. 23
denfle galery, hangen zeven koperen Kaars- rEmon-
kroonen. Langs de wanden , liaan nette stran« geftoelten, en onder anderen, een, in 't oos- £EN- ten, of ter regter zyde van den Predikftoel, ERK* alwaar Magiilraats- en andere aanzienlyke Perfoonen plaats neemen. Beneden aan de Kerke, ten noorden, is een vertrek getim- merd , alwaar de Kweekfchool der Remon- ftrantfche Broederfchap gehouden wordt. Op de eerfte galery in 't noordooflen, is de in- gang naar de Kerkenkamer, een bekwaam vertrek, welk, met de gefchilderde af beeld- fels van de Profeflbren Jacobus Arminius, Simon Episeopius, en Philippus van Lim- borch; van den Predikant Johannes Uyten- bogaart, en van den Ontvanger Johan Uy- tenbogaart verfierd is. Op de tweede gale- rye, ontmoet men den ingang naar de Bi- bliotheek of het Boekvertrek der Kerke, die van een tamelyk getal van de nuttigde Boe- ken , ten gebruike der Studenten en anderen,, voorzien is, en, van tyd tot tyd, toeneemt. Twee Bibliotbecarii, die uit de Leden van den grooten Kerkenraad verkoor en worden, heb- ben 'er het opzigt over. Langs de Keizers- graft, is de Kerk der Remonftranten bezet met deftige huizen , vyf van welken der Kerke toebehooren. Een der Profeflbren woont, gemeenlyk, in een deezer huizen. De Remonftrantfche Gemeente wordt ge- Kerkbe-
diend, door drie Predikanten en tien Opzien- ftier. ders. Doch het getal deezer laatften is, fe- dert eenen geriümen tyd, zeldzaam vol ge- weeft , en heeft, gemeenlyk, uit niet meer dan agt Perfoonen, beftaan. De Predikan- Gewoon- ten en dienende Opzienders maaken denlyke en B 4 ge-
|
||||
24- AMSTERDAMS HLDeei.
Remon- gewoonlyken Kerkenraad uit, die, op geenen
sTRAN- vaftgefi;elden tyd; doch alleenlyk, wanneer Kjerk. de voorvallende zaaken zulks vereifchen, op aanzegging van wege den Praefes der Predi- kanten enden Praefes der Opzienderen, ver- Groote gadert. Doch de groot e Kerkenraad, uit de Pre- Kerken- dikanten en de dienende en gediend hebbende raad. Opzienders beflaande, vergadert, gewoonlyk, viermaal 's jaars, vier weeken omtrent voor de onderhoudinge van 't Avondmaal: en eens te- gen May, om de Rekening van den Boekhou- der , die, door den grooten Kerkenraad, uit de Opzienders,gekooren wordt, op te neemen en goed te keuren: voorts, buitengewoonlyk, om Predikanten te kiezen, en by andere buitenge- woone gewigtige gelegenheden: ook om de Kerkelyke bedieningen van Kofier, Voor- leezer, Organift enz. te begeeven. In beide deeze Kerkelyke Vergaderingen, zit een der Predikanten voor; een ander is Scriba, voor- naamlyk, om brieven te Hellen en te teke- nen. Wyders, zyn 'er twee Scribas uit de Opzienders, een van welken de notulen fielt, die, gemeenlyk door hem zei ven, of fomtyds ook, door den anderen, in 't net, geboekt worden. Tot alle Commiflien naar buiten, worden een of twee Predikanten, een' die- nenden en een' oud Opziender afgezonden. Doch naar de Societeits-Vergadering, wan- neer zy, te Rotterdam, gehouden wordt, gaan altoos twee Predikanten, en vyf die- nende en oude Opzienders. Het Avondmaal wordt, doorgaands, ge-
houden , op de eerde Zondagen, in Maart, Juny, September en December, ten ware het invallen van den Pinkfterdag in Juny gele- gen* |
|||||||
-
|
|||||||
„MÉkuüüi
|
|||||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 25
genheid gave dat het dan eenen Zondag ver- Remon-
fchikt werdt. Tweemaal 's jaars, voor den stran- tyd van 't Avondmaal in Maart en in Sep- ™' tember, doen de Predikanten, elk van eenen Opziender verzeld, huisbezoeking by de Le- demaaten der Kerke. De nieuwe Ledemaa- ten, door de Predikanten aangenomen zynde, worden, in de vier gewoonlyke Byeenkom- ften van den grooten Kerkensaad, aan den zel- ven aangegeven, 's Woensdags 's avonds voor 't houden van 't Avondmaal, gefchiedc 'er eene Belydenis-Predikatie, in de Ker- ke , in de plaats van welke, tot voor wei- nige jaaren, des Vrydags, eene Redevoe- ring op de Kerkenkamer plagt gedaan te worden. Des Saturdags 's avonds daarna, ge- fchiedt 'er eene Predikatie, tot Voorbereiding voor 't Avondmaal, 't Getal der afgaande Opzienderen wordt, jaarlyks tegen May, door den gewoonlyken Kerkenraad , vervuld. De Predikanten, door den grooten Ker- Wyze
kenraad beroepen zynde, moeten, vooraf, van'tbe- zo wel hier als in de andere Kerken der Re- derPPre- monftrantfche Sociëteit of Broederfchap , dikanten. door het Collegie van Directie, gelyk het ge- College noemd wordt, worden goedgekeurd. Dit *>a« Collegie beftaat uit tien Kerken, van Am- Dire®ie* fterdam, Rotterdam, 's Graavenhaage, U- trecht, Gouda, Leiden, Hoorn, Alkmaar, Delft en Haarlem; benevens twee Directeu- ren , die, jaarlyks, op de Societeits-Verga- dering, welke, beurtswyze,te Amfterdam, midden in de Kerke, en te Rotterdam, ge- houden wordt, verkooren of gecontinueerd worden, en de overige Kerken reprefentee-> ren. Doch dit Collegie komt, doorgaands, B 5 niet;
|
||||
26 AMSTERDAMS Iïï.Deeï,.
jIémon niet byeen, om een beroep goed te keuren.
3TRAN- De Kerk, die een beroep gedaan heeft, ver- ten- zoekt 'er goedkeuring op, by twee brieven, een' aan de Kerk van Amfterdam; die, van daar, aan de Kerk van Utrecht, en voorts, aan die van Hoorn, Alkmaar, Haarlem en den naaftgezeten Directeur , voortgezonden wordt; en een' aan de Kerk van Rotterdam, die, van daar, aan die van 's Graavenhaage; voorts, aan die van Gouda, Leiden, Delft en den anderen naaftgezeten Direóteur wordt voortgefehikt. De brieven, van de gantfche Directie getekend zynde, worden gezonden aan den Curator der vacante Plaat/en, zynde een' der Predikanten, insgelyks, jaarlyks, op de Societeits-Vergadering, gekooren of gecontinueerd, dieze terug zendt aan de Ker- ke , daar 't beroep gefchied is. Een beroe- pen Predikant of Proponent moet, by twee fchriftelyke Aften, betuigen, dat hy 't be- roep , onder behoorlyke goedkeuring, aan- genomen heeft. En een beroepen Predikant, in 't byzonder, is verpligt, by dezelfde fchrif- telyke Acten, te verklaaren, dat hy 't be- roep , op hem uitgebragt, aan den Kerken- raad zyner Gemeente bekend gemaakt heeft. Van welke A£len, één, in eiken beroep- brief, verzonden wordt. Zo 't beroep, niet langer dan twee maanden voor 't houden der Societeits-Vergaderinge, gefchied is, worden 'er geene brieven afgevaardigd, en het moet dan , ter goedkeuringe , op die Vergaderinge, gebragt worden. Indien ee- nig Lid van de Directie zwaarigheid maakt in de goedkeuring van een beroep, wordt daarvan aan den Curator der vacante Plaat- fen,
|
||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. £7
fen, en door deezen, aan de Kerk, die 't Remon-
beroep gedaan heeft, kennis gegeven. En stran« deeze Kerk fchryft, of doet eene bezending £EN" aan het Lid, welk zwaarigheid maakt, of ERK* kan ook het Collegie van Direótie, op haare koften, byeen roepen. Doch of dit laatfte, in dit, of in eenig ander geval van gewigt, noodig zy, flaat aan het oordeel der Kerken van Amfterdam en Rotterdam. Men mag geene Predikanten beroepen, dan die reeds in de Sociëteit in dienft, of, door de Cura- toren van de Kweekfchoole , verkiesbaar verklaard zyn. De Curator der vacante Plaat/en draagt Curator
ook zorg, dat eene Kerk, welker Predikant der overleeden is, of door ziekte of eenig ander Vp^mtr toeval, belet wordt, zynen dienft waar te neemen, niet onbediend blyve. Hy fchikt 'er eenen Proponent naar toe, die verpligt is, zig aan zyne aanfchryving te onderwer- pen. Of zo 't aan Proponenten ontbreekt, verzoekt hy 'er eenen der Predikanten van de Claffis toe, waar onder de Kerk, die den vereifchten dienft mift, behoort, zynde de gantfche Sociëteit in vyf Claffen verdeeld. Alle de Predikanten, zulken, die dertigjaa- ren in dienft geweeft zyn, alleenlyk uitge- zonderd , zyn verpligt, op laft van den Cu- rator , eens, in eene vacante Plaats, op de No- minatie , te prediken. En alle deeze fchikkin- gen hebben zo wel hier ter Stede plaats, als in de overige Remonftrantfche Gemeenten. De Opzienders neemen, in deeze Gemeen- Op2ien-
te, niet alleen het werk van Diakenen, maar der£» ook dat van Ouderlingen en Kerkmeeftereri waar.
|
||||
2g AMSTERDAMS IILDeel;
Remon- waar. Zy zyn verpligt, agt te geeven op de
STRAN- Leere en op het gedrag der Predikanten en T*N- fer Ledemaaten. De zorg voor 't onderhoud van 't Kerkgebouw, en van de andere hui- zen der Gemeente is hun, insgelyks, aan- bevolen ; fchoon zy, volgens de Reglemen- ten , op het beflier der Kerke gemaakt, niet boven de honderd guldens aan een derzelven befteeden mogen , buiten bewilliging van den grooten Kerkenraad. Zy hebben, zon- der dat 'er den Predikanten befluitende Stem in toegelaaten wordt, 't geheel bewind over de goederen der Kerke, en zorgen, als Dia- kenen , voor 't vervullen der nooden van be- hoeftige Ledemaaten. Zy houden hunne ge- woonlyke Vergadering, eens om de veer- tien dagen, des Donderdags ten drie uuren na den middag, in de Kerkenkamer, alwaar, ten zelfden tyde , de uitdeelingen aan de behoeftigen gefchieden. Doch zy worden ook, buitengewoonlyk, alleen door den Prae- fes, byeengeroepen. En over zaaken van geldmiddelen worden, behalve de dienende, ook de afgegaane Opzienders vergaderd. De Remonftrantfche Gemeente heeft, hier ter Stede, geen Wees-, noch Oude-Vrouwen- of Mannen-Huis. De behoeftigen Weezen en anderen worden door de Opzienders he- fteed. Wanneer 't getal der Opzienderen agt is, gelyk tegenwoordig, zyn de twee oudften der aangebleevenen. ieder agt wee- ken, en de zes overigen, ieder zes weeken, Praefes. Voorts, hebben de dienende Op- zienders een gedeelte van het werk onder zig verdeeld. Wanneer hun getal tien is, zyn
|
|||||
!
|
|||||
Hl. Boek. CverigeProt. en and.Kerken. 29
zyn twee van hun Bouwmeefters; twee an- Remojf-
deren hebben't bewind over de ObligatiensTRAN- en Rentebrieven der Kerke, nog twee doen £EN" onderzoek op de nooden der behoeftige Le- demaaten: twee anderen koopen de ftoffen tot kleedinge; de eetwaaren en andere nood- wendigheden, ten dienfle der behoeftigen: en de overigen twee zyn Scriba's. Doch nu 'er maar agt zyn, neemen een of twee der- zelven verfcheiden' van de gemelde byzonde- re poften .waar. Een der dienende of gediend hebbende Opzienders is Boekhouder. De Col- lecten onder de preeke,die tweemaal, desZon- dags en op deFeeftdagen, voor- en nadenmid- dag, en in de weeke, des Woensdags, behal- ven omtrent de Avondmaalstyden, gefchiedt, worden, door alle de Opzienders, by beurten, waargenomen. Toen 'er tien Opzienders wa- ren , plagten de twee oudften van collecteeren vry te zyn: 't welk nu geene plaats meer heeft. Volgens de Reglementen der Gemeente, kan niemant onderfhand van dezelve genieten, <lan die, hier ter Stede, twee jaaren; of, zo hy vän buiten gekomen is, drie jaaren, als Lidmaat gewoond heeft. De afgegaane Op- zienders zyn wederom verkieslyk, na dat zy twee jaaren buiten dienft geweefl zyn. Naardien de Sociëteit der Remonftranten Semim-
de Stad Amfterdam verkooren heeft, tot de "«» of vafte plaats van haar Seminarium of Kweek- ?^Tee^" fchool, daar de jeugd, tot de waarneeming jer Re. van den Predikdienft, bekwaam gemaakt mon- wordt, zal 't niet onnut zyn, hier, eene kor-^rant^che te befchryving van de gefteldheid deezer fcrh°ap Kweekfchoole te laaten volgen, alhier. De
|
||||
/
|
|||||
Bo AMSTERDAMS Iïï.Deel.
Remon- De Remonftranten, in 't eerfl, het on-
STRAN derwys hunner Studenten, aan deezen en ge- *EN' nen bekwaamen Predikant onder hen, heb- Profeflb- Dende toevertrouwd; vonden, in 't jaar 1634, ren. geraaden, hier ter Stede, een Seminarium of Kweekfchool te ftigten, alwaar Simon Epis- copius de eerfte Profeffor in de Godgeleerd- heid geweeft is. De Noordhollandfche Si- node deedt, federt , eenige poogingen, om deeze Kweekfchool te doen weeren; doch Burgemeefteren vonden niet igeraaden * te onderzoeken, wat iemant, in zyn byzon- der huis, deedt, en hielden zig te vrede> wanneer het onderwys , by de Rëmönftran- ten, niet openbaarlyk, gegeven werdt(w); Het onderwys der Philofophie, in de Re- monftrantfche Kweekfchoole, werdt, in 't jaar 1684, voor 't eerfl, aan eenën byzon- deren Profeffor aanbevolen, en daartoe dê vermaarde 'Joannes Clericus verkooren, dié, naderhand, ook de Kerkelyke Hiftorie ge- leerd heeft. Tegenwoordig zyn 'er nog twee Profeflbren, JakobKrighou T,in de God-' geleerdheid, en Abraham Arend van jder MEERSCH,inde Philofophie en an- dere nuttige Weetenfchappen. „ , Het opziet over de Kweekfchoole ftaat aart
Curatoren „ r & ,- j j r
van 'c ߣp Curatoren, die, Voor den tyd van vyt
Semina,- jaaren, door de Societeits-Vergadering, ui€
rim. het gantfche lighaam der Predikanten, ge*
kooren worden. Doorgaands , zyn 'er de
twee oudfte Predikanten der Kerken van
Amfterdam en Rotterdam onder; doch dë
So-
(w) Secr. Refol. van Bürgern, vdn 16 Jmy ts$i.
|
|||||
III. Boek. Overige Prot.en and.Kerkek 31
Sociëteit is aan deezen niet bepaald. Na dat rEjvon-~
devyf jaaren om zyn, gefchiedt 'er eenesTRAN- nieuwe verkiezing, die gemeenlyk op de-TT£K" zelfde Perfoonen valt. De Kerken van Am-KjiRit* fterdam en Rotterdam hebben regt, orn elk twee, en de overige Kerken, tot het Colle- gie van DireóHe behoorende, elk eenen haa- rer Opzienderen tot de Vergadering der Cu- ratoren af te vaardigen, om over het voor- komende te helpen raaden en befluiten. Al- le de Predikanten der Sociëteit mogen zelfs in die Vergadering verfchynen; doch zy heb- ben 'er alleenlyk raadgeevende flem. De Curatoren oordeelen, of de jonge Luiden, die zig, in de Kweekfchoole, tot den ditnfl der Remonflrantfche Kerken, bekwaam wil- len maaken, genoeg geoefend zyn, in de Latynfche en Griekfche taaien, om aldaar, als Scudenten, te können worden toegela- ten. Zy geeven, wyders, agt, op het ge- drag der Studenten, en neemen kennis var* hunne vorderingen, in de Philofophie en in de Theologie. Zy promoveeren, vervol- gens, de Studenten tot Proponenten, na dat zy, daar toe, vooraf, gemagtigd gewor- den zyn, door de naaftvoorgaande Socie* teits - Vergadering: 't welk altoos gefchiedt, indien de Curatoren de Studenten bekwaam verklaaren tot de Promotie. Doch die mag- tiging wordt vereifcht, om dat de Propo- nenten een jaarlykich traëfcement genieten van de Sociëteit, behalve dat hun de reis- koften, die zy, in 't bedienen der Kerken, maaken moeten, uit de Societeits - Kaffe, of door de byzondere Kerken, worden goed- ge- |
||||
32 AMSTERDAMS III.Deel.
Remon« gedaan. De Curatoren vergaderen, twee-
sTR an- maal 's jaars, in 't voorjaar en in 't najaar, op TEN' de befchryving van den Profeflbr in de God- Kerk* geleerdheid. De Studenten, moeten dan, voor de Curatoren, telkens, blyken hunner vorderingen geeven, behalve dat 'er ook, op hun gedrag, onderzoek gedaan wordt, oordeelende men een herhaald onderzoek dienftiger, dan een enkel, kort voor de Pro- motie. Oefenin- De Studenten oefenen zig, gemeenlyk, gen der twee jaaren, in de Philofophie, binnen wei- Studen- fcen ^.^ Zy? ten minfte ? vjer Jkorte La- tynfche Oratien moeten doen, tot oefening
van 't verftand en den flyl, in 't ftellen van iet zaakelyks; en van 't geheugen, in 't zel- ve van buiten te leeren. Daar na, ftudeeren zy, gemeenlyk, drie jaaren, in de Theologie. Op de drie eerfte Vergaderingen der Curato- ren , moeten zy, telkens, eene korte Latyn- fche Verhandeling, door hen opgefteld, voor- leezen; en in den tyd, tufTchen de drie volgen- de Vergaderingen, twee door hen famenge- ftelde Propofitien of Predikatien uitfpreeken: na welken, en nog eene Proefpredikatie ge- daan te hebben, zy eerft Proponent können worden. En 't is by de Remonftranten te noodiger, dat 'er zo veel oefenings in 't op- ftellen en uitfpreeken van Predikatien voor- ga, om dat hunne Proponenten, terftond, op Commiflie van den Curator der vacante Plaatfen, tot den Predikdienft gebruikt wor- den. De Oratien en Predikatien, van wel- ken wy fpreeken, gefchieden, in de Kerke, van den Predikftoel, en over dezelven wordt, ter-
|
||||
III. Boek. OverigeProt. en and.Kerken. 33
terflond na dat zy gedaan zyn, in de Kamer, Doopsce«
daar de dagelykfche LelTen gegeven worden, zinden door de ProfefToren, elk in zyne wetenfchap, Kerm»t met de Studenten, die toehoorders geweefl zyn, eenig gefprek gehouden. De Profes- foren in de Theologie en in de Philofophie zyn, in deeze hunne hoedanigheid, geene Leden van den Kerkenraad. Doch de eer- ften zyn 'er, doorgaands of altoos, en de anderen ook, nu en dan, toe verzogt. III
DOOPSGEZINDEN-KERKEN.
De Doopsgezinden, die ook, naar Opkomrt
Menno Simonsz,Mennonixen ge-der noemd zyn, hebben, al kort na hunne op-Sndïn8"" komft, omtrent den jaare 1530, heimelyke hier ter* Vergaderingen gehouden, in en buiten Am- Stede, en fterdam. Wy hebben, elders (x) , aangete- kend , dat Koman Jan Klaaszoon, Leerling van Menno, omtrent het jaar 1544, hier ter Stede, in zulk eene Vergadering , ge- leerd , en Menno's fchriften ter drukperfe bezorgd en verfpreid hadt; en dat het een en't ander hem den hals koflte. Gillis van Aken fchynt ook te Amflerdam; doch eeni- ge jaaren laater, geleerd te hebben (y). Doch de Doopsgezinden werden, ten deezen tyde, hier en elders, flrengelyk, vervolgd. Menno Simonsz fchreef, in eenen Pefltyd, en dus, waar-
(x) II. Deel, VI. Boe{, bl. 77» 78, «o.
(y) ïï. Deel, VI. Bot{, bl. 91 > 96. Vm. Stuk. C
|
||||
34 AMSTERDAMS III.Deel.
DoopsGE-waarfchynlyk, in 't jaar.1557 of 1558 (z),
ziNi-.EN twee Brieven aan zyne Geloofsgenooten, in Kerken. en omtrent Amfterdam, die, in zyne Wer- ken {a), te leezen zyn; doch alleenlyk eeni- ge algemeene vermaaningen behelzen. Gcfcbil- Tot op deezen tyd toe, waren de Doops- len ouder gezinden nog in geene byzondere foorten van en. een gedeeld, en alleenlyk, naar de geweften, daar zy zig onthielden, of van waar zy, door de vervolging, naar elders, verdreeven wer- den, onderfcheiden, in Vlaamingen, Frie- zen , Waterlanders en Hoogduitfchen. En 't is ten hoogde waarfchynlyk, dat van alle deezen, ook nu en dan, geduurende de ver- volging , eenige Leeraars herwaards gekomen zullen zyn, en aanhang gemaakt zullen heb- ben. Doch in 't jaar 1559, kwam'ereene fcheuring tuflchen de Hoogduitfchen en Ne- derlanders of Friezen. De eerften, die, in 't (tuk van 't bannen uit de Gemeente , om werken des vleefchs, of 't gene men daar voor hieldt, zagter gingen, werden, door Mnno, die tot de and ren behoorde, van de Kerkelyke gemeenfchap uitgeflooten. Doch of deeze Ban ook invloed op de Am- ftcrdamfche Doopsgezinden hadt, is my niet kliarlyk gebleeken. Maar de twift, die, omtrent het jaar 1566 of 1567, in Friesland, ontftondt , en met onderling bannen van Vlaamingen en Friezen eindigde (b), ver- deelde , naar alle waarfchynlykheid, ook de Vlaamfche en Friefche Doopsgezinden, die zig,
(x.) Zie II. Deelt VII, Bee^t il. U-f.
(*) lïladz,. 637 , 6}9.
(i) BRANDT I. Deel, il. 4«5 *»*.
|
||||
III. Böëk. ÖverigeProt. èn and.Kerken. 35*
zig, te Amflerdam, onthielden; alzo menDooi*sQS.
deeze twee foorten, naderhand, ontmoet, zinden in twee byzondere Vergaderingen, hier ter Kt-RKEW* Stede, zonder dat men eene andere bekwaa- me gelegenheid tot deeze afzonderinge weet aan te wyzen. De vervolging, die, ten ty- de des Hertogs van Alva, op 't hevigft, woed- de , dreef de Doopsgezinden, zo wel als an- dere Hervormden, uit Amftefdam. Zy hiel- den , federt, de Staatfche zyde, onderfteu- «ende zelfs, in 't jaar 1572, met eenige pen- ningen naar hun vermogen, den Prinfe van Oranje (c), die, by eene A6te onder zyne hand, den vyfden May des gemelden jaars* te Dillenborch, getekend, en nog in wezen* twee perfoonen, tot het inzamelen deezef penningen, gemagtigd hadt, en 'er hun eene kwytfchelding van gaf, welke, tot in't be- gin der voorgaande eeuwe, bewaard geweeft is, door Jan Dominicus, Bierbefchooijer te Amfterdam (d), en nu beruft, in de Ge- meente der Vereenigde Vlaamfche en Wa- terlandfche Doopsgezinden, die haare Ver* gaderingen houdt, by 't Lam en by den Too- ren. 't Is zeer waarfchynlyk, dat de Vlaa- mingen en Waterlanders, of eene van bei- de deeze foorten van Doopsgezinden in Am- fterdam, deeze gifte, geheel of grooten- jdeels, gedaan zullen hebben i waarom wy x een affchrift der Kwytfcheldinge, hieragter,
onder de Bykagen (e), hebben geplaatft. De Vlaa*
(e) Zie II. Detl, IX. Sot^ bl. 4«».
(d) Uit een' Bttef van Pieter Willemsz. Boomgaatt aan Bürgern. C. P. Hoeft, gefchreevtn 7 *Aug* i«oS, («J Lt. A. C 2
|
||||
3<5 AMSTERDAMS HI. Deel.
DoopsGE-Vlaamfche en Waterlandfche Doopsgezin-
ziNDEN den fchynen, ten deezen tyde, Ktrkelyke Kerken, gemeenfchap gehouden te hebben. Immers, na dat, in 't jaar 1578, de Doopsgezinden, zo wel als andere Hervormden , hier ter Ste- de , waren wedergekeerd , en * met goede kennhTe, hunne Byeenkomften hielden , werdt 'er, in Maart des jaars 1581 , eene Vergadering belegd van twaalf Gemeenten der Doopsgezinden, uit Gend, Antwerpen, Amfterdam, Rotterdam, Purmerende, Sar- dam, Jisp, Schermerhorn, Graft, de Ryp, Weltzaanen en Wormer; en dus wel van Vlaamfche en Waterlandfche ; doch niet van Friefche Plaatfen, als met welker Ge- meenten, de Vlaamingen, in 't jaar 1567, gefeheurd waren. In deeze Amfterdamfche Byeenkomft, van welker Acta ik eenaffchrift in handen gehad heb, en die, van den vier- den tot den zevenden Maart, duurde, werdt eenige orde gefteld op het bedienen van Ge- meenten , die geene Leeraars hadden ; in fommigen van welken, Diakens tot Leer- aars werden aangefleld: en daar men geene bekwaame Leeraars vinden kon, werdt be- flöoten, de H. Schriften, in de Gemeente, te laaten voorleezen. De Leeraars of Fer- maanders, gelykze genoemd worden, moes- ten , toen, door de Gemeenten, gekooren, en , met een vriendelyck omhelfen , tot den dienft aangenomen worden. Voorts, werdt, op eene vraage van die van Rotterdam, of een Broeder 'f Officie van Vroedfchap wel zou mogen bedienen, door de Vergadering, ja geantwoord, mids hy zig onthielde van tot bloed-
|
||||
III. Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 37
bloedftortinge te raaden. Ten deezen tyde, Doopsge-
fchynen 'er, naar men vermoeden mag, ten zinden minde twee, en mogelyk drie byzondereKERKEW' Doopsgezinden-Vergaderingen, hier ter Ste- de, geweefl te zyn ; doch waar dezelven gehouden werden, is bezwaarlyk te zeggen. Sommigen hebben aangetekend , dat de Doopsgezinden, kort na de verandering des jaars 1578 , hunne meefle Vergaderingen hielden, op den Nieuwendyk, omtrent de Haarlemmer-Poort (ƒ). Uit zeker vonnis van den negenden May des jaars 1581 » waarin gemeld wordt, dat iemant, op den elfden Maart des gemelden jaars, aan 't huis vTan Gerbrand Gerritszoon, die Doopsgezind was, en in de Brouwery van 't Jeruzalem- fche Kruis, op den Oude-zyds-Voorburgwal, over 't Prinfen-hof, woonde, gevraagd hadt, waar, des anderendaags, de Vermaaning der Mennifien gedaan zoude worden (g), zou men byna befluiten mogen, dat zy, zelfs toen, nog op geene bepaalde plaats byeen kwa- men. Doch in, of kort na deezen tyd, hiel- den de Waterlandfche Doopsgezinden, die, mogelyk, als de naaflen aan Amfterdam ge- woond hebbende, voor de oudften, hier ter Stede , moeten gehouden worden , hunne Byeenkomften, in een Pakhuis, in de oude Nieuwftraat of Teerketels fteeg, in laater' tyd, de oude of de kleine Spyker genaamd. De Vlaamingen vergaderden, vermoedelyk, insgelyks, in een Pakhuis, op den Nieuwe^ zyds^
(/} BRANDT T. Deel, hl. <Sto.
(g) Zie COMMELIN bl, 1077. c 3
|
||||
38 AMSTERDAMS III.Deel.
DoopsGE-zyds-Agterburgwal, tuflchen de Lynbaans-
ziNDEN en Spaarpots - fteegen, daar de oude Vlaa- KfiRKEN, mingen nog byeen komen. Doch waar de Friezen, ten deezen tyde, vergaderden, is my niet klaarlyk gebleeken, ten ware zy, nu reeds, gelyk naderhand, hunne Byeen- komfl gehouden hadden, in een Pakhuis, de Arke Noë genaamd, op de Heerengraft, tus- fchen deKorsjes- en Molenfteegen. Veel min- der nog, weet ik eenige Vergaderplaats der Hoogduitfche Doopsgezinden aan te wyzen. Een nieuwe twift, die, in 't jaar 1586, te Franiker , ontftondt, over 't koopen van een huis, waarin, meenden fommigen, de kooper niet opregt, noch regtvaardig ge- handeld hadt, zette de Vlaamfche Gemeen- ten alomme in roere, en liep uit op eene volflaagen fcheuring, welke de Vlaamingen, overal, en ook te Amfterdam, verdeelde in twee hoopen, die eikanderen de broeder- fchap opzeiden, en afzonderlyke Vergade- • ringen hielden (h). De eene party, die 't met den Huiskooper hieldt, werdt, federt, Oude Vlaamïngen en Huiskoopers genaamd. De andere noemde men, blootelyk, Vlaa- ifiingen. De laatftgemelden hielden, na de fcheiding, hunne Vergaderingen, in of by eene gewezene Brouwery, het Lam genaamd, op den Singel, tuflchen de Beuningsftraat en het Koningsplein. De eerflgemelden bleeven, naar 't fchynt, in de oude Vergaderplaats op den Nieiiwe-zyds-Agterburgwal. Onder de tloogduitfchen, Friezen en Oude Vlaa^ mjn-
{b) VU irfchreevtn J^trhur.Uv.»
|
||||
III. Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 39
mingen, ontiionden, voor 't einde der zes-jjoopsGE-
tiende, en in 't begin der zeventiende eeu- zinden we, nog verfcheiden' fcheuringen; verdee- Kerken. lende elke Gemeente zig, in deelen en fmal« deelen, tot zo verre, dat,gelykdeGroot fprak (i), naauwlyks iemant 't getal, of de naamen derzelven zou können zeggen, en een Doopsgezind Schry ver, tot de Gemeen- te der Oude Vlaamingen behoorende, wiens Werkje, in 't jaar 1636, uitkwam, tot twaalf of d irtien byzondere foorten optelt (k). Doch of alle deezen, ook in Amfterdam, gevon- den werden, zou ik niet durven verzekeren. De twee foorten van Friezen hebben egter, ten de -zen tyde, hier hunne Byeenkomften ge- had (/): de Oude Friezen, of Janjakobsz-l^olk, in de Blomftraat, aan de zuidzyde, tuffchen de eerfte en tweede dwarsflraat: de ande- ren , die zig, allcenlyk Friezen noemden, en van fommigen Lubbert Gerritsz- Folk ge- naamd werden ,'ter voorgemelder plaatfe, op de Heerengraft, in het Pakhuis de Arke h'oë. Ook heeft eene nieuwe fmaldeeling van Oude Vlaamingen, die in 't jaar 1620 ontftondt, haare byeenkomften gehouden, in de Tuinftraat aan de noordzyde, tot dat zy, in 't jaar 1730, zig wederom by de Ou- de Vlaamingen gevoegd heeft. Doch de Waterlanders, die, eerlang, eene nieuwe en grooter Vergaderplaats ftigtten, aan de weft- zyde van den Singel, by den Jan-Rooden* Poorts*
(i) Zie hier Voor, II Deel, XII. Boek, hl, i«o.
(\) L. WillRmsz Ezel» Kinnebakken ƒ. 13 verf». \t) Maatschoen Vervolg «/> Schyn Gefchied. der Men.« HOU. UI. Dtelt bl, 77. C4
|
|||||
f
|
|||||
4o AMSTERDAMS IILDeel,
Doopsge- Poorts-Tooren, welke, in 't jaar 1605, reeds
zinden volbouwd was (m), en, federt, de groot e Spy- Kerken. ^er genaamd werdt, fcheurden, zo ver my bekend is, naauwlyks ergens, en lieten lig- telyk anderen toe tot hunne gemeenfchap; waarom zy, van de hardflen onder de an- deren , den fchimpnaam van Orekwagen kree- gen. Die, onder de Hoogduitfchen, Frie- fchen en Vlaamingen, zagtft gingen, vielen hun toe: waartoe Lubbert Gerritszoon, Leer- aar onder de zagte Friezen, die, omtrent het jaar i58o,deWaterlandfche Belydenis hielp opftellen (n), zeer veel gearbeid heeft. De vereeniging tuflchen de zagtften der ge- fcheiden' Gemeenten en de Waterlandfc-he was, reeds in 't jaar 1591 , tot ftand ge- bragt (0), op den grond eener BelydenhTe, die men 't Concept van Keulen noemde. Zy duurde nog, in 't jaar 1604. Doch na dien tyd , fcheidden eenige Hoogduitfchen en Vlaamingen zig wederom van de vereenig- de Gemeenten. Lubbert Gerritszoon, die, in 't ftuk van den Ban en my dinge, allengs- kens , gernaatigder geworden was , en in verfcheiden' Gemeenten , - geleerd hadt , bleef toen, naar 't fchynt, alleen by de Wa- terlandfche dienen, daar hy, reeds in 't jaar 1597, voor eene groote vergacjering, hadt .gepredikt ;(/>). By deeze Gemeente, voeg- den (m) Maatschoen Vervolg «/> Schyn Gefchied. der Men-
IJOn. 111- Deel, hl. 84.
(n) Schyn Gefchied. dei Meanon. l.Declt bl. 23g. II.
(o) Vit een brief v/tn Kans BuiTchaart van 10 y4u£. irsr.
(ƒ>) Zie hier vopr, U. Detl% XL ß»*\tbU 10£.eu littAND? %. Pt'«?/, <W. »jj. |
||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 41
den zig, in 't begindes jaars 1615,omtrentDoopsgb-
dertig Engelfchen, voor welken, in de En- ztoden gelfche taaie , eenen tyd lang , gepredikt Kerkew* werdt, in het Bakhuis van Jan Munter, waar- in ook eenige behoeftigen woonden. Doch in 't jaar 1613, hadden zig reeds eenige Hoogdiütfche Broeders afgezonderd van de Waterlandfchen, voor welken, LenaertClock de eerfte vermaaning deedt, in een be[onder Capelleken (q), zonder dat my gebleeken is, waar deeze Vergaderplaats gehouden wierdt, ert hoe lang, dit hoopje, op zig zelf, ge- bleeven zy. Men verloor, ondertuflchen, het werk der hereeniginge niet uit het oog. De Vlaamingen te Amfterdam floegen 'er zelven de hand aan, in 't jaar 1627. De ftiptheid der Oude Vlaamingen en anderen, die ligter, en in meer gevallen, banden , hadt de Gemeente der Vlaamingen reeds fterk doen toeneemen in getal. Zy liet dan een' rondgaanden brief afgaan, die, den zesentwintigften September des gemelden jaars, getekend was, en in welken, erkend werdt, dat men, voorheen,' van wederzy- de, te driftig was voortgeflaagen in 't ban- nen ; me^ ernftige vermaaning, tot heeling der breuke, en tot vrede en eendragt. Ook ontwierpen de Vlaamingen , wat Jaater , eene Geloofsbelydenis, het Olyftakjc ge- naamd, die ten grondflag der vereeniginge verftrekkenzou \r). Zy zogten dee^e bely- de-
{q) Vit Aantek. van R. Willemte. berußende in de Ver-
gad, by den Ttoren. (r/AjAATSCHOïN Ycrv olg $p SCHYN Ilt. 0*tti bl. \6$f.
|
||||
42 AMSTERDAMS TILDeel.
Doopsge denis ook aan de Waterlandfchen fmaakelyk
ZTNUEN te maaken, in 't jaar 1630. Doch dit ge- Kcrken. jQ^te niet. De poogingen der Vlaamingeri waren egter niet t'eenemaal vrugteloos. In 't zelfde jaar, vereenigden veele Friefchenefi Hoogduitfchen zig met hen. Ook kwamen, in 't jaar 1632, twee Leeraars en eenigc'Le- den , uit de Gemeente der Oude Vlaamingen, tot hen over, die hun beft deeden, om de Oude Vlaamingen te ontzetten van derzelver Vergaderplaats, op den Nieuwe - zy ds - Ag- terburgwal, dié, voormaals, in huure, of by vergunninge ,.gebruikt; doch, in 't jaar 1619, gekogt was. Zy hingen 'er zelfs een ilot aan, en ftelden 'er wagters by. De Oude Vlaamingen hielden toen, eerit, voor eenen korten tyd , hunne byeenkomften , in het Pakhuis den Toorenwagter, aan de weftzyde der Keizersgraft, by de Brouwersgraft, en huurden, daarna, naaft de geflooten Ver- gaderplaats , eene andere, daar nu een Wyn- huis is, de zes Kruiken genaamd,welke zy, wel veertien jaaren, gebruikt hebben: waar- na hun, in 't jaar 1646, door de vereenig- de Gemeente, hunne oude Vergaderplaats, in gevolge eener uitfpraake van goede mart1 nen, wederom werdt overgegeven, en af- gedaan. In 't jaar 1644, hadt de veree- fiigde Duitfche, Friefche en Waterkmd'fche Gemeente ook eenen voorflag-tor. vereeni- ginge gedaan aan de Gemeente der Vlaa- mingen, die, insgelyks, met eenige Frie- fchen en Hoogduitfchen vereenigd was. De voorflag ruftte , op de onderftelling , dat men, in de grondwaarheden des geloofs, eens
|
|||||
1
|
|||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 43
eens was. De Waterlandfche Gemeente Doopsse*
boodt aan, over en weder, in elkanders Ker- zinden ken, verzogt zynde, te prediken; aan de KE*KE»» emeene Leden vryheid te laaten, om el- anders Predikatien te hooren; onder eikan- deren , te trouwen, en de egt te laaten be- veiligen , daar men goedvondt: ook onder- ftand te bewyzen aan elkanders armen; ter* wyl, voor 't overige, de huishoudingen der twee Gemeenten onderfcheiden zouden bly- ven. Doch deeze voorflagen vonden gee- nen ingang by de Vlaamingen, die, niet Overtuigd, dat men, in de grondwaarheden, eens ware, vorderden, dat men, daaromtrent, tot nader onderzoek, komen zou, of dat hun^ ne uitgegeven Belydeniflln zouden worden aangenomen; waartoe de anderen niet ver- ftaan konden. De vereeniging bleef dan ag* ter, En daar verliepen maar weinige jaaren, toen 'er, in de vereenigde Vlaamfche, Frier fche en Hoogduitfche Gemeente zelve, nieu- we tweefpalt ontftondt. In deeze Gemeente, was, in 't jaar 1648,
tot Leeraar beroepen Galenits Jbrahamsz. de Haan, die, reeds te vooren , door de ver- keering met Adam Boreel, zoon van Joban Bureel, Heere van üuinbeeke, uit een def- tig geflagt in Zeeland, gefprooten (s); Da- •niel de Breen, en anderen , gedagten hadt begonnen te vormen , over den ftaat der zigtbaare Kerke, en over eenige Leerftuk- ken, die geoordeeld werden, af te wyken van
(>) Zie P. de la Rus Geletterd Zeeland, hl. ij, Stwt»
!r.;nd. Z>eel. bl. 3, |
|||||
\
|
|||||
44 AMSTERDAMS III.Deel.
DoopsGE-van de begrippen, welken, tot dien tydtoe,
zinden by zyne g-zindheid, den meeften ingang ge- Kerken. vonden hadden. Hierover was verfchil ont- ftaan, tullchen hem en eenige andere Leer- aars : welk hevigft uitborft, in den jaare 1662, ter gelegenheid, dat Samuel /Jpojhol, die, in Maart des gemeiden jaars, inden ouder- dom van vierentwintig jaaren, tot Leeraar aangenomen was, den vyftienden Ocio- ber daarna, des voordemiddags, eene Pre- dikatie gedaan hadt, welke, door Galenus, des nademiddags, vlak uit tegengefproken en wederlegd werdt. Van toen af, iloeg de vlam van den Broedertwift ten dake uit. Galenus werdt befchuldigd van wangevoe- lens, waarvan 't verfpreiden, zelfs by 's Lands Plakaaten, verbooden was. De befchuldi- gingen werden voor 't Hof van Holland ge- bragt , daar Galenus gehoord, en vry ver- klaard werdt, by eene uitfpraak van den veertienden September des jaars 1663 (?), die ik niet weet, ergens, gedrukt gezien te hebben; waarom ikze, hier agter, onder de Bylaagen («), geplaatft heb. De twift, zo hoog gereezen, flondt gefehaapen , uit te loopen op eene voHlaagen' fcheuring , die Burgemeefteren, welken ook met deeze on- luften gemoeid werden, zogten te voorko- men ; beveelende, op den tienden January des jaars 1664, alle diepzinnige gefchilftuk- ken, fmaakende naar de Leere der Sociniaa- nen, te houden van den Predikftoel', en, by de
(t) VIII. Memoriaal van Ap». Pots ƒ. 21$.
{Hj V. B. |
||||||
ÖI. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 45
de drie Beftierders der Kerkelyke middelen, Doopsgb-
twee anderen te kiezen, in de plaatfe van zinden twee overleedenen; tot welke verkiezing, ^ERKEN' zy, den negentienden derzelfde maand, een redelyk middel aan de hand gaven (ü). Doch over deeze verkiezing, kon men eikanderen ook niet verdaan. Eindelyk, liep de twee- fpalt zo hoog, dat drie Leeraars, '1 obias van den fVyngaard, Izaak van Vreede en Samuel Jpofiool, en zes- of zevenhonderd Ledemaa- ten, zig van de overigen afzonderden, en, in een gehuurd Pakhuis, in de oude Teer- tuinen , byeen kwamen. Doch op den ne- gentienden September des jaars 1664, kog- ten zy eene gewezen Brouwery op den Sin- gel , tuiTchen de Bergftraat en Blaauwburg- wal , van Vrouwe Agatha van Oudshoorn, Weduwe van den Heere Burgemeefter Jan Corneliszoon Geelvinck; daar de Zon op het dak, en Perfer et Obdura , dat is, Ver- draag en Volhard, boven de poort flondt; welk teken en fpreuk, nog tot op deezen tyd toe, overgebleeven zyn; gelyk de wa- pens der Huizen van Geelvinck en Oudshoorn, ook nog, boven de poort Haan. Sommigen hebben gemeend, dat de fpreuk Perfer &? Obdura, door den Stigter, ontleend was, uit eenen Legpenning der Staaten van Utrecht, die, in 't jaar 1596, geflaagen werdt (w). Immers, men ziet het jaartal 1597 nog aan een binnengevel: waaruit af te neemen is, dat
(v Groot Memor. N V. f. \z; , 116 verft. Zie LuM-
MELIN , hl 49- (tv, Zie G. van Loon Ncded. Hiftoriepenn. I. Dt«l,
bl. 489. |
||||
46 AMSTERDAMS tSt.thm
ÖoorsGE-dat het huis in dien tyd gebouwd werdt*
zinden De gefcheiden'Gemeenten, die zig beide Kbrken. eenen en denzelfden naam gaven van Ver* eenigde Vlaamjche^ Friefche en Hoogduitfche Doopsgezinden, beweerden, ondertuïTchen, beide regt te nebben, op het Kerkgebouw by 't Lam, en op de Kerkelyke goederen. Die van de Zon meenden, dat zy een uit- fluitend regt hadden op het Kerkgebouw, doordien het, in't jaar 1631, door Har- men Hendriksz. van Warendorp , gemaakt was, om gebruikt te worden, tot oefening van den Godsdienft, die toen aldaar gepre- dikt werdt; waarby zy, huns oordeels, naauw- keuriglyk gebleeven waren, daar hunne par- tyen , zeidenze, van den zelven waren af- geweeken. Doch van de andere zyde, werdt beweerd, dat zy, die by 't Lam bleeven vergaderen, de anderen niet uitflooten, maar Broederlyk verdraagen wilden, en hierom niet konden ontzet worden van 't gebruik van 't Kerkgebouw. Voor 't einde desjaars 1664, kwamen partyen overeen, om de ge- fchillen over 't Kerkgebouw en de Kerkely- ke goederen te verblyven aan de uitfpraak van Burgemeefleren, waarvan elke party, voor een' byzonderen Notaris en getuigen, een Compromis of Verbindfchrift tekende (#). Burgemeefteren magtigden, op den zesden January des volgenden jaars, den Heer Pe- trus Check, Raad deezer Stad, en de Advo- kaaten, Jacob de la Mine en Paulus BiJJchop, om,
*
(x) Groot-Memor. N. V. ƒ. i6i9 itl verft, en hieragt«
in de Bylaagen £». C. N. i *n ». |
||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 47
om, hunnentwege, deeze uitfpraak te doen doopsqe*
(y). Doch, naderhand, verklaarden zy aan zinden Galenus en Apollool, dat deeze uitfpraak al- KßRKE1*. leen de Kerkelyke goederen betreffen zou, en dat het Kerkgebouw zou blyven aan hun, die in vrede begeerden te leeven; alzo zy zig, in het onderzoek, wie by de Leere ge- bleeven ware, en wie daarvan zou mogen afgeweeken zyn, niet begeerden in te laa- ten (2;. Galenus en de zynen bleeven dus ♦in 't bezit van 't Kerkgebouw by 't Lam. De andere party hieldt haare Vergaderingen in de Zon. En in 't jaar 1672, kwamen de twee partyen overeen, wegens eene verdee- ling der Kerkelyke goederen, zonder dat my gebleeken is, op welk een' voet. Midlerwyl, hadt de' Waterlandfche Ge- vereeni-
fneente, die haare Vergaderingen hieldt in ging der den grooten Spyker by den Jan-Rooden-Vlaam- Poorcs - Tooren, zig, op den eerften Juny ^e' des jaars 1668, vereenigd met de Gemeen- iandfche te, die by 't Lam vergaderde. Zy namen federt en andere den naam van Vereenigde Vlaamfche en Wa- Doops- ( terlandjche Doopsgezinden aan. Doch eeni-gez ni ge weinige Leden der Waterlandfche Ge- meente , geen behaagen fcheppende in dee- ze vereeniging , voegden zig by de Gemeen- te in de Zon, die zig, van toen af, ook Vereenigde Vlaamfchen en tVaterlandJcben noemde. Ook heeft deeze Gemeente zig, in 't jaar 1674, vereenigd met eenige Vlaam- fche en Waterlandfche Gemeenten in Noord- hol- (y) Groot Memor. N. V. ƒ i«o verfo. <■» lïylaagen L*. L>.
(x.) Compromis tuflthcn U*. GAUiNUS en T, VAN DEN WYNGAARD gedr. Iótff. |
||||||
4.8 AMSTERDAMS IILDm;
Doopsge-holland en elders,die thans omtrent veertig
zinden in getal zyn, en jaarlyks, in de maand May, Kerken* [n de Kerk van de Zon, eene Societeits- Vergadering houden. Midlerwyl, waren 'er, reeds te vooren, zo ik my niet bedrie- ge, eenige Leden en een of twee Leeraars uit de Zon uitgegaan, die hunne Vergade- ringen hielden op de Heerengraft, in het Pak- huis, de Arke Noë, tiuTchen de Korsjes- en Molenfteegen, waar, eertyds, de Friefche Doopsgezinden plagten byeen te komen; doch, eerlang , een huis betrokken in de Prinfenftraat, welk toen de kleine Zon ge- naamd werdt. Maar deeze kleine Gemeen- te verdeelde zig, na verloop van eenigen tyd, nog wederom in twee hoopjes, een van welken, op de Prinfengraft , over de Noorderkerk , byeen kwam. De Verga- derplaats van deezen werdt het Sterretje ge- naamd. De kleine Zon, in't jaar 1676, met die van 't Lam en den Tooren, vrugteloos, over eene vereeniging gehandeld hebbende, voegde zig , na weinige jaaren verloops, wederom by de groote, en het Sterretje ver- eenigde zig, in 't jaar 1692, met de Friezen, die, in 't jaar 1664, de Vergaderplaats, den Ouden Spyker, in de Teerketelsfleeg, van de Waterlandfche Gemeente gekogt had- den ; welke, federt, de Arke Noë genaamd werdt. De Gemeente der Oude Friezen, die in de Blomftraat plagt byeen te komen, heeft zig , na't overlyden van eenen haarer twee laatfte Leeraaren, Jasper Douwes ge- naamd , ter gelegenheid, zo my, door fom- migen verhaald is, van zeker verfchil met den
|
||||
ïtt. BoÈK. ÖVERIGePROT. ËN AND.ReRKÈN. 49
den overgebleeven Leeraar Pieter Wiebes Doopsge-
Bakker, die zyne Dogter, Maaike, welke zinden buiten de Gemeente getrouwd was , nietKERKEIf* bannen wilde, iri 't jaar 1725, vereenigd friet de Gemeente, die haare Vergaderingen houdt by 't Lam en by den Tooren. De •Friezen, die, in de oude Nieu wftraat of Teer^ ketelsfteeg, plagten te vergaderen, en wel- ker Vergaderplaats ook op den Nieuwe-zyds- Agterburgwal uitkwam, daar de Arke No'ê nog in den gevel flaat, hadden dezelve, in *t jaar 1720, met kennis en bewilliging van Burgemeefleren (0), verplaatfl in de kleine Zon, in de Prinfenflraat, en op de Prinfen- graft uitkomende, waar, eertyds, de Ver- gadering van Doopsgezinden, die uit de Zon gefcheiden waren, en naderhand eene By- eenkomft van Collegianten geweeft was. Ook was 'er, in nog laater' tyd, eenige rei- zen , door Roomfchgezinden, dienft gedaan. Deeze Vergaderplaats, die net hertimmerd werdt, kreeg, federt, ook den naam van de Arke Noacbs. Doch na dertig jaaren ver- loops, was de Friefche Gemeente, in ge- tal van Ledemaaten, zo zeer afgenomen, en hadt zo groot een gebrek aan Leeraars, dat Zy, in 't jaar 1752, befloqt, zig met de Ge- meente in de Zon te Vereenigen, op eenige weinige Leden na,die zig by de Gemeente van 't Lam en den Tooren gevoegd hebben» Na deeze vereeniging, werdt 'er nog eeni* ge reizen gepredikt in deArke,Noacjis,die» fe-
(a) Groot-Memor. K. IX. ƒ. 267,
Vin. Stuk, P
|
||||
^i"«»»- '■■.....' " <" '."'.•■ uw»» ■■»,:■■' •:• ■' ,,i-' .'i. «■».'■» »■ - —... jiaj^mfupninj... ,.«..i
|
||||||||||||||||||||||
50 AMSTERDAMS III. Deel.
Doopsge.federt, eenen geruimen tyd, ledig geftaan
zinden heeft; doch nu, door de Gemeente in de Zon, Kerken. tot een Qude Vrouwen- en Weeshuis, ver- bouwd is. . I# Tegenwoordig, zyrt'er, derhalve, maar Befchry- drie Doopsgezinden Gemeenten binnen dee- ving der- ze Stad. Zy worden, doorgaands, onder- Do?lT fcheiden, naar deplaatfen, daar zy hunne Gemeen" Vergaderingen houden. De grootfte der drie te, haare Gemeenten heeft twee Kerken: de twee an- Vergade- deren * ieder ééne. De twee eerftgemelde houden- Kerken ftaan beide tuflchen den Singel en de, by 't Heerengraft. Dé eerfte, de K e r k b y 't Lam en Lam genaamd , gelegen tuflchen de Beu- 9 ^M ningsftraat en 't Koningsplein, fchynt, voor KerTby 't einde der zeftiende, of in 't begin der ze- Tx Lam. ventiende eeuwe, beftaan te hebben, in een ruim pakhuis, behoorende tot de Brouwe- rye bet Lam. Doch dit Pakhuis werdt, in 't jaar 1639, van den grond af, in de te- genwoordige gedaante , herbouwd. Het woonhuis der Brouwerye is, in 't jaar 166r, vernieuwd (£), en draagt nog een Lam,op den top van den gevel. De Kerk heeft twee ingangen op den Singel, en een' op de de Hee- rengraft De laätfte is, voor weinige jaaren, deftig vernieuwd. Van binnen, heeft de Kerk twee galeryen boven eikanderen, dié op zes houten kolommen ruften. In 't mid- den der Kerke, hangen twee tamelyk groote koperen Kaarskroonen. De Predikftoel ftaat in 't noorden, tuflchen de middelfte lichten |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
III. Boek. Ovérióe Prot, en and.Kerken. 51
van den zydgevel. Voorts, is de Kerk, be- Doopsck-
neden, voorzien van de vereifchte gefloel- zinden ten. In 't noordweflen der Kerke, waar ook K-ERKEN* des Kofters wooning is, ontmoet men een wel gefchikt langwerpig vierkant vertrek , daar de Leeraars en Diakenen , voor en na de preeke, byeenkomen > en daar de laat- flen de gecollecteerde penningen, voor eenen tyd, bergen. De andere Kerk, die, door deeze zelfde Kerk by
Gemeente, gebruikt, en de K e r k b y d e n 2,en T° 1 jA • 1 , • TOOREN.
o o R e N genaamd wordt, is kleiner en ou-
der, dan de gemelde, en ftaat ten zuiden van de Bergftraat, tegen over den Jan-Roo- den-Poorts-Tooren. Zy heeft ook drie in- gangen, een' op den Singel en twee op de Heerengraft. De Kofters wooning is op de Heefengraft. Van binnen , heeft het ge- bouw veel overeenkomft met de Kerk by 't Lam. De twee galeryen boven eikanderen ruften ook op zes houten kolommen. De Pre- dikftoel ftaat in 't noorden. In 't midden der Kerke, hangen twee groote koperen Kaars- kroonen. Men heeft, beneden, bekwaame geftoelten. Op de bovenfte galery, in 't zuiden, zyn drie byzondere ingangen naar drie vertrekken. Het weftelykfte en groott fte is de gewoonlyke Kerkenkamer, daar Leeraars en Diakenen, weekelyks, byeen- komen : het volgende is de Kamer der Leer- aaren, die tot hunne afzonderlyke byeen- komften gefchikt is, en alwaar eene Kweek- fchool der Doopsgezinden gehouden wordt. Het derde eu kleinfte vertrek is de Kamer D % der
|
||||
52 AMSTERDAMS IILDèel.
DootscE.der DiaconefTen. Alle deeze vertrekken zyn
zinden voorzien van't gene vereifcht wordt, tot KufiiteN. ket einde , waartoe zy gefchikt zyn. De ouderdom en bouwvalligheid deezer Kerke heeft de Dienaars der Gemeente, die ook ver- ftönden* genoeg aan ééne Kerk te hebben, reeds voor lang, doen bedagt zyn, op het bouwen van eene nieuwe en grootere, in de plaats van deeze. En de bouwkundige Abra- ham Ebbenhorfl heeft, al voor eenige jaaren, een houten model vaneene Coupel-Kerk,met drie deftige ingangen, vervaardigd, welk, op de zolder, boven de Leeraars - Kamer , ge- plaatft is. Doch dit ontwerp fchyrtt, federt het verbeteren van 't gebouw , waar van wy fpreeken, voor eerft, niet in 't werk gefteld te zullen worden. Kerkbe- De Doopsgezinde Gemeente, die by 't flierdee- Lam en den Tooren vergadert, wordt, te- zer Ge- genwoordig, gediend van vier Leeraars en twintig Diakenen, die, met eikanderen, den Kerken- Kerkenraad uitmaaken. Zy komen, alle wee- raad. ken, des Donderdags nademiddags, ten drie uuren, byeen, in 't reeds gemelde vertrek der Kerke by den Tooren. De handelingen van de Vergaderingen derzelver Leden wor- den gefchikt naar een Reglement, welk, in 't jaar 1673, gemaakt, drie jaaren laater, een weinig veranderd, en laatftelyk, in 't jaar 1725, in -eene zeer nette orde, gebragt is. Terftond ha drie uuren, wordt het ge- bed gelezen, waarna men treedt tot de ver- handeling der Gemeentelyke zaaken, de Ka- mer betreuende. De Leeraars zitten alleen vo»ör, in de Kamer; doch by beurten, en ieder
|
|||||
-
|
|||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 53
ieder eene maand. De pofl van Scriba wordt, Doopsge«
insgelyks, door eenen Leeraar, waargeno- zinden men , die daartoe, by de Vergaderinge , Kerken- voor eenige jaaren, of voor eenen langen tyd, rerkooEcn, en, zo langhy Scriba is, geen Prefident wordt. De Prefident is ver- pligt, van alle zaaken van eenig belang, waar- op , by de Kamer, ftaat geraadpleegd te wor- den, met briefjes, die , door den Scriba, worden opgefteld,vooraf,kennis te geeven aan de Leden. Ook moet hy de zaaken, zo veel mogelyk zy, by vriendelyke overree- ding , en met eenpaarigheid, tot befluit zoe- ken te brengen. Doch indien zulks niet ge- lukken wil, wordt alles, eindelyk, by meer- derheid van ftemmen, afgedaan, met voor- behoudenis van elks vryheid, om aanteke- ning te laaten doen tegen 't genomen befluit. De Prefident belaß:, fomtyds, zaaken van groot gewigt, voor elk, behalve voor af- wezende Mede-Leden, geheim te houden, op eene boete van driehonderd guldens, ten be- hoeve van de armen der Gemeente. De geno- men befluiten worden, altoos, of in dezelfde, of in eene volgende Vergadering, gerefumeerd of herzien: waarna zy eerfl kragt hebben, en uitgevoerd worden. De Prefident, afgaan- de , is verpligt, de boodfchappen, die nog, uit den naam der Vergaderinge, te doen zyn, te bezorgen: waartoe hy, in gevallen van belang, een of twee Leden, tot zyn gezel- fchap en hulpe, verkiezen mag. De Scriba houdt aantekening van de befluiten der Ver* gaderinge, en leeftze, altoos, voor, eer hy- ze in \ net fielt. Voorts, beantwoordt hy D 3 de
|
||||
. ■ '.
|
|||||
54 AMSTERDAMS III.Deel.
DoopsGE-de brieven, die aan de Gemeente gerigt wor-
ziKDEN den, uit den naam der Vergaderinge. Zo Kerken. ^ fe gemeene zaaken afgehandeld zyn, begeeven de Leeraars zig naar hunne Kamer, om de zaaken, die den Predikdienft aangaan, te verhandelen. Zy mogen geenen, dan be- kende, en ter goeder faame ftaande bui- tenleeraars verzoeken, om voor hun te pre^ diken. De Diakenen blyven , na dat de Leeraars vertrokken zyn, afzonderlyk ver- gaderd , tot bezorginge van den dienft der armen. De behoeftigen, die iet van de Broe- derfchap begeeren , moeten hun verzoek, tuflchen drie en vier uuren, inleveren by den Kofter, die 't der Vergaderinge voordraagt; waarna zy 'er, indien men 't noodig oor- deelt , op gehoord worden. In de Verga- dering der Diakenen, zit ook écn der zek ven, in zynen rang, eene maand voor, be- ginnende deezen rang, alle jaaren, op nieuws, van den oudften. De Prefident-Diaken heeft, op eiken Kamerdag, drie Medebroeders, tot zyne byzondere hulpe, by zig: een, die 't Ar- menboek voor zig heeft, waarin aangete- kend ftaat, wat elke behoeftige genooten heeft, en wanneer; een ander, die de As- fignatien fchryft van 't gene aan de behoeft tigen toegeftaan woïdt, en een derde, die hiervan aantekening houdt in eene klad : waaruit het, naderhand, door den Armen- boekhouder , in 't Armenboek , geboekt wordt. De Prefident-Diaken, met de maand afgaande, wordt, de volgende maand, Cas- houder of Cafïier. De Vergadering der Dia- kenen heeft ook haaren Scriba, die aante? ke-
|
|||||
XII. Boek. OverïgeProt.en and.Kerken. 55
kening houdt van de verzoeken, welken, Doopsgr-
buitengewoonlyk, gedaan worden, en van zinden het toeflaan of afflaan derzelven. Hy fieltKfiRKfiIf' ook de briefjes, waarop de Diakenen, by- zonderlyk, befchreeven worden. Voorts, draagt hy, nevens den Caffier, zorg, dat de boeken, na 't fcheiden der Vergaderinge, gebergd worden, naar behooren. De Leeraars deezer Gemeente worden ver- Leeraars,
kooren, door de dienende Leeraars en Diake- nen , met bewilliging der Broederfchap, aan welke de verkooren Leeraar wordt voorge- fleld, met bygevoegde vraage, of'er iemant derBroederen ook iet tegen hebbe?'t welk, ge- meenlyk, met flilzwygen, beantwoord wordt. In elke Kerke, wordt, des Zondags, eens ge- predikt, in de eene, des voordemiddags, en in de andere, des nademiddags: ook op tweeden Paafch-, en tweeden Kerfldag, en op Be- dedag. Doch op tweeden Pinkfler- en Iie- melvaarts-dag, wordt maar eens, des voor- demiddags alleen, by den Tooren, gepre- dikt. Op Nieuwjaarsdag, al komt dezelve in de weeke, wordt ook, des avonds, by den Tooren gepredikt: op GoedenVrydag, dat is, Vrydag voor Paafchen, van gelyken. Voorts is 'er, in January, February, No- vember en December, ook 's Woensdags 's avonds, Predikatie by den Tooren. Vyf- maal 's jaars wordt, by deeze Gemeente, Avondmaal gehouden , doorgaands in Fe» bruary, May, July, September en November, driemaal by't Lam, alwaar, volgens eene ou- de gewoonte onder de Vlaamfche Doopsge* zinden, het brood en de beker, door de D 4 Leer-
|
||||
$6 AMSTERDAMS IU.Deei.
fïöorsoE- Leeraars en Diakenen, uitgedeeld en rond
zinden gebragt wordt aan de Deelgenooten , die Keuken. 0p }lunne plaatfen blyven zitten; en twee-* maal by den Tooren, daar men, volgens 't gebruik der Waterlandfchen en der meefte Proteftihten, aan tafel gaat: zyndemy maar één voorbeeld bekend, dat men, in 't jaar 1Ó13, in de Waterlandfche Gemeente, die f oen reeds by den Tooren vergaderde, be- ilooten heeft , den fwacken te geval, den eerften dag, het Avondmaal te houden aan eene tafel, en den tweeden dag,■ zonder tar fel (c). Wanneer men 't Avondmaal by den Tooren houdt, wordt, des Voormiddags, ook in de Kerk by't Lam, gepredikt, 's Vrydags voor 't Avondmaal, houdt men eene Voor^ bereidings-predikatie. In February en No- vember , is de gewoonlykfle tyd van doopen, des Zondags 's avonds eene week voor 't hou- den van 't Avondmaal; wanneer 'er ook, 's Voordemiddags, eene Belydenis - predika- tie gedaan wordt. De Voordemiddags - Pre^ dikatien beginnen ten negen uuren; doch als 't Avondmaal is, een half uur vroeger, 's Na- demiddags, beginnen de Predikatien altoos ten twee, en 's Avonds ten vyf uuren. Diake- De Diakenen, die twintig in getal zyn, uen. dienen vyf jaaren agtereen. Jaarlyks, gaan 'er vier af, in welker plaats, door de Leer- aars en Diakenen, insgelyks met bewilli- ging der Broederfchap, vier anderen ver- kooren worden. Doch indien 'er, binnens jaars, een of meer Diakenen, die nog niet ïn 't laatfle jaar van hunnen clienft waren, mog-
(e) Aantek. va/i R. WJI.1.BMSZ. Lr. A. ƒ. J.
|
||||
III. Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 57
mogten overleeden zyn, worden 'er zoveel Doopsoe.
meer nieuwen verkooren. De verkiezing zinden gefchiedt, in 't begin van December,-en in ^1**11** 't begin van January, treeden de nieuwlings verkooren Diakenen in dienft, en worden de afgaanden bedankt. Doch zo een of meer nieuwlings verkooren Diakenen niet gezind zyn, den dienft te aanvaarden, wor* den zo veelen van de genen, die anderszins zouden afgegaan zyn, verzogt, om nog een jaar te dienen, ten ware zy reeds zes jaaren gediend hadden. De Diakenen zyn verdeeld in vier ploegen, ieder van vyf Perfoonen, hebbende elke ploeg het opzigt op de be- hoeftigen der Gemeente, in eene Wyk der Stad, die, ten deezen aanzien-, in vierwy- ken verdeeld is. In deeze wyken, wordt, van tyd tot tyd , huisbezoeking gedaan. Ook doen de vier Leeraars, elk in eene wyk, verzeld van eenen Diaken uit elke ploeg, by beurten, eens in 't jaar, de benodiging tot het Avondmaal, aan de wooningen van de Leden der Gemeente. Voorts, zyn onder de Diakenen zeven Boekhouders: een Journaal- en Grootboekhouder, die den gantfchen ftaat der Geldmiddelen en der inkomften en uitgaaven van de Gemeente te boek fielt; een Refolu- tie-boekhouder of Scriba, die de befluiten van de Vergadering der Diakenen aantekent; een Correspondentie-boekhouder, die aanteke- ning houdt van 't gene met meer ofmin be- hoeftige Buitengemeenten wordt gehandeld; een Memoriaal-boekhouder, die de uitdeelin- gen aan de behoeftigen , by wyze van klad- cle of Notitieboek, aantekent; een Armen*. D 5 beek*
|
|||||||
^_^________
|
|||||||
58 AMSTERDAMS HLDeel;
Doopsge- boekhouder, die, in 't net, aantekening houdt
zinden van 't gene de behoeftigen genieten; een Kerken, pamilie- en Koflwinning- boekhouder, die den flaat en 't beroep der behoeftige huisgezin- nen en perfoonen te boek fielt, en een Turft en Spys - boekhouder, die van de turf, het vleefch, de boter, de kaas, de gort en an- dere fpys, die, ten dienfte der behoeftigen, ingekogt en uitgedeeld wordt, aantekening houdt. Een der Diakenen, en wel, byzon- derlyk, de Caffier, doet, alle Vrydagen, 's nademiddags ten drie uuren, in de Kerke by 't Lam, uitdeeling vanTarwen- en Roggen* brood. En in 't begin van December, ge- fchiedt, ter zelfder plaatfe, eene algemee- ne uitdeeling van Vleefch, Boter, Kaas en anderen voorraad van fpyze tegen den win- ter. Doch mannen of vrouwen, die, buiten deeze en andere Doopsgezinde Gemeenten, getrouwd zyn, genieten geen' onderlland uit de Gemeentelyke Cafle, fchoon 't aan Diakenen gelaaten is, om, in hoogen nood, aan zulke perfoonen, de helft te geeven van 't gene zy, anders, zouden genooten heb- ben. Van de overeenkomfl van den jaare 1759, met de Nederduitfche Gereformeer- de Gemeente, volgens welke, de huisgezin- nen onderfleund worden, door de Gemeen- te, daar de,man Lidmaat is; de Weduwe, door de Gemeente, daar zy Lidmaat blyft, en de Weezen, door de Gemeente, daar de langftleevende Lidmaat geweeft is (d); heb- ben wy, reeds by eene andere gelegenheid, ge.
{i) Gioot-Memor. N. XII. ƒ. ji??rf»,
|
||||
III. Boek. OverigeProt. en and.Kerken. 59
gewag gemaakt (e). Wyders, zyn 'er nog Doopsoe-
eenige andere byzondere dienften of Com- zindkn miflien, onder de afgegaane en dienendeKerkeN* Diakenen, verdeeld. Vier hunner, met den oudften, of eenen der oudfte Leeraaren aan 't hoofd, zyn, voor hun leeven, CommiJJaris- Jen over de buitenlandfche Zaaken, die, voor- naamlyk, het onderfleunen van vervolgde of verarmde buitenlandfche Doopsgezinde» Gemeenten betreffen , en in gemeenfchap met de Doopgezinde Gemeente, die in de Zon vergadert, worden waargenomen. Vier dienende Diakenen zyn Bowwmeeflers. Zy hebben 't opzigt over 't onderhoud der twee Kerken, en der verdere huizen van de Ge- meente , welke laatften zy verhuuren: ook zorg draagende, dat de verfcheenen huuren ontvangen worden. De Groot-Boekhouder en vier andere Diakenen zyn Commijfaris- fen over de Obligatien en Papieren - EffeÏÏen der Gemeente, agtgeevende, dat de ver- ■ fcheenen Intreften derzelven ingevorderd, en de Lallen, op dezelven en op de huizen gefteld, betaald worden. Vier Diakenen zyn Boedelmeefiers. Hunne poft is de boedels der behoeftigen, die aan de Gemeente ver- vallen , elk in eene van de vier wyken der Stad, aan te flaan en te redden. Vier an- deren , insgelyks, elk in eene wyk, zyn Op- zienders over zulke behoeftigen, die befteed worden, om een Ambagt te leeren. Twee Diakenen zyn CommiJJariJfen tot den inkoop van Turf en Spys, en een is gefteld tot het in-
(?) Zit UI, Ocelt II. Boe^ hl. jjj.
|
||||
6o AMSTERDAMS IILDeel.
Doopsge- invorderen en verantwoorden der boeten,
zinden die, by verfcheider* gelegenheden, ten be- Kerken. hoeve van de armen der Gemeente , ver- beurd worden. De Diakenen hebben ook de beurten, om,by 't uitgaan der twee Ker- ken , de aalmoeflen der Gemeente te verza- melen , onder hunne vier ploegen, verdeeld. De Cas deezer Colleäe wordt gehouden in de Kerk by den Tooren, werwaards, de pen- ningen , in de Kerk by 't Lam gecollecteerd, eens ter maand , moeten worden overge- bragt, wordende de armboflen aan de Ker- ken , om de drie maanden, geledigd. Wy fpreeken niet van de Regenten van 't Oude- Vrouwen-Huis der Gemeente, noch van die van 't Linden- en Rypen - Hofje, die ook uit de Diakenen worden gefield, om dat wy voorhebben, in de befchry ving deezer Gods- huizen , nader, van dezelven te gewaagen. Diaco- Ten dienfle der behoeftigen, zyn, in dee~ neuen, ze Gemeente, ook vyf DiaconeJJln gefield, die, even als de Diakenen, en op denzelf- den tyd, voor den tyd van vyf jaaren, ver-> kooren worden, en van welken, gemeenlyk, jaarlyks, eene afgaat. Zy zyn, te gelyk, Regenteflen van 't Oude - Vrouwen - Huis. Het huishoudelyke der behoeftigen , en 't voorzien derzelven van kleedinge en ande- re noodwendigheden is haarer zorge aanbe-r volen. Zy komen, op den zelfden tyd als de Diakenen, in haar Vertrek in de Kerk by den Tooren, des Donderdags nademid- dags, byeen. ■£)0ft0. De Gemeente heeft, tegenwoordig, twee icn,Chi-Docloren, twee Chirurgyns en drie Apo- the-r
|
||||||
IIL Boek. Overige Prot. ïn and.Kerken. 61
thekers, die, door de Kerkenkamer, dat is, doopsos*
door de Leeraars en Diakenen, verkooren zinden worden. De Do&oren en Chirurgyns be-KsRKEN* dienen ieder twee wyken, en van de Apo-rurgyns thekers, bedient een twee wyken, en de an- ^hekST deren twee elk eene wyk. Wy kómen nu tot de befchryving der Kweek-
Kweekfihoole, in deeze Gemeente opgeregt, j.cho°l om jongelingen bekwaam te maaken tot den DeJops. Predikdienft. Men hadt, reeds in 't jaar gezinden, 1680, den Leeraar Galenus Abrabamsz ver- in de Ge. zogt., zig byzonderlyk toe te leggen op het ^e,etnfe onderwyzen van jonge luiden, die zig tot eJJ derJm den Predikdienft wilden overgeeven; waar- Tooren. toe men hen, door voordeelige voorwaar- Gelegen- den , zogt aan te moedigen, zig, onder an- heid tot deren, verbindende , om hun een eerlyk^Pjeg- beroep te bezorgen, zo zy al niet mogtenZe[yeer flaagen, in 't bekomen eener Leeraarsplaat- fe. Ën 't werk hadt zo veel opgang, dat, in 't jaar 1692, aan Doftor Galenus , als Onderwyzer of Profeffbr, gelyk hy ook, fom- tyds, genoemd werdt, eene jaarwedde en vrye wooning werdt toegelegd. Agt Ge~ committeerden der Kerkenkamer, van welken Galenus een was, hadden het opzigt over de Kweekfchool, en oordeelden over de vor- dering en bekwaamheid der Studenten. Doch in 't jaar 1699, nog by 't leeven van Doétor Galenus, die eerft in 't jaar 1706 overieeden is, werdt bel boten, liet er Noordyk, Leer- aar te Utrecht, tot Prediker en Profeflbr al- hier , te beroepen, op eene wedde van agt- tienhonderd of tweeduizend guldens in 't jaar. Noordyk bedankte egter voor 't beroep als Pro-
|
|||||
**
|
|||||
62 AMSTERDAMS III.Deei.
Doopsge- ProfeiTor; doch werdt, in 't jaar 1703, Leer-
ziNDEN aar, terwyl Galenus voortvoer met het on- Kerken. derWyZen der jeugd tot zynen dood toe. Noordyk werdt, in t jaar 1708, nog eens ver- zogt om het Profeflbrfchap te willen aannee- men; doch hy bleef het, beftendiglyk, af- flaan(/). Men liet dan de Doopsgezinde jeugd fludeeren, ten deele op 's Landshooge Schoo- ien , of op de doorlugtige SchooTe deezer Stad, en ten deele, by de Remonftranten. *t Ontwerp om de Kweekfchöoi te herftellen werdt egter niet uit het oog Verlooren. In de jaaren 1709 en 1713, deedt de Doops- gezinde Gemeente van Rotterdam voortla- gen aan deeze, om eene Societeits - Kweek- fchool op te regten; 't bewind over welke ftaan zou aan zekere Sociëteit der rekke- lykfle Gemeenten, opgeregt om de behoef- tige Gemeenten van Leeraars te voorzien, die toen nog nu en dan byeen kwam; doch nu, federt veele jaaren, niet meer. Doch men kon eikanderen niet verdaan, naar be- hooren. In de Gemeente hier ter Stede, bleef de zaak nogtans leevendig. De Ker- kenraad handelde'er over, in de jaaren 1715 en 1716, en men nam, in 't jaar 1726,een uitdrukkelyk belluit, om eenen ProfefTor aan te (lellen. Nogtans, verliepen 'er eenige jaaren , eer men een bekwaam voorwerp aantrof, om deeze poft te bekleeden. Ein- delyk, wierp de Kerkenraad, in 't jaar 1733, het oog op Tjerk Niewwenhuis, die zig, op de Hoo-
(ƒ) Rcfülutieboek der Kamei Lr, D. hl% tx, 166, 167#
ï«8 1 ZOJi.
|
||||
III. Boek. OverïgeProt. en and.Kerken. 6$
Hooge Schoole van Franeker, geoefend Döójsgï-.
hadt, en tot Doétor in de Philofophie be- zinden vorderd was, en die nu, in de Theologie, Ke»ren« ftudeerde onder de Remonftranten, daar men hem zelfs b na 't overlyden van den Profes- for Clericus, het onderwyzen der Logica aan zyne Medeftudenten hadt aanvertrouwd. Men verkoor hem dan tot Profeflbr in dé Theologie en Philofophie. Doch zyne ver- kiezing bleef geheim- Hy werdt, in 't vol- gende jaar, eerfl tot Proponent bevorderde en deedt toen, tot voortzetting zyner flu* dien, eene reis naar Engeland. Midlerwyl, vondt de Kerkenraad geraaden, te beproe- ven , of men de voorgenomen Kweekfchool, op redelyke voorwaarden, ook tot eene So* cièteits-Kweekfchool zou können maaken: waarover, in 't jaar 1735, aan twee en veer- tig der rekkelyfte Buiten - Gemeenten ge- fchreeven, en met de Gemeenten in de Zon en in de Arke Noachs gefproken werdt. Aan de meefte Buiten-Gemeenten werdt, op haar verzoek, het beraamde Ontwerp op de Kweekfchoole toegezonden. Men befchreef- ze zelfs hier ter Stede. Doch maar zes Ge- meenten zonden hier afgevaardigden. Daar Werdt, derhalve, niets geflooten, en de Ge- meente alhier bleef belaft met het bewind en met de koften der opgeregte Kweek- fchoole. Nieuwenhuis, zyne intrede, met eene Latynfche Redevoering, gedaan heb- bende , vmg de openbaare Leflen aan, in 't vertrek der Leeraaren in de Kerk by den Tooren, op den eerften December des jaars I735« Zyn opvolger, Heere Oost er- baan, |
||||
<54 AMSTERDAMS WLÜesx*
Doomgb- baan, is, in 't jaar 1761, beroepen. Hy
zinden is verpiigt, de Philofophie en Theologie te Kbrkin. onderwyzen. Doch de Kerkenraad heeft den oudften Leeraar, Klaas de Vries, die zig,veele jaaren, in de Wis- en Natuur- kunde , naar de nieuwe Engelfche wyze, ge- oefend hadt, verzogt, aan de ftudeerende jeugd, in de voornaamfte deelen der Phi- lofophie , LefTen te willen geeven; waartoe hy een gedeelte van den tyd, die hem van Zynen gewoonlyken Predikdienft overfchiet, heeft afgezonderd. De werktuigen, die, in zyn Collegie, tot het doen van Natuurkun- dige en andere proeven, gebruikt worden, zyn , door eenige vermogende Leden der Gemeente, bekoftigd. Oogmerk De Kweekfchool ftrekt, volgens het Re* [y ^e" glement op dezelve, den zevenden No- enng' vember desjaars 1737, by den Kerkenraad, vaftgefteld, niet alleen om jonge Luiden bekwaam te maaken tot den Predikdienft, in deeze Gemeente, alhier, en in andere Doopsgezinde Gemeenten , alomme; maar ook om te bezorgen, dat eenige min ver- mogende Buiten-Gemeenten, die zig, aan het opzigt van deeze, byzonderlyk, heb- ben aanbevolen , van Leeraars , en van middel omze te onderhouden, voorzien worden. Zulke Gemeenten zyn, nogtans % verpiigt,jaarlyks, aanhouding van den ver- leenden onderftand te verzoeken, en geene Leeraars te verkiezen, dan die, in de Kweek* fchoole, van welke wy fpreeken, tot Pro- ponenten , bevorderd zyn. Zy moeten, aan dezelven, met den onderftand, dien zy van |
||||
lil. Boek* Overige Prot, en and.Kêrkën. 63
deeze Gemeente trekken, en die twee hon- doopsö%*
derd en vyftig,ofuiterlyk driehonderd gul-zinden dens beloopt, ten minde vyf honderd gul- Kk*ken» dens in 't jaar, können toeleggen. Doch zo zy hiertoe buiten itaat zyn, worden zy ge- weezen tot andere Doopsgezinden Gemeen- ten , of aan de Beftierders van zekere maa- king, ten deezen einde, door den Diaken Jan Honoré r aan deeze Gemeente , ge- daan. Men is niet gewoon, den onderftand te verminderen, wanneer eene min vermo- gende Gemeente de wedde van haaren Pre- dikant tot zes honderd guldens mögt können brengen : doch wel, wanneer zy in ftaat geraaken mögt, omze verder te können ver- hoogen« De Gemeente onderhoudt eenige Kweekelingen, doch niet meer dan zes of* agt, en draagt de koften hunner fludien, zonder zig egter , tegenwoordig , verder, byzonderlyk, aan hun te verbinden, in geval, zy niet tot den Predikdienft mogten können bevorderd worden. De Kweekelingen, 'tzy zy, uit deeze Stad, of door eenige Buiten- gemeenten, worden voorgedraagen, wor- den niet aangenomen, dan na dat, zy getoond hebben, genoegzaam bedreeven te zyn in de Griekfche en Latynfche taaien;'t welk ook, omtrent de Studenten in 't gemeen, plaats heeft. Het onderhoud der Kweekelingen is op twee honderd en vyftig guldens bepaald, en zy verbinden zig, om geen beroep, bui- ten bewilliging van den Kerkenraad, te aan* vaarden, zonder de koften te vergoeden, die, ten hunnen behoeve, gedaan zyn. De Proponenten genieten drie honderd guldens VIII. Stuk. E '$ |
|||||||
HBBH^M^H^MU_a_ia_^_^M^^Ma^Ma
|
|||||||
66 AMSTERDAMS III.Déel.
Doopsge-'s jaars, tot dat zy een vaft beroep hebben,
zinden en zyn, midlerwyl, verpligt, de predikbeur- Kerken. ten i die hun, door den Kerkenraad, opge- draaien worden, waar te neemen: ook zul- ke Buiten-Gemeenten, die geenen Leeraar hebben, op lalt van den Kerkenraad, voor eenigen tyd, te dienen. Het opzigt over de Kweekfchoole Haat aan tien Gecommitteer- den tot de aankweking der Leeraaren, zynde den ProfeiTor,de vier Leeraars,twee altoos aanblyvende Leden uit de Diakenen, en drie anderen, die, uit de dienende Diakenen, ge- kooren worden. Oefening De Profeflbr, die zyn eigen Samenftelfel en bevor volgt, plagt vyf Leffen in de Theologie, en dering ^rie in de Philofophié tér weeke te geeven, denten* buiten de Vacantïen, die, door den Ker- kenraad, geregeld zyn. Doch tegenwoor- dig , en in gevolge der fchikkinge, van wel- ke wy, hier voor (JQ, gefproken hebben, geeft hy maar ééne Les in de Philofophié. De LelTen, die, altoos, in de Latynfche taa- ' Ie, gegeven worden, mogen door elk, zon- der onderfcheid van gezindheid , worden bygewoond. De gewoonlyke tydvan ftu- deeren is vyf jaaren, twee in de Philofophié, en drie in de Theologie. Doch die toonen, dat zy zig, op de openbaare Hooge Schoo- ien, genoegzaam, in de Philofophié , ge- oefend hebben , zyn alleen verpligt , drie jaaren in de Theologie te ftudeeren. De Studenten zyn gehouden , Latynfche Gra- tiën en DifTertatien, èn Predikatien, in de Nederduitfehe taaie, té dóen, terwyl zy, in
(f) BUdx.. «i.
|
||||
III. Boek. Overige Prot. enand.Kerken. 6f
in de Philofophie en Theologie, ftudeeren, Doopsgb- op geryken voet omtrent, als onder de Re- zinden monftranten (/;). Het onderzoek der^ Sta- Kerksn' denten gefchiedt tweemaal 's jaars, in de Lente en in den Herfffc: waartoe de Gecom- mitteerden tot de aankweeking der Leeraa- fen , byzonderlyk , befcfrreeven worden , fchoon alle de Leden van den Kerkenraad daar by ook können tegenwoordig zyn. Zy, die tot Proponenten ftaan te worden bevor- derd , worden over de Leere ondervraagd, en van 't gantfche onderzoek wordt, op den eerftvolgenden Kamerdag, aan den Kerken- raad verilag gedaan: waarna de bevordering tot Proponenten gefchiedt , in welke de Broederfchap ook ftilzwygende bewilligt. De Profelïbr is geen Lid van den Kerken- raad, ten zyhy 'er, byzonderlyk, toe ver- zogt worde. De tweede Doopsgezinde Gemeente hier il.
ter Stede houdt haare Vergadering nog, i n Befchiy- de Zon, op den Singel, 't Gebouw, welk JJJJS d£r twee ingangen heeft, op den Singel en opgezinpJê de Heerengraft , werdt, in 't jaar 1683,Gemeen- van binnen en van agteren, t'eenemaal, ver- g»ha«e nieuwd. Ook is de ingang op den Singel, ^ngliou* voor weinige jaaren, verbouwd, en bovendende in de poort een bekwaam vertrek gemaakt, db Zon. daar de Diaconeffen byeen komen. In het zelve, zyn eenige kaften, waarin de klee- ding voor dé behoeftigen bewaard wordt. De Kerkenkamer, een ruim vertrek in 't weflen, tegen den agtergevel der Kerke, |
|||||||||
ia
|
|||||||||
(h) Zu hier voor, hl. )z.
E 2
|
|||||||||
68 AMSTERDAMS III. Deel.
X)oopsoE-is toen ook vernieuwd, en fchept haar licht,
zinden van boven, door een' grooten Koepel. De Kerken. ]£erfc zelve is van eene ruime galery voor- zien , ruftende op zes houten kolommen. De Predikftoel Haat tegen den agtergevel van 't gebouw, in 't weiten. In 't ruim der Ker- ke , hangen drie; onder de galery, tegen over den Predikftoel, twee, en aan elke zyde, nog twee koperen Kaarskroonen. Voorts, is de Kerk van bekwaame geftoelten voorzien. Kerkbe- De Gemeente der Doopsgezinden, die in ftier.dee- j£ £on vergadert , wordt doorgaands ge- meente, diend van drie Leeraars en tien Diakenen, Kerken- -die den gewoonlyken Kerkenraad uitmaaken. raad. Doch toen de Friefche Gemeente, in't jaar 1752, met deeze , vereenigde, kwamen < met dezelve, drie Leeraars over, van wel- ken nog twee in't leeven zyn. De Ker- kenraad vergadert, alle Woensdagen, des Zomers> ten drie, en des Winters ten half drie uuren na den middag. Doch tot het verkiezen van Leeraaren, en eenige andere zeer gewigtige zaaken , wordt de groote Kerkenraad befchreeven, die uit de Leer- aars en uit de dienende en afgegaane Dia- kenen beftaat. Leeraars. De verkiezing der Leeraaren gefchiedt, by eenpaarigheid of by meerderheid van *e ftemmen des grooten Kerkenraads, die voor- af eene Nominatie maakt; doch de verkie- zing moet, door de Broederfchap, worden goedgekeurd, die, ten dien einde, des Zon- dags , na dat de verkiezing gedaan is, ver- zogt wordt, na 't eindigen van den Voor- middags-dienft , een weinig te vertoeven. De
|
||||
III. Boek. OverigeProt. en and.Kerken. 60
De Predikatien gefchieden, hier, op de zelf- Doopsge. de tyden, als by de Gemeente, die by 't Lam zindrn enden Tooren vergadert:, met dit onder-Kerken' fcheid alleenlyk, dat, in de Zon, op Goe- den Vrydag niet, en op tweeden Paafchdag, alleenlyk des Voordemiddags, gepredikt wordt. Ook wordt 'er 't Avondmaal maar driemaal 's jaars gehouden, op den eerden Zondag, in Maart, in July, en in November. De Leeraars, elk van eenen Diaken verzeld, doen, eens 's jaars, in den Herfft, in hunne byzondere wyken, huisbezoeking by deLeden der Gemeente. Men heeft, in deeze Gemeen- te , onlangs, eene nieuwe en zeer fraaije be- ryming der Pfalmen ingevoerd, die, zo my berigt wordt, door een Genootfchap van ken- ners en oefenaars der Poëzye, gedigt, en uitgegeven is, onder de Spreuk Laus Deo, Salus Populo. De Diakenen dienen vyf jaaren, en zyn ,Diake«
eerft na dat zy vyf jaaren buiten dienft ge-nen. weeft zyn, op nieuws, verkieslyk. Eender oudften is Scriba, en houdt aantekening van voorkomende zaaken en genomen befluiten: een ander is Groot - Boekhouder , en levert, jaarlyks, een' netten Haat of Balance aan den Kerkenraad. De Scriba behoudt zyne poft, zo lang hy in dienft is; doch de ove- rigen negen zyn, maand om maand , eerft Caflier en daar na Prefident. Elk hunner heeft, daarenboven , eene byzondere poft waar te neemen. Twee zyn Bowmmeefiers, en hebben 't opzigt over de vafte goederen der Gemeente. Een houdt het boek der behoeftige Ledemaaten: een ander dat der E 3 Le-
|
||||
7<5 AMSTERDAMS IIIDeel.
DoopsoE-Ledematen in 't gemeen, en der gebooren
2TNDEN Kinderen : een derde bezorgt den vrydom Kerken. van Lands- en Stads Laden : nog twee heb- ben opzigt over de Weeskinderen, die op een ambagt befteed worden. Eindelyk, houdt een der Diakenen het Copyboek der Brie- ven , 4ie , door den Kerkenraad , worden afgevaardigd. Op het waarneemen deezer byzondere poften, en den dienft der Dia- kenen in 't gemeen, is, reeds in 't jaar 1664, een uitvoerig Reglement gemaakt, welk, in 't jaar 1684, vernieuwd , en in de jaaren 1697, 1727 en 1753, in verfcheiden' op- zigten, eenigszins, veranderd is. By het zelve, zyn eenige boeten op verzuimenis- fen en misflagen in het waarneemen der by- zondere poften gefield, die, door den Pre- sident, ingevorderd, en, by gelegenheid, befteed worden, tot vervulling van voorko- mende nooden , welken niet bekwaamlyk ten lafte der Gemeente können worden ge- bragt. De behoeftige Ledemaaten, onder- fland begeerende, können zig, alle Woens- dagen , vervoegen aan de Kerkenkamer , daar weekelykfche uitdeelingen van klee- ding en noodpenningen gefchieden: doch op het Hofje der Gemeente in de Tuinftraat, wordt brood en turf uitgedeeld. De be- hoeftigen, die op dit Hofje woonen, wor- den , alle maanden, en de behoeftigen buiten het zelve, alle drie maanden, door de Diake- nen , bezogt. Elke behoeftige ontvangt zy- ne bediening alle vier weeken. Doch in No- vember , gelchiedt 'er groote uitdeeling van Vleefch, Spek, Boter, Kaas, Gort en an- dere |
||||
III. Boek. OverïgeProt. en and.Kerken. 71
dere fpyze , in de Kerke. De verkiezing Doopsgb-
van Diakenen, in de plaats van de afgaan-zinden den, gefchiedt, jaarlyks, op den eerflenKEBKEN* Woensdag-avond in December, na 't eindi- gen van den gewoonlyken Kerkdienft. Voor- af, wordt der Broederfchap afgevraagd, of zy daarby tegenwoordig wil zyn, danofzy, in de verkiezing des Kerkenraads, beruft ? En zy verklaart zig, genoegzaam altoos, ftilzwy« gende, voor het laatfte: waarna haar de ge- daane verkiezing, terftond, bekend gemaakt wordt. Deverkooren Diakenen worden, op den eerften Zondag in 't nieuwe jaar, na 't eindigen van den Voormiddags-dienft, door eenen der Leeraaren, plegtiglyk, beveiligd en ingezegend. Wyders, zyn, in deeze Gemeente, vierDiaco-
DiaconeJJen, die, gemeenlyk,voor haar lee-neffen' ven, in dienft blyven, en door den dienen- den Kerkenraad verkooren worden. Zy ko- men , om de veertien dagen, des Woens- dags , op het zelfde uur als de Kerkenraad, byeen. Voormaals, plagten de Jongelingen, die Kweck-
zig tot den Predikdienft fchikten,in deGe-fcht)o1- meente, van welke wy fpreeken, door ee- nen der Leeraaren, onderweezen en geoe- fend te worden. Doch in 't jaar 1753 , kort na dat de Gemeente van de Arke Noachs zig met deeze vereenigd hadt, werdt men te raade , eenen der Leeraaren, D°. Pe- trus Smidt, het Profefforfchap in de Godgeleerdheid enz. op te draagen, en, on- der 't opzigt der Leeraaren en dienende Dia- kenen in 't gemeen , als Curatoren , eene E 4. Kweekt
|
||||||
72 AMSTERDAMS III.Dee£.
Voopsge-Ktveekfchaol op te regten voor zulken, die
zrNDEN genoegzaame ervaarenis in de Latynfche JCeäke^. Taale, en andere bekwaamheden hadden, om, in de gemelde taaie, tot den Predik- dienft, te worden opgeleid. Men gaf van deeze opregting kennis aan de Gemeenten, die , met deeze, behoorden tot eene Socie- teits-Vergaderinge, welke, jaarlyks, byeen- komt; dezelven noodigende, om haare jon- gelingen te zenden op de nieuwe Kweek- fchoole , die reeds verfcheiden' Leeraars aan Doopsgezinde Gemeenten heeft uitgeleverd. De Reglementen, op deeze Kweekfchoole gemaakt, komen, in de meeite opzigten, overeen met de Reglementen , voor de Kweekfchoole der Gemeente, die by 't Lam en den Tooren vergadert. Doch de Gemeen- te in de Zon laat maar drie Alumni of Kwee- kelingen toe, om op haare kollen te f tudee- ren. De ProfefTor geeft zyne LefTen in de Kerkenkamer. HL De derde Gemeente der Doopsgezinden jBefcbry. a|hier houdt haare Vergaderingen, op den Doops-r Nieuwe - zyds - Agterburgwal, aan de weft- gezinde zyde, tuflchen de Lynbaans- en Spaarpot^ Gemeen- iteegen, naaft de herberg de zes Kruiken. Zy VeVÏÏr ^ ' a' *n ^e zei^en<^e eeuwe, den naam
ringbhou- gedraagen van Oude Vlaamingen. Ook heeft
dendeby men haar, fömtyds, Dantzigers genoemd,
Af. zes om (jat Zy met ééne der twee Doopsgezin-»
Kmken. ^R Qemeenten te Dantzig , aldaar, oud-
tyds, Klerken genaamd, zo 't fchynt, naar
eenen Oudfte of Leeraar, die Klerk of de
Klerk heette, altoos, Broederlyke gemeen-
fchap onderhouder* heeft, en door dezelve,
fon>
|
||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 73
fomtyds, van Leeraars voorzien is. De Ver- Doopsge-
gaderplaats der Gemeente is een langwerpig zinden vierkant beneden-vertrek, tegens welks wes- Kerken- telyken wand, de Predikftoel gefteld is, in't midden eener afgeflooten bank voor de Die- naaren en Diakenen. Regt tegen over den Predikftoel in 't ooflen, is eene kleine ga- lery,en even binnen den ingang van't een- voudig gebouw, eene Kerkenkamer. De Gemeente, van welke wy fpreeken, Derzcl-
wordt, tegenwoordig , bediend van vyf ver bc- Leeraars of Dienaars des Woords, die nog, Viering, gelyk van ouds, zonder wedde, dienen; en van twee Diakenen, die in geduurigen dienft blyven, en niet, gelyk in andere Gemeen- ten , na verloop van een ige jaaren, afgaan. Een der Dienaaren des Woords is Oudfle, en, in deeze hoedanigheid, alleen bevoegd, om Doop en Avondmaal te bedienen; waar- toe hy, door een', twee, of drie der naaft« gezetene Oudften, plegtiglyk, en met op- legginge der handen, wordt ingewyd. Hy, en de andere Dienaars en Diakenen worden, uit en door de gantfche Broederfchap, daar toe, byzonderlyk, famengeroepen, by een- paarigheid of meerderheid van ftemmen , verkooren. Men ziet, in deeze verkiezin- ge, op de meeflgeoefenden, en die, te ge- lyk , van eenen iligtelyken wandel zyn. Doch aan een' verkooren Leeraar wordt op zyn verzoek, altoos, eenige tyd gelaa- ten, om zig, tot het aanvaarden van den Predikdienft, te bereiden. Des Zondags, en op de Feeft- en Bededagen, wordt 'er, E 5 in
|
||||
---■■■■--■ - .... -------------------— ■■ - - ■
|
|||||
74 AMSTERDAMS IILDeei.
Doopsge- in de Kerke deezer Doopsgezinden , maar
kinden ééne Predikatie gedaan , des Voordemid- Kekken. fags. In de weeke, wordt 'er niet gepredikt, behalve des Saturdags, tot Voorbereiding voor 't Avondmaal, welk 'er, gewoonlyk, tweemaal 's jaars, gehouden wordt, op Paa- fchen, en tegen den winter. De gewoon- lyke Vergaderingen der Gemeente, en de byzondere Byeenkomften der Broederfchap worden aangevangen en beflooten, met een ftil Gebed of Dankzegging , waarvan de Leeraar, vooraf, den inhoud opgeeft. De Dienaars en de meefte mansperfoonen doen dit gebed, knielende. In de Vergaderinge, bedient men zig nog van eene oude Over- zettinge des Bybels, genaamd die van Nico» laasBieflkens, welke, by de Doopsgezinden, van ouds, gebruikt werdt; doch, federt, by de meeften, voor de nieuwe Overzettinge, op laft der Staaten deezer Landen gemaakt, en in 't jaar 1637 in 't licht gegeven, ver- wiffeld is. Wyders, is, by deeze en dier- gelyke Gemeenten, de plegtigheid der Voet- waiTchinge nog in gebruik; doch niet, ge- lyk onder zulke oude Vlaamingen, die, met den naam van Groningers , onderfcheiden worden, by de onderhoudinge van 't Avond- maal , en in de Kerke; maar alleen, omtrent Oudflen of Dienaars, die van eenige Bui- tengemeenten herwaards gezonden zyn; en ter plaatfe, daar zy hunnen intrek genomen hebben. De Kerkenkamer, van welke de Dienaars des Woords en de Dienaars der armen Leden zyn, wordt op geeneii vaflen tyd
|
|||||
III. Boek. Overige Prot.en a^d.Kerken. 75
tyd gehouden, doch vergadert, doorgaands, Doopsge-
eens of tweemaal ter weeke, naar dat zulks wmm de gelegenheid vordert. De Diakenen raad- KEW' pleegen, in de voornaamfle zaaken, de zorg voor de armen betreffende, altoos, met de Dienaars des Woords. Alle de Doopsgezinden Gemeenten zyn,
op den zesentwintigften January des jaars 1714, door Burgemeefleren deezer Stad , vermaand, tot het houden van aantekening der geboorenen onder haar (i), om, indien 't vereifcht wordt, gelyk dikwils gebeurt, getuigenis te können geeven van den dag van iemants geboorte. Wyders , hebben Burgemeefleren en SecretarnTen deezer Ste- de , by meer dan eene gelegenheid, beves- tigd , dat, op de verklaaring der Mennoni- ten, of der zulken, die, wegens hun be- grip uit het Evangelie, zwaarigheid maa- ken in het doen van eenen eed; en dus dee- ze verklaaringen doen, met waare woor- den , in plaatfe van eede; hier, volgens een aloud gebruik, altoos regt gedaan wordt (£). By de Vlaamfche, Waterlandfche en oude Friefche Doopsgezinden Gemeenten, was, oudtyds, het trouwen voor den Leeraar, in de Kerke, in gebruik. Doch op den twaalf- den Auguflus des jaars 1621, kreegen al- len, die op deeze wyze getrouwd waren, bevel van de Wethouderfchap, om, binnen drie maanden, voor Schepenen te verfchy- nen,
(») Groot-Mcmor. N. TX. ƒ. 179. Handv. bl. 4<j4.
f*) Handv. bl. 4«j. Zie oo{ hier vooii II. Deel. XI. Jätete f bl. xoo. |
||||
76 AMSTERDAMS III. Deel.
CüLLB- nen, en hun huwelyk nader te doen beves-
ciANTEN tigen (/)• Ver-
|
|||||||||
«ADER-
PLAATS. |
|||||||||
IV.
|
|||||||||
VERGADERPLAATS der
COLLEGIANTEN. Oor- 17^er men > m 'c begin der Reformatie ,
fprong r^rf hier te Lande, Hooge Schooien hadt der Col- opgeregt, alwaar jonge Luiden in de Her- legien, vormde Leere onderweezen, en tot waar- byzcnde- neeminge van 't Predikampt bekwaam ge- rje Ge- maakt werden; hadt men , by alle de ge- zindhe- zindheden, die van 't Pausdom waren afge- den der weeicen > eene foort van oefeningen inge- vormden. voerd, die men hieldt gegrond te zyn op 'eene plaats van Paulus - Brieven {in). Men liet, naamlyk, zelfs gemeenen broederen ge- legenheid , om»in de Kerke, na de Predi- katie , of op andere bekwaame tyden, een gedeelte der H. Schriften, beurtswyze, te verhandelen, tot fligtinge der Gemeente, met redelyke vryheid, om iet, welk ande- ren nuttig oordeelden, te voegen by 't ver- handelde. Onder de Gereformeerden, noem- de men deeze wyze van oefenenproponeeren, en propheteeren, om dat menze hieldt te ge- lyken naar het gene de Apoflel, in de aan- gehaalde plaatfe, propheteeren noemt. De Byeenkomften , tot deeze oefeningen ge- fchikt, werden Collegien der Propbeeten ge- naamd, (l) Seitrb, I. ƒ. J67- Handv. bU *«*♦
\m) i Kjt, XIV. j«-40. |
|||||||||
UI. Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 77
naamd, en in de oudfte Synoden van dejaa-coLLE-
ren 1568, 1571 en 1574, fterk aangepree- gianten zen («). Men beoogde , onder anderen, YER- op deeze wyze, geoefende Luiden op te lei- JJJJJfc den tot den Predikdienft (0). Doch de Col- legien, van welken wy fpreeken, hielden, na 't opregten van Hooge Schooien, niet lang ftand by de Gereformeerden enLuther- fchen. Zelfs raakten zy, by de Doopsge- zinden , daar zy de voornaamtle Kweek- fchoolen der Predikanten plagten te zyn., meer en meer, buiten gebruik, tot dat het afzetten en bannen van veele Remonftrant- fche Predikanten, omtrent het jaar 1619, gelegenheid gaf, dat zulke Leden van by- zondere Gemeenten, die zig van hunne Leeraars ontzet zagen, en zig niet genoe - gen konden met het gene hun, in de open- baare Kerke, geleerd werdt, de oude oefe- ningen , welken fommigen zelfs boven de Predikatien ftelden, wederom begonden in te voeren, en eerft te Warmond,daarna te Rynsburg, en vervolgens ook in andere Ste- den en Dorpen deezer Provinciën, Collegien op te regten, daar vryheid van leeren ge- geven werdt aan elk verftandig en befchei- den Chriften. Doch 't liep, tot in of om* trent het jaar 1646, aan, eer, te Amfter- dam, om het opregten van zulk een Colle- gie gedagt werdt. Omtrent dien tyd, of wat eerder, was Opreg<
met der woon herwaards gekomen Adam Sn?,va?'t mCol]eg,c
(») Zie Kerk. Handboekje it. j, 17, i«,iy,aij «7,9«.
(.) Kak. Hanjiu. hl, 3, |
||||||
--------
|
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
t« AMSTERDAMS III. Deel.
Cöi.le- Boreely van wien wy boven (p) reeds ge-
GtAWTÉW waagd hebben; die, nevens Galenus Abra- Ver" hamsz. de Haan, wien, naderhand , het Leer- pl'aats. aarampt onder de Vlaamfche Doopsgezinden te Am« opgedraagen werdt; Michiel Komans, die of fterdam. tot de Remonftrantfche, of tot de Doops- gezinde Gemeente behoorde, en Daniel de Br een, die, te Leiden, onder den Remon- flrantfchen Profefïbr Episcopius, geftudeerd, en, na 't veroordeelen der Remonftrantfche Leere in de Synode van Dordrecht, de Hoo^ ge Schoole verlaaten hadt ; hier het eerfte Collegie opregtte, op het Rokin over het Rotterdammer Veer, op den zuiderhoek van de Kalfsvelsfteeg, in een huis, dat van 't S. Marias Kloofter hertimmerd was, en nog in wezen is. Hier vergaderde, door den tyd, een goed getal van luiden van allerlei ge- zindheid , gelyk ook de eerfte opregters niet eenerlei belydenis aankleefden. Boreel was van Gereformeerde herkomft ; Galenus Doopsgezind: Komans, veelligt , Remon- ftrantfch, en de Breen plagt ook tot deRe- monftranten te behooren. De yver van Ga- lenus bragt egter te wegé, dat veele Doops- fezinden het Collegie bywóónden, waarom et, by verten,'en zelfs by de Regeering deezer Stad , voor eene Vergadering van Mennoftifiert, wetdt aangezien (#). Doch, niet lans na de opregting van het Collegie, |
|||||||||||||||||
vielen de Gereformeerde Predikanten dee-
zer Stad, of eenigen der zelve« 'derllegee- rin-
■ 't •
(p) BUdx.. 4».
{<]) Rei'ül, Holl. io Se ft. 1(48, hl. jj o. |
|||||||||||||||||
■-—-------------— »"- ——----------- - — - -....... " " "
|
||||||||||
III. Boek. Overige Prot, en anö.Kerken. 79
ringe klagtig, dat 'er Sociniaanlche dwaa* coLLB-
Iingen verfpreid werden op 't Collegie. De gianti» Sociniaanen waren , federt het jaar 1638,^* |
||||||||||
in Poolen vervolgd (r): en eenigen der del-
|
GADEk-
PLAATS. |
|||||||||
ven hadden de wyk genomen naar Holland
en naar deeze Stad. Een hunner Schriften was hier zelfs, by den beroemden Drukker Joan Blaauw, die naderhand Schepen werdt, in't jaar 1642, van de pers gekomen; doch* by Schepenen-Vonniffe, in de Stads tuin, verbrand (/). 't Zou dan zeer wel Zyn kön- nen , dat iemant, die hunner Leere toege* daan was, zig op 't Collegie vervoegd, eft zyn gevoelen aldaar voorgefteld hadt. Doch Burgemeefteren, onderzoek doende, op de natuur van 't Collegie, kreegen geen ander befigt, dan dat het eene Vergadering van Mennonifien was. Nogtans, vonden zy ge« raaden, het Collegie op het Rokin te doen fluiten. De Predikanten lieten zig hierme- de genoegen. Doch de Collegianten ver- gaderden , na verloop van eenigen tyd, we* derom op eene andere plaats, en onder an- deren in 't huis van zekeren Koopman, zo ik meen, Anthony Rooleeuw, op de Keizers- graft, by de Groenlandfche Pakhuizen. In den Zomer des jaars 1648, fielden de Ker- ketyke Afgevaardigden van Breda, op de Zuidhollandfche Synode, die te Delft gehou- den werdt, voor „ dat, te Amfterdam, eene „ Sociniaanfche Kweekfchool opgeregt was; „ en dat de Sociniaanen, die dezelve had- „ den
Cf) Önpattyd. Chion. hl. 71.
(>) BaANDT Daew. bl. jx. |
||||||||||
8o AMSTERDAMS III.Deeiv
Collk- „ den opgeregt, van de Wethouderfchap
GiAiïTEN n verzogt hadden, in de Stad te mogen bly- ]?f*" „ ven woonen." Men vraagde den Am- |
||||||||||||||||||
GADER-
PLAATS |
||||||||||||||||||
fterdamfchen Predikant Rudolphus Petri, die
|
||||||||||||||||||
de Synode bywoonde, wat hy 'er van wilt?
Hy verklaarde „ niet te weeten, dat 'er, in „ Amfterdam, eenig Collegie van Sociniaa- „ nen ware; maar wel, dat de Kerkenraad |
||||||||||||||||||
55
J> 55 5»
|
aan de Wethouderfchap hadt vertoond,
dat, te Rynsburg, eene vergadering van verfcheiden' gezindheden begon in zwang te gaan." Den Raadsheeryöta van Foreefi, |
|||||||||||||||||
die de Synode, als CommilTaris politicq, hadt
bygewoond, verflag van 't gebeurde doende ter Vergaderinge van Holland; werden de Af- gevaardigden der Stad Amllerdam verzogt, te willen verklaaren, wat hun van 't verhaalde in de Synode bekend mögt zyn. En deezen betuigden „ geene kennis altoos te hebben, „ dat 'er, in hunne Stad, eene Kweekfchool |
||||||||||||||||||
5>
5' 55 SI |
van Sociniaanen zyn zou. Doch twee jaa-
ren geleeden was hun, zeidenze, voorge- komen, dat zig aldaar zekere Vergade- dering van Mennoniften openbaarde ; |
|||||||||||||||||
„ waaromtrent Burgemeefteren zulke orde
„ hadden gefield, dat de Predikanten daar- „ in genoegen genomen hadden." . De Le- den van Holland, verftonden dan, dat men de zaak niet verder roeren zou (t). 't Colle- gie , eenigen tyd, op meer dan ééne plaats, gehouden zynde, werdt, zo 't fchynt, eer- lang , wederom overgebragt in het Huis op het
(#) Refol. Holl. si, jo Sept. 164«, hl. jij, 33«, ti%
bici agt«r in dt liylaagen IS. E. N. 1 m 2. |
||||||||||||||||||
•"
|
||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
III. Boek. Overige Prot, en and. Kerken. 8 r
het Rokin. Galenus Abrahamsz. bleef hetCoLLE-
bywoonen; doch deedt, na eenige jaarener ante» verloops, zyn beft, om het in de Doopsge-VER" zinden - Kerk by 't Lam over te brengen >of ^"jjjj ten minden, om in die Kerk ook een Col« legie op te regten. Tot het laatfte, werdt, byzonderlyk in de jaaren 1655 en 1660, ge- arbeid (u). Doch 't gelukte niet, dan na dat de Gemeente, die federt in de Zonby- eenkwam, zig van de Gemeente, die by 't Lam vergaderde, gefcheiden hadt; en na dat de laatftgemelde Gemeente zig met de Wa- terlandfche hadt vereenigd. De Collegian- ten bleeven egter op het Rokin vergaderen, tot dat zy, in of kort voor het jaar 1675 , een huis huurden, op de Keizersgraft, aan de ooftzyde, tegen over den Schouwburg, daar de Oranjen - appel 'm den gevel flondt. Hier hielden zy, in 't gemelde jaar, hunne gewoonlyke Byeenkomften. Hoe zy dit |
||||||||||||||
Huis, ten zelfden tyde, tot een Weeshuis
|
||||||||||||||
aangelegd ,en federt gekogt hebben, zullen
wy, wat laager, te boek Hellen. Een he- vige twift, die, naderhand, onder de Col- legianten, ontftondt, gaf gelegenheid, dat de Regenten van 't Weeshuis, in 't jaar 1685, het Collegie, voor beide de twiftende par- tyen , toeflooten. Zy vergaderden toen, ieder afzonderlyk: de eene party in de Prin- fenftraat, in een huis, welk ook een' uitgang op de Prinfengraft hadt, en in laater' tyd, tot eene Kerk der Friefche Doopsgezinden vertimmerd is j en de andere party wederom op
(») Lammeren Kryg, hl. 14.
VIII. Stuk. F
|
||||||||||||||
■
|
||||||||||||||
j
|
||||||||||||||
------------------■•——"------------------- —'■ ! Li- vmmqimmm
|
||||||||||||||||
f.. i.i,».J*H,pp'
|
||||||||||||||||
AMSTERDAMS HLDeel,
|
||||||||||||||||
82
|
||||||||||||||||
op het Rokin, en naderhand, in eene ge-
wezen' Glasblazery op de Keizersgraft, tus- fchen de Ree- en Beerenftraaten. Doch in 't jaar 1690, werdt het Collegie in denOran- jen-Appel wederom, voor beide de partyen, geopend, mids zy, op afzonderlyke tyden, byeen kwamen, en elkanders oefeningen niet floorden. Maar aan deeze en andere voor- waarden werdt, naar 't oordeel der Regen- ten van 't Weeshuis, niet voldaan naar be« hooren: waarom het Collegie aldaar, in 't jaar 1694, andermaal geflooten werdt. Bei- de de partyen hielden toen, beurtswyze, zo ik meen, byeenkomften in het gemelde Huis in de Piïnfenflraat, de kleine Zon genaamd, om dat 'er eenige Doopsgezinden, die uit de Zon waren uitgegaan, Vergaderingen ge- houden hadden; tot dat zy, in 't jaar 1700, vereenigden, en wederom in het Weeshuis den Oranjen-Appel byeen kwamen. Zy vergaderen, nog tegenwoordig, in een
bovenvertrek van het zelfde Weeshuis, welk in een Jongmans- en Dbgters - Huis onder- fcheiden is. Het eerfte heeft zynen ingang, die ook de toegang naar 't Collegie is, op de Keizersgraft, over den Schouwburg. In 't vertrek, tot het Collegie gefchikt, zyn alle de Plaatfen voor elk gemeen. De Ge- meente, die hier gewoonlyk byeenkomt, houdt, tegenwoordig, maar eens ter wee- ke, des Zondags, na den middag, midsgaders, op Bede- en Hemelvaartsdag, openbaar Colle- gie. Daarenboven, is 'er nog eene byzondere oefening, die voor Jongelingen gefchikt is. Zy, die, in 't openbaare Collegie , ge-
woon- |
||||||||||||||||
Colle-
ctanten Ver. GADER-
*LAATS. |
||||||||||||||||
Befchry-
ving van het Col- legie in denOran- jen Ap- pel. |
||||||||||||||||
,..'■
|
||||||||||||||||
III. Boek. OverigeProt. en and.Kerken. 83
woonlyk, het woord voeren, worden daar- Colle-
toe, doorgaands, vooraf verzogt door de be- giahtih kwaamfte Leden der Gemeente j fchoon men JJ*^ aan elk befcheiden en verftandig Chriften PLA&TS. vryheid laat, om aan de Gemeente voor te draagen, 't gene hy oordeelt tot ftigtinge te können dienen. Gemeenlyk, wordt 'er, na 't zingen van een' Pfalm of geellelyk Lied, en na 't doen van een gebed, een gedeelte der H. Schriftuure verklaard; en, na dat 'er gelegenheid gelaaten is, om eeni- ge aanmerkingen te maaken over 't gen® men gehoord heeft, wordt de verklaarde Tekft, doorgaands door een' ander', toege- paft;waarna de gantfche oefening, meteen gebed en dankzegging, welk, veeltyds, van een gezang wordt voorgegaan , beflooten wordt. Eens 's jaars, gemeenlyk in Februa- ry, wordt 'er 't Avondmaal gehouden. Aan den op- en ingang naar de Collegieplaats, zyn eenige Armboflèn gefield: een ten be- hoeve van armen van allerlei gezindheid: de overigen ten behoeve der Weezen, die in dit Weeshuis worden opgevoed. De behoeftige Collegianten worden onder-
fleund uit eeneArmenkas, tot welke, jaarlyks, wordt ingetekend. Zy ftaat onder 't opzigt van drie Beftierders, welken drie Gecom- mitteerden toegevoegd zyn, met welken zy, in zekere gevallen, moeten raadpleegen. Zy dienen drie jaaren. Doch jaarlyks gaat 'er een Beheerder en een Gecommitteerde af, welker plaatfen, in 't begin van December, uit en door de intekenaars tot de Kas* by meerderheid van Hemmen, worden vervuld. F 2 't
|
||||
84 AMSTERDAMS HI. Deel,
Quakers 't Beftier deezer KafTe is, in 't jaar* 1734,
V£R- op eenen geregelder voet gebragt, en toen o ader- js vaftgefteid (dat de middelen dcrzel ve zou- den dienen. 1. tot onderhoud van behoefti- ge Collegianten. 2. tot betaaling van eeni- ge Gemeentelyke onkoften. 3. tot vervul- ling van eenige dringende nooden buiten de Collegianten. en 4. om aan iemant on- der de Collegianten eenige penningen op In- treft te fchieten, tot voortzetting van een eerlyk beroep. Wyders, zyn de Beftierders deezer KafTe ook Regenten van zeker I lof- je, het Roozen-Hofje genaamd : waarvan wy , ter zyner plaatfe , nader gewaagen zullen. v •
QUAKERS - VERGADERPLAATS.
Oor- "^Ve Proteftantfche gezindheid, welke, al
vroeg, fpotswyze, Quakers ge-
iERs^yA noem^ '1S 9 heeft haar begin genomen ter ge- legenheid der predikinge van eenen Engelfch- man, George Fox genaamd, die, omtrent het jaar 1647, opftondt. Zy heeft zig, ;hier ter Stede, in of kort voor het jaar 1656,'neder- gezet. De eerden, die hier leerden, en eeni- gen aanhang maakten, waren Willem Arnes, Hunne jan Stubs en Willem Katon. Arnes kwam, Vereadc-fr? 't jaar 1657, ten tweede maale, in Am- ringen, fterdam ; doch kreeg toen bevel van Bur- hier ter gemeefleren, om de Stad te ruimen. Hy Stede, maakte zwaarigheid, om dit bevel te ge- hporzaamen, en werdt, daarop > nevens ze- ü ■• ke- |
||||
IIÏ.BoEK. OverigeProt. en and.Iverken. 85
keren Humble Thatcher, ter Reguliers-poorteQuAKERf
uitgeleid. Maar Arnes was, den volgenden Ver- dag, al wederom in de Stad, daar hy zigpf?*Js nog eene geruime wyle ophieldt, en onder de Doopsgezinden en Collegianten vry wat ingang vondt. Katon kwam, na hem, in Amfterdam. Doch zy keerden beide, eer- lang , naar Engeland. Arnes kwam, nog in 't jaar 1662, hier ter Stede weder, daar hy, jn 't zelfde jaar, overleeden is (v). De Qua- kers hielden hunne eerfle Vergaderingen, in byzondere huizen hier ter Stede, zeer in 't'heimelyk, en fomtyds tot diep in den nagt. Doorgaands, kwamen zy byeen, in een' gang aan de fchans, by de Reguliers- poort, de Engelfche gang genaamd, en nog, in den zuidooftelyken hoek der Botermarkt, te vinden: fomtyds, ook buiten de Stad, aan den Amftel, op het Kuipers-, en nader- hand op het VerwersrPad, in eene Looije- rye. Doch na 't jaar 1663 (w), werdt, meen ik, de Vergadering wederom binnen de Stad verlegd: en, zo my berigt wordt, gehouden in een huis in de Driehoekilraat, aan de Hunne zuidzyde der Brouwersgraft; tot dat de Ge-teSen\ meente , in 't jaar 1675, een huis kogt op^^'S8 de Keizersgraft, tufTchen de Leliegraft en aerplaats. Prinfenftraat, alwaar zy, in 't volgende jaar, voor 't eerft vergaderde, en, nog tegen- woordig , byeenkomt. Het huis is kenlyk aan een' gefchilderden Driehoek, die boven de deur ftaat. De Vergadering komt by- een (v) W. Sewel Hift. der Quakers, II. 171» ioj , 4}$,
(wj W. SEVEL Hiit. der Quakers, bt. 246, 247. F 3 "
|
|||||
!
|
|||||
$6 AMSTERDAMS III.Deel.
Quakers een in een ruim binnenvertrek, welk, dik-
Ver- wils, van nieuwsgierigen vervuld is. De puSfc gewoonlyke Vergadering deezer Gezindheid is des Zondags, of, gelyk zy liever fpree- ken,op den eerden dag der weeke,'s voor- demiddags ten half tien, en 's nademiddags ten twee uuren. Beftier Het beftier der Gemeente ftaat aan ee- der Ge- nige Oudften of Opzienders; hier ter Ste- meente. ^ ? doorgaands, vier of vyf in getal. On- der dezelven, zyn 'er twee , aan welken het onderhoud van 't huis, daar de Ge- meente vergadert, byzonderlyk toever- trouwd is. Voorts, maaken zy hun werk van het bezoeken der Leden van de Gemeen- te , die zy, ia hunne behoefte, uit eene ge- meene Kas, onderfteunen. Een der Opzien- deren is Kashouder: een ander Boekhouder. Eenige bedaagde vrouwen hebben, byzon- lyk, het opzigt over de Zufters, en zyn, even als de DiaconefTen in andere Gemeen- ten, aan te merken, fchoon zy deezen naam ïiiet draagen. De Quakers in 't gemeen houden maan-
delykfche , driemaandelykfche en jaarlyk- fche Byeenkomften, beide van mannen en vrouwen, doch ieder afzonderlyk; in wel- ke Byeenkomften, zaaken verhandeld wor- den, die't beftier der Gemeente en deKer- kelyke tugt betreffen. En deeze Byeenkom- ften worden ook hier gehouden; fchoon het klein getal van Quakers in deeze Stad niet gedoogt, dat men zig ftiptelyk binde aan de orde op deeze Byeenkomften, allereerft, door George Fox, in den jaare 1668, aan de
|
||||
III. Boek. Overige Prot, en and.Kerken. 87
de vrienden in Holland aangepreezen (#). Quakers
In deeze Byeenkomften, zit niemant voor; ver- doch na dat de Vergadering, eenigen tyd, GADER* in flilte, op de Hemelfche verlichtinge ge-PLAATS* wagt heeft, of na dat 'er een overluid ge- bed gedaan is, fielt de een of de ander,die zig daar toe opgewekt, of in flaat vindt, iet voor, welk het oogmerk der Vergade- ringe betreft. Men verzoekt hier fommigen tot Opzienders en OpzienderefTen. En zul- ke mannen of vrouwen, in welken, men de gaave om te leeren of te prediken beipeurt, worden hier vermaand, om die gaave op te wekken, en zig in ftaat te flellen, om de- zelve mede te deelen, in de Godsdienflige Vergaderingen. Men vermaant of beflraft 'er, wyders, de ongeregelden, die, zo zy zig, na herhaalde vermaaningen, niet be- teren , van de Gemeente uitgeflooten, of, gelyk de vrienden zig uitdrukken, ontkend worden, tot de Broederfchap te behooren. OndertufTchen , kan zulk een uitgeflooten Lid zig van de verklaaring, in eene maan- delykfche Byeenkomfl gedaan, op eene drie- maandelykfche, en van daar, op eene jaar- lykfche Byeenkomfl beroepen. Van 't gene, in deeze Byeenkomften, voorvalt, wordt, door een' der Vrienden, aantekening gehou- den. In dezelven, wordt ook op de Leer, Leerwyze, en inzonderheid op het gedrag der gewoonlyke Leeraaren en LeeraarefTen der Gemeente agt gegeven. Voor
(*) J. RuTTï Difcipl. of the Quakers printe4ijsz,(>. ii.
F 4
|
|||||
•■■
|
|||||
88 AMSTERDAMS III.Deel.
Roomsch- Voor veertig of vyftig jaaren, was, hier
gezinden ter Stede, ook een gezelfchap van Beeven, KfiasiN. geiyjj^e genoemd werden, die op den Over- toomfchen weg byeenkwamem Doch het heeft niet lang Hand gehouden. Men on- derregt my, dat deeze Beevers egter nooit tot de Gemeente der Quakers hier ter Ste- de behoord hadden , gelyk men, ligtelyk, uit de overeenkomft in den naam (i),ver- moeden zou. Behalve de befchreeven Proteftantfche
Kerken en Godsdienflige Vergaderingen , zyn 'er nog verfcheiden' Godsdienflige Oefe- ningen , in byzondere huizen, zo onder de Gereformeerden, als van eenige andere Ge- zindheden , tot welken ook de zogenaamde Hernhütjche Broeders behooren ; in welker befchryvinge wy ons niet inlaaten. VI.
KERKEN der ROOMSCHGE-
|
||||||||||||
ZINDEN.
|
||||||||||||
Over- "VVTy komen nu tot de befchryving der
gang tot Y\^ Roomschgezinden Kerken fchry- hier ter Stede: waarby wy voegen zullen ving der een kort berigt van twee andere Chriftelyke RooMscH-]£erken t eene Jlrmenifcbe en eene Griekjche, K£ZrkenNole' tegenwoordig, in Amflerdam, gevon- den worden. |
||||||||||||
De
|
||||||||||||
(i) to Qiwke, in 't Engelfch, betekent leeven*
|
||||||||||||
__
|
||||||||||||
III. Boek. OveïugeProt. en and.Kerken. 89
De Roomfchgezinden, die, hier, voor de Roomsch-
verandering der Regeeringe des jaars 1578, gezinden alle de openbaare Kerken gebruikten, moes- KerK£n. ten zig, terflond na die verandering, behel- Aanki- pen in byzondere huizen, daar de Wethou- ^vry' derfchap hunne heimelyke Byeenkomflen, heid der oogluikende, toeliet (j). Doch, na dat de Roomfch- afval des Graaven van Rennenberg, in dengnt^n» jaare 1580, den Staaten van Holland aan- stede, na leiding gegeven hadt, tot het verbieden der de veran- Roomfche Religie, in hunneProvincie, werdt, Gering ook hier ter Stede, en in de Ambagtsheer- geringe lykheden der Stad, het prediken, trouwen, -m \ jaar' doopen en andere oefeningen, naar de 1578. Roomfchewyze,by eene byzondere Keure, verbooden (z). In 't jaar 1589, kwam 'er wederom een Plakaat der Staaten van Hol- land uit, tegen de Vergaderingen der Roomfchgezinden; doch 't werdt, hier ter Stede, niet afgekondigd, dan onder uitdruk- kelyk beding „ dat Schepenen de ftraffen, „ by het zelve gedreigd, naar billykheid, „ en naar de gelegenheid der zaaken, zou- „ den mogen maatigen (#)." Verfcheiden' Leden der Regeeringe verftonden,dat men de Roomfchgezinden zagtelyk handelen moefl. Onder anderen, was van dit gevoe- len Reinier Kant, die, in 't jaari58o,Bur- gemeefter geworden was, en wiens Wedu- we, naderhand, aan den Raadsheer Johan van Heemskerk, uit wiens aantekeningen, ik dit fchry ve, verhaald hadt „ hoe hy, als eenj- „ gen
(y) Zie BRANDT I. Deel, bi. 601.
(*,> Zie H. Deel, X. BoeK.» bl- *'• («j II, Det!, XI. Boe^ bt. 8+. F5
|
||||
po AMSTERDAMS IÏÏ.Deei.
Roomsch >» gen fpraken van de voornaamfte Room-
GEziNDEN „ fchen ter Stad uittejaagen,wel hadtdur- Kerken. sj ven beweeren, dat men Luiden, die fchot „ en lot betaalden, zo niet behoorde te han- „ delen; en te minder, daar men zelf zo „ niethadt willen gehandeld zyn," daarby voegende „ dat de Roomfchen, te zeer ge- „ drukt wordende, zig mogelyk wederom „ in 't bewind zouden zoeken te dringen; „ wanneer de laatfte plaag erger zyn zou, „ dan de eerfte geweeftwas (0)." Doch in 't jaar 1591, bevondt men, dat eenige op- roerige en den vyand toegedaane luiden, onder dekfel van Roomfche Vergaderingen te houden, heimelyk, byeen kwamen; waar- tegen , by eene fcherpe Keure, voorzien werdt (c). Naar maate, nogtans, dat men meer overtuigd werdt, dat de Roomfchge- zinden niets oproerigs in den zin hadden, werden hunne heimelyke Byeenkomflen te Amfterdam zeldzaamer geftoord. Staat der Na 't overlyden van Fredrik Schenk van Room- Tautenburg, Aartsbifïbhop van Utrecht,in den te hier Jaare I^^°' gec^roegen fonimige Geeftelyken
te Lande. z^g > a^s Vicariffen van den opengevallen ze- tel , tot dat één der zei ven, Sasbold Posmeer, 'm 't jaar 1589, door, of van wege Paus Gregorius den XIII., tot algemeenen Vicaris der Ver- eenigde Nederlanden, werdt aangefteld; die, terflond daarna, zyn werk maakte, om de Roomfchgezinden Gemeenten, hier te Lande, welker Prieflers, voor een groot gedeelte, (ij Geflagtreken. v*n ie Hffmskerkin f. 79. MS.
(O IU D"1» XI- £oe{> W« »7. 1
|
||||
III. Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 91
gevlugt of verjaagd waren , wederom vanRooMscH-
zielzorgers te voorzien. Te Amfterdam, wa- gezinden ren van de Kloofter-Prieflers niet meer danKERKEW' twee Minderbroeders overgebleeven, die, hier en daar, in 't heimelylc, dienft deeden. Sasbold fchikte, terflond, meer Priefters her- waards. Doch zyn bedryf werdt, toen nog, zo euvel genomen by de hooge Overheid, dathy, in 't jaar 1602, met verbeurdver- klaaringe zyner goederen, ten Lande uit ge- bannen werdt. Na zynen dood, in 't jaar 1614, droeg Paus Paulus de V. het Vicaris- fchapover de Vereenigde Nederlanden op aan Philippus Rovenius, AartsbifTchop van Philippis, die, federt, op den voorflag van de Aartshertogen Albertus en Izabella, kort voor 't uitgaan van 't Beftand, tot Aartsbis- fchop van Utrecht, voorfchikt werdt. In eenen brief der Vergaderinge van Kardinaa- len tot voortplantinge des Geloofs, van den eerften May des jaars 1628,leeft men,dat, toen, te Amfterdam, onder anderen, twee Franciskaanen of Minderbroeders, een Do* minikaan, en een Jezuit dienft deeden. Ro- venius , die zeer, met de geordenden, wel- ken zig, van tyd tot tyd, drongen in de Statiën hier te Lande, overhoop gelegen hadt, kwam, in 't jaar 1626, met hen overeen, dat zy, in de Statiën te Amfterdam, daar zy toen waren, blyven zouden, 't Verdrag werdt, door Ur~ baan den VIII. beveiligd, en Alexander de VIL hing 'er, in 't jaar 1656, zyn zegel aan. Maar Rovenius, die zig AartsbifTchop van Utrecht tekende, hadt, midlerwyl, in 't jaar 1631, de Stad Amfterdam, zo ver dezelve, buiten den
|
||||
.92 AMSTERDAMS III.Dee£.
RooMscH-den Singelen Kloveniers-burgwal»uitgelegd
gezinden was, verdeeld in drie Statiën, aan ieder' Pas- Kekicen. toor m deZelven, die egter, onder de Padoors der oude en nieuwe Kerken, ftaan zouden, zyne Parochie of Kerfpel toewyzende (d). De Paftoor der Oude Kerke ftondt toen op 't Begynhof, fchoon aan de nieuwe zyde gelegen : die der Nieuwe Kerke , op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, by 't Spuy. De Parochien, die, van nieuws, werden opge- regt, waren die van de Noorder- en Wes- ter-Kerken aan de nieuwe zyde, welken zig, van de hoogte van den Jan-Rooden-Poorts- tooren, ftrekten, noordwaar ds en zuidwaards, zo ver als de Stad toen bebouwd was; en die van de Zuider- of S. Jans Kerke, aan de oude zyde, begrypende hetooftelyk gedeel- te der Stad, over den Kloveniers - burgwal. Doch deeze verdeeling heeft geenen Hand können houden (e). En Rovenius werdt, in 't jaar 1640, door 't Geregt van Utrecht, gebannen. Te Amilerdam , genooten de Roomfchgezinden, ondertufTchen, ten dee- zen tyde, reeds eene ongeftoorde vryheid. De Vroedfchap Hemde zelfs het vernieuwen derPlakaaten tegen hunne Byeenkomften af, toen 't, in 't jaar 1636, een' tyd, dat de Staat met Frankryk verbonden, en met Span- je in onderhandeling was, ter Vergaderinge van Holland, werdt voorgeflaagen (ƒ). En zy verklaarde, by dit befluit te volharden, toen
(d) Batavia Sacra P. II. p. 40;.
(c) Van Heussen <?» van Ryn Kerk. OuJh. 1. D«/,
hl. Ï93 ♦ ?«S » 414 » 4l7» «J- IV. Deel, bl. iyl , ioï.
(f) B>efol. Vrocifcli. #. 17, Z8 J«,n, 163Ö. ƒ. U4, j |
||||
III. Boek. Overige Prot, in and.Kerken. 93
toen twee Predikanten, in 't jaar 1644,terr0omsch-
gemelder Vergaderinge, over het toenee-oïzindea men der Papillen, geklaagd hadden. MenKERKEN' verftondt egter, dat de heerfchappy van uitheemfche Kerkelyken over ingezetenen van den Staat behoorde geweerd te wor- den (g). De vryheid der Roomfchgezinden, hier ter Stede, nam toe, op het fluiten der Vrede, met Spanje, indenjaare 1648. Na de dood van Rovenius, werden Jacobus de la Torre, Zacbarias de Mez, Joannes van NeerkaJJel, Petrus Codde en Gerard Pot kamp, tot Paufelyke Vicariflen, aangelleld. Codde, geweigerd hebbende, het Formulier dervyf punten,' die, door Innocent den X. en Ale- xander den VII., als bevattende de Leer van Cornelius Janfenius , Biflchop van Ypere, en, als uit zyne Werken getrokken, veroor- deeld waren, eenvoudiglyk, te ondertekenen, werdt, eerlang, naar Rome ontbooden; van waar hy, in 't jaar 1703, te rug keerde, zon- der zig te hebben können verdedigen, tot ge- noegen van't Roomfche Hof,welk hem fchor- fle in zynen dienfl. Theodorus de Kok, Adam Damen, en Joannes van Byleveld, federt zyndc aangelleld, om 't Vicariffchap waar te neet- men, kreegen uitdrukkelyk verbod van's Lands Staaten, om zig diergelyke waardig- heid aan te maatigen, en om zig, hier teLande, te onthouden (h). En federt heeft de hoogc Overheid, hier,geenen Paufelyken Vicaris willen gedoogen (i). De (s) Reibl. Vioedl'cb. H. 19. 8 iAprilf is 7"*y ifi«*. ƒ.
17 verfo , 2J verfo, ,
(b) Groot-Plafcaatb. V. Deel, hl. jjg ,$j9,$*fa, J67, <-o.
(i) Zi, Vaderl. Hift. XIX. Dtel, bl, »«. enx.4 ■
|
||||||
\
|
||||||
f
|
||||||
94 AMSTERDAMS W.T)k%z.
Roomsch- De twift over de wyze van veroordeelen
gezinden der voorgemelde vyf punten, die fommigen Kerken. voor je Leere van Janfenius hielden, mid- Twifton- lerwyl, zynde doorgedrongen in deeze der de Landen, nam fterk toe, na dat zekere hon- ee°inden derd en een Illingen, getrokken uit een deezer Franfch Werk van Pqffchier Quesnel, door Landen, paus Clemens den XL, in 't jaar 1713, by over '£ de vermaarde Bulle Unigenitus, veroor- |eome,te deeld waren. Veele Priefters hier te Lan- als de' de, die Petrus Codde, ook na zyne fchor- Leer van fmg f hadden blyven erkennen , en zig, J?nfe* daar door , de ongenade van 's Paufen
mus, ver- _ . rr 1 • j :- »» • oordeeld Nuncius te Keulen, wien, reeds m t jaar
was. 1705, de zorg voor de Roomfche Kerken
deezer Landen, door Paus Clemens, opge- draagen geweeft was, op den hals gehaald hadden; maakten ook zwaarigheid, in het aanneemen der Bulle Unigenitus, 't welk ge- legenheid gaf, tot groote verdeeldheid, 's Paufen Nuncien te Keulen en te Bruflel ar- beidden , om 't zeerft, om de Roomfchge- zinden deezer Landen te beweegen, tot eene volftrekte onderwerping aan de Paufelykc uitfpraak: 't welk hen, by veelen, gelukte. Verfcheiden' Priefters vielen hun, insgelyks, toe. En zy verzuimden niet, zorg te draa- geh, dat de openvallende Statiën, zo veel doenlyk ware, voorzien werden van Pries« ters, die de Bulle hadden aangenomen. Doch ziilken, die hierin zwaarigheid maakten, dee- den, van hunne zyde, hun beft, om de Ge- meenten , die hun waren toegedaan , niet ontbloot te laaten van Priefters van hun ge- voe-
|
||||
III. Boek. OverigeProt.enand.Kerken. 95
voelen. En zie hier, op welk eene wyze ,Roomsch*
men dit oogmerk bereikte. gezinde» De Prieflers,die de Paufelyke Conflitutie Kerke*-
hadden aangenomen, de Roomfche Kerk dee- %Y» die zer Landen aanmerkende, als ontbloot van fl^S?" haare aloude Biflchoppelyke Regeeringe , Unigtni- en als alleenlyk konnende beflierd worden tus niet door zendelingen, die hun geeflelyk gezag,hadden van buitens Lands, ontvingen, werden ge- 2eJ°r". zonden van de Nuncien te Keulen of te kiezen BrufTel, als hiertoe, door den Paus, gemag- eenen tigd. Doch hunne partyen, zig houdende ^rtsbis* voor de regte oude Clerefie of Geeftelykheid, utrecht.11 beweerden, dat het Utrechtfche Kapittel, fchoon van zynen voorigen luifter en tyde- lyke inkomften verfteken, nog in wezen was, en, gelyk voormaals, regt hadt, om eenen AartsbiiTchop van Utrecht te kiezen. De Kapittelen van Haarlem en andere Steden, waar, in de zeftiende eeuwe, BifTchoppe- lyke zetels waren gefield, waren, huns oor- dfeels , ook nog niet verdweenen. Men verkoor dan , in 't jaar 1723 , Cornelius Steenoven, Priefter te Leiden , tot Aarts- biiTchop van Utrecht, die, door Dominkus Maria Varlet, Biflchop van Babylonie, die zig, eenigen tyd, te Amfterdam, onthouden heeft (£), ingewyd werdt, en, zo wel als zyne opvolgers, en de Biflchoppen van Haarlem, welken, federt, verkooren werden, verfchei- den' Priefters gewyd, en in byzondere Sta- tiën , zo hier ter Stede als elders, gefield heeft.
(k) C. P. HOYNCK VAN PAPENDRECHT Hift, d« U-
trechtfche Keike, bl. 91. |
||||
96 AMSTERDAMS . ÜLDeees
Roomsch heeft. Steenoven is, in 't jaar 1725, door
gezinden Cornelius Joannes Barchman fVuytiers; in 't Kerken, jaar 1734, door Theodorus van der Kroon; en in 't jaar 1739, door Petrus Joannes Meindaarts, opgevolgd. Doch het Room- fche Hof heeft geen van deeze BilTchop- pen willen erkennen. Verfcheiden Gees- telyken, die, ter oorzaake van de gefchil- len over het Formulier der vyf punten, en over de ConfHtutie Unigenitus, uit Frank- ryk en Brabant, verdreeven werden, kwa- men , midlerwyl, herwaards, en onder an- deren , de vermaarde Quesnel zelf, die, te Amfterdam, veele jaaren, ten huize van den Koopman Arnoud Jofeph de Brigode du Bois, gewoond heeft, en, in't jaar 1719, overlee- den is Q). De geleerde Zeger Bernard van Espen, ProfefTor in beide de Regten te Leu- ven , begaf zig, in 't jaar 1727, naar Amers- foort (wn , in de Kweekfchoole, die door de Geeftelykheid van Utrecht opgeregt was, en die nog in (land is. Eenige andere Leden der Leuvenfche Hooge Schoole,en onder ande- ren , de vermaarde Pbilippus Laurentius l^er- hulfi, die, onder den naam van L. Zeelander , tot verdediging der Transfubftantiatie, en on- der dien van Pb.namingttegen de aanneemers der Bulle, gefchreeven heeft; volgden hem, eerlang, derwaards.De jongelingen,die zig tot den Geeftelyken flaat, onder deeze-partye, fchikken, oefenen zig, in deeze Kweekfchoo- le, (/) C. P. Hoynck van PapendrechT Hift. der U-
trechcfche Kerke, bl. gg. (m) Lettre d'un l'retre Franjois impr. 1754, p, LIV. &
i*ns les Piec. autenr. p. 129. |
||||
■
|
||||||||||||||
UI. Boek. Overige Prot, en aüd.Kerkên. g?
|
||||||||||||||
Ie, in de Godgeleerdheid, en in andere wèe-
tenfchappen. De hooge Overheid deezer Landen en de
Wethouderfchap der byzondere Steden ge- doogen, niet alleen, deeze tweederlei foor- ten van Roomfehgezinden; maar laaten zelfs, op veele Plaatfen, onder de aanneemers der Conftitutie, die hunne zending van buitens Lands bekomen, geordende Priefters toe, onaangezien 's Lands Staaten, dikwils, ge- oordeeld hebben, dat men dezelven, en in 't byzonder de Jezuiten, behoorde te wee- |
ROOMSCH-
gezinden-
Kerken. De aan-
neemers der Con- flitutieen hunne partyen worden, beide, hier ter Stede., . toegelaa. teo. |
|||||||||||||
ren (»). In deeze^Stad, zyn zelfs, nog te-
genwoordig , eenige Roomfche Kerken, die, door geordende Priefters, bediend worden. Voormaals, zyn, hier ter Stede, ook Jezui- ten toegelaaten geweeft, welker twee Ker- ken, in't jaar 1730, geflooten zyn, fchoon men verzekert, datzy, zeer in ftilte, nog op twee plaatfen, in deeze Stad, dienfl doen. Doch geen Prielter wordt, ergens in Hol- land, noch byzonderlyk in deeze Stad, toe- gelaaten , voor dat hy zig aan Burgemeefle- ren vertoond, en, op zyn Priefterlyk woord, verklaard, en door zyne handtekening be- veiligd heeft „ dat hy een' afkeer heeft van „ de ftelling, dat de Paus, of eenige an- „ dere Geeftelyke magt de onderdaanen van ,, de gehoorzaamheid aan de Overheid ont« „ flaan kan." Voorts, moet hy belooven,. „ dat hy zig niet zal laaten gebruiken, om ,, geld of gelds waarde, aan buitenlandfche ,/Kloos-
(«) Groot-Plakaatb. V. Deel, b!, j6l, JfiJ,j64, f«j ,
,77, ,7t. VI. /)«/,*/. j»7. VIII. Stuk, .G
|
||||||||||||||
*T----------
|
--------------------------
|
|||||||||||||||||
o3 AMSTERDAMS III.Deel.
„ Kloofters, Kweekfchoolen , of Kerken,
„ over te maaken." Na welke verklaaring, Burgemeefteren hem eene Afte verleenen, waarby hem wordt toegelaaten, de Priefter- lyke dienden, hier ter Stede, byprovifie en tot wederzeggens toe, waar te neemen. Al het welke, hier, en alomme in Holland, ge- vorderd wordt, in gevolge van een Plakaat van 's Lands Staaten van den een en twin- tigften September des jaars 1730 (0). Tegenwoordig, zyn 'er twee en twintig
Kerken of Statiën der Roomfchgezinden in deeze Stad , en derzelver Vryheid, onder welken 'er zeven zyn, welken bediend wor- den, door Prieflers, die de'Bulle ünigenitus niet hebben aangenomen, en, in 't gemeen, Janfenijlen genaamd worden; fchoon zy de vyf punten, die, als flellingen van Janfe- nius, veroordeeld zyn, uitdriikkelyk verwer- pen; alleenlyk verklaarende, dat hun niet blykt, dat dezelven, in de werken van Jan- fenius, gevonden worden. De overige vyf- tien Statiën worden bediend, door Prieflers, die allen deeze Bulle aangenomen hebben. En onder dezelven zyn twee Statiën, waarin Franciskaanen, of Minderbroeders; twee an- deren waarin Dominikaanen of Predikheer en; een, waarin ongefihucide Karmeliten, en een, waarin Augitftynen dienft doen. De overi- gen negen worden bediend, door Prieflers, die in geene Moniken-orden zyn, en in 't gemeen tVeeretdlyke Prieflers oïIVeereldshee- ren genaamd worden.
b De
(„; zit Groot-Plakaatb. VI. Deel, bl. 3«7«
|
||||||||||||||||||
RpOMScrt-
gezinden
Kerken* |
||||||||||||||||||
Getal der
Rootnich gezinden- Kerken. |
||||||||||||||||||
h
|
||||||||||||||||||
■ -■-■ -,■-■-
|
|||||||||||||||
III. BoeiL Overige Püof. iü and.Kerken* 99
De twee Kerken, die, door Franciskaanen Roomsen*
of Minderbroeders, bediend worden, zyn ver- gezinden re de grootften, in getal van Ledemaaten. Kbrken* Eene derzelven, de talrykfte van de twee, Twee ftaat op de S. Antonis- of Jooden-Breêftraat, ™*i?«t. aan de zuidzyde > daar Mozes en A'dron in den ciskaanen gevel ftaan, welk teken, aldaar, door den of Min- ftigter van 'thuis, die een Jood was,gefteld^r&roe' ge weeft is. 't Gebouw is, voor eenige jaa- I#'jjfw, ren, van binnen, geheellyk, vernieuwd, en en Järon. in 't jaar 1759, is 'er ook een nieuwe gevel voor gezet. De Kerk zelve, die midden in 't gebouw ftaat, is fraai opgetimmerd, en van drie galeryen voorzien. In dezelve, zyn verfcheiden' Altaarftukken vanden vermaar* den de Wit. In 't voorhuis van de wooning der Paters, hangen eenige künftige Schilde- ryen , onder welken uitmunt een Italiaanfeh ftuk, verbeeldende S. Franciscus in verruk- king , verzeld van twee Engelen. Op eene i ruime binnenplaats, ter zyde van de Kerke, ftaat een fierlyke fontein en pomp. De Kerk, van welke wy fpreeken, wordt tegenwoor- dig van vyf -Paters bediend. Het gebouw ftaat, in de Regifters der Verpondingen, op den naam van den oudften. De andere Kerk der Franciskaanen of 2. 't
Minderbroederen ftaat aan de ooftzyde der Boompjt. Kalverftraat, digt aan 't zuideinde; en komt, |
|||||||||||||||
van agteren, uit op 't Rokin, daar 't Boompje
in den gevel ftaat, welk ook in de Kalverftraat uithangt, 't Gebouw is, voor eenige jaaren, van binnen, fraai vertimmerd, en, op 't Rok- in , voorzien van eenen breeden agtergeVel. De Kerk heeft twee groote galeryen boven G 2. el-
|
|||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||
ioo -AMSTERDAMS III.Deel.
Koomsch eikanderen, die drie zyden van 't gebouw
gezinden beilaan, en op zes nette houten kolommen Kbrken. rufl.eiu Het Choor, daar't Orgel flaat,en de zangers geplaatft zyn , is op de eerfte galery. Men heeft, in deeze Kerke, eeni- ge fraaije fchilderftukken van Graat, van Cuychem en andere meefters. Zy wordt ook van vyf Paters bediend. Men meent, dat de Minderbroeders, die, hier , van ouds, een aanzienlyk Kloofter hadden, en in't jaar 1578, nevens de Roomfche Regeering,ter Stad uit geleid werden, zig, federt, altoos, heimelyk, in dezelve onthouden, en, hier en daar, in ftilte , dienft gedaan hebben; tot dat zy, tuflchen de jaaren 1620 en 1630, vryheid kreegen, om Kerken te ftigten, en, eenigszins openlyker, dienft te doen. Twee , i)e Dominikaanen of Predikheeren, die zig, dei^üo- ^ort na ^e verandering, immers omtrent den tninikaa- jaare 1620, in deeze Stad bevonden , en nen of ééne Statie bediend hadden, hebben, tegen* Predik- w00rdig, twee Kerken, die elk door twee Paters worden gediend: waaruit alleen ge- noeg af te neemen is, behalve dat het my ook,van elders,is gebleeken,dat zy, intal- rykheid van Leden, niet haaien können by de Kerken der Franciskaanen. Beide de Ker- ken ftaan in> het oudfte gedeelte der Stadi 1. t Stad- . j)e oudfte van de twee, genaamd het Stad- Uoom™ buis van Hoorn , welk , in den voorgevel, uitgehouwen is, ftaat aan de weftzyde van den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, benoor- den de Korsjesfteeg. 't Gebouw is, in of omtrent het jaar 1737, met verlof van Bur- gemeefteren, die egter bepaalden, dat de in-
|
|||||
•
|
|||||
ÏILBoEK. OverigeProt.en and.Kerken. ioi
ingang maar zeven voet hoog, drie voet vierRooMsc«-
duim wyd, en met eene effen deur gefloo-gezinde ten moefb zyn (ƒ>), van binnen, merkelykKERKEW* verbeterd; en de voorgevel, in 't jaar 1763, geheellyk vernieuwd. De Kerk zelve heeft twee galeryen. Het Choor is op de twee- de. Boven, in 't midden der Kerke, ftaat een ruime en lugtige Koepel, tegen welke, eene befpotting van Chriflus gefchilderd is. 't Altaar deezer Kerke is fierlyk gebouwd, 1 - en heeft, ter wederzyde, nette, geflinger- de, houten kolommen. In de woonine" der Paters, zyn eenige kondig gefchilderde af- beeldfels van voornaame mannen uit de Orde der Dominikaanen, en onder anderen een van Paus Benedictus den XIII. De Kerk, van welke wy fpreeken, plagt door Wee-. reldsheeren bediend te worden (q)9 en fchynt, eerft omtrent het midden der voorgaande eeuwe, door Dominikaanen, in bezit geno- men te zyn. De andere Kerk, die, door Paters van dee-'h De
ze Orde, bediend wordt, ffcaat aan de wefl- denjm- zyde van den Singel, bezuiden de Bergftraat, Roodm- over den Jan - Rooden - Poorts - Tooren. Zy Poorts- is, hier ter plaatfe, in 't jaar 1644, geftigt.T00^"* De Gemeente, die hier, gewoonlyk, veri gadert, is, federt omtrent veertig jaaren, flerk toegenomen in getal. De Kerk is een net enlugtiggebouw;doch niet groot, naar gelang van de grootte der Gemeente: waar- om dezelve, gedeeltelyk, geplaatft wordt, in
(■/>) Groor-Memor. K, X. ƒ. i?u verfo.
(q) Van Heussen en van Ryn Kerk, Oudh, IV. lk*l% tl, 19t. G3
|
||||
los AMSTERDAMS III. Deel.
Ramsch- in twee vertrekken onder de eigenlyke Ker-
GEziNDEN ke, alwaar de predikatien, door eene ope- Kerken. njng m ^e zolder, bekwaamJyk, gehoord können worden. Ik weet niet, dat hier ee- nige uitmuntende Altaarftukken worden ge- vonden. Kerk der De Kerk, daar, in de Franfche taaie, ge« T?e*'d Precukt wordt, waarom zy , veeltyds, de Karmeli- Franfche Kerk wordt genaamd , wordt be- ten, of diend van twee Paters van de Orde der on- Franfibe gefihoeide Karmeliten, die, uit het Kloofter ***• van deeze Orde te Parys, herwaards gezon- den worden. Zy ftaat op den Nieuwe-zyds- Voorburgwal of Boommarkt, even bezuiden de Roosmarynfteeg, en heeft ook eenen uit- gang , op den Nieuwe - zyds - Agterburgwal. Zy is', naar my berigt wordt, onder den naam van La Chapelle de trance of Franfche Kapely geftigt, in 't jaar 1662; doch in 'tjaar 1733, rnet verlof van Burgemeefteren (r ), van vooren, op de Boommarkt, en van binnen, fraai vertimmerd. De eigenlyke Kerk is een . boog en fierlyk gebouw. Zy heeft twee ga^ leryen,die op vierfraaije houten kolommen ruften. Het Choor is geplaatlt op de hoogfte galery. Boven het zelve, is een klein ga- lerytje voor den Orgeltreeder. Kondsom dè Kerke., zyn tien fraaije Basrelieven, in ros- agtig graauw , of Lindenhoutskleur , van den beroemden de Wit gefchilderd (s), ver- beeldende de Evangeliften en de voornaam- fle Kerkvaders. In de zaal van de wooning der
/
[ (r) Groot-Memor. N. X. ƒ. 99-
(j) Van Gooj. Nieuwe Schouwburg II. Bed, hl, »3«, |
||||
------ ■■ ■■- ■■.....■ iwi^^wfmipmi«m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.Boek.OverïgeProt.en and.Kerken. 103
der Paters wordt een fraai Sdiilderftuk vanRooMscn-
Rubbem bewaard, de afneeming des Heilands gezinden van 't Kruis verbeeldende. Ook is 'er, in de Kerk£N« Kerke , een marmeren konftftuk van den Beeldhouwer Frangois Abfiel, zynde eene ftaande Maria, met het kind Jezus op den arm. In de Spinhuis-fteeg, daar de Ster op de Kerk der
deur ftaat, is eene Kerk, die thans, door^W^' drie Paters van de Orde der Jugufiynen, be- JJjjJmd diend wordt, 't Gebouw plagt, in de voor- de Ster. gaande eeuwe, gebruikt te worden tot een Pakhuis, waar de goederen, die, door de Commifen der Admiraliteit, werden aange- haald , gebergd werden. De Auguftynen, die, op meer dan ééne plaats, hier ter Ste- de, plagten dienft te doen , hielden toen Godsdienftige Vergaderingen, in een bo- venvertrek van een huis op den zuiderhoek van de Huidenvettersdoot, waar , nader- hand , de Engelfche Episcopaale Kerk gehou- den is. Doch in 't jaar 1699, betrokken de Auguftynen het gebouw in de Spinhuis-fteeg, welk, van binnen, tot eene hooge en defti- ge Kerk vertimmerd werdt. Zy heeft twee galeryen, die op vier ronde kolommen rus- ten. Regt tegen over 't Altaar, welk zin- lyk gebouwd is, heeft men eene afgefchoo^ ten zitplaats voor de voornaamften uit de Gemeente. De Predikftoel munt uit in fraai- heid. Ook zyn 'er verfdieiden' konftige Schilderyen, in deeze Kerke. Van de negen Statiën, welken, door wee- Mgm
reldlyke of ongeordende Priefters, dje de?.61*0"» Bulle Unigenitus hebben aangenomen, be-^/* G 4 diend
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'
|
|||||||
I04 AMSTERDAMS III.Deel.
diend worden, zyn 'er agt in de Stad, en
eene buiten de Stad, in de Vryheid. Onder de agt Statiën in de Stad, is, gewifTe-
lyk, die van 'f Begynbof eene der oudften, zo niet de oudfte van allen, 't Begynhof zelf, ftaande tulTchen deKalverftraat en Nieuwe' zyds-Voorburgwal,is een der oudfte geftigten van Amfterdam, gelyk wy, hierna , in de befchryving van het zelve, toonen zullen. De Begynen-Kapel werdt, na de verande- ring der Regeeringe , tot eene Engelfche Presby teriaanfche Kerke, gefchikt. De Pas- toor, die, in dezelve, dienft plagt te doen, werdt, in 't jaar 1580, ter Stad uit, naar den Haage gevoerd. Doch omtrent den jaa- re 1620 , begon men wederom dienft te doen op 't Begynhof, in eene byzondëre wooning aldaar. De vermaarde Leonard Ma* rius werdt, in 't jaar 1631, Paftoor op 't Be- gynhof, en Overfte der Begynen (t). Men ftigtte'er, in't jaar 1672, de tegenwoor- dige Roomfche Kerk, in 't weften van 't Hof, waarby eene bekwaame wooning gevoegd werdt voor den Paftoor. In 't jaar 1725, is het gewelf der Kerke, fierlyk, bepjeifterd, gelyk, in het zelve, boven 't Zangers-Choor, waar ook de tyd der ftigtinge aangetekend Haat, te leezen is. De tyd der verfieringe van 't gewelf wordt ook, boven 't Altaar, en boven de woorden Deo. opt. max. dat is, aan den beflen en grootflenGod, door dit Tyd- fehrift, aangeweezen; agnVs
(t) Van Haussen tn van Ryn Kesk, Qudh. iv, Deel.
|
|||||||
ROOMSCH
gezinden
Kerken.
worden,
door
weereld-
lyke
Prieflers,
aannee-
mers der
Bulle
Unigeni-
tus.
T. Op Y
Begyn-
hof.
|
|||||||
III.Boek.OverigeProt.enand.Kerken. 105
agnVs qVI oCCIsVs EST AB OrIgInE ROOMSCH-
MVnDI. • GEZINDEN
dat is: Kerken.
Het Lam dat geflagt is van de grondleg-
ginge der weereld. De Kerk heeft maar ééne galery, die op vier houten kolommen ruft. Boven dezel- ve , is het Choor. Beneden, in de Kerke, tegen den wand, is het Mirakel der Heilige Stede,in twee Schilderyen, verbeeld. Jaar- lyksjOp, en agt dagen na den dertienden Maart, wordt de gedagtenis van dit Mirakel, in deezeKerke, met byzondere plegtigheden, gevierd. Verfcheiden' Priefters, van binnen en van buiten de Stad, dienen by ditFeeft. Het Sacrament wordt dan, van binnen, de Kerk omgedraagen. Aan de twee kolommen naaft aan den ingang der Kerke, hangen ? op dien tyd, twee Vaanen, konftiglyk befchil- derd, die, van ouds, by de plegtige omme- gangen door de Stad, plagten gebruikt te worden, en met het jaartal 1555 getekend zyn. Ook bewaart men hier nog vier ou- de kulTens, die, met de gefchiedenis van het wonderwerk, zyn beftikt j en een kon- ftiglyk geborduurde kafuifel, welke , eer- tyds, door Keizer Maximiliaan, aan de Ka- pel der Heilige Stede, zou zyn vereerd ge- weeft. De Kerk munt niet uit, in konftige fchilderyen: doch men heeft 'er eenige AI- taarftukken van Johan fVeenix, en daar on- der eene geboorte des Heilands en eene Hemelvaart der H, Maagd, die uitvoerig en kragtig gefchilderd zyn: ook eene Op- ftaading des Heeren van J. Voorhout, en O 5 ■ een
|
||||
xo6 AMSTERDAMS UI. Deel.
Roomsch- een ftuk, in 't graauw, welk, door de Wit,
gezinden gefchilderd is, en het Geloof verbeeldt. Van Kerken. 011cjs ^ p]agt ^ m (je gapei van 't Begynhof, een gedeelte van het waare kruis, zo men ge-
loofde , bewaard te worden; gelyk my, uit eenen Aflaatbrief van den jaare 1426, dien ïk, op dat men ook een voorbeeld van dee- ze foort van brieven hebben zou, hier ag- ter («) geplaatft heb, gebleeken is. Doch dit overblyffel fchynt niet meer voorhanden te zyn. Een ander, in laater' tyd herwaards ge- zonden , wordt nog, driemaal 's jaars, aan de eerbiedenis derGemeente voorgefteld. In dee- ze Kerke, dienen twee Priefters, hebbende den Paftoor, die nog, even als voormaals, te gelyk, O verde of Vader der Begynen is, ee- nen Kapellaan by zig. a. Op den De Kerk, die naad, in oudheid, komt, Nieuwen- aan de Kerk op 't Begynhof, flaat op den xyds- ^ Nieuwe-zyds-Voorburgwal , aan de weft- voaiHy^t zy^e» tuffchen 'tSpuij en de Roskamsfteeg. spuij. Men vermoedt, niet zonder grond, dat zy, reeds voor 't jaar 1623 , in wezen geweeft is, Zy wordt ook bediend door twee Pries- ters , den Paftoor en een Kapellaan. Somtyds zyn 'er twee Kapellaanen geweeft. De Ge- meente is hier vry talryk. Doch de Kerk is niet groot, fchoon\net gebouwd, Zy is, in 't jaar 1736, met verlof van Burgemees- teren , en overeenkomftig met eene fchetfe, die aan hun vertoond was (y), merkelyk verbeterd. De milddaadigheid van het aan- zienlyk Roomfchgezind geflagtvan Cromhout heeft
(«) Byla^gen, Lr. F.
\v) Gicw-Memor, N.X.f. HS verft.
|
||||||
f
|
|||||
III.Boek. OverigeProt. en and.Kerken.io7
heeft veel toegebragt, om deeze Kerk in Roomscm-
ftand te houden. Men heeft 'er een Altaar- gezinde» ftuk van C. van Savoy, in 't jaar 1656, enKERKEW# twee anderen van Roozendaal, in 't jaar 1674, gefchilderd. Ook wordt 'er een Lieve-Vrou- wenbeeld met het kindjezus bewaard,welk zeer fraai van hout gefneeden is. Ten ty- de van den Apoftolifchen Vicaris Philippus Rovenius, droeg de Paftoor, die hier ftondt, zynde de vermaarde Steven Kragt, den naam van Paftoor der nieuwe zyde. Marius, die toen op 't Begynhof ftondt, werdt Paftoor der oude zyde genaamd. De Kerk, genaamd de Poflboorn, aan de 3. De
ooftzyde van de Prinfengraft, even bezuiden Poflboorn, de Brouwersgraft, op welke, zy ook eenen ingang heeft, is, vermoedelyk , niet veel jonger dan de laatftgemelde, of, veelligt, met dezelve, van gelyken ouderdom. Doch de Statie is herwaards verplaatft van den Haarlemmerdyk, tuifchen de Brouwersftraat en Eenhoornsiluis, daar zy 't Fr ie f che Wapen heette: In dezelve, is, omtrent den jaare 1620 , door Auguftynen , dienft gedaan. Doch de oudfte Regifters der gedoopten en getrouwden, welken, in deeze Statie, voor- handen zyn, beginnen eerft, met de jaaren 1640 en 1Ó41. Het tegenwoordig gebouw is, in 'e jaar 1687, gekogt; doch na dien tyd, en nog voor weinige jaaren, merkelyk vertimmerd. De Kerk is ruim. Zy heeft twee galeryen, boven eikanderen. Het Choor is op eene derde kleine galery geplaatft. Het Altaar is, met eene byzondere vergunning van Aflaat, voor zulken, die aldaar den Gods*
|
|||||
io8 AMSTERDAMS IILDeel.
Roomsch- Godsdienft komen oefenen, bevoorregt, 't
gezinden welk, door de woorden Altare privilegia- Kerken. tum i fa boven het zelve gefchreeven ftaan, te kennen gegeven wordt. De Gemeente, die hier gewoonlyk vergadert, is zeer tal- ryk, en overtreft, in dit opzigt, alle de ove- rige Gemeenten , die, door weereldlyke Pries- ters , gediend worden. Ook wordt hier, te- genwoordig, de dienft door drie Priefters waargenomen, hebbende den Paftoor twee Kapellaanen by zig. 4. In de In de Heintje-hoeks-fteeg, op den zuider-
Heintje. hoek van den Oude-zyds-Voorburgwal, flaat Beegï' °°k een ^Ll*s' we^' m * Jaar I ^3 'tot eene
Roomfche Kerk, vertimmerd werdt. De Gemeente, fchoon de Paftoor, federt eeni-
gen tyd, eenen Kapellaan by zig heeft, is hier niet talryk. Ook is de Kerk zelve, die op de derde verdieping van't Huis geplaatfl, en van ééne galery voorzien is, niet groot. Men heeft hier een fraai Altaarftuk , de kruisfiging verbeeldende. In de Kerkglazen, plagten de twaalf Apoffcelen gefchilderd te zyn: doch de beeldteniflen zyn , grooten- deels, verdweenen. 5. De _ De Kerk, genaamd de Papegaai, in de
Papegaai. Kalverftraat, tuflchen de jonge Roeien- en S. Lucien-fteegen, fchynt, omtrent denjaa-
re 1672, geftigt te zyn: immers, het oudfte voorhanden zynde Doopboek begint met het gemelde jaar. Doch voor dien tyd, is, vol- gens fommigen, deeze zelfde Statie, door eenen Jezuit, bediend geweeft (w). De Kerk
(w) Van HEUJ5EN en VAN R.YN, Kerk. Oudh. IV.Deel,
bl. 191. |
||||
■■■ -'■■■* •■ r'';5;'--" ■■■■■:--ƒ ■ ■
|
|||||||
,
|
|||||||
ÏII.Boek. Overige Prot.en and.Kerken. 109
Kerk is, voor omtrent veertig jaaren, in de Roomspk-
tegenwoordige gedaante , herbouwd; De os&wam wooning des Paftoors is, nog onlangs, mer- Kerken. kelyk, verbeterd. Hy betaalt 'er huur van aan 't oude Katholyke Armen - Comptoir, aan welk het gebouw, in eigendom, toebe- hoort. In de Kerke, een fraai, hoog ge* bouw, zyn twee galeryen: de onderfte ruft op. vier ronde kolommen, 't Altaar is zeer wel gefchikt. Op het zelve, ftaateen zwaar veigulde, en konftig gedreeven Taberna- kel. Men heeft, in deeze Kerke, verfchei- den' fraaije fchilderyen : ook eenigen van de iWit, en daar onder eene, de krooning der Lieve Vrouwe verbeeldende., Eene der aanzienlykfte Roomfche Kerken & De
is de iW, op de Y-graft, naaft het nieuwe Poel. Werkhuis. ; Ij heeft deezen naam behou- den van een Pakhuis, in welks plaats, zy, in't jaar 1720, door den vermaarden Ge- RARD'US VAN W YK E RS L O O T , Paftoor
in deeze Statie, met verlof van Burgemees- ',\{
teren, gefügt werdt., De Statie zelve is,
nogtans, veel ouder. Voor de verandering des jaars 1578»..en nog lang daarna,ftondt, in de buurte Outewaal., buiten de S. An* tonis-poort, eene Kapel, die aan S. Anna toegewyd was, en in welke, nog tot over 't midden der voorgaande eeuwe, dienft ge- daan werdt. Doch, met de jongde -uitleg- ging *ler Stad, is »deeze Kapel verdweenen, en de Statie, in 't jaar 1663, verplaatft aan Funen, daar nu de Rookery der Ooftindifche Compagnie is. Eenige jaaren laater, is zy, an
|
|||||||
iio AMSTERDAMS III.Dm.
RooMscii.op 't Kattenburger - Plein, verplaatft, en ein-
CEziNDF.N delyk, in de Pool overgebragt, alwaar nog Kerken. een g^ Anna's beeld te zien is, welk, voor- maals, in de Outewaaler-Kapelle , plagt be- waard te worden. De Kerk , van welke wy fpreeken , is een ruim , hoog en lug- tig gebouw, voorzien van twee galeryen, die op vier houten kolommen ruften. Ter wederzyde van het welgebouwd Altaar, ftaan twee konflige beelden van de Apoftelen Pe- trus en Paulus. Onder de Altaarftukken , müiit uit een gekruide Chriftus , met de Moeder des Heeren, den Apoftel Joannes en Maria Magdalena, door de Wit gefchil- derd. Voorts, is 'er eene afneeming Van't kruis, naar Rubbens, welk aan den Keurvorft van Keulen, Clemens duguflus, plagt toe te be* hooren. De Gemeente, die gewoonlyk in de Pool vergadert,is vry groot, en wórdt, tegen- woordig, van drie Priefters gediend. I 7.'t Frede- ^n ^e Kerkftraat, aan de noordzyde, even Duifje, beooften de Spiegelilraat, ftaat eene Room- fche Kerk, die > zo my berigt wbrdt, in, of omtrent het jaar 1682, geftigt,'en, ter ge- dagtenifte der Nieuwmeegfcne Vrede, het Frede-Duifje genaamd werdt: Philippus Men- fink was Paftoor (x), en, naar 't fchynt, ook eigenaar deezer Kerke. Immers ik vind, dat Juffrouw Maria Geertruid Menfink, die, op den elfden September des jaars 1727, over- leeden is, by haaren uiterften wil van den negen en twintigften April des jaars 1724, het
(*) Va:: Haussen tn va» Ryn K«k. Oudh. IV. Deel,
hl. 19). |
||||
III.BOEK.OvERÏGE PrOT.EN AND.KeRKEN. III
het gefligt gemaakt heeft aan Vrouwe Geer- roomsch-
truid Cornelia Schouten, Weduwe Matthias gezindkh van Bree, met verzoek, dat zy geliefde tÖKE**j^ bezorgen, dat het, met al wat 'ér toe be- hoorde , altoos, tot eene Roomfche Kerke, gebruikt zou worden; en dat niemant, dan een opregt Roomfch Priefter, die, in Gees- telyke zaaken, volkomenlyk gehoorzaam was aan den ftoel van Rome, in deeze Statie, zou worden aangefteld. Sedert , is 't ge- bouw verhuurd aan de Paftoors, die 't gene 'er, na aftrek van 't onderhoud en delaften, overfchiet, aan de armen mogen uitdeelen. De Kerk, van welke wy fpreeken, is klein. Onder de Altaarftukken, is eene Opftanding des Heeren, door de Wit gefchilderd. Ook heeft men 'er eenen gekruiften Chriftus, van den ouden Voorhout. De Gemeente, die hier gewoonlyk vergadert, wordt thans door twee Priefters bediend. In het Roomfche Meisjes-Weeshuis, aan s. De
de ZLiidzyde van 't Spuij, op den hoek van Kerk in 't de Voetboogsftraat, in't gemeen het Maag- Maagdm- denhuis genaamd, is ook, reeds voor't'mid- 'f den der voorgaande eeuwe, eene Kerk ge- fügt , zonder dat de nette tyd dier Stigtin- ge, ergens, aangetekend is. Alleenlyk is hier, op den dertigften Oólober des jaars 1652, een Priefter, JValterus Fontein ge- naamd , overleeden, die, vermoedelyk, de eerfte in deeze Statie zal geweefr. zyn. In de Kerke, die , gelyk een groot gedeelte van 't gebouw , oud is, heeft men eene afgezonderde plaats gefchikt voor de Wee- zen , die in 't Maagdenhuis worden opge- voed. |
||||
.. , .
|
||||||||||||
lis AMSTERDAMS HI. Drau*
Roomsch- voed; Een Altaarftuk , door de Wit ge-
gezinden fchilderd, verbeeMt de boodfchap des En- Kerken. gejs aan Maria. Voorts, heeft de Kerk niets merkwaardigs, dan dat 'er, tegenwoordig, een klein ftukje houts bewaard wordt, welk men gelooft een gedeelte te zyn van het kruis des Heeren. Het is, volgens zeker ge- tuigfchrift, door Euzebius Franzofini, Apos- tolifchen Vicaris te Smirna, in 't jaar 1761, vereerd aan den Kapucyn Dominicus Parißni,' van wien de tegenwoordige Paftoor in 't Maagdenhuis het heeft weeten te bekomen. De Nuncius te BrufTel, Ghilini, heeft, in 't jaar 1764, aflaat beloofd aan alle Chriftenen, die dit overblyffel, plegtiglyk, zou*den ko- men bezoeken, en zeker kort gebed aan den Heiland opzenden, of ten minfte het Onze Vader en het Weefl gegroet, met het gewoonlyk oogmerk der Kerke, uitfpreeken. De Kerk in 't Maagdenhuis wordt, door . < éénen Paftoor, bediend. Zyne wooning heeft haaren ingang in de Voetboogsftraat. |
||||||||||||
9. Öphet
Kuipers-
Pad.
|
. Buiten de Utrechtfche Poort, op het Kui-
pers-Pad , binnen de Vryheid , ftaat eene |
|||||||||||
Roomfche Kerk, die, thans, door twee Pries-
ters , bediend wordt. Zy hebben eene be- kwaame wooning op het Ruftenburger-Pad, van waar men, over eene iloot, toegang heeft naar de Kerke op het Kuipers - Pad. Het oudfte Doopboek, welk hier bewaard wordt, begint in het jaar i6<5i, en de Sta- tie is, vermoedelyk, niet veel ouder. Doch de Kerk plagt, op den noorderhoek van 't Kuipers-Pad, aan den Amftel, te ftaan, en is, eerft in deeze eeuwe, aan 't einde van 't |
||||||||||||
J
|
||||||||||||
IILBoEK, OverigeProt. en and.Kerken.H3
gemelde Pad , naar de Wetering toe, uiRoomsch.
een gewezen Turffchuur, verplaatft (^).gezindëw Zy is, van binnen, redelyk wel gefchikt,KERKEJir' én heeft eene galery in de breedte, tegen over 't Altaar. Het Choor is, in 't midden deezer galerye , gefield. Men bewaart, in deeze Kerke, twee Schilderftukken van de Wit, een gefchenk van den huize van Moens. De zeven Statiën, welken bediend wor-Zeve*
den, door weereldlyke Priefters, die de Bul-J^1^"' Ie Unigenitus niet aangenomen hebben, en, diend in 't gemeen, Janfenijten genaamd worden, worden zyn de volgenden: 'm De grootfte , of ten minfhen eene derj^16
grootften is op de Brouwersgrafc, aan de Priefters, Noordzyde, tufïchen de Brouwersftraat endie de korte Prinfengraft. Voor den Stigter derzelve j^!le . •wordt gehouden de Priefter Jujius Moeder- tus n\<& föhn, die, reeds in 't jaar 1664., Paftoor aangeno- deezer Kerke was. 't Gebouw is ruim,enmen h.e^' wel gefchikt. Men heeft 'er maar ééne ga-gemeen* lery, en eenige konftige Schilderftukken.^^,,,-/- De Gemeente plagt talryk te zyn; doch is, ten ge- eenigszins, afgenomen, vooral, nadat, innaalnd- 't jaar 1757, de Paftoor Joachim ^rvelingh^J^ die hier flondt , afftand van zynen dienUde der gedaan hadt. Zy wordt thans, door éénenBr6U' Priefter, bediend. ££"- In de Oude Teertuinen , even benoor- 2.Dedrk
den den Zeedyk, is eene andere Kerk, al-Al- waar, \ voor 't huis, op welks boven - ver- ^aaijetu trek,
(y) VergelykVSn HEUSSEN en TAN B.YN Kelk. Outih.
IV. Deel, bt. ij»j. VIII. Stuk. H
|
||||||
114 AMSTERDAMS III.Deel,
RooMscH-trek, zy, reeds voor 't midden der voor-
GEZTJNWEN voorgaande eeuwe, geftigt is (z), de drie Kerken. Bantekraaijen uithangen. De Kerk is net betimmerd, en van eene ruime galery voor- zien ; doch de Gemeente is zeer klein. Zy wordt, door éénen Priefler, bediend. 3. In de Eene andere Kerk ftaat, aan de noord- en**«, zyde van de Vinkenftraat, op den ooiler- firaat. hoek van de Baanbrugfleeg. 't Gebouw plagt, voormaals, gehuurd te worden van een Doopsgezind geflagt, van welk het, na- derhand , door eenen der Paflooren , ge- kogt is. Het fchynt, omtrent het midden der voorgaande eeuwe, tot eene Kerk, ge- fchikt te zyn: waartoe een vierkant boven- vertrek bekwaam gemaakt is. Ter weder- zyde van 't Akaar , flaan de beelden van de H. Maagd en vanS. Jozef, opvoetftuk- ken. Tegen 't gewelf, is 's Heilands He- melvaart , konfliglyk , gefchilderd. Men heeft 'er geene galery. De Gemeente wordt hier van twee Prieflers bediend, hebbende den Paftoor, gemeenlyk, eenen Kapellaan by zig. . D Eene andere Kerk is 'er, in de Keizers- jPmuw. ftraat, aan de noordzyde, daar de Paauw
boven de deur (laat. De tegenwoordige Bis- fchop van Haarlem is thans Paftoor deezer Kerke; doch heeft eenen Kapellaan onder zig. In de voorgaande eeuwe, plagt 'er eene Statie op de S. Antonis Breêftraat te
|
||||||
(z.) Zie VAN HEUSSEN en VAN RYN Kcik. Oudh. IV.
Deel, bl. Ijl. |
||||||
■ ■■■■■"■■................... ■" ' '
|
|||||
III.Boek. OverigeProt. en and.Kerken. i 15
te zyn (d) : die , federt, in deeze over- Roomsca-
gebragt is. De Kerk is, aan twee zyden, gezini>£W voorzien van eene galery, boven welke hetKFRKEW- Choor is. Men heeft hier een' zeer fraai- jen Predikftoel,op welken, deborftftukken der Apoflelen Petrus en Paulus uitgehouwen zyn. Voor den opgang, flaat een beeld van Mozes, met de tafelen der wet, leevens- grootte. ■ In de Barndefteeg, aan de zuidzyde, by 5- De
den Oude-zyds-Agterburgwal, is ook eene °yev<iar- Kerk, daar de Oyevaar boven de deur ftaat, zynde, hier ter plaatfe , voormaals , eene herberg geweeft, die den zelfden naam voer- de. De Paftoor, die hier den dienft waar- neemt, heeft thans eenen Kapellaan by zig. De Kerk is een lugtig , wel gefchikt ge- bouw , welk zyn licht fchept door kerkgla- zen , die in 't zuiden geplaatft zyn. De Predikftoel, die te Mechelen gemaakt is, en de gedaante van een' kelk heeft, wordt voor een konftig werkftuk gehouden. Ook is hier een fraai altaarftuk van Coets, ver- beeldende Simeon, met het kind Jezus, in den Tempel. In 't Jongens-Weeshuis der Roomlch-ö. In't
gezinden, aan de zuidzyde der Lauriergraft, •&ngehns'~ tuflchen de twee laatfte bruggen, is ook m uss' eene Kerk, die, even als de Kerk in 't Maag- denhuis , voornaamlyk voor de Weezen , gefligt was; doch in welke, zy, federt de verdeeldheid over de Bulle Unigenitus, niet Jco-
{1) Van Heussen en vai*-Ryn Kerk. Oudh. IV. D#</,
H 2
|
|||||
'
|
|||||
iiö AMSTERDAMS IILDeêe.
Roomsch- komen mogen, alzo de Regenten van het
gezinden Weeshuis allen deeze Bulle toegedaan zyn. Kerken. pe j^erk is van eene redelyke ruimte; doch heeft geene andere galery, dan die, waar- op het Choor , regt tegen over 't Altaar, geplaatft is. Zy wordt, door éénen Priefter, bediend. 7. Op den Eene der jongfte Kerken flaat op den Nieuwe- Nieuwe -zyds- Agterburgwal, aan de ooft- *yd*dg- z je tuflchen de Lynbaans- en Pottebak- wal,be. kers-iteegen, en is, eerit in t jaar 1695, noorden geftigt, door de Moeder van Jacob 't Zul de Lyn- en Pieter 't Zul, den eerften Paftoor hier fiecz' ter Stede, op den zelfden Agterburgwal j by de Brouwery de Hooiberg, en den an- deren Paftoor der Egmonden. De Statie van den eerftgemelden , die toen in 't nieuw gebouw werdt overgebragt, was, in vroe- ger' tyd, geweeft op den Oude-zyds-Voor- burgwal, in een huis, daar de Helm uithing; van waar den Paftoor de titel van Paftoor van S. Nicolaas aan de oude zyde bygeblee- ven is (b). Hy huurt de Kerk en 't Kerk- huis , voor eenen by uiterften wille bepaal- den prys, van de erfgenaamen der Stigte- relTe. De Kerk is geplaatft op een boven- vertrek van 't gebouw. Zy heeft eene ga- lery , die op zes kolommen ruft. Boven de galery, is een ruim Zangers-Choor, en op het zelve, een Orgel, welk geoordeeld wordt, in keurlykheid van toon, alle de Orgels in- de Roomfche Kerken deezer Stad te over- treffen. Ook heeft men 'er drie konftige Al-
(b) Kcrkel. Oudh. IV. Deel, bl. 191.
|
|||||
...
