I T A L I E
N.
Taliën wierd cérti j ts geheeten Saturnia, He-Jperia, Aufinia en Oeno-tria. Deneerften naem hadfe van haren Koning Saturnus ,• den tweeden vanHelperus, die, verjaeght van fijnen broeder Atlas, uyt Afriken trockjden der den van Auiohius, fone van UlylTes en Calypïb, diele quam met volck vermeerderen, en Steden dacr in bouwde ; den vierden van Oenotras uyt Arcadien, fbne van Lycaon,die daer een colonie oft voort-plantingc van volck bracht. Daer naer ifle Italien genoemt van Italus, uyt het gedachte der Ocnotriens, een machtigh man, die hem meefter daer van maeckte ; oft van de oden, die daer vele waren , en van ddnwoonderen in de oude Grieckfche tale ïtali geheeten wierden. De Hebreen noemenïe Kittim, en fommige mce-nen datfè de 72 Overfetters , of Moßch noemen, hoewel dat, na’t gevoelen van Arias Montanus , dele naem voor Tolcanen alleen moet genomen worden. Italianen van onfen tijdt nocmenfc fimpe-lijcklr^/w, even gelijck de Oude; deHoogh-duytlclien nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en lomtijdts Italiam 5 en de Neêrlanders Italien. Wat belangt dat Ibmmi-ge feggen, datfe van de Sclavonen iVölska genoemt wortft is wel waer,datfe in’t PoolSjWelck een foort is van de Slavoenfche tael, Vloska^iemia geheeten wordt; en in’t Boheems, een ander lbort van de lèlfde fpraeck, Vlaska^eme : maer de gemeene Sclavoenlche tael noemt Italien La/cha Deshela. De Dalmaten heetenlè Latinska ’Zemlya'^ enhaer nabuurende Croaten, dieoock Sclaefs Ipreken, doch wat verlcheyden, Latinska Zewglia. Cirenjen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jsjoordcn paeltfe, bchalven aen Ibmmige Baljoulchappen der Switlèrs, welcke van den ouden Staet van Milanen zijn, en de landen des Cantons Ury , gefeheyden van Italien door eenen hoogen bergh, aen een deel van Valais, de GrilônSj’t Graeflchap Tirol en Carinthien, met een deel van de Alpen, by de oude Schrijvers geheeten de Leopontifehe, Rhetilche-, lulilche, en Carnilchc Alpen : en aen de Adriatilche zee, van de oude deOpperzeegenoemt: in’t ooften mede aen de Carnifehe Alpen, Carnio-len en Croacien, beginnende van de rivier Fiume oft Flavin tot de riviere Arfe, die in Iftrien tuflehen de Adriatilche enlonilche zee loopt: in ’t zuyden aen de Liguftilche oft Genevoilche zee, als mede aen de Tyrrheenfche of Toleaeii-Iche zee, van de oude deNederzee geheeten, de Far van MelTinen en de Siciliaenfche-zee : in ’t wellen aen Provencen een landtfchap van Vranckrijek, ontrent de riviereVar,die tulTchen Antiben en Nilfen vloeyt, het Dolphinaet, Savoyen, en aen een deel van de provincie Va-Italiem |
laiSjCn de Alpen,by dé Oude,de Cottifche, Pen-nihlche, Griecklche, cn Leopontilche genoemt. De oude Werelthelchijvers gelijcken Italien Cedatnte. by een klemmer-blat, een dryhoeck, en by een akerbooms blat, weick meer lang als breet is. De Schrijvers van onfen tijt gelijcken ’t leer wel by een menlchen-been,waer van de voet koomt aen de Siciliaenfche en lonilche zee, de roonen van den voet llrecken tot de Far van Melfinen ontrent Regge en C. de Spartivento, de enckele na Otranten j de fóle of bal des voets is op den bergh van S. Angel, de kuyte na Anconen, de knielchijve ontrent Ravenne, de knie by Plom-bin en de haven van Livorne, de heupe en dije raken wijdt en breédt d’Alpen. De Oude hellen de lengde van Aoha tot Reg-ge 1020 mylen, en de meehe breedte tulfchen de rivieren Var en Aria 410 mylen. Die onlangs dit landt doorreyh hebben, en haer beh gedaen om de rechte mate te weten, bevinden, als men de lengte op fijn rechthe en korthe neemt, Ibn-der de omloopen der bergen en dalen daer in te begrijpen, dat Italien van den oorlprong der riviere Dorie tot C. de Armes ontrent 800 mylen ;maer Ib men wil reylèn door Romen en Napels, niet minder als 900 mylen lang is. Andere, die haer betrouwen op de compalfen en mylma-ten , hellen haer rechte lengte maer 710 mylen. Haer breedte is leer verlcheyden, gemerekt Breedtei datfe tulfchen het rack van S.Euphemia enSquil-laci, maer 20 mylen breedt is, voorts van den mondt der riviere Gratti en de hadt Cetraro 30 mylen, daer naer van de twee Ihhmen oft engten, die aen beyde zijden van den mondt S. Angel zijn, tot dehadt Salerno aen d’een zijde, en tot den uytganck van de riviere Gargilian aen d’ander zijde, 75 mylen , en meer nederwaerts van Mafredonien tot de golfe van Salernen ,136 mylen. Doch haer groothe breedte gehelt hy de Oude van de Far tot de Arfe 410 mylen is recht genoeg, als men gaet van den wegh alder-naeh den mont van de riviere Var, om te komen aen den uytganck van de Arle, en door Tortona reyh,Plailance,Mantua,Padua,T(revifi,Odizzo, Concorde, Aquileen, Triehe, Parenzo en Pola. Haer omloop des hrandts van de Var tot de Omloop. Arfe is 2500 mylen , by de welcke lbo men den omkeer der Alpen voeght, makende 800 my- . len ; lal t’famen beloopen 3 300 mylen. Het middelpunt van Italien helt men met de Oude in’t gebiedt vanRieti, ontrent dc hadt Civita Ducale , by ’t lack van Pic di Luco, eer-tijdts genoemt Lac de Cutilie,gelegen in ’t midden der lengte en breedte van gants Italien. Italien wierd voor defen gedeelt in Eygen Ita- Of-dedeepen en Vranckrijek aen defe zijde der Alpen, oft Gallia Cisalpina. Italien eygcntlijck lbo ge-naemt, hreckte van’t uyterhe zuydelijcke deel des Koningrijeks Napels , tot Ancona , en de riviere Fiumefino , in vorige tijden Æfis geheeten, en noch voorder tot Pilatello , eertijdts A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rubi- |
IQS'
TH
3za
3^
43
Gi^^jMCabti.
G,jraaü
Ctf/i
c.Mi:,e.,.y e,/i
VS^fareà
sriQQ
La:
Cain-aj^^
XCivâah'a
ijnZuf^ ^t'tadw’utta^ 1 ^tt^diVvtûita
i^ûtta e
3iJêIiti£,va^
iiMiCta
»’WW
izz
'7a'r.7''£^ -d
34 md RîA*;
37
^x’T'îkV
majxk
''4*? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I«
;mt ««’'quot;*
trediPtigj^
43
4T-
tant
^n.niiuai'0
3°
3^
332
TIPT
haiitini uu}^-
Van,via, o j/icaO.i
34
35
acctiw
“ij^cäclU CqbttntL
.37
B. »
4n.i5
cca, del
lt;^lt;ÎI
Golf J di
38
ITALIEN.
Rubicon genoemt, hebbende recht tegen over voor fijn palen , den bergh Apennin, die haer fcheyde van Gallia Cisalpina,diele oock Togafam noemden, om datlê togas oft tabbaerts droegen , óm de felfde t’onderfcheyden van Gallia Comata, foogeheeten na het lang hair dat de inwoonderen gebruyckten , welck eygentlijck Vranckrijck is,genoemt van de Italianen Trans-alpina,dat is, over geen zijde van d’Alpen. Maer deRomeynen meefter geworden zijnde, hebben Galliam Cisalpinam oock den nacm van Italien gegeven.
Daer naer ilfe van Auguftus gedeelt in elf quartieren,waer van het eerfte begreep het oude en nieuw Latium met Campania Felix; ’t tweede de Picentinen ,• het derde Lucanien, Bruttien , Salentinen en Apulien : ’t vierde de Frentanen, Marrucinen , Pelignen, Marfen, Veftinen, Sam-niten en Sabinen : het vijfde Picenum: het fefte Llmbriam : ’t levende Etrurien ; het achtftc Galliam Cispadanam, oft aen defe zijde van de Po : ’t negende Ligurien ; het tiende Venetien, Carnien, lapydien en Iftrien : het elfde Galliam Transpadanam, oft aen geen zijde van de riviere Po.
De Keylêr Adrianus heeft’cr 17 Provinciën van gemaeckt, daer in vervattende de eylanden Sicilien , Sardinien en Corfiken: Conftantin de Groote fcheydenlè oock in 17 deelen, van welke heteerfte was Venetien en Iftrien: het tweede Æmilien: ’tderde Ligurien: het vierdeFlami-nien en Picenum Annonarium ; het vijfde Tol-canen en Umbrien : het Icfte Picenum Subur-bicarium , oft ’t geen naeft Romen lagh : ’t levende Campanien : het achtfte Sicilien : ’t negende Apulien en Calabrien : het thiende Lucanien en Bruttien : het elfde de Alpen Cottien: het twaelfde Rhetiam primam of het eerfte Rhetien : het derthiende Rhetiam lècundam, het tweede Rhetien : het veerthiende Samnium; het vijfthiende Valeriam : het lèftiende Sardinien : en het lèventhiende Corficam. Het eer-fte, tweede, derde, en vierde heeft hy Çonfula-res gemaeckt, die van Burgermeefters geregeert wierden, die ftellende onder den Sradthouder generael van Italien : het vijfde, lèfte, levende en ’t achtftc waren oock Conlülares, onder den Sradthouder van Romen ; en onder den felfden het negende en het thiende Correólorales oft van Corredeurs geregeert het elfde, twaelfde, cn dertiende waren Præfidiales oft van Præfi-* deuten geregeert, ftaende onder den Stadthou-der van Italien; end’andere vier waren mede Præfidiales onder den Sradthouder van Romen. Ten tijde van de Longobarden was Italien gedeelt in 18 Provinciën , waer onder begrepen waren de eylanden Corfiken, Sardinien, en Sicilien. Ptolemæus heeft Italien in 4 j voickéren gedeelt, londer daer in te ftellen de drie voor-Ichreven eylanden J Strabo en fteltmaer 8 Provinciën.
De Schrijvers,die niet lang voor onlên tijt ge-weeft zijn, deelenle in 18 Provinciën, en Ibmmi-ge in acht, cndelaetfte, volgende Leander, in Ip, te weten, Ligurien, oft ’t gebiedt van Ge
nua, Tolcanen, Latium oft Campanien van Romen : voorts in ’t Koningrijek Napels, Campania Felix, of Terra di Lavoro, Lucanien,oft Ba-filicaten, Bruttien oft Laegh Calabrien, Groot Grecien , oft Hoogh-Calabrien , Salentinen oft Terra di Otranto, Apulien Pucetien, datfe Terra di Bari noemen, Apulien Daunicn oftPoüil-lien, Samnitien, oft Abruzzen : vóórts acn geen zijde van ’t voorfchreven Koningrijek, Picenen, oftMarca d’Ancona, Flaminien oftRomanicn, Æmilicn, oft Lombardien aen dees zijde van de Po, Lombardien oft Galliam aen geen zijde van de Po , den Staet van Venetien, oft Marca Tre-vefina, Friul en Iftrien.
Maer omdat in haer Ichriftengrooteconfu-fie is, aengaende Ibmmige Provinciën, nament-lijck in’t Koningrijek Napels, heeft ons goet gedacht, bequamer te zijn, Italien te deelen in de landen die hedenfdaeghs bekent zijn ; Ibnder ons aen de oude deelingen te verbinden. Beginnende dan in ’t weft, begrijpt Italien, Lombar-dien, lbo aen decs als aen geen zijde van de Pa^r dus oftPo,in de welcke beftoten wordt Piemont, Montferrat, de Staten van Milanen, vanCre-monen, van de Hertogen van Mantua, Modena en Mirandola, met de kleyne Prinsdommen van Corregio en ’t huys Gonzague.
Het lèlfde Lombardien befiuyt noch ’t gebiedt van Bergamalco , BrelTa en Crema , ja oock, na’t leggen van vele, Marcam Trevila-nam, begrijpende’t gebiedt van Trevilan , Venetien met fijn eylanden , onder den naem van Dogado , dat is ’t Hertoghdom : den ftreeck van Padua ,V icenza, V erona, en T ren ten,behooren-de onder Tirol.
De andere landen van Italien, die mede in’t weft haer beginlèl hebben , zijn de kuften van Genua, vervattende ’t Graeffehap Nilfe, de Seigneurie van Monaco, den Staet van Genua, en ’tMarquilaetfchap Final; Tolcanen,begrijpende ’t gebiedt des Princen van Mafia, des Marquis Malclpina , van de Republijck van Luca, des Groot-Hertoghs van Florenticn,des Heeren van Plombin , daer-en-boven Caifagnana, Patrimonium S. Petri, ’t gebiedt van Perufien , ’t Hertoghdom Caftro , en het kleyn landeken des Graefs van Petiglian : voorts zijnder noch Campania di Roma, ’t Koningrijek Napels met lijn 12 Provinciën : cn als men weder op^waerts komt , vindt men’t Hertoghdom Spolctenoft Umbria, Marcam Anconam, belluytende een groot deel van’t gebiedt des Hertoghs van Ur-bin,mct de kleyne Republijck van S.Marin : Ro-manien, vervattende ’t Hertoghdom Ferraren, cnPolefmo di Rovigo : voorts acn geen zijde van Venetien is Friul cn Iftria. Hier moet men byvoegen d’eylanden Elva, Corfica , Sardinien, . Sicilien, en andere veel kleynder, die aen Italien fchijnen gehecht te zijn , of daer aen te hangen.
Willen wy de Staten, die Italien begrijpt, elck in ’t belbnder weten , en de Heeren die de lelve nu ter tijdt befitten, Ibo füllen wy bevinden , dat aen de Hertogh Savoyen behoort Piemont, het gebiedt van Afti, enVercelli, het Marquiläet-fchap Salufia, de Graeflchappen Nifia, Tende, Bueil,
-ocr page 10-alien.
Bucil ; en de Marquifaetlchappen Oneglia, en Marro op de kuften van Genua. Hy heeft voor fijn nabuur den Marquis ygt;an Mafferan, een kleyne Prince, die onder niemant ftaet,ontrent den Staet van Milanen, en wat verder van Vercelli. De Koning quot;van Spanjen befit den Staet van Milanen, met ’et gebiedt van Cremona,en de heer-lijckhcyt Pontremoli, in het dal Macre, van Lunigiana, het Marquilaetlchap Final, van de kuft van Genua, ftaende oock onder den Gouverneur van Milanen : de havenen Orbetello, Tclamone, en Port Hercules, in Tolcanen, met een deci van’t eylandt Elva,welck onder den Viceroy van Napels is: het koningrijck Napels,mct d’eylanden daer toe hoorende, en oock Sicilien en Sardinien: voorts heeft hy mede fijn Spaens garniloen in Plombin en Correggio. De Hertogh 'van Mantua befit de Hertoghdom-menvan Mantua en Montferrat : d’andere Prin-cen van ’t huys Gonz^aga, in ’t felve gebiedt van Mantua , fijn de Prince van Bc^olo, van Guflalle^ de Graef yan l^o'voiare, ende Marquis deCafliglion dalle Steigere : het Prinsdom quot;van Sabioneda, gelegen in ’t lèlve gebiedt van Mantua, behoort nu ter tijdt aen een Prince des geflachts Caraffa,erfge-naem van dien Staet. In ’t felve Lombardien is ’t gebiedt des Hertoghs ygt;an Parma j die de Hertoghdommen Parma en Placencien,by malkanderen gelegen,befit^ en in Tolcanen ’t Hertoghdom Caftro. De Hertogh yan Modena , heeft de Hertoghdommen Modena en Reggio, het Prinsdom Carpi, en het grootlle deel van Carfagnana, gelegen in Tolcanen. De Hertogh quot;Van Mirandola befit een kleyn landt ontrent het gebiet van Mantua en Modena. Het Prinsdom Correggio,toekomende den Prince ygt;an Correggio J light in den Staet des Hertoghs van Modena. Aen d’andere zijde, beginnende in ’t weft aen de kuft van Genua,vint men het kleyn gebiet des Heeren quot;Van Monaco , voorts den Staet quot;van de Ge-nuefche Republijck , vervattende ’t gene datle noemen den wefterfchen en oofterlchen ftrant, loo-pende tot in Lombardicn,daer de lelve Seigneurie eenige plaetfen heeft, fpringende tot in Tolcanen ,daerle de ftadt Zarzana befit en lommige andere vlecken, als mede het eylandt Corfica. Komende in Tolcanen,fietmen het kleyn gebiet des Princen quot;Van Maffa^ die oock Prince van Carrara is : de verlcheyden Staten des Marquis lean Malefpina, gelegen in Lunigiana : der Repu-blijcke van Luca, die mede een deel van Carfagnana befit : den Staet des Groot-Hrtoghs ifan Tof-eanen, een van de machtigfte Princen van Italien, die niet alleen befit het meefte deel van Tolcanen , met den Staet der drie Republijcken, eer-tijdts van groote macht,- een deel van Roma-nien, dat men Florentin oft aen geen zijde van den Apennin noemt, en fommige plaetlèn in Umbria ; maer oock een deel des eylandts Elva, en de eylanden Caprea, Giglio,Gorgona en Me-loria: den kleynen Staet des Heeren van Plombin, en des Graefs van Petiglian, behalven eenige andere mindere, niet waerdigh om te verha-ïtalien. |
lenj gelijckoock niet en zijn fommige kleyne Heeren der kuften van Genua, die onder niemant ftaen; en van andere plaetlèn, die geen gelt mogen laten ftaen, en wiens Heerlijckheden van kleynder waerde zijn. Daer naer ontmoet men den machtigen Staet van den Paus oft Kerckoj die Campanien van Romen befit, Sabinen,’t Hertoghdom Beneventen in ’t Koninghrijck Napels, ’t Patrimonium van S. Pieter, Perufien,Vrabrien oft ’t Hertoghdom Spoleten, Marcam Anconam , ’t Hertoghdom Urbin en Romanien , met het Hertoghdom Ferraren. De kleyne Pepublijeke ygt;an S, Marin leght in Romanien,en is heel beftoten in ’t Hertoghdom Urbin. Naer Romanien komt men in den Staet der Ve^ netianen-y die oock in Romanien befitten Polefino de Rovigo^voortSjbehalven de eylanden en vafte landen buyten Italien , ’t Hertoghdom van Ve-netien ’, datlè el Dogado noemen , vervattende de ftadtVeneticn,met alle d’eylanden daer ront-om gelegen ; Iftrien , Friul, ’t gebiedt van Tre-vilè,Padua,Vicenza, Verona, Brefta, Bergamo, en Crema. Tenlaetften vint men op de grenfen van Tirol en Duytftandt den Staet des Bijfchops quot;van Prenten j en in ’t noorden des Staets van Milanen, een deel van’t gebiedt der Switiers , in de landen Lugano,Locarno, Bellinzone,en andere ontrent ’t Lac Major en ’t Lac di Como. De voornaemfte bergen van Italien zijn de Alpes en Apennin. De Alpes , die Italien van Vranekrijek en Duytftandt lcheyden, en aen die twee landen behooren, zijnfoo genoemt inde Sabinfche tale, in plaetfe van Albes, welck be-duyt Witte , en in vorige tijden wierden dele bergen Albia en Albionia geheeten j ja de Hooghduytlchen van defen tijt noemen in Ibm-migc plaetlèn defe bergen Alpen, en op andere plaetfen Alben. Haer lengte van Nifta , tot ontrent de riviere Arfe, is ontrent 358 mijlen. Belangende haer breette, men bevint, dat in de Alpen Cottien , vermaert boven alle d’andere, de bergh Cenis breet is tien Piemontfehe mijlen, waer van de twee een Dolphinelche mijl groot zijn:gemerckt dat als men van Novalelè,zij nde de laetfte plaet-lè van Piemont, op gaet, men reyft twee mijlen tot dat men op fijn hooghte komt, daer nae vint men eenpleyn van twee mijlen, daer nae een uur weeghs tot Lanenborg, de eerfte plaetlc van Savoyen aen die zijde, van waer men tot aen geen zijde van Chambery gaet door de Alpen , oft ten minften door haer valeyen oft dalen, meer als drie dagen lang , altijdts door feer enge wegen. De andere Alpen zijn eenlHeels enger, eenfdeels breeder, Ib nochtans dat gcene boven de vijf daghreylèn hebben. Wat de hoogte aen-gaet, hoewel datlè van verre niet lèer groot en lchijnt, nochtans zijnder vele bergen, op wiens top men qualijck in vijf dagen foude können komen, na ’t lchrijven van Polybius : en als rn.en meent op’t hooghfte tc zijn,vint men fich dick-maels bedrogen, en is men op een ander top. B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Niet-. |
4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ï T A L Niettemin men heeft bevonden , dat de voor-naemfte Alpen dertigh mijlen lioogh zijn in ’t opklimmen; maer lbo menie met het loot en het rechtfnoer peylt, zijnfe niet meer als twee mijlen hoogh. De Zee-Alpen y daer Ptolemæus van fchrijft,beginnen op de kullen van de Liguftifche zee , oft de Ifrant van Genua , en vervatten met haer kromme omloopen , Barfilom cn Tende, toekomende den Hertogh van Savoyen ; Digne, Ven-ce, Glandevez, leggende in Provencen , en Am-brun in ’t Dolphinaet , en eyndigen aen den bergh Vifo in Piemont, eertijts ^efulus genoemt ; van de Dolphinoifen, die ’er aen palen , gehouden voor den hoogften bergh, die men kan fien, die de riviere Padum oft de Po voortbrengt, en maeckt het eynde van defe Alpen , daer men de bergen oft hoofden vindt, van waer men uyt Italien in Provencen en Dolphinaet reyft. Defe bergen worden op de grenlen van Piemont en ’t gebiedt van Genua, Ie Col delà Corne , dat is, de Hals loan den Hoorn genoemt ; by Tende, Colde Tende ; by het dal van Sture, Col de ?Argentiere ; by het dal van Veralte en Maire , Colde noflre Hone de Fe-neflrCj en oock. Col de F Agnel, ontrent’t voorfeyde dal van Maire en’t Marquifaetlchap Salulfe. De-feAlpen begrijpen oock in Piemont de valeyen van Gre:^, welck eenige Italianen GelTo noemen, van Sture,Grane,Maire,Veraite,Gilbe en Po,die aile den naem hebben van de rivieren, diefe bewateren. ^ottifehe De Cotti/che Alpen , daer d’oude van gelchreven hebben, en twaelf lieden daer in gellelt, en een Koningrijek daer af gemaeckt,’t welck ly der Alpen noemen,begonnen aen den bergh Vilb, verre van Mondevis gelegen, voor den welchen vele den bergh Vilo noemen , en dreckten haer tot aen den bergh Cenis,eyndende, na ’t leggen van Strabo , by Ocellum, en loopende van Ambrun tot Suze, weicke fy omvatten, gelijck mede Gia-veri, oock in Piemontgelegen ; daer-en-boven Briançon in ’t Dolphinaet, en Chambery in Savoyen , met al liet landt dat men Savoyen en Mauriane heet. Dele Alpen begrijpen den bergh by Colde la Croix , oft den Hals ^»an't Kruys, en van den Toren Mirebouc in Piemont ; den bergh Geneytre den bergh Cenis, en ’t hoogh geberghte van Roche Melon,ontrent Novalefe en Suze. Door delen bergh Cenis is Cælàr getrocken tegen de Françoifen,Brennus tegen de Tolcanen,cnKey-lêr Karel de Groot tegen de Longobarden. Beneden dele bergen aen de Italiaenlche zijde leggen de valleyen van Lucerne, Angroigne, en Peru/e, behalven die aen de Franlche zijde komen. Grieckfihe De Gricck/che Alpen van de oude , llreckten van den bergh Cenis tot den bergh genoemt de kleyne Sint Bernard, en een weynighvoorder ; gemerckt dat ’et geberght daer neffens, dat men den Grooten Sint Bernard heet, den wegh was van de Alpes Pennines. Defe Grieckfehe Alpen belluyten den Kleynen S. Bernard , de valleye Tarentaife van Savoyen; en in Italien oft Piemont, het dal van Pont oft Ponte , toebehoorende de Graven van Valperga en S. Martin ; en de valleyen van Broßo en Soana, in weicke laetlle de rivier Orcus ontfpringt. |
Ï É N. De Pœnin/che o£t Penninfehe Alpen, waer van den Pegt;!ntKfche eerllen naem komt van de Pœnen,dat is,Cartha-ginoifen,die met Hannibal daer door naer Italien trocken, Ibo vele gevoelen , en den tweeden van den afgodt Pennin, die op ’t hooghlle van defe Alpen aengebeden wiert van de Velagren of Va-lelanen,loo Titus Livius lchrijft,die d’eerlle opinie verworpt, dele Alpen legh ick, worden van Ptolemæus Pœnes genoemt Sy volgen de Göttliche , en reycken van den Grooten S. Bernard, tot den bergh van S. Gothard naer de oorlpron-gen der rivieren de Rhofne en den Rhijn, ver vattende ’t lant Valais,en in Piemont ’t dal van Ao-lle, ’t landt Salalfen, daer, Ibo eenige fchrijven, KeylerArnoldus,treckende uytItalien naDuyts-landt, den wegh van Hannibal genomen heeft, doorBardt, gelegen tulfchen Aolle en Yvree, daer een oud oplchrift, loo Paulus Jo vius leyt, te kennen geeft, dat Hannibal over defe Alpen in Italien gekomen is. Welck waerfchijnt, omdat een deel van ’t dal Aolle in de Penninfehe Alpen leght,tot de weicke een van defe wegen loopt,en d’andere inde Griecklche, en de valleye gelegen boven die van Aolle, wortgeheeten Tal Penina, en met eenen bedorven naem Val Pelina. De voornaemlle bergh van dele Alpen, is die men in oude tijden Mons Io vis, dat is,den bergh van Jupiter noemden , en nu Mont lou, en den Grooten S. Bernard heet , op wiens top een klooller en gallhuys voor den rcylènden man gebouwt is, daer men alle de doode menlchen in een groote en diepe gracht worpt, in het ys gegraven. De riviere Doire ontlpringt in dele Alpen,diein Piemont mede begrijpen de valleye van Andorno, daer de moeder-ader is der riviere Servus, die’t gebiedt van Vercelli bevochtiglit. De Hooge Alpen, diele Summæ heeten, begrij- Hooge pen de landen Sion en Valais, de principaellte daer van is de bergh S. Gothard , die veel toppen heeft, en belonder dien van la Fourche, daer de riviere de Rhofne voortkomt; de lelve Alpen brengen voort de riviere Thefm , Madie , Ar en Rhuls. ’t Is feker, dat men onder den naem van dele Alpen begrepen heeft een deel van de Penninfehe,jadatmenfe met deLepontifche gecon-fundeert, en byna een daer van gemaeckt heeft. De Lepontipche Alpjen, die de Penninlche volgen, Lepontifche vervatten de fonteynen van deRhofne enden Rliijn , haer dreckende van d’eene tot d’andere. Sy begrijpen oock ’t dal Leyentine oft van Li-vin ; Brennie oft Palenferthal, dat van Theßn, en de dadt Bellinßne, met de bergen S. Gothard, S. Denis, Crifpalt, en Luckmanier : foo dat defe Alpen reycken tudchen Val d’Aolle en de Grilons. De riviere Sefia heeft hier haer beginlel , als oock de Thefin, die aen de voet des berghs Gothard loopt, den grootden van al, daer men overgaet, om uyt Italien naer den Canton van LTry te rey-fen, met groot gevaer, inlbnderheyt op twee plaetfen ; ten eerden aen Pont Tremblant,dat is, de Bevende Brugh, ontrent de helft van den opgang, komende uyt Italien op de riviere Thefin, van waer tot het opperde niet en is als rotlèn al-tijdt met ys en Ineeu bedeckt, die met menighte in ’tvoorjacr fmelten valt, gevaerlijck voor den |
ahettfihe
Jfilißhe Alpen.
Citri^ifihe Alpen.
2^ortßhe Alpe».
yerßheyde we^en 'der Alpen.
î T A ' L î EN.
reylênden man: ten tweeden ontmoet men de valleye gcnoemt Infernale, oft de Hellche , met een andere brugh op de Ruls , welcke als men over is, komt men inde Canton van Ury. De wegh van dc Lepontinen, oft Leventinen naer Coire is over den bergh Luckonan oft S. Barnabe,die dc Lepontinen van de Grilons fcheyt : want het voorfte van dien bergh naer’t ooften is van de Lepontinen, en ’t ander van de Grifons, daer op’t hooghfte vaneenrotlègenoemtCa-delin, de riviere Herodes Ipruyt, die naer den bergh S. Barnabe loopt, daerfe haren naem verandert en de Middel-Rhijn geheeten wordt: aengaende d’andcre twee armen des Rhijns, de bovenfte komt van den bergh Crilpaldt,die naer den bergh S. Gothard vloeyt 5 maer dc beneden-fte van den bergh S.Bernardin : en alle defe bergen raken malkanderen , en krijgen in’tlaetfte alleen den naem van Adula, van de oude begre-
vers hier in niet over een komen, ^ant Polybius ièyt, dat Hannibal van Lyon (welck hy alleen de plaetle noemt daer de Rho/he en Saone t’famen loopen) komende, na dat hy 800 ftadien , dat is, hondert mijlen, in tien dagen gereyfthadde, begonnen heeft de Alpen op te klimmen. Defe woorden hebben byna alle de Schrijvers ver-ftaen , gelijck oft hy gefeyt liadde, dat Hannibal dieiiondert mijlen gedaen heeft van Lyon tegen deRhofiie opgaende, in’t trecken naer de Alpen. Soo dat lommige fulcks vaftelijck geloo-vende , hebben daer van een belchrijvingege-maeckt, die ly meenen feker en vaft te gaen. Sy leggen dan, dat Hannibal naer Sey Hel getrocken is, en rekenen tot die plaets 100000 pallen, daer na leydenfe hem naer Croilfilles, en de eerfte hooghten der Alpen; voorts door de rouwe bergen in Valais, tot de plaetfen van Saxe en Mar-tinach , van waer, lbo fy leggen , hy over den hoogen bergh Pennin getrocken is in Italien, en het dal van Salalfes, nu geheeten Val d’Aofta.
pen onder de Rhetifche Alpen.
De Rhetifche Alpen , van lommige Trentifche geheeten, naer Trenten de liooftftadt van Rhe- Maer Polybius en heeft dele inkomfie in het tien, waren meelt begrepen onder den naem des particulier niet belclireven , noch de plaetlèn berghs Adula , en liepen van boven Como tot van Hannibals wegh genoemt, maer alleen aen-Verona. De bergh Adula is de princip^ellle - - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;'
van alle , en wordt by de Hooghduy tlchen OCV
genoemt, en by de Grilons Colmamp;n delOl-ccllo. Naelldefen leght de bergh Spebgue, dien de Hooghduytfchen Oct* en tCtt ©pclu*“
/ de Grilons Colmen deï Orfo noemen. Dc Trentilche Alpen zijn mede onder dele bergen gerekent, die de Hooghduytlche @c61V0 heeten.
De IiAifche Alpen , daer Tacitus vanfpreeckt, zijn eertijdts oock Venetifche oft Venetiaenfche genoemt , om datfe in ’t gebiedt van Venetien waren. Sy leggen oock boven den Stactder Vene-tianen. Dc Inwoonders van dele Alpen, en haer nabuuren noemenle Julien en Zellen. Sy Itrecken haer tulfchen de oorfprongen der rivieren Vi-pao en Laubac ; maer fommige, doch qualijck, nae mijn gevoelen , begrijpender ’t landt van Trenten in. De bergli Thaurn in ’t Bildom Saltz-burgh, welck de Taurus van Mela is, leglit mede in dele Alpen belloten.
De Carnijehe Alpen, daer in de riviere Sau ont-fpringt, eyndigen de fcheydinge van Italien en Hooghduytllandt , en haer lengte is van ontrent den oorlprong der riviere Rilano , tot het beginfel van Laubac, en by Ilfrien en Friul, daer Italien eyndight, en Friul aen Garnie grenft , en daerom wordenle Carnilclie Alpen genoemt.
De Norifehe Alpen, daer de Schrijvers, die nae de Oude geleeft hebben, van Ipreken, hebben delen naem van haer oude Inwoonders, en der felve gebuuren, die men nu voor die van Reye-ren neemt, en Ifreckten van het beginlel des riviersDravus oft Drau, tot den oorlprong van Natilbn. Haren hooghlfen wegh was ontrent de fonteynen van Drau en Piane, op den bergh Ceje.
