>MSÖtXWVClïWST^jH©**^^
|
||||||||||||||||||||||||||
ii-M^^Aaf^^^SiJS'»
|
||||||||||||||||||||||||||
Nssrjj^paiO"
|
||||||||||||||||||||||||||
J
■
|
||||||||||||||||||||||||||
■
I
|
||||||||||||||||||||||||||
1
■
|
||||||||||||||||||||||||||
! n
|
||||||||||||||||||||||||||
tt
|
||||||||||||||||||||||||||
■^^■■■■■1
|
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
3ec.
|
|||||||||||
AMSTERDAM,
IN Z Y N Ë
OPKOMST^ AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOÖRREGTÈN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN3
KERKENSTAAT, SCHOOL EN/
SCHÜTTERYE, GILDEN REGEERINGE,
BESGHREEVENj
DOOR
J A N W A G E N A A R9
|
|||||||||||
HISTORIESCHRYVER DER STAD.
ELFDE STUK |
|||||||||||
Te AMSTERDAM,
By V N T E M A en T I E B 0 E L,
M D G C L X V I I.
Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van
Hollsnd- en Weftfriesland. |
|||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHTj |
|||||||||||
Ëladz. 3
ZESDE DEEL. POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN , KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
■*
EERSTE BOEK.
Poorter- of Burgerschap EN DESZELFSVOORREGTEN.
|
|||||||||||||||||
Wy hebben, in *t voorgaande vYFDEOm--
Deel, gehandeld van de Voor-8anë - tot regten der Stad in 't gemeen, en toen, tejjjjïj |
|||||||||||||||||
kennen gegeven, dat de Poorters en Wet-Van het
houders ook nog byzondere Voorregten had- Poorter- den , die afzonderlyk verdienden befchreeven rchaP |
|||||||||||||||||
te worden (a). Tot de befchryving derJJ.ae"d
|
aai.
|
||||||||||||||||
eerften, hebben wy dit Boek gefchikt. Het
verhandelen der anderen ftellen wy uit, tot het volgende Deel. De meefte Steden in Holland zyn, eerftAanlei-
in de dertiende eeuwe, voorzien van eene di"gto* afzonderlyke Regeering, die magt hadt, om j^^" Poorters aan te neemen, en Keuren temaa-vaupoot- ken, waarnaar dezelven geregeerd werden.terlyse »tZ Voor-
J regten.
(a) V. Deel, I. Boekj bl, j%.
XI. Stuk. A a
|
|||||||||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
D£R RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||||||||||||||
4 AMSTERDAMS Vl.DEEt,
Voor- 't Zy dat 's Lands Graaven, toen reeds, toe-
REGTEN leiden, om 't gezag der Edelen, door middel van Bur- fer gcecjen, te fnuiken , gelyk fommigen Ikgeze- willen (/;); 't zy dat de aanwas en welvaart t£nen. der Steden vereifchten, dat zy, op zig zel- ven, geregeerd werden, en dat de ingezete- nen zig, by zonderlyk, verpligtten, tot hand- haavinge der gerrreene welvaart. De Graa- ven verwagtten en genooten, van tyd tot tyd, merkelyke dienden van deeze Stede- lingen ; waarom ten hoogde nuttig was, dat zy dezelven, onder eene gefchikte Regee- ring, bragten, en, door 't verleenen van veele Voorregten, aan zig verbonden. Am- flerdam was ook niet lang tot eene Stad ver- heeven geweeft , of deszelfs ingezetenen, die, toen zy nog onder 't Stigt van Utrecht behoorden, reeds tolvryheid door Holland verkreegen hadden , verwierven verfchei- den' vryheden van 's Lands Graaven. De Poorterlyke vryheden werden zelfs uitge- breid tot zulken, die, buiten de Stad, doch binnen de Jurisdictie, woonagtig waren, en 't Poorterfchap verkreegen hadden; gelyk, onder anderen, blykt, uit eene tot nog toe ongedrukte A£te van den Hove Provinciaal, van den twee en twintigflen April des jaars 1522, welke wy, hier agter, onder de By- hagen ( c ) , geplaatfr. hebben. Van deeze Poorterlyke of Burgerlyke vryheden nu, en van de Perfoonen, door welken, en de wy- ze, waarop, zy verkreegen, en wederom ver^
(b) PVit gronden en Maxim. lil. Deel tCap. II, tl. 410.
{,) L'. A.% |
||||
IBoEK. POORTERSCHAP. 5
verlooren können worden, hebben wy voor, voor-
in dit Boek, omftandiglyk, en met de ver-regten eifchte naauwkeurigheid, te handelen, 't Ge- ^SB"^" bruik eener gefchreevene Vcrhandelinge over iNGEZE. het Amfterdamfche Foorterfibap , opgefteld temen. door de nette penne van wylen J a c o b u s Noordkerk, heeft ons in flaat gefield, om dit te beter te doen. Zy beruft ter Se- cretarye deezer Stede, daar de Schryver de poft van eerften Stads Klerk, eenige jaaren, loffelyk, heeft waargenomen. Burger en Poorter zyn benaamingen van Beteke-
eene en dezelfde betekenis, en zeggen bei-nis der de zo veel als Stedeling, 't Gqtiq wy nu eene ^oor'len Stad noemen, werdt, van ouds, een Burg ^p^ en Poort genaamd, van waar ook de naamen ttr. van Burgemeeßeren en Poortmeefteren geko* men Zyn, om dezelfde Regeerders der Steden te betekenen. De naam van Porte, Poirte, of Poort e voor Stad, is, inzonderheid, zeer gemeen, in oude Schriften (1). En 't be- hoeft (1) Men zie Melis Stoke,«! Flor. III., bl. 49.
Als men fefiicb fcreef ende Jeffe,
Quamen wet groter zwierneffe Die Vriefen van over Ottenfoett Gbewapent ÏAlcmaer in die Poert, Met groter menyen vermeten, Ende hebben dat Portkyn befeten: Die daer quamen ende waren betaden, Om dier Po&rt te flasn in fiadm en& In Jan \\., bl. 192»
Heer Gbye Jlappans omboet
Siwn Ncve ende der Poert Fan Middelburcb, En bl. ao$.
A3 Dis .
|
||||
6 AMSTERDAMS VI.Deel.
|
|||||
Voor- hoeft geen bewys, dat de naam Poorter van
regten den zelven is afgeleid, en 't zelfde als Bur- vANßuR-g0r betekent (d), fchoon men, milTchien, Ingfze- ^ier °^ ^aar' °°k m openbaare Hukken, het
T£N£w. woord Poorter gebruikt zal vinden, in de
betekenis van inwooner die geen Burger is; 't
welk men moet agten, by verzinninge, ge-
fchied te zyn. Daar van 't Burgerfchap en
de Burgerlyke Voorregten gehandeld wordt,
worden de woorden Burger en Poorter met
eikanderen verwiiTeld, en , zonder onder-
feheid, van dezelfde Perfoonen gebruikt (e).
Ondel-- De Poorters of Burgers van Amfterdam
fcheid zyn firiefcrUi. Veelen hebben hun Poorter-
de Am- fchap gekogt, en worden, hierom, gekogte
Jterdam- Poorters genoemd. Anderen hebben 't be-
fche huwelykt, en draagen den naam van behwvo-
Poorters. je p00rters: en wederom anderen zyn, van
Poorters, en in de Stad, gebooren, en heeten,
hierom, ingebooren Poorters. Men zou hierby
nog eene vierde foort können voegen, van zul--
ken,naamlyk, aan welken het Poorterfchap
gefchonken is. Doch alzo 't getal van deezen,
ten
(d) Zie Handv. *'• 174.
(e) Zie Handv. hl. 113, n<5.
Jpie Gravefcude hebben in bant
Sine Porte van Zericzee, Ende men Joude die Pokte niet mee Vüßen , dan fi gbeveß ware. Zie ook de oude Brieven, by Matthaeus Anal.
ïom. III. p, 259. ad Anonym, de Reh. UUraj.p. 106 en op veele andere plaatfen. Zelfs werdt, in 't La- tyn der Middeleeuwe, Porta, voor Stad, gebruikt. Ad alium portam , id efi ad Groningbe , Je convertebai leelt men, by den ongenoemden Urrechtfchen Schry- yer, door Mattbaeus uitgegeven, p, 5, |
|||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. f
ten allen tyde, zeer klein geweeft is, en der- Voor-
zelver voorregten, genoegzaam, met die der regten gekogte Poorteren, overeenkomen, behoeft l^J^* men, op deeze vierde foort, niet byzonJer- iNGEZE. lyk,ftil te ftaan. Alle deeze Poorters genieten teken. üezelfde Voorregten, met dit onderfcheid- alleenlyk, dat fommige Voorregten , door de ingebooren Poorters, genooten worden, terflond na dat zy erkend en aangenomeii zyn; en, door de anderen, niet dan eenjaar na derzelver aanneeming ; gelyk wy , wat laager, toonen zullen. Ook gaat het Poor- terfchap van alle Poorters over op hunne Kinderen, behalve van de Joodfche Poorters, welker kinderen, zo wel als zy, verpligt zyn, het Poorterfchap te koopen (ƒ). De v Voorregten van het Amfterdamfche Voorreg-
Poorterfchap können in twee foorten onder ten den fcheiden worden: fommigen behooren alleen Poor^e- aan de Poorters: anderen hebben zy gemeen, ^ovAet- met de andere ingezetenen deezer Stede. lyk ei- Wy zullen 'er, zo vee* mogelyk zy, onder- &en; fcheidenlyk, van handelen. Onder de Voorregten, den Poorteren al- r I.
leen eigen, munt, byzonderlyk, uit de he~ z^ zFn» voegdbeid om, na eene geduurige zevenjaarige z<Lenisui. inwooning binnen de Stad, tot alle /Jmpten van rige in- Regeeringe, te können verhoren worden. By wooning, eene Handvefl van Hertoge Albrecht van Jjftvofied" den een en twintigftenjanuarydesjaars 1394 ampten [1395], was belaft, dat niemant hier Schout, van Re- Schepen of Raad, dat is,Burgemeeiter,zou grunge. zyn,
(ƒ) Zit den Joodfchen Pdorter-Cedul, in de Amfteid. Se«
cxetary, bl, joi. de* Drukt t(4» i7J7« A4
|
||||
8 AMSTERDAMS VI. Deel,
Voor- zyn, dan die Poorter was, en hier, flaede-
hegten lyck, fevenjaer langh , t" eynde een volgende, cERsßjsw" Sew"oond nadc (&)• En van dieI? £yd af, zyq
Ingeze- alle Poorters, die zeven jaaren hier gewoond, T£W£w, en de andere vereifchte hoedanigheden (2) hadden, bevoegd geagt, tot alle ampten van Regeeringe. Alleenlyk, werdt deeze be- voegdheid, in 't jaar 1652, bepaald aan het Groot-Poorterfchap, welk toen ingevoerd; doch by eene Keure van den vyf en twin«* tigflen Maart des jaars i6<58, wederom te niet gedaan werdt (£): waarna, volgens eene uitdrukkelyke verklaaring van twee Secre- tariiTen van Burgemeefteren, van den agt en twintigften January des jaars 1728, alle Poorters, gequalificeert om. Linnen de Provin* cie van Holland en IVefivriesland, e enige Amp- ten te bekleeden, naa eene continuek inwooning of Domicilie van /even Jaren, admijfibel zyn tot alle ampten van Regeringe , binnen deze Stad (i). H* De Poorters hebben, wyders , volgens Zy plag- verfcheiden' oude en laatere Keuren, voor
Jegtfte£n deezen, alleen regt gehad, om Poorters-Nee- hebben, ring te mogen doen, en in de Gilden ontvan- om aller- gen te WOrden. Niemant, zegt eene Keur te^Nee- van ^en -Jaare I4<5^' en met Poörters wringt
ring te doen, die geen poorter en is, op X pond (k). Doch
(g) Handv. tl. iij.
(h) Handv. bl. 124, tzs. e» hier voor II. Detl, XVII,
Jßoek, bl. IgJ. (i) fïroor-Memor. N. X. ƒ. 76. Handv. bl. nj.
(k) Handv bl. us. (2) Wy zullen, hier na (VIL Deel, I. Boek, §,
I.), nader onderzoeken, welke deeze andere ver- eifchte hoedanigheden zyn. |
||||
»
|
|||||
1
J,BoEK. POORTERSCHAP. 9
Doch wat Poorters-Neering zy, is, niet al- Voor»
toos, eveneens begreepen. Van ouds, hieldt rkgten men allerlei handwerk, beroep of bedryf, VAN^Bü^ welk tot een Gilde behoorde, voor Poorters- i^geze^ Neering. J-ïet doen van winkel,en het tap- tenen, pen zelfs, werdt, tot diep in de voorgaande doen: eeuwe, als Poorters-Neering aangemerkt,'t welk, en was aan allen, die geene Poorters of poor- ?a<Hr* tereflen waren, verbooden (/). Doch by ^„5. de boven aangehaalde Keure van den vyf en zins,tot twintigflen Maart des jaars 1668, waarmede dein" het Groot-Poorterfchap vernietigd werdt, wooners werdt hierin merkelyke verandering ge- gemeenf maakt. De jongde vergrooting der Stad, overge-' die, weinige jaar en tevooren, was aange- bragt is. vangen, deedt de Regeering bedagt zyn op de bekwaamde middelen , om inwooners herwaards te lokken. Ten dien einde, werdt niet alleen het Groot - Poorterfchap te niet gedaan, en allen Poorteren gelyk regt ge* laaten, maar 't Geregt verklaarde ook „ dat „ aan elk, die zig, naar waarfchynlykheid, „ eerlyk zou können onderhouden, vryftaan „ zou, zonder Poorterfchap te koopen, al- „ lerki Handwerken en Neeringen op te zet- „ ten, mids alleenlyk doende den eed van „ getrouwheid aan de Stad, in handen van „ Burgemeefteren." De voorgaande Keuren, hiermede ftrydig, werden te niet gedaan, •behalven alleenlyk 't gene omtrent de Joo- den was vaflgefteld (m), aan welken, by £ene Keure van den negen en twintigflen Maart
(l) Handv. hl. jj».
^m) Handy, kl, hj. |
|||||
fb AMSTERDAMS VLDeÜ
Voor- Maart des jaars 1632, alle Poorters-Neering
regten verbooden was (n); hoewel, aan fommigen, van Bur- fomtyds, was toegedaan, eene Suikerbakke- ïsllz* ry °P tere§cen W- De vryheid , in 't jaar
tenen. J668 verleend, gaf gelegenheid, dat veelen, op het doen van eenen eed van getrouwheid aan Bürgern eederen, waarvan hun een bl\k gegeven werdt, welk den naam kreeg van Ingezeten - Cedul, niet alleen verfcheidener- lei Winkelneeringen , behoorende tot de Groot- en Klein Kraamers - Gilden, aanvin- gen ; maar ook, in eenige Gilden van Hand- werken , werden aangenomen, of ten minde de handwerken oefenden, zonder Gildebroe- ders te zyn (p). Den Jooden zelven werden Ingezeten Cedulen verleend, om Comenys- of Vettewaariers-, Tappers- en Tabakswin- kel te mogen doen. Zy waren, al lang te vooren, tot zeker bepaald getal, op byzon« deren lad van 't Geregt, in 't Makelaars- Gilde aangenomen ( q ). Ook zyn eenigen hunner, federt, in 't Chirurgyns • Gilde, en tot Doctoren in de Medicynen en Apothe- kers ontvangen: 't welk, nog tegenwoordig, plaats heeft. Doch, in de vier laatdgemel- de gevallen, moeten zy 't Poorterregt ge- kogt hebben. OndertuiTchen , werdt de vryheid om, op bloote Ingezeten-Cedulen, of zelfs zonder dezelven (r), veelerlei Hand- wer-
. ■ ) ''j.i :;■■".
(n) Handv. bl. ijg.
(o) Handv. bl, 13g. (p) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. 30 Janttary
T688. f. 266, Ingezeten-Boeken, N. u z. 3. (q) Handv. bl, 1063. Ir) Zie Handy, bl. uu. |
||||
IBoek. POORTERSCHAP. ij-
werken en Winkelneeringen te doen, zo ry- VooA' kelyk gebruikt, dat de Gilden daarby zeerufOTEN benadeeld werden; waarom de meeften ge- V*N BuR* raaden vonden, geene Gildebroeders aan te JJ0Ê2Ï neemen, dan die 't Poorterregt verkreegen tbmek. - hadden; gelyk de oude Ordonnantien mede- bragten. Men verftondt ook, door den tyd, dat de woorden, allerlei Handwerken en Nee- rmgen, in de Keure van den jaare 16Ó8 , volgens het oogmerk van myne Heeren van den Geregte , fcheenen te moeten gepaft worden, op allerlei Weeveryen en allerlei Neeringen, tot de Groot- en Klein - Kraa- mers-Gilden behoorende, ■ alleen; en dat de meening niet was, alle andere Handwerken en Neeringen, vryelyk, te laaten oefenen, door zulken , die geene Poorters waren. Van dien tyd af, is de vryheid, by de Keu- re van 't jaar 1668 verleend, genoegzaam altoos, met deeze bepaalingen,opgevat.De weevery , immers de Wollen- en Zyden- weevery, mag geoefend worden, door zul- ken , die geene Poorters zyn. Het Groot- Kraamers - Gilde , waartoe allen behooren, die de eile en koperen gewigt in hunne nee- ring gebruiken, laat ook elk wie wil, Poor- ter of geen Poorter, winkel opzetten, zo hy maar 't jaarlykfch Gildegeld voldoet, 't Klein-Kraamers-Gilde , waartoe de Vette- waariers, Kaarfenmaakers, Kaaswinkeliers , j en Graankoopers in 't klein behooren, laat gelyke vryheid, immers aan de minfl ver- mogenden ; fchoon de oude Ordonnantien yoor beide deeze Gilden vorderen, dat der- zel-
|
||||
1% AMSTERDAMS VI.Deel.
Voor- zelver Gildebroeders Poorters zyn (j). Zelfs,
hegten worden, federt veele jaaren, door zulken, vANßua- jje deeze Neeringen begeeren te doen * £ERS EN ,, T ° «i, , , *
Ingeze- zeer zeldzaam Ingezeten - Cedulen verzogt,
TfifflEW. of eenen eed van getrouwheid afgelegd. Doch de Inwooners , wyn , bier , Herken drank, of Koffy en Thee,in 't klein willen- de verkoopen, verkrygen daartoe eene Ac- te van verlof ter Secretarye, die aan elk, zonder onderfcheid, gegeven wordt. Men houdt een Regifter van allen, die deeze nee- ringen doen, voornaamlyk, op dat zy , by de Gaarders van 's Lands Impoft; aan wel- ken alle deeze waarenonderworpen zyn,be- kend zouden wezen. Wyders, hebben my- ne Heeren van den Geregte, na 't jaar 1668, uitdrukkelyk, vaftgefteld, dat fommige nee- ringen , als het Bierbefchooijen, het Glazen- Kannen- en Aarden werk verkoopen en het Boekverkoopen, niet dan door Poorters , zouden geoefend worden (t). HL Het oudfte en voornaamlte Voorregt der Zy heb Amfterdamfche Poorteren , waaraan geene ben Tol- andere ingezetenen eenig deel hebben, is de yfyjleid T o L v R Y H e 1D, in Holland , en, hier en land. " daar, buiten Holland. De Graaven van Hol- 1. land vorderden, oudtyds, aan verfcheiden* Van de oorden , eenen Tol van alle waaren , die beids voorky dezelven gevoerd werden. In de tollen, elfde eeuwe, hieven zy reeds eenen tol te Dordrecht; in de twaalfde, te Geervliet («), die, in laater' tyd, ook naar Dordrecht ver- legd (s) Handv. bl. i?ji, »33J«
(t) Handv. bl. 1191» 144J. Vervolg der Handv. bl. 78,
j>) Vadcil. Hift. 11. Deel, bl. 140, 237» *77.
|
||||
I-Boek. POORTERSCHAP. 13
legd werdt, daar hy nog ontvangen wordt Voor-
(y): voorts, al vroeg, te Spaarnedam, te regtei* Haarlem, en, federt, ook te Gouda , te ^sBEüjJ Schoonhoven, te Gorinchem, te Weesp, te iNGeze- Muiden, en op andere plaatfen. Zelfs is, te tgnen. Amfterdam, in de veertiende en vyftiende eeuwe, de Graaflykheids tol ontvangen (w), die egter, in laater' tyd, wederom van daar verlegd is. De Ingezetenen deezer Plaatfe, toen nog geene Stad, werden , in 't jaar 1275 , van deeze Hollandsche of Graaflykheids tollen vry ver- klaard (ff). En in 't jaar 1291, in 't jaar 1342, in 't jaar 14.20 [1421], en, federt dikwils, beveftigd in deeze Vryheid, welke, nogtans, in en na 't jaar 1342, toen Am- fterdam lang tot eene Stad verheeven ge- weeft, en aan Holland gehegt was, alleen tot de Poorters of Burgers bepaald werdt (31); die zelfs, volgens de Handveft van Graave Willem den XV. van den negenden December des jaars 1342 , jaer ende dagh Poorter gheweeß moeiten zyn , ende in der Poorten gewoont hebben, eer zy Tollen vry varen mogten (z). Volgens dezelfde Hand- veft, waren alle hare goeden, dat is, gelyk de oudfte Handveften van Floris den V. fpreeken , haer eyghene goederen , tolvry , zonder dat 'er eenige foorten van worden uitgezonderd. Doch men fchynt, door goe* de-
(v) Zie Groot.Plakaatb. IV, Deelt bl, 64.1, VI. Deel,
bl. 8ij. (wj Zie II. Dtel t I. Boel^t bl. %\. e» Hanclv. bl. Z5.
(x) Zit II. Dtel, I. Boel^, bl, 18. (y) Zie Handv. bl, io, 11$, 116. (fc) Handv. bl. 10. |
||||
14 AMSTERDAMS VI.DEÄtl
Vóór- deren, alleenlyk Koopmanfchappen te moeten
regten verftaan, alzo de Privilegien van Tolvryheid, vanBur voornaamlyk of eeniglyk, verleend zyn,tot Gers en bevordering van den Koophandel. Hierom teken. *s > altoos » ze^s vanTolvryen, tol gevorderd wegens Huisraad (o), waaronder, nogtans, geene boeken, fchilderyen, goud- of zilver- werk begreepen worden. En zulks ge- fchiedt, nog tegenwoordig (#), ook van het Huisraad van Perfoonen, die, van hier, in de hooge Collegien in den Haage, worden afgevaardigd, ten ware zy zig voorzien van eene byzondere Acte van Vrydom van de Heeren Gecommitteerde Raaden, aan wel- ken, federt het vernietigen der Rekenkamer van de Graafiykheids Domeinen, in 't jaar 1728, het bewind over de Tollen ftaat (c). En zulke Acten worden, doorgaands, aan de Gedeputeerden in 't Collegie der Gecom- mitteerde Raaden, op hun verzoek, verleend. 't Is, wyders, om 't even, of de goederen, te lande ofte water, voorby de Tollen of Tolhuizen , gevoerd worden. De Tolvry- heid blyft, in beiderlei geval, dezelfde. ^ Doch behalve de Graaven, vorderden ook Van den verfcheiden' byzondere Heeren, in Holland,
Wafle- tollen, van welker meeften de Amfterdam- ?±T' 1 ^e P°orters °°k vry verklaard zyn. De
'oudfte van deezen was de Wassenaer*
sehe tol, die, in de veertiende eeuwe of
eerder, door de Heeren van Waffen aer,
Burg-
(4) Zie Bort van de Domeinen, in x,yne Weiken, II.
Deely bl. i%$. verg. Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. <Sjl. (b) Gemeene MÜlïven N. IX. f. lis verfo.
(c) Zie Gioot-Plakaatb. VI. Deel, bl. si+f gaf, «at.
|
||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. i$
Burggraaven van Leiden, van de Graaflyk- vboü-«
heid ter Leen gehouden, en te Alfen, en rfgtem elders ontvangen werdt (d). De Stad kogt VAN BUI*- zig, in 't jaar 1360, vry van deezen tol, gJJ^ voor twee en dertig ponden Hollandfch, in teken. 't jaar. Alleenlyk, bleef zy verpligt, de tol- len , die, in de drie Jaarmarkten, te Vlaar- dingen, te Voorfchooten, en te Valkenburg, van wege den Heere van WalTenaer, gehee- ven werden, te voldoen (e). De Waflenaer- fche Tol is,na 't uitfterven van den ouden ftam van WafTenaer, wederom gekomen aan de Graaflykheid, en wordt nu te Haarlem, te Gouda, en aan de Goudfche fluis, by Al- fen, welke ik, reeds op't jaar 1284, ver- meld vind (ƒ), ontvangen. De Poorters van Amfterdam, by eene Handveft van den zes en twintigften May des jaars ,1480, ne- vens die van eenige andere Steden, in de vrye vaart door de Goudfche fluis, beveiligd geworden zynde (g), zyn ook nog vry van deezen Tol (h). Men vindt 'er eene Lyft van, in 't Groot-Plakaatboek (i). Jan van Blois, Heer van Schoonhoven en 3.
van der Goude, verleende den Poorteren ^fn.rde van Amfterdam, in 't jaar 1367, ook vryheid t0[j^c van alle zyne tollen in Holland,BLoisciiE tollen genaamd; de Marktollen te Gou- da (d) Zie Sentent, van den Hoogen en Provinc. Raede, bl.
57*. Hantlv. van Kcnnemetl. /</ V4, 9«. (f) Haiji!.y. bl. 127, il«.en hier voor II. Deel3\l,B«<$j
bl. HS-
(f) Zie MlEBÏS Chaitetb, I. Deel, hl. 44J.
(g) Handv. bl %$. [40.]
(h) Zie Groot-Plakaatb. III. Detl, bl. 7JI.
(i) UI. Deel, bl. 755, |
||||
ió AMSTERDAMS VtJhiU
Voor- da en te Schoonhoven uitgenomen; waar«
v^C voorde Stad hem, jaarlyks, vier Keulfche o^s en" Mark Lodlchs of Luikfch divers betaalert Ingeze- moeft (*)• Hertog Albrecht beveiligde de frjïWEN. Stad i die hem zonderlinge dienften gedaan hadt, in 't jaar 1398, toen Guy van Cha- flillon, Graave van Blois, de laatfte uit dee^ zen huize, overleeden , en zyne Heerlyk- heden wederom aan de Graaflykheid ver- vallen waren (/), in deeze tolvryheid, haar zelfs de vier mark 's jaars kwytfcheldende, In de Handvefte, hiervan verleend , wordt geen byzonder gewag gemaakt van de ver^ pligting tot het voldoen der Markttollen te Gouda en te Schoonhoven; waaruit fchynt te volgen , dat Pïertog Albrecht beoogd heeft, onze Poorters ook van deeze tollen vry te verklaaren (in). Jan van Blois heeft niet alleen den naam gegeven aaneeneLand- ftreek by Gouda; maar ook aan een aan- zïenlyk gedeelte van Kennemerland of Ken- nemergevolg, welk tot zyne Heerlyke goe- deren behoorde. Het wordt, federt, het Baljuwfchap van Blois genaamd. In de Ste- de ßeverwyk, die tot de Heerlyke goede- ren van Blois behoord hadt, wordt,nog te- genwoordig, een tol ontvangen O), van welken onze Poorters, uit hoofde der aan- gehaalde Handveften, vry gehouden wor- den* lil
(k) Hartclv. il. ijg,
(l) Zie H. Deel, H. Eoe^ bt. igj.
(*n) Handv- bl. \i9.
(n) Zie Groot-Plakaatb. V. Deel, bh 9ii,
|
|||||||
^jm^
|
|||||||
___
|
|||||||
tBoEK. POORTERSCHAP. i?
In 't begin der vyftiende eeuwe, vorder-Voor-
den de Graaven van Holland Markttol- restje LEN te Heusden en te Woudrichem, GPRS EN van welken de Amfterdamfche Poorters , Lnqezb-, door Hertoge Willem van Beijeren, in 't teken. jaar 1409, ten eeuwigen dage, werden vry 4. verklaard (0). Te Heusden, worden nog van <te een Landtol en een Watertol (f); en w-JJjj*'* Woudrichem, vier markttollen gevorderd ; Heusdea van welke allen, de Amfterdamfche Poor-en te ters vry zyn (q).. Woudri- De voorgemelde WafTenaerfche, Ëloifche n*
en Heusdenfche en Woudrichemfche tollen , yan5'f-|en die, van ouds, aan byzondere Heeren be- ßeeften- hoord hadden, zyn , federt, allen in den en Roer* boezem der Graaflykheid gekomen, en heb to1, ben reeds tot de Domeinen der oude Graa- ven behoord gehad. Doch in Holland, worden nog een Beesten- en Roertol gehee- ven,welken ik niet vind, dat, ten tyde der oude Graaven, ingevoerd ge weeft zyn. Men vordertze * federt omtrent twee eeuwen, te Hoorn, te Enkhuizen, te Edam, te Weesp, te Muiden , te Spaarnedam, en elders. Ook omtrent Amfterdam, aan de Diemerbrug, en aan Zeeburg , alwaar Beeften worden aangevoerd. De Beeflentol beftaat in eenige penningen van ieder ftuk vee, en de Roer* tol in een blank van ieder fchip, waarmede het vee wordt aangebragt (r). Van deezen Bees-
(o) Handv. bl. «9.
(/>) Groot-Phkaatb. V. Duel, bl. 944. 947.
(q) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl, 039,640. (r) GrootPlakaatb. I. Deel, k»l. ISJ4, is$6* lil. Qcelt bl. 7S°. IV. Deel, bl. 6JÖ. V. Deel, bl, $}». XI. Stuk. B
|
||||
ig AMSTERDAMS VI.Deel.
|
||||||||
Beeflen- en Roertol, zyn de Amflerdamfche
Poorters, uit kragte der oude Privilegien, insgelyks, vry. Doch te Gorinchem wordt, behalve den
Graaflykheids Toi, van welken onze Poor- ters vry zyn, van 's Zondags voor Pinkfte- ren, veertien dagen lang, een Markttol ge- heeven, van ouds, door de Heeren van Ar- kel, ingefleld, en de Arkelfche Markttolge- naamd, van welken, die van Amsterdam niet vry zyn; hierin gelyk flaande met die van Haarlem, Delft, Gouda en andere Plaatfen (s). In den eerflen opflag, mag dit,met re- den , vreemd fchynen. Gorinchem en 't Land van Arkel hadden wel, van ouds, aan byzondere Heeren behoord; maar waren, federt het jaar 1412, aan de Graaflykheid van Holland gehegt (?): en Hertog Jan van Beijeren hadt, in 't jaar 1420 , beloofd, dat de Amflerdamfche Poorters vry zouden zyn van alle tollen, die hy ende die Graeflykheyt van Hollant toen hadden, of naemaelshygen zouden (u). Doch men moet weeten, dat de Stad Gorinchem deezenArkelfchen Markt- tol in erfpagt bezit (v); zo dat dezelve, ge- voeglyk, kan worden aangemerkt, als niet tot de Graaflykheids Domeinen behoorende; waarom niet te verwonderen is, dat Plaat- fen , die anders van de Graaflykheids tollen vry zyn, deezen betaalen moeten. Men
|
||||||||
VoOR-
REGTEN van Bur-
gers EN Ingeze- tenen. Doch
niet van den Ar- kelfchen Markt- tol. |
||||||||
(s) Zie Groot-Plakaatb. IV. Deel, II. Ä40.
(t) Vadert. Hift. III. Deel, bt. 388. (u) Handv, bt, iz6. (vj Muniment-Regifter, N. 16. f. S41, |
||||||||
IBoek. POORTERSCHAP. ïp
Men heeft, fomtyds, in overeenkomft met Voor-
de oude Tol - Ordonnantien, beweerd, dat rsg'ten de Tolvryen in 't gemeen, en dus ook de ^JJ ™*' Amflerdammers, te Gorinchem , en te iNGeze- Schoonhoven, onvry waren, wanneer zy de tenen* Rivieren afkwamen met goederen, die, be- Verdere neden Keulen of Wezel, aan den Ryn, of bepaalln- beneden Venlo, aan de Maaze, gelaaden wa- ^ojvrv* ren (10)» Doch 't gefchil, hierover , met heid. Amiterdamfche Poorters gevallen, is, nu en dan, by 't Hof van Holland, in voordeel van dezelven, uitgefproken (x). Maar van de Gabellen, fomtyds ook Tollen genaamd, die, door gantfch Holland, ten behoeve van Steden, Genootfchappen of byzondere Per- foonen, tot onderhoud van wegen, paden* vaarten, Huizen en bruggen, geheeven wor- den , is niemant vry, uit hoofde der alge- meene Privilegien van Tolvryheid. De Re- geering van Amlterdam heeft ook, in vroe- ger' tyd, vergeefs, getragt, haare Poorters, uit kragte deezer Privilegien, te doen ont- heffen van de inkomende en uitgaande Reg- ten (y); hoewel 't haar,ten"tyde der laatfle Graaven, fomtyds gelukt is, het Congie- of Verlof geld op het uitgaand Kooren te doen affchaffen (2;. De Amfterdamfche Poorters, genot wil- vvyze
ïende trekken van het Privilegie van Tol- van 't
vry. verzoe-
(») Zie Groot Plakaatb, I. Deel, koL ijso. lV.Deel%bl.
«3«. en hier voer, Iï. Deel , IV. Boet^, bl. 41g. (x) Regift. van diverfe Sentent. berußende ter Secretarye,
ƒ• *•
(y) Zie II. Deel, IV. Boek^, bl. *ol.
(x,) Handv. bl. 6'», 69, 89. en hier voor, II. DeeltlV*
Beeldt bl. 4ï7. v. Boekj L>t. 470, 480, 509, VI. Bfckj, bl, ja, 71» B »
|
||||
20 AMSTERDAMS VI. Dm;
Voor- vryheid, begeeven zig, met hunne Poorters-
itEGTEN of ßurgers-Cedule, voor Burgemeefteren; die van Bua- jlun ^ zo Zy ingebooren Poorters zyn, ter- Ingeze* ^onc^» en zo zy behuwde of gekogte Poor-
TENEN. ters zyn, wanneer zy doen blyken, reeds jaar ken en en ^aS»voor P°°rters erkend geweeft te zyn; verke ter Secretarye, een' of meer 1 oibrieven doen 11 en van verleenen. Vooraf, moeten zyegter,voor lolbrie- ßurgemeefteren, by eede, of, zo zy, hierin, wegens hunne geloofsgezindheid, zwaarig- heid maaken, met waare woorden , in de piaatfe van eede, verklaaren „ dat zy gee- i, ne goederen van onvryen, op hunne Tol- „ brieven, voorby 's Lands Tollen , zullen „ laaten voeren." 't Welk een der vier pun- ten is, die de Tolbrieven inhouden moeten. De anderen drie zyn „ dat de eigenaar des „ Tolbrjefs Poorter deezer Stede is; dat hy „ zulks, jaar en dag, geweeft is, en dathy ,, 'er nogblyftwoonen:" alles overeenkom- £tig met de algemeene Tol - Ordonnantien van Koning Karel van den dertienden May des jaars 1518.(0), aan welken men zig, hier en elders, in t verleenen van Tolbrie- ven, federt, altoos gehouden heeft. Doch alzo het afleggen van eenen eed, by 't ver- zoeken om Tolbrieven, hier ter Stede, voor dien tyd, niet plagt te gefchieden, en ook, in de oude Privilegien van Tolvryheid, niet gevorderd wordt, werdt, in de Tol brieven, die, in overeenkom!!: der Ordonnantien van 't jaar 1518, worden verleend, eene foort van
(a) Zie Groot - Plakaatb. I, ZW, ^«/. 1540» U4*- V.
ßetlt bl. 9S7' |
||||
LBouk. POORTERSCHAP. 21
van Proteflatie ingelaft, die nog, in alle Tol- Voor-
brieven, gevonden wordt, en aldus luidt: reüten welverflaande, alzo deeze Tolbrief niet is na q*ns "J ouder gewoonte ; maar navolgende de Ordon- inGeze« nantie van K. M. \_Koningklyke of Keizerlyke teneS» Majefteif] , eertyds, oj> 2}w To/tew van Zee- land (3), gemaakt, zo proteßeert deze Stede •ooorsz., da? zy nogtans dit doet unvermindert dezer Stede Privilegien en Vryheden , die den inhoude van dien zouden mogen contrarierenib). De Tolbrieven du uren niet langer dan een jaar, en moeten, na verloop van het zelve, wederom vernieuwd worden: 't welk, niet * al-
(fc) Zie Amfterd. S«cretaty hl. 190. des Druly van 17 J7.
(3) ?t Schynt vreemd, dat hier alleen van de Or-
donnantie op de Tollen van Zeeland gewaagd wordt, daar de Ordonnantien van den jaare 1518,naar wel- ken , de Tolbrieven zyn ingerigt, zo wel voor de Tollen van Holland era Friesland, dat is, Weftfries- land, als voor die van Zeeland, gefchikt waren. Of zou hier alleen van de Tol - Ordonnantie voor Zee- land gefproken worden, om dat de Steden van Hol- land ,"en Amfterdam in 't byzonder, de Tol-Ordon- nantien, voor Holland, Zeeland en Friesland, toen dit Formulier vanTolcedulen ontworpen werdt, nog niet hadden aangenomen ; fchoon zy, door 't Hof, waren afgekondigd? (Zie Repzrtar. der Placmten enz. des Hof's van Holland bl. 6.) Hoe't zy ; in't jaar 1519, was 'er eene byzondere Tol Ordonnantie voor Zee- land uitgekomen, uit XXXIV. Artikelen beftaande; waarnaar de Tol van Yeerfikeroord geheeven werdt. ZieSmalleqange Cbron vanZeeland, bl. 166. En in eene Sententie van den Hove van den dertienden No- vember des jaars 1555, vindt men, van wege den Tollenaar van Spaarnedamme, vermeld,dat de Tol- Ordonnantie van den jaare 15:8, eerfl twee jaaren te vooren, in Amlterdam, afgekondigd was. Zie Sententien van dsn Hoogen en Provinciaalen Raadetb[. 140. »3
|
|||||
!
|
|||||
22 AMSTERDAMS VI. Deel.
Voor- alleen in deTol-Ordonnantien van den jaare
regten 1518, maar ook reeds by de Handveft van VANBuR-Graave Willem den IV van den jaare 1342 Inghzk- gevorderd wordt (c). Een Poorter moet, ymm. by zynen Tolbrief, een Handfcbrift voegen, inhoudende, welke goederen hy Tolvry be- geert te vervoeren. Zo hy, by geval, ver- zuimd heeft zynen Tolbrief mede te geeven, plagt de Schipper of Voerman, van ouds, te rug te moeten, om dien te haaien (d). Doch eene Tol-Ordonnantie van den jaare j 625 en 't gebruik laaten nu toe, dat men, om de jeis voort te zetten, den Tol uit- fchiet; die, daarna, op vertooninge van den Tolbrief, binnen drie, of, zo de eigenaar buiten 's Lands is, binnen zes maanden, te rug gegeven wordt (e). Aan de Jooden, mids zy jaar en dag Poorter geweeft zyn, worden, zo wel als aan de Chriftenen, Tol - brieven gegeven. Zy zyn Tot hiertoe, fpraken wy van de Tolvry - ook, hier heid der Amfterdamfche Poorteren in Hol- en daar, jancj# Doch zy genooten, al van ouds, ook buiten' eenige Tolvryheid buiten Holland, met naa- Hoiiand; me, in 't Stigt van Utrecht, in Overyflel, en als te Staveren in Friesland; waar vanwy, ins- gelvks, kortelyk, handelen moeten.
1. ' De Amfterdamfche Poorters waren, reeds In'tStigtjn de veertiende eeuwe of eerder, Tolvry Yfn , in 't Stigt van Utrecht, wanneer zy, met hunne Koopmanfchappen, van bo- ven , nederwaards kwamen; doch opwaards vaa-
(c) Hand'/, hl, 10.
(dt Handv. tl. rt. (e) Zie Giöot-FIakaatb. III. Deel, bl. -ju. |
|||||
",
|
|||||
Ï.Boek. POORTERSCHAP. 23
vaarende, niet verder dan tot Reenen toe. Voor-
En in dit Voorregt, werden zy, door Da- regten vid van Bourgondie, Biflchop van Utrecht- ™nBur- den een en dertigften January des jaars 1478, ingeze- beveftigd (ƒ). De Inwooners der Stad U- tenen. trecht waren egter, in 't jaar 1316, door Graave Willem.van Henegouwen, aan de tollen in Holland , onderworpen verklaard (g). In zeker oudRegifter, vervattende ee- ne Ordonnantie op het Tolregt te Utrecht, wordt nader verklaard, dat die van Amfter- dam, op Stigtfch regt, voeren, en half ga- ven , tot Geyn of op te Vaert; doch te U- trecht, vry waren (A). Ook heeft men be- wys, dat zy te Wyk te Duurftede tolvry zyn (0- De Steden Amfterdam en Utrecht zyn ook, in 't jaar 1583» met eikanderen, overeengekomen, dat de eene Stad de goe- deren der andere niet meer bezwaaren zou, dan van ouds, en tot dien tyd toe, gebrui- kelyk g€weeft was (k). Doch deeze over- eenkomt zag niet byzonderlyk op de Tol- len ; maar, voornaamlyk of eeniglyk, op der Steden Excynzen. Het Kapittel van S. Maria, te Utrecht, heft eenen tol te Schen- kenfchans, de Marientol genaamd, die, oud- tyds, te Smidhuizen, plagt te leggen ; in 't jaar 1318, van Smidhuizen, naar Emmerik, en in 't jaar 1635, van Emmerik, naar 's Graa- venweerd , of Schenkenfchans, verlegd werdt.
(f) Handv. bl. iz9.
(g) Vid. Matth. de Nobilitate, Libr. II. ƒ>. 310.
(b) Handv. hl. 130. (») Certificatie in 't Vertrek der Thefamtet Oude Laade
K. /-'• J J. (k) Handv. bl, 66. Jo 4
|
||||
H AMSTERDAMS VI. Deel;
Voor- werdt. In 't jaar 1741, weigerde een Am.
hegten fterdamfch Burger en Beurtman op Wezel vanBur- Meezen tol te voldoen. Doch men zag, hier, Ingezet geene kans, om hem, met regt, in de tol- tenen, vryheid te handhaaven (/). 2- Met de Overys'selsche Steden,
vflMVer" dampen > Deventer en Zwolle , heeft de aise' Stad Amfterdam ook overeenkomften ge- maakt , in gevolge van welken, haare Poor- ters, aldaar, insgelyks, eene bepaalde Tol- vryheid genieten. Wy hebben, reeds by eene andere gelegenheid, aangemerkt, dat Burgemeefreren van Amfterdam, in 't jaar 1475, fchreeven, dat zy, toen, zelfs bo- ven merifchen geheugen, Tol vryheid in O- veryflel genooten hadden. Wy hebben, te gelyk , den oorfprong deezer Tolvryheid naargefpoord (m); waartoe wy den Leezer te Kam. wyzen. Wy voegen 'er, alleenlyk,by, dat pen. ook, uit oude Poorterboeken , blykt , dat onze Poorters, van ouds, voor tolvry, te Kampen, erkend geweeft zyn (»). Ook hebben die van Haarlem aldaar het zelfde voorregt gehad; doch bepaaldelyk, ten op- zigte van kooren, hout en bier (o). On- dertuflchen, is, met Kampen, dikwils, ge- fchil geweeft, over deeze Tolvryheid (p). Doch de twee Steden zyn, onlangs, over- eengekomen , dat de Poorters van Amfter- dam (/) Mifllven van Decan en Capftmle van S. Marien x^»
3, 16 Ofiob. en ig Nov. 114t. berußende ter Chanerkamer, en Stads Mifliven, N. XXIX. p. ios. (m) I. Deel, I. Bee^t bl, t. II. Deel, XI. Bf>e{, t/, gp.
(n) Eoorterhock N. 1. in 't begin van 't Boek^.
(*) Privileg, van Haarl. bl. 3«+.
(p) Stads Mifliven N. XXVIll. f. ig^vtrfo, tjg. N.XXIX.
f, $ü. N. XXXi, p. as. *i. XXXII. ƒ>. io j, ie+. |
|||||
»
|
|||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 15
dam de aloude Tolvryheid te Kampen ge-Voor-
nieten zouden, mids zy hunne Tol-cedulsregten toonen , en daarnevens, fchriftelyk , Ver-VANBua* klaaren, dat de goederen hun,in eigendom, ^H^. toebehooren; waartoe de Verklaaringen der tenen. Schippers niet voldoende geoordeeld wor- den (q). De Stad Deventer heft, van ouds, te De-
eenen zogenaamden Kater- of Koter-10/, van vei^er« welken, de Regeering van Amfterdam, by meer dan ééne overeenkomft, flegts eene bepaalde vryheid, voor haare Poorters, heeft können bedingen (r). Van de gefchillen, oudtyds, over 't betaalen van deezen Tol, gevallen, hebben wy, elders (V),uitvoerig- lyk, gehandeld. Men vindt eene Ordon- nantie op den zelven van den jaare 1Ó96, in Dumbars Kerkelyk en fVereïdlykDeven- ter, bl. 469. Eindelyk, is de Stad iVmfter- te Zwol* dam ook, op den dertienden Maart des jaarsle* 1469, met de Stad Zwolle, overeenge- komen , dat onze Poorters, aldaar, van den zogenaamden Biflcbops-Tol, die Zwolle in Erfpagt hadt, zouden vry zyn \ mids die van Zwolle ook, hier ter Stede, niet hoo- ger bezwaard werden, dan de ingezetenen zelven (f). De Stad Staveren in Friesland, 5.
zig, in de veertiende eeuwe, begeven heb-te Stavc- bende onder 't gebied der Graaven van Hol- ï,en' m
° , , 1'nes- land, huid,
(<}) Mitïïve der Stad Kampen van 6 Maart 1761. berus~
tendt ter Charterkamcr. (r) Handv, LI 157. O) 11. Deel, II. Boe{f bl. 12j enz,, ij2 enXf, 168,
(tj Handv. bl, ijo. B5
|
||||
so* AMSTERDAMS VI.Deei.
Voor- land, en in 't jaar 1353, den Biffchops-tol
regten aan zig hebbende genomen, verklaarde, ter- ^sBEüNR-ftond, de Poorters der vrye Steden in Hol- ÏNG£ZE- *and. tolvry , by eenen Brief van den ne- T£wen. gentienden Juny des gemelden jaars, die, met Stads zegel, zynde een Koggefchip, e- ven als dat van Amfterdam, bezegeld werdt. Amfterdam begon, toen reeds, aanzien te krygen onder de Vrye Steden, waarom de oorfprongkelyke brief, die aan Hertoge Wil- lem gerigt is, alhier bewaard werdt. Hy is nog, in de Oude Kerke («), voorhanden, en, in de jongde uitgaave der Handveflen (v), te leezen. De Koopluiden deezer Landen in 't ge-
meen , en die van Holland in 't byzonder, zyn, nu en dan, ook met Tolvryheid bui- tens Lands, met naame in Zweeden , be- fchonken (w). Doch alzo deeze vryheid Amfterdam, en vooral de Amflerdamfche Poorters niet in 't byzonder aangaat, zullen wy 'er hier niet op ftilffcaan. IV. De Poorters deezer Stede hebben , by De Wet- eene der oudfle Keuren, het voorregt ver-
houder- leggen 9 dat het Geregt zig hunne zaaken trekc\ig aantre^ ■> wanneer zy, feenigen tyde, buitens hunne " Lands, verongelykt zyn; in de eerfte plaats, zaak aan, ten hunnen behoeve, fchry vende aan de uit- zyanbu7-r neem^cne Regeeringen; en zo, op dit fchry- tens ven, geen goed regt volgt, ook verlof tot Lands, Schäverhaalinge verleenende aan de veron- veronge- gdykte Poorters (x): welk laatfte,nogtans, y tj ° wel («) Laadt XVIII.
(v) BUdx,, 130.
(n>) Handv. hl, 131, 133,
(x) Keuib. A. ƒ. 6.
|
||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 27
wel onder de Regeering der Graaven (y) ; Voor. doch na dien tyd, zeldzaam of nooit, ge- reote^ |
||||||||||||||||||
fchied is. Op dit voorregt, fleunt het ver V
|
Gi'.RS EN
|
|||||||||||||||||
zoek om Brieven van Foorjchryvmge aan uit- lNCRZE.
heemfche Regeeringen , die , federt veele tenen. iaaren,door Burgemeefteren, verleend wor- 0m 's den Wanneer ook, van ouds,een Poorter, Lands om''s Lands fchulden , buiten der Stede, ^n bekommerd of gearrefleerd werdt, moeit hy, merd volgens een belluit der Vroedfchap van den worden, derden September des jaars 1^9*1 °P Stads koften, wederom bevryd worden (s). En zo Poorters eikanderen, buitens Lands, op eenigerhande wyze, verongelykten, werdt zulks beregt, als of het, hier ter Stede, ge- fchied ware (a).
By de Handveft van Hertoge Albrecht v.
van den vyftienden Maart des jaars 1387 ^m^ [1388], aan die van Amfterdam, met Am-gen;mis. Heiland en Gooiland in't gemeen, gege ven, daad, was verklaard „ dat, zo iemant misdaan binnens mögt hebben, de Graaf, of zyn Baljuw, i™*£* |
||||||||||||||||||
Ï7
5>
|
||||||||||||||||||
of iemant van 's Graaven wege, hem daer w°rdm
|
||||||||||||||||||
voor zouden befchuldigen, binnen eenenjaer aange-
" nae dien dat die breucken gbefchiet waren, fproken. ", of die breucken zouden quyt we/en, ten waer dat hy binnen dier tyt voorvluchtigb tvaerQ))" En dit Voorregt wordt, by de Handveft van Hertoge Willem van Beijeren van den vier- den November des jaars 1411, op Poorters deezer Stede gepaft, met deeze woorden: Waert
|
||||||||||||||||||
(j) Zie II. Deel, IV. Boekj bl. 1*6.
(£,) Keurb. A. ƒ. ij. (*) Handv. bl. i?fl. lb) H3»dv. bl. 71. |
||||||||||||||||||
y
|
||||||||||||||||||
28 AMSTERDAMS VI.Deel.
Voor- Waert dat eenigh van den aenghenomen Poor-
REGTEN teren teghen ons te voor en ghehreuckt hadde, CERs m datJou<te hy ons beteren naer den Recht van Ikgeze- onzen Lande, daer die faecke gefchiet waer, tenen, ende des Joude men hem van den breucken, al- daer, binnen den eerßen jaere daer naefi vol- ghenden, aenfpreecken met rechte, ofhy Joude daer af quyte wefen (<;)• De Vroedfchap heeft ook, reeds in 't jaar 1557, op 't voordraa- gen van Burgemeefteren, beflooten, deeze Handveften, in de zaake van eenen Cornelis Lambertsz,, met allen ernft,tegen den Schout, te handhaaven (d). Volgens de aangehaalde Handveften, is, naamlyk, de Schout ver- pligt, eenen Poorter, wegens begaane mis- daad , binnens jaars, in regte te betrekken, mids de misdaadige niet voorvlugtig zy; zo hy anders zyn regt tegen den zelven niet verliezen wil. Sommigen meenen nogtans, dat fchuldigen aan zwaare misdaaden, ook als dezelven, verfcheiden' jaaren geleeden, begaan zyn, in regte, mogen aangeiproken worden (e). Vï# De Amfterdammers hebben, nevens die Zy m'o- van Amftelland en Gooiland, by de aange- gen niet haalde Handveft vanden jaare 1387 [1388], bekom- 00jc y^^ggen n dat zy, om geene zaaken, »och ge- » door 'sGraaven Baljuw, of iemant anders, vangen „ van 's Graaven wege , te gyfel gedaagd, gehou- ^ gevangen of bekommerd, noch aan lyf of den ^o'"" ëoe^ gehinderd mogen worden, zo lang zy zy borg „ borg können ßellen, dat zy regt verbeiden können %ul-* flellen. (c) Handv. bl. ui.
(d) Rpfol, Vroedfch. N. I. 21 Oftob. 1557.
(e) Zie Boei. Amfteid. Poortcuegt, bl. 6$.
|
||||
tBoEK. POORTERSCHAP. 29
„ zullen tmet zulk een borgtogt^als Schepenen v'00*-
„ befcheïdenlyk dunken zal (ƒ)." En van beuten1 dit Voorregt hebben Burgemeelleren enVANBuRj Raaden niet verzuimd, gewag te maaken, ^ge^! toen zy, op bevel des Hertogs van Alva, teken. in 't jaar 1570, de geregtelyke Couflumen deezer Stede in Crimineele zaaken aan't Hof van Holland opgaven (g). De Secretaris Rooseboom , van het zelfde Voorregt fpreekende, zegt, dat een Poorter niet mögt bekommerd worden, wegens eenige misdaa- den, uytgefeyt nochtans moort, moortbrant, vrouwenkracht, raroof en andere dcliföen, by het voorsz. Privilegie geëximeert (£). Doch, in de aangehaalde opgave der Couflumen in Crimineele zaaken, wordt deeze uitzondering niet gevoegd by het Voorregt, om borg te mogen ftellen, als men de hegtenis ontgaan wilde; maar by het Voorregt, om binnens jaars, wegens misdaad, in regte te moeten worden aangefproken (i). En 't gene met reden vreemd fchynen mag, in de Hand- vefte zelve, volgt de uitzondering op geene van beide deeze voorregten; maar ftaat, in 't flot van den Brief, in deezer voege: Uyt- gefeyt Moort, Moortbrant, Vrouwen verkraft, Raeroof', ende die hem teghens onfe Lyffet met ghewapender handt, ende die misdede binnen de Raeßoet van orifen Reygherbroeck ter Ouder Aniflel, ende an onfe Konynen in Goylandt, ende anders niet — datfouden wy berechten, met
(f) Handv. bl. 71.
(g) Handv. bl. 568.
(b) Recueil Cap. XL. Num. $4. bl, aoa.
(ß) Handv. bl. jö«. |
||||
30 AMSTERDAMS VI.Deel,
Voor- met onfe Heerlyckheyde (k). Uit welke laat-
REGTEN fte woorden, ik eerder befluite, dat de uit- ^15^'zondering valt op de regtfpraakvan Schepe- Ingeze- nen j waarvan, maar even te vooren, zo wel tenen, als in 't midden, en in 't begin der Hand- veile, gefproken was, en die Hertog Al- brecht wilde, dat over alles gaan zou, be- halven over de zeven genoemde punten. Schepenen deezer Stad hebben den Poorte- ren het voorregt, om zig, door borgtogt, te bevryden van de hegtenis, meer dan eens, laaten genieten; gelyk by de Stads Regiflers blykt (l), Wy hebben ook, by eene andere gelegenheid, verhaald (tri) , hoe de Oud- Burgerneefter en Raad, Cornelis Pi e- terszoon Hooft, t'eenigen tyde,ver- klaarde, dat de Vroedfchap deezer Stad zig, altoos, trouwelyk gekweeten hadt, in het voorftaan van dit Privilegie. Doch diezelfde Vroedfchap hadt, reeds in 't jaar 1592, ver- ftaan, dat het Privilegie Iigtelyk misbruikt kon.worden,en daarom dienfliggeoordeeld, deszelfs waare meening nader te bepaalen («): 't welk ik egter niet weet, tot nog toe, ge- fchied te zyn. Ondertuifchen, is nog, by de Ordonnantie op de manier van Procedeeren voor 't Geregt alhier van den jaare 1656, en by deJmpliatieóerzelve van den jaare 17207 vaftgefteld „ dat de Hoofdofficier niemant, „ die, over zaaken van gemeene middelen „ gevonnifr, zynde, borg ftellen kon voor |
|||||||||
\
|
|||||||||
(k) Handv. bl. 73.
(i) Confeffieb. N. VII. ƒ. ij8, 193, ijij verft.
(m) II. Deel, XIII. Boek, bU 3°7-
\nj Zie II. Dtel9 XI. Btt^ kl. 8g,
|
|||||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 31
't gewysde, in hegtenis neemen, of hou- voor-
' den zou; maar dat zulk een, terflond na regten " 't flellen van borge, zou moeten ontflaa-™sbeu*" „ gen worden; behalven in zaaken van Exe- lNGEZE. " cutie, of daar eenige lyfftraf plaats hadt(o)." tenen. In andere gevallen, heeft de Regeering ook, nog voor weinige jaaren, gevorderd, dat een gevangen Poorter, die borg flellen kon, be- hoorde te worden ontflaagen (p). De Poorters hebben, hier ter Stede, ook, VIL
van ouds, het voorregt gehad, dat zy, omfy kon- doodflag, of eenige andere misdaad, niet meer. ^ ? dan 't lyf, en zeker gedeelte hunner goederen niet meer verbeuren konden. Wy hebben , over dit dan hun, Voorregt, reeds by eene andere gelegen-^deenrd heid (q)9 eenige aanmerkingen gemaakt, pond uit welken wy hier niet herhaalen zullen. By hun goed de Handveft van Graave Willem den IV. verbeu. vandenjaare 1342, was gefteld „ dat eenren- „ doodflaager, gegreepen wordende , zyn „ lyf verbeurde; doch maar twintig pond „ Hollandfch uit zyn goed, ten behoeve van „ den Graave (r)." Vrouw Margareet ver- klaarde nader , in 't jaar 1346 „ dat een „ Poorter, eenen doodflag doende buiten de |
|||||||||||
Stede, en met de Maagen des gefneuvel-
den verzoend zynde-, der Graaflykheid niet meer fchuldig zou zyn dan tien pond wegens boete, en tien pond ter Landwin- ninge (s)" of verkryginge van Vryheid, |
|||||||||||
om
|
|||||||||||
(») Cap. X!II. Jin. IV. Handv, bl. 6zs , 617.
(p) Stads Miffiven, 2V*. XXXI. p. 178» 18*, 189. (q) II. Deel, II. Boekjt bl. 107. (r) Handv. i/. 11. (*; Handv, 4/. 135. |
|||||||||||
32 AMSTERDAMS VI.Deëi.
Voor- om in de Stad weder te keeren, of te blyven
regten Woonen. Doch Hertog Willem van Beijeren, Iers en z*£. met zyne Moeder verzoend, en den
ïflGEZE- twift der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen, T4N£N. voor eenen j tyd ten minfte, nedergelegd heb - bende, bepaalde, in 't jaar 1355, naar 't fchynt, met oogmerk, om vrienden en maa- gen te fterker aan te zetten tot bewaaringe der herftelde Vrede, „ dat een Poorter van „ Amfterdam, die zyn Lyf met regt ver- ,<> beurd hadtjtot de helft van zyn eigenlyk }, goed toe, zou mogen verbeuren; doch „ meerder niet (f)." Hertog Albrecht maak- te hierin egter eenige uitzondering, by de Handveft, in den jaare 1387 [1388], aan Amfterdam, met Amftelland en Gooiland in 't gemeen, verleend, verklaarende „ dat een „ doodflaager honderd pond verbeuren zou; „ en dat, zo 'er meer dan één aan den dood- „ flag handdaadig waren, zy elk zeftigpond |
||||||||||||
zouden verbeuren, zig, daarenboven, in
beiderlei geval, met de maagen des ge- fneuvelden verzoenende. Doch zo de dood- flaager , op heeter daad, gevat werdt, |
||||||||||||
^ verbeurde hy 't lyf, en niets uit zyn goed.
„ En zo iemant,in Amfterdam,aan vrede- „ braak fchuldig geworden was, zou hy zyn „ lyf, en de helft van zyn goed verbeuren, „ zynde dit, volgens deeze Handveft, het „ hoogfte , welk iemant, om cenigerhande „ zaaken, verbeuren kon (a)." Eindelyk, verklaarde Graaf Willem de VI., Hertog in
|
||||||||||||
(t) Handv. bl. xif.
{») Handv. bU 71,7*» 7J«
|
||||||||||||
LBoEk. PÖÖRTÈRSCHAP. 33
in Beiieren, by eene Handveft van den een vöör- en twintigften Maart des jaars 1404 [Hos], JJ™», , dat niemant der Poorteren van Amlter- geRs ^ dam, 't zy hy 's Graaven Dienaar wa-lNGEZE. " re of niet, voortaan, om eehigerhandéumus. " zaaken of breuken, meer verbeuren zou, ; dan zyn lyf; ende hundert pont vanfynen ! goede («)," door welke verklaaring, de voorige Privilegien, in zoverre, veranderd werden,dat,voortaan, het goed van éeneri Poorter, die 't lyf verbeurd hadt, om gee- nerlei misdaad, tot meer dan hónderd pond* verbeurd verklaard Zou worden. De Wet- houderfehap van Amfterdam verftondt zelfs, in 't jaar 1570, datiemant, opfimpek Mt* aaph gegreepen wordende, volgens de Hand- veft van 't jaar 1342, niet meer dan't lyf eri twintig pond uit zyn goed behoorde te ver- beuren («). Ook zegt Willem de VI. al- leenlyk, dat een Poorter niet meer dan tlyf en honderd ponden verbeuren mögt; 't welk niet verbiedt, dat men hem minder mogÉ laaten verbeuren. Men heeft, wyders, dë Handveft van Willem den VI. altoos zo ver- ftaan, dat de Woorden, zyn lyf te verbeuren, niet alleen zien op het daadelyk verliezen vatt het lyf; maar ook gepaft moeten wordert op misdaadigen, die, voorvlugtig zynde, niet aan den lyve geftraft, maar gebannen worden (x). En dit komt overeen met de oudfte Handveft, wegens dit Voorregt Vet- leend*
(v) Handv. bl. ij.
(w) Handv. bl. s<i*. f
(x) Zie Rooseboom Recueil Ca\>. XL. ». 10. *>u i«f« w
tiiei voor, II. Deel, VI. £««<» *'• *7. XL Stuk. C
|
||||
^^^—■^ni
|
||||||
34. AMSTERDAMS VI.DEF.t.
Voor- leend, in't jaar 1342; waarin, na de ver-
iiEGTEN klaaring, dat een doodflaager , gegreepen vanBur- wordende, zyn lyf en twintig pond verbeu- Ikgbze! ren zou, deeze woorden volgen; Ontruymt tenen, hy, ende wort hy ballinck ghemaeckt als recht is, fo füllen wy hebben van zynen goede XX. pont Hollandts (y). Voor 't overige, heeft de Regeering, doorgaands, zelfs ten tyde van Karel den V. en Fïlips deii II., toen men verftondt, dat de misdaad van gekwet- fle Goddelyke en Menfchelyke Hoogheid, waaronder ook de zogenaamde Kettery be« greepen werdt, met het lyf en al de goede- ren , zonder aanzien van eenige Privilegien, moefl geboet worden; veel werks gemaakt van de handhaavinge van dit Voorregt. Ook zyn hier verfcheiden' vonniïTen geveld, o- vereenkomltig met het zelve (z). Doch het is van geen byzonder gebruik meer, na dat 's Lands Staaten, op den eerften May des jaars 1732, de verbeurdverklaring van goederen, 't zy geheel of ten deele, om welk eene misdaad het ook zyn moge, die van gekwetfte Hoogheid zelve niet uitgezon- derd, voor altoos, hebben afgefchaft (a). Die, ondertufTchen, van dit aloude voor- regt meer begeert te weeten, leeze de uit- voerige Verhandeling van TobiasBoel Junior, genaamd dmflelredams Privilegie en Poorterregt, raakende de verbeurte van lyf en goed, in 't jaar 1713, in't licht gegeven. Eer
*■
(y) Handv. hl, n.
(z.) Confeffieb. N. VII. ƒ. i©8, IS« v*ff9. N. VUL/.
+z verfo, K (a) Zie Groot-Plakaatb. VI. &eelt bl. S77*
|
||||||
________________________«________.______ÓMi___lJ___m.
|
||||||
I.Boek. POORTËRSCHAP. $$
Eer wy van dit ftuk, geheellyk, afflappen, Voör-
merken wy nog, met een enkel woord, aan, regten dat het Voorregt, aan Amfterdam, met Am- ™SB™* ftelland en Gooiland in 't gemeen, in 't jaar iNGfczE. 1387 [1388], verleend „ dat Kinderen hetTENEM. „ goed hunner Ouderen > by derzelver lee- „ ven, niet zouden mogen verbeuren (£),'* niet zo ver fchynt te moeten getrokken wor- den, dat het Geregt geene geldboeten, die > door minderjaarige Kinderen, verbeurd wa- ren , van de Ouders zou mogen vorderen. Immers, is, tegen het affchieten en afftee- ken van vuurpylen, voetzoekers, klapbofTert en ander vuurwerk, hier ter Stede, meer dan ééne Keur gemaakt, waarby vaftgefteld is, dat ouders en voogden, voor de onmon* dige, die onder hun bewind ftaan, zullen moeten boeten en verantwoorden (c). Eindelyk, hebben de Amfterdamfche Vut.
Poorters ook het Voorregt, dat hunne wet- P.u^ne tige Kinderen, na hun overlyden, in't Bur- können* ger-Weeshuis komen können. Doch van de na hun * jaarenen andere hoedanigheden, in deezeoverly.# Kinderen vereifcht, hebben Wy, in de Zte-^£n,ill,t fchryvinge van het Burger-Weeshuis (d), om- huis ftandiger gewaagd. Wyders, moet men hier, komen* nogtans, in gedagten houden, dat de Re- geering zig ontflaagen agt van het onder- houd van Poorters-Kinderen, wanneer de Vader zig, met der woon, buiten de Stad begeven heeft (0- _ Tot (b) Handv. bl. 71.
(c) Zie Handv. bl. g«i. en hier vootj II. Deel , XIV*
Moekj bl. 394., (d) III. Deel, IV. Boek, bl. jïJ-
(O Stads Miflïyen, AT. XXX, bL iöo. |
||||
wmmmmm
|
||||||||||||||||||||
mmmmummmumm
|
||||||||||||||||||||
■"■
|
||||||||||||||||||||
36 AMSTERDAMS VLDeel.
|
||||||||||||||||||||
Voor-
regten VAN BUR
GERS EN Ingeze-
tenen. |
Tot hiertoe, gehandeld hebbende van de
Voorregten , den Amfterdamfchen Poorte- ren byzonderlyk eigen, gaan wy nu over tot zulken , die zy, met andere ingezete- nen der Stede, gemeen hebben. |
|||||||||||||||||||
Voorreg- Onder deeze Voorregten, komt, in de
ten der eerfte plaats, in aanmerking de Vryheid, die Poorte- dg ingezetenen in 't gemeen, zo wel als de andere P°orters, tegenwoordig, hebben, om zekere Inwoo- handwerken en neeringen te mogen doen. neren, in Wy hebben van deeze Vryheid hier voor meen. (f ^ reec*s SewaS gemaakt: en voegen 'er
l/ hier alleenlykby, dat de ingezetenen der Stad Vrye in 't gemeen, van ouds, ook, vryelyk in de viflchery Zuiderzee hebben mogen vijjchen, mids zig ont- |
||||||||||||||||||||
en vrye
vaart naar en van de Stad. |
||||||||||||||||||||
houdende van de Overyflelfche kutten, en
den mond der ftroomen, in die Provincie 0?)- Ook hebben ingezetenen en Poorters |
||||||||||||||||||||
niet alleen, maar vreemden zei ven vryheid,
om, met hunne fehepen en goederen, door 't Vlie en 't Marsdiep, of't gat van Texel, te komen tot voor de Vryheid der Stad, en wederom, van daar, de zeegaten uit te zei- len , zonder onderweg te mogen bekommerd worden 5 moetende zulken, die iets op hen te zeggen hebben, hen, deswege, voor 'c Geregt deezer Stede, aanfpreeken : over- eenkomftig met de Handveflen van den zeftienden January des jaars 1399 [1400], en den een en twintigften Maart des jaars 1404 [1405]. Zelfs was, in eene Handveft van
(f) Bladx., 9.
(g) Handv. bl. jo, ai, 2t, en hier voor, II, />■«/,* VL-
JBae^ bl. Z3 enz. |
||||||||||||||||||||
LBoeK. POORTERSCHAP. 37
vanden zes en twintigften September desVooR-
jaars 1399, aan zulke Koopluiden, die, op>*EG™ de reize naar of van de Stad, bekommerd of JJJJ™7 beroofd werden, vryheid gegeven, om ge~iNGEZa, weid met geweld te keeren(^). De oudfte tenen. Keuren (f), en eene verklaaring der gant- fche Regeeringe en Poorterye van den twee en twintigften December des jaars 1498 (£) beveiligen dit Voorregt, enkelyk verleend tot bevordering der Scheepvaart en des Koophandels deezer Stad. En de Regeering heeft zig, in gevallen van bekommering van fchepen of goederen, tuflchen deeze Stad en Texel, in de voorgaande eeuwe en in dee- ze , meermaalen, met eenen goeden uitflag, op het zelve beroepen (/). Den Poorteren vanAmfterdam is, byHand- H«
vefte van de jaaren 1342, 1401 en H^jJ^'SJf' het voorregt verleend, om nergens benoorden ten Lan- de Maaze, of, tuffchen de Maaze en de Zype, de, be- ten platten Lande, in perfoon of goederen, "oor; te mogen bezet ^bekommerdoï gearrefieerd wor- Maaze den (?h). Doch in beflooten Steden, daar eenig te mogen Poorter gebreukt heeft, of daar zyne goe- bekom- deren gevonden worden, ftaat zulks vry («).m^ Onder 't gene benoorden de Maaze in Holland legt, is ook het gantfche Noorderkwartier deezer Provincie begreepen: en ten opzigte van
(h) Handv. bl. ij.
(i) Handv. bl. ^9S. (k.) Zie hiervoor, II. Deel, IV, .Bo«^, bh 40a.
tl) Refol. Vroedfch. N. «s>. 2 Maart 16+6. ƒ. 97. Stads Miffïven, N. XI. ƒ. u«. N. XXVI. ƒ. 14., 44, verf«. (m) Handv. bl. 11,14» »34» 4+7. Mieris Chaitctb. IV,
titel, blt fifii. (n) Zie U. Deel, II. Baek.^ bl. 1I9,
C3
|
||||
^^—^mmm
|
|||||||
38 AMSTERDAMS VI,Deel,
Voor- van Waterland in 't byzonder, was, reeds
hegten in 't jaar 1350, verklaard, dat die goede Lu ■ vanBur-^ van Amfielredamme vrye en quyt varenende Ingbze- ^rew zouden met haren goede, onbelet ende on* 3-ejïen. becommert (0): welke verklaaring, veelligt, ook op de Tolvryheid ziet, waarop wy de- zelve , elders (p), hebben toegepaft. In de Stad zelve, mag geen Poorter, in perfoon of goederen, gearresteerd warden, ten wa* re hy op misdaad betrapt wierdt, of verdagt wa*e van devlugt te willen neemen,of zyne goederen te willen verduifteren (q). En deeze Poorterlyke Voorregten heeft het be- lang des Koophandels ook doen toepaffen, op alle ingezetenen zonder onderfcheid; die, door Burgemeefteren der Stede, ten allen ty* de, en zelfs, reeds in 't jaar 1474, tegen den Baljuw van Egmond (r), by dezelven, gehandhaafd zyn (Y). Ook is, op den een en twintigften July des jaars 1676, by Sen- tentie van den Hoogen Raade, verflaan, dat Burgers van Amffcerdam, ten platten Lan- de , in perfoon noch goederen, arreflabelzyn (f). Doch, behalve in de reeds gemelde ge- vallen, wordt ook, by Schepenen, arreß toegeftaan op Poorters of Inwooners en der- weiver goederen, indien dezelven Trekkers, Intrekkers, of EndofTanten van WifTelbrie- ven zyn, die, by mangel van acceptatie of foe-
(«) Handv. hl. 24.
(p) II. Veel, II. Boek^y hl. 1*J.
(q) Handv, hl. «ij.
(r) Groot Memor. N, I. ƒ. lo.
(s) Muniin. -Rcgift. N. 16. f. 33<t 372 verfo. RoOSf>
jlOOM Recueil Cap. XL. n, z6, 27. hl. 200. W. V. ALPHEN fapegaay,ll. Dcet, bt. 39J, 359. (t) Sententie, berußende in 't Vertrek der Thefaurie n
#ientcc Laadt C. &, Y, $é |
|||||||
i
|
|||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 39
betaaling, behoorlyk zyn geprotefleerd, envooR-
door hen niet voldaan worden; of indien zy, regten WiïTelbrieven geacceptwelhebbende,dié zy VANßUR- van Nonbetaalinge hebben doen pmefteeren^ iN,jEZE. dezelven weigeren te voldoen , na datze, tenen. met Contrepotefi van den Trekker, te rug gekeerd zyn (u). Ook gedoogt men, dat zulke Poorters- of Inwooners-goederen ge arrefieerd worden, waarop de Arreßant be- weert regt van eigendom of Hypotheecq te hebben (v). Eindelyk, is, in't jaar 1570, by de Vroedfchap, verdaan, dat zelfs een Poorter, en veel meer nog een Inwooner, gearrefleerd mag worden, zo, hy borg ge- bleeven zynde, voor de voldoening van 't gewysde, ten lade van eenen gearrefteer- den vreemden; de gearrefteerde daarop uit het Arreft ontflaagen en vertrokken is, zon- der aan 't vonnis voldaan te hebben (10). De goederen van eenen Poorter, 't zy m.
onroerende of roerende, mogen, uit krag- Niet te te van Schepenen- óf Weesmeefters-Kennis- m°g<~n fen, of andere Brieven van verband, Äc!!2t-S regt van parate Executie hebben, niet geëxe- teerd, dan cuteerd worden, dan na voorgaande Loos- en na voor- Eigenpandinge (x), ten ware zulk een Poor- £aan<?e . ter van de Loos- en Eigenpandinge afftand an lng' gedaan hadt; in welk geval, men, met het doen van Sommatie en Renovatie, kan vol- ftaan (y). En 't gebruik heeft ook dit Voor- regt
(u) Zie hier voor,IV. Deel, III. Boe^t bl, -f44» 44J.
(■v) Handv. bl. 61$. (n>) Handv. bl. ij9, 446. •
. (x) Handv. bl. 111.
(jt) Handv, bl. 615.- C4
|
||||
4Q AMSTERDAMS VI.Dee£,
Voor- regt aan alle ingezetenen gemeen gemaakt,
ïïegten In welke andere gevallen, men, zelfs om» ^NB™"trent; Poorters en Inwooners, niet tot Pan^ CEBS EN ,. ,« . *
Iwgeze- ding verpligt is; maar kort en onvertoogen,
stenen, of Zeevaardig en Vhofoaardig of Flatvaardig regt, gelyk het, oudtyds, genoemd werdt (2), vorderen kan , hebben wy, by eene andere gelegenheid (a), aangeweezen. IV". By eene der oudfte Keuren, is vaftge* fte/aan- ß^, dat een Poorter, regt zoekende bui* leg, niet ten der Stede tegen zynen Medepoorter , buiten de tien Pond Hollandfch, en daarenboven zyn Stad te Poorterregt, den tyd van tien jaaren agter- fhfkUe" een» verDeuren ZQU QÖ. En uit deeze Keur worden, re, ziet men, hoe zeer 'er de Regeering, al van ouds, op gefield geweeft zy, dat alle zaaken binnen der Stede beregt, en par- tyen niet voor eenen anderen Regter be- trokken werden. Ook heeft men hier, aK toos , zeer geyverd voor de handhaaving van het Privilegie de non evocando, of om niet buiten de Stad, immers niet ter eerfier aanleg , in regte betrokken te worden ; zelfs tegen den Graaflyken Raad , of het Hof in den Haage; niet flegts ten opzigte van Poorters; maar van alle ingezetenen, die hier ter Stede iet verbeurd hadden, zonder onderfcheid (c). Amflerdam heeft dit Pri- - vilegie, met andere Steden , en met het Land
(%,) Handy, bi, in, jio.
(u) Zie V. Deel, \, Boek], bi. lof.
(ik) Keurb. A. ƒ. I«. Harjdv. hl. 13 6,
(cj Regift. van diverfe Senrent. f. s-u Refol. Vroedfch,
>?. 1. 9 Sept. 1$^. Groot-Memor. N, I. ƒ. %%t verfo. Zie «o^hier voor, IF. Öttl, V. Doek., bi, 4$;, yi. Boek,, hl. 10*. Xlll. Boik^ bt. 307, |
||||
IBoek. POORTERSCHAP. 41
Land van Holland , gemeen. Doch 't zal Voor-
niet ondienflig zy n, de bewoordingen, waar- regteh by het der Stad verleend is, een weinig na-v,ANsBu*- der dan wy, elders (rf), gedaan hebben, te inceze, over weegen. Zy luiden, in de Handveft van tehen. denjaare 1342, aldus: Voort wat gefchiede binnen der Vryhede van Amftelredamme, dat fal berechten onfen Schout met den Schepenen van binnen, daert tegen onfen Heeriyckheyt niet en draget of flrydt ( e ). In gevolge deezer Handvefte, möeft al wat binnen de Vryheid verrigt werdt , 't zy door eenen Poorter, ingezeten of vreemden, voor de gewoon- lyke Regtbank van Schout en Schepenen van binnen, dat is, in de Stad, gebragt en beregt worden. In de Handvetl van den jaare 1387 [1388], aan Amfterdam , met Amftelland en Gooiland in 't gemeen, gege- ven , wordt dit Privilegie, op meer dan eene wyze, ten kragtigfle, beveiligd. Voorts, fo Julien wy, leeft men daar, in 't begin, of on/e Baïliu of Rechters een iegelyk recht ende vonnis, doen van allen faecken, nae vonnfjeder Schepenen, ende recht ende coßume des Landts, binnen der Stede of Dorpe, daer die faecken gefchietfyn. En wat laager, na 't voordraa- gen van eenige andere punten; in alle wel- ken, gefield wordt, dat de Geregten der Plaatfen , over doodflag, vredebraak en an- , dere misdaaden, oordeelden , vervolgt de Ruwaard, in deezer voege: voort f00 en fal die Balliu noch Rechter niemant, gevolgelyk, no.Qh
É
(d)U Ort/j II. Bte\j bL 1J7.
(fj Handy, tl. ui. C 5
|
|||||
•
|
|||||
A
|
||||||
42 AMSTERDAMS VI. Dm.
Voor- noch ingezeten noch Poorter, daghen van
KEGTEN breucken uyt der Stede ofte Dorpe, daer die van Bur- breucken gefchiet zyn, maer daer berechten, nae Jngeze- vonniffe der Schepenen (f). Niet minder na- T£W£W, drukkelyk, fpreekt Hertog Willem, Albrechts Zoon, in de Handvefl van den vyftienden July des jaars 1409: Item. f00 f al onfe Schout van onfer Stede voornoemt ■*—- — altoos die Breucken berechten —r— , die binnen derzelver onfer Stede gejehien füllen (g). 't Is, onder» tuflehen, waar, dat Graaf Willem de IV., in de Handvefl van den jaare 1342, eenige zaaken van de regtfpraak van Schepenen uitzondert, als hy verklaart, dat alles, wat binnen de Vryheid gefchiedt, daartoe be- hooren zou , daert tegen zyne Heerlyckheyt niet en draget. En welken deeze zaaken wa* ren, zegt Hertog Albrecht, uitdrukkelyk, in de Handvefl van den jaare 1387X1388], te weeten , Moort , Moortbrant, Frouwen verkraft, Raeroof, ende die hem teghens onfe lyffeP met ghewapender handt, ende die mis- dede binnen den Raefioet van onfen Reygher* broeck ter Ouder AmjteL ende an onfen Kony* nen in Goylandt ende anders niet (h). Wy heb- ben elders (i), tot opheldering deezer woor- den, reeds eenige aanmerkingen gemaakt. Wy voegen 'er hier, alleenlyk, by, dat het woord Raeroof genoegzaam zo als wy 't, na anderen , verklaard hebben, verklaard wordt, in eene Handvefl van den zelfden Her*
(f) Handv. bl. 71, 72.
(l) Handv. bl. 2.
(h) Handv. bl. 73. I
(f) Ü.Detl, ll.ßoti, bl. 117.....
|
||||||
'
|
||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 43
Hertog Albrecht, in het zelfde jaar, aan die Voor-
van Waterland gegeven: waarin men leeft: regten Raroof,dat is te verflaen ,foo wie eenen doodenVA®Bvs.' man beroofde, ende dat zyn bename; of wie ?ER,S ^w , , J r \ ■ r 1 1 1NGEZE-
een dooden man wt onjen Lande tn een ander tenen.
Lant voerde: of iemant van der galghe of van genen rade name, buyten oorlof van ons of van onfen Bailliu: of foo wie kercken beroofde (&). De zeven genoemde punten verftonden de Graaven dan, dat hunne Heerlykheid, of Graaflyk gezag, byzonderlyk, hoonden, en daarom wilden zyze, gelyk Hertog Albrecht, in de Handvefl voor Amfterdam, met Arn- ftelland en Gooiland, fpreekt, berechten met hunne Heerlyckheyde (/), dat is, met hun- nen Raad, die, voor 't meerder gedeelte;, uit Heeren en Edelen beftondt (4J. Doch 't fchynt, dat de Graaflyke regtsoefening o- ver de zeven gemelde punten, immers over eenigen derzelven, niet veele jaaren ftand gehouden heeft. Schepenen van Amfterdam hebben, ten mïnfte, dikwils, regt gedaan over moord , brandftigüng, kerkroof, en diergelyke misdaaden (w): 't welk moet doen vermoeden, dat de Graaven, na 't jaar 1388, ook de regtfpraak over de uitgezonderde pun-
(O Handv. van Wateil, bl. XXX. v*rj. Polit, Regeer, van
den Briel, bl. 33I. (I) Handv, bl. 7?.
_ (m) Zie de Confeiïie- en Sententieboeken en Confuje«. tien van Schepenen van 24 Nov. 17J6. §. js. bl. «, (4) Doe maect men daer des Graven Raet
Dietmgbenfie en tie r'jcfle Heeren , leed men reeds, by Melis Stoef, in Jan den I.
|
||||
44 AMSTERDAMS VLDeee;
Voor- punten, aan de Geregten der Piaatfen, heb-
regten ben overgelaaten. En zo ik my niet bedrie- vANBuR-gCj iszuiijs, ten opzigte van Amflerdam, Ingeze- gefchied, by de aangehaalde Handvefte van testen, den vyftienden July des jaars 1409, in dee- ze woorden: Item foo fal onfe Sehoüt van on- fer Stede voornoemt, die nu is of naemaelstie- fen fal, altoos die breucken berechten, kleyn ende groot, booghe ende laghe, die binnen dsr zelver onfer Stede gefchien Julien, finder eenigb toefeggen van onfen Balliu van Amflerlant ende van fVaterlant, of van ymande anders van on- fer wegen (n), 't Was hier, zo ergens, de plaats geweeft, om van eenige uitgezonder- de punten gewag te maaken. Doch men ziet, dat de Graaf alle breuken, hier ter Ste- de voorvallende, fielt aan de gewoonlyke regtfpraak binnen de Stad. Ook blykt, uit eene andere Handveffc van den zelfden Graa- ve van den vierden November des jaars 1411, dat hy zelfs de breuken, tegen hem verbeurd, beregt wilde hebben, ter plaatfe, daar zy waren voorgevallen (0). . Wanneer men nu onderflelt, dat de pun- ten , waarover de Graaven, van ouds, de regtfpraak aan zig behouden hadden, by de Handvefl des jaars 1409, wederom aan de regtfpraak van Schepenen onderworpen ge- worden zyn, zal men te ligter begrypen kön- nen, waarom Hertog Filips van Bourgondie, de regtfpraak over eenige zaaken willende aan zig trekken, in eene Handvefl van den (n) Handv. il. z.
(o) Handy, bl. m. |
||||
kB0EK< POORTERSCHAP. 45
jaare 1452, aan 't Land in 't gemeen gege- vooa-
ven, geheel andere punten uitgezonderd regte« heeft, dan Hertog Albrecht en andere Graa- VA^sBp^' ven, te vooren, uitgezonderd hadden (/>). iNGezê« Doch zyne Handveft werdt, in dit opzigt, takeiï. wederom te niet gedaan by het Groot-Pri- vilegie van Vrouwe Maria, beveiligd by de Handveft van Maximiliaan en Maria van den jaare 1480, en behelzende „ dat de Staaten j, en Landen, in 't Huk der Evocatien, by „ derzelver oude Privilegien blyven zou- „ den (f)." In laater' tyd, onder de Re- geeringen van Karel den V. en FilipsdenlI., werden, gewiflelyk, alle zaaken 'zonder on- derfcheid, ook zulken, waarover de Graaf, oudtyds , de regtfpraak aan zig behouden hadt, gelyk Zeeroof, Reeroof^rouwekragty Moord, Moor dhr and, Sodomie, en zelfs Con- fpiratie, Oproer, valfche Munt enz. binnen de Stad beregt; zo als, uit de Inftruëtie voor den Schout van den jaare 1564, af te nee- men is (r). Alleenlyk, zonderde men toen de misdaad van gekwetfte Goddelyke en menfchelyke Hoogheid uit van de gewoonly- ke regtfpraak der Steden. Doch het Hof erkende, zelfs toen, dat, in geene andere gevallen, eenig Poorter uit Amfterdam ge- ügt, en naar den Haage vervoerd mögt wor- den (j). In de opgaave der Privilegien en Couftumen, aan 't Hof van Holland, van den
(p) Zie Handy, bl. 7$. en hier voor, II. Deel, III. B*et,
bl. 24?. (q) Handv. bl. 79, 8j.
(r) Handv. bl. 101. (s) Refol. Vroedfch. N. I. 9 Sept. ij**, z* Nev. w+
Mtrg. Li. H.H. IJ K«v. 172.7. f. ztf*. |
||||||
éSk.
W * |
||||||
■ü
|
|||||
4<* AMSTERDAMS VI Deer.
Voor. d.en Jaare J57ö, Schroomde zelfs de Regee-
REGTEN ring van dien tyd niet, zig , omtrent dit cEKNsï"?U5',in deezer voeSe' te verklaaren: Item
INGE2E- .f* * Lant van Hollant Privilegie t dat men tenen, niemandt van den onderJaeten van Hollant ter eerfier infiantie mach evoceren , buyten den /elven Landen. Ende datmen elcken moet aen* fpreecken voor zynen dagelyckfchen Rechter, uytghefonderdt in cas van arrefi (t). Of nu de Steden, om gewigtige redenen, van dit Privilegie können afftaan, en, in byzondere gevallen, gedoogen, dat haare Poorters en Inwooners* ter eerder aanleg, den gewoon- lyken Regter onttrokken worden ; en of, en hoe verre zulks, onder anderen, gefchied zy, door haare bewilliging in het jongftege- neraale Plakaat op den' ophef van 's Lands gemeene middelen van den twee en twintig- ften July des jaärs 1749; in welks veertien- de Lid, bevolen wordt, alle zaaken tegens de Gaarders, en derzelver Bedienden of Bor- gen, ter eerfter aanleg, te brengen voor Ge- committeerde Raaden ; blyve het oordeel van kundiger luiden aanbevolen. Doch hoe 't ook hiermede zyn moge; 't is, ten min- ften, in alle andere* gevallen, volgens de uitdrukkelyke verklaaring van 's Lands Staa- ten van den vyftienden September des jaars 1677, een onbetwift regt, dat geene Inge- zetenen van Holland,nietvoorvlugtig,noch op heeter daad gevat zynde, ergens anders, dan voor hunnendagelykfchen Regter, mo- 'gen
(t) Handv, U* 4*7. *«X« Grotius Apol. C*pt XV. iL
i4j>, 150. |
|||||
LBoek. POORTERSCHAP. 4?
gen te regt gefield worden (u): behoudende voor-
zelfs den Officier der Plaatfe daar de misdaa-hegten
dige woont, met uitfluiting van den Officier VAN BüR*
en Regter der Plaatfe, daar de misdaad be- JJJJj!
gaan is, het regt, om den misdaadige te vat- tenen."
ten, zo hy niet voorvlugtig, of op heeter
daad gegreeperi is; waarover het oordeel aan
den gewoonlyken en bevoegden Regter ge-
laaten wordt, by eene nadere verklaaring
van den zeftienden December des jaars 1678
Qu). Een voorval met een' Poorter van Am-
fberdam, waarvan wy, elders (w), gefproken
hebben, heeft aanleiding gegeven tot beide
deeze verklaaringen.
Wy hebben nu de Voorregten der Am- Optel-
fterdamfche Poorteren opgeteld , zo verze Hng van
hun byzonderlyk eigen zyn, en zo verze ook eeni§e
J1 • 1 verou- aan andere mwooners zyn gemeen gemaakt. der(}e
Wy fpreeken niet van eenige verouderde Poorter-
Voorregten, die, door verandering van ty- lyke
den en zaaken, van zelven, te niet geloo- Voorreg«
pen zyn. De meeften worden vermeld, in
de Handveft van den jaare 1342. Eenïgen
ook elders. Zodanigen zyn „ dat een Poor-
„ ter, tweemaal zes weeken in 't jaar, bui-
„ ten de Stad verbly ven mögt, eens om te
„ zaaijen, en eens om in te oogflen; dat zyn
„ goed nergens ongeld fchuldig was, dan in
„ Amfterdam, eenige weinige Graaflykeen
„ andere belaftingen uitgenomen; dat men
„ hem niet ten kamp uitdaagen mögt, dan
„ met
(u) Gront-Plakaatb. III. Deel, bl. i?Sj.
(v) Gioot Plakaatb. IV. Deel, bl. 4+r,. .(»;H. Deel, XVIII, ßttJ^ tl, %t*. XXIII. Soct^, bh 306. Aant.
■..... - - 1 . » . ■■ ■■ '
|
||||
48 AMSTERDAMS VkDttS
Voor- ?>
met zyne bewilliging; dat men hem, als
moten „ hy, buiten deVryheid der Stede, in nood
££*?'» kwam> m°& byfpringenj dat Poortersi INGEZE- » lemant gedood of gekwetft hebbende, zig, tenen. ,y door het opbrengen van eenig geld, met „ deszelfs maagen, verzoenen konden; dat „ men hun, ten behoeve der Stede i geen „ geld afleenen mögt dai| tegen den twaalf- j, den penning enz. (x): alle welke voor- regten j geheellyk, in ongebruik geraakt zyn. Eindelyk, werdt ook, van ouds, aan de Poor- ters van Amfterdam, toegelaaten, zig vry te koopen van het regt van Koermede, zynde een regt der Graaflykheid op het befte pand uit iemants boedel, na zyn overlyden: aan welk regt, eenige Amfterdammers, zo wel als andere Ingezetenen van Holland (5), on- der- ra) Handv. hl. n, 71,111,120, ijj, n<s, (5) Het regt van Koermede , Coermiede, Coermede,
Cuermede , Ceurmede , of Keurmede, welk woord zo veel als gefcbenk of gifte ter keuze van den ontvan- ger betekent (Zie Kiliaan, op Miete, Miente,Mie< de, druk van 1599.),is,niet flegtsinElolland,maar, door al de Nederlanden , ingevoerd geweeft , en wordt, niet zonder reden, als een överblyffel der al- oude dienftbaarheid hier te Lande, aangemerkt. Het werdt, door weereldlyke en Geeftelyke Heeren,ge« vorderd; gelyk, door den Biflchop van Utrecht, en zelfs door den Abt van Egmond, en door byzondere Kapittelen, by voorbeeld, door het Kapittel van S. Maria, te Utrecht. (Vide A. Matthaei Fund, & Fata Ecclef. Libr. I. Fund. V. p. 153. ejusd. Not. ad AnnaU Ègtnund. p. 201.) In Holland en Weftfriesïand, hadÈ de Graaf zyrie byzondere^ Amptenaars, Keurmedebe* waarders genaamd, die dit regt voor hem invorder- den. Zo leeft men, in 't Pergament Regifler ter Leen- kamer van Holland, Libr. IV. Aelbrecbt p, 200, (by Mieris Cbarterb. III. Deel, bl. 409.) van Moen Tyo~ manszoen Coermitde bewaerre van Amficrlanu En hier- uit |
|||
LBöek. PÖORTÈRSCHAP. &
derworpen waren; gelyk my, uit een Vidi- Voo&i
mus van eenen Brief van Hertoge Albrecht regten van den jaare 1371, gebleeken is (y). 2m t»' Na 't afhandelen der Voorregten van het ]WGe2e- Amfterdamfche Poorterfchap, komt nu in tenen* overweeging, op welk eene wyze * en door Wyze, welke Perfoönen, dezelven können verkree-waaI°P, gen worden. En hier moet men zig herin- ^g,.0*" neren, 't gene wy, te vooren (z), hebben verkree* aangemerkt, dat de Amfterdamfche Poorters gen ■driederlei zyn, ingebooren, behuwden en gü-wordt* kogten. De ingebooren Poorters zyn zulken» D°or iri* die, in de Stad en van Poorters, gebooren^np°"0£j zyn, waaronder ook zulken zyn begreepen, ters» die, terwyl de Moeder op de reis was, zyn ter weereld gekomen; zynde deezen, meer- maal ':. •' .■..■....; (y) Zie den zelven hier agter, in de Uylaagen, Li. B.
(z,) BUdz. 6. uit is afcenemen, dat, in Amftelland, ook Keümedi-
gen woonden: 't welk ook beveiligd wordt, uit eenen brief van Graave Willem den III. van den vyf en twin- tigften November des jaars 1328, waarby een ftukLands opgedraagen Wordt gbelegen t'Outersdorp in den Kerfpel te Diemen , dat Aleyden Reyniets was, die woende te Die- men , die, zegt de Graaf, onfe Cotrmeedige was van goede dat zi obboerde van Kerfline boet re docbter die onze coermie- dicbwasenz. Zie Mieris Cbarterb. II. Deel, bl. 4.7Ö. *t Is, derhalve, niet Vreemd, dat, ook in Amfterdam, Keurmedigen gewoond hebben. Matthäus gewaagt van een pleit over 't regt van Keurmede, tuifchen 'É Kapittel van S. Maria te Utrecht en een' Smid te De- venter, wiens" Vrouw en Dogter overleeden waren* 't Kapittel vorderde een der befte panden uit den hut4 ze, te weeten, 't Smids aanbeeld. De Smid beweer- de , dat hy alleenlyk een kleed fchuldig was. 't Ge- ding werdt, omtrent den jaare 1300, ten voordeel«? van den Smid, uitgefproken. Fundat. &? Fata Ecehf* Libr.I. Fund. V.p. 153. •-, XI. Stuk. D
|
||||
Cffö AMSTERDAMS VIDezU
Voor- maaien, by Burgemeefteren, voor inseboo *
beuten ren Poorter« tZh-mA r„\ Z iU&eD0°- vANBüR.p",™ r?' erk?nd W- Ee" gebooren GERSEN Pooier verkrygt deezehoedanigheid, door Ingeze. de geboorte; doch kan geen gebruik maa- »*»». ken van eenig byzonder Poorterlyk Voor- regt, t zy hy begeere,dat hem Tolbrieven verleend, of dathy, ineen Gilde, aangeno- men worde zonder zig, voor ingebooren Poorter of Burger, te doen erkennen; 't welk men noemt zyn Burgerfchap te haten overte- kenen. Kinderen van eenen Schout, Bur- gemeefter, Schepen of Raad plagen zie nogtans, zeldzaam, als gebooren Burgerf,' te laaten overtekenen, ten ware zy zig van het Privilegie van Tolvryheid, of vaneel Poorterlyk Voorregt bedienen wilden, oor «kelende zy, m/t gemeen, dat hunne af- komft te zeer bekend was, dan dat zy, ten ware by byzondere gelegenheden, hun in gebooren Fborterfchap zouden behoeven te bewyzen. Dikwils zyn ook Perfoonen, tot Raaden m de Vroedfchap, verkooren, zon- der den gewoonryken Poorter-eed gedaan te hebben; doch de Vroedfchap heeft,oPden dertigften July des jaars 1655, reeds ver klaard, dat de eed der Raaden, veel uitge- breider zynde dan de Poorter-Eed , den Poorter - Eed, volkomenlyk, infloot en derhalve, dat de nakomelingen der Raaden* voor ingebooren Poorters, moeften gehou- den worden («. Om voor ingebooref P00r- ter te worden erkend,is niet noodzaakelyk, (*) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. toz veffo. N. Ix f ^
|
||||
IBoêK, PÖÖRTËIISCMAP. $t
dat men zyns Vaders Poorterfchap, met des- vóö**
zelfs Burger-cedul, bewyze.Een ingebooren regten Poorter kan zig, als zodaanig, ook op zyns vanBür- Groot-Vaders-Burger-cedul laaten overteke- ijJ^ze- nen. En zo dra deeze overtekening gefchied temew. is, worden hem, zo hy 't verzoekt > Tol- brieven verleend. Een behuwde Poorter, zynde zulk een, die öootbé*
met eene Poorteres, of Poorters Dogter ge- huwde trouwd is, wordt, volgens eene der oudftePoorters* Keuren, door zyn Huwelyk, Poorter,gelyck tenen gebooren Poorter, mids hy binnen der der Stede komt, met allefyne woninge., binnen fes weken (c). Dit laatfte is egter in onge- bruik geraakt. By verfcheïden' Keuren, is» wyders, vaflgefteld, dat geen behuwd Poor* ter de voorregten van het Poorterfchap, met naame het Privilegie van Tolvryheid* zal mogen gebruiken, voor dat hy den behoor- lyken Poorter-eed hebbe afgelegd (rf), Y , welk, van ouds * binnen eene maand na het Huwelyk, plagt te gefchieden (e); doch wel- ke tyd, by eene Keure van den twintigfteii February des jaars 1579, en dus kort na de verandering der Regeeringe, toen 'er veel aan gelegen was, dat men zig verzekerde van de trouwe der Poorteren, op veertien dagen verminderd werdt, met verbod van Poorters-Neering te doen, of zig van het Pri- vilegie van Tolvryheid te bedienen, zo lang de eed niet ware afgelegd (ƒ ). Op den tyd, bin*
(e) Keurb. A. ƒ, 9. .Handv. hl, 12*.
(<0 Keurb. B. ƒ. 44. C. ƒ. ïo. Handv. bl. tij,
(e) Keurb. F. ƒ. a7g.
(f) Keuib. G, ƒ. ig;. Handv. bl. »j»
D a
|
|||||
*
|
|||||
.;
|
|||||
$t AMSTERDAMS VfctMW
Voor- binnen welken, een behuwd Poorter den eed
K50TEN moed doen, heeft men egter , naderhand, ons wnlet ^ §eftaan- zelfs is, aan behuwde Ingeze-
Poorters, fomtyds, toegelaaten, dien te doen,
TEjsaw. na dat derzelver Vrouwen reeds overleeden
waren (g*). Doch by eene Keure van den zevenden April des jaars 1634, is verklaard „ dat hunne kinderen niet in 't Burger-Wees- „ huis ontvangen zouden worden, zo zy „ verzuimd hadden, den eed, t'eenigen ty- „ de, af te leggen (£):" 't welk nergens.1, omtrent kinderen van ingebooren Poorters', verklaard wordt. Volgens de aangehaalde oude Keure, mogen hem ookgeeneTolbrie- ven gegeven worden,dan na dathy eenjaar Poorter geweeft is (f); 't welk, in 't gemeen, zo is verftaan, dat hy geagt is, Poorter ge- worden tezyn, wanneer hy den eed doet, en ziglaat aantekenen. Doch deKeurfpreekc niet van het doen van den eed, en zegt, met ronde woorden, dat hy Poorter wordt] gelyk een gehoor en Poorter, wanneer hy een wyf neemt binnen der Stede, die Poorter Je is of Poorters kint. Men fchynt dan te moeten agten, dat hy Poorter wordt, als hy trouwt, niet als hy eed doet; en dat hem, volgens deeze Keure , een jaar na zyn Huwelyk , Tolbrieven gegeven können worden. Êene laatere Keur vordert, nogtans, te regt, dat men hem geenen Tol brief geeve, eer hy eed gedaan hebbe (&). En dit mag ook aan gee,- nea
(g) Behuwd-PoMterb. N. I. ƒ. i verf,.
(h) Hand*, t/. 114.
(i) Keiirb. A. ƒ. 9. Handv. bl, 113.
(<) Kcmb. C. f,iot Handv. */. Uj. V V)
|
|||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 53
nen ingebooren Poorter gefchieden. DochvooR-
geene Keuren vorderen, dat 'er, nog een regtwï jaar na het doen van den eed , verloopenVA^Bv*' moet, eer hem Tolbrieven können worden lNGEZE. toegeftaan. De ingebooren Poorters ver-tenen; krygen Tolbrieven, inhoudende, onder an« * Vi- deren , dat zy jaar en dag Poorters ge weeft zyn , terftond na het doen van den eed. Daar fehynt dan, zo men, alleenlyk, op den inhoud der Keuren, agt geeft, geene reden te zyn , om den behuwden Poorteren, die, door hun Huwelyk, gelyk gebooren Poorters geworden zyn, insgelyks, terftond na't af- leggen van den eed, geene Tolbrieven te verleenen, wanneer zy toonen, jaar en dag* getrouwd geweeft te zyn : om nu niet te zeggen, dat, volgens de Handveft van Her- toge Jan van Beijeren van den agttienden January des jaars 1420 [1421], die niet lang ftand gegreepen fehynt te hebben, allen, die tot Poorters waren aangenomen, rechte- voort, of terftond, lollen vry vaaren mog- ten (/). Nogtans, meen ik, dat, hier ter Stede, doorgaands, in gebruik is geweeft, behuwden Poorteren geene Tqlbrieven toe te ftaan, dan jaar en dag na het doen van den eed. Hierin is dan ook eenige onge- lykheid , tuffchen de' ingebooren en be- huwde Poorters. De gekogte Poorters zyn allerlei ingezete- Door ge-
nen en vreemden, die, noch van Poorters kogte gebooren, noch met PoorterefTen of Poor-PoorterS* ters-dogters gehuwd zynde,hetPoorter-regt koo-
(i) Hand», hl. ii5, [19,]
»3
|
|||||
>
|
|||||
54 AMSTERDAMS VLDeei,
Voor- Jtoopen. By eene Handvefl van Willem den
*£gten VI. van den vierden November des jaars vanBur-j^jj } was ^e pj.yS van 't Poorterregt op ImlzE- vyf pond (m), of vyf kroonen gefield, ten
tenen, behoeve der Stede. Doch deeze prys werde, Prys van by eene Handveft van den twintigften Sep- 'tPoor- tember des jaars 14.13 , op twee kroonenen, terfchap, ej£ grooten verminderd («). Naderhand, is 'er, meermaalen, verandering in gekomen. In 't jaar 1574, werde het, voor een' Hol- lander, op vyfeien, en vooreen' vreemde-* ling, op een en twintig guldens gefield, genietende het Weeshuis drie guldens van ieder deezer fommen (0). Doch in 't jaar 1578, kort na de verandering der Regee* ringe,. kwam het wederom op vyf guldens voor de Stad, zes fluivers voor de Secre- tarye, en drie guldens voor het Weeshuis (fi. In t jaar 1624, werdt het Poortergeld ver^ hoogd, met zes guldens, ten behoeve van de AalmoefTéniers (q). Zes jaaren laater, werdt het op dertig guldens gefield, om,doorBm% gemeefleren, aan de behoeftigfte Armen- Comptoiren, te worden uitgedeeld (r), En in *t jaar 1634, kwamen 'er tien guldens by, ten behoeve van het Weeshuis, welk nu dertien guldens trok, uit het Poortergeld'($). Eindelyk, is het, om de koften van den Krygs-!
(m) Handy. £/, ui.
(n) Handv. hl, iiz. (o) Relb.1. Vroedfeh. N. z. 24 April U74. ƒ. »71 verft,
(p) Refol. Vroedfeh. N. 4. je May, 3 J*ny isjt. & I verf». (f) Refol. Vroedfeh. iV, 14, »4 'Juny 1624. ƒ. if»***r/is, (r) Refol. Vroedfeh. N. 16. z July i«?o. f. 1J3. {<) fcefcd, Vioedfcli, W. 17. 4 J^ 1644. f, i*-vcrf«+ |
||||
LBoek. POORTERSCHAP. $$
Krygsraad te vervallen, in 't jaar 1650, op voor-
vyftig guldens gebragt (f): waarop het, tot regten heden toe, gebleeven is, indien men de ver-VAN BüR* , ',9 j j ' . , „ GERS EN
andenng, die, door de opregting van hetlNGEZE.