\
|
||||||
III.BOEK.OvERIGEPROT. EN AND.KeRKEN. I IJ
Altaarftukken, eene geefleling des Heilands, Roomsch-
in 't jaar 1665, door F. Roosendaal, ge-gezinden fchilderd, eene afneeming van 't Kruis, inKERK£W- 't jaar 1659, door C. van Savoy gedaan, en eene Geboorte des Heeren. Boven verfchei- den deuren in deeze Kerke flaan uitgelezen fpreuken der H. Schrift, in de Nederduits fche taaie. De Gemeente, die hier verga- dert , plagt, voormaals, door twee Priefters, bediend te worden; doch federt eenigen tyd, wordt de dienft aldaar, door niet meer dan éénen Priefler, verrigt. Wy komen nu tot de wyze, waarop de Wyze
RoomfchePriefters, hier te Lande, en b#> vanaan- zonderlyk in deeze Stad, worden aangefteld. ^ins En deeze wyze is onderfcheiden, omtrent Room- zulken , die de Bulle Unigenitus aangeno- fche men, en zulken, die dezelve niet aange- friefte-
* * * t /4 • ■% TifT ren hier nomen hebben. De eeriten, immers de Wee- terStede;
reldsheeren onder dezelven, worden, door z0 die de' den Aartspriefler o ver. Holland, Zeeland en Bulle Weflfriesland, die thans is Emericus van Ka- UniSeni' pik, Paftoor in Vogelenzang en Hillegomj g^no™" of door den byzonderen Aartspriefler over men, Amflelland , zynde , tegenwoordig , Joan- nes Simon Hermanus Oem , Pafloor in de Stade op den Nieuwe - zyds - Voorburgwal, by het Spuij, hier ter Stede; aan 's Paufen Nuncius te BrufTel voorgedraagen, en door den zelven, herwaards gezonden. Somtyds, gefchiedt deeze zending ook wel, zonder dat 'er eenige voorftelling, door de Aarts- prieflers, voorafgegaan is; doch de gezon- den Priefters worden, altoos, door de Aarts? H 3 pries-
|
||||||
lig AMSTERDAMS III.Deel.
RooMscu-prieflers over Holland en Amftelland , by
gezinden fchriftelyke .A&e , erkend, en tot de by- Kerken. zonc{ere Statiën gefchikt. De geordende worden, gemeenlyk, op aanfchryvens van de Priefters der zelfde Orde, wanneer 'er eene Plaats vervuld moet worden, door den Pro- vinciaal der Orde, in Brabant of in Frank- ryk, aan den Nuntius voorgefteld en aan- gepreezen; door deezen gezonden, en by de Aartspriefters erkend. Zy verklaaren, voor dat zy herwaards komen, by plegti- gen eede, aan den Nuntius, dat zy alle de Paufelyke Bullen, byzonderlyk die, waarby de vyf Hellingen , welken men Janfenius toefchryft, en de Hellingen van Quesnel veroordeeld zyn, aanneemen. Zy belooven, zulken, die iet tegen deeze Bullen onder- neemen, te zullen aanbrengen. Ook ver- binden zy zig tot gehoorzaamheid aan den ftoel van Rome , en om geene gemeen- fchap te houden met de ongehoorzaamen, waardoor, in 't byzonder , de zogenaamde Janfeniften verftaan worden. Eindelyk, ver- klaaren zy , eenen afkeer te hebben van, eenigerwyze, toevlugt te neemen tot de weereldlyke Overheid, in geeftelyke zaa- ken.
als die Doch de Priefters, die de Bulle Unige- dezelve n\tüs niet hebben aangenomen, worden thans, nier aan- n-er ter Stede , aangefleld, door den Bis- f ebben!" fchop van Haarlem , die tegenwoordig is Joannes van Stiphout, Pafloor inde Paauw, in de Keizersftraat. Het Bisdom van Haar- lem was, in 't jaar 1560, opgeregt, en Am- fter-
4WV*
|
||||
IILBóek.OverigeProt. en and.Kerken. 119
(lerdam behoorde 'er toe , gelyk wy, terRooMscn-
zyner plaatfe (c}, gemeld hebben. DochoKz™ na de verandering der Regeennge , en deKERRBft' dood van den tweeden Biflchop, Godefridus van Mierlo, in den jaare 1587, heeft het Kapittel verzuimd , of vergeefs gepoogd, eenen nieuwen Biflchop te kiezen, tot dat, in't jaar 174.2 , na dat de Kanoniken, de een na den'anderen , de Bulle Unigenitus aangenomen hebbende, zwaarigheid hadden gemaakt, om zig langer den naam van het Haarlemfch Kapittel toe te paffen; Hiero- nimus de Bock, Paftoor in de Vinkenftraat, hier ter Stede, door den verkooren Aarts- bhTchop van Utrecht, die oordeelde, vol- gens * 't regt van overgang , hiertoe ge-* Jure wettigd te zyn, tot BilTchop van Haarlem,^*** werdt ingewyd. Zyn opvolger, de gemel-7" * de van Stiphout, heeft, niet alleen, op den veertienden July des jaars 1745 , van Bur- gemeefteren deezer Stad (d); maar ook, federt, van Gecommitteerde Raaden van 't Noorder - Kwartier, en van Burgemeefteren der Stad Enkhuizen , uitdrukkelyk , verlof gekreegen, om de Biflchoppelyke dienden, by provifie en tot wederzeggens toe, waar te neemen. En in gevolge van dit verlof, en van de oogluikende toelaating der Hee- ren Gecommitteerde Raaden in den Haage, ontvangen de Priefters van zyne partye, hier ter Stede, en alomme in 't Bisdom van Haarlem, van hem hunne zending. Onder- tus-
|
|||||||||
(e) II. Deel, VII. Boek, hl- »3Ï.
(d) GxüOt'McmOÏ. N. XI. ƒ 9- H 4
|
|||||||||
'■"'-■ v.
|
|||||||||
120 AMSTERDAMS III.Deee.
RooMscH-toflchen, mogen de Priellers van de eene
gezinden en de andere partye, op de gemeide wyze, Kerken. Kerkelyk zynde aangefteld, in Holland, en byzonderlyk hier ter Stede, geene Priefter- lyke dienften doen, dan na dat zy, aan Bur- gemeefteren, en vervolgens aan den Hoofd- officier , van hunne aanftelling blyk getoond, en de verklaaring en belofte , van welken wy, hiervoor (e), gewaagden , voor Bur- gemeefteren, gedaan hebben. Burgemees- teren behouden nogtans, gelyk van zelf fpreekt, het regt aan zig, om zulken, dp welker perfoon of gedrag, iet van belang te zeggen is, of die de hoedanigheden niet hebben, welken, by 's Lands Plakaaten , gevorderd worden, voor eenen tyd of voor altoos, af te wy zen. Schoon men ook, hier ter Stede, de zendingen van 's Paufen Nun- tius gedoogt, ftaat de Regeering hem eg- ter geene Jurisdiftie toe, over erkende in- gezetenen van Arrifterdam, zelfs niet over Priefters, die, uit zynen naam, herwaards gezonden zyn: en in 't jaar 1708, hebbén Burgemeeileren eenen Roomfchen Priefter, die voor den Nuncius te Keulen gedag- vaard was, verbooden , aldaar te verfchy- nen (f).
R ,. Jn elke Roomfche Kerke hier ter Stede, den'der zyn een Organift en eenige Choorzangers
Room- of Choorzangfters: ook doorgaands een of *fhe meer OppalTers of Plaatsbewaarders: en in Kerken. ^ meeften, eene Kofterin. Doch alle dee- ze
(*) Bladx., 97.
(ƒ; Gioot-Meiaoi. #• IX« ƒ• *5»
|
||||
.
|
||||||
ÏILBoEK. OverigeProt. en and.Kerken. i 21
ze dienften worden , op verzoek der Pas- Roomsch-
tooren of oudfte Paters van ieder Kerke , gezinden doorgaands, zonder dat 'er eenig loon voor ^£RK£S» gegeven wordt, waargenomen. De Plaats? bewaarders zyn, gemeenlyk , ook bedie- naars der begraafenilTen , hier ter Stede Janfpreekers genaamd;en worden, in deeze hoedanigheid, beloond , door zulke Leden der Gemeente , die hen te werk Hellen. Voorts, zyn 'er eenige luiden, gemeenlyk twee in elke Kerke, gefield, om de Lief- degaaven der Gemeente, by 't fcheiden der Vergaderinge , in houten laaden, te ont- vangen. Tot hetzelfde einde;, zyn'er ook Boffen gepslaatft, aan de ingangen. , De Priefters. trekken hun onderhoud uit Onder-
deeze Liefdegaavep9 en- uit anderen, die, hü.ud der by by zondere gelegenheden, met naame, ^ by,'t doen der gewoonlyke Biegte, op Paafchqn, en op andere tyden , gedaan worden. En; daar de Gemeente groot is, en de inkomften rykelyk zyn, wordt 'er ook een gedeelte van belleed, tot onderfland der armen. Doch de zorg voor de arme Leden derUitdee-
Roomfche Kerke hier ter Stede flaat, hynlingedn zonderlyk, aan het Qude-Kathoïyken-Armen- aj!," ene Compteir, waarvan wy, inde befchry ving onder der Godshuizen, nader handelen zullen. Hierdcrze,ver tekenen wy alleenlyk aan, dat, volgens ze- 0Pzl§t' kere vaflgeflelde fchikking, aan ieder Ker- ke van de eene en de andere partye,. naar gelang van de grootheid der Gemeenten en 't getal der armen, door de Regenten van H 5 't
|
||||||
i
|
||||||
122 AMSTERDAMS HI. Deel.
RooMscn-'t Armen - Comptoir, om de drie maanden,
gezinden zekere fomme gelds toegelegd wordt, die, Kerken, ^oor ^en Paftoor , volgens zeker bepaald getal van briefjes, inhoudende de naamen der armen, en de begrooting der gifte, voor ieder derzelven gefchikt, en vier, vyf, of zes guldens in 't vierdendeel jaars beloopen- de, wordt uitgedeeld. Doch, behalve dee- ze vafte briefjes, ftaan de Regenten aan de Paftoors, die, veeltyds, met meer armen belaft zyn, dan zy, daaruit, onderfteunen können naar behooren; eenige andere brief' jes toe, getekend met het by voegfel, Per nos Confratres, dat is, Door öns Medebroeders, Zulk foort van briefjes zyn ook in de han- den van byzondere armen. Doch zy moeten, by 't overlyden der armen,op welker naam zy ftaan, aan de Regenten te rug gegeven wórden; die egter zeldzaam weigeren, zul- ke briefjes, op eenen anderen naar», over te tekenen, mids het hun, door de Paftoors, verzogt worde. In buitengewoone geval- len , worden ook, op verzoek der Paftoo- ren, voor eene enkele reis, noodpenningen uitgedeeld. Doch behalve deeze uitdeeïin- gen in geld, gefchieden 'er ook, jaarlyks, door handen van de Paftoors, uitdeelingen van Kaas en Gort. Het Comptoir zendt, in 't begin van December, zeker getal van Noordhollandfche Kaazen en zakken Gort, aan ieder Kerke; die, in portien van eene Kaas en drie vierde vat Gort voor eiken ar- men , door de Paftoors, worden uitgedeeld. De Paftoors zyn gehouden , jaarlyks, na Paa-
|
||||
IILBoEK.OvERIGE PrOT.EN AND.KerKEN. I 23
Paafchen, fchriftelyk, getuigenis te zendenRoomsch-
aan 'tComptoir, dat de armen, voor welken gezinden zy aanhouding van onderfland verzoeken, KeR*en. aan de Chriftelyke pligten voldaan hebben, dat is, te Biegt en ten Avondmaal geweeit zyn. Onder de Roomfchgezinden, zyn, ook in Kloppen.
deeze Stad, eene foort vangeeftelykeDog- ters, die, hier en elders, Klopzuflers en Klop- pen of Klopjes, en in Brabant, Quezels ge- naamd worden. Zy woonen egter niet by- een; maar,hier en daar, door de Sud ver- fpreid. Zy doen, wanneer zy zig in deezen ftaat begeeven , geloften van onthouding aan den Paftoor van hunne Kerke. Sommi- gen dienen, in de Kerken, als Kofterinnen:' anderen doen de eene of de andere neering : eenigen houden Schooien voor jonge kin- deren, van welke Schooien een aanmerkelyk getal hier ter Stede gevonden wordt. Zy worden, niet alleen door Kloppen, maar ook, door andereRoomfchgezinde Vrouws- personen, gehouden, en liaan onder geen byzonder opzigt. De Kloppen draagen al- leenlyk een zedig zwart gewaad , en een byzonder hoofdhulfel. Men meent,,dat zy haaren naam gekreegen hebben, in tyden van onveiligheid voor de Roomfchgezinden deezer Landen; toen men zig van haar be- diende , om den luiden aan te kondigen , waar en wanneer, de heimelyke Vergade- ringen Honden gehouden te worden ; ten welken einde, zy, aiomme, daar Roomfch- gezinden woonden, aan de deuren gingen klop-
|
||||
124 AMSTERDAMS III.Deel;
Akmeki- kloppen. Men vindt, ook in deeze Stad,
»CHE zo wel als elders hier te Lande, mansperfoo- Kerk. nen ^ die gelyke gelofte doen als de Klop- jes, en Klopbroeders genaamd worden. Doch hun getal is zeer klein. VII.
ARMENISCHE KERK.
......
Befchry- "1 \e Koophandel op Smirna en de Levant
ving der | J heeft, al in de voorgaande eeuwe, ge- Armeni- legenheid gegeven, dat zig eenige Armeni- Kerke. ^e Chriftenen , hier ter Stede, met der woon hebben neder gezet. Zy hielden hun« 'ne eerde Godsdienftige Byeenkomften, in een huis, in de Dyksftraat. Doch in 't jaar 1714, verwierven twee hunner Kerkmees- teren, Babafan di Sultan en Nicolaas Theo- dor, verlof van Burgemeefteren, om eene nieuwe en openbaare Kerk te ftigten ( g ), alwaar zy,nog tegenwoordig, dagelyks, twee- maal , en, des Zondags, en in de groote vas- ten, driemaal 's daags, byeen komen. DeKerk, een net gebouw, met twee ryen glasraamen, ieder van zes lichten, boven eikanderen in 't ooiten, Haat, tufïchen de Keizers-en Konings- ftraaten, op Dwars-BoomÜoot. Men heeft 'er eenige Altaarftukken; doch geen' Predikftoel. Zy wordt door eenen Priefler bediend, die, op verzoek der Gemeente, door den Patriarch van Groot - Armenië, herwaards gezonden wordt. De tegenwoordige Prieller, Joannes de
fjr) Refol. van den Oui-Raad van Bürgern, jo Januaty
17«(<"ƒ' 3si.
|
||||
IILBoek4OverigeProt. en and.Kerken. i 25
de Minas, heeft de Armenifche Gemeente Armeni-
alhier, reeds dertig jaaren, gediend. Hy heeft sche de Kerk , in 't jaar 1749, op zyne koffcen , Kerk« met eenen deftigen op- en ingang, verfierd, en, boven de poort, een leggend Lam of Ag- nus Dei, in marmer, doen uithouwen. Ten zelfden tyde, is de binnenfte ingang der Ker- ke , insgely ks, vernieuwd, op koften van den tegenwoordigen Kerkmeefter, Arachiel di Paulo. Het een en 't ander wordt, in twee Opfchriften, in de Armenifche taaie, boven de twee ingangen gefield, te kennen gege- ven. Het eerfte, welk boven de Voorpoor- te ftaat, is van deezen inhoud: Ik Joannes, Priefter, Zoonvan Minas in-
boorling van de Stad Amafia , vyftien jaa- ren , deeze Kerk, genaamd den Heili- gen Geest, bediend hebbende, heb, op myne eigene koflen, deeze Foorpoort her- bouwd; een marmeren Lam boven dezelve gefield; den fleenen opgang, en drie onder- en drie bovenlichten doen maaken, ter gedag- tenijje van myzelven en van myne over leede- ne F ader en Moeder, in 't Armenifch jaar 1198, dat is, in 't jaar 1749. Het opfehrift, boven de binnendeur, komt
uit op deezen zin: ƒ& Arachiel,Zoon van Paulo don Arache-
lentz, inboorling van Ispahan Gulpha, heb, op myne koficn, deeze binnendeur laaten her- bouwen; het voorhuis eenigszins verhoogd en verbreed; den wand en vloer, met marmeren flauten, belegd, en 't gewelf met bloemwerk be-
|
||||
126 AMSTERDAMS IILDeel.
Griek- bepleißerd, ter gedagtenijje van mynen over-
scHE of keden Vader Paulo en van myne nog keven' |
||||||||
Russi-
sche Keuk. |
||||||||
de Moeder, in 't jaar des Heeren 1749.
|
||||||||
De Kerkmeefters, die een of twee in ge-
tal zyn, hebben opzigt over 't gebouw, en over de weinige armen der Gemeente. VIII.
GRIEKSCHE of RUSSISCHE KERK.
Befchry- TT* indelyk, heeft men ook, hier ter Stede,
ving der jQ,/ eene kleine Gemeente van Griek- Griek- sche of Russische Christenen, Russi- die»mer en ^aar»m £ ^u^s van een M^ ^er
sche zelve, plagt te vergaderen; doch, federt eeni- Kerks. gen tyd, op een boven-vertrek van een huis, op den Oude-zyds-Voorburgwal, tuflchen de Minderbroeders-en Kreupelfteeg, daar de drie Valken in den gevel flaan, byeenkomt. 't Al- taar is van 't overige gedeelte der plaatfe af- gefcheiden, door een houten befchot, waarin eene deur is, met eene opening van boven, in welke, een verguld houten kruis ftaat. Ter wederzyde der deure, hangen twee kleine fchilderytjes. De Gemeente, in welke, te- genwoordig , maar drie of vier mansperfoo« nen zyn, behalve den Priefter, heeft altoos beflaan uit een zeer klein getal van Leden. De weinige Ruffifche Koopluiden en Bootsgezel- len , die, van tyd tot tyd, in deeze Stad ko- men , gaan hier egter ter Kerke. De dienfl wordt 'er waargenomen, door eenen Priefter, die uit Rusland herwaards gezonden wordt; doch, fomtyds, bezwaarlyk, te bekomen is. IX.
|
||||||||
III. Boek.OverigeProt.en and.Kerken. i 27
I X. JOODSCHÏ
GEN.
SYNAGOGEN der JOODEN.
Men heeft verfcheiden' JoodscheSy- Aankomft
NAGOGEN, hier ter Stede, tot wel-der Por- ker befchryvinge, wy nu overgaan. tugeefche ^ Omtrent welken tyd, de eerfte Jooden hkr ter*
zig, te Amfterdam, hebben nedergezet, is Stede, my nergens klaarlyk gebleeken. Men weet alleenlyk, dat, "Jan den HL, Koning van Portugal, in 't jaar 1549, door zyn gantfche Ryk , fcherp onderzoek hebbende laaten doen naar bedekte Jooden, die, in fchyn, den Chriftelyken Godsdienfl: hadden aange- nomen ; veelen derzelven zig naar Holland begaven, daar hun, door 't Hof, by her- haalde Plakaaten, het Land verbooden werde (b). 't Blykt niet, dat zy zig, federt, in mer- kelyken getale, of openlyk, hier te Lande, of in deeze Stad, onthouden hebben, dan na de verandering' der Regeeringe, in 't jaar 1578. Pontanus, wiens Befcbryving van dmflerdam, in 't jaar 1611, uitkwam, te- kent aan (i), dat de Portugeefche Jooden zig, weinige jaaren geleeden, aan de oude zy- de, hadden begonnen neder te zetten. Ini zeker Joodfch Werk , genaamd Boom des Leevens, wordt verhaald „ dat de eerfte „ Jooden, in 't jaar 5350,naar der Jooden ,, Tydrekening," 't welk, met het jaar 1589 of 1590, naar de tydrekening der Chrifte- nen,
(h) Zit Vaderl. Hift. V. Deel, */. jM.
(i) Lür. II. C*/>. VIII. p. *J. |
||||
128 AMSTERDAMS HI.Df.kI;
nen, overeenkomt, „ uit Portugal, te fche-
„ pe, herwaards vertrokken waren, ten ge- „ tale van drie Perfoonen , Manuel Lopes „ Hörnern en Maria Nunes , twee onder- „ trouwden, benevens Miguel Lopes, Oom ,, van Manuel; dat Major Rodrigües, Moe- „ der van Manuel Lopes, verzeld van An- „ tonio Lopes Pereyra, Jufla Pereyra ,en ee- „ nige anderen, in 't jaar 1598, teAmfter- „ dam, aankwam, en dat 'er toen verfchei- „ den' huwelyken , onder deeze aangeko- „ men Jooden, geflooten werden, zynde, „ onder anderen , Manuel Lopes Hörnern „ getrouwd met Maria Nunes; en Francis- „ co Nunes.Pereyra, met zyne Nigte Jufla, „ die , naderhand, den naam van Abigail „ aannam. Dat Julia haaren man reeds twee „ kinderen ten minde gebaard hädt, toen „ hy, door den vermaarden Rabbi Uri Levi" een' Hoogduitfchen Jood, die te Embden woonde, en nu en dan in Amfterdam kwam, „ befneeden werdt. Dat de Jooden, te Am- „ fterdam, op den Grooten Verzoendag des „ jaars 1595, eene heimelyke Vergadering „ gehouden hebbende , door den Onder- „ fchout en eenige Geregtsdienaars, uitge- „ gaan om Roomfchgezinden - Vergaderin- „ gen te flooren, overvallen waren geweefl; „ doch dat men, befpeurende dat zy Jooden „ waren, hen, vooreerft, niet verder ge- „ moeid hadt." In een ander Joodfch Gefchrift, Gedagte-
nis voor de toekomende eeuwen geheeten, wordt gemeld „ dat tien Jooden, die vier jongens „ by zig hadden, in 't jaar 5364, naar der » Joo-
|
|||||||
-
|
|||||||
. ■
|
||||||
ÏII.Böek.Overige Prot, en anö.Kêrken.129
j, Jooden tydrekening,'t welk» met het jaar Joodsche
„ 1603, overeenkomti met twee fchepen,SraAoo- „ rykelyk belaaden, uit Spanje ,■ te Embden 0EW* „ aangekomen zynde, door den reeds ge« j, melden Rabbi Uri Levi, dien zy aldaar „ aantroffen , naar Amfterdam geweezen j, werden; dat zy * hier gekomen ,- een huis 5> humden» in de Jonkerltraat, tegen over ,, den Montelbaanstooren; alwaar Uri Levi „ hen , na verloop van eenige weeken * ,, kwam befnyden Dat het Geregt, ken- j, nis gekreegen hebbende van de byeen- „ komft, die de Jooden, in de Jonkerltraat, „ hielden, Rabbi Uri en zynen Zoon Aar on „ Uri Levi deedt in hegtenis neemen 5 doch , „ eerlang, wederorn op vrye voeten (tellen/' 't Gefchrift * waarin deeze byzonderheden gevonden worden » is i door den Kleinzoon van Rabbi Uri, genaamd Uri de Aliron Le- vi, opgefteld, Doch zo men 't verhaal, welk daarin voorkomt, aanmerkt als het zelf- de, datj in den Boom des Leevens^ gevon- den wordt, ziet menligtelyk, dat het, en in den tyd, en in verfcheiden' andere om- ftandigheden, met het zelve ,• verfchilt. Maar miffchien fpreekt de Boom des Leevens, van de eerfte aankomft der Portugeefche, en de Gedagtenis mor de toekomende eeuwen, van de eerfte aankomft der Spaanfche Jooden, te Amfterdam. Zy zegt, ten minfte, dat de twee fchepen, die de tien Jooden overvoer- den , uit Spanje kwamen. Valt gaat het $ ondertuflchen, dat de Portugeefche Jooden zig, op het «inde der zeftiende, of omtrent den aanvang der zeventiende eeuwe, hier VIII. Stuk. I ter |
||||||
*
|
||||||
i3o AMSTERDAMS III.Deel.
Joödsche ter Stede, hebben nedergezet. De gemee-
Synago- ne Joodfche Almanachen plaatfen hunne CEN> aankomft alhier, in 't jaar 1595. Zy verkooren eenen oord van de Stad,
die maar even bebouwd, en nog niet digt bewoond was, op en omtrent den S. Anto- nis dyk of Breêftraat. Ook hebben zy zig, federe, aldaar, meefb byeen gehouden, alzo de gelegenheid hunnerSynagogen enVleefch- hallen, en verfcheiden' hunner plegtigheden, met naame die van baaden en begraaven, niet gedöogen, dat zy ver vaneen verfpreid woonen. Zy nee- Weinige jaaren na hunne aankomft, wa- rnen fterk ren j^-j ^ by de Wethouderfchap deezer Stad, «tal! reeds twee beëedigde Makelaars van hunne Natie toegedaan, welk getal, in 't jaar 1612, met nog agt anderen, vermeerderd werdt (k). Hieruit is klaarlyk af te neemen, dat zy, van tyd tottyd, toegenomen waren in menigte, en dat hun genoegzaame vryheid gelaaten werdt, om hunnen Godsdienft, in ftilte, in byzondere huizen, te oefenen. Doch in 't zelfde jaar 1612 ,beftonden zy, zonder daar- toe verlof verzogt te hebben van Burgemees- teren, eene openbaare Synagoge te ftigten op Uilenburg, tegen over denMontelbaans- Tooren, die't Huis van Jakob genaamd werdt. Men nam hun dit zo kwalyk, dat hun de oe- fening van hunnen Godsdienft verbooden werdt (/). 't Leedt, nogtans, niet langer dan tot in 't jaar i<5io, wanneer 's Lands Staa- ten hun vrye Godsdienftoefening toelieten. Zy
(k.) Haitdv. il. 10(53.
\tj Refol. Vroedfchu X. II. i M*y lÄiz. f. tl.
|
|||||
i
|
|||||
Ifl. Boek. OverigeProt.en and.Kerken.i3I
Zy bouwden toen eene Synagoge op de Hout-Joodsche
graft, die uit twee famengevoegde woo-SrNAGo- ningen beflondt. Hun getal, midlerwyl, fterk021** zynde aangegroeid, ook in Leden van ver- mogen , inzonderheid door de aankomft van veele Spaanfche en Italiaanfche Jooden, wer- den 'er nog twee Synagogen opgeregt. De drie byzondere Natiën kwamen egter, in 't jaar 1638 en 1639, overeen, om voortaan maar ééne Synagoge te houden, en niet te gedoogen, dat 'er, in vervolg van tyd, door tien of meer Jooden, eene nieuwe Synago- ge zou worden opgeregt: ook niet, dat by- zondere perfoonen, tot deeze Synagoge be- hoorende, in eenige andere van Hoogduit- fche, Poolfche of andere Jooden, zouden gaan bidden. En deeze overeenkomfl, mids- gaders, het verdrag van vereeniging, tus- fchen de Portugeefche en Spaanfche Jooden, werdt, op verzoek der Jooden zelven, den zeventienden November des jaars 1670, en den elfden May des jaars 1675, door myne Heeren van den Geregte, bekragtigd (tn). OndertufTchen, kwamen de drie Natiën, in de Synagoge op de Houtgraft, byeen, tot dat men, in 't gemelde jaar 1670, de te-^ genwoordige Synagoge bouwde , op het plein, tegen over het Leproozenhuis, tus- fchen de Muiderftraat en Muidergraft; na 't voltooijen van welke, de voorige Synagoge, tot Burgerwooningen, verkogt werdt. De Hoogduitfche Jooden, die toen al eene DeHoo^»
Synagoge hier ter Stede hadden, fchynen, duitfche niet
(}»j Hand/, bl. 47$. KCiub. P. ƒ. iz; verft.
I 2
|
||||||
133 AMSTERDAMS III.DeeI,
Joodsche niet lang na de Portugeefchen, herwaards
Synago- gekomen te zyn (»). Zy hielden, eenen . gemimen tyd , heimelyke vergaderingen : Jnpüo1* doch ondernamen, in 't jaar 1648, eene o- den i°t° penbaare Synagoge en Vleefchhal te bou- ten zig, wen, 't welk hun, in gevolge van een be- hier, ins- fluit der Vroedfchap, verbooden werdt (o)- Ö1"» Doch 't leedt maar weinige jaaren, toen hun, zo wel als den Portugeefchen Jooden, het bouwen eener Synagoge werdt toegelaaten: waartoe zy, in 't jaar 1658, met kennifle der Wethouderfchap, eenige penningen op- namen (p)< In 't jaar 1685 »verwierven zy ook verlof, om eene Vleefchhal op te reg- ten. De Synagoge was gebouwd, op den hoek van de Amftelftraat, tegen over 't Ou- de-zyds-Huiszitten-huis, in 't gezigt van de Synagoge der Portugeefche Jooden: en de Vleefchhal werdt, nevens de Synagoge ge- field. Midlerwyl, waren 'er, met den Pool- fchen oorlog, die in 't jaar 1654 aangevan- gen was, een groot getal vanPoolfcheJoo- den herwaards gekomen (q), die eene af- zonderlyke Synagoge, op Vlooijenburg, in de Houtftraat, hadden opgeregt, welke , eenige jaaren, ftand hieldt. Doch in 't jaar 1Ó73, werdt hun, door de Wethouderfchap der Stad, het houden van afzonderlyke Ver- gaderingen verbooden (r): waarna zy zig, met de Hoogduitfche Jooden , vereenigd hebben. * De (nj Relbl. van den Oud-Raad van Eurgem. z6 .•<«£,
i6u. f. 51*. (e) Refol. Vroedfch. N. 19. I» J»ny 1*48. ƒ, 8». (ƒ>) Handv. hl. 4?j. % •ff; Clnon. van Medenbl. bl. 223,
(rj Ktmbi P. ƒ. 7a verft. |
|||||
■
|
|||||
IILBoek.Overige Prot.en and.Kerken.133
De Synagoge der Portugees che Joodschj*
Jood en is een deftig en aanzienlyk ge-SYNAGo- bouw. Men treedt, door eene ruime poort, GEN- in eenen Voorhof, die, aan drie zyden, be- Beithry- zet is met wooningen, waarin Schooien ge- vin§ van houden worden, in welken, de jeugd, in de goge^ct Hebreeuwfche taaie, en in de Wet, onder-p0RTu- weezen wordt. Ook is hier een vertrek, geescüi alwaar de Opper - Rabbi en de Onder-Rab- J°oDEN« bynen zig, dagelyks, oefenen in de Wet en in de Talmud; en een ander, daar de Parnaflim, weekelyks, vergaderen. In den Voorhof, is eene galery, die op twaalf pilaaren ruft, en waaronder een groote waterbak, met ver- foeiden' koperen kraanen, ftaat. De Jooden waffcjien hier de handen, eer zy 't gebouw der Synagoge zelf intreeden. Dit gebouw is vierkant en hoog, en heeft een plat dak, omringd van eene fraaije Baluftrade. De voor- gevel heeft veertien, de agtergevel twaalf groote lichten, behalven een rond licht in ie- der , in 't midden der Baluflrade. De ingang naar 't gebouw, in 't weften, is eene hooge, aanzienlyke poort, die op gemetfelde ko- lommen ruft. Behalve deezen, zyn 'er nog twee ingangen, die, door de vrouwen, ge- bruikt worden, 't Gewelf van 't gebouw ruft op vier hooge en zwaare hardfteenen kolom- men. Even binnen den grooten ingang, ftaat een verheven Voorleezers - geftoelte , op welks vierhoeken, vier zwaare koperen Kan* delaars geplaatft zyn. Voor dit geftoelte, be* rieden, is de ftoel van den Chacham of Op- per-Rabbi, en ter wederzyde, zyn de zitr I 3 plaft- .
|
||||
134 AMSTERDAMS IILDeeü.
Joodsche plaatfen der Godgeleerden. De dienende
Synago- Parnaßitn of Ouderlingen zitten, wat ver- <s£n. ^er ^ noordwaards, öfter linkerzyde, in 'een afgezonderd geftoJte Voorts, zyn zyn, door de gantfche Kerke, verfcheiden' ryen van zitbanken voor de mansperfoonen; beneden, voorzien met geflooten kasjes , waarin de Kerkboeken en Bidkleeden be- waard worden. Ter wederzyde , boven deé- ze zitplaatfen, zyn twee galeryen voor de vrouwen. Zy ruften, ieder, op zes hard- fteenen Pilaaren, en zyn, van vooren, met digt traliewerk, afgefchut; zo dat men, van beneden, bezwaarlyk, op de galeryen zien kan. In 't-midden der Kerke, hangen vier groote koperen kroonen, waarop, by avond, kaarfen ontfteken worden. Doch, aan eene der kroonen, hangt eene glazen Lamp, die altoos brandende gehouden, en daarom eeu- mgduurend licht genaamd wordt. TufTchen de groote pilaaren, hangen nog vier kroo- nen , die zo groot niet zyn als de gemelden, en onder ieder galery, zeven kleine kroon- tjes. Het ooftelyk gedeelte der Synagoge is afgefchooten met een hek van glad Sakker- daanen hout, binnen welk hek, eene ver- heeven plaats is, waarin de Prieflers, op den Sabbath en op de andere Feefldagen, na dat zy , vooraf, door de Leviten, ge- wafTchen zyn, den dienffc, ontfchoeid, ver- rigten. Op het hek ftaan agttien zwaa- re koperen Kandelaars. Een Sakkerdaa- nen - houten kas, die fraai gemaakt, en in vyf kaflen verdeeld is, waarin de Boeken van
|
||||
IILBoek. OverïgeProt.en and.Kerken. 135
van Mozes, net befchreeven, en in rollenJoodscm
opgerold, benevens andere Kerkfieraaden,SYNAGo. bewaard worden, ftaat tegen den agterge-GEN- vel van 't gebouw, en wordt niet dan op den Sabbath; op de Feeftdagen; des Maan- dags en des Donderdags , en , by andere plegtige gelegenheden, geopend. De grootfte en oudfte der tegenwoordi-Befchry-
ge Synagogen van de HooGDuiT-vinS van scHE Jooden is kleiner , en op verreGoGE™A na zo aanzienlyk niet,als die der Portugee-^efHooG« fchen. Zy heeft, nogtans, byna dezelfdeduitsche gedaante,van buiten en van binnen. 'tGe-J00DEN* welf ruft ook op vier hardfteenen kolommen. Omtrent in 't midden, ftaat eene vierkante Leesplaats, en, in '1 ooften, eene fierlyke kas, daar de Boeken van Mozes en andere Kerkfieraaden bewaard worden. Voorts, is 'er, ter wederzyde , eene galery voor de vrouwen. Doch alzo deeze Synagoge haaft te klein viel, hebben de Hoogduitfche Joo- den, in 't jaar 1686, nog eene andere ge* bouwd, boven de Vleefchhal, die nevens de groote Synagoge ftaat; en in 't jaar 1730, eene derde, agter de groote Synagoge. En deeze laatfte is, in't jaar 1750, merkelyk vergroot, en, geheel van den grond af, op- getimmerd , zo dat zy, tegenwoordig, de eerftgemelde oudfte, met welke zy, in ge- daante en grootte, vry na overeenkomt, in fraaiheid overtreft. Zy heeft eenen defti- gen opgang, en midden op het dak, ftaat een fierlyke koepel. De galery voor de vrouwen, die verpligt zyn, op haare plaat- fen te bly ven, zonder dezelven, ter gele- I 4 gen-
|
|||||
-
|
|||||
I
|
|||||
i$ AMSTERDAMS III.Deel,
Toodsche genheid van eenige plegtigheid, te mogen
Syïjago- verlaaten (j) , bellaat drie zyden van 't ge- C£JV> bouw. Boven den ingang in t wetten, ftaat een tafereel, waarop een algemeen Gebed aan Gode, ook voor de Overheid, met gul» den letters, in de Mederduitfche taaie, ge- fchreeven is. Behalve deeze drie Synago* gen, hebben de Hoogduitfche Jooden nog drie of vier kleine of By-Synagogen, zo in de Amftelftraat, als op Vlooijenburg, en op Uilenburg, op verfcheiden' tyden, gebouwd; van welken wy niets byzonders weeten te melden. Kerkbe- j_ jet Kerkbeftier der Tooden hier ter Ste- Tooden ^e» en net onderhouden der openbaare Sy- en bezor- nagogen van beide de Natiën en der armen ging der onder dezelven ftaat, by elke Natie, aan y, een Collegie van zes Parnaffim of Üuderlin* zelven. gen, en eenen Penningmeejter, die Verpligt zyn, by gewigtige gelegenheden, den raad der afgegaane Parnaftim en Penningmeefte- ren in te neemen. De wyze, op welke, de Parnaffim, by beide de Natiën, de Kerke- lyke zaaken beftieren, heeft niet zo veel o- vereenkomft met eikanderen, of zy ver- dient eenigszins onderfcheidenlyk befchree- ven te worden. De Portugeefche Jooden hebben de Reglementen op hun Kerkbeftier nimmer gemeen gemaakt. Wy können het, derhalve, alleenlyk befchryven naar de be- rigten, die ons desaangaande zyn medege- deeld, en die wy reden hebben om te verr trouwen, dat, ten minfte, in de voornaam- ste opzigten, naauwkeurig en naar waarheid zul?
(s) Zie 't Regkm. VM 1737. in de Handy, hl, 4ii2.
|
|||||
■ ......""""""«.J ■ i|OT ;"i»»J«8PPBI>J((»«»"IS~
|
|||||
III.Bobk.OverigeProt. en and.Kerken.I37
zullen zyn. Doch, wat de HoogduitfcheJoodsch*
Jooden betreft, derzelver KerkelykeRegie-Synago. mentenzyn, op hun verzoek, door Bürge-GEN' meefteren, goedgekeurd en bekragtigd, en vervolgens, in de Stads Regiflers,geboekt; 't welk ons in flaat gefield heeft, om daarvan uitvoeriger berigt te geeven. DeParnaffim en Penningmeeflers derPör-CoIIe-
tugeefche Jooden vergaderen doorgaands gien van des Zondags 's ogtends; doch die der Hoog-PanLafliin duitfchen hebben geenen vaflen tyd van^ns-6"" byeenkomen; maar vergaderen nogtans, veel- meefte- tyds, des Zondags na den middag, en voorts,ren« op lad van den Parnas-Prefident, en aanzeg- ging van den Koller. Zy verbeuren zekere boete, ten behoeve van de Armen, zo zy, op den beraamden tyd, buiten wettige verhinde*- ring, niet jn de Collegie-kamer verfchynen. By afwezendheid van één of meer Leden, worden , by de Hoogduitfchen , eerfl de Penningmeeiler of Aalmoezenier der Kran- ken , en vervolgens, van de drie laatft af- gegaane Parnaffim, by lootinge, één of meer tot de Byeenkomfl, geroepen; of zo dee- zen daartoe, om wettige redenen, niet be- voegd waren, zulken, die, voor hen, Par- naffim of Penningmeeflers geweeffc zyn, ins* gelyks, op zekere boete, indien zy, buiten .gewigtig belet, agterblyven. By de Portu- geefchen, wordt de Vergadering van Par- naffim en Penningmeefleren geagt fterk ge- noeg te wezen, wanneer 'er vyf Leden te- genwoordig zyn. Zo 'er minder verfchynen, roept men een of meer uit de puden; doch jiiet by lootinge. De Parnas-Prefident doet, 1 5 by
|
|||||
138 AMSTERDAMS III.Deel.
Joodsche by beide de Natiën, alleen de voorftellen,
"Synago- in deeze Byeenkomften, en befluit met de 0£W* meerderheid. Op zynen laß:, worden ook eenige afkondigingen van klein belang , gelyk , wanneer 'er iet verlooren is , in de Synagogen der Hoogduitfchen, gedaan. Doch zulke afkondigingen vallen, zelden of nooit, voor , by de Portugeefchen]: en afkondigingen van gewigt gefchieden, by beide de Natiën, niet, dan na dat daar« toe, by meerderheid van flemmen van Par- naffim en Penningmeefteren, beflooten is. Parnaffim mogen alle Lidmaaten en Congre- ganteriy zynde zulke Jooden, die in de Sy- nagogen gewoon zyn te komen, doch gee- ne Lidmaaten zyn, voor hun Collegie, doen dagvaarden. En die, na de derde dagvaar- ding, niet verfchynen, verbeuren, by de Hoogduitfchen tien , en by de Portugee- fchen twaalf guldens, voor de Armen. De Parnaffim der Hoogduitfchen moeten, be- halve de groote, ook de By-Synagogen, wee- kelyks, by woonen, om op het naarkomen der Kerkgewoonten en Reglementen agt te gee- ven. Doch de Prefident - Parnas, en zulke Parnaffim, die zeventig jaaren bereikt heb- ben, zyn hiervan ontflaagen. Zulke ande- ren , die 't bywoonen der Synagogen, op zulke dagen als de Boeken van Mozes gele- zen worden, verzuimen, verbeuren vyf gul- dens aan de armen. By de Portugeefchen, die maar ééne openbaare Synagoge hebben, woonen Parnaffim en Penningmeester dezel- ve, doorgaands, by. Doch, op het ver- zuimen hiervan , is geene boete gefield. Par-
|
||||
III.Boek. OverigeProt.en and.Kerken. i 39
Parnaflïm en Penningmeefteren der Hoog- Joodsche
duitfchen onderzoeken tweemaal 's jaars, in Synago- de maand Tar, die omtrent met May, en in GEN* de maand Hesvan, die met November, o- vereenkomt , den Aalmoes - cedul der Ge- meente, en regelen der verhooging, ver- mindering , aan- of ophouding van den 'verleenden onderftand aan de behoeftigen, De Turf-cedul , volgens welken , de uit- deeling van Turf aan de behoeftigen ge- fchiedt, wordt, eens 's jaars, in de maand Hesvan, geregeld. Doch by de Portugee- fchen gefchiedt het regelen van den Aal- moes - cedul maar eens in 't jaar, omtrent Paafchen, voor dat de Penningmeefter af- gaat. In de Vergadering van Parnaflim van beide de Natiën, en nergens anders, mag beflooten worden, tot het doen van eenige Gemeentelyke koften en uitdeelingen ; en zulks, by meerderheid van ftemmen. Doch de Penningmeefter by de Hoogduitfchen mag, des noods, tot twee guldens tien dui- vers toe, aan iemant geeven, zonder Parnas- fim te kennen; en tot zes guldens toe, alleen met kennis van den Parnas-Prefident. By de Portugeefchen, is zulks zo naauw niet bepaald. De Penningmeeßer , of Opper-Penning-Pligt der
meeßer, zo als hem de Hoogduitfchennoe- Penning- men , aan wien 't bewind over de Armen- JgCe?e; penningen is toevertrouwd, is byzonderlyk byzon- * verpligt, de Armengelden in te vorderen, der. en te boek te brengen, en van dezelven de vereifchte uitdeelingen te doen. By de Por- |
||||||||
•
|
||||||||
tugeefchen , doet hy, eens 's jaars, omtrent
Paafchen j rekening aan Parnaflim j doch by de
|
||||||||
14* AMSTERDAMS IILDeee.
de Hoogduitfchen , moet hy ten minften
eens ter maand , zyn boek in het CoUegie van Pamafïim laaien onderzoeken, en daar- enboven , eens 's jaars, op den derden avond van het Loofhutten -Feefl, aan het zelfde CoUegie, eene algemeene rekening doen, die, door Parnafllm goedgekeurd en gete- kend zynde, ten volgenden dage, door den Kofler der groote Synagoge, openlyk, af- gelezen wordt, Maar by de Portugeefchen, leeft de Penningmeefler zelf zyne rekening in de Synagoge. De Penningmeefler der Hoogduitfchen, een jaar gediend hebben- de , wordt, het volgende jaar, Penningmees- ter of Aalmoezenier der Kranken , en ajjig- neert, ten behoeve der Kranken in 't hy- zonder, geld, vleefch of hoenders op den Penningmeefler. Ook woont hy, na de ge- woonlyke aanzegging, de Vergaderingvan Parnafïim en Penningmeefler, by, in welke, hy egter geene flem heeft , dan in geval één der Leden afwezig zyn mögt. Doch de Portugeefchen hebben geenen Penningmees- ter der Kranken. De zorg voor dezelven ftaat aan een byzonder CoUegie, waarvan wy, wat laager, gew^agen zullen. Parnafïim en Penningmeefler der Portu-
geefche Jooden dienen maar één jaar. Doch om 't halfjaar, voor 't Paafchfeefl, welk in Maart of April valt , en met Nieuwjaar, welk in September komt, gaan'er drie Par- nafïim af, in welker plaatfen, drie anderen verkooren worden. De plaats van den Pen*- ningmeefler, die op Paafchen afgaat, wordt 4an, insgelyks, vervuld. £n zie hier, og |
||||||||||
Tqodschb
SYNAGCH*
GEjsr.
|
||||||||||
Wyze
van Ver- kiezing van Par- naflim en Penning- ineefte- ren, on- der de Portu- geefche Jooden. |
||||||||||
■
|
||||||||||
—— ™.~ -m-----„—,------:-----^^_^^_„^,._„T„----
|
|||||||
IH.BOEK. OvERIGEpROT. EN AND.KERKEN.I4I
welk eene wyze, zulks toegaat: 't Collegie, Joodschb
eenige dagen voor de afkondiging van nieu-SYNAGo« we Parnaffim, vergaderd zynde, doet men GEN* een rood , en zes groene balletjes in eene bos. Die 't roode balletje trekt, noemt iemant tot Parnas. Waarna men overweegt, of hy verkiesbaar zy of niet: waaromtrent, by- zonderlyk, in aanmerking komt, of hy van de aanzienlykften der Natie zy , en of hy iemant uit het dienende Collegie ook te na in den bloede befta. Zo hy niet verkiesbaar geoordeeld wordt, loot men op nieuws, en benoemt een' ander'. Doch indien men hem verkiesbaar verklaart, wordt 'er ge bal- loteer d, ofhy daadelyk verkooren zal zyn, waartoe hy, ten minfte, vyf flemmen heb- ben moet. Zo hy 'er maar vier heeft, wordt 'er, op nieuws, geballoteerd, om te beproe- ven , of een der Leden ook van gedagten mögt veranderen, en hy daardoor, of met vyf Hemmen verkooren, of met drie ilem- men, verworpen mögt worden. En zomen over de verkiezing niet eens kan worden, na dat de balloteering, verfcheiden' maaien, herhaald is, wordt dezelve opgehouden* Doch zo dezelve voltrokken wordt, gaat men, op gelyke wyze, over tot de verkie- zing van de twee andere Parnaflim en van den Penningmeeller. De verkoorenen wor- den, by afkondiging, door den Penning- meeller, of, in zyn afzyn, door den Par- nas - Prefident, na 't eindigen van 't eerfte gedeelte van den Voormiddags dienft, aan de Gemeente bekend gemaakt: waarna de at—
|
|||||||
142 AMSTERDAMS III.Df.e
|
V«
|
||||||
Joodsche afgaanden, door den Voorzanger, met een
Synago- zegenwenfch begroet, en de aankomenden, gen. 0p gelyke wyze, ingezegend worden. De aankomenden, in de Synagoge zynde, wor- den , door de afgaanden, opgehaald, en naar hunne plaats geleid. Eenige dagen laater, leggen zy, in de Synagoge, den vereifch- ten eed af, in 't byzyn van den Opper-Rab- bi, en van de afgegaane en aangebleeven Parnaflim. Zo men t niet eens heeft kön- nen worden over de verkiezinge, of zo een of meer verkoorenen den dienft weigeren te aanvaarden, worden de oude Parnaflim en Penningmeefler, zynde alle zulken, die ooit tot Parnaflim ofPenningmeefters verkoo- ren geweefl zyn, 't zyze den dienfl: aanvaard hebben of niet , byeen vergaderd, en uit dezelven, by fchikking, te beginnen van den oudflen, de open plaatfen vervuld. De afkondiging hunner verkiezinge gefchiedt, op gelyke wyze ; doch zy worden, door den Prefident-Parnas, opgehaald. De Par- naflim zitten, elk twee maanden, voor, in hun Collegie: en onder de aankomenden al- toos eerlij, de gene die eerfl: getrouwd, of, /voormaals, de oudfte in dienfl geweeft is. Wyze De wyze , op welke Parnaflim en Pen* ™n yer" ningmeefter, onder de Hoogduitfche Jood-
varfpS- ^cne Natie hier ter Stede, verkooren wor- naffim en den, en de vereifchten in zulken, die ver- Penning- kieslyk worden geoordeeld, zyn, eerfl: in 't me*rfteV jaar 1737, en federt, op eenen vaflen voet Hoog- " gebragt. Twee of drie jaaren voor den ge- duitfche melden tydj was 'er merkelyk misnoegen Joodcn. cTQm |
|||||||
y^T^W^ "" ' ~'
|
||||||
III.BOEK. OvERIGePrOTV EN AND.KERKEN.I43
gereezen, tuflchen de dienende Parnaflim Joobscki
en eenige Ledemaaten, die derzelver trouw Synago- verdagt hielden. De Parnaflim bragten de GEN* zaak voor Burgemeefteren , waar dezelve onderzogt, en zy voor vroomen en onbe- fproken Luiden erkend werden,' by eene Publicatie van den negenden Juny des jaars 1735, die, den volgenden dag, door een' Stads Bode , in de Synagoge voorgele- zen werdt (f). Ten zelfden tyde, bevalen Burgemeefteren, dat de Kerkelyke Regle- menten , door de oude en dienende Parnas« firn en Penningmeefters, van nieuws, her- zien en verbeterd zouden worden, gelyk, fe- dert , gefchiedde, wordende het verbeterd Reglement, uit honderd en twee Articulen beftaande , aan Burgemeefteren vertoond, en, op den twaalfden April des jaars 1737, door hen, goedgekeurd en bekragtigd («). Het is, in de jaaren 1747, 1751 en 1752, insgelyks, met goedkeuring van Burgemees- teren , in eenige opzigten, veranderd en vermeerderd (v), in gevolge van het laat- fte Lid van het zelve, waarby het verande- ren of vermeerderen daarvan,, aan de mees- te ftemmen der oude en dienende Parnaflim en Penningmeefteren, gelaaten is (w). De zes Parnaflim en de Penningmeefter
der Hoogduitfche Jooden dienen twee jaa- ren, en, jaarlyks, op den derden avond van het Loofhutten Feeft, welk ook in de maand Sep-
(t) Handr. bl. 47«.
(u) Zie Handv. bl. 479 tnx..
(v) Vervolg der Handr. bl. 19 , 19, 21.
(vt) Handy. */. 4*f.
|
||||||
144 AMSTERDAMS HL Dm.
jooDscHE September komt, gaan de drie oudfle iri
Synago- dienfl zynde Parnaffim af: en de Penning - «* meefter wordt, voor nog een jaar, Penning- meefter of Aalmoeflenier der Kranken. In de plaats der afgaanden, worden, vooraf, op dien zelfden avond , drie Parnaffim en een Penningmeefter verkooren: 't welk, in deezer voege, toegaat, De dienende Parnaffim en Penningmees-
ter , ten overfïaan van alle de oude Parnaffim en Penningmeefters, en van den Chacbam of Opper - Rabbi, in hun Collegie, vergaderd ütynde, maaken, by meerderheid van ftem- men, eene Nominatie van nieuwe Parnas- firn en Penningmeefter. Vervolgens, nee- men zy j uit het Regifter der Ledemaaten, op alle waardige Perfoonen, die ten min- ffcen op twintig Briefjes tot onderfland der Armen moeten gefield zyn. Derzelver naa- men worden in eene beflooten BofTe gedaan, uit welke de Parnas - Prefident vyf en twin- tig perfoonen trekt, die eikanderen niet te na in den bloede beflaan: en uit deezen vyf en twintig, trekt de Opper-Rabbi zeven, die terflond, door de Kofiers, worden ge- haald , en naar de Collegie - kamer geleid , alwaar deeze zeven Perfoonen, uit de eerfl- gemelde Nominatie * ieder drie bevoegde Perfoonen, om als Parnaffim, en een, om als Penningmeefler te dienen , verkiezen. Doch die zig zelven verkiefl verbeurt vyf en zeventig guldens, en wordt niet verkoo- ren geagt, al hadt hy fchoon de meefte Hem- men. Elk hunner geeft de naamen zyner verkooreneil, op eeiï briefje gefchreeven, in het
|
||||
p f^mtmpvty
|
|||||||||
III.Boek.ÖverigeProt.en and.Kerken. 145
het CoIIegie der Parnaflim, aan den Chacham, joodschê
die dezelven in eene bellooten bofle werptSynago- en daar wederom uittrekt; waarna zy, die,0EN* by dezelven, blyken, de meefte ftemmente hebben, geagt worden tot nieuwe Parnaflim en Penningmeefter verkooren te zyn. Zo twee verkoorenen even veel (lemmen heb- ben, wordt, tuflchen dezelven, door den Chacham geloot. De Prefident bewaart de Hemmen, tot dat de verkoorenen, die, ter- ftond, door de Kotters, kennis van hunne verkiezing krygen, de bediening aanvaard hebben: en zo dra zulks gefchied is, en de verkoorenen in 't CoIIegie geleid zyn, wordt 'er, tuflchen de zes dan dienende Parnaflim, geloot om de beurten van het Prefidentfchap, zynde hy, wiens naam het eerft uit de bos- fe komt,de eerfte twee maanden,Prefident, en de anderen, vervolgens. Doch zo één of meer verkoorenen den dienfl weigeren te aanvaarden, en 'er, op de Nominatie der zeven Kiezeren, geen meer bekwaame Per- foonen gevonden worden ; doen zy eene nieuwe keuze uit de eerftgemelde Nomina- tie van Parnaflim en Penningmeeller. De aankomende Parnaflim en Penningmeefter belooven, by eede, aan handen van den Chacham, dat zy den dienfl getrouwelyk zul- len waarneemen. De afgaande Parnaflim en Penningmeefter moeten, by beide de Natiën, twee jaaren ftil gezeten hebben, eer zy we- derom verkieslyk zyn. Doch by de Fortu- geefchen wordt zulks, niet zo fliptelyk, ag- tervolgd. Niemant wordt, by de Hoogduit- VILU Stuk. K fchen, |
|||||||||
.
|
|||||||||
..... »e-
■
...... ji ...
|
|||||||||
i46 AMSTERDAMS III.Deel.
Joopschf. fchen, tot Parnas verkooren, dan die eerft,
Synago- twee jaaren, Opper-Penningmeefter geweeft GEN« is; oude Parnaflim uitgezonderd. En niemant is verkieslyk tot Opper - Penningmeefter, dan die twee en dertig jaaren bereikt heeft.. Doch op- het een en het ander wordt, by de Portugeefchen, zo naauw niet gezien. Par- nalfim en Penningmeefter der Hoogduitfchen moeten ten minfte ftaan op vyftig briefjes, tot onderftand der armen. Doch de Portu- geefchen hebben zulke briefjes niet. Men verkieft, onder dezelven, egter altoos van de vermogendften der Gemeente tot deeze dienften, en onder beide de Natiën, geene Perfoonen, die geduuriglyk buiten 's Lands zyn ; noch zulken , die boedelafftand ge- daan hebben, of met hunne Schuldeifchers, voor minder dan 't beloop der fchuld, ver- draagen zyn: ook zulken niet, die hun ar- mengeld niet ten volle betaald hebben: en eindelyk, ook geene twee volle Neeven, veel min nadere bloedverwanten, zelfs niet, wanneer des eenen Huisvrouw volle Nigt van den anderen is; doch wanneer de Huis- vrouwen van twee verkoorenen alleenlyk volle Nigten zyn, mogen de mannen wel te gelyk dienen. Men plagt ook, om tot Par- nas of Penningmeefter onder de Hoogduit- fchen te können verkooren worden, nood- zaakelyk, eene zitplaats in de groote Syna- goge, op zynen naam en folium ,te moeten hebben. Doch men bevondt, dat fommi- gen, geen bèhaagen hebbende in het waar* neemen deezer dienften, nalieten, eene plaats
|
||||
/
|
||||||
IILBoek-OverigeProt. en and.Kerken. 147
plaats op hunnen naam te doen ftellen; waar- Joodsche
om dit vereifchte, in 't jaar 1751, met op- Synago- zigt op het Penningmeefterfchap , te nietGEN' gedaan is (x). Een verkooren Parnas of Penningmeester onder de Hoogduitfchen, weigerende den dienft te aanvaarden, of dien, binnens tyds , verlaatende , verbeu- ■ ren, de eerfte drie honderd, en de tweede vier honderd guldens, ten behoeve der ar- men : en zyn de laatften niet verkieslyk tot Parnas, dan zes jaaren na dat zy deeze boete betaald hebben. By de Portugeefchen , ver- beuren beide de Parnaffim en Penningmees- ters vier honderd guldens, zo zy weigeren den dienft te aanvaarden, en zwaarder boe- te , zo zy dien, binnens tyds, verlaaten. De verkoorenen tot Penningmeefters der By- Synagogen onder de Hoogduitfchen betaa- len, in geval van weigering of verlaating van den dienft, eene boete van honderd gul- dens. Vier dagen na 't verkiezen van nieuwe Andere
Parnailim en Penningmeefter, by de Hoog- Kerkely. dukfehen, dat is, op den zevenden avond£eenA«p" van 't Loofhutten-Feeft, ftellen de dienen- Dienften; de Parnaffim en Penningmeefters twee waar- dige Perfoonen aan, tot de opdragt der zit- plaatfen in de groote Synagoge, beide voor mannen en vrouwen. Zy mogen nogtans geene Plaatfen overdraagen, dan met kennis en fchriftelyken laft van den Parnas - Presi- dent. Ten zelfden tyde, worden ook, uit de afgegaane Parnaffim en Penningmeefter, twee
(*) Vmolg dtr Handv. hl.
K 2
|
||||||
^ '*"""
|
||||||
i48 AMSTERDAMS IILDeel.
jooDscflE twee Ontvangers der reltanten van 't ver-
Synago- fchuldigde Armengeld aangefteld ; zonder «in. »t voldoen van welken, niemant een Be- fnydenis- of Trouwfeeft plegtiglyk vie- ren , of voor de Boeken van Mozes verfchy- nen mag. Deeze twee Ontvangers dienen ook als Kerkmeeflers, en draagen zorg voor het onderhoud der Synagogen, en der ge- bouwen , daartoe behoorende, mogende nie- mant, buiten hun opzigt, iet het allermin- fte aan de Gemeentelyke gebouwen veran- deren , op de verbeurte van tien Ryksdaal- ders voor de Armen. Voorts, worden, op den zelfden zevenden avond van het Loof- hutten-Feeft, twee Bruidegoms der Wet ge- kooren: de oudfte van welken het laatfte gedeelte der Wet leeft, waarmede de jaar- lykfche Leezingen beflooten worden: waar- na de andere, de volgende reize,wederom, met het eerfte gedeelte, aanvangt. Nog fielt men twee Geleerden, tot het opzigc over de Schooien der arme Leerlingen: twee anderen, tot den Ontvangft van de giften voor de arme kranken; tot opbouw en her- ftelling van Synagogen en Kerkhoven, en tot het verhuuren der zitplaatfen in de groo- te Synagoge, die de armen toebehooren: en nog twee, tot Ontvangft der giften, ten be- hoeve der armen van Jeruzalem, die in de groote Synagoge gefchieden ; en van den zogenaamden Sikkel, die, voormaals, tot onderhoud des Tempels, werdt opgebragt; doch nu, eens 's jaars, voor 't ingaan van den-Vaftenavond , in de Vergaderkamer der
s |
|||||
Im
|
|||||
IILBoeiCOverigeProt. en and.Kerken. 149
der Parnaffim, ten dienfte der Synagogen,.ge-Joodschs -
offerd wordt. In ieder der twee andere Sy-SvNAGO nagogen, worden ook twee Perfoonen ge-GßK* field, tot den Ontvangfl: der giften, die al- daar gefchieden; doch tot den Ontvangfl der giften ten behoeve der armen van Je- ruzalem wordt aldaar een byzonder Perfoon gefield. Die een deezer mindere dienflen weigert te aanvaarden, of na de aanvaarding verlaat, verbeurt vyf en twintig guldens. Alle de Ouder-Penningmeeflers moeten boek houden van 't gene zy ontvangen: en van alles, eens 's jaars, uiterlyk in de maand December, aan ParnafTim en Penningmees* ter rekening doen. By de Portugeefchen," waar het armengeld gereeder opgebragt, of niet zo fcherp ingevorderd wordt, komen verfcheiden' van deeze dienflen niet te pas- fe. Ook hebben zy geene byzondere Kerk- meeflers, flaande het onderhoud der Syna- goge , onmiddelyk, aan Parnaffim en Pen- ningmeefler. Nogtans, verkiefl dit Colle- gie, op Nieuwjaarsdag , zynde den eerflen der maand Tisri, die in September komt, ook twee Bruidegoms der Wet, en op Paa- fchen, een' Parnas van 't Heilige Land; een' ten behoeve der Joodfche flaaven, onder de Mooren en Turken; een', die opzigt heeft op het Kerkhof te Ouderkerk, en een*, die zorg draagt voor de kleeding der be- hoeftige Studenten van de Natie. De Sikkel wordt aan de Synagoge betaald. De Chacham of Opper - Rabbi, van wien Cbacbam
wy, reeds in 't voorbygaan, gewaagd heb-^PA^' rr ■ /1 Robot.
K- 3 ben,
|
|||||
•
|
|||||
F50 AMSTERDAMS IILDeel.
Joodsche ben, wordt, by de Portugeefchen, door Par-
"Synago- naffim en Penningmeefter, aangefteld; doch GKN. foy je Hoogdukfchen, binnen zes maanden na dat de Plaats opengevallen is, uit eene Nominatie van ten minfte drie , en ten hoogfte vyf openbaare hooggeleerde Per- foonen, gemaakt by de dienende en afge- gaane Parnaffim en Penningmeefter, gekoo- ren, door alle hooggeleerde Ledemaaten; en alle andere Ledemaaten, die veertig of meer Briefjes, ten behoeve der armen, opbren- gen , wordende zyne wedde, door de die- nende en afgegaane Parnaffim en Penning- meefteren , geregeld. Hy heeft, onder de Hoogdukfchen, byzonderlyk het opzigtover Godsdienftige zaaken:hy zit voor in' t Colle- gie der Godgeleerden: hy houdt het oog op de Leermeefters en Leerlingen der Gemeente s en onderzoekt de eerften, 't zy Ledemaaten of vreemden , eer hun het onderwys der Jeugd wordt aanvertrouwd. Vreemde Leer- meefters mogen zig, niet langer dan drie jaaren, van hunne afwezende Huisvrouwen onthouden. Doch by de Portugeefchen, daar de Parnaffim meer gezags over den Opper- Rabbi aan zig gehouden hebben, dan by de Hoogdukfchen, heeft hy bepaaldelyk over Kerkelyke of Godsdienftige zaaken opzigt, en zit ook voor in 't Collegie der Godgeleer- den, die door de Parnaffim gefteld worden. Alle burgerlyk bewind , welk den Jooden toegelaaten is te oefenen, ftaat hier aan Par- naffim. De Opper*Rabbi draagt, by de Hoogdukfchen, met bewilliging van Parnas- fim
|
|||||
•
|
|||||
•
|
||||||
III.Boek. OverigeProt. en and-Kerken. 151
firn en Penningmeefteron , aan geoefende Joodsche
Perfoonen, den titel op van Geleerd en Hoog- Synago- gekerd: welke titels by hunne naamen ge-GEN* voegd worden, wanneer zy worden opgeroe- pen om voor de Boeken van Mozes te ver- fchynen, en by andere gelegenheden. Wy- ders, geeft hy ook, by de Hoogduitfchen, na gedaan onderzoek, en met bewilliging van Parnaffim en Penningmeefleren , ver- lof tot het drukken van Gebedeboeken en anderen, waarby eenige nieuwe uitlegging gevoegd is. Doch by de Portugeefchen, wordt het verlof tot het drukken van allerlei Boe- ken , zonder onderfcheid, alleen door het Collegie van Parnaffim gegeven, fchoon zy, vooraf, door den Chacham, moeten worden goedgekeurd. Hy doet ook openbaare Leer- redenen : 't welk aan geene vreemden, dan die ook Opperfte Rabbynen zyn, toege- laaten wordt; en zelfs aan deezen niet, op Sabbath 's morgens. By de Portugeefchen wordt'er egter , door Parnaffim, dikwils, verlof toe gegeven. Hy geeft, wyders, by de Hoogduitfchen, met kennis van den Par- nas-Prefident, verlof tot trouwen; neemt, nevens zyne twee AJJèJforen of Onder - Rab- bynen , getuigeniffen af in Kerkelyke zaa- ken, en ftaat ook,met gelyke kennis,over 't verleenen van Scheidbrieven. Alle an- dere Kerkelyke gefchillen worden zelfs, voor den Chacham en zyne AiTefToren, afgedaan, welker Vergadering, hierom, het Huis des Geregts genaamd wordt. Hy veroorloft het verkoopen van ingebragten Jooden-Wyn en Kaas, en geniet, voor 't verleenen van K 4 el-
|
||||||
•
|
||||||
152 AMSTERDAMS III.Deel.
Jgodsche eiken Verlof-cedal; zo veel, als hem,door
Synago- Parnaflim en Penningmeefteren, toegelegd is. gen. pjy cjraagt zorg t jat niemant Thephilin of Gebedriemen , noch Mejufoth of Gedenk- ceduls koope, verkoope of gebruike , dan die door bekwaame Schryvers, Ledemaaten der Gemeente, bereid en gefchreeven zyn. Hy mag niemant voor zig dagvaarden, noch onder eenig verband leggen, dan met ken- nis en bewilliging van Parnaflim en Penning- meefter, die verpligt zyn, hem, met naame by de Hoogduitfchen, in zyn wettig aan- zien , te handhaaven. Afleflb- De Onder - Rabbynen of AJJèJJoren van den ren van Chacham, de Kofters, Schry vers, Boekhou- chamCha ^ers» Doéloren, Apothekers en andere Be- Koflers, dienden der Gemeente worden, door Par- Schry- naflim en Penningmeefteren, aangenomen; gers» alleenlyk ftemmen Penningmeefteren van de ders enz" ^a^> oßder de Hoogduitfchen, nevens hen, tot aanneeminge der Bedienden van de Hal, als Beeftenfnyders, Beenhouwers, en anderen. Doch niemant wordt, by de Hoogduitfchen, tot eenige Kerkelyke bedieninge of tot bedie- ninge der Halle toegelaaten, dan die zesjaä- ren Ledemaat geweeft is, behalve dat, tot Op- per-Rabbi en Opper-Voorzanger, allebe* kwaame Perfoonen verkooren können wor- den , al zynze zelfs geene Ledemaaten. En by de Portugeefchen, wordt het Lidmaat- fchap , ook tot de andere Gemeentelyke dienften, niet zo byzonderlyk vereifcht. Die eenige aalmoes, 't zy by ziekte, of tot Paafch- brood, of in eenige andere gelegenheid, van de
|
||||||
IILBoek.OverigeProt. en and.Kerken.I53
de Kerk genooten heeft, wordt tot geener- Joodsc«
lei Kerkelyk beftier toegelaaten, dan nadatSYNAGo- hy 't genootene aan de Kerk te rug gege-GEN# ven heeft. De koorzangers, gelykze genoemd wor- Voorzan-
den, of liever Voorleezers en Foorbidders,gers. droegen, van ouds, en nog tegenwoordig, den naam van Afgezanten der Gemeente, om dat zy, uit den naam der Gemeente, tot Go.d fpreeken. Zy worden, hierom, ook door de Gemeente verkooren. By de Portugee- fchen, daar 'er twee zyn, gefchiedt zulks, in deezer voege. Elk, die naar een opengeval- len Voorzangers-plaats Haat, vervoegt zig, na dat, daartoe, eene afkondiging gefchied is, aan 't Collegie van Parnaffim met een verzoekfehrift. Men onderzoekt vervolgens naar hun gedrag: en na dat het zelve onbe- rispelyk gevonden is, wordt hun elk eene week gefield, om in de Synagoge de Wet te i leezen en 't gebed te doen. Vervolgens be-
roept men de Ledemaaten in de Vergader- kamer der Parnaffim, alwaar elk van hun eene Lyfl van de naamen der zulken, die naar de Voorzangers-plaats flaan, en hunne gaa- ven hebben laaten hooren, ter hand gefield wordt. Elk begeeft zig met zyne Lyfl naar een' hoek van t vertrek, en fcheurt 'er den naam uit van hem dien hyverkieft,hetove* rig gedeelte der Lyfle verfcheurende en weg- werpende. De naamen der verkoorenen wor- den toegerold in eene bos gedaan, die des nademiddags in 't byzyn van den Opper-Rab- hl en Parnaffim geopend wordt. Die de mees- |
|||||
*
|
|||||
154 AMSTERDAMS III.DEEr.
ooDscHE te ftemmen heeft wordt voor verkooren ge-
Iynago- agt. De Kofter maakt hem zyne verkiezing
'lEN' bekend, en brengt hem voor Parnaffim, die
hem terftond in de Synagoge en naar 't
Voorleezers geftoelte geleiden.
De Voorzangers onder de Hoogduitfchen
zyn verpligt, beurtelings, op den Sabbath en op de andere Heilige dagen, in alle de open- baare Synagogen, te leezen. Doch op de drie laatften der zes Verzoendagen, voor en na Nieuwjaar, leezen, volgens een oud gebruik, eenige Ledemaaten, fchoon niet dan met bewilliging van den Parnas - Prefi- dent. Ook laaten de Parnaffim hetNamid- dags-gebed, 's daags voor 't opkomen der nieuwe Maane, door iemant anders, leezen. Doch, by de Portugeefchen, heeft, hier- omtrent , eene andere gewoonte plaats. De Voorzangers by de Hoogduitfchen, hunne beurt verzuimende , verbeuren merkelyke boeten , ten behoeve van de armen. Zy mogen niet dan op lad van de tegenwoordig zynde Parnaffim, 't zy van den Parnas - Pre- fident, in de groote Synagoge, of, in zy- ne afwezendheid, van eenen der anderen, of van de Penningmeefleren, beginnen te leezen. De Voorzangers moeten, 's daags voor den Sabbath of Feeftdag, op welken zy leezen moeten, nevens den Schry ver der Gemeente, de Boeken van Mozes, in wel- ken , zy zullen leezen, onderzoeken, en des noods verbeteren: en zy verbeuren drie gul- dens , zo dikwils als 'er, naderhand , eene fchryffeil in gevonden wordt. Niemant mag, by
|
||||
III.Boek.OverigeProt. en and. Kerken. 155
by de Hoogduitfchen , in de Synagogen, Joodschb
overluid beginnen te bidden , dan na dat Synago- de Voorzanger aangeheeven heeft: en dieG£N- eenige ftoornis of opfchudding onder 't Ge- bed veroorzaaken , verbeuren telkens zes Ryksdaalders. By de Portugeefchen, heeft elk vryheid om, voor dat het Gemeentelyk gebed gedaan wordt, een' Pfalm of Lofzang overluid op te zeggen; doch men moet op- houden , zo dra de Voorleezer eenen aanvang gemaakt heeft. De Verdragen en^Övereen- komften, Huwelykfche of Kerkelyke zaaken betreffende, moeten, by de Hoogduitfchen, allen, door twee Gecommitteerden der Kerke, bekragtigd worden: waarroe de Opper-Voor- zangers en Opper - Kofters, byzonderlyk , bevoegd verklaard zyn. By de Portugee- fchen , gefchiedt zulks door den Chacham of zyne Afleiïbren. Men plagt, hier, zo wel als elders, niet Orde op
alleen onder de Portugeefche; maar ook on- het rr°n' der de Hoogdiütfche Jooden, by verfchei- fnycjèn den' gelegenheden van Vreugdefeeften , en Be- Trouwen , Befnyden enz. geweldige koften graaven. te doen, die, onder de Hoogduitfchen, reeds in 't jaar 1737, merkelyk, en in 't jaar 1747, nog meer bemoeid zyn (y). De Huwely- ken worden, in ééne der Synagogen, pleg* tiglyk , ingezegend ; doch zulken alleen, die, volgens de Politike Ordonnantie, ten ware men van dezelve by 's Lands Staaten ontflag bekomen hadt, geflooten (z), en op 't
(y) Handv. bl. 485, 4J»*» Vervolg bl. 191 to.
(*j Vervolg; der Handv. bl. ip. |
||||
i5<5 AMSTERDAMS III.Deel,
joonscHE 't Stadhuis beveftigd zyn. Voor het fchry-
Svnago- ven der Trouwbeloften en Huwelyks-Voor- G£N« waarden, 't welk, door den Schryver der Ge- meente , gefchiedt, wordt zeker Loon gege- ven , 't welk by de Portugeefchen onbepaald gelaaten; doch by de Hoogduitfchen bepaald is. De ondertrouwden betaalen , onder de Hoogduitfchen, ook drie ten honderd van het aan te brengen Huwelyksgoed, ten behoeve van de armen, indien zy geene Ledemaaten of kinderen van Ledemaaten zyn. De Cha- cham geniet, voor 't inzegenen van 't Hu- welyk, een ten honderd van 't Huwelyks- goed, indien het duizend, guldens of minder beloopt; doch zo 't meer dan duizend gul- dens bedraage, van de eerfte duizend gul- dens één, en van de overige een vierde ten honderd. Maar van zulken , die vyfhon- derd guldens of minder gegoed zyn, is hem een halve Ryksdaalder toegelegd. Doch by de Portugeefchen is dit alles niet zo naauw bepaald, en de gift voor de armen, aan de byzondere fchikkingen van 't Collegie van Parnaflim, overgelaaten, Aan den Chacham, wordt een vry willig gefchenk gedaan. Voorts, loopen 'er nog eenige andere koften op het trouwen, byzonderlyk voor den Bruidegom, die, voor de Hoogduitfchen, in het Regle- ment van den jaare 1737, worden opgege- ven. Aan een behoeftig Lidmaat, wordt, by zyn trouwen, door Parnaflim enPenning- rneefteren der Hoogduitfchen, drie Ryks- daalders gefchonken, of meer, zo hy een geleerd perfoon is; doch niets, indien hy een onwaardig Huwelyk aangaat. Zulken, die
|
||||||
o
|
||||||
I
|
||||||
•*f—■■—— —--------------
|
|||||||||||
III.BOEK.OviRIGE PROT.EN AND.KeRKEN. 157
die gehouden worden, uit Aärons ftam af- Joodschb
komflig te zyn, en daarom als Priefters wor- Synago- den aangemerkt , mogen geene voor hun GEN- ongeoorlofde huwelyken aangaan ; of, zo zy het doen, worden zy , noch hunne kinderen, nimmer , voor Ledemaaten of Priefters erkend. Huwelyken , met be- ilaapen Dogters aangegaan , worden niet openbaarlyk in de Synagoge, noch met het verfchynen voor de Boeken van Mozes en andere plegtigheden; maar alleenlyk in ftil- te, door iemant , dien de Opper-Rabbi daartoe benoemd heeft, ingezegend. Zulke getrouwden, noch het kind of de kinderen, voor het Huwelyk, in onegt geteeld, kön- nen nooit Lidmaat worden, ten ware Parnas- fim zulks, om goede redenen, raadzaam oor- deelden ; doch in zulk een geval, niet dan onder beding, dat zy vyf honderd guldens, of zo veel meer, als de Parnaffim redelyk oordeelen, ten behoeve der armen, opbren- gen : wanneer , niet alleen zy , maar ook hun eigen onegt kind of kinderen, in tyd en wyle , Lidmaat können worden. De ge- trouwden, van welken wy fpreeken, kön- nen egter nimmer Parnaffim of Penningmees- ter worden. Ook mogen zy, noch de on- egte kinderen, nimmer, op Nieuwjaar en grooten Verzoendag, voor de Boeken van Mozes, geroepen worden; noch anderen, zonder onderfcheid van dag of dagen, voor dezelven, doen roepen. Wy behoeven niet te zeggen, dat zulke getrouwden, zo zy, |
|||||||||||
voor hun Huwelyk, Lidmaat geweeft zyn,
|
■
|
||||||||||
hun Lidmaatfehap, terftond, verliezen. Eg-
|
|||||||||||
l
|
|||||||||||
158 AMSTERDAMS III.Deel.
Joodsche te Kinderen worden, by de Hoogduitfchen,
Synaoo- befneeden, in de Synagoge, daar de Vader, G£W' de Peeter, of de Befnyder eene vafte Plaats heeft. En zo zy 'er geen van allen eene heb- ben , in de groote Synagoge. Doch onegte kinderen mogen, ingeene Synagoge, befnee- denjworden, op de verbeurte van tien Ryks- daalders. Onder de Portugeefchen, gefchie- den nimmer befnydeniffen in de Synagoge; maar altoos in byzondere huizen. Het uit- fpreeken van den Kerkelyken zegen, ter ge- legenheid van iemants ziekte, en de inlei- ding van eenen rouwdraagende gefchiedt, by de Hoogduitfchen, in de Synagoge, daar hy, die den zegen verzoekt, en de rouw- draagende vafte Plaatfen hebben, of an- ders , in eene der By-Synagogen. Een Lid- maat , By wooner, of vreemdeling onder de Hoogduitfchen overlydende , moeten zy- ne erfgenaamen, of zo hy zyne huisvrouw of kind verlieft , moet hy zelf aan de Kerk voldoen, 't gene hy nog aan dezelve fchuldig is, of het Lyk wordt, zonder eeni- ge plegtigheid, of eerbewys, ter aarde be- fteld. Nogtans wordt, om dit te voorkomen, doorParnaffim, toegelaaten, af kooping van armenfchuld te doen. Doch by de Portu- geefchen , daar 't armengeld zo fcherp niet ingevorderd wordt, kan men, noch by 't begraaven, noch by andere gelegenheden, niet of bezwaarlyk merken, dat iemant ar» mengeld fchuldig gebleeven is. Voor- De Armen der Joodfche Natie hier ter naamfle Stede worden onderhouden, ten deele uit inkom- fe inkomften van eenige goederen, die, van
ften, ten ,. ty<j |
||||
■ "
|
|||||||
IILBoek. OverigeProt. en and.Kerk en. j 59
tyd tot tyd, aan dezelven gemaakt, of door Joodsch*
Parnaflim en Penningmeefteren gekogt ofSraAoo- verkreegen zyn; ten deele en voornaamlyk,G£N* •■■ uit het armengeld, welk allen, die eenig ver- behoeve mogen hebben, verpligt zyn, op te brengen;der Ar* voorts, uit de zitplaatfen in de Synagogen,men* en inzonderheid uit de inkomften der Hal- len ; waarby nog komen de giften en boeten, die, by verfcheiden' gelegenheden, gedaan en opgelegd worden. Het armengeld, welk, Armen- inzonderheid by de Hoogduitfchen , jaar-
geld.
lyks, voor het ingaan van het Paafchfeeft,
en by de Portugeefchen, voor den grooten Verzoendag, moet betaald worden, wordt, in deezer voege , geregeld. Parnaflim en Penningmeefler der Portugeefchen flellen al- le Ledemaaten en Congregranten op een jaar- lykfch armengeld, welk,naar tyds gelegen- heid , verhoogd of verlaagd wordt; doch niet minder dan twee, en niet meerder dan twee- honderd guldens beloopt. Doch Parnaflim en Penningmeefteren der Hoogduitfchen maaken, alle vier jaaren, eerft eene begroo- ting der fomme van elk Armenbriefje, waar- na zy, de Penningmeefler of Aalmoeffènier der Kranken, en nog zeven waardige Per- foonen, die eikanderen niet te na in den bloede moeten beftaan, elk, die tot de Ge- meente behoort, by meerderheid van {tem- men , Hellen op een zeker getal van Brief- jes. Twee van de gemelde zeven Perfoo- nen moeten zelven ieder op honderd; twee anderen, ten minften op zeftig, doch onder de honderd; en de drie overigen, ten mins- ten |
|||||||
i6o AMSTERDAMS III.Deel,
Joodsche ten op dertig, doch onder de zeftig Brief-
Synago- jes gefield zyn. 't Staat aan Parnaffim en cm Penningmeefteren, naar gelegenheid van zaaken, het Armengeld tweemaal in 't jaar te doen betaalen. Voorts , (lellen zy de Ledemaaten enBywooners ook op eenjaar» geld , tot voldoening der groote Wafc'h« kaarfen, die op den grooten Verzoendag, en der Ceder - Appelen, die op het Loof- hutten - Feefl, in de Synagogen, gebruikt worden. Doch by de Portugeefchen, wordt, hiertoe, jaarlyks tien dagen , van Nieuw- jaar tot den grooten Verzoendag , eene Kift gefield in de Synagoge, waarin elk zo veel werpt, als hy geraaden vindt. Die, onder de Hoogduitfchen , het Armengeld en de verdere laden , op welken zy ge- field zyn, niet voldoen, mogen niet alleen, volgens meer dan eene uitdrukkelyke ver- gunning van Burgemeefleren (a) , uit de Synagogen geweerd worden; maar de op- gelegde laden mogen, volgens herhaald ver- lof van Schepenen, ook by parate Executie, worden ingevorderd (/;). Zitplaat- De zitplaatfen in de Synagogen worden * fen in de by de Portugeefchen, door het Collegie van Synago- Pamaflïm, gegeven aan wie zy willen, die 'er 8en' egter, zo zy 't goedvinden, en 'er vermo- gen toe hebben, een gefchenk voor doen aan de armen. Doch by de Hoogduitfchen, worden zy, of door Parnaffim en Penning- meefteren , ten behoeve der armen, of, door de
(*) Hacdv. bl. 47«» 478,
\bj Handy. */. 47«» 477» |
|||||
~*tt»
|
|||||
III. Boek.OverigeProt.en and.ïsjjrken. i6*i
de bezitters, openlyk in de Synagogen, ofjooDscmt
onder de hand, aan anderen, verkogt, enSYNAoo- vervolgens overgedraagen. Doch in 't laat-G£N* fte geval, mag zulks, immers in de groote Synagoge der Hoogduitfche Jooden, niet gcfchieden, dan na dat het, vooraf, drie* maal, op twee agtereenvolgende Maanda- gen , en op den tuflchen beide komenden Donderdag, door den Kofter, uitgeroepen is. De overdragt moet, binnen zes maan- den na de derde uitroeping, gefchieden, of men is verpligt, op ni ^uws, drie uitroepin- gen te laaten doen. De onkoften, op het uitroepen , overtekenen en opdraagen der Zitplaatfen loopende, worden, in de meefte gevallen , door kooper en verkooper, elk voor de helft, betaald. Doch zo de koop, om zekere redenen, door den Opper-Rabbï en zyne AlTeflbren, moet worden beveiligd, draagt de verkooper de koften, hierop loopende , alleen. Voorts , mogen geene Zitplaatfen verkogt, verruild of verpand worden, dan aan Leden der Gemeente, in gevolge eener uitdrukkelyke vergunninge van myne Heeren van den Geregte van den negen en twintigften November des jaars 1703 (c). De inkomften der Vleefchhallen van elke Vleefch-
Natie, buiten welken, niemant, die tot ie- hallen, der der twee Natiën behoort , eenigerlei Vleefch, uitgezonderd tongen, koopen mag (ö?), leveren een voornaam gedeelte uit van 't
(c) Hand», bi. 47J.
(i£ Zie hier voox, III. Deel, I. Bot^ tl. 140,
Vin. Stuk. L
|
|||||||
f
|
|||||||
-
|
|||||
ï£a AMSTERDAMS III.Dee£.
TooDscHE*t gene tot onderhoud der armen gefchiktis.
üYNAGo- De Halle der Portugeefchen ftaat onderde be- cm. ftiering der Parnaffim, gelyk wy reeds, in 't voorbygaan, hebben aangemerkt. De Halle penning- der Hoogduitfchen ftaat onder 't bewind van meefters vier Pentiingmeeflers, die ten minfte zes en der Hal- dertig jaaren oud moeten zyn, en twee van Welken jaarlyks afgaan, in welker plaats, op den zevenden avond van het Loofhutten- Feeft, twee anderen, door Parnaffim en Pen- ningmeefteren, gefteld worden. Zy moeten, aan deezen, weekelyks , den ftaat van de ïnkomften der Halle opgeeven, en jaarlyks, Voor't Paafchfeeft, hunne groote rekening doen. Volgens eene fchikking van Burge- meefteren van den twaalfden April desjaars 1737, zyn de Penningmeefters van de Hal- le der Hoogduitfche Joodfche Natie verpligt, het geld der Halle in diervoege te bewaa- ren, dat de een, zonder de anderen, daar- toe , geen' vryen toegang heeft (e). De Beeftenfnyders, Beenhouwers en andere Be- dienden der Halle ftaan onder hun onmid- clelyk opzigt. De Beenhouwers mogen nie- mant eenig Vleefch borgen, dan die eene eigen zitplaats, op zyn Folium, in de groo- te Synagoge, heeft. En zo zulk een in ge- breke blyft, om deeze of eenige andere ar- menfchuld te voldoen, is zyne zitplaats daar- voor , by praeferentie voor alle andere fchul- den, aanfpraakelyk. Doch in de Portugee- fche Halle, wordt in't geheel niet geborgd > of,
(e) Handv. bl. 47?.
|
|||||
\
|
|||||
III.BOEK.OVERIGE PrOT.EN AND.KeRKEN.IO*3
of, zo 't gefchiedt, loopen 'er de Bedienden Joodschi
alleen 't gevaar van. Svnago Uit het invoeren van Boeken van Mozes;GEW*
het leezen in, en verfchynen voor dezelven, Y°?r" in de Synagogen, 't welk alles voor eene zon- der ar- derlinge eer gehouden wordt, trekken de men uit Joodfche armen ook eenig voordeel. Elke verfchei- Synagoge heeft eenige affchriften der Boe- jje? kKer" ken van Mozes in eigendom. Doch 't Haat dknften elk Lid der Gemeente vry, daar by een af- byzon- fchrift te voegen, behoorlyk verfierd, en, d.erlyk by de Hoogduitfchen , van een gordyn, SLA- welk voor de kas, waarin men de Boeken beden van Mozes bewaard , gehangen wordt , omtrent voorzien; wordende hem dan toegelaaten, 5*e Boe" eenige Perfoonen , op byzondere dagen, Mozes*11 voor de Boeken van Mozes te roepen. Doch die nog armen-geld fchuldig zyn, mogen aldaar niet voor de Boeken van Mo- zes verfchynen: ook zulken niet, die Boe- del - afftand gedaan, of zig , met hunne Schuldeifchers, voor minder dan 't beloop der fchuld , verdraagen hebben , dan na dat zy , ten behoeve der armen , hebben opgebragt, 't gene Parnaffim en Pen- ningmeefteren redelyk hebben geoordeeld. Men brengt de Boeken van Mozes , die iemant aan de Synagoge vereerd heeft, te voorfchyn , en leeft 'er in , ter gele- genheid , dat hy , wegens een Bruiloft of Befnydenis van hem of zyne kinderen, voor die Boeken verfchynen moet. De plegtige dienft, om anderen voor de Boe- ken van Mozes te doen komen, Segan L 2 ge-
|
|||||
i&t AMSTERDAMS IILDeei.
Joodsche genaamd, kan, by de Hoogduitfchen, ook
Synago- gekogt worden ; doch niet dan door ge- CEN- trouwde Ledemaaten, behalven in de By- Synagogen , daar deeze dienft, door Jon- gelingen , gekogt kan worden, mids zy dien, door gehuwde Ledemaaten, doen waarnee- men. Allen, die hier voor de Boeken van Mozes verfchynen, doen zekere gifte aan de Armen. Zy hebben regt om, voor drie perfoonen, met naame, te laaten bidden, daar zy den Opper - Rabbi en den Parnas- Prefident mogen doen by voegen: ook hun- ne Huisvrouwen, wanneer zy, na 't kraam- bedde, voor 't eerft, in de Synagoge ko- men , nevens het jonggeboorenkind: en op de Feeftdagen, zo veele kranken', kraam- vrouwen , reizigers, en kinderen die voor 't eerft in de Synagoge komen, als Parnaffim en Penningmeefteren , naar tyds gelegen- heid , goedvinden. Doch, onder de Portugee- fchen, hebben, omtrent dit alles, eenige by- zondere gewoonten plaats. De dienft, Se- gan genaamd, wordt aldaar niet verkogt; maar, door den Prefident - Parnas , bege- ven : en elk, die voor de Boeken van Mo- zes verfchynt, doet eene gift aan de Ar- men , naar zyn welgevallen. Men bidt 'er voor byzondere perfoonen, met naame , en ook voor overleedenen. Ook heeft men 'er de gewoonte, om openlyk zekere fom- me aan de Armen te belooven, op de ge- zondheid van zyne Huisvrouw, zyne Ou- ders, zyne Kinderen, of zyne Broeders of Zufters, of goede vrienden, zonder den Cha- cham
|
||||
" " "" ' " "■'■.......
|
|||||
ÏII.BOEK. OvERIGePrOT. EN AND.KeRKEN.IO^
cham en Parnaffim te vergeeten, die dan, Joonscria
met naame, of met uitdrukking hunner hoe- Svnago- danigheid, genoemd worden. Wanneer ie- G£N* mants Zoontje, voor 't eerft, in de Syna- goge komt, en by 't uithaalen of oprollen der Boeken van Mozes dient, betaalt de Vader ook iets voor de armen. By 't over- lyden van iemant, betaalt men, by de Hoog- duitfchen, om hem in 't Gedenkboek der overleedenen te doen optekenen, insgelyks, iet aan de armen, aan den Schryver en aan den Kotter. Doch 't zelfde gefchiedt, ook by andere gelegenheden, te menigvul- dig om allen te worden opgenoemd. De meefte Kerkelyke dienften, de behande- ling der Boeken van Mozes, het aanftee- ken der Lichten, het aanreiken van den Wyn op den Sabbath en op de Feeftda- gen, en anderen meer , worden, op den ïaattten dag van het Loofhutten-Feeft, on- der de Hoogduitfchen, in 't openbaar, 'm de Synagoge, opgeveild, en verkogt: doch onder de Portugeefchen , by gelegenheid, begeven. In de Joodfche Gemeenten, worden Lede-
driederlei Perfoonen onderfcheiden , Le- maaten, demaaten, Congreganten of Bywooners, en ™J^" Vreemdelingen. Een Ledemaats Zoon , voorreg- trouwende , wordt ook Ledemaat , mids- ten, bo- p-aders, een Vreemdeling , die met een ven
By-
o , > ^ „a rr „ ~ u -J^ wooners
Ledemaats Dogter trouwt. z,y zyn Deiae,
en Vree m-
immers, onder de Hoogduitfchen, verpligt, delingen.
zig, binnen vier maanden na hun Huwelyk, by Parnaflim en Penningmeeller, in 't Re- L 3 gis"
|
|||||
i66 AMSTERDAMS III.DEEt.
Joodsche gifter der Ledemaaten, te laaten optekenen:
Synago- waarvoor de eerfle , aldaar , drie , en de 0EN* tweede, zes Ryksdaalders betaalt. Zo zy langer dan vier maanden wagten, verbeuren zy tien Ryksdaalders: en zo zy de inteke- ning een jaar verfchuiven, zyn zy van hun Lidmaatfchap verfleken, en 't kofl hun hon- derd Ryksdaalders, zo zy 't op nieuws be- komen willen. Doch indien iemant hunner, kort na zyn huwelyk, buiten 's Lands reizen moet, wordt hem nog zes maanden langer tyd vergund. Wanneer Wedu'wenaars en Weduwen, vreemdelingen zynde, met Le- demaats Zoonen en Dogters, hertrouwen, worden zy wel Ledemaaten , maar hunne Voorkinderen niet, ten ware zy, voor ie- der derzelven, zo veel betaalden, als Parnas- fim en Penningmeefleren redeïyk oordeelen. Een vreemdeling kan zig ook, zonder dat hy trouwt, tot Lidmaat laaten aanneemen, mids betaalende, onder de Hoogduitfchen, hon- ' derd Ryksdaalders, of zo veel meer, als Par- naflim en Penningmeefleren vinden te be- hooren. Zo dra iemant Lidmaat wordt, fiel- ten Parnaiïim en Penningmeeflers, onder de Hoogduitfchen, hem op zeker getal vanBrief- jes, tot onderfleuning der Armen. By de Por- tugeefchen, wordt hy ook op een jaarlykfch armengeld gefield. Een Lidmaat by de Hoog- duitfchen , die buiten 's Lands reizen, en midlerwyl zyn Lidmaatfchap behouden wil, moet zig, by Parnaffim en Penningmeefle- ren , in 't Regißer der buitenwoonende Lede- maaten, laaten aantekenen,enjaarlykstwee Ryks-
|
||||
III.BoEK. OverigeProt.enand.Kerken. 167
Ryksdaalders, ten behoeve van de Armen, Joodsche
doen betaalen; zynde hy van zyn Lidmaat-Synago« fchap verfteken, zohy dit vyf jaaren agter-0EN- een verzuime. De Opper-Rabbi en de Voor- zangers der groote Synagoge van de Hoog- duitfchen , geene Ledemaaten zynde, wor- derf het, zo dra zy hunnen dienft aanvaar- den: en 't Lidmaatfchap gaat over op de kinderen, die zy, geduurende hunnen dienft, voortbrengen. Ledemaaten alleen zyn on- der de Hoogduitfchen bevoegd tot het koo- pen van plegtige dienften, in de groote Sy- nagoge , en om voor de Boeken van Mozes te verfchynen. 't Laatfte wordt, nogtans, by hen, ook aan Vreemdelingen, die zig," voor eenen korten tyd, hier ter Stede, op- houden , onder zekere bepaalingen, toegelaa- ten. Ledemaaten hebben, in 't waarneemen der plegtige dienften, en in 't verfchynen voor de Boeken van Mozes, altoos rang voor bloote Bywooners, en voor Vreemdelingen. De Ledemaaten en Congreganten , of By- wooners , de Wet, in alle haare deelen, pleg- tighedenenomftandigheden, zo als zy thans kan onderhouden worden, niet onderhou- dende , worden, deswege, by de Portugee- fchen, door het Collegie van Parnaffim; en by de Hoogduitfchen, door den Opper-Rab- bi, gebreukt, en tot geenerlei Kerkelyke dienften toegelaaten, dan na dat zy de op- gelegde boeten betaald of voldaan hebben. Indien zy zwaarly k overtreeden, worden zy, by de eene en de andere Natie, zelfs uit de Synagoge gebannen. Zo een Lidmaat onder L 4 de
|
||||
168 AMSTERDAMS IILDeel.
joonscHE de Hoogduitfchen Speelhuizen of Danska-
Synago- mers houdt, of in dezelven, als Speelman of GZN' Danfer, verkeert, verlieft hy zyn Lidmaat- fchap; wordt nooit tot het waarneemen van eenigen Kerkelyken dïerift toegelaaten, en kan geenen Gemeentelyken onderftand be- komen , indien hy, t'eenigen tyde, tot be- hoefte vervallen mögt. Byzonde- Tot voorkoming van benadeelinge derar- re Col- men, is het opregten van byzondere Syna- legien» gogen, Baden of Hallen verbooden; onder de Hoogduitfche Jooden, op eene boete van duizend guldens. Zelfs mag niemant, uit- genomen den Opper - Rabbi, by de Hoog- duitfchen , eenige afzonderlyke Godsdienfti- ge Vergaderingen aanleggen , vooral niet om, in dezelven, uit de Boeken van Mozes te leezen. 't Staat nogtans vry, met be- williging van Parnaffim en Penningmeefte- ren, zekere Collegien op te regten, mids in dezelven niemant tot Rabbi of Kofter, veel min tot Penningmeefter verkooren wor- de , dan die een Lidmaat der Gemeente is; ten ware de meefle Leden van zulk een Col- legie Vreemdelingen waren, in welk geval, de Penningmeefter ook een Vreemdeling zyn mag. Zulke geoorlofde Collegien zyn 'er, tegenwoordig, veelen, beide onder de Por- tugeefche en Hoogduitfche Jooden, hier ter Stede. Onderde Men kan deeze Collegien , in driederlei Portu- foorten, onderfcheiden. I. Sommigen zyn getfche enkejyk aangelegd tot onderwyzing en oe- Jooden. feni 'm je Hebreeuwfche taaie en in de Wet.
|
||||
HI.BoEK. OverigeProt. en and.Kêrken.id*9
Wet. II. Anderen, tot diergelyke oefenin-Joodschb]
gen, en te gelyk, tot het oefenen van dv-Synago- zondere werken van barmhertigheid. III En GKN* wederom anderen, tot het oefenen van wer- ken van barmhertigheid alleen. Het voornaamfte der Collegien van de
eerfte foort, onder de Portugeefche Jooden, is genaamd Heshaim of Boom des Leevens, en reeds in 't jaar 1639 opgvjregt. Het wordt, federt veele jaaren , gehouden op de Binnen- plaats der Synagoge. En in het zelve, worden zulken, die zig, eerft, in zes ondergefchikte Schooien, of in de voornaamften derzelven, door aangeftelde Leermeefters , in de He- breeuwfche taaie en Godgeleerdheid, hebben laaten onderwyzen, en die bekwaam geoor- deeld zyn, om tot het Collegie Heshaim over te gaan, onder 't opzigt van den Chacham, verder in de Wet geoefend. De Leden van dit Collegie, die, als Onder-R abbynen, of als Proponenten , können worden aange- merkt , genieten eene maandelykfche wed- de , uit eene kafle, hiertoe byzonderlyk ge- fchikt. Zy hebben eene beurs of bos opge- regt, Geneezing der medgezellen genaamd,in welke, elk Lid, maandelyks, iet legt, en waaruit, in geval van ziekte, een weekgeld aan de kranke Leden uitgekeerd wordt. Het Collegie Heshaim ftaat onder 't opzigt van vier Parnaffim en eenen Penningmeefter, die jaarlyks allen afgaan. Vooraf, maaken zy, en de Parnaffim en Penningmeefter der Na- tie , elk eerft eene afzonderlyke Nominatie van nieuwen, waaruit, by onderlinge fchik- L 5 king,
|
|||||
/
|
|||||
- -—CT
|
|||||
170 AMSTERDAMS ÜLDeel.
Joodsche king , de plaatfen der afgaanden vervuld
Synago- worden. De Penningmeefter van Heshaim is, altyd, een oud Parnas der Natie. De af- kondiging van de aanftelling deezer Regen- ten gefchiedt, op Pinkfterdag* Zy woonen 't onderzoek der Leden van 't Collegie by, van welken, altoos, drie tevens onderzogt worden: een uit welk getal zy verkiezen , om de plaats van een loontrekkend Lid te vervullen. Men heefc nog elf of twaalf dier- gelyke Collegien onder de Portugeefchen, als, 't Sieraad der Jongelingen en het Huis van Jozef ', beide, in 't jaar 1669, opgeregt; de wooning der Geregtigheid, Leas Tent, de Kroon der oude Mannen, de Stem van Jakob enz. die, hier en daar, in byzondere hui- zen , gehouden worden. Ook zyn 'er, voor- maals, eenige anderen geweeft, die, door den tyd, te niet geraakt zyn. De Collegien van de tweede foort, onder
de Portugeefche Jooden, zyn de volgenden: een, genaamd Loon der weldaadigheid, welk, reeds in 't jaar 1639, opgeregt, engefchikt is, om te leezen, en om de Lyken ter aarde te beftellen; een, Fader der Weezen gehee- ten, waartoe, in 't jaar 1761,een huis ge- kogt is, ftaande op de S. Antonis-Breêftraat, aan de noordzyde, tufTchen 't Muider-plein en de Markensfteeg, alwaar behoeftigeWees- jongens onderweezen en opgevoed worden: een ander, Onderhoud der Dogteren genaamd, ftaande in de Zwaanenburgsftraat, aan de weftzyde, en in 't jaar 1734 opgeregt, om arme Weesmeisjes te onderwyzen en op te voe-
|
|||||
/
|
|||||
IILBoek. OverigeProt. en and.Kerken.i7i
voeden: een, genaamd de Wagters op den Jqopsch*
morgen, waar men niet alleen leeft, maar Synago- ook eenigen onderftand bewyft aan zyne Le-GiiW- den: nog een, bet dubbeld van de fret ge- heeten, daar men leeft, en brood uitdeelt, en nog een, Verlufliging des Sabbatbs ge- naamd, welk niet alleen leeft, maar ook, weekelyks, brood, en olie tot de Sabbaths- Lampen uitdeelt. Men plagt, onder de Por- tugeefche Jooden, nog verfcheiden' dierge« lyke Collegien te hebben. Doch eenigen aer- zelven zyn te niet geraakt, en anderen, met andere Collegien, vereenigd. Tot de derde foort van Collegien, onder
de Portugeefche Jooden, behooren 'er vyf, die byzondere foorten van gewaad uitdee- len: als, het Collegie, eertyds de Helm des Heils, en nu, de Sierlyke Kroon genaamd, Welk hoeden en paruiken uitdeelt; de Man- tel der Geregtigbeid, daar men behoeftigen voorziet van overrokken, Joffen genaamd; de Heilige Linnen rok , daar men hemden geeft; de Kroon der Jongelingen, daar men kouffen; en Uwe gangen zyn in de Schoenen, daar men fchoenen uitdeelt. Doch behalve deezen vyf,is 'er nog een, Hulp der Vrouw- luiden genaamd, welk kouflen en fchoenen aan behoeftige vrouwluiden bezorgt. Wy- ders, is 'er een Collegie, de Bruidfchat ge- naamd, en aangelegd om behoeftige dog- ters uit te huwejyken: en twee anderen, 't Verbond des Vredes, om arme Kraamvrou- wen, die van Zoonen, en 't Regt der Dog- teren , om zulken, die van Dogters bevallen zyn,
|
|||||
i7» AMSTERDAMS IH.Deel.
xjodsche zyn, eenigen onderftand te bezorgen, en,
»YNAso- in 't eerfte geval, van Peters en Meters, :EN' die 't kind, by de Befnydenis, houden, te voorzien, 't Collegie, Hoop der VerloJJlnge, deelt vleefch uit, voor 't Paafch-, en vleefch en brood, voor 't Loofhutten - Feefl. 't Col- legie , Schikking van 't hout, bezorgt brand- hout aan behoeftigen; en 't Collegie, Toe- rigting der Lampen , olie voor de Macha- beërs-Lampen. Het Collegie, Chehra, of de Broederfchap, by uitfleekendheid, genaamd, voorziet de arme kranken van Genees- en Heelmeefters, Artfenyen, en andere nood- wendigheden. De afkondiging van de ver- kiezing der Parnaffim van dit Collegie, die, op gelyke wyze als die van Heshaim, ver- kooren worden , gefchiedt , op den Sab- bath, die komt midden in de agt dagen van het Feefl: der zogenaamde Machabeërs- JLampen , 't welk , doorgaands , in De- cember valt. De Collegien, Werken van Godsvrugt en Regtvaardigheid der Frouwen, die, in 't jaar 1707, en in 't jaar 1734,0p- geregt waren; doch, in 't jaar 1758, met eikanderen, vereenigd zyn, bezorgen kran- ke mannen en vrouwen van waakers of waakflers, beddelakens, hemden enz. Vyf byzondere Collegien zyn 'er, tot verrigting van 't gene, omtrent alle Lyken van de Na- tie, zonder onderfcheid, te doen valt: de Wagt van 't Huis > uit jonge fterke mans beftaande, die de Lyken uit het fterfhuis haaien, en op de baar brengen: de Dienß der Heilige dingen, beftaande uit honderden twin-
|
|||||||
«
|
|||||||
m.BOEK. OvERIGePrOT.EN AND.KXRKEN. I73
twintig perfoonen, onder welken, veelen van Joodschk
de aanzienlykften der Natie zyn, dieuithetSYNAco* Collegie, Loon der Weldaadigheid, hier voor GEN* (ƒ), vermeld , by lootinge , moeten ge- trokken worden, en de Lyken van 't fterf- huis naar de fchuit draagen: het Collegie, Weldaadigheid en trouw, ingefleld, om de Lyken der mannen te wallenen ■, en de gra- ven voor mannen en vrouwen te delven: 't Collegie, Edelgefleente, welk zerken ver- fchaft op de graven van behoeftige over- leedenen: en 't Collegie, 't Is beter te gaan in 'f Klaagkuis , welk de behoeftige naail- beftaanden van een' overleeden', geduuren- de de zeven treurdagen, waarin zy noch uit- gaan , noch werken mogen, van onderftand bezorgt, en eenige Leden benoemt, om, geduurende dien tyd , het getal der tien mansperfoonen, boven de dertien jaaren, te helpen uitmaaken, welk vereifcht wordt, tot het doen van Gemeentelyke gebeden in 't llerf huis, die dan, door de naaftbeftaan- den, niet in de Synagoge gedaan können worden. Alle deeze dienden omtrent de Lyken worden verrigt, zonder dat 'er eenig loon voor begeerd , of genooten wordt. Het draagen van de Lyken uit het fterf huis naar de fchuit in 't byzonder wordt voor zulk een Godvrugtig werk, en voor zulk eene groote eer, gehouden, dat de voornaamfle Jooden zelven zig veel moeite geeven, om . in het Collegie, de Dienfi der Heilige dingen
genaamd, te worden aangenomen. Alleen- CO SUix.. 17*' ■
r
|
|||||
/
|
|||||
;i74 AMSTERDAMS III.Deer.
fooDscHE lyk, hebben de Parnalïim eenige arme vrouws-
Jtnago- perfoonen aangefteld, om de doodkleeden *■*• voor alle Lyken te maaken, en de Lyken van vrouwen en kleine kinderen te waflchen: aan deezen wordt, door de vrienden der o- verleedenen , zo zy eenig vermogen heb- ben, doorgaands , een vrywillig gefchenk fedaan; doch zy moeten zig te vrede hou- en, al wordt haar, gelyk by de armen ge- beurt, niets altoos gegeven. De Portugeefche Jooden hebben ook een
Oude - Mannen - Huis en een Oude - Vrouwen- Huis, die hier byzonderlyk verdienen ge- meld te worden. Het eerfte , Steun/el of Staf der oude Mannen geheeten, ftaat op de eerfte Weesper - ftraat aan de ooftzyde, en is, in't jaar 1751, gertigt. De naam van 't Godshuis ftaat, in 't Hebreeuwfch, in den gevel: in welken men, wat laager, leeft: Des Hemels gunfi beflraalt, en zegent en
behoedt ,
Die d'oud bejaarde Liên flaag onderßeunt en voedt.
In dit Huis, worden, tegenwoordig [in May
1765.], elf oude mannen, onder't onmid- delyk opzigt van een' Binnenvader en Bin- nenmoeder, onderhouden. Vier Collegien, als, de Opregten van wandel, in 't jaar 1665 opgeregt, tot onderfteuninge van behoeftige kranken; twee anderen, met het zelfde oog- merk, in de jaaren 1673 en 1682, inge- fteld; en nog een, fierke 'l oor en en bezoek der kranken geheeten, welk bedden plagt uiü te deelen, zyn allen, onlangs, met het Ou- de- |
||||
m.BoEK.OvERIGE PROT.EN AND.KeRKEN. 17£
de - Mannen - Huis, vereenigd. Het Oude- Joodscr|
Vrouwen-Huis, geftigt door den Heer Mo- Synaqo- zes Abrabanel, wiens Zoon 'er nog de0EK* beftiering over heeft , ftaat, op de Kei- zersgraft, aan de zuidzyde, op den hoek van den Binnen-Amftel, en draagt den naam van Rechobot of ruimte. Ook leeft men de fpreuk der Schrift (i), Nu heeft ons de Hee- re ruimte gemaakt, in den gevel. In dit Huis, welk in twaalf wooningen verdeeld is, ge- nieten Weduwen en Dogters, doorgaands bedaagden, vrye wooning. Toen de Hoog- duitfche Jooden hier eerft in de Stad kwa- men , regtten de Portugeefchen eene Broe- derfchap op, genaamd de Poorten der Gereg- tigheid,en dienende, om de behoeftigenon- der hen, eenige dagen, te voorzien van huis- vefting en onderhoud. Doch deeze Broeder« fchap is te niet geraakt, zo dra de Hoog- duitfchen hier eene afzonderlyke Gemeente hadden opgeregt. De Hoogduitfche Jooden hebben dezelfde Onderde
driederlei foorten van Collegien, als de Por- ¥°°£" tugeefchen. Het voornaamfte is dat derj^J*6 God- of Wetgeleerden, ook Heshaim, of Boom des Leevens genaamd. De Chacham of Opper-Rabbi deezer Natie is'er het hoofd van, zo verre de dagelykfche Leezingen en het Onderwys in de Wet aangaat. De Le- den vergaderen in een vertrek naaftdegroo- te Synagoge. De Godgeleerden, die in dit Collegie worden toegelaaten, trekken van vier tot agt guldens ter weeke. Tot het be- wind (i) Gen. XXVI. 22. |
|||||
.
|
|||||
i76 AMSTERDAMS IH.Df.eU
ooDscHE wind over de goederen van het zelve, zyn
YNAGo- byzondere Regenten aangefteld. Nog zyn **• 'er twee Collegien, een, door byzondere Perfoonen, opgeregt, om arme kinderen te onderwyzen in het leezen en verftaan van de gefchreeven Wet; en een, ingefteld door de Gemeente, tot het zelfde einde, en daar- enboven , tot het onderwys in de Mijchna of mondelinge Wet en derzelver uitleggingen. Een ander Collegie is 'er, waarin, dagelyks, eene afdeeling uit den Talmud gelezen wordt: en twee, die, 's Woensdags 's nagts , van tien tot twaalf uuren, leezen; en van twaalf tot een uur, treuren, over de verwoefting van Jeruzalem. Voorts, is 'er een Collegie ingefteld, om, alle twee jaaren, eene ou- derlooze Dogter uit te huwelyken, en eene tweede, by lootinge , welker Vader een Lid van 't Collegie geweeft is. In dit Col- legie , wordt, alle avonden, in de H. Schrif- ten , gelezen, waartoe, in 't jaar 1724, eene Leesplaats, op Uilenburg, op Koks Hofje, gebouwd is. Een ander diergelyk Collegie huwt ook, om de twee jaaren, eene arme Dogter uit: ook van zulke Vaders, die gee- ne Ledemaaten der Kerke geweeft zyn. Voorts, is 'er eene Broederfchap, ingefteld tot het opvoeden van Weesjongens, welker Vaders Ledemaaten zyn geweeft. Zy heeft hiertoe, voor eenige jaaren, aangekogt een Hofje , in de Raapenburgerftraat , voor- maals, Buffenfcbutshofje genaamd , en uit verfcheiden' wooningen beftaande. Nog zyn 'er twee Collegien van Befnyders, een, welk alleen Zoonen van Ledemaaten, en een, welk ook
|
||||
■.WWM|W •'
|
|||||
III.Boek.OverigeProt. en and. Kerken, i 77
ook Zoonen van Vreemdelingen befnydt. Joodsche
Men heeft, by de Hoogduitfchen, ook eenSYNAoo- Collegie, welk voor het bezoeken van, en G£N* waaken by gevaarlyke kranken, midsga- ders, voor het waffchen, kiften, draagen en begraaven der overleedenen, zorgt. In 't jaar 1726, heeft dit Collegie eene Lees- plaats gebouwd, op Vlooijenburg. Onder de Vrouwen, is ook een Collegie, ingefteld om aan behoeftigen linnen tot doodkleeden te bezorgen. De doodkleeden worden hier, ook door een byzonder Collegie van de aan- zienlykfte Vrouwen der Natie, opgemaakt. Twee Collegien draagen, even als onder de Portugeefchen, zorg, voor de naaftbeftaan- den van overleedenen, geduurende de ze- ven treurdagen : het eene , in fterfhuizen van Ledemaaten der Kerke; het andere, in fterfhuizen van Congreganten en Vreemde- lingen , zonder onderfcheid. Men heeft nog eenige weinige andere Collegien onder de Hoogduitfche Jooden, die weinig aanmer- king verdienen, of van welken my nietsby- zonders voorgekomen is. Alle deeze Col- legien worden onderhouden, uit vrywillige Giften van de Leden en anderen, en uit maakingen, die 'er, van tyd tot tyd, aan gefchieden. De Jooden in 't gemeen zyn, federt het Vryheid
jaar 1630, verpligt, zig, hier te Lande, in jerJ??" 't ftuk van het trouwen, te voegen naar detef stede Politike Ordonnantie van den jaare 1580 (g); en bepaa^ tn dus, fommige Huwelyken, die de Mo-'in.sen zai- "eras*ve'
(S) Handv. hl. 47t.
VIII. Stuk. M
|
|||||
178 AMSTERDAMS III.DEEt.
ooDscHE zaifche Wet veroorloft, na te laaten. Doch,
»YNAGO- federt eenige jaaren, wordt hun, op hun ver- >EN. zoek | nu en jan, door 's Lands Staaten, by byzonder Oótroi, ontflag van deeze Ordon- nantie toegeftaan. Hier ter Stede, is hun, byzonderfyk, belaft, hunne geboden, voor CommhTarifTen van Huwelykfche zaaken, te laaten aantekenen, en hunne Trouw te be- veiligen voor Schepenen. Doch zy zynont- flaagen van de verpligting, om op den Sab- bath voor 't Geregt te verfchynen. Voor hun is een byzonder Formulier van eenen eed vaftgefleld, waarby zy zig onderwerpen „ aan alle de tydelyke en eeuwige ftraffen, „ die de God Izraels, over die van Sodoma „ en Gomorra, ook over Korah, Dathan en „ Abiram, gezonden heeft; en aan zulken „ gedreigd, die zynen naam, valfchelyk, „ aanroepen en gebruiken." 'tSchryvenen fpreeken tegen den Chriflelyken Godsdienft; het aanwenden van poogingen, om Chrifte« nen tot hunne Leer over te haaien, en het hebben van vleefchelyke gemeenfchap met Chrifren-vrouwsperfoonen, al zynze zelfs van een eerloos leeven, is hun, hier, reeds in't jaar i6i6,verboodengeweeft(Ä).Het oefe- nen van den Kerkelyken ban omtrent Leden hunner Gemeente , is hun , daarentegen, • by Burgemeefteren en Schepenen, veroor- lofd, mids zy daarin geene ongewoone ftreng- heid gebruiken (i). By eene Keure van den agtentwintigften January des jaars 1760, is be-
(h) Handv. bl. 47a.
(i) Handv. bU 47+. |
||||
ïtt.BoÉK, Overigf.Prot. en and.Kerken.179
belafl:, dat zulke Portugeefche Jooden, die Joodschb
zig by de Parnaffim aangeeven, om buiten Synagq« 's Lands re verreizen, en ten dien einde geld 0EN% uit de Armen-kas ontvangen, terflond ver- trekken moeten; onder bedreiging van an- derszins gcligt, en, in de Gyzelkamer, ter befcheidenheid van Schepenen, bewaard te worden (k). De Hoogdukfche Joodfche Na- tie alhier is, op den eenentwintigden No- vember des jaars 1698, by 's Lands Staaten, ontheeven van den Import; op de Turf, die Zy aan hunne armen ukdeelen (/). En in 't volgende jaar, is haar, ten zelfden einde, ook vrydom van Stads Excyns , voor agtduizend ton Turf, toegedaan (m): welke vrydom van 's Lands Impoft, in 't jaar 1748 (V), en van Stads Excyns, in 't jaar 1751, tot op twaalfduizend ton Turf en vierhonderd zakken Tarwenmeel, om op Paafchen te ge- bruiken , vermeerderd is (0). De Portugee- fche Joodfche Natie hadt, al in het jaar i<58r, vrydom van Stads Excyns gehad, voor al de Turf, die zy aan de armen uitdeelt Cp). Men beeft den Jooden, hier ter Stede, fomtyds, ook andere gunden beweezen. In 't jaar 167 2, werden zy verfchoond van den arbeid aan de Veftingwerken der Stad , waartoe veelen der andere ingezetenen verpligt wer- den, mids alleenlyk twaalfhonderd en zes- tig guldens, voor de gantfche Natie, in de Stads
(^, Keurb. T. ƒ. 250 verft.
! (I) Handv. bl, 47^. (mj Refol. Vroedfch. Lt. Z 27 Febr. i«?9. ƒ. 2j3.
(») Refol Holl. 17 Fehr, n^R bt. tt6 (») Refol. Vruedfch. 11. QQ 4 May 17JI ƒ. 104. (f) R«fol. Vioedfch. Li. O. * Sept. UU. f. 41. M 2
|
||||
180 AMSTERDAMS IILDèel.
'oodsche Stads Cafle brengende (q). Burgemeefteren
;ynago- hebben zelfs, fomtyds, op hun verzoek, be- '£Jf* willigd, dat een der PenflonarifTen deezer Stad geflaan heeft over een Verdrag, welk, door deParnaffim, met eenen Rabbi, gemaakt werdt (r). Toen hun, in 't jaar 1663, ten onregte, naargegeven werdt * dat zy, hier, eenige kinderen geftolen hadden, werden zy, deswege, by eene Bekendmaaking van 't Geregt, verdedigd (s). In 't jaar 1743, is den Hoogduitfchen Jooden, by 't Geregt, toegeflaan, dat geene Leden van hunne Na- tie eenig ander Bad gebruiken zouden mo- gen, dan het Bad, welk, door de Parnas- fim derzelve, was aangelegd, of in 't ver- volg mögt aangelegd worden (f). Zy mo- gen , nogtans, hier ter Stede, in geene Gil- den zyn; en, fchoon zy tot Burgers worden aangenomen, volgens eene Keure van den jaare 1632, geene Poorters-Neering doen (u)f Doch Joodfche Doctoren in de Me- dicynen , Apothekers en Chirurgyns wor- den hier toegelaaten. Ook zyn 'er, tegen- woordig , drie beëedigde Joodfche Transla- teurs , en omtrent vyftig Joodfche Make- laars. Zy mogen allen, vryelyk, met de Chriftenen handelen. Doch de Apothekers mogen, volgens eene Keure van den jaare 1667, geene geneesmiddelen verkoopen aan Chriftenen (v). In 't jaar 1656, kreeg een Por-
(q) Groot-Memor. N. VI./. 87.
(r) Groot-Memor. N. X. f. I6j vtrfk,
fr) Kemb. O. f. jg vttfo,
(t) Handv. bl. 49+.
(«) Handv. bl. ut. Ci6<».]
(t; Handv. bl„ j>5i. [jïi]
|
||||
»■»WWW», "■ " -: ' ■"" '* "----------:-----"~ r~™"" ' '"' ''Au ■"""'■ <Wf<*» 'f.' * ' '
|
|||||||
IILBoek.Ovemge Prot, en and.Kerken. i 8 r
Portugeefche Jood ook verlof, tot het op- Kkrkho^
regten eener Suikerrafineerderye, die, meen V£N« ik, nog in wezen is, mids hy niet minder dan honderd ponden Suiker en een vat Si- roop tevens verkogt (w). Ook is hun , dikwils, vergund , vette en Kruideniers- waaren te mogen verkoopen. Onder de Hoogduitfche Jooden, geneeren veelen zig, met het koopen en verkoopen van huis- raad , gemaakt zilverwerk, en oude en nieu- we kleederen. Veelen zyn handelaars in wifTel en geldfpecien, en doen ook grooten handel op Duitfchland en andere Landen. De voorn aamfte Portugeefche Jooden dry ven allerlei zwaarenKoophandel op Spanje »Por- tugal en andere Geweften. Ook handelen vee- len in allerlei Aclien. ■
KERKHOVEN.
De Nederduïtfche Gereformeerde Ker- Oude
ken dienen allen , uitgenomen de Kerkho-' Gatthuis- en Amftei - Kerken , tot begraaf- JJ^g plaatfen. Ook wordt 'er, in beide de Wal- stad. fche Kerken, in de Engelfche Presbyteriaan- fche Kerke, en in beide de Lutherfche Ker- ken , begraaven. Doch 't begraaven in deeze Kerken valt, meer of min, koflbaar. 't Begraaven op de Kerkhoven, die, oud- tyds, de Kerken plagten te omringen, is, derhalve, in deeze Stad , van haaren eer- ftfen
(n>) Refol, Vioedfch. Lr, A. 30 D«. itfg» 7 J*n, 16;%,
f. Si. M 3
|
|||||||
■\
|
|||||||
%$% AMSTERDAMS IILDiEt;
Kerkho. ften oorfprong af, in gebruik geweeft. Zelfs
ven. werden deeze Kerkhoven, van ouds, gehoti* den voor vryplaatfen , werwaards de mis«- daadigen plagten te vlieden, om voor de han- den van 't Geregt veilig te zyn ; hoewel men hier , al vroeg , verflondt, dat het vlugten op Kerkhoven geene misdaadi- gen bevrydde , en vooral geene moorde- naars (x) : 't welk zo ver ging , dat de Raad, in 't jaar 1526, befloot, het Regt zynen gang te laaten gaan, tegen eenen moor. denaar, die op S. Nikolaas-Kerkhof gevlugt, en van daar geligt was, ondanks het bevel van den verkooren BifTchop van Utrecht, ten tegendeele gegeven (y). Voons, was, van ouds, verbooden, vee op de Kerkho^ ven te weiden, of met kraamen op dezel- ven voor te ffcaan (2). Men hadt zulke Kerk- hoven , niet ïlegts in den Roomfchen tyd , om de .oude en nieuwe Kerken; maar dee- zen bleeven 'er nog, lang na de verander ring der Regeeringe : en om de Zuidtr-, Wefler- , en Noorder - Kerken , die , in de voorgaande eeuwe , geftigt werden, werden ook nog diergelyke Kerkhoven aan- gelegd. Om de nieuwe Kerke, waren twee Kerkhoven, die eerft, ter gelegenheid van het fügten van het nieuwe Stadhuis, verr dweenen zyn. Het elendige Kerkhof, 't ge- ringde van de twee, langs de ooftzyde der Kerke gelegen, vind ik nog genoemd, in den
f#) Keutb. A. f. ioi »«r/J.
(yj Grev-f Memor. N. I. ƒ. zgj verfo.
(xj Keiub. A. ƒ. 19.
|
||||
ÏII.Boek. OverigeProt.en and.Kerken.iS3
den jaare 1642 (a) : en het andere,. het Kerkho-
Nieuwe - zyds - Kerkhof genaamd , nog in 'tVEN» jaar 1647 (b). Het Zuider Kerkhof, by deszelfs eerfte aanlegging, S. Jans Kerkhof genaamd (c), is nog, gedeeltelyk, in we- zen; gelyk wy, in de Befchryving derZui- der-Kerke (d), reeds hebben aangetekend. De Wefter- en Noorder - Kerkhoven zyn, in 't jaar 1655, verplaatft (e). Ten dien tyde, waren 'er nog twee Kerkhoven bui- ten de Stad, een buiten de Heilige - wegs- Poort, nu het Leidfche Kerkhof, en een buiten de S. Antonis - Poort (ƒ), welk nu het S. Antonis Kerkhof is. 't Laatfte is, in het jaar 1639 , aangelegd (g). 't Eerfte was 'er al eerder. De Pefttyd des jaars 1602 gaf gelegenheid tot het aanleggen van eenige Kerkhoven , binnen en buiten de Stad: en toen werdt, onder anderen, het Plein van 't Karthuizers - Kloofter tot een Kerkhof gefchikt (b). Tegenwoordig, zyn alle de Kerkho-De gek-
v e N , ten dienfte der Chriften - Ingezete- genheid nen aangelegd, binnen de muuren der Stad,der te- en zes in getal, het Karthuizers-, het S. |j"^oor" Antonis-, het Leidfche, het Wefter-, het Kerkho- Noorder- en het Zuider-Kerkhof. Doch ven be-
fchree«
|
|||||||||
■T
|
ven.
|
||||||||
(d) Refol. Vtoedfch. JST. I«. 5 Maart 1*42. ƒ.1x2 verf».
\b) Keurb. M. ƒ. ?. \c) Refol, Vroedfch, N. 9. *« May, la, Juny iöoj. ƒ.
426 verfo, 418. (d) Hier voor, III. Deel, II. Boek,, bl. 44.Ä.
(e) Zie hier voor, III. Deel, II. Boek^ bU 4*2 611457.
(f) Keurb. L. ƒ. 91.
(g) Refol. Vroedfch. N. 17. 19 F«Jf. i«39. f- *3* verft»
{hj Refol, Vroedfch. N. 9. if May i6»2. ƒ. 39g. |
|||||||||
.
|
|||||
i84 AMSTERDAMS III.DEEt.
Kkrkho- op het laatfte wordt zeldzaam, en maar uit
*■*»• een enkel geflagt, begraaven.
Volgens eene Keure van den eenender-
tigden Jnly des jaars 16*81, moeten, op 't Karthuizers - Kerkhof, gelegen tegen over de Linden ftraat, ten wellen, begraaven wor- den de Lyken, vallende van de nieuwe Le- lieftraat, langs de weftzyde van de Prinfen- graft, tot aan 't blaauwe Hoofd; en voorts, langs de veilen, tot wederom aan de Le- lieftraat, met al wat hier binnen legt. Op het S. Antonis - Kerkhof, leggende aan de Heerengraft, tuflchen de Weesperftraat en Muidergraft; van 't Kamperhoofd, langs de ooftzyde der Gelderfche Kaai, tot aan de Halvemaans - brug, en voorts , opwaards , langs den Binnen - Amftel, tot aan den wal; midsgaders , 't gene voor deezen tot het Zuider Kerkhof plagt te behooren, te wee- ten, van de Kloveniers-Doele , alles wat beooften 't Rokin legt, regt doorgaande tot aan de nieuwe Brugge. Op het Leidfche, certyds het Heilige-wegs-Kerkhof, welk zy- nen ingang in de Raamftraat heeft; van de geweezen Picqueur-Schuur, ten einde der Am- flelftraat, langs den Binnen-Amftel, tot aan de Takfteeg; van daar, regt door, tot aan de Looijersgraft, en al wat ten zuiden hier van legt. Op het Wefier Kerkhof \ leggen- de ten einde van de Blomgraft, in het Bol- werk Rykeroord; van de Takfteeg, 't Rok- in langs, tot aan de Zoutfteeg: door dezel- ve , regt uit, de Leliegraft langs, tot op de Lynbaans-graft. En op het Noorder Kerk- hof, |
|||||
IILBoek.Overïge Prót. en and.Kerken. 185
bof, gelegen even benoorden de Zaagmo- Kerxho«
lens-Poort, in het Bolwerk Karthuizers ; ven. van de Zoutfteeg, langs 't Water, den Y- kant om, tot aan de Eenhoornsfluis; voorts, de ooftzyde van de Prinfengraft, tot aan de Leliegraft. Doch zo men twaalf guldens, ten behoeve van 't AalmoeiTeniers - huis , verbeuren wil, ftaat het vry, een Lyk bui- ten de Wyk, waar het geftorven is, te laa- ten begraaven (z). Van Lyken, die in de Kerken begraaven worden, wordt, nogtans, deeze boete niet gevorderd, 't Loon voor de Gravenmaakers op de Kerkhoven is, by eene Keure van den zesden November des jaars 1670, geregeld (k). Behalve deeze Kerkhoven binnen de Stad, Kerkho-
zyn 'er nog drie buiten dezelve, ten be-ven der hoeve der Joodfche Natiën alhier. Het aan-J00 zienlykfte deezer drie Kerkhoven is, met * verlof van 's Lands Staaten, op den twaalf- den May des jaars 1618 verleend (/), te Ouderkerk aangelegd, door en ten behoe- ve van de Portugeefche Jooden, die 'er den naam van Bethaim, dat is, Huis der Leeven- den, aan geeven. Het pronkt, met ver- fcheiden' fierlyke Graftekens en nette He- breeuwfche Opfchriften. De anderen twee zyn aangelegd, door de Hoogduitfche Jood- fche Natie, een te Muiderberg, daar alle Ledemaaten, die niet behoeftig zyn, be- graaven worden, en het andere, welk ge- noeg-
(») Handv. hl, 973.
t kj Handv. bt. j>74« (l) Refol. Hol!. 12 ßfay i<?i«. il. Xe». M 5
|
||||||
i$<5 AMSTERDAMS IILDeel;
Kerkho- noegzaam alleen voor de geringfte luiden,
ven. en voor perfoonen onder de dertien jaaren, gefchikt is, by Zeeburg tegen den Die- merdyk , binnenwaards. Vreemdelingen , welker vrienden of erfgenaamen geene hon- derd Ryksdaalders, ten behoeve der armen, voldoen willen, worden ook, by Zeeburg, ter aarde befteld. Ook zulken, die zo kort voor den Sabbath of Feeftdag overlyden, dat het Lyk, voor 't ingaan van 't Feeft of van den Sabbath , niet naar Muider- berg kan worden gebragt. De doodgraa- vers mogen geen Lyk begraaven, dan met verlof van den Prefident der Parnaffim (ni), (in) Handy, hl. 4*6, 491.
|
|||||||
B Y-
|
|||||||
IIÏ.Boe'k.OverigeProt. en and.Kerken. i 87
B Y L A A G E N^AA"
U A.
op het III. Deel, III. Boek.
|
||||||||||||||
X-d • xi..
|
||||||||||||||
Qukantie , waarby , Wfllkm de I., Prins
""van Oranje, erkent. een duizend en zeßig gul- dens, ten dienfle der gemeene zaake* van eeni- ge Doopsgezinden ontvangen te hebben. Ge- dagtekend den co July 157». Wy Wilhelm ,by der gratiën Godt<\ Prince
van Oraengien, Graue van NafTtu etc. bekennen midts delen on'fangen te hebben deur handen van Dierick Jansz. Cortenbofch ende Pee- ter Willemsz. Bogaert die fomme van een duy- fent tzeftich Carolus guldens tot twintich ftu- uers vlaams d^ n gulden .gerekent, ende dat van wegen etlycke goede bekende perzoonen, die de zelue penningen tot vorderinghe van de ge- meyne zakezyncontribuerende, waer van wyde zelue bedancken ende belouen den vooiTz. Die- rick Jansz. ende Peeter Willemsz. van de voir- fchreeven 1060 gulden , munte als boven, te quicteren tegeris de voirfchreeven ende eenen legelycken dient zoude mogen aenghaen. Dees t oirconden hebben wy defe met onfen
name ondergefchreuen ende ons fecreet Cachet daer beneffens doen drucken, fn onfen Veltle- ger tot Hellenrade by Remunde [ Roermonde ] opten negen ende twintighften dach July vyff- tienhondert Jaer ende tzeventigh twee. (Was getekend') Guille de Nassau.
|
||||||||||||||
.
|
||||||||||||||
Ter zyde, fiond' gedrukt een
Zegel in rooden tvajcbe. |
||||||||||||||
1/. B.
|
||||||||||||||
itt AMSTERDAMS JJLDtiu
V. B.
Uitjpraafc van *t Hof van Holland van den veer-
tienden September des ja ars 1663 •> waarby Galenüs Abrahamsz, MennonißLeer- aar te Amflerdam, vry verklaard wordt van de befcbuldiging van Sociniaanery, /^.efien ende geëxamineerd by den Hove van
^~* Holland de verklaaringe ende verdere be- fcheiden, denfelven Hove overgediend, ftrek- kende tot befwaarniflè van Galenus Abrahamsz nienonifte Leeraar tot amfterdam aangaande des- felfs Leere in faaken van het Chriften geloove even of de gefeyde Galenus Abrahamsz foude tragten voor te ftellen ende inne te planten de Leere Socini, voor fo verre defelve ftrydig is met het gemeen gevoelen van het Chriftendom ende de openbaars betuigingen van Gods heilig woord, ende hier te Lande door Placcaaten van de hooge Overigheid exprefielyken verbooden: en na voorgaande gegeven Communicatie van den inhoud der voorfeyde verclaaringe en befchey- den mondelinge in veele verfcheide ende lange conferentien gehoort den voorn. Galenus A- braliamsz dewelke ook hadden geprefenteert van lyne Leeringe omtrent de voorz. pointen van de Religie fchrifcelyk berigtinge te doen, 't welk cm redenen by den Hove was ondienflig bevon- den , heeft het voorsz. Hof met volle en fatis- fa&oire kennifle goedgevonden den voorzeiden Galenus Abrahamsz te dimitteeren ende hem voor bevryd te houden van alle caufatien ende befcbuldigingen, maar denfelven te blyven aan- fien in lodanigen ftaat ende conditie als andere mennonifte Leeraaren hier te Lande werden aangefien. Gedaan in den Raade den 14 Septem« ber 1663. Getrokken uit bet VIII. Memoriaal van
den Griffier Adäiaan Pots. f. 215. Lr. C.
|
||||
IILBoek.OveriöeProt. en and.Kerken. i 89
Lr. C. Byla*-
GEN
Lr. C.
Twee Compromiiïen of' Verbindfcbriften, waar-
by de verfcbillende partyen der vereenigdc
Vlaamfcbe, Friefche en Hoogduitfcbe Doopsge- zinden te Amflerdam den twifl over '/ Kerk' gebouw en de Kerkelyke goederen verblyven aan Burgemeefleren. Getekend den 28 , 29 en 31 December 1664. N. 1.
Op huyden den 1% en 0.9 December A°. 1664,
Compareerden voor my Jeuriaen de Vos, openbaer Notaris , by den Hove van Hollant geadmitteert t'Amfterdam refiderende, ende den getuygen naergenoemi d'eerfame Jeye Jeyesz, Gov,ert van den Wyngaert, Dr. Galenus Abra- hamsz , David Spruyt, Gerrit Koeck, David Rutgerts , Frans Beuns , Willem Spruyt, Jan Arentsz, Lenaart van Beeck, Gaeltje Grates, Abraham van Limburgh, Dirck van der Cogen, Héndrick van Hoogvelt Dircksz., Jan Setten, Jacob van Eegen, Abraham Warnaersz., Samuel ter Hiel, Hans Coerten, Pieter Niefen, San- der van Coppenael d' Oude, Sacharias Rofyn, Jooft de Volder, Jacob Hamer, Take Cornelisz., JSilveffcer van Beeckhoven, FerdinandusvanBo- nevael, Jarïgh Jellisz,, Jacob Otto van Hal- mael, Jan Beuningh, David de Neufville, Ja- cob Fredrixen Anfchot, Michiel Comans,Rut- gert Aertsz., Willem Jansz. van Coppenol, Har- man Gerrksz. blaupot, Jacob Jacobsz Burier, Héndrick van Hoogvelt Abrahamsz., Jan Otto van Halmael ende Jan Pellewyck: alle zynde refpeótive dienaren en broederen der vereenigde Vlaemfche, Vriefche en Hoogduytfche Doops- gelinde Gemeente hier ter Stede, haer vergade- . ringe, als van outs,tegenwoordig oocknunogh hou-
|
||||
igo AMSTERDAMS IILDfiEt.
houdende op de Cingel by de geweiene B'XHi-
wery van het Lam; de welcke in den name en van we^en defelve Gemeente ("als daertoe by expres befluyt hunner broederen in 't gemeen , op den 2!ftt.n defer lopende maent , geautbori- feert en gelaft fynde) verklaerden gerefol veere te fyn , omme te fubmitteren en over te geven, gelyck fy geheel, alingh en al fubmirteren en ie overgeven by defen, ter arbitrage en uyifprake van hare Ed Groot achtbare de Heeren Bur- germeefleren en Regeerders defer Stadt Am- iterdam, alle foodanige queflien en pretenfien , als een gedeelte van hare dienaren en broederen (die, de ordinaris Vergaderplaats verlaten heb- bende, fig onlangs van hen Comparanten en het gros der Gemeente hebben afgefcheyden) over ende op de middelen ofte goederen derfelvec Gemeente hebben gelieven te moveren: ten eyn- de hare hoog gemelte Ed. Groot- achtb. felf of- te derfelver Gecommitteerden uyt hunnen naem in en over de voornoemde queflien en pretenfien foodanig gelieven te handelen, arbitreren, de- cideren enz. als hare Ed. Groot-achtb. ofte der- felver Gecommitteerden, naer recht, redenen billickheyt, füllen verflaen te behoren Belo- vende fy Comparanten in qualité voornoemt 9 voor hun en hunne Committenten , onweder- roepelyk, voor aengenaem, goet, vallen van waerde te füllen houden alle het geen uyr erach- te defer gedaen en verricht fal worden; fonder daertegens immermeer te doen , of te gedogen dat gedaen werde, op geenigerhande manieren, direclelyck of indirectelyck , in rechten ofte daer buyten; renuncierende ten dien eynde wel exprefTelick alle benefieïen, privilegiën, relive- inenten, appellen en alle andere behulpmidde- len , die hen Comparanten eenigfins ter contra- rie defen fouden können dienen en revocabel maken ; order verbant van alle der voorsz hun- ne gemeentens middelen, hebbende ofte te ver- kry-
|
||||
- ■ ■ ---^..t-^
|
||||||
JII.Boek.OverigeProt.en and.Kerken. 191
krygen, defelve fubmitterende ten bedwanghBylaa-
van alle rechten en rechteren , en fpecialick gen den Ed. Hove van Hollant. Aldus gedaen fon. Lr. C. der argh ofte lift, binnen defer voorsz. Stad Amfterdam, ter prefentie van Gillis Jooften en "Willem Arisz. als geloofwaerdige getuygen ne- vens my Notaris hierover geftaen, ten dage als boven. Onderftont quod atteftor rogatus: ge- tekend J. de Vos Not*, publ. N. a.
(~\p huydendenlaeftenDecembris 1664, Com-
^' pareerde voor my Nicolaes Liftïngh, o- penbaer Notaris tot Amfterdam by den Ëd. Ho- ve van Hollant geadmitteert, en de getuygen naergenoemt, Tobias van den Wyngaert, voor hem en uyttenname van Thieleman Tielen van Sittart, Ifaac van Vreede,Samuel Apoftol,Jan van Dyck, jVK PieterEyfen, Gysbert van Sin- gel , Laurens Hendricksz., Ifaac van Limburgh, Sander Gerritsz. Vryhof, Gerrit Kuycken, Ger- rit van Gelyn, Jan Soutman , Hans Vlaming, Pieter van Singel, Pieter ter Himpel ende A- driaan Corver, dienaren; mitsgaders Abraham van Lou, Andries Apoftool, Salomon van Al- dewerelt, Dirck Willinck , Hendrick Lamber- tyn, Jan Coerten, Pieter van Gelyn Jan Claesz van Knodfenburg, Cornelis Corver , Egbert Jansz. blockfiel, Ifaac Ifaacksz. van Limborgh, Pieter Jansz Eylof, Jan Willemsz van Au vel - dinck,Jan Willemsz. Heil,Jan Kuycken,Lam- bertus Bidloo , Arent Vorfterman, Floris Claesz. Bergervis, Abraham Stockman, Egbert Jaspersz. Jacob Theulingh en Jacob Dircksz. voor haer felven, en de rato caverende voor Cornelis Bor, jegenwoordig nae Utrecht vertrocken, alle fa- men broederen van de vereenigde Vlaemfie , Vrieflè en Hoogduytfe Doopsgefinde Gemeente hier ter ftede, die by de gefamentlycke gemeen- ten |
||||||
\ »
|
||||||
192 AMSTERDAMS III.Deel.
Btlaa- ten van ^e ^ve doopsgefinden, in alle de Ste-
GEN den van Hollant, Utrecht en elders, voor de Lr. C. rechte Gemeente met hen overeenkomende is erkent, en overfulcx het recht hebbende en be- houdende, gelyck hun altyt gecompeteert heeft* ende noch is competerende tot de Vergader- plaets en aencleven van dien by de gewefen brouwerye van het Lam op de Singel, volgens debefcheyden van de oprechtinge en anders daer af fynde, welcke Comparanten, in den naeme ende van wegen defelve Gemeente (als hiertoe, by expres befluyt hunner broederen in 't ge- meen, op den 28 defer loopende maent, geau- thorifeert ende gelaft wefende) verclaerden, ge- refolveert te fyn, om te fubmitteren ende over te geven, gelyck fy, geheel, alingh ende al, fubmitteeren en overgeven by defen, ter arbi- trage en uytfpraken van haer Ed. Groot-achtb. d' Heeren Burgermeefteren en Regeerders defer Stad Amfterdam alle foodanige queftien en ver- fchillen, als openftaende fyn tufièhen henlieden Comparanten, in qualité als boven ter eenre, en Jayejayesz Coopman, Govert van den Wyn- gaert, Dr. Galenus Abrahamsz; David Spruyt, en de verdere met hun van de algemeene be- lydenhTe der vereenigde Vlaemfche, VriefTe en Hoogduytfe Doopsgefinde Gemeente afgeweken broederen ter andere fyde, wegens de middelen, roerende en onroerende goederen, aótien, cre- diten en gerechtigheden , die de voorf. Ge- meente eygendommelyk is hebbende, ende hen van defelve perfoonen onthouden werden; ten eynde hare hooggemelte Ed. Groot-achtb. felfs, ofce hare Gecommitteerden uyt hunnen name , in en over de gemelte queftien en pretenfien, metten gevolge en aencleve van dien, foodanig gelieven te handelen, arbitreren, decideren enz. als haer Ed. Groot-achtb. ofte derfelver Ge- committeerden , nae recht , reden en billick- heyt, füllen verftaen te behooren, belovende |
||||||
------------■
|
|||||||||
Iïï.Boek. Overige Prot, en and.Kërken.I93
fy Comparanten, in voorfz qualiié, voor hun enßYLAA-
defelve hare Gemeente, onwederroepelyk voor gen aengenaem en van waerde te füllen houden, alle Lr. C. 't gene uyt erachte defer gedaen en verricht fal werden, fonder daertegen immermeer te doen, of gedogen gedaen te werden, direcl offindireét, in rechte noch daerbuyten,opeenigerhandema- niere , renuncierende ten dien eynde wel expres- felick alle benerïtien en privilegiën als van re- lief, redudlie, appèl en alle andere behulpmid- delen , die hen Comparanten eenighfints in Con- traventie defes te bate foude mogen comen, of revocabel maken, onder verbant van alle de mid- delen der voorfz. hare Gemeente, hebbende of- te gekrygende, die fubmitterende ten bedwang van alle rechten en rechteren, enfpecialyckden Ed. Hove van Hollant: authoriferende de Com- paranten uyt hun tot et verder vervolgen defes, en alles wyders te verrichten wat eenighfints ver- eyfcht fal fyn, namelyck uyt de dienaren, Lau- rens Hendriksz. Ifaac van Limburg, Gerrit Kuyc- ken, Gerrit van Gelyn met Hans Vlaming, en uyt de Ledematen, Salomon van Aldewerelt, Pieter van Gelyn , Abraham Stockman, Andries Apoftol en Hendrick Lambertyn,te faemen, en het meerder getal van hen voor 't geheel. Wel- verftaende, dat Laurens Hendricksz en Gerrit Kuycken defe acle niet en fal prejudiciëren in hare qualiteyt als gefurrogeerde executeurs van den Teftamente en voogden over d'onmondige erfgenaemen van Herman Hendrixsz. Waren- dorp en Chriftina RafTelaers. Aldus gedaen bin- nen defer voorfz. Stadt Amfterdam, ter prefen- tie van David van der Meer en Nkolaes Brou- wer, als getuygen, en hebben de Comparanten de minute ondertekent. Onder ftont, quod at- teftor rogatus: getekend
N. LlSTINGH,N0tS, publ.
|
|||||||||
■
|
|||||||||
VIII. Stuk. N L'. D,
|
|||||||||
194 AMSTERDAMS III.Deel.
Btlaa- L» D»
|
|||||||
GEN
|
|||||||
1/. D. Authorifatie of Magtiging van M*. Petrus
Cloegk, Raad, en M". Jacob de la Mine «»Paulus Bisschop, Advokaa- ten , am de verfcbillen onder de Vereenigde , Vlaamfcbe, Friefche en Hoogduitfcbe Doopsge- zinden byte leggen, of af te doen. Gedagtekend den zesden January 1665. BÜRGERMEESTEREN EN REGEERDERS
der Stad Amstelredamme, gefien ende gelefen hebbende zekere twee aften d' eene van de refpective dienaren en Broeders der Veree- nigde Vlaemfe, Vriefe ende Hoogduytfe Doops*- gefinde Gemeente hier ter Stede, haer Vergade- ringe houdende op de Cingel by de gewefene brouwery van 't Lam, gepaflèert voor den No- taris Jeuriaen de Vos alhier, op den 28 en 29 December leftleden,d'andere van de refpeftive dienaren en Broeders van de Vereenigde Vlaem- fe Vriefe en Hoogduytfe Doopssefinde Gemeen- te insgelyx hier ter Stede, houdende hare Ver- gaderinghe op de Cingel, in 't huys toebehoort hebbende de Weduwe van den Heere Burger* meefter Geelvinck, gepafTeert voor den Nota- ris Mr. Nicolaes Liflinck alhier, op den lellen December voorfz. beyde defelve aften (die al^ hier in t 5* Groot Memoriaell f\ 161. vervol- gens zyn geregiftreert) reciproquelyk medebren- gende volcomene fubmiflie ende overgevinge t'onfer arbitrage en uytiprake off van onfe Ge* committeerdens van alle zoodanige queftien en verfchillen, als openflaende zyn tuflchen par- tyen voornoemt, breder in defelve Aftens ver- meldt; Zoo ist, dat wy goedgevonden hebben te fubftitueren en committeren, gelyck wy fub- ftitueren en committeren by delen de h'. Mr. Petrus Cloeck, Raad defer Stadt, midsgaders d'E.
|
|||||||
iwimpi Liii»jii)i.' ■ ■■
|
|||||
IÏLBoek.Overige Prot.en and.Kerken.I95
d'E. Mr* Jacob de la Mine en Paulus Biflchop, bylaa«
Advocaten i omme in onfen name de voorfz. par- GEN thyen, naar inhoudt van de gemelte twee Ac-L'. E. tens, te horen, en in gevolge over hare ques- tien, verfchillen en pretenfien zoodanige uyt- ipraeck en decifie te doen, als zy Gecommit- teerdens na recht, reden en billiekheyt zullen verftaen te behoren. Aótum in Amftelredamme, den 6 January A°. 1665. L'. E.
Twee Refolutien der Heeren Staaten van Holland\xt j^
en Weflfriesland van den 21 £#30 September des jaars 1648, betreffende ^Vergadering der CoLLsGiANTEN, te Amfterdam* N». U ■'■'"■■■•
Ts in de Vergaderinghe verfcheenen de Heer
* Raedsheer Foreeft, en heeft rapport gedaen van de notabelfte faecken in de Sinode van Zuyd- Hollandt, laetft tot Delff gehouden, gepaflèert, refererende onder anderen, dat in de voorfchree- ve Sinode notificatie was ghedaen, dat binnen feeckere Stadt van Hollandt een Collegie van Socinianen was aengefteldt. Waer op zynde ge- delibereert, isgoedt gevonden, dat de Heer Fo- reeft van wegen haer Edele Groot Mog. fal wer- den verfocht explicité te willen verklaren, wat van het voorfchreve Collegie der Socinianen, in feeckerheydt kan werden opghenomen, ende in wat Stadt het felve is opgerecht, omme de voor- fchreve nader openinghe verftaen zynde, vorder te mogen werden gedelibereert, wat dienthalven ten meeften dienfte van den Lande fal dienen te werden ghedaen. Is wyders het voorfz. rapport aengenomen
N a voor |
|||||
-
|
|||||
ioö AMSTERDAMS III.Deel.
Bylaa- voor notificatie, en na welgemelte Heer hadt
gen over gheleydt de A&e Sinodale, is bedanckten Lr. E. gedimitteert. N°. 2.
Is in de Vergaderinghe (des verfocht zynde)
gekomen de RaedsheerForeefl,ende van we- gen defelve verfocht zynde, nader te verklaren wat hem kenneliek is van het Seminarium, ofte Collegie der Socinianen , daer van by hem in fyn rapport over de Sinode van Zuydt-Hollandt, in het generael mentie was maeckende , ende ge- refoiveert, dat in het voorfchreve Sinode was verhaeldt, het voorfchreve Seminarium in ee- nige Stadt van Hollandt te refideren, heeft ver- hael ghedaen, als dat de Gecommitteerden van wegen de Stad Breda, in de opghemelte Syno- de van het voorfchreve Sociniaens Seminarium mentie hadde gemaeckt, feggende het felve in de Stadt Amfterdam te refideren; ende dat de voorfchreve Socinianen, van de Heeren Magi- ftraten derfelve Stad hadden verfocht, aldaer haer domicilie te mogen continueren; Dat Do- minus Rudolphus Petri, in de voorfz. Synode prefent zynde, daer op was verfocht de Verga- deringe te berichten: dat defelve daerop hadde verklaerdt geen kennhTe te hebben , binnen de Stadt van Amfterdam eenigh Collegie van So- cinianen te wefen, maer wel dat den Kercken- Raedt aldaer, aen de Magiftraet hadden vertoont, dat binnen Reynsburgh een Vergaderinghe van verfcheyde Seólen begon in fwangh te gaen : doch vorder niette weten wat in't voorfz. werck was gedaen, refererende hem vorder totde Acta Synodalia, en is daermede meer-gemelte Raeds- Heer Foreeft bedanckt en gedimitteert. De Heeren van Amfterdam hier op verfocht
zynde, figh te verklaren wat van de voorfchre- ve |
|||||
III.Boek.OverïgeProt. en and.Kerken. 197
ve gelegentheydt mochte wefen, hebben ghe-Rn.AA,-
feydt geen kennilTe te hebben, dat in hare Stad gen een Seminarium der Socinianen foude wefen, Lr. F, maer wel, den tydt van twee jaeren geleden , haerluyden voor te zyn gekomen, dat aldaer doen fekere Vergadering van Mennoniften figh openbaerde, ende dat de Heeren van Amfter- dam daer over foodanighe ordre hadden gefteldt, dat de Predicanten van hare Stadt diesaengaende contentementhadden genomen: ende hebben de Leden daerop verftaen 9 dat de voorfz. fake daer by fal werden gelaten. L'. F.
Aflaatsbriefvan den algemeenen Stedehouder des Lr. F.
Bijfcbops van Utrecht, ten behoeve van zulken> die de Kapel van *t Begynbof, te Amflerdam, op zekere Feeßdagen, Godsdienfliglyk, zouden komen bezoeken. Gedagtekend den vyfden July des j aars 1426. T Tniverfis fan&e matris ecclefiefiliis adquospre-
^ fenies liter e pervenerint Fr. Henricus Dei et Apoflolice fedis gratia Episcopus rofenfis Reve- rendi in Chriflo patris ac domini domini Swederi eadem gratia Episcopi Trajeftenfls in pontificali- bus Vicarius generalis falutem in domino Jempi- ternam Splendor paterne glorie qui fua mundum illuminat ineffabili claritate pia vota fidelium de clementijjima eius maieflate fperancium tune etiam precipue benigno favore prof-quimur cum deuota ipforum bumilitas fanftorum meritis et precibus adiuvatur. Qupientes igitur domino populum red- dere acceptabilem et bonorum operum feclatorem fideles ipfos ad complacendum flbï quafi quibusdam allecliuis muneribus Indulgentiis et remiffionibus invitamus ut exinde diuine gratie reddantur apti- ores. Et ut Capella Begynarum fita in parochia N 3 nous
|
||||
,
|
|||||||
ip8 AMSTERDAMS III.Deel.
noue ecclefie oppidi de Amflelredamme Traieften-
fis dyocefeos a Chrifli fidelibus fundata nee non vna monflrancia deaurata in qua vt a fide dig- nis pereepimus de ligno domini noftri jbefu Chris- ti cum reJiquiis fan6lorum fit inclufumper noscum folkmpnitate fit confecrata, congruis frequentetur honoribus, et Chrifli fideles eo liberius caufa de* vocionis ad ipfam Capellam et ad venerabilem crucem domini venerandam confluant et pro e- dificatione Capelle predigte manusporrexerint ad'n iutrices quo maioris dono gratie fe confpexerint effe refefios de omnipotentis dei mifericordia et beatorum petri et pauli Apoftolorum eius auftori- tate confifi, omnibus vere penitentihm et confeflis, qui in natiuitatis , Circumcifionis, Epyphanie , Parafcbeues , Refurreclionis , Afcenfionis , Pen- theeofles, Trinitatis, et Corporis domini noflrijbe- fu chrifli, nee non natiuitatis, ajfumptionis, an- nunciationis, coneepeionis, purificationis et vifita- cionis beate marie virginis natiuitatis beate joban» nis baptifte beatorum petri et pauli atque andree jobannis ewangelifle atque omnium aliorum apos- tolorum et ewangeliflarum , Invencionis et Exah tacionis fan&e er ucis, fan&i micbaelis archangel't In feflo omnium fan&orum , et commemorattone animarum fandlorum innocentum San&orumque Stephanie laurencii etinnocenciimartyrum, Sancm forum nycolai, martini, ivillebrordi Confefforum. Sande marie magdalene, fan&e anne, Sanclarum Katharine, barbare, agnetis ,dorotbee, Margare- te virginum fefliuitatibus Et per otlauas predic- larum feflivitatum oetavas habencium fingulisque diebus dominicis di&am Capellam deuote vifitave- rint et ante crucem prediham flexis genibus ter pater nofter et aue marie deuote dixerint totiens quotiens hoc fecerint quadraginta dies de iniunc- tis eis peniteneiis mifericorditer in domino relaxa-, mus. In cuius ret teftimoniumfigillumnoßrumpon- tificale prefentibus efl appenfum. Datum Anno do- mini millefimo quadringenfefimo vjcefimofexto men- fis Julii die auirtta, dat |
|||||||
III.BoEK.OvERIGEpROf .EN AND.KERKEN. 199
dätis: Btlaa-
GEN
„ Aan alle kinderen van de Heilige Moeder de Lr. F.
„ Kerke, welken deeze brief ter ïiand komen „ zal, wenfcht Fr. Henrik, by der genade Gods „ en des Apoftolifchen Stoels, BiflTchopvanRo- „ fa, en in BhTchoppelyke zaaken algemeene „ Stedehouder van den eerwaardigen Vader in „ Chriftus, den Heere Zweder, by der zelfde „ genade, Biflchop van Utrecht, altoosduurend „ heil in den Heere. De godvrugtige geloften „ der geloovigen, die op Gods goedertieren raa- „ jefteit vertrouwen, (trekken tot luifter zyner „ Vaderlyke heerlykheid, die de weereld, met „ eenen onuitfpreekbaaren glans, verlicht. Ook „ bewyzen wy hun gaarne onze gunft, inzon- „ derheid dan, wanneer hunne Godsdienftige „ ootmoedigheid, door de Verdienften der hei- „ ligen en door gebeden, onderfleund wordt. „ Waarom wy dan ook, het volk Gode aenge- „ naam en tot betragters van goede werken wil- „ lende maaken, de geloovigen zelven, door „ Aflaaten en beloften van vergiffenis, als door „ zekere inneemende gefchenken, nodigen, om „ ten dien einde mede te werken, op dat zy zei- „ ven ook daardoor des te bekwaamer mogen „ worden, tot het ontvangen der Goddelykege* „ nade. En op dat de Kapel derBegynen, gele- „ gen in het Kerfpel van de nieuwe Kerke derStad „ Amftelredamme, in het Bisdom van Utrecht, „ d©or Chriftgeloovigen geftigt, en begiftigd met „ eene vergulde Remonftrantie, waarin, gelyk „ wy van geloofwaardige luiden verftaan hebben, „ iet van 't kruis onzesheeren Jezus Chriftus, en „ eenige overblytTelen der heiligen beflooten „ zyn,en die door ons plegtiglyk gewydis,met „ betaamelyke eere bezogt worde; en op dat de „ Chriitgeloovigen, ter oefeninge van den Gods- 5, dienft, te gereeder tot de Kapelle zelve, en „ om aldaar het eerwaardige kruis des Heeren te Ni „ ee*
|
||||
„ .. . .. _
|
||||||
200 AMSTERDAMS enz. IILDeel.
Bylaa- ï? eeren, famenvloeijen; en op dat zy, tot op-
GEN ?> bouwinge der gemeide Kapelle, de behulpzaa- L\ F. „ me hand zouden bieden, naar gelang dat zy be-
„ vinden zouden,van grooter genade-gaaven deel- „ genoo.en geworden te zyn; zo hebben wya „ vertrouwende op de barmhertigheid van den „ almagtigenGod, en op het gezag zyner Apos- „ telen de gelukzaligePetrus en Paulus, allen,die, „ waarlyk boetvaardig zynde, en gebiegt hebben- „ de , op Kerfttyd, op den Feeftdagder Befnyde- „ niflê, of Drie Koningen, op goeden Vrydag, op „ Paafchdag, op Hemelvaartsdag, op Pinkfleren, „ opH. Drievuldigheidsdag, op H, Sacraments- 3, dag. op de Feeïtdagen van de geboorte, hemel- „ vaart, boodfchap, ontvangenis, reiniging en be- „ zoeking der gelukzalige maagd Maria, op den „ dag der geboorte van den gelukzaligen Joannes 3, den Dooper, van de gelukzalige Petrus enPau- „ lus, van Andreas,van Joannes den Evangelift, „ en van alle andere Apoftelen en Evangeliften , ?, opdedagenderVindingeenVerheffinge van het „ H. kruis, op den dag van S. Michiel, denOpper- „ engel, op Allerheiligendag, op Allerzielendag, „ op de Feeïtdagen der H. Martelaaren Steven, j, Laurensen Innocent, der Heilige Belyderen, „ Nicolaas, Maarten en Willebrord; der Heilige „ Maria Magdalena, der Heilige Anna, der Hei- „ lige Maagden Katharina, Barbara, Agniet, Do- „ rothea, en Margareet; op de Oétaveh van zul- „ ken onder de opgetelde Feeftdagen, die octa* „ ven hebben, en op alle Zondagen, de gemelde ,, Kapel Godsdienftiglyk bezoeken, en voor het 9, gedagte kruis, met geboogen knieën, drie Pater „ noflers en eene Ave Maria, eerbiediglyk, op- „ zeggen zullen, zo dikwils zy dit zullen doen, „ barmhertiglyk in den Heere, veertig dagen „ aflaat van de hun opgelegde boete toegeftaan. In s, oirkondewaarvan. onsBUTchoppelykZegel aan „ deezen gehegt is. Gegeven in't jaar des Heeren 3, eenduizend vierhopderd zes en twintig 3 op den #, vyfdenjuly. DER- |
||||||
—JW-MTV:.-
|
||||||
201
DERDE DEEL.
GEBOUWEN
DER STAD
AMSTERDAM.
VIERDE BOEK.
GODSHUIZEN
en
GODSDIENSTIGE GESTIGTEN.
I.
GASTHUIS f» PESTHUIS.
Na 't befchry ven der Kerken en der Kerk- Over-
beftieringe, gaan wy nu over tot het gang tot befchry ven van de overige openbaare Goüs-je be\ huizen, meeft naar den rang, welken zy, ^Go'd ? federt veele jaaren, in de jaarlykfche Naam- huizemen ivyzers der Regeeringe, gehad hebben, eenen eerftelyk aanvang maakende met het Gasthuis, een Y,an het van de oudfte gefügten der Stad. Huwden Voor de tyden der Hervorminge, waren Pest-
'er drie Gafthuizen te Amfterdam, het Oude,Hms- Heiligen-Geeßs- of S. Elizabets - Gaßhuis ^afïhni- aan de Plaats of Dam, naad het oude Stad- zen hier huis; het S. Pieters- Gaßhuis, in de Nes, ter Stede. en het Lieve-Frowwen-Gaßhuis, op den Nieu- wen Dyk, aan de weftzyde, Een vierde, N-5' der
|
||||
t
|
|||||||
%,
|
|||||||
s©2 AMSTERDAMS HLDeel.
Gast- der Heyliger Stede Gaflhuis genaamd (a) , is,
huis en eigenlyk, een Oude-mannen- of Vrouwen-huis, Pest- en geen Ziekenhuis geweeft: in welken laat- ffcen zin, wy hier het woord Gaflhuis, be- paaldelyk, neemen. Wy hebben, reeds by eene andere gelegenheid , van deeze drie Gafthuizen eenig berigt gegeven (b). Doch 't zal niet ondienftig zyn, dat wy 'er, hier, nog eenige byzonderheden byvoegen. Oude, H. Het oude Gaflhuis is, omtrent het midden Geefls-,oïdeï veertiende eeuwe, reeds in wezen ge- f' EQZ<fi- wee^ » a^zo men Wyk heeft, dat Paus Inno* buis. centius de VI., op den zeven en twintigilen Oótober van het negende jaar zyner Regee- ringe, welk op het jaar 1361 valt, aflaat ver- leend heeft aan allen, die het zelve, op ze- kere Heilige dagen, zouden komen bezoe- ken; welke aflaat, nevens veele anderen, in 't jaar 1488, overgebragt is in hetS.Pie- ters Gaflhuis {c); veelligt, om dat het ou- de Gaflhuis, toen reeds, grootendeels ten minfte, aan het Stadhuis getrokken was, en dus, niet zo bekwaamlyk, Godsdienfliglyk, bezogt kon worden. Het oude Gaflhuis was, gelyk, van ouds, doorgaands, plagt te ge- schieden , opgeregt, door een Gilde van milddaadige luiden, aan eenigen van wel- ken , het beftier en de zorg voor het onder- houd van 't Geftigt toevertrouwd "werdt. Men noemde dit Gilde het Gafihuis-Gilde, en het hielde
(a) Renteboekjes van 't oude Gafthuis van H57eni4jy.
(b) Zie I. Deel, I. Botl^, bt. «f, po, 9J, 97.
(c) Vu een Affchrift of Uittrekfel ecner Bulle van In«
nocentius den VI11. met een ondetfehrift, getrokken uit de Bullen van Innocentius den VI. enz. gemaakt door iMA« KUS RUTGHBAI TftOTAÏ* , pr. MS, |
|||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 20^
hieldt eene jaarlykfche maaltyd, tot welke, Gast-
ieder Gildebroeder drie groot omleide, be- huis en halven een groot te Jairfanc Cd). Het Gaft- Pest" huis, waar van wy ipreeken, was,in tjaar 1371, nog het eenigfte hier ter Stede: 't welk daaruit genoegzaam af te neemen is, dat het,blootelyk, het Gaflbuis, zonderee- nige onderfcheiding, genoemd wordt, in de Overeenkom!! van dat jaar, met de Bewaa- rers van de Heilige Stede (e), 't Is zeker ge- noeg , dat dit Gafthuis, welks GafthuismeeS' ters ik, in 't jaar 1484, nog afzonderlyk ge- noemd vinde, voor het einde der vyftiende eeuwe, vereenigd werdt met het S. Pieters- Gafthuis (ƒ); fchoon het gebouw , welk aan het Stadhuis getrokken werdt, nog vee- le jaaren, in ftand bleef. Veelligt, hadt men 't, al voor de vereeniging, gedeeltelyk, tot weereldlyk gebruik doen dienen, en, ver- moedelyk, onder anderen, om misdaadigen, voor eenigen tyd, op te fluiten, gelyk daar- toe de Gafthuizen, in fommige Steden van Holland, nog tegenwoordig, gebruikt wor- den : en zal men daarin dan de reden moe- ten zoeken van de benaaming van Gaflhuus* hoeven, die, in de oude Keuren, meermaa« len, voorkomt, in dezelfde betekenis, als men nu die van Rasphuisboeven gebruikt (g). Wat hier van zy; ik vind, in zeker Rente- boek van 't brouwen-Gafthuis, welk nog in 't Gafthuis voorhanden is, omtrent het jaar *5P5,
(d) Renteboekje , gettk^. B. berußende in het Gaflhuis.
(e) Handv. bt.411. en hiervoor II. Deel, II, Boel^}bt. 162.
(f) Anonym, ad Calcem Pontan I p. 5.
(f) Kemb. A. ƒ. 113 vrfi t t*|. |
||||
204 AMSTERDAMS III. Deel.
Gast- 1S05i gewaagd van eene maaking aan de
huis en twee gafihuyfen, ten duidelyken bewyze, dat pEsr" het oude Galthuis toen niet meer op zig zelf HU,S' beftondt. S.Pieters- Het S. Pieters-Gaflhuis is, vermoedelyk,
Gafibuis. niet veele jaaren jonger geweeft, dan het ou- de , of S. Elizabets-, of Heilige-Geefts-Gafl- huis. Uit eenen Brief van den Provifeur en Deken van Amflelland van den jaare 1382, blykt, dat toen reeds in ftand was een Gil- de of Broederfihap van S. Pieter, waarvan Provifcurs of Overmans waren Frank Dirksz., Claas Pyl) Claas JVoutersz.enWermbold Ja- cobsz. Ook vind ik, in twee Schepenen- brieven van de jaaren 1384 en 1395, die in 't Leproozenhuis beruften, van Oudermans of Ouermans van Sinte Pieters ghilde gewaagd. Ik fiel vaft, dat dit een Viftchers-Gilde ge- weeft is, alzo dezelfde naam, nog tegen- woordig , aan het VifTchers-, Vifchverkoo- pers- en Vifchverkoopfters - Gilde is byge- bleeven. Ook is 'er, in het tegenwoordige Gaithuis, nog een Latynfche brief van den twaalfden July des jaars 1393 voorhanden, waarin de bovengemelde JVermbold Jacob sz, genoemd wcrdt een Zoon van Jacob den Vis- Jeher \JVermboldus films Jacobi Pifcatoris.~] Dit Gilde hadt eene Kapel gefügt, die, in eenen Schepenen-Brief van den jaare 1385, insgelyks nog, in het tegenwoordige Gaft- huis, beruftende, Sinte Pieters Kerk genoemd wordt. Wy hebben, reeds te vooren (h), aangetekend, dat deeze Kerk, tegenwoordig, de
(h) Zit III. Deel, I. Bockj bl. «j.
|
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 20$
de groote Vleefchhal is. Tegen over de S. Gast-
Pieters Kapelle of Kerk, werdt, door de zelf- huis en de Broederfchap, een Gafthuis opgeregt, Pest" welk ik allereerft genoemd vind, in eenen Schepenen-Brief van den dertienden Augus- tus des jaars 1401; doch 't gene, vermoe- delyk, toen al eenïge jaaren geftaan hadt. Immers die gaflhuyjen -meeßers, ahevanden heylighen gheefte ende van Sint e Peter., wor- den genoemd, in eene Keur, die geboekt ftaat, voor eene Keur van den jaare 1399 (i). 't S. Pieters-Gafthuis beweerde, omtrent den jaare 14-69, en federt, een oud regt ge- had te hebben op de Dams - lluis, die, in 't jaar 1370, aan den Priefter, Reinier Simons- zoon , gefchonken was (&), en die de Stad, federt, naar zig genomen hadt, tegen be- taaling van eenen halven nobel 's jaars aan 't Gafthuis (/). De Deken en 't Kapittel der Lieve-Vrouwe Kerke op 't Hof in den Ilaa- ge gaven, in 't jaar 1492, aan 't S. Pieters- Gafthuis verlof, om de Kranken, die aldaar ftierven, te mogen begraaven. 't Blykt, wy- ders, uit oude aantekeningen in het tegen- woordige Gafthuis, dat het S. Pieters-Gaft- huis in de Nes in een Mannen- en Vrouwen- Gafthuis ondèrfcheiden was, en dat 'er, in beide, ook Proveniers ontvangen werden. Voorts, was 'er, tuiTchen 't Gafthuis en 't Cellebroeders - Kloofter, ook een Peflilentie- ■ huys gebouwd, agter welk Huis, in 't jaar 1563,
(») Kcurb. A. ƒ. 7.
(k) Zie III. Deel, I. Boe^y hl. 184, (l) Renteb. getek.. A. en Renteb, genaamd dat grote Re- gyftctj bernflemic in 't Caßhuis, |
||||
iö<5 AMSTERDAMS ÏILDehl.
1563 ,eene plaats tot een Kerkhof werdt ge-
fchikt, welk, op den zeven en twintigften May des gemelden jaars, door Nicolaus a nova terra of van Nieuw-Land, eerften Bis- fchop van Haarlem, gewyd werdt. De dood- kiften, die, hier, omtrent het jaar 1721, gevonden werden (m), zyn, vermoedelyk, op dit Kerkhof, geplaatft geweeft. De Vroedfchap hadt, in 't jaar 1558, zynde eenen zwaaren Peft-tyd, reeds beflooten, het S. Pieters-Gafthuis geheel tot een Peft- huis te gebruiken («). Doch dit befluit is, vermoedelyk, niet uitgevoerd. De veree- niging van het oude of S. Elizabets- en het S. Pieters-Gafthuis fchynt, in 't jaar 1493 , reeds gefchied te zyn, alzo, by eenen Sche- penen-Brief van den zevenden December des gemelden jaars, eenige goederen opge- draagen worden aan de Huiszittenmeefteren aan de nieuwe zyde, mids zy daaruit eene jaarlykfche uitkeering aan de armen deeden; doch, zo zy hierin nalaatig bleeven, ver- beurden zy, tot een eeuwige peene, de fomme van vyftich gouden heruorßen rynsguldens , daer of hebben Jat die van bint e peters en fint e Elyfabeths gafihuys fes ende twyntich gouden gulden, onfe Lieuen Vrouwen Gafihuys veer- tien gouden gulden en de Memorie-meeflers van ons Vrouwe parochie, allen binnen defer Stede, totten ghemenen priefteren behouff,tien gouden gulden (o ). De twee Gafthuizen bleeven vereenigd ; doch de naam van S. Pieters- Gajl-
(m) "Zie I. Deel, I. Bot^ bl. 71.
(h) Refol. Vreedfch. N. 1. 19 Jnny I$;g,
(») Vit het Gafthuis, LmAi LXXII.
|
||||
"■««"*%>■■ ■WMHBWP.»!*' """^.■">'■-'■??■ •"'»htp'■''""<*"■" ■■ i|«!MII-, iiiffl-^B— "WIII"**1H
|
|||||||
IV*B0EK. GoDSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 20/
Gaflhuis is, federt, genoegzaam alleen, in Gast-
gebruik gebleeven. huis«» Het Lieve Frouwen-Gafihuis,op den Nieu-pEST"
wendyk, wordt, zo ver my gebleeken is,Ilms* niet vroeger gemeld, dan in eene Keure,^ww*» die , vermoedelyk , tot het begin van de GaftTuZ vyftiende eeuwe, gebragt moet worden, en aldus luidt: Item foo wes huyfinghe ende erve die Canoniffen, die Bagynen, die heylighe Ste- de , die Gaflbuyfen, als van den heyligen Geefi ende van Sint e Peter, offonfer brouwen Ca- felle, hebhen willen, dat/uilen sy hebben tot des gerechts fegghen, indien dat dat gherechte dunct, dat zy dien behoeven ende nootdrufticb zyn (p). In een oud Renteboekje, berus- tende in het Leproozenhuis, wordt het Vrou- wen-Gafihuis, op het jaar 1421, uitdrukke- lyk genoemd. Ook vind ik het vermeld, in Schepenen - Brieven van de jaaren 1432 en 1450. Wy gedraagen ons, wyders, aan 't gene wy, in het eerfie Deel (q), wegens het Vrouwen - Gaflhuis, hebben aangete- kend. De verandering der Regeeringe des jaarsDever.
157B, gaf gelegenheid, tot het famenvoegen eef"gde
en verplaatfen der twee gemelde Gaflhui- p"de S'
zen, het S. Pieters-Gafthuis, welk,te voo-en LteVe
ren al, met het oude Gaflhuis, vereenigd Vrou-
was, en het Lieve-Vrouwen-Gaflhuis. De wen"
Gaflhuismeeflers van de twee Gafthuizen SfwS"
flooten toen een verdrag met de oude en den in dé
nieuwe Nonnen, die, in alles,omtrent vyf- Kloofters
tig fterk waren, en haare Kloofters en der-der oude
, en meu-
zel- (p) Keurb. A. ƒ. 9.
(f) I. Btt{, il. s: |
|||||||
"
|
||||||||||||||||||
AMSTERDAMS III.Deel,
|
||||||||||||||||||
208
|
||||||||||||||||||
Gast-
huis en Pest- huis. |
zelver inkomften, aan de Gafthuismeefters
afftonden, mids genietende den Huisraad, Huisveftinge en jaarlykfch onderhoud, 't |
|||||||||||||||||
Verdrag werdt, den elfden en dertienden
nVenover-0^°ker des gemelden jaars, door de Non- gebragt. nen, getekend. De kwytfchelding gefchied- de voor Schepenen, op den vyf en twintig - flen der zelfde maand, en Willem, Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, gaf, op den negen en twintigften en dertigften December des zelfden jaars, aan de gantfche handeling, zyne toeftemming (r). De beide Kloofters hadden, omtrent twee maanden te vooren , de ftaaten hunner inkomften en lallen aan Burgemeefteren overgeleverd; doch hielden 'er dubbelden vart, die nog, in 't Gafthuis, voorhanden zyn. Onder dat der oude Nonnen , ftaat deeze merkwaardige aantekening: Deeze inventarius der goederen met die namen derfufleren hebben wy op 't Stad- huys gebrocht an die borgh ermee fiers, daer toe gedwongen we/ende, den 4 Augufto 1578. On- dertulTchen, is my, uit het oorfprongkelyk Ontfanck- ende bctalingboek der Gajlhuysvade- ren, van 't jaar 1579 tot het jaar i582,geblee- ken, dat, aan de Nonnen, volgens de over- eenkomft, van twee en veertig tot honderd en twintig guldens jaarlyks, tot onderhoud, is toegedeeld. |
||||||||||||||||||
Oude ge-
legen- heid dee- |
Wy hebben van de Kloofters der oude en
nieuwe Nonnen, reeds by eene andere ge- |
|||||||||||||||||
zerKloCos-legenneid W' korteIyk > gewaagd. Hier voe-
teren, j gen- (r) Vit de oorfprongkelyke Bcfcheiden, berußende in 't
Gaflhuis. Zie ook DOMSELAER, IV. Boek, bl. ik. COM- MELIN , bl, 54J. (5) Zie I. Deel, 1, Bae{, bl. 73 , 76.
|
||||||||||||||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 209
genwe 'er alleenlyk by, dat het Kloofter der Gast-
oude Nonnen, welk, eerft in 't jaar i%$9,Hvisen door Zihorch Dyrc Coeps dochter , Wilborch^^T' Meynaert Cupers dochter, Lohbe Grobben en Gheertruut Splinters dochter (f), even buiten de Stad, geftigt was, en daarom, in eenen Brief van den negentienden September des jaars 1399, befchreeven wordt, als gelegen binnen der vrihedevan dmflelredamme, ten tyde der overdragt, ftondt, tuflchen de Stads graft, nu denKloveniers-Burgwal, ten ooflen, enden Oude-zyds-Agterburgwal, en de floot nevens het tegenwoordig Oude^-zyds-Heeren-Loge- ment, ten wellen. De Kerk van dit Kloofter ftondt, daar nu de gang van 't Gafthuis is, en, zuidwaards van de Kerke, lag de Boomgaard der oude Nonnen, die, in brieven van den jaare 1395, der Zufieren houe genoemd wordt. De floot, van welke wy fpreeken, fcheidde het Kloofter der oude Nonnen van het Kloos- ter der nieuwe Nonnen, welk, weftwaards, door den Amftel, nu hier de Oude Turfmarkt geheeten, bepaald was, en noordwaards, door de plaats, daar de Stads Timmertuin plagt te zyn, en voorts, door den Grim- burgwal, bellooten werdt. Zuidwaards, werde het, door het geftigt, welk men nu het Gafl- huis-hof noemt, en welk toen een voornaam gedeelte van het Kloofter uitmaakte, gefchei- den van eenige Burgerwooningen, die hier gebouwd waren. Vermoedelyk, is de Kerk of Kapel van dit Kloofter, aan welke, reeds in
(f) Schepenen-Brief van I *Af>ril 1389. in wiG*ßhuis»
VIII. Stuk. O
|
||||
aio AMSTERDAMS IILDeei,.
Gast- in 't jaar 1421, aflaat verleend was («), in
nvisen den grooten brand des jaars 1452, vernield Pest- geworden. Immers, men heeft nog eenen Latynfchen Brief van den twintigflen Maart des jaars 1455, waarin Rudolf van Diephout, Biflchop van Utrecht, den Nonnen van het Kloofter die Lely verlof geeft, om, in de plaats van haare verbrande Kerk, eene ande- re te fligten (ü). Zy wor- Terftond na dat de overeenkomft, tuflchen den, tot de Gafthuismeefteren der twee Gafthuizen, een Man- en ^ Kloofters der oude en nieuwe Nonnen Vroïi* getroffen was, werden de zieke mannen, uit wen- het S. Pieters-Gaflhuis, overgebragt in het Gaahuis, Kloofter der nieuwe Nonnen, welker Kerk gemaakt"tot een kieken" vertrek gefchikt, en met * bedfteden en andere noodwendigheden voor- zien werdt. 't Liep aan, tot in 't jaar 1582, eer de kranke vrouwen, uit het Lieve-Vrou- wen-Gafthuis, op denNieuwendyk, geplaatfl werden, in het Kloofter der oude Nonnen, wordende de Kerk van hetzelve ook tot een Aanleg Zieken - vertrek bekwaam gemaakt. De vaneen Vroedfchap befloot, in 't jaar 1586, een ?e°ndGa(t- Gafthuis voor kranke Soldaaten te ftigten, huis. ten wellen van de Kerke der oude Nonnen (10): en dit werk werdt, in 't volgende jaar, voltrokken: 't welk wy hier te liever mel- den , om dat fommigen O) het fligten van dit
(u) Vit den Oorfprongkelyken Aflaatsbrief, berufttnde ï>%
't Gaflhuis. (v) Uit den Oorfprongkel. Brief in 't Gaflhuis, en uit
een boek aldaar, genaamd Dubbelde der Brieven van de nieuwe Nonnen of Si- Dionyfius Convent p. 4. (») Refol. Vroedfch. ü. $. 1$ Oftob, 8 Mov. 158«.