Indien men wil weten de verfcheyde wegen der Alpen, loo moet men eerlf onderfoecken de palTagievan Hannibal, toen hymet fijn leger in Italien gekomen is, om dat fommige Schrij-
gewelèn fijn vertreck van de Rhofne , aenkom-lie by de Alpen door vele quade wegen, en in-komfte in Italien , daerhy voor eerit de Tauri-
nefen aentafte by fijnen wegh gelegen , te voren altijdt door’t landt der Allobrogen getrocken hebbende. In dele inkomfte accordeert hy met Titus Livius, die Hannibal mede doet ver-trecken vandeplaetlè daer de Rhofiie en Saone haer vermengen , en doet hem van daer door ’t landt der Allobrogen,oft het Dolphinaet, den wegh der Tricaftinen , oft desaenliangs vanS. Paul trois Chafteaux nemen,voorts doet hy hem palTeeren op de grenlèn der Vocontinen,oftGa-pancoien, en na dat hy gepafleert is ’t landt der Tricorianen, doet hem komen aen de Durance , van waer treckende dwars door ’t landt, valt ten laetllen in Italien, door ’t landt der Tau-rinoilên.
Indien Hannibal over den bergh Pennin in’t dal Aoife gekomen was, nadathy door’t lande der Veragren oft Valefanen getrocken was ; Polybius Ibude haer namen niet vergeten hebben, noch oock den bergh Pennin, Salalfes, en In-woonderen van ’t val d’Aolfe ; maer loude die Ibo wel uytgedruckt hebben als die van de Tau-rinoilen, voor dc welcke hyle genoemtlbudc hebben. Daer-en-boven de Veragres oft Hooge Valefanen leggen niet in den llreeck van de Allobrogen , wiens naem begrijpt de Dolphinoifen en Savoyaerds, en de bergh Pennin behoort aen die volckeren niet ; en nochtans Polybius Ifelt den heelen wegh en alle de veldtllagen tot de Alpes toe , en de komlle in Italien in ’t landt der Allobrogen. En ’t gene meelt tegen haer gevoelen Itrijdt, is, dat, als men van den bergh Pennin komt, men lbo haell in het landt der Tauri-noilennieten kan zijn, gemerektdat de voor-fchreven bergh verre van daer leght. Voeght hier by,dat men van den lèlven berg de landouw rondtom de Po niet kan ontdecken, de welcke Hannibal aen fijn foldaten toonde, als Polybius
4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ITAI bins en Livius getuygen. Soo dat fchijnt, dat in ’£ vertrecken van de Durance by den wegh genomen heeft, die door denbergli Genevre na Sufa loopt, oft door den felven bergh na Prage-la , en voorts na Pinerol, aengehen hy loo haeft in’t landt der Taurinoifen quam , die veel nader dien bergh zijn , als Val d’Aofte is , ontrent de landouw die van de Doria bewatert wordt, niet van de Po. Maer ’t gene hier tegen ftrijtjs, dat-men van ’t geberghte van Sulà, de landou rondom de Po niet en kan fien/t welck den bergh van S Michiel belet,en van de zijde van Pragela entdeckt men de landouw van de Po niet,noch oock Piemont. Soo dat Hannibal van Pragela,door le Col oft den Hals van la Roulfe, mach gekomen zijn aen de bergen rondom Giaven , doorquade en moeyelijeke wegen, loo Polybius en Livius léggen, van welcke bergen men de landouw van Piemont kan lien, ’t En is oock niet waerfchijn-Jijek , dat hy van de riviere Durance Ibude ge-trocken zijn met eenen grooten omkeer na den bergh Cenis, daer van men mede een groot deel van Piemont fiet. Mijn gevoelen is, dat hy door le Col du Maura gepalfeert is, die lijnen naem daer van Ichijnt behouden te hebben: loo dat hy , over de Durance getrocken zijnde naer de vaert van Roulfet der Ambrunoilèn , en wederom zijnde geklommen op het berghsken van Breoule in Provence, mach getrocken zijn na den ftereken pas van Louzet, welck is d’eerfte plaetlè des Hertoghs van Savoyen, daer nae volgende de riviere Ubaye, gekomen tot Barli-lonen, voorts tot louliers en S.Paul, oock ftaen-de onder den Hertogh van Savoyen , door goede en gemackelijeke wegen , en van S. Paul, weder getrocken in ’t Dolphinaet , en gegaen na Col du Maure , een moeyelijeke wegh, doen na Chana, tot het kafteel Douphin , voorts na Tourettes, het eynde van’t Dolphinaet, en S. Pierre, mede den Hertogh van Savoyen toe-behoorende, en van daer gekomen in’t Mar-quifaetfchap van Salucen , naderende de Po. Doch van daer en kan men de landouw rondom de Po niet lien, ’t en waer dat menfe ging ont-decken op den bergh Vifo , door rouwe en heel ongebaende wegen , lbo voor de oliphanten als voor de paerden, daer nochtans een palTagie is, gelijck men hier naer kan fien. Het gene aldermeeft Hij ft ’t gevoelen van hen, die meenen dat Hannibal in Italien gekomen is over den Pennin, is, om dat eenige Ichrij-ven , lbo ick hier boven gefeyt hebbe, dat Key-ler Arnoldus, uyt Italien na Duytllandt treckende, den wegh van Hannibal genomen heeft door Bard en den bergh lou oft Jupiter, en dat op de felve plaets Bard, gelegen tulTchen de lieden Ofte en Yvrée , gelijck Paulus lovius feydt, een oplchrift acn den muur ftact , te kennen gevende dat Hannibal over defe Alpen getrocken is. Om dele tegen malkanderen ftrijdende opi-nien te vergehj eken , feggén de geleerde , dat dit groot krijghsheyr fich gedeelt heeft, en elck deel eenen verlcbeyden wegh genomen. Soo wy nu willen Ibecken de paflagien der Alpen, füllen wy vele vinden om in Italien te komen. |
I E N. Want men kan ten cerften aen de zijde van Nice ' reyfen door den wegh ontrent de riviere Var, die fich in twcên deelt, waer van den eenen aen de rechter zijde loopt langs dezeekuft, en de ftrant van Genua j den anderen aen de llincker handt leyt door Nizze tot Col de Tende , door Elpel en Sergo , door lbo quaden wegh, dat de elèls, en muylen , die ’t Ibut dragen , ter nauw'er noot daer over mogen gaen j maer in ’t neder-komen van Col de Tende vindt men het begin-lel van eenen beteren wegh. Daer is noch eenen pas door den Hals van Ar-gentierc , die in Terre Nova van’t Graeflchap Nice is. Want die van Languedoc komen,nemen haren wegh door Avignon, Carpentras, Val de Pierre en Breoule in Provence j van daer gaenlc na den moeylijeken pas van Loulet, beginnende in den Staet des Hertoghs van Savoyen, daer men nederwaert gaet na Val de Mont, Miolans, Berlilone, Mcirone , en l’Arche j voorts ontrent een mijle van daer vindt men den bergh oft col van Argentiere, in ’t Graeflchap Nice. Men magh oock den lelven wegh nemen,rey-lende van Ambrun tot Guillcftre, daer fich de wegh in tweên deelt. Die aen de rechterhandt is door den bergh oft col de Vars, daer men ne-derwaerts gaet na Val oft het dal de Mont, en van daer treckt men na S Paul en Meirone, daer nae komt men aen col de Argentiere. Die aen de llinckerhandt loopt door ’t dal de Queyras, en de lange duyftere valleye van Vayer, daer-men in minder als vijf mijlen over vijftien bruggen moet gaen. Een vierendeels mijls aen geen zijde Queyras fcheyt fich de wegh noch eens in tweên: die aen de rechterhandt loopt na S. Veran , voorts door cold’Agnelna Chaftcau Dolphin, Tourette ’t laetfte dorp van ’t Dolphinaet, en de valleye van Chafteau Dolphin, gelegen een mijl van Villar S Pierre , d’eerfte plaetlè van Piemont aen die zijde , daer men komt in ’tMarquifaet Saluce door de dalen van Maire en Veraéte. Men kan oock, reyfende van Ambrun na S. Clement,en voorts na Guilleftre, den wegh nemen van de valleye van Queyras, en voorts van Queyras aen de llinckerhandt na col de la Croix gaen ; en van daer naden Toren van Mi-rebouc een quaden pas in’t Hertoghdom Sa- _ voyen , metfoldaten befets van hier komt men in Piemont door de valeyen van Angrogne en Lucerne. Noch is’er een wonderbare palTagie, die men doorhouwen heeft een booghfeheut lang,en aen den bergh Vilb gevoeght. Men komt aen dele klove, als men van Queyras na Riftolas gaet ; voorts komt men van daer in val du Po, en’t Marquifaet Saluce. Daer zijn veel wegen om van Grenoble te trecken na den bergh Genevre. Den eenen is door Vizile en ’t dorp Vyfanen, van waer men door leer moeyelijeke wegen komt aen den bergh Lans, Grave,Vilar d’Arene,colde Lautercl, aen ’tkloofter van Briançon , aen Briançon , en dan aen den bergh Genevre, Maer hoewel delèn wegh den kortften van aile is, wort hy nochtans weynigh gebruyckt , als by d’Inwoonders van dit |
dit landt,namentlijck in den winter,om de fneeu en het ys,cn in voorjaer om ’t Imelten en ’t vallen der felve : den anderen loopt aen de rechter 2ijde,van Grenoble tot Chans,daer men over de riviere Romanche met een fchuyt vaert, en Ibm-tijdts, doch felden, is ’t water foo kleyn dat men daer door gaet; voorts klimt men op ’t geberght van Frey j vaa daer treckt men na Mure, na Corp, aende vermaerde plaetfeLefdiguieres, en aen S.Bonet : voorts een vierendeel mijls aen gene zijde van de brugh van S. Bonet, zijn twee wegenj den eenen aen de rechter zijde leyt door Laye en col de Chauvet, van wacr men na Gap reyft, en voorts na Chorges ; den anderen aen de flincker zijde neemt men door S. Laurens , door col de Manfe, en Rochette, van waer men na Baftie Neuve , na Chorges , en na Savines gaet, daer men over de Durance na Ambrun , S.Clement, en na S.Crelpin treckt : en van daer gaet men na Pertuis Roftang, en Briançon , en den bergh Genevre, van waer men nederwaerts na Sezane gaet : en hier is de bequaemfte pafTa-gie, foo voor’tgcfchut alsde hcyrlcgers. Tot Sezane deelt fich de wegh in tweên. Aen de rechter zijde loopt hy na val de Sauze,het welck hy aen de rechter handt laét : daer nac als men op Val de Sartrieres gekomen is, welck Val de SauzeenValde Pragela fcheyt, gaet men door eenen breeden wegh in Pragela, en palTeren-de Feneftrclles en Mantoule, dat men voor het laetfte dorp van die valley houdt, ontmoet men Chafteau du Bois, de uyterfte plaetïè van dat Dal, gelegen een mijl van ’t dorp Perouïc in Piemont , het voornaemftc van fijn valley : voorts van daer gaet men door cenige poorten na Pincrol,gclegen ontrent die valleye,ofte door een gemacKelijeker voetpadt fonder die poorten te roeren. Den anderen pas is van Sezane na Oux,Salbertran,en Effilles,daer langs Koning Karei de VIII trock in fijn reyfè naer Napels,en liet daer ’t gefchut tot fijn wederkomfie, naer de vidoric van Fournouë : voorts als men Chaumont voorby gegaen is , komt men aen de grenièn en ingang van Piemont , en een vierendeel mijls van daer, by een kleyn beecxken genoemt Graviere s noch een mijl van hier vindt menSuza, en naerderVranckrijck, laillon en Gelafïè met hacr forten oft fchanfien. Dit is den wegh die Koning Lodewijck de Rechtveerdige namin’tjaer 1629,0m de Hertog van Mantua te Rellen in de vreedfiime pofleffie van Montferrat, gelijck hy gedaen heeftjdoch na ’t verlies van de Itadt Mantua, heeft den voorlchreven Hercogh den Keyfer voor Leen-Heer moeten kennen. Men komt oock van Vranekrijek in Italien door den bergh Cenis, als men gaet van Lyon na den moeyelijeken wegh van ’t geberghte Aiguebelette , voorts na Chambery , en van daer na Chambre, en door ’t pleyn van Muria-ne, langs de riviere Ar, die men dickmaels aen beyde zijden met bruggen over gaet, reyfende door een leer nauwe palfagie van wederzijden met rotïen be/èt, na S. lan de Murianc, Modane, Termignon , enLanebourg , gelegen aen den voet des berghs Cenis, daer men opklimt nae een half ure tijdts,door eenen breeden en frayen Italien^ |
wegh, van het voorjaer tot dèn herfR : âaèr iiaé ontmoet men een vlack veldt ontrent twee mijlen lang, met de kapelle van Tranfis, welck eert huys is op een luftige paflagie, het welck den Hertogh van Savoyen heeft doen maken, om daer te ontfangen vrouw Chriftina, dochter van KoningHenrick de IVj toen ly uyt Vranekrijek quam, om met den Prince van Piemont té trouwen: voorts vindt men de plaetle van de Poften , en ontrent twee mijlen in den afganek (die heel nau is, en op veel plaetfen ongemacke-lijck, daer men de pleyn van Piemont entdeckt) het dorp van Fernere, daer men nederwaerts gaet na ’t dorp van Novale/è, de eerfte plaetle van Piemont aen die zijde, gelegen aen den voet des berghsCenis, ontrent een mijl van Suza. Men reyft oock van Grenoble door Chambery, en defgelijeks van Vienne, en Valoire na Voy-ron , en Echelles , gelegen op de frontiereil van Vranekrijek en Savoyen , ontrent den welc-ken men gaet door de moeyelijeke palfâgie van la Crotte ; die niet lang en duurt, aen het eynde van de Alpen, van waer ontrent twee mijlen zijn tot Chambery. Daer is noch eenen pas door Val deTaran-tailè in Savoyen, als men gaet van Montmeillan na Conflans, Briançonnet, een ftereke plaetle, en nauwe palfagie,en voorts naerAigueblanche, Mouftiers, S.Iaqueme, Chafteaufort op den pas, en van hier na Vilette, Eme, S.Maurice én Selz, van waermen komt aen den bergh, de kleyné S. Bernardt genoemt ,• voorts gaet men nederwaerts na Thuillcj’t beginlèl des dais van Aofte, Van waer men treckt na Bar, diefe den wegh van Hannibal hceten : daer naer ontrent een half mijle van defe paftagie komt men aen de brugh van S.Martin, gemaecktj'oo men leyt, van Key-1èr Auguftus, om daer mede Vranekrijek van Italien te feheyden: van hier gaet men na Yvree* Maer den wegh van val d’Aofte is den ongemac-kclijckften om door te komen. Aengaende de palfen van Valais in Italien , daer zijn twee wegen naer Sion, waer van die in ’t zuyden is, loopt door de valleye van Uren, en ’t gebergte Arolle : daer nae komt men in ’t dal Penine oft Peline, ftaende onder het dal d’Aofte. Daer is noch eenen pas genoemt Kumben, als men van Martinach trccKt, en defen deelt fich op de bergen , in verlcheyde wegen , waer van die aen die llincke zijde is, leydt na den kleynen S. Bernardt, niet verre van Tarantailè,den anderen loopt van Antfemont naer den grooten Sint Bernardt, en van daer na Aofte. De bergen van Valais hebben oock veel palTagien die na Lom-bardien gaen, waer van eenen door ’t geberghte van Griez, door Griez, en Nyfi leydt na de val-leye van Antigorio, welck een deel is van het dal de Dome d’Olcella in’t gebiedt van Milanenrden anderen loopt van ’t dorp Brig in Valais, na den bergh Sempion , by de Latiniften Sempronius genoemt,en van deHooghduytlchen den ©’ÓUpcP / en naer Crevola, een plaetle in den Staet van Milanen* Van Vilp is ’cr eenen wegh doof den berghvan Salèr, en aen d’ander zijde door den bergh van Matter, die na ’t gebiedt vao Milanen leydt. C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Méfl |
s nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I -T A L
Men reyft oock, maer met groot gevaer, van den Canton Uri,en fijn ftadt Altorf, na Belinzo-ne, en na den Milaenfchen Staec,door de valleye die men de heliche noemt, le Pont tremblant, dat is, de bevende brugh, en den bergh S. God-dart.
De Gri/bns hebben mede vele wegen om in Italien te komen , den eenen is door Coire naer TholTes, daer men een enge en gevaerlijcke paC ûgie vindt, midden doorgroote rotfenen on-vafte bruggen , meeft gelegen op fluyfen en fteyle plaetlèn van denRhijn: men gaet voorts naer Spelugue, en den berg diele den moeyelijc-ken heeten : van hier treckt men naer Clave oft Chiavenne en van daer naer’t Lac van Como cn ’t beginfel van’t Milaens gebiedt : men mach oock van Coire gaen door Bevio , en door Septa naer Clavenne, van waer men naer’t lac van Como rey ft. Van Clavenna gaet men naer den Staet der Venetianen door Nouva, en voorts klimt men op eenen moeyelijcken bergh,oft men paf-feert’t Lac de Como, tot het dorp van Pocada-do, waer Valtelin begint. En men vervolght fijnen wegh door Morben, daer men een geberght ontmoet, dat men in den fomer over reyft om te gaen naer Bergamo : maer men mach daer in den winter niet over, om de fiieeu : loo dat men dan naer Sondres oft Sondrio gaet, een ftadt van Valtelin, daer na naer’t dorp Villa, gelegen in’t felve Valtelin, van waer men naer Edolo gaet, een plaetfe der Venetianen.
Men kan noch van Coire in’t gebiedt der Ve-O
netianen komen door drie groote bergen, den eerften van die is Albora, welck een lange wegh is tuftchen twee hooge rotfen 3 en kort daer na vindt men Bernine , van de Françoyfèn Berline genoemt, van waer men vijf oft fes mijlen ncder-waerts gaet tot Tiran toe : voorts gaet men naer den bergli Aurigue oft Urigue,van den welchen, door vele andere kleyne bergen , men koomt aen ’t lac de Ifeo, gelegen tuftchen den Staet van Brefta en Bergamo.
De andere paftagien door Valtelin zijn ïècr vele ,• gemerckt dat beneden Tiolo, in ’t gebiedt van Grofio,eenen grooten wegh is, die door den bergh Mortirol leyt naer val Camonique in den Staet van Brefta, daer men foo wel in den winter als fomer gaet door den bergh Auriga, en door de paftagie diefe Lizipelli d’Auriga noemen, van een dorp, recht tegen over Tel gelegen , van waer men naer S. Pierre gaet, daer men dien grooten wegh vindt. In ’t lelfde gebiedt van Tel ontmoet men ’t dal oft valleye van Belvifo , van wafer men den wegh des Staets van Bergamo en van’t dal Camonique neemt. Daer is oock eenen wegh die van de valleye d’Ambria, in ’t gebiedt van Piattede , naer ’t landt van Bergamo loopt, gelijck mede van de valleye van Madra in ’t gebiedt van Fufma. Daer is oock ’t dal de Tartano, in’t gebiedt van Talemone , dat fich in twee mindere valleyen deelt , genoemt Biorcha en Zoccata , die alle beyde naer den Staet van Bergamo ley den 3 en men gaet in den fomer feer ge-mackelijck door dele valleyen naer Bergamo. Van Borraio,welck een deel van Valtelin is,gaet men naer de valley Camonica, in den Staet der
I E N.
Venetianen, en naer Ponte de Legno, door leer rouwe en harde wegen , die in den winter on-ganckbaer zijn.
Aen d’ander zijde is ’er eenen pas in ’t gebiedt van Pedelma in Valtelin,door welchen men naer val de Safina, in ’t Hertoghdom van Milanen, gaet : Planta di Dio ftrecht tot Scaleta, van waer men naer’t lac di Como reyft, met trappen in de rotfen gehouwen.
Om van Tirol in Italien te homen, trecht men van Inlpruch naer Steinach, een ftad t van Tirol, daer na gaet men over den moeyelijchen bergh Brenner , aen wiens ander zijde ontmoet men de ftadt Sterzingen, en voorts naer Clufe, by de Duytlchen Claulen genoemt , en de Italianen Chiula, van wegen fijn enge paftagie 3 daer wey-nigh menlchen vele können wederftaen ; van hier gaetmen naer Bolzan oft Botzen, ’t beginfel des Staets van Trenten gelegen in de Alpen; voorts naer de ftadt Neumarch , en van daer naer Trenten, endan naer’t fort van Clufe oft Chiule in ’t gebiet van Verona, ontrent de gren-fen van ’t Bildom Trenten.
Men gaet ooch uyt Beyeren naer Lago di Garda, den Staet van BrelTa en Verona, van Bruch, een ftadt in Beyeren, door Barhifch, een dorp van Tirol, naer Seefeld , Inlpruch en Trenten. Daer-en-boven hanmen van Inlpruch enSterzin-gen naer Trevile cn Padua rcylen door Chiula in ’t gebiedt van Trenten gelegen , Botzen, Neumarch, Trenten, Chiufa der Venetianen,en Caftel-Franco, van waer men naer Trevile gaet, en voorts naer Padua. Men han ooch uyt Beyeren naer Brixen trechen, en voorts naer Feltrin, en’t gebiedt vanBellunen, behoorende onder Marca Trevifana der Venetianen , door democ-yelijche lulifche Alpen.
De Carnilchc Alpen hebben twee palfen : den eenen leyt naerVillach in Carinthicn,ontrent de riviere Lilonzo:den anderen loopt van Laubach oft Lubiana naer Friul, door S. Geertruids bolch. En alis’t dat de nature aen alle andere hanten van Italien de paftagien moeyelijck gemaecht heeft, en quaet om aen te homen, als een borft-wcring en ftercke wallen, Ibo heeftfe nochtans den pas tuftchen Gradilque en Gorits, goet en gemachelijch gemaecht : door delen zijn de Türchen in den tijdt van Bajazfet in Italien geho-men , en hebben heel Friul afgeloopen, en paf-lerende drooghs voets der fclver rivieren , als mede die van Marca Trevifana , zijn ontrent de poorten van Trevife gehomen. Onder den Koning Theodoricus hebben de Gothen , en daer na de Venetianen getracht defen pas met eenen muur te ftuy ten, die men miach noemen de groote poort van Italien , en tot dien eynde wierd Grodilque en Goritz verftercht. Maer dit was te vergeefs , om dat ’er tuftchen die twee plaetlèn noch een vlach pleyn lagh : tien oft twaelfmij-len groot, dat voor de Barbaren open lagh, tegens welche de Venetianen langs henen een groote gefloten gracht maechten,die haer mede nergens toe gedient heeft, gelijch ooch de ver-fterchinge van de ftadt Aquilea de Romeynen niet geholpen heeft 3 maer is na een drie-jarige belegering van Attila Koning der Hunnen ge
wonnen.
yipenni». Rivieren, I T A wonnen. Doch hebben de Venetianen ten laet-ften het ftercke fort Palma in die quartieren ge-maektjom dacr te ftutten,die door de voorichre-ven palTagie in Italien fbuden willen komen. De bergh Apennin is als een arm van de zeebergen , en begint by Nizza, op de ftrandt van Genua, en loopt voorts dwars door Italien, het jfêlve deelende van ’t weft naer ’t ooft tot Marca d’Ancona, daer hy fich naer ’t zuyden draeyt, en loopt met verlcheyde kromten en bochten midden door ’t Koningrijck Napels, tot C.d’Ar-mes, Reggio , en de Siciliaenlche zee , daer hy eyndight.Het hooghfte deles berghs noemen de Schippers hedensdaeghs Punta di Talo. De andere voornaemfte bergen zijn meeft altemael in ’t befonder geftelt, elck in fijn eygen landt. Dè principaelfte riviere van Italien is de POj by de oude Schrijvers Padus en Pridanus genoemt, die op den bergh Vilo oft Vifuvius in Piemont ontlpringt, en van daer loopendc door Turin, Cafal en Cremona, gaet dwars door Lombar-dien , cn een deel van Romanien , daer na valtle in de Adriatilche zee door de monden van Pri-maro , Volana, Albero, Goro, cn Fornaci, die oock loo velc havenen maken. Onderwegen ontfangt hy in Piemont de mindere rivieren Grane, Maire, Veralte, Gilbe, Pelles, met Chi-lön, Chilbla, de twee Doricn en Orco, komende uyt d’Alpen : in Montferrat wordtie vergroot met de Sefia, in den Staet van Milanen met den Taner : vermeerdert met de rivieren en beecken Gez, Sture, Borbe, Triom,Belbo,Ler, en Orbe: voorts inde noordzijde van’t lèlve Milaenlche gebiedt wordtlè verrijekt met de Gogne, Tefin, Lambro, Adde cn Serio : en in’t zuyden, met Sorivia,en Staffora : ten lactften in den Staet van Placentia en Parma, met Trebbia, Nura, Larda, Stiron, Tar, Parma en Lenza. Daer-en-boven loopen in de Po in den Stact van Mantua, naer ’t noorden , de Oglio en Chiefa , die in de Oglio en Mince valt, Ipruytende uyt Lac de Garde ,• en in het zuyden Chroftolo en Secchia. In Romanien ontfangtlè de Thion, Panaro, de Rhijn van Bolonien, Idice en Tartaro. De voornaemfte rivier naer de Po,is de Tiber, certijdts geheeten TiberiSjTibris^ en Albula, nu van de Italianen TeVerCj wiens oorfprong op den berg Apennin is, by de grenfen des gebiets van Arezzo. In ’t beginlèl is fy kleyn, dacr na wordtfe foo groot door veel rivieren die daer inloopen, datfe lchepen draeght,waer van de vermaertfte zijn de Ncra of Negra,eertijtsNar genoemt^de Chiana oft der ouden Glanis, daer de Paglia lieh mede vermengt; de Chiazzo,die lich in de riviere To-pin , by dc Latiniften Tinna en Tinia geheeten, ftort, na datfe eerft met de oude Clitumnus ver-rijekt is : de Faifaro, der Latiniften Fabaris : de Caminato , anders Rio Moffo, en in vorige tijden Allia genoemt : de Teveron, oft Anien, die door de ftadt Tivoli loopt,en Dachia,voor defen Aimo oft Almon geheeten. Voorts de Tiber van de bergen vallende, doorwandelt Tolcanen,niet verre van Civita Caftellana, Perugia en Otri-coli, en lcheyt Tolcanen van Umbria en Sabinen : daer na loopende door Romen,ontlaft haer in dc Tyrrheenfche zee, by de ftadt Oftia. |
L Î E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9 Op de kuft van Genua en de palen van Italien is Karo de vermaertfte rivier, in’tLatijn die in d’Alpenlpruytpntrcnt S. Steven , en valt in de Marliliacnlche zee, nae datlê de rivieren Caremp, Lavaire , Efteron, Lince en Vefubie mede genomen heeft. Maer defe rivier behoort meer aen Vranekrijek als aen Italien. De andere volgende rivieren en in dc Tyr-rheenlche zee loopende, zijn Pabon, eertijdts Paulon genoemt: Porz/vere oft Porcifera, dieuyt den Apennin vl®cyt : Ferijano oft Feritor: Lasagna, die men meent de Fntella van Ptolemæustc zijn: en Magra , van Strabo Macra geheeten, cn van Ptolemæus Macralla,het cynde van Ligurien. De rivieren van Tolcanen , die hacr wateren in de Tyrrheenlche zee lolen , en d’anderc voL gen,zijn Layenz^ajPreddo, S-erchio oft 0/ari, eertijdts Au/ef en Aufur genoemt : voorts Arno oft Arnus, een der voornaemfte rivieren van Italien, die op denbergh Apennin ontfpringt, inde plaetsdic men Falerona noemt, en vallende van de fteyle rotfen,laet de ftadt Arezzo aende llincker zijde, loopt door Florenccn en Pila, en van daer in de zee, eerft vergroot zijnde met de rivieren en beken Craina,Solana,Rena,Relcho,Seva,die door Mugello vloey t ,• en met Mugnone, die oock van den Apennin komende by Florcncen in den Arno valt. Daer-cn-boven de rivieren Terzola,Bi-fenzo, mede nemende de beeck Marina ; Om-bronedie haer mengende met de Stella ontrent Carmagnan in de Arno loopt, recht tegen over den bergh Luppo : Pe/cia vergroot van Rivola s Staggia, Corlólana, Archiano, Peftilione, Elfa, cn Era. Dc andere principaelfte rivieren van Tofcanen naer de Arno zijn Qeeïna oft Cecinna, die uyt den voet van Montette Ipruyt, vloeyt door’t gebiedt van Volaterra, en loopt in zee: Cornia, die door den Staet van Campiglia wan-delt,en lieh in zee begeeft,oft in den nabuurigen lac ontrent Plombin : Alma, Prik, die van de bergen by Malfa gelegen komt, en in’t meir van Prile loopt. OwZ’rowf, eertij ts Umbro en Ombros, (een andere rivier als die in de Arno valt) die vermeerdert wordt met de Arbia, Trefta,Sora, Sila, Merifa,cnOrcia,die den Afto en Formo ontfangt: voorts zijnder de rivieren OJa,Albengia,Pefda,Mar^ ta,Mognone, eertijdts Minio en Munio genoemt j -FriyPadna^Sangiiinaria en Aron, heel naer den Tiber. Derivieren van Campania diRoma,behalven dc Tiber, zijn Rivo, eertijdts Flumicus ,• de Stura, noch lijnen ouden naem behoudende, en Au“ fente, oft BauAino, in vorige tijden Vfens geheeten, die in de Tyrrheenfche zee loopt, tuftchen Ter-racina, cn Piperni. Aengaende de rivieren van’t Koningrijck Napels,fpreken wy in de befchrijvinge des felfs. De Marca van Ancona heeft veel rivieren die in de Adriatifchc zee loopen, als Albno, waer van den mondt oft uytganckis tien mijlen van dien van Tronto , die Abruzzo en ’t Koningrijck Napels feheyt van dat landt: dc Tigna, die van’t ge-berghte Apennin komt, en loopende door’t gebiedt van Ferme valt in de zee : de Leto Mort : de Chiento, wiens oorfprong is in den Apennin onder Camerin en Seraval , cn met wekken fich vermengen dePiaftra en Calderola.deLeto Vifï |
ITALIE IO Vif: de Potenza, die uyt den Apennin vloeyt boven Mattelica , en ftort fich in de Adriati-■Iche zee 5 aïs oock de Alpido oft Mufon : de Fiu-mefino , certijdts Æfis genoemt, die in vorige tijden de uyterde pael van Gallia Cisalpina was : deMifla, die ontrent Sinaglie paffecrt, en ontvangt denSentino, die ontrent demuurenvan Safloferrato loopt; de Ccfano, by de onde Cefa-ïius genoemt : de Metro , eertijdts Metaiirum, vermaert om de vidorie die Liviiis Salinator hier ontrent gehad heeft tegen Afdrubal : defe ontfpringt in den Apennin , en ontfangt de rivier Candian ontrent Foflombron , daer nae valtfê in de zee ontrent Fano : de Argila die mede in de zee loopt; ende Folia by de oude Ichrijvers Jfaurus en Pifaurus genoemt, die van den Apennin vloeyt, en loopt voorby Pe/aro, daer een fteenen brugge is, die de Marcam en Romanien lcheyt,en daer na het beecxken Albs, eertijdtsSapisgeheeten, medenemende, ont-laft fich in de zee , beneden Maceraten van Montfeltre. De rivieren van Romanien die in de zee vallen , zijn Catolica, Vintinella, Conca, eertijdts Cruftinum , Marecchia , die fich ontrent Rimini looft: Pifatello, by de oude Rubicon, die nae de Æfis, de oude pael van Italien en Gallia Cisalpi-nawas: Savio, in vorige tijden IJapis en Sapis', ; aen wiens uytgang Auguftus ecnlcheeps-arma-dc hielt,om de Adriatilche zee te bevryden ; Be-defè oft de oude Bedejuw , wiens mondt oft uyt-loop de haven van Ravenna maeckte: de Ronco, van Blondus Bidens geheeten , die nu de haven van Ravenna maeckt ; en de Mon ton, by Plinius Vitis, en by die van onfen tijdt Azuedotto genoemt , die op den Apennin ontlpringt ontrent den Tiber, daer men by moet voegen daer ick van gelproken heb, die haer wateren in de Po Joften. Belangende de rivieren desgebiedts van Padua, Vicenza, Verona en Trevifa, daer van füllen wy fpreken in de befchrijvinge van het Dogado ; als oock van die in ’t gebiedt van Bref-la, en Bergamo zijn, onder de gene die inde Po loopen; daer-en-boven van die onder Friul eniftrien hooren, maken wy gewagh indebe-Ichrij vinge der ftlve Provinciën. Meeren. In Italien zijn mede veel poelen oft meeren, waer van de voornaemfte zijn het lac oft meer van Perugen, by de oude Schrijvers geheeten Traßmenus oft Trajuwenus, ontrent het welck Hannibal de Romeynen in Toftanen verflagen heeft: dit lacis bynaedertigh mylen groot in fijn omloop, en vol viflehen : ’t Lac de Bollèna, eertijdts Vuißnius, groot 24 mylen in’t rondt, gelegen in’t Patrimonie vanS. Pieter, en vol palingen oft ael ; ’tLac de Celano, eertijdtsin oudt Latio , nu in Abruzzo gelegen , by de ouden Bucinus genoemt : omtrent dat van Celano en de vermaertfte des Koningrijeks Napels, ! ’t Lac de Nor/è in Marca Ancona, daer,{bo men legt, de duyvelen danflen : ’t Lac de Piediluco in Llmbrien , eertijdts Veliniis, welck , na de mee-ninge van vele, het middelpunt van Italien is: Lac Ma^gior in denStaet van Milanen, by de ouden ^erbanus en Hooghduytfthen |
N. geheeten, veertigh mijlen lang, en leven breet, door wiens lengte de rivier Tefin loopt , die voorts ’t gebiet van Milanen doorwandelt : hier ontrent is’t Lac d’Orte: ’tLac de Come, in vorige tijden Larius, light wat diep inder Ve-netianen landt, en isbynae loogroot als’t lac Maggior. Hier zijn noch ’t lac d’I/èo , certijdts Sebinus : ’t Lac di Idre gelegen tulfchen ’t lac d’Ilèo en lac de Garde, eertijts Benacus genoemt, een van de fchoonfte in Italien, rijck van truy-ten en carpers, fich ftreckende zuyden en noorden 3y mylen lang , en ly breedt, tot in’t gebiedt van Trenten,en Icheydende’t gebiedt van Breffaen Verona. De lucht van Italien is meeft overal loet, ge- lucht. matight en gelbnt, de noorde winden zijn niet te kout, en de zuyde niet te heet, Ibodatlède vruchten des aerdtrijeks niet belchadigen , of het teelen van ’t vee verhinderen : de vier laifoc-nenoft tijden des jaerszijn byna overal gema-tight, foo dat men in veel plaetfen een geduu-rige lente en lomer lchijnt te hebben. Hier zijn veel fonteynen, meeren en rivieren, J^uteren. foo tot riootdruft en vermaeck der menlchen en heeften, als om het aerdtrijck vruchtbaer te maken : behalven dat men veel warme en ge-lontmakende wateren vindt , principael in Romanic , in ’t gebiedt van BrelTa, Padua en Luca : in ’tlandt van Volaterre, Siene , Viterbe en Pe-rufe : in Terra di Lavoro van ’t Koningrijek Napels, in Piemont, Montferrat, en Friul. De landouwe wort bevochtight met veel wa- Landouwe. teren, dielè aengenacm en vruchtbaer maken van alles dat men Ibude mogen wenlchen. De lengte doorfneden van den Apennin heeft acn beydezijden, danlchoone velden, danfraeye vlackten en dalen met luftige heuvelen onder-fcheyden , en van alle kanten koftelijcke landerijen, vruchtbare ackers, dichte bolTchagien, vette weyden, vol gras en bloemen. Italien draeght tarwe en alderhandc granen rmcht-in grooten ovcrvloet, bylbnder in Lombardien, ^uerhejit. ’t Koningrijek Napels, Marca Trevifi , en in Maremmes of by de zee-kuften van Tofcanen. Daer is menightc van verfcheyde wijnen, als wijn Grec van den bergh Somma , in ’t Koningrijek Napels, den witten Chiarello van Napels, dielèrpis; den witten Afprigo van Napels, die een open lijfmaeckt ; den goeden wijn Grec van Ilchia;den witten en rooden van Salem , en San-feverin, alle wijnen van ’t Koningrijek Napels : den witten Albano, en rooden van Campagne de Roma 5 den excellenten rooden van Magna-guerra , en den witten van Caftel Candolfo : den witten en rooden van de kuften van Genua; den wijn van Tagie in ’t gebiedt van Genua, kleyn, maerfeer gelbnt; den koftelijekenrooden wijn , dielè Lacryma noemen, in ’t Koningrijek Napels ; de fiiyvere en oprechte Mulcadel-len van Montferrat, en andere plaetfen : de wijnen van Friul en veel andere landen. Hier is overvloedt van olie, mceftendeelop de kuften van Genua, Tolcanen, Poüillen en Terre d’Otranto : als mede van allerley fruyt, ja van het uytnemende en befte , te weten oran-je-appelen, limoenen, citroenen, engranaet- appe- |
E N.