Groot-Poorterfchap, gemaakt werdt, doch tenen. niet lang ftand hieldt, niet in aanmerking neemt. De verhooging van 't Poortergeld heeft, ondertuflehen, te wege gebragt, dat het getal der Poorteren, en gevolgelyk ook het getal der kinderen in het Burger-Wees- huis minder geworden is, dan het plagt (a). Doch het getal der ingezetenen is egter aan- gewaflen, vooral, na devryheid, die, in 't jaar 1668» aan allen verleend is (y). Ook wordt 'er, federt de opregting van het Aal- moezeniers-Weeshuis , meer dan te vooren, gezorgd, voor de kinderen van zulken, die geene Poorters zyn. De Stad geniet dus van het Poortergeld niet meer dan vyf guldens; het Weeshuis, oudtyds, drie, en federt het jaar 1634, dertien guldens; het Aalmoefle- niershuis, voormaals , zes, en federt het jaar 1630, twee en twintig guldens; en de Krygsraad, federt het jaar 1650, tien gul- dens. By de Handveft van Willem den IV. van Burge-
den jaare 1342, in de eerfte opkomft dermeefte- Stede gegeven , was het aanneemen van jeenal* Poorteren, die hun Poorterfchap kwamen neemen koopen, gefteld aan Schout en Schepenen Poorteis (w): 't zy dat 'er, gelyk ons waarfchynlykft aan» voor-
(t) Refol. Vroedfch. N. zo. tg Oflot. i«jo. ƒ. ijo.
(u) Refol. Vroedfch, L*. F. II May 166 S, ƒ. Jj. (v) 'Zie hier voor, bl. $>. (») Handv. bt. ji. |
|||||
/
|
|||||
S& AMSTERDAMS VIDeel;
Voor- voorkomt, toen nog geene Burgemeefteren
regten waren, of dat derzelver aanzien, in de op- van Bur komen(je stac} t n0g niet gr0ot genoeg was, Ingeze- dan dat de Graaf hun het aanneemen van
^enen. Poorteren, boven de Amptenaars, doorhem of van zynen wege gefield, zou hebben wik len opdraagen. Doch in 't begin der vol- gende eeuwe, was 't vermogen van Burge- meefteren, welk met dat der Stede toenam, reeds zo groot, dat hun,by de aangehaalde Handveft van den jaare 1411, onder den naam van Raaden, werdt toevertrouwd, met een of twee Schepenen., Poorters te mogen aanneemen, die hen ghenoegen zouden (x). Maar dat Schepenen, die wel haaft, met Regtszaaken, de handen vol werks kreegen, het aanneemen van Poorters, al vroeg, aan Burgemeefteren alleen hebben overgelaaten, is af te neemen, uit eene Keure, die, kort na het verleenen der aangehaalde Handves- te van den vierden November des jaars 1411, fchynt gemaakt te zyn, en waarin het ont~ fangen tot enen poirter alleen aan die rade van der Stede, dat is, aan Burgemeefteren, toe- gefchreeven wordt. En, vermoed ik, dat deeze Keur, voor den twintigften September des jaars 1413, gemaakt is, om dat de prysi van 't Poorterfchap, by dezelve, nog op vyf pond of kroonen gefield wordt (y); die toen, op twee kroonen elf grooten, werdt vermin- derd. In eene Keure, die niet veel laater gemaakt fchynt, leeft men ook, dat die vrem- 4e, die Poorters werden, eet deeden die Rade van
(x) Hzndv. */. III.
(j) Keuib, A, f. » vtrjk C, ƒ. 20.
|
||||
Ï.Boek. POORTERSCHAP. $Y
wn der Stede (z). Sedert, vindt men ner- Voor-
gens gemeld, dat Schepenen, by het aan-regten neemen van Poorteren, tegenwoordig ge- ™SB™~ weeft zyn. De öudfte Poorterboeken, die iN0EZE. met het jaar 1537 aanvangen, bewyzen ook, tenen.-- dat, ten minfte van dien tyd af, tot op dee- zen tegen woordigen toe, de aanneeming en beè'ediging van Poorteren, beftendiglyk, ge- fehied is, door Burgemeefteren alleen. Allen, derhalve , die hun Poorterfchap Wyze,
willen koopen, of zig, als ingebooren of be- waarop huwde Poorters, laaten aantekenen, vervoe- ^ieckT gen zig, op 't Raadhuis deezer Stede,, voor de Kamer van Burgemeefteren', daar zy, door den Bode, aangediend en ingelaaten zynde , gèplaatft worden, de ingebooren Poorters, aan 't hooge einde van 't vertrek, in 't Ooften, ter regterhand van den voor- zittenden Burgemeefter, de behuwde Poor- ters , in 't Noordooften, en de gekogte Poor- ters in 't Noorden of Noordweften. De eerften moeten twee getuigen medebren- gen , die verklaaren, dat zy van zulke Poor- ters zyn voortgefprooten, als zy voorgeeven. En zy bewyzen derzelver Poorterfchap, door- gaands, met Burgers - Cedulen op derzelver naam, of met andere blyken, over welker deugdelykheid Burgemeefteren oordeelen. In 't bewyzen van 't gebooren Poorterfchap, komt, vooral, in aanmerking, dat de kin- deren ter weereld gekomen zyn, na dat de • Vaders Poorters geworden waren: 't welk, doorgaands, met Doop-Cedulen; en door de Doopsgezinden, die hier, federt het jaar («,} HarréY. hl, ut.
D 5
|
||||
5$ AMSTERDAMS VI. Dm,
Voor- *7*4» aantekening van de gebooren kinde*
EEOTEN ren onder hen houden (a), met Geboorte- VAN Bu&- CeduJen, beweezen wordt. De eerden zyn, |
|||||||||||
QEKS EN
Ingbze
y£JSEJf.
|
|||||||||||
door de Kofters, of, ten opzigte vanRoomfch*
gezinden, door de Priefters, de tweeden, door |
|||||||||||
eenen der Leeraaren, getekend. De behuwde
Poorters zyn, gemeenlyk, verzeJd van hunne Vrouwen, die bewyzen moeten,Poorteres^ fen of Poorters-Dogters te zyn; en van twee getuigen, die verklaaren, haar daarvoor, en voor Vrouwen van hun, die ajs Poorters be- geeren aangenomen te worden, te kennen. Zy, die 't Poorterfchap willen koopen, be- hoeven niefverzeld te zyn. Een Vader,het Poorterfchap voor zig zelven koopende, mag het, ten zelfden tyde,ook koopen voor ee- nen onmondigen Zoon, midsdeeze den eed kome doen, zo dra hy daartoe de vereifchxe jaaren bereikt heeft (b). 't Staat, ongetwyfeld, aan Burgemeefte-
ren, te oordeelen, wie zy voor Poorters wil* len aanneemen. By de Handvefl van den vierden November des jaars 1411, wordt aan de Raaden of Burgemeefleren der Stede gefield, tot Poorters aan te neemen, die hen ghenoegen füllen (c): 't welk, zekerlyk, gee- ne bekende oneerlyke en oproerige luiden doen können. De oudfle Handvefl:, op het aanneemen van Poorteren, in 't jaar 1342, gegeven, zegt ook: Ende wat Poorter zy entfaen, die goedt knaep is ende onberuft, dat js, die een eerlyk man is, en niet ter kwaa- der faame flaat, daer en/uilen wy niet weder* fig'
(a) Zie Handv. hl. 464..
(b) Refol. Vroedfch. N. ifi. 26 Febr. Ifijo, /. I^o vtrfo,
\c) Handr. tl, uu |
|||||||||||
Burge-
meefte- ien oor- deelen , wie zy tot Poor- ters wil- len aan- neemen. |
|||||||||||
J.BOEK. POORTERSCHAP. sï
/eggen (fy Men is, nogtans, in 't gemeen, voon-
niet zeer keurig geweeft,in het aanneemen regten van Poorteren. Ook gedoogt de uitgebreid- vanBur. heid der Stad en de menigte der Perfoonen, ijjjgg,. die zig, geduuriglyk, tot Poorters aanbie- tenen. den, niet,dat men, omtrent allen, de be- geerde kundigheden zou können hebben. Poch luiden van een openbaar fnood gedrag zouden geene reden hebben, om zig te be- looven, dat zy, zig tot Poorters willende doen aanneemen, niet zouden afgeweezen worden, 't Ontbreekt zelfs niet aan voor* beelden van zulken, wier naamen, op den Zelfden dag, dat zy tot Poorters aangenomen waren, en den Poorter-eed gedaan hadden, op bevel van Burgemeefteren, in 't Poorter- boek, zyn doorgefchrabt (e). En de voor- beelden zyn nog verfch, dat gekogte Poor- ters geen genot van 't Poorterfchap gehad hebben, wanneer, kort na derzelver aannee- minge, bleek, dat zy dit Voorregt onwaar- dig waren. In 't nabuurig Haarlem, was ook, by eene oude Keure, bepaald, dat iemant, die Poorter wilde worden, en aan eenige misdaad fchuldig bevonden werdt, dat Poortrecht niet te hulpeen Joude comen in 't gerecht. (ƒ). Inde oude Coflumen der Stad Utrecht, met welken men agten moet, dat die van Amfterdam, als oudtyds onder 't Stigt behoord hebbende, de meefte gemeenfchap hebben gehad, leeft men: Ecnich man de Borger werde, en men na yonde ter waarheyt, dat hi van quaden geruf- te, (d) Handv. bl. n.
(e) Poortetb. N. i. 24 May ij<S<j.
(ƒ} zie Van oosten de LauYN Haail. r, £«/,*/, i*f#
|
||||
€o AMSTERDAMS VLDeeu
VoöZ' te, oft eygen ware, deen en f oude f ene Borger-.
REOTEN fcappe nyet helpen', nochinßadenßaanQg). Én, van Bür- veejjjrr(; f}aan hierop deeze woorden eener Ingeze- ouc*e Keure van Amfterdam, op het aan-
TBNEN. neemen van Poorteren gemaakt: Ende zo w<?j £wz wedervairt, binnens jairs na dat hy poirter is ontfangen, dat zal vpfinen coftéwe- Je, ende niet vp der Stede cofle (h). Tenmin« fle, blykt 'er uit, dat men, ten behoeve van Poorteren, die 't jaar en dag geweeft waren, koften draagen wilde, die men, voor zul- ken, die 'tPoorterfchap onlangs gekogt had- den , niet begeerde op zig te neemen. Voor 't overige maakt men geene zwaarigheid, om zelfs zulke vreemden tot Poorters te ont- vangen , in welker Geboorteplaatfen , de Amfterdammers van hetPoorterfchap ukge- flooten zyn (i). Poorter- De bewyzen en getuigen der aankomende Eed. Poorteren onderzogt, en in orde gevonden zynde, wordt hun, door den voorzittenden Burgemeefter,de Poorter-Eed afgeno- men , die aldus luidt: Dat zweert gy, dat gy een goed en getrouw
Poorter deezer Stede, den Burgemeeßeren en Regeerders in der tyd onderdaanig wezen zult, in waaken, byten en andere befchermenijjen en laßen deezer Stede u goedwillig hebben zult, deeze goede Stede voor 't kwaad, dat gy zult verneemen, waarfihuwen, en tot alle welvaart, met raad en daad, naar al uw vermogen, vor* de"
(l) Groor-Utr. Plakaatb, III. Deelt il. 279.
(/>) Keurb. A. f. 9 verfo.
{ij Refol, Vioedfch. N, 4.. 13 Jmiy is7%.
|
||||
IBoEK. PO ORTER SCHAP. ó*r
der,en en helden zult, en voorts alles doen en Voo*-
haten, dat een goed Poorter fcbuldig is te doen *e«tebt fn tart *». GERS Err
ZO WAARLYK MOET U GOD ALMAGTIG HELPEN ! J*®*?*"
•'' '
Zulken, die, wegens hunne Geloofsgezind-
heid, zwaarigheid maaken in 't doen vanden eed, doen alleenlyk eene belofte van getrouw- heid en gehoorzaamheid. In 't ftaaven van den eed aan Poortereffen, wordt eenige veran- dering gemaakt, en de woorden waaken en byten overgeflaagen. 't Blykt, wyders, niet zeer klaar, of men, van ouds, den ingeboo* ren Poorteren wel eenen eed opgelegd heb« be. En mogelyk is hy, eerft in 't begin des jaars 1578 , pas voor de verandering der Re- geeringe, in gebruik geraakt (£), en federt in gebruik gebleeven (/). Doch de behuw- de en gekogte Poorters hebben, al vroeg in de vyftiende eeuwe (m), en waarfchynlyk, de laatften al eerder, den Poorter-eed moe- ten afleggen. In de zeftiende eeuwe, was egter de eed der behuwde Poorteren in on- gebruik gekomen; die, te gelyk met het aantekenen derzelven, in 't jaar 1568, we- derom werdt ingevoerd («).. Burgemeefte- |
|||||||||
ren hebben, fomtyds, toegelaaten, dat de
Poorter eed, door eenenGemagtigde, werdt afgelegd (0). , De
(kj Refol. Vroedfch. N. ï. ij Maurt 157%.
(I) Zit Handv. bl. ii}.
(w) Handv. bl. üj.
(n) Refol..Vroedfch. N. a. 3 Fekr. ij«g. ƒ. 93.
(»I Stads Miffiven, N. XIX. /. 1 v*rf$.
|
|||||||||
•
|
|||||||||
62 AMSTERDAMS Vi. Dm,
Voor. De aangekomen Poorters, den eed gedaan
regten hebbende, en door Burgemeefteren, by mon- vanBur- je van den Prefident^methunBurgerfchap, Ingeze* &e*uk gewenfcht, en tot „getrouwheid aan tenen, de Stad en gehoorzaamheid aan Burgemees- Aahteke. teren vermaand zynde, worden , door den ning der Bode, geleid , naar de Thefaurie, daar zy, aangeuo- die hun Poorterfchap gekogt hebben , het Poorte- Poortergeld, ter fomme van vyftigguldens, ren, ter en nog zeflien ftuivers voor de Poorter- of Secreta- Burger - Cedul betaalen. De Burger-Cedul *Ye' wordt, vervolgens , ter Secretarye geregt' ßreerd, waarvoor zes ftuivers betaald wordt. De Bode geniet ook zes ftuivers. De inge- booren en behuwde Poorters betaalen niet meer dan zeftien ftuivers ter Thefaurie, voor de Burger-Cedui; zes ftuivers ter Secretarye, en zes ftuivers aan den Bode. De Burger- Cedulen, die op franchyn gedrukt zyn, ver- vatten, onder den eed, eene verklaaring, door wien dezelve gedaan is, en of hy een in- gebooren of behuwde Poorter zy , of' zyn Poorterfchap gekogt hebbe. Byzon- Vrouwen worden, van Poorters geboo* derheden ren zynde, gebooren PoorterefTen, en met SrïSÏ Poorters trouwende, behuwde PoorterefTen,
de roor- , . .,.,,. , ' tereffen. en können zig , m beiderlei geval , voor
PoorterefTen, doen erkennen. Ook können, zy 't Poorterregt koopen, en 'er al 't genot van hebben, zo lang zy ongehuwd blyven | doch met iemant, die geen Poorter is, trou- wende, können zy geen gebruik van haar Poorterfchap hebben, zo lang haare manneri zïg niet als behuwde Poorters hebben laaten aan*
|
|||||
»
|
|||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. 63
aantekenen. Haare kinderen zelven, voor vóor-
dïen tyd gebooren, worden niet als geboo regten ren Poorters aangemerkt. Met één woord, vanBür- het Poorterfchap gaat, niet dan doof de JJJJJJ mannen, over op de kinderen. Doch eene tehew. Poorteres, Weduwe geworden zynde van iemantjdiezig niet als behuwd Poorterhadt laaten aantekenen, geniet ï voor haare per- foon, en zo lang zy Weduwe blyft, weder- om alle de Voorregten van het Poorterfchap. Eene vreemde, Weduwe geworden zynde van eenen Poorter, blyft Poorteres, zo lang zy Weduwe blyft* Doch men heeft, fom- tyds, getwyfeld, of zy, naderhand, eenen vreemden trouwende, haar Poorterfchap vef- lieze; gelyk de Secretaris R o o s e b o o m Q>) gefield heeft. Maar deeze twyfeling moet verdwynen, als men, in de Stads Regifiers, voorbeelden vindt van behuwde Poorteres- fen, die, Weduwen geworden zynde, haa- ren volgenden vreemden mannen het Poor- terfchap hebben medegedeeld (q). Ook is, voor weinige jaaren, by eene uitdrukkelyke Refolutie van Burgemeefteren en Oud-Bur- gemeefteren, vaftgefleld, dat eene Weduwe van eenen gebooren of gekogten Poorter, hertrouwende, haaren man Poorter maakt (r). By de drie foorten van Poorteren, van »t Potfr«
welken wy, tot hiertoe, gehandeld hebben, terfchap zou men de xeeds genoemde vierde (ooit kon-is'fomj
tyds.aan
nen y ' (p) Recueil Cap. XL. N, 7. hl. 19*.
. («) Refol. Vroedfch. N.z. 16 Juny Ij<5«. ƒ. 101. lt. F. 11 May 16*8. /. $<5 verfo. (r) Refol. van den Oud-Raad van Burgemeeft. z6 Juli
17si* ƒ. »<>♦. |
|||||
*
|
|||||
«* AMSTERDAMS Vl.Dtzt.
Voor; nen voegen van zulken, naamlyk, aan wel- v'X. ken het .Poorter^ap gefchonien is, die, GERS EN
nogtans, in vergelyking-der anderen, een
Ingeze- zeer Wem getal uitmaaken. Burgemeefteren tenen, daartoe byzonderlyk door de Vroedfchap ge- byzonde- magtigd, hebben het Poorterfchap, dikwils foonen ?f ?yZ0?^ Perfoonen> «et naame aan
en wordt Handwerksluiden, om niet gefchonken, ge- Bog,aan ¥<» onder anderen, in 't jaar 1Ö14, aan dikanSn *? Wo»^veri > en> naderhand, meer-
d^r open. 2***°' fe£chied » .Zo 1S>ty voorbeeld, Fi- baare "/" °*» «ff** ■> te Priorau in Meiflên geboo- Kerken, ren, en Raadsheer des Prinfen van Anhalt gefchon- van wien men eene Hoogduitfche Befchrv- feen' ving deezer Stede heeft, in 't jaar 1662 met het Burgerregt befchonken (j). Som' tyds, heeft de Stad ook het Poortergeld twee jaaren, geborgd, of langer, ter befchei- denheid van Burgemeefteren (t). Het Groot- Poorterfchap zelf is, eer het, in't jaar 1668 te met gedaan werdt, een en andermaal, te weeten,aan den Luitenant-Admiraal de Rui- ter, en aan den Penfionaris, Pief er de Groot gefchonken, door Burgemeefteren. Doch het fchenkenvan' het Poorterfchap gefchiedt federt eenige jaaren, veel zeldzaamer, dan m de voorgaande eeuwe. Alleenlyk, heeft ♦ nog plaats, 't gene, in 't jaar 1667 > by Bur- gemeefteren en Raaden, is vaftgefteld Cu) dat alle wettelyk beroepen Leeraars der o^ penbaare Kerken, na 't afleggen van denge- woonlyken Poorter-eed , met het Poorter- |
||||||||
regt.
|
||||||||
CO Poonerb. N. i. op 20 OElob. ie<s2.
(t) Handy, bl. 124.
(«J Kefol. Vioedfch. Ltt E. , Aug. 1667, ƒ.
|
||||||||
ZZl,
|
||||||||
/
|
||||||||
Ï.BoEK. POORTERSCHAP. 6$
regt, vereerd worden. Zelfs worden hun-Voor-
ne Kinderen , al zynZe ter weereld geko- regten men, eer dat de Vaders den Poorter - eed J*jT **> deeden, aangemerkt als Poorters, mids zyi'NO?25E. den Poorter-eed komen afleggen, wanneer tenen. zy agttien jaaren bereikt hebben. De Pre- dikanten , den Poorter-eed doende, zitten, in Burgemeefters Kamer. En hunne voor- gemelde kinderen worden, in gelyke gele- genheid, even als de ingebooren Poorters, gefield aan 't Ooft- of hooger einde van 'c vertrek. Nu jeifcht de goede orde, dat wy over- Hoe 'c
gaan, tot het voorftellen van de wyze, waar- fch op het Poorterfchap kan verlooren worden, verloo* En dit kan gefchieden, of door misdaad, of ren door ontvrydinge of verwooninge van het worde- zelve. Onder de misdaaden, door welken, ^oo"mfs« iemant zyn Poorterregt verloor, werdt,van daad. ouds, geteld het vaeren uyt der Poorte, om te gaan rooven ende bomen of branden, zon- der verlof van den Graave, of van de Wet- houderfchap (v) ; het haaien van brieven van eenigen Heere, om van Stads dienden of boe- ten ontflaagen te zyn, of het doen van ee- nige andere boodfehappen, tot agterdeel van de Stede (w): wyders, het bekommeren van zulken, die 't Marsdiep of 't Vlie inkwamen, buiten de Vryheid der Stede («): als mede, het zoeken van regt op zynen Mede-Poorter, bui- ten de Stad (y). In alle deeze gevallen, ver- beur-
(v) Handv. bl. il.
(w) Handv. bl. 119.
(*•) Handv. hl. ^9i,
(y) Handv. bl. 135. * f
XI. Stuk. E
|
||||
66 AMSTERDAMS VI. Deel.
|
|||||||||
beurde men, daarenboven, tien pond Hol-
landfch; doch in 't laatfte , zyn Poorter- regt niet langer, dan voor tien jaaren. Zul- ken ook, die om misdaad gebannen wor- den y verliezen hun Poorterfchap, zo lang de ballingfchap duurt. En 't fpreekt van zelf, dat ook zulken, wien Burgemeefteren, bui- ten den gewoonlyken vorm van regten , de Stad ontzeggen (z)\ tegelyk begreepen wor- den, hun Poorterfchap, met al de Voorregten, die 'er aan vaffc zyn, verlooren te hebben. Men verlieft, in de tweede plaatfe, zyn Poorterregt, door ontvrydinge of verwx>onin» ' ge. En men wordt geagt, zig van zyn Poor- terfchap ontvryd, of zyn Poorterfchap ver^ woond te hebben , wanneer men, jaar en dag Q6), met zyn huisgezin, buiten de Stad, blyft
(x.) Groot-Memor. N. X f. 79 , 92 verfo. N> XI. ƒ. S9
verfo. Stads Miflïven, N. XXVIII. /*. 75 verfo. (6) De fpreekwys jaar en dag, die, in de oude
Privilegien, Keuren en Ordonnantien van deeze en andere Steden, zeer dikwils, voorkomt, en van ons, reeds meermaalen, gebruikt is, heeft, agt ik, in de oude Stukken deezer Stad, voornaamlyk , tweeder- Jer betekenis. Men verftaat 'er door, of, 1. een geheel en volkomen jaar , by voorbeeld, van den tweeden February deezes jaars, tot den tweeden February des volgenden , beide ingeilooten : 't welk dan op een jaar en één dag uitkomt: of, 2. een jaar en zes weeken. En deeze twee betekenifiên zyn 'er, door 't gebruik, of by nadere verklaaring, aan gegeven. In den eerften zin, wordt de bewoor- ding jaar en dag gebruikt, in de Handveft van den jaare 1342 .vorderende dat niemant tolvryvaare, eer by jaer ende dagb Poorter ghcweeft is, en dat de tol- brieven, binnen den jare, vernieuwd worden. Handv. bl. 10,11. De verklaaring in de Tolbrieven, dat ie- mant jaar en dag Poorter geweeft is, wordt ook, in *d«-
|
|||||||||
VOOR-
REGTEN
VAN Büß GERS EN Ingeze-
tenen. |
|||||||||
Door
ontvry- dinge of verwoo- niuge. |
|||||||||
-
|
|||||||||
Ï.Boek. POORTÊRSCHAÏ*. 61
blyft woonen ; gelyk blykt, uit de Keure Voor*
van den een en dertigften January des jaars hegten 1652 (a). Doch op deeze Keure vallen nog- ™*B™' tans eenige uitzonderingen, eene van wel- iKGEZE. ken, in de Keure zelve, vermeld wordt, tenen. Voor
(*) Handv. hl, 114.
dezelfde betekenis, opgevat. Zie ook Handv. bl. 56"»
57,124, 136 enz In den tweeden zin, moet men, agt ik, de woorden jaar en dag opvatten, daar ge- fproken wordt van den tyd, na verloop van welken, iemant zyn Poorterfchap verwoond heeft. In de oude Coftumen van Utrecht, wordt zulks , uitdrukkelyk , in deezer voege, verklaard; So wie dat kyeft, jaer ende dag uter fiat te varen voer misdoet, 't welk, in fom- mige gevallen, aan iemant, die de boete, in welke by verweezen was, niet voldoen wilde, vryftondt, dat is, een jaer ende tue ende veerticb dage. Zie Groot Utr. Placaatb. III. Deel, bl. 282. verg. bl. 27Ó. Bin- nen zulk een' tyd, naamlyk, badc hy zyn Poorterfchap verwoond : en die, te Haarlem , zyn Poorterfchap verwoond hadt, was, volgens hetO&roi op de Ma- giftraatsbeftelling van den jaare 1651, niet verkies- baar tot de Regeering, dan na dat hy het Poorter- fchap , op nieuws, verkreegen, en, na 't doen van den Poorter-eed , een jaar en zes weeken, dat is, jaar en dag. in de Stad, gewoond hadt. Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 399. De Bruyn Haarl. I. Deel, bl. 140. Vermoedelyk, moet de uitdrukking, jaer ende dacb, ook in den zin van een jaar en zes weeken genomen worden, in de Handv. bl. 557. daar geleerd wordt, dat Schepenen - vonniflèn , zo wel als Schepenen* Kenniffen, hier, niet verjaaren, al zynze over jaer ende dacb out, om dat, elders, gebxuikelyk was, dat iemant, die een plecbt hadt op een verkogt huis, bin' nen jaars ende fes weken, zyne zaak vervolgen moeft', of hy verloor zyn regt. Groot Utr Plakaatb. III Deel, bl. 285. vergel. Grotius Int. tot de Hotl Regtsgel. II, Boek, VII. Deel, 5. 8. bl. 89, 90. XXX. Deel, j. 4. bl. 188. XXXVI.Deel. $ 5. bl. 201. XLI Deel, j. 48, 50. bl. 225 , 226. III. Boek, VI. Deel, $. J2. bl. 333. E 2
|
|||||
:
|
|||||
68 AMSTERDAMS VI. Dm.
|
||||||
Voor- Voor eer ft, verlieft iemant zyn Poorter-
FEGTEN fchap niet, die, tot voortzetting zyner Stu- VANßuR"die of Koophandel, langer dan een jaar, bui- Ingeze- ten de Stad verblyft, mids hy oogmerk heb- tenen, be en behoude, om zig hier, met der woon, Die rei- neder te zetten. In 't byzonder, is verftaan, zen ver- dat een afwezig Student Poorter blyft, als Tim0poor-^yne Voogden hier woonnen (b). Reizen- terfchap «6 Poorters behouden , insgelyks, hun Poor- niet. terfchap. En 't een en 't ander is, meermaa- lën, erkend, by Burgemeefteren (e). Doch fommigen hebben gefchreeven, dat zulke buiten de Stede ftudeerende, reizende, of uit hoofde van hunnen Koophandel verblyvende Poorters hun Poorterfchap verliezen, wan- neer zy, elders, trouwen, of een Poorter- fchap aanvaarden (d). En men kan hieraan niet twyfelen, wanneer het een of het ander • gefchieat, gelyk wel gebeurt, met oogmerk, om hier niet weder te keeren. Doch wan- neer iemant het oogmerk om zig hier neder te zetten toont te behouden, beken ik, niet te können zien, waarom het bloote trouwen op de reize, of zelfs 't aanvaarden van een ander Poorterfchap, welk, fomtyds, om goe- de redenen, en flegts voor eenen tyd, ge- fchieden kan, hem hier zyn Poorterfchap zou doen verliezen. Omtrent het aanneemen van een vreemd Poorterfchap, wordt, in eene oude Keure, alleenlyk gevorderd, dat men 'er, hier ter Stede, blyk van toone. Dus luidt
(k) Mifliven ter Dagvaart, N. UT. p. iij.
(c) Refol. van den Oud • Raad van Burgemeeft. ?o Ja.fi.
fcS+7. ƒ. tc2. Groot-Meinor. N. 'VI. ƒ. ttl. N. Vlir. ƒ, jy, (d) RoosEEooM Recueil, Caa, XL. N, i+> bl, jj»?.
|
||||||
♦
|
||||||
IBoEK. POORTERSCHAP. 69
luidt dezelve: Ende wair enich Poirter die an- Voor* ders wair in enigher fiede of dorp poirter <ƒ regten huer worde, die Joude dair betooch af bringhen™^ ™' binnen vier daghen na dat hy poirter of buer iNGEZä. wäir gheworden by hij. fg hoTls. Ende dit fal tenen. \_flaen ] tots gherechts prueuinghe (ƒ). 't Ge- regt fchynt hier dan geoordeeld te hebben, of zyn vreemd Poorterfchap nadeelig voor de Stad ware, of niet. Bevondt men 't laat- fte; dan fchynt men hem, van ouds, niet belet te hebben, met behoudenis van zyn Poorterfchap hier ter Stede, ook elders Poor- ter te worden.Even als zulks,ook vanouds, den Poorteren te Utrecht, fomtyds, toege- laaten werdt; waarop, met deeze woorden der oude Coßumen van die Stad, gezien wordt: Waer yemant van onfen borgeren de er gent an- ders ware Borgerfcappe of Porterfcappe gewon- nen hadde, of noch wonne , ter flat wederwil- Ie, de ware fine Borgerfcappe quyt, dlfo vroe alfe hi dat gedaen hadde , ende nummermeer fine Borgerfcappe weder te crigen, ten waer dat yemant dat gedaen hadde, of noch dede, bi oir- iove der Stat (ƒ). Ten anderen, verliezen zy hun Poorterfchap Ook niet
niet, die,.in dienfl van 't Land of van dezodani- Stad, jaaren agter een, buiten de Stad ver- £*?' ie' bly ven. Zelfs worden hunne Kinderen, fchoon Lands of buiten de Stad gebooren, als ingebooren der Stede Poorters, aangemerkt, ten minfte tot na de dienft.tf« dood hunner Vaderen, en tot op hunne meer-^ls derjaarigheid; wanneer zy zig voor Poorters fchy-
(e) Keutb. A. /. 9 verf«.
(f) Groot ütr. Plakaatb. III. D«/, bl. 281.
E 3
|
||||
/
|
|||||
rö AMSTERDAMS VI.De«,
Voor- fchynen te moeten doen erkennen, en voorts
hegten in agt neemen, 't gene van alle Poorters, VANßUR zonder onderfcheid , gevorderd wordt, zo Ingëz£N zy ^e voorregten van het Poorterfchap niet tenen, verliezen willen (g). Doch dit 's onnoodig, indien zy zei ven ook, in 's Lands of der Ste- de dienfl, afwezig blyven (Ü>). Zulken nog- tans, die een Ampt voor hun leeven buiten de Stad gingen bekleeden , werden , van ouds, verltaan, hun Poorterfchap te verlie- zen. In de Lyft der Raaden, voor de Hand- veflen en elders te vinden, leeft men, op 'c jaar 1578, dat de Raad Gerrit Janszoon Delft, die hem begeven hadde om te wefen Treforier van Holland ~ overfulx fyn Poorterfchap vet'" "woont hadde, verklarende voor diverfcbe Raden ende Gedeputeerden by de Staten van Holland, niet ge fint tejyn, omme weder binnen Jmßer- dam te refideren. Ea op 't jaar 1580", dat de Raad Piet er Pauw Adriaanszoon, Rentmees* ter te Alkmaar geworden zynde, fyn Poor- terfchap verwoont hadt. In laater' tyd, heb- ben nogtans veeleaanzïenlyke Burgers, Amp* ten voor hun leeven, buiten de Stad, zullen* de gaan bekleeden, eene verklaaring verwor- ven , of van Burgemeefteren, of doorgaands van de Vroedfchap, dat zy en hunne Kin^ deren, desonaangezien, Poorters deezer Ste^ de zouden blyven. De voorbeelden van zul- ke verklaaringen zyn menigvuldig, zo inde Jiegißers van Burgemeeßeren (i), als, inzon« der^
(g) Refol. van den Oud Raad van Burgemeefteren 3 Jan,
}6$z. f. is. Groot-Memor. N, III. ƒ. 269 verf). (b) Groot Memor. N. Vil. f. 110. (ij 6*00,1 AJerqcw, N, IV. f, «7. tf. IX. ƒ. pvcrfe. |
|||||
IBoEic. POORTERSCHAP. 71
derheid, in de Regiflers der Froedfcbap (£). Voor-
Eindelyk, verliezen, zelfs volgens de Keu- rkcten re van den een en dertigften January des jaars ™"SBE™* 1652, zulken hun Poorterfchap niet, die, jKGEZE. fchoon zy, met hun huisgezin, jaar en dag, tbnen. buiten de Stad, 't zy inbeflooten Steden, of En ein- ten platten Lande, willen gaan woonen; of delyk^ voor hun vertrek, of, ten langfle, binnens °3|™et 's jaars na het zelve, ter Secretarye, zul- ^mgt len hebben verklaard, waar zy,hier terSte- kenni» de, hun Domiciiium of woonplaatfe, of,ge- vanBur« Jyk het, gemeenlyk, en ook in de Stads Re- fj^jjj**" gijiers (l), genoemd wordt, vuur en licht, langer waarby andere oude Coßuymen ook huysraat dan een ende cofl voegen (m), bly ven houden; om iaar ♦ u*c dus, aan alle Stads Lallen en Ordonnantien, bfyVen, gelyk andere Inwooners , onderworpen te en hun bly ven. Ook moeten zy, voor hun vertrek, Domfei- volgens dezelfde Keure, ten minfte twee g"m ter maanden agtereen, in de Stad, hebben huis ryeiaatëni gehouden («):'t welk iemant, volgens de oude aanteke- Utrechtfche Coftumen, geagt werdt te doen, nen- daer hy dagelix te coß gaet, en nachtelix te bedde, met zynen echten wive, indien hy een echt wyf heeft, anders die man alken (0). In gevolge van deeze Keure, heeft men, ter Secretarye, terftond , een nieuw Re- gifter aangelegd , het Domicilien - Boek ge* naamd,
»
(k) Refol. Vroedfch. L* F. Xi Maa,'t, 10 July itdz.f.
A-t » <>+• L*. G. USeptentb. I6«J>. ƒ. Ö verfo, Lt. K. ïz May 1*7S' ƒ- log. L'. L. 6 Septemb. I677. ƒ• ***• L'- KK, 1* Januury 1735, ƒ. 4+g e„£. (I) Refol. Vroedfch. /.'. L. 14 Dec. 1676. f. 34.
im) Groot-Utr. Plakaatb. III. Deel, hl. 17J». in) Handv. K i*$. {t)t Gfoot.Utr. ïlakaatb. III. Deel, bl. i9o. E 4
|
|||||
;
|
|||||
72 AMSTERDAMS VI.DekL
Voor- naamd , welk nog gehouden wordt. Een
jiegïen Poorter, eenigen tyd buiten de Stad wil- VANßUR" lende gaan woonen , zonder zyn Poorter- Inoeze- fcnaP te verliezen, verzoekt zulks aan Bur- TENsm. gemeefleren, die hem, daartoe, voor twee, drie, of ook , doch zeer zeldzaam, voor meerder jaaren, indien hy 't begeert, verlof geeven. Vervolgens, laat hy zyn Domici- Hum ter Secretarye aantekenen. Hy betaalt, * wegens die aantekening , vier £n twintig ftuivers ter Secretarye, en zes Huivers aan den Bode. De aantekening wordt, in 't gemeen, jaarlyks vernieuwd, en moet, ten minde, noocizaakelyk, met kennis en bewil- liging van Burgemeefteren, vernieuwd wor- den , zo dra de tyd van 't verlof verftreeken is, indien men de voorregten van het Poorter - fchap niet verliezen wil: zynde hex gebeurd, dat een Poorter, die verzuimd hadt, de aan- tekening van zyn Domkilium te vernieuwen, met zyn rytuig in de Stad komende, als een vreemde, gearrefieerd geworden is (p). Allen, die, zonder in de gemelde uitge-
zonderde gevallen te zyn, jaar en dag, bui- ten de Stad woonen, verliezen hun Poorter- regt: al ware,'t zelfs, dat zy, doorziekte, belet geworden waren, binnen 's jaars, mee der woon, in de Stad weder te keeren (q), Wy fpreeken, wyders, niet van zyn Poor- terregt kwyt te raaken, door 'er van af te" ftaan, of het op te zeggen; om dat zulks, van ouds, en, in zorgelyke tyden , meer plagS
(p) Domicilien-Bcek, N. I. /. 6s verft.
(ijj Stads Mifli.cn, N. X./. ijg -verft, iêo.
|
||||
I. Boek. POORTERSCHAP. 73
plagt te gefchieden (r), dan naderhand, en voor-
tegenwoordig. In den jaare 1561, gefchied- regten de het, om niet getrokken te worden in de VAN ßuB Schutteryen of Stedelyke dienflen, die vee- J'ncLe- ien, ten dien tyde, zeer tegen de borft wa- teken. ren. Doch de Vroedfchap befloot toen , dat niemant zyn Poorterfchap zou mogen opzeggen, dan ten overflaan van twee Sche- penen (j), Ten befluite deezer Verhandelinge, mer-
ken wy alleenlyk nog aan, dat zulken, die, zig van hun Poorterfchap ontvryd, of het zelve verwoond hebbende, naderhand, we- derom hier ter Stede willen komen woo- nen, en de Poorterlyke voorregten genie- ten, al waren zy ook Poorters Kinderen, verpligt zyn, het Poorterfchap, op nieuws, te koopen (*). Eene enkele aantekening, uit het oudfte Poorterboek ontleend, zy ge- noeg , om dit te bewyzen. Benediftus An- driesz. Falk, ftaat 'er, alhier geboot-en, in V JVeeshuys opgevoet, die zyn Poorterfchap ver- zoent heeft, is op huyden den kflen dach in Meye a XVC LXVJ. wederomme Poorter ge- worden , ende heeft den behoor Heken eedt gedaan, en Treforiers van zyn Poorter geit betaelt. (r) Zie II. Deel , III. Boek,, bl. 2?J.
[s] Refol. Vroedfch. N. I. 9 May ijör.
(t) RoosEBOpM Recueil,0/>. XL. N. %s, Rap«, ,
E 5 BY.
|
||||
74 AMSTERDAMS VI.Dm,
Bm,B Y L A A G E N
|
|||||||||
GEN
i/. A.
|
|||||||||
: r j ■. .. v. \ ': £•. ■
|
|||||||||
öp ^ VI. Deel, I. Boek.
Lr. A.
Beroerende die Vryheyt van hondert roeden
die de Stede rontomme die Stede heeft, endg dat die poorteren oft Landt/uyden buyten de- zer Stede binnen die voorn, hondert roeden woenende ongebouden zyn mitten dorpen van amflerueen oft Slooterdyck te contribueren* [Haage 22 April 1522.J > _ De Graue van hoichftraete heer van mori-
tingny van culenburch van borflelen Stadthouder génerael die prefidént' ende rai- de des roomfchen keyfers Coninck van ger- manien van Caftillien gecommitteert ten zaic* ken zynre m. landen van hollant zeellant en- de vrieslant onfen beminde niedebroedcre in raide Jan benninck raedt etc. Saltiyt cride di- leétie. Alzoe Schout Burgerïnren, Schepenen
ende rade der Stede van amltelredamme in den name van de zelue Stede ons te kennen gegeuen hebben dat al iffc zoe dat de voorsz. Stede van amltelredamme gepriuilegeert es dat de vryheyt der feluer Stede ftrect hondert roeden verde buyten de vuyterfte poirten van amltelredamme ende dat zy van allen ouden tyden daer of gevfeert ende gebruyct hebben ende van allen den gheenen die binnen de- zeltte hondert roeden woenende zyn entran- gen hebben gehad den honderfte penninck uls men die ouer de poorteren heeft gegairt insgelycx excyfe van den dranck ende alre- liande excyfe 'die men in der Stede gegeuen heeft erjde al «och gheeft ende van allen - las*
|
|||||||||
I.BOEK, POORTERSCHAP. 7r
laften contributien hoedanich die zyn die te ßYLAA
ontfangen als van andere hoere burgheren als GgN poorteren gheacht ende op de vryheyt van de \jt A. tholle van der Stede gheuaren hebbende en- de alnoch varen ende gheacht werdden mede voor de Schout ende Schepenen van aemitel- redamme als borgheren ende aïfulcs juiticiabel geweeft zyn ende al noch zyn ende hebben daer of in polTelïie geweeft zoe langhe dat gheen memorie ter contrarie en es dat delen niet jegenitaende onlancxleden belieft heeft de waersman van 'amfterueen eenen Claes Wil- lemsz. Jan Kerck Pieter Dirksz. cum fociis woenende binnen de voorf. .hondert roeden wefende binnen de vryheyt der feluer ftede tot Aemfterueen te recht te roepen ende an te daghen dat zy fchuldich zullen zyn heur goet in gefchrifte an te brengen onder den Sche- penen omme daerna te fchote ghcfet te war- den ende te contribueren recht of zy bueren ende juiticiabel waren ende Honden onder die van Aemfterueen willende zoe ondcuchde- lick turberen de voorf. van Amiterdamme en- de beroeuen van huer vryheyt ende oude deuchdelycke pofTeffie van dien draghende tot heur groote prejudicie ende oick de K. Mr. zoe dit jurisdictie roert ende de Jurisdictie van Aemftclredamme toebehoerende de IC. M*. mitsdien vermindert foude moghen worden ende by finiftre wegen coomen aen een am- bochtsheer van aemfterueen dat alfoe nyet en behoirt gelyck die voorf. fupplianten zég- gen ons biddende om onfe behoorlicke pro- vifie Soe ist dat wy U laften ordonneren ende committeren mits defen dat voir U en- de een adionct niet fufpect dairtoe genomen gedachuaert ende geroupen wefende alft be- hoort ter plaetfe contencioefe de waersman van aemfterueen ende anderen dient behoiren fai gedaeli hebbende of doende beledt off tm> be|
|
||||||
i
|
||||||
.
|
||||||
76 AMSTERDAMS VI. Dm;
. bel den Impretanten in hoere pofleflie voorf.
omme v te zien informeren ghy van wegen der K m«. v doechdelycken informeert van de premiflïen ende pofleflie van de fuppl. mits- gaders vptie turbacie hunlieden ter contrarie gedaen ende fielt Uwe informatie int lange by goede declaratie in gefcrifte Ènde indien U blyct van t gundt dat voorf. is byfonder van den pofleflie van den impetranten ende de hinder ende turbatie hemluyden daerinne ge- daen ende gepoocht te doen ter contrarie zoe veel dat genouch zy maintineert ende onder- houdt van wegen als bouen. die zelue fup- plianten of huere gemachtichde in hoerluyden pofleflie mits ofdoende alle turbacie hinder ende letfel ter contrarie gedaen by den voorf. waersman ende allen anderen den zeluen zeer fcherpelicken beuelende van wegen des key- fers voorf. hun te verdragen den Supplianten ende den geenen die onder ende bynnen hoe- re jurisdictie bewind ende vryheyt -voorfz. itaende gefeten ende begrepen zyn eenige hin- der ende turbacie contrarie huerlieder poffes- fie voorf. voortaen meer te doen mair die te laeten blyuen ende beruften in den voorf. hoe- re pofleflie ende gebruyckenifle zoe dat zy des mogelycken te vrede zyn. Ende in cas van oppofitie weygeringe oft vertreck alle tur- bacie ende nieuwlycheyt geweert ende of ge- fielt mits reftabliflement ende reftor gedaen zynde alfl behoert ende omme voorder ge- fchil te fchuwen die fake contenciofe geno- men ende gefielt in handen van de K. M'. als Souuerain dair toe committerende een fe- queller nvt ende foluent ift noot maict van als proces verbal ende dachuaart d oppofanten refufanten of delayanten te comen of gemach- tichde te zeynden voer ons alhier in den ha- ge tot fuleke betamelicken dage als ghy hem- luyden beteickenen zult ten welcke dage ouer- brengt
|
||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 77
brengt of zeynt ons Uwe voorf. informacie Bylaa-
auctentyck toebefloten alft behoort mitsgaders GEN uwe proces verbal omme _ te procederen zoe L1. B. wel in de principale materie pofleifore als vpt prouilie van den......ende gebruycke-
niffe van de contenciofe fake als nae rechte
dienen ende behoren zal. Ons certificerende wes ghy hierinne gedaen zult hebben ende u wederuaeren fal wefen. Gegeuen in den ha- ge onder t fignet hier angehangen Vpten xxij in April in 't jaer onfes heren duyfent vyf- hondert twee ende twintich nae paeflchen. (Onder flondt)
By mynen Heere den Stadthouder ge-
neral, die Prefident ende ïaiden van hollt ZeiTt ende Vrieslï. ij
(getekend) Beauuoir.
Laager hing het Signet van den Hove7
gedrukt in rooden wafcbe. Het oorfprongkelyke beruft, in 't Vertrek
der Thefaurie Ordinaris , Oude Laade E. D. J. Lr. B.
Vidimus van Schepenen en Raad van Amflerdam \j, b^
van eenen Brief van- Hertoge Albrecht van Beijeren van den twintigften Oélober des jaars 1371, waarhy verklaard wordt, dat ee~ nige Perfoonen zig van 't Regt ï;«»Keurmie- de hadden vrygekogt. Allen den ghenen die defen brief zullen zien
iof hoeren lefen doen wi cont en kenliken i'cepene en raet der poerten van aemftelredam- mc
|
||||
78 AMSTERD, POORTERS. VI. Deel.
Bylaa- me dat wi gezien hebben en overghelefe» ee-
CEN nen brief gans en ghave onghecanfelliert en on- 1/ *B. gheziert welbefeghelt mit ons lieves gheduch- tes heren zeghel van hollant alfet ghelecc fpre- kende van woerde te woerde alfe hiernae ghe- fcreven ftaet. Aelbrecht bi goods ghenaden palensgrave bidcn riin heretoghe in beyeren Ruwaert van Henegouwe van hollant van zee- lant efl vrieslant doen cont allen luden dat wi vercoft hebbeu bi kerftiaen albrecht diers foen onfen coermyedebeware willem dirc loefels foen nelle fiin wijf liin zufter- en fiuen broe- ders aelwaer clais wcdcghen en hoer kiint vri te wefen van onfen coermiede. des zal zi ons gheven bi heren coenraets ons clercs hant diere ons goede rckinninghe of doen zal viif ende dertien feilde zeftien fccll. hollants voer den feilt gherekent efi dat loven wi him te wa- ren voer,ons efi voer onfe nacomelinghe tot ewighen daghen ten ware of zi hem hier na- tnels weder verdieden In oircondc defen brie- ve befeghelt met onfen zeghel ghedaen tote zierycee tfmanendaghes na finte lucas dach int iaer ons heren m\ ccc° een en tfeventich. In kennilTe der wareyt foe hebben wi fcepene efi raet voerfz onfer poerte zeghel an dit wtferift ghedaen tenen oirconde ghegheven des fonnen- daghes na finte willeboerts dach int iaer ons heren m° ccc° een efi tfeventich. Onder aan, hing der Stede Zegel, zo ah
bet, hier voor, (V. Deel, 1. Boek.bl. 33. N. 3.) afgebeeld is. •
|
|||||||
ZE &.
|
|||||||
/
|
|||||||
79
ZESDE DEEL. POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN , KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
.--------Tl.. - . -I - - - *■ '
TWEEDE BOEK.
Schutteryen, Burger-C om-
pagnien, Wagten en
Bezetting.
|
|||||||
I.
Oude Schutteryen.
Van de vroegfte tyden af, heeft de Re-Oor-
geering van Amfterdam zorg gedraa« fprong gen , voor de veiligheid , befcherming enj".?u?' verdediging der Stede; en zig, daartoe, in ^rie ( de eerfte plaatfe, gediend van der Stede Schutte- Poorteren, die, ook van ouds, verpligt wa- ryen- ren, hunnen Heeren en 's Lands Graaven, naar hun vermogen en overeenkomftig met de oude Voorregten en Gewoonten, in den kryg by te ftaan (a). 't Is ten hoogfte waär- fehyn-
(a) Zie II, Deelt II, ßoe(t hlt 96 enz., loj , lij, H3i
179, Ito. |
|||||||
------------------—■—uw mmmmmmm*mmmmwmmmmmmmwmmmm
|
||||||||
go AMSTERDAMS VÏ.Deei.
Oude fchynlyk, dat de Poorters, die, als het de
Schut- gelegenheid vorderde, in der Stede, of des täryen. Graaven dienft, ten ftryde trokken, reeds in de veertiende eeuwe, door de Wethou- derfchap, uitgekooren zyn; gelyk men, met zekerheid, weet, dat, in de volgende eeu- we , gefchied is; en dat zy, na den togt, wederom, tot hun voorig beroep, zyn ge- keerd, zonder zig, byzonderlyk, met den wapenhandel bezig te houden• ten ware hun, miflchien, ook zo vroeg reeds, gelyk nader- hand (b), het bewaaken der Stad zy toever- trouwd geweeft. Doch in de zelfde veertien- de eeuwe, en waarfchynlyk, al voor 't midden der zelve, was, te Amfterdam, met kennis en bewilliging van de Regeeringe , een Schutters-Gilde opgeregt, onder zekere voor- waarden ; waarvan , aan het zelve, Brieven verleend waren, van der Stede wege (c). De opregting van zulke Gilden was, ten deezen tyde, gemeen hier te Lande,* doch gefchiedde altoos door, of met bewilliging en onder opzigt van de Wethouderfchap der Steden (d). Men hadt, op't einde der veer- tiende , en in 'e begin der vyftiende eeu- we , niet meer dan één Schutters - Gilde , te Amfterdam (e). Doch in eene der oude Keuren, op pergament gefchreeven, en ver- moedelyk lang voor 't midden der vyftiende eeuwe gemaakt, vindt men reeds gewaagd vän oude Schutters (ƒ): waaruit .af te nee- men (b> Keurb. A. ƒ. t.I.
(c) Handv. bl. 140. f150.]
(d) Zit MiFRiS Chaitetb. M. Z)«/, bl. 6$9>
(e) Handv. bl. 140, 141»
(f) Kcwb. A. ƒ. 20 verf».
|
||||||||
>
|
||||||||
.II. Boek. Schuttery en Bezetting. 8t
men is, dat de twee andere Schutteryen, Oude , die, zekerlyk, in de vyftiende eeuwe opge- ScH"g;l regt zyn, of ten miniten ééne derzelven, toen reeds in wezen waren. Deeze twee Schutt er yen waren die van de Foetbooge en van de Handbooge, en worden, klaarlyk, van de oude Schutterye onderfcheiden, in eene Keure van Maymaand des jaars 1471 , be- veelende „ niemant in dat oudefcut te kie- „ zen, dan wt dat jonge Jcut , en handboge „ fcut (g)." De oude Schutters voerden ook Boogen, en waarfchynlyk alleen Handboo- gen. Doch, met het aanwaflen der Stede, fchynt men geraaden gevonden te hebben, nog twee Schutteryen op te regten, die Voetboogen en Handboogen , onderfchei- denlyk, voerden. Van deeze twee Schut- teryen is, vermoedelyk, die van de Voet- booge de oudfte geweeft, om dat zy, altoos> voor die der Handbooge, en, oudtyds, bloo- telyk, de jonge Schuttery genoemd werdt. De Handboogsfchutttry hier , naderhand , by- komende; en de oude Schuttery, in denjaa- re 1516, vernietigd zynde, en in derzelver plaats, de Kloveniers-Schuttery zynde opge- regt (è); werden de drie Schutteryen, in't gemeen, de Kloveniers- of Oude, de Voet- boogs-, en de Handboogs-Schuttery genoemd, 't Getal der oude Schutteryen, die wel van de Burgervendelen onderfcheiden moeten worden, is nooit grooter dan drie geweeft, hier ter Stede. De
(g) Keutb. A. ƒ, 61.
(h) Zie U. t>eel, V. Boe(t t/. 4*1.
XI. Stuk. F
|
||||
Sä AMSTERDAMS. VI. Dem.
Oude De oude Schuttery beftondt, in 't jaar
Schut- 1394, toen zy nog de eenigfte was, en toen teryen. cjg 0U(je -ooorwaerden ende brieven, haar door Getal der de Wethouderfchap verleend, vernieuwd en dke6n m veranderd werden, uit omtrent vyf en ze- Schut- ventig man (*'). Doch in 't jaar 1413, werde terye. dit getal op negentig gebragt (k). Én in 't begin der volgende eeuwe , beflonden de drie Schutteryen uit twee honderd perfoonen ieder (/). Elke Schuttery was , toen , of wat laater, verdeeld in twaalf rotten (tri), en hadt haare Deken en Overmannen, welke laatflen, in laater' tyd, ook Gezwoorens ge- noemd werden. Ook hadt elke Schuttery zynen Koning, die de eerfte in rang was, en, om 't affchieten der Paapegaai, verkooren werdt. Men vindt hem reeds gemeld, in de aangehaalde Keure van den jaare 1471 , waarin bevolen wordt „ dat elke Schutter „ zyne kleeding maaken moert, zo als de Co- „ nync mit finen bogen raet dat ordineren „ zou (»)." Kleeding De Kleeding der Schutteren was niet derSchut-eeneriejé Zy droeg, van ouds, den naam teren. van panore 9 paU0ir of Pallure (0), en werdt, volgens de Ordonnantie van den vierden A- pril des jaars 1413, jaarlyks, vernieuwd; zo nogtans, dat ieder Schutter, het eene jaar, een rok, tabbaard of vlieger, en het andere jaar
(i) Handv. bl. 14.0.
(k^) Handv. bl. 14T.
V) Handv. bl. ui.
\m)Zit II. Deelf IX. Boek^t bl. 47*,
(n) Keiub. ,A. ƒ. 6z.
(*) Kemb. A. ƒ. 10 vtrfo, 139.
|
||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 83
jaar > een Kaproen maaken moeft (p). Het Ouds
opperkleed der byzondere Schutteren hadt Schut« niet eenerlei verwe, indien men anders ftaat T£RYfiJS maaken moge, op de oudfte Schutters-ftuk- ken, die, in de vertrekken van den Krygs- raad op 't Stadhuis , en in de Kloveniers- Doele, voorhanden zyn. Hier ziet men de Handboogsfchutters, fomtyds, eenpaariglyk in 't zwart, fomtyds, eenpaariglyk in 't bruin, afgebeeld. Doch de Voetboogsfchut- ters worden, in een der oudfte Stukken, in 't jaar 1533, door Cornelis Anthonuzoon, ge- fchilderd, en hangende in den gang, voor de kleine Krygsraads-Kamer op 't Stadhuis, in een tweeverwig kleed, groen aan de regter-, en rood aan de linkerzyde, vertoond: welke verwe nogtans verfchilt van die der Livreye van de Poorteren in 't gemeen, die, volgens eene Keure van den derden February des jaars 1483, op Sacraments-dag, moeften op- trekken , in een païïure ende wapenrok halff root ende half wit, root bouen (q). Doch , veelligt, is de verwe der Schutters «kleedm- ge niet alle jaar en dezelfde geweeft. Im- mers , men heeft nog eene uitvoerige Or- donnantie van den derden Juny des jaars 1560, voor het Schutters-Gilde te Zoeft, in *t Stigt van Utrecht, waarby blykt, dat het zelve, jaarlyks, van kovel of kaproen ver- anderde , en 'er dan rood en wit, dan blaauw en wit, en dan wederom groen en wit la- ken toe kogt (r). De
(p) Handv. bl. 140,141.
(q) Keurb. A. ƒ. i?9.
(r) Fide MaTTH, de Jure Gladii, C*p. XIX. f. J32»
I %
|
||||
U AMSTERDAMS W.DeeÈ;
Oude De wapenen der oude Schutteren waren
Schut ook onderfcheiden, en veranderden, naar Tsryen. tyds gelegenheid. De oudften handelden Hunne Hand- en Voetboogen: ook Clovers, zynde S.e" eene ^oort van handbuflen of musketten (ƒ), zelfs eer nog het Rtoveniers - Gilde was op- geregt (t). Voorts, droegen zy een harnafch om, of voor 't lyf, van ouds een Panfier,of Creefi en halve treeft genaamd, en hadden een lang mes of degen op zyde: in welke laatftgemelde rufting, zy, in zorgelyke ty- den jdagelyks,langs ftraatgaan moeiten («). By fommige gelegenheden, voerden zy ook fpietfen, hellebaarden, flagzwaarden en an- der geweer (V). Hun Dedienft, dien deeze Schutteryen, van dienfl. haare eerfte opregting af, aan de Stad dee-
den, beftondt, voornaamlyk, in het uittrek- ken in 's Graaven, of, gelyk het oudtyds genoemd werdt, in ons Liefs Heeren Heir- vaart, en ook elders , ten oorbaar der Ste- de in 't byzonder. Voorts, bewaarden en bewaakten zy de Stad (w), by dage en by nagte, vooral, in zorgelyke tyden; 't welk ook de pligt was der Poorteren in 't gemeen. Doch alzo de Schutters, beter dan de ge- meene Poorters, geoefend waren in de wa- penhandeling, en veelen derzelven ook in *t Geregt zaten, of tot de Vroedfchap be- hoor-
(s) Zie F. Bukman Nieuwe Aanmerk. Bi. 4<*3«
\t) Keurb, A. ƒ ij2. D. ƒ. 3 verfo. {(t) Keurb. A. f, Ij6,149 »183- (t) Keuib. D. f, 80 verfo. (t») Handv. bl. 140, 141. Refol. Vroedfch. N. z. 9 April
ÏJ66./. l+vtr{». «»Jiici voor, Ll.Deti, Vll,ßoek^ */, Iji, *
|
|||||
- '
|
|||||
■■('*■
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 8£
hoorden (x); verliet de Wethouderfchap zig Oude
meer op hen, dan op de Poorters in 't ge- Schut« meen. In tyden van onraad, werdt de wa-T£EYEM penklok getrokken. De oude Schutters ver- fcheenen op de Plaats, tot befcherminge van 't Stadhuis. De twee andere Schutteryen (lelden zig voor de Poorten, aan dien kant, daar men den aanval dugtte, gelyk, in 't jaar 1481, de Voetboogsfchutters aan de Nieu- wendyker-, en de Handboogsfchutters aan de Kerkzyde - Poort befcheiden werden (y). Als men uittrekken moeit, gelyk in 't vol- gende jaar gebeurde, werden zy allen, op de Plaats, voor 't Stadhuis, verzameld, om van daar der Stede bannier te volgen (3). De Stad zondt hun, op den togt, eenige knegten mede , die hun hunne Toortfen droegen (a), als zy, by avond of by nagt, moeften voorttrekken, 't Geregt of Bur- gemeefteren gaven, vooraf, als 'er Heir- vaart geboodén of vereifcht werdt, aan de Overmannen der drie Gilden kennis van 't getal der Schutteren, die men, naar gelang der andere Poorteren, zou noodig hebben. De Overmannen deeden hierop de looting, en de Schutters trokken uit, op bevel van de Wethouderfchap ; uit welke , dikwils, een Burgemeefter, of twee Schepenen voor- trokken Qb). Op Sacramcnts-dag, woonden de drie Schutteryen ook den plegtigen om- . me-
(x) Handv. bl. 14.T, Kemb. A. ƒ. <z.
■ (y) Keurb. A. ƒ. uy verft,
(z.) Keurb. A. ƒ. 137 verft, fa) Hjindv. bl. 1*0. • (b) Handv. */. i*j.
F 3
|
|||||
8<f AMSTERDAMS VI.DeeX.
Oude megang by, onder hoere kairfe of toorts (e).
Schut- By de inhaaling van 's Lands Vorften, of an-
tërym. ^ere doorlugtige Perfoonaadjen, werden zy,
insgelyks, in de wapenen gebragt; gelyk,
wy, in de GefchiedeniJJen der Stad,rneerdan
eens (d), hebben aangetekend. Men vindt,
dat zy dan, fomtyds, byeen kwamen, de
oude Schutters of Kloveniers, in S. Jacobs
Kapelle; de jonge of Voetboogsfchucters,
op de Kolk; en de Handboogsfchutters, in
de Lieve-Vrouwen-Kapelle (e). In zulk eene
gelegenheid, hadden zy ook elk eene toorts,
of dikke wafchkaars in de hand(/).
Zyfchie- Jeder der drie Schutteryen hadt haare by-
tennaar zondere Öoele (i), daar zy, ten minden
'tWit.eneens ter Weeke, vergaderden, om naar 't
Paape-6 Wlt te bieten, 't zy met boogen, of met
gaai. klovers. Ook fchooten zy, jaarlyks, of ui-
terlyk om de twee of drie jaaren, op May-
dag, naar de Paapegaai (g): 't welk, in de
oudfte tyden, plagt te gefchieden, buiten de
Bindwyker- of Bmnenwyker poort (&), op
het Schaapenveld , daar , naderhand , de
Handboogsdoele by de Voetboogsdoele ge-
plaatfl werdt. Keizer Karel hadt den drie
Schutteryen in't gemeen, op den zeflienden
Maart des jaars 1521, Oclroi verleend, dat
de
(c) Keurb. A. /. so.
(d) II. Deel, IV. .B*ekj */.37l,S97> VM?«*,M<'MA
(e) Keurb. E. ƒ. 61.
(f) Keurb. B. ƒ. 27.
(g) Handv. bl. 140.
(b) Zie een Schepenenbrief v*n 't Jaar 1471. aangehaald I.
Deel, I. Boe^ H, JZ. Ci) Wy hebbenze, hiervoor (III. Deel, t Boek t
bl« ?44 *&■), uitvoerige* befchreeven. |
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 87
de Gildebroeders niets verbeuren zouden, Oude
wanneer zy, in 't fchieten, 't zy in de Doe- Schut- len, of naar de Paapegaai, iemant, onver-T£R3fEW« hoeds, kwetfen of dooden mogten, mids zy, voor 't fchieten, volgens gebruik, behoor- lyk, geroepen hadden (i). Op het onderhoud der drie Schutters-Gil- Voorreg.
den, liepen eenige koften. De vergaderin- ?r"eder gen in de Doelen; het fchieten aldaar naar schut- 't wit, en elders naar de Paapegaai; de klee- teryen. ding der Schutteren, die, jaarlyks, vernieuwd werdt; hun geweer, en 't gene 'er meer noo- dig was, om de Schutteryen in ftand te hou- den , belaftte de Schutters boven vermogen. De Wethouderfchap dan , in aanmerking neemende, dat de Stad, in tyd en wyle, veel dienft kon trekken van de Schutteryen, befloot haar, van tyd tot tyd, eenige voor- deden en vryheden toe te ilaan, om haar te gemoet te komen in de koften, die zy te draagen hadden. De oude Schuttery ver- kreeg , in 't jaar 1394, de Viflchery in de Stads graf ten ; benevens de vryheid om, driemaal 'sjaars,van 's daags voorS.Maar- ten in den winter, en van 's Zondags voor Vaftenavond, telkens tien dagen, en van 's Zondags voor Sacraments-dag in den Zomer, negen dagen lang, alleen wyn te mogen tap- pen , op zo veele plaatfen, als zy goedvondt, zonder Excyns fchuldig te zyn; mids zy, voor- af, in de Kerke, Hete afkondigen, wanneer zy haaren wyn dagt op te fteeken; waarna niemant, zo lang de wyntap der Schutterye duur«
(»') Ijandv, W. .141,
F 4 •
|
|||||
1
|
|||||
88 AMSTERDAMS VLDeei.
Oude duurde, binnen de Vryheid der Stede, eeni-
Schut- gen wyn verkoopen mögt, op eene boete van tIryen. cjj-jg p0I1j Hollandfch , Koopmans geld. Voorts, beloofde de Stad,jaariyks, tot haare Kleeding, elf gouden Hollandfche Schilden te zullen betaalen. De Toortsdraagers, als de Schutters ter Heirvaart toogen, zouden door de Stad bekoftigd worden. Ook zou de Stad hun de boogen vergoeden, die zy, in Stads dienft, aan twee mogten fchieten (£). De oude Schutters verhuurden, federt, hunnen Wyntap en VifFchery, en verwier- ven, in 't jaar 1413, dat de huurders vry verklaard werden van Heirvaart (/), 't welk de huur moeft doen ryzen. De VilTchery in 't Gouden-Water, dat is, in den Amftel binnen en buiten de Stad, zo ver der Stede Vryheid zig flrekte (jri), werdt, in 't jaar 1480, gegeven aan de jonghe Schutterye van de Voetboghe ende de Schutterye van de Hand- boghe, insgelyks met vryheid van Heirvaart voor de huurders. Doch deeze Schutteryen moeften, daartegen, tmee Bairdzen, zynde eene foort van Oorlogsfchepen, met het gene 'er toe behoorde, op haare koften, ten dien- fte der Stede, onderhouden (2). En deeze zyn
{kj Handv. hl. 140.
(I) Handv. hl. 140, 141.
(m) Zie II. Deel, II. Boek,, hl. 171.
(ji) Wy ontleenen deeze laatfte voorwaarde, uit
den oorfprongkelyken brief, waarby de Regeering het Gouden Water aan de twee Schutteryen opdraagt, Hy is nog voorbanden, en met het Stads zegel ten zaaken bekragtigd. Wy voegen hem, aan't einde van dit Boek, onder de Bylaagcn Lu A.; zo om dat de voor- waarde, die 't onderhouden der twee Baardfenbe. treft»
|
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 89
zyn alle de Voorregten, die ik vind, dat de Oude
drie Schutteryen immer hebben bezeten. De Schut- oude Schuttery, zig diep in fchulden gefte-terybn. ken hebbende, en, reeds in 't jaar 1505, den Excyns van haaren Wyntap, aan de Stad, die voor haar in 't verfchot was, hebbende moeten afftaan, werdt, in 't jaar 1516, ver- nietigd. Haare Doele werdt verkogt, en 't gene 'er van kwam, nevens al wat zy van den Wyntap en Vifïchery plagt te hebben , befteed, tot het opregten eener Kloveniers- Doele. De Kloveniers verkreegen eenigen der Voorregten, die de oude Schutters ge- had hadden, met naame, elf Wilhelmus fchil- den 's jaars, mids onderhoudende den altaar in de Oude Kerke, dien de oude Schutters hadden bezeten; de viflchery in der Stede veilen, en een honderd een guldens zes Hui- vers en vyf duiten, voor ieder der twee ter- mynen van den vryen Wyntap, in de plaats van de drie der oude Schutterye («). Voorts, werdt hun de nieuwe Doele, met den tooren Swycht Utrecht, afgedaan (o). DochdeVis- fchery inde Stads vetten werdt,federt,door de Stad, van haar gekogt (p). De twee an- dere Schutteryen behielden de Viflchery in 't Gouden-Water nog, die haar, in 't jaar 1480, was opgedraagen. Doch
(n) Keutb. C. ƒ. 127.
(0) Zie II. Deelt\V. Boe(t bl. 41J. V. B»»^,£/.481,414.
(p) Quytfchelding in 't Vertrek der Thefaurie, Nieuwe Laade D. Lt. f — H. X. treft, in alle de Uitgaaven der Handveßen, overgeflaa-
gen is, als omdat, in geene dier uitgaaven, de dag- tekening gevonden wordt« r$
|
||||
po AMSTERDAMS VI.Deeê.
OüDi Doch alzo fommigenzig, nu en dan, ver-
Schut- beeld hebben, dat de Schutteryen, van oiids, TERYEN. veei zeggens hebben gehad in 't beftellen Onder- der Wethouderfchap; en dat haar regt hier zTimmertoe' naderhand> °P de Burger-Compagnien
regt ge- overgegaan is, gelyk zulks, onder anderen, had heb- in't jaar 1628, door eenige woelzieke Gees- ben tot ten 9 gedreeven werdt (q); zal 't niet ondien- fteiien" ftiS zyn> hier' fcor£etyk, te onderzoeken ,
der Wet- wat van deeze zaake zyn moge. houder- In de oudfle tyden, is de Raad der Stede, fchap. toen u[t vjer en twintig perfoonen beftaan- de, eene enkele reis, gekooren door de Ge- meente, gelyk wy, hierna, breeder toonen zullen. Doch geen blyk altoos is 'er, dat de Schutteryen zig, voor 't jaar 1578, ge- moeid hebben, met de beftelling der Wet- houderfchap. Te vooren, werden zy, 't is waar, zo wel als de Overluïden der Gilden, nu en dan, geraadpleegd by de Regeeringe, vooral, in zorgelyke tyden, gelyk in de jaa- ren 1566 en 1567 (r). En zulks is, ook in laater' tyd, by gewigtige gelegenheden, om- trent de Kapiteinen der Burgervendelen, die gelyk als de plaats der Schutteryen vervuld hebben, gefchied. In 't jaar 1579, kwam 'er eene Keur op het diepen der Waale uit, die, by raadewn de Schutteren der drie Schlit- terten , gemaakt was (j). En jn de volgende eeuwe, fchynen de Burgervendelen, immers, een der zelven, ook over dit of diergelyk onderwerp geraadpleegd te zyn: 't welk men af-?
(<|) Zie II. Deely XIV. Boe{, hl, 39 j.
(r) II. Deel, VII. Boe(, bl. 1671 I69»I71 tlZi.
(t) Kemb. G. f. 196 verfa.
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 91
afneemen mag, uit een Schutters - fluk, op oude
de groote Krygsraads Kamer,boven den in- Schut- gang hangende, en in 't jaar 1625 gefchil-T£RY£N* derd ; waarin de Kapitein Albert Koenraad Burg, de Luitenant Pieter Evertszoon Huift, en de Vendrig Arend van Buil aan eene tafel zitten, op welke, eene tekening der oude Waale legt. Voorts, was de Krygsraad ook, indejaaren 1584 en 1585» geraadpleegd, op het verfterken der Stede (u). Doch in 't jaar 1578, Haken de Schutteryen zig, voor 't eerft, in de beftelling der Wethouderfchap. Ook bouwde men, in 't jaar 1628, op dit voorbeeld alleen, het regt, welk de Burger- Compagnien van dien tyd, of de Schuttery, zo als men dezelve toen noemde,,waande te hebben, om de Wethouderfchap te zet- ten , en te verzetten. Doch dat de gantfche handeling der drie Egtbe-
Schutteryen, in 't jaar 1578, afweek van rigt van de Privilegien en aloude gewoonte , blykt Jjaar ?e; zelfs, uit tweeAclen der zes en dertig Schut-j^'1"!1 teren van dien tyd, die de dienende Wet- houderfchap toen van den eed ontfloegen, en nieuwe Vroedfchappen en Burgemeefte- ren verkooren. By deeze Acten, proteßee- ren de Schutters wel expreffelyk, een en an- dermaal , dat zy, 't gene zy deeden, deeden voor die reyfe alleen, ende/onder tfelueincon- fequentie te trecken. Waaruit klaarlyk volgt, dat het regt der Schutteryen, tot het ver- zetten der Regeeringe, welk alleen op dee- ze (u) Aefol. Vroedfch, N. j. je Stpt, ijj^, 2j Ham, z.»
4fril ij*j. |
||||
92 AMSTERDAMS VI.DEEt;
Oüds ze daad gebouwd wordt, eenen zwakken
Schut- grondflag heeft. Men vindt deeze Aéten vzrybx. geregißreerd, met de eigen hand van den Secretaris Jacob de Haan, in eene Naamlyft der ghenen , die federt den jare XVC. LXXVIIJ". die principaelfie Ampten hebben bedient binnen de Stad van Aemßelre- dam-, welke, tegenwoordig, ter ïhefaurie deezér Stede (v), beruft. Wy hebben de aantekening , in welke de Aélen gevoegd zyn, hier agter onder de Bylaagen (o?) ge- plaatft, om dat zy, ook in andere opzigten, licht geeven kan, aan 't gene, in ons ver- haal van de verandering des jaars 1578,hier voor (x), te vinden, mögt fchynen eenige opheldering noodig te hebben. Hier ter plaat- fe, zy 't ons genoeg, uit de Aólen der Schut- teren zelven, getoond te hebben, dat het verzetten der Wethouderfchap, welkzy toen ondernamen , niet gefchiedde, uit hoofde van eenig regt, welk zy zig aangemaatigd, veel min bezeten zouden hebben. De nieu- we Magiftraat werdt, eigenlyk, gewettigd, doordien zy van 's Lands Staaten, die, na 't afzweeren van Koning Filips, Souverainen geworden waren, voor wettig, erkend werdt. Haare De drie Schutteryen waren zo weinig ge- afhang- regtigd, tot het beftellen der Wethouder- £e|yk" fchap, dat zy, in tegendeel, fchoon onmid- Burge^an delyk onder haare byzondere Overmannen meeftc- ftaande, eigenlyk, zo wel als deeze Over- ren en mannen, van de Wethouderfchap afhingen, en
(v) Kas N. XI.
(w) L*. K. _ (x) II. Deel, IX. Bte^ hl, 469 «Ti«,
|
||||
"PI
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezettimg. 93
en even als andere Gilden, geheellyk, aan oodk
dezelve onderworpen waren. Uit de Or-Somrr- donnantie van den jaare 1394, blykt reeds,TERYES« dat de Broeders vän het oude Schutters-Gil- van 't de, wel by »ade der Overmannen, dochGcre8k door het Geregt, in het Gilde aangenomen, of uit het zelve gezet werden (y). De Klo- veniers- Schuttery niet alleen; maar ook de Voetboogs- en Handboogs-Schutteryen, wa- ren, door Burgemeefteren en Schepenen , opgeregt (2). En in 't jaar 1554, werdt, by de Vroedfchap, beflooten, dat geene Schutters, uit eene der drie Schutteryen , zouden verlaaten worden, buiten kennis van Burgemeefteren O). Toen ook de Over- luiden, in 't jaar 1560,ondernomen hadden, eenige Schutters uit de Schuttery te zetten, werdt by de Vroedfchap beraamd, dezelven wederom te herftellen (#). Men wilde ook niet, dat zulken, die in de Schutteryen ge- field werden, zig daarvan, door uitkoop, zouden zoeken te doen ontflaan (<;), waar- tegen , zelfs by eene Keure van den dertien- , den Maart desjaars 1554, voorzien werdt (d): hoewel my een egt blyk ter hand is ge- komen, dat het, uit de oude of Kloveniers Schutterye, nog in den jaare 1562, gefchied is (t). Dat Burgemeefteren of 't Geregt de Schutteryen bevalen, in 's Graaven of der Ste-
(y) Handv. il. 140.
{%,) Handy, bl. 1+1.
(a) Refol. Vroedfch. AT. 1. 7 JHaart 15*4,
(£) Refol. Vroedfch. N. 1. si Jt*nj 1560.
(£) Refol. Vroedfch. N. 1. 15 Maart IJ63.
(d) Keurb. F. ƒ. 5.
(f) Zie Bylaagen^ JjL C
|
|||||
'
|
|||||||
94 AMSTERDAMS VI.Dee£.
Stede dienfl, uit te trekken; de Stad te be-
waaren en te befchermen j in de wapenen • te verfchynen, orn den Vorft in te haaien, of eenige plegtige ommegangen by te woo- nen, biykt, uk alle de Plaatfen der Stadt liegiflers, met welken wy, te vooren, be- weezen hebben, dat de Schutters, van oud», tot dit alles,gebruikt werden, 't Geregt ftel- de zelfs orde op het fchieten naar de Paape- gaai (g), en op de maaltyden der Schutte- ren in de Doelen (b). De Doelen zelven, fchoon den Schutteryen, vanouds,hebben- de toebehoord, mogten niet bezwaard, veel min verkogt worden, buiten bewilliging van *t Geregt Q). Uit al het welke, de afhang- kelykheid der Schutteryen van de Wethou- derfchap, ten klaarfte, blykt. Hoe 't, eindelyk, met de drie Schutte-
ryen afgeloopen zy, ftaat ons nu nog, ten beduite, te melden. Gelyk de oude Schut- tery, in 't jaar 1516, door de Wethouder- fchap, te niet gedaan werdt; zo waren, al vroeger, te weeten , in 't jaar 1492 , de Schutteryen allen drie,door 't Geregt ende XXXVI. (k), en in 't jaar 1496", de Voet- boogs- en Handboogs Schutteryen, door 't Geregtalleen, te niet gedaan. De laatfte reis gefchiedde zulks, om dat veele Schutters den eed van getrouwheid aan de Wethou- derfchap, die, in dien zorgelyken tyd (/) , ten
(g) Keurb. A. ƒ. 20 verfo.
(h) Keurb. E. ƒ. 36,60. (») Handv. hl. i+0. (kj) Keurb. A. ƒ. 179 verfo. (0 2« 11. a«/,iv.z?^, bi.3«.
|
|||||||
OtTOE
Schut-'
|
|||||||
Vereeni-
ging der drie Schutte-
ryen met de Bur- gerven- delen. |
|||||||
^
|
|||||||
II. Boek. Schuttery eti Bezetting. 95
ten hoogfle noodig gehouden werdt, nogouDE
niet hadden afgelegd (m). De vernietiging Schut- der Schutteryen gefchiedde, t'elken reize, ****** by afgekondigde Keuren; doch fchynt niet niet lang geduurd te hebben. Na weinig tyds verloop * zag men de Schutteryen we- derom in ftand. De oude Schuttery alleen werdt, na dat zy, in 't jaar 1516, te niet gedaan was (»), niet wederom herfteld. Ten tyde der vervolginge des jaars 1568, verlie- pen de meefte Schutters. De Schutteryen beftonden flegts in naam; tot dat zy, na 't fluiten der Satisfactie in't jaar 1578» weder- om tot ftand raakten. Doch in 't jaar 1580, werden zy, door Burgemeefteren, op laft van Willem den I., Prinfe van Oranje, met de Burgervendelen tot één lighaam gebragt (V), welk lighaam, federt, ook den naam van Schutterye kreeg (p). Men zag alleenlyk nog over- een zweemfel der oude Schutteryen, in detmn- Overmanfchappen der drie Doelen , die, tot fchaPPen tot in de volgende eeuwe,in ftand bleeven.feenr^eoe" Over elke Doele, werden, door 't Geregt, niet ge- vier Overmannen gefteld, uit de Kapiteinen daan. der Burgervendelen , die ook optrokken ; naar 't wit fchooten, en, van tyd tot tyd, met hunne onderhoorige vendels, in de Doe- len teerden (q). Dochtuflchendejaaren 1640 en 1650, nam de Stad de Voetboogs- en Handboogsdoele, en, waarfchynlyk, ook de Vis-
(»») Keurb. B. ƒ. 10 verfo.
(nj Zie II. Deel, V. Boek^bl. 48}. {o) II. Deel, X. Boek^, bl. 18. (p) Zie Handv. il. 147- ^rt. 19. (f) DAma bl, 44S , 447, |
|||||||
96 AMSTERDAMS VLDkii.
Viflchery in 't Gouden Water, die van zeer
geringe waarde geworden was, over van den •Burger-Krygsraad, tegen redelyke voldoe- ninge (r). De Kloveniers Doele was, na dat de drie Schutteryen, in 't jaar 1580, met de Burgervendelen vereenigd waren, zo ik my niet bedriege, reeds door de Stad, aangeno- men en onderhouden. De Overmanfchappen der Doelen bleeven in ftand, tot in 't jaar 1672, wanneer zy, by een befluit der Vroed- fchap O), vernietigd werden (3). Sedert, is 'er geen overblyffel der oude Schutteryen, hier ter Stede, meer befpeurd, ten ware men daarvoor houden wilde de gezelfchappen van eenige Liefhebberen, die, in de voorgaande en deeze eeuwe, van tyd tot tyd, opgeregt zyn, en _welken, met kennis der Wethouder- fchap, in de Schiet - Doele , in de nieuwe Doelenftraat, byeenkwamen , om naar 't wit te fchieten (t). Zuik een gezelfchap was, agt ik, de Ge-
broederJchap der Scbutters-Ordre van Sint Mi- chiel in de Kloveniers Doelen, die Vo n d e l , met een Lofgedigt, vereerd heeft («), waarvan ik een afdrukfel in folio gezien heb, in 't jaar 1659, by Thomas Fontein, uitge- geven. En zulk een gezelfchap is, nog te- gen- (r) RefoJ. Vtoedfch. N. ig. % Juny 1642./. ii8.
(s) Refol. Vroedfch. N. L*. H. 4 oü. 1672./. j2<$. (t) COMMECIN hl. 067.
(u) Poëzy , II. Deelt bl. 57J.
(3) De Digter Pels (Gebr. en misbr. des Toneels
bl. 9.) ziende op deeze vernietiging, die, by zynea tyd, voorgevallen was, zegt, dat — — de Doelens, om byzond're groote reden,
In 't énd vervallen zyn met wil der Ovtrbcedtn. |
||||||||||||
Oude
Schut TBfiYEN
|
||||||||||||
Befchry-
ving
van het
Schiet-
Collegie
in de
Klove-
niers
Doele.
|
||||||||||||
II. Boek. Sciiuttery en Bezetting. 97
genwoordig, onder den naam vanScHiET- Our>sr
Collegie, in wezen, zonder dat my ge- Schut- bleeken is, wanneer, het zelve is opgeregt. T£K*EN4 Het beftaat, als het voltallig is, uit dertig Leden, onder welken zyn een Deken, een Ontvanger oF Caffïer, en een Boekhouder of Secretaris. De Deken befchryft de Le- den. De Ontvanger vordert de boeten in, en de Boekhouder houdt aantekening vïui 't gene 'er, in 't Collegie, voorvalt. Tot de aanneeming van een nieuw Lid, wordt niet heflooten , dan met eenpaarige ftem- men. Het flemmen gefchiedt , by töe- geÜooten' briefjes, waarin een X. de aari- nèeming, en een O. de afwyzing van ië- mant, die tot Lid voorgefteld wordt, be- tekent. Ieder nieuw Lid betaalt tien gul- dens voor tntredegeld , en den ftuivers , voor' 't fchryven van zyn' naam op een bordje, waarop de naamen van alle de Le- den, volgens den rang hunner aanneemin- ge, zyn aangetekend. Als eenig Lid goed- vindt , het Collegie te bedanken , betaalt hy vyf guldens, tot een affcheid. Öp den laatften Woensdag in elke maand, komen de Leden byeen, om naar 't wit te fchie- ten; van Maart tot Auguftus, ten v^ f uu- ren , en van September tot February, bei- de ingeflooten, ten drie uuren, na den mïcU dag. Die netft fchieten, en vooral, die de pen midden in de fchyf treffen, genieten eenige by zondere eer. Eens 's jaars , in de maanden Juny, July of Auguftus, fchie- ten de Leden ook naar de Paapegaai: 't XI. Stuk. G welk, |
||||
93 AMSTERDAMS VI.Defx.
Burger- welk, gemeenlyk, in het Dorp Slooten, ge-
Compag- daan wordt. In dit CoJIegie , wordt een ki£w. t>iaauw vendel, met een' Oranje - blaauw- en witten bovenrand en Stads wapen ver- fierd, bewaard. De woorden Pro Ar is et F o c i s, dat is, voor out er en haardßede, zyn 'er, in de fchuinte, van den eenen tot den anderen hoek, in te leezen. Twintig Leden van het Collegie hebben, in 't jaar 1754 , ten gebruike van het zelve, eenen fraaijen zilveren Beker doen vervaardigen, die op de twee langftfeevenden der bekofti- gers verfterven moet, en ondertuflchen in bewaaring blyft van den Kaftelein der Klo- veniers Doele; alwaar de Leden, gemeen- * lyk eens in 't jaar, eene vriendelyke maal- tyd houden. Voor het Collegie, is een Re- glement opgefteld, uit zes en dertig Arti- culen beflaande. II.
NIEUWE SCHUTTERY, of BURGER-
* COMPAGNIEN en KRYGSRAAD. Oudheid T~^\e Amfterdammers, al voor 't jaar 130b,
der ^ß de Graaven vanHolland, in hunne Heir- Vewfe" vaarten> hebbende moeten dienen (V), zo
len. is, gely k wy, reeds, hebben aangemerkt (w), wel te vermoeden, dat zy, in zulke gele- genheden , in orde , en onder bekwaame Hoofdmannen , uitgetrokken zyn. Graaf Willem de IV. bedong, in de Handveft van den
(v) Zie Mieris Charteib. il. Dsei, II. ti,
\w) Hiet voor, bi, %$. |
|||||
\
|
|||||
tl.BOÈK. ScHtttERY en BElETTiNÖ. S)0
den jaare 1342, dat zy hem dienen zouden, rURGeiu
tot zynen wille, naer haere macht (*). En dat Compaq deeze dienft, niet alleen door het Schutters-KIEN» Gilde, welk, veelligt, toen al was opgeregt, verrigt werdt, is hieruit af te neemen, dat de Stad Hertoge Albrecht, in 't jaar 1398* toen het Schutters-Gilde uit niet meer dan omtrent vyf en zeventig man beflondt, wel drie honderd gewapenden leveren moeft, tot den togt naar Friesland (y). De krygstog- ten, die, in 't begin der volgende eeuwe, door de Stad, werden ondernomen, werden, gewiffelyk, door meer Poorters, dan door de Schutters, bygewoond (2). Ook blykt, uit eenen egten brief van den jaare 1421 * dat de Poorters, toen reeds, in kommerlyke tyden, der Stede poorten bewaakten (a). En in 't oudfte Pergamenten-Keurboek, vindt oudfte men eene Keur, die, waarfchynlyk, nog bekende eerder gemaakt is, en bewyfl, dat de Poor- ^"waa* ters, onder twaalf Hoofdmannen , Waak- ^üt meeflcrs genaamd, en te gelyk Brandmees- ters , de Stad, geregeld, bewaakten (b). Wy zullen deeze Keur, die nergens gedrukt is, om haare oudheid en merkwaardigheid, hier invoegen: Van der Wake.
Item nyement en moet die Stede itiaken by
en zy poirter jof poirters kint ten wair dat t ge-
(x) Zie II. Dal t II. Boel-t bl. io< , ii$.
(y) Zie II. Deel, II. Doei, bl. 1*0. (&) II. Deel , III. Boel^, bl. 22^,232, *3J* (a) Zie II. Deel, III. Boel^, bl. 310. (*) Keuxb. A. ƒ. ix. G 2
|
|||||
>■
|
|||||
loo AMSTERDAMS VI.DiEt,
Burger- gerechte kende of dat die waecmeeßers kenden
Compag- gi% in boiren bedrieue dat hy dair guet gbe~ mKN' noech toe waire. Item zo wie dat vp die wake niet cn comt aU
ze die wachter derde warue blaeß ende die wa • ke ghezet wair of die tot wakene ghefet wor- de ende des nachtes niet al wt en wakede of dat hy qualiken wakede die wairs vp v grote. En- de men en zal hem zynre wake des nachts niet ghewairt doen. Mer des andren nachts zo zal hy waken ends inlegghenter tyt toe dat datghelt betaelt is. Item zo zal een yghelic menfche by nachte
beuffchelike wanderen ende zo wien dat die wach- ters of Wakers toefpreken by nachte die zullen him antwoirden by x $ hollns. Ende wairt ye-
mant die dien wachters of den wakers hier om misdede dat zoude men beteren by den gherech- te. Ende wairt zake dat die wachters ende wakers yemant gaen liet zy en wifien wie hy ware dat zoude men him afnemen dats htm een ander huede. Tots gherechts prueuinghe. Item zo zal men kiefen alle iare xij guede
knapen der brandmeißers ende waecmeifiers we- fin zullen ende die f al men dair toe eeden dats te wetene Jeerße drie guede knapen die dat beimren
zullen vptie lantzide alze wintmolenzide nyen- dyck caluerflratebyndwyck twijfchen twien gr af- ten ende voirt in allen fleghen endeßraten vptie lantfide gheleghen. Item drie guede knapen op die waterzyde al-
ze 'wintmolenzyde nyendyck caluerßrate bynd- wyc ende alle /leghen ende firatenvptie water- zyde gheleghen. Item |
||||||
"
|
||||||
:
|
||||||
___^^_-___
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting, ioi
Item drie gnede knapen vp die lantzyde flfetf Burofr-
kerczyde ganzoirde grymenejje 't keyzerrike Compag- ende alle fieghen ende flraten vp tie lantzyde *mn' gheleghen. hem drie guede knapen vp die waterzydeal-
ze kerczyde ganzoirde grymenejjen ende alle fieghen ende flraten vp tie waterzyde ghele- ghen. Ende defe voirf. brantmeifiers ende wiec-
meißers zullen elcx in horen bedriue bewaren alle dat den brande behoirt by nachte ende by daghe. Ende zo wair zy aen doppen dair zal men him guedertierliken die dueren vp doen en' dè laten him bezien allen dat zy zien willen. Ende wat sy dan ghebieden ende den luden bie- ten doen dat zal een yghelic doen gbelikeiwys oft him t ghemeyne gerechte hadt gheboden. Fokt zo zullen die waecmeifiers ende brant- meifiers elcx in horen bedriue alle auonde die wake zetten ende ghebieden. Ende zo wie dat niet en wakede als hy fculdich is te doen dien zullen 23/ corrigieren. Ende zullen zy hebben der Stede bueten van der wake. Ende zo wie dat defen brantmeifiers onghehoirfaem wair of die him misdede mit woerden of mit werken dat foude wefen in allen fchyn oft wair vp tenghe- rechte. Ende dat by den gherechie te beteren. Dit f al fiaen tots gher echts prueuinghe. Uit deeze Keure nu, blykt, onder ande-
ren , klaarlyk, dat de Poorters en Inwooners, zo vroeg reeds, zo wel als de Schutters, de Stad bewaakten. En dat zy ook, nevens de Schutters, ter Heirvaart trokken, blykt, uit deeze woorden van den brief van Schout, G 3 Sehe-
|
|||||
102 AMSTERDAMS VLDeel,
Burger- Schepenen en Raaden van denjaare 1413,
Cömpag- ten behoeve van 't oude Schutters-Gilde , MSN. gegeven: Voort wanneer men eenige Schutte' ren fal behoeven in ons liefs Heeren ofte in der- Stede reyfe, — f o fal 't Gerechte van der Ste- de den Üvermans van der Schutteren te weten doen, hoe veel Schutters dat men tot dier reyfe behoeven fal, na dat beloope van anderen der Stede Poorteren (c). Van dien tyd af, leveren de GefchiedeniJTen der Stad ons menigvuldige voorbeelden uit van het uit- trekken , waaken en andere Stedelyke dien-! ften, door de Poorters, zo wel* als door de Schutters, waargenomen, in de vyftiendfe en zeftiende eeuwe (d)> Ook toonen deeze voorbeelden, dat alle deeze diènften gedaan werden, op byzonder bevel van Burgemees? teren of van 't Geregt. Ouder- Uit eene Keure van den jaare 1477, blykt, dom en Wyders, dat het bewaaken der Stede, door waakerf-1 genuw^eJ °f ten niinfte door huishoudende de Pojr- ingezetenen, gefchiedde. Een ygelyck, ftaat tertn,. 'er, die by hiius is, ende in der echtfchap is, vanouds, 0jj: huu$raet hout, fal waken onderfyn hooft- manfcap, daer hy onder gefeten is, alfl hem gefeyt,ende die weet dair off gedaen wartfö. De ouderdom der waakende Poorteren wordt, reeds in eene Keure van den zes en twin- tigften Juny des jaars 1482 , bepaald op niet pnder de twintig en niet boven de zeftig jaa-
(c) Handv. hl 139.
* (d) 2ie II. Deel, Hf. üoi^t bl. 269. IV. Boel^, bl. 340, ?iï, ISS * iS9 t i(>l , 379»3*3t3H,3*A« 390, 39;, 399,40z, V Bietst bl. 4« t. VI. Bce{,i>l.W. Vil. Boe^bl, ISZ. (*) Keuib, A. /; ït ver fa. |
||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 103
jaaren (ƒ). 't Getal der Poorteren, die el- Burger-
ken nagt waaken moeflen, was ongelyk, en Compag- veranderde, van ouds, gelyk nog heden ten WIEN* dage, naar tyds gelegenheid. Volgens eene Ordonnantie op het waaken van't jaar 1481, waakte men toen met vier en twintig man, behalve de hoofdmannen, en de oude waa- kers (g). Doch in 't jaar 1509, werdt de zes- tiende man uitgeloot, om te waaken(A). Voorts, was de Stad, al vroeg, verdeeld Verdee«
in eenige wyken, over ieder van welken , ,l"fkde* * een, of ook fomtyds twee Hoofdmannen depoor. waren aangefleld, die, in laater' tyd, hunne teren in Luitenants, Vendrigs, tVeyffels of Serjan- Wyken. ten, en vuerders of voerders, onder zig had- den (i). In de oudfle my bekende Keure op het waaken, hier voor te boek gefield, is de Stad in vier wyken verdeeld, twee aan de nieuwe, en twee aan de oude zyde. Ieder wyk hadt toen drie IVaakmeeflers. Doch in- 't jaar 1481, werdt de Stad an negenen ge/et, dat is, in negen wyken verdeeld, dair, ge- lyk men, in eene Ordinancie van de buur~ waeck ende van de hoef flach, leeft, elck poirter incoomt ende is (£). De Loopplaatfen en Wagt- huizen waren, in het zelfde jaar, zeventien of agttien in getal, onder welken, ook der Stede huus was, welk, door de Poorters, in deeze wyk woonagtig , over welken , die Scout mit den Gerechte Capiteynen waren, be- waakt (f) Keurbp A. f. I34-- verg. f, 139»
(g) Groot-Memor, N. I. ƒ. 317, verft»
(h) Keurb. ü. f. 119. (i) Keurb. F. ƒ. 233.
(k) Keiub. A. ƒ. 116. G 4
|
||||
104 AMSTERDAMS VÏ.Deeu
Burger- waakt werdt (/). In 't jaar 1508 , verdeed
Compag- de men de Stad in agt deelen. In ieder deel, V1£N- waren vier Hoofdmannen geileld. Doch op de Plaets, waakten' die heoren (tn). In 't jaar 1512, worden, in eene Keure op het be- waaken der Stede, zeftienWagtplaatfen op- genoemd (m). Doch in de jaaren 1536 en 4,537, vindt men wederom eene verdeeling; der Stad in zeven Wyken (0). En in 't jaar 1566, werdt de Stad, op nieuws, in zeftien Wyken verdeeld (p). Berzel- In geval van uittogt op den vyand, wa- ver uft- ren de waakende Poorters, zonder onder- toon jpcjjejj verpufft, elk onder zvn Hoofdman, monlte- , • , S R . , 1 ,J* . ' |
|||||||||
ring
|
zo dra der Stede klok, tot drie reizen toe,
|
||||||||
met eene tuffchenpoozing tuffchen elke rei-
ze, geflaagen hadt,op de Plaats te verfchy- jien, en voorts, te trekken, daar 't hun, door de Wethouderfchap,zou bevolen wor- den (#). Wanneer men zulk een' uittogt te. gemoet zag, deederi Schout, Burgemeefte- ren en Schepenen, vooraf, de monflering over der Stede Poorters, die, by afgekon- digde waarfchuwing, elkopzynen ho,-fflag, pntbooden werden, tegen 't uur, dat Scout, ßtirgermeefters en Scepenen wilden gaen om- me fcouwenQ'). En als de nood drong, kreeg elk, van wege 't Geregt, bevel 'om, op ver- beurte van lyf en goed, uit te trekken, voor- (/) Groot-Menior N. I. f- %i+ verf», enBylaagen, L*. ü.
{tri) Keiirb. B f 104 verfo. (n) Keiith. D. /. 1. (o) Keilib. E. f. iivfrfe,zj. (pi Kcutb F. ƒ in i"•/». (q) fceurh. A. ƒ 10* verf». (r) Keuib. A. ƒ. 117 vtrfo. Zit ook. II. Deel, VI. U«^,
tl. 7*. |
|||||||||
IL Boek. Schuttere en Bezetting. 105
al, wanneer zig een Burgemeeller, of twee bURGer-
Schepenen aan 't hoofd fielden (V). Zelfs Ompao« hebben wy, ter zyner plaatfe (ï), verhaald,NIEN- dat Burgemeefleren, Schepenen en Raaden zig, in t jaar 1521, aan vier deelen geloot hadden, om, des noods, op 't eerfte bevel van den Vorft, aan 't hoofd der Poorteren, te können uittrekken. De oude Keur, die, vermoedelyk, reeds voor 't midden der vyf- tiende eeuwe, gemaakt werdt, is bekend. Item, een ïgelyck Poorter, die geboden wert van der Stede wegen nyt te vaeren daer een Burgermeeßer ende andere van den Gerechte met de bannier of met de wimpel voorvaert, dat hy opfyn lyf ende goet mede varen fal, ende doen ais hem by den Gerechte bevolen wordenfal(u). En, in 't jaar 1577, werdt, by de Vroed- fchap, wel uitdrukkelyk, beflooten, deeze Keur te onderhouden (v). Ook vindt men , dat Henrik Janszoon Akkerman , Schepen der Stad, aan 't hoofd eener bende Poorte- ren, in 't jaar 1475, het beleg van Nuis bygewoond heeft (V). Op het jaar 1535, wordt vermeld van twee Schepens, die te gelyk Hoofdluiden der Burgerye waren (#). Van de Livreije, in welke de Poorters uit- Hunne trokken, hebben wy, hier voor (j), reeds kleeding; .gewaagd. Zy was rood boven en wit on- der, zynde twee der drie kleuren uit het wa- pen (s) Keurb. A. ƒ. nj>. Groot Memof. N. I. ƒ, ij;.
; \t) Zie 11. Deel, V. Bcel^, W. 4«I'
.(«) Handv. hl. 139.
l (v) Refol. Vtoedfch. N. ?. 7 Aug, 1577»
(m) Ziell Deel, IIT. £oe{, blm Z6<f.
(x) II. Deel, VI. Biie{, bL 17.
(j) f/*»«,, Si.
|
||||
io6 AMSTERDAMS VLDEEt.
Buböer- pen der Stad. De Poorters van Dordrecht
Compag- voerden, om de zelfde reden, dezelfde Li- »iE». vrejje t ais Zy ten ftryde trokken (z). Men vindt ook, dat, fomtyds, aan de Poorters, wanneer zy zig alleenlyk vaardig hielden om uit te trekken, een ftuiver, en als zy daade- lyk uittrokken, vyf fluivers 's daags beloofd is (a). Ook is 'er blyk, dat zy, in de vyf- tiende eeuwe, reeds in oproerige Steden,in bezetting gelegd zyn (b). Verande- Tot hiertoe, hebben wy de waakendeen ring in de uittrekkende Poortery, welke men, federt, vende-1" BurgervenMen en Burger - Compagnien ge- Jen , ten noemd heeft, befchouwd, zo als dezelve be- tydè der ftondt, tot op den tyd der Spaanfche be-
Spaan,
roerten, die groote verandering in dezelve
roerten* £e weSe fragten, welke wy nu moeten aan-
wyzen. In February des jaars 1567, maak- te het Geregt eene Ordonnantie op het be- waaken der Stede, zo wel door de Buyryvacht, of ßurgerwagt, gelyk men nu fpreekt, als door de drie Schutteryen, en door de Stads Sol- daaten, die, kort te vooren, waren aangeno- men. De Stad was toen verdeeld in zeven Quartieren , of Wyken. In ieder Wyk, wa- ren twee Kapiteinen der Buurwagt, die hun- ne mindere Officiers onder zig hadden. De Buurwagt waakte , op zeftien byzondere hoefflagen. De zeventiende, zynde het Ze- gelhuis op 't Stadhuis, werdt, alle nagten, bewaakt, door drie rotten Schutters, een uit
(x.) Zie Balen Dordrecht,*/. 7f>9>
(*) Keurb. IJ. ƒ. n%. (V) Keurb. A. ƒ, 12«. en hier voar, II. Dtcl,IV. Bock,
H, 3*8. |
|||
/
|
|||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 107
uit elke Schuttery. Een uit de Burgemeefte-ßÜR0ER. ren, Schepenen, of Raaden hadt hier ook Compag* de wagt, en ontving en bewaarde de fleu-NIEN- tels der poorten, die hy, des morgens, ge- houden was te openen, in 't byzyn van twaalf of vyftien Schutters. De zeflien hoefflagen, onder welken de hoofdpoorten, of de top* rens naad aan dezelven, begreepen waren, werden, by nagt, bewaakt, door de Buur- of Burgerwagt, onder derzelver Kapiteinen, By dage, werden, in dien zorgelyken tyd, de hoofdpoorten , door drie Schutters uit elke Schuttery, en agt foldaaten; de kleine poorten, door een' Schutter uit elke Schut- tery , en twee of drie foldaaten, en de boo- men, door drie Schutters en drie foldaaten, by dage, en zes foldaaten, by nagt , be- waakt. De Buurwagt waakte, wyders, van tien uuren des avonds, tot aan't luiden der Poortklok des ogtends toe (c> Alle welke byzonderheden wy ontleenen uit twee Or- donnantien op de Wagt vanden zesentwin- tigften February en den derden Maart des jaars 1567, die, uit laft van den Stadhou- der, Willem den I., Prinfe van Oranje, ge- maakt waren. Doch deeze fchikkingen hiel- den naauwlyks drie maanden ftand. De vrees voor de naderende vervolging deedt de Schutters verloopen. In May , werdt de Stad genoodzaakt, Spaanfche bezetting in te neemen 5 waarna de gantfche Burgery ont- wapend werdt (d). In Maart des jaars 1568, werdt aan de Gilden nog toegelaaten, eeiien (f) Keurb. F./. 229 verft ,233.
(d) Keuib. F. ƒ. i-H ver/o , 2+4 , 24g,
|
|||||||
ioS AMSTERDAMS VT-Deel.
Burger- plegtigen ommegang by te woonen, met was-
Compag- kaarfen in de hand; doch zy mogten trom kien. nocn pyp gebrLIiken (e). In April, beüoot de Vroedfchap egter, twee Poorters te (lel- len in de hoofdpoorten, om aantekening te houden van de inkomende Vreemdelingen (ƒ). En in May, vondt men geraaden , baffen te leggen op de nieuwe brugge, en op de poorten, en die, door twee uit de Raaden, en twee of meer uit de Burgerye, te doen bewaaren (g). Aan deeze voorbe- reidfels, befpeurde men, dat het oogmerk was, de Burgerwagt wederom op te regten; waartoe, inOótober, beflooten werdt (h), Zy beftondt, uit een zeker getal van uitge- kooren Poorters, die onder negen Kapitei- nen (tonden, en den naam van geëligeerde Burgers kreegen. Men vindt, dat zy, in 't jaar 1572,en federt, de poorten en boomen bewaakt hebben (f). Doch de Roomfche Regeering verliet zig,voornaamlyk, op de foldaaten ,die zy, van tyd tot tyd, in Stads dienft nam. In de handeling over de Satis- factie, werdt, van de Staatfche zyde, ge- drongen , op het herftellen der drie Schut- teryen , waarin de Wethouderfchap, die lie- ver gezien zou hebben, dat men, boven de negen vendelen geëligeerde Burgers, geene an- deren aanname, eindelyk, bewilligen moed. Naderhand, (londt men 'er, van de zyde des Prin-
(e) Refol. Vroedfeh. N, z. \ Maak \$6i.f. py.
(f) Refol. Vroedfch.-K. z 24,27 April 156%. f.69verft,57.
(g) Refol. Vroedfeh. N. 2. zM*y ij$j, ƒ. oyverf«.
(h) Refol. Vroedfeh. N. z, izO&ob. i$6%.f. lof. (i) Refol. Vroedfeh. N. z. 29M*y isjz.f. 21$ verfer ff.