{x) F. VON 2F.SEN bl. 316.
|
||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GesTIGTEN. 211
dit Soldaaten-huis, ten onregte, aan den Graa- Gast-
ve van Leicefter toegefchreeven hebben, huis e« Het werdt, nogtans, het Engelfcbe Huis ge-PEST" naamd (y), waarfchynlyk, om dat 'er, in 't eerft, veele Engelfche foldaaten, die toen in 's Lands dienft waren, in geplaatft wer- den. De Gafthuismeefters van het Lieve-Vrou« Huizen
wen-Gafthuis, ten dien tyde, beflooten heb- ™n't. bende, de Lieve-Vrouwen Kapel, die tegen * d™ over het Gafthuis flondt, tot Burgerwoonin- Klove- gen te vertimmeren; werdt, by de Vroed- niers- fchap, vaftgefteld, de Vrouwenfteeg, die^ur^al zeer eng was, en op welks hoek, de gemel- Turf- de Kapel flondt, te doen verwyden (z); ge- markt, lyk, federt , gefchiedde. In 't jaar 1645, werdt, ter gelegenheid van den brand der Nieuwe Kerke, het Mannen-Gafthuis, tot eene Kerk, bekwaam gemaakt, en het Sol- daaten - huis, tot een Mannen - Gafthuis, ge- fchikt. In 't Vrou wen-Gafthuis, plagt, des Zondags nademiddags, ook gepredikt te wor- den; doch zulks is, in 't jaar 1655, afge- fchaft. In de jaaren 1603 en 1611, deeden de Regenten van 't Gafthuis, op den grond van 't Godshuis, langs de oude veft, nu den Kloveniers-burgwal, elf deftige huizen zet- ten , die zig, van den ingang naar 't Oude- Mannen- en Vrouwen-huis, ftrekken, tot aan de nieuwe Doelenflraat. Zy worden, in 't gemeen, de Nommerhuizen genaamd, om dat zy, boven de deuren,van nommer 1. tot 11.. |
|||||||
ge-
|
|||||||
(y) Zie de Kaart van Balth. Floriszoon.
(ä) Refül. Vieedfch. N. j- 20 Manrt 1587, O 2
|
|||||||
i" ^^mr^mff
|
||||||
212 AMSTERDAMS 'm. Deel;
Gast- getekend waren. Doch twee deezer huizen
huis en JVJ°. i. en 2. zyn, reeds voor eenige jaaren, Pest- yerkogt. Elf diergelyke huizen werden, in 't jaar 1642, ook langs de oude Turfmarkt, door de Regenten van 't Gafthuis , van Gaßbuis* nieuws , opgetimmerd. Het Gaflhuis - hof Hof. werdt, ten zelfden tyde, herbouwd , met zes en twintig wooningen , rondsom eene langwerpige plaats, die, in 't midden, door- fneeden wordt van een' toegang naar de Gafl- huis-Kerke. Ter wederzyde van deezen toe- gang, legt een Bleekveld. De huuren van alle deeze wooningen maaken een aanmer« kelyk gedeelte der inkomften van het Gaft- huis uit. Burgemeefteren en Raaden der Stad hebben, aan de Regenten van het Gafl- huis, op derzelver verzoek , meermaalen, verlof verleend, om eenigen hunner huizen en landeryen, zo tot afloflinge van gemaak- te fchulden, als tot andere nuttige einden, te gelde te maaken (0). In't jaar 1754 ,zyn ook, omtrent den ingang van 't Gafthuis, verfchei- den' veranderingen gemaakt. Eenige huizen, ter zyde tegen den ingang naar den Baijerd en net Soldaaten-huis ftaande, zyn, toen en fe- dert, afgebroken, en met de plaats het Plein, blyäe hoek genaamd, vergroot; waar nu de de ingang van de btads Apotheek is, die toen, van agter de Stads Paardenftal, derwaards werdt overgebragt. De gemeene muur, tus- fchen het Gafthuis en Oude-Mannen-Huis, ter gelegenheid der herbouwinge van het laatft-
(*) Refol. Vroedfch. U. S. 6 Jan, I0gj. ƒ. 4, L*. AA.
IJ Dei, IJ9Q. f. 8j.
|
||||||
*
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 213
laatftgemelde, te zwak bevonden wordende, Gast*
werdt, met bewilliging van Burgemeefleren, «UIS m .den agt en twintigflen May des jaars 1755 ?ES^~ gedagtekend, geheel aan de Regenten van l het Gafthuis overgelaaten, mids die van het Oude-Mannen-Huis de venftergaten in dien muur, ten hunnen kofte, deeden digt met- felen (b). Wy komen nu tot eene byzondere befchry- Ingang
vinge van het tegenwoordige Gasthuis, £a,jk ** welk nog, veeltyds, S. Pieters-Gafibuis(1) genaamd wordt. Het heeft zynen ingang op den Oude - zyds - Agterburgwal, aan de ooftzyde, digt naar't zuidereinde, door eene aanzienlyke Poort, die, in 't jaar 1736, ver- nieuwd , en, van boven, met twee groote beelden, een' kranken man en vrouw Ver- tOO- ft) Groot-Memor. N. XI. f. 20-. (1) Sommigen hebben aangetekend, dat bet beeld,
welk men, nu nog, op een der Stads pakhuizen, langs den Grimburgwal, weftwaards van het Oude-zyds- Heeren - Logement, geplaatft ziet, een S. Pieters beeld plagt te zyn; doch dat men , om eenigen te gemoet te komen, die zig ftieten aan den eerbied, dien de Turffchippers, in het doorvaaren der GrimneiTefluis, naar of van de oude Turfmarkt, aan den Heilig be- weezen, het beeld zyne fleutels afgenomen, en eene Lauwerkrans opgezet heeft; in welken ftaat, het, nog tegenwoordig , gezien wordt. Zie Aantek. op Von- dels Hekeldigten bl. 56. in Oêtavo. Doch als men aanmerkt, dat het S, Pieters Gafthuis, eerft na de verandering des jaars 1578, herwaards overgebragt is, zal 't, veelligt, niet zeer waarfchynlyk voorko- men, dat men, toen of laater, zou goedgevonden hebben, hier, een S. Pieters beeld te plaatfen; fchoon, op het zegel van het Gafthuis, welk, nog tegenwoor- dig, in gebruik is, een S. Pieter met de fleutels is afgebeeld. O 3
|
||||
214 AMSTERDAMS HI.Dee£.
Gast- toonende, en, door Jan van Logt eren, uit-
nvisen gehouwen, verfierd is. Men komt, door jjjj^" deeze poort, in eenen langen, breeden, open gang: in welken, ter linkerzyde, de Bur- gerwooningen, die, zuidwaards, in de Poort van 't Oude-Mannen- en Vrouwen-huis, welk naad het Gafthuis Haat, door de Regenten van 't Gafthuis, gebouwd zyn, licht fchep- fioijerd, pen. Ter regterzyde, ziet men, meer bin- nenwaards dan voor de vertimmering des jaars 1754, den ingang van den Baijerd,zo genaamd, naar 't fchynt, om dat 'er allerlei behoeftigen, zonder onderfcheid, in ontvan- gen , en drie nagten geherbergd worden. Men hadt zulk een Baijerd reeds in't Lieve- vrouwen-Gafthuis gehad , gelyk my , uit zekere Quitantie der Regenten van het zelve van den een en twintigften Oftober des jaars 1573, en zelfs uit de oude Renteboeken, ge- bleeken is. Pontanus(c) getuigt ook, dat aan 't S. Pieters-Gafthuis in de Nes, in 't jaar 1504, een Baijerd, gefügt is: 't welk fommigen (d), ten onregte, van den Baijerd in het tegenwoordige Gafthuis verftaan heb- ben. In zeker oud Renteboekje van Sinte Tiet er s Capelle endegaftbufe, nog tegenwoor- dig, in't Gafthuis, voorhanden, vind ik dee- ze woorden: Item wy hebben ontfangen van mee/ter pieter franfen een bedde in die beyert, den armen op te herbergen: en in een ander, wordt gefproken van een huis in gansoort, nu de Nes, naefi ovfe beyert. Waaruit klaar- lyk
(e) Lihr. II. Cap. V. p. gi,
(rf) F. VON ZESEN, bi, 32J. |
||||
IWBoEK. Godsh. en Godsd.Gestigten. 215
lyk blykt, dat, ook in 't S„ Pieters-Gafthuis Gast-
in de Nes, een Baijerd plagt te zyn. Bo- huis« ven den tegenwoordigen ingang van den™sJ" Baijerd , leeft men, 't gene , voormaals, voor den ouden ingang, plagt te ftaan: Drie nachten langer niet herberg ik die 't
behoeft ,
En houd de vierde uyt de fcoißers en 't ge- boeft.
Voorts, komt men, langs eene kleine open
plaats, in een vierkant vertrek, met eene haardftede of ftookplaats in 't midden, die , rondsom, met banken omzet is. Mans- en Vrouwsperfoonen, voor af, tegen den avond, by den Vader van den Baijerd, onderzogt, en aangenomen zynde, worden, op deeze banken, geplaatft; en getoefd, met de fpy- ze, die de zieken hebben overgelaaten, en daarna, boven dit vertrek, te bedde gebragt, in krebben , geplaatft in vier byzondere flaapvertrekken, twee voor mans-, en twee voor vrouwsperfoonen. Des morgens, wor- denze, wederom uitgelaaten; doch zonder ontbyt, 't welk al, federt veele jaaren, ag- tergebleeven is. En op deeze wyze, drie nagten agtereen, geherbergd geweeft zyn- de, worden zy, volgens de orde van 'thuis, in zes weeken tyds, niet wederom in den Baijerd ingenomen: hoewel hierin, fomtyds, om redenen , eenige oogluiking gebruikt wordt. Die in den Baijerd vernagten wil- len , moeten zig, des zomers, voor zes uu- ren , en des winters, voor zonnen-ondergang, O 4 voor
|
||||
2i<5 AMSTERDAMS EL Deel.
Gast- voor de deur van den zelven, vervoegen,
ums en Die eenige befmettelyke kwaal hebben, wor- Fes*' den niet in den Baijerd ontvangen. Als de gaden te bedde waren, plagten hunne klee- deren, door de bedienden van den Baijerd, in manden vergaderd; voor de deuren der geflooten flaapkamers geplaatft, en des mor- gens wederom uitgeleverd te worden. Doch dit is nu buiten gebruik. De gaden worden niet uitgelaaten, voor dat men, in de flaap- vertrekken, onderzoek gedaan heeft, of 'er ook iet uit den Baijerd gemift worde (e). By hun vertrek, krygen zy, veeltyds, eene ver- maaning , om zig van Bedelaarye te ont- houden. By den Baijerd, ftaat een wafch- huis, een vatenhok en een rookhok. Mannen- ^ven voorky ^en ouden ingang van den Gafthuis" Baijerd; doch eer men aan den tegenwoor- of Sol- digen ingang komt, ftaat het Soldaat en- nu daaten- j^ Mannen-Gaflhuis, welk, by de vertim- mering van den jaare 1754, zeer veel ver- beterd is. Het is een lang vertrek, ter we- derzyde bezet met negen en veertig Bedfte- den, twee van welken gefchikt zyn voor zulken, die raazende koortfen hebben, of niet wel by 't hoofd bewaard zyn. 't Ver- trek komt uit in eene lange gaandery, al* waar de Binnenvader en Binnenmoeder van 't Mannen-Gafthuis hunne wooning hebben. Ook zyn hier een wafchhuis, en andere ge- makken. Ten einde van den gang, in welken w™u" de ingang naar den Baijerd en't Mannen-Gaft- Gaühuif. huis is, komt men, door een groote deur«, die nogtans maar zeldzaam geopend wordt, en door
(*) Kandv. hl, 272.
|
|||||||
1
|
|||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 2 17
door eene poort aan de zuidzyde, boven wel- Gast-
ke, de fleutel, het teken van S. Pieter, ftaat, misen langs eene open plaats, daar de Poortier zyne p"~~ wooning heeft, in 't Frowwcn-Gaflbuis, welk, in een midden-gebouw, zig (trekkende noord- en zuidwaards, en twee vleugels, die ooft- waards loopen , verdeeld is. In een der vleugels, worden zulke vrouwsperfoonen ge- legd , die hier in 't kraambedde gevallen zyn, of, buitens huis, verloft zynde, herwaards gebragt worden. Ten einde van deezen vleu- gel , in 't ooften, is een vertrek , daar de vrouwsperfoonen verloft worden. Wyders, zyn 'er, aan 't Vrouwen-Gafthuis, twee ver- trekken gevoegd,waar de lyders van den fteen gefneeden, en geplaatft worden. Nog heeft men hier een wafchhuis, een turf hok, en andere vertrekken, tot nuttig gebruik. Langs de wanden van 't Mannen- en Vrouwen- Gafthuis , voor de lichten boven de Bedfte- den, loopen breede gaanderyen, die tot ver- fcheidenerlei gebruik dienen, en waarop, des noods, ook krebben zouden können ge- field worden. Het Vrouwen-Gafthuis heeft in 't geheel zeven en tagtig Bedfteden, die rein en net onderhouden worden, en nog eene Bedftede, voor zulken, die niet wel by 't hoofd bewaard zyn. Eene Binnenmoe- der is 'er over 't Vrouwenhuis, die ver- fcheiden' dienftmaagden heeft. Zy heeft eene afgezonderde verblyfplaats, ten einde van een der vleugels van 't gebouw. Uit het zelve, komt men, in de reeds gemelde lan- ge , overdekte gaandery, ruftende op ronde fteenen pilaaren, en loopende langs de floot, O 5 die,
|
||||
2i8 AMSTERDAMS IILDeel.
Gast- die > eertyds, de twee Nonnen-Kloofters plagt
huis en te fcheiden. In deeze gaandery, worden de Pest- tyders, die uitwendige ongemakken hebben, Verba d °*" gekwetft zYn » onderzogt. Langs eene huis/" brug, die over de floot legt, treedt men in 't Verbandhuis, 't welk, eertyds, tot een Peft- huis diende, en waar nu allerlei uitwendige ongemakken, die voorwerpen der Heelkonfl zyn, befmettelyken uitgenomen , genezen worden. Het is in een beneden- en boven- vertrek onderfcheiden. Het eerfte. voor mannen gefchikt, heeft negen en twintig Bedfteden: het tweede dient voor vrouwen. In het zelve, flaan , doorgaands, omtrent twintig open krebben. Agter 't Mannen- vertrek, is een kleiner , daar zulken , die zwaare ongemakken hebben , gelegd wor- den. Men heeft ook, by 't Verbandhuis, een wafchhuis en bleekveld. Ook is, van buiten , tegen het zelve, een ftookhuis voor den Apotheker getimmerd. Hieromtrent is ook een vertrek, daar fomtyds Ontledingen gefchieden. Het opzigt over 't Verbandhuis is aan een' Binnenvader en Binnenmoeder toevertrouwd, die eenige bedienden onder zig hebben. De knegts van 't Verbandhuis haaien de onbekende drenkelingen en be- hoeftige dooden , met de Gafthuiswagen, naar 't Verbandhuis; waar menze, eenigen tyd, in een vertrek, het Doodenhuis genaamd, nederlegt; waarna zy gekift, en, met de fchuit, naar 't Kerkhof van 't Pefthuis, ge- bragt en begraaven worden. Weflwaards van 't Verbandhuis, ontmoet men eene Tim- merloots, en ooftwaards, de Bakkery en de Brou-
|
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 2I()
Brouwery. In 't Gafthuis,, wordt tweederlei Gast-
brood gebakken, tarwenbrood, en brood, HUIS en voor een derde, uit rogge, en voor twee ™\ derde , uit tarwe beflaande. Doch men brouwt 'er driederlei bier, zwaar, middel- baar en dun. Het laatfte wordt veel, ten dienfle van zieke ingezetenen, die 't willen laaten haaien, uitgedeeld. Men betaalt 'er of niets voor, of eene gift, naar zyn wel- gevallen, in de Boften van 't Gafthuis. Aan de zuidzyde van het open plein, naaft Regen-
de groote Poort, zyn vier deuren of poorten. ten*Ka* De weflelykfte is, langs eene gaandery en mer' open' plaats, de naafte toegang naar de Kamer der Regenten, die niet groot is. Men ziet 'er nog een oud Altaarftuk, welk, in eene der Nonnen-Kapellen,fchynt gebruikt geweeft te zyn, benevens een oud Regenten -gezelfchap. Agter deeze Kamer , is een wel gefchikt Spreekvertrek, alwaar ook de oude brieven en Papieren van 't Gafthuis, in kaften, be- waard worden. De Wapenborden der Re- genten hangen in een fteenen Zomerhuis, welk uitziet, op een' grooten boomgaard, die eenen uitgang heeft op 't Gafthuishof. Inliegen- den noord weftelyken hoek van deezenboom-tefle»- gaard, is de Kamer der Regent ejfen, een wei-Kamer* nig uitwaards, getimmerd. Wyders, is hier omtrent een Spreekvertrek en groote koo- ken. Wy fpreeken niet van de kelders en andere gemakken , die het Gafthuis zo be- kwaam maaken, tot het einde, waartoe het geftigt is, als eenig diergelyk hier te Lande. De ooftelykfte poort of deur, op 't voor-
plein van 't gebouw, is de toegang naar de
|
|||||
N
|
|||||
-^r-^-"--.......
|
|||||||||||||
220 AMSTERDAMS III.Df.il.
|
|||||||||||||
Gast-
huis en Pest- huis.- |
de Stads Apotheek, die, in 't jaar 1754, van
nieuws getimmerd is, en uit welke het Gaft- huis, welk, voormaals, zyne byzondereA- |
||||||||||||
potheek plagt te hebben, nu ook van ge-
neesmiddelen voorzien wordt. By dezelve, is ook een ftookvertrek gevoegd. Wyders, zyn, by de Apotheek, twee ruime vertrek- ken , een, ten dienfte der Stads Docloren, die aldaar de behoeftige kranken onderzoe- ken , en een, ten dienfte der Stads Chirur- gyns. By deeze vertrekken, is eene over- dekte gaandery , daar de lyders, die, van Stads wege geholpen worden, vertoeven. Van de Stads Apotheek zullen wy,hierna, nog eenigszins byzonderer, handelen. Befchry- Onder de beftiering der Regenten van ving van het Gafthuis, Haat ook het
het Pest- |
|||||||||||||
HUIS.
|
|||||||||||||
PESTHUIS,
welk wy nu, kortelyk, befchry ven moeten.
De menigvuldige en aanhoudende Peftziek- ten hier ter Stede, byzonderlyk in de vyf- tiende eeuwe, heeft het opregten van Peft- huizen , al vroeg, noodzaakelyk gemaakt. Ook hebben wy reeds gemeld, dat het S. Pieters Gafthuis, in de Nes, en het Lieve- vrouwen - Gafthuis, op den Nieuwendyk , beide van Pefiilentie - huyfen voorzien waren (ƒ). 't Was dan niet vreemd, dat men, by deeze Gafthuizen, na dat dezelven, in de Kloofters der oude en nieuwe Nonnen, wa- ren o vergebragt, ook een Pefthuis voegde. Wy
(f) ZU I. Dtely I. Bocl^i bt. po, en hier voor, bl, 205,
|
|||||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GesTIGTEN. 221
Wy hebben reeds aangemerkt (g), dat hetGAST-
tegenwoordig Verbandhuis , eertyds , een huis en Pefthuis geweefl is. Het was, door de meer- Pest* gemelde floot, van de andere Gafthuizen af- UI * gefcheiden. Doch men bevondt, door den tyd, dat de befmetting, desonaangezien, tot de naafte wooningen, voortfloeg: waarom, omtrent het jaar 1616, raadzaam geoordeeld werdt, een nieuw Pefthuis te ftigten buiten de Heilige-wegs-Poort, ten zuiden van den Heiligen Weg, in 't open veld. Dit Huis was, omtrent den jaare 1660 , byzonder- lyk kenbaar, om dat 'er een os boven de poort afgebeeld was (h). Doch 't was, reeds lang te vooren, te klein bevonden. Ook lag het te digt aan den weg: waarom het verlaa- ten, verkogt, en met verfcheiden' woonin- gen , betimmerd werdt. 't Gebouw heet egter nog het Oude Peflhuis, en beftaat uit tien wooningen, vier aan den Heiligen- of O- vertoomfchen-weg, twee aan elke zyde van eene Poort, en zes in de Poort. Zo dra men beflooten hadt, het oude Pefthuis te verlaa- ten, was men bedagt, op het ftigten van een ander. Het Gafthuis bezat een ftuk Lands, omtrent half weg den Overtoom, de Blaauwe Zok genaamd, en vyf of zes kam- pen benoorden den Heiligen weg, in de Stads Polder, gelegen. Hier vondt men geraaden, een nieuw Pefthuis aan te leggen. De Stad verftrekte 'er vier en twintig duizend gul- dens toe (f). Op den twintigften July des jaars
(g) Hier voor, hl. zit.
\h) Dapper bl. 411.
(»') fcefol. Vrocdfch. N. 1«, 20 Jnny l6io,f, xyj.
|
||||
222 AMSTERDAMS IILDeel,
Gast- jaars 1630, werdt de eerfle fteen aan 't ge-
Huis m bouw gelegd, door den Heer Comelis Has- |
|||||||||||
HUIS.
|
f^aer' In vyf jaaren tyds, werdt het vol-
|
||||||||||
tooid. Het koftte , behalve den grond,
eenhonderd zeven en veertig duizend negen guldens en vyftien ftuivers. Doch 's nagts na den veertienden April des jaars 1732 (2), is het gantfche gebouw, by ongeluk, van binnen , genoegzaam geheel, afgebrand : maar kort daarna, wederom, byna in dezelf- de gedaante, herbouwd. Men heeft, van den Heiligen- of Over-
toomfchen weg , over eene houten brug, toegang naar het Pefthuis, door eene lan- ge laan, ter wederzyde met boomen bezet. Digt aan 't einde deezer laan, treedt men, over twee fteenen bruggen , van welken de tweede , met een groot yzeren hek , van de laan afgeflooten is, en over eene houten brug, in 't gebouw, welk rondsom in 't water legt, genoegzaam vierkant, en van gebakken fleen gebouwd is. De vier gevels van 't gebouw flaan langs eene rui- me , vierkante Binnenplaats, met boomen bezet , midden door welke, eene vaart loopt, die met de graft om het huis gemeen- fchap heeft, en over welke, eene houten en twee fteenen bruggen leggen. Van deeze Plaats, heeft men, door vier groote Poor- ten , toegang naar de vier vleugels van 't ge-
(2) Wy hebben, in de Hiflorie der Stad (II. Deel,
XXIII. Boek.bl. 293.), het verbranden vanhetPeft- huis, ten onregte , op den veertienden April des jaars 1731, gefield: welken misflag de Leezer, daar, ge- lieve te verbeteren. |
|||||||||||
,
|
|||||||||||
IV.BoEK. Godsh. en Godsd.Gestigten. 223
gebouw, welker muuren wel drie en een gast<
halve voet dik zyn. De voorgevel is, in 't huis en midden, met een uitftek of paviljoen, ge- Prst- bouwd: waarin, ter regterzyde of ooft waards,HUIS' de Regenten-Kamer, en ter linkerzyde of weftwaards, de wooning van den Binnenva- der van 't Huis geplaatft zyn. Voor den fchoorfteenmantel der Regentenkamer, ziet men de wapens der dienende Regenten, ten tyde der jongfte herbouwinge, Mr. Gerard Aarnout Hajfelaer ^Bartholomeus van den Sant' heuvel, Samuel Elias Coymans^ Rombout Le- peltak j Andries Munter en Bartholomeus Muyl- man. Voortgaande, treedt men, door eene binnen - poort, in een vertrek , welk den gantfchen voorgevel van 't gebouw beflaat. Het is in tweeën verdeeld, door twee hou- ten befchotten, en heeft eenen ruimen door- gang naar de Binnenplaats, in 't midden. Ook heeft het gemeenfchap, met een diergelyk vertrek, langs den weftelyken zydgevel. Bei- de deeze vertrekken zyn gefchikt voor kran- ke , onnozele en ongeregelde vrouwsperfoo- nen. Het tweede isgemeenlyk vol,en vond ik 'er ,op het einde van May desjaars 1765, omtrent tagtig krebben bezet. In het eerfte, zyn eenige bedfteden, waarin zulken, die moedwillig zyn, of beginnen te raazen, voor eenen tyd, opgeflooten worden. By dit ver- trek , zyn, ten wedereinde, eene bergplaats voor Kookengereedfchap, Bottelery, Schaf« huis, Kooken en andere gemakken geplaatft. Ook een bekwaam vertrek voor de Kooken- moeder. Langs den agtergevel van 't ge- bouw, is een vertrek, voordiergelykeman- |
|||||||
nen
|
|||||||
*
|
|||||||
224 AMSTERDAMS IILDeeê.
Gast- nen gefchikt, als in de twee voorgemelden,
huis en vrouwen geplaatfl zyn. Ik vond 'er , ten Pest- voorgemelden tyde , drie en zeitig open krebben, die , grootendeels, bezet waren. Ook zyn 'er twee bedfleden, ter opfluitinge van kwaadwilligen of raazenden. De Zie- kenvader der mannen heeft eene Kamer by dit vertrek. In 't Poortaal voor het zelve, is de ingang naar de Apotheek, daar egter thans weinig voorraad van geneesmiddelen bewaard wordt, alzo dezelven, vart tyd tot tyd, zo wel als het Bier en het Brood, uit het Gafthuis , herwaards gebragt worden. Agter of nevens de Apotheek, is een wafch- huis. In den vierden of ooflelyken vleugel van 't gebouw, plagten, voormaals, net op- gemaakte bedden te leggen, die zeldzaam gebruikt werden; waarom dit vertrek het Pronkhuis genaamd werdt. Doch men heeft 'er, na de jongde herbouwing van 't Huis, dertig hokken voor dolle menfchen getim- merd, die, veeltyds, van zulke elendigen vol zyn. In ieder derzelven, is eene kreb en een heimelyk gemak. Men heeft 'er, be- halve deeze hokken, nog twee bedfleden, waarin men de lyders opfluit. Van binnen, langs de wanden der vertrekken, van welken wy gefproken hebben, loopen, even als in 't Gafthuis, gaandcryen boven de krebben en hokken, voor de lichten van elk ver- trek, alwaar de gewafTchen kleederen en 't lynwaat gedroogd , en alwaar ook, des noods, krebben zouden können gefield wor- den. Óp eenigen affland van 't gebouw ten wellen,flaan twee fleenen huisjes, het eene wat
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten, 225
wat grooter dan het andere, en beide voor- Gast-
zien van een kagchel en van krebben. In huis en deeze huisjes, worden zulke mans en vrou-pEST* wen geplaatfl, die befmettelyke kwaaien hebben. Nog verder af, zyn twee begraaf- plaatfen of Kerkhoven, alwaar de lyken van zulken, die, hier of in 't Gafthuis, fterven, of daar, of hier dood gebragt zyn, begraa- ven worden. Op het eene, worden de kis- ten vyf, en op het andere, zeven hoog bo- ven eikanderen geplaatfl:. Als het eene vol is, begraaft men op het andere. Het eerde kan, in gewoone fterftyden, ruim twaalf, het andere vyf en twintig jaaren gebruikt worden , eer het behoeft te worden leclig gemaakt. Het Pefthuis en het naafte omgele- gen land zyn nog binnen de Vryheid der Stad; doch de twee Kerkhoven, de twee gemelde huisjes, en zelfs het buitenfte pad langs de floot ten weften, leggen onder't gebied van Nieuwer-Amftel. De beftiering van het Gafthuis en hetRECEN-
Pefthuis ftaat thans aan zes R e g e n t e n en F11* en zes Regentessen of Buitenmoe-TEFS^JJ* DERS, die, voor hun leeven, of, ten op-van het zigte der eerden, ook tot hooger bevorde-Gafthuis deringe toe, door Burgemeefteren, gekoo-5" .Peft" ren worden, uit de defdgfte ingezetenen. Onder de Regenten, is, eertyds, en nu we- derom, federt het jaar 1743 (t), een ge weeft van den Roomfch - Katholyken Godsdienft. Doordien het S. Pieters Gafthuis, van ouds, een van de vyf grootfte ingelanden was in Nieu-
(t) Refol. van den Oud Kaad van Burg. } i 7*n, 174.3./. 113.
VIII. Stuk. P
|
||||||
:«82ó* < AMSTERDAMS IILDeei.
Gast- : Nienwer - Amftel of Amfterveen (u)t zo is
hüisä« een der tegenwoordige Regenten altoos Pest- Heemraad, en op zyne beurt ook Dykgraaf van dit Heemräadfchap. Burgemeefteren van -Amfterdam, als Ambagtsheeren van Nieu- wer i Amftel, verkiezen een' xler Regenten tot deeze waardigheden, 't Gafthuis is ook Hoofd-Ingelande van Weesperkarfpel , en gevolgelyk, een der Regenten kiesbaar tot Schepen. En, federt het jaar 1717, bezit het Gafthuis de Ambagtsheerlykheid van Mortehoef, en twee Hukken Lands, in 't Stigü van Utrecht, die, aan de Regenten, in Oc- tober des gemelden jaars, verkogt en opge* draagen zyn, door Jongkvrouwe Catha4 rina Heerman van Zuid'wyk, die den koopprys aan het Gafthuis gefchonken heeft. Pe Regenten hebben , federt den agt en twintigften January des jaars 1656* het voorregt gehad, om, in alle openbaare Kerken deezer Stad, plaats te mogen nee- men in het Kerkmeefters-geftoelte (y), wel- ke plaats hun oók, als Kerkmeefters der Gaft* huis-Kerke, toekwam. Zy vergaderen, eens • ter weeke, des Woendags na den middag. De RegenteiTen komen, gewoonlyk, des Vry- dags, byeen. De Regenten van het Gaft- huis, en van alle de andere Stads Gods- en Werkhuizen zyn, tegenwoordig, in gevol- ge van een befluit der regeerende en Oud- Burgemeefteren van den jaare 1764, ver- pligt, by hunne aanftellinge, met eede, te belooven, dat zy zig, in de beftieringe der by-
(u) Zie II. Deel, V. £«^, bl. 480,
(v) Gioot-Memor. N. IV. ƒ. II verf».
|
||||
«IV.BOEK. Godseen Godsd. Gestigten. 227
byzondere Gefligten, eerlyk en getrouwe- Gast- lyk;, kwyten zullen (w). S^L*71 |
||||||||||||
De Regenten van het Gafthuis hebben ee-
|
||||||||||||
Pest-
HUIS.
|
||||||||||||
.
|
||||||||||||
hen Boekhouder in hunnen dienft, die van de {jüèj-
inkomften en uitgaaven van het Huis aante- houder, kening houdt, en de rekening, welke, jaarr Dofto- lyks, 'aan Burgemeefteren gedaan wordt-, op-^: maakt.Voorts, zyn 'er twee Doctoren en twefe gyns. "Chirürgyns van hèt Gafthuis, en een Do61or "ën een Chirurgyn van het Pefthuis, die al- len , door de Regenten, gefield worden. V'ah 'de Binnen-vaders en Bmnen-mpeders en an- dere Bedienden, in béide dë tïuizen^ heb- ben Wy reeds melding gemaakt. Het Gafthuis bezat, van öuds, veele län* Bezittin-
deryen buiten, en ook een goed getal Van gen en huizen in de Stad: onderde laatften, van VoorreS* welken wy 'ër reeds eeni^en hebben opge- het G^ fioemd, waren 'er ook een aanmerkèlyk getal huis. over de Prinfengraft, in de nieuwe uitleg- ging , en byzonderlyk, in de eerfte Wete- ringsd warsftraat, die de Regenten, in 't jaar 1670, hadden laaten bouwen,tot voortzet- ting der Weeverye, Wolkammerye en 't gene daartoe behoort, welke handwerken men, ten dien tyde,flerk aanmoedigde(x). De huuren deezer huizen en landeryen, zo Verre het Gafthuis dezelveri nog bezit, maa- ken een groot gedeelte van deszelfs inkom- flen uit. Doch de laatftgemelde huizen in de nieuwe uitlegging zyn, federt eenige jaa- ren,
(tv) Refo!. van den Oud-Raad van BUrgemeeft. ta xf
J.muary \-]f,\. bl. X?7- (x) Zie Refol. Vroedfch. Lt "Ói 14 Jift'ü 1670. 20 Febri
l6jl. ƒ. 41 vtrft, 99 verfo. P 2 '■
|
||||||||||||
AMSTERDAMS III. Deel.
|
|||||||||
228
|
|||||||||
ren, allen verkogt. Het Gafthuis bezit ook,
nevens het Oude - zyds - Huiszittenhuis, de groote en de kleine Kraan (y), die, laatftelyk, in 't begin deezes jaars 1765, voor driedui- zend guldens in 't jaar, verhuurd zyn. Voorts, geniet het Gafthuis de aalmoeffen, die, in de Vroeg-Predikatie, en in de Namiddags- predikatie , in de Gafthuis-Kerke, door den Poortier, en door een'der twee Binnen vade- ren, welken, om de maand, beurt houden, ver? zameld worden, 't Gpne, in de Voormiddags- Predikatie, ontvangen wordt, is voor de Dia- conie. De Turf, die, tegen 's Lands Pla- kaaten, in de Buitenvelder- en Middelpol- der, gebaggerd, en uit dien hoofde, ver- beurd verklaard wordt, komt ook ten voor- deele van het Gafthuis. Plet geniet een en een halve groot in de twaalf, op ieder pond vlaams rantfoén van de veroverde en ver- beurd verklaarde goederen door de Admira- liteit hier ter Stede; die ook haare zieke en gekwetfte Bootsgezellen en Soldaaten, tegen redelyke voldoeninge, in het Gafthuis, zendt. Voor dekrankeof gewonde Soldaaten, die te Lande gediend hebben, en in 't Gafthuis ge - bragt worden, is aan het zelve, van wege 't gemeene Land, zes ftuivers 's daags voor ieder toegezeid. Doch onaangezien deeze in- komften, zyn de laften van het Gafthuis zo zwaar, dat het, van tyd tot tyd, uit Stads kas- fe, onderfteund moet worden. De meefte an- dere Godshuizen en Kerken genieten, bo- ven hunne gewoonlyke inkomften,die op ver- re na niet können toereiken, ook onderftand uk
O) git UI. Dul, I. £>e{, W. 224.
|
|||||||||
Gast-
huis tn Pest- huis. |
|||||||||
IV.Boek. Gons«, en GoDsb. Gestigten. 229
jLiit Stads kalTe: en beloopt de onderftand aan Gast-
allen, tegenwoordig, door een, meer dan huis en eenhonderden vyftigduizend guldens in't jaar.pEST* Wyders, heeft het Gafthuis, in 't jaar 1626,HU1S' .het voorregt verkreegen, om zyne fchulde- naars, ter eerfter aanleg, voor 't Hof van Holland, te mogen dagvaarden. Wy fpree- ken niet van de vryheid van Verpondingen, en van 's Lands- en' Stads -Impoften en Ex- cynzen , die het Gafthuis , met verre de meefte Godshuizen, hier ter Stede, gemeen heeft. Men mag 't ook, onder de voor- regten van het Gafthuis, rekenen, dat Bur- gemeefteren, reeds op den negen en twin- tigften Juny des jaars 1668, verklaard heb- ben , dat men niemant weigeren zou, in het |
|||||||||
zelve te ontvangen, uit hoofde van eenige
verfchillende Godsdienftige belydenis (2). Ook heeft men eene diergelyke verklaaring van den vyf en twintigften January des jaar* 1686, dat net Gafthuis geen Proveniers-huis is, maar een enkel Gafthuis, waar armen en lydenden, om niet, hulp en onderhoud vin- den können (a). Men heeft, hierom , ook opgemerkt, dat 'er zeer veel meer vreemde- lingen dan ingezetenen in ontvangen wor- den. Immers, in 't jaar 1623, vondtmen» onder de zevenhonderd* zieken in 't Gaft- huis , maar éénen Poorter (b), I Iet mag, derhalve, met regt, den naam van Gafi-oï Freemdelings-huis (3) draagen. Men rekent, dat
(«.) Groot-Memot. N. V. ƒ. 119 vtrft.
(a) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 13g. Handv. bl. 17z.
(b) DOMSELAER IV. Boel^, bl. 1:7. COMMELIN bl. 541.
(3) In onze oudfte Keuren, komt het woord gajl
meermaalen voor, in de betekenis van Frcemdeling. P 3 /tem,
|
|||||||||
23QV AMSTERDAMS ! Iïï.DEEr..
Gast- dat 'er, van de tweeduizend zieken, die »
iiuisen by gewoone tyden, in 't Gafthuis komen,
Ï£ST" omtrent vier honderd fterven , en zeftien
honderd genezen worden. I <w
-Op den eerflen Juny deezesjaars 1765,
vond ik, in 't Vrouwen - Gafthuis, honderd
-vier en dertig: in 't Mannen Gafthuis of Sol-
.daatenhuis, zes en veertig zieken: in 't Ver-
bandhuis, twee en veertig mannen, en een
en vyftig vrouwen: en in 't Pefthuis, vier
en zeventig mannen, en honderd- vyf en
■twintig vrouwen. In de week te vooren,
waren 'er, in beides de Huizen, ingekomen
■drie en dertig, uitgegaan vier en veertig,
en geftorven veertien perfoonen.
fernen Wy hebben,in de Befchryvinge der Gafl>
^crSud" huis-Kerke (c), de naamen der Regenten
genten.' van '* Gafthuis, die te gelyk Kerkmeefte-
ren dier Kerke zyn, gepJaatft, van 't jaar
1578 af, tot op't jaar ijói: waarby wy hier
alleenlyk voegen Jean Philip Gilles, die, in't
jaar 1764, Regent geworden is. Zie hier nu de
naamen der Regenten van het S. Pieters-
Gafthuis:alleen, die, van 't jaar 1511, tot
•hét jaar i577ingeflooten, gediend hebben:
1511. Tan Cïaaszi van Hoppe.
1511. Jan Claasi Sillemoer. |
|||||||
1512. Willem Splinter.
31 :j:
|
|||||||
ff). ITT. Deel, ïï. !£*)£, bl. q%6.
Uem, leeft men daar, enen zeewerdigen man, is by
poirter ofte gaste. wmjLjL f. 2. Zie ook f, 123 verfo. 'Hindu hl •7D/<i ' ' ' " " '
iïar^v. bi. ,00.
|
|||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 231
1513. Pieter Thomasz. Gast-
1513.' Hob Jacobsz. wnsm 1514. Pieter Symonsz. Pest"
|
|||||||||||||||||
HUIS. I
|
|||||||||||||||||
1515. Koert .jorisz.
1520. Frans Claasz. Heinen. 1522. Claas in de Kat.
1523. Volleert Jansz. Snyder.
1525. Jan Dircksz. Syl. 1525. Cornelis Brunt. 1525. Gaas Claasz. Kloeck.
1526. Cornelis Sybrantsz. Buyk,
1529. Pieter Jansz. Ackerman. 1529. Claas Vermoy. \ 1531. Jan Pietersz. Schaap. 1536. Gerrit Huift.
1537. Ysbrant Pieter Copszoen.
1540. Cornelis Gerbrandsz. |
|||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||
1543. Vechter Claasz.
1545. Gerrit Wilkensz,
1546. Jan Oom Jansz.
1547. Corneiisz Anthonisz. Schilder,-
1547. Jan van Hoppen.
1548. Jooft Sybrandfe Buyk.
1548. Pieter Foppenfe. 1548. Simon Kops Claasfoen. , ,
1549. Gerrit Claasz. Thenes.
1549. Claas Claasz. Stapper. 1551. Laurens Symensz. |
|||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||
1553. Elbert Marcus.
1553. Claas Jacobsz. van Leyden.
1556. Jan Claasz, Kat.
1558. Jan Janfen.
1561. Pieter Pietersz. Occo,
1563. Claas Hoyert Claasz,
1563. Bouwe Jacobsz.
•3süT * 4 J564.
|
|||||||||||||||||
23a AMSTERDAMS IILDeel.
Mannin I5<*4- Jan Vechterfe.
Tuot- 15Ö4. Marten Jacobsz. op't Rockin.
huis of 1564. Cornelis Willemsz. van Rieck.
|
||||||||||||
Rasp
BUIS.
|
||||||||||||
1565. Cornelis Jansz. int RoodeKruys.
|
||||||||||||
1566. Jan Vechters.
1567. Dirck Meynertfe Pater.
1567. Cornelis Gysbertsz.
1568. Hendrik Cornelisz.
1569. Cornelis Jacobsz. Brouwer.
1569. Dirck Jansz. Deyman.
1570. Gerbrant Claasz. Benning.
157 r. Thomas Symonsz. 1572. Jacob Cornelisz. Brouwerszoen. 1574.. Frans Dircksz. Otter. 1575. Cornelis Franszoon. 1575. Mr. Albert Pietersz. Canter.
1576. Sybrant Jooflen Buyk.
1577. Jacob Meinertsz. Brouwer.
II.
|
||||||||||||
MANNEN-TUG THUIS,
°f
RASPHUIS. Getal der T^\e TuGTHUiZEN deezer Stad zyn
Tugthui- \j drie in getal, het Mannen-Tugthuis of
Amfter- Rasphuis, het"Vrouwen-Tugtbuis of Spinhuis,
dam. en het nieuwe Werkhuis; en de Regenten
der zei ven hebben rang na die van het Gaft-
huis. Het Vcrbeterhuis, fchoon onder een
ander en minder bellier gefield, is ook eene
foort van een Tugthuis, en kan, derhalve,
nergens bekwaamlyker, dan agter de drie
gemelde Gefügten, geplaatfl worden. Wy
laaten, hierom, de befchry ving van alle deeze
Tugt-
|
||||||||||||
.
|
|||||
IV.Boek. Godsh. enGodsd. Gestigten. 233
Tugthuizen, op die van het Gallhuis, volgen. Manniw
Het Mannen-Tugthüis , veeltyds, Tugt-
blootelyk, het ïugthuis, en, in 't ge-"UIS °f meen, het Rasphuis genaamd, flaat op^f' den Heiligen-weg, aan de zuidzyde, tegen Befc'hr„ over de Voetboogsftraat, ter plaatfe, daar, ving van weleer, het Clariifen-Klooftej plagt te zyn, het Man- van welks Stigtinge in den aanvang der zes- ??,EN* tiende eeuwe, wy, reeds by eene andere ge- huiToV legenheid (d), gefproken hebben. Dit Kloos- Rasp- ter was, nog geene tagtig jaaren, volbouwdHUIS- geweeft, toen de Vroedfchap deezer StadA.»nlci- betloot, een gedeelte van het zelve te fchik-d,\ns tot ken tot een Tugthuis voor mansperfoonen. ting vanf" Gelegenheid hiertoe gaf niet, gelyk fommi- zelve. gen (<?) gemeend hebben, het Plakaat der Staaten van Holland van den zeftiendén De- cember des jaars 1595, tegen dievery ten platten lande en in de Steden,die,ten dien tyde, meer dan voorheen, door landloopers en bedelaars, gepleegd werdt (f): het belluit der Vroedfchap, tot de opregtinge van een Tugthuis, was genomen, meer dan zes jaa- Ten voor dat dit Plakaat in de weereld kwam (g). De Oud-Burgemeefter OornelisPie- terszoon Hooft heeft 'er, niet lang na de opregting van het zelve,eene andere reden van gegeven, te weeten, de zwaarig- heid, die 't Geregt, al terftond na de ver- andering der Regeeringe, in 't jaar 1578, maakte, om dieven ter dood te verwyzen (b\ En
(d) Zie I. Deel, I. Boe^, hl. io<ï.
(e) PONTTANUS Libr II. Cap. IX. f. j»|.
! (f) Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. «si.
(tl Refol. Vroedfch. N. 6. 19 July ijjp. ƒ. m wr.
(b) Zit II, Dttl, XI. Bt*Ka hl. ll$, 7 P5
|
|||||
\
|
|||||
234. AMSTERDAMS III.Deei,;
Mannen En dit komt genoegzaam overeen, met de
TuoT- aangehaalde Refolutie der Vrmdfchäp, waar- Rasp-0^ *n' mtdrukkelyk, gelezen wordt „ dat Sche- Hws. ?»' P£nen zwarigheid maakten, om fommige j, kwaaddoénders, overmids hunne jongk- „ heid, Gapitaal te ftraffen; en 'dat zulks „ gelegenheid#gaf, tot het befluit, om een „ huis, tot caflyement Van dézelven, te ftig- „ ten, en daartoe te neemen het Clariffen- ,, Kloofter/' Ook leedt het niet lang, of men vondt geraaden, de ClarifTen, die, te* gen de Keure, aan haar Kloofter getimmerd, en de Paufelyke Religie, in het zelve, geoe- fend hadden, daar uit te zetten, mids haar verzorgende van onderhoud (j). 't Liep eg^ ter nog eenigen tyd aan, eer het Tugthuis tot fland gebragt was. In April des jaars 1595, was het volbouwd (k). En op den derden February des volgenden jaars, kwa- men de eerfte twaalf gevangenen in het Tugthuis (/). In't zelfde jaar 1596, zorgde men reeds, om het Huis, met nieuwe in- komften, te voorzien, aan het zelve, voor twee of drie jaaren, by provifie, toefläände de heffing van het Éxuegeld, en de boeten, die de zes en dertig Raaden, voor het Iaat komen in, en het wegblyven uit den Raadj plagten te verbeuren (m). Doch het Huis heeft deeze inkomften, naar 't fchyrit * niet lang genoöten. De toevloed van kleine jon- gens niet flègts, maar-ook vän-fterke mans- , • .' per-
(») Refol. Vroedfch. N. 6. z6 ötlob, i^gj.
(k_) PONTANÜS Uhr. II. Cap. IX. p. 9i-
,(l) Repift. der. inkom. Tintelingen N. \.f. 2 enx^ (h)Reibt.1 Vióedlch. w. « 1 N«v. ijs><\/.m. 11
|
|||||
IV.BOEK.' GODS**. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 235
perfoonen, by^ welken, ibmtyds', meïTenen Mannen
ander geweer gevonden waren, gaf gele- Tugt- genheid, dat; Btirgemeefteren van 's Lands ™* °f StaatenO&rqi verzogten, waarby de Regen- HÜ*J , ten en andere Opzieners < van het Xugthuis oftrojen vrygefproken mogten worden van alk naar- aan het maaning, za'zyvby ongeluk, ëenïgen Tug-^tó|#& teling, in 't verweeren van hun lyffderwy- ze,- kwetfen- mogtén, dat 'er de dood op volgde: welk Oétroi hurr, pp den veertien- den Maart des jaars 1597,. verleend wèrdt (n). Op den zeven en twintigften Maart des vol- genden jaars, werden de Regenten, door Schout, Burgemeefteren en Schepenen, be- voegd verklaard,, om de Tugtelingen te flui- den en te ontiluiten; derzelver arbeid te ver^ zwaaren, of te verlichten; hen te ftraffen, met den kerker, met onthoudinge van fpy- ze en drank, met ftokilagen, en zelfs met. roeden-, reepen-, of touw-flagen: waartoe zy, des noods, ook twee dienaars van den Schout zouden mogen gebruiken, zigegter, inzaaken, die geefleling of zwaarder ftraf zou- den mogen fchynen te vorderen, vervoegende aan myne Heeren van den Geregte (0). De arbeid, die toen, in het Xugthuis, gedaan wérdt, was het trypwerken; waartoe, by Burgemeefleren , tot Meefher aangenomen was zekere Jan Pavent, op den zeven en twintigften January des zelfden jaars 1598 (/>). By het trypwerken, werdt, eerlang, gevoegd htit weeven van Wollen- en Satynen bom- ftl •' b£iB sib i ' ba- .-(>[) Handv. b!. 19%.
(o) Groot-Memor. N. tl. fi tsj. Handv. bi. z?i. v (p) Groot-Memor. N. II. ƒ. m. . , , |
|||||
ify-'T ' ■ -'-------------------------------------■---------------------------------'......---------------------------— —.....-......."" "......:-—~ —-------------------------------■---------------—'-------------------—"->—-"■
f
|
|||||
236* AMSTERDAMS IILDeel.
Mannen bazynen. En de weevery in het Tugthuis
Tust- fchynt, tot omtrent het jaar 1670, geduurd kuis of te nebben, waarna dezelve te niet geloopen 3^*" is. Immers, ik heb, in de Regiflersvanbet Tugthuis, niet können vinden, dat men, na 't jaar 1667, eenen Meefler - weever heeft "Het is al- aangefteld. Doch niet lang na 't aanneemen leen be- van den eerften Meefter-weever, ondernam voegd tot men ^ te gelyk, een veel zwaarder werk, te pen van weeten, het raspen van rood Brazilien- en an - Vera- der hard hout, waarvan het raspfel tot verwe hout. gebruikt wordt. Men kwam, in 't begin des jaars 1599, overeen, met zul ken, die dee- zen arbeid, in de Stad en derzelver Vryheid, plagten te doen, om dien, voortaan, alleen over te laaten voor het Tugthuis, welk, op den zeven en twintigften January des gemel- den jaars, tot het raspen van Verwhout, binnen de Stad en derzelver Vryheid, alleen bevoegd verklaard werdt (q). Het opregten van eenen Raspmolen op den Zaandyk, te- gen over 't Kalf, gaf, federt, aanleiding, dat Burgemeefteren Oótroi verzogten van 's Lands Staaten, om, in hun Tugthuis, met ukfluiting van alle anderen in Holland en Weilfriesland, Verwhout te mogen raspen. En zy verwierven 't, op den elfden May des jaars 1602, met deeze uitzondering alleenlyk, dat, zo eenige andere Stad in Holland goed- vinden mögt, een Tugthuis op te regten; daar, indien men 't geraaden vondt, zo veel Verwhout zou mogen geraspt worden, als binnen die Stad verhandeld werdt (r). In lM-
(q) Keurb. H. ƒ. H<5.
\r) Haadv. hl. **4. |
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 237
laater' tyd, is aan de ingezetenen van Am- Manniw
fterdam verbooden, eeriig Verwhout, elders Tugt- dan in het Tugthuis, te laaten raspen, of "UIS °f breeken. Ook mag het Verwhout, welkH^* elders geraspt is, hier ter Stede, niet ver-> kogt worden (j). De Regenten, federt het jaar 1613 , of eerder , gekapte fpaanders, buiten 't Huis, hebbende laaten maaien (t), hebben, eindelyk, volgens een befluit van Burgemeefteren en Raaden van den jaare 1656 (ï>), zei ven eenen Molen opgeregt, aan de Kofbverlooren Vaart of nieuwe We- tering , niet verre van den Overtoom, al- waar het Verwhout, welk niet bekwaamlyk geraspt kan worden, of welk men verkieft te breeken en te maaien,tegenwoordig,met twee paar fteenen, in de plaats van een paar, gebroken en gemaalen wordt. Meer danovereen- ééne overeenkomfl: is'er, tuflchen de Re-k°mften, genten en de Verwkoopers, met toeftem- deswese minge van Burgemeefteren, gemaakt, op hetge maaien en raspen van het Verwhout; op het loon daartoe gefield, en op de afrekening met de Boekhouders van het Tugthuis. De laatfte is van den vierden July desjaars 1763 (ar). De Verwkoopers moeten, volgens deeze overeenkomil, jaarlyks, ten minfte, de helft van de heele houten, die zy inzenden, aan gebroken hout, te rug trekken, zo zy niet van de vryheid, om zo veel heel hout in te zenden, als zy goedvinden, verfleken wil- |
|||||||||
■
|
|||||||||
(s) Handv. bl. 39j.
(t) Kladboek van 't Zasgfel, N. z. *an 't tin4e. $ (■v) Refol. Vroedfch. Lt. A. zs N«. i6$6. f. lil *«»■ƒ•• (x) Groot-Meuaoi, N. Xil. f. %y verft. |
|||||||||
— ■ -'•—---------■------'------------'-----------------1------1—r ^ "'■""-—----------^-r-.-^y-^—1-7-—-■-"——-fr^—. — - - —------- ; aiWiip(Bi,,n t i i ■( ,ii____jj«sui,ij!JH
|
|||||
i3S AMSTERDAMS III.Deei.
Mannen lenzyn: Doch zy mogen niet meer dan de
Tuut- helft aah geraspt höut trekken, zonder ver- huis o/ lof der'Regenten. 't Gemaalen'hout wordt, huiÏ ter begeerte van den Verwkoóper, niet aluiri of kalkwatér, gekleurd; doch zo zy 'er ee- nige andere kleur aan willen gegeven heb- ben , moetenze 'er; zelven de ftoffen toe be- zorgen. Een Verwkoóper mag, jaarlyks, op den eerften May, niet meer dan twintig duizend pond, gefchild of ongefchild Cam- pechie-hout, Sapan-hout j S. Maartens- of Stokvifch - hout, Fernambuk - hout en geel hout, vier duizend pond van elke foorte; en maar1 drie duizend pön'd Vifet - hout, of wat meerder of minder van élke foorte } doch, in alles, niet boven de drie en twin- tig duizend pond, en daaronder niet meer dan drie duizend pond Vifet - hout, in het Tugthuis hebben. Van alle hout, zonder . önderfcheid , wordt dertig ftuivers , voor rasploon; en van het Vifet - hout, vier eri twintig, en van alle ander hout, twintig ftuivers , voor maalloon j van de honderd pond betaald. De baaien, Waarin, 't gebro- ken , gemaalen en geraspt hóüt gedaan wordt, zyn ook op een' prys gefield, en die gebro- ken gaaf hout inhouden , met Stads Wapen; die hout met de baft inhouden, met Stads wapen eri de letters TH., en die rothout inhouden , met de letters THR., zonder Stads wapen , gemerkt. De Bedienden van' het Tugthuis mogen, op geenerlei wyze, hout in het zelve zenden; veel min , als makelaar, ftaan over inkoop of verkoop van Verw-
|
|||||
IV.BöeC Godsêl en Godsd. Gestigten. $%$
Verwhout. Wy behoeven niet aan te mer- Mannen
ken, dat de naam van Rasphuis hetTugt-Tuqt- huis van 't raspen van 't Verwhout bygeblee* j^s °f ven is. hu's. uh n Men'komt, in het zelve, door twee gfoo- Poorten
te en aanzienlyke Poorten. Boven de eer-ofin§^n* (Ie, die aan den Heiligen-weg ftaat, en toe- |*j? Maa^ garig verleent tot eene ruime Voorplaats, is, nen- onder de lyft dêr Frontefpies, de Tugtmees- Tugt- ter, zittende op eenen wagen, met Verw-huiSt hout beïaaden, en getrokken van Leeuwen, Tygers en andere wilde dieren, die hy met een' geeffel voortzweept, konftiglyk, in hard* fteen, uitgehouwen. Hierboven leeft; men: . ' ! . .
VlRTUTIS EST DOMARE QÜAE CUNCTI PAVENT.
f i o r! • *n
-
dat is:
't Is der. dapperheid eigen, te temmen, 't gent
elk vreefi. b
Dé Frontefpies is verfierd met het beeld der
Tugtiging, in de* gedaante eener Vrouwe, hebbende een geboeid mannen ■- beeld, aan eike zyde: Onder deeze afbeelding, ftaat C A s T i G A TI o, dat is, Tugtiging. De twee- de Poort is, van boven, gedekt met de meer dän leevensgröotte beelden van twee half f naakte tugtelingen, bezig met het raspen
van Verwhout, den dagelykfchen arbeid in dit Huis. Onder de lyft ftaat een Weef- getouw , ter gedagtenifle der Weeverye, die hier, in vroeger' tyd, geoefend werdt. Door
|
||||
24o AMSTERDAMS IILDeel.
Mannen Door deeze Poort, treedt men in een Poor-
Tugt- taai 9 alwaar de ingangen zyn naar de Kamer Rasp- ^er Re§enten; naar de wooning van den HL,IS. Binnenvader en naar eene kleine beneden- Vertrek- zaa'B alwaar twee fchilderftukken hangen, ken. 'twee Collegien van oude Regenten verbeel- dende. Ook ziet men hier twee kleine fruit- flukjes, door .Ernfl Stewoen of Stuven, ter- wyl hy, op 't einde der voorgaande, of in 't begin van deeze eeuwe, in 't Tugthuis zat, gefchilderd. Wy hebben, elders (y), van deezen Schilder, en van de gelegen- heid , by welke, hy in het Tugthuis raak- te, iet, uit anderen, aangetekend. Doch, federt, hebben wy, in de Re gißers der in- komende Tugtelingen, die, door de Regenten in der tyd , gehouden zyn , gelezen, dat Steuven, voor zes jaarén in het Tugthuis gezet zynde, op den tienden July des jaars 1698 , ingekomen, en, afflag gekreegen heb- bende , op den dertigften April des jaars 1701, wederom ontflaagen was: en dat hy, twaalf dagen daarna, voor de tweede reize, in het zelfde Tug' huis gezet, en, op den derden February des jaars 1702, andermaal, op vrye voeten gefield is: 't welk wy hier wel heb- ben willen melden, op dat men , daaruit, ons voorig verhaal nader zou können ophel- Regen- deren. De Regenten - Kamer, die op de Voor- ten-Ka- plaats uitziet, is niet groot. Men ziet 'er wer. eene Wapenkaart van eenige Regenten, en van de drie laatfte RegenteiTen. Ook hangt 'er een groot, fraai Regenten-ftuk, door 7an Mau~
h) II. Detl, XXII. Buk,, */. 215».
|
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 241
Maurits Quinkhard gefchilderd (z) , en een Manken
klein gecrayonneerd, waarin ook vier Regen- Tust» ten zyn afgebeeld. Naad dit vertrek, ui^f de gewezen Kamer derRegenteiTenjdienu,^^" door de Regenten, tot een Spreekvertrek, gebruikt wordt. Voorts, komt men, beneden, door twee plaats
zwaare deuren, tufTchen welken, een houten van 't o- hek flaat, op de Plaats van het openbaar Tugt- Penbj*ar huis, ten ooften; en ten zuiden, door twee huis. andere deuren, op de Plaats van het gehei- me Tugthuis, in 't gemeen, de Secrcete Plaats genaamd. De eerftgemelde is rondsom be- timmerd , ten deele, met kap- en rasphok- ken voor de Tugtelingen, ten deele, met vertrekken en kelders, tot verfcheidenerlei gebruik. De hokken, die agt in getal zyn, Hokken onder welken een dubbel hok is, aan de well- der Tug- zyde, zyn, van vooren, met dubbele deu-telin§en,t ren en zwaare yzeren traliën, geflooten. In de binnendeur van ieder hok, is eene ope- ning , met een klap voor dezelve, waardoor den Tugtelingen de fpyze en drank toege- reikt wordt. In deeze hokken, wordt het Arbeid Verwhout aan kleine fpaanders gekapt, of, in de met eene zwaare zaag, beflaande uit zes ofzelven» agt, in zulker voege, nevens eikanderen,, ge- plaatfle bladen, dat de tanden van een vol- gend blad, komen voor de hoeken, die twee tanden van een voorgaande blad maaken, fyn geraspt wordt. De Tugtmeefter geeft, op weekelykfchen lad der Regenten , aan ieder paar Tugtelingen zyn werk. Volgens liet
(z.) Van Gool Schouwb. II. £««/, U. 131. .,
VIII. Stuk. Q
|
||||||
«42 AMSTERDAMS III. Deel.
Mannen het Reglement, door Regenten, op den arbeid
Tügt- gemaakt, moet een paar van de fterkfle ka- Huis of rejs ^ Weekelyks, tot drie honderd pond ge« umi' rasPc nout leveren- Gekapt hout levert elke
Tugteling twee honderd,en zelfs drie honderd pond 's daags. Van de zwakken, wordt minder gevorderd. Doch alzo men bevondt, dat de Tugtelingen de fpaanders en het zaagfel, met water, zand of vuilnis, mengden, om zo veel te fpoediger hun gewigt te können inbrengen; hebben de Regenten den Tugtmeefter, federt meer dan twintig jaaren, toegelaaten, meer werks te vorderen. Maar als de Tugtelingen al te flegt werk leveren, wordt het wel eens verbeurd verklaard, of niet gerekend, terwyl zy, evenwel, gehouden blyven, het gevor- derde gewigt, met het einde der weeke, Straf der op te brengen. Zo zy niet werken willen, onwiiii- 0f zjg aan eenig ander misdryf fchuldigmaa- gen* ken, worden zy, in de gevangenkelder, daar zy, op fteenen flaapfleden, zonder flroo of dekfel, leggen moeten, te water en te brood gezet; of hun wordt een zwaareyzerenket- ting om 't eene been geklonken, die zy, nagt en dag, aanhebben, en daar zy zelfs, door- gaands , vier of zes weeken lang, mede ar- beiden moeten; of, zy worden, met een bullepees, of met een dik touw, aan een ftok vaft gemaakt, afgèklopt; of men doet hun de dubbelde kraag aan, zynde twee houten werktuigen, die, met het breedfte einde op eikanderen gelegd, omtrent de gedaante van een juk hebben. Zy hebben elk een groot, en een kleiner gat; zyn, in de lengte, door- gefiieeden-, en worden den Tugteling, in zul-
|
||||
IV. Boek. GodsH. en Gomt). Gestigten. 243
zulker voege, aangedaan, dat de boogen der Manna». twee groote gaten om zyiien hals fluiten,1UÜT. en zyne armen, door de twee kleine gaten, jus?- tot boven zyn hoofd, om hoog fteeken. En huis. deeze geflalte valt hem zo pynelyk, dat hy 'er zeldzaam een etmaal in bly ven kan, zon- der beterfchap te belooven. Men vertelt den luiden ook, dat de Tugtelingen in eene waterkelder gezet worden, daar zy, nagt en dag, pompen moeten, zo zy niet verdrin- ken willen (a). Doch zulk eene waterkelder is 'er niet, en is 'er, naar alle waarfchynlyk- heid, nimmer geweefl. Zo dra de Tugte- lingen, des avonds, hun werk afhebben , worden de zaagen en 't ander gereedfchap uit de hokken gehaald , op dat zy 'er, 's nagts, geen misbruik van maaken zouden« Men doet hun, doorgaands, om de veertien dagen, wifTelen van hok, om, zo veel mo- gelyk zy, alle gevaarlyke onderneemingen te voorkomen, en inzonderheid, om het uit- breeken te beletten. In geval, eenigenfrag- ten uit te breeken, geevende Regenten'er kennis van aan 't Geregt; wanneer zy, of, met vermeerdering van den tyd hunner op- fluitmge, of met geefleling, of zelfs zwaar- der, geftraft worden. Zulken, die zig wel 7 kwyten , krygen , daarentegen , op voor- fpraak der Regenten, afïlag van den tyd hun- ner gevangeniflc. De gefchiktften, midsPlaats- geene Jooden zynde , worden, by dage .wpew. uit de hokken gelaaten, en bekomen, op en omtrent de Plaats, een ligter dienftwerk, welk
(a) Zit Wegwyzer door Amfterdam, II, ï6j.
|
|||||
,
|
|||||
-----.-
|
||||||||
244 AMSTERDAMS III.Deel.
Mannen welk hun, door de-Regenten, wordt opgelegd.
Tugt- j)us zvn 'er twee 0f drie Waagknegts, een of Ras*.' tweeSpaanderzoekers, die 't gezond en rot hout
«uis. van een fcheiden: twee Onderbaazen der Kap- hokken, twee Schaffers, die den gevangenen de fpys aanbrengen, op de binnenpoort paffen, en ook, by beurte, de nagtWagt houden. De Waagknegts en Schaffers moeten ook den Tugtmeefter, alle avonden, de hokken hel- pen bezoeken, en de zaagen en andere ge- vaarlyke gereedfchappen brengen naar de Waage, daar zy, des nagts, opgeflooten wor- den. Wyders, zyn 'er, onder de Plaatsloopers, ook een 'Ket e IJc huurder , een Schoenlapper, twee Plaatsveegersy en mogelyk nog anderen, naar dat de dienftvan'tHuis vordert, ende Snys en bekwaamheid derTugtelingen reikt. DeTug- drank der telingen krygen gewoortlyke fcheepskoft tot Tugtdin- fpyze; eens ter weeke, gezouten of gerookt gen. vleefch of fpek; eens flokvifch: en voorts, erweten, paardenboonen en gort, des mid- dags : en eens, 's avonds, karnemelk, met gort van haver en garft. Hun gewoonlyke drank is bier van een gulden de ton, waar van elk hunner, alle dagen, ruim twee min- gelen toegedeeld wordt. Doch op Kermis, Xlceding. krygen zy zwaar bier. De kleeding, die hun, door de Regenten, wordt gegeven, beftaat uit eenen graauwen, graven rok en broek, ys- landfche kouffen, fchoenen, en een hemd van half gebleekt vlaamfch Linnen. Doch zul- ken, die, van wege 't Geregt, in 't gehei- me Tugthuis , gezet zyn, krygen, behalve de gemelde kleeding, indien zy dezelve be- geeren, ook een borftrok. In
|
||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GöDSD. GESTOTEN. 245
In ieder hok van het openbaare Tugthuis, Mannen
zitten ten minften vier, en fomtydswelagtTUGT- of tien Tugtelingen. De Plaats is, op ee- f!1715 f nen bekwaamen affhand van de hokken, om huis. zet met een hoog houten ftaketfel; en op Andere dezelve, leggen, gemeenlyk, verfcheiden' Vertrek- partyen Verwhout, gereed om ter Waage ^"piaaS. gewoogen, en onder de Tugtelingen ver- deeld te worden. De Waage is, in 't zuidelyk Waage, gedeelte van 't gebouw, beneden. En boven dezelve, zyn de zolders, daar 't geraspt en ge- broken hout gebergd wordt. Voor de Waage, op de Plaats, (laat een geeffelpaal, voerende het beeld der Tugtiging op den top. Aan den voet van 't beeld, ftaat het woord Casti- gatio. Aan de ooftzyde, ontmoet men Kerk. een vertrek, naar welk men, langs ecnige trappen, opgaat. Men noemt het de Kerk, om dat 'er, des Zondags voor den middag; door eenen Krankbezoeker, gepredikt wordt, voor de Tugtelingen. Ook worden 'er, ten zelfden tyde, gecatechifeerd zulken, die zig daartoe hebben aangegeven. De dageb/kfche gebeden, die, ten diende van het Huis, ge- drukt zyn, worden,dooreenen dergefchikt- fte Tugtelingen, gelezen. Onder de Kerk, Gevan- is eene kelder, waar de Onderbaazen der Kap- SenkeI' hokken eeten; en eene kelder, die, onder an- deren , tot eene gevangenis dient, en waarin vier hokken zyn, elk voorzien van eene flee- nen legerftede, doch geen heimelyk gemak. Naaft den opgang naar de Kerk, is een rasp- hok. In't noorden, daar, beneden, hokken zyn, heeft men, boven, de vertrekken voor eenige Bedienden van het Huis. Voorts zyn Q.3 'er
|
||||
146* AMSTERDAMS III. Deel.
'er, beneden, rondsom de Plaats, behalven een
groot kaphok in 't weden, verfcheiden ver- trekken , tot byzonder gebruik gefchikt: als een, daar krankzinnigen,voor een' korten tyd, geplaatft worden; een, daar men zulken, die befmettelyke kwaaien hebben, geneeft; een, boven't rasphok in 't ooften,voor deSchaapen, gelyk menze noemt, dat zyn zulken, die, om 't plokgeld te trekken', op openbaare verkoo- pingen van vafte goederen,gebooden hebben, zonder, wanneerze aan 't geveilde blyven hangen, borg voor de betaaling te können Hellen. Voorts, is 'er een Nagt waakers-, een Schaffers-, en een Schoenlappers -vertrekje. En boven de wooning van den Binnenvader, heeft men zes hokken voor vrouwluiden , die, voormaals, by de herbouwinge van 't Spinhuis, gediend hebben, tot plaatflnge der Tiigtelingen, welken van daar hier werden o** vergebragt. Voorby deeze hokken, komt men aan de gewezen Weefzolder, waar nu, bin- nen een geflooten hek, de uitgediende boeken en papieren van het Huis bewaard worden. Tot hiertoe, fpraken wy alleenlyk van het groote of openbaare Tugthuis. Wy komen nu tot het geheime Tugthuis, of de Secreete Plaats , die, eenige jaaren na het groote , Tugthuis, betimmerd werdt. Burgemeefte- ren en Raaden hadden, reeds in 't jaar 1600, beflooten, een ander gedeelte van 't Claris* fen-Kloofler, tot een geheim Tugthuis, te verbouwen , alwaar kinderen van eerlyke en gegoedde ingezetenen , die tot een onge- regeld gedrag vervallen waren, met kennis van't'Geregt, en na dat men, alvoorens- over
|
|||||||||
Mannen
Tugt- huis of Rasp- huis. |
|||||||||
Geheim
Tugt- huis, de Sccreets Plaats genaamd |
|||||||||
t V-
|
|||||||||
IV. Boek. Godsii. en Godsö. Gestigten. 247
over hun onderhoud, met de Regenten, zou Mannin
overeengekomen zyn, zouden können ge-Tuo-r- plaatft worden (b). En dit befluit werdt, in "UI3 °f 't jaar 1603, voltrokken. Men plaatfte, fe-m^" dert, van tyd tot tyd, eenigen der voorge- * melde jonge luiden, in 't gemeen hier Wit~ tebroodskinderen genaamd, in het geheime Tugthuis (c). Naderhand , zyn 'er ook, dikwils, Perfoonen gezet, die zig aan oproe- righeid ; aan kwaadfpreeken van de Over- heid ; aan 't fchryven of ftrooijen van ver- booden Gefchriften, en aan andere misdaa- den hadden fchuldig gemaakt, welken men niet geraaden vondt, openlyk, aan den ly- ve, te ftraffen. Tot deeze laatften, heeft niemant toegang. De eerftgemelden eeten en verkeeren met eikanderen, en hebben, gemeenlyk, ook verlof, om op de geheime Plaats te mogen wandelen. Deeze Plaats is maar aan twee zyden betimmerd. De twee andere zyden zyn een muur van 't groote Tugthuis, en een muur van de Latynfche Schoole en van de wooning van den Reftor. Langs ééne der betimmerde zyden, zyn vyf tiokken of vertrekken beneden, en vyf an- deren , daar regt boven. In deeze tien ver- trekken , worden de meed fchuldigen, elk afzonderlyk, geplaatft. Aan de overzyde, treedt men, langs eenige trappen, opwaards, naar een ruim vierkant vertrek, met eene haardftede , daar luiden van eenig aanzien, of jongelingen van een ongeregeld gedrag ge-
(b) Refol. Vroedfch. N. I 17 Novcmb. 16Ó0. ƒ. 32.3.
(c) Vit Aautekeninge» »» 't Manncn-Tugthuia,
Q 4
|
|||||
.
|
|||||
1 ■
|
||||||||||||||||||||
■------------------------ I
|
||||||||||||||||||||
T" .'. ":'.<'B!»H"
|
||||||||||||||||||||
548 AMSTERDAMS III. Deel;
Mannen geplaatft worden. Doch boven dit vertrek
|
||||||||||||||||||||
Tuot-
HUÏS »ƒ
RaSI'- ÏJUIS. |
zyn nog twee anderen, die, van ouds, voor
deeze laatften, of, voor de zogenaamde Wit- tebroodskinderen , gefchikt geweeft zyn. Maar |
|||||||||||||||||||
federt de opregting van 't Verbeterhuis, wor-
den zy zeer zeldzaam hier gezet. Onder 't vierkant vertrek, waarvan wy fpreeken, zyn drie ge vangen-hokken, daar zulken, die van de geheime Plaats tragten uit te breeken, of zig aan eenig ander wanbedryf fchuldig maa- ken, voor eenen tyd, te water en te brood, ge- zet worden. De Tugtelingen, die in't geheime Tugthuis geplaatft worden, worden, gemeen- lyk, niet verpligt, eenigen arbeid te doen. In't groote beide en in 't geheime Tugthuis, zit- ten, gelyk men ligtelyk denken kan,den .eenen tyd, meer Tugtelingen , dan den anderen; 't welk verandering maakt, in de verdee- ling van't werk,en van de byzonderedien- den. In 't laatffc van May des jaars 1765 , waren 'er niet meer dan vyftig in alles, van welken 'er zeven in 't geheime Tugthuis za- ten , en twee , in de Stads boeijen, waakten. Het bewind over het Tugthuis ftaat aan vier Regenten, die, door Burgemeefte- ren, voor hun leeven, of tot hooger bevor- deringe, gekooren worden , en 's Woens- dags , na den middag, hunne gewoonlyke Vergadering houden. Voorheen , plag- ten 'er ook twee of drie RegentefTen te zyn, die, in 't jaar 1607, voor 't eerft, werden aangefleld. Doch toen, in 't jaar 1747, de bezorging der fpyze aan den Binnen - vader aanvertrouwd werdt, hebben de drie laat- ften haaren dienfl nedergelegd. En tothier- |
||||||||||||||||||||
Beftier
van 't Huis. Reoen ten. |
||||||||||||||||||||
toe
|
||||||||||||||||||||
>
|
||||||||||||||||||||
m ■>> »"^pü^——^^^ppg^^www11 ",'•'.....' inimumiiiiiiii« ''['„ii'ii.i.w. ,u#'„... .■:.^,««.'t... i< ■•. ■-------------------------
|
|||||||||
IV, Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 249
toe, heeft men noodeloos geoordeeld, van Mannen
nieuws, Regenteffen aan te {tellen. Wyders, Tugt- is 'er een Binnenvader of Cipier, die, door- ß"IS °/ gaands, getrouwd, en, volgens zyne Inftruc- HUiS# tie, welke, nog onlangs (4), is vernieuwd, Binnen* gehouden is „ den Schout, Burgemeefteren vader- „ en Schepenen, midsgaders, den Regen- „ ten van het Huis, te gehoorzaamen; zig, „ omtrent de fchaffing, te fchikken, naar het Reglement, desaangaande, door de Heeren Thefaurieren, den vyfentwintig- ften April des jaars 1747 , gemaakt, en |
|||||||||
3'
|
niet, dan des noods, en met kenniflè der
|
||||||||
'9i Regenten, buiten het Tugthuis, te ver-
„ nagten. Voorts, mag hy van de Tug- „ telingen geene giften ontvangen , zelfs „ niet, na dat zy ontflaagen zyn. Omtrent ,, de fluiting, moet hy zig gedraagen,naar „ de byzondere Inftructie der Regenten. En ,, zo een Tugteling, door zyne onagtzaam- „ heid of grooter fchuld, ontvlugt, wordt „ hy, met afzetting van zyne bediening, of „ met zwaarder ftraffe, geftraft (d)." De %- Binnenvader heeft eenen Tugtmeefier nevens **$**' zig, die zorg draagt, dat de Tugtelingen den vereifchten arbeid verrigten, en geflraft wor- den , zo zy, hierin, nalaatig zyn. Ook on- derwyft hy de gefchiktften, fomtyds, in lee- zen en fchry ven. Beide deeze Bedienden wor- den, doorBurgemeeileren, aangefteld. DeRe- Knegt. genten (lellen, wyders, eenen Knegt aan, ten hunnen dienfle, die ook het timmeren ver- ftaan
(d) Groot-Metnor. N. XII. ƒ. 78 verf*,
(4) Den elfden May 1762.
|
|||||||||
250 AMSTERDAMS IH.Deel.
Mannenftaan moet, 't welk, nu en dan, door Tug-
ïuoT- telingen, die 't geleerd hebben, ten dienfte huis of van 't j-juis en onder zyn toeziet, gedaan Rasp- j» q
HÜIS> wordt.
Boek- Doch, behalve deeze Bedienden van het
houders. Huis, hebben Burgemeefteren een' Boek- houder van den Molen aangefteld, die aan- tekening houdt van al 't Verwhout, welk, gekapt of gebroken , aan den Molen komt , en van daar , of aan de Koop- luiden afgeleverd, of naar het Tugthuis te rug gebragt wordt: en die vrye wooning heeft, in een Huis, in 't zogenaamde Kloos- ter, agter het Tugthuis. De Tugtmeefter, van ouds, ook Guardiaan der Tugtelingen ge- naamd , moet, daarenboven, aantekening houden van het hout, welk inkomt; naar den Molen gaat, van daar te rug komt, en, 't zy geraspt of gemaalen, uit het Huis, afge- leverd wordt. Hier van, en van den arbeid der Tugtelingen levert hy, weekelyks, een Lyft aan de Regenten. Ook haalt hy en de Boekhouder van den Molen , alle zes maanden , op Aiïïgnatien der Regenten, het Rasp- en Maalloon op, by de Verw- koopers. De Regenten hebben zelven, daarbenevens , nog eenen Boekhouder aan- gefteld, die Contraboek houdt van 't gene de twee anderen te verantwoorden heb- ben, en de rekening , die , jaarlyks , aan Burgemeefteren overgeleverd wordt, in 't net fielt. De Molenaar aan den Rasp» molen heeft drie knegts en een' fchuitknegt in zynen dienft. Zy worden allen vyf aan- gefteld , door de Regenten, die alle de Sup-
|
||||
------------------------------------------------------------------------------ III III 11 I ■ ■ I
|
|||||
INBOEK. GoDSH.EN GoDSD.GesTIGTEN. 25 f
Suppooften van Inftru&ien voorzien en be- Manne»
taaien. De Binnenvader alleen ontvangt zy- Tugt- ne wedde van de Stad. "UIS °f De Regenten mogen niemant, die tot het m,u
Tugthuis veroordeeld is, inneemen, dan met Orde op voorkennis en op bevel van 't Geregt. Ook het in- mogen zy zulke Tugtelingen niet ontflaan, neem.en dan op gelyk bevel, waarvan, by fchriftely- iaaten jer ke Acie, blyken moet. De anderen, die, zon- Tugte- der door de Regters daartoe veroordeeld te h'ngen, Zyn, in het Tugthuis, befteed worden, mo- gen niet worden ingenomen, dan by raade en met bewilliging van Burgemeefteren (e). De eerfte foort van Tugtelingen zit 'er, ge- meenlyk, een zeker getal van jaaren. In 't laatft van January, tegen dentyd vandege- woonlyke verandering der Regeeringe, ver- fchynen Schout en Schepenen, van eenen Secretaris verzeld, in het Tugthuis; doen de Tugtelingen , in de zogenaamde Kerke, voor zig komen , en verleenen hun, ge- meenlyk ook op voorfpraak der Regenten, afflag van de jaaren, die zy npg zouden heb* ben moeten zitten, indien zy zig wel gedraa- gen hebben; met naame, in het ontdekken der misdaaden van andere gevangenen, en in het bewaaken van zulken, die op den hals zitten. Doch, fomtyds, worden zy, voor- al , wanneer de Regenten over hen klaagen, met opflag van de jaaren hunner tugtiginge, geftraft, inzonderheid, wanneer zy getragt hebben uit te breeken, waarvoor veel zorg gedraagen wordt; hoewel het eenigen, nu tn dan, gelukt is. De twee andere Tugt* hui-
(?) Hand?, bl, zg+.
|
|||||
252 AMSTERDAMS IIIDeei,;
Mannen huizen en het Verbeterhuis worden, op ge-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tugt-
HUIS of
Rasp-
Hurs.
In het zelve, worden |
lyken tyd en wyze, door Schout en Sche-
penen, bezogt. Al van de eerfte opregtinge van het Tugt-
huis af (f), en federt, is het dik wils, ge- beurd , dat 'er Perfoonen, op het verzoek van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ookllCop anc^ere Geregten , in het zelve, geplaatfl:
verzoek zyn. Doch men heeft zulke perfoonen niet |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van an-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
willen inneemen, dan onder beding, dat de-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£erf„5*e" zelven den ko(l zouden moeten winnen, en,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
regten ,
Tubtdin gen ge- plaatit |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wanneer zy dit niet meer doen konden, on-
derhouden worden, door de Geregten, op welker verzoek, zy waren ingenomen (g). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thans komen de Geregten van andere Plaat-
fen, gemeenlyk , met de Regenten over- een , wegens het onderhoud van zulke Tug- telingen, die, desonaangezien, verpligt wor- den , te arbeiden. In 't jaar 1655, nebben Burgemeefteren zelfs toegeftaan , dat een jongman, Richard genaamd, op verzoek van den Spaanfchen Ambafladeur Gamarra , in het Tugthuis geplaatfl werdt (h). Naamlyft Zie hier de naamen der Regenten van der Re- bet Mannen -Tugthuis, van deszelfs opreg- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tinge af, tot heden toe:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
1595. Ysbrand Ben.
1595. Ysbrand Hermanfe. 1595. Hendrik Buyck.
1596. Symon de Ryck.
I59<5. Hendrik Hendrik. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*599*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff) Zie Hand*, tl. 204.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(»•) Groot.Me mor. N. III.
|
ƒ. JI2. N. IV, ƒ. to verf».
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. IX. ƒ. ioy vtrfo.
(bj Gioot-Mcraur. N. IV. ƒ. «4. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. )
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.Boek. Godsh. in Godsd.Gestigten. 253
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Coenraet Matthysz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Manneit
TUGTV
HUIS of Rasp-
huis^ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Jacobsz.
Pieter de Vlamingh. Jacob Adriaenfe. Pieter Willemfe Vrindt. Jan van Byler. Hendrik Frenkink. Dirk Vlack. Cornelis Akkerfloot. Jan van den Eynde. Gerrit de Beer. Gerrit Schellinger. Rem Egbertfe Biflchop. Jan Pieter Aertsz. Jan Brouwer. Fredrik Jansz. Cornelis Pieterfe Tolk. Cornelis Schellinger. Jan van Hoorn de Jonge. Hendrik Boelisz. Pieter Dirksz. Emaus- Matthys Jansz. Egberts. Jacob Jacobsz. Seeuw. Dirk Hendriksz. Deuwaeg. Hendrik Dirkfe Spiegel. Dr. Franck van der Meer. Nicolaas van Loon. Jacques Leones. Cornelis Dirkfe Abba. JanLons. Jan Willemfe van Haarlem.
Willem Schryver. Izaak Heirmans. Gysbert Adriaanfe Vries. Jacob Hinlopen Thimonsz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1655.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
...
|
|||||
254 AMSTERDAMS IILDiel;
1655. Gerrit Papenbroek.
1657. Jeronimus Rans. 1660. Rombout Hudde.
1661. Hendrik Scholten.
1667. Pieter Muylman.
1668. Jan de Waert.
1669. Pieter van Ryn.
1670. Härmen Voordy.
1670". Frans Six. 1677. M\ Joan Elifton.
1678. Jan Jacot.
1679. Jacques Ryswyck.
1696. Elias van Valencyn. 1698. Mr. Hermanus Amia,
1699. Albertus Homoet.
1700. Jacob Le Seutre.
1700. Daniel Planck. 1707. Jan Daams. 1710. Gerrit Kuyt.
1712. Cornelis Panfer. 1717. Hermanus Broyel. 1722. Abraham Ter Borg. 1728- Izaak Hogenberg. 1731. Willem van Collen. 1734. Rudolph van Norden. 1740. Jacob Gerrit KarfTeboom.
1741. Pieter van der Nolk.
1742. Arent Willem van Kerchem.
1743. Jacob Graver.
1748. Mr. Jan Bofch Junior.
1748, Pieter van den Broek.
1749. Johannes Lodewyk Strandwyk.
1754. Aarnoud Noël. 1757. Zacharias Zylmans.
1764. Joan Pieter Tronchin. |
|||||
].,.,..««il • »".....wpw----------------■ ■ ' ' ' ■ ■ l"*i
|
||||||||||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GoDSD.GesTÏGTEN. 2$$
III.
|
||||||||||||
SPINHUIS,
en NIEUWE WERKHUIS.
Het Spinhuis en Nieuwe Werkhuis flaan,BefchrV
tegenwoordig, onder 't opzigt van de-ving van zelfde Regenten en Regenteflen, waaromhetVnou- wy van beide deeze Huizen, in één hoofd-W£N deel, handelen zullen. Tu<:T* Het Spin-huis of Vrouwen-TugthuislnmLs.
itaat, aan de ooftzyde vanden Oude-zyds- Agterburgwal, tuflchen het Waalen-Kerks- Plem en het Rusland, en heeft zynen in- gang in eene fteeg, die de Spinhuis-fieeg ge- naamd wordt. Het was ,oudtyds, het Kloos- ter van S. Urfula, van welks gelegenheid wy, elders, gefproken hebben (/). Voordat het tot een Spinhuis vertimmerd werdt, was, hier ter Stede, in gebruik, de ledigloopende jonge meisjes te doen komen, in de Kapellen van 't S. Joris-Hof en van'tS.Pieters-Gaft- huis, daar zig eenige vrouwen, met wie- len , haspels , kaarden en andere werktui- gen, onthielden, om haar een bekwaam hand- werk te leeren (*). Doch, in 't jaar 1596, CW- werdt, by de Vroedfchap, beflooten, in deting. S. Jons-Kerke, nu het Kiflenmaakers-Pand; in de Kerke op 't ronde Begynhof, of op |
||||||||||||
eenc
|
||||||||||||
(i) I. Deel, I. Boe(t |/, »7.
(^ KetuU D. ƒ. 147. |
||||||||||||
256 AMSTERDAMS Dl; Deel.
Spinhuis eene andere bekwaame plaats, tot het zelf-
|
||||||||||||||
en
Nieuwe Werk- huis. |
de einde, een Spinhuis op te regten (/). In
't volgende jaar, was het, reeds voltrokken, ter plaatfe , daar het, nog tegenwoordig, |
|||||||||||||
flaat, en ik vind, dat men toen, uit het
zelve, ook handreiking aan arme Kraam- en andere vrouwen gedaan heeft. Ook werden toen. Vrouwsperfoonen, in 't Spinhuis, aan werk geholpen, die, buiten het zelve, ge- huisveft werden (in); en des Zondags aldaar vergaderden, om gezamenlyk naar de Kerk te gaan. Het Spinhuis mögt, van ouds, met zulken, die op overfpel bevonden werden, heimei yk, verdraagen : een derde van de boete, die niet minder dan honderd guldens zyn mögt, uitkeerende aan den Schout, wien men den overfpeeler niet behoefde bekend te maaken («). De Regenten van 't Spin- huis plagten, eertyds, ook verlof te geeven, om, voor eenige dagen of maanden, aal- moeflen op te haaien, door de Stad. Doch •dit 's, al lang, in ongebruik geweefl. Ter- itond na de opregting, werdt het getal der Regenten, van twee tot vyf, en wel haaft, tot zes vermeerderd. Ook verwierf het Spinhuis, al vroeg, zeker regt ten lafte van allen, die, binnen de Stad of derzelver Vry- heid, de tapneering zouden oefenen: en, eerlang, den derden of vierden penning van alle vertooningen en vreemdigheden , die men, in de Stad, om geld, zou willen laa- ten
(1) Refol. Vroedfch. N. 5 ij fyv. 1596. ƒ. 157-
(m) Groot-Memor, 2V. 11./. iss> w/i, igovcrfo. Keurb. H. ƒ. 99 vttfi. (n) Aften vanEurgcm. van 19 Sept. 1597. en 16 MaurtIJ98» |
||||||||||||||
Oudfte
inkom- ften. |
||||||||||||||
-
|
||||||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. $,tf
ten zien: doch van dit laatfle inkomen, moefl, Spinhuis
na 't jaar 1682, de helft aan 't Leproozen- en huis worden uitgekeerd. Beiderlei inkomen ^IEUwa wordt, nog tegenwoordig, door 't Spinhuis, HÜIg> • genooten (0), en is, al voor lang, met andere inkomften, vermeerderd geworden. Op den • agtflen September desjaars 1598, werdt het Spinhuis, als andere Godshuizen, van 's Lands Importen vry verklaard (p). Boven de deur van het zelve, waren, by de eerfle opreg- ting, deeze versjes gefield: Om Jchamele Meyskens, Maegden en Vrouwen,
't Bedelen, leech-gaen en dool-wech tefchouwen, Is dit Spin-huis gheßicht,ßo men hier pen mach; Elck laet fich niet verveelen nach rouwen, Uyt Charitaet, hier aen de handt te houwen, Wie weet wat hem oft de zyne noch gefchkn mach (q). Doch 't leedt niet lang, of men plaatfleook
vrouwsperfoonen van een ontugtig leeven, die, uit openbaare Bordeelen, geligt waren, in het Spinhuis: zelfs, door den tyd, zulken, die, om dievery of ander misdryf, eene 0- penbaare fchandflraf geleeden hadden. En dit fchynt de reden geweefl te zyn, dat de Beeldhouwer, Hendrik de Keizer, in 't jaar 1607, bezig, om eenige beeldtenis boven de deur te vervaardigen, den DrofTaard Pie- TER CORNELISZOON HOOFT VerZOgt,
om
(o) Keurb. H. ƒ. 99 vtrfo. K. ƒ. 114. Refol. van Bürgern.
IS Maart i6gi. Handv. bl. 297. (p) Handv. bt. 197, {q) P^NTANUS Libr. II. Ca,}. IX. f. IOj. VIII. Stuk. R
|
||||
258 AMSTERDAMS III.Deel.
Spinhuis om iet op te flellen, welk beter op het te-
«n genwoordig gebruik van 't Huis paffen mögt, Nieuwe jan de aangehaalde rymen. De Digter maak- fiuis. ' te toen de twee regels (r), die 'er tegen- woordig ftaan; doch 'er, op dien tyd, niet terftond, fchynen geplaatft ge weeft te zyn. Op den agttienden February des jaars 1643, brandde het Spinhuis, by ongeluk, of door onvoorzigtigheid der Tugtelingen, ten gron- de toe, af. Doch 't werdt, in 't jaar 1645, welk jaartal tegen den zuidelyken binnenge- vel ftaat, veel fchooner en grooter, in de tegenwoordige gedaante, herbouwd. Ter- wyl het herbouwd werdt, werden de Tug- telingen , ten getale van vier en dertig, in het Mannen-Tugthuis, bewaard, en aan werk geholpen (s). Sieraa- Men treedt, in 't Spinhuis, door eene den van fierlyke poort van gehouwen fteen, die, ter gang'en wederzyde, bezet is, met kolommen van de zydgevel. Romeinfche orde. Boven den ingang, ziet men de Tugtiging, in de gedaante eener vrou- we , met twee tugtelingen by zig, eene van welken zy met den geeffel dreigt, konftig- Jyk, in marmer, uitgehouwen. Onder dit zinnebeeld, leeft men de bovengemelde re- gels van Hooft, in gouden letters: Schrik niet. Ik wreek geen quaet: maer dwing
tot goet.
Straf is myn hant: maar Heflyk myn gemoet. In de Frontefpies van den zydgevel, aan den
Agterburgwal, zyn ook drie vrouwenbeelden, die fpinnen, naaijen en breijen, in hardfteen, uit-
(r) H00FTS Brieven N. I. hl. i.
(0 Vit Aantekeningen in In* Mannen-Tugthuis.
|
||||
IV.BoEfc. GoDstt. en Godsd.Gestigten. 2S9
uitgehouwen. En in de Spinhuis-dwarsfteeg, Spinhuis is, in't jaar 1754, ook eene deur gemaakt, om, « by nood van brand, of in andere ongelegen- ^™B heid, gebruikt te worden; boven welke, een HUIS# Spinnewiel uitgehouwen is. Naar binnen getreden, komt men, voor- Gelegen-
by een Comptoir voor de Poortierfehe, in ^eird e" een Poortaal, daar de ingang naar de woo- keenrvranc\ ning van den Binnenvader en Binnenmoe- gebouw. der, en naar de Kooken en Kelder, en de opgang naar de Kamer der Regenten en Regenteffen is , midsgaders , de opgang naar het groote Werkvertrek der Tugtelin- gen. In dit Poortaal, hangt een konflig ge- fchilderd afbeeldfelvan vier oude Regenten. Uit het zelve, treedt men, ooftwaards, op eene langwerpige Binnenplaats, rondsom def- tig betimmerd. Aan de noordzyde, bene- den, zyn drie overwelfde vertrekken of boo- gen, waar de Tugtelingen te flaapen gelegd worden, en een vierde, waar zy, aan twee tafels, eeten. In elke flaapboog, ftaan tien open krebben, agt, die ieder voor drie tug- telingen gefchikt zyn, en twee, in ieder van welken, maar ééne oude of zwakke tugte- ling gelegd wordt. De boogen, van welken wy fpreeken, zyn, van vooren , met een hoog yzeren hek, van de Plaats afgeflooten. Regt boven deeze boogen, is de werkplaats der Tugtelingen, die met houten hekken omzet, en • in tweeën verdeeld is. In de eene verdeeling, waar de Boven - Binnen- moeder ook eene onderfcheiden zitplaats heeft, zitten de linnen - naaifters, en in de andere , de fpinfters. Ten zuiden van de R 2 Bin-
|
|||||
r
|
|||||
i6o AMSTERDAMS IILDeeb.
Spinhuis Binnenplaats, is eene gaandery, op agt ko-
«« lommen ruftende; en boven deeze gaande- Nieuwe r ^ tegen over de werkplaats aan de Noord- huis. zvc*e, zyn dne geheime vertrekken, voor zulke vrouwsperfoonen, die hier, om haar ongebonden gedrag, door ouders of vrien- den, met kennis van 't Geregt, geplaatft worden. Nevens dezelven, is de wooning van de Boven - Binnen - Vader en Moeder 9 * die opzigt hebben over 't werken der ge- woonlyke Tugtelingen. De Regenten-Ka- mer ofComptoir is een net gefchikt vertrek, verlierd, langs f den fchoorfteenmantel, met de gefneeden wapens van veele Regenten. In 't fchoorfteenftuk, is de Tugtiging, een* breidel aan eene Tugteling toereikende, kon- ftiglyk, gefchilderd.;Ook hangen 'er vyf fchil- derftukken van Boonen, Quinkhard (f) en, anderen, zo veele gezelfchappen van Re- genten verbeeldende. De Kamer der Re- genteflen is nevens die der Regenten ten noorden, en pronkt ook met de gefneeden wapens van eenige RegentefTen aan den fchoorfteenmantel, en met twee groote fchil- derftukken, waar onder 'er een van Boonen is (u). Ook zyn hier, in drie kleine fraaije ftukjes, een oud man, eene koppelaarfter t en eene fchreijende ligtekooi afgebeeld. Werk der Voormaals, fchynt het werk der Tugte- Tugtelin~]jngen, genoegzaam eeniglyk, fpinnen ge- geo' weeft te zyn. Doch het afneemen der Lin- nenweeveryen heeft te wege gebragt, dat net*
(f) van Gool Schouwb. I. Deel , bl. 199 , 301. 11.
Deel, bl. 132.
(u) VAN GOOL I. Deel, hl. 3°3. |
||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 2ÓI
het, en in dit Tugthuis, en door de gantfche Spinhuis
Stad, veel minder gedaan wordt, dan het en plagt. Voor deezen, gefchiedde het zo ry-^EUWE kelyk, dat men, nog op 't einde der voor- uuw^" gaande eeuwe, op de Keizersgraft, tuflchen de Weffcermarkt en Leliegraft, eene Spin- newielen-markt hadt (v), die nu , al lang, verdweenen is. 't Voornaamfte werk, in 't Spinhuis, is, derhalve, tegenwoordig, Lin- nen-naaijen; hoewel 'er ook nog, door een gedeelte derTugtelingen, die onbekwaam zyn tot Linnen-naaijen, gefponnen wordt. Eeni- gen derTugtelingen worden ook, tot het huis- werk , gebruikt. Tweemaal ter weeke, komt 'er een Krankbezoeker in het Tugthuis, des Zondags, ten negen uuren, om eene Leerrede te doen, en des Woensdags, ten twaalf\uu- ren , om de Tugtelingen te catechifeeren. Tegenwoordig, [in May 1765], zyn'er om- trent zeftig Tugtelingen in 't Spinhuis. Na dat het Spinhuis, in 't jaar 1654, met Vermeer-
het Nieuwe Werkhuis, vereenigdgewordengering was (w), werdt, tot vermeerdering der ra^omften komften van de beide huizen, op den ne-van het genentwintigften January des jaars 1655 > bc- Spinhuis yolen, dat niemantbier ter fleete zou mogen ? ™5}1 tappen, noch gelagen zetten van wyn, bier, huis. brandewyn of tabak, ook geene drooggaftery houden,dan na, daartoe, een Biljet van'tVrou- wen-Tugthuis verkreegen, en 't regt, daarop ftaande, betaald te hebben. Alle deeze luiden moeten, daarenboven, alle vierdendeel jaars, ■ aan
(■■v) Keurb. Q. ƒ l«8 verf».
(j»J Refol. Vioeilfcb. N. tl. ifi Jan. 16$*. f, l-jr,
R3
|
||||
. ,1.1.1.1... .«
|
W----------- n«^»"^^PÄWPP*pp«lpp«B^w»WBBBi
|
|||||||||||||||||||||||
262 AMSTERDAMS III.Deel,
Spinhuis aan 't zelfdeTugthuis, verlof verzoeken om de m neering te mogen aanhouden, en dan betaa»
rjiEuwE len> voor het tappen van wyn en bier^ en |
||||||||||||||||||||||||
HUIS.
|
't verkoopen van tabak , welk , veekyds,
|
|||||||||||||||||||||||
gepaard gaat, vyf en twintig Huivers; voor
het houden van drooggaHery, en den wyn- en biertap daarbenevens, vyftien Huivers; en zonder den wyntap , tien Huivers : en voor 't verkoopen van tabak, van brande- wyn en van zwaar bier in 't klein, van elks, tien Huivers. De tappers, die klein bier fly* ten, zyn, in 't jaar 1675, ook op tien Hui- vers in 't vierdendeel jaars, ten behoeve van 't Vrouwen-Tugthuis,» geHeld. De Binnen- vader of ProvooH van 't zelfde Tugthuis is bevoegd verklaard, om 1 in alle huizen, daar men wyn, bier, brandewyn of tabak in 't klein verkoopt, of drooggaftery houdt, on- derzoek en bekeuring te doen. De Regen- ten verleenen ook eene Acte, aan zulken, die bevoegd zyn om vifch te draagen, daar- by voegende een koperen vifchje, welk de vifchdraagers, ten teken hunner aanHellin? ge, op de borH hangen moeten (ar). |
||||||||||||||||||||||||
NIEUWE WERKHUIS,
|
||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving van
het
Nu
Wérk
huis,
|
vt "TTerval der Weftindifehe Maatfchap-
V pye, door het verlies van Brazil, in
^e voorgaande eeuwe, gaf gelegenheid, dat
Verfcheiden' van haare pakhuizen, Jangs den
|
|||||||||||||||||||||||
Y-kant, ledig Honden. De Vroedfchap be-
floot , derhalve, nog voor 't einde van 't
|
||||||||||||||||||||||||
jaar
|
||||||||||||||||||||||||
(x) Hand?, bl. 257, i<,%, gi^.
|
||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||
----------------------------------------------------!------------------------------------------------------------■
|
|||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 263
jaar 1650, een of meer van deeze pakhui- Spinhuis
zen te huuren, tot een Armen-kinderen-Werk- en huis (y). Het werdt, eerlang, niet flegts^IEmVR tot dit gebruik gefchikt; maar diende ook, Hü** * om 'er bedelaars en lediggangers in te plaat- fen, en tot werken te noodzaaken. Het ftondt,' eenigen tyd, onder het opzigt van byzondere Regenten en Regenteflèn: doch werdt, in 't jaar 1654, gebragt onder 't be- wind der Regenten en RegenteïTen van het Spinhuis (2). Tot in 't jaar 1736, heeft de Stad het Huis in huure gehad van de Weft- indifche Maatfchappye. Doch toen is be- flooten, het Weftindifch Huis op den Sin- gel , welk der Stad toekwam, tegen het nieu- we Werkhuis, te verruilen (a). Het ftaatop de Y-graft, aan 't einde, fchuin Gelegen-
tegen over 's Lands Zeemagazyn. 't Gebouw heid vap« heeft geene uitwendige fieraaden. Men komt, jj? ^et door eene kleine deur, voorby een Spreek- zelve. vertrek der Regenten, eenige trappen neder- waards, in een ruim Pakhuis, welk tot veeler- lei gebruik, en ook tot een flagthuis dient. Weftwaards van dit Pakhuis, is eene open Plaats, daar oud touw, om te braauwen, ge- pluisd en gekookt, en andere arbeid verrigt wordt. Ook is 'er een Tugthok, daar de moed willigen, voor eenen tyd, worden op- geflooten. De Beneden-Vader en Moeder hebben hier ook hunne wooning. Voorts, is 'er een Koorenzolder ten ooften, midsgaders, eene
(y) Refol. Vroedfch. N. to. I'S Dect jtfjo. ƒ. i} i verft,
(«.) Refol. Vroedfch. N. *!. i<5 Jan. 16*4- ƒ. »4°- \«l Refol. Vioedfch, Li. LI^. \x Sept. 1736./. s+. E 4
|
|||||||
ad* AMSTERDAMS JILDeèu
Spinhuis eene Bakkery en Kooken. Aan dezelfde zy-
en de, komt men, eenige treden opwaards, op Nieuwe je Regenten-Kamer, een vierkant vertrek, huis. we^ over ^e Y-grafc uitzigt heeft. De nette fchoorfteenmantel is verfierd met de wapens der Regenten Floris Elias , Jacob Willink Meures, Bartholomè Muilman, Franpois An* thony LyfiuSf Franpois Gallas en Jan Ifaac Fremeaux. Ook hangt 'er een fraai zinne- beeldig Schilderftuk van den beroemden Lai~ rejje , de Tugtiging vertoonende , die een wanhavenig , half naakt mansperfoon ten Tugthuize inleidt. Voorts, beftaat het Werk- huis , uit drie Verdiepingen of Zolders, bo- ven eikanderen. De eerfte is de Vrouwen- Werkzolder, daar touw gepluisd, hennip ge- kaart, gefponnen, geweeven, genaaid,en ander vrouwelyk werk verrigt wordt. De Boven-Vader en de Boven-Moeder, welke laatfte op 't vrouwelyk werk agt geeft , heb- ben hier hunne wooning. Ook is 'er een ver- trekje voor den Tugtmeefter van 't manvolk, of tweeden Boven-Vader. In een klein Comptoirtje van de Boven - Moeder, wordt, des Zondags voor den middag, door een' der Vaders, by beurten, eene Predikatie voor de Tugtelingen gelezen. Op de twee- de Verdieping , zyn de il aapzolders voor mannen en vrouwen, die, door een houten befchot, van eikanderen afgefcheiden zyn. Ook is hier een Mannen- en een Vrouwen- Ziekenvertrek. De derde Verdieping is de Werkzolder der mannen, daar fylen, peper- en verwhout - baaien, hairen - vloerkleeden enz. geweeven worden. De Tugtelingen, die
|
||||
'
|
|||||
IV.Boek. Godsh. enGodsd. Gestigten.2Ó5
die in dit Huis worden geplaatft, zyntwee-Spinïiuis
derlei. Eenigen, of de meeften zyn Bede- t *n laars: anderen zyn zulken, die, om eenigyIEltWE ligt misdryf, hier, door 't Geregt gezet; ofHU^K" zulken, die 'er, om dronkenfchap, of eeni- ge andere ongeregeldheid, of door de Dia- conien, of door hunne vrienden, met ken- niffe van 't Geregt, hefteed worden. In May des jaars 1765, waren 'er honderd en veer- tien Tugtelingen in het Werkhuis, dertien mans-, en negen en twintig vrouwsperfoo- nen, die 'er, door of met kennis van het Ge- regt : en veertien mans-, en agt en vyftig vrouwsperfoonen, die 'er, om hedelaarye, gezet waren. De Tugtelingen in beide de huizen eeten,
eens ter weeke, vleefch of fpek. Voorts, erweten, boonen, gort, melk, en wat de tyd verder geeft. Het Werkhuis heeft, tot hier- toe , uit den arbeid der Tugtelingen, niet kön- nen onderhouden worden, en heeft, van tyd tot tyd, merkelyken onderftand genooten van de Stad. Zelfs heeft het, van zyne opregtinge af, aan het Spinhuis zeven of agt duizend gul- dens 'sjaars gekoft.Doch deRegenten hebben, tegenwoordig, zulke veranderingen in den arbeid gemaakt, waartoe zy, reeds by eene Refolutie vanBurgemeefteren van den twaalf- den Maart des jaars 1654, vryheid gekree» gen hadden, dat men gegronde hoop heeft, dat deeze laft, allengskens, verminderen zal, By eene Keure van den dertienden Augus- tus des zelfden jaars, is vaftgefteld, dat zul- ken , die op bedelaarye betrapt werden, voor de eerfte reizte , zes weeken, en voor de R 5 twee-
|
|||||
266 AMSTERDAMS III.Deel.
Spinhuis tweede reize, drie maanden, in 't Werkhuis
en zouden gezet, en voor de derde reize, ge- Nieuwe geefleld en gebannen worden (b). De Hoog- * duitlche Jooden verzogten, in t jaar 1695, dat hunne bedelaars, die in 't Werkhuis za-
ten , op den Sabbath, niet mogten werken, noch verpligt worden , om blootshoofds en met gevouwen handen te bidden. Doch Bur- gemeefteren lieten dit verzoek onbeant- woord (V). En men laat hun thans toe, op den Sabbath, te ruften, mids zy, in de vyf andere dagen, zo veel over arbeiden, dat zy, weekelykfch , 't vereifchte werk leveren konneiv Regen- Tegenwoordig, flaan het Spinhuis of Vrou- ten en wen-Tugthuis en het Nieuwe Werkhuis on- Regen- der het opzigt van zes Regen t e n en vier TBssaw. REGE]SfTESSEN 0f Buitenmoeders, die, by haare eerfte aanftelling, in 't jaar 1596, maar twee in getal waren. De Regenten en Re- genteffen worden , op gelyke wyze als de Regenten en RegentefTen der andere Gods- huizen , aangefleld. De Regenten vergade- ren, gemeenlyk, alle weeken, des Donder- dags na den middag. De RegentefTen ko- men , ten zelfden dage, byeen : doch om de drie of vier weeken. Van de meefte by- zondere Bedienden deezer twee Huizen , hebben wy reeds melding gemaakt. De oudfte, en, zo ik my niet bedriege, de ee* nigfte Inftruótie voor de Regenten van 't Spinhuis is, den derden Maart des jaars 1599, ge-
(b) Hhndv. IL 458.
(c) Groot Meitior. N. IX. ƒ, zia. Handv. 4/. 47J,
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 267
gedagtekend. In dezelve, draagen zy den Spinhuis
naam ook van Opzienders der Armen, en wor- en
den bevoegd verklaard, tot weering der Be- n^u^e
delaarye. Voorts, mogten zy geene fchaa- HU®RK*
mele vrouwen, van buiten komende, innee-
men, dan op behoorlyk blyk van de Wet-
houderfchap der Plaatfe, daar zy van daan
kwamen (d). De Inftruétie behelft nog ee-
nige andere byzonderheden, die, naderhand,
afgefchaft, of in ongebruik geraakt zyn.
Zie hier de naamen der Regenten van Nat mlyft
het Spinhuis, en van het Spinhuis en Meu-eter Re-
we Werkhuis beide: genten
van het
-n *, L * o Spinhuis
Regenten van het Spinhuis. enNieu«
weWerk-
1596. Egbert Pietersz. Vink, Qud-Schepen,h^^.
1596. Jan Claasz. Kloek.
1596. Jan Veen.
1596. Huych CornelifTe Jager.
1596. Symon Symonsz. Goudfmit,
1597. Martyn Chatelyn.
1598. Barent Gerritsz. Moutmaker,
1599. Arent Petersz. Raap.
1599. Claas Burchmans.
1600. Jan Carftensz. Vries.
1600. Cornelis Lucasz.
1601. Pieter Claasz. Cop.
1602. Marten Adriaansz. Boom,
1602. Anthony Gailjaart. 1605. Gerrit van Veelen,
1606. Tobias Woutersz.
1606. Gillis Jansz. Bedt, 1607,
(d) Giopt-Memor. N. II. ƒ. ig* verfo.
|
||||
26% AMSTERDAMS HI. Dm.
Spinhuis 1607. Pieter Pieterfen Karfleboom,
K/n 1608. Arent Philipsz. Biflchop. WerT 1Ö09. Egbert Sturck.
huis. 1Ó13. Aert Lambertsz. Cock. 1617. Jacob Jansz. Hart.
162 r. Harman Gerritfe.
1621. Hendrik Jansz. Bremer.
1623. Jacob Hendrikfe Kloek.
1623. Jan Jansz. Dorhout.
' 1625. Gerbrant Brouwer. 1626. Abraham de Clerck.
1626. Hendrik Boelisz.
1628. Hendrik Dirksz. Molenaar.
1633. Cornelis Ysbrantsz. Kieft.
1634. Albert Pater.
1638. Gillis Maas.
1639. Jacob Jansz. Lansman.
1639. Barent Staats.
1640. Elbert Dell,
1641. Paulus Jansz. Kley.
1642. Jan Maas.
1646. Nicolaas Rochusz. van de Capelle.
16$o. Jacob van Ryn. Regenten van het Spinhuis tn
Nieuwe Werkhuis. 1654. Klaas Jansz. Klopper.
1654. Govert Rovers. 1654. Joannes Pollio. 1656. Barent Pietersz. Elias.
1657. Michiel Tielens.
1662. Joris Croock. 1662. Hendrik Bekker. 1666^ Joannes Commelyn.
1667.
|
|||||
V
|
|||||
■
|
|||||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 269
|
|||||||||||||
1667. Willem Muylman de Jonge. Spinhuis
|
|||||||||||||
1673. Jan Baptifta Liefrinck. en
1673. Henrik van Gent. Nieuw«
1673. Thomas van Holiandt. HUIS# " .
1674. Cornelis Cock Dirksz.
1675. Abraham Ie Seutre.
1679. Jacob Schardinel.
1680. Willem Kerkrinck.
1681. Tobias van de Velde.
1684. Joan Borghorft.
1685. Sebaftiaan Bekker.
1686. Mr. Fredrik Slnysken.
1688. Paulus Verbeeck. 1691. Jacob Quina. 1693. Dirk Colonius. /
1694. M\ Willem van Harn.
1696. Gerbrand Elias. 1698. Daniel Verhoutter.
1699. JVT. Andries Hees.
1700. Tobias Looten.
1706. Andries Carel Jong. 1710. Jacob Fredrik du Kay. 1715. Daniel Nys.
1716. Mr. Abraham Boddens Eduardsz.
1716. Floris Elias. 1719. Eduard Boddens.
1721. Goddert Cappel. t
1728. M'. Arnoldus Commelin.
1730. Mr. Hendrik van den Bofch.
1734. Mr. Salomon Dedel.
1736. Egbert van Buuren.
1737. Willem Cornelis Backer.
1738. Carel Johannes Boelens.
1739. Gerard Kuyften van Hoefen.
1744. Gidion Victor. |
|||||||||||||
__
|
|||||||||||||
27o AMSTERDAMS IIÏ.DeeI.
Verbe- 1746. Jacob Willink Meures.
TERHuis. 174.6. Bartholomé Muilman Junior. 1748. Mr< Francois Anthony Lyflus,
1749. Fran9ois Gallas.
1751. Jan Ifaak Fremeaux. 1755. Willem van Hoefem 1759. Nicolaas Konauw.
1760. Mr. Guillelmus Titfingh.
1763. Jan Simons. IV. "
VERBETERHUIS.
Befcbry- TTetVerbeterhuis ofBeterbuis,00k
ving van XTJ. eene f°ort van eer* Tugthuis, is, nog- het Ver- tans, van eene andere natuur dan de Tugt- |
||||||||||
BETER
HUIS. |
huizen, van welken wy, te vooren, gefpro«
|
|||||||||
ken hebben, en flaat niet onder 't opzigt van-
Regenten en Regenteffen. Ook worden 'er geene Perfoonen in geplaatfl, dan zulken, over welker onderhoud en huisvefting, men zig verdraagen heeft met den Betermeeßer of Kaftelein, die, door Burgemeefleren, wordt aangeiteld, en , federt veele jaaren, huur van 't Huis betaalt aan de Stad. Wyders, draagt hy de lallen der Huishoudinge. en geniet, daartegen, de voordeden van het Huis, zonder dat hy van zyne inkomften en uitgaaven rekening doet aan de Stad. Doch hy moet gedoogen, dat de Perfoonen, die onder zyne bewaaring gefield zynjaarlyks, tegen den tyd van de verandering der Re- geeringe, voor Schout en Schepenen, ge- bragt en onderzogt werden. Niemant mag ook,
|
||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 271
- ook, buiten bewilliging van 't Geregt, in 't Verbe-
Verbeterhuis worden gezet. En in deeze terhuu, opzigten, gelykt dit Huis, eenigszins, naar de befchreeven Tugthuizen. Al in 't jaar 1496, werdt iemant, door't Geregt, ver- weezen in eene boete van derdehalf pond vlaams, om daarmede te beginnen een gayoel off vangeniffe an 't Sinte Anthonys poirte, daer men voirt meer inleggen ende bewaeren zou de kinderen off gezellen defer Stede van quaden regiment e (e). Deeze gevangenis zou eene foort van Verbeterhuis geweeft zyn. Doch ik weet niet, of men dezelve vol- bouwd hebbe. De verandering in den dienfl der Mannen- en Vrouwen-Tugthuizen, die, door den tyd, en met het toeneemen der Stad, voornaamlyk, gebruikt werden, om luiden van (legte afkomfl, en nog flegter gedrag, te ontvangen, gaf, eindelyk, in 't jaar 1694, gelegenheid tot het opregtenvan het tegenwoordig Verbeterhuis (ƒ), in een gebouw, welk, eertyds, gebruikt was, om, in het zelve, fchurft, zeere hoofden en dierge- 1 y ke onreine ongemakken te geneezen. Doch na verloop van weinige jaaren, fchynt het Ver- beterhuis in verval geraakt, en tot eeneLa- kenbereidery en Verwery verkogt te zyn. 't Liep aan, tot in 't jaar 1718, eer, by den Oud- Raad van Burgemeefteren, beflooten werdt, het Verbeterhuis wederom in te koopen, of ten minfte te huuren; waartoe de regeeren- de
(e) Regift. der CorreÓt. agter 't Keiub. B. ƒ. 17 vtrfo.
(f) Gtoot-Memor. N. V1I1. ƒ. 86 vtrf«. Kemb. R, ƒ.
|
||||
---------------------------- __
|
|||||||
I
|
|||||||
272 AMSTERDAMS HLXtfdC
Verbe- de Burgemeefteren gemagtigd werden (g),
TERHuis. 't Eerfte is, federt, gefchied. Het Huis is, van tyd tot tyd, vertimmerd, om het be- kwaam te maaken, tot het einde, waartoe het gefchikt was ; doch het blyft, deson- aangezien, een oud en onregelmaatig ge- bouw van binnen. Gelegen- Het ftaat aan den Stads wal of fchans, een heiden weinig beooften de Weteringspoort. Men Beftie- komt, door de buitendeur, in een' open gang, ng' en uit den zelven, door een' tweede deur, aan 't Huis, voor welk, ooftwaards, een be- vallige, groote, vierkante Tuin legt, met een fraai fpeelhuis aan de Lynbaansgraft. De wooning van den Kaftelein, beneden, be- flaat uit verfcheiden' Vertrekken. Onder anderen, is 'er eene Kamer, daar 't Geregt, eens'sjaars, vergadert, om de opgefloote- nen te zien. De vertrekken, gefchikt voor Mans- en Vrouwsperfoonen van een onge- bonden en ontugtig gedrag,en voorzulken, die niet wel by 't hoofd bewaard zyn, on- der welke laatften, fomtyds, drie of vier in één vertrek geplaatft worden, zyn, in al- les , twintig in 't getal, zo wel beneden als boven, op de eerfte en tweede Verdieping; en meer of min gemakkelyk en vermaake- lyk, naar de Perfoonen zyn, die hier gezet worden. Op de eerfte Verdieping, is een gemeene haard, waar ook twee bedfteden . zyn. De opgeflootenen in dit Huis eeten niet meer aan eene gemeene tafel, gelyk eeni-
(g) Refol. van regeer, en Oud Burgem. Lu C. i« Ja-
nuarji 1718. ƒ.*<}• |
|||||||
j
|
|||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 273
eenigen, voormaals, plagten; maar de fpys Huiszit-
en drank wordt elk hunner afzonderlyk, in ten-Aal- de byzondere vertrekken,, daar zy geplaatft MOESSE- zyn, gebragt. De Kaftelein^ geeft de ge-HmzÊw fchiktften, gemeenlyk, vryheid,om 's mor- «jWedu- gens een uur of twee te wandelen in den ^en- Tuin. Hy mag zig, even als de Regenten**0*» en Bedienden der Tugthuizen, met geweld, veraetten tegen de perfoonen , die onder zyne bewaaring gefield zyn', enze, des noods, opfluiten (b). Tegenwoordig [in juny'1765] zyn 'er, in alles, nog geene twintig opge- ilootenen in 't Verbeterhuis. V.
HUISZITTEN-AALMOESSENIERS-
HUIZEN en
WEDUWEN-HOF. .
-*
Van de eerlle opkomft der Stad af, heeft Zorg
men, aldaar, zoTg gedraagen, voor het voo\ &e* onderhoud der behoeftige ingezetenen, in de {JJ^^ oudfte Keuren, die, tegenwoordig , voor- nen, \n ' handen, en, omtrent den aanvang der vyf de oudfte tiende eeuwe, gemaakt zyn, arme huysfitte- tyden. nen en arme huysfittende Men genaamd (i). D^ Perfoonen, die zorg droegen voor deeze- arme ingezetenen, werden, in de oudfte ty~ d 2n, bewairres en beraden der armen kuys- fittenen (£), en, naderhand, Huhzütenm e es- ten (h) Handv. hl, loji.
(t) Kcutb. A. ƒ. 7, 17 vtrft,
(IQ Kcutb. A. ƒ. 7.
VIII. Stuk. S
|
||||
I
|
|||||
174 AMSTERDAMS III.Deé^.
ITüisziT- ters geheeten (/;. Zy waren, eerft, vier in
TEN-ÄAL-getal, en werden, jaarlyks, van 's Geregts mws?' we&e ' ge^ooren (m). Doch omtrent het Huizen midden der vyftiende eeuwe, waren zy reeds «nWEDu-onderfcheiden , in Huiszitten-meeßers van Jï ';N~ . S. Nicoiaas-Parochie, of aan de oude zydc,en m' .JJuhzittenmeeflers van onze Lieve Vrouwen 'Parochie, of aan de nieuwe zydc. Zy bezaten verfcheiden' huisjes, en Kamers, of woonin- gen van één vertrek diep, hier en daar, in de Stad, waarin zy behoeftige luiden, om niet, lieten woonen. Ook deeden zy, in de Kerken van hunne Parochie, van tyd tot tyd, uit- deelingen aan de armen. De Huiszitten aan de oude zyde hadden, onder anderen, in de zeftïende eeuwe, een huis aan 't Kerkhof om de oude Kerke, waarin zes arme vrou- wen woonden , die zy, alle weeken, een fluiver,en 's winters, een mand turf en een brood moeften uitdeelen: nog twee Kamers in Jan Bart hout s fleeg, 'm ieder van welken, twee arme vrouwen woonden. Aan ieder Kamer, werden vyftig fluivers 's jaars, tot fpek en vleefch, uitgedeeld. Voorts, hadden zy twee Kamers in S. Jans - flraat, in ieder van welken, drie arme vrouwen woonden. Turf huis Ook bezaten zy een Turf huis op den zui- op den Verhoek van de Stooffteeg, op den Oude-
hockvan , . , i • r
de Stoof- sy"s" Agterburgwal, waarin eene vrouw
ftecg. woonde; met een huisje daar nevens, be-
woond door drie arme vrouwen, die ieder een duiver 's weeks, en 's winters die portie genooten. Doch dit Turf huis werdt, op den • vyf
(/) Kcurb. C. ƒ. 4 vêtfi.
<m) Keiilb. A. ƒ. 17 *!>/•• C. ƒ. + vtrfa
» * «j ,.T.
|
|||||
IV.Boek. Godsh. enGodsd. Gestigten.,275
vyf en twintigften February des jaars 1552 ,Huiszit-
voor zeftien honderd en zes guldens, ver-TEN-A*i.- kogt aan Gerrit Heyn Wouwe, Apotheker; M°ESSE* waarna de arme vrouwen werden overge-HuizEN bragt in 't nieuwe Huis, over 't Cellebroe-enWEDu- ders-Kloofter in de Nes («), welk, nader-j!JEN* hand, tot eeneBank van Leeninge gefchiktg°f^t_ werdt. Wy houden voor zeker, dat de grondfenhUis van dit Huis, voorheen, tot het S.Maria Mag- in dcNes. dalenen Kloofter behoord hadt, wat 'er ook anderen (0) van mogen gedagt nebben; alzo wy, reeds te vooren (p), hebben doen zien, dat dit Kloofter, langs het Spuij, nu de Lom- berdsfteeg, ftondt; en daarenboven blykt (q), dat het, na het ftigten van het Huiszitten- Huis, nog aan de zuidzyde van dit Huis, ftaan bleef. Uit de Aantekeningen van Sche- pen Gerard SchaepPieterszoon, zie ik, dat, boven de deuren van twee ge- welfde Kelders van 't Huiszitten Pakhuis en Comptoir, federt de Bank van Leeninge, gelezen werdt: In 'f jaer ons Heeren
1550»
Den 27 Aitgufli is 'f gefondeert. 't welk niet dan op de ftigting van 't Huis-
zitten-Huis zien kan. Een gedeelte van dit opfchrift fchynt nog overgebleeven. In> mers, men leeft nog, in eenen fteen boven den
(n) Exttaft uit een Boek in 't O. Z. Huiszitten-Huis v*n
A*. IJ4J tot ISJZ-
(o) COMMELIN bl, 53J.
(f) I. Deel, I. Botk., bl. 67.
(q) Vit een Conuaft van den jaare ijjo, J7 COMME-
X.IN bl. SIS. |
|||||||
s %
|
|||||||
'.
|
|||||||
.1. ■ ■ —
|
|||||||
276* AMSTERDAMS III.Deel,
Huiszit- den ingang van den eerften kelder onder de
ten-Aal-Lomberd, op den Fluweelen burgwal: Moesse- In'tiaerï heren NTERS- J
HUIZEN- I55O.
en WEDUßy jje ontruiming van dit gebouw, tot her.
H^" genoemde einde, werdt, van Stads wege,
aan de Huiszittenmeefters eene recognitie of erkentenis van twee duizend guldens 's jaars toegeftaan; gelyk my, uit de oorfprongke- lyke A6le onder Stads zegel ten Zaaken, van den negentienden January des jaars 1615, gebleeken is. Zy is ook, in de Stads Regißers (r), te boek gefield. En wy hebben, el- ders (j) , gemeld, dat de beloofde tweedui- zend guldens 's jaars, nog tegenwoordig , hit de inkomften der Bank van Leeninge, Iluiszit- betaald worden. De Huiszitten aan de
tenhuis nieuwe zyde bezaten, onder anderen, by
op den Gifte van Geryt Gerbrand Paewwenfoen. in den
Nieuwe- - 1 r l • j zyds-Ag- Jaare J477 gedaan, een f me er huis en dwers-
terburg- huis daer aen, den Peereboom geheeten , en
wal. gelegen in de Gaßhuisßege, by der brug^ aen der Stede middelfie grachte: welke huizinge, door tien maagden of weduwen, de naaften in den bloede van den fchenker, bewoond moed worden. Wy hebben elders (?) ge- gift , dat deeze twee gebouwen geftaan heb- ben , op den hoek van de Huiszitten fteeg en Nieuwe-zyds-Agterburgwal, agter 't Stad- huis , alwaar de Regenten van 't Nieuwe- zyds-Huiszitten-huis, in 't jaar 1710, met verlof van Burgemeefteren (u) , een huis en
. {r) Groot-Memor. N. II. ƒ. ijo virfa.
O) III. Deel, I. Boe(, hl. IIJ. (t) I. Detl , I. Bttk, */. XIo. (u) Groot-Memor, N.JX. ƒ. $j.
|
|||||||
IV.BOEK. Gc DSU. EN GODSD. GiSTIGTEN 277
en pakhuis herbouwd hebben. De zelfde Huis7ir-
Huiszittenmeefters verkreegen , in 't jaarTEN-AAi.- 1501, van Lysbeth Claes Stoeters IVeduvo en M0ESSE* Claes Moeien eene gifte van honderd en tag- hutzen tig RynsgLildens, waarvoorzyeen fiite Lands'enWe.hu* te Duivendrecht aankogten, om uit de vrug- WErJ- ten, jaarlyks, aan drie honderd arme men- * fchen, ieder een wit tarwenbrood uit te dee- len (v). Door zulke giften, en veele dierge- lyken, gedeeltelyk, by anderen aangetekend (w), werden de Huiszitten - meeflers, die ook, al van ouds, by de Huizen, met de fchaale, omgingen, in ftaat gefield, om de behoefte der arme ingezetenen te vervullen. De Vroedfchap belloot, op den dertien- Befluïten]
den December des jaars 1505, de Huiszit- om de ten van beide deParochien, die, federt vee- {?¥ > Ie jaaren, afzonderlyk bezorgd geweeft wa- ten te " ren , met eikanderen , te vereenigen (re). vereeni-1 Doch dit befluit fchynt niet uitgevoerd te ëen- zyn. In laater' tyd, heeft men , meer dan eens, diergelyk een befluit genomen (;y). Doch de uitvoering is, tot hiertoe, agter gebleeven. De Huiszitten-meeflers aan bei- de de zyden zyn, volgens eene Refolutie van den Oud-Raad van Burgemeefteren van den drie en twintigtien July des jaars i75o,ver- pligt, om de drie maanden, byeen te komen, en gezamenlyk te overleggen, wat diens- tigft zy, om de beftiering en afgiften der twee Huizen te brengen op eenen eenpaa- ri-
(v) VÜ Aantek. in 't N. Z. Huisz. Huis.
(w) Zie COMMELIN bl. $19.
(x) Groot-Memor. N. I. f. t$i verfo. ty) Refol. Vioedfch. N. 14. ij *4pril I«**. ƒ. 170, L*, M + Nov, 1671. ƒ. ïje. S 3
|
||||
278 AMSTERDAMS III.Deel.
HuisziT- rigen voet: van 't gene, waarover zy zou-
ten Aal-den mogen verfchillen, kennis geevende mo£sse- aan ^e Heeren Thefaurieren. Die van de Huizen 0U(^e zy^e verkreegen, in de jaaren 1609 «iWEDu-en 1610, een groot erf van de Stad, agter wen- het Leproozen - Huis, om 'er een Turf huis Huiszit- °P te zetten O2)- En op dit erf hebben zy, tenhuis federt, het tegenwoordig Oude-zyds-Huis- op den zitten-huis geftigt. De Huiszitten-meefters Singel. aan de nieuwe zyde hadden, in 't begin der zeventiende eeuwe, een Huis aan de ooft- zyde van den Singel, benoorden den Jan- Rooden-Poorts-Tooren (a) , op den hoek van eene (leeg, die, tegenwoordig, de Spaar- pots-ßceg, en in de Kaart van Baltha- zar Floriszoon, nog de oude Huiszit- tenfieeg genaamd wordt. Doch in 't jaar 1614, werdt hun een erf van zeitig voeten Befchry- breed , op de Prinfengraft, benoorden de ving van Leliegraft, tot een Provifie- of Voorraad- h«OüM-huis 9 toegeftaan (b). En op dit erf, heb- Hüiszit. ben zy, federt, het tegenwoordig Nieuwe- TENAAL«zyds-Huiszittenhiiis gebouwd. Wy gaan Moesse- nu over tot eêne byzondere Befchry ving van lluis.' beide de Huizen, en beginnen, met het Oude -zyds - Huiszitten - Aalmoesseniers- Huis.
De Regenten van dit Huis hadden, in 't
jaar 1610, op het erf agter't Leproo- zen-Huis, tegen den Stads wal, een groot Provifie-huis geftigt, uit vier pakhuizen be- ftaande; doch in 't jaar 1654,bouwden zy, op
(z) Refo!. Vroeclfch. N. 10. 10 July i«op. 6 Vebr. ióio.
f. 206 f#r/i, lij ver fa. 'tl (*) Gioot-Memor. N. II. ƒ. »04.
(b) Rcfol. VioÉttich. N. II, 11 +April 1*14, ƒ. 113« |
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestoten. 279
op den grond van den Tuin der Leproozen, Hutsott-'
door een gedeelte van welken , ook eene ten-Aal- graft gegraaven was , een ruim en deftig JJJJJJjj»- huis, welk Stads wapen, in den voor-, en HüUEN het koggefchip uit Stads zegel in den ag- «tWedu- tergevel, voert, op den Leproozen - Burg- wen- wal, ook den Huiszitten-Burgwal en Turf- HoF* graft genaamd , waar aan , op den vyf- den O&ober des gemelden jaars , door Härmen van de Poll, Zoon van den Burgemeefter Jan van de Poll, de eerfte fteen gelegd werdt, gelyk , uit een opfchrift in het Voorhuis, blykt. Ter we- derzyde van het Voorhuis, flaan twee Spreu« ken der H. Schrift : Psalm 41 vers 2. Salicb is by die ficb verfiandicb draegt tegen de Armen. De Heere [al hem bevryden ten dage desquaets.enPROVERBiA 19 vers 17. Die ficb des Armen ontfermt leent den Hee- re : ende hy f al hem fyne weldaet vergelden-. Men komt, in dit Voorhuis, langs eene ftoep, die, ter wederzyde, opgaat, en onlangs, zo- wel als de voorgevel, merkelyk verbeterd is. Ter wederzyde van den opgang, ftaat een fraai yzeren hek. Uit het voorhuis, treedt men, ter regterhand,in een aanzienlykver- trek, onder welks hoogen fchoorfteenmantel, voor weinige jaaren, een marmerenEngelfche fchoorfleen gezet is. De mantel is,vanvoo- ren, door Bartholomeus van der Helfi , be- fchilderd, met de afbeelding der zes Regen* ten, die deOude-zyds-Huiszitten-armenbe- zorgden ," toen het Huis gebouwd werdt, te weeten, Jan Selyns, Marien Cantert, Cor- neas Hoppefack, M'. Vieter Ernfi van Baffen, S 4. Jan
|
||||
-
|
|||||
280 AMSTERDAMS III.Deel.
Huiszit- Jan JLansman, en Mr. Willem van der Does.
ten Aal- Tegen den wand van 't vertrek over de lieh- Moesse- ten ^ piagt het uitdeelen van brood, boter, Kuizen kaas en tLir^j m &ïlt fraaije fchilderitukken
en Wedu- van Bronkhorfi, ü(WJ L00« en Holßein, afge- wen. beeld te zyn. Doch een deezer ftukken, het uitdeelen van Turf verbeeldende, is nu verplaatft in de Uitdeelkamer, en, in des- zelfs ftede, een groot Regentenftuk, in 't jaar 1675, door Piet er van Jnrade, gefchilderd, uit een ander vertrek, overgebragt. Boven den ingang, binnen in de Kamer, fïaat een wei- gemaakt beeld der Liefde, en aan de twee binnen-poften , hangen de Wapens der zes genoemde Regenten, konftiglyk, in hout uit- gebeeld. Voorts, leeft men, aan den wand, twee Spreuken der HeiligeSchrift: Deuter. 15 vers 11. Gy zult uwe hand mildelyck opdoen aen uwen Broeder, aen uwen Bedruckten, ende aen uwe Armen in uwen Land. en, P r o v. 14 vers 13. Want die den armen verdruckt fmadet des /elven maker; maer diefich des nootdruftigen ontfermt, die eert hem. De zolder van't ver- trek , en vier nifTen in 't graauw, in de vier hoeken, zyn fraai, door Holftein, befchil- derd. Tegen over dit Vertrek, is de gewoon - lyke Regenten - Kamer of't Comptoir, in welke , vier fchilderftukken hangen , vier gezelfchappen van Regenten verbeeldende, twee,in de jaaren 1706 en 1720, door Ar~ noldus Boonen (c), en een, in den jaare 1740, door Corneas Troofi, gedaan. Het vierde is, in 't jaar 1759, door Jan Maurits Quinkhard, gefchilderd, en vertoont de Regenten Jan Wit-
\t) VAN GOOJ. Schouwb. l.Dttl, bl. joj , 3e*.
|
|||||
---------__-------.-----------------------------------------_. -------,—
|
||||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 281
Willink Meures, Mr. Jan Jacob van Beau- Huiszrr-
mont, Jacob Guillot, Gysbert van der Goot, ten Aal- Willem van der Meuten en Abraham Grommée. M0ESSE- Het Voorhuis naar agteren afgetreden zynde, huizen komt men in een Poortaal, en van daar in twee en Wedu- vertrekken: een, daar de behoeftigen worden wen« ingefchreeven, waar, voor den fchoorfteen, HoF' een fraai fchilderftuk, drie fchepen, in de bar- ning tegen de rotfen, vertoonende, geplaatfl is; en een ander, daar de uitdeeling gefchiedt. Ook is hier, meer naar vooren, de wooning van den Sinnenvader. Tuflchen de vertrek- ken, daar de infchry ving en de uitdeeling ge- fchiedt, komt men, door het gemelde Poortaal, in een' ichoonen tuin, rondsom welken, eene gaandery loopt, voorzien met zes en dertig glasraamen, -in welken de wapens der zes en dertig Raaden van den jaare 1655 plagten gefchilderd te zyn. Doch met het vernieu- wen der raamen, zyn deeze wapens wegge- raakt. Men bewaart 'er egter de afbeeldin- gen van op pergament, omze , in tyd en wyle, wederom op 't glas te können doen fchilderen. De gaandery, die, omtrent den jaare 16661van vooren, met de wapens der dienende Regenten, Marten Cantert, Coen- raad Klenck, 'Bieter van Croonenburgh, Ar- nout Schuyt, Casparus Commelin en Pieter Daay, verfierd, en, in de jaaren 1754 en 1757, vernieuwd werdt, heeft eenen uitgang in de Amftelftraat, door welken, de behoef- tigen inkomen, om ingefchreeven , of be- deeld te worden. In deeze gaanderye, wor- den , des winters, ook hekken geplaatfl, op dat de armen eikanderen niet verdringen S 5 zou-
|
||||||||
■
|
||||||||
—
|
|||||
iiz AMSTERDAMS OLfifcdJ
Hubzit- zouden. Aan 't einde van den tuin, ftaat
ten-Aal-een zeskantig fteenen Tuinhuis, welk,in of Moesse- omtrent het jaar 1710, gebouwd, en, boven, Huizen verfierd is met de wapens van de zes toen ën w*Dü-dienende Regenten, te weeten, Joannes Com- WEN- melin , Piet er Misrink , Mattheus Gansneb' F* genaamd Tengnagel^ Arnoldus Dix> Reinier Dibbets en Nicolaas de Swaan. De vier pak- huizen van het Huiszitten-huis \ van welken, de twee middelften, onder eenen gevel, ge- x bouwd zyn, dienen tot berging van turf, koo- ren, boter en doodkiften, en komen, van ag-
teren, aan de Amftelftraat: aan de overzyde van welke, een ruim gebouw, tot welk men, door eene groote houten poort, over eene Plaastjtoegang heeft, gefchikt is, ten deele tot eene Bakkery, en de wooningen van den Bak- ker en Timmermans-Knegt, en ten deele tot een magazyn, alwaar het hout, de bouwftoffen en andere noodwendigheden, tot het bettel- ten van den turf vereifcht, gebergd worden. Onder de Plaats , leggen vier en twintig Traanbakken, die nu tot Regenbakken die- nen , en waaruit het water, ten voordeele van het Huis, verkogt wordt. Na 't volbou- wen van dit Huiszitten-huis, werdt de uit- deeling , die, in de Oude Kerke, plagt ge- daan te worden, derwaards overgebragt. En gefchiedde de eerfle uitdeeling hier, volgens een opfchrift, in het eerftgemelde groote vertrek , nevens den fchoorfteen , op den twintigften December des jaars 1655.'t Ver- dient, veelligt, te worden aangemerkt, dat eenige balken en andere bouwftoffen j geko- men van de Blokhuizen, die op den Amftei |
|||||
IV.BOEK. GOMH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 283
geftaan hadden, en in 't jaar 1654 geflegtHüiszit-
waren, aan 't Oude-zyds-Huiszitten-huis, ten Aal« verbruikt zyn. r moesse- De Huiszitten-meefters aan de Oude zy- h&S*
de hebben, al van ouds, het voorregt ge-^WEDu- had, om het op- en affcheepen der Beeften wen- te mogen verhuuren of verpagten: in welk **0F- voorregt, zy, Iaatftelyk, by eene Ordonnan- van°het8 tie van 't Geregt van den drie en twintigflen op- en Januarydes jaars 1680, beveiligd gewordenaffchee- zyn (d). De Herberg Zeeburg aan den Die- £enftder mer- of Muiderdyk, digt by welke, de mees- ee en* te beeften worden opgefcheept, en eenige fchuuren, binnensdyks, hieromtrent, komen het Oude-zyds-Huiszitten-huis in eigendom ' toe. De Puin, die aanZeeburg gebruikt wordt, levert de Stad aan 't Godshuis, om niet. Naamlyft Wy voegen hierby de naamen der RE-der Re-
genten van het Oude - zyds - Huiszitten- G£NTEir* huis, zo ver dezelven hebben können ge- vonden worden: 1440. Claas Gherfté.
1440. Jan Pape. I440. Jan Gherfte. 1440. Pieter Ryke. 1445. Jan Eggert Pieterszoen. 1445. Fredrik Ifebrantzoen. 1445. Albert Gerytzoen. 1448. Claas Jacobsz. 1448. Lambert Claaszoen. 1497. Jan Clement. 1497. Doen Jacobsz. I497« Jan Gysbertfe. 1497. Jacob Garft. |
|||||||
I50O.
|
|||||||
(d) Handv. il. i>f.
|
|||||||
AMSTERDAMS HI.Deei.
Jacob Roelofsfoen.
Jacob Claasz. Watergang.
Jan Claasfoen.
Heymen Jacobsz.
Jan van Perfyn.
Marten Dirksz.
Jacob in de Pellegrim.
Claas in de Guide Hand.
Allert Andriefe Boelens.
Jan Claasz.
Meeus Pieterfe Doos.
Claas Gaaf.
Hobbe Arck.
Reyer Dirckfe Bardcfe.
Arent Boelisz.
Luyt Jacobsz.
Jan Bet Harmanfe.
Hendrik Pietersz. Haring.
Sem Jacobsz.
Mr. Cornelis Campen.
Jacob van Ceulen.
Dirk Boelisz.
Jan Lambertfe.
Frans Hendriksz. in de Wildeman,
Allert Bodertsz.
Ziewert Claasz.
Dirk Corfe.
Claas Jacobsz. Paradys.
Claas Mecuvvs.
Jan Bet.
Pieter Smit.
Jacob Huyg Haring.
Albert Corsz,
|
|||||||||||
284
1500. 1500. 1500. 1500. 1504. 1504. 1509. 1511. 1511. 1512. 1512. 1512. 1512. 1512. »5»5»
I5I5-
I5I5- 1516. I5I7-
1518. 1518.
i5IQ-
i510-
1520.
1520.
1521. 1522.
1524. 1524. 1524. 1526. i527-
|
|||||||||||
HuisziT-
ten Aal MOESSE-
KIERS-
HUIZ2N
en Wedu-
wen- Hof. |
|||||||||||
Albert Hees.
|
1
|
||||||||||
i53°-
|
|||||||||||
•-.
|
||||||||||||||||||||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GeSTIGTEN. 285
1530. Claas Harck. . Huiszit-
1538. Hendrik Jansz. Kraak. ten-Aal-
|
||||||||||||||||||||||||||||
1538. M% Reyer Lambertfe vanderHorft. ™
1538. Cornelis Jacobsz. Hollefloot.
1539. Cornelis Jacobsz. Buyk.
1540. Allert Dirksz.
|
WIEÄS-
HUIZEN «ïWedu-
wen- Hof, ït |
|||||||||||||||||||||||||||
T540. Mr. Pieter Bicker Willemsz.
15 41. Hendrik Franfe. 1544. Cornelis Jacobsz. Brouwer. 1547. Gerrit; Claasz. 1547. Jan Harmansz. 1547. Hendrik Boogaart. 1549. Jan Oom Jansz. 1549. Gerrit Tes. 1549. Wybrant Fredriksz.
1550. Pieter Brugman.
1550. Wouter Dobbesz. 1550. Anthony Verhoef. 1552. Lucas Meynertzoon. 1552. Jan Klaasz. Koop. 1552. Arent Hudde.
1553. Claas Jacobsz. van Swieten,
1555. Claas Gcrritfe.
1556. Amy van der Hoef.
1556. Dirk Schaep.
1557. Hendrik van der Does.
1558. Andries Jansz. Boelisz.
1558. Gerrit Jansz. Coesvelt. 1558. Govert Jansz. 1560. Jan Poppen. |
||||||||||||||||||||||||||||
:
|
||||||||||||||||||||||||||||
1560. Tymen Myndertfe.
|
I
|
|||||||||||||||||||||||||||
1563. Jacob Benningh.
|
||||||||||||||||||||||||||||
1565. Gerrit Arentfe.
|
||||||||||||||||||||||||||||
1565. Arent Ernft van Baflèn.
|
||||||||||||||||||||||||||||
1566.
|
||||||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||||||
[
1
|
||||||||||||||||||||||||||||
i%6 AMSTERDAMS IILDEEt.
1566. Reynier Hendriksz. Rooclaas.
1567. Andries Boelisz.
1568. Jacob Pieterfe Cantert»
1568. Adriaan Franfe.
1569. Mr. Elbert Cantert.
1571. Jan Michielfe Loef Brouwer. 1571. Cornelis Franfe. 1571. Cornelis Gerritfe. 1573. Geert Symenzoon. 1573. Jan Ryfer Janszoon.
1574. Evert Cortfe.
1574. Claas Heyn Cornelisfoen. 1577. Arent Sadelyn. 1577. Pieter Oly.
1578. Egbert Roelofle.
1578. Marten ten Berg. 1578. Pieter Goverts. 1578. Frans Hendrikfe Ruys. 1578. Job Cornelisz.
1579. Hendrik Boelisz.
1581. Reynft Pieterfe.
15 8 r. Hillebrant Brouwer. 1582. Pieter Paauw.
1582. Jan Poppes. 1585. Jacob Bicker.
1586. Arent van de Velde.
1586. Hendrik Hudde.
1587. Roelof Egbertfe.
1587. Jacob Willemfe Warmont.
1588. Jacob Wilkes.
1590. Siewert Meyndertfe. 1594. Arent van Arp.
1595. Arent ten Grootenhuis.
,1595. Piéter Gerritfe Kruydenier Rüyteii- burg. 1597,
|
|||||
Huiszit-
TEN-ÄAL-
MOESSE-
WIERS-
Huizen
en Wedu« WEN'
Hof«
|
|||||
m/mfw^--------------------------- wj-------------------!---------... ,iwpwji"!' /^^"-•■'"^- - ---------- - —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Godsh. Eto Godsd.Gestigten. ?8?
Cornelis Jansz. Valckenier. Hukzit-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.BOEK,
597-
600. 602.
613.
614.
616.
616.
619.
619.
620.
621.
621.
624.
625.
636.
639-
639-
640. 641.
642.
646.
648.
650.
652.
653-
654.
654-
660. 663.
666. 666. 666. 671. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirk Hem.
Jan van Hoorn.
Hillebrant Schellingen
Jan Hellinghs.
Jacob Pieterfe Hoogkamer.
|
TEN ÄALr
MOESSE-»
NIERS-
HüIZEW
WEH-
Hor.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Reynier Claasz. .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik van de Sande.
Govert Boelisz.
Jasper Segers.
|
1
1
:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-Outgert Pieterfe Spiegel.
Pieter Jacobsz. van Ryn.
Rochus Pieters van de Capelle./
Jan Selyns.
Pieter VlacL
Balthalar Jacot.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr. Wilhelmus Elbingh.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
! i
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andries van Zaanen.
Bernard Schellinger.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jooft Jansz. Kruysvelt.
|
D
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marren Canter.
Cornelis Hoppefack.
Balthafar Helt. ;■•
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan ten Grootenhuis,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* /- T- f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieter Ernfl van Ballen-, ;
Frans Bruyningh.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Lantsman.
Mr. Willem van der Does.
Coenraat van Klenck.
Pieter van Kroonenburgh.
Arnout Schuyt.
Casparus Commelin. Jß['
Pieter Daay. ' .-
Albertus Reynfl.
. 16*72»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\ '
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;
|
|||||||||||||||||
AMSTERDAMS IILDm.
|
|||||||||||||||||
23S
1672.
1672. 1673.
1673. 1673. 1681. 1681. 1682. 1685.
1687.
1691.
,1692. 1693.
1704.
1704.
1707.
1710. 1717. 1717. 1719. 1721. 1723. 1726. 1728. 1738. 1739-
1742.
1744.
1746. 1747-
1747- 1758. 1759' |
|||||||||||||||||
Jan Klaasz. van Beuningen.
Bonaventuur van Dortmont. Anthony Hoevenaar. Arnout van de Cruys. Ferdmandus Bol. Jacob Quina. Pieter Coefart de Jonge. Arent van der Waaijen. Myndert Roft. Eduard Becker. Johannes van Drogenhorfh Willem van der Does. Joannes Commelin. Pieter Mierink. Mattheus Gansneb, genaamd nagel.
Arnoldus Dicx. Reinier Dibbets. Nicolaas de Swaan Junior. Gerrit van Ooften. Mr. Jacob Heshuyfen. Nicolaas Teengft. Mr. Daniel van der Lip. Chriftiaan van Cuyck. Jacob Elias Michielsz. Mr. Egidius Willem Tolling. Jan van Marfelis. Wynand Wiltens. Jan Willink Meures. Mr. George de Waart. Mr. Jan Jacob van Beaumont. Jacob Guillot Junior. Gysbert van der Goot. Willem van der Meulen. Abraham Grommée. |
|||||||||||||||||
Hurszir-
TfcN-A/VL'
MOESSE-
NIERS-
Huizen
en Wedu- wen- Hof. |
|||||||||||||||||
Teng-
|
|||||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||||
Wy
|
|||||||||||||||||
ÏV.Böek. Godsh. enGödsd. Gestigten. 289
Wy komen nu tot de Befchryving van het Huiszit-
ten-Aal-
NiEUWE-ZYDS-HuISZITTEN-AaLMOESSENIERS- MOJSSSß- HUIS. NIKRS-
TPXe Huiszitten - meefters aan de Nieuwe en Wedu«
M_J zyde, op het erf, op de Prinfengraft, wrn- Eyde Leliegraft, eene Bakkery en Turf huis H®F; hebbende opgeregt, bleeven voortgaan met v^g ^Jn het doen der gewoonlyke uitdeelingen, inhetNtEu- de Nieuwe Kerke, tot dat het verbranden we-zyds- deezer Kerke, op den elfden january desHui^IT\ jaars 1645, aanleiding gaf, tot het fhigtenK0ESSE. van het tegenwoordige Nieuwe-zyds Huis- niers- zitten-huis, naafl: de Bakkery en het Turf- Huis. huis, boven gemeld; waartoe nog twee pak- huizen werden aangekogt. Het Huis werdt, in 't jaar 1649, volbouwd. De Bakkery is, in 't jaar i6oo,geheellyk, vernieuwd: doch het Turf huis verplaatfl, in drie byzondere Stads gebouwen, ftaande digt aan de wal- len : een by de Zaagmolens - Poort; een o- ver de PafTeerderflraat, en een ten einde van de Reguliersgraft. Het Nieuwe-Zyds-Huis- zitten-hüis is, nog voor weinige jaaren, van binnen, zeer veel verbeterd, en, in en na 't jaar 1762, is de groote Uitdeelplaats, die begon te zakken, van nieuws, geheid, en volkomenlyk herfteld. De groote Boterkel- der is, ten zelfden tyde, dieper gemaakt, en in tras of fement gebgd. Het Godshuis , waarvan wy fpreeken, beflaat uit twee by- zondere gebouwen. Het eerlte en aanzien- lykfle, welk drie Verdiepingen heeft, voert Stads wapen in deFrontefpies,enheefteen' ruimen ingang, voor welken, een koperen armbos gepiaatit is. Voorrs, iïaat'er, ter we« Vin. Stuk. T der- |
||||
290 AMSTERDAMS IILDeel.
Huiszit- derzyde van den ingang, een zwaar yzeren
ten-Aal hek. Naar binnen getreden, komt men in een Moesse- rujm Voorhuis, waar, zuidwaards, de toe- NIER3- . j ' ? , '„.
Huizen gang 1S naar de wooning van den Binnen-
mWedu- vader en Binnenmoeder, uit twee Kamers wen- en een kooken beftaande. Noordwaards, HoF' treedt men, in 't Comptoir der Regenten, een net vierkant Vertrek, met een fraaijen bepleifïerden en overgeverwden koepel, van boven. Aan den fchoorfteenmantel.ziet men de wapens van eenige Regenten, ter wederzyde van een' fpiegel en fchilderfluk, in 't graauw. Voorts, komt men, door een Poortaal, in eene ruime zaal, welker zolder, met eenige zinnebeelden, flaande op de zorg voor de behoeftigen, befchilderd is. Ook ftaan 'er drie diergelyke zinnebeelden in 't graauw, in 't weften, boven; en in de vier hoeken der zaale, agt deugden, insgelyks in 't graauw, op deuren gefchilderd. In de vier lichten van 't vertrek, plagten vier Burgemeefter- lyke wapens te ftaan, die, met het vernieu^ wen der glasraamen, weggenomen zyn; doch, nevens het wapen en oud zegel der Stad, in gereedheid zyn gebragt, om 'er weder- om geplaatft te können worden, 't Schoor- fteenftuk vertoont een gezelfchap van Re- genten , en tegen den ooftelyken wand, is een groot Regentenfluk geplaatft, welk, in 't jaar 1651, door Jacob Bakker, gefchil- derd is. Boven den ingang naar 't vertrek van binnen, zyn de wapens van zes Regen- ten , konftiglyk, uitgebeeld. Ook hangen 'er de wapen- en naamborden der Regen- ten aan den wand: en in twee vakken in 't ooften, leeft men: Ter gedacht emffe van de her-
|
||||
■ '■"' '■•' ' "mim..fi.>" —»""---------^TT--------.-,. „(.p'wp
|
|||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 291
herßellinge defes Godtshuys uyt de nieuwe Kerck Hüiszit«
de eerfle uytdelinge alhier aenden ar men gedaen ten-Aal« op den 20 December desjaers 1049: doen Huys-M0ESSE" fitten-meeßers fynde Lucas Pietersz Conyn, Jo- huizen han Steur, Rombout Kemp, Claes van Llh , cwWkdu- Corneas Metfue en Jfaac Commelyn. TerzydeWfiN* der zaale, in een' engen gang, is de deur van HoF* een overwelfd vertrek agter 't Voorhuis, al- waar het geld en de papieren - effeóten van 't Huis bewaard worden. Uit de zaal, komt men, in een zeer groot en hoog vertrek , welk op zwaare houten ftylen ruft, en al- waar de weekelykfche uitdeelingen gefchie- den. H-t is, door houten hekken, in ver- fcheiden' naauwe gangen, verdeeld: en in het zelve , zyn drie plaatfen afgezonderd , al- waar , des zomers, twee, en, des winters, drie Regenten de uitdeelingen doen van brood, boter en kaas, die den behoeftigen, door de Bedienden van 't Huis, worden aan- gereikt ; en ook van eenig geld, welk, aan lommigen, door de Regenten zelven, gege- ven wordt. In dit vertrek, welk men de Kerk noemt, om dat het byna de gedaante van eene Kerk heeft, zyn verfcheiden kafTen, waar de brooden, de boter en de kaas, in een vertrek,het Boterhuis genaamd, hiertoe byzonderlyk gefchikt, behoorlyk afgewoo- gen en verdeeld, vooraf, geplaatft worden. Ten zuiden van de zogenaamde Kerk, heeft men de ßakkery, waar, met drie ovens, ge- bakken wordt, en naar welke, men ook, door eenen open gang, die voor aan de Prin- fengraft uitkomt, toegang heeft. Voor de Bakkery , is eene ruime Timmer- en Berg- T 2 Loots:
|
|||||
2^2 AMSTERDAMS IILDeee;
HursziT- Loots: en daarby een Turf hok, waarin een
TEN-AAL-fteenen Turf koker gemetfeld is. Voorts, JJJJJJJf" heeft men, boven, zeer ruime Kooren- en Huizen Kaaszolders, en, onder den zuidelyken vleu- enWEDugel van 't gebouw, eene groote, koele Bo- WEN- terkelder, die, 's winters, met planken be- legd wordt. Noordwaards, nevens het Huis, welk wy, tot hiertoe, befchreeven hebben, ftaat een laag gebouw van eene verdieping, het Tuinhuis genaamd. Het voert het Kog- gefchip uit Stads zegel in de Frontelpies, en heeft drie deuren, boven twee van wel- ken , midsgaders, boven de deur van den gang, die, zuidwaards, langs het groote ge- bouw loopt, de uitdeelingen aan de behoef- tigen, welken hier gefchieden, met toepas- felyke plaatfen der Schriftuure, door den beroemden Henrik de Keizer, konfliglyk, in hardfleen, uitgehouwen zyn. In 't midden, leeft men: Saligh fyn de barmhertige, want haer /al harmhertigheydt gefchieden. Matth. V. vers 7. En ter wederzyde: Doet wel aen den Armen. U Loon is in den Hemel. Agter de middelfte deur, die niet geopend wordt, is een vertrek, welk op een' fraaijen , lan- gen bloemtuin uitziet. Langs deezen tuin, loopt, aan elke zyde, eene gaandery, die, door middel van drie hekken, in vier lange gangen verdeeld is. De twee zyd-deuren verleenen toegang naar deeze beide zyden der gaanderye. Door de eene deur, wor- den de behoeftigen ingelaaten, die verzoe- ken ingefchreeven te worden, waartoe een der Regenten, met den Binnenvader by zig, zit, in een vertrek met twee deuren, ten ein-
|
|||||
.'
|
|||||
IV.Boek. GodsH. en Godsd.Gestigten. 293
einde van den gemelden tuin, alwaar, voorHuiszn>
eenen Engelfchen fchoorfleen,een zinnebeel- tkn-Aalt diff fchilderfluk ftaat: en door de andere deur, moesse- 1 ° U J '^ 'NIERS-
laat men hen wederom uit. Huizex
De Huiszitten - meefters aan de Nieuwe en Wedu«
zyde hebben, nevens het Gafthuis, al vroeg,WEN- het voorregt gehad, om de groote en kleine ^°*'h -t Kraan, hier ter Stede, te verhuuren, en 't de helft voordeel, welk 'er van komt, voor de helft, van 't te genieten; gelyk wy, reeds elders ( e), ]£gt der hebben aangetekend. Zy plagten ook eeni- raanen* ge Landeryen in Nieuwer-Amftel te bezit- ten ; doch dezelven zyn, al voor veele jaa- ren, allen verkogt ge weeft (ƒ). Zie hier de naamen der RegentenNaamlyft
van het Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis , zo der Re- verze hebben können gevonden worden: g=ntkn,- 1449. Meindert Janszoen.
1449. Jacob Reynertszoen.
1449. Jan Heinszoen die Wantfnyder.
1449. Pieter Coman.
1459. Floryn Jacobszoen.
1459. Symon Claeszoen.
1459. Jacob Pille.
1459. Gerrit Paauw.
1511. Willem Duyn.
1511. Gerrit Volkerfen.
1511. Barent Barentfe.
1511. Reyer Peterfe.
1512. Claas Gerritfe Mattheuflen.
1512. Jan Lambertfe. 1514.
(e) Zit UI. Deel, I. Boe^ hl. 214. IV. B«»k^ bl, azg.
(f) Stads Miffiven N. XXIX. ƒ. 91 *«r/i.
T3
|
||||||
294 AMSTERDAMS ÏÏLBUU
1514. Jacob Huygh.
1515. Pieter Opmeer.
1515. Jan Meeufen. 1518. Jonge Claas Hein.
■ Ï519. Simon Claaszoen. 1519. Jan Duvesz. de Oude.
1522. Claas Kloeck.
1523. Jan Gavenszoen.
1523. M'. Hendrik Dirk Janneszoen,
1523. Mr. Windrik Hendrikfen,
1524. Claas Jan Cobbenszoen,
1524. Albrecht Braafeman,
1525. Albert Louw.
1526. Claas Hein.
1528. Claas de Jonge. 1528. Dirk Hillebrantszoen Otter.
1528. Willem Dirksz. 1536. Jan Duvesz. de Jonge, Iloutkooper»
1537. Jacob Dobbefe.
1537. Claas Doedefe.
1538. Simon Tamenfen.
1538. Simon Claas Copsz, 1540. Floris Martsz.
1541. Willem Jansz. Brouwer.
1542. Jan Duvesz., Lakenkooper,
1543. Ysbrant Jansz. Beer.
1546. Härmen Ottensz. 1546. Dirk Jan Hendrikfe.
1547. Pieter Jacobsz. Schaap.
1548. Pieter Pietersz. Codde de Jongefc
1550. Härmen Roodenburg,
1551. Hendrik CornelifTen.
1551. Mr. Willem Jacobsz. Walichsz.
1553« Pieter Hendrikfe Opmeer. i£54, Claas CorneliiTen, |
|||||
Huiszit-
tek-Aal- MOESSE-
RIERS-
HUIZEN
en WedU'
Hof. |
|||||
■ I--------------------WPWPH lliWWWJ.» i..,ipi.MpiMJ,..|jJ .11---------- - ------------------f-----------w m
|
|||||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 295
1C54. Gerrit Reynft. Huiszit-
tccc Tacob Hendrikfen. ten Aal
|
|||||||||||||
J-OJJ' J
1555. Härmen Ellersz.
|
MOESSK-
NIERS' |
||||||||||||
155Ö. Jonge Jan Duveilen. Huizen
1556. Albert Dirk Marcusz. «jWedu-
1557. Florus Roeters. ™'
1559- Jan Vechtersz. Semelkoper. 1562. Andries Hollefloot.
1562. Dirk Jan Deymans. 1566. Coen Pieterfeu 1566. Floris Dirkfen Otter. 1568. Gerbrandt Eggenfe. 1568. Thomas Symonfen.
1569. Jan van Santen.
1569. Dirk Jan Evertfe. 1571. Lucas van Teylingen.
1572. Hendrik Egbertfe Houtkooper.
1573. Claas van Santen.
1574. Evert Jacobfen.
1574. Gerrit Janfen Deyman. 1576. Mr. Jan Tymansz.
1577. Jan van Marken.
1577. Mr. Jan Duvefen,
1578. Simon Dirkfen.
1578. Bartholt Dirkfen. 1578. Jan Smit. 1578. Jan Verburg. 1578. Jan Pieterfe Reaal.
1579. Willem Pausz.
1580. Anthony Jansz. Schellingwouw.
1580. Jan Janfen Carel.
1581. Tymen Meindertfen.
1582. Claas Egbertfe Gooijer.
1583. Jan Claasz. Reymertfe.
T 4 1585.
|
|||||||||||||
spö AMSTERDAMS IH.Deei^
1585. Cornelis Jacob Witze.
1585. GoofTen Jacobfen Hooft. 1585. Jan Pieterfe de Wit.
1586. Wybrant Appelman.
1586. Henderik Pieterfe Schryver, 1588. Jan van Heusden.
1589. Claas Lambertfe.
1589. Hendrik Pieterfe. 1592. Jacob Egbertfe. 1598. Jan Witzen. 1603. Albert Symenfen Jonkhein.
1603. Dirk Claas Reyniers, 1609. Jan Cornelisz. Geelvinck. 1609. Willem Hooft Jansz. 1609. Hendrik Lens, 1611. Jacob Dirkfen de Lange,
1612. Picter van Montfoort,
1614. Dirk HafTelaer. 1617. Abraham Gilion.
1618. Philip Theyfen.
1620. Pieter Jacobsz, Elias. 1620. Jan Pieterfe Brugman, 1620. Franck; van der Does. 1620. Hendrik Laurensz. 1620, Jan Gerritfe Coppit. 1622. Willem Adriaanfe Raap. 1624. Cornelis Schellingen 1624. Jan Gerritfen Verlooren Arbeid.
1625. Willem Ysbrantfe Kieft,
1625, Dirk Haring,
1626. Jan Lambertfe.
1630. Lucas Pieterss Conyn. 1630. Johan Steur. ÏÖ31. Jacob Cornelisz. Hooft.
|
||||
■
|
|||||||||||||
■ '
|
|||||||||||||
IV.Boek. Godsh. in Godsd.Gestigten. 297
1632. Jan Benningh Koekebakker,
1635. Rombout Kemp. 1640. Claas van Lith. 1644. Cornelis Metfue.
1645. Pieter Gerritfe HafTelaer.
164,6. Gerrit HafTelaer Claasz. 1647. Ifaac Commelyn. Ï651. Jan Appelman.
1651. Jacobus Reynfl.
1652. Hendrik Roeters.
1652. Abraham Ernfl: van B'^en.
1653. Joachim Jansz. Scheepmaker.
1655. Jan van Halewyn. 1655. Tymon Veeneman.
1657. Hendrik van Cleef.
1662. Elias Nuyts.
1666. Pieter Bernouille.
J673. Matthias Amia.
1673. Gerrit Schaap.
1673. Adriaan Temminck, fngelbertsz.
1676. Marten van Loon Pieterszoon,
1677. Anthony Reepmaker.
1679. Baftiaan Beerewouts. 1681. Nicolaas van der Hagen. 1683. Izaak Soreau. 1683. Nicolaas Ie Seutre.
1684. Ernfl van Croonenburg.
1688. Daniel Kick. 1688. Sieuwert Witzen.
1688. Jan van der Graaf. 1690. Jofeph van de Putte. Ï692. Reinier La Clé. |
|||||||||||||
Huiszit-
ten-Aal-
MOESSE-
»IERS-
HuiZEN
en Wedu-
wen- Hof. |
|||||||||||||
1694. Hendrik Miering.
itfoj. Egidius van den Bempden. T 5 i6p5.
|
|||||||||||||
AMSTERDAMS III.DEEt,
Hendrik Stok.
Aarnoud Schuyt.
Dirk Cok Cornelisz.
Balthazar Sweers.
Barend Haan.
Jacobus Uylenberg Janszoon.
Johannes van Cuyk.
Bartholomeus van den Santheuvel»
Coenraad van Son.
Mr. Richard Karfleboom.
Matthys Slicher.
Cornelis Jacob Hagelis.
Jan Jacob Vermeeren.
Diderik Grommée.
Mr. Joan Hubert van Meel,
Louis AfTenbergh,
Jan Teftas.
Theodore Balguerie.
Guilielmo Hartlinck.
David Giffenig.
Ni colaas Wiltens.
Philip Zaal Jooftzoon.
Willem van Lingen.
Martinus de Wilde.
Jacob Luden.
Ambrofius Pool.
Gerard de Putter,
Andries Benezet,
|
|||||||||||||
2q8
|
|||||||||||||
1095-
1699. 1701.
1701.
1708.
1708. 1708. 1720. 1722. 1723. I725-
1729. 1730.
1733-
1733-
1735.
1739-
1739-
1740. 1741.
1745-
1749. 1749. 1751.
175Ö. 1757-
1761. 1761. |
|||||||||||||
Huiszit-
TEN'ÄAL-
MOESSE- iNIERS- HUIZEN en Wedu»
WEN-
Hop.
|
|||||||||||||
De Huiszitten-meefters aan beide de zy-
den waren, al van ouds, bezitters geweefl van verfcheiden' wooningen, voor bedaag- de Weduwen en Maagden gefchikt, welke wooningen, hier en daar, door de Stad, ver* fpreid,
|
|||||||||||||
Gelegen-
heid tot de opreg ting van een We- duwen- Hof. |
|||||||||||||
■ ' . i -. .i i • mm---------------------------------------- -,' .. ..^iku
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 299
fpreid, en aan hun gemaakt, of opgedraa- Huiszit-
gen waren. Wy hebben 'er, hier voor(g), ten Aal- reeds eenigen aangeweezen. Men kan 'er M0Ëm' de Opmeers - huisjes, de Jan - Fye - Vliegens- hufzen huisjes , het Keizerryk , en Vegters - boom- en Wedu- gaard byvoegen. Doch de voornaamften WEN- waren de Volders - huizen , gelegen aan de Hop* noordzyde van den Heiligen - weg , tegen over 'tClariflen-Kloofler, eerft door de Stad gebouwd , ten diende der Lakenneeringe; doch, in 't jaar 1584, verkogt aan Ttgen Wil- lem Schepels dogter, Weduwe van Hees- Willemszoon , tot wooningen voor arme vrouwen, voor eene fomme van vyf dui- zend vyf honderd guldens; mids dat Burge- meefteren de keur aan zig behielden, om de twee wooningen, diedigtftaan de veftfton- den, ten gebruike der Lakenbereideren, vol- gens fchattinge van goede mannen, aan zig te behouden (h): 't welk zy, nogtans,niet fchynen gedaan te hebben. De Stigteresftel- de, op den tweeden Oótober des gemelden jaars, zes van deeze wooningen/die agttien in getal waren, onder opzigt der Huiszitten- meefteren aan de Oude zyde; zes anderen onder opzigt der Huiszitten - meefteren aan de Nieuwe zyde; vier onder opzigt van de Regenten der Gafthuizen, en de twee ove- rigen onder opzigt van de Regenten van 't Weeshuis, en fchikte een inkomen van een- honderd guldens 's jaars, tot onderhoud dee- zer wooningen; te gelyk, bedingende, dat haare vrienden en de vrienden van haaren man,
(g) BUdz., 274 enz.
{h) Rcfol, Vioedfch, M S. 19 Sept. 1584.
|
|||||
300 AMSTERDAMS IILDeee.
HursziT- man, Hees Willemszoon, voor anderen,in
ten-Aal dezelven, zouden geplaatft worden (i). Doch Moesse- toen men s jn »t jaar j fi^g $ befloot, het groot- Huizen ^e gedeelte van den grond der Hand- en
«flWEDu-Voetboogs-Dóelen, agter de Volders-hui- WEN* zen gelegen, aan erven uit te geeven, werdt E' geraaden gevonden, ook deeze armen-woo- ningen te verkoopen, en 't gene 'er van ko- men zou, zo ver het ftrekken kon, aan te leggen tot ftigtinge van een nieuw Wedu- wen Hof, op een gedeelte van den grond van 't Karthuizers - Kloofter (£) , welk de Stad van 't Burger-Weeshuis, waaraan dit Kloofter afgeftaan was, voor yyf duizend agt honderd zeven guldens en elf fluivers, gekogt hadt. Te gelyk, befloot men, eeni- ge andere armen-wooningen, zo aan de Ou- de als Nieuwe zyde, te gelde te maaken, en de penningen te befleeden tot opbouw van het nieuwe Huiszitten-Weduwen-Hof.
Befchry- Tet ^aat agter de Karthuizers, en is, in
ving van JLJ_ 't jaar 1650, onder 't opzigt vanden het Huis- Stads Bouwmeefter, Daniel Stalpart, vol- Wm>uN bouwd. In den Voorgevel, ftaat een Sche- WEN- pel, ter gedagtenhTe der Volders huizen, Hof. die, door Ttgen, Dogter van Willem Schepel, geftigt waren. En rondsom leeft men, op vyf wapenfchilden, de naamen der Gefüg- ten, welker koopprys, onder anderen, tot het
(?) Vit de Ooifptongkelyke A&e. Zie »»^Commeun ,
hl. jti. (kj Refol. Vrocdfch, N. re. 16 Decayb, 1*45, f. su |
||||
IV.Boek. Gods«, en Godsd. Gestigten. 301
het bouwen van het Weduwen-Hof, is aan- huiszit-
gelegd: Keizerryk , Opmeer , Vechters-Boo ten-Aal- eaert, Peereboom. en Jan - Wif- Vïiezen. Het moksse- tt • 1 r 1 - » -il NIERS-
Huis heeft, wyders, in t midden, voor aan HuizEN
de ftraat,een' deftigen ingang, die toegang«jWedu- verleent naar eene ruime Plaats, rondsom wen- bebouwd met de wooningen voor behoefti-HoF* ge Weduwen en bedaagde Maagden. Agt van deeze wooningen, vier boven- en vier beneden-vertrekken, zyn 'er, aan elke zyde van den ingang, zo wel voor aan de ftraat, als van binnen aan de Plaats, die, aan de drie overige zyden , met twee en twintig beneden-, en even zo veel boven-woonin- gen bezet is: zo dat 'er, in alles, vier en vyftig beneden-, en even zo veel boven- wooningen zyn, van welken vier beneden- en drie boven - wooningen , door de twee Binnenvaders, gebruikt worden. De ove- rigen honderd en een worden, door behoef- tigen, bewoond. De Stad , het grootfte gedeelte der koften van 't bouwen gedraa- gen hebbende, liet het onderhoud en be- wind van 't Geftigt aan de twee Huiszitten- huizen alleen, zonder dat 'er 't Gafthuis en 't Burger-Weeshuis, voortaan, eenige be- zorging over hebben zouden. Men kwam overeen, dat de Regenten van 'tOude-zyds- Huiszitten-huis, die in 't eerft zeftien drie en vyftigfte deelen in 't onderhoud en de laften droegen; doch, naderhand, fomtyds minder, fomtyds meerder, gedraagen heb- ben, ook twaalf wooningen, onder en bo- ven, te beginnen van den Stads wal af, en nog
|
||||||
goa AMSTERDAMS IILDeel.
HüisziT- nog twee anderen begeven; en dat de twee
ten Aal- wooningen voor den Binnen vader en Binnen- M(ersSK moe^er > tuflchen de twee Huiszitten-huizen, Huizen genieën bly ven zouden (/). Doch in 't jaar enWEDvi66g, befloot men, van elke zyde, eenen wen- Binnen vader te ftellen: en toen werden dee- ze twee wooningen, by onderlinge overeen- komft tuflchen de beiderzydfche Regenten, aan die van de Oude zyde overgegeven (w), die 'er, federt, hunnen Binnenvader hebben laaten woonen, aan welken men ook het ge- bruik van een boven-vertrek, welk gemeen gebleeven was, vergund heeft. Van wege de Oude zyde, worden dus, nog tegenwoor- dig, veertien beneden- en veertien boven- wooningen aan behoeftigen begeven. De Regenten van de Nieuwe zyde begeeven agt en dertig beneden-, en even zo veele boven-wooningen aan behoeftigen. De woo- ningen der Oude zyde zyn met A. B. C enz. die der Nieuwe zyde met i. 2. 3 enz. gete- kend. Doch tot de Nieuwe zyde, behoo- ren ook nog twee beneden-wooningen; bo- ven eene van welken , twee boven-woo- ningen , boven eikanderen, zyn, in de Tichel- straat , naaft het Weduwen - Hof. De bei- derlei Regenten Hellen, wegens ieder zyde, eenen Binnenvader op 't Weduwen - Hof, die elk opzigt hebben, op de wooningen en bewoonflers, tot zyne zyde behoorende. De Binnenvader wegens de Oude zyde bewoont twee beneden-wooningen, en eene boven- woo-
(/) Extiaft uit de Notulen in'tO.Z. Huiszitten Huis van
2$ Oilob. 1650. (m) Conventie van 14 M*j 1609. in '$0, Z. Huiszittenh.
|
||||
IV. Boek. Godsh en Godsd. Gestigten. 303
wooning ter regter-, of aandeweftzydevannuiszrr*
den ingang. De Binnen vader wegens de Nieu- ten-Aal« we zyde bewoont de twee uiterfte woonin- moesse- gen van 't Geftigt in 't ooften, aan de Kar-^*^ thuizers-flraat, boven en beneden. Het We- mWxDw duwen-Hof heeft ook een' uitgang op dewEw- Anjeliers-graft, langs welken, eene Timmer-HoF* loots, eene bergplaats voor de Boedekjes der behoeftigen, en voor de Turffleeden, ten dienfte der Nieuwe zyde alleen, getim- merd zyn. Op de Plaats van het zelve,die twee Bleekvelden heeft, leggen eene diep- geboorde Put, en een Regenwaters-Pomp, uit welke laatfle, aan elke bewoonfter, ge- meenlyk, vier emmeren waters ter weeke gegeven worden. Volgens een Reglement op de beftiering Regie-
van het Weduwen-Hof, in den jaare 1650,ment door de Regenten van beide de zyden, by!00r d* voorraad, vaftgefteld, worden, voor ande- fters. ren, in dit Godshuis, aangenomen Wedu- wen , of ongehuwde Vrouwsperfoonen, die aan de Stigters of begiftigers in den bloede beftaan; voorts, ingebooren poorterfchen: en daarna, ook andere huiszittende perfoo- nen, zulken zelfs, die wettige kind of kin- deren hebben, mids zy, vooraf, borg fiel- ■ len, dat dezelven, na haar overlyden, niet ten lafte der Regenten komen zullen ; en dat de Zoonen niet langer dan tot dat zy ne- gentien , en de Dogters niet langer dan tot dat zy agttien jaaren bereikt hebben, in het Godshuis, zullen mogen verblyven. De be- woonfters moeten, voor dat zy op 't Hof komen woonen, een' netten ftaat van 't ge- ne zy bezitten aan de Regenten overgeeven. Zy
|
||||||
go4 AMSTERDAMS III. Deel.
Huiszit- Zy mogen zig niet geneeren met het bakken;
te» Aal- van boekweiten- of oliekoeken, noch eeni- nierT* Se andere neering doen, waartoe vuur ver- Huizen eifcht wordt: ook geene doove kooien be- en Wedu- waaren, dan onder den fchoorfteen, en in ™EN* doofpotten. Voorts, moeten zy te vrede zyn met de wooning, die haar aangeweezen is; allen twift en gekyf myden, en den Re^ genten en Binnenvaderen gehoorzaam zyn. De Binnenvaders zyn verpligt, het Hof ten negen uuren te fluiten. Na tien uuren, mo- gen zy niemant inlaaten. Ook moeten zy, voor en op dat uur, tweemaal , de ronde doen, om te zien, of elk zyn licht wel uit- gedaan heeft. Voorts, moeten de Binnen- vaders van 't overlyden der Bewoonfteren, terftond, aan de Regenten, die 't aangaat, kennis geeven («). De bewoonfters van 't Weduwen-Hof genieten, boven vrye woo- ning , van wege de Nieuwe zyde, ieder een tarwenbrood, eenige kaas en zes fluivers aan geld ter weeke, en dertig ton turf, in 't jaar. Doch die van de Oude zyde krygen, behal- ve 't brood en een pond boter ter weeke, en vyf en twintig ton turf in't jaar, uit zekere ou- de Legaaten, daarenboven, weekelyks, eenig geld, te weeten, in den zomer, twaalf ftuivers, en in den winter, vier en twintig Huivers. Regen- De Huiszitten - huizen aan de Oude en ten. Nieuwe zyde (laan ieder onder 't opzigt van zes Huiszittenmeesters of Regenten, die ook het Weduwen- Hof beftieren, en, even als de Regenten der andere Godshuizen, door Burgemeefte- ren,
(n) Vit het Reglement zelf. Z/>#b^Gommei.in>^. jjj.
|
||||
r~ ' "■ ■ ■ ■ - -r ■■■ .....
■
|
||||||||||||||||
IVBOEK. Godsh.'enGodsd.Gestigten. 305
ren, worden aangefleld. In de oudfle tyden, Emszir-
werden zy, jaarlyks, door 't Geregt, ge- ten-Aal- kooren (0). In de zeftiende eeuwe, werden M0ESSE- reeds, door de Huiszitten-meefters, ook in Hwum den zomer, uitdeelingen gedaan,en welaan ctjWedu. luiden, die drie jaaren Poorter ge weeft wa- WEN- ren, of hier, vierofvyfjaarenagtereen,ge-HoF* fladelyk, gewoond hadden, en, uit dien hoof- ?r?e ,op de, huiszittenden genoemd mogten worden. uJLedeT Doch in 't jaar 1650, is, by Burgemeefte- behoefti- ren en Raaden, beflooten , niemant, doorgen. de Huiszitten-meeilers, te laaten bedeelen, dan die, hier, zes jaaren agtereen, gewoond hadden (p). En deeze tyd is, naderhand, op zeven jaaren gefield. De toevloed der armen, en van zulken in 't byzonder, die zig, met valfche Getuigfchriften van de plaats en tyd hunner inwooninge, aan de Huiszitten- huizen, vervoegden; en, na dat zy, 's win- ters , hier, de uitdeelingen genooten hadden, zig, des zomers, ten platten Lande, onthiel- den , en van den bedelzak leefden, hebben, het invoeren van fcherper toezigt, danvoor- maals gebruikt was, noodzaakelyk gemaakt. Men heeft,op den tienden Januarydesjaars 1682, vaftgefteld „ dat 'er, voortaan,gee- |
||||||||||||||||
3>
3» |
ne zomergiften gegeven zouden worden,
dan aan oude, kreupele en elendige men- |
|||||||||||||||
„ fchen. Dat de Huiszitten, aan niemant,
|
||||||||||||||||
5>
5i |
die van eenig Godshuis , evenveel van
welke gezindheid, onderhoud trok, meer |
|||||||||||||||
„ zouden mogen geeven, dan een of twee
„ man-
(i) Keutb. A. ƒ. 17 vttft. Cf. 4 vtrfa.
(p) Refol. Vroedfcti. N. l». z* 0#, 1650. ƒ. UI.
Vin. Stuk. V «
|
||||||||||||||||
3o<5 AMSTERDAMS III. Deel.