Il
appelen. In ’t Koningrijck Napels waft oock veel fuycker, katoen en moerbcfi-boomen, waer van de bladeren meer geacht worden als de vruchten , om dat de wormen daer van haer voetièl hebben, die overvloedigh zijde maken, prin-cipael in Calabrien, daer-en-boven in Tolcanen, Lombardien , Marca Trcvilana en ’t gebiedt van Bologne. Men fiet aen alle kanten , behal-ven de fruytboomen, veel boftchen, die de in-woonderen meer gebruycken tot huylèn, Iche-pen engaleyen te bouwen, als tot brant-hout. Mynen. Italien heeft veel mynen lbo in de Alpen, als op haer grenièn en in den Apennin, ’t Koningrijck Napels heeft’er Ibmmige van goudt en fil-ver, als oock Tofcanen eneenige andere landen , die mede vele vericheyden metalen hebben. Wat het yfer belangt, hiervan zijn veel mynen oft aderen in ’t gebiedt vanBrefta, Bellu-nen , Cadorin, en andere der Venetianen, als oock in Montferrat, in de jurifdidie van Genua, in ’t eylandt Elba en elders. Daer wordt quickfil-ver gegraven ontrent Friul, by de rivier Hydra , en menighte aluyn, foo in den ftreeck van Vol-terre, als fommige plaetfen behoorende onder den Staet derKercken, en in het Koningrijck Napels, daermen oock veel lulphurs vindt. Steenefi. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hier zijn veel Ichoone ftccnkuylen van alba- fter , foo in’t gebiedt van Volterrc als Brefta : van wit marmer in Lunigiaen:van tibertin-ftecn, fchoon en fterck bynae als marmer , in Tivoli ; van Iftrilchen fteen , feer geacht van de Italianen, tot Rovigno : en van vericheyden Ibor-ten van marmer, en Ichoone fteen in veel andere plaetfen : ’t welck d’oorlaeck is , dat men in Italien meer hcerlijcke kercken, paleylèn en gebouwen vint, als in eenigh ander landtfchap des werelts. Men vindt’er oock koftelijck gefteent, na-mentlijck in Calabrien, Tolcanen, en Lombardien , als berillen, agaten, cafliodonen, cornali-nen, jalpiden, criftallyn, en ontrent de oevers korael. Beeßen. In de boflchen onthoudt lîch veel wild gedielt bequaem tot de jaght : de weyden en velden zijn vol groot en kleyn vee, onder welck oock buffels zijn,die men in Vranckrijck en Nc-derlandt niet en fiet : mceren en rivieren geven menighte van leer goede viftchen , byfonder uytnemende wellmakende carpers, defgelijcke Vranckrijck en Nederlandt niet en hebben, dele zijn in Lac de Garde, en lommige andere wateren. .Aerdt en manieren der /n-woonderen Deltalianen zijn meeftendeel groot en fchoon, lang van leden, en foo ftrijdtbaer, dat hetge-noeghte is defe deucht in naer te kennen , lóo door hare manlijcke daden, als door het verhalen van de Hiftorylchrijvers. In’tbeginfel geneerden ly haer met kudden Ichapen te weyden en op te queken , daer na heeftfc haren Koning gen. Italus het landt doen bouwen, ftellende ordina-ris acht often aen eenen ploegh. Haer nieuwgeboren kinderen brachtenlè aen de rivieren om te waften, oock als ’t vroos, om het lichaem hart en fterck te maken : daer na alsfe groot ge-noegh waren, gingenfe ter jaght, leerden wel tc paerde rijdenden met den boge fcliieten, werck-ït allen. |
ten in ’t veldt, en volghden den krijgh. Ia de oude mannen leyden de wapenen niet af, maer waren altijdt befich om buyt te maken, en leefden van’t gene dat ly andere óntjaeght hadden. Daer na begaven fy haer lbo wel tot de ftudien als tot de wapens, gelijck de hiftorien, en veel geleerde boecken by haer Hiftorylchrijvers^ Orateurs, Poëten, en Rechtsgeleerden gelchre-ven, ons te kennen geven. De Italiaenlche vrouwen en droncken geenen wijn , en de reyfende man, komende in de her-bergh, maeckten geen beding van de Ipijlè die hy foude eten , maer teerden met den weert, en wift wat hy voor de maeltijdt betaelde. De weert daer-en-tegens ontfinekfe beleefdelijck, en tra-éteerdenlè eerlijck, nemende voorde maeltijdt het derde deel van een obolus, dat is ontrent eenen halven ftuy ver. In Italien zijn veel talen ge weeft , waer van de voornaemfte waren de Latijniche, Griecklche, Tolcaenlche, Oftche, Vollche, behalven de Franlche. De Latijnlche was tweederley, de oude en nieuwe , waer van d’eerfte allengskens lbo verandert is, dat, ten tijde van Polybius, de RomeyneUjin de oudegelchiedenilTen en Ichrif-ten ervaren, qualijck en met groote raoeyte ver-ftonden Ibmmige woorden des eerften verbonts tuftchen de Romeynen en die van Carthago ge-maeckt : en ten tijde der Key Iers en verftonden de Saliaenfche Priefters de veerlen oft dichten niet die ly Ibngen. De Griecklche was in ’t ge-bruyck by de meefte inwoonderen des Koning-rijeks Napels , principael by die van Groot Græ-cia , daer de Griecken veel volckeren gebracht hadden, als oock in veel andere landen. De geleerde feggen, dat de Tofcaenlche tael haren oorfprong heeft van de Syrifche , gelijck het woordtÆlàr getuyght, welck Godt beduyt, en meer andere woorden daer men op gelet heeft. De Oftche en Vollche talen waren onderlchey-den van de Latijnlche, en wat vermengelt met de Sabinlche. De Brutianen Ipraken twee talen, Oftche en Grieckfche, als mede die van Magna Græcia, en de Samniten gebruyckten oock de Oftche tael. De Sabinen hadden mede een be-Ibnderetael, die naer de Griecklche trock, lbo men kan mereken in ’t woort Alpum, welck der Griecken Alphon is; cn in'twoordtNero , en Ibmmige andere. De Lucanen hadden mede een belbnder tael, die men niet en weet oftle Griecks oft Latijns was , hoewel datfe naer’t Griecks lcheen te trecken. De Tufculaenlche, Præneftinlche, Lanuvinlche, Marlche, en Tar-racinlche Ipraken, fchijnen meer eygen manieren van fpreken, en Ipruyten der Latij nfche tael geweeft te zijn,als befonderefpraken. Aengaende de oude maght van Italien, ten Oude tijde der Burgermeefteren L. Paulus Æmilius en C. Attilius Regulus, als den roep was van de koomfte der Françoilèn, brocht ly op de been 80000 mannen te paerde, en7ooooo te voet, Ibnder eenige uy theemlche hulp , en fonder in ’t voornoemde getal te vervatten de volckeren woonende aen gene zijde van de Po. Italien wierd in oude tijden geregeert van Ko- Oude re-ningen onder welcke Saturnus was, diefe Sa- D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;turniam |
ia
italien.
Jturniam dede noemen ; daer na had Italus ’t ge- Köningen van Italien genoemt zijn, en ha der biedt, diefe nae hem Italiam noemde, en gaf handt van de Paulen Keyfers gekroont. Doch de Inwoonderen wetten , fiellende Gemeenten. Guido regeerde niet lang , maer Berengarius Maer daer na ifie verdeelt in verfcheyden Prins- hielt het Koningrijck tegens den Keyfer Arnol-dommen en Repu blij eken, die ten laetfien alte-mael de Romeynen onderworpen zijn geweefi, gelijck ons de hifiorien getuygen. Daer na ifie onder de Keylèrs geweefi tot den tijdt van Odoacer Koning der Herulen , die verwonnen wierd van Theodoric Koning der Gothen , die Koning van Italien bleef. Maer fijn nakomelingen zijn verwonnen van de Velt-overfie des Keylèrs lufiiniaen , en nae dat de Gothen verdreven waren , heeft Nariès, Stadt-houdcr des Keylèrs, Italien fefiien jaren gere-geert jvoorts hebben de Longobarden haer mee-fter gemaeckt van het meefie deel, deelende de ingenomen landen in twee Marcken en vier Her-toghdommen : de twee Marcken waren, die van Ancona enTrevilb; de vier Hertoghdom-men , Spoleten, Benevanten, Friul en Turin: ’t overige wierd geregeert door de Exarchen ge-fbnden van de Keyfers uyt den Oofien, die haren fioel te Ravenne fielden : maer de Longobarden, haer uyt Ravenne en het gantlch Exar-chaetgejaeght hebbende,in’t jaer onsHeeren 751, en in’t 183 naer den eerfien Exarch Lon-gin, zijn meefiers van heel Italien gebleven, uyt-gefondert Romen , welcklè lbo feer benauwt nebben , dat de Paulen , geen hoop hebbende om door de Keylèrs van Confiantinopolen geholpen te worden , haer toevlucht genomen hebben tot de Köningen van Vranekrijek : foo dat ten laetfien Carel de Groote den Koning Diderick verwonnen en eevangen heeft, en een eynde van der Longobarden heerlchappye gemaeckt , lchenckende aen den Stoel van Romen Ravenne, met het Exarchaet, Romanien, en Marca d’Ancona. Daer nae zijn de Françoyfen als meefiers van Italien gebleven , en Carel de Groote van Paus Stephanus Keylèr van Wellen gemaeckt zijnde, heeft fijn foon Pepin Koning van Italien ver-klaert,die van Paus Adriaen gefalft is: maer fier-vende voor fijn vader, heeft in’t Rijck van Italien fijn foon Bernard tot naefaet gehad, die als Koning gekroont is van den Aertzbifichop van Milanen, met bewilliginge van Carel de Groote. Maer om dat hy fijn oom Keyfer Lodewijck de Goede woude beletten in Italien te komen , en Vranekrijek te ontnemen, dat hy lèyde hem felven toe te komen , is hy door den voorlchreven Keyfer gevangen , en in een kloofier als in een gevangenifiè gefloten , na dat hem eerfi de oogen uytgefieken waren. Hier na is Italien onder het Keyferrijck gebleven , en Lodewijck de I I,lbon des Keyfers Lotharii is van fijn vader Koning van Italien gemaeckt, en van Paus Sergius de II gekroont. |
Als Keyler Arnoldus hier na regeerde , hebben Ibmmige Italiaenlèhe Princen haer felven verheven en Köningen geheeten , en tytelen des Keylèrrijcks van de Paufen verkregen. De eerfie waren Wido oft Guido Hertogh van Spoleten , en Berengarius Hertogh van Friul, alle bey de van de afkoomfie der Longobarden, die dus, Guido fijn loon, en Lambertus fijn nafaet, lbo wel onder den tytel van Koning als Keyfier, en tegen Lodewijck de I Vjïbon van Bozon,Koning van Provence, en neve van Lodewijck de Jonge, alle Köningen en Keylèrs van Italien, als oock tegens Rodolphus Koning van Bour-gondien en Italien ; daer nae als Berengarius in ’tjaer9i3 overleden was, bleef de voorfchre-ven Rodolphus alleen Koning van Italien ontrent vier jaren , te weten tot hetjaer^zó, wanneer hy ’t felfde verliet. Daer na is Hugo Grave van Arles, te voren van de Princen ontboden zijnde, Koning verklaert, en regeerde twintigli jaren in Italien, vijfjaren alleen, en vijftien met fijn foon Lotharius, die te Pavien van fijn vader Koning gemaeckt is, en vier jaer alleen regeerde. Ten laetften is Berengarius de 11, loon van Albertus, Grave van Ivreen , en neve van Berengarius de I, Koning van Italien geworden. Dele van Keyler Ottho de I gedwongen ’t Koning-rijck te verlaten, is in Duytflandt balling ge-weeft. Adelbert fijn Ibon, die den vader oock Koning van Italien gefielt hadde, is t’famen met hem van ’t Koningrijck berooft door den lelven Ottho in’t jaer 964. Van die tijdt afhebben deKeyferen Ottho-nes,Henricken, en Fredcricken veel Iwarigheden gehad, want gemerckt dat Carel de Groote aen den Stoel van Romen een deel van Italien gegeven had J en daer na Mathildis Bonifacius dochter, Hertoginne van Lombardien en Tolcanen , Marquile van Parme, Mantua , Ferrate, Spole-3en, Ancona en Pila, en Gravinne van Canolè, die ’t met de Paulen hield tegens Keylèr Hen-rick de IV, met tefiament den voorlchreven Stoel van Romen een deel van de Heerlijckhe-den diele in Lombardien enTufcanen beleten had, inet’tMarquilaetlchap Ferrate gemaeckt hadde, begonnen d’andere deelen haerallens-kens van het Keyfertijck te ontrecken. Pouil-len en Napels wierden een Etf-koningrijck, door de macht det Normannen die ’t vcrmeefierden : Milanen , Florentien, Genua, Venetien, en veel andere fieden , vetlofien haer van’t jock der Keyferen, daer nae tot gehootfaemheydt gebracht, hebbenfe wederom het lèlve verworpen De Venetianen, die van ’t beginièl des op-gangs van haer fiadt machtigh geworden waren,maeckten alle dage haer palen grooter.Som-mige onachtfame en verluymende Keylèrs hebben oock eenige fieden verfet oft te pande gefielt , en mede voor lekete Ibmme geldts vry gemaeckt : daet-en-boven veel Gouverneurs en kloecke Capitcynen hebben veel landen vermee-fiert en als erfgoedt belèten, die haer voor feke-ren tijdt alleen van deKeylêrs bevolen waren; foo dat Italien van doen af bleef verdeelt in ver-fcheyden Heerlijckheden. Wat de Afgodcrye en fiiperfiitie der Italianen belangt, waer van die van Tofcanen meefiers OttdtReU-waren , en de Romeynen haer dilcipulen oft leerjongers , die daer nae den Godtsdienfi en cere- |
I - T Alt; L Ï E 1SÎ.
ceremonien van verfcheyden volckeren aenna-men, fal men de befchrij vinge in elcke Provincie befonder fien , daer men van de eygendom van iegelijck handelt. jjedens- De Italianen zijn in’t gemeen van verfchey-(Jen koleur en lengte, nae de landen daerfe in mc.mnen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o-' en aert. wooncn. Die in ’t noorden, als die van Lombar-dien, en de Venetianen , hebbende by na de fel£-de lucht gelijck de Francoylen , zijn groot, wît, en het hayr treckt meeft naer ’t geel : maer in de landen die naer den ooften en zuyden leggen, als het mecfte deel van Tolcanen, Campanien van Romen, Terra di Lavoro,Principato,Bafili-cata , en Calabrien, zijn deinwoonderen kleyn-der, bruyn, en van koleur en lengte de Span-jaerts leer gelijck. Maer de vrouwengebruyc-ken feker water dat’et hayr geel en blont maekt, voornamelijck die van Venetien , daerfe het fchoonfte en blontfte geel hayr hebben, dat m.en Ibude können hen : hebben mede Ichoon wit en roodt om hen aenficht te blancketten, en aengenaem te maken, en loo de werelt te bedriegen en te betooveren. Voorts zijnfè geern groot en wel geftelt van lichaem,waer van een fpreeckwoordt is : Grar.de, gf'offa mi faccia Iddio , ehe bianca roj^a mi faro io : dat is, Godt wil my groot en lijvigh maken , wit en roodt làl ick felver doen. In’t generael willenfe ftatigh van , wefèn voor den dagh komen , en maken daerom eenen tragen ganck , en tellen byna haer paß ïcn , om te toonen datfe fedigh van manieren zijn, en haer bedrijf eenige achtbaerheydt te geven. rtrßatit en De Italianen hebben in der waerheydt goet verßant, vaerdigh om alle wetenlchappen en konften te begrijpen, en bequaem om in alle faken gebruyckt te worden , feer genegen tot faken vanStaeten oorlogh : fy zijn oock heel bequaem tot den koophandel, en liftigh om iets te vinden dat winfte by brengt, en de gedachten der menfehen te ontdecken door de minde tecc-kenen. Daer is niet fbohoogh dat haer-lieden fcherpfinnigheyt niet en vat, oft niet foo fwaer datfè niet bekoomt, en gemeenlijck können fy haer voegen in aile fborten van geluck en onge-luck : en begeven haer tot groote deught oft ondeught, niet door ingeven, oft beweging der natuure, maer met voordacht. Sy en fparen geen arbeydt, moeyte, dienftbaerheyt, oft ver-kleyningeom rijekte worden , haer felven met lanee hope vertrooftende , om ten laetften een goäe uytkomfte te verkrijgen. Sy zijnmee-flendeel fparigh, wel huyshoudende , voorfich-tigh, gau en vli j tigh s waer door vele uyt het gemeen en flecht volck , tot groote eer en rijek-dommen gekomen zijn. Daer-en-boven zijnfè voorfîchtigh in haer raedflagen , als mede in ’t volvoeren van haer faken , j a oock in ’t midden van haer genuchten en welluften : fy hebben een eygen manier van leven en kleederen j zijn eergierigh, en van groote couragie, niemant geern onderworpen, hoewel datfe van langen tijdt genootfaeckt en gew^ent zijn hare Vorften en Princen, oock uytheem-fche, tegehoorfamen : fyzijn uytermaten beleeft, fbet van fpraeck, devoot, en barmhar-tigh, vinden en gebruycken veel nieuwe woorden en kluchten : zijn aengenaem en vriende-lijck in haren handel boven alle volckeren, en beleefder aen de uytlandtfche als alle andere j fbo dat’er geen volck lichtelijeker kennis met ' de vreemdelingen maeckt, oft den reyfènden man, die van eenigh aenfien is, meerder eere bewijft. |
Sy hebben ontallijcke manieren van haren dienft te prefènteren, beleefde en als betoove-rende woorden, en de befte die men fonde können bedeneken om iemant te bewegen en tot fijn meeninge te brengen. In vrientfehap te houden zijnfe vierigh en volhcrdigh, en alsfè oprecht iet beminnen , ftellen fy haer daer voor in alle gevaer. Sy hebben een goede manier van fchimpen en fpotten, foo nochtans datfe de lieden met eeren niet en verftooren, en verfwijgen oft verliefen liever een fchoon oft kluchtigh woort, als eenen goeden vrient, en laten niet in wereken oft woorden voorby gaen , daer mede fy iemant fbuden können verbinden , ’t en zy met opgefètten wil, oft om eenigh onredelijet menfeh qualijck te bejegenen. In tijden van oorlogh zijnfè ftandtvaftigh in haerbeleydt, meer als veel andere volckeren, hoewel datfe fbmtijdts veranderen nae dat de gelegentheyt der faken, die hen voorvallen, ver-eyfcht. Haer Overften en Capiteynen zijnfè boven maten gehoorfaem , en haer voetvolck is bequaem tot alle aenflagen, gelijck de Spanjaer-den j zijn fober, en ftellen niet in ’t werek , ’t en zy dat s’er te voren met rijpen raedt wel op gelet hebben. Wat de ftudien belangt, de Milanoifen beminnen de Keyfèrlijcke Rechten , die van Pavien de Sophifterye, de Florentinen de natuurlijeke Phi-lofbphie oft Phyficam, de Senoifen Dialedicam oft konft van wel te difputeren, de Lucoifen de Theologie oft wetenfehap in Goddelijeke faken, de Venetianen de Mufijck, de Paduanen de Medicine,die van Verona de vrye konften,als Gram-maticam, Poëfy enRhctoricam, dat is, de konften van wel te leeren lefèn en fchrijven , vaerfen te maken,en welfprekentheytj de Vicentinen de Philofèphiam Moralem , dat is, de wetenfehap van goede en burgerlijeke manieren, die van Mantua de Hebreeufche tael, de Napolitanen de Tofcaenfche, die van Calabrien de Grieck-fche , die van Bolonien Mathematicam oft Wis-konft, en de Perufinen de Geeftelijcke Rechten. In den koophandel zijn de Florcntinen loos,de Lucoifen getrouw, de Genevoifen patientigh en naerftigh , de Venetianen reael en goet om mede te handelen, en de Milanoifen open van herten. De yoornaemften Adel volght meeftendeel denkrijgh, oft begeeft hem tot den geeftelijc-ken ftaet, om tot groote eere te geraken , en rijeke beneficiën te bekomen, en alfoo haerge-llacht groot te maken, oft geruft te leven. De minderen Adel oeffent hem in alle fborten van wapenen,oft in de ftudien, en oock in den koophandel naer’t gebruyck van ’t landt daer fy woo-nen. De Edellieden van Napels,die veel van den Adel houden,gebruycken den felven met ledigh gaeOj^ |
'i
-ocr page 21-
î4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I T A L gaen, heele dagen door dcftadt té wandelen, rijckclijck gekleet, fittende op lchoone en wel-gemonteerde paerden, en begeven haer tot alle welluft ; volgen oock fômtijdts de wapenen des Konings van Spanjen, om meer geacht te worden. De Romeynen verachten de koophandel als een Hechte faeck , en beneerftigen fich om haerlanderyen goet te maken , en veel renten daervan te trecken. Maer die van Lombar-dien, Venetien, Genua, Florentien en Luca zijn liefhebbers van de koopmanfchap, lbo dat die van de Magiftraet lèlve koophandel drij ven. In eenige lieden zijn verlcheyden particuliere collégien , daer de fraye geellen bycen komen, om t’lamen te Ipreken van eenige Ilucken inlekere wetenlchap, relaes te doen van eenige vragen die menie voorgeftelt heeft, oft iets datlè felver verkolen hebben, en haer lchriften met vaerlèn oft anders gemaeckt te toonen ’, en het goet-duneken van de compagnie daer van te hoor en. ’^caâe- Daer zijn oock vele openbare Academiën oft Univerfiteyten , daer men alle wetenlchappen leert. De voornaemlle zijn die van Romen, Pe-rulè , Bologne, Ferrare, Pila, Siena, Florence, Padua, Bergamo, Napels, Salerna, Milanen, Pa-vien, Turin, Modena, Parma, en Piacenza. Die van Ancona en Macerata hebben niet veel om ’t lijf. De ITytlanders brengen haren tijdt door met lbo veel lchoone en heerlijcke kereken en paley-lèn te fien, als oock llatuen, antiquiteyten en kollelijcke hoven , met de Comedianten en Quackfalvers te hooren, te aenlchouwen den langen Heep van koetfen der lladt Romen, met de verlcheydcn rijeke livreyen van de helbar-diers, pagien en lacqueyen , de wandelingen van de cdel-mannen en edele vrouwen van Napels, de ceremoniën die men doet in ’t ontfangen van de Viceroys ,• den Paus openbaer en Iblemnelijck denHeyligen dienll te fien doen,en met de voornaemlle feelldagen van Romen : daer-en-boven in’t befichtigen van’t blalènder glafen inMu-ran, hetglat maken der Ipiegelen, het raffineren oft fiiyveren des luyckers, het bleycken oft wit-maken van ’t Venetiaens was, en van vele andere belbndere manieren van handtwereken, die men in verfcheyde Heden vindt, en andere raritey-ten die men toont. Kleedifine. Sy klecdcn haer verlcheyden naede manier van ’t landt , nochtans yder lbo ’t hem goet dunekt 3 en hebben de kleederen lbo wel niet gepaft na de dickte oft lengte des lichaems,welckle Attillato alla yita heeten, als de Nederlanders : de degelijeke en aenfienlijcke mannen dragen in de Heden meeH fwart, en Ibmtijts gecoleurde zijde kouflen. De voornaemHe en van eenigen Haet, dragen altemet goude ketens, om boven de andere uy t te munten. Maer alsfe reylèn, fiet men veel met klinkanten koHelijck gekleet. De vrouwen hebben oock verlcheyden kleederen, hoewel datlè altemael een lamaris dragen, nochtans met eenigh onderlcheydt 3 gelijck mede haer Huyers verlcheyden zijn, als oock de Hof en ko-leurder lèlve, mitsdatfefommige vanlijnwaec hebben, andere van zijde, defe wit, diefwart, andere geel, Sy hebben oock verlcheyden hullèl |
ï E N. en hoeden met pluymen,dielè in Ibmmige plaet-fen dragen,als in Tolcanen. Alle die van eenigh aenfien zijn , alslè buy ten de Hadtgaen wandc-delen, dragen veel klinkanten, cn meeftendeel hoeden metkoftelijeke banden. De koulTen der vrouwen zijn byna inelcke Hadt verlcheyden, maer de lchoenen, en muylen, diele pianelles,e/car-~ pins en ^occoli noemen,zijn eenderlcy,doch d’eene hooger, d’andere lecger 3 de^occoli zijn fomtijdts meer als een half ellehoogh, daerfe ongemacke-lijck op gaen , om groot te lchijnen, en leunen op iemant, om beter te gaen. De Italiacnlche Spraeck komt van de oude Spraeck, Latijnlche , maer is bedorven door de talen der Gothen, Hunnen, Wenden, Longebarden eil andere volckeren, die Italien afgeloopen en ver-meeHert hebben. Daer zijn veel manieren van Ipreken, waer van die van Tolcanen de beHe en aengenaemlle is, welcke ’t Hof van Romen noch fiiyverder en lieffelijeker gemaeckt heeft,loo dat de luyden van aenfien geen andere tael gebruyc-kenals deTolcaenlche, niet tegenHaende dat elcke provincie, ja byna clcke Hadt, haerey-gen manier van Ijpreken heeft. Haer vaerlèn oft rijmen zijn lbo Ibet en kon-High , datfe fchijnen in alle lborten, die men kan dencken,volmaecktte zijn. Behalven Petrarcha meeHer van alle, Dantes, Sannazarius, Bembus, Molza, kan men haer-lieden ArioHus en TalTus niet Ibnder verwonderinge lefen , hoewel op een verlcheyden manier 3 want den eerHen is heel hoofs en nochtans minnelijck, vol van verfchey-dene en aengename difcourlèn, voor de gene die meer den geeH Ibekcn tevermaken,als het recht çieraet van de Poëfie oft RijmkonH : den anderen is gantlch Hatig en manhaftig, nochtans vol bevallijckheden. Maer men moet bekennen dat T'alïus ArioHum te boven gaet, gemerekt dat ’er geen lborte van vaerlèn is, of hy heeftlè lbo konHigh gemaeckt, dat hy in alles Ichijnt uyt te munten , daer ArioHus alleen in fijnen Roeland eenen onHcrffclijcken naem verdient heeft: by den welchen zijn Satyren geenfins tevergelijc-ken zijn. De Italianen houden oock veel van ’t Poëma oft Gedicht La Croce RacquiHata van Bracciolinus, foo dat Ibmmige hem Hellen in de derde orden oft linie van de Heroique Poëten: gelijck ly mede groot werek maken van de Pallor Fido, en de Rijmen van Guarinus, Thomas Stiglianusjlfabella Andreini. La Filli van Comte Guidubaldo, welck een van de beHc dichten van Italien is: de lcherpfinnige rijmen van den Blinden Grotto van Adria: de Fibarmindo van Comte Campeggi : de veerfen der Heeren Cælàr Rinaldi, lerolme Preti, en Ioan Baptilla Capon,die meeHcndeel vol breyns zijn en lèer Ibet : de boecken van Murtola, die lbo lèer niet te prijlên zijn als eenige wel meenen : de aengename en lchimpende wereken van Cæfar Caporali, waer-digh gelelèn te worden om fich te vermaken : en van veel AcademiHen en andere. Maer men moet toeHaen , dat den Ridder Joan Baptifta Marini,het mergh der Poëfi,de felve in alle lborten op ’t hooghlle gebracht heeft 3 lbo dat men hem ongelijck doet, met te gelooven dat de gene die voor hem eenigen naem verkregen heb- |
î T A hebben, denlelvenin volmaektheyt overtreffen: ja’t is ydelheyt te hopen, dat’er voortaen iet volkomender ofaengenamer falgemaeckt worden. In haer profen , dat is, gedichten fonder veerfèn en rijmen, zijnfè uytermaten fbet en Welfprekende j maer te overvloedigh in onnoo-dige woorden,en veel kromme fprongen,foo dat het verdrietigh is te leien. U«wwc- Sy rekenen vier-en twintigli uurCn na malkan-deren , beginnende met de eerfte minuyt van haren civilen oft burgerlijeken dagh, welck is als de Sonne ondergaet, en tellen alfbo vervolgens haer uuren tot den ondergang der Son van den naeftvolgenden dagh : foo dat de vreemdelingen , die gewent zijn maer twaelf uuren te rekenen , beginnende van de middernacht oft middagh , in ’t beginfel van haer aenkomft, verwondert zijn van defe nieuwe rekeninge. Maer om haer-lieden uurwerekmet datvanVranek-rijek,Spanjen, Duytflandt en Nederlandt te ver-gelijcken, moet men alleen weten de uur van d’ondergang der Sonne, om van die uur tot de middernacht te rekenen, oft voorder foo ’t noo-digh is. By exempel, als de Son ondergaet te vijfuuren , en men hoort daernae fes uuren in Italien flaen , is’t elfin den avondt op ons uur-werek , en als’t feven flaet, is’t middernacht : voorts acht uuren van haer-lieder uurwerek, is een nae middernacht op ons, en lbo vervolgens. Men vint oock in lommige plaetfen hore-logien op de Nederlandtfche manier, als in de kerek van S. Jan de Turinoin Piemont, en in’t kloofter der Minimen gelegen te Romen alla Trinitade Monti. De doode lichamen dragen fy ter aerden in een ongedeckte kift, datfè van iegelijck können gefien worden , eerlijck na haren ftaet gekleet : en lom wijl blancketten en çierenfehet aenficht der dochters en vrouwen , datfe fchoonder na haer doodt lchijnen, als doenfe leefden. gijekdom. nbsp;nbsp;Aengefien dat Italien gedeelt is in veel Provin ciën en Prinsdommen, en kan men bier foo be-quamelijck van haer rijekdommen niet fpreken, gelijck oft maer onder eenen Heer ftondt : hoewel dat men uyt het inkomen van alle de landen t’famen , van welcke wy elck in ’t befonder handelen, genoegh kan fien , wat groote fomme datfe opbrengen. Maer lbo veel den koophandel belangt, Italien beforghtandere landen met veel koren, wijn, kaes,wol, zijde, goude en zijde laken, zijde koufens, kamelot, fuftain ,korael, marmor, albafter, beelden en pylaren van alba-fter gehouwen , wapenen, harnaften voor paer-den, paflement van Milanen, olie, aluyn, Iblfer : voorts fendtfe in Africa en Algier alle lborten van zijde lakenen,aerdtwerek en glalèn van Venetien en Fayancen. Italien is lbo wel geftoffeert van wapenen als eenigh landt in Europa : lbo dat Milanen niet alleen haer volck kan gerieven met panfiers, muf-quetten, piecken en ßvaerden ,• maer oock de uytlandtfche, gelijck mede kan doen’t gebiedt van Brelfa en Bergamo, behalven veel andere plaetfen. Voorts alle Princen en Republijeken , mitsdien ly malkanderen niet betrouwen, hebben haer van langer handt verficn met wapenen, Italien, |
LIEN. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IJ om niet verraft te worden.Behalven de menigh-tevan’t grofgelchut der Venetianen , hebben andere Republijeken en Princen in alle hare landen oock genoegh,om haer felven te befcher-men, oft haer vyanden aen te taften. Belangende het krijghsvoick dat men kan Krijghs-lichten, magh men fien in de belchrijvinge des lèlfs in elck landt belbnder,oft uyt de macht dat het in vorige tijden op de been gebracht heeft. Maer ditonheyl heeft Italien, dat, hoewel de aengenomen Ibldaten in de wapenen geoeffent worden, nochtans geen ervarentheyt hebben, mits den langduurigen vrede , lbo datle liever thuys zijn als in ’t veldt, en hetgemack meer Ibecken als de eer. De Italiaenfche grenfen worden befchermt eensdeels met kafteelen en bolwercken oft Ichanlfen , eensdeels met de Alpen diefe omcin-gelen,naer deFranfche en Hooghduytfche zijde: aen d’ander zijde hebbenfe de Middellandtlche zee, metgroote havenen , diefe lichtelijck können bewaren , oock golfen oft inhammen , en gevaerlijcke klippen. Het middelfte des landts is verlbrgt met feer vele Ichanlfen, gemerkt dat ’er lbo veel verlcheyden Heeren zijn , die d’cer-gierigheyt van malkanderen vreefen. En voor-waer, dat Italien maer onder eenen Prince ftont, Ibude hetonftercker zijn,om dat’et alleen Ibude trachten om de frontieren wel te befetten , daer men nu over al forten vindt,om den vyant te we-derftaen. Belangende de macht ter zee j is als onverwin- Ter zet, lijck , en een lchrick van de Middellandtlche zee, lbo men de Venetianen, die van den Turek felfgevreeft worden , voeght by de galeyen van Napels en Sicilien, met die van den Grooten Hertogh van Florencien , van den Paus, en der Genevoyfen. Een deel van Italien hoort onder den Paus, als jiegeeringe wereltlijck Heer van veel landen , en het meefte deel onder den Koning van Spaüjen,die Koning van Napels is, Hertogh van Milanen , Marquis van Final, en Heer vanPontremoli, Orbctello , Telaraone,en Port Ercole. Voorts heeft Italien verfcheyden Hertogen, waer van de voornaem-ftezijn, den Hertogh van Savoyen Prince van Piemont, den Grooten Hertogh van Tolcanen oft Florencien , den Hertogh van Mantua cn Montferrat,den Hertogh van Modena,den Hertogh van Parma enPlaifance, en den Hertogh van Mirändola : by de welcke fommige ftellen den Hertogh vanSegna en Vallemona uyt het geflacht Sforce, rijek 40000 kroonen ’s jaers j maer is niette gelijcken by de voorgaende , cn heeft het meefte deel van fijn goederen in ’t gebiedt derKcreken, en’t Graeffehap de Sanda Flora in ’t Hertoghdom Parma : en den Hertogh van Sabioneta van ’t huys der Caraffen : den Prince van Mafia,en Carrara uyt’t geflacht Cibi in dat van Guaftalla : van Bozzolo , van ’t huys Gonzague: den Prince Correggio : den Marquis van Caftillon dalla Stivera van de afkomfte Gonzague: van Mafieran van ’t geflacht Ferrari : vail Malelpina : vanTorriglia Prince van Melfa itl ’tKoningrijckNapels, van ’thuys Doria: van Mendola van ’t geflacht Aldobrandino ; en de B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Graef’ |
14 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;italien.