3. lj*n, IJ77. Ketub, G, f. $9 verf*. |
||||
«
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 109
Prinfen van Oranje, zo wel als van die der Burger-
Staaten, ook op, dat de drie vendelen Schut- Comp ao- ters tot zes gebragt werden (k): en 't ver-wiKS» fchil hierover gaf gelegenheid tot de veran- dering der Regeeringe, in 't jaar 1578 ;ge- lyk wy, elders (/) , omftandiger verhaald hebben. De nieuwe Wethouderfchap maakte,ter- Opreg- flond, eene Ordonnantie op de Schutteryen, ti"6 vai»
ï« 1 L j • * J elf Bur-
die, naderhand, in eenige opzigten , ver- „erven.
andering onderging (tri). Doch in Oktober delen,
des jaars 1579, werden'er nieuwe Burger- vendelen opgeregt, naar't getal der Wy ken, waarin de Stad toen verdeeld werdt, zynde €lf in alles. Ieder Wyk hadt zynen tVyk- mecfler, gelyk de Burger - Kapiteinen toen genoemd werden, Luitenant en drie Bevel- hebbers («). Doch Willem de I., Prins van Oranje, in de Lente des volgenden jaars, in Amfterdam gekomen zynde , maakte eene nieuwe fchikking op de Burgervendelen; in gevolge van welke, de drie Schutteryen on- der eenen Kolonel, en de elf Wyken onder den zelfden, te weeten den Oud-Burgemees- ter Willem Bar des, als Opper-Kolonel, ge- field werden. Voorts, flonden de vyf Wy- ken aan de oude zyde onder den Kolonel, Cornelis Fioriszoon van Tellingen, Oud-Bur- gemeefter, en de zes Wyken aan de nieu- we zyde onder den Kolonel, Jan Jacobs~ zoon Huydecoper, Raad. 't Geregt maak- Ordo*. te,
(O II. Dtel, IX. Boi^bl. 413,414,4^,449,^7,
(/) II. DeeLy IX. Boek^t bL. 401 enz,, (m) Keurb. G. ƒ. 1*3 *«•ƒ"», Ijjvtr/ij Nty. (tij Kemb, G. f. zoj vtrf«. |
|||||
*
|
|||||
Hó AMSTERDAMS VLDééé.
ßuROER- te» by raade van Burgemeefteren en zes en
Compag- dertig Raaden, eene Ordonnantie voor dee- Ni£W. ze vendelen, onder welken, niemant onder »antie de agttien of boven de zeftig jaaren opgete- JJoor. kend werdt (o): by welke Ordonnantie, het verwyzen in de boeten, op het overtreeden derzelve gefteld , gelaaten werdt aan het Collegie van Kolonellen en Kapiteinen, federt den Krygsraad genaamd, die ook tot kegtenis, en* voor zekeren tyd, tot te bier en te brood leg- gen mogten veroordeelen , blyvende alle verdere Lyfftraf, zo wel als het Veranderen en vermeerderen der Ordonnantie, ter be- fchikkinge van myne Heeren van den Ge- regte ; uitgenomen dat de vergrypingen, de Wacht, Tocht ofte 't ghene daeraen kleeft aen- gaende, door den Krygsraad , naar befchei- denheid en gelegenheid van zaaken, zou mo- gen worden geftraft Q>). De Opper-Kolonel en deszejfs Luitenant, die indenjaare 1580 werden aangefteld, hebben geene opvolgers genade Alleenlyk, heeft de Krygsraad, in 't jaar 1672, over ieder Regement een Luite- nant en een Majoor aangefteld; die, nog in 't jaar 1673 (#); doch, na dien tyd , niet meer gevonden worden. De Ordonnantie van den jaare 1580 is, in de jaaren 1594 , 1618, 1651, 1659, 1669, 1672,en ein- delyk, in 't jaar 1681, by myne Heeren van den Geregte, met advis van den Krygsraad, * veranderd en vernieuwd geworden (>). De laat*
(i) Handv. hl. 141.
(p) Handv. */. 146.
(q) Refol. Krygsr. N. II.
(r) Handv. */. 146,14», ij0,1 ff ji/7i 160, ier,
|
|||||
II.Boek. ScHüttery en bezetting. ïii
|
||||||||
laatfte Ordonnantie wordt nog, in de meefte buroe«.
■opzigten, gevolgd: en wy zullen ons, be- Compa«. neden , van dezelve bedienen, in het be-NIEN- fchryven van den tegenwoordigen ftaat der Burger-Compagnien en des Krygsraads. De elf Burgervendelen, die, in 't jaar 1580* Vermeer*
waren opgeregt, en die, federt, wederom dering tot negen fchynen gebragt ge weeft te zyn, van,c. werden, in 't jaar 1613 , ter gelegenheid van jwer!r |
||||||||
de naaftiaatfte Vergrootinge der Stad, tot Compa,
|
5'
|
|||||||
dertien vermeerderd: en in 't jaar 1622,0p nien
agt en twintig gebragt (s). Op dit getal, zynze gebleeven, tot in 't j^aar 1650, wan- neer zy, door Burgemeefteren, als daartoe door de Vroedfchap gemagtigd zynde, by raade van Kolonellen en den Krygsraad, tot op vier en vyfüg, vermeerderd werden (t), In May des jaars 1672, befloot de Vroed- fchap de Burger Compagnien op't getal van agt en veertig te brengen (ü). Doch ik twy- fel, of dit befluit uitgevoerd werdt. Immers, in Juny daaraan, nam de Vroedfchap een be- fluit , om drie Compagnien te voegen by de vier en vyftig (w): welke drie, wat laater, door den Krygsraad, tot zes Compagnien werden gebragt (V); zo dat 'er toen, in al- les , zeitig Compagnien waren. Doch in 't jaar 1681, werdt dit getal wederom op vyf- tig verminderd (j): in welken ftaat, het om- trent (1) Aantck. van Schep. G. SCHAEP PlETERSZ. AT, 3, ƒ,
17 verfo , 29 verfo. (t) Refol. Vioedfch, N. 10. 2 , isStpt. i6so.f. 112, ng.
Handv. bl. ijo. (v) Refol. Vroedfch. Z,». H. j May 1671. ƒ. 4j.
(w) Refol. Vroedfch. Zr. H. 13 Juny 1672. ƒ. «$.
(x) Refol. Ktygsr. N. II. 2 July 1672. Handv. hl. itfi,
(y) Refol. Vioedfch. I». N, z» .April ïóii, f, j2j.
|
||||||||
,ii2 AMSTERDAMS VÏ.Deel;
Burger- trent drie jaaren bleef, wanneer het,by den
toMi'itó- Krygsraad , wederom op het voorig getal |
||||||||||||||
fcrEN.
|
||||||||||||||
van zeftig gebragt werdt (2), waarop het,
federt, gebleeven is. In de ftrekking der Wyken, die, in 't jaar 1634, naauwkeurig- lyk, bepaald werdt O), kwam, in 't volgende jaar,en in 't jaar 1701, eenige verandering: ook nog,inlaater' tyd; doch mert heeftzig, in de voornaamfte opzigten, gehouden aan de oude fchikking. |
||||||||||||||
ftienft
derzel-
ven. |
De Burger-Compagnien hebben der Ste-
de , van tyd tot tyd, dezelfde dienften ge- |
|||||||||||||
daan , als de Poorters en Schutters van ouds*
In oorlogstydefl, zyn zy, dikwils, uitgetrok- ken , om de grensplaatfen van Holland, of van de andere vereenigde Provinciën te be- waaren, terwyl de gewoonlyke bezettingen te velde lagen; gelyk wy, meermaalen, in de Gefchiedeniffen der Stad, hebben aange- tekend O). Ook vindt men'er menigvuldige voorbeelden van, in de Stads Regiflers (c> Doch, fomtyds, heeft men zig ook, omge- wigtige redenen, van het uitzenden eeniger Burger-Compagnien* verfchoond; gelyk, on- der anderen, in 't jaar 1624, ter oorzaake der ziekte en fterftehier ter Stede, gefchied is (d). Burgemeefteren, door de Vroedfchap gemagtigd, Helden, gemeenlyk, ook in de ze-
(*,) Refol. Krygsr. M. III. 21 Fetr. 10 May 1684. Handv.
V«) Kefol. Krygsr. N. III en N- IV. tn''t begin.
(b) II. Deel, XV. Btekj, *»*• »• x*. Boe^bl. 9 enz..
(c) Refol. Vroedfch. N. 1). 10 Sept. i6iz. ƒ. 153 vet/i,
N H. lï Fei,r. 9 J»ny *«**• f' 7° verfo, 94 verfo. N, 16* 2« J»^ ï«51*». 6 A"S- l*iZ' f' " ver^* iil' N' '7* *7 |
||||||||||||||
______________—_—
|
||||||||||||||
II. Boek. Schüttery en Bezetting. 113
zeventiende eeuwe, gelyk van ouds, nevens Buroer-
den Krygsraad, orde, op het uittrekken der Comp ao- Burger-Compagnien; 't welk, onder ande-NIEN* ren, uit een befluit der Vroeclfchäp van den jaare 1629, blyken kan (e). Wyders, is de Stad , altoos , by nagt, en, in zorgelyke tyden, ook by dage, door de Burger-Com- pagnien, bewaakt j gelyk nog tegenwoordig gefchiedt. In 't optrekken, vooral ter ge- legenheid der inhaalinge van doorlugtige Perfoonaadjen, hebben zyzig, niet minder dan de Schutters en Poorters van ouds, ge- kweeten : hoewel, reeds in 't jaar 1651, by de Vroedfchap, verdaan is, de Parade op het optrekken der Burgerye , by winter-a- vond , als aanleidelyk tot tyd verzuim en o- verdaad, te doen ophouden (ƒ). De Burger- . Officieren hebben zig, wyders, nu en dan, ook tot by zondere Stedelyke dienden laaten gebruiken: als , tot eene opfchryving van alle de ingezetenen (g) , of van zulken, die in de Quohieren van zekere gemeene laden moeden gebragt worden (h) ; of van de weerbaare manfchap (i); of van de nieuwe gebouwen (&); of van de huuren der hui- zen (/); of van de hoeveelheid der Graanen (m); of tot het doen eenerColleótevoorflaa- veri
(1) Refol. Vroedfch. N. i«. i* July 1629. /• 99verf:
(f) Refol. Vro-dfch. **• 20 s Sept. 165 t. ƒ i«i,
(gj tf.elol, Vroedfch. N. 16. 1 Nov. 1630. f. 167 vtrf».
{b) Refol. Krygsr. N. II. 13 July U^z,
{i) Refol. Ktvgsr. N. IV. % *Ang. 17+7.
(kj Refol. Kï'ygsr. N. I. g April iöjj.
(I) Refol. Krygst. N. IV. 11 OSttth. 1730.
(m) Refol. Ktygsr. N. IV. zz Ott. 11 Htv. 169%. ■■\J
XI. Stuk. H
|
||||
114- AMSTERDAMS VI. Dek.
Burger, ven (n); of tot invordering van een Haard-
Compas- ftedegeld (0), of, laatflelyk, in de jaaren Wien, t ny en 1748, tot den ontvangft der liberaa- le gifte (p). Ook helpen zy, jaarlyks, in Sep- tember , den algemeenen brandfchouw doen. Tegen- Wy komen nu tot de befchry ving van den woordi. tegenwoordigen ftaat en regeering der B u r- ge ftaat ger-Compagnien, die, na dat de drie Burger-'8 Schutteryen, welken, in de plaats der voori- Compag- gen> in 't jaar 1578, waren opgeregt, in 't mm. jaar 1580, met dezelven vereenigd gewor- den waren, veeltyds, de Schuttery genoemd zyn; gelyk de Leden deezer Compagnie, ge- meenlyk, Schutters genoemd worden; zo als wyze, in 't gevolg, ook noemen zullen, fchoon zy, t'eenemaal, van de oude Schut- teryen onderfcheiden zyn, en, voor't jaar 1580, buiten de Schutteryen, en geheel op zig zei ven, beftaan hebben. De Burger - Compagnien zyn, gelyk wy
reeds hebben aangemerkt, tegenwoordig, üefiig in getal, die in vyf Regementen, ieder van twaalf Compagnien, verdeeld Zyn, welken, naar de kleuren der Vendelen van elk Regement, het Oranje, Geel, Blaauw, Wit en Groen-Rege- ment genaamd worden. In 't jaar 1672, werden zy in zes Regementen verdeeld, ie- der van tien Compagnien , wordende het zesde het purpuren Regement genaamd. Doch dit purpuren Regement werdt, in 't jaar 1681, wederom te niet gedaan: terwyl de vyf
(n) Refol. Kiygsr. N. I. ij, zi Aug. Ktfj. H. III. is,
17 Sept. ifftl. (t) Refol. Krygsr. N I. ia Febr. i«fi<, (p) Gxoot-Mcmoi. H, XI. ƒ. 04 mg,. |
|||||
•
|
|||||
II.BOEIC. SCHÜTTERY en DEZETtING. 11$
vyf anderen in wezen bleeven, en op twaalf Burger-
Compagnien ieder gebragt werden (q). Over Compau« deeze vyf Regementen zyn, tot in't jaarNIEN* . 1748, twee Kolonellen geweeft, een over de wyken aan de oude, en een over de wyken aan de nieuwe zyde , overeenkomftig met de Ordonnantie, in 't jaar 1580, op lad van Prinfe Willern den I., gemaakt. Doch in 't jaar 1748, heeft zyne Hoogheid Willem d e IV. j eene buitengewoone verandering maakende in den Krygsraad, goedgevonden, over ieder Regement, een' Kolonel, en dus, in 't geheel , vyf Kolonellen aan te Hellen. Wyders, heeft elke Compagnie of Vendel zynen Kapitein, Luitenant, Vendrig en drie Serjanten. De V e n d r i g s, die, doorgaands, ongehuwd zyn, zyn, zo dra zy trouwen, ontflaagen van ter Wagt te ko- men, ten ware zy tot Luitenant of Kapitein verkooren werden (r). De Serjanten moeten, in de Wyk, waarin zy dienen, woon- agtig zyn Qs): 't welk, voormaals, en zelfs tot in 't jaar 1700 toe, ook, omtrent deKa- piteinen, Luitenants en Vendrigs, plagt te worden in agt genomen. Voorts, is ieder Compagnie in drie Corporaalschap- pen verdeeld, die elk hunnen Serjant, en mindere Officieren hebben, te weeten, een' Kapitein des Armes* een' Corporaal, en eeni- ge /ldelborßen, Landspaßaaten en Aßiflenten. Onder de Adelborften of Adels van ieder Corporaalfchap , is een Ontvanger van de boe-
(q) Refol. Krygsr. N. II. en 2V. III.
(r) Handv. bl. 167. |
|||||||
(j) Handv. bl, 107,
|
|||||||
H z
|
|||||||
ii6 AMSTERDAMS VLDEEt*
Burger- boeten, en eenSchryver, die aantekening
Compag- houdt van de Schutters, die ter Wagt ko- Wien. men ? 0f weg bly ven. De Kapiteins des Ar- mes voeren bevel over hun Corporaalfchap, in afzyn der Serjanten: de andere Officiers, over kleiner getal van manfchap. In 't jaar 1672, werdt de manfchap, onder de zeftig Compagnien behoorende , op tien duizend gerekend (f). En zy zal, vermoedelyk, te- genwoordig , ook niet veel fterker van getal zyn. In 't gemeen, rekent men, door een, niet veel boven de honderd man waakende Schutters, in elke Compagnie. De overigen zyn, alleenlyk by buitengewoone gelegen- heden , verpligt, de wagt waar te neemen. Aannee- jaarlyks, kort na Maydag, zynde den ge- |
|||||||||||
Schutte-
ren, |
woonlykenVerhuistyd,doen de Kapiteinen,
van de mindere Officiers verzeld, elk in zy- |
||||||||||
ne Wyk, omfchryving van nieuwe Schut-
ters. Zy mogen, volgens de Ordonnantie van den jaare 1681, niemant, zelfs geene Advokaaten, Procureurs of onderhoorigen aan de Brandfpuit (u), welke laatften, nog- tans, in den jaare 1688, door Burgemeefte- ren, wagtvry verklaard zyn (u), verfchoo- nen, dan die ongezond, of magteloos, of jonger dan agttien, of ouder dan zeftig jaa- ren zyn, of, wegens hunne geloofsgezind- heid, zwaarigheid maaken in 't wapenvoe- Onder- ren. Alle deeze uitgezonderden worden hoorigen Cgter opgetekend, en, zo zy niet onvermo- Krygsen ëend §ea§c worden» °P een maandgeld ge-
raacU " Seid; 't welk zy, zo wel als de huishouden- de (t) Zie II. Detl, XIX. Boek,, hl. iSJ,
(») Handv. hU 161. , '
(v) Gioot-Meraor. iV. VII. ƒ. 200,
|
|||||||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 117
de Weduwen en Dogters,. jaarlyks, tot ver- Bubger-
val van een gedeelte der onkoften van den Cómpa« ■ Krygsraad, moeten opbrengen. Zulk eenKIEN* maandgeld betaalen ook alle de onderhoori- gen aan 't Stadhuis, die, by eene Refolutie van den Oud-RaadvanBurgemeefleren, vry verklaard zyn van in perfoon te waaken (w). DePnovoosTEN,die door den Krygsraad worden aangefteld, en vyf in getal zyn, naar 't getal der vyf Regementen, zyn verpligt, naauwkeurige aantekening te houden , zo wel van de Schutters in elke Compagnie, byzonderlyk vanzulken,.die op een jaarlykfch Contri- wagtgeld zyn gefield, om van de gewoone bwnteiu togten en wagten vry te zyn, en daarom Con~ tribuanten genaamd worden; als van de bo- vengemelde uitgezonderde Perfoonen, die gerekend worden , onder den Krygsraad te behooren. Het Wagtgeld, welk deezen en de voorgemelde Contribuanten betaalen moe- ten , plagt, door de Provooften, of door de Knegts van den Krygsraad, opgehaald te worden (#). Het is, reeds in 't jaar 1500, ingevoerd geweeft (y); en werdt, al van ouds, en nog tegenwoordig, betaald, op een Ajfig- natie der Heeren Rekenmeefteren deezer Stede (2). Het wordt, thans, ingevorderd door eenen Ontvanger, die, door Burgemees- teren, wordt aangefteld (*). Voorts,
(«) Refol. van den Oud-Raad van Bmgemeeft. van 29
Jan. 172.9. f. 67 verft. Verg. Reföl. van % Jtiny i6jï. (*•) Handv. bL I6?, 16%, 169.
(y) Keutb. B. ƒ. 46, 4« verf».
(%.) Groot-Memor. S. IT./. 177.
(*) Refol, van «ieraOud-Raad van Bürgern, van % July lS$4,
ƒ. «*. H 3
|
|||||
't
|
|||||
ïifc AMSTERDAMS VI. Deel.
Burger. Voorts, moeten de Kapiteinen ook, in 't
Compag- omfchryven, voorbygaan alle zulken, die, kien. by byzondere vergunning van Burgemeefle- Wagt- ren Wagtvry verklaard zyn. Zodanigen zyn vryen* de Regenten der Godshuizen, die daadelyk dienen , en zulks byzonderlyk verzoeken, mids zy geene Kapiteinen of Luitenanten zyn. En onder deezen, zyn de Regenten van het Zyde-Windhuis en de Regenten van het Spinhuis en nieuwe Werkhuif, ook de Diakenen der Gereformeerde Nederduitfche Gemeente, zo lang zy in daadelyken dienft zyn,in't byzonder, wagtvry verklaard: voorts, de Profeflbren in de Doorlugtige Schoole, en derzelver Leerlingen, by byzondere ver- gunning van Burgemeefteren van den vyfden July des jaars 1668', de Predikanten der Ge- reformeerden , Lutherfchen, Remonftranten en Doopsgezinden; de Do&oren en Chirur- gyns der Nederduitfche en Walfche Gemeen- ten ; de Chirurgyns van 't Gafthuis; de Stads roedraagende Boden , de Koorenmolenaars, mids zy in hunne molens woonen, en de Sup- pooften van de Bank van Leeninge; doch deeze laatften moeten wagtgeld betaalen (0). Wyders, mogen de Kapiteins, in 't algemeen, geene Schutters van de Wagt ontflaan, dan met bewilliging van den Krygsraad (b). Schut- De opgetekenden tot Schutters mogen niet ters eed. onder de byzondere vendels worden geplaatfl, dan na dat zydengewoonlyken&r/wm-^i hebben afgelegd voor den Krygsraad, die daar-
|
|||||||||
(0) Handv. */. t6$ t U6 , I67,
\b) Hawdv. bl, 16*. |
|||||||||
—'■■-........
|
|||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 119
daartoe, kort na de optekening, op de Krygs- burger-
raads-Kamer, op 't Stadhuis, byeenkomt; en Compag voor welken, elk, ontbooden zynde, gehou- NIEN- den is te verfchynen (c). De eed gefchiedt op de jongfte Ordonnantie van den tienden O&ober des jaars 1Ó81, en luidt aldus: Gy zweert alle de Pointen en Articulen, in de
Ordonnantie van de Schuttery vervat, te onder- houden en naar te komen ,op de poene, in dezel- ve Ordonnantie begreepen, en voorts de hooge Overheid en Regeering des Lands van Holland, deeze goede Stede, de Magiflraaten en Regeer- ders de? zelve, onder uwe Kapiteinen, gehouw en getrouw te zyn. Dat gy, waar dezelve, of eenigen uit den Raade u voortrekken, volgen zult conform de oude Privilegien deezer Stad, deeze goede Stede, en de Magiflraaten derzel- ve in haare Privilegien en Geregtigheden, na uw uiterftevermogen, helpen voorftaan, voor alle verraad en kwaad, dat gy verneemt, ter- flond, getrouwelyk waarfchuwen, en de Burgers en Inwooners van dien, voor allen geweld en overlafi ,midsgaders tegen alle vyanden des ge- tneenen Lands, met lyf, goed en bloed, befcher- men zult. Zo WAARLYK HELPE U GoD ALMAGTIG !
Wy hebben, op zyne plaats (d), verhaald, Verklaa-
hoe eenige Schutters,in 't jaar 162 8, en niet ™6™J 1618, gelyk C o m m e l i n (e), en veelen uit vejK hem, gefchreeven hebben, meenden, dat dee-
(c) Handv. bl. i«p.
(4) II. Deel, XIV. Botk^, bl. 406 eng..
(«) Bladx., 819 Aant, a.
H 4
|
||||
r^WafHTWlipp.'
|
||||||||
rpvm-----■■'* ■' ■' "WW* . . . , W, m>~M^—^
|
||||||||
120 AMSTERDAMS VLDeel.
Burger- deeze eed hen niet verbondt, om de Remon-
Compag- ftranten te befchermen, tegen openbaar ge- MEN. weid. Doch uit de uitlegging, die de Wet- houderfchap, in 't begin des jaars 1629, van den zelven gaf, is veeleer het tegendeel af te neemen. Zy verklaarde, naamlyk, dat de getrouwheid aan de Magiftraat en de Re- geerders, waartoe de Schutters zig verbon- den, infloot „ de handhaaving van deezer, „ Stede Privilegien, en de befcherming der „ Burgeren en Inwooneren, tegen allen ge- „ weid en overlaft (ƒ): 't welk ook, met zo veele woorden, in den tegenwoordigen Schutters-eed gelezen wordt. Orde op 't Voornaamfte werk der tegenwoordige hetwaa- Burgervendelenbeftaat in het bewaaken der ken der gtad by nagt; 't welk, in tyden van ruft, gelyk Compag- de tegenwoordige, gefchiedt, door vier ven- men ; by delen te gelyk, die, om den yyftienden nagt, nagt. en düs vyf en twintig reizen in 't jaar, waaken moeten. De dagwagten zyn, by voorraad, op- gefchort. Ieder Vendel of Compagnie heeft zyne hoofdwagt, zynde dezelven , op het Stadhuis ; boven de Antonis - waag, óp de nieuwe Markt; boven de Wefterhal, op de Keizersgraft; en boven de Reguliers-waag, (Dp de Botermarkt. De Schutters , die de Wagt hebben, moeten, des avonds, met hun geweer, volgens de Ordonnantie, voor agt uuren, hoewel 't, gemeenlyk, vooral des zo- mers, een weinig laater wordt, op de Hoofd- wagt , verfchynen; waarna hunne naamen, door den Corporaal, of eenen der mindere Of*
(ƒ} II. Pttl, XIV. Mj *'• 4*«.
|
||||||||
■________ ■'—Viï
|
||||||||
f
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 121 .
Officieren, in deszelfs plaatfe, opgelezen bürgbr-
worden. Zy gaan, vervolgens, voorby den Compao- Kapitein, Luitenant of Vendrig, een van KIEN* welken gehouden is, op de Hoofdwagt te komen, en te blyven waaken. De Serjanten moeten de Hoofd- en Bywagten, insgelyks, waarneemen. Na 't opleezen der naamen, wordt de Hoofdwagt bezet, en eene Schild- Schild- wagt voor dezelve geplaatft. Voorts, wor- wagt, den ook de bypoften , die wy, elders (g), byzonderer befchreeven hebben, voorzien. Niemant mag van de Wagt gaan, voor dat zy afgeflaagen is, dan met byzonder verlof van den Hoofd-Officier. Elke Schutter moet op Schildwagt ftaan; ronde helpen doen, of mede trekken, daar 't hem, door den Offi- cier , bevolen wordt. De Schildwagt mag niemant doorlaaten, al ware hy ook van zyne eigen Compagnie of Corporaalfchap. Doch zo iemant, of eenigen, voorgeevende de ron- de gedaan te hebben, begeeren, bipnen te gaan, moet hy den Corporaal roepen, die hen, zo zy 't Woord hebben, binnen laat, en anders afwyft. 't Woord of de leuze wordt, Woord alle dagen, aan Burgemeefters Kamer, of aan of Leuze, 't huis van den voorzittenden Burgemeefter * gehaald door den Hoofd-Officier der Stads bezettinge , de wagt hebbende, die zorg draagt, dat het, door den PPoordfibryoer, wien,in't jaar 1710, eene wedde van hon- derd en vyftig guldens 's jaars toegelegd is (b), in beilootenbriefjes, gebragt wordt ten hui-
(r) lil. Deely l. Boe\y hl. Iiïi.
{h) Reiol. van den Oud-Raad van Eurgemeeft. v*n 30
July 1710. ƒ. 30 verf», H S
|
|||||
————■■—
|
||||||
122 AMSTERDAMS VI.Deel.
Burger- huize der vier Burger-Kapiteinen, die, den
Compag- volgenden nagt, de Wagt hebben. Zy geë- ™m' ven 't, vervolgens, alleen aan zulken, die 't Ronde, noodig hebben, met naame aan de Adelbor- fïen, die de Ronde moeten doen. Zo lang 'er een genoegzaam getal van Schutters aan de Hoofdwagt blyft, trekt 'er maar één A- delborfl, aan 't hoofd van eenige Schut- ters, uit, tot het doen der ronde aan alle de Wagthuizen, alwaar hy zynen naam te- kent ; vervolgens, verflag van zyn weder- Trom- vaaren doende aan de Hoofdwagt. De Trom- flaagers. flaagers, die, voormaals drie; doch, federt het jaar 1681, by elke Compagnie, twee in getal (i), en ten minften agttien jaaren oud moeten zyn, moeten, op of omtrent den mid- dag, wanneer hunne Compagnie, den vol- genden nagt, waaken moet, zulks, door de gantfche Wyk, omflaan en uitroepen, en te- gen 't aanbreeken van den volgenden dag, of met het luiden der Poortklok, verfchynen voor de Hoofd wagten, daar zy de reveille flaan, en vervolgens mede trekken, tot het openen der Poorten: 't welk, tegenwoordig, Sluiten in deezer voege, toegaat. De Poorten, des en ope- avonds, ten half tien uuren, door de Poor- nen der tjers y \n tegenwoordigheid van het Hoofd en°Boo. der waakende Schutteren aldaar, geflooten men. zynde, worden de fleutels derzelven, door eenen foldaat der bezettinge, verzeld van eene wagt van Schutteren, gedraagen naar de Hoofdwagt op 't Stadhuis, en aldaar, ne- vens de fleutels der Boomen, die niet door eene
(i) Refol. Vroedfch. £.«. N. 1+April j<58i. J/. 325.Refa!.
Xrygsiaad, N. III. |
||||||
__________
|
||||||
II. Boek. Schüttery en Bezetting. 123
eene Burgerwagt worden gebragt, gelegd in Bune«*-"
eene Kift, waarvan de fleutel, aan 't huis van Compaq- den voorzittenden Burgemeefter , bewaard nie«. » wordt. Deeze fleutel wordt, door twee A-
dels, van 't Stadhuis afgezonden, voor 't aanbreeken van den dag, van daar wederom afgehaald: waarna de fleutels der Poorten en Boomen uit de kift genomen, en overgege- ven of gezonden worden aan de Hoofd- en By wagten, aan welken het openen der Poor- ten en Boomen aanbevolen is. Het Corpo- raalfchap,welk op 't Stadhuis de wagt heeft, opent de Haarlemmer Poort. De Raampoort wordt geopend, door het Corporaalfchap, welk, boven 't Nieuwe-zyds-Heeren Loge- ment , waakt, en de fleutels van 't Stadhuis haalt. Het Corporaalfchap aan den Kamper- fteiger en deszelfs Bypoft aan dePeperftraat openen de houten Poort by de plaats der ge- wezen oude Stads Herberge, en de nieuwe- Stads-herbergs-Boom. Plet Corporaalfchap op de S. Antonis-Waag opent de Weesper Poort, en zendt, van daar, een' Adelborfl, met drie of vier man en de fleutels, a£, tot opening der Muider Poorte. Het Corpo- raalfchap op de Reguliers-Waag opent de U- trechtfche Poort, en zendt, insgelyks, een Adelborfl: en twee of drie man af tot opening der Weterïngspoort. Het Corporaalfchap op de Wefterhal opent de Leidfche Poort. En het Corporaalfchap, welk, uit dezelfde Com- pagnie , in de Haarlemmer Poort waakt, van daar, des avonds, eenige manfchap hebben- de afgezonden, om de Zaagmolenspoort te fluiten} wordt dezelve, des morgens, weder- |
||||
124 AMSTERDAMS VI.Deee.
|
||||||||||||||
BüRGER-
COMPAG NIEN. |
om geopend, door eenige manfchap uit het
Corporaalfchap, welk, van het Stadhuis, tot |
|||||||||||||
opening der Haarlemmer Poorte, afgezon-
den wordt (£). De fleutels der kiften met kruid en lood, die op de Hoofdpoorten moe- ten gevonden worden, zyn, by dage, in bewaaringe der Provooften , dieze, des a- vonds, op de Hoofdwagten, aan de Officie- ren , die aldaar 't opperbevel hebben, ter hand ftellen. In geval van onraad of oproer,moetende
Schutters, op 't liaan van der Stede klok, of 't roeren van de trom, in hun volle geweer, zynde thans een fnaphaan , patroontas en , degen, verfchynen, voor de wooning van den Vendrig, om van daar te trekken, daar 't hun, door den Kapitein of eenen der min- dere Officieren, in deszelfs plaatfe, geboo- den wordt. De gewoonlyke Loopplaatfen of Rendevous der vyf Regementen zyn, te- genwoordig, voor het Oranje -Regement, langs de Texelfche kaai, tuiTchen de Spaar- nedammer en nieuwe Brug; voor het geel Regement, op de Weftermarkt; voor het blaauw Regement, op de Reguliers- of Bo- ter markt; voor het wit Regement, op den Dam, en voor het groen Regement, op de Heerenmarkt, zynde het Plein van het ge- wezen Weftindifch-Huis. By ongeval van brand, moet de Wyk, of ten minfte het huis, daar de brand ontftaan is,door eeneoftwee der naafte Compagnien, bezet worden, om den noodeloozen toevloed van volk, en 't ge-
(k) Grcot-Memoi. Kt XII. /*. 4;.
|
||||||||||||||
Dienft
der Schutte-
ren , by oproer en brand |
||||||||||||||
Rende-
vous, of Loop- plaatfen. |
||||||||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 125
gevaar van dieverye te voorkomen. Bürge- Bvrger- meefteren hebben, in 't jaar 1758, by raade Comfac der Kolonellen, orde gefield, dat het trekken MEM* der Burger-Compagnien en Corps, in gelede- ren van niet breeder dan vier voet, en dus geflooten, gefchieden moet, buitengewoone gevallen uitgenomen; dat zy bekwaame plaats, voor rytuigen en lykflatien, moeten laaten; en dat de Tromflaagers, in 't op- trekken o£by 't omflaan, geene trom zullen hebben te roeren, wanneer hun eenig ry tuig nadert (/). Op het laat komen op, of geheel weg bly- Boeten
ven van de wagt; op het dronken ter wagt °P^teree. komen, of zyn; op het verwekken van op- dirgder fchudding aldaar; op het verzuimen zyner ordon- fchildwagt; op het fchieten zonder laft, en nantie onder 't voorttrekken, en op andere over- °Pj* treedingen der Ordonnantie voor de Schut- wag6u terye, zyn geldboeten gefield, die, door de Corporaals, Schryvers en Ontvangers, wor- den ingevorderd. De Provooflen genieten een vyfde van deeze boeten. De overige vier vyfde deelen worden, gemeenlyk, met toeflemminge van den Kapitein en Luite- nant, befleed ten behoeve van het Corpo- raalfchap, waarin dezelven gevallen zyn, 't zy aan eene jaarlykfche maaltyd, of aan een* zilveren lepel, voor ieder Schutter, of aan beide.
Tot oefening der Schutteren in de hande- Dril-
ling der wapenen, zyn, door Burgemeefle- meelter* ren, drie Drilmeeflers aangefleld, en de Beurs ge-
(I) Gioot-Memor. N. XII. ƒ, -}8.
|
|||||
.. .
|
|||||
126 AMSTERDAMS VLDeeL.
|
|||||
Burger- gefchikt, om de zeftig Compagnien, van den
Compaq- zeven en twintigften May tot Amfterdam- kien. fche Kermis, dagelyks, de Zon- en Feeftda^ gen uitgenomen, des nademiddags, by beur- ten, te drillen (tri). Voormaals, plagt zulks te gefchieden op de Stads Schermfchool,nu de nieuwe Walfche Kerk (w). Doch na 't jaar 1685, gefchiedt het op de Beurs, die, volgens eene fchikking van Burgemeefteren van den vier en twintigften May des jaars 1691, geduurende deeze oefening, gefloo- ten wordt (o). De Tromflaagers flaan, des .at:-; morgens, door hunne wyk, om, wanneer hunne Compagnien, des nademiddags> dril* len moeten. Tegen ■ De Krygsraad, onder welken de Bur- woordi- ger-Compagnien onmiddelyk ftaan, beftaat, |e .?*' Sedert den vy f tienden September des jaars vanden I74^» uit vyf Kolonellen, een over ieder Krygs- Regement; zeftig Kapiteinen, een over el- laad. ke Compagnie, en een gelyk getal van Lui- tenanten. De Kolonellen, Kapiteinen en Lui- tenanten maaken den grooten; de Kolonel- len en Kapiteinen alleen den kleinen Krygs- raad uit. Somtyds, doch zeldzaam, zyn ook de Vendrigs in den Krygsraad beroepen ge- weeft. De Krygsraad vergadert, niet dan met voorkennine van Burgemeefteren, op befchryvinge van Kolonellen, en raadpleegt enbefluit, in deeze Vergaderinge, op alle zaaken, die tot dezelve behooren (p). De Krygs-
(m) Handv. bl. 169. *
(n) Handv, bl. 164.
(o) Handv. bl. 170.
(») Vervolg der Hand», bl, 3,
|
|||||
>
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 127
Krygsraad van Kolonellen en Kapiteinen buuger-
komt, gemeenlyk eens's jaars, kort na May- Compag- dag, byeen, om den nieuwen Schutteren denKIEN* Schutters-; eed af te neemen. Voorts, oe- fent de Krygsraad regt, over misdaaden , door Schutters, op of geduurende de wagt, jegens hunne Officiers of Medefchutters, be- gaan; de overtreeders in boete beflaande, of anderszins ftraffende, volgens de Ordonnan- tie , ook tot ontfchutsering toe. Tot de gewoonlyke geldboeten, by de Ordonnantie, op fommige overtreedingeh, gefield, wor- den de overtreeders, door de Kapiteins, ver- weezen (q). De Krygsraad heeft, federt eeni- ge jaaren, eenen Secretaris in dienft, die aantekening houdt van deszelfs beflui- ten. Hy wordt thans, door Burgemeefteren, aangefteld. Volgens een befluit van den Krygsraad van den twaalfden Oótober des jaars 1748, mogen geene Schutters zigftee- ken in de beftiering der Compagnien, noch zig eenigszins moeijen met de aan- of afftel- ling der Officieren (r). De Kolonellen, Kapiteinen, Luitenants en Verkie-
Vendrigs worden verkooren , door den ^|^er Krygsraad, uit Kolonellen, Kapiteinen en0^cie". Luitenanten beftaande. Na de verandering ren. des jaars 1580, plagten Burgemeefteren, by raade van Kapiteinen , Kolonellen te ver- kiezen 0). Tot in May des jaars 1673, plag- ten de Serjanten, door den Krygsraad, ver- kooren te worden. Doch, federt, ftaat de ver-
(q) Zie COMMELIN, hl. 8'4, 81«, 8X7 Aant,
(r) Vervolg der Handv. bl. 4» \t) Handv. bU lij. |
||||||
,
|
||||||
128 AMSTERDAMS VI.Deeu
Burger- verkiezing derzelven aan Kolonellen alleen
Compag- Qy. aan welken de Kapiteinen, nogtans, een drie dubbel getal opgeeven. Voorts, wor- den de Provooften, op de voorftelling van Btirgemeefteren, door den Krygsraad, aan- gefteld. De mindere Officiers, in elk Cor- poraalfchap , en de Tromflaagers worden aangefteld, door de Kapiteinen. De Kolonel- len ftellen, federt den twintigften Juny des jaars 1691 , de Scbryvers en Reinigers der fVagthuizen, die, voor dien tyd, door The- faurieren en Kolonellen, plagten gefield te worden (u). Vier Burgemeefteren hebben, van ouds, groo- Buiten- ten invloed gehad op den Krygsraad , en
wyken. zeifSj m 't jaar 1673, in ieder Regement, een' Luitenant-Kolonel en een' Major aan- gefteld (v). Ook ftellen haare Edele Groot- Agtbaarheden, nog tegenwoordig, de Hoofd- Officiers in de vier Compagnien, die, in 't jaar 1672, buiten de Stad, in de Vryheid, werden opgeregt (w). De vier Buiten wy- ken , tot welken deeze vier Compagnien be- hooren, ftrekken zig; de eerfte, van den Amftel buiten de Utrechtfche Poort, tot aan de Weteringspoort; de tweede, van buiten de Leidfche Poort, tot aan de laatfte raam by de floot van 't Pefthuis; de derde, van de gemelde floot, tot aan 't laatfte huis voor- by de Raampoort, en de vierde, van de Raam-
(t) Refol. van den Krygsr. N. I. 19 Aȣ, 1660. N. II.
Jj> May 167? (a) Zie COMMEL1N, bU gij *A*nt, 4,
(v) Groot Memor. »V. VI. ƒ. 117. (»J Gioot-Memor. JY. VI. ƒ. io>. |
||||
IL Boek. Sciiuttery en Bezetting, 129
Raampoort, tot aan de Haarlemmer Poort. Burger-
Doch deeze Buiten-Compagnien , die ieder Compao- ook een' Kapitein, een' Luitenant, een' Ven*K1£N* drig en drie Serjanten hebben, behooren niet tot den Krygsraad in de Stad, en Haan niet onder de vyf Kolonellen. De Kapiteinen der- zelven hangen , onmiddelyk , van Burge- meefteren af. De inkomften, uit welken de laden van inkom-
den Krygsraad betaald, en inzonderheid de ften vaa gaande Ratelwagts onderhouden worden , ^en zyn verfcheiden. De voornaamften zyn het raray|#9" Wagtgeld, welk, niet alleen door Contribuee- rende Schutters; maar ook, door veele an- dere foorten van ingezetenen , opgebragt wordt. Wy hebbenze, hier voor (*) , reeds opgenoemd. Het Wagtgeld is , met het toeneemen der behoeften van den Krygs- raad , van tyd tot tyd, verhoogd, vooral, met betrekking tot vermogenden, die, wegen» lighaamlyke ongefteldheid of Geloofsge- zindheid, van de Wagt verfchoond worden. Voorts, zyn, in 't jaar 1694, de onbewoon- de Pakhuizen, die toen gerekend werden, omtrent zes honderd in getal te zyn, door een, met agt guldens ieder, ten behoeve van den Krygsraad, belaft (j). Voor dien tyd, was den Krygsraad reeds een vierde van een ftuiver van elk half vat biers, welk ingebragt werdt, toegelegd (z). En van 't jaar 1650 af, geniet dezelve de helft der boe*
(x) BUdx.. II*.
(y) Handv. hl. i<ïg.
(x.) Refoh Vioedfch. Ir. C. i April tfft, ƒ, jj«,
XI. Stuk. I
|
||||
i$ö AMSTERDAMS VI.Dee&.
Burger- ten, in de Corporaalfchappen vallende, en
CoMPAG-tien guldens uit de vyftig, die, door zul- mm' ken, welken het Poorterregt koopen, betaald* worden; behalve nog twaalf Huivers van el- ke bezegeling, die voor Schepenen, of voor 't Geregt gefchiedt , Schepenen-kennuTen daaronder begreepen; en, eindelyk, ook een' halven Huiver van eiken ftuiver, die voor Poortgeld betaald wordt (a). Misver- Alle deeze inkomften zyn gekomen, in de ftand. plaats der voordeelen, die, oudtyds, door heÏÏe-' ^e ^rie Schutteryen, bezeten werden; indien bruik, rnen al mögt willen agten, dat het regt tot welk deeze voordeelen, door de vereeniging dier de Stad Schutteryen met de Burger- Compagnien, in inkoms- den jaare 1580,tot de Burger Compagnien, ten der of tot den Krygsraad ware overgegaan. Doch oude deeze voordeelen waren toen zo gering ge- rve^ge- worc*en > ^at ZJ naauwlyks noemenswaardig maakt waren* De VhTchery in de Stads Graften, heeft, en de Wyntap , die der oude Schutterye hadden toebehoord, waren, reeds voor lang, te gelde gemaakt, en 't gene 'er van geko- men was befteed, tot het opregten der Klo- veniers-Doele (£). De VifTchery in 't Gou- den-Water, zo zy al niet, gelyk wy ver- moed hebben, omtrent den jaare 1650,van de Voetboogs- en Handboogsfchutterye , nevens de Doelen , overgenomen geweefl zy door de Stad, was toen zeer weinig waar- dig; gelyk zy , nog laatftelyk , in 't jaar 1763, voor niet meer dan vyf en twintig gul-
(<t) Refol. Vtoedfch. N. 20. 28 Oiieb. x6jo. ƒ, 120 v«r/tt
Handv. */. 1*7. (b) ZU hier voor, bl, »j>, $j. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 131
guldens in 't jaar, is verhuurd ge worden. Wy Burger-
merken dit hier te liever aan, om te doen Compac- zien, hoe zeer ten onregte, fommige Bur-wlEW* gers, in zorgelyke tyden, opgemaakt tegen de Wethouderfchap, geklaagd hebben, dat hun de Doelen, en de inkomften der oude Schutteryen ontvreemd waren (c). De Stad heeft dezelven niet naar zig genomen, dan tegen redelyke en rykelyke voldoening aan den Krygsraad, welks inkomften die der oude Schutteryen zeer verre te boven gaan, en tot onderfteuning van welken, in 't jaar 1672, ook de inkomften van de Overman- fchappen der Doelen bekeerd zyn (d). Nog een ander misverftand heeft, in die Ander
zelfde tyden, en nog voor weinige jaaren, J?is\er* onder deBurgeryedeezerStad, plaats gehad: J^t d?* 't welk hier, eenigszins uitvoeriger, moet onaf- aangeweezen worden. In 't jaar 1672, vor-hangke- derde een gedeelte der Burgerye, misnoegd 'ykhd(1 op de Regeering, „ dat geene Magiftraats- Krygs. „ perfoonen, tot SecretarifTen ingeflooten, raads, en „ Leden zouden zyn van den Krygsraad; 't het ilui- „ welk men voorgaf, by oude Handveften, £" van „ gevorderd te worden (e)." In 't jaar 1748, der Re- hebben fommigen, dit voorbeeld volgende,geeringe het zelfde, onder den naam van eenen^rye»[juiten Krygsraad, begeerd van Prinfe Willem denj^ IV., die, in September des gemelden jaars, herwaards gekomen was, om de onmftige Gemeente te ftillen. Schoon nu de onge« rymd-
(c) II. Deel, XIX. Boel^, £/.174^91«
(d) II. D«e/, XIX Boe^ bi. +og.
(*) II. Z)«/,X1X. Boek,, bl. 374, jj)o.
I a
|
||||
132 AMSTERDAMS VhDtit.
Burger- rymdheid van deezen eifch , uit het gene
Compaq-wy, hier voor, over de aloude gefleldheid mm. der Schutteryen en Burger - Compagnien, hebben te boek gefield, reeds genoegzaam gebleeken is, zullen wy, hierby, nog twee of drie aanmerkingen voegen, die het ter nedergefteïde nader bevefligen zullen, 't welk i. Men herinnere zig dan, in de eerße te"ènd? P^aats» dat beide de Schutteryen en Burger- gewoon- vendelen, in de oudfle tyden , t'eenemaal te van afhangkelyk geweeft zyn van Burgemeefle- alle ty- ren en van 't Geregt, 't Geregt flelde, in den. jje yyftiende en zefliende eeuwe, niet al- leen de Hoofdofficiers der Wy ken aan (ƒ); maar behieldt ook aan zig, de Poorters te flrafFen, die, in 't fluk der wagt, overtre- den hadden. Men vindt, onder anderen, dat een Poorter, die zyne wagt verzuimd, en in eene herberg gedronken hadt, op den agtflen Juny des jaars 1508, door 't Geregt, verweezen is, tot Bedevaart naar de Lieve Vrouwe van 's Graavenzande. Een ander, zynen Kapitein fpytelyk toegefproken heb- bende, werdt, op den vyftienden der zelfde maand, door 't Geregt, ter Stad uit gezet, met verbod van 'er wederom in te komen, voor dat hy te hoge roemen [Rome] geweefl ware, op de verbeurte van zyne regte hand (g). By de Ordonnantie voor de Burgerven- delen van den agtflen September des jaars 1580, behieldt het Geregt het regt vanCri- mineele flraffen over de waakende Poorters aan
(f) IT. D«/, IV. Boel^ bL as V. M***., R 46+.
(jfj Keutb. B, ƒ. 107. |
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 133
aan zig, laatende aan den Krygsraad alleen- Buroeh-
lyk overig, met geldboeten, of met te bier Comp aö* en te brood leggsn, te ftfaffen (b). Bürge-NIEN- meefteren en 't Geregt hebben, federt, me- nigvuldige Ordonnantien voor de Burger- Compagnien gemaakt, fchoon, doorgaands, by raade van den Krygsraad. Ook zyn de handelingen en bell uiten van den Krygsraad, genoegzaam door alle tyden heen, beftierd geworden door Burgemeefteren, die, tot in 't jaar 1748 toe, in den zei ven, plagten voor te zitten (ï). Al 't welke de af hangkelyk- heid der Burger-Compagnien van de Wet- houderfchap ten klaarde bewyft. Daarenbo- ven, zyn, daar't hier eigenlyk op aankomt, tot in 't jaar 1748 toe, de Kolonellen, en zelfs veele Kapiteinen Leden der Regeerin« ge geweeft, niet alleen voor, en in, maar zelfs lang na 't jaar 1580. Wy hebben 'er, in den loop van de Gefcbiedenijjen der Stad, zo veele voorbeelden van aangetekend, dat het den Leezer verveelen zou, zo wyze hier allen herhaalden. De Schepens Klaas Doe- deszoon en Dirk Hilkbr andszoon Otter waren, in 't jaar 1535 ,te gelyk Hoofdluiden of Ka- piteinen der Burgerye (k). In 't jaar 1580, werden twee Oud-Burgemeefteren Kolonel- len, en twee Raaden, de een Kolonel, de an- der Kapitein. De regeerende Burgemeefter, Pieter Corneliszoon Boom , was Kolonel, de Oud-Schepen, L,aürens J'acobszoon Reaal, kapitein, in 't jaar 1587 : de Oud-Sche- pens (h) Zie Handv. hl. 14«.
(*) Zit COMMEUN, il, %tf.
|0 Zi* II. Deel, VI. Boek.* *'. J7.
13
|
||||||
134 AMSTERDAMS VI.DEEt.
Burger- pens Jonas Wit Jen en Geurt Dirksz. van Beu-
Compaq- ningen,in 't jaar 1618, Kolonellen; de Oud- M£If* Schepens Jan Jacobszoon Hinloopen en Jan Willemszoon Bogaard, de eerfle Kapitein , de tweede Luitenant; de Oud - Schepen en Thefaurier^oZ» Pieterszoon Hoogkamer, Ka- pitein; de Oud-Schepen en Raad Volken Q- verlander, insgelyks (/). Zelfs bleef, in 't zelfde jaar, Jacob Gerritsz. Hoing Kapitein, fchoon hy totBurgemeefterverkoorenwerdt (in). Uit eene Lyft der Kapiteinen van den jaare 1630, vergeleeken met de Lyften der Regeeringe, ziet men, dat de meeften Oud- Schepenen waren («). De Oud-Burgemees- ter Andries Bleker was Kolonel, in 't jaar 1638: de Oud-Burgemeefter Jan van de Poll en de Oud-Schepen Cornelis Witfin, in 't jaar 1650, en de Oud-Schepen Cornelis Geelvinck, in 't jaar 1672 (o)- Na dien tyd, tot in 't jaar 1748 toe, zyn de Kolonellen en veele Ka- piteinen Leden der Magiftraat geweeft, zo wel geduurende deStadhouderlyke,alsStad- houderlooze Regeeringe. De Oud-Raad van " Burgemeefteren hadt, in 't jaar 1650, be-, flooten, dat een Kolonel, tot Burgemeefter verkooren wordende, 't welk zeldzaam an- ders gefchied is, dan na dat iemant eerft Schepen geweeft ware, zou verftaan wor- den , van zyne Kolonelsplaatfa ontflaagen te zyn:
f/1 II. Deel, X. Boe^bl. i9,zo,69%7z. XIII. Boel^, bl.
i99, }c+,-,6I. XIV. Boe{, bl. ?79 , 4°7- (m) Aaiitek. -van Schepen Gerakd ScHAEP PlETEBSZ.
X. i.f r^verfo, -
(n) II. D^/,XIV. B,^, £/.474.
(e) II. Deel, XV. Boeket bl.ZO. XVI. Bet{, bl. I+I. XIX.
Btek^ bU 34J>. ■ , ).
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 135
zyn: welk befluit, door de Vroedfchap^wasßuRCER-
goedgekeurd (p). Ondertuffchen , toonen Compac- deaangehaalde voorbeelden ten klaarfte,datKIEN* niets meer aanloopt tegen de gewoonte van alle tyden, dan te vorderen, dat de Hoofd- Officiers der Burger - Compagnien niet zyn Leden der Regeeringe. 2. Men voege hier nu, in de tweede plaat- en tegen
fe, by, dat niet alleen geene oude Hand-oude veften eifchen, dat de Leden der Regeerin- SjJJ? ■ ge, niet mogen zyn Leden van den Kry gsraad, en wet. gelyk fommigen , nu en dan, dwaaslyk,ten. hebben voorgegeven; maar dat regt het te- gendeel , uit oude Brieven en Keuren, af te neemen is. Met zulke Brieven en Keuren, hebben wy, hier voor (<j), beweezen, dat de gewapende Poorters, en de Schutteryen
zelven, met eenen Burgemeefter, of twee uit den Raade of uit den Geregte, aan 't hoofd, ter Heirvaart toogen; en dat de Heeren van de Regeeringe, in zorgelyke tyden, het Stad- huis, en de Plaats voor het zelve, aan 't hoofd der Poorteren, bewaakten. Zy zyn, derhalve, volgens de oudfle brieven en ge- woonten , als de natuurlyke Hoofdluiden der gewapende Burgerye, aan te merken. 3. Eindelyk, merk ik aan, dat zyne Hoog- Ook is
heid Willem de IV., uit kragte eener byzon- nieJJ^ |
|||||||||||||||
maar eer
|
|||||||||||||||
dere magtiging van 's Lands Staaten en vry-JJJ^
|
te-
|
||||||||||||||
willige overgifte der Wethouderfchap; alzo gendeel,
't regt des Stadhouders, gewoonlyk, alleen in 't jaar gaat over 't Kryesvolk, (taande opdenflaat1,7*8* o 1 -Jt> 1 nr c u door den
van oorloge, niet over de Wagten en Schut- p^fe.
te-
(p) Handv. bi. 167.
{{) SUdx,. %s , 10$, 107. -"
I 4
|
|||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||
I3<5 AMSTERDAMS VI.ÜEEt.
BüR&ER- teryen der Steden (r); fchoon men, in't jaar
Compaq- 157g 9 beweerde, dat de Stadhouder, in 't kien. beleiden en fchikken der Wagten, voorzien Erf-Stad- mögt, naar tyds gelegenheid (V); op den houder, tienden September des jaars 1748, na 't hoo- deniv1 ren ^er bedenkingen van Burgemeefteren, by het ' wel heeft bewilligd, in 't houden van eenen bewilli- Vryen Krygsraad; doch dat'er geen blyk al- gen in t00s js ^ jat die Krygsraad onaf hangkelyk zou Vrven moeten zyn vanBurgemeefteren, of van myne Krygs- Heeren van den Geregte; en al zo weinig, raad, ver- dat de Leden van den Krygsraad geene Le- Maard, (jen van ^e Regeeringe zouden mogen zyn. De Vrye Krygsraad, dien de Prins-Erf-Stad- houder, voor eens, en voor dien tyd alleen, wilde gehouden hebben, moefl,volgenszy- ne uitdrukkelyke verklaaring , beftaan uit zulke Kapiteins , Luitenants en Vendrigs, als aan hunne Compagnien aangenaam wa- ren ; welke Kapiteins, Luitenants en Ven- drigs vyf Kolonellen zouden aanïlellen, en de plaatfen der onaangenaame Hoofdofficie- ren vervullen; of een dubbel getal van de eenen en de anderen aan zyne Hoogheid aan- bieden, die daaruit de verkiezing zóu doen; zonder eenigszins te bepaalen, of de benoem- den mogten zyn Leden der Regeeringe, of niet. Doch men heeft, in 't houden van deczen Krygsraad, geenszins voldaan aan 's Prinfen oogmerk, zo als zyne Hoogheid zel- ve , in de bekende Publicatie van den vyf- tienden September de$ jaars 1748 , betuigd heeft,
f» ƒ TTftGRQTius Verantw. XIX Cap, hl, zij»
(/) Zte II. Dtet, IX, £oel^ il, 4*7. |
|||||
■
|
|||||
H.Boek. ScHUTTERY en Bezetting. 137
heeft. Den Schutteren en Contribuanten Bubger-
werdt, in verfcheiden* Wyken, jgeene ge-CoMPA©. noegzaame Frybeid open gelaten, om de Le-NIEN* den tot den Vryen Krygsraad te Hemmen. Sommige Wyken, alle hunne Hoofd - Offi- ciers onaangenaam verklaard hebbende , ftemden zelven anderen, in plaats van zulks voor den Krygsraad over te laaten. Voor- naame Leden van dien zogenaamden Vryen Krygsraad klaagden, dat zy, in hunne wye deliberatien en verkiezingen, geduuriglyk,^- lemmerd en geßoord werden. Kortom, in by- na alle wyken , hadden ohbehoorlykheden plaats gehad, die, door den Prinfe, open- lyk, werden afgekeurd. Eindelyk, kwam 'er eene benoeming van vyf Kolonellen, en van een groot getal van Hoofd - Officieren, in de plaats van zulken, die men, 't zy vry- willig of gedwongen, onaangenaam verklaard hadt, te voorfchyn; welke benoeming zyne Hoogheid verklaarde, uit toegeevendheid, goed te keuren. Schoon nu, by ée uitkomft, bleeke, dat geene Leden der Regeeringe, noch zelfs Perfoonen, die na vermaagfchapt waren met Leden der Regeeringe, Leden van den Krygsraad geworden of gebleeven waren, verklaart zyne Hoogheid egter ner- gens, dat hierin aan zyn oogmerk ware vol- daan. Hy erkent, in tegendeel, de af- hangkelykheid des Krygsraads van de Re- geeringe , begeerende, dat dezelve niet ver- gaderen zou, dan met voorkenniffe van Bur- gemeefteren. Ook ftelt hy, dat de verkie- zing van Kolonellen en Hoofd-Officieren, $e, voortaan, door den Krygsraad, zou ge- I 5 fchie-
t
1
|
|||||
. i
|
|||||
ij8 AMSTERDAMS VLDeel.
XVag. fchieden, gefchieden moeft, in Conformiteit
TEW. van de Privilegien, oude Coflumen, Reglemen- ten en herkbmen (f), alle welken wy, te voo- ren, getoond hebben , dat niet flegts het aanftellen van Leden der Regeeringe tot Leden van den Krygsraad gedoogen, maar zelfs aanpryzen en beveelen. Uit al het gezeide, maaken wy, met re-
den , onzes oordeels, dit befliiit, dat, te be« weeren dat de Krygsraad onaf hangkelyk is van de Wethouderfchap, en geene Leden gedoogt, die Leden der Regeeringe zy n, niet alleen niet fteunt op, maar veeleer aanloopt tegen de Verklaaringen vanjden Prinfe Erf- Stadhouder, Willem den IV., van den tien- den en vyftienden September des jaars 1748, en vierkant ftrydt met de oude en laatere gewoonten, keuren en wetten Q). III.
RUITEWAGT en RATELWAGT.
Oudfte 't Ts ten hoogde waarfchynlyk, dat 'er,
aanftel- j_ behalve de waakende Schutters en
ling der poorters, al vroeg in de vyftiende eeuwe,
JJJft", eene Nagt wagt aangefteld is door 't Geregt;
nader- hoewel my hiervan , nergens, eenig klaar
hand, befcheid is voorgekomen. In de oude Keu-
ook Rui- re ^ hjer voor (U) te boek gefield , wordt
genulod. onderfcheid gemaakt tufTchen Wachters en
(f) Vervolg der Handv. bl. i. tn hier igttt ,indt Bylaa*
gen, Lt. E. (t) Groot-Memor. N* XI. ƒ. Hl. (u) BUdx.. »91* |
|||||
1
|
|||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 139
Wakers; fchynende, door de eenen, de waa- wag«
kende Poorters, en door de anderen , de ten. aangeftelde Nagtwagt verdaan te moeten worden. Ook fchynt op de Nagtwagt te zien de Keur van den drie en twintigden May desjaars 1453, die, in 't jaar 1477, vernieuwd, en waarby, oplyfftraffe, ver- booden werdt, een Waker aan te vallen , of te kwetfen, by nagt; en den Waaker toe- gedaan , zig te weeren, /onder iet daeraen te misdoen (y). In de Ordonnantie van den jaare 1481 voor de waakende Poorters, wordt van de oude Waakers gewaagd (w): waarmede » insgelyks, de Nagtwagt fchynt gemeend te worden. Doch eene andere Ordonnantie van 't Geregt, voor eenen Kapitein van de Nagtwagt, geeft ons het eerde licht, om- trent de gedeldheid der Nagtwagt, op het einde der vyftiende eeuwe. Dus luidt zy woordelyk: Opten XVIJ. dach van December, anno
XCIIJ. [1493], mr* beuolen Comelis Wil- lemszoon j als Capitein van de nachtwaeck^dat hy , ouer de bewaerniffcn van der Stede ende alle de gemeente, al noch annemen Joude XVI, mannen, die hem tot cofi ende wedden van der Stede des nachts foude helpen waken, ende dat hy die onderhouden foude, tot dat hem anders gedaen weten foude wefen. pntibusden Schout,
Jacob van berch burgermeefler, Stans Claes zoen ende merten dircx zoen ,fchepenen (#). Doch
(v) Kcurh. A. ƒ. 24, 90. Handv. 6/. tjj.
f») Zie hier voor, bl. ioj. ( (*) Groot Mem«, N, I. ƒ. zoj. _ ::"4 |
||||
■■ i.. ii lim mi ■ nwi~~~-mmmmmx^~m^immmmmmm—mmmm
|
|||||||
140 AMSTERDAMS VI.Deel.
Wag- Doch gelyk dè aanneeming deezer zeftien t£n. mannen , flegts voor eenen tyd , bevolen De Rui- was, zo fchynt deeze Nagtwagt 00k, eer- tenvagt lang, wederom afgefchaft te zyn. Maar om- wnge- trenc ^en zeI^en tyd» was 'er eene Nagt-
fteld, tot wagt van Vkr borjjers in Stads dienft , de- het be- zelfden, vermoed ik, welken men, federt, waaken Ruitërwagt genoemd heeft, en die, van ouds, vier-6 de ronde, te paarde, door de Stad, fchy- fchaar en nen gedaan te hebben. Burgemeefteren be- van de valen, op den zeven en twintigften May Stad. ^es jaars j^p^ s fat jm Morjecl 9 t,y fa Vier borjjers (4), nog acht goede ge/ellen zou
aanneemen , om des nagts de Stad te be- wachten, na ouder gewoonten (y). Voor dee- ze Wagt, werdt,onder den naam vanRuy- tervsacht, op den vier en twintigften Ja- nuary des jaars 1550, eene Ordonnantie be- raamd, waarby blykt, dat zy, zo wel als haar Kapitein, door Burgemeefteren, werdt aan«
(j) Groot-Memor. N. I. f. 301.
(4) Hors, Ors, en, by verzetting, ros berekende,
oudtyds , paard. (Zie Kiliaan op 't woord Ors.' €n Huydecoper Proeve, bl. 485) Van waar wy de woorden roskam, rostuifcber, en anderen behouden hebben. Ook is 'er 't woord borffer, welk wy hier ontmoeten, van gemaakt. Ik befl'uit, dat deeze hors- fers, naderhand, de Ruitërwagt genoemd zyn,en ik ftel vaft, dat de Ruitërwagt te paarde diende, niet om aan 't woord te voldoen, want men verftondt, van ouds, door Ruiters, zo wel knegten, die te voet, als die te paarde dienden (ZieMATTfLGi^na/.Tom. I. p. 406,407 ,427,497); maar, voornaamlyk , om dat de Ratelwagt, naderhand, om haar te beter van Ruitërwagt,of rydende wagt, te onderfcheiden, eene gaande Ratelwagt genoemd werdt. Zie Bandv. bl.833. |
|||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 141
aangefteld; dat zy de Vierfchaar, en eeni- wao-
ge andere Plaatfen in de Stad bewaakte, en, ten. nevens de Poortiers, des morgens, de Stads Poorten opende. Voorts, waren haar ze- kere vafte noodhulpen toegevoegd, Wape- laars genaamd (2). Doch in 't jaar 1525, hadden Burgeraeefteren, by raade van den Geregte, Cornelis Symonsz. Roos van Naar- den aangenomen, om, met dirck Jansz bors% Capiteyn te we/en /nachts (a): waar uit blykt, dat de Nagtwagt toen reeds fterker in ge- tal moet geweeft zyn, dan zy plagt. Zy was, naar 't fchynt, in dien tyd , van de Ruiterwagt onderfcheiden, alzo men vindt, dat Peter Laers of Kaers, in 't jaar 1561, Luitenant van de Ruiterwagt, onder den Kapitein Jan Wejjels, alias den duytfchen moe- riaen, en te gelyk Kapitein van de Foor* wagt geweeft is (&). Veelligt, werdt de oude Nagtwagt de Foorwagt genoemd, om dat zy, in den voornagt, waakte. De Rui- terwagt , die de poorten openen moeft , fchynt, in den nanagt, gewaakt te hebben. Omtrent deezen-tyd, beftondt de Nagtwagt uit niet' meer dan zeftig man; doch zy werdt, in 't jaar 1568, op honderd man gebragt (c). Voorts, vind ik, dat, in 't jaar 1570, vier Wagters werden aangefteld , om de Vierfchaar, by dage, te bewaaken (d). Zy werden , waarfchynlyk , der oude Ruiter- wagt (z.) Groot Memor. N. IL/. 19.
(a) Groot-Memor. N. I. ƒ. 28$, (la) Groot Memor. N. II./, lyvcrfn. (fj jveibl. Vroedfch, N. %. 16 Aug. 156g,/. loj Verft, en II. Deel, Vil. Boek, bl. 16». (rf) Refol. Vioedfch. H* z. 6 Ftbr. 1570. ƒ. 140.
|
||||
|
||||||
14* AMSTERDAMS VLÜeu.
Wag- wagt bygevoegd. En 't fchynt, dat de Nagt-
T£w. wagt in 't gemeen, federt, den naam van' Ruiterwagt gekreegen heeft, alzo ik niet alleen vind, dat de Vroedfchap, in 't jaar 1576 , befloot, de Ruiterwagt, die toen honderd en twaalf man fterk was , (al te groot een getal, als men onderftellen zou, dat 'er ,behalve deeze Ruiterwagt, nog eene Nagtwagt van honderd man in Stads dienfli ge weeft was,) tot op zeventig man, te ver- minderen (ó; maar ook, dat, volgens hec negende Lid der Satisfactie van den jaare 1578, de bende der Nagt waakeren, by Burgemees- teren te Hellen, uit niet meer dan veertig man, beftaan mögt (f); en dat, in 't jaar 1585, voor 't eerft, beflooten werdt, boven de ou- de Ruiterwagt, de eenigfte Nagtwagt, die toen genoemd wordt, eene gaande Ratel- wagt aan te Hellen (g), die, tot heden toe, in wezen gebleeven is. Oor- ^at ^e Ruiterwagt in't byzonder fprong, betreft; zy fchynt, na 't aanflellen der Ra-
gefteld- telwagt, of, grootendeels, afgedankt, of d^idft d never» allengskens, uitgeftorven te zyn, tot tegen- *°V eenige weinigeperfoonen na, die'tStad- woordi- huis en de Vierfchaar bewaakten, en den ge Rui- naam van Ruiterwagt behielden, fchoon zy terwagt. njet m£er te paarcje dienden, als van ouds. Doch deeze Ruiterwagt, door onvoorzigtig-
heid , oorzaak gegeven hebbende tot den brand van 't Stadhuis, op den zevenden Ju- ' ■ ty
(e) Refol. Vroedfcb. N. j. *S Aug. 1^6.
(f) Handv. bl. 4*. [ I+i. ] «• hier voor, II. Deel, IX.
B*ekj, bl. 4jo. (£} Reiol. Vioedfch. N. |. 14 Des. ifgj,
|
||||||
__^......
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 143
Jy des jaars 1652, werdt, in 't jaar 1656, af- wA».
gedankt (Ä), en, niet voor 't jaar 1664 > we-ten. derom opgeregt. Zy kreeg toen eene In- ftru&ie, waarnaar zy zig, in 't bewaarenen bewaaken van 't Stadhuis, hadt te gedraa- gen, die, reeds te vooren, ontworpen was (f).; doch nu veranderd en vernieuwd werdt. In deeze Inftru&ie of Ordonnantie, draagt zy, blootelyk, den naam van fFagters van 'r Stadhuis of Ruiterwagt(fy.En't blykt,uit eene Refolutie der Proedfcbap, kort te vooren genomen, dat het Stadhuis, waarfchynlyk, federt het jaar 1656, door Soldaaten, be- waakt geworden was : zynde, terftond na 't afdanken der Ruiterwagt, een vendel van honderd en zeftig foldaaten , in derzelver plaats, opgeregt [/). Doch men vondt toen geraaden, de foldaaten van daar te ligten, en dertig man, tot bewaaringe van 't Stad- huis , aan te neemen (/«). De gaadje dee- zer Waakers van 't Stadhuis plagt vyftien guldens ter maand te zyn. Doch in 't jaar 1720, is zy, met vyf guldens ter maand, ver- hoogd («). Zy genieten, daarenboven, ver- fcheiden' andere voordeelen, met naame, van de Paaren, die zig, by Commiflariflen van Huwelykfche zaaken, laatende aantekenen, of, op 't Stadhuis trouwende, door de Rui- terwagt, op- en afgeleid worden. De
(h) Refol. Vtoedfch. N. 20. j> Jttly I6$z.f. 243. L'. A,
14 April 1656. f. 96.
(i) Gioot-Memor. N. IV, f. 93 verfa^ 97 vtrfo.
(1^) Groot-Memor. N. V. ƒ. iïj, 14} vtrfi. (Ij Refol. Vroedfch. L*. A. 14 ^Pril »6>*- /• »<*• \m) Refol. Vroedfch. Lt D. jg Jtn. 1664. ƒ. »j, {n) Gtoot-Mciaot. #. IX. ƒ. liz verf; |
|||||
m
|
|||||
144 AMSTERDAMS VI. Dm*
Wag- De Ruiterwagt, die, in 't jaar 1664, uit
Tfitf» dertig man, beftondt, beftaat tegenwoordig
uit niet meer dan zes man. Zy worden, door Burgemeefteren, aangefteld -, en hadden, tot in 't jaar 1746, eenen byzonderen Kapitein, welk ampt toen vernietigd werdt (0). Thans ftaan zy, onder den oudften Kapitein van de Ratelwagt. By nagt, zyn zy verpligt, de bevelen van den Kapitein, Luitenant of Ven- drig, die de Wagt op 't Stadhuis heeft, te gehoorzaamen. Zy zyn, by dage, gewa- pend met een' geverwden ftok, daar Stads wapen op flaat , en met een' houwer tot zydgeweer. By nagt, voeren zy, inde plaats van dan ftok, een' halven piek (p). Aanüel- De Ratelwagt heeft haaren naam lingder naar de groote ratels, die zy, des nagtsdoor Ratel" de Stad gaande, roert, voor 't uitroepen van verande" het uur en halfuur, en vooral ook, by 't ont- ringen in ftaan van brand, of anderen onraad. Zy is * dezelve, daarenboven, met een' houwer en halven piek, gewapend. By haare eerfte opregting, in den jaare 1585, werdt belaft, dat zy, twee aan twee, zonder licht, door de Stad gaan zou (q). Doch 't blykt, dat zy, in de vol- gende eeuwe, eer nog de Lantaarnen in ge- bruik gebragt waren , licht by zig gehad heeft (r). De eerfte opregting der Ratel- wagt gefchiedde, door Burgemeefteren, by raade van den Krygsraad, en werdt, nader- hand, (o) ReG>l. van den Oud-Raad van Bürgern, van zs Jnty
174.6. f. UI. (p) Refol. Vroedfch. Lr. D. 18 Jan. 1664. f, 97, Groot«
Memoriaal, N. V. f. u?. (q) Keiirh. G. /. 26 f. Z«« "»i Handv. */. %%%.
(r) Refol. Vioedfck. Z.'. F. 1» Xvvcmb. i66». ƒ. uj,
|
||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 145
hand, goedgekeurd door deVroedfchap (j-).wag-
Vervolgens , werde, in 't jaar 1616, be-TEN. flooten, de nieuwe Stad, daar veele luiden nog zeer eenzaam woonden, ook van eene Wagt te voorzien (t). 't Schynt, ondertus- fchen, dat, na 't jaar 1585, de aanftelling der Ratelwagten, aan eiken Burger-Kapitein is overgelaaten; gelyk ik, met zo veele woor- den , in zekere gefchreeven' Aantekeningen van Schepen Gekard Schaep Pie- t e r s z. gemeld vinde; midsgaders, dat zy toen, door Kolonellen, ten overftaan van twee Kapiteïnen, betaald werden, 't Liep, ten minfte, tot in 't jaar 1620, of langer, aan, eer de Ratelwagt tot eene byzondere Compagnie gebragt werdt,en haaren Kapi- tein, Luitenant, Serjanten en mindere Of- ficieren kreeg. Burgemeefteren, die, van. ouds, de Hoofd - Officieren der Nagt en Ruiter wagt plagten aan te (lellen, fielden nu ook de Kapiteinen en Luitenanten («), en, waarfchynlyk, ook de Serjanten over de Ratelwagt. Zelfs vindt men, dat de aan- ftelling van de Noodhulpen der Ratelwagts; 't welk, in 't jaar 1673» zo we* a^s de aan* flelling der Ratelwagts, en der Luitenanten en Serjanten over dezelven, aan Kolonellen werdt aanvertrouwd Qo); in 't jaar 1620, aan Burgemeefteren geilaan heeft (w). In 't jaar, 1628,
(1) Refol. Vroedfch N. j, 14. Decemb. ijgj.
(t) Refol. Vroedfch. N. 11. 1$ July 1616. ƒ, 176.
(«) Groot Memor. N. II, ƒ. 250.
(v) Wandv. bi. gjj.
(w) Gtoot-Memot. N. II./. 190.
XL Stuk. K
|
||||
|
|||||
14(5 AMSTERDAMS VI.D1W.
Wag- 1628, was de Ratel wagt reeds honderd agt
TE». envyftig man fterk (.r).Doch na de jongfte Vergrooting der Stad, werdt zy, in 'tjaar 1672, zeer veel vermeerderd in getal; on- der twee Compagnien gebragt, en van dub- bele Hoofdofficieren voorzien (y). Maar 't leedt naauwlyks eenjaar, of 't getal derRa- telwagts werdt wederom verminderd, en op twee honderd en tagtig man gebragt, die in zeventig Wyken verdeeld werden (z). Op dit getal, bleef de Ratelwagt bepaald, tot dat, in 't jaar 1685 > de jongfte Vergrootïng der Stad genoegzaam bevolkt was. De Vroed- fchap befloot toen, nog twee honderd Ra- telwagts te voegen by de voorigen twee honderd en tagtig, en de vier honderd eri tagtig man te verdeden in honderd en twin- tig Wyken, juift het dubbel getal der wy- ken , in welken de Burger-Compagnien ver- deeld zyn. Burgemeefteren werden gemag- tigd, om, by raade van Kolonellen , de Wagten te regelen (V); gelyk gefchiedde (£). Op dit getal, is de Ratelwagt, federt, geblee- ven, uitgenomen dat, in de Wyk buiten de Leidfche Poort, binnen de Vryheid, in 't jaar 1754» eene Nagt- of Ratel wagt aange- fteld is (ó. De vier honderd en tagtig man, die binnen de Stad waaken, hebben nog een goed getal van Noodhulpen nevens zig, die , in geval van ziekte of afwezendheid der
(x) Aantek, van Schepen G. SCHAEP PiETBBSZ.
(y) Refot. Vroedfch. L}. I. 7 sApril 1672. f. j6. ix.) Refol. Vroedfcli. Lt. I. 31 Maart 1673. ƒ• 16X. (a) Refol. Vroedfch. Lr. Q^ 8 Jan. lögj. ƒ. 2+g. \b) Groot-Memor. N, VII. ƒ. ng verfo, {() Keuib. T. f, iHvtrfê. Veivolg der Hafldf. il. s. |
|||||
II. Boek. Schutter* en Bezetting. 14?
der vafle Wagts, hunne poft waarneemen. waq-
Ten dienfte der Ratelwagt indeStad,zynTEN. vierWagthuizen of Corps de guarde gefchikt* wagr> twee aan de oude zyde, onder eene der boo- huizen of gen aan de ooftzyde van de Beurs, en aanCorpsdfe de Zuider-Kerk; en twee aan de nieuwe zy* f JJJJ. <je de, in de Tuinftraat, en aan de Amftel-Kerk. Ratel- In ieder Wagthuis, onthouden zig,'snagts,w*gt. agt man uit de Ratelwagt, een Serjant, een J^J^n Corporaal, en zes Adelborftenj die verpligtwaaken zyn, twee aan twee, de ronde te doen, en en ro«. toe te zien,dat de Wagten, naar behooren, Pen* waargenomen worden. De Oud-Raad van Burgemeefteren heeft, laatflelyk , op den een en dertigften July des jaars 1754 (rf), eene Orde beraamd, op het bezetten van de Nagtwagt, waarby ook het Loon derzelve, van nieuws, geregeld is. Het jaar is, by dezelve, in vier deelen verdeeld, waarnaar het uur, op welk de manfehap aan de Wagt- huizen komen moet, om door den Corpo- raal te worden afgelezen, gefchikt is : te weeten, 1. Van den twaalfden May tot den vier-
den Auguftus; wanneer de afleezing, ten half tien uuren, gefchiedt. 2. Van den vierden Auguftus tot den
zeven en twintigften O&ober: wanneer de tyd der afleezinge op negen uuren bepaald is. 3. Van den zeven en twintigften O&o-
ber tot den veertienden February: zyn- de
(d) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. 31 f»lj 17J*»
kl. 14. |
||||||
H8 AMSTERDAMS VLDeeW
Wag- de den *$& der afleezinge dan ten half
ten. negen uuren.
4. Van den veertienden February tot den
twaalfden May : gefchiedende dan de afleezing wederom ten negen uuren. De Wagts moeten, om 't half uur, door hunne Wyk, ratelen, en uitroepen, hoe laat het zy. Zy gaan nog, twee aan twee, de wyk rond, en beginnen, het gantfche jaar door, ten tien uuren , te roepen. In de vier Zomermaanden, dat is, van den twaalf- den May tot den vierden Auguftus; wan- neer het zelfde paar Wagts, den gantfchen nagt door, waakt, waarvoor de man vyf ftuivers geniet; is de laatfte roep ten half drie uuren. In den overigen tyd van 't jaar, waaken twee paar Wagts, in elke Wyk; een paar in den voornagt, en een paar h> den nanagt. De voornagt eindigt ten twaalf uuren, uitgenomen in de vier Wintermaan- den , dat is, van den zeven en twintigften O&ober tot den veertienden February, wan- neer hy ten een uure eindigt. In deeze vier maanden, is de laatfte roep ten half zes uuren, en ieder man wint dan vyf ftuivers; doch niet meer dan vier ftuivers, in den o- rigen tyd van 't jaar, zo lang, met dubbele wagt, gewaakt wordt. Van den vierden Auguftus tot den vyftienden September, en van den een en dertigften Maart tot den twaalfden May, is de laatfte roep ten half vier, en van den vyftienden September toe den zeven en twintigften Oftober, en van den veertienden February tot den een en dertigften Maart, ten half vyf uuren. Die |
||||||
'-.
|
||||||
If. Boek. Schuttert en Bezetting. 149
in den voorriagt waaken, haaien hunne ratels Wag-
€n geweer van de Wagthuizen, welken, ten. door hen, die in den nanagt waaken, van hun overgenomen, en 's morgens aan de Wagthuizen te rug gebragt worden. De Wagts mogen, voor tien uuren, de Inhoud
ratels niet roeren, dan in geval van brand, jjjj,^. of anderen onraad. Die 's avonds, of 'smor-tie voor gens, by 't afleezen van de Wagt, niet te-de Ra- gen woordig zyn , mogen , in eene halve tel wagt. maand, niet waaken; of worden, anders- zins, ter befcheidenheid van den Kapitein, in boete beilaagen. Op het dronken ter wagt komen, of zyn; het (laapen in hoeken en winkels, en andere onbehoorlykneden, zyn ook boeten gefield. By ziekte, of noo- dige afwezendheid van een' der vafte Ra- telwagts, waartoe de Kapitein verlof geeft, waakt zyn Noodhulp , dien hy, by tyds , waarfchuwen moet, in zyne plaatfe. De vafte Wagts mogen niet voor eikanderen, noch buiten hunne Wyk, waaken. Doch zo de Noodhulp van eene Wyk ziek is, wanneer hy zou moeten waaken, mag zyne poft, door den Noodhulp van eene andere Wyk, die geene wagt te doen heeft, ver- vuld worden. De Wagts, zig, tegen eeni- ge Soldaaten, Burgers of anderen, met vloe- ken , fchelden, flaan, of op eenige andere wy- ze, vergrypende, worden daadelyk afgezet. Alle deeze en andere punten zyn vervat in de Ordonnantie van den zevenden Oclober des jaars 1673, naar welke, de Ratelwagts, by hunne aanftelling, belooven, zig te zul- len gedraagen; voorts, zig, by eede, ver- K 3 bin-
|
||||||
—__i^_
|
||||||
/ 150 AMSTERDAMS VLDeeI.
Wao- bindende, tot gehoorzaamheid aan Burge-
T£N. meefteren , Kolonellen , en hunnen Kapi» , tein (e).
Aanftel- Uit het gene wy, hier voor, hebben aan- Jing der getekend , blykt genoegzaam, dat de aan- nen,Lui ftemng der twee Kapiteinen over de
tenanten, Ratelwagt, ten allen tyde, aan Burgemees- Strjanten teren geftaan heeft. Alleenlyk, is, deswe- dnreo"f' ^e' v0or eemSe jaaren , verfchil ontdaan
fideren met Kolonellen der Schutterye,die beweer-
van de den, dat hun de aanftellmg toekwam. Men
Ratel- verbleef, van de eene en de andere zyde,
waSc* het gefchil aan de befliffing van den Prinfe-
Erfftadhouder, Willem den IV., die, na 't
overweegen der wederzydfche Memorien, op
den agttienden May des jaars 1751, uitfpraak
deedt, ten voordeele van Burgemeefteren:
te gelyk, verklaarende, dat Burgemeefteren
ook alleen geregtigd waren,om den Colleo
teur van't Wagtgeld en Knegt van den Krygs-
raad'aan te ftellen (ƒ). De Kapitein van de
Ratelwagt, die door Kolonellen aangefteld
was, bleef egter, by infchikking, indienft;
doch ontving, van nieuws, eene Aclezyner
aanftellinge van Burgemeefteren.
De aanftelling der Luitenanten en
Serjanten fchynt, in't jaar 1673, aan Ko- lonellen gelaaten te zyn, en gefchiedt, nog te- genwoordig , door dezelven. De Ratelwagts ert de Noodhulpen worden, insgelyks, door Kolonellen gefield, op den voorflag derBur- ger-Kapiteinen van elke Wyk. De Corpo- raals
|
||||||
(e) Handv. bl. U4.
|
||||||
(/) Vctvolg der Kaodv. H. 4.
|
||||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 151
raals enjdeïborflen worden, door de Kapi- Bezit-
teins der Ratelwagts, gekooren. tino. IV.
GUARNIZOEN of BEZETTING.
Amfterdam werdt, in de oudfte tyden, Oudfte
alleen door Poorters, befchermd, te- bezettin- gen aanflagen van binnen en van buiten. De ^^ Graaven waren niet gewoon, bezetting te dam. leggen in de Steden, en begonden, niet voor de regeering van 't Huis van Bourgondie, geregeld Krygsvolk te bezoldigen. Ten tyde van Vrouwe Jacoba, was 'er, alleenlyk, voor weinige weeken, bezetting, in Amfterdam , gelegd geweeft, om de Stad te beveiligen, te- gen de aanflagen derKabbeljaauwfchen (g)Jn 't jaar 1445, lieten de Hoekfchen, insgelyks, eenige geregelde manfchap, onder Reinoud en Gysbrecht van Brederode, in de Stad, die 'er egter, voor 't einde des jaars, door Hertoge Filips van Bourgondie, wederom uit gedreeven werdt (h). En na dien tyd, vind ik niet, dat de Stad bezetting, van 's Graaven of'sLandswege, ingenomen heeft, tot dat zy, in Maymaand des jaars 1567, genoodzaakt werdt, den Heer vanNoircar- mes,met vier vendelen Spaanfche knegten, te ontvangen (i). Doch,
Cjf) 11. r«/, m. Botk^, $1. jig.
(h) II. Dtelt 111. Boekjbl. Z43, Z+J.
O) il. JO«/, VUt.Ê9t<* t/.z<Sz.
ïv 4 ■■' • ■■■. - » ■.'*
|
||||
152 AMSTERDAMS VLDeel.
Bezet. Doch, voor dien tyd, hadt de Regeering,
Tino. verfcheiden' maaien, knegpn in Stads fol- DeStad, dye aangenomen; gelyk, onder anderen,in heeft,al de jaaren 1482, 1504, en 1515, gefchied knegte'n was W' .In 'z Jaar I518» nac^c ^e Sta(* vy*"*
in haare tig man in haaren dienH, over welken Bur- foldye gemeefteren, met goedkeuring van 't Ge-
nom C' rè£C' ^asPar beyetjloffer, ah hoofdman ende en* Capitein, hadden aangenomen, die ook, voor den tyd van eenjaar, werdt aangefteld, om 't volk in den wapenhandel te oefenen, op eene wedde van vyftig guldens, en vrye wooning, te weeten, t zuderhuys op douwe sydsßuyfi(l). In laater' tyd, en vooral in de zeventiende eeuwe, heeft de Stad, dik- wils, eenige vendelen Soldaaten in haaren byzonderen dienft aangenomen, over wel* ken, Burgemeefteren de Hoofd - Officieren fielden (m). De twee laatfte Compagnien, ieder van twee honderd man, werden, in 't jaar 16847 aangenomen; federt, op hon- derd en vyftig man, verminderd; doch in 't jaar 1689, wederom op twee honderd man gebragt. Maar in 't jaar 1692, op honderd, en in of na 't jaar 1693 > °P zeftig man ver- minderd (n), tot dat zy, in 't jaar 1697, geheellyk, werden afgedankt (0). Na wel- ken (kj Keatbi A. f, 131 verft. B. ƒ. 8*. D. ƒ. zj. II. Dtel3
jV. Boe{, t>l. 365,415. V. Boil^y bt. 466. (I) Groot-Memor. N. I. ƒ. 175 ver/b.
v (ffOGjoot-Meraor. N- lil. f. 3*J- (») Refol. Vroedfch. /.". P. itjan. 4 Febr. 1*84. ƒ. 314,
312. L*. Qi il Maart, 24 M*y 1684. ƒ• 68 , 1J4- /-". S. 12 Ja,n. Ï«8S> ƒ• "7. X*. V, 7 iWtf/irf I6j>2. ƒ. 25 I- i", W. 14 4?/>f. |*9?. /". 21<f. («.) Refol. Vroedfch. X*. Y. j$ tfov. 165*7,Groot-Memor.
)f, V|IJ. ƒ. 14». |
||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 153
ken tyd de Stad geene Soldaaten in haaren Bezet-
byzonderen dienft gehad heeft. Men vindt ting. . meer dan één blyk,dathet Krygsvolk,welk in Stads dienft aangenomen. werdt, ook al- leen aan de Stad eed gedaan heeft Qp). De bezetting, die, van 's Graaven wege, De be-
in 't jaar 1567, in de Stad gelegd was, bleef zetting 'er niet lang: en in't jaar 1571., beloofde ^Stad> de Regeering twee honderd. duizend gul->sLancjfi dens, om van Spaanfche bezetting, en van wege 's een Kafleel, waarmede Al va de Stad be- wordt °P zwaaren wilde, voor altoos, vry te zyn. De vencje. penningen werden, voor 't grootfte gedeel- ien, ieder te, opgebragt, en, voor 't overige gedeel- van twee te, der Stad, in 't volgende jaar, kwyt ge- honderd fcholden (g). De belegering der Stad, die, gebragt.' in 't zelfde jaar, van de Staatfche zyde, on- dernomen werdt, noodzaakte haar, verfter- king van bezetting te verzoeken, die ge- deeltelyk in, gedeeltelyk buiten de Stad ge- legd werdt (r). De bezetting, die in de Stad lag, werdt, federt, met zes vendels Stads knegten verfterkt, die, in 't jaar 1578, in gevolge van het derde Lid van het Verdrag van Satisfactie, zeer tegen den zin der Room- fcheRegeeringe van dien tyd, afgedankt wer- den , en te gelyk, over de overige knegten, die in vier vendelen werden verdeeld, nieu- we Officiers gefield (j). Doch deeze kneg- ten, 't hunne gedaan hebbende tot de ver- andering der Regeeringe, die kort hierna VOOr-
Cp) Groot Mempr, N. ir. ƒ. 237 vcrfo. N. UI. ƒ. go verfi. (y) II. Meelt 'Vtll. Botkj il. Jio , 3*°. (r) U.Deel, Vlll.Btet, il. }»5, 316, 3J3. (t) U.Deel, IX. Boektbl- 4" i» 41* j 4'Sj4*°»41-8}f^. K5
|
||||
154 AMSTERDAMS VI. Dem;
Bkzet- voorviel, werden, eerlang, op twee vende-
TiNo. len of Compagnien, ieder van tweehonderd koppen, gebragt (t); welke twee vendelen, na dien tyd, van 's Lands wege, de gewoon- lyke bezetting der Stad gebleeven, en, federt lang, op de verdeeling van 't Noorderkwar- tier , gebragt zyn. Voor- Om nu te doen verftaan, op welk een' voet, waarden, deeze bezetting, hier ter Stede, ontvangen op wel- en gehouden worde, zullen wy, beknopte- bezet-C lyk > aanwyzen, wat, desaangaande, zo wel ting hier by de overeenkomft op den Afftand van de ter Ste- Satisfa&ie des jaars 158 r, als in laater' tyd, de ont- bedongen en beflooten is. De bezetting zou, is »Jage» volgens hetwerdelAd der gemelde O vereen- houden komft, door Prinfe Willem den I., aan wien wordt, dg hooge Overheid geduurende den oorlog opgedraagen was, alleen , vermeerderd of verminderd mogen worden, naar dat de nood zulks vorderde. En in geval zyne Doorlug* tigheid de bezetting verfterkte, werdthaary by het vyfde Lid, Servitiegeld toegelegd, e- ven als de andere Steden van Holland ga- ven. Doch dat dit Lid alleen begreepen is, te moeten gepaft worden op eene verfter- king van bezetting, die, door Prinfe Wil- lem den I., noodig geoordeeld was, is af te neemen uit een befluit der Vroedfchap van den jaare 1673. Het Regement van Wal- dek , hier toen, eenigen tvd, in bezetting gelegen hebbende , hadt tien kluivers ter weeke, voor ieder hoofd, Servitiegeld ge- nooten. Poch men ftelde, kort daarna, vaft, nooit
(t) II. D«/,IX. Buk., hl. 13.
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 155:
nooit wederom Servhiegeld toe te flaan (u). bezet-
Volgens het derde Lid der meergemelde O- tiho. vereenkomfl, moed de Bezetting betaald worden uit de gemeene Lands middelen, die, in de Stad en derzelver Vryheid, geheeven worden. En zo de andere Soldaaten, in Hol- land leggende, met Laken,werden betaald; zou zy ook eene maand foldye in 't jaar, in Laken,ontvangen moeten. Doch in dewy- ze van betaalinge der Stads Bezettinge , is merkelyke verandering gekomen. Men vindt, dat 'er, reeds in 't jaar 1599, een Pagadoor of Betaalmeefler der Bezettinge, doorBurge- meefteren, is aangefleld (t>), en deeze amp- ten aar is, nog tegenwoordig, in wezen (w). Hy is, al van ouds, bevoegd geweeft, om , elke maand van twee en dertig dagen, de penningen, tot betaalinge van 't Krygsvolk gefchikt, van den Ontvanger van 's Lands gemeene middelen over te neemen (#), en uit dezelven de gewoonlyke betaaling te doen aan de bezetting. De twee Kapiteins der Amfterdamfche Be-
zettinge moeten, volgens het tweedelAd der Overeenkomfl: op den Afftand van de Satis- factie , Burgers der Stad zyn (7). De benoe- ming deezer Kapiteinen is, door 's Lands Staa- ten , op den dertienden Maart des jaars 1588, gefteld aan Öurgemeefteren, mids zy hunne Commijfie of Laflbrief neemen van den Stad- nou« («) Refol. Vroedfch. L1. I. 31 Maart, iz Juny 1673.
ƒ i6j, 179. (v) GroetMemor. N. II. ƒ. 177 verfo.
(») Groot-Memor. N. IV. ƒ. 2j. N. VI. ƒ. ISJ.
(>) Groot Mcmot. W. II. ƒ. »75.
(y) Handv, hl. f7.
|
||||
156 AMSTERDAMS VI.Deel.
houder en Kapitein-Generaal over Holland,
't Gebruik heeft geleerd, dat de aanflelling van eenen Wagtmeefter of Major, Provooft en Betaalmeefter, zo wel als de aanftelling der Luitenanten en Vendrigs, ook aan Bur- gemeefleren verbleeven is (V). De Kapitei- nen, Officiers en Soldaaten, hier ter Stede in bezetting leggende, zyn, volgens dezelf- de Refolutie van 's Lands Staaten, verpligt, den eed van getrouwheid te doen aan den Lande van Holland,en aan de StadAmfter- dam ;en dien van gehoorzaamheid, aan den Stadhouder en Kapitein-Generaal, aan Bur- gemeefteren van Amfterdam; en de Soldaa- ten in 't byzonder ook aan hunne Kapiteinen en mindere Bevelhebbers. Voorts, is, ten zelfden tyde, vaftgefleld, dat de bezetting van vier honderd man niet uit de Stad zou mogen worden getrokken, overeenkomftig met het tweede Lid van den Aflland van de Satisfaftie, inhoudende „ dat de Stad be- „ zet zou blyven, met twee vendelen kneg- „ ten, ieder van twee honderd hoofden." En op den grond van dit beding, is de uit- togt van deezer Stede Bezetting, meer dan eens, geweigerd (a); fchoon dezelve ook, als 's Lands nood drong, en men 't Krygsvolk hier nuffen kon, zeer dik wils, met byzon- der verlof van Burgemeefteren en Raaden, uitgetrokken is; doch altoos, onder fïilzwy- gend,en meermaalen, onder uitgedrukt be- ding, (x.) Growt Memor. N. III. ƒ. 2*8. N. IV. ƒ. iwr/J, m
vtrfo, io$ verfo. N. VI. ƒ. 7J verft. ti. X. ƒ. 6ï. (*) Refol. Vtoedfch. Lt. E. 7 OÜob, 1Ö65. ƒ. |y. Lt. S,
} Jkn, 16 Sp. ƒ. zof. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 157
ding, dat dit verlof niet ftrekken zou, totßEZET-
verkorting van het regt ,^ welk der Stad,Tiwo# by de aangehaalde Refolutie van den jaare 1588, als een gevolg van den Afftand van de Satisfactie, was toegeftaan (b). Ook vindt men, dat, reeds in de jaaren 1598 en 1602, eenige knegten uit de Stads bezetting zyn uitgezonden, op verzoek van Gecommit- teerde Raaden en Patent van Prinfe Mau- rits (c). Volgens dezelfde Refolutie, is de Stad ook niet gehouden, eenige andere be- zetting in te neemen, dan in geval van hoo- gen nood, en dan ter Ordonnantie, of op Patent van den Kapitein-Generaal (d); fchoon zy, tot voorkoming van inwendige beroer- te , of vyandelyke aanvallen van buiten , meermaalen, op haar verzoek, verfterking van 's Lands Krygsvolk bekomen heeft (e). Doch wanneer Burgemeefteren en Raaden oordeelden, geene vermeerdering van bezet- ting noodig te hebben, is de inneeming van Krygsvolk, meer dan eens, van de hand ge- weezen (ƒ). De doortogt en huisvefting voor korten tyd van 's Lands Soldaaten is, zelfs altoos, eerft door Burgemeefteren en Raaden, des verzogt zynde, toegeftaan (g), en zou, zonder derzelver byzonder verlof, niet mogen gefchieden. De Ruiters van Maar-
(b) Refol. Vroedfch. LT. E. z6 Maart 1666. f. p«. Z*.
L. 14» *i May 1676 ƒ. 4, IJ. Cc) Refol. Vroedfch. N. \> ij Sept. 159«. ƒ. 137 verf*.
1 May iöoï. ƒ. 393. (d) Handv. */, 50.
(e) Refol. Vroedfch. N. 16. 20 Dtc. 162t. %% Febr* 17
Hov. 1619' ƒ• 65 vêrfo, 67 verfo, 115 verft. (f) Gtoot-Memot. IST. V. ƒ. igj> verft.
(£) Zit II. Deel, VIII. Boek,, tl. 30* > ïo«.
|
|||||
■'
|
|||||
ISS AMSTERDAMS VLDeel.
Bezet- Maarten Schenk werden , in 't jaar 1574,
TiNG. niet dan by honderd te gelyk, door de Stad gelaaten (£). En in 't jaar 1707, werdt eenen Luitenant, met vier en twin- tig man , van de Vloot komende , op zyn verzoek, verlof gegeven om door de Stad te trekken; doch niet dan langs den kortften weg, van de oude Stads herberg naar de Utrechtfche Poort («'). Terwyl de Stad, in 't jaar 1573, nog Spaanfche bezet- ting inhadt, vondt de Regeering al onge- raaden, eenige weggeloopen foldaaten, uit het Leger voor Haarlem, hier in te laaten (£); ten blyke, dat men, zelfs toen reeds, bezorgd was , om geen meer Krygsvolk, dan men dienftïg oordeelde, te gedoogen in de Stad. G 's Lands Staaten hadden, op den agttien- derWet- ^en September des jaars 1578, verklaard,
houder- dat de Wethoiiderfchap der Stad medegoe- fchap je opzigt zou mogen nee men, dat de be- Bezet-6 zettmS aldaar m goede orde, gehoorzaam- ting. * beid en krygstugt zou gehouden worden (/); en ten dien einde, reeds in Juny te vooren, gewild, dat de Leuze of het Wagtwoord , voor dezelfde bezetting, van den oudften, of voorzittenden Burgemeefter gevraagd zou worden (m): 't welk, fchoon flegts by pro- vifie belaft, alzo zulks nimmer federt inge- trokken is, tot heden toe, in gewoon ge- bruik (h) II Detl, VIII. B«*k,, bl. ïfj.
(ij Groot Memor, .N. IX. ƒ. 6% verf». (1^) Keurb. G. f 8+. (1} Handv. bl, jo. (m) Handv. bl, j«. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 15p
bruik is gebleeven. Ook hebben Burgemees- beze1
teren meer dan ééne Ordonnantie gemaakt tinb. voor de Officieren en Soldaaten der Bezet- tinge , tot bewaaring der goede orde onder dezelve: en onder anderen, eene, op den negen en twintigften January des jaars 1664, volgens welke, de Wagten,door eenen der Hoofd - Officieren , en door de Serjanten , moeten worden waargenomen. Ook mogen de Soldaaten 's nagts niet buiten de Stad bly- ven, veel min buiten dezelve woonen. Zy zynverpligt, Burgemeefteren, ofKolonel- len, aan welken beide, volgens eene verklaa- ring van de Vroedfchap van den jaare 10*54, het bewind over de bezetting, altoos, ge- daan hadt («), te gehoorzaamen, wanneer dezelven tegenwoordig zyn: anders, hunne Officieren, in derzelver rang. Onder dee- zen, wordt, van tyd tot tyd,Krygsraad ge- houden , waarin de overtreedingen der Of- ficieren en Soldaaten, in hun beroep begaan, onderzogt en geftraft worden (0). Doch zo deeze ftraf te ver gaan mögt, of zo de mis- daad niet geoordeeld werdt te ftaan ter ken- nifle van den Krygsraad, betrekken Schepe- nen de zaak voor hunne regtbank. Men vindt, onder anderen, dat, in 't begin van 't jaar 1635, een Soldaat, die, door den Krygsraad, tot het Tugthuis, veroordeeld was, door Schepenen, opgeëifcht, en op nieuws te regt gefield is (p), Wy
(n) Refo!. Vroedfch. N. tl. 30 July i6<*. f. i«o.
(o) Handv. bl. ii7. J T ' "* (f) Gioot-Memor. N. III. ƒ. 15» *#r/ï.
|
||||
160 AMSTERDAMS VLDeeü;
Wy hebben elders (q) aangetekend, dat
eenige vertrekken boven de Waage, op den Dam, van ouds, gefchikt zyn, tot een Wagt- huis voor de Bezetting. De twee Compag- nien, uit welken dezelve beftaat, trekken ook , by beurten, van tyd tot tyd, op, zo om, des ogtends by tyds, op de Beurs, hun- ne foldy te ontvangen, als om, op het zoge- naamde Slagveld, by de Utrechtfche Poort, des Zomers, geoefend te worden in de be- handeling der wapenen. Zy bewaaken, wy- ders, by dage, de poorten en boomen der Stad, en zetten, nagt en dag, eene Schild- wagt uit voor deHoofdwagt boven de oude Waage, in 't gezigt van 't Stadhuis. Wan- neer 'erLyfftraffen van wege 't Geregt wor- den geoefend, worden 't Stadhuis en de trap- pen der Waage bezet met Soldaaten. In tyden van oproer, heeft men zig ook, veel- tyds, van hun bediend; doch niet altoos met even goeden uitflag, hebbende men, nu en dan, gezien, dat het graauw meer ontzag getoond heeft voor de gewapende Burgerye, dan voor 's Lands Soldaaten. Wy herhaalen niet, 't gene wy, elders (r), hebben aan- getekend , dat, boven in den Jan - Rooden- Poorts-Tooren, een vertrek gefchikt is tot het houden van den Krygsraad der Bezet- tinge , en twee anderen, tot gevangenifTen voor de Soldaaten. DeKAPiTEiNEN, Luitenanten en Vm*
drigs, over de twee Compagnien van de Be- zet- te q) Ut. Deel, I. Boek., tl. I0£. (rj IU, Deel» I. Boek., bl. 17;, |
||||||||
Bezet-
ting. Hoofd-
wagt en Dienft der Be- zettinge, |
||||||||
Aanftel-
ling der |
||||||||
II. Boek. Schüttere «n BezettI'hg. i6i
zetting déezer Stad , worden, door Bürge- Bezei-*
meefteren, aangefteld, of benoemd; doch tino. verkrygen, tegenwoordig, hunnen Laftbrief Hoofd- of Commiffte van den Prinfe -Erfiladhouder, Officie- els Kapitein - Generaal. In vroeger' tyd, heeft dezelve men egter, hier omtrent, een verfchillend gebruik gehad. In 't jaar 1635 »werdt een Kapitein aangefteld, door den Raad van Staa- te, op voorfchryvens van Burgemeefleren (j). In't jaar 1658, gefchiedde zulks, by eene Aóle der algemeene Staaten, waaraan Burgemeefteren eene beveiliging gehegt hadden (f). Op andere tyden, en inzonder- heid , wanneer 'er geen Kapitein - Generaal was, zyn de Hoofd - Officiers der Bezettin- ge , eenigszins op eene andere wyze, aan- gefteld. Doch thans gefchiedt de aanftel- ling door Burgemeefteren, die 'er den Heere Kapitein-Generaal kennis van geeven, waar- na de aangeftelde Hoofd Officier zyneCom- miflïe bekomt, op naam der Heeren Staa- ten - Generaal, ter relatie van den Raad van Staate, met een attaché van den Kapitein- Generaal en Gecommitteerde Raaden der. Staaten van Holland («). In geval de Re- geering der Stad geraaden vindt, de bezet- ting , buitengewoonlyk, te vermeerderen f worden de Hoofd-Officiers aangefleld door Burgemeefteren , voor welken alleen , zy den eed van getrouwheid afleggen (o). De
(1) Groot Memor. K. UT. ƒ. 14* verft,
($) Groot Memor. N IV. ƒ. 1J9 verft, (h) Groot-Mernor. N. XI. ƒ. 17$ virf», (vj Groot-Meraor. N, VI. ƒ. «07. Xt. Stuk. L
|
||||
i62 AMSTERDAMS VI-Deei.,
Bfiaex- De Provoofl of Geweldige van de Stads
Tino. Bezettinge, die vrye wooning in den Jan- Rooden - Poorts - Tooren heeft, wordt ook, door Burgemeefteren, aangefteld. Hy plagt Commiße of Laftbrief van den Raad van Staate te krygen (w): 't welk nu buiten gebruik is. |
|||||
(») Groot Memor. N. III. ƒ. 248. N. X. ƒ. 63.
|
|||||
II. Boek. Schütterï en Bezetting. l6$
|
|||||||||||
B Y L A A G E
|
N
|
||||||||||
BylAA-
Gen L'* Al |
|||||||||||
op bet VI. Deel, II. Boek*
Gift aan de Voetboogs- en HandboogsfctjuiU-
rye van het Gouden Water binnen en buiten de Stad Amflerdam , onder zekere voorwaarden. Gedagtekend, den vier en twintigilen April des jaars 1480* ■
Wy fcout Burgermeyfters fceperieii ende! «
raide der Stede vaii Aemftelredamme doen condt allen luden die delen onfen brieff zullen zyen off hoeren lefen Dat wy by rade confente ende guetdoncken van den zefs ende dertigen alze Vroetfcap van der voirf. Stede omme die eere ende welvairt van der ftedé voorn, van der feiuer Stede wege gegvrit ge- geuen ende quytgefcoudén hebben die twee Schutteryen te weten die jonge Schutterye Van den Voetboghe ende die Schutterye van den hantboghe tot onderhoudenifle vari der feiuer fchutteryen te fämen ende onverfcheyj den dat gouden water buten ende bynneri vry ende fonder yet dair voir te betalen erfÜclc ende tot ewygen dagen famenlick te mogen gebruycken ende vyfchen ende doeri gebruyc- ken ende vyfchen tot hoeren meeften oirbaif ende proffyte als den hooftmans van den Voirf. twee fchutteryen dat goctdvncken ende gelie- uen fall fonder widerfeggen ofte clanche Van den burgermeylteren nv off hyer namaels tVe- fende of van yemandt anders die van der voirf. ftede wegen dair tegen doen foude mo- gen wel verftaende altydt dat tot elck vari den gouden water voirn. een vryheyt wéferi L a 6ÄK
|
|||||||||||
s.
|
||||||||
1^4 AMSTERDAMS VLDeel.