HuisziT- „ manden turf ter weeke naar de grootte
ten Aal- it der huisgezinnen. En dat de Oude en moess£- ^ Nieuwe zyde verdeeld zouden worden in Huizen j> kleine wyken, over ieder van welken, een «bWedu-,, Wykmeeiler zou worden gefield;die on- ™EN~ „ derzoek zouden moeten doen, of de armen, • „ welken, door de Huiszitten, bedeeld wer- „ den, de gaaven ook onwaardig waren, „ waarvan zy den Regenten zouden moe- „ ten kennis geeven: en te gelyk, of ook, ,, onderde bedeelde huisgezinnen, kinde- „ ren waren, bekwaam om eenig handwerk „ te doen, of te leeren (#)." Ten zelfden tyde, werdt 'er zekere fchikking gemaakt, tuflchen de Huiszitten - huizen en het Aal- moefleniers-huis,van welke wy,in de Befchry- ving van het laatftgemelde, fpreeken zullen. De beftiering van beide de Huiszitten- huizen komt, in de voornaamfle opzigten, overeen; doch verfchilt egter, in eenige by- zonderheden, in 't vervolg, daar 't pas geeft, te melden. Tweemaal 's jaars, gefchiedt 'er eene algemeene infchryving van behoeftige Huiszitten, aan b'eide de zyden. De winter- infchryving aan de Oude zyde begint door- gaands in Oftober of November, en duurt zes weeken, drie dagen in ieder weeke , van twee tot vyf uuren na den middag, waarna de wintergiften, met den Vrydag voor Kerffc- tyd, aanvangen, die, tot Vrydags voor Palm- zondag ingeilooten, duuren. Aan de Nieuwe zyde, begint zy, in 't laatfl van Oétober, of in't begin van November, en duurt zeven weeken agtereen, alle nademiddagen , behalve 's Vry-
(q) Haadv. */. *7i»
|
|||||||
»*
|
|||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 307
Vrydags, van twee tot vyf uuren. De zo- Huiszrr-
mer-infchryving, die van veel minder uk-tfnAal- geftrektheid is, begint, aan de Oude zyde,M0FSSE* veertien dagen voor Paafchen; en aan deHuizair Nieuwe zyde, in Maart, en duurt maar zes en Wedu- dagen. Aan de Nieuwe zyde, duurt de win-WEJ** ter-bedeeling, dertien, en de zomer-bedee-Hór* ling negen en dertig weeken. Doch aan de Oude zyde, duurt de winter-bedeeling langer of korter,naar datPaafchen laat of vroeg komt! waarnaar zig ook de zomer-bedeeling regelt , die, altoos, 's Vrydags voor Paafchen, aan- vangt. By de bedeeling, zyn een of meer Die- naars van 't AalmoefTeniers-Weeshuis tegen- woordig , om 't gemeen in orde te houden. De zevenjaarige inwooning der behoeftigen, die, een voor een, voor de Regenten, in de Infchryf-Comptoiren , moeten komen, moet, door twee eerlyke Gereformeerde of Luther- fche Ledemaaten, getuigd worden. Ook moe- ten deezen de wezenlykheid der behoefte van elke partye verklaaren. Vrouwen, wel- ker mans op de vaart zyn, moeten zulks, met eene Atteftatie of met getuigen, bewy- zen. Man en Vrouw met één kind worden niet, immers niet ligt, bedeeld: ook geene bedroogen dokters , al hadden zy fchoon, voorheen, onderftand genooten. De We- duwenaars of Weduwen, die een of meer kinderen onder de veertien jaaren, en de ge- huwden , die, met twee of meer kinderen van die jaaren , belaft zyn, moeten, rtiec hunne kinderen , aan 't Comptoir komen* Zulken, die kinderen leenen, verliezen hun- ne gifte. Sterken, en die geenen laft van kin- deren hebben, worden niet bedeeld: ook V 2 gee-
|
||||
- "" .....
|
|||||||||
mui iiiiuimiiwi» vi-i>«>
|
|||||||||
308 AMSTERDAMS III.Deel:
Huiszit- geenen, die minder dan veertig jaaren oud
TEN-ÄAL-zyn, ten ware zy gebrekkelyk van lighaam Moesse. waren> Zelfs wordt, aan geene anderen, Huizen die jonger zyn, enkelyk turf gegeven. De
en Wedu- briefjes van zulken, die, door Regenten, wen- worden afgeweezen , worden ingetrokken " en bewaard, op dat menze zou können naar- zien , indien eenige afgeweezen party, na- derhand, voorwenden mögt, haar briefje, by de voorgaande gifte , verlooren te heb- ben. Men geeft geen confent, of verlof om de bediening, elders, dan aan de Huiszit- tenhuizen, of, door een' ander', te laaten haaien, ten ware de behoeftige party niet gaan kon: of zo zulks al, om eenige ande- re goede reden, gefchiedt, moet dezelve, door het oudlte kind, of door een goeden bekenden, wiens naam op het briefje gefield wordt, worden gehaald. Die zig willen laa- ten infchry ven, moeten, vooral, de vereifch- te Trouw- en Doopceduls medebrengen. Op de Doopceduls der Roomfchgezinden, waar- in veel bedrog plagt te gefchieden, wordt, byzonderlyk, agt gegeven, en onder ande- ren gelet, dat daar by de Statie of Kerk, waar de Priefter, die den doop bediend heeft, woont, gemeld worde. De Regenten aan beide de zyden draagen zorg, dat de dog- tertjes van behoeftigen, van zeven tot veer- tien jaaren oud, op het Stads Zyde-Wind- huis, befteed worden, ten ware zy reeds een handwerk oefenden, of de ouders noodzaa- kelyk dienen moeften; waarvan behoorlyk blyk moet gegeven worden. En hiervan ge- fchiedt aantekening op de briefjes, tot naar* rigt
|
|||||||||
•
|
|||||||||
—
|
|||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 309
rigt der Regenten, die, de volgende dagen, Huiszit-*
jop de infchryving, zitten. Als de Regenten ton-Aal- eenigen twyfel hebben, omtrent de partyen,MOESStt- die onderftand begeeren, wordt de infchry- huizen ving uitgefleld, tot dat, door een' der Sup mWiem pootten* nader onderzoek op dezelven ge-WEN- \ daan is. De infchryving gedaan zynde, volgt, or' kort daar op, de bedeeling, die, eens ter weeke, des Vrydags, na den middag ge- fchiedt. Aan beide de zyden, wordt, het gantfche jaar door, brood uitgedeeld. Doch aan de Oiide zyde, deelt men, zomer en win- ter , ook boter uit: waartegen, aan de Nieu- we zyde, des zomers, alleen brood, en aan fommigen, des zomers en des winters, ook «enig geld, te weeten, twee, vier, zes, agt, tien of twaalf Huivers ter weeke, en,des win- ters , aan allen, die geene Ledemaaten van eer nige Gemeenten zyn, ook boter, enaanvee- ien,daarenboven, kaas uitgedeeld wordt.Beide de Huizen deelen, des winters, aan alle Huis- gezinnen en huishoudende perfoonen turf uit. Zulken, die vier of meer kinderen onder de veertien jaaren hebben, krygen twee zak- ken turf, ter weeke: alle de overigen niet meer dan éénen zak. Van deeze zakken, maa* ken de drie omtrent twee ton turf uit. Zo drie of meer behoeftige partyen, by eikan- deren , woonen, of in ééne flaapftede t'huis leggen, krygen zy, famen, maar éénen zak turf, en men geeft hun geene briefjes, ten zyze allen, gelykelyk, aan 't Comptoir ko- men. Aan zulken, die, by de Gereformeerd- den , Lutherfchen, Roomfchen, of eenige jandere gezindheid, Lidmaaten zyn, wordt V 3 al.
|
|||||
\
|
|||||
310 AMSTERDAMS IILDeel.
Huiszit- alleen turf gegeven, met dit onderfcheid nog«
ten-Aal- tans, dat, aan Gereformeerde Ledemaaten, Moesse je gewoonlyke onderfland verleend wordt, Huizew tot dat zy van de Diaconie trekken können: en Weihj 't welk, tegenwoordig, gemeenlyk, niet eer- WEN- der zyn kan, dan na dat zy vyf, o| zes jaa- Hof* ren Lidmaat geweefl zyn (r). Behoeftige Kraamvrouwen krygen, aan de Oude zyde, vier weeken agtereen , 's winters, eenen zak turf meerder, dan zy gewoonlyk genie- ten , en , zomer en winter, een gulden aan geld ter weeke , fchoon hier, anderszins, geen geM gegeven wordt. Aan de Nieu- we zyde , krygen zy geen meerder turf j maar zes en twintig fluivers , of, zo zy tweelingen voortgebragt hebben, twee en dertig fluivers, ter weeke. 't Getal der brooden, die , des zomers , aan de Oude zyde, gegeven worden, loopt van een tot vier, en des winters, van een tot zes of meer , naar de grootte der huisgezinnen; rekenende men, gemeenlyk, voor ieder kind, een brood meer. Doch aan de Nieuwe zy- de, geeft men, zomer en winter, van één tot zes of meer brooden, naar 't getal der kinderen. Het brood wordt , genoeg- zaam altoos, van enkele Pruiffifche Rog- ge gebakken. Ieder brood weegt vyf pond. De boter plagt, voormaals, Friefche te zyn. Doch federt eenige jaaren, gebruikt men, doorgaands, Ierfche, en liefït Waterfordfche, die beter koop, en ruim zo flrekzaam; doch niet zo zuiver is. Aan de Oude zyde, is (r) Z» III. JD«/,, II. J««^ hl. m.
»
*
|
|||||
■
|
|||||
IV. Boek. Gödsii. en Godsd. Gestigten. 311
egter ,onlangs, wederom, Friefche en Gro-Huiszit-
ninger boter gekogt. Elke behoeftige par- ten-Aal- ty krygt, des zomers, aan de Oude zyde al-M0ESSE- leen, van een half tot anderhalf, en desHuiZE*N winters, van een half tot derdehalf pond en Wsnu- ter weeke. Doch aan de Nieuwe zyde,WEN- geeft men, 's winters alleen, van een halfHoF' pond tot een pond Boter. Van de Noord- •hollandfche kaas, die alleenlyk aan de Nieu- we zyde en des winters gegeven wordt, kry- gen partyen, die met vyf kinderen belaft zyn, een vierde gedeelte van een twaalf-ponds kaas; en partyen, die zes kinderen hebben, een halve agt-ponds kaas, ter weeke. Aan beide de zyden, worden ook doodkiften uitge- deeld , voor behoeftigen van allerlei] e gezind- heid. De meelïe en voornaamfte fchikkingen op de infchryving en uitdeeling, van welken wy gewaagd hebben, zyn vervat, in een Re* glement, door de Regenten van 't Huiszitten- Huis aan de Nieuwe zyde, op den twee en twintigften Oftober des jaars 1734, vaftge- fteld. Aan de Oude zyde, alwaar op de in- fchryving inzonderheid, tot nog toe, geen omftandig Reglement vaftgefteld is, volgt men egter, omtrent het een en het ander, genoegzaam den zelden voet. 't Verfchil, in eenige weinige opzigten, hebben wy niet verzuimd, aan te tekenen. 't Getal der behoeftigen, die, aan beide
de zyden, bedeeld worden, is, gelyk men iigtelyk denken kan, niet altoos even groot, en des zomers verre het kleinfte. Aan de Oude zyde, zyn, voorden winter van 't jaar Ï764 en 17Ó5, ruim agttien honderd, en voor V 4 den-
|
||||
31* AMSTERDAMS III.Deeï,.
HuTszrr- den zomer van 't jaar 17 65, omtrent ze ven-
TEN Aal- honderd partyen ingefchreeven. Doch aan NrER?^" ^e Nieuwe zyde, die veel uitgeftrekter is, en Huizen waar veel meer behoeftigen woonen, beliep tn Wedu- het getal der ingefchreeven partyen, in den ^Ew" zelfden winter, meer dan vyfduizend drie- honderd , en in den zelfden zomer, ruim ne- genhonderd. Aan de Roomfchgezinden, en aan de Gereformeerde en Lutherfche Lede- maaten , wordt, des winters, alleen turf ge- \ geven ; doch zulke Proteflanten , die tot geene Gemeente behooren, krygen de vol- le bedeeling. Inkom- De inkomften van beide de Huizen be- ften der ftaan uit de vrugten van eenige Huizen, Lan- ten-Hui'- deryen > Rentebrieven en Obligatien, welken zen. zy bezitten. Ook hebben wy, hier voor, CoIIeften reeds gemeld, dat het Oude-zyds-Huiszitten- JP <|e huis het regt van de opfcheepinge der Bees- Niciiwe ten» en het Nieuwe-zyds-Huiszkten-huisde Kerken, helft van het inkomen der Kraanen bezit, en by de Daarenboven , verzamelt het Oude-zyds- buizcn. Huiszitten-huis ook aalmoelTen, des Zon- dags , in de Vroeg-, Voormiddags- en Na- demiddags - Predikatien, en des Donderdags, in de Vroegpredikatie, in de Oude Kerke; en hetNieuwe-zyds-Huiszittenhuis, des Zon- dags , op gelyke tyden, en des Dingsdags, in de Vroegpredikatie, in de Nieuwe Kerke. Ten hunnen behoeve, gefchieden ook twee- derlei ommegangen met de fchaale by de huizen, een door de Wykmeefters, en een door de inzamelaars derAalmoelTeniers, van welken wy, wat laager, breeder berigt gee- yen zullen» De aalmoe/Ten, die, in de Eos- fen,
|
|||||
<:,
|
|||||
■
|
|||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 313
fen, op openbaare Plaatfen en in herbergen, Hutszit-
plagten verzameld te worden, werden ook, ten-Aal- voor deezen: door de Huiszitten-huizen, ge- **0ESSE" nooten; doch zy zyn, by de fchikking des huizen jaars 1682, aan 't Aalmoeflèniers-WeeshuisenWEDu- afgedaan. Ondertuffchen, hebben, federt^rEN* deeze fchikking, verfcheiden' by zondere per- 0F* foonen, herbergiers, winkeliers en anderen, op de Regenten, uit eigen beweeging, ver- zogt, dat 'er, in hunne huizen, boffen, ten behoeve der Huiszitten-huizen, mogten ge- hangen worden; gelyk , hier en daar, ge- fchied is. Het Huiszitten-Huis aan de Ou- de zyde heeft veel verlooren aan eene Bos, die, voor 't affchaffen der Pagten en Admo- diatien, in't jaar 1748, in't Vleefchhouwers Gildehuis, plagt te hangen, en, jaarlyks, ryke- lyk voorzien was. De Huiszitten-huizen zyn, wyders, volgens eene Keure van den vierden January des jaars 1530, erfgenaamen van zulken, die door hen onderhouden zyn, en geene nakomelingen agterlaaten (x). Zy nebben ook, reeds op den twintigften Sep- tember des jaars 1533,regt verkreegen,om hunne fchuldenaars , wegens Kuftinge of Huishuur, om de veertien dagen, te mogen loos- en eigenpanden (t). De Legaaten, door zulken, die, in dienft der Ooft- of Weftin- difche Compagnien, alhier uitgevaaren zyn, aan de Armen gemaakt , zyn, door Burge- meefteren, verklaard, toe te komen, voor Q6
(s) Keurb. D. ƒ. 149. Handv. bl, 270.
(t) Kgurb. D. ƒ. l»U Handv. bl. 279. V 5
|
|||||
314 AMSTERDAMS III.Deel.
Huiszit- de helft, aan de Gereformeerde Diaconie,
tun Aal- en voor de wederhelft, aan de Huiszitten. Moesse Docn Zlllke Legaaten, gemaakt zynde aan Huizen de /Innen van oftot Amfierdam, zyn verklaard, en WEDu-.te behooren aan de arme Weezen, dat is, aan wen- het Burger-Weeshuis deezer Stad (u). Wk of -^e ffiyk' °f Buurtmeeflers, van welken Buurt- wy, reeds in 't voorbygaan, gewaagd heb- meeflers. ben, zyn van ouder inftelhnge, dan men, in 't gemeen, geoordeeld heeft. Immers, ik vind, op het jaar 1545, al gewaagd van Quartier- of IVykmeejlers, die, uit de Re- geeringe en deftigfte Burgers, gekooren wer- den , en, by welken, in dien zorgelyken tyd, alle vreemdelingen, zo dra zy in de Stad kwa- men , zig moeften aangeeven. De Stad was toen in zeven wyken verdeeld, drie aan de Oude, en vier aan de Nieuwe zyde: en in ieder Wyk, waren twee Wykmeefters (v). Doch 't fchynt, dat deeze Wykmeefters niet lang gediend hebben. Ook kwam hun dienft, veelligt, niet volkomenlyk , met dien der tegenwoordige Wykmeefleren, overeen. Im- mers , in 't jaar 1652, befloot het Geregt, by raade der zes en dertig Raaden, tot weerin- ge der onbehoorlyke Bedelaarye, Buurtmees- ters aan te ftellen, om agt te geeven op de luiden, die, in elke Wyk of Buurt, kwamen woonen, en om aan de behoeftigen getuig- fchriften te geeven, waarop zy onderhoud, by de Huiszitten , zouden können genie- ten f«) Groof-Memor. N. UI. f. i$4, »4». Handv. bl.i-jt,
(■v) Kcurb. E. ƒ, 114. Zit «o{ hier voor, II, Deel, V. JJöf/^ bl, SI,
|
|||||
*
|
|||||
\
|
||||||
/
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 315
ten (w). En deezen fchynen, federt, den naam Huiszit-
van IVykmeefiers gekreegen te hebben. Zy ten-Aal- zyn vcrpligt, zulken, die de buurt ontruften, ^0ESSE- te vermaanen, om daarvan af te laaten, ÖIh^^, 'er, anderszins, den Geregte kennis van te en Wedu. geeven. Zulken, die hunne kinderen ledigWEN- laaten loopen, moeten zy daarvan afhouden; H°l * en zo men hun geen gehoor geeft, zulks den Regenten van't Werkhuis, of den Gildeknegts der byzondere Gilden aandienen. Behoeftige kinderen, die beide de ouders verlooren heb- ben , moeten zy, door de naafle vrienden, zoeken te doen aanneemen. Doch zo dee- zen zulks weigeren, zyn zy verpligt, den in- boedel der ouderen op te tekenen, en de lyft daarvan te overhandigen aan de Armenbe* zorgers, van welken de overleedenen onder- houden geweefl zyn. En 't zelfde moet ge- fchieden, wanneer iemant overlydt, die van aalmoeffen geleefd heeft. De Wykmeefters moeten een Regifter houden van alle de ar- men in hunne wyk, die onderhoud genieten. Voorts, doen zy, in hunne byzondere wy- ken,by beurten, zevenmaal in 'tjaar,eenen ommegang, met eene zilveren fchaale, ten behoeve der beide Huiszitten - huizen. Zy verzoeken eene vry willige gifte, voor de Huis- armen. Doch behalve deezen, gefchiedt 'er, ColieBan- alle vier weeken, en dus dertienmaal in 'tten met jaar, een diergelyke ommegang met de,derch;?a* fchaale, door eerlyke Burgerluiden, insge- aalmoes. lyks, ten behoeve der Huiszitten-huizen,fmiers, onder den naam van Aalmoejjeniers- armen. Voor-
{w) Handv. tl. +jt.
|
||||||
•
|
||||||
3i6 AMSTERDAMS IILDeel.
Huisznf- Voormaals, plagt deeze fchaal aan 't Aal-
TEN Aal moefleniers - Weeshuis toe te komen; doch Moesse- Zy js ^ jn 't jaar 1682, afgeftaan aan de Huis- HuSn zitten-Huizen, die, daartegen, het onder- en Wedu- houd der bejaarde arme huiszittende luiden wen- 0p zig genomen hebben, welk, te vooren, ^07* ook ten lafte van het AalmoefTeniers-Wees- huis plagt te komen (#). De Wykmeefters dienen, zonder bepaaling van tyd; doch zy, die met de fchaale omgaan, können, na ver- loop van drie jaaren, ontilag verzoeken; wanneer zy, gemeenlyk, een drietal opgee- ven, waaruit de Regenten de open plaats vervullen. Zy worden egter, veeltyds, ver- zogt, te willen aanblyven, en dienen, zo wel als de Wykmeefters, veele jaaren ag- tereen. Die in de Wyken buiten de Stad met de fchaale omgaan, zyn vry van het Poortgeld (y). De Regenten van beide de Huiszitten-Huizen ftellen twee Lyften op, voor zeker getal van jaaren , van alle de Zondagen, op welken, in de Kerken aan bei- de de zyden, wordt afgekondigd, dat men, de volgende weeke, voor de Huis-armen, of voor de AalmoefTeniers - armen , met de fchaale, zal omgaan. En deeze lyften zyn gedrukt onder de Commifïïe , die aan de Wykmeefters en aan de AalmoefTeniers, ten deezcn einde, door de Regenten, uit laft van Burgemeefteren, ter hand gefield wordt. Aan de Oude zyde, wordt de dag der Col- lege > eenigszins, gelaaten aan de keuze der CoJ-
(x) Zie hierna, $. VII. in «feBefchiyv. van't Aalmoes«
SENIERS-WERSHUIS.
(y) Gtoot-Mcmor. N. IX. f, 174 t>**[u
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd»Gestigten. 317
Colleólanten, mids de verzamelde penningen, Huiszit-
door eenen gediende, in dezelfde weeke,ten-Aal- van hun afgehaald, en Wrydags, aan't Comp-M0ESS*- toir gebragt worden. Doch aan de Nieuwe zy- huizen- de , verzoekt men de Aalmoefleniers , 'sib'wedo- Woensdags, en de Wykmeeflers, 's VrydagsWEN" daaraan, te willen omgaan, en de pennin-Hor* gen, op Woensdag verzameld, den volgen- den Vrydag, en de Collecte van Vrydag, op den zelfden dag, in de volgende weeke, aan 't Comptoir te willen brengen. Die tot |
|||||||
ook op de Aalmoefleniers te leggen. Elk kan,
tegenwoordig, tot Wykmeefter verkooren worden, uitgenomen'de Burgemeefleren, Schepenen , Oud - Schepenen , Raaden en Kapiteinen der Burger-Compagnien (z). De Oude zyde is, al federt veele jaaren, verdeeld geweefl in vier en dertig; de Nieuwe zy- de , in drie en negentig wyken; fommigen van welken nog in tweeën verdeeld zyn. In de meeflen deezer wyken en halve wy- ken, zyn twee Wykmeeflers, in ieder; in enkelen, drie Wykmeeflers aangefleld. Be- halve deeze wyken in de Stad, zyn 'ernog vier buiten de Poorten, in ieder van wel- ken, twee, drie, of vier Wykmeeflers aan- gefleld zyn. De aanflelling der Wykmees- teren gefchiedt, door de Regenten der Huis- zitten-Huizen aan beide de zyden , veel- tyds, en, aan de Oude zyde, altoos, uit zul- ken, die met de Aalmoefleniers-fchaale heb- ben (*) Handv. hl. 461,461»6»9>
|
|||||||
*
|
|||||||
-^■
|
||||||
313 AMSTERDAMS ElLDebt;
Huïszit- ben omgegaan, en ook, door de Regenten,
ten-Aal-gefield worden. Moesse- £)e Regenten houden, 's Vrydags na den
Huizen middag, hunnen gewoonlyken Compcoir-dag, en WEDu-op welken tyd, ook de uitdeelingen van brood, w£n* boter en kaas gefchieden.De turf wordt den be- Tt hoeftigen, op Maandag, Dingsdag en Woens- dag, t'huis gebragt. De vafte Bedienden der Huiszitten-Huizenzyn, aan elke zyde, een Boekhouder, en een Binnen-vader en Binnen- moeder; aan de Oude zyde, zes, en aan de Nieuwe zyde, ook zes Suppooften, die den Regenten, inzonderheid by de infchry ving en üitdeeling, ten dienfte ftaan, en eene Bo- terweegfter aan de Oude, en zes aan de Nieu- we zyde, daar zy egter alleen 's winters die- nen. Voorts heeft men, in daghuur,en des winters alleen, aan de Nieuwe zyde, een Op- ziender over ieder der drie Turffchuuren, twaalf Turffleepers, twaalf Beflelders, vier en twintig Turfraapers en agt Turfdraagers. Aan de Oude zyde, daar de Suppooften ook beftelders der turf zyn, en daarenboven, na gedaan onderzoek, maandelyks, verflag doen van 't overlyden der bedeelden, heeft men maar zes Turffleepers, twintig Schuurwer- kers en zes Turfftorters. DeHuis- De behoefte der Huiszitten-huizen, by- zitten- zonderlyk van dat aan de Nieuwe zyde, heeft uizen Burgemeefteren, dikwils, aanleiding gege- fointyds, ven, om zorg te draagen, dat deeze hui- uitStads zen? uit Stads KafTe, onderlleund werden. onder- ^° *s ^et Nieuwe-zyäs-Huiszittenhuis. daar ikund. de Huisgezinnen, die onderhoud trokken, van het jaar 1655 tot het jaar 10*73, van *795
|
||||||
■j
|
||||||
-------------------------------------- .....:■.,.■■■ . - - - -,,.
|
|||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 3 19
2795 tot 5860, waren aangegroeid, in 't jaar Huiszit-
1674, met twaalfduizend guldens en een- ten-Aal- honderd en dertig Laften Rogge , onder-MOESSE" fteund (a). Op bevel van 't Geregt, heb-^zEn ben de Huisziaen - Huizen, in ftrenge win- en Wjjdu- ters, fomtyds, gelyk in de jaaren 1670 en wen. 1672, aan huisgezinnen, die't verzogten,^0F' drie manden turf ter weeke, tegen vyf en ïeene"" zes fluivers de mand, uitgedeeld (#). By dikwils', de eerde overkomt! der Franfche Vlugte- buitenge« 'lingen, zyn de behoeftigen onder dezelven, jKJJJJJ eenige jaaren agtereen, door de Huiszitten- Huizen, onderfleund (c). En nog in 't jaar 1736, heeft het Oude-zyds-Huiszittenhuis twee duizend , en het Nieuwe-zyds-Huis- z-ittenhuis vier duizend zakken turf, op lafl van Burgemeefteren, aan de Walfche Dia- conie , ten behoeve der Franfche Vlugte- lingen , uitgeleverd (d). Doch het getal dier Vlugtelingen, federt, een vierde ver- minderd zynde ; hebben Burgemeefteren , op den twintigflen April des jaars 1753 , be- laß: , ook een vierde minder turf, aan de Walfche Diaconie, uit te deelen. De noo- dige vertimmering van beide de Huiszit- ten- Huizen en de duurte der graanen , boter en turf, federt eenige jaaren, heeft ook te wege gebragt, dat zy , en 't Nieuwe-zyds-Huiszittenhuis in 't byzonder, onlangs, met aanzienlyke lommen uit Stads KafTe, hebben moeten onderfleund worden. Wy-
(a) Refol. Vroedfch. L*. K. 9 Oólob, K74. ƒ. m.
(b) Kcurb. O. f. 2jo verfo.
(e) Refol. Vroedfch. L* R. 9 N«v. \ü$. f. t.
{d) Groot -Meinor. MX, £117 ■verf». |
|||||
320 AMSTERDAMS III.Deel.
Burger- Wyders, vind ik, dat Burgemeefleren, op
W£es- op den een en twintigften July des jaars ums* 1702, den Regenten van 't Nieuwe-zyds- Huiszittenhuis gelaft hebben, aan twee ou- • de burgers, man- en vrouw, die Gerefor- meerd , doch geene Ledemaaten waren , jaarlyks, uit te keeren, een honderd gul- dens. Doch zulke voorbeelden zyn zeldzaam. OndertufTchen, ziet men, uit dit alles, hoe zwaare lallen deeze Huizen te draagen heb- ben , en te gelyk, van hoe groote nuttigheid zy zyn, tot onderileuninge der behoeftigen, die, nogtans, meefl vreemden, en aan de Oude zyde, voor een groot gedeelte, be- hoeftige zeeluiden zyn. Van de Schooien, die, federt eenigejaa-
ren, gedeeltelyk, onder 't opzigt der Re- genten van beide de Huiszitten-Huizen, op- geregt zyn, zullen wy, hierna, by bekwaa- mer gelegenheid, handelen. VI.
BURGER-WEESHUIS.
Aanlei- T7^ ene tyke Amfterdamfche Vrouw, Haasje
ding tot g2j Clacs dogter, in 't Paradys, genaamd, het iïig- bezittende eenige huisjes in de Kalverflraat, eenVßuR- omtrent de Kapelle der Heilige Stede, by CER- of op de plaatfe, waar, in 't begin der ze- Wees- ventiende eeuwe, het Huis de Goude flondt iiuis. ^\ s welk, federt, de Herberg de Keizers Kroon
(e) Accoort van0 T Maa-rt i6t>7 , raakende het Huis de
Goude, berußende *» 't tVecshuis, Lïude VJil« |
||||
IV.BoëK. Godsh. in Godsd.Gestigten. 3^r
Kroon geworden is , befloot, omtrent den burgir-
jaare 1520, dezelven te doen dienen, tot Wees. huisveftinge en opvoedinge van zeven of agtHUIS* arme Weeskinderen, over welken, zy het opzigt gaf aan letuwet Sweerszoon. Doch 't leedt niet langer, dan tot in 't jaar 1523, toen 't Geregt een Reglement voor dit Wees- huis maakte, welk, den een en dertigften Maart des gemelden jaars, gedagtekend was (ƒ). Van dien tyd af, werden de Regen- ten, door Burgemeefteren, aangefleld. 't Weeshuis, waaraan, in de Lente des jaars 1524, nog getimmerd werdt (g), federt, toe- neemende in getal van kinderen; werdt, niet alleen by byzondere Perfoonen, maar ook by Burgemeefteren en Raaden , zorg ge- draagen, om de inkomften van het zelve te vermeerderen: en vind ik, dat, al in'tjaar 1556, aan het zelve, vergund is, plaats aan de vefte, tot lyndraaijen, te mogen verhuu- ren (h): 't welk het begin fchynt gegeven te hebben, aan de Lynbaanen langs den Sin- gel , waarvan de Lynbaansfieegen nog den naam draagen. Ook heeft het Weeshuis, van dien tyd af, Stads vuilnisvaten verhuurd {/) , die, naderhand, wederom, aan de Stad, en, eindelyk, aan 't Aalmoezeniers - Wees- huis, gekomen zyn. In 't jaar 1559, werdt beilooten, langs de weftzyde van 't Rokin, van
(f) Hand*. */. z7$-
(gt Vit een R.eq.ieft der Regenten v*n ijh, geb§tkj i*
tin ftecweil der Documenten van het Weeshuis. (h) Refol. Vroedfch. JN. i. * Juny i$s6.
(t) vit Aantek. v*n Schepen G. Schaap Fieteäszoon,
0p 'i laar tSj i. T VIII. Stuk. X
|
||||
322 AMSTERDAMS IH.Deel.
Burger- van omtrent de plaats, daar, federt, de Beurs
Wees- geftigt is, tot aan de Kapel der Heilige Stede huis. toe 4 ^aar de huizen tot aan 't water ftonden, een' Burgwal te leggen (ff). Dit gefchiedde, federt. Doch hierdoor werden eenige Ver- kenskotten, en het heimelyk gemak van 't Weeshuis, aan 't water ftaande, weggeruimd. Men befloot dan, op 't einde des jaars 1561, een erfje van de Heilige Stede te koopen, en daarop een ander heimelyk gemak te tim- meren (/). Doch de Regenten, in 't jaar 1562, weigerende, een uitftek van een' oven, waar- door de nieuwe burgwal belemmerd werdt, weg te breeken, beflooten, om hiertoe niet genoodzaakt te worden, hunnen dienft ne- der te leggen; en'Jbra&ten, op den agt en twintigften Auguflus, hunne fleutels aan Bur- gemeefters-Kamer. Burgemeefleren verkoo- ren, terftond, andere Regenten , en men vondt geraaden, de boete, op het weigeren van Stads dienften gefield, te verdubbelen (772). Midlerwyl, was het Weeshuis, in 't jaar 1561, uit de inkomflen eener Loterye, waar- toe , op den naam van Koning Filips den II., den negen en twintigften Maart des jaars 1559 f1560],Oótroi verleend was(»),her- bouwd. Doch in 't jaar 1574, werdt, tot onderfteuninge van het Huis, belaft, dat elk, die Burger werdt, drie gulc^ens , ten be- hoeve van het zelve, betaalen zou; welke fomme, naderhand, verhoogd is. Na de verandering der Regeeringe, op den tien- den (IQ Refol. Vroedfch. N. i. 7 Dtcemb. i?S9.
(I) Refol. Vroedfch. N, 1. 10 Dtcemb. ijöi. (m) Refol. Vroedfch, N. 1. jo Aug. ijóa, (n) In 't Weeshuis. Laadt X, |
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 323
den Maart des jaars 1579, flonden Bürge- Bukger-
meefleren en Raaden de goederen van deWEEs- Kapelle inde Kalverftraat aan het WeeshuisHUIS* af, alzo deszelfs uitgaaven zo zeer vermeer- derd waren, dat men, in lang, geene kin- deren , in het zelve, hadt können inneemen. In Oótober des jaars 1578, hadt men reeds twee duizend guldens, uit het zilverwerk der Nieuwe Kerke, aan het zelve gefchonken. En op den vier en twintigften en vyf en twintigften Maart des jaars 1579, kwamen de Regenten, met de Mater en Nonnen van S. Lucien-Kloofler, tegen over het Wees- huis , en met de Karthuizers, die hun Kloos- ter toen buiten de Stad hadden, overeen, dat alle de goederen deezer Kloofteren, aan het Weeshuis, zouden worden afgeflaan; waar- tegen de Regenten zig verbonden, om de Moniken en Nonnen, hun leeven lang, te voorzien van huisvefling en onderhoud; ge- lyk ik ook bevind, dat zy, aan de Karthui- zer-Moniken, tot in 't jaar 1614 toe, wan- neer de laatfle overleedt, drie en dertig dui- zend vier en negentig guldens; en aan de Nonnen, tot in't jaar 1633 toe, toen de laatfle ftierf, vier en twintig duizend een honderd veertien guldens en vyftien fluivers, in alles, betaald hebben (0). In 't jaar 1580, Het werden de weezen overgebragt in 't S. Lu-ï*°JJ*c» cien-Kloofler, welk eenen uitgang hadt in {"gen- de Kalverflraat, voor welken, in 't volgen-woordige de jaar, eene fraaije hardfleenenPoort, metP,aats> twee huizen ter wederzyde, gefligt werden. £Se" Het
(») Vit Aantekeningen in 't Weeshuis.
|
||||
324 AMSTERDAMS III. Deel.
Borger- Het gewezen Weeshuis werdt, federt, ver-
Wees- huurd. In deezen ftaat, bleef het nieuwe huis. Weeshuis, tot in 't jaar 1632, wanneer be- flooten werdt, het Oude-Mannen- en Vrou- wen-huis , welk nevens den ingang van het Weeshuis, ten zuiden, ftondt, en waaruit de oude luiden, al in'tjaar 1601 ,verplaatftwa- En in een ren, te vereenigen met het Weeshuis, welk, Jongens- hier voor, aan 't Oude-Mannen en Vrouwen en Meis- Gafthiris, eene rente van dertien honderd eul-
jes Huis , . i i n i- • » • J^ onder- gens s Jaars beloorde, die, in tjaar 1662,
fcheiden. werdt afgelofl. Het S. Lucien-Kloofter, met
het Priefters-Huis, en nog twee huurhuizen, in 't jaar 1634, zynde afgebroken, werdt, in de plaats derzelven, een nieuw Meisjes- Weeshuis getimmerd, tot vergrootinge waarvan, in 't volgende jaar, een hoekje gronds van agt honderd voet in 't vierkant, van 't Begynhof gekogt werdt. Gerrit Hat- felaer, Zoon van den Majoor Nkolaas Has- felaer, leide den eerften fteen aan dit ge- bouw , welk eenen deftigen ingang kreeg, in de S Luden-, voormaals, de Heertgens- ßeeg. Het gewezen Oude - Mannen - Huis diende toen alleen tot een Jongens-Huis, en behieldt zynen ingang, in de Kalverftraat. Men kogt, in 't jaar 1645, een huis en pak- huis hierby, en vertimmerdeze, tot een Jon- gens-Ziekenhuis. Een gedeelte van 't Meis- jes-Huis , langs den Nieuwe-zyds-Voorburg- wal, bouwvallig geworden zynde, is, van 't Begynhof af, tot aan de fteenen brug, die naar de Deventer Houtmarkt, nu de Blom- markt, leidt, in 't jaar 1630, deftig her- bouwd. |
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 325
bouwd. De eerfte fleen aan dit werk werdt, burger-
op den negen en twintigften Auguftus desWEKs- gemelden jaars, gelegd, door Willem Six den HUIS* jongen. Het Jongens-Huis is, voor eenige jaaren, ook fraai vernieuwd. En aan beide de huizen zyn, van tyd tot tyd, merkelyke verbeteringen gemaakt, waarmede men , nog tegenwoordig,[in 1765],bezig is. Voor de Poort van 't J o n g e n s - H u 1 s, Befchry-
in de Kal verftraat, is een klein vierkant Plein, vinS waarop, voor aan, in 't midden, een kope- Yan het .. AL n. U * TA r JONGENS
ren gegooten Armbos gefteld is. De twee hu1s.
burgerwooningen, ter wederzyde, op de hoe- ken van dit Plein gebouwd, komen, onder anderen, het Weeshuis toe. En in de voor- gevels van dezelven, zyn twee Weeskinde- ren uitgehouwen: een Meisje in den eenen, en een Jongen, in den anderen» Beide houden- ze een tafereel voor zig, waarop deeze ver- zen van den Digter Joost van Vondel gelezen worden: Op het eerfte:
Bier treurt het Weeskint met gedult,
Dat arm is zonder zyne fchult, En in zyn armoe moet vergaen, Indien gy 't weigert by tefiaen. Zoo gy gezegent zyt van Godt, Vertroofl ons uit uw overfckot. Op het andere:
Geen armer Wees op aerde zwerft,
Dan die der Weezen Vader derft. Der Weezen Vader derft hy niet, DU Weezen troofl in baer verdriet, X 3 Dies
|
||||
326 AMSTERDAMS IILDeel.
Dies ßa uw oogen op ons neer,
Ons aller Fader trooß u weer. De Poort zelve is, van boven, verfierd met
eenige Weeskinderen, ftaroogende op eene duif, het zinnebeeld van den Heiligen Geeft, naar welken, de Wees- en Gaflhuizen, en dit Weeshuis in 't byzonder, van ouds, plag- ten genoemd te worden (/>). Ook flaat dit zelfde zinnebeeld, nog tegenwoordig, aan een huis in de Kalverftraat, op den hoek van eene fteeg, die, om dezelfde reden, de Duif- jes fieeg genaamd wordt. En men ziet het boven verfcheiden' ingangen in 't Huis, en zelfs, op het gewoone zegel der Regenten. Onder de af beeldfels der Weeskinderen, bo- ven de Voorpoorte. van 't Jongens-Huis, leeft men deeze regels van den genoemden Digter: Wy groeijen vaß, in tal en laß,
Uns tweede Vaders klaagen.
Ay, ga niet voort, door deeze Poort, Of help een luttel draagen.
De Poort doorgegaan zynde, komt men in
eene gaandery, die op hardfteenen zuilen ruft. Ter regter zyde, in de gaandery, is de woo- ning van eenen der Suppooften, die de ver- diende Ioonen der Werkjongens ophaalt; aan welke, ook een uitgang buiten de Voorpoorte is. De wooning beftaat, uit verfcheiden' bene- den- en boven-vertrekken. Meer weftwaards, komt men aan de wooning van den Poortier, uit eene flaapkamer en kooken beftaande. En nog verder, aan eene TimmerJoots, voor- maals,
O) zie Ampzing Haailcm, R 355. PARS Katwykfche
Oudheden, blt i|o *»*,, |
||||
IV.BOEK. GODSH. EN CoDSD. GesTIGTEN. 327
maals, eenKoehuis, waar, in't begin der burgsr.
voorgaande eeuwe, des winters, nog wcIWees- twintig koeijen plagten geftald, en boteren HUIS' kaas gemaakt te worden, ten dienfte van het Huis (5). Doch deeze omflag is, al voor meer dan honderd jaaren, afgefchaft geweeft. En de Loots wordt nu gebruikt om 'er al het houtwerk, zo voor het Weeshuis, als voor de huizen, aan het zelve behoorende, gereed te maaken. Aan 't einde der gaanderye ,is eene poort, door welke, men toegang heeft naar het Meisjes-Huis; doch die, gemeenlyk, ge- flooten gehouden wordt. Ter linkerzyde der gaanderye, heeft men eene ruime vierkante Plaats, langs twee zyden van welke , het Jongens - Huis , voor eenige jaaren , van nieuws, gebouwd is. 't Gebouw langs de twee andere zyden is ook merkelyk verbe- terd. Ten weften deezer Plaatfe, is de op- gang naar de Jongens-Eetzaal, een ruim en hoog vertrek. Onder deeze Eetzaal en de naafte vertrekken, zyn drie ruime kelders, het Jongens-wafchhuis, de Metfel-kelder en de Kuipers-kelder. Zuidwaards van de Eet- zaal , komt men aan de Kooken van 't Jon- gens-Ziékenhuis, en aan dit Ziekenhuis zelf, waarby een Doodenhok is, alwaar de Lyken, voor eenen tyd, geplaatft worden. Noord- ooftwaards van de gemelde Kooken, heeft de Ziekenmoeder eene Kamer, en langs de ooftzyde van de Plaats," is de wooning van den Schoolmeefter der Jongens. Zy be- ftaat, uit verfcheiden' vertrekken. Naaft de-
(j) PONTANUS Libr. II. Cap. II. f. 70.
X4
|
|||||
/
|
|||||
328 AMSTERDAMS IILDml.
dezelve, ten noorden, zyn de Glazenmaa-
kers- en Schilders-winkels. En daar naad,op de Plaats, zyn een honderd en twintig kasjes gemaakt, tot berging voor de Jongens, die elk een' fleutel van hunkasje hebben Boven de Jongens-Eetzaal, zyn twee Slaapvertrekken, boven eikanderen. Op het onderde, daan al- toos zes en negentig krebben, ieder voor drie jongens gefchikt: op het bovende, zoveel, als men 'er meer noodig heeft. De Jongens- school is boven de gaandery, aan de noord- zyde der Binnenplaats. In het Meis jes-Huis,komt men,uit
de S. Lucien deeg, over een ruim Voor- plein , door eene fraaije, groote harddeenen Poort. Hier ontmoet men, eerd, ten oos- ten , de wooning van den Boekhouder van 't Weeshuis, waartoe de Regenten, gemeen- lyk, eenen Notaris verkiezen. Zy bedaat, uit verfcheiden' goede vertrekken , tegen over welken, aan de zuidzyde van den gang, die naar 't Jongens-Weeshuis leidt, hy een Comptoir heeft. Naad het zelve, is het gewe- zen Regenten-Comptoir, een ruim vertrek', welk op de Plaats van 't Jongens-Huis uitziet. "Het wordt nu gebruikt, om de inboedels, die de kinderen inbrengen, of die 'tWeeshuis erft, in orde en te koop te leggen. Ook wordt 'er 't geld der kinderloonen en colleólen ge- teld en ontvangen. Oodwaards van het eerd- gemelde Comptoir, heeft de Schoenmaaker van het Weeshuis zyae wooning. Op de wooning van den Boekhouder, volgt, even binnen den ingang, aan dezelfde oodzyde, de wooning van den Poortier. Wedwaards, tree«
|
|||||||||
Burger-
wees- huis. |
|||||||||
Befchry-
ving van het Meisje«. Huis. |
|||||||||
■ppj^w^i.iM'..lipt-.... 1*■ F"""' *"*■—■ ■;■■-■) ■.-,.■..,■■,.
|
|||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 329
treedt men, door een ruim Voorvertrek, in Burger-
het tegenwoordige Regenten-Comptoir 9 eeneWEEs- groote en fraaije Kamer, welke op degroo-auis* te Binnenplaats van 't Meisjes-Huis uitziet. De fchoorfteen en wanden zyn, onder ande- ren , verfierd met drie Regenten- en twee RegentefTen-flukken, van Juriaan Ovens, Arnold Boonen .(r) en andere meefters, ge- fchilderd. In een der RegentefTen-flukken, door Jacob Backer gedaan, munten de na- tuurlykheid enkonft, byzonderlyk, uit. In een der Regenten - Hukken, ziet men den Majoor Nicolaas HaJJelaer, die Regent van 't Godshuis geweeft is, in zyn krygsmans- gewaad. Voorts, hangen hier twee naauw- keurige tekeningen, eene van den platten grond, en eene van de voornaamfte gevels van 't gebouw, beide, in 't jaar 1759,door den Landmeeter Willem Jacob Vonk, gedaan. Wy fpreeken niet van de wapens en naam- borden der Regenten, die, in dit vertrek, ^ gevonden worden. Agter het zelve, is nog een klein vertrek, het Cas-Comptoir genaamd, alwaar het geld van 't Godshuis bewaard wordt. In dit vertrek, hangen twee Schil- derftukjes, een, door Juriaan Pool gefchil- derd, en aan het Weeshuis vereerd; waarin, hy zig zelven, in Weezenkleedinge, heeft afgebeeld, ter gedagtenifle zyner opvoedin- ge in dit Godshuis. Op de Linnen-Kamer, boven, daar 't ongemaakt Linnen bewaard wordt, hangt nog een ftuk van Pool, waar hy, in een nagtrok, gefchilderd is. Het an- der (r) Zi* VAN GOOl.Ni«uwe Schouwburg , l.Dcel, bl, joi.
x5
|
|||||
330 AMSTERDAMS IILDEEt.
Bürger- der flukje, welk in 't Cas Comptoir hangt,
Wees- verbeeldt een' ouden Wees, zo my berigt huis, wordt, Barend Jansz. Bode, en in 't gemeen, Baandje genaamd, die niet wel by 't hoofd .* bewaard, en, door de gantfche Stad, bekend was, om dat hy, altoos, de ileeden van zul- ken, die naar en van het trouwen reeden, agter aan liep. Hy is ook, in een grooter flukje, in 't vertrek voor de Regenten - ka- mer , afgebeeld. Langs deeze twee vertrek* ken, naar de zyde van de S. Luden fteeg, zyn de Broodbakkery, die één' oven heeft, en waarby een ruim en hoog Rookhuis f bat; een kleine koóken, die alleenlyk, by byzon- dere gelegenheden, gebruikt wordt; eene ilaapkamer voor een' ongehuwden Kooken- vader; eene Eetkamer voor de Suppooften van 't Huis, en daarby de groote Kooken voor de Jongens en Meisjes, alwaar, voor drie plaaten nevens eikanderen, en op twee fornuizen, gekookt wordt. Hier by is een vertrek, daar 't brood wordt gefneeden, en eene wooning voor een getrouwde Kooken- vader en Kookenmoeder , zig ftrekkende langs den Voorburgwal; midsgaders , een wafchhuis, welk, onder door de helling van de fteenen brug, tot aan 't water, loopt. Doch de wafchhuizen in 't Weeshuis dienen niet meer tot het voorig gebruik, federt dat men raadzaamer geoordeeld heeft, het ge- maakte Linnen, op 's Graavenland, te laaten wafTchen , en de Meisjes aan ander werk te houden. Boven de wooning van de Kooken vader en Moeder, is de Regent effen- Kamer, een net ingedoken vertrek, uitziende op
|
|||||
*
|
|||||
■
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 331
op de fteenen brug, die naar de Blommarkt Burcbr-
leidt. Hier hangt een gefchilderd af beeldfel Wee«. van't wapen van't Godshuis, zynde eenebe- HUIS* draalde duif, het zinnebeeld van den H. Geeft. Het wordt, door een Weesmeisje en een' Weesjongen, vaftgehouden, en is om- ringd van de Vrouwelyke wapens van vier ïtegentefTen, die in 't jaar 1680 dienden, Debora Blaauw , Huisvrouw van Johannes Hudde, Catharina van Heiningen, Huisvrouw van Cornelis Valckenier , Maria Munter, Huisvrouw van Ifaac Jan Nys, en Maria van der Merct , Huisvrouw van Hendrik van Gent. Weftwaards van de groote Binnen- plaats , in 't midden van 't gebouw, is de op- gang naar de groote Meisjes Eetzaal, een ruim en hoog Vertrek, voor welk, een groot Poortaal legt, het Middelhuis genaamd. Langs deeze zaal,ten weften,zyn de Linnen-naaiwin- kel, de Breij winkel, en de Slaapkamers voor de Linnen-naaimoeder en Breijmoeder. Meer zuidwaards, heeft men 't Meisjes - Zieken- huis , met een kooken en wafchhuis, voor het zelve; eene Slaapkamer voor de Zieken- moeder, en een Doodenhok. Doeh de kooken van dit Ziekenhuis, de flaapkamer der Zieken- moeder, het Doodenhok, en eene Karnkamer daar boven , worden , tegenwoordig , [in 1765], geheellyk, herbouwd. Nog meer zuidwaards, heeft men 't Meisjes-wafchhuis, en naar 't ooflen, een' Bier-kelder en een' Boter-kelder. Boven deeze kelders is de woo- ning van den Kleêrmaaker en Wollen-naai- meefteres; en daar naaft de Wollen-naaiwin- kel, alwaar alle de Wollen-kleederen voor 't Huis gemaakt worden. Zy wordt thans ook 1 her-
|
|||||
33* AMSTERDAMS IILDeel.
Büigir- herbouwd, en daarboven eene plaats gefchikt,
Wees- tot berging van boeken en papieren van HÜI8, van het Weeshuis. Voor dezelve, legt de fpeelplaats der kleine kinderen , op welke, de ingang is naar derzelver Eetzaal, die ook tot eene Catechifeerplaats voor de Meisjes dient, en waarby een kooken en wafchhuis geplaatft is. Aan de ooftzyde van de groote Meisjes- Plaats, is de Kinderen-School, alwaar, desZon- dags, voor de Jongens, gecatechifeerd wordt, en waar agter eene Speelfchool voor de klei- nen is. Noordwaards van deeze twee vertrek- ken is het Pand; en agter, of ten ooften van het zelve, de Loots, die beide tot berging die- nen. Boven, op de tweede Verdieping van 't gebouw , zyn de Slaapkamers voor de groote Meisjes, langs de noord- en weft- zyde; en voor de kleine kinderen, by wel- ken , ook de Moeder over dezelven haare wooning heeft, langs de zuid- en een gedeel- te van de ooftzyde. De kleine jongens en de kleine meisjes leggen afzonderlyk; doch al- len , grooten en kleinen, drie in eene krebbe. Beftie- De beftiering van het Burger - Weeshuis rmS- wordt, door Burgemeefteren, aanvertrouwd Regen- aan zes Regenten en vier Regentessen of Buitemnoeders, De Regenten vergaderen, ge- Regen- wooniyl^ eens ter weeke, des Woensdags, na TEssEK. ^en mj^jag# j)e Regenteflen komen, ook, eens ter weeke, gewoonlyk, des Maanäags na den middag, byeen. Wy hebben, reeds in 't Boekhou-voorbygaan, aangemerkt, dat de Regenten eenen Boekhouder hebben aangefteld, die in't Huis woont, en gemeenlyk een Notaris is, al- zo hem de redding en vereffening der boedels en goederen, die de Weeskinderen mede- bren-
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 333
brengen of erven, onder 't bewind der Regen- Bur Gat-
ten, aanbevolen is. Daarenboven, maakt hy,uit Wan- het boek der inkomften en uitgaaven van het HUIS* Huis, welk, door de Regenten zelven, gehou- den wordt, de jaarlykfche rekening op, die aan Burgemeefteren gedaan wordt.Ook neemt hy, in afwezendheid der Regenten, van alle voor- vallende zaaken ken nis, daar van verflag doen- de aan de Regenten, welker gewoonlyke Ver- gaderingen hy ook, als Secretaris, by woont. De gQwoonlyktSuppooflen of Bedienden van Suppoos«
het Burger-Weeshuis zyn de volgenden: eentci*. Schoolmeefter van de groote Jongens, die een Ondermeefler onder zig heeft; een School- meefter over de grooteMeisjes; en eene Moe- der , een Schoolmeefter en Schoolmeefteres, over de kleine kinderen. Over de groote Jongens en groote Meisjes, zyn ook twee Moeders: de eerfte heeft vyf, de andere drie dienftmeiden ten haaren bevele. Zy draagen zorg voor het behoorlyk opdis- fchen der fpyze; het fchoonhouden der ver- trekken; het walTchen en opdoen van't Lin- nen ; het verfchoonen en reinigen der bed- den en tafels; het bezorgen van behoorlyke verfchooning aan de kinderen enz. De bed- den worden, om de veertien dagen , ver- fchoond, en tweemaal ter weeke, worden 'er fchoone tafelkleeden gelegd. Voorts, zyn 'er twee Suppooften, die 't geld, welk de werkjongens verdienen, weekelyks, of ten langfte om de veertien dagen, by der- zelver Meefters, ophaalen; aan de Regen- ten verantwoorden, en tevens verflag doen van 't gedrag der Jongens, en of 'er eenigen hun
|
|||||
•
|
|||||
334 AMSTERDAMS IILDeei,
Buboer- hun werk verzuimd hebben. EenKooken-
Wees- vader en Kookenmoeder draagen zorg, voor huis. >t |3ew.aaren t en bereiden der fpyze, waartoe zy een' knegt en zes meiden ten hunnen dienfte hebben. De Kookenvader houdt boek van den voorraad van fpyze, en draagt zorg, dat zy, naar behooren, geleverd worde. Driemaal in de weeke , komt 'er een Bak- ker in 't Huis, om zo veel roggen- en tar- wénbrood te bakken, als hem, door den Koo- kenvader , aangezeid wordt. Aan elke Poort van 't Weeshuis, is een Poortier. De Jon- gens-Poort wordt, met het luiden der Stads Poortklok, geopend en geflooten. Zo de werkjongens, na agt uuren 's avonds, t'huis komen, moet de Poortier daarvan aan de Regenten kennis geeven. De Poortiers mo- gen geene kinderen laaten uitgaan, dan die toonen, verlof te hebben. Die aan de Meis- jes-Poort moet, byzonderlyk, agt geeven, dat de Jongens niet met de Meisjes verkee- ren. De Schoenmaaker van 't Huis, die ee- nige knegts onder zig heeft, doch geene Weeskinderen, buiten kennis der Regenten, in zynen byzonderen dienft, gebruiken mag, verzorgt de kinderen van fchoenen en mui- len , en houdt 'er behoorlyk boek van. Hy mag geen Leer koopen, voor zig zelven. Een Kleêrenmaaker en Wollennaaivrouw onder- wyzen de Meisjes in 't Wollennaaijen, op de winkel, daartoe gefchikt. De Kleêrenmaa- ker moet ook, voor 't bereiden en verwen der lakenen, karfaaijen, baaijen en andere ftoffen tot kleedinge, en, voor het maaken en verftellen van de wollenkleederen der kin-
|
|||||
♦
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 335
kinderen , zorg draagen. De Linnennaai- burg«,
meefteres, die eene Onder-meefteres by zig Wees- heeft, oefent de Meisjes in 't Linnennaaijen,IIÜW- en draagt zorg, dat de winkel, door drie Meisjes, fchoon gemaakt, en 's winters van vuur, op den haard en in de ftooven, voor- zien worde. De Breijmeefteres houdt dier- gelyke orde op de Breij winkel Over ieder der twee Ziekenhuizen, is eene Ziekenmoe- der. De Jongens-Ziekenmoeder heeft eene; de Meisjes-Ziekenmoeder, die voor beide de Ziekenhuizen kooken moet, ook eene dienftmeid tot haare hulpe. Drie Weesmeis- jes , zo van de Wollen- als van de Linnen- winkel, helpen, daarenboven, het huis- en kookenwerk waarneemen,in het Meisjes-Zie- kenhuis. 'sNagts, komen twee Weesmeisjes, by de zieke meisjes, en twee Weesjongens, by de zieke jongens, waaken. Om het vuile Lin- nen aan de Moeder over de groote Meisjes toe te tellen; het fchoone wederom te ont- vangen , te ftryken, en uit te deelen, is eene Styffter aangefteld, die, als 't vereifcht wordt, van twee Weesmeisjes van elke winkel wordt geholpen. Eene Kamfter heeft ook, dagelyks, werk aan't kammen en reinigen der Jongens en Meisjes van het Kinderenhuis, en der Meisjes van de breij- en naaiwinkels; vier van welken haar, 's Saturdags, de Kamka- mer helpen fchoonmaaken. Omtrent de hoedanigheden en jaaren , Hoeda-
vereifcht, om in het Burger-Weeshuis te nighe- worden aangenomen, is, meermaalen, ver- fe^61" andering voorgevallen. Volgens het oudfte oin in 't Reglement van den jaare 1523, mogten al- Burger- leen |
||||
336 AMSTERDAMS TILDeel.
leen wettige Poorters - Kinderen , beneden
de tien jaaren oud, in 't Weeshuis ontvan- gen worden, zonder dat bepaald werdt, hoe lang de ouders Poorters geweefl moeden zyn. Doch in 't jaar 1554, werdt verklaard, dat de langflleevende der ouderen zeven; in 't jaar 1564, dat dezelve twaalf (j), en in 't jaar 1Ó34, dat beide de ouders zeven jaaren Poorter geweefl: moeflen zyn: waartegen, in 't jaar 1564, gevorderd was,dat de kin- deren onder de negen jaaren oud zyn moes- ten ; doch in 't jaar 1584, wederom toegege- ven , dat kinderen van twaalf jaaren oud en daaronder zouden worden ingenomen (f)« Op deezen voet, is de bepaaling der hoeda- nigheden van de kinderen, die in 't Burger- Weeshuis konden komen , gebleeven, tot ïn 't jaar 1737. De Diaconie, toen bevin- dende , dat haar Weeshuis, met veele kin- deren , belaft werdt, die, by 't Burger-Wees- huis, in gevolge der gemaakte fchikkinge, waren afgeweezen, verzogt aan Burgemees- teren, dat hierin, tot haare ontlaflinge, ee- nige verandering gemaakt mögt worden. En op den agttienden April des gemeldenjaars, werdt, by Burgemeefteren en Raaden, be- raamd , dat, by voorraad , voor den tyd van zes jaaren, in 't Burger-Weeshuis zou- den worden ingenomen jongens, tot veer- tien, en meisjes, tot twaalf jaaren, welker ouders, of de langflleevenden van beide, ten minfle vier jaaren, Poorter geweefl waren(«), (1) Kturb. F. f. 149.
(t) Handv. M, H%.
(»; Refol. Yiocdlch. L*. LL. is Af ril ïjij. ƒ. i(;
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 337
In 't jaar 1743 , en in 't jaar 1749, werdt dee- Burger
ze fchikking, t'elken reize, voor nog zesWEEs- jaaren, verlengd; doch in 't laatfle geval, ver-HUI8, klaard, dat de Ouders beide vier jaaren Poor- • ter geweeft moeiten zyn (v). In't jaar 1756, en in 't jaar 1761, is de laatitgemaakte fchik- king , telkens wederom voor zes jaaren, ver- lengd; doch, tot voorkoming van misver- ftand, verklaard, dat de kinderen gebooren moeden zyn, na dat de ouders Poorter ge- worden waren (w), overeenkomftig met de Refolutie der Vroedfchap van den vyfden September des jaars 1631 (#). By eene Keu- re van den zevenden April des jaars 1634, is ook reeds vaftgefteld, dat kinderen van zulken, die, aan PoorterefTen of Poorters dog- ters getrouwd zynde, verzuimd hadden, den ge woonlyken Poorter-eed te doen, niet in't Weeshuis zouden aangenomen worden (j). Onegte.Lidmaatskinderen, beneden de vyr- tien jaaren, komen in 't Diaconie-Weeshuis. En zo zy ouder, of zo hunne ouders geene Lidmaaten geweefl: zyn, komen zy in 't Aal- moefleniers-Huis. Volgens het oudile Re- glement op het Weeshuis, blyven de Wee- zen in 't Huis, zo lang als het de Regenten goedvinden (z). Doch de Vroedfchap heeft, in 't jaar 1631, verftaan, dat de Regenten kin-
v
fi/) Refol. Vioedfch. Lr. MM. i Julj 174». ƒ. 43 j. £,.
ÏP. IO Jnny 1749. ƒ• !!<*•
(») Refol. Vroedfch. L'. TT. 4 Maart 176J. ƒ. 23. L*.
UU. 28 ^April 1761. ƒ. 3? 3.
lx) Refol. Vroedfch. N. 16. s Sept. i6jl. ƒ. zij vtrft.
(y) Handv. hl. 124. (*.) Handv. bl. »7j, VIII. Stuk. Y
|
||||||
333 AMSTERDAMS ' ÜLDrat;
Burger- kinderen van agttien jaaren uit het Huis
Wees- mogten doen gaan (a). cTvoe ^e kleine kinderen en zuigelingen, in 't ding der Weeshuis komende, worden, door de Re- Weeskin-gentellen, buiten 't Huis befleed, tot dat deren. Zy vjer 0f Vyf jaaren bereikt hebben; wan- beer zy, op het Kinderhuis, geplaatft wor- den. Hier wordenze, door de Moeder van Schoo- dit Huis, bezorgd. Zy gaan, dagelyks, twee- len. maal ter Schoole, om fpellen, leezen, fchry- ven, den Catechismus, eenige Schriftuur- plaatfen en de gewoonlyke gebeden te lee- ren. Eens 's jaars, neemen de RegentefTen kennis van de vorderingen der kleine kin- deren , die dan ook een vereeringkje kry- gen. 's Zondags Namiddags, mogen zy uit- gaan, mids, by tyds, wederom t'huis zyn- de. In Auguftus, gaan zy, midsgaders de Breij- meisjes en Schooljongens, elke foort op een' byzonderen namiddag, eens, in het Doolhof, en worden, ten zelfden tyde, op water- en- melk, peeren, koek enz. onthaald. Als de jon- gens elf of twaalf, en de meisjes tien of elf jaa- ren bereikt hebben, gaan de eerften, in 't groote-Jongens-, en de anderen, in 't groote- Meisjes-Huis, over. Hier wordt, voor de Jongens, van den eerften Maart tot den laat- ften Oétober , tweemaal, en van den eer- ften November tot den laatflen February, driemaal 's daags, lees-, fchryf- en reken- fchool gehouden, uitgenomen des Saturdags, na den middag. Het Avondfchool in den winter is alleen gefchikt voor de Jongens, die
(a) Refol. Vroedfdu <N. 16. s S*pt, JVÜ* ƒ, ais vtrfu
|
||||
TV.Boek. Godsh. enGodsd. Gestigten. 339
die op een ambagt gaan. De Meeflers moe- Burger-
ten,by 't opftaanen te bedde gaan der Jon-Wees- gens, tegenwoordig zyn: ook by 't doen vanIIUIS* het gebed, en by het uitdeelen der boter- hammen. Een hunner leeft's avonds denaa- men der Jongens op, en moet van zulken, die afwezig gebleeven, ofte laat, of onbekwaam t'huis gekomen zyn, aan de Regenten ken- nis geeven. 't Zelfde opleezen der naamen gefchiedt ook by de Meisjes; doch van der- zelver agterblyven wordt aan de Regenteffen kennis gegeven. De Werkjongens moeten, •als zy geen werk hebben, ook het Dagfchool bywoonen. Jaarlyks, worden de vorderingen der Schooljongens door de Regenten onder- zogt, die hun ook eenige prysjes, beftaande in een Bybel, Nieuw Teftament of Pfalmboek, en een klein vereeringkje in geld uitdeelen. De Jongens, in leezen, fchry ven en re- Ambag-
kenen, behoorlyk onderweezen zynde, wor- ten. den, zo veel gevoeglyk zy, naar hunne ei- gene keuze, op een handwerk befteed, voor den tyd van zes of zeven jaaren. Men be- dingt, gemecnlyk, in ieder jaar, zes flui- vers ter weeke, verhooging van hun loon, welk ten voordeele van het Huis komt. Doch by eene Keure van den negenentwintigften Auguftus des jaars 1634., is aan elk uitdruk- kelyk verbooden , eenigen Weesjongen in zynen dienft te neemen, dan met kennis en toeftemming der Regenten (b). Het Huis verfchaft, aan de Jongens, 't gene zy, tot het oefenen van hun handwerk, behoeven. Die
(b) Handv. iL Z7J.
Y %
|
||||
34° AMSTERDAMS III.Deel.
Burger Die't Haistimmeren leeren worden, door
Wees- den Meefter Timmerman van 't Weeshuis, muis. 'm je maanden November, December, Ja- nuary en February, twee avonden ter wee- ke, in de Teken-, Meet- en Bouwkunde, onderweezen. De Weesjongens, die op een ambagt befteed worden, zyn, zo lang zyin 't Weeshuis zyn, vry van de onkoften der Gilden. De Meisjes, in 't Groote-Meisjes*- Huis zynde overgegaan, worden, tot dat zy veertien jaaren bereikt hebben , geplaatfl op de Breijwinkel,daar zy 'tbreijen leeren,en, ondertuffchen, by beurten, tweemaal 's daags, by den Schooimeefter der groote Meisjes, fchoolhonden. Vervolgens, gaan zy over, of op de Linnen-, of op deWollen-naaiwin- ke\, naar dat haare bekwaamheid ftrekt. Op deeze winkels, blyven zy zes jaaren, terwyl zy, eens 's daags, fchool gaan. Ook moeten zy, met haar zeltiende jaar, twee jaaren agter 'een, het huiswerk helpen doen, en met haar agttiende jaar, wederom op de winkels zyn. Oefening Onder 't eeten, wordt, in beide de Eetzaa- in Schrif-len, by de Jongens, door een' der bekwaam- tuuriyke fte Jongens, en by de Meisjes, door een kennis. ^ bekwaamde Meisjes, een gedeelte der H. Schrift voorgelezen, 't Zelfde gefchiedt ook,dagelyks,op de Breij- en Naaiwinkels, en zelfs des Zondags, voor den middag, by de kleine kinderen. Een Krankbezoeker, daartoe by de Regenten aangefteld, cate- chifeert de Schooljongens, eens, en de Werk- jongens driemaal ter weeke. De Meisjes wor- den ook gecatechifeerd, door den zelfden Krankbezoeker, die 's Woensdags, na den mid-
|
||||||
TV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 341
middag, op de Wollenwinkel, en 's VrydagSjBuRGPR»
voor den middag, op de Linnen winkel komt. Wees- 's Dingsdags en 's Donderdags, catechifeertHUIS' hy zulken, die, in de Zondags-Catechifatie, moeten antwoorden, of zig bekwaam maa- ken, tot het doen haarer belydenis, eer zy uit het Huis gaan. De Zondags -Catechifatie gefchiedt, nadat deVoormiddags-dienfl:in de Kerke geëindigd is, door twee Predikan- ten, een hy de Jongens, en een by de Meis- jes. In de Zondags-Catechifatie by de Jon- gens, is altoos een der Regenten tegenwoor- dig. De Schooljongens moeten, in dezelve, by beurten, de Vraagen van den Catechismus opzeggen. In de Zondags-Catechifatien, wor- den de naamen der Jongens en Meisjes opge- lezen , op dat men weeten mögt, of'er ook ee- ttigen agtergebleeven zyn. De Jongens gaan, 's Zondags voormiddags alleen, ter Kerke, in de Nieuwe-zydS'Kapel, alwaar ook de Breij- meisjes, ten zelfden tyde, ter Kerke gaan, zyn- de voor dezelven afgezonderde banken ge- fteld, onder de galery, daar deAalmoefleniers- Kinderen zitten. De groote Meisjes gaan, ook alleen 's Voordemiddags, in de Nieuwe Ker- ke. Doch op eerden Paafch-, Pinkfter- en Kerftdag , gaan beide Jongens en Meisjes tweemaal ter Kerke. De kinderen worden naar de Kerke geleid, door de Schoolmees- ters , en een of twee andere Suppooflen. De gewoonlyke fpys der Kinderen is, des Spys.
Zondags, 's middags, witteboonen met bo- ter en azyn: en agtmaal gefprengd, en zes- maal gerookt vleefch toe in den zomer: voorts, zesmaalgebraadenofTenvleefch, met Y 3 graau-
|
|||||
j ' .
|
|||||
342 AMSTERDAMS IU.Deel.
Burger- graaiiwe erweten, vyfmaal, kalfs- en fchaa-
Wees- pen-vleefchnat, met groente en ryfl, en drie huis. en twintigmaal gekookt offenvleefch: en 's avonds, 't geheele jaar door, ryftenbry. 's Maandags, 's middags, graaiiwe erweten met gefneeden offenvleefch, haché genaamd, en karnemelk met firoop en brood toe: 's avonds, karnemelk, met gort en firoop, en een (luk met kaas toe :'s Dingsdags, 's middags, in den winter, week om week, agtmaal, gefprengd vleefch met kool, aardappelen of wortelen, en voorts,verfch vleefch: en in denzomer, tweemaal kruisbeiTen met verfch vleefch; twee- of driemaal peulen, en drie- of vier- maal tuinboonen met ham of gerookt fpek; twee- of driemaal fnyboonen met haring; drie- of viermaal, gerookt fpek met zoete ap- pelen : en appelen met tarwenbrood, en boter daar over. 's Avonds, wordt 'er, 't geheele jaar door, karnemelk met firoop en brood, en een boterham toe, gefchaft. 's Woensdags^ 's middags, fchaft men groene erweten met lang nat, en zoutevifch met boter toe; doch ïn den zomer, twee- of driemaalen, zoute- vifch met wortelen: 's avonds, ryflenbry, en een ft uk met kaas toe; doch in den zomer, twee- of driemaal koude zoete melk met tar- wenbrood. 's Donderdags, 's middags, graau- we erweten met faus, en karnemelk met brood en firoop toe: in den zomer, drie- of viermaal,een boterham met aalbeffen: 's a- vonds, karnemelk met meel en firoop toe. *s Vrydags, 's middags, gort met vet of faus, en karnemelk met firoop en brood: 's avonds, karnemelk met gort en firoop, en een fluk met
|
||||
IV.BbEK. Gobsh. en Godsd. Gestigten. 343
met kaas toe. 'sSaturdags, 's middags, witteBurger-
erweten met faus, en ftokvifch met boter: 'sWees- avonds, karnemelk met brood en firoop, enHUIS* een boterham toe. Op Kermis- enhoogtyden, worden de kinderen, meer dan gewoonlyk, onthaald. Op Kermis, wordt eens offen- vleefch met pruimen enrozynen; en eentar- wenbroods boterham toe gefchaft: op eer- Hen Kerfldag, wortelen met vleefch, en een diergelyke boterham, en óp tweeden Kerft- dag, wittebroods fap, en 's avonds, een dub- bele boterham en agt guldens bier toe: op eerften Paafchdag ,'s middags, kalf 's- en lams- vleefch, met pruimen en rozynen, en 's a- vonds, drie eijeren, met een' dubbelen bo- terham: op tweeden Paafchdag, witteboo- nen,en twee eijeren met een boterham toe. In den llagttyd, wordt oflenvleefch-nat met groente gefchaft: en eens in 't jaar, fchel- vifch en verfche zalm. De uitgaande Jon- gens en Meisjes worden onthaald op twee gebraaden kalfsribben, twee gebraaden os- fenribben , twee Hukken gerookt vleefch, een ham, vier fchotels kropfalade, tarwen- brood , boter en kaas, en, voor twee kin- deren , een pints fles witten wyn. De kleine kinderen worden, zo lang zy inTyd van
't Kinderen - Huis zyn, ten zeven uuren 'sopftaan morgens, gewekt, en ten zes uuren 's avonds, ?"dJf wederom te bedde geleid. De Schooljon-gaan# gens moeten, des zomers, ten zes, en des winters, ten zeven uuren opftaan, en 's a- vonds ten zes uuren naar hun flaapvertrek gaan. De Werkjongens worden , des zo- mers , met het luiden der Stads Poortklok, Y 4. en
|
|||||
«•- -r-
|
|||||
344 AMSTERDAMS IIÏ.Df.el.
en des winters, ten zes uuren, gewekt, en gaan
's avonds, ten negen uuren, naar de flaapver- trekken. De Breijmeisjes ftaan , des zomers, ten half zes, en des winters, ten half zeven; en die van de Wollen- en Linnenwinkel, des zomers, ten vyf, én des winters ten half ze- ven uuren op. De Breijmeisjes moeten, ter- flond na de avondmaaltyd, en die van de Linnen- en Wollen-winkels, ten half negen uuren, naar haare flaapvertrekken gaan, al- waar , ten half tien uuren, de lantaarns uit- gedaan en de lampen weggenomen worden. Ten dienfle der zieke Weeskinderen en
Bedienden van het Huis, hebben de Regen- ten eenen Doclor, Chirurgyn en Apotheker aangefleld. De twee eerften komen, dage- ]yks, in het Huis, om de zieken en bezeer- den te bezoeken, en te verbinden. De Chi- rurgyn moet deSuppooften en grooteWees- jongens doen fcheeren, en de Jongens in 't gemeen, om de twee maanden , het hair fnyden. De kleeding der Jongens heeft veel over-
eenkomt: met de Livery, die de oude Poor- ters deezer Stad plagten te draagen, wanneer zy te velde trokken. In deeze Livery, vondt men twee kleuren uit het wapen der Stad, rood boven, en wit onder (c). Doch in de wambuizen of rokjes der VVeesjongens, en in de tabberden der Meisjes, heeft men, al vroeg, eene der ändere kleuren uit het wa- pen verkooren, te weeten de zwarte, in de plaats van witte, die veel te ligt bemeuzelen zou.
f (t) Zit U. Dttlt III. Bot{, bl, 169,
|
|||||||||
Burger-
Wees- huis. |
|||||||||
Doaor,
Chirur- gyn en Apothe- ker. |
|||||||||
Kleeding
der Wee zen. |
|||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GeSTÏGTEN 345
zou. Ook heeft men de kleuren anders gefcha- Burger-
kcerd, en de rokjes en tabberden, van boven Wees- tot onderen, verdeeld, ter linkerzyde in rood, HUIS* en ter regterzyde in zwart. Doch beide de mouwen zyn zwart. De broeken der Jongens zyn geheel blaau w. De Hof is, voor de Werk- jongens en Linnen- en Wollen-naaimeisjes, Laken, en voor de fchooljongens, breijfters en kinderen van het Kinderenhuis, Karfaai. Men heeft, ongetwyfeld, met zulk eene bo- ven-kleeding, willen te kennen geeven,dat deeze Weezen Poorters-kinderen waren. De Bediende van 't Weeshuis, die, weekelyks, aalmoefTen voor 't Huis, met de fchelle, ver- zamelt , draagt een' mantel van rood en zwart Laken, op g.jlyke wyze, gefchakeerd. Het Huis geeft alleenlyk Engelfche mutfen aan de Jongens, die zy drie jaaren draagen moe- ten. De hoeden, die de meeden draagen, moeten zy zig zelven verzorgen. De Jongens en Meisjes, hun ambagt ver- Uitzet
flaande, en in ftaat zynde, om den koft te der Wee* winnen, gaan , jaarlyks, op den eerden zen' Zondag in de maand May, uit het Huis. 's Middags na het eindigen der Catechifatien, in welken, door een' uitgaandenJongen,en een uitgaand Meisje , eene aanfpraak tot dankzegging gedaan wordt, worden de uit- gaande kinderen, eerft , op eene middag- maaltyd onthaald, waarna zy, in 't Regenten- Comptoir, voor de Regenten en Regentes- fen, verfchynen, by welke gelegenheid, door een' der Regenten, eene aanfpraak en ver- maaning aan hun gedaan wordt. Aan ieder der Jongens wordt dan, tot een affcheid- Y 5 pen-
|
||||
34<5 AMSTERDAMS III.Deel;
Burger- penning, vier Ducatons, en aan ieder der
Wees- Meisjes twee Drieguldens, door de Regenten, huis. vereerd, 's Daags te vooren, krygen zy hun uitzet van de RegenteiTen, die dan, aan ie- der Jongen, een Daalder, en aan ieder Meis- je , een Ryksdaalder vereeren. Het uitzet der Jongens beftaat in een Zwart-Lakenfche rok, kamifool en broek, indien zy, vooraf, hunne belydenis, by de Gereformeerde Ger meente, gedaan hebben: voorts, in een brui- ne Lakenfche rok en broek, twee kalamin- ken borflrokken, een bruine karfaaijen lap, een hoed, twee paar koufen, drie paar fchoe- nen, zes hemden,vier neteldoekfche daffen, een Bybel, twee leêren fchootsvellen, voor zes guldens aan gereedfchap , en hout tot eene kift, om 't goed in te bergen. Het uit- zet der Meisjes beftaat in eene zwarte, ras- de-marocque-Japon, eene zwarte zyden ka- per , en een zwart faaijen regenkleed, mids zy vooraf haare belydenis gedaan hebben: voorts, in een Wolle - damaften rok , een fpiegel-damaften-rok, een gekleurde fergien rok, een roode duffelfche rok, een Engelfch Chits jakje, een kalaminken keurslyf, een kalaminken borflrok , twee paar koufen, een paar fchoenen, drie paar muilen, zes hemden, twee blaauwe en twee witte lin- nen voorfchooten, vier neteldoekfche neus- doeken , twee en een half ellen fyn linnen, tot klein goed, en een fluitmand met een flot, tot berging.^ Uitrus- De Jongens, die, met bewilliging der Re- ting van genten, naar Ooftindie gaan, bekomen de Jongens voin.encje uitrufting van het Huis: een Fles*-
die naar o o u - ■ feu-
|
||||
IV.BOEKI GoDSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 347
fenkelder met vyftien fleffen brandewyn , Burger«
twaalf pond tabak, twee gros pypen, een Wees- waakrok, een wollen pak, een onderpak, HUIS* ' drie pak linnen kleederen, drie paar koufen, Ooftin- drie paar fchoenen, een matras, een hang- r(^va " mat, een deken, twee kuflens, twee bonte floopen, twee Engelfche mutfen, twee paar wanten, twee fjerpen, twee flaapmutfen, twee blaauwe en twee witte hemden, zes bonte en twee witte daffen, zes bonte neus- doeken, een Bybel, een Chriflelyke Zeevaart, zes meffen, agt kammen, een fchaar, twee tonderdoozen, twee vuurflagen, zes vuur- fteenen, twee pond Spaanfche zeep, eenig Schoenmaakers gereedfchap, een half pond wafchlicht, een en een half gros veters, ee- nig garen, vier lepels, twee tabaksdoozen, twee tregters, twee waterkannen, een fles met geeft van lepelbladen, vier fchellings- koeken, en wat anysdrop, knoplook en mie- rikswortel. Die voor Zeilenmaakers, Tim- merluiden , Kuipers enz. naar Ooftindie vaa- ren , maaken een Transport, welk, door het Weeshuis, van hun overgenomen wordt. Doch door de Hooploopers of Jongens wordt geen Transport gemaakt. In 't jaar 1703 , fchonk Burgemeefter Johan Hudde eenige kleine ampten van Waagdraager, Turfdraa- ger, Turfhever, Koorenzetter enz. aan de Regenten, ten behoeve van de gefchiktflen onder de Weesjongens. Aan de Weezen wordt van 't gene hun,
terwyl zy in het Huis geweeft zyn, aanbe- florven is, In treft, tegen twee en een half ten honderd in 't jaar, goedgedaan, zo dra zy uit
|
||||
348 AMSTERDAMS IILDeel.
Büroir- uit het Huis gegaan zyn : en wanneer zy
Wms- meerderjaarig worden, of trouwen, wordt HUI5, hun de hoofdfom, met de verloopen Intreft, uitgekeerd. Het Weeshuis is, van zyne eerlte opregting af, by vergunning van de Wethouderfchap deezer Stede, welke, nog laatftelyk, in 't jaar 1736, by Oètroi van 's Lands Staaten, beveiligd geworden is, erf- genaam van Weezen, die zonder nakome- lingschap overlyden, en geenen uitkoop ge- daan hebben. By het inneemen van Wee- zen , heeft het Weeshuis ook regt óp al wat de Ouders derzelven hebben nagelaa- ten (d). En zyn allen, die eenig befbier heb- ben , in de boedels van Ouders, welker kin- deren in het Weeshuis zullen moeten wor- den opgevoed, en in alle boedels, waaruit aan zulke kinderen eenig voordeel befproken js, of toekomt, volgens eene Keure van den agtentwintigften January des jaars 1764, verpligt, dezelven, ten fpoedigiten, aan de Regenten aan te geeven (e). Aanwas Wy hebben boven (ƒ) aangetekend, dat en afnee- \lei getal der Weezen, by de opregtinge van •TeSaT" het Weeshuis, maar zeven of agt beliep, der Wee-Doch in den tyd van tagtig of negentig jaa- zen in 't ren, was het al tot vyf honderd aangegroeid h^es &>)• In't jaar 1629, telde men zeven hon- derd kinderen in 't Weeshuis. Omtrent der- tig jaaren laater, was het getal, zo eenigen mei-
(d) Handv. hl. 37*, 17*.
(e) Keuth. U. ƒ. 16.
{f) Blad*» 311. {£) PONTAN US Libr, II. C*p. II, f, 70.
|
||||
ÏV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigtetj. 349
melden (h), agt honderd en dertig; doch vol- burger-
gens anderer aantekening (i), niet minder dan Wees- duizend. Doch, federt, is dit getal, allengs-ims' kens, afgenomen; waartoe de opregting var* verfcheiden' andere Weeshuizen hier ter Ste- de wel 't meeft heeft toegebragt. In 't jaar 1692, werden 'er vyf honderd zes en zeven- tig, en in 't jaar 1740, maar vier honderd zes en dertig in geteld, van welken nog ee- nigen buitens huis befleed werden. Terwyl ik dit fchryve, in May des jaars 1765, wor- den 'er honderd een en veertig groote Jon- gens , en honderd vyf en dertig groote Meis- jes, in't groote Huis, en honderd zeftien kinderen in 't Kinderenhuis opgevoed: en daarenboven nog dertien, buitens Huis, be- fteed. De inkomflen van 't Weeshuis waren, in 't inkom-
eerft, zeer gering. Doch in 't jaar 1553, werdt ften van aan het zelve toegeflaan, in de Nieuwe Ker- uSJv*1 ke, onder de Sermoenen en andere dienden, met het derde bord, te mogen omgaan, in de plaats van de Leproozen, en in de Heilige Stede, agter de Kerkmeefters dier Kapelle. Ook verwierf het, toen reeds, de weekelyk- fche bede by de huizen met defchelk (£), die nog ftand houdt. In 't jaar 1564, kwam hier by eene jaarlykfche bede met de fchotel of fchaale, by de huizen (/). Ter gelegenheid van 't groite ende miferable inconvenient, den Weeskinderkem^ivït jaar 1566, overgekomen, en
(h) Semaine butlesque d'Amfterdam p, n«.
(•) DOMSELAFRlV..B«^, bl. I?J. COMMELIN, bl, $64* (^) Re(o). Vroedfch. N. 1. ia Sept. issi- „. lij Refol. Vioedfch. N. i. is Mwt ij6+. |
||||
;;3iWK»--'. .... .-w^i^T^j ■■■..■-
|
||||||||||
350 AMSTERDAMS UT. Dm;
Burger, en van ons, elders (m), omftandiglyk, be-
Wees- fchreeven, werdt het Huis, uit Stads Kaffe, |
||||||||||
HUIS.
|
||||||||||
met honderd ponden vlaams, onderfteund («).
In't jaari575, verwierf het, voor eens, en zon- der dat het in gevolg zou mogen getrokken worden, eene buitengewoone bede van de Gemeente (o). Doch na de verandering der Regeeringe, werden verfcheiden geeftelyke goederen aan het Weeshuis opgedraagen : eerfb, gelyk wy reeds gemeld hebben, in't jaar 1579 , de inkomften van de Kapelle in de Kal- verftraat, en 't gebouw der Kapelle zelve (p): en kort daarna, de goederen van de S. Lu- cien- en Karthuizers-Kloofteren (q). Onder de goederen der Karthuizeren, waren het groo- te en kleine Karthuizers-Hof begreepen (r). In de beden, ten behoeve van het Weeshuis, is eenige verandering gekomen. Men doetze nu, by de huizen, vyfmaal 's jaars met de fchaale , en, weekelyks , met de bos en fchelle, gelyk van ouds. En in de Nieuwe Kerke, nevens de Huiszitten aan de Nieu- we zyde, des Zondags, in de Voordemiddags- en Nademiddags-Predikatien. De twee derde deelen van de voordeden des Schouwburgs zyn hier, in de voorgaande eeuwe, bygeko- men. Uit het Poortergeld, geniet het Wees- huis , federt den agt en twintigften January des jaars 1662, dertien guldens. Het Wees- huis (m) II. Deel, Vil. Boe{, bl. 14*.
\n) Refol. Vroedfch. N. z. 25 May 156«. (0) Refol. Vroedfch. N. 4. r%J*.n. IJ75. (/>) Refol. Vroedfch. N. 4. lo Maart 1579. iq) Vide & PONTAtf. Ltbr. II. Cap. II. p. 70. \r) Aant, van Schepen G. Schaep Pietersz. op tjaarityu
|
||||||||||
'■ —..............—
|
|||||
ïV.BoEK. GODSH. EN GoDSD. GesTIGTEN. 35I
huis bezit, daarenboven, eenige Landeryen Bürge*.
en Huizen: en onder de laatften, de Herberg Wees- de Keizers Kroon, die, in 't jaar 1725, her-lluIS- bouwd is, en vyftien huizen in de Kalver- ftraat, ter wederzyde van den ingang van 't Jongens-Huis; dertien huizen in de S. Lu- cienfteeg, en een zesde van omtrent vier hon- derd , te weeten drie en zeventig huizen ,[in de nieuwe Uitlegging over de Prinfengraft, en byzonderlyk, in de Weterings-dwarsftraa- ten; in de Nieuwe Looijersflraat, en op de Vyzelgraft; waartoe de Stad, in 't jaar 1670, den grond gefchonken hadt (5). De Landeryen, welken het Weeshuis be- Lande-
zit, hebben x voor 't grootfte gedeelte, voor- ryen van maals, behoord, onder de goederen van de JjetWeet- Karthuizers- en S. Lucien-Kloofters. Tot de go'ma Landeryen der Karthuizeren, behoorden, on- het Y. der anderen, de hooge Kooijen en de lange Noor- der-Kooijen, gelegen in de Bogt, in de Banne vanWeftzaanen; de Hom of Hoorn, ten zuiden van de Hollefloot, oudtyds de Hoorn- of Hom* ßoot genaamd, in 't Y, en de Weerd of Jan ' Ferbellen-Eiland, een weinig noordooflwaards
van den Horn gelegen. De Kooijen en de Weerd waren, in 't jaar 1429, door Jan, Bas- taard van Blois, Ridder en Heer van Treslong, aan 't Karthuizers - Kloofler verkogt. Het Weeshuis heeft de Weerd of Jan Verbellen- Eiland , in 't jaar 1593 > opgedraagen aan 't hooge Heemraadfchap van Rynland, het riet- land op het zelve, alleenlyk, aan zig behou- den- ;■'■■'
' (x) Refol. Vrocdfch. IJ. G. I* sApril 1*70. loFekr. i6jl, ƒ. 41 vtrf», 99 verf». |
|||||
352 AMSTERDAMS III.Deee;
BÜRGE*, dende. Hertog Albrecht van Beijeren, in 'c
Wem- jaar 1392, het Karthuizers-Kloofter willende ",UI,S" ftigten, gaf daartoe drie honderd Dordrecht- heidßvan ^cne fchilden'sjaarsuit de inkomften van een het Ei- ßucke Lants, dat geheten is dieHoern, gelegen landje Qp d\e Zuytfide van den Hoir en floot (f). Hertog enHorn'Willem verkogt,in 't jaar 1399, het Eiland zelf, welk hy Saner Hom noemt, ongetwy- feld, om dat het, aan een hom of hoek der Zaane legt, aan 't Karthuizers-Kloofter, voor twaalf honderd vyf en zeventig Gendfche no- belen, en verklaarde het, in't jaar 1412, voor altoos, vry van alle gemeene Lands Laflen, in welken vrydom, het, by Sententie van den Hove van Holland van den veertienden Au- giütus des jaars 1501, beveiligd werdt. Op het Eilandje den Horn, welk ook S. Antonis- Eiland genaamd werdt, plagt, nog in de zes- tiende eeuwe, eene Kapel te ftaan, gelyk my, uit deStigting van eenen dienft op een altaar in dezelve,gedaan door CatrynClaes dogtertPieter Thaems Weduwe, op den eerften December des jaars 1512 , gebleeken is. Op denHorn, Honden, eertyds, vyf Boerenwooningen («), die, met de Landeryen, nog in de voorgaande eeuwe, twee duizend zes honderd drie en twintig guldens 's jaars aan huure opbragten (u).En fchynthetWeeshuis,toen, of al eerder, de gewoone en buitengewoone Verpondin- gen van deeze wooningen en Landeryen te heb-
($) JD« Giftbrief *i in 't Weeshuis. Laade X.
{u) RecueiWrr Documenten van het Weeshuis II. 2?««^ ƒ. if, if *ï«,|t.| 3», 34, ?«, 39- (v) Aantek. van Schepen ÜEIUUT SChakP PietErsz, of
't jaar 1631. |
||||
.....
|
|||||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 353
hebben moeten opbrengen. Doch de Boeren- Burger-
wooningen op denHorn, welk Eilandje,thans, Wees- omtrent tagtig morgeji Lands, groot is, zyn, HUls* al federt eenige jaaren, tot op drie, en nu tot op twee verminderd. En hét onderhouden en befchoeijen van het zelve valt het Weeshuis zo koftbaar, dat het, in't jaar 1751, voor den tyd van vyftien jaaren, vrydom van Verpon- dingen , voor den Horn, van 's Lands Staaten, verzogt en verkreegen heeft. Van denjaare 1752, tot den jaare 1763, ingeflooten, heeft men, tot onderhoud van het zelve, boven al- le inkomften, eene fomme van zeven en twin- tigduizend zeven honderd negen en zeventig guldens en zes Huivers te kofte gelegd (w). De Boeren van den Horn leveren hunne Kar- nemelk aan 't Weeshuis. Wy hebben, hier voor (x), reeds aangete-
kend , dat de Legaaten, die, ten behoeve der Armen van o(tot Amfierdam. gemaakt zyn, door zulken, die in dienft der Ooft-of Weffc- indifche Compagnie van hier zyn uitgevaa- ren , aan het Weeshuis zyn toegeweezen. Wy voegen hier onder eene Naamlyft der Naamlyft
Regenten van het Burger - Weeshuis: der Re* 0 GENTEN»
1529. Claas Jacobsz. Paradys.
1529. Arent Boelezoen.
1530. Cornelis Frederikfe Bäcker.
1534. Gerrit Jan Lambertzoen. 1537. Symon Lourenfe Stoter. '
1538. Gysbert Jansz. van Haarlem.
1541.
f«) vit htt Requeft der Regenten om verlenging van 't
Oóhoi tot Vrydom van Verpondingen. (.v) Rladx,. ;t4,
VIII. Stuk. Z
|
|||||||||
—__—■——m------------------■' «»•*..-------------------------■ ■ ■ ---------------------
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
AMSTERDAMS IILDeew
Frans Adriaanfe Thoon.
Claas Vechtersz.
Willem Cornelisz. Stickel,
Floris Roeters.
Claas Jacobsz. Stoeldraaijer.
Pieter Jacobsz. Schaep.
Jacob Pietersz. Colyn.
Claas Dirksz, in de drie Koningen,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1556. Ernft Roeters.
1557. Jan van Ouwewater.
1557. Willem Jacob Walichs*
1558. Willem Paulusz.
1562. Jan Claasz. Pyl. 1562. Jan Vechter. 1562. Dirk Claasz. Neys. 1562. Jan Beth Jacobsz. 1562. Ernft Roeters.
1563. Willem Paulusz.
1563. Cornelis Gysbertsz.
1564. Jacob Gerrit Teeuwesz.
1565. Jonge Jan Duyvesz.
1567. Gerrit Schaep. 1567. Jacob Cornelisz. inS.Andries.
1567. Jacob Roeloffe.
1567. Jacob Jansz. Ouwe water.
1567. Gerrit Jansz. Preekftoel.
1568. Jan Dirk MarcuiTen.
1569. Arent Hendrikfe Suyvelkooper.
1569. Jan Philipfe Suyvelkooper. 1575. Roel Jooften. 1577. Gerrit Cor ver.
1578. Huybert Symonsz. Appelman.
1578. Cornelis Elbertfe. 1578. Barent Claaflen, in de drie Engelen.
1579. Dirk Jansz. Graaf.
1579*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.BoEK. Godsh. en Godsd.GestigteN. 3SS
J579- Jacob Claasz. Bas. Buroer-
1579. Jan Thomasz. van Alkmaar. Wees-
1579. Jacob Jansz. Vinck. HÜI5,
1580. Claas FranfTen.
1583. Laurens Jacobsz. Reaal.
1585. Barent Janfen Steenhuis. 1585. Cornelis Cornelisz. in de Haak.
1586. Evert Claasz. Huift.
1588, Frans Hendriksz Oetgens. 1588. Jan Jansz. Garft. 1590. Cornelis Cornelisz. de Lange.
1590. Jacob Janfen Benning, in 't Vliegen- de Varken. 1590. Hendrik Hendriksz Houthaak. 1592. Paulus van Heemskerk,
1593. Jacob Willekens.
1594. Cornelis Benning.
1595. Joris JorifTen.
1596. Pieter Pieterfe van Neck.
1597. Jan Jacobsz. Huydecopsr.
1597. Cornelis JorifTen. 1599. Albert CornelifTen.
1599. Symon Gerritsz Schaep. 1599. Jan Claafen Vlooswyk. 1601. Cornelis Jacobsz. Bas. 1601. Dirk Hendriksz. Qiieekel. 1604. Jacob Egbertfe, in S. Nicolaas, 1604. Hendrik Servaas.
1605. Pieter Claasz Overlander.
161 o. Jan Gysbertsz. 1611. Jan Willemsz Boogaart.
1612. Pieter Pietersz HafTelaer.
1612. Ryckert Gerritsz Kieft. 1Ö15. Tymen Jacobsz. Hinloopen. 1615> Jacob Jacobsz. Vinck. Z 2 1Ö20.
|
||||||
25<5 AMSTERDAMS III.DEEtr
Bürger- 1620. Dirk Heingh.
Wees- 1620. Jan Reyniersz. umSt 1620. Roelof Woutersz.
1622. Jan van Heusden.
1622. Claas HaiTelaer.
1624. Frans de Neve.
1Ó29'. Gerbrand Claasz. Pancras. V
1631. Claas van Campen.
1631. Mr. Gerrit Schaep Pietersz»
163 r. Cornelis Jacobsz. Waaijer.
1636. Cornelis Jan Witfen.
1636. Willem van Loon.
1636. Abraham Alewyn.
1639. Guiliaume Lindemone.
1640. Jaeob Jansz. Lansman.
1640. Jacob Theunisz. van Straalert. 1640. Willem Ysbrantsz Kieft. 1642. Bernard Schellinger. 1644. Willem van Erpecom.
1644. Hendrik Vaftrik.
1645. M'. Jan van Hellemond.
1651. Jacob Jacobsz. Hinloopen. 1654. Floris Roeters. 1656. Jacobus Trip.
1658. Jan Lens. 1662. Daniel l'Eftevenon. 1667. Joannes Wybrants. 1667. Jacob de Graaf.
1668. Cornelis Wilmerdonck.
1672. Michiel Hinloopen. 1672. Wigbold Muylman.
1673. Anthony van Hengft.
1674. Jacob Trip Hendriksz.
1675. Hans Boor.
1675. Michiel Wikfchut, |
||||||||||||
j.
|
||||||||||||
1
|
||||||||||||
' f*'
|
||||||||||||
*
|
||||||||||||
ÏV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 357
1676. Willem Six Willemsz. Bubokh-
1(582. Jan Graafland. Wees-
1(586. Abraham Bäcker. HU1S*
1686. Cornelis Verpoorten.
1689. Gerbrand Paneras Michielsz. 169 ï. Jacob Elias de Jonge. 1696. Mr. Nicolaas de Vicq. 1696. M\ Pieter Nuyts.
1697. Michiel Elias.
1698. Abraham Engelgraa£
1703. Hendrik Hop. 1704.. Jacob van der Waaijen.
1708. Gerard Rogge de Jonge.
1708. HeroMooy.
1713. Leonard van Hoefen.
1715. Mr. Joan van Heuvel.
1715. Pieter Roos.
1717. Philips van der Ghiefen.
1720. Albert van der Merct.
1720. Mr. Wigbolt Sucher EIbertsz.
1723. Baïthafar Huydecoper.
1725. Jan Lucas Bouwens.
1731. Jean de Wolf.
1732. Joan Hendrik Kerckrink.
1732. Abraham Pyll. 173(5. M'. Gerrit Hooft Danielsz.
1736. Francois de Witt. 1738. Willem Meulenaar. 1738. Jan Hooft. 1740. Mr. Pieter Cornelis HaiTelaer.
1741. Jan Backer de Jonge.
1743. Daniel Hooft Danielsz. *745' Jan Fredrik Berewout. ï74<5. Carel Johannes Boelensz. Z 3 174S.
|
||||
35
|
3 AMSTERDAMS IILDeil.
|
|||||||||||
AAL-
MOESSE- NTERS. Wees-
huis. |
1748. Jean Deutz van Aflendelft.
1749. Jacob Roman.
1749. Joan Baptifta van Renffelaer. 1757. Jacob Guillot. |
|||||||||||
1757. Cornelis van Royen.
1759. Cornelis Jacob van der Lyn.
1760. Joan Servaas Lynflager.
VII.
AALMOESSENIERS - WEESHUIS.
Eerde ~T% urgemeefteren en Raaden, bevindende,'
Aalmoes-J3 dat de Huiszitten - huizen , het Galt- Hafa"" huis> hetOude-Mannen-huis, en 'tBurger- hier ter Weeshuis, in den aanvang der voorgaande Stede, eeuwe, nog niet voldeeden, om de behoef- ten van oude en gebrekkelyke menfchen, en van ouderlooze of verlaaten kinderen te ver- vullen , beilooten, op den negen en twin- tigften January des jaars 1613 , nog een Godshuis op te regten, onder den naam van Aalmoesseniers-Huis, welk, op den Singel, tulTchen den Heiligen weg en Re- guliers - Tooren, op een gedeelte van den grond van 't Clariflen-Kloofter, gefügt werdt, en waarin, naderhand, de Latynfche School overgebragt is. In 't jaar 1624, werdt een gedeelte van het Mannen - Tugthuis, tot vergrootinge van dit AalmoeiTeniers - Huis, vertimmerd (y). In het zelve, werden be- hoeftigen, die in deeze Stad gebooren wa- ren, of, ten minde vier jaaren agtereen, fis*
(y) Refol. Vroedfch. N, x*. itf July 1624. ƒ. Z0| verft.
|
||||||||||||
rV.BoEK. Godsh. en Godsd. Gestigten. 359
gewoond hadden, even als in de Huiszitten Aal-
huizen, bedeeld; met naame des zomers , moesse- wanneer de Huiszittenhuizen, in dien tyd,—"*" geene uitdeelingen deeden. Zulken , dieHUiSti kwaadaartige ziekten hadden, werden ook, op kollen van het AalmoeiTeniers-Huis, ge- nezen. En aan de veile of fchans, by de Heilige - wegs - Poort, flondt, reeds in de zefliende eeuwe, eene zogenaamde Laza- . reite, of Lazarusbuysken {z), waarin zeere en fchurfde hoofden, onder 't opzigt eener HeelmeeitereiTe, die, naderhand, door de Regenten van 't AalmoeiTeniers-Huis, werdt aangeileld, genezen werden. Het tegen- woordig Verbeterhuis, by de Weteringspoort, plagt ook, tot dit gebruik, te dienen (a). Nog werden, in het AalmoeiTeniers-Huis, flerke bedelaars en andere lediggangers, na dat zy, door den Hoofd-Provooit van 't Huis, waren opgevangen, aan 't hennipkloppen en anderen arbeid gezet; waartoe, naderhand, het Werkhuis opgeregt is. Voorts, werden de Regenten van dit Godshuis ook belaft, met de opvoeding van Weeskinderen, die, in 't Burger-Weeshuis, niet konden worden ingenomen: ook van vondelingen, die, te vooren, door Burgemeeileren, in de by* zondere Godshuizen, beileed (/;); en nu, zo wel als de gemelde weezen, door de Re- genten van 't AalmoeiTeniers-Huis, by ge- meene burgers, van koft en huisveflinge, be«
(*.) Refol. Vroedfch. N. j. z% *April ïst6.
{*) Zie hier voot, hl. zi\.
(b) Refol. Yioedfch. N. |. 19 J*n, 1596. ƒ. 107 ver/i.
Z 4
|
||||
^6o AMSTERDAMS, ULDeei;
Aal- bezorgd werden. Wyders, gaven deRegen-
MOEssE- ten, aan vreemdelingen, voor eenen tyd,
™ss; den koft, en reisgeld, als zy vertrokken. Ein-
auis. delyk, droegen zy zorg, voor de begraaving
van lyken van behoefcigen, en leverden 'er
doodkiften toe. Zy waren zes in getal,en
dienden drie jaaren, gaande de twee oud-
ften in dienft, jaarlyks, af. En, na dat zy
deeze drie jaaren uitgediend hadden, waren
zy, naderhand, niet meer verkieslyk.
9PreS" Doch de Aalmoeffeniers werden, door den
e"n V3n ly^» zo zeer kela^ rnet de opvoeding van
nieuw ouderlooze en verlaaten' kinderen, dat zy Aalmoes-geene kans zagen, om dezelven allen in den yp™' kolt. te beileeden, by zulke luiden, daar zy, huis? bekwaamlyk, konden worden opgevoed. Zy verzogten, derhalve, op 't einde des jaars 16Ó2, aan Burgemeefteren en Raaden, dat 'er een nieuw en grooter Aalmoefl^niers- Huis, tot opvoedinge deezer kinderen, mögt worden opgeregt. Men bewilligde, in 't begin des volgenden jaars, in dit verzoek (V), en fchonk 'er een groot erf toe, in de nieu- we uitlegging, aan de zuidweftzydeder Prin- fengraft, tuflchen de Leidfche graft en Leid- fche ftraat. De Regenten kreegen verlof, om de noodige penningen, tot het ftigten van 't nieuwe gebouw, op te neemen (cl). Op den twaalfden December des jaars 1663, maakte men eenen aanvang met heijen, en op alen zeventienden Maart des volgenden jaars,
(c) Refol. Vroedfch. L'. C. 17 Nov. i66i.zl Jan. i66i.
f. %\6 verfo, 22j, (d) Refol. Vroïdfch. U. D.2oN#», I6«J. ƒ. 71. Gioot«
Mcmor, 2C. V. ƒ. 12}. |
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 361
jaars, werdt de eerfle fteen aan 't gebouw ge- Aal-
legd, door den Hoofdprovooft Jan Vos, uit moesse.' den naam van alle deRegenten. Het Huis was, ^lERS" in 't jaar 1665, voltrokken: en, op den eerden Hu^,5" Januarydes volgenden jaars, werden de kin- deren, die, door de Regenten, alomme in de Stad, belleed waren, in het zelve overgebragt. In'tjaar 1680, kret gen de Regenten verlof,Het om een nieuw Ziekenhuis te bouwen aan het wordt AalmoeiTeniers - Weeshuis , mids daartoe ver8ro°t« maar weinig meer dan negen duizend gul- dens befleedende (e). Het Huis was voor niet meer dan agt honderd kinderen gefchikt, en in'tjaar 1683 , bevondtmen, dat'er reeds dertienhonderd in ontvangen waren, waar- om , op verzoek der Regenten , orde ge- field werdt, om een nieuw Huis te voegen by het voorgaande (ƒ), gelyk, federt,ge- fchied is. Mjdlerwyl, was 'er, in 't jaar 1682, mer- 't Getal
kelyke verandering gevallen, in het getalcn d<? en werk der Regenten, 't Getal der zelvenReenten was, tot hiertoe, niet meer dan zes ge weeft, erare- en in 't jaar 1663, waren hierby vier Re-gentes- genteiïen of Buitenmoeders gevoegd. Dochfen , nu vonden Burgemeefteren geraaden, 'tge-JJÏ* ' tal der Regenten tot agt, en, in 'tjaar 1685, nieuws, dat der RegentelTen tot zes te vermeerde- geregeld. ren. Ook werdt, in 't jaar 1682, verklaard, dat de Regenten, voortaan, niet anders zou- den te bezorgen hebben, dan hun Weeshuis en de kinderen, waaronder begreepen zou- den (*) Refol. Vroedfch. /r. N. j Dec. Kso. ƒ. 261.
(ƒ) Refol. Vroedfch, U< F. *j Juny i<sg3. ƒ, ^. |
||||
3<52 AMSTERDAMS IILDeel.
Aa£. den zyn de Vondelingen ; zulken, welker
Moesse. ouders in 't Gaflhuis ziek lagen, en alle an- NiERs- (jere kinderen, zonder onderfcheid: en dat |
||||||||
Wees-
huis. |
||||||||
zy al 't gene, verders, voorheen, ter hunner
|
||||||||
bezorginge, geflaan hadt, overlaaten zouden
aan de Huiszitten, zo van de Oude als van de Nieuwe zyde , aan welken , elk aan zyne zyde, daarbenevens, zou worden af- gedaan de maandelykfche of vierweek- fche Colleéle met de fchaale, die de Aal- moefleniers plagten te hebben, en die, voor- taan , door en ten behoeve der Huiszitten; doch nog op den naam der Aalmoefleniers, gefchieden zou. Doch de boffen , die in Herbergen en elders hingen of ftonden, zou- den , ten behoeve der Aalmoefleniers, bly- ven (g). En in 't jaar 1685, werdt beraamd, dat, wanneer het Aalmoefleniershuis kinde- ren innam, welker ouders, door de Huis- zitten, onderhouden waren geweeft, de Re- genten der Huiszitten - Huizen den boedel zouden moeten redden, en 't gene 'er van kwame aan het Aalmoefleniers-Huis uitkee- ren (Ä). Ook hebben Burgemeefteren,nog, in 't jaar 1691, goedgevonden, dat, voor- taan , gelyk van ouds, het befleeden der kin- deren van zulken, welker ouders in het Gafl- huis ziek lagen, zou moeten gefchieden door- de Regenten van het Aalmoeffèniers-Wees- huis (i). En op deeze wyze, is het Aalmoes* feniers-Huis onderfcheiden geworden van de Huiszitten- en andere Godshuizen, en een en-
(g) Hand», bl. 271.
(h) Groot-Memor. N. VII. ƒ. 117.
(i) Haadv. hl. 27$.
|
||||||||
IV. Boek. Godsh. én Godsd.Gestigten. 363
enkel Wees- of Kinderen - Huis gebleeven. Aal-
Het is een deftig gebouw „ met twee uit- moesse-
fpringende voorgevels, in ieder van welken, *"ehs- eene ruime poort is, en nog twee diergely- axj^' ken tuflchen beide. Doch de twee middel- Befc'hiy- ften worden, doorgaands, geilooten gehou-vinS van den. Het gantfche erf is drie honderd twee lfe^üW en tagtig en een halve voet breed. En het Aalmoes* weffcelyke gedeelte van 't gebouw is voorfeniers- Meisjes; het ooftelyke gedeelte voor Jongens w.ee«- gefchikt. De Verdiepingen van 't Huis, die,1UIS' boven den grond, vier in getal zyn, fcheppen, van vooren, licht van de ilraat; van binnen, van twee vierkante binnenplaatfen, de ee- ne voor de Jongens-, en de andere voor de Meisjes-vertrekken gefchikt; en van agteren en van wederzyde, van fmalle open Plaatfen. De Poort aan de Jongens-zyde zynde in- Vertrek-
getreden , ontmoet men, ter linkerhand, de ken der wooning van den Secretaris der Regenten, die uit verfcheiden' bekwaame vertrekken be- flaat, welken, van de Prinfengraft en van de Plaats, licht fcheppen. Ter regter zyde, is de verblyf plaats der Comptoir-Moeder, uit twee vertrekken beftaande, die op de Prinfen- graft uitzien. Voorts, zyn, langs de Jon- gens - Plaats, aan alle zyden , verfcheiden* vertrekken , tot huilTelyk gebruik, en tot wooningen voor eenige Suppooften dienen- de. Ook zyn hier, voor weinige jaaren, eenige vertrekken gefchikt tot eene Apo* theek ten dienfte van het Huis, en tot een ftookhuis en wooning voor den Apotheker, die, door Burgemeefteren, aangefteld wordt, en, boven vrye wooning, koft enz"., eene jaar« lyk*
|
||||
364 AMSTERDAMS III.DeelV
Aal- lykfche wedde van vier honderd guldens ge-
MOEssE- niet (£). Agter in 't Huis, is de groote |
|||||||||||
KIE RS
Wees-
huis. |
Kooken, en daarby de wooning van den Koo-
ken-Vader en Kooken-Moeder: nevens dezel- |
||||||||||
ve, ter linkerzyde, is de wooning van den
Jongens ßchoolmeefler en Huismoeder: en naar de Meisjes-Plaats toe, heeft men de Kinde- renhuis-Eetzaal en School, daar Jongens en Meisjes, te jong om in het groote huis ge« plaatft te worden, eeten, in fpellen en leezen onderweezen worden, en hun gewoon verblyf hebben. Ter wederzyde van de Poort, aan de Meisjes-zyde, zyri de wooning van den Kleê- renmaaker, en de winkel en wooning van den Schoenmaaker van 't Huis. Langs de Binnen- plaats, van agteren, zyn ook eenige ver- trekken, tot hunTelyk gebruik. Voorts, is, weftwaards van de Meisjes zyde, over eene lange fmalle Plaats, een Wafchhuis en Bak- kery getimmerd. In de laatfte, wordt, met drie ovens , gebakken. De Bakker heeft zyne wooning hier by. Ooftwaards van de Jongens zyde, over eene diergelyke lange, fmalle Plaats, is het Ziekenhuis, welk, door een' kooken in 't midden, in twee deelen onderfcheiden is ; waar zieke Jongens en Meisjes worden geplaatft. Ten einde van de Plaats, is een wafchhuis, en daarby een vertrek, waar de lyken, voor een' tyd, ge- zet worden, «tweede, Uit het Poortaal binnen de Poort,aan de Jongens zyde, is, ter regterhand, de opgang naar de vertrekken der tweede Verdiepinge. Men
(\) Refol. vu» den Oud-Raad van Bürgern, f*» 19 May
J70I. bl. 205, |
|||||||||||
■
|
|||||||||||
\N
|
||||||||
i •
|
||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. %6$
Men ontmoet hier eerft een ruim Voor ver- Aal-
trek voor de Regenten-Kamer, alwaar nog moesse- een bord hangt, welk, reeds in't oude Aal-*?ERS_ moeflfeniers-Huis, geplaatft geweeft is, en ftuJJ** waarop , met gulden letters, gefchreeven Haat: De Hemel draegt geen zy ,maer luiflert naer
elks kermen.
Zoo ziet d'' AelmoeJJenier ,op't nypen van den noot,
En reicht elk nooddruft toe, uit 's burgers milden fchoot.
Hy flut, door 't heele jaer, bet leven van den armen.
Uit dit Vertrek, komt men in de Regenten-
Kamer of Comptoir, die langwerpig vierkant, hoog en ruim is, en, door vier grootelich- ten, over de Prinfengraft , uitziet. De fchoorfteenmantel is, van boven, verfierd met de wapens der Regenten, die, ten ty- de der ftigtinge van het Huis, in dienftwa- ren j en met eenige andere Regenten - wa- pens , van vooren. Beneden, boven den fpie- gel, ftaan deeze regels, die aan Vondel worden toegefchreeven: Dees Godtshuis-bouwers, die getrouw nood-
druftige armen,
Al 't jaer bedienende, handhaven en befcher* men,
Staen in de wapens van bun flammen hier ten toon.
Wie
|
||||||||
$66 AMSTERDAMS . III.Deel..
Aal- Wie armen handbaefi, wint de hoogße wa-
Moesse« penkroon.
^ees- Langs de wanden van 't vertrek, zyn zeven
huis. oude Schilderflukken' geplaatft, twee van welken ieder twee oude Regentenkoppen vertoonen: in de vyf anderen, ziet men 't werk der Aalmoeiïenieren en der behoeftï- gen, zo als het, van ouds, beftondt, kon- fliglyk, afgebeeld. Een vertoont de infchry- ving der armen: een ander de huisbezoe- king , die, door een' der- Regenten, verzeld van den Hoofdprovooft, gefchiedt: in twee anderen, die, in 't jaar 1627, gefchilderd zyn, ziet men de uitdeeling van brood, geld en itof tot kleeding, die, voormaals, door de Aalmoeffeniers, plagt te gefchieden: en in het vyfde , wordt het hennip - kloppen en andere arbeid vertoond, die, in het oude Aalmoeffeniers - Huis , plaats hadt. Wy- ders, hangen 'er twee nieuwe zeer groo- te Regenten - Stukken , ieder agt Regen- ten en de Hoofd - Provooflen, Secretaris en Boekhouder in der tyd vertoonende: het eene is, door Cornclis Troofi.: het ande- re, door Tibout Regters, gefchilderd. Ag- ter 't Regenten - Comptoir, is een kleiner vertrek, de Geldkamer genaamd, waar boe- ken , papieren en geld bewaard worden: en nog een vertrekje, ook, onder anderen, tot bewaaring van fchry f boeken, gefchikt.Wy- ders, heeft men, langs den voorgevel, ter wederzyde der gemelde vertrekken, eene Lakenkamer, daar de voorraad van lakens, karfaaijen en baaijen tot kleeding voor de |
||||
'. ■■ ""m
|
|||||
IV.Boek. Godsh.'en Godsd.Gestïgten. 367
kinderen bewaard worde, en een JVollenwin- Aal-
kel, daar de wollen - kleederen worden ge-MOEssE« maakt. In 't middelde gedeelte van 't ge- Jl1,6*^ , ° 1 ö Wees-
bouw , naar den agtergevel toe, ontmoetHUISt
men , ter eener zyde , eene ruime Slaap- plaats voor de kleine Meisjes uit het Kinderen- Huis, en ter anderer zyde, eene Provifie- Kamer, daar de voorraad van erweten, boo- nen, gort en meel bewaard wordt. Langs den agtergevel, is de Regent effen- Kamer, een fraai Vertrek, welk, in 't jaar 1761 , merkelyk verbeterd, en met een gefchilderd behangfel , naar de hedendaagfche wyze , verfierd is. Ook zyn de wapens der Re- eenteflen voor den Schoorfleenmantel ge- fteld. De kamer fchept licht van de ag- tef plaats, die, met een' hoogen muur, van deLeidfche dwarsflraat afgefcheiden is. Ter eener zyde van de Regenteffen-Kamer, is de Linnen-naaminkel, daar ook 't linnen voor 't Huis bewaard wordt, en ter anderer zyde, een ruim vertrek, daar de Jongens en Meis- jes , die, op Maytyd, uit het Huis gaan, voor het laatfi:, onthaald worden. Voorts, zyn hier omtrent ook eenige andere ver- trekjes, tot hunTelyk gebruik dienende. Langs cle zydgevels van 't gebouw, over de twee Binnenplaatfen, loopt ter eener zyde , de Eetzaal voor de Meisjes, en ter anderer zy- de, de Eetzaal voor de Jongens, twee hoo- ge kamers, die de gantfche diepte van 't Huis, in de lengte, beflaan. Ook heeft men, aan de Meisjes zyde, boven de Bakkery, eene groote Slaapkamer. Op de derde Verdieping van 't Huis, zyn derde, en
* de |
|||||
$68 AMSTERDAMS IILDeel;
Aal- de Schooien voor Jongens en Meisjes: ook
Moesse- de kleine Naai- of Lapwinkel, de Breij-fcbool Wees- en ^e ^am^amer '• en » langs den agterge- Huis. vel , twee vertrekken, gefchikt, het eene tot een Kinderen-Hais voor Jongens, en het andere tot een Kinderen - Huis voor Meisjes, De kamers voor de twee Kinderen - Moe- ders , en voor de Naai- en Breij-meefteres- fen zyn, op deeze Verdieping, naar behoo- ren, gefchikt. Ook is hier eene groote Slaapkamer voor de Meisjes, en twee klei- nen voor de Jongens. vierde ^e overige Slaapvertrekken voor Jongens Verdie- en Meisjes, die met dubbele deuren van el- Pin§« kanderen zyn afgeflooten, zyn, op de vier- de Verdieping, langs den Voor-, en de twee zydgevels tran 't Huis. Ook heeft men hier, langs den agtergevel, eene ruime DroogzoU der, daar de kleederen, die hier, even als in't Burger-Weeshuis, federt eenige jaa- ren, ook op 's Graavenland worden gewas- fchen; des zomers, op de gewoonlyke wyze, en des winters, door middel van kagchels, gedroogd worden. Hierby zyn de Kamers voor de fVafchmoeder en de Kammoeckr: en, voor in 't Huis, aan de Jongens zyde, de Oppajjers- en Ondermeesters-Vertrekjes : en aan de Meisjes zyde, twee vertrekken voor den Schoolmeefter der Meisjes. Wy fpree- ken niet van de Bier-, Provifie- en andere kelders, die, onder de benedenfte Verdie- ping , zo ten dienfte van 't Huis in 't ge- meen , als van de voornaamfle Suppooften, in grooten getale, gevonden worden. ' jaaren en De Regenten van 't Aalmoezeniers- Wees- verdere huis |
|||||
________________________________■
|
|||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestïgten. 369
huis plagten, eertyds, geene kinderen in te Aal-
neemen , die twaalf jaaren en daar boven moesse- oud waren. Doch al federt veele jaaren, ^ERS" zyn zy verpligt, kinderen te ontvangen, tot HmSi" den ouderdom van vyftien jaaren toe, en vereifch. wel, volgens een befluit der Vroedfchap, ten, in dé kinderen van allerlei foorte, hoe gebrekke- Aalmoes- lyk dezelven ook zyn mogen (l). Doch Bur- Ê?ier£ gers-kinderen moeten boven de twaalf jaa-^^ In" ren oud zyn: anders, komen zy in 't Burger- Weeshuis : en kinderen, welker ouders, of de langftleevende van beide, een jaar lang* Ledemaat der Gereformeerde Kerke ge- weeft zyn, worden in het Diaconie-Weeshuis ingenomen. De Regenten van 't Aalmoes- feniers-Weeshuis neemen, gevolgelyk, ook kinderen in, welker ouders, door 't Geregt, ter dood gebragt zyn, of in hegtenis gehou- den worden* Wy hebben reeds aangemerkt, dat het Huis ook voor Vondelingen gefligc is: hoewel deezen, en ook kinderen boven de vyftien jaaren, niet dan op byzonderen laft van Burgemeefteren, worden ingenomen, 't Leggen van kinderen te vondeling is, nog- tans, by herhaalde Keuren, verbooden. Vol- gens de oudfte, die my bekend is, van den vyftienden December des jaars 1491, werdt het, met de Kaak en ballingfchap voor den tyd van een jaar , geflraft. Volgens laate- re Keuren, werdt het, met verlies van 't regter oor, geboet, en by nog laateren, is 'er geeileling op gedreigd. Ook is, by meer dan eene Keure, verklaard, dat ouders,die hun-
(/) Refol. Vroedfch. L«-, O. 26 Sept* i6Zi, hl, joo,
VIII. Stuk. Aa
|
||||||
■
|
||||||
"t
|
||||||
,:^j^.vw»W»!WP
|
||||||||||
«370 AMSTERDAMS ÏÏÏ.Dêee.
Aal- hunne kinderen verlaaten, nimmer van de- itoEssE- zelven zouden mogen erven (in). Doch on« WeÏs- aan§ezïen ^eeze Keuren, levert deezegroo- Äuis?" te Stad i van tvc* tot tyd > vee^e vondelin- gen en verlaaten kinderen uit, die, met ta* | melyke gereedheid, in het Aalmoefleniers- Huis, ontvangen worden. Van deeze ge-
reedheid, is egter, ook dikwils, misbruik ;„.'. gemaakt. Veelen, die aangenomen hadden, de kinderen hunner vrienden of bekenden, met naame die van zeevaarenden, welken, daarvoor, hunne Maand•-eedden verpand hadden, op te voeden, bragten dezelven, naderhand, aan 't Aalmoefleniers-Weeshuis, voorgeevende, dat zy van de ouders verlaa- ten waren. Doch hiertegen is ook, by ver- fcheiden' Keuren, voorzien. Zelfs hebben Burgemeefteren, meer dan eens, en laatfte- lyk, in 't jaar 1755 * de Ingezetenen ge waar- 1 fchuwd „ dat elk, die een verlaaten kind of „ kinderen in zyn huis of-bewaaring nam, ge- „ houden zou zyn, zulk een kind of kinderen, „ op zyne eigene koften, te onderhouden, „ zonder daarvan, door eenig Godshuis hier ;, ter Stede, immermeer, te worden ont- „ lad («). 's Lands Staaten hadden reeds, op den agtften Augiiftus des jaars 16&2, vaftgefteld; dat luiden, die van de eene naar de andere Pkats vertrokken waren,en bjnnens 's jaars krank werden, of, overly- dende, kinderen nalieten, zo wel als de kin- deren, zouden geagt worden te blyven,ten lafte
{») Handv. bl. 578 , <j.ji, 474.
(«) Handv, ti. 5-}i» i«+» *78. Groot-Menwr. N. XI,
ƒ. icj. |
||||||||||
\
|
||||||||||
ÏV.Boek. Goösh. enGodsd.Gestigten. 371
ïafte der Plaatfen , van waar Zy gekomen Aal-
waren (<?). Op den derden Jarmary des jaars wan»; 1759, hebben Burgemeefteren, wyders, eene ^J.£RS* o vereenk omft bekragtigd, die, tuffchen deHUIS> Regenten van 't Aalmoefleniers-Weeshuis en de Diakenen der Lutherfche Gemeente, geflooten was. Zy behelfl „ dat de Kinde- -„ ren, welker ouders de een Gereformeerd „ en de andere Lutherfch Ledemaat geweefl: „ waren, zouden worden opgevoed, of, in het „ Aalmoezeniers-Huis, zo zy, in de Gere- „ formeerde Kerke; of in het Lutherfche. „ Weeshuis, zo zy, in de Lutherfche Ker- „ ke, gedoopt waren. Dat kinderen, wel- jj ker ouders beide, of de langftleevende „ van beide, twee jaaren, by de Lutherfche „ Gemeente, Ledemaaten waren geweefl:, ,, of van welken, zo zy beide der Luther- „ fche Leëre waren toegedaan, maar e-en „ twee jaaren Ledemaat geweeft was, in „ 't Lutherfche Weeshuis, zouden worden „ ingenomen, mids zy beide, een jaar en „ zes weeken, binnen deeze Stad of der- „ zelver Vryheid, gewoond hadden. Doch „ dat kinderen, van welker ouders de langft- „ leevende wel Lutherfch; doch geen Le- „ demaat geweefl was, in 't AalmoefTeniers- „ Huis zouden worden ontvangen, even- „ veel, of de ouders Poorters geweefl: wa- „ ren, of niet. Dat, eindelyk, ook kinde- „ ren, welker ouders, fchoon tot de Luther- „ fchen behoord hebbende , openlyk ge- „ flraft, of gevangen gezet waren , in 't „ Aal-
(») GlOOt-PltlkMtb. III. Deelt bl. 1440,
Aa 2
|
||||
27* AMSTERDAMS IH.Deee.
AAL. „ Aalmoefleniers-Huis, zouden worden in-
MOEssE- „ genomen (5)." De zuigelingen, die, in NIEK8- dit Godshuis, worden ontvangen, worden , hum!** ^00r ^e Regenteffen, buiten 't Huis, ter min- ne befleed : hebbende zy , hiertoe, door- gaands, een groot getal, en fomtyds wel dertig of veertig minnen in dienft. Daarna, komen de kinderen, omtrent vier jaaren oud zynde, in 't Huis; en worden, in't kleine Kinderen- Huis opgevoed, tot dat zy oud en fterk ge- noeg zyn, om onder de groote Meisjes of Jongens te können geplaatft worden, waar zy blyven, tot dat zy, een bekwaam hand- werk geleerd hebbende, in flaat zyn, om hun eigen brood te winnen; wanneer zy uit het Huis gelaaten, en van onder het opzigt der Regenten en Regenteflen ontflaagen worden. Doch kinderen, welker ouders, of een van beide, vaftgezet, of uitlandig geweeft, of vermift zyn, worden, aan dezelven, te rug gegeven, wanneerze wederom op vrye voe- ten gefield worden, of opkomen. In zulk een geval, moeten de ouders, zo 't hun ver- mogen toelaat, aan 't Huis voldoen, 't gene de opvoeding der kinderen gekoft heeft; 't welk, voor kinderen van zes tot negen jaa- ren-, op agt en veertig; van negen tot twaalf jaaren, op vier en vyftig; van twaalf tot vyftien jaaren, op zedig; en boven de vyf- tien jaaren, op zes en zeftig guldens in 't jaar gefield wordt: behalve de kleeding, die op zeftien guldens 's jaars wordt gerekend. De befeheiden, die, by 't inneemen van
* kin- (f) Groot-Memor. N. XII. ƒ. 49 verf*.
|
||||
IV.BoEK.ÜoDSH. en Godsp. Gestïgten. 373
kinderen, gevorderd, en gemeenlyk beko-^AL-
men worden, zyn de Trouw-cedul der ou- moessh« deren, de Doop-cedul der kinderen, en blyk nijsrs- van de Gelopfsgezindheid, woonplaats, dood, ^SE#S" begraafenis en nalaatenfchap, zo 'er eenige is, der ouderen: alle welke befcheiden, by ei- kanderen , in eene doos, weggelegd worden. Voorts, worden de kinderen, door den Secre- taris , in 't ingenomen-Kindßren-boek, onder ei- kanderen , ingefehreeven, met meldinge van den naam,ouderdom en de andere aangehaalde omftandigheden, Of zo de Vader op de vaart is, of gevangen zit, wordt zulks ook byzonT derlyk gemeld. Van onegte kinderen, die, veeltyds, uit het Gaflhuis komen, wordt de naam, met by voeging van het woord onegt; en de naam der Moeder, en of dezelve over? leeden of weggeloopen is, te boek gefield. Van de Vondelingen wordt aangetekend, wanneer en waar zy gevonden zyn; met aan- hegting van het fchriftelyk berigt, zo 'er eenig berigt by geweeft is, en melding van den naam, die aan dezelven, door den voor-f zittenden Regent, b^ den Doop, die, een9 pm de maand, gefchiedt, gegeven is. De Vondelingen worden dan, met een fchrif- telyk verzoek der Regenten, door den Mees- ter en Moeders der Kinderhuizen,naar ééne der Gedeformeerde Kerken, ten Doop ge- bragt. De ingenomen kinderen worden , temond, met naam, nommer enz. overge- bragt op één der drie Boeken, waartoe zy behooren: die nog geene vier jaaren zyn, op het uitbcßetdde-Kinderen-Boek; die tus- chen de vier en'tien jaaren oud zyn, pp het Aa * 33g,
|
||||
$74 AMSTERDAMS* IILDeêC
Kinderenhuis-kinderen-boek: en die boven de
tien jaaren zyn, op het Groot-Hüis-kinderen- boek. Die in 't eerfte Boek Haan, worden, zo dra zy den vereifchten ouderdom berei- ken , in het tweede, en die in het tweede Haan, ten zynen tyde, in het derde Boek -overgebragt; en als zy overlyden, of uit het Huis gaan, op gelyke wyze, afgefchreeven. > De kinderen onder de vier jaaren worden, gelyk wy reeds gemeld hebben , buitens huis befleed, en door Minnen opgekweekt, In 't Kinderenhuis, worden zy verder op- gevoed door twee Kinderhuismoeders, eene over de Jongetjes, en eene over de Meisjes: en j door een' Kinderhuismeefter, onderwee- zen in 't fpellen, leezen,de gemeene gebe- den en den Catechismus, tot dat zy omtrent tien jaaren oud zyn, en zig zelven kleeden können; wanneer zy in 't Groot-Huis over- gebragt, en de Jongens by de Jongens, en de Meisjes by de Meisjes geplaatft wor- den. Hier worden de Jongens, tot dat zy vyftien jaaren bereikt hebben, in 't lee- zen, fchryven en rekenen, en in de gron- den van den Godsdienffc onderweezen , en daarna op een Ambagt befïeld. De Re- genten fchikken zig , hierin, gemeenlyk, naar hunne keuze, eii ge«ven hun verlof, om een' Meefter te zoeken, by wien zy een week of twee op de proef arbeiden, waarna de Regenten een verdrag met hem aangaan. De ambagten-, die zy in 't gemeen verkiezen, zyn Huistimmeren, Scheepstimmeren, Wit- werken, Kiftenmaaken, Spaanfche-Stoelen- maaken, Beeldhouwen, Zeilenmaaken, Masr teii-
|
||||||||||
Aal*
MOESSE-
Wut«
HUIS.
|
||||||||||
Onder-
wys der Kinde- ren. |
||||||||||
IV. Boek. Gödsïï. en Godsd. Gestigten. 375
tenmaaken, Lyftenmaaken,Kuipen, Schoen- Aal-
maaken en eenige anderen. Hun arbeidsloon moess*. wordt opgehaald door een' Bediende van 't ^iERS" Huis, <!ie ook onderzoek doet op hun ge- aaatl, drag; zyn ontvangft, om de veertien da- gen , aan de Regenten verantwoord, en van 't gene hy verder vernomen heeft, verflag doet. De Meisjes, insgelyks, tot eenen be- kwaamen ouderdom, op de Schoole zynde onderweezen, gaan over op de Breij-, Lin- nen- , of Wollen-win kei, ter keuze der Re- gentefTen; daar zy, door byzondere Meefte- reiTen of Moeders, en op de Wollen-win- kel, ook door een' MeefterKleêrenmaaker, in 't Breijen, Linnen- en Wollen-naaijen, on- derweezen worden. Het Breijen en Linnen- naaijen leeren zy egter volkomenft, om dat dit ook, om loon, ten behoeve van't Huis, voor deftige ingezetenen, gedaan wordt. De Groot-Huis-kinderen, Jongens enMeis Catechi«
jes, worden, wyders, tweemaal ter weeke,fatien,> des Maandags en des Donderdags, door twee byzondere Leermeefters, in den Chriftelyken Hervormden Godsdienfl onderweezen. Ook worden zy, alle Dingsdagen, door twee Pre- dikanten , by beurten, ruim een uur agter- een, gecatechifeerd. Aan de befte Catechifan- ten wordt een godgeleerd boek, tot een prys, vereerd, uit een Legaat, ten deezen einde, door Jacobus Theens, gemaakt. Wyders, wor- den de groote Jongens en Meisjes, afzonder- lyk, door de Meefters en andere Bedienden, geleid, den eenen Zondag, voor-en nade- middag , naar de Weiier - Kerke , en den anderen Zondag, 's voordemiddags alleen, Aa 4 naar
|
||||
376* AMSTERDAMS III.Deel.
Aal* naar de Nieuwe - zyds - Kapel. De School-
MOÊ5SE- kinderen, Jongens en Meisjes tevens, wor« SJEK.S". den, alle Zondagen, 's nademiddags alleen, Hui« geleid naar de Nieuwe Kerke. In deeze drie Kerken, zyn galeryen, waarop zy geplaatft worden. Op Zondag nademiddag, den ze- yen en twintigften Juny des jaars 1704, ter- wyl de Jongens in de Weiler- Kerke waren, en de Predikant, Jacabus Streß, het voor- gebed , ter naauwer nood, beflooten hadt, ftortte een gedeelte van de noordelykfte boog van 't gewelf, met een geweldig ge- kraak , naar beneden en op de kinderen, zes van welken verpletterd, en vier en veertig, meer of min zwaar, gekwetft werden. Twee der Regenten, die in de Kerke waren, fiel- den , terftond, orde om de ongelukkigen te redden. Men bragtze , met fleeden, met de fchuit, met bakermatten, naar 't Huis te rug, daar de gekwetflea, ook op uitdruk- kelyken lafl van Burgemeefteren, door dé bekwaamfte Chirurgyns, verbonden, en op allerlei wyze, ook met Franfchen en Rynfchen wyn, verkwikt werden. De gefneuvelden werden, 's Dingsdags , op zes lykbaaren, gevolgd van twee Regenten, alle de Sup7 pooflen, en een goed getal van jongens uit het Huis, op het Leidfche Kerkhof, ter aarde gebragt ($). De kleeding der kinderen is zwart tot bo-
venkleeding, en blaauw tot onderkleeding, karfaai, voor de jongen, die nog niet wer- ken, en laken, voor de ouderen. Boven aan
(f) Vit de Notulen der Regenten,
|
||||
IV.BOÉK. GODSH. EN GODSD. GeSTÏGTEN. 377
aan de linkermouw van de rokjes der Jon- Aal-
gens en van de tabberden der Meisjes, is een moesse- zoom of boordfel, welk men een bragoent- J"Rf" je noemt, gehegt van wit, rood en zwart, HUIS> zynde de kleuren uit het wapen der Stad: door welk kenteken, de kinderen, die in 't Aalmoefleniers-Huis zyn, van de kinde- ren , die in andere Godshuizen worden op- gevoed, onderfcheiden worden. De gewoonlyke fpys der kinderen in 't Spys.
AalmoefTeniers - Huis is, des Zomers, 's Zondags, 's middags, graauwe erweten met vet, en kaas en brood toe, en 's avonds zoetemelk met ryft: 's Maandags, 's mid- dags , gort met karnemelk, en kaas en brood: 's avonds, karnemelk met gepelde garft,en boter en brood toe: 'j Dingsdags en frrydags, 's middags, groene erweten met nat, enkaas enJbrood: 's avonds, karnemelk met grutten meel, en boter en brood toe:'sWoensdags, 's middags, witte boonen met boter en azyn, en kaas en brood toe; en 's avonds, zoete- melk met gort, en boter en brood toe: V Donderdags, wordt, 's middags, even als 's Zondags 's middags, gefchaft,en 's avonds, karnemelk met gepelde garft, en boter en brood toe: 's Saturdags, fchaft men, 's mid- dags , gort met karnemelk en firoop , en kaas en brood toe: en 's avonds, karnemelk met brood en firoop, en boter en brood toe. Des Winters, wordt 'er eenige veran- dering in de gewoonlyke fpyze gemaakt. 's Zondags, 's middags, fchaft men graauwe erweten met vet, en vleefch en brood toe, Aa 5 en
|
||||
178 AMSTERDAMS ÏÏI.Dm:
Aal- en 's avonds zoetemelk met ryfl: 's Maan- MOEssE. dags, 's middags, gort met vet en firoop, ■™J* en kaas en brood toe: en 's avonds, kame- rs, ' melk met gepelde garft, en boter en brood: • 's Dingsdags, 's middags, groene erweten met nat, en kaas en brood toe: en 's avonds, karnemelk met grutten meel, en boter en brood: 's Woensdags en 's Frydags, wordt 'er, middag en avond, even als des Zomers, gefchaft: 's Donderdags, fchaft men, 's mid- dags , ryftnat, en kaas en brood toe: en 's avonds, karnemelk met gepelde garft, en boter en brood toe: en 's Saturdags,'smid- dags, gort met vet en firoop, en kaas en brood toe : en 's avonds, even als in den Zomer. Doch fomtyds, wordt van deezen ge woon-
lyken fehafregel afgegaan, en de kinderen, op eene ongewoone wyze, onthaald. In Maart en December, eeten de Kinderhuiskinderen, gemeenlyk, eens pannekoeken, van een vier- de tarwen-, en drie vierde grutten meel,in boter gebakken. Op eerften Paafchdag, ee- ten alle de kinderen eijeren, die in manden gekookt worden, tot dat de dooijer begint te ftollen. Men geeft 'er hun wittebroods bollen met boter by; de grooten krygen zes; de Schoolkinderen vyf; de grootfte Kinder- huis-kinderen vier,ende kleinften drie eije* ren ieder. Op Pinkfteren, fchaft men Kalfs- vlèefch in groen Warmoes gekookt, waar^ toe agt kalveren geflagt worden. In May, krygen de kinderen, doorgaands, driemaa- len radys ? en als 't warm weder wordt, kou- de 7 |
||||
ÏV.BoEic. Goösk. enGodsd. Géstigten. 3^9
de fchaal, of bier met brood, ongekookt. In aal-
Juny, eeten zy, tweer of driemaalen, kruis- moes«« bellen: ook twee-of driemaalen, kropfala-™RS' de, met olie en azyn, en als 't zeer heet m™*' is, koude, in de plaats van gekookte, karne- melk , met tarwen- en roggenbrood. Ook . ♦wordt 'er, in den zomer, twee- of driemaalen, gerookt fpek gegeten. In July ,. fchaft men twee- of driemaalen peulen, en twee- of drie- ïöaalen tuinboonen. In 't midden van July, Auguilus, September en Oftober, wordt 'er, 's Zondags 's middags, hutspot met wortelen gefchaft, waartoe telkens twee vette koei- jen geflagt worden. In Auguilus, krygen de kinderen aalbeffen,- als zy niet meer dan vyf en veertig of vyftig duivers de honderd pond koften: ook wel boerenkool, en Hoorn- fche of Leidfche wortelen. Na den twintig- ften deezer maand, op een' Donderdag, ee-. ten de Kinderhuis-kinderen oilènharf]: en wittebroods fap : en drinken vyf guldens zoet bier toe : waarna , onder hen en de Schoolkinderen, twee ton appelen of witte pruimen worden uitgedeeld. Na den mid- dag , vermaaken zy zig, in het Doolhof. In September, fchaft men, twee- of driemaa- len, kool,en op Kermiszondag,oflen-huts- pot, met pruimen en rozynen. In O&ober, ook kool,en offen-hutspot met wortelen. In November, flagt men, in 't gemeen, zes en dertig offen , waarvan de fchonken, met wortelen, aan de kinderen gefchaft worden. Op den eerften Kerftdag, eeten de kin? deren wittebrood, in zoetemelk geweekt» Op
|
||||||
.
|
||||||
.
|
||||||
„, «■
|
||||||||||||||||||
S8o AMSTERDAMS IILDeel;
|
||||||||||||||||||
Aal-
moesse- KIERS-
Wees-
huis. Onthaal
der uit- gaande |
Op den eerften Zondag in May, worden
de kinderen, die uit het Huis gaan, in een afzonderlyk vertrek, in 't byzyn der Regen- ten en Regenteflen, deftig onthaald. Men fchaft hun dan groen warmoes, met kalfs- vleefch gekookt, gebraaden kalfs- en fchaa- penvleefch , fncadellen , ham en gerookt |
|||||||||||||||||
kinderen'vleefch, ryftenbrij met fuiker en kaneel;ra-
dys, en amandelen en rozynen, totnageregt. Ook krygen zy een fles wyn, met hun vieren. Voor de maaltyd, worden 'er pfalmen ge- zongen : en 't gebed en de dankzegging, door een'der uitgaande Jongens, gedaan. Ten vier uuren, na de maaltyd, vervoegen de Regenten zig in de Regenteflen-kamer. De uitgaande kinderen komen 'er, vervolgens, waarna een der Regenten eene aanfpraak aan de Jongens, en eene der Regenteflen eene aanfpraak aan de Meisjes doet, hun voorhoudende, hoe veele weldaaden zy in het Huis genooten hebben, te gelyk, met hunne verpligting tot dankbaarheid aan Go- de, aan de Burgemeefteren deezer Stad, en aan de Regenten en Regenteflen, met by- gevoegde vermaaningen tot eenen eerlyken Hun uit- en Godsdienfligen wandel. Voor hun vertrek, *et« bekomen zy hun uitzet, beftaande dat der Jongens in een gekleurd Lakens bovenkleed, een Sergie-onderkleed, een hoed , twee paar fchoenen, twee paar koufTen, vier hemden, vier neusdoeken , vier linnen daflen , een Nieuw-Teftament en Piajmboek, of, zo zy Ledemaaten zyn, een ßybel, benevens het gereedfchap , dat zy, tot hun handwerk , |
||||||||||||||||||
noo-
|
||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||
•-■ ■ ............
|
|||||
IV.Boek:*Godsh. en Godsd. Gestigten, 381
noodig hebben. De Regenten voegen hier aal-
by een' heelen, en de Regenteflen een' hal- moessi-. ven zilveren Ducaton. Die , met bewilli- ^,ERS" ging der Regenten, naar Ooftindie,of naar Hu^f" elders op de vaart gaan, worden uitgerufl: met een fcheepskift, en daarin, vier witte, en twee bonte hemden, twee bonte floo- pen, zes neusdoeken, twee linnen-pakjes of wambuizen, meflen, kammen, naalden, garen, Spaanfche zeep, drie paar koufTen, drie paar fchoenen,een lakenfche waakrok, vier pond tabak, pypen, twintig mingelen brandewy n, een matras , kuiten, hangmat, kombaars, Engelfche muts enz. De Meisjes, die, zo zy niet met naaijen den koft willen zoeken te winnen, zig, gemeenlyk, reeds, twee of drie maanden te vooren, verhuurd hebben, om te dienen, worden voorzien van een ge- kleurd Stoffen- of Sergie-jak, met faai of andere ftof gevoerd; een gefireepte Luikfch- faaijen fchort, een Lakenfche onderrok,een bratten voorfchoot, Sergie-borftrok en ryg- lyf, of vyf en twintig guldens in de plaats: voorts , vier hemden, drie blaauwe voor- fchooten, drie ellen linnen, een paar fchoe- nen, een paar muilen, twQQ paar kous- fen , twee boezelaars , een Teflament of Bybel en Pfalmboek , gespen, zyde, ga- ren, lint enz. en. een mand met een {lot, om alles in te bergen. In geld , krygen zy van de Regenten een' halven, en van de RegentefTen een' heelen zilveren Du- caton. Wanneer de kinderen twee jaaren uit het Huis geweeil zyn, en men goed ge- tui- |
|||||
■ ■ - ■ ■ .. ........... .
|
|||||||
$ AMSTERDAMS HÏ.Dtó.
Aal- ' tu^genïs boort van hun gedrag, krygen de
Moesse- Jctfigmaris van de Regenten een zwarte La- ^H*. kenfche rok en broek, of agttien guldens «ais." agttien ftuivers in geld ; en de Dogters, dertien en een half el ras de marokko tot een jak, zeis en een half el Luikfch faai tot voe- ring, vier en een half el kroonfaai tot een fchort, drie el laken tot een rok, een en drie vierde er vlaams linnen, garen, lint, zyde, haaken en oogen enz. of vyf en twintig gul- dens in geld, 't welk haar, door de Regen- teffen, gegeven wordt, 't Gene de kinderen erven, terwyl zy in 't Huis zyn, wordt f door de Regenten, bewaard, en hun, doch zonder Intereft, uitgekeerd , wanneer zy mondig geworden, of tot eenigen goedge- keurden ftaat gekomen zyn. Getal. 't Getal der kinderen in het Aalmoeze- niers - Weeshuis is ongelyk. Somtyds is het, tot zeftien honderd, geklommen. Op 't ein- de der voorgaande eeuwe, beliep het, tus- fchea de dertien honderd en veertien hon- derd (r). En terwyl wy dit fchryven, op den dertigften Juny des jaars i w$ , zyn 'er vier honderd een en dertig Jongens en zes honderd en negen Meisjes in 't Huis. Ter begeerte der Regenten, voegen wy hierin eene lyft van de Kinderen , die , op den iaatftep December van ieder der volgende jaaren, in 't AalmoeiTeniers-Weeshuis, wer- den opgevoed: (r) COMMEL1N bl, JjtVj
In
|
|||||||
3
w
o
b
o
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-vr *^ ^ ^
o o o o Co ko i-t O
» I » I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•vt*\| nj
0 o o
1 I I
I I • |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MM
O O CO "NI I I
I I |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PtOtOtOpWNKJi-ii-it-ih-it-ii-ii-ii-Hi-ii-iO
*\| 0\OH 4^W ^ M O v5 OO^I C\C/» ^ W O H OVO |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
co co
t-3 fH
t I |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CO (<> K»
ovo oo
I I I |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I I
|
• I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I « »
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I II
|
I I I I
|
t
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• »
|
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I I
<-< —. >_ I— —.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MM JÖ» 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»-4»-li-i>-<l-<»-il-4t-4>-ll-4>-f
|
MI 1-4 1-4 M4 hH
|
P-4 H
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i-i im »oio to \o CO CO UCO-«>4*4s.4i>4»>-£'-»>-»>-it»-
CO CS >- CO 4* SO -»> O CC C\*\J P CS SO M CO OO OS ko
O\C0mU O kO MNlSOÜlUlOO-fi^N mWSOW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CO CO
vo es
so so |
CO CO 4* 03
N OM3 OS Ui wUl 1-) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
t-4 to r.O
CO O Kï
. . .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OD WW
4> I-I ^
SO 4- CO
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
g
at
O § p b
9 —:
fr H
W 3 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ol CA
4* VÖ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O '
o
3
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
os es os es c\c/i cn^-vtc^uiucnc^cn^^-^-^-^-^-^-^-^-^wwwijowww
Cs^l 4* CO
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» ■ • I . I 1 I • . I . • I I , • * ! • . I I . . I I I I
• • I I I I I I • I I I I I I I I I r I I > t I I I I I I
-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» •
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- i^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1-4 t-4 HH —■ IM v-4 1-4 1-4 IM IM H-4 1-4 I—I I—I >—t I—: |M Mi M >-4 M 1-4 ►"-< *■! _
OOOOOOOOOOOH4i->h-.i-i)op»otopkoc>3COCO»o
4> 4* O *" CS SO CsO*i SQ *Nj CO >-< 4* *NJ CO to CO CA *\| COSO 1-3 CA CO O ' Co Os4* SO CO •-» SO k-3 4* *N| OS^-I K) C/t- O W k3 CO >-i 4* >-* O 4* CO |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ml |M 1-4 1-t !-• t»H 1-4
1-4 M Ml' O ►"* *-• •"'
13 U W N O CA ~vj
O CS O -Ni 4* so &
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o
i-t O
3 •
>
>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ö
o»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
o*.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
584 AMSTERDAMS IILDeei.
Aal- De Regenten van 't Aalmoefleniers-
MOEssE Weeshuis, die nog agt in getal zyn, verga-
NiERs- deren * gemeenlyk , eens ter weeke , des hum*5" Woensdags na den middag, wanneer zy zit- R ft.' ten, om kinderen in te neemen; inkomflen ring. te ontvangen, fchulden te betaalen, en voorts Regen- alles, wat de beftiering van 't Huis aangaat, ten. te bezorgen. 'Zy hebben een gedeelte van 't werk onder zig verdeeld. Twee hunner hebben 't opzigt over de bouwing; twee an- deren doen den iakoop der Lakenen en an- dere ftoffen tot kleeding: nog twee koopen de Graanen, en hebben het opzigt over de bakkery, en de twee overigen doen den in- Regem- koop der verdere eetwaaren. De Regen- tessen. T e s s e N, die zes in getal zyn, komen, ge- meenlyk , des Donderdags byeen, wanneer zy de minnen der kinderen, die buiten 't Etuis befteed zyn , betaalen ; de fchaffing regelen; de behandeling der Naaij- en Breij- winkels onderzoeken; de kinderen van klee- ding voorzien, en de kleine Proyiiïe en fy- ne Linnens, ten dienfte van het Huis, ver- zorgen. . _ . Suppoos- De Suppooften en Bedienden van het Huis ten, zyn veelen in getal. Ten dienfte van 't Comptoir der Regenten in 't byzonder, zyn de Hoofd-Provooft der Aalmoefleniers, een Secretaris en Opperboekhouder, een Onder- boekhouder, een Ophaaler der boeten op het begraaven, en van het Precario, en een Ophaaler van de loonen der Jongens. Ten dienfte van het Huis in 't gemeen, zyn aan- gefteld eenc Comptoirmoeder, een Koo- ken-
|
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GeSTIGTEN. 385
kenvader en Kookenmoeder, zynde Man en aal-
Vrouw, een Bakker, een Schoenmaker enMOEsss- zyne vrouw , een Kleêrenmaaker en zyneNIERS' vrouw , een Schoolmeefler over de Jon-HU^s' gens en zyne vrouw, een Schoolmeefler o- ver de Meisjes en zyne vrouw, een Onder- meefler by de Jongens, een Poortier aan de Jongens zyde, twee Huisknegts, een Zie- kenvader, twee Ziekenmoeders, een Linnen- meefleres, eene Onder-Linnenmeefteres, ee- ne Breijmeefleres, eene Wafchmoeder, eene Kammoeder, twee Kinderhuis-moeders, en een Schoolmeefler van't Kinderhuis: waarbyv onlangs, ook een Apotheeker van 't Huis ge- komen is. De Hoofd-Provoofl en de Apothe- ker zyn de eenigfte Suppooften, die, door Burgemeefleren, worden aangefteld. De Regenten en RegentefTen (lellen alle de ove- rigen , elk zulken, die onder derzelver by- zonder opzigt Haan. De Hoofd-Provoofl, die, federt veele jaa- aan Tc
ren, als een der Subftituit-Schouten, wordt Con\P- aangemerkt, en tien Dienaars, voofmaals,R^en* Provooflen genaamd, onder zig heeft, wel ten! jken, door Burgemeefteren, op voorflag der Hoofd- Regenten , worden aangefteld (V); heeft op-Provooft* zigt over de boedels, die aan 't Godshuis vervallen , en inzonderheid over die van ouders, welker kinderen in het zelve wor- den ingenomen ; en woont de verkooping der zelven by. Hy draagt zorg voor de kin- deren , die te vondeling gelegd worden, en doetze , met kennis en verlof van Burge- mees-
(j) ■Refol.Vroedfch. U, N. 14 April K$I./ 318.
VIII. Stuk. Bb
|
|||||||
i
|
|||||||
jffo* AMSTERDAMS IILDees,
Aal- meefleren, in 't Godshuis brengen. Hy geeft
moesje- agt, dat de Keuren, ten behoeve van het KiERs- jjL1js gemaakt, naargekomen, en de boeten, huis. aan net ze^ve > befproken, met naame die op het te trouwen ryden en op het begraaven, worden ingevorderd, waarop hy, door zy~ ne Dienaars, aan 't Stadhuis en aan de Ker- ken , laat paffen. Hy verzoekt ook, by el- ke uitrufting der Ooflindifche Compagnie , dat eenige Aalmoezeniers - Jongens naar Öoftindie mogen worden aangenomen , en houdt 'er een net Regifler van. Ik vind, dat, reeds in 't jaar 1613, een Hoofd - Provooiï der AalmoelTeniers is aangefleld (t). Hem js, byzonderly k, gelaft, de bedelaars te doen opvangen, en in 't Werkhuis brengen: en men mag hem, op zwaare ftraffe, in 't uit- voeren van zynen pligt, geenen tegenftand Secrcta* bieden (a). De Hoofd-Provooit is, fomtyds y ris. ook Secretaris der Regenten geweeft , en deeze houdt de Regiflers der ingenomen kinderen, en de drie Boeken van zulken, die of uitbefteed, of in 't Kinderen - Huis, of in 't Groot - Huis gebragt zyn : ook het Alphabeth , tot deeze Boeken behoo- rende. Voorts, houdt hy aantekening van de befluiten der Regenten, en van 't gene gewigtigs aan 't Comptoir voorvalt. Hy fielt de Acten en brieven der Regenten, en tekentze, ter Ordonnantie van dezehen. Ook ontwerpt hy de berigten op de Requeften, die, door Burgemeefteren, ten dien einde, aan de Regenten ter hand gefield zyn. Doch meer-
(*) Groot-Memor. N. II. ƒ. 244 verft,
(wj Handv. bU 456, 4J7» 4JS« |
||||
IV. Boek. Goosh. en Godsd. Gestïgten. 387
meermaalen zyn de ampten vaü Hoofd- Aal-
Provooft en Secretaris, door twee byzondere moessr- Perfoonen, bekleed geweeft. De Opperboek-™^ houder, die , dikwils, dezelfde Perfoon is, HUIS# als de Secretaris, houdt een Journaal en Opper- Groot-boek van alle de inkomften en uit- jjoekhou- gaaven van het Huis;maakt de Balance op, er' en Helt de rekening, die,jaarlyks, aanBur- gemeefteren gedaan wordt. De Onderboek-onder- houder houdt boek van het gene het Gods- hoekhou- huis, wegens het regt van Praecario en hetder* regt op het begraaven, te vorderen heeft, om welke regten op te haaien, een byzon- dere fuppoofl is aangeileld. De Ophaaler Ophaak van de Ambagtsloonen der Jongens moet,ers van.,c dezelven, om de veertien dagen, vorderen Praecart0
enz en
en verantwoorden: en om de drie maanden, vzn' de een Reffcant-Cedul overleggen, inhoudende Ambagts»
eene nette aanwyzing der agterflallige ar-loonen beidsloonen. ^ By 't invorderen der loonen,t^gens; bedient hy zig van het Verzuimboek, welk, door de Jongens - Schoolmeefler, gehouden wordt, en waarin aangetekend flaat, welke en hoe veele dagen, de Jongens, met zyne kennis, verzuimd hebben. Zyn pligt is ook onderzoek te doen naar de Meeflers , by welken de Jongens verkiezen te werken; en op het gedrag der Jongens, na dat zy, dooi- de Regenten , ergens befteed zyn. Hy mag geene verandering maaken in de o- vereenkomfl, die met de Meeflers getrof- fen is, gefchiedende zulks , alleenlyk , op zyn voordraagen , door de Regenten zel- ven, voor welken de Meeflers ontboodea worden. Bb 2 On-
|
||||||
3*8 AMSTERDAMS III.Deei;
Aal- Onder de Suppooften ten dienfte van 't
MT7ESSE- HLlis in 't gemeen, is de Compt oir-Moeder
Wees" ^e eer^e- ^y doet) nevens den Hoofd-.
Hurs. Provooft., onderzoek naar de boedels, die Suppoos-aan 't Huis komen; helpt den Secretaris de- ten , ten Zelven inventariferen, en woont de verkooping va? 't derzelyen by. Zy draagt zorg, dat de inko- Huis in 'tmende kinderen, door den Secretaris, wor- gcmcen. den ingefchreeven, en brengtze daarna, ter- £jrmp' plaatfe daar zy behooren. Zy moet onder- der, " zoek doen naar 't gedrag en de omftandig- heden van zulke Meisjes, die, uit het Huis gegaan zynde, komen, om haare tweede uit- zetting , of om uitkoop te doen. Zy draagt zorg, dat het Comptoir der Regenten fchoon en in orde zy, en heeft verder het algemeen opzigt op het Huis en op de mindere Sup- Kooken- poofben van het zelve. De Kookenvader en vaderen j(0okenmoeder, zynde man en vrouw, doch raocder." zonc^er kinderen, draagen zorg voor de eet- waaren en kookenbehoeften van het Huis, en houden aantekening van 't gene ontvan- gen en gebruikt wordt. Voorts, doen zy de fpyze, op haaren tyd, bereiden en opdis- fchen; de Kookens, Provifie-kamers enPro- vifie-kelders,en'tkoper en tin, totKooken- gebruik dienende, fchoon houden. Zy heb- ben twee Huisknegts en vyf dienflmeiden in hunnen dienft, welke laatften, door de Re- genteffen , gehuurd worden, en behalven huisvefbing, fpyze en drank , een redelyk loon, in't jaar, genieten. De Kookenvader in 't byzonder houdt aantekening van de loonen der Timmerluiden, Metfelaars, Lood- gie-
|
||||
JV.BOEK. GOÖSH. EN GODSD. GesTIGTEN. 389
gieters en anderen, die aan 't Huis arbeiden, aal-
Hy moet de gangdeuren, door welken de moessb- fpys gedraagen wordt, zelf openen en flui- ^JjJjT ten, en zulken uit de kooken houden , die Rmim 'er niets te verrigten hebben. Hy geeft ook agt op 't gebouw, en dient de Regenten, die over den Bouw gefield zyn, byzonder- lyk, aan, wat daar aan behoort hermaaktte worden. Hy bezorgt de Lantaarens voor de Avondbegraafeniflen. 't Gene in de Bakke- ry van verkogte doove kooien wordt ont- vangen , wordt aan hem ter hand gefield, en door hem verantwoord. Hy betaalt en verrekent daartegen het arbeidsloon der Turfdraageren en andere kleinigheden. Hy magegter geenKookengereedfchap koopen, of inruilen , dan op fchriftelyken lafl der Regenten of RegentefTen. Ook mag hy gee- ne Leverantflers aanpryzen,' veel min, eeni- ge gefchenken van dezelven ontvangen. Hy moet, by ziekte van de Schoolmeefters, met de kinderen , ter Kerke gaan; dage- lyks, voor half tien uuren 's avonds, t'nuis zyn, en na tien uuren eene algemeene huis- bezoeking doen. Hy bewaart alle de fleu- tels van 't Huis; doeh mag geene floten, noch fleutels laaten maaken of hermaaken, dan op fchriftelyken lafl der Regenten, en by den gewoonlyken Smid van 't Huis. De Kookenmoeder is verpligt, zig dagelyks in de kooken te laaten vinden, om op het be- reiden der fpyze agt te geeven. Zy moet het oog hebben op het gene, door de Meisjes, uit de fpyskamers of kelders, gehaald wordt, en ,■ Bb 3 in
|
||||
390 AMSTERDAMS IH.J3SIE
in 't fluk der fchaffinge, zig voegen naar het
gene haar, door de Regenteifen, bevolen wordt. Zy en haar man eeten met de meefte andere Suppooften, aan eene gemeene tafel, zynde tot deeze maaltyd een uur gefield. De Kookenbedienden eeten afzonderlyk, en een half uur na de Suppooften. De Kookenmoe- der moet de Zaaien der RegentefTen doen fchoonhouden. Zo de Kookenvader voor zyne vrouw overlydt, is zy terftond verval- len van haare bedieninge; en zo zy voor hem fterft, moet hy, binnen 't jaar, met genoe- gen der Regenten, hertrouwen, of het Huis ruimen, ten ware men geraaden vonde, hem eene bekwaame Kookenmoeder toe te voe- gen.'t Zelfde heeft plaats omtrent de School- meefters en Huismoeders over de Jongens en Meisjes, die ook getrouwde luiden zyn. De Bakker heeft het opzigt over de Bak- kerye , en draagt zorg , dat het brood , naar behooren, en op zynen tyd, gebak- ken worde. Zyne vrouw moet de Bak- kery doen fchoonhouden. De Schoenmaat her koopt, op lalt van de Regenten , het leer , daar hy 't beft bekomen kan ; be- waart en fnydt het zelf, en geeft geene fchoenen uit, dan genommerd; en aan gee- ne uitbefteedde kinderen, dan op een brief- je van de Regenteifen. 't Gereedfchap moet hy doen haaien bydeLeverantfïers,door de Regenten gefteld. 't Getal zyner knegts is grooter of kleiner, naar dat 'er meerder of minder kinderen in 't Huis zyn; doch hy magze niet aanftellen, noch afdanken, dan met
|
||||||||||
Aal-
MOESSE-
KIERS- Wees-
huis. |
||||||||||
Bakker.
|
||||||||||
Schoen-
maaker. |
||||||||||
,f V.BOEK. GoDSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 391
met kennis der Regenten. Wyders, is hem aal-
ook aanbevolen , het ontvangen van het moessi- Sleedegeld van zulken, die mee eene, twee f3R3* of drie ileeden te trouwen ryden. ZyneHUI3> " vrouw is Poortierfche aan de Meisjes zyde. Zy mag geene Aalmoeffeniers - Meisjes uit- laaten, dan die, door 't overleveren van een* penning, toonen, verlof te hebben. Voorts, is zy verpligt, de Schoenmaakers winkel en wooning fchoon te houden. De Kkêrenmaa-Khcren. ker en zyne vrouw, die 't opzigt over de Wol- maakcr. len-winkel hebben, onderwyzen de Meisjes, welken, door de RegenteiTen , aldaar be- fcheiden zyn, in 't wollenaaijen. Voor den arbeid, wordt 'er, 's morgens, en 's nademid- dags, een kapittel uit den Bybel gelezen, en, na 't uitfeheiden, telkens, een Pfalmgezon- gen. De vrouw of Wollenaaimeefteres moet de meisjes, aan welken zy eenige onreinheid befpeurt, van tyd tot tyd, op de Kamkamer doen kammen en reinigen, en de zieken naar 't Ziekenhuis brengen. De Kleêrenmaaker ontvangt , des Saturdags, de dagelykfche kleederen, en des Zondags, de beften, op het Kleêrhuis. De RegenteiTen bezorgen de Wollen-winkel van al 't noodige, op ver- zoek van den Kleêrenmaaker. 's Dingsdags, om de veertien dagen, komen de Jongens in denftok , zo als men 't noemt, dat is, by den Kleêrenmaaker, om hunne kleêren te laaten bezien, en 't gene daaraan gebreekt te doen herftellen. De kleêren van de Jon- gens worden, daarenboven, tweemaal 's jaars vertoond , en zulken, die nieuwe kleêren Bb 4 be-
|
||||||
'392 AMSTERDAMS III. Deel;
Aal- behoeven, bekomen dezelven, op Paafchen
Moesse- en op Kermis. De Meisjes krygen, eens 's Wees*. Jaars' omtrent May , gemeenlyk , nieuwe huis. ' tabberden. In Auguftus, krygen de kinde- ren van het Kinderen-huis nieuwe kleêren. In September, worden alle de kinderen,die dezelven behoeven, van nieuwe Onderklee- deren , en in Oótober, van nieuwe gebreidde koLiiTen voorzien; doch aan zulken, die eenig gebrek aan de voeten hebben, worden witte School- gebreidde koufTen gegeven. De Scboolmees- SfHuis- ter over *** Jonêens boven de tien jaaren,
moeder moet de Werk- en Schooljongens, ten be- overde kwaameii tyde, doen wekken: de eerften, Jongens. ^es zomers % dat is, van Maart tot Amfter- damfche Kermis, ten half vier uuren; en des winters, of in den overigen tyd van 't jaar, ten half zes uuren: en de Schooljongens, des zomers, ten half zeven uuren, en des winters, tuflehen zeven en half agt uuren. Hy doet de Jongens, 's avonds en 's morgens., bidden; en leeft, 's avonds, in de flaapver- trekken, hunne naamen op, naauw toezien- de , of 'er ook iemant afwezig zy. Hy moet, 's morgens, insgelyks , toezien , of ook een der Jongens, om bevryd te zyn van naar werk, of naar fchool te gaan, zig, hier of daar, onder de krebben,verfteken nebbe. Zo hy zieken aan- treft , zendt hy ze, met een briefje van zyne hand, naar 't Ziekenhuis, waarhy, dagelyks, onderzoek doet, of 'er ook eenigen zo ver herfteldzyn, dat zy hun werk können doen, of te fchool komen. Hy begint zyne School 's morgens ten agt of half negen, en 's na- de- |
||||
I —
|
|||||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 393
demiddags ten half twee uuren: en eindigt Aal-
het, ten half twaalf, en ten vier uuren, moesse- doende, by 't aanvangen een gebed , en «SJJjIr •by 't eindigen, eene dankzegging uitfpree-Itu^s/ ' ken. Hy draagt zorg, dat de Jongens*te gelyk de Catechifatien, des Maandags, des Woensdags en des Donderdags 's avonds, bywoonen,en dat alle de Jongens in de-Ca- techifatie verfchynen, die 's Dingsdags, door eenen der Predikanten, gehouden wordt. Hy geleidt de Jongens, des Zondags, aan paa- ren, naar de Kerk, zorgdraagende, dat nie- mant agterblyve, en dat zy zig, zo onder weg, als op hunne Plaatfen, ftil en zediglyk gedraagen. Hy geeft agt, dat geen jongen, zonder verlof, uit de Stad ga, of buiten 't Huis vernagte. Hy bezorgt de uitrufting van zul ken, die, met bewilliging der Regenten, naar Ooflindie vaaren; en geeft, aan de Re- genten en RegenteïTen, by tyds, eene lyft over van zulke jongens, die in ftaat zyn, om den koffc te winnen, en met May uit het Huis te können gaan. In 't laatft van Maart, laat hy de jongens, die omtrent vyftien jaaren ,, oud zyn, uitgaan, om een' Meefter te zoe-
ken , daar zy een handwerk können leeren, en doet zulken, die geen werk hebben, da- gelyks, fchool gaan. Hy houdt aantekening van de dagen, die de Werkjongens verzuil men. De Schoolmeefter aan de Jongens on der- zyde, heeft eenen Ondermeefier onder zig, meefter. die ongetrouwd moet zyn, en hem, in 't onderwyzen van, en agt geeven op de jon- gens , de behulpzaame hand bieden moet. pe vrouw van den Schoolmeefter, of Huis* Bb 5 moe*
|
|||||||
/
/
|
|||||||
394 AMSTERDAMS III. Deel.
Aal- moeder aan de Jongens zyde, geeft agt op de
Moesse. bedden, op het fchoonhouden van't houtwerk KiERs- en tjn ^ en 0p net bezorgen der overgefchoo- Huis?" ten *Pvze' *n ^e kooken. Alle Vrydagen, vor- •
dert zy fchoon linnen tot de bedden, en ver- fchooning voor de jongens van de Wafchmoe- der, die zy 't vuile in de plaats ter hand fielt. School- De poft van den Schoolmeefler en Huismoeder meefter aan de Meisjes zyde , zynde ook man en modder" vrouw •> komt»m '* voornaamfte, met die van over de Schoolmeefter en Huismoeder aan de Jon- Meisjes. gens zyde over een. Alleenlyk, worden de Meisjes, door de Huismoeder, gewekt, en te bedde geleid. De Schoolmeefter onder- wyft de Meisjes, byzonderlyk des Woens- dags en des Saturdags, in de gronden van den Godsdienft, en geleidtze, des Zondags, naar de Kerk. Hy draagt ook zorg, dat de Naai- en Breijmeisjes, op haar' tyd, gaan naar de winkels, daar zy befcheiden zyn. Beide de Schoolmeefters moeten zorg draa- gen, dat alle gemeenzaamheid tufTchen de Jongens en Meisjes afgeiheeden en vermyd Poortier. worde. De Poortier aan de Jongens zyde, die ongehuwd is, laat geen jongen uitgaan dan die verlof van den Meefter heeft, en ten blyke daarvan eenen penning toont, die hem, door den Meefter, ter hand ge- field is. Hy opent de poort, voor 't ophou- den van het luiden der Stads Poortklok, eri fluitze, 's zomers, ten half tien, en 's win- ters , ten negen uuren. Zo hy, na tien uu- ren , iemant der Suppooften inlaat, moet hy 'er aan de Regenten kennis van geeven. Hy paft, wyders, op het luiden der Huisklok, < ■• 't en |
|||||
•
|
|||||
IV.BOËK. GoDSH. EN GODSD. GESTIGTENi 395
en draagt zorg, dat niemant het Huis iet Aal»
ontdraage. De Huisknegts fnyden 't brood moesse- en de kaas, voor de Jongens en de Meisjes; ?iSRS* brengen en haaien de Provifle naar en van nlmi de Provifiekamers, en doen het verder huis- Huis- werk , welk hun, door den Kookenvader en knegts. Kookenmoeder, wordt opgelegd. Ook helpen zy de Lantaarnen, die 't Huis by de Avondly- ken verhuurt, wegbrengen en wederom haa- ien. Het fmeeren der boterhammen, waartoe, dagelyks , een vierdendeel boters gebruikt wordt, gefchiedt door twee meiden. De Zie- Zieken- kenvader, en de twee Ziekenmueders draagen, ~ 5r ^n aan beide de zyden, zorg voor de zieke kinde- moeders, ren; doen de voorfchriften des Doétors aan den Apotheker behandigen, en zien toe, dat het Ziekenhuis behoorlyk gelugt, of, door het branden van Geneverbeffen, gezuiverd wor- de. Zy doen ook, op een briefje der Re- genteffen, verfch vleefch voor 't Ziekenhuis haaien by den Vleefchhouwer. Twee Doéto- ren en twee Chirurgyns zyn, ten dienfte der zieken, door deRegenten, aangefteld. DeLira- Linnen« nenmeefleres, die ongehuwd moet zyn , onder- meefte- wyft de Meisjes in't Linnen-naaijen , en res' heeft eene Ondermeefteres onder zig. De Breij- Breijmeefieres moet ook ongehuwd zyn. De meefte- Wafchmoeder zendt het lynwaat naar de bleek ^fch. op 's Graavenland; ontvangt het wederom, moeder. en doet het op; met hulp van zo veele Meis- jes , als de RegenteiTen geraaden vinden. Voorts, geeft zy het uit, daar 't behoort, en ontvangt het vuile in de plaats. De Kam- Kammoe- moeder kamt en havent de meisjes. De twee &*• Kinderhuismoeders hebben opzigt op de kin- hutanoe- |
||||||||
».
|
||||||||
de-ders.
|
||||||||
396* AMSTERDAMS IILDeei;
deren onder de tien jaaren, welken, door
een' Meefler, die buiten 't Huis woont, dage- lyks, in 't fpellen en leezen onderweezen worden. De meefte Suppooften eeten aan eene gemeene tafel, onder opzigt van den Kookenvader. Doch de Comptoirmoeder, de Kleêrenmaaker , de Schoenmaaker, de Bakker, en de Schoolmeefter over de Jon- gens houden hunne tafel afzonderlyk. De Ziekenmoeders eeten in het Ziekenhuis. Het AalmoeiTeniers-Weeshuis, een nieuw
geftigt zynde, heeft andere foort van in- . komften dan eenige oude Godshuizen, die landeryen en huizen bezitten. Al van 't jaar 1613 af, hebben de AalmoeiTeniers, door vergunninge der Wethouderfchap, een in- komen gehad uit de boete, welke betaald moefl worden van alle Lyken, die, na twee uuren, zo wel op de Kerkhoven .als in de Kerken, begraaven werden. In deeze boe- te, is, meer dan eens, verandering gemaakt; doch, eindelyk, in 't jaar 1682, vaftgefleld, dat alleen van Lyken, die in de Kerk wer- den gebragt, na dat de klok twee uuren ge- flaagen zou hebben , vyf en twintig gul- dens ; na half drie uuren, vyftig guldens; na drie uuren, honderd guldens, en na half vier uuren, twee honderd guldens, aan boete betaald zouden moeten worden. Doch van Lyken, die in de Oofter- en Eilands- Kerken begraaven werden, zou de eerfle deezer boe- ten niet worden gevorderd. En Avondlyken zouden, voor half tien uuren, in de Kerke moeten zyn, op de boete van vyftig guldens: alles ten behoeve van 't AalmoeiTeniers- Huis
|
||||||||
Aal-
moesse- NIEKS-
Wees-
HÜIS.
|
||||||||
Inkom-
ften van het Aalmoes leniers- Wees- huis. |
||||||||
Uit de
boeten der Kerk lyken. |
||||||||
)
|
|||||
IV^BOEK. GoDSH. EN GoDSD.GéSTÏGTEN. 397
Huis (y): wordende, wyders, van avondly- Aal- '
ken hovende vyf en twintig jaaren, een hon- moesse. derd vyf en vyftig; van tien tot vyf entwin- ™?R8\ tig jaaren, een honderd en vyf:, van onder HulSi de tien jaaren, vyf en vyftig, en van avond- lyken, die onder den arm gedraagen wor- den , dertig guldens betaald. Ook was, in 't jaar 1679, reeds belaft, dat van lyken, die» by dage, met flatie, uit de Stad werden ge- voerd, twintig, en by avond, honderd en vyftig guldens, aan 't AalmoefTeniers-Huis, zouden worden betaald. Doch by dage of by avond , in flilte, vervoerd wordende, zou 'er niet meer dan tien guldens van be- taald worden. Volgens eene Keure van den vyfden April des jaars 1765, moet, wegens het begraaven met koetfen by dage, vyf en zeventig guldens van ieder Lyk, aan het Aalmoeffeniers-Huis worden betaald : en vyf en twintig guldens van ieder kinderlyk, welk, by dage, begraaven wordt, met eene fleede, die van eene of meer koetfen wordt gevolgd (w). Volgens eene fchikking van Van <fc , het jaar 1667, genoot het Aalmoefleniers- JJbSrf^ Huis ook, van ieder honderd Begraafenis- jes. briefjes, mids men 'er meer niet dan drie honderd Hete drukken, een gulden. Doch van de Kerkhoflyken betaalde men niets: van de Kerklyken by dage, ten minde tegen drie honderd briefjes, en van de Kerklyken by avond, en van lyken, die vervoerd werden, ten mintbe tegen vier honderd briefjes, tot vyf en twintig Huivers het honderd (x). Doch
(v) Handv. bl. «971, 971, 974, . *
(w) Keurb. U. ƒ. $S vtrf»t
ix) Handy, tl. »j*. -} i
|
|||||
\
|
|||||||||||
30S AMSTERDAMS III. Deel,
Doch in laater' tyd is vaftgefteld, dat, tot
drie honderd briefjes toe, drie guldens, van vier honderd briefjes, vyf guldens, en ver- volgens tot duizend briefjes toe, van ieder honderd twee guldens betaald zouden wor- den. By de avondlyken, worden, hier ter Stede, veertien, zeftien, of twintig Lantaar- nen gebruikt, die, door het Aalmoeflèniers- Huis, verhuurd worden , betaalende men r voor ieder Lantaaren, met brengen en weder- om haaien, twintig ftuivers ten behoeve van het Huis. Zo meer dan twaalf paaren een Avondlyk in flaatfie volgen, moet, van ie- der overpaar, vyf en twintig guldens, ten behoeve van het AalmoelTeniers - Huis, be- taald worden, ten ware geene verdere bloedvrienden dan volle neeven het lyk ver- zelden. Zulken, die buiten de Stad naar of van het trouwen ryden, betaalen, volgens eene Keure van 't jaar 1702, van ieder ry- tuig, vyf en twintig guldens. Doch zo de rytuigen, voor en agter, hangen, moet 'er, van het eerfte, honderd, en van het twee- de en derde, ieder vyftig guldens betaald wor- den. Die te voet, of met de gewoonefchuit, buiten de Stad gaat trouwen, betaalt zes gul- dens. Die, in de Stad, met ileeden, te trou- wen rydt, betaalt van eene fleede, twee gul- dens tien ftuivers, van twee ileeden, zes gul- dens zes ftuivers, en van drie ileeden, twaalf guldens' twaalf ftuivers. Doch die koetfen gebruikt, betaalt honderd guldens (y). In de jaaren 1624 en 164.2, is ook bevolen, dat de rantfoenen der Huizen en Erven, Schepen en
(y) Handv. hlt 548» 54*.
|
|||||||||||
Aai,-
M9ËSSE-
KK8I- Wees-
huis. |
|||||||||||
Uit het
ryden om te trouwen. |
|||||||||||
Het vier-
de der rantfoe- nen. |
|||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 399
en Scheepsparten, die, openlyk, aan de meeft- Aal-
biedenden verkogt worden, met een vierde moessk* gedeelte, ten behoeve van de AalmoelTeniers- ^LERS* Armen, zouden moeten worden verhoogd HUJ^! (2). Van zeer veele Ampten, die , door 't Ampt- Burgemeefteren , begeven worden, wordt §eld» ook, volgens de Ordonnantien van den veer- tienden April des jaars 1682 en van den een en dertigften January des jaars 1737, zeker regt aan 't AalmoelTeniers - Huis betaald. Ieder, Zeker die Bierbefchooijer wordt, betaalt, volgens re& ya« eene orde van den vyf en twintigften July J,er5iei\ des jaars 1654, dertig guldens aan dit Huis. jerg. In 't jaar 1691, is ook, ten behoeve van het van de zelve, eene belafting gelegd, op alle wy- verwerk- nen, die, hier ter Stede, verwerkt worden, te Wv' te weeten, een ftuiver van ieder oxhoofd, nen' en van minder vaatwerk, naar evenredig- Van de heid. Ook trekken de AalmoelTeniers een inkomen- armengeld van alle de inkomende graanen; nenGraa~ van de Tarwe, twee blanken; van de Rog- ge , een ftuiver; van de Mout, een blank, en van den Haver, een halve ftuiver van 't laft; welk, door de Excynsmeefters, ont- vangen , en aan 't Huis uitgekeerd wordt. Ook keert de Thefaurie twee en twintig gul- Van de dens uit het Poortergeld, van allen, die hun gekogte Burgerfchap koopen, aan 'tAalmoeffeniers- Poorters- Huis uit.De Aalmoeffen, die, in de Boffen, Van de aan 't AalmoelTeniers - Huis, aan de groote Boffea* Beurs, aan de Koorenbeurs, en op de nieuwe Brug, gegeven worden, zyn, ten behoeve van 't AalmoefTeniers-Huis, gefchikt(a). 't Regt, welk
(it) Handv. bl. 510.
(4) Handv. bl. 171. |
||||
-———"" — - •
|
. ■ *r
|
||||||||||||||||
400 AMSTERDAMS III.Deel.
|
|||||||||||||||||
Aal-
MOESSE-
JNTIERS- Wees-
J1ÜL3«
't Rest
|
welk der Stad, voor 't gebruik van kleine
gedeelten van Stads grond, tot plaatfinge van regenbakken, pothuizen enz. toekwam, hier, in 't gemeen, het Regt van Praecario genaamd, is, al voor lang, aan 't Aalmoes- |
||||||||||||||||
van Prae- feniers - Huis afgedaan; en , nog laatftelyk,
cario. foy twee Keuren van den agt en twintigflert January desjaars 1736, en vanden agt en twintigften january des jaars 1755, belaft, hoe het, door Rooimeefteren, begroot, en Van o. vervolgens betaald moet worden (b). Nog penbaare is, op den negentienden Junydesjaars 1714, Verkoo- cjoor ^ regeerende en Oud - Burgemeefte- P1DSei ren ^ verflaan, dat van openbaare verkoo- ping , waartoe , by Requefte, aan Burge- meefteren verlof verzogt moet worden , voortaan, ten behoeve van het AalmoeïTe- niers-Weeshuis, tien guldens zouden moeten • worden betaald. Sedert, is men overeenge- komen , dat van alle Houtverkoopingen aan de meeftbiedenden , die , fomtyds , zeer groot zyn, vyftien guldens betaald zouden worden. De eerfte Stads Klerken ter Se- cretarye ontvangen dit regt; verantwoorden 't aan de Regenten, en genieten twee ten honderd voor hunne moeite (c). Van de Koopmanfchappen, die in 't openbaar wor- den verkogt, geniet het Godshuis een half ten honderd , welk , aan het zelve, door Van de de Afflaagers, wordt goedgedaan. De Stads Dagvaar- g0den vorderen ook van elke Dagvaarding, ngen. die zy doen, een Huiver voor 't Aalmoeffe- |
|||||||||||||||||
Van de
|
niers - Huis. Eindelyk, heeft het Aalmoes-
|
||||||||||||||||
fe-
(&) Kandv. bl. j«*. Keuib. T. ƒ". aej.