Graeffchappen Pitiglian , 'wiens Graven fijn uyt ’t geflacht der Orfinen: die van Millefimo van de afkomft der Carreten in ’t gebiedt van Genua, wiens jaerlijcke renten zijn 14000 kroonen.ende Heeren van Monaco van ’t huys Grimaldi, en die van Plombin van ’t geflacht der Appianen. Hier zijn oock de vrye Republijckcn der Ve-netianen,Genevoifen,Lucoifen,en van S. Marin: voorts vindt men noch veel kleyne Heeren, hoewel in haer landen van loo grooten audloriteyt als andere, oft fchoon die niet verre drecken. Oppernto- y^n al defe Princen is de Paus alleen Ibuve-reyn, dat is, niemant onderworpen : en van de ten. Republijcken, Venetien, die te recht mach roemen,datfe haren Staet van niemant heeft als van Godt en de wapenen. Alled’anderePrincen, Heeren en Republijcken hebben hare landen te leen van den Paus oft den Keyler. De Koning van Spanjen betaelt jaerlijcks fekere Ibmme gelts aen de Kerck voor de Koningrijeken Napels en Sicilien , en erkent voor d’andere den Keyfèr. DeHertogh van Savoyen voert in fijn tytclen den naem van Prince en Erf-ftadthouder des Rijeks. De Groote Hertogh van Tolcanen fèyt, dat hy een vry Prince is, foo veel de Republijcken van Florencen en Pifa belangt, om datfe over langen tijdt van verlcheyden Keyfers vry gemaeckt zijn : maer houdt die van Sena te leen van den Koning van Spanjen, die de fèlve bekent te hebben van den Keyfer, die hem hult oftinftelt. Radicofani met het omleggende lant befit hy als Erf-ftadthouder van den Heyligen Roomlchen Stoel. De Hertogen van Mantua, Modena, Mirandola, en Sabioneta verheden haer Provinciën onder den Keyler : gelijck die van Parma,Plaifancen en Segna onder den Paus. De Princen van Mafia, Gualtalla, Bozzolo , en Correggio houden mede haer landen te leen van den Keyler , als oock de Marquifen van Ca-ftillon, Mafléran, Malelpine, Torriglia en Men-dola, delgelijcks de Graef van Millefimo, en de Heeren van Monaco en Plombin. De Republijcken van Genua en Luca zijn vry gemaeckt van Keyler Rudolphus,die van de Lu-coifen daer voor ontfangen heeft twaelf duyfent goutgulden , als oock fes duylènt van Florencen. Sommige feggen datfe KeyÆr Henrick de V vry gemaeckt heeft, en van de Senoilên twaelf duylènt guldens ontfangen , gelijck Carel de IV diergelijeke Ibmme genomen heeft van Pedro Gambecourte voor de Heerlijckheyt Pila. Maer dele vryigheden zijn altijdt gegeven met conditie oft voorwaerde van eenighfins den Keyler te erkennen, van den wekken Genua en Luca noch op lèker manière haer Republijcken te leen houden ; wantlè vry gemaeckt zijn, met belpreck, dat haren Staet Ibudevan hare burgeren gere-geert worden fonder eenige fohattinge te betalen, nochtans den K'eylèr voor Opperhooft en Befohermheer kennen. De Republijck van Sint Marin ftaet onder de Kerck. |
Maer hoewel de voornoemde Princen en Republijcken haer landen van andere te leen houden , nochtans hebbenfo in hare Staten volkomen macht en de felve audoriteyt die de Keyfer in fijn Rijck heeft, gemerekt hy haer overgefet heeft al het gelagh dat hy in de felve hadde , en gegeven alle het koninglijck en keyferlijck gebiedt, met eeuwige iiuldinge en privilegiën : loo datlède goederen der mifdadigen mogen con-filqueren, dat is, verbeurt maken, gelijck ’t haer goetdunekt ; en die iet tegen haer perfoon oft Staet begaen, worden gehouden voor lchenders der Maj efteyt en ’t gemeene befte. Sy flaen oock altemael geit, en mogen de oorlogh aenlèggen enuytvoeren fonder des Keylèrsconlènt, vermogen mede de mifdaden te vergeven, en de fohuldige in haren vorigen ftaet te fetten : nieuwe laften, fohattingen en tollen te ftellen, de ba-ftaerden wettigh te maken, iemant van de gemeene laften te bevry en, wetten te maken en te wederroepen , in haer placaten oft bevelbrieven te gebruyeken woorden die volle macht beduy-den : en om kort te maken , fy mogen alles in hare landen doen , dat een Opper-Prince, die niemant als Godt voor over-heer kent, in ’t fijne vermach. De Hertogen van Italien, die eerft van de Exarchen geftelt waren , en daer na van de Longo-barden, maer met minder macht, en alleen om de Provinciën te regeeren , worden koninglijeke Hertogen genoemt, om van d’andere t’onder-foheyden, die niet abfoluyt zijn : en koninglijeke Hertogen fchrij ven in haer tytels : door de genade van Godt, welck niemant toekomt,dan die geen overhooft kennen j die men oock Scrénif-lime heet, dat is , Doorluchtighfte , gelijck men de Köningen doet, en men Ipreecktfo niet aen als met den tytel vanAltefa, wclck Hoogheyt beduyt. Eerdat’erfoo grooten misbruyck van de tytelen was, als ’t nu is, noemde menlè alleen Illuftrilhme oft Excellentiflime, gelijck men nu cygentlijeken deMarquilèn doet. Aengaende het voorgaen en voorfitten der rcorgaene» Italiaenfche Princen, is lèker, dat in ’t Koning-rijck Napels, de Princen aen ’t Koningrijck verknocht voor de Hertogen gaen,- maer in alle andere doelen van Italien, fitten de Hertogen voor de Princen , de Princen voorde Marquilèn , en de Marquilèn voor de Graven. Welck oorlaeck was, dat Velpafiaen Gonzague, Prince van Sabioneta , den tytel van Hertogh maeckte te verkrijgen, en den Prince van Mirandola , denlèl-ven tytel voor veel gelts van den Keyler gegunt wierd. De Hertogen doen haer oudtfte fonen alleen Princen noemen , om datfo geen gelijeke eer met haer fouden hebben. De oudtfte fonen der Princen en Heeren vol-gen in’t befit van haer vaders Heerlijckheden : maer de echte fonen vau andere gemeene lieden erven gelijekelijeken, hoewel niet over al, nae dat de wetten en ’t gebruyck der plaetlèn zijn. Sy volgen in haer pleyten en vonnilfen de ^ebte». Keylèrlijcke en Geeftelijcke rechten , cn haer eygen wetten , dielè in veel laken meer gebruyeken als de Keylèrlijcke. De inwoonderen van Italien zijn meeft Rooms Catholijck : daer zijn oock fommige Grieck-fche Chriftenen, die men in ’t Koningrijck Napels en de Staet van Venetien lijdt: in de valley en van Peroufe,Angroigne, Lucerne, S, Martin, |
Kerck^lijc . « ringe. I T A tin , en de nabuurige plaetfen van Piemont, is een groot getal Calviniften, die de Hertogli van Savoyen niet heeft können uytroeyen om de rouwigheyt des landts, en menighte des volcks : de Joden zijn door heel Italien verftroyt, en door de konft van anatomia oft ontledinge,diele in groot gedruckt papier bewaren, hebbenlè den vondt om de achterfte deelen der beeften te mogen eten, dat de andere loden niet geoorloft isj want fy weten daer heel behendelijck de aderen en fenuwen uyt te trecken. De regeeringe van den geeftelijcken Staet der Roomfche Catholijcken is dele. De Paus, hooft van de Kercke,heeft fijnen Stoel binnen de ftadt Romen met twee-en-lèventigh Cardinalen oft meerder,waer van fes Bifichoppen zijn,te weten, van Oftia, daer dat van Veletri bygevoegt is,van Porto, Savina, Paleftrina, Frafcati, en van Alba. Behalven defe Cardinalen zijnder twee Patriarchen , die van Aquileen woonende tot Udene in Friul, envan Venetien , eertijdts genoemt Patriarch van Grade. Daer zijn dertigh Aertzbifi ïchoppen , fonder die van Sicilia en Sardinien. Haer woonplaetfon zijn Ravenne, Bologne en Fermo in de landen des Paus : Benevant in Prin-cipato Ultra van ’t Koningrijck Napels , den Paus oock toebehoorende : Napels, Capua, Sorrento, Salerne, Amalfi, Conzes, Matera vereent met Acerenze,T arante,Otrante,Brindes,Trani, Bari met Canoles, Manfredonie ingelijft met Monte de S. Angeli, Cofenze , Roflano, S. Se-verini, Regge, Lanciano en Chieti in ’t Koningrijck Napels : Florence, Pifo, en Siena in ’t landt des grooten Hertoghs van Tofoanen ; Urbin in ’tHertoghdom van den felvcn naem : Genua, Milanen, en Turin. De Bifdommen van Romaniola, boven die de Cardinalen hebben, zijn Sutri, Nepi, Civita Ca-ftellana, Horte, Viterbe, Tufoanelle, Bagnarée, daer S. Bonaventura geboren is , Orvieto, Peru-ge, Cite de Caftello, Cite de Plebe, Caftro van den Hertogh van Parma, Arezzo, Spoleto, Terni, Narni, Amelie, Todi, Rieti, Foligno, Affilé, geboortplaetfo van S. Francifous, Tivoli, Ana-gne, Verulo, Tarracina, Sezza,Segne, ’tHertoghdom der Orlins, Alatro, Fiorentino, Ancona , Humana, Loretum , Recanati, Afcoli, lefi, Olmo, Fano, Camerino en Luques. Defo ftaen onder den Paus alleen, die als haer Metropoli-taen oft Aertzbifichop is. De AertzbilTchop van Ravenne heeft onder lieh de Bilfchoppen van Adri, Comachio , Fa-yance, Bertinoro,Forli, Cefene, Sarfine,Rimini, Imole, Cervie, Faneftrie, en Ferrare. De Suffraganen des Aertzbiffchops vän Bolo-gnien zijn, de Bilfchoppen van Parma , Plaifan-ce, Reggio, Modena, Crema, en Bourg-Sainót-Domini. Onder den AertzbilTchop van Fermo hooren de Bilfchoppen van Macerate, Tolentin, S. Severin, Montalto, cn Ripa. De Bilfchoppen die den Aertzbiffchop van Benevant erkennen , hebben wy gefielt in de befchrijvinge des Koningrijeks Napels, als oock die onder d’andere Aertzbiffchoppen van’t felve Koningrijck fiaen. |
LIEN. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17 De AertzbilTchop van Florence heeft voor Suffraganen de Bilfchoppen van Fiezole, Pi-fioye,Volterre, Colle, Bourg-Saind-Sepulchre gt;nbsp;Sarzane , van den Staet der Genuefon, Monte Pulciano, en Cortone. Onder den Aertzbiffchop van Siene fiaen de Biffchoppen van Soane, Chiufi,Grolfetto, Maffe geincorporeert met Populonie, van Pienza eii Mont Alcin. De AertzbilTchop vanPifa heeft onder fich de Biffchoppen van Civitelle en Ajazze, Sagone en ‘ Alerie in ’t eyiandt Corfica. De Suffraganen des Aertzbiffchops van Urbin zijn de Bilfchoppen van S. Leo , Pefaro , Cagli, Eugubio, Fofiombron en Sinigaglia. De Aertzbiffchop van Genua fiaet over de Bilfchoppen van Albenga, Bobi, Brignale, Noli en Mariana , Aecia en Nebio in ’t Eylandt Corfica. De Biffchoppen van Cremona, Lodi, Novare, Alexandrie de la Paille , Tortona , Vigievano , Bergamo , Brelfa, Vercel, Afi, Calai van Mont-ferrat, Albe,Acqui,Savonc,Vintimiglie en Pavic behooren onder den Aertzbiffchop van Mila-neni De Aertzbiffchop vanTufin heeft Voor Suffraganen de Bilfchoppen van Y vree, Mondevy oft Montroyal, en Foffan. De Bilfchop van SalulTe fiaet onder geen Aertzbiffchop, maer onder den Paus alleen. De Aertzbiffchoppen van Sicilien en Sardinien hebben wy met haér Suffraganen gefielt in de befohrijvinge der folve eylanden. De Suffraganen van de Patriarchen van Aquilee en Venetien zijn verhaelt in ’t gene wy gefoyt hebben, aengaende den Staet der felve Republijck. Voorts vermach de Paus Bilfchoppen te Hellen in de Provinciën hem onderworpen , als oock in fommige andere, fonder den keur van’t collegie oft capitteldaer in te moeten volgen. Dionyfius Halicarnaffèus in ’t eerfie boeck der Lof van Oudtheden van de Romeynen befohrijft wijdt-loopigh ’t lof van Italien , daer hy lèyt : Daer is foker fabel, die door ’t heele landt loopt, dat Saturnus voor lüpiter Italien geregeert heeft, en dat onder hem de goude eeuw, lbo Teer vaii de Poeten geprefen , uytbarfiende in alle oVer-vloet, en van den Hemel gelègent, haer in Italien meer vertoont heeft, als in eenigh ander deel des weerelts. Maer voorbygaende de fabc-Ien,men kan geen gewefi oft landouwe lbo over-vloedigh en geluckigh vinden, als Italien, dat van’tbeginfel des weerelts allenootdruft, lec-kernyen, en vermaeck voor de menfohen voortgebracht heeft. _ Want Too men ’t een landt met het ander wil gelijeken , daer en is geen beter, mijns oordeels , als dit, niet alleen in Europa, maer oock in de gantfohe werelt. lek weet wel dat ’et gehe ick fogh ongelooflijck fohijntaen degene diegehoort hebben van de vruchtbaerheydt van Egypten, Afriken, Babylonien , en andere vCrmäerde gewefien ; maer ick en acht een landt niet uyt een foorte van vruchten alleen , noch ick heb geen behagen in een plaetfe, die anders niet heeft als eenerley oogfi s maer my dunckt, dat het befte is, ’t gene alles |
18 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I T A L alles voortbrengt, en andere overtreft. Welcke gunft, indienfe den Hemel verleent heeft aen eenigh geweft des werelts, ick meene ’t lelve Italien te zijn. Want men kan niet feggen , dat hetvet envruchtbaervan koorn is, maer niet van boomen; oft dat het bequaem is om alle foorten van boomen en planten voorts te tee-ien , maer onbequaem tot den landtbouw ; oft' dat het veelerley boomen en overvloedige tarwe voortbrengt,maer dat’erweyden gebreken ; oft dat het alles heeft’t gene men tot onderhoudt des levens loude mogen wenfchcn , macr niet aengenaem oft luftigh is om te bewoonen. Maer men kan met de waerheyt feggen , dat ’er niet gebreeckt, ’t zy tot nootdruft , ’tzy tot ver-maeck , en goet genoegen. Wat landt is’er foo koren-rijck, dat Campanien in Italien te boven gaet? welck befproeyt wordt niet van de rivieren, maer van den Hemel, daer ick gehen hebbe ackers diedrieraael ’s jaers vruchten droegen, en den Somer-ooghft na dien van den Winter gaven, en den Herfft-ooghfl: na dien van den So-mer. Waer zijn meer olijf-boomen als in Cala-brien, Pouillen , en Sabinen ? wacr vindt men meer wijngaerden als inTofcanen, Albanien, en in de landen van Falernc , van Bacchus feer bemint, die voor kleynen arbeydt veel wijn geven. Behalven de bouwlanden, zijnder veel goede weyden voor de Ichapen , geyten, paerden en oflen. Want’t is wonder om Gen, hoe de velden en moeraffen , met den dauw befproeyt, in den Someraltijdt groen zijn, om’t vee wel t’onder-houden. Maer daer en isnietmeer te verwonderen dan de boffehen die op de bergen enfteyle plaetfèn zijn , die overvloedigh hout geven om ichepen en andere wereken te maken. En al dit gerief kan men hebben met kleyne koft en moeyte , om de menighte der rivieren , die bequaem zijn om met de nabuurige volckeren te handelen. Daer ontfpringen oockveel warme baden, uytermaten goetomverouderde heckten te genefen, daer de Medicijns geen raedt toe weten. Hier zijn oock mynen van aldcrhande metalen. Daer gebreeckt geen viffcherye oft eenigejaght, diemenfbude mogen wenfehen omprohjtoft vermaeck. Deluent is heel getempert, lbo dat de vruchten der aerden en heeften niet befchadight worden, door te ftrenge koude en vorft des winters, oft te groote hitte des fbmers. Dit is den lof die Dionyhus Italien geeft. Plinius in ’t 13 cap. van ’t 36 boeck feyt bynahet fèlfde. De goetheyt, vruchtbaerheyt en luftigheyt van dit landt is de oorlaeck van lbo vele bloedige oorlogen , die tulfchen de machtighfte Princen der werelt ge weeft zij n, om het felve te behtten. Daer is byna geen volck, die ’t niet ge-vryt en hebben, de Françoifen, Carthagine-fèn, Gothen, Hunnen, Hungren, Denen, Bifca-yers, Navarrelèn , Switlèrs, Hooghduytfchen, Spanjaerden hebben ’t begeert, foo wel ftondet haer aen. Het is lbo lieflijck en aentreckende, |
ï E N. dat veel haer vaderlandt vergeten, om ten vollen haer leckernyen en Ibetighey t te genieten. Aen d’een zijde het men de bergen met wijngaerden bekleet, en verfcheyden vruchten geladen : aen d’andere zijde de dalen altijdt met klare beecx-kens bevochtight, en luftige boflehagien, die door de hooghte van haer boomen , en lommer der bladeren den reylènden man locken om hem te komen ververfchen. Soo men na de zee gaet, vindt men breede en diepe bayen oft inhammen in de middellandtfche zee, met goede reeden en havenen voor de fchepen. Het aerdtrijck wordt overal met fchoone rivieren , meeren , enfon-teynen bewatert, die de dorrigheyt der aerde verbeteren. De fteden zijn rijck , heerlijck ge-bouwt, en vol volcks , van welcke eenige leer ftereken onwinbaer zijn, fbo van wegen hare gelegenheyt,alsde fterekte der wereken, die men daer aen gemaeckt heeft. Sahellicus geeft dele eer-tytelen aen de voornaemfte fteden van Italien , die nemende uyt het gemeen leggen des volcks : Romen de heylige, om dat de Paus daer hjnen ftoel heeft : Venetien de rijeke, om haer groote macht en ongelooftelijcke fchatten : Genua de hoovaerdige , om de koftelijeke en heer-lijcke gebouwen : Milanen de groote, van wegen de grootheyt der ftadc, en’t groot getal van haer inwoonderen : Florence de fchoone, om de fraeyigheyt der huylèn, en luyvere ftraten, die lang en recht zijn : Napels de edele, om de menighte der Heeren, Ridders, Graven,Marquifen, Princen en Hertogen, die daer woonen : Boloi-gnen de vette, om de vruchtbaerheyt van haer landouwe : Ravenna de oude, om den ouderdom der ftadt en haer gebouwen : Padua de geleerde, om de oelfeninge der vrye konften, en andere wetenlchappen. De Italianen hebben dit Sonnet oft Rij mdich t van hare uy tmuntenfte fteden gemaeckt : Faifna è tra noi Roma pompofa eJanta^ Venetia ricca,/aggia, eßgnori/e, T^apoli odoriser a y e gentile Fiorenza bella tuttodmondo canta. Milano d’ejfèr grande ognquot; hor fi quot;pant a, ' Bologna grajßij Ferrara è chiles Padoa forte, Bergamo [ottile, Genua di fuperbia altera pianta, Verona degna, e Perugia fanguigna, Brejcia Far mat a, e Mantoagloriofa, Rimini buono, e Pifloiaferrigna, Siena loquace, Luca induflriofa, Forli bi'^e^arro, e Relienna benigna, E Sinigaglia de Faria noio[a, £ Capoa amorofa, Pifa pendente, e Pefaro giardino, Ancona dal belporto pellegrino ; Fedelißimo Vrbino, Afcoli tondo, e lungo Recanate, Foligno da le flrade inj^iiccherate. E fin dal del mandate Le belle donne da Fano ß dice, Ma Modena è de Fahre piufelice. |
P I E-
-ocr page 26-
Et landt by de oude geheeten Gallia CI s A L pj N A, om dat het ten aenfien van Italien en Grieckenlandt aen dele zijde der Alpen leght, en bewoont was van vericheyden volckeren der Gauloi-len oftFrançoylên, is daer na Lombardia genoemt, naer de Lon-gobarden, die haêr meefter daer van maeckten, en heeft dien naem behouden , hoewel datfe haer heerfchappye aldaer quijt zijn. Talen- j- Lombardien ftreckt in ’t noorden tot aen de '• Alpen van Duytflandt, in ’t zuyden tot den A-pennin, dielè van Ligurien oft de Seigneurie van Genua lcheytjin ’t weft tot de Alpen van Vrank-rijck, en in ’t ooft tot Marca Trevila (diele, Ibo lommige feggcn , oock begrijpt ) ontrent de riviere Mince oft Mincius, en een deel tot Ro- manien, tot aen de riviere Panaro* i^ttlinge. Sy wordt gedeelt in Lombardien aen defe zijde van de Po, waer van een groot deel oock Emilien heet : en Lombardien aen gene zijde quot;t Landt van de Po. Dat aen dele zijde van de Po begreep de Taurinoilèn, waer van Turin de hooftftadt loorende. js, Tortona en denabuurige plaetlèn, eneen deel van Gallia Togata , gelegen tulTchen de Po en den Apennin, en reyckt van Placencien tot Ravenna, en vervat nu ter tijdt een goet deel van Piemont, Montferrat, en den StaetVan Mi lanen ; oock het Hertoghdom Parma, Modena en Mirandola , met fommige mindere Heeren landen, en een deel van ’t Hertoghdom Mantua. Lombardien aen gene zijde van de Po begreep de Cenomannen , gelegen tulTchen de rivieren Mincius, Addo, en Po, en liep een wey-nigh aehgenezijdevanTrenten, en haddede fteden Mantua, BreHa, Bergamo, Verona, Crema, Cremona,cnTrenten. Het vervatte oock de Inliibren, die Milanen, Coma, Ticin oft Pavien, Novare en Lodi belaten : dé Lybicenen die tuf lchen de Selia, Doria oft Duria Baltia, de Po en ’t lac Major woonden, wiens voornaemfte ftadt Vercelwas : de volckeren SalalTen, haer onthoudende tulTchen Doria Baltia, de Po, de kley-neDoria',cn de Alpen van S.Bernard,wiens voornaemfte fteden waren lura en Augufta; de Segu-lïaneninwoonders van’tdalSuza: de Caturigen van Montcenis: de Centronen befittendeTa- rentafien : de Lepontinen, die den ftreeck ontrent Bellinzona, en de Mefauquen die devaley van Mefauque tulTchen Bellinzona,en de gantlcH rouwe bergen bewoonen : de Beehunen, die de valleye van Suis en S. Bartholomeus, of na ’t feg-gen van fommige, de valey Selia belitten : de Vennoneteninwoonders van Valtelina : de Ca-munen, wiens woonplaetlè is ’t dal Camonique : en Ibmmige andere berghwoonders. Dit Lombardien vervat nu ter tijdt een deel van Piemont,en van den Staet des Hertoghs vati Italien» |
Savoyen,’t minfte deel van Montferrat,een deel van ’t Milaens gebiedt, met den Staet van Cremona , lommige plaetfen van de Switlèrs en Grilons, een groot deel van den Venetiaenlchen en Mantuaenlchen Staet, behalven die van eeni-ge kleyne Princen en Heeren, die haer landt van ’t Rijck te leen hebben. Piemont heeft delen naem,om dat het aen P i e-den voet van de bergen Alpen light, die Italien van Vranekrijek lcheyden : eertijdts was ’t een deel van Vranekrijek Cisalpina , oft aen dele zijde der Alpen gelegén, en Vranekrijek Trans-padaria, dat is, over gene zijde van de rivieré de Po. In ’t ooft paclt het mét den Staet van Milanen Grenjènl op defe zijde van de Po , aen Vercel en langs de riviere Selia, die ’t fcheyt, en aén gene zijde van de Po met Montferrat : in ’t weft met Maurien-na,’t hoogh Dolphinaet,en Provence In ’t noorden aen Val d’Aofte (welcke lommige daer in belluyten) en aen Valelan , daer de Selia ont-Ipringt : in’t zuyden meteen deel van’t Dol-phinaet en Provence, met het Graeffehap Nice, de kuften van Genua, de Langes Van Montferrat, en Alexandrien. De rivieren Padus oft de Po, de Vener, Dore, LivUrenl Sturen, Belbo, en Bormia loopen daer door, en wordt oock bevochtight van meer als achtien andere tamelijck groote rivieren. Sijn meefte lengte ftreckt van ’t ooft tot Sireckini» ’t weft, van de Valleye Barcillonette, drie mijlen van Ambrun, tot aen Cairo , dat op de Bormia leght naer Montferrat en ’t gebiedt van Genua, en begrij pt vijf daghreyfen van dat landt, te weten hondcrtltaliaenlche mijlen. De lengte van zuyden tot noorden, als men die met een recht-Ihoer loude metert van col de Tende, oft van ’t Marquifaet Ceva, tot’t geberghte van val d’Aofte enValey, is niet veel minder: fy is nochtans ten aenfien van Ibmmige plaetfen kleynder, en byna omringt met hooge bergen, en de Pen-ninfehe, Griecklche en Cottifehe Alpen, die-mén nu noemt, die van Val d’Aofte, Montcenis en Mont Genevre ; en met de Apennirilche, die beginnen aén col de l’Argcntiere , en loopen midden door heel Italien. Dit landt wierd eertijdts bewoont van vijf Onde-vole-verlcheÿde volckeren, te weten, Statiellen, Ba-gienen, Thurinoilèn, SalalTen , en Lybicenen, waer van het meefte deel fich onthielt in Opper-Liguricn. Nu is’t gedeelt in vier voornaemfte Provinciën, waer van elck fijnén eygen Prefi-dent heeft in den Raedt van Turin. De eerfte is ’t Prinsdom Piemont,welck begrijpt de Vicarie, oft ’t Prinsdom Barcillonnette , deMarquilâet-IchappenSuza,Iura, en Canavez,’t Graeftehap Vercel,’t gebiedt van Quiers, Saviglian,Fofian, Mondevis, Coni, en vele andere. De tweede is Montferrat. De derde’t Graeflchap Aft met het Marquifàet Ceva. De vierde ’t Marquifaet Sa-lulTa. Piemont en heeft geen groote fteden, ge-lijck Milanen en Genua, maer is foo, in manier F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van |
Colonna at Gtout
2Ó
Septentrio
27
at tvUtt
rMi
Carta
ƒ • nCrata
Sitltt
'DerhtA
Cr^ttehuL
Sof^o
'ViJlAttUOUA
'TLoc£A
'J’ßella
Cajlyh
St “Victtttxo
'JontAM mcfo.
S.Gto.
iC^notfa
il Testante let 1ù
Qrrato nella. tajtola. Liitjttria la nonente
45
Lurtaaot^
'Val St Catt^ p
Si^sano
quot;SarSo
Stlauat^a
Cafgtrta
'^teratt
'^{fha
Z^Sfuta St ISaloeea
C^^allaaxo
Qa^al 'IKeltnatrti
oßl}lt;’
CBoyhero
ITotura.
Oujtto
45
Conhne
,^_^^Ofaaeta
VercelJi
di
Cafftne Sijîr.
■^- ^entæutxo
Moriana/'J
i^C^al rejfo
'llaf'atta
lt;Rart^
Se/h*
i StopfHai
^al^o
^amhala
Ggt;
Ï3
Sc'^fà
Tertio
Mo N
Lutatma \ jlt;X
^niDftto
F IL
.A
A CeÄ~«~t i
Scalaar Sou.
S. ttaaaeo
S.'Sa^iaeta
ä tCatSZta
OtnjlCa
^^f^j^aneo
^ 7/ ilrotttaa
■^außa. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^HlarTaaltiarJaÀ
S-cht
»'iuykótta
Graÿliafeû _ *IuriSo
aA^ortoaiiere
T4?4Kzrx I
Ca/bytutoU .
1 Corcett^
•SnSt^tte t
« Jiariotute
Z^ambrà^
Seof^Lt^ 'CBortaeomà
Coraeaha
'IBraffietuSa
'IBella J
C ai-ma.grLuola
^oaUae^
■;
C. thuM St
' Ti-.^aUßt
Scala ii mialia. und^ci .