Btlaa- encte blyuen fal tot ewyghen dagen van hee-
OEN revaert vry te fitten voir den ghenen diefe huert 1/. A. Behoudelick dat die gemene Schutteren van beyde voirf. Schutteryen weder tot ewygen dagen fculdich füllen wéfen te houden harnafch boghen pylen ende andere reedtfchap dair toe dienende ende fo füllen zy noch houden op hoeren coften twee bairdzen mit hoere toebe- horen dair off wy heml. die een gegeuen heb- ben ende zy zullen die ander daïr toe doen maken ende dat zy der Stede dienen houdt ende trouwe welen van der Stede wegen ende totter Stede coften wtvaeren zullen tot alre tydt als zy des van den burgermeyfteren in der tydt wefende vermaent zullen werden en- de fonderlinge als een burgermeyfler off twee andere perfoonen wten gerechte mede varen zullen gelyck die gemene Schutteren van den voirf. twee Schutteryen tefer tydt wefende myt gaders hoeren hooftmans dat belooft en- de anden heyligen lyflick myt vp gerechte vingheren geftaueds eeds gezworen hebben in twelk dat voirf. is te doen die voirf. hooft- mans myt hoeren gemene Schutteren voir hoe- ren nacomelingen tot ewygen dagen oick hem • verbonden verwilkuert ende ouergegeuen heb- ben, alle ding fonder argelift In kennhTe der waerheyt hebben wy der voirf.. ftede fegele then faicken hier an gehangen gegeuen vpten vier ende twyntichften dach in aprill int jaere ons heren dufent vierhundert ende tachtich. |
||||||||
- - ■-:; i .
|
||||||||
Lr, B.
|
||||||||
M
|
||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. t6$
Lr. B. BYL AA-
GEN
Egt verbaal van de buitengewoon* verande* ^r* *
ring der Regeeringe van Amflerdam, op den negen en iwintigßen May des /aars 1578, ivoordelyk getrokken uit eene oude Naam- lyft der ïvlagiftraatsperfoonen , grooten- deels gefcbreeven door den Secretaris Jacob * de Haan , en berußende ter Thefaurie O- dinaris, Kas XL 't bovenite Vak. , „V O O R M E M 0 RI E.
, » " . <t r
: ■ ' :' u - ' ■ ■,'■■—■ <■ .
In den jare XVC acht en tfeventich is tulTchen-
den Gedeputeerden van den Heeren Staten van Holland, ende de Magiftraet defer Stede op het erigeren van de fchutterien volgende het VIIe artyckel van de Satisfactie feecker dif- ferent gerefen , Ende alfoe de voorfchreuen Magiftraet haer tot geene redenen liet bewe- gen , foe is op den XXVI dach in Majo des * voorf. Jaers binnen de .voorn. Stad een haefti- ge Veranderinge by forme van tumulte (doch ibnder eenich bloetftorten) gecommen, zulcx dat het merendeel van de voorfz. Magiftraet uyt d'felve Stad gefchict is geweeft; ende hebben de Hooffden van de drie fchutterien der voorfz. Stad , reprefenterende het Corpus van dien, uyt yder Rot een, ende fulex uyt yder Schut- terie twaleff perionen genomineert, dwelcke op den XXIX. erer voorf. maend in de Raad- Camer defer Stede nyeuwe feffendertich Raden hebben gecoren , ende d'felve door Isbrand Jansz., als oudfte van Jaren , in plaetfe van den Schoud den eed doen affnemen , nader blyckende by de Aften hier nae geregiftreert. . Alzo door partvfche Regeeringe ende feec- kere groote obftinaetheyt der verledene Re- gierders ende Magiftraeten defer Stede Aémr lr 3 fel-
|
|||||
~\
|
|||||
i66 AMSTERDAMS "VIDbil.
Bylaa- ftelredam, ende door beloop des têgenwoordi- CEN. gen tyts - opten XXVIen defer maend mey nae Lr. g. middage, de gemeente ende het peupel in op- roer uytberftende ende d'felue Regierders ende Magiftraet ofte het merendeel van dien ver- feeckerende, om meerder oproers, feditie en- de bloetvergieten te verhoeden, uyt der Stad hebben gefonden, het welck als doen geenfins en was té voorcommen,om alle verdereincon- vénienten te verhoeden, der Gemeente de wa- penen uyt de hand te gecrygen, defe goede Stad, den burgers ende Inwoonders van dien in volle ende vafte verfeeckeringe, rufte ende vrede te (tellen, twelck fonder regieringe ende adminiftratie van Juflitie niet en mach gefchie- den; hebben de drie Schutterien defer Stede, reprefenterende het Corpus ende ryekdom der- felver Stad, raedfaem ende nodich bevonden , uyt den haren te kiefen feifendertich trenelyc- ke, notable ende vredelycke mannen , d'welc- ke uyten name van haer, ende van wegen de ganfche gemeente om faken als bouenrevocee- rende den eed daermede fy aen de voorf. ma- giftraten ende Regierders waren verbonden, ende den feluen Regierders ende Magiftraet wederomme ende reeiproche van haren eed ontflaende , ende onder exprefle proteftatie van nyet te doen tegens hare priuilegien, ende fonder t felue in confequentie te trecken,maer voor defe reyie alleen, naer voorgaenden eed in handen van den oudften onder hen luyden , füllen eligeren feflen en dertïfh mannen, ende onder den -feluen vier Burgermrs van de vrede« Hckften, notabelfte, ryckfte ende gequalificeer- fte burgeren defer Stede, omme als Raden en-? de ßurgefmrs voor dit lopende Jaer, ende tot de geconftumierde electie ouer d'felue Stede, ha- re Gemeente ende alles in getrouwicheyt te rege^ ren, nyeuwe achtyen mannen tot Schepenen |g mogen nomineeren? ende alle andere officien |
||||||
II. Boek. ScmiTTERY en Bezetting. 167
<e mogen begeven, met voller authoriteyt ende Bylaa*
in manniere als volgende de priuilegien, vry-0Eit heyden, Ufancien ende couftumen der feluerl/. B. Stede dan beuonden lal worden te behooren, Blyvende nae defen d'eleétie in hare oude for- me, manniere, cracht ende vigeur; waer op de voorf. geeligeerde mannen als by namen Oude Schutterie
■
Adriaen Cromholt
Jacob Banningh
Jacob Fraiisz. , ,.
D'. Claes plemp
Harman Rodenburch Harmansz. ■
Isbrand Jansz.
Gouert jansz, * "
Gerrid jansz. Coesuelt
Willem Pouwelsz
|
||||||||||
Simon Heindricxz.
|
I I
|
|||||||||
Gerrid Jansz. Parys
Mr. Cornelis in t Romenyboöt, abfent.
Voet Booge
Pieter Jacobsz VrièS
Cornelis Jansz Cruydenier
Claes Reyersz
Jan Jacobsz Huydecoper
Arend Jansz. Coesuelt
Pieter Pauw
Harman Rodenburg d oude
Douwe Blokemaker
Dirck Olofsz.
Jan Simonsz Lonsilaerder
Jan Egh Cannegieter
Jan Pietersz Neck abfent
Handt Booge
Lubbert Nuth
Jan Bettsz. Rodenburch
jonge Jan. Duynsz.
L 4 Claes
|
||||||||||
•
|
||||||||||
ïfö AMSTERDAMS VLDeel.
Btläa* Claes Heindricx Coning :.;*
LEN Aris Michielsz. Vleyshouwer
L'. fi. Pieter Willemsz. Vrund
Heindrick Lenardsz.
Pieter Lieuensz.
"i Heindrick in de pot Reinier van Neck
Lenard Simonsz. Coperflager.
Gerrid Schacp, abfent
Den voorf. eed gedaen hebbende in handen
van den oudften uyten haren , als namelyck Isbrand Jansz ; tot Burgermrn ende XXXVI Raden geCoren hebben de naevolgende perfo- jien, te weten,
Mr. Cornelis Jansz. in 't Romenys boot;
Cornelis Willemsz van Ryck . Dirck Jansz. Graeff " M'. Willem Bardefen. Reynier Simonsz. van Neck Dr. Matten Jansz. Cofter Isbrand Ja.nsz. Jacob Banningh. Simon Heindricxz. Härmen rodenburch d oude. Adriaen Reiniersz. Cromholt Willem Poi^welsz. Jan Simonsz. Lonsvaerder. Adriaen Pauw. Egbert Roelofsz* Claes Reyersz. Jan Lourensz,, , Heindrick van mareken. Gerrid Jansz. Coesuelt, Euert Corffe , r .., Claes Cornejisz. rowagen
Jacob Jansz. Banningh |
||||||||||||
il
|
Jacob Fransz,. I» - ^
|
|||||||||||
Jan
|
||||||||||||
*
|
||||||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting.
|
169
|
|||||||||||
Jan Cornelisz Duyn
Thomas Willemfe .Bontekoe. Gerrid Jacobsz Schaep |
Bylaa'
GEN
Lr. B. |
|||||||||||
Balthafar Simonsz. Appelman.
Jan Jacobsz. Huydecoper. Jacob van Campen. Heindrick Olfertsz. Fuyck. Gerrid Jansz. Delft. Pieter Willemsz. Vrundt. Reynier Cant. Claes Simonsz. Heemskerck Marten Simonsz. Schuytge. Mr. Reyer Lambertsz. Burgernïrn.
Dirck Jansz. Graeff.
Mr. Willem Bardefen. '; f Adriaen Reyniersz. Cromhölt. Dr. Marten Cofter. Willende dat d' felue uyter name van de ge-
heele gemeente ouer haer ende de ganfche ge- meente füllen regieren ende na de priuilegien re- gierende blyven. Oirconde van defen is defe Ac- te geregiltreert, daeratf gelycke folemnele aére tot eeuwige memorie by die handtueften, pri- uilegien ende andere fecrete defer Stede geleyt fal worden, Aldus' gcdaen den XXIX:en May XVC acht en t feuentich. Die feffendertich Gedeputeerden van de drie >3 .*.X
Schutteryen, reprefenterende 't gemeene Cor- pus ende ryekdom der Stede Aemftelredam , hebben uyten name van hare ende alle d' ande- re geauthorifeert ende authoriferen by defen den Qitdften vanjaren onder haer voorf. XXXVI. perfonen, voor dele reyfe en fonder fulcx te trecken in confequentie , oick zonder preiudi- tie der voorfz. Stede priuilegien , den oudften yan Jaren van de nyeuwe gecoren vier Burger- ij 5 mees^ |
||||||||||||
s ■
|
||||||||||||
fjo AMSTERDAMS VLDeel.
Btlaa- teren den behoorlicken eed van Burgermeefter
0EN - en XXXVI. Raad aff te neemen 3 welke oudt Lr. B. Burgermecfler fynen anderen mede Burgermrn,
mitsgaders die feiTendertich Raden, in plaetfe van den Officier van S' heeren wegen, als we- fende het officie tegenwoordich aen defe Stad, dan voort den eed yegelyck nae fyn officie aff- nemen fal; volgende welcke authorifatie, Is- brand Jansz., als oudfte van d' felue Gedepu- teerden , Adriaen Reiniersz. Cromholt, oudfte van de vier nye'uwe gecoren Burgermrën, den
behoorlycken eed , foe als Burgermeefter als oick als feflendertich Raad, in gewoonlycke forme, aifgenomen heeft. [Hier op volgen, op nieuws. de naamen der
zesendertig Raaden, naar orde van hun- ne jaaren: waar na nog volgt:■] Nota. Dat by de voorn, heeren feffendertich
Raden, ten dage ende jarevoorfz. achteruol- gende defer Stede priuilegien genomineert ^yn ge weeft XVIII perfonen, uyt d'welcke by den houe van holland gecoren zyn negen tot Schepenen , endéby Willem Martsz, Cah? als Schoud geëedt. Lr-c-
r r c -dffthfift eener oorfprongkelyke Quhantie van
den vierentwimigflen jPanuary des jaars
1562, waarby myh, dat Peter Roding zig, uit de Oude ö/Kloveniers Schut- terye, badt uitgefogt. Wy Jacop jacopsz Coninck , Willem pou-
welsz. peter bicker WiUemsz.peter iacopsz. fcbaep ende Cornelis Ottoz. defer tyt ouerluydeiï van den ouden fchutterye binnen Amfterdam ken-
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 171
kennen ende lyden mits dezen byconfent ende BytAA*
belieuen van den burgemeyih^ren der Stede GFN voirf. ontfangen te hebben van peter IwUii^i/ 4L*!4 negen ponden vlams ter caufe van enen wuyt- coop ende ontlaftinge waer mede de vernom- den peter roding hem wuyt gecoft ende bevryt heft van den fchutteryen voorfeyt, belouen daeromme de Coninck ende ouerluyden voirf. - de voornomde peter roding vry ende quyt te houden nu ende tot allen tyen van alle lafteii de voirf. fchutterye berorende. Ende oft ge- beurde dat peter roding voorfeyt tot enige ty- den weder in den voornomden Schutterye ofte in enige andere fchutterye gecoren ofte geftelt werde foe belouen wy Coninck ende overluy- den de penningen by ons ontfangen, by de o- uerluydeu dan ter tyt zynde te reftitueren in handen van peter roding. In oircunden des . waerheyts hebben wy Coninck ende ouerluy- den voornoempt onze gewontelyk hantfcrift her onder geftelt dezen xxmj January anno XVC
twee ende tiefticn. Lr. D.
Oude Ordonnantie van den jaare 1481 , voor "Lu D.
de wankende Burgerye* waarin derzelver Ka» pit einen en waakplaatfen aangeweezen zyn. ' . .. .-! ' ■ . ' •' i
i
T\it is die Ordinancye van die waeck^ Anno
*J LXXXI, [1481J Item an die nyewe fyde die fuytzyde van 1 mijeru
die middeldam, begyiinende op fcarpe krayen huys weftwairt an die amftelzyde van die cal- uerftraet tot die regulierspoirt toe, füllen be- waeren die regulierspoirt ende die veft tot die heylige wechs poirt toe, ende hier füllen capi- teyne wefen |
|||
172 AMSTERDAMS VLDeee...
Jan melys arysz, Goejfen bloc.
Egbert Jansz. Willem munniè,
Fechter Barem z. Jan Siuertz.
Thomas Wouter z, Claes heytt.
Alben van diemen*
Jan Tshrantz Eem Scuytmaker. Goejfen Wagbenaer. Item die zuytfyde van die gaffchuysftege, en-
de die lelue fyde van die calueritraet, mit die burchvval, en die heylige ween tot die regu- liers poirt toe zullen be waeren die heylige wechs poirt, ende die veft tot Jonge Jacobs tvyn toe, ende hier zullen capeteynen weien Jacob Jansz. Willem fymonsz.
Baernt Baernts z. Clement fcoenmaker.
bruyning Jacobs z. Dirk Egbert z prins*
Ghysbert Jacobs z. pieter tbomas z.
Frans Claes Loenen z.
Com e lis Wynricz. Cuert Scoenmaker.
Frans Smit* Item die noirtzyde van die middeldamme ,
begynnende op peter jansz. huus noordwairt, mit die oeftzide van den dam, die oeftzyde van die wintmolen zyde en die fuyt zyde van die foutftege met die burchvval ouer die graft van die nyewe fyds ramen, tot meeuws Dofenftege toe mit die fuyt zyde van die zelue ftege zul- len bewaeren [die veftj van jonge jacobs tvyn, tot vechter baernt zoen tvyn toe, ende hier zullen capeteynen wefen |
|||||||||||||||||
GEN
LVP.
|
|||||||||||||||||
3. rfe
beginen
toorn» |
|||||||||||||||||
andries
toom* |
|||||||||||||||||
.*»
|
|||||||||||||||||
Jan claes Goèrtz.
Jan gerrit benninx z. Jacob van berek. peter colyn. |
|||||||||||||||||
frans claes heynen z,
ruuscb 'Jansz. Dirc Jan zeg er z. baernt baernt z. |
|||||||||||||||||
Stam
|
|||||||||||||||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 173
Stans Claesz. Bylaa-
'. bruyn claesz. gen
Cornelis paeut Ij. D.
Willem duyn. Item die weft zyde. van den damme, van die 4. der
gafthuyftege off, myt die burchvvall, die fuyt Stede zyde van t nyenkerckhoff, die weftzyde van buut. die wyntmolen zyde tot t 's grauen ftraet mit die oeftzyde van 't nyenkerkhoffende die iüyt- zyde van t sgrauenftraet, zullen mit die (bout ende den gerechte die plaets bewaeren, ende- hier zullen capeteynen wefen die fcout mit den gerechte. Clement wolf erts z.
Claes heyn.
Jan dircz. fiL
Symon tbeding.
Jan gauen z.
gherit ysbrantz.
mkhiel b'g gevaerd
gherrit mattbeusz.
Item die noirtzyde van die fout Stege, die 5. de
ooftzyde van die wyntmolen zyde , ende die port by burchwall van t dammefack mit die zuytfyde de van Jacob allertsftege zullen bewaeren die veft, gaflbuns van vechter baerntzs tvyn tot die gafthuys rao- moien' len ende molenwerff all, ende hier zullen ca- peteynen wefen Jan betb die brouwer gben't mattbys z
peter peters z willem modder,
goert taems z, bilbrant modder,
geryt claesz diegoyer. Willem gberit
Jan pel/er.
Jan van niken*
Jan roei.
pieter Jan ackermans. z.
Item die noirtzyde van 'tfgrauen ftraet jende 6» onfer
van t kerckhoff, die weftzyde van die wyntmolen Vrouweh zy- tcorn»
|
|||||||||||
■■'^■.--'.'■■■■■-l'.
|
|||||||||||
hdafiäBZHNX____M___■ ï _________■
|
|||||||||||
. J3s :.-.*._________til 1
|
|||||||||||
174 AMSTERDAMS VLDeeï,.
Bylaa- zyde, mit die oeftzyde va*n die burchwal,ende
gen die zuytzyde van dirck van affels ftege, die 1/. D. noirtzyde van meeus Dofenftege, ende alle die burchwal after ende voir mit die zuytzyde van dat fteechgen, t gegen Dirck van Allels brugge ouer, zullen bewaeren die veft. van die gafthuys molen werff tot jan roden huys toe, ende jan roden huys al, ende hier zullen capeteynen wefen Tsbrant dirixz, Claes moeyen,
bruyning dirck moysz. Willem grebber.
peter heynez fymon beynenz.
Dirck beynricx z. jacop de vries.
Pilgram Jacop z*
gberyt Jaspersz. garbrant bicker, pteter biddes* j. Item die noirtzyde van jacob allerts ftege ,
mit die ooftzyde van die wintmolen zyde ende nyewen dyck tot die karnemellicx ftege, mit die zuytzyde van die karnemellicx ftege en die burchwal op t dammerack, zullen bewaeren die veft, van Jan roden huys tot die peerboem toe, ende hier zullen Capeteynen wefen Willem koruer. Claes boeyck.
Scipper reijer. Jacob Cokebacker.
Jacob van Campen» Zyuert glafemaker.
reynerfanivaerdenz' Willem jansz fcüoenma-
'zwaijger. ker. Tsbrant barckman.
Symon kinnen z. '1 ;
Comen Jacob kin,
Cornelis Coppelen.
g - Item die noirtzyde van dirck van aflelftege,
idcobs m** c^e weftzyde van die wyntmolen zyde, en-
toom. ^ie ^uytzyde van fint jacob ftraet mit die burch- wal after en beyde fyde van die graft, ende die nokt-
|
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 175
noirtzyde van dat fteechgen ouer dirck van af- bylaa-
fels brugge, myt die fuytzyde van die (lege ouer Gen Sint Jacobs brug, daer men gaet tot korsgens l/. D. toern, zullen bewaeren die velt. van die peer- boem tot korsgens toern toe, ende hier zullen Capeteynen wefen flor is jans z- floris jans z.
jan ryckpeters z. garbrant Jansz.
ysbrant Jan reyntgins. Claes gberyt zybrant z. z\
Dirck Jacobs fcbipper Claes in de Zw an.
Dirckjacobszs z. * jpan van nuys.
matbys reyersz. Schipper Gilbrant op de coïc. Dirk Wybrantsz. Item die noirtzyde van SintJacobsftraet, mit $>• fin*
die weftzyde van die nyewendyck ftraet, tot Jeroens die, wterfte hairlemmer poirt toe, mit die burch-*<*"»• wal after ende ouer die graft van dievoirf. lie- ge ouer die fint Jacobs brugge, mit die noirt- zyde van die ielue ftege, tot dat eynde van die burchwal, zullen bewaeren die veft van kors- gens toirn tot die hairlemmer poirt, ende die hairlemmer poirt, ende hier füllen Capiteynen wefen Jan ivt die poort. Walicb Jacob.
Dirck bem. Claes gaef.
Jan melis z Wil f e benricxz.
Jacob waliobsz. gherrit borß,
tytnen mariens z
Zybrant jan wt depoorts zwager.
oude jan fnyder.
micbiel Jans z»
Item die noirtzyde van die karnemellicxfte- ro. w.
ge, mit die oeft zyde van die nyewen dyck ftraet, ytb ctuyt tot die wterfte hairlemmer poirt toe, mit die toorn. burchwal op t dammerack ende op tye, zullen bewaeren dat tye, vau die hairlemmer poirt * voirf, |
|||||
•^ ftr iiftyiiit'..
|
|||||
176 AMSTERDAMS VI.Dm*
Bylaa- voirf., tottet oergat van die nyewe brugge , en-
0EN ' de hier zullen Capeteynen wefen IS'Sp- Claes bilbrants. ^fan Lamberts z.
Lou delkma. Daen meeuivsz.
Claes dirc fmitsz* noem poppemaker.
grote baernt. hilbrant claes z.
Claes de goeyer.
Jan meyneruz Zeilmaker,
pieter reyersz. pieter op 't meer. |
|||||||||||
II. De
nu we
|
Item an die oude zyde, die oeftzyde eride
die weftzyde van die warmoesftrate, beginnen- |
||||||||||
ïrux. de an fint ool°ffs P°irt tot die narm toe» ende
die water ftege daer ouer, ende van elke (lege die noirt mit die burchwal after, ende mit die
houttvynen buyten fint oloffs poirt, an die noirt
zyde van die ftraet, tot die fluys toe, zullen
bewaeren arys pylen toern ende dat tye totdat
oergat van die nyewe brugge ende hier zullen
Capeteynen wefen
Dtrck Lißinck. Dirc claes z.
albert canter. claes in de gulden ham.
Dirck baerden, allert andriesz,
Zybrantjan die witte gherrit van denanxter.
ßvager.
Willem Kanter,
heynric pieter benricx z. pieter tonisz. Cornelis gherrit» 12. Arti Item die zuytfyde van die ftratebute fint 0-
pyl'en loffis poirt tot die fluys toe, mit die heele zee- toorn. dyck, zullen bewaeren die veil van arys pylen toirn tot heyman ruysken zoons toirn, ende
hier zullen Capeteynen wefen
jan dircxwormer. Gberit fymon baerdsz.
Claes fymonsz. van hoirn. Luyt de Lyndraeijer.
Otto goertsz. Dirc tuering.
Claes fcouts z. Scipper joejt dirc z.
hugo
|
|||||||||||
■
|
|||||||||||
II. Boek* Schütter* en Bezetting. 17?
bugo de fmh Bylaa*
ar is piet er. gen
Lambert z. z, L*. D.
Claes Pietersz.
ft..... Item die fuytzydevan die narm ende die wa*T3.foy.
terftege, mit die ooftfyde ende weftfyde van man ruw* die warmoesftraet, mit die burchwal after en-kens de die noirtzyde van die liyesdel ende die ou- toorn* de brug ftege zullen bewaeren die veffc van hey- man ruyskens zoens toirn tot iïnt anthonis poirt toe, ende hier zullen Capeteynen wefen Dirck heymansz. Dirc poulsz.
Dirckfymonsz die poel. frans beygenman»
Dirck fymonszSciemaker. Willem hacker,
peter Jacobs Z. Qornelis fymons 2.
Zybrant boeyck»
jan claes Lambertz. Willem> jacopZ* pieter van aken. Item die zuytfyde van die nyesde^l ende vatt t+.byfoiè
dlë oude brug ftege , mit die oeftzyde ende anthonis Weftzyde van die warmoesftraet, mit die rioirt-P<wf» zyde van die clement gherytz. ftege, die noirt- zyde van die oude kerckftege ende totide kerek- hoff mit die burchwal tot die nyesdel toe, en- de mit dat eylandt, tot die baruote broeders ftege toe ende die noirtzyde van die felue fte- ge, zullen bewaeren Sint anthonis poirt mit die vlogel ende hier füllen Capiteinen wefen. Peter harinck. jpacop Symensz.
Toenis gbyfen. ■" Qornelis jansz*
jan van naerden. Claes buygensz. micbiel in de flerrêf
gberit zybrantsz.
jan taemesz. jan Lamberts z. Vygb. Wouter dobbesz. XI. Stuk. M Item |
||||
Ï78 AMSTERDAMS VLDeeE.
Item die fuytzyde van die oude kerck liege ,
Clemont gherytsz. ftege, ende van die oude kerckhoff mit die oeftzyde ende weftzyde van . die kerckftraet, tot die pape brug ftegë toe, 'ende fint anneftraet toe, myt die noirtzyde van die felue finte annen ftraet, ende die burchwal totter kerck toe, mit dander helfte van t ey- land, tot die cloefteren toe , zullen bewaeren die veft van die vlogel van fint anthonis poirt tot die handboechs fcutters doele toe, ende hier zullen Capeteynen wefen |
|||||||||||||||||||||
B7LAA-
GEN
L'. D.
15. debe
keerde
fußeren
toom.
|
|||||||||||||||||||||
Andr'm holen z,
Marten direz. |
|||||||||||||||||||||
Clement geryts z.
Coert jfacobsz. jan van dyemen. boeldirck van wormer. |
|||||||||||||||||||||
Doede jacopz
Adriaen Ockers z. Pietêr reding, , jacop Curtsz. r r . Item die fuytzyde van fint anne ftraet en pa-
je <*Jti- ^je ^erfcftraet, tot finte jans ftraet ende geryt
|
|||||||||||||||||||||
aens
toorn. |
|||||||||||||||||||||
die vroden ftege toe, mit die noirtzyde van die
|
|||||||||||||||||||||
felue ftegen, ende burchwal tot fint anne ftraet
toe, zullen bewaeren die hantboech fchutters doelen, ende die veft van die felue doele tottc wterfte van die xi ™ maechden toe , ende hier zullen Capeteynen wefen |
|||||||||||||||||||||
Claes Gherit deymansz.
jan bowwensz. heyman Jacopz, pieter Can. |
|||||||||||||||||||||
Symon koyyeman.
reyner die goutfmit. claes martensz. jacob willemsz. |
|||||||||||||||||||||
bilbrant jfansz.
jfonge dirc claes z. beynric fymons z, Claes bÜbrantsz. |
|||||||||||||||||||||
Item
|
|||||||||||||||||||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. t&
Item die fuytzyde van fint jans ftraet, ende BtLAAp
serrvt die vroden ftege, mit die oeft ende weft- oen zyde van die kerck ftraet * van die felue ftegenL». D. tot die pylftege ende comen joeften hoeck,tot l?,y{ett. myt die noirtzyde van die pylftege ende die^tf, burchwal afF tot fint jans ftraet, zullen bewae- ren die veft van die xi ? maechden off tot die toirne, die men heet fwych Utrecht, ende hier fallen Capeteynen wefen . meefler ivilfem arysz. rem ßmonsz*
Jacob van Campen. Qhysbert wiltemsz. tymen nanmngsz*
Janfymensz balkebrekef. pieter aemz.
Coert forisz.
Claes Jansz. mangenieh
Symon ges.
Tsbrant Coïp.
Item die fuytzyde van die pylftege, mit die ig.jtye}
oeftzyde van die kerckftrate, den dam, fcarpe utrecbu crayenhuys ende peter jansz. huys óff, tot die kerckftraet toe , ende die heele. gansoirt mit die burchwal, van die pylftege tot die does- teren, ende die all voirt wt, zullen bewaereii die toiren fwych Utrecht ende die lange brug* ge, ende hier füllen Capeteynen wefen fan bout Jamz, Jan heth fnyder*
peter bicker. Cornelts brunt.
Cornelis barmansZ. Jan van zédé.
meefierfymon diefchilder .Dircjansz vleyfCbUudéU
Scipper jan poulsz.
fytnon van goeds weghen* Jan botenz. Tsbrant braet. Op ten xxix dach inDecembri, is by cierigft*
rechte ende by den Capeteyne van de wake ö* ucrdragen ^ ^ |
|||||
■ - ■ . ,, - ■ w "
|
|||||
fgo AMSTERDAMS VLDeei;
Byxaa- *n ^en eer^en dat men niet fchieten en Fat
0EN dan alit tydt ende noodt is.
Lr. D. Item dat men, in elke homanfchap, ordinee-
ren fal ij man, die by dage waken zullen op die vellen, op die artelerye, ende zullen wa- ken van fmorgens tach* uren tot fauonds tach uren, ende die en zullen fhachs niet waken, ende elk zal i ftuiv. fdaechs hebben. Item alle auondt een fonderlinge feyn elke
Capeteyn in zyn homanlcap te fende by den burgermeyfter, die opter (redenuys waccht. Item dat elck homanfcap een becken in zyn
hoefilach gereedt.hebben fal. [Nota. De gantfcbe Ordonnantie en de eerße
colommen der Kapiteinen zyn, in 9t oorfprong- kelyke , met dezelfde band, gefchreeven: doch de tweede en derde colommen der .Kapiteinenen de agttien waakplaatfen op den kant zyn van eene andere en laatere hand^ die, by N'. 7, geen1 naam ingevuld beeft. De meefle naamen der eerße colommen zyn doorgehaald; doch nog leesbaar.'] 1/. E.
r v PUBLICATIE van wylen zyne Hoogheid,
Willem den IV. Prinfe van Oranje, Erf- ftadhouder enz. op het houden van den Krygs- raad alhier, overeenkomßig met de Privilegien en oude conßitutien , gedagtekend den vyf- tienden September des jaars 1748. WY WILLEM CAPvEL HENDRIK FRI-
SO, by der Gratie Gods, Prinfe van O- range en Najfau ; Graaf van Catzenelnbogen, Viandsn^ Dietz, Spiegelberg, Buur en en Leer- Aam; Marquis van ter Veere en Vlijftngen; Ba- ron van Breda, der Stad Grave en Lande vati Cuyk, YJfelJlein, Cranendonk, Eindhoven en Lies- veldt
|
|||||
i'i ii.............■■—■■Il 1' .....i/ "...........'""*"• ,**&&*£»:.. ....
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 181
veld; Heere van Breedevoord , Turnhout, St. Bylaa-
Geertruidenbergb, -de Willemjiad, St. Martern- Cf.n d;y£, de Clundert, de Hooge en Laage Zwalwwe, l/, E. Zevenbergen, Steenbergen, Grimbergen, Herfial, St. Fitb, y4Wa3>, Nojeroy, Butgenbacb, jDaaj-- 2wg e/2 Warneton ; Er ff- Burggraaf van Ant- werpen en Befangen $ Erf-Maarfcbalk van Hol- land; Erff'- Stadhouder , Capitein Generaal, en Admiraal der Vereenigde Nederlanden; mitsga- ders Ridder van de Kouffeband. Doen te weten; DatWy van de goede Bur-
gerye en Ingezetenen der Stad Amfteldam ver- zogt zynde , om aan dezelve te geven een Vrye Krygs-Raad, en om voor eenmaal te wil- len aaiiftellen de Leeden, die den zelven Krygs- raad zonden uytmaken, met een getal van vyf Colonellen aan het hoofd , Onfe gedagten hebben laten gaan over de befte en bekwaam- de wyze, oj> welke aan het oogmerk en ver- langen van de goede Burgerye wezentlyk,en zonder te quetfen de Privilegien en Grond- Wetten van den Lande in het algemeen, en de Pneëminentien en Vooregten van de Krygs- Raad in 't byzonder , die fy by haar opreg- ting, genoegzaam zo oud als die van de Re- publicq felfs * heeft verkregen, alle zaken, aan welkers handhouding Wy Ons by geftaafden "Eede hebben verbonden, zoude kunnen wer- den voldaan. Dat Wy, hangende Onze deliberatien over
die gewigtige zaak, met leedwezen bcfpeurd hebben , dat door eenige kwalyk geintentio- neerde aan de goede Burgerye en Ingezetenen verkeerde denkbeelden van het waare beftaan van eene Vrye Krygs-Raad wierden ingeboe- zemd , welke dagelyks meer en meer gevoed wordende, zoo diepe wortelen gefchooten heb- ben, dat daar uit zyn voortgekomen zooda- nige ongerymde Verzoeken , dat de inwilli- ging derzeive , wel verre van te ftrekken ter M3 be~ '
|
||||
x8» AMSTERDAMS VI. Deel.
bereiking van de waare oogmerken , en de
wezendlyke vervulling van het verlangen van de goede Burgerye, in tegendeel met lig zou- de medebrengen, eene notoiren inbreuk in de Privilegiën, en eene geheele vernietiging van de Oude en Wettig verkregene Regten en Prje- ëminentien van den Krygs-Raad , en van die Vryheid zelfs, die verzogt werd, dat door Ons aan den Krygs-Raad mogte werden gegeven. Dat alle deze omftandighedenOns gepermo-
veerd hebben, om zonder de zaak tegen zoo veele kwalyk opgevatte denkbeelden te deci- deeren , een middel tot gerullftelling van de goede Burgerye aan de hand te geven, gelyk Wy by Onze verklaring van den iode dezes gedaan hebben, in fubftantie daar in beftaan- de , dat uit de Officieren , aan de Burgerye aangenaam , zoude werden gehouden eene Vrye Krygs-Raad, om te vervullen de plaatfen van de Officieren die onaangenaam zyn, als mede om aan te ftellen vyf Colonellen, of wel eene Nominatie van een dubbel getal te formee- ren, en die aan Ons te prefenteeren, om daar uit by Ons de aanilelling te werden gedaan; Alles met dat inzigt en in die regtmatige ver- wagting, dat door deze provifionele fchikking overvloedige ftoffe van vergenoeging aan de goede Burgerye, en teffens aan de gemoede- ren tyd tot bedaring gegeven werdende , de zaken, zoo als het behoort met een onzydig Oogh, en zonder vooroordeelen in hare wa- re gefchapentheid zouden können werden be- ichouwd. Dog dat Wy tot Ons fmertelyk leedwezen
ondervonden hebben, dat onaangezien de on-> ophoudelyke zorge , vlyt en moeyte by Ons aangewend , om alles ten befte te beftieren, de uitkomft aan Onze regtmatige verwagting geenfmts heeft beantwoord, zoo wel met opzigt tQt het houden van een Vrye Krygs-Raad, over- een* |
||||
ÏL Boek. Schuttery en Bezetting. 183
eenkomftig aan Onze gedeclareerde intentie, als Bylav
met opzigt tot de zoo zeer gewenite en verhoop- gen
te verandering in de gefteldheid der gemoederen. L'. E. ,
Want, dat, wat het eerfte aanbelangt, in
het verkiezen der Leeden tot het corapofeer ren van den gemelden Krygs-Raad, in veiïcbei- de Wyken en Compagnien die vryheid niet is opengelaten, die de Schutters en Contribuan- ten, onder dezelve Compagnien gehorende, hadden moeten en behoren te hebben, om fig na haar welgevallen te können verklaren, maar dat dezelve in tegendeel door onbefcheide be- jegeningen zyn geintimideert en genoodzaakt geworden , hunne keuze te bepalen na de zin- nelykheid en het goedvinden van de zulke, die beftaan hebben zodanige ongeregeltheden te ondernemen. Dat men heeft können goedvinden Commis-
fien van Officieren by hunne Compagnie voor aangenaam verklaard, en felfs de deliberatien van de Krygs-Raad reeds bygewoond hebben- de , wederom in te trekken. Dat ook fommige Wyken en Compagnien,
die alle hunne Hoofd-Officieren voor onaange- naam verklaart, en dus geen fubjecten hadden, om tot het adfifteeren van den Krygs-Raad te committeeren , op fig genomen hebben , om directelyk andere Officieren aan te ftellen, en die aanftellingen aan den Krygs-Raad over te geeven. Door welke onbetamelyke handelwyze aan
een groot getal Leeden , den voorn. Krygs- Raad compoferende, is benomen de faculteyt en het vermogen, om ingevolge Onze duide- lyke gedeclareerde intentie eene vrye en onbe- paalde Keure te doen van zodanige fubjeéten als fy oordeelden de befte en bequaamfte te zyn, om de plaatfen van de Hoofd-Officieren, die aan hunne Compagnien niet aangenaam waren, te vervullen; Het welke dan ook meer M 4 dan
|
|||||
'
|
|||||
>
|
|||||
1*4 AMSTERDAMS VI Deei,,
ByLaa- dan eens aanleiding heeft gegeven tot klagten,
GEN die door verlcheide voorname Leeden van den V. E. Krygs-Raad gedaan zyn, dat fy daar door in hunne vrye Deliberatien en Verkiezingen be- lemmert en geftoort wierden. Dat, wat aangaat het tweede poincl , Wy
met veel hartzeer en met de uiterfte veront- waardiging vernomen hebben, dat fommige kwa- lyk geintentioneerde in hunne kwade praftyken hebben voortgegaan, om de goede Burgerye te mivSleyden, met verregaande en hoogflrafbare dreygementen te intimideeren, en allerley kwaad zaad te verfpreiden, om oneenigheden en mis- trouwen tuffchen Burgers, en Burgers te veroor- zaken, waaruit, de gemoederen eens aan het giften geraakt zynde, niet anders als de uitter- fte verwarringen en onheylen tot een gantfch verderf van de Stadt en van den geheelen flaat zoude te wagten ftaan. Dat of wel uit dit alles duidelyk is af te nee-
men , dat in het benoemen van de Leeden tot het bywoonen van den meergemelde Krygs- raad, en in het houden van de vrye delibera- tien derzelve in veele opzigte Onfe gedeclareerd de intentie, foo als het behoord hadde, niet is geobferveerd en nagekomen, Wy egter om aan de gantfche Burgery een doorftekend blyk van Onfe trouwhartige enVaderlyke genegent-* heid en toegeventheid te geven, wel hebben willen goedkeuren, gelyk als Wy goedkeuren by dezen, de verkiezing, die by den gemelde KrygSi-raad gedaan is van vyf Colonellen en van de verdere Hoofd Officieren in de plaatfe van die gcene ,die by hunne Compagnien niet voor aangenaam verklaard zyn, en dat Wy verders goedgevonden hebben vaft te ftellen en te fta- tueeren 4 gelyk Wy vafïftellen en ftatueeren by dezen , dat de gemelde vyf verkooren Colonels en verdere Hoofd - Officieren , met de geene, die zyn aangebleeven , zullen uitmaken den Krygs«
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 185
Krygs-raad, dog zodanig dat die Krygs-raad Btlaa,
niet anders zal vergaderen dan met voorkenifle Gen van Heeren Burgermeelieren , en op de belchry- L\ E. vinge der Colonels , aan wien volftrekt wort overgelaten, te oordeelen, of'er reede zy tot het befchryven der Krygs-raad of niet; Dat van nu voortaan dezelve Krygs-raad zal hebben haa- re vrye deliberatien over alle laaken tot haar gehoorende, en dat het aan denzelven Krygs- raad insgelyks zal vryftaan, om by vacature van Colonels, en verdere Hoofd-Officiers plaatfen, foodanige verkiezingenen aanftellingen te doen, als fy in conformiteyt van de Privilegien, Oude Conffitutien, Reglementen, en herkomens ten meeften nutte en welzyn van de Stad zullen oordeelen te behoren. Dat Wy al wydcrs onveranderlyk willende
conierveeren de Vaderlyke forg en genegent- heid, waarmede Wy voor de goede Burgerye en Ingezetenen dezer Stad zyn aangedaan , voor ditmaal insgelyks wel hebben willen in verge- telheid {tellen en over het hoofd zien alle be- gane onordentelykhcden ,die tot Onfc kcnniiïe zyn gekomen, en die 'er verder zoude mogen gepleegd zyn, 1 En gelyk Wy nu hier mede in alles,foo veel
behoudens de Privilegien en het welzyn van de Stad, en zonder krenking van den Eed door Ons plegtelyk gedaen , by mogelykheid heeft können gefchieden, de goede Burgerye en Ge- meente van deze Stad hebben getragt alle moge- lyke vergenoeging te geven, zoo verwagten Wy ook van de goede Burgerye en Ingezetenen, dat fy alle en een icgelyk fig voortaan als ge- fchikte en gchoorfame Burgers en Ingezetenen zullen gedragen, foo naa deze Onze ferieu- fe welmeening , als generalyk in alles na het geene de pligt enverfchuldigde Eerbied en 011- dcrwerpinge aen hare Wettige Overigheden vordert. Willende Wy verders alle en een ieder, M 5 fon-
|
||||
i86 AMST. Schutt, en Bezett. VLDeei,
Bvlaa- fondei; onderfcheid , op het allerernftisfte en GEN trouwhamgfte hebben vermaand en g?waar-- L'. E. fchouwd gelyk Wy vermanen en waarfchou-
wen by dezen, van fig terftond af te fcheiden en te onthouden van alle publicque Vergade- ringen en byeenkomften, onder wat naam of voorvvendfel het zelve zoude mogen wezen. Ge- la lende ook fpecialykdegeene , die wegens de Wyken of ßurger-Compagnien zyn Gecommit- teerd geweeft fig van Honden aan van die en en alle diergelyke Commiffien te houden voor ontflagen; oppame, dat die geene die bevonden zullen werden tegens deze Onfe ferieufe willeen begeerte te hebben ingegaan, en fig aan eenig misdryf tegen de Waardigheid van deRegerin? of ongehoorzaamheid aan deflelfs beveeleii fchuldig te maken, als verhoorders van de ee- meene Ruft en veragters van Onze heilzame oogmerken en beveelen, na exigentie van zl ken, en volgens de Wetten van den Lande zonder eenige Conniventie andere ten exemneï zullen werden geftraft. wiup« En op dat niemand hier van ignorantie nra?-
tendeere, zal deze werden gepubliceerd en -c- affigeerd daar en foo het gebruykelyk is Gedaan in Amfterdam den 15. September 1740« (Was geteekent)
CL. SO PRINCE D'0RANGE & NASSAU.
(Lager ftont)
Ter Ordonnantie van Syne Hoogheid,
(en gecontrafigneerd)
J. de BACK.
|
|||||||
ZES-
|
|||||||
i8?
|
||||||
ZESDE DEEL.
POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN, KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
|
||||||
DERDE BOEK.
VERMAARDE PERSOONAADJEN. \ Tot hiertoe, in 't ZESDE DEEI^Eerigt
deezer BESCHRYVINGE , ge-wegens handeld hebbende van 't Poorter- en Inwoo- jSjft* nerfchap van AMSTERDAM,en van 't beroem* gene beide Poorters en Inwooners, van ouds, de Per- hebben toegebragt, en nog tegenwoordig [oonaad; toebrengen, tot befcherming en beveiliging Amtiert der Stad, der Regeeringe,en der ingezete- dam. nen in't gemeen; gaan wy nu over, om, in dit Boek, een beknopt berigt te geeven van ee- nige ingezetenen, die, van vroeg af, den luifter der Stad, daar zy of gebooren wa- ren , of een aanmerkelyk gedeelte van hun leeven hadden doorgebragt, door hunne ge- leerdheid , Staatkunde, dapperheid, of konft, hebben helpen vermeerderen. Wy zullen ons eg-
|
||||||
188 AMSTERDAMS VI.Deel.
Vyf egter, op dat dit berigt niet te breed uit-
tiende loope, tot de meeft bekenden, en alleen tot EEusvE. overleedenen, bepaalen, met verzoek, dat men 't ons ten goede houde, zo de kort- heid , die wy ons voordellen , ons eeni- ge naamen doe overflaan, die anderen hier gaarne geplaatfl zouden hebben gezien; en zo wy,, ook van zulken, die wy gedenken, niet al zeggen, wat 'er van zou können ge* zeid worden. In de Amfterdam heeft, in zyne eerde opkomft, Vyftien- weJnig vermaarde mannen können uitleve- we# ren. Men vindt, voor 't midden der vyf- tiende EEUWE,vangeeneinboorlingen gewaagd, die zig, door eenigerlei flag van geleerdheid, beroemd hebben gemaakt. Doch omtrent dien tyd, wordt, in de Gefchied- fchriften, vermeld van drie Amfterdammers, die zig, in die onverligte eeuwe, eenigen naam hebben weeten te verkrygen.
Nico- De eerfte |
|||||||||
laas van
Ams:
DAM.
|
|||||||||
Nicolaas van Amsterdam,
|
|||||||||
heeft, dit weet men, onder 't opzigt van
twee bekende Meefters in de Godgeleerd- heid van dien tyd , Gcrardus en Joannes, vier en twintig Ketterfehe Hellingen van zekeren Ferrand wederlegd. Hy was Bac- calaureus in de Godgeleerdheid. En de o- penlyke twiftredening, waarin hy dit blyk zyner bekwaamheid gaf, werdt, in 't jaar I44<5, te Keulen, gehouden (a). De
(a) J. BertfUi Hift. Luxemburg, apud Pontanum
libr. Uk Cap. XXVIII. ?. 2jj. |
|||||||||
1,11 '
|
||||||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 189
De tweede, Vyf- Hervicus van Amsterdam, tiende
' EEÜWE»
wordt genoemd onder de voornaamfie Hei- Hervi-
delbergfche Godgeleerden , die, in 't jaar^^ 14.79, gemagtigd werden, om Do&or Jan DAMt van IVezelj die, te Mentz, wegens Kette- rye, te regt werdt gefield, over 't (tuk der Leere, te onderzoeken (Z>). Hy is, onge- ' twyfeld, de zelfde, die, onder den naam van Herwycb Gysbertszoon, in den jaare 1477, door Burgemeefteren van Amfterdam, genodigd werdt, om de beftiering van het Begynhof, hier ter Stede, op zig te nee- men (c). De derde, ' Joannes
Joannes van Amsterdam, amstee-
die, ten zelfden tyde, of wat laater, bloei-
de , was een Leerling van Doct.or Weßd van Gansfort, Groninger van geboorte, die , terwyl men zynen vriend, Doftor Jan van Wezel, dien fommigen, met hem, verward, en voor een' en den zelfden perfoon gehou- den hebben (f/), te Mentz te regt itelde, ook met de Inquifitie gedreigd werdt. En dit was geenszins te verwonderen, alzo hy, omtrent de Opperhoofdigheid van den Paus van Rome, de Mifle, de Aflaaten, het on- gehuwde leeven der Geeftelykheid, en an- dere (b) Pontan. ubi fupra />. zus.
■ (c) Groot-Memor. N. I. ƒ. vo. en hier voor, IH. Deel, IV. Boek_, f>l, ssi. (d) WHARTONi Append. ad Guill» Cave Hiflor. Li-
ter. ƒ>. 15+. |
||||||||
ipo AMSTERDAMS Vt.DuEt,
Vyf. dere punten, dingen leerde, die veelen niet
tiende verdraagen konden. Voorts, was hy zo be- mevwë. dreeven, in de Taaien en andere deelen der Geleerdheid, dat hy den bynaam van Licht der fVeereld verkreeg. Doch welke vorde- ringen onze Amfterdammer, onder zulk een* Meefter,gemaakt hebbe,is, onzesweetens, nergens aangetekend. Alleenlyk, vindt men, dat hy, na het overlyden van Doctor Weifel, welk, op den vierden O&ober des jaars 1489, voorviel, eenen brief aan den Klooftervoogd Bernard van Meppen gefchreeven heeft, waar- in hy WefTels gevoelen over *t bidden voor de leevenden en dooden, breedvoeriglyk, voordek en verdedigt. Men vindt deezen briefen eenige anderen, door Doótor Wes* fel, aan onzen Amfterdammer gefchreeven, onder de Werken van Doólor Weflel, door Luther uitgegeven (e). Andere blyken der geleerdheid of bekwaamheid van Joannes van Amfterdam zyn my niet voorgekomen. De Stad hadt, in deeze zelfde eeuwe, braave voorftanders der weetenfchappen aan Willem en Jan Eggert, Heeren van Purmerende; en, naderhand, aan zynen Nee- ve, Jan Eggert Hartgerszoon en Wendelmoe D, deszelfs Vrouwe. Wy heb- ben,by eene andere gelegenheïd( ƒ), reeds ge- waagd van het Godgeleerd en Philofophifch Collegie, en van de Boekery, door deeze Luiden, hier ter Stede, opgeregt: 't welk wy, derhalve, hier niet behoeven te her- haaien. De (e) i'ONTAN- ubi fupr* p. i}6. BRANDT Reförmat. 1*
Deel, bl. jj , 54., SS. {f) Zit UI. B*elt V. <S»<<, hl.6W |
||||
IH. Boek, Vermaarde Persoonaadjen. 191
De zestiende eeuwe heeft een veel Zestien-
grooter getal van vermaarde Amfterdam- de e£u- mers uitgeleverd. Wy zullenze, zo na mo- WE- gelyk zy, plaatfen, in die tydorde, waarin In de |
|||||||||
zy gebloeid hebben.
|
de eeu-
we. |
-
|
|||||||
Alardusvan Amsterdam,
ÄLARDUß
dien wy de eerde plaats geeven, moet, voor van
't einde der vyftiende eeuwe, ter weereld Amst^- gekomen zyn, zo hy, in 't jaar 1544 > te Leu-DAM* ven, overleeden is, en, gelyk, in zeker Lof- digt op zyn af beeldfel, te kennen gegeven wordt, vyftig jaaren bereikt heeft. Men vindt van hem aangetekend, dat hy, van zyne geboorte af, doofagtig geweeft was, waarom men hem, in zyne jeugd, doove Elle noemde. Daarentegen, was hy wederom zeer vaardig van ipraak: voorts, bedreeven in de Godgeleerdheidzyner eeuwe,en inde Latynfche en Griekfche Taaien, uit welke laatfte, hy den brief van Hippocrates aan Damagetus , in 't Latyn, heeft overgezet. Zyne Godgeleerde, Philofophifche en taal- kundige werken zyn, by anderen,opgeteld (g). Men heeft ook eenige Verzen van on- zen Alard, en, onder anderen, een Lofgedigt op Keizer Karel den V., ter gelegenheid, dat deeze Vorft de Kapel der Heilige Stede te Amfterdam bezogt, 't welk ik meen, in Auguftus des jaars 1540, gefchied te zyn. Zeker is het,ten minfte, dat de Keizer, ten dien tyde, in de Stad geweeft is (b). Ver- fchei-
(g) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tam. I. o. §2,
(h) ZU II. Detl, VI. Boek, hl. 70. |
|||||||||
10 AMSTERDAMS VI.Deee;
Zestien-beiden' van Alards fchriften zyn gerigt te-
il e e£u- gen de zogenaamde Ketters van zynen tyd, w*« met naame tegen de Lutherfchen, op wel- ken , hy zo zeer gebeeten was, dat hy niet gefchroomd heeft, hen, zonder grond, en tegen alle waarfchynlykheid aan, te befchul- digen van voorbedagte brandftigtinge in het Kloofter van S. Maria in de Nes te Amfter- dam. Men leert dit, uit eenen overgeblee* ven Latynfchen brief van onzen Alard, aan Jacobus Palaeoktus van Middelburg (i),ge- fchreeven, van welken my een affchrift ter hand gekomen is, en waarin hy verhaalt, dat de brand voorviel, op Allerzielen -dag * zynde den tweeden November, zonder het jaar te melden. Doch het blykt, uit het gene hy 'er byvoegt, dat het geval, eenige jaaren na den aanflag de Herdooperen ,die in 't jaar 1535 voorviel, gebeurd moet zyn. Het moet ook, voor't jaar 1544, het jaar van Alards overlyden, voorgevallen wezen. En ik vermoed, dat men 't, in 't jaar 1538, plaatfen moet, alzo onze Alard meldt, dat Klaas Gerrit Mattheuszoon, ten tyde van den brand, voorzittend Burgemeefter was, 't welk hy, tuflchen de jaaren 1535 en 1544, in de maand November, niet ge weeft is, dan in 't jaar 1538 (*)• Wy agten 't niet ondien- ftig,
(i) Zie Lyft der Regeerïnge voor de Handveften en elders»
(1) Ofdeeze dezelfde Middelburger zy, dien ik,
by de la Rue Gelett. Zeeland, bl. 3. en elders, Ja- cobus dntonii of Jacob Jntonisz. genoemd vinde, be- ken ik niet te weeten. |
||||||
*
|
|||||
in. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 193
llig, een kort verhaal van deezen brand,ZEsftEïr-
welk anderszins beter onderde Gefchiedeniffen DE EE^ der Stad gepaft zou hebben, doorgaands metWB* de eigen woorden van onzen Amfterdam- mer, uit het Latyn overgezet, hier ter plaat- fe, in te voegen. Alard van Amfterdam woonde, ten dee-
zen tyde, hier ter Stede, digt nevens, zo niet binnen de muuren van het Nonnen- Kloofter van S. Maria , in de Nes, welk zig flrekte van het Pens-of Kalfsvelsfteegje, waarin het zynen ingang hadt, tot agter te- gen de huizen van de Langebrugsfteeg. „ Hy „ was, naden middag van den tweeden No- „ vember, bezig geweeft met de jongelin- „ gen, die hy , als Do&or in de Godge- „ leerdheid , onderwees , eenige Plaatfen „ uit de ouden, die 't Vagevuur betroffen, „ te laaten uitfchryven. Ten vyf uuren, „ begaf hy zig, volgens zyne gewoonte , „ naar de Kapelle der Heilige Stede, tegen „ over 't Kloofter van S. Maria, daar de „ Vesper op dat uur plagt gezongen te wor- „ den: die nog niet, of naauwlyks geëin- „ digd was, toen een verward geroep van „ brand! brand ! brand! elk vervulde met „ eenen fchielyken fchrik. Alard, ter Ka- „ pelle uit getreden, zag, van de lange brug- „ ge, dat de brand in 't Kloofter, en niet „ verre van zyn Boekvertrek was. De vlam „ woedde reeds zo fel, dat het dak en 't „ muurwerk van 't gebouw, hier en daar, 5, inftorteden. De Nonnen waren in de „ naafte Kloofters gevlugt , zo veel van „ naaren beften huisraad medeneemende t XI. Stuk. N als |
|||||
f
|
|||||
19+ AMSTERDAMS VI. Deel.
Zestien- „ als zy bergen konden. Van 't overige werdt,
de EEü- }J gelyk het gaat, zeer veel geroofd. Onze WE> „ Alard, meeft over zyne en anderer onge- „ drukte Schriften bekommerd, bergde 'er „ een goed deel van, met hulp, voornaam- „ lyk, van twee zyner naarftigfte Leerlin- „ gen, Gerbrand Kok en Jan Potter. De „ Kerkelyken, die," gelyk onze Amfterdam- mer aanmerkt „ voor een groot gedeelte, „ meer van den beker dan van de boeken „ hielden, booden geenen byftand altoos. „ Eindelyk, tradt Ntcolaas Cannius,Bettier- „ der van S. Urfulas Kloofter, toe,enriedt „ onzen Alard, behalve de Godgeleerde, „ ook eenigen der befte Heidenfche fchrif- „ ten in veiligheid te doen brengen." De goede man verhaalt, wyders „ dat fommi- „ ge fchelmfche Lutheraanen, onder dekfel „ van water in de vlam te gieten, zyneboe- „ ken zogten te bederven; terwyl anderen» „ die zig, regt over 't Kloofter, in de ven- „ fters geplaatft hadden, den brand zogten „ te voeden, door ftroo en andere brand- „ ftoffe te hoop te haaien. Ten laatfte, werdt „ egter de brand geblufcht. Twee dagen „ daarna, vondt men zwavelilokken, met „ buskruid beftrooid, onder de bedfteden, j, in 't flaapvertrek der Nonnen, die, zo ze- „ kere Dienftmaagd getuigde, aldaar, na den „ brand, op nieuws, gelegd waren, door „ eenige booswigten, die onze Alard al we- j, derom voor Lutherfchen of andere Ket- „ ters houdt. Doch 't gevaar werdt nog,by „ tyds-, voorkomen. De voorzittende Bur- „ gQmQQÜQXtKlaas Gerrit Mattheuszoon, en |
|||||
lil. Ëoeïc. Vermaarde pERsoöNAAÖjEtt. ips
j> de Thefaurier, Jacob Dobbes, federt in 'tZESTiÈff-
5, Kloofter gekomen, oordeelden, dat de de e£u- ^ brand, voorbedagtelyk , geftigt geweeltwa' „ was." Doch op wat grond, on^e Alard 20 vrymoediglyk vaftftelle, dat de brandftig- ters Onroomfchen geweeft zyn, heb ik niet können ontdekken. Alard van Arnfterdam» die, te vooren, een goed gedeelte van zy- tien leeftyd, te Keulen en te Leuven, hadt doof gebragt, fchynt zig, kort na den brand, wederom naar de laatftgemelde Stad bege- ven te hebben; daar hy, 't zy in 't jaar 1544, gelyk de meeflen willen, of, gelyk boven zyn af beeldfel, in prent gelezen wordt, in 't jaar 1551, overleeden, en in de Franciskaa- ner Kioofter-Kerke begraaven is. Hy heeft zyne Boeken, by uiterften wil, gemaakt aan het Burger-Weeshuis, te Amfterdam (£)* DeDecker heeft, in laater' tyd, dit ver- taalde byfehrift op zyne afbeelding gepaft i Indien men prys verdient met konfielyk be*
wyzen;
'k Ben als /Jgricola of nevens hem te pry* zen (0-
NicOLAAs Canniüs, nic0.
LAAS
of Kan, dien wy reeds genoemd hebben , Canniu*.
hadt, in Zyne vroege jeugd, den vermaar- den Ërasrnus, te Bazel, zes jaaren, als Üit- fchry ver gediend. Naderhand, tot Priefter zyn-
f^) Pontan. Libr. II. C*ft XXVIII. ƒ>. 2j«. J. F. FOF-
ttas Bibl. Belg. Tom. 1. p. jg, 39. (I) Rymoefeningen II. Deel, bl. \%\% N a
|
||||||
iqö AMSTERDAMS VLDeel.
Zt?sTiEN-zynde ingewyd, is hy, in zyne Geboorte-
D* EEu- ftad, Amfterdam, Beftierder van 't Urfuli- W£' nen-Kloofter geworden. Nog laater, werdt hy tot Paftoor van Spaarnewoude beroepen; ten ware, veelligt, de Paftoor van Spaarne- woude wel den zelfden naam gevoerd neb- be ; doch een ander p^rfoon geweeft zy. Pieter Opmeer, wien wy, wat laager, ge- denken zullen, getuigt, dat Cannius, die zyn Leermeefter geweeft was, in vrolykheid en geeft,zeer veel naar Erasmus zweemde(m). Ook zou Erasmus, onder den naam van Can- nius , en van eenen van deszelfs medgezellen, de Samenfpraak, genaamd Cyclops of Evan- geliedraager, die voor een fchimpfchrift op Oecolampadius en de zynen gehouden wordt, in 't licht gegeven hebben (»).Pontanus heeft eenen geeftigen brief van ërasmus aan onzen Cannius,in 't jaar 1527, 's daags voer Hemelvaartsdag, uit Bazel, gefchree- ven, gevoegd in het berigt, welk hy van Cannius gegeven heeftj in welken brief, de groote Rotterdammer zynen vriend ver- maant , om niet bang te zyn voor den togt over 't Kanaal „ 't welk hem, als genoegzaam „ in 't water gebooren, indien ik anders, „ zegt hy, uw Amfterdam, voor deezen , te „ regt befchouwd hebbe,geheel niet paffen „ zou ((/)." Cannius heeft het leeven van Cornelius Crocus, zynen tyd- en ftadgenoot, be-
(m) Opmeer Cathol. Mattelaarsb. II. Deelybt. 12$> uo,
17», in. (n) Idem Op, Chronograph, ad annum ijio. in EibJ.
Belg. Tom, II. p. yoj. <») {Tide PONTAN. Libr, II. Cap, XXVIII, P, 140.
|
||||
IH. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 197
befchreeven. Doch 't werk is,door de ag-ZES-riEN-
teloosheid der erfgenaamen, verlooren ge-DE ££w* raakt. Voorts, vindt men aangetekend, aatWE# Cannius, in 't jaar 1555, overleeden, en in de Oude Kerke, te Amfterdatn, begraaven is (p). En zo dit waar is, gelyk het, door Opmeer, Cannius Leerling , beveiligd wordt (q), kan hy, in of omtrent het jaar 1572, niet door het krygsvolk yan Lumey of Sonoi, van kant geholpen zyn; of Nico- kas Cannius , Pailoor van Spaarnewoude, van wien dit verhaald wordt (r), is van on- zen Nicolaas Cannius onderfcheiden ge weeft. Cornelius Crocus, Corne-
lius
Krok of Kr ook, Priefler en Leermeefler of Crucus. Reólor in de Latynfche Schoole hier ter Ste-
de , was een gemeenzaame vriend beide van Alardus en Cannius, en zo vol yvers tegen de Lutherfchen, als de eerfle; waarvan wy, by eene andere gelegenheid (Y), reeds een bewys hebben te boek gefield. Hy heeft eenige Godgeleerde en taalkundige Werkjes gefcfireeven: de meeflen van welken, in 't jaar 1612, te Antwerpen, in eenen bondel, zyn uitgegeven. Jan de III., Koning van Portugal, verzogt hem, te vergeefs, om het Hoog - Leeraarfchap in de Akademie van Coimbra te komen bekleeden. Hy meende meer nuts te können doen, met deAmfler- dam-
" (p) J. F Foppens Bibl. Belg. Tom. II. p. soj.
(q) Caftholyk Msrtelaarsb. II. Deel,hl. 297, (r) Leven van P. OPMEER voor 't eerße Deel van 't Cathol. Martelaarsb. bl. 4. (s) Zie II. Deel, VI. Boeket H. S.
N 3
|
||||
roS AMSTERDAMS VI.Dee&,
Zestien- damfche Jeugd te wapenen tegen 't gene hy
m EEu* voor Ketterye hieldt. Op 't laatfl van zyn WB' leeven, en na de dood zyner Moeder, die hy, tot in zynen hoogen ouderdom, onder- houden hadt, deedt hy eene reis te voet naar Rome, daar hy, door Ignatius Loyola zelven, in de Orde der Jezuiten, aangenomen werdtt Kort hierna, overleedt hy, in 't jaar 1550. Hy heeft eenige verzen gefield onder 't af- beeld fel van Erasmus, door Hans Holbeen gefchilderd , welk , uit Duitfchland , her-» waards gebragt was, door Quiryn Takfius, Burgemeefter van Haarlem , in wiens huis in de Damftraat, de Amfterdammer Pieter Opmeer het, dikwils, met verwondering, befchouwd hadt (*)• Onder de Leerlingen van Crocus, is ook Matthias BoJJemius, Am^ fierdammer, geweefl, die, naderhand, Hoog-: leeraar in de Akademie te Douai geworden, en, in 't jaar 1599, overleeden is (u). CïQi cus heeft, fchriftelyk, getwifl met Joannes JOANNES SarTORIUS,
SnXTO. i
»ius, of Snyders, insgelyks, een Amfterdammer f
en, gelyk Crocus,Leermeefler in deLatyn- fche Schoole, De twift liep over 't geloof en de werken. Sartorius beweerde, even als Luther, dat de menfch alleenlyk door 't geloof geregtvaardigd wordt: 't welk Cn> cus tegenfprak. Zo ver ging de hevigheid, dat Crocus, voor altoos, Sarcorius de vriend- fchap opzeide (i>). Alard van Amflerdarn fchreef
(t) Opmier Catho!. Martelaarsb. II, Deel, hl. 177.
(») PONTAN Libr. II, Cap. XXVIII. p. 2+J. (vj PONTAN. Libr,ll. C*f, XXVill. p. 238. |
||||
JU. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 199
fchreef van Sartorius, dat hy van een buig-Zestien-
zaam verftand was; maar zig van eenen de eeu- liegten Leermeeller, de verwaandheid, lei-WE* den liet (w). Ik vind ergens aangetekend, dat hy, t'eenigen tyde, wegens zyne Leere, in hegtenis gezeten heeft (#), Naderhand, geflaakt zynde, heeft hy lang balling's Lands moeten zwerven. In 't jaar 1558, gaf hy , te Bazel, zyne Uitlegging over de groote en kleine Profeetcn in 't licht,onder den bedek- ten naam van Joannes 1 lofarrius, die, by ver- zetting , zynen eigen naam vervatte. Ten zelfden tyde, fchynt hy zig, hier te Lande, by de Gereformeerden gevoegd te hebben, onder welken hy den Predikdienft waarge- nomen heeft. Sommigen fchry ven, dat hy, den agt en twintigften Maart desjaars 1557, te Delft geftorven is (y). Doch ik vind hem nog, op 't jaar 1558, gemeld, onder de Pre- dikanten van Delft, en naderhand, onder die van Noordwyk, alwaar hy, in 't eerft, eene School hadt opgeregt. Zyn verblyf te Noordwyk heeft gelegenheid gegeven, dat fommigen hem eenen Noordwyker genoemd hebben (z). Hy is, volgens de meeften, te Noordwyk, in't jaar 1568 O), of liever, in 't jaar 1570, overleeden (b). Hy was niet flegtsin'tLatyn en in 't Griekfch, maar zelfs
(m) Vide Etbl. Belg. Tom. II. p. 714«
(x ) Epift. Clar. Vitor. a S. A. GabBEma edit. p. 2«. *pt*A BRANDT Reform. I. Deel,hl. 9z. (y) BLEYSWÏCK Delft, bl. 407. (*.) TE water Verhaal van de Reformatie van Zeeland,
bl. I*. ~4ant. (z).
(*) Bibl. Belg, ubi fupra. (fr) Soermans Kerk. Regifter, bl. jj, ij. N4
|
||||
2öo AMSTERDAMS VI.Deei;
Zestten-zelfs in 't Hebreeuwfch bedreeven, en ver-
DE EEü- ftoridt zyne Moederfpraak zo wel, dat hy 'er WE* naauwlyks wedergade in hadt. Ook heeft hy, zelfs volgens Opmeers getuigenis, zeer veel tot opbouwinge derzelve toege- bragt (c). Pontanus verhaalt (d), uit den mond van Jan Sem en Jan Gysbrecbtsz, aanzienlyke burgers deezer Stad, die 't van hunne ouders verdaan hadden, dat Sartorius, eenigen tyd, boven de oude Waage alhier, met bewilliging der Regeeringe, openbaare LefTen in de Hebreeuwfche taaie heeft ge- geven. En Junius fchreef, in 't jaar 1554, dat, uit Sartorius Sehoole, meer geleerden waren voortgekomen , dan helden uit het Trojaanfche paard (je). In 't Grafdigt, welk onze Amfterdammer voor zig zelven gefield heeft, gewaagt hy van zyne geboorte te Amfterdam en van zyne bedreevenheid in drie der geleerde taaien. Dus luidt het: Hac ego /urn tumulatus humo Sartorius ,
ortum Cüiprimum tellus Amßerodama dedït.
Ingenium colui varié, docuique juventam Omnigenas artes, quippe trighttos er am,
Sed poflquam virtus, duris exercita fatis % JPeßitüit corpus, Jpiritus aflra tenet.
(t) lie BRANDT ï. Deel, hl. 214.
(d) Uhr. II. C*p. XXVHI. p. ii7.
(e) JUNIl Epift. p, 3+j. Edit. Dtrdr. ï«j2,
|
||||
IH.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 201
By Sartorius, voegen wy Zestien.
DE EEÜ-
JOANNES TlMANNUS, W£. die, te Amfterdam, gebooren is; doch den -^tM-
meeften tyd zynsleevens teBreemengeflee^us. ten heeft, daar hy de Evangelifche Gemeen- te als Paftoor heeft gediend. Hy heeft zig, inzonderheid, beroemd gemaakt, door een Werk over 's Heeren Avondmaal, welk, in't jaar 1555, in 't licht kwam, en door Albert Hardenberg, Paftoor der Breemer-Hoofdker- ke, wederlegd werdt. Timannus was een groot voorftander van de Leere der overal- tegenwoordigheid van Chriftus Lighaam. Terwyl de twift duurde, ontving hy eenen Latynfchen brief van Philippus Mclanchton, die, in 't Nederdukfch, aldus luidde: Eerwaardige Man en zeer geliefde
Vriend ! Wanneer ik onzen Elve-flroom aanfchouwe,
denk ik dikwils, dat,fchoon ik zo veeltraanen (tortte, als de vloed golven zeewaards voert, ik de fmert niet zou können uitdrukken, die ik, jaar en agtereen, gevoeld heb, ter oorzaake der gefchillen over 's He et en Avondmaal, in welken, zo ver buiten de zaak getwift wordt. Ten nut* te, is Chriftus waarlyk en wezenlyk tegenwoor- dig, en kragtdaadig tot waar e vertrooftinge* Waarom twift men dan nog over eene tegen- woordigheid, die geene nuttigheid aanbrengt? Ik onderwys dezelfde dingen, die in myne Schriften te leezen zyn. En naar dat gevoelen, zyn9 eenige jaar en geleeden, de Formulieren N 5 vm
|
|||||
\
|
|||||
*02 AMSTERDAMS VT.Dee£.
Zestien- van Overeenßemming gemaakt, tujfchen Lu-
Be EBu- ther en veele anderen, die, z//Y meer dan twin- W£» *ig Gemeenten van Hoogduitfihland, jWtfr-, Z>y- eengekomen waren. Ik bid God, dat hy ons
allen befiiere. Vaar well
Philippus.
Johannes Monsenus,
Mqnse- Licentiaat in de Godgeleerdheid , fchynt,
kus. fchoon te Amfterdam gebooren, zig meeft te Keulen opgehouden te hebben, alwaar hy, in 't jaar i54o,eene Uitlegging overeenige duiftere plaatfen der H. Schrift, en in't jaar 1546, eene Verhandeling,om te bewyzen, dat het Avondmaal, van derApoftelentyden af, onder de gedaante van brood alleen, aan 't volk is toegedeeld , in 't licht gegeven heeft (ƒ). Nico- Nicolaas Everhard,
LAAS
Ever- te Amfterdam gebooren, heeft zig, door zy-
HAKD. ne kennis in de Regten, zo beroemd gemaakt, dat hy, van wege den Hertoge van Beijeren, in 't jaar 1535, tot Raadsheer der Keizerly- ke Kamer van Spiers is aangefteld. Doch in 't jaar 1542, werdt hy, tot Hoogleeraar in de Regten, in de Akademie van Ingolftad, beroepen, welke poft hy vyf en dertig jaa- ren loffelyk bekleed heeft. Onder zyneRegts- geleerde Werken, is de Inleiding tot de Regt 5- geleerdbeid inseergroote agting geweeft (g). S y*
(f) Bibl. Belg. Tom. II. ƒ>. 699.
(g) Foxtam. Libr. II. Csp. XXVIII. f. 241, fiibl. Bejg,
Tom, II, p. »07. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 203
n T» s\ Zestiek«
SYBRAND POMPEJUS OCCO, DE EEU-
WE«
zyne jeugd aan de oefening der geleerdheid
hebbende toegewyd, en, naderhand, de ver- Sybiawd maardlte mannen , in Italië , Frankryk en jusOcco. Duitfchland, bezogt hebbende, werdt, in zyne Geboorteftad Amfterdam, in 't jaar 1541, tot Schepen; in 't volgende jaar, toe Raad, en in 't jaar 1556, tot Burgemeefter verkooren; doch bleef, desonaangezien, een Liefhebber der Geleerdheid, en een vóor- flander der Geleerden. Pontanus ver* haalt, dat hy, onder anderen, met Andreas Alciatus, met Viglius van Zukhem vanAyta* en met Joannes Secundus, briefwiffelingon- derhouden heeft (/;). Petrus Apher* p 1 a n u s, die zyne Epigrammata Moralia aan Occo opgedraagen heeft, getuigt, dat hy niet onbedreeven was in de Digtkonft, en de Latynfche Digters gaarne las. Pompejus Occo, Vader van Sybrand, was een Fries van geboorte; doch hadt zig te Amfterdam nedergezet, daar zyn huis de gemeene za- melplaats was van in- en uitheemfche ge- leerde en braave luiden. De nakomelingen desBurgemeefters bloeijen, nog tegenwoor- dig, hier ter Stede. GlSBERTUS HORSTIUS, GlSBER-
of van der Horfl, heeft zig, door zyne Ge-snus.
neeskonft, beroemd gemaakt ; doch den meeften tyd zyns leevens buiten zyne Ge- boor-
(h) PONTAN. ubi fupra.
|
||||
Ä04 AMSTERDAMS VLD'iït.
boorteflad, Amflerdam, en te Rome, door-
gebragt, daar hy, in 't jaar 1544, een ge- neeskundig werk uitgegeven heeft; in 't jaar 1555? overleeden, en in de Lieve-Vrouwe Kerke, aan de overzyde des Tybers, be- graaven is (f). By deezen Geneesmeefler, voegen wy
, eenen anderen, Bernardus Desseniüs Kroonenburg,
die, hier ter Stede, in 't jaar 1510, geboo-
ren is; doch, in Italië, den graad van Ge- neesmeefler verkreegen heeft. Hy oefende de konfl, federt, negen jaaren agtereen, in Holland, en te Groningen; doch begaf zig, eerlang, naar Keulen, daar hy, in 't jaar 1574, overleeden is, verfcheiden' Genees- en Kruidkundige werken nalaatende (£). Pieter Pauw,
insgelyks een Geneesmeefler, heeft ook zy*
nen meeflen leeftyd buiten Amflerdam, daar hy, in 't jaar 1564, gebooren werdt, door- gebragt. Hy is een der eerfle fludenten in de Geneeskunde geweeft, op de nieuwe Hooge Schoole te Leiden; doch deedt zig, in 't jaar 1587, te Roflok in 't Hertogdom Mekelemburg, bevorderen tot Do&or. Twee jaaren laater, uit Italië te rug gekeerd, werdt hy Hoog-Leeraar der'Ontleed- enKruidkun- de, op de Leidfche Akademie; daar hy den grond gelegd heeft van den Artfeny-hof en |
||||||||||||
Zestien
»E EEU-
|
||||||||||||
Bern ar-
dus Des SENIUS
Kroo-
JfEN-
BUKG.
|
||||||||||||
PïETER
Pauw.
|
||||||||||||
van
|
||||||||||||
(i) Bib]. Belg. Tem. I. p. j«$,
(i) Bibl. Balg. Tom. I. f. uj. |
||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 205
van de Schouwplaats der Ontleedkunde,die Zestiew-
nog in wezen zyn. Hy heeft eenige Genees- de eeu- en Ontleedkundige werken in 't licht gege-WE* ven, en is, op den eerften Auguftus des jaars 1617, overleeden (/). Zyn Vader is geweeft Pieter Pauw Mriaansz., die, in 't jaar 1586, tot Raad der Stad Amfterdam verkooren zynde, federt, zyn Poorterfchap verwoond heeft, en Rentmeefter te Alkmaar geworden is (w). Van zyn' Grootvader , Adriaan Pauw , Koopman te Amfterdam , hebben wy, in de Gefchiedeniffin der Stad, dikwils («), gewaagd. Zyne Moeder wa» «ene Zufter van Henrik Laurenszoon Spiegel, dien wy, beneden, gedenken zullen. En Do&or Pauw, die te Alkmaar woonde, en, dikwils, in H o o f T s Brieven gedagt wordt (0), is, zo ik niy niet bedriege, een Zoon van onzen Profeübr geweeft. Dirk Volkaartszoon Koornhert, Dirk
VOL-
die zïg , in meer dan één opzigt, eenenKAARTs-
naam gemaakt heeft, verdient ook eene |OON plaats onder de vermaarde inwooners van J^1* Amfterdam, daar hy, in 't jaar 1522, ge- booren werdt. In of omtrent het jaar 1555, hadt hy eenigen ommegang, met den groo- ten Dweeper, Henrik Nikolaaszoon, die zig, ten zynen huize, vervoegd hadt, met oog- merk, (i) J. Meursii Alhen. Eatav. ƒ>. 26f. Bib], Beig. lom.
II. f. 999. (sn) Zn de Lyft der XXXVI. Raaden voor de Handveften
en ildersyof) 't jaar 1586. (») Zie II. Deel, VII. Beek,, hl. I77 , 183» 10+, izf ,
%iZ. VIU. Eoe{, bl. ig«. IX. Boe^ hl. 478. {») Ü. J7J.39Ö, 413 ,4s«. bl. 255 , 310, 32©, 37J.
|
||||
&ö6 AMSTERDAMS VW&Ui
Zestien- merk, om hem, tot zyne ongerymde begrip^
»E EEu- pen, over te haaien; waarin hy egter kwa- WE* lyk flaagde. Koornhert bleef altoos af kee- rig van de minfte beginfels der Geeftdryve^ rye (p). Naar Haarlem met der woon ver- trokken zynde* fchynt hy zig, aldaar, ee- nen tyd lang, in 't Plaatfnydetti geoeffend te hebben (q). Ook zegt hy zelf, in de Voor- reden zyner Vertaalinge der Officia van C i- c e R o, die j in 't jaar 1561, in 't licht kwam, dat zyne medeghefellen en hy van finne waren gbevoorden een druckerye op te rechten binnen Haerlem, zonder dat my gebleeken is, of zy dit voorneemen hebben uitgevoerd. In 't zelfde jaar, werdt hy Notaris, en in 't jaaf 1562, Secretaris der Stad. In't jaar 1566, heeft hy, ten dienfte des Heeren van Bre- derode, gearbeid, om de openbaare Preeke te helpen invoeren; waarover hy, in 't vol- gende jaar, in hegtenis genomen, en naar den Haage gevoerd werdt, daar hy eenige maanden zat. Hier digtte hy het Zinnefpel Lief voor Leet, bet Lof der GevangeniJJe, en eenige andere rymen. In zyn Leeven, voor 't eerfle Deel zyner Werken te leezen, wordt verhaald „ dat zyne Huisvrouw, wanhoopen- „ de aan de uitkomt! zyner gevangenifle, „ de arme luiden, die aan de peft lagen, „ ging bezoeken en dienen, op hoop, dat „ zy zelve befmet worden zou, en Koorn- „ hert de kwaal können overbrengen, om „ dus
(p) D. v. KooRNHERTS Werken I. Deel, f. +*z. UI.
Deel, f, J*, !4+
1 (q) K. van MANDKR Sthildeib. f. I«J, 1^7. AMPZ1NÖ
Haatl. kt. 3si. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. «07
„ dus beide natuurlyker dood te fterven, Zestien
„ dan zy haaren man belooven durfde: doch de eeu- j, dat Koornhert haar van zulk een bedryf WK* „ hadt afgemaand." Ook verdedigde hy zig zo wel, dat men hem den Haage tot eene gevangenis gaf; waaruit hy, eerlang, ont- vlugtte, eerft naar de Beverwyk, en voorts, ten Lande uit; waarna hy, den eerften Sep- tember des jaars 1568, door den Raad der Beroerten, gebannen werdt, met verbeurd- verklaaring zyner goederen (r). Hy heeft zig, onder anderen, in 't Land van Gulik onthouden, daar hy zig geneerde met Plaat- fnyden,en Henrik Gohfius, die naderhand zo beroemd geworden is, onderwees, en aan werk hielp. Ook tekent Pontanus aan (y), dat hy, 't zy te Haarlem of elders, in de konft van plaatfnyden, Filips Gallê, wien hy, tot wigtiger bezigheid geroepen, het werk overliet, tot eenen Leerling gehad heeft. Doch hy vondt, waar hy ook kwame, wei- nig gunft by de Gereformeerden, welker Leere hy niet, in allen deele, kon toeftem- men. Geduurende zyne ballingfchap , liet hy nogtans niet na, de Staatfche zyde voor te ftaan, begeevende zig, onder anderen, tegen 't einde des jaars 1570, naarEmbden, om 't ontilag te bevorderen van eenige fche- pen des Prinfen van Oranje, die aldaar wa- ren aangehouden (f). Het omflaan der Hol- landfche Steden, in 't jaar 1572 , gaf hem,, meent men, gelegenheid tot het digten van het
(r) Sentcnt. t«n tyde v*n Alva U» i zi,
(s) Libr. II. Cap. XXVIII. p. z+6. (t) bor fcvZMft il, m. [h°]>
|
|||||
I
|
|||||
2ó8 AMSTERDAMS VI.DÉfit;
2rstien- het bekende Lied van Wilhelmus van Najftu*
de EEü. wen (m). Ook was hy, ten dien tyde, in 't WE* Vaderland wedergekeerd, en tot Secretaris der Staaten van Holland bevorderd. Doch hy bekleedde dit ampt niet lang; want, be- laft met het onderzoek van de afperfingen , waaraan fommige O verften in 's Prinfen dienft zig, hier te Lande, hadden fchuldig gemaakt; werdt hy, door Lurney, Graave van der Mark, met de dood gedreigd, en week daarop naar Santé, in Kleefsland (u). Requefens floot hem buiten de aigemeene Vergiffenis, die, in 't jaar 1574, afgekondigd werdt (w). Na 't fluiten der Gendfche Vrede, keerde hy, andermaal, herwaards, zig te Delft neder- zettende. Doch hier raakte hy in gefchü met de Predikanten, tegen welken hy be- weerde , dat de Gereformeerde Kerk de waa- re niet zyn kon, ter oorzaake van 't gene zy, aangaande de Predeftinatie, de Regtvaar- diging en 't Ketterdooden, leerde. De Staa- ten leiden partyen het zwygen op. Doch Koornhert hadt zig de ongunft; van veelen, in zo verre, op den hals gehaald, dat men hem, te Alkmaar, te Hoorn en elders, by naam en toenaam, op de Predikftoelen, be- fchreef, als een Ketter en Vrygeeft (a) De Wethouderfchap van Leiden fchroomde nog- tans niet, zig, in 't jaar 1579, te bedienen van Koornherts penne, ter haarer verdedi- ging tegen eenige Predikanten, die haar, haars
(u) Zit BRANDT I. Deel, hl. jjj.
(V) Zie BRANDT l. Deel p bl, $if. (w) LSOR 1 Deel, bl. JIJ. [19], (x) KOORNHERT« Wwken, UI, D(tlt f, 4«o, 4*4,
|
||||
iïï. Boek. Vermaarde Persoonaadjen 209
haars oordeels, te weinig gezags laaten wil- Zest-isf?
den, om onruftige Kerkelyken te beteuge de eeu* len (y). En dit gefchrifc gaf meer genoegenj WE* dan het Requeft, welk hy, ïn 't jaar 1581, op verzoek der Roomfchgezinden van Haar- lem , in welke Stad, hy toen het Notaris- ampt wederom oefende y hadt opgefteld. 't Was gerigt aart den Prinfe van Oranje, en in het zelve , werdt vrye Godsdienftoefe- ning begeerd voor de Roomfchen, die, by het overgaan der Stad aan 's Prinfen zyde, bedongen was. Doch over 't inftellen van dit Requeft, werdt Koornhert voor Burge- meefteren ontbooden, daar hy verklaarde, dat hy eenen afkeer hadt van 't Röomfche geloof; doch egter begreep, dat men den Roomfchgezinden geene vryheid van Gods- dienftoefening behoorde te weigeren. Maar de Staaten, voor welken^ de zaak, federt, ge- bragt werdt, verftonden, dat de gevaarlyk* heid des tyds zo veel vryheid niet gehengde, en bevalen Koornhert, het oorfprongkelyk Requeft * in hunne tegenwoordigheid, te fcheuren (2). In 't volgende jaar 1582 ,om> dekte hy eenen toeleg der Spaanfchen op Enkhuizen, die hem, in een gemeenzaam gefprek, door Wouter Verhee, inwooner der gemelde Stad, geopenbaard was, en, door hem, aan NkolaasvandèrLaan, Burgemees- ter van Haarlem, en toen in den Haage ter Dagvaart, bekend werdt gemaakt; 't welk gelegenheid gaf, dat Enkhuizen met Krygs- volk
(y) KOORNHKRT 111. Deel, f. 48J.
(*,) Ampzing Haarlem il, 470 ent,.
XL Stuk. Ö
|
||||
«io AMSTERDAMS VLDesaj
Zestien-volk verzekerd, en de aanflag te loor gefield
»e EEU- werdt (a). Doch zo veel gunft als hy ge- Wfi' wonnen hadt, door dit bewys zyner trouwe jegens 't Vaderland, zo veel ongunft haalde hy zig, in 't volgende jaar, op den hals , door het uitgeeven eener Proeve van den Ne- derlandfchen Catechismus. Men bragt zwaare klagten tegen hem in, by 's Lands Staaten, die bellooten, hem te hooren tegen Adriaan Saravia, Profeflbr in de Godgeleerdheid te Leiden. Doch het disput, welk fchriftelyk gefchieden zou, werdt, van de eene en de andere zyde, zo wydloopig ingefteld, dat het den Staaten verveelde, te toeven naar den uitflag (b). Koornhert, zig, federt , wederom, te Delft hebbende nedergezet, daar hy aan eenige Aantekeningen over den Bybel, of aan eene vertaaling van Eras- mus Uitbreiding van het Nieuwe Teftament arbeidde; werdt hem, op den derden Okto- ber des jaars 1588, de Stad ontzeid. Hy begaf zig toen naar Gouda, daar hy eene verdediging uitgaf, onder den titel van Naatnfiherm. Ook ftetde hy hier zyn Proces man 't Ketterdooden op, tegen Jufius Ltpfius, ProfefTor der Hiftorien te Leiden, die hem wederleidde. Doch hy fchreef 'er , ter- ftond, een werkje tegen, 't welk, op zyn doodbedde, voltrokken, en, na zyn over- lyden, in 't licht gegeven werdt Hy ftierf, naamlyk, den negen en twintigften O&ober des jaars 1590, en werdt, in de groote Ker- ke (4) HOOÏT XIX. Boek, hl, 8JI.
(b) BRANDT I. Deel, bl. G$\ tnz* |
|||||||
... MUI 1 JM 1 ' -ff 1 1 in
|
|||||||
tïl. Boek. Vermaarde Êersoonaaöjen. iïï
ke te Gouda, regt voor 't Choor, begraa-ZESTttf*
ven (c). Op zyn graf, werden deeze ree- ?b En- gels gefteld, die, door zyrten vriend, Heti-**% tik Laurenszoon Spiegel > gedigt waren: Hier rufl i Nóch fticbt
Diens lufi Syn Dicht-
Envreugbt Gefihryf. .
Was Deught Maer 't lyf
En 't waer, Hier bleef't %
Hoefwaar Godt beeft
t Ook viel ■ De fiel.
Ëoornhert heeft zig, nevens andere AxaStét*
dammers, veel laaten gelegen zyn aan de opbouwing der Nederduitfche fpraake. Hy was een voornaam Lid van de Rederykers- ÏCamer in Liefde bheïjendé hier ter Stede, en flelde de Voorreden voor haare Lett6rkunfi> die, in 't jaar 1584, in 't lieht kwam. Ook werdt hy, in zynen tyd , voor een goed Digter gehouden. Hy hadt de Pligten van Cicero, de Trooft der Philofophie Van Boe- tbius, en eenige andere Werkjes uit het La- tyn overgezet * om zynen ftyl te oefenen i fchoon hy zig, niet voor dat hy omtfent veertig jaaren bereikte, op de kennis der Latynfche en Griekfche taaien, en ander» deelen der geleerdheid hadt toegelegd (d)t Voorts, zyn zyne eigene wefkert, meefl in Twiftfchriften beftaande, in drie Deelefr iri /o/io, uitgegeven. Zeer verfchillende heeft men van 's mans deugd en gaaven geoor- deeld* (*) BKANDt T. Deelt hl. 7J7> 166 e»i.
(4) FONTANUS Libr. II. Cap. XXVIll. J». *44.
O 2
|
||||
iïft/ AMSTERDAMS VLÜEÉt;
Zestien- deeld, zo wel voor, als na zyn overlyden.
de heu-, Wy vergenoegen ons, met alleenlyk de twee
wis. Byfchriften aan te haaien , die de Ridder
H o o f T, op zyn af beeldfel, gemaakt heeft *
'k Ontfing tot Amfterdam, ik gaf ter Gouw
myn' geefl,
Wiens flrydt voor zeeden tfcbrift en Vryheit
is geweefl.
En Hy proefd? 'er zeven, en haefl zat was eiken
Staat ;
Maer bleef, van wetenfcbap en vryheidt^
onverzaat (e).
By Koornhert , mogen wy , bekwaamlyk,
zyne twee vrienden , Spiegel en Vijfcher, voegen; (choon zy beide, tot in de volgen- de eeuwe, geleefd hebben. Henrik Henrik Laurenszoon Spiegel
Lau- » Rens- werdt, op den elfden Maart des jaars 1549,
i*00N te Amfterdam gebooren, daar hy zig met i>Ri£OEL. den Koophan(iei geneerd heeft. Zyn Vader was Laurens Pieterszoon Spiegel; en zyne
Moeder, Anna Gaaf Jans dogter, wier Va- der en andere maagen in Schepensbank ge- zeten hadden. Eene der zufteren van onzen Henrik, Elizabeth genaamd, is met Herman Roodenhurg, die, in 'tjaar 1578, tot Raad der Stede verkooren werdt, en eene ande- re , met Pieter Adriaanszoon Pauw, Raad en Rentmeefter te Alkmaar, en Vader van den Pro-
(f) zie vcifch. Dichten, bi, 21«, 305,
|
||||
HI.BoEk. Vermaarde Persoonaadjen. 21g
Profeflbr Pieter Pauw, aan wien wy, hier Zestien-
voor (ƒ), gedagt hebben, gehuwd geweeft. de **¥- Zyn Broeder, Jan Laurenszoon Spiegel, dienWE* fommigen ook onder de Digters tellen (g), werdt, in't jaar 1578, tot Raad, en in 't jaar 1589, tot Schepen verkooren^ Doch Henrik zelf is nooit in de Regeering ge- weeft : 't zy dat hem hierin gehinderd heb- be zyne aankleeving aan den Roomfchen Godsdienft; 't zy dat hy, gelyk de oude o- verlevering in zyn geflagt luidt, alle eeramp- ten van de hand wees. En 't laatfte is niet onwaarfchynlyk, alzo men, met zekerheid, weet, dat de Vroedfchap deezer Stede, in 'c jaar 1589, bedooten hebbende, hem te nood- zaaken tot aanvaardinge der plaatfe van Raad in de Admiraliteit te Hoorn (b); en by 's Lands Staaten zelven daartoe zynde verdaan; hy zulks zo beftendiglyk geweigerd heeft, dat hy liever eene boete, ten behoeve der arme Godshuizen in den Haage, betaalen wil- de, dan deezen laft aanvaarden(*). Hy is twee- maal gehuwd geweeft, eerft met Br egt je ten >Berg, en daarna, in 't jaar 1602,met Dieu- wertje van Marken. Hy overleedt, in 't be>« gin des jaars 1612, aan de Kinderpokjes, waaraan zyne kinderen te Alkmaar, daar hy toen woonde, krank lagen,in een vertrek, tot welk hem, die deeze ziekte nimmer ge- had hadt, de toegang, door zyne Vïouwe,, bet
(f) Bladx.. 204,
(g) BiM. Belg. Tom. I. p. 4jf. •
(b) Refol. Vroedfch. N. 6. z July 1589. ƒ. 110 verfo, (i) Refol. Holl. 18 Jiity, 24 N»y> 17 Decemb. Ij8».^ 490, 7J6, 794.
O?
|
|||||
.
|
|||||
ai4 AMSTERDAMS VLDeei,
Zestien, belet werdt. Doch liefde tot zyn krooft
de EEp- dreef hem, om op een ladder voor de gla- ws. zen der Kamer te klimmen, daar 't gezigt der kwaaie hem derwyze ontftelde, dat 'er de ziekte op volgde, die hem de dood deedt, Zyn Lyk werdt naar Amfterdam gevoerd, en in de Nieuwe Kerke begraaven (k). Spiegel heeft fchatten gewannen , met
den Koophandel. Doch befteeddeze, mild- daadiglyk, ten diende van behoeftigen, en tot andere nuttige einden, Van Mander (/) telt hem, onder de lief hebbers der Schil- derkonft, hier ter Stede. De eerfte uitgave der Rymkronyke vanMelisStoke werdt, op zyne koften, in 't jaar 1591, te Amfter«? dam, by Barend /idriaanszoon, gedrukt; ge- lyk klaarlyk blykt uit de Voorrede, die de geleerde D oysA, op zyn verzoek, voor die uitgave, gefteld heeft. Voorts, verflaafde hy zig geenszins zo zeer aan den Koophandel, dat hy de boekoefening verwaarloosde- Hy verftondt de Latynfche fpraak, uit welke, hy de Atrms en 'Ibyfles van Sene ca ver- taald heeft, of heeft begonnen te vertaaien. (m). Ook was hy in 't Griekfch niet onbe-r dreeven. Bovenal, leide hy zig toe, op het befchaaven der Nederduitfche Taal- en Digtkunde, en was een der voornaamfte op? bouweren derKamer in Liefde bloei jende. Vol-» IENHOVE zingt hierom te regt (w): -O'ölh
{k^) Zie z*yn Leeven voor Vlamings Uitgave z.jner We:»
ken. (I) Scliil(?eib. ƒ. 2o<5 virfo.
(m) Zie VONDELS Opdiagt van JQSEPH in DOTHAIJ.
U'J ?9?ZY' v« H6,-
|
||||
III. Boek. VermaardePersoonaadjen. 215"
D'onduitfcheit en de taalfmet van het lant Zestien^
Week enigfins voor 't licht van uwverfiant,^ E&u- O Spiegels , o Stevynen, t de Groten. Wjï* En P e L s (o):
Alleen blonk te AmfleUam,mêt menig tref-'
lyk dichter
Voorzien; de Dichtkunst vry wat hêlderer én lichter.
Hier lette men op flóf én ßelling,ßylt en trant:
En hkr fchreef Spiegel^« Hartfpiegel vol verfland,
Zyn zuiv're moedertaal eer ft zettende in den zetel.
Hém vóteden Korenhart, Plemp, Fißcher, Kófler, Ketel,
En Br eederode, mét Kamphuizen, én Reaal, En Hoofd, èn Vondel, puik van fthryvers altemaal (2).
Onder zyne fchriften, die, voor 't grootfte
gedeelte , eenige weinigen , onder Roe- mer VisscHEUs/tyme» te vinden, uit- gezonderd, op zedelykeftoffe uitloopen,en meelt inrym gefield zyn, munt zyn Hert- fpk"
(e) Horatius Dichtk. */. n.
(2) De meeften van deezen waren Amfterdammert
van geboorte, en wy hebbenze allen, in dit Boek, geplaatft, behalve Dirk Rapbaelsz. Kamphuizen, die, te Gorinchem, en Cornelis Ketel, die te Gouda ge- booren was. De eerfte is, door zyne P/olmen en Stietelykt Rymen, vermaard; van den anderen, die de Schilder- en Digtkonft beide geoefend heeft, kan men een uitvoerig berigt vinden , by Carel vaj? MaKDER, Schilderboek, f. ioo enz. O 4
|
||||
2t6 AMSTERDAMS VI. Deel;
Jpiegcl uit; om welken famen te ftellen, hy
zig , veeltyds, afzonderde op zyne Luft- plaats aan den Amftel, tegen over de Die- mermeer (p) , en daarom Meerhuizen ge- naamd (q); welke naam nog niet verdwee- nen is. Doch Spiegels Luftplaats is, nader- hand , in tweeën gedeeld, en gedeeltelyk de herberg Paauwentuin geworden. By onzes Digters tyd , ftondt 'er een groote Linde- boom, in zynen hof, die, met trappen, in c|e hoogte, beklommen werdt, en van bo- ven gevormd was tot een Prieel, waarin wel twintig menfchen geplaatft konden worden. Hy noemde deezen boom der Muzen tooren (r): ten ware hy, anderszins, deezen naam gepaft hebbe op zyn Speelhuis, ook den Tempel der Muzen genaamd, en beftaandeuit drie vertrekken boven eikanderen, rjet pn- derfte vierkant, het middelfte agtkant, en het bovenfte rond ; om welk laatfte, een trans liep, van welken men een ruim uitzigt hadt over de omgelegen Landeryen en Wa- teren (x). Voor de Kamer in Liefde Bloei- jende , fchreef onze Digter , verfcheiden' jaaren agtereen, Nieuw-Jaars Lieden,van welken eenigen zyn overgebleeven. Hy hieldt, met de beroerndfte mannen van zy- nen tyd, brjefwifTeling en vriendfchap (t). ÏCoornhert bezogt hy dikwils, te Haarlem; gelyk, yeelligt, onder anderen, uit deeze woor*
(?) Hertfp. VII. Äo*4* *'• 13T.
\q) Zie, Hertfp. IV. Baek> hl. 69.
((J Hertfp. IV. Boe{t bt. 67.
(,) Hertfp VII. Boeit hl. 154.
ft) PONTANUS Attift. in't ütdtrduitftht bt, 2t$. "•
|
||||
III.Boek: Vermaarde Persoonaadjen. zij
woorden van den Hertfpiegel (u), waar hy Zestieit- Apollo fpreekende invoert, af te neemen is: de eeu- De Blenk (3) verdblikkig hier een Kaukafus
verßfekt:
's Duegds held, die met of ruß (4), ons veel- tyds derwerts trekt.
Hy dagt egter, dat Koornhert zig te zeer
met twiften ophieldt: 't welk uit deeze zy- ne woorden,blyken kan: Ik zoek gheen eer, aanzien, aanhangh , of iet zulx ; maar al- leen waarheyds-winfi in my, ook in andere, ken ik met luttel moeyten. Indien 't anders verßaan werd; ik fal wel rußen ende zwyghen, ende laten de wereld lopen daarze wil. Caflalio is in myn zin een wys man gheweeft, maar ik wil hem in 't beftraffen van 't gheen in myn ogen onrecht is, niet volghen, noch Erasmus, noch Coornhert. Luttel onderwinds maakt groo • te ruft. Doch winnen is 't zoetft, en de waar- heids-winft de grootfte (v). Spiegel hadt, volgens de gewoonte zy-
ner eeuwe, ook zyne Zedefpreuken en Zin- nebeelden. De gemeenzaamfte was Dueghd %erhuecht , om welke te verklaaren hy eenen brief aan zyns Zufters Zoon , den ïrofeffor Pauw, gefchreeven heeft, die nog yoorhandenis (w). By deeze fpreuk, voeg* de
f«) IV. Boei, hl. 76.
fv) Van natutul. gheneichtheid,»» zyne Werken, 6/.25«.
(») Zii <yne Werken, bl. 2}J-
(3) Een hooge duin buiten Haarlem, nu, in't ge-
ineen , de Blinkerd genaamd. (4) Koornherts gemeenzaame Spreuk was, We$*>
Q 5
|
|||||
i
|
|||||
2i8 AMSTERDAMS VI.DEfitf
Zestien- de hy dik wils, tot een zinnebeeld, een' A-
DE EEu- rion op een' Doifyn, de harp flaande, in'c *"s» midden van eene onftuimige zee. En dit zin* nebeeld wordt nog gezien, in den gevel van een huis op de ßloemmarkt, welk, uit zyv nen flam af kornftig, federt aan het aanzien* lyk geflagt van Leftevenon, welk, door de Bäckers, van Spiegel afdaalt, heeft toebe* hoord, en, laatftelyk, door den Heere en Mr. Antoni Warin, Oud-Schepen en Raad deezer Stede »bezeten ge weeft is Van gemeener fmaak was het zinnebeeld, waar- mede hy zyne andere fpreuk, Elkfpiegelbem, voor een ander huis, deedt uithouwen,(tel- lende , op den eenen hoek, eene L., in 't mid* den een' fpiegel, en op den' anderen hoek, eene M (x). Doch dit heette in zynen tyd vernuft. De Hertfpiegel, het befte zyner werken, is, zo ver my bekend is, niet dan na zynen dood, en voor 't eerft, in 't jaar 1615, by Cornelis Dirksz. Kool, te Amfter- dam, gedrukt (y). Ten befluite, merken wy aan, dat Spiegel een Lofdigt op Arnfter* dam, en vooral op den Amfterdamfchen Koophandel gemaakt, en aan Pontanus vereerd heeft (2), die 't, in zyne Bejchry ving (a), heeft ingevoegd. Wy hebben 'er, elders (b), eenige regels van aangehaald. Roe-
(k) P. Vxaminq Aant. «p Spiegels Werken, bl. 212.
(j) Zie Boekz. van P. RABUS .Jan. en Febr. i*9+. bl, sf.
(Z,) Zie PONTAN. Amft. rn'tSederd, bl. zgs,
r#J Libr. II. Cap. XXVIII. p. 234, in 't Nta'erd. bl. 271.
Ü) I. Deel, II. £óe^t bl. Ijp.
|
|||||
gggJ:T T..T.i;Tii'tiifgiBife|ifflii ■qm^éH.____■■*—*«■*•»-.-:.--.— -
|
|||||
}II.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 219
Roemer Visscher, Zestien-
DE BEU*
die, nevens Spiegel en Koornhert, onder de we.
fchranderfte Leden der Kamer in Liefde bloei- Roemer jende, en onder de eerfte opbouwers der Ne- Vis- derduitfche taaie, geteld moet worden, is,SCHER' hier ter Stede, in 't jaar 1547» gebooren. Ook heeft hy 'er een groot deel van zyn lee- ven doorgebragt. In de Regifters der Stad, wordt, by gelegenheid, op het jaar 1602, ge- waagd van zyn huis, welk op den Singel, tus* fchen de Jan-Rooden-Poort en nieuwe Haar- lemmer fluis, ftondt, en de Kreeft genaamd was (c): 't zy dat hy daar, of op den Zee- dyk gewoond nebbe, alzo ik ook vind,dat de Engelfche, nu de Gelderfche Kaai, tus- fchen 't Hoofd en de Waterpoorts-brug, in 't jaar 1605, befchreeven wordt, als gele- gen agter Roemer FiJJcher (d). Doch eenige jaaren voor zynendood,fchynt hy,even als zyn vriend Henrik Laurenszoon Spiegel, zig, met der woon, naar Alkmaar begeven te hebben, daar hy ook, zo ik my niet be- driege , op den elfden February des jaars j<52o, overleeden is O), Wy hebben reeds te kennen gegeven, dat hy zeer veel toe- gebragt heeft, tot den opbouw der Kamer in Liefde bloeijende. Hy werdt ook onder de goede Digters zyns tyds gerekend; doch muntte meeft uit, in korte Puntdigten, of Quikken, gelyk hyze noemde. Ook heeft hy (c) Groot-Meiïior. N. II. ƒ. a°4»
(d) Keurb. H. ƒ. 23$ verf*>
lf) BJUAAUW Stedeb. fa de Eefchr. v*n AnmeicJ,
|
||||
*>2o AMSTERDAMS VI.Deee;
Zestien- ge aartige zinnebeelden in 't licht gegeven:
de EEu- op de 'meeften van welken, hy uitleggingen, WE*' in onrym, gefchreeven heeft. De overigen heeft zyne oudfte Dogter Anna uitgelegd. Zyne Puntdigten hebben hem den bynaam van den Hollandfchen of tweeden Martiaal ver- worven , die hem, reeds door D o u s a , in de Voorrede voor de oudfte uitgave der Rym- chronyke "jan Melis Stoke, van 't jaar I59l > gegeven wordt: ----- ----- Laety zegt hy, Roemers foet
gequeefi,
Deur d'ongehoirde clanc der Nederland/c her luyten,
In 't Ooft, IVefi, Zuyden Noord, in allen oor en tuyten
En maken wijt beroemt ^btweepenMa^ TIAEL.