\t) Handy, bl. z%o. |
|||||||||||||||||
* .
|
|||||
ÏV.Boek. GoDsii. en Godsd. Gestïgten. 4of
feniers-Huis ook het voordeel van deMeft, Aal-
Aflche en Vuilnis, die, met karren, hand- moesse- wagens enfchuiten, in de Stad, vergaderd;ïjj?*** aan de veften, op hoopen, geftort, en ver- Hms< volgens afgeleverd, of ook wel, door de ge- Stac|s bruikers, uit de Hallen van Vleefchhouwers, Aircheen Sleepers en anderen, op een Biljet van den Vuilnis, algemeenen Opziender van Stads vuilnis ,• waarby de ftallen, byzonderlyk, worden aan- geweezen (d) , afgehaald worden. In de Oudfte veertiende eeuwe, toen de Stad nog, bin- Keuren nen de Voor- of Agterburgwallen, befloo- ^Vuif« ten was, werdt wel verbooden, het veghel- n-lSt quaet, of de aangeveegde vuilnis en aJJ'cbe, in 't Te of die Amflel, te werpen;maar men het toe, dezelven in de graften te draagen (Y)- Naderhand, werden 'er Vuilnisvaten gemaakt, door de Stad; waar elk verpligt was, zyne vuilnis te laaten brengen.- Zulk een vuilnisvat, was 'er, onder anderen, in 't begin der zeiliende eeuwe, by de Lyesdells Irugge ( ƒ ). Üit deeze vuilnisvaten, en van elders, daar de vuilnis, tegen de Keuren, werdt geworpen, werdt dezelve, in dien tyd, weg gehaald, door S. Pieters Gildefchuit; waar voor de inwooners eenig regt aan 'c S. Pieters Gafthuis fchynen betaald te heb- ben (g). Ik vind ook, dat het Burger-Wees- huis , in en na 't jaar 1556, de Stads vuil- nisvaten verhuurd heeft (£). Doch in laater' tyd
(d) Keurb. T. f. *!ƒ.
f e) Keurb. A. ƒ. i+.
(f) Keuib. IJ. ƒ. 14« varfo.
\g) Keurb. B./. ny.
(h) Aant. v*nSchepen G. SCJUEP PltTERSZ. e/> f/<i<tri$3I,
VIII. Stuk. Cc
|
|||||
402 AMSTERDAMS III.Deel,
Aai.- tyd heeft de Stad de vuilnisvaten wederom
woEssE- aan zig gehouden. De aanwas derzelve, in lOERs- »t begin der zeventiende eeuwe, gaf gele- |
||||||||||||
KUIS.
|
genheid , om te denken op het bewaaren en
|
|||||||||||
verkoopen van de Stads vuilnis, ten haaren
behoeve: en in 't jaar 1626, werden Burge- meefleren , door de Vroedfchap, gemagtigd, om naar eene bekwaame plaats, tot berging van de Stads afch en vuilnis, uit te zien (i). Sedert dien tyd, werdt dezelve, voor reke- ning der Stad, opgehaald, en te gelde ge- maakt , of verpagt, welk laatfle, nog in 't jaar 1666, gefchied is (£). Doch in't jaar 1673 , werdt het vuilnis der Stad geheellyk aan de Regenten van het Aalmoefleniers- Huis , ten behoeve van het zelve , afge- daan (l). Burgemeefleren vonden, in 't jaar 1698, geraaden, 't bewind van 't vuilnis, waartoe ook het begeeven der Vuilnis-fchui- ten en Vuilnis-karren behoort, te flellen aan drie derdienendeRegenten, metnaame. Doch hierin kwam, in 't jaar 1712, verandering, wordende toen, by Burgemeefleren, vafl- gefleld, dat de drie oudfle Regenten in rang, voortaan, 't bewind van 't vuilnis hebben zouden (m). Doch de algemeene Opzigter ever de Vuïlnis-karren en fcbuiten bekomt zy~ ne aanflelling van Burgemeefleren. Niemant mag eenige vuilnis, op de flraaten of in de graften der Stad, florten of werpen, op de verbeurte van zes guldens, ten behoeve van hem,
(i) Refol. Vtoedfch. N, Ij, 14 Sept. J6l6. ƒ. 176 verf«.
(O Handv. bl. 7jj. (I) Handv. bl. 7*5. (m) Dagel. Notulen van Burgemeefleren van z$ Jan*
ï6$J. tnt „April J7". |
||||||||||||
.
|
||||||||||||
..■■■■■
|
||||||||||||
-IV. Boek. Godsh. en Gödsd. Gestigten. 403
hem, die de bekeuring doet: ftaande daar- Aal-
over het oordeel aan de Regenten (n). De moesse- vuilnis en afch wordt veel afgefcheept naar ?£ERSf Brabant en Vlaanderen, daar zy, tot bemes- HUIS/" •ting der Landeryen, gebruikt wordt. Met deeze inkomften, en eenige Legaa-
ten, die'er, nu en dan, bygekomen zyn, waaromtrent aan te merken is, dat zeker Legaat, aan de Aalmoezeniers-Armen ge- maakt, in den jaare 1716", verdaan is, aan het AalmoefTeniers - Weeshuis te behooren (0), is dit Huis, federt eenige jaaren, in ftaat, om zyne zwaare koften goed te maa- ken, zonder buitengewoone groote onder- fteuning uit de StadsKaffe te behoeven, die het, nog in de voorgaande eeuwe, vanjaar tot jaar, plagt te genieten. Onder anderen, werdt, na het affchaffen van de Maaltyden der Regeèringe, in den jaare 1672, befloo- teh, jaarlyks, vier duizend guldens, onder den naam van Maaltyden-geld, aan het Aal- moeffeniers-Huis uit te keeren (p), 't welk egter, federt lang, is opgehouden. Doch de Stad doet, jaarlyks, zes duizend zeven honderd guldens aan het Aalmoezeniers-Huis goed, waar uit de wedden van den Hoofd- Provooft en van de tien Onder-Provooflen of Dienaars betaald,en zeitig onmondigenon- derhouden worden. Het AalmoefTeniers-Huis heeft, by Oclroi van den zesden Juny des jaars 1736, regt verkreegen op de nalaatenfchap van allen, die, door het Huis , onderhou- den (n) Handv. bl. 73$.
(») Handv. bl, zto. (f) fcefrl. Vwedfci». L*. H. n 2vW..i«7i. f. +U {f% |
||||
404 AMSTERDAMS III.Deei;
Aal- den zynde, zonder kinderen overlyden. Ten
MO£ssE- zelfden tyde, werdt, by 's Lands Staaten, suERs- beflooten ? diergelyke Oéïrojen aan alle Pro- hvlSt' teftantfche Godshuizen, op derzelver ver- zoek , te verleenen (q). Ondertuflchen, wordt aan zulken, die in 't AalmoefTeniers- Weeshuis opgevoed zyn, door de Regenten» toegelaaten,' uitkoop te doen; op zyn minft, tegen vyftig guldens eens: waarna zy, vrye- lyk, over hunne goederen, befchikken mo- gen. Naamlyfl Wy voegen hierby de naamen der Re- der Re- genten van dit Godshuis: CENTEN.
1613. Symon Symonsz.
1613. Dirk Klaaffen Kan.
161$. Jacob Dirksz. de Langen.
1613. Wybrant Warwyck.
1613. Huych Jans van Craaijeftein.
1613. Jan Adriaans Roeters, alias'Clan.
1613. Hendrik Hooft Willems.
1614. Aernout de Vale.
1615. Pieter Jan Mieuffen.
1615. Frans Jacobs Hinloopen.
1616. Jan Pieters du Bien. „ .
1616. Abel Matthysz. Burch.
1617. Gysbert Jacobs de Gooijer.
1618. Klaas Barents Verwer.
1618. Ysbrant Cornelis Helm.
1619. Jacob Hooft Willems.
1619. Gerrit de Beer de Jonge.
1620. Vdckert Nannings van Aitha.
1620, Cornelis Michiels Blaauw. 1621.
i ÏJ) Hlüir. bl. x79%
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 405
1621. Frans Volckerts Croock. Aal-^
1621. Claas AndrieiTe. N1ERS.
1622. Willem Matthys Raaphorit. Wees.
1622. Cornelis Canter. huis. 1622. Jan Salyns de Jonge.
1623. Reyer Claas Dral.
1623. Jacob Jacobs Rombo.it. 1623. Dirk Hem.
1624. Anthoni van Davelaar.
1624. Tating Jans Kat.
1625. Eduart Emtinck.
1625. Cornelis Stalpaart. 1625. Pieter Jans Swelingh.
1626. Hans Willems Elbinck.
1626. Ysbrant Hein,
1627. Pieter Rans.
1627. Mr. Jooft Boeiens.
1628. Charles de Latfeur.
1628. Hans Schepel.
1629. Pieter Schaap.
1629. Hillebrant Bentes.
1630. Aris Hendrik Halewat.
1630. Hendrik Jans de Jonge.
1631. Anthoni van Beaumont.
1631.. Pieter Pels. 1632. Roelof Codde.
1632. Pieter Gerrits Hooft. 1632. Adriaan Veen. 1632. Albert Kuyper. 1632. Pieter Cleutryn.
1633. Guillaume Lindeman.
1633. Dr. Jan van Hartogvelt.
1634. Pieter Willems Hooft.
1634. Gerbrand Dobbes.
1635. Jan Lefchevin.
Cc "3 IÖ35.
|
|||||||
.'
|
|||||||
-* ■■
|
|||||||
_
|
|||||||
$o<$ AMSTERDAMS III.DeeU
1635. Cornelis Rutgerts.
1635. Adriaan Jacobs van Noort.
1636. Joolt de Baats.
1636. Jacob van der Marckt.
1637. Ottho Cornelis van den Oever»
1637. Theunis Gaas Bruyningh.
1638. M". Jacob Bas Cornelisz.
1638. Floris Ysbrants Kieft.
1639. Daniel Bernards.
1639. Cornelis Rus.
1640. Jacob Francken.
1640. Abraham Francx.
1641. Jan de Baats.
164.1. Nicolaas Rochus van Capelle.
1642. Pieter Vinck.
1642. Jacob Vlack.
1643. Dr. Johan van Halewyn.
1643. Jacobus Ryckaarts.
1644. Raymont de Smeth.
1644. Dirk Boelenfen.
1645. Pieter S.yen.
1645. Gullliam Momma.
1646. Fredrik H. Bontemantel.
1646. Jacob van Ryn.
1647. Cornelis van Werckhoven»
1647. Jacobus Reynft.
1648. Jacobus de la Salie.
1648. Jacob Jacobsz. Hinloopen.
1649. Floris Soop.
1649. Hendrik Roeters.
1650. Simon Feit.
1650. Jacob de Wale.
1651. Claas van Lith.
1651. Simon Goulart.
1652. Jacob Thymons Hinloopen.
1652.
|
|||||
,-•
|
|||||
ÏV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 407
1652. Jeronimus de Hafe de Jonge. Aaü-
1653. JanTayfpil. moesse«
1653. Floris Roeters. ™E£S;.
1654. Robert de Vicq. HU1S„
1654. Jan Vlasblom. 1654. Jan van Egeren.
1654. Nicolaas van Ryn.
1655. Daniel van Gheel.
1655. Mr. Rombout Hudde. .
1656. Aarnold ten Grotenhuis.
1656. Mr. Floris Elias.
1657. Hendrik Becker.
1657. Joannes van de Putt.
1658. Carel van Erpecum.
1658. Paulus van Liebergen. 1660. Michiel Tymons Hinloopen. 1660. Joan Anslo.
16Ó1. Gysbert Schouten. 1661. Daniel Auxbrebis.
i66r. Mr. Jacob Coetenburgh. 1661. Daniel de la Biflrate.
16Ö2. Jan Slicher. 1662. Jacobus de Marez.
1663. Mr. Joan de Wale.
1663. Johannes Bailli. 1666. Mr. Tymon Hinlopen, 1670. Daniel Rochoff. 1673. Dirk Bas Jacobsz. 1673. Mr. Rombout Jacob Jacobsz-
1673. Jan van Lier.
1674. Mr. Adriaan Roeft.
1677. Floris Raap. 1678- Gysbrecht de David Strantwyck,
1682. Mr. Dirk Hillensbergen. Cc 4 j.682.
|
||||
408 AMSTERDAMS IHDeei.
Aai> 1682. Mr. Willem van der Waaijen.
Mousse. K582. Jacob van Ghefel.
Wees". i682' D'- Huybertus Krieck.
huis. " 1682. Aernout Abels. 1684. Lodewyk Mierinck.
1684. Dirk Schaap.
1689. Cornelis Darval.
1692. Conftantyn de Reneaulme.
1695. JanEyghels.
1695. Mr. Johannes van Hoorn.
1697. Rudolph Vogelfangh.
1Ö97. Mr. Wigbolt Sucher de Jongc
1705. Willem van der Does.
1708. Chriftiaan Weflerhof.
1708. Jean Lepeltak. ,
1712. Jacob Boulé.
1712. Jan de Veer.
1717. Theodoor Rogge.
1719. Lodewyk de Bas.
1719. Mr. Nicolaas Philips de Famars.
1720. Mr. Petrus Lepper.
1724. Jan van Vliet. 1724. D\ Casparus Commelin, Junior.
1725. Willem Swart.
1729. Philip Schryver. 1731. Abraham Vermeeren. 1734. Pieter van Loon. 1734. Pieter Schrik. 1736. Pieter van der Meulen.
1737. M'. GuiUelmo Pels.
1737. M\ Pieter Schaak. 1742. Pieter Hendrik de Bas.
1743. Dirk Alewyn.
L J745' Guilielmo Hartfinck.
1747.
|
|||||
-:
|
|||||
jHpppqpnj. ..im .iwLLi ii$m..t),.,wm ■-------------—
|
|||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Ge stigten. 409
1747. Gillis van der Voort. Oude-
1749. Anthoni Des bordes. MaN-
1749. Mr. Jan Fredrik Baehman. »ERNoufN 1751. D\ Johan van Alphen. WEN.
1757. Mr. Cornelis Bäcker Cornelisz. Gast-
1763. Lodewyk de Bas. . HUIS« .
1763. Mr. Jan Joofl Marcus.
1764. Mr. Johan Cornelis Radermacher.'
VIII.
|
|||||||||
OUDE-MANNEN- EN VROUWEN-
GASTHUIS. r
Hertog Jan van Beijeren gaf, op den der- Oudfte
tienden November desjaars 1422, aan ^hu« Dirk Holland, Burgemeefter der Stad Am-deLui. fterdam, verlof tot het ftigten van een Gaft- den, hier huis uit zyn eigen goed , tegen over des ter Stede. heilichs Sacramentshuys, dat men biet ter Hei- liger Stede. De vier mannen, die 't hei- lig Sacraments huis, in der tyd, zouden re- geeren , zouden ook het bewind over dit Gafthuis hebben (r). En 't fchynt,niet lang hierna, voltrokken te zyn. Immers ik vind, in twee byzondere Renteboekjes van 't oude Gafthuis, van de jaaren 1457 en 1459, die, in het tegenwoordige Gafthuis, beruften, ■gewaagd van der heyligcr Stede Gaflbuys: 't welk op het Gafthuis van Dirk Holland fchy nt te moeten zien. Holland hadt, ook aan an- dere Godshuizen, zyne milddaadigheid ge- toond. ■
(rj MlERie Chartert). IV. Deel, bl. 661.
Cc 5
|
|||||||||
;
|
|||||||
410 AMSTERDAMS m.T)ztt:
toond. In een Renteboekje van 't S. Pieters Gafthuis, genaamd dat grote Regyßer, lees ik: Item op Sint e Cecilien Cloefler enen haluen ouden vrancrixen feilt ende een vyftendeel van enen helen vrancrixe feilt tfiaers, te letalen op fint e pieters dach in Cathedra. En dit heeft gegeuen die oude dirk hollant, om alle nacht een lampe te hemen in dat grote fiechuus, ende dit en moetmen niet vercopen. In 't jaar 1548, op den eerften Auguftus, kogt Meefter Jan Beerenzoen, Priefler, eene rente op de Stad, van agi en zeventig gouden Carolas guldens, tot veertig grooten vlaams ieder, ten behoe- ve van het Oude-Mannen-Gafthuis; dat is, van het Gafthuis van Dirk Holland, alzo de kwytfchelding gefchreeven werdt, uit nak- me van den ghaflhuyfe van den heyllighe Sa~ cramente ter heylligher fleede(j). 'tBlyktook, dat dit Gafthuis eene Poort hadt, de Oude- Mannen-Poort genaamd. Het werdt, kort na 't jaar 1550, door aankoop van nieuwe huizen in de Kalverftraat, allengskens, ver- groot. En tot deezen aankoop, werden de Gafthuismeefters, naar 't fchynt, in ftaat gefield, door eene maaking van Haasje Claas Dogter, in 't Paradys, die, in haar leeven, ook de eerfte aanlegfter van het Burger- Weeshuis geweeft was, en nu zekere femme, tot een Gafthuis voor elf oude Vrouwen, ge- fchikt hadt. De Priefter Jan Beerenzoen gaf, volgens fommiger aantekening , in 't jaar 1550, nog eene rente van dertien ponden groo-
(s) Regifter, berußende in 't Oude Mannen en Vrouwen
Gafthuis, genaamd Incomende Renten, Giften ende Telia» nienten, j;sz. ƒ. 6. J
|
|||||||
OüDE-
Man-
»EN- EN
Vrou-
WEN-
Gast-
ÄUIS.
|
|||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GesTÏÓTEN. 411
grooten's jaars, tot onderhoud van twaalf oude- *
oude Mannen, in het Oude-Mannen-Gaft- Man- huis. Te gelyk, ftelde hy eène Ordonnantie NEN- £w - voor het Godshuis, die, door het Geregt, ^*°u~ werdt goedgekeurd, en, volgens welke, on- gast- der anderen ,, niemant in het zelve zou mo-huis. „ gen ontvangen worden, dan die meer dan „ vyftig jaaren oud, en deezer Stede Poor- „ ter of Poorterfche was. De Priefler al- „ leen, die, boven de twaalf oude Mannen, ,, in 't Gafthuis, zou worden onderhouden, „ zou geen Poorter behoeven te zyn. Ook „ zou men niet meer Perfoonen in 't Gaft- „ huis inneemen, voor dat de gemelde vier y, en twintig tamelyk van nooddruft voor- „ zien zyn zouden. De twaalf oude mannen „ moeften, jaarlyks, op den Palmdag, den „ ommegang agter het beeld op den Ezel „ (f) verzeilen , en de twaalf Apoftelen „ vertoonen." By deeze punten, waren nog eenige anderen gevoegd, die, elders, om- ftandiger, te vinden zyn (u). In 't jaar 1554, kogten de Regenten, van- der hcylligher Stee- de meeflren, een huis en erve over die heyl- ligher Steede, belend met het Oude mannen foortgen offte Inganck, aan de zuidzyde, en- de die behuyfingbe van der heylliger Steede, aan de noordzyde (y). Hier by, verkreeg men, in 't jaar 1572, nog een Huis, genaamd de Builkifii belend het Oude ~ Mannen - Gaft- huis, aan de noord-, en Pieter Jacob Baef- gens,
(t) Zie III. Deel, II. Boe^, bl. 417.
(u) Zie COMMELIN , bl. 571. (v) Regifter genaamd Verhueringe van 't Lant ende die,
huilen enz. X$8*, ƒ. 10 verf*, berußende alt boven. |
||||
412 AMSTERDAMS IH.Df.ei;
Oübe- gens , aan de zuidzyde; ftrekkehde, voor
Man- van de Kalverltraat, tot agter aan de Be- Vßou-EN gynen-floot5 met eenige wooningen daar
WEN. agter, die, ten deele, verhuurd, ten deele, Ctast- door het Godshuis , tot een Bakhuis, toe huis. een zomerkooken, en tot een Pefthuis ge- bruikt werden (<iü). De volgende aanteke- ning , te vinden in het Regifier, waaruit wy deeze byzonderheden ontleenen, kan de ge- legenheid van dit oudfle Oude-Mannen-Huis, nog nader, ophelderen. Dus luidtze: Het oude mannen gaflhuys heeft 3 wocninghen on* der een dack, gaende benoorden die oude man- nen poort, (bekkende van den achtergeuel van 't oude mannen huys, fiaende benoorden doude mannen poort, tot achter, ant blyckvelt van het oude mannen huys. Ende deefe timmeragye es eertyds geweefl bet cerfie oude mannen gaflhuys, als eensdeels die quytfcheldinge van 't huys, fiaende benoorden die poort, meede brengt (x). Het Godshuis, waarvan wy fpreeken, droeg, ledert, beftendiglyk , den naam van 't Hei- lige SacramentS' of Oude Mannen-Gafihuis. De Regenten verzogten, in 't jaar 1577, eene buitengewoone bede te mogen doen. Doch dit verzoek werdt, by de Vroedfchap, van <le hand geweezen (j). Na de verande- ring der Regeeringe, in 't volgende jaar , werdt 'er egter, voor eens, in bewilligd (z). En in 't jaar 1597, werdt het getal van vier en twintig oude luiden, die, tot hiertoe, in \
(w) Regilter als boven f. zz verfa t zfi, 27, $i„
(x) Regiftet nis boven f. 12 verf), (yj Refol. Vroedfch. N. j. 27 July 1577. (*,j Refol. Vroedfch. N. 4.. zz Aug. 157»» |
|||||
s
|
|||||
ÏV.BoEK. Godsh. en Godsd.Gestigten. 413
't Gafthuis geplaatfl waren, tot op vyf en Oude-
veertig vermeerderd. De Regenten ver wier- Ma n- ven, in 't jaar 1600, verlof van de Wethou-"EN" EN derfchap, tot het opregten eener LoteryeWEN_~ (tf), waartoe 's Lands Staaten , reeds in 't Gast- jaar 1596, Octroi verleend hadden (£), enHms* uit de winft van welke,in 't jaar 1601,een nieuw Oude - Mannen- en Vrouwen - Gaßhuis Stigting geftigt werdt, in den tuin van het Oude-van het Nonnen-Kloofler. De Lotery was getrok-^e^nj. ken, op de Nieuwe-zyds-Kolk, alwaar, te- oude-'S<? gen het Koorenmeeters huisje , een hoog Man- tooneel was opgeregt. Op den negendenNEN-E». Auguftus des gemelden jaars, werden de ou-^°"* de luiden, ten getale van honderd, ten dee- gast- Ie, uit het Oude-Mannen- en Vrouwenhuis huis. in de Kalverftraat, welk, eerlang, aan het Weeshuis getrokken werdt, in het nieuwe gebouw geplaatfl, en, federt, met nog der- tig , vermeerderd. Het trekken der Lote- rye werdt afgebeeld , in eene fchilderye, die, in de Eetzaal der Vrouwen, plagt te hangen; doch nu niet meer voor handen is, en onder welke, deeze regels gelezen wer- den: |
||||||||||||||
Deez onze Lotery,
Met hulp der Burgery, Voedt honderd dertig gryzen,
In dit hun nieuw gebouwd, Daar 't ander twintig oud En vier maar plagt te fpyzen.
|
||||||||||||||
;
|
||||||||||||||
In
|
||||||||||||||
(*) Keurb. H. ƒ. ii.
|
||||||||||||||
(b) Rcfol. Holl'. 23 July ijj>«. hl, ajs»
|
||||||||||||||
414 AMSTERDAMS III.Deel.
Oude- In 't jaar 1604, kwamen 'er nog twintig meer
3VIAN- in't Godshuis (e)» In't jaar i6i6,werdt'er iJek- en wecjerom eene Lotery, ten behoeve van dit w*°u~ Huis, getrokken (d) : waarin , reeds in 't Gast- jaar 1614, bewilligd was (e), 't Gefchiedde, huis. op de S. Antonis- of nieuwe Markt, wer- waards de Wethouderfchap zig begaf, en de pryzen, ten aanfchouwen van eik, by de nieten, in eene bos deedt, dezelve, en de bos, daar de Loten in waren, met Stads wa- pen, verzegelende. Het trekken der Lo- terye ging, vervolgens, nagt en dag,voort, en duurde wel zes weeken. Men vondt zig in ftaat, om, naderhand, het getal der oude luiden te brengen tot op twee honderd. De Regenten hadden, op den vyftienden Janua- ry des jaars 1604, nog een ftuk gronds ge- kogt van 't Gafthuis, welk, ten noorden van het Qude-Mannen-Huis, aan de oude veft, nu den Kloveniersburgwal, lag, waarop, federt, drie groote huizen, behalve nog drie kleinen, in den ingang van 't Oude- Mannen-Huis, gebouwd werden. Het ge- fügt zelf beftondt, voor eerft, uit drie lan- ge overdekte gaanderyen, loopende langs dé drie zyden van eene groote vierkante plaats, waarop een bloemtuin en bleekveld lagen^ Agter deeze Plaats, werdt, door Piet er Pie- tersz. Ente, in 't jaar 1605, eene put ge- boord , ter diepte van twee honderd twee en dertig voeten. Men befteedcle, tot dit booren, een en twintig dagen, en hieldt, da-
(c) Zie Handy, gedrukt 1615. b/t 7St 76.
(dj Keurb. H. ƒ. zi,
(e) Refol. Yroedfch. N, II. 27 0tf,i6i+. ƒ, 13« ttr/i,
|
||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GóDSD. GeSTIGTEN. 4-1$
dagelyks, aantekening van den onderfchei-Oude-
den grond, dien men aantrof: uit welke Man- aantekening, tot hier toe, aangaande de ver- ?lEN"EN fchillende gefteldheid van den Amfterdam- W*NÜ~ fchen grond, het meefte licht te trekken is. Gast- Op den eerften dag, boorde men, door eenIiUIS» en vyftig voeten aangehoogde aarde, darri en veen, weeke klei, zand, en wat harder klei; op den tweeden, door twee en twin- tig voeten zand, waarop, hier, de meefte huizen gezet worden ; blaauwe klei, wit zand, zavel-aarde en mollem: op den der- den , door veertien voeten louter zand: op de drie volgende dagen, door vyf en vyftig voeten, eerft zand met klei, en daarna met fchelpen en hoorentjes, en vervolgens, har- de klei, doorgaands, met hair en fchelpen, vermengd, en fomtyds, onvermengd: op de zeven volgende dagen, door twee en zeftig voeten meeft harde klei, en, op 't laatft , door dertien voeten zand, meeft met fteent- jes gemengd: en op de agt laatfte dagen, door agt en twintig voeten louter zand (ƒ). Doch deeze Put fchynt niet, of niet lang, aan de verwagting beantwoord te hebben. Immers, zy levert, tegenwoordig, gelyk de meefte putten hier ter Stede, onzuiver wa- ter uit. Ook is zy thans, door toezakking van den grond, op verre na, zo diep niet als zy plagt. In de gaanderyen om de Plaats,. van welke wy fpreeken, waren de woonin- gen voor de oude luiden getimmerd. Langs de vierde zyde van de Plaats, in't noorden, ftondc
<ƒ) ?i« COMMELIN bl, IJJ,
1
|
||||
4iö AMSTERDAMS III.Deel.
Oude- ftondt een defeiger gebouw, met een' fierly-
Man- ken gevel en uurwerk. In het zelve, hadc »BN- en men ^ ter wederzyde van den ingang, de eet- W£N. zaaien voor de mannen en de vrouwen, en Gast- de kamers der Regenten en RegentefTen. En huis. in deezen flaat, is het Godshuis gebleeven, wordt tot ^at men» *n * Jaar * 754-» met bewilli-
her- ging van Burgemeefleren (g), belloot, het bouwd. zelve te herbouwen: 't welk, eerlang, na dat 'er, door eenen jongen Zoon van den 'Regent Mr. Jan Jacob Hartfinck, Jan Piet er Hartfinck genaamd, op den zeven en twin- tigften May, de eerfle fleen aan gelegd was, eeniglyk uit de middelen van het Huis, om fbmmigen van welken te gelde te maaken, Burgemeefteren verlof verleend hebben (h), naar het ontwerp van wylen den Heere Mr. Pieter Rendorp,Burgemeefter deezer Stad, in den jaare 1757,voltrokken werdt, en wel verdient, eenigszins uitvoeriglyk, be- fchreeven te worden. Befchry- Het OüD E-ManN EN- enVllOÜWEN« ving van Gasthuis dan, in 't gemeen, het Oude- het zelve. j^annen. jfafo genaamd, flaat, op den Oude- zyds - Agterburgwal, aan de ooftzyde, digc aan het zuideinde, naafl en benoorden het Ingan- Zieken-Gaflhuis. Het heeft twee ingangen, gen. een' op den gemelden Agterburgwal, en een' regt agter deezen, op den Kloveniers - burg- wal. De eerïte is eene deftige hardfleenen Poort, waarin, van boven, zo wel binnen- als buitenwaards, het merk van 't Godshuis, zyn»
(g) Groot-Memot. N. XI. ƒ. ïoj.
(hj Groot-Meinor. ST.U.f.m w/«i«J. N. XII.ƒ. 4iA
|
||||||
IV.BOEK. GoDSH. ÊN GoDSD.GesTIGTEN. 417
zynde eene bril, uitgehouwen is. Binnen Oud*-
deeze Poort, heeft men een' breeden gang of Man- voorplaats,ter wederzyde met burgerwoonin- yEN" Erl gen bezet. De andere Poort is nog van 't oude W£N_ * gebouw overgebleeven, en binnen dezelve, Gast- ftaan, in een'korter gang, ook drie woonin-HUIS' gen, die 't Godshuis toebehooren. Voorts, treedt men, van wederzyde, door twee aan- zienlyke Poorten, in 't eigenlyk gebouw , welk, even als het oude, langs de vier zy- den van eene groote vierkante open Plaats, op welke vier fierlyke Bleekvelden leggen, getimmerd is. Onder de Plaats, zyn, by de jongfte herbouwing, nog twee Regenbak- ken gelegd, die ieder duizend ton waters houden. De twee Poorten, van welken wy fpreeken, verleenen toegang naar eene bree- de hooge gaandery, langs welke, aan de zuidzyde, agttien ruime, overwelfde boogen gebouwd zyn, die , ten behoeve van het Godshuis, tot winkels, verhuurd worden, en alwaar, dagelyks, en byzonderlyk •> op de Jaarmarkten, groote toevloed van koopers is* Ten wedereinde deezer gaanderye, komt men, door eene deur, binnen in 't Huis. Daarenboven, is, in't midden van ieder der vier binnengevels van't gebouw, welks hoe- ken van hardfteen, en welks wanden van zwaaren gebakken (teen opgehaald zyn, eene hooge»deftige, hardfteenen Poort; twee van ■welke Poorten, in 't ooften en in 't weiten, eveneens, gebouwd zyn. Doch de zuidely- ke is, binnenwaards, naar de Plaats toe, uit- getimmerd, en, van boven» verfierd met een' grooten uurwyzer. De noordelyke Bin- VIII. Stuk.. Dd nen- |
||||
*i8 AMSTERDAMS IILDeeI*
Oube- nenpoort voert Stads wapen en 't jaartal
Man- MDCCLIIII. in den top, boven een def- NEN- en tjg Bajcortm Door deeze Poort, komt men, wen- ■•' m een riurn Voorpoortaal, waarvan de wan- Gast- den, terwederzyde, met de wapens derRe- Huis. genten en Regenteflen, die,in 't jaar 1754, vÏÏ " dienden , en 't gewelf , met zinnebeeldig loofwerk, fierlyk, bepleifterd zyn. Uit dit Poortaal, treedt men, regt uit, naar de Koo- ken, naar de Bakkery, en naar de woonin- gen van den Binnenvader en Kookenmoe- der, die uit verfcheiden' goede vertrekken beftaan: en, ter wederzyde, in eene gaan- dery, alwaar men eerfl, ooftwaards, de Re* Regen- gent en-Käme f- ontmoet, die, met twee Wa- ten- penborden, een Naambord, en vyf Regen - Kamer, tenftukken verfierd is. Het oudfte, welk voor den fchoorfteen ftaat, is zeer fraai, in 't jaar 1618, gefchilderd: het nieuwfte, in 't jaar 1750, door Jan Maurits Quinkbard, gedaan (i) , vertoont de Regenten Pieter KarJJeboom, Mr. Jan Jacob Hartfinck, Jacob de Leeuw en Pelgrom ten Grotenbuys Boender- maker. Onder de drie anderen, is 'er een van Barend Graat (k), een van Bakker, en nog een van Quinkhard, in 't jaar 1732,gefchilderd. Verder ooftwaards, is hier de Mannen-Eet- zaal, die twee haardfleeden heeft,en, door v vier groote lichten, op de Binnenplaats, uit- ziet. Aan de andere zyde, ten weflen, is Regen- de Kamer der RegenteJJen, waar twee Wa- teOen- penborden hangen, en een zinnebeeldig fchildery, de zorg voor de ouden vertoo- |
|||||||
nen-
|
|||||||
(i) VAN GOOL Schoub, II. Deel, hh IJt.
{{,) HOUBftAKEN Schoub. XI. Deel, hl. 2©J. |
|||||||
■
|
||||||||||||
(
\ |
||||||||||||
ÏV.BÖEK. GoDSfl. EN CöOSD.,GeSTJGTEN»4I9
nende. Verder weftwaards, is de Eetzaal Oimz*
voor de Vrouvien, die dezelfde gedaante heeft, Man- als de Mannen-Éetzaal, en uit welke, men, *EN~ ■* eenige treden opwaards, komt in twee Zwak- w J^ * ken - Kamers, eene voor Mannen, en eene Gast* voor Vrouwen. In elke kamer, is een haard, huïs. en in de eerfte, zyn zeven, in de tweede, j^jfzaa* negen bedfteden. Tufïchen deeze twee ver- Zwak- trekken, is 'er een, welk tot eene wooning ken- voor de Zwakken-Moeder gefchikt is. De *^inel?; wooningen voor de Oude Mannen zyn in 't ™?°?!?J ooltelyk gedeelte van t gebouw j beneden de oude en boven. Beneden, zyn agt vertrekken, Mannen, elk voor twee perfoonen, en boven, een groot vertrek voor vyf, en negen, elk voor twee perfoonen. In't zuidooften, boven de gaan- dery, daar de winkels zyn, heeft men nog twee vertrekken bieder voor twee oude Man- nen. Voorts, zyn, in 't ooften en in 't noor- den , de meefte vertrekken en kelders, tot huiffelyk gebruik, beneden. Ook heeft men Wooninw hier, in 't noorden, agter 't nieuwe gebouw, seI- vo°r nog eenige wooningen voor Vrouwen, die le oude van 't oude .overgebleeven, en al vroeger w™~ hertimmerd zyn, te weeten, twee vertrek- jes, ieder voor twee perfoonen, beneden; twee diergelyken, en een vertrekje voor een, in een gang daar boven, en,nog hoo- ger, twee vertrekjes voor een, twee, ieder tvoor twee, en een voor drie perfoonen. Ook is hierby een vertrek met vyf bedfteden, |
||||||||||||
voor zulken, die befmettelyke kwaaien heb-
ben. De drie overige zyden van 't nieuwe •gebouw zyn alle voor Vrouwen gefchikt; welken, voor 't grootfte gedeelte, boven i . Dd 2 woo- |
||||||||||||
■ v
|
|||||||||||
420 AMSTERDAMS ULÜttä
Oude- woonen, zynde, alleenlyk, in den wefter-
Man- gang, zeven wooningen beneden, elk voor Vrou-EN twee! en daarboven,een vertrek vooreen, WEN. en agt elk voor twee Vrouwen gefchikt. In Gast* 't zuiden, boven de gaandery, daar de win- huis. Jcels zyn, heeft men twee vertrekken, ie- der voor vier, twee vertrekken, ieder voor drie, en vyf vertrekken, ieder voor twee Vrouwen. En in 't noorden, daar, bene- den , de Eetzaalen, Regenten- en Regen- teffen-Kamers, en andere vertrekken, ten gemeenen gebruike , zyn geplaatft , heeft men, boven, ter wederzyde van een ruim vertrek, alwaar de kleederen der overlee- dene oude luiden, onder 't opzigt der Re- genteffen, bewaard worden, veertien ver- trekjes, ieder voor eene; negen, ieder voor twee, en een voor drie oude Vrouwen ge- fchikt , die, ten deele van de Plaats, ten deele, aan de floot of fmalle graft,die, ten noorden, langs het huis loopt, licht fchep« pen. In elk vertrek, zyn zo veele bedfte- den, als 'er perfoonen geplaatft zyn. Twee ruime, gemakkelyke trappen, in 't noord- ooften en in 't noordweften, verleenen toe- gang van de eerfte naar de tweede verdie- ping van 't gebouw, boven welke laatfte, de Turf-, Kleêren-, Kooren-, en bergzol- ders zyn. Getal der De oude Mannen en Vrouwen, die, in oude dit treffelyk gebouw, gehuisvefl, en van Mannen fpyze en drank verzorgd worden, zyn, ter- en Vrou- Wyj Wy ditfehryven, [in Auguftus 1765], een |
|||||||||||
wen.
|
|||||||||||
honderd zes en zeitig in getal, te weeten, een
en vyftig Mannen en een honderd en vyf- tiea
|
|||||||||||
• 1
|
|||||||||||
\
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 421
tien Vrouwen; en meer können 'er, tegen-oupe-
woordig, niet in 't Huis geplaatfl; worden. Man- De orde op de fchaffing is, nu en dan, ver- **EN" m anderd: en men heeft zig, in dit Godshuis, WEN." byzonderlyk toegelegd, om de oude lui- Gast- den wel te onthaalen. Het dagelyks ont-HU1S* byt van mannen en vrouwen, welk de?^h vrouwen, te gelyk met het vuur in de ftoo- v' ven, uit de kooken.komen haaien, is, den eenen dag, brood met boter, en den anderen > brood met kaas. Doch 's Zondags, wordt niet ontbeeten. 'sZondags>'s middags,fchaft men Kalfs- en Lamsvleefch-nat, met groen- te of ryft: 's avonds, bierenbrood, waartoe bier van zes guldens de ton gebruikt wordt» Als 't heet is, fchaft men koude fchaal, in de plaats, 's Maandags, wordt, 's middags, graauwe erweten,ofkool, of wortelen, met verfch , of enkele reizen ook oflenvleefch, welk een weinig gezouten is , gefchaft. Ieder Commenfaal krygt ook een half pint wyns toe. *S Dingsdags, 's middags, fchaft men witteboonen met offen-vleefch-nat, of met zuure faus, en in den Zomer, ook fnyboonen of peulen: 's avonds, wordt 'er ry ftenbry opgedifcht.V Woensdags >s middags, fchaft men fpek - kluitjes, met raapen: of groene erweten, met varkens-worft; of ap- pelen , met gerookt fpek, en, tweemaal 's jaars, gerookte Paterftukken, met appelen of peeren: ook, als het in den tyd is, blom- kool , fpenagie, of andere groente, en kin- nebakshammen : nu en dan, konynen, of endvogels, met appelen, eri enkele reizen, Schelvifch,Both, Schol, Zalm of Paling, 's Dd 3 A- |
||||||
>
|
||||||
———^^^
|
|||||||||||
r
|
|||||||||||
422 AMSTERDAMS IILDeie;
Oude- Avonds, wordt 'er ryftenbry gegeten, 's
Man- Donderdags, 's middags, eet men gort,met Vkoü-EN rozynen >en een ^*aus van boter en melk; en
W£N. 's avonds, bierenbrood, 's Frydags, fchaft Gast- men, 's middags, karnemelks-brij, en zou- huis. tevifch met wortelen toe, en 's avonds, ook |
|||||||||||
karnemelk met gort. 's Saturdags, wordt
'er, 's middags, groene erweten,. friet lang nat, voor, en ftokvifch na gegeten : 's a- vonds', fchaft men wederom ryftenbry. In den Zomer, wordt 'er, zevenmaal, tuinboo- nen met haring, op Vrydag middag, opge- difcht, en dan fchaft men, 's Saturdags, in de plaats van ftokvifch, Labberdaan. Op Dingsdag- en Donderdag - middag, wanneer 'er geen vleefch gefchaft wordt, en alle a- vonden , zonder onderfcheid, krygen de Commenfaalen juift zulk een ftuk toe, als zy» 's morgens, tot hun ontbyt gehad hebben. Voorts, worden de oude luiden, op Hoog- tyden en Feeftdagen , by uitftekendheid, onthaald. » Op Vaftenavond, fchaft men , 's middags, dikke ryftenbry met fuiker en kaneel, en gebraaden Lamsbouten. Ook krygt ieder Commenfaal dan een rond witte- brood, een twee ftuivers koek , een pint wyn, en een pint Rotterdammer bier, welk, te Alkmaar, gebrouwen wordt, 's Avonds, wordt 'er naar gewoonte gefchaft. Op eer- ften Paafchdag, fchaft men ryftenbry met fuiker en kaneel, zes eijeren en een pint Rot- terdammer bier voor ieder; en op tweeden Paafchdag, graauwe erweten met braadvet, en vier eijeren voor ieder. Op eiken dag, Jurygt elk een rond wittebrood. Op Hemels vaart*.
|
|||||||||||
ÏV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 423
vaartsdag, wordt 'er Kalfs- en Lamsvleefch- Oude-
nat, met groente of ryft, gegeten. Op eer-MAN- ften Pinkfterdag, fchaft men ryftenbry, met KEnf* fuiker en kaneel vooraf, en gebraaden Kalfs- w^u". vleefch toe; en elk krygt een rond witte- Gast- brood, een pint wyn en een pint Rotter-HUIS» dammer bier. En op tweeden Pinkfterdag, wordt 'er graauwe erweten, en Kalfs-karre- wey, met korenten en rozynen, gegeten. Op Kermis-Zondag, fchaft men ryftenbry, met fuiker en kaneel, en gebraaden Lams- bouten : en elk krygt dan ook een rond witte- brood , een pint wyn, en een pint Rotter- dammer bier. In November, houdt men een Slagttydsmaal, en dan wordt 'er, even als op Kermis; doch in de plaats van Lamsbouten, gebraaden dunne offen - lenden gefchaft. Op beide de Kerftdagen, fchaft men zogenaamde Deuvekaters, met een faus van boter en melk: en op den eerften dag, krygt elk, daaren- boven , een rond wittebrood en een pint Rotterdammer bier; doch geen wyn. Op alle deeze buitengewoone dagen, wordt'er, 's avonds, op de gewoonlyke wyze , ge- fchaft. Tot verfnapering, worden de oude luiden, in den zomer, tweemaal, op kerffen, en tweemaal, op aalbeffen onthaald. Op Bededag, wordt maar eens 's daags, 's avonds ten vyf uuren, en even als op Zondag, ge- fchaft. Doch wy moeten, omtrent de fchaf* orde in't algemeen, aanmerken, dat, gelyk 'er, voormaals, verandering in gemaakt is, in dezelve , in vervolg van tyd, ook lig- telyk, meer veranderingen en verbeterin- gen zouden können gemaakt worden. Som- Dd 4 tyds
|
||||
"". ' ' ' r
|
|||||||||||||
.
|
|||||||||||||
42+ AMSTERDAMS IILDeei.
|
|||||||||||||
GUBE-
Man-
»EN- SR
Vrou-
WEN-
G AST- HUIS. Vereifch
ten in de Oude |
tyds is, aan de oude luiden, wel eens ee*
ne buitengewoone maaltyd vereerd, of be- fproken, en Fredrik Henrik, Prins 'van O- ranje , op den twee en twintigften May des jaars 1642, het Huis bezigtigende, fchonk ieder der oude luiden een driegulden (/). Zulken , die in dit Godshuis begee*
ren ingenomen te worden, moeten, vol? |
||||||||||||
M^n n- Sens ^e 0U(^e' ^oc^ eenigszms veranderde
cnVrou- Ordonnantie, ongehuwd, boven de vyftig ■wen, die jaaren oud, en Poorter of Poorterfche dee? in dit zer Stede zyn. , Burgemeefteren hebben , worde»15 voor eemge jaaren, verftaan, dat menze in- ingeno- neemen mag, als zy, zeven jaaren, Poorter men, of Poorterfche geweeft zyn, en zo lang,ag- tereen, hier ter Stede, gewoond hebben (m). En de Regenten zyn, reeds, in't jaar 1635, met de Nederduitfche Gereformeerde Dia? conie, overeengekomen, dat partyen, door Diakenen voorgedraagen, voor partyen, die, door byzondere perfoonen, werden aange- preezen, in 't Oude-Mannen en Vrouwen- Huis , zouden worden ingenomen («): hoewel deeze overeenkomfl geagt wordt vervallen te zyn, na dat de Diaconie zelve een Oude- Vrouwen- en Mannen-Huis heeft opgeregt, Zy moeten, wyders, een bed, drie dekens, twee hoofdkuffens, zes flaaplakens,zesfloo- pen, zes hemden, een beft en een dagelyks Meed, de mans een mantel, voorts, een ee? ken kas, twee ftoelen met twee ftoelkus? fens, een mingelens kan, een pjnts kan, een tin-
(!) Zie II. Deel , XV. Boek^ bl. 4g.
(m) Reibl. v*n den Oud-Raad van Burgem. v*n 14^», J7J4- ƒ- ac8. pj Kotulpn der Piaconje va» un-i6$i. ƒ. i#.
|
|||||||||||||
V
|
|||||||||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd,Gestigten. 425
tinnen waterpot, een tinnen kop, en tienouDE-
guldens zeflien ftuivers aan geld medebren- Man- gen.Dit geld dient tot de begraafenis derCom- ^£N~ E1* menfaalen, en wordt verdubbeld, in geval WJN."' zy begeeren, op eene ongewoone wyze, be* Gast« graaven te worden. Het Huis erft alle de goe-Huis. :} deren, die zy, flervende, nalaaten, en zy moe* ten, by hun inkomen in 't Huis, al wat zy be« zitten aan de Regenten overgeeven en op- draagen; die 'er hun vier ten honderd in 't jaar van uitkeeren. De winft,die zy, op eene eerly- ke wyze, in 't Huis doen, is voor hun. Voorts, moeten zy zig te vrede houden, met de woo* ning, die hun aangeweezen wordt, en 's win- ters, dat is, van den eerflen November tot den Jaatflen April, voor zeven, en 's zomers, dat is, van den eerflen May tot den laatften Oc- tober, voor agt uuren '5 avonds t'huis zyn; ten ware zy langer verlof hebben van den Bin- nenvader: wordende de poorten»een uur laar ter, geflooten; na welken tyd, zy geen vuur, Jicht noch doove koolen,in hunne wooningen, hebben mogen (0). Ule, zonder verlof, de maaltyd verzuimt, plagt, zes weeken, van de Tafel gebannen, en die dronken t'huis kwam, zes weeken uit het Huis gezet te worden. Doch dit is, thans, genoegzaam, buiten ger bruik. Het Tabak rooken was, eertyds, ook verbooden: doch wordt mi gedoogd. In an- dere opzigten, is, nogtans, byzondere zorg gedraagen, tegen ongeval van brand. 't Bewind over dit Godshuis plagt, va^nBefHer
ouds, te ftaan aan twee Regenten; doch van het; derzelver getal is, in 't jaar 1572, tot drie,zelve,> en
Dd5
|
||||||
* c
|
||||||
\
|
||||||
ƒ■■■-*■*;.....*w - ■ - ..iy n.ji.i^jp
|
||||||||||||||||||
426 AMSTERDAMS HLDsEt.
|
||||||||||||||||||
Oitoe-
Man- NEN- EN
Vrou-
WEN-
Gast-
BUIS.
|
en in de voorgaande eeuwe, tot vier ver-
meerderd , waarop het, tot nu toe, geblee- ven is. Zy worden, door Burgemeeileren, gekooren, en hebben eenen Boekhouder in hunnen dienft. In 't jaar 1695, hebben zy |
|||||||||||||||||
verlof gekreegen, om, in de Gafthuis - Ker-
ke , in net geftoelte van de Regenten van 't Gafthuisjplaats te mogen neemen(p). Ook zyn *er , in de Oude Kerke, drie banken tot hun gebruik, en dat der Regenten van het Oude- zyds-Huiszitten-Huis,afgezonderd: in een van welken, de Suppooften, die, hier, de Colleóte, ten behoeve van het Godshuis, doen, plaats neemen. De RegentessenoFBüiten- moeders zyn lang maar twee in getal ge- weeft ; doch , eindelyk , op drie gebragt. De Regenten vergaderen, doorgaands, Don- derdags, 's morgens ten tien uuren. De Re- genteffen houden geenen vaften vergader? tyd, maar komen, gemeenlyk, 's Saturdags, byeen. Binnens huis, zyn een Binnenvader, eene Kookenmoeder, eene Ziekenmoeder, een Poortiér en twdifcBoodfchaploopers, die, uit de oude mannen, genomen worden; een knegt en zeven dienftmeiden. Alle Donder- dagen, 's morgens ten half negen uuren, wordt 'er, voor de oude luiden, eene Leerre- de en Catechifatie gedaan, door eenen Krank- bezoeker, die ook, tweemaal ter weeke, eens de Vrouwen-, en eens de Mannen-Zwakkeh- kamer "bezoeken moet. Het Godshuis heeft ook eenen vaften Doftor en Chirurgyn. De inkomften van het Oude-Mannen- en
VroMwen-Huis beftaan uit de huuren van eenige huizen,de Intreffen van eenige Obli- |
||||||||||||||||||
ïnfcom-
ßen. |
||||||||||||||||||
§*
|
||||||||||||||||||
(p) Handv. */. »7««
|
||||||||||||||||||
/
ÏV.BoEK. Godsh. en Godsd.Gestioten. 427
w,
gatien en een derde deel van de zuivere Ouue-
winft, die de Schouwburg geeft; voorts, uitMan- de gemelde verzameling van aalmoeffen in*EN_ EM de Oude Kerke, na de Huiszitten aan deWg°"" Oude zyde, onder de Vroeg-, Voormiddags- Gast« en Namiddags-Predikatien, op de Zon- en huis. Feeftdagen alleen; en uit de Aalmoeflen, die, hier en daar, in eeniger hoffen, vergaderd worden; waarby, voormaals, plagten te ko- men de giften van ftokvifch, brandhout, haring, bier en gort, die, van wege.dit Huis, by de Bergervaarders, Noordsvaarders, Ha« ringkoopers, Bierbefchooijers, en Grutters, werden opgehaald: 't welk, federt veele jaa- ren, in ongebruik geraakt is. Wyders is, •- aan dit Huis, al in 't jaar 1601, toegeftaan het Wanfchepel van alle partyen Graanen, die, van ooflen of wetten gekomen, hier, voor 't eerft, uit het water, verkogt en ge- meeten worden (q). Dé Koorenmeeters en Koorenzetters waren, voormaals, verpligt, te zorgen, dat dit wanfchepel, alle Satur- dagen, aan 't Comptoir der Regenten, ge- bragt werdt. Doch thans doen zy 't in by- zondere kiften, ten deezen einde, op'tKoo- renmeeters-Huis, op de Kolk, geplaatft. In 't eerft, werdt het zelve maar genooten van partyen boven de zes latten: doch federt het jaar 1712, ook van partyen van zes latten en daar onder (r). In 't leveren van dit Wan- fchepel, zyn egter, federt lang, zo groote misbruiken ingefloopen, dat 'er het Godshuis weinig van geniet. Van ieder Wynkooper, die
(q) Rftfol. Vioedfch. N. 8. <f u*i. Mei, £/,}ƒ;.
{r) Hand*, bl. 177, 178, |
||||
t 42S AMSTERDAMS III. Dem;
Ouoe, die in 't Gilde komt, geniet het Oude-Man-
Man- nen-Huis,federt het jaar i6o6,eeri halven aam Vrou*W Franfchen, of ook, enkele reizen, Rynfchen win- wyn? ^n van ieder Bakker, die zyne proef Ga«n doet, omtrent tien guldens aan brood, vol» buis« gens eene Keure van den tweeden Septem- ber des jaars 1652, waarby belaft is, dat zulk eene proef, in dit Huis, gefchieden moet. Eindelyk, worden de Legaaten, die aan 't Oude-Mannen- en Vrouwen-Gafthuïs gemaakt zyn, verflaan, tot dit Huis, niet tot het Zieken-Gafthuis, te behooren. Naamlyft Zie hier de naamen der Regenten van het der Re- Oude-Mannen- en Vrouwen-Huis; GEKTEN.
1550. Jacob Hendriksz.
1550. fclaas Gaaf Claasz, 1553. Claas Dirkfe Koning. 1556. Frans Andriefe. 1561. Jan Michielfe. 1561. Hendrik Somer.
1562. Cornelis Willemsz.
1566. Willem PaulufTen. \
1567. Jan Gerrit Jan Lambertfé,
1572. Albert Dirk Marcus. 1572. Symon Dirksz.
1573. WefTel Jacobsz.
1574. Symon Jansz. Houtkoper.
1575. Beyer Gerritsz.
1578. Geurt Dirksz. 1578. Evert Claasz. Huift.
1579. Otto Vogel.
1585. Cornelis Heimes.
1586. Pelgrom van Dronkelaer.
1588. Willem Meynaarts. |
||||
tV.BöKfc Goösft. xüGödsd. GestiGtén.*»?
1589. Dirk Thymans. Oud*
1592. Wybrant Adriaansz. ; Man-
1596. Hendrik Hendriksz. *™g*
.1613. Paulus Claasz. WEN.
1617. Hendrik Tholings. Gast*
1618 • Willem Hendriksz* WUIi«
1621. Roelof de Vry.
1625. Willem Wyntjes. 1627. Tynien Jacobsz. Hinloopen.
1628. Jan van Baasdorp.
1632. Philip Laurens. 1634. Gysbert Michielsz. Hoppefack*
1638. Dirk Aertfe Koek.
1639. Jan Michielsz. Blaauw.
1640. Janjansz. Koekebakker*
1644. Floris Ysbrantsz. Kieft. IÖ53- Jacob Vlack. 1655. Willem Pauw»
1655. Anthony Gommers. 1658. Adriaan Boelens. 1662. Arnoud de Raad. 1671. Ifaak Jan Nys. 1674. Jeremias van der Meer. 1681. Pieter van Wicke voort.
1682. Jaques Thierry.
1683. Anthony Reepmaker.
1690. Jan Everwyn Glimmer. 1692. Jeffe van Bunfchooten. 1712. Jan van Kerchem.
1713. Joannes Baalde.
1719. George Bruyn.
1720. Mr. Jan Casper Hartfinck.
1722. Jacob Voordaagh. 1726. Jacob Oortman. 1731. Mr. Jeremias van der Meer.
«73*
|
||||||||
1
|
||||||||
::..'■■' „,.,.... . ,-..i
|
||||||||
430 AMSTERDAMS III.DiÊm
Krank- 1739» Pieter Karfleboom.
ziNNi- 1739. Mr. Jan Jacob Hartfmck. |
||||||||||||||||
OEH
Huri.
|
1743. Mr. Jacob de Leeuw.
|
|||||||||||||||
Ï745. Mr. Pelgrom ten Grotenhuis Boen-
dermaker. 1758. Mr. Henrik Bäcker.
IX.
KRANKZINNIGEN-HUIS. Opreg- TT* er nog het tegenwoordig Krankzinni-
tmg van ^\j gen-Huis opgeregt ware, Werden, ver- Krank- moed ik, de Krankzinnigen geplaatft, in de ziNNi- Gaft- of Pefthuizen , alwaar afzonderlyke |
||||||||||||||||
gen-
Huis. |
Dolhuisjes fchynen gemaakt geweeft te zyn.
|
|||||||||||||||
En zulk een Dolhuisje zal't zyngeweefl,al-
waar , gelyk wy reeds op eene andere plaats gemeld hebben (j-), in 't jaar 1549, zekere krankzinnige Vrouw uit de Doopsgezinden opgeflooten werdt. Doch in 't begin des jaars 156i,boodt Henrik Pauluszoon Boelens, een aanzienlyk burger, en, gelyk ik hem, in zekere aantekening, genoemd vinde , Heer van der Does, dèn Raade drie duizend guldens aan , mids daarvoor een Dulhuys wierdt opgeregt (f)- Volgerts eene oude overlevering, in 't nageflagt van den Stig- ter, zou zyne zwangere Huisvrouw, Styne of Chriflina Boelens^ door eene krankzinnige vrouw, die, woedende, dé trappen afkwam, aangevallen en by de kefel gegreepen wor- dende , vol fchriks, eene gélöftê gedaan heb- ben, 1 (O II, Dtel, VI. jf»t4* */.?o. I . ' .?
(fj Refol. Yiocdfch. K. i. 9 7*». >J<I.# |
||||||||||||||||
r
|
||||||||||||||||
IV.BöEfc. Goos»* en Godsd. Gestïgten. 43 f
ben, datzy, of haar man, indien zy eeneKRÄNK.
gezonde vrugt ter weereld bragt, den Raadzwm- om een plek gronds verzoeken, en daaropCEN- een Krankzinnigen-Huis fligten zou: zyzouHüIS* vervolgens,inderdaad, van een welgefchaa* . pen kind bevallen zyn, en haare gelofte vol* bragt hebben. Doch wat hier van Zy; 't is zeker, dat men, in 't volgende jaar, meü het fligten van een Krankzinnigen-Huis, be- gonnen is, en dat Henrik Pauluszoon, of liever zyne Huisvrouw, alzo hy, in July des jaars 1562, reeds overleeden was (u), daar- over 't voornaamfle bewind gehad heeft. Immers, ik heb, ten huize van Henrik fVyn- koop, Koopman hier ter Stede, die uit eene Vrouwe van hetgeflagtderBoelensgefproo- ten is, eene eigenhandige rekening der Stig- terefle gezien, waarin zy, dagelyks, hadt aangetekend, wat zy, aan bouwfloffenen arbeidsloonen, uitgegeven hadt; 't welk j met eikanderen, over de vyfduizend guldens be- liep: doch zy rekende/dat het gene 'er, boven de uitgeloofde drie duizend guldens, verfchooten was, door de Stad, behoorde ver- goed te worden; gelyk, naar alle waarfchyn- lykheid, ook zal gefchiedzyn. Uit de zelfde rekening, blykt ook, dat het, tot in't jaar 1568 en 1569, aangeloopen heeft, eer't Hais, van binnen , geheellyk i voltimmerd was. Doch in 'tjaar ï 562, was reeds \ by de Vroed* fchap, beflooten, in dit Huis, ih teheemen, Voor eerfl, Poorters; ten anderen, inwooners, die geene Poorters waren, en eindelyk, ook. vreem-
(u) Refol. Vroedfch. N. i. lg J»ly IJ62. Commelin-,
iL J7*t |
||||
■
|
|||||||
l<& AMSTERDAMS IILÜEÉt;
£RANK. vreemdelingen, die, hier ter Stede arbeiden*
ziNNi- de, met krankzinnigheid, bezogt werden: GEN- mids aan de eerflen den voorrang geevende H(JI1* voor de tweeden, en aan de tweeden voor de derden (y). Ook zyn 'er, fomtyds, per- foonen ingenomen, op ukdfukkelyken laft van Burgemeefteren (w). Een der eerflen, die hier geplaatft werden, was Meefter EU hert Huik, Priefter en inboorling van Am- fterdam, van wien verhaald wordt,dat hy; ten tyde der Hervorminge, vinnig gewoed hebbende tegen de Lutherfchen en andere zogenaamde ketters; veelen van welken,en daar onder ook Jan Ar endszoon, die, nader- hand, hier ter Stede, leerde, hy, uit Alk- maar en uit Leiden, de wyk hadt doen nee- men; naderhand, met krankzinnigheid be- zogt , en in 't nieuwe Dolhuis gezet Werde (x). Hy kwam 'er in, op den twintigften Oftober des jaars 1567, enoverleedt'er,op den derden May des jaars 1597 '•> waarna hy^, in de Oude Kerke, begraaven werdt (y)< In 't jaar 1565, werSen den Regenten van het Dolhuis twee beden 's jaars by de huizen toegeftaan (2). En uit deezebeden, die nog plaats hebben, wordt het Huis meeil onder- houden. Van de dagen, op welken zy ilaan te gefchieden, wordt, des Zondags te vooren, in alle Kerken, kennis gegeven. De vafte inkomften van het Godshuis beliepen, in 't jaar 1570, niet meer dan vyftien guldens drie
(v) Rtfol. Vcocdfch. N. i. ij 7«0>ij«i. Handy, t/. 274,
<w) Groot-Memor. N. VIL/. 9S.
(x) Memor.vanL.J. Reaal by Brandt, I. Deel» H. 3l*.
( y) vit Aantek. in 't Krankzinnigen - Huis.
(sj Rcfoi. Viocdfch. N. 2. 9 N»v. ïj«J. ƒ. S vnft, .
|
|||||||
......—^- , «pip!
»
|
||||||||
IV. Boek. Godsh. en Gödsd. Gestigten. 43 3
drie duivers en vyf penningen, waar te.gen Krank-
wel zes honderd en vyftig guldens iii 't jaar,z*NNi* alleen aan eetbaare waaren, werden uitge-£EN" geven, behalve dat aan 't Huis ook veel te herdellen viel van 't gene de Lyders ver- nielden. De Raad vondt* derhalve, op ver- zoek der Regenten, geraaden, toe te daan, dat het Huis, van de lyders of derzelver vrien- den , zou mogen genieten, 't gene de Gaft- huizen van de zieken en dervende genooten (a). In 't Verzoekfchrift, ten deezen einde ingeleverd, noemen de Regenten zig Re~ genten van het Gaflhuysder Kr ank finnige men* fchen binnen dezer Stede. In 't jaar 1591, dondt de Vroedfchap het trekken eenerLo- terye toe, ten behoeve van het Krankzinni- gen - Huis, 't welk, in het volgende jaar * volbragt werdt (b). Het trekken deezerLo- terye gefchiedde, op het Rusland, op een opgeregt tooneel, ten overdaan van eenigen uit den Raade; en duurde, nagt en dag, zon- der ophouden, tot dat de Lotery uitgetrok- ken was. De inleg was zes duivers, en de hoogde prys een zilveren kop van zedig lood , en vyf honderd guldens daarboven in geld (c% De wind, die van de Loterye kwam, werdt aangelegd tot verbeteringe van •het gebouw, waaraan, in 't jaar 1615, het zuidelyk gedeelte, federt het nieuwe Dolhuis genaamd, getimmerd werdt. In 't jaar 1637, zyn aan het Huis, van agteren,nog dertien Huis-
(*) Handv. bl, 27+.
(b) RefoL. Vroedfch. N. 6. 9 April %S9\. N. 7. 13 .•<«{.
ij9i. Keutb. H. f. tl. (c) vit de Kaarte der Loteiye, gedrukt I59>>
VIII. Stuk. E e
1
|
||||||||
■ <4
) 4
|
||||||||
434 AMSTERDAMS III.Deee.
Krank- Huisjes gefügt, om eene vierkante plaats,
ziNNi- die eenen-iütgang heeft in eene'fteeg, wel- j*EN" ke in de Spinhuis-dwarsfteeg uitkomt. Voorts, zyn verfdieiden' vertrekken van het Huis, in deeze eeuwe, van tyd tot tyd, merkelyk verbeterd. In't jaar 1703, zyn, onder an- deren , zes vertrekken voor Krankzinnigen getimmerd, boven de kleine galefy, om de Jaatftgemelde agterplaats; waarby, in laater tyd , nog twee vertrekken gevoegd zyn. Ook is de galery voor de wooning der Be- dienden, in't jaar 1764, geheel vernieuwd. Befchry- Het Krankzinnigen-Huis, toü ving van welks byzondere befchryving wy nu over- hetzelve,gaan, Haat, aan de weflzyde van den Klo- veniersburgwal , tuflchen het Slagthuis der Ooftindifche Compagnie en de Spinhuis- ïleeg, op een gedeelte van den grond van het S. Urfulen - Kloofter, op welks overige gedeelte, het Spinhuis geftigt is. De in- gang van vooren is eene fierlyke fleenen Poort, boven welke, het Stads wapen, en onder het zelve, de wapens van den Stigter, Henrik Pauluszoon Boelens, en deszelfs Huis* vrouwe, Chrißina Boelens, uitgehouwen zyn. >' Laager leeft men: Dit Godtshuys is geßicbt, uyt liefde milt
van aert,
En toomt de Dolheyd, die zich zelfs noch niemant fpaert.
Het zuidelykfte gedeelte van 't gebouw ,
welk j in 't jaar 1615, getimmerd werdt, plagt ook
|
||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 435
ook eene Poort te hebben, die, federt, toe- Krank«
gemetfeJd is. Boven dezelve, is het voeden zuwi- der krankzinnigen, in eenige Dolhuisjes met ??N~r traliën, in een fteen, uitgehouwen: waar- "*' onder men deeze regels leeft, welken, in 't gemeen , aan Vondel toegefchreeven worden: Die met hankzinnigbeydt zyn begaefl
Die worden bier gefpyji en gekeft. In 't Poortaal, binnen de Poort, is, zuid- Kamers
'' waards, de opgang naar de Regenten-Kamer, der Re- en noordwaards, de ingang naar de Kamer |ent|"el der RegenteiTen, die beide, op den Klove- tcflla/ niers-burgwal, uitzien. In de eerfte, een net, vierkant vertrek, met een fraaijen fchoor- fteenmantel, hangt een fierlyk Wapenbord van de Regenten. Boven den ingang der tweede, Haan de Wapens der tegenwoordi- ge RegenteiTen, AnnaJacoba van He- mert, Weduwe van Mr. Gerard Kuyften van Hoefen, Schepen en Raaddeezer Stad, Maria de Flines , Weduwe van Jan de Clercq , en Sara Amsincq^, Huis- vrouw van David Jacob van Eys. De fchooi> fteenmantel in 't vertrek is, met de gefnee- den wapens eeniger voorgaande Regentes- fen, verfierd. Ook hangt hier een Wapen- bord der RegenteiTen ; een gefchilderd af- beeldfel van den Stigter , Henrik Paulus- zoon Boelens, en een groot ftuk, het trek- ken der Loterye van 't jaar 1592, op een hoog tooneel, by avond en toortslicht, ver- beeldende. Uit het Poortaal, komt men, Ee z in
|
||||
W '
|
||||||
43$ AMSTERDAMS ïtimtti
in de groote galery, die rondsomeene lang-
werpig vierkante open Plaats loopt, welke, door een zomerhuis, dat de geheele breedte beflaat, in een' Bloemtiün en een Bleekveld verdeeld is. In 't midden van den Bloemtuin, ftaat het beeld der Razernye, met de han- den in 't haïr, op een vierkant voetftuk, voor welks vier zyden, vier manskoppen ftaan, uit welker gelaat, ook verfchillende foorten van Krankzinnigheid te leezenzyn. Langs de noord- en een klein gedeelte van de weftzyde der galerye, liaan de wooningen van den Binnenvader en Binnenmoeder, de kooken, een wafchhuis, en een vertrek, daar 't brood voor 't huis gekneed en bereid wordt, waar- na men 't, buiten 't Huis, laat bakken. Langs de weft-, zuid- en ooftzyde der galerye, zyn zeven en twintig Dolhuisjes gemetfeïd, die elk met eene krebbe en heimelyk gemak voorzien zyn. Zy fcheppen licht en lugt door een rond gat boven den ingang, en door een tweede, in het fchuin dak der ga- lerye. Elk huisje is, met twee zwaare deu- ren , geflooten, en in de binnenfte, is eene opening, waardoor den lyderen de fpyze en drank wordt aangereikt. De buitenfte worde by nagt geflooten; en ook by dage, wan- neer de lyders te veet gewelds maaken. In zeer koud weder, legt men, tiuTchen deeze twee deuren,heet gemaakte fleenen,waar- van de lyders nog eenige warmte hebben. Het Huis geeft hun, zo hunne vrienden hun niet van kleeding voorzien, eenroodenduf- felfen hansop, gelyk men 't noemt, zynde een kleed, waarvan het wambuis, de broek |
||||||
i
|
||||||
|
||||||||||||
ÏV,Bqek. Godsh. enGodsd. Gestoten. 437
en de kouflen aan eikanderen vaft zyn. Bo- Krank«
ven deooftzydedergrootegalerye, zyn, vanzmNi- |
||||||||||||
ouds, drie verxrekken geweeft, in welker
|
Huis, •
|
|||||||||||
plaats, voor omtrent twintig jaaren, vier an-
deren getimmerd zyn : waarby , onlangs, een vyfde gevoegd is. In deeze vertrekken, worden lyders geplaatft , die , in 't Huis befteed zynde, niet, dan met byzonder ver- lof der Regenten , mogen gezien worden. Boven de kleine galery, uit dertien Huisjes beftaande, zyn nog agt vertrekken; doch hier worden, zo wel boven als beneden, de zwaarfte lyders gezet. Dus zyn 'er in alles thans drie en vyftig huisjes en bovenver- trekken voor krankzinnigen: eenigen van welken egter,nu en dan, tot ander gebruik dienen. Ten einde van de noordzyde der groote
galerye, ftaan de ftigting en vergrootingen van 't gebouw, met gulden letters, in zwar- ten toetsfteen, in'deezer voege, aangetekend: Godt fy Lof prys ende, eer!
Anno 1562. Is defe plaets, tot behoef van de
kranckfinnighen, Godt ende den armen
toegbe-eygent van de Ed. Henrick Pau-
. welf Boelenfen, die welcke eerfle Fon-'
datuer was van defen Huyfe ende de
^ Stichter van XI. Dolhuyskens.
- Anno 1591. Is tot handbavinghevanfoöGodts- vruchtighe ende pryfelicke inflellinghe, een publycke Loterye opghereght, waer door 't [elfde grootelicks verrykt is, flfl* 5 d$ toegbenomen heeft. |
||||||||||||
433 AMSTERDAMS III.DEEfc.
Onder Regenten
Hendrik Verwer.
Claas Jacobz. en
Hendrik Buyck. Anno 1615. Is 'l getal van de Dolhuysfonstot
XXXI. toe vermeerdert, de wooningben met de Galderyen herbout, ende met blauwe ßeen verbeetiykt , ende alles ten aanßen van fraeyheyt ende timme- ragie ?nerckelicken verbetert, als Re- genten van defen buyfe waercn: .. ...
Jan Hendrickz Soop. pleter symonsz van der
Schellingen. ende
Symon Jansz Fortuyn.
Danckt ende denckt.
1 Zuidwaards van dit opfchrift, boven den in-
gang naar de weftzyde der groote galerye, flaan de wapens der tegenwoordige Regen- ten, Jacob Willem de Famars, A- braham Hartman, Jan van Me'- KERENenjAN Wyb'rant Fleon,on- der welker opzigt, deeze galery geheeJlyk vernieuwd is. En boven den ingang naar de ooflzyde dier galerye, leeft men deeze regels van Vondel (d): Tree
idj toëiy II. Dtdt bloost
|
|||||
1
|
|||||
IV. Boek. Godsh. enGodsd. Gestigten.439
Tree zagt, en wandelt onbefchroomt, Krank-
Hier wordt de Razerny getoomt. zinni-
GEN-
In 't begin van Juny des jaars 1765, wa-
ren 'er, in alles, een en dertig krankzinnigen in dit Godshuis. De befliering van het Krankzinnigen-Huis Beflie? .
ftaat, tegenwoordig, aan vier Regenten ring. en drie RegentesseNofßuitenmoe« d e r s. De Regenten hebben eenen Boek- houder ten hunnen dienfte. De Bedienden van 't Huis zyn een ßinmnvader en Binnenmoeder, een' Naaifter, twee knegts en twee dienfl- maagden. De Regenten vergaderen, eens ter weekc, des Woensdags na den middag, *, ten vyf uuren. De RegentelTen komen, ger woonlyk, des Donderdags, na den middag, byeen; doch niet fliptelyk alle weeken. De inkomften van het Krankzinnigen-Huis Inkom-
zyn, federt de eerfle opregting, merkelyk ften* toegenomen , en bellaan thans, voornaam- iyk, in de huuren van eenige Huizen,, en in de Renten van eenige Lands-Obligatien. Ook behoudt het Huis nog, federt het jaar 1565, de twee jaarlykfche Beden, die, in de eerfle week na S. Jan in den zomer, en in de eerfle week na nieuw Jaar, des Dings- dags, aan de oude, en des Woendags, aan de nieuwe zyde, met de fchaal, worden op- gehaald. De luiden, die dit Liefdewerk ver- rigten, worden door de Regenten verkoo- In 't jaar 1582 , heeft Magteld Schaap ßUiten-
eene rente van zeven guldens tien fluivers gewoone 's jaars aan het Dolhuis gemaakt, tot drie,maalt¥" jaarlykfche maaltyden, voor deKrankzinni- E e 4 gen
|
||||
- I .
/
|
|||||||
440 AMSTERDAMS III. Deel.
Krank- gen (e). Dochtegenwoordig worden 'er, jaar-
ziNNi- lyks, vyf bukengewoone maaltyden aan de gen- lyders gegeven, beftaande uit fchaapenbou- Hul3* ten, met een fluivers broodje voor elk, en Gewoon- ^ß. ^-£r toe} behalve nog eene maaltyd van fchafor- wafelen en oliekoeken, in 't midden der vas- de. ten. Ook krygen de lyders, om de drie maan- den , elk een driegroots zoete koek. De ge-
woonlyke fchaforde is, 's Zondags 's middags, gort, en 's Zomers, gerookt, en 's Winters, ge^ fprengd vleefch toe. 's Avonds, fchaft men bierenbrood, 's Maandags, wordt 'er, 's mid- dags , groene erwetenmet lang nat, en vleefch toe, en 's avonds, karnemelk met gepelde garft: opgedifcht. 's Dingsdags en 's Woensdags, wordt 'er, 's middags, groente, fruit, en 't gene de tyd verders geeft, en word: of fpek toe gefchaft: byzonderlyk, ook vifch, panne- koeken, en, in den flagttyd, twee maaien, gort- en bloedbeulingen. 's Dingsdags 's a~ vonds fchaft men zoetemelk met gort, en 's Woensdags 's avonds, bierenbrood, 's Don- derdags , 's middags, wordt 'er graauwe er- weten , en vleefch toe, en 's avonds zoetemelk met gort opgedifcht. 's Vrydags 's middags, fchaft men, 's Zomers, vleefchnat van kalfs- en lamsvleefch, en 'sWinters, gefprengd vleefch met appelen, 's Avonds, wordt 'er karnemelk met gort gegeten.'sSaturdags, wordt 'er,'s middags, beurtelings, witteboonen, en een boterham toe, of ftokvifch, en 's avonds ryflenbry gefchaft. By de Avondmaaltyden, worden twee fneeden brood, een met boter, en een met kaas voor elk gegeven. De lyders (t) DAPPEK hl. 437.
|
|||||||
\
|
|||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 441
ontbyten niet: doch de middagmaaltyd wordt, Krank-
ten tien uuren 's morgens, gehouden. De ver- zinni- trekken of huisjes der lyderen worden, iftip- S?N~ telyk, alle weeken, fchoon gemaakt. De mans *? worden, om 't vierdendeel jaars, gefchooren, wanneer hun en den vrouwen ook de nagels aan handen en voeten gekort worden. Op den vierden Maart des jaars 1734,
heeft het Krankzinnigen - Huis ook Oc- troi van 's Lands Staaten verworven, om alleen erfgenaam te zyn van zulken, die, ïn het zelye, onderhouden, en, zonder kin- deren , of verdere af komelingen na te laa- ien , overleeden waren, mids zulks bepaald bleeve tot zufken, die, op koften van het Huis, onderhouden waren geweeft (ƒ). Men ontvangt, in het Krankzinnigen - Huis, ook zulken, die, door andere Godshuizen, on- derhouden geweefl: zyn; doch zulks gefchiedt niet, dan na dat men, wegens het onder- houd derzelven, met de Regenten , over- eengekomen is (g). De Nederduitfche Ge- reformeerde Diaconie betaalt , tot onder- houd der lyderen, die zy, in 't Krankzin- nigen - Huis en in 't Pefthuis, befteedt, vol- gens eene overeenkomft van den jaare 1748, zo veel als dezel ven, jaarlyks, van haar plag- ten te trekken; 't welk, watlaater, op den vaften prys van een gulden tien Huivers in de veertien dagen, gefteld is (h). Naamlyft 2ie hier eene Naamlyft der R e g e n t e n der R£_
van dit Godshuis. 1574. GENT£ï*r (f) Handy, hl. 274.
(g) Refol. van Regeer, en Oud-Burgem« Ir. C. 30 July *
17*$. ƒ. iiz verfo. (h) Refol. als vttren 19 January, 31 July 174g,/, 13$
fV*> 140 verf«, Ee5
|
||||
442 AMSTERDAMS IILDeel*
Krank- 1574- Gerrit Jansz. Delft.
zitfNi- 1574- Härmen Hendriksz. gen- 1578. Jan Hendriksz. Stock. Hußi 1578. Claas Jacobsz.
11578. Arent Brouwer.
1578. Cornelis Jansz. Kies.
|
||||||||||||||||
\ 1578. Hendrik Buyk.
1578. Reinier van Heemskerk.
1578. Gerrit Wolfertsz.
|
||||||||||||||||
1611. Symon Jansz. Fortuyn.
1611. Jan Hendriksz. Soop.
1611. Pieter van der Schelling.
1617. Pieter Elias.
1619. Rombout Jacobsz.
1625. Pieter Jansz. Blauwehaän.
1638. Reyer Pietersz. Elias.
1640. Seger Uytenbogaart.
1653. Hendrik Reaal Reiniersz.
1654. Jacob Rotgans.
1663. Pieter Cloeck.
1664. Pieter van der Graft.
1664. Salomon Sweers. 1670. Nanning Cloeck. 1672. Ifaak van Buuren. 1672. Volkquin Monma. 1674. Willem van Erpecum. 1679. Jan Everwyn Glimmer.
1680. Mr. Jan Colyn Thovion.
1681. Jan van Duinen.
1686. Joris de Waart. 1689. Lucas Trip.
1690. Abraham de Riemer.
1694. Mr. Jacobus Trip. 1698. Gabriel Eyghels. 1700. Samuel Weymer. ,■ 1706*,
|
||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||
■ "■
|
|||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 443
1706. Dirk van der Meer. Leproo-
1707. M'. Jan Ryfer. zen-
1712. Leonard van Hoefen. HüIS* ^
1713. Jacob Kick.
1715. Gerrit van Ruder.
1719. Mr. Hendrik Amelis de Dien. 1719. Mr. Dirk van de Perre. 1724. Jooft Wefterveen. " 1728. Pieter van Spykershof. 1735. Hendrik Reinier Brouerius van Ni« dek. 1742. Jacob Willem de Famars.
1743. Nicolaas Wiltens.
1745. Abraham Hartman. 1748. Jan Middelman. 1748. Balthafar Nolthenius.
175Ó- Jan van Mékeren. • 1756. Jan Wybrant Fleon. X.
LEPROOZEN-HUIS.
Het Leproozen-Huis , een van de-Befchr-
oudfte Gefügten der Stad, flaat tus-ving fchen de S. Antonis-Breêftraat en Houtgraft, van het aan een Plein, tegen over de Synagoge der r'EPR00~ Portugeefche Jooden. ^ Byzyne eerfte opregting, in of omtrent oudheid
den jaare 1402; welke tyd ons gebleekenis, uit eenen Schepenen-brief van den vyftien- den Maart des gemelden jaars, waarin, men leeft, dat het, toen, geordineert endeghemaect was, droeg het den naam van S. Nicolaas- en &
|
|||||||
«
444 AMSTERDAMS ULDieu
Leproo- S. Jntonis - Gaflhuis. In eenen Giftbrief van
zen- Hertoge Willem van Beijeren van den jaare #u% 1415, waarvan, terftond, nader, heet het het Hospitaal van onfe Fr ouwe en Synte Ny co- laas. Het ftondt,ten dien tyde, gelyk wy, elders (j), reeds hebben aangemerkt, en nog lang daarna, buiten de Stad, aan den binnen- kant van denZeedyk, naar denAmftel toe. Het hadt ook eene Kapel, van welke, in Schepe- nen-Brieven vandejaaren 1417,1422,1423, 1424,1425,1426,1427,1428 en anderen, uitdrukkelyk, gewaagd wordt. En'twasdee- ze Kapel, die, op den zes en twintigften Au- guftus des jaars 1566, aan de Gereformeer- den , onder den naam van der zieken Kerk, by flegt weder, werdt afgeftaan (k). Het Huis fchynt eerft, omtrent eene eeuw lang, ge- fchikt geweefl .te zyn, tot een Gaft- en Pro- veniers - huis. Doch voor den jaare 1500, werden de Leproozen, uit het S. Joris- of S. Juriaans-Gafthuis, in het zelve, overgebragt (/). Op 't S. Joris-Hof, beruft een Teftament van Katharyn Foppens Dogter van den zesden May des jaars 1491, waarin zes Ryns gul" dens eens, aan het Leproozen-Huis, buiten de S. Antonis-Poort by Amfterdam [Domui Leproforum extra pprtam Sancli Anthonii, pro« f e Amfterdamunï] gemaakt worden. Gevol- gelyk, moeten de Leproozen toen reeds in het zelve geplaatft geweefl zyn. Van toen af, kreeg het den naam van Leproozen'buis, .dien
(i) I. Deel, I. Boekt *>l. ioj.
({) Zie II. Deel, VII. #oe{, bl. i»j.
Q) Anonym, ac calc. fontanj /. i.
|
||||
iV.B'OEK. GODSH. EN GoDSD. GëÓTIÊTEN. 44^
dien ik ook vermeld vind, in eenen Sehe- leproo^'
penen - Brief van den jaare 1504; waar by zen- een fluk Lands opgedraagen wordt aan de Huis* arme mijerabele Leprofen, tot Sinte Anthony. De Leprofye, of Lazarye, gelyk deeze Ouder
kwaal ook genoemd werdt, naar Lazarus, Leproo- die, in de gelykenis van den ryken man, ^^U1S voorkomt, als vol zweeren, en dien men, in laater' tyd, met Lazarus, den Bioeder van Maria en Martha, verward, en tot een' Hei- lig gemaakt heeft, wordt, van fommigen, niet zonder grond, aangemerkt , als eene vrugt der Kruisvaarten naar het Heilige Land (m). Immers, zy is, na den ongeluk- kigen uitflag deezer bygeloovige togten, in de twaalfde, dertiende en veertiende eeu- we,hier te Lande, eerft gemeen geworden. De kwaal, die nu, miflehien, in deeze ge- wellen , in 't geheel niet, of weinig meer gevonden wordt, was zo befmettelyk en af- fchuwelyk, dat de Huizen, in welken de lyders geplaatft en genezen werden,byna o- veraly buiten de Steden^ werden opgeregt. Het eerfte Leproozen-huis, welk hier, nog voor het einde der veertiende eeuwe, ge- fligt werdt, ftondt buiten der Poorten van Am- flelredamme, ter plaatfe, daar nu het Kiften- maakers-Pand is (»). En toen, omtrent eene eeuw laater, de zieken, van daar, in het te- genwoordige Leproozen-huis, werden over- gebragt; ftondt het zelve nog veel verder buiten de Stad, fchoon de ziekte, toen reeds, veel
(m) Efprit des Loix Tom. II. p. 1$, VEJ.LY Hift. de
Trance Tom. IV. ƒ>. *i, 62. (n) &t I. Detl, I. ü*${, il. loi.
|
||||
44-6 AMSTERDAMS III.Dee£.
kspRoo- veel zeldzaamer geworden was, en veel
psir- van haare natuur en befmettelykheid yer- Hu». looren hadt. Men was 'er egter, in 't jaar 1532, nog zo afkeerig van , dat, by eene Keure van den vyf en twintigften July des gemelden jaars, bevolen werdt, dat geene Leproozen in de Stad zouden hebben te ver- tagten , of met de klep te gaan bidden; maar zig, buiten dezelve, ten huyfe van de Lepro* fin ' onthouden (0). Doch toen, na 't jaar 1593, de Stad zo verre werdt uitgelegd, dat ' het Leproozen-huis binnen de wallen ge- . trokken werdt, en de Leproosvaders ver- klaarden, geen vermogen te hebben, om het Leproozen - huis te verplaatfen, geiyk hun, van Stads wege, gevergd was, maakte men geene zwaarigheid, om het te laaten flaan, daar het ftondt (p), en daar het, tot heden toe, gebleeven is. Het Huis dient, tegen- woordig , zeldzaam, tot het einde, waartoe het, na dat de Leproozen, uit het S. Joris- Gafthuis, in het zelve waren overgebragt, gefchikt werdt. Het ftrekt nu, behalve tot een Proveniers-Huis, ook tot een Gafthuis voor fimpelen of onnozelen, en is, na zyne ( eerfte opregtirig, dikwils, vertimmerd. In 't jaar 1609, werdt 'er een jgeheel nieuw gebouw aangevoegd. In 't jaar 1640, zyn 'er verfcheiden' vertrekken by gebouwd, en, nog in deeze eeuwe, en onlangs, is het Huis, in verfcheiden' opzigten, zeer veel verbeterd. Befchry- Het Leproozen • Huis ftondt, voor dee- ving van zen, (t) Keutb. D. ƒ. Ito verfo.
(p) Rcfol, Vroedfch. X. S. iz sAfril IJ$<S. ƒ. xxtf verft.
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 44^
|
||||||||
zen, tuflchen de Stad en de buurt Oetenwaal, Leproo
binnen waards tegen den S. Antonis- of Zee-zen dyk, en was, met eenen hoogen muur enHur3* |
||||||||
graft, die met den Amfte]I gemeen lag, om- ^
vangen. De Kapel ftondt , gelyk uit de Lepr0o- Kaart van CoRNELisANTONiszooNte zen- zien is, digt tegen den dyk; doch werdt, in Hw«. 't jaar 1609, nevens* den ringmuur, afgebro- ken, en de plaats bezet met agt burgerwooninJ ge'n onder vier Vlaamfche gevels, die nog in wezen; doch, in 't jaar 1755, herbouwd zyn. De tuin van 't Huis, naar den Amftel, werdt, vervolgens, ook tot ander gebruik gefchikt. Dö tegenwoordige Voorpoort fchynt ook, in 't jaar 1609, gemaakt te zyn. Boven de- zelve , ziet men twee Leproozen, een' man en eene vrouw, konftiglyk, in fteen uitge- houwen. Pas binnen den ingang, ten noor- den , heeft de Poortier zyne wooning. Voorts, Binnen4 . komtmen, op eene ruime Binnenplaats, met plaats. " boomen bezet. De meefte wooningen der Provenïeren hebben haare ingangen, langs deeze Binnenplaats. De zuidelyke vleugel van 't gebouw rondsom deeze Plaats is, in 't jaar 1735, van nieuws, opgehaald: waaraan, volgens twee opfchriften in den zelven, Jr- noud NoelenPkter Arnold hert, Neeven van twee dienende Regenten, de eerfte fteenen gelegd hebben. De weftelykc vleugel is, in , 't jaar 1764, en de ooftelyke, in't jaar 1765,
veel verbeterd. In 't zuidweften, is de op- Regen- gang naar de Kamer der Regenten, een fraai ten- en ruim vierkant vertrek, verfierd met ze-Kamer, ven Schilderftukken, waarin eenige oude en laat»
|
||||||||
'. ;
|
|||||||
,'
|
|||||||
448 AMSTERDAMS IILDEèt;
L«?roö- laatere Regenten, naar 't leeven, zyn afge-
ZEN- beeld. Onder dezelven, munt uit een ftuk Puisw van Ferdinand Bol. Wyders, zyn 'er twee flukken van Arnoldus Boonen, in de jaaren 1714 en 1729 gedaan (q), en twee van Quink- bard en van der Myn. Het nieuwfte, welk voor den fchoorfleenmantel ftaat, is, door Tibout Regters, in 't jaar 176 £, gefchilderd, en vertoont de Regenten Frans van Kerchem, Matthys Oofler , Willem Hendrik Nolthenius en Johannes Luycx. Het zolderftuk van dit vertrek is, konftiglyk, door den vermaarden Gerard de Laireffe, befchilderd, met de zorg voor de Leproozen en Onnozelen. Men ziet 'er ook een' S. Antoni, die, op meer plaat- fen, in 't huis afgebeeld is. In een Poortaal voor de Regenten-Kamer, hangen ook twee oude afbeeldfels van Regenten. In een Spreekvertrek by dezelve, nog een. Ook hangt, in 't Poortaal, de gefehiedenis van Naärnan den Syrier, konftiglyk, door Ferdi- nand Bol? gefchilderd. En in 't Spreekvertrek, eene fraaije fchildery, in 't jaar 1633 ge" daan, verbeeldende het optrekken der Gil- den en der Leproozen, op Koppermaandag en Dingsdag, voor het oude Stadhuis v met fleeden, trommen, pypen, kranfen en ande- re fieraaden. De Leproozen plagten, op die dagen * aalmoelTen op te haaien door de Stad, en werden, den eerften dag, in't Gafthuis, en den tweeden, in 't Burger-Weeshuis, op het middagmaal, onthaald. Doch dit omgaan is«
{q) VAN GOOL MieuwC Schouwt). I. Deel , hl, jol, 30|%
II. JDtcl, 61. nz. |
|||||||
■
|
|||||||
........ ■ '
|
|||||||
» .
|
|||||||
IV. Boek. Godsh.en Godsd. Gestigten. 449
is, met het jaar 1604, opgehouden. Ook is Leproo
Adrïaan van Nieuwland, wiens naam op het zen- ftuk, waarvan wy fpreeken , gefield is, vol- Huis* gens Houbraken (r), reeds in 't jaar 1601, overleeden: waaruit volgen zou, dat hy 't niet; immers niet in 't jaar 1633, ge- fchilderd heeft. Weftwaards, tegen 't ge- bouw , waarvan wy fpreeken , legt een nette tuin , langs welken de Eetzaal voor de Proveniers , de wooning voor den Bin- nenvader en Binnenmoeder der zelven, de Bakkery en de Kookens gebouwd zyn. In 't noordweften , is de Kamer der Re- Regen- gentellen. Zy heeft een aangenaam uit- £,ffen- zigt over den tuin. In dezelve, hangen twee flukl&n, waar in eenige oude Regenteflen verbeeld zyn. De tuin heeft eenen kleinen uitgang, in de Lazarus-fteeg. In'tzuidelyke Vertrek- gedeelte van 't gebouw , heeft men twee Jen voor groote vertrekken, alwaar de fimpelemans- M\J^ en vrouwsperfoonen, eJke kunne afzonder- lyk, hun gewoonlyk verblyf hebben. Bo- ven deeze vertrekken, zyn Proveniers-Ka- mers, en hooger Koorenzolders. Agter de gemelde vertrekken , is eene Plaats, aan welke , het Verbandhuis uitkomt, waar, fomtyds, nog Leproozen genezen worden. Ook zyn hier nog eenige vertrekken voor onnozelen. De Laireffe heeft eenige fraaije tekeningen gemaakt van het Leproozen-Huis en het gene 'er in verrigt wordt; welken ge- voegd zyn, in een keurlyk Wapenboek der Re-
(r) T. Deel, hl. 4.3.
Vin. Stuk, Ff
|
|||||||
450 AMSTERDAMS III. Deel/
Regenten , dat, in de Regenten - Kamer,
bewaard wordt. Uit het Leproozen-huis, is, op den agtften January des jaars 1698, be- graaven een fïmpel vrouwsperfoon, Annet- j€ Viffir, en , om dat zy een zeer klein hoofd hadt, in 't gemeen, Annette met het kleine hoofdje genaamd. Zy is agt en negen- tig jaaren oud geworden, en hadt altoos in den mond de woorden, God zayt, moet niet Jieelen. Tegenwoordig, [op den eerftenjuny de$'
jaars 1765], zyn 'er een en twintig onnoze-
len, in 't Leproozen - huis , zes mans- en
vyftien vrouwsperfoonen. 't Geta) der Pro-«
venieren beloopt veertig, tien mans-, en der«
tig vrouwsperfoonen, en juift zoveelewoo^
ningen zyn 'er maar voor Proveniers ge-
fchikt, te weeten, twaalf huizen, van wel-*
ken 'er negen op de Plaats, en drie op het
Plein uitzien, en agt en twintig kamers, van
welken 'er tien haar uitzigt hebben op de
ftraat. Aan eenige Proveniers, die, tegen*
woordig, zes in getal zyn, is toegedaan,
elk eene Dienftmaagd te mogen houden;
mids zy, daar voor, afzonderlyk, betaalen.
De maaltyd der Provenieren begint, 's
middags, ten half twaalf, en 's avonds, ten
half agt uuren; tegen welken tyd, elk zig, op
't luiden van 't fchaf klokje, in de eetzaal,
vervoegen moet. De maaltyd duurt telkens
een uur. Ten tien uuren, des avonds, wordt
de Poort geflooten. En na dien tyd wordt
'er geen Provenier binnen gelaaten. Nie-
mant mag eenige, fpys of drank met zig naar
zyne
|
|||||||||||
LïfROO-
JZEN-
Huis.
|
|||||||||||
Getal der
zei ven en der Pro- venieren. |
|||||||||||
.
|
|||||||||||
Orde
voor de Prove- niers, |
|||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 451
zyne wooning neemen , veel min buitens Leproo-
huis brengen , of doen brengen , op ver- zen- beurte van de tafel vopr zes weeken; en van Huis# vier Ducatons, daar en boven , of zwaar- der of ligter ftraffe , naar het goedvinden der Regenten. Dronkenfchap , vloeken , fchelden en diergelyk misdryf wordt ook, met korter of langer van de tafel te blyven, Ott met een, twee of drie Ducatons, zo iemant 'er eens, twee- of driemaalen toe vervalt, geboet. Geen Provenier mag iemant in zy- ne wooning laaten vernagten, zonder uit- drukkelyk verlof der Regenten (*). , Het bewind van 't Leproozen - huis flaat Beftie- aan vier Regenten en drie Regentes- "«S» sen, die, even als die van andere Gods- huizen , door Burgemeefteren, worden aan- gefteld. De Regenten vergaderen, ge- gewoonlyk , alle weeken, des Woensdags na den middag. De RegentefTen komen ook, doorgaands, weekelyks , op Woensdag na den middag, byeen; wanneer ook, ten half vier uuren , door eenen Krankbezoeker, voor de Gereformeerde Proveniers, en voor "Zulke onnozelen, die, daartoe, eenigszins in ftaat zyn , een rede over den Catechismus gedaan wordt: by welk onderwys, ook aan- hoorders van buiten 's huis worden toe- gelaaten. Men is, met deeze onderwyzingen, begonnen, op den zes en twintigfben Juny des jaars 1754,hebbende Vrouwe Petro« Hella Cal koen, Weduwe van den Hee- re (s) vit dr Oxdonnantie voor de Provenieis, in 't L*j
fioezen-Huis« Ff 2
|
||||
452 AMSTERDAMS III.DiEt;
Leproo- re Jean de la Fontaine, en Regen-
ZEK- tefTe van dit Godshuis, volgens haaren ui- Huis* terften wil , vier duizend guldens aan de Regenteflen doen ter hand ftellen, om, uic de inkomften van dezelven, zeventig of tagtig guldens 's jaars, aan eenen Krankbe- zoeker, die deeze onderwyzingen doen, en de zieken in 't huis, geduuriglyk, bezoeken en aanfpreeken moet, toe te leggen; en hec overige te befteeden, aan eene of tweejaar- lykfche maaltyden van warmegebraaden bou- ten en Rotterdammer bier, voor de onno- zelen.. Bedien- De Regenten ftellen eenen Boekhouder aan, dcn* die de inkomften en uitgaaven van 't Huis in 't Grootboek overbrengt. Voorts., zyn 'er een Binnenvader , eene Binnenmoeder o- Ver de Proveniers, eene Binnenmoeder over de onnozelen, een Poortier en agt dienftmaagden. De Regenten hebben ook, op een jaarlykfch Honorarium.', een' Doc- tor en een' Chirurgyn van 't Huis aange- fteld. Keuren, De Leproozen, die, oudtyds, in het Huis, omtrent werden ingenomen, moeften , ten minfte de Le- ^rie jaaren, binnen de vryheid van Amfter- proozcn' dam, gewoond hebben, eer zy van Lazarye overvallen waren. Voorts, werden 'er, voor- maals, ook vreemde Leproozen geherbergd; doch niet langer, 'dan een' of twee nagten. De Leproozen, die zig, binnens huis, in de egt begaven, werden ter deure uit gezet. In 't Huis, plagten ook zulken, die voorgaven, met Lazarye befmet te zyn, gefchouwd te wor-
*
V
|
||||
»
ÏV.BoEK. Godsh. en Godsd.Gestigten. 453
worden, waarvoor zy een vierde van een' Leproo-
Engelfchen nobel betaalden, de helft, tenzE**- behoeve van het Huis, en de wederhelft,Hui$* ten behoeve van den fchouwer (t). Doch Schouw federt het verminderen of yerdwynen dee- plozen zer ziekte, in den aanvang der voorgaan- te Haar- de eeuwe, gefchiedt de fchouw op dezel- tem. ve, in Holland, genoegzaam eeniglyk, in gevolge van een Graaflyk Privilegie, in of voor het jaar 1413 gegeven («), in het Le- proozen-Huis buiten Haarlem; waar egter, volgens eene Ordonnantie van Stadhouder en Raaden over Holland, Zeeland en Fries- land van den dertienden Öótober des jaars 1586 (a), niemant gefchouwd mag worden, dan die, in Holland, Zeeland, of Weftfries- land, vvoonagtig is: waarvan zy bewys too- iien moeten van de Steden of Plaatfen, daar zy woonen. Burgemecfteren van Amfterdam verkenen , nog tegenwoordig , van tyd tot tyd, brieven van voorfchryving aan 'tLeproo- zen-Huis by Haarlem , voor zulken hunner ingezetenen, die voorgeeven, met Leprozye befmet te zyn; met verzoek, dat dezelven, op die kwaaie , gefchouwd, en met bewys van de bevindtenis voorzien mogen worden (iy): waar na zy, vuil gefchouwd zynde, ge- mèenlyk , hier en elders , met eene klep , waarop het wapen van Haarlem gebrand is, loopen bedelen. Sedert veele jaaren worden zul-
. (f) Handv. hl. 170.
(n) Zie Privil. van Haail. hl. 69. (v) Zn Ptivil. van Haarl. hl. 350. * (vt) Cowpoftboek ƒ. 1. Stads Miffiven-Boekcn N: XXIX, f, 76 & ptjjim.
Ff 3
|
||||
tf* AMSTERDAMS IILDeeü;
zulken, die geagt worden met Lazarye befmet
te zyn, niet meer in 't Leproozen-Huis gehuis- veft; fchoon zy 'er nog wel genezen worden. Doch in 't jaar 1706, zyn Regenten nog gelaft, een kind, welk men oordeelde deeze kwaaie te hebben, in te ncemen, en te geneezen (a;). En Burgemeefteren hebben, laatftelyk, op den' tweeden Maydes jaars i7ó4,toegeftaan „ dac „ kinderen, die op de Stads Schooien gingen, „ en bevonden werden, met Leprofye," zo als men het thans noemt „ befmet te zyn, in „ het Leproozen-Huis, zouden genezen wor- „ den." Ondertufïchen , oordeelen de Re- genten , uit de befcheiden, met welken, zul- ke kinderen aan 't Leproozen - huis gebragt worden, of zy tot het zelve behooren. Wy- ders, heeft men 'er, doorgaands, onnozelen in geplaatft. Eindelyk , dient het Huis toe een Proveniershuis, gelyk het, reeds in de vyftiende eeuwe , geweeft is (y ) ; en waartoe het ook, op den een- en twintigften Ja- nuary "des jaars 1697, door Burgemeefteren en Oud-Burgemeefteren, bevoegd is verklaard (2), zynde den Prys, tot welken, het Le- proozénhuis Proveniers mag inneemen , ten zelfden tyde, door haare Edele Groot -Agt- baarheden, geregeld naar den ouderdom der Provenicren. Volgens deeze fchikking, be- taalt iemant van 45
f*) Groot-Memor. N. XX. f. $9.
(y) Zie tin oud Renteboekje, berußende in 't Leprtez.en-
Huts en I. Deel) I. Btel^, hl. 103. (x.) Refol. v*h den Oud-Raad van Bürgern. v*n 11 J<mt
**»7. |
||||
IV.BoEK. Godsh. en Godsd. Gestigten. 455
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E 45 jaaren
46 ------
47 - - -
• 48 ------
40 "* f
50 - - - |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
—
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51
5* 53
54 55 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
56
57
58 • 59
60 61
62
63
, • H
65 66
6j 68 69 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
70 en daar boven 1654 - - -
De Proveniers genieten, hiervoor, boven
de inwooning, goede fpys en drank, vuur en licht. Ook worden zy bewaiïchen, en, door den Doclor, Chirurgyn en Apotheker van 't Huis, bediend. In 't jaar 1751, werdt wel, ten behoeve van
het S.Joris-Hof, byThefauricren,goedgevon- Ff 4 den,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'
|
|||||||
456 AMSTERDAMS IIIDee£.
Leproo- de», dat het Leproozen-Huis geene Proveniers
HüTs. "!eeruzo" deernen. Doch de onderftand, dien het Huis toen van de Stad noodig hadt wies zo zeer aan, dat men het, federt, we- derom heeft toegelaaten. De Regenten bren- gen de koftpenningen,of't genezy belegen können, ter Thefaurie, die 'er hun den gewoon- lyken Intrefl: van betaalt. ftenTan A De inkomfte11 van 't Leproozen-Huis be-
hetHuis.ltoan' voornaamlyk, uit de voordeden, die de Proveniers aanbrengen, en daarenboven, uit de intreften van eenige Lands Obligatien, en uit de huuren van eenige huizen en Landeryen. Onder anderen, bezit het Huis eenige Lande- ryen in de Outewaaler-Polder buiten de Mui- der-Poort, uit hoofde van welken, de oudfte Regent van 't Huis, zymle thans Mat- thys Ooster, door Burgemeefteren, tot Heemraad van deeze Polder wordt verkooren O). Het Leproozen-Huis heeft ook een ge- deelte gebouwd van de huizen, die, omtrent het jaar 1671, in de nieuwe uitlegging der Stad, in de tweede en derde Weteringsdwars- firaat, en in de Noorderftraat , getimmerd wehten; waartoe het eene aanzienlyke fomme, tot vier ten honderd, hadt moeten opnéemen! Doch deeze lntreft werdt, al in't jaar 16S1* op drie en een half ten honderd verminderd (V), en de hoofdfom is, federt, afgeloft. De huizen, die weinig voordeel gaven, zyn, ten getale van zeventig en ééne Loots, federt het jaar 1754,allen verkogt. In't jaar 157p, nam het
(a) Gtoot-Memor. N". IX. f. ity,
O) Refol. Vioedfcli. Lu.Ö. 4 s*pt, uu. ƒ, 4,,
|
|||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestïgten 457
het Leproozen-Huis het Kloofter van S. Ma- Leproo^
ria-Magdalena in Grimneflè, met alle deszelfs zo- goederen, naar zig, beloovende, daartegen, HüI$» agthonderd en vyftig guldens , jaarlyks, tot onderhoud van den Pater en de Nonnen, te zullen uitkeeren (c). Uit hoofde der Over- eenkomfte, deswege gemaakt, bezit het Le- proozen-Huis, nog tegenwoordig, eenige hui- zen in de Nes, en onder anderen, het be- kende Logement, "de Stad Lions. Het Leproo- zen-Huis plagt ook in eigendom te bezitten de Oude Stads Herberg aan den Y-kant, die de Stad, in 't jaar 1666, aan het Huis hadt o- vergegeven, tegen eenige huizen en Lande- ryen in Outewaal, welken, met de jongfte Vergrooting, binnen de wallen getrokken wa- ren. Doch alzo de herberg, zeer bouwvallig geworden zynde, ten minfte zeftien duizend guldens van hertimmeren zou hebben moeten koften, befloot men, in 't jaar 1755, den op- ftal, tot eene afbreuk, te verkoopen, voor twee duizend zes honderd agt en twintig gul- dens , en het erf aan de Stad te laaten. De oudfte bekende bezitting van het Leproozen- Huis is de viflchery in de Waaien, tuflchen de Stad en Ypefloot, die , door Hertoge Wil- lem van Beijeren, op den zeven en twintig- ften September des jaars 1415,aan het zelve, voor vyf ponden 's jaars, in eeuwige erfpagt, gefchonken was (d). Het regt tot deeze Vis- Jchery, welke zig, in't Y, van den Montel- baans-
(c) Accoord en Afftand van den 14 Julj IJ79. in it By«
laagcn, l*. A. N. \.ent. Ld) Handv. tl. 17}, ris
|
||||
453 AMSTERDAMS IILDiEt;
Lèpeoo- baans-bnrgwal, of eigenlyk van de S. Antonis-
ZEN- fluis tot aan de fluis by Jaap-Hannes, en Ht7ISi daar, tot op zeventig roeden van de laatilge- mel de fluis, Y-waards (e), of van de S. An- tonis-fluis, tot hali wege het Y, uitftrekt, wordt nog, van tyd tot tyd , door het Leproozen- Huis, verhuurd, doorgaands, van dertig tot vyftig guldens en een zoode vifch 's jaars, mids de Regenten vryheid houden, om zel- ven, in dit water, te viflehen. Een gedeelte van het water, tot deeze Viflchery behooren- de, en zig van Ooltenburg tot aan den Paar- denhoek uitftrekkende, draagt, als het Le- proozen-Huis toekomende, federt lang, en nog tegenwoordig , den naam van het Zie- ken-water : welke naam ook wel aan de gantfche viflchery gegeven wordt. Op den agttienden Maart des jaars 1682 , is ook aan het Leproozen - Huis gefchonken de helft van het voordeel, welk het Vrouwen- Tugthuis of Spinhuis alleen plagt te trek- ken , van de geoorlofde fpelen, en vreem- digheden, üie, binnen de Stad of derzelver Vryheid., vertoond worden (f). Doch de colleéle ,• die het Huis ,' na het Oude-zyds- Huiszitten-Huis, onder de Predikatie in de Oude-Kerke, plagt te hebben, is, federt het jaar 1604, opgehouden, j* Naamlyft Wy voegen, ten befluite, hier by de naa- der Rn- men der Regenten van het Leproozen- cEKiEN. jjujs? zo ver dezelven nog voor handen zyn: 1511.
'vf#) Refol. der Gecomm. van Hoofd-Ingelanden ter Nicu»
V?er Aoiftel van ij May 1671, (f) Handy, bl. 274. |
||||
rV.BoEK. Goösh. en Godsd.Gestïgten. 459
1511. Jan Lambertsz. Vyg. Lwnoo-
1511. Claas Hillebrantsz. zen-
1511. Claas Bicker. O . ™* !
15 iï. Frans Hendriksz. Ruys, inde Wil* d&man.
1512. Pieter Bouwes.
1513. Michiel Jansz. in de Sterre,
1513. Claas Garft.
1514. Jan Lambertsz. Goetdern.
1514. Claas Jacobsz. Paradys.
1515. Jacob van Colen.
1517. Gys Taamsz. 1519. Härmen Matthysz.
1519. Egbert Gerbrandsz. 1519. Volkert de Snyder. 1519. Arencjan Berensz. 1519- Gysberc Fredriksz. 1519. Symon Gouffart. 1519. Pieter van Neck.
1520. Jacob Lambertfe.
1521. Pieter Fredriksz.
1521. Jonge Claas Koek.
1522. Gerrit Pancras.
1522. Cornelis Brunt. 1522. Claas Meeuws.
1523. Robert Harmansz.
1524. Jacob Huyg.
1525. WefTel Lantfmck Brouwer.
1525. Symon of ïteyman Janszo Harius.
1526. Claas Claasz. Wynkoop.
1567. Claas Pietersz. 1567. Cornelis Willemsz.
1567. Jacob Fransz. Zaal. 1567. Reyer Gerritsz. 156g.
|
||||
i6o AMSTERDAMS III.Deei;
3>pioo- 1568. Jan Jacobsz. Viflcher. 1
zen- 1568. Mareen Symonsz. Schuytjen. Uvist 1572. Otto Symonsz.
1575. Claas Florisz. van Alkemade.
1578. Jacob Hendriksz. Bas.
1578. Pieter Cornelisz. Boom.
1578.. Jan Cornelisz. Verhel. 1579. Hendrik Haalken.
1581. Pieter Bicker Brouwer. 1581. Cornelis de Vlaming. 1583. Jan Ysbrantsz. Blauwehulk. 1583. Gillis Jansz. Valckenier. 158 6. Sie werd Sem. 1592. Adriaan du Gardyn.
1595. Hendrik van BronkhorfL 1597. Roeter Ernft. 1607. Ernft Roeters. 1614. Dirk VJaek. 1625. Jacob Willemsz, Hooft. 1625. Mr. Hendrik Koppit. 1627. Auguftyn Uyttenbogaard. 1633. Frans van Limburg. 1635. Philip Thyfen Schryver. 1638. Dr. Jan van Hartogveld.
1639. Pieter Cleutryn.
1652^ Mr. Frans van Limburg.
1655. Claas Baltensz. van de Wiele. 1655.-MVJacob de Vogelaar. .- 1655. Reinier de Block.
1656. Hans Auxbrebis.
1660. Gysbert van Wieringen. 166$. Pieter Adriaansz. van Leeuwaarde.
1667. Gillis Hens.
1667. Gerrit van Ruytenburg.
1667.
|
||||
/
|
||||||||||||||
IV.BoEK. Gaä&klk Godsd. Gestigten. 4<5r
j66~f. Anthony de Haas. Leproo-
1668. Dirk van Outshoorn. ™N'
1673. Dr. Bonaventura van Dortmont. WuIS* .
1673. Ifaak Hudde. <*
1675. Jan Hermans.
1676. Jacob Fredrik du Fay.
1686. Jacob van der Merel. 1686. Hendrik Hunthum. 1695. Mr. Pieter Nuyts.
1696. Philip van der Ghiefen.
|
||||||||||||||
>
|
||||||||||||||
1700. Careï Boelens.
1704. Dr. Chriftoffel Valentyn.
1709. Hendrik Vifler.
1711. Willem Pyl.
1712. Michiel du Fay. *
1713. Hendrick de Wacker.
1713. Wolphert Hendrik Dnnkveld. 1716. Francois Meerhout. 1721. Mr. Johannes Schulung. 1726. M'. Willem Jan van Midlum. 1735. Jan Frans de Famars. 1740. AaronNoël. 1743. Frans van Kerchem. 1746. Matthys Oofter. 1748. Amold van Aalft. 1748. Willem Hendrik Nolthenius. 1752. Johannes Luycx. 1761. Lodewyk Hovy de Jonge.
1762. Gualterus Petrus Craeyvanger.
|
||||||||||||||
XI.
|
||||||||||||||
4&» AMSTERDAMS IILDeeI;
Al.
S. JORIS-HOF.
. *
|
|||||||||
Oudfte
S. Joris- Hof, |
Hetgeftigt, welk, in de veertiende, vyf-
tiende en zeftiende eeuwe, den naam |
||||||||
hier'ter droeg van s- Joris-Hof, ftondt, naar de
Stede, tegenwoordige gelegenheid der Stad, inde Kal verftraat, tegen over den Heiligen weg : en ide Kapel van het zelve dient, thans, tot een Kiftenmaakers-Pand (g). Het was, van ouds, een Leproozen- en Proveniers-huis. En 't blykt, uit eene A&e van den zeflienden November des jaars 1496, dat 'er ook Sim- pelen,'m den.kolt,befteed werden(h). Men bewaart, in liet tegenwoordig S. Joris Hof, nog eene Ordonnantie van Burgemeefteren en Raad, voor der zyeken ende huys t finit Joryaens, die, den vierden Auguftus des jaars 1446, gedagtekend is (i). Ook blykt, uit eene Aóte van't Geregt van den tienden Au- guftus des jaars 1485 (*), dat dit Huis, op de vier hoogtyde'a, aalmoelTen plagt op te haa- ien, doorgantfeh Waterland en Amftelland. Doch wy hebben, hier voor (£), aangemerkt, dat dé Leproozen, voor den jaare 1500, uit dit Huis, werden overgebragt,. in het S. Antonis-Gafthuis, welk, ledert, den naam van Leproozen-huis aangenomen heeft, dien het nog tegenwoordig draagt. Het S. Joris-Hof bleef
(g) Zit I. Deel, I. Bo*^ bl. 102.
(h) prootMemor. N. I. ƒ. 213 verf», (ij Zie Bylaagen £r. B. ■. (*) Zit Bylaagen L*. C» |
|||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 46*3
bleef egter, nog lang, een Proveniers-huis. s. Joris-
De Kapel, over welke twee Kapelmeefters Hof* 't bewind hadden, werdt ook onderhouden Q). En vind ik, dat, uit dezelve, zo wel als uit andere Kerken en Kapellen hier ter Stede, op den vyf en twintigften Auguftus des jaars 1566, de beelden geligt zyn. Ruim drie jaaren te vooren, was, by de Vroed- fchap, nog eene Ordonnantie gemaakt, op het onderhoud van het SJoris-Hof (m). Doch na de verandering der Regeeringe,' befloot men, de Kapel, tot ander gebruik, te fchik- ken, .en de huizing,/die 'er aan behoorde, te verkoopen. Men maakte, met dit laat- Het fte, eenen aanvang, in 't begin des jaars wordt in 1579, en in Auguftus deszelfden jaars, wer« JJJjJjJ* den de Proveniers, en al de huisraad van pauius. het S. Joris-Hof, overgebragt in hetKloos- Broede- ter der Paulus-Broederen, welk, federt, den re" over" naanvvan 5. Joris-Hof aangenomen heaft. gc rast* Wy hebben de oude gelegenheid van dit Gelegen- Kloofter, reeds elders («), befchreeven. Hier heid van voegenwe 'er nog by, dat het, met eene ditKloo«- floot, die, zo ik meene (1), in den jaaré cr' 1580,overwelfd werdt, gefcheiden was van het Kloofter van S. Urfula of der elfduizend Maagden (0), nu het Spinhuis. Het was, reeds
(l) Croot-Mctnor N. T. f. 19S vtrfi'
(m) Refol. Vroedfch. N. i. ij Maart IJS3,
(n) I. Deely I. B*e(, hl. %$.
(0) Groor-Memor. N. II. ƒ. SS-
(1) Myne meening ruft op deeze woorden ia
eene oude Rekening van het tegenwoordige S. Jo- ris-Hof; 1580 6 April, betaelt voor plancken en bokken, om die
ßoct daer mede te beforgen • . ƒ 18 : 5 : 2 |
||||
»
4Ó4 AMSTERDAMS III.'Deec;
^ Joris- reeds in't jaar 1541, in zo verre verlaaten, «op. of uitgeftorven, dat, by de Vroedfchap, in beraad gelegd werdt, om de Regulieren van Heilo en Oude Naarden, indien 't gevoeg- Jyk gefchieden kon, derwaards over te bren- gen (/>). Doch dit fchynt niet gelukt te zyn. In 't jaar 1558, ftondt het genoeg- zaam ledig, en werdt toen reeds beflooten, het zelve, voor de Stad, te verkrygen tot een Gafthuis (q). 't Was dan geen wonder, dat de Proveniers uit het S. Joris - Hof in het zelve werden overgebragt. Het is, fe- dert, van binnen en van buiten, meermaa- len vertimmerd, en ook, door het vergroo- ten der Waaien - Kerke, vry wat ingetrok- ken en verkleind. De zuidzyde van 't ge- bouw, diefde oudfte, en, zo men, uit een jaartal aan 't zuidoofter-hoekhuis, afneemen mag, in't jaar 1596, getimmerd was, is, in 't jaar 1678» geheel vernieuwd, hebben- de Abraham Alewyn den jongflen, Zoon van eenen der Regenten, Abraham Alewyn den jongen, daar aan, op den agtften April des gemelden jaars, den eerften fleen gelegd. De ooftzyde is, in 't jaar 1605, herbouwd. De weftzyde is , eindelyk , ook , met be- williging van Burgemeefleren (r) -, geheel vernieuwd in 't jaar 1747, wanneer het ge- bouw eenen deftigen ingang gekreegen heeft, in de Spinhuis fleeg. Befchiy- Het S. J o R i s - H o f ftaat, tuflchen de h«gtelai1 0ude Waaien-Kerk en Spinhuis - fteeg, en i plagt,
(p) Refol. Vroedfch. N. 1. $ Nov. if*i. **
(q) Relol. Vrocdfch. N i. 25 Juny. rj;|4
(r) Gioot-MeÄior. N. XI. /. si i/trfa |
|||||
' i
|
|||||
- #
IViBoEK. GoDSH. EN GoÖSD. GeSTÏGTEN. 4-6§
plagt, voor deezen, alleenlyk , eenen gerin- S. Joris»
gen krom omloopenden ingang te hebben, Hof. op het Waaien - Kerks Plein, die nu, ge- genwooi* meenlyk, geflooten gehouden wordt. De Jlge *• eigenlyke ingang is in de noordelyke of h<5." korte Spinhuis-fteeg, door eene aanzienlyké Poort, boven welke, de naam van S. Joris Hof, met gulden letteren, in fteen, uitge- houwen is. Men treedt,door deezePoort, in een Poortaal, alwaar, ter regter zyde, de ingang is naar de Kamer der Regenten, die, van de Plaats, en uit de Spinhuis-fteeg licht fchept, en net befchooten is. Ter linker- zyde, is de Kamer der Regenteffen, een be- hangen vertrek, uitziende, over de Plaats* De fchoorfteenmantel is verfierd met-de wa- pens der tegenwoordige Vrouwen Regen- teflen , Catharina Susanna van den Bempden, Huisvrouw van den Heere en JVT. JPieter van de Poll, Sophia Huydecoper, Weduwe van den Hee- re Mattheus Buys, en Elizabet Clig- net, Huisvrouw van den Heere Mr.,G<?- rard Aarnout Hajfelaer. In dit vertrek, is ook een toegang naar den ruimen Kooken, op welken, de Eetzaal volgt, alwaar twee groote Haardfteden zyn , en , dagelyks, •vyf ronde tafels, ieder voor tien Proveniers gefchikt, gedekt worden. Ten noorden van jde Eetzaal, zyn twee beneden - wooningen voor Proveniers, tuffchen welken, een trap « is, die toegang naar vier kamers-verleent. Voorts, gaat men, uit het Voorpoortaal, langs een' breeden trap , naar de Boven« VUL Stuk. Gg woor |
|||||
■
|
|||||
466 AMSTERDAMS I1I.Dee£.
S. Joris- wooningen van het nieuwe gebouw: en hier
Hor. ontmoet men , eerft , een ingeftoken ver- trek, welk boven de Poort uitziet: wyders, op de tweede Verdieping, langs een' rui- men gang , nog zeftien kamers van ongely- ke grootte, die, ten deele van de Plaats, ten deele, uit een' open gang, die, bene- den , langs den Kookcn en Eetzaal loopt, en, uit de Spinhuis-fteeg, licht fcheppen. Nog hooger, zyn nog twee kamers; eene ge- meene Kleêrzolder, en eenige kleine Turf- zoldertjes, voor de Proveniers. De Binnen- Vader en zyne Vrouw hebben, behalven een vertrek beneden, ook eene kamer, op de tweede Verdieping , boven de Regenten- Kamer , tot hunne wooning. Alle deeze vertrekken zyn, in 't nieuwfte gebouw. In 't oude, zyn vyftien beneden - wooningen, ten deele, uit twee, ten deele, uit drie ver- trekken beftaandë, en zeftien kamers, naar welken, men,langs een' trap in 't zuidoos- ten, toegang heeft; zo dat 'er, in alles, zes en vyftig wooningen zyn. In den gevel van de middelfte wooning in 't zuiden, ftaat een S. Joris, den draak doorfteekende, in fteen uitgehouwen, welk afbeeldfel nog, opmeer plaatfen in't Hof, gezien wordt, 't Gebouw s, boven en beneden, van Regenwaters» pompen en andere gemakken voorzien. Langs de Plaats, die met twaalf boomen bezet is, en, in 't byzonder, Jangs de Waaien-Kerk , in 't noorden, zyn eenige houten berghok- jes getimmerd, die, door de Proveniers, ge- brui kt, en afgeflooten kunnen worden. De
-
«
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 467
De Kerkmeefters der oude Waaien -Ker- s.Joru-
ke, die vier in getal zyn,zyn te gelyk Re- Hof. genten van het S. Joris-Hofl BehalveBeftic« deezen,zyn 'er nog drie Regentessen.rinS» De Regenten vergaderen, gemeenlyk,alle Donderdagen, na den middag: de Regen- tefTen, alle Vrydagen. Wy hebben de naar men der Regenten, hier voor (j) , aange- tekend, van 't jaar 1586 tot den tegen woor- . digen tyd: waar by wy, alleenlyk, voegen moeten dien van Vieler Martensz Junior, die, in 't jaar 1764, Kerkmeefter en Regent ge- worden is. Zie hier de naamen der ouder Regenten van S. Joris-Hof, zo ver menze heeft können opfpooren: 1509. Albert van Diemen.
1509. Claas Heyn. 1509. Dirk Janszoen» 1509. Comen Jansz. 1511. Jan Ysbrantsz. Bäcker. 1511. Claas Gerritsz. Olyllager. 1511. Pieter Thomaflen. 1511. Pieter Symonfen, 1511. Jacob van Emen. - 1512. Dirk Jansz. van Slooterdyk, 1513. Claas Heyn.
1514. Pieter Ysbrantsz. Lynflager.
1515. Willem Monick.
1517. Jan Martensz. 1517. Willem Cornelisz.
. 1517. Dirkjanfen, by de Heilige Stedt.
1518. Pieter Gyfen.
V) III. Dnl, II. B»*k.f tl. jt7.
Gg 2 |
||||
-—_,------ _ _
|
|||||
4Ö8 AMSTERDAMS ILLDèéU
S.Joris- 1518. Gerrit Jacobsz.
Hof. 152i. Willem Topper. 1521. Mr. Gerrit Outgertsz.
1522. Cornelis Buick.
1523. Cornelis Kiftemaaker.
1524. Roel Jansz.
1525. Gysbert Pietersz.
1527. Ysbrant Jansz. Bäcker.
1528. Jacob Wouter Dobbensz,
1554. Jooft Willemsz. r- 1554. Claas Boelisz.
1554. Frans Adriaansz. 1554. Jan Claasz. Pyl. 1556. Jan Jacobsz. Onderwater. 1556. Tymen Pieterfle Goyer. I55%- Jan Jansz. Smir. I559- Gerrit van Doesburg. 1559' Symon Gerritsz. 1561. Lucas Pietersz. 1561. Balthafar Symonsz* 1581. Jan Betfên Roodenburg. 1581. Claas Symonsz. Heemskerk. 15 81. Reynier Claasz. 1581. Yef Gerritsz. 1583. Jacob Fransz. Het Huis is, tegenwoordig, alleen ge-
fchikt voor luiden, die 'er hunnen koft koo- pen. Burgemeefteren hadden , in January desjaars 1697, eene Ordonnantie beraamd (t), waarnaar de Regenten zig, in het aan- neemen van Proveniers, fchikken moeften. Doch, in 't jaar 1734, is hierin, by den Oud- Raad
(*) Gïoot.Memor. N. VIII. f, i»* vtrfu
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 46*9
Raad van Burgemeefteren, verandering ge-s. Joris«
maakt (u), volgens welke, de Proveniers,Hof. federt, aangenomen zyn. Alleenlyk, heeft de toeneemende duurte der leevensmiddelen te wege gebragt, dat men den prys, by de- . zelve gefield, eenigszins, heeft moeten ver- hoogén. Het Koftgeld, voor ieder Prove- nier , wordt, op een honderd en tagtig guldens 's jaars, gerekend, ten ware hy, niet aan de gemeene tafel, maar in zyne eigene wooning, begeerde te eeten; in welk geval. zyn koftgeld ten minfte zeftig gul- dens hooger gefield wordt: of, zo twee Proveniers byeen woonen, ten minfte vyf- tig guldens voor ieder, 't Koftgeld van een' dienftbode wordt op honderd guldens *s jaars gefield ; en, zo twee Proveniers famen één' dienftbode. houden , berekend, naar de jaaren van den jongften. De huur wordt hooger of laagcr gefield, naar dat de % wooningen zyn, en loopt, van dertig, tot een honderd en zeventig guldens, in'tj'aar. Alle de Beneficien of proven worden tot eene hoofdfomme- gebragt, welke, voor twee Pro- veniers die byeen woonen, naar de jaaren van den jongften, berekend wordt; en die de Proveniers, in eens, moeten opbrengen: of zo hun zulks, niet terftond, gelegen komt, betaalenzys maandelyks, intereft van't gene daaraan ontbreekt, die niet minder gefield moet worden, dan de rente, die het Huis, anderszins, van de Thefaurie ontvangen zou heb-
(u) Refol. t/A» den Oud Raad i/dftBiKgem. lojAn, 1734.
i.*. C. ĥ 75 vttfi, Gg3
|
||||
ftö- AMSTERDAMS IILDEEt.
S.Joris- hebben. Men neemt geene Proveniers in,
Hof. dan die vyf tig jaaren bereikt hebben, ten wa- re , man en vrouw den koft willende koopen, een van beide over de vyf en veertig, en de andere over de vyftig jaaren oud was, in welk geval, de proven berekend worden, naar de jaaren van den jongden, ten minfte tegen agt ten honderd. De Proveniers moeten hun- nen ouderdom, met Doopcedulen of andere befcheiden , ten genoegen der Regenten, bewyzen. De penningen, die de Proveniers inbrengen, worden, tegenwoordig, metby- vóeging van den naam en ouderdom van ie- der' Provenier, ter Thefaurie overgebragt, alwaar van dezelven lyfrente gegeven wordt, op perfoonen van 45 tot 50 jaaren 8 ten honderd.
- - 50■■ 1 SS - - - 9 - -
" " 55 ~ 60 - -' - 10 - - * -
- - 60 - 6s - -*- io| - - - êQ
- - 65 - 70 ---11 - - - -
- - 70 - 75 - - - n§ - - - - .i
--75-80---12----- De rente der hoofdfommè, opgebragt door
twee Proveniers, die byeen woonen, wordt wel gerekend naar de jaaren van den jong- flen; doch blyft egter vafl: op den langft- leevenden. De uitkeering wordt begreepen te loopen, van den dag, dat de hoofdfom ingebragt is, tot op den fterfdag van den Provenier toe. By 't fluiten van 't Verdrag met de Regenten, betaalt de Provenier ze- kere forarne op hand, die, zo hy mögt ko- men |
||||
ÏV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. tft
men te overlyden, of van gedagten té ver-sjouw,
anderen, eer hy .de aangeweezen wooning Hof. betrokken heeft, aan het Proveniers-Huis vervalt. De Proveniers mogen geene fpyze, noch drank van't SJoris-Hof vervoeren, noch iemant in hunne wooning laaten vernagten, zonder uitdrukkelyk verlof der Regenten. Zy moeten zig van alle buitenfpoorigheden wagten, en, zo zy met eene Provenierfche trouwen, moet een van beide zyne wooning, ten behoeve van het Hof, ruimen, en zig, deswege, nader verdraagen met de Regen- ten. In 't algemeen, zyn zy verpligt, zig te fchikken naar de Ordonnantien van 't Hof, bereids gemaakt, en nog te maaken. Het S. Joris-Hof heeft, gelyk de andere
Godshuizen hier ter Stede, vryheid vanLands- en Stads Importen enExcynzen. Het geniet, behalve de voordeelen, die de Proveniers aanbrengen, ook eenige inkomften van de huizen en Obligatien, die dit Godshuis, zo wel als de oude Waaien Kerk, bezit. Doch van de inkomften en uitgaaven van het S. Joris-Hof wordt, jaarlyks, afzonderlyke re- kening gedaan aan Burgemeefteren, op wel- ke, ook melding gemaakt wordt van de pen- ningen , die de Regenten terThefaurie heb- ben gebragt, en van de uitkeeringen, die hun, aldaar, van Stads wege, gedaan zyn. ■
|
|||||
Gg 4 XII.
|
|||||
47* AMSTERDAMS ULBmi
XII.
■
ZYDE-WINDHUIS.
Befchry- I \e vervolging in Frankryk, omtrent den
ving van JL/ jaare 1680, die veele vlugtelingen WiNßDE herwaards de wyk deedt neemen, hadt, on- auu. der anderen, de weevery van Zyden Hoffen hier zo fterk doen aanwaffen, dat men, wel haalt, gebrek begon te krygen aan werk- volk, tot het voortzetten dier Weeverye vereifcht. 't Haperde, onder anderen, aan zydewindfters; en naardien de Stad, ryke- lyk, voorzien was van fchamele meisjes, die ledig langs flraat liepen, werdt de Vroed- fchap, op het einde des jaars 1682, te raa* de, de zolders boven 't Stads Wapenhuis op den Singel, tuflchen de Hand- en Voet- boogsdoelen , te fchikken tot een Zyde- W1N D H u 1 s (v): waartoe, vooreerfl:, twee duizend drie honderd vyf en twintig guldens, uit Stads kalTe, gegeven werden (w). De gewoonlyke opgang naar dit Huis is, in de Poort van 'tWeftindifch-Huis, eertyds, de Voetboogs - doele. Doch het geftigt heeft nog eenen op- en afgang, die met eene deur in de Handboogsflraat uitkomt,boven wel- ke , de naam van, Zyde-Wind-Huis te leezen flaat, en die, o*öor de zydewindfters, ge- bruikt wordt. Voormaals, plagt men, hier, drie zolders, of werkplaatfen , te hebben, Doch
(v) Refol. Vroedfch. I'. P. ij Die. %$%%% f. j,
{*>) Refol. V4« ((en Qud-Ra34 V4* ÜUigem. IcDfc, I6|2.
|
|||||
* /
|
|||||
ÏV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 473
Doch, federt eenige jaaren, zyn 'er, door- Zype- • gaands, maar ééne, en zeldzaam twee toe Wind* gebruikt. De Werkzolders zyn , door af- HU1S' gefchooten hekken, in winkels verdeeld; in ieder van welken, zeftien of zeventien meis- jes geplaatft worden. Elke winkel ftaat on- der 't opzigt van eene bedaagder vrouwsper- foon, die veertig of vyftig duivers ter wee- ke winnen, en zorg draagen, dat de Zy- de, welke zy van den Meefterknegt ontvan- gen , naar behooren, en zonder veel fchade, gewonden wordt. De Regenten-Kamer, die op den Singel uitziet, is een ruim vertrek, op de hoogte der eerfte werltzolder. De breede fchoorfteenmantel is, met Stadswa- pen , en eenig beeldwerk, op de Zyde-nee- ringflaande, verfierd. Agter deeze kamer, is een vertrek, daar de Zyde, by 't ontvan- gen en wederom afleveren, gewoogen; en nog een, daar elke party, midlerwyl, in by- zondere bakken, geborgen en bewaard wordt. De wooning van den Meefter - knegt, uit twee vertrekken beftaande, is op de hoogte van de tweede werkzolder, die, nu, genoeg- zaam alleen, gebruikt wordt, en in zes win- kels verdeeld is. In drie of vier derzelven , wordt, nog tegenwoordig, gewerkt. Meis- jes van agt tot zeftien jaaren oud, welker ouders onderhoud genieten van de Huiszit- tenhuizen, de Diaconie of andere Godshui- zen , worden hier, in de eerfte plaats, en voorts, ook andereDogters van ingezetenen, met het winden van Zyde, om redelyk loon, welk, jaarlyks, met twee ftuivers ter wee* Gg 5 fci
|
||||||||
•
|
|||||||
474 AMSTERDAMS' III. Deel.
Zï-de- ke, en van zeven tot dertig duivers, op-
Wind- klimt, aan werk geholpen; en plagten, <j^ar- SUIS* enboven, door een* aangeftelden Schoolmees- ter , in 't leezen en fchry ven, en in de gron- den van den Godsdienft, onderweezen te worden; 't welk, na de opregting der Stads Schooien, in 't jaar 1752, buiten gebruik ge- raakt is. Niemant mag de meisjes, in 't Zy- de-Windhuis befleld, uit het zelve, haaien, of doen haaien, om dezelven tot ander werk te gebruiken, voordat zy, den beftemden tyd, hebben uitgediend; en zo iemant, by deeze of eenige andere gelegenheid, de Re- genten , of derzelver Meefter-knegt, onbe- hoorlyk bejegent, wordt dezelve in 't nieu- we Werkhuis gezet, of anderszins, naar 't goedvinden van myne Heeren van den Ge- regte , geftraft. De Regenten zyn gemag- tigd, om zig te vervoegen aan den Heere Hoofd-Officier, die verpligt is, de boeten, door zulken, die de meisjes uit het huis troo- nen, verbeurd, op de Schouts - rolle in te vorderen. Tot onderhoud van 't Zyde-Wind- huis , moet van ieder baal Zyde en Floret, honderd pond of meer weegende (ar), die ter Waage gewoogen wordt, ten minfte tien ftuivers, door den Kooper, en ook zo veel door den Makelaar, die den koop geflooten heeft, tot eenen Godspenning, betaald wor- den: tot den ontvangft van welke Gods- penningen, geflooten boffen, in de Stads Waa-
|
|||||||
(x) Vit de Apoftülc ff het Requeft der Regenten, gedagt»
23 Oetab, léti.
|
|||||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GODSD. GesTIGTEN. 475
Waagen, hangen (y). Doch van de Zyde, Zyde-
die by de Ooflïndifche Compagnie gekogt Wind- en gewoogen wordt, ontvangt de weeger de IIUIS,> Godspenningen, en fteltze den Regenten ter hand. Enmaggeeneverkogte Zyde geleverd worden, voor dat dit regt aan 't Zyde-Wind- huisvoldaanis(2). Het verminderen van den aanvoer van Zyde en Florettenrgaren, federt eenige jaaren,heeft veroorzaakt, dat dit in- komen thans geen vyfde gedeelte beloopt Van 't gene het, voormaals , plagt te be- draagen. 1 Het opzigt over het Zyde-Windhuis Haat Beftie-
aan zes R e g e n t e n , die, voor hun lee ven, ring. of tot dat zy hooger waardigheid bekomen, door Burgemeefteren, uit een dubbel getal, by de dienende benoemd , gekooren wor- den. Zy vergaderen, eens ter weeke, des Woensdags na den middag, ten vier uuren, wanneer zy kinderen, voor eenige jaaren, infchryven. Het loon van 't Zyde-winden wordt, door hen, geregeld, naar 't gene'er 't Huis voor betaalt. Burgemeefteren heb- ben hen, op hun verzoek, in 't jaar 1693 > even als de Regenten der andere Godshui- zen , togt- en wagtvry verklaard (a). Ten hunnen dienfte, en tot het onmiddelyk op- zigt over 't Huis en den arbeid in het zel- ve , ftellen Burgemeefteren, op hun voor- draagen, een' Meefter-knegt en zyne vrou- we aan, op eene behoorlyke wedde, en vrye wooning, vuur en licht. Zy moeten beide het
(y) Handv. hl, 1167, U69.
{*.) Groot-Memor. N, VIL/, Ijl %trf$% *\a) Handv. bl. j$j. |
|||||||
*
|
|||||||
476* AMSTERDAMS ÏÏLDEEt.
Zy»e- het Zyde - winden verflaan. De Oppasflers
Wind- en Windflers moeten, des Zomers, ten zes, BÜIS' en des Winters, ten agt uuren des morgens, op 't Huis zyn. Ten twaalf uuren, gaan zy af om te eeten, en werken, na den mid- dag, wederom, van één tot agt uuren. De Meefler-knegt leefl een gebed, als zy komen en vertrekken. Doch windflers,welker ouders onderhoud trekken van de Huiszitten-hui- zen, gaan, 's winters, 's avonds ten zes uuren, naarde Stads fchoolen. 's Winters, worden 'er kagchels, op de werkplaats, geflookt, en vuur inde flooven van de Oppasflers en kinderen gegeven : waartoe de twee Huiszittenhui- zen, by beurten, duizend manden Turf, in 't jaar, aan 't Huis zenden. De Windflers en Oppasflers kry gen ook, winter en zomer, behoorlyk bier van 't Huis. Getal der In de voorgaande, en in 't begin deezer Meisjes eeuwe, plagt het getal der Meisjes in 't Zy- 2,j^ de-Windhuis veel grooter te zyn, dan het Wind- tegenwoordig is: 't welk aan de groote ver- huis, mindering der Weevsrye van Zyden ftoffen, hier ter Stede, moet worden toegefchreeven. Men heeft, fomtyds, tot over de vyf hon- derd Meisjes, in 't Huis geteld. Doch te* genwoordig, [in Juny 1765.], zyn'er, met de Oppasflers, maar omtrent zeflig. ; Naamlyft Zie hier de naamen der Regenten, die 't
der Re- Zyde-Wind-huis, van zyne opregting af, tot c£nt£n. nu toe, beflierd hebben; 1682. Aarnout van der Cruys.
1682. Steven van Schooneveldt. |
|||||||||
r
|
|||||||||
\
|
|||||||||
-
|
|||||||||
1
|
|||||||||
IV.BOÉK. GöbSH.EN GoDSD.GeSTIGTEN. 477
1682. Gysbert van der Smitze. zyde-
1682. Marten Zorgh. Wind-
1682. Willem de Roy. "ul$-
1682« Ysbrand van Boorn*
1684. Carel Quina.
1685. Abraham Boel.
1686. Tobias Boel.
1689. Willem van Breen. 1691. Joannes Ruymveldt*
1692. Jean de la Haye«
IÖ97. Noë Marisfal. 1706. Jooft Provoöft. 1710. Jacobus Kops. 1716. Adrianus Montanus* |
||||||||||||||||
1716. Jofua Eysfen.
|
||||||||||||||||
1722. Jacobus Bosman.
1727. Dirk de Ram. 1730. Jacobus Marisfal 1730. Jacobus de la Haye. 1744. Gerrit Eysfen.
1745. Daniel du Rieu.
1746. ïzaac Balk.
. 1750. Hendrik Treurniet. ♦ 1755' Jan de Bree. 1761. Feftus Gesner.
1762. Willem van Onna.
1762. Hendrik Clockener.
1763. Antoni Ruyghrock.
|
||||||||||||||||
"
|
||||||||||||||||
. !
|
||||||||||||||||
Al X Xt
|
||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||
47S AMSTERDAMS IILDeeï,
r>_ 't' »
Jx 111«
DIACONIE-WEESHUIS.
Aanlet- T~""\e Nederduitfche Gereformeerde Dia-
ding tot I ß conie, zig, federt haare opregting, tingc vaïi belaft vindende met de zorge voor de op- een Du- voeding van behoeftige Weezen, welker ou- coNiE- ders wd Ledemaaten der Kerke, doch gee- Wees- ne poorters geweeft waren; waarom, of om dat de kinderen meer dan de bepaalde jaaren hadden, zy niet in 't Burger-Weeshuis kon- den worden aangenomen; zag zig genood- zaakt, dezelven, alomme, door de Stad,by gemeene luiden, in den koft te befteeden. Doch 't getal deezer kinderen wies, door den tyd, zo zeer aan; de koften liepen zo hoog, en de opvoeding van veelen was zo gebrek- kelyk, dat de Broederfchap, omtrent het mid- den der voorgaande eeuwe, de gedagten, ernftelyk, gaan liet, op de opregting van een Weeshuis, Men verwierf 'er, eerlang, de toeftemming van Burgemeefteren toe, en, op derzelver voorflag, vereerde de Raad, in 't begin des jaars 11656, een erf/by den Zwaanenburgwal, aan de Diaconie, tot op- regting van een Kinderhuis (b): waartoe de Stad nog zevenduizend guldens fchonk (V). De Diaconie kogt 'er, federt, nog een erf by, en, op den twintigften April des gemel- den jaars, werdt de eerfte fteen aan 't ge- bouw 4
(b) Refol. Vrocdfch. Lu A. €» 26 Jan. list-f. Sim ■ {t} Notulen dei Diaconie van léü-iost, j'. yp, ioj. |
|||||||||
' i
|
|||||||||
/
|
|||||||||
'
|
|||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 479
bouw gelegd, door Jan van Vlooswyk, Zoon Diaco*
van den regeerenden Burgemeefter, Cornelis *■■ van Flooswyk, Heer van Vlooswyk, Die- HU^8* merbroek en Papenkoop. Voor 't einde des jaars 1657, was het Huis, in zo verre,vol- / trokken, dat 'er honderd en vyftig kinderen van Gereformeerde Ledemaaten in geplaatft werden: waarna het, door den Predikant Pe- trus Wittewongel, 'm 't byzyn van eenen Burgemeefter en van eenige andere Leden derRegeeringe, plegtiglyk, werdt ingewyd. Het Diaconie-Weeshuis,eendef- Befchry. ,
tig, vierkant gebouw,honderd zesendertig^^ voet breed, honderd zes en zeitig voet diep, en drie verdiepingen hoog, onder de zol- der en vliering, ftaat, op den hoek van de Zwaanenburgftraat, en ftrekt zig, van ag- teren^ tot in den Binnen-Amftel. Het heeft Jongens- twee op-en ingangen, een'naar het Jongens-, Huis. en een* naar het Meisjes-Huis, waarin het gebouw verdeeld is, hebbende ieder zyde eene ruime vierkante Binnenplaats, die ronds- om betimmerd is. Door den eerften of wes- . telyken opgang, naar binnen getreden zyn- de, ontmoet men, eerft, ter regterzyde, de Kamer der Diakenen, een ruim vertrek, welk, Kamer in de Zwaanenburgftraat,enoverdenZwaa- der Dia* nenburgwal, uitziet. In de Lyft van denkcncn' fchoorfteenmantel, ziet men de wapens van vier Broederen-Diakenen, die 't opzigt over 't bouwen van 't Huis hebben gehad, Jo- bannes Teerink, Hendrik Schölte, Izaak de la Vigne en Abraham van Fries fem, fierlyk, uit- gehouwen. Voor den fchoorfteen, leeft men dee-
|
|||||||
- t *
'4.80 AMSTERDAMS IILDèe&
Diaco- deeZe regels van den Diaken DanielWh-
nie- link: Wess- huis. Heeft Hellemans zyn goed der Broed1'
ren zorg bevookn,
Toen hy zyn öogen floot, VanAken volgt dit fpoor,
Van Liefdewerk, en houdt geen groot er fchat vcrhoolen,
Maar leent de Elendigen een mededoogendoor. Wie ooit de Liefde zal een eedle hoofddeugd noemen,
Zg/jAN van Aken, om zyn Liefdens- weldaad^ rzemen.
•'
Wyders, hangen'er eenige Naamborden der
Broederen-Diakenen, die zitting in 't Huis hebben gehad, en eenige afbeeldingen van 't gebouw. By deeze Kamer, is, langs den Zwaanenburgwal, een vertrek of Poortaal, al waar,'s Woensdags 's morgens, de buiten- gewoone uitdeelingen van Wollen -klee- deren, hoeden, fchoenen, muilen enz. aan de behoeftige Ledemaaten buitens huis, ge- fchieden. Ook worden hier de ongemaakte Lynwaaten en andere voorraad, in kaflen, bewaard. Uit dit Poortaal, hebben de Diake- Ectzaal. nen een' toegang naar de Eetzaal der Jongens, die haaren gemeenen ingang aan 't ander ein- de heeft. De Jongens worden hier ook, 's Maandags 's avonds, door eenen der Predi- kanten, inde gronden van den GodsdïenhV, onder weezen, of gecatechifeerd. De Meisjes worden, ten zelfden tyde, door eenen ande- ren Predikant, in haare Eetzaal, gecatechi- feerd* |
|||
iV.BoEKi GODSH. EN GoDSD GeSTIGTEN. 48I
feerd. De Catechifatie wordt, aan elke zy- Diaco«
de, door een' Ouderling, en, daarenboven,NIE* aan de Jongens zyde , door een' Diaken, SJjP en aan de Meisjes zyde , door eene Dia- cones,bygewoond. Zy begint, des Zomers, fen zes, en des Winters, ten vyf uuren. Voorts , is , agter; de Jongens - Eetzaal, Weevers- een M^eeverS'winkel, alwaar grof Linnen ge-winkel, weeven wordt, om eenige Weezen, die tot anderen arbeid onbekwaam zyn, bezig te houden. Ooftwaards van den ingang aan de Jongens zyde, ontmoet men de Apotheek, Apo- tegen over welke, een Diftilleer- of ftook- thefck. vertrek is. De Apotheker heeft ook een aar- tig kruidentuintje, langs den zuidwefterhoek van 't Huis, aan den Amftel; en op de twee- de Verdieping, een vertrek, daar hy zyne drooge geneesmiddelen bergt. Over de A- potheek, zyn twee Broeders - Diakenen ïn- fpectores, die, op den eerden Maandag in elke maand, 's namiddags, ten twee uuren, op de Vergaderkamer in de Nieuwe Kerke, byeen komen, om de Doctoren en Chirur- gyns der Diaconie te hooren, en. andere zaa- leen af te doen, de kranke en behoeftige Ledemaaten, en de Apotheek der Diaconie betreffende. Op de tweede Verdieping van 't gebouw, aan de Jongens zyde, boven de Eetzaal, is de School der jongens, alwaar de School, jongden leezen, fchryyen en rekenen leeren, en alwaar ook, des Donderdags, gecatechi- feerd wordt. Ten einde van de Schoole, is een klein vierkant vertrek, het Zwaanenhok genaamd, vermoedelyk, om dat het omtrent boven de plaats is, alwaar, eertyds ? de Stads < ' . yiH. Stuk. Hh Zwaa- |
||||
482 AMSTERDAMS Hl. Deel.
|
|||||||||||||||||||||||||||
DlACO-
KIE- Wees-
huis. |
Zwaanen plagten bewaard te worden (d).
Het dient om de baldaadige jeugd, eenige dagen, op te fluiten. Voorts, heeft men, op |
||||||||||||||||||||||||||
deeze Verdieping, eene Beddenkamer, waar-
op eene vuurhaard is voor de kleine Jongens; een flaapvertrek voor den Poortier, Weever en Onderweever, een Jongens-Kleêrkamer, Sl&pka-. en nog een vertrek of twee tot berging. Op mersenz.de derde Verdieping, zyn, rondsom, de Slaapkamers der Jongens, die, doorgaands, met hun drieën, in ée'ne krebbe, ilaapen. De Leezers, en de Jongens, die 't geld der Coltóen draagen , hebben elke foort een byzonder flaapvertrek. • Op het laatfte, wor- den ook de Ryloopers, zynde zulke Jongens, die de kinderen naar de Kerk geleiden, en de ryen derzelven in orde helpen houden, ge* plaatft. Voorts is, op deeze Verdieping, aan de zuidzyde, een flaapvertrek voor den Broodfnyder, en een groot vertrek, daar de bedden gereinigd en verfteld worden. Bo- ven de derde Verdieping aan de Jongens- zyde, zyn ruime Turf- en Kooren-zolders. |
|||||||||||||||||||||||||||
x
|
|||||||||||||||||||||||||||
Mthjes
Huis. |
Het Meisjes-Huis, welk, door twee deu-
|
||||||||||||||||||||||||||
ren in de gaanderye, van het Jongens-Huis is
afgeflooten, is, genoegzaam op dezelfde wy- ze, verdeeld, als het Jongens-Huis: alleenlyk, zyn eenige beneden- en bovenvertrekken van |
|||||||||||||||||||||||||||
Kkêr-
maakcrs
en |
|||||||||||||||||||||||||||
het zelve, van de Jongens zyde, afgenomen.
In de Poort of ingang, heeft'men, ter linker- |
|||||||||||||||||||||||||||
Schoen- £yde, de Kleêrmaakers-wooning en Wollen-
inaakers- winkel, en ter regterzyde, de Schoenmaa- |
|||||||||||||||||||||||||||
wooning.
|
kerä" winkel en wooning, In 't zuidooflen
|
||||||||||||||||||||||||||
van
(d) Zit III. Dttlt I. Êocl^ tl. 172.
|
|||||||||||||||||||||||||||
J*?i.üfc.j . ij.-«;.':-.*..'--. *-- .^UMÊÊtA
|
|||||||||||||||||||||||||||
.TV. ËOEK. GoDSH. EN GoDSD.GeSTÏGTEN. 4#3
'van 't gebouw, aan den Amftel, heeft men Diacö»."
hier de Kamer of 't Comptoir der Zufleren- WI£- 'Diaconeffen, een net Vertrek, alwaar twee S5J* fraaije Schilderftukken hangen, het eene de Kamer maaltyd , en het andere het kleeden, ver- der Dia* fchobnen en havenen der Weesmeisjes ver- c°neüeq, beeldende. Voor den fchoorfteenmantel fta_at dit Vers van den Diaken Willink: Ter gedagteniflè
Van den Liefdaadigett
TAN van AKEN,
■
Overleden den 29 van Hooimaand >
begraven den 3 van Oogftmaand,
A. i?i8.
in Amfteldam.
Een vaßgeloove dat door reine Lief de werkt,
En 't buigzaam Chriflen hert in zeekre hoop verßerkt, Wordt kenbaar ah het bloeit in Chrifllyk me* dedoogen,
Omtrent Nooddruftigen door Broederpïigt be- woogen. Van Aken hadt een fchat door naarflig* heit vergaart,
En mor zich zelven niet, maar de armen, trouw bewaart, Dien hy uit Liefde, toen hy wiffelde zyn leven JLnflondt naar hooger goed den Broedren heeft gegeeven, Hh 2 Tfl*
|
||||
434 . AMSTERDAMS III. Dee*.
Dsaco- Ten noodig onderhoud van 's Heilands arme
K"- leen: ïluif.' ^us blyfi vanAkens naam in zegen hier
beneên. De uitdeelingen der Linnen - kleedinge ge-
fchieden, in dit vertrek, door de Diaconeflen» Eetzaal. De Eetzaal der Meisjes is, langs de Ooftzy- Linnen- <]e van 't Huis, en fchept haar licht van de winkels. PJaats tuflchen 't Huis en 't Slagthuis, waar- van wy, terftond,fpreeken zullen. Voorts, volgen, aan de zuidzyde, langs denAmftel, de groote en kleine Linnen-naai-winkel, waar- by de Linnen - naai - meefleres een vertrek Wooningheeft. Daarna, komt men aan de wooning Binnen" van ^en Binnenvader en Binnenmoeder, die vader en paviljoenswyze" uitgetimmerd is, en een ruim Binne- uitzigt heeft over den Binnen-Amftel. Op de moeder, tweede Verdieping, is, boven de Eetzaal, School. de Meisje's-Schoolgepla&tÜ, en boven de Dia- •Breij- conefTen kamer, de Breijwinkel: Voorts, de winkel. Xamkamer, twee flaapvertrekken voor de jner, ' Meisjes, voorzien met krebben, voor drie gefchikt,en nog een vertrek voor eene On» SIaapver-3er>Linnen-meefteres. Op de derde Ver- |
||||||||||
•nz.
|
dieping , zyn nog drie flaapvertrekken voor
|
|||||||||
de Meisjes, en, onder anderen, een, daar
dertien bedfteden flaan, die ieder voor twee meisjes gefchikt zyn. Hier by is ook een zogenaamd Zwaanenhok. Voorts , heefc men, op deeze hoogte, een vertrek voor de Styffler en de twee Huiswerkßers; een vertrek voor de Kamfler, en een ander, voor eene Onder-Linnen-naaimeefteres, en eene ilaapkamer voor de tien dienftmdden van het
|
||||||||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GoDSD. GeSTÏGTEN. 485
het Huis. Eindelyk, is hier, in 't noorden, Di&co-
de Styfkamcr, daar't gewaiTchen Lynwaat ™' gefteeven, gevouwen en geftreeken wordt, jj^5* Onder de eerfte Verdieping van 't gantfche siyf' gebouw, heeft men groote overwelfde kei- kamer, ders ; vier van welken, tot berging van Vertrek- wynen en andere koopmanfchappen, ver- dg" ^e" huurd worden. De anderen worden, ten dien- eerfte fle van het Huis, gebruikt. Onder de woo- Verdie- ning van den Binnenvader en Binnenmoeder, plng* is de kookeh, voor welken, aan den Binnen- Amftel, midden in een bloem- en kruiden- tuin , een net en ruim fpeelhuis getimmerd is, ten gebruike der zitting hebbende Broederen. Omtrent den kooken, heeft men ook het Broodhuis, daar de boterhammen, door den broodknegt, wien eene vrouwsperfoon tot zyne hulp is toegevoegd, gefneeden en ge- 1 (meerd worden. Ook zyn hier de Bier- en Provifie-kelders, de hokken tot berging van kookengereedfchap, en het Eetvertrek voor de Suppooften, welk op den tuin uitziet. Ten ooften van 't gebouw, welk wy , tot siagthuis,
hiertoe, befchreeven hebben, heeft men, in laater tyd, een groot Siagthuis getimmerd, welk eene verdieping hooger is dan het oude gebouw,en, toen het Lynwaat nog binnens huis gewaiTchen werdt, ook tot eenWafch- huis diende; waarom 'er een groot fornuis en waterketel in gemetfeld is. Het is, door eene ruime Plaats, gefcheiden van het ou- de gebouw , uit welk men, van boven, langs twee overdekte gaanderytjes, naar 't Siagthuis, toegang heeft. Het beftaat, be- neden, uit het Slagtvertrek,een Schilders Hh 3 werk* |
|||||
1
|
|||||
1
|
|||||
486 AMSTERDAMS III. Deel.
Diaco« werkplaats en eene Timmerloots. De twee-
NiE- de Verdieping is, in een vertrek voor bejaar- Wees- ^g wcezen|f en in een ander, daar deïtoffen tot kleedinge bewaard worden , verdeeld. Op de derde Verdieping, zyn de Meisjes- en Jongens-Ziekenkamers, voorzien, de eer* fte van zes,de andere van zeven bedfteden. De twee Ziekenmoeders hebben hier by ie- der ook een vertrek. De vierde Verdieping is verdeeld in een (laapvertrek voor de kleine Jongens, en een flaapvertrek voor de kleine Meisjes, die allen, in open krebben, leggen. Hooger heeft men nog een Turf- zolder en Vliering. Beflie- Het beftier over het Diaconie - Weeshuis ri"s* wordt, door de Broederfchap, toevertrouwd aan zes Diakenen. Twee van deezen, wel- ken men vafle Broeders noemt, neemen dee- zen dienft, twee jaaren na eikanderen, waar. Doch , jaarlyks , gaat 'er één af. Van de anderen vier, worden 'er twee, na verloop van zeven weeken, door twee anderen , verwifTeld ; doch dienen, op 't laatft van 't eerfte jaar van hunnen dienft , in de Diaconie, nog wederom zes weeken, in 't Weeshuis. De twee anderen van de vier gemelden dienen dertien weeken agter- een, eer zy, door twee Broeders, worden afgeloft. Alle de verderen dienen dertien wee- ken agtereen; zo dat het Weeshuis, in een jaar, behalve door de vafte Broeders, door zeftien andere Diakenen bediend wordt. Van de DiaconeiTen, die twaalf in getal zyn , neemen 'er tien den dienft in 't Diaconie-» Weeshuis waar, twee als vafieMoeden, vm wel«
|
|||||
IV.Boek.Godsh. en GoBSD. Gesttgten. 4.8?
welken'er ook, jaarlyks, ééne afgaat, enDiAco-
de overigen agt, ieder paar, dertien weekenNiE- in't jaar. De zes Broeders,. die te gelyk in't W*ES* Weeshuis dienen, vergaderen aldaar, twee-Ilu:s' maal ter weeke, des Woensdags, ten tien uuren voor-, en des Saturdags, ten vy f uuren na den middag. Doch wanneer 't, des Sa- turdags , Voorbereiding tot 's Heeren A- vondmaal is, komen zy ook, 's morgens ten tien uuren, byeen. Op den dag van elke eer- fte Voorbereiding , verfchynen de zitting hebbende Zuflers ook in 't Broeders-Comp- toir , wanneer alle de Suppooften verflag moeten doen van't gene, onder elks bewind,- in 't Huis voorgevallen is: waarna de Zuflers wederom naar haar Vertrek keeren. Volgens eene Keure van den agt entwintigftenjanua- ry des jaars 1760 , moet van alle (lerfgevallen, waar kinderen nablyven, die, door de Dia- conie, moeten onderhouden worden , ter- flond, aan dezelve kennis worden gegeven, zonder dat de boedel,vooraf, geroerd, veel min iet uit den zelven vervreemd mag wor- den (e). Diakenen aanvaarden deeze boedels, zo zy bevinden, dat 'er meer goederen dan fchulden zyn ; verdraagen zig , ten befte, met de fchuldeifchers, en plaatfen de kinde- ren , die nog geen vyftien jaaren bereikt hebben (ƒ), in't Weeshuis, indien dezel- vennog geene Lidmaaten zyn,en' delangft- leevende der Ouderen, een jaar lang, Lid- maat geweeft is. Kinderen, welker ouders, °? "
(*) Keurb. T. f. »s*.
(f) Noculb. der Diaconie v*n töjo^iögo. ƒ..$*•
Hh4
|
|||||
%
|
|||||
AMSTERDAMS HI.Df.e
|
||||||||||||||||||||||||
./
|
||||||||||||||||||||||||
DlACO-
NIE- Wees«
auis. |
of de langftleevende derzelven, nog geen jaar
Lidmaat zyn geweeft, komen in 't Burger- Weeshuis , of zo zy daartoe te oud, of geene |
|||||||||||||||||||||||
wettige Burgers kinderen zyn, in't Aalmoeze-
niers-Huis. Wanneer, 's Dingsdags, op de gewoonlyke Vergadering der Broederen Dia- kenen in de nieuwe Kerke, verantwoor- ding gedaan is van kinderen, tot het Dia- conie-Weeshuis behoorende, moeten de- ^elven, den volgenden dag, met alle debe- fcheiden, hen betreffende, derwaards, wor- den overgebragt. De Diaconie is, wyders, reeds in 't jaar 1622 , met de Walfche Ge- reformeerde ; op den negenden April des jaars 1759, met de twee grootfte Doopsge- zinden Gemeenten, vergaderende by 't Lam en den Tooren, en in de Zon, en daarna ook met de Lutherfche Gemeente, overeen* gekomen „ dat de wederzydfche arme huis- |
||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||
5»
5» 5»
»* w
5»
|
gezinnen onderfteund zouden worden ,
door de Gemeente, daar de man Lidmaat van was, en na zyn affherven, door cfe Ge- meente , daar de vrouw Lidmaat van bleef. Doch dat, na haar overlyden, de weezen komen zouden tot lafte van die Gemeen- te, daar de langftleevende Lidmaat ge- |
|||||||||||||||||||||||
5)
|
weeft was." En deeze ^vereenkomften
|
|||||||||||||||||||||||
zyn, door Burgemeefteren, of ftilzwygende
of uitdrukkelyk, goedgekeurd (g). Spvze en De gewoonlyke fchaforde voor deDiaconie* JüeediDf. Weeskinderen is, 's Zondags 'sMiddags, witte boonen, en 's, Avonds karnemelk met gepelde garft: 's Maandags, graauwe erweten met Q) GrootsMeraor. N, XII. ƒ. ja «fl^,
|
||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 489
vet, en 's Avonds, voor de Jongens, ry- Diaco-
flenbry, en voor de Meisjes, karnemelk: 's nie Dingsdags, 's Middags, gort, met zoetemelk, Wees" en 's Avonds, voor de Jongens, karnemelk,HU,S* en voor de Meisjes, ryftenbry: 's Woensdags, 'sMiddags, vleefch, fpek,of gezouten- of ftok- vifch, met wortelen, kool of raapen, en 's A» vonds, karnemelk met brood: 's Donderdags, 's Middags, groene erwetenmet lang nat, en 's Avonds, even als 's Maandags: 's Vrydags, 's Middags, broodfap van karnemelk, 's Win- ters warm, en 's Zomers koud: 's Avonds, even als 's Dingsdags: 's Saturdags, 's Mid- dags , als 's Dingsdags, en 's Avonds, als 's Woensdags. De Werkjongens en Naaimeis- jes krygen, Zondag, Dingsdag, Donderdag en Saturdag, 's Middags, een boterham; 's Maandags, een ftuk kaas en brood; en Dings- dag en Saturdag, 's Avonds, wederom een boterham, 's Woendags 's avonds, wordt, aan alle de kinderen, een boterham van tar- wenbrood gegeven. De Diaconie-Weeskin- deren draagen zwarte Lakenfche boven-klee« deren; hebbende men, al voor veele jaaren, het Engelfche paklaken beter bevonden dan het Tilburgfche (h). De Broeders, die 't beftier over 't Weeshuis hebben, Hellen al- leenlyk eenige mindere Bedienden in het zei* ve aan. De voornaamfle Suppooften wor- den aangefteld door de groote Vergadering der Diakenen, die ook alleen oordeelt, wel- ke Kinderen men behoore in te neemen. pe Moeders-Diaconeflen kiezen Naai- en Breij-r
(fo; Notulb. der Dhconie van 1721-1738. ƒ. 272.
■ *
|
|||||
r
|
|||||
4po AMSTERDAMS Hl. Deel.'
Dtaco- Breijvronwen, en eenige andere vrouwely-
KiK* ke bedienden. Zy zorgen , wyders, voor
Wkes- de huishouding en kleedinge binnens huis,
en vergaderen ook, tweemaal ter weeke,
op den zelfden tyd, als de zes Broeders. Het
Reglement, waarnaar hetDiaconie-Weeshuis
beflierd wordt, is, door den Kerkenraad en
Diaconie, in 't jaar 1658, ontworpen; in 't jaar
1668, vermeerderd, en, door myneHeeren
van den Geregte, goedgekeurd "en bekrag-
tigd (i).
Inhoud Volgens dit Reglement, moeten de kin«
van'tRe-(3erenj cjjg n0g te jong zyn, om een hand«
op "de be-wer^ te ^eeren S tweemaal 's daags, 's mor-
öiering. gens en 's nademiddags, fchool gaan. Voor de werkjongens, wqrdt, 's avonds, en voor de naai- en breijmeisjes, 's morgens vroeg, ook fchool gehouden. De fchool wordt, 's morgens, met een gebed, aangevangen, en . 's avonds ook met een gebed beflooten. De namiddags - fchoole wordt, met het leezen van een Hoofdftuk derH. Schrift, begonnen; en, voor 't uitgaan van elke fchoole, wordt 'er een Pfalm gezongen. De kinderen wor- den , behalven in leezen en fchryven, in de gemeene gebeden, en in de gronden van de Gereformeerde Leere onderweezen, en, tot een zedig, gefchikt en beleefd gedrag, ver- maand en opgeleid. Eens 's jaars, in Juny, gefchiedt het groot Examen: wanneer Jongens en Meisjes, elke foort afzonderlyk, door een' Predikant, in 't byzyn van een' Ouderling, omtrent hunne vordering, onderzogt worden. Ook worden dan pryzen aan de naarftigen uit- ge-
CO Handy,.bU »U, |
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten, 491
gedeeld. De kinderen moeten, hoofd voor diaco*
• hoofd, als zy opftaan, en voor dat zy te bedde nie- gaan,God,op de knieën, bidden endanken. W*ES- Daarenboven, gefchieden 'er gemeentelyke nu's' gebeden en dankzeggingen, 's morgens en 's avonds, en voor en na de maal tyd, door één* der bekwaamften. Voor,de dankzegging na y de maaltyd, leeft ook een der kinderen een Hoofdftuk der H. Schrift. De Schoolmees- ters en Binnenvader doen ook een ogtend- en avondgebed voor alle de Suppooften van het Huis, diea ten dien einde, byeen ge- roepenworden. Des Zondags, wordende kinderen, des voor- en nademiddags, Jon- gens en Meisjes, by benrtverwifleling,naar de Zuider-Kerke geleid, de Jongens , door den Schoolmeefter, en de Meisjes, door den Binnenvader. In't eerft, werdt, by Bur- gemeefteren, in overleg genomen , om de Diaconie-Weeskinderen, in de Nieuwe-zyds- Kapelle, te plaatfen: doch, naderhand, werdt * de Zuider-Kerk daartoe gefchikt, alwaar ee- ne galery gemaakt werdt (£). Twee nade- middagen in de weeke, des Woensdags en des Saturdags, gaan de fchoolkinderen, een uur vroeger dan naar gewoonte , uit de fchoole, om op de Binnenplaatfen te fpee- len. De handwerken voor de Jongens, die meeft in aanmerking komen, en op welken zy, gemeenlyk, met hunne veertien jaaren, befteed worden (/), zyn huis- en fcheeps- timmeren , metfelen , fchoenmaaken , zei- lenmaaken, kuipen , boekbinden , glazen^ maar
(kj) Notulb. der Diaconiet/«« i<S}2-i659./. ro8 , 113,114.
(t) Notttlb, der Diaconie van 1010.1704, ƒ. jjj. |
||||
4^2 AMSTERDAMS IILDeei.
niaaken, wit werken, blikdaan en manden«
maaken. Doch 't Jmids-amhagt wordt ver- myd, op dat, zegt het Reglement, de jon- gens elkandèren het opfluiten van Sloten niet leeren, tot dieverye. Schoon de Diaconie, al vroeg, beflooten heeft, geene Weeskin- deren Latyn te laaten leeren (t/i); ontbreekt het egter niet aan voorbeelden van bekwaa- me jongelingen, die, door de Diaconie, toe de ftudie gefchikt zyn («). Ook houdt ment tegenwoordig, eene Teekenfchool, in 'tHuis, ten nutte van zulken, die timmeren of met- felen leeren. De Meisjes leeren, in 't Huis, breijen, wollen- enlinnen-naaijen, en allerlei vrouwelyk huiswerk. De kinderen worden, in geval van ziekte, op de Ziekenkamers , door den Doctor, Chirurgyn en Apotheker van 't Weeshuis, bezogt en bygeftaan: dochp zo zy eenige befmettelyke kwaaien hebben, naar de openbaare Ziekenhuizen gebragt. De Broeders Diakenen, die 't Weeshuis waar- neemen, houden, onder anderen, een Wees- kinderen - boek, waarin de koften van het onderhoud der kinderen, jaarlyks, aange- tekend worden , rekenende men het koft- geld van kinderen van zes tot negen jaaren, op agt en veertig; van negen tot twaalf jaa- ren, op vier en vyftig; van twaalf tot vyf- tien jaaren, op zeitig; en van vyf tien jaaren en daarboven, op zes en zedig guldens, in 't jaar. Hierby wordt het beloop der klee- dinge gevoegd, en, uit het een en 't ander, opgemaakt, wat elk kind aan de Diaconie zou
(m) Notulh. der Diaconie v*n Ttf;g<i$|o. ƒ, jj,
(n) Notulb, v#n 17 j+ enz, f, jio» |
||||
iViBoEK. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 493
zou moeten vergoeden, indien het, daartoe, dtaco*
t'eenigen tyde, in flaat en genegen zyn mögt, mi- Men houdt ook een Ambagtsboek, waarin Wes»- aangetekend wordt, wat de kinderen verdie- HUIS* nen; 't welk, vervolgens, op hunne rekening, wordt afgefchreeven. De minfte prys, voor welken, de Diaconie aan Weeskinderen toe- laat, afkoop te doen van het regt, welk zy op derzelver nalaatenfehap heeft}iszeftig guldens eens (0). By 't uitgaan, krygen de kinderen eeneerlyk uitzet. En* in 't jaar 1727,heeft: de Broederfchap geraaden gevonden, eflami- nen-, in plaats van fergien-jakken, aan de uitgaande Meisjes, te geeven (p). De er« feniflen, aan Weeskinderen, geduurende hun verbly f in 't Weeshuis, opgekomen, worden hun, wanneer zy mondig geworden zyn, uit» gekeerd (q). 't Is nu en dan gebeurd, dat men kinderen, die,eenen geruimen tyd, en zelf« tot verre over 't jaar, geleeden , uit het Weeshuis weggeloopen waren , om goede redenen, wederom, in het zelve, ingenomen heeft (r). Doch volgens de wet der Dia- conie , die, laatflelyk, in eene groote ver- gadering van den een endertigften Julydes i'aars 1752» bekragtigd is, verbeuren zul- ten , die, zonder verlof, flegts éénen nagt, buiten't Huis verbly ven, hun tweede uitzet. De voornaamfte Suppooflen van het Dia- Suppoos»
conie-Weeshuis zyn de Binnenvader en Bin- tea. nen-
fi)) Notulb. der r>iacome van 1680-170+. ƒ. jyp. (p) Notulb. der Diaconie van i7»i-i73S. ƒ. 43«. (q) Notulb. van i6jg-i68o./. 130, 131, vén 1680-1704. ƒ• 3J7*
(rj Notulb. V4» i/Ot-i7U« ƒ. Ut*
|
|||||
\
|
|||||
494 AMSTERDAMS III.DeeÄ
DtAcö- nenmoeder, de twee Schoolmeefters , de
me- Schoenmaaker en Kleêrenmaaker: en dee« Wees- zen wor(jen door de groote Vergadering der Broederen Diakenen aangefteld. Ook ftelt deeze den Apotheker en Catechifeermeefter. De Poortier en Broodfnyder; de Weever, de Geldophaalder, die deAmbagtsloonen der Jon- » gens invordert, en veelligt, nog eenigen wor- den aangefteld door de Broeders, die in 't Huis zitting hebben. En deezen ftellen ook Leve- rantfiers aan van waaren, ten behoeve van het Weeshuis, tot welker inkoop, geene by* zondere Commiffien van Diakenen gefteld zyn (x). Wyders, begeeven zy eenige dien1- ften, en byzonderlyk die van Huiswerkfters, welken 't Huis moeten fchoonhouden, met overleg der Zufteren-DiaconefTen: aan wel- ke laatften, alleen ftaat het begeeven van Styffters-, Naaifters-, Breijfters-, en Kam- fters - Plaatfen, midsgaders, het huuren der dienftmeiden van het Huis. Getal der Het getal der kinderen in het Diaconie* Kinde- Weeshuis beliep, op den eerften Auguftus deezes jaars 1765, vier honderd en tagtig, te weeten, twee honderd en vier Jongens, en twee honderd zes en zeventig Meisjes. Ik vind ergens aangetekend, dat 'er, in 't jaar 1701 , twee honderd vier en veertig ♦2 Jongens en twee honderd vier en tagtig Meis* jes; en in December des jaars 1740, in *t
geheel, vyf honderd agt en twintig kinde- |
||||||||||
ren, u
(si ZU
|
't Diaconie-Weeshuis, waren.
|
|||||||||
hier voor, III, Deelt II, Bie{t hl. 522.
XIV.
|
||||||||||
V
|
||||||||||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 495
-
XIV.
DIACONIE-OUDE-VROUWEN- EN
■MANNEN-HUI&
|
||||||||||||
Weinige jaaren na dat het Diaconie- Aanfd- 1
Weeshuis gefügt was, bevondt men, d»ng tot
dat de oude Vrouwen, die, door de Diaco- jj? ftl&" nie," befteed werden, ieder omtrent honderd het DrA- * guldens 's jaars koftcen, en zig nog, in kei- conie-
ders en andere ongemakkelyke wooningen, Oude- behelpen moeflen. Men raadpleegde, der- ^J0^ halve, ernfïelyk, op de opregting van een man- Diaconie - Oude - Vrouwen - Huis, waar men nen- elke oude vrouw, voor omtrent zeventig HuK- guldens, rekende, te zullen können onder- houden. Inzonderheid, werdt- hier op ge- dagt, na het overlyden van den Heere Ba- rent Helleman, op den agttienden Oétober des jaars 1680, van wiens.aanzienlyke nalaa- tenfehap de Diaconie erfgenaame geworden was. Men verwierf 'er de goedkeuring der Heeren Burgemeefteren toe: deVroedfchap fchonk der Diaconie een erf op den Binnen- - Amftel , tuflehen de Heeren- en Keizers- graften (0: en op den agttienden O&ober des jaars 1681, werdt de eerfte fteen aan 't gebouw gelegd door een' Zoon van den Diaken Jacob van Gbefd, genaamd Jan vanGhesel («), die, naderhand, in't jaar 1719, Schepen deezer Stad geworden, en, /
|
||||||||||||
(t) Refol. Vroedfch. I*. N. 1* April i<S8t. ƒ. 33z,
jfu) Noïitlb, der Diaconie **» I«8o-i704. ƒ. $*, |
||||||||||||
496* AMSTERDAMS III.Deee,
Diaco- en, den twintigften October des jaars 1726,
wie- overleeden is. Men begrootte de koflen Oude- van \ gebouw op omtrent honderd duizend wenU£n guldens 00» en men fpoedde zig zo zeer met Man- den arbeid, dat het Huis, op den zeventien- |
|||||||||||
•'
|
|||||||||||
KEN
Huis.
|
den November des jaars 1683, plegtiglyk,
|
||||||||||
ingewyd werdt. Het was aangelegd, om
vierhonderd oude Vrouwen te huisveflen, en den twee en twintigften February des jaars 1684, werden 'er de eerllen honderd in geplaatft. Op den voorflag van den Heere Jan Six, Schepen deezer Stad, werdt, by de Diaconie, geraaden gevonden, een Too- rentje op 't gebouw te zetten, mids de buu- ren de koften droegen, die op vyftien hon- derd guldens begroot werden. Doch 't bleef agter, om dat men niet meer dan drie hon- derd negentien guldens en zes ftuivers vin- den kon (w). Ëene nieuwe erfenis van Jan van Aken, die, op den negen en twintigften July des jaars 1718, overleedt, ftelde de Diaconie in ftaat,*om het Oude-Vrouwen- Huis te vergrooten, en 'er eene wooning voor oude Mannen by te voegen. De Zie- kenkamer werdt, naar den tuin toe, mer- kelyk, uitgezet, en onder dezelve, eenige verblyfplaatfen getimmerd, en allengskens vermeerderd, zo datze, al federt veelejaa- ren, gediend hebben tot huisvefting voor ruim honderd oude Mannen, waardoor het Huis een Diaconie - Oude - Vrouwen- en Mannen-Huis geworden is. Het
(v) Nbtulb. der Diaconie van itfsa-1704. ƒ. JI»J1» JJ.
(m) Notillb, alt boven ft $$ , uj, 127^ izg, 2
|
|||||||||||
ÏV.BoEtë. GoÖSH. EN GODSD.GESTlfeTEN. 4P7
Het gebouw beftaat, uit eenen voor- en Diaco-
agtergevel, ter breedte van drie honderd en nie- zeftig voeten: en twee zydvleugels, langs de ^UDE< Heeren- en Keizersgraften. Regt in 't mid- We^n den van 't gebouw, leggen twee groote vier- Man- kante bleekvelden, tuflchen welken, men, n£N- langs een breed beftraat Pad, toegang heeftHuis* ; naar het agterfte gedeelte van't gebouw. De ß.efchry- twee zydvleugels zyn ook getimmerd, ronds- heuefve. om twee langwerpig vierkante bloemtuinen, en agter 't gantfche gebouw, welk twee hon- derd en dertig voeten diep is, legt een groo- te , net geregelde Boomgaard, in een ge- deelte van welken,naderhand,Corvers Hof gebouwd is. Het Huis heeft, langs den Bin- nen- Amftel, drie deftige ingangen. De mid- delde , die op de Vrouwen - eetzaal leidt, wordt zeldzaam gebruikt. De noordelyke, die naad aan de Heeren-graft is, is de ge- woonlyke ingang. , Door den zelven, komt men ineen ruim Poortaal, en voorts, noord- waards, in de Kamer der Broederen-Diakenen^ Kämet een ruim, vierkant vertrek, uitziende over der Dia» den Binnen-Amftel en Heerengraft. Dekcucn* fchoorfteenmantel is, ingevolge van een be- fluit der groote Vergaderinge van Diake- nen , met het wapen van Hellemans (x\ en met de wapens der zeven Broederen- Diakenen, die, ten tyde der ftigtinge,'t be- wind over 't gebouw hadden, verfierd. Voor den zelven, leeft men deeze regels van Dirk Schelte: Heb
(x) $otulb. der Diaconie van KSïo.170^. ƒ, 17p, 17«.
VIII. Stuku U
|
||||
W$ AMSTERDAMS IILDeeu
DtKCO' Heb dank, Godvruchtigen, door wien dit Huis
nie- hierßaaty
Oude- ^ y00r *f rujm geJchonken ervH, d* Hoogacht bre
tow Magifiram,
Mak. J'W '<* £*/i, $^/ gever en j^Hellman^
«en- jfc döör > flerven i . (
^UI** /)e fow geen kleine flut ter rechter tyt deed
erven: • . ■■
t. : - De Broed"ren voor hunn' zorg,voor Tydver-
zuim, en vlyt9
Elk wacht van zyn Talent de Renten'tzy* ner tyt. -
Voorts, hangen 'er een fraai Naambord der
vafte Broederen', wien 't bewind over 't Ge* {ligt, van tyd tot tyd, is aanvertrouwd ge- weelt, en vier anderen van alle de Diakenen. Ook wordt 'er een Predikftoel en Orgel, door een' ouden inwooner van 't Huis, aar* tiglyk, in 't klein, van hout gefneeden, ter zyner gedagteniffe, bewaard. Langs den voor* gevel van 't gebouw, beneden en boven; rondsom de zydvleugels, insgelyks, beneden en boven, en langs den agtergevel, boven alleen, Ioopen breedegaanderyen, in welken, de ingangen zyn van de vertrekken der ou- de Vrouwen en der Suppooften van het Huis, De wooningen der oude Vrouwen zyn, door- gaands, twintig voet breed, en twaalf voeC diep. Langs den agtergevel, is de Zieken- kamer voor de Vrouwen, 0p de eerfte Ver- dieping , en daar onder de wooning der ou- de Mannen. Ten zuiden van den gewoon- lyken ingang,aan den Binnen-Amftel,heeft |
||||||
1 . men
|
||||||
.
|
||||||
IV.BoEK. Gödsh.en Godsd.Gestigtek.4P9
men eerfl een Comptoir voor den Binnenvader, Duco«
voorts , een vertrek, daar de lyken geplaatll nie- worden: daarna, eene Vuurhaard of Stook-®UDZ' plaats, vervolgens, de Eetzaal der Vrouwen, WEN.in die honderd drie en twintig voet lang enM^N- dertig voet breed is; de gaandery,in 'tmid-NEN- den, affnydt, en in welke, aan negentienK^ tafels, zeventien, voor twintig, en twee, derVrou- voor twaalf vrouwen ieder, gefchikt,dage-wen. lyks, gefpysd wordt. Langs de tafels, ftaan, ter wederzyde, lange banken, op welken, de plaatfen, voor elke vrouwe, met klamp- jes, afgedeeld zyn. In het midden der zaa- Ie , leeft men , op een tafereel, dit vers van Laurens Bake, Heer van Wulver- horft: Dat Amfiels Weeshuis kweek met zorg de
teere jeugd.
Hierßicht mildadigheid, die Chrifielyke deugd, Met geld van Helleman en anderen, bewoogen
Tot iïoade en arme vrouw, uit liefde en me- dedoogen ,
Dees ruime woonplaats, door Diakens vlyt en trouw.
De Burgervader fchonk den grond tot dit gebouw.
Wie dus, in Amflerdam, bouwt Zions kerk en muuren,
Diens naam zal hout enßeent zyn Itfdetyd verduwen.
In Bake Wulyerhorst. ifäj.