5,® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;? I E M van fpfeken , befaeyt met goede fteden, groote dorpen, vryheden en kafteelenjdat fommige ge-feyt hebben,dat het maer een ftadt fcheen s men telt ’er ontrent duyfent : welck de goetheyt des landts veroorûeckt ,• want om dat het overal vruchtbacr is, blijft elck in fijn quartier , fonder een ander te foecken: ’tgene dickmaels oorfaeck heeft gegeven cm groote fteden te bouwen.Piemont is gedeelt in tien Bisdommen ( daer onder Augufta en Nifta begrepen zijnjen heeft over de dertigh oude Abdyen, behalven veel commanderyen van Malta en S. Mauricius. Tiemant. Het Piinsdom Piemont begint aen den voct van Montcenis , daer men ontmoet de vryhey t Navalefe , daer een oude Abdye van S. Benedictus Orden is,gefticht van Frodonius Prince van ' Franlfen bloede, en grotelijcks verrijckt, en ver* meerdert door Karel de Groote. Veel Abdyen in Italien, Vranckrijck en Spanjen waren haer certijdts onderworpen,gelijckmen in de hiftorie van den H. Benedictus leeft, nu is’t een Com-manderye. Als men voerder gaet, vindt men S u s A, Segußuw, oft Segußo, gelegen aen den voet der Cottiaenfche Alpen, op de riviere Doria , die van den bergh Genevre komt, en ont-fangt te Suza een beeck, die haer begiiifel heeft , in’t lac dat op Montcenis is, en valt door die Aeylten, om met de Doria fich ontrent Turin in de Po te ontlaften. Dit is een oude ftadt, een co-lonia oft voortplantlel van Pompejus, die eerft den wegh in defoquartieren geopent heeft, daer men langs in Vranckrijck reyft, door den bergh Genevre, want den wegh door Montcenis was te voren bekent en veel gebruyekt. Defo ftadt is eerft van Conftantin de Groote, en daer na van Fred ericus Barbarofta verbrant. ’t Huys van Savoyen verloor in defen brandt al haer papieren en befcheeden. Van defo-hebben de Marquifon van Suza eertijdts den naemgehadt, die men meent gelproten te zijn uyt ’t geftacht van Karei de Groote, die Turin met een goet deel van Piemont belaten. Dit landt is aen ’t huys van Savoyen gekomen dóór ’t houwelijck van Adelais, dochter en erfgenaem van den laetften Marquis, met Amadeus den eerften defos naems, ontrent hetjaer 102 y. Defo ftadt is verfterekt met twee redelijeke goede kafteelen j indien men die van de byleggende bergen nietkonde befohieten ; de Hertogh hout ’er gemeenlijck een goede befot-tingein: de koophandel is’er tamelijck groot, om datfo gelegen is aen ’t beginfol van de twee grootfte paffen, die van Italien naer Vranckrijck loopen. De munte was hier in vorige tijden foo vermaert, dat men de Segufiaenfohe ponden meeft in Italien gebruyckte. Daer is een Abdye van S. Juftus, gefondeert door den laetften Marquis, die nu een Comman-derye is. Hier fiet men een ouden triumph-boog die meer op de Gottifohe als Roomfohe manier gemaecktis, foo dat men twijfelt of’t de Trophée , dat is, viCtorie-teecken van Auguftus is, daer Plinius van fohrijft, foo eenige gevoelen. Defo ftadt heeft den naem gegeven aen degant-fche valleye, die veel weyden heeft, en vrucht-baer is van tarwe, wijn, en boom-vruchten, onder welcke zijn de koftelijeke appelen, Sufinen |
O N T. genoemt, na deplaetfo daer fy waffen. Op de Doria , diefo bewatert, leggen fohoone dorpen en floten: de voornaemfte zijn S. Ambrofius , daer de miraculeufe Abdye van S. Michiel de. 1’Eclufe boven op ftaet, gebouwt, gelijck het volck daer gelooft, van de Engelen. Men heetfo de l’Eclufo, om dat die plaetfo eertijdts CluJ^ genoemt wierd, door dien de Köningen der Lon-gobarden daer een veft oft bolwerckgemaeckt hadden, om de aenkomften der vreemdelingen te beletten oft uyt te fluy ten. Defo Abdye is vermaert , door dienfe een van de vier Hoofden is van S. Benedictus Orden , onder welcke veel Abdyen en Prioryen ftaen, foo in Italien als in Vranckrijck, gelijck men kan fien in de befohee-den van den Raed t, en opene brieven des Konings , gemaeckt tot voordeel van den Abt, om den folven te houden in ’t befit binnen het Ko-ningrijek Vranckrijck. Avillana is een groot dorp,en was voor defon foer rijck mits den koophandel , maer is foer bedorven in de laetfte oorlogen. Het wordt bewaert met twee kafteelen, leggende op twee heuvelen, en den pas bevryen-de : Daer ontrent zijn twee meiren tamelijck groot,daermen menighte van karpers en andere vifoh vangt. Niet verre van hier is de Comman-derye van S. Antoni de Ren vers, die heel rijck is, en gemeenlijck van groote Heeren befoten wordt. De meefte Commanderyen van Italien behooren onder defo. Rivoli is vermaert om het fchoon kafteel dat RiwS. Hertogh Karei Emanuel daer gemaeckt heeft, door dien hy daer geboren was. Hy heeft het oock verçiert met uytnemende fohoone fohil-deryen. Ter zijden fiet men d’Abdye van Ri-valta , de floten en landouwen van Arpignan j Villars, Pianezze, Cafelette, Colen, enGro-lias. Iulius Scaliger fohrijft van Sufo oft Segufo defo vaerfen : ^equicquam indomito yallata Segußa Muro Âufoniis aditum dat tihi^ G alle j bonis. Gens inßda,feroXj animoque armata bilingui ; luratis unquam W.vfleflt ilia î)eis. Sordida inensj lucrique frequens, intenta quot;tienenis, ïtalici retinens nil niß jura loci. PerßmiliSipejorque fuis^ßelere obrutajßaxis. Islonßunt Pontißeis noxiaßaxa nece. Turin, Augufla Taurinorum, is een colonie der Romeynen, en was de hooftftadt eens Hei togh-doms onder de Longobarden , gelijckfo nu van heel Piemontis.Sy leght 20 mijlen van de Alpen in een fohoon en groot pleyn langs de Po aen d’een zijde, en de Doria aen d’ander zijde. Hertogh Karel Emanuel heeftfe begonnen te ver-grooten ; fijn foon ViClor Amedeus heeft des vaders voornemen volbracht, en de nieuwe en de oude ftadt gefloten met nieuwe muuren, en groote heerlijcke gebouwen van buyten bekleet, waer door defo plaetfo een van de fterckfte in Europa is, behalven haer fterck kafteel, daer eenen gerieffelijcken put in is, feer konftigli gemaeckt. Hier is oock een oud flot,welck des Hertoghs pa-leys is, daer men de vermaerde galerye fiet,door Hertogh Karel Emanuel gebouwt, verrijckt met konftige fohilderyen, beelden, wapenen van alle foorten, gefchreven boecken, en andere raritey-ten, |
0
-ocr page 29-21
ten, oft fèltfame faken , die met groote ïôrgh-vuldiglieyt bewaert worden. In’t midden van de ftadt is eenen heerlijcken toorn gemaeckt, op een rivierken genoemt la Dorette, dat door alle de zijden van Turin loopt,en in de Po valt. Dele ftadt is verçiert met heerlijcke ftraten, bedeckte wandelingen, meniglite van kooplieden, en kon-ftenaersjmetlchoone bibliotheken,die men daer begonnen heeft te maken voor alle andere in Italien,de Univerfitcyt,Academie oftHoogeScho-le in alle wetenlchappen, den Raedt, de Rekenkamer, dewooninge desHertoghs en fijn Prin-celijckHof, als mede met vele kercken en kloo-llers. Hier is de Metropolitane kerck van S. lan Baptift, in de welcke vele fchoonc reliquien bewaert worden, en voornamelijck den H, Sweet-doeck, die in grooter ceren gehouden wort. Be-halven de prochikercken,die daer vele zijn,hebben alle de biddende Ordens, lbo oude als Gereformeerde , hier haer conventen oft kloofters, gelijck oock de Patres lefuiten een fchoon colle-gie, bequaem om alle wetenfchappen daer in te leeren. Daer-en-boven zijnder noch vier kloofters van andere religieulèn. De ftadt is omçin-gelt met veel luftige plaetfen, huylen, en hoven, daer de Prince inde meefte hitte des fomers ver-treckt,gelijck Pare is, gelegen ontrent de ftadts-poorten, in een der fchoonfte plaetfen van Europa, heeft vijf mijlen in ’t rondt,is omringt met de rivieren de Po, Doria en Stura, en is vol bofi lchen, meiren , fonteynen , en heeften om te jagen. Wat lager op de Po leght Valentien, een plailant huys , feer heerlijck gebo.uwt door de Hertoginne, des Konings van Vranekrijeks Ih-fter. Het paleys van Millefleurs is maer twee mijlen van de ftadt. Den heuvel aen gene zijde van de Po is als befaeyt met lufthoven en huy-fen,die een groote ftadt louden maken, ftonden-lè by een. Daer zijn menighte van oplchriften, cn andere oude gedenckteeckenen, die in een belbnder boeckvergadert zijn. Scaliger fchrijft ter eeren van Turin dit lofdicht : Excipiens gelidaspatriis ex Alptbus auras Hefperiiprinceps jus capit una foli» Terra ferax, gens Uta, bilans, addicla choreis : ]lt;ïil curans quiequid craflina luna Tehat. Ingenium natura aptum,fed morefolutum : Plus animo capiens, quam dare poßit ope. Eelix Marte no^Oyfelix melioribus ar mis, Namque recens acuitpedlora lenta metus. Als men uyt Turin treckt langs den grooten wegh van Italien,gaet men naer d’Abdye,die aen het Aertzbisdom annex oft gcincorporeert is -, naer Settimo een fchoone vryheyt ; naer Chivas een bemuurde ftadt, met een gracht omçingelt, verfterekt met fes bolwerckeuj en van daer komt men in ’t Graeffehap Verccl, waer van wy hier na füllen fpreken , als wy de refte van Piemont lullen befenreven hebben. Volgende dan de bergen die Piemont van ’t Dolphinaet fcheyden , als men van Sufa naer Pinerol gaet, pafl'eert men laven een groote vryheyt met muuren omringt, Rean, Cumiana, Piofaco een oudt Graeffehap , van een van de grootfte geflachten van Piemont, voort naer Frofali, en van daer naer Italien, |
Pinerol, eertijdts het erfgoedt van een der fintreï, jongfte lonen des Hertoghs van Savoyen, onder den tytel van Prince van Piemont en Achaien. Het is een groote ftadt, verçiert met vele Ichoo-ne kercken, bewaert met een fterek kafteel, en omçingelt met royale forten, toenlè de Koning van Vranekrijek befat.Van daer reyft men door de valleyen van Perufien en S. Martin, gedeelt tulfchen den Koning en den Hertogh , en men komt in de valleye van Pragela , die onder Vranekrijek ftaet. Briqueras iseenftercke plaetle aen’tbeginlèl van de Luccrnelè valleye , de welcke paelt aen die van Bibianen, Villars en Angrogne een oudt vertreck van de Heeren Vaudoifen, die daer de Gereformeerde religie, lbo men die noemt, ge-volght hebben, en worden van den Hertogh ge-tolerecrt. Cavors is een ftadt, gelegen beneden aen een Covert. hooge rotlb met twee uy tftekende hoecken, in ’t midden verheven met een breet veldt, boven op elcken hoeck is een fterck kafteel, die op mal-kandcren flanqueren, enlchijnen onwinbaer. Montcalier is een groot dorp op de Po, gepre-len om de goede wijnen. Carignan is vermaert door de oorlogen van Piemont , is fterck van natuure, hoewel het nietbefloten is. Piobes, Vigon, Pancalier, Polongera, Morette, Scarna-fis, en alle de plaetfen van dien ftreeck, zijn de vruchtbaerfte van Piemont. Villa Franca is vermaert, om dat Prolper Colomna daer gevangen wierd, als Koning François in Italien quam door den Col oft Hals, ter zijden Argentiere. Quiers, Ch.[cn, Cherium, is een groote ftadt,en chkri. tamelijck fterck om haer gelegenheydt , vol fchoone huyfen, en ouden Adel. Defufteynen van Chieri zijn de befte die men vindt. Rontom defe ftadt zijn het Marquilaet Rive, Poirins een gefloten ftadt, Trufarel, Arignan , Bardefan, Cinfan, en vele andere. Haer gebiedt paelt aen ’t Graeflchap Aft en Montferrat. Savillan is een kleyne maer Ichoone ftadt, gelegen tulfchen twee rivieren , en foo wel verfterekt,dat Keyler Carel de V daer door gaende lêyde, dat hy noyt eenige plaetfc lbo bequaem gefien haddeom een lange belegeringe uyt te ftaen. Daer is een rijeke Abdyc der Benedióti-nen, onder den tytel van S. Pieter. F o s s a N leght op de Stura, is fterck , en heeft een Bif-lchop. Queras, Chcralco, Clarajcum is fterck van na- Cherafce. tuure, ly leght op eenen heuvel van de Taner bewatert, en is met muuren en bolwercken omringt. Defe ftadt is feer aengenaem, om haer lange en rechte ftraten, en de wel-geboude kercken en huylèn. De oude ftadt Polenzo was eertijdts daer ontrent, daermen nu niet van en fiet als de o y er blij fielen van een vervallen Amphitheater. DeKafteelenendorpenBra,PocaPa-glia, S. Viétor, Baudilfa, en Canal zijn beroemt door hare goede wijnen, en Cerilble om den vermaerden veltflagh, die de Spanjaerden daer tegen de Françoylèn verloren : gelijck Benna en Trinita, om den twift van hare Heeren. MON DO VI, MonsRegalis, een Bilfchoplijc- AfoM, keftadt in dryengedeelt, diefe groot maken, G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is |
Qn^tna
'^tleJm
J^tgegrfUi-
'Siiitantt..
'^üia Mtatta.
u^uf-elg
O .Mßne/htuol Bomuo, Cuttuluf lißtt
Cur^attgyt.
Cÿidjrag
hrtiftu
uJiruJtif
'* TAwino
-rÄ .
CurM^\W4^tgt;^
iJufttmuf’^t^ JgQ
0 ^riactt»
5 o
':P»cA
tf4^1bp*~ JigntKilU
C^rJitn
.Jißttt^dJß
CBo^mu
CotntJi^
'JottggiU
■^quot;^Àn,
^aJ. Jujt’
Ct^nu
Btthti.
Gimuohu
Catntg
Z,ougx^oUgt;
'Rufhuttu s
O
Tiufua Jftura
•'^J. huß/tü
BffMo Ji
’S*« .. 7^
is vermaert door een miraculeus beelt van onfe Lieve Vrouwe, dat veel toeloops heeft. Her-togh Carel Emanuel heeft daer doen bouwen een van de lchoonfte kercken van Italien,die van de Fueillanten bedient wort onder den tytel van een Abdye. Het kafteel leght op het hooghfte van de ftadt, gelijck oock de Domkercke, en het paleys van de ftadt. Behalven de kloofters van de biddende Ordens, is ’er een collegae van leluiten , en een Univerfiteyt van alle weten-ïchappen. Men hout’er alleweeck drie goede marcktdagen, met grooten toeloop. Dè over-blijffelen der fadien van de Guelphcn en Gibel-linen zijn hier noch te vinden, niet fonder groot bloedtftorten. Het gebiedt van Mondovi begrijpt veel goede valleyen, als Frabofa, Cazau en Fez. C E V A is een ftadt en fterckte , en het hooft van een oudt Marquilaet des ïelven naems,welck meer als zó floten onder fich hadde, leght op den Taner, niet verre van des ïèlfs oorfprong. De voornaemfte plaetfen vän ditMarquifaet zijn Bagnalc, Garre, Ormea, ( een ftercke plaetlè en kafteel, weick aen den Staet van Genua paelt ) cn Prier. . Daer nae volgen de Langhes, foo heet men de heuvelen van de oude Liguriens, die in dat quartier ’t beginfèl maken der Apenninen, en grenfèn aen ’t gebiedt der Genuefèn en Mont-ferrat, en worden bewatert met detweerivie- ' ren Bormia, die in den Taner loopen. De voornaemfte plaetfen en floten van defè Langhes zijn Cortemiglia, Cravefana, Cefbla, Roccave-ran , Spin, Mombaldon, Gorzen, Mombarque, Millefimo, Cairo , en Carquere : de heerfchap-pye van de twee laetfte is gedeelt tuflehen Piemont , Montferrat en Alexandrien. Dit zijn de grenfèn in ’t ooft en zuyden van Piemont. Defè ' voorfchreven plaetfèn behoorden eertijdts de groote en machtige geflachten Garrets en Sca-rampes. In ’t weft leght C o N i, Cuncum^ aen den mont I van de rivieren Stura en Ges, vermaert om de ' groote belegeringe,diefe uytgeftaen heeft tegens de Koning François de Eerftc , fonder gewonnen te worden. Men drijft hier grooten koophandel , en is een van de rijekfte in Piemont. De Abdye van S. Dalmat is niet verre van daer, noch de gefonde baden van Vaudier. Om naer Nice te gaen, neemt men fijnen wegh naer Limon , voorts naer ’t Graeffenap Tende, weick eertijdts toebehoorde het keyfèrlijckc geflacht vanLafcaris, meteen goetdeel anderefteden, die op de Genevoife kuft zijn. De fèer lange paffagie die Hertogh Carel Emanuel heeft doen houwen door de rotfèn des geberghts van Tenda , tot bcquaemheyt der voerluyden, mach geleken worden met de heerlijekfte der oudeRo-meynen. ' De ftadt is aen gene zijde van’t ge-berghte gelijck mede de ftadt en kafteel Brigua ; de vryheyt Entragues, Andon, Roccavil-lon leggen aen defè zijde, als oock Demont in de valleye van Stura, een kleyne plaetfe, die de heele valleye in dwang houdt. Als men hooger komt vindt men de baden van Vinay, Pierrepore , Brezés, en Argentiera, die den naém aen |
’t geberghte geeft, daer een tamclijck groot lac op is, uythet weick aen d’een zijde de Stura in Piemont valt, en van d’ander zijde dellbaye, die in ’t midden door loopt. De Valleye en Prinsdom van Barcillonctte, erfgoedt des Princen Cardinaels van Savoyen, ftrcckt fich drie mijlen van Ambrun. De voornaemfte fteden en vryheden zijn Barcillonne, in delaetfte oorlogh verbrandt, Jofier , Faucon, Caftelar, Revel, Lauzet, en Moglans. De valleyen van Piemont in ’t noord gelegen, die aen Tarantaifè en Val d’Aofte ftooten, zijn feer overvloedigh van vee en weyden.Als men in de pleyn laet leggen, Lciny, Cafèlle, Autefan , Cirié een groote vryheyt en Marquifaet, Vul-pian een befloten ftadt, en vermaert in de oorlogen van den Marefchal de BrifTac : Mathi, cn Balenger, komt men in de valleye oft het dal van Lans, weick den naem heeft van een groot dorp, daereertijdtseen fterck kafteelwas,vermaert in de eerfte oorlogen van Piemont. Defè valleye met die van Corio begrijpt over de 40 goede landouwen en dorpen, en paelt aen C A N A V o I s een oudt Marquifaet, hoorende Canavoh: onder dat van Yvrée, in’t welcke zijn de oude Graeffèhappen van Valpergue en S. Martin, die befèten worden van twee geflachten des felfden naems, gefproten uyt den koninglijeken bloede van ArdovinuSjdie eertijdts meer als yo floten in defen ftreeck hadden, en noch veel hebben. En hoewel defe Graven van den fèlven ftam waren, hebbenfè nochtans langen rijdt malkanderen gehaet, foo dat de Graef van S. Martin met de Guelfen hielt, en van Valpergue met de Gibel-linen. De voornaemfte floten en plaetfen van die Graeffèhappen zijn, Rivera, Camagna, Bar-banie, Rivare, Belmont, Valpergue, Chafteau-neuf, Caftellamont, Cornie , Pont, ’t hooft van een valleye, die den felven naem heeft ,• Soana, Sparon, Loragna ’t hooft van een valleye daer Cerefole in leght, een plaetfe geprefen om fijn goede kafèn, daer de riviere Orco ontfpringt, die veelgoude fanden heeft,- Fauria, Rivarol, Aglie een vermaert kafteel, S. Benigne een Abdye vangrooten naem, van S.Damianus Vru--Buarknfis genoemt ; S. George, Folis, Calufè, Vifque,Strambin,Marcenafe, S.Martin een oudt flot, ’t hooft van ’t Graeffehap Cly en Bros, die hare namen aen twee valleyen geven ; Roman , Pavon, en Parella , die by malkanderen leggen ontrent Y V R E E, Lamporegio, Eporedia, een oudt Bis- TmV. dom , colonie der Romeynen, en de hooftftadt der Provincie, die eertijdts aenfienelijcke Mar-quifen gehadt heeft, die Keyfèrs en Köningen van Italiengekroont zijn, gelijck Adelbertus, Berengarius, Ardouinus , als men in de hiftorien leeft. De ftadt is kleyn , maer wel gelegen. Sy is het flot van val d’Aofte, en wordt bevochtight met Doria Balthea, over welcke rivier een ftee-nen brugge is. Onder andere kercken is ’er een oude Abdye van S. Steven. Aengefien het Marquifaet Saluce in defè kaer- Salwt. te oock begrepen is , heeft ons goet gedacht hier wat van te feggen, niet tegenftaende dat het de vierde Provincie van Piemont is j want |
Nijfe.
P ï E van de tweede en derde, wordt in haer eygen kaerten gefproken. Dit Marquifaet dan wierd eertijdts beleten van Heeren die onder de Prin-cen gerekent wierden. In ’t weft cnlt;zuyden paelt het aen Provence en Dolphinaet.
Saluces , SalutU, is de voornaemfte ftadt, ge-bouwt van de vervallen overblijfîelen van de oude Augußa Vagiennorum. Sy leght op een aen-genamen en tamelijck grooten heuvel, met een ichoon kafteel en Domkerke,een van de fchoon-fte in Italien, wiens Biflchop onder geen Metro-politaen oft Aertzbiflchop ftaet. Dit Marquifaet is’t hooft van veelfchoone fteden, en meer als 5 8 kafteelcn, oock van de valleyen Grana, Ma-cra, Varaite , Bronda, en de Po. De voornaemfte plaetfen zijn Carmagnole, een groote ftadt,en verfterckt met een van de uy tmuntenfte kafteelen in Europa, fèer rijck om den grooten koophandel en jaermarckten ; Revel een ftercke plaetlè j Barges een groote en rijcke ftadt, daer men de befte loopen voor de buftchen maeckt j Drone een goede ftadt met een fterck kafteel, daer d’AbdyevanS. Conftantiaby leght; Bufta ’t hooft van een oudt Marquilaet ; Dogliani een groote Vryheyt; Mante, daereen feer fchoon kafteel is ; Veuzol, daer oock een heerlijck kafteel is; Pagne vermaertomfijn goede en dili-cate wijnen ; Cartignan, Cardé ; Caramagne, Stafarda, en Cafanuova, drie rijcke Abdyen van S.Bernards Orden; Monrozzo, S.Pierre, en Vilars de uyterfte palen ontrent Chafteau-Dau-fin, welck onder Vranekrijek hoort ; Mombrac, daer een fraey convent van Carthufèrsis. Caftcl-lar, Paêlana ; en Crifol,daer de Po fich begint te openbaren, die fijn oorfprong heeft in Monvife, het hooghfte geberght van Italien, gelijck fy oock de grootfte rivier daer van is. De wegh met kracht van yfer en vuur door de Marquifen van Saluce geopent in de rotièn van dit geberghte, is verwonderens waerdigh , mits dat daer een gewelfde paftagie is een half mijlelang, waer door demuylen gemackelijck können gaenuyt het Marquiïaet naer her Dolphinaet.
Nifte, NiMa, is een oude ftadt, die Strabo aen die van Marcilien fêyt toe te hooren , welcke de lèlfde gefticht hebben. Sy leght recht tegen over Antibe in Provence, op den oever van de zee; de riviere Var fteltlè in Italien. Sy is als een dubble ftadt, gedeelt door een waterken,, daer men met een brugh over gaet,die de twee fteden aen malkanderen hecht. Strabo verhaelt van het Amphitheater, welck twee deelendn elck van fijn tweehoecken hadde, en meer andere antiquiteyten buytcnde ftadt oftdaer ontrent; van de Vryheydt oft het dorp Acharaca, met een feer luftigh bofch befet ; van Plutoos en Ju-noos tempelen, als mede die van Charon ; en vertelt oock de fiipcrftitien der voickeren van dat landt. Nu ter tijdt wort haer kafteel gepre-lèn om fijn fthoone en ftercke gelegenheyt, en uytficn op de zee ; welck met een hoogen heuvel aen de ftadt vaft is. Onder een rotlè dicht by de ftrant is een fonteyne, en overvloedigh loet water, daer de fchepen, die daer aenkomen, haer van belorgen. Het is een frontière en bol-werek van Italien, een Biflehoplijeke refidentie, Italien»
cn heeft fijn eygen rechten. Dehaven is tot Villa Franca, twee mijlen van daer,welck eenige meenen te zijn Port Hercules, en de tropheen oft zege-tceckenen van Auguftus, daer Ptole-meus van ïpreeckt. Daer zijn twee kafteelen , ’t een op de hooghte des berghs, ’t ander op den zeekant, vaft aen de Vryheyt, aen de zijde van Lebeche ; een weynigh hooger fict men Mola, daer de galeyen des Hertoghs van Savoyen haer houden. De tol van dele plaetfe beloopt ’s jaers voor den Prince 37000 kroonen. Deltaliaen-fthe, Spaenlche, Engel/che en Franfche fchepen komen hier aen. De rechten die fijn Hoogheyt in de zee heeft, aen dien kant, zijn naerftelijck befthreven in een geleert Traélaer, van de Heer Cauda, Raetsheer des Staets van Savoyen Man-tiga een lufthuys, leght een mijl van Nifte, van waer men altijdt onder de oranjeboomen gaet, die byna het gant/che jaer deur vruchten,'bloemen , oft bladeren dragen. Het huys is verçiert met fonteynen , en hoven, en met fchildcryen verrijekt.
Het heelc Graef/chap Nifte is meer als twee daghreyïèn lang, en een brevt, en heeft meer als 100 vryheden of dorpen. Hét leght tuflehen Provence, de Middellandtlche zee, de ftrandt van Savone naer Vihtimiglia, col dc Tende, col de 1’Agnel en de Alpen. De andere plaetfèn van dit Graeffehap zijn het kafteel van S. Albanus, welck de {chippers voor een vuurtoren dient Port S. Mauricius met een kafteel , S. So/jpir, Soïpel, een ftercke plaetïè , Breglio een kleync ftadt,Btiga: Tende meteen kaftecl,welck is de hooftftadt van eenGraeflehap des felven naems, welck men dat van Nifte toefchrijft -, S. Martin, een kleyn ftedeken, Lantofto Utello, welck de inwoonderen in ’t kort Vis noemen ; Blora met fijn valleye, daer eenige dorpen in leggen ; Bo-glio oft Bueil, een ftadt en kafteel; Comté, daer noch vier oft vijf ftercke kafteelen zijn; Caïóurs, een ftadt en kafteel ; Leftarenc , Dolceaqua, een groote valleye oft dal, die vol volckis ; en andere.
Behalven ’t Graeffehap Nifte , befit de Her-togh op den zeekant, ’t Prinsdom Oneille, en Marro, welck bynae heel in den Staet van Genua als vernagelt is, behalven in den ftreeck van Lenau en Pornas , door den wekken het paelt aen ’t Marquifaet Ceva, en ’t gebiet van Ormeo. Dit zijn twee rijcke Valleyen, en vruchtbaer van goede olie , oranje-appelen, citroenen , en la-moenen,{bo dat men daer altijt de lenten fchijnt te hebben. Daer zijn ontrent tfeftigh vryheden en dorpen, behalven Oneille en Marro, rede-lijck groote fteden.