Ik meen, dat Roemer Viflcher, even als
Spiegel, zig altoos gehouden heeft by de Roomfche Kerke, in welke, hy opgevoed was. Nogtans, was hy vry van bygeloovig- heid, gelyk uit eenigen zyner Puntdigten af te neemen is. Het volgende toont, onder anderen, hoe hy over de beelden der Hei- ligen dagt, en bewyfl tevens zyne agting voor Jan van Hout, Secretaris van Leiden en Schry ver van het Dienfiboek dier Stad: Aen Jan van Hout.
Claes van Hout can kopen noch fpringhen :
Frans van Hout can lefen noch fcbryven: Maßen van Hout can Jegghen noch ßnghen: Bax-
|
||||
!
|
|||||||
ÏII.Boëk. Vermaarde Persoonaadjen. 211
ßarfor van Hout can wajfchen noch jiyven'. Zestien-
de« myn vrient van Hout can alle vreucht de eeu* bedryven (ƒ). Wy voegen 'er een tweede by, om te doen
zien, hoe gemeenzaam hy met Spiegel neb- be omgegaan: Op Paesdach aen H. L. S p i e g h e l.
Seght H e N D R i c K wout gy niet dattet al
rnorghen was,
Want by Vryfiers te gaen gheefi huyden geen-pas.
En in de Herberch is t fchand, ja by de Catholyken,
By der firaten te wandelen /eer qualyck Jtaet: Caetfen, dobbelen of /pelen is oockgeenraet, In de Kerck Joudt ghy al te langh fitten kycken,
Buytenop den dyckfoud ghy u fier befiy eken,
Ghefint fhuys blyven can ickfo qualyck doen als ghy:
Weet ghy nerghens te gaen? /o comt danby my (g).
Öe beroemde Digter, Joofl van Vondel!, heeft zig eerft beginnen te oefenen aan t huis van Roemer VhTcher', te Amfterdam, daar de fchranderfte geefteri van dien tyd plagten te vergaderen (b). Hooft noemt hem, in zeker Graffchrifc, de ronde Roemer, die nooit ryk van roemen was (r). Roemer Vis-
(f) Rommelfoo. I. 3. hl. io*.
tg) Romtnelfoo. II. J4- bi- lz*' , (h) Vondels teeven, hl. 17,12,; ti) Vetlch. Dichten, bl. 2+0, |
|||||||
»
|
||||||
Mi AMSTERDAMS VlDtiU
Zestien- Viflcher liet twee Dogters na, A n n a , eri
de lEü- Maria T e s s e l s c h a d e , in 't gemeen9 wß' blootelyk, Tejjelfihade genaamd: beide fchran- dere vernuften, in Digt-, Zang- en Speel- kunde, ook in 't konftig fchryven en teke- nen op glas, en in de Italiaanfche en Fran- fche fpraaken, ervaaren (k): uit de eerfte van welke fpraaken, Teflelfchade Tasso's Jeruzalem overgezet heeft (ƒ). Beide, en de laatfte inzonderheid waren zy gemeen - zaame Vriendinnen van de vermaarde Dig- ters Hooft en Huygens, gelyk, uit de werken van deezen, te fpeuren is. Beide zynze te Armlerdam gebooren, Anna, in 't jaar 1584 (m), en Teflelfchade, op den vyf en twintigflen Maart des jaars 1594. Zy kreeg, meent men, den zonderlingen naam van Tejjelfihade, naar de z waare fchade, die, drie maanden te vooren, in Texel geleden was, en waarvan veele Koopluiden te Am- fterdam fmertelyk gevoel gehad hadden* Anna is meteenen van Wezel gehuwd ge- weeft («), en Teflelfchade, in 't jaar 1623, met Alard van Krombalg, dien zy Krommet* je plagt te noemen, en by wien zy ten min- fte twee Dogters gehad heeft, eene van wel* ken, ook Tejjelfihade genaamd, nu en dan * in Hoofts Brieven, vermeld wordt. Tes- felfchade woonde te Alkmaar, met haaren man,
(kj Hoofts Gedickten, hl. zi3, zij. Brieven, N. 9%.
hl. gj. (I) Vondels Opdragt der Elektra. Jan V»s Gedicht. U Deel, hl. }j.
(m) zie Vondels Poezy, 1. Deel % hl» 187,
(n) H00TFS Briefen N. 196, ;oo , «oj , 6y6» bl» i$j t *»»i +«>> ?!»• |
||||||
/
|
||||||
ttl.BoEg. Vermaarde PersóönAadjen. 223
man, die haar, in 't jaar 1634, ontviel. Zestien-
Terwyl zy Weduwe was, kwelde de Ridder de eeu- Hooft haar met den Profeflbr van Baarle, WE* die, zekerlyk, groote agting voor hadt(o). Doch zy is niet wederom hertrouwd. Men weet, welke ernftige poogingen de Digter Hu Yge NS hebbe aangewend, om haar af te trekken van den RoomlchenGodsdienft, dien zy, beftendiglyk, bleef aankleeven. Zy is, in Juny des jaars 1649, te Amfterdam, daar zy zig, eenigen tyd te vooren, met der woon, hadt nedergezet (/>) , overlee- den. Haare Zufter is, na haar, op den zesden December des jaars 1651, geftorven* Om van de agting, die de geleerden onzes Lands, in 't begin der voorgaande eeuwe, voor dit eêl paar zufteren gehad hebben, wel te oordeelen, behoeft men, alleenlyk, Ho o ft s Brieven doorbladerd te hebben: in welken ook de geneugten, die Teflel- fchade inzonderheid, op den Huize t'e Mui- den, genoot en aanbragt, geeftiglyk, ge- fchilderd worden. Wy keeren wederom tot de vermaarde
Amfterdammers der zeftiende eeuwe, onder welken, ons verder voorkomt PETRUS OPMEER, PETRüt
Opmeer.
die, uit -het Weftfriefch geflagt der Opmee- ren, door Vrouwe Jacoba, in 't begin der vyf-
(0) HOOFTS Brieven, ff, 164,19t, ïfi,3«3, 3»r,jjï,
49*,603> 706, bt. 13}, 1 $s, Xtotz$7 , 3«*, JCJ>,3*3» 37** 44i*szf #ns. Vide & Epift. tnfig. Viror. c Mufaeo J. O.
JMeelii p. 17«. (p) J. VOS Gedichten, I. Dtcl,Jl, jilcvx.. ) |
||||
224 AMSTERDAMS VLÜEËti
Zestien- vyftiende eeuwe, tot den adelyken ftand
de E£u- verheeven, voortgefprooten , op den der- wis. tienden September des jaars 1526, hier ter Stede j gebooren is. Zyn Vader voerde den zelfden naam, als hy. Zyne Moeder was Ma* ria van Merßoot. Zyne eerfte Leermeefters waren Alardus van Amfterdam en NicolaaS Cannius, van welken béide wy, hiervoor (#), eenig berigt gegeven hebben. Daarna, heeft hy, zig * te Leuven en te Doornik, in andere weetenfchappen, geoefend. Doch in 't een en twjntigfte jaar zyns ouderdoms, werde hy, door zyne Moeder, toen Weduwe, t'huis ontbooden, en tradt, federt, in de egt met Sofia, Dogter van Pieter Sasbout. Hy ver- taalde verfcheiden' werkjes $ uit het Latyn, in 't Nederduitfch, en onder anderen, het bekende Boek van Fincent, van Lirins tegen de Ketters. Ook leide hy zig, in eenen ta- melyk gevorderden ouderdom j toe op de kennis der Griekfche taaie, waarin hy, doof Petrus Refenius, Reétor der Delftfche Schoo- le, onderweezen werdt. Hy hadt, in't eerft, voor, zig tot Do6lor beide in de Genees- konft en in de Regtsgeleerdheid te laaten bevorderen. Doch daarna wendde hy zyne gedagten, geheellyk, tot de oefening der Godgeleerdheid , en bediende zig van de verkreegen' kundigheden, om de Onroom- jfchen te wederleggen. De woefte handelin- gen van Lumey en Sonoy, tegen de Room- ïche Geeftelyken en anderen, bewoogen hem, in 't jaar 1572, Delft, daar hy toeri wooip
(q) Bladx» t9l» l»t*
|
|||||
•
|
|||||
lil. Boek. Vergaarde Persoonaabjen. kb$
woonde, te verlaaten, en naar 't Spaanfche Zafitfi
Leger voor Leiden te wyken, daar Fran de ee«?- cisco Baldes hem , tot Secretaris van denWB# Krygsraad, aannam. Hy volgde Baldes, eer- lang , naar Henegouwen: doch werdt, van daar,naar Amflerdam ontbooden, door den Schout Pieter Pieterszoon, om de Roomfch- Katholyken te bevefligen in 't oud geloof* Amflerdam was, in't jaar 1573 en federt, de herberg der Roomfche (jeeftely ken , man- nen en vrouwen; die, uit de omgeflaagen' Steden, derwaards de wyk namen, en, met openë armen, ontvangen werden («y). Doch Opmeer kon het 'er niet langer houden, dan tot na de verandering des jaars 1578» wan- neer hy ter Stad uit week, en openlyk inge- daagd werdt (2). Hy begaf zig, federt, we- derom naar Delft, daar hy, op den vierden November des jaars 1594, overleeden, en in de S. Hypolitus- of oude Kerke, voor 't Choor, aan de Noordzyde, begraaven is Qa)< Onder zyne Werken, munten uit zyn Opus Chronographicum of Kerhlyke en IVeereldlyke GefchiedemJJen, van de Schepping af, tot op het jaar 1590, en zyn Catholyk Martelaars* hoek; in welk laatfte, hy de wreedheden * doorLumey erj Sonoy,tegen dank der hoo- ge Rëgeeringe', omtrent de Roomfchgezin- den, gepleegd, ten onregte, fielt op reke* ning der Gereformeerden in 't gemeen. Maar*
(y) Opmeer Cathöl. Martelaarsb. II. Deel ,11. ztit
(t.) Zie 11. ZW, X. Btek^, bl. io, (a) Zie z,jn Leeven voor 't eerfie Deel van x,yn Marre-
laarsb. Ilibl. Belg. Tem, I. p. 996. XI Stuk. P
|
|||||
.......
|
|||||
*2<J AMSTERDAMS VLDeèU
Zestien*
de ebu- Maarten Janszoon Koster,
Täte
een gebooren Amflerdammer, fchoon my
TENjANs-de tv5- zyner geboorte, nergens, voorgeko- zooN men is; in zyne jeugd, het onderwys van Koster. Cornelius Crocus (&) genooten hebbende, heeft zig, van vroeg af, op de Geneeskonft toegelegd, die hy, in zyné Geboorteflad, en ook buitens Lands, met lof, geoefend heeft. Wy hebben, in 't verhaal van de Gefchiede- nißen der Stad, doen zien,1 dat hy zig, al vroeg, gevoegd heeft by de Gereformeer- den , waarom hy, zo dra AI va in 't Land ge- komen was, Amfterdam en zyn Vaderland verliet; fèdert, openlyk ingedaagd, en, door den Raad der Beroerten, gebannen werdt (c). Hy begaf zig toen naar Dole, in 't Graaffchap Bourgondie, daar hy de Genees- konfl oefende, en in kennis raakte met ee- nen edelen Deen , Petrus Oxe genaamd, die, eerlang, naar zyn Vaderland gekeerd, Koller naar Koppenhagen troonde, daar hy hem, tot Lyfarts van Koning Fredrik den II., wift te doen bevorderen; welke poft hy, tot na de dood zyns bevorderaars, bekleed heeft (d). Uit eenen brief, den zeventien- den May des jaars 1574 , door hem , uit Koppenhagen , aan Hadrianus Junius ge- fchreeven, blykt, dat hy toen flerk verlang- de naar zyn Vaderland (e). Het fluiten der Gend-
(b) Zie hier voor, bl. 197.
(c) Ziell.Deet,VlLBoe^,bl.l$9t *»«» !»♦• VIII. Bttl^
bl. 172, 28;. (d) Pontan Ubr. \\.,C*p. XXVIII. ƒ>, 244.
(e) JUNII Epift. p. 6ll% Edit, Dordr. i6$l.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 22?
Gendfche Vrede gaf hem gelegenheid, om Zes*!**
te Amfterdam weder te keeren, daar hy, de eeu- nevens anderen, deel hadt aan de omkeering W1£* des jaars-1578, in welke, hy tot Burgemees- ter en Raad verkooren werdt (ƒ). Nader- hand , is hy, nog driemaal tot Burgemeefter, en eens tot Oud - Burgemeefter verkooren; doch zyne flerke aankleeving aan de partye van Leicefter (g) bragt hem in de ongunft van de meeften zyner medebroederen, die hem, federt, van 't kuffen hielden. Wy hebben», reeds elders (b), verhaald, dat Kos- ter onder de eerften geweeft is, die, hier ter Stede, openbaare LefTen over de Ontleed- kunde gegeven hebben. Hy is, in 't begin der volgende eeuwe, overleeden. My is niet bekend, dat hy iet, in gefchrift, aan de weereld heeft medegedeeld. Sebastiaan Egbertszoon, Sems-
inboorling deezer Stad, en Zoon van Eg-Eo_
bert Meinerdszoon , van wiens onfchuldig bekts- lyden, ter oorzaake van den Godsdienft, wy,Z0ON* elders (i), omftandiglyk, gewaagd hebben, hadt zig, in zyne jeugd, ook in de Genees- kunde geoefend , en was tot Doftor in de- zelve bevorderd. Hy werdt, in 't jaar 1593, tot Schepen , in 't jaar 1602, tot Raad, en in 't jaar i6o<5, tot Burgemees- ter verkooren: en deedt, onaangezien hy*, met zulke waardigheden, bekleed was, zo wel
(f) TI. Deel, IX. Boek, bl 47t , 478.
\g) Zie II. Deelt X. Bael^t bl. 70, 7}, 7+. ih) III. Deel, V. Boek, bl. Ö94- (i) II. Deel, VIII. B*ek^, bl. i7|. P 2
|
||||
|
||||||||
aa8 AMSTERDAMS VI.Deel.
Zestien-wel als Maarten Janszoon Kofter, Leflen
de EEu- over de Ontleedkunde, op de Gehoorplaats, W£# boven de kleine Vleefchhal, in de Nes. In 't jaar 1618, werdt hy ,door Prinfe Maurits, ontflaagen van de Regeeringe (£). In zeke- re gefchreeven' aantekeningen, vind ik, dat hy, in 't jaar 1621, geflorven is: in ande- ren , wordt zyn dood, op den agtften Au- guftus des jaars 1628, gefield. Ellerd Ellerd de Veer,
»e Veer.
Penfionaris van Amfterdam, die, in *t begin
der zeventiende eeuwe, overleeden is, heeft
zig, onder anderen, eenen naam gemaakt, door het vertaaien van de Samenfpraaken van Erasmus en eenige andere werkjes, uit het Latyn (/); en door het fchryven van een vervolg op de Groote Holland/ehe Cbronyk, welk van het jaariji'ó tot het jaar 1595 loopt, in 't Nederduitfch. De Veer heeft dit laatftge- melde werk aan Prinfe Maurits opgedraagen. CORNÉ- CORNELIS VAN HAAMRODE
bIak- wordt, by|Pontanus (m),ook geteldon-
robe. der de Schryvers, welken Amfterdam uitge- leverd heeft; die te gelyk meldt, dat hy, aldaar, in 't jaar 1599, overleeden is. Van zyne befchryving van Batavia, en van een ander begonnen werk , de gefchiedeniffen , der Nederlanden, ten tyde des Hertogs van Alva, betreffende, hebben wy, elders («), ge-
(k.) II. T)eel, XIII. Beek.' hl> 3°+.
(I) PONTAN- Lihr II. Cap. XXVIII, f. 24J.
(m) Ubi fupra p. 24+»
(nj. Voorr. bl, XVI.
|
||||||||
L
|
||||||||
• , -
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 229
gewag gemaakt. Ook hebben wy, ter zelf- Zestien-
der plaatfe, aangetekend, dat hy het No- *>& £eu- tarisfchap te Amfterdam bekleed heeft. WEt De zeftiende eeutve heeft, te Amfterdam, staat- en
ook Luiden voortgebragt, die zig , door Krygkun- hunne geoefendheid in Krygs- en Regee-eigenen ringszaaken, beroemd gemaakt hebben, en^J die de Leezer, reeds, uit ons verhaal van de Gefchiedenijfen der Stad , moet hebben leeren kennen. Wy ontmoeten daar Bur- gemeefter Goossen Janszoon Ree- kalf, die, in zyne vroege jeugd , in Ita- lië , den kryg gevolgd, en, onder anderen, den vermaarden flag van Ravenna byge- woond hebbende (0), in 't jaar 1535, zeer veel toebragt, om den aanflag der Herdoo- peren te doen mislukken (p). En in laater' tyd, de Staatfche Hopluiden Nicolaas Ruik haver, Jacob Simonszoon de Ryk , Dirk Duivel en verfchei- den' anderen: om niet te fpreeken van den Schout Willem Dirkszoon Barde s, man van bekoorlyk vernuft en geoefende weereldkennis, wiens deerlyk lot wy, el- ders (q), te boek gefteld hebben. Doch de Stad heeft, in de zeftiende eeuwe, ook ee- nige vermaarde Konftenaars uitgeleverd, die wy hier, meteen enkel woord, gedenken moeten. Onder deezen , komen ons vier Schilders voor, allen, zo ik my piet bedrie- ge, inboorlingen van Amfterdam. De eer- fte,
(o) Opmeer Cathol. Martelaarsb. II, Deel, bl, 2«j.
(p) Zie II. Deel, VI. Boek,bl- 41. (^; It. Deel, Will. Btel^, bl. 27S. . P 3
|
||||
111 ■ ' i . ^—~-——^^^^~~^*m^m~mmmmim*qinK^Bmi^mmmmm—mm^mmm^m
|
|||||||
S3® AMSTERDAMS VI.DEEt.
Zestien-Corn el is Antoniszoon , of Comelis
PE Keu- Teunijje, gelyk hy zynen naam ook fchynt Wfi' gefchreeven te hebben, is zelfs Schepen en Raad der Stad ge weeft. Van hem hangt nog eene afbeelding van Amfterdam op de The- faurie Ordinaris deezer Stad. Zy is, in 't jaar 1536, gefchilderd, en vertoont de gebouwen en huizen, in derzelver natuurlyke geftalte, Hy heeft deeze zelfde afbeelding, nader- hand , injtwaalf bladen, in houtfneede, uitge- geven. En wy hebben 'er ons , dikwils, van bediend, in het ophelderen van de al- oude gelegenheid en gedaante der Stad, zyn- de ons, wy bekennen 't gaarne, tot hiertoe, geene ouder egte afbeelding van dezelve voorgekomen. Voorts, zyn 'er van deezen zelfden Schilder nog eenige oude Schutters- Stukken voorhanden , en onder anderen , een, met zeventien Schutters aan eene tafel, hangende in den gang voor de kleine Krygs- raads Kamer. Het is, in't jaar 1533, ge- fchilderd. Men noemt het, in 't gemeen, de BraspenningS'Maaltyd. De andere, Dirk Jacobszoon, was
een Zoon van den Schilder Jacob Comelis- zoon van Ooftzaanen, die zig te Amfterdam hadt nedergezet, daar zyn Zoon de konft ook geoefend heeft, en in 't jaar 1567, in hoogen ouderdom, overleeden is. Men heeft nog verfcheiden' Schutters-ftukken van dee- zen Dirk Jacobszoon op 't Stadhuis. Men plagt, van ouds, zeer te roemen een Stuk, van hem gefchilderd, en op eene der Boog- fchutters - Doelen hangende , waarin eene hand kwam, zo fraai gedaan, dat zekere |
|||||||
'
|
|||||||
__________—„_
|
|||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 231
Jacob Rauard, voor dezelve alleen, eene Zestien-
groote fomme gelds gebooden hadt. Zy»E eeu- werdt, in 't begin der zeventiende eeuwe,WR# nog met verwondering befchouwd (r). . De derde ,Pieter Arnoudsz, en
in de wandeling Lange Pier genaamd, muntte byzonderlyk uit, in het fchilderen van jonge boerinnen, ezels, vifTchen, en allerlei koo- kengereedfchap. Hy hadt ook twee fraaïje altaarftukken gefchilderd, voor de oude , en voor de nieuwe Kerke. Voor het eerfte, hadt hy wel twee duizend kroonen getrok- ken. Doch zy zyn beide, ten tyde der Beeld« ftorminge, vernield, of weg geraakt. Lange Pier is, in den ouderdom van zes en zeitig jaaren, in 't jaar 1573, overleeden, en in de Oude Kerke begraaven. Hy heeft twee of drie Zoonen nagelaaten, die, insgelyks, de Schilderkonft geoefend hebben (/). Doch de drie genoemde Schilders wer-
den verre overtroffen, door den vierden, Dirk BARENDSzooN,die,in zynevroe- ge jeugd , de beginfels der konfl geleerd hadt van zynen Vader, een' tamelyk goed' Schilder hier ter Stede, in de wandeling Doo- ven Barend genaamd; doch in den ouderdom van omtrent een en twintig jaaren, naar Italië gereisd was, daar hy 't onderwys van den grooten Titiaan genooten hadt. Hy was, meent men, de eerfte, die de lofTe Italiaan- fche wyze van fchilderen, hier te Lande, over-
(r) PONTAN. Lihr. II, Cap. XXVUÏ. p. i*J. KAKEL VAN
MANDER Schilderb./. 130 verfo. {1) PONTANus ubi fwpra. OPMEERCath.Martelaatsb.il. ßi(tt bl. U8. VAN MANDER ƒ. I6i V*r/i,
P4
|
||||
*32 AMSTERDAMS VÏ.Deex,
Bestien-o verbragt. Zeven jaaren in Italië gefleeten
pE mV- hebbende, keerde hy te Amfterdam te rug„ ^* daar hy, onder anderen, den oproer en ftraf der Herdooperen, in verfcheiden' Taferee-? len, gefchilderd heeft, die, in een vertrek op 't Stadhuis, geplaatft werden, waar, na- derhand, CommiïïanfTen van kleine Zaaken zitting namen; doch zy zyn, met den brand van 't gebouw, in \ jaar 1652, vernield geworden. Voorts, heeft hy verfcheiden* Schutters flukken gefchilderd, die nog, op 't Stadhuis, voorhanden zyn. Hy was, be- halven in 't Italiaanfch, ook in de Latynfche taaie ervaaren, en hielde 'er briefwiïTeling in, met de geleerden van zynen tyd. Ook hadt hy, in Italië, kennis gemaakt met den ver- maarden Heere vanAldegondej die, te Am- fterdam komende , gewoon was, hem te vereeren met een bezoek. Hy is, omtrent Pinkfteren des jaars 1592,in den ouderdom van agt en vyftig jaaren, overleeden (f). By deeze Schilders, voegen wy den be-
roemden Beeldhouwer en Kaarttekenaar, Joost Jansz, die, in't jaar 1541, hier ter Stede gebooren, en met Katharina Klaas- je Gaaf', Weduwe van Lambert Korneliszoon Vpzy, die, in 't jaar 1580, Secretaris dee- zer Stad geworden was, gehuwd geweeftis. En aan dit Huwelyk heeft men te danken, dat eenige werken van Jooft Jansz, in den Huize van Witfen, bewaard geworden zyn, alzo deeze Vrouwe Over Grootmoeder ge- » weeft is van Burgemeefter Nicolaas Witfen, wiens
(f) K. VAN AlANDEK. Schildeib./. lj6,Zl* verfo.
|
|||||
,•"
|
|||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 233
wiens Grootmoeder, Katharina Opzy, eene Zestien,
Dogter was van haar en van'Lambert Kor- D& **w<* neliszoon Opzy, Wat onzen Konftenaar be- W1^ treft; men heeft nog verfcheiden' Kaarten en platte gronden, die door hem getekend zyn, onder anderen, eene Kaart van Holland^ eene andere van 't Beleg van Leiden, en de Grondtekeningen van 't Minderbroeders- Kloofler, en van 't S. Jorïs-Hof in de Kal- verftraat: ook de fpits van den tooren der Oude Kerke, in houtfneede. Het vermaarde Straatsburger Uurwerk is ook, door hem, gemaakt. In 't Minderbroeders - Kloofter, plagt, oudtyds, veel beeldwerk van Jooft Jansz te zien te zyn, en onder anderen een Chriftus, met zyne Discipelen, in den Hof Gethfemane, waarvan.de konft, hooglyk, geroemd werdt (m). Jooft Jansz. is, op den agtften November des jaars 1590, overlee- den, zonder kinderen na te laaten. Wy komen nu tot de vermaarde Perfoo- Vermaar*
naadjender zeventiendewagttien-^ Per- DE eeuw e, welker getal veel grooter is,f00n,aad" tlaar gelang, dat de Stad, in dien tyd, in Zeven- grooter aanzien, en, onder anderen, door tiende en het opregten der Doorlugtige Schoole, ook agttiende in geleerdheid, is toegenomen. Wy zullen-eeuwc' ze, hierom, in vier föorten, onderfcheidenj en eerft van de Staat- en Krygkundi- g e N; daarna van de G e l e e r d e n ; vervol« gens van de Digters, en eindelyk van Je Konstenaars handelen. STAAT-
(u) zit Dapper, bl. ju.
|
|||||
•
|
|||||
234 AMSTERDAMS VI. Deel.
STAAT- en KRYGKUNDIGEN. |
||||||||||||||
Zeven-
|
||||||||||||||
tiende
en AGT- tiende y^v nder de Staat- en Krygkundige inboor-
keüwe. yj ]ingen deezer Stede f hebben, tegen 't a's j einde der zeftiende, en in 't begin der ze-
Staat- ventiende eeuwe, uitgemunt de Burgemees- en Kryg- terenREiNiER Kant enWiLLEMBAR- xuNDi- des; de Vroedfchap Adriaan Pauw en |
||||||||||||||
«EN.
|
||||||||||||||
anderen, welker voornaamfle bedry ven wy,
in het verhaal van de GefchiedenifTen der Stad, byzonderlyk in het VII. VIII. en IX.' Boek van het II. Deel, hebben aangetekend. Thans ftaat ons nog te gewaagen van eeni- ge anderen, die, in en na dien tyd, gebloeid hebben. En hier komt ons eerft voor de Zeeheld |
||||||||||||||
]acob Jacob van Heemskerk,
van
Heems- een Amfterdammer van geboorte, die, in 't
kerk. jaar 1595, als Opperkoopman , aan boord van den wakkeren Willem Barent- sen, ook, zo ik my niet bedriege, een in- boorling deezer Stad, fcheep ging, om eenen nieuwen weg naar China, door 't Noorden, te zoeken. Barentfen hadt deezen togt nog eens gedaan; doch zonder zyn oogmerk be- reikt te hebben. Ook belette nu het ys hem en Heemskerk, verder dan tot aan Waaigats, te komen. Heemskerk ondernam dezelfde reis, nog eens, in 't jaar 1596, als Koop- man en Schipper tevens. Barentfen, die hem, als Opperftuurman, verzelde, overleedt op de reize. Doch Heemskerk, op NovaZem- bla
|
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 235
bla overwinterd hebbende, keerde, behou- zEVbw-
den, in 't Vaderland, te rug, zonder egter tiende den gewenfchten doortogt ontdekt te heb- cn AGT* ben. Naderhand, deedt hy, als Bevelheb- "™* ber over twee Schepen, eene reis naar Ooft- § \ indie, langs den gewoonlyken weg, en keer- en KARY'0. de, in 't jaar 1604, met eene rykgelaaden kundi- Portugeefche Karaak, die hy op den vyand GEN* veroverd hadt, wederom, 's Lands Staaten ftelden hem» in 't begin des jaars 1607 , o- ver een Esquader van zeventien oorlogsfche- pen, uitgezonden om de vyandelyke Zee-* magt, op de kuften van Spanje, aan te tas- ten. Op den vyf en twintigften April, raak- te hy met den Spaanfchen Admiraal, Don Juan Alvarez d'Awla, daags, op de hoogte van Gibraltar. En hier werdt hem, met de tweede laag, het linker been afgefchooten. Men weet, dat hy aan de wonde overlee- den is, en dat zyne Vloot de zege behaald heeft (v). Van zyne Grafïïede in de Oude Kerke, hebben wy, elders (w), gefproken. NlCASIUS DE SlLLE, NlCASIUS
fchoon niet te Amfterdam, maar, op den
derden Auguftus des jaars 1543, teMeche- len, gebooren, verdient egter geteld te wor- den onder de Staatkundigen, die, hier ter Stede, gebloeid hebben, alzo hy de eerfle was, die, na de verandering des jaars 1578, tot Penfionaris deezer Stad, aangefteld, en federt, in verfcheiden' Staatshandelingen , ge-
(v) Zie Vaderl. Hift. IX. Deel, hl. 141, *H.
(vpJ UI. Deel, II. Bftk, *'• J4°« |
||||||
»
|
||||||
MH
|
||||||
235 AMSTERDAMS VI.Déei;
Zeven- gebruikt werde Te vooren, was hy, on-
TiENDE der de Regeering van den Aartshertoge tiendI" Matthias> Secretaris des Raads van Staate eeüwe. geweeft. Doch, in 't jaar 1584, tot Pen* Staat- fionaris van Amfterdam, zynde verkooren, en Kryo- werdt hy, van wege de Staaten van Holland, Kram- nevens Oldenbarneveld, Maalfon en anderen, 0EN* dikwils,gemagtigd tot de handelingen met den Graave van Leicefter. Hy is ook, in gezant* fchap, naar Engeland, naar Duitfchland, en, tot driemaalen toe, naar Deenemarke, ge- zonden geweeft. In dejaaren i595eni<5oo, washy, nevens anderen, Afgevaardigde te Velde. Uit de Regiflers der Generaliteit, blykt ook, dat hy, van 't jaar 1584 af, tot aan zynen dood toe, in de Vergadering der al- gemeene Staaten, is afgevaardigd geweeft, en aldaar zelfs, foratyds, heeft voorgezeten, Hy is, op den twee en twintigften Augus- tus des jaars 1600, overleeden, en hier, in 't Choor der. Oude Kerke, begraaven. Men heeft hem dit Graffchrift gefield: Publicitus vario in terris bene munerefunftust
Defunftus Coeli munera ,Sille,capis (x), Jacob Jacob van Neck,
NECK, een kloekmoedig en bedreeven Zeeoverfte,
en inboorling deezer Stad, werdt, in 't jaar 1598, als Admiraal over agt fchepen, ge- zonden naar Ooftindie, en deedt eene zeer voordeelige reis. In 't jaar 1600, ondernam hy eenen tweeden togt, met zes fchepen. Hy
(x) Vit eene gefetueevene Aantek. vm den Heere ïie-
£denc Mollebus, |
||||
III. Boek. Vermaarde PersoonaaDjen. 237
Hy raakte toen, ten behoeve des Konings zeven*
van Ternate, in gevegt met de Portugeezen, tiende
en keerde, met ryke laadingen van Peper, en AGT*
teÄmfterdanrte rug (3/). Sedert, hieldt hy ^we!
zig aan land, en werdt, in 't jaar 1609, tot Staat'.
Schepen; in 't jaar 1621, tot Raad, en in^'KRYQ-
't jaar 1622, tot Burgemeefter, verk©oren. kundi-
gen. Jacob Willekens, Jacob
Wille-
insgelyks, hier ter Stede gebooren, heeft, kens.
omtrent den aanvang der zeventiende eeu- we, meer dan éénen togt gedaan naar Ooft- indie, en in 't jaar 1624,het bevel gevoerd over een Esquader, welk naar Brazil gefchikt werdt. De Bahla de todos los Sanctos of Al- lerheiligen Baai is, door zyn beleid en dap- perheid, bemagtigd. Hy was, reeds in 't jaar 1588, tot Regent van 't Oude zyds- Huiszitten-Huis, en in 't jaar 1593, tot Re- gent van 't Burger - Weeshuis, aangefteld: in 't jaar 1639, werdt hy , tot Raad der Stad, verkooren. » '
Cornelis Pieterszoon Hooft, Corne- LIS PlE-
Vader van den vermaarden Hifloriefchryver ters-
en Digter, Pieter Corneliszoon Hooft, is, ??ON , * hier ter Stede , daar hy de aanzienlykfte waardigheden bekleed heeft, en dik wils Bur- gemeefter geweeft is, ter weereld gekomen. Zyn y ver voor 's Lands vryheid, en voor de gemaatigdheid in zaaken van Godsdienft en Regeeringe, waarvan wy, in 't verhaal van de
O) Vaderl. Hift. IX. D<tl, */. 13!.
|
||||
238 AMSTERDAMS VLDrkl.
Zeven- de GefchiedenilTen der Stad, menigvuldige
tiende bewyzen te boek gefield hebben, verdient en AGT- wei $ dat men hem plaatfe onder de be- eeuw"e! roemdfte Staatkundigen, die Amflerdam _ * heeft uitgeleverd. In 't jaar 1584» pas tot M Xm. ^a3(* verkooren, ftelde hy der Vroedfchap 1UND1- de zwraarigheden, in 't verheffen van Wil- «"*. lern den I., tot Graave van Holland,zolang 'er Zeeland niet in bewilligd hadt, zo lee- vendig voor oogen, dat men hier agterlyk werdt, om 't gewigtig werk, welk reeds zo ver gebragt was, verder voort te zetten. In dejaaren 1586 en 1587, yverde hy, nevens anderen, zo fterk, om der heerfchzugt des Graaven van Leicefter paaien te ftellen, dat zulks den Landvoogd in de oogen Hak, en men verhaald vindt, dat Hooft en andere voorflanders der Vryheid daarom gevaar lie- pen van hun leeven. In 't begin der volgen- de eeuwe, ftelde hy, dik wils, al zyne wel- fpreekendheid te werk, om de meerderheid der Vroedfchap over te haaien, tot gemaa- tigde gedagten in zaaken van Godsdienft, en tot het dulden van verfchillende Gezindhe- den , die zig flil en vreedzaam gedroegen. En fchoon hy niet beleefde, dat zyne rede- nen, in 't algemeen, gehoord en gevolgd werden, was hy niet lang overleeden ge- weeft , toen de grondregels, welken hy voor- gedaan hadt, voor 't grootfte gedeelte, ge- lyk als tot beftendige voorfchriften, om dee- ze groote Stad weite regeeren, werden aan- genomen. Hooft ftierf, in hoogen ouder- dam, den eerften January desjaars 1626. Vondel, die hem gekend hadt, heeft, dik-
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen, 239
dikwils, tot zynen lof gezongen. Hoor hem, Zeven-
onder anderen, in den Roskam: tiende en AGT-
Ofpiegel van de deugd! o voorbeeld zonder™™^
vlekken! Staat-
Nooit zooptge bloet en mergb der fcbameleen Kryo-
gemeent, kundi-
Noch flopte Sooren voor haer rammelend ge-0BW"
beent.
Wat lietge uw zoonen na, toen 's levens licht wou neigen ?
Indien 'tgemten u roept, bezorgt het als uw eigen.
Zoo was uw uiterfle aem flecbts waere klae- re deught,
Daer gy, vermaerde Stadt, uw kroon meed eieren meught (z)
Van twee Grafdigten, door den zelfden Dig-
ter, op den Burgemeefter gemaakt (a), is dit het kortfte: 's Lants Hoofdßad derft haer Hoofd en troofl,
de goe gemeent
Haer Vader. Burgers, fprengt met tranen 't vroom gebeent.
Joachim Henriksz. Zwartenhond, hen.
* X.IKSZ.
een wakker Zee-overfte, werdt, hier ter Zwar.
Stede, in't jaar 1566, gebooren,en begaf ten- zig, ouderloos geworden, in of kort na 't1101*15* jaar 1578, op zee, voor Schippers jongenj werdt,
(s.) Poëzy, II. De el, hl. zoi.
(«) Poëzy, I. Dtelt bU 199- Ut Deel f hl. 73,
|
||||
240 AMSTERDAMS VLDEÉfc
werdt, eerlang, door de Spanjaards, gevan*
gen, en, in 't jaar 1588, gefield op de zo^ genaamde onverwinnelyke Floot; doch van 't fchip geloopen zynde, kwam hy, met een* Hollandfch' Schipper, die in deCondadlag, gelukkiglyk, aan, in Zeeland. Sedert, deedt hy verfcheiden' togten, te water en te lan- de, ten diende van den Staat,en kweet zig zo wel, dat hy, eerlang, door 't Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, tot Luitenant, en in 't volgende jaar, tot Kapitein bevorderd werdt. In 't jaar 1599, woonde hy den togt naar Cadix by, onder den Admiraal Piet er van der Does, en, in 't jaar 1602, dien naar de Weftindien, onder den Admiraal Obdam; waarna hy, tot Vicë-Admiraal bevorderd, ïn 't jaar 1603, een' tweeden togt weft- waards deedt, in welken, hy de Bahia de todos los Sanctos hielp veroveren. Sedert, bleef hy aan land en te Amfterdam, tot te- gen het uitgaan van 't Beftand, in 't jaar 1620; wanneer hy, met een Esquader, in zee ftak, om eene Koopvaardyvloot te ge- leiden. In 't laatft van 't jaar 1621, werdt hy tot Admiraal verheeven, en vertrok, we- derom , met eene vloot Koopvaarders, naar de Straat en Middellandfche zee Op deeze reize, die lang duurde , raakte hy , den zeftienden Oclober des jaars I622 , flaags met de Spaanfche Vloote; behaalde 'er eene volkomene overwinning op, en keerde, in November, behouden in Texel te rug (b). Hy is, meen ik, na deezen togt, niet we- der- (t) Wassenaer Hiftor, Vsihael,IV. Detl,f. 25»verft twx*
|
|||||||
Zeven-
tiende en ACT- TIENDE
EEÜVVE. Staat-
en Kryg KUNDI-
GEN. |
|||||||
■
|
|||||||
JH. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 24 t
derom in zee geweefl:, en omtrent den aan- Zeven.'
Vang van Juny desjaars 1627, te Amfterdam, tiende geftorven en begraaven (c\ en AGT4 t> O \ s TIENDE
Cornelïs Janszoon de Haan, E£UW£*
Staat*
ïn 't gemeen Haantje gebynaamd, insgelyks,en Kwro« een moedig en bedreeven Zee overfte, was*™™" ook te Amfterdam gebooren , en van de * minfte Scheepsbedieningen , tot Kapitein LI°RjAW*s, opgeklommen, Hy deedt, met zyn fchip zoon da alleen, verfcheiden' gelukkige togten tegen Haan. de Duinkerker Kaapers, die hy, dikwiis, merkelyke afbreuk gedaan heeft. Ook is hy, in de Middellandfche zee, nu en dan, met Spaanfche en Moorfche Kaapers, flaags ge weeft. Doch in't jaar 1633, *n gevegt geraakt zynde , met twee Duinkerkers te gelyk, die hem, van wederzyde * aantafte- den, hielde hy den ftryd zo lang uit, dat hy den eenen op de vlugt jaagde, en den an- deren in den grond fchoot. Hy zelf fneu- velde, nogtans, in dit gevegt. Zyn Lyk werdt herwaards gevoerd, en in de Oude Kerke begraaven. Van het Grafteken ter zyner gedagteniffe, hebben wy, in de Be- fchryvinge dier Kerke (d), gewaagd. Dirk Janszoon Coedhals, DtRK
Amfterdammer van geboorte , is ook een Tans*
dapper Zee Kapitein»geweeft, en heeft, ge- Go°ED. duurende den Spaanfchen oorlog, verfchei- hals. den' treffelyke daaden uitgevoerd. Nog maar Lui*
(c) Wassenaer Hiftor. Verhael, XIII. Deel, ƒ. <H<
(d) Zie VI Deel, tl. Boe^ bl. 3+j.
XI. Stuk. O
|
||||
242 AMSTERDAMS Vi. Deel»
Zeven- Luitenant zynde, veroverde hy, in 't jaar TiEKDE 1619, een'Turkfchen kaaper, tegen wel- tiende" ken> hy met de boot geflaagen hadt. In 't
xEuwE. volgende jaar, Kapitein geworden, overwon Staat- hy eeI*' diergelyken kaaper. De vlaggen van tn Kryq-beide, door hem aan 't Collegie ter Admi- kündi- raliteit hier ter Stede zynde aangebooden, werden, ter zyner gedagtenhTe, bewaard. Sedert, werdt hy, ter oorzaake van eene befchuldiging ten zynen lafte, voor eenigen tyd, gefchorll in den dienft; doch in 't jaar 1627, wederom in zee geftoken, bewees hy de voorige dapperheid, in 't aantallen, ver- flaan en opbrengen van verfcheiden'ßiskaai- fche Kaapers, waarvoor hy, door het Colle- gie ter Admiraliteit, met eenen gouden ke- ten, vereerd werdt (e). My flaat niet voor, dat ik den tyd en wyze van zyn overlyden, ergens, aangetekend gevonden heb. Laurens Laurens Reaal,
Reaal. . .
een bedreeven Krygs- en Staatsman,is,hier
ter Stede, ter weereld gekomen. Hy deedt, ten tyde van 't Beftand, eene reis naar Ooft- indie; werdt, in't jaar 1616, tot Gouver- neur-Generaal verkooren; doch keerde in 't jaar 10*19, te rug naar 't Vaderland. *Hy was bedreeven in de geleerde taaien , en hieldt, na zyne te rug komft, hier ter Ste- de , eene Letterkundige Byeenkomft met den DrofTaard Hooft, en anderen, waarby ook Vondel verfcheen, die, met hulp van Hooft
(e) WASSENAER Hiftor. Verhael XIL Deel. ƒ. tn verft,
X1I1. Deel, f. 63. ' J' J |
||||
■|i!JWH.pji.,.ji.i»«uiu
|
|||||
til. Boek. Vermaarde PersoönaadJen. 143.
Hooft en hem, de Troades van Seneca ultzmnat-
het Latyn vertaald heeft (ƒ). In 't jaar 1625, tiende in gezantfchap naar Engeland gezonden zyn-en AÜT" de, om Koning Karel den I., met deszelfsggJJJJJJ komft tot de Kroon, geluk te wenfchen ,gTAAT' werdt hy, door deezen Vorft,tot den Rid-e» Kryg- derftand verheeven (g). Voor 't einde desKraoi- jaars 1627, werdt hy, zeer in 't heimelyk,GEN* gezonden naar Deenemarke» om den Ko- ning , die met denKeizer, Ferdinand den IL, in oorlog was, bezetting in de Zont aan te bieden, van wege deezen Staat. Doch dee- ze aanbieding werdt van de hand geweezen. Reaal, in 't volgende jaar, met een Oorlogs- fchip, naar Holland teruggekeerd, leedt fchipbreuk op de kuft van Jutland, aan ee- nen oord , daar Keizerlyke bezetting lag , die hem gevangen nam, en naar Weenen zondt (6). Men wendde, van wege den Staat, veel moeite aan, om hem te doen ontflaan, 't welk, in de Lente des jaars 1629, geluk- te (0- In 't jaar 1630, werdt hy verkooren tot Schepen en Raad zyner Geboorteftad, alwaar hy, in 't jaar 1637, overleeden is. Zyne ervaarenis, in zaaken van Staat,Oor- loge en Koophandel, heeft der Ooftindifche Maatfchappye , in haare eerde opkomft, teel voordeels aangebragt. H E N-
(ƒ) vondels Leeven, hl. i«, iy.
{g VONDHJLS Pëay, I Deel, bl. 29J.
(b A1TZEMA l. Deel, kl. yl$ , 716, HOOFTS Vcrfch.
'pichten , hl z4z, (1) HoOETS Blieven, N 161,164. hl. 13a, 133. WAS-
SEnaeb. Hiilor. Verhael, X^ü Deeltf, li, |
|||||
H4- AMSTERDAMS VI.Deel;
Zeven- Hënürik Corneliszoon Lönk,
TIENDE
en AQT- die, over de Vloot, in 't jaar 1629, naar
TrßNDE Brazil gefchikt, als Admiraal geboodt, en,
eeuw£. door wit-ns beleid, in 't volgende voorjaar,
Staat- de gtad Olinda in Fernambuk veroverd werdt
ku»d?G" M' *s ou^ een Amfterdammer van geboor-
ÄEN te geweeft (/). Hendrik AdriaaN PaüW,
LibzooN Zoon van Reinier Pauw, Burgemeefter dee-
Lome. zer <$tacj f is hier, in qf omtrent het jaar 1585, Adriaan ter weer£ld gekomen, en werdt, reeds in 't Pauw. jaar ióti, tot Penfionaris deezer Stad aan- gefield. Sedert, is hy, in verfcheiden' ge- wigtige gezantfchappen, naar Frankryk en naar Engeland , gebruikt geworden (m) , waarin hy veel eers heeft ingelegd. Het Ver- bond met Frankryk tegen Spanje, welk, in 't jaar 1635, g^flooten werdt, wordt, voor- naamlyk, aan zyn beleid toegefchreeven ri). In 't jaar 1631, was hy tot Raadpenfionaris van Holland verkooren; terwyl hy zyn Poor- terfehap hier ter Stede behieldt (0). Doch na vyf jaaren verloops, flondt hy af van dit ampt, uit vrees, zo men meende, dat hy 'er, anderszins, van verlaaten zou zyn ge- bleeven, zynde hy, volgens gebmik, voor niet meer dan v) f jaaren, aangenomen ge- weeft (p). Het iluiten der Munfterfche Vre-
(<J DR Lkkt Wcftind. bl. i<56 enz.
(Ij COMMELIN, bl. 867.
(m, Zte Vaderl. Hift. X. Deel, bl. 425, 495. XI. Deel,
IJ. 62, 9*. XII. Deel, > l. J},U9
(nj VVICQURFORT Ambafläd. Tom. II. p. 415,
{oj AITZKMA 1. Deel, bl IOyj. (pj Vaded. Hift. XI. Veel, tl. 241.
|
|||||||
I
|
|||||||
III. Boek. Vermaarde Persqonaadjen. 245
Vrede , waartoe hy , meer dan de andere Zeven-
Gevolmagtigden, gearbeid hadt, niet zon tiende der zig , van eeni^e vergaande loosheid ,en AG** verdagt gemaakt te hebben by de Franfchen,EliUW£# herffceUe hem wederom inde gunftder voor* naamlle Leden van de hooge Regeeringe, die hem, in 't jaar 1651, het Raadpenfiona- risfehap, andermaal, opdroegen. Doch hy bekleedde het niet lang, en overleedt, op den een en twintigften February des jaars 1653. Men hadt hem,in deezen korten tyd, verdagt weeten te maaken by 't gemeen, als of hy den oorlog tegen de Engelfchen, niet ernftelyk genoeg, voortzettede: waar-» op zyn huis in den Haage, en zyn (lot te Heemftede met plondering gedreigd was. Doch hy was, door 's Lands Staaten, open- lyk, gezuiverd van den aangewreeven blaam (4). Sommigen fchryven, dat Pauw een man van beleid en oordeel geweeft is; doch zekere boerfbhheid en kaarigheid over zig hadt, die hem niet zeer bekwaam maak- ten tot de handeling met vreemde Staats* dienaars (r), Tan van Galen, Jan van
J Galei*.
een dapper. Zeeoverfte, te Effen in 't Graaf-
fchip van der Markgebooren, hadc zig, naar 'tfchynt, al vroeg, herwaards begeven, en was, van matroos, opgeklommen tot Kapitein, in 't zes en twintigfte jaar zyns ouderdoms, (q) Vaderl. Hift. XII. Tit-d, hU iij>, zio, ut.
(rj WlCQUEïOBT Ambaifrd. Tem, U, p. ^i«. 0.3
|
||||
546 AMSTERDAMS VI.Deeï,.
Hy kruide toen op de Duinkerker- enTurk-
fche kaapers met zyn fchip; doch gaf de uit-» deekendde blyken van dapperheid, in eenen fcheepsdryd tegen de Engelfchen, voor Li- vorno, in 't jaar 1653, waar hy 't bevel voerde over een Esquader van zedien Oor- logsfchepen, Hier vernielde en veroverde hy een gedeelte der vyandelyke Vlootej doch werdt, al in den aanvang van 't gevegt, in 't regter been gefchooten, 't welk hem, e- ven onder de knie , moed afgezet worden, Hy liet, desonaangezien, niet na, geduu- riglyk, bevelen te geeven tot het vervol- gen van den dryd. Ook behaalde zyn Es- quader eene volkomene overwinning. Hy werdt daarna, te Livorno, aan land gezet, daar hy, den negenden dag na den (lag, op den drie en twintigden Maart des gemelden jaars, aan de bekomen' wonde, overleedt. Zyn Lyk werdt naar Amderdam gevoerd, en in de nieuwe Kerke begraaven (j), al- waar , eerlang , op 's Lands koden, eene pragtige Grafdede, ter zyner eere, gedigt werdt (ƒ). Vondel heeft zyne gedagte- njs, in verfcheiden' gedigten, bewaard (f), Willem Boreel,
een voornaam Staatsman der voorgaande
eeuwe, uit een oud en aanzienlyk Kame- rykfch of Vlaamfch geflagt, welk zig, in Zee- land »te Reimerswaale, hadt nedergezet y af- komdig, is te Middelburg, daar zyn Vader, >
(i) Aitztma III. Deel, bl. 747 enz. 7«6, 757. HolJ.
Mercur. van 't.j/iar i6v?. bl zj. (f) Zit UI. Deeit II. Boe^t bl. 383-
(tj Poezy 1. Heel, hl. oj. II. Deel, bl. 70.
|
|||||||||||
Zeven-
tiende en agt- TlilNDE
EEUWE. Staat-
s/j Krjq KUNDI-
GEN. |
|||||||||||
Willem
Boreel. |
|||||||||||
■h.
|
|||||||||||
—_
|
|||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 247
Jacob Boreel, Burgemeefter was (u) , op Zeven-
den tweeden Maart des jaars 1591 (V), ter tiende weereld gekomen; doch bragt een tak van en AGT" zynen flam over naar Amfterdam, daar hy, ^uwe^ in 't jaar 1628, tot Penfionaris verkooren werdt. Sedert, werdt hy, van wege den Staat, in verfcheiden' gewigtige handelin- gen , gebruikt. Hy heeft verfcheiden' ge- zantschappen bekleed, in Engeland, in Frank- ryk, in Deenemarke, in Zweeden en elders. In 't jaar 1650, trok hy, als gewoonlyke Ambafladeur der Staaten, naar Frankryk, daar hy 't oog hielde op de inwendige be- roerten in 'tRyk ,en 't belang vanden Staat zogt te bevorderen, in de handelingen tus- fchen Frankryk en Spanje. In 't jaar 1657» eifchte hy het ontflag der Nederlandfche fchepen, die in Frankryk waren aangehou- den , met veel vrymoedigheid (w). De Ko- ning van Groot-Brkanje, Karel de I., hadt hem, te vooren, tot Baron en Pair van 't Ryk, verheeven. En Lodewyk de XIV., Ko- ning van Frankryk , voegde een' gouden Leeuw op een rood veld by zyn adelyk wa- pen. Hy is, in 't jaar 1668, te Parys over- leeden. 't Lyk werdt herwaards gevoerd, en in den Haage begraaven. De beroemde Zeeoverfte, MiCHIEL ADRIAANSZ. DE RuiTER, MlCHIRI,
. Adri-
of R u 1 t e r , gelyk hy, in de laatfte jaaren aansz.de
zyns leevens, gemeenlyk, fchreef, verdient,RuiTfia«
met
(u) Smallegangk Chron. van Zeel. H. 480. T£ WA-
TER Reform, van Zeeland, bt. 107, m. (v) P. DE la Rtje Staatkundig Zeeland, Bi. g,
(») VadcrL, Hift. XII. l>eel,bt. 448, Q.4*
|
||||
248 AMSTERDAMS VLDeel;
Zeveüï- met regt, eene plaats onder de vermaarde
tiende Perfoonaadjen van Amfterdam, daar hy wel tiende" nietgebooren is, doch, wanneer hyaan land e£uwe. was> den meeften tyd, gewoond heeft, en Staat- met nec groot Burgerfchap vereerd is gewor- en Kryg- den; en daar zyn lyk ter aarde is befteld. KUNDï- \\7-y beoogen nogtans niet, 's mans leeven en daaden , uitvoeriglyk, te vernaaien. Wie zou zul ks, na B R A N D T, ondcrneemen dur- ven ? 't Zal ons genoeg zyn, de Ruiter, kor- telyk, af te fchetfen, en onze uitbeelding van 's mans aart te verleevendigen, door de voorafgaande herinnering van eenigen zy- ner voornaamfte bedryven. De Ruiter dan werdt, op den vier en twintigften Maart des jaars 1607, te Vliffingen, gebooren; en niet, gelyk iemant, onlangs, gefchreeven heeft (.r), op eene kleine landhoeve, omtrent een vier- dedeel-uurs van Bergen op Zoom, voormaals de Groot [ of de Goot ], en nu de JLeeuwerk genaamd: welk misverftand hier uit geree- zen is, dat deeze hoeve de woonplaats is geweefl: van de Ruiters Grootvader, Mï- cbiel, zynde de Ruiters Vader, Jdriaan, die te Bergen op Zoom gebooren was, eerlang, met der woon, vertrokken naar Vliffingen, daar hy Bierdraager geweefl; is, en uit een tweede huwelyk met Alida Jans van Mid- delburg, die den bynaamvan de Ruiter voer- de , twaalf kinderen, en daar onder, ook on- zen Zeeheld verwekt heeft; gelyk dit' alles,, by Brandt (j), naauwkeuriglyk, is aan- getekend. Men
(x) J, Fa ure Hiflojrs de Bergen op Zoom, p. 22».
(yj Leven na de Kuit«, */. '2,3,4, |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 249
Men zag, in zyae kindfchheid, reeds bly- Zeven«
ken van het beleid, de ftoutmoedigheid en tiende de wakkerheid, die, in verder gevorderden en AGT' ouderdom , in hem uitblonken. Pas tien FEUWE, jaaren oud, klauterde hy, van buiten, tot $taat- op den ronden kloot van den hoogenKerk- en Kryg< tooren te Vliffingen, en hielp 'er zig, zon- kvw.w< der fchade, wederom af. Geduuriglyk, was Gm' hy in kindergevegten ingewikkeld, gemeen- lyk, ab voorganger, wanneer hy, veeltyds, de overwinning behaalde. Op de fchoolen, kon hy 't niet lang houden, maar werdt, al vroeg, befteld , om in de lynbaan der Heeren Corneas en Adriaan Lampfins ,voor zes ituivers ter weeke, te gaan wei ken. Doch hier beviel 't hem ook niet. Men verftondt dm, dat men hem moeft laaten vaaren, daar zyn hert naar jookte. In 't jaar 1618, raakte hy, als hoogbootsmans-jongen, voor't eerft, in zee. In 't jaar 1622, diende hy, eenigen tyd te lande, voor Konftapel of Boflchie- ter; doch begon, nog in 't zelfde jaar, als matroos of hoogbootsmans-maat, ten oorlog te vaaren. Op deezen eerften, of op eenen laateren togt, als matroos, werdt hy, ge- wond zynde, gevangen gepomen j doch ontfprong zyne bewaarders, en kwam, te lande, door Frankryk, wederom in 't Va- derland. Sedert, voer hy, eenige jaaren, voor Stuurman, ter Koopvaardye, en, in 't jaar 1637, voor Commandeur, op een van dé kruiffers, die toen, tegen de Duinker- kers , door byzondere perfoonen, werden uitgeruft. In 't jaar 1640,deedt hy eenereis naar Brazil, als Schipper. Doch in 't jaax Q. 5 1641,
|
||||
250 AMSTERDAMS VLDeei;
Zeven- 1641 > het vier en dertigfte zyns ouderdoms,
tiende • kreeg hy van Prinfe Fredrik Henrik Com- en ACT- miflie als Kapitein, en werdt Schout by Nagt eeuwte! over ^e Vloot, die toen, onder den Admi- Staat- raa^ ^rnmd Gyfils, naar Portugal gezonden en Kryg- werdt. In een gevegt by Kaap Vincent, KuNDj- werdt zyn fchip zo doornageld van 't gefchut, G£N« dat hy 't, na 't eindigen van den ftryd, be- zwaarlyk, te Lisbon aanbragt, en, niet zon- der groot gevaar , voor Vullingen te rug keerde. Van 't jaar 1643 tot het jaar 1651, voer de Ruiter wederom als Schipper ter Koopvaardye, voor zyne oude meeflers, de Heeren Lampfins, in verfcheiden' geweften des aardkloots. Doch toen beflooten heb- bende , zyne dagen, aan land en in ruft, door te brengen, gaf de opgekomen oorlog met Krom wei, en de ongunft, waarin de Luite- nant-Admiraal Maarten Harpertszoon Tromp vervallen was, gelegenheid, dat hem 't ge- bied over 's Lands Oorlogsvloot, onder den naam van Vice - Commandeur , opgedraagen werdt, in July des jaars 1652. Hy aanvaard- de deezen lafl met weerzin; doch kweet zig wakkerlyk in twee zeeflagen , een tegen Ascue voor Plymouth, en een tegen Blake in de Hoofden , in welken laatften, de Vice- Admiraal Witte Corneliszoon de Witte egter het opperbevel gehad hadt. De Ruiter, te Vliffingen wedergekeerd, nam, op nieuws, een befluit,om voortaan aan land te blyven; doch Het zig eerlang overhaalen, om nog een* togt te doen, als Commandeur, onder den Luitenant-Admiraal Tromp, wien 't opper- bevel der Vloote, op nieuws, ppgedraagen werdt.
|
|||||
^
|
|||||
III.Boek. Vermaarde .Pèrsoonaadjen. 251
werdt. Hy hielp toen, in December, denzEVE»- '
Engelfchen Admiraal Blake voor Douvres uit tiende de zee (laan, en vogt, in 't begin des jaars e" AeT* 1653, drie dagen agtereen, tegen den zelf-™3^ den Admiraal; in welk gevegt, zyn fchip zo StaaT. zwaar befchadigd werdt, dat het,na 't ein-en kry-q- digen van den flryd, buiten ftaat om zeil te kundï* ; voeren, naar Vliffingen gefleept moeft wor-0EN- den. In Juny, voerde hy bevel over een Esquader onder Tromp , en woonde vier zeeilagen by, voor Nieuwpoort, Duinker- ken , Katwyk en ter Heide of Schevenin- gen, in den laatften van welken, Tromp doodgefchooten werdt. De Ruiter, inden Herfft zynde uitgezeild, om eene Koopvaar- dyvloot te geleiden , werdt, voor Texel, door eenen geweldigen ftorm, in leevens- gevaar gebragt, welk hy egter,gelukkiglyk, ontkwam. Voor 't einde des jaars, werdt hy tot Vice - Admiraal van Holland, voor 't Collegie te Amfterdam, bevorderd , onder den Luitenant • Generaal, Heer van Obdam; doch liet zig, niet dan met moeite, door den Raadpensionaris de Witt, beweegen, tot het aanvaarden deezer waardigheid. Van toen af, heeft hy zig met der woon te Am* flerdam nedergezet. De Vrede met Krom- wel , federt, getroffen zynde, geleidde hy, jn 't jaar 1654, eene Vloot Koopvaardyfche- pen naar de Middellandfche zee. Op den tweeden Maart des volgenden jaars, werde hy, te Amfterdam, vereerd met het groot Burgerfchap, 't welk hem bevoegd maakte, pm tot de hoogfte ampten hier ter Stede te kon-
■f
|
|||||
■
|
|||||
252 AMSTERDAMS? VI Dub
Zfven können bevorderd worden (z). Hy deedt
en\ci VtTS ' ln 'C Zdfde Jaar' een' KrUtttOgt OD
Ti.NDE deKaapers van Barbarye, en veroverde ver-
fcheidcn' Turkfche vaartuigen. Ook floot Staat- hY ee« Verdrag met Salee. In 't jaar i6ró, en itKYo keerde hy herwaards, eene aanzienly ke Koop- som- vaardyvloot geleidende tot in Texel. Hy was maar weinige dagen aan land geweeft, toen hy bevel kreeg, om wederom in Zee te gaan, en Dantzig te dekken tegen de on- derneemingen der Zweeden. 't Verdrag van Elbing hierop gevolgd zynde,deedt de Rui- ter wederom eenen Kruistogt naar de Mid- dellandfche Zee, op welken hy twee Fran- . fche Vrybuiters nam, waarover veel te doen viel. Doch 't misnoegen, welk 'er, in Frank- ryk, over ontdaan was, eindigde met een Verdrag. In 't volgende jaar, vervoegde hy zig by de Vloot onder Obdam op de kufl van Portugal, aan welk Ryk de Staaten den oorlog verklaard hadden, en keerde, tegen 't einde des jaars, met rykelyken buit, in 't Vaderland te rug. In 't jaar 1658, kruifte hy andermaal op de Portugeefche kufl:, en in 't jaar 1659, werdt hy , tot verfterking der Vloote onder Obdam, naar de Zontge- fchikt, om Deenemarke by te ffoan tegen Zweeden. Op deezen togt, die tot in 't volgende jaar duurde, werdt Koppenhagen ontzet, en Nyborg in Funen veroverd. De Ruiter behaalde nog andere voordeelen op de Zweeden; welken medewerkten tot bevor- der (*)«?« '«« voor« ÏI.2W, XVH. *•#*,*/, its. «»VI.
D*elt 1* *»*«<,, l>t. 8, 6fy |
||||
III. Boek Vermaarde Pêrsoonaadjen. 253
deting der Vrede, die, op den zesden Juny z*vb»*-
des jaars 1660, geflooten werde. De Ruiter tilndb werde voorzyn vertrek, door den Koning *"KJ2** van Deenemarke, Fredrik den Hl., tot den EEUWE. Adelfland verheeven, en met een adelyk wa- sTaa?- pen vereerd. Hykwam, in't begin van Sep-« Krycj* tember, in 't Vlie binnen. In 't jaar i66i- kundi- deedt hy, op nieuws, een' Kriristogt naar de G£N* Middellandfche Zee, van welken hy, de Vre- de met die van Tunis en Algiers gellooten. hebbende, eerfl: in de Lente des jaars 1663, in 't Vaderland te rug kwam. Doch 't leedc niet lang, of daar ontftonden nieuwe moei- jelykheden met die van Algiers. De Ruiter kreeg, in 't volgende jaar, bevel , Om op nieuws zeil te gaan naar de Middellandfche Zee. De Engelfchen, federt, eenige vyan- delykheid gepleegd hebbende op dekuft van Afrika, ontving de Ruiter, te Mallaga, htd- melyken laft, om naar Kabo Verde te fte- venen, en de Sterkten te herneemen, die de Engelfchen den onzen,op die kuft, ontwel- digd hadden. Hy volvoerde zynen laft, voor- zigtiglyk en gelukkiglyk, en nam de Sterk- ten op 't Eiland Goeree in by verdrag. Ver- volgens, zeilde hy naar Guinea, veroverde de Kafteelen TakorariofWi'fen enCorman- tyn, in 't begin des jaars 1665. Daarna, be- vel ontvangen hebbende , om den Engel- fchen buiten Europa alle mogelyke afbreuk te doen, nam hy ettelyke Engelfche fche- pen, en kwam, tuffchen Hitland en Noor- wegen door, zonder de vyandelyke VJoot, die op zyn Esquader pafte, ontmoet te heb- ben. |
||||
254 AMSTERDAMS VI. Deel;
Zeven- ben, behouden te Delfzyl binnen, in 't begint
tiende van Auguflus desjaars 1665. en AGT jn January te vooren, was de Ruiter, in EEüwE. zyn afrjYn > verheeven tot Luitenant-Adnai- StaatS raa' on^er *c Collegie te Amfterdam, en na en Kryg- 't fneuvelen van Öbdam , in den Zeeflag op KUNDi- de hoogte van LeftofFe, werdt hem, door em. de algemeene Staaten, het Opperbevel over 's Lands Vloote opgedraagen, De Vloot, met welke hy zynen eerflen togt deedt, na deeze verheffing, was, door den Raadpenfionaris de Witt, langs het Spanjaards-gat, met wes* telyke en zuidelyke winden en gemeenen vloed, in zee ge„bragt. Doch deeze togt, van welken men groote verwagting gehad hadt, viel ongelukkig uit. Men hadt, fchoon men 't dikwils gezogc hadt , niet können flaags raaken met den vyand, en de fchepen hadden, tot laat in 't jaar, met aanhoudende ftormen ; het bootsvolk , met gevaarlyke ziekten, gewortteld. De Ruiter kwam, in 't begin van November, in Texel binnen. Doch in Juny des jaars 1666, behaalde de Luitenant - Admiraal, die nu 's Lands Vloot, als Generaal geboodt, tuffchen Duinkerken en't Noord-Voorland, eene volkomene o- verwinning op de Engelfche Vloot onder Prins Robbert, in een fcherp gevegt, welk, vier dagen agtereen, en, den laatften dag, met de meefte hevigheid, werdt voortgezet. *s Lands Vloot was maar agttien dagen bin- nen de zeegaten geweeft, toen zy weder- om onder zeil ging, om de Engelfchen op te zoeken. In 't begin van Auguftus, raakten de
|
||||
■III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 255
de Vlooten op nieuws aan eikanderen, op dezEV£N.
hoogte van 't Noord-Voorland, in de vlakke tiende zee. 't Was dit gevegt, waarin de Rui-en Ach- ter, door 't wegblyven van den Luitenant- JjJJJJJJf Admiraal Cörnelis Tromp, in zulk een' nood gebragt werdt, dat hy, meer dan eens, e„ ^^ om den dood wenfchte , en genoodzaakt kukdi- werdt, te wyken. Tromp vervolgde 't ge-°EN. vegt nog eenigen tyd, na de Ruiters aftogt; doch keerde eerlang ook naar de Wielingen. De Ruiters wyken flrekte hem, midlerwyl, by kenners van den zeekryg, niet tot oneer. In Frankryk, werdt hy 'er over geroemd, en de Koning befchonk hem, kort hierna, mee de Ridderorde van S. Michiel. , De Luite- nant-Admiraal Generaal ftak, in September, wederom in zee. Doch zyne ziekte, het ftormagtig weder, en de brand te Londen waren oorzaak, dat 'er, dit jaar, geen zee- gevegt meer voorviel. Maar in Juny des jaars 1667, werdt, onder't beleid van de Ruiter, de hagchelyke togt op Ghattam on- dernomen , op welken, de Sterkte Sheernefs veroverd, en eenige Konings-fchepen geno- men of verbrand werden. De Ruiter hieldt, federt, de Engelfche kuften in onruft, en de Rivier den Theems bezet, tot dat het tref- fen der Bredafche Vrede de vyandelykheden deedt ophouden. De Luitenant - Admiraal begaf zig toen naar Amfterdam, daar hy, op 't Nieuwe - Waals - Eiland , aan den Y- kant, woonde, en drie jaaren agtereen uit- ruitte. De vrees voor nieuwen oorlog deedt de
Staaten betluiten om, in 't jaar 1671 ,eene Vloot
|
|||||
■ ■
|
|||||
è$6 AMSTERDAMS VLDeêW
% even- Vloot in zee te brengen, die wederom' ón-
tiende der 't bevel van den Luitenant - Admiraal de en aüt- Ru{ter gefield werdt. Terwyl hy tuflchen EEüwE. de Maas en Ooftende lag, zeilde het Engelfch Staat- K°nings Jagc de Merlin door de Vloot, en en Kkto- werdt met eerefchooten begroet, zonder dat KüNDi- de Ruiter goedvondt, de vlag te ftryken en GEJÏ* het topzeil te laaten vallen; oordeelende hy daartoe, op onze eigen kuft en voor een enkel jagt, ongehouden tezyn; waarover, naderhand, veel te doen viel. In de Lente des jaars 1672, en na dat Engeland den Staat den oorlog verklaard hadtrgeraakte de Rui- ter wederom in zee, met 's Lands Vloot i en, op den zevenden Juny, voor Soulsbaai, in een hevig gevegt met de Vereenigde Engelfche en Franf "che Vlooten, onder den Hertog vanYork en den Graave d'Eftrées. 't Was deeze flag# die met den dag eindigde, waarvan de Rui- ter plagt te zeggen, dat hy nooit fcherper en langduuriger hadt bygewoond. In Auguftus i haalde de Ruiter de Ooflindifche t'huisko' mende Vloot af van de Eems, en geleidde- ze behouden, binnen 's Lands zeegaten. Ia September, werdt zyn huis, te Amfterdam, door beleid van 's mans bedekte vyanden, met plondering gedreigd; doch gelukkiglyk, befchermd; gelyk wy, elders (0), omftan- diglyk, verhaald hebben. Voor 't einde van deeze maand, kreeg hy bevel, om, met de Vloot,die,eenigen tyd, op Schooneveld en voor Goeree , gelegen, en aan mond- en krygsbehoeften gebrek hadt, binnen te loo- pen;
(*) II. Dttlt XIX. Bottel bl, 381 tut,,
|
||||
fit. Boek. Vermaarde Persqonaadjën. 257
pen; gelyk gefehledde. Te Amfterdam ge- Zeven-
komen, hadt hy, in zyn eigenhuis, de ont- tiende moeting van een' onbekende 3 die 't op zyn £"E £JJ" ïeeven fcheen gemunt te hebben, insgelyks, f£UW£, by eene ändere gelegenheid (£), äangete- Staat- kend. In December, werdt hem, door Bur- en Krito« gemeefteren deezer Stad* het Opperbevel KUNDIi over de gewapende manfchap langs het Y, Q£,w* zo burgers, als matroozen en foldaaten, op- gedraagen. De Vloot onder den Luitenant- Admiraal de Ruiter, in den voorzomer des jaars 1673, wederom op Schooneveld gelegd zynde,werdt daar, in 't begin vanJuny,op* fezogt, door de veel magtiger vereenigde
ranfche en Engelfche Vlooten, met welken zy, op den zevenden Juny, flaags raakte, en op welken, de onzen merkelyk voordeel behaalden, fchoon de Èngelfchen zig de o- verwinning toefchreeven. Öp den veertien- den i ging de Ruiter andermaal af op den vyand, en raakte, met het Ësquader onder Prins Robbert, in een fcherp gevegt, welk door den nagt gefeheiden werdt. De derde flag van dit jaar, onder onzen Zeeheld, viel voor, op de hoogte van Kykduin en de Hel- der, op den een en twintigflen Augultus. De overwinning, die zig volkomenlyk voor hem verklaarde, ftondt hem en den Lande nogtans duur , door 't fheuvelen van ver- fcheiden* dappere mannen. De Herfftftor- men waren oorzaak, dat 'er verder niets van belang tegen den vyand kon ondernomen worden. Ën hierop de Vrede met Grooa- Bri-
{b) n Deel, XIX. Bockt M* ?»7.
|
|||||||
R
|
|||||||
XI. Stuk.
|
|||||||
258 AMSTERDAMS VI.Deei,
Zeven- Britanje, in 't begin des jaars 1674»gevolgd
tiende zynde, werdt de Ruiter met eene Vloot ge- tiende' zonc*en naar de Franfche Eilanden in Ame- EEuwE. nca; op welken togt, na 't vergeefs aan- Staat- taften eener Sterkte op Martinique, niets en Kryg- van belang kon verrigt worden. In 't vol- KüNDi- gende jaar, deedt hy een' togt naar Sicilië, ÜEN* den laatften zyns leevens, om den Koning van Spanje te helpen tegen het muitend Mefïina, welk, door Franfche magt , ge- flerkt werdt. Hy raakte, in Auguftus, in zee met de Vloot: doch kwam, niet voor 't einde des jaars, op de Siciliaanfche kuft, daar hy, op den agtften January des jaars 1676, tuflchen Stromboli en Salino , met eene veel fterker Franfche Vloot, onderden Heer du Quesne, in een fcherp gevegt raak- te, waarin, van wederzyde, kloekmoedig- lyk, geltreeden werdt. Doch alzo, volgens de overeenkomft met den Koning van Span- je , de togt maar zes maanden duuren mögt, die haaft verftxeeken waren , befloot de Ruiter naar huis te keeren. Doch, op fterk aanhouden van den Onderkoning, naar Na- pels verzeild zynde, kwam hem onder weg fchryvens ter hand van den Prinfe van O- ranje, hem meldende, dat de beftemde tyd, met nog zes maanden, verlengd was. Te Napels, bewerkte hy de verloffing van zes en twintig Hongarifche Predikanten, die, op de Spaanfche galeijen, gevangen lagen. Daarna, zeilde hy naarde haven van Paler- mo, voor welke, hy zig vereenigde met de de Spaanfche Vloote; waarna hy, voortge- zeild , omtrent de baai van Augufta, de Fran-
|
||||
mm
|
||||||
lil. Boek. Vergaarde ^ersoo^aadjen. 2^9
Jranfche Vloot in 't gezigt kreeg, met wel-Zeve#*
ke hy, na den middag van den twee en twin- tiende tigftenApril,omtrent ten vier Uuren, Haagsen AGt' raakte, op de hoogte van den berg Etna. Ter- J^we! wyl de Ruiter vinnig van den Franfchen." voortogt befchooten werdt, en , op 't zon <JAkryö- nedek flaande, met zyne gewoonlyke be-KuNDi- daardheid, bevelen gaf, fnort 'er een kogel oen. Op hem af, die hem 't grootfte gedeelte van den linker voorvoet wegneemt, en de beide pypen van 't regter been te morfelen flaat, hoewel fommigen twyfelen, of hy de laat" fte wonde niet, door den val van 't zonne- dek, zeven voet hoog , bekomen hebbe* Ondertuflchen, ging 't gevegt zyneri gang; de Franfche Vloot werdt aan 't wyken ge- tagt , en, den gantfchen nagt door, vervolgd* Doch de Ruiter, de Vloot naar Saragofla hebbende doen zeilen, overleedt, in de baai deezer aloude Stad, op den negen en twin- tigften April, tuflchen negen en tien uuren des avonds. Hoe zyn Lyk, herwaards ge- voerd zynde, in de Nieuwe Kerke, begraa- ven werdt, en welk eene Grafftede hem, al- daar , op koften van den Staat, is opgeregt, hebben wy, elders, in dit werk(c), aan- getekend. Kort voor den laatften zeeflag, die herrï
't leeven koftte , was hy , die , door den Koning van Beenemarke, tot den adelftand verheeven, en, door den Koning van Frank- ryk, met de Ridderorde van S. Michiel, ver-
ft) II. Dtelt XX. Bo*k.> hl. 20. III. Deelt II. Btck* kl, J8J «»%. a %
|
||||||
J
|
||||||
i6o AMSTERDAMS VLDëeU
Zeven- vereerd geworden was, door den Koning van
tiende Spanje, tot Hertog verklaard, en met een en aüt- jaarge]d van twee duizend Dukaaten, geduu- eeuwe! ren^e zvn keven, befchonken. Van dit laat* Staat- ^e eerDewys kreeg men geene tyding, dan «n KuTG-na zyn overlyden. De voorigen hadt hy, xutfDi- met zo veel zedigheid, genooten, dat men GBN* hem, altoos, zag eerbiedig jegens zyn' meer- deren, beleefd omtrent zyns gelyken, en mee waarrg en gefpraakzaam jegens zyn' min- deren , zo dat elk erkende, dat hy alleenlyk van ftaat, niet van aart veranderd was. Dik- wils, herdagt hy zyne voorige geringe ge- legenheid , ook in 't byzyn van groote per- foonaadjen, verhaalende, hoe hy, in zyne jeugd, in de Lynbaan plagt te gaan, en voor jongen te vaaren, en liegte matroozen zelfs, fomtyds, wyzende op zyn voorbeeld, op dat zy, zig wel kwytende ,* ook op bevorderin- ge hoopen mogten. Ongaarne, werdt hy geroemd over 't gene hy verrigt hadt, en 't was zyne beftendige gewoonte Gode de eer te geeven van den gelukkigen uitflag zyner onderneemingen. In gevaar, was hy, by uitfteekendheid, kloekmoedig en voor- zigtig tevens, en men heeft maar eens op- gemerkt , dat hy, voor 't aangaan van een zeegevegt, zig, tegen zyne gewoonte,zeer kleinmoedig bevindende, na 't uitftorten van een ernftig gebed tot God, den voorigen moed hernam, en ruftig op den vyand aan- viel. In zee , was hy zorgvuldig voor 't fcheepsvolk en de fcheeps behoeften; in per- ,. foon, zelfs op de kleinfte dingen agt gee- ven- |
|||||
,
|
|||||
Hl. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 261
vende, op dat 'er niets, of weinig ontbree-Zeven*•
ken mögt, wanneer 't op een flaan ging. By tiende vreemde, en zelfs by vyandeJyke volken, was !^E^" hy zo vermaard, dat men hem, by monde EEUWE. en gefchrifce, als den luider zyner eeuwe staat- en 't fieraad zynsVaderlands, gepreezen heeft, en Kairo« Hy diende den Vaderlande zo getrouwelyk, kundi- dat hy zelfs niet gedoogen kon, dat men,G£N* in zyne tegenwoordigheid , lafterlyk fprak van 's Lands Overheid; en 't gebeurd is, dat hy iemantjdie zig, in dit opzigt, met woor- den , den mond niet fnoeren liet, in eene openbaare trekfehuit, aangreep en buiten boord wierp. Zyn kloek verftand, fchrander oordeel, wonderbaar geheugen en lange er- vaarenis fielden hem in ftaat, om zyne hoo- ge krygsampten zo wel waar te neemen, dat "er eeuwen verloopen zullen, eer men zo veele begaafdheden, in zo veel volkomen- heid , in eenen Zeevoogd, aantreffe. Hy is driemaal getrouwd geweefl, eerft, met Ma- ria Pelten; .daarna, met Cornelia Engels, en eindelyk, met Anna van Gelder. De eerfte overleedt in haar eerfte kinderbed. By de tweede, heeft hy twee Zoonen en drie Dog- ters; by de derde, alleenlyk twee Dogters verwekt. Een zyner Zoonen, Jonker Engel de Ruiter, heeft hem, van jongs op, in ver- sheiden' zeetogten, verzeld, en is, einde- lyk , tot Vice-Admiraal van Holland en Weft- friesland, onder 't Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, bevorderd geworden. Hyis» in 't jaar 1683, ongehuwd? overleeden. R 3 Abra-
|
|||||
i
|
|||||
m AMSTERDAMS VI. DeeX,
Zeven- a xt
tiende Abraham van der Hulst,
TIENDE die zig,in den eerflen zee-oorlog tegen Ka--
EEuwE. rel den II., beroemd gemaakt heeft, is, in 't Staat- jaar 1619, te Amfterdam gebooren. In 't; en Kryg jaar itfjö, woonde hy, als Kapitein van een CEN?1 fcfrP van twee en veertig Hukken, den togt Abra- ky naar de ooftzee, waardoor de toeleg der ham Zweeden op Dantzig gefluit werdt. Twee van der jaaren laater, zeilde hy, in dezelfde hoeda^ jwmt. jjjgheid f naar Portugal, onder den Vice-Ad^ miraal de Ruiter. Sedert , werdt hy tot Schout by Nagt, en in 't jaar 1665, kort na den ongelukkigen flag tegen de Engelfchen, waarin hy zig egter lofFelyk gekweeten hadt, tot Vice-Admiraal bevorderd. In Juny des jaars 1666, flreedt hy, dapperlyk , tegen 4en zelfden Landaart, onder 't Escjuader van den Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp, Doch jn dit gevegt, werdt hy, door een' musketkogel, doodelyk, getroffen in de Jinkerborfl. Zyn Lyk werdt naar Amfterdam gevoerd, en, flaatelyk, in de Oude Kerke, begraaven (J). Van 't marmeren grafteken, • ter zyner eere geftigt, hebben wy, indebe- fcfyry ving dier Kerke, gewaagd (>). ÏSAAC 'IsAAC S W E E R S,
Swêebs.
een der dapperfle Zee-Overflen van de
voorgaande eeuwe, is, op den eerflen Ja«»
nuary des jaars io>2, te JNieuwmegen in
Gelderland geuren, uit een geflagt,well?
ge.
„■ f4), Brandt de Ruiter, hl, 401, *?ƒ, j«o.
(t) Zit III. DtcL, li.&iëlb tl, 3«n. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 263
geoordeeld wordt, van den adelyken huize Zeven-
van Landas, voortgefprooten, en, al vroeg tiende in de dertiende eeuwe, in Brabant, en in'ten AGT" Land van Luik, vermaard ge weeft te zy n (ƒ). J^uwe. Zyne ouders waren Arent Sweers en MUgen«TAA1V van Bronkhorfi, die, behalven Ifaac , nogên"KRYG zeven kinderen verwekt hebben. De Vader,kundi* Arent Sweers, Schepen van NieuwmegenGEN* zynde, werdt, in 't jaar 1629, wegens Gel- derland , verkooren, tot Bewindhebber der Ooftindifche Maatfchappye, en kwam toen, met zyn gezin, voor eenen tyd, te Amfter- dam woonen. De jonge Ifaac, in 't jaar 1635, ouderloos geworden, werdt, te Hoorn, ter Schoole beileld, en, in 't jaar 1638, naar Spanje gezonden , om op een Koopmans Comptoir te dienen. Doch dit beroep be- viel hem niet, en hy keerde, in 't volgen- de jaar, wederom herwaards. In 't jaar 1640, vertrok hy, als Super-Cargo, naarBrazil, daar hy verder bevorderd, en, onder ande- ren , tot Notaris en Procureur aangefteld werdt. Doch hy bleek weinig gefchikt te te zyn tot een zittend leeven, en diende, nu en dan, als vry willige te paarde. In 't jaar . 1645, bevondt hy zig in eene Sterkte aan de Kaap S. Auguftyn, toen dezelve, fchande- lyk, aan de Portugéezen overgegeven werdt. De Bevelhebber Hoogflraaten nam dienfi onder de Portugéezen, en behieldt het be- vel over de Sterkte. Doch Sweers en an- deren , zulk een fnood voorbeeld niet wil- lende volgen, werden, gevangkeiyk, naar S.
(f) Uit eea Geflagtlyft van den Huize v*n SWEEB8,/ft>*
R 4
|
|||||
■ ■. ■■
|
|||||
,9
204 AMSTERDAMS VI.Dee^
Zeven- S. Antonio gebragt. Hier vernam Sweers,
tiende uit iemant,üie,zyns ondanks, onder de Por- t?ende tugeezea geraakt was, dat de vyand een' EEuwE. aanflag op Tamarica voorhadt. Hy ver- öTAAT-
zuimde niet., hiervan der hooge Regeerin-
en Kryg- ge op 't Recif van BraziJ, door een heime- eundi- jyjf middel, kennis te geeven. Doch ie£ |
|||||||||
GEN
|
|||||||||
van Ygene hy verrigt hadt zynde uitgelekt,
werdt zyne gevangenis verzwaard, en hy, tot bezwymens toe, gepynigd, zonder eg- ter iet te bekennen. Men voerde hem , eerlang, te lande, naar de Bahia: vandaar, %q water, naar 't Eiland Tercera, en einde- lyk, naar Lisbon; waarna hy, met een Hol- landfch Koopvaardyfchip, 't welk, te S. U- bes, zeilreede lag, op 't einde van 't jaar 1646, in 't Vaderland, terug kwam. Doch hy was nog geene tien maanden aan land geweeft, toen hy , als Koopman, op een Koopvaardyfchip , welk , onder anderen , door hem en zyn' Broeder, Salomon Sweers, uitgeruft, en naar Virginie gefchikt was, op nieuws, in zee ftak. Maar 't fchip Jek ge- worden , ftiet te berften, op de Engelfche kuft, en Sweers keerde, met de geborgen goederen, dm, in twee vaartuigen, ge- laaden waren, te Rotterdam, te rug. In de Lente des jaars 1649, ondernam hy een' togt ten oorloge, als Adelborft, onder den Com- mandeur van Galen, op welken, verfcheiden* Turkfche kaapers veroverd werden. In No- vember, kwam hy te rug, te Amfterdam, en begaf zig, in Maart des jaars 1650, we- tjerom fcheep,als Secretaris van eehEsqua- |
|||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 265
der onder van Galen, gefchikt tot beveili- Zkven-
ging der Koopvaardye in deMiddellandfche tirnde zee. Op deezen togt, werdt de Vrede ge en AGT" flootenmet Salée. In 't jaar 1651, deedt hy EEUWE. een' kruistogt, als Luitenant, en in't jaar staat- 1652, woonde hy 't gevegt tegen Ascueby, m Kays* als Kapitein. In 't jaar 1653, ftreeden de kuspi, Ruiter, Kruik en hy tegen zeven, en, daar- qEN» na hy alleen tegen vier groote Engelfche Oorlogsfchepen, onder den Vice - Admiraal Blake, die zyn fchip in den grond fchooten. Doch hy bragt 'er 't leeven af; werdtby den vyand geborgen, en te Londen opgebragt. Hy ontkwam,nogtans, de gedreigde hegte- nis, zig,alzohy goed Spaanfch fprak,voor eenen Spanjaard uitgeevende, en den Spaan- fchen Ambafladeur beweegende , om hem te voorzien van een Paspoort. In de twee volgende jaaren, hielp hy de Koopvaarders geleiden. In 't jaar 1656, was hy mede voor Dantzig, met de Vloot onder Obdam. In 't jaar 1657,kruide hy>hi de Middellandfche en Spaanfche zee. In 't jaar 1658, woonde hy den togt naar Portugal by, en in 't jaar 1659, ging hy op den togt naar Funen,van waar hy, met eere, te rug kwam. Sedert, deedt hy, jaar op jaar,kruistogten; werdt, in't jaar 1665, bevorderd tot Schout by Nagt, en kruide, in die hoedanigheid, mee een Esquader, op de t'huiskomende Ooftin- difche Vloote. In 't volgende jaar, hielp hy het Admiraalsfchip van Ascue veroveren: Tromp was toen op zyn fchip overgegaan, en tuflehen de twee Zee-Overften rees ge- il 5 fchiï, |
||||
i66 AMSTERDAMS VI. Deel;
Zeven- fchil , wien de gevangen toebehoorde : 't
tiende ^veik egter, tot redelyk genoegen van beide , en£ADE* wer^1 bygelegd. In 't nageüagt van Sweers, EEuwE. is nog eenig zilverwerk bewaard gebleeven, Staat- we^^e Admiraal Ascue bezeten hadt. Sweers en KRYG-werdt, in dit zelfde jaar, nog verhoogd tot kündi- Vice-Admiraal. In 't jaar 1667, geboodt hy, cm" onder de Ruiter,op den togt naar de Rivier van Chattam, en vertoefde op deEngelfche kuft, tot na 't lluiten der Bredafche Vrede. Sedert, deedt hy wederom een' kruistogt, die, tot in April des volgenden jaars, duur- de. Vervolgens, bleef hy te Amfterdam, tot in 't jaar 1671, wanneer de Staat eene Zo- mervloot in zee bragt, onder den Luitenant- Admiraal de Ruiter. Sweers maakte, met zyn Esquader, een gedeelte deezer vloote uit. De oorlog des jaars 1672 verfchafte hem nieuwe gelegenheid, om blyken van befeid en moed te geeven. In 't gevegt van den zevenden Juny, verbrandde hy 't fchip van den Engelichen Admiraal Mountaigue. In 't najaar-, door den Prinfevan Oranje, tot Ko- lonel over een regement matroozen, zynde aangefteld, trok hy, met eenige Compag- nien van het zelve, op laft van Burgemees- teren van Amfterdam, in 't begin des jaars 1673 , naar Alfen, daar toen 't hoofdkwar- tier was. Het overig gedeelte van dit volk werdt, eerlang, gefchikt naarden Uithoorn, om Amftelland te dekken. Doch 't gantfche Regement, te Amfterdam te rug gekeerd, werdt, kort hierna, gebroken, en 't volk * onder de andere Regementen verdeeld. In den
|
||||
•
|
|||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 267
den eerften zeeflag van dit jaar, geraakte dezEVEN-
Vice-Admiraal, door de buitengewoone be- tiende zeildheid van zyn fchip, 20 ver vooruit en en AGT" onder de vyanden, dat hy, reddeloos ge- eèuwk! fchooten, genoodzaakt werdt, te deinzen, StaaT1 't welk hem, naderhand, kwalyk genomen \n kryg* werdt; doch waarover hy zig wel wift tesuNDi- verdedigen, In den tweeden zeeflag, die,GEN* op den drie en twintigften Auguftus deszelf- den jaars, voorviel, werdt hy van een'vier- entwintig ponds kogel in den buik getrof- fen , dat hy het, nog dien zelfden dag, be- flierf (g). Zyn Lyk werdt, te Amfterdam, in de Oude Kerke, begraaven, daar hem, eerlang, regt over 't graf van van der Huift, een treffelyk Grafteken opgeregt werdt (£), f R a N c i u s heeft denVice-Admiraal S weers, met dit Graffchrift, vereerd: |
|||||||
Hoc tegitur faxo, qui Je fibïdebuit omnem /ï
SuERius: Me Euro cognitus, &? Zephyro;
Americes Libycequetremor:quem Bißonisora Horruit, ^f gelido Mcenalis urfa polo:
Ter conjuratos BaSavo de litore reges Reppulit: ajferto ter fale, victor obft.
$a lacrymas, pater %a , vlro , pacemque precare , Ut voveas UU, quod dedit UU tibi.
Jlt vos hinc, hofles, discedit.e: prcpliafpirant Heroi eineres, ojjaque bella movent (/)•
De
(g) Vit de Aantekeningen en Jöwnaalen van den Vica-
Adrniraal ISAAC SWEERSj vergelten mei BRANDT de Rui- ter, bl. ♦O»i»ï,l97i»ioo,4jï,+9IÏ50J, JZÏ, 6ïf , gij, tzt , <6'i i *«i , 864.. (h) Zie lil. Deel, II. Ueekj, bl. }jcf
fjj P. FP.ANCii Pofmata^. -jn.
|
|||||||
26*8 AMSTERDAMS VI. Dm;
Zeven-. De Vice*Admiraal Sweers was, nog Ka-
TiENDE pitein zynde, in 't jaar 1655, te Amfterdam, tiende getrouwdmetJongkvrouwe Confiantia Blom- EEuwR. «*«*« Dogter van Samuel Blommaart, Be- Staat- wmdhebber der Weftindfche Compagnie ter en Kryg Kamer Amlterdam, en van Catharina Reynß KuNDI. by welke, hy een' Zoon en vier Dogters na- *™- gelaaten heeft. De Zoon, ook IJaac genaamd, die, even als de Vader, het Vaderland ter zee gediend heeft, en tot Commandeur en oudlten Kapitein onder 't Collegie ter Admira- liteit alhier, bevorderd geworden is, heeft, by Catharina la Clé, Dogter van Reinier la Clê en van Johanna Beeckman, een' eenigen Zoon nagelaaten, zynde den Heeren M' Isa Ac Sweers, Raad en thans Hoofd- officier deezer Stad, wiens heufchheid my t gebruik gegund heeft van de 'Aantekenin- gen en Dagregifiers, uit welken ik de minfl: bekende byzonderheden van het Leevendes dapperen Vice-Admiraals te boek gefield heb. David David Sweers,
Sweers. of swerts, is, uit den zelfden ftam als de
Vice-Admiraal; doch uit een' tak, die ook Suerius en Zuerius plagt te fchfyven, ge- booren. De geleerde Marcus Zuerius van Boxhorn,Profeilbr te Leiden,is, uit deezen zelfden tak, gefprooten (*). David Sweers werdt,in 't jaar 1671, Kapitein ter Zee, on- der het Collegie ter Admiraliteit hier ter Ste- de, en bevondt zig onder *t Esquader van den Vice-Admiraal milem Jozef, Baron van OJ Vit «»'Gcflagtlyft van den Huhe van Sweeks. MS.
|
||||
lil. BöEtf. Vermaarde PersoonaadJen. 269
Gend9 toen 'er 't Engelfch Jagt de Merlin Zevei?-
voorby zeilde, zonder weder te groeten , tiende fchoon het, met eenige eerfchooten, begroet ™BJJJ" was. In 't jaar 1672, woonde hy den üagEEUWEé voor Soulsbaai by, waarin de wakkere Am- staat- fterdammer Gerard Hasselaer, die e« Kryo- zig, met veertig matroozen, op zyne eige- kuwdi- ne koften geworven, vrywilliglyk, aan zyn 0EN* boord begeven hadt, het leeven verloor. In de zeeflagen des jaars 1673, kweet hy zig loffelyk. Doch hy fneuvelde in den twee- den , waarin ook de Vice - Admiraal, Ifaac Sweers, omkwam, op den een en twintig- ften Auguftus (/). Onder zyne nazaaten, is overgeleverd, dat, hem beide de beenen, in den flag, zynde afgefchooten, hy, in de kajuit, op eene tafel, voor dood, nederge- legd; doch, nog leeven gevoelende , op de geknotte ftompen, voortgekroopen was, tot voorde geflooten kajuitsdeur, op welke hy, zonder gehoord te zyn, met de handen, ge- klopt hadt, tot dat hy bezweek. Men vondt hem, na den flag, dood op den grond, en zyne handen gekwetft van 't flaan op de deur. Hy liet eene zwangere huisvrouw na, Ma- ria van Baarïe genaamd, met welke hy, op den zeventienden January deezes zelfden jaars, getrouwd was, en die, in November een' Zoon ter weereld bragc, welke, in Maart des volgenden jaars', geftorven is. De Zee- held werdt, te Amfterdam, in de Nieuwe Kerke, begraaven (m). 'Men deelde, op zy-
(i) Brandt de Ruiter» bl. 66% t 8<5i.
{m)Zm III. DcHt II. Rtek, bl, 38 j. |
||||
————————————————^*^^^——^——«oV^^HVIfWIWI^
|
|||||||||
270 AMSTERDAMS -VLDêél.
Zeven- zyne begraafenis, gouden en zilveren Ge-
TiENDE denkpenningen uk, ter zyner eere. Ik heb en AOT- 'er een'in handen gehad, die volkomen o- eelwe! vereenkwam met de afbeelding, by van Staat' ^oon (h) ; doch om kelken een ander,en en Kryo- wel het volgende randfchrift ftondt: XUNDI-
G£N> lek hielp twee Coningen, viermaal, in foa
veelflagen,
Ter zee vyt donderen tot beider lang ver* wyt :
Doe nam my, daer ick vocht, een yfer vyter tyt. Wie /oud een flerflyck lyf voor foo veel eers niet wagen ? en onder aan, op de keerzyde, las men niet
het woord PüGNANDofaivegtende'];maar O terque quaterque beau [O drie-, en vier- maal gelukkigen!] |
|||||||||
Dirk Schaep,
uit een oud Amfterdamfch geflagt, in 't jaar
1627,hier ter Stede, ter weereld gekomen, oefende zig, in zyne jeugd, in de Regtsge* leerdheid, enwerdt, in 't jaar 1655, aan- gefteld tot Secretaris der Stad; in 't waar- neemen van welke poft, hy zig, byzonder* lyk in den zorgelyken tyd des jaars 1672, zo loffelyk kweet, dat hy, in 't volgende jaar, van wege den Staat, in gezantfchap, ge- fchikt werdt naar Zweeden, daar zyne ver- rig-
(n) Nedetl. Hiftoriep. III, O tel, kl. iai,
|
|||||||||
Phk
SCHAEP.
|
|||||||||
'- ■ ■
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoon aadjen. 271
rigtingen, (trekkende om den Koning te be- Zsvßtf-
weegen tot gunftige gedagten jegens den tiende Staat, en tot aanvaarding der bemiddeling en AGT* eener verzekerde Vrede, zeer veel genoegen ESU^ gaven; niet alleen aan zyne meefters, niaarSTAAT[ Qok aan den Koning, die hem tot den Zweed- cn Kryg- fchen adelftand verhief, en zyn wapen ver- kundi- beterde en verfierde. Hy heeft het Secre-GEN* tarisfchap, twee en veertig jaaren lang, be- kleed. Doch ftóndt 'er, uit eenig opgevat misnoegen, van af, in 't jaar 1697, en o- verleedt, in 't jaar 1702 , in den ouder- dom van vyf en zeventig jaaren. Hy is met Philippina van der Geer, gefprooten uit den adelyken huize van Swieten, gehuwd geweeft; by welke, hy wel zeflien Zoonen en Dogteren verwekt heeft (0). By de opgenoemde Staat- en Kryg-
kundigen, die te Amfterdam gebooren zyn, of gebloeid hebben, zouden 'er nog verfcheiden* können gevoegd worden; doch wy zyn genoodzaakt, zulks na telaaten; ten deele, om dat wy geene genoegzaa- me kennis van derzelver leevensbyzonderhe- den hebben können bekomen, en ten dee- le , om dat wy niets weeten te voegen, by 't gene wy, elders, ook in dit werk, we- gens hen, hebben te boek gefield. (0) HO06STfiATENS Wooidenb. Art. Schaep (DidtrikJ),
|
||||||||
GE-
|
||||||||
I ■
|
||||||||
m
|
||||||||
272 AMSTERDAMS VI.De*&
tf» "e GELEERDEN." en AGT-
««»«* Petrus Plancius*
EEUWE.
Geleer- ^e* *n *c Jaal> I552» Ée Drenoutre, buken
DEN- Belle in Viaanderen, gebooren , en te Hons- Pctrus ^ote °Pgevoed was,heeft een grootgedeel- Plan- te van zyn leevefl, te Amfterdam, doorge- cius. bragt, daar hy zig, in meer dan één op- zigt, vermaard gemaakg heeft, waarom hy, onder de geleerden, die den luifter der Stad hebben helpen vermeerderen, verdient ge- teld te worden. Zig, in Dukfehland en in Engeland, onder de Gereformeerden, in de Godgeleerdheid, geoefend hebbende, werdt hy, in 't jaar 1577, tot het Predikampt be* roepen, en leerde, in Örabant en Vlaartde- deren, onder't kruis, in verfcheïden'Plaat- feu, met groot gevaar zyns leeVens. Toen Meenen van de Malcontenten ingenomen •werdt, ontkwam hy 't, met zwemmen over de Leije, alles agterlaatende, met naame zy- ne boeken, die, te Ypere, openlyk, ver- brand werden. In 't jaar 1578, beriep men hem, te Bruffel, daar hy, zesjaaren, ge- predikt hadt, toen de Stad aan Parma over- ging. Hy trok, vermomd in foldaaten-ge- waad, naar Holland (/»), en werdt, in 't jaar 1585, Predikant te Amfterdam (q). Hier kantte hy zig, in 't begin der volgende eeu- we, tegen Arminius, tegen de Lutherfchen, en naderhand ook, met veel y ver, tegen de Re-
(p; HAUnAKT XrV. Boek.t f. 84, %s.
(jj VEERIS Keikei. Alphab. bl. 114. |
||||
til. Boeïc. Vermaarde Persoonaadjen. 273
Remonftranten, met welken hy verftondc, Zeven-
geene Kerkelyke gemeenfchap te könnenTIEKDft houden. Op de Dordrechtfche Synode des ^JJJ' jaars 1618, werdt hy,toreen' der Revifeu-eeuwb. ren of Overzieneren der nieuwe vertaalinge gelees des Ouden Verbonds, verkooren (r). Mid- dkk. lerwyl, hadt hy zig, hier ter Stede, ook toe- gelegd op de Aardryksbefchryving j de Ster- ren- en Zeevaart-kunde, en andere Wiskun- dige weetenfchappen. Ook was hy een voor- naam voortzetter van de Scheepstogten naar Ooftindie. De eerfle fchepen voeren der- waards , op Paskaarten, die Plancius ge- maakt hadt. Hy riedt ook de togten naar Nova Zembla aan , om dus, door 't Noor- den , eenen nieuwen weg naar China te vin- den (j) ; welke togten , nogtans, kwalyk Haagden. Jeannitl, Ambaiïadeur des Ko- nings van Frankryk, zynen meefter zoeken- de te beweegen, tot het onderneemen der vaarte naar Ooftindie, handelde, in 't begin des jaars 1608, met Plancius; uit wien hy meende het meefte licht, wegens de Indi- ïche vaart en handel, te zullen können fchep- pen. In 't volgende jaar , fprak hy , op nieuws, met hem, in den Haage, over de vaart door 't Noorden, waartoe Ifaac Le Maïre , Koopman te Amfterdam , en zyn Broeder Frankryk de hand booden, en, zeer in 't heimei jk , een ichip hielpen uitrus- ten (r) BRANDT TI. Deeltht. 44. %z, «f ,88, 140, 14*, 147,
X4Q,2IS, ïïj , 4JO, 461, y'47. Uli Deel, bl. jj, 64J. IV. J>etl, hl. 14- (s) BRANDT IV. Deel, bl. «J7.
XI. Stuk. S
|
|||||
\
|
|||||
274 AMSTERDAMS VLDeee;
Zeven- ten (t). Doch of, en hoe ver Plancius, hierin,
tiende met raad of daad, geholpen hebbe, is my tiende" n*et ktaarlyk gebleeken. OndemuTchen, is, eeuvve. Ult de onderhandelingen, die Jeannin met Geleer. nem nac*c> ten klaarften, af te neemen,hoe den. v groot eene agting hy zig, in 't fluk der Zee- vaart en Aardry ksbefchry ving, verkreegen hadt.Hy is, hier ter Stede, op den vyftien- den, ouden, of vyf en twintigften May, nieuwen ftyl des jaars 1622, overleeden, en zag, voor zynen dood, vyf zyner Zoonen bevorderd tot het Predikampt, Men wil, dat hy, op zyn dood bedde, belaft hadt, zyn Lyk in geene Kerke te begraaven. Ook werdt hy, op het Zuider-Kerkhof, ter aarde befteld (u). jAconus Jacobus Jansonius,
JANSO'
Mus. hier ter Stede, in 't jaar 1547, gebooren uit
eerlyke ouders, die den Roomfchen Gods- dienft beleeden, welken hy ook, tot zynen dood toe, heeft aangekleefd, verloor zynen Vader, toen hy nog een kind was; doch werdt, door zyne Moeder, opgevoed , en eerlang naar de Hooge Schoolevan Leuven gezonden, daar hy zig eerllin de Philofophie oefende, en naderhand in de Theologie, on- der den beroemden Michiel du Bay, die hem, in 't jaar 1575, deedt aanftellen tot voorzit- ter in het Coüegie, door hem, ter gedagte- nifle van den Kerkvader Augudinus, aan óen
(t) Negotiations de JEANNIN Tam, II. p. 179. Tom. lil.
f. 294, ay7. 36«, 3»J > 400« Tom. IV. p. i>, 27, 28, 36, top, li*». (u) ÜKANDT IV. Deel, bl. %s6, 8;8. |
|||||||
/
|
|||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 275
den ftroom de Leije opgeregt; en dien hy, in zEVE«-
't jaar 1589, opvolgde, in de beftiering van tiende het Paufelyk Collegie te Leuven; welke poftenr?AGT" hy, volle vyf en dertig jaaren, waargeno- m^e. men heeft. Hy is, op den derrjgften JulyGELEEj, des jaars 1625 , overleeden. Onder zyne DEN, fchrifcen, zyn meeft geagt geweeft eenige Uitleggingen over de Schriftuure, met naa- me over het boek van Job, dePfalmen,hec Hooglied van Salomon, en het Evangelie van Joannes (o). CORNELIS GysBERTSZ. PLEMP, CorNE-
LIS Gy-S*
wiens Voorouders te Zaanerdam gewoond brrtsz.
hadden ; doch wiens Overgrootvader zig, Flemp- reeds te Amfterdam, hadt nedergezet (w), werdt, op den vyf en twintigften Auguftus des jaars 1574, in deeze Stad, gebooren; daar hy Petrus /Jpherdianus , die toen van zyne plaats vanOnder-Reótorder Latynfche Schoole verlaaten was, tot zynen eerden Leermeefter , gehad heeft. Te Haarlem, werdt hy, federt, door Simon Sovius, in de Welfpreekendheid en Digtkunde,en te Lei- den , door Joannes GeJJelius, in de Griekfche taaie onderweezen. Vondel geeft, er- gens (x), te kennen, dat hy zig, in zyne jeugd , ook by den Donaiifiroom , 't zy te Weenen of elders, geoefend heeft. Nader- hand , werdt hy, door zyne ouders, die den Roomfchen Godsdienft beleeden, naar de Leu-
(v) Eibl Belg. Tom. t. p. u%.