Il s Op |
||||||
rjoo AMSTERDAMS HLDtfV
Diaco- Op de Eetzaal, volgt wederom een Vuur*
JJ£- /;#drd of Stookplaats. In deeze Stookplaat- Väou^ **en' k°men de oude vrouwen, by koud we- wen- en der, haare ftooven vullen. Na de tweede Man- Stookplaats, volgt de Kamer Dan den Bin* ken- nenvader en Binnenmoeder, een ruim vertrek, Vuur"- en enldelyk, het Comptoir of de Kamer der «baarden. Zufl er en-Diac oneffen, aan den hoek der Kei- Kamer zersgraft. Voor den fchooriteen is, in een van den fraaj fchilderftuk, de uicdeeling van kleeding, vader5 en ^e» vyfmaalen in 't jaar, door de Zufteren Binnen- gefchiedt, en de verdere bezorging der oude moeder, luiden in dit gefügt, konftiglyk, afgebeeld. jj. Ook hangen hier een Naambord der vafteZus- coneflen. Seren van dit Huis, en drie Naamborden van * alle de DiaconefTen. Onder de tweede Vuur- haard, is de groote Kooken, de Provifiekelder, £n eenige andere vertrekken. Ook is hierom- trent , aan den zuidelyken bloemtuin, bene- Brood- ^en * net Br0°dhuis, daar 't brood gefneeden huis. en gefineerd wordt: en de zogenaamde Loots. Loots der Broederen-Diakenen, zynde eene , ruime kelder, aan de zuidzyde van den ge- melden tuin, van welker gebruik wy, elders (y), gehandeld hebben. Boven 't Comptoir der DiaconeiTen , is het flaapvertrek der dienftmeiden, alwaar agt meiden van den Binnenvader en Binnenmoeder, en vyfvan Wafch- "de Wafchmoeder haar verblyf hebben. De vertrek- Wafchmoeder heeft hier by ook een vertrek ken, r tot haar verblyf, naaft welk , de Styfkamer is, alwaar het Lynwaat voor de oude Vrou- wen, welk, in een groot wafchhuis, bene- den *
cQOJ III. Deel, II. BtW.il. $u.
|
||||
W.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 50Y
den,wordt gewafTchen; gefteeven,geftree-DiAC<i.
ken, en voorts, op tafels, in verdeelde vak-Kä- lten, van i tot 430 getekend, in orde gelegd, y™* en, door elke vrouw, op een eveneens ge-WENE1* nommerd wafchbriefje, waarin de foort van Man- Lynwaat, kortelyk, uitgedrukt is, en van NEN' welk de Wafchmoeder een dubbeld houdt, * afgehaald wordt. Boven 't Gomptoir derpr0vifie- Diakenen en daaromtrent, is eene Provilie- kamer, kamer, eene Kamer, daar de f tof tot klee-en3S" . -4 ding voor de behoeftigen in kaften bewaard wordt, en eene Kamer, daar de uitgediende Boeken der Diaconie worden geborgen. Hoo- ger, onder 't dak, zyn ruime Turfzoiders ,-■ Koorenzolders, Kleêrenzolders, en een zol- der , de Feerenzolder genaamd, daar nieuwe bedden gemaakt, en ouden verileld worden. In 't agterfte gedeelte van 't gebouw, heeft Wooning men , een weinig beneden den grond, de^roude <wooning mor-de oude Mannen, voormaals, de anne * Mannen-Kelder genaamd. Zy beftaat uit een Eetvertrek ten noorden , en een vertrek, waar, ter wederzyde, bedfteden geplaatft zyn, ten zuiden. Men heeft het getal dee- zer bedfteden, in 't jaar 1765, nog met vyf nieuwen vermeerderd. Het beloopt thans een honderd en veertien , en zo veële mannen können'er, tegenwoordig, inde wooning der oude Mannen, geplaatft worden. Boven Zieken- dezelve, is de Ziekenkamer der Vrouwen, die, kamer ea eenige voeten naar buiten uit, getimmerd, en in tweeën verdeeld is. Aan elke zyde, zyn twee haardfteden. Boven twee derzel- ven, leeft men twee versjes van den gewe- 1 3^ zen
|
||||
502 AMSTERDAMS III.DiEt.
DiACo. zen Diaken D a n i e e W i l h n k. In de Zïe-
J»" ken-Kamer, zyn drie en negentig bedfteden, Vrou- en noS v^er» voor de dienftmeiden, die de-
WEN-EN zieken oppaiTen. De Ziekenmoeder heeft Man- een vertrek by de Ziekenkamer. Uit dezel- KEN- ve ^ j^omt; men 9 benedenwaards, in de Zwak- Zwak- kenkelder, die ook in tweeën verdeeld, en kenkel- van zeven en veertig bedfleden en krebben der der voorzien is. In dezelve, worden vrouwen |
||||||||||
Vrou-
wen. |
||||||||||
geplaatfl, die niet wel by 't hoofd bewaard
|
||||||||||
zyn , onder 't opzigt van eene Zwakken-
moeder , die hierby ook een vertrek , tot haar verblyf, heeft. In 't eerft , was de Zwakkenkelder flegts voor dertig perfoonen gefchikt; doch men heeftze, door den tyd, merkelyk vergroot (z). In 't onderfte ge- deelte van 't gebouw, zyn, aan drie zyden, eenige ruime kelders, die, ten voordeele der Diaconie, tot Wynkelders en ander gebruik, verhuurd worden. Van de Hooifchepen, die hier aankomen, en, veeltyds, aan den wal, voor 't Godshuis, komen leggen, ge- niet de Diaconie ook, in gevolge eener Or- donnantie van Burgemeefleren, twaalf of zes duivers, naar dat de fchepen groot zyn, van ieder fchip, 't zy dezel ven voor 't Huis komen leggen, of niet. De brand, die, op den tweeden Febmary des jaars 1726, in 't Oude-Vrou- wen-Huis , ontflondt, verteerde denKooken van binnen, en bragt ook eenig nadeel toe aan het dak (a). Doch de fchade werdt, jpoediglyk, gebeterd. Tot voorkominge van dier-
(x.) Notulb. der Diaconie van I680- 170$. ƒ. 338 , 340$
95*» 37«.
. (*) Notulb. der Diaconie v*h 1711- 173». ƒ. 305,
|
||||||||||
IV.BÖEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIÄTEN £0$
diergelyk ongeluk, is 'er een brandfpuit in Diaco*t
*t Huis , waaraan , in geval van npod, de KI£- *i fterkfte oude mannen moeten arbeiden. De y ™E" Brandfpuit is ook tot dienft van 't Diaconie- WEN. EN Weeshuis: en de oude Mannen en eenige Man- Weesjongens worden, tweemaal's jaars,door *^N- den Stads Brandmeefter, ten overftaan der g^. "* Broederen, in 't gebruik derzelve, geoefend. ring. De beftiering van het Diaconie - Oude^
Vrouwen- en Mannen-Huis ftaat, even als die van het Diaconie - Weeshuis , aan zes Diakenen, en vier DiaconelTen, te gelyk. Onder de eerften, zyn ook twee vafte Broe- ders: onder de laatften, twee vafte Moe- ders. De overigen worden, op gelyke wy- ze, verwiffeld, als wy, hier voor (fc), ten opzigte van de bedieninge in het Diaconie- Weeshuis , hebben aangetekend. Het Re- glement , waarnaar het Diaconie-Oude-Vrou- wen- en Mannen - Huis, met eenige kleine veranderingen, nog tegenwoordig, beftierd wordt, was, reeds op den veertienden Fe- bruary des jaars 1681, door Gecommitteer- den uit den Kerkenraad en uit de Diaconie, ontworpen, en door Burgemeefteren goed- gekeurd (c); doch is, in 't jaar 1719, ver- meerderd met eenige punten, die de oude mannen betreffen. De vrouwen, die in 't Huis worden ingenomen, moeten zyn we- duwen , die geene kinderen tot lad, of onder de vyf en twintig jaaren, hebben, of bejaarde Dogters,die vyftig jaaren oud zyn; vyftien, t» >• jaa- il) BUd*. 4«*.
(C, Handv. kU Z9U , _ f*
|
||||
jo{ AMSTERDAMS IILDeei.
DiacO' jaaren te vooren, geduuriglyk, binnen de Oude. Stad ^woond hebben; aldaar tien jaar Lid- maat der Kerke geweeft zyn , en twee
wen en jaaren van de Diaconie genooten heb-
Man. fcp, Doch van dk Jaatfte vereifchte ^ is Ums. melV fomtyds, om goede redenen, afge-
weeken (d). De mannen, die men in 't Diaconie-Oude-Mannen-Huis plaatfl, moe- ten fff' of weduwenaars, zonder kinderen tot lafl, of bejaarde Perfoonen, meer dan zeftig jaaren oud; of, zo zy blind, lam, kreupel, of beroerd zyn, of eenige andere ongeneeslyke kwaal hebben, ten minfte yyftig jaaren. Zy moeten twintig jaaren in de Stad gewoond hebben; vyftien jaaren Lidmaat geweeft zyn, en, in beiderlei ge- val , een jaar onderfland hebben genooten (e). Beide mannen en vrouwen moeten, met eene gewoonlyke bediening der Diaco- nie , niet beftaan können. Die 't meeft trek- ken worden 't eerft in 't Oude-Vrouwen- en Mannen-Huis geplaatft; zo zy anders de o- verige vereifchte hoedanigheden hebben. De onderfland van zulken, die onwillig zyn, om in 't Huis te gaan, wordt gefield, op twee gul- dens in de veertien dagen,of,op vyftig guldens 's jaars. Wyders, hebben Burgemeefleren, op den tweeden Auguflus des jaars 1720, ver- klaard , dat vrouwen, welker mannen vyf er» twintig jaaren waren vermift, zonder dat men 'er iets van vernomen hadt, en dietenminfle zeflig jaaren oud waren, als weduwen zou, den
(d) Notulb. der Diaconie van ltf|«< 1704. ƒ. J9+ „&
|4I. van 1704-171*. ƒ. iij. van 17*1-1734. ƒ. jgj.*
(*) Nptjilb, 4*r Piaconfc v*n iju-ijh,/. ^ilt
|
|||||||||
■
i
|
|||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 505
den worden aangemerkt. De Vrouwen enDuco '•
Mannen, in dit Oude- Vrouwen- en Mannen- nie- Huis, draagen, elke foort, eenerlei kleeding. Oude» Zy doen 'er een maatig handwerk, naarWEN.~K hunne bekwaamheid en kragten gefchikt; Man- en behouden't voordeel, welk 'er van komt. NEN- Zy moeten elk hun eigen bed maaken, en * mogen geenen fterken drank, noch doove kooien in hunne vertrekjes hebben: ook na negen uuren, geen vuur, noch licht. De Poort wordt, 's winters, ten agt, en 's zo-, mers, ten negen uuren, 's avonds, gefloo- ten. De goederen, die de ingenomen Per- foonen bezitten, of die hun,naderhand, uit eenigen hoofde, opkomen, vervallen, ter-r ftond, aan de Diaconie , ten ware zy het Huis verlaaten , en alles , wat zy van de Diaconie genooten hadden, vergoeden wil- den. Die 't Reglement overtreeden, wor- den , door Diakenen of DiaconefTen , be- ftraft; of, zo woorden niet baaten, aan eene afgezonderde tafel, de fchandtafelgenaamd, met geringer fpyze getoefd (ƒ ), of, voor zes, twaalf, of meer weeken, in het huis geban- nen; of, voor eenigen tyd, of zelfs, voor altoos, ten huize uit gezet. De fpys,die, in dit Godshuis, voor man-Schaf -
nen en vrouwen, gefchaft wordt, beftaat,fing. alle ogtenden, in een dubbele boterham, 's Maandags, wordt 'er,'s middags, gebroken gort met zoetemelk, en een boterham, en 's avonds karnemelk met gepelde garft en fjroop gefchaft. 's Dingsdags, 's middags, graau-
(ƒ) NptuK). fier Diaconie van i6%*.ijo^t ƒ. ijj,
:,, Il $ |
||||
$o6 AMSTERDAMS »IILDèeu
Djäco- graauwe erweten met vet en een boterham,
win- en 's avonds, ryflenbry. 's Woensdags, 's mid- OuDE- <jags, wordt 'er, naar believen der dienen- wsn-Uen ^ Diakenen en DiaconefTen, en naar 't ge- Man- ne de tyd geeft, opgedifcht:' als, 's Zomers, ken- warmoes, of nat met groente en kalfs vleefch; Huls' beffen met gerookt vleefch; raapen, met verfch, of peulen en tuinboonen, met gerookt fpek; fnyboonen met haring, of zoute vifch met wortelen: en 's Winters, nat-met ryffc en gelprengd vleefch, zo lang het niet te zout is; voorts, ook aardappelen en raapen, of witte of favooikool by 't gefprengd vleefch; of ftokvifch met aardappelen, 's Woensdags, 's avonds, eet men bierenbrood met firoop. 's Donderdags, wordt 'er, 's middags, groe- ne erweten met lang nat en vet, en een bo- terham toe, en 's avonds, zoetemelk, beur- telings , of met tarwenmeel, of met gepelde garft, opgedifcht. 's Vrydags, eet men, 's middags , witteboonen , met een faus van boter en azyn, en .een boterham toe. Ook wordt dan, aan de oude luiden, zout voor de geheele week, uitgedeeld, 's Avonds, wordt 'er karnemelk, by verwiffeling, of met grutten meel:, of met haveren gort, gefchaft. 's Saturdags, wordt 'er, 's middags, gebroken gort met zoetemelk, en een boter- ham toe, en 's avonds, Poespas, of karnemelk en bier, met brood, annyszaad en firoop, gegeten, 's Zondags, wordt 'er, 's middags wittebroodsfap gefchaft; de eene week met zoetemelk en boter, en de andere week, met zoetemelk alleen, en een boterham toe: 's avonds,eet men bierenbrood met firooj>, Z - en
|
||||
nr.BOEK. GoDSH. EN GODSD. GeSTIGTEN. 507
en een fneede broods met ftolkfche kaas toe: Diabq-
by welke gelegenheid, doorgaands, omtrent nie- honderd ponden kaas verfneeden wordt. Men ^UDE* ikgt, alle drie maanden, zes verkens, die, ^"en- met de fpoeling uit den kooken, en de overge- man- fchooten fpyze der oude luiden, worden vet nen- gemeft. De ipys wordt, in de wooning derHuis* mannen,enin deZiekenkamer enZwakkenkel- der der Vrouwen, gebragt door de meiden van den kooken. Bier krygen de oude luiden zo veel als zy begeeren. Koffy en thee, die de ou- de vrouwen inzonderheid,dagelyks,gebrui- ken , moeten zy zig zelven bezorgen. Eens 's jaars, worden zy voorzien van linnen- en wollen-kleeding, koufTen, fchoenen en mui- len : en alle Saturdagen, deelen de Diaco- neflen, lappen, garen en fajet uit, om de kleederen te verftellen. De Doólor komt, eens ter weeke, naar de zieken en zwakken zien, en de geneesmiddelen, die hy voor- fchryft, worden, in de Apotheek in 't Dia- conie-Weeshuis , toebereid. In 't Diaconie-Oude-Vrouwen- en Man- Gods-
nen-Huis, worden, alle dagen, Godsdien-dienftige ftige oefeningen gehouden, 's Maandags, is0<fcniu" 'er Catechifatieop de Vrouwen-Eetzaal. Ook * komt 'er dan een Krankbezoeker by de zie- ken en zwakken, 's Dingsdags en Donder- dags , worden de oude mannen , voor den middag, getatechifeerd: en na den middag, leeft een hunner eene Predikatie uit van per Hagen over den Catechismus, hetee- nige Predikatien-boek, welk hier gebruikt wordt, 's Woensdags, voor den middag, doet de Krankbezoeker eene Ptopofitie of • Leer-.
|
||||
5or. AMSTERDAMS IILDeel;
Dia^o- Leerrede over den Catechismus, en na den
MR- middag, wordt, in de Zwakkenkamer, ge- Vbou- catecn^eerci- 'sVrydags en 'sSaturdags, wordt wj&N- en 'er, door den Catechifeermeefler, in de Vrou- Man- wen-Eetzaal, den geheelen dag, gecatechi- gwr- feerd. 's Vrydags na den middag, leeft een oud man eene Predikatie in de Zwakkenka- mer, en de zieken en zwakken worden, door den Krankbezoeker, bezogt. Voor zulken, die niet ter Kerke gaan, wordt, 's Zondags 's morgens, ook eene Predikatie op de Vrou- wen - Eetzaal gelezen. Voorts, wordt 'er, dagelyks, voor en na de maaltyd, gezongen en gebeden, en onder 't eeten, een Hoofd" ftuk uit den Bybel gelezen. . • Alle de oude mannen en vrouwen hebben, 's Zondags, vryheid om uit te mogen gaan. Doch in de week, gaan de mannen Maan- dag , Woensdag en Vrydag na den middag uit, ende vrouwen Dingsdag en Donderdag. 's Saturdags na den middag, heeft niemant' verlof om uit te gaan, behalve wanneer het Voorbereiding ten Avondmaal is, en dan alleenlyk na den middag. ; Getal der Op den eerden Auguftus des jaars 1765,
oude Waren 'er vyf honderd zeven en vyftig oude
Vrouwen • j- ^ 1 , - J ° . en Man. vrouwen in dit Godshuis, teweeten, vier
ncn. honderd en twintig in de vertrekken, alwaar
'er, gemeenlyk, vier, en in enkelen, ook drie en twee by eikanderen gehuisveft zyn, fchoon zy elk eene byzondereBedftede heb- ben : voorts, een en negentig in de Zieken- kamer, en zes en veertig in de Zwakken- kelder, 't Getal der mannen beliep toen honderd en veertien,.zynde alle de flaap^ plaatfen bezet. XV, |
||||
JV.BöEK. GoffSH. EN GoDSD. GeSTISTEN. 509
XV ^
' ,T§i. b^bxißil Jol , v • •
CORVERS-HOr.
e Diaconie hadt nu een Weeshuis ert Stigting
|
||||||
een Oude-Vrouwen-enMannen-Huis. £an
och alzo i in dit laatfte, alleenlyk, onge- HorIER** huwden van de eene en de andere kunne, afzonderlyk van eikanderen, konden gehuis- yeft worden, werdt de Godsvrugt en Liefd- daadïgheid van een treftelyk Paar gehuwden 'hier ter Stede bewpogen, om eene aanzien- lyke fomme te fchikken, tot het fligten van i*s een Godshuis, waarin ook oude en behoef- tige Egtgenooteri zouden können geplaatft worden. De Heer M'. Jan Corver , Schepen, Raad, eil Kolonel over eenRege- ment fchüttereh liier ter Stede, de Diaconie tot zyne erfgenaame gefield; en zyne Huis- vrouw, Vrouwe SahaMariaTrip,aan "dezelve, een Legaat van dertig duizend gul- , dens, tot zulk een einde, gemaakt hebben- de ; -werdt een gedeelte van het erf, welk, .door de Stad-,tot het,Oude-Vrouwen-Huis, 'gefchonken was, én nog onbetimmerd lag,^ ftot eene plaats voor het nieuwe Godshuis» afgezonderd. Men ving, in 't jaar 1721, aan met graaven. De Prefident der Diakenen in<ler tyd, l/aak Warnfink t leide den eer- ften Iteen aan 't gebouw: 't welk, door den ^Heere Burgemeefter J a n T r i p , geweigerd was (g). & 't volgende jaar, werdt de tim- me-
. (i) Nomlb. der Diaconie v«n rjii-inii. ƒ. 8+, 8|.
|
||||||
$ro AMSTERDAMS "!H%%
Corvers- mering van het zelve fterk voortgezet: in 't
Hor. jaar 1723, werdt het Huis tot fland gebragt, en, naar eenen der Stigteren, Corvers-Hof genaamd. " De koften van het bouwen heb- ben ruim vier en zeftig duizend vier honderd guldens beloopen. En de erfenis van den Heere Corver, na aftrek derLegaaten, en der koften eener deftige Grafftède, in de Kerke van de BeveïwVK, meer dan een hon- derd en zeftig'duizend guldens. Befchry- liet C o R v e r s-H ö f ftaat op de Heeren- vingh -§rafc » aan de Zuidzyde, agter het Oude- zeWe.6 Vrouwen-Huis, daar hét eenen deftigen op- en ingang heeft, in 't midden van den voor- gevel , die, daarenboven, verfierd is, met de wapens der Stigteren, Corver en T R1 p, onder welken , deeze regels van Mattheus Brouerius van Nidek gelezen worden: ■•■■■ .< . ' 1 , ■
Zo weldoen dank verdiend in armen zorg be*
loomng,
Druipt Corvers naam enTü. 1 p s op yeders tong als honing,
Door wïens gefchenk, én wil, dit Godshuis isgebouwt.
Dat met haar Wapens pronkt, hun Naam onfierflyk houd.
In de Frontefpies van den Voorgevel, ftaat
de ^org voor behoeftige ouden, in hard« fteen, uitgehouwen. In 't voorhuis van *t gebouw, welk, in alles, honderd voet breed, en vyf en tagtig voet diep is, ontmoet men, aan
|
||||||||
IV. BoEtf. Godsh. en Godsd.Gestigten. 511
aan de ooftzyde, de wooning van den Bin- Corversv
nenvader en Binnenmoeder, en voorts, terIiüF'- u- wederzyde, twee beneden - wooningen der behoeftigen, en een trap naar de boven- wooningen. De eerften zyn, zo in't Voorhuis, als rondsom de Binnenplaats, in alles, agt- tien, de tweeden zeftien in getal, waaron- der egter ook de wooning voorden Binnen- .; vader en Binnenmoeder begreepen is. Drie ï der Bovenwooningen aan de weftzyde van
't gebouw zyn, in 't jaar 1757, geftigt, uic eene gifte van Vrouwe Anna Eliza- beth; Geelvinck, Weduwe van den Heere Jan Lucas Pels en Vrouwe van Hoogelande, in de plaats van een' Kooren- zolder, gelyk, inden weitelyken binnengevel, door deeze regels, te kennen gegeven wordt: Had Corvers rykeforge en Trips dit Huys
geftigt, Vrouw Hoogelande s Gift
Heeft) in dit armen-ßift,
Tot een gedagtenis, drie Hutten opgerigt. Over eene nette vierkante Binnenplaats, op
welke twee fraaije lantaarens, op arduinftee- nén zuilen, gefteïd zyn, treedt men, opwaards, naar de twee vertrekken der Broederen Diake- nen, die 't opzigt over dit Huis hebben. Zy zien uit op den grooten Boomgaard agter 't Diaconie-Oude-Vrouwen- en Mannen-Huis» De fchoorfteenmantel van het eene is verfierd met de wapens der Stigteren, Cor ver ert Trip. Ook bewaart men, in het anderem 'derzelver gefchilderde af beeldfels, nevens dat *'*' van |
||||||||
512 AMSTERDAMS HfcDiMX
CoRVERs-van den Heere Gerrit Corver, Heere
Hor. van Velfen , en Burgemeefter deezer Stad* van vvien de Diaconie zeer grooce weldaa- den genooten heefc: welker gedagtenis, on- der anderen , ook vernieuwd wordt, in een aartig zinnebeeldig Schilderflukje van Louis Fabricius du Bourg. Beflie- . De beftiering van Corvers-Hof ftaat aanzeä ting. Gecommitteerden uit de Broederen Diakenen* zynde, gemeenlyk, den Scriba, den Groot- boekhouder, twee Prefïdenten der weekelyk- fche Comtnifflen, Praefes een en negen, en de vafle Broeders uit het Weeshuis en Oude- Vrouwen- en Mannen-Huis, die in het twee- de jaar van hunnen dienft zyn. Zy vergade- ren, eens om de veertien dagen, en blyven een jaar in déeze Commiffie. Zy houden af- zonderlyke rekening van de inkomflen en uit- gaven van het Godshuis. De eerden beftaan, voornaamlyk, uit de intreft van de hoofdfom- me, die, na 't volbouwen van het Huis, van de erfeniflè ovefgefchooten is, en uit de huu- ren van verfcheiden* kelders en zolders van 't gebouw,die, tot berging van Koopmanfchap- pen, verhuurd worden. Wyders, doen zy van hunne beftiering rekening aan de groote Vergadering der Broederen-Diakenen, zo wel als de Broeders, die, tot de bediening in het Weeshuis en in het Oude-Vrouwen- en Man* ncn-Huis, gemagtigd zyn. In Corvers-Hof, worden, door de Broederen Diakenen, geene andere Perfoonen ingenomen , dan Mannen en Vrouwen , aan eikanderen gehuwd , de eerden ten minfte zeitig, de anderen vyf en |
||||||
-
|
||||||
I.-'■'■■■■ ■'''■': : ■ ■ '
|
||||||
JV*BoEK. GoDSH. en Godsd.Gestigten. 513
vyftig jaaren oud. Zy moeten een van beide Corvees»
twintig« en de andere vyftien jaaren, hier ter Hop. Stede, gewoond hebben: ook moet een van beide vyftien * en de andere tien jaaren, Lid- maat geweeft zyn, en in alles, ten minfte twee jaaren, door de Diaconie , onderfteund zyn geweeft. Voorts, moeten zy geene kinderen tot lalt hebben* Ieder Perfoon geniet, jaar- lyks, twee en vyftig guldens: de helft in geld, en de wederhelft, in de volgende waaren: Een half vierdendeel Boter, tot ƒ 7: - :-
Ieder veertien dagen, een brood van 5ftuivers, is - - - - 6:10:-
Twintig manden turf - - - 4:10:- Aan kleeding - «... - - 8: - :- ƒ ao: - :-
■■——m——m
Doch de kleeding wordt, om de twee jaaren,
afgedaan , en beloopt dan zeftien guldens. Wyders, worden 'er, naar 't goedvinden der Broederen-Diakenen, doorgaands, dés zomers tweemaal kalfsvleefch, en des winters, kaar- fen, kaas, grutters- en kruideniers - waaren, en rundvleefch om in te zouten , aan de bewooners van Corvers - Hof uitgedeeld. Ert deeze buitengewoone uitdeeling is , fom- tyds meerder, en fomtyds minder, naar tyds gelegenheid. De bewooners van Corvers-Hof hebben vry gebruik van Doctor, Chirurgyn, Apotheker en geneesmiddelen der Diaconie. t)ie met de bovengemelde bedeéling niet be- ftaan kan, wordt, uit de gemeene Kas der Diaconie , verder onderfteund; mids zulks, vooraf, door de Broeders, die de beftiering VIII. Stuk. Kk> Vau |
||||
1
V
$r4 AMSTERDAMS IttEfeaök
. van 't Godshuis hebben, aan de groote Vet-
gadering der Diakenen, verzogt worde. Wan- neer eender twee Egtgenooten overlydt % wordt de nablyvende , terftond , of in 't Oude-Vrouwen-, of in 't Oude-Mannen - Huis der Diaconie overgebragt. Het inbren- gen van Partyen in 't Oorvers - Hof gefchiedt door de Broeders - Diakenen, volgens zekere beraamde beurtorde , beginnende met deit Groot-Boekhouder en Scriba ^ die fameiï eene party inbrengen: voorts, de twee Prc- üdenten-bonorair of Praefes een en Praefes ne- gen, insgelyks, lämen eene party, daarna7 de twee Broeders van de Weeskamer, famen eene party, wyders, de twee vafte Broeders van het Weeshuis, van gelyken, eene partyv zo ook de twee vafte Broeders van het Oude- Vrouwen-Huis: daarna de dertig Broeders van de vyftien Bezoekboekjes, loopende van Lr. A t'ot L'. P., ieder paar Broeders eene party: ert eindelyk, de Seconde-Boekhouder en- de Ad- junct van de Weeskamer, famen eene partyl De partyen worden eerft aan de groote Ver- gadering voorgefteld, die de Gecommitteerd den tot de beftiering van Corvers - Hof magj tigt, om'er onderzoek op te doen, waarna zy, de vereifchte hoedanigheden hebbende, worden aangenomen. Doch zes wooningen worden, door de bloedverwanten van de Stig- ters, vervuld, die 'er thans, gemeenlyk, vrou- wen plaatfen. Binnens huis, ftaat het opzigt over 't Hof, aan een' Binnenvader en Binnen- moeder,Man Cn Vrouw,zonder kinderen tor, lalt, of waarfchynlykheid, omze te krygen. De Poort van Corvers-Hof, wordt 's winters 'ten
|
||||
ÏV.ÖOEK. G0t)SM.EKÖ0ÖSD.GESTIGTEN. S^S
ten negenden 's zomers ten tien uuren gefloo- CorverI«
ten. En na tien uuren, mag niémant vuur, Ho*, op den haard noch in ftooven, noch licht aan hebben. Het Reglement, waarnaar het Huis beftierd wordt, is, den twintigften July des jaars 1723 , by de groote Vergadering der Broederen-Diakenen, vaftgefteld, en komt* in 't vöornaamfte,;overeen, met het Regle- ment voor het Diaconie-Oude-Vroüwen- en Mannen-Huis. De Diaconie heeft eene B akker y en ee^ Diaconie*
tie Broüweky. Uit de eerfte , worden de Bakkery behoeftige = Ledemaaten van -brood , en uit JJ^1 * beide, het Weeshuis, het Oude - Vrouwen- en Mannen-Huis en Cörvers-Hof, van brood en bier, voorzien» De Bakkery, in welke, met zes ovens gebakken worde,Haat agter de Nieuwe-Kerke j op het zogenaamde Bhauwen- erf. Zy is, met verlof van Burgemeefteren , in't jaar 1674, opgerégt.<&). De Bakker doet, federt het jaar 174i ,.,eé_d aan Burge- meefteren -(i). DeBrouwery, tot welke, de Stad den grond gèfchonken heeft (F), ftaat. óp de Prinfengraft \ aan dé zuidZyde, op detl hoek van den Binnen-Amftel. Zy is, in 't jaar 1688 , opgerégt. -Men brouwt hier bier van garft, boekweit en hoppe, omtrent zes en dertig reizen in 't jaar, en telkens vyftig ton. Ik vind ergens aangetekend, dat de Diaconie, in 't jaar 1731, een honderd zes enzeftig dui* zend zes honderd broodèn , aan behoeftige Le-
. . . C6-
(h) Notulb. ^Diaconie van i«s*-K8o. ƒ. aj«, z5«.
(i) Groot-Memor. N. IX. ƒ. V/%.
<4)Rsfol. Vroedfch. Lt. S* li Maart 1688. /.7J.
Kka
|
||||||
■Si6 AMSTERDAMS IIIDeee.
Waalen- Ledemaaten buiten de Godshuizen , heefE
Wees en uitgedeeld; en dat 'er, in 't Weeshuis, drie Oude- en veertig duizend zes honderd twaalf; in 't wen-'en Oude-Vrouwen-en Mannen-Huis, drie en Man- vyftig duizend vier honderd agt en twintig, ken- en in 't Corvers-Hof,zeven honderd vieren Huis. veertig brooden gebruikt zyn. Üit de Brou- werye, zyn, in 't jaar 1733, negen honderd zes en dertig en een halve ton bier, in 't Oude-Mannen- en Vrouwen-Huis; agt hon- derd vyf en tagtig ton, in 't Weeshuis; ze- ven en vyftig ton, in de Bakkery, en zes en twintig ton, in de Brouwery, gebruikt. XVI»
WAALEN-WEES- en OUDE-VROU-
WEN- en MANNEN-HUIS. Oudfte r\e Walfche Gemeente was, hier, al vee-
|
||||||||
Waaien- | ß Ie jaaren, inftand en bloei geweeli,
Wees- toen haare Kerkenraad ; beipeurende , dat r^V^ierveele arme Ledemaaten kinderen nalieten* lei OtCuf. ,. lil 1 *
die, om dat de ouders geene burgers ge-
weeft waren, niet in het. Burger - Weeshuis konden worden geplaatft, en, als van Le- demaaten gefprooten, niet gevoeglyk, aan de AalmoefTeniers konden worden overge- feven; in 't jaar 1631, te raade werdt, met
ewilliging van Burgemeefteren, een Wees- huis op te regten, onder 't opzigt van vie^ Gecommitteerden , twee Ouderlingen en" twee Diakenen. Men verkoos,hiertoe,een erf in de Laurierftraat, aan deTzuidzyde, om- trent |
||||||||
IV.Boek.Godsh. en Godsd.Gestigten. si7
ürent in 't midden, tuffchen de eerfle en Waaleh-
tweede dwarsftraat, alwaar, uit vrywillige Wees-en giften en Legaaten van eenige oude Leden ^uoe- der Gemeente, een gebouw, met drie voor- W£N-è» gevels, gefligt werdt, welk zynen ingang Man* hadt, door «ene Poort, die nog in wezen nen- \s, en de Waalen-Weespoon genaamd wordt. Huis* Van agteren, hadt het huis zynen uitgang op de Lauriergraft, aan de noordzyde, door eene hardfteenen-Poort, boven welken, eene duif en eenige weeskinderen waren afge- beeld. De eerfle Regenten, Jean Hochepied en Abel de Horipon, Ouderlingen, en Jan Bagelaar en EfaiasCaflelein,Diakenen,hiel- den hunne eerfle byeenkomfl in dit Huis, op den negen en twintigflen May des ge- melden jaars, en fielden, ten zelfden tyde, een Reglement voor het zelve op, welk nog, in de voornaamfle opzigten , onderhouden wordt. Op den eerflen July daaraan, kwa- men de Weezen in 't Huis. De inkomflen van het zelve kwamen toen, alleen, uit de winflen der kinderen, en uit de Colleften in de Kerke. In 't jaar 1635, werdt alles, wat, in de week van 't eerfle Avondmaal, gecolle&eerd werdt, tot onderhoud van *% Weeshuis gefchikt. Doch in 't jaar 1640, vonden Diakenen geraaden, 't geld vandee- ze Colleéle te brengen in de gemeene kas der Diaconie, en zig te belaften, met de onderfleuning van het Weeshuis, wannee? het te kort komen mögt. In 't jaar 1669, heeft het Weeshuis den laatflen onderfland Uit de kas der Diaconie ontvangen, Kk 3 . » Doch
|
|||||
<
|
|||||
ji8 AMSTERDAMS IIÏ.Dee&.
Waalen- Doch 't leedt nog geene veertig jaar'en n^
Wees- en fe opregting , of die Huis werdt veel te Vroü" ^lei« bevonden. De dubbele Kerkenraad» wen- en uit de Predikanten en dienende Ouderlingen Man- en Diakenen beftaande , befloot dan, het |
||||||||||||||||||||||
NEN-
Huis.
Het
wordt
verlaa-
ten.
Opreg-
ting van een
nieuw |
Huis, tot burger wooningen, te verkoopen,
en, met bewilliging van Burgemeefteren en Raaden, die 'er den grond toe vereerden (/), een nieuw Weeshuis op te regten op de Vy- zelgraft, tuflchen de Prinfengraft en eerfte Weteringsdwarsftraat. Op den negen en twintigflen Oótober des jaars 1669, werden de twee eerfte fteenen aan 't nieuw gebouw |
|||||||||||||||||||||
* I
|
||||||||||||||||||||||
Waalen- gelegd, door Paul Goudin den Zoon en Sam
Wees-e« yan Raey, Zoon en Dogter van twee Re- |
||||||||||||||||||||||
ÖUDE-
Vkou-
WENr en Man- nen- huis. |
||||||||||||||||||||||
genten , gelyk, uit een opfchrift, voor den
fchoor/teen in de Regenten - Kamer, blykt. In de Lente des jaars 1Ó71, was het gebouw voltooid, en op den twee en twintigften A-i |
||||||||||||||||||||||
pril, werden de kinderen, uit het oude Huis
in de Laurierftraat, overgebragt in het nieu- we , welk, dien zelfden dag, met eene pleg-> tige redevoering van den Predikant Louis? Welzogen, die in de Waaien-Kerke gefchied- 4e, Gode was toegewyd. De dienende Re- genten waren toen Antoni Warin en Paul Goudin , Ouderlingen, en Jean du Roi en Jeremias van Raey , Diakenen. Van het oude Weeshuis, welk in't begin des gemek den jaars 1671 verkogt was,is alleenlyk de gedagtenis Qvergebleeven, jn den voorge? mei-
(l) Bxfol, Vrpedfch. Zr. F. is JtfWl *669- ƒ• ï|t'
|
||||||||||||||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 519
melden naam van Waaien- Wees*Poort, enwAALEN-
in dien der twee Weespaden, in de tweede Wees- en dwarsftraat, tufïbhen de Laurier- en Roo-^U0E~- zenftraaten. In't zelfde jaar 1671, begon W*N_"W men, in 't nieuwe Weeshuis, Wollen- en Man- Linnen-kleedinge; in't jaar 1674, brood,NEN* * en in 't jaar 1688, ook turf uit te deelen aan Hui8# de behoeftige Leden der Walfche Gemeen- te, 't Gebouw was, in 't jaar 1683, ver~ groot, met een' geheelen vleugel langs de eerfte Weteringsdwarsftraat, die tot een Oude - Vrowmen - Huis gefchikt werdt. Het gantfche gebouw werdt, in 't jaar 1720 , met een' yzeren leening omringd. En in 't jaar 1726, werdt een op zig. zelv' ftaande vleugel van 't Huis langs de Prinfengraft , met het lighaam van 't gebouw, vereenigd, en, nevens de zolder boven de Bakkery, met toeftemming van Burgemeefteren, be- kwaam gemaakt, tot een Oude-Mannen-Huis9 alwaar zes en twintig, en, des noods, twee en dertig oude mannen können geplaatft worden. De eerflen kwamen 'er in, op den eerften November des gemelden jaars,en 't geftigt werdt, op den twintigften, met eene Leerrede over 2 Kor. IX. 14. , die , in de groote Waaien-Kerke; en met gebeden en vermaaningen, die, in 't Huis, door den Predikant Joannes Boddens , uitgefproken werclen, plegtiglyk, ingewyd. In Novem- ber des jaars 1733 , zyn ook eenige Wal- denzen in 't Huis ontvangen. Wy komen nu tot eene byzondere befchryving van 't gebouw, Kk 4 Het
|
||||
52o AMSTERDAMS IHDeei,
Waalen- Het Waalen-Wees- en Oude-
Wees e« Vrouwen- en Mannen-Huis is een Oude- deftig, vierkant gebouw, met twee ingan- wen"*h gen °P de Vyzelgraft. Door den eerften, Man- treedt men in 't Jongens-Weesr en Oude- NEN- Mannen-; door den tweeden, in 't Meisjes- Huis. Wees- en Oude-Vrouwen-Huis. In 't eerfte, Befchry- ontmoÊt men, in een' ruimen gans;, ter lin- Villi? Vin «■» •
hetzelve.kerzyde öf zuidwaards,de Regenten-Kamer,
* in welke agt Regentenftukken geplaatft, en onder anderen, de Regenten, die, in 't jaar 1709, dienden, konftiglyk, door Arnold Boo- nen, uitgefchilderd zyn (m). Ook hangt hier, op een tafereel, het volgende vers van V o Nr del,fraai, door Nachtegaal, met het pen- feel, gefchreeven. « Bede voor het WALE N-W EESHUIS,
tAmsterdam.
Aan alle Chriftenen.
Och laet uw mededogen firalen
Op dces van elk vergete fchaer,
Op 't arme weeshuis van de Walen, Wiens laß nog aengroeit jaer op jaer%
Wanneer 't ontfangt inet open armen Die arm zyn zonder hunne Jchult,
De Weeskens, die om nooddruft kermen j En voedt hen op met groot gedult
Jn tucht en eerelyke zeden. JVie zietze zonder fchreien aèn?
Heeft
; fa) Van Gga*. Schoulj, l, Dsd ? bl. |ff.
|
||||
JV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GESTIGTEN. $21
|
|||||||||
Uee/t Krißus arm voor ons geleden,
Wie kan voorby dees kribben gaen }
En flallen, zonder met de Wyzen Te offeren een luttel gout,
Qm't naekt en hongrigb kint te fpyzen , Dat in dit Betlehem verkout ?
|
Waalen-
Wees- en, OuDE-
Vkou-
WEN-W»
Man-
ken- ! !. Huis« y |
||||||||
Ay zorght niet, dat de/chatten minderen,
Die gy aen Godt op woeker gee/t, y
Door vreemde en ouderlooze kinderen. Gedenkt dat Godt hun Vader lee/t9
Die in uw weldaet wort geprezen, En 't goet dat nimmer zalvergaen*
De %uivre Godsdienfl is den Weezen In hun ellende by teflaen (»).
Hierna volgt de Kamer van den Binnenva-
der en Binnenmoeder; dan de Linnen-naai- winkel, en vervolgens de Kamer der Re- gentefTen, in welke, voor den fchoorfteen, drie der eerfte RegenteïTen zyn uitgefchil- derd. Aan de zuidzyde van't gebouw, langs de Weteringsdwarsftraat, is de Eetzaal [Rcfec- toir] der Meisjes , waarop die der oude Vrouwen volgt. Voor deezen, zyn zeven beneden- en agt boven-vertrekken gefchikt; de meeden voorzien van twee bedfteden, en uitziende op de Weteringsdwarsftraat. In 't weften is, beneden, de Ziekenkamer der oude Vrouwen, waarin eene haard en vier Ledekanten zyn. De Jongens-Eetzaal is, aan de noordzyde van 't oude gebouw, langs de Prinfengraft, naar welke, die der oude Man- nen volgt. In een klein marmeren tafereel, voor
(») VONDELS Poëzy I. Deel, bl. 47Ï.
Kt?
|
|||||||||
522 AMSTERDAMS IïI.'Deeu
Waalen- voor den fchoorfteen der zelve, Haat dit op-
Wees- en fchiïft, in vier regels: OüttE-
Vrou- P: Couturier: G: Mottet: ƒ; Bargignac &
wen-e» flr Clermont, 'Joh' foon, Regens de cette
ken-* maifonj ont projetté et achevé, par la be-
Huj«. nediäion du Seigneur , dans vi. mois, cette
edifice de Charité , confacrê a ïufage des
pauvres Vieillards. 11 a eté dedié Le XX
Novembre 1726.
dat is:
„ Filips Couturier , Willem Mottet, Jan
Bargignac en Willem Clermont Joannes- Zoon, Regenten van dit Huis, hebben, door 's Heeren zegen, dit Liefde-geftigt, welk, ten nutte van behoeftige oude man- |
||||||||||
5'
|
nen, geheiligd is, ontworpen en volbouwd,
|
|||||||||
„ in den tyd van zes maanden. Het is, den
„ twintigften November des jaars 1726,
„ ingezegend."
De wooningen of vertrekken voor de ou-
de Mannen zyn veertien in getal, zes be» lieden, en agt boven. Ook heeft deJ3ewaar- der der oude Mannen, hierby, een vertrek; gelyk de Bewaarfter der oude Vrouwen ook eene kamer, by de Ziekenkamer derzelven, tot haar gebruik heeft. De Ziekenkamer der oude Mannen in 't weften is van eene haard- flede, en vier bedfteden voorzien. De gan* gen, in welken de wooningen der Oude- Mannen en Vrouwen uitkomen, hebben hun uitzigt op eenen aangenaamen tuin en boom^ gaard, die tiuTchen de twee weftelyke vleu* gels
|
||||||||||
IV.Boek. Godsh.en Godsd.Gestigten. 523
gels in legt. De Jongens en Meisjes hebben waaleic-
ieder haare Binnenplaats, die , door eenen Wees- en ppen gang, ter wederzyde met eene deur Oude- geflooten , van eikanderen, afgeicheiden WEN.eT, zyn, Aan elke zyde, is, tuffchen de eerfte Man- en tweede Verdieping, eene kamer, daar de nek- befte kleederen der kinderen, afzonderlyk,Hü?5' bewaard worden. En op de tweede Verdie- ping, zyn de Slaapkamers [Dortohs~] en Zie- kenkamers der Jongens en der Meisjes. Inde Tongens-Slaapkamer, zyn vyftien, en in de Meisjes - Slaapkamer , veertien bedfteden. Naaft de Meisjes-Ziekenkamer, is een ver- trek der Regenteffen, verfierd met twee of drie fchilderftukken; alwaar uitdeeling van kleeding aan de behoeftigen gefchiedt: en. tegen over dezelve, is de Wollen - naai- winkel. Twee of drie vertrekken, beneden en boven, dienen tot bewaaringe der ftof- fen tot kleeding. Ook heeft de Moeder of Bewaarfter der kleine kinderen, op dee* ze hoogte der tweede Verdiepinge , eene kamer. Onder 't Eetvertrek der oude Mannen , is eene fchoone Bakkery , al- waar , in twee ovens, driederlei brood ge? bakken wordt. By dezelve, is eene Builery, en een vertrek, alwaar de Diakenen, wee- kelyks, uitdeeling van brood aan de behoef? tige Ledemaaten der Gemeente doen. Het Huis is, wyders, voorzien van eenen ruimen Kooken, Provifiekelder, Turf- en Kooren- zolder en andere vertrekken, tot nuttig ge* bruik. In 't jaar 1757 , zyn , op koften van de Turfdraagers, twee windwyzers ge- field op '| I^ujs, welks noordelyke zydge- vei
|
|||||
524 AMSTERDAMS III.Dee£.
Waalen vel tegen over de Turfmarkt ftaat, Ook is
Wees-e» deeze zelfde vleugel, in 't jaar 1761, mer- |
||||||||||||
Oude-
Vflou- WEN- en Man- ken- Huis. Bete- ring. RÉGEN-
TEN en Regen-
tessen. |
||||||||||||
kelyk verbeterd.
De beftiering van het Huis ftaat nog aan
vier Regenten en drie Regentessen; die, uit naam van den dubbelen Kerkenraad, dienen. De Regenten, beftaande uit twee Ouderlingen en twee Diakenen, dienen twee jaaren: doch, jaarlyks, gaat 'er een Ouder- ling en een Diaken aï". De Regenteflen, van welken 'er, jaarlyks, maar ééne afgaat, bly- |
||||||||||||
ven drie jaaren in dienft. De groote of drie-
ledige Kerkenraad der Walfche Gemeente, uit de Predikanten, en dienende en afgaan- de Ouderlingen en Diakenen beftaande, ver- kieft, in January, terftond na de plegtige beveiliging der nieuwe Ouderlingen en Dia- kenen , twee Regenten en eene RegentefTe, in de plaats der afgaanden. Van de Regen- ten wordt 'er een, uit de aankomende Qli- derlingen, en een uit de aankomende Dia- kenen , verkooren. Doch niemarit worde Regent, wiens huisvrouw in daadelyken dienft is, als Regentes. Ook wordt de huis- vrouw van eenen dienenden Regent, nim- mer, tot Regentes verkooren: beide,in ge- volge van een befluit des Kerkenraads van den dertienden January des jaars 1709. De nieuwverkooren Regenten en Regentes wor- den , door eenen der Predikanten, by beur- te, op den eerftvolgenden Vrydag, in 't Weeshuis, plegtiglyk, in dienft gefteld. Zo een der Regenten binnen 's jaars overlydt, kieft de dubbele Kerkenraad eenen anderen |
||||||||||||
-x
|
||||||||||||
mmm^aaaatlltti}
|
||||||||||||
IV.BOEK. GöDSfi. EN GOÖSD. GESf IGTEN. 525
in zyne plaats. De Regenten vergaderen, Waalejï*
gemeenlyk, eens ter weeke, des Vrydags na Wees- en den middag, in het Huis, om zorg te draagen °UÜE* voor 't gene deszelfs beftiering betreft. Zy w^u*w koopen ook het graan tot de bakkery, de Man- turf en de ftoffen tot kleeding voor de be NEN~ hoeftigen. Zy mogen geene Weeskinderen HuIS* in 't Huis ontvangen, dan die, wettiglyk, gebooren zyn van eenen Vader en Moeder, beide Ledemaaten der Walfche Gemeente- en hun, door de Broederen-Diakenen, wor* * den ftangebooden. Zy befteeden de Wees* jongens op een bekwaam ambaet, zig daar- in , zo veel betaamlyk zy, ichikkeride naar derzelver verkiezinge. Zonder bewilliging van den dubbelen Kerkenraad , mogen zy geene merkelyke verandering maaken, aan 't gebouw. Ook moeten zy, jaarlyks, re- kening van hunne beftiering doen, aan den drieledigen Kerkenraad. De RegentefTen draagen zorg voor de huishoudinge, en zien , - de huhTelyke rekeningen naar. Binnen- . De voornaamfte Bedienden van het Huis ^der* ^
zyn een Binnenvader en Binnenmoeder, man moeder! en vrouw, een Bewaarder [Gardieri] der oude Bewaar- Mannen ; eene Bawaarfler [Gardienne'] derder der oude Vrouwen, en eene Bewaarfier der kleine*^: Kinderen, De Binnenvader moet de Regen- Bewaar-* ten, en de Binnenmoeder de RegentefTen i fter der alle Vrydagen, berigten, wat 'er gewigtigs°ude in 't Huis voorgevallen is. Zy mogen nooit, Wen"~ beide te gelyk, uitgaan, behalven op de Bewaar- Zon- en Feeftdagen. De Binnenvader moet ^eT. de* de kinderen den Catechismus leeren, enze^J^ , naarren# |
||||
♦
|
|||||
tö AMSTERDAMS tttife»
tVAALEN- naar de Kerk geleiden. Ook houdt hy, da-
Wees-w gelyks, fchool voor de kleinen. Hy levert ^™£ het graan tot de Bakkerye aan den Molen, wen-'en houdt 'er aantekening van, en ook van 't Man- brood, welk'er van gebakken wordt; hy wen- helpt den Diaken in 't uitdeden van 't brood, UIS* en deelt ook de turf uit, op een briefje der Diakenen. Hy en de Bewaarder der oude Mannen moeten, eens ter maand, de kas- jes der oude Mannen en Weesjongens naar*-' zien. Gelyk onderzoek gefchiedt ook, om* trent de kasjes der oude Vrouwen en Wees- meisjes, door deBinnenmoeder,en door de Bewaarfter der oude Vrouwen. Wanneer de Binnenvader fterft, is zyne vrouw ver- vallen van haare bediening in 't Huis. Orde, De oude Mannen, die in't Huis ontvan- omtrent gen worden, moeten ten minfte vyftig jaa- Mannen ren oud ' ongenuwd - erkende Leden der
en Vrou- Walfche Gemeente zyn, en van de Diaco- wen, nie genooten hebben, 't Staat hun vry, tus- fchen de maaltyden, tabak te rooken;doch nergens, dan op de Plaats, of onder de Eet- kamer, 's Winters, wordt 'ef vuur voor hun aangelegd, in de Eetkamer; doch de Be- waarder alleen heeft regt over de tang. 't Gene zy bezitten, wanneer zy in 't Huis ko- men, en 't gene zy, met eenig handwerk, winnen, terwyl zy 'er zyn, komt ten voor- deele van het Huis. De oude Vrouwen wor- den, volgent de Reglementen der Diakenen, door dezelven , met toeflemming der Re- genten, in het Oude-Vrouwen-Huis ge- plaatft» De Bewaarder der oude Mannen wordt,
|
|||||
tV. Boek. Goósh. en Godsd. GestIgten. 527
tvordt, door de Regenten, verkooren. Hy Waaleim is, te gelyk , Poortier. Ook leeft hy de Wehs-*» Schriftuur en de gebeden voor de oude Man- ™gj nen , en maakt zyn werk van het onder- WEN. en houden der vrede en goede orde onder de-Man« ielven. - NKN"
1 De Jongens en Meisjes mogen niet in g^m,
elkanders vertrekken komen, noch eenige trent de gemeenzaamheid fameri hebben. Ook rrio-Wecskin- gen zy, zo langze in het Huis zyn, zig,deren4 door geene trouwbeloften, aan eikanderen verbinden. De bovenkleeding der Jongens en Meisjes is rosverwig Laken. Alle deBe- wooners en Bewoonfters hebben, federt het jaar 1747* eene ongewoone rykelyke maal^ tyd, uit hoofde eener maakinge van Ag- neta de LebeecoJ, Huisvrouw van M e L c tti o R D e R ü Y s c H e R, die zes maa- fén Regentes geweeft is. Zy wordt, altoos, op den Verjaardag haarer begraafenifFe, zyn- de den zes en twintigften April, gehouden. Het eerfte Reglement, waar naar 'het Huis, toen 't alleenlyk een ■ Weeshuis was, be- ftierd werdt, was, op den negentienden Maart des jaars 1679, herzien, en goedge* keurd , door den drieledigen Kerkenraad. De opregting van 't Oude - Vrouwen - Huis heeft 'er, naderhand, eenige verandering in gemaakt; en toen het Oude-Mannen-Huis / opgeregt was , werdt de Predikant, Jean Brutel de la Rivier e, door den dubbelen Ker- kenraad , gelaft, om eenige nieuwe gebeden voor het Huis op te Hellen, en den verou- derden ,-ftyl van het Reglement te befchaa- "■ l 't ven. |
||||
523 AMSTERDAMS ÏII.D££t;
Waalen- ven. 't Een en 't ander is, door hem, ge-»
Wbes- en fchied, en, by den dubbelen Kerkenraad, Oude- 0p ^en zeftienden September des jaars 1727* ww^'en goedgekeurd (<?). Het jongde Reglement Man- heeft veel overeenkomft met de Reglemen- NEN- ten voor de Nederduitfche Gereformeerde HüI9, Diaconie-Wees- en Oude-Vrouwen- en Man- nen-Huizen. . Getal der 'c Get.al der Weeskinderen in 't Waaien-
Weezen Weeshuis was, in 't jaar 1690, vier en tag- Vrouw6 l*£' tweeen veert*g Jongens, en twee en cnMaiT-11 veertig Meisjes :i in December des jaars pen. 1740* telde men 'er drie en zeftig in alles, en in July des jaars 1765, waren 'er negen en twintig Jongens en agttien Meisjes * en twee en twintig oude Mannen, en twee en der- tig oude Vrouwen. Burgemeefteren hebben, op den agttienden December des jaars 1704, toegedaan * dat men de Weezen der Fran- fche Vlugtelingenj in het Waaien-Weeshuis^ plaatfen mögt, Zy worden, uit den onder- ftand der Stad, ten behoeve dier Vlugte- lingen, onderhouden. ; ■' '....-'.
(0) Vtyx. Ordrcs & Regiem, de la Maifon desOrphelia»
&C, Edit. de 1760. ' . "
f- ■
*
XVII.
|
||||
IV.BOEK. GoDSH. EN GODSD. GeSTIGTEN. $2?
XVII.
ENGELSCHE WEES- en OUDE-
VROU WEN-HU IS. De Engelfche Presbyteriaanfche Gemeen* Opreg-
te deezer Stad, die talryker plagt te" tins en zyn , dan zy tegenwoordig is , heeft ook, JJjfrJJ* in 't jaar 1651 , geraaden gevonden , hier het En- ter Stede, een Wees- en Oude-Vrou- gelschk wen-huis op te regten, waartoe zy, op Wees-m den zevenden January des gemelden jaars, vrou« vier huizen, in 's Heeren Executie , gekogt wen- heeft: twee van welken zy, federt, tot een HuIS- Godshuis, bekwaam heeft gemaakt. In het zelve, worden kinderen haarer Ledemaaten en oude behoeftige Vrouwen , die , insge- lyks, Ledemaaten zyn, geplaatft, en van on- derhoud verzorgd. Het ftaat op de Looijers- graft, aan de zuidzyde, en is,in 't jaar 1753, merkelyk^vertimmerd. Boven den ingang, die, eenigszins, beneden den grond is, ftaan twee Weeskinderen, een Jongen en een Meisje, afgebeeld. Uit het Voorhuis, waar, voormaals, twee bedfteden plagten teilaan, komt men , ter linkerzyde , of ooftwaards, in de Eetkamer, waarnevens de Slaapkamer der oude Vrouwen is, in welke, vier bed- fteden zyn. Het Slaapvertrek der Kinderen is op de zolder. Boven de gemelde bene- den-vertrekken, is de Regenten-Kamer, een welgefchikt vertrek, en de wooning van den Binnenvader en Binnenmoeder. Het Huis wordt beftierd, door de vier Diakenen en de VIII. Stuk. LI twee |
||||||
53<* AMSTERDAMS III. D^
Luther- twee Diaconeflèn der Engelfche Gemeen-
|
||||||||||||||||||||||||
SCHE
Wees-
huis. |
te , en heeft eenen Binnenvader en Binnen-
moeder. De twee Predikanten deezer Ge- |
|||||||||||||||||||||||
meente komen , in dit Huis, catcchifeeren,
op den laatften Woensdag van elke maand, waarin zy geen Avondmaal houden, en op den eerften Woensdag, voor de onderhou- dinge des Avondmaals. In Maart des jaars 1741, waren in 't geheel geene kinderen in dit Huis: en thans, in July des jaars 1765, zyn 'er een Weesjongen, en vier oude Vrou- wen. De Weesjongens draagen een rok van bruin Laken, met opflagen, en een blaauw bragoentje op de fchouder. De Weesmeis- jes zyn met aartige korte jakjes van dezelf- de ftofFe gekleed. De oude Vrouwen heb- ben bruine greinen Japonnen aan, over blaau- we kalaminken rokken. XVIII.
LUTIIERSCHE WEESHUIS. "
|
||||||||||||||||||||||||
D
|
||||||||||||||||||||||||
Lutherfche Gemeente, zo voor haare
Kerken als armen , in den jaare 167g en-
|
||||||||||||||||||||||||
Befchry-
ving van het Lu- THER-
SCHE Wees«
HUIS. .
|
||||||||||||||||||||||||
federt, vryheid verkreegen hebbende van 's
Lands en deezer Stede belaftingen op de mid. delen van Conßmptic, en van degewoone en- buitengewocne Verpondingen op de huizen QO; werdt, ten behoeve van derzelverWeezen in 't gemelde jaar, door haare Diaconie, een Diaconie-Weeshuis gefügt, welk nog üï
O) Refol. Holl. iz Maart i«7g. %j fif**rt iS79. I7 Det
Ml*, bl. 710. 24 Dectmb. 170Ö. bl. ,74. If?J' 7,,"# |
||||||||||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||||||||||
' -'-•-.•
|
||||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||||
■ - ________________
|
||||||||||||||||||||||||
IV. Boek. GoDsh. en Godsd. Gestigten. 53 r
in (fond, en in 't jaar 17 57, van vooren, def- Luther»
tig vertimmerd is. De grond van 't gcfligt, sche voormaals een tuin, die tot eene Goudieder- Wees" maakery was aangelegd, was, door den eige-HU1S* naar, J a n G e e r k e n s, tot het gemelde ein- de , aan de Gemeente vereerd, 't Gebouw is, federt, uit aanzienlyke maakingen , ver- beterd en vergroot. Het heeft zynen ingang, aan de noordzyde van de Lauriergraft, tus- ichen de tweede dwarsllraat én Baangraft, door eene ruime Poort, yzeren hek en gang, die, onder een gedeelte van't nieuwe gebouw, door- loopt , tot op eene zeer groote vierkante Plaats, \ rondsom welke, het Weeshuis gebouwd is. In 't midden van deeze Plaats, die met boo- men bezet is, en , 's avonds, door tien lan* taarens, verlicht wordt, legt een bleekveld, omringd van een agtkantig houten hek. Voor den noordelyken gevel van 't gebouw, die, van een uurwyzer en ilagklokvoorzienis,ïs,in de Plaats, een groot fteenen compas gerne tfeld. Langs den ooftelyken vleugel van 't ge- bouw , ontmoet men, eerft, de wooning van den Binnenvader: voorts, een Poortaal, welk, voor een Spreek- en Betaalvertrek der Re- genten, dient; en daarna, de Regenten-Ka- mer , een fraai , lugcig, behangen vertrek, met een' Engelfchen fchoorfteen , verfierd met de wapens van eenige Regenten, 'c Schoorfteenftuk , het Loon der Weldaadig- heid vertoonende , is door Quinkhard ge- fchilderd. 't Zoiderltuk en een groot Re- gentenftuk is gedaan, door een' Jongeling, die in het Weeshuis opgevoed is. Voorts, is hier , onlangs, het Stamwapen van Vrou- Ll 2. .we
■
|
||||
532 AMSTERDAMS IILDeéi;
Luther* we Johanna Maria Cromhuysen,
sche en van haaren Egtgenoot, den Heere Mr. Wees- Melchior ten Hove, ter gedagteniflê haarer uitfleekende milddaadigheid aan de Luther- fche Wees-armen, in eene fraaije vergulde lyft, opgehangen. Onderde vertrekken ,van welken wy gefproken hebben $ zyn eene School voor de kleine kinderen, een Schoen- maakers - winkel, en de Provifie- en Bierkei- der. Uit de Regenten-Kamer, treedt men, onmiddelyk, in de groote Eetzaal, alwaar ook de kinderen, alle Maandagen, door ee- nen Leermeefter, en, op den eerften Maan- dag in elke maand, door een' Predikant, gecatechifeerd worden. Boven den ingang der Eetzaale, van binnen, leeft men: De Weezen ipreeken:
O aangenaam verblyf, wie zou u niet waar-
deer en ? Hier laat liefdaadigheid ons nimmer iets ont*
beeren Van 't geen tot onderhoud van H Ughaamnoo* dig is. Hier wordenwe opgeleid, tot eedle deugdbe-
trachting, Hier flerkt men ons geloof, en onze heilver*
wachting: Zou hier de troon niet zyn der waar e er- kentenis ? Onder de Eetzaal, heeft men, onder ande-
ren , het Broodhuis, alwaar het brood gebragt, en tot boterhammen gemaakt wordt. En boven de Eetzaal en Regenten-Kamer, zyn <6
|
||||
IV.BoeK.Godsh. en Godsd. Gestigten. 533
de Wafch- en Droogzolders, daar de gewas- Lutmer-
fchen kleedeiren opgedaan, en gedroogd wor- scfie den. In 't ooften, zyn ook, doch laager, de Wees' Schoolmeefters kamer en de Apothekers ka-HUl * mer, en hooger de Styffters-kamer, en een of twee andere vertrekken. Aan de noord- zyde, ontmoet men, eerft, eene nette A- yotheek, ten dïenfte van het Huis, en van de behoeftige Ledemaaten der Gemeente: voorts, de RegenteJJen-Kamer, een fraai, behangen vertrek , met een' Engelfchen fchoorfteen ; en daarna het Eetvertrek der Suppooften en den kooken. Boven deeze vertrekken , is een Slaapvertrek voor de Jongens, welk , met een houten befchot, afgefchooten is van een vertrek, daar de Meisjes haar linnen naaijen, en het, elk in een afzonderlyk kasje, opfluiten. In den wefle- lyken vleugel van 't gebouw, is de Bakkery, waar, met twee ovens , gebakken wordt: voorts,de Breijwinkel en een vertrekje voor de Breij meefteres; de Linnen - naai winkel, midsgaders, eene Ziekenkamer voor de Jon- gens , alwaar ook de Ziekenvader zyn verblyf heeft. Agter dezelve, is een vertrek, alwaar, weekelyks, door een' derDiakenen, brood uit- gedeeld wordt aan de behoeftige Ledemaaten, die, op eene kleine vierkante Plaats, met eene gaandery ter wederzyde, in den zuidweftely- ken hoek van't gebouw, byeenkomen. Boven deeze vertrekken, is de Kleermakers-winkel en wooning; een vertrek, daar de bedden en inboedels geborgen worden; hooger, de On- dermeefters wooning en eene flaapkamer voorde Jongens. In den zuidelyken.vleugel Li 3 van
«
|
||||||
534 AMSTERDAMS III.Deel,
Luther- van 't oude gebouw , heeft men, beneden, de
scHE School, daar de Jongens en Meisjes, beur* Wees- telings, in Jeezen, fchryven en rekenen , onderweezen worden ; hooger, de wollen- naaiwinkel en kleine Meisjes-fl aapkamer, en nog hooger, een vertrek voor de School- meefteres der kleine kinderen, en een Kleê- ren-kamer voor de. Meisjes. In 't nieuwe gebouw, welk, in 't jaar 1757, voor deezen vleugel, aan eene kleine Binnenplaats, ge- zet is, en aan de Lauriergraft uitkomt, heeft men, beneden, eene Ziekenkamer voor de groote en kleine Meisjes, boven een gedeelte van welke, de Ziekenmoeder eene ingeftoken Kamer heeft. Boven de Ziekenkamer, zyn twee Slaapkamers voor de Meisjes, boven eikanderen. Alle de flaapplaatfen zyn open krebben, 'm ieder van welken, twee of drie kinderen leggen. Getal der Omtrent den jaare 1690, waren 'er ruim kinderen tagtig kinderen in dit Huis (q); doch op den eerflen May des jaars 1760, zyn 'er twee honderd en tagtig geteld, te weeten, hon- derd vier en dertig jongens, en honderd zes en veertig meisjes, en in 't begin van April des jaars 1765, waren 'er een honderd drie en twintig jongens, en een honderd en vyftig meisjes, zo wel Diaconie-, als Weeskinderen. Beftie- Het bewind over dit Weeshuis Haat aan ring van ÄW R e G e N T e N en drie Regentessen. bet Huis. yan ^ 2es Regenten WOrden 'er drie ver- kooren, uit de dienende Diakenen; twee van
welken twee jaaren dienen. De derde dient maar
(f J COMMSUN il. 61*.
|
|||||
.
|
|||||
IV. Boek. Godsh. ENGoDSD.GESTfcTEN. 535
maar één jaar. De drie andere Regenten, ook Luther-?
dffeßoren genaamd , worden gekooren uitSCHE de afgegaane Diakenen, of ook wel uit deWFES* afgegaane Ouderlingen. Zy dienen drie jaa- ren; doch, jaarlyks, gaat 'er één van hun af. Zulks heeft ook plaats, omtrent de drie Regenteffen. De Regenten en Regentes- fen leveren, jaarlyks, eene benoeming van een dubbel getal over aan eene groote Dia- conie-Weeshuis-Vergadering van dienende en Oud-Diakenen, en oude Regenten van 't Weeshuis, die de opengevallen plaatfen, uit het zelve, vervult. De Regenten ko- men , gewoonlyk, op den eerften en derden Woensdag van elke maand, des voormiddags, in het Weeshuis, byeen, om op het gene de beftiering van het Huis betreft te raadplee- gen. Tot buitengewoone gevallen, het huis- felykbeftier betreffende, byzonderlyk, tot het aanftellen en ontflaan van Bedienden, wordt eene groote Weeshuis-Vergadering, in 't Weeshuis, beroepen, die uit dienende en gediend hebbende Regenten beftaat. Eens ter maand, doet een Suppoofl; van 't Wees- huis, van een' Weesjongen verzeld, eene Colleóte, ten behoeve van het zelve, aan de huizen der Ledemaaten. De Reglementen voor het Weeshuis zyn
gemaakt, door de groote Weeshuis-Vergade- ring ; doch de Regenten moeten, jaarlyks, aan de groote Diaconie Weeshuis-Vergade- ring , rekening doen. Volgens de* gemelde Reglementen, mogen geene andere kinde- ren in 't Weeshuis worden ontvangen, dan zulken, welker ouders, of de langftleeven- Ll 4 de
|
||||
53<S AMSTERDAMS ÏÏI.Dm;
de van beide, in de Lutherfche Gemeente
deezer Stad, tien jaaren Ledemaat geweeft zyn , en hier ter Stede gewoond hebben. Doch, indien de ouders zo jong geflorven zyn, dat zy, niet gevoeglyk, tien jaaren Le- demaat zouden hebben können wezen, wor- den hunne kinderen egter, als Diaconie-kin- deren , niet als Weeskinderen, ingenomen. De kinderen, die in 't Weeshuis ontvangen wor- den , moeten, wyders, in de Lutherfche Ge» meente deezer Stad, gedoopt, en niet ho- ven de veertien jaaren oud zyn. Zo zy meer dan veertien, doch geene zeflien jaaren oud zyn, komen zy wel in 't Weeshuis; doch worden , aldaar, als Diaconie - Weeskinde- ren , aangemerkt en gehandeld: en boven de zeflien jaaren zynde, buiten 't Huis befleed. Zo een der ouderen Gereformeerd geweefl is, worden de kinderen, die in de Luther- fche Gemeente gedoopt zyn, in 't Weeshuis ontvangen, zonder onderfcheid, of de langft- leevende der ouderen Lutherfch geweefl zy, of Gereformeerd. De kinderen, wek ker ouders, door de Diaconie, onderhouden geweefl zyn, mogen niet in 't Weeshuis wor- den ingenomen, op den gewoonlyken voet. Zy worden 'er egter wel, door de Diaconie, befleed; doch trekken, wanneer zy uit het Huis gaan, niets van de voordeden, die de andere kinderen, zig wel gedraagen hebr bende, van het Weeshuis te wagten hebben; doordien de Legaaten, uit welken , deeze voordeden komen, niet aan Diaconie-kinde* deren; maar aan Weeskinderen, gemaakt zyn. OuctertufTchenj worden buitengewopne gif- te« |
|||||
•
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. $37
ten en noodpenningen aan de ouders, in al- Luther*
les niet boven de dertig guldens beloopende, sche niet gerekend voor onderhoud, welk de Wees' HUIS
kinderen uitfluit van het voorregt, om, op
den gewoonlyken voet, in het Weeshuis te worden ingenomen. By eene Keure van den agt en twintigften January des jaars 1761, is belaft, dat, van alle fterfgevallen van ou- deren, welker kinderen, door de Luther- fche Diaconie, of in 't Lutherfche Wees- huis , zullen moeten worden opgevoed, aan de Diaconie, of aan de Regenten, kennis moet worden gegeven; of dat, anderszins, de kinderen ten lafte der naafte vrienden blyven zullen. Van de erfenuTen, zulken kinderen ten deel vallende, moet ook, ter- flond , aan de Diaconie , of aan de Re- genten, kennis gegeven worden (r). De Boedels, die aan 't Weeshuis, of aan de Diaconie der Lutherfchen vervallen, mo- gen aanvaard worden, zonder dat men Be- neficie van Inventaris behoeft te verzoeken, terwyl men egter, niet verder dan voor 't beloop der zelven, tot het voldoen der fchul- den, gehouden is, mids men van dezelven ftaat en Inventaris doe maaken, ten over» ftaan van een' Notaris en getuigen (s). De voornaamfte bedienden van het Wees- Bedien«
huis zyn een Binnenvader, een Apotheker, den. en een Schoolmeefter, die een' Ondermees- ter onder zig heeft. Doch van deeze en van de Vrouwelyke bedienden, die, door de Regenteflen, gefteld worden, hebben wy reeds, in 't voorbygaan, gewaagd, |
||||||||
e
|
||||||||
) Keutb. V. ƒ. (5.
) Reiol. Holl, zj> April 17ji. bl. 716. |
||||||||
Us XIX
|
||||||||
538 AMSTERDAMS IILDm*
XIX.
WEESHUIS der DOOPSGEZINDEN.
Opreg- 'TV Gemeente ^er Vlaamfche en Wa*
ting van JLy terlandfche Doopsgezinden , haare een Vergadering houdende by 't Lam en den mmd'er Tooien, zig ook bélafl vindende met de be~ Doors • fteedinge van eenige weezen, befloot, op den ge^xn- vyfen twintigitenjanuary des jaars 1676, een |
|||||||||
JMUf.
|
|||||||||
Mv- Weeshuis op te regten, waartoe zy, eerlang,
een huis en eenige agterhuizen kogt, by de BroLiwery van den Arend, op de Prinfen- graft, aan de noordzyde, tufïchen de Vy- zelflraat en de Reguliersgraft, voor omtrent vyfen twintig duizend guldens, uit den boe- del van Ifaac Foucquier. 't Groote gebouw, en de tuin agtcr het zelve was, zo my be- rigt is, voor dat de Stad hier uitgelegd werdt, eene Luffcplaats en Oranjehuis geweefl van 't Burgemeeflerlykgeflagt van Fakkenier; doch ik twyfel, of hier voor meer grondszy, dan een wapen met drie Valken, in den voor- gevel, 't welk nogtans, nimmer, het wapen van 't gemelde geflagt ge weeft is. Veeleer, vermoed ik,dat de voorige eigenaar, Fouc- quier, wiens naam van Faucon [Valk] kan afgeleid zyn, zulk een wapen gevoerd heeft. De penningen, tot den koop en vertimme- ring van 't gebouw vereifcht, werden ge- vonden , by intekening onder de Leden der Gemeente, en by gifte, in eene beflooten kjft, die, in de Kerkenkamer, geplaatfl werdt* Eeni-
|
|||||||||
IV.Boek. Godstï. enGodsd. Gestigten, 539
Eenige jaaren laater, is 'er nog eene Coilec- Wees-
te gedaan, tot onderhoud van 't Godshuis. ««« der Midlerwyl, was 'er,op den drie en twintig-1^001'8/ Hen January des jaars 1677, de eerile by- Jen. eenkomft van Weesvaders of Regenten ge- houden. De Gemeente hadt, reeds op den zeventienden December des jaars 1676, vry- heid van Verpondingen, voor het nieuwe Godshuis, verworven: op den zeventienden Maart des jaars 1677, verwierf zy ook vryheid van alle 's Lands Importen (*), en wat laater , van deezer Stede Excynzen. Ondertuflchen, was men, met bouwen van het Huis, zo vlytiglyk, voortgevaaren, dat de verfpreidde kinderen, nog in het zelfde jaar 1677, derwaards werden overgebragt. In 't eerll:, werden, nu en dan, ook Wee- zen van Doopsgezinden ouders, van buiten de Stad, ingenomen: doch zulks gefchiedt, federt veele jaaren, niet meer. Ook is de weevery, veele jaaren, in 't Huis geoefend, zo fterk, dat de meefte, zo niet alle de jon- gens, tot Weevers, werden opgeleid:'t welk ook, al federt lang , t'eenemaal afgefchaft is. Op het einde der voorgaande eeuwe, werden veertig Jongens en twee en veertig Meisjes, in dit Weeshuis, onderhouden (m). Doch het getal derzelven is, federt, allengs- kens, afgenomen. InFebruary des jaars 174.1, waren 'er niet meer dan dertig kinderen, en tegenwoordig, [in Auguftus 1765], telt men 'er dertien Jongens, en drie en twintig Meis- jes. Hec (t) Handv. II. 4«j , +66.
ïu) COMMEJ.IN bt. 616, |
||||
54© AMSTERDAMS IILDiEr.
tiTm« Het Weeshuis der Doopsgezin-
huis der den is een net vierkant gebouw van drie
Doops- verdiepingen, behalve de zolder en vlie- «EZIN- rn ° j l/l
den. rmë- Boven den ingang, leeft men:
Befchrjr-
ving van Die verdraagt en zwygt%
hetzelve. Overwint en verkrygt.
■
De voorgevel van 't Huis is nog, in deezen
jaare 1765, vry wat verbeterd. In't Voor- huis, alwaar de winkel van den Schoenmaa- ker van 't Huis, die te gelyk Poortier is, geplaatfl is, leeft men, boven eene armbos, deeze regels van den Digter Antonides: Deelt mild een aalmoes uit9 die hier komt in*
getreden ;
Gy kunt nooit uw gefchenk, met beter vrucht, befleeden:
Want hoe wordt d'armoe ooit onnozeler geleen, Ah ouderloos te zyn, en weereioos met een. ■
Voorts, is 't gebouw in tweeën verdeeld,
wordende de Jongens, aan de ooflzyde, en de Meisjes, aan de weflzyde, geplaatfl. Ter wederzyde, is, voor elke foorte, eene Eet- zaal, dienende die der Jongens ook tot eene School. Agter deeze, is de Regenten-Kamer, een net behangen Vertrek , welk op den tuin uitziet. Wyders, komt men, ooflwaards, eenige weinige treden afgaande, in den koo* ken, waarby een afgezonderd vertrek, en eene kelder is. Hier boven, hebben de Bin* nenvader en Binnenmoeder hunne wooning, m
|
|||||
.
|
|||||
IV.BöEK. GoDSH. EN GoDSD.GeST IGTEN. 54*
in 'twee vertrekken beftaande. Nog hooger, wers-
zyn, beide weflwaards en ooftwaards, twee huis der flaapvertrekken, een voor de Jongens, en^ een voor de Meisjes, die, door eene Kleed- DEN. kamer voor de Meisjes en door twee deu- ren van eikanderen afgefcheiden zyn. De kinderen ftaapen, twee aan twee, in open krebben De vertrekken hebben uitziet o- ver de Prinfengraft, Agter de Meisjes (kap- kamer, is de Kamer der Regenteffen, insge- lvks, een behangen vertrek, met een £n- gelfchen fchoorfteen; daar nevens, eene ka- mer voor de Linnen-naaivrouw, en verder ooftwaards, de Wollen- en Linnen-naai- winkel, welke drie vertrekken over den tuin uitzien. Hooger zyn, langs den voor- gevel, nog een flaapvertrek voor de Meis- fes eene Ziekenkamer, een vertrek voor de Ziekenmoeder, en eene Tarwzolder: en langs den agtergevel, eene Kamer voor de Wollen-naaivrouw, en een vertrek voor de twee dienftmeiden van 't Huis. Nog hoo- ser zyn de Strykkamer, de Droogzolders In de Roggezolder. De Bakkery, ten be- hoeve van het Weeshuis, en nog eene Pro- vifie-kelder zyn, onder den ooftelyken vleu- gel van het Oude-Vrouwen-Huis, waar van wv , terftond , zullen handelen. Zy^ ftaan onder 't opzigt der Regenten van het Wees- huis. Wyders, zyn 'er, agter t Weeshuis, twee lugtige vierkante fpeelplaatfen , _ een voor de Jongens, en een voor de Meisjes. Nevens het Weeshuis, ftaan vyf, en agter het zelve, in de Kerkftraat, zes woonhui- |
|||||||
zen
*
|
|||||||
542 AMSTERDAMS ffl Dm
Ä Sdt'Me" beh0£Ve ™ "* -'-. ver-' cE2IN- H?c Weeshuis ftaat, onder de beftierinz Bem=. s E N die, voor vyfjaaren, verkooren wor-
*• den, en voormaals, jaarlyks, by beurte v?n een tevens plagten af tegaan/wanneerIv een jaar flil gezeten hebbende, wederom ver! k.eslyk waren: doch nn worden zy, Zwfl verzogt zes jaaren, of langer, aan te by! ven De Regenten worden, uit de dienen! Diakenen deezer Gemeente, op den voörflae der dienende Regenten, verkool: en deRe? genteffen, uit de voornaamfle Weduwen der Gemeente. De verkiezing gefchiedt in Tannf ry, door de dienende Kel?„ÄÄ£ Pen' 'esiTnSiverSadere".* Woensda-
gen , s nademiddags, ten drie uuren, in het Weeshuis De Regenteffen komen, ten zelf
den tyde, byeen. De Binnenvader én Binnen- moeder worden, door den Kerkenraad ? aan en afgeteld. Doch de overige Suppooften door de Regenten. Het Reglement waar naar het Weeshuis beffierdioT, 'is op den zeventienden November desjaarsiog? byden Kerkenraad, vaftgefteld, hebbende deezen zig het regt voorbehouden, om daar! n."wd,g- verande"'"gen te maaken ' De Weesjongens worden, des Zomers ten vier, en des Winters, ten hatf2 uuren, de Meisjes , des Zomen , éeTilg uur Iaater en des Winters, op het zelfde nur gewekt. De Jongens', die eenX *Ê lef«;. mo«en , 's Zomers, ten hSf - agt.en s Winters, wanneer zy avondfehool |
||||||
I
* |
|||||||
IV.Boek. Godss. en Godsd. Gestigten. 543
honden ten vyf uuren , t'huis zyn. Alle- Wees- S^^U'er«n.fbed, in ck*£*- g-£ zaaien, gelezen. Des Zondags voor den mid- oEfflH_ das gaan de kinderen ter Kerke, by tLam DEN. of bV den Tooren: en 's Woensdags naden middag,, worden zy, de eene week, door eenen der Predikanten , in tegenwoordig- heid van een' Regent, m den Godsdienfton- derweezen of gecatechifeerd en de andere week, zeggen zy, voor den Predikant, zeke- re Schriftuurlyke vraagen op. Zulken, die zig hierin wel kwyten, krygen, jaarlyks, een nuttig boek, tot een nrys. .Onder de maaltyden, wordt ook uit de H. Schrift ge- lezen. Kaart- en Dobbelfpel is aan Jongens en Meisies , en tabakrpoken, byzonderlyk aan de Jongens, verbooden. De kinderen mogen, niet dan met byzonder verlof, in den kooken komen. Doch de Meisjes mogen, aldaar, na den middag, ten half twee uuren, vuur in de ftooven, en ten half vyf uuren, ,„ gekookt water tot thee komen haaien na dat, op 't een en 't,ander uur, vooraf, de klok getrokkërfis. . Volgens de gewoone fchaforde, m welke
cgter, naar tyds gelegenheden op goedvin- den der Regenteffen, dikwils, verandering voorvalt, wordt 'er, 's Zondags, • middags, vleefchnat, kool, raapen, wortelen, boer- enboonen , of peulen, en vleefch toe.ge- fchaft 's Avonds, eet men ryftenbry. s Maandags 's middags fchaft men't gene jan 's Zondags overgefchooten is. s Dingsdags s middags! wordt 'er graauwe erweteneneen |
|||||||
■luk.
|
|||||||
544 AMSTERDAMS HL Dm;
■Wees- fluk toe; 's Woensdags 's middags, gort en
*uis der vleefch toe; 's Donderdags 's middags, witte« Doops- £>oonen en een fluk toe, en 's Frydags 'smid* %™~ dags, zoutenvifch, flokvifch, of foupe op de r ketel gefchaft. 's Maandags, 'sDingsdags, 's Donderdags en 's Vrydags 's avonds, fchaft
men karnemelk, met gort of meel, en een fluk toe: en 's Woensdags 's avonds, zoetemelk met meel, en een fluk toe. 's Saturdags 's middags, wordt'er gort, of groene erweten, en een fluk toe, en 's avonds, om de veertien dagen, bollen, en anders, bierenbrood en een fluk toe, opgedifcht. Den eerflen Dingsdag in elke maand, worden 'er, 's middags, boek- weiten koeken, en den eerflen Woensdag in elke maand, 's avonds, waterenbry en een fluk toe gefchaft. De flukken zyn, zo 's mor- gens, als na de maakyden, den eenen dag, brood met zoetemelkskaas, enden anderen dag brood met boter. De handwerken, op wélken de Jongens
befleed worden, worden, gemeenlyk, aan hunne keuze gefield. De Meisjes leeren, in 't Huis, voornaamlyk, Wollen- en Linnen- naaijen. Het Weeshuis, waarvan wy fpree- ken, heeft, in 't jaar 1737, van 's Lands Staaten Oólroi verkreegen, om te mogen erven van zulke Weeskinderen, die, in het Huis opgevoed zynde, zonder nazaäten o» verlyden, en geen uitkoop gedaan hebben(ü). De Doopsgezinden Gemeente, die in de Zon vergadert, plagt haare Weeskinderen, die weinig in getal waren, te plaatfen, op haar
(v) Refol. Holl. lp Feh. 1737. bl. $7,
|
|||||
-
|
|||||
lyiBoEK. GoDSH. EN GoDSD; Ge5TIÖTEN. 54£
haar Hofje in de Tuinftraat; doch, federt het Oude-
bouwen van een ander, in ftede van dit, ter Vrou- plaatfe, waar, voormaals, de Kerk der Frie- ^fs^ fche Doopsgezinden plagt te ftaan , heeft doops« men bellooten , een huis, welk ter zyde oezin- van deeze Kerk ftondt, te herbouwen tot Dm* een Weeshuis- |
|||||||||||
XX.
|
|||||||||||
, ■■
|
|||||||||||
OUDE-VROUWEN-HÜIS der
DOOPSGEZINDEN. De grootfte Doopsgezinden Gemeente Befchry-
hier ter Stede, die by 't Lam en den vingheÉ Tooren vergadert, heeft ook een Oude- oude- Vrouw e"n-H u [ s. Het plagt te ftaan, in Vrou- de Elandsftraat, aan de noordzyde , by de ^EN* , Prinfengraft, en in het zelve, werden, voor poops-" 't einde der voorgaande eeüwe, reeds twin- gezin- tig, oude en behoeftige Vrouwsperfoonen on- »en en derhouden. Doch dit Huis, te klein'en te vaiJ d"" bouwvallig geworden zynde, is, voor weini- ftiering^ ge jaaren, verkogt, en, in 't jaar 1759, een ander Oude-Vrouwen-Huis geftigt, regt agter, en in een gedeelte van den Tuin van hec Weeshuis der zelfde Gemeente, die, tot dee- ze Stigting, byzonderlyk, in ftaat gefteld was, door twee maakingen tot zulk een ein- de, eene van Izaak Ackersloot ,en zy- ne Huisvrouw , Margareta van der Kindert, ter fomme van twintigduizend^ en eene van Maria Verduyn, Weduwe van GoMMARis van Bortel, ter fom- yni. Stuk. Mm me |
|||||||||||
54* AMSTERDAMS tiZütoU
Oude- me van zesduizend guldens. Het Oude-Vrou*
Vruu- wen-Huis, waarvan wy fpreeken, is een def- rfmsder ciS gebouw, inzonderheid, van den agtergê- Doops- vel aan te zien, naar welks ruimen ingang,• gezin- men, ter wederzyde, langs een' ftoep van ze- DEN, ven treden, opgaat, en in welks frontefpies * een uurwyzer en flagklok gcplaatfl: is. Aan de1 ooftzyde van deeze floep, beneden, zyn de ingangen naar de Bakkery en Provifie-kelder, van welken wy, hier voor (w) , in de Be- fchryving' van het Doopsgezinden Weeshuis, gewaagd hebben. In de Bakkerye, wordt, met ééne oven, niet alleen, ten behoeve van bet Weeshuis en Oude-Vrouwen-Huis; maar ook, ten behoeve der Diaconie deezer Ge- meente , Roggen- en Tarwenbrood gebakken. Aan de weftzyde der ftocp, zyn de ingangen naar den kooken, en naar eene Provifie-kelder, ten behoeve van het Oude - Vrouwen - Huis. Onder de floep, is eene werkplaats voor de dienftboden. Doch de eigenlyke en gewoori* lyke ingang van 't Huis is in de Kerkftraat. Hier treedt men, langs vyf treden, opwaards, dooreene net gebouwde Poort, boven wel- ke, een klein vertrekje is, in een Voor- huis , waar, ter regterzyde, de afgang is naar de kooken en kelder, en ter linkerzyde, een vertrekje , waar de Lyken , voor een' tyd, geplaatft worden. Uit het Voorhuis, komt men in 't eigenlyk gebouw, waar, in 't mid- den , een fieflyke en gemakkelyke wenteltrap ftaat, die overal licht fchept, door een' fraai- jen, hoogen, vierkanten, glazen koepel, en toe*
i»>) BUdx. 141.
|
||||
IV.Boek. Godsh. enGodsd.Gestigten. 547
toegang verleent naar de tweede en derde Ouns- •
Verdieping. Beneden, heeft men, ooftwaards Vrou- twee , en weftwaards drie vertrekken voor ^EN* oude Vrouwen , behalve de wooning voor DoóSPS/ de Binnenmoeder. Ook is hier, ten ooften, gezin- de Eetzaal, alwaar, voor den fchoorfteen, dee- dek. ze regels van den Diaken Antoni Hart* s e n gelezen worden : ...
Hy, die den nood der armen poogt te weeren,
En 't zwakfle deel van 't menfihelyk g*-
flacht , In ouderdom, geen byfland laat ontbeer en, Volbrengt een pligt ^alom te fchaars betragt.
Men vind'er toch , die zich daar aan verbinden: Getuigen zy dit Oude-Vrouwen-Huis ,
Waar uwe hulp, vereende Doopsgezinden! Der gryzen hals ontlafl van 't zwaarfle kruis.
Dies voegen haar, van armoe hier ontheven, Ontzag voor hen, wier zorg hier kleed en
voed, Gehoorzaamheid, aan 't voorfchrift haar ge- geeven». En tot elkaar een liefderyk gemoed.
Zo vloeye fleeds, in reine pligt betooning, Dit bly gejuich haar dankbre lippen af:
Hoe zoet is hier der zufiren famenwooning! Lof, lof zy GOD', die deze ruft ons gaf.
-
Op de tweede Verdieping , heeft men de
Regenten - Kamer, een net behangen ver- trek met een' Engelfchen fchoorfteen; eene Ziekenkamer, en vyf vertrekken voor oude Vrouwen: op de derde Verdieping,zyn 'er Mm 2 ze-
|
||||||
548 AMSTERDAMS EI. Dm."
Oübe- zeven en eene Strykkamer. Alle de ver-
Vrou- trekken zien uit op den tuin agter 't Wees*
wen- huis. De vertrekken, voor behoeftige ou-
DooFs-" de luiden gefchikt, zyn lugtig en hoog van
GBziN- verdieping. In 't geheel, zyn 'er zeventien.
den. Ieder vertrek heeft twee bedfleden en twee
kaffen, en tegenwoordig, [inAuguftus 1765],
zyn 'er drie en dertig oude en bedaagde
Vrouwsperfoonen in geplaatft. Boven de
derde Verdieping, is eene fchoone Kleêr-
zolder ,en rookhok.
Het bewind over dit Oude-Vrou wen-Huis
flaat aan vyf dienende Diakenen uit de ge- melde Doopsgezinden - Gemeente, als Re- genten. De Diaconeflen zyn RegentefTen van het zelve. In 't voorige Oude-Vrouwen- Huis , plagt alleenlyk eene Binnenmoeder te zyn. Doch in't jaar 1733, befloot men een' Binnenvader en Binnenmoeder over het zel- ve aan te fkellen. Tegenwoordig, is 'er eg- ter wederom alleenlyk eene Binnenmoeder, die eene of twee dienftmeiden onder zig heeft. Het Reglement, waarnaar de oude Vrou-
wen zig te gedraagen hebben, is, op den dertienden December des jaars 1761, vaft- gefleld, en beftaat uit elf artikelen. Zy mo- gen-, niet zonder verlof van den Binnenva- der of Binnenmoeder, uitgaan, dan desDings- dags, dengeheelen dag, en des Vrydags, na den middag. Doch zy moeten, des zo- mers, voor zeven uuren, en des winters, voor donker , wederom t'huis zyn. Ook flaat haar niet vry, zonder gelyk verlof, eenïg m
|
|||||||
HlMËKr
|
|||||||
«
|
|||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd. Gestiöten 549.
eenig bezoek te ontvangen,dan des Donder- Wees- • -f
dags na den middag, van twee tot zes uu- huis der ren. "'t Onmaatig gebruik van fterken drank CoL1<E' ishaar, flrengeïyk, verbooden, endeftraf,51^1*1** op de overtreeding van het Reglement, ftaat aan de Regenten, of ook wel, in fommige gevallen, aan de RegentelTen. Voor 't o- verige, komt het zelve overeen, met an- dere Reglementen, voor diergelyke Gods*- huizen. Het Weeshuis en Oude - Vrouwen - Huis
der Doopsgezinden, die by 't Lam en den Tooren vergaderen , zyn , federt het jaar 1677, vry van 's Lands Importen (#) en Stads Excynzen. XXI.
WEESHUIS der COLLEGIANTEN.
.
Wy hebben, hier voor (y), aangete* Aantel-
kend, dat de Collegianten, die hun- dtag J*^ ne Vergaderingen, federt omtrent dertig tingPvan" jaaten , op verfcheiden' Plaatfen , hier ter een Stede, gehouden hadden , eindelyk, daar^ Wees- toe, in of kort voor't jaar 1675, een huis huur- jïïjjjj' den, op de Keizersgraft over den Schouw- Quxsm* burg, welk , van ouds, de Oranje-Appel ge- naamd was. Eigenaar van dit Huis was de Heer Nicolaas Opmeer, toen Oud-Schepen, en naderhand, meermaalen, Burgemeefter der Stad,
(x) Handv. bl, 4.66.
(j) III. Deel, III. Boek., bl. SI. /
Mm 3
|
||||
SSO AMSTERDAMS III.Deel.
Wrti- Stad. Men hadt, in het zelve, nog niet lang huis der Collegie gehouden, toen eenige Collegianten, ©ia™. die' ongetwyfeld, immers voor 't meerder ge- deelte, ook tot de Doopsgezinden behoorden, metnaame, Gerrit Jacobsz. Der mout., Abraham Fries, Wynand Blaauwpot, Levinus Vincent, Willem Sieuwertsz , Piet er Reindertsz, Jan Buy gen Hendriksz, Jacob Heercmans , An- fbony Rooleeuw en Willem Bruin, bevroeden- de, dat de Doopsgezinden hier ter Stede nog geen Weeshuis hadden, op den elfden July des gemelden jaars 1675, beflooten , eenige Weeskens, welker ouders beide , of een van beide de weerloosheid hadden verfiaan, op te voeden; in leezen, fehryven, een be- kwaam handwerk, en den Chriftelyken Gods- dienft te onderwyzen; en daartoe,een voor- naam gedeelte van het gehuurde huis te fchikken. De penningen, hiertoe vereifcht, werden, vry williglyk, gegeven. Doch men bevondt, al terftond, dat verfcheiden' lui- den genegen genoeg waren, om milde gif- ten te doen, tot opvoedinge van Weezen mids menze niet bepaalde, tot zul ken alleen^ welken van Ouders, die de weerloosheid be- leeden hadden, waren nageïaaten. Men be- floot dan, reeds op den agtften April des jaars 1678 , ook Weezen , welker Ouders tot andere gezindheden behoord hadden, en die, niet bekwaamlyk, in andere Weeshui- zen , konden worden ingenomen , in het Weeshuis der Collegianten, op te voeden: en, federt, zyn 'er, van tyd tot tyd, kin- deren van de verfcheiden' gezindheden der Pro-
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. $51
Proteftanten, byzonderlyk, van allerlei foort Wees- van Doopsgezinden,in geplaatft. Ook is dit W*r Weeshuis geftigt, uit giften van verfchei- CIaKTEÄ den' gezindheden; en onder anderen, uit een gefchenk van tienduizend guldens van Vrouwe Catharina Hartogveld, Weduwe van den Heere Willem van der Aa, Raad in de Vroedfchap en eerden Secretaris der Stad Rotterdam. Midlerwyl, hadt men, in den voorzomer des jaars 1677 , gelegenheid gevonden, om het Huis den Oranjen - Appel te koo- pen. En zo dra dit gefchied ware, ver- zogt en verkreeg men, op den zefhenden September des gemelden jaars, vryheid van 's Lands Staaten van alle de middelen van Confumptie, die, tot opvoeding en onder- houding der Weezen , in 't voornoemde s Weeshuis, zouden worden gebruikt. Ook werdt het Weeshuis, door de Vroedfchap der Stad, op den zeven en twintigften No- vember daarna, ontheeven van de betaalin- ge van deezer Stede Excynzen (2). 't Ge- tal der Weezen, van tyd tot tyd, toenee- mende, befloot men, in 't jaar 1680, tot het aankoopen van een huis, welk, regt ag- ter het voorgaande , op de Heerengraft, ftondt/eneen' breeden vierkanten tuin hadt, in welken, een ruim gebouw, van den grond af, werdt opgetimmerd, welk, met een' be- v ilooten bloemtuin en twee bleekvelden, van het huis op de Keizersgraft afgefcheiden, en tot een Dogters-Weeshuis gefchikt werdt. Men
: O; Ilandv, t/. 47 p,
Mm 4
|
||||||
.^-
|
||||||
»•
|
|||||
SS* . AMSTERDAMS IILDeei,
Wees- Men plaatfle eenen fleen in den voorgeve!
huis der van het nieuwe gebouw, waarfn -de-naam Tanten van Weeshuis der Collegianten 'werdt uitgehouwen, en het Dogters-Huis kreeg zynen uitgang, langs een' gang, in de Huidenftraat. Het Huis op de Keizers- graft werdt, federt, alleen tot een Jong- mans-Huis gebruikt. Befchry- Men komt, in V laatflgemelde, door een? ving van betimmerden gang, boven welken, twee ver» het zelve. trekjes agter> en hooger, twee Graanzol- ders voor tarwe en rogge, boven eikanderen zyn. Ten einde van den gang, ontmoet men de trap naar de Collegieplaats, en verder naar boven, langs en aan welke, eenige armbofTen gefield zyn, nevens deeze regels van Cornelis van Eeksy voormaals Regent van dit Huis: Geef van uw haaf
Een milde gaaf Ons arme We es en. By ons uw geh, Op winfi gefielt, Is buiten Yrefe; God geeft het weer En nog veel meer Wer, en na defen. " Ten einde van den gang, treedt men in een
ruim vertrek, welk, onder anderen, tot een Slagthuis gebruikt wordt, en de gewoonly- ke doorgang is naar de Plaats en Tuin. Zuid- waards van dit vertrek is de Kamer voor den Binnenvader en Binnenmoeder, en daarna de Jioofeen?die ook het Eef vertrek der Jongens is*
|
|||||
ÏV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 553
Is en uit welken men, door een Wafchhuis, wsei- toegang heeft naar de Bakkery, alwaar 't huis der roggen-en tarwenbrood, voor beide de hui- ^jj^ zen, nu, door een' Bakker van buitens huis, gebakken wordt, 't welk, voormaals, door den Binnenvader, plagt te gefchieden. Bo- ven de bakkery is eene builzolder. Wyders is,in den kooken, de ingang naar deProyi- fiekelder, en, voor de Kamer van den Bin- nenvader enBinnenmoeder, nog een opgang naar boven. Op de tweede Verdieping , heeft men, nevens de Collegieplaats, de Jon, gensSchool,boven welke, eene ingeftoken kamer is, alwaar de Beftierders van de Ar- men-kas der Collegianten , tegenwoordig , eens ter maand, byeenkomen. Voor dee- ze Kamer, is een klein vertrekje, waarvan deeze Beftierders tot een Spreekvertrek ge- bruik maaken. De derde Verdieping beftaat uit vier vertrekken, een, welk tot berging van huisraad dient; eene Kleêrkamer voor de kinderen; een vertrek,tot boekoefening voor de bekwaamften gefchikt, en eene flaapkamer van agt bedfteden, met faaijen behangfels voorzien. In het Meisjes-Huis, naar welk men, door een' open gang inde • Huidenftraat, toegang heeft, ontmoet men eerft, in 't Voorhuis, de Kamer van de Bin- |
|||||||||||||
l *
|
|||||||||||||
nenmoeder: voorts, eene ruime vierkante
Eetzaal, en daarna,den kooken. Onderdee* |
|||||||||||||
ze vertrekken, zyn, eene kelder, die tot
eene School gebruikt wordt, eene Timmer- lootseneene ruime Provifiekelder, die, door houten hekjes, bekwaamjyk , verdeeld is, Mm 5 Naait
|
|||||||||||||
554 AMSTERDAMS IH.Deei.
Wies* Naaft de Kamer der Binnenmoeder , is de
»eis der opgang naar boven, ontmoetende men, op Colle- jg tweec(e Verdieping, de Kamer der Re- genten, een ruim vertrek; waarnevens een kleiner vertrek is: voorts de Wolle-naai kamer, en de Kamer der RegentefTen, in welke, een afgefchooten vertrekje is, welk, tegenwoor- dig , door eene Ziekenmoeder , gebruikt wordt. Op de derde Verdieping, is de Slaap- kamer , voorzien van negen bedfteden en nette kasjes tot berging; de Linnen - naai- kamer, en eene Kleêrkamer, die ook tot eene Ziekenkamer gebruikt wordt, en op welke eene bedftede is. De vierde Verdie- ping beftaat uit eene ruime bergzolder, over 't gelieele huis: en de vyfde, uk twee Kleêr- zolders nevens eikanderen, op eene van wel- ken , een looden regenbak geplaatd is. In beide de Huizen zyn, wyders, verfcheiden* andere vertrekken en gemakken: doch het Dogters-Huis is veel ruimer en beter be- timmerd , dan het Jongmans-Huis. Getal der 'c Getal der Kinderen in beide de Pluizen Kinde- is fomtyds meerder, fomtyds minder ge weeft. ien. In February des jaars 1741, waren 'er zes en dertig in alles. En tegenwoordig, [in Oc- tober 1765], zyn 'er agtjongmans enzeftiejj Dogters. Berti - ^et Weeshuis der Collegianten ftaat, te- ring, genwoordig, onder 't opzigt van vyf R e- genten en drie Regentessen. De Regenten plagten, in 't eerft, of voor hun leeven, of tot dat zy goedvonden, hunnen dienft neder te leggen, 't bewind te behou- den. |
||||
IV-BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 55$
den. Naderhand, is hierin verandering ge- wees.
komen, en het jaarlyks afgaan van een' Re» mm der gent ingevoerd. Doch na 't jaar 1716, zyn Colle- zy wederom, voor hun leeven, aangeblee-GIAKTfiS- ven. In 't begin van het jaar 1744, is 'er op nieuws , eenige verandering gemaakt , kiezende men, federt, de Regenten voor vyf jaaren; hoewel zy, dik wils, verzogt wor- den , länger te willen aanblyven. De Re- gentelTen dienen voor haar leeven, of, tot zy geraaden vinden , haaren dienft af te ftaan. Beide de Regenten en RegentefTen worden, door de dienende Regenten, verkooren. Zy vergaderen, gewoonlyk, des Donderdags, na den middag; de Regenten alle weeken, en de RegentefTen, om de veertien dagen. Het Jongmans-Huis ftaat onder 't onmid- Regle-
delyk beftier van een' Binnenvader en Bin-menten^ nenmoeder , die twee dienllmeiden onder ™0!jbeï* zig hebben. In het Dogters-Huis, zyn eene huizen. Binnenmoeder , en twee Naaivrouwen, die 't Wollen- en Linnennaaijen onderwyzen en oefenen. Ook heeft men hier, tegenwoor- dig , eene Ziekenmoeder, die ook voor de kleine kinderen zorgt, enze, vervolgens, leezen en breijen leert. Ook kernt en havent zy de Meisjes. En in 't afzyn der Binnen- moeder , is haar de zorg voor het Dogters- Huis aanbevolen. De Binnenvader wekt xle - Werk- en Schooljongens: de Binnenmoeder van het Dogters-Huis de Meisjes. De Jongens gaan, na't ogtend-gebed, by tyds, naar hun werk,of naar't fchool,bukens huis: deMeisjes, die, des avonds, binnens huis, door een' aan- geftelden Schryfmeefter, in 't fchryven, on- der- |
|||||
r
|
|||||
55<$ AMSTERDAMS III.DEEt.'
Wees- derweezen worden, naar de Naai- of Breij-
Huis der kamers, alwaar zy onder 't beftier der Naai- «ia»™ vrouren en Ziekenm°eder zyn. De Binnen- * moeders m beide de Huizen hebben 't opzigt over 't bereiden der fpyze, en bewaaren de kleederen der kinderen. Op de fpyze is eene orde beraamd, waarin egter, met kennis der RegentefTen, naar tyds gelegenheid, dik- wils, verandering gemaakt wordt, fchaffen- de men van de gezondfte foort van fpyze, en veeltyds groente en verfqh vleefch' De bovenkleeding der Jongmans is zwart karfaai: die der Dogters Serge des Dames. Na de middagmaaltyd , hebben de kinde- ren, een half uur of een uur, verlof, om op de Plaats of elders in Huis te fpeelen, of zig, op eene andere geoorlofde wyze,bezig te houden. De Jongmans moeten, van den dertienden May tot den eerften Auguflus, en als 't lichte maan is, zonder licht, naar bed gaan, anders met een' lantaarn, die, ten tien of half elf uuren, door den Binnenva- der, afgehaald wordt. De lantaarn, 'met welken de Meisjes naar bed gaan, wordt, ten tien uuren, door de Binnenrnoeder, afger haald. De Jongmans en de Dogters worden, eens om de veertien dagen, tegenwoordig, door twee der Regenten, in de beginfelj van den Chriftely ken Godsdienft, of in Schrif- tuurlyke kennis, geoefend. Ook plagt 'er, des zomers , door de Meisjes, en 't geheele jaar, door de fchooljongens , by beurten, drie of vier avonden in de weeke, iet nut- telyksgelezen te worden: 't welk egter nu buiten gebruik is. De kinderen woonen, de$ Zon*
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 557
Zondags na den middag, de gewoonlyke Ver- Weh; nadering der Collegianten, doorgaands, by. «J* Voor dln middag, gaan de Jongmans, met^J^ den Binnenvader, en de Dogters, met de Binnenmoeder, of eene der Naaivrouwen, of de Ziekenmoeder, by beurten, gemeen- lvk by de Doopsgezinden, die hunne Ver- gadering by 't Lam en den Tooren houden, ter Kerke; hoewel aan zulken, die vyftien iaaren bereikt hebben, op hun verzoek; en aan zulken,die,onder bekwaam opzigt, uit en t'huis geleid worden, ook meermaalen vrvheid gegeven is, om elders, met naame bv de Remonflranten, ter Kerke te gaan; waaraan, onder anderen, toe te fchryven is dat zy, uit het Huis gaande, zig niet by eene en dezelfde Gemeente voegen. De jongmans, die genegen zyn, om het byzon- der Jongelingen - Collegie, welk, veele jaa- ren des Zondags voor den middag, in de 2-ewoone Collegianten - Vergaderplaats, ge- houden is, by te woonen, of te helpen waar- neemen, hebben ook daartoe vryheid. Wy hebbende meeften deezer byzonderheden, de beftiering van het Weeshuis der Colle- gianten betreffende, ontleend, uit twee Re- glementen , voor omtrent dertig jaaren , door de Regenten, opgefteld. Voor 't ove- rige komt de beftiering van dit Godshuis, met die van andere diergelyke Godshuizen, na genoeg overeen. De Regenten hebben, even als die van andere Proteftantfche Gods- huizen, by O&roi van 's Lands Staaten van den agttienden February des jaars 1750» |
||||
AMSTERDAMS III.Deex.
|
||||||||||||||
RooMscfï- regt verkreegen, op de nalaatenfchap van
Katho- zulken , die , in dit Weeshuis opgevoed |
||||||||||||||
LYKE-
Oudjïn-
Armen- CoMP-
EüiK. |
zynde, zonder nakomelingfchap, en zonder
uitkoop gedaan te hebben, overlyden. Ook mogen zy het gene de Weezen, by hunne |
|||||||||||||
inneeming in 't Huis, bezitten, midsgaders
de vrugten van 't gene hun, terwyl zy in 't Huis zyn, gefchonken of gemaakt wordt, en hun, als zy uit het Huis gaan, wederom wordt uitgekeerd , ten behoeve van het Huis, behouden (a). XXII.
ROOMSCH-KATHOLYKE-OU-
|
||||||||||||||
Onder de Roomfehgezinden deezer Stad,
is, ook al voor lang, byzondere zorg gedraagen, voor de arme Leden hunner Ge- meenten , ouden en jongen. Men heeft, reeds in de voorgaande eeuwe, drie Armen- Comptoiren onder hen gehad, die, nog te- genwoordig , in wezen zyn, het: R o o m s c 'k\ Katholyke-Ouden-Armen-Comp- toir, voormaals de Beurs der Katholykc armen genaamd , waaruit alleen bejaarden onderfteund worden, en twee Weeshui- zen , het Maagden - Huis en het Jongens- Hcis. Het Ouden-Armen-Comptoir ftondt, omtrent den jaare 1630 , onder 't bewind van twee Regenten, Gerrit Vermeulen en Jacob Dfrksz. de Roy, die, \n 't jaar 1632, Claas
(4) Refol. Holl. i% Fch, J7jo, hl, i6$.
|
||||||||||||||
Befchry-
ving van bet Roomsch- Katho- J/ÏKE-
OüDEN-
Armen-
CoMP-
TOIÄ. |
||||||||||||||
r
|
||||||||||||||
■
Jt
|
||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GêSTÏGTEN. 559
Claas Schepel en Tsbrand Hem , tot hunne Roomscä« mede-helpers, verkooren. Men vindt geene Katho- aantekeningen van vroeger Regenten. Zy J™^ kwamen, ten dien tyde, en nog lang daar- Armen. na, byeen, in eene gehuurde kamer; doch Comp- hebben, eindelyk, een huis verkreegen, aan toiä. de ooftzyde van den Nieuwe -zyds-Agter* burgwal, digt by 't Spuij, welk, egter, groo- tendeels , verhuurd wordt: houdende de Re- genten, alleenlyk, eene Voor-kamer van het zelve, tot hun Comptoir, in gebruik. In dee- ze Kamer, hangt een getekend Wapenbord der Bezorgeren of Regenten. Voor den fchoorfteen, ftaat een fraai Schilderftuk van den beroemden de Wit, in 't jaar 1754, en dus kort voor zynen dood, gedaan. Het verbeeldt, in een rond fteenen tafereel, in 't graauw, de Evangelifche gefchiedenis der ryken, en der arme Weduwe, hunne gaa- ven, in 't byzyn van den Heere Chriftusen zyneApoftelen, in de Offerkift brengende. Het tafereel, voor welk een gordyn opge- fchooven is, wordt, door een' fchoonen Jon- geling , die de oogen aandagtiglyk om hoog Haat, met de eene hand, vaft gehouden, ter- Wyl hy, met de andere, een ftuk gelds in eene armbos fteekt. Aan de andere zyde, ziet men nog eene hand van agter 't gordyn, insgelyks, eene gift, in eene andere armbos, fteekende. Voorts, leggen, op den voor- grond, eene derde armbos, een zak gelds, en eenige briefjes. Men houdt dit ftuk voor een van de fchoonften, die van de Wit voor- handen zyn. Pe Regenten, veeltyds, Ar- 1 men-
|
||||||
---------------------—i-
|
|||||||||||
J6o AMSTERDAMS IILDeel
%ooMscamenbezorgers genaamd , zy« , federt meer
Katho- dan eene eeuw, vier in getal, en dienen, |
|||||||||||
1.YKE-
OUDEN-
A^MEN- CoMP- TOIft. |
doorgaands, voor hun leeven; wordende»
by 't overlyden van een' derzejven, door de drie overigen, een' ander', in deszelfs plaat- |
||||||||||
fe, gekooren, uit de aanzienjykften onder
de Roomfch-Katholyken deezer Stad. Zy vergaderen, alle veertien dagen, des Woens- dags , wanneer zy uitdeelingen, in geld, doen, aan de behoeftigen. In December, deelen zy ook kaas en gort uit. Van de uitdeelin- gen , die zy, in geld, en in kaas en gort, laa- ien doen, door de Paftoors der byzondere Kerken, hier ter Stede, hebben wy, reeds op eene andere plaats (£), eenigberigt gege- ven, 't Getal der behoeftigen, die van kaas en gort bedeeld worden, beloopt twee en twintig honderd of vier en twintig honderd: en elke portie beftaat uit ééne kaas en drie vierdevat gort. De inkomften van dit Comptoïr komen,
uit de vrugten van eenige giften en Legaa- ten, die, van tyd tot tyd, aan het zelve, gemaakt zyn ; hebbende Burgemeefteren deezer Stad,reeds op den zesden December des jaars 1661, toegedaan, dat zeker Legaat van twee duizend guldens, gemaakt ten be- hoeve der armen van de Room/eb Katholyke Re- ligie ,door derzel ver Armen bezorgers, mögt ontvangen worden (e). En op den zeftienden Maart des jaars 1715, hebben de Regenten, zelfs van 's Lands Staaten, OcVoi bekomen, om,
(h) III. titel, III. Bee^, il. til , m. -
{cj Groot-Meaior. N. V. f. $t vtrfl. |
|||||||||||
■ '
|
||||||
IV.BoeK. Godsh. en Godsd. Gestigten. $6f
biri met kennis van Burgemeefteren, teRooMscH* mogen beuren alle erfeniffen, ten behoeve £«o- hunner armen en weezen, gemaakt (</> öe-0ur)EN. dert hebben de Regenten of Bezorgers van armen- dit Comptoir en van beide de Roomfchge- Comp- zinden - Weeshuizen, van Burgemeefteren, ™1*- verzogt, dat zy bevoegd verklaard mogten worden, om zekere huizen, ftaande op ver- fcheiden' byzondere naamen; doch enkelyk gefchikt, tot onderhoud hunner oude en fonge behoeftigen, wanneer zy het dienlüg oordeelden, te mogen verkoopen: 't welk hun, op den een en dertigften January des iaars 1727, is toegedaan, mids zy de pen- ningen , daarvan komende, beleiden aan kus- ' tingen op de verkogte Perceelen ; aan s Lands Obligatien, of aan Obligatien op de Thefaurie deezer Stad, en dezelven allen, ter Secretarye, deeden brandmerken: ge- lyk, federt,gefchred is. In 't jaar I7i9rzyn zy reeds van Stads Ëxcynzen ontheeven ge- - weeft (e). Voor 't overige, gefchiedt 'er, vier maaien in 't jaar, ten behoeve van dit Comptoir, eene verzameling van aalmoes- fen, aan de huizen der Roomfchgezinden, door eerlyke burgers van den Roomfch-Ka- tholyken Godsdienft, die, hiertoe, door de Regenten , verzogt worden, en de verza- melde penningen aan 't Comptoir brengen, (d) V\N HEüSSEN tn VAN RYN Kerk. Oudh. IV. Deel,
hl iiï." Zie «»4 Privil. van Haari. bl. 609. \e) Refol van den Oud-Raad van Bürgern, van z6 Ja*, VUL Stuk! Nn XXIIL
|
||||||
#■ •"
|
||||||
!
|
|||||||||||
S6z AMSTERDAMS ULDtsu
XXIII.
WEESHUIZEN der ROOMSCB*
GEZINDEN. |
|||||||||||
Befchry- TTan de beide Weeshuizen der Roomfch-
|
|||||||||||
ving van y gezinden, het Maagdenhuis en het Jon*
|
|||||||||||
v
|
|||||||||||
Maag- genshuis, is het
|
|||||||||||
DENHUIS
** Maagdenhuis
Roomscbe-
f F7TN™
den. het oudfte. Men heeft reden om te geloo-
s . ' ven, dat het, reeds omtrent den jaare 1570, enVa> geftigt is. .Immers, by zekere oude aante-^ timme- keningen , ftaan Jaltje Pieters Foppens en «Dg« Marytje Laurens Spiegel, als ftigtereffen, en Jan Michielszoon Loefs, Brouwer, die, in't jaar 1567, Schepen en Raad werdt, als eer- He Regent van het Maagdenhuis bekend, zonder datmy,klaarlyk, gebleekenis, waar de jonge dogters toen gehuisveft werden. Doch met de verandering der Regeeringe, is 'er ook merkelyke verandering gekomen in de beftiering van het geftigt. De Nonnen van S.Margareeten-Kloofter in de Nes, welks Kapel nu de kleine Vleefchhal is, na de verandering, de Stad, voor een groot ge- deelte, ruimende, lieten haar Kloofter be- trekken, door de Weesmeisjes, die 'erblee- ven, tot in 't jaar 1585, wanneer de Stad de Kloofters en Geeftelyke geftigten, welken haar waren afgeftaan, begon te fchikken tot weereldlyk en ander gebruik. De Meisjes wer-
|
|||||||||||
* *
|
|||||||||||
\
|
|||||
IV.ÉOEk. GoDSH; EN ÖoDSD. GesTIGTÉN. 563
werden toen, uit dit Kloofter, overgebragt Wees-
in een huis van Jan Dèyman, aan de weft- huizen zyde van den Nieuwe - zyds - Voorburgwal, R der het vyfde benoorden deLynbaansfteeg,daar QEZIN. de vergulde rondas uithing. Hier zyn zy den. gebleeven, tot in 't jaar 1629, wanneer Zy verplaatft: werden, in het tegenwoordige Maagdenhuis,welk, volgens aanwyzing in den voorgevel, in 't jaar 1628 , geftigt was. De milddaadigheid van twee Regenten, Pieter Pietersz Can en Gerard Kuyfien, heeft hiertoe zeer veel geholpen. Het toeneemen van het getal der Weezen bragt, federt, de Re* genten in de noodzaakelykheid, om het ge- bouw , van tyd tot tyd, te vergrooten, waar- toe men eenigen der naaft gelegen burger- Wooningen aangekogt, en aan het oude ge- ftigt getrokken, of geheellyk hertimmerd heeft: 't welk, noodwendig, aan het ge- heele gebouw, eene ongeregelde gedaante heeft moeten geeven, die men, nogtans, by de jongfte vertimmering, zo veel doen- lyk ware, verholpen heeft. De eerfte ver- grooting is, in 't jaar 16B4; de tweede-, in t jaar 1736, en de laatfle, in 't jaar 1752 i gefchied (ƒ). Het Maagdenhuis (laat op 't Spuij, op den Tegen-
weftelyken hoek van de Voetboogsftraat. woordige Ter wederzyde van de deur, ftaat een yze* 6edaantc# ren hek. In den gang, binnen de deur, en in fommige vertrekken, hangen eenigeoude Schilderftukken, die, voormaals, in Kloos- ter- of andere Kerken hier ter Stede, fchy- neu
(ƒ) Uit medegedeelde Aantekeningen dei Regewen.
Nn 2
|
|||||
„jUSBp------------------------------"
|
||||||
564 AMSTERDAMS III.DeeI;
Wees- nen geplaatfl: geweefl:, en, naderhand, her- hüïz£n waards overgebragt te zyn. In den gang, RöoMscH-hangt;ren mdT aI]aaTr(luk, waarop 't jaartal
gezin- I53° ltaat. In de Linnen-naai winkel, het den. eerfle vertrek ter linkerzyde, of ten ooften, hangt, onder anderen, een ftuk, waarin het Sacrament des Altaars, met het byfchrift, Ecce PANEM Angelorum, dat is, Zie hier het brood der Engelen; een Priefter, en nog dertien knielende Perfoonaadjen gefchilderd zyn, welken men meent, de vier Bürge- meefteren, en de negen Schepenen der Stad te verbeelden. In ééne der Ziekenkameren, ziet men een.ftuk, ter gedagtenifTe van drie afgeftorvene Paters, Jacob Meliszoon, Mees- ter Egbert, en een derde Meefter , wiens naam niet meer leesbaar is; en twee over- leedene Maters, Mary Ghysberts dochter en Machtelt Jacobs dochter, gefchilderd. Doch het Convent of Kloofter, waartoe deeze Pa- ters en Maters behoorden, wordt niet ge- noemd. In de opfchriften leeft men, alleen- lyk, Pater of Mater van dit Convent. Waar- fch^nlyk, wordt 'er S. Margareeten-Kloos- ter , waar de Weezen, oudtyds, geplaatfl waren, mede gemeend. In de Kerk van 't Huis, welke wy, hiervoor (g), befchree- ven hebben, hangt ook eene fchildery, op welke , in afgezonderde vakjes, het ver- meend wonderwerk der Heilige Stede, om- trent zo als in Marius Amfielredams eer ende opcumen , verbeeld wordt. Agter de Linnen-naaiwinkel, eene groote kamer, U eene
(g) III. Detl, III. B*tk3 f/, III.
|
||||||
■HMMBH
|
||||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestïgten. 56*5
eene kleine Binnenplaats, en verder , een Wees«
vertrek, welk, voormaals, de kooken van huizen 't Huis plagt te zyn; doch waar nu onge-Rder maakt Lynwaat geborgen wordt. Ten wes- GEZ1N. ten van den gang, komt men, eenige tre- den. den opwaards, in een Poortaal ; en , van daar, in de Kamers der Regenten en der Re- gentefTen, twee bekwaame vertrekken, die beide op het Spuij uitzien. Voor de Engelfche fchoorfteenen deezer Vertrekken, zyn twee fraaije Schilderftukken, in 't graauw, van den beroemden de Wit geplaatft. Voor den fchoorfteen van de Regenten-Kamer, is de gefchiedenis van Ruth en Boaz; en voor dien dei0 Regenteflen, de zorg voor de Wees- meisjes , op eene zinnebeeldige wyze, af- gebeeld. Het eerfte ftukje is, in't jaar 1745, gefchilderd. Agter de Regenteflen-Kamer, is een vertrek voor de Moeder over de klei- ne Kinderen, die , beneden, van't Spuij af, tot aan de groote Plaats toe, twee flaapver- trekken hebben. Ten zuiden van 't Poortaal voor de Regenten-Kamer, is de Wollen- naai winkel , en daarby een vertrek voor de Keldervrouw, die, beneden, aan de Plaats, nog een vertrek heeft. De Plaats, die ten einde van den gang legt, en winkelhaakswy- ze loopt, is, aan alle zyden, betimmerd; meeft met kleine vertrekken, tot Ziekenka- mers, wooningen voor de Binnenvrouwen en ander gebruik gefchikt. Doch het nieu-- we gebouw ftaat in 't weden. Voor en on- der het zelve, is eene hooge gaandery,rus- tende op drie heele en twee halve kolom- men van blaauwen arduinfteen. Onder de Nn-3 gaan*
|
||||||||||
■
|
||||||||||
506 AMSTERDAMS IILDee!^
Weis- gaandery, zyn de ingangen van den kooken,
huizen een vatenhok en een turf hok beneden, mids- RooLcH-Saders» een §anS naar 'c SPuiJ- Hooger, is
oEziK- eene groote Eetzaal: daar boven, twee flaap-? vw. vertrekken nevens eikanderen, en nog hoo- ger, twee diergelyken. De flaapvertrekkeri zyn van een groot getal van kasjes, tot ber? ging voor de Meisjes, voorzien. Wyders, heeft het Huis verfcheiden' Ziekenkamers, Turf- en Graanzolders,en Bier- en Provifie- kelders aan de Plaats. Ook is hier eene Bakr kery, waar, alleen voor 't Huis, met ééne oven, gebakken wordt. Beftie- Plet Maagdenhuis wordt beftierd, door- ring, vier Regenten en twee Regentessen, die gemeenlyk voor hun leeven dienen. By 't affterven van een' der Regenten, kiezen de drie overigen eenen anderen. Én by 't overlyden eener RegenteiTe, wordt derzelver plaats, door de overgebleevene, met kennis en toeftemming der Regenten, vervuld. De Regenten en Regenteflen vergaderen, om de veertien dagen, des Woensdags na den middag. De Priefter, die, in de Kerk in 't Maagdenhuis, dienfldoet, heeft ook, in 't geeflelyke, het opzigt over de Weeskinde- ren , en onderwyftze in den Godsdienft. Voorts, zyn 'er een goed getal van Binnen- vrouwen, zo om de Meisjes, in 't breijen, en wollen- en linnen -naaijen, te onderwy- zen, als om zorg te draagën voor den koo- ken , de kelders, en 't gene verder tot de huishoudinge behoort. De beflieringder Kin- deren in dit Huis wordt, zo veel de gelegen- heid vaii 't Qeftig& gedoogt, gefchiktnaar ' V
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 567
't gene, in andere Weeshuizen, plaats heeft. Wees-
De fchaforde komt, na genoeg, overeen, huizew met die van het Jongens-Huis, waarvan ter- - ** n i i K.COMSCH*
|
||||||||||
ftond nader.
|
GEZIN-
|
|||||||||
. 't Getal der Kinderen beliep, inFebruary den.
• des jaars 1741, twee honderd en vyftig, en Getal der tegenwoordig, [in September des jaars 1765], Kinde- worden 'er twee honderd twee en veertig,ren* in 't Huis, opgevoed, en een, buiten 't Huis, befteed. De inkomften van 't Maagdenhuis beftaan,
gedeeltelyk, uit de winften der kinderen, die eene tamelyke fomme , met Linnen« naaijen, verdienen; uit de huuren van ee- nige huizen; en uit de intreften van eenige Obligatien. Ook gefchiedt 'er , tweemaal 's jaars, eene Colle&e aan de huizsn der Roomfchgezinden , ten behoeve van dit Godshuis. Het ander Weeshuis der Roomfchgezin- Befchry.
den, het ™ëvan JONGENS-
Jongen s-H u i s huis der
ROOMSCH-
genaamd, ftaat op de Lauriergraft, aan de ®*JjN*
zuidzyde, tuflchen de twee laatfte bruggen. D e Weesjongens werden, tot in't begin dee- zer eeuwe,inbyzondere huizen,befteed.De tweeeerfte Regenten over dezelven, zover menze aangetekend vindt, waren Cornelis Noorman en Pieter van Sckorel, en dienden, in 't jaar 1664. Doch het tegenwoordige Wees- huis werdt, eerft omtrent den jaare 1700, geftigt. Boven den ingang van 't Regen- tenrQomptoir > van binnen, leeft men, dat Nn 4 al'
|
||||||||||
* AMSTERDAMS IH.Debi.
Wkes- aldaar, op den zeven en twintigflen Oéfr>
HuizEif ber des jaars 17er, de eerfle zitting derRe- Rtnltc«- Senten gehouden is. Het Huis is, federt, GvziN- merkejyk, vergroot en verbeterd. De zui- D£N. delyke vleugel, daar de Eetzaal is, is, in 't |
|||||||||||||||||
■ ' 1
►ai
|
|||||||||||||||||
jaar 1706, getimmerd. Agter den zelven,
|
|||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||
heeft men, in 't jaar 1747, eene nieuwe
Bakkery en uitgang in de Elandsflraat ge-r bouwd, over eene open plaats, van welke het Huis , aan deeze zyde , licht en lugt fchept. Men treedt, van de Lauriergraft, door eene groote Poort, in een' gang, met "eene gaandery, op drie hooge houten pilaa- ren ruftende, ten ooften, en de deur der Kerke, welke wy, hiervoor (g) , befchree- ven hebben , ten wellen. Voorts , komt men op eene groote, vierkante, beftraatte Plaats, met zeven boomen bezet, en een fier- lyke regen- en putwaters-Pomp, in 't mid- den, 't Gebouw van 't Weeshuis is, langs drie zyden van deeze Plaats , getimmerd. Langs de vierde, of noordzyde , flaat de Kerk, en een pakhuis en woonhuis, die door 't Huis verhuurd worden, en op de Lau- riergraft ingaan. In den ooflelyken vleu- gel van 't gebouw, ontmoet men, eerfl, de School, voorzien van een kagchel en plaats voor den Meefler en Ondermeefler: voorts, het RegenteJJen-Comptoir, waarin, zo wel als in een klein vertrekje, naad het zelve, be- flooten kaffen zyn, tot berging van kleede- ren en floffen tot kleedinge. Hierop volgt het Comptoir der Regenten. In ieder deezer £omptoiren, die niet groot; doch net be- (f) lil. Dert, III. Hielt, bl. JI5? |
|||||||||||||||||
.t
|
|||||||||||||||||
N •
|
|||||||||||||||||
- ■
|
|||||||||||||||||
ïV.Boek. Gobsn. en Godsd. Gestigten. 569
hangen zyn , heeft men een' Engelfchen Wes^t
fchoorfteen en fchoorfheenftuk, gefchilderd huizew door een' gewezen Binnenvader van 't Huis, R aer Brouwer genaamd. Onder 't ftuk in 't Re- G£Z1j,. genten-Comptoir, zynde eene zinnebeeldige den. vertooning van de zorg voor de Weezen, leeft men: Uit Liefde tot de Wees fproot dit Rooms-
|
||||||||||
huisbefiier.
Barmhartigheid enßrafis hy de Vaders hier» En onder 't ftuk, in 't Comptoir der Regen-
tenen , verbeeldende twee deftige vrouwen, bezig met bezorgen van behoeftige Wees-? kinderen: Door Moeders vlyt en dienjl, kleedt, fpyfl
men d'ouderloos. 1 Goed is 't die dankbaar ist en deugd omhelß altoos. Boven deeze vertrekken, en de gaandery in
den gang, is een groot flaapvertrek, waar- op twee Kamers, voor de twee Schoolmees- ters , afgefchooten zyn. Verder zuidwaards, heeft men twee Ziekenkamers boven eikan- deren , ieder van zes krebben voorzien. In den zuidelyken vleugel van 't gebouw ,-is de Eetzaal, naar welke men, langs tien hard? fteenen trappen , optreedt. Boven deeze zaal, is een Ilaapvertrek voor de Schoolkinr deren: en agter deezen vleugel, over eene agterplaats, is de Bakkery?, daar, met één' oven, alleen voor 't Huis, gebakken wordt. Boven dezelve, is eene builzolder, en hier* omtrent, beneden , is de Kleêrenmaakers? Nn 5 win.
|
||||||||||
5
|
||||||||||
570 AMSTERDAMS IILDeel;
Wees- winkel van 't Huis. In den weftelyken vleu*
huizen gel van 't gebouw, heeft men nog eene gaan-
der dery, die op zes houten pilaaren ruft. Hier-
GE°zrNSC °P vo^c een vertrek voor den Binnenvader
pen. en Binnenmoeder, en een groote kookenT Hooger is de ilaapkamer voor deeze twee Suppooften, en een vertrek voor de Linnen- naaifter van't Huis. Ook zyn hier de graan- en provifie-zolders, een rookhok enz. Be-r neden, in 't zuiden, heeft men, koele Bier- en Boterkelders, vatenhuis enz. Boven de deuren der meefte vertrekken, ftaan Spreu- ken der Schriftuure , in 't Latyn en in 't Nederduitfch, vermaaningen tot zorg voor de Weezen behelzende. Mie- De beftiering van dit Weeshuis ftondt, J^s« weleer, aan twee; doch ftaat nu aan vier Regenten, en twee Regentessen Zy dienen, gemeenlyk , voor hun leeven. By't openvallen eener Regentsplaatfe, verkie- zen de overige Regenten eenen anderen. De plaats eener RegentefTe wordt,door de over- gebleevene, vervuld. De Regenten vergade- ren , om de veertien dagen, des Woensdags na den middag. Doch de RegentelTen hebben geenen bepaalden tyd van byeenkomen. De inkomften van dit Weeshuis zyn, gedeelr telyk, van dezelfde natuur, als die van het Maagdenhuis. Ook gefchïedt 'er, tweemaal 's jaars, eene Collecte, ten behoeve van het zelve, aan de huizen der Roomfch-Katho? lyken. Suppoos- De Suppoofien of Bedienden van het Huis ten. Zyn gen Binnenvader en Binnenmoeder, die vyf
|
||||
ïV.Boek. GoDSH.EN Godsd.Gestïgten. 571
vyf dienflmeiden ten hunnen bevele hebben, Wees-
cene kinderenmeid , eene kookenmeid en huümi drie werkmeiden. Voorts , zyn 'er twee der Schoolmeefters , een Broodfnyder en eene ge^?0^ Linnen-naaifter. Alle deeze Bedienden woo- den, nen in 't Huis. Doch de Bakker, t wee Kleê* renmaakers, en een Schoenlapper, ten diertfte van het Huis, hebben hunne wooning bui- ten het zelve. De kinderen worden, in leezen , fchry- Onderr
ven, rekenen, en in de vreeze Gods, on- JJ7s,de^ der weezen. Zy moeten, 's morgens en %J™ e" avonds, hunne gebeden leezen, onder an- deren , biddende, voor de Regenten en Wel- doeners van 't Huis, zo wel die overleeden Zyn, als die nog leeven. Zy zyn gehouden, naarftiglyk, ter Kerke te gaan ; doch ten, hoogfte, met hun zeflen by eikanderen, zon- der zig ergens, buiten 't Huis, in grooter getal, byeen te voegen. De Jongens,die, door de Regenten, op een ambagt befteed worden, hebben vryheid, om het, vier, vyf, of zes weeken, te beproeven, eer zy zig, by de Regenten, behoeven te laaten aantekenen. Men bedingt, by de beftee- ding, dat de Meefters hen, van den eerften April tot den eerften O&ober, ten agt; en van den eerften O&ober tot den eerften A- pril, ten zeven uuren, naar huis moeten laar ten gaan, ten ware zy noodig werk voor hun hadden: in welk geval, zy gehouden zyn, hun 's avonds den koft, en 's nagts huisves- ting te geeven. De Poort van 't Huis wordt, '$ winters na negen, en 's zomers na tien uu- ren, |
||||
,-------------------------------------1---------------,-----------------------------------_
|
|||||||||
572 .- AMSTERDAMS III.Deei;
Wees- ren , niet geopend. Het overtreeden der
huizen Reglementen van het Huis, met naame, 't der verzuimen van 't werk, het uitblyven by CH°°^fCII"nagt, het vloeken , dobbelen , zwemmen ben., zonder verlof, en andere ongeregeldheden, worden, naar haaren aart, met meer of min^ der ftrengheid, en fommigen, voor de der- demaal begaan zynde, met uitzettinge uit het Huis, geftraft. EïSaffii ' De fpys, die in dit Weeshuis gefchaft y wordt, is, V Zondags en 's Woensdags, 's middags , graauwe erweten , of groente, naar den tyd van 't jaar, en een ftuk vleefch en brood toe, en 's avonds, karnemelk met meel, en een boterham toe. Doch federt vier jaaren, wordt 'er, op eiken eerflen /ondag in de maand, 's middags, verfch .vleefch met foupe opgedifcht: waarin, nog onlangs , deeze verandering gekomen is, dat 'er, thans, alle Zondagen, verfch vleefch gefchaft wordt, 's Maandags, fchaft men, 's middags, groene erweten met langj'nat,en kaas en brood toe, en 's avonds zoetemelk met gort, en een boterham toe. 'sDingsdags, eet men, 's middags, dikke gort, in den Zo- mer, met karnemelk, en in den Winter, met vet, en 's avonds, karnemelk met gort, en een boterham toe. 's Donderdags, wordt 'er, 's middags, witte boonen met zuuren doop en kaas en brood toe, en 's avonds, karne- melk met gort en een boterham toe, opge- difcht. 's Vrydags, fchaft men, 's middags, dikke gort met zoetemelk, en kaas en brood toe, en 's avonds, karnemelk met meel en een
|
|||||||||
I >
|
|||||||||
■---------------------------"•«■"■"
|
||||||||||||||||||
tV. Boek. Godsh. en Godsd. Gest igten. 573
een boterham toe. 't Saturdags, wordt 'er,BEOYN-
's middags, karnemelk met gort gekookt, Hof.. èn kaas en brood toe, en 's avonds alleen- lyk een dubbele boterham gegeten^ De bo- venkleeding der Jongens in dit Huis is ros- verwig Laken of karfaai. Men berigt my, dat het getal der kinde- Getal,
ren in dit Huis, in 't jaar 1741, twee hon- derd en twintig beliep. Tegenwoordig , [in September 1765] ,worden 'er honderd een en tagtig geteld. |
||||||||||||||||||
: 1 ■
v
|
||||||||||||||||||
XXIV.
|
||||||||||||||||||
B E G Y N-H O f,
Wy voegen , by de befchryving der Befchry-*
Roomfch - Katholyke - Armen - Ge- ™g ftigten, de befchryving van het Begyn-}£"y£ Hof, fehoon in zynen oorfprong niet voor Hof. behoeftigen aangelegd; om dat wyze, nergens, bekwaamlyker weeten te plaat- fen.
Het Begyn-Hofïs een van de oudfte Oudheid,
Geeftelyke gefügten, hier ter Stede. Wy hebben, by eene andere gelegenheid (£), aangetekend, dat het, in 't jaar 1389 * reeds in ftand was; doch, federt, is ons, uit ver- scheiden' egte ftukken, die nog, onder de MeefterefTen of Moeders der Begynen, be- ruften, en ons, door den Paftoor van't Hof, ter hand gefield zyn, klaarlyk, gebleeken, dat
|
||||||||||||||||||
(h) I. Detlt I. Bitkj iU ie».
|
||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||
•
|
|||||
#4 AMSTERDAMS IILDeè£.
Éegyn- dat het ten minfte vyf en veertig of vyftig
Hof. jaaren ouder is. Wy zullen de voornaam- ften deezer Hukken, van de meeften van welken nog genoegzaam geen gebruik ge- maakt is, aan 't einde van dit Boek, onder de Byliagen , plaatfen, en de Hiftorie van 't Begyn-Hof, uitdezelven, hier, zo veel ons doenlyk zy, tragten op te helderen, tëiftorie. Voor 't jaar 1346, fehy nt het Begyn-Hof* of begbynhuys , gelyk het toen genoemd werde, door eenige Begynen, die, in dien tyd, en nog dikwils naderhand, ioncfrouwen genaamd werden, in huure of ter leen, ge- bruikt te zyn. Doch op den een en der- tigften July des gemelden jaars, droeg Coppe van der Lane, wien 't gebouw toebehoorde, het den ioncfrouwen den beginnen tot enen wieft eyghen op. Van d^n Schepenen-brief, waar- by deeze opdragt gefchiedde , is nog een oud affchrift, op 't Begyn-Hof, voorhanden, welk wy, hier agter, in de Bylaagen (*), hebben doen nadrukken, 't Geftigt lag, in dien tyd, aan de Stads oudfte graft, ten wes- ten , en was, ooftwaards, door eene andere graft, die met de Stads graft gemeenfehap hadc, en federt de Begynengraft genaamd is, gefcheiden van de Bindwyk of Birmenwyk, nu de Kalverftraat. >Doch of het Begynhuis geflaan hebbe in Tsbrandts Landt, welk, in de Handveft van den jaare 1342, vermeld wordt, en, gelyk wy, elders (£), getoond hebben, hier omtrent gezogt moet werden, zou
(i) L*. D. N. I.
«) I. Dc*lt I. *»<*, tl, 3*. iU
|
|||||
ÏV.Boek. Godsh. enGodsd. Gestïgten. 575
zou ik niet durven verzekeren. Maar, door beoyi** '
dit Land, liep eene Laan, naar welke, Cop* Hon pe van der Lane, de oude eigenaar van 't Be«» fynhuis, fchynt genoemd geweefl te zym
)ie Laan heeft, naar men vermoeden mag, tot het Begyn-Hof behoord, en zig, langs de Begynen-graft of Begynen floot, uitge« ftrekt. Immers, ik vind, dat Burgemeefte- fen, in't jaar 1545, orde Hellende op het diepen der gemelde floote, 't welk, door de buuren, gefchieden moeft, bevalen, dat men niet flegts de paaien; maar ook de wortels der boomen uit dezelve uithaalen zou (/). En hieruit volgt klaarlyk, dat 'er, van ouds, boomen geftaanhebben, langs of op de plaats der Begynen-grafte, welke boomen fchynen te hebben behoord tot de Laan, van welke, in de Handvefl: van den jaare 134a, gewaagd . wordt. De Begynen, die, federt, het Hof bewoonden, betimmerden het, van tyd tot tyd, en, naargelang dat haar getal aangroei- de , met nieuwe huizen; en de Regeering beval, op den vyf en twintigften April des jaars 1389, dat de gebouwde of aangekogte huizen, door de bezitfters of derzelver erf- genaamen , aan niemant, noch op, noch buiten den Hove, zouden mogen verkogt worden, dan met gemeene bewilliging van alle de Begynen. Wy plaatfen den brief 5 die dit bevel behelfl, hier agter, onder de Bylaagen (w). 't Is aanmerkelyk, dat de Begynen, in den zelven, arme bagbinen ge- noemd (l) Groot.Memor. N. II- f* $J verft
\m) L*. D. AT« z, |
||||
■' ■■■.W..'.»»i '-------------------'--------------------------------—^^"
I
" )
|
||||||||
SfÖ AMSTERDAMS IILDeei;
ÈE6YN- noemd worden. Men gaf haar egter, na-
Hof. derhand, wederom den naam van ioncvrou- wen. Hertog Albrecht van Beijeren , de Begynen te Amfterdam, in 't jaar 1393, in zyne byzondere befcherminge neemende , gaf haar, ten zelfden tyde, eenen Regel, waarnaar zy zig, voortaan, voegen moeiten, en die nog, in de meefle en voornaamfle opzigten gevolgd wordt. Wy hebben 's Hertogs Handveft hier agter. (n) geplaatfl, naar een oud affchrift, op pergament ge- fchreeven, 't welk men, met de uitgaave van anderen (0), vergelyken kan. De Be- gynen * federt toeneemende in vermogen, begonden, ten zuiden van haaren Hof, daar 't water, van ouds, veel breeder was dan in laater' tyd, land te winnen, en aan te hoogen. En in 't jaar 1417, werdt haar dit land , by de Wethouderfchap , afge* ftaan, mids zy van het zelve eenefiraete, ter breedte van veertien voet, en zig {trek- kende , nevens eene ftraat van gelyke breed- te , die 'er toen reeds lag, van der nyen brug* ge, die gelegd was ouer der bagbinen grafie, daar zy nog legt, weftwairt tot ander Jiede gr af te, leggen lieten. De Stad leide, ten zelfden tyde, eene ftraat van zeftien voeten breed, tuflchen 't Begyn-Hof en der Stede graft, ten weften, met belofte van, op dit erf, nimmer eenige huizingen te zullen ftel* len, uitgenomen muuren Of tOOrenS,tOtbe- Ve51■ |
||||||||
<^l) Lt. D. H. 3.
l#; VAN HEWSSSN en VAN RYN Kak. Oudh. IV. Dvl,
ii. aco. |
||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GESTXGTEN. 577
veftiging der Stede (p). Doch in 't jaar 1511, Begyn.
werdt dit erf gefchonken aan 't Begyn-Hof, Hof. door welk, het, federt, betimmerd is (q). Midlerwyl, hadt het Kapittel der Lieve- Vrouwe-Kerke in den Haage,met toeftem- minge des BilTchops van Utrecht, reeds in 't jaar 1419, belaft, dat het Begyn-Hof niet verder bewoond zou worden, dan tuflchen der Stede veße, die toen was, en de Begynen- graft. De Begynen-Kapel was toen reeds in wezen, en is, miflchien, niet lang voor dien tyd, geftigt ge weeft, om dat, toen eerft, aan Maagden en Weduwen, wonende opten beghynhoue, veroorlofd werdt, eenen wee- reldlyken Priefter te kieken, tot haaren Ka- pellaan (r). Doch de Kapel en 't Begyn-Hof verbrandden,ongelukkiglyk, inden grooten brand van den drie en twintigften April des jaars 1421, die een derde gedeelte der Stad verteerde (j). Beide het Hof en de Kapel werden egter, federt; wederom opgebouwd. En vindt men, dat Meefter Bacrnt Dircxf&en> in, of omtrent het jaar 1475, zekere jaar- ■ lykfche fomme gemaakt heeft, tot voldoe- ninge der huishuure van drie arme Begynen, die men, ten allen tyde, op 't Begyn - Hof, moeft laaten woonen (f). Het Begyn - Hof heeft, na zyne herbouwing, den naam van het ronde Hof of ronde Begynbof gekreegen. De v
(p) Zie Bylaagen £». D. N. 4«
(q) Gtoot-Memor. N. 1. ƒ. zöi ,#» BylaagenLt.D.N.7.
(r) Zie Bylaagen Lt. ü. N j.
, (s) Vermeerderde Ueka in Matth.ïi Anal. Tom. III. f. 3»8. \t) ZU Bylaagen Lt, D, N. <s.
VUL Stuk. O o
|
||||
578 AMSTERDAMS HI. Dm;
De Poort voor het zelve , die nog in we-
zen is, fchynt, in 't jaar 1574, vernieuwd te zyn, gelyk, uit dit jaartal, welk boven dezelve ftaat, is af te neemen. Vier jaaren laater, werdt de Regeering hier ter Stede veranderd. De Kapel op 't Begyn-Hof werdt toen, gelyk andere Geeftelyke gebouwen, eenen tyd lang, tot weereldlyk gebruik ge- fchikt, en, eindelyk, aan de Engelfche Pres* byteriaanen ingeruimd, gelyk wy, ter zyner plaatfe (a), hebben aangetekend. Het Be- gyn-Hof zelf, beftaande uit eenige byeen- gevoegde wooningen, aan byzondere per- foonen toebehoorende, werdt niet aange- merkt als de Nonnenkloofters hier ter Ste- de , die ontruimd, en tot ander gebruik ge- fchikt werden. Men liet de Begynen in haa- re eigene of gehuurde wooningen bly ven; en zy zyn 'er gebleeven, tot op deezen tyd toe Zelfs heeft men den bewoonfteren van 't Begyn-Hof in 't gemeen de kelder onder de Sacriftie der Begynen-Kapelle , tot een wafchhuis, laaten gebruiken, 't Vertrek bo- ven deeze kelder was, na de verandering cfer Regeeringe, de Gilde-Kamer van 't S. Jozefs- of Timmermans-Gilde ge weeft. In 't jaar 1665, werdt het aan de Ykers der maaten ingeruimd. Drie jaaren laater, werdt het ook ten dienfte van de Overluiden der Zydereederen gefchikt. En deeze laatften zogten, in 't jaar 1674, de bewoonfters van 't Begyn-Hof van 't gebruik der gemelde kelder te ontzetten. Doch Burgemeefteren heb-
Cu) III. Deel. II. B»eit hl. SfO,
|
||||||
IV.BOEK* GODSH. EN GODSD. GeSTÏGTEN. $?$
hebben 't haar, op den negentienden Maart becyn-
des gemelden jaars, uitdrukkeïyk , toege- Hof. weezen (u). Het Begyn - Hof is rondsom bezet met Gelegen-
meer of min net gebouwde wooningen, die, Jjdd en of door Begynen, of door Weduwen en be-J daagde Dogters van den Roomfchen Gods- dienft, bewoond worden. Sommigen woo- nen, in haare eigene, anderen, in gehuurde wooningen. In 't midden van den Hof, leg- gen twee Bleekvelden , een groot en een kleiner, en beide, met laage muuren, waar op houten hekken (taan, van den weg, ronds- om , en dwars over den Hof, afgeflooten. Wyders, is de Hof, in 't ronde, met hoo- ge, gefchooren, meeft wilde Kaftanjen- en Lindenboomen bezet. Voor de meefte woo- ningen , flaan, ter wederzyde, en naar voo- ren, houten hekjes , die dezelven van de Plaats affluiten. De voornaamfte toegang naar 't Begyn-Hof is, uit de Begynenfleeg, in de Kalverflraat, langs eene houten brug, die over de Begynen-floot legt, door de reeds gemelde oude Poort, boven welke, men een af beeldfel ziet van S. Urfula, eenigen der maagden van haargezelfchap, onder haaren wyden mantel, bedekkende en befchermen- de. Doch, voor omtrent veertig jaaren, heeft men, op aanzegging van Burgemees* teren, om meer plaats te hebben voor de rytuigen, die, fomtyds, de Kalverflraat te zeer belemmerden, nog eenen ingang naar den Hof gemaakt, agter de Begynen, aan 't
(v) Groot-Meraor. JY. VI. ƒ. i$2,
OO % |
|||||||
•-.
|
|||||||
5So AMSTERDAMS IH.Dee£.
BE67N- 't Spuij, die egter alleen geopend wordt,
Ho/. wanneer de Roomfehe Kerk aan- en uit- gaat. Oor- De orde der Begynen is van Nederland- fprong fchen ooriprong. Sommigen meenen, dat
o^ der zv> ^oor ^" ^eêêa9 Dogter van Pepyn
Begynen.van Landen, Hertog van Brabant, in de zevende eeuwe, ingefteld, en naar dezelve genoemd is (w). Doch anderen beweeren, en onzes oordeels met meer waarfchynlyk- heid, dat de orde der Begynen, omtrent den jaare 1170, is ingefteld, door eenen Pries- ter van Luik, Lambert Begghe oïLe Begue, dat is, de Stamelaar, genaamd, die eenige Weduwen en Dogters bewoog, om onge- huwd, en in gemeenfchap te leeven (#), en zig, met haar handwerk, en met Gods- dienflige oefeningen, bezig te houden, zon- der zig, daartoe, nogtans, door onverbreek- baare geloften, te verbinden. Zy namen, in 't kort ,fterk toe, in de Nederlanden, al- waar alommeBegynhoven werden opgeregt. Doch in den aanvang der veertiende eeuwe, hingen eenige Begynen de doolingen aan van eenen Minderbroeder , Pieter Jan d'Ülha genaamd, die, in de Kerkvergadering van Vienne, in't jaar 1312, veroordeeld wer- den. De orde der Begynen werdt, in de- zelfde Kerkvergadering, te niet gedaan. Doch fommigen meenen, niet zonder grond, dat de Kerkvergadering niet beoogd hebbe, de Ne-
(w) Vide Mir^i Opera Diplom. Tom, I. p. iis, zi6t
429. Tom. ir. />. 9*8, 99t- (x) Magnum Chron. Belg. ad annum 1:6$. f, zie« ai
Ann, lioj. p, 2J2. Edit, Ptfttrii. |
||||
IV.Boek. GoDSH. enGodsd.Gestióten. 581
Nederlandfche Begynen,die regtzinnig ge- bsgyn-
bleeven waren , en zig binnen de paaien Hof. haarer eerde eenvoudige inftellinge gehou- den hadden, te veroordeeien (y). Immers, men vindt, dat de Biffchop van Kamerykde Begynen van Antwerpen, in't jaar 1323, van de gemeene doolingen der Begarden en Begynen vry verklaard heeft (2). Ook heb- ben de Paulen de voorregten van fommige Begynhoven, in laater' tyd, meermaalen be- veiligd (a). De blaam van onregtzinnigheid, die op eenige Begynen gelegd was, fchynt nogtans anderen, naderhand, bewoogen te hebben, om zig, liever Urfulinen dan Be- gynen , te laaten noemen. De Amfterdam- f che Begynen, die altoos Begynen genoemd zyn, hebben ook, zonder zig egter aan S. UrfLilas regel te binden, S. Urfula, zo wel als S. Jan, tot haare Patroone verkooren: 't welk dan ook de reden is, waarom zy S. Urfula, met eenigen haarer Maagden, bo- ven de poort van 't Begynhof, en elders op den Hof, hebben uitgebeeld. De Begynen, die hier, federt eenige jaa- Eeffie-
ren, wederom zyn toegenomen in getal, en ril">g e« thans ruim dertig haaien können, ftaan on- ^egcl der der de beftiering van vier MeeflereJJen, die, ^"er * van ouds, en nog tegenwoordig, Moêrs of Stede. Moeders genoemd werden, en deeze waar- digheid , voor haar leeven, bekleeden, wor- dende , by 't affterven van eene derzelven, door
fj) Voyex. FLEURY Hift. Eccl. Tam. XV. />. 350. Tom,
XïX. j>. zofS. (z.) Vide MiR.i'M Opera Dipl. Tom. I. p. zij.
{a) J. F. FOPP&NS N0V9 Dipl, coli, p. zos , lp;, O03
|
||||
58a AMSTERDAMS III.Deel.
Begyn- door de overigen, eene andere gekooren, H°F- in derzelver plaatfe. De MeefterefTen, van welken wy fpreeken, droegen, in 't begin der vyftiendeeeuwe,den naam vmBewaer- ßeren des Begynhofs, en waren toen maar twee in getal. Zy hadden regt, om, ne- vens zeven van de oudfte Begynen, eenen weereldlyken Priefter te kiezen tot eenen Kapellaan, die ook den naam van Pater, Vader of Overfle der Begynen droeg, wel- ken hy nog heden voert. Hy, of zyn ge- magtigde waren alleen bevoegd verklaard om der Begynen biegt te hooren; dezelven vry te fpreeken, boete op te leggen, en met de Sacramenten, byzonderlyk, met het laatfte Oliefel, te bedienen (b): in welk regt, de Paftoor van 't Begynhof, als Overfte der Begynen , zig , nog tegenwoordig, hand- haaft. Ondertuflchen, hebben Burgemees- teren , van ouds, ook de hand gehad in het beroepen van eenen Pater of Overfte der Begynen. Immers, ik vind, dat zy, op den negenen twintigften May des jaars 1477, Meefter Herwycb Gysbertszoon, Amfterdam- mer, die, te Heidelberg, een kerkelyk Be- neficie hadt, by eenen Brief, die, in de Stads Regifiers (c), geboekt ftaat, genodigd heb- ben, om het regiment van de begynen, die hoer pater onlanx geflurven was, an te nemen onder belofte van hem zekere jaarlykfche fomme, tot zyn onderhoud, te zullen toe«, leggen. Oud.
(b) zie Bylaagen U. D. N. s.
(cj Ciioot-Metïior, N, I. ƒ, 59, |
||||
ÏV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GeSTIGTEN. 583
Oudtyds, en volgens de Handveft van Becyn-
HertogeAlbrecht van den jaare i393,mog- Hof. ten de Begynen geenerlei bewind van wee- reldlyke dingen hebben: 't welk egter zo niet fchynt verdaan te zyn, dat men haar niet, federt, altoos, zo ver my bekend is, het bedier haarer eigene tydelyke zaaken toe- gelaat en heeft: 't welk zy ook nog tegen- woordig hebben. Sommigen oefenen 't een of 't ander vrouwelyk handwerk: anderen leeven van haare eigene inkomden. Voor 't overige, leezen zy haare Gebeden en Ge- tyden, in 't Nederduitfch, zo wel in haare wooningen, als, dagelyks, in de Kerke. Zy neemen de laden vanden Hof,alshetPoor- tierfchap, het Koderfchap enz. by beurten waar. Ook draagen zy zorg voor 't fchoon- houden der Kerke, en 't verderen van den Altaar: alle welke dienden haar, door de MeederefTen, worden opgelegd. Zy wor- den , na dat zy, eenen geruimen tyd, be- proefd zyn, door denOverde en de Meede- refTen , plegtiglyk ontvangen, of gekroond, ge- lyk men 't noemt; waarna zy de Meederes- fen, in gewigtige gelegenheden, tot raad dienen, en de gemeene laden van den Hof helpen draagen. Als een Begyntje eerd aan- genomen is, 't welk ook, plegtiglyk, door den Overde, gefchiedt, moet zy, zes wee- ken lang, binnen den Hof blyven, en in't eerde jaar, niet uit de Stad gaan. Zelfs mo- gen de Begynen in 't geheel niet uitgaan om boodfehappen te doen, zonder daartoe , maandelyks, verlof te vraagen van deMees- Oo 4 te-
|
|||||
•
|
|||||
584 AMSTERDAMS IÏÏ.Deei.
. tereflen. Van den Advent tot aan Kerfltyd,
en van Vaflenavond tot aan Paafchen, mo- gen zy niet buiten den Hof ter maaltyd gaan. Op Kermisdag, en 's Maandags en's Dings- dags daarna, noch op eerften Paafch-, Pm ki- ller- en Kerfldag, mogen zy niet alleen niet ter maaltyd gaan, maar ook niet aan ftraat gaan kyken. Op de Zon- en Feeftdagen, mogen zy niet uitgaan, zonder merkelyke oorzaak, zelfs niet, na dat de Vesper of A- vonddienfl geëindigd is. Uit de Stad gaande, mogen zy niet verder reizen, noch langer uitblyven, dan zy verlof hebben. Zy mo- gen op geene Bruiloften, noch groote Gaft- maalen gaan, daar veele weereldlyke Perfoo- nen zyn: ook niet naar KermifTen of Jaar- markten trekken: en zelfs niet,zonder ver- lof, buiten den Hof gaan eeten, veel min vernagten. Zonder verlof van den Overfte en Meeflereflen, mogen zy niet van de ee- ne wooning in de andere verhuizen. De MeeflerefTen mogen, by raade van de Oud* flen, eene Begyn, die zig ongeregeld ge- draagt, uit den Hof zetten, en onderhoud weigeren. Doch 't is hiet zonder voorbeeld, dat Burgemeefleren aan de Meeflereflen be* lafl hebben, zekere Begynen, die in der- zelver ongunfl vervallen waren, vrye woo« ning en onderhoud toe te leggen (d). Na negen uuren, moet elk in haare wooning wezen, en na tien uuren, moet het licht worden uitgedaan, behalve daar zieken zyn. Pe Begynen moeten, vlytiglyk, ter Kerke (4) GiooMJemor. #. X. ƒ. uj, ?o$t
|
|||||
#
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 585
komen, en op het leezen haarer Leflen of begvK« Getyden agt geeven. Haar gewaad en huis-Hof. raad moet zedig zyn. Zy mogen niet dan gekleed voor den dag komen, en niet dan meteene kaper over den Hof of uitgaan. Tot voorkominge van gedruifch op den Hof, mogen 'er geene haanen noch honden ge- houden worden. Ook mogen 'er geene Vrien- dinnen der Begynen of anderen vernagten, zonder verlof van de Meeftereffen: en knegt- ies, die boven de drie jaaren oud zyn, in 't geheel niet. Hertog Albrecht hadt reeds belaft, dat geene vreemde mansperfoonen op den Hof mogten eeten, behalve de arbei- ders, die aldaar werken moeften (e). En federt is 't eene beflendige gewoonte geweeft , dat men, overeenkomftig met de inftellingen van andere Begynhoven (ƒ), geene mansperfoo- nen op het Begyn-Hof heeft laaten vernag- ten, dan den Paftoor en zynen Kapellaan. De meeften der gemelde byzonderheden zyn vervat in den Regel der Begynen, uit agttien Leden beftaande. Hy werdt, in 't jaar 1731, door den Paftoor op 't Begyn-Hof, Francis- co Cornelius Dierout, aan Burgemeefleren overhandigd, ter gelegenheid, dat fommigen beweerden, dat het Begyn - Hof begreepen was,onder de Roomfch-Geeftelyke Gefüg- ten , aan welken, volgens het Plakaat van den vierden May des jaars 1655 (g), niets, by uiterften wil, mögt gemaakt worden. Doch de
f e) Zie ISvIaaeen L*. D. N. t-
(f) Vide MATTH.ïi Fundat. & Fata Ecclef. Lilr.l.p. 3*L
(l) gxooi-Hakaatb. I. Deel, kjt. ïjya.
|
||||
5S6* AMSTERDAMS III.D£Et.
Bepïn- de Paftoor wees hiertegen aan, dat het Be-
Hor. gvn-Hof geen Kloofter was; dat de Begynen vryheid hadden, om den Hof, ten allen ty- de, wederom te verlaatenjdatelk haarerde vrye befchikking over haare goederen be- hieldt, en dat de Regel, waarnaar zy zig, op 't Begyn-Hof, gedroegen, enkelyk ftrek- te, om de ruft, gefchiktheid en goede orde onder de bewoonfters te bewaaren (b): welke redenen zo veel ingang vonden (/), dat de Begynen, federt, altoos, gelyk te vooren, vryelykjby uiterften wil, over haare goede- ren hebben mogen befchikken, ook ten be- hoeve van Bewoonfters van den Hof. Men laat haar ook nog toe,het Begyn-Hof, 's a- vonds, te fluiten, en de Poort, door eene Poortierfche, altoos eene der Begynen, te laa- ten bewaaren. En gelyk haar, reeds in't jaar 1419, eene vrye begraafplaats, binnen den Hove, ten behoeve van den Kapellaan of Paftoor, den Kofter en alle de Begynen, toe- geftaan is (k); zo worden, nog tegenwoor- dig , de Begynen, in de oude Begynen-Ka- pelle, nu de Engelfche Presbyteriaanfche Kerk, begraaven. De Lykbaar wordt, in zulk eene gelegenheid, door twaalf Begy- nen , aan de hand, rondsorri den Hof, ge- draagen, en 'tLyk, vervolgens, ter aard© befteld, (b) Stads Miffiven N. XXVIII. f. ct.
(i) Refol. Holl. 1 Aug. 1711. hl, «;j. (<J Bylaagen U. D. JN. 5, 'm.
|
||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 587
XXV,
HOFJES.
Behalve de Godsdienftige Gefügten, van Befchry-
welken wy ,hier voor, gehandeld heb- ving van ben, zyn 'er, in Amflerdam, van ouds, by- de HoF_ zonderlyk in de voorgaande eeuwe, en ook JjJJ $*"Qt in deeze, een groot getal van Hofjes aan- 0f voor gelegd, door byzondere Perfoonen van ver- byzonde- fcheidenerlei gezindheid, meeft allen, tot vrye r9 ^e' wooning voor bedaagde en oude Vrouws- <]en: ais perfoonen. Sommigen van deeze Hofjes zyn voor wederom te niet gegaan, of tot ander ge- bruik gefchikt. Doch, tegenwoordig, zyn 'er nog agt en twintig in wezen, welken wy, hier, kortelyk, befchry ven zullen. Wy beginnen met zulken, die, door, of Gerefos*
ten behoeve van Gereformeerden , geftigtMEER' of gefchikt zyn. Deezen zyn zes in getal; Dm' Deutzen-Hofje, Raapen-Hofje, Roeters-Hof- je , Ockers - Hofje , Medenblikker - Hofje en Fontaine-Hofje. 1.
■
D E U T Z E N-H O F J E,
het grootfte, en verre het aanzïenlykfte van 1;
alle de Hofjes, die hier ter Stede geftigt zyn, Oeutter^ ftaat op dePrinfengraft, tuffchen de Spiegel- Ho^e* en Vyzelftraaten, en is geftigt, in 't jaar 1695, voor behoeftige Vrouwsperfoonen, belyde- nis doende van den Gereformeerden Gods- dienft, uit de nalaatenfchap van Vrouwe A g- NE«
|
||||
5S8 AMSTERDAMS UI. Dek:
Hofjes, neta Deutz, laatffc Weduwe van den
Heer Zacharias Berefieyn van Hofdyk, Heer in Middelharnis, Burgemeefter en Raad der Stad Delft; en voormaals gehuwd ge- weeft , met den Heere Gerard Meerman, Raad in de Vroedfchap der gemelde Stad. De Stigteres hadt 'er zelve, voor haaren. dood, die, op den dertienden February des jaars 1692, voorviel , de vereifchte erven toe gekogt, en tot Regenten benoemd eerft de Executeurs van haar Teftament, en, na derzelver "overlyden, drie van de naaften van haaren bloede. Men treedt, in dit geftigt, door eene groote Poort, in welker lyft, dee- ze regels, in marmer, uitgehouwen zyn: Agneta Deutz laat bier baar Liefde en Gods-
dienft blyken,
Den Armen tot een trooß, tot voorbeeld aan den Ryken.
Op de lyft, ftaan, wyders, twee marmeren
kindertjes; de wapens der StigterefTe enhaa- rer mannen, en andere fleraaden. Door de Poort, komt men in een ruim Poortaal, heb- bende, ter regterzyde, of ooftwaards, de wooning van den Binnenvader, en, ter lin- kerzyde, of weftwaards, eene wooning, die verhuurd wordt. Ten einde van't Poortaal, treedt men, langs drie trappen, af, op eene groote,vierkante Binnenplaats, die,in vier perken, twee bleekvelden voor, en twee bloemtuinen agter, verdeeld is, en, ronds- om welke, twintig vrye wooningen, voor twintig bejaardeVrouwsperfoonen, gebouwd zyn.
|
||||
IV.BOBK.GODSH. EN GODSD, QesTIOTEN. $%$
zyn. In 't midden van de Plaats, ftaat eeneHofjes.
arduinfteenen regen- en putwaters-pomp, en op dezelve , een fierlyke lantaarn , die de gantfche Plaats verlicht. Ten einde van de Plaats, is wederom een open Poortaal, rus- tende op twee kolommen en twee Pïlafters: boven het zelve is een uurwyzer en flag- klok. De bewoonfters mogen, vryelyk, over haare goederen befchikken, zonder dat zy 'er iet van aan het Hofje behoeven te laa- ten. Zy genieten , boven vrye wooning, ieder zeitig guldens aan geld1, veertig man- den turf, twintig ponden ryft, twintig pon- den boter, twee kaazen en twintig ponden kaarfen, in 't jaar. De beftiering van Deut- zen-Hofje ftaat thans aan drie Heeren uit het geflagt der Stigtereiïè, M'. Corndis Deutz |
||||||||||||||||||
van AJJendelft, Raad, Jean Deutz Jndriesz.
|
||||||||||||||||||
en Mr. Jean Deutz.
R A A P E N-H O F J E
ftaat, aan de noordzyde van de Palmgraft **
of nieuwe Braak , en is geftigt, door den*^~ Heere Pieter Adriaanszoon Raap, J1' die, vier en twintig jaaren agtcreen, op de The- faurie Extraordinaris alhier , gezeten heeft: waarom Vondel(/)hem, met regt, by uit- fteekendheid , den Trezorier noemen mögt, in het volgende vers: (0 foczy II. Dttl, hl. jet.
|
||||||||||||||||||
Op
|
||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||
590 AMSTERDAMS THJhvu
BotpU O P H E T
WEDUWEN-en WEEZENHOF
VAN
PETER RAEP.
Peter Raep, de Trezorier,
Boude uit mededogen hier 't Weduwen- en JVeezenhof; Men gebruik het tot Godts lof, Hetbeftaat uit twaalf wooningen, zes huis-
jes en zes kamers, die, eertyds, ook voor Weezen, gefchikt fchynen geweeft te zyn; doch nu alleen, door Vrouwsperfoonen, bewoond Worden, welken ieder, boven vrye wooning, vyf en twintig manden turf, in 't jaar, genie- ten. Boven de Poort van 't Hofje, ftaat een groote Raap, onder de letters P. A. dat is, Pieter Adriaansz., benevens het jaartal 1648, vvaarfchynlyk, den tyd der fligtinge. In den gevel, is het wapen van den ftigter uitgehou- wen. De beftiering van 't Hofje ftaat aan een' of twee Regenten uit hetgeflagt van denStigter, en thans aan den Heere Michiel Bruy- ningh, Raad in de Vroedfchap deezer Stad. R O E T E R S-H O F J E,
3. gefügt door Hendrik Roeters, die,
Roeters- >m »t jaar 1673, tot Schout deezer Stad, ver- • kooren werdt, ftaat, op de Lindengraft, aan de zuidzyde. Men komt 'er op, door e enen laagen gang. Het Hofje beftaat, uit twaalf wooningen, zes huisjes en zes kamers. Het is aangelegd tot eene vrye wooning voor bedaag- de |
||||||||||||||
\
|
||||||||||||||
TV.Boèk. Goösh. èn Godsd. Gestigtén. 59*
de Gereformeerde Vrouwsperfoonen. Doch, Hofjei. ■
federt eenige jaaren, koopen de bewoonfters de plaatfen voor haar leeven, en verbinden zig, daarenboven, om het Hofje te onder- houden. Het ftaat nog-, onder 't bewind van de erven des Stigters, die, zo my berigt wordt, te Utrecht, woonagtïg zyn. 4«
OCKERS-HOFJË,
geftigt by 't oud Amfterdamfch geflagt der 4«
Ockfrs, ftondt, weleer, op den Heiligen j5jj* Weg, in een flopje, aan de zuidzyde, over de Volders huizen; doch werdt,omtrent den jaare 1650, van daar, verplaatft in de krom- me Palmftraat. Boven de Poort, ftaat A. O. 't welk den naam van den Stigter aanduidt, en daaronder het woord Hof. Het is, voor ruim veertig jaaren, verkogt, en toen, van nieuws , eenigszins, herbouwd : waarna de huisjes, die zes in getal zyn, twee voor, en vier agter, en voor welken , twee bleek- veldjes leggen, door den eigenaar, tot een' geringen prys van omtrent twintig guldens in 't jaar, zyn verhuurd geworden. 5.
Medenblikker-Hofje plagt het Fier-Evangeliflen- Hofje genaamd 5.
te worden, om dat de Vier Evangelifien 'mMeden- den gevel ftonden. Doch by 't herbouwen SjoT" van dit Hofje, voor weinige jaaren, door de Nederduitfche Gereformeerde Diaconie, zyn deeze beeldteniflTen weggenomen, en in de plaats
|
||||
592 AMSTERDAMS III.Deel.
Hofjes, plaats gelleid Fredrik de HL, Koning van Ptuis~ Jen, wyzende naar den Hemel, met dit on- derschrift , Hy is myn Borcht. Het Hofje is geftigt, door Claas van Me- denblik, Meefter Metfelaar, wiens erf- genaamen het,in den jaare 1691 ,aan de ge- melde Diaconie, by verdrag, hebben over- gegeven. Het ftaat in de Vinkenftraat, aan de zuidzyde, tuflchen de Dommerftraat en Baanbrugsfteeg, en beftaat uit vier huisjes aan de ftraat, en vier huisjes en vier kamers, aan de Plaats, op welke, twQQ Bleekveldjes leggen. De wooningen aan de ftraat plag- ten verhuurd ; de anderen, om niet, be- woond te worden. Doch de Diaconie heeft dit Hofje, onlangs, verkogt, en, tegenwoor- dig , worden alle de wooningen verhuurd. |
||||||
FONTAINE-HOFTE
<5. ftaat, aan de ooftzyde der Keizersgraft,
Fontaine- tuflchen de Heerenftraat en Brouwersgraft, Hofj«' in eene aanzienlyke buurt, en is, in 't jaar 1754, geftigt, uit de nalaatenfchap van Vrou- we PetronellaCalkoen, Weduwe van den Heer en Mr. Joan Fontaine, Schepen en Raad deezerStad, gelyk,ineen opfchrift, in den voorgevel, nevens de wa- pens van Fontaine ciiCalkoen, uitge- houwen , te kennen gegeven wordt. Het Hof- je beftaat uit veertien wooningen, zes huis- jes en zes kamers, die langs eene beftraatte ■ plaats getimmerd zyn, en nog twee woonin- gen, ten einde van een'Bloemtuin, agter |
||||||
\
|
||||||
W: Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 593
de Plaats , nevens eikanderen , aangelegd. Hofjes, ':
Voor aan de ftraat, heeft het geftigt een' deftigen opgang naar het Regenten-vertrek, en haar de wooning van den Opzigter of Op- zigtfter over het zelve. De gewoonlyke in* en uitgang is onder. De bewoonflers genie- ten eenigen onderftand in geld, envyftien ton turf in 't jaar, boven de vrye wooning. Ook worden zy, eens tér weeke, door eenenKrahk- bezoeker, bezogt en onderweezen. De beftie- ring van 't Hofje ftaat aan twee Regenten uit het geflagt der StigterelTe, en thans aan de Heeren JanCalkoeK,Burgemeefter,eri M'. Abraham Calkoën,Secretarisdee- zer Stad. De Spïegeh-huisjesoi Spiegels-gang aan dé
Botefmarkt, in de Paardenftraat, in 't jaar 1602 , geftigc, door de erfgenaamen vart Laurëns Janszoon Spiegel, Zyn f waarfchynlyk , het oudfte Gereformeerde Hofje , hier ter Stede, geweeft. De woo- ningen zyn lang begeven geworden , door eenige aanzienlyke geflagten , uit dat van Spiegel af komftig. Doch alzo de huisjes, door den tyd, zeer vervallen waren, zyh zy, in September des jaars 1729, afgebroken, eri de grond, tot bürgerwooningen, verkogt. De andere Proteftantfche Gezindheden, Luther-
bf byzonderé Leden derzelven, hebben ookscHiN, éenige Hofjes geftigt, gelyk zyn 't Luther-Doops" fche-Diaconie- of Konynen-Hofje, van Brant- £JN cä zen - Rus - Hofje, 't Zwaardveegefs - Hofje en andere Grills-Hofje, door , en meefl voor Luther- Gezind- fchen; 't Hofje de Zon en Arke Noach, 't Linden-heden« Hofje, en Rypen-Hofjetvooi Doopsgezinden; VIII. Stuk.: Pp en
|
||||||
•
|
||||||
594 AMSTERDAMS IILDëex.
Hofjes, en 't Hofje Venetia of Maarloop s-Hofje, 't «Swï->
ker-Hofje, dnßoos-Hofje, de Huisjes vanBofcb, 't Hofje in de Schuijermaakers - gang, en 'c Roozen-Hofje, voor allerlei Proteftantfehe Ge« zindheden. 7»
LutherscheDiaconï e-H o f j e. 7- De Lutherfchen, omtrent den jaare i66o9
Lutberjcbe eenige erven, in de Elands- en Konynen- of ir*-' ftraaten, gekogt hebbende, met oogmerk, nynen- om aldaar eene Kerk te ftigten; welk oog- Hofje. merk, nogtans, niet ter uitvoeringe gebragt werdt; heeft de Vergadering van Ouderlin- gen en Oud-Oudflen, in 't jaar 1668 -> ge- raaden gevonden , een deezer erven, ter breedte van negentien , en ter diepte van honderd agt en twintig voeten, aan de Dia- conie af te flaan, om aldaar een Luthersch- Diaconie-Hofje te bouwen, welk zynen in- gang, boven welken, een Pellikaan gefchil- derd is, heeft, in de Konynen-flraat, aan de weftzyde; waarom het ook den naam van 't KonYNEN - Hofje draagt. In 't jaar 1718, befloot men,nog een erf, waarop, tot dien tyd toe, eene Loots geftaan hadt, te fchik- ken tot vergrootinge van het Hofje, die, eerlang, voltrokken werdt. Het Hofje be- ftaat dus, uit zeftien huisjes, agt van wel- ken, aan de noordzyde,in 't jaar 1670, vol- bouwd zyn. Deagt anderen, aan dezuidzyde, zyn, in 't jaar 1720, volbouwd. Doch voor el- ke twee huisjes, is maar éénen ingang of deur, gefchikt. Boven die der oudften, ffaat Vre- de , Ließe, Geloof en Hoop: en boven die der jongden, Opregtigheid >^Vaarbeid> Stand- vas-
|
|||||
/ '
|
|||||
tV. Boek* Gods«, en GoDSD.GEsïiGTÈN. S9S
vafligheid en Overwinning. In de oudften, Hofjes*
zyn agt beneden-wooningen; en boven elke, twee kamers boven eikanderen. Doch in de nieuwflen, zyn maar zeven beneden-woonin- gen, alzo het ooftelykfte huisje maar eene enkele wooning is; waartegen, elke bene- den-wooning nog een onderhuisje heeft; het weftelykfte van welken niet bewoond is> maar tot berging dient. Voorts, heeft elke beneden-wooning ook twee kamers, boven eikanderen; zo dat 'er, in alles,een envyf- tig wooningen zyn, die ieder twee bedfte« den hebben, en voor twee Vrouwsperfoo- nen zyn gefchikt. TufTchen de twee ryen huisjes, loopt eene beftraatte, langwerpig vierkante Plaats, voor aan de flraat, be- timmerd , ten zuiden, met eene wooning voor den Binnenvader, waarby ook eene Regen- tenkamer is, die over de Plaats licht fchept; , ten noorden, met een huisje, waar de Dia- conie de inboedeltjes derbehoeftigen bergt; en agter, ten .einde van 't Geftigt, met drie kleine vertrekken boven eikanderen;boven den ingang van welken, men leeft: Geloof en Hoop doen hier haar milde gaa*
ven blyken.
De Liefde voedt de Vrede, en heflert ar* remoe:
Opregtigheid blinkt uit i de WaarheidjsÄ ons toe: .
Zo kan Standvaftigheid met de Overwin* mng fryken.
Dé Plaats wordt »wyders, by donker weder,
Pp 2 van
- i
*
|
||||
596 AMSTERDAMS III.DeeZ.-
Hofjes. van vief lantaarens verficht. De bewoon-
fters van 't Hofje plagten allen , door de Lutherfche Diaconie, onderhouden te wor- den. Doch federt het jaar 1760, plaatftmen *er, 20 veel mogetyk zy, ook zulken, die, behalve vrye wooning, geenen onderftand be- hoeven. Vier Regenten hebben 't bewind over het Hofje. Zy worden, jaarlyks, uit en door de dienende Diakenen, verkooren. Ieder der Regenten zit drie maanden voor, en begeeft de plaatfen op 't Hofje, die, in zyn vierdendeel jaars, openvallen. . 8-
Van Brantzen-Rus-Hofje.
8. Uit een gedeelte der nalaatenfchap van
Van denlieereCHRisTOFFEL vanBrantz,
Brantzen- Raaj en Refident alhier van het Ruffifche
us- of- Hof^ w-er(jtj in »t jaar j733) op de njeuwe
Keizersgfaft, aan de Zuidzyde, tuffchen den
Binnen-Amftel en Weesperflraat, eén aan- zienlyk Hofje volbouwd, welk hy, reeds by Zyn leeven, hadt begonnen te ftigten, voor bejaarde Lutherfche Vrouwsperfoonen. Het draagt den naam van Van Brantzen- Rus-Hofje. 't Gebouw heeft een' fraai- jen voorgevel. In de Frontefpies van den zelven, is de Barmhertigheid, de hand rei- kende aan behoeftige oude vrouwen, uitge- houwen. Even boven den ingang, leeft men: * m . j
-- . T> '■■■,*■
Bräntz, 'door de Kooptnanfihap tot rykdom
en tot eer
Geklommen, beeft' my, in den naarnacbt vm cunr zyn leeven, Den
|
||||
ÏViBoEK. Godsh. en Godsd. Gestigten. 597
D,en ouden tet bun troofl, ter wooninge ge- Hofjbs.
geven.
Aanfchouvter, is uw doen gezegend van den Heer,
Volg Brantz in deugden, en zyn liefde tot den armen.
God gaf hem, dat by mild zig hunner kon erbarmen.