Piemont heeft alle ’t gemack, en welluftcn die de zee en warme landen voortbrengen, te weten,olyven, oranje-appelen,citroenen,lamoenen , vijgen, meloenen, artechocken , granaet-appelen, amandelen, en diergclijeke vruchten. Het bouwlandt geeft lbo veel granen, dat het niet alleen de gantfche provincie daer mede be-forght, maer oock meer als de helft aen de na-buurige landen ftuert, met groot profijt der inwoonderen. Hier waft mede tarwe, wijnen , en andere vruchten. Sy leyden de wijngaerden op H nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lange
P î E M lange flocken van vruchtbare boomen gemaekt, daer den meeften wijn op waft , en faeyen daer tarwe tuflehen. De laege en vochtige landen , befonder in ’t gebiedt van Verçel, dragen menighte rijs. De heuvelen hebben witten wijn, mufcadel, clairet, fbeten en fcherpen , en fuick een overvloetvan malvefey, van alle fborten , bequaem elck op fijntijdt het heel jaer door te drineken , dat in Italien qualijck diergelijcke zijn, en in Vranekrijek geen betere , als die van de ftrant van Salufte , Montcalüer, Gatti-nara, Carema, Canavefa, en val d’Aofta. Op de bergen van Piemont zijn goede weyden , en het gerief van de heeften komt tot in Lombar-dien , en de ftrant van Genua. De velden dragen veel moerbefiboomen , daer de zywor-men van leven , namentlijck te Carignan en Raccony, daer de Genuefen haer provifie komen halen. De landouw van Quiers geeft feker grain, dat van alle plaetfen gelocht wordt, om daer mede te verwen. Tuflehen den Taner en de Po naer de Langhes fiet men fulcken over-vloedt van patryfen j dat de inwoonderen daer meeft van leven, en de failanten van Piemont hebben eenen befonderen en beteren fmaeck als andere. De truyten van de rivieren Dora, Orcus,Taner, en van veel andere die dele Ichoo-nc provincie bewateren , feght men de fmake-lijckfte te wefèn , welck de naeiftige onderlbec-kers het goude fandt toelchrijven , daer dele vif-ïchen van leven, ’t welck de wateren uyt de groeven der bergen ontfangen , daer de rivieren uyt-loopen. Canavez heeft veel peperboomen gehad , dat daer heel goet waft, welck niet moge-lijck is in het befte landt van Italien, oft in Provence. Het Graefichap Nifle heeft palmboo-nien , daer goede vruchten op louden waflen, waer’t dat de ingefetenen de lelfde niet ver-jfhymden te meften , door de goede gelegent-heyt diele hebben, om haer kaftanien en appelen in ßarbarien te ruylen. Het geel en wit was wierd eertijdts binnen Piemont gemaeckt, maer de oorlogen hebben defe manufadure daer bedorven , gelijckmeer andere handtwercken. Daer waft vlas om lijnen doeck , en hennep om touwen te maken , daer men tot Villa Franca koophandel mede drijft. Te Mondovi vindt men wit marmor, en fchoone jalpis op de ftrandt van Nifla. De fil-vere mynen zijn gevonden in de vallcye van Lucerne en Lans , als oock van kooperroot en aluyn , daer men voor eenige jaren naerfte-lijck in gearbey t heeft, door ordre en feker con-traâ: van fijn Hoogheytmet eenDuyts Baron gemaeckt, die ’er tot hondertvijftien ontdeckt hadde in Piemont alleen, van gout, filver, koper, yfer , koperroot, waer onder de mynen van koper en koperroot de overvloedighfte waren , bclbnder in de valleye van Lans , daer het koperroot tot boven aen de aerde quam. Wy hebben hier boven gelproken van ’t goude fant dat de rivierenStura, Taner en andere, uyt de bergen komende, mede nemen , daer die van Piemont een merekelijeke fomme winft uyt krijgen. De yfergroeven worden meeft bear-beyt, als tot Creveceur en elders, loo dat men |
ONT. de nabuurige landen daer mede kan gerieven, behalvcn de klingen oft lemmers der rappieren, meflen , buflehen , raderen , en diergelijcke wereken die men op verlcheyden plaetlên maeckt. De oude Schrijvers gedeneken van den arbeyt, die de Romeynengedaen hebben, om gout te bekomen uyt de Vercelloilche mynen. Op fekere plaetfen der Alpen vindt men leer fchoone bloemen, als peonen , martagonen , narcilTen , hyacinthen , anemones, en andere lborten, oock medicinale kruyden. Men pluckt den Agaricum van lèkere boomen , die de huys-luyden M-elles noemen , die uytermaten dick zijn , en geplant worden langs eenige lacken oft meeren. Den lof der Allobrogelèn , Salaflen , Tauri-nen , Alpinen, Val-d’Aoftinen , Turinen en andere, is leer groot in de hiftorien,om de heerlijc-ke daden der wapenen tegen de Romeynen, Hannibal, en andere. Soo veel den gemeenen man aengaet, deHiftoryfchrijvers, die daer ge-, boren zijn, maken dit onderlcheyt, dat dienaeft de Po , Cottilche en Griecklche Alpen woonen, openhartigh en ongeveynft zijn, en dat daer tegens die by de Langhes, en naer den Apennin fich onthouden , loos en doortrapt zijn. De fèlve auteurs gevenfè noch andere verfchey-den manieren. Die van Bielle zijn loofe kooplieden , die van Turin , Vercel en harenabuu-ren, die veel met die van Lombardien verkee- ’ ren, zijn hooghmoedigh , veel houdende van haren Adel, en zijn wel te paerde. Daer zijn noch 'eenige o ver blij fielen van de faéfie der Guelphen en Gibellinen. Soo veel de klecdinge en Ipraeck belangt, zijnfê louter Italianen. Die van Nifla Ipreken bynae als die van Provence. Die op de Alpen woonen , fpreken en kleeden haer wat rouwer. Het volck van Nifla is Icherp-finnigh, net, en den koophandel toegedaen : d’andere volckeren van Piemont zijn foonaer-ftighnict, om de goede gelegentheydt, die fy door de Po met de Milanelen en Venetianen hebben, te gebruycken ; daer en zijn niet vele ambachtslieden j fy begeven haer meeft tot dc oor-* loge , letteren, en een welluftigh leven , tot welck dc vruchtbaerheyt en overvloet des lants haer treckt. Sy leven met malkandcren vrede-lijck,eeren haer overigheyt,en zijn haren Prince gehoorfaem. Piemont is rijck, overmits dat het alle goede-ren en koftelijckevruchten nae wenlch heeft, in groote overvloet. Het landt is heel bewoont, en is als een ftadt twee oft drie hondert mijlen in ’t rondt. Om dc rijekdómmen van Piemont te toonen, ftellen wy hier de filver-en gout-mynen niet, maer zijn vruchtbare oogften,die ’t dc nabuuren mede deelt , de verfcheyden en koftelijeke wijnen, den koophandel der heeften, welcke die van Salucen in Provencen verknopen , de wolle en lakenen van Pinerol en andere ftaetlcn,de wapenen die men tot Barges maeckt, iet lynen doeck, vlas en gennep. De olie van Nifle, met haer andere vruchten, en koopman-fchappen, ’t papier, de abeelboomen, om de maften voor dc galleyen en fchepen te maken , die men aen de Genuefen verkoopt, brengen groot |
groot profijt aen de invvoonders, die dit voor- Rekenkamers hebben geen befondere pketféa deel oock hebben, datfe tuffchen Marfilien en • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot; Genua leggen , en daerom met de felve grooten handel drijven j en voor hare waren , uyt Languedock, wolle lakenen, dekens en dierge-lijckc ftoffen , en van Genua zyde lakenen krijgen , en is als een rijeke fchuer oft proviant-plaetfè vanbey die landen. De grootfte rijek-dom des Hertoghdoms van Savoyen komt meeft uyt Piemont, die alleen genoeg is om den krijgh te voeren. Swdte. De fterekte van Piemont beftaet in vele ftereke en welgelegen fteden, te weten, Turin, Cavors, Vercel, Aft, Niffe, en Carmagnole, en alle dc andere , die aen Lombardien grenfen. De drinck-plaetfe des kafteels van Turin is foo groot, dat’er vijf oft óoo paerden t’famen können in drineken , fonder eenigh beletfel in’t inkomen oft uy tgaen. De pas van ’t Graeffchap Nifla, en de enge wegen der Alpen zijn een na-tuurlijck bolwerck, die oock met de bouwkonft van veel fchanften en kafteelen geftijftis. De veftingen en bolwercken van Nifte zijn fbo fterek , datfè in’t jaer i ƒ41 wederftonden het groot gewcldt van de Turekfehe armade , die met hondert oft tweehondert fchepen daer voor quam, en fy is tegenwoordigh een der fterckfte plaetfcn van Europa. Re^crtn^e. Piemout heeft geftaen onder de Romeyhen, Gothen, Longobarden, Keyfers, en Marqui-fen, fbo genoemt van de matchen oft frontie-ren van Italien, die Carel de Groote eerft heeft van Rckenmeefters, Corrcóleurs en Auditeurs geftelt, na dat hy de landen cn fteden onder fijn Veldtoverften gedeelt hadde : de fteden zijn oock in eenige vryheyt fekeren tijdt gebleven , als Vercel, Aft en andere. Maer de Graven en Hertogen van Savoyen zijn veel hondert jaren Princen van Piemont gewceft , en defe edele en machtige Provincie is den tytel des oudtften foons van den Hertogli, gelijck het Prinsdom Walles van den oudtften fbon des Konings in Engelaudt, en Dolphinaet des oudtften foons in Vranckrijck, en ’t Graeffchap Charlois des oudtften foons van den Hcrtogh van Bor-gondien. Het Graeffchap Nifle is aen Savoyen gekomen, ah ’t eerft over de twee hondert jaren de Princen van Piemont toebehoort hadde, en te voren de Graven van PiovcncCj van de wclcke het gekomen is aen de Graven van Savoyen oft aen de Princen van Piemont. Alle deBaljoufchappen (behalven die van ’t Graeffchap Nifte , wclck fijn befbndere manieren en rechters heeft, f^o veel de rechtfaken en geldt-middelen aengaet) behooren onder Turin, daer den Raedt en Rekenkamer is, als mede een vermaerde Academie of LIniverfiteyt, voornamelijck om de Rechten enVryekonften te leeren. In den Raedt oft Parlement van Savoyen en Piemont, zijn twee kamers in elcken Raedt, en van de vier Prefidenten is ’er eenen diefe Crimineel heeten , om dat hy in de hals-faken prefideert, voorfit, oft het meefte gefagh heeft, foo nochtans, dat’er om defè faken geen eygen kamer en is , gelijck de Tournelles in Vranckrijck, maer wel oefondere dagen , op de welche van de halsfaken gehandelt wordt» De |
maer fy worden al van de Compagnie geordi-neert om de rekeningen te doen. Onder de vier Prefidenten is ’er een, die men Prefident van de Financiën noemt. Van’t Aertzbifdom van Turin , van de Bif. dommen van Nifte, Vercel, Aft , Mondovi, Yvrée, Foffan, Albe en Salufte met fijn exemptiê van alle Aertzbiftchoppen hebben wy hier voor gefproken. De Biflchop van Niffe ftaet onder den Aertzbiftchop van Ambrun. Flet Bifdonl Foffan is onlangs opgerecht onder Hertogh Carel Emanuel. De inwoonderen der valleyen van Peroufè, S. Martin , Lucerne, en Angrogne zij ri eensdeels Catholijck, eensdeels van de religie, die men Gereformeert noemt,die van fijnHoog-heyt toegelaten worden om haer flechtigheyc en eenvoudigheydt, en haer gehoorfaemheydt in fchattingen te geven. Piemont heeft veel oude Abdyen , als S. Michiel de la Clufè , No-valefa , en andere. De Biffchoppen van Mondovi, Yvrée, en andere van’tHertoghdom Mantua en Montferrat, hooren onder den Aertzbif^ fchop van Turin, met die van Salufle, foo verre de exemptie oft vryheyt, die hy voorwerpt,geen Nae het huys van Vranckrijck, is nu ter cijdt dat van Savoyen het oudtfte van alle de geflach- nbsp;nbsp;nbsp;” ten der Souveraine of Opper-Chriftelijcke Princen , welck in eén geduurigh en ongebroken vervolgh van wettige mans oiren oft erven gebleven is, cn altijdt getrouwt aen huyfenvan groote Köningen en Princen. ’t Is oock feker, dat het meefte deel der geflachten , die hedens-daeghs de Koningrijcken van Europa befittert, lang nae dat van Savoyen , van Princelijcken bloede eerft zijn gefprotén. Dit huys van Savoyen heeft voor veel hondert jaren Keyfc-rinnen en Koninginnen aen ’t Chriftendom gegeven. Alle de Köningen van Vranckrijck , en Princen van den bloede van meer als vijf hondert jaren komen van Alix van Savoyen, moeder van Louys deSevende, en diesgelijeks alle de Köningen van Portugal van vijf hondert jaren tot onfèn tijde toe hebben haer afkomfte van Mathildis van Savoyen. Dit huys is daer-en-tegen oock getrouwt met PrincefTen der groot-fte Kroonen van Europa : negen dochters, fbo van Keyfers als van Köningen, zijnder mede getrouwt geweeftien men houd het voor een befondere gave, dat Mevrouwe Chriftina, fufter van Koning Louys de XIII, en dochter vaii Henrick de Groot, de vijfde koninglijcke dochter is, die met geduurigh vervolgh aen dit geflacht getrouwt is, welck in geen ander te vin-. den is. En alwaer ’C dat dit geflacht geen ander eere en hadde , als foo menighmael aen Vranckrijck getrouwt te zijn, het behoorde fich Volkomelijck te genoegen en voor grooten lof* te rekenen, dat het tot twintigh mael toe met Vranckrijck door verfcheyden houwelijckeri vereenightis , gelijck de Hiftoryfchryver vart Savoyen toont infijnboeck der alliancien varl defè twee huyfen. Byna alle de oude en nieuwe Schrijvers, foo Duytfèhe, Franfehe, als Italiaen- |
^6 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P I E M lelie komen over een, dat het fijnen oorlprong neemt van’t keylèrlijeke huys van Saxen, hoewel datfè in de tacken niet cens zijn. De waer-Ichijnlijckfte opinie is , dat het voor fijn eerde bcginfèl Immedeum oft Amedeum van Saxen heeft, vermaert in de hiftorien van Duytflandt, die vader van Humbertus was,en dele van Hugo, Marquis van Italien (verfcheyden van eenen anderen Hugo , Marquis van Tolcanen, die in de felfde tijdt leefde ) daer Glaber, Silvefter de 11, en de tytelen der kercke van Vercel affpreken, gelijck de lelve Hiftoryfchrijver van Savoyen belooft te doen blijeken in fijn boeck van den koninglijcken Ty tel. Van deén Hugo is Beral-dus geboren, Lieutenant generael van Rodolfus de derde van dien naem , Koning van Arles en Borgondien, in wien het geflacht der Köningen van Borgondien uytgeftorven is,en het Koning-rijek is daer na verdeelt onder veel groote Heeren , als die van Zeringen, Geneve, en Hoogh-Borgondien en de Dolfins van Vienne. Maurienne en Savoyen zijn ten deel geworden de kinderen van Beraldus, met confient nochtans van Keylcr Conradus , die door de Salique wetten erfgenaem was van den voorfchreven Rudoi-phus. Humbertus met de witte handen, fone van Beraldus. Amedeus, de eerfte van delen naem, geheeten Amedeus de tweede. Humbertus de tweede. Amedeus de derde. Humbertus de derde. Thomas. Amedeus de vierde. Bonifacius. Bieter, oom van Bonifacius. |
ONT. Philips, Pieters broeder. Amedeus loon van Thomas van Savoyen, Graef van Vlaenderen, volghde fijn oom Graef Philips. Dele verkreegh den naem van de Groote, niet om fijn lengte, maer fijn kloeckmoe-digheyt. Eduardus de oudtfte loon van Amedeus de Groote. Aymon quam in de plaetlè van fijn broeder. Amedeus de lèfte, toegenaemt de Groene, om dat hy op den cerften dagh van Mey den prijs in een Tournoilpel bekomen hadde. Amedeus de levende, geheeten den Rolfen. Aniedeus de achtfte. Louys volghde fijn vader. ' Amedeus de negende , genoemt den Gelucki-gen , om fijn heyligh leven , en groote mirakelen, die Godt door hem dede, foo in , als nae fijn leven, Hy gaf’t al aen den armen, ja oock den halsbandt van fijn Orden. Philibertus volghde fijn vader. Carel fijn broeder bekleede fijn plaetle, die den naem vanKrijghsman voerde, omdat hy van fijn jonckheyt af groote daden met de wapenen dede. Carolus loannes Amadeus, lagh noch in de wiege toen fijn vader fturf. Philippus de tweede. Philibert de tweede, genaemt de Schoone. Carel de derde. Emanuel Philibert. Carel Emanuel,de elfde Hertogh van Savoyen was achtien jaren oudt toen hy in fijn vaders plaetle quam. Vidor Amedeus quam in fijn vaders plaetle in het jaer 1630, wiens lone nu ter tijdt Hertogh is. |
Çaet.
Hertogh-dom.
Crenfin.
Steaen- ]
Het Hcrtoghdoni
montferrat.
Et landt van Montferrat , de tweede Provin-□ie van Piémont, is lu-ftigh en aengcnaem. Het is gelegen in Lom-bardien aen defe zydé van de Po , en wordt Montferrat genoemt, al oftmen wilde leggen fer ax , dat is, een
Hiér nae volght de feèr oude ftadt VaUntio'^ van Plinio Vakntinum genoemt, diemen oock Fo-rum Fubii heet. Men liet medé op een heuvel Pomaro met fijn kafteel.
Niet verre van daer is Fraxineto enCalale di
vruchtbaren bergh , om fijne kleyne heuvelen, : die uyttermaten vruchtbaer fijn ; oft delen naem ( komt van’twoordc firro , dat yler te leggen is : : want gelijck het yfer alle andere metalen in fterckte en hardigheydt te boven gaet, allbo overwint dit landt alle de nabuurige landouwcft in vruchtbaerheydt,overvloedt, en uytnemendé goedtheydt van aile vruchten , doch voorna-mentlijck van wijn.
In defe ftreeck waren eertijdts leven Marqui-faetfchappen van Keylèr Ottho de II opgerecht, te weten,Montferrat, Ceva, Poncion, Bu-fcha, Salulfa, Savona,en Fricara,die gegeven fijn aen de feven lonen van Aleranus Hertogh van Saxen. Het geflacht van Paleologus heeft Montferrat belèten onder den titel van een Marquilaet tot het jaer 15343 maer nae de doodt van Sainól George, de läetfte mans oir der Paleolo-gen, heeft Keyfer Carel de V denHertogh van Nlantua wettigh erfgenaem van Montferrat ver-klaert. In ’t jaer i j7 y heeft Keyfer Maximiliaen de II dit Marquifaet tot een Hertoghdom verheven , en Guiliam de 111, Prince van Mantua, is d’eerfte Heitogh van Montferrat geweefl. Merula befchrijft dit landt nae ’t leven, in ’t derde boeck der Oudtheden van het Vicomte : Het is een geberghte, Icydt hy, dat vol heuvelen is, altemael lufligh, altemael vruchtbaer, en alté-lt;mael wel bewoont, daèr is geen duym landts on-bebout. Het begint ontrent een daghreyfe van de Alpen, tulfchen welcke en dele heuvelen een pleynlight, datfe fcheydt. Aen de rechter zyde loopt de Po , en aen de flineker zyde de riviere Tanarus, die als palen daer van fijn : want het buyten dele rivieren niet ftreckt. Men mochte dele provincie met de waerheydt wel Melbpota-miam noemen; want fy is tulfchen de rivieren aen bey de zyden befloten.
Niet verre van dén uytgang van Tanaro ont-moetmen Balfignana, daer eertijdts een houté brugge was, over de welcke, als loannes de Mé-dices Florentin, Cardinael en Legaet van Bolo-gnien , daer nae Paus gemaeckt, en Leo de X genoemt, op feeckeren tijdt pafleerdé , is hy uyt de handen der Françoylen verloft, (die hem in den bloedigen flagh voor Ravenna , in ’t jaer iyi2, gevangen hadden, en naer Vranekrijek leyden) en gevoert naer de ftadt Bolonien, daer
S. Evafio. Paus Sixtus de IV heeft ’er in ’t jaer 1474 een ftadt af gemaeckt : het is oock een Biß dom. De Marquilèn van Montferrat hadden eertijdts hier haer refidentie. Hier fijn twee ka-' ftéelcn, het oudt, wclck eertijts de wooninge der Marquilèn was s en het nieu gemaeckt van Vin-centiusGonzaga, Hertogh van Mantua en Montferrat , anno 1790 , welckmen la Citadella noemt. Hier fijn veel voorname mannen geboren, als Ottho uyt het adelijeke geflacht van Aléranum, en Theodorus Paleologus, alle beyde Cardina-len ; Bernardinus Romanus , de eerfte Biflehop der felve ftadt ,• Georgius Catatopicus, Theologant en Philolooph, en andere. Leeft daer van Platina, Blondus en Leander.
Aen de rechter zyde van de riviere Tanaro light Burgeto.
Voorby Bafliana, midden in ’t landt, fijn veel heuvelen, alle met lchoone fteden bebouwt, als Monte Caftello, Pavon, S, Salvatore, daer eert fterek kafteel is ; Gerella, Suizan, Caftelletto, Lugo, en Monte Magno.
Als men vanCafal gaet,en fijnen wegh neemt langs den kant van de Po, ontmoetmen vele fteden, te weten Ponte di Stura, met een fterck kafteel ; daer nae Camino op een heuvel, voorts Gabiano : innewaerts boven Cafal is Fano di S. Georgio,item Occimiano, een oude woonplaetlé der Marquilèn van Montferrat.
In den naeften ftreeck is Borgo di S. Martino^ Mon-Calvo, Galliano, en veel meer andere.
Daer de Bormia en Tanaro in malkanderert loopen, fietmen Alexandria di Paglia. Sy heeft den naem van Paus Alexander de 111, en haren toenaem van het N^oordtpalea, dat ftroo beteyc-kent, ojn dat, foo eenige verlieren , de gekoren Keylèrs hier eertijdts een kroon van ftroo kregen. Sy is gebout in de maendt van Mey , in ’t jaer 1178 , van de Milaiiefén , Placentinen en Cremonélèn, gelijck Blondus, Merula, Volater-ranus, Platina, en Corius eenpaerlijck getuygen. Sy light op een luftige plaétfe tulfchen twee rivieren, daer eertijdtsRoveredo was. De Tanaro fcheydt de felve van de voorftadt. Deinwoon-deren fijn van goedt verftandt, én groothartigh. Sy heeft langen tijdt onder de Vicecomites gé-ftaen, daer nae onder de Sfortien , en voorts onder de Koriingen van Vrankrijck, lbo lange allfe Hertogen van Milanen waren j nu befitlè de Korting van Spanjen. Anno ijii hé eftfe veel geleden van de loldaten des Hertoghs van Milanen, Francilci Sfortia. Hier is een Biflehoplijeké ■ ftoel. Georgius Merula is’er geboren.
Aen d’ander zyde van de Tanaro oft Tangro
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iü
MONTISFERRATI
Villa, nuai’o. AA
U-Tom O,Pÿ
Rob^uleKto
Moutende
-Vlata °
^arriooll^
'Maerto
^obre Malpante
Prterie
C-fiuotto
S‘ Saluador
'Rûuelh
o
ßnuie
JioneAeruaî
^ohttzo
S.ViUvrta
Catnpt^lwn
Q 'ßariußo
Cauor
Alafaalie
(xriaotte Çi
JïonAl^
Q ^onlicello
.....O
^Borßno
O Td^Uofonf
S'
, ^lontalde
Monte to
• Ó Gormßtano i^iulo
O
CaCa nuott»
P-occa
..^larazattn \ 'K.a^ino
^e^xoleßo
Cerette
^S-ßenedettt
'^icieto
}Ußea.\
Qldiflcch
3^,,^
* iîbarcUû
Corte mißi4
la b 'oAa
Guerrino
tor diVenaane.
I ^\Oltne
r'^TÏT.-j
aCa^na ; S^ironf \
^P.oberte
SAfello
•Inetb
Osiîi
caHy”^
quot;Fad^:^ 'CridiriQ
Antolei^
-'iH,
w5 - • nbsp;nbsp;nbsp;-■
•'^'‘quot;'I.eqtita
GauaTo^
Ptaeta
Occidcns '^0
S.jHubùL
T^ubiatw
Oi
Sati^an^
t:i la VoJuera
Orba^emi
'Trtßärello
Sanhita Cambtano ^FSorunri ,
Potriito
a1*1
ZFortn?
Parma
QFianf^^^^O V^Iiitw
SMntente
Q Cißele
Pduarolo 1 iO-
Captumi ^Pou^ltafco
Cariutta^
T, • O Swli “antebi,
V* * Aa/ae.
, .-y-
O Conue
'SCre.Arai3
o'-.
(lt;r/i I
^Gr/A
QSjfarone r hocsn
'Rebonda
Ftofanc
Bari O
F.JlarceUe
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vnaru.
O-gt;!
‘Protera.
ybla betla
Coleren^o ßnora
O A.
:Riua^Ghteri
'^•Uatentine Mdi^Gino
f A!...--__ a .tiQ/db.
«V*'^ lt;
Giouarnna
•^don^a
Catnt^
la .Uontata.
S.Michiele
C. ^ttueuo dlBottiaUera -'p^ß.
CaitAe
-A...-''Ç!fcA’l
Jtnarac
Acheta ^e: n r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
‘gt;£Â«n) O
Carentuto O
QLoraito
ZÿteroA
Palazzo
prif^
apidà^ Sa'J
Jfolà^^
. .-Cidhebeni
Jnitoite
r.'’^
Ttifrancaet
Ji OHfalao
■ ^/ßaeno
Otteafit'ü
Certdßo A O
^0 'PrefineztA^ _
^■ferenze
TMU-
‘f3 C^eUtOfiMli^
IMbbadta
rerra.
'PrteGi
Carontiiio^
Cß'ella^ai0
'P eierte
Seleria
ç^iCornienetî
eScaaaß
ßortfo
Conuente delbÿt
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;___
Oi'iens 30
DotQrina et liumanitate
celcbriVii'O Domino lacobo Backer,Vi'bis
dignilsnn in benevolentia’tcßiinonium dedicabat.
sAinHelodamenfisViro confulaià
îS nbsp;nbsp;nbsp;MOKT F is Borgoîio , welck als de voorftadt van Alexandrie is, want de riviere en brugh alleen lclieydtlè quot;van malkandereiî. Sy heeft den naem behouden van het dorp Borgoîio, dat daer was voor het bouwen van de ftadt. Over de riviere Bormia, aen de flineker zyde is BolcOjOp den wegh Æmilia. ’tls een tamelijck fraeye ftadt, hoewel datlè den titel van Marqui-faet, diefê eertijdts hadde, verloren heeft. Paus Pius de V heeft hier een kloofter van de Pre-dickheeren gefticht. Bartholomeus de Bergamo , veldtoverfte van de Milanefche armade, heeft de Françoyfèn hier verflagen. Wat hoogerjtulfchen de Bormia en de Burda, light de ftadt Inci/à, diePtolcmeusLzWz?^?,cn Plinius Lihurna noemt. Twee mylen van Alexandrien is een kleyn ftedeken, dat de geleerde Maricorum noemen, wiens ingefetenen de ftadt Alexandria in’t be-ginfel quamen bewoonen. Boven Alexandria is Nicca di Palea, en Felicino, een fraey ftedeken. Ontrent de Tangro is oock een dorpForo ge-noemt, daer nu weynigh menfthen woonen, als mede tot Maricoro , wclcke eertijdts wel bewoonde plaetièn waren , doen men Alexandria boude. Men fiet ’er noch eenigc vervallen over-blijffelen en muuren van oude kereken, met een vloer van koftclijeke fteenen, gemaeckt op de molaique, dat is, vcrciert met velerley verwen j daer fijn oock marmorfteenen met vcrfcheydc opfchriften, die de oudtheydt van de plaetfe te kennen geven, gelijck oock doen de manieren ca ïpraeck der inwoonderen : want ly behouden noch in veel woorden de oude pronuntiatie der Romcynen, als (Irenatoga,profay amp;c. Het Graefîchap Äfti macckt de derde Pro- |
E R R A T. vincie van Piemont, en paelt aen’t gebiedt van Alexandrien en Montferrat. Afta oft Afti, de hooftftadt van dit Graef-/chap, is leer oudt, rijck,heerlijck,en vol volcks, een colonie der Romeynen , nae ’t feggen van Plinius en Ptolemeus. Sy light tulfchen de rivieren Tanero en Ver/o, en heeft een goedt ka-fteel, en ftercke citadella , welcke Hertogh Victor Amedeus onlangs daer heeft doen maec-ken, en den naem van S. Chriftina gegeven, nae fijn gemalinne , des Konings lufter van Vranckrijek. Defe ftadt is groot van begrijp, en is in vorige tijden een lchooneen vermaer-de Republijck geweeft, die 30000 gewapende mannen uytbracht. ’tlseen oudtBildom,ver-ciert met veel Ichoone Ibo mans als vrouwen kloofters , en feer heerlijcke huylèn en paleylen. Den adel tracht hier feer,om haer waerdigheydt te onderhouden. S. Secundus is hier patroon. Conradus Theologant der Predickheeren Orden is hier geboren, wiens lchriften in der lèlvc bibliotheca , oft boeck-kamer aldaer bewaert worden. Dit Graefîchap heeft cerft de Vicccomites toebehoort, daer nae is’t aen de Françoyfèn dooreen houwelijck gekomen: nu befit het de Hertogh van Savoyen uyt kracht van den vrede tot Camerijck gemaeckt. Het gantlèhe Graefîchap is vol aengenamc en vruchtbare heuvelen, meeftendeel van wijn. De voornaemfte plaetfen fijn Villeneuve, fterek, en met goede bolwercken verfien : Montcchiar, Monteil, Corncillan, Baudilèr,Guarene,la Monta, Maglian,Rovilialè, Canal, Ferrera, Caftelli-nard, vermaert om fijn witte wijnen, Montafia, Cortance, Calos,Tiola, Govon,Ruat, en andere meer. |
Het Graeffcha^
V E R C E L L I.
Raeflchap Vercelli grenft aen ’t gebiedt van Yvrée, Val d’Ao-fte, Montferrat, en den Staet van Milanen.
De hoofeftadt van dit Graeflchap is V er-celli, een oude ftadt, van Tacitus, Plinius,
en Silius VercelU genoemt. Van defc fchrijft Mar-tialis aen Domitius :
ÆmîIù genteSj^ Apollineas Vercellas, Èt PhaëthonUi qui petis arlgt;a Pudi ; niß te, iiomitï,prcemitto libenter ; Grata licetßne teßt mihi nul/a dies.
Ten tijde van S. Hieronymus wasfelieel vervallen en van weynigé bewoont, maer nu is ’t een fchoone,heerlijcke en BilTchoplijcke ftadt. Onder het Keyferrijck van Romen wasfe vermaert om haer gout-mynen, daernocE èenige over-blijffèlen by Ponderanum van zijn,foo miflchien genoemt ab auroponderando, dat is, van ’t gout te wegen , dat daer gegrâVén wierd. Eertijdts isle ’t hooft ge weeft van een lchoone Republijck, daer na isle onder de Hertogen van Milanen gekomen , en ten laetften , ontrent zoo jaren geleden, aen de Hertogen van Savoyen. Sy is fterck van gelegenheyt, mits datfe aen d’een zydé van de riviere Sefia belpoelt wordt, en om datfe van alle kanten met groote bolwercken en royale forten verfien is. Daer is oock een goet kafteel, daer de Hertogh altijdt een fterck garniloen in heeft, om datle de fteutel van fijn landen is, aen de zyde van den Milaenlchen Staet. Nae dc doodt Van Hertogh Vidor Amedeus, aisle met Franlchelbldaten befctwas, isle van de Spaen-fche belegert, en met accoortin ’t jaer 1640 in-genomen. Dele ftadt is tamelijck groot, vol Ichoone kercken, de voornaemfte is van S. Eufe-bius. De witte monicken, die men Camaldulen-fes noemt, hebben hier een rijcke Abdye, en een van de lchoonfte kercken in Italien : daer is noch een ander rijcke Abdye onder den tytel van Sint Steven. Alle de biddende Ordenen hebben hier haer Conventen,en de leluiten een CoIlegie.Het Gafthuys is een van de befte in Lombardiert, daer de krancke wel gedient worden. Hier zijn oock 7 oft 8 kloofters van andere Religieufen, veel Ichoone huylèn en paleyfen. Daer zijn twee jaermarckten, in de welcke meeft vee en wolle verhandelt wort. Het witte broot en de vette ca-poenen van dele ftadt worden leer geprefen.Hier zijn veel vermaerde mannen geboren, onder andere den H.Eufebiuj,cca van de eerfteBiftchop-f)en der lèlve ftadt, wiens lof in ’t Biftchops pa-eys gelchreven ftaet. In de kercke van S. Maria Magdalena tot Buda in Hongarien is mede een
oplchrift, welck gewagh maeckt van eenen Lucius Valerius CreJcensVercellenßs, èn luydt aldus :
D. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M
Llt;fgt;VALERlVSL. F
ANI lt;ƒ? CRESCENS
V ERC (ï?
Mil. leg. II. ADI P.F 7. COMINI. PaVLINI Ann. XXXX Stipendiorvm XVIIII
T. F. I. H. F. G.
H. S. E.
Een ftuck van een marmoren tafel, Weick te Romen bewaert wordt in den lufthof van Eu-ryalusRufinus, maeckt mede mende van L^elius L. F. Anius Paullinus Vercellenßs.
Hier zijn vele oude edele geflachten, onder welcke de voornaemfte gehouden worden : A- Geß^chten. jazza , Alciati, Alfei, Avogadri, Bolgari, Bon-doni, Birronzi, Cagnuoli, Centori, Confalonieri,Cipelli, Carefana,Guzani, Dionifi, Gattinara, Lanze, Langefchi, Lelia, Legnani, Pettenati, Ranzi, Ralpi, Roalènda, Salamoni, Sandri, San-digliani, Tiflbni, ValTalli, Vialardi, en andere meer.
De voornaemfte plaetlen in dit Graeflchap zijn Ariglian, Stropiana, Carezana, Ie Rive, De-zana, Balfola, Mazin, Crefcentin , met ftercke bolwercken verlien , enVerruëaen gene zijde van de Po, beroemt om de bekgeringè diefe onlangs tegens de Spanjaerden uytgeftaen heeft: Ciglian een groot landt en Marquifaet, Tron-fan, Santia, oft S. Agatha, een ftercke plaetfe, en vermaert in de hiftorien van dePiemontlche oorlogen: S. Germain, eertijdts een ftercke plaetfe, maer gellecht van Hertogh Carèl Emanuel j en andere mindere , gelegen in ’t pleyn tuftchen Y-vrée en Vercelli. Onder andere vruchten waft in ’tgebiedt van Vercelli veel rijs; waermede een deel van Lombardiert vèrfien wordt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nielle,
BIE L L E oft Bugeila en lijn gebiedt is een deel van ’t Graeffchap Vercel.Het is een leer fchoone en rijcke ftadt, wel bewoont, verçiert met heer-lijcke kercken , en verfcheyde Religieulén. De vermaertfte geflachten zijn Bertodana, Ferrara, Groma,Pozzo, en Scaglia. Haer befte vryheden en vlecken zijn Andorno , ’t hooft van een Mar-quifaet, en van een groote en rijcke valleye: ChiavalTa, het Marquilaet Trinier, Roalènda, Mafleran, een Prinsdom, toebehoorendc ’t geflacht Ferrera : Creveceur, een fort daer veel aen gelegen is om den pas te bewaren : Ceftale, Val-dengo ,Ponderano , Gaglianio, Sandigliano , la Motte, vermaert door den veldtflagh aldaer ge-fchietin’t jaer 1614: Saraval, Gattinare,Bnron-zo, en meer andere op de riviere Sefia gelegen.
.Sijn qualiteyt oft hoedanigheyt, rijckdom, manieren der inwoonderen, Bcc. mach men lien in de generale befchrijvinge van Piemont.
Italien,
Staet
*^oni^to
lt;^reibgt; Ó
«U«**
27
Cantpr^
Ji
‘Tcrura.
uarenn
T)0^0
lt;irlo Q
A titillera
45
Palpera a
*^0nt Gieuehi
S. f^euAnnt
Coloret
Brie
O
Solaxxo
^kallant
'Verezio
Sat^
O 'Valefe
C^tla Q Baraxxa O
■■ ^uAonoquot; Q
T/teßi Tt Sopra
C. Iltiofto
Ta Terre
Rmaraolo
'B’lee
S- Balleano
Ca/lÿuoino
Searmapno
'Romano
Barone
CanJta
S^.Rapaelo
CameUA .
I 'Voiro -
ÿtepiJi S Sotto
® SeOinuf
O ^^onieflru
Boipo Jraneo
y^^^^nlrate
Cniuraa
JL-Gran^
TorAxxo
Inured
Bohnpo
Talaxxo 0
Giramhino
tea
T^apo di \Candia
LaTorre °
l^oielto O
!c S.-Haurtito
S. Gteuanat
Tonianatli Gtou
Terre
^arxe
^USifUo
‘T^^fieio 'Vaddipian'^'quot;^
•^tnera
Cn Ji ^tleh
C.rentic0re
Tiutiern
'^eßlie
ComenTenA
^ueiene
Gexane
ReßpLone
•'...o An ArUij
'VerjnoM
•^t^^era
O GeUn Seer/i
^enna
Axuie
Gr^n^ci
Siralex0
'^entaneUe
^eße jl.
Croee di mo/Io
^ûU
CanTeio
GaJiani CaJleUenpo
•Sm °
quot;Su^lianA
Gheme
tdUf.Ti Refix
Zaiiena.
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o
»tl^Itano
'viüa.Bjui
'Rina roUa.
Porto Jt riua roUa
Ci^ine
S. Giouanni
TanTifiano
Ceriano
^eri^let^A
^e^ATAnû
O L^tn
GijSAtt.
^erono
^Verpa^o
Salaxola
Dorxano
Coiepna
Srßasco
^aJaxa
t^^noneuote
'quot;^Ktiiano
Catpipnano
C^ine Ti ^Olocco
O quot;VillA Paoaa
2gt;lt;zxR4zmgt;
Danita Ja
'VelfiAnAie. Z
TiS.Iae^.
'Tortnipnano
IG^eoîenpa
C^ine TiStra
^ieppio J,
Lauriano Ài.