(tv) C. G. Plf.mpii Amfterodam. p. io, ig,
(*j Poczv II. Dtel, hl. 7
S 2
|
||||
276 AMSTERDAMS VIÜEEt;
Zeven- Leuvenfche Hooge Schoole gezonden, daar
TiEWDB hy zig, in de Geneeskonfl, oefende; doch, en ACT- van gedagten veranderd, begaf hy zig, tot eeüwe. ^e beoefening der Regrsgeleerdheid, op de Geleer- Hooge Schoole van Douai, en werdt, ver- D£w. volgens, te Orleans, in 't hart van Frank- ryk, tot Licentiaat in de Regten bevorderd, Van daar, keerde hy naar zyn Vaderland, en zette zig neder in den Haage, daar hy zig onder de Advokaaten vervoegd, doch zig meeft met de Digtkonft en andere deelen der befchaafde Geleerdheid bezig gehouden heeft: waarvan zyne Latyafche verzen, die, in 't jaar 1630, in eenen bondel famenge- voegd, uitgegeven zyn, getiugenis draagen können. Doch de oefening der Regten moe- de geworden, begaf hy zig naar zyne ge- boorteftad, Amfterdam, en tradt, eerlang, in de egt met Geertruid Dobbes, uit een Am- fterdamfch geflagt geiprooten; doch toen, zo 't fchynt, te Haarlem woonagtig(;y).Hy fleet, te Amfterdam, zyne dagen, federt, in eene aangenaame ruft, en woonde , ge- lyk hy zelf, ergens (z), aangetekend heeft, niet verre van de lange brugge. Ook is hy hier, op het einde des jaars 1638, overlee- den. Uit een gefchreeven Tafereel, op de Boekery deezer Stad, voor welker ingang, ook een gedrukt Latynfch vers van hem te leezen is, blykt, dat hy eenige boeken aan die Boekerye vereerd, of gemaakt heeft. Hy heeft, met de voornaamfte Geleerden zyns
(y) Zit p. c. H00FTS Veifch. Gedichten, W, is«.
(z,) Amftexod. p. zj. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 277
zyns tyds, vriendfchap en gemeenfchap on- Zeven-
derhouden,onder anderen, met den Ridder "ende^ Hooft, wiens eerde Huwelyk met Cbrißi-^.jE^K* na van Erp hy met een Latynfch Bruilofts-EEUWfi. gedigt vereerd heeft (». Hy ge waagt, daar- o&leer- enboven, elders, met agting, van den Bur- den. gemeefter Corneas Pieterszoon Hooft, en van deszelfs Vader, Piet er tVilkmszoon Hooft, on- der anderen, zeggende, dat zyn Vader, Gys- bert, hem vermaand hadt, het gellagt der Hoofden altoos in waarde te houden: gelyk hy ook den ßurgemeefter en den Droitaard beide, onder zyne g.ëerdfte vrienden, re- kende (b). Wy hebben, in het voorige ge- deelte deezer Befchryvinge, meer dan_ eens, gebruik gemaakt van een Digiftukje van onzen Plemp, Jmflerodamum of Amflerdam genaamd: 't welk hy , veelligt, meer uitge- breid zou hebben, zo hem de toegang tot de Stads Regiflers hadt opengedaan; welken hy te kennen geeft, dat hem niet hadt mo- gen gebeuren in te zien (c). Het werk is, derhalve, onvolmaakt gebleeven. Ten be- fluite van dit berigt wegens Cornelis Gys- bertszoon Plemp, tekenen wy alleen nog aan, dat hy zynen naam afleidt van de vis- fchuiten, die, in zynen tyd, Plempen plag- ten genoemd te worden, en van 't gebrui- ken van welken zynen voorouderen, die vis- fchers fchynen geweeffc te zyn, de naam van Plemp bygebleeven was (d).'t Kan waar zyn. Doch
(*) Qntsquil. p. $j.
(b) Ainfteiod. p. 16, 17.
(c) Atnfterod. p. 34.
ld) Amilsiod. /. 21. S 3
|
||||
S78 AMSTERDAMS VI. Deel.
Doch ik vind ook, dat men, hier ter Stede,
al voor Plemps tyd, door eene Plempe, eene verwkuip verftaan heeft (<?). Dat Plemp, tot zynen dood toe, den Roomfchen Gods- dienft heeft aangekleefd, leert ons Von- del, die hem, in zeker Grafdigt (ƒ), dus doet fpreeken: Doch boven Poëzy en fnaer
Omhelsde ik yvrigh 't Roomfch altaer,
En hing omjiaet noch /noot genot
Myn hart aen niemant dan aen Godt-,
En jfefus nimmer feilbre ßem.
Bier ruß kmPlemp. Ay, bidt voor hem.,
By Cornelis Gysbertszoon, voegen wy
VOPISCUS FoRTUNATUS PLEMP,
die, op den drie en twintigften December
des jaars 1601, te Amflerdam , gebooren werdt. Hy is, waarfchynlyk,een nabeftaan- de van Cornelis Gysbertszoon Plemp ge- weeft. Doch ik weet niet, hoe na hy hem beftaan hebbe. 't Is, als men op den tyd zyner geboorte agt geeft, niet onmogelyk, dat Cornelis zyn Vader ge weeft zy; fchoon my hiervan nergens iet gebleeken is. Uit tweeLatynfche Gedigten van Cornelis, blykt, dat hem een Zoon gebooren is, die tiaauw- lyks twintig dagen geleefd heeft (g). Doch naderhand is zyne Vrouw nog eens zwanger ge-
(e) Refol, Vrocdfch. N. i. *S Januarj 1561, Zie 90^
]lier voor, II. Deel, IL Boek ,, II. ij, (f) Poëzy, II. Deel, bl 77,
(Si Qitistiuil. p. 73, 7J. |
||||||||
Zeven-
tiende en AGT- TIENDE
EEinVE. Geleer
DEN.
|
||||||||
Voriscus
FortTü- NATUS
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 279
geweell (Ä), zonder dat my bekend is, of, Zeven-
en wien zy toen gebaard hebbe. Van elders, tiende blykt, dat twee zyner Zoonen, van welken en AGT" deAdvokaat Plemp een was, goede vrien EEUWE. den van den Digter Jooft vanden tondel ge-GE,PER. weeft zyn (1). Maar Vopiscus FortunatusDEN7 Plemp, wie ook zyn Vader moge geweell zyn, heeft zig, eerft te Gend en te Leuven, in de beginfels der weetenfchappen, en na- derhand , te Leiden, in de Geneeskunde ge- oefend ; in welke weetenfchap, hy, federt naar Italië gereisd zynde, te ßononie, tot Doftor bevorderd is. Van hier, te Arnfter- dam te rug gekeerd, heeft hy de Genees- kunde eenigen tyd geoefend, ten diende zy- ner medeburgeren, tot dat hy, in 't jaar 1633, door de Aartshertoginne Izabella Kla- ra Eugenia^ tot het Hoogleeraarfchap der Geneeskunde , op de Hooge Schoole van Leuven,beroepen werdt, daar hy, mtt An- na Maria van Dive, getrouwd, en, op den twaalfden December des jaars 1671, over- leèden is. Hy heeft verfcheiden' Genees- kundige werken gefchreeven, en'in 't licht gegeven (k), en onder anderen Cabro- l 1 u s Ontleeding des tnenfcbelyken Lighaams, in't Nederduitfch, overgezet; op welke vertaaling, Vondel een Lofdigt gemaakt heeft (/;. De twee geleerde Amfterdammers Corne- lis
(k) Quisqqït. p. 90.
(i) vondels Leven, hl, 72. ({) Ilibl. Belg. Tem. II. p. iiï«. (Ij Foeiy , 11. Deel t bl. x+%. S 4
|
|||||
^««èate .. ...I.,,»J. ... ......
|
|||||
s8o AMSTERDAMS VI.Deee,
Zkven- ]'1S Gysbertszoon Plemp en Vopiscus Fortu-
tiend* natus Plemp hebben beide den Roomfchen en AGT- Godsdienft beleeden. Wy voeden hierbv EEüWE eenenderden, die, boven deezen twee, in Geleer- ?ver voor den zeIfden Godsdienft, heeft uit-
den. gemunt, te weeten Maxsmi- Maximilianus Sandaeus
LI ANUS '
San- of van den Sande, die, hier ter Stede, op
DAfius. <jen agttienden April des jaars 1578, ter wee- reld gekomen is, en zig,in de beginfels der weetenfchappen , te Keulen en te Pont k Mouflbn, in Lotharingen, en in de Godge- leerdheid , te Rome, geoefend heeft. Hy nam, in de laatftgemelde Stad, in 't jaar J597> de Orde der Jezuiten aan, en werdt, federt, tot Profeflbr in de Godgeleerdheid, te Wurtsburg in Frankenland, beroepen ; daar hy,opden tweeden November des jaars 1656, overleeden is. Hy heeft een groot getal van Theologifche werken in''t licht ge« geven, meeft Twiftfchriften tegen de Ge- reformeerden , in welken, hy zig, doorgaands, diende van eenen gemeenzaamen en fchert- fenden ftyl. Onder anderen, heeft hy den Amfterdamfchen Predikant Jacobus La-uren- tius, die, tegen de Jezuiten, en tegen hem in 't byzonder, gefchreeven haat, getragt te wederleggen. Ook heeft hy, in verfchei- den' werkjes, de gefchillen tuflcben deRe- monftranten en Contraremonftranten, en de befluiten der Dordrechtfche Synode onder« gogt (/). Ta-
(m) Bibl, Belg, 71«. II, j, |gi, J
|
||||||
IEI.Boek Vermaarde Persoonaadjen. 281
Zeveh-
JACOBÜS LAURENT-XUS, tiende en AGT-
van wien wy, terftond, gewaagden, is ookTIENDE, te Amfterdam gebooren; doch de tyd zyner eeuwe. geboorte heb ik nergens aangetekend gevon- Gelier« den. Indien hy, in May, of op den negen-den. tienden Maart desjaars 1644, inden ouder- Jacobus dom van zedig jaaren, overleeden is, gelyk Lauren- fommigen aantekenen (»), moet hy , in 't jaar 1584, ter weereld gekomen zyn. Zig in de Hervormde Godgeleerdheid geoefend |
||||||||||||
■
|
||||||||||||
hebbende, werdt hy, in't jaar 1612, Pre-
dikant te Oude Niedorp; in 't jaar i(5i3,te Diemen; in't jaar 1617 ,te Hoogkarfpel; in 't jaar 1618, te Naarden; en in'tjaar 1621, in zyne Geboorteftad, Amfterdam, daar hy ook geftorven is. Hy heeft verfcheiden' Godgeleerde werken in 't licht gegeven, en onder anderen ook eenige Twiftfchriften tegen de Roomfche Kerke, die, in verfchei* den' tyden, te Rome, op de Lylt der ver- booden' Boeken, gebragt zyn. Ook zyn, ge- lyk niet te verwonderen is, alle zyne wer* ken, aldaar, veroordeeld (0). In 't jaar 1628, befchreef hy, in rym, ten verzoeke van Hen- rik Jacobszoon-Staets, Stads Timmerman, de ftigtingdervoornaamfte gebouwen van Am- fterdam , die, ten tyde en onder 't opzigt van Staets, waren aangelegd, van 't jaar 1594, tot het jaar 1627 ingeflooten : een ftukje, waarin, nogtans, meer welmeenendheiddan konft doorfteekt. Wy hebben 'er, in de Be-
(n) M. VeerisKetk. Alphab. bl. %%, CqmmeliNj^- S«J.
(t) Eihl. üe]g. Tom. I. p. MI, |
||||||||||||
- —~_________ j__^
|
||||||||||||
■■■■■■■
|
||||||||||||
282 AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- Befchryving van de Gebouwen en Werken
tiende der Stad, meermaalen, gebruik van gemaakt.
en AGT'
tiende Simon Episcopius,
eeuwe.
Geleer. die zig, ter gelegenheid der gefchillen tus-
DEN. fchen de Remonttranten en Contraremon- Simon ftranten,, eenen naam gemaakt heeft, is ook Episco- k-er ter stede, op den eerden of agtflenja- nuary des jaars 1583 (5), gebooren. Zyne ouders, Egbert Rembertsz. Bijfchop en Geer- truidjans, rykelyk met kinderen, en niet zo rykelyk met middelen gezegend, zou- den niet ligt beflooten hebben, den jongen Simon,die, al vroeg, blyken van meer dan gemeene bekwaamheid gaf, tot de ftudie te fchikken, zo de Vroedfchap Comelis Ban- ning niet aangebooden hadt, tot de koften te draagen. In 't jaar 1600, de Latynfche Schooien zynde doorgegaan, werdt hy, als kweekeling der Stad, gezonden naar 't Staa- ten - Collegie te Leiden, van welk Joannes Kuchlinus, voorheen Predikant te Amflerdam, en een gemeenzaam vriend zyner ouderen, toen Regent was. In 't jaar 1606, werdt hy, tot Meefler der vrye kon/ten, of, gelyk men nufpreekt, tot Doötor in de Philofophie, bevorderd; leide zig voorts toe op eenevly- tige beoefening der Godgeleerdheid, en der Weetenfchappcn, daartoe behoorende, zo te Leiden, als op de Hooge Schoole te Fra- ni-
(5) Dus twyfelagtig fpreekt Limborch (Vita Epis-
copii p. 2.) vanden "dag van 's mans geboorte. Brandt fielt dien(Dagta. der Ge)'cbiedenijjtm,bl. 565 ) op den agt en twinti&ften Ottober. |
||||
•
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 283
niker, en werdt, in't jaar 1610, tot Predi- Zeven- kant te Bleiswyk beroepen. Kort hierna, tiende woonde hyde Haagfche Conferentie by ,tus- ^aot- fchen zes Remonflrantfche en zes Contrare- EEUWE# monftrantfche Predikanten, zynde hy een GrleeRi van de eerflen zes. In 't jaar 1612, werdt DEN# hy, tot Profeffor in de Godgeleerdheid,be- roepen , op de Hooge Schoole, te Leiden, in de plaats van Francucus Gomarus, die van dit ampt afftand gedaan hadt. De ontmoeting, die hy, in 't volgende jaar, te Amfterdam, hadt, ter gelegenheid van het doopen van zyns broeders kind, hebben wy, elders, te boek gefteld (p). Wy zullen ons, wyders, niet ophouden, met een verhaal zyner ver- rigtingen, op de Dordrechtfche Synode des iaars-iói8. De Kerkelyke Gefchiedeniffen deezes Lands leeren ons, hoe hy, aldaar, on- der de gedaagde Remonflranten geplaatlt, eene Redevoering deedt, die veel misnoe- gen veroorzaakte: ook, hoe de Remonftran- ten, met de Synode niet konnende eens wor- den', overde wyze, op welke zy hun gevoe- len voordraagen en verdedigen zouden, m 't begin des jaars 1619, uit de Vergadering gezet: en, eindelyk, hoe hunne Leer ver- oordeeld, en zy van hunne Kerkelyke amp- ten verlaaten werden: waarop, eerlang, de gedaagde Remonflranten, en onder dezet- ven ook Episcopius ten Lande uit werden gebannen. Episcopius hieldt zïg, eenigen tyd, te Waalwyk, en, naderhand, te Ant- werpen op, en werdt, na 't opregten der Re-
(f) II. Deel, XII. Boek., hl. \%° enz..
|
|||||
•
|
|||||||
s84 AMSTERDAMS VI.Dfel;
Remonflrantfche Sociëteit of Broederfchap,
nevens Joannes Uitenbogaarden Nkölaas Gre- vinkboven, tot buitenlandfche Beftierders der- zelve , verkooren. Te Antwerpen, flelde hy de Geloofsbelydenis der Remonflranten op, die, door verre het grootfle gedeelte der Remonftrantfche Predikanten, werdt goed- gekeurd. Doch in 't jaar 1621, tegen't uit- gaan van 't Befland, begaf hy zig naar Frank- ryk, zig eerft te Rouan, en in 't jaar 1623, te Parys, nederzettende. Geduurende zyne uitlandigheid, fchreef hy verfcheiden' wer- ken, zo tot verdediging van de zaak der Remonflranten, als tegen de Roomfchgezin- den, en byzonderlyk tegen de Jezuiten. De brieven, die, toen en federt, uit het Vader- land, aan hem gezonden werden, en van welken nog eenigen onder my beruften , wa- ren gerigt aan Simon of Frederik de Wagter. Doch in 't jaar 1626, toen men, in Holland, en byzonderlyk te Amfterdam en te Rotter- dam, veel oogluikkig begon te gebruiken, omtrent de Remonflranten, kwam Episco- pius te rug te Rotterdam, daar hy zig eenige jaaren ophieldt, midlerwyl,nu en dan,pre- dikende , in de flille Vergaderingen der Re- monflranten, te Amfterdam; alwaar, eer- lang , eene genoegzaame openbaare Kerk ge- fligt werdt, in welke Episcopius, op den agtffcen September des jaars 1630,de eerfle Predikatie deedt. De Remonflrantfche So- ciëteit , federt, te Amfterdam, eene Kweek- fchool hebbende opgeregt, om jongelingen bekwaam te maaken tot den Predikdienfl, werde
|
|||||||
Zeven-
tiende en act- TIENDE
EEÜWE. Geleer-
den. |
|||||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 285
werdt Episcopius beroepen om de Godge- Zeven-
leerdheid aldaar te onderwyzen. Hy begaf ti^de zig dan, in 't jaar 1634, met der woon, naar en AGT* Amfterdam; daar hy eene Theologie onder- JJJJJJ nam te fchry ven, die hy egter niet voltooid heeft. Hy is hier, op den vierden April desDENï jaars 1643 » overleeden (q). Veelligt, is 'er nimmer iemant onder de Remonftranten ge- weeft , die de Kerkelyke verdraagzaamheid wyder heeft uitgeftrekt dan Episcopius. Uit eenige gefchreeven' dantekeningen van U1T e N B o G A A R D, is my gebleeken, dat hy , in zekere Kerkelyke byeenkomft, in Auguftus des jaars 1631, te Rotterdam, ge- houden , verklaard heeft, broederlyke ge- meenfehap te können houden met zulken, die de opftanding der godloozen uit de doo- den ontkenden: 't welk Uitenbogaard, der- wyze, ontfteld hadt, dat hy hadt gedreigd, van de beftiering der Sociëteit te zullen af- flappen. Ik heb ook, uit eenen zyner brie- ven , kort voor zynen dood, op den negen- den February des jaars 1643, aan Petrus Cu- f us, Remonftrantfch Predikant te Rotterdam, gefchreeven, befpeurd, dat men, ten dien tyde, onder de Remonftranten, in overwee- ging nam, om Comelis Hanekop, die, in 't jaar 1626, door den Gereformeerden Ker- kenraad te Amfterdam, van den Predikdienft afgezet was (r), tot Leeraar aan teneemen; en dat Episcopius hiertoe neigde, fchoon Hanekop, in 't ftuk der Predeftinatie en 't ge-
(ij) Vid. Vita eitis a Ph'l. a L^mborch conlci.
(r) Zit ll.Dtet, X1Y. Beek* bl. 38L |
||||
286* AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven- gene 'eraan kleeft, met de Gereformeerde
tiende Kerke , van één gevoelen gebleeven was. en AGT- 2ie hier zyne eigene woorden: fVy hebben EEuwE. hitr 'weerom eens gefproken met Galli - Caput Geleer- [Kanekop], ende bevonden, dat de goede man den. in meefl alle onfe dingen met ons fymbolizecrt: t ware een gewenß man, indien hy, in ditfliick van de abfolute v er kiefinge en volher dinge, f o fiyfniet en ging; alhoewel hy te kennen geeft, dat hyder noyt en /oude van fpreecken of predi- ken dan t geeneter wederzyde wel genomen fin- de connen worden, ende niet dan tot flichtinge en f oude dienen. Vreesde ich. niet, dat hy een hoop Contraremonflranten met hem fiepen fiude, die noch al meenen dat hy in 't princlpaale met de publycke Kerke hout, en die onsgrootemoey' te en verwerringe fouden connen toebrengen) ick finde het voor myn deel wel derven met denman wagen. Edoch wy hebben ons fi gedragen, dat wy te kennen hebben gegeven, dat het befwaar- lyckfoude vallen voor zyne E. en voor ons ver- der in handelinge met malcanderen te treden, gevende hem te bedencken ,of' hy 't fi mede niet en verflont. Episcopiusis met Maria Pejfer, Dogter van Jan Pejfer , en Weduwe van Henrik Niellius, gehuwd geweeft, by welke hy geene kinderen heeft nagelaaten. Zyne menigvuldige werken zyn, by anderen, op- geteld. Willem Willem Janszoon Blaauw
zoon werdt, in of omtrent het jaar 1571, hier ter
Blaauw; Stede, gebooren, daar hy zig, met den Boek- handel , geneerd, en veifcheiden' fraaije Wer-
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoon*aadjen. 287
Werken in 't licht gebragt heeft. Hy hadt zEVEN.
zig ook op de oefening der Wiskundige wee- tiende tenfchappen toegelegd , en was , in zyne en AGT- jeugd, een leerling van den beroemden Ty- JJJJJJ cho Brahé ge weeft. Hy heeft eenige werken, - ' in 't Nederduitfch, over de Sterren- en Zee- DEN> vaartkunde gefchreeven (s), die by de ken- ners in agtinge zyn. Hy is, den agttienden October des jaars 1638 , overleeden. Zyn oudile Zoon, Joan Blaauw, joan
een der vermaardfte Boekdrukkeren zyner
eeuwe, werdt, in 't jaar 1651, verkooren tot Schepen en Raad deezer Stad; doch bleef, desonaangezien, den Boekhandel voortzet- ten. De Atlas en Stedenboekenzyn de voor- naamste werken, die van zyne drukkerye zyn voortgebragt. Zy ftondt eerft op de Blomgraft; werdt, daarna, verplaatft agter de nieuwe Kerke; en bevatte negen druk- perfen, die de negen Mufen genoemd wer- den (f). Doch deeze fchoone Drukkery verbrandde, in 't jaar 1672, ongelukkiglyk, met een aanmerkelyk gedeelte van de afge- drukte Atlas en Stedenboeken; gelyk wy, elders (m) , hebben aangetekend. De Jezuït Papenbroch meldt, dat fommigen, hier ter Stede, liefdeloos genoeg waren, om dit on- geluk aan te merken, als eene Hemelfche ftraf, over het drukken van eenige Room* fche
(t) Bibl. Belg. Tom. I. p. 408.
(ty Ztt J. Vos Gedichten, I. Deel, hl. JZJ.
(»J III. Deel, V. Boe{, bl. 6ÖI.
|
||||
i
|
|||||
288 AMSTERDAMS VI. Dut;
Zeven- fche Kerkboeken , en andere voornaams
tiende werken,met welken men, ten tydevanden en act- brand, bezig was (v\ Blaauw is , op den TIENDE * • f. n V\ U T • ,
EEuwß. aSc en t wintigf ten December desjaars 1673,
Geleer- overleeden (w). Fredrïk de V r y,
Frëdrik
de Vet. die, hier ter Stede, reeds voor 't einde der
Zeftiende eeuwe, moet gebooren zyn, alzo ik vind, dat hy, al in 't jaar 1607, Diaken der Gereformeerde Gemeente geworden is, werdt, in 't jaar 1612, tot Schepen, en in 't jaar 1620, tot Burgemeefler verkooren. Wy melden hem hier alleenlyk, om dat hy,in't jaar 1621, eene Hiftorie of kort en waarach- tig Verbaal van den oorfpronck en voortganck der Kerkelyke beroerten in Hollandt in 't licht gegeven heeft (V). Gerard Gehard Schaep PiETERszootf,
ScflAEP
Pieters- dien wy, veelligt, even zo gevoeglyk,on-
zoorf. der de Staatkundige als onder de geleerde Amfterdammers hadden können plaatfen , werdt, hier ter Stede, in 't jaar 1599, ge- booren (y). Zyn Overgrootvader, 'Jacob Schaep Pieterszoon, was, in 't jaar 1530, Sche- pen te Amfterdam geworden. Hy zelf begaf zig, ter gelegenheid van zyn huwelyk, met Joanna de Fijfchere, Dogter van Joan de Vis- fcbere, Burgemeeiter van Zevenbergen, met der
(v) VU. Bibl. Belij. Tom. I. p. jsz.
(w) K. I/SSCAILJES Poëzv, II. Deel, II. jlg, (x) Zie il. Deel, Xni.'Boe{, bl. 344. \j) VAN LlEUWBN ßatav. illuft. bl, 1911, |
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 289
der woon, naar Dordrecht, daar hy, in 'tZEvur«-
jaar 1627, tot Raad in de Vroedfchap , en tiende in 't jaar 1628 , tot Schepen , verkoorenen AGT* werdt. Doch kort hierna, keerde hy naarEÊUW^E# zyne Geboorteftad, Amfterdam (2), daarGELEEa. hy, in 't jaar 1638, insgelyks, tot SchepenDEN. en Raad werdt verkooren. In 't jaar 1639, werdt hy, in zyns Vaders plaats, die , te Middelburg, overleeden was, aangefteld tot Raad in de Admiraliteit aldaar, welken laft hy waarnam, tot dat hy, in 't jaar 1651, tot buitengewoonen AmbafTadeur aan de Repu- blyk van Engeland werdt afgevaardigd, van waar hy, te rug gekeerd, op den twee en twintigften Juny des jaars 1654, hier ter Stede, overleeden is. Gerard Schaep Pieters- zoon, dien fommigen , ten onregte, met den Burgemeefter , Gerard Scbaep , zynen Neef, en Heer van Kortehoef, verward heb- ben (a), was niet flegts in de Latynfche en andere taaien bedreeven; maar van zulk ee- nen arbeidzaamen aart, dat hy verfcheiden* Boekdeelen befchreeven heeft, met veeler- lei byzonderheden, de Stad Amfterdam be- treffende ; uit welken hy, naar 't fchynt, ee- ne betere Befchryving der Stad zou hebben opgefteld, dan men, tot dien tyd toe, ge- had hadt, zo hy 'er, door andere bezighe- den, en door de dood, niet in belet gewor- den was. Ik heb het geluk gehad van dee- ze fchriften te mogen gebruiken, en 'er, hier en daar, vry wat lichts uit gefchept. Wy-
(x.) BALEN Dordf. R 3J4 , HS , 969. I©;« , Xioo.
{*) Eiblioth. Belg. Tem. I. />. 3<So. XL Stuk. T
|
|||||
■
|
|||||
29o AMSTERDAMS VI.Deeu
Zeven- Wyders, heeft de Heer Schaep ook de eer-
™- pf 7uitfa7^ bezorgd van het Nederland/eb TIENDE
riakaatboek (b)^gelyk,onder anderen, ook
E£üW£. in liet Voorberigt voor het Groot - Plakaat- Geleer- boeX van C o R N e L i s C A u, erkend wordt. DEN' u « j tS^s brenSc ons nu> tot het
hoofd der Nederlandfche Hiftoriefchryve- ren, den beroemden PlETER PlETER CORNELISZOON MoOFT
CORNE- *
Mszoourdie, op den zeventienden Maart des iaars
Hooft. 158ï,hier ter Stede,ter weereld kwam. Zyn Vader was Cornelis Pieterszoon Hooft Burge- meefler van Amfterdam, van wien wy, hier voor Qc) omffandigêr gewaagd hebben: zy- ne Moeder, Anna Jacobs Blaauw. Hy werdt vroeg gezonden naar 's Lands Hooge Schoo- le te Leiden, daar hy zig, in de Regtsge- leerdheia en in andere weetenfehappen, oe- fende. Doch hy vertoonde, in zyne eerde jeugd, reeds groote zugt tot deNederduitfche laai- en Digtkunde, en werdt, eer hy nog twintig jaaren bereikte, een Lid der oude Am- fterdamfcheRederykers-Kamer, in Liefde bloeijende, In 't agttiende jaar zyns ouder*. doms, deedt hy eene reis naarFrankryk en Italië en keerde in 't jaar 1601/door Diiitfchland, te Amfterdam te rug. prjns Maurits bevorderde hem, kort na 't fluiten van ■'t Beflaad, in 't jaar 1609, tot DrofTaard van Muiden, en Baljuw van Gooiland En met dit ampt, viel hem het flot te Muiden ten
(t>) PAB9 Naamrol, hlt 19;, j9c,
(() ßladz,. 237. |
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 291
ten deel, tot zyn gewoonlyk verblyf. In een Zeven-
vertfek van eenen der toorens van dit Slot, tiende welk hy zyn Toorentje plagt te noemen, en Diende* waaruit hy een aangenaam gezigt hadt over eeüwe. de Zuiderzee, heeft hyzyne meefte werken, gelf.er- in digt en ondigt, gelchreeven. 's Winters, den. hieldt hy zig op te Amfterdam, daar hy, op de Keizersgraft, over de Groenlandfche pak- huizen , woonde (d). Omtrent den jaare 1618 , begon hy het Leeven van Henrik den Grooten, Koning va*h Frankryk, te befchry- ven, welk, in't jaar 1*626, in't licht kwam, en hem, eerlang,door Lodewyk denXIII., Zoon van Koning Henrik, met brieven van adeldom en een wapen, zynde een wit hoofd in een rood veld; en met de Ridder - orde van S. Michiel, vergolden werdt. Op den negentienden Auguftus des jaars 1628, leide hy de eerfte hand aan het onfterflyk werk zyner Nederlandfche Hifiorien, daar hy, ge- heele negentien jaaren, en genoegzaam tot zynen dood toe, aan gearbeid heeft. Hy ving dit werk aan, met de overdragt der Nederlanden door Keizer Karel den V., en fchynt voorgehad te hebben, om het te ver- volgen tot aan het fluiten van 't Beftand, in 't jaar 1609: doch eer hy aan 't einde der Regeeringe des Graaven van Leicefter ge • komen was, werdt hy, door de dood, over- vallen. Hoe veel vlyt en naauwkeurigheid hy, tot het famenftellen van dit voortrefFe- lyk Hiftoriewerk, hebbe toegebragt, is uit zy-
(d) Zie «j»«, Blieven, N. »j9. hl» ziï.
T 2
|
||||
292 AMSTERDAMS VI.DEEt.
Zevin- zyne Brieven af te neemen. Hy ontzag geë-
TiENDE ne moeite, om alle fchryvers, die van de en act- Nederlandfche zaaken gehandeld hadden, en eeuwe! V00raI uitheemfchen, gelyk Coneftaggio, Geleer Juftiniano, Mendoza, Campana en Colonna, den. magtig te worden (e), en lasze met oordeel. Van ongedrukte fchriften*, bediende hy zig, insgelyks; met naame, van twee gefchree- ven vernaaien van den flag by Nieuwpoort, een van den Ridder Frangois Vere , en een van den Raadpenfionaris Antoni Duik (f): waaruit,onder anderen, blykt, dat hy zyne Hiftorie veel verder dagt te brengen, dan zy .gebragt is. In 't befchryven van Krygsbe- dryven, maakte hy gebruik van de Veldfia* gen van den (Vagtmeefler Jacob Wyts, wiens raad hy ook, dikwils, innam (g). Doch tot de Re gifiers der Stad Am fier dam, die, ten zynen tyde, naar 't fchynt, zeer geheim ge- houden werden , konhygeenen toegang ver- werven (b). Voorts, deedt hy, wegens by- zondere voorvallen, onderzoek by oude lui- den , die, aangaande het gebeurde, goede kennis en geheugen hadden. Zo onderzogt hy > by Griete Piet er Prooften, op den Nieu- wendyk, in den Engel, naar den tyd van 't ombrengen van Geele Fy (i): by denlvlakelaar VHertnite, eertyds Schepen te Antwerpen, naar
&
(e) Brieven, N. 197* HS» 238 , 32;. hl. Jyj, 194,
Ï97, «o- Z(f) Brieven, N. 192» Ij>4, 19S ,i97*m> &l- 1*3» U4».
l$f . 2<2 (tf Brieven, N. zjS , 264» 271 > 29S. hl. 213 , 217,
ai2, 24?- (h) Brieven, N. 399. hl. 313.
(1) Blieven, N. 204,210. hl. itfi, 169,
|
||||
IK. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 293
naar 't gruwelftuk, aan eene bruid aldaar ge- Zeven.
pleegd (&): en wegens 't geusworden van Am- tiende fterdam, by de Moeder vanzynen Zwaageren AGT" Jufius Baak; by Cornelis van Campen; by den EEUWÉ. Schepen van de Poll; by den ouden Heer van geleer. Fryenes, den Otter; by zekeren Koorendraa-dew. ger , Jan Janszoon , en in de wandeling Zuipuh genaamd, en by andere oude luiden (7). In September des jaars 1631, hadt de Drofïaard het eerfle Boek der Hiftorien op-, gefield; en in Juny des jaars 1Ó34, waren 'er elf Boeken af (m). In 't jaar 1641, ving men aan, met het drukken van twintig Boe- gen , die, in 't volgende jaar, met eene Op- dragt aan zyne Hoogheid , Prinfe Fredrik Henrik, in 't licht kwamen, en met de dood van Prinfe Willem den I. eindigden. Voor de opdragt, werdt de Hiftoriefchry ver ver- eerd met een zilveren lampet en fchotel. Midlerwyl, hadt de Heer Hooft de Werken van Tacitus, die hy, meer dan vyftig maaien , hadt doorgelezen , ten dienfte, voornaamlyk, van zynen Zwager Baak, uit het Latyn; en eenige andere flukken, uit andere Taaien, overgezet; ook de Ramp- zaligbeden der forheffinge van den Huize van Medicis, en verfcheiden' Gedigten gefchree- ven, en in 't licht gegeven. Doch 't ver- volgen zyner Hifiorien, die hy, boven alle zyne andere werken, waardeerde (n), ging hem allermeefl ter herte. De bezigheden van zyn
(kj HooFTs Brieven, N. 407, 40g. il, 317,318.
(t) Dezelfd. N. +ji, bl. 34*.
(m) Dezelfd. N. 298, 417. bl. 143, 32z.
(»J Dezelfd. N. 69j. bl. $20.
T3
|
||||
294 AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven- zyn ampt en huis en de wankele ftaat zyner
Tintos gezondheid, zynde hy, dikwils, met jigt, en tiend!" °°k nu en ^an met graveel gekweld, tegen
EEuwE. welke laatfte kwaaie, hy, met nut, Meede Geleer. P^agc te gebruiken (o) , ftremden nogtans »en. den voortgang van 't werk; van welks ver- volg, inde Lente des jaars 1647,noggeene zeven Boeken voltrokken waren, toen hy, met een ziekelyk lighaam, naar den Haage verreisde, om de Lykftaatfie van Prinfe Fre- drik Henrik, die den tienden May ftondt te gefchieden, by te woonen. Hy bereikte zyn oogmerk: doch werdt, nog in den Haage, van eene hevige koorts en buikloop aange« taft, die hem, op den een en twintigften der gemelde maand, uit het leeven rukten. Zyn lyk werdt naar Amfterdam gevoerd, en, den zeven en twintigflen, in 't Choor der nieuwe Kerke, in zyns Vaders graf, byge- zet. Ten volgenden dage, werdt, op den Schouwburg , dien hy , dpor verfcheiden' Treurfpelen, en door zynen geeftigen IVa- renar, veel voordeels hadt aangebragt, eene Lykrede ter zyner eere gedaan, die, door Geeraardt Brandt, opgefteld was, en door Adam Karelszoon van Zjermesz, eenen der welfpreekendfte Tooneelfpeeleren van dien tyd, uitgefproken werdt. Hooft is twee- maaien getrouwd geweeft, eerft in 't jaar ióio , met Chrtftina, Dogter van Arnoitd van Erp) die hem, in 't jaar 1624, ontviel: en daarna, in 't jaar 1627, met Leonora, Dogter van Arnoud Hdkiwm, Weduwe van
(») Brieven, K. i«+, II, 117.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoqnaadjen. 295
Van Jan Baptißta Bartelot. Uit dit laatfteZevEN-
huwelyk, zyn hem alleenlyk twee kinderenxiENDE overgebieeven: een Zoon, ifr«MwÊ,dieSche-™g£JJ"
pen van Amfterdam geworden is, en eene EÜUWE.
Dogter, Chrißtina, die met Cêenraad #«rg * Geleer-
Schepen en Raad deezer Stad, en nader Den. ,j hand Thefaurier-Generaal der Vereenigde Nederlanden, gehuwd geweeft is. De Heer Arnoud Hooft heeft het vervolg der Hifto- rien zyns Vaders, nevens deszelfs Gedigten, Brieven en andere werken, in 't licht gege- ven (p). Doch de uitgaave van Hoofts Tacitutk,, in 't jaar 1684, door Geeraardt Brandt, bezorgd. En de hoogagters van Hoofts naam zyn den Heere Balthasar Huydecoper, Schepen deezer Stad, en beroemd' kenner en opbouwer onzer Taaie en Digtkunde, grooten dank fchuldig voor eene vermeerderde Uitgaave der Brieven van den Droflaard, die, in't jaar 1738, uitge- komen is. In deeze Brieven, en in de an- dere fchriften van den Droflaard, munt bo- ven alles uit een geeft van gemaatigdheid, in zaaken van RegeerJngeen van Godsdienft, Uit deezen geeft, ontftonden de poogingen, die hy aanwendde , om den doorlugtigften balling, de Groot, een vry verblyf in 'c Va- derland te bezorgen. Zelfs begreep hy, dat men de ftrenge veroordeelingen tot balling- fchap en gevangenis, die , federt het jaar 1618, ter oorzaake van den Godsdienft, ge- fchied waren, door het afkondigen eeneF ai-
O) Zie G. Brandts Leeven van P, C. HOOFT, vttrdi
tweede Vit^Afkve der Nederl. JJiftorien. T4
|
||||
sp6 AMSTERDAMS VI.Deet.
Zeyen- algemeene VergiffeniiTe, behoorde in te
TMNDE trekken (q): en 't verheugde hem zeer,dat TieZI' de Pril?s * Stadhouder, Fredrik - Henrik, zig EEuwE. bevlytigde, om de gemoeden, ontfield, ter Geleer. ëeleSel^eid der voorleeden' gefchillen in jjEK. ' de Kerk en in den Staat, tot bedaaring ende 't landt in rufte te brengen (r). 't Schynt, dat hy nooit Lidmaat der Gereformeerde Kerke geweeft is, fchoon hy, met de ge- leerdfte en gemaatigdfte Predikanten, ge- meenfchap onderhieldt, en dikwils ter Ker- ke kwam. Doch voor zulken , die vervol- ging in 't hoofd hadden, of der Regeerïnge te na kwamen, toonde hy luttel agting; 't welk hem, ter gelegenheid van het uitko- men van Vondels Harpoen en Roskam, waarin heerfchzugtige Kerkelyken ert wee- reldlyken gehekeld worden, fchryven deedt: Niet dat my fchempen en fchieten een ridder- lyke hanteering dunkt ; ----- maar ----, den
verwenden bakhuizen hunne wanfchapenheid,
en ezelen hunne oor en te toonen, op hoope dat zy 't zoo klaar niet vindende tot hunnent oft het een duif geleezen hadt, wat waters in hun- nen wyn doen moogen en kleender keren zin- gen. Want anders is my tegens de borfl, dat men de luiden leelyk en affchouwelyk in 't oog der gemeente maakt, daar zy leer enfikhting by te zoeken, en uit te zuigen heeft (s). Som- migen fpreeken niet gunflig van den Dros- faard, zeggende „ dat de vermaarde Hooft: », wel niet Roomfchgezind geweeft is; maar O) Brieven, N. ijs. */. n3. °
' (rj Brieven, N. io6. bl. 164..
(j) Brieven, JV. 104. H, 161. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 297
,, egter nimmer den Gereformeerden Gocjs- Zeven«
„ dienfl beleeden heeft (f)." Doch 't was, tiende zeker, noodeloos, te vermaanen, dat Hooft ^^öe* niet Roomfchgezind geweeft was, alzo men, E£awrE"*„ in zyne fchriften, geen het minde zweem- Geleer. fel van neiging tot de Roomfche Kerke, den. maar eer het tegendeel befpeurt. By Hooft, voegen wy eenen zyner boe-
zemvrienden , Caspar van Baarle,
anders Barlaeus , die hem maar weinige Caspar
maanden overleefd heeft, en digt by zyne VAN Grafkelder, in de Nieuwe Kerke, begraa-Baarle' ven is: 't welk Vondel, met dit Graf- fchrift, aanduidde: Hier ßiihncrt Baarle neffens Hooft,
Geen Zerk hun glans noch vriendfchap dooft» Van Baarle is wel niet te Amfterdam ge-
booren. Doch hy heeft 'er de laatfte vyf- tien jaarenzyns leevens doorgebragt, en den eerften luifter ver.fpreid over de pas geftigt- te Doorlugtige Schoole. Hy verdient, der- halve , eene plaats, in onze Lyft der Geleer- den , die hier ter Stede gebloeid hebben. Caspar van Baarle dan is, op den twaalf-
den February desjaars 1584,te Antwerpen, ter weereld gekomen, daar zyn Vader, die den zelfden naam voerde, Griffier was; doch zyn ampt verliet, en naar Holland toog, na v dat ft) VOF.TII 2ibl. Stild. Theolog. Libr. II. f, 171. #p.
BUkMANN. Trajeft. erudit. p. ?a. TS
|
||||
298 AMSTERDAMS VIDeé£
Zeven- dat de Stad, door den Hertoge van Parma,
tiende veroverd was. De jonge Caspar oefende zig en AGT- jjj de Godgeleerdheid, op 's Lands Hooge TIENDE o , , /^j . , r , . , . -. &
EEuwE. Schoole te Leiden, en werdt, in t jaar 1608,
Geleer« tot Predikant beroepen in de nieuwe Tonge, den, op 't Eiland Overflakkee (u); welken dienfl hy, tot in 't jaar 16x2, waarnam, wanneer hy tot Onder-Regentin 't Staaten-Collegie te Leiden werdt aangefteld, en afftondt van den Predikdienft. Op 't einde des jaars 1617, werdt hy , door de Bezorgers der Hooge Schoole, verkooren tot ProfeiTor in de Lo- gica , of Redeneerkunde (ü). Midlerwyl, waren de gefchillen der Remonftranten en Contraremonftranten ontftaan. Barlaeus hieldt de zyde der eerfhen, welke hy, van 't jaar 1615 af, met zyne penne, ten dienffc ftondt. Ook woonde hy de Dordrechtfche Synode by, onder de aanfehouwers (w), zo lang die Vergadering, met open deuren, gehouden werdt, maakende aantekeningen van 't ge- ne hy zag en hoorde, die, federt, in 't licht gegeven zyn (ar). Hy hielp de gedaagde Re- monftranten , eenen geruimen tyd, in het Hellen van eenige fchriften en brieven, die, geduurende het houden der Synode , inge- Seld en afgevaardigd werden. Doch in Fe- bruary des jaars 1619, keerde hy naar Lei- den , en tot de waarneeminge van zyn ge- woonlyk beroep te rug (y). De Leer der Re-
(u) Soprmans Kerk. Regifter, bl. iif.
(v) Sqermans AcaHem. Regift. bl. 6i , xiz, (V) BRANDT II. Deel, bl. 2*j , 4JI, JZ4, 9$z. UI.Deelt bl. 26, 85. (x) Pid. Epift. Prxft. 5c erudit. Viior. />. JIJ & feqq,
(j) BttANDT III. Dttl, bl. 171 , 404 , 444, |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 299
Remonftranten veroordeeld zynde op de Sy- Zeven- node, werdt ook de Hooge Schoole gezui- tiende verd,en Barlaeus, onder anderen, verlatten £££• van 't Onder-Regentfchap, omtrent het mid- EEUWE.
den van July, en, in de volgende maand, GlïL?ER.
ook van 't Profeflbrfchap in de Logica. Doch den. eer 'tlaatfte gebeurde, hadthy, die voor- heen Predikant geweeft was, de A6te van Stilftand getekend, enzig verbonden,voor- taan , niet te prediken, fchoon hy, ten zelf- den tyde, betuigde, der Remonftrantfche zaake nog toegedaan te bly ven; welke be- tuiging hy, in July desjaars 1621, nog her- haalde (z). Midlerwyl, hadt hy,ontzet van zyn beroep, zig toegelegd op de Geneeskun- de, en was, te Kaan in Normandye , tot Do&or bevorderd. Hy heeft, nogtans,dee- ze weetenfchap byna niet geoefend,en zig, te Leiden, daar hy bleef woonen, bezig ge- houden, met het onder wys van jongelingen in de Philofophie en in de geleerdheid, tot dat hy, in 't jaar 1631, tot Profeflbr der Philo- fophie en der Welfpreekendheid, in de Door- lustige Schoole te Amfterdara , beroepen werdt (a); daar hy, van groot en klein ge- ëerd en bemind, zyn beroep, vly tiglyk, waar- nam, en, van tyd tot tyd,eenige treffelyke Latynfche Gedigten en andere werken in 't licht gaf, tot dat hy, van eene zwaare ziek- te aangetaft, die hem den geeft, geweldig- l»k, benaauwde, en alleenlyk nu en danee- uige tuffchenpoozingen gunde, 's daags na & dat (k.) BR4.NDT III. Deel, bl. 843 t «49 , 11» <»*• J1»« IV.
U) ZU 11. Dcelt XIV. B<"Kt W< 49»' . . |
||||
Soo AMSTERDAMS VI.ÜEEt;
dat hy voor zyne Studenten nog gelezen
hadt, op den veertienden January des jaars 1648 (]>)•> overleedt. Over de natuur zyner ziekte , en de onmiddelyke oorzaak zyns doods, is verfcheidenlyk geoordeeld. Zeker genoeg is 't, dat zyne ziekte eene vergaan^ de zwaarmoedigheid is geweeft, waarvan hy, reeds in 't jaar 1623, kort na 't ontdek- ken van den aanflagop het leeven vanPrin- fe Maurits, aangetaft ge weeft was, ter ge- legenheid dat Schout Bont, te Leiden, hem, langs ftraat gaande, onverhoeds, een papier, welk hem ten deele uit de zak ftak, ontruk- te ; 't welk hem, fchoon 'er niets kwaads in flondt, derwyze ontftelde, dat hy, om te minder verdagt te zyn, tot driemaalen toe, in de openbaare Kerke ging: waar op, fchryft Brandt(c), eene zwaare wroeging en droefgeeftigheid volgde, die egter, door den tyd, wederom verdween. Doch na zyn beroep te Amfterdam, in 't jaar 1632, trof hem nog grooter zwaarmoedigheid. Hy zelf fpreekt 'er, in zekeren Latynfchen brief, aan zynen Neeve Cunaeus, met deeze woorden, van: „ Ik, elendige, ben geftort in eene |
|||||||||||||||||
Zeven-
tiende en AGT« TIENDE
EEUWE. GlLBER.
»EN.
|
|||||||||||||||||
droefgeeftigheid, veel zwaarder dan die
my voor negen jaaren getroffen heeft, |
|||||||||||||||||
Eerft, heb ik my, door fterk ftudeeren,
afgemat. Daarop is verftopping gevolgd. Vervolgens, is my, 't gene te vooren ligt fcheen, zwaar voorgekomen. Eindelyk, heb ik, door ik weet niet welk eene klein- „ moe«
(b) G. Brandts Poëzy, III.Deel, II. 144.
(*J IV. Deel, bh *Si% |
|||||||||||||||||
J»
|
|||||||||||||||||
9»
|
|||||||||||||||||
!
|
|||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 301
moedigheid, begonnen, my zelven t'ee- Zevew-
nemaal te mistrouwen, en te gevoelen,tiende |
|||||||||||||
, dat ik onbekwaam ben, om deezen laden A0T*
„ te draagen. Vervuld met deeze verbeel-™1^ |
|||||||||||||
ding, leg ik, zit ik, byna zonder fpraak, Geleek.
en geheel moedeloos. En ik ben my zelf den. naauwlyks, als my het deerlyk lot vanmyn huisgezin te binnen komt. Ik, die de ge- lukkigfte was,ben de elendigfte, inmyne oogen. De redenen, door welken, gy my opbeurt , worden my, door braave Luiden, dagelyks, voorgehouden. Ach! Neef, ik ben de man niet, dien gy meent, dat ik ben.Ik heb deeze poft, uit eene ydele en dwaaze overtuiging, aanvaard. Maar ik gevoel nu, dat het heel wat anders is, in 't byzonder, heel wat anders, in 't open- baar, te onderwyzen. Ik heb die vrymoe- digheid niet, als ik in 't openbaar onder- wyzen moet, die my, wanneer ik in 't by- zonder onderwees, plagt eigen te zyn. Ja, ik ben zo vervuld van fchroom, dat ik zelf geen byzonder onderwys geeven durf. Myne gezondheid is ook minder, uit hoof- de myner droefgeeilige verbeeldingen, en der geneesmiddelen zelven. Myne (laap is zwaar en afgebroken: de huishouding des lighaams geheellyk ontfteld. My fchiet geene hoop over, dan op de barmher« tigheid en magt des grooten Scheppers, die my, eertyds, van diergelyke kwaal, doch allengskens, verlort heeft. Want gy weet, dat deeze ziekten van langen duur zyn. Ik beveel my zelven en myn huis- gezin , waarde Neef» aan uwe gebeden. „ik
|
|||||||||||||
3}
•)ï
53 99 5? 5> •}■> 5J ?J Jï 91 5i "» 3) 99 99 5"» J> !» 19 1» ?J ?»
SI
99
3Ï |
|||||||||||||
-^—MiMMMi
|
||||||||||||||||||||||||||||||
302 AMSTERDAMS VI.Dem*
|
||||||||||||||||||||||||||||||
2eVEN-
TIENDE cn A0T- |
||||||||||||||||||||||||||||||
1»
1> |
Ik heb geen' lufl om meer te fchryven,
en dit treurig en my zeer laflig verhaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
te vervolgen. Uit myn' flyl, uit myné
_____ - uicfchrabbmgen, zult gy ligtelyk können
zien, hoe ik gefield geweeit ben, toen ik
|
||||||||||||||||||||||||||||||
E
|
||||||||||||||||||||||||||||||
BEN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
5?
5)
|
dit op 't papier bragt. De voorige krag-
ten van lighaam en geeft zyn geknakt. Myne Huisvrouw, die bymy flondt,ter- |
|||||||||||||||||||||||||||||
wyl ik dit fchreef, heeft myne pen ge-
noegzaam beflierd. God geeve, dat ik blyder en beter fchryven moge. Nu kan ik niet (d)" Doch uit deezen naaren toeftand, is Bar-
laeus ook gered, zo dat hy, in 't begin des jaars 1635, in ftaat was, om de openbaare Redevoering van den fVyzen koopman tê doen: en uit de Brieven van den Droffaard Hooft, na dien tyd, aan en wegens hem gefchreeven, fchynt men te mogen afnee- men, dat hy, nu en dan, en byzonderlyk omtrent den aanvang des jaars 1639, toe- vallen van onpafTelykheid gehad (e); maar, verder, tot diep in 't jaar 1646, eene re- delyk goede gezondheid genooten heeft. Doch toen fchynt hy van zyne oude kwaaie op nieuws, aangetafl te zyn. Men heeft verteld en geloofd, dat hy meende van glas te te wezen, en vreesde aan ftukken geftooten zullen worden; of van boter, of flroo: waar- om hy zig ver van 't vuur hieldt. Sommi- gen meenen, dat hy in eene put gevallen, of gefprongen, en zo gefmoord is. Doch (d) Claror. Viror. Epift. * Mufe» J. Brant. p, ug
(e) Epift. M. Z. BQXHQRNII e Muleo J. G. MEE1.II
|
||||||||||||||||||||||||||||||
f
|
||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||||||||
. 3CÉËÊ
|
||||||||||||||||||||||||||||||
tfËSÈÊ/JÈÈEl
|
||||||||||||||||||||||||||||||
™
|
|||||||||||||||
mi . »"-"-', ..,-
|
|||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 303
ïn de Lykrede, door Joannes Jrnoldus Cor-ZnvRtt*
vinus, over hem uitgefproken, leeft men, tiende |
|||||||||||||||
en AGT-
|
|||||||||||||||
dat den Redenaar verhaald was, hoe eene
fchielyke flaauwte, die, in dien tyd, vee- EEUWE# len trof, den oVerieeden de dood gedaan Geleer, hadt Cf). den. Barlaeus heeft zig, inzonderheid door zy-
ne Latynfche Verzen en Redevoeringen, beroemd gemaakt. Ook zyn 'er brieven van hem in 't licht, die by de kenners geagt wor- den. Weinige maanden voor zynen dood, heeft hy een verhaal van de Krygsbedryven van Prinfe Joan Maurits van NafTau in Bra- zil in 't licht gegeven. Alle deeze werken hebben hem agting verworven, by de ge- leerde weereld. Doch zyne fcherpe Twift- fchriften, ten behoeve der Remonftranten, hebben hem de ongtmft van veele Kerkely- ken op den hals gehaald; welker hevige we-* derleggingen ook, zo men wil, iet hebben toegebragt, tot 's mans droefgeestigheid. Ik meen egter, dat hy zig nimmer openlyk tot de Remonftranten gevoegd heeft, toen de- zelven eene byzondere gezindheid uitmaak- ten (g): fchoon hy, in 't jaar 1634, zynen Zoon, in ftilte, door eenen hunner Predi- kanten , hadt laaten doopen (h). By Barlaeus, voegen wy, fchoon hy ee-
nige jaaren laater gebloeid heeft, den be- roemden Hiftoriefchryver en Digter, Geer-
(f) Velez, Bayle Di&ion. Art. BARLEUS Rem. E, & F.
ig) v'd- Praft. 2c eruditor. Viror. Epift. ^.73«. (/>) Zit II. Dctlt XIV. ßoek^ hl. 4$*. |
|||||||||||||||
■ ■ i
|
|||||||||||||||
Mh
|
|||||||||||||||
-^ ■ ~-'
|
|||||||||||||||
$ó4 AMSTERDAMS VI.Deei.
Zeven- ^ n TIENDE UEERAARDT BRANDT,
cn A GT*
tiende die met zyne Dogter gehuwd geweeft is,
EEuwE. en hem zynen eerfien Mecenas plagt te noe-
Geleer- men. Brandt werdt, op den vyf en twin- D£N- tigften, July des jaars 1626, te Amfberdam Gïer- gebooren. Zyn Vader, een Horologieinaaker aardt hjer ter Stede, en een der Hoofden van den NDT* Schouwburg, ook Genet Brandt genaamd, was der Remonftranten gezindheid toege- daan , en tekende, in 't jaar 1628, de Vol- magt, volgens welke, men vryheid van Gods- dienfloefening voor deeze gezindheid dagt te verzoeken (z). Zyne Moeder was Cor- nelia Jervens, elders Neeltje Jeroens genaamd. In zyne jeugd, deedt hy zyns Vaders hand- werk; doch toonde, al vroeg, trek tot de Digt- en Tekenkunde. Naauwlyks zeven- tien jaaren oud, digtte hy een Treurfpel, de Veinzende Torquatos genaamd; 't welk, met veel toejuiching, ten tooneele gevoerd werdt, en den jongen Digter bekend maakte byBar- laeus, die 't fpel met een lofvers vereerde. Hy fchreef, federt, nog eenige andere Ge- digten: doch verkreeg zig,nog geen een en twintig jaaren oud, in 't jaar iö47,eeneal- gemeene agting, door het opftellen eener Lykrede in onrym op den Ridder Hooft, die, door den Tooneelfpeeler van Zjermesz, op den Schouwburg, uitgefproken werdt. Barlaeus, Huigens, Vondel in 't byzonder, die deeze rede hadden aangehoord, waren ppgetoogen van verwondering, over de Zui- Ver- Cn Zit II. Dctl, XIV. Boek, bU 403. |
||||
lil. Boek. Vermaarde Persoonaadjin. %o$
verheid en kragt van taaie, die in dezelve Zeven-
uitftaken. De laatfte Het 'er zig, naar 't ge- tiende ne 'er A n s l o van gezongen heeft 4 dus. o-e" .AG** 1 1 „:-. TIENDE
penlyk, over uit i EEÜWE>
■------!------Dees heeft natuur te baat, DENi
Het zy hy fihryfi op maat of zonder maat>
Zyn oordeel is ervaren, 't Verfland quam voor de jaaren (£). Brandt Zong, in 't volgende jaar, een' kor-
ten treurzang op het overlydenvanBarlaeus* wiens Dogter, Suzanna, hem, federt eeni- gen tyd, bekoord hadt, terwyl zy hem ook niet ongenegen was. Doch Brandts beroep, het horologiemaaken ■, ftondt haar tegen. Om haar te behaagen, leerde hy de Latynfche taaie, en oefende zig, vervolgens, drie jaa- ren , in de Godgeleerdheid, in de Eweek- fchoole der Remonftranten, te Amfterdam * onder den Profefïbr Stephanus Curcellaeus. In 't jaar 1652, werdt hy, tot Leeraar der Re- monftranten , te Nieuwkoop, beroepen; 't welk Jan Vos, fchamper genoeg, deedt . fchryven, dat de Liefde van een Tooneelpoè'et een Predikant gemaakt hadt (/). Hy tradt, kort daarop, met Suzanna van Baarle ^ in de egt: die hem verfcheiden' kinderen gebaard heeft. In 't jaar ió57,vonghy aan te arbei- den aan de Hißorie der Reformatie, waarvan hy, eerlang , een kort begrip in 't licht gaf* welk zeer geprezen werdt. Hy vervolgde dets-
(4J Lof- en Lykdichten op G. BRANDT, Bi 7$,
(O Gedichten II. Dtel, bi, 29j, XI Stuk. V
|
||||
3ötf AMSTERDAMS Vl-DztL
Zeven- deezen arbeid te Hoorn, werwaards hy, in
tiende 't jaar 1660, beroepen werdt, en gaf, drie en iioT- ;aaren laater, de tien eerfte boeken in oftavo TIENDE • !• » • * y v^ i
EEuwE. lllt» die tot aan tjaar 16^00 hepen. Doch
Geleer- Meezen ■> die flegts het eerfle Deel van een den. grooter werk flonden uit te maaken, kwa- men, andermaal, in 't jaar 1671, in quarto, te voorfchyn, en werden, drie jaaren daarna, van een tweede Deel gevolgd; welk de His- torie der Reformatie, tot aan 'tjaar 1618, en de beginfels der fcheuringe tuiTchen de Remonftranten en Contraremonftranten,in- hieldt. De Noordhollandfche Synode viel, over dit tweede Deel, klagtig by 's Lands Staaten, als behelsde het „ fcherpe en hoo- „ nende uitdrukkingen, tegen verfcheiden' |
|||||||||
Predikanten niet flegts; maar zelfs tegen
de Prinfen van Oranje; en daarenboven eenige blykbaare valfchheden." De Staa- |
|||||||||
ten vonden, derhalve, geraaden, het Oc-
troi, welk zy op het Werk verleend had- den , in te trekken, en den Schryver te be- veelen „ zig, in het fchry ven en uitgeeven ,,, van het vervolg zyner Hiftorie, van alle „ aanftootelykheid, zo omtrent de Regee- „ ring als omtrent de Kerk, te onthouden." De twee volgende Deelen, die de Hiftorie der Dordrechtfche Synode vervatten, en in het jaar 1623 eindigen, zyn eerft, lang na des ïchryvers dood, in 't jaar 1704, uitge- komen. Midlerwyl, hadt Brandt, in 't jaar 1666, ook eene Hifiorie van Enkhuizen, zon- der by voeging van zynen naam, in 't Jicht gegeven, en was, in 't volgende jaar, te Amfterdam beroepen, daar hem, in 't jaar 1Ö74,
|
|||||||||
til. Boek. Vermaarde Persoonaadjen, göf
1674, zyne huisvrouw ontviel; en daar hy, Zeve&
in 't jaar 1675 , andermaal, in de egt tradt, tiende met Catharina van Zorgen, by wien hy gee- 5}EJJJ* ne kinderen verwekt heeft. Sedert, bezorg- EEÜWE# de hy eene nieuwe Uitgaave van Hoofts geleeé- Nederlandfche Hifiorien en andere Werken, en üen; van Vondels Poëzye; welke Uitgaaven hy, onder anderen, verfierde, met de Lee- vensbefchryvingen deezer vermaarde man- nen. De laatfle tyd zyns leevens befteedde hy aan de befchry vinge van 't Leevsn van den Ad- miraal de Ruiter, een werk, welk hy, met ongemeene naarfligheid, famengefteld i en waaraan hy, honderd dagen, veertien uuren 's daags, te koft gelegd hadt. 't Was* in denHerfft des jaars 1685, naauwlyks half afgedrukt, toen Brandt, zyne kinderen iri den Haage en te Rotterdam "bezoekende * van koorts en buikloop werdt aangetaft,dié hem, ter laatftgemelde Stede, op den twaalf- den O&ober, uit het leeven rukten* Hy werdt, in de Franfehe Kerke, ter aarde ge- bragt, in 't zelfde graf , daar zyn jongfté Zoon , Geeraard , geagt Leeraar onder de Remonftranten te Rotterdam, twee jaareri te vooren, begraaven geworden was. In de Befchry vinge van Brandts Leeven > door den Zoon zyner Dogter, Joan de Haas j opgefteldj en, in 't jaar 1740, uitgegeven, wordt nog van twee werken van onzen Hiftoriefchry- ver gewaagd,die, na zynen dood,in 't licht gekomen zyn, de Hiflorie der Regtspleëgitig over de Heeren Oldenbarneveld, Hogerbeets en de Groot, en den Dagwyzer der Gefchiedenis- fin. Men kan 'er het Onpartydlg Chroityü* V 2 m
|
||||
308 AMSTERDAMS VLDezv
Zeven- ken by voegen; 't welk, door Brandt, zo ik
tiende my niet bedriege, tot aan 't jaar 1650 jge- tiende krag* > doch ï naderhand, door anderen, veel EEuwE. gebrekkelyker, vervolgd is. Geleer- Men h^ft Brandt,ten allen tyde, geteld den. onder de voornaame Digters , en vooral, onder de befte Nederlandfche Hiftoriefchry- vers, zo ten opzigte van den ftyl, als van de wyze van vernaaien. De Gereformeerde Pre- dikanten alleen hebben, in 't algemeen, ge- oordeeld, dat hy, ingenomen met zynege- zindheid , de zaaken der Remonftranten te gunftig voorgedraagen heeft, in zyne His- torie der Reformatie. De eerwaardige Dig- terVoLLENHOVE,Predikant in denHaa- ge, en zulk een vriend van Brandt, dat hy hem, fomtyds, in zyne Brieven , Broeder noemde, liet zig , deswege, in zyn Lyk- digt op onzen Hiftoriefchryver, in deezer voege, uit: Indien 't gefchil, dat lant en kerk Ier oer de,
's Mans zucht voor zyn gevoelen niet vervoerde, En bleek zyn vrêgezintbeit niet verdwaalt
V&n 't vredefpoor ,i«]'f branden van zyn" yver, De kerk vernam van geen hiflorifchryver Haar kruisht en bedryf zo net verhaalt.
Nogtans, is my niet bekend, dat hem im-
mer beweezen is, dat hy der waarheid, in 't verhaalen van 't gebeurde, te kort ge- daan hadt. Voor 't overige, is hy, fchoon niet t'eenemaal ongeagt by de Gerefor- meerde Kerkelyken van zynen tyd, met de gemaatigdften van welken 5hy zelfs briefge- meen-
|
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 309
meenfchap hieldt (tri); egter meer gezien Zeven-
geweeft by Luiden van Regeeringe, forrimi- J*E*"?E gen van welken zelfs zaaken van gewigt aan tiende hem vertrouwden, gelyk, des noods, met dé eeuwe, ftukken, zou können getoond worden. Wy Geleer- hebben ook , op eene andere plaats (»)> DE*' reeds te kennen gegeven, dat hy, naar al- le waarfchynlykheid, de Arminiaanfche Pre- dikant geweeft is, door wien, de Franfche Ambaüadeur d'Avaux de Amfterdamfche Regenten, onderling, en met de Provinciën Friesland en Stad en Lande, zogt te veree- nigen. D'Avaux hieldt ,hem voor een man van verfiand, en van veel vermogen by de Heeren van Amflerdam: en vergde hem, hierom, tot briefwiffeling, die Brandt, nogtans, voorzig- tiglyk, afiloeg, te kennen geevende, dat de berigten, die de AmbafTadeur herwaards wil- de fchikken , aan twee voornaams Leden der Regeeringe konden gezonden worden, die 'er, in de Vroedfthap, gebruik van zou- den können maaken (0). De Hiftoriefchry- ver Brandt heeft, behalve Geeraard, dien wy reeds genoemd hebben, nog twee Zoo- nen gehad , die hem overleefd hebben, Kas* -par en Johannes , beide Predikanten onder de Remonftranten. Doch geene van deeze Zoonen zyn te Amflerdam gebooren, noch hebben 'er zulk een gedeelte huns leevensge- fleeten, dat wy hun eene bekwaame plaats, in dit Boek, können inruimen ; fchoon zy zig, anderszins, door verfcheidenerlei flag (m) zie J. de Haas Leeven van Q. Brandt.
(n) II. Dcety XX. Boek^y bl. 73.
l<>) Negociat. du Comtc d'Avaux, Tom. i,p. 103.
V3
|
||||
I
Bio AMSTERDAMS VI.Deei,.
Zeven- van werken, eenen naam gemaakt hebben WW» Kaspar fchynt de zwaarmoedigheid van zy- tiendb' ne" Grootvader Barlaeus overgeërfd gehad beüwb. te nebben; in eenen hevigen aanval van wel- Geleer. ke> hY> h& ter Stede, inO&ober des jaars M* JÖ96. overleedenis (p). Johannes is, op den dertienden January des jaars 1707, ins- gelyks, te Amfterdam, geftorven (q) Hv heeft,onder anderen, eene Dogter nagelaa- ten, Sufanna fVilhelmina genaamd, die,met Jacob van Merken gehuwd zynde , de be- roemde Amfterdamfche Digteres Lucre- tia Wilhelmina van Merken ter weereld gebragt heeft, in wier onlangs uit- gegeven David, men, op elke bladzyde, twyielt , of men meer door den deftigen zwier van 't Heldendigt, dan door de beval- lige fchilderagtigheid van den Veldzang be- koord en verrukt worde. De namaagfchap van Brandt met Barlaeus
heeft ons de orde des tyds een weinig doen te buiten gaan. Wy treeden, derhalve, te rug tot zulken, die zig, voor Brandt, te Am- fterdam, vermaard gemaakt hebben. En pier ontmoet ons Davii* David Blondel
Blon- '
mh die wel, te Chalons in Champagne, voor 't
einde der zèftiende eeuwe, en, zo fommi-
gen fchryven, in 't jaar 1591, gebooren is;
4ocn, de Jaatfte jaaren zyns leevens hier ter
" ' 5te-
(p Zie Cl,. BRUVNS Zedcdichtcn II. Deel, H. 5fj,
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 311
Stede heeft doorgebragt. Hy werdt, in 't Zeven-
jaar 1614, tot den Predikdienft beroepen, tiende en fchreef, kort daar na, verfcheiden' wer-en AGT" ken , tot verdediging der Gereformeerde EZÜ^ Kerken, in Frankryk. Men heeft hem ge- gelbm* roemd, als een man van een wonderbaarlyk den, geheugen, die alles, wat hy, in oude en nieuwe Schryvers, gelezen hadt, met eene onbegrypelyke vaardigheid en naauwkeurig- heid, wift te pas te brengen. De Gerefor- meerde Kerken in Frankryk leiden hem, in 't jaar 1626, op, tegen den KardinaalBaro- nius, te fchryven. Doch hy heeft dit werk niet voltrokken. De Jaarboeken van Baro- nius, op den rand van welken, hy eenige aan- tekeningen gefchreeven hadt, zyn, in laater' tyd, door de Stad Amflerdam, ten dienfte haarer Boekerye, gekogt, en federt, op be- vel van Burgemeefteren, gebruikt,door ee- nen Predikant, Magendie genaamd, en uit Bearn herwaards gevlugt, die eene zoge- naamde wederlegging van den Kardinaal in 't licht gegeven heeft, met welke, hy klei- ne eer heeft ingelegd. Wat Blondel aangaat; hy werdt, in 't jaar 1631,beroepen totPro- feiTor te Saumur. Doch dk beroep hadtgee- nen voortgang. Blondel fchreef verfcheiden' geleerde werken , byzondere deelen der Kerkelyke Hiftorie betreffende , een, on- der anderen, om te bewyzen, dat de Hifto- rie van de Paufin Joanna een louter verdigt- fel is; met het uitgeeven van welk werk, hy merkelyken aanftoot gaf aan eenige Ge- reformeerdfo, Na de dood van Gerardus V 4 Joan-
|
||||||
s
|
||||||
■
|
||||||
Sia AMSTERDAMS VIDeeü,
|
||||||||||||||||
Zeven-
tiend e CD AGT-
TIENDE
EEUWE,
|
Joannes Vojfius, werdt hy, tot Profeflbr in
de Hiftorien, beroepen, in de Doorlugtige Schoole, te Amfterdam, Hy kwam, hier ter Stede, in't jaar 1650. En fchreef'er, |
|||||||||||||||
Geleer- geduurende den oorlog met de Republyk van
£en, Engeland, ten tyde van Kromwel, eenige Godsdienflige en Staatkundige Aanmerkingen, die veelen, in Holland, mishaagden , om dat 'er 't Parlement en de Parlementsgezin- den, en derzelver gedrag omtrent Karel den I., al te fterk, in veroordeeld werden. Voorts, maakte Blondel zig ook, by fommigen, ver- dagt van Arminiaanerye. Hy hadt niet lang hier ter Stede gewoond, toen hy geheel blind werdt: in welken ftaat, hy, nog eenige jaa- ren, geleefd heeft, en eindelyk, op den zes- den of negenden April des jaars 1655, over^ leeden is (r), |
||||||||||||||||
Joannes
Cloj»- ?EN-
BURGH. |
Joannes Cloppenburgh
is, op den dertienden May des jaars 1592,
|
|||||||||||||||
hier ter Stede gebooren. In zyne jeugd, de,
Latynfche Taaie geleerd Hebbende, werdt hy, als kweekeling der Stad, gezonden naar 's Lands Hooge Schoole te Leiden, daar hy, fcig eenige jaaren in de Godgeleerdheid heb- bende geoefend, in 't jaar i6iö~, bekwaam geoordeeld werdt, om de Gemeente van Aal- burg en Heesbeen, in 't Land van Heusden, als Propontnt, te dienen: twee jaaren laater, werdt hy Predikant te Heusden; van waar Jry, in 't jaar 1Ö21, in zyne Geboorteftad, Am-
(fc) rw>* BAYLE Diftiqn. 4rt, BLONpEL* (David)r
|
||||||||||||||||
___._____■___—
|
||||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 313
Amfterdam, beroepen werdt. Hier voegde Zeven-
hy zig, in 't jaar 1628, aan de zyde der zul- tiende ken, die misnoegen hadden opgevat tegen en AGT" de Wethouderfcl^ap , over het dulden der JEUWE. Remonftrantfche Vergaderingen , 't welk Gelee"r. van zulk een gevolg was, dat hy, dug- DEN, tende, dat hem , even als Smout gebeur- de , eenige fchande mögt worden aange- daan , op den raad zyner vrienden , in 't jaar 1629 , de Stad en zynen dienfl ver- liet (j), en zig , eenigen tyd, te Leiden onthielde; vanwaar hy, in 't jaar 1630, in den Briele beroepen werdt. Hier tien jaa- ren geftaan hebbende, werdt hy, tot Pro- fefïbr op de Gelderfche Hooge Schoole te Harderwyk, bevorderd , in 't jaar 1640. Doch deeze poft bekleedde hy flegts vier jaaren. In 't jaar 1644, werdt hy, tot Pror fefïbr der Godgeleerdheid en Akademie- prediker, naar de Friefche Hooge Schoo- le te Franiker, beroepen; daar hy, in 't jaar 1652 , overleeden is (t). »Eenigen zyner geleerdfte werken zyn gevoegd , in de groote verzameling van Uitleggeren der H. Schriften, onder den naam van Criti- ci Sacri, in 't licht gegeven. De overi- gen zyn, door 's mans Neef, den beroem- den Joannes a Marck , in drie deelen in quarto, verzameld, en naderhand, nog eens, herdrukt. |
|||||||
Ar-
|
|||||||
(s) COMMELIN, II «*J. ♦
(tj VeEäii Keik. Alphab. hl. ji*
v5
|
|||||||
s
|
|||||||||
314 AMSTERDAMS VI.Dee*.
ZlVEN- A „
tiende Arnoldus Senguerdius
tiende werdt, in 't jaar idio, te Amfterdam, ge-
EEuwa. booren , en ftudeerde op 's Lands Hooge GïLeer- Schpole te Leiden, daar hy, in zyn negen- DEN. tiende jaar, tot Doótor in de Philofophie, Arnol- bevorderd werdt. In 't jaar 1638, werdt dus Sen- hy, tot buitengewoonen, eri in 't jaar 1639, ü"!*" tot ëewoonen Profeflbr, op de Hooge Schoo- |
|||||||||
DIUS,
|
|||||||||
Ie te Utrecht, aangefteld. Zyne Hoogheid,
Fredrik Henrik, deedt hem, federt, aanzoe- ken, om de Philofophie, op de doorlugtige Schoole te Breda, te onderwyzen; 't welk hy van de hand wees. Doch in 't jaar 1648, werdt hy ,rin dezelfde hoedanigheid, in Bar- laeus plaatfe, beroepen in de Doorlugtige Schoole van zyneGeboorteftad, Amflerdam; welk beroep hy aanvaardde. Hy gaf hier ook lefTen in de Overnatuurkunde, en werdt, eerlang, door de Bezorgers der Schoole, tot Bibliothecarius aangefteld (u). In de verza- meling van geleerde Brieven, door Anto- niusMatthaeus uitgegeven, vindt men 'er een', door Joannes Jfaacus Pontanus, aan onzen Senguerdius gefchreeven, waarin zy- ne naarftigheid hooglyk geroemd wordt; hebbende hy, in één Akademifch halfjaar, verfcheiden' Philofophifche ftellingen verde- digd (v). Hy volgde de Philofophie van Arifloteles nog; gelyk, uitzyne uitgegevene werken, blykt. Hyis, op den agtften Maart des
(h) Soermans Akadcm. Regïftcr, hl. 146. Biblt Belg.
Tem, I. p 104-. (vj A. AUTTHAEI Syll. Epiiiol j>. U7» |
|||||||||
.-
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 315
des jaars 1667, overieeden. Zyn Zoon Wol- ZEvm>
f herdus) dien hy,by zyne Huis vrouwe, Cor- tiende nelia Webber, verwekt hadt, is te Utrechten A0T" gebooren, en Profeflbr der Philofophie, op ™^D£* 's Lands Hooge Schoole te Leiden, ge weeft, Gel daar hy, in 't jaar 1724, overieeden is. DEN# JOANNES VAN HoRNE
J JOANNES
.... , . rt , , VAN
is, m t jaar 1621, nier ter Stede, gebooren. üoüne,
Zyn Vader was Jacob van Home * Bewind- hebber der Ooftindifche Maatfchappye. De Zoon, zig, in de Geneeskunde, op de U- trechtfche Hooge Schoole, geoefend heb- bende , deedt, federt, eene reis naar Italië en Zwitferland, en werdt, te Bazel, bevor- derd tot Doctor. Vervolgens , de Hooge Schoole te Montpellier en te Orleans bezogt hebbende, keerde hy te rug naar Amfterdam, daar hy tot Profeflbr der Ontleed- en Heel- kunde, in de Doorlugtige Schoole, werdt aangefteld. Doch in 't jaar 1653, werdt hy, in deeze zelfde hoedanigheid, naar 's Lands Hooge Schoole te Leiden, beroepen. Hy hieldt zig hier, behalve met het onderwys der jeugd in de genoemde weetenfchappen, bezig met het fchryven van eenige Genees- en Heelkundige werken, en met het verbe- teren , en op nieuws uitgeeven der werken van anderen. Galenus werk over de Been- deren is, door hem, in 't Griekfch en in 't Latyn, in 't licht gebragt. Hy verftondt piet alleen deeze , maar nog vyf andere taaien , behalve zyne moedertaal. Hy is, op
|
|||||
)
|
|||||||
$16 AMSTERDAMS VI-Demw
op den vyfden January des jaars 1670, o-
verleeden (w). NlCOLAUS FONTANUS,
Fontein of de la Fontaine , een inboorling
deezer Stad, heeft wat vroeger gebloeid dan van Horne, en de Qeneeskonfi,hier ter Ste- de, met lof, geoefend. Hy heeft verfchei- den Geneeskundige werken gefchree ven (x)$ die, in zynen tyd, zeer geagt waren. In 't jaar 1(540, werdt hy tot Infpector CoUegii medici, of Opzigter over 't Geneeskundig genootfchap, verkooren. Joannes bonteyn, Lyfarts van PrinfeMaurits, is, zo ik my niet bedriege, een ouder Broeder van Nicolaas geweeit, en heeft, hier ter Stede.gewoond, daar hy, nevens andere luiden van aanzien, ook LefTen over de Ontleedkunde gegeven heeft, boven de kleine Vleefchhal in de Nes (y). Beide zynze, meen ik, Zoonen van Teunis Fontein en Be He Plemp. Wat laater, bloeide, hier ter Stede, een geleerd Genees - meefter, Ifaac de la Fontaine genaamd, dien ik, alleen uit de Latynfche Gedigten van Ro- hertiis Keucbenius, Arnhemer van geboorte en Profeflbr der Hiftorien, in de Doorlugtige Schoole deezer §tad, heb leeren kennen (z). Hy heeft, op deeze Gedigten, een Griekfch Lofvers gemaakt. Doch ik weet niet, of hy een Amfterdammer en van de. nam#agfchap der
(») Soermans Akadem. Regift. bl. $6tzp Bibl. BeJg.
Tom. II. p. 66z.
(x) Bibl. Belg. Toni. II. p. 509.
(y) COMmelin', bl. ó;o, 6$i. (x.J K. KECCHENH Mui". Juvenil. 1661. *<//.*./>.44, rjij>. |
|||||||
ZEVEN-
TIENDE en AGT-
TIENDE
EEUWE. Geleer-
den. Nico-
JfAUS
Fonta-
|
|||||||
I
I ÏII. Boer. Vermaarde Persöönaadjen. 31?
der gemelde twee Fonteinen geweeft zy, Zeveu-
of niet. tiende
en AGT-
NicoLAAs Janszoon van Wassenaer tiende EEUW E.
fchreef zig, op den titel zyner werken, Am- Geleir-
fier dammer Medicyn; waaruit fommigen fchy- den. nen opgemaakt te hebben, dat hy, te Am- Nico- fterdam gebooren was (a); fchoon hy, vol- laas gens anderer aantekening, te Heusden, ter JJJJ* weereld was gekomen (b). Indien hy, ge- vanWas- lyk ik meen, een Zoon geweeft is van den senaer. Predikant Jan Nicolaaszoon van IVajjmaer, fchynt hy, op Stads koften, geftudeerd te hebben (c). Eenigen melden, dat hy ook Conre&or der Latyniche Schoole te Haar- lem geweeft is (d). Hy was bedreeven in de Griekfche taaie; in welke, hy een Ge- digt over 't beleg van Haarlem uitgegeven heeft, 't Is zeker, dat hy de Geneeskunde, omtrent het jaar 1620, te Amfterdam, heeft geoefend. In 't Nederduitfch, heeft hy ook eenige werken in't licht gegeven: onder an^ deren, een Chronyk der GefchiedeniJJen van Turkye, en een Hiflorifch Verbaal van 't ge- nen , ten zynen tyde, van jaar tot jaar, in de bekende weereld, voorviel: welk verhaal, door Barend Lampe, ook ,een Geneesmeefter hier ter Stede, van het jaar 1631 af, ver- volgd is. Of van Waffenaer toen reeds over-^ leeden ware, of, om de eene of de andere reden , het vervolgen van zyn Hiflorifch ver-
|
||||||
(d) PARS Naamrol, bl. j>j.
(b) Bibl. Bell?. Tom. II. p. 92.U
(e) Zit II, Deel, XII. Btfkj bl. IÖI.
(d) COMM£LlN, bl. 8ÖJ. |
||||||
31g AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven verhaal hadt laaten vaaren, is my nergens
tiende gebleeken.
en AGT
tünde Alexander Morüs,
IüüWE.
Geleer van Schotfche af komfl, en te Caflres in Lan-
DEN. * guedoc, in 't jaar 1616, gebooren, werdt, |
||||||||||
DER MO
RUS,
|
*n ^en ouderdom van twintigjaaren,gezon-
den naar Geneve, om zig aldaar verder te |
|||||||||
oefenen in de Godgeleerdheid; waarop hy
zig reeds, in zyne Geboorteplaats, hadt toe- gelegd. Terwyl hy zig hier ophieldt, werde hy, tot ProfeiTor in de Griekfche Taaie, verkooren, en in 't jaar 1642, tot ProfeiTor in de Godgeleerdheid, in de plaats van den beroemden Spanheim, die naar Leiden ver- trokken was. Eenige jaaren laater, bragt Salmafius te wege, dat hy tot ProfeiTor en Predikant te Middelburg beroepen werdt, welk beroep hy verkoor, boven 't Profes- forfchap op de GelderfcheHoogeSchoolete Harderwyk, welk hem, te gelyk, werdt op- gedraagen. Zelfs wees hy 't Profeflbrfchap in de Hiflorien, op de Doorlugtige Schoole te Amflerdam, van de hand, welk hem, ten zelfden tyde, aangebooden was. Hy bleef, eenige jaaren, te Middelburg; doch in 't jaar 1655, werdt hy, op nieuws, hier ter Stede, in de plaats van Blondel, beroepen tot Pro- feiTor in de Hiflorien, op zulke voordeelige voorwaarden, dat hy de pofl, gereedelyk, aannam, en eenigen tyd loffelyk bekleedde. Ondertuflbhen, was'er, toen hy nog te Ge- neve flondt, reeds iet, op zyne Leer en op zyn gedrag, te zeggen geweefl:, waartegen hy
|
||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 319
hy zig, onder anderen, met een getuigfchrift Zeven-
der Wethouderfchap , gedekt hadt. Hy hadt, tiende federt, ook met den beroemden Milton, over-en AGT* hoop gelegen, die hem zo vinnig hadt aan- jJJtEKu getaft, dat hygoedvondt, Burgemeefteren Gele van Amfterdam, insgelyks, te verzoeken, DEN. om een getuigfchrift wegens zyn goed ge- drag, welk hem, op den elfden July des/aars 1654 , verleend werdt (e). Kort hierna , deedt hy, met verlof van Burgemeefteren, eene reis naar Italië; doch bleef zo lang uit, dat hy, in Amfterdam te rug gekeerd,veel moeite hadt, om zig, deswege, te veront- fchuldigen , naar behooren. De oude be- zwaarnifTen wegens zyne Leere, en eenige nieuwen werden ook wederom opgehaald, op de Walfche Synoden, daar hem, ten laat- fte, alle Kerkelyke dienft, in deeze Lan- den , verbooden werdt. Burgemeefteren van Amfterdam, toen weinig nut van hem kon- nende trekken, in de Doorlugtige Schoole, gaven hem, insgelyks, zyn affcheid, op den vyf en twintigften Maart desjaars 1659 ("ƒ). Hy trok, federt, naar Frankryk, daar hem de Synoden ook luttel ruft lieten. Eindelyk, overleedt hy, te Parys, aan 't huis van de Hertoginne van Rohan, in September des jaars 1670. Hy heeft, behalven eenige uitleggingen over de H. Schrift, en eenige Theologifche werken, ook een bondel La- tynfche Redevoeringen en Gedigten in 't licht gegeven (#)♦ Lu-
(o) Groot-Memor. N. IV. ƒ. iz.
(f) Groot-Memor. N. IV. f. 190.
Il) BAYJLE Di&ionn. *ArP, AïoAUS. (Alexundrf)
|
||||
32o AMSTERDAMS VI.Dtmu
Zeven« x „-»_,_ . .Ir
TrENDE L U D 0 V I C U S WOLZOGEN
SendI* js> even als Morus' ProfeiTor der Hiflorien
lEuwE. in de Doorlugtige Schoole deezer Stad ge- G*u«r- weeft; doch te Amersfoort gebooren. Hy den, hadt zig, in zyne jeugd, op de oefening der LuDovr- Godgeleerdheid toegelegd , en deedt tot ££™0L" Er°P?ne1nt bevorderd zynde, eene reis door zogen. Frankryk, Italië en Duitfchland, waarna hy zig, eenen geruimen tyd, te Geneve op- hieldt. Hier te- Lande, te rug gekeerd, werde hy, tot Predikant der Walfche Gemeente te Groningen, en daarna, te Middelburg, in dezelfde Gemeente, beroepen. Hier ftondt hy, tot in 't jaar 1664.» wanneer hy tot Pre- dikant der zelfde Kerke, te Utrecht, en te gelyk tot buitengewoonen Profeflbr derKer- kelyke Hiflorien, beroepen werdt. Doch in 't jaar 1670, werdt hem 'tProfeflbrfchap der Hiflorien , in de Doorlugtige Schoole te Amfterdam,opgedraagen: 't welk hy,twin- tig jaaren agtereen, Ioffelyk, bekleed heeft. Te gelyk was hy ,tot Predikant der Walfche Gemeente alhier, beroepen. Hy heeft vef- fcheïden' geleerde werken in 't Jicht ge- geven. Ter gelegenheid van eenen twift met den Profeflbr van der Waaijen over de nieuwe Philofophie van Descartes, werdt Wolzogen befchuldigd, dat hy den. Sociniaa- nen te veel toegegeven hadt. Hy is, op den den dertienden November des jaars 1690, overleeden, en te Utrecht begraaven. De HeerCASPARUs Burman heeft, uit den mond van Fabricius de la Bqffecour, aange- tekend , dat Burgemeefteren vaq Amfterdam, dik-
|
||||
Iir.BoEKi Vermaarde Persoonaadjen. 321
dikwils, op Wolzogen begeerd hadden, dat Zeven-
hy 't Profeflbrfchap en den Predikdienft zou ti&ndb nederleggen; wanneer zy hem, tot Penfio- en AGT" naris der Stad, wilden aanflellen; doch datEEUWE* hy zulks, heufchelyk, van de hand gewee- geleer- zen hadt (/>). DEN# JOHANNES VAN DER WaaIJEN, Johan-
nes van wien wy, zo even, gewaagd hebben, van der is hier ter Scede gebooren. Zig op de fla- Waai- die der Godgeleerdheid hebbende toegelegd,jaN' werdt hy, in 't jaar 1662, te Spaarnewoude en te Spaarnedam, en in 't jaar 1665 , te Leeuwaarden, tot Predikant, beroepen. De gefchillen in de Kerke, tulTchen de aanhan- gers der Leere van Voetius en Coccejus, ten deezen tyde, van de eene en de andere zy- de, met veel hevigheid, gedreéven worden- de , koos van der Waaijen wel de zyde van de laatften; doch arbeidde, desonaangezien, aan de herftelling der vrede tufTchen Voe- tius en Marefius, die meer dan vyf en twin- tig jaaren met eikanderen overhoop gelegen hadden, en zig, in 't jaar 1669,onderling, verdroegen. Marefius kantte zig, vervol- gens , en inzonderheid na de verandering der Kegeeringe, in 't jaar 1672, tegen de Coc- cejaanen, dezelven, by de hooge Overheid, affchilderende als Arminiaansgezinden, Bar- ne velds- , en Wittsgezinden. En de yveraars, die 't met hem hielden, bragten, eindelyk, te wege, dat van der Waaijen, die, in't jaar |
||||||||
1672,
|
||||||||
(h) BURM4NNI Tiaj. erudit. pt 4jg.
XI. Stuk. X
|
||||||||
SE_____1__.____i___________.^..____^- i .
|
||||||||
B22 AMSTERDAMS VLDbu.
Zeven- te Middelburg, beroepen was, in December
cnEAOT ?e;sJaars l67^, om dathy 't beroepvanWil- tiende helmus Momma, verdagt van Coccejaanerye, eeuw-je. hadt helpen bevorderen, door den Prinfe Geleer- Erfftadhouder, Willem den III., vanzynen »*ff. dienft verlaaten, en uit Zeeland gezet werdt. Hy begaf zig toen naar zyne Geboorteftad,' Amfterdam, daar hy, by veele voornaame luiden, wel gezien was. Doch in 't jaar 1678, werdt hy, tot Profefïbr in de Godge- Jeerdheid, beroepen, op de Friefche Hoo* ge Schooïe te Franiker, daar hy de Leer van Coccejus, met mond en penne, verdedigde (#)• Hy ftondt ook diep in de gunft van den Stadhouder van Friesland, Prinfe Hen- rik Kafimir, en de Prins van Oranje hieldt hem verdagt,dathy deezen, uitweêrwraak over 't gene hem in Zeeland aangedaan was, aanfpoorde, tot het volgen van maatregels' die met de inzigten des Stadhouders van Holland ftreeden. Doch in 't jaar 1685, ar- beidde van der Waai jen, om het misnoegen welk tuflchen de twee Stadhouders ontftaan was, by te leggen: 't welk hem, eindelyk gelukte, fchoon de Provinciën Friesland en* Stad en Lande beide, volgens fommïger aan- tekening, niet zeer te vrede waren, over de voorwaarden, op welken, de eendragt her- field geworden was. Ook leedthet niet lang of daar ontftondt nieuw misnoegen, tuflchen de twee Prinfen; om welk by te leggen, ik vind, dat van der Waaijen, in December des (i) VEEBis Kerk. Alph. hl. l6u Kort en Opr. Verffj
|
||||
HL Boek. Vermaarde PersóönAadjén. 323
gemelden jaars, een heimelyk gefprek, in Zeven-
den Haage, met den Prinfe van Oranje , tiende gehad heeft (k). Van zyne verdere verrig- £°E^" tingen in Staatszaaken, is niet van belang EEÜWE. tot myne kenniiTe gekomen. Hy heeft ver- geleer. fcheiden' Godgeleerde werken gefchreeven, den. en, onder anderen, ondernomen, B e k k e r s Betoverde weereld te wederleggen. Hy is, in Wovember des jaars 1701, te Franiker, overleeden (/). Benedictüs de Spinoza, „ , ...
' Benedic«
Jood van afkonift, wiens denkbeeldig en™,01*
ongerymd famenftelfel van Godgeleerdheid PIK0ZA* en Zedekunde, in de zeventiende en in 't begin der agttiende eeuwe,veel gerugtsge- maakt heeft, en, door veelen, en op vee- lerlei wyze, wederlegd is geworden, is ook te Amtëerdam, den vier en twintigften No- vember des jaars 1632, gebooren (m), waar- fchynlyk, van geringe ouders, alzo hy geen middel van beftaan gehad zou hebben, zo een Zyner vrienden hem, by uiterften wil, niet van onderhoud voorzien hadt. Een Ge- neesmeefter, Franpois van den Ende genaamd* onderwees hem, hier ter Stede, in de La- tynfche taaie. Hy oefende zig ook, in zy- ne vroege jeugd, in de Joodfche Godge- leerdheid, en was, in 't Hebreeuwfch, en ook eenigszins in 't Griekfch bedreeven. Doch na verloop van eenige jaaren, leide hy
(O Negociat. du Comte d'Avaux, T»m. IV. f, 130,
*$>4» JI°t !H| as. Tom. V. p. *qs. (I) Veeris Kcrkel. Alphab. bl. 16$, (w»;BRANDï Dagwyzer, H. «17. |
|||||
■
|
|||||
324 AMSTERDAMS Vi. Dem.
Zeven- hy zig t'eenemaal toe op de ftudie der Car-
TTcl tefaanrdle Phüofophie, op welke, zyn God- TiENDE êeIeer<* famenfteJfel, geheellyk, gebouwd is; EEüWE, waarom het ook,met liet verval deezer Phi- Geleer- ,0%hie, geheellyk, in kleinagting is ge- DEN. raakt. OndertuiTchen, week hy, allengskens, meer en meer af van 't Joodendom; fchoon de Synagoge te Amfterdam * zo fommigen willen, aanboodt, hem te verdraagen, en hem zelfs een jaargeld toe te leggen, indien hy zig voegen wilde naar haare uiterlyke Kerkplegtigheden. Doch hy kon niet goed- vinden, zo zeer te veinzen. Miflchien, zou hy langer onder de Jooden verkeerd heb- ben , zo hy niet, op eenen avond, uit den schouwburg komende, verraaderlyk, door eenen Jood, met een mes, gegriefd gewor- den was. De wond hadt egter weinig om t Iyf,en genas, ligtelyk. Hy fcheidde zig, federt, gehedlyk af van de Jooden, en werdt, vervolgens, door hen, inden ban gedaan. Watlaater, verliet hyAmflerdam; woon- de, eenen tyd lang, te Rynsburg by Lei- den, en ook in den Haage, en gaf zig, ge- heellyk, aan denken,leezen en fchryven o- ver. Het Paltfifche Hof boodt hem hetPro- feiTorfchap der Philofophie te Heidelberg aan. Doch hy wees deeze aanbieding van de hand. Eindelyk, door fterk fhideeren, afgemat, verviel hy, in den Haage, inee- ne kwynende ziekte, die hem, op den een en twmtigften February des jaars 1677 , wegfleepte («). Men wil, dat hy, de dood voe-
(n) Bkandt Dagwyzer, bU H.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 325
voelende naderen, zyne Huiswaardin beval, Zeven-
geene Predikanten by hem toe telaaten,op tiende dat, zo hem, miffchien, door zwakheid, iet en AGT* ontvallen mögt, ftrydig met de (tellingen, EEÜWE# die hy, tot dien tyd toe, gehad hadt, zulks Gelee"r. niet, tot kleinagtinge dier flellingen, ver- DEN. fpreid mögt worden. Spinoza is weinig meer dan vier en veertig jaaren oud geworden (0). Wy fpreeken niet van zyne werken, welker voornaamften thans Weinig gelezen worden, en, onzes agtens, ook naauwlyks leezenswaardig zyn, doordien zy niet lee- ren, hoe de dingen zyn; maar hoe de fchry ver gedagt heeft, dat zy waren. By Spinoza, voegen wy Willem Deurhof f, ^mr™
niet, om dat wy, gelyk fommigen doen,HorF#
zouden durven verzekeren, dat hy Spinozas gevoelen toegedaan geweefl: is ; maar om dat hy, even als Spinoza, zyne gantfche Phi- lofophie, en een groot gedeelte zyner zo- genaamde Godgeleerdheid, op loutere denk- beelden , gebouwd heeft. Hy werdt, in Maart des jaars 1650, hier ter Stede, ge- booren. Zyn. Vader was Abraham Deurbqff', winkelier , en zyne Moeder Johanna Sen- guerd , Zufter van den Profeflbr Arnoldus Senguerdius. Hy zelf heeft zig geneerd met het maaken en verkoopen van koffers. Hy was ongeoefend in taaien: doch hadt de ver- taalde werken van Descartes,vlytiglyk,ge- le- (o) BAVLE Diftion. Criti'cpe Art, SPINOZA-(Denn'tat)
|
||||||||
X
|
3
|
|||||||
.
|
||||||||
S2Ö AMSTERDAMS VLDiu,
%*vm~ lezen , en zyne Philofophifche begrippen
tiende van de Godgeleerdheid gefchikt naar het en ACT- Carteziaanfch Stelfel. Een zyner werkjes, TIENDE •»».-.--• i
EEüWE. in c Jaar I(>94- uitgegeven , veroorzaakte
Geleer. ^em eenige moeite, met den Kerkenraad PEw. alhier. Tegen zyne Schriften en Stellingen in 't gemeen, hebben ook eenige Predikan- ten en anderen de pen opgevat, die hy niet onbeantwoord gelaaten heeft. Hy is, in Oc- tober des jaars 1717 , overleeden. Zyne meefte werken zyn, nog by zyn leeven, in twee flukken in quarto, byeen verzameld, en uitgegeven. Eenige jaaren na zyn over- lyden, hebben eenigen zyner vrienden on- dernomen , zyne Ferklaaring over 't Boek van Job op de drukpers te brengen, doch de voortgang van 't werk is, geregtelyk, belet. Willem Willem Sewel,
Se'wel.
die zig, door zyne Spraakkonfl, zyn Engel/eb
en Nederdiiitfih Woordenboek , zyne hißorie
der Quakers en eenige andere werken en ver- taalingen eenigen naam gemaakt heeft, is ook, hier ter Stede, in 't jaar 1654, ter weereld gekomen. Zyn Vader fchreef zig Jan Willetmzoon Zeenwei, of Zceml, en was, te Utrecht, gebooren. Doch zyn Groot-Vader was een Ëngelfchman , William Séwel ge- naamd, en, omtrent het einde der zeflien- deeeuwe, met deBrowniften ofBruiniften, herwaards gekomen (p). Zyne Moeder heet- te Judith Zinspenning. Beide behoordenze tot
(p) Zie een" Grief van W. Fe'wkl in de Boekzaal Ti«
J, van Gaveren. July en 4$j. 170g, kl, 129 enz. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 327
tot de Gemeente der Vlaamfche Doopsge- Zeven*
zinden; doch lieten zig, in of omtrent het tiende jaar 1657, overhaalen tot de gezindheid der en A0£* Quakers, welker Vergaderingen onze Sé-EEu^E. wel ook, van zyne vroege jeugd af, byge- Gelebr. woond heeft (q). Hy heeft zig, federt,ge- den. houden by deeze gezindheid. Hy was, in zyne jeugd, tot een Handwerksman gefchikt; fchoon hy, al vroeg, zyn werk van Taai- en Boekoefeninge maakte, en, naderhand, in zynen Schryfarbeid, een middel van be- ftaan vondt. Onder anderen, heeft hy, in 't begin deezer eeuwe, eenen tyd lang,ge- fchreeven aan de Amflerdamfche Neder- duitfche Courant. Hy verftondt de Latyn- fche, Franfche, Engelfche en Hoogduitfche taaien. Ook fchy nt hy niet onbedreeven in 't Griekfch geweeft te zyn. Onder zyne werken, is zyne Hißorie der Quakers, waar- aan , hy meer dan vyf en twintig jaaren ge- arbeid heeft, en die, in 't jaar 1717, in't licht kwam, het voornaamfte. Onder zy- ne Vertaalingen, munten uit de Hißorie des Ouden en Nieuwen Tefiaments, en de Jood* fche Hifiorien van Flavius Josephus. Hy trouwde, in't jaar 1681, met Jacomina Boekenogen; en is, op den dertienden Maart des jaars 1720, overleeden, eenen Zoon, en drie Dogters nalaatende, die allen, on- gehuwd , geftorven zyn. Séwels Hißorie der Quakers brengt ons
G E-
(?) W. Se'wel Hift. der Quakets,lV. Bit^U. ioj.y.
JBttff,, bl. 1+7.
X 4
|
|||||
__........... , ■■*.^-.,w. .1—. . ...... ....._______.... .,.-■__.■_..;....
|
|||||
/
%2$ AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- Gerard Croese
TIERDE
|
|||||||||
en act-
TIENDE
EEUWE, |
in gedagten, die, voor hem, eene Hifioria
Quakeriana, of Hißorie der Quakers, in 't La- |
||||||||
ÓELEER tyn» uitgegeven hadt, en, op den zes en
den. twinrigften April des jaars 1642, te Amfler- Gerard dam, gebooren was Zyne Ouders waren Croese. 'Hendrik Hermansz Croefe en Anna Reiniers, die hem, tot de fludie der Godgeleerdheid, fchikten. Hy oefende zig eeriï, drie jaa- ren, in de Doorlugtige Schoole deezer Stad, onder den Profeflbr Arnoldus Senguerdius, en begaf zig, vervolgens, naar 's Lands Hoo- ge Schoole te Leiden, daar hy de Profeflb- ren Coccejus, Hoornbeek, Gronovius en Hornius hoorde. Proponent geworden, deedc hy eene reis naar Smirna, als Predikant, on- der 't beleid en met het OorJogsfchip van jonkheere Engel de Ruiter. In zyn Vader- land te rug gekeerd, heeft hy de Staatfche bezetting te Ypere, eenen tyd lang, als Pre- dikant gediend. Doch in 't jaar 1078 in Hol- land wedergekomen, werdt hy, te Alblas, beroepen: in welken dienft, hy gebleeven is, tot dat hy, in 't jaar 17'07, emeritus ver- klaard werdt. Hy was, in 't jaar 16819 te Amsterdam, in de egt getreden met Eliza- beth de Cerff, geiprooten uit een oud adelyk Vlaamfeh geïlagt; by welke, hy zeven kin- deren verwekt heeft ? vier van welken jong geftorven zyn. In't jaar 1709, hadt hy zig, ter gelegenheid der overftrooniinge van de AlblcüTerwaard, met der woon, naar Dor- drecht begeven, daar hy, in 't volgende jaar, van
|
|||||||||
*
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 329
van eene beroerte werdt overvallen , die Zeven-
hem , na negen dagen verloops , op den tiende tienden May, uit het leeven rukte. Zyne en AGT* Hijloria Quaker iana is, in 't jaar 1695, in't™*? licht gekomen, en, wegens haare onparty- Geleer. digheid, altoos zeer geroemd ge weeft: ook, DEN. in verfcheiden' taaien, overgezet. Se'wel fchryft (r), dat hy Croefe de befte flukken tot deeze Hiftorie verfchaft hadt; doch be- rispt 'er niet wezenlyks in. Croefe hadt nog eenige geleerde werken onder handen, toen hem de dood overviel, en onder anderen, een vervolg op den Homerus Hebraicus, dien hy , in 't jaar 1704 , in 't licht gegeven hadt (x). Wy hebben, veelligt, reeds te lang, uit-
gefteld, te fpreeken van den beroemden Petrus Francius, Petrus
die, hier ter Stede, op den negentienden cius.