Men treedt,langs eene floep,die terweder-
zyde opgaat, door eene groote deur, in een ruim Poortaal. Ter linkerzyde, ontmoet men 't vertrek van den Binnenvader en zyne yrouw, en daar tegen over, een' trap, langs welken, men naar de boven-vertrekken gaat. Vervolgens, komt men, op eene nette, lang- werpig vierkante Plaats, tegen de wederzyd- fche wanden, bezet, met een regenwaters- pomp en een putwaters-pomp, boven ieder van welken, een iantaaren ftaat; en, bene- den en boven , rondsom, betimmerd met welgefchikte wooningen , voor agt en veer- tig Vrouwsperfoonen. De wooningen zyn zeven en twintig in getal: een en twintig van dezelven zyn gefchikt voor twee be- woonftersieder,ende overigen zes vooree- ne. In de eerften, zyn twee bedfteden en twee glazen - kasjes, in de anderen , maar ééne van elke foorte. De vertrekken zyn van ongelyke grootte, en ook, van binnen, piet eveneens gefchikt. Tegen den agterge- vel, is, op eene bekwaame hoogte, een uur- werk en flagklok gefteld. Ten einde van de Plaats, (laan, boven, in den zuidelyken gevel, de wapens der drie Executeuren van Pp 3 het
|
||||
595 AMSTERDAMS in. Deel;
Hofjes, het Teftament des Stigters, den Predikant £-
verhard Meyer, en Hendrik en Willem Blan- kenhagen. Voorts, komt men hier in een ander Poortaal, waar twee Kamers, ten dienfle der Regenten' gefchikt, haaren in- gang hebben. De eigenlyke Regenten-ka- mer ten weften is verfierd, met de gefchil- derde af beeldfels van den Stigter; van zyne Ouders; van zyne twee Zufters, en van twee Dogters van de oudfte. Ook hangt 'er een naambord der Regenten. De andere kamer ten ooften dient tot een Spreekvertrek. Uit het Poortaal tuflehen deeze twee vertrekken, treedt men, langs tien breede, fteenen trap- pen , in eenen fraaijen Bloemtuin, met een aar? tig marmeren groepje in *t midden: ten einde van welken, een deftig fteenen zomerhuis, ilaat, welk, met het wapen van den Stigter en ander beeldwerk, verfierd is. In dit zomer- huis , is, aan de eene zyde, een Spreekver- trek , en aan de andere, een kooken. Op de derde Verdieping van 't voorgebouw, zyn twee vertrekken voor den Binnenvader en Binnenmoeder afgefchooten. Voorts, heeft men, hier en hooger, afgefchooten Turf- zoldertjes en andere gemakjes, voor de be- woonfters. 't Gebouw ruft, wyders, van vooren, op een gemetfeld verwelffel, waar- onder drie groote kelders zyn, die onder en ter wederzyde van de ftoep ingaan. De Stigter heeft, by uiterften wil , het
Hofje gemaakt aan de Ouderlingen der Lu- fherfche Gemeente, om het, naar zyn Re- glement, te beftieren. Vyf Regenten heb- ten, 'er 't bewind oyer,v<uï welken, de oud- fte |
||||
IV.Boek. Godsh. en Godsd.Gestïgten. S99
fte Predikant in der tyd één is. De vier an- Hotjes.
deren worden, voor hun leeven, uit de die- nende of afgegaane Ouderlingen, gekooren. De Regenten zyn verpligt, op bepaalde ty- den, rekening te doen aan het Collegie van Ouderlingen. Op het Hofje, worden geene andere lui-
den geplaatft, dan bejaarde Dogters of We* duwen, die geenékinderen ten haaren lafte hebben, en die boven de vyftig jaaren oud, en zes jaaren Leden derLutnerfche Gemeen- te geweeft zyn. Zy genieten, behalve vrye wooning, veertig manden turf voor een' per- foon, of vyftig manden voor twee by ei- kanderen woonende perfoonen , benevens een' bekwaamen voorraad van boter, kaas, kaarfen, en grutters- en kruideniers-waaren. Ook worden, op twee verfcheiden' tyden des jaars, in May en in November, nog veertig guldens aan geld, tot onderhouding van klee- deren, en vervulling van andere behoeften, aan ieder bewoonfter uitgedeeld. Volgens de inftelling des Stigters, geeven de Regens- ten , jaarlyks, op zynen geboortedag, die op den eerften Auguftus valt, eene deftige maal* tyd aan de bewoonfters. |
|||||||||
■
|
|||||||||
Zwaard veegers-Hofje,
•
fat de Tuinftraat aan de zuidzyde, tuflchen 9,
de Prinfengraft en eerfte dwarsftraat, in Zwaard- een gang, voormaals, de Zwaardveegers-gang 5y" genaamd, beftaat in zes wooningen, te wee- ™ * tQïif vier huisjes, en twee kamers, boven |
|||||||||
*
|
Pp 4. de
|
||||||||
----------,------------ ---,.,,.,,,,,„.,,„,,.,.-.,„. „„„J^l,,,,.,,,,,,,,,»,.,,,,!,...-------------——---------------------------- ~"VPPP(
|
|||||||||||
600 AMSTERDAMS HLDeeïW
Hofjes, de zuidelykften en oudften. Zy zyn, door Gerrit van Laenen en Atmet je Abrahams, by uiterften wille van den vyfden Auguftus des jaars 1738»gemaakt aan de LutherfcheDia- conie , onder 't bewind van de Diakenen, om, door bedaagde, behoeftige Weduwen, of Dogters, die geen' onderftand van elders genieten , om niet, bewoond te worden s zonder ooit te mogen wprcjen verhuurd, pf verkogt. |
|||||||||||
10.
Grills-Hofje,
|
|||||||||||
-> j 1 *
|
|||||||||||
la ftaande, in de eerfte Weteringsdwarsftraat,
Griih- aan de noordzyde, by de Spiegelgrafc, is P'fJK geftigt door Anthony Grill en Eli- zabeth Grill, Egteluiden, die, in of omtrent het jaar i724,eenen aanvang maak- ten met bouwen, 't welk twee of drie jaa- ren geduurd heeft, 't Geftigt beftaat uit agt beneden- en agt boven wooningen, die langs eene beftraatte Binnenplaats gebouwd zyn, en elk, door twee bedaagde of oude Vrouws- perfoonen, Ledemaaten der Gereformeerde of Lutherfche Gemeenten, en dus , door twee en dertig in 't geheel, bewoond wor-: den. Voor het Hofje aan de ftraat, ftaan zes huizen, vyf van welken, ten behoeve van het geftigt, verhuurd worden. liet zesde, zynde het tweede van den kant der Spiegel- graft af, verftrekt tot een' ingang, boven welken, de Regenten-Kamer is. Voor den fchoorfteen derzel ve, ftaan de trouw- en fterf- dagen der Stigteren, boven derzelver wa- pens ? aangetekend: zynde dit milddaadig ! Paar*
|
|||||||||||
IV. Boek. Gobsh. en Godsd. Gestïgten. 6©i
paar, op den twintigften October des jaars Hofjes,
i 693, in de Egt verbonden, en de man, op den vyfden November des jaars 1727,ende |
|||||||||
vrouw, op den zevenden Juny des jaars 1725,
overleeden. Onder aan leeft men deeze re- eels van Frans Rïk: w ■ ■■
|
|||||||||
.# - .....
Anthony Grile, die met zyne echu
genoot My beeft gefligt, leert ons nog na hun dood,
Hoe ieder lid der Chriflelyke Kerke
Dient zyn geloof te toonen door zyn werke.
"'■-■ ■ ' * De bewoonfters genieten, boven vrye woo-
ning, vyf en twintig manden turf, in't jaar. Ook wordt 'er, drie of vier reizen in 't jaar, eenige voorraad van eetwaaren aan haar uit^ gedeeld. De beftiering van het Hofje ftaaü aan drie Regenten en drie Regenteflen , bloedverwanten of maagen der Stigteren, zynde thans Regenten Anthony Grill, Piet er Cocq en Mr. Volkert Melchior van Goens. De bewoonfters, die niets van eenige Gemeen- te, als eene aalmoes, genieten mogen, en de vrye befchikking over haare goederen behouden, krygen'elk eene gedrukte Or- donnantie , waarnaar zy zig gedraagen moe- ten. Zy komt, na genoeg, overeen met de Reglementen voor diergelyke geftigten. Het Hofje wordt, 's avonds, ten tien uu- ren, geflooten. De Regenten ftellen eene der Bewoonfteren aan , om den fleutel te bewaaren. Pp 5 11*
|
|||||||||
<5q2 AMSTERDAMS IILDeëI,
Hofjes. „
Hofje de Zon en Arke Noach.
ii. De Doopsgezinde Gemeente, die haars
Hofje de Vergadering houdt in de Zon op den Sin- 5ül m gel» plagt, reeds in de voorgaande eeuwe, Noach, een H°Qe te bezitten, in de Tuinftraat, te^ gen over den Stads Timmertuin, welk haar, na de fcheiding van de Gemeente, die by 't Lam bleef vergaderen, in den jaare 1672, werdt aanbedeeld. Het was niet alleen ge* fchikt tot eene woonplaats voor oude vrou^ wen en mannen; maar, in het zelve, wer* den ook Weeskinderen geplaatfl. Het ver-r kreeg, in 't jaar i677,vryheid van 's Lands Importen, en van Stads Excynzen (m). Doch, eenige jaaren na dat de Friefche Gemeente, die, in de Arke Noachs, op de Prinfengrafc by de Prinfenflraat, plagt te vergaderen, met de Gemeente in de Zon vereenigd was, be* floot men het Hofje in de Tuinftraat te ver- koopen, en een ander te ftigten, in de plaats van de Kerk de Arke Noachs, die, voor- maals, door de Gemeente van de Zon, be-? zeten; doch, in 't jaar 1720, aan de Friefche Gemeente, verkogt was. 't Een en 't an- der is, in deezen jaare 1765, voltrokken. De oude luiden zyn reeds in't nieuwe geftigt overgebragt. Ook is men voorneemens, een huis, welk, eertyds, aan de gemelde Kerk behoorde, en tegen over 't Hofje (laat, te hertimmeren, tot een Weeshuis. Het Hofje is een net gebouw, uit zes huisjes, en twee* «ïaal
(m) Handv. hl. 468 , 459%
|
||||
ïVfBoEK. Godsh. en Gopsd. Gestigten. 603
maal zes kamers,boven eikanderen,beftaan*Hofjes,
de. In 't midden van den voorgevel, die, naar 't zuiden, of naarde Prinfenftraat, ge- keerd ftaat, is een trap, dje naar de kamers leidt. Hoven de trapdeur,iseen lantaarn ger plaatfl, en nog hooger, de Arke Noachs, die van de Zon befeheenen wordt, in Heen ger houwen. Boven dezelve, is een marmeren uurwyzer en een ilagklok gefield, en daar- onder deeze regels van den zoetvloeij enden 2ededigter BernaP-DVs de Bosch; 't Geloof heeft hier Gods woord ontvouwd \
De Liefde ons dit verhlyf gebouwd:
pe Hoop hlyve ons geduurig noopen^J Om op der zielen Zon te zien,
Ben tyd zorgvuldig uit te koop en 9 En dus tot de Ark des heus te vliên ƒ
De wooningen zyn licht, en wel betimmerd.
Ieder huisje heefteene bedftede,Utrechtfchen fchoorfteen en kelder. De kamers hebben En- gelfche fchoorfteenen. Voorts, heeft het Hof- je, beneden en boven, de veteifchte gemak- ken , en overvloed van regen- en pompwa- ter. De zolder en vliering zyn in tweeën verdeeld, gefchikt, aan de ééne zyde, om kleederen te droogen, en aan de andere, tot berging van turf: waartoe agttien Turfzol- dertjes, een voor elke wooning, afgefchop- ten zyn. Het Hofje ftaat onder de beftiering van alle de dienende Diakenen, die 'er, by beurten, het opzigt over hebben. Het Re- glement voor de bewooners en bewoonfters komt, in de voornaamfte opzigten, met de Reglementen voor andere diergelyke Geftig- ten, overeen, 12, |
||||||
6o4 AMSTERDAMS IILDeel,
Hofjes. I2#
i
r - i . . .
Linde n-H ofte
12. ftaat op de Lindengraft, aan de noordzyde,
Uiden* tuflchen de Brouwersgraft en eerfte dwars- f*W' ftraat. Men komt, op het zelve, door eene nette, houten Poort. De huisjes, die tier*
in getal zyn, en tien kamers hebben, ftaart rondsom een zindelyk bleekveld. De be- woonfters der eerften hébben ieder een kej- dertje, en die der laatflen ieder een gedeel* te van de zolder tot haar gebruik. De twin-* tig wooningen ftaanter begeevinge derDia^ kenen van de Gemeente der Doopsgezinden, haare Vergadering houdende by 't Lam en den Tooren, vyf van welken 't bewind ovq? 't Hofje hebben, .'.■♦:'-■ ïaM n w ' •"
R Y > E N-H Ö F T E
. ; ■ : ■ ii ■ ■<' ■
13. is, in 't jaar 1737, 'gefligt, uit een gedeelte
fijf" der nalaatenfchap van Gerard van dé W* R Y p, en ftaat, op de Roozengraft, aan de noordzyde, tulTchen de tweede en< derde
dwarsftraat. Het beflaat uit vyf huisjes, die, Jangs drie zyden van een bleekveld, getim- merd zyn; en even zo veele kamers, boven dezelven. De erfgenaamen van den Stigter plagten de beftiering over het zelve te hebr ben. Doch zy hebben dezelve, voor weinige jaaren, opgedraagen aan de gemelde Doops- gezinde Gemeente, die by 't Lam en den Tooren vergadert. Het ftaat thans onder 't fcewind van vier uit de dienende Diakenen, Het
|
||||
tV.BoEK« GodSü. en Godsd.Gestiöten. Go$
Het Hofje was gefchikt, om door arme Hofjes*
Doopsgezinden of andere Proteflantfche Per- foonen, om niet, bewoond te worden, en heeft, op dien voet, den een en twintigften Oótober des jaars 1738, vryheid van Ver- pondingen verkreegen («). De Doopsgezin- den Gemeente, van welke wy fpreeken, plagt nog een Hofje te hebben in deLooijersftraat, aan de zuidzyde, den Hoekfleen genaamd, op Welk' zy behoeftige Leden , om niet, liet woonert, en van onderhoud verzorgde. Doch dit Hofje, zeer bouwvallig geworden zynde * is, den veertienden Oótober des jaars 1760, opeiilyk, tot een gemeen gebruik, verkogt* - 't H O I J E VeNETIA,
of
Maarloofs-Hofje (laat, in de Elandsftraat, aan de hoordzyde, 14.
tuflchen de laatfte dwarsftraat enBaangraft.'' B°fjg Het is, omtrent het midden der voorgaande <H3j eeuwe, aangelegd; fchoon het toen, uit niet Maar- meer dan dertien wooningen, beftondt. Stig- kops- ter van deezè wooningen was JacobStof- &"/!*• 'fels, een voornaam Koopman op Venetië, Waarom hy zyn Hofje ook Venetia fchynt ge- noemd te hebben. In 't jaar 1671, verkoor hy Gerrit van Maarloop , die Re- monftrantfch was, en nog twee anderen, om, nevens zyne Zufter en eenige erfgenaame, Anna Stoffels, die verkooren hadt, zelve op het
(») Gioot-PUkaatb. VI. Dtel, hl. tm* ) |
||||
6o6 AMSTERDAMS ïïtDSÉtu
Hofjes, het Hofje te woonen, de befliering over het zelve, na zynen dood, op zigte neemen. De twee Regenten, die, nevens Maarloop, 't bewind over 't Hofje hadden, overleeden of buiten flaat geraakt zynde, hieldt Maarloop, na 't afflerven van Anna Stoffels, die hem tot haaren erfgenaam gefield hadt, 't beflier alleen in handen. Hy vergrootte het Hof- je , welk toen den naam van Maar loops-Hof- je aannam, van tyd tot tyd, uit zyne eigene middelen: en vind ik, dat 's Lands Staaten* reeds op den tweeden Maart des ja ars 1685, aan 't Hofje Venetia, waarvan Maarloop toen Opziender was, vryheid van Impoft verleend hebben, mids, en zo lang daarin Ge- reformeerde Franfehe vlugtelingen ontvan* gen werden, en vrydom van Stads Excyn- zen werdt genooten (o ). Doch de eerile deezer voorwaarden heeft, met de verande- ring der tyden, en het flerk afneemen van 't getal der vlugtelingen , niet behoeven naargekomen te worden. Maarloop hadt, in 't jaar 1709, toen hy een' Remonflrantfchen en een' Doopsgezinden Regent, nevens zig, verkoor, het Hofje, reeds met zeventien wooningen, en een' uitgang op de Laurier- graft, door de Hoedenmaakers-gang, ver- meerderd. Ook zyn de inkomflen van het zelve, door de maakingen van verfcheiden' gegoedde Remonflranten, zeer veel toege- nomen* Het gefligt beflaat, tegenwoordig, uit een en dertig wooningen, eene van wel- ken , door de Regenten, tot hun Comptoir, ge-
(0) Refol. HoU, 2 Maan i6t$, H* 77*
|
||||
IV. Böek. Godsh. enGodsd. Gestigten. 6of
gebruikt wordt. Zy Zyn gebouwd rondsom Hofjes, eene nette en lugtige vierkante Plaats, die met boomen bezet, en van twee bleekveU den voorzien is. Boven de voorfte Poort, ftaat de naam Venetia. En boven den ingang naar de Plaats, leeft men: Vrede zy deezen huize. Aan de Plaats, boven den uitgang,ftaat Bedenkt uwen uitgang. Het Hofje is gefchikt voor behoeftige Vrouws- perfoonen van allerlei gezindheid, onder de Proteftanten. De bewoonfters genieten vyf en twintig ton turf, en driemaal eemggeld in 't jaar: 't welk, tegenwoordig, wel tag- tig guldens in alles voor ieder bedraagt; doch, by onverhoopte vermindering der inkomften, verminderen zou. De beftiering van't Hof- je ftaat aan drie Regenten, twee uit deRe- monftranten en een' uit de Doopsgezinden. De begeeving van de zeventien wooningen aan de nieuwe Zyde van 't gebouw gefchiedt, by beurten, door de Regenten, en door de bloedvrienden van den Stigter Maarloop. - _ - - ■
■
»t S ü I K E R-H O F J E
is, omtrent het jaar 1670, geftigt, uit de^ !>;'
nalaatenfchap van Pieter Jansz. Sui- tSuiker- kerhof, Koopman binnen deeze Stad, "*• die, by uiterften wil van den vierden Janua- rydes jaars 1Ö67, de Executeurs van den zelven, de Heeren M'. Pieter de Groot, toen Penfionaris deezer Stad , Tbeodoor Kerck- rinck en Volkert van de Felde, belaft hadt, het zuiver overfchot zyner goederen te be- ftee-
|
||||
,
|
|||||
6*oS AMSTERDAMS IILDèeè/
Ö0FJE5. fteeden , tot het bouwen en onderhouden
van een Armenhof, hier, te Haarlem; of in den Haage, Zullende zy ook magt hebben, om de wooningen op 't gemelde Hof te be- geeven, en om , by overlyden van een' der Executeuren, een' ander' te kiezen in des- zelfs plaatfe. De Executeurs hebben 't, fe-> dert, hier ter Stede, opgefegt, op de Lin- dengraft, aan de zuidzyde, tuflchen de twee middelfte bruggen, even beooften het Roe- iers-Hofje. Het beftaat uit negentien woo- ningen, die, winkelhaakswyze, langs een bleekveld gebouwd zyn. De twintigfte is een Regenten-vertrek, Boven de poort of in- gang, leeft-men: • Liberalität« svm, monumentum hic poni
cüravit Petrus Joannes Suykerhof.
dat is:
Piet er Jansz. Suykerhof heeft hier dit gedenk-
teken zyner milddaadigheid doen opegten. Het geftigt is, in laater' tyd, door verfchei-
den' Remonftranten, en, voor eenige jaa- ren, door wylen Johannes Ooflerling, mer- kelyk, bevoordeeld. Ook worden 'er aller- lei Proteftantfche gezindheden op geplaatft. De bewoonfters , zynde bedaagde Dogters of Weduwen, genieten, behalve vrye woo- ning , twintig tonnen turf, tien ponden ryft, een vaatje boter, en eenig geld, in 't jaar* Zy moeten, jaarlyks, op Kerft tyd, verzoe- ken , om nog een jaar te mogen bly ven; en de Regenten behouden de magt aan zig, om in dit verzoek te bewilligen, of niet. Zo zy trou-
|
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 6op
trouwen, zyn zy vervallen van de inwooning Hofjw. j
op het Hofje, alwaar geene Mansperfoonen mogen woonen, of vernagten. Het Hofje mag nooit geheel ledig gelaaten, en moet al- toos , zelfs op de Zon- en Feeftdagen, ten minfte door twee bewoonfters, bewaard wor- den. Het bewind over het Hofje (laat, thans, aan twee Remonflrantfche Regenten. Bur- gemeefteren hebben, by zekere gelegenheid, op verzoek der Regenten, verklaard, dat de twee laatftgemelde Hofjes als Proteftantfche Godshuizen aangemerkt worden, en vry zyn van 't betaalen der gemeene Lands midde- len (p). Ook zyn zy, door de Vroedfchap, laatftelyk, in 't jaar 1752 , van deezer Stede Excyns op de Turf ontheeven (5). 16.
A N S L O 's-H O F J E,
ïn de Egelantierstraat, aan de noordzyde, i<S-
tuflchen de Prinfengraft en eerfte dwars- oJE,'*" ftraat, is , naar alle waarfchynlykheid , 1 * voor 't einde der zeftiende, of in den aan- vang der zeventiende eeuwe, geftigt, door Claas Claaszoon Anslo, die, in 't jaar 1555, te Anslo, nu Chriftiania, in Noor- wegen, gebooren was, en zig, omtrent den jaare 1580, hier ter Stede, nedergezet hadt, daar hy, in 't jaar 1582 ,in de egt getreden was met Geert Jans , by welke , hy ver- fcheiden* kinderen, en onder anderen, Cor- rielis Claaszoon Anslo, Leeraar onder de Wa- ter* (f) Groot-Memor. N. XT. ƒ. I87 ver/i.
( ƒ) Refol. Vroedfch, L*. RR- »4 Wf 17». ƒ« J}«
VIII. Stuk. Q3
|
||||
1 ------------------------------------------------------------------------------------------■— ^™^»
|
|||||||
fiio AMSTERDAMS IILDeel.
Hofjes, terlandfche Doopsgezinden alhier, verwekt
heeft. Hy geneerde zig met den Laken- handel, en woonde, aan de weftzyde van den Nieuwendyk, het zevende huis benoor- den de S. Jacobsftraat , toen het Vergulde Schild genaamd. Nu hangt 'er, federt vee- Ie jaaren, Nieuw Delft uit. Anslo is, in 't jaar 1632, en zyne Huisvrouw, eenige jaa-< ren laater, overleeden. De egtgenooten, die der Doopsgezinden belydeniffe waren toegedaan , hadden , onder anderen, een' Tuin in de Egelantiersftraat, aan welks ein- de, eenige huisjes gebouwd waren, in wel- ken zy, reeds by hun leeven, behoeftige luiden, om niet, lieten woonen. By uiter- ften wil van den vierden Auguftus des jaars 1626,hadden zy drie agterhuisjes aldaar ge- fehikt, om altoos, door arme luiden, bewoond té worden, en twee anderen, voor aan de ftraat, om , uit de huur der zelven, de ar- men-huisjes te onderhouden. Zy bepaalden * hunne ftigting niet aan eenige byzondere gezindheid ; en alzo zy, behalven aan de Doopsgezinden Gemeente, ook eenige pen- ningen aan 't Burger-Weeshuis, aan 't Aai- moefleniers-Huis , aan 't Oude-Mannen- Huis, en aan de Huiszitten gemaakt had- den , is het te vermoeden, dat zy geene ge- zindheden van. hunne weidaadigheid hebben willen uitfluiten. 't Gefligt kreeg, eerflna 't overlyden der Stigteren , den naam van Anslo's-Hofje. De beftiering, omtrent wel- ke, zy geene fchikking gemaakt hadden, fchynt, doorgaands of altoos , geftaan te hebben, aan een' hunner nakomelingen , man-
|
|||||||
I
|
|||||||
. X
|
|||||||
I V.Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. 6*i i
mannen of vrouwen, tot dat Cornelis van Hofje«v
der Vliet, Koopman hier ter Stede, in den jaare 1758, zyne Moeder Cornelia van Laer, Weduwe van Jan van der Vliet, zynde op- gevolgd , een' Mede - Regent, en, na des- zelfs overlyden , onlangs , wederom twee anderen, uit de nakomelingen der Stigteren, tot zig verkooren, en zig veel moeite gege- ven heeft, om het geiligt, welk merkelyk vervallen was, in beteren ftaat te herflel- len: verwervende, onder anderen, in 't jaar 1762, op gunftige voorfchryving van Bur- gemeefteren deezer Stad (r), vrydom van Impoft op twintig ton turf en een ton bier voor elke wooning, en op een Haagfche zak tarw, of een en een vierde zak rogge, voor elke bewoonden Voorts, hebben hy en zy- ne twee Mede-Regenten, Mr. Mriaan Fort- gern en Antoni Hart/en, een Contract van overleeving bewerkt, ten behoeve van het Hofje, waaraan, na het overlyden van de intekenaars tot honderd portien, zo nako- melingen van den Stigter, als anderen, eene fomme van dertig duizend guldens befter- ven zal. En men is, nog tegenwoordig,be- zig , om eenige graven in de Nieuwe Ker- ke , die, onder de talryke nakomelingfchap van Anslo, gemeen gebleeven zyn, ten nut- te van het Hofje, te doen afftaan. Het Hofje beflaat, uit drie Huisjes en drie
kamers, en dus uit zes wooningen, die, ge- meenlek , ieder door eene bedaagde Vrouws- perfoon, bewoond worden, hoewel'er ook, fom-
(r) Miffiven ter Dagvaart * Janutry lyfi»,
QS 2
|
||||
(Ti 2 AMSTERDAMS IILDEEt,
Iïotje:. fomtyds, twee Zuflers, of eene Moeder ea
eene Dogter, by eikanderen, worden ge- plaatft. Voor de huisjes, legt een bleek- veld. Men heeft toegang naar het Hofje door een' gang, op welks ooftelyken hoek, de twee huizen ftaan, welker huur, tot on- derhoud van 't Hofje, gefchikt is. Het heeft, even als de andere Proteftantfche Gefügten, federt het jaar 1737, vrydom van gewoone en buitengewoone Verpondingen. Uit hoof- de der Stigtinge, hebben de bewoonfters, tot hiertoe, weinig meer dan vrye wooning können genieten: doch de milddaadigheicd van Regenten, RegentefTen ert anderen heeft haar, doorgaands, van turf en ande- ren voorraad voorzien. Het Reglement , welk elke bewoonfter, by haare inkomft op het Hofje, ondertekenen moet, komt, ten voornaamften deele, overeen met de Regle- menten voor andere diergelyke Gefügten. *7-
Huisjes van Bosch. 17. Deezen ftaan, naaft en beooften het Raapen-
fiuisjes hofje, op de Braak, en zyn, door Arend Bofcbi Dirkszoon Bosch, vermoedelyk om- trent den zelfden tyd als Raapenhofje, dat is, omtrent den jaare 1648, geftigt. 'tBIykt, ten minfte, dat het erf, te gelyk met. het erf, waarop Raapenhofje ftaat, aangekogc is. De Huisjes van Bofch zyn vier in getal. Een ftaat op den hoek van, en de drie an- deren in een' engen gang. Elk huisje heeft eene bovenkamer, zo dat 'er, in 't geheel, |
||||
.
|
||||||||
ïV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 613
agt wooningen zyn. De oude behoeftige Hofjes*
bewoonfters .genieten niets dan vrye woo- ning. De benoeming tot deeze wooningen ftaat aan de nakomelingen van den Stigter, uit welken, thans, Arend Bofch, Koopman, en Lid der Doopsgezinden Gemeente, die by den Tooren en 't Lam vergadert, bewind over 't geftigt heeft. De bewoonfters zyn van onderfcheiden' Proteftantfche gezind- heid. 18.
|
||||||||
1
|
||||||||
H of j e inde Scnv ij er ma akers-gang,
in de Anjeliersftraat, aan de noordzyde, tus- 18.
fchen de tweede en derde dwarsftraat, be- H*fl* *■ ftaat uit tien wooningen,ter wederzydeee- fef^™' ner fmalle open Plaats, drie huisjes, met drie kersgang, kelders daar onder, aan de noordzyde, en twee huisjes, met twee kamers daar boven, , aan de zuidzyde. Het is geftigt, door P1 e- ter Pietersï. van Beek , omtrent den jaare 1724. Immers, in dat jaar, zyn *er twee huisjes aan getimmerd. De be- woonfters genieten, behalve vrye wooning, ieder een en dertig manden turf, in 't jaar, en vyf guldens, om vleefch te koopen. Se- dert eenige jaaren , wordt haar , door de .liefddaadigheid eener bedaagde Weduwe, ook elk, jaariyks, een vaatje boter toege- fchikt; fchoon zy, op dit gefchenk, geenen vaften ftaat können maaken. De beftiering van 't Hofje ftaat aan twee Regenten uit de niaagfchap van den Stigter : zynde thans Pieter van Henningen en Gerrit Bofch, die |
||||||||
6i4 AMSTERDAMS IILDeel.
Hofjes, zig, in 't begeeven der PJaatfen,aan geene byzondere gezindheid bepaalen. 19.
't RoozEN-Hofje t 19. ftaat op de Roozengraft, aan de zuidzyde,
Jj^aw-tuffchen de twee laatfte bruggen. Een ge- 11 * deelte van de plaats, waarop het geftigt is, plagt, voor deezen, te behooren tot een Doolhof, by anderen (J), uitvoeriglyk, be- fchreeven ; doch is , naderhand, tot ver- fcheidenerlei gebruik, verhuurd, tot dat het erf, op het einde des jaars 1741, gekogt werdt, door de Beftïerders van de Kas der Collegianten, uit een gedeelte der nalaaten- fchap van Jan de Jager, Houtkooper hier ter Stede, die den dertigften Auguftus des jaars i74ooverleeden was, en hen tot erf- genaamen gefield hadt, om 't gene 'er, na 't uitkeeren van eenige Legaaten, van zyne nalaatenfchap overfchoot, te befteeden tot het aankoopen of bouwen van byeengevoeg« de wooningen, voor behoeftige, eerlyke en Inzonderheid bedaagde en oude luiden, die tnen daarin, om niet, moefr. laaten woonen, den voorrang onder dezelven geevende, (1.) aan zulken, die de Teftateur mögt benoemd hebben: (2.) aan zulken, die, van zyne maagfchap zynde, behoeftig worden mog- ten; en (3.) aan Collegianten, die tot de Vergadering in den Oranje-Appel over den Schouwburg behoorden. Het Roozen-Hof- je
(1) M. FOKKENS bl, J«2,
|
|||||||
f»
|
|||||||
ÏV.Boek. Godsh.en Godsd.Gestigten. 615
je is, vervolgens, in 't jaar 174.3, volbouwd' Hofjes.
en beftaat uit vyf huisjes, ieder van welken eene bovenkamer heeft, zo dat 'er , in 't geheel, tien wooningen zyn, wel betimmerd, en met de vereifchte gemakken voorzien. Zy Haan langs de twee zyden van eene 0- pen plaats; waarop een bleekveld gelegd is. In fommigè wooningen, worden, fomtyds, twee Zuders of goede vriendinnen geplaatlr* Anders, wordt ieder wooning, door één' perfoon, bewoond. Gelyk de Stigter van dit Hofje den Collegianten alleenlyk den voorrang op het zelve heeft willen gegeven hebben, zonder de bewooning van het zel- ve aan Collegianten te bepaalen; zo zyn 'er ook, dikwils, Perfoonen van andere gezind- heid op geplaatft geworden. Onder de eerde bewoonfters, waren wel agt Gereformeer- den. Naderhand, zyn 'er Ook Remonftrant- fchen en Doopsgezinden geplaatft. De Per- foonen , die dit Hofje bewoonen, zyn aan zekere Reglementen verbonden, en moeten, onder anderen, jaarlyks, op Kerfttyd, aan de Regenten verzoeken, of zy mogen bly- ven woonen. Zy genieten thans, boven vrye wooning, uit nadere maakingen en verza- melingen ten haaren behoeve, eenigen voor- raad van turf: ook, fomtyds, eenig geld. Het Roozen-Hofje heeft, op den negen en twintigften November des jaars 1756, vry- heid bekomen, niet flegts van Verpondin- gen , maar ook van 's Lands Impoft van dertig ton turf en een ton bier, voor ieder wooning, en van een zak tarwe, of een en Qq 4 een
|
||||
■6i6 AMSTERDAMS IILDEEt.
Hofjes. een vierde zak rogge, voor ieder perfoon,
in 't jaar (t).
Roomsch- De Roomfchgezinden hebben nog wel gezinden, negen Hofjes hier ter Stede, die allen, door byzondere Perfoonen, gefligt zyn: te wee- ten, S. Andries-Hofje, C/aas Reiniersz. Hof' je, Hamers-Hofje, Bouwers-Huisjes, Otters-, nu Moens-Hofje, 't Hofje de zeven Keurvor- flen, Paarslakens-Huisjes, Nieuw Suiker-Hof- je en Swigters-Hofje. Zy zyn allen, na de verandering der Regeeringe, gebouwd. -
20. S. Andries-Hofje
20. is, in 't jaar 1617, gefligt, door Meefler
dries"'' JAC0B Oly, Priefter, die, hier ter Sce- Hofje. «e, den agtften Oclober des jaars 1593 ,ge- booren, en, den vyftienden January des jaars i647,overleedenis. Het (laat op de Egelan- tiersgraft, aan de zuidzyde, een weinig be- werten de laatfte dwarsftraat. Boven den in- gang, leeft men Vrede zy met ü. Het Hof- je beflaat uit agttien huisjes en agttien ka- mers, w-aar onder zes huisjes en zes kamers zyn, aan de flraat. De overigen flaanronds- om eene open plaats en Bleekveld. De meeflen worden ieder door twee, en allen door zes en zeflig behoeftige Roomfchge- zinden Vrouwsperfoonen, bewoond, die ie- der , boven vrye wooning, nog vyf tonnen turf, in 't jaar, genieten. Twee der Moeders of MeefTerefTen van 't Begynhof hebben 't op«
i.(t) Refol. Holl. 19 Ntvemb, 1756. */. 1162,
|
||||
IV.BoEK. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 617
opzigt over de bewoonfters. OphetHofje,isHorjEi. .
eene kleine Kapel, alwaar, door den Kapellaan van 't Begynhof, doorgaands, alle Vrydagen, voor de bewoonfters, dienft gedaan wordt.
< i
9 T
■ '
ClaasReiniersz. Hofje
ftaat aan de weftzyde van de Keizersgraft, «.
tuflchen de Beeren- en Rimftraaten. Boven Claas den ingang, ftaan, tuflchen de Spreuk Lief- ^f"rsz de is 't fondament , de eerfte letters van " den voor- en toenaam des Stigters C. R. be- nevens het jaartal 1618, waaruit men fchynt te mogen afneemen, dat het Hofje, in dien tyd, gebouwd is. Het beftaat uit agttien wooningen, die rondsom een lugtig bleek- veld gebouwd zyn. De bewoonfters genie- ten niets dan vrye wooning, voor welke zy, nogtans, by haare opkomft, twee- of drie- honderd guldens eens betaalen moeten, waar- voor de wooningen onderhouden worden. Twee Regenten hebben 't bewind over het Hofje. . 22.
TT TT
Hamers-Hofje,
ftaande op de Heerengragt, tuflchen de Hei- zu
en Dubbelde-worft>fteegen, is, vroeg in de Hamers- voorgaande eeuwe, geftigt, door zekeren Hofie' Zeepzieder, Bynsdorp genaamd , naar wiens Zeepziedery, de Hamer, op het Wa- ter, het Hofje zynen naam heeft. Toen het gebouwd werdt, lag hier de Stads wal. Q<1 5 Doch
|
||||
<Ji8 AMSTERDAMS III.Dee£.
Hofjes. Doch federt is de grond, voor het Hofje,
zo zeer aangehoogd, dat de huisjes van het zelve byna kelders gelyken. Zy zyn agt in getal , vier aan de flraat , en vier op de Plaats. Elk huisje heeft eene kamer, zo dat 'er, in alles, zeflien wooningen zyn, ge- fchikt voor behoeftige oude' Vrouwsperfoo- nen. Een Regent heeft 'er 't bewind over. ■
23.
Bouwers-Huisjes.
B 23- Deezen zyn vyf in getal, en zeven kamers»
BuUesï' DOVen dezelven. Zy flaan , in de Wyde fteeg, op de Deventer-hout-, of Bloemmarkt,. aan de zuidzyde, vier voor aan de flraat, en een in een flopje daar nevens, en zyn, in 't jaar 1635, doorS1 eüwertPietersz. Sem, Bewindhebber der Ooftindifche Maat- fchappye, en Marretje Arend Bou- wers D 0 G T e R, Egteluiden, geftigt. De wapens van beide flaan midden in den voor- gevel , met de eerfte letters van de naamen der Stigteren, S. S. boven, en M. A. B. onder dezelven. De huisjes hebben hunnen naam, naar de Vrouwe, gekreegen. Zy wor- den , dobr ongehuwde Vrouwsperfoonen , twee aan twee, in ieder beneden- en boven- vertrek , bewoond , en flaan -onder 't op-j ■ zigt der Armenbezorgeren van 't Roomfcta Katholyke - Ouden - Armen-Comptoir. . Sem. hadt, reeds in 't jaar 1619, verlof verzogt, om zekere Godshuisjes te mogen zetten,op een ledig erf, op Raapenburg. Doch dit ver-
|
||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd Gestigten. 619
verzoek was , om dat het erf tot eeneHorjE*. I
Scheepstimmerwerf verkogt was geweeft, en om de gevolgen, afgeflaagen (w). "'T* #*A i
M O E N S-H OFJE,
in de Vinkenftraat, aan de zuidzyde,• tus- 24.'
fchen de Mouthaansfteeg en Dommersftraat, *£•**• plagt, voor deezen, O t t e r s - H o f j e te ™e' |
|||||||||||||
-
|
|||||||||||||
heeten, en was, door eenen uit het oud
Burgemeefterlyk geflagt van Otter, geftigt. Naderhand, is het in bezit geraakt van Hen- rik, Graave van Moens, en, voor wei- nige jaaren, van vooren, van nieuws, op- getimmerd. Het heeft, federt, den.naam van Moens-Hofje aangenomen, die, boven den ingang, onder het wapen van den her- ftigter, zynde een ftaand zwaard boven een naaikufTen, uitgehouwen is. Het Hofje be- flaat uit vier nieuwe huisjes aan de ftraat, en vyf oude aan de plaats, en wordt be- woond door behoeftige vrouwen of huis- gezinnen , onder welken, tegenwoordig, ook Gereformeerden zyn. |
|||||||||||||
25.
't Hofje de zeven Keurvorsten
is, voor veele jaaren, gekogt en aangelegd, *J»
door Jan Pronk, voor behoeftige vrou-j^^ wen en kinderen, die, voormaals, vrye woo- Keuruop- ningplagten te genieten; doch, tegenwoor-T^n. flfei
(«) Refol. Vroedfch. N. «. ii ]*n> 1619. ƒ, 72.
|
|||||||||||||
foo AMSTERDAMS IILDeel.
Hqrjss. dig, iets ter weeke moeten opbrengen. Het
Hofje ftaat in de Tuinflraat, aan de zuid- zyde , tuflchen de laatfte dwarsftraat en Baangraft, en heeft thans zes huisjes en zes kamers. Een Regent heeft 'er 't bewind over. 25.
Paarslakens-Hüistes,
|
||||||||||
in de Kerkflraat, aan de noordzyde, digt
by den Binnen-Amftel, zyn zes in getal; doch in meer dan zes wooningen verdeeld. De naam van Paarslakens - buisjes is egter byna verdweenen, en ook, niet altoos, door dit Geftigt, gevoerd. Vroeg in de zefliende eeuwe, of eerder, ftonden, aan de ooftzyde van den Singel, op de plaats der Lutherfche nieuwe Kerke, tien fleenen kamers, of huis- jes van een vertrek diep, toebehoorende aan Jan Deernen, wiens nakomelingen zig Diemen, van Diemen , of ook Deyman ge- fchreeven hebben. .Jagt Jans, Dogtervan Jan Deernen, en Huisvrouw van Pieter Op- meer , geene kinderen hebbende, maakte, by haaren uiterften wil van den zes en twintig- ften Juny desjaars 1518, de helft, dat is, vyf van deeze huisjes , die haar, naar 't fchynt, van haaren Vader , waren aanbe- ftorven, en die zy befchryft, als, gelegen taen die Haerlemmer Poort , en , voormaals, die oude Lynbaen genaamd geweeft te zyn % om, in dezelven, altoos, arme menfchen, om Gods wille , te laaten woonen. Zy ilelde, wyders, haare Zufter, Margreet Jans, tot haare erfgenaame. En de nakomelingen van dee*
|
||||||||||
26.
Paars- iakens- Huiijes. |
||||||||||
•
|
||||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 6Vï
deeze, Sara van Diemen, Weduwe van den Hofje* »
Majoor Nicolaas HaiTelaer, Coenraad Burg, Cornelis Bäcker , als in huwelyk hebbende Chriflina Le Gillon, Jan Jamz. Paarslaken en Barthold van Steenhuizen , verwierven , op den zes en twintigften Maart des jaars 1667, verlof van 't Hof van Holland, om de vyf huisjes op den Singel, aan de Luther- fche Gemeente, te verkoopen, mids , el- ders , vyf of zes anderen bouwende (u); ge- lyk, federt, gefchied is, ter plaatfe, daar die zogenaamde Paarslakens huisjes, nog te- genwoordig, ftaan. Zy worden thans, of bewoond, of begeven,door byzondere tak- ken van den Stam der Stigtereffe. 27.
Nieuw Suiker-Hofje,
ftaande op de Prinfengraft, even bezuiden »7-
de Reeftraat, in eene gemeene Poort, voor- cSjSJJ maals, de Parffers - Poort genaamd, is, in 't /&ƒƒ*, jaar 1755, aangelegd, door Gerrit ten Sanden, Suikerrafineerder hier ter Stede, en Maria deGroot, egteluiden, en be- ftaat uit zes huisjes, drie van welken, elk in eene beneden- voor- en agter-wooning ver- deeld zyn. Boven ieder deezer drie huisjes, zyn twee voor-, en twee agterkamers, en boven de anderen drie, twee kamers, bo- ven eikanderen,zo dat 'er, in 't geheel,ze- ven en twintig wooningen zyn, die elk, door twee behoeftige Vrouwsperiöonen, bewoond wor-
(i>) Vit Befcheiden , beruß tnde onder At tiAtomtlingtn vmi
Margaicet jans Deernen, |
||||||
ö*22 AMSTERDAMS ÏÏÏ.Deeï:.
Hofjes, worden. De drie grootfte huisjes komen van
agteren uit aan eene open Plaats, op welke twee bleekvelden leggen. Het Hofje wordt thans beftierd, door den Stigter, die, by uiterften wil, den twintigflen May des jaars 1755, voor den Notaris Jan Ardinois, ge- maakt, het bewind over 't Hofje, na zyns en zyner Huisvrouwe overlyden , gefield heeft aan hunne kinderen, met magt, om anderen tot zig te neemen, den voorrang geevende aan bloed- en aangehuwde vrien- den. De maagen van de Stigters, t'eenigen tyde, plaats op het Hofje begeerende, moe- ten , voor anderen, worden ingenomen. By 't verkrygen eener wooninge, worden zeftien guldens betaald, voor welken, de bewoon- fter, overlydende, begraaven wordt. Doch zo haare vrienden verkiezen, het Lyk t'huis te haaien, worden de zeftien guldens, voor de helft, aan de gewoonlyke Aanfpreekers en Draagers, en voor de wederhelft, aan de Bewoonfters van het Hofje uitgedeeld. Ieder Bewoonfter krygt, omtrent Nieuwjaar,een nieuw hemd; omtrent de Vaften, agt pond meel, een vierdevat gort,en een vierdevat erweten; en in den Slagttyd, tien pond os- fen-vleefch en tien pond vet. 't Gene zy nalaaten , blyft ten behoeve haarer Erfge- naamen. 28.
Swigters-Hofje 28. ftaat, op den Binnen - Amftel, beooften de
Sivigters* Halve-maans-fteeg, in een fteegje, van ouds, *W de Speelmans-fteeg genaamd j doch nu, groo- ten-
|
||||
ÏV.BOEK. GODSH. EN GoDSD. GeSTIGTEN. 623
tendeeis, tot dit Hofje vertimmerd.Izaak hofj:
Swigters, Boek- en Kaartverkooper in de Nieuwebrug-fteeg, bezat zes huisjes in de Speelmans-fteeg in eigendom; en belaftte, by zynen uiterften wil, gemaakt den derden Auguftus des jaars 1744,dat de zes huisjes, ieder met twee kamers, en dus, famen, tot agttien wooningen, van den grond af, zou- den vertimmerd worden, waartoe vier en dertig duizend guldens zouden mogen wor- den befteed; en dat, in ieder derzelven, zou- den worden geplaatft twee oude, behoeftige Roomfch-Katholyke Amflerdamfche Burger- vrouwsperfoonen van onbefproken leeven. Hy flelde Executeurs van deezen zynen uiter- ften wil, en de Bezorgers van het Roomfch- Katholyken - Ouden - Armen - Comptoir, ten gemelden einde,tot zyne erfgenaamen. Hy verkreeg, nog by zyn leeven, verlof van Burgemeefteren, tot het ftigten van dit Hof- je (w). Na zyn overlyden, werdt het, naar zyn voorfchrift, in 't jaar 1746, volbouwd. Boven den ingang aan de ftraat, leef): men, hy eene hand uit de wolken, die aan eene andere hand een ftuk gelds toereikt: Beatus qui intelligit super egenum &
pauperem : in die mala liberabit eum Dominus. Psalm XL. v. i. dat is:
Welgelukzalig is hy, die zig verfiandiglyk draagt
tegen eenen elendigen: de Heere zal hem be- vrydtn, ten dage des kwaads» Bo-
(w) Groot-Mcmox. N. X. ƒ. 2i«.
|
||||
»24 AMSTERDAMS ÜLDebu
Hofjes. Boven den binnenflen of tweeden ingang,
ftaat de naam, dien de Stigter, by zynen ui- terflen wil, aan 't Hofje gegeven hadt, te weeten S. J. [dat is: S. Jans] Ou de- Vrouwen-Swigters-Familie n- Hofje. En aan de binnenzyde leeft men: Siet wat ik, na myn ßaat, voor dcfe qude
Vrouwen,
So willig heb gebout, felfs met een groot betrouwen.
Gefegende van God, den Armen komt te baadt 9 Familien f al fien dit Hofje dat hier ftaadt. De Stigter van dit Hofje was ook eigenaar
van een Huisje in het Balk in 't Oog-fteegje, welk, van agteren, aan 'tfteegje, waarin't Hofje ftaat, uitkwam. Dit Huisje is, ook met verlof van Burgemeefteren (x), tot een Bid- huisje of Kapelletje gemaakt, waarin, eens ter weeke, door eenen Priefter van de Orde der Auguftynen, uit de Star in de Spinhuis- fleeg, ten behoeve der Be woonfteren, dienft gedaan wordt. De bewoonfters van dit Hof- je genieten ieder zeven en twintig guldens aan geld, en tien ton turf in 't jaar, en drie ftuivers broodjes, alle weeken. Aan de vier Bezorgers van 't Katholyke-Ouden-Armen- Comptoir, ea de twee Executeurs met ei- kanderen, is, voor hunne moeite, een hon- derd vyf en twintig guldens 's jaars, en twin- tig guldens,om,by het doen der rekening, een glas wyns te können drinken, toegelegd. {*) Groot-AIemar. N. XI. ƒ. ufe,
BY.
|
|||
*
|
|||||||||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GODSD. GesTIGTEN. 625
|
|||||||||||||||||
Y L A A G E NS"'
|
|||||||||||||||||
B
|
|||||||||||||||||
U. A.
|
|||||||||||||||||
op hst IV. Deel, IV. Boek.
N. i. |
|||||||||||||||||
,
|
|||||||||||||||||
Accoord tuffcben de Conventualen van bet Ma-
ria- Magdalena-Convent, en de Leproosmees~ teren der Stad Amjlerdam> van den veer- tienden July des jaars 1579» Op huyden fyn de Vaders ofte Regenten van
den Armen Leprofen buyren deefer Stede met Jacob Banninck, ende Hendrik Olferts bey- deRaeden, by weten, confentC, ende belie- uen vanden Burgermeefteren, ende volgende de Refolutie van den 36 Raeden genomen den vier- den deefer rnaent, ter eenre, en de Pater mette gemeene conventualen van den Convente van Maria Magdalena op t'Spuytgen binnen defer itede,met Dr. Ciaes Janffe Cat, ende Antho- nis Willems ßontekoe haere voochden, ende jntercefleurs ter andere zyden, veraccordeert ende overeengecomen , beroerende de ontruy. minge, ende verlätinge vanden voorf; conven- te ende alle des voorf: convents goederen tot behoef van den voorf: Leprofen, ende dat in maniere ende op de conditien en voorwaerden, hier inne verclaert. Eerft dat de voorf: Pater en Conventualen
gehouden füllen fyn eerftdaechs t'voorf: con- vent te ontruymen, ende van (tonden aen af- flant te doen van alle de goederen en incoomen vande voorf: convente, oeck die voer date van delen verfchenen ende vervallen fyn waer de goe- deren en incoomen fyn gelegen, ende daermee* de den Regenten van den Leprofen tot behouff VIII. Stuk. Rr der
|
|||||||||||||||||
6i6 AMSTERDAMS III. Deel*
der fel ver Leprofen te laten bewarden,alshaer
vry eygen , uytgefeyt van den Meubelen als huysraec en dicrgelyKen niet naegelvaft fynde» die de voorf: Conventualén naer hen füllen mo- gen nemen, ömrne haeren vryen wille mede te doen, uytgefeyt alle houtwerk, als Keuyen, Bed- fteden, Treforen, Cantoren ende dicrgelyken. Waer jegens de voorf: Leproosmrs: gehou- den lullen fyn Jaerlicks uyttekeeren tot Lyf- penfie van den voorf: Pater ende Conventualén de fomme van Achthonderd vyf en vyftig ca- roli guldens, ingaende den eerden Augufty eerftcomende, die den zelfden Pater en Con- ventualén byden vierendeel jaers becaelt füllen worden, vry fonder enich afbreek elk volgen- de de Ordonnantie die by myn heeren den Bur- termeeftcrendaer op gemaekc fal worden, welo- e Jaerlixe Penfien by t' overlyden van den voorfz: Pater en Conventualén elcxs naer ad- venant affterven fal ende füllen de voorf: Le- proesmrs. tot haren laften neemen als fy neemen by deefen alleden fchulden van den voorf'con- vente 9 füllen daerenbouen de voorf: conven- tualén, tegenwoordich in den voorf: convente fynde,ende anders gheenen tot haeren verdoe- ne hebben omme innete woonen het fieckhuys metten Reuenter, de Koeken met de poert toe een vryen uytganck, mitsgaders de kamerkens, ftreckende van den Poerte zuytwaerts tot ant paters huys om defelve voorf: plaetfen ende liuyfingen te maken endeonderhouden tot cos- te van den voorf: Leproosmrs: tot vyf ofte meer bequame Woningen die den conventualén twee ende twee t'famen füllen gehouden fyn te bewoonen, ende fy luyden oflyvich worden- de dat die weder aenden Leprofen füllen ko- men , fonder dat zy eenige woningen zullen mogen verhuyren, alle dinck fonder arch ende lift t'oirconde hier van gemaect drye cedullen alleens luydende, ende by den voord Burger- meeftcren * Leproosmcefters , Conventualén ende
|
|||||
»
|
|||||
ÏV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GesTIGTEN. fa?
ende heurluyder voochden ondergeteeckent byLAv
op den I4*n in Julio Anno 15« negen ende tfe gen. uentich. Lr. A. ! (getekend)
|
|||||||||||||
•
|
|||||||||||||
Jan Claes z* kat, Egbert Roelof's , Cornelis
van Teylingen, Hendrik Olferts Fuyckt Jacob Banninck, Claes Jan/e kat* An* |
|||||||||||||
tbonys Willemszn Bontekoe, Jan Visker,
Jan Ferbee^Hynryck Hakken, Willem Peterfs Pater als voer ', aef Jans, Anna |
|||||||||||||
Claes y gert lïeyms, Dievoer Pieters, Ael
Gerrits, Wienen boelen,Styn Jans, Griet Jans% Hillegont Bernts, Katryn Roelants, .N. 2.
■ .4 f
Affland of overdragt van de Conventualen voor'
noemd aan bet Leprofenbuys, gedagtekend den zeftienden July des jaars 1579. Wy Jan Janszoon Smithende Wouter Ver-
hee, Schepenen in Aemflelredamrne oir- condén ende kennen dat voor ons quamenheer Willem PieterSzoon Pater, Dyeuwer Pieters Dochter, Aef Jans dochter, Anna Claes doch- ter, Dieuwer Gerrits doöhter, GeertruytMa- thys Dr.j Griet Jans dochter, Katharina Roe« 'lams dr. , Ael Gerrits dochter, Styn Jans •dochter, Hillegont ßarents dochter , alle conventualen tegenwoordich in den conventc van Maria Magdalena op t' Spuye binnen dee* fer fteede voor henfelven ende uyter namen van Harmein Pieters dochter, Imme Jans doch« *J ter, ende Volckgén Cornelis dochter, meede gcproffesfide conventualen, in den felven con- vente, abfent fynde, metten Eerfamen Heyn- drick Olferts zoon Raedt defer Stede, haerluy- der voocht in defen gecooren , Anthonis Wil- lems zoon Bontekoe mede Raedt. Doftor Claes Jans zn Cat, ende den voorfchreuen Heyndrick Rr t 01-
|
|||||||||||||
'm AMSTERDAMS IILDeex;
Eti Ai- Olpherts zoon, haeren vycrendeelcn., foemen
6EN. die naeft conde gecrygen, ende gelyëde mee Lr.*B. haere voochts hant by weete confente ende be- lieven van Burgermeefteren deefer Steede, en- de goetduncken van haer vierendeelen voernt: vercoft, ende tot eenen vryen eygendomme getrarsporteert te hebben den Leproosmeefters vanden Armen Leproofenhuyfe buyten defer Steede tot behouffvan den zelfden Leproofen, tVoorfchreuen convent v met alle des voor- fchreuen convents goederen, als landen, huy- fen, erfven ende onroerende goederen, mits- gaders alle den incomende Renthen gheenen uyrgcfonderd hoe die mogen wecfen,ende ge- lyeden daer off all vojdaen ende wel betaeld te weefen den lellen Penninck met den eerden, foe dat zy daer omme beloofden nu noch tot eeuwigen daghen geen Recht, Aftie, ofte toe- feggen op des voorfcreuen convents goederen ende incoomen meer te pretendeeren fonder aerch ende lilt. in Oirconde decfen brieffuebe- feegelt mit onfen Zegelen, gegeeven den fes- tienden July int Jaer ons heeren Duyfent vyff hondert negen ende.t'feventich. (was getekend).
M". Cohnilis,
Perder voorzien , met Pwee Zegels in groen
|
||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||
viajeb, aan twee uithangende Jtaarten,
|
||||||||||||||||||||
v. B. Lr. B.
|
||||||||||||||||||||
Vidimus van eene Ordonnantie van Burgemees-
teren der Stad Amsterdam voor de Zieken en 't Huis van S. Joris , gedagtekend den vierden Auguftus des jaars 1446, |
||||||||||||||||||||
W
|
y fchout borgermeeftren feepenen ende
rade der ftede van aemftelredamme doeo |
|||||||||||||||||||
te
|
||||||||||||||||||||
ÏV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestïgten. 629
te weten ende ceitificren een ygelyck wient Bylu- \
behoort mit kenniiïe dat wy optcn dach van gen. huiden darum van defen brieue gefien gelefenL'. B. ende gevifueert hebben enen betegelden brieff in parkemeyntgefcreuengans gaue ende geheel in gefcrifte fegel ende wafle zonder eenige ra- ïlire daer off dinhouden hier na volght van woerde tot woerde Wy borgermeeftcrs ende rade der (lede van aemftelredamme doen coud allen lüde want wy ouerfte rectors ende voogh- den zyn van der ziecken ende buys tfinte Jo- riaens binnen onfer llede vryhede gelegen zoc hebben wy vuyc verfoecke ende begeeren van- der vier ouermans 'des zelues huyies cm nut- fcip profyt ende orboir des huyfes voirfcreuen ende voor allen gefonden luyden gewillekocrt ouerdragen ende geboden willekoren ouerdra- gen ende gebieden mit defen onzen brieue enen yjjelyckcn ziecken menfche in den feljuen huy- ie defc nabefcreuen ftatuten ende ordonnantien op die'verbuerniffe van'horen prouen eenen ze- keren tyt ende voeiit totter ouermanncn corre- xie die volkomelycken te houden gelyck dat ymmer behoort. In den eerden dat daer geen van den ziecken die voor een fiek menfche an- genomen is in der (lede commen fall tot gee- rien tyden ten zy by Confente ende oirloff der ouermans Ende voort en zullen zy in geenen huyfen gaen ten' waert fake dat zy angeroepen worden van den huysheereoftehüysvrouwedes buyfes ende als zy órloff hebben in die ftcdete commen van den ouermans voorf. zoe füllen zy aendoen een vlieger daermenfe by kennen mach dattet een Lazarus jnenfche es. item zoe zul- len zy commen ter maeltyt als die clock thien geflagen heeft alfl: geen vafteldach en is mer in den vaften oft allt botvafl is zoe zullen zy commen te efter huere. Ende waert faecke dat daer eenich wae'r die dat niet en dede die foude geen na eten hebben. Item voort dat zy des zomers thuys commen zullen ia hore felues Rr 3 woe«
|
|||||
s
|
|||||
6$ö AMSTERDAMS ÜI.DEEE;
woeninghe voor negen dhaluen ende des win-
ters tot viuen vptie zelue corexie geiyck haer gewoenten ende rechten vuytwyfen. Ende waert fake dat daer yemant ware die hier inne ouer- horich worde ende woude defe ordonnancien flatuten ende gewoenten niet houden zoe zul- len die ouermans van den huyfe vorf. die mo- gen corregieren ende vuten huyfe fetten zon- der 'wederfeggen van yemant In kennifle der waerheit hebben wy der vorn. Stede fegelethen faecke hier beneden an gehangen Gegeuen vp- ten vierden dach in Auguflo Jn t jaer ons hee- ren duyfent vier bondert fefle ende veertien Ende want wy dit jegenwoordege Vidimus je- gen den principalen originalen brieff beuonden hebben alleens ludende van woerde tot woerde Zoe hebben wy in Oirconde der waerheit der Stede Segel ten faken hier an doen hangen op ten xxixen dach in novembry in't Jaer ons hee- ren duyfent ende vyff hondert, Lr. C.
Open brief van Burgemeefleren, Schepenen en
Raad der Stad Amflerdam, aan de Gseflely- ke en Weereldlyke Regeering van Waterland en Amftelland, ten behoeve der Ziekenmeefleren van 't Leproozen-Huis van S. Jo« ris, gedagtekend den tienden Auguitus des jäars 1485« Allen den ghenen die defen brief zullen fien
of horen lefen Saluyt ende onfe minnelic« lee groet doen den Schout Burgermeefteren Sce- penen ende Raide der Stede van Aemftelredam- me te weten ende fonderling den eerfamen pas- toren Schouten ende Burgermeederen van den Steden van monickedam ende van Edam ende voirt den paftoren Schouten ende Scepenen van den dorpen vanRarop vanZuyderwoude ende van broyck van purmer ende purmerlant van lansmaer vanzunderdorp van fceUincwöude vanulpendam van
|
||||
I
IV.Boek. Godsh. en Godsd. GeStïgten. 631
van aemflemeen van diemen ende van ouder- Bylaa-
kerck onfen goeden vrunden alze dat vpten oen. dach van huyden voir ons in perfone gecomen L*. C. zyn die ouermans endeSieckenmeefters vanden Siecken Lazaryen huyfe van Sint Jorjs ftacnde binnen defer Stede ons te kennen gevende hoc dat zy vamoudts geplegen zyn te hebben tot allen vier hoechtyden van Jare een bede ouer al in den kercken aldair tot hulpe ende onderhoudenifle van den voirs decken lafaryen huyfe dair of ende van wel cker bede zy een deel jaren geleden geen ontfanck gehad en hebben mar hebben dat laten beruften tot defen dage toe ouermits dat zy niet zeer mit liecken in den voirf. huyfe befwaert noch belaft en hebben geweeft ende hebben alfo den ingefetenen van der Steden ende dorpen voirf. van der voirf. bede ende recht ongemoyt gelaten mar om ouermits dat zy als nv grotc- iycken bevinden t voirf. huys mit fiecken belaft: ende befwaert te wefen méér dan zy re te vo- ren geweeft hebben zo is hun van noden om de onderhoudenifle van dien de voirf. bede de vier hoechtyden van den Jare gedurende wederom te hebben ende an te nemen Begherende dairom an ons dat wy hoir laft ende aermoede by on- fen brieuen den fteden ende Dorpen voirf. be« teckenen wouden. Ende om ouermits dat ons tzelue begeren redelicken dunct wefen ende dat wi oick kennen dat zy zwaerlyken mitfico ken ende anders belaft zyn ende dat het hun niet mogelickenen is 't voirf. fiechuys te onder- houden zonder te hebben de hulpelicke handt der aelmoeflen van allen goeden menfehen en« de, fonderlinge van den ghenen die dair in ge- houden zyn fo feriuen wy ende verfoycken mit Vruntliker bede andeneerfamenpaftorenfehou- ten burgermeefteren ende fcepenen van den Steden ende dorpen bouen genomt ende an ee- nen ygelicken bifónder dat zy elcx inden huren ordineren willen twee goede mannen die de vier Rr 4 hoich-
n
|
||||
- ■ — - p-
|
|||||||||||
»
|
|||||||||||
6> AMSTERDAMS III.Deei:.
hoichtyden van den jare voirf. in den kercken
voir den fieckenhuyfc voirf. ommegaen Tullen ende dat zy hunluyden voirt gönnen ende ge- uen willen hoir bêiuilpelicke handt horer ael- moelTen vp dat t voirf. huys ende die fiecken dair by onderhouden ende geiaeft mogen wor- den ende dat zy ende een ygelic van hun dair by goids loon hebben ende' alfo verdienen mo- gen want in der waerheic kennen dat vp defe tyt van groten node is de bchulpelicke handt der aelmoeflfen van eenen ygelicken te hebben ende {onderlinge van den genen die dair in ge- houden zyn als ghy zyt gemerct dat de ouer- mans ende fieckemeefters van den Siecken La- faryenhuyfe voirf. feggen gehouden te wefen waert dat ycmant van den ingefetenen of in- wonende van den Steden en de dorpen voirf. mitter fiecte van der lafarye belaft of befmet worde hy ware arm of ryck dat fy die fcul- dich zyn in den voirf. fiechuyfe te nemen te houden ende hoir gemack te doene na ge- woente des fieckenbuis voirf. gelyc als of hy poorter ende inwoner defer Stede wair ende dat fy dat voirt noch alfo doen ende onder- houden willen gelyc dat behoirt ende fculdich fyn van doen In kennifle der waerheit foe hebben wy der voirn. Stede zegel ten Zaic- ken hier beneden an doen hangen In 't jair ons heren duyfent vier hondert vyffende tach« tich vpten thienden dach van augufto. |
|||||||||||
3
|
|||||||||||
UD.
|
|||||||||||
'•>
|
|||||||||||
EV. Boek. Godsh. ën Godsd.Gestigten. 633
X. D. . Bylaa-
GEK.
STUKKEN, L-D'
■ ) -
herußende o^V Beoynhop, bier ter Stede, v ' N. 1,
. '#
Oudfie bekende opdragtbrief van 't Begynbofte A-nJlerdam, gedagtekend den een en dcr- tiglten July des jaars 1346. Wy henric coppen foen fcoute, heyne ni-
claerts foen , heyne van Zuden ende diric Ghereyts foen, Scepene in Aemltelredamme, orconden ende kennen dat Coppe van der Lane quam voor ons ende fcout quyt tot enen vrien eyghen dat beghynhuys den ioncfrouvven den beghinen die daer nu in fyn , iof hyrnamaels in comen zeilen Goede in te dienen ende heefchem daer of op^hedraghen enen vrien eyghendom. In orconde defen brieue befeghelt mitonlen Zeghe- len. Ghegheuen in den jare ons hren MCCC
zes ende viertich op Sinte Peters auont ingaen- de oefte. N. 2.
Orde van de Regeering der Stad om geene bui*
zen op bet Begynbof te vervreemden of te ver- koopen, dan met bewilliging van alle de Be* gynen: gedagtekend den vyf en twintigften April des jaars 1389. 1
Wy fcout fchepenén ende rade der Srede
van Aemfterdam maken kenlic allen lie- den die defe lettere füllen fien dat wi om or« baer profyt ende nucfcap der armer beghinen in Amfterdam ende oec om alrehande feade lad en- de hinder te voerhoede die namaels ghefcien moch- Rr 5 ten
|
|||||
-^p—^■^^■P
|
||||||||
634 AMSTERDAMS IILDeel.
Bïlaa- ten binnen horen houe ende tymmeringhe con-
CEN. fenteert gefterck e'ndef gheordineert hebben al Lr. D. dusdanighen ghefet als hierna ghefcreuen ftaet: Dat is waer dat enighe beghine die nv fi of hier namaels opten beghynhoue woende hufinghe cofce of tymmerde die en foude die hufinghe in haren leuen noch hoer erfname na hoerre dot't vercoepen noch vervreemden yenighe menfche buten den houe noch binnen ten ware bi oer- loue ende confent der ghemeenre beghinen bin- nen den houe voerfcr. Ende om dat wi willen dat dit ftade ende vaft ghehouden warde foe heb- ben wi defen brief bifeghelt mitter ftede feghel voerfcr. ghegheuen op finte marcus dach ewan- gelifte In 't jaer ons hren m. ccc. neghen ende,
tachtich, Onder aan hing bet oudfie Stads Zege!,'
zynde bet Koggefcbip, met bet wapen van Holland tegen de maß , in groen vuafcb gedrukt, N. 3.
I '
Brief van Hertog Alrrecht van Be ije-
r en vanden zeventienden Augudus des jaars 1393» inaarbj by de Begynen te Am* flerdark in zyne bejcberming neemt, en baar tenen Regel geeft. f
Aalbrecht by goeds genaden Palensgraue op
ten ryn , hertoghe in beyeren graue van heneghouwen, van holiant , van zeelant ende heere van Vreeflelant, want wi willen ende me- nen ende begheren dat goeds dienft ende fyn ee- re iri allen ónfën Landen ende machten ghebreec ende ghemeerret ende gefterct worde Soe doen wi cont en te weten allen luden dat wi gheno. men hebben ende nemen in onfe befcermeniflè voer ons ende voer alle onfe nacomelingen dat beghinehof bynnen onfer ftede van Aemftelre- dam-
|
||||||||
■
i |
||||||||
.
|
||||||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd.Gestigten. o^
dammemit alle de ionckvrouwen die daer nu terBvLAA.
tyt in woenen ende ontfanghen fyn ofte hier na- GEN. maelsin woenen of ontfangen füllen werden mit \j. D. allen hoeren gueden ende toebehoeren dat fi nu ter tyt hebben ende namaels vercrighen of heb- ben füllen. Ende wi willen ende ghebieden hem naerftelike dat fi godlic eerlic zeedelic vreed- famich ende gheeftelic leuen leyden ende gode vlitelic dienen in ghehoerfamicheit der heili- gher kerken fonder enich bewint van wereltli- ken faken ende waert fake dat enich van den voerf. joncfrouwen die nu ter tyt in den voerf. beohinenhof woenen of namaels in woenen fül- len twift of onruft onderlinge hadden wel- ken twift of onruft fi niet laten en wouden bi der meefteruTen ende bi befceide redeliken lu- den diere die meefterifTen bi hebben wouden die füllen die rneeftrüTen mitten ouden ende vroetften joncfrouwen van den houe voerl. van onfen weghen Van den feluen houe doen fon- der yemants wederfegghen. voert fo en fel gheen ioncfrouw van den houe voerf. van huus Va- ren fonder Confent ende goetduncken dermeeft- riïfen noch langher van huus bliuen dan na goet duncken der meeftrilTen voerf noch gheenjonc- frou des hoefs en fel van den houe gaen eten lioch in gheenre manieren van den houe ver- nachten fonder confent ende goetduncken der meeftrilTen voerf. voert fo en fel gheen jonc- frpuyemantmit haer inhalen woenen fonder con- fent ende goetduncken der meeftrilTen voerf. fende gheen ioncfrouwen en füllen op ten hof te famen in enen huus woenen fonder confent der raeeftriflen voert gheen ionckfrouw voerf. en lal kynder moeten houden of leren ten fi by con- fent ende goetduncken der meeftrilTen voerf. en- de ioncfrouwen voerf. voert fo en füllen gheen ioncfrou ontfanghen fi en hebben een iaer of an- derhalf op ten voerf. hof ghe woent. Voert fo wie van den ioncfrouwen voerf. tot enighen dienften fihecoren worden te doen die fel den dienft goe- R der- |
|||||
i
|
|||||
*
|
||||||
636 AMSTERDAMS IILDeei,.
dertierlic an nemen of den hof voer£ rum en.
voert foe en füllen gheen mannen gheeftelic of- te waerlic te ghenen tyt opien hof eten wtghe- feic arbeitiluden als fi opeen voerf hof arbeiden. Voert fo wat joncfrou op ten hof voers eyghert huus of dlbaer goet heeft of camer dat fi gbeefc' ofbefprect den hof of den ioncfrouwen des hoe- ües dat willen wi dat voert gha fonder yemants wederfegghen. Voert fo ghebieden wi ende ver- bieden den Joncfrouwen des hoefs voerf. tot e- wighen daghen nymmermeer die hofftede des hoefs in gheenre wys te vermynren. Voert waer dat fake dat enighe van den Joncfrouwen voerH tot enighen tiden yeghens defe voerf. punten fet- ten ende keren woude da^ god verhoeden moet alfo dat fi enigerhande fake hantieren ende doen wouden die niet godbc eerlic noch gheeftelic en ware ende hem daer of niet beteren en wouden na dattet hem ghefeit waer van den meeftriilèn fo füllen die meeflxiflen voerf. van den houe moghenioen biden outften endevroet« ften ioncfrouwen van den houe als voorf. is. En- de alle die gheen die om defe voerf. ghebreken van den houe gedaen worden of felue van den houe ghaen woenen fonder confent ende goet- duucken der meeftriiïèn voerf die en füllen tot ghenen tiden weder opten voerf. houe woenen. Ende want wï dit voerf. beghinenhof ende ionc- frouwen die daer nu ter tyt in fyn of hier na- macls in füllen wefen lyf ende goetinonferhoe-* de en belcermeniflè ghenomen hebben ende ne- men in allen manieren als voerf, es fo beuelen ende ghebieden in al onfen landen allen onfen rechteren fonderlinge onfè gherechte van Am- fterdam die nu ter tyt fvn ende in toecomende tiden wefen füllen dat fi den voerf. hof ende ioncfrouwen die daer nu in woenen of namaels in woenen füllen in befcermenifie ende hoede hebben füllen. Ende in allen defen punten voerC mitten ioncfrouwen die fi tot hem nemen hul- pen ende ßareken tot allen tiden als fys van hem
|
||||||
.
|
||||||
■L ■ ■"
|
||||||||||||||||
IV.BOEK. GODSH. EN GoDSD.GeSTIGTEN. 637
hem vermaent ende verfocht worden.. Ende ßTLÄÄ^ •
waer dat fake dat yemant waer die hem tot e- GILN nighen üden misdede mit woerden of mit wer- L,r rj, ken fo ghcbyeden wi onfen gherechte van on- fer ftede van Amfterdam dat fi dat fo fcarpelic berechten ende corrigeren dat s hem een ander hoede te misdoen den ghenen die wi in onfer hoede ende befcermeniiïè ghenomen hebben. Ende allé defe voerf. fake füllen wefen behou- dende de ioncfrouwen voerf. al hoers rechts en- de biïeuedie fi hebben van onfen rechte van on- fer (lede van amfterdam. Ende want wi willen dat defe voerf. punten ftade ende vaft bliuen tot ewighen daghen fo hebben wi defen brief bezeghelt mit onfen zeghele. Ghegehuen in den haghe op ten feuenden dach in Augufto in 'c jaer ons heren.dulent drie honden ende drie |
||||||||||||||||
ende tnegentich.
|
||||||||||||||||
N. 4.
|
||||||||||||||||
Brief van de JVetbouderfcbap der Stad Amfler-
dam, van den vyftienden April des jaars 1417 , waarby, aan de Begynen aldaar, een fink Lands, onder zekere voorwaarden, af- , gejtaan voordt,
Wy Schout, Schepenen ende Rade der Ste-
de van Aemftelredamme doen cond en- de te wetene allen luden dat wy bi rade confen- te ende guêtduncken der wyshede Vroetfcippe ende rychede der voirn. Stede van der zeluerStede wegen ghegeuen hebben ende gheuen mit defen brieue den ghemenen Joncfrotuven vptenbaghyn- houe binnen der Stede voirf. enen vryen eyghen- doem van den erue ghelegen an. den zeluen ba- ghynhove alzo als zy dat wt den watere op ghe« weruet hebben zuytwairt tot an der nyerbrugge die nu fteket ouer der baghinen grafte ende van dane voirt weftwairt tot an der Stede grafte, be- houdelicken dat nefFeus der voirf. brugge zat bli«.
|
||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||
638 AMSTERDAMS HL Deel,
Bvxaa bliuen leggende een ftraete raeyrecht vut welt-
|
|||||||||||
GEN
|
wairt tot ander Stede grafte ltreckende welke
|
||||||||||
£/. D. (träte die baghinen zullen op maken ende (traten
vierden voete breetgeliken der Strate die nu leyc an die zuytzide van den baghynhoue. Ende dan zo zullen die buyren in der bindwyc defe Stra« te voirt an houden ende maken tot e wighen da- ghen gelyc zy die voirf. Strate an die zuytzide van den baghynhoue tot hair toe gehouden ende gemaect hebben. Voirt zo zullen wy van der voirn. (lede weghen doen maken vpt wefteynde van defen eruc bi der (tede grafte een (träte zes- tien voet breet (treckende van den baghynhoue tot ander voirf. bueren Strate ende dan zo zul- len die baghinen defe Strate alfo voirt ane hou- den ende maken tot eewigen dage. Ende wy gelien van der voirn. (tede wegen hier af vol ende al betaek den leiten pennync mitten eeriten. Voirt zo gelouen wy van der zeluer (tede wegen de- fen "baghinen tfelue erue in alre manieren als voirf. (taet vrye te waeren jaer ende dach als men èrue ende eyghen is fcoudich te waren en» de alle oude brieuen af te nemen. Ende noch zo hebben wy geloeft ende gelouen van der voirn* (tede wegen den voirf baghinen dat men dat erue leggende tuflèhen der bueren (träte voirf ende der Stede Sciltraminge tot ghienen dagen en zal betimmeren mit eenigen hufingen vtgenomen inueren of toernen dair men die (tede voirf me- de beveftiget. Alle dingen zonder arch ende lifte. Inoirconde ende in kennhTe der waerhede fo heb- ben wi fcout fcepene én de Rade voirs defen brieue bezeghelt mitten voirn Stede zeghele hier aen gehangen. Gegeuen vpten vyfrienden dach in aprille'in t iare ons hersn dufenc vierhundert en? de zeucnïhien. |
|||||||||||
N.$.
|
|||||||||||
■
|
|||||
IV.Boek. Godsh.enGodsd. Gestigten. 639
,, Byxaa*-
*** 5» GEK
, - , Lr. D.
Brief van t Kapittel der Lieve Pïrowwe Kerke
in den Haage van den agctienden Auguftus des jaars 1419» waarby aan de Üegynen te • Amßerdam veroorlofd wordt, eenen voeereld* lykenPriefier te kiezen tot baaren Kapellaan. , Wy Deken ende gemeene Capittel der ker-
ken van onfe Vrouwen in den Hage des ftichrs van Utrecht doen cond allen luden dar wy om loue ende eere ende dienfte Gods te verme- ren ende om bede ende begeerte der Stede van aemftelredam ende oic om oitmoedich verfoec der deuoter mageden ende weedwien wonende optenbeghynhoue derprochien van aemftelredam an die zwtweft fide van der ftede gegeuen heb- ben ende gheuen mie goeder voirfknigheit mie ripen rade den maechden ende vveedwyen dienv ter tyc op ten voirf. beghynhoue wonen of namaels wonen lullen al fo veel alft in ons is ende die eer- waerdigen Vader in Gode die Bifïcop van Utrecht Cpnfenteren ende Confirmeren wil fulke punten van gracien als hierna gefchreuen ftaen, In den eerften dat die twee bewaerfteren des hoefs voir£ mit feuen van den oudften beginnen die in des voirf. hoefs dienft ghe weeft hebben nv ende tot alre tyt füllen mogen kiefen eenen eerbaren wair. liken .preefter tot eenre zeker tyt dat is te ver- ftaen alfo langhe alft hem genuecht die hem mhTe ende ander gotlike dienften in hair Capelle • vrilic fal moghen doen lefen of flnghen des feilen die fangmifïèn op die drie principael hoechtiden als paesken pinxter ende kersdach gedaen we- fen voir dat die clocke negen flaet. Ende wou- den fy dan dair meer lezende mifïèn hebben dat foude wefen mit befloténre poirten hoers hofs mit hoers felfs volc ende anders nyemant. Voirc fo füllen fy tot allen mifïèn ende gorlike dien- ften voirf. mit haren clocken raogen luden ende ty-
|
|||||
■
|
|||||
640 AMSTERDAMS III. Deel,
Btlaa- tyken doen wtghefeit ten fermoen welke fermoen
gen fe feilen mogen doen -doen mit belokende doe- Lv D. ren der poer ten des hoefs voirf. tot. alre tyc alft hem genuecht wtgefeyt vierwarf tsjaers fo felkvt fi prediken moghen mit opene doeren als op fin- te Jans ewangeliften dach ende hoer kermis dach fente maria magdalenen dach ende fente Urfulen dach ende dat niet te doen eer die vesper ende compleet in die prochikerc wtgefongen fyn. I- tem fo fel hoir Capellaen of die ghene die hys nächtiget hoir alre biecht horen abfolueren ende penitencie fetten ende hem miniftreren die hey- lige Sacramenten euchariftie ende heyliger Oly- en tot alre tyt als fyr begheren wiïke heylige Sacramenten fy eerbaerlic als dat betaemt in hair Capelle füllen moghen houden. Item fo fallen fy hebben een vrye fepultuer binnen den houe voirf. dat fi begrauen mogen hoir Capellanen Cofter ende alle die beghinen die binnen horen houe fterucn ende ander maechden ende wedu- wen wonende binnen den houe voirf ende niemant anders. Ende wairt zake dat yemant anders dair begrauen woude wefen des füllen die beghinen voirf. ons of onfe Capellanen binnen dertich d.a- ghe te rekenen dat die menfch daer begrauen wairt wrreyken voir eiken dode drie gouden vrancrycfche Cronen. Item des füllen die be- ahinen voirs ons of onfen Capellanen om onder- clanicheyt der heyliger kerken te bewifen wtrey- ken ende betalen voir fulke offerhande als fy 'fculdich fyn ende voir alle offer dat van hair ^beghinen énde hairs felfs doden in hair Capelle eeoffert wertjairlics ons of onfen Capellanen fes gouden Vrancricfche cronen te betalen binnen der octaue van paesken. Ende wairt zake datter eenigerhande ander offerhande quarrten an goude an fuiver of enigerhande ander cleynodehetwair in bloke of opren outairboum twee nobel fiaers dat feilen wy of onfe Capellanen die ene helft hebben ende die beghinen voirf. ter tymmerin- 2he hore kerke die ander helft. Item fo en feilen * die |
|||||
IV. Boek. Godsh. en Godsd. Gestigten. 6*41
die beghinen mit voirwairden haren hof nietßYLAAr
mere maken noch bewonen dan twisken derfte GEN> de vellen die nv is ende die graft die nv ter tyc Lr. D. onder dat beghynhof gaet aen die Oeflzide. I- tem wie dit beghynhof füllen regieren die ful- lent foe regieren dat die prochikerk dair niet by veraftert en fy behoudelic die punten voir£ Ia kenniffè der vvairheyt fo hebben wy Deken ende gemeen Capittel voivC onfes gemeens Capittels zeghel an defen brief gehangen. Gegeuen in 'c jair ons heren dufent vierhondert ende negentien vpten achttien dach in Augufto. [Door deezen brief, was de volgende be-
veiliging gelleken:] ' Fredericus dei gratia Episcopus Trajeftenfit. Ad
univerjorum noticium cupimus peryenire quod narrata in literis quibus bcec nofira prefens cedula confitmacionis efi transfixa ex certa fcientia ra- tificamus approbumus rata et firma babemus. Et deinceps in perpetuum inuiolabiliter volumus in quantum in nobis efi obfiruare ac eadem auEtoritate nofira ordinaria cor firmamus noßrarum teßimonio liierarum. Datum anno domini millefimo quadrin- gen^efitno decimo nono menfis augujti die decima aäaua. [getekend]
JO. HONDERTMERCK,
dat is:
„ Fredrik door Gods genade Biflchop van U-
„ trecht. Wy begeeren dat tot kennifle van al- „ len kome , dat wy het verhaalde, in den brief ^ „ door welken deeze onze bevetligings-cedul „ gelleken is, uit onze zekere weetenfchapjbe« - „ kragtigen , goedkeuren en voor vall en be- „ ftendig houden. Ook willen wy het zelve, 99 voor altoos, en zo veel in ons is, ongefchonden VIII. Stuk. Ss „ naar*
|
||||||
642 AMSTERDAMS III. Deel.
Btläa- j? naarkomen, gelyk wy het, uit onze magt, en
gen. S3 door't getuigenis van deezcn onzen brief,be- Ia D, 3, 'veftigen. Gegeven in 't jaar des Heeren een „ duizend vier honderd en Tiegentien, den agt- |
|||||||||||||
tienden Augullus.'
|
|||||||||||||
3J
|
|||||||||||||
N. 6.
|
|||||||||||||
. Qiiytfchelding van vyftien pont groot vlaam ,
door Meefter Baernt dircxj'bengemaakt, tot vol- doening der huisbuure van drie arme Begynen, cp het Begynbof, gedagtekend den zes en> twintigften January des jaars 1475. Wy Jan taline ende Albert Otten zoen fee-
pene in Amftelredamme oirconden ende kennen dat voir ons quarnen die matriflèn van dat beghynhof binnen der voirn. ftede alfe die- duwe Jacobs dochter ende merretgyn Willems dochter mit outger outgersfoen hoeren gecoren Voecht Ende gclieden bi confent der rade van der ftede ende 't gemeen baghynshofs wegert dat fy ontfangen hebben van kathryn dircx dochter vyfeien pont groet vlaems geit welke voirf. gelden meefter baernt dircx foen faliger gedachten gegeuen ende befproken heeft dat voirf. baghynhof in defer manieren dat die ma- trifïèn voirn. die nv fyn of namaels wefen fül- len hier voir jairlixe geaen ende wtreiken fül- len fes guede goudene Johannes beyerfïè gül- dene tot drie arme baghynen behoef .vpter fei- nen *haghynhof om me hair huyshure dair jairlixe mede betalen ende tot welker tyt een van de ba- ghynen oflyuich geworden fal wefen fo füllen die matriffen mïttie oudfte magheden van den feluen baghynhof dair altyc een arme baghyn weder in fetten by den meeften Hemmen be- houdelic dat meefter baernts magen of die van finen blode gecomen fyn ende arme baghynen -ïyn die füllen defe lieden hebben voir een ander. In
|
|||||||||||||
.
|
|||||||||||||
*■*• .
|
|||||||||||||
f
|
||||||
ÏV.B0EK.G0DSH. EN GODSD. GeSTÏGTEN. 643
In oirconde defen brieue befegelt mie onfen fe- Bylaa«
gelen. Gegeuen vpten fefs ende twyntichften gen. dach m Januario in t Jaer ons heren dufent vier JL/. D« hondert vyf ende tfeuentich. N. 7.
Brief van de Wetbouderfchap der Stad Am*
fierdam, van den negen en twintigften Ja« nuary des jaars 1511, moaar by zeker erft aan de Begynen aldaar, wordt afgeflaan. Allen den gheenen die defe onfe letteren zul-
len fien of horen lefen faluyt. Doen wy Schout, Burgermeefteren, feepenen ende rade der Stede van Aemftelredamme te weten certificeren mit kennifle der waerheyt dat wy by rade ende confente van den feflèudertich raden deler Stede omme fekere merekelyke deuchdelycke reden den.zeluen raden ende ons daer toe porrende den baghynen van den ronden hoff binnen defer (te- de tot behouffvnn den gemeenen hoff voer heur ende heuren nacomelingen gegunt ende tot ee- il en vryen eygendome quytgefchouden hebben terffie leggende weftwart van den zeluen hoff tuffchen den grafte ende den hoff alzoe lange alz t zelue hoff is omme tfelue erffue te mogen be- timmeren ende ewelycke ende erffelyckebefitten. ende gebruyeken als heur vrye eygen goedt fon- der dat wy oft onfe nacomelingen tot enigen ty- de heur ter fake van dien yet füllen eyflèn oft gedoogen geeyflcht te werdde in eeniger manye- ren alle arch ende lift vuytgefondert. In kennifle der waerheyr hebben wy Schout Burgermeefte- ren , Schepenen ende rade voirii. der voirf ftede van Aemftelredamme Zegel ten Zake hier bene- * den an doen hangen Gegeven op den negenen- de twyntichften dach van Januario Int jaer ons heren duyfent vyffhondert ende elff. |
||||||
Ss 0 DE R-
|
||||||
6*4 AMSTERDAMS III. Dm;
DERDE DEEL. GEBOUWEN
DER STAD AMSTERDAM.
VYFDE BOEK.
Gebouwen, tot bevordering van
Weetenschappen en nuttige
Oefeningen, aangelegd.
I.
DOORLUGTIGE SCHOOL.
OvergangTJehalve de weereldlyke en geeflelykegebou-
tot de 1^ wen, in de vier voorgaande Boeken van vim^der '^c ^ee^ Defcrireeven -> 'ls de Stad nog voorzien
Gebou- van eenige Gebouwen, Oefen- en Werkplaat- wen,tot fen , tot aankweeking van geleerde Weeten- nuttige ßkappen en Taaien, en tot andere nuttige en aan- mamege" genwme bezigheden aangelegd; die, ten dee^ oefcnin- Ie tot de eerftgemelde, ten deele ook tot de gen aan- tweede foort van Geftigten, können geagt gelegd: worcien te behooren. Wy hebben, hierom, derDooR- tot derzelver befchryving, het tegenwoordi- LUGTicE ge vyfde Boek gefchikt. Wy beginnen, met SCHOOLE. deDoORLüGTIGE ScHOOLE.
' v De Stad Amfterdam haare opkomft voor-
gemfeg- naamlyk verfchuldigd zynde,aan deuitbrei«
ten een ding haarer Scheepvaart en Koophandel, Coliegk, heeft njen zig, aldaar, niet vroeg noch fterk, toe-
|
|||||
S
|
|||||
VtBoEK. Geb., tot nutt.Oef. geschikt. 645
toegelegd op het aankweeken der Geleerd- Door-
heid. fVillem en Jan Eggert, Heeren van lugtige Purmerende, hadden, in 't begin der vyf-ScII00U tiende eeuwe, een Collegie geftigt, in dehierter oude of nieuwe Kerke, beftaande uit eenenStede' ReStor of Overpriefler, vier of meer Pnef^jrF.'over- ters, en eenige Klerken; welk Collegie zy Theolo- fchikten, om, gelyk de Kanonniken plag-£ie en. ten, de getyden te zingen. Jan Eggert Hart-p^lQ° gertszoon en Wendchnoet, zyn wyf, beves-word't ge- tigden en vermeerderden deeze ftigting, op lezen, den veertienden February des jaars 1450, beladende, in 't byzonder, dat de Reólor Baccalaureus in de Theologie zyn moeft, en dat de waardigheid van Rector, altoos, door den oudften Priefter van 't Collegie, bekleed moeft worden; even als zulks, in de Colle- gien van S. Benediótus te Parys, en van S. Donaas te Brugge, gebmikelyk was, mids hy de vier boeken van den Hoogen Zin (1), voor 't Collegie, gelezen hadt. Voorts, moeft de Reftor, dagelyks, een gedeelte van't E- vangelie leezen,of doen leezen, en 'er, des Zondags, de gewoonlyke glofe, of uitleg- ging , byvoegen. Daarop, moeft hy over- gaan (1) Deeze Boeken van den Hoogen Zin waven de
vier Boeken der Sententien of Spreuken van Petrus Lombardus, waarin degantfche Godgeleerdheid, in Plaatfen uit de Kerkvaders , verhandeld werdt. 't Werk is, omtrent het midden der twaalfde eeuwe, ppgefteld, en, eeuwen agtereen j de Tekft ge weeft, waarover , in de Theologifche Schooien , gelezen werdt. Ook telt men tot twee honderd vier en veer- tig Schryvers, die uitleggingen over 't werk van Lom- bardus gefchreeven hebben. Voiez Fleurï Hifi, Ecclefiafi, Tom. XV. p. 59- Ss 3
|
||||
<54<5 AMSTERDAMS 'm. Dek.'
'Door- gaan tot het leezen van Philofophifche Les-
LUGTiGE fen, waarna dan volgde het leezen der vier School, boeken van den Hoogen Zin. 't Schynt, dat de fligters beoogden, dat dit Collegie, ook door Studenten, zou worden bygewoond, om dat zy willen, dat de Prieflers behouden zouden, 't gêne zy, met fchryven, of met onderwyzen in de vrye konden, verdienen mogten. Ook lieten zy 't aan hunne vry- heid, of zy eenige Orde wilden omhelzen, gelyk de Kanonniken plagten. Doch zo zy 't deeden , moeflen zy geene andere Orde aanneemen, dan die van S. Auguftyn (#). En dit is 't oudfle blyk, my voorgekomen, dat men, hier ter Stede, voor het aankwee- ken der geleerdheid, naar den fmaak dier eeuwe , gezorgd heeft. Eggerts Collegie fchynt ook, allengskens (b), tot ftand geko* men, en in de oude Kerke geplaatft geweeft te zyn (c). Doch het is, na verloop van ee- Oudfte nige jaaren, wederom te niet gegaan: gis- Stads fende fommigen, dat de boeken, die tot het Jioekery. zelVe behoord hebben, naderhand , in de Stads Boekerye, in de Nieuwe Kerke, zyn ovcrgebragt ( d ). Zeker is 't, ten minfte ^ dat de Stads Boekery, lang voor de opreg- ting der Doorlugtige Schoole,in de Nieuwe Kerke, geplaatft geweefl is (c). Na het te niet loopen van Eggerts Collegie, werdt, hier ter Stede, niet gedagt, om het opregten van dier-
-
(a) Zie den Stïgthigbiief, by COMMELIN bh 417.
(b) Zh een' Brief van ag Mny 1478 - h)COMMELIN bl, 41^
(t) Zie hier voor, III. Deel, II. Boe{tbl.izi. (d) COMMELIN bl. «48. not. (a).
{e) rONTANUS Lifr. II. G*/\ XXVI. /\,23°»
|
|||||
%
|
|||||
V.Boek. Geb., totnutt. Oef. geschikt; 647
diergelyke Collegien. Men oefende zig, inoooR- •
de geleerdheid, op de Hooge Schoole ^ujot^o« Leuven ; en vermogende luiden maakten Soi001" jaarlykfche fommen , tot onderhoud van fchamele Studenten, poorters deezer Stad, of ten minften inboorlingen van Holland, die, te Leuven, in Artibus of in dsr 'Ideolo- gien , gingen ftudeeren; gelyk my , onder anderen-, uit een' Rentebrief van twee en zeventig Karels guldens (ƒ), door Meefter Henrik Paulusz., Provifeur der Stad, ten be- hoeve eener arme Studenten - beurze te Leu- ven gegeven , en uit het Teftament van Ka- tryn Wouter Dobbeszoons Dogter van den zes- den Maart des jaars 1555, gebleeken is (2). Doch, omtrent dien tyd of eerder, fchynen 'er, met kennifle der Regeeringe, ook les- fen, in eenige deelen der geleerdheid, boven de oude Waage, gegeven te zyn. Immers, Pontanus heeft aangetekend, dat Joannes Sartorius, Amfterdammer, en Leermeefter < in de Latynfche Schoole, die in dien tyd
bloeide, aldaar, de Hebreeuwfche taal, in 't openbaar, onderweezen heeft (g). In 't jaar 1574, werdt de Hooge School, te Lei- den , opgeregt, En daarna ook andere Hoo- ge Schooien, in de andere Vereenigde Pro- vinciën, fommigen van welken, na dat de Stad de Staatfche zyde gekooren hadt, door de
(f) In't Verrek der Thefamie. Oude Laade H. L*. Z.
(g) Amft. Libr, IU Cap. XXVIII. p. 257.
(2) Wy hebben dit Teftament, welk, ook in ande-
re opaigten, aanmcrkelyk is, aan 't einde van dit Boek, m eene Bylaage, onder L>. A. geplaatft. Ss 4 \
1
|
|||||
1
|
|||||
648 AMSTERDAMS HL Deel;
Door- de Amflerdamfche Jeugd, rykelyk, bezogt
LUGTiGÊ werden, tot-dac men, in 't jaar 1629, teraa- School. je Werdt, eenen Profeflbr in de Philofophie Opreg- en 'm fa Hiftorien herwaards te beroepen, DcfoR01" en een Jaar ^aater jtot net beroepen van twee
LTTGTiGE Profefforen, beOoot. Hoe hieruit de opreg- Schoole. ting der Doorlugtige Schoole volgde , en / hoe dezelve, op den agtftenJanuary desjaars 1632, plegtiglyk, werde ingewyd, hebben wy, reeds elders (ff) , omflandiglyk, aange- tekend. Zj is, tot nog toe, in (land ge- bleeven, en de geleerdheid is 'er, dikwils, door beroemde mannen ,in verfcheidene wee- tenfehappen, gehandhaafd en bevorderd, on- der welken ,Vossius,Barlaeus,Sen- GUERDIUS, 13 L ONDEL, WoLZOGEN,
Francius, Morinus, d'Orville en
anderen hebben uitgemunt. Befchry- DeD00RLUGf ige SchooL,ofv^#£- ving naeum illußre, gelyk zy, tot onderfcheidin- derzelvc. ge van de Hooge Schooien of Academiën, genoemd wordt, flaat op den Oude-zyds- Voorburgwal, ook den Fluweelen - burgwal genaamd, aan de ooftzyde, tuffchen de Ag- tiietenftraat en 't Oudë-zyds-Heeren-Loge- ment. Het gebouw, welk, hiertoe, eigen- lyk, gefchikt is, was weleer de Kerk van 't S. Agnieten - Kloofter (t), en heeft nog veel van zyne oude gedaante behouden, onder anderen, een fpits Toorentje, welk midden uit het dak ft.eekc.Men treedt 'erin, door eene fraaije hardfteenen Poort, die voor den Stads tim-
(h) U.Z)<re/,XIV Boek^, hl.487 enz, Adde G J.VOSSII Epift,
CXXXV. CXXXVI.CXL. CXU. CXLII. CXLVUl. & CLXII. (*; Zit £. Deel, I. ßoe^, bl. 78, 1
|
||||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 649
timmertuin, in de nieuwe Doeleftraat, plagt noop-
te flaamdoch herwaards verplaatll is. In de luotige frontefpies deezer poorte, flaat Stads wapen, s^o°*<. boven het jaartal 1631, en op de twee deu- ren, de naam van 't geftigt, Athenaeum illustre. De ingang plagt, voorheen, met kleine huizen, bezet te zyn, die, eerlang, "werden afgebroken. Men komt, door de Poort, op eene ruime Plaats, en voorts, in de gewezen Kerk van 't S. Agnieten-Kloos- ter, die, in drie deelen, onderfcheiden is. Het onderfte, welk zynen ingang op den Oude-zyds-Agterburgwal heeft, is een Ad- miraliteit^ Pakhuis: het middelde is het groo- te en het kleine Auditorium, of Gehoorzaal der Doorlugtige Schoole, en het bovenite de Stads Bibliotheek of Boekery. De groote Gehoorzaal is een ligt, langwerpig vierkant vertrek. De Profeflbraale ftoel (laat in 't wes- ten. Rondsom, ftaan nette gefloelten, voor de Wethouderfchap der Stad, voor deCuratoren, Profeflbren, Docloren, Predikanten en ande- ren , en, in 't ruim, zeven zitbanken. Langs de wanden van 't vertrek * hangen de egte ge- fchilderde afbeeldfels van omtrent vyftig be- roemde engeleerde mannen van allerlei flaat en gezindheid , welken , in 't jaar 1743 , door den Oud-Prefident Schepen ,Gerard van Papenbroeck, aan de Doorlugti- ge Schoole vereerd zyn. Men ziet hier, in 't wellen, boven den Leeszetel, de beeldtenis van den vermaarden en geleerden Laurens de Medi c is. In 't zuiden, of ter regter- zyde van den zetel, zyn Copernicus, Grotius ea de Staatsmannen Oldenbarneveld, Hoger- Ss 5 beets
|
|||||
j
|
|||||
6$o AMSTERDAMS IÏÏ.Deee.
Door- beets en Johan de Witt geplaatll: ia 't oos- LuGTJGE terij Hooft i Daniel Heinfius , Cafaubonus, öcöoox.. Mamix, Heer van S. Aldegonde, de twee Scahgers, Salmafius en Joofl van Pondel: en in 't noorden, Erasmus, Frobenius, Luther, Melanchton,Beza>Calvinus, Morus, Gualte- rus, Buchananus, Thuanus, Junius, Janus Dou- fa, Lipfius, Baudius, FoJJius, Barlaeus, Cu/a* nw, Barclajus, Cartefius, Lubienietski, Grae- vius, Janus Secundus, Hoogflraten, Antoni- des, de Paufen Urbaan de VIII. en Alexan- der de VII. Machiavel, Torquato TaJJb, £//- tenbogaart, Episcopius, Brandt, Dirk Vol» kertz. Coornhert en de Doopsgezinden Leer- aar Lubbert Gerritsz. Voorts, hangt, regt over den ProfefToraalen ftoel, eene afbeelding op eene groote koperen plaat van de over« blyffels van 't aloude Palmyre , insgelyks, een gefchenk van den Heere van Papen- broeck, die ook twee oude borfhbeelden van Julius Cézar en C/Vero aan de Doorlugtige Schoole vereerd heeft, welke, op 't Poor- taal , van binnen, geplaatft zyn. De Hoog- leeraar Pieter Burman heeft de gedag- tenis van't gefchenk des Heeren vanPapen- , broeck bewaard, in een fchoon Latynfch vers, welk, op een tafereel, in de groote Gehoor- zaal, te leezen is, en dus luidt: |
|||||||||
I»
|
|||||||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt.65 tv
In Pinacothecam Door.
|
||||||||||||||||
LUGTICÄ
VlROUUM EKUDITIONE ET MERITIS IN PaTRIAM IDJLUSTRIUM
AVRO AMPLISSIMO .Vi '
|
||||||||||||||||
GERARDO van PAPENBROECK,
JuDICUM QUONDAM PrAESIDE &C. &C.
|
||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||
■ ATHENAEO AMSTELODAMENSI
Don at am. Quisquis ad Ämßelii penetralia docta Lycei
^Lonfluis, & facra ßflis in acde gradum9 Et venerabundus totfecli exempla prioris Cernis, & aeterno nomina fcripta peplo ; .
Die bene Mufarum Cuflodibus, inelyta quorum Barhariern patria pellit ab urbe manus.
Et refer: Ingenuae decora baec imitanda ju- ventae, Larga PAPENBROECKÏ^tora videre dedtt.
Degener es doleat ne nobilis Ta nepoies, At foboles magnos pofluma vincat avos.
Petrus Burmannus
Junior.
•
waarvan de zin is „ dat allen, die deeze zaal
„ intreeden, reden hebben, om de voor- „ ilanders der Geleerdheid , en Papen- „ BROECK, die hun zo veele trcfflyke ,, voorbeelden ter navolginge voorgjrfdd „ heeft, in 't byzonder, dank te zeggen; „ op dat de Stad niet klaage,dat de nanee* „ ven van hunnen Stam ontaarden, maar op |
||||||||||||||||
9>
|
dat
|
|||||||||||||||
652 AMSTERDAMS IILDeee.
Door- „ dat het krooft zyne voorouders zelfs nog
LucfiGE M overtreffen moge."
|
|||||||||||||||
School.
|
|||||||||||||||
Op een ander tafereel, ziet men een ouder
gedigt van den geleerden Salmasius, welk, nooit voorheen, bekend of uitgegeven, hier,voor eenigejaaren,uitde ßoekery van den reeds gemelden Profeffor B u r m a n , ge- plaatft, en van deezen inhoud is: D e
Urbe Amstelodamensi
ET E J U 3
Athenaeo illustri.
Prïfca locum darefueta novis. Stat nomine magno Leida vetus:crefcunt,quasfuafama manet.
Unafed ante alias urbes hac laude Juperbit, Amflela quam juntlis Taqite lambit aquis.
Divitias gemini quae poßidet aurea mundi: Cui dat Eous opes Hesperiusque fuas.
Nobilis emporio rerum quas continet orhis, Orbis et imperio tradere digna caput.
Urbs populis angufla Juis, licet aedibus altis Lucida contemto furgat ad aßra folo.
Et tantum tarnen ima petit, quantum exit in auras: Vrbs Veneti cedas ambitiofa maris.:
Merx una huk deerat, qua jam bene dives a» bundat, « Doctrinae incedit nunc quoque celja bonis ,
Mercurio fiaret folo quum praefide quondam9 Praeßdium Pallas junxit amica fuum.
Mercurii famulos numero conprendere non eß: Tres ftbi facravit dia Minerva viros,
Poßmodo major erit numerus, tempusque futu- |
|||||||||||||||
•
|
rum efl,
|
||||||||||||||
o»
|
|||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||
V.BoEK.GeB., TOTttUTT. OeF. GESCHIKT.6*5g
Quo petat hinc cultum dofta juventafuwn. Door-^
Augur or, anBatavas premet olim major Athenas, lugtige Dote alia ut nullam novit habere parem. School. Claudius Salmasius. |
||||||||||||||||||||||||
A°. CIDIDXXXII.
|
||||||||||||||||||||||||
i*
|
||||||||||||||||||||||||
De zin deezer regelen komt, kortelyk,hier-
op uit: „ dat, in het groote en magtige |
||||||||||||||||||||||||
Amfterdam, welk, uit ooflen en weflen,
van menigte van koopwaaren voorzien werdt, maar eene waar ontbrak, de ge-> leerdheid, naamlyk, die nu, door 't be- roepen van drie beroemde mannen, ook rykelyk was aangebragt: waaruit te wag- |
||||||||||||||||||||||||
ten flondt, dat de Amiterdamfche Jeugd
|
||||||||||||||||||||||||
>?
|
||||||||||||||||||||||||
„ zig , in vervolg van tyd, in zo groot een
„ getal, op de ltudien, als, voormaals, op i,, den Koophandel, toeleggen zou." Éin- delyk, hangt hier ook eene Grondtekening van de groote Gehoorzaal, die, ter gelegen- heid van 't gefchenk des Heeren vanPapen- broeck, gemaakt is. Agter de groote, volgt de kleine Gehoorzaal, waar de Curatoren en Profeflbren byeenkomen, eer zy in de groo- te Gehoorzaal verfchynen. Ook zyn 'er, dikwils, lefTen gegeven. De ProfeiTors floel flaat in't ooflen. Rondsom 't vertrek, zyn net- te geftoelten, en drie kallen, en, in 't ruim, zes beflooten banken. Wy hebben^ reeds elders (*), aangemerkt, dat dit vertrek, te- genwoordig, ook door de Engelfche Epis- copaale Gemeente, tot haare Godsdienflige j Vergaderingen, gebruikt wordt.
De Stads Bibliotheek of Boe-Tegen-
KERY, regt boven de twee Gehoorzaalen, ^oonVige |
||||||||||||||||||||||||
*
|
||||||||||||||||||||||||
is Stads
(O III. Ditl, II. Boek , hl, 5*».
|
||||||||||||||||||||||||
6$4- A M S T E R D A MS III. MM
Door- is van veelerlei boeken voorzien; doch niet
lucTTGE Zo groot, als men zou mogen verwagten. De StHooL. Catalogus of Lyftde'r zelven is, laatftelyk, in EiBLio- »t jaar 1711, gedrukt. Men vindt 'er, een klein THEiiic. getaj van zeer g0ecje affehriften van Griek- fche en Latynfche Schry veren onder. De Boe-
kery ftaat-, buiten deVacantien, eens ter wee- ke, open, des Saturdags na den middag, van twee tot vier uuren. Voor den ingang, hangt, een Latynfch vers van C o r n e 11 s Plemp,. tot afmaaning van ongeregeldheid; 't welk ook, aan 't einde van den Catalogus, gedrukt is. De meefte boeken en uitgaaven zyn, in de voorgaande eeuwe, in agtinge geweeft Ee- nigen zyn, in deeze eeuwe, en nog voor om- trent twintig jaaren aangekogt. Ook zyn 'er eenigen, in de zestiende, zeventiende en agt- tiende eeuwe, aan de Boekerye, vereerd. Meft vindt hier gefchenken van Jan Benning, Raa<J indenHove van Holland; van Jan Lhomas* zoon, Raad in de Vroedfchap deezer Stad en Schoiarch; van den geleerden Schepen Jan Verhee, dien H o o f t (/) een perfoon van be* koorlyk vernuft noemt; van de Burgemeefters Joannes Huddeen Diederik Bas; van den meer- gemelden Schepen Papenbroeck, die, onder anderen, allé de oorfprongkelyke Handfehriß- ten derfVerken van den Ridder Hooft aan de Boekerye vereerd heeft, en van anderen. Biblio- Het opzigt over de Boekery is, door de thecaiius.Curatoren > toevertrouwd, fomtyds, aan by zondere Heeren uit de Regeeringe, fomtyds, aan eenen der Profeflbren, en fomtyds, aan eenen Predikant. Doch, tegenwoordig, en fe-
|
||||||||||||
(/) Hift. XXVI. Boek.t bl. 11*9,
|
||||||||||||
t
|
||||||||||||
V.Boek. Geb. j tot nütt. Oef. geschikt.^
federt het jaar 1752, wordt de poft van Bi- Door-
bliothecarius, door den Profeilbr B ürman, lustige bekleed. De Bihliothecarius heeft, nu en dan, Scho°^ verlof gehad, om, geduurende eenige weinige jaaren, jaarlyks, voor honderd Ducatons, aan boeken, ten behoeve der Bibliotheek, aan te koopen. Hy mag geene boeken, noch den fleutel der Bibliotheek uitleenen, dan op fchriftelyke orde van Burgemeefteren. Tot het toezien op de Bibliotheek, wanneer dezelve openftaat, bedient hy zig van den Bedel der Doorlugtige Schoole (m). 't Getal der Professoren, welk op deProfeflcs
Doorlugtige Schoole Lellen geeft, is, fom-f°ren! tyds*, grooter, fomtyds kleiner geweeft. Men heeft 'er, nu eens, twee, dan wederom, ze- ven te gelyk gehad* In 't jaar 1679, toen 'er zes waren, werdt beflooten, dezelven tot op drie te laaten uitfterven (ri). En te* genwoordig, in O&ober des jaars 1765, zyn 'er zes, te weeten: 1728. Joannes Burmannus, in de Kruidkunde.
1742. Petrus Burmannus, in de Hiflorieny ffelfpreekendheidf Griekfche Taaie en
Digtkunde.
1753. Wilhelmus Koolhaas, in de Ooßer-
fche Taaien en Oudheden. 1754. Bartholomeus Sieben , in heide de
Regten.
1754. Petrus Curtenius, in de Godgeleerd-
heid. 1762. Folkert Snip, in fe Ontleed-en HeeU
kunde. De (m) Handv. hl. 94«.
\n) Kefol. Vioedfch, V. N. ipOfob. i$?f. f. $,
|
||||
656 AMSTERDAMS IHDeel.
Do0r. De Vroedfchap heeft, in 't jaar 1757, be-
LUGTKSE flooten, de ProfeiToren, die toen , in de SpaooL. Doorlugtige Schoole, lellen gaven, en, in vervolg van tyd, aldaar zouden beroepen worden, te befchenken met het burgerregt dee2er Stad (0). Ook zyn zy, en de Stu- denten, al in't jaar 1Ó68, op den vyfden Juny, vry verklaard van waaken en optrek- ken (p). De rang onder dezelven is, reeds op den zeven- en negen en twintigften De- cember des zelfden jaars, in deezer voege, door Burgemeefteren, geregeld, dat, toen, de voorrang gegeven werdt aan den Profes- for in de Regten; waarna twee ProfeiToren in de Philofophie, een in de Medicynen, en een in de Welfpreekendheid en Griekfche taaie volgden (f). De ProfeiToren mogen, vol- gens eene orde van Burgemeefteren van den dertienden 'Oclober des jaars 1700, geene o- penbaare Oratien of Redevoeringen doen, dan na dat zy 'er, vooraf, een affchrift van hebben ter hand gefield aan, den eerften der Curatoren (r). Burgemeefteren, aan welken, by de opregting der Doorlugtige Schbole, 't zy alleen, of nevens de Curatoren, de ver- kiezing der ProfeiToren, door de Vroedfchap, overgelaaten is (s), hebben, onaangezien de Doorlugtige School, tot het geeven van o- penbaare LelTen door de ProfeiToren, byzon- derlyk, gefchikt is, dikwils, aan geoefende t. . lui- ff) Refol. Vroedfch. Lf. TT. 27 Sept. 1757- f. 2j.
(p) Handv. bl. 94J- (<j) Groot-Memor. N. V. ƒ. 24» verf; (rj Groot-Memor. N. VIII. ƒ. zoi. (s) Refol. Vxoedfch. N. 16. 31 Det, I6i9.'mii Decente I6JO. ƒ, l|5 vtrfi, m werfen |
||||
IPPPPPM^I'^JPJ i,.. I ■ -
|
||||||||
ViBoÉK. Geb., tot mjtt. Oef. geschïkt.ó^
luiden, verlof gegund, om leiTen te geeven, in Latyit-
en buiten de gemelde Schoole, in de Regten,SCHE in de Geneeskonft, in de Oofterfche taaien, in Scil00U de Wiskonftenz.(f). Ook heeft men,federt het jaar 1709 , een' Leclor of Leeraar in de Wis-, Zeevaart- en Sterrekunde gehad, die, in 'tNederdiütfch^n deDoorlugtigeSchoo- le , ■ leffen geeft. En deeze poft wordt thans, na Maitheus Soeten en Martinus Martern t door Pybo Steenstra, bekleed* TT'
LATYNSCHE SCHOOL. Schoon men zig ,hier ter Stede, gelykwy, Oudfte
hier voor («), hebben aangemerkt, niet Schoo- fceer vroeg en llerk, heeft toegelegd, op hetlen»hier gene men gewoon is Geleerdheid te noemen}ter Stt>tJe# is 'er egter, al van de eerde opkomfl der Stad af, eene School geweeft, waar de Jeugd, in leezen en fchry ven, en in de taaien, on- derweezen werdt. In het oudfle uitvoerige Privilegie, welk tegenwoordig voorhanden, en in 't jaar 1342 gegeven is, leeft men, dat die van Amfterdam behouden zonden die Scha- le (ü) , ten blyke, dat 'er toen, reeds eenigen tyd, eene School in de Stad geweeft was* Wy hebben, by eene andere gelegenheid (w), gegifl, dat deeze School, in of aan de Oude Kerke, geplaatft was. Doch na'tftig- ten der nieuwe Kerke, in 't begin der vyf- tien-
(i) Refttl Vroedfch. M 17. 9 Maart 1611. ƒ. 4i.Croot-
Mcmor. N. III. f. tv ver/h. N. VI. ƒ. ui. N, Vil. ƒ.»*, N. Vin. ƒ. 182. N. IX. ƒ. 98 verfa. (u) BUdz.. 644
(v) Ze II. Deel, U. ßiel^, bl. lo«.
(w) tit l D-el, I. Boeket bl, 40.
VUL Stuk. Tt
|
||||||||
V.
|
||||||||
65$ AMSTERDAMS ÏILDeely
Latyn tiende eeuwe, werde ook, by dezelve, eene
scHK School opgeregc, en, in eene Keure van den School. jaare 14.61, verbooden, eenige kinderen, van de eene naar de andere zyde der Stad, dat is, van de oude, naar de nieuwe, of van de nieuwe, naar de oude zyde. ter Schoóle te zenden (x). Ook werdt, op den derden July des jaars 1500, gekeurd, dat niemant Schoolkinderen zou hebben te kaftyden, dan de Schaolmeefters van beyde deProchye kerc-> ken (y). In deeze Schooien, werdt niet al- leen de Latynfche taal onderweezen ,~ naar eene Ordonnantie voor de Reäoren en Mees- ters , door 't Geregt, gemaakt (2); maar men hadt 'er ook, in de zeffciende eeuwe, een' Walfchen Meefter, Philips van der Stee- ne genaamd, wien, op den een en twintig- ften Oétober des jaars 1536, gelaft werdt, geene Jongens onder de twaalf jaaren ter fchoole te ontvangen («). 't Geregt en de zes en dertigen hadden, reeds op den een en dertigften January des jaars 1495, gekeurd, dat 'er, in de plaats van twee, voortaan, maar een generael jchoïe zyn zou, welk men oordeelde, te moeten opregten, in de Hal- fleeg , waar toen byna niemant dan openbaere gemeen vrouwen woonden, daer men, zo luidt de Keur, der Stede buten flandts meer confufie offfpreecT dan eer, ende oick cleen behagen is voir God almachtich (b). Doch dit befluit werdt niet uitgevoerd, voor 't jaar 1556. De
(x) Kemb. A. f, ?>.
(j) Keutb. B. ƒ. 46 vtrft. '(z.1 Keurb. p. ƒ. 70. (a) Groot Memor. N. I. ƒ, 309 vtrft% ft) Keuib. B. ƒ. 11. • ' * W
|
||||
P"
|
|||||||
V.BOEK. GEB., tOt^ÜTT.ÖEF. CESCfilKT.^^
De Hooftfchoole, die toen werdt opgeregt, LA-mfc i.
werdt geplaatft aan de nieuwe zyde, en daar- sche in, een nieuwe Rectoren Onderrector aange-Scho01"* ' fteld. De fchoolieren, die, tot dien tyd toe, de wtyffmiffèn, in de Kerfpelkerken, gezon- gen hadden, werden daarvan ontflaagen, en, ïn derzelver (lede, getydezangers, op Stads koften, aangefteld (c).Doch't leedt naauwlyks zes jaaren, of de vereenigde School werdt we- derom in tweeè'n gefcheiden, gelyk te voo- ren (d). Uit een affchrift eener lyfte van wedden der Amptenaaren hier ter Stede, in den jaare 1570, is my gebleeken, dat, in de Oude - zyds - Schoole , een Rector en vier Meefters, en in de Nieuwe-zyds-Schoole, een Reétor en vyf Meefters onderweezen. Beide de Schooien voerden toen den naam van Hoofdfchoolen , en 't blykt, uit eene Keure van den negenden September des jaars 1595, dat, in dezelven, toen , La- tyn, Griekfch, Franfch en Duitfch geleerd werdt (e). Voorts, was uitdrukkelyk ver- booden , eenige Latynfche of andere By- fchoolen te houden, dan met byzonder ver- lof van Burgemeefteren (ƒ), die 't, fom« tyds, ook aan vreemdelingen, plagten toe te ftaan (g). En dit verbod is, naderhand (h), en nog onlangs, by eene Keure van dender- tigften January des jaars 1765, ten opzigte der Wee-
ft; Refol. Vioedfch. N. 1. jt Dec. i Jyj. 30 Jan, ai GB»b. Ht6. (d) Refol. Vroedfch. N. 1. 10 Dec. 1 stfi,
(e) Keurb. H. ƒ. 4» verfo.
(f) Keurb. H, ƒ. 154 verfot
(X) Gioot-Memor. N. !.ƒ. 246 verfj, xj;. i[hj Kemb. H. ƒ. I$+ verfo, m
|
|||||||
m
|
|||||||
-----------1------P.-,— f<P.PIlM.Vpi » ilINf.l.l. <«ll I II. !■ P^^W—— > ■ II I I —^^^^^^^
|
||||||
660 AMSTERDAMS IILDeelV
Latyn- Weetenfchappen en Taaien, die, in de Door-
scHE kigtige en Latynfche Schooien, onderweèzen School. Worden, vernieuwd (z). Men hieldt twee La- tynfche Schooien, ook na de verandering der Regeeringe, in't jaar 1578. Doch toen werden nieuwe Reétoren aangefteld (k). Ook voer men,ten minden aan de oude zyde, voort, met Franfch en Nederduitfch, in de Latynfche Schoole, te onderwyzen. In't jaar 1594, werdt, by deVroedfchap, overwoogen, of ookgeraa- den zou zyn, nog eene Latynfche School te voegen by de twee, die 'er reeds waren (i). En is toen, naar fommiger aantekening (w),. de School in de Koeftraat geftigt, in de plaats, van 't Bethanien-Kloofter ,• werwaards, zo men meent, eerlang, de School aan de ou- de zyde, die toen ftondt, aan de weftzyde van den Oude-zyds-Agterburgwal, tegen o- ver de Bloedfbraat, alwaar een huis plagt te ftaan, welk het wapen der Stad en het jaar- tal 1568 in den gevel voerde, en welk men agtjhet huis van den Rector geweefl te zyn, werdt overgebragt. De School in de Koe- ftraat werdt, in 't jaar 1625, verfierd met eene fraaije hardfteenen poort, die nog in wezen is, en voor welke men leeft: Eruditae pietati S. MDCXXV.
dat is:
■
Jan de geleerde Godvrugtigbeid toegewyd.
1625. 't Huis
(i) KeiVrb. U. ƒ. *?.
({) Refol. Vroedfch. N. 4. 13 Juny IJ7«.
(I) Refol Vroedfch. N. | 7 Juny 155». ƒ. $ verft. V (m)}. LAURENT1US AmuCld. ÜO.MSKI.ASÄ IV. Bttkj hl» 191» * -
|
||||||
».r^fe " *'*Wh|
|
||||||
VJBoek.Geb., tot nütt. Oef. geschikt. 6*6Y
't Huis van den Rector llondt ten ooften Latyn-
van de Schoole. De andere School, aan de*cHs nieuwe zyde, die, in 't jaar 1597, herbouwd,ScH00^ en met twee fchoone huizen, voor den Rec- tor en Conretior, vermeerderd werdt ( n) , llondt ten noorden van de nieuwe-Kerke, ter plaatfe, daar nu de Bakkery der Diaco- nie , en de naafte huizen Haan. De Poort der Schoole llondt voor de Rvaat,nuBlaau- wen-flraatje genaamd, en, voor deezen, een gang, die naar de fchoole leidde. Naafl het weflelyk hoekhuis van die gang,bezydende Poort, llondt het Pluis van den Rector, welk nog in wezen is, en een plak en roede in den gevel voert. HetZwartehand-fleegje, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, aan de ooll- zyde, ook een toegang naar de fchool, droeg toen den naam van Schoolßeegje. 't Een en 't ander is befcheidelyk te zien, in de groote Kaart van Balthazar Floris- zoon. Doch na dat, in 't jaar 1666, het Opreg- nieuwe AalmoefTeniers-Huis, op de Prinfen-Jin§ der graft , geftigt was, werdt de Latynfche School moorige der nieuwe zyde verplaatfl in 't oude Aal- Latyn- moeffeniers - Huis, op den Singel, en 't ge- sche bouw agter de nieuwe Kerke verhuurd aanScII00I•B, den beroemden Drukker , Joan Blaauw , Schepen en Raad der Stad, die 'er zyne Boek- drukkery, van de Blomgraft, by de derde dwarsftraat (0), in overbragt. De wooning van den Reótor werdt, in 't jaar 1667, tot een Witwerkers Pand, bekwaam gemaakt. Doch deeze Drukkery was, maar weinige • jaa-
(n) J. I^AURENTius AmfterJam,
lui F. VON ZESEI* bl. HS. Tt 3
|
||||
—---------
|
||||||
66z AMSTERDAMS HL Dek.'
Latyn- jaaren, in ftand geweefl, toen zy, ongeluk«-
«che kiglyk, Verbrandde, op den twee en twin- Schqol. tigften February desjaars 1672: in welken brand, de letters en plaaten van den ver- maarden Atlas en Stedeboeken vernield, en, naar men rekende, wel drie honderd twee en tagtig duizend guldens verlooren werden , (p). Midlerwyl, hadt de Stad, in Oftober des jaars 1670, vier wooningen in een' gang, by fchatting van 't Geregt, overgenomen, tot vergrooting der nieuwe Latynfche Schco- le, op den Singel (q). En in 't jaar 1678, werdt de School aan de oude zyde, in de Koeflraat, met deeze vereenigd. De Mees- ters aan de oude zyde, onder welken, twee Franfche en twee Duitfche Meefters waren, werden ontflaagen; doch met een jaargeld begunftigd (r). De fchool in de Koeftraat werdt, tot biirgerwooningen, verkogt ( s )♦ Eene derzelven is lang eene herberg geweeft, die den naam van 't Groot School droeg. Van 't jaar 1678 af, is 'er dus maar eene Latynfche School hier ter Stede geweeft, waar nu al* leen Latyn enGriekfch onderweezen werdt, In 't jaar 1685, was dezelve zeer in verval geraakt, door de onbekwaamheid van den Reótor en van eenige Praeceptoren. De Vroedfchap befloot, derhalve, dit verval te tierftellen (t)., De Rector werdt bewoogen, om van zyn ampt af te ftaan. Eenige Pra> cep-
(f) Zie Van der Heyden Befchryvr, dei Slang <• Biarid»
fpuiten» hl. 15. {<l) Groot-Memor, -N. VI. ƒ. 20.
, (f) Refol. Vioedfch. Lr. M. 4 N*v. K78. ƒ. 151. (j) Refol. VroeQfcb» /.*", M. 29 Maart U79. f, 343,
(tj R-efol. Yr$edfch, Z.T. ^ u May 1684./. 235.
|
||||||
I
|
||||||
V.Bóek.Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 6*63
ceptoren werden ontHaagen , en daardoor latyn-
de School in beteren ftaat gebragt. schz De Latynsche School ftaat dan,ScHO0T>»
aan de ooftzyde van den Singel, tuflchen den ßefchr„ Heiligen-Weg en Regulierstooren, en was, ving der tot in't jaar 1666, een AalmoefTcniers- Huis, zelve, welk, op een gedeelte van den grond van het oude ClarifTen - Kloofter, gelligt was , waarnaar de ftraat, op welks hoek de School ftaat, en twee anderen, wat meer zuidwaards loopende, nog den naam van het Kloofter draagen. Men treedt in 't gebouw, door eene fraaije hardfteenen-Poort, die, eertyds, voor den'ingang der Schoole agter de nieuwe Kerk, plagt te ftaan, en van daar herwaards , verplaatft is. In 't Frontefpies der Poorte, leeft men, onder 't wapen der Stad:, DlSCIPLINA VITjE SCIPIO.
dat is:
Tugt is 's leevens fteunfel. en daaronder, in zwarten toetsfteen:
Arte probus, probitate pius, pietate beatus
Ut verè fias, haec jchola culta dabit. dat is: Deeze School, bygeivoond zynde, zal u onder- wyzen,hoegy, inderdaad, door konft,vroom; door vroomheid, Godvrugtig, en door God- vrugtigheid, gelukzalig zult können worden. Onder deeze twee regels, plagt het jaartal
MVCXXIIIL, of 1524^ te ftaan, welk den tyd aanwees van het fügten of herbou- wen der Schooie agter de nieuwe Kerke, of ten minften dien van het bouwen deezer Poorte. Doch dit jaartal is nu niet meer in Tt 4 we-
|
||||
....
|
||||||||||||||||
66*4 AMSTERDAMS ÏÏI.Deex;
J^attn- wezen. In de Poort is, ter regter zyde, een
scHE vertrekje voor den Claviger of Poortier, waar- öpHooL. *n eenjge kasjes zyn,. tot berging voor de |
||||||||||||||||
:
|
||||||||||||||||
fchoolieren: en ter linker zyde, de ingang
naar de tweede ClaJJe of School. De gantfche Latynfche School is , naamlyk, is zes by- zondere ClaJJen of Schooien verdeeld, voor welken, eertyds , agt vertrekken gefchikt waren; doch nu niet meer dan zes vertrek- ken gebruikt worden. De Poort doorgegaan zynde, komt men op eene lugtige binnen- plaats, met boomen bezet ; op welke, de in- en opgangen zyn naar de overige Schoo- ien. Regrs af, is de ingang naar de eerfle School, de grootfle van de zes. Tegen over -de Poort, treedt men in de vierde, waarby de opgang is naar de vyfde en derde School, die, voor eikanderen, langs den zuidelyken gevel van 't gebouw, in, en op den hoek van 't Kloofter geplaatfl zyn. De derde School komt regt boven de eerfle, en de zesde, die, aan de noordzyde van 't gebouw en den kant van des Rectors wooning, geplaatfl is,regt boven de tweede. De wooning van den Reólor flaat nevens de School ten noorden, en heeft verfcheiden' goede beneden- en bo- venvertrekken, en onder deezen eene be- kwaame Eetzaal, en een ander vertrek, daar geflookt wordt, ten dienfle der Schoolieren, die by den Rector inwoorten, en voor ieder van welken, boven, een afgezonderd ver- trek gefchikt is: voorts, een' ruimen koo- ken, twee kelders en andere gemakken. In eene der twee zydkamers, die net behangen Js, ziet men, voor een' Engelfchen fchoor- fleen.
|
||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||
V. Bork. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 66$
fteen, een fraai fchilderftuk, verbeeldende
Venus, met. de drie bevalligheden by zig, Latyk* en met den jongen Achilles in haar' fchoot, ^CHK voor wien, wapens, in de fmidfe van Vul- CH0 kaan, gefmeed worden. Boven de Eetzaal en de naafte vertrekken, is een groote zaal, die ten wedereinde een' Engelfchen fchoor: fteen heeft, en van eene zydplaats, in 't noorden, licht fchept. De fchoolieren wor- den hier, tweemaal 's jaars, beproefd, in 't byzyn van de Scholarchen en den Vifitator, die, in 't oofteinde van 't vertrek, op groote armftoelen, aan eene langwerpig vierkante tafel, plaats neemen. De Reótor zit bene- vens hen: en de fchoolieren zyn, tegen over hen, op fchuin agter eikanderen oploopende banken, gezeten. Hetonderwysende beftiering der Leerlin- Onder-
gen is, tegenwoordig, toevertrouwd aan een' WYS»in do Rector, een' Conrector en vier Praceptorcn, of ™n&i Leermeelters. In de eerfte Schoole of ClafTe ciaffen (3), onderwyft de Prasceptor alleenlyk de eer- der La* fte beginfels der Latynfche Taaie: in alle de o- 5K5L verigen,wordt dieTaal,in meerder volkomen- heid, en ook de gronden der Griekfche Taaie, door de drie andere Praeceptoren, en voor- al, door den Conrector, op de vyfde, en door den Rector, op de zesde Schoole, on- derweezen: De Schooien beginnen, des zo- School- ! mers, dat is, van Paafchen tot Kermis, destyd. mor-
(3) Men verftaat, in 't Nederduitfch, door de eer- fte , de laagfte, en door de zesde, de hoogfte School: doch sis men den rang der Schooien, in 't Latyn, onderfcheidt, is men gewoon , door prima ClaJJis of de eerfte School, de hoogfte en door Claßs fexta, of 4e zesde School, de laagfte School te betekenen» |
||||
666 AMSTERDAMS III.DEEt.
Latvn- morgens, ten agt, en des winters, of van
scfHE Kermis tot Paafchen, ten half negen, doch ooL. van den eerften December tot den laatflen January,ten negen; en des nademiddags, al- toos , ten twee uuren. Des zomers, eindigt de fchool, 's morgens, een quartier voor elf, 's winters, ten elf; doch in December èn January, een quartier na elf uuren, 's Na- demiddags , gaat de fchool, winter en zomer, ten half vyf; doch van half November tot half February, ten vier uuren uit. Maar de fchool van den'Reétor of zesde School be- gint , altoos, behalven in December en Ja- nuary , een half uur laater, en eindigt, 's nademiddags, een half uur eerder, dan de andere Schooien: en 's morgens, altoos, ten half elf. Wyders, geeft elke Prseceptor, in zy- ne Schoole, alle dagen, behalve 's Woens- dags en 's Saturdags, 's morgens na fchooltyd, drievierdendeel uur hng ,-privaate o£byzon- Vacan- dere lellen. De Schoolieren hebben vyf ge- tien, woonlyke Vacantien, in 't jaar, de Paafch-, |
||||||||||||||
■■
|
||||||||||||||
Pinkfter-, Groote, Kermis- en Kerfltyds-
Vacanüe. De groote Vacantie duurt ruim drie, en voorde School van den Reétor, ruim vier: de vier overigen ruim twee wee- ken. 's Woensdags en 's Saturdags, wordt 'er, 's nademiddags, geene fchool gehouden. Ook krygen de fchoolieren, 's middags voor den bededag ; op de zes dagen in 't jaar, als de Proefvoorfchriften[77;emata examina- lia~] , 's morgens, gefield zyn,en als 'er„een Praeceptor tot hooger Claffis bevorderd is, een' halven; en alle drie maanden, na dat het Minerval of Schoolgeld ontvangen is; ook, by de jaarlykfche verandering derRe- gee-
|
||||||||||||||
T.
|
||||||||||||||
V
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 66?
geeringe; by het ifivoeren van eenen nieu- Lvtyw-
wen Profeflbr en by het doen eener buiten- scmi gewoone Redevoeringe, in de Doorlugtige Scu00L* Schoole; by het aankomen vaneenen nieu- wen Re&or, Conrector of Praeceptor; op verhuisdagen, en op dagen, als 'er openbaa- re lyfffcraf gefchiedt, doorgaands , een ge- heelen dag Vacantie. 't Staat, daarenboven, aan den Reclor, nu en dan, een' enkelen halven dag Vacantie te geeven. De boeken, die, tot het leeren en oefe- School-
nen der Latynfche en Griekfche taaien, en boeken., der beginfelen van de Redeneer- en Digt- kunde, in de Schooien, gebruikt worden, moeten, vooraf, door de Scholarchen, goed- ' gekeurd, en door den Rector getekend zyn («)• Het dagelykfch onderwys, in de by- zondere Schooien, gefchiedt, naar zekere orde, daarop, door Éurgemeefteren, op 't voordraagen der Scholarchen, beraamd; in welke, nogtans, nu en dan,wel eenigeklei- ne verandering gemaakt wordt. De Leer- lingen der eerfle Schoole zyn in vier rangen [Ordines] onderfcheiden. De oefeningen der twee eerfle rangen zyn genoegzaam dezelf- den, met dit onderfcheid nogtans, dat de leffen van den eerften rang ligter en korter zyn , dan die van den tweeden. En terwyl de Leerlingen van den eerflen rang hunne leflen opzeggen; oefenen die der drie ande- re rangen zig, om korte Nederduitfche Voor- fchriften [Themata] te ftellen in 'tLatyn, of Woord vergely kingen [Comparationes] en bui- gingen^der naam- en werkwoorden [Decli- nationes £f Conjugationesj in 't riet te fchry- veh»
{») Handr. */, 5+7.
|
||||
■
|
|||||||
«
|
|||||||
668 AMSTERDAMS HLDeiK
Latyn- ven. In den derden en vierden rang, wor-
scHE den de Leerlingen, in de eerfle beginfels der School. Latynfche taale, en in het buigen der naam- en werkwoorden onderweezen. Ook leeren zy eenige naam- en werkwoorden van bui- ten, en oefenen zig in 't vertaaien der Sa- menfpraaken van Corderius. In de twee- de Schoole, wordt de afleiding en fchikking der woorden [ Etymologia & Syntaxis ] van V o s s i u s onderweezen, en de Jeugd ge- oefend , in 't fchryven van Griekfche letters, en in 't leezen van Griekfche woorden. De Nieuwelingen [Novitiï], of zulken, die nog geen half jaar, op eene en dezelfde Schoole, geweeft zyn, krygen, in de tweede Schoo- le , gemakkelyker leflen, dan zulken , die 'er meer dan een half jaar gegaan hebben, en daarom Ouden [Feterani] genaamd worden. Zy oefenen zig beide, in de Samenfpraaken van Corderius;de uitgelezen Brieven van Cicero en de Koppeldigten van Cato. In de derde fchoole , worden de Klaagdigten [Triflia] van Ovidius verklaard;Phae« d R u s en N e p o s vertaald ; de uitgelezen Brieven van Cicero in eene natuurlyke orde gezet, en een begin gemaakt van het buigen der Griekfche naam-en werkwoorden. Ook worden hier de regels op de maat der woorden [Profodia'] van buiten geleerd, en de gron- den der Latynfche en Griekfche taaien, in meerder volkomenheid, onderweezen. In ■de vierde,Schoole , worden de Leerlingen, " verder, in 't Griekfch, zo wel als in 't La- tyn, geoefend. De Herfcheppingen \_Mt- tomorpbofes] vanOvipius,CiCEROsge- jneenzaame Brieven, J u s t i n u s , de Bly- fpe*
|
|||||||
)
|
|||||||
1
|
|||||
V.BoËK. Geb.; tot ïnrtrr. Oef. gêschïkt.6ó>
rpelen van Terentius en de Fabelenlatyn-
van Ezopüs worden beoefend en over-scu& gezet. Ook begint men hier shet onder-School, s •wys in de Redeneerkunde [llhetorica~\ en Digtkunde: en men doet 'er 't Nieuwe T e stam e nt in 't Griekfch verklaaren. In de vyfde of Conrectors Schoole , wordt de Jeugd verder in 't Griekfch geoefend. Het Nieuwe Testament en een gedeelte van Lucianus worden verklaard en over- gezet. Voorts, wordt de Redeneerkunde onderweezen: en de Leerlingen oefenen zig in eenige uitgelezen Redevoeringen en in de Verhandeling over de Friendfchap van C i c e* r o; in de Blyfpelen van Terentius en in de Herderszangen van Virgilius. In de zesde of Re&ors Schoole, wordt het ' Griekfch en de Redeneeerkunde verder be- oefend. Ook worden hier de Leerlingen on- derweezen in het dóen van openbaare Re- devoeringen , en geoefend in 't opftellen van Brieven, en van korte Aanfpraaken, Chreiae genaamd. DeLierdigten vanHoRATius,of eenige Fabelen van Phaedrus, of iet an- ders , welk de Reólor opgeeft, worden, in de maat vanTreurdigten[£/fgf«f], overgebragt. Ook worden 'er del'ydrekening endardryïs- befcbry ving der Ouden onderweezen. Wyders, verklaart men 'er de Eneis van Virgilius, de Lierdigten van HoRATius,de uitgelezen Redevoeringen van Cicero, Florus, het Nieuwe Testament in't Griekfch, en den Griekfchen Schryver , Antoninus Liberalis; geevende den Rector, over deeze Schry vers, Hiftorifche en taalkundige aanmerkingen op, Dtäata genaamd. In alle de . , * fchoo- |
|||||
*
|
||||||||||||||||
.-_
|
||||||||||||||||
670 AMSTERDAMS HLDeêE.
fchoolén, wordt,des Saturdags, deHeidelberg-
fché Catechismus opgezeid: en zy worden, da- gelyks, met een gebed, aangevangen en ge- ëindigd. De Leerlingen moeten, niet flegts, op de fchoolén, maar ook aan hunne huizen, aan de opgegeven LeiTen werken, zo in 't famen- ftellen en overzetten,als in't van buiten leeren. |
||||||||||||||||
Lättn-
Sciia SOfiüüL.
|
||||||||||||||||
Examen
|
De naarftigfte Leerlingen gaan, met het
|
|||||||||||||||
enlpromo* half jaar, over naar eene hooger Schoole. De
tie der anderen, met het jaar, of langer tyd. Al- Leerlin- ^n worcjen zv? tweemaal 's jaars, op Maan- Sfcn*' dag en Dingsdag voor Paafchen , en op Maandag en Dingsdag voor Amfterdamfche Kermis, ten overftaan van de Scholarchen en den Vifitator, door de Prseceptoren, onder- zogt. In de laatfte vier weeken van ieder half * jaar, geeft de Reétor, in elkeClaïTe of Schoole, een, en, eenigen tyd te vooren, de Praeceptor twee Proefontwerpen [Themata examinalia~] ter vertaalinge op. De Prseceptoren maaken eene lyft van de naamen, geboorteplaats en ouderdom der Leerlingen, en van de fauten, die elk, geduurende een halfjaar, in zyne Themata, begaan heeft: op welke lyft, ook ge- bragt worden de fauten in de Themata exami- nalia der Prseceptoren: maakende de fauten in die van den Reclor eene beflifïlng, over den rang van twee Leerlingen, die evenveel fauten gemaakt hebben in de Themata der Pnrceptoren. De lyft, van welke wy fpree- ken, houdt ook in, hoe veele reizen ieder Leerling afwezig is geweeft. Voorts, vervat zy de Pen/a Lectionum, zynde eene aanwy- zing van 't gene, in 't verloopen half j-aar, uit de Schryvers, verhandeld is. Eindelyk, houdt zy y by onderscheiding, de naamen in vaa
|
||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||
~& .-,.
|
||||||||||||||||
V- Boek. Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 6*7:0
van drie of vier der zedigfte, naarftigfte enLATYN- f
'm 't Griekfch meefl gevorderde Leerlingen, sche Zulke lyften worden, aan de Scholarchen, Sc"00l. den Vifitator en den Rector, ter hand ge- field. De Scholarchen kiezen een fluk uit 4e Penfa Lectionum, waarover de Leerlingen, door hunne Praeceptoren, die voor eeneLes-: fenaar, ter regter zyde der Scholarchen, ftaan, ondervraagd worden, 's Vrydags na de on- dervraaging, 's morgens ten negen uuren, gefchiedt de Promotie of bevordering der Leerlingen, in 't Choor der nieuwe Kerke, 't zy tot hooger Clafle, of naar de Doorlug- tige of Hooge Schoole. Ten zelfden tyde, worden ook, aan de bekwaamften, pryzen uitgedeeld. Aan de befte fchry vers plagten zilveren fchryfpennen, en aan de bekwaam- fte Leerlingen, boeken van meerder of min- der waarde, vereerd te worden: doch te- genwoordig krygenze allerr alleenlyk boe- ken tot pryzen. De Scholarchen, de Vi- fitator en Reétor woonen deeze plegtigheid ook by. De Conreótor en Praecep toren, ins- gelyks. De Reétor opent, veeltyds, de Ver- gadering met eene Redevoering, hoewel hy hiertoe niet gehouden is. Twee of drie, en en- kele reizen ook vier van de bek waamfte fchoo- lieren , die ten minften een jaar op des Rec- tors Schoole geweeft zyn, en de minite fau- ten begaan hebben, doen dan ook Redevoe- ringen , die, door den Re£tor, zyn opgefteld, en, gedrukt, in 't Choor, aan de Scholar- chen , de Regenten , de Profefïbrcn , den Vifitator, den Reótor, den Conrector, en de verdere Prseceptoren, plagten uitgedeeld |
||||
&f% AMSTERDAMS ÏII.Deel,
Lattn- te worden: doch deeze gewoonte is, onlangs"
scHE afgefchaft. De Redevoeringen worden thans School. njet meer gedrukt. Reftor. De R e c t o r , die, zo wel als de Conrec-
tor en de andere Prasceptoren, op het voor- draagen der Scholarchert, door Burgemees- teren, wordt aangefteld neemt nieuwe fchoo- lieren aan, en tekent derzJver naamen op, in een Album of Regifter; zorgdraagendë , dat zulken, die reeds elders in deLatynfche raale onderweezen zyn , in een hooger of laager ClafTe, naar hunne bekwaamheid, ge- plaatft worden. Hy is verpligt, om de twee of drie weeken, de andere fchoolen te be- zoeken, en kennis te neemen van het ge- drag en de vorderingen der Leerlingen, te gelyk toeziende, dat de Prseceptoren hun- nen pligt waarneemen naar behooren j en de gefchillen, die onder dezelven ontftaan mog- ten, ten befte mogelyk ; tragtende by te leggen, 's Woensdags en 's Saturdags, doet hy een boek, door alle de ClaiTen, brengen, waarin de Praeceptoren de naamen der afwe- zende Leerlingen optekenen. Ook geeft hy agtop het behoorlyk fluiten der Schoolpoor- te door den Claviger of Poortier, door wien, hy ook de liedzangers, fruitverkoopers en diergelyken van voor de Schoole weert. Conrec- De Conrector en dë andere Ptaeceptoren, tor en die aan den Reftor ondergefchiki. zyn, mo- verdere n geen byzonderonderwys aan hunne hui- ttMctb zen geeven i ^an aan Leerlingen van hunne
Schoole. Zy moeten opregte aantekening houden van de fauten,in defchoolfcheOnt- werpen [ 1 hemata Scholaßica'} begaan : en die
|
||||
Vi Boek. Geb. , tot nutt. Oef. GESCHIKT.673
die voorfchriften bewaaren, omze, des noods, Latyn-
te können te berde brengen. Zo een Prae- *CHE ceptor, door ziekte ofgewigtig belet, ver-ScH00U hinderd wordt, zyne poft waar te neemen * moet hy daarvan kennis geeven aan den Rec- tor, die dezelve,- döpr de andere Praecep- toren, laat vervullen. Indien de Reclor zelf,' meer dan drie dagen, belet is, worden des- - zelfs Leerlingen onderweezen, door den Con- rector, die zyne eigene nieuwelingen [A7?- mii] aan den Praeceptor der vierde Schoole overdoet. By afwezendheid van den Con- rector , wordt desZelfs School waargenomen, door den Praeceptor der vierde Schoole,die zyne nieuwelingen aan dien der derde Schoo-, Ie overdoet. Zo de Praeceptor der vierde Schoole afwezig is, worden zyne ouHe fehoo* lieren \Veterani\ , door den Conrector^ en zy- ne 'nieuwelingen, door den Praeceptor der derde Schoole, onder weezen. Byafwezend- .' heid van. deezen, rwor, den zyne oude fchoo- lieren aan den Praeceptor der vierde, en zy- ne nieuwelingen aan dien der tweede Schoo- le overgedaan. En zo deeze laatfte afwezig is, onderwyft de Praeceptor der derde Schoo- le zyne oude fchoolieren, en die der eerfte Schoole zyne nieuwelingen. Den Praeceptor der eerfte Schoole afwezig zynde, wordt des- zelfs School, door den Praeceptor der twee- de Schoole, waargenomen, die zyne eigene oude fchoolieren aan den Prae ceptoi* der der- de gchoole overdoet. De Praeceptoren mo- gen geene verandering maaken in de Schry- vers, die, in elke Schoole, gebruikt worden, dan met goedvinden van den Vifitator en den |
||||||||||
III. Stuk. Vv Rec-
|
||||||||||
674 AMSTERDAMS ÏII.Deel.
Latïn« Rector. Zy mogen ook niet, na den be-
scHE ftemden tyd, in hunne Schooien komen 4 School. nocn i voor >c em£je vaI1 (}en fchooltyd, uit dezelven vertrekken, dan des noods, en met
kennifTe van den Rector. Claviger De Claviger of Poorder haalt de fleutels of Poor- der fchoolpoorte van 't huis des Rectors; o- pent de venfiers der fchoolen en de fchool- poort; luidt de fchoolklok, en fluit de Poort, zo dra des Rectors Leerlingen op de Schoo- le zyn. Voorts, moet hy op de Poort bly* ven paften, zo lang de Praeceptoren op de Schooien zyn: en na dat de laatfle fchoolie- ren zyn uitgegaan, alles wederom fluiten, en de fleutels by den Rector brengen. Hy is verpligt, de Schooien, de Schoolplaats, en de ffcraat voor de Schoole te veegen; 's win- ters, de kagchels te flooken, en de ftooven van den Rector, Conrector en andere Prse- ceptoren van vuur te voorzien. Wyders, moet hy de Scholarchen, in derzelver ge- woone en buitengewoone Vergaderingen* opwagten; de nodigingen tot de Promotie [Programmatal aan de huizen der Burge- meefteren, Schepenen enRaaden enderzel* ver SecretarifTen; aan de Profeflbren; aan 1 de Nederduitfche , Walfche en Engelfche Gereformeerde Predikanten, en aan zulken, die hem verder worden opgegeven, rond- brengen ; en de Pryzen, in 't Choor der nieuwe Kerke , en op de tafel der Hee- ren Scholarchen bezorgen. Eindelyk , is hy verpligt,in alle Schoolzaaken, den Rec- tor, Conrector en anderen Praeeeptoren ten dienfte te ftaan* De
|
||||||
■
|
|||||
V.BoËK. Geb., tot nutt. Oef. gischïkt.o^5
De Doorlugtige en Latynfche Schooien Latyhv
deezer Stad flaan onder 't hooge opzigt van sche drie Leden der Regeeringe, gemeenlyk Bur- ScH00L' gemeefleren, die , met betrekking tot de Curato- Doorlugtige Schoole, den titel van Cu ra- Scholar- toren; en, met betrekking tot deLatyn- cm$, fche Schoole, den titel van Scholarchen voeren. De drie eerfte Scholarchen, zynde een Burgemeefter en twee Raaden, zyn, zo ik my niet bedriege,in'tjaar 1594, aange- ïleld(^). Zy droegen toen den naam van Op- zienders,die egter, wel haafl, in dien van Scholar eben, veranderd werdt (w). De Cu- ratoren en Scholarchen flaan, gemeenlyk, bekwaame Perfoonen, tot Profenoren, Rec- toren en Praeceptoren, voor aan Burgemees- teren , door welken, dezelven worden aan- gefleld. Ook neemen Burgemeefleren, ge- meenlyk, hunnen raad in, op alle zaaken, de Doorlugtige en Latynfche Schooien be- treffende. Wyders, is 'er ook een VTs 1 t a- Visita- t o r of Bezoeker der Latynfche Schoole aan- T0*» gefield, die, eens of tweemaal desjaars,op den toeftand der Schoole, en de vordering der Leerlingen, onderzoek doet. En deeze poft wordt, of door eenen Profelïbr der Doorlugtige Schoole, gelyk tegenwoordig ^ door den Profeffor P ieterBurman, of door éenen Predikant der Gereformeerde Kerke, bekleed. Voormaals, plagten 'er twee Vifitatoren te gelyk te zyn. Doch, fedeït veele jaaren, is 'er iiiet meer dan een. (v) Refol. Vroedfch. K. * 22 Juny ij94. ƒ. t vtrfo.
(*.) Refol, Vcocdfch. K. 11. 1+ Dee. nïii. ƒ. j*p Vv * IIL
|
|||||
........ '" »"■ . . I ■'■"
|
|||||||
Aj6 AMSTERDAMS IILDer*.
III.
STADS-SCHOOLEN.
Gelegen- ^TTV>en, in de Schooien der twee Kerfpef-
heid tot JL kerken, van ouds, ook leezen,fchry- de opreg-ven en rennen onderweezen werdt,'t welk, ewige*0 langft»aan de oude zyde, fchynt ftand ge- Stads houden te hebben, plagten de kinderen van Schoo- behoeftige ingezetenen, ook aldaar , ter n* Schoole befïeed te worden; 't zy dat dit ge- schiedde , door de Huiszittenmeefteren, of door miïddaadige burgers, die 't onderwys der behoeftige Jeugd bekoftigden. Op het laatfle, heeft BREDERoï>Ehet oog, in den Spaanfcben Brabander, als hy (Act. III.) eeri armelyk Amllerdamfch wyf van eene haarer barmhertige gebuuren doet zeggen: —— '-----fe het myn kyeren gnapj.es ekliedt en
erict ,
r En fy fluurtfe in t groot fchool, 't is van [en le- ven niet e fehlet. Doch na dat de Hoofd- of groote School,
alleenlyk, tot het onderwyzen der Latynfche en Qriekfche taaien, gefc&kt werdt, was 'er weinige gelegenheid 3 voor behoeftige Jdnderen, welker ouders nog leefden, om, in de noodige weetenfehappen van het bur- gerlyk leeven, leezen, en fchryven, kofte- loos, onderweezen te worden. Men onder- vpndt hiervan, door den tyd, zo veel na- deels , in deeze volkryke Stad, dat men, ein- delyk, op 't voorbeeld van andere Steden van Hollandy in 't jaar 1741, emftelyk, be- begon te raadpleegen op de opregting van |
|||||||
ee-
|
|||||||
^^™"^^"-'"""' "" ■ ' ""■' -—— ■ '■ -■- —■
|
||||
1
Y.BoEK.GeB., TOT NUTT. OEF. GESCHIKT.677 eenige Stads Schooien (#)• 't Leedt eenigesTAD*
jaaren, eer het ontwerp, op dit gewigtigSchoot ftuk gemaakt, onderzogt en befchaafd was,LEN- naar behooren. Eindelyk, werdt het, in Juny des jaars 1745, by de Vroedfchap, goedgekeurd (y). Men begon, met de op- Derzei. regting van drie Schooien, die, onder be-ver getal, ftier van Gemagtigden uit den Kerkenraad en van Regenten der twee Huiszitten-Hui- zen, ftaan zouden. Doch, in deeze famen- gevoegde beftiering, ontdekten zig, alras, eenige zwaarigheden (z): 't welk gelegen- heid gaf, dat Burgemeefteren de beftiering der drie opgeregte Schooien lieten alleen aan de Gemagtigden uit den Kerkenraad, zynde een Predikant, een Ouderling en een Dia- ken over ieder Schoole, van welken, de Ou- derlingen en Diakenen, al zynze fchoon bui- ten dienft, gemeenlyk, in dit bewind bly- ven. Doch van de vyf andere Schooien, die, federt, van tyd tot tyd, opgeregt zyn, ftaan 'er twee onder de beftiering der Re- genten van het Oude-zyds-Huiszittenhuis, en drie onder die der Regenten van het Nieu- we-zyds-Huiszittenhuis. De Regenten van de twee Godshuizen en de Gemagtigden uit den Kerkenraad zyn egter verpligt, verflag van den toeftand der Schooien te doen aan, en, op de verbetering derzelven, te raad- pleegen met vier Commissarissen over de Schoolen uit de Vroedfchap, die, door Burgemeefteren, worden aangefteld , en
, (*) Refol. Vroedfch. Z.r. MM. *8 Jfril 1741» **• **$•
(y) Refol. Vroedfch. Lr. NN. 10 Juny 174$. bl. i6a.
' (a) Blefo}. Vroedfch. L*. PP. I J*m*ry 17; 1. kl. jiz.
\7 V 3 « •
|
||||
678 AMSTERDAMS IILDeei,.
Stads en, gemeenlyk, voor hun leeven, dienen.
Scaoo- De drie Schooien, die , onder 't opzigt LEN' van Gemagtigden uit den Kerkenraad, ge- Gelegen- laaten zyn, en waarin , inzonderheid, ge- plaatfl worden kinderen van geringe , of meer of min behoeftige ouders , die egter geen' onderfhand genieten, Haan, op de Roo- zengraft, aan de noordzyde, tufTchen de eer- fle en tweede dwarsflraat; in de Barnde- fteeg, aan de noordzyde, en op Raapen- burg, by de Peperftraat. De twee Schoo- ien , die, door de Regenten van het Huis- zittenhuis aan de oude zyde, beftierd, en in welken ook enkele Joodfche kinderen toe- gelaaten worden , flaan op den Zwaanen- burgwal , aan de weflzyde, en op Witten- burg; en de drie Schooien, die , onder 't beflier der Regenten van het Nieuwe^ zyds- Huiszitten-huis , gefield zyn, flaan op de Lynbaansgraft, benoorden de Karthuizers- ftraat; op de Prinfengraft, by de Laurier- graft, en op de Lynbaansgraft, beooflen het Leidfche Plein. In de vyf laatflgemel- de Schooien , worden genoegzaam alleen kinderen ontvangen, welker ouders onder- fland genieten van de Huiszitten-huizen; hoewel 't ook niet ontbreekt aan luiden, die, fchoon geen' onderfland van de Huiszitten genietende, verzoeken, dat hunne kinderen, op de Stads Schooien, buiten hunne koflen, mogen ondgrweezen worden: aan welke ver- zoeken, zo op de Huiszitten-, als opdeKer- kelyke Schooien, gemeenlyk, voldaan wordt. Doch niemant wordt op de Schooien ontvan- gen, dan op fchriftelyken lafl der Regenten en Befrierders. Op |
|||||
V
|
|||||
V.Boek. Geb., totnutt. Oef. geschikt. 679
Op ieder Schoole, is een SchoolmeefierenSTAns
ficboolmeeßercs, zynde egteluiden, die,bo-Scaoo- ven vrye wooning, vuur en licht, eene be-LEN* kwaarae jaarlykfche wedde genieten. Op fom- Onder- mige Schooien, is ook een Ondermeefter. ZyJys\ op moeten allen Ledemaaten der Gereformeerde eze VCf Kerke zyn, en worden, door de Regenten en Beftierders, onder goedkeuring der Heeren CommHTarifTen,aangefteld.Zy onderwyzen de kinderen, in 't fpellen en leezen. De Meefter en Ondermeefter in 't byzqnder leeren hen, daarenboven, fchryven en rekenen, en de Meefteres onderwyft de Meisjes, in't breijen, of eenig ander nuttig handwerk. Voorts, wor- den de kinderen, van tyd tot tyd, door hen, vermaand, tot een zedig, gefchikt en beleefd gedrag, en onderweezen, in de beginfels van den Chriftelyken Godsdienft: waartoe de Woensdag namiddag, en de Saturdag voor- middag gefchikt is. Men leert hen , in 't byzonder, 't Gebed des Heeren, de twaalf Artikelen des Geloofs, de tien Geboden, de Morgen- en Avond-Gebeden en de gebeden voor en na de maaltyd; het kort begrip van den Chriftelyken Godsdienft, welkagter de Nederduitfche Gereformeerde Pfalmboeken gedrukt is ; eenige voornaame Schriftuur-, plaatfen, en eindelyk den Heidelbergfchen Catechismus, over welken, zy ook, door den Meefter, gecateebißerd of ondervraagd worden, die hen, daarenboven, ook in't zingen der Pfalmen onderwyft en voorgaat. De Schooltyd, die, voormiddag, 's zo-School,
mers van agt tot half twaalf, en 's winters, tyd ei* van negen tot twaalf; namiddag, 's zomers, ^l™n* Vv 4 van
|
||||
68o AMSTERDAMS III.Deel,
Stads van twee tot vyf, en 's winters, van twee tot
Schoo- half vyf, en van den eerften Oótober tot den een en dertigften Maart, 's avonds, van zes tot agt uuren, duurt; wordt, met een Pfalm en met een |Gebed, welk , door eenen der bekwaamde Leerlingen, gefchiedt, aange- vangen en bedooten: wordende, na ieder voorgebed, een gedeelte der H. Schrift, 's voorrhiddags, uit de Hiftoriefche boeken des Ouden Tef taments, en, 's namiddags, uit de Evangelien en Handelingen in het Nieuwe Teftament, voorgelezen. Doch' de Avond- fchool wordt, alleenlyk met het Gebed des Heeren, aangevangen, en met het gewoone Avondgebed beflooten. In dezelve , wor- den Jongens en Meisjes van twaalf tot zes- tien of agttien jaaren toegelaaten, en aan fommige Jongens , die daartoe byzondere bekwaamheid en geneigdheid toonen, ook onderwys gegeven in de beginfels der Wis- en Zeevaartkunde. Op de Stads Schooien, mogen geene andere boeken gebruikt wor- den, dan die, door de Regenten enBeftier- ders, zyn goedgekeurd. De fchoolieren kry- gen geene Vacantien, dan op Nieuwjaars- dag , Hemelvaartsdag, Bededag en Zondag. Op Kerfttyd, Paafchen, Pinkfleren en Ker- mis, moeten de Meefters vooraf aan de Be- flierders vraagen, hoe lang de Vacantie duu- ren mag, die, gewoonlyk, op eene geheele Week, gefield wordt. Pryzcn. Tweemaal 's jaars, in Juny en in Decem- ber, worden , door de Regenten enBeftier- ders, aan de bekwaamde Leerlingen, zes Prysjes uitgedeeld, drie aan de Jongens,en |
||||
I
|
|||||||
■V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 681
drie aan de Meisjes; elk drietal beftaande, stads
in een Bybel, een Nieuw-Teftament en een Schoo- Pfalmboek. Aan kinderen van Lutherfche ou-LEN* ' ders, wordt een Bybel, of Nieuw-Teftament van de Lutherfche Overzetting, of een Lu- therfch gezangboek gegeven. Somtyds, heeft men ook wel een klein Hiftoriefch Werkje, tot een prysje, uitgedeeld: immers, ik weet, dat myn kort begrip der FäderlandfcheHißoriet in de Oude-zyds-Huiszitten-Schoolen, tot een vierde prysje gegeven Wordt. Aan de Nieuwe zyde, wordt het zelfde Werkje, ook aan Jon- gens , die ter Zee vaaren, gegeven. Ook geeft men, in deHuiszitten-Schoolen, tot belooning van de naarftighei.d der Leerlingen en tot on- derfteuning der behoeftigften, een nieuw- hemd , een paar kouffen, die, in de Schooien, gebreid zyn, of een paar fchoenen. De School- meefters houden nette aantekening van de vordering en 't agterblyven der Leerlin- gen , en doen 'er verflag van, zo wel op de weekelykfche Cömptoiraagén, in de Huis- zittenhuizen, als wanneer de Regenten de Schooien komen bezoeken: 't welk tenmin- ften eens óm de drie maanden gefchiedt. By zulk eene gelegenheid, worden niet alleen de traage en agterblyvende Leerlingen, ern- ftelyk, beftraft; maar de bediening van zul- ke Ouders, die van de Huiszitten genieten, wordt ingehouden, zo zy hunne kinderen, die op geen handwerk of op 't Zydewind- huis gaan, niet ter Schoole zenden, of zo zy, na herhaalde vermaaningen, geene zorg • draagen, dat dezelven daar, fchikkelyk, en zuiver van ongedierte verfchynen. Zo de Leerlingen, naar't oordeel der Regenten en Vv 5 Be-
|
|||||||
"—
|
||||||||||||||||||
6U AMSTERDAMS UI. Dm.'
Beflierders, ver genoeg gevorderd zyn, wordt
hun, op verzoek hunner ouderen, of van zul-
ken, die 't opzigt over hen hebben, een fchrif-
telyk affcheid gegeven: 't welk hun, nevens
eene ernflige vermaaning tot een' eerlyken en
Godsdienftigen wandel,terhandgefteld wordt.
De agt Stads Schooien worden onderhou-
• den, uit eene Collecte by de huizen; die, eens
'sjaars, in de byzondere wyken, gedaan wordt;
na dat de tyd, daartoe gefield, vooraf, in alle
de Kerken, en zelfs, op verzoek der Par-
naffim, in de Synagogen der Joqden, is af-
fekondigd. De' Collecte gefchiedt, in el-
e wyk, door een' Wykmeefler en een Col- lectant met de fchaale, die 't ontvangen geld op de Thefaurie brengen (a). De Regenten der Huiszittenhuizen en de Beflierders der drie Kerkenraadsfchoolen doen, van hunne intgaave, tot onderhoud der Schooien, jaar- lyks, verantwoording aan de Heeren Com- miffarifleh uit de Vroedfchap. De Thefau- rie betaalt de huuren der Huizen, in wel- ken , de Schooien gehouden worden, bene- vens de wedden der Schoolmeefteren, en doet het verfchot, welk, daarenboven, gedaan wordt, goed aan de Regenten der Huiszit- ten-Huizen, en aan de Beflierders, van we- ge den Kerkenraad. Voor elke Schoole, flaat eene armbos, die, om de drie maan- den, geopend Wordt, wordende 't gene 'er in vergaderd is befleed aan de kleine ge- fchenken , tot aanmoediging der naarflige Leerlingen. Men trekt, in deeze Stad,fe- dert eenige jaaren, zo veele nuttigheid van |
||||||||||||||||||
Stads
Scnoo-
L£N. |
||||||||||||||||||
Jaarlyk-
fche Col leéle ten behoeve der Schoo-
ien. |
||||||||||||||||||
de
|
||||||||||||||||||
(a) Groot-Memor. .N. XI. ƒ. ï7* vtrfu
|
||||||||||||||||||
V.Boek.Geb. , TOTNüTT. Oef. geschikt.<533
de Schooien, die, eigenaartiglyk,flrekken, Colle-
om eene gefchiktheid en kundigheid te we- givm Me« ee te brengen onder de fchamele ingezete- ^,ICUM °f nen, waarvan zy, voorheen, byna geheel- SCHAP def lyk, verfteken waren, dat het niet onwaar- Genees-" fchynlyk is, dat derzelver getal eer toenee- meeste- men, dan verminderen zal. Immers, de School R&Nm op Wittenburg is reeds zo vol, dat men, niet dan bezwaarJyk, aan' ieder Leerling, genoeg- zaam onderwys geeven kan. IV.
COLLEGIUM MEDIQUM,
of
GENOOTSCHAP der GENEES- MEESTEREN.'
Van ouds, plagten, hier ter Stede, allen, Gelegen-
die de Geneeskonfl: oefenden, en hiel- heid tot pen oefenen, en die men, in twee foorten, d.e °PreS" Doftoren in de Medicynen of Geneesmeefters, hefcwS- en apothekers of Kruidmengers, gewoon is gium Me- te onderfcheiden, te behooren tot het Kraa- dicum,o( mers - Gilde. De Chirurgyns of Heelmeefters 9^°°}' behoorden, tot in het midden der zefliende GelSet* eeuwe, onder het Gilde der Trip- of Klom- meeftc- penmaakers, waarvan zy, in of omtrent hetren« jaar 1552, gefcheiden werden, om een Gil- de op zig zelven uit te maaken (b). Doch de Doótoren en -Apothekers bleeven, tot in de volgende eeuwe, nog met het Kraamers- Gilde vereenigd, zonder aan eenige Stede- lyke Wetten of Reglementen verbonden te zyn, behalven aan eenige weinige Keuren (c), die, in de zëftiende eeuwe, gemaakt wa-
(b) Handv. hl. ?$6, [77*0
til Kemb. D. ƒ. jx. E. ƒ. ij7, |
||||
6U AMSTERDAMS IIÏ.Deel.
Colle- waren; en waarby de oefening derGenees-
c4uM Me- konft verbooden werdt, aan alle zul ken, die üicuM of njetj 0p eenige vermaarde Hooge Schoole, schap'S- bevorderd waren. Ook moeften deezen, voor- Genees- af, van hunne bevordering blyk geeven aan meeste- eenige Doéloren, hier ter Stede woonagtig, *EN* en daartoe, by 't Geregt, genoemd. Aan dé Apothekers was, onder anderen, gelafl, zig, in het floffeëren hunner Winkelen , en in het bereiden der Geneesmiddelen, te fchik- ken naar het Düpenfatorium of Winkelboek van den Proofl Nicolaas. Doch 't verzuim hiervan gaf gelegenheid tot veele misbrui- ken , om welken te weeren, eerlang, het Genootfchap der Geneesmeefteren werdt op- geregt. Doótor Nicolaas Tulp, die, nader- hand , meermaalen , de Burgemeeflerlyke waardigheid deezer Stede bekleed heeft, op den agttienden April desjaars 1635, veele voornaame Doftoren in de Medicynen, ten zynen huize, vergallende, floeg hun voor, of 't niet geraaden zou zyn, een nieuw Win- kelboek op te {lellen, waarnaar, alle de A- pothekers zig zouden hebben te gedraagen. Zyn voorflag vondt ingang. Mea benoemde \ zeven Doctoren, aan 't hoofd van welken, Doétor Tulp was, om een Winkelboek té ontwerpen, 't Gefchiedde.'t Ontwerp werdt aan drie Apothekers getoond, en, door de- zelven, en, eindelyk, door alle de Doéloren, goedgekeurd; waarna het, door 't Geregt, by raade der Vroedfchap, in de Lente des jaars 1636, hier ter Stede, werdt ingevoerd (d). Opdenzeflienden january des volgen- den (d) Handv. bl. 9so,
|
|||||
\
|
|||||
V.BOEK. GEB*. TOT NÜTT.OeF. GESCHIKT. 6$$
den jaars, ftelde het Geregt twee Do&oren Co.li.e-
en twee Apothekers aan, om toe te zien, giumMe- dat het nieuwe Dispenfatorium, of Winkel- ™uM of boek, flipt gevolgd werdt. Zy ^reegen den sc^p^ naam van Infpecïorès of Toezienders , en Genees- hielden, van toen af, hunne Vergaderplaats, meeste- in de Nes, boven de kleine Vleefchhal, eer-RE1Ï* tyds de Kerk van 't S. Margareeten-Klooftef. Het getal der Infpeólores werdt, naderhand, met twee Doftoren vermeerderd. Op den vyftienden January des jaars 1638, werden de Apothekers van het Kraamers- Gilde ge- fcheiden, en tot een byzonder Gilde ver- klaard (e), waarvan de Infptclores Overlui- den zouden zyn, en tot welk, de Doctoren ïn de Medicynen ook, voortaan, behooreïi zouden. De Infpe&ores werden, op den agt- tienden September des zelfden jaars, gemag- tigd 7 om het voornoemde Dtspenfatorium, of Winkelboek der Apothekeren te verbeteren; doch met zo kleine verandering als mogelyk ware, mids zulks niemant verbinden zou, dan na dat de gemaakte veranderingen, door Burgemeefteren , waren goedgekeurd (ƒ). Ik weet niet, of die verbetering pen voort- gang hadt; maar het gantfche Dispenfato- rium is, in't jaar 1726, op lafl van 't Ge- regt , vernieuwd; met eenige Scheikunltige , en andere byvoegfels, vermeerderd, en on- der den naam van Pbarmacopaea /Imßeloda- menfis reno,oataioïVernieuix>de}jlmflerdamfcbe Apotheek, in 't Latyn en in 'tNederduitfch, herdrukt. De
(e) Handv. bl. j>ji.
(f) Groot-Mcmor. Nt III. ƒ. 1 $4«
|
|||||
•
|
|||||
6$6 AMSTERDAMS HI.Deee.
Colle- De Vergaderplaats der Infpeftoresof Toe-
ciuM Me- zienders van het Genootfchap der Genees- DicuM of mee(teren is nog boven de kleine Vleefch- SupX' hal. Voor den opgang derwaards, ftaat een Genees- Fraaije hardfteenen poort, die, vanboven, meeste' verfierd is met de borftbeelden van Escula- *EN' pius en Hippocrates. Tuflchen beide, is Befchry- j^t wapen der Stad uitgehouwen , en daar deszelfs" onder dat van'c Genootfchap, zynde eeri Verga- Slang, die om eenig geneezend kruid ge- derplaats. flingerd is. 't Schild wordt van eene hand vaftgehouden. 't Vertrek, daar de Infpec- , tores vergaderen , pronkt, tegenwoordig, met twee groote fchilderftukken, twee vol- le Collegien van lnfpe£tores verbeeldende. In het eene, welk, door Cörnelis Troofi, in 't jaar 1724, voltrokken is., ziet men de af- beeldfels der Doctoren Hendrik van BronkhorsTjCasparüsCommelin en DAniel van Buüren, en die der Apothekeren Jeronimo de Bosch en MartiNüs Haasbaart. De Gilde- knegt, Joofl ter Pelkwyk, is hier by afgebeeld. In het andere ftuk, welk, in 't jaar 1756, -door Tibout Regten, gefchilderd is, zyn de Doftoren Joannes Hanedoes , Cör- nelis Abraham de Famars , Pe- trus VANLEENDT enABRAMAM VAN Hagen, en de Apothekers Jeronimo
d'e Bosch, dezelfde, die ook, in 't voor- gemelde ftuk, gefchilderd. is, en Petrus T h 1 e r e n s afgebeeld; Ter zyde af, is de kleinzoon van den Apotheker de Bofch, en aan de linkerhand, de Dienaar van 't Ge- nootfchap , Joannes Lafrens, gefchilderd. Voor
|
||||
■ •
|
|||||
V.BoEK.GeB., TOT NUTT. OEF. ÖESCHIKT.^87
Voor den fchoorfteen, die, met de uitge-CortE«
houwen wapens van alle de Infpe&ores, ver- giumMe- fierd is, ziet men 't gefchilderd afbeeldfel mcvMof van Hippocrates, of eenig' ander' aloud' Ge- Genoot* neesheer. Onder dit beeld, leeft men de g™JT volgende vier regels van LambertusBid- meesti- too, die ook Infpeólor van 't Geneesmees- REN* ters-Genootfchap geweeft; is: Ne probitatis bonos indignos ornet Agyrtas
Artis Apollineae lauro, palmaeque laborum, Pharmaca condendi, lutb queis credat Hygeia* Findicat Amsteudum fua jura decusque Se~ NATUS.
't welk, in zin, hierop uitkomt:
„ Op dat de lof, door eerlyke oefeningen
rt verdiend, niet aan onwaardige landloopers „ gegeven worde; en op dat men zynege- ,, zondheid aan bekwaame kruidmengerszou „ mogen vertrouwen, heeft Amftels Raad, „ hier, het regt en den luifter der Konft ^ weeten te handhaaven." Voorts, hangen, in dit vertrek, twee ge-
tekende wapenbordenderlnfpeótores. Naaft het zelve, is een vertrek, daar, eens ter maand, leffen in de Vroedkunde gegeven, en nu en dan ook vrouwen-lyken ontleed worden. Voor de plaats, daar dé Profeflbr flaat, zyn zes halfronde agter eikanderen op- loopende ryen flaanplaatfen, waar omtrent honderd vrouwen de leffen können aanhoo- ren, en de ontledingen zien. In 't midden van de kamer, hangt eene koperen kaars- kroon , die, door de Stad, aan 't Collegie ver- eerd is* De wand is, wyders, verfxerd, met ee-
|
|||||
■
|
|||||||||
588 AMSTERDAMS IILDeel;
eenige gefehilderde afbeeldfels van ontleed-
kundigen der voorgaande eeuwe; tegen over welken j men een CoUegie van Infpe&öresV ziet, welk, voormaals, in derzelver Verga- derkamer, plagt te hangen, en, in't jaar 1683, |door Adriaan Bakker, gefchilderd is. Het vertoont de Doéloreri Egbertus Veen, Bonaventura van Dort- mon t en Jo an V e r w out, en de Apo- thekers Joannes de Vriest, en Ja- kob usDANkertsz. deRy. Terregter zyde, in dit fliikj ftaat de zoon van denA- potheker de Vrieft, eri ter linker zyde, de Gildeknegt, Sieuwert van Duinen, verbeeld. Nog hangen hier de naamborden der Infpec- tores. Beide deeze vertrekken fcheppen licht van de Boeren-Vifchmarkt. Agter hettweer de, volgt de wooning van den Dienaar van 't CoUegie, die hier , uit twee goede ver- trekken en een kooken, beftaat, en waartoe,. boven, nog eenige vertrekjes behoorenl De hoogfte verdieping van 't gebouw, waar 't dak, doorgaands, befchooten is, plagt, voor- maals , door de Rederykers, tot het vertoo- nen van Tooneelfpelen, gebruikt te worden; doch is nu, door middel van houten befchot- ten, in verfcheiden' vertrekjes , verdeeld. In het ooftelykfte, doen de Apothekers hun- ne proef. Voormaals, plagt hier ook de Klein- Kraamers Gildekamer te zyn. DelNSPECTORES van't Co L LE GIUM
M e D1 c u M of Genootfchap derGeneesmees-
teren zyn, tegenwoordig, zes in getal, vier Doótoren en twee Apothekers. Zy hadden zig, in den zwaaren pefltyd des jaars 1655, ™ lof-
|
|||||||||
CoUiE-
qiUM Mn
JilCUM Of
Genoot-
schap der Genees - MEESTE-
KEN* |
|||||||||
Getal,
verkie- zing en voorreg- ten der Inspec- TQRES.
|
|||||||||
s
|
|||||
V.Boek. Geb., tot nutt. Oef. geschikt.6*8s>
loffelyk gekweeten, dat zy, nietflegts, uit colle- naame der Wethouderfchap, bedankt,maar mumMe- ook,met eene plaats in de Kerken,in'tge- DICUM0/ ftoelte van CommifTariflen, vereerd werden. SuTJS Ook worden zy, van dien tyd af, te gelyk met Genees- de Commiflariflen, die, door 't Geregt wor- meeste" • den aangefteld, jaarlyks, op of omtrent den REJ** vierden February, gekooren, of in hunnen dienfl: beveftigd. Voorts , zyn zy, van 't jaar 1657 af, jaarlyks, op de maaltydender Regeeringe, genodigd; tot dat die maalty- den, in 't jaar 1672, werden afgefchaft. Na- derhand, zyn zy, jaarlyks, door Commifla- riflen van den Hortus Medicus of Artfeny- Tuin, ter maaltyd onthaald: 't welk egtef ook, door den tyd, in ongebruik geraakt is. In 't jaar 1714, zyn hun, van Stads wege, honderd en vyftig guldens 's jaars, tot eene vriendelyke maaltyd, toegelegd (g), welke fomme, voor 't jaar 1737, toen zy 't eeuwge- tyde der opregtinge van hun Genootfchap vierden, verdubbeld werdt. Doéïoren in de Medicynen, hier ter Ste- Hun op.
de de Geneeskonft willende oefenen, moe- zigc op ten, vooraf, hunnen Promotie-brief en Bur- Do<?to- ger-cedul aan 't Genootfchap, welk, gewoon- Jhekfrs °' lyk, buiten de Vacantien, zynde dezelfde als Apothe! die voor't Geregt deezer Stad, alle Dingsda-kers- gen, van half twaalf tot twee uuren, byeen- Knests A komt, vertoonen, om by het zelve erkend, en vouwen aangetekend te worden. Zy betaalen agttien guldens, by hunne intekening, en vyf guldens 's jaars, tot onderhoud van den Artfeny-Tuin. Dé
(g) Groot.Memor. N. IX, ƒ. ïjg verf,.
VlII. Stuk. Xx
|
|||||
6go AMSTERDAMS IIÏ.Deél,
Colle- De Apothekers mogen ook geen* winkel opf
GiuM Me- zetten, voor dat zy, by 't Genootfchap, onder- DicuM of ZOgt en goedgekeurd zyn. Dit onderzoek ge- schap der fchiedt, van half April tot het laatft van No- Genees- vember. Ieder Apotheker betaalt honderd en meeste- vyftigguldens by zyne intrede in 't Gilde, en mN' daarenboven honderd guldens , tot onder- houd van den Artfeny - Tuin : voorts, zes guldens 's jaars, vier guldens en tien dui- vers tot den Artfeny-Tuin, en een gulden tien duivers voor Jaarzangen, aan 't Genoot- fchap. De Apothekers worden niet tot het doen van de Proef toegelaaten, dan na dat zy, drie jaaren, hier ter Stede, by een er- kend Apotheker , gediend , of zes jaaren, buiten de Stad, winkel gedaan hebben. De Apothekers - knegts moeten zig ook by 't Collegie Iaaten onderzoeken en infchryven, waarvoor zy dertig ftuivers betaalen: voorts, moeten zy vier guldens 's jaars opbrengen, tot onderhoud van den Artfeny - Tuin, en, by het doen hunner Knegts proeve, drie gul- dens aan't Genootfchap. De Apothekers moe- ten, ten allen tyde, toelaaten, dat hunne winkels, door de Infpeélores, onderzogt wor- den. De Joodfche Apothekers zyn aan de- zelfde regels gebonden, als de Chriftenfchen. Doch zy mogen geene geneesmiddelen aan Chriflenen verkoopen. De Apothekers moe- ten de Ordonnantien der Doctoren, ten min- fte zes jaaren lang , bewaaren. Zy mogen aan niemant Arfenicum of Rottekruid ver- koopen , op eene boete van tien guldens, in gevolge de Keure van den een en dertigften January des jaars 1726. De Gildeknegt% of, f ZO
|
||||||
''
|
|||||||
V; Boek. Geb., tot nutt; Oef. geschikt. <%>ï
10 als hy thans genoemd wordt, de Dienaar Colle-
ga« 't Collegium Medicum, die, door Bürge- gi umMe-" meefteren, aangefteld wordt, is bevoegd^J^jC verklaard* tot het beftellen van Apothekers- SCHAP fa§ knegtSjj waarvoor de Meefter vier guldens Genees- van eiken knegt betaak; doch maar tweeMEf5T** guldens, zo hy een knegt aanneemt, dieREIÏ* hem niet door den Gildeknegt gebragt is. De Apothekers mogen geene geneesmiddelen laaten t'huis brengen, dan die , met den haam van den lyder, of van den bewooner van 't huis, daar dezelven gebragt worden, getekend zyn (h). De Inipeclores werden, in 't jaar 1728, gemagtigd, om, met ken- nis der Overluiden van het Chirurgyns - Gil- de, eenige jongelingen naar Parys te zen- den, die zig, aldaar, in de Chirurgie, zou- den oefenen: en om de onkoften* hiertoe vereifcht, te vinden,zouden hun, jaarlyks, duizend guldens, uit de kafle van 't Chirur- gyns-Gilde, worden ter hand gefield, waar- van zy, ter Thefaurie Ordinaris, rekening moeden doen (i). Doch het liegt gedi"ag der meefte jongelingen was oorzaak, dat dit ont- werp, in 't jaar 1730, wederom te niet liep. De infpeclores zyn, nevens den Prèlec- tor der Chirurgie, in wiens plaats, nu de Pro- fejjor in de Anatomie of Ontleedkunde geko- men is, federt het jaar 1668, ook gerhagtigd, tot het onderzoek der Vroedvrouwen. Nie- mant wordt als Vroedvrouw toegelaaten, dan die zig , zes jaaren, onder eene erkende Vroedvrouw, als Leerlinge, geoefend heeft, e»
(h) Handv. bi. 9JO-9JJ. Keurb. T. ƒ, 229,
{ij Handv. bl, 904. Xx 3
|
|||||||
doz AMSTERDAMS ïïï.0EEt}
Colle- en by 't Collegie ondervraagd en aangeno-
cTUMME-men is (k). Het Collegie vergadert, op den mcuuof berden Donderdag in elke maand , veertien schap der dagen na dat de Profeffbr in de Ontleedkun- Genees- de, voor de Vroedvrouwen, gelezen heeft; srèESTE- niet alleen , om zulken te ondervraagen, die REN' zig, als Vroedvrouwen, aangeeven; maar ook, om alle zaaken en gefchillen, de Verlos- kunde betreffende, die voor het zelve gebragt, of aan het zelve verbleeven zyn, te hooren, en af te doen. Het Collegie is, by verfcheiden* Keuren, gemagtigd, om alle boeten zonder onderfcheid, by parate Executie, in te vorde- ren. Wat den Profeffbr in de Ontleedkunde,- ten opzigte der Vroedvrouwen , te doen ftaat, zullen wy, wat laager, aantekenen. Naamlyft Wy voegen hierby eene Naamlyft van der In• a]je delNSPECTORES van 'tGeneesmees- ^T0* ters-Genootfchap: 1637. D\- Egberms Bodaeus.
1637. Dr. ./Egidius Snoek.
1637. Dr. Joannes Antonides van der Lin«
den.
1637. Mr. Rembertus Fontanus. 1637. Mr. Joannes Commerfteyn.
1638. D\ Joannes Hartogveld.
1642. Dr. Arnoldus Tholinx.
1643. Dr. Franciscus de Vicq.
1643. Mr. Nicolaus Fontanus. 1649. Dr. Daniel Arminius. 1651. D'. Franciscus Sylvius. 1653. Dr. Joannes Deyman. 1655. Dr. Guilhelmus Pifo. 1655. Mr. Jan Teunisz Pool.