A^onceu
Piaxxo O
Cento
^oranxeryi
Bepone
Cinxano
^ernó.
A^oneueco-
^areorenao
Aiîha^nano
Touenpo
Primeplio
Seiiarana
Br^io
Coconico Q
Coconato
‘ Airatnenpo
AÜarmori
Raîarano
*^anteali0
Ifurifenyo
Brtona o ^Xd/rJj[^/z4
o *•.. A^andeilo
^itenpo
Cofiepne
O
‘^^eatuuße
RieeUo
'SlenTrnie
® Catallechio es , ^fparenpo
^S- tlaxaro J Orceto /
Tenxana
'^iJlaia
Ca/aÎMoîono
i piglù
Conioüo
TôrccHo
S.Riotro
'ana
'BeüeÎA
Canûano
Go^na
^gt;0tnaniin0
C^ayialo Cantartano
Liane Lonpa
^i/nép0
Tnxote
•^eniiceUe
Boyiiero
'^^iaaxxal
o ^Torrione
Cafale^
Ciita Telia
o Gamoixo
C^alino
C^alino
^incaylio o
La^otta j
lUiUUiiiiiiiiiifiiiirtiiii
'quot;Zh^’eoruo
Brarola
Ralleflro
Boxoiari
'Gartfa^no-
o yiUfiota
'~^e^0Ïaio
Cilau^nA
'RDciuea C. tlaueh
'’Tr^inelio
C. ttnouo
Serpente
'^almueia
^i^*quot;^0Îauixaro
Ceretta
S.^n^elo
0 v^nareUo
Qrattolena
Larona
•ïîhon^o
It Goy no
Peretio
jeTe
I E oudc Schrijvers mâ- I ken Ibnderling ver- I maen van Ligurien of Bildom, en Vadi oft Vai, VadaSabata, tulfchcii Bi ’t Ligurilche deel van gt;nbsp;Italien. Waer van de voickcren verdeelt fijn geweeft in verlcheyde-ne wooningen, die wy nu füllen voorby gaen. Tegenwoordigh is ’t genoemt de kufte van Genoua, oft Riviera di Genoa', en de ftadt van Genoua, daer van wy alhier vijf poorten, twee fterekten, een kafteel met groot guarnilben, en menighte van gelchut : lès mijlen van Savonen is Courtemiglia, Curia Æmiliana, gelegen op eenen klcynen bergh, aen den voet van den welchen twee kleyne fteden liggen , de eene aen’t kafteel,en d’ander over de ander fijdc füllen Ipreken, geeft den naem aen den heelen ’Van een beexken , waer mede ly gelèheyden, Staet.. De Etymologie oft oorfprong des naems van Ligurien beftaet in geene reden, maer fabelen. Fae'en. yerdeelin- De oude palen van Ligurien, die aen den oo-ften haer uytftreckten over de rivier Arne, (begrijpende de ftadt van Pifa, en aen ’t weften paf leerden de Alpen tot in een deel van Galiia Narbonenfis, wacr over ly Transa'pini genoemt wier-den,) fijn befloten binnen de rivieren de Var en de Magre, langs de zee, en den bergh Apennin, hebbende acn ’t weften de Alpen die Provencen van Italien lcheyden, aen ’t ooften Tofcanen, de riviere de Magre tuftchen beyden loopende, aen ’t zuyden de Ligurilche zee, en aen ’t noorden den bergh Apennin. De lengde van de rivier oft kuft van Genouâ, van Sarzane tot Monaco is mijlen, oft fes daghreylèn langs de zee. Sy wordt meeft verdeelt in de Weft en Oofter-Iche kufte,oft rivier. De hooftftadt is Genouâ^liggende in ’t midden. De Weftkuft begrijpt cn Viila Franca, toebehoorende den Hertogh van Savoyen, en Monaco , beleten door den Koning van Spanjen, Portui Herculis, Mon^ctts, Arx Mon.cci, Porties Monoid, een leer bequame oude haven en kafteel,leven mijlen van Genoua,en foo veel van Villa franca, Torbia oft Turbia j Trop^a, Roquebrunej fzWzwzÿw, eenBiftchoplijcke ftadt met een kafteel, Albiumfntemeiium,S. Rewo, een Ichoo-ne ftadt, hebbende veel lchoonc vruchten, Tabla een kafteel,daer lieffelijeke wijnen waficn,dc oude haven genoemt Mor if o oft van S. Mauritias, een plaetlè daer veel aen gelegen is, en wel bewoont , Luan fterekte van ’t huys van Doriagt; ’t ftedeken Bordighiera, de ftadt Vintimiglia met fijn kafteel, S. RemOy La Val d’OncgHay^cn den Hertogh van Savoyen, Diano met een kafteel, luftiger als ftcrek, hoewel feer groot en bequaem om een heirleger toe te ftellen, Cervo^ Andoria, Albenga, AF hingaunum een oude ftadt, verciert meteen BiL dom en verfcheyden Ichoone gebouwen,dan van ongelbnde lucht, Ceriale met een kafteel,en andere meer. ’t Marquifaetfchap Final, befeten door denKoningvan Spanjen federt het jaer i6oz, is niet verre gelegen van de zee, fijnde een ftadt met een kafteel, Philippus den derden namfe in, oft voor hem de Grave van Fuentes,Gouverneur Italien» |
VAN Van Milanen, met de haven van Medeßme oft fiwe. , Itanium, een ftadt met een haven en d’Alpen en den Bergh Apennin, SaiDona oft Savo, een ièer oude ftadt, wel gebouwt, daermen het huys van den Paus Iulius den tweeden liet, heeft maer met een fteenen brugge wederom t’lamen gevoeght werden. Genua, Genoa oft Genou a en hare inwoondcren Cenett^^ Genuenfes oft Genuates, Italia, lanua, is op de kant van de zee acn ’t zuyden, ten decle op ’t vlacke, ten dcele op ’t heuveligh gelegen, in een leer Ichoone en welgelegen plaetlè , want lÿ is de voornaemfte en meeft aen gelegene poorte van Italien naer’t weften. Hare haven is groot en konftigh gemaeckt, op de welcke voortijdts een fort lagh, gemaeckt door Lodewijck de XII in ’t jaer 1507, genoemt Briglia, oft toom, dan is afgebroken. Daer is een toren genoemt Capodi Faro, daer op twee mans ftaen om de lchepen t’ontdecken , die van den Ooften en Weften komen; en een hooft oft Mola met groote onkoften gebouwt, allbo de haven niet geheel uy t de natuur is ; maer is gemaeckt van een muur van 600 ' paften lang, waer op de zee by wijlengroote lchade doet, als mede aen de fchepen die in de haven liggen. De ftadt heeft vijf mijlen om-gaens, met ftereke muuren, en de poorten wel voorfien rriet gelchut ; de haven is omringt met de lchoonfte gebouwen van de ftadt, diemen als d’een op d’ander fict, nae dat den bergh fich verhooght , als uytbeeldende een fchouburgh Het grootfte en lchoonfte paleys is dat van Taiejßni Doria , verheven van den oever tot op ’t hoogh-fte van den bergh, beneden heeft het eene galerye geplaveyt met wit en Iwart ,120 paften lang, en 2Ó breet, befloten met^ilaren , fiende op de haven,met fehoone hoven ,daer nevens in ’t midden van de welcke is een fontcyn met twee witte marmeren beckens, d’een in d’ander, en eenen Neptunus op een fchelpc met fijn paerden , en twaelf Serenen boven het becken. het ander becken dat het èerfte begrijpt, heeft feftigh paf. lèn oragaens,met twaelf arenden daer boven op, fijnde de wapenen van’t huys, en daer belijden een uytnemende vogelkouw, fijnde hondert paf. lèn lang. Achter het paleys ftaen noch luft-huy-fen cn groote hoven, uytgeftreckt langs de heuvelen met marmeren pilaren, onderfteunende de bogen, prieelen.galeryen cn geplante welffcls van de boomen gemaeckt, en t’famen gebonden met teenen : de groote fale is 50 paften lang , en L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Î i breedt. |
Ai^enteni^
43
'Ïdncaiè
Cen^
^ertumi
Spatuerè
iSodfOtO
Scalii di mÿlùb âiec^tte
Parte del Monier
rato. s, Sco^tef^
4.em4aJon-
Ctter^o
16
'Tiauduhi.
'Viarottelk
det
Xe/elttJieo
•^e^tiano
quot; V/'* ^-'Hee'oùt. Jbk..
d4erfrte
leßd mete
ZPl
Cétrt^
S.iSeha/ïiaM
ï 'Ïredeuera^
CMttd-
'Gerrere.
'^ettujgaé
Gffow
tmo^j mro D.PXTltO HASSXXAKR. £tnferÿ ^dm/ieÏedamei^ Con/ït^ ac ' Senetorj dtfn^vne^marit Stptantr-i, onalis 'jyieeetorj viffUani^inw .viro itvitù virtutihtu ,JtÂe m yatriam. httmenitatf
vt ctves, cLtro eeUl^i^.^ •'lahtJam Itanf jy.D.j).
Çu^fîfrw .
S'
43
31 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S T A E T VA 12 breedt, met ecti fchouwe aen yder eyndt : het weiffel en de muur is met vergulde beelden geeiert,als oock het meefte deel van de ander lalen en kamers: de Buffetten van Doria fijn in een groote laege fale,in ’t getal van twaelve,opgaen-de over beyde fijden, daer in verfcheyden Prin-cengefchildert fijn , fijn vol goude, filvere, kri-ftallijne, porcelleyne en ander glafe vaten, en cfinerauden,en een goude becken met menighte van diamanten ingefet; d’anderen huysraedt, fil-verwerck, bedden, gegraveerde tafels, daer van een alleen 24000 kroonen weeglit, behalven die van marmer, albaft, jafpes,agaet,met ’t opfchrift buyten op de hoecken van’tpaleys te kennen gevende , dat het alles den heere van ’t huys ey-gen toebehoort,vertoonen een fèer groote heer-Jijckheydt,kloeckhcyd,en rijekdommen van een particulier perfoon, gelijck de oude Romeynen, die machtigh gebleven fijn in de Republijeke, fonder haere vryheydt te befchadigen. De feer diepe vyver gelegen op eenen hoogen bergh, de konftige grotten en holen können van buyten gefien werden. Het paleys van de Seigneurie daer den Hertogh woont, is hoogh verheven, en byna in’t midden van de fladt. Daer fijn oock verfcheyden ander paleyfên , en wonderlijcke gebouwen, en onder ander het huys dat men noemt van den Monarch,in de nieuwe ftraet,be-hoorende aen Don Carlo Doria ,• het paleys ge-naemt Cafa del Imperiale, dat het gefichte op de zee heeft, en meer andere. Straeten. De ftraten fijn final, en de huyfen vier en vijf vierkanten hoogh, foo dat de ftadt byna overal heel duyfteris. De voornaemfle enhooftkerek is S. Laurens, van buyten met wit en fwart marmer verciert, van voren hebbende drie poorten met marmeren pilaren, waer op het dack van de kerek fteunt. Het binnenfte is gemaeckt met veel figueren , rijeke altaeren en uytnemende fchilderyen , met een efinerauden fchotel voor een koftelijeke reliquie bewaert. De kerekevan S. lan Baptifte , die daer by is, fijn de muuren en welffél met beftrijckfel, en vier porphiren co-lomnen, geftelt op den altaer. D’ander aenfien-lijckfte kereken fijn die van S. Sixtus,S. Mathijs, van lefus, van de Sauls, de welcke die hebben doen maken, S. Pieter d’Arene, buyten de ftadt, S. François de Barbe, en de Iefuiten,behalven de andere Parochie-kereken fijnde in ’t getal van 29. De andere gebouwen fijn het huys en falen van S .Ioris,de tien paleyfen van de nieuwe ftraet, \Arfi»ae!. aen elcke fijde vijf. Het Arfenacl, daer degal-leyen en andere fchepen gemaeckt werden, en la Darßne, daer aen d’een fijde de fchepen, en aen d’ander de galleyen liggen met een keten gefloten: behalven het Arfènael en ander plaetfèn voor de galleyen, fijnder de packhuyfèn voor het gefchut, poeyer, en krijghsgerectfehap. Eynde-lijck alles is fèer heerlijck, en weerdigh den naem te dragen van Genua la fuperba. Ttorte». De ftadt heeft vijf poorten aendelandtfijde, alle van buyten gefterekt ,• haren acker is als een voorftadt om de menighte van fchoone gebouwen , liggende vijf oft: fes mijlen in ’t rondt, verciert met marmer en gefchildert, feer hoogh ge-bouwt,en tot fes vierkanten hoogh, gedeckt met |
N G E N O U A. fteenen, gelijekende fchalien, maer grauwer en fonder glans. De naeftgelegen plaetfèn door die van Genouagebout, fijn Albano, Bifagni, Mifa-gno, Marafi, Maltade, Blacharina, Caftaletto, Carbonaro,Minuta,Montegallo,S, Michiel,Cor-neliano , Merui, wiens lucht, vruchten en landt feer geprefen werden, en verfcheyden andere. De Ooftkuft van Genoa begrijpt eenige plact-fen, daer wy alreede van gefproken hebben, als feernae byGenoua fijnde, daer by moet men voegen Recca, Camoli,Porto Fino, Portt/s Delphi--ni, Chiaveri, Cla'rgt;erum gebbuwt en met muuren omringt, door de Genouefèn , Levanto, Leva-gno , een Graeffehap toebehoorende de Graven van Fiefque,Seftri de Levante, Segefta, oft Tegulia, volgens eenige,Caftello Levante, een aengenae-me en welgeboude plaetfè,Porto de Venere,met vier bygelegen kafteelen, Porto di Erice, daer een kafteel op de nieuwe manière gebouwt, en de ruine van een oude ftadt fijn , genoemt Luna, waer van het omliggende landt Lunigiana ge- ' noemt is, en de Genouefen toebehoort : van de fèlve ruinen meent men oock dat Sarzana gebouwt geweeft is,Spezza,S/?^lt;/w,met muuren omringt, Arbien,Potentian, Ricon, Luciol, Vezza-no, en Malazzo. Sarzane behoorende onder Genoua, hoewel Sarzant» in Tofèanen gelegen, dat door de riviere de Magre, als gefèyt is,van Genoua gefcheyden wordt, is een Bifdom , door het vervoeren van den ftocl dieeerft totLunawas; het leyt twee mijlen van de zee, en feftigh van Genoua. Daer fijn noch veel andere fteden en treffelijcke heerlijekheden onder Genoua gelegen, te weten Taftarolo, een kleyne ftadt en Prinfdom des huys Spinola,’tfte-deken en Marquifaetfchap Pafturana, ’t Marqui-faetfchap Francavilla , Gavi wel gelegen en gefterekt , Movi een groote en welgelegen ftadt met haer kafteel, Uttagio met een kafteel, Goa, Roflillon hooge en leege ftadt, Campo, Mazon, met een kafteel, Voutry, een groote plaetfè met verfcheyde'paleyfen, Coftry, S. Pierre d’Arene, by Genoua, met verfcheyden huyfen, en hoven, Pieve met het kafteel, Ville neufve op d’Arofte, Arufre,Gandore, Cafanova, en menighte andere kafteelen, vlecken en aengename plaetfen. Ligurien is berghachtigh, vol boflehen, rot- Uoetla’-fen en diepten, tünchen de welcke en de zee feer fmalle wegen en deurgangen fijn , van oudts is ’t vooronvruchtbaer gehouden geweeft, alfbo’t niet bebouwt en wierde als nu, foo dat het niej: voortbracht als groote boomen om fchepen van te maken. Daer nae heeft het koren en feer goede vruchten gedragen. De wijn iffer fèeraenge-naem en overvloedigh, te weten de mufcadel tot Tabia en Taggio : tot Vernaza , Rimaggio , en Andorie fijn fèer goede gemeyne wijnen. De olie is tot Piano overvloedigh, en in het dal van Rapallo : van S. Remo af tot Genoua toe vindt-men de citroenen, oranje-appelen,limoenen,vijgen , palmboomen, cedren, en alle vrucht-boo-men met rieckende bloemen. De plaetfèn by Genoua gelegen, by fond er Mervy, hebben een feer gefondeen getemperde lucht, cn de aerde bedeckt met vruchten en bloemen, fonder dat fy van de koude oft hitte bcfchadight werden ; de |
ver-
s T A E T V A N . G E N O U À. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;33
vermaeckelijcke en trotfe huyfen aldaer gc-maeckt, ftrecken tot meerder vercieringe van de aengename plaets, door de groote onkoften en verlcheyden konften daer aen befteedt. Grie WA- Aile de oude Schrijvers vermanen van de goe-wnen. oft quadc manieren der eerfter inwoonderen des landts, diele gcfeght hebben rouwe lieden te fijn, en gevoedt tot den arbeydt, foo mans als vrouwen,barende hare kinderen,fonder haer ge-woonelijck werck te verlaten. Die van Ligurien fijn veel eer zee-roovers als Ibldaten geweeft,bedriegers, ydel, ftout,de Hetrufcen gelijck fijnde, als een deel van oudt Tolcanen. De Genouelen fijn hedensdaeghs hoogh en fchoon van lichaem, wacker, levende met wey-nigh, en fiiyverlijck binnen, en heerlijck buyten ’s huys. De kinderen gacn bloots hoofts tot haer twaelf j aren , en het mans volck in de ftadc,’t zy edel oft anders,fijn al in’t fwart geklcet,met lange Iwarte mantels, geborduurde, en filver laken, borftrocken met fitijn gevoertj doch op’t landt kleeden ly haer meeft in’t koleur. Sy geven geen dochter uyt voor haer twintigh jaeren. De vrouwen fijn /eer wel geklcet, met groote gefio-ten kleedingc, in’t fwart lacken, dan het onder-kleedt is van foodanige fiof als haer behaeght, van fluweel, geborduurt fatijn , oft met gouden pa/fement, dat fy veel dragen : in huys kleeden ly haer koftelijcker, daer fy fnoeren van peerlen en gefleente dragen. Den adel gebruyckter meeft goudt en koleur , hoewel de kooplieden oockin’tgemeyn niet weynigh proncken. Sy fijn gemeynlijck fchoon, en neerftigh omhet hair te verderen , dat fy geeren goudt-geel hebben , trachtende met alle forghvuldigheydt het felfde fbo te maecken door’t waffen met loogh, in de fbn te droogen , en met goudtdraet te vlechten. De voornaemfte gaen lelden te voet, maer meeftendeel in koetfen oft ros-baeren met glafen gemaeckt, de andere gaen alleen fonder dienftmeysjes : op de feeftdagen fitten ly wel opgepronckt voor haer deuren,oft gaen door de ftadt, twee , drie en vier t’lamcn , met tuyltjens van wclricckcnde bloemen in de handt oft in den boefem -, ly leven wel nae de werelt Ibnder groot tegcnlèggen van haere mans, tot haer 35 ofc 40 jaeren , en daer nae is al haer doen niet als Godtsdienft j aelmioelTen aen arme dochters, en in haer doodt rij eke naelatingen en teftamen-ten. De vrouwen van’tgemeyne volck wercken als haer mans, doen koopmanlchap, breyden fij-de koulfens, en ander waeren, gaen en komen alleen,doende haer werck,Ibnder datmen daer ee-nigh quaet achterdeneken van heeft. De boeren fijn leer plomp, en haer vrouwen lchoon, en van goeden ac; t : dan die van eenige ftaet fijn, leven gelijck die vanGenoua; maer niet met fulcken pracht van huysraedt,en filverwerck,daer van ly heelelèrvicen hebbenj van tapijten, van damaft, fluweel,fatijn en gouden borduurlêls in laelen en kamers, en van hoven op haer huylèn. De Edellieden houden , gelijck in Spanjen , veel Turek-Iche Haven , niet alleen in haere bylbndere gal-leyen, maer oock tot gebruyck en dienft des huys. DeGenouefen fijn fubtijl van geeft in al haer doen, groote kooplieden, waer mede ly ’t italien. |
leven en’t landt onderhouden : fy fijn konftige wereklieden, ervaren ter zee ; hooveerdigh en trots, wel te paerdt, ’t welck den adels oelfening meeft is, daer toe fy de goede Spaenlche en Na-pellche paerden hebben, en pikeurs die hun on-^ derwijfen:ly fijn meer gencyght tot koopman^ fchap en profijt, daer in fy feer lcherpfinnigh fijn, als tot den oorlogh. De voornaemfte waeren daer de ftadt van Ge-noua mede koopmanlchapt, fijn fijde lakenen, taffet, fluweel en fatijn, die vervoert werden tot in’t Noorden , om hare deught enuytnement-heydt. Het landt, met bergen omringt, is on-vruchtbacr, heeft geen fijde wormen, lbo datly alle haere fijde van Sicilien krijgen : Men gelooft dat binnen Genoua 18000 menlchenfijn, die in dele ftolFen en fijde koulfens wercken, behalven alle de andere koopmanlchappen , die veel ambachtslieden hebben. De wilfel,en de koopmanlchap die ’er te water en te landt gedreven wort, is feer groot, lbo dat de inwoondersleer rijck fijn , en den adel groot inkomen en veel landt in den Staet van Milanen , en in ’t koningrijck van Napels befit. Sy hebben haer galleycn in ’t by-Ibnder, geven haer geldt op wilfel, en doen lèlfs groote profijten met den Koning van Spanjen door ’t leenen van merekelijeke Ibmmen. De oranje-appelen,limoenen, citroenen en olye van de riviere ofc kuft van Genua worden door gants Italien en andere landen gebracht. De inkomften van de Republijeke fijn gelijck inkmßen, de gemeyne penningen , eenige toebehoorende vaftelijck aen de lèlve , de andere maer als fye-lings, die , hoewel ly door publijcke perlbonen bevordert werden,fijn niette min tot byfondere dingen ge-eygent,alsgafthuyfen, broederfchap-pen en diergelijeke : d’eerfte worden door de Heeren der ftadt gegouverneert, genoemt Procureurs,olficiers van Corfica, van de galleyen,en Vaders/der gemeynte. De Procureurs ontfangen verlcheyden penningen, komende van ’t olfici van S. loris, voor ’t gemeyn , van de wijn accijs, van ’t beroepen van de lèntentien van de Rote,van de confifcatie,ge-bouwen,veroordeelingen,en ander rechten, met het inkomen van Sarzana, Gavi, Savone, Vinti-miglie en ander plaetlen, bolfchen,foreeften,amp;c. bedragende in als vier hondert achtentwintigh duyfent twee hondert vierenleftigh guldens, daer mede betalen ly d’onkoften van de haven, guarnilbenen,en lbldaten,in verlcheyden wacht-plaetfen en kafteelen, gagie van den Hertogh, Gouverneurs, Capiteynen, en Ambalfadeurs by de Paus, Keylèr, en Koning van Spanjen, en andere extraordinary onkoften , bedragende 383172 guldens. De Vaders van de gemeynte ontfangen een ander inkomfte van andere renten, als ’t recht van inkomen , aneker en fchepen , amp;nbsp;c. die ge-bruyckt wordt tot onderhoudt van de poorten, muuren, wegen, en om de haven te fiiy veren, en ander gemeyne faken. d’Olficiers van Corfica en de galleyen hebben oock haer inkomften,be-dragende groote fomm.en,die gebruyckt werden tot geduerigh onderhoudt van acht galleyen,die fy voorfien met lbldaten,bootsluyden,Haven, en M nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de |
Otvazaita
■Fixz.^» c„iiwb
J^auc
Lu/ci
‘Pratn^belmo
3.Ste^o
Bo^ba.
-va A a.
plt;-lt;u
Caihebnagno
.Roton.
^Terwjrpn*
^‘ÿ^hora.
'rgt;oflratm
Pr O V É ^T Z -4-
S.‘]3aolo j(J,
nuot’a.
^orrtio
^'Brzzeto
i-ajnj^ianetto
'^'aßcaräa.
iSBa la 'lotxd ''■
Ce^Bozza
Boita
iit
'I’m.
Sanfena
d
'UtBa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'
Cartvablt^
CÄ S-.Uiobtel . • hdla^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;1
Gai’al.
Sezi
i“
SffJaa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LCcKim^.
S ■ Salvahrve^
-4» Cdfc rt
quot; jlt;4
^\Ûzefnana
Catttmabon.
.' 4
Carlo
Ca/àl
Carma^noln
At laticf
'R.tctJäanc
B.oecbetta*^^^ Cfftuo eif l^ereüo
•D JL. t « jd
C^.
VerzoL
Coß^talc
3^.:^abb teaes
V.S.cost?
Cai’t^lltDtP
^lt;^0.
^Conef.
-fel
t^iCOTW^fZ
Caalûau
*BtlJl?o j
'*■ Certfoh.
Soma riva H rcrtu rira Jel Bo
CBCaabea 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
Mo N F E R
Sateigt;aJla-
‘.^^a h^'
SffBere
dfon/pla
t .*quot;-- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•”
Tjiff
Crenobw
Z^iapau
Cervere.
' “B nei'eOff
ah.
44-
À
v.
tviifliiina
Getula.-^^
Ca^tellcltt
Lrava.
ib.
S'.'iïapano
V Gar^^^^na
Marbllo
Sah'fetv
^^^erua^ca àanolo
Rabilant
^cfnani-
htman
'Kffuer^
ZiCoKtefftvßoy
uv-lt;i*7ï4
Tllar^arti quot;Remote.Jb
Kiÿitmtn. Cah'xzana
J^igo
C.Btaœo
^mUeluw
‘£Û4trV
O ts
^aeftrt
. Cédai Toatfotio'
Inionàta
^TÛîc
43
ScaU ai ^tndict tn^Ua Italians
34 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S T A E T VA de fterckten en torens van Ck)rfica met wacht en diergelijcke noodtdrufc. De andere penningeHjdienende totby/ondere godtvruchtigheydt, worden gebruyckt tot onderhoudt van twee gafthuyfen , het eene ge-noemt degroote Panmatton, ’t ander de kleyne, met twee officien, d’ecn van de Mifericorde, en 'd’ander van de armen die inkomen hebben. Het groot gafthuys heeft joooo guldens jaer-lijcks inkomen, dan d’onkoften bedragen veel meer , loo dat door andere middelen daer in voorfien werdt. Het officie van de Mifericorde heeft yoooo kroonen inkomen , beffiaende uyt verfcheyden naelatingen by teftament aen den armen gemaeckt. Het officie van de arme heeft lôo vaften en lekeren inkomen niet,als beflaende in aelmoeffien. De inkomften beftaenin accijlen,lchattingen, €n gevingcn. Het lout over zee gebracht,koopt de Republijcke,die het tot redelijcken prijs doet verkoopen. Het koren,dat daer gebracht word, mach door geen backers gekocht werden, als van die van de gemeynte, en de minfte dingen, komende in Genoua uyt de hoven en wijngacr-den , moeten aen den Prins en de Seigneurie ’£ recht betalen. De lchattinge die ly Taffe noemen , is drie guldens vijftien Ituyvers voor y der huysgefin,daer van de Edele vry zijn : daerenbo-ven ontfangen de Heeren een bylbnderen tol, te weten,een beeft van yder kudde. Dan eyndelijck de geheele inkomfte van den Staet wort uytge-geven in ’t onderhouden van de fterckten, ja dat men dickwils te kort komt, lbo dat den burger leer rijck en gierigh, de Staet arm en ten achteren is. Corhcakoft meer als’t geeft. Men heeft hier lbo geen Threlbor als te Venetien. De inftcllinge van de Compagnie en officie van S. loris, gelchiedt in’t jaer 1407, door goedtvin-den van de Republijcke,beftaendein acht van de voornaemfte,rijckfte, en aenfienlijckfte borgers met hare affiftenten en participanten,die alle op-gefchreven zijn in een boeck daer toe gehouden, is een goede middel tot onderhoudinge van den Staet, door het bewindthaer in handen ge-fteltvan alle de tollen en inkomften van deRe-publijcke, die alle vijfjaren verpacht werden^ op conditie dat ly Corfica,Sarzana,en andere plaet-lèn, gehouden zijn t’onderhouden, en alle onko-ften daer van te dragen, uytgelbndert, lbo het eylandt en de andere plaetlen beftreden mogen werden, in weicke gelegentheyt de Republijcke die moet belchermen. Dele Compagnie helpt de Staet in haer noodt,en heeft groot geloof; fy is geluckelijck ingeftelt om’t verminderen van den Staet, door het verkoopen van de plaetlen daer onder liggen Je, en aen cenige particulieren toebehoorende, te beletten. eerfte macht van dele Republijcke beftaet in’t groot getal van hare inwoonders, bequaem om wapen te dragen , en goede Capiteynen te water en te landt, daer van de twee aenmercke-lijcke exempelen van Andreas Doria, en den Marquis Spinola ons können verfekeren , datter diergelijcke noch uyt haer können voortkomen. Boven alle hare inwoonderen acht men fonder-linge hare Edelen, befchreven en opgeteeckent |
N GENOUA. onder den naem van 524 geflachten , in ’t getal van 2124, en onder dele geflachten zij n de oud-fte en aenmerckelijckfte de Piccamigli, Catanei, Spinola,Malocelli,Mari,Megro,Ulbdimare, Doria,Cicala,Grillo,Serra,Marini,Grimaldi,Lerea-ri,Megroni, Gentili, Salvaghi, Lomellini,Calvi, Fielfchi,Cibo, Pallavicini, Squarzafico, Vivaldi, en eenige andere. De anderegeflachten, die’c voortijdts met de gemeynte gehouden hebben, zijn lbo aenfienlijck niet, hoewel goedt, en hebben mede haer deel in de regeringe gehadt, en in leer groot getal, foo dat men’er tot 487 telde. Het krijghsvolck te landt, fonder de vremdelin- Krihhs-gen te rekenen , is onder tien Cornels, daer van twee inLombardien over’t geberghtc zijn, en acht over defe zijde : in Lombardien zijn de Cornels van Wada en Nova ; den cerften heeft twee Compagnien, en den anderen elf, te weten tot Nova vier, tot Gavi twee, tot Voltabbio twee,en d’ander in veilcheyden plaetlen,makende t’famen 2910 koppen. De Weftkuft heeft vier Cornels, te weten, tot Vintimiglie, Porto Mauricio , Savone en Polcevera. Die van Vintimiglia heeft 22 Compagnien, liggende in verlcheyden plaetlen, in als 2796 mannen. Porto Mauricio heeft 2200 Ibldaten, Savone 1900, Polcevera 1081. De Ooftkuft heeft vier Cornels,te weten,twee tot Bifagno,d’ander tot Sarzana en Spezza. Den eerften Cornel van Bifagno heeft 2445 Ibldaten, en den anderen 3212 , en by defe twee Cornels voegen haer twee ander nabuurige, makende in als ^6^7 foldaten. Sarzane heeft’er 2130,00 Spezza 55^7 in eenentwintigh compagnien , die alle hare Capiteynen en ander Officiers hebben. Decompagnien onder de 10 Cornels zijn 127, en beftaen in 28740 koppcn,alle eygen onderdanen van de Republijcke , die beter zijn alffe onder vremde Capiteynen ftaen. Die van Sarzane en Spezza worden voor de befte gehouden. Hetvreemtkrijghsvolck beftaet in yooSwit-fcrs van Friburgh, 300 Italianen, en 100 Corfen. De Switfèrs hebben een Cornel van haer eygen natie, die twaelf Corporalen onder hem heeft, woonende op ’tpaleys, een compagnie van hon-dert liggende aen Sint Thomas poort. Van de twaelf Corporalen gaen ’er alle morgen vier op de wacht, cenen in ’t paleys, d’ander in de poorten van Molo , Carbonara , en Cazzola. De andere Switfèrs liggen aen de kleyne poorte van de nieuwe ftraet,aen den Stecrr, en Lazaretto. Tot Savonen woonen’er 100, en tot Sarzane oock foo veel. In ’t fort van S. Maria van Spezza, en tot Vintimiglia 25 : alle avonden doenfy ronde binnen Genoua : daer zijn ’er dagh en nacht acht aen de Lantaren oft Phare, en acht tot Darzena. Op ’t paleys waken ’er gewoonlijck 200; De 300 Italianen zijn verdeelt, aen depoortevan den Boge lyo , en d’andere in verlcheyden plaetfen en Iterckten ; hebbende haren Cornel, Capiteynen en ander officiers van haer eygen natie. De 100 Corfen worden by gelegentheyt gebruyckt tegen de banditen , voor degalleyen, enomde palfen ofte doorgangen in ’t geberghte, en andere plaetfen, die door roovers gevaerlijck zijn, te bewaren j ’t en is geen landt voor de ruytery. |
$ t A Ë T VA indien de foldaten van’t landt qualijck ge wapent waren,foo heeft de Republijcke in tijdt van noot harnaffen, en mulquetten, voor 20000 mannen te voet, die op’tpaleys bewaert werden. Daer en is oock geen gebreck van gefchut, liggende 600 ftucken in verlcheyden plaetlèn op de poorten,op de Lantaren,tot Darzene,Savone, Sarza-ne,èh andere plaetlèn. Daer is medé veel amuni-tie van oorloge in ’t paleys, en van het geoeffent krijghsvolck fonde men altijt 80000 voetknechten können kielen, bequaem om iriNederlant, oft in de Spaenfche vloot te dienen.