Auguftus des jaars 1645, ter weereld kwam, Zyn Vader, Jacob de trans, werdt, door Bur- gemeefteren deezer Stad, op den zeven- tienden December des jaars 1664 , aange- fteld, om het bewind te hebben over den Haagfchen Poft wagen, welk bewind, nader- hand, door den Zoon, aan Jacob de Gryp overgedaan is. De jonge Francius, zig, in de Latynfche en Griekfche taaien, geoefend hebbende , onder den Re&or Adriaan Ju- mus , die hem het leezen van Ovidius aan- ge-
(r) Hiftorie der Quakers, Voarr,
(s) soermans Kerk. Regifter, */. 21. Hoogstraten Woüidenb. ^irt, CROESE (Gerardj. «. X 5
|
|||||
330 AMSTERDAMS VI. Deel.
Zevin- gepreezen hadt, toonde, al vroeg, groote
tiende zugt en bekwaamheid tot de Latynfche Poë- en AGT- zve# Hy oefende zig, vervolgens, eenige eeuw*. Jaaren> in de Hiflorien, en in andere wee- ÖBLEE* tenfcnaPPen * onder de twee Gronovien, om. ' Vader en Zoon, ProfefToren te Leiden; en deedt, daarna, eene reis door Engeland, Frankryk en Italië. Te Angers, werdt hy, tot Doclor in beide de Regten, bevorderd. In zyne Geboorteflad, Amfterdam, te rug gekeerd, werdt hy, in 't jaar 16*74, aange- ffceld tot Profefïbr der Hiflorien en Wel- fpreekendheid, in de Doorlugtige Schoole alhier, na dat hy, in 't jaar 1672, in de Ge- hoorzaal dier Schoole, reeds eene openbaa- re Redevoering over de oefening der Wel/pree- kendbeid gedaan hadt. In 't jaar 1686, ver- koor men hem, daarenboven, tot Profefïbr der Griekfche taaie, waarin hy zeer bedree- ven was. De agting, die hy zig, door zyne geleerdheiden vlyt, verkreegen hadt, gaf den bezorgeren van 's Lands Hooge Schoole te Leiden, in't jaar 16*92, aanleiding, om hem het Profeflbrfchap der Hiflorien en Wel * fpreekendheid op te draagen. Doch alzo Burgemeefleren, om hem hier te houden , hem verhooging van wedde aanbooden , wees hy 't Profeflbrfchap te Leiden van de hand, en deedt eene openbaare Redevoe- ring tot dankzegging aan Burgemeefleren, te gelyk, verklaarende, dat hy zig, voort- aan , alleen aan de Stad zyner geboorte, waar hem zo veel eer beweezen werdt, verbon- den rekende. De dood van Koninginne Ma- ria van Groot - Britanje gaf hem, in 't jaar 1695%
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 331
169$, aanleiding, tot het uitfpreeken eener Zeven.
deftige Lykrede, in de Oude Kerke. En op tiende den eerflen dag des jaars 1700 , deedt hycn AGT* eene Rede, in 't Choor der Nieuwe Kerke, JJuwe! over de Jubeljaaren. Alle deeze Redevoe- Gelkz^ ringen en eenige anderen, tot vyf en veer- den, tig in getale, zyn, in 't jaar 1705, in éé- nen bondel verzameld, in 't licht gege- ven. Onder dezel ven, is 'er eene tot Lof van Amfierdam, die, door hem, opgefteld was; doch, in't jaar 1692, door Die de- rik Six, eenen der Zoonen van denBur- gemeefter Jan Six, Heere van Wirame- num en Vromade, uitgefproken werdt (f). Francius hadt, by zyn leeven reeds, eeni- gen zyner Redevoeringen en een deel zy- ner Poëzye in 't licht gegeven; ook eene Verhandeling over de Gebaaren eens Rede- naars. Na zyn overlyden , welk juifh op zynen verjaardag, den negentienden Augus- tus des jaars 1704, voorviel, kwam 'er,on- der zyne nagelaaten' werken een bondel brieven te voorfchyn, uit welken, bleek, hoe zeer hy, by de voornaamfte geleerden zyns tyds, bekend en geagt geweefl: was, " Hy muntte, byzonderlyk, uit in de konft der Welfpreekendheid; doch plagt te er- kennen , dat hy, in 't verkrygen van gepas- te uitfpraak en gebaaren, niet minder ver- fchuldigd was, aan den beroemdften Too- neelfpeeler zyns tyds , Adam Karelsz, van Zjertnesz, dan Cicero, van ouds, aan den Tooneelfpeeler Roscius verfchuldigd geweefl was.
|
|||||
({_) Vide P. f ranch Peëmata, f. 349.
|
|||||
332 AMSTERDAMS VI.Deee.
Zeven- was- Francius is ook een kenner, hoogag-
TiEwpE ter en opbouwer van de Nederduitfche taa- en act- Je ge weeft, gelyk blykt, uit de Voorrede |
||||||||||
TIEND f;
EEUWE.
Geleer
den |
||||||||||
zyner vertaalinge der Griekfche Redevoerin-
ge van Gregorius den Nazianzener over de Me- dedeelzaamheid , die, in 't jaar 1699, in 'c |
||||||||||
licht kwam. In deeze Voorrede, pryft'hy
Hooft aan, als den eerften der Nederlandfche Schryveren, en fielt Vondel, in de tweede plaatfe: voorts, geeft hy ook aan den klaa- ren en zuiveren fchryfftyl van Brandt den verdienden lof. Onder de Kerkelyke Re- devoeringen, munten, zyns oordeels, bo- ven allen uit de voortreffelyke Predikaatfien van Vollenhove en Moonen, en die der drie Branden ? Zoonen van den Hiftoriefchryver. Voorts, meldt hy, kortelyk, zyn gevoelen over de Spelling (&). Öê Nederduitfche Poëzy heeft Francius zeldzaam geoefend. Nogtans, zyn 'er enkele kragtige en vloei- jende Nederduitfche verzen van hem voor handen, en onder anderen een Lofdicht op de Poëzy van Antonides, waarin hy zig dus laat hooren: Leef lang, leef lang, tot Ten dmfiels eer,
Men zette u by den groot en Pondel neer, En laate u beide, in V midden onzer vlieten, Een beeld, gelyk het Rotterdamfche, gieten. Ger- Gerbrand van Leeuwen,
vanND fch°on ' °P <*en negenden September des
Leeu- jaars 1643, te Boskoop, by Gouda, geboo- wen. ren, (u) Zie de Voorrede voor Grfgor. Nazianz. van de
Mededeelzaamheid. & J?. Fhancii Oration» Èdtt. 170;, |
||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 333
ren , heeft egter een goed gedeelte zynsZgVE^ leevens doorgebragt te Amfterdam, daar hy, tiende tot ProfeiTor der Godgeleerdheid in de Door-en AGT* lugtige Schoole, bevorderd geweeft is. ZynTI£KDE Vader, Cornelius van Leeuwen, Predikant te £EUWE' Boskoop, fchikte hem, al vroeg, tot den^€fiA' Predikdienft. Hy oefende zig in de God- * geleerdheid, op 's Lands Hooge Schoole te Leiden, onder de Profeflbren Heidanus , Coccejus en Hoornbeek, en werdt, Propo- nent geworden zynde, in 't jaar 1665, het twee en twintigfte zyns ouderdoms, beroe- pen tot Predikant te Velzen, fn 't jaar 1675, werdt hy naar Amersfoort, en in 't jaar 167$, naar Haarlem verplaatft; van waar hy, iri 't jaar 1681 ,te Amfterdam beroepen werdt. Hy hadt hier,vyf jaaren,als Predikant, ge- ftaan, toen hem het ProfefTorfchap der God- geleerdheid , in de Doorlugtige Schoole alhier, opgedraagen werdt (v). Men hadt hief, tot dien tyd toe, nog geen' ProfeiTor in de Godgeleerdheid gehad. Van Leeu- wen was de eerfte, wien deeze poft werdt aanvertrouwd : in 't vlytiglyk waarneemen van welke, hy, op den elfden May desjaars 1721, in hoogen ouderdom, overleedenis. Hy was, door twee huwelyken, aan aanzien- lyke geflagten hier ter Stede vermaagfchapt geweeft, en in 't jaar 1669 , met Cornelia van Collen, en in 't jaar 1696, met Jacoba Balde, Weduwe van den Geneesheer Joan- nes van Flamerdingen getrouwd (w). Zyne voor-
(v) VKERrs Kerk. Alphab. bl, gg.
(*», hoogstSatkn woordenb. Art. Lïuwkn «/Lbeu-
W£N (Gerbend van).
|
||||
334 AMSTERDAMS VLDeeü
Zeven- voornaamfte Werken, behelzende Uitlegging
tiende gen over de Handelingen der /Jpoflelen en ovef en AGT- jen Brief van Paulus aan de Romeinen, zyn, EEuwa, m *c Nederduitfch, gefchreevem Geleek* GoDEFRID > of GovERT BlDLO N' is , op den een en twintigflen Maart des
FRiiTef Jaars X^4°' hier ter Stede, ter weereld ge- Govert komen, daar hy, met Hendryne Kiskes, ge- Bidlo. trouwd geweeft: is (x), en de Geneeskonft geoefend heeft. Doch zig byzonderlyk heb- bende toegelegd op de Ontleed- en Heel- konft, werdt hy, in 't jaar 1688, beroepen tot Profeflbr dier Konften, in den Haage. Zig hier hebbende weeten te dringen in de gunft des Prinfen van Oranje, die, kort hier na, den vermaarden togt naar Engeland on- dernam, werdt hem, in 't jaar 1690, het al- gemeen opzigt over alle 's Lands Gafthuizen voor de gekwetfte en kranke Soldaaten op- gedraagen. En twee jaaren laater, vertrouw- de Koning Willem hem, insgelyks, het op- zigt over de Gafthuizen, voor het Engelfch Krygsvolk» In't jaar 1694* werdt hy tot Profeflbr der Genees- en Ontleedkunde te Leiden beroepen, en in Oélober des jaars 1701, tot Lyfarts van Koning Willem aan- gefteld (y), in welke hoedanigheid, hy eg- ter niet veel dienft heeft können doen, alzo die Vorft, in Maart des volgenden jaars, o- verleedt. Bidlo hadt den Koning, in zyne laatfte ziekte, nog bygeftaan (s)jdoch be- gaf (k) Zit Antonides Gedichten, */. ioy,
(y; Soermans Academ. Regifter, hl $%„ (x.) Vaderl, Hiftoi. XVII, £«#/, hl, 10«. |
|||
v
|
|||||
ÏÏÏ.Boek Vermaarde Persoonaadjen. 33$
gaf zig, na's Konings affterven, wederomZevek-
naar Holland, daar hy, niet lang hierna, o-tiende verleeden is. Hy heeft eenige Ontleedkun-en ACT" dige werken en eenige Tooneelfpelen nage- ^euwe! laaten. Ook heeft hy, in 't jaar iöoi, de G inhaaling van Koning Willem in den Haage ^^ befchreeven: een werk dat, met grootfche konftplaaten van Romein de Hooge, verfierd is. Zyne Brieven der gemartelde Jpoflelen wor- den, voor het befte zynerDigtkundige Wer- ken, gehouden. Ludolf Smids Ludolf
Smidï,
heeft, veele jaaren, hier ter Stede gewoond; doch was, op den dertienden July des jaars 1649, te Groningen > gebooren. Hy hadt zig, op de Hooge Schooien van Groningen, Leiden en Franiker , in de Geneeskunde geoefend, en zette zig, tot Doèlor bevor- derd zynde, eerfl in zyne Geboorteflad ne- der. Hy was in den Roomfchen Godsdienft opgevoed: doch, in 't jaar 1682, tot de Ge- reformeerde Kerke overgegaan. In 't jaar 1684 O) of l685, begaf hy zig, met der woon, naar Amfterdam (b), daar hy de Ge- neeskunde bleef oefenen. Ook leide hy zig hier, meer nog dan te vooren, toe op de NederduitfchePoëzy, en digtte eenige Too- neelfpelen , onder welken, zyn Konradyn nog, van tyd tot tyd, op den Amfterdamfchen Schouwburg vertoond wordt. Hy heeft ook eenigeLatynfche Werkjes uitgegeven, en in
(a) HOUBRAKEN Schouwb. III. Deeltbl. jij,
(b) &ic zynt Poczye, */. Iio, 114, nj.
|
|||||
336 AMSTERDAMS VI.Deee,
Zeven- in Nederduitfch onrym, onder anderen, een
tiende Chronyk van het oorlogend Europa, en de |
||||||||||
en AGT-
TIENDK
EEUWE |
Schatkamer der Nederlandfche Oudheden. Ook
heeft hyVALENTYNs fortaaiing derIVer- |
|||||||||
Geleer- ^m van Ovidius, met breede aantekeningen,
den. verrykt. Hy is eerft met Maria Margareta Atinga, en, naderhand, met Anna de Groot, gehuwd geweeft (c), en, op den zevenden May des jaars 1720, hier ter Stede, over- leeden. £UR. BURCHARD DE VoLDÈR
de Vol- werdt, op den zes en twintigften July des
der. jaars 1643, hier ter Stede, gebooren. Zyne Ouders >, "jufius de Folder en Maria Liesveld, die der Doopsgezinden belydenis waren toe- gedaan , fchikten hem tot de fludie der Ge- neeskunde. Doch eer hy zig naar de Hoo- ge Schoole begaf, oefende hy zig, in de Doorlugdge Schoole deezer Stad, onder de ProfefToren Senguerdius en de Bie, in de Phi- lofophie en in de Wiskonft. Toen toog hy naar de Academie te Utrecht, daar hy, in 't jaar itftfo, tot Meefter in de vrye Kon- den , werdt bevorderd. Van Utrecht, kwam hy te Leiden, daar hy, zig, onder den Pro- feflbr Franciscus de Ie Boe' Sylvius, in de Ge- neeskunde geoefend hebbende , in 't jaar 1664, Do&or werdt. Hy begaf zig, ver- volgens, naar Amfterdam, alwaar hy zig met de oefening der Geneeskunde geneerde; doch, te gelyk, zig bezig hieldt met het on- der-
(e) FocquKmbrochs Werken, II. D*tl,H. ig» R.LKS-
CAiLJKS Mcngelpoczy, II, öttlt tl. 47, jj2. |
||||||||||
III. Boek, Vermaarde Persoonaadjen. 337
derzoek der Philofophie van Descartes, die, Zeven-
in dien tyd, grooten opgang maakte hier te tiende Lande. Maar in 't jaar 1670, werdthy, door^*^* toedoen, voornaamlyk, van den Heere Jo- EEUWE, annes Hudde, Schepen en Raad, en nader- GELKsa. hand Burgemeefter deezer Stad, en Bezor-DEN. ger van 's Lands Hooge Schoole te Leiden, tot Profeflbr der Philofophie aldaar beroe- pen. Vooraf, hadt hy de zwaarigheid, die, te Leiden, wegens zyne geloofsgezindheid, gemaakt was, hebbende hy, tot hiertoe, by de Doopsgezinden, ter Kerke gegaan, uit den weg geruimd, door de aanbieding om zig by de Walfche Gereformeerde Gemeen- te te voegen, mids men zulks niet aanmerk- te, als of hy, door zulk een' flap, het Pro- feflbrfchap hadt willen koopen. Men nam genoegen in deeze aanbieding. De Volder werdt Lid, en eerlang Ouderling der Wal- fche Gemeente. Hy onderwees, federt, de Philofophie van Descartes, met groote toe- juiching ; doch na de verandering des jaars 1672, die gelegenheid gaf, dat deVoetiaan- fche begrippen meerder ingang vonden in de Kerke en op de Hooge Schooien, en dat die van Coccejus en Descartes minder geagt werden, dan zy plagten; hadden de Colle- gien van de Volder ook minder toeloops dan voorheen. TufTchen zyne Studenten en die van den ProfefTor Gerard de Fries, ontftondt zelfs een gefchil , welk tot daadelykheden kwam, en'waar over de Volder, in't jaar 1674, verpligt werdt, zig, by 's Lands Staaten, te verdedigen. In 't zelfde jaar, deedthyeene reis naar Engeland, van waar hy den fmaak XI. Stuk. Y voor |
||||
338 AMSTERDAMS VI.Deez,.
ZßrsN- voor de Proefondervindelyke Natuurkunde
tiende met zig te rug, en op de Hooge Schoole en Aar- bragt. Op zyn verzoek, werden hem vier EEuwE? honderd guldens 's jaars toegelegd, tot het Geleek- aankoopen van werktuigen en het doen Dfw. van proeven ; waarvan hy, terftond, ee- nen aanvang maakte ; 't welk zyne Col« legien wederom in den voorigen bloei bragt. De Volder, in 't jaar 1675, tot Rec- tor-Magnificus verkooren zynde, werdt de goedkeuring, die de Prins-Erfftadhouderop deeze verkiezing verleend hadt, wederom ingetrokken; hebbende men,naar'tfchynt, zyne Hoogheid diets gemaakt, dat de Vol- der niet regt Stadhoudersgezind was; met welken huik, de Coccejaanen en Carteflaa- nen van dien tyd, in 't gemeen, ter Kerke gingen. De Volder deedt, in 't jaar 1681, eene reis naar Parys, en werdt, te rug ge- keerd , door beleid van den Heer Hieronimus van Bcverningk , Burgemeefter van Gouda .en Bezorger der Hooge Schoole, tot Pro- feflbr in de Mathefis of Wiskonft, aange- Held. Hy onderwees, federt, de Stellingen van den beroemden Newton. In't jaar 1697, werdt hy, voor 't eerft, Reclor-Magnificus, met volkomen goedkeuring van Koning Wil- lem. In 't volgende jaar, gaf hy de Cosmo- theoros, of Weereldbefchouwer, van den be- roemden Christiaan Huygens, met eene Voorrede, in 't licht. Ook hebben hy en de Profefïbr Fulknius de Opera Poflhuma of nagelaaterf Werken van den zelfden ver- maarden man, met een doorwrogt voorbe- rigt, in 't jaar 1703, uitgegeven. In 't jaar 1704»
|
||||
'
|
|||||||
, III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 339
1704, ontviel hem zyn eerfle bevorderaar Zevew-
Burgemeefter Hudde, die hem egter een Le- tiende' gaat van vyftien honderd guldens gemaaktcn A0T' hadt. Niet lang hierna, kreeg hy eene on-TIflWDE gefteldheid,die hem noodzaakte, op de min«!?™*' fle beweeging, bloed te wateren. Hy ge-DEEwLEER* raakte hierdoor buiten flaat tot de waarnee- minge van zyn beroep; verzogt en verkreeg zyn affcheidjdochbehieldt duizend guldens van zyne wedde. Hy overleedt, ruim drie jaaren hierna, op den een en twintigften Maart des jaars 1709. Hy is nimmer ge- trouwd geweefl. Men hadt hem niet kön- nen beweegen, tot het maaken van eenen uiterflen wil. Zyne nalaatenfchap is, der halve, tuffchen eenige verre bloed vrienden, gedeeld geworden (d). De zeventiende eeuw heeft, behalve de
reeds genoemden, nog andere Amfterdam- mers voortgebragt, die te gelyk in aanzien en ïn^geleerdheid hebben uitgemunt. Onder deezen, tellen wy, in de eerfle plaats, J O A N N E S H ü D D E, £™'
dien wy, zo even, en in 't verhaal van de Ge -
fchiedeniffèn der Stad, meermaalen, genoemd hebben. Hy was een Zoon van GerardHud- de, en werde-, in 't jaar 1667, tot Raad; in tjaar 16(58, tot Schepen deezer Stad, ver- kooren,en, by de buitengewoone verande- ring der Regeeringe, op den tienden Sep- tember des jaars 1672, tot Burgemeefler aan- ge-
(d) SOERMANS Acad. Regift. bl. i9, *4, 79, «0 ,„
xvm°?\^l /unebr' LE c"ac *& CWÄ
AVill. p. J4« & fuiv,
y 1
|
|||||||
340 AMSTERDAMS VLDeei;
Zeven- gefteld. Uit ons verhaal der Gefchiedenijfen
tiende van Amfterdam, is reeds gebleeken, dat hy, en act- federt, dikwils, in gewigtige Staatshande- eeuw»! Hngen, gemengd geweeft is. D'Avaux, Ge Ambafladeur des Konings van Frankryk by den.' den Staat, heeft gefchreeven, dat Burge- meefter Hudde, door den Heere van Dyk- veld, was overgehaald, om in de werving der zeflienduizend man te bewilligen; doch dat hy de meerderheid der Vroedfchap niet tot zyn gevoelen beweegen kon; ook, dat hy groot gezag hadt, in de Regeering der der Stad (e). Doch wy befchouwen hem hier alleenlyk als Geleerde. Hy hadt zig, in zyne jeugd, byzonderlyk toegelegd, op de verhevenfte gedeelten der Wiskonft, en was een van de eerften, hier te Lande, die de Meetkonfl vükR eh at v s Des Cartes ïn agtinge hielpen brengen, hranciscus van Schoot en, Profeflbr in de Wiskonft op 's Lands Hooge Schoole te Leiden, heeft, reeds in 't jaar 1tfjo , twee Mathematifche Werkjes van den jongen Hudde (6) in 't licht gege- ven , en gewaagt, in zyne Uitleggingen der Meetkonfl van Des Cartes, meermaalen, met lof, van Huddes wiskonftige uitvindingen (ƒ). De beroemde Leibnitz, die hem, te Amfterdam, bezogt hadt, getuigt ook, dat hy verfcheiden' dingen hadt uitgevonden, die, naderhand, door anderen, insgelyks, ont-
(«) Negotiat. du Comte D'Avaux T*m. I. p. zjrz,s*j,#
26J. Tom. V. p. IJ7. (f) Comtn. ;'/* Lïbr. II. p. 220, z$$.
(tf) De RiduEiione dequationum & de Maximis £5?
Minimis, |
||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 34.r
ontdekt, en gemeen gemaakt zyn (g). Ver-zEVr.N«
fcheiden' van zyne Mathematifche fchriften tiende zyn, federt $ geraakt in 't bezit zyner erfge-en AGT* naamen; doch, alzo 'er de laatfte hand niet EEUWE# aan gelegd is, tot nog toe, niet in 't licht Geleer. gegeven. Uit eenen brief van den fchran- DEN, deren Haarlemfchen Wiskonftenaar Henrik van Henraat (b) , den dertienden January des jaars 1659, uit Saumur gefchreeven, be- fpeur ik, dat Hudde zig toen, inFrankryk, onthieldt. Sedert, te Amfterdam in de Re- geeringe geraakt, heeft hy ook zyne Mathe- matifche kundigheden befteed ten nutte zy- ner Geboorteftad, welker waterleiding hy, door het aanleggen der vermaarde Am fiel- fluize, zeer veel heeft helpen verbeteren. Ook wordt het voltrekken der heilzaame Water- keeringe, voor vier der voornaamfle Huizen, aan zyne kennis en beleid, ten grooten dee- le, toegefchreeven (f). Hy is twintig maa- ien Burgerneefter ge weeft, en op den vyf- tienden April des jaars 1704 overleeden, NicOLAAs Tulp, Nico-
LAAS
die eerder gebloeid, en dezelfde waardighe-TuLP«
den als de Heer Hudde, hier ter Stede, be- kleed heeft, werdt, op den elfden October des jaars 1593, gebooren, en in't jaar 1622, het negen en twintigfte zyns ouderdoms, tot Schepen en Raad, verkooren. Hy hadt zig»
C^) Voiez, Montucca Hiftoire des Mathematiques, Tom,
II. p. iz<j, 116. (h) Tra&at. ejus de Transmut. Curvar, in rctt. praef«
(i) Vide r. F&ANCII Poëmat» p. 242, Y3
|
|||||
•j
|
|||||
34^ AMSTERDAMS VLDiEt.
Zevin- zig, reeds te vooren, op de ftudie der Ge-
TiENDE neeskunde toegelegd, en was tot Doctor in en AGT- deeze weetenfchap bevorderd. Hy oefende eeuwe! ^e Geneeskunde te Amfterdam, daar hy Geleer. °°k, veele jaaren agtereen, boven de kleine den. Vleefchhal in de Nes, Leflèn gegeven heeft, over de Ontleedkunde: 't welk hy eerfl na- liet, toen hy, in 't jaar i654,Burgemeefter werdt. Hy heeft deeze waardigheid , tot viermaalen toe, bekleed , en is, op den twaalfden September des jaars 1674, in den ouderdom van omtrent een en tagtigjaaren, overleeden. Hy heeft eenige Geneeskundi- ge Janmerkingen gefchreeven, die, in 't La- tyn en in'tNederduitfch, in't licht gegeven zyn (£). De Profeflbr Wolzogen heeft eene treffelyke Lykrede, ter zyner gedagteniffe, gedaan. Van eene maaltyd, door Burge- meefler Tulp, op den agt en twintigftenja- nuary des jaars 1672, toen hy vyftig jaaren Raad geweeft was, aan Burgemeefteren en Raaden, ten zynen huize, gegeven, hebben wy, in onze jeugd, oude luiden, dik wils , hooren fpreeken: en dikwils, zonder grond, als of dezelve, uit zeer eenvoudige ?py ze, beftaan hadt. Doch my is, uit eenegefchree- vene aantekening van dien tyd, waarin alles, naauwkeuriglyk, gemeld flaat, gantfch an- ders gebleeken. De maaltyd werdt, 's mid- dags , gehouden, in den Tuin agter 't huis des Burgemeefters, op de Keizersgraft, tus- fchen de Weflermarkt en Reeftraat, in eene op-
«) COMftJiLiN, il. 6j3, %6S. BRAKST Dagv/yzjer, bh
|
|||||
;
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 343
t opgeflaagen Loots, die met blaauw ftof be- Zeven«
hangen was. Terwyl men de fpys verwagt- tiende te, viel 'er eenig gefprek onder de Gaften,en A0T" of de Burgemeefter, die de voornaamfte eeuwe! aandryver geweeft was van de Keure des j aars geleer. 16*55, tegen de koftbaare maaltyden, ook op dkw. de oude eenvoudige wyze, zou doen opdis- fchen, om te toonen, hoe Amfterdam groot geworden ware. Doch de aanregting was niet anders, dan men, ten dien tyde, in dier- gelyke maaltyden, gewoon was. Driemaal, werdt 'er aangeregt. En by elke aanreg- ting , een Latynfch vers voorgelezen en om- gedeeld, gemaakt het eerfte, door Schepen Jan SiXy die met eene Dogter des Bürge- meefters gehuwd was; het tweede, door den ProfefTor Francius, en het derde, door D,. Franfois de Ficq. Met het tweede vers, werdt, aan ieder der Gaften, een zilveren gedenk- penning vereerd. Ook kreeg elk van het nageregt een' zwaaren fchotel met Suiker- ; gebak en ingelegd ooft. Men diende ook tabak en pypen voor, op porceleinen fcho- tels. 't Gezelfchap fcheidde, ten uiterfte vol- daan , des nagts ten elf uuren. NicoLAAs Witsen Nico-
LAAS
werdt, in 'tjaar 1671 ,tot Raad, en in 'tjaar Witsen.
1673, tot Schepen verkooren, en is, in 't jaar 1682, vereerd geworden met de Burgemees- . terlyke waardigheid, die hem, tot dertien maaien toe, opgedraagen geweeft is. Hy hadt zig, al vroeg, op de Doorlugtige Schoo- le deezer Stad, geoefend, in de Wis en Ster- Y 4 re-
|
||||
344 AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- rekünde, en, onder anderen, blyken zyner
tiende vorderinge gegeven, in twee Redevoerin-
f,n AGT" gen? eene over de Zon, en eene over de
EEuwE. Comeeten (/). Doch de Zeevaart en Scheeps-
Geleer- bouw trokken zyne aandagt,. in vervolg van
pen. tyd, allermeeft tot zig. In 't jaar 1671, gaf
hy een werk, in 'tNederduitfch, in 't licht,
genaamd Aloude en hedendaagfche Scheepsbouw
en beflier\ om welk werk uit te voeren, naar
behooren, hy noch koften noch moeite ge-
fpaard hadt. Antonides liet 'er zig, in
zeker Lofdigt, dus over hooren:
Nu weet een lid des Raets van 'f magtig
Am fier dam, *
Een hoofttelg van de gryze en onbefproken fiam
Der W1T s e N s, afgeßooft in Burgermees- ter/chappen, En loflyk fiaetbewint, d'aeloutheit na te flappen
Met een gelyken tret. hy groeit in haren lof; En zweet gelukkig in die heerelyke ftof. Hy maelt ons, op 'f paneel van zyn geleerde blaren,
Naer 't leven , hoe Egipte en Rome door de baren
Quam flreven met den boeg. ■—--------------
Van komt hy Nederlant haer eigen fcheepS'
bouw keren,
En gaert een rykenfehat van woorden, ßp den leejl
Der Bouwhnß net gefchoeit. Zynonverzuf- te geefi
■Vlieg
(l) J(EüC»enii Muf. Juvenil, p, m. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 345
Wiegt mê ten hemel^ als zy d'Jmflerda?n- Zeven-
fche vloten tiende Zoo trots volwrocht, den kruin ziet aen de cn A0T'
nolken fiooten, ™ En vaert tenflarren in langs mars op mars-, Geleer.
gebouwt DEjr# Op watertorens, die fpanfeeren door het zout
Des wilden Oceaans , en breken vafl de
|
||||||
Gy hebt gantfch Neerland, door dit werk-
fiuk, dier verbonden, Gelyk uw Vaderfiad, door uwe zorg en raetf OWitsen!------------------' ' ■----- Doch zo dra de Heer Witfen tot Burge-
meefter verheeven was, werdt hy, in ge- wigtïge Staatshandelingen, ingewikkeld, die hem minder gelegenheid tot letteroefenin- gen overlieten Wy hebben 'er, in den loop van de Gefcbiedenijjen der Stad, en in de Va- derlandfche Hifiorie, meefl uit 's mans eige- ne aantekeningen, die nog onder zyne na- zaaten bewaard worden, dikwils, melding van gemaakt. Hy is, in hoogen ouderdom, op den tienden Auguftus des jaars 1717, te Amfterdam, overleeden, en den veertienden, te Egmond op den Hoeve, begraaven (m). Johannes Commelin, Johan-
nes
oudfte Zoon van Izaak Commelin, die een Comme- goed gedeelte heeft famengefteld van deLIN' Befchryving van dmfierdam, in 't jaar 1665> op den naam van Tobias van Domfelaeï, in 'C
{m) Zie Cl*, BRUYNS Zedichten, 11, Deel t hl, ss?.
Y s
|
||||||
34<S AMSTERDAMS VI.Déei;
Zeven- ncnt gegeven; en Broeder van Carpar Com-
tiende melin, die dezelfde Befchryving, met eeni- en AGT- ge vermeerderingen, in 't jaar 1693 , kort motte! voor zyn over^y(&n> "m ^aat gefteld hadt, Geleeä- om* op1"611^» te bonnen uitgegeven wor- P£W( den; werdt, op den drie en twintigften A- pril des jaars 1629, hier ter Stede, geboo- ren. Hy hadt zig, van jongs op, toegelegd op de oefening der Genees- en Kruidkunde, en werdt, eerlang, tot ProfefTor in de Kruid- kunde alhier, verkooren. By de buitenge- woone verandering der Regeeringe, op den tienden September des jaars 1672, werdt hy, door den Prinfe van Oranje, Stadhou- houder van Holland, tot Raad aangelteld, en in 't jaar 1682, nevens den Heer Joan Huydecoper, Heer van Maarfeveen, ver- kooren tot Commiflaris over den nieuwen Anfeny-Hof, die, ten dien tyde, indePlan- taadje, werdt aangelegd. Ook heeft hy het voornaam bewind over deezen aanleg gehad, en eene Lyft der zeldzaamfte gewaffên van deezen Hof opgefteld, die, door Fredrik Ruyfch en Frans Kiggelaar, in 't Latyn over- gezet, en door zyns Broeders Zoon , den Arts Casparus Commelin, die, na hem, de Kruidkunde hier ter Stede onderweezen heeft, tot twee ftukken 'm folio, vermeer- derd , en in 't licht gegeven is (n). Hy heeft verfcheiden' andere Kruidkundige werken gefchreeven, en uitgegeven (0), en is, den ne-
(n) P. Francïi Pofthnma p, zjo. Commklin, */. 6ss,
«J7-
(*) HooqsTfUTEKS Wooidcnb. Art. COums&in (7*-
kénntf) |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 347
negentienden January des jaars 1692, Qver-zEvnr-
leeden. tiende en AGT*
Fredrik Ruysch tiende
EEUWE.
dien wy zo even genoemd hebben, is wel, Geleee-
op den drie en twintigften Maart des jaars den. 1638, in den Haage, gebooren; doch heeft, Fredrik omtrent de helft zyns leevens, te Amfter- Ruysch. dam, doorgebragt; waarom wy ons verpligt agten, hier eenig berigt van deezen ver- maarden man te geeven. Zyn Vader was Henrik Ruyfih; zyne Moeder Anna van Berg- hem. Ik weet niet, of deeze Henrik Ruyfih dezelfde geweeft zy met Henrik Ruifch of Ruyfcb, dien ik ergens befchreeven vind,, als een geleerd Edelman, te Amersfoort ge- booren, Ridder van Jeruzalem, en Comman- deur te Ingen, van wien men een glas,met zyn af beeldfel befchilderd, ziet, in de S. Jo- ris Kerke te Amersfoort (p). Doch 't zy hier mede zo 't wil , de jonge Ruyfch begaf zig vroeg tot de fludie der Genees- en Ont- leedkunde op de Hooge Schoole te Leiden, onder den Profeflbr Joannes van Home,dien wy, hier voor (q) , onder de beroemde Amfterdammers, geplaatft hebben. Hy oe- fende zig ook in de Kruidkennis: en toog, eerlang, van Leiden naar Franiker, daar hy, tot Doftor in de Geneeskunde, bevorderd werde Om deeze konft te oefenen, zette hy zig neder in den Haäge, alwaar hy inde egt tradt met MariaPofl, Dogter vmPieter Pok
(p) hoogstraten Woordenb. »4rt. Ruisch #ƒRuysch
(q) Bladx,, jij. |
||||
348 AMSTERDAMS VI.Deel;
Zeven- ?°fi » die Bouwmeefter van wylen Prinfe
Tr*NDK Fredrik Henrik ge weeft was. By deeze vrou-
en AGT. we} heeft hy verfcheiden' Dogters en eenen
ïEirw£E Z°on verwekt. De Zoon, Henrik genaamd,
Gklbjsr- ^ee^ z*& °°k aan ^e oefenmg der Genees-
Dzs, " kunde begeven, en bragt, onder anderen, de Hiflorie der Dieren van J o n s t o n , met eenige vermeerderingen, in 't licht. Doch zyn gedrag was zo geregeld niet, als 't wel behoorde. Hy is, nog voor zynen Vader, in Oclober des jaars 1727, te Amfterdam, overleeden. Wat Fredrik Ruyfch betreft; hy hieldt zig, zo lang hy in den Haage woon- de , geduuriglyk, bezig met het ontleeden van doode Lighaamen van menfchen en die- ren , en ontdekte , klaarlyk en volkomen- lyk, de klapvliesjes, in de wei- en melkvaat- jes der lighaamen, die hy, nog Student te Leiden zynde, reeds hadt begonnen op te fpooren. Hy fchreef, wegens deeze ont- dekking , eene verhandeling in 't Latyn, die, in 't jaar 1665, uitkwam, waarop hy , in 't volgende jaar, in April, tot ProfefTor in de Ontleed- en Heelkunde te Amfterdam, be- roepen werdt. Ook werdt hy, in 't jaar 1685, tot ProfefTor in de Kruidkunde aangefteld, en deedt, federt, des Zomers, ook Leflen over deeze weetenfchap, in den nieuwen Art- feny-hof in de Plantaadje. De Ontleedkunde was, nogtans, zyne geliefde bezigheid. De Lyken van misdaadigen, die met de dood geftraft; en van kranken, die in't Gaflhuis overleeden waren, werden hem, zo dikwils als hyze begeerde, t'huis gebragt.. Hy bezat het geheim, welk egter, reeds voor hem, eenigs«
|
|||
HL Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 349
eenigszins, by de Bils en van der Wid bekend Zbviit-
geweeft was, om de Lyken, of eenig ge* tiende deelte derzelven, zo te bereiden, dat zy, en A0T- veele iaaren, in welftand bewaard konden 3I!J!?_E' 1 -i-v • n • • 1 JSEUWE.
worden. Door infpuiting van zeker vogt, geleer-
welk met wafch toebereid was, wift hyden dsW. loop der vogten, door de zeer kleine buis- jes en vaatjes van 't lighaam, voor 't bloote oog, te vertoonen; welke konft hy van de Graaf en Swammerdam, zyne boezemvrien- den , geleerd hadt; doch die hy, door oefe- ning , tot groote volmaaktheid hadt gebragt. Hy ontdekte, door het geduurig ontleeden en onderzoeken van 't menfchelyk lighaam, veele byzonderheden , die anderen reeds gezien hadden, of die, tot hiertoe, verbor- gen gebleeven wareip. Zyne jongfte dogter, die ongehuwd bleef, was hem, in zynen hoogen ouderdom, van veel dienft, in zynen ontleedkundigen arbeid. Zy kende alle de deelen van 't menfchelyk lighaam volmaak- telyk, en hadt ook de konft, om lyken en planten voor 't verderf te bewaaren, van haa- ren Vader geleerd. Ruyfch hadt eenen groo- ten voorraad van fraaije toebereide gedeel- ten van 't menfchelyk lighaam verzameld, waaronder ongebooren vrugcjes waren van allerlei ouderdom en grootte: de kleinften evenaarden een zandkorrel: de grootften waren volgroeid, en in den ftaat, waarin zy zyn, kort voor de geboorte. Peter de I., Keizer van Rusland, heeft deeze fraaije ver- zemeling gekogt. Doch Ruyfch, die, tot kort voor zynen dood toe, niet afliet van arbeiden, heeft nog een' tamelyken voor- raad |
||||
S5ö AMSTERDAMS VI. Dem.
Zeven- raad van allerlei deelen dés lighaams nage-
TiENDE laaten (r). Hy is, op den twee en twintig- en act* ften February des jaars 1731, in den ouder- ieuwe! ^om van omtrent drie en negentig jaaren, Geleer- ^qt ter ^tede» overleeden. Zyne Ontleed- DEN. kundige werken, rykelyk met konflplaaten voorzien, zyn lang, by de kenners, in ag- tinge geweefl. Onder de geleerde Amfterdammers, ver-
dient ook eene plaats Lam. Lambert ten Kate Hermansz.
UFT? T
ten Ka- die der Nederduitfche taaie, uit de aloude
teHer* Gothifche, Frankifche en Saxifche fpraaken, MANsz. een nieuw licht heeft bygezet, en ook in andere weetenfchappen bedreeven was. Hy werdt, hier ter Stede, op den drie en twin- tigften January des jaars 1674., gebooren (j). Zyne ouders waren Herman ten Kate en Sara Blaupot. Hy heeft zig,in zyne vroege jeugd, ernftelyk, toegelegd op de kennis der New- toniaanfche Philofophie, zo wel, als op de gegronde kennis zyner Moedertaale, gelyk, uit de Voorredenen van twee zyner uitge- gevene fchriften, af te neemen is (*); Ook heeft hy, over de eene en de andere deezer weetenfchappen, eenige korte Verhandelin- gen, afzonderlyk, en, in Twee- of Drie- Maandelykfche Werkjes, het licht doen zien. Onder anderen, kwam, in 't jaar 1716, te voor-
(r) J. F. Schreiberi Hift. Vita: Si noerit. F. Ruyfch
dans la Bibl. Raif. Tem. X. p. 17$ & fttiv. COMMELIN, bl. 6S7-
(s) Zit H. T. K. Jr. Zededichten, hl, 264,
(t) Voorr. vatr ie Aanleiding tot de kennis van de Nedetd.
Sprake,*/.**. «»werdenSchepperen zyn Beftier, R*+}.
|
||||
HL Boek. Vermaarde Fersoonaadjen. 35t
voorfchyn een Uittrekfel van een Engelfch Zeven-
Werkje van Dr. Cheyne, welk, door ten Ka- tiewe te vertaald, en met aantekeningen verrykten AGT~ was, onder den titel van den Schepper ^»StrwS zyn beflier te kennen in zyne Schepfelen. Om- G trent dien tyd, gaf hy ook een Werkje uit, DEW, Gmieenfchap tuffchen de Gotthifche en Neder- duitjche Spraken genaamd, en, in't jaar 1723, zyne Aenleiding tot de Kenniffe van het Verhe- vene deel der Nederduitfche Sprake, in twee Deelen imquarto, een Werk, waarover hy verfcheiden'jaaren gearbeid hadt. Zyn voor- naam oogmerk in dit werk is, de overeen- komft tuflchen ons Nederduitfch en eenige verouderde Taaien te toonen; de regte gron- den van eene geregelde afleiding der bete- kenifle onzer woorden op te fpooren, en te doen zien, dat de zogenaamde onregelmaa- tige Werkwoorden, die hy voor de egtften en oudften houdt, in der daad, naar beften- dige regels, geboogen en veranderd worden, en alleenlyk ongelyk vloeijen. Onze ten Ka- te was, wyders, ook een kenner en lief- hebber van de Teken-, Schilder- en Zang« kunft: doch, met het klimmen zynerjaaren, leide hy zig meeft toe op zedelyke en God- vrugtige befpiegelingen. In 't jaar 1728,. gaf hy eene Vertaaling van Mornays Ver- handeling van het leven en flerven uit: waar- agter gevoegd was Pletbo van de vier Hoofd- deugden , die, door hem, uit het Griekfch, was overgezet. En wat laater, in 't zelfde jaar, Drie Bedenkingen over de Oottnoedigheidt Tafentbefchouwing en Wandeling met God, waarby een zedelyk werkje en eenige Ge- dig-
|
||||
352 AMSTERDAMS VI Desk;
Zeven- dignen gevoegd waren van zyns Broeders
TiKNDE Zoon, Herman ten Kate Junior, dien hy te- en AOT- derlyk bemind, en tot nuttige oefeningen |
||||||||||
TIENDE
EEUWE. Geleer
den. |
||||||||||
opgeleid hadt; doch die, in zyne vroege
jeugd, kort te vooren, aan eene fleepende ziekte, overleeden was. Het laatlte, doch |
||||||||||
niet het geagtfle zyner werken is een Leven
van Jezus Cbriftus, in een getrokken uit eene overeen/lemming der vier Evangeliften, welk boek,eerft nazyn overlyden,in't jaar 1732, in 't licht kwam. Ten Kate is nooit ge- huwd geweeft. Hy ftierf, op den veertienden December des jaars 1731, en werdt, den twintigften, in de Noorder-Kerke, ter aar- de befteld. Jacobus Jacobus Philippus d'Örville,
Philip*
pus die, voor weinige jaaren, hier ter Stede,
d'Or- overleeden is, verdient, onder de geleerdfle
viLLE. Amfterdammers, geplaatft te worden. Zyn Vader was Joan d'Örville,die hier van Ham- burg met der woon gekomen was, en groo- ten en gelukkigen Koophandel dreef. Zyne Moeder heette Catharina Neys. Hy werdt, hier , op den agt en twintigften July des jaars 1696, gebooren, en, in zyne jeugd, tot den Koophandel gefchikt. Doch in de Latynfche en Griekfche taaien onderweezen* zynde, toonde hy, in den ouderdom van ze- ventien jaaren, zulke uitfteekende blyken van bekwaamheid tot de Latynfche Poëzye, dat de Vader zig, fchoorvoetende, bewee- gen liet, om den jongen d'0rville,in"t jaar 1715, te zenden naar's Lands HoogeSchoo- le te Leiden, daar hy de Profeflören Grono- vius,
|
||||||||||
Hl. Boek. Vermaarde Persoon(aadjen. 353
vius, Burmannus, Noodt en anderen hoor-ZEVEN-
de. Midlerwyl, deedt hy eene reis naar tiende Londen; bezogt'er de voornaamfte Boek-en AGT* zaaien , en voltrok , te Leiden te rug ge-j^u^ keerd, zyne ftudien, waarna hy, in February geleer. des jaars 1721, tot Do&or in de beide Reg-den. ten, bevorderd werdt. Hy zette zig neder in den Haage; doch geenszins met oogmerk, om zig aan de oefening der Regtsgeleerdheid over te^geeven. Hy bleef 'er niet langer dan tweejaaren, toen hy eene reis «deedt naar Brabant en Frankryk , en in 't jaar 1724, eene tweede naar Engeland, van waar hy, op 't einde des jaars 1725, in Holland te rug keerde. Hy woonde , federt, dan eens te Amfterdam , dan wederom te Utrecht, te.Leiden, of in den Haage; doch 't leedt ilegts tot in den voorzomer des jaars 1726, toen hy eene andere en veel grooter reis naar Italië ondernam, met oogmerk, voor« naamlyk, om het Eiland Sicilië te bezien. Hy volbragt deeze reis gelukkiglyk, en keer- de , binnen twee jaaren, door Duitfchland, te Amfterdam, te rug. In alle deeze reizen, hadt hy zyn werk gemaakt van het bezoe- ken der Geleerden; het doorzien der meefte en voofnaamfte Boekeryen; het doorblade- ren en vergelyken van oude Handfchriften, en het onderzoeken van allerlei oudheden: ■ uit al het welke, hy eenen grootcn voorraad van geleerde aantekeningen verzamelde , van welken veelen zyner vrienden zig, by het uitgeeven van oude Griekfche en La- tynfche Schryveren, nuttiglyk , bediend hebben. In den aanvang des jaars 1730, XI. Stuk. Z nam |
||||
354 AMSTERDAMS VLDeel.
Zeven- nam hy in overweeging, om zig te Utrecht
tiende neder te zetten. DochBurgemeefteren van tiendT Amfterdam beflooten, juift op dien tyd, EEuwE. hem het ProfeïTorfchap der Hiftorien en Geleer- Welrpreekendheid, in de Doorlugtige Schoo- den. Ie alhier, welk, na Francius dood, niet be- geven ge weeft was , op te draagen. Hy aanvaardde deeze poft, die hy, twaalf jaa- ren jaaren agtereen, bekleed, en in 't jaar 1742, vrywilliglyk, aan den zeer gejeerden Petrus Burmannus Secundus, toen Profeflbr in de zelfde weetenfchappen op de Friefche HoogeSchoole,afgeftaan heeft. Hy leidde, federt, een ftil leeven, zig egter, zo veel hem zyne lighaamlyke gezondheid toeliet, vermaakende in Letteroefeningen: waarvan de weereld, nu en dan, de vrugten zag,in de Miscelkncae Obfervationes, die, van tyd tot tyd, in 't licht kwamen. Hy arbeidde ook aan zyne geleerde reis door Sicilië; doch werdt, door de dood, belet, dit werk in't Jicht tegeeven. Na verfcheiden' hevige aanvallen van den fteen, overleedt hy, tu/Tchen den dertienden en veertienden September des jaars 1752 («). De voorgemelde Profeflbr Burmannus, zyn opvolger, deedt, op den twee en twintigften October, eene treffely- ke Lykrede over den overleeden, van den gewoonlyken Predikftoel in de Nieuwe Ker- ke, onder eenen ongewoonen toevloed van vreemdelingen en ingezetenen. Ook heeft hy, in 't jaar 1763 , de Sicula, of Oudheid- kun-
|
|||||||
S'O&VltLE.
|
urmanni Sec. Oxat. funebr. in Iac. Phiiä
|
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 355
kundige Reis door Sicilië van zynen afgeflor- Zevem*
ven vriend, aan de geleerde weereld mede- tiende gedeeld. D'Orville hadt eenen Broeder ge- ^R^" had, Piet er genaamd, die toe Do&or in deE£üWE. Regten bevorderd was ; doch zig op den digters. Koophandel toegelegd heeft: met welken hy, nogtans, de Geleerdheid, en de Digt- kunde in 't byzonder zo wel wifl: te paaren, dat de Profeflbr d'Orville, in 't jaar 1742 , eenen fraaijen bondel Latynfche Poëzye van hem in 't licht gegeven heeft. Hy was een jaar jonger dan de ProfefTor, en is, op den derden January des jaars 1739 , overleeden. D I G T E R S.
Amfterdam heeft, gelyk reeds gebleeken
is, een aanzienlyk getal van geleerden voort- gebragt en aangekweekt : doch het getal derDigteren, die, hier ter Stede, geboo- ren zyn, en gebloeid hebben, is niet kleiner. Ook wordt 'er de Digtkonft, nog tegen- woordig , meer dan in eenige andere Stad onzes Vaderlands, geoefend. En de reden hiervan is , veelligt, niet verre te zoe- ken. Fr an ei us geeft 'er, in zynen Lof van Amfterdam, den Schouwburg de eer van. Dikwils, zegt hy, heb ik my verwonderd, van waar het komen mögt, dat, daar de Digtkonfi, in alle de andere Holland/ehe Steden, flaauw- lyk geoefend, of f eencmaal verwaarloosd wordt, deeze Stad, altoos, zulk eenen ryken overvloed van Digteren heeft uitgeleverd? Doch ik heb gevonden, dat zulks toe te fchryven is aan het geduuriglyk bywoonen van den Schouwburg;'t Z 2. welk
|
||||
356* AMSTERDAMS VI.Deeï;
Zeven- welk onzen Amfler dammer en eené flerke zugt
tiende voor de Tooncelpoè'zye inboezemt. Bier hooren- en act- ze Digters,en hier wordenze Digters. Uit'den EEuwE, Schouwburg, zyn, als uit een Trojaanfch paard, Digters. a^oos vee^e en voortreffelyke Digters her* voortgekomen. Jan den Schouwburg zyn wy Cofler, Vos, Brandt, en veele anderen, met naame den Vor ft derDigteren,den grooten,den onflerßyken Vondel, verfchuldigd (y). Men kan 'er by voegen, dat, lang voor 't ftigten van den Schouwburg, en zelfs al vroeg in de zeftiende eeuwe, hier ter Stede, Kamers opgeregt zyn , waar men zig byzonderlyk toeleide,op de oefening der Digtkonft, die, in ééne derzelven,op het einde der zeftien- de , en in 't begin der zeventiende eeu- we , merkelyk begon befchaafd te wor- den , gelyk wy, elders (w), uitvoeriger heb- ben aangetekend. Daar men dan, reeds zo vroeg, Akademien der Poëzye hier ter Ste- de gehad heeft,is 't geen wonder, dat Am- fterdam altoos rykelyk van Digters voor- zien geweeft is. Wy zouden veel te breed moeten uitweiden, zo wyze allen, hier ter plaatfe, wilden opnoemen. Wy zyn genood- zaakt , ons tot de bekendften en voornaam- ften te bepaalen. Van Koornhert, Spiegel, VhTcher en anderen, die reeds in de zeftien- de eeuwe bloeiden, hebben wy, te vooren, gewaagd. Ook hebben wy van de Digters Hooft, Brandt, en nog eenigen, die, ook in andere weetenfchappen, hebben uitgemunt, onder de Geleerden der zeventiende eeuwe, ge'
(v) ¥. FbANCII Oration. N. XXIII. />. 30«, Edit. 170X»
(tv) III. Detl, V. £#f<, bl. 727 enz,. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 357
gehandeld. Wy moeten hier dan alleen nog Zeven-*
handelen van de bekendfle en voornaamfte tiende Digters, die hunne tydgenooten geweefl en AG'T* zyn, of, voor en na hen, in de zeventien- Jeuw^e? de en agttiende eeuwe, hier ter Stede, ge- nTrT' bloeid hebben. En hier komt ons eerfl voor Gerbrand Adriaansz. Bredero , Ger-
want dus fchreef hy zynen naam, en niet J^Jf ' Br ederode, gelyk men hem, na zynen dood, AAm'z. genoemd heeft; een boertig Digter, die, Buedero, hier ter Stede, op den zeflienden Maart des jaars 1585, gehooren werdt, en, in den bloei zyns leevens, op den drie en twintïgften Auguflus des jaars 1618, overleeden is. Men weet zeer weinige byzonderheden van zyn leeven. 't Is alleenlyk bekend, dat hy Ven- drig van eene Burger-Compagnie alhier ge- weefl is. Hy heeft eenige Treurfpelen ge- digt, tuflchen welker ernflige Tooneelen, hy, naarden fmaak zyns tyds,eenige boer- tigen invoegde. Doch hy muntte meeft in Blyfpelen uit, in welken, hy de taal en ze- den van 't Amflerdamfche gemeen, aartig- lyk, wifl naar te bootfen. Men verhaalt zelfs, dat hy, om aan 't een en 't ander ken- nis te krygen, zig , dikwiIs,op devifch-en andere markten, vervoegde, en de taal en fpreekwoorden van fnappende en kyvende wyven} en keuzelende praaters beluiflerde en onthieldt, om 'er zyne Blyfpelen mede te floffeeren; gelyk hy, in het Moortje, en in den Spaanfihen Brabander, rykelyk, gedaan heeft. Hy werdt, in 't begin des jaars 1613, Z 3 een
|
||||
■•
|
|||||
358 AMSTERDAMS VI.Deee.
Zeven- een Lid der Oude Amfterdamfche Kamer in
tiende Lief de bloeij ende, waarzynefpelen, tenvoor- tieAdT" ^ee'e van 'c Oude-Mannen-Huis, vertoond
eeüwe. werden; en hy en Cofter bragten veel toe, om Digtärs an<^ere Liefhebbers, ook luiden van verband * en aanzien, te lokken tot het opbouwen dier Kamer (x). Bredero verftondt de Franfche taal, uit welke, hy zyne Lucelle heeft over- gezet : voor welk fpel, iemant een Lofdicht, maakte, waarin hy fpreekt Van Brero, die maar Duytfch of niet veel
anders kan,
Nogtans, iszyn Moortje eene navolging van
den EunuchusvanTerentiüs. Dochmis- fchien heeft hy zig, daartoe, van eens an- ders overzetting, in 't Franfch of in 't Ne- derduitfeh, bediend. Hy heeft ook een' bon- del Gezangen van verfchillende ftoffe uitge- geven. V o N D e E, die, toen Bredero ftierf, nog den regten fmaak derPoëzye niet hadt, maakte dit Graffchrift voor onzen BJyfpel- digter: Hier herbercht 't lyf, wiens gesß infebert*
Jen munten uyt,
En met veel boertery fleeds fwanger ging van herjjen,
Wien Charon willigh voerd' om funfl in d'oude fchuyt,
Vermits de zieltjens droef noch lachten om zyn farcen.
(m) Zie S. GOSTEB.S Opdragt vur Bhederos Weiken»
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 359
't welk hy , naderhand, in deezer voege ,Zeven-'
verbeterde: tiende
en AGT-
Hier ruft B R e r o , heen gereiß tierde
Daar de boot geen veergelt eifcht eeuwe.
Van den Geeft, die met zyn kluchten Digtek«.
Holp aen 't lachen al die zuchten (y).
By Bredero, voegen wy zynen vriend,
Samuel Coster, Samuel
COSTER,
van wiens geboorte- en flerfdag, ons niet
voorfïaat, ergens, iet aangetekend gevon- den te hebben. Hy was egter een Amfter- dammer, en hadt zig,in zyne vroege jeugd, geoefend in de Geneeskunde, in welke wee- tenfchap, hy tot Doótor bevorderd was.'Hy moet eenen hoogen ouderdom bereikt heb- ben, alzo Vondel, in zeker vers op zy- ne afbeelding, door Sandrart gefchilderd, te kennen geeft, dat hy 't Gafthuis, hier ter Stede, vyfcig jaaren lang, als Arts, bediend hadt. Hy fchonk deeze afbeelding, federt, aan het Gafthuis (2). Voorts, was hy, al omtrent den aanvang der zeventiende eeu- we , een voornaam Lid van de Kamer in Liefde bloeijende (V). Ook fligtte hy, in't jaar 1617, de Ne der duit f che Akademie, op de Keizersgraft, terplaatfe daar, twintig jaa- ren laater , de tegenwoordige Schouwburg gebouwd werdt. Hier werden, onder zyn op-
(y) fo'èzjf II. Deel, hl. so.
(&; Puëzy, I. Deel, hl. SiS- (a) HoOÏTS Gedichten, dior J. v. D. BUfiGH uitgegeven
JfU 4U. Z4
|
||||
-^^^™
|
|||||
3<5o AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven- opzigt, Treur- en Blyfpelen vertoond; re- TiENDE devoeringen uitgefproken, de muzyken an- tiehde" dere eerlyke konflen geoefend. Cofter zelf EEuwE. was zulk een goed Digter, dat Vondel DiGTEBS.vanhemzinSenkon:
■-----Ah Pegaes hem voert ten hemel op zyn
wieken,
Dan hoort men hemelval, een tong geflipt in zout.
Den Hollantfchen Parnas heeft hy aan 't T gebouwt (b).
Hy heeft verfcheiden' Treur- en Bly- of
Klugtfpelen gedigt, die,op zyne Akademie, gefpeeld werden. Zyne klugt van Teeuwes den Boer was, reeds in 't jaar 1612, op de oude Kamer In Liefde Bloei jende, en nader- hand op de Brabantfche'Kamer Uit Leeren- der Jonfl gefpeeld, eer zy, op de Akademie of Schouwburg, ten tooneele gevoerd werdt (c). In zyne Ifigenia, waren verzen,waarin 't gezag der Overheid in 't Kerkelyke be- weerd , en de heerfchzugt van fommige Ker- kelyken, in den perfoon van den Griekfchen Priefter Eurypilus, met leevendige verwen, afgemaaid werdt. Men hadt dit Treurfpel, in 't jaar 1617, voor 't eerft, vertoond, en fpeelde het nog, in 't jaar 1630, toen de gefchillen, tuflchen de Wethouderfchap en eenige Leden van den Kerkenraad, op 't he- vigft, waren uitgeborften. De Digter haal- de (h) Pceyy, I. Veel, hl. jüf.
(e) 27« 't Voorbericht van Teeuwes den Boer.
|
|||||
III. Boek. Virmaarde Persoonaadjen. 361
de zig, derhalve, den haat van fommïge zfivENv-
Kerkelyken op den hals. Trigland en Otto tiende Badius voeren, dikwils, van den predikftoel,en A0T* uit tegen zyne Akademie , waarop VoN-JEUWEi del, in eenigen zyner Hekeldigten, metDlGTERSt naame, in den Otter in 't Bolwerk en in Haan Kalkoen, het oog heeft. Doch de Regeering liet het fpeelen zynen gang gaan, en trok zig de veroordeelingen der Kerkelyken niet aan. Doctor Cofter behieldt, tot zynen dood toe , de agting van de aanzienlykfte burgers en van veele Leden der Regeeringe (d). Doch deezë twee Lichten der Poëzye en
anderen hunner Tydgenooten, onder wel- ken, de Arafterdammer, Jan Harmensz. Krul, JanH\r-
MENSZ.
Smid zyns handwerks, en Digter van de Krul.
Papieren Weereld en eenige Treur- en Rlugt- fpelen, ook ten minde verdient genoemd te worden; werden doof gefcheenen, door den helderen en kragtigen glans van den Febus der Nederduitfche Digteren, den grooten Joost van den Vondel, Joost
VAN DEN
die, eerft, met hen hand aan hand ging, en Vondel.
zelfs van hun geleid werdt; doch hen, na- derhand , voorby ftreefde , en verre agter zig liet. Hy was wel, te Keulen, op den zeventienden November des jaars 1587, ter weereld gekomen; doch nog een kind zyn- de, met zyne Ouders, Jooß van den Vondel of
C4) Zie Woa.FTS Blieven, N. iio. bl. 169-
|
||||
•«PU »II« ..■■
|
■'"■'WW!
|
11
|
|||||||||||||||||||
362 AMSTERDAMS VI. Deel.
|
|||||||||||||||||||||
Zeven-
tiende en AGT TIENDE
EEUWE. DlGTERS.
|
of van Vmdelen en &?r# Kranen , die der
Doopsgezinden belydenis toegedaan waren, getrokken naar Arnfterdam, daar hy, tot aan zynen dood toe, gewoond heeft; ze dathyy gelyk Francius fprak (e), zyne Geboorte* |
||||||||||||||||||||
'ftad tot geen meerderen luifler en fieraad ver-
ftrekt heeft, dan ons Amfierdam, welk hy als zyne Geboorte ftad aanmerkte. Hy verdient, derhalve, eene voornaame plaats onder de Amfterdamfche Digters. Naauwlyks was hy der kindsheid ontwafTen, of hy toonde reeds zulk een' trek tot de Digtkonfl, dat H o o f t hem, in zekeren brief, uit Florence, in 't jaar 1600, gefchreeven, telde onder de Am- fterdamfche konftoefenaars, Die toen al toonden, watz' hier namaals
zouden zyn.
In 't jaar 1612, gaf hy zyn eerfte Tooneel- fpel, Pafcha genaamd, in 't licht, welk, op de Brabantfche Kamer, tot Zinfpreuk voe- rende, Uit levender jonft, openlyk vertoond werdt. Hy leerde de Latynfche taal, toen hy al zes en twintig jaaren bereikt hadt, en gaf, in 't jaar 1625, de Amfterdamfche Hekuia uit, die, uit de Troades van Seneka, met hulp van den Drofïaard Hooft, in profe, vertaald, en, door hem, in verzen gebragt was. Zyn Palamedes kwam, in 't zelfde jaar, te voor- fchyn. ,Wy hebben, elders (ƒ), aangete- kend , wat hem, over dit Treurfpel, weder- voer. Pels fchynt te zeggen (g), dat het, nog
(e) Orat. XXIII. p. 307. °
(fj Ze lf. Peet, XIII. Bctl^, BI. j«7.
fxj Gcb.uik en mUbwik des Tooneeli, II. 1«.
|
|||||||||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 363
nog op de Oude Kamer, gefpeeld vsrerdt, in z&vsn-
deeze woorden: tiende en AGT*
't Is waar, dat ftaat, nóch Kerk die aanftoot TIENDE ,/•71 EEUWE.
heep geleeden, ^ Digteus,
Die de eene, én de and're door der dichtren vin-
nigheeden
In Palamédes, en Ipbigenia Iéê Op de oude kamer. Doch Brandt leert ons (Ä), dat het, hier
ter Stede, niet voor 't jaar 1665, openlyk, vertoond werdt; toen de Oude Kamer lang verdweenen was. De gefchillen met de Am- flerdamfche Kerkelyken, die, in 't jaar 1026, ontftonden, gaven onzen Digter , vier of vyf jaaren agtereen, gelegenheid, tot het maaken van verfcheiden' Hekeldigten. On- dertuflchen, deedt hy eene reis naar Deene- marke, om eenige fchulden in te vorderen: waarin hy egter kwalyk flaagde. In 't jaar 1632, ondernam hy ,den togt van Konftan- tyn naar Rome, in een uitvoerig Helden- digt, te befchryven. Hy arbeidde hieraan, eenige jaaren, met ongemeenen yver, en las 'er, nu en dan, een gedeelte van voor, aan zyne befte vrienden (il Doch de dood zyner huisvrouwe, Maria de PPojf, deedt zy- nen lult, derwyze, verflaauwen , dat hy, eindelyk, een* w-eerzin in 't werk kreeg, en 'er zo veel misftals in voadt, dat hy 't ver- fcheurde. Zig, midlerwyl, ook eenig£zins in
(h) Vondels Leven, */. 6«.
, (i) Zn Hooïts Biicveai iY. 43«, il, 337. |
||||
364 AMSTERDAMS VX.Deee.
Zeven- in de Griekfche taaie geoefend hebbende,
tiende begaf hy zig wederom aan het digten en ver- en AGT- taaien van Treurfpelen. In 't jaar 1637, wyd- eeüw^e! de hy den nieuwüngs gebouwden Schouw- Digters burS in ' met zynen treffe]yken Gysbrecht " van Aemfiel. Hy vertaalde, met hulp van den geleerden I/aak Poßus, en op aanraading van den grooten opbouwer der geleerdheid, en byzonderlyk der Digckunde, den Advo- caat Joan Fechters of Vicloryn, zelv' ook een Digter, de Elektra van Sophokles uit het Griekfch (*), en digtte het Treurfpel van de Maagden, in welk laatfte, hy de eerfte openbaare blyken gaf van zyne zugtvoorde Roomfche Kerke, tot welke hy, in 't jaar 1639, overging. - Sedert, ftondt hy deezer Kerke , met zyne penne, ten dienft, en fchreef zyne fraaifle en kragtigfte Digtfluk- ken, onder welken, de Altaargeheimeniffen uitmunten, tot verdediging haarer Leere. Hy bragt ook Virgilim in zuiver Nederduitfch orrrym over, en digtte, van tyd tot tyd, verfeheiden' Treurfpelen, behalve een Land- fpel, Leeuwendaalers genaamd, op de eeu- wige Vrede met Spanje van 't jaar 1648. Een zyner Treurfpelen, Lucifer geheeten, werdt, door toedoen der Predikanten, geweerd van het Tooneel, 't welk zyne hekelpen, die -dikwils tegens de Gereformeerde Kerkely- ken geMerpt geweeft was , op nieuws, gaande maakte. Zyne Maria Stuart, waar- in Elizabeth Koninginne van Engeland, met de
f{) Z'ic de Opdragten van de Elektra en den Joseph in
Egypten, J |
|||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 36*5
de haatelykfte verwen, afgemaaid was, hadt zevkn-
hem, reeds te vooren , doen verwyzen in tiende eene boete van een honderd en tagtig gul-en AGT* dens, die de Boekverkooper , Abraham de ™^f Wees, voor hem, betaald hadt. In 't jaar 1Ö57 , gaf hy Davids Harpzangen uit ^ en IGTERS* ondernam, in 't zelfde jaar, eene tweede reis naar Deenemarke, om betaaling te vor- deren van zyns Zoons Schulden, 't Kwam nu, met zyne middelen van beftaan, zo be- krompen om, dat hy, vermoedelyk,tot ar moede vervallen zou zyn, zo hy, door voor- fpraak van goede vrienden, en gunft van Burgemeefter Cornelis van Flooswyk , in 't jaar 1658, niet met eene Boekhouders plaats, in de Bank van Leeninge, voorzien gewor- den was. Dit ampt, welk zes honderd en vyftig guldens 's jaars opbragt, werdt,nog- tans, flegt van hem waargenomen, beftee- dende hy den tyd, dien hy aan zyn boek behoorde doorgebragt te hebben , tot het maaken van verzen. Hy behieldt het, nog- tans, volle tien jaaren, en werdt toen, met behoudenis van zyne wedde, ontflaagen. Ter- wyl hy nog in de Bank zat» kwamen 'er wel agt of negen Treurfpelen van hem in 't licht; de meeften van welken, of om dat zy Bybelftof behelsden, of om andere redenen, ook, zo men wil, uit afgunft van eenen der Hoofden van den Schouwburg, Jan Vos, indien ik my niet bedriege, nooit of zeldzaam , ten tooneele gevoerd zyn. Zyne Treurfpelen, die, t'ee- nigen tyde, op den Schouwburg, zyn ver- toond, waren Gysbrecht van Aemflel, Pala- medes 3 Elektra, Jozef in Dot ban, Jozef in Egip-
|
||||
3<« AMSTERDAMS VI.Deei.
Zeven- £#p** en Jozef in 't Hof, welk laatfte, met
™ hulp jan den Secretaris Daniel Mosten, en TIENDE
van den Adyokaat Jm« Vittoryn of J>afr-
EEuwü. JJTJ (/), uit het Latyn van Hugo de Digters. Groot, was overgezet; de Gebroeders,de Leeuwendalers , de Maagden, Sahnoneus, fiaèton, fepbta, David in ballingfchap, Da- vid herfleld, Salomon, Samfon, de Batavifche Gebroeders en &%ƒ. De Lucifer is, fWts tweemaalen, vertoond. In de jaaren iófo en 1663 , waren 'er drie werken van heilige itoffe van hem in 't licht gekomen, Befpie- gelingen van God en Godsdienß, Johannes de Boet gezant.en Heerhkheid der Kerke. Te voo- ren,hadt hy Virgilius in verzen gebragt,en in t jaar 1671, gaf hy de Herfihèppingen van Ovidtus, m Digt, uit. Doch in deeze twee werken, en vooral in het laatfte be- fpeurde men tadbaare blyken van 's mans verzwakkenden digtgeeft. Hy bereikte nu drie en tagtig jaaren. Ook kwam 'er, fe- dert, mets uitvoerigs van hem te voorfchyn en, na't jaar 1674, liet hy de Poëzy geheel' lyk ruften. • Ook begaf hem de gang, en't geheugen allengskens. In dien toefland ontving hy veel verkwikking uit het bezoek van goede vrienden,die hy, met hertelyke handdrukkmg, en een God loon't, plagt te bedanken Ein'delyk, ftierf hy van verzwak- tang, na dathy, met weinige ziekte, flegts agi-dagen, het bed hadt gehouden, op den vyfden February des jaars 1679. Op den agtiten, werdt hy, in de Nieuwe Kerke, ter
(l) Zie de Opdragt van JOSEPH in 't HüT.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 367
ter aarde gebragt, door veertien DigtersofZeven-
Lief hebbers der Poëzye, aan ieder van wel- tienpe ken een zilveren penning, voerende, aan de en AGT" eene zyde, 's mans beeldtenis, en aan de™^ andere, eene zingende Zwaan met dit bv- ^ fchrift, D'OÜDTSTE EN GROOTSTE ^*
Poëet, vereerd werdt. Doch zyne zerk,
niet ver van 't Choor, naar de Zuider- of Damdeur toe, gelegen, droeg geen gedenk- teken , tot dat, omtrent drie jaaren na 's mans oyerlyden, de Heer Jan Six, Heer van Wimmenum en Vromade, toen Oud- Schepen en Raad deezer Stad , een graf- fchrift op de zerk deedt houwen ; gelyk wy reeds, in de Befchryving der Nieuwe Kerke (m) , hebben aangetekend. By zyn leeven, kwamen hem, naar zyn ei-
gen oordeel, niemant nader, dan Follenhove en Antonides («). Na zyn' dood, heeft men zyn' geeft en zwier van digten, mogelyk, in niemant volkomener zien herleeven, dan in Hubert Corneliszoon Poot. Jan Vos, JanVoj,
dien wy, zo even, genoemd hebben, is ook
een Amfterdammer, fchoon ik den tyd zy- ner geboorte aldaar, nergens aangetekend vind. Alleenlyk, meldt hy zelf, in twee kor- te Graffchriften, dat zyn Vader ook Jan Fos, en zyn Moeder Aaltje Opmeer genaamd was (0). Hy moet, in 't jaar 1641, toen hy zy- nen
(m) III. Deel, II. B»e^ hl. 394.
(n) Zie Krandt J. v. Vondels Leven. («J Gedichten, II. Deel, U. 39J. |
||||
\
|
||||||
368 AMSTERDAMS VI.Deei;
Zeven- nen eerfteling, Jran en Titus , een Treur-
tiende fpel, welk groot en klein behaagde, in 't tiende* lic1hc S3*"» nog jong van jaaren geweeftzyn; EEUWE,
gelyK, uit de Lofdigten op het Spel, af te
DiGTEKs,neemen *s- Vreemd kwam het elk voor, 'dat een Ambagtsman, want Vos was een Gla- zenmaaker,die geene taaien kende, een on- geletterd gafi, gelyk Barlaeus hem noemt, de oude Griekfche Treurfpeldigters naar de kroon ftak. DeDigters van dien tyd hemel- den zyn Spel zo hoog op, dat hy, zig niet meer gebonden rekenende aan eenige Too- neelwetten, eerlang, een tweede Treurfpel fchreef, Medea genaamd ; waarin hy niet alleen afweek van de regels, die H o s. a t i u s op deTooneelpoëzyehadt voorgefteld; maar, in een Voorberigt voor welk, hy dien Dig- ter ook , met deeze verzen, in den fchild voer : Cy zyt een Lierpoè'et, enfchryft het Treurfpel
wetten. Zoo tergt een harders fluit de klank der krygs-
trompetten. Uw les is overlafi: de kunß gedoogt geen pyn;
Het fpel wil wel bepaalt, maar niet gedwon-
gen zyn. fc' Kort na dep Aan en Titus, gaf hy de Klugt
van Oene uit, waarin de taal en zeden van 't laage Amfterdamfche gemeen gefchilderd werden , zonder dat 'er, op fchikking of orde, agt gegeven was: behalve, dat het gantfche beloop van 't fpel de ontugt veel te dartel maalde; waarom ook de Digter, na-
|
||||||
_
|
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. %6g
naderhand, zyne Klugt veroordeeld heeft (p). Zeven-
Vos was, midlerwyl, door Burgemeefteren, tiende aangefteld tot eenen der zes Hoofden van den JJ "T" Schouwburg f 't welk hem niet alleen gele-EEUWE> genheid gaf, om Treur- en Blyfpelen van digtirs, het Tooneel te houden, die anderen gaarne vertoond zagen; maar ook te wege bragt, dat hy, voor anderen, gebruikt werdt, tot het uitvinden en fehikken van de pragtige vertooningen, die, ter gelegenheid der Vre- de des jaars-1648 en des jaars 1654, en by verfcheiden' andere gelegenheden, gefchied- den. Doch Vondel klaagde, dikwils, dat Vos, uit nydigheid, toeleide, om zyne Treur- fpelen te bederven, en onnut te maaken. Im- mers , ik twyfel niet, of hy was het Hoofd des Schouwburg«, welk, volgens Brandts verhaal, om zeeker looneelwerk, door eenige groot e Dichters, gelyk van Baarlc, Jacob van der Burgb, en Joan Fechtet'Jen, uit beufcbeit t en om hem in de kunfi aan te moedigen, ge~ preezen, zich zelven op dien lof boven zyne waarde verhief, en, Hooft des Schouwburg* gemorden, zynen roem zogt te vergrooten, door dien van anderen, en van Vondel in 't byzon- der, te verkleinen, te wege brengende, dat men, in Vondels Treurfpeelen, de rollen ver- deelde aan onbequaame 8peelers,en die ook mis- maakte , door oude verßeete en wanfehikkelyke kleederen (q). Jan Vos bleef, midlerwyl, het handwerk van glazenmaaken oefenen, ge- lyk, onder anderen, blykt, uit zyn gedigt aan
(/>) zie Pecs Gebr. en mishr. des Toon. tl. z+,
(q) vondels Leven> bl. 6%. XI. Stvk. Aa.
|
||||
37o AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven- aan den Heere Joan Six^ waarin hy be-
tiende weert, dat hy, die, van tyd tot tyd, Kei- tiendI zers en K°mn&en aan- en afilelde, egter van EEuwE. Staatzugt vry was; zyn voorhuis, waar de Digters. buik nem deedt glaazenmaaken, ten bewyze *by brengende (V). In een Smeekfchrift in verzen, aan de Heeren Thefaurieren, ver- zoekt hy, de glazen in de Lomberd te mo- gen maaken (s). Ook vind ik gemeld, dat hy Stads Glazenmaaker geweefl is, en een gedeelte der glazen van 't nieuwe Stadhuis gemaakt heeft. Hy is, in 't begin van July desjaars i66j , overleeden. Vondel heeft een vierregelig JByfchrift op hem gemaakt, waar- uit genoegzaam af te neemen is, wat hy van zyne konit oordeelde. Dus luidt het: Zoo Jpant Natuur door Vos een regenboogh
van dichten,
Of bogen van triomfe, enlecrttooneelcnfiichtcn. PVat hoort ge, ah hy een ix>ys op vrede en oorlog zet ?
Een ßem gewrongen door een boghüge trom- pet (t). Rfinisr Reinier Anslo, .
door Vondel, een Digter van eene cierlyke
netheid genaamd (u) ■> is, hier ter Stede, in in 't jaar 1626, van Doopsgezinden ouders, gebooren. Zyn Vader was Reyer Claaszoon Jnslo/Zoon van Claas Claaszoon dnsto,ilig- ter
(r) Gedichten, II. Deel, bl. $\o,
(s) oeiiiciit. II Detl, bl. s*i
(t) Vondels Poëzy, I. Dtelt bl. Jgy*
(h) Vondels Leven, bl, so.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 37 t
ter van Anslo's Hofje (v) : zyne Moeder Zeve». Bester Willems Rooclenburg, die'uit adelyken tiende flamme gefprooten was. De jonge Änslo en AGt" tponde, in den ouderdom van drie'en twin- ™*D.S tig jaaren, veelligt op Vondels voorbeeld, D eenige neiging toü den Roomfehen Gods- moTJLM' dienft, en ondernam, in 't jaar 1649, eéne reis naar Itaüe, daar hy zig, omtrent twin- tig jaaren, en tot aan zynen dood toe, op- gehouden heeft. De Digter Joan Six van Chandelier haek hem, te Rome, gezien, en zelfs, ook elders in Italië, vriendfehap met hem onderhouden O). Hier beleedt hy de Roomfche Leere openlyk, en fchreef, niet lang na zyne aankomft, eenige Latynfche verzen op het Jubeljaar, voor welken,Paus Innocent de X. hem, met eenen gouden ge- denkpenning, vereerde. Koningin Chriftina van Zweeden, die, ten deezen tyde, haar verblyf te Rome hieldt, befchonk hem ook met eenen gouden keten, in erkentenis van welk gefchenk, hy haar een Nederduitfch Lofdicht opdroeg, welk, in zyne Mengel-■ digten,te vinden is, en Papier voor goutheet. Zyne Martelkroon van Steven is het beroemd« fte zyner Gedigten. Het kwam, in 't jaar 164.6 , het twintigfte zyns ouderdorns, te Amfterdam, in 't licht, en draagt nog ver- fcheiden' kenmerken van af keerigheid van de Roomfche Leere (x). In zvn Treurfpel, de Paryfche Bruiloft, welk, in 't jaar 1649* (v) Zk III. Dult IV. Mo$^t il. 6o9.
(a) Zte Poezy van}. SlX VAN CHANDM.IER, bl 4, ,,,
au i4ï» «01. * •*'>"I>
(x) Zie, »ndtr*ndtrên,ieKhgtrnEin(^bU, op *t einde,
Aa 2
|
|||||||||
.1 •
|
|||||||||
...
|
|||||||||
37? AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- uitgegeven werdt, doch vroeger gedigt was,
tiende befpeurt men ook nog geene neiging tot het ü1 t*!!' Roomfche geloof; die zig klaarft, na zyn |
||||||||||||||
TIEMDB
EEUWE.
JDlGTERS.
|
||||||||||||||
vertrek naar Italië, openbaarde. Hy is, op
den tienden May des jaars 1669, te Perugie, |
||||||||||||||
eene oude Stad aan den Tyber, omtrent
twaalf mylen van Rome, in een Landfchap van den zelfden naam, welk tot den Ker- kelyken Staat behoort, ongehuwd, overlee- den (y). De Amfterdammer Digter,
|
||||||||||||||
JAN
|
Jan Zoet,
|
|||||||||||||
zou, in onze Lyft der Poëeten , veelllgt,
geene plaats gekreegen hebben , indien hy zig, hier ter Stede, niet,door het opregten van een Genootfchap of Bend van Digteren, eenigen naam gemaakt hadt. Men kan, uit een der Gedigten van V e r h o e k (z) , af- necraen, welke Digters zig al in deeze Bend hadden laaten aanfchry ven, en te gelyk, dat zy niet van de voornaamften geweeft zyn. 't Blykt, dat Zoet , aan dit Genootfchap, van tyd tot tyd, eenige vraagen voorftelde, die, in digt, beantwoord werden (a). 't Ge- nootfchap , door Zoet opgeregt, voerde den naam van de Kamer by de Wyngaardranken% en tot Zinfpreuk, Liefde boven al. Het bloei- de nog, omtrent het jaar 1670 (b). Te Haar- lem, was, omtrent dien tyd,diergelyke Ka- mer (y) Zie- nnOUF.ÏUTJS VAN NlDF.K in HOOGSTßATENS
Woordenti. „wr. AN8LO (Rtinier) (K) Poexy, hl. iys. (a) VfRHOBKS tvezy , bl. 19+, I$>7 , 199 , 203 , ïO>, !<>ƒ•
(kj VtJRHOKKS fOézy, bl. 203, |
||||||||||||||
■
|
|||||
IILBoek. Vermaarde Persoonaadjën. 373
merinftand, genaamd de Witte Angieren, Zeven-
onder 't woord In Liefde getrouw, waaraan tiende Jan Zoet verfcheiden' gedigten gezonden !^EADT"; heeft (V). Hy was, op den zesden Maart, KEVWE, hier ter Stede, gebooren; doch het juillerjitjT^s, jaar vind ik nergens gemeld. Zyne Huis- vrouw , Machteld Klaqjje van MedenbUk (d), maakte hem het leeven zuur, door haaren gemelyken aart. Hy zelfwas in den waan, dat hy niet derven zou, maar deel hebben aan een Ryk des Zaligmaakers, welk hy op aar- de te gemoet zag. Doch hy vondt zig be- droogen in zyne verwagting, en overleedt, op den elfden January des jaars 1674 (e). Zyne Werken, en daaronder, een miflelyk Tooneelfpel, Hel en Hemel genaamd, zyn, meermaalen , en laatflelyk, in 't jaar 1719, uitgegeven. Onder de aanzienlyke Amffcerdamfche
Digters, moet vooral geteld worden de Heer J o A N S 1 x, JoawSix.
hier ter Stede, in 't jaar 1618 gebooren,
uit Jan Six, af komftig uit een oud gellagt in 't Kamerykfche, waarvan zig de takken , wyd en zyd, veripreid hebben ; en Anna, Dogter van Beter Wymer. De jonge Six leide zig, al vroeg, toe op de Latynfche en Nederduitfche Digtkunde, waarin hy mer- kelyke vorderingen maakte. In 't jaar 1655, trouwde hy met Margareta Tulp , Dogter van
(t) Zie zyne Werken, bl. i6p, zji, 174,177 ,27t >zgI.
(d) Zie k,yne Werken, bl. zi$ , 2Zü.
(e) Zit de Gwfichiifien agtcr z,yne Weiken, H, 317 enz,
Aa 3
|
|||||
3Y4 AMSTERDAMS VLDflui.
Zeven- van den Burgemeefter Nkolaäs Tulp (ƒ),
tiende die hem, in 't volgende jaar, tot Commifla- cn act- rjs van je Huwelykfche Zaaken bevorderde. eeuwe! In 'c Jaar r667 9 wei"dt hy, tot Schepen; in
Bigte'rs '* Jaar IÓ79, totRaad> en in't jaar 1691, "tot Burgemeefter verkooren, toen hy reeds den ouderdom van omtrent drie en zeven- tig jaaren bereikt hadt. Hy heeft deeze waardigheid maar eens bekleed, en is, op den agttienden May desjaars 1700, over- leeden (g). Zyn Treurfpel, Medea genaamd, is het bekendfte zyner Nederduitfche Digt- werken. Hy was ook voor een keurig kenner der Nederduitfche Poëzye vermaard (b): 't welk Pels bewoog, om den jongen Hee- ren Geelvinck deeze vermaaning voor te houden: Of hebt gy eertyds iets gefchreeven, dat bet oor
Van Schepen S1 x, en van uw Vader 't eerß etns hoor,
En 't myne (z). ---------- —---------■ ----- De Heer SSx onderhieldt ook eenige ge-
meenzaamheid met Vondel; gelyk, uit de Poëzye van deezen, af te neemen is (£). Ook heeft Vondel dit byfchrift op zyne af- beelding gemaakt, kort na dat hy Commis- faris geworden was: * Zoo
(f) Zie VONDELS Poëzy, I. Deel, bl. <58J.
(g) Zie K. LescailJEs Mengelpoczy, II. Deel,hl. ?Si.
(h) Vide V. Francii Poemata p. 344- &Poflhuma/>, 239. (»j Horatius Dichtkunft, bl. 3+. (4j Zie, onder andextn, II, Deely bl. in, 311,
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 375
Zoo maclt men S1 x, in 't bheknjl van zyn Zeven-1 jeUgbt, TIENDE
Verheft op kunfi, en wetenfcbap en deught,en A0J'
Die fchooner blinkt dan iemantspen kan fcbry* 1BÜWE* ven, D10TÊRS.
De verf vergaet: de deugbt zal eeuwigh bïyven.
|
|||||
Aan den Burgemeefter Six, was ook vet-
maagfchapt,doch hoe na, is my nietgeblee- ken, de Digter Joan Six van Chandelier, Joan Sa:
VAN
die, hier ter Stede (/), omtrent den jaareCnAN-
1610, fchynt ter weercld gekomen te zyn,DSLIE^ fchoon ik den netten tyd niet heb aangete- kend gevonden. Zyn Vader heette Jacob Six: zyne Moeder . . . Juliens (m). Hy was de oudfte van tien kinderen, zes zoonen en vier dogteren, eenigen van welken,jong geftorven zyn («). Onze Six geneerde zig met koophandel in droogeryen (0) ; doch oefende, van vroeg af aan , de Nederduit- fche Poëzy, waarin hy, door den tyd> eeni- ge vordering maakte. Niet meer dan dertig jaaren oud, werdt hy, van eene hardnekki- ge mildzugt, aangetaft; om welke te genee- zen, hy zig, met vrugt, bediende van de wateren te Spa, welker nuttigheid hy, in verfcheiden' Gedigten , ongemeen verheft (p). Naderhand, deedt hy eene reis, door Frank-
(l) Zie x,yne Poëzy, hl. 28.
(m) Poëzy, hl. 174» 497.
(»> Poëzy , hl. 1 iz, 174, 17«) 177 1 IJS , S?t, $84.
(») Poëzy, hl. i4j, 289.
(/>) Poëzy, bl. 19, 122, 129, U8.
Aa 4
|
|||||
37Ö AMSTERDAMS VI.DeeW
Zeven- Frankryk, Spanje en Italië, die, zo 't fchynt,
tiende meer dan tien jaaren geduurd, en ook tot en act- voortzetting van zynen Koophandel geftrekt EEuwE. heeft (#). Op zyne reis door Italië, fchreef DiexERs. hy s dmfierdammtrs Winxer, het bekendlle "en geeftigfte van zyne digtftukjes (r). In zyne geboorteftad te rug gekeerd, deedü hy, in 't jaar 1655, 'een reisje naar Londen (.$•), en gaf, in 't jaar 1657, zyne Poëzy in 't licht. Uit een zyner Gedigten, is af te neemen, dat hy nimmer getrouwd geweeft is (t). Hy fchynt, de laatfte jaaren zyns leevens, veel, in flilte, in de Diemermeer, gefleeten te hebben, daar zyne Grootmoe- der, Catharina JeheU) eene Lufiplaats hadc (ü), die hem, na haar overlyden, ten deel fchynt gevallen te zyn. Hier voltooide hy eene nieuwe berymingder Pfalmen, diehy, in 't jaar 1674, uitgaf. Ik weet niet, wan- neer hy overleeden is. Ten zynen tyde, bloeide, hier ter Stede,
Jkremtas Jeremias de Decker,
*I'„D£C °°k > gelyk Ansh , door Vondel, een
|
||||||||
KEB.
|
||||||||
Digter van eene cierlyke netheid genaamd (u).
Hy was te Dordrecht gebooren (<zo), om- trent den jaare 1609 of lóro. Zyne ouders, Abraham de Decker en Maria van Bremden, waren, op den derden April des jaars 1607, getrouwd, zo dat hy niet veel vroeger kan ter
(ei) Poëzy, hl. i<S, it , 19 , 36, 48 , J6I.
(r) Poëzy, hl, 387.
(s) Poëzy, hl. 5J7-
(t) Poëzy, tl. 26$.
(u) PoeEV, hl. 338, 390.
(■v) VONDFLS Leven, bl. 80.
(») Zie Ï^LEN ÜOldiecht, bl. 22]»
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 377
ter weereld gekomen zyn, en merkelyk laa- Zeven-
ter kan men zynen geboortetyd ook nietri£»DE ftellen, om dat hy zelf te kennen geeft, hoe^AGT. hem, in 't jaar 1659. n°g wel voorftondt,EEÜWEb dat een zyner broederen , die den eerften DlGTERS# November des jaars 1620 ter weereld kwam, ver te zoeken was (x). De Vader van onzen de Decker hadt Dollende, tegen den Aartshertog Albertus, als Vendrig , helpen verdedigen, in 't begin der zeventiende eeu- we; tradt, na 't overgaan der Stad, in de egt, en zette zig te Dordrecht neder; doch begaf zig, eerlang, naar Amfterdam, daar hy zig eerft met den Koophandel fchynt ge- neerd te hebben; doch, daarin, naar 't fchynt, ongelukkiglyk geflaagd zynde (y), zig, na- derhand , aan 't makelen begaf, uit de winft van welk beroep, hy eene vrouw en ver- fcheiden' kinderen (2) onderhielde. ,Op dit beroep, heeft onze de Decker het oog, zy- nen Vader , na deszelfs verfcheiden , dus doende fpreeken: "k En hoeve, op afgeleefde beenen,
Voortaan niet meer, door fneeu cnßyk, Langs Water, Dam en Nieuwendyk, Om kleenen makelloon te hopen (#).
De Decker, nog een kind, te Amfterdam
gekomen, fchynt, ouder geworden, zynen Vader in 't makelen geholpen te hebben. Hy maakt
(x) Rym oefeningen II. D*el, hl, 244, 268.
(y) Rym-oefen II. Deel, */. 301. (x.) Zte Rym-oefen. U Deel, hl. 383. (<*j Ryna-ocfcn. II. Peel, bt. 31a. Aa 5
|
||||
373 AMSTERDAMS VI.Deee.
Zkven- maakt ook,, in verfcheiden' Gedigten, ^e-
TiEWDE wag van zyns Vaders yver en bekwaamheid, en AGT. om nem ^ jn Zyne vroege jeugd, in de taa- ekuwÏ *en» m ^en Godsdienft, en in 's Lands ge-
D ' fchiedeniiTen, te onderwyzen. Van 't laat-
' fte zingt hy, onder anderen, in deezer voege:
Helaes! 't bedryf der Helden
Zult gy voortaan niet meer
Ophalen, nogh ons melden, Wat Meteren weleer
Beeft op papier gezet,
Wat Bor ons heeft gegeven, Wat Froiffard heeft befchreven, Commin en Monflrelet (b).
Onze Jeremias oefende zig zo wel, dat hy
der Latynfche , Franfche , Italiaan fche en Engelfche taaien méefter werdt. In 't jaar ï66i , gaf hy eene overzetting uit het Franfch van Matthieüs Hißorie van Jelius Se- janus in 't licht, en, eenige jaaren laater, zyns Vaders vertaaling van Florus en Eutro- pius, uit eene overzetting in dezelfde fpraa- ke (e). Hy leide zig ook naarftiglyk toe, op de verbetering der Nederduitfche taaie, en ontwierp, ten dien einde, eene Spraak- konft tot zyn eigen gebruik. Doch deDigt- konffc was zyne aangenaamfte oefening. Hy bragthet Treuripel Baptifles of Dooper over, uitBucHANANS Latyn, en gaf het, in 't jaar 1652, in 't licht. Zyn uitvoerig He- keldigt, Lof der Geldzucht, is eerft na zy- mn
(b) Rym-oefen. IT. Deel, bl. ?rt.
tcj Rym-oefca. XI. Deel, bl. 288. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 379
nen doad uitgekomen. Voorts, zyn 'er, in Zeven*
den laatllen Druk zyriQïRymoefenmgen,die, tiende in't iaar 1726, doorivlATTiiEUs Broue- en AGT* TVT 1 J • 1 TIENDE
rius van Nidek, bezorgd is, ook vee- FEÜWEa
lerlei andere foorten van Gedigten te lee- DlGTEas# zen, en onderdeezen, eene verzameling van Puntdigten; in welke foort van rym, de Dec- ker de belle Nederduitfche Digters evenaar- de , of overtrof. Hy overleedt nog geene zeftig jaaren oud , in December des jaars 1666 00-
Andri.es Pels Andries
Pels.
is ook een inboorling deezer Stad gfc weeft,
hoewel my de nette tyd zyner geboorte, ner- gens, voorgekomen is. Zyne Ouders waren Andries Pels mCatharinaFegehnans. Hyhadt zig, in zyne jeugd, in de Regtsgeleerdheid geoefend, en was toe Advokaat bevorderd. Dochmaderhand, leide hy zig, voornaamlyk, toe op de Tooneelpoëzye, brengende, al in 't jaar 16Ó8, het Treurfpel Didoos doot, 'm 't licht, welk, in drie bedryven, verdeeld was, tuffchen welken, hy een Blyfpel van gelyke drie bedryven, en Julfus genaamd , deedt voegen. Wat laater, werdt hy een voornaam Lid van het Konftgenootfchap , onder de zinfpreuk NU volemibus arduwn, dat is, Niets is zwaar mor die willen, welk den Schouw- burg, eerlang, voorzag van een aanzienlyk getal van Treur- en Biyfpelen;. en toen ver- wierp hy zyne twee eeriielingen, als ftrydig mee
(rf) BALEN Dordr. */. 113. 27« ooI^zjh Ixven voor de
laatfie uttguve zyner B.ym-oefeningen. |
||||
38o AMSTERDAMS VI.Deei;
Zeven- met de Tooneelwetten van Ariftoteles en
tiende Horatius, die, in Frankryk, fliptfl gevolgd «n AGT- werden. Pels gaf, in 't jaar 1677, de Digt- eeuwe! kunßvan Horatius uit, in gemeenzaame ver- D * zen, en gefchikt naar de zeden van zynen gteäs. ty^j. waar0p s vjer jaaren Jaater, zyn Gebruik en misbruik des Tooneels volgde. Doch hy en zyne Konftbroeders hadden, gelyk toch ge- meenlyk gebeurt, het geluk niet van elk, noch met hunne Spelen , noch met hunne Tooneelwetten, noch ook met hunne taal en fpellinge te voldoen. Blyken hiervan vindt men, in de Gedigten van Antonides, die, te vooren, een Lid van het Konftge- nootfchap geweefl zyndc ,zig, ter oorzaake van eenig misnoegen, door afgunft:, zo men meende, verwekt, van het zelveafgefchei- den hadc. Byzonderlyk, heeft hy 't op Pels gelaaden, dien hy als een gemeen Poëet, en te gelyk, als een'bedillaar van beter Dig- teren, vinnig fteekt, in zynen Satyr Maifyjs (e). In zyne Uitvaart van Vondel, keurt hy de fchryfwyze van Pels en het Kon (Ige- nootfchap, die, om fommige klanken uit te beelden, fchuine lTreepjes boven de klink- Jetters plaatften, af, zeggende: Hy heeft zyn letters met geen /piet/en te ver-
weeren. Zy zyn gebart, niets kan zyn regimenten dee- ■
ren (f). In een Gedigt voor de vuifl:, op zyn eigen
hu-
(e) Mengeld, hl, 269.
{f) Mengeld, il, 177. |
||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 381
huwelyk gemaakt, en, door den Digter P%-Zeten-
mer9 uit zynen mond, opgefchreeven, be-TiEND£ kelt hy Pels ook,onder den naam van Mar-en A0T- fyas, zinfpeelende, onder anderen, opzy-™{^ nen naam, in deeze woorden: Digtjers. En fcboon hy noch dpol dorfl laflren zonder
vrees ,
Ruk hem de ruige pels niet verder van het vleefih (g).
Doch het ligtgeraakt Digtren-Gild is wel meer
gewoon geweefl, kleine of gewaande bele- digingen , met woeker, betaald te zetten. Pels en zyne vrienden hebben, gewiiTelyk, den Schouwburg en den Digteren dienft ge- daan, met hun,fchryven. Van Pels is ook een bondel Gezangen in druk. Hy is, den derden July des jaars 1681, overleeden (£). Willem Godschalk van Focquenbroch Willim
was een Amfterdammer van geboorte (f), SChalk
die zig meeft op 't boertig digten heeft toe- van Foc- gelegd, en, meer om zyne geeftigheid, dan^UEN" om zyne konft, vermaard geworden is. HyBR0CH* hadt zig in de Geneeskunde geoefend, en was tot Doctor bevorderd: doch te fterk verilingerd op gezelfchappen, maakte hy, met zyne praétyk, weinig opgang, en on- dernam, omtrent den jaare i6"óó, eene reis naar
(g) Zie Hooostkatin Leven yan Aatonides vut de
Gedigrcn. (h) Zie T. AbEMTS Mengetpoëzy, hl. Ui. (»J Zie zjne Weikeo, IX. 2>tilt H. tij. |
||||
382 AMSTERDAMS -VI. Dm.
Zeven- naar Guinea. In 't Kafteel del Mina (k) e™- fchree(hy ^ Blyfpel de Min int Lazarushuis] TIENDE
en eemge andere Gedigten. Zyne Werken
EEuwE. zyn, in éénen bondel, tot tweemaalen toe, DiGTERs.in 'c ücht gegeven. Ik weet niet, wanneer' noch waar hy overleeden is.
Pieter Pieter Verhoek
VER-
HOEK, is, te Bodegraave, den vierden September desjaars 1633,ter weereld gekomen; doch heeft het grootfte gedeelte zyns leevens, te Amfterdam, doorgebragt, daar hy 't mar- merfchilderen geoefend heeft, na dat hy eerft het glasfchiJderen, by Jacob van der Ulfe, te Gorinchem , geleerd hadt. Hy was, daarbenevens, een tameiyk goed en zoetvloeijend Digter, en voor eenen tyd, ook Lid van het Konftgenootfchap, NU vo- kntibusarduum. MattheüsBrouerius vanNidek heeft de uitgave zyner Poë- zye bezorgd. Zyn Treurfpel Kar el de Stoute is het bekendfte zyner Digtwerken. Hy is, hier ter Stede, op deh'negen en twintigften September desjaars 1702, overleeden (/). Joan Joan Pluymer,
Plut-
MER. van wien een bondel Poëzy het licht ziet,
was, zo ik my niet bedriege, een Amiler- dammer van geboorte. In 't jaar 1681, werdt hy een der Pagteren van den Schouwburg, over welker beftier , door fommigen, ge- weldiglyk geklaagd werdt. Ook duurde het (kj 2t x.ynt> Gedichten, ir. Dcd, LI. 4jc.
(0 Hoübkak. ScliQwb. ui. ü«l> bl. is». |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 383
niet lang (tn). Pluymer was een boezem- Zevew-
vriend van Antonides, en, zo wel als deeze, tiende misnoegd op het Konftgenootfchap NU vo- en AGT' Untibus arduum (n). Ik vind den tyd van zyn EEUWE# overlyden niet aangetekend. Hy heeft ver- DlGTgas fcheiden' Tooneelfpelen gedigt , die, nog tegenwoordig, op den Schouwburg , ver- toond worden. De bekendften zyn de Ge- kroonde na baar dood, de Frck, 't School voor de jfaloerfchen, en Krispyn Starrekyker. Thomas Arents, Thomas
ook een redelyk goed Tooneeldigter , en
Lid van 't Konftgenootfchap NU volentibus arduum,kwam,hier ter Stede, ter weereld, op den zesden Juny des jaars 1652. Hy ge- neerde zig met makelen, en genoot de gunfl van eenige voornaame luiden hier ter Stede, onder anderen, van den Burgemeefter Joan- nes Hudde; op wiens lad, hy, by zekere ge- legenheid, de haatelykheid der dronkenfchap, indigt, uitbeeldde. Zyne Mengelpoëzy is, ïn 't jaar i724,doorMATTHEUs Broue- ïuus vanNidek, uitgegeven. Hy heeft verfcheiden' Treurfpelen, en een of twee BJyfpelen gedigt. Hy is, in 't jaar 1700, overleeden (0). Wy fpraken, tot hier toe, meeft van Ne-
derduitfche Digters,die, te Amfterdam,ge- booren zyn, of gebloeid hebben. Doch nu brengt ons de orde des tyds tot den beroem- den Latynfchen Digter, JOAN
(m) Zie III. Deel, V. B*ek, bl. 747, 74I.
in) Antonides Gedigte«, bl. zet. en Leyen,
(e) Zm 't Iierigt vQ9t x,j/ne Mengelpoczy. |
||||
384 AMSTERDAMS VI.DeeC
Zeven- Toan van Broekhuizen, TIENDE J
cn ACT- 0f jams Broukhußus, die, hier ter Stede,
eeuwte! °P ^en t^ntig^11 November des jaars i649, Digters ter weere^ kwam. Zyn Vader was Gerard T , ' van Broekhuizen, Hoeden winkelier, en daar- j3ROÏÏK. na, Klerk ter Secretarye van de Admiraliteit huizen, te Amfterdam: zyne Moeder Eva Vos, die aan de aanzienlyke huizen van Witfen en Hudde vermaagfchapt was. Hy werdt, in de geleerde taaien onderweezen , onder 't opzigt van Jdrianm Junius , toen Reólor der Latynfche Schooien alhier; en toonde, in dien tyd reeds, fterke zugt en bekwaam- heid tot de Latynfche Poëzye. Men ver- haalt, dat hy vyftig of meer Latynfche ver- zen, na dat hyze eens gehoord of gelezen hadt, van buiten opzeggen; doch, daaren- tegen, de regels der Logica of Redeneer- kunde , nimmer, in 't geheugen drukken kon. Van de Latynfche Schooien gekomen, werdt hy, door zynen Oom, die 't opzigt over hem hadt, alzo hem zyn Vader vroeg ontvallen was, befteld in een' Apothekers winkel, daar hy eenige jaaren fleet; zig nog- tans vlytiger oefenende in de oude Latyn- fche Digters,dan in het naarfpooren van de kragten der kruiden en geneesmiddelen. Een fterke weerzin in 't beroep, waartoe hy op- geleid werdt, dreef hem, eindelyk, tot den Krygsdienft, waarin hy fpoedig tot Vendrig bevorderd werdt. Doch de Latynfche Dig- ters, en Propertius in 't byzonder, verzelden hem, overal, waar hy zig bevondt. Onder- tuflfchen, deedt hy ook eenen togt te water oft*
|
||||
III. Boek Vermaarde Persoonaadjen. 385
onder den grooten de Ruiter. In 't begin Zeven*
des jaars 1673, werdt hy, hier ter Stede, tot tiende Luitenant over een vendel der Stads bezet- en AGT" tinge bevorderd (p). Te lande, diende hy, EEUWE midlerwyl, en federt, in de Nederlanden en £>iaTEKj. in Duitfchland, en woonde verfcheiden' veld- flagen en belegeringen by. De Nieuwmeeg- fche Vrede des jaars 16*78 gaf hem gelegen- heid, omzig, eenigen tyd, te Utrecht ne- der te zetten, daar hy zig, geheellyk, aan de boekoefeningen overgaf. Van daar, kwam hy te Amfterdam, alwaar hy vlytiglyk ar- beidde aan eene verbeterde uitgaave van Pro- pertius. En terwyl hy hier woonde, werdt hy Lid van een Konftgenootfchap, welk, eens ter weeke, byeen kwam, en waarvan ook de Heeren Joan Huift, Joan Huydecoper, de Wagtmeefter Dirk Heinck , Digter van het Veranderlyk geval en Don Louis de Var gas > twee bekende Tooneelfpelen, de Secretaris Dirk Geehinckyde Profeflbr Francius, en an- dere luiden van aanzien en geleerdheid Le- den waren. Eerlang, werdt* hem, door be- leid van Burgemeefter Hudde, die van zyne maagfchap was, eene Kapiteins plaats over een der vendelen van de Stads bezettinge opgedraagen. Doch na de Ryswykfche Vre- de des jaars 1697, werdt zyn vendel afge- dankt. Men liet hem egter eene jaarwedde, tot zyn onderhoud. Sedert, hieldt *hy zyn verblyf, doorgaands, in een' gehuurden tuin onder Amfterveen, daar de geleerden van al- le oorden des Lands hem kwamen zien. De laat«
(p) Groot-Memor. N. VI./, i*«.
XI. Stuk. Bfc.
|
|||||
- imi flitf
|
|||||
386- AMSTERDAMS VLDeel.
|
||||||||||
Zeven-
tiende en ACT TIENDE
EEUWE. |
laatfte jaaren zyns leevens fleet hy, met oe-
fenen van zynen Digtader in ftigtelyke Poë- zye, en vondt het meefle genoegen, in de aanfpraak van geleerde en godvrugtige man- |
|||||||||
—
|
||||||||||
Digter«. nen- Jn deezen toeftand, is hy, na omtrent
drie jaaren geworfteld te hebben met lighaa- melyke zwakheden .(£), den vyftienden De- cember des jaars 1707, overleeden, en den twmtigften, volgens zyne uitdrukkelyke be- geerte (r), in de Kerke te Amfterveen, be- graaven. Propertius en Tibullus zyn , door hem, fraai en naauwkeurig, in 't licht ge- geven: ook de Gedigten van Sannazarius en eenïge andere werken. Van zyne eigene LatynfchePoëzye heeft DavidvanHoog- straten, in'tjaar 1711, eenefraaije uit- gaave bezorgd. Ook heeft dezelfde Hoog- ftraten, in 't volgende jaar, een bondel Ne- derduitfche verzen van hem in 't licht gege- ven , en met 's mans leeven verrykt. Men vindt, in deeze verzen, eene blykbaare na- volging van Hoofts Digtftyl. Terwyl wy dit fchry ven, in den Herfft des
jaars 1767, wordt 'er, in de Kerke van Am- fterveen, op koften van den Heere en M\ Abraham C al k o e n , voormaals, Secre- taris deezer Stad, en thans Baljuw en Dyk- graaf van Amftelland, ter gedagteniffe van den beroemden Digter Broekhuizen, een net grafteken opgeregt, beftaande in eene alou- de Lykbus van blaauwen arduinfteen, ruften- de ff) P. BOHM4NNI Om. in Obitum Broukhufii. r> v
Hoogstraten Broekhuizen* Leven. j/?éA'J* ü' W"*"™1 2cdel- ea Emft. Gedichten,
|
||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjén. 387
de op een diergelyk voetftuk, voor welk,ZEve»-
dit vers van den Hoogleeraar B u r m a n , op «rara een wit marmeren tafereel, uitgehouwen is; ^end!" EEUWE.