1656. Mr. Charles de Sivry.
lést*
(O Handv, H, 9*7, Keiub. T. ƒ. 120 vtrfa
|
|||||
i
|
|||||
J
|
||||||||||||||
.Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 693
|
||||||||||||||
V.BOEK
1659.
16Ó0. 1665. 1670. 1671. 1674.. 1678.
1680. 1682. 1682. 1687. 1688. 1702. J704. 1704.
1711. 1712. 1712. 1714. 1721. 1722. 1727-
1730- I73Q- ?732- I732-
1741. 1748. 1751.
1753-
1754- 1764. 1766. |
||||||||||||||
Dr. Joannes Commerfteyn.
Dr. Henricus Lons. Mr. Francois de Penyn. Mr. Henricus Heemskerk. Dr. Abrahamus van Voort, Dr. Egbertus Veen. |
Colli«
gium Mk« DICUM of
Genoot-
schap der Genees- MEKSTE«
REN. |
|||||||||||||
Mr. Rudolphus de Lange.
Mr. Joannes de Vrieft. Dr. Bonaventura van Dortmont. M'. Petrus MelcherïTe Veris. Dr. Joan Verwout. M'. Jacobus Dankertsz. deRy. Mr. Chrifloffel Valentyn. Mr. Lambertus Bidloo. D'. Hendrik van Bronkhorft. Df. Chrifloffel Valentyn. Mr. Jacobus van den Burg. D'. Casparus Commelin. Dr. Gerardus Sermes. Dc. Joan de Stoppelaar. Mr. Jeronimo de Bofch. Dr. Daniël van Buuren. Mr. Martinus Haasbaart. Mr. Joannes van de Poll. Dr. Marcus Anthonïus BQyer* Dr. Guillelmus Röell. Dr. Samuel Seullyn. Dr. Jan Hanedoes. Dr. Theodorus Tronchin. Dr. Cornelis Joannes de Famar«. Mr. Petrus Thierens. D'. Petrus van Leendt. , Dr. Abraham van Hagen. Mr. Johannes Nicolaas Sievers. Mr. Dirk Timmer, Xx3 |
||||||||||||||
AMSTERDAMS III.Deeu
ANATOMIE,
of
ONTLEED-PLAATS. In't jaar 1550, werdt de Anatomie of Ont-
leding van 'tMenfchelyk Lighaam, hier ter Stede, reeds openlyk, geoefend, ten dienfte der Chirurgyns, die egter toen nog geen afzonderlyk Gilde uitmaakten. Men be- diende zig, daartoe, zo fommigen aanteke- nen (/), van een vertrek in 't S. Urfulen- Kloofter, nu het Spinhuis. Doch na 't ge- melde jaar, werdt een boven- vertrek van 't S. Margaree ten-Kerkje, nu de kleineVleefch- hal, gefchikt tot eene Leesplaats over de Chirurgie, en tot eene Ontleedplaats, ten diende der Chirurgyns. De Ontledingen ge- fchiedden, hier, gemeenlyk, door ervaaren Doóloren, met kenniffe en bewilliging der Wethouderfchap (m). En wil men, dat de eerfte, die, hier ter Stede, in 't jaar 1550, ontleed werdt, een bekende dief, Zufler- Luit genaamd, geweeft is, wiens huid, tóen bereid zynde, nog, op de Chirurgyns-Gilde- Kamer, boven de S. Antonis-Waag, be- waard wordt. De Ontleedkunde is, federt, in deeze Plaats , geoefend , door Maarten Jansz. Cofler, Sebafiiaan Egbertszoon en M- colaas Tulp, die allen drie de Burgemeefter- lyke
(7) DÓMSELAER \V.Boe,k, hl. 199-COMMEL1N bl. Cji»
im) FüNTANUS Libr. II. Cap, XVI. p. iii. ."f : £ -
|
|||||||||||||
Oudfte
Ontleed- plaa^fbn , hier ter Stede. |
|||||||||||||
>
|
|||||||||||||
j
|
|||||||||||||
V.Boek.Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 695
lyke waardigheid, in deeze Stad, bekleedAnato-
hebben. Midlerwyl, hadt het Chirurgyns- mie of Gilde deezer Stede, op den dertienden Maart °NT" des jaars 1555, van Koning Filips OÊtroi be-PLAATS# komen, om, eens 's jaars, het Lyk van ie- mant, die, door 't Geregt, ter dood gebragt was, te mogen ontleeden, zonder dat zulks, door den Schout, mögt belet worden; ge- lyk, voormaals, wel gefchied was («). De konft werdt, van tyd tot tyd, tot meerder volmaaktheid gebragt. De Ontleedplaats, in 't jaar 1619, boven de S. Antonis- of nieu- we Waag, op de Chirurgyns - Gildekamer , verplaatft zynde, werdt, na dat de Rede- rykers, van boven de kleine Vleefchhal,ver^ trokken waren, in 't jaar 1639, ten tweede maale derwaards overgebragt, en t'eenemaal vernieuwd. Doch omtrent eene halve eeuwe Gelegen- laater, werdt het vertrek , na de jongfte |jeid tot vergrooting der Stad, zo veel te klein be- tingPde?' vonden, dat de oude en dienende Overlui- tegen- luiden van 't Chirurgyns - Gilde, in 't begin woordige des jaars 1690, aan Burgemeefteren, verlof ^T0T verzogten, om een nieuw Jheatrum Anato- o^t- micum of Schouwplaats der Ontleedkunde, by leed- of boven hunne Gildekamer, op de S. An- plaats» tonis-Waage, te mogen opregten. Men bewilligde in dit verzoek. Boven de Bur- ger-wagtplaats , in 't midden van de Waage, werdt een agtkante koepcltooren gezet, op welken , een vlag tot een windwyzer ge- plaatffc werdt, waarop het woord Anato- mia ftaat. De (n) Zie DOMSELAER IV. Boeh^y hl, 199« COM MEUN
W. 6Si. Xx4
|
|||||
m
|
|||||
6pö AMSTERDAMS III.Deei.
*
Anato. De Schouwplaats der Ontleedkunde is,
Ont^ on^er deezen tooren, gebouwd, en heeft de- LEED zelfde agtkante gedaante. De beweegbaare tlaats. Oncleedtafel Haat, in 't midden van 't ver- Befchry- trek, welk licht fchept, door verfcheiden' ving der- glasraamen, die in het Lyen-dak geplaatft zyn. Rondsom 't vertrek, zyn agt fchuin boven eikanderen oploopende ringen van zitbanken en flaanplaatfen gemaakt ; van welken de eerfte of benedenfte gefchikt'is voor de Leden der Regeeringe, de Infpec- tores van 't Genootfchap der Geneesmeeile- ren, en de Doéloren, die boven de vyftig jaaren oud zyn: de tweede en derde, voor de overige Doftoren, de oude en dienende Overluiden van 't Chïrurgyns - Gilde, en de Meefters Chirurgyns, boven de vyftig jaa- ren ; de vierde, vyfde en zesde, voor de o- yerige Meefters- Chirurgyns; en de zevende en agtfte , voor de Chirurgyns - knegts en verdere aanfchouwers ; alles , volgens dé fchikking, op den agt en twintigften Janua- ry des jaars 1752, by 't Geregt, goedgekeurd en bekragtigd (0). De Cathedra of Leesftoel van den Profeiïbr der Ontleedkunde flaat tegen deeze ringen. Om het lyftwerk van 't vertrek, leeft men deeze verzen van den beroemdenDigter Caspar B a n l a e u s: Qui vivi noenere mali, poß funera profunt,
Et petit ex ipfa commoda mort e falus. Tfrxuviae fine voce docent, et mortua quamvis
Frußa, vetant ifla nos ratione mort. Frons*
■ .(*
(») Keuib. T. ƒ. 135 verfit
|
|||||||
'»
|
|||||||
"• • '
|
|||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 697
Frons, digitus, ren, lingua,caput,cor,puhno, Anato-
cerebrum, mie of Offa, manas vivo dant documenta tibi. 0nT"ä
Auditor, te dijce et dum per fingula vadis, PLAATs; Crede vel in minima parte latere Deum.
waarvan de zin is: „ dat kwaaddoenders ,
„ hier, na hunnen dood, nog nuttig zyn, „ en dat alle de byzondere leden en deelen ,, des menfehelyken lighaams, tot de minften „' toe, bewyzen, dat zy van Gods hand zyn „ gewrogt." In deeze Schoiiwplaats, is de Ontleedkun-
de , door verfcheiden' beroemde mannen , ge- oefend ; en onder anderen, door den vermaar- den Fredrik Ruysch, van wien nog eenige zeldzaamheden der Ontleedkunde voorhanden zyn , die , op de Chirurgyns- Gildekamer , bewaard worden. Men ziet zyn wapen, in 't midden van 't gewelf der Schouwplaatfe, welk, wyders, met de wa- pens der O verluiden van 't Chirurgyns - Gil- de, federt het jaar 1692, en met die der andere Profeflbren in de Ontleedkunde, be- fchilderd is. De Kamer van 't Chirurgyns-Gil-Kamer
BE, die laager dan de Schoiiwplaats is, en, van 't door verfcheiden' lichten, over de Nieuwe Chirur" Markt uitziet, is rykelyk voorzien van zeld- q^ zaamheden der Ontleedkunde en anderen: ook ftaat, in een Poortaal voor dezelve, eene glazen - kas met werktuigen der Ontleed- en Heelkonft. De fchoorileen is, met de uit- gehouwen wapens van eenige Overluiden, verfierd, en de wanden, rondsom, behan- Xx 5 gerj
|
|||||
m" '■■'■
|
|||||||||||
■ .' ■■■ '■
|
|||||||||||
■
|
|||||||||||
698 AMSTERDAMS III.Deee.
gen met oude en nieuwe fchilderftukken, tot twaalf of meer in getal, doorgaands, ge- zelfchappen van Overluiden of Chirurgyns, en Voorleezers of Profeübren in de Ontleed^ kunde verbeeldende. Het nieuwfte, welk, in 't jaar 1761,door Tibout Regtcrs., gefch.il- derd is, vertoont den ProfeiTor Petrus Cam- per , in een gezelfchap van Overluiden, be* zig met een hoofd te ontleeden. In eenige andere flukken, ziet men de af beeldfels der Doctoren Maarten Jansz. Kofler, Sebajliaan Egbertsz. en Kicolaas Tul-p. Doch de twee oudften en fraaiften zyn beide van Rembrand: het fchoonfte van de twee is, in't jaar 1632, gefchilderd, en vertoont Doctor Tulp en de Chirurgyns Jacob Blok, Éartman Harmansz. Adriaan Slabbraan, Jacob de Witt, Matthys Kalkoen, Jacob Koolveld en Frans van Loe- nen, die allen, behalve den laatflen , ook Overluiden geweeft zyn. In 't andere, welk, by ongeluk van brand, die, op den agtften November des jaars 1723, in 't Poortaal, toen flegts met een houten befchot van de Kamer gefcheiden, ontftondt; grootendeels, befchadigd werdt, ziet men Doctor Joan Deyman, met een ontleed lighaam voor zig. Boven den opgang naar de Schouwplaats en Gildekamer, aan de zuidzyde der Waa^ ge, flaat het hoofd van Hippocrates, kon- ftiglyk, uitgehouwen. Op de trapdeur, is een geraamte gefchilderd onder de woor-? den Huc tendimus omnes, dat is, Hierin eindigen alle onze poogingen. Boven de deur, leeft men Theatrum Anatomicum & Col- legium Chirurgicum, dat is, Schouwplaats act
|
|||||||||||
ANATO-
MIE C/ Ont-
leed- PLAATS.
|
|||||||||||
*
|
|||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 699
der Ontleedkunde en Vergaderplaats van 't Heel' Anato.
meefiers-Gilde. Beide deeze vertrekken zyn,MiE«/ den meeden tyd van 't jaar, voor een' ie-°NT_ gelyk , te zien. Men betaalt flegts twee "aam. ftuivers voor den opgang. DePROFESSORm^ANATOMIEplagt, Pligt vatl
buiten de Vacantien, tweemaal ter weeke,den Pr.°"
des Ditigsdags sen des Vrydags, in de 0^deAa«o- leedplaats, leiTen te geven over zyne Konft, m\t t by- voor de Chirurgyns en Chirurgyns knegts, zonder-, doch thans bepaalt hy zig, niet zo flipt, aan1*^0?1" deezen tyd. De LefTen worden, doorgaands, yroéd-6 ook door eenige Doctoren, en andere voor- vrouwen, naame luiden bygewoond. De knegts moe- ten, volgens eene Keure van den een en dertigflen January des jaars 1720, de les- fen komen hooren , en betaalen daarvoor twee guldens tien ftuivers eens (p). Vol- gens eene Keure van den vyf en twintig- ften November des jaars 1676 , moet de ProfefTor ook flaan over het doen der proe- ve van zulken, die tot Chirurgyns begeeren aangenomen te worden (q). Voorts, doet hy, op den eerflen Donderdag in elke maand, boven de kleine Vleefchhal, lefTen over de Vroedkunde, welken alle de Vroedvrouwen, die haar werk nog geene tien jaaren geoe- fend hebben, op zekere boete, moeten ko- men bywoonen. Byzonderlyk, is hy ver- pligt, de Vroedvrouwen te onderregten, in welke gevallen, zy de hulp van eenen Vroed- meefter verzoeken moeten. Voorde Vroed- vrouwen zelven, zyn verfcheiden' Keuren ge-
f/O Hsndv. bl 5*4. (2J,tiandv. */. s6i. |
|||||
■: ■•w—■-■ - ■ ■ m .»■in» i,. , ■ -'* v
|
|||||
700 AMSTERDAMS in. Deel.
Anato- gemaakt. Zy moeten ten minde zes en der-
MiE of tig jaaren oud, en Burgereflen deezer Stad °NT" zyn, en, zes jaaren, onder eene andere Vroed- pLAATs. vr°uw j geleerd; met dezelve , ten minfte drie jaaren , by baarende vrouwen gegaan, en zeftien kinderen gehaald hebben , eer zy, als Vroedvrouw , mogen worden toe-r gelaaten. Niemant haarer mag zwangere vrouwen,verloffen, dan die, by 't Genoot- fchap der Geneesmeefteren en den Profeftor in de Anatomie, goedgekeurd en aangeno- men is. Zo zy eene ongehuwde vrouw ver- loffen , moeten zy, vooraf, vraagen, wie de vader van 't kind zy, om zulks, des noods, te können aanbrengen, daar 't behoort. Zy mogen niet meer dan ééne Leerlinge te ge- lyk hebben, behalve haare eigene dogters 5 en geene Leerlingen, die minder dan twee jaaren by haar geleerd hebben, uitzen- den , om. verloffingen te doen. De Vroed- vrouwen en derzelver Leerlingen moeten, eens 's jaars , op de gewoonlyke zitdagen in May en juny, haare naamen en woon- plaatfen aan 't Collegium Medicum komen op- geeven. De Stads ■ Vroedvrouwen, die by be- hoeftigen gehaald worden, zyn aan dezelfde wetten onderworpen. Zy moeten, daaren- boven, ieder in haare byzondere wyken, woo- nen, en, alle drie maanden, aan 't Genoot- fchap aanbrengen, hoe veele kinderen zy, van Stads wege, ontvangen hebben. De Vroedvrouwen zyn nog tot andere byzon- derheden verpligt, die, in de Keuren, haar betreffende, können worden nagezien (r). De
(r) Handv. hl, 967-970, Kemb. T. ƒ. Ijovtr/J, z^zvtrftm
|
|||||
-
|
|||||||
V.Boek. Geb., tot ntjtt. Oef. geschikt.7oï
De Stads Vroedvrouwen in 't byzonder zyn Hortus
gehouden, haare toevlugt, in gewigtigege-Medicus vallen, te neemen tot de twee Stads Froed- j Stads- meefiers, die haar de noodige hulp moeten^.^',1* toebrengen, en, oni de drie maanden,' de en Plan« verloflïngen, die zy hebben bygewoond, op- taadjs. geeven aan den ProfefTor in de Anatomie, die, deswege, berigt doen moet aan het Collegium Medicum &P Obfletricium of Genoot- fchap der Genees- en Vroedkunde. Voorts, moeten zy ook, in gewigtige Vrouwelyke ongemakken, de behoeftige lydereflen voor- zien van hulpmiddelen: alles volgens eene Inftru&ie , door Burgemeefteren , op den zeflienden Auguftus des jaars 1752, voof hun, vaftgefteld (j). VI. '
H O R TÜ S\ MEDICUS,
|
|||||||
ST ADS-ARTSENY-TUIN;
en
PLANTAADJÉ.
Gelyk men, hier ter Stede, al vroeg, Oudfte
voor de behoorlyke oefening der Ge-Stads- nees- en Heelkonft, zorg gedraagen heeft; ~rt.fen'" zo is 'er ook, reeds in't begin der voorgaan- * de eeuwe, of eerder, gezorgd , voor het aanleggen van eenen bekwaamen Artfeny- Tuin, en voor de opregtinge van eene Stads Apotheek. De oudfte Stads - Artfeny»Tuin, van wel- ken (>) Groot-Meiuor. N. XI. ƒ. 174.
|
|||||||
Jttft AMSTERDAMS IU.T)é£U
Hortus ken my eenige melding, in de Stads Regis-
'Medicus ters, voorgekomen is, was aangelegd, op of Stads- jjet nieuwe Land, welk, omtrent denZwaa-^ fryTui'N nenbufgwal, uit den Amftel, aangewonnen én Plan- was. Doch op het einde des jaars 1630, TAAi-.jE, werdt beflooten, dit Land te verkoopen, en den Stads Kruidtuin te verplaatfen (?). Dit gefchiedde, vervolgens. De Artfeny- Tuin werdt o vergebragt, in den gewezen Reguliers-Hof, die, naar de tegenwoordige gedaante der Stad. op de Keizersgraft, om- trent de Utrechtfche flraat, gelegen was. De naafte toegang derwaards was, door de Re- guliers-Poort , die toen ftondt, daar nu de Waag op de Botermarkt is, buiten welke , men, langs een kort pad, kwam op een dwars- pad, het Reguliers-Pad genaamd, waarop de Ardeny-Tüin lag (u). Doclor Joannes Snip- •pendaah van wiens kundigheid in de krag- ten der kruiden , loffelyk, gewaagd wordt i in dePoëzye van S1 x van Ch and eher (*ü) , plagt, in deezen Artfeny - Tuin, lefTert over de Kruidkunde te geeven. Doch toen* ter gelegenheid van de jongde uitlegginge der Stad, deeze Tuin vergraaven moefl wor- den, werden de kruiden en gewaflen, uit denzelven, overgebragt, in den Tuin van 't Gafthuis; en daar verliepen eenige jaaren, eer men, tot het aanleggen van eenen nieu- wen Artfeny-Tuin , befloot: 't welk, einde- lyk, in 't jaar 1682, gefchiedde (w). Tiis-
(t) Refol. Vroedfch. V. ia. 24. Die. itfjo. ƒ. 17$ vtrpm
(u) F. VON 2.FSF.N, bl. 202. (v) liladx,. I80. (w) Refoi. Vxoedfch. Lt. O. 12 N«v. i68z. ƒ. 32r»
|
||||||||||||
V. Boek. Geb.,totnutt.Oef. geschikt.^
TiuTchen de Heeren-, Muider-, Baan- en Hórtds
Raapenburger-Graften, was van de nieuwe Medicus vergrooting der Stad een groot, langwerpig °f Stads* Huk Lands ledig blyven leggen. Men vondt ny.xuin geraaden, dit Land te fchikken tot eene en Plan- Plantaadje. Dwars door het zelve, om- taadje. trent op de helft, liep de Prinfengraft. De Gelegen- béide blokken, ter wederzyde deezer Graf- *?eid van te, werden, in de lengte, beplant rnet twee „jij} Jjj^ breede Laanen Ypen- en Lindenboomen. De digen, weftelykfte deezer Laanen, welker boomen, en van de federt, netjes gefchooren werden, loopt regt ?lantaa<i" op de Muider-Poort aan. Door ieder blok $ loopen twee kruislaanen. Het noordelykfte der twee blokken is in zes, en het zuidelyk- fte in negen perken verdeeld. Ieder perk heeft zyne grooter of kleiner verdeelingen, die allen, voor 't eerft, met den eerften Fe- bruary des jaars 1683, cn naderhand nog verfcheiden maaien, tot tuinen verhuurd zyn geworden, voor den tyd van twintigjaaren, mids dat de erven niet zouden mogen wor- den gefmaldeeld, noch met huizen betim- merd , behalve met kleine wooningen voor eenen Tuinman, en zulks nog niet, dan met kennis van de Heeren Thefaurieren. Ook moeften de erven, die, door de Stad, op drie Voet boven de Stads hoogfte peil, zouden worden gehouden, met fchuttingen, ten minfle van agt en ten hoogfte van tien voet, worden omzet (V): en deeze voorwaarden werden, eerlang, door eene Keure, geflerkt (y) OndertüfTchen, hebben de huurders dee- ze (*J Refol. Vroedfch. Lt, O. 16 Jan. i*8a. ƒ. UI.
^j Jteuib. Qj ƒ. a*t. |
||||
■
|
||||||
7o4 AMSTERDAMS III.Dee£*
Hortus ze voorwaarden zeer kwalyk gehouden. De
Mf.ihcus verhuurde erven zyn niet alleen gefmaldeeld; of Stads maar qq]^ met allerlei wooningen, bier-, jnrTuïtf wvn~ en theekroegen bezet; waardoor ,.eer- mPlan- lang, zo groot een verloop gekomen is iri TAADjE. de Plantaadje, dat Burgemeefleren en The- faurieren, om dit verloop, zo veel mogelyk ware, te herflellen, geraaden gevonden heb- ben , by 't uitgaan der jongfle huure, in 't jaar 1764, de erven, in de Plantaadje, niet te verhuuren dan tot tuinen, tegen twaalf Huivers de vierkante roede, en op de vol- gende voorwaarden: „ i. Dat de erven niet j, verder mogen gefmaldeeld worden, dan 9, zy reeds zyn. 2. Dat de huurders geene $, Platten, Toorentjes, noch uitkyken, op 9, hunne gebouwen, zullen mogen maaken; „ noch die gebouwen hooger optrekken, $, dan agt of tien voet, behalve langs de ^, Laanen en Paden, en niet dieper, dan der- i, tig voet, in de groote, en twee entwin- 0 tig, in de kleine tuinen: alles,met kennis j, der Heeren Thefaurieren. 3. Dat nie- 5, mant, op deeze erven, eenig handwerk „ of neering zal mogen doen; of koeijen of ,, andere beeflen, behalve zyne eigen paar- ,, den, zal mogen houden, en vooral geene ,, kroegen of herbergen, een of meer Hui- j, zen uitgenomen, die aldaar , van Stads j, wege, mogen worden gezet, of gedoogd, ,, met verlof, om in dezelven te mogen tap- „ pen. Ook zullen 'er eenige weinige Bak- „ kers en Vettewaariers worden toegelaa- „ ten, mids zy daartoe verlof verzoeken van i, Burgemeefleren. 4« Dat de binnenfchut- „ tin?
|
||||||
\
|
||||||
ViBOEK.GEB. j TOT NUTT. OeF. GESCHIKT.^
f9 tingen niet laager dan agt, en niet hoo Hortus
„ ger dan tien, en de buiten - fchuttingen, Medicus „ noch hooger, noch laager, dan tien voet ^S^gfs" „ zullen mogen zyn, en dat niemant eenige ny-Tutn „ haagen of andere hoog opgaande boomen en Plan- „ digter dan agt voet aan zyne binnen- taadje* „ fchutting zal mogen planten. 5. Dat elk 5, zyrte meft en vuilnis, aan den naaftgelegen 5> waterkant, zal moeten doen voeren, zon- „ der 'er de Laanen, agterwegen of water- j, loozingen medej te belemmeren. 6. Dat „ de huurders vryheid hebben zullen, om j, hunne gehuurde erven, met verlof van „ Burgemeefteren en Thefaurieren, aan an- „ deren over te doen; doch dat zy, met het 5> eindigen der tegenwoordige huurjaaren, ,i dat is, met den een en dertigften Janua- „ ry des jaars 1784, hunne opftallen zullen „ moeten wegneemen, of aan de Stad laa- „ ten, ten ware Burgemeefteren en The- ,) faurieren in der tyd geraaden vonden,op „ nieuws, huur te maaken (z)." De Plan- taadje is, federt deeze nieuwe fchikking, ge- heel veranderd van gedaante. Het groot getal van theetuinen en tapperyen, onder welken, fommigen, op eenen zomerfchen dag, aan duizend of vyftien honderd men- fchen, bier en anderen drank verkogten,is geheellyk verdweenen, en veele erven wor- den, wederom, in Lufthoven en Plaifiertui- • nen, veranderd. De Lindeboomen, die, by den eerflen aanleg, in de Laanen geplant wer- den , zyn egter, al lang, verdweenen. Op de höe-
(x.) Vit de Conditien van Verhiuutnge.
|
|||||||
VIII. Stuk. Yy
|
|||||||
706 AMSTERDAMS IHDeêl
|
£
|
|||||||
Hortus hoeken der voornaamflen, ftaan wilde Kas-
Medicus tanjen-; en voorts, alomme, Ypenboomen. na 't rooijen en verdeelen derPlan-
ky-Tuin taadje, in den jaare 1682, waren, voor de en Plan- noordelykfte kruislaan , langs de Heeren- TAADjE. graft 9 behalve de zes perken , die in dit blok lagen, nog drie perken van ongelyke grootte onverhuurd gebleeven, die tot bofch waren gefchikt. Ook werden de twee oos- telykften, eerlang, met digt geboomte, be- plant , welk, voor weinige jaaren, in eene zeer geregelde orde, verplant is. Doch,het wes- telykfte, omtrent een morgen groot, werde tot een' Artfeny-Tuin aangelegd. De grond, die moerasfig was, werdt behoorlyk aange«» hoogd, en, reeds in 't jaar 1683, beplant. Naderhand, en vooral, federt omtrent vyf- tien jaaren, zyn 'er merkelyke veranderin- gen gemaakt aan den Artfeny-Tuin, dienog, m zeer goeden ftaat, onderhouden wordt. Befchry- Men Tcomt 'er in, door eene fraaije Poort, Ving 1 ter wederzyde van welke, twee vierkante Hortus zuilen van gebakken fteen ftaan, aan welken, Medicus hef wapen en zegel der Stede hangen, en op <ƒStads- welken,twee fteenen vaazen geplaatft zyn, ^5^E" in ieder van welken, des zomers, eene groo- " te Aloëplant ftaat te groeijen. Op de deu- ren der Poorte, plagten twee kopftukken van Theopkrafius en Dioscorides, en een van Hy- geia,de Godinne der gezondheid, afgebeeld te zyn, die, met het vernieuwen der deuren, zyn weggeraakt. Boven de Poorte, ftaat de naam Hortus Medicus,
dat is, Artfeny-Tuin. Even binnen dezelve, onc-
|
||||||||
ViBoEK. Geb., tot mrt. özf. gescäikt. ?ö?
ontmoet men, lings af, de wooning van den Hortus
Hortulanus of Hovenier, die, voor weinige Medicus jaaren, merkelyk verbeterd en vergroot is, °f Stads* en uit verfcheiden' vertrekken beftaat. Op NY-Tuiir dezelve, volgt een lang fteenen gebouw, in en Plan« * vier vertrekken verdeeld. In het eerfte taadj«. en langfte, de Gaandery genaamd, wor- den de vreemde planten, des winters, be- waard. In het tweede, welk de warme Ka- mer heet, wordt, in kagchels, geftookt, om planten, die buitengewoone hitte vorderen, te doen voortkomen, konnende, uit dit ver- trek , de vereifchte warmte, ook in de twee naafte vertrekken, gebragt worden.Het derde vertrek is het Oranjehuis', waarin, des winters, de Oranjeboomen geplaatft worden. Op het Oranjehuis, volgt de Kamer van Commiffariffen van den Hortus Medicus, een net behangen ver- trek. In het zelve, ftaan drie geflootenBoeken- kaflen, voorzien van de befte kruidkundige Boeken, en een Kabinet met vreemde ge- dierten in fleflen, en met keurlyke metaal- en mineraal - ertfen, welke laatflen, voor 't grootfte gedeelte, door den Heere Willem van der Meulen, Kapitein eenerBur- ger-Compagnie hier ter Stede, aan den Hor- tus vereerd zyn. Voorts, ftaat hier een Ka- binet met opgezette Vogels en fraaije in- en uitlandfche Kapellen en andere gekorven diertjes, behoorende aan den tegenwoordi- gen Hortulanus of'Hovenier, Joannes Storm, en zyne Huisvrouw, die nog een ander Ka- binet met Vogels, in een Tuinhuis aan de Muidergraft, geplaatft hebben. Voorby het fteenen gebouw, waarvan wy fpreeken, op Yy 2 den
|
|||||
/
|
|||||
7oS AMSTERDAMS IILDm^
Hortus den hoek van den Tuin aan de Plantaadje,
Medicus ftaat een nette koepel, van binnen , met qf Staus- groen i00f en gebloemte, befchilderd. Voor ky-ïuin 'c fteenen gebouw naar binnen , legt een; «ftPlan- Bloemtuin van eene driehoekige gedaante» taadje. die, met een' muur, van den grooten Tuin afgefcheiden, en des zomers, met uitland- fche, meeft Kaapfche en andere Afrikaanfche gewaffen, bezet is De groote Tuin is in drie perken verdeeld, die, door bekwaame wan- delpaden , omringd worden. De grond is 'er bezet met veelerlei in- en uitheemfche ge-, wallen. Langs een der paden, ftaan bak- ken met water, waarin veelerlei gewaffen T die in 't water groeijen , worden aange- kweekt. De Ooft- en Weflindifche gewas- fen, onder welken 'er veelen zyn, die, zeld- zaam of nooit, hier te Lande, gezien wor- den, ftaan in hooge Broeikaffen, met ovens van onderen, geplaatft tegen de muuren, dier langs twee zyden van den Tuin, zyn opge- haald , zynde de twee andere zyden, langs de Heeren- en Muidergraften, met haagen en hoog geboomte, bezet. In een der kas- fen, ftaat thans een Draakenbloeds-boom, die , wegens zyne hoogte, merkwaardig is; ver bo- ven 't dak uitfteekt,enom welks kruin,een nette glazen koepel gezet is. Voorts, leggen, hier en daar, ook veele broeibakken, op de bekwaamde plaatfen, in welken, de Ooft- en Weflindifche gewaffen, door de warmte der zonne alleen, tot rypheid worden gebragt. Men plagt, in de voorgaande eeuwe, loo- den waterbakken, in den Tuin, te hebben, waarin het water uit de regenbakken ge- pompt |
|||||
\
|
|||||
V.Boek. Geb., tot nittt. Oef. GEscHiKT.709
pompt werdt; waarna het, door de Zon ver- Hortus
warmd zynde, werdt gebruikt, om den hof Medicus te begieten. Doch deeze waterbakken zyn,^STADS" al voorveele jaaren, weggenomen, en menN*.\^N gebruikt nu, tot het begieten van den hof, 't en Plan- welk, by de minfte droogte, noodzaakelykTAADjs. is, zeer veel Vegtwater, welk, door de Wa- terfchuit van den Hortus, van boven Weesp, gehaald worde. De regenbakken leveren veel te weinig waters uit, om den hof te voorzien. De groote Kruidkenner Johan- nes Commelin, Raad deezer Stede, en een der ewee eerfte CommifTariiTen over den Bonus Medicus, heeft de voornaamfte zorg gehad van het aanleggen, fchikken en voor- zien van den Artfeny-Tuin, en eene uitvoe- rige befchryvjng van de zeldzaamfte Gewas- fen, welken 'er, in zynen tyd, aangekweekt werden, famengefleld, die, door zynen Neef, Caspar Commelin, vervolgd, en, in twee dee- len in folio, in 't licht gegeven is. Doch de gellagten en foorcen der bekende gewafTen zyn, federt, zo zeer toegenomen, dat de tegenwoordige Hoveniereenigen der dwars- paden in den grootenTuin heeft moeten be- zetten , en andere fchikkingen maaken, om plaats voor dezelven te vinden. De Hortus Medicus of Artfeny-Tuin heeft, Commis*
fomtyds, geflaan onder 'topzigt van twee,sARissEN fomtyds,onder 't opzigt van drieCommifTa- vanden riffen uit de Vroedfchap, die, door Bürge-mSus meefteren, verkooren worden. Tegenwoor- dig , zyn tweeBurgemeefterenCommissa- 15.1 sseN van ^«HortüsMedicus.Zy (tellen den Hortulanus of Hovenier aan, die Yy 3 tien,
|
||||
7io AMSTERDAMS IILDeel.
Hortus tien, of twaalf knegts onder zig heeft. Ik
Medicus vind, dat het ampt van Hortulanus, onder ^Stads- ^en naam van $tafc Gardenier, al in 't jaar Ky-TuiN 1627, in wezen geweefl is (#). Doch de /«• mPlan-ßrukie, waarnaar hy dienen moet, is, nu TAADjE. en dan, veranderd. De laatfte is van den zesden January des j aars 1751 (£)'. Volgens dezelve, moet hy in den Hof woonen, en zorg draagen, dat de inlandfche zo wel als de uitheemfche GewafTen, in denzelven, naar behooren, opgepaft, aangekweekt en in (land gehouden worden. ■Wyze, Om de kollen te vinden, tot het opreg* waarop, ten en onderhouden van den Artfeny-Tuin ^e^?cr^svereifcht, hebben Burgemeefteren, reeds op ondei- <^en agttienden December des jaars 1683, houden vaflgefteld, dat niemant toegang tot den zel- wordt. ven hebben zou, zonder daarvoor vier flui- vers te betaalen, behalve de Heeren Hoofd- Officier, Burgemeefleren, Schepenen, Raa» den, CommiflarifTen, Penfionarifïen en Secre^ tariffen. De Infpeclores van 't Colkgium-Me- dicum hebben ook vryen toegang tot den Art- feny-Tuin. De Doctoren betaalen vyf, en de Apothekers vier guldens en tien Huivers 's jaars, voor den vryen ingang. De Apothekers* knegts moeten vier guldens 's jaars betaalen, waarvoor zy toegang hebben tot de leffen over'de Kruidkunde, die, door den Profes» for in deeze weetenfchap , geduurende de maanden Juny, July en Auguffcus, viermaal ter weeke, in den Artfeny-Tuin, gegeven worden» En djtTuingeld moeten de mees- ter» (a) Groot-Memor, N. III. ƒ. 49 verfi,
(/) Gwt-Mmou ü, XL f, 14?» |
|||||
\
|
|||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt.7i i
tersvandeknegts invorderen (c). DeChirur- Hortus
gyns en Chirurgyns-knegts hebben ook toe- Medicus gang tot de Leflen over de Kruidkunde,in den °/Stads- Hortus, waarvoor het Gilde, jaarlyks, twee ny-?u"in honderden vyftig guldens betaalt. Voor den «iPlan- Profeffor in de Kruidkunde is, ook op denTAADje. zesden January des jaars 1751, door Burge- meefteren, eene Inftructie gefield (d). De Doctoren, Apothekers enApothekers-knegts, midsgaders de Chirurgyns , de Chirurgyns- knegts, en de Studenten onder de andere Profeflbren der DoorlugtigeSchoole5krygen eenen koperen penning; op het vertoonen van welken, zy in den Hortus worden toe- gelaaten. De Chirurgyns - knegts betaalen, by hunne intekening , aan 't Chirurgyns- Gilde, vier guldens voor zulk een' penning. Doch zo zy dit verzuimen, moetenze 'er, meefter wordende, twaalf guldens voor be- taalen. De ingang in den Hortus ftaat ook, dagelyks, uitgenomen des Zondags, aan een iegelyk vry ;mids daar voor vier (tuivers be- taalende: doch na zes uuren, wordt niemant ingelaaten, en elk is verpligt, ten zeven uuren, te vertrekken. By den ingang van den Hor- tus , van binnen, hangt een Tafereel, waarop eenige andere Hofwetten gefchreeven ftaan. Volgens dezelven, wordenzulken,die eeni- ge planten fteelen; eenige takken, vrugten of zaaden afbreeken; over de bedden fprin- gen; den Hovenier kwalyk bejegenen, of eenige andere onbehoorlykheid pleegen, ter- ftond, uit den Hof geleid; van welken hun
't-
Cc) Handv. hl. »f|.
(4) Groot.Mcmoï, N. XL/. 142.
|
|||||
v
|
|||||
7ia AMSTERDAMS III.Deee,
Hortus 't gebruik, voor het toekomende, ontzeid
mWcus wordt. Voorts, betaalt ieder Apotheker,by AirrsE- *' ^et ^oen van z^ne Proe^' honderd guldens, toe
NY Tuin nel: onderhoud van denTuin. Voormaals, plag- en Plan- ten alle Apothekers, uit denzelven, met krui- TAADjE. den en wortelen, vereifcht tot het maakén van eene firoop, zalf enz., voor twaalf Hui- vers, en tot hetmaaken vaneen Apozemaoï Af kookfel, voor drie Huivers, geryfd te kön- nen worden. Doch, federt lang, voorzien zy zig elders, en haaien, uit den Hortus, naauwlyks iet, dan 't gene elders bezwaarlyk te bekomen is. De jaarlykfche penningen, die, door de Doctoren, Apothekers en Apothekers- knegts, voor den ingang van den Artfeny- Tuin, worden betaald, en 't gene de Apo- thekers , by het doen hunner proeve, moe- ten betaalen, worden, door de Infpeclores van *t Genootfchap der Geneesrneeiteren, ontvangen, en aan Commiflariflen van den Hortus Medicus verantwoord. De Infpec- tores moeten ook, met kennilTe dier Com- miffariiïen, zorg draagen, dat de gemelde fchikkingen, die , den dertienden Novem- ber des jaars 1705, in eene Keure van 't Geregt, veranderd zyn, naar behooren, wor- den agtervolgd (e). Die in gebreke blyven, het jaarlykfch Tuingeld te voldoen, worden ïn eene boete van den vierdubbelen beloop yan het zelve beflaagen; en dat, 't zyze van den Tuin gebruik maaken of niet ;gelyk het een en 't ander, by Keuren van den vyf en twinngftenjanuary desjaars 1752 en van den dertigften January des jaars 1753, vaftge- (t) Handy. bU $Hi SJfy
|
|||||
f
|
|||||
V.Boek.Geb.,tot nutt. Oef. GEscHiicT.713
(leid is (ƒ). De med, die, uit de fchepen, met Hortus
offen van buiten 's Lands komende, in het Dis- Medicus trift van de Plantaadje, aan den wal gebragt, ^Stads- en ten voordeele der Aalmoeffeniers-Armen WJ^L, bekeerd plagt te worden, is, volgens bevel en pLan- van Burgemeefteren van den drie en twintig- taadjs. flen April desjaars 1687 > gelaaten aan debe- fchikking der Commiffariffen van den Hortus Medicus, om daarvan zulk een gebruik te maaken, als zy zullen geraaden vinden (g). De Plantaadje, van welke de Hortus Me- Hout-
dlcus een gedeelte, en die, door den Am- vesters fterdamfchenDigter,DanielWillink, ov" 'c onder den naam van dmflerdamfche Tempe, ^ ^°rm" in Digtmaat befchreeven is, flaat, nevens al Stad, in het geboomte, welk langs de meefte en voor- de Plan- naamfte burgwallen der Stad geplant is,on- ™AJ!tt der hetopzigt van twee Houtvesters, die ook, door Burgemeefteren, gemeenlyk uit aanzienlyke Leden der Regeeringe, wor- den aangeiïeld. Zy hebben eenen Stads Boom' planter onder zig , die eenige arbeiders in zynen dienft heeft, en zorg draagt, dat het geboomte, alomme, naar behooren, in ftand gehouden, en verbeterd wordt. Tegen het befchadigen en uitrooijen van Stads geboom- te en plantfoen, zo in de Plantaadje als el- ders , zyn, van tyd tot tyd, menigvuldige Keu- ren gemaakt. Qok mag, volgens de Keuren, l niemant, in de Paden der Plantaadje, eenige vuilnishoopen maaken; noch zelfs voor zy- nen tuin,om die daar,langer dan agtdagen, ;e laaten leggen (h). VII.' f/) Keurb. T. /. is+jioy. Veivolg der Handv. bl. 4.9.
(g) Handv. bl. 9jj.
\h) Handv. bl. 74i,744>74S>7+«» io47.Keurb.T. ƒ. Z^iverji.
Yy 5
|
||||
714 AMSTERDAMS IILDeee.
J! VIL STADS APOTHEEK.
Opreg- *~\ elyk deArtfeny-Tuin aangelegd is,voor- v'niiaat- VjT naamlyk tot aankweekinge van genee- üng der zende kruiden en wortels,ten dienfteder A- Stads A- po theeken hier ter Stede, zo heeft men ook, poTfjEEK. reeds in de voorgaande eeuwe, eene Stads Apotheek,in deeze Stad,opgeregt,ten diende der behoeftige ingezetenen, alwaar de geneesmiddelen, door eenen Stads Apo- theker, toebereid, en aan debehoeftigen, op de Ordonnantie der Stads Doftoren, die zes in getal zyn, uitgeleverd worden (i), Wy hebben reeds elders (k) gemeld, dat de Stads Apotheek plagt geplaatft te zyn op den Nieuwe-zyds-Agterburgwal , agter de Stads Paardenftal, van waar dezelve, ter ge- legenheid dat die Stal tot een Generaal Pofl- Comptoir vertimmerd werdt,in 't jaar 1754, aan 't Gafthuis werdt overgebragt. Hier is eene wooning voor den Stads Apotheker, en daaraan een ruim vertrek voor de Apo- thekers-winkel getimmerd. Van twee andere vertrekken voor de Stads Doóloren en Stads Chirurgyns, hebben wy, in de befchryving Van 't Gafthuis, melding gemaakt. Stads A- De Stads Apotheker, die , door Burge- potheker. meefteren, aangefteld wordt, is verpliet , zig te gedraagen naar een Reglement, den vierentwinügften April des jaars 1755, by Burgemeefteren en Oud - Burgemeefteren , beraamd (/). De Stads Doftoren plagten, eer-
(i) Handw hl. 9*4.
(*„) III. Detl, I. Btekj, hl. ijj.
(/) Reibl. van den Oud-Raad van Bürgern, z+ Jpril
J7JJ« /• «• |
||||
V. Boek, Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 715
eertyds, toezigt te hebben op de Stads A- Stads
potheek(w). Doch in't jaar 1741, is zulks, Regen- door den Oud-Raad van Burgemeefteren,BAKKEW- opgedraagen, aan de Infpeélores van 't Ge- nootfchap der Geneesmeefleren, die ook de rekening van den Stads Apotheker naarzien, en zorg draagen moeten, dat zyne winkel wel geftoffeerd blyve. Het Reglement, daar» op toen gemaakt, is, in 't jaar 1754, nader beveiligd. De Stads Apotheker, die nu ook het Gafthuis van geneesmiddelen voorziet, heeft 9 gemeenlyk, vyf knegts in zynen dienft, VIII.
STADS REGENBAKKEN.
Wy hebben, by eene andere gelegen- Gelegen-
heid (»), aangemerkt, dat de graf- heid tot ten, die deeze Stad, van ouds, plagten te om- jjet maa" ringen, zo wel als de Amftel, die dezelvegroote" doorfnydt, zoet, of byna zoet water uitle- Regen- verden, welk van de ingezetenen gebruikt bakken werdt, om fpyze in te kooken, en bier uit aa[J Stads te brouwen. Wy hebben ook doen zien, wen!"* by welke gelegenheid, 't Stads water zo bra^k en bedorven werdt, dat het, in de zeigen- de eeuwe, als fchadelyk voor de gezond- heid , werdt aangemerkt (0). Van toen af, werden de Regenbakken gemeener .dan zy plagten, tot zo verre, dat, in elk huis,ten minften één Regenbak gemaakt werdt. Doch veele pakhuizen en veele openbaare gebou- wen hadden , of geene, of veel te kleine Re-
(m) Hand/, il. 554.
(n) II. Deel, V. Boel^, hl. 491.
(0 & Df'lf VI. Buk* kl. 71.
|
||||
716 AMSTERDAMS IILDeei
Regenbakken, zo dat 'er veel regenwaters verlooren ging. Hieruit ontflondt, by lan- ge droogte of vorfl, dikwils, groot gebrek aan zoet water in de Stad: 't, welk men, op verfcheiden' wyzen, heeft getragt te voor- komen. Somtyds, heeft men gezogt, te te wege te brengen, dat de brouwers, die 't water, in de zefKende eeuwe, reeds van bui- ten haaien moeden * zulks digt by de Stad, uit de Haarlemmer-Meer, mogten können bekomen, wanneer het, aan den Overtoom, in hunne fchuiten, zou können worden overt geftort (p). Doch 't water der Meer werdt ook, doorgaands, te brak bevonden. Op andere tyden, is in beraad gelegd, om 't Vegtwater te leiden tot in de Stad (q) , of, door eene gegraaven vaart, van klein Mui- den af, in 't Gein, daar men 't nader by de Stad hebben zou (f). Ook heeft men, in de jaaren 1692 en 1740, ondernomen, groq- te en diepe putten te graaven", met verlof van de Regeeringe, op plaatfen, daar men dagt, zuiver water te zullen können vinden, en behouden (s). Doch deeze ondernee- mingen zyn kwalyk uitgevallen. De Oud- Raad van Burgemeefteren heeft, eindelyk, in 't jaar 1761 , beflooten , jaarlyks, voor Stads rekening, twee groote Regenb ak- k e n te doen maaken, aan de Kerken, Gods- huizen en andere Stads gebouwen, en uit dezelven, de kleine gemeente, en ook ande- ren, (p) Refol. Vroedfch. N. i. 24. JjftM. If«i. Groot-Meiuoi.
{fl Refol^Vroédfch. N. ^. 29 April , 13 Msy 16?+.
ƒ. 170, I7ï. , ,,
J (r) Zie II. Dm/, XVII. /?m^, hl. 2?2.
(s) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. ih «• *• /• I>0'
|
||||||
Stads
Regen-
ZACKEN.
|
||||||
"V«B0EK.GeB.,- TOT NUTT. OEF; GESCHIKT.717
ren, in tyden van fchaarsheid, tot eenen laa«Stads-
gen prys, van regenwater te voorzien (*)• Cour Air- |
||||||||||
Men heeft dit befluit, terftond, begonnen
in 't werk te Hellen: en in 't jaar 1763, wa- |
TEN'
Drukke-
ry. |
|||||||||
ren 'er reeds twee Regenbakken gemaakt,
een aan de Noorder-Kerke, die omtrent veer- tien honderd, en een aan de Stads Pakhui- zen op de Brouwersgraft, die omtrent der- tien honderd ton waters inhoudt. Sommi- gen hebben egter misbruik gemaakt van dee- ze voorzorg der Regeeringe, meer waters, dan zy voor hun huisgezin behoefden, op- koopende uit de Stads bakken-, en het, tot veel hooger prys, uitventende, aan hunne mede-ingezetenen: 't welk, veelligt, de re- den is, waarom dit anderszins heilzaam werk, tot hiertoe, niet verder is voortgezet. IX.
STADS-COURANTEN-DRUKKERY.
Het aanftellen van Koopmans-boden, die oor-
brieven van de eene naar de andere fprong plaats bragten; 't welk, hier te Lande, niet v?n het voor dè zeftiende eenwe, en in deeze Stad, ^qJ^11 20 ver my gebleeken ié, eerfr, omtrent hetranten,' midden dier eeuwe, fchynt begonnen te zyn; hier te* heeft, toen het, omtrent den aanvang der Stedc* volgende eeuwe , zeer in gebruik was ge- raakt, naar't fchynt, de eerfte aanleiding gegeven, tot het opftellen, drukken enuit- geeven van nieuwstydingen uit verfcheiden' Geweften , die, hier, met een onduitfch "woord, Couranten, of Loupmaaren, gelyk de Ridder H o ó f t dit woord vertaalt, genoemd wer-
ff) Refol. van din Oud-Raad vä» Bürgern. 23 Jtn.im
|
||||||||||
f 19 AMSTERDAMS IiLDfiEt
Stads- werden. Men begon hiermede, al vroeg in
Couran- de zeventiende eeuwe, te Haarlem en te Am* TEN" fterdam, zonder dat ik heb können ontdek- Drukke- jcen^ -n we\ke deezertwee Steden, de eerfle Couranten uitgegeven zyn. Ik heb Amfter-
damfche Couranten van de jaaren 1628 en 1632 in handen gehad, de oudfte van wel- ken gedrukt was, by Broer Jansz, die zig noemt Out Courantier in 't Leger van zyn Prin* celycke Excellentie. De Couranten vonden, al terftond, en inzonderheid, na dat, met het uitgaan van het twaalfjaarig Deftand, de^oor- log wederom begonnen was, zeer veeleLee- zers. In Amfterdam, kwamen, weekelyks, verfcheiden'Couranten uit, by onderfcheï- den' Drukkers, die dit werk, in't eerft,op eigen gezag, ondernomen hadden. Doch, naderhand, verzogten en verkreegen zy daar- toe verlof van Burgemeefteren; gelyk zo de Boekdrukker Otto Barents Smient, in 't jaar- 1655 , vryheid kreeg, om deSaturdagfe Cou- rante, om de veertien dagen,en deFranfcbe |
||||||||||||
!
|
Courante, weekelyks, des Maandags, te mo-
|
|||||||||||
gen drukken, in de plaatfe van Jan van Hilten
en zyne erfgenaamen (u). Men gaf aan dee- ze Drukkers den naam van Courantiers. En vind ik, dat Joannes van Ravefieyn, in 't jaar 1661, in de plaats van de Weduwe Piet er Broersz, tot Courantier aangenomen is (v). Behalve de Nederduitfche en Franfche Cou- ranten, bekwam Cornelis Jacobsz. Zwol, in 't jaar 1668, ook verlof om eene Italiaan- fibc Courant uit te geeven(w):'twelk,nog- tans,
(u) Groot-Memor. N. IV. ƒ. 84.
(v) Groot-Memor. JV. V. ƒ. 46 *«ƒ»• (»3 Groot-Momoi. Ni V< f. 204, verf«. |
||||||||||||
V.Boëk. Geb., totnütt.öef. geschikt. 719
rans, niet lang geduurd heeft. De Franfche stads-"
Courant werdt, in 't jaar 1683 , verbooden Couban- (#). Doch 't leedt niet lang, of het uitgee- j™£ |
||||||||||||
ven derzelve werdt wederom toegelaaten. De
|
RY.
|
ukke"
|
||||||||||
Boekverkooper Caspar Commelin, dezelfde,
meen ik, van wien, in 't jaar 1694, de be- kende Befcbryving van Amflerdam uitgege- ven werdt, was geprivilegeerd, tot het üit- geeven der Amflerdamfche Duitfche en Franfche Courant, enhadtzig, eenigejaa- ren te vooren , in maatfchappy begeven met Jean Tronchin du Brueil, die, in 't jaar 1690, verlof kreeg tot het uitgeeven der Fran- fche Courant (y): 't welk nog, door zyne nakomelingen, gefchiedt. Commelin gat de Nederduitfche Amflerdamfche Courant, ee- nige jaaren te vooren, uit, op zynen naani alleen. Doch zy werdt, meen ik, nader- hand, uitgegeven, door Aart Dirksz. Oos- faan of deszelfs Weduwe, welker nakome- lingen de voordeden, die 'er van kwamen, in laater' tyd, gedeeld hebben,met denAd- vokaat Willem Arnold, die de Courant fchreef, of deedtfchryven. Na nog eenige verande- ringen, in 't bewind over dezelve, werden Burgemeefteren, in 't jaar 1734, te raade, den eigendom der Courant, byÉverdragmet de be- zitters, te verkrygen voor rekening van de Stad, en hetCourantierfchap,onder den ti- tel van CommiJJarisfibap der Binnen- en Bui* tenlandfche Nouvelles of Ty'dingen, te begee- ven als een Ampt (3), waarvan de Stad, nog- . tans,
(x) Keurb. Q. ƒ. 47.
(y) Gioot-Memor. N. VII. ƒ. m verfo. (x.) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern, van 27 <April !?*!• *9j*nu*rj i7z9, as> January I7J+. ƒ. j0. $7 verft, gj. |
||||||||||||
'
|
||||||||||||
J
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
720 AMSTERDAMS III. Deel*
Stads- tans, nu, de helft der inkomflen geniet; en na
Couran- het affterven van den tegenwoordigen Hee- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
TEN
Drukke
|
re Commiflaris, de geheele inkomften ge-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
nieten zal, zullende het CommhTarisfehap,
als dan, of vernietigd, of voor rekening der Stad, waargenomen worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Opreg-
llng een er
Stads |
En deeze nieuwe fchikking, op het uit-
geeven der Nederduitfche Amfterdamfche Courant, heeft gelegenheid gegeven , tot |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Couran- het opregten der Stads-Couranten-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ten-
Drukke- |
Drukkerye, waartoe een huis aan de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
«oftzyde van de Beurs gebouwd is, in welk,
de Uitgeever der Courant vrye wooning heeft. Tot het famenitellen der Courant^ zyn twee Perfoonen aangefteld. Op de Drukkerye, daar twee perfen gaan, arbeiden zeven zetters en drukkers, behalve den mees- terknegt. De Courant wordt, driemaal ter weeke, uitgegeven, des Dingsdags, des Don- derdags en des Saturdags: 's daags en's nagts te vooren, wordt zy afgefchreeven en gedrukte E>e Stads Courantier is, volgens eene In- ftruólie van den negen 2n twintigften May des jaars 1693, verpligt „ zorg te draagen, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Pligt der
Couran- tiers. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
??
|
dat hy geene verdigte tydingen verfpreide,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
en altoos opregce berigten bekome. Hy
mag, wegens de Koopvaardyfchepen, die hier in laading leggen, en derzelver ver- trek niets melden, waarmede de vyand zyn voordeel zou können doen: ook gee- ne aanftootelyke uitdrukkingen, betref- fende den Paus, de Kardinaalen, de Gees- telykheid, of eenige gekroonde Hoofden, Prinfen of Mogendheden, vooral, zo zy vrienden of bondgenooten van den Staat »1 zy»*
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
•>■>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
»
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
V.Boek.Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 721
,» zyn, in de Courant invoegen. De huis- scuouw-
„ felyke zaaken en Refolutien van den Staat, buao. „ al zynze binnenslands niet t'eenemaai ge- „ heim, mogen ook, in de Courant, niet „ weereldkundig gemaakt worden (0)." Burgemeefteren hebben, in 't jaar 1734, de Courantiers ook verbooden , briefwifïeling te houden met Minifters van den Staat of derzelver bedienden, en den inhoud van der- zelver brieven in de Courant te plaatfen (b). |
||||||||||||||||
i
|
||||||||||||||||
X.
|
||||||||||||||||
■- «HA**
|
||||||||||||||||
,
|
||||||||||||||||
SCHOUWBURG.
|
||||||||||||||||
De Tooneeloefening, by de oude Grie-Oor-
ken en Romeinen, zeer in gebruik, fprong doch, in de middeleeuwe, t'eenemaai in ver- jïLÏÏ? val geraakt, is, in Frankryk, niet voor dening,hier veertiende, en in de Nederlanden, niet voor ter Stede« de vyftiende eeuwe, wederom ingevoerd. Ten tyde van Koning Kar el den V., vondt men eene foort van Tooneelfpeelers in Frank- ryk , Jongleurs genaamd, die Tooneelen op- floegen, op de Markten, en fpelen en klug- ten vertoonden; onder welken, ook zulken waren, waartegen de Regeering goed vondt, door eene ernftige Ordonnantie, te voorzien. Ook raakten toen de Kamerfpelen, op de Maaltyden der Grooten, in gebruik (c). Vroeg in de veertiende eeuwe, hadden de Pelgrims, die, uit het Heilige Land, in Frank- ryk, (*) Handv. hl. 948.
(b) Handv. bl. 9+8.
(c) VELLY Sc Villaret Hiftoire de France, Tom, XI,
f. 197, «9. |
||||||||||||||||
VIII. Stuk.
|
||||||||||||||||
Zz
|
||||||||||||||||
Mtf
|
||||||||||||||||
722 AMSTERDAMS HIDeee,
Schouw- ryk, te rug kwamen, de gefchiedenis van 's
«uro. Heilands lyden en andere gewyde gefchie- deniflen, onder den naam van Myßeres of Verborgenheden, reeds ten tooneele gevoerd- De naam van Verborgenheid werdt, federt,. ' ook overgebragt op ongewyde en verdigte gefchiedenuTen. Men fpeelae de Verborgen« heid van Herkules en diergelykert. Wat laa- ter, voerde men zedelyke fpelen in; in Frank- ryk, Moralités, en, hier te Lande, nader* hand, Spelen van Zinnen genaamd; tuflchen of agter welken, klugten gevoegd werden. Somtyds, werden deeze fpelen vertoond op wagens,met welken,de Digters en Speelers door 't Land reeden. Doch, eerlang, wer—' den 'er byzondere Huizen, en zelfs Gafthui* Zen en Kerken, toe gefchikt (d). 't Leedt niet veele jaaren, of de Tooneeloefening werdt \ ook in de Nederlanden overgebragt. Het oudfte voorbeeld, welk 'er my, hier te Lan- de , van voorgekomen is, vindt men vermeld, in de Utrecht/ehe Jaarboeken van den Heere Kaspar Burman (e) , alwaar verhaald wordt, dat, in 't begin des jaars 1418, op Driekoningen-dag, een Tooneelfpel, Kening Herodes en zyne daaden genaamd, te Utrecht* in de Domkerke, vertoond werdt. Ook plagt men, aldaar, in andere Kerken, en op andere dagen, Tooneelfpelen te vertoonen: en was men gewoon, den volke hiervan, vooraf, kennis te geeven, en elk te vermaa- nen, zig te wagten van alle onzedigheid in |
||||||
(d) VELLY 5c VlIXARET Tem, XII./>. 37+ &\f#»v,T«>».
XIV. p. loj , 148, 299. (e) I. Deel% bl, ZJi.
|
||||||
V. ËOÊK. ÖeB., f Ot NtJtTi ÖET. GESCHIKT. 723
de Kerken, op dat de Tooneellpeelers niet Schouw-
gehinderd, noch de aandagt geltoord mögt burg. worden. Én Vondel heeft, in zyne vroege jeugd, aldaar, voor 't Stadhuis, de gefchie- denis van David en Goliath zien fpeelen(/); Een ander voorbeeld van de Nederlandfche wyze van tooneelfpeelen vindt men, in de Memoires van Ol i vier de la Marche, die verhaalt,dat Hertog Filips vanBourgon* die , den zeventienden February des jaars 1453, te Ryffel, een Kamerfpel deedt ver- toonen, waarin eene vrouw, de Kerk ver- beeldende , en verfcheiden' andere zinnebeel- dige Perfoonaadjen, fpreekende in verzen, werden ingevoerd (g). Doch daar ver- liep een geruime tyd , eer deeze oefe- ning , in Holland, doordrong. Te Amfter- dam, fchynt zy,niet lang voor 't jaar 1518, bekend geworden te zyn, alzo Burgemees- teren , begeerende dat de Rethoryken voort* gang hadden, op den vier en twintigften Oc- tober. van 't gemelde jaar, beflooten, hun negen en twintig guldens en vier ftuivers, die zy, tot opregting van hunne Kamer, be- fteed hadden, te vergoeden, en de jaarlyk- fche Kamerhuur, of ten minften een gedeelte der zelve, uit Stads Kafle, te doen betaalen (b). De Rethoryken, Rethorykers ofRederykers Redery'- waren Liefhebbers der Taal- en Digtkunft, ^ers" die, in de Steden en ten platten Lande, ka- amer8' mers opregteden, in welken, zy niet alleen zig
(f) Zie 't Berecht voor Salmoneus.
(£) Memóit. d'OLIVIER DE JLA MABCHE Livr. I. Ch, XXIX. ƒ». 424 é-fuiv. (h) Gioot-Memor, H. I. f. 176. Zz 2
|
||||
724 AMSTERDAMS ÏILDeè£;
Schouw- zig zelven in deeze weetenfchappen oefen--
burg. den; maar ook Spelen, door hen zelven of anderen opgefteld, en in 't eerft ook, door- gaands , Schriftuurlyke of zedelyke .ftoffen behelzende, openlyk, voor den volke ver- toonden. Zulk eene Kamer, was ook de Amfterdamfche , van welke wy fpreeken, die ik meen, dat boven de Waage, tegen over 't Stadhuis, in of aan de Waagfteeg ftaande, gehouden werdt. Immers, wy heb- ben , reeds elders (i), aangemerkt, dat al- daar, in 't jaar 1535, eene Rederykers Ka- mer was opgeregt. En anderen hebben ge- toond , dat de Amfterdamfche Kamer, al ee- nige jaaren tevooren,met die vandenHaa- ge, Leiden, Gouda en Alkmaar, gemeen- fehap hield t (£). Ter laatflgemelder Stede, fpeelden de Geeftelyken, voor 't einde der vyftiende eeuwe, eene foort van Tooneel- fpelen (4). De Regeering van Amfterdam begunftigde, in 't eerfl, deeze oefening: 't welk
(0 II. Deel, VI. Bocl^, hl. 37.
|4J Boomkamp Alkmaar, hl, 70. (4) My is, onder eenige ftukken , Alkmaar be-
trefFende , ter hand gekomen eene Schilders-reke- ning van den jaare 1495, die aldus luidde : In den eerften gbemaeckt vtor de Clercken een bel noch ge-
maeckt defatansPautoelionnocb gemaeckt tweepaerduyuels
Cleeren noch gemaeckt een febilt voor de cbrifielyke rid- der nocb beb ick telcken dat fy /peelde de duyuels ge- fcbildert,en nocbfommige pylen en ander fnuyflery.
Somma verdient met een en met aei
xii guldens Jaques Mol.
betaelt den vin™ oftobris 95 [dat is 1495-]
S»: xii gl. |
|||||
«""^
|
||||||
V.Boek. Geb., tot nutt. Oef. GEscHiKT.725
welk aanleiding gaf, dat men, behalve de Schouw-
gemelde, nog eene of meer Kamers opreg- burg, tede in deeze Stad, alwaar, van tyd tot tyd, Batementen, gelykze genoemd werden, dat is , Bly- of Klugtfpekn vertoond werden. Doch het verfpreiden der Hervormde Leere, tot welke veele Rederykers, hier ter Stede, niet ongenegen waren, en welke zy, niet zelden, bevorderden met hun fpeelen, deedt de voorige gunft der Regeeringe in ongunft verkeeren. Bouwe Claas Mollenzoon, Willem Gommertszoon , Willem Henrikszoon , Jan Wouterszoon, Claas Janszoon, Glazenmaker, Henrik Henrikszoon, Snyder, Tsbrand Corne- liszoon, Wolleklopper, Dirk Remmenszoon en Piet er Henrikszoon, allen retorifynen of Re- derykers, hadden, in 't jaar 1533, eene Ka- mer of Vergadering hier ter Stede opgeregt, buiten kennis van 't Geregt, en aldaar, op eenen Zondag, in 't laatft van December des gemelden jaars, een Batement of Blyfpel ge- fpeeld, waarin zeer op de Geeftelykheid ge- fchimpt was. 't Geregt kreeg 'er kennis van, en veroordeelde de negen gemelde Perfoo- nen, tot eene Bedevaart naar Rome (/). Ten zelfden tyde, werdt gekeurd, datgheene Camers van de retorifynen voort an zig zouden onderwinden , eenige openbaere batementen te /pelen, voor ende aleer die by den gerechte ge- vifiteert ende toegelaten zouden we/en omme ge/peelt te worden, op de correcVte van der Ste- de (m). Van dien tyd, fchynen de Rede- (I) Keutb. C. /. iz».
(m) Keurb. C. ƒ. ij,*. Zz %
|
||||||
*
|
||||||
'.■--. ■■ - ■ ■ ■ ■ - : ■ .-■■, '-:■
|
|||||
726 AMSTERDAMS IILDeel.
Schouw- rykers-Kamers verdweenen te zyn uit deStad,
burg. behalve de eerfte en oudfte, die, zo ik my
niet bedriege, van haare opregtinge af, tot
na de verandering der Regeeringe, in wezen
gebleeven, en daarom, federt, de Oude Ka*
Oude mer genaamd is. Van deeze Kamer, agt ik, dat
Kamer, Egbert Meinerdszoon, Vader van Burgemees-
U mde*** Sebafliaan Egbertszoon, voor 't jaar 156S1
oetjen .jj^ £n j?a£j.oor geweeft is(«). Zy hadt,ger
lyk de gewoonte was, haar blazoen of zin-
nebeeldig wapen, zynde een Kruisbeeld, met den Egelantier onder de doornen en deeze fpreuk, In Liefde bloeijende , gelyk men 't, onder anderen, agter de Tweefpraack van de Nederduitfche Letterkunß, door deeze Ka- mer uitgegeven, afgebeeld ziet. En Keizer Karel de V. hadt haar, zo fommigen aante- kenen (0), in 't regt om dit blazoen te ma- Twee gen voeren, beveiligd. Na 't overgaan van Brabant- ontwerpen, in 't jaar 1585, kwamen 'er twee Kamers. Brabantfche Kamers te Amfterdam. De eene, de witte Lavender genaamd, voerde ten zin- fpreuk Uit levender jonß. Van deeze Kamer is, onder anderen, een Zinnefpel voorhan- den , in het Konfltoonend Juweel van Haarlem, Ook heeft zy, in 't jaar 1613, eene vraag uitgegeven, om, door de andere Rederykers- Kamers, beantwoord te worden: welke vraag, met de antwoorden, in 't zelfde jaar, gedrukt, en by de Liefhebbers bekend is. De tweede Brabantfche Kamer, die, nogtans, niet lang Jland hieldt, hadt het fygeboomken, met de (n) Zie II. Deel, VIII. Btel^ hl. 177,
* (») ISK4NDT Vogels Leven, bl, ij.
|
|||||
»
V. Boek. Geb. , tot nütt. Oef. geschikt. 727
byfpreuk Het zoet vergaaren, tot een blazoen. Schouw-
De oude Kamer,en, veelligt, ook eene derB"RQ. twee anderen (p), hieldt toen haare byeen- komften in de Nes, boven de kleine Vleefch- hal: en B R e D e R o heeft 'er het oog op, als hy, in zyn Moortje, (III. Bedr. IV. Uitk.) een' jongeling doet zeggen: Kom gaan wy op de Halben zien de geeßenfpeekn. .
Doch men fchynt ook eene Rederykers-Ka-
mer, op het Rokin, op ééne der zolders van de Marien-Kerke , ftaande op den zuider- hoek van 't Kalfsvels* of Pens- fteegje, ge- houden te hebben. Immers, my is, uit ze- kere aantekening, gebleeken, dat een gezel- fchap van Rederykers; in 't begin des jaars i<5io, aan Burgemeefleren , om eene der zolders van de Stads Ammunitiehuizen ver- zogt hebbende; eene zolder boven de Ma- rien-Kerke verkreeg. De oude Kamer bleef, nogtans, de vermaardfle van de drie. De aanzienlykfte luiden der Stad, zelfs Leden der Regeennge, hielden 'er de hand aan. In de opdragt van de Tweefpraack, boven gemeld, aan Burgemeefleren en Raad , zeggen de Kayzer , Faftoor , Prins ende Kameriflen in JJefd-bloeijende, die dezelve, den eerflen des Hoymaands 't jaar 1584., getekend hebben, dat hunner zom zelf belieft heeft, Leden des Kamers te worden. En eenigen verhaalen, dat 'er, in't jaar 1581 en federt, vyf Burge- mees- (p) Zie BRANDT ibid. en roNTANUS Libu ïltC4p.%VU
f. 117.
Zz 4
|
||||
728 AMSTERDAMS IILDeeC
Schouw- meefters en verfcheiden' Schepens en Raa-
, burg. den Leden der Oude Kamer waren (q). Zie hier derzelver naamen, zo alsze, in een oud
Rekenboek der Kamer, aangetekend Haan: Willem Bardefius, Burgemeefter en Raad, Cornelis Pieterszoon Hooft, Burgemeefter en Raad, Egbert Roelofszoon, Burgemeefter en Raad, Jacob Boelenszoon, Burgemeefter, Ja- cob van Nek, Burgemeefter én Raad , Jan Coenraad Zevenfiar, Schout, Jan Jacobs- Zoon Huydecoper, Schepen en Raad, Jan Cor- neliszoon Hooft , Schepen , Jan Vcrhee , Schepen en Raad, Frans Benning, Schepen, Pieter Willemszoon Vriend, Schepen, Rynfi Pieterszoon, Schepen (V), Laurens Jacobs- zoon Reaal, Schepen, Adriaan Pauw, Sche- pen en Raad, Henrik van Marken, Raad , en Herman Roodenburg, Raad. Hierby kwa- men verfcheiden treffèlyke burgers, als Vie- ler Corver, Reinier Heemskerk, Herman Ren- dorp , Herman Reinfl en anderen. Ook wa-. ren 'er, onder de Kameriften 7 luiden van be- proefde geleerdheid, die H o o f t en V o n- d e l den eerften luft tot regtfchaapen kennis der Nederduitfche Taal- en Digtkunde heb- ben ingeftort. Hooft gewaagt 'er van, in een gedigt, aan de Kamer in Liefde bloeijende, herwaards gezonden uit Florenfe,indenjaa- re 1600 (5), toen hy nog maar negentien, en
(<j) Hooft? Leven, hl. j.
(r) A. Pars Katwykfe Oudheden , hl. »34..
(5) Ik volg Brandt, in Hoofts Leeven, bl. ó*.
ten opzigte van den tyd, waarin deeze brief gefchree^ ven wcrdt. In de Uitgaave van den zelven , door Ja^ GOß VAN der JJuRGH, bl. 425, wordt, ten onregte, ge-
|
||||
I
|
|||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. GEscHiKT.729 ^
en Vondel naauwlyksdertienjaaren oud was, Schouwe
met deeze woorden: burg. Men vindt tot Amflerdam, die ?nst zyn hoogh
gedicht
De duiflre wegh tot kf en waere deught ver- licht (6):
Mn K A M P e N, die met kunfl 't gemeen beloop der dingen
Bet nut der deugt en 't quaet der ondeught weet te zingen,
En Koster, Vondenen,Brecroö en Victoryn (7),
Die nu altoonenwat z'hier namaels zullen zyn. Op deeze Kamer, werden, vermoedelyk, kort
voor en na den jaare 1600, de Treuripelen Achilles en Polyxena en Thefeus en Ariadne van den federt zo vermaarden Hooft ver- toond, 't Blykt ook, uit eenen zyner Brie- ven , in 't jaar 1611, aan Dr. Johan ten Groo- tenhuis, Oud-Schepen en Raad deezer Stad, gefchreeven, dat hy zyn beft wel doen wil- de , om de Oude Kamer te doen bloeijen (j). De Brabantfche Kamer Uit levender jonfl voerde, in 't jaar i6i2,Vondees Pafcha ten Tooneele. Men fpeelde, op de eene en de andere Kamer, ook de Spelen van den geeftigen Bredero. In 't gemelde jaar 1612, des Zondags voor Kermis, werdt zy- ne
f5) HOOïTS Brieven N. 6. bl. 9.
gefield, dat hy, in 't jaar 1607, of 1608,gefchree-
ven is. (6) Henrik Laurenszoon Spieghel.
(7) Joan Vj5QiT£RS of Victoryn; Regtsgeleerde.
£z 5
|
|||||
73o AMSTERDAMS III.DEEt,
Schouw ne Griane tenTooneele gevoerd, zo ik mee*
burg. ne, op dezelfde Brabantfche Kamer. Op de Oude Kamer, werdt, in 't zelfde jaar, Cos* T e R s Klugt van Teeuwis den Boer gefpeeld, die, naderhand, ook op de Brabantfche Ka- mer , vertoond werdt (t). Bredero's Moortje werdt, in 't jaar 1615, op de Oude Kamer Twïft vertoond. Doch in dien tyd. was 'er reeds tuffchen merkelyke twift ontftaan, uuTchen de twee de Ka" Kamers in Liefde bloeijende en Vit kvender mxs' jonfi, want de Kamer, Het zoet vergaaren, fchynt, ten dien tyde , al wederom ver- dweenen geweeft te zyn. Immers, ik vind 'er, nergens, eenig verder gewag van ge- maakt. De Leden der Oude Kamer lagen ook t onderling , overhoop, en verliepen, de een na den ander. Breder o die zig,eerft in 't jaar 1615, by de Oude Kamer, gevoegd hadt, klaagt'er, bitterlyk, over, in zeker Gedigt, daar hy Rethorica fpreekende in* voert; te kennen geevende £ dat men,eer- '„ tyds, of geleerde, of aanzienlyke mannen, ", tot hoofden der Kamer, plagt te verkie- „ zen; doch dat men nu,[in tjaari6i5,] „ geringe en onkundige luiden benoemde, n die der Schouwplaatfe fchande aandee- ', den, en zig, door vleijers, beweegenlie- „ ten, om dé rollen uit te deelen aan on* Il bekwaamen." Dus laat zig, onder ande- ren, zyne Rethorica hooren: Voormaals naer out ghehruyck coosmen tot
d'hoochße ßaat Em
4 ■
(<•) VOOrbei. vtor TEEUWIS OEN BOE»,
|
|||||||
>
I
( * ■
|
|||||||
s
|
|||||||
(
|
||||||||||||||||||
t
|
||||||||||||||||||
V. Boek. Geb.,totnutt.Oef,, GESCHIKT.731
Een gheïeert treff'lyck Man, ofeener uyt den Schouw-
Raat, BUR«?.
Die door ghewoonte en kunfi, ghehouden wert
Raadt-faalich,
En heerfchten wyjfelyck, ontfichlyck enlieftaa- lich.
Doen vanmer Geefien veel, Schryfryck en wel befpraackt
In 't vytbeelden ge/wind, aartich en ongemaackt. jßefiet de Caarten /elf ', en overleeft de naamen
Van over twintich Jaar, gby Jult fchrickend1'u fchaamèn,
Dat gby nu met dit fchuym, fout comen hier ten pronck
Of in de Schouplaats daareerfl niet dan gout en blonck.
Wanneer men nu verkiefi, fiet men te famen rotten
Het floffe van de Maats, een deel neuswyfe fott en,
Ja wiens gemeyne roep dan maacken eenen man Die na baer finlyckheyt de rollen gheven can. |
||||||||||||||||||
Hy maeckt Cpning of Prins die Boer te zyn be^
hoorden.
Die befi de ftomme fpeelt, geeft hy een fack vol woorden.
|
||||||||||||||||||
Dies zyn labbige tong (ba (8) Campen!)
heeft ghefeyt, Dus
(8) Campen, ook boven (bl. 729) genoemd, is,
pngetwyfeld, Cornelis van Campen , by Hooft , in eenen Brief van den twintigften May des jaars J635, als een oud man, vermeld. Brieven N-45i.bl. 346. Hy zal ons> wat Iaager, nog eens voorkomen. Ik
|
||||||||||||||||||
/
V
732 AMSTERDAMS III.Deel.
Schouw- Dus lang beeft opuduym denwerrevcl gedreyt.
burg. IV« komt bet na ons wenfch, en na al ons be- gheeren,
Wy füllen nu een, reys eenander Liet gen Ie er en: Welcks flyf en dwaes opfet Terfites beeft ge- fiarckt :
Vraagt ghy wierf? de Dragers Heerfchap van den Coornmarckt.
Syn grove botte tongh en bout niet op vanfchel- den
Van zyn voornaemße Knechts of alderbraeffle Helden.
Hy met al zyn aenhangfüllen door trotfchefpyt. De Camer eer yet lang, f o ghy er niet voorfyt, Heel helpen in 't verderf, of in eeuwighe fchan- deii*
Daarna, geraaden hebbende, de willighe Bal-
lingen , dat zyn zulken, die de Kamer ver- daten hadden, te rug te roepen, befluit zy, ïn deezer voege: . Van Campen, Lambert (9), Hooft
^Samuel (i) faVtgefchil Weißechten met voorficht, fo ick dat hebben t
wil. Vaart
Ik twyfel , of hy deaelfde Koknelts van Kampen zy, van wien, als de Pfalmen in Digtmaat hebben- de overgebragt, Vondel (Poê'zy I. Deel, bl.445,) gewag maakt. (9) Door Lambert, wordt, waarfcbynlyk,Lam-
bert Lambertszoon verfhan, van wien Samuel Cos- ter, naderhand, 't gebouw, waarin hy zyne nieuwe Akademie ftigtte, fchynt gekogt te hebben, im- mers, wy zullen, wat laager, zien , dat Lambert * Lambertszoon eene kufting op dit gebouw, ten latte van Cofter, bezeten heeft. £1) Samuel is Samuel Coster.
|
||||
.......
X
. ' 1
-
V.Bóèié, Geb., ïot nütï. OeP. öEsdHiKT.733
f aart wel myn oude Maats, die nog in Liefden Schouw*
bloeijen; - burg,
lek haat u haateren, die int krackeelen groei-
jen.
■ *
De zelfde Bredero gewaagt ook, in een
Lied aan Jan Jacobsz Viffcher, Schilder en Glasfchryver, omtrent den zelfden tyd ge- maakt , van het verval der Kamer in Liefde bloeijende, met deeze woorden: Waerom het Eglentiertjen, ach!
Met bloeyt gelyck het voormaels plach Is Vrundt u vriendelycke Frage: De meefie mangel die ick weet, Dat is: dat elck zyn plicht vergeet, Want niemant wil den ander dragen.
-
Dies d> Eendracht vlucht nu voor de twiß,
De Eenvoud voor de fchalcke lift, De oude trouw is gantfeh gebroken, De Liefde van de kunfi is fieck, Of yverloos, door fpyt ofpieck En wert gedicht noch rym gefproken. |
||||||
Dies wert men wetteloos enßof,
De goede zeden raecken of, En die't hemfchoon te recht wilmoeijen9 Die wert beguygelt en belacht, Gelaflert en fmaedlyck veracht Hoefou den Eglentier dan bloeijen'? Heeft yemant nu een fpel gemaeckt,
Daermen (doch lachend' niet) aenraeckt9 • Met moeyten en met tydt verliefen, . ; Ah
|
||||||
f34 AMSTERDAMS ÏÏLDèeè,
Schouw- d& men de rollen dan uytdeelt,
burg. Den een die wrockt% d'ander krackeeh, Elck foufe felfs mei willen kiefen.
Andre brengen haer rollen weer,
And're willen niet /pelen meer,
't Fait fwaer veel hoofden te beflurcn*
Andre willen en kunnen niet.
Zo hier geen beterfchap gejchiet,
Zo mach ons Ryck niet langer duren (u).
Wy hebben deeze Plaatfen uit B r e d e r o's
Gedigten, die thans niet veel gelezen wor- den, hier, wel zo uitvoerig, willen inlafTen* om dat men 'er uit afneemen kan,, hoe 't, in zynen tyd, met het Amfterdamfch Too- neel, gefchaapen ware. Men ziet'er, onder anderen, uit, dat de hoofden, de Keizer, fa&oor en Prins der Kamer, en Veelligt de eerfte alleen, of voornaamlyk, de rollen uit- deelden, die, door de Kameriften zelven, uit liefde tot de Kunft, gefpeeld werden, 't Schynt, dat de kotten, die hier op liepen, of door de Kameriften zelven, of door de Stad, plagten gedraagen te worden: welk laatfte ten minfte omtrent de Oude Kamer plaats hadt; waarop Samuel Coster fchynt te zien, als hy, in de Opdragt der Spelen van Bredero aan Burgemeefteren en Raaden, zegt, dat de Poè'ten voortyts tot laß Op de waren. Doch, federt eenige jaaren, was men . oude Ka. begonnen, op de Oude Kamer, de toeky- mer» kers iet te laaten betaalen, en 't voordeel, voordêe. dat 'er van kwam, af^re liaan aan het Ou- de* (»} G* A, Brederoos Boertigh Licdb. hl, lot.
|
||||
•
|
||||||
V.Boêk.Ceb., tot nutt. Oef. geschikt. ^35*
de-Mannen-Huis, welks Regenten toen ook Schouw*-
de koften droegen, die op't fpeelen liepen. BURG. Ik vind, dat men, in Frankryk , ook, al ie van't vroeg, de gewoonte hadt, om den armen 0ude- eenig deel te geeven aan 't gene, door dej?annen" aanfchouwers der Tooneelfpelen , betaald fpeèid?" werdt (v). Coster heeft aangetekend, dat, na dat Brederode en hy de hand* ern- flelyk,aan de Kamer gehouden hadden, het Oude - Mannen Huis , in minder dan tien maanden^ te weeten van den tweeden July 1615 tot in April 1616 * over de tweedui- zend guldens, zuiver voordeel, boven de uitgefchooten onkoften, genooten hadt; be- halve, dat nog de Kamer, in kleederen en andere behoeften, indien tuïTchentyd,groo- telyks, verrykt geworden was. Hy voegt'er by, dat, in de drie jaaren,die Brederode by de Kamer geWeeft was, het Godshuis meer inkomfi gehad hadt, dan in alle de voorgaende jaren, dat, voor 't /ehe, by de Camer , ge~ /peelt was gheweefl. Doch in dien tyd, was oPreff- hy bezig, met een ontwerp van de opreg-ting de* tinge eener nieuwe Kamer, die hy de Aca Ac.ade' demie noemde, en van welke hy zulk eeneS n¥ goede verwagting hadt, dat zy, dagt hy,&w* magtig zou zyn, om, met hulp der oude Ka burg ge. mer, een geheel Godshuis te voeden. Ennaamd* fchoon dit ontwerp veel tegenkanting ont- moette, inzonderheid, van een boope Molk- ken , gelyk hyze betitelt, die haer f onrecht Rc~ deryckers noemden (w); raakte het egter, - eer- *
(v) Velly & Villaret Hiftoire de France , Tom
XII. f>. 3»y. (») S. CosTERsOpdragt van G. A. Brederode $ spelen. |
||||||
•
|
||||||
736* AMSTERDAMS IILDeei;
Schouw eerlang, in ftand. Verfcheiden' geleerde en
burg. aanzienlyke luiden begunftigden de onder- neeming. De Regeering fchonk 'er een erf toe , op de Keizersgraft, tuflchen de Beeren- en Runftraaten, daar Coflers Aca- demie , ook de Duitfche en Nederduitfche A~ cademie genaamd , eerlang , op koften van Cofterzelven, geftigt, en, in't jaar 1617, door een Voorfpel van Suffridus Six- tinus, Apollo genaamd, gevolgd van een Treurlpel; genaamd de Moord beghaan aan Willem, Prinfe van Oranje, gedigt door G« van Hogbendorp, en, in dit zelfde jaar, ge- drukt , ingewyd werdt. Hierop volgde, des anderendaags, de overaartige fVarenar van den Droflaard Hooft, waaraan, gelyk hy fchryft (x), bynae neegen daagen ge/pilt wa- ren, op hoope dat bet Spel nocb eens mocht dienen, om eenige armen fAmflerdam, oft te Muiden, wat voordeels te doen, en te vervallen een deel van de koflen noodig om den Baeto, een zyner Treurfpelen, uitte voeren. Wy heb- ben deeze woorden hier te liever willen aan- naaien, om dat 'er uit blykt, dat de Ware- nar , ten voordeele der armen, gefpeeld werdt. S1 x T1N u s ook, in zynen Apollo, de nut- tigheden van het Tooneelipel optellende , zegt, onder anderen: En 't beß, den Armenzal bet wefen voorderlych
Ondertuflchen , leeft men, in Vondels
Leven (y), dat de koften der Academie,in 't eerft, door eenige Liefhebbers der Poëzye, en
(x) H00FTS Brieven N. 54. bl. *«.
(jf) Bladz.. If. |
|||||
*
|
|||||
V> Boek. Geb. , tot nutt. Oef. GESCHIKT.737
en vooral door Samuel Cofler zelven, gedraa- Schouw-
gen werden: 't welk niet waarfchynlyk voor-BÜRö» komt, zo men't voordeel aan de armen heeft afgeftaan. Ook hebben fommigen aangetekend,, dat Het
het Burger-Weeshuis, al terftond,het vopr-Burger* deel van 't fpeelen op de nieuwe Academie j^fscs*e. getrokken, en de kollen, daartoe vereifcht, niet het gedraagen heeft, even als het fpeelen op de voordeel Oude Kamer, voor rekening van 'tOude-van 'c Mannen-huis, gefchiedde (2). Doch dej^6^11 Regiflers en egte Stukken, die nog, in 't Bur- nieuwe ger-Weeshuis, voorhanden zyn,hebbenmy Acade- geleerd, wat, eigenlyk, van de zaake ge- mie" weeft zy. De Regenten van dit Godshuis y befpeurende, hoe veel voordeels hetOude- Mannen - Huis trok van het fpeelen op de Oude Kamer, flooten, op den drie en twin- tigften September des jaars 1617, een ver- drag met Samuel Cofler, over 't fpeelen, op zyne Academie, of Nederlands Oefenfchooly totfiigtinge en vermaakelykheid van een iege- lyk. Volgens dit verdrag, zou het Wees- huis al de koflen draagen, en, in de eerfte zes jaaren, een derde van 't voordeel genie- ten. De overigen twee derde zouden voor Cofler zyn. Doch na verloop der eerfte zes jaaren, zou het voordeel, tufTchen 't Wees- huis en Cofler, gelykelyk, gedeeld worden (ö). Op deeze wyze, geraakte de Neder- duitfche Academie in ftand, die, van haa- v re
■
(%.) Vit Aantek, van Schepen G. SchaepFietersz.
(a) Uit het Accootd met Samuel Cottei , kerußtnA^ in 't jfteshui*. LaadeXIV. Vin. Stuk;. Aaa
|
||||
73« AMSTERDAMS HLÖéel.
re opregtinge af, een Byenkorf, met het
woord Y v e R, tot haar blazoen voerde. Doch 't leedt maar tot in 't jaar 1622, toen het Weeshuis de Academie, met al dentoeftel, tot het fpeelen behoorende , van Dr. Cofter overnam. Om 't verdrag, welk, deswege, op den negenden Auguflus des gemelden jaars, getroffen werdt, te fluiten, hadden, op laft van Burgemeefteren, gehandeld Cor- nelis van Campen, Henrik Jacobsz. en Corne* lis D ankert sz. Voor 't erf, den opflal en toeflel tot het fpeelen werden, aan Cofter, zes duizend agt honderd en vyftig guldens goedgedaan: behalve, dat het Weeshuis ee- ne kufting van drie duizend twee honderd guldens, ten behoeve van Lambert Lam- bertsz., ten zynen lafte nam. De toeftel, die onder den koop begfeepen was, wordt, in 't oorfprongkelyk Eoop-Contracl:, in dee- zer voege, befchreeven: alle de geschilderde omdraeyende doecken op het toneel fynde. 22 waepenen van de voornaemfle Princen op ovae- len gefchildert. 9 viercante waepenen van de Vnye en fes princen waepenen op doeck. 2 gr 00- te fchilden, daer de lampen aen hangen, aen d'ander fyde gejchildert, met haer blocx ende coorden. het daelende hemelwerck metfyn kaap- fiangen, koorden ende blocks. 3 taeffels die het plein omreycken met haer fcbragen ende banc- ken. noch een minder taeffel met 2 fcbragen. 3 fiucken daer het toneel mede vergroot wert, een gevangen deur tralys gewys gemaect. 2 groote houten traliën in 't fpel van herzilia gemaeckt, de blaffetuiren gemaeckt tot hemelwerck. 2 groo- te fwarts linnen gordynen daer t Xmeèl mede wen
|
||||
V. Boek. Geb. , tot nütt. Oef. geschikt. ?$0
voert ge floot en. Alle de lojfe deelen op de hooch- Schoot*.
fie folder inge. 'tGraffvan Acheints [Achil- buro. Jes]. De triumphwagen. 't Viercante outaertgen. Vormen van tienewerck, op ten folder leggende (Z>). Op de Academie, in deezer voege toe- geruft , werden, midlerwyl, verfcheiden* Speien van Bredero gefpeeld, en onder deezen, zyn Stomme Ridder, en zyn Spaan- sfcbe Brabander , in welk laatfte, de oude platte zeden der Amfterdammeren, op eene geeftige wyze, worden afgefchilderd. On- dertuffchen, duurde de tweedragt tuflchen de Kamers, en vermeerderde zelfs, hand o- Ver hand* Men zag 'er, irt 't jaar 1618, ter gelegenheid der inhaalinge van Prinfe Maurits, een blyk van. De Kamers plag- Vertoo* ten, naamlyk, van ouds, by 't inhaalen van ningen, doorlugtige Perfonaadjen , en by andere pleg- by 'fin* tige gelegenheden, om flryd, uit te munten, Jj„ Voor- in het maaken van zinnebeeldige Vertoo- lugtige ningen. Men hadt Zulk eene vertooning ge- Perfoo- had, by 't inhaalen van den Graave van Lei- naadien» cefter, in 't jaar 1587, waarby een burger, Zwynskop genaamd > zig voor Neptunus liet gebruiken; en, fchoon 't winter was, half naakt, op een houten Walvifch, door 't wa- ter reedt, om den Graaf te begroeten. In *t jaar 1594, was Prins Maurits, na 'c vero- veren van Groningen, herwaards gekomen, op een Tooneel, aan de Paardenftal op den Dam, ter plaatfe der Beursfteeg, gebouwd, vereerd met eene vertooning van 't verflaan van Goliath, waarby Frans Volkertszoon Koorn-
(b) Vit eene Nbtarieele Copie van het Koop-Conuaik,»*'
*t Weeshuis berußende. Aaa %
1
1 |
||||
740 AMSTERDAMS HI.DèeL. I
Schouw- Koornhert, Schepen der Stad, den perfoon
burg. van Saul, en Jacob de Gein dien van David verbeeldde. Het Befland van den jaare 1609 hadt aan de Oude Kamer gelegenheid gege- ven , om negen vertooningen toe te (lellen op den Dam, de dwingelandy van Tarquyn, en Brutus yver voor de Vryheid verbeelden- de : over welke vertooningen, Hooft uit- leggingen gefchreeven hadt (e). Het Hu- welyk van den Paltsgraave Fredrik met de Dogter van Jakob denl., Koning van Groot- Britanje, gaf, ter gelegenheid, dat het Paar, in het jaar 1613 , door Prinfe Maurits, her- waards geleid werdt, ook aanleiding tot het ftellen van eenige vertooningen, 't Was dan niet vreemd, dat de Kamers, in't jaar 1618, den Prins - Stadhouder , op gelyke wyze , vereerden. Maar de Oude Kamer, die, meen- de men, by tyds, door Burgemeefteren, van 's Prinfen aanflaande komfte verwittigd was ge weeft, en zelfs de Brabantfche Kamer was eerfl: gereed, De Leden der Academie, dit niet konnende verduwen, fielden, in alleryl, negen vertooningen toe, op zo veeie ftei- gerfchuiten, zeven van welken de zeven Pro- vinciën verbeeldden: op denagtflen, flondt een krygsheld, die, met een' dubbelen Oran- jen-fluijer, de Provinciën vereenigd hieldt: de negende was met zangers en fpeelluiden ge- vuld. Met al deezen toeftel, voer men, van voor de Academie, naar 't Prinfenhof, en behaagde 'er zyne Doorlugtigheid zo zeer mede, dat hy, den volgenden dag, in de A-
__
|
||||
V.BOEK. Geb., tot nutt.Oef. geschikt. 741
cademie verfcheen,daar HooftsGeeraardSchouw-
van Pelzen gefpeeld, en de Vertooningen burg. nog eens herhaald werden (d). De afgunft en tweedragt der Kameren Vereeni-
bleef duuren. En de twee Godshuizen, hetgins der Wees- en Oude - Mannen - Huis, namen 'erj^^" meer deels in, na dat het eerfte, gelyk wy de Aca- boven aantekenden, in 't jaar 1622, het demie. erf en gebouw der Academie, met al den toe- ftel, tot hetfpeelen behoorende, van Samuel Cofter gekogt hadt (e) Men onttrok eikan- deren de befte Tooneelfpeelers: 't welk niet nalaaten kon, ten nadeele der Godshuizen te ftrekken, tot dat, de Brabantfche Kamer, uit levender jonfl, eindelyk, te niet gegaan Zynde, de Oude Kamer, door bemiddeling van Burgemeefteren, met de Academie ver- eenigd werdt. Dit gebeurde, in 't jaar 163 2 (ƒ), en in 't jaar 1635, vind ik, dat het Weeshuis een derde in het erf en getimmer- te , genaamd de Nederduytfe Academie ofte dmflerdamfe Kamer, met d'kledingen ende an- der tuycb tot de Speelplaats behoorende^ aan het Oude-Mannen-Huis verkogt heeft (g\ De Academie, die flegts van hout opgeflaagen was, en voor welke, eene Loots ftondt, die, in 't jaar 1631, aan een' Steenkooper verhuurd was (k), moeft toen hertimmerd worden. De
(d) Blyde inkomft van haare Majefteit van Groot-Bri-
tannien , bl. $ ■ 7» 8, 9 "!*., (e) Recueil der Documenten van het Weeshuis f. ns.
(f) A&e van Burgemeefteren van jjuly iöji. bermften-
de in 'l Weeshuis. (g) Vit de Oorfprongk. Quitantie van zz May 1635. bt*
ruftende in 't Oude-Mannen-Huis. (h) Vit eene Rekening van 't Weeshuis, in de Aantek.
man Schepen Schaef, Aaa 3
|
||||
742 AMSTERDAMS III.Deel,
Schouw- De twee Godshuizen moeften hiervan de
Büro. koften draagen, 't welk, overeenkomftig met de uitfpraak van Burgemeefteren van den jaa- re 1632, gefchiedde, voor twee derde, door het Weeshuis, en voor een derde, door het Oude-Mannen-Huis, welke Godshuizen ook diergelyk aandeel hadden, in de voordeelen van 't fpeelen. De blazoenen der Kamer in Liefde bloei jende en der Nederduitfche Aca- demie waren, fèdert de vereeniging, ook famengevoegd. Men hadt den Egelantier der Oude Kamer gevlogten om den Byen- korf der Academie, en van de twee Zin- fpreuken deeze eene, Door Yver , of Yver, in Liefde bloeijende, gemaakt. Van dit Blazoen , en van het Blazoen der Kamer Uit levender jonfi zyn nog gefchilderde af- beeldingen in wezen. De Aca- De Raad, Claas of Nicolaas van Kampent demie die ook Regent van 't Weeshuis, en niet wordt, onbedreeven in de Bouwkunde was, hadt tot pen *
Schouw- het opzigt over het bouwen. HetTooneel,
burg,her- welk onbeweeglyk,en met fraai beeldwerk, bouwd. èn j onder anderen, met een gelauwerd beeld van Prinfe Fredrik Henrik (i), verfierd was, flondt toen in 't zuiden van 't gebouw, waar nu de veertien ftuivers plaats is. De koften der herbouwinge beliepen, in alles, negen en twintig duizend een honderd drie guldens en eenige ftuivers (£). De Godshuizen had- den , te vooren, eenigen der naafte huizen en erven, by 't voorig erf, aangekogt, ge* lyk,
(i) ÊTÏ« Vondels Poëzye, I. D«elt hl ??o.
(4J Recueil der Documenten van het Weeshuis./. 14«,
|
||||||
V.Bqek. Geb., tot nütt. Oef. geschikt. 743
lyk,ook in laater' tyd,gefchied is. Immers, Schouw*;
zy bezitten nog, in gemeenfchap, een huisBURC« op de Prinfengraft, agter den Schouwburg. Terwyl de Academie herbouwd werdt, fpeelde men op de Schermfchool, welke toen ook boven de kleine Vleefchhal gehouden werdt, en vind ik, dat aldaar, op den ze- ventienden September desjaars 1637, Bre- de rod e s Moortje vertoond is. . De Academie, die nu den naam van Inwy.
Schouwburg kreeg, werdt, op den derden Ja- din5» nuary desjaars 1638(0» ingewyd, meteen nieuw Treurfpel van den Digter Joost van Vondel , Gysbrecht van /kmflel ge- naamd (tri). Schout, Burgemeefteren,Scher penen en Raaden vereerden 't Schouwfpel met hunne tegenwoordigheid. Maar in 't Herbou* jaar 1664, werdt het gantfche gebouw we- win& derom gefloopt, en aan den nieuwen Schouw- burg 1 die nog ftaat, op den vier en twintig- tigften Maart 4ps gemelden jaars, de eerfte fteen gelegd, door de DigteresMaria Fos$ Dogter van den bekenden Digter Jan Vos («). Het Tooneel werdt, federt, beweeglyk gemaakt, naar de Italiaanfche wyze, zynde, zo men meent, van het oud Tooneel, al- leenlyk de beelden van Melpomene en Tha- lie, die den voorgrond, ter weder/yde, ver- fieren, nog overgebleeven. Doch deeze ver» andering, die zes en dertig duizend, zeg honderd drie en zeitig guldens agttien fïui- ver«
(I) Recueil der Documenten van het Weeshuis, ƒ. 167.
(m) Vondels Leeven, bl. 40. (n) Zie]\ti VOS Gedichten II. D«/,£/. ji«. enG. ÜÏU-
DEK.EB Aam. op C. Bruins Zoelen, hl, ijj. Aaa 4
|
||||
744 AMSTERDAMS IILDeel.
Schouw- vers en agt penningen gekoft hadt (o), werdt,
burg. by fommigen, voor eene verßimmering van 't gebouw aangezien (ƒ>). In laater' tyd, en zelfs voor weinige jaaren, zyn 'er ook nog verfcheiden' veranderingen en verbeteringen gemaakt aan de Schouwplaats. En terwyl wy dit fchry ven, in den Zomer en Herfft des jaars 1765 , worden 'er merkelyke verande- ringen gemaakt in 't voorgebouw , welk, naar de Voorplaats toe, uitgetimmerd wordt. Ook wordt 'er, boven het Tooneel, vry wat aan 't gebouw verbeterd, 't Voornaamfle gedeelte behoudt egternog dezelfde gedaan- te, die het, in en kort na 't jaar 1664, ver- kreegen heeft. Vcrande- Doch in 't beftier van den Schouwburg, ringen in js } dikwils , verandering gekomen. Bur- ii* gemeefteren hadden, na 't herbouwen van Schouw- den Schouwburg, in 't jaar 1637 , tot be- fcurgs. ftiering van den zelven , zes Regenten of Hoofden aangefteld (q ) , die Speelers aan- namen en afdankten. De eerften waren Wil- lem Dirksz. Hooft, David Sens, Mr. Steven Vennekool, M'. Jacob Block, Heereman Dirksz Coorenhnd en Simon Engelbrecht. Zy werden, jaarlyks , op den voorflag van Regenten, door Burgemeefteren, veranderd. En in 't jaar 1638, waren Hoofden des Schouw- burgs David Sens, Jacob Bäs Cornelisz., Fh* ris Spop, Willem van Campen, Willem Dirksz. Hooft en Tobias van Domfelaer (?): waaron- der (e) Recueil der Documenten van het Weeshuis, ƒ. i^s,
(p) A. Pels Gebr. en mitbr. desTooneels, bl. ij. Cfl) Groot Mernor, N. V. ƒ. 8j. (r) Recueil der Doeuna. van het Weeshuis, ƒ. 167, 16»t |
||||
V.Boek.Geb.jTot nutt. Oef. GEscHiKT.745
der'er twee waren, die, ook in't voorgaan -Schouw-
de jaar, als Hoofden gediend hadden. De burg. Vader van den Hiltoriefchryver Geeraardt Brandt, die zig Gerrit Brandt fchreef, is,in 't jaar 1642, en federt, en de Digter Jan Vos , naderhand, ook Hoofd des Schouw- burgs geweefl. Doch deeze Hoofden ga- ven den regten Liefhebberen weinig genoe- gen met hunne beftiering. Doorgaands, lie- ten zy, uit eene verkeerde fpaarzaamheid, flegte luiden, om niet, voor ftora fpeelen, geevende hun verlof, om aan twee of drie, huns gelyken, vryen toegang te verleenen tot de zydgalery (j). Doch 't gene verder ging; zy voerden , fomtyds , Spelen ten Tooneele, waarin, Kerk en Staat en nabuu- rige Mogendheden beledigd en gehoond, en de goede zeden gefchonden werden: 't welk, benevens den hevigen oorlog des jaars 1672, gelegenheid gaf, dat de Schouwburg, op laft van Burgemeefteren, geflooten werde (t), en niet geopend, voor 't jaar 1678 ; wanneer Burgemeefteren zes nieuwe Regen- ten aanftelden, die alleen van hun zouden afhangen, en van welken, jaarlyks, twee zouden afgaan, met magt aan de overigen om, telkens, een dubbel getal over te leve- ren aan Burgemeelleren, om uit dezelven twee nieuwen te verkiezen, 't Voordeel, welk de Schouwburg gaf, zou egter, gelyk van ouds, voor twee derde, door het Wees- huis, en voor een derde, door het Oude- Man-
(.') A. Pels Horatius Dichtkunft, bt. 21.
(tj A. PELS Ccbr. «n misbr. desToonecls, bU 3©f
A.
aa 5 |
|||||
o
|
|||||
746* AMSTERDAMS III.Deei.
schouw- Mannen-Huis, genooten worden. De zes
burg. Regenten, die, voor 't eerft, op deeze wy- ze, werden aangefteld, waren Petrus Fran- cius, ProfeiTor in de Welfpreekendheid, Dr. Lodewyk Meyer, Mf. Jndries Pels, Advokaat, Jacob Adatham, Df. Jan Bouwmeefler en To- bias van Domfelaer (u). Doch deeze fchik- king duurde niet lang. De Regenten der Godshuizen waren te onvrede over de Re- genten van den Schouwburg, die zig, huns oordeels, te veel gezags aanmaatigden. In 't begin des jaars 1679, werdt 'er egter, met goedkeuring van Burgemeefteren, eene o- vereenkomft getroffen tiifTchen beide, waarr by, onder anderen, bepaald werdt, dat de Ontvangers der penningen, door de Regen- ten van den Schouwburg, en de Ontvangers der Loodjes, op welken men, op de byzon- dere plaatfen, toegelaaten werdt, door de Regenten der Godshuizen, zouden worden aangefteld; en dat de Regenten der Gods- huizen zo dikwils in den Schouwburg zou- den mogen komen, als zy goedvonden (ü). OndertufFchen, werdt, ook onder 't gemeen, geklaagd over de Regenten van den Schouw- burg. Vooral, werdt aangemerkt, dat zy, te zeer gefield op het invoeren van fpelen, waarin, de regels der Tooneelpoëzye, naar behooren, waren waargenomen, en op de taal- en digtkunft en goede zeden gelet was, het volk, niet gevat op zulke kiefchheden, uit den Schouwburg hielden, en de Gods-? hui-
(«) Groot-Memor. N. VI. ƒ. 200.
(vJ Gioot-Memor. N. VI. ƒ. 211 verfi.
|
||||
V.Boek. Geb., tot nutt. Oef. GiscHiKT.747
huizen benadeelden. Doch Pels, een dier Schoi
Regenten, beweert (o>), dat 'er, federt dat burg. de Schouwburg, laatftelyk, ontfïooten was, jaarlyks , vierduizend guldens meer waren overgewonnen, dan voor het fluiten, onder het beilier der voorige Hoofden: 't welk, na genoeg, overeenkomt, met eene Memo* rie van dien tyd, die ik gezien heb, en die, in 't Oude-Mannen-Huis, bewaard wordt. Voorts, wyft: hy aan, dat fraaije flukken zo veel en meer toeloops hadden-, dan vodden (#). Nogtans, hieldt deeze Regeering niet lang ftand. De Regenten der Godshuizen klaagden, in 't jaar 1680, over 't nadeel, welk de armen leeden, by de tegenwoordige be- ftieringe: waarop Burgemeefteren hun het bewind over de ontvangft en uitgaaven van den Schouwburg wederom opdroegen , te gelyk belaitende, dat drie Regenten van ie- der Godshuis, nevens de zes Regenten van den Schouwburg, jaarlyks, het dubbel ge- tal zouden benoemen, waaruit Burgemeefte^ ren de plaatfen der afgaande Regenten van denSchouwburg vervullen zouden(y). Doch't verveelde deezen haaft, dat zy meer afhingen van de Regenten der Godshuizen, dan voor^ heen. Zy ftonden dan af van hunnen dienft. J3ie der Godshuizen namen't beftier wederom pp zig,en verhuurden den Schouwburg, in 't jaar 1681, aan Dr. Lodewyk Meyer, Joan Pluymer en f iet er de la Croix, voor den tyd * van
■
(n>) Gebruik en misbruik des Toorieels, hl. 19.
(x) ld. hl. 3i. (y) Refol van den Oud -Raad van Bürgern, van u *Aur%
I<|9. ƒ.113 verf«. |
||||
748 AMSTERDAMS III.DEEt;
van drie jaaren, die, naderhand, nog met drie jaaren vermeerderd werden, tegen twin- tig duizend guldens, in 't jaar. Doch de huurders fchynen luttel voordeels gehad te hebben van hunne onderneeming. Immers, in 't jaar 1687 > werdt de Schouwburg, voor nog drie jaaren, tegen zeventien duizend guldens 's jaars, verhuurd aan Jan Koener- dingb en David Lingelbagh, die hunne reke- ning zo kwalyk gemaakt hadden, dat zy, reeds in 't jaar 1688»verzogten, van de huur ontilaagen te worden , en negen honderd guldens, tot fchade-betering , verwierven (2). Ook hadden deeze huurders even wei- nig , of nog minder genoegen gegeven aan 't gemeen, dan de voorige Regenten (a). De Regenten der Godshuizen hielden, eindelyk, 't bewind, geheellyk, aan zig. Zy werden 'er, in 't jaar 1699, in beveiligd, by den Oud-Raad van Burgemeefteren, die ver- ftondt, dat zy , voortaan, gelyk zy reeds gedaan hadden, altoos, twee Adfifitnten of Direiïeurs tot zig neemen moeden, om hun, in 't oordeelen over de fpelen, en in 't be- ftier van 't gantfche werk, behulpzaam te zyn (b): na welken tyd, de Schouwburg, tot heden toe, onder 't bewind der Regen- ten van de Godshuizen, geflaan heeft, en, op eenen genoegzaam eenpaarigen voet, beftierd geworden is. Bur-
(x.) Recuell der Documenten van het Weeshuis, ƒ. 177,
179, 180 , 1J+-I86.
(a) Zie Nederd. Keurd. II. s66 enz.,
(b) Refol. véin den Oud-Raad van Bujgemeeft. 24 July
1699' ƒ# 5»
|
||||
\7\B0EK.GeB. , TOT NUTT. OeF. GESCHIKT. 749
Burgemeefteren en 't Geregt hebben, van Schouw-
tyd tot tyd, verfcheiden' Reglementen en burg; Keuren gemaakt, den Schouwburg betref- Keuren fende. In den zelven, mag geenerlei bald- omtrent daadigheid gepleegd worden. De Hoofd- ^" officier is gemagtigd , om twee van zyne w0^ dienaars, op de fpeeldagen , te houden in dèri Schouwburg, om, op de klagte der Re- genten , de balddaadigen daaruit te leiden, of zelfs aan 't Geregt aan te brengen. De Ac- teurs en Aftrices zyn verpligt, te voldoen aan de verbindteniiTen , die zy, met de Re- genten , hebben aangegaan. Niemant, met naame geene Poëeten, mogen famenfpannen, ten nadeele van den Schouwburg (c).Die voor Poëet by de Regenten erkend is, heeft, voor den tyd van eenjaar en zesweeken,fchoon 't, doorgaands, langer toegelaaten wordt, vryen toegang tot den Schouwburg, en hem worden, wanneer zyn fpel vertoond wordt, zes Loodjester hand gefield, mids het een voorfpel van vyf bedry ven zy. Van een na- of klugtfpel krygt de Poëet niet meer dan drie Loodjes. Anders, mag, in 't algemeen gefproken, niemant in den Schouwburg wor- den ingelaaten, dan die het geld, daartoe fefteld, ten volle, betaald heeft. Doch men an zig, voor agt Dukaaten, of twee en veertig guldens, in't jaar, vry-of uitkoo- pen: wanneer men, ten allen tyde, overal, behalven in de Loges, plaats neemen kan, mids de plaatfen niet befproken zyn. De toegang agter het Tooneel wordt ook, doorgaands, aan niemant vergund, dan aan zulken, è\t al*
0) Handy, il, 27»,
|
|||||||
MfTnrrmifcMiM—imm > i«n«i '~~
|
|||||||
fgé AMSTERDAMS HLfifÉW
Schouw- aldaar eeniSen dienft moeten doen- Burgë'
|
||||||||
SURG.
|
" meefteren hebben, al in 't jaar 1696, belaft,
|
|||||||
dat men geene aanftootelyke fpelen ten Too-
neele zou voeren, en dat men zig, zo veel mogelyk ware, voorzien zou van Aóteurs en A&rices van een onbefproken leeven (d); alzo men, altoos, verdaan heeft, dat het Tooneel moeft gehouden worden binnen de paaien van een nut,eerlyk envermaakelyktyd- verdryf(e). By eene Keure van den zeven en twintigften January des jaars 1757, is belaft, dat de Speelers en Speelfters zig behoorlyk omtrent de Regenten zullen hebben te ge- draagen, onder bedreiging van Zes weekert te water en te brood gezet te zullen worden, zo zy, zonder fchriftelyk verlof der Regen^ ten, hunnen dienft, buitens tyds , verba- ten (ƒ). In Juny des jaars 1683, lieten Bur- gemeefteren toe, dat eene bende Franfche Tooneelfpeelers, eene maand agtereen, op den Schouwburg fpeelde (g). Doch federc werdt beflooten, geene vreemde Tooneel- fpeelers , op den Schouwburg, noch elders in de Stad, meer toe te laaten M In 't jaar 1682, hadt men eene Italiaanfche Opera, die onder 't opzigt van eenen Theodor o Stry* ker\ met kennhTe en bewilliging van de Re- genten der Godshuizen , op de Scherm- fchool, vertoond werdt (i), uit de Stad ge*
(d) Handv. tl. 947-
(e) Groot-M«mor. N. VIII. ƒ. Xzo verf«.
(f) Keutb. T. ƒ. «7.
(a) Groot Mentor. N. VII. ƒ. 89.
(b) Refol. Trt» den Oud-Raad van Burgerrn i Sept. i««j.
(i /contraft der Regenten mtt Mr.TheodoroStrykerjX*»
Vj Ociob. 167», |
||||||||
~
|
|||||
V.Boek.Geb., tot nütt. Oef. geschikt.^
geweerd (k). Doch, in deeze eeuwe, heeft Schouw«
men, voor eenen korten tyd, Franfche Too- burg. iieelfpeelers, en ook, nu en dan, eene Ita- liaanfche Opera, op den Schouwburg, ge- doogd* De Schouwburg, op dat wy, einde- Befchry.
lyk, tot de befchryving van 't gebouw zelf ving van komen, is, naar de enge plaats, waarin de- }%e~ zelve gefügt werdt, een treffelyk gevaarte. Schouw? Pels getuigt 'er van(/),dat de Bouwmees- burgs. ter, Nicolaas van Kampen, bet wérk,
Schoon klein van omtrek, groot, én wyd, ge lyk een kerk,
Déê fchynen; én 't gemak zo mét de wélflani paarde,
Dat dit gebouw, verßerd mét zulk een pracht, én waarde,
Gelyk zo braaf een kunfl, én groot een' Stad betaamt,
Een meeflérfluk verfirékte, én Schouwburg * wierd genaamd.
Men treedt 'er in, door eene grootehard- p00rtcn.
fteenen poort van de Dorifche Orde, boven welke, deeze twee regels van Vondel,- die de meefïe verzen, welken , elders, in den Schouwburg geplaatft plagten tezyn, of nog zyn, gemaakt heeft, in gulden let- ters , zyn uitgehouwen: De weereldis eenfpeehooneel,
Elk/peelt zyn rol, en krygt zyndtel
In
rO Groot-Memor. N. VN. ƒ. 4j.
\l) Gebruik en misbruik des Tooneels , 4/. 14;
I
|
|||||
752 AMSTERDAMS IILDeel;
Schouw- In de poort, is noordwaards, het Comptok,
bürg, daar 't geld voor den ingang ontvangen, en de Loodjes uitgedeeld worden. Boven de poort ftaan, buitenwaards, twee lantaarens, en binnenwaards, de borflbeelden van He- rakliet en Demokriet, onder welken , ter wederzyde van de deur, ook twee lantaarens Poortaal. geplaatft zyn. Voorts, komt men, overee- ne vierkante Plaats, door eene andere Poort, in een ruim Poortaal, daar zuidwaards de in- gang naar de wooning van den Kaftelein is, en een vertrekje, waar men de Plaatfen be- fpreekt De frontefpies deezer tweede poor- te ruft op twee kolommen, boven welker kapiteelen , ook twee lantaarens geplaatft zyn. De wooning van den Kaftelein beftaat, uit verfcheiden' zeer goede en wel gefchik- te vertrekken. In het Poortaal voor dezel- ve, hangen drie Gedigten: een van Von- del, luidende: Geen kint den Schouburgb laßig zy, .
Tabakpyp, bierkan, fnoepery, Nogh geenerlei baldadigbeit. Wie anders doet, wort uitgeleid Een van Jan Vos:
De Godsdienfi roept de ziel; betlyfdezorgb
voor, 't leven.
Elk beeft baar eygentyd: vtee die bier tegen fireven.
Wie tyd in tyden vint, wort geen Toneel ontzeyt.
• Zoo leert men door bet f pel y noch deugd in ledigheyd.
En
|
||||||
s
|
||||||
L^r:mr"' ""'."^ï' ^Éttd^'atBftaiafi
|
||||||
V\Boek. Geb., tot nütt.Oef. geschikt. 753
En nog een van Vondel: Schouw-
Tooneelfpel quam in 't Hebt tot leerzaem tijt-
verdryf.
Het wyfo geen ander /pel, noch koningklykc vonden.
Het bootfl de weerelt na: bet kittelt ziel en ¥•■
Het prikkehze tot vreught, of flaet ons zoete
wonden: Het toont, in 't klein begryp, al 's menfihen ydelheit,
Daar Üemokryt om lacht, en Heraklyt om fchreit. Dit laatfte is, zo my berigt wordt, door den
vermaarden Tooneelfpeeler, Thomas van Malfem, die, in 'c jaar 1719, overleeden is, met het penfeel en zyne linkerhand, die hy alleen gebruiken kon, konftiglyk, gefchree- ven. Aan de zuidzyde van 't Poortaal, is ook Regeni
een ruime opgang naar de Kamer der Re-^n' genten, die, in 't jaar 1765, merkelyk, ver- araer* beterd en vergroot is. Zy is, zo wel als twee verdiepingen boven dezelve , voorwäards, naar de Plaats toe, over welke zy, met drie lichten, uitziet, uitgetimmerd; rondsom mee kaflen voorzien, en fierlyk befchooten, of gelambrifeerd: en van boven, koepelswyze, bepleifterd. De fchoorfteenmantel is, ge- heel naar de hedendaagfche wyze , opge- bouwd en verfierd: en by deeze vernieu- wing, zyn de regels van Vondelj VIII. Stuk. ßbb Ce*
|
||||
754 AMSTERDAMS ÜLDeeu
Schouw-, Gelukkig is het Land,
Daer 't kint zyn moer verbrant,
die, voormaals, voor den fchoorfteen plag-
ten te ftaan, weggeraakt. De oude afbeeld-, fels van Herakliet , Demokriet, Apollo , Merkuur en andere oude Godheden , die van de Kamer in Liefde bloei jende her- koraftig, en hier geplaatft waren, zyn 'er. ook niet meer. De vertrekken der twee verdiepingen boven deeze Kamer zyn, ten deele, tot gebruik voor de Regenten, ten deele, tot gebruik van den Kaflelein gefchikt. Schouw- Wyders, treedt men, uit het meergemel- plaats. <je Poortaal, regt uit, en opwaards, naar de Schouwplaats: te weeten, ten zuiden, naar de Staanplaats, ten noorden,naar den.My ten weften of in 't midden, naar de Loges, of Huisjes, gelykze Pels noemt (?«), en naar de verdere zitplaatfen. De grond der Schouwplaatfe, die 't ooftelyk gedeelte van 't gebouw beflaat, maakt een fraai gefchikt halfrond, en loopt, beneden,langzaam hel- lende , af, tot voor 't Tooneel; zo dat de agterften, die op de Staanplaats ftaan, ofiri den Bak zitten, bekwaamlyk,over devoor- ften heenen können zien. De Bak, van welken de Staanplaats, door een houten af- fchutfel, met yzeren pennen bezet, is af- gefcheiden, heeft tien banken, en twee hal- ven , ter wederzyde van 't Orchefire, of de Plaats der Muzikanten, die, in een vierkant, in 't midden van den Bak, tegen 't Tooneel aan,
(*} Houatius Divhtkunfl, II. ia.
|
||||
!
|
|||||
V. Boek. Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 75$
aan, zitten, en, behalve den Orcheflmneefier, Schoüi».'
thans, veertien in getal zyn, In 't halfrond BUR«» der Schouwplaatfe, zyn, wyders, twee ga- leryen, boven eikanderen. De benedenfte is verdeeld, in agt enkele, en twee duobele Lo- , ges, welken, uitgenomen de Regenten Loge, welke regt op hetTooneel ziet, en de Tour- Loge, ter linkerzyde van dezelve, die de Re- ' genten, by beurten, begeeven, doorgaands, verhuurd zyn; en in de zogenaamde veertien ftuivers-Plaats, in 't zuiden, die ook, nu en dan, wordt verhuurd , en drie agter ei- kanderen oploopende banken heeft. De Re- genten hebben, uit hunne Kamer, een' be- lt waamen toegang naar hunne Loge; en ook, door een langen gang, die, van agteren, langs de veertien duivers-Plaats omloopt, met een neergaande trap, naar agter hec Tooneel. In deezen gang, zyn eenige kas- fen tot berging van Speelgereedfchap: en ee- nige mindere Speelers zyn gewoon, zighierte kleeden. Boven den langen gang, is nog een gang of gaandery tot berging en bewaaring der Tooneelkleederen gefchikt. De tweede gale- ry, of zogenaamde tien-ftuivers-Plaats, is aan alle zyden van het halfrond bezet, in 't mid- den met vyf, en ter wederzyde met drie banken agter eikanderen, die, tot aan de zoldering toe, oploopen. De Schouwplaats is, beneden, langs de wanden, zeer net be- fchooten: de zoldering, fierlyk, geplatfon- neerd; en langs de Loges en veertien ftuivers- Plaats , hangen Spiegel- en Armblaakers» waarop kaarfen ontfteken worden. Êbba Het
|
|||||
y
|
|||||||
756* AMSTERDAMS III.Deel:
Schouw- Het Tooneel, welk de weftzyde van 't ge-
burg. bouw beflaatjis vyfvoet en twee duim ver- ïooneel. heeven boven de grond vlakte van den Bak. Op den voorgrond van het zelve, fïaan, aan elke zyde, twee fierlyke Korinthifche Kolommen, van agteren met Pilafters gedekt, en ftrekkende tot onderfteuning van èenen fraaijen boog, die den voorgrond van het Tooneel overwelft. Tuflchen de kolommen, ftaan de beelden van Melpomene en Tha- lia , van welken het eerfle inzonderheid uit- munt , in fraaiheid. Alles is van hout; doch de kolommen, met derzelver Pilafters , de kroonlyft, de boogen, de voetftukken der beelden zyn, als fterk gevlakt rood marmer, en de Bazementen, Kapiteelen en Beelden , als wit marmer, gefchilderd. Het Tooneel wordt, van vooren, agter den boog en de kolommen, geflooten door een gordyn, be- fchilderd, met het blazoen der vereenigde Oude Kamer en Nederduitfche Academie, zynde een' Byenkorf, omvlogten, meteen* bloeijenden Egelantier ; en met de zinne- beeldige tekens van den Koophandel en Zeevaart. Boven den Byenkorf, ftaat hefi woord Yver: en onder den zelven, twee regels van Vondel: De Byen fiorten bier het eêlfle dat ze lezen,
Om d' ouden flok te voên, en d ouderlooz& weezen. Voor 't gordyn, hangen vyf kroonen, op
ieder van welken, twaalf kaarfen ontfteken worden. Zy können, door middel van een even-
|
|||||||
V.Boek.Geb.jTOT nutt. Oef. GESCHIKT.757
even wigt, zeer gemakkelyk, opgehaald, en Schouw-
nedergelaaten worden. Het Tooneel zelf is burg. veriierd met veelerlei foor ten van zyd- en ttyzon- fchutfchermen, die, grootendeels, zo fraai d^re r°or* en kondig, naar de befte regels der Door- Tooneel- zigtkunde , befchilderd zyn , dat hst Am- fcher- fterdamfch Tooneel, in dit opzigt, geoor-men. deeld wordt , de voornaamfte fchouwtoo- neelen van Europa te overtreffen. De vier voorde zydfchermen ftaan fchuin, en in on- gelyke hoeken; de drie agterften(laanregt. Zy können allen, zeer gemakkelyk, bewoo- gen worden, loopende eiken zydfcherm op twee rollen, en de voorften, als de zwaar- den , in koperen uitgehoolde groeven, ga- Uijen genaamd. De fchutfchermen, die het Tooneel, vanagteren, fluiten, endeLugt- doeken, aan 't gewelf van boven, hangen allen in even wigt. De werktuigen, doormid- del van welken, de fchermen bewoogen wor- den , zyn, onlangs, merkelyk verbeterd, der- wyze, dat het Tooneel nu, in een oogenblik, van ter zyde en van agteren, veranderd kan worden van gedaante. De voornaamfte by* zondere tooneelen zyn denegen of tien vol- gende. De Oude Hof gaandery, verfïerd met Oude deuren ter wederzyde, en met oude Goden- Hofgaan* beelden, is, naar den trant van Le Potre,deïY* door den beroemden Lairejfe. gefchilderd. Zy beftaat , uit vier fchuins flaande fcher- men , aan elke zyde, en een' fchutfcherm, het einde der gaanderye vertoonende. Agter den derden zydfcherm, wordt, fomtyds, een fchutfcherm geplaatft, om een korter en ge- flooten vertrek te verbeelden. Men heeft Bbb 3 ook
|
||||||
\
|
||||||
...____Lr.
|
||||||
758 AMSTERDAMS tUMtt.
Schouw- ook een' troon, zo men meent, van dezelf-
8URG. de hand, die, in dit vertrek, geplaatft kan worden. Ook fielt men 'er, aan den twee- den fcherm, eene /llcove , den Troon van Fels genaamd, en gefchikt, om een Vor- ftelyk ïlaapvertrek, of Tent te verbeel- Nieuwe den. De nieuwe Hofzaal, door den konft- Hofzaal. j-yken Cornelis Iroofl, gefchilderd , beftaat, insgelyks, uit vier fchermen aan elke zyde, en uit twee fchutfchermen of agterftukken, een met eene poort van de Korinthifche or- de , en een met een' Troon. Alles is , met zinnebeelden , verfierd. Men kan deeze Zaal, ook, by den derden fcherm, affluiten, door een fchutdoek , waarop een fraaije fchoorfteen gefchilderd is; en de zydfcher- men, met groen gefchilderde paneelen, be- hangen ; wanneer zy eene zwierige heden- Nleuwfte daagfche Kamer vertoont. De Konftfchilder Hofzaal, Jacobus Buys heeft, onlangs , onder 't op- zigt van voornaame Konftkenners , eene Hofzaal gefchilderd, die, uit vier fchermen aan elke zyde, en verfcheiden' fchutfcher- men , beftaat. De Zaal is, naar de Korin- thifche orde, in den pragtigften fmaak der Ouden, opgebouwd, en, met Godenbeelden en anderen, verfierd. In 't midden der Zaa- le , vertoonen zig , ter wederzyde , twee dwarsgaanderyen , de eerfte, voor den derden, en de tweede agter den vierden fcherm , waarvan nog nimmer voorbeeld op het Tooneel gezien is. De wanden zyn van teder geel, gefleepen Oofterfch marmer; de fchagten der kolommen en de kroon- en andere Jyften van rood met wit gevlakt, en - de «
< , •
|
||||
'■
|
|||||
V.Boek. Geb., TOTNUTT. Oef. geschikt. 759
de kapiteelen en bazementen der kolommen, Schouw*
en de friezen en poften der deuren, van wit bur». marmer. De Italiaanfche Straat heeft, aan f^h', elke zyde, vier fchermen, die, met deftige fChe huizen, befchüderd zyn. Op den fchutfcherm, Straat, wordt eene grootfche marktplaats en pragtig gebouw vertoond. Het Bofch beftaat uit zeven fchermen aan elke zyde, die met wild gegroeid geboomte zyn befchüderd. Men gebruikt 'er, naar den eifch der Tooneelfpe- len, drie onderfcheiden fchutfchermen by. Het is, door Andries van der Groen, gefchil- derd, en gevolgd naar een ander, welk, zo my berigt is, keurlyk, door Chrifloffel Lu- benietski, gedaan was, en waarvan nog en- kele fchermen overgebleeven zyn. By het Bofch wordt, fomtyds, aan 't einde van het Tooneel, een berg vertoond, die zeer fier- lyk ftaat. Het Zonnehof, uit zeven fcher- Zonne- men aan elke zyde, en een' fchutfcherm be- hof. ftaande, is, voor het grootfle gedeelte, door den vermaarden Jacob de Wit, met wolken en andere ileraaden van den Sterrenhemel, uitmuntend fraai, gefchilderd. Men bedient ^er zig van, in Vondels Faëton, en in eenige andere Tooneelftukken. De TuinTüin. beftaat ook uit zeven fchermen aan elke zy- de , en twee fchutfchermen, naar vereifch der byzondere Spelen. De burgerlyke ofge-Burger- meene buurt, uit twee fchermen aan elke zy- lyke of de en een' fchutfcherm beftaande, is natuur- Seuieene lyk en fraai gefchilderd. De ouderwetfche of ouder- burgerlyke Kamer is , meent men , door de wetfche LaireJJls, gefchilderd, en altoos voor eeneof bur- der fraaifte vertooningen van den Schouw- U^eT * Bbb 4 burg |
|||||
^—
|
||||||||
76*0 AMSTERDAMS IILDeel;
Schouw- burg gehouden. Men heeft de wanden der-
Büro. zelve, voor eenige jaaren, overgewit, en 'er eenige andere veranderingen in gemaakt. Heden- Dö hedendaagfche Kamer beilaat, uit een of daagfct» twee fchutdoeken, en twee zydfchermen, Kamer. yan gewooniyk Kamerbehangfel gemaakt. De deuren en venfters in 't vertrek zyn, door Iroofl, gefchilderd. Wy fpreeken niet van de Poëetifihe Hel, die egter, van fom- migen, geroemd wordt: ook niet van de Kapel, die, met weinige verandering, tot een' Kerker wordt gemaakt, noch van eeni- ge andere fchermen, die, nu en dan, wor- den gebruikt; alzo dezelven van te weinig belang zyn, om byzonderlyk opgenoemd te worden. Konft- Men heeft, tot uitvoering van eenige Too- werktm- neejftukken , ook verfcheidenerlei Konft- ^Ttoo- vverktuigen noodig, waarvan de Schouwburg neel. rykelyk voorzien is. In den vloer van hec Tooneel, zyn een groot, en zes kleine Zink- luiken, door welken , men Perfoonen, tafels en andere dingen kan doen opkomen, en nederdaalen. Voorts, zyn 'er twee Wolken, eene groote en eene kleine, die, door mid- del van evenwigten, nedergelaaten en opge- haald worden, en zig, zeer natuurlyk, ope- nen en fluiten. Zy zyn fraai befchilderd, en dienen, om Goden, Engelen of andere Per- foonaadjen, van boven naar beneden , of van beneden naar boven te voeren. Men heeft ook verfcheidenerlei flag van Flieg* werken, dienende om perfoonen, gedrogten, wagens en andere dingen, over het Tooneel, en opwaardsennederwaards, tedoenbewee- gen>
|
||||||||
* . ......-■' -■ - ••■»:- riiiTlu.LOiai
|
||||||||
V.Boek. Geb., tot nutt. Oef. GESCHIKT.76Y
gen. De Zee, die zeer konflig gemaakt is, Schouw-
en zig, op eenen af fland, vertoont, als met burg. zagtelyk bruifchende golven af en aan- vloeijende , mag wel, onder de aartigfle Konflwerken van het Amflerdamfch Too* neel, geteld worden. De andere gereed- fchappen en huisraad, tot het Tooneel ver- eifcht, zyn te verfcheiden en te menigvul- dig , om byzonderlyk te können worden op- genoemd. In veelerlei foorten van koflbaare Kleede- en min koflbaare Kleederen, munt het'Am-ren. flerdamfch Tooneel, ongemeen, uit. Men kan 'er allerlei Standen, Landaart, zeden en gebruik, nieuw en oud, door gepafte klee- deren, uitbeelden, en de Regenten fpaaren, federt veele jaaren, geene koften, om, in dit opzigt, te voldoen aan den eifch der by- zondere Tooneelfpelen. Agter, ter wederzyde van, en boven het Vertrek-
Tooneel, en boven de Schouwplaats, zyn een ken en groot getal van vertrekken en zolders, ten zolders, dienflevan den Schouwburg, en tot gebruik ^\?\tet- der Tooneelfpeeleren. Ten noorden van het desaifen Tooneel, is eene ruime Bergplaats, het Pak- boven bttis genaamd, die ook, gedeeltelyk, tot eene het roo- Timmerloots gebruikt wordt. Ten wellen ^ovcn^de en ten zuiden, zyn, agter en bezyden het Schouw- Tooneel, een goed getal van Kleedkamer- plaaa. tjes gebouwd, daar de voornaamfle I-peelers en Speelflers zig, vrouwen en mannen af- zonderlyk, kleeden. Ook zyn 'er, in 't zui- den, boven, twee ingefloken vertrekken, daar de Danfers en Danf reffen zig kleeden. Boven het Tooneel, waar, voormaals,maar Bbb 5 ee-
|
||||
'
|
|||||
7Ö2 AMSTERDAMS in. Deel.
Schouw, eene groote zolder was, in afgefchooten ver-
süße, trekken verdeeld, zyn, in 't jaar 1765, nog twee zolders boven dezelve gebouwd , die ook, in byzondere vertrekken, verdeeld zyn. Boven de Schouwplaats, zyn ook drie ver- diepingen, boven eikanderen. Op dé be- nedenfte , heeft men eene Schilderzolder, daar de tooneelen en 't gene 'er meer noo- dig is gefchilderd worden. Wyders dienen deeze meefte zolders tot berging van den menigvuldigen huisraad en de verfcheide- nerlei noodwendigheden, die, in zeer vee- Ie Tooneelfpelen, te paffe komen. Beftie- De beftiering van den Schouwburg ftaat, nng van federt het einde der voorgaande eeuwe,aan Schouw- ^e Regenten van het Wees- en Oude-Man- burg, nen-Huis, die, gewoonlyk, op alle de Speel- door de dagen , op de Regenten - Kamer , in den Regen- Schouwburg, byeenkomen, en op het naar- het Wees-komen der Keuren, omtrent het fpeelen ge- en Oude- maakt, en op het bewaaren der goede or- Mannen- de in de Schouwplaatfe agtgeeven. Ook on« • s* derzoeken zy de fpelen, die hun, door de Tooneelfpeldigters, worden aangebooden , eer dezelveri ten tooneele worden gevoerd. Zy hebben Oófcroi, om, met uitfluiting van alle anderen , de goedgekeurde Tooneel- fpelen te doen drukken; doch ftaan het regt daar tóe , voor ieder Spel , af aan eenen Drukker naar hun welgevallen, met wien zy, deswege, vooraf, eene overeenkomfl aangaan. Men heeft den tegenwoordigen Drukker vergund, de Tooneelfpelen, die, óp de fpeeldagen, in den Schouwburg, be- geerd |
|||||
————
|
||||||
/
|
||||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 763
geerd worden, door iemant, voor zyne re- Schöuw-
kening, aldaar, te laaten verkoopen. Hy wrg. drukt ook de Biljetten, waarby bekend ge* maakt wordt, wat men fpeelen zai. Zy wor- den , aan de twee Godshuizen, aan 't Stadhuis, aan de Beurs, aan de Koorenmarkt ,aan de Hoofdpoorten der Stad, en, op verfcheiden' andere Plaatfen, aangeplakt, waartoe de Re- genten twee aanplakkers hebben aangefleld. De Regenten verkiezen, wyders, de Speelers en Speelflers, Danfers , Danfereflen , Mu- zikanten, Zangers en ZangerefTen: elk be- loonende , naar zyne of haare bekwaam- heid , en naar den dienft, dien 'er de Schouw- burg van trekt. Men beloont hen, ge- meenlyk , by ieder Spel, verbindende de Regenten zig, dat 'er ten minfle negentig Spelen, in ieder Saizoen, welk in 't eerft van Auguflus begint, en in 't eerfl van May eindigt, zullen vertoond worden. De twee Adftflenten der Regenten, die, voor- maals, ook Directeurs en toeziende Regen* ten plagten genoemd te worden ; de Kas- telein, de Tooneelmeefler, de Baletmees- ter, de Orcheftremeefter, en alle de min- dere bedienden van den Schouwburg wor- den, door de Regenten, aangefleld. Doch, onder de Regenten der twee Godshuizen, is het werk van denSchouwburg, gemeenlyk, in zulker voege verdeeld, dat twee Regenten van het Weeshuis en een Regent van het Oude - Mannen - Huis , tot Bouwmeeflers, gefteld zyn , en twee ^Regenten van het Weeshuis, en een van het Oude - Mannen- |
||||||
764 AMSTERDAMS III.DEEt.
Schouw- Huis het opzigt hebben over het Tooneel,
«URO. en het gene , daartoe , byzonderlyk , be- hoort. Adfiften- De Adfißenten zyn, voor 't eerft, in 't ten. jaar 1699 ,'op lafl van Burgemeeftercn, aan- gefteld, om de Regenten, in 't oordeelen over de Spelen, en in 't gantfche beftier der Schouwburgs, behulpzaam te zyn. Zy ge- nieten ieder , tegenwoordig , eene wedde van vyf honderd guldens, in 't jaar. Kade- j)e j[aßeiein van den Schouwburg, waar- toe , reeds meer dan eens, een der bekwaam-
fte Acteuren of Speeleren verkooren is , neemt de Kamer der Regenten waar, wan- neer dezelven vergaderd zyn, of draagt zorg, dat zulks, door iemant, in zyne plaatfe, ge- fchiede. Wyders, verhuurt hy de Plaatfen, die, voor de Speeltyden , befproken wor- den; hy doet de Schouwplaats, het Too- neel , de Regenten - Kamer , en de andere vertrekken van den Schouwburg fchoon hou- den , en geeft agt op het vuur en Jicht, welk, onder 't fpeelen, of by andere gelegenhe- den , gebruikt wordt. Hy heeft het oog over de Timmerluiden en andere arbeiders aan den Schouwburg, en houdt boek van derzelver verdiende loonen. Voor deezen dienft is hem, boven vrye wooning in den Schouwburg , ook vuur , licht en andere voordeelen toegelegd. Tooneel- De Tooneelmeefler, ook , gemeenlyk of meefter. altoos, een Acleur, bezorgt, tegen eiken Speeltyd , dat de kleederen en de andere vereifchte toeflel in gereedheid zyn, Hy draagt
|
|||||
--"n&nMAMtrt-' 1
|
|||||
V.BoEK.GeB. , TOTNUTT. OeF. GESCHIKT.765
draagt ook zorg, dat de Speelers en Speel- schouw-
fters het Reglement, door de Regenten , burg. voor hun gemaakt, naarkomen, en houdt aantekening van de boeten, op het overtree- den van het zelve vallende. Hy deelt, op laft der Regenten, de rollen uit, en geeft, aan de Speelers en Speelfters, by tyds, ken- nis van 't gene 'er vertoond zal worden, op dat zy zig daartoe zouden können bereiden. Voorts, bezorgt hy de kleederen, toonee- len, konftwerken en allen anderen toeflel, die tot elk fpel vereifcht worden. Zyn werk is ook, na't afloopen van het eerlte ïpel, aan te kondigen, wat 'er, ten volgenden Speel- dage, vertoond zal worden. De Baletmeefier ontwerpt en regelt, op Batet«
gelyke wyze, de Baletten en Danfen. Ook meefter* bedient men zig van hem, om de aankomen- de Speelers en Speelflers eene goede hou- ding te leeren. Beide genietenze, voor hun- nen dienft, eene jaarlykfche wedde. De Orcheflremeefler, aan wien, insgelyks, Orcheft«.
eeiie jaarlykfche wedde toegelegd is, heeft Je'nees" het opzigt over de Muzikanten van den Schouwburg, en fchikt en verdeelt de Mu- zykftukken. Wyders, is 'er een Opzigter over de Mee- Opzigtes-
deren der Mannen, die de vereifchce kleede- eP °P~ ren aan de mannen uitdeelt, en zorg draagt, Z1^etft"e dat dezelven, na 't fpeelen, behoorlyk, ge- kleede- veegd en geborgen worden. Van gelyken, ren. is 'er eene Opzigtßer over de kleederen der*?'l"d(iIt vrouwen. De Schouwburg heeft twee Per- ,£! foonen in geduurigen dienft , die de man- den helpen kleeden. Vier Kkedßers bewy- zen
|
|||||
'
|
|||||
i
|
|||||
»
766 AMSTERDAMS IïI.Dee&,
Schouw- zen den zelfden dienfl: aan de vrouwen.
burg. Voormaals, plagt men eenen MeefterKleê-
renmaaker in den Schouwburg te.hebben, die de nieuwe kleederen maakte. Doch, tegenwoordig , worden zy , buitens huis r gemaakt. Nog is 'er een Barbier, om de Speelers te fcheeren , eer zy ten tooneele verfchynen; een Paruikenmaaker, om hunne paruiken op te maaken en te fchikken, en een Coè'ffeur of Kapper der Speelfters. Tot het zetten en verzetten der Tooneelfcher- men , het fchikken der konft- en vliegwer- ken , en het maaken van vuurwerken voor het Tooneel, is een Machinift aangefleld, die eenige Timmerluiden onder zig heeft. Men voege hierby den Soufleur of Boek' houder, die, van ter zyde het Tooneel,den Speeleren en Speelfteren, wanneer zy meer of min haperen, hunne rollen herinnert. Wy fpreeken niet van den Kaarfenfnuiter en van eenige andere mindere Bedienden van den Schouwburg. Tot den ontvangft van 't gene , voor
den ingang in den Schouwburg, betaald wordt, en tot het uitgeeven der vereifchte Loodjes, zyn twee ('ntvangers gefield, en t negen Perfoonen zyn , in de voorpoorte , aan den Bak , en voor den opgang naar boven , verdeeld , om de Loodjes weder- om in te vorderen, en de aanfchoiiwers te laaten gaan, daar zy behooren. De Lood- jes , van welken wy fpreeken , zyn van Hevig bordpapier gemaakt; aan de ééne zy- de met den Byenkorf, het Blazoen van den Schouwburg, beftempeld, en aan de ande- |
|||||
V.Boek.Geb., tot nutt. Oef. geschikt.7ö*7
re, door een' der Regenten, getekend. In elk Schouw*.
faizoen, worden zy van verwe veranderd, en burg, fomtyds ook van gedaante. Sedert eenige jaaren, hebben de Regen-
ten den Tooneelfpeeleren verlof gegeven, om, na 't eindigen van elk faizoen, twee of drie Spelen, ten hunnen voordeele, op den Schouwburg , te vértoonen. 't Gene hiervan komt wordt onder hen verdeeld, naar evenredigheid van elks gewoonlyk dag- geld, zonder in aanmerking te neemen 't ge- ne, aan fommigen, daarenboven, tot eene erkentenis, toegelegd is. Somtyds, zyn de Tooneelfpeelers ook , door de Regenten, plegtiglyk onthaald, en befchonken, en, on- der anderen, ter gelegenheid der vieringe van het Eeuwgetyde der Stigtinge van den tegenwoordigen Schouwburg,met een ver- haal waarvan wy de befchryving van den Schouwburg befluiten zullen. Tegen den zevenden January des jaars Viering
1738, toen 't vier dagen over de honderd Y.an heC jaaren geleeden zou zyn, dat de Schouw- tyde^r* burg was ingewyd, werden de Schout, Bur- Stigtinge gemeefteren, Schepenen, Raaden, Commis-van den farifTen, PenfionarhTen en SecretarifTen, met buï^in't derzelver vrouwen, midsgaders, de Regenten jaar 1738, en RegentefTen der twee Godshuizen, de twee Adfiftenten, de Poëeten, en eenig weinig an- der gezelfchap, ter keuze van de Regenten, uit derzelver naam, in den Schouwburg geno- digd. Alles was , vooraf, geregeld , om het aanzienlyk gezelfchap te ontvangen, naar behooren. De koetfen werden, op deWes- ter-
|
||||||
;;"ï. • -I ,
4 - '
|
||||||
768 AMSTERDAMS IH.Diïfcr;
Schouw- termarkt, en van daar, langs de Keizers- en
burg. Prinfengraften, door twee Onderfchouten , in orde gefchaard. Voor, en binnen de Voorpoort des Schouwburgs, tot op en o- ver de Plaats, ftondt een Adjudant, die vier Serjanten onder zig hadt, aan 't hoofd van vier en vyftig Soldaaten, van twee Trom- flaagers verzeld. De Schout en regeerende Burgemeefteren, treedende door een dubbel gelid Soldaaten, die 't geweer prefenteerden, terwyl de trom geroerd werdt; werden, pas binnen de eerfte poort, ontvangen door twee Regenten. De regeerende Schepenen, die door een enkel gelid Soldaaten traden, wel' ken 't geweer by de voet hielden, zonder dat de trom geroerd werdt, werden aan de tweede Voorpoort ontvangen. De Oud-Bur- gemeefteren , Oud - Schepenen en Raaden traden, alleenlyk, door de Wagt, die aan de Voorpoort ftondt, en werden, binnen de tweede Poort, ontvangen. De Schout en regeerende Burgemeefteren werden geplaatfl in den Bak, op de zevende bank, van waar men 't befte gezigt op het Tooneel heeft: de regeerende Schepenen , op de zesde ,• de Oud - Burgemeefteren, op de agtfte; de Oud- Schepenen en Raaden, op de vierde, vyf- de, negende en tiende. Op de Staanplaats, vanwaar het Tooneel zig zeer voordeelig vertoont, waren ook banken geftcld , met groen laken bekleed, op welken, de Com- milTarhTen en SecretarhTen zaten. De Re- genten der twee Godshuizen zaten, in hun- ne gewoonlyke Loge, en, hier en daar, in de
|
||||||
VvBoek. Geb., totnütt. Oef. géschiKt.7<5p
de anderen, waar ook hun verder genodigd Schouw-
gezelfchap geplaatft was: de Regenteffen burg. der Godshuizen zaten in de dubbele Loge. De twee Adfiftenten der Regenten plaats- ften zig, in de linker hoek - Loge. De Poeeten zaten op de veertien - Huivers* Plaats. Voor de knegts, die 't gezelfchap medebragt, was de tien-ftuivers-Plaats ge- fchikt. Men fpeelde, op den gewoonlyken tyd, een Tooneelfpel van den Digter Jan de Marre, toen ook Adfiftent der Re- genten , ter deezer gelegenheid, famenge- field, en genaamd Eeuwgetyde tian den Amfier* damfchen Schouwburg: waarna men eenTreur- fpel van Pieter Langendyk, genaamd Julius Cezar en Cato, volgen liet. Het eerfte werdt, federt, nog zeftien maaien, in 't openbaar, vertoond. Onder 't fpeelen , en tuffchen de bedryven, werden aan 't aanzienlyk ge- zelfchap allerlei ververfchingen aangeboo- den. Alles liep af in de uiterfte orde. Men muntte, federt, gedenkpenningen, ter ge- dagteniffe van het Feefl: de Regenten onthaalden de Tooneelfpeelers, treffelyk , in den Schouwburg, op het Tooneel, en deeden elk hunner eene vereering. Vyf en twintig jaaren laater, in 't jaar 1763, is, doch met minder omflag en luider, de gedagtenis der opregtiiige van den Schouw- burg nog eens vernieuwd, en, ter dier gele- genheid , vertoond een ftukje van den zinne- lyken Digter Lucas Pater, genaamd de Juichende Schouwburg. VIII. Stuk. Ccc XL
|
||||
770 AMSTERDAM IILDee!,
XI.
TEKEN-SCHOOL,
Gelegen- T*\e Schilder- en Tekenkonft is, te Am-
heid tot \_J flerdam, in de zefliende, en ïnzon-* de op- derheïd in de zeventiende eeuwe, ilerk ge- een«15 ocfend > zonder dat 'er eene openbaare Plaats, Teken- van Stads wege, gefchikt was, om de gron- ScHooLE.den deezer konften, aan jonge liefhebbers, te onderwyzen. Voornaame Schilders, ge- lyk Barend Graat en Gerard de LaireJJe, hiel- den , alleenlyk, tot in 't laatft der voorgaan- |
|||||||||||||||
..*-?*?■
|
de, en in 't begin deezer eeuwe, byeen-
|
||||||||||||||
komften aan hunne huizen, waar, onder an-
deren , naar 't naakte leeven, getekend werdt (»). Doch Graat overleedt, in 't jaar 1709, en Laireflè, in 't jaar 1711; waarna deeze Tekenfchoolen vervielen. De beroemde Te- kenaar Jan Wandelaar , aanfpannende met eenige andere Konftenaars en Liefhebbers, nam het werk, eenige jaaren laater, we- derom by der hand, in een byzonder huis (o\ Doch op het einde des jaars 1718, ver- wierf zyn gezelfchap verlof van Burgemees- teren en Kolonellen, om zig te mogen be- dienen van een vertrek op de Leidfche Poort, boven de Corps de Guar de of het Wagthuis der Soldaaten, alwaar Wandelaar , Michiel Elgersma, Jan Maurits Quinkbard, Louis Fabricius du Bourg, Hendrik van Cuycbemen an-
(n) HOUBRAKEN II. Deel, bl. 2oj. UI. Deel, bl. J2J«
(i) VAN GOQL II, Deel, bU X73- |
|||||||||||||||
x.____—________ ir—HHIMiH- 1 1 -ii
|
|||||||||||||||
«
|
|||||||
V. Boek. Geb.,totnutt.Oep. GEscHiKT.771
anderen eene Academie of School^ Teken-
Tekenkonst opregteden. Hier werdt, School. eenige jaaren agtereen, naar 't naakte leeven, getekend. Doch deeze School, fchoon 'er de vermaarde Bernard Picard en Jacob de Wit, eenigen tyd, de hand aan hielden, geraakte ook, eerlang, in verval. Eenigen der opregte- ren en anderen deeden, in 't jaar 1743, eenige poogingen , omze te doen herflellen; en 'er eene gelegener plaats toe te verkrygen bo- ven de Beurs, waar, voormaals, de Laken- Vent-hal plagt te zyn. Doch deeze poogin- gen vielen vrugteloos uit. In 't jaar 1758, hebben egter eenige Konftoefenaars en Lief- hebbers de Tekenfchool, op nieuws, opge- regt, op de voorige Plaats, boven de Leid- fche Poort, alwaar nu wederom, gelyk voor- maals , naar 't naakte leeven, getekend wordt, 't Genootfchap deezer Konflenaaren en Lief- hebberen heeft zelfs, onlangs, een Regle- ment voor de Directeurs of Beftierders der Teken-Academie, en voor de Stellers van't Model of voorwerp , waarnaar getekend wordt; en een ander, voor de Leden in 't gemeen , ontworpen ; welke twee Regle- menten, op den twintigften December des jaars 1765, door Burgemeefteren, zyn goed- gekeurd, mids de Tekenfchool bleeve on- der 't opzigt van den Heere Burgemeefter Jonas Witsen (p) , voornaam' kenner en begunftiger der konft , die aan 't Ge- nootfchap de eer gedaan heeft, van zig, tot
(p) Vit het Apoftil van Burgemeefteren tf htt Requeft
iet Directeuren vao de Teken Academie, Ccc 2
|
|||||||
■
|
|||||
77t AMSTERDAMS III.Der£.
Tiken- tot Hoofd-Direfteur ovet het zelve, te laa-
SCHooL. ten verkiezen. Befchr7- 't Vertrek, waar de Teken-Academie ge-
ving van't houden wordt, en voor welk, een kleinver- daarwe' tre^je voor ^e Directeurs en Stellers afge- gefchikt. fchooten is, ziet, met twee lichten, uit over 't Leidfche Plein. In het zelve, ftaan, in een halfrond, twee ryen banken boven eikande- ren , op welken, de Tekenaars plaats neemen. Tegen over dezelven, wordt het naakt Model of Voorwerp , omtrent een voet van den grond verheeven, gefield, voor een kagchel, die, tegen dat de Konfloefenaars byeenko- men, geftookt wordt. Voor, boven 't Model, hangt eene groote lamp, met twintig zwaare pitten, waardoor 't Model en 'tgantfche ver- trek , genoegzaam, verlicht wordt. Voorts, zyn 'er,langs de wanden, eenige pleifter- en andere beelden geptaatfl, tot oefening voor jonge en aankomende Leden. Beftier- 't Genootfchap vergadert, van den eerften ders en O&ober tot den laatften Maart, tweemaal ter Leden. wee^e j des Woensdags en des Saturdags, van vyf tot agt uuren des avonds. Onder de Le- den, die thans een getal van tufTchen de dertig en veertig uitmaaken, zyn zes Direc- teurs en Stellers van 't Model, en eenige honoraire Leden , welke laatften wel, ne- vens de eerften, in de koften der Acade- mie draagen; doch niet tekenen. De overige Leden zyn, in drie ClaJJen of foorten, naar hunne bekwaamheid, onderfcheiden. De drie oudfteDirecteurs zyn, ieder eene maandag- tereen, Prefident. De drie jongften dienen, by beurten of onderlinge fchikking, als Secre- ta-
|
|||||
V.Boek. Geb., totnutt. Oef. geschikt.773
taris. 't Model wordt, door alle de Directeurs, Teken-
en door eenigen uit de Leden, by beurten, ge- School. fteld; en, gemeenlyk twee reizen agtereen, in den zelfden (tand. Aan zulken, die, in ieder ClafTe, 't beft naar 't naakte leeven getekend hebben, worden, jaarlyks, drie pryzen uit- gedeeld van verfehillende waarde ; doch , met eikanderen, ten minfte honderd guldens beloopende. Zy worden, door de drie oud- fte Directeurs, voor drie vierde , en door de drie jongden, voor een vierde, bekoftigd. De Directeurs, aan welken alleen flaat te oordeelen, wie de pryzen verdiend hebben, mogen zelven niet naar de pryzen tekenen. Zulks gefchiedt, alleenlyk, door zulke Stellers, die geene Directeurs zyn, en door de overi- ge Leden. Die den prys, in eene der twee v laagfte ClafTen, behaald heeft, gaat, ter- ftond daarna, tot eene hoogere ClafTe over. De kollen, tot onderhoud der Academie ver- eifcht, worden, door een der Leden, als CommhTaris, ontvangen, en jaarlyks verant- woord: de boeten, die, by verfcheiden'ge- legenheden, verbeurd worden, worden, door den jongden Directeur, ingevorderd. Die tot een Lid begeert te worden aangenomen, moet ten minfte vyftien jaaren oud zyn, en eenig blyk van bekwaamheid om naar 't lee- ven te tekenen, aan de Directeuren, gee- ven können. De tegenwoordige Directeurs der Tekenfchoole zyn Jacobus Buys, Cor* nelis Ploos van Amßel Jacobs Cornelisz., Ja* cob Ottert Husly, Pieter Louw, Anthony Zie* fem? en Reinier Vinkeles. Ccc 3 JUl
|
||||
774 AMSTERDAMS IILDeel.
XII.
MANEGES,
of RYSCHOOLEN.
In "de voorgaande eeuwe, flondt 'er ee-
ne Ryfchool, aan het eerfle Bolwerk be weiten de Blaauwe Brug, naar de tegen- woordige gelegenheid der Stad, ten einde van de Amftelftraat, aan de zuidzyde. Men noemdeze toen de Piqueur - Plaats, gelyk , uit de Kaart van Balthazar Floris- zoon, te zien is. Doch deeze Plaats is, ter gelegenheid van de jongfte vergrootinge der Stad , binnen de Utrechtfche Poort o- vergebragt, daar zy, eenige jaaren, in liand gebleeven is. De Loots, die tot dezelve behoorde, is, eindelyk, zo my berigt wordt, verplaatft, buiten de Muider- Poort, aan den Outewaaler weg, daar zy nog (laat. Doch, federt, zyn 'er vier andere Maneges of Ryschoolen gebouwd. In 't jaar 1726, werdt, aan de noordzydeder
Amflelflraat; dochdigter a^n de Botermarkt, eene nieuwe Ryfchool opgeregt, in een' rui- men Paardenftal , die, van binnen, geheellyk, uitgebroken werdt. Zy is omtrent twee en tagtig voet lang, en dertig voet breed. De paarden, ruim vyftig in getal, worden, in eenige hokken, aan en in eene flalling, tegen over de Ryfchool, aan de zuidzyde der Am- ftelftraat, geplaatfl. De Piqueur of Ry- meefter, Piettr van Bom, onderwyfl de konft van
|
||||
V.Boek.Geb., tot nutt. Oef. geschikt. 775*
van te paard te ryden, in deeze Ryfchool. Manucsi
In 't jaar 1744., werdt, op koften van of Ry-
zes voornaame Heeren , Salomon Deciel,SCH00' Bruno van der DuJJen, Cornelis Munter, Je» **EN* remias van der Meer, Hendrik Bicker en Fol- kert Botb , een veel grooter en aanzienly- ker fteenen gebouw opgeregt, en tot ee- ne Ryfchool gefchikt , ten einde van de Leidfche graft, aan de fchans, nevens en voor den Stads - Metfeltuin. Zy werdt, voor 'c eerft, verhuurd aan den Piqueur Jan Fr e- drik Schröder, die den eerften fteen aan 't gebouw gelegd hadt. Thans heeftze Cor- nelis Chrißiaan Caspar Gregeer in huur. 't Beneden - vertrek, tot de Ryfchoole ge- fchikt , is een honderd vier en zeflig en eén half voet lang, en vier en vyftig voet breed. Ten einde der Ryfchoole, is eene Balcon- kamer gebouwd, uit welke, de Vrouwen het ryden, en drillen der paarden aanfchouwen können. De ftalling, die voor zeftig paar- den is gefchikt, is agt en veertig voet in 't vierkant groot. De wooning van den Pi- queur , een hooger gebouw, agter de Ry- fchoole, beftaat uit vyf bekwaame vertrek- ken. Boven dezelve, is eene ruime zaal, alwaar, des winters, gemeenlyk , eens of tweemaal ter weeke, een Concert van Zangr en Speelkonftenaars en konflenaareffen ge^ geven wordt. Onder de wooning van den Piqueur, legt een regenbak, die tweedui- zend ton waters houdt. Een derde Manege of Ryfchool, zynde
eene groote ftevige houten Loots, op ee- Ccc 4 *en
|
||||
.
|
|||||
776 AMSTERDAMS IILDeel.
Maneges nen fteenen voet, is, in 't jaar 1761, voor
of Ry- den Piqueur Simon Jordan Keizer , opge- scHoo- regt ^ 0p ^gj. vVeesper-veld. Ter wederzy- de van den ingang, is eene ftalling voor zes paarden, boven welke , de wooning voor den Piqueur is, en een Balcon , uit- ziende in de eigenlyke Ryfcljool, die om- trent vier en tagtig voet lang; twee en veer- tig voet breed, en, aan drie zyden , van lichten voorzien is. Hier agter, legt eene ruime open Plaats, ten einde van welke, eene ftalling voor veertig paarden getim* merd is. De vierde Manege hier ter Stede is , in
*t jaar 1764 , op koften van verfcheiden* Liefhebbers, en onder opzigt der Heeren Jofeph Fernandes Nunes, Nicolaas de Veeren Johannes Lublink de Jonge , voor den Pi- queur Andries Hardt, geheel van fteen ge- bouwd , in de Utreehtfche dwarsftraat, aan de zuidzyde, by de Reguliersgraft. Zy is negentig voet lang, en vier en dertig voet breed. De ftalling nevens dezelve is voor negentien paarden gefchikt. Hierby is de wooning voor den Piqueur. Wyders, zyn alle de Ryfchoolen voorzien van de ver- eifchte hooi-, ftroo- en haverzqlders. Jon- ge luiden worden , in deeze Ryfchoolen, dagelyks, in 't beryden, drillen en bedwjnr gen van paarden geoefend, i
|
|||||
■ ,
|
|||||
V.BoEK. Geb., tot nutt. Oef. GEscHiKT.777
XIII.
DRILSCHOOL. Het aanneemen van eenen Stads Drilmees- Befchry-
ter, om de Burgery te onderwyzen , Jin6 v*n in de behandeling der wapenen, is hier, al QMh. in 't begin der zeftiende eeuwe, of eerder, school. in gebruik geweeft. Immers, ik vind, dat Burgemeefteren, met goedkeuring van 't Ge- regt , hiertoe, op den zeventienden January des jaars 1518, hebben aangenomen Caspar Beyerßoffer, op eene wedde van vyftig gul- dens 's jaars en vrye wooning, te weeten V zuderhuys op douwe zyds fluyfe (4). In de zeventiende eeuwe, waren 'er twee Drilmees- ters, voor welken , in 't jaar 1655 ■> eene Inftruclie werdt opgefteld (r). Zy hielden toen nog hunne Oefenplaats in de Scherm- fchoolen , van welken wy , terftond , fpree- ken zullen. Doch na 't vergrooten der Beurs, werdt hun gelegenheid gegeven, om de Schut- ters deezer Stede aldaar, des Zomers, in de behandeling van 't geweer; in het trekken en wenden, by heele of deelen van Vende- len , en in 't gene meer tot den Wapenhandel behoort, te onderwyzen: waartoe thans drie Drilmeefters aangefteld zyn. Het exerceeren of drillen op de Beurs gefchiedt, alle nade- middagen, uitgenomen des Zondags, van den zeven en twintigften May tot aan Amfterdam- fche Kermis, geduurende welke oefening, de Jkurs
(q) Groot-Memor. N. I f. zj* verfo.
(ï) Gioot Mcmor. N. IV. f, 67 verf», Ccc 5
|
|||||
'
|
||||||||||
■
|
||||||||||
778 AMSTERDAMS ÜLDeel,
Scherm- Beurs geflooten wordt ( f). Eenige Burger-
scHooL. Compagnien worden ook, des Zomers, ten overftaan van eenen Drilmeefter, in de be- handeling der wapenen geoefend, op een ge- deelte van de Offenmarkt, by de Utrechtfche Poort, het Slagveld genaamd, alwaar, onder anderen, met los kruid gevuurd wordt. |
||||||||||
XIV.
SCHERMSCHOOL
|
||||||||||
Befchry- *\/(y is niet klaarlyk gebleeken, waar de
ving van IVl oudfte Schermschool hier ter Ste- de Stads (je gehouden werdt. In 't jaar 1586, befloot fcHooL1 de Vroedfchap dezelve te houden in de Kerk van 't Prinfen-hof (f), voormaals 't Cecilien- Kloofter. Doch ik weet niet, of zulks gefchied zy. Weinige jaaren laater, hieldt menze, bor ven'tS. Margareeten-Kerkje in de Nes, nu de kleine Vleefchhal (u). In laater' tyd, fchynt- ze ook boven de Waage op den Dam, en in de Voetboogsdoele, op den Singel, te zyn gehouden (u). Doch in 't jaar 1650, werdt 'er eene plaats toe afgezonderd aan de binnen- barmte van den Stads wal, fen einde van de Prinfengraft, toen, hier ter plaatfe, de Turf- markt. De Schermfchool bleef hier, tot in 't jaar 1686,wanneer zy, tot eene nieuwe Wal- fche of Franfche Kerk, vertimmerd werdt (» Sedert, werdt zy verplaatft in een afgefchoo- ten vertrek boven de weiielyke gaandery van de
(s) Handv. hl. 170.
(t) Refol. Vroedfch. N. f, i* Aug, IJ8«.
(u) PONTANUS Libr. lf. Cap. XVI. f. 118.
(v) DOM8EL/VER IV. Doek^, i/214. COMMELIN, bl, 667.
(w) Refol, Vïoedfch. L*. K, ziDec. Hts. f. }u
|
||||||||||
f
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 779
de Beurs, daar zy, nog tegenwoordig, ge-Dooi.»
houden wordt. De Liefhebbers worden hier, hof. dagelyks, van 's morgens ten tien, tot 's nade- middags ten twee uuren, in het fchermen en de verdere behandeling van het zydgeweer ge- oefend, door den Stads Schermmsefler, die, door Burgemeefteren, wordt aangeileld (#), en eenen knegt onder zig heeft. Met verlof van Burgemeefteren was, hier,
op den Nieuwe-zyds-Agterburgwal, aan de weftzyde, milchen de korte Gafthuis-molen- en Heifteegen, in 't jaar 1663, eene Kaatsbaan ge- timmerd (y), die, voor weinige jaaren, te niet gegaan en afgebroken is, zynde, in derzelver plaats, een hegt Pakhuis gezet , welk nog de Kaatsbaan heet. Ten einde van den Sin- gel , aan de ooftzyde, by den Reguliers-Too- ren , plagt ook eene Kaatsbaan te zyn (%). XV.
DOOLHOF.
Men plagt, in deeze Stad, drie Doolhoven Refchry-
te hebben, een op dePrinfengraft, opving van den zuiderhoek van de Looijersgraft, het Oude ne^ Doolhof genaamd; een op de Roozengraft aan DooV" de zuidzyde, tuflchen de twee laatfte bruggen, en een op de Weesperftraat, tufïchen de Hee- ren- en Keizersgraft (V). Het eerfte is alleen in wezen, en nog, gelyk van ouds, geplaatft, aan of naaft eene herberg, op welker Agterplaats, het Dool-
(x) Groot« Me mor. N. IV. ƒ. g+ verf»,
(y) Groor-Memor. N. V. ƒ. uj. (k.) f. von zesf.n, bl. jJ+. (a) Zit M. FOKKENS bl. 300, 30z, 307. & Sem. bnil.
d'Arnfteid. f. »40 &fuiv. |
||||
■ ■ ■ ■ ■ ' ■----------------
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7$o AMSTERDAMS ÜLDeel.
Dool- Doolhof geplant is. Voor het Doolhof, ftaat
ho?. een Fontein, en, in een vertrek nevens dePlaats, is een Poppenfpel te zien , waarin de Amfter- damfche Jeugd en veele nieuwsgierige vreem- delingen zig, des zomers dagelyks, en, op ande- re tyden, twee- of driemaal ter weeke, komen vermaaken. Het maaken van Fontein- en andere waterwerken in herbergen, zo wel als het fpee« len op raduyfen offtonneelen, in en voor dezel- ven, 't welk, in de voorgaande eeuwe, hier plagt te gefchieden , om volk aan te lokken, is, reeds by eene Keure van den agt en twin- tigften April des jaars 1629, verbooden ge* weeft (£); doch wordt, in het oude Dool- hof, oogluikende, gedoogd. Ik heb ergens gemeld gevonden, dat David Lingelbach, die yerfcheiden' Treur- en Blyfpelen gedigt heeft, ftigter der Doolhoven, hier ter Stede, ge* weeft is (V). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Boek. Geb. , tot nutt. Oef. geschikt. 781
B Y L A A G E byla»oï
L«. A.
op het III. Deel, V. Boek.
1/. A.
Testament van Katryn Wouter Dobbens
soons Dogter , gedagtekend den 6 Maart 1555* In den name des Heeren Amen. in den jareder
geboorte des felven onfes Heeren, vyftien honderdvyfenvyftig inder veertienfter indictie, opten feiten dag van de Maand Martius, impe- reerende de Grootm: heere Carolus, byder godlyke voorfigrigheyd Keyfere Etc: Is gecompareerd in Prefentie van my No-
taris publiek, ende vanden getuygen hier on- der genaemt d'eerbare perfoone Katryn Wou- ter Dobbenfoons Dogcer, my Not', bekend inwonende poorterfche der fteede Amftelre- damme, by der gratie gods van Lichame ge- fond, gaende ende ftaende, baer verftand wel hebbende, alft clairlyk fcheen, dewelke over- merkende die feekerheyd des Doods , en de d'onfeekerheyd der uure van dien, begeeren- de dien te voircoomen mie hoere dispofitie Teftamentair, heeft in allen beteren formen, wegen ende Manieren, foe fy dat vaftelykft doet, omme feekere reedenen, hoeren moet ende confeientie foe fy feydemoveerende,ge- maaót ende geordonneerd haaren Teftamente ende vanden goeden die fy mitter Dood fa! omruymengedisponneerd,in maniere hier naar verclaart. Ende Eerft beveelende haare fiele gode ge-
benedyt ende haar Lichaam der gewyde aarde. Revoceerde de voorf: Teftatrice alle fuiken
Tes-
|
||||
■ ™
|
|||||
78(2 AMSTERDAMS III.Deel.
Bylaase Teftaraenien ofte Dispofitien van uterfte wil-
H, A. le a^s *V voor datum van deefen gepafleert mach hebben, uytgefeyt feekere verclaringe Tefta- mentair by haar den 2ceJuly 1549, gedaan voor meefter pieter Vloits Notaris publiek ende fee- kere getuygen, beroerende Hillebrantjen Hille- brantsfuyten Hagen dogter, daar by fy Tefta- terffe als nog perfifteerde, ende begeerde de felve verclannge agtervolgd te werden. Item legateerde de voorß Teftaterfle, als fy
legateert ende befpreekt mits deefen, die fom- ine van fesendertig Karolusguldens fiaars telos- fen den pennink agtien uyt haren gereedften goe- den, tot onderhoud van fchamele ftudenten in- der Univerfiteyt van Leuven dog met fuiken Conditien dat hier toe niemand fal moogen ge- prefenteerd werden dan weelende van haar bloed foe langhe daar iemant van haaren bloede dat begeert, ende die es defer fteeden poorter, oft ten minde uyt deefen Lande van Holland niet hebbende twee en dertig guldens fiaars: daar of die prefentatie doen füllen doufte Kerkm". en- de d'oudfte Huysfittenmeefters van d'oude Pa- rochie Kerke deefer voorfleyder fteede inder- tyd, ende dat die ftudenten hier toe geprefen- teerd weefende , gehouden füllen werden te ftudeeren in Artitius , ofte in der Theologien fulcxs haar Manieren aanftellende dat men ap- parentelyk van henluyden eenig profyt inder Kerke verbeyden mag, ende indien de voorf; collateurs ofte prefentanten, by brieven ofte anders, voor den geprefenteerden een beurs in t* Collegio Tbeologorum begeeren ende ver« krygen, foo fallen fy de helft van de voorf: fes en dertig guldens fiaars geeven den voorf: Collegie tot profyt van den gemeenen bur- falen foe verre die vercreegen beurs perfett is, ofte anders füllen fy t' moogen fupplee- ren van de voorf: helfte, toter date per- fect is , ende t overfchoc den Collegie geeven; hou*
|
|||||
V.Boek.Géb., tot nütt. Oef. gèscöikt. 783
houdende die ander helft te weetenachtiengul- by-laa«
dens fiaars tot profyt van een ander jong ftu- Lr. A. dent, bruykende die reedelyke tot fyn behulp, ende die meede prefenteerende t'Collegie voorf: ende plaatfe vercrygende defelve ander helft meede tappliceeren in Maniere als vooren. Item befpreekt hiertoevierentwintigguldens
fiaars alle van twintig ftuvers t ftuk te loflen als vooren omme mifle gedaan te werden infinte Barbara conventen foe veel den voorf: CoIIateurs goeddunkken fal na den eyfch van der tyd t'aflïg- neeren voor elke mifle drie ftuvers, derdalve ftuverof twee ftuvers,nagelegendheyd ende re- delykheyd, begearende ook memorie tot deefen dienft te weefen, ende dat de voorf: CoIIateurs ook magt füllen hebben tot deefen dienft een goed heere te ftellen, ende den felve als ook den ftudenten by henluyden geprefenteerd foo van den dienft als van den bèurfe te priveeren indien fy hen qualick fchicten. Voorts legateerde ende maicte de voorf: Tcs-
taterfle d oude parochie kerke, binnen der voorf: fleede Amftelredamme Honderd guldens. Item den arme buysfitters aan doudefyde acht
ende twintig gulden» Item den arme 'meeskinderen vyfendetwintig
gulden. Item den oude mannen over den beylige fleede
vyf ende twintig gulden« Item den Nierparocbie kerke twaalf gulden.
Item den Arme Huysfitten aan de nieuwefyde
twaalf gulden. Item finte Pieters gafibuys vyfentwintig gul-
den. Item f vrouwe gafibuys twaalf guldens.
Item den Arme Leprofen vyfentwintig guldens.
Item alle haar arme vrinden te faamen twee
laft roch ende vyftig gulden an gelt, te geeven ende te diftribueeren den eenen min ende den an- dre meer, na goeddunken van hoere nabeftaan- de Teftamentoers. Item |
||||
■
|
|||||
784 AMSTERDAMS III.Dm,
Btlaage Item den Pßfioor vanden voorf: oude Kerke der«
ZA Ä. tig ftuvers. Item elke van deCappellanen twintig ftuvers.
Den Coßers elcxs tien ftuvers.
Ende den bondßagers elcxs vyf ftuvers.
Item haar dienftmaagt die haar ten tyden van
haar overlyden dienen fal twee gulden. Item Anna gerryts eertyds haar dienftmaagd
twee gulden. Item geert jans haar nichte, Bagyn optenrwz-
den bdf drie gulden. Item Katryn Jans haar Dienftmaagt vyfentwin-
tig ftuvers. Item digna Thymans haar nigte op t* voorf:
hof 25. ftuvers. Item elke van de armen bewonende tbuysfit-
tenbuys aan de Oude fyde vyfentwintig ftuvers. Item elke van deBagynen op?voorf: ronde Ba-
gynbof een pint wyns met een broot van een oortjen. Item elk convent binnen der voorf: fteede
van Amftelredamme vyfentwintig ftuvers. Item elk van de paters van den conventen
voorf: drie ftuvers, des füllen fyelcxs doen een fielmiffe voor de fiele van haar TeftateriTe. Item elk van den Cellefuflers drie ftuvers.
Item den Minnebroeders tot drie Jairen eiken
jair op haar jaricheyt een eerlyke maaltydmet rynfche wyn. Item den Pater van Sinte Barbaren Convente
indertyd van haar overlyden weefende drie gul- den. Item Mr. Hajo Jamfoon priefter drie gulden.
Item drie van haren achterskinderen, d eene
ten Bethanien, ende dander twee tot SinteMa- rien wonende, elcxs vyfentwintig ftuvers. Item neel Cornelis Conventuale tot finte Ce*
cilien vyf en twintig ftuvers. Item der Cartbuferen Convente tot Utrecht een ■
eerlyk maal. Item
|
|||||
V»Boek.Geb., tot nütt. Oef. geschikt.785
Item befpreekt nog tot behouf ende onder- öylaaö*
» hout van broeder Hendrik Burchmans Conven- Br. A. tuale aldaar veertien güldene fiairs, daarmeede de nabeftaande Teftamentoers, ende na haerluy- der doet diefy t' beveelen füllen toeficht fullea dragen totten voorf* broeder Hendrik fyn lee- ven lang gedurende, foo veel dat godlykenfl aan mi enden feekcren Teftamentoers goetdun- ken fal, fonder dat hy ofte t' voorf; convent cenich regt, a&ie ofte toefeggen fal mogen heb- ben ofte pretendeeren, totten voorf» vèertich gulden fiairs. Item El burg hair nicht tot Neck by Purmer*
«ynde,ende by heur oflyvigheyt huer kinderea in hoere plaatfe honderd gulden. Item Hillebrantjen Uytenhage haar nichte
vier ende twintig gulden mit fulker conditie dat fy geen moeiten fal maakenommemeerteheb* ben, ende oft fy eenige moeite maecten en fal alsdan nyet hebben. Item Ysbrant Dobbens dair moeder of is gheer- .
te cornelis dr. hair nichte twaalf gulden jairlick* fe renten te loflen den Pennink achtien. Item Marie Jacob Dobbens foons dogter drie
gulden eens. Item ane Mt. Cornelis Dobbens. haeren broe-
der vyf ende twintich gulden eens. Item wilde de voorf; Teftaterfle dat na hae-
ren overlyden gedeelt fal werden over alle defe- (ieede voorf: den Armen diet begeeren fülle» elk een brood van een oortjen. Item wilde meedegeftelt te hebben over haar
ouders graff byt huysfitten Cboor in d oude Kercke een Tafereel ende dair voer een kaerfle gehou- den te worden van Waffe dair voor maicken- de, ende befpreekende, honderd Karolus gul- dens eens, ende dat hair uytvaert met twee vigilien , ende alle dinc voorts na bethamen ende behooren gedaan fal werden, dat meede de voorf: Legaten, na hairen overlyden met«- VIII. Stuk. D d i 'tci
|
||||
7M AMSTERDAMS IILDm.
Btlaage ten eerften betaald füllen worden, ende oft hair
Lr. A. penningen te cort quamen, datmen de pennin- gen daartoe behouftig op renten fal halen ofc anders de felven penningen vinden, foe den voorf; Teftamentoers beft geraden fal dunken. Ende in alle andren goeden diefyTeftaterfle
ongedisponeerd ontruymen fal, inftitueerde fy Geerte, Lubbrick* Katryn, Lysbet, Wouter, Garbratid, Elburg, ende Pieter des voorn: Mr. Gornelis Dobben foons kinderen,Clara,Elburg, Wouter, Claes ende Ysbrant, Burchman Wrou- ters foons nagelate kinder te famen in gelyke Portien ende hooft voor hooft ofte in Capita te füllen weefen haar erfgenamen mit fulker conditien dat de ghoeden die defelve hair erf- ghenamen van .hair teftaterfle erfuen füllen, ge- brocht ende bewairt füllen worden in banden van den Weesmrn der voorf: fteede ter tyd toe de joncxte van hen alle out weefen fal vieren- detwintich jairen binnen welken tiden de voerß ghoeden nyet en füllen belaß moegen werden dan foe veel des noot fy tot betalinge en vol- doeningevan de voorf: legaten,ende füllen de voorf; Erfghenamen binnen de voorf- tyd te vreeden moeten fyn mitter bruycware der voorf: Erffeniflè, welke bruycware de voorn: Mt. Cor- nelis hair broeder hebben ende behouden fal fy nen leeven lange gedurende, foo veel fyner kinderen aendeel bereurenfal,fonder dat deee- feyde gefuftineerde erfgenamen, defelve erfrV niife Tullen mogen deelen fcheyden oftedechar- geeren, voer der tyd dat de voirf: vierendetwin- tich jairen verloopen füllen weefen, füllen ook de voorf- Weesmrn, binnen den tyd voorf- met den voorn: M*. Cornelis Dobbens. foe verre en* de foe lange hy in levenden lyve blyft, den voorf: goeden regeeren, ende adminiftreren fon- der dat de voorf: Erfgemden voorn: M*. Corne- lis eenige Rekeninge, bewys ofte Reliqua van fyne adminiftratie füllen mogen eyfchen, de- |
|||||
•
|
|||||
V.Boek. Geb., tot pïütt. Oef. geschikt. f$$
felve adminiftracie ftellendeop fyn confciencie, bylaao*
foe fy Teftaterfle verclaarde hem deefe faeke L/, A. wel te betrouwen. Wilde meede de voorf: Teftaterfle, dac de
voorf: goede die fy achcerlaten fal tot ghenen tiden füllen mogen verfterven ofte vervremden van haren bloede, in eenige manieren» Omme welke haare voorf; Dispofitie Teftamentair te execuceeren, ende te volbrengen, de voorf; Teftaterfle deputeerde de Eerfamen ende wei- geleerden heere Mr. Willem Kunnes Licenciaat in de Theologie, ende Mr» Claas Kan Paftoet totSpaerwoudepriefteren,te famen en elk in*c bifonder, biddende henluyde de voorf- Execu. tie om gods wille te willen aenveerden, ende volbrengen daer toe ook henluyden ghevende fpeciale ende volcoome macht, ende bevel, oik meede omme heurenTeftamente, mit alle heuren goeden té befchermen. Ende legateer- de elke van hen beyde, voer hoeren moeiten fes Karolus guldens. At t'welk vooren gefcreven ftaat die voorn:
Teftaterfle feyde ende verclairde te weefen,hai- ren Teftamente ende uterfte wille begeerende t felve als fulcxs ofte als codicille ghifte ter caufe des Doots oft onder den Levenden of- te anders foe dat nae degheeftelykeoftewair- licke rechcen ofce ufantie der voorf: fteede ofte anderfints beft ende vaftelik gefchieden ende fubfifteeren mach van waerden gehouden te werden ende volcoomen effect te füllen forteeren , ende hair by my Nocaris publiek van t'ghene voorf: ftait ghemaik: gefcreven ende gelevert te worden een ofte meer open- bare inftrumenten inder befte forme. Aldus gedaen inden Convente van den Cellefus*
teren, binnen der voorf: Stede van Amftelre- damrne ten dagen en jare als boven daar by over ende anweefende, eerfamen ende discre« te heeren Mr. Florens Engelberts vicecureyt, Ddd 2 en-
|
||||
78& AMSTERDAMS IILDeel,
Btlaage ende Mr. Symon Alewyns Cappellaen vande
Lr. A. voorfroude Parochie kerke getuygen hier over fpecialyke geroepen ende gebeden» Ru. in meo p'tbocollo feptimo folio 37. 38. 39» ec 40. [was getekend met een zespuntige Jdar, en
daar onder^ |
||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Frans. N: de Dklff Nott. pubT
OMNIA DESURSUM.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
£en ter zyde, nevens twee zegels]
Flortius Engberti.
Simon Alwin, |
||||||||||||||||||||||||||||||
[nog ter zyde, eene verklaaring van den No-
taris F: N: Delff, in het Latyn9 wegens de egtheid van dit Iaftrument.] |
||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||||||||||||||