P' "** DlGTERf. J A N I BROV.KHVS.il,
DEFVNCTI ANNO CDDCCVII.
Spafge facro lauros myrtumque hederasque ß'
pulcro, Pieridas quisquis, Pallada quisquis amas.
CalUmacbum numens referens Brovkhv-
sivs Vmbrum Hic Amflehenia conditus aede jacet.
Vt, post Gradivi partas in pulvere palmas t Otia qua coluit dotta, quiescat hutno.
Laude fua piet as, einer i nunc praeflita, grata$ Nobile in exemplum Poßeritatis eat;
Quae male neglectis et bonore carentibus urn-
bris Lußra fuum reddit post duodena decus:
Sint licet ingenii monumenta perennia tanti,
Busta fed e Pario marmore caefa mant.
Petrus Burmannus Secunduï.
't welk, in zin, omtrent hierop uitkomt;
Bb i Ter
|
||||
3SS AMSTERDAMS VI.Dêex,
Zev>en' Ter GedagtenifTe van
TIENDE ö M
|
||||||||
CF! AGT-
TlßNDfl |
||||||||
Joan van Broekhuizen,
|
||||||||
eeuwe. overheden, in 't jaar 1707.
„ Gy allen, die de digtkonft en wapen-
„ oefening bemint, ftrooit lauweren, myr- „ then en veil op dit gewyde graf. Broek- „ huizen, wiens gedigten die van Pro- ,, pertius evenaaren, legt hier, in de Amftel- „ veenfche Kerke, begraaven; op dat hy rus- „ te in dien zelfden oord, waarhy,ontflaa- „ gen van zyne krygsampten, die hy met „ roem bekleed hadt,zig, in ftilte, met ge- leerde oefeningen, bezig gehouden heeft. „ De erkentenis, die nu, aan zyne afch, waar- „ voormen zo fchandelyk "verzuimd hadt, „ eenig gedenkteken op te regten, na zeitig „ jaaren verloops, de verfchuldigde eer be- „ wyfl, hebbe haaren verdienden lof, en „ verftrekke ten treffelyken voorbeelde voor „ de dankbaare nakomelingfchap. Doch „ fchoon dit Grafteken, gelyk alle anderen, „ zelfs zulken, die uit het koftbaarft marmer „ gehouwen zyn, eindelyk vergaan mögt; „ zullen, nogtans, de werken van zo groot „ een' geeft alleen zynen naam onfterfelyk „ maaken." By Broekhuizen, voegen wy Lucas Lucas Rotgans,
Rot-
gans, die, fchoon niet zo bedreeven in de Latyn- fche Poëzye, egter, even als hy, den kryg
gevolgd, en 't vendel gedraagen heeft, en onder de voornaamfte Nederduitfche Vig" ters
|
||||||||
\
|
||||||||
UT. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 389
ters verdient geplaatfl te worden. Hy werdt, Zeven.
in Oktober des jaars 1645, te Arnfterdam, tiende gebooren. Zyne ouders, Jacob Rotgans en en AGT" Magdalena Timmerman, inzyne vroege jeugd, EE§Jj* verlooren hebbende, werdt hy, door zyne rjIGTB^t. Grootmoeder, opgevoed, en begaf zig tot de oefening der letteren , byzonderlyk tot het leezen der oude Latynfche Digteren. Doch de oorlog des jaars 1672 deedt hem befluiten, om zyn Vaderland te dienen, met de wapenen. Hy werdt met een vendel be- giftigd. Maar geene bevordering voorzien- de, verliet hy den dienft, in 't jaar 1674, en begaf zig, met der woon, op eene Hof- fïede van zyne Grootmoeder, aan de Vegt, tuffchen Maarfen en Breukelen, die, door de Franfchen, verwoefl:; doch, naderhand, fehooner herbouwd, en Kromwyk genaamd was. Na 't fluiten der Nieuwmeegfche Vre- de , deedt hy een reisje naar Parys, en tradt, pp Kromwyk te rug gekeerd, in de egt met - Anna Adriana de Sdlengre, Zufter zyns Schoon- broeders, die hem, in 't jaar 1689, door de dood ontrukt werdt, na dat zy hem twee Dogters gebaard hadt. De oefening der Digt- konft trooftte Rotgans over zyn verlies. Hy fchreef zynen Willem den derden , een tref- felyk Heldendigt: ook twee Tooneelfluk- ken, Eneas en Turnus en Scilla, die nog den Amfterdamfchen Schouwburg eere aandoen. Voorts, is'er eene "verzameling van Zedeles- Jen uit de oude Verdigtfelen gevloeid uit zyne penne. . Aan de meeften zyner overige Ge- digten, voortbrengfels van vroegere jaaren, heeft hy zelf de Iaatfte hand niet willen leg- Bb 3 gen.
|
||||
-----------------------------------'--------------'------------------------———^^^^^^^M
|
||||||||||||
■ ,v <-" "t? "r----------J ' 'J'
|
||||||||||||
390 AMSTERDAMS VI.Deel.
ïeven- gen. Onder deezen, is ook zyne boertige
TiEjsDE Boeren-kcrmis, om welke, in naaren aart, |
||||||||||||
en act
TIEND B
EEUWE. |
af te beelden, zyn vérblyf op Krom wyk hem,
van naby, gelegenheid verfchafte. Hy is,
|
|||||||||||
Digters op deeze Hofftede, den derden November
'des jaars 1710, aan de kinderpokjes, over- leeden, en te Breukelen, in de Kapelle zyner
voorouderen, begraaven (s).
Laureks Laurens Bake
is, zo ik my niet bednege, ook een Am-
fierdammer van geboorte, daar hy, ten min- ften, een groot gedeelte zyns leevens ge- fleeten, en tot in 't begin deezer eeuwe, gebloeid heeft, Hy was een der beroemd - (Ie Digteren zyns tyds. Het uitmuntendfte Zyner Werken zyn de Bybelfcbe Gezangen, die, in 't jaar 1682 , voor 't eerft, in 't licht kwamen, en aan den Burgemeefler Cosnraad van Beuningen opgedraagen werden. Voorts, was hy een Lid van 't Konftgenootfchap, welk tot Zinfpreuk voerde, In ?nagnis vo- Juiffefat eft, dat is, In groot e zaaken, is 't genoeg, gewild te hebben, en waarvan ver- fcheiden' Tooneelfpelen den Schouwburg verlieren, In de Voorrede zyner Mengelpo'ë» zye, in 't jaar 1737, doorL. van den Broek, uitgegeven, leeft men, dat onze Digter, uit het oud Amflerdamfch geflagt der Baaken, onder welken, voor hem , ook Laurenfen geweeft waren Q), voortgefprooten, en aan de aanzienlykfle huizen hier ter Stede ver* maag-
(t] 2"ï* F, Halma's Voorreden vter x.yne Werke».
lt) Z>t VONOSA.8 Foczy, I. Qttl, */. Ut » i34, |
||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 391
maagfchapt was: 't welk my, ook van el- Zevbn-
ders, gebleeken is; zynde zyn ouders ge- tiende weeft Jujius Baak of Bake en Magdalena van en AGT* Erp (u), eene Zufter der eerfte vrouwe van EEUWE, den Ridder Pieter Korneliszoon Hooft. Hy rj10TEall hadt zig, in zyne jeugd, in de Regten ge- oefend , en was tot Meefter bevorderd. Ook was hy Heer van fVulverhorß, eeneHeerlyk- heid in 't Land van Montfoort, in 't Stigt van Utrecht, welke Heerlykheid zyn Va- der reeds bezeten hadt (z>). Uit een zyner Gedigten op de Diemermeer (w), blykt, dat hy, nog in 't begin deezer eeuwe, geleefd heeft, en van elders (x), dat hy, in 't jaar 1715, reeds overleeden was. Doch de net- te tyd van zyn overlyden heb ik nergens ge- meld gevonden. De orde des tyds noopt ons, om hier plaats
te geeven aan de beroemde Digterefle, Katharyne Lescailje, Katha*
|
||||||||
BYNE
|
||||||||
die, hier ter Stede, omtrent denjaare 1649, Lescail-
gebooren werdt. Haare ouders waren JacobJB* Lescailje en Alida Verwou (y). Haar Vader, van Geneve herwaards gekomen, was zelf een zinlyk Digter, en, van wege den Kei- zer Leopold, tot gelauwerd Poëet verklaard, en met een wapen vereerd. Hy geneerde zig hier met den Boekhandel. Katharyne, de
(u) Stads MifÏÏven, N. XIII. ƒ. I31- 2V. XXV. ƒ. 3l.
(v) Zie HOOFTS Leven, bl. 12. (n>j Mengelpoëzy , bl. 117, (*) J. d» REGTS Meageldigten, bl. 45. vergeleckjn met
h§i Voorberigt. (j) Zit haart foezy, I. Deelt bl, $|| , zi».
Bb 4
|
||||||||
_.
|
||||||||
39* AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- de middelde zyner drie Dogteren, toonde,
tiende in haare vroege jeugd, reeds zo fterken trek e\™l' tot de Nederduïtfche Poëzye , dat Vondel EEuwE. voorfpelde , dat zy, t'eenigen tyde, eene Digters. uitmuntenc*e Digteres ftondt te worden: en "zyne voorfpelling is volkomenlyk bewaar- heid. Men heeft zeven treffelyke Treur- Jpelen van haar, allen gevolgd naar 't Franfch, welk zy in den grond verftondt. Twee of drie derzelven worden nog, van tyd tot tyd, ten tooneele gevoerd. Na de dood haars Vaders, die, in 't jaar 1677, voorviel, hielde zy den Boekhandel aan, dien zy zeer wel verftondt. Haare oudfte Zufter, Barbara, is met Matthias de ÏVreed gehuwd geweeft. Eene Dogter uit dit huwelyk, Sujanna Les- caiije de Wreed genaamd, is, naderhand, met den Boekverkooper Dirk Rank getrouwd. Doch Katharyne en haare jongde Zufter, Aletta, zyn altoos ongehuwd gebleeven. Ka- tharyne is, op den agtften Juny des jaars 1711, overleeden (z). Haare Gedigten en Tooneelfpelen zyn, in 't jaar 1731, in drie deelen in quarto, by de Erfgenaamen van Ja- cob Lescailje en Dirk Rank, gedrukt en in 't licht gegeven. Ten haaren tyde, bloeide, hier ter Stede, de fchrandere Digteres Ge- zineBrit O), ééne haarer vriendinnen; doch te Blokzyl, in OveryfTel, gebooren. Vaa deeze heeft men keurlyke Byfchriften ,op de Zinnebeelden van Houbraken; en eeni*
(%,) HoocstrATENS Wooidenb. Art. LeScailjlï (74-
füh en Katryne), (») Zi* HOUJIHAKEN JchüUwb, III. Dfütbl. 2J<ï.
|
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoqnaadjen. 393
eenige andere deftige Gedigten, by verfchei- Zeven-
den' gelegenheden, gemaakt. tiende
en AGT-
Jan de Regt tiende
EEUWE.
is, zo ik meen, ook te Amfterdam geboo- tjIGTBFvS,
ren, daar hy, in November des jaars 1715, jAN DE overleeden is. Hy was een redelyk goed Dig- rEqt. ter. Een kleine bondel zyner verzen, waar- onder , de bekendften zyn de Siegte tyd en het Klugtfpel de Nagtwagts, is, tot twee- maaien toe, in 't licht gegeven. Claas Bruin, Claas
X} nT TT ftM
veeltyds, de Zededïgter gebynaamd, werdt,
hier ter Stede, op den twintigften February des jaars 1671, gebooren. Zyne ouders be- hoorden tot de kleine Gemeente der oude Friefche Doopsgezinden, ook Jan Jacobsz. Volk genaamd , die haare Vergaderingen hieldt in de Blomftraat, en, in laater' tyd, met de Gemeente, die by 't Lam en den Too- ren vergadert , vefeenigd is (b). Cornelis Claesz. Bruin, Vader van onzen Digter, was Leeraar in deeze Gemeente: en men heeft nog een' bondel van vyf en veertig Predi- katien van deezen man, die, in't jaar 169^ te Leeuwaarden, by Hendrik Rintjes , g*- drukt zyn. My is berigt, dat onze Digter zelf, eenige weinige reizen, den Predikftoel beklommen heeft, in zyns Vaders Gemeen- te : 't zy dat men hem ook tot *Leeraar ver- zogt hadt, 't zy dat hy zyne bekwaamheid tot
(b) Zit III, Ditl, III. Bo'K* */• 19» ♦!•
Bb5
|
||||
394 AMSTERDAMS VI.Dee£.
Zkven- tot het Predikampt, van welks gewigt hy tiende diep doordrongen was (V), eens heeft wil- SendT Ien beproeven. Doch hy is nimmer Leeraar EEuwE. geweeft, en heeft zig, tot zynen dood toe, DiGTüEs. geneerd met Boekhouden. Toen , in 't jaar 1723, na 't overlyden van Jasper Dou- west oudften Leeraar in de Gemeente der oude Friezen, voor wien onze Digter een kort Graffchrift maakte (d), de weinige 0- vergebleeven Leden, naauwlyks twintig fterk, in 't jaar 1725, tot de Gemeente by 't Lam en den Tooren overgingen, voegde onze Digter zig, meen ik, ook by deeze Ge- meente, by welke hyzig, federt, gehouden heeft. Hy toonde, al vroeg, fmaak te heb- ben in Zedelyke Poëzye. Een zyner eerfte Gedigten hadt tot onderwerp de Aardbee-* ving, hier te Lande, op den agttienden Sep- tember des jaars 1692 , voorgevallen , en kwam, in Oclober daaraan, in 't licht (e), Eenige jaaren laater, gaf hy een ftukje uit, Aandagtige Befpiegelingen genaamd, en, fe- dert , in het eerfie Deel zyner Zededigten, her- drukt. Hierop volgde een Treurfpel, de Grond- legging derRoomfche Fryheid geheeten: we\k9 nevens zes anderen, die 'er federt zyn byge- lomen, jaarlyks, op den Amfterdamfchen Schouwburg, vertoond wordt. In de jaaren 1713en 1714, deedt hy,in 'tgezelfchap van Andries Schoenaker en anderen zyner goede vrienden, twee fpeelreisjes, naar Kleefsland en
Tc) Zie z.ync overgeblevene Sybel-, Zede. en Men cel«
poëzy , bl. 3 enz,. (d) Overgeblevene Poëzy, Bl. 39g. (tj Zededichten I. Deil t m 't Byvoegf, 4/. 29, |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 395
en door Zuidholland, die hy, federt, in digt» zeven-
maat,befchreef en uitgaf, onder den naam tiende van Kleeffche en Zuidbollandfche Arkadia, welk en AGT* werkje LudolphSmids, met eenigooud- ^we! heidkundige Aantekeningen, verrykt heeft. Een derde Noordhollandfch reisje, niet lang IGTE*S" hierna ondernomen , is , na eenige jaaren verloops, met den titel van Noordhollandfche Arkadia, en met Aantekeningen van Ger- rit Sc hoemaker, Zoon van Andries, in 't licht gekomen. Onder Bruins over* gebleeven Poëzy , is ook nog eene Speelreis langs de Vechtßroom. En hy heeft de Luß- plaats Zoelen, aan de Haarlemmer Trekvaart, in Digtmaat befchreeven: waarop de eige- naar ,ChristoffelBeudeker, Zede- lyke en Hiftoriefche Aantekeningen gemaakt heeft. Wyders, vervatten de elf Boekdee- len zyner Gedigten, die, by zyn leeven, en na zyn' dood uitgekomen zyn, behalven een goed getal van Bybelfche Tooneelfpe- len, veelerlei flag van Zedelyke Tafereelen, Zinnebeelden, Samenfpraaken, Alleenfpraa- ken, Spreuken, Byfchriften en Mengelwerk, te menigvuldig en te verfcheiden, om 'er hier byzondere melding van te maaken. Bruin is, op den agt en twintigftenDecem- ber des jaars 1732, overleeden. Onder zyn afbeeldfel , heeft de Digter Sybrand F e 1 t a m a deeze regels doen plaatfen: /3/{VBrüin, de Cehes van bet T,
Het Licht der Zedepoezy. |
|||||
Da-
|
|||||
39<5 AMSTERDAMS V.Dm.
t5Sm Daniel Willink
en AGT-
tiende werdt, hier ter Stede, in 't jaar 1676', ge-
FEuwE. booren, en in zyne jeugd, tot den Wynhan- Dioters.del gefchikt. Doch hy toonde, al vroeg, Daniel fterken luft tot de Nederduitfche Poëzye , jy^" waarin hy tamelyke vorderingen gemaakt heeft. Hy werdt, eerlang, een Lid van het Konftgenootfchap , welk Conflamia &f La- bore, dat is, door Standvafiigheid en arbeid, ten zinfpreuk voerde, en van welk verfchei- den' Tooneelfpelen het licht zien. Wil- link heeft de Gereformeerde Nederduitfche Gemeente deezerStad, meermaalen, als Dia- ken gediend. Hy is, den zeftienden Oclober des jaars 1722, inde Beverwyk, overleeden, en aldaar, in'tChoor der Kerke,begraaven. Zyne bekendfte Digtwerken zyn de Amfiel- damfche Tempt of nieuwe Plantagie, Amftel- flroom en Buitenfingel Ook heeft hy eene Verzameling van Zedelyke Gedigten en Ge- zangen te voorfchyn gebragt. De naarflige Gerrit Schoenaker heeft, eenige jaaren na *s mans overlyden, eene Amßellandfche Ar-, kadia, door Willink opgefteld, in orde ge* fchikt, en ter drukperfe overgegeven. Tan Bap- Jan Baptista Wellekens,
Welle- fch°on> op den dertienden Februarydesjaara
*enj. 1(558, te Aalfl in Vlaanderen, daar zyn Va- der , Cornelis Welkkens, zig met den Laken- en Hophandel geneerde, ter weereld geko- » men, werdt, nog een kind, naar Amster- dam
|
||||
III. Böek. Vermaarde Persoonaadjen. 307
dam gezonden, daar hem een Oom van Moe- zevbh*
ders zyde op het Goudfmeeden beitelde. Zy- tiende ne aangebooren zugt tot de Schilderkonft "n AGT* was egter oorzaak, dat hy dit handwerk vaa- £^JJJ ren liet, en zig, onder Jnthony de Gr ebber ^ Dl0Talf in 't fchilderen oefende. Agttien jaaren oud zynde, begaf hy zig, tot voortzetting der konft, naar Italië, daar hy elf jaaren door- bragt, en den regten fmaak wegkreeg van het digten van Herders- en Viflchers - zan- gen , waarin hy, federt, zo zeer heeft uit- gemunt. In een grappig Verjaardigt, op zynen vriend, Pieter Vlaming, in 'tjaar 1718 gemaakt, geeft hy zelf te kennen, dat het toen veertig jaar geleeden was, dat hy de Appenynen betradt (ƒ). En van elders blykt, dat hy, in 't jaar 1684, te Rome (g), en in 't jaar 1687,te Venetië was (b). Terlaatft- gemelder Plaatfe, werdt hy van eene beroer- te aan de linkerzyde overvallen, die hem nopdzaakte, herwaards te keeren. Deeze ramp en zyne byziendheid, dm welke, hy, altoos met een' bril fchilderen moeft, deedt den luft tot de Schilderkonft, allengskens, in hem, verflaauwen. Ik weet niet, of 'er veel van zyn fchilderwerk voorhanden zy. Men vindt, alleenlyk, dat hy zyne Moeder gefchilderd heeft (/). Maar zyne zugt tot de Poëzye wakkerde, naar gelang,dat zyne liefde voor 't fchilderen afnam. Italië lag hem
(f) Verfch. Gedicht, bl, 30?.
(g) DichtUev. Uitfpann. van J. B. WKlXS&INI en P. VLA-
MING, bl. ju. (h) Verfch, Gedicht, bl. uj.
(i) Verfch. Gedicht* */. 410. t
|
||||
pm™
|
|||||||||||
-------
|
WPP»
|
mm^^
|
|||||||||
398 AMSTERDAMS VI.Dee£.
Zeven- hem, altoos, na aan 't hert: waarvan, onder
tiende anderen, de Herderszang van Silvander en en AGT- Thyrils, in welken hy Italië boven Neder- seuwe! land verheft , getuigen kan (*). Eenige Digtehs. Jaaren na zvne terugkomft te Amfterdam, " trouwde hy met Joanna van Hardenbroek , vermoedelyk, in 't jaar 1699, alzo hy, in 't Lykdigt op deeze vrouwe, die hem, den vier en twintigftenMay desjaars 1724,ont- viel , fchryft, dat hy vyf en twintig jaaren met haar getrouwd geweeft was (/). Wel- lekens heeft vier kinderen by haar verwekt; twee van welken , een Zoon Cornelis, en eene Dogter, Magdalena Barbara, hem over- leefd hebben. Op een Zoontje, Micbiel ge- naamd, welk hy, in 't jaar 1712, in den ou- derdom van zeven jaaren, verlooren hadt, heeft hy een' aartigen Lykzang gemaakt (m). Hy ftierf, twee jaaren na zyne Huisvrouw, op den veertienden May des jaars i726(n). Hy hadt, het grootfte gedeelte zyns leevens, geworfteld met* pynelyke ziekten, en onder anderen met het graveel en met verfcheide- nerlei flag van jigt (0). Hy beleedt den RoomfchenGodsdienft, gelyk, onder ande- ren , blykt , uit veelen zyner Zedelyke en Ernflige Gedichten: doch hy fchynt zig ge- houden te hebben by de partye, welke men die der Janfeniflen genoemd heeft (p). Hy en
(\) Dichtliev. Uitfpann hl. ioi.
(Ij Zedel. en Ernft. Gedicht, hl. u9.
(m) Zedel. en Etnft. Gedicht, hl. jo6.
(») Zie zyn Leven, do»r P. Vlaming, voer de Zedel. eH
Ernft. Gedichten. (o) Verfclu Gedicht hl. 249.
(p) Zie Verfch. Gedicht, hl. 3*9, jfio. vergeleek^n met
dit ons Wetk, 111. Deel, III. //»*<, */. s»j, uj. |
|||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 399
en Pieter Vlaming gaven, in 't jaar 1711, Zevew-
de Dichtlievende Üitfpanningen in 't licht, tiende waarin de fraaifte Herders- en VifTchers-en AGT" zangen van Wellekens vervat waren. In 't ^uwe. jaar 1715, gaf Wellekens den vertaalden A-GlQT^ mintas van Torquato Tasso uit, waar- by hy eene Verhandeling van het Herdersdicht gevoegd hadt. Doch na zyn overlyden, heeft zyne Dogter Magdalena Barbara Wellekens, die ook iet van haars Vaders Digtgeeft ge- ërfd hadt, nog drie flukken zyner Poëzye ter drukperfe bezorgd. Pieter Vlaming, PrEn*
Vla-
de vriend van JanBaptiftaWellekens,wiensmimo. leevensbyzonderheden wy, zo even, hebben aangetekend, is, hier ter Stede, op den ne- gen en twintigften Maart des jaars 1686, ter weereld gekomen. Zyne ouders waren Mr. Floris fVillemsz. Vlaming en Chriflina van Beek. De Latynfche Schooien zynde door- gegaan , daar hy ook de beginfels der Griek- fche taaie leerde, heeft hy zig, op 's Land* Hooge Schoole te Leiden, in de Regten ge- oefend , en zig, nevens Wellekens, al vroeg, op de Poëzye, met naame op het Herders- digt, toegelegd; waarvan beider Dichtlie- vende Üitfpanningen, die, in 't jaar 1711, in 't licht kwamen, duidelyke blyken uit- leveren. In dq Herderszangen, die het vrien- denpaar, by verfcheiden' gelegenheden, fa- menftelde, droeg Wellekens, veeltyds,den naam van Silvander; Vlaming dien van A* mintas. Vlaming tradt, in den jaare 1706, in
|
|||||
f
|
|||||
4©o AMSTERDAMS VIDeel;
Zeven- in de eSt met Wyntmda Calkoen , Dogter
tiende van Gerard Calkoen en Catharina Verbeekr die en AOT- hem, binnen 't jaar, eene Dogter baarde, eeuwe! °P we^e Wellekens, meer dan eens, onder Di 'TEis ^en naam van Roozelyntje, gezongen heeft. 'Doch dit kind ftierf, in 't jaar 1711 (q). Vlaming heeft, federt, nog dertien kinde- ren gehad, vier van welken, twee Zoonen en twee Dogters, hem overleefd hebben. Hy was niet flegts bedreeven in de Fran- fche, Engelfche , Italiaanfche , Hoogduit- fche en Latynfche Taaien; maar, uit een der Gedigten van Wellekens, blykt, dathy, in zyne jeugd, van de Griekfche taaie werk gemaakt hebbende, in den jaare 1713, zy- ne Griekfche Letteroefeningen hervat heeft (r). In 't jaar 1719, werdt hy Boekhouder by de Oofiindifche Compagnie, ter Kamer deezer Stad (s): 't welk zyne bezigheden, merkelyk, deedt toeneemen. De Iufl tot de Letter-oefeningen bleef hem egter by, en, in 't jaar 1723, gaf hy Spieghels Hert- fpieghel en andere Zedefchriftcn, van nieuws, in 't licht, en verrykte het Werk, met het Leeven des Digters; met ophelderende Aan- tekeningen en met het vertaalde Tafereel van Cebes den Thebaan (t). In 't jaar 1725, gaf hy de Rederykkonfl van David van Hoog- firaten uit: en in 't jaar 1730, eene Neder- duitfche overzetting der Arcadia van San- na z A R1 u s, insgelyks met Aantekeningen, en
(q) DichtlicT. Uitfp. hl. n$. Zedel. Gedicht, bl. 271.
(r) Verfch Gedicht. */. iöi.
(s) Wellekens Verfch. Gedieh, tl. jrj.
(t) WïLLEKsns Veifch. Gedieh, bl. 411.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjén. 401
en met het Leeven des Italiaanfchen Digters, Zevek-
voorzien. Wat laater, heeft hy eene nieuwe tiendb uitgaave der Latynfche Gedigten van denen AGT* Kanfelier Hosphalius bezorgd. Doch hy was, JJ J™ ten dien tyde, reeds eenige jaaren, met een n gewigtiger werk bezig geweeft, te weeten, met de Hiflorie en Bejchryving der Stad Am- flerdam (w), die zeer uitgebreid zou geweeft zyn, en eenige Deelen in/o/iö beflaagen heb- ben. Men hadt reeds een gedeelte der ftof- fe byeen gebragt. Zelfs getuigt de Schry- ver, in zyne Voorrede voor de Arcadia van Sannazarius (v), dat hy 'er al eene proeve van zou hebben uitgegeven, zo de geduu- duuriglyk toevloeijende nieuwe ftofFe zulks niet verhinderd hadt. Doch deeze groote onderneeming is, genoegzaam in haare ge- boorte , gefmoord, door het onverwagt af- flerven des Schry vers, die, op zyne Hof- flede Hoogewosrd, van eene beroerte over- vallen werdt, waaraan hy, binnen vier en twintig uuren, ovèrleedt, in 't jaar 1733, en wel, zo men my berigt heeft, op den tweeden February. Zyne weduwe is, in't jaar 1752, geftorven. Eene zyner Dogte- ren is met den Schout by Nagt, Joofl Sels, gehuwd geweefl:: en uit dit huwelyk, zyn tien kinderen verwekt. Doch zyne Zoo- ïienzyn, ongehuwd, overleeden. |
|||||||
S v.
|
|||||||
(«) P. d'Orville Poeraata, p. 104.
(v) Aan bet eindt.
XI. Stuk. Cc
|
|||||||
402 AMSTERDAMS VLDeee.
Zeven-
TIENDE S YB RAND FeITAMA,
en AGT-
TiENDE Wien de meefte jonge Amfterdamfche Dig-
ieuwe. ters, zyne Tydgenooten, gaarne voor hun- Digters, nen voorganger en onderwyzer in de konft Strand plagten te erkennen, werde, hier ter Stede, FjsiTAMA.in de maand December des jaars 1694, ge- booren.Zyne ouders waren Izaak Feitama en Katharina Rooleeuw, die hem, in zyne vroege jeugd , fchikten tot de ftudie der Godge- leerdheid. Doch, 't zy dat men befpeurde, dat zyne neiging hiertoe minder flrekte; 't zy dat men, in hem, niet alle de gaaven vondt , die in eenen Predikant vereifcht worden ; hy werdt, eerlang , op 't Comp- toir van Jan Willink, voornaam' Koopman hier ter Stede, befteld, om den Koophandel te leeren. Hier zynen tyd hebbende uit- gediend , en kleinen luft gevoelende tot den Koophandel, dien hy niet behoefde te oefenen, als een middel van beflaan; gaf hy zig over aan de oefening der Digt- en Te- kenkonft, van welke beiden hy, reeds te vooren, de gronden gelegd hadt. Omtrent den jaare 1720, en federt, zag men van hem eenige Treurfpelen te voorfchyn komen, ten deele vertaalingen uit, of navolgingen van het Franfch, ten deele eigen' vindin- gen. Doch, in 't jaar 1733, kwam 'er een wigtiger werk van onzen Treurdigter in 't licht, de lelemacbus van den AartsbifTchop Fenelon, dien hy , uit Franfch ondigt, in NederduitfchHeldendigt hadt overgebragt; doch,
|
||||
III. Boek. Vermaarde PersöonaAdjen. 403
doch, federt, jaaren agtereen , zo vlytig- zEVen- iyk, verbeterde en befchaafde, dat 'er, eerfl tiende na zynen dood, in 't jaar 1763 , eene nieuwe en AGTi uitgaave van voor den dag gekomen is, de 3!^B zorg voor welke, door onzen Digter, aan n zynen konft- en boezemvriend , Frans van Dl0TERSé Steenwyk, aanvertrouwd was. Midlerwyl, hadt de Digter zelf, in de jaaren 1733 en' 1735» zyne Tooneelpoëzy, beflaande in der* tien Tooneelfpelen,in tweeftukkenin quar* to, ten deele, voor 't eerfl:, ten deele, ver* beterd, uitgegeven; de meeften van wel- ken, te vooren of naderhand, op den Schouw- burg vertoond zyn. Twee Treurfpelen > Jo- nathan en de Machabeen, als loutere Bybel- ftof vervattende, zyn, door Feitama zelv', onbekwaam gekeurd voor het Tooneel Qos\ Ondertuflchen, hadt hy de Henriade van dea beroemden Franfchen Digter Voltaire be- gonnen te berymen: een werk, dat veele jaaren onder handen geweefl is, eer 't den zinnelyken Digter net genoeg befchaafd fcheen, om het in 't licht te geeven. In 't jaar 1738, was Henrik de Groote eerfl: ten halve berymd, toen Charles Sebille, keurig kenner derFranfche, en loffelyk oefenaar der Nederduitfche Poëzye, met wien, onze Digter, in alles, te raade ging, hem' door den dood ontrukt werdt: 't welk Feitama's arbeid, geweldiglyk, agteruit zettede. 't Leedt tot in 't jaar 1743, eer alles afgerymd was O). En toen werden 'er nog ten minfle ne-
("«.) Zie de Voort, van het II. Deel der Tooneelpoëzy
(*; Zit dt Vüoir. vtor Henrik den Grootea. ' Cc a
|
|||||||
■ ■ -
|
|||||||
404 AMSTERDAMS VLDm.
Zeven- negen jaaren gefleeten , met befchaaven,
tiende eer 't (luk het licht zag: 't welk, eindelyk, 'm en AOT 't jaar 1753, gebeurde.Nadeezevertaaling, eeuwe! ïs 'er niets van belang, by's Digtersleeven, D10TER».van ^em uitgekomen. Doch na zyn' dood, 'die,op den dertienden Juny des jaars 1758, voorviel, heeft zyn vriend van Steenwyk, behalve den tweeden druk van den Tele- machus, nog drie Spelen, eenige vertaalde Franfche verzen, en eenige Mengelftoffen van onzen Feitama, in 't jaar 1764, uitge- geven. Men getuigt, dat hy, tot wien, dagelyks , de aankomende en gevorderde Digters toegang hadden, niet alleen vrymoe- dig en befcheiden was, in 't aantoonen der digtfeilen van anderen; maar ook, hoe ver gevorderd, veelen kon, dat hem de zynen, op gelyke wyze , werden aangeweezen; wanneer hyze, met een taai geduld; met de uiterfte naauwkeurigheid, en met een aan- houdend miftrouwen aan zig zelven, zogt te verbeteren. Feitama was ook een geduurï- ge vraagbaak van Schilders en Tekenaars; doch maakte byzonderlyk zyn werk , om vriendfchap en eendragt aan te kweeken, onder de Amfterdamfche Digters, die zyne verkeering zogten. Wyders, heeft men my verzekerd, dat hy zeer bedreeven was in de Heilige Schriften, en, na een ernftig on- derzoek der Waarheid van den Godsdienft, een opregt en overtuigd Chriften. Vreemd mag 't, met reden, fchynen, dat Feitama, die geen groot geheim maakte van 't gene hy in 't licht gaf, en zelfs zynen naam niet verborgen hieldt, in de 06lroijen, en in Tom*
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 405
fommige Lofdigten, die hy,voor zynewer- Zeven-
ken, liet ftellen, nogtans zeer zeldzaam iets, tiende en nimmer eenig Tooneelfpel of groot Digt*en AGT* ftuk, met zynen naam voluit op den titel, EEUWE# heeft uitgegeven; maar altoos, of met de D " Letters S. F. en de zinfpreuk StüdioFo- vetur Ingen 1 um (7), dat is,'f forßand wordt gefieepen door oefening, of onder deeze zinfpreuk alleen. J A N D E M A R R E JAN Dft
Marre.
is, op den drie en twintigften Auguftus des jaars 1606, te Amfterdam, ter weereid ge- komen. Zyne ouders waren Härmen de Mar- re en Geesje Pofler. Van zyne vroege jeugd af, heeft hy de zee geploegd. In 't Voor- berïgt voor zyn Batavia, verhaalt hy, dat hy, in 't jaar 1731, van zyne laatfte Ooftindifche reize, naar 't Vaderland, 6e rug gekeerd is, en dat hy toen, drie en twintig jaaren, op zee gezworven hadt. Hy kan, derhalve, niet veel meer dan twaalf jaaren oud geweefl zyn, toen hy, voor 't eerit, in zee ftak. Op deeze zelfde laatfle reize, die hy, als Schip- per , met het fchip Heesburg, deedt (y), lei- de hy de eerde hand aan 't gemelde Digt- fluk, Batavia, in't jaar 1728. Hy bragt het werk, welk, in 't eerfl,maar weinig bladen be-
(y) Batavia I, Boek^y bl. z.
(7) Ik denk, dat de Digter , met de eerfle Let-
ters van ieder woord deezer Spreuke, S. F. I. zy- nen vnaarn , Sybrand Feitama Izaaksz. heeft willen aanduiden. Cc 3
|
||||
40Ö AMSTERDAMS VI. Dek.
Zeven* befloeg, met zig te rug in zyne. Geboorte-
TiENDE ftad , daar hy 't zeer veel befchaafde en Ti£i°T* volmaakte, en, in 't jaar 1740, in 't licht EEuwE. gar~- Hetfchetfl, in zes Boeken, de op- OiGTERs komfl: en voortgang der Ooflindifche Maat- "fchappye, en fchiJderc haare Hoofditad op 't Eiland Java, zo als zy was, toen 'er de Digter zig ophieldt. De Marre heeft, in 't jaar 1746, nog twee {lukken zyner Poë- zye uitgegeven, het eene behelzende Be- fpiegelingen van Godsyprysheid,in 't bejlierder Schep/den, benevens eene Eerkroon voor de Kaap de goede Hoop, en het andere, Höf- en Mengeldigten. Burgemeefleren van Ara« fterdam hadden hem begunftigd , met het Penningmeefterfchap van 't Fabryk-Ampt, Ook was hy , door de Regenten van het Wees- en Oude-Mannen-Huis, verkooren tot eenen hunner Adfiftenten, in 't befrier van den Schouwburg, op welks eeuwge- tyde, dat in 't jaar 1738 gevierd werdt,hy een Tooneelfpel gemaakt heeft (z). Men heeft nog twee andere Tooneelfpelen van onzen Digter , Marcus Curtius en Jacoba van Beyer en. Hy is, op den negentienden Tanuary des jaars 1763 , overleeden, en, m de Zuider-Kerke alhier, ter aarde be- fteld, (x.) ZM 1*1, Dsel> V, Beski bl. -69,
|
|||||
KON*
|
|||||
III. Boek. Vermaard« Persoonaadjen. 407
KUNSTENAARS. %Zl
en AOT-
De welvaart der Stad Amfterdam, in de TIENDE zeventiende eeuwefterkzyndetoegenomen, EEUWE' gaf, niet alleen aan veele inboorlingen, aan-J?ONSTfi" leiding, om zig toe te leggen op de oefe- enhf't ning van nutte konden , met naame op de ^zonder Schilderkonft ; maar lokte ook veele uit- ScHIL" heemfche Schilders en andere KonftenaarsDERS" herwaards, die de Stad, met fraaije konft- itukken, verfierd, en zig, zelfs buitens Lands, vermaard gemaakt hebben. Wy zullen de voornaamften alleen kortelyk opnoemen, en ons, ten opzigte der Schilders, doorgaands bedienen van H o.u b k a k e n s groot en Scbou- burgh der Nederlandfihe Konflfihilders ,en van 't vervolg op dit werk, door den Schilder, Johan vanGool, uitgegeven. En hier komt ons eerfl voor Pieter Lastman, Pieter
, Last-
die, in t begin der zeventiende eeuwe, teMAN*
Amfterdam, gebloeid heeft, en vermoede- lyk ook gebooren is. V o n d e l , een goed Konftkenner, prees zyne.ordonnantien, kleu- ren en kleederen, waarin hy naar Rubbens zweemde. Ook heeft hy een Lofdicht ge- maakt op een zyner uitvoerigfte ftukken, de OfFerftaatïle te Lyftren voor Paulus en Barnabas verbeeldende. Jan Lievensz heeft twee jaaren by Laftman geleerd (a). De
(a) VAN MäNDEB ƒ. 207 verf«, HOUBRAKEN I. Ditl,
Cc 4
|
||||
4o8 AMSTERDAMS VI. Deel.
Zeven- De Bouwkonftenaar TIENDE
en AGT- Hendrik de Keyser
TIENDE
TEmvE. js ^ jn >t jaar i$6Y, te Utrecht, ter weereld
KowsTfi- gekomen; doch heeft den beften tyd zyns *JAAR{ leevens, te Amfterdam, doorgebragt, daar mSy" ^y» *n 'l Jaar J594»tot Sta<^s Bouwmeefter,
«ER. werdt aangefteld. Zyn Vader, een Kiften- maaker of Schrynwerker, heette Cornelis de Keyfer. Hendrik leerde de beginfels der Bouwkonfl; by den Vader van den vermaar- den Schilder Abraham Bhemaart, die een Beeldhouwer te Utrecht was. Doch, na dat hy zig, te Amfterdam, hadt nedergezet, werdt hy haaft zo beroemd, dat H o o f t , in zekeren brief, den derden April des jaars 1607, uit Leiden, aan hem gefchreeven, hem noemt een eere van zyn leader landt, 't welk, by de nazaaten, zyne werken zou ge- bruiken , tot de voornaamße getuigen van zyn tegenwoordig geluk (b). De Beurs, de Jan- Rooden - Poorts- en Reguliers - Toorens, de Haarlemmer - Poort, de Zuider-, Weiter- en Noorder-Kerken zyn de voorn aamfte o- penbaare gebouwen , die, hier ter Stede, onder zyn opzigt, of naar zyne fchetfen , geftigt zyn. Hy is hier, op den vyftienden May des jaars i62i,overleeden terwylmen, met het bouwen der Werter-Kerke, bezig was. V o N o e L heeft dit byfchrift op zy- ne afbeelding gemaakt (c): Hier
(i) HoOfTS Brieven , N. T. hl. 1.
(e) &ie ssjnt Peczye, I. Dtclt tl. s»U t
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 409
Hier leeft , die leven gaf aan marmer en Zeve»-
metael, TIENDE Tvoir, albast, en kley, dies het zich Utrecht tiende
hoor en: eeuwe. Is Rome op Keizers prat,en Kéizerlyke prael; Konste-
De Keizer van de kunfl is uit myn' fchoM ge- «aars, ■
boien, Pieter de Keyfer, oudfte Zoon van Hendrik,
is, na hem , Stads Bouwmeefter geweeft. Een zyner andere Zoonen, Thomas de Keyfer, heeft zig op de oefening der Schilderkonfl toegelegd (d), en daar door ook eenen naam verworven (e). JoanTorrentius Joan
lOR-
werdt, hier ter Stede, in 't jaar 1589, ge-KE*TIUS«
booren. Hy fchilderde , doorgaands, on- tugtige Hukken. Houbraken meldt, in 't eerflc deel van zynen Schoubwgh (f), dat hy, hierom,te Amfterdam in hegtenis raak- te; en zyne fchuld niet willende bekennen aan de paleije gebragt werdt, en onder 't pynigen overleedt. Doch in het tweede Deel (g), verbetert hy zyn eerde fchryven, en tekent, uit Schrevelius (ä), aan, dat Torrentius, met der woon van Amfterdam te Haarlem gekomen, om zyn verfoeilyk fchilderen en liegt gedrag, onder eenen ui- ter-
(d) Zie C. PANKERTS Architeft moderns, hl. % „
14, 1$ , 10, 17 , ig, 19, 20. (e) Zie Vondels Foëzy, I. Dtil, bl. sSz.
(f) Bt*dx., i}7.
(g) Bladz,. II».
ih) Haarl. */..jgtf.
Cc 5
|
||||
410 AMSTERDAMS VI.Deel.
Zäven- terlyken fchyn van ftaatigheid, ter laatftge-
TtENDE melde Stede,gevat, aan de paleije gebragt, cn AOT- en tot;n ny niet bekennen wilde,in het jaar IEUWE? 163° >m net Tugthuis geplaatft werdt: waar- Kokste- u*c hy»°P groot^ voorfpraak, werdt geflaakt, Haars, en federt zig wederom te Amfterdam heeft nedergezet , daar hy ook overleeden is, Aanmerkelyk is, 't gene ik, in de Aanteke- ningen van Schepen Gerard Schaap Pieterszoon, gemeld vind,dat de Va- der van deezen Haarlemfchen Tugteling ook gezeid werdt, de eerfte Tugteling in het Amflerdamfche Rasphuis geweefl te zyn. Roeland Roelanö Rogman,
ROGMAN.
een deftig Landfchapsfchilder; doch die maar
één oog hadt, kwam hier ter Stede, in 't jaar 1597, ter weereld. Hy heeft de meefte adelyke Sloten van Holland, naar 't leeven, getekend. En deeze tekeningen zyn , in laater' tyd, in 't koper gebragt, en geplaatft in Ludolf Smids Schatkamer der Neder' landfche Oudheden. Hy was, in 't jaar 1686, nog in 't leeven, en woonde toen, hier ter Stede, in 't Oude-Mannen-Huis (i). War- WARNARD VAN DEN VaLKERT
HARD
vanden fchynt ook Landfchappen gefchilderd te
Val" hebben, en bloeide, reeds in't jaar 1623.
Houbraken heeft een groot ftuk van
hem gezien, verbeeldende Joannes den D00-
per,
(i) HOVBRAK. Ii Deel% hl. 173.
|
||||
■*—^^^HHP^^I
|
||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 411
per, predikende in de woellyne. HywaszsvEw-
te Amfterdam gebooren (£). tiende
en AOT-
PlETER ÜANKERTS DERy, TIENDE
EEUWE.
een goed Pourtretfchilder, kwam, hier ter Kpnste-
Stede, ter weereld, in 't jaar 1605, en heeft m*abs. zig, in Duitfchland, en elders buitens Lands, Pieter door zyne konit, vermaard gemaakt (/). Dan' Rembrand van R y n , dl *'
' Rsm-
tuffchen Leiderdorp en Koudekerk, daar zyn *vw£YK
Vader een Koorenmolenaar was , ter wee- reld gekomen, heeft, zo fommigen willen, de beginfelen der Schilderkonft geleerd by Piet er Laflman te Amfterdam ,'wien wy bo- ven genoemd hebben. Doch hy heeft zig ook, naderhand, elders en by anderen, ge- oefend. Omtrent den jaare 1630, zette hy zig, hier ter Stede, neder. Hy fchilderde \ de hertstogten kragtig, en was zeer ryk van verbeelding. Doch men heeft in hem altoos berispt, dat hy 't leeven, met gebreken met al, te digt volgde, en zig aan geene regels bondt (ib). Men hoore Pels zingen, in 't Gebruik en Misbruik des Tooneels («), van ( Den groot en Rembrand, die 't by Titiaan,
van Dyk, Nóch Mie hiel Angelo , nóch Rafel zag te baaien, En
(^) HOUBRAK. I, Deel, hl. ziy. ,
(l) HOUBKAK I. Deel, bt. 250.
(m) HOUIiRAK. I. Dtd, Li. z$4 enz.. (n) BUdz.. ss. |
||||||
_
|
||||||
412 AMSTERDAMS VI.Dee£.
En daarom liever koos doorluchtiglyk te
dw aaien,
Om de eerße ketter in de Schilder konfl te zyn. |
||||||||||
Zeven-
tiende en AOT- TIENDE
EEUWB. KONSTE-
NAAKS,
|
||||||||||
Die, fcboon hy niet voor één van aÏÏ die
meefiers week In houding, nóch in kracht van koloryt be-
zweek, Als hy een naakte vrouw, gelyk 'tfomtyds
gebeurde , Zoufihildren, tót model geen Griekfche Ve-
nus keurde; Maar eer een wafihter, èf turftreedßer uit
een fchuur, Zyn dwaaling noemende navolging van Na-
tuur , Al V ander ydele verziering. ------■ ------
|
||||||||||
Die door de ganfibe Stad op bruggen, én op
hoeken ,
Op Nieuwe, én Noordermarkt zeer yvrig op ging zoeken
Harnas/en, Moriljons, Japonfihe Ponjerts, bont,
En rafelkraagen, die hy fchilderachtig vond, En vaak een Scipio aan V Roomjche lich- chaam paste,
Of de eed ie leden van eeri Cyrus mee ver' jnaste, Jacob Jacob Sandrart,
San-
BfiAET. te Amflerdam gebooren, een bevallig Schil-
der, die aan 't tëeijerfche Hof in agting ge- weeft |
||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 413
weeft is, bloeide ten tyde van Rembrand, Zeven-
of wat laater (0). Doch ik weet niet, wan- tiende neer en waar hy overleeden zy., en A0T* |
||||||||||
•■
|
TIENDK
|
|||||||||
Ferdinand Bol eeüwe*
KONSTE«
is wel te Dordrecht gebooren; doch, naauw-NAARS*
lyks drie jaaren oud, hier ter Stede gebragt, Fehdi* daar hy opgevoed is; debeginfels der Schil-bol? derkonft van Rembrand geleerd, en tot in 't jaar 16S6, wanneer hy overleedt, gewoond heeft (p). Op het Stadhuis, en elders in deeze Stad (#), ziet men , nog heden ten dage , treffelyke blyken van zyne Penfeel- konft, onder welken, de Fabricius in Bur- gemeesters Vertrek uitmunt. Jacob Bakker, Jacob
1 » A K"' If IT W
een fraai Hiftorie- en Pourtretfchilder, is
wel te Harlingen gebooren; doch heeft den meeften tyd zyns leevens, te Amfterdam, doorgebragt; daar hy, in 't jaar 1651, jn den ouderdom van twee en veertig jaaren overleeden is (r). Salomon Koning, Salomo*
teAmlterdam, m t jaar 1609, gebooren,
was een goed Pourtret- en Hiftoriefchilder. Zyne jukken zyn nog, hier ter Stede, en zelfs buitens Lands, in groote agting (s). Pie-
(•) HOÜBRAK. I. Detl, hl. z9i.
(p) HOUBRAK I. Deel, hl. jof. buWf m' n"''l'ßaei'il' 5<ï» '*> *7°- "• B"t>
(t) HOUBRAK. I. De tl, hl. ;j«
(/; tiüüBRAIt. I. H„tt bl. H+. |
||||||||||
4*4 AMSTERDAMS VI.Deel:
?ieX* P i e t e r J a n s z e n.
CÏÏ A OT"
tiende kwam, hier ter Stede, in 't jaar 1612, ter
EEuwE. weereld, en flierf, in 't jaar 1672. Hy was Konste- een goed Tekenaar op papier, en hadt de naars, beginfels der konft, te Haarlem , by den Pieter keurlyken Glasfchilder, Jan man Èoekhorfl, Janszen. geleerd (0- Otto Otto Marcelis,
Marce-
LIS- een keurlyk Schilder van flangen, hagedis-
fen, rupfen, vlinders en andere gefchubde en gekorven dieren en diertjes, is, meen ik, ook te Amfterdam gebooren, en overleedt 'er, in 't jaar 1673, in den ouderdom van ruim zedig jaaren. Doch hy hadt een goed gedeelte van zynen leeftyd buitens Lands, en aan vreemde Hoven, doorgebragt. In Frankryk, heeft hy, voor de Koninginne Moeder, en te Florence, voor den Groot- Hertog van Toskane, gefchilderd (u). Govert Gover T Flink
wer dt, in 't jaar 1616, te Kleeve gebooren;
doch heeft het groottle gedeelte zyns leevens doorgebragt te Amfterdam , alwaar hy de Schilderkonft, met meer dan gemeenen lof, geoefend heeft. Ook zyn hier nog veele van zyne Konftftukken voor handen. Het zuidelyke fchoorfteenftuk in Burgemeefters Vertrek is, onder anderen, door hem, ge- fchil-
(t) HOUF.PAK. I. Derl, hl. l$6.
(u) HOUBIIAR.. I. D*elt bl. 357- |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 415
fchilderd. Hy was bezig, om de agc hoeken Zevek-
van de gaanderyen der groote Zaale, en de tiende vier boogen der zelve van fraaiie konftftuk-en AGT* i i-ij 1 TIENDB
ken te voorzien, en arbeidde, met veel y- EEUWE#
ver, aan de modellen, toen hy, op den twee* ßONSM> den December des jaars 1660, overleedt (v). «aars. De Konftfchilder LaTombe La Tom-
be.
is, in 't zelfde jaar als Flink, doch te Am- fterdam gebooren. Hy fchilderde veeltyds Italiaanfche gezigten van gebouwen, graf- fteden, grotten en bergwerken. Ook hadt hy, eenen geruimen tyd, te Rome, en el- ders in Italië, de konfl geoefend. Hy over- leedt , in zyne Geboorteftad , in 't jaar 1676 (w). Philippus de Koning, Fhilip-
PUfi DE
te Amfterdam , op den vyfden November Koning.
des jaars 1619, ter weereld gekomen, heeft de Schilderkonft geleerd by den beroemden Rembrand, dien hy, in eenige opzigten , overtroffen heeft. Hy heeft Vondel dikwils uitgefchilderd. Ook zyn 'er fraaije Hiflo- rien van hem in wezen. Vondel heeft zyne flaapende Venus, met een treffelyk Lof- digt, vereerd (x). Hy is, in Oótober des jaars 1689, hier ter Stede, geflorven (y). Jan
(v) HOUBRAK. II. Deel, bl. \% eKi.
(tr) HOUBRAK. H. Deel, bl, 17. (x) Poczv, II, Deel . bt 354. (j) HOUBRAK, JI. Deilt bl.it. |
||||
4ïtf AMSTERDAMS VI.Deel,
Zeven*
TIENDE JAN BaPTISTA WeENINX,
en' AGT-
TiENDE wiens Vader een vermaard Bouwmeefter
EEuwE. was^ wercjt) hier ter Stede, in 't jaar 1621, Konste- geboren, en toonde, van jongs op, zo veel IJAABS' zugt tot de Teken- en Schilderkonit, dat IANTf AP*zyn Vader, die hem gaarne tot een ander Wee- beroep opgeleid had, genoodzaakt werdt, HiKx. zyne neiging in te volgen. Hy trouw- de , pas agttien jaaren oud, eene Dogter van den Landfchapsfchilder Gillis Hondekoe- ter, en deedt, vier jaaren laater, eehe reis naar Rome, daar hy, eenige jaaren, ver- toefde, fchilderende voor den Paus en voor den Kardinaal Pamphili. 't Hert trok hem egter zo fterk naar huis, en naar zyne vrouw, dat hy Rome, in ftilte, verliet, om haar te haaien. Doch toen hy hier was, witten zy- ne vrienden hem te bepraaten, om te bly- ven. Hy zette zig dan, eerfl te Utrecht, en naderhand op 't adelyk Huis ter Mei, by het dorp de Haar, boven Utrecht, neder. Men getuigt van hem, dat hy, in alle dee- len der Schilderkonfl, uitmuntte, en daar- enboven zeer vaardig in 't fchilderen was. Hy is, in den ouderdom van niet meer dan negen en dertig jaaren, overleeden (2). Zyn Zoon, Joan JVeeninx, is ook een vermaard Schilder geworden , en was den Vader zo gelyk , in wyze van fchilderen , dat zyne Werken, immers die van zynen eerften tyd, bezwaarlyk, van zyns Vaders können or*- der-
|
|||||
(fcj KOJBBAK. II. Deel, W. 77 «»*..
|
|||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 4*7
derfcheiden worden. Hy heeft meeft dood Zevea-
en leevend wild, bloemen en fruiten gefchil- tiende derd, en is, inhoogen ouderdom, in't jaar ^^3 |
||||||||||||||||||||
TIENDE
E EU WE. KONSTft«
NAARS*
|
||||||||||||||||||||
1719, overleeden (a). 01 .?<-
|
||||||||||||||||||||
Gerbrand van den Eekhout,
|
||||||||||||||||||||
een treffelyk Hiftoriefchilder , is ook hier
|
BRAND
|
|||||||||||||||||||
ter Stede , op den negentienden Auguftus Van den
des jiars 1621, ter weereld gekomen. Hy Eek. hadt de kónll by Rembrand geleerd, wiens H0UT* wyze van fchilderen hem ook eigen geblee- ven is; weetendé hy de hertstogten, even als zyn meefter, zeer natuurlyk, af te beel- den. Hy is , op den twee en twintigften September des jaars 1674, ongehuwd, over- leeden (b). Jacob van der Does, jACo*
• ;*■'"' 1 i 1 VAN DER
een redelyk goed Schilder, die byzoriderlykDoEs.
in't maaien van Schaapjes uitmuntte, is, op den vierden Maart des jaars 1623 , te Amfterdam, gebooren. Zyn Grootvader was Secretaris der Stad geweeft, en zyn Vader Secretaris der AfTurantie-Kamer. Doch dee- ze ontviel hem vroeg: waarom geraaden ge- vonden werdt, hem het fchilderen te laaten leeren. Hy trok, met zyn een en twintig- fte jaar, naar Italië, daar hy nogtans geenen grooten opgang maakte. In zyn Vaderland te rug gekeerd, zettede hy zig neder in den Haage. 't Verlies eener' beminde vrouwe maak-
(a) VAM GOOL , I. Dtel, bl. 78 enz..
(t>) HOUBRAR. II. Vtelf bl. icö, |
||||||||||||||||||||
XI. Stuk.
|
||||||||||||||||||||
Dd
|
||||||||||||||||||||
418 AMSTERDAMS VLDeei,.
Zeven- maakte hem hier lufteloos en traag. Zyne
tiende vrienden bezorgden hem, federt, het Se- en AOT- cretarisfchap van Slooten, onder 't waarnee- eeuwe! men van we^ beroep, hy de Schilderkonft Konste- meer °f mm ^ee^ oefenen > tot dat hy, op kaars, den zeventienden November des jaars 1673, overleedt (c). Hy liet twee Zoonen na, Simon en Jacob genaamd, die de Schilder- konft , insgelyks , geoefend hebben; doch met eenen ongelukkigen uitflag. Simon kreeg, door goede voorfpraak, eene plaats in 't Gafthuis in den Haage; maar liep 'er, na verloop van een jaar, wederom uit, en naar Brabant, daar hy voor de konftkoopers fchilderde. Jacob heeft ook een zwervend ïeeven geleid, en is te Parys overleeden (d). Emanuel Meurant,
Ema- Meu- een uitvoerig Schilder van Hollandfche
1ANT. Dorp- en Landgezigten , met naame van bouwvallige boeren-wooningen, is, op den twee en twintigften December des jaars 1622, hier ter Stede, gebooren. Hy was een leerling van Philip Wouwerman, en is, in't jaar 1700, te Leeuwaarden, overlee- den (*). |
|||||||||
Barend
Graat. |
Barend Graat,
|
||||||||
een konflig fchilder van paarden, offen, koei-
jen, fchaapen, geiten en ander vee, is, hier ter Stede, ter weereld gekomen, op den een en
(c) HOUBRAK. II. Deel. hl. ioy.
(d) HOUBRAK. III. Deel, hl. ja«, 327.
(e) HOUBRAK. II. Deel, hl. 102.
|
|||||||||
ïtï. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 419
en twintigften September des jaars 1628, en Zeven-
toonde, al vroeg, zo veel zugt voor de konft, tiende dat hy, by nagt zo wel als by dag, tekende \ ™ *£*" en, wanneer zy n Oom, by wien hy inwoonde, eeuwe. hem het licht onthieldt, in de Oude of Nieu- konste- we Kerke, op het uitgaan der Avondpreeke naars. , wift te paffen, en de enden kaars in zyn' zak te moffelen , om 'er 's nagts by te wer* ken. Hy heeft zig ook op het fchilderen van Pourtraiten en Hiftorien toegelegd, en, ten zynen huize, eene Teken-Akademie of - Oefenfchool gehouden, daar de voornaam* fte Amfterdamfche Konftfchilders, naar naak- te modellen, kwamen tekenen. Hy is, in hoogen ouderdom, op den vierden Novem- ber des jaars 1709, overleederi (ƒ). Willem Kalf, Willem
.Kalf.
die goud en zilverwerk, paarlemoer, hoorn,
agaat, en ander ftil leeven, zeer uitvoerig en keurlyk, wift te fchilderen, is ook een Amfterdammer van geboorte, en een leer- ling van Henrik Pot geweeft. Hy is hier, op den een en twintigften July des jaars 1693, omtrent een uur na dat hy, over de Bantam* mer brug gaande, geftruikeld, en voorover op zyne borft gevallen was, zeer onver- wagts, overleeden (g). Gerard Pietersz. vanZyl, Gerard
. , Pie- in t gemeen Ge rar ds genaamd, eenTimsz.
Schil. van Zn,
(f) Houbrak. II. Deel, hl. 100■ tnx,,
(S) HOUBRAK. II. Deel, bl. 2J8. Dd 2
|
||||
420 AMSTERDAMS VI.Deèèw
Schilder, die Antoni van Dyk volgde, en lang in Londen gewoond heeft, wordt, van fommigen, vooreen' Amfterdammer, van anderen voor een' Leidenaar gehouden. Ze- ker is 't, dat hy, omtrent den jaare 1655, te Amfterdam, gewoond heeft. Hy fchilderde, veeltyds, vrolyke gezelfchappen van mans en vrouwen (b). Ik vind den tyd van zyn overlyden niet aangetekead. Willem Schellinks,
Amfterdammer van geboorte , en konftig
Schilder, moet, in 't jaar 1634, ter weereld gekomen zyn, zo hy, gelyk men ergens ge- meld vindt, in 't jaar 1664, dertig jaaren oud geweeft is. Hy verftondt de konft reeds in den grond , toen hy den Heere Jacob Tbierry de Jonge verzelde, op eene reize door de voornaamfte geweften van Europa, waar- mede hy vier jaaren doorbragt. Hy heeft het feheepgaan van Karel den II., Koning van Engeland, op de Hollandfche kuft, fraai en uitvoerig, gefchilderd. Hy ovérleedt te Am- fterdam , op den elfden O&ober des jaare 1678 (f). >T/ K O RN E L I S K I K, -
een tamelyk goed beeld*, pourtrait-, bloem-
en fmitfchilder, is te Amfterdam, in 't jaar 1635, gebooren. Hy bediende zig , om te bekwaamer fruiten en bloemen te konhen fchil-
(h) HOUBRAK. II. Deel, il. 2lj.
(*J HOUBRAK. II. Detlt bl. 26$ ena. |
|||||||||
Zeven-
tiende en AOT- TIENDE
EEUWE. KONSTE-
NAARS. |
|||||||||
Willem
ScHEL-
LlflKS, |
|||||||||
KORNE-
Lis Kik.
|
|||||||||
III. Boek. Vermaarde Peäsoonaadjen. 421
fchilderen, van zyn .Schoonvaders tuin, bui- Zeven-
ten de S. Antonis poort, waarby eene be- tiendk kwaame wooning was. Doch toen de Stad en AGT* uitgelegd werdt, was hy genoodzaakt, opeeuSmu te kraamen. Hy verhuisde toen naar deR Diemermeer; in 't jaar 1667, naar Loenen, N^g.** en eindelyk, wederom naar Amfterdam, daar hy,in 't jaar 1675, overleeden is (£). Willem van den Velde, Willem
VAN DEN
beroemd Schip- en Zeefchilder, werdt, inVELDE*
't jaar 1633, hier ter Stede, gebooren, en leerde de behandeling deezer byzondere wy ze van fchilderen van Simon de Flieger. Hy toog, vervolgens, naar't Hof van Engeland, daar hy voor de Koningen, Karel den II. en Jacob den II., veel uitmuntende ftukken ge- schilderd heeft. Hy is, op den zesden April des jaars 1707, overleeden(/). ZynBroeder, Adriaan van den Velde, Adeiaaw
VAN DEN
ook een Amfterdammer, en zes jaaren jon- Velde.
ger dan hy, was gelyk als gebooren met de konft , die hy, by Jan Wynandsz, voort- ieerde. Hy leide zig, voornaamlyk, toe op het fchilderen van Landfchappen met beeft- jes. Ook heeft hy, in fommige Roomfche Kerken te Amfterdam, fraaije outerftukken gefchilderd. Doch hy is, in den ouderdom van
(k.) HOUBRAK. II. Dal, H. J|».
{/) HOUBRAK, IJ. Betl, tl. il± *»*,
|
|||||
Dd3
|
|||||
422 AMSTERDAMS VI.Deei,,
Zeven- van niet meer dan drie en dertig jaaren, jn
TiESDE January des jaars 1672, overleeden (m).
en AGT- v * |
||||||||
TIENDE
|
Cornelis en Jan Visscher,
|
|||||||
EEUWE.
|
||||||||
Konste- gebroeders, en beide te Amfterdam geboo«*
Cqars* ren, waren beide uitmuntende Plaatfnyders. lis e« Jan Cornelis, de oudfte, verltondt ook eene wy-^ Vis ze van tekenen met zwart kryt, die, by de $cwr. kenners, hooglyk geagc wordt. Jan heeftzig, in den ouderdom van zes en vyftig jaaren, omtrent den jaare 1690, ook op de Schil- derkonfl begonnen toe te leggen, en de be- handeling van zynen meefter, Al ie hiel Carré*. ook een' Amfterdammer, doch die veel bui- tenslands gezworven heeft (»), tamelykwe^ afgezien (0). Jan van per Hëyden,
Jan van - denH£Y* *"cn00n»te Gorinchem, in 't jaar 1(537, ge~
booren, verdient, onder de Amiterdamfche Konftenaars, gedagt te worden, niet flegts, om dat hy aldaar het grootite gedeelte zyns leevens heeft doorgebragt; maar, voör- naamlyk, om dat hy 'er de Slang-brandfpui- ten en Stads-Lantaarnen uitgevonden heeft, waardoor hy zig, ook buitens Lands, be- roemd heeft gemaakt. Hy was, daarenbo- ven, een konitig Schilder en Tekenaar naar 't leeven, en muntte, byzonderlyk, uit, irj het tekenen, en uitvoerig fchilderen van Ker- ken. (m) HQUBBAK. III. Deel, kt. 90. 1
(n) Van Gool Nieuwe Schouwb. I. Deel, hl, lij,
(«> hQUBIUIi. III, Ittl, j,l. 76, 77.
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 423
ken, Heerenhuizen en andere openbaarege-ZsvEN-
bouwen. Hy heeft verfcheiden tekeningen tientje van 't Stadhuis vanAmfterdam gemaakt, die™E™1' hy, naderhand, opgefchilderd heeft. OokEEüWm. heeft hy de Beurs deezer Stad gefchilderd. konstb- Hy is, op den agt en twintigften Septem- kaars. ber des jaars 1712, overleeden Qp). IZAAK DUCART, IzAAE
DUCART.
die te Amflerdam gebooren was, hadt, uk
Engeland, waar hy lang gewoond hadt, de konfl herwaards gebragt, om leevendige bloemen te fchilderen op Satyn: waarin hy van zyne Huisvrouwe werdt bygeftaan (q). Hy heeft, na 't midden der zeventiende eeu- we, gebloeid. De vermaarde Konftfchilder, Gerard de Lajresse, Gerard
DE LAI-
te Luik, in 't jaar 1640, gebooren, is eerft RJiSS£*
beroemd geworden, na dat hy zig te Am- flerdam hadt nedergezet. Hier fchilderde hy eerft voor den Konftkooper Gerard Uilen* berg; doch werdt, wel haaft, aangezogt door anderen, die hem beter betaalden Hy was zo vaardig in 't fchilderen,dat hy, opéénen dag,den berg Parnas,met Apollo en de ne- gen Zanggodinnen, volkomenlyk, afgefchil- derd heeft. Men vindt een ongelooflyk groot getal van zyne ftukken, onder de Liefheb- bers ; (f) HOUBRAK. HL Deel, bl. |o.
(l) HOVBKAK, 111. Deel, */. 8j. |
|||||
Dd 4
|
|||||
424 AMSTERDAMS . VI.Dm,
Zevek- bers: onder welken, ook eenfee eraauwen
eTfcT "ltmunte"' Hy heeft ook vee! let'rood
tiende kïyl getekend, en eene groote menfece van EEUWE.
prenten geëtit. Doch in 't jaar 1690, werde
Kokste hy bez°St ™et blindheid, die hem bybleef, naars, tot zynen dood toe. In deezen flaat, gaf hy nog leffen aan de Schilders en Plaatfny- ders die eene weekelykfche byeenkomft hielden, ten zynen huize. Hy ftierf in ee- nen behoeftigen flaat, op den elfden Tulv des jaars 1711 (r), enwerdt,op 'tLeidfche Kerkhof, begraaven (7). EoLON Eglon van der Neer
VAN DER «^K,
een goed Pourtraitfchilder, beide in't grooÊ
en in 't klein, is, in 't jaar 1643, hier ter fetede, ter weereld gekomen. Hy heeft nog- tans de konft meefl buitens Lands geoefend, en in Duitfchland en in Brabant gewoond Te Bruflel, hieldt hy zig veel bezig , met het fchilderen van Landfchappen, Kruiden en Aardgewaflèn, waarin hy zeer uitmunt- te. De Ridder van der Werf is een zyner Leerlingen geweeft. Hy heeft twee vrou- wen gehad, die beide de Schilderkonfl ver- ftonden en oefenden. ï)e eerfte was eene Dogter van den Konftfchilder Du Chatel: de andere, Adriana Spilberg, te Amfterdam, op den vyfden December des jaars 1650, gebooren , hadt den Schilder Joannes Spil-' farg tot haaren Vader,en den SchilderWil- ft) P. Langendyks Gedichten, I. BcKl, é/. 344,
|
||||
lil. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 425
km Breekveld tot haaren eerften man gehad. Van der Neer overleedt, te Dufl'eldorp, op (ien derden May des jaars 1703 (r). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeveït»
TIENDB
en AGT-
TIEWDÉ
EEUWE. KoNSTfi--
NAARS. Adriaaw
Bakker. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A D R I AA
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N B
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
akker,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Broeders Zoon van Jacob Bakker, hiervoor
(u) genoemd, was een redelyk goed Hifto- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rie- en Pourtraitfchilder in 't groot. Van
hem ziet men een ftuk, het laatfte oordeel verbeeldende, boven den ingang van Sche- pens-Kamer, tegen 't gewelf der groote zaa- le van 't Stadhuis hier ter Stede, waarin de tekening der overgroote naakte beelden, meer dan de wyze van fchilderen, gepreezen wordt. Men meent, dat Bakker, die hier gebooren was ,hier ook, in't jaar 1686>verleeden is (v). Albert M e y e ring, £LBERT
in 't jaar 1645 , te Amfterdam gebooren, wjso.
heeft de Schilderkonft ook met lof geoe* fend, en tien jaaren, met reizen door Frank- ryk en Italië, doorgebragt. Hy heeft veele zaaien en groote vertrekken treffelyk be- fchilderd, en is, op den zeventienden July desjaars i7i4,overleeden(w). David van der Plaas, David
beroemd Pourtraitfchilder, is, hier ter Ste- Plaas.
de, op den elfden December des jaars 1647, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tey
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(t) HOUBRAK. III. Deel, tl, 45, 172 enXtt
\u) Btadz,. 41}.
(v) Houbrak. III. Deel, bl. ijs.
(w) HOUBÄAK. III. Deel, bl. 210.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.■»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DdS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
426 AMSTERDAMS V.Dm.
ter weereld gekomen. Hy heeft zig ook met
vertekenen en verbeteren der groote ßybel- fche Tafereelen, die by Pieter Mortier 'm 't licht gekomen zyn, bezig gehouden. Hy is, op den agtüenden May des jaars 1704, overleeden (*). |
||||||||||||||||
Zeven-
tiende en AGT- TIBNDE
EEÜWE, KONSTE-
NAARS. ÏAN VAN
Lessel. |
||||||||||||||||
an Kessel
|
||||||||||||||||
J
|
||||||||||||||||
A N
|
||||||||||||||||
een geeflig Schilder van binnenlandfche Ge-
sagten , Hoffteden , Boeren wooningen en Winters,is, hier ter Stede, in 't jaar 1648, gebooren , en, in 't jaar 1698, overlee- den ö). Jan Luyken,
zeer beroemd Plaat-etfer, werdt, hier ter
Stede, gebooren, op den zeftienden April des jaars 1649. Zyne ouders waren Kaspar Luyken en Hefler Coores. In zyne jeugd, heeft hy ook de Schilderkonft geleerd, by Mär- ten Zaagmolen. Doch hy liet de oefening deezer konft ras vaaren, en begaf zig aan het etfen, daar hy zeer vaardig mede voort kon; waarom hy 'er meer voordeels van trok dan van het fchilderen, fchoon hy zynen ar- beid op geenen hoogen prys hieldt. Eene menigte voornaame Werken zyn, met zy- ne konftplaaten, verfierd; in veelen van wel- ken, de hertstogten, kragtiglyk, verbeeld zyn. In zyne jeugd, hadt hy zig ook met de Digtkond bezig gehouden, en een bon- del |
||||||||||||||||
Jan
Luyken.
|
||||||||||||||||
(x) HOUBRAK. JU. />«#/» hl. *Z*.
(y) HOUBKAK. III. Detlf hl, ij». |
||||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 427
del gezangen uitgegeven, onder den naamZEVEN. vwOuitßbe Lier, die hy, naderhand,doortie*na het leezen van ftigtelyke boeken, tot ern-«*£ ftieer gedagten gekomen, zogt op te koo- eeüwju pen, op dat 'er de jongkheid niet door ver- w leid mögt worden; in welk goed oogmerK, NA.ABS«
hy gefluit werdt,doorde baatzugtvan fom-
migen , die 't werkje herdrukten, en op nieuws in de weereld bragten. Luyken ge- raakte , eindelyk, door het leezen derSehrif. ten van Jacob Böhme en Antonette Bourignon, en door de verkeering met luiden, die^ der- zelver gevoelens waren toegedaan , in de verbeelding, dat hy zonder arbeid aan de kofl komen zou, 't welk hy en de zynen noemden op, of door het geloof te leeven. Hy leide dan de etsnaald neder; verliet Amfter- dam, en begaf zig, van eene oude dienft- maagd verzeld, tot een ftil en eenzaam lee- ven Doch 't leedt niet lang, of hy befpeurde zyne dwaaling, en keerde herwaards 5 en tot zyne voorige bezigheid. Nogtans, gebruik- te hy van zyne winft maar even zo veel,als hy tot zyn onderhoud noodig hadt, en deel- de het overige, mildelyk, uit aan de be^ hoeftigen. Voorts, befteedde hy zynen tus- fchentyd aan het famenftellen van een goed getal van Godyrugtige Werkjes , die hy, met zinryke konftplaaten, enzedelyke vers- ies verfierde; in welken egter, meer blyken van eenen vroomen geeft, dan van een ge- zond oordeel en helder verftand te befpeu* ren zyn. In de laatfte jaaren zyns leevens, werdt hy, veeltyds, van zwaare kolykpy* |
|||||
/
|
|||||
428 AMSTERDAMS VI.Deel,
Zeven- nen bezogt. Hy overleedt, hier ter Stedes
tiende op den vyfden April des jaars 1712 (z). |
||||||||||||||
en AOT
TIENDE
BEUWB, |
||||||||||||||
Johannes Verkolje,
|
||||||||||||||
Konste- $en negenden February des jaars 1650, te
naars. Amfterdam,gebooren, kreeg, ter gelegen- |
||||||||||||||
NES VER
JCOLJE, |
heid, dathy, in zyne kindfchheid, aan de
"hiel gekwetft zynde, lang het bedde hou- |
|||||||||||||
den moelT:, trek tot tekenen, en werdt,na-
derhand , een keurlyk Pourtrajtfchilder. Ook muntte hy uit in 't maaken van prenten in zwarte konft: 't welk hy, door eigen' oefe- ning, geleerd hadt. Hy woonde te Delft, daar hy, in 't jaar 1693, overleeden is. Een zy ner Zoonen, N1 c o t, a a s genaamd, is ook een beroemd Schilder ge weeft (V). Johan- Johannes van der Bent,
dee omtrent den zelfden tyd als Verkolje, hier
É£nt. ter Stede, ter weereld gekomen, heeft zig
ook, door de Schifderkonft , eenen naam
femaakt. Zyne ftukken zweemen, in ver«
iezing en behandeling, zeer naar die van zyne meefters, Philip fVouwerman en A&riaan. van den Felde. Hy is,in *t jaar 1690, over- leeden (b). Johanna Johanna Koerten,
Koer.
t£n. Huisvrouw van Adriaan Blok, en hierom,
veeh
(x,) Zie zjn Leven votr %.yn Werkje, genaamd 's Men-
fchen begin, midden en einde, en HouERAK. III, D<'/3 H, isi enz.. (a) HOUBKAK. III Dtel, bl. il».
(ij HOUÏRAK, III. Deel, bl. zg|.
|
||||||||||||||
ilI.BóEtc Vermaarde Persoqnaaöjen. 429
veeltyds, Johanna Koerten Blok genaamd ,* %t.rm*
te Amfterdam , den zeventienden Novem- tiende berdesjaars 1650, gebooren, heeft zignieten AoT' alleen toegelegd op keurlyk borduuren, gj*™ kantwerken, fchry ven op papier en op glas, KoNST^. zingen en fchilderen met waterverw; maar, KAxrs. inzonderheid, eenen naam. gemaakt, door * met de fchaar, veelerlei werken van papier te fnyden, gelyk beerten, vogels, bloemen, zeeën» landfchappen , meefterlyk fchrift," |
|||||||
■ . ■:.
|
|||||||
en vooral keurlyke en juift äge}ykenc(e af-
beeldfels van vermaarde mannen; zp dat 'er weinige vorften of andere grooten, hier ter Stede, kwamen, die haare kond niet kwa- men zien. Zy is, op den agt en twintigftefl December des jaars 1715, overleedert (c)* F ra N 5 o 1 s Danks, Franko«
Dank«.
gebynaamd Schildpad, een goed Schilder van Hiftorien in 't klein, werdt ook hier ter Ste-
de gebooren. Hy heeft ook Pourtraiten ge- fchilderd, en, in 't jaar .1.676, een zïnne? beeld van, den Tyd gebootfeerd, welk daar^ na uitgehouwen werdt boven eene poort op de Heerengraft,tuffchende Heerenftraaten Brouwersgraft,met het byfchrift,Myn glas loopt ras (</). * •
Jan van Alen, Jan van
die, van zyne vroege jeugd af, tot aan zy-
nen dood, welke, in 't jaar 1698, voorviel, toe,
Cc) HOUBRAK. UT. Deel, BI. 19% enx..
\d) HOBUIIAK. III. Dtt't bl' 31?« |
|||||||
43° AMSTERDAMS VIDeeï,,
Zeven- toe»te Amfterdam gewoond heeft, en waaf-
TiENDE fchynlyk ook gebooren is, was een vaardig en- AOT- Schilder van Haanen, Hennen en ander ge- ïiende VOge|te 9 waarin hy de fchilderwyze van ïEuwE. Melchior de Hondekoeter, zo geeftig en net, Konste- w«ß naar te bootfen, dat zyne ftukken, dik- waahs. wys ^ voor ffondekoeters werden aange- zien (0* . Abraham ABRAHAM S TO RK, T0RK" Amfterdammervan geboorte, was een gees-
tig en natuurlyk Schilder van onfluimige en ftille zeeën, en zeehoofden, vol leevens en gewoels. De verbeelding van het inhaalen des Hertogs van Marlborough op den Ara- fiel, waarin hy een groot getal van binnen- jagten en veel beweeging gebragt heeft, wordt zeer gepreezen (/).Hy bloeide nog, in 't begin deezer eeuwe. ^ David Colyns,
David '
0LYWS'zyntydgenoot, en ook hier ter Stede ge-
booren , fchilderde veel Bybelfche Hiflorien, met naame zulken, waarin veel gewoels te pas kwam (g ). Onder de Gedigten van Je- remias deDecker, vindt men 'er een op de afbeelding van Colyns, door zynen Zoon gefchilderd: waarin zynekonfl, hoog- lyk, geroemd wordt (£). Jan
(e) HOUBRAK. III. Deel, tl. JZO,
(f) HOUBRAK III. Deely tl. 310.
\g) HOUBRAK. III. Deel, tl. JU. (b) Rym-oefen. II. Dm/, H. it>.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 431
, TT ZETEN-
J AN HOOCZAU, TIENDE
en agt-
die, hier ter Stede, op den twaalfden Maart tiend» desjaars 1654, ter weereld kwam, is een EEUWB*
der bekwaamfte Leerlingen van den ver- Kokstä* maarden LairefTe geweeil, en heeft, hier,NAARS' 't gewelf der groote zaale van 't Stadhuis, en ]|N andere voornaame (lukken gefchilderd (f), zaad!" Jan Griffier, Jan
Grif-
in 't jaar 1656, te Amflerdam gebooren, ge-FIfiR#
voelde, in zyne vroege jeugd , eenen on- verwinnelyken trek tot de Schilderkonft, om welke te leeren, hy zig, hier te,Lande, en in Engeland, by verfcheiden' meeflers, oe- fende. Eene goede fomme gelds in Enge- land hebbende overgewonnen, en gaarne op 't water zynde, kogt hy een jagt, en ftak, met zyn huisgezin, in 't jaar 1695, over naar Holland; doch verloor, voor 't Vlie, door ftorm, zyn vaartuig, met byna alles wathy hadt. Hy zette zig toen te Rotterdam ne- der, daar hy, eerlang, een ander vaartuig kogt. Hy hieldt dit tot zyne wooning en fchilderplaats, en voer 'er mede, van de ééne Stad naar de andere. Te Amflerdam, plagt het,lang agtereen, in de Heeren-,Keizers-, of Leidfche graften, te leggen. Eindelyk, voer hy 'er mede naar Engeland, daar hy, meen ik, in hoogen ouderdom, overleeden is. Hy heeft zig aan geene eenerlei wyze van fchilderen gehouden; maar zig, naar den finaak
(i) HOUBBAK. III. Detlt bl. Ui.
|
||||
m AMSTERDAMS ? Vt'Öriü
Zeven- fmaak der Liefhebberen, en naar 't gene hens
tiende 't meefte voordeel gaf, gefchikt (k). |
||||||||||
TtENDE Jj E N R I K G
EEUWE. • Ä
|
||||||||||
A R R È
|
||||||||||
£jj£* den tweeden Oftober des jaärs 1656, te Am-
Henrik ^erdaTm gebooren' heefc ziS eerft by Ju-
Carrb'. riaan Jacobsz, en naderhand by Jacob Jor- daans , in de Schilderkonfl, geoefend. Hy was naauwlyks zeftien jaaren oud, toen hy den Krygsdienfl verkoor, en, als Vendrig, ...... 't beleg van Groningen by woonde, in 't jaar
1672. Doch in laater' tyd, begaf hy zig we-
derom aan 't fchilderen, byzonderJyk van Landfchappen, zo te Amfterdam als in den Haage. Hy is, op den zevenden July des jaars 1721, overleeden (/), Dirk Dirk Dalend,
Dalens. -
hier ter Stede, in *t jaar 1659, gebooreri,
heeft de Schilderkonfl jong geoefend, en be- gon 'er»na't jaar 1672, fterke vorderingen in te maaken; doch overleedt, in den bloei zyner jeugd, in 't jaar 1689 O} Hy heeft eenenZoon nagelaaten, insgelyks, Dirk Dalens genaamd, die, op den derden Fe- bruary des jaars 1688, ter weereld kwam, en, in 't fchilderen van Landfchappen, heeft uitgemunt. Hy heeft eene zaal gefchilderd, in t Logement der Afgevaardigden deezer Stad in den Haage («). Mi-
ik.) HOUBRAK. III. Deel, bl. jj7.
(O Van Gool I. Deel, bl. m.
\fo) HOUBRAK. III. Deel, bl. i$S.
(n) VAN GOOI. Il, Dtelt bl. IJ4 tnx,. |
||||||||||
\
|
||||||||||
III.BoEK. Vermaarde Persoon aadjen. 433
Michiel Maöderstèg, |
|||||||||||||
TIENDE
en AOT-
|
|||||||||||||
insgelyks een Amfterdammer van geboorte, tiende
werdt voor den beften Leerling van Ludolf eeuwe. Bakhuizen , in dezelfde konft , gehouden ; Konste- doch heeft den meeften tyd zyns leevens aan NAARS« 't Hof van den Keurvorft van Brandenburg, Michiel doorgebragt, tot dat hy , eindelyk, datHof Madder* en de konft wars werdt, en zig, in zyne Ge- boorteftad, met de Koopmanfchap geneer- de ; waarin 't geluk hem nogtans niet gun- ftig was (o). Bonaventuur van Overbeek, Bona-
VENTUÜH
ïn 't jaar i6<5o , te Amfterdam gebooren, ™J?"
. r 1 • 11*1 1 VEKBiiEK.
heeft zyn werk, inzonderheid, gemaakt van
het verzamelen van tekeningen , afgietfels en bootfeerfels der oudheden van Italië, ten welken einde , hy drie reizen naar Rome gedaan heeft. Hy fchilderde ook meeft Oudheden en Hiftorien: doch verliep zig in ongebonden leeven, en ftierf, na veel om- 2wervens,in zyne Geboorteftad, in den ou- derdom van zes en veertig jaaren. Een groot Plaatwerk, Overblyffels van 't oude Rome ge* naamd, door hem famengefteld, is, na zy- nen dood, in 't licht gegeven (p). Rachel Ruisch, Rachel
Ruisch
na haar huwelyk met den PourtraitfchifderPo°i-. ju-
(,) HouBRAK. III. Dtel, bl. %%s.
(p) VAN Goot l.Qttli t>t. 154 *ni,. XI. Stuk. E e
|
|||||||||||||
I
|
|||||||||||||
1
|
|||||||||||||
434- AMSTERDAMS VI.Deei.
Zeten. JüriaanPool, een' Amfterdammer van tiende geboorte (q), in 't gemeen Rachel Ruifch tiendT Po°l genaamd, was eene Dogter van den beroemden Profeflbr der Ontleedkunde
Konste fredrik Ruifch , en is, hier ter Stede, in naars, 't jaar 1664, ter weereld gekomen. Zy oefende zig , vroeg, in het tekenen en fchilderen , onder den vermaarden Bloem- en Fruitfchilder, Quüklmo van Aalß. Ook heeft zy, in deeze foort van fchilderen, uit- gemunt, en is, hierom, in 't jaar 1708, be- vorderd tot Hoffchilderefle van den Keur- vorfl van de Palts. Zy heeft, nogtans, haa- ren meeften leeftyd doorgebragt, te Amfler- dam, daarzy, op den twaalfden Ocloberdes jaars 1750, in den ouderdom van zes entag- tig jaaren, overleeden is (r). Haar man was, voor haar,in 't jaar i745,geflorven (Y). Albert
van Albert van Spiers,
Sflers.
die, hier ter Stede, in verfcheiden' voornaa-
me huizen, zolder-, deur- en fchoorfteen- flukken, en geheele zaaien gefehilderd heeft, was hier ook, in 't jaar 1666, gebooren,en heeft zig, eerfl onder den vermaarden Lau reffe, en naderhand te Rome, in de Schil- derkonft, geoefend. Van daar, keerdehy, in 't jaar 1697, te rug te Amsterdam, daar hy, in 't jaar 1718, overleeden is (f). The o-
(?) Zit III. Deel, IV. Boek, hl- Mt-
(r) VAN GOOL I. Ded, bl. Ho enz.. II. DeiL i/. tol.
(/) VAN GOOL l. Oeel, bl. ÏJ4.
(tj Van Gool I. Dttl, bl. 24z.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 435
Theodorus van Pee, tiendb
en agt?*
die ook Hiftorien, Zolderflukken en Pour- ™^°E traiten gefchilderd , doch zig minder be- ™"^ " roemd gemaakt heeft, is, hier ter Stede,in N°fKS, * 't jaar 1669, ter weereld gekomen. Hy heeft T * eenige jaaren in Londen gewoond, en is, BUS vaw eindelyk, in hoogen ouderdom,in denHaa- Pae. ge, overleeden (u). Zyne Dogter Henriet* te, die, op den vyfden December des jaars 1592, te Amfterdam, gebooren was, is eene vermaarde Konflfchilderes, in miniatuur, of in 't klein geworden. Zy is met Herman Wol- ters gehuwd ge weeft, en, op den derden Oc* tober des jaars 1741, overleeden (v). Van Pee's Leerling, Adam Silo, Adam
Silo.
die eerft Gouddraadtrekker, en naderhand Scheepstimmerman geweeft was, eer hy zig aan 't fchilderen begaf, is ook te Amfter- dam, in 't jaar 1670, ter weereld gekomen. Hy heeft zig, in 't byzonder, op 't Schip- en Zeefchilderen toegelegd, en in de laat- fte jaaren zyns leevens, ook van 't flypen en opmaaken van brandfpiegels, vergrootgla- zen en andere gezigtkundige konfttuigen, en van 't bootfeeren in wafch, zyn werk gemaakt. Hy is, hier ter Stede, in den ou- der-
(u) VAN GOOL I. Deel, hl. VJl *»*,.
(v) VAN GOOL II. Deett hl. i79 inu E e 2
|
||||
wiifmm^mm!»
|
|||||||||||||||||||
43Ö AMSTERDAMS VIDebi;
derdom van meer dan tagtigjaaren, over-
leeden (w). Alexander van Galen,
een bekwaam Hiftoriefchilder, is, in 't zelf-
de jaar als Silo, op den agt en twintigften April, te Amfterdam, gebooren: doch heeft zynen meeften leeftyd, in Duitfdiland en in Engeland, doorgebragt (#). Het jaar 1670 heeft ook, hier ter Stede,
den treffelyken Landfchaps-Schilder, Izaak Moucheron,
voortgebragt, die de konft, by zynen Va-
der, Fredrik Moucheron, geleerd, en in zy- ne Geboorteftad, verfcheiden' zaaien fraai befchilderd heeft. De Ordonnantie of wel- ftand munt, in zyne ftakken, byzonderlyk, uit. Hy was ook een groot meefter in het tekenen en in het fchilderen in waterverw. Hy overleedt, op den twintigften July des jaars 1744 (j). Gehard Rademaker,
in 't jaar 1672, hier ter Stede, ter weereld
gekomen, oefende zig, in zyne vroege jeugd, in het timmeren, zyns Vaders handwerk; doch begaf zig, na dat hy twee en twintig jaaren bereikt hadt, aan 't fchilderen, on- der den fraaijen Pourtraitfchilder van Goor, |
|||||||||||||||||||
Zeven-
tiende en ACT« TIENDE
EEUWE. KONSTE-
MAARS, Alexan-
VAN
Galen.
|
|||||||||||||||||||
Izaak
Mouche
»on.
|
|||||||||||||||||||
Gerard
Rade-
makek.
|
|||||||||||||||||||
en
|
|||||||||||||||||||
(n) VAN GOOL I. Deel, hl. 287 enz.
(x) Van Gooi. I. Veel, hl. 340. (j) VAN GOOL I. Deel, hl. 3*2 eng„ |
|||||||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 437
en werdt, naderhand, door Petrus Codde, Bïs-Zeven-
fchop van Sebafte, aangenomen, omeene tiende Nigt, in het tekenen, te onderwyzen. In en AGT* 't gevolg van deezen,trok Rademaker,eer-J^T lang, naar Rome, werwaards Codde ontboo KoNSTÈ. den was, om zig, wegens zekere befchul- KAAas. * diging van Janfenifterye, te verantwoorden. Doch men hieldt Codde, te Rome, in heg- tenis. Rademaker werdt herwaards gezon- den , om te bewerken , dat Codde, als on- derdaan van den Staat en burger van Am- fterdam, werdt opgeëifcht: 't welk hem ge- lukte. Codde werdt ontflaagen: en Rade- maker tradt, eerlang, in de egt met 's Bis- fchops nigte, Catharina Bloemaart, die voor- heen zyne Leerlinge geweeft was. Hy hieldt zyne woonplaats te Amfterdam , daar hy verfcheiden' Zolder-, Deur- enSchoorfteen- ftukken , en onder anderen, nevens Jan Hoogzaad, het gewelf der groote Zaale van 't Stadhuis gefchilderd heeft. Doch hy is, inde kragt zyhs leevens, in't jaar 1711,' overleeden (z). Abraham Rademaker, Abraham
Rade-
dïe, zo ik meen, Gerard niet in den bloede MAKER* beflaan heeft, fchoon hy den zelfden toe- naam voerde, is ook, te Amfterdam, in 't jaar 1675, gebooren, en leide zig, zonder voorgang van eenigen meefter, al vroeg, zo naarftiglyk toe op tekenen en fchilderen', dat
(1) Van gooi. I. Deel, U. 371 engl.
Ee 3
|
||||
43* AMSTERDAMS VI.Deel.
Zeven- dat hy, door den tyd, beroemd geworden
tiende is. Hyheefü, hier ter Stede, verfcheiden' wende* zaalen Sefchi,derd- Jn't jaar 1730, begaf
eeuwe. ny zig met der woon naar Haarlem, daar hy Konste- de ^on^ 9 eenige jaaren, oefende. Doch op waars. den berugten S. Jans- en Sacraments - dag des jaars 1734, 's morgens vroeg, buiten de Stad , in 't veld zittende te tekenen , werdthy, door eenige boeren, hem, naar 'tfchynt, verdenkende, dat hy deel hadt aan den toeleg, waarmede de Roomfchge- zinden, toen, door 't onkundige gemeen, befchuldigd werden, met kneppels en vle- gels, aangevallen: 't welk hem zulk eene onfteltenis baarde, dat hy , hunne handen ter naau wer nood ontkomen zynde, eerlang, in eene krankheid viel, die hem , op den twee en twintigften January des jaars 1735, uit het Jeeven rukte O). De beroemde Pourtraitfchildcr, Phtlip Philip van Dyk,
* die 't grootfte deel zyns leevens in den Haa-
ge gelleeten heeft, daar hy, voor weinige jaaren, overleeden is, is ook te Amfterdam, in 't jaar 1680, gebooren Qb). jANVAN Jan van Huysum,
tf ursuivr. .
een der konitiglte Bloem- en Fruitfchifde-
ren, is % hier ter Stede, op den vyftienden
April
(a) VAN GOOI, I. Deel, R 40} en&.
(ij VaN üaui. I. titel, bL. 4^o 1?«*. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 439,
April des jaars 1682, ter weereld gekomen, Zeven- *
Zyn Vader, Juflus van Buyfum, was ook tiende een Bioemfchilder. Doch de Zoon overtrofenAGT" den Vader verre. Zyne (lukken zyn, aan™^! verfcheiden' Hoven van Europa, fterk be-KoNS ' geerd ge weeft. Hy is, op den agtften Fe-a aam!*' bruary des jaars 1749, overleeden (c). Heroman van der Myn, Hero-
MAN VAN
die , in 't jaar 1684 , te Amfterdam , terD£RMYN*
weereld kwam , heeft zig, in zyne eerfte jeugd, ook op het fchilderen van fruiten en bloemen ,. doch, naderhand , op het fchil- deren van Hiftorien en Pourtraken, toege- legd. Hy heeft de konft, in Duitfchland, aan 't Paltllfche Hof; naderhand , te Ant- werpen in Brabant, en eindelyk, te Lon- den , geoefend. Hier heeft hy, onder an- deren, een zinnebeeldig fluk gefchilderd, op het huwelyk van den jongft overleeden Prinfe van Oranje en de Koningklyke Prin- fefle, welk, federt, op het Loo, geplaatft is. Hy is, in November des jaars 1741 , te Londen, overleeden (ß), Izaak Walraven, ' ,Iz,AK
te Amfterdam, den drie en twintigften ven. *
Maart des jaars 1686 , ter weereld geko- men , werdt eerft op 't Goudfmeeden, toen op 't Beeldhouwen befteld, en, eindelyk, tot
(c) VAN GOOL II. Deel, hl. ij ,„*,.
(d) VAN GOÖL II. Deelt bl. 3 + enz,*
Ee 4 •
|
||||
440 AMSTERDAMS VI.Deeil;
Zeven- tot den handel in Juweelen , zyns Vaders
tiende beroep, gefchikt. Doch hy hadt, van jongs en AGT- 0p^ m\k een' fterken trek gevoeld tot te- |
|||||||||||||||
Z
|
EEUWE.
KOBSTE
KAARS.
|
kenen en fchilderen, dat hy, reeds vier en
twintig jaaren oud, zig met ernft toeleide op de Schilderkonft, en eerlang een mees» |
|||||||||||||
ter werdt in't fchilderen vanHiflorien ,met
naame,in het leevendig en kragtig uitbeel- den der hertstogten. Hy heeft, nogtans, in verder gevorderden ouderdom, de oefe* nïng der konft laaten vaaren (e), en is, den elfden Maart des jaars 1765} fe tej? Stede, overleeden. Jacob J A C O 1$ A ? P E L,
APPEL. . . „ Tv-r 1.
die, den negen en twintigften November
des jaars 1680 , te Amfterdam , gebooren werdt, heeft de beginfels der Schilderkonlt geleerd by Timotheus de Graaf en David van der PlaaSi en eenige jaaren, te Zaandam, gewoond; doch zynen meeften leeftyd, te Amfterdam, gefleeten, daar hy verfcheiden' zaaien en fchoorfteenftukken, in aanzienly- ke huizen , gefchilderd heeft. Hy is, op den zevenden May des jaars 17^1, onver* wagts, overleeden (ƒ). Pe beroemde Tekenaar en Plaatfnyüer, Jan Wandelaar,
|
|||||||||||||||
Jan
Wande-
MAR.
|
|||||||||||||||
js,op den veertienden April des jaars 1690,
|
|||||||||||||||
hief
(e) VAN GOOL 'II. Deelt hl. II« enz,,
{j) VAN GOOL Ij. Deel, bl. lil en%% |
|||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 441
hier ter Stede , daar zyn Vader , Thomas zEVEn.
Wandelaar , eene groote Theewinkel op- tiendk hadt, ter weereld gekomen. Zyne Moeder en AGT* was Adriana Nikker. Men wilde hem, eerft,™^ tot den Koophandel fchikken ; doch hy KoKST^, fcheen een' ingefchaapen trek te hebben tot NAARS. de Tekenkonft. Hy werdt dan, by Guiïïam van der Gouwen, befteed, om 't Plaatfnyden te leeren. Ook genoot hy 't onderwys van LaireJJè, die toen reeds blind was, en werdt, eerlang, zo groot een meefter in het teke- nen naar 't leeven, en in het etfen en gra- veeren, dat hem het maaken van ontleed- kundige Afbeeldingen, in 't koper, waar- toe de uiterfte naauwkeurigheid vereifcht wordt, eerfb door den ProfefTor Ruifch, hier ter Stede, en naderhand door den ProfefTor Bernard Sigfrid Albinus werdt aanvertrouwd. Om de konftplaaten tot het ontleedkundig Werk van den vermaarden Albinus te vervaardigen, begaf Wandelaar zig, van hier, met der woon, naar War- mond , en wat laater, naar Leiden, daar hy ook veelePourtraiten getekend, en eenigen in 't koper gebragt heeft (g). Eenzynerlaatfte werken is geweeft het tekenen van eenige Amfterdamfche Burgemeefteren, die , door den beroemden Jacob Houbraken, in 't koper gebragt zyn. Hy is, op den zes en twintjgften Maart des jaars 1759, te Leiden, overlee- den. Driemaalen is hy getrouwd geweeft, perft met Elizabeth Smit; daarna, met Car tha-
Cf) Van Gooi. II. Deel, hl. t«9 cnx,t
£e5
|
|||||
/
|
|||||
442 AMSTERDAMS VLDEEt,
Zeven- tbarina Beatrix tan Eyk> en, eindelyk, met ™nde Johanna Maria. Roon , die hem overleefd heeft. ; .<: ......
|
||||||||||
e
|
||||||||||
TIENDE
EEUWE.
KONSTE
NAARS. |
||||||||||
Cor NE.lis Pronk,
|
||||||||||
een beroemd Tekenaar naar 't leeven, is,
Corne- faQX ter stede, op den tienden December PiioNK. des jaars 1691, ter weereld gekomen. Hy heeft de konft. meelt geleerd vm den be- roemden Arnold Boonen, en zelfs verfchei- den' fchoone Pourtraiten gefehilderd. Van hem zyn eene ontelbaare menigte van Ste- den, Dorpen, Kerken, Huizen, in de Ne- derlandfche Provinciën, met naame in Hol* land en Zeeland, naar 't leeven, getekend, en, voor een groot gedeelte, door anderen, in 't koper gebragt (6). Hy is, hier ter Ste- cle, op den agt en cwintigften September des jaars 175?» overleeden. Hy heeft ver- fcheiden' bekwaame Leerlingen gehad, on- der welken, hem zeer naby gekomen is, en zelfs, naar veeier oordeel, in voornaamc opzigten, overtroffen heeft Abraham de Haen,
Abkaham K die, hier ter Stede, op den zesden April des
jaars 1707, ter weereld gekomen is. Hy was in zyne jeugd , tot de oefening der Regtsgeleerdheid gefchikt , en vroeg be- dreeven, in de Latynfche en Franfche taa- ien : doch toonde een' onbedwingbaaren trek tot
(/j) VAN GOOI II. Dt*lt tl. 193 tnx,.
|
||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 443
tot de Tekenkonft, waarop hy zig , eer- Zeven-
lang, genoegzaam geheellyk toeleide. Hy tiende heeft veele Steden, Dorpen, Kerken, Slo*en AGT' ten en Heeren huizen, in en om ons Vader- ™^ land, naar't leeven, afgetekend: veelen van KoNSTE- welken, by verfcheiden' gelegenheden, in NAArs. in 't koper gebragt zyn. Ook heeft hy de Digtkonft, niet ongelukkiglyk, geoefend , waarvan getuigenis draagen kan een tame- lyke bondel Herders- en Mengeldichten, die, na zynen dood , door de deftige Amfter- damfche DigterefTe, Sara Maria van derWilp, in't licht gegeven is. De Haen is, in het twee en veertigfte jaar zyns ou- derdoms, op den agtflen September des jaars 1748, overleeden. De vermaarde Hifloriefchildér Jacob de Wit jacob
de Wit.
is, insgelyks, een Amfterdammer van ge- boorte, en aldaar, in 't jaar 1695, ter wee- reld gekomen. Hy heeft de begin fels der konft geleerd by Albert van Spiers, aan wien wy, hier voor (ï) gedagt hebben ; doch de- zelve , naderhand, onder 't opzigt van Ja- cob van Halt beroemd' Hifloriefchildér te Antwerpen , in meerder volkomenheid ge- oefend. Hier, maakte hy tekeningen, naar de vermaardfte {tukken van Rubbens, van Dyk en anderen , die , in de Kerken , te vinden waren, en keerde, na verloop van eeni-
|
|||||
(i) BUdz, 43^.
|
|||||
«MMÜBi
|
|||||||||||
444 AMSTERDAMS VI.Deêt.
|
|||||||||||
ZEVEN-
TIENDE Cil AOT TIENDE EEUWE. |
eenige jaaren, te rug naar zyne Geboorte-
flad, daar hy, terftond, eerft met het fchil- deren van Pourtraiten, eri daarna, met het fchilderen van Hiftorien , de handen vol |
||||||||||
KbirsTB wer^s kreeg. Omtrent den jaare 1730 ,
waaks, werdt hy , door konftig fchilderen in 't graauw, beroemd: 't welk, onder anderen, gelegenheid gaf, dat hem het fchilderen der Raadkamer, op het Stadhuis deezer Stad , werdt aanvertrouwd. Wy hebben, elders (k) , omftandiglyk, aangetekend, wat zyn konftpenfeel hier hebbe uitgevoerd. In de Roomfche Franfche Kerke, en op veele an- dere plaatfen hier ter Stede, ziet men ook fraaije blyken zyner konft. Hy is, in 't jaar 1724,getrouwd; doch heeft nimmer kinde- ren verwekt by zyne egtgenoote (/). Op den twaalfden November des jaars 1754, is hy, in zyne Geboorteftad, overleeden, Corne- CoRNELis Troost,
Ï-TS
Troost. ^ ^ Qp ^ agtfl-en O&ober des jaars 1697,
hier ter Stede, ter weereld kwam, hadt zig, niet meer dan twee en een halfjaar, geoe- fend in de Schilderkonft, by den beroem- den Arnold Bomen, toen hy zig zelven, zon- der eenig onderwys van anderen , verder oefende, en eindelyk een groot Pourtrait-, en Hiftoriefchilder werdt. In 't jaar 1724, gaf hy het eerfte openbaare blyk zyner Vor- de- rt) III Deel, I. Btek^t hl. 69. (/) VAN GOOL II. Deel f bl. Xl% enz. |
|||||||||||
J
|
|||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 445
deringe, in 't fchilderen der vyf InfpeÏÏores Zevew- i
van 't Genootfchap der Geneesmeefteren, tiende te Amfterdam. Sedert, heeft hy de Regen-en ACt*- ten van het Aalmoesfeniers - Huis, en vanJJJJJJ het Oude-zyds-Huiszitten-Huis , en de O K verluiden van het Chirurgyns - Gilde afge-NAAas. maald. Ook zyn 'er veele tekeningen, in eenen boertigen fmaak, van onzen Konfte- naar in wezen: eenigen van welken, van tyd tot tyd, in 't koper gebragt en uitge- gegeven worden (tri), Trooft is, op den agtften Maart des jaars 1750, overleeden. (w) VAN GOOL II. Deel, hl. 241.
|
||||