Wy hebben vermaent van acht gallcyen die de Republijcke gewoonelijck betaelt, behalven die van eenige particulieren, dan in den noot kan ’er veel meer gewapent worden. De bergen brengen het hout voort om die te maken j hoewel ly de groote boomen tot maften uyt Vranekrijek, en het eylandt Corfica bekomen. Wy hebben gesproken van de plaetlên, daer dele voorlchreven galleyen binnen Genoua leggen , en van de be-quaemheytèn manhaftigheyt der Genouelèn ter 2ee; maer wy hebben vergeten te feggen, dat de Seigneurie maer in tijden van noodt een Gene-rael over de lèlve vloot neemt, uyt een van de doorluchtighfte gedachten van Genoua. De 51:ercke plaetfcn zijn fonder getal in ’t landt. Wy hebben gefproken van de gelcgehheyt eb by-fondere kracht van de hooftftadt j laet ons nu eens onderlbecken wat haer regeringe is.
De ftadt van Genoua heeft eerft onder het Roomfche Rijck geweeft,wierd met gewelt ingenomen van Rotharis, Koning van Lombardien in’tjaeródo, de welcke door Karei de Groot verflagen zijnde, is fy wederom aen ’t Rijk gegeven , en eenigen tijdt door Graven geregeert ge-weeft Onder Graef Ademar hebben de Genoue-fen het eylandt Corfica van de Sarafijnen genomen, en hare dapperheyt door ander wapen-da-den, in ’t heylige Landt betoont in ’t jaer i lóo onder Baldouin, Koning van lerulalem ; fy hebben mede verfcheyden reylèn oorlogh tegen die van Pifa en Venetien gehad t.
In ’t jaer 1327 kolen ly tot Hertögh,gelijck de Venetianen,Dominico Fregolb,die Cyprus nam van Pieter de Lufignan, en bracht hem felf met de koninginne binnen Genoua gevangen. Dc Hertogh Nicolaes Gualco dede byftant aen Ca-lo-Iohannes, Keyfer van Conftantinopolen, en d’overfte der felver troepen ontfing voor een ge-fchenck het eylandt van Vytilene, dat zijn nakomelingen noch befeten hebben , tot in ’t jaer 1453 ’ Turek Conftantinopolen inham. Men Ichrij ft Genoua verlcheyden andere overwinningen toe,tot aen de riviereTanais,hebbende in de Taurilche Cherfonefo in Thracien, cn andere plaetfen, verfcheyden fteden befeten, als mede eenige eylanden van de Middelandtlche zee, behalven Corfica. Antoni Adorni fucce-deerdeaenGualco in’t jaer 1381, dan na fijrt overlijden, door de tweedracht der Guelfen cn Gibellins,al de macht der overigheyt te niet zijnde, wierder niet invoorfien, foodarin’tjaer 1392601390 de ftadt haer begaf onder de be-Icherminge van Karel dè VI, die haér regeringe ftrelde in handen Van den heer van Bouci-Italien.
N G E 3sr O tt A. ’ jy quant, Maerfchalck van Vranekrijek, Voor Wien dc Genouelèn daer na de poorten floten. En quamen alfoo in de macht van Ian Maric,Marck-graef van Milanen , tot het jaer 143 y , als ly wederom , niet willende aen den MarckgraefPhilippus onderdanigh zijn, acht Capiteynen, en Thomas Fregolè tot Hertogh kofen , en na hem Raphael Adorni in ’t jaer 1444 , en verfcheyden andere, waer van ’er veel verworpen en gedoodc wiérden. Daer na wierdt Françoys Sfortia, Hertogh van Milanen , wederom meefter van de ftadt, en na hem Galeas, de welcke overleden zijnde in ’t jaer 1478 , wierpen ly haer op tegen de Milanelen,dan wierden geftilt door de Spinolas en Adornès; en lbo wierden de Milanefert wederom van de heerlchappye Verftooten van Prolpero Adornij Baptiftin Fregolè,Hertogh ge-kolèn zijnde,wierdt Verjaeght,en de koning Karei den VIII, komende op den lèlfden tijdt in Italien, bracht hun met geheel Lombardien onder fijn macht. Louis de X11 was ’er oock heer over, hebbende haer overwonnen, en tot onder-danigheyt gebracht : dan liet de felve daer na Vryb en gaf haer het opperfte gebiedt weder, op conditie,dat fijn heelt op haer muntlbudeftaen, in plaets dat de Republijcke daer eengalgeop ftelde, gelijck ly noch doet, daer mede uytbeel-dendede juftitie ,dic fy gebruyckt. Eyndelijck onder den koning Françoys den eerften,in ’t jaer I y 3 8, door afvallen van Andreas Doria,werdt dé ftadt in haren ouden ftaet herftelt, en begon nieuwe wetten te maken , die daer na noch vermeerdert zijn. De groore veranderinge der hee-ren deler ftadt aen d’een zijde geeft te kennen hare fwackhey t,en aen d’ander haer ongeftadig-heyt,met de groote tweedracht der böigeren,eii beroerte des volcks. Benjamin Tudelenfis ge-tuyght, dat in fijnen tij t y der eenen toreri in fijn buys hadde, daer uyt de gebuuren malkanderen beftreden, lbo dat men doen loooo torens telden: en om de weynigh lèkerheyt,die ’er was in ’t befitten van defe ftadt, is ’t antwoort van den Koning Louis den XI goetgeweeft, aen de gene die hem bootfehapten, dat Genoua haer aen hem opdroegh, feggende, dat hy de felfde aen veel perijckeleufer heeren gaf. Doch Karei de VI fijn groot-vader, Karei de V111, en Louis de XII fijnnafaten, hebben daer over volkomen heerlchappye gehadt,gelijck de hifto-rie dat getuyght.
Van’t gene hier boven verhaeltis, kanmert fien de gemeene regeringe deler heerfchappyé, die leer verfcheyden geweeft is , door de heer-Ichingé en aenflagen van de machtighfte op den vrydom van de ftadt, die oock door hare tweedracht, en leer quade overeenkomfte der edelen onder haer, en der edelen met het volck, groote veranderingen geleden heeft. Dan de particuliere regeringe is noch verandCrlijcker geweeft, en lbo ongewoonlijck,dat ’er geen Staet in gants Italien is,die in gelijeke onftantvaftigheyt,licht-veerdigheyt, en onverduldighcyt fijner inwoon-deren geweeft is. Men heeft ’er gefien, Graven, Confuls, Podeftas, Capiteynen , Gouverneurs, Lieutenants, Redeurs des volcks , Abten des volcks,Reforraeerders,Hertogen,foo uyt het ge-
N nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;meenc
-ocr page 49- -ocr page 50-N GENOUA.
meenc voïck, als uyt den Adel op eèn tij dît, (bo datfèderthet jaer 1494 tot het jaer de ftadt twaelf (horten van regeringen gehad heeft. In het felve jaer wierden ’er wetten gemaeckt, onder de welcke (hoewel die in ’t jaer 1547, en door de beroerte en nieuwe tweedraght van ’t jaer i J76, een weynigh verandert zijn) dele Re-pubiijcke (die noch Democratie, noch Oligar-chie^ maer Ariftocratie,oft Timocratie van Ari-ftoteles , daer de rijckfte gebieden , is) hedens-daeglis leeft, en haer regeert. Dele wetten wierden gemaeckt door twaelf Citadins oft burgers, . daer toe door ecnen gemeenén Raedt van de ftadt gekofen. De wetten zijn defe : I Sal de tweedracht der Edelen, en des volcks te niet zijn.
j Sal’er eenHertogh en twaelf Gouverneurs gekolèn werden, die geen uytlpraeck füllen mogen doen over gewichtige faken, voor daeghs daer na datlè voorgeftelt zijn.
Den grooten Raedt oft Senaet bellaet in vier hondert perloonen, en wort alle jaren gemaeckt door 30 kielèrs te voren geloot, daer zijn 8 Procureurs en 5 opperde Syndici, die met den Her-togh en de Gouverneurs de Republijeke repre-lèntercn. Den Hertogh wert alle twee jaren ge-kolên, en de twaelf Gouverneurs zijn alle lés maenden verandert door de kiefinge van de twee, de andere blijven twee jaren in hun dienll. DekleyneRaedtis van 100 edelen gekolèn uyt de vier hondert, tot min gewichtige laken. Den Hertogh woont op ’tpaleys,niet könnende van wooninge veranderen , Ibnder toellaen van’t Senaet, is met root karmofijn fluweel be-kleet, met een vierkante muts, by na gelijck de priefters dragen : op de feellen en in de procef-fien draeght hy eenen gekroonden mij ter van root fluweel : men draeght voor hem een Iweert in een vergulde fchee, verfelfchapt met 24 Sénateurs, gékleet met fwartc fluweelen tabbaerts. Als fijn tijdt uyt is, wort hy in fijn huys geleyt door de voornaemlle Edellieden , blijvende fijn geheel leven in ’t Senaet, en in de rekenkamer : ny wort uyt de Edelen van de 28 geflachten genomen gt;nbsp;uyt de welcke Iwintigh perlbneh geko-lèn worden van hondert Sénateurs, daer van de kleyne Raedt lès kielt, én van dees fes neemt de Senaet den genen, die de meelle Itemmen heeft. |
Dé twaelf gouverneurs fitten op de fels-e banek met hem, als fijnen Raedt : dan om gewichtige laken,wort het Senaet oft Raedt van de 400 vergadert. Sy worden een voor een door’t lot genomen , en elck bylonder uyt een feker getal door 28 van de Edele geflachten gekolèn , blijvende twéé van haer met den Hertogh op ’t pa-leys. Den Hertogh afgaende, blijft voor altijdts Procureur van de Republijeke. Voor lbo veelaengaetde jullitie, lbo heeft dé lladt van Genoua eenen Prêteur en Aflèlfeurs van de Rote, voor de criminele faken : de Heden en plaetfen daer onder behoorende , hebben oock hare Prêteurs en heeren tot de lèlve laken, Van de welcke men niet kan appelleren , dan llrafFende met de doodt : oft aen ’tlichaem, oft op de galleyen bannende,wort de fententie,inde bepalinge van Genoua, drie dagen opgehouden, en in Corfica twintigli dagen, en in andere lieden en plaetfen vijftien dagen : lbo nochtans,dat de Rote eerll daer van onderricht zijnde, haer goetduneken en conlènt geve tot het volbrengen der felver lèntentien. De Prêteur van Genoua wort uyt de Auditeurs van de Rote genomen , die drie jaren in dienll zijn , én zijn drie vreemde Rechtsgeleerden. Defe Prêteur blijft een jaer in dienll, en boven de Auditeurs. Na dele officien worden ly beroepen, door perlbo-nen daer toe gellelt, om t’onderlbeckcn en dé klachten tegen de rechters aen te hooren, by dé welcke een Advocaet Filcael,en een Filcael voor de Republijeke en gemeynte gellelt zijn. Dele werden Syndici ofte Majoren geheeten, die oock macht hebben om den Hertogh felfs na fijn bediening t’onderlbeckcn-en te ftralFen. Indién haer lèntentie veroordeelt ter doot, beroovingé van eer, oft onbequaemheyt tot de regeringe, kan men daer van in den kleynen Raedt appelleren.De civile laken worden door d’andere Rechters cn Doóloren verhandelt, bellaende in een Rote van vijf Aflèlfeurs , gebruyckende ’t ge-fchreven recht, dat men gemeenlijck in de lladt gebruyckt. Daerenboven zijnder Cenlèurs en Confuls van groot vermogen, om de policie en order in alle koophandel t’onderhouden, en by-fonderlijck van de zijde. De Republijeke heeft haer Capiteynen die voor de lladt onderhouden werden,een Commiflaris voor ’t lant,onder wiett de 100 Corlèn, en de Gouverneurs van Corfica, Savone,en ander plaetlèn llaen; en een Generaei van de galeyen, De Gouverneurs en Procureurs worden Magnifichi, en den Hej^ogh Illullriffimo en Excellentiflimo genoemt. De wetten van defe Republijeke wierden over-fien, en nieuwe ordonnantiën gemaeckt, door drie Commiflarilfen, van den Paus, Keylèr , en den Koning van Spanjen, aen de welcke dc Republijeke daer toé volle macht gegeven hadde, en tot Genoua gepubliceert den 17 Meert 1576, en te Milanen in ’t felve jaer gedruckt, en met de nieuwe byvoegingen , en verklaringen tot in ’t jaer 1616 te Genoua, in’t jaer 1Ó17. Oock zijn daer |
STAËT VAN GÊNÖUA.
zijü van de Rcpùblijck, en éénigen intêreft by haer hebben. Defo Compagnie heeft grootè privilegiën genoten van Paufen, Keyfors, en an* dere die over Genoua geheerfoht hebben : fy is als eenen Staet en gemeente van de Republijcke afgefoheyden , als könnende uyt haer folfs be* ftaen, al quam ’er veranderinge in het ander deel van den Staet. Wy hebben mentic gemaeckt van’tkafteel en haven van Monaco , gegeven door denKeyfer aen de Republijck van Genoua in’t jaer 1214, dan door deti oproer eeniger Edelen, en onder de troubelen Van den Staet, nam het huys van Grimaldi het felfde in, en be-fot het als Souverain, fonder de Seigneurie té kennen,tot Honorato Grimaldi toe, die hetfolve weder befoten heeft, hoewel daer Spaens guarni-foen in gekomen was ten tijde van Key 1er Karei de V , die aen den Heer van de plaets het Mar-quifaetfchap van Campagnein’t koningrijck van Napels gaf,hem latende niettemin dcinkomften van Monaco genieten, en de juftitie die altijts in fijnen naem gefchiede. Roccabruna en Menton hooren onder het felve.
’t Aertzbildom van Genoua is ingeftelt in ’t jaer 1130, oft daer ontrent, door den Paus Innocent de 11, de Bifdommen van defo Republijeke fijn Albenga, ingeftelt in’tjaeriizp door den Paus Alexander de III, Briguale, Noli,Savone, Vintimiglie en Sar2;ane, de drie eerfte ftaen onder den Aertzbilfchop van Genoua ; Savone, en Vintimiglie zijn onder den Aertzbilfchop van Milanen, en Sarzane onder Florencen ; Mariana en Nebio in Corfica, en dat van Bobi in den Staet van Milanen zijn oock onder den Aertz-bilTchop van Genoua.
Jaet verfclieyde andere ordonnantiën,tôt meerder verfèkertlieyt en ruft van de ftadt te weten, dat het niemant geoorloft en is zijdt-geweer oft andere wapenen te dragen , noch den omgang van de muuren te doen,amp;c. De boecken van den adel en Borgers zijn forghvuldigh onderhouden en befchreven,om yders bequaemheyt te weten.
De Seigneurie heeft verlcheyde andere ofïi-ciers,als verforgers van de wijnen,en olyen,Mee-fters van eenige officien, van de poften, Secreta-riften, onderhouders van vrede, opftenders der wetten, der zee. Procureurs en Prefeólen over de eetwaren, Notariften en andere officiers van de Rote.
Boven’t gene gefeyt is van’toffici van Sint loris , ontftaen door verlcheyden verkoopingen envervreemtvan’tgemeyne inkomen, oft van plaetfen die van particulieren van Genoua, ofte van vreemden eygen gemaecktzijn, welcke vervreemdingen oft verkoopingen men Comparas noemden, en alleen tot het offici van S. loris ge-bruyckt zijn , foo moet men noch acht nemen, dat de acht Proteóleurs oft belchermers daer van mede Rechters zijn met de criminele Rote oft Rechtkamer, te weten, in faken van over-daet oft miïdaet begaen tegen haer knechts en huurlingen, oft in de plaetfen genoemt Comperot hetoffici toebehoorenae,en in’thuys van S.Ioris tot veroordeelinge ter doodt toe, doch volgens de wetten en ordonnantiën van de ftadt, en fonder de authoriteyt van de Seigneurie , Raden, bovengenoemde Collégien, en folfs van de criminele Rote te quetfon, ’t en zy door voorko-minge in de boven-gefoyde faken. De Gouverneurs , Protedeurs, oft Heeren van dit offici Worden gekofenuyt alle de gene die crediteuren
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c o
^4
-ocr page 52-
Et Eykndt Corfica is door de Griccken kv'ç- 3 en Latijnen Corßca genocmt , van Ovidius Therapie volgens Villanovanus Qamp;fßs gelegen in de Middc-landtlche zee , onder de heerfchappye van Genoua. Aen ’t wellen en noorden is ’t met de Ligufti-fehe oft Genouelche zee bepaelt, aen ’t ©often met de Tofcaenlche zee, in ’t zuyden heeft het Sardinien, het leght in ’t begin van ’t 8 climat, onder de 13 paralelle, lbo dat haren langften dagh van i y uren is, oft daer ontrent, is 160 mijlen lang, en 70 brect^ hebbende ontrent 325 mijlen in fijn omgang, een uur varens van Sardinien gelegen. Gradaccio lcheythct in’t midden, irutmn, tn en het fchoon pleyn op den bergh gelegen,heeft bcjfche». meiicn, het eene genoemt d'I'Po j en ’t ander Crena. Uyt heteerfte dat een halve mijle omgaens heeft, komt de rivier de Guol, en uyt ’t ander nemen die van Liamon en TaYignan haren oorlprong. Defe zijn de voornaemfte rivieren van ’t eylandt, de Guol bevochtight het landt en Graeflchap van Mariana -, de Ta'vüj^nan paf feertdoor Aleria, en Liamon doorSagone. De bergen ftrecken haerveer en wijt, en zijnfeer hoogh, met verlcheyden naeuwe wegen. Op defe bergen, die haer ontrent 70 mijlen uyt-ftrecken, fijn groote boflehen met pijnboomen, maftboomen, beucken, eycken.en kaftanien bedeckt. |
Het eylandt is verdeelt in vier deelen, het oofterdeel is door de inwoonders genoemt Banda di dentro ; het zuydcr , ftreckende naer het fort van Bonifacio, Di la da monti j het wefter, Banda di fuora 5 het noorder, zijnde de Cap Corfi,Sacrum pro-montoriumiDi qua daquot; monti-j zijnde een ftuck landts dat 40 oft yo mijlen omgaens heeft, geftheyden in fijn lengte door eenen bergh die de inwoonders Serra noemen. Dit landt heeft voortijdts feer bewoont ge-weeft, en heeft, gelijck d’oude Schrijvers verhalen , drie-en-dertigh fteden oft kafteelcn gehad , hebbende hedensdaeghs niet meer als Baltic, dat aenmerckelijck is, als zijnde een Bildom en wooninge van de Gouverneurs, en twee be-quame havenen voor groote lchepen, S. Floren-tio en Bonifacio, waer van Ptolemeus vermaent. Van de drie-en-dertigh fteden door d’oude bekent , waren ’er twee Romeynlche colonien, te weten, Mariana gebouwt door C. Marius, en Aleria door Sylla. De fteden en ruinen, daer van overgebleven, zijn, Nebbio, Cerfunum, een vervalle ftadt , en eertijdts op eenenlt;eer welgelegen heuvel gebouwt : het kafteel van S. Florent fchijnt in haer plaets gebouwt te zijn , leggende maervier oft vijfhondert paffen daer van, en vijf mijlen van de zee ,• eertijdts hadde dele plaets eenen tooren , om de Salines, oft plaetfen daer het fout gemaeckt werdt, daer by gelegen, te bewaren, die federt eenige jaren gedeftrueert is. Aleria leydtop een berghsken , daer nu de Opper-kerek en Bifdom is, gelegen langs eenen hoogen bergh. Adjazze is min vervallen , en omringt met breede ftereke muuren , daer de zee |
COR zee aen drie zijden op /peelt, zijnde byna als een Eylandt, met /choone gebouwen wel bewoont, en eenen goeden acker. Het ka/leel van Bonifacio leydt aen drie zijden in de zee , hebbende eenfeergroote en goede haven, zijnde om hare gelegenheyt een van de be/le plaet/ên van Europa geacht. Het heeft vijf-en twintigh waterputten.
Lalgagiola is een kleyn ftedeken , aen de zee gelegen, met twee /choone torens. Cor/b is /onder muuren, en in ’t midden en /choonfte van ’t eylandt, met een /lerck kafteel verre van de zee. De ftadt Baflea is genoemt Terra , heeft een kafteel, en ftereke muuren oft bolwercken -, het deel gelegen aen d’ander zijde op het vlack, is genoemt Terra Vecchia, en is fonder fteden. Daer zijn verfcheyden andere torens, plaetfen , kleyne eylanden oft drooghten, als Centuri, FoJ-fa d’Are, Baccano Chlraggia^ Marinajo , S. So'peralan met een haven en toren, Lanpuglie) Fefia di Sacro, Herbalurga, Filla 'di Brando, nae de welcke men komt aen de riviere de Lavafina: daerdeCaep Cor/o eyndight aen de binnen zijde. Centuri leyt in een wel bewoont dal met vier dorpen, /ónder Cannellente reeckenen. NaeCenturivolght Morfiglia met eenige kleyne plaet/èn, ’t ftedeken Pino, Minerbio j Barrettali , dat tien dorpen begrijpt, Canari twaelf, en is de /choonfte plaets van Cap Cor/o , Ogliaflroj terra di Nonesia , uyt de natuur fterek, begrijpende de ftedekens Okhimi en Qlneta, Arfia Rogliano , Colombano, Ameria j ’t groot dorp en valleye Luni^ Occagnano,Pietra Cor~ bata, de valleye Fi/co met 18 dorpen, oock in de binnen-zijde van de Caep gelegen, daer de Lavafina door vloeyt, als gefeyt is. Het landt van Nebio begint nae de Cap Cor/ó, en heeft by de /èventigh mijlen omgaens,en onder den berg Tende is Farinole verdeelt in elf dorpen. Nebio begrijpt /eer veel plaetfen, als Murato, AJiglian, met de kerek van S. Flicolas, feer konftigh ge-bouwt: S. Pietro gewoonlijck Poggiodi Caßa genoemt,en andere. De Golf van S. Blorent^ oft van S. Marie de Flebio, 14 mijlen groot, wordt begrepen door de punt La Mortel'e de Cannelles.
Aen de buytekantvan heteylandt is de riviere d’Ofiriccn, gevende de naem een vlacktc en. valleye met feven dorpen daer hy door vloeyt. Balagne volghtdaer nae, vermaerder als Nebio, üvervloedigh in olie, alwaer de Compagnie van S. Joris eenen byfonderen Officier heeft, genoemt Lieutenant over dees zijde van’t ge-berghte , en doet juftitie over al het landt daer onder gelegen, beftaende in vijf parochiën , oft juri/diótien, te weten To'pani, met /even dorpen, Aregno /èftien, S. Andries met vijf, Giu[fani met feven,en Caccia. Noch verder leyt S.Ambrofw, het eylandt Spano, en^abi, /oo dat aen den mondt van de rivier de Mucate , de Balagne eyndight. Cabi is een van de voornaemfte fteden van Cor-fica, door fijn oudtheyt en lchoonheyt van gebouwen , ’tis met goede muuren en ftereke bolwercken gefloten , en heeft een goede haven , genoemt S. Maria de Cabi. Daer na volgen Lbo^-rate met het eylandt, en CSirolato met een goede haven, een vertreck der zeeroovers. Van den mondt van Calvi tot Montfanr.inco, zijn hondert tien mijlen , zijnde het gene dat de buyten zijde van ’t eylandt aengaet, van de Caep Corfo tot
s Î c a: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;59
aen ’t geberghte, nae de welche het dal NoZo is ) hebbende achtien mijlen omgaens, gedcelt dooi de Guol in twee gelijeke deelen. Flolo is eer* tijdts een dorp geweeft, meer bewoont als ’t nü is. Daer na vindt men Colgt;afine^ een groot dorp, met Fentijariy Solagio tn Sorna^o j Corfo, Prunelles daer de goede baden van Pietra Pola zijn,
, een dorp met acht hondert en vijftigh huysgefinnen, en in tweên gefcheyden door de Tavignan. Hier na volgen
De vijfParochien, genoemt Cinquepiel^e, te we* ten, Falliruflie^ Ore:z3ie, dat duyfent huysgefinnen, en acht-cn-vijftigh dorpen heeft, met konftigh volck bewoont, die veel linnen en wolle laken verkoopen , Ampugnani met twintigh dorpen , daer van Ca/abianca ’t vermaertfte is , daer de tweedraght van de Roode enSwarte eerft ont-ftaen is, die noch duert, en een groot deel van ’t eylandt gefcheyden hout, Roßin en Ca/acconi met negentien dorpen.
DeParochien van Ajazze zijn torn, Me^ana, Sarlo y dat /onderlinge goede wijnen voortbrengt, Ornano met dertigh dorpen , Talabo, Crufeaglia Attala, en Sartena met muuren befloten regende zeeroovers.
Dit eylandt heeft over al geen goede lucht, tfoedanig» ’tis een fteenachtigh landt, vol boflehagienjniet ^7^* voortbrengende als door gsooten arbeydt. De boomen zijn feer hoogh en wel gevoedt. Heeft /eer goede vruchten , en aengename wijnen, die tot Romen /eer geacht zijn. Dekaftanien zijnder op ver/chcyden plaet/en overvloedigh, vijgen , amandelen, kerfen en olie , by/ónder-lijck tot Balagne. Op de befte plaet/èn,daer het landt open , en met rivieren bevochtight is , draeght het koren,met eenige boonen, erten,en diergelijeke vruchten. De goede weyden ontbreken tot Nolo en op fommige andere plaetfen oock niet. Men jaeght’er herten, fwynen, en hinden oft geyten , diefe Meufles noemen, en oock in het landt van Nebio fai/anten. Daer is mede goede vifch. Daer zijn goede y/èr-raynen tot Monza, in’t Graef/chap van Nebio, enaen gene zijde van S. Florent. Sy hebben oock honigh, fpiegelherft, en was , in dit eylandt, volgens de getuygeni/fe van de oude : de ho* nigh is ’er bitter, uyt oorfaeck van de palmbloe-men,maer’t was is feer goct. Tu/Tchen Corfica en Sardinien vindt men veel korael. Daer zijn ftereke en weeldrige paerden , goede honden, cn alle /óorten van dieren : gefonde, koude en warme wateren zijnder by Fico a Pietra Pola, AJeo, in het dal van Caroggia^ en tot Campo CardetOy onder Nebio hoorende.
De Corfen hebben certijdts groote zecroo-wevers geweeft , ongemaniert, hielden de vrou-wen gemeen, en de kinderen oock tot Zekeren ouderdom, die /y door de gelijckeni/fe des aen-fichts meenden te kennen , wie de /elvige toe-quamen. Sy aten wilde en tamme honden, waer van fy wreedt, toornigh, ftout, fnel en fterek wielden, gelijck de natuur der honden is. Hare vermaertheydt van zeerooven is /óo groot geweeft, dat’er onder de oude een/preeckwoort van was. Diodorus vermaent van een manier by haer onderhouden, dat daer de andere natiën /orge droegen, ontrent hare kraem-vrouwen j by haer de mans Zich in’t bedt leyden, alsofZy fieek
-ocr page 54-CORSICA.
ïîeck waren , en daer eenige dagen bleven. De ilaven van Corfica waren uyt anderen te kennen wegen haer bottigheyt en wildheyt van humeur. De inwoonders van dit eylant behouden noch tie/és 'ùjÂts. van haer oude plompheyt, niet hebbende van gemaniertheydt, oft vriendelijckheydt van de Italianen, zijn krackeeligh, wreedt, wraeckgie-righ, Ibo verre, dat mén Zelfs geen feeckerhey t met haer kan hebben nae de verloeninge. De Italianen hebben daer een Ipreeckwoordt af, leggende, datmenfichop levendige of doode Corfèn niet moet betrouwen. Als ly in een vreemt landt zijn , helpen fy malkanderen. Sy ftoffen op haer goede afkomfte en geboorte. Zijn kloeckmoedigh , en goede Ibldaten. Haer dapperheyten dienften aenVranckrijckgedaen door Alfonfb d’Ornano, maken hun genoegh vermaert. De/è d’Ornano was Cornel van een regiment Cor/èn, onder den Koning Hendrick den Derden, enin’t jaer 1587 betoonde hy fijn kloeckheydt tegen de Switfèrs , die alreede in Dolfiné ingevallen waren, daer Ia Valette voor den Koning Gouverneur van was, aen den welchen hy twaelf vaendelen Ibndt, die hy de Swit-fers ontnomen had. Hy wierd Maerfchalck van Vranekrijek gemaeckt, onder den Koning Hendrick de IV, die hy treffelijck hielp en diende j en in ’t jaer i ^90 wierd hy in den oorlogh gevangen, nae dat hy de ftadt Viennen in Dol-fine belchermt hadde voor den Koning tegen die van de Ligue,fbo dat de Corlen van dele man haer heele glorie komt. Door den koophandel oft nabuurigheyt van ’t vafte landt worden d’in-woondersvan diteylandt wel watgecivilizeert, maer meefi: die van Caep Corio, en de andere die de meefte koophandel doen, en oprecht en getrouw zijn. Die van Coriên begeven haer tot de fchip-Kf». vaert , doen koopmanfehap met hare waeren en vee , voeren hare wijnen naer Romen en andere plaetièn in Italien, hebben hennep en vlas, daer fy lynwaet van maken, als oock eenige wollen lakenen. Het inkomen dat de Republijc-ke van Genoua daer van ontfangt, wordt geheel gebruyckt en uytgegeven in ’t onderhouden van de Sterekten. Stmken- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hebben vermaent van de ilercke plaetièn, te weten van Baftie , Calvi, Ajazzo, Bonifacio en andere. Daer in vele garnifoenen zijn, die de Genoueièn, oft de Compagnie vanS. loris onderhouden , die daer van de bewaringe en rege-ringe heeft, hebbende met fonderlinge forge vericheyden plaetièn verfterekt, en vele torens regens de zeeroovers , oft Tureken doen bouwen , die door overvallingen groote fchade können doen, daer tegen eenige lichte paerden onderhouden worden, door den Gouverneur, die langs de kufte loopen. Het eylandt is ièer bewoont, ibo dat het 80 oft looooo mannen, be-quaem om wapenen te dragen, kan opbrengen. |
De Phoceers hebben het eylandt beièten, en zijn daer nae door de Tyrrenen verjaeght, die deCorièn tribuyt deden betalen a defewierden wederom van de Romeynen overwonnen. Nae de komfte van de Sarafynen, als Keyfer Carel de Groot, die de Longobarden verjaeght, en Italien inde macht van fijne erfgenamen gelaten hadde, foo dat Pepyn, daer van Koning ge-maeckt zijnde, ftelde Genoua onder de rege* ringe van Graven, een van de welcke genoemt Ademar , die de hiftorie ièght , dat van fijn maeghièhap was, quammet de macht van Genoua de Corfen te hulp, overwon de Sarazy-nen , en ftelde het eylandt onder de Genoueièn : die daerom langen tijdt met de Piianen oor-loghden. De Koning Hendrick de II quam’er met al fijn macht, en hadde ’t alles bynae ingenomen , dan wierd wederom gegeven door de vrede van’t jaer lyyp. ’t Wordt geregeert door het offici oft Compagnie van S. Ioris, daer hier voren van geiproken is : dat daer alle twee jaren eenen opperften Gouverneur ièndt, die fijnen Lieutenant heeft, en Cancelier, die als Griffier, oft overften Secretaris is , met een Fifcael. De Commiflaris van Ajazzo , en van het landt onder haer begrepen, is als eenenPrefident in’t landt, en den tweeden perfoon nae den Gouverneur,'en heeft mede fijnen Cancelier oft Secretaris , oock eenen Capiteyn van ’t kafteel, oft kafteleyn. Daer is oock eenen overften Com-mÜTaris van den oorlogh. Calvi en Bonifacio hebben oock hare Commiifariflèn en Capitey-nen met veel ibldaten. De laetfte heeft eenen Cancelier, en Capiteyn van lichte paerden, ge-lijck Aleria mede. Ander plaetièn hebben oock haer Capiteynen oft Lieutenants, en Podeftas om de luftitie te oeffenen , daer van de voor-naemfte zijn te Baftie en te Ajazzo. Van de fententien van den Gouverneur mach men te Genoua appelleren, en van de minder Rechters aen den Gouverneur , die met twaelf gedeputeerde Corièn yder jaer alle ioorten van eetwaren waerdeert, ’t zy koren, wijn, olie, en andere, op dat, volgens dengeftelden prijs, de bctalinge geichiede. Het eylant kieft jaerlijcks twee AmbaiTadeurs, om te Genoua te woonen , den eenen van Baftie, en den anderen van Ajazzo, metiès Syndici, van gene zyde der bergen , en twaelf van dees zyde, tot verrichtinge van alle de laken der gemeenten van ’t eylandt. De Gouverneur en Heeren van ’t eylandt, na datfe buy ten haer officie zijn, worden gedaeght door twee peribonen daer toe geordonneert, die onderibeck doen van haer leven, daden, oor-deelen en rechten. Defe CommiffariiTen zijn Syndicateurs genoemt, en hebben gelijke macht als het Senaet ièlfs, daer van iy alle twee jaren geibnden werden. De ichattinge wordt in ’t eylandt opgenomen tot ièker ibmme voor yder vier , ’t welck noch door vericheyden torens tegens dc Tureken ge-bouwt, vermeerdert geweeft is. Daer zijn vijfBifdommen, daer van het op- cedsdienß. perfte van Sagone is, dat nochtans maer 6000 guldens inkomen heeft , dat van Aleria heeft 28000 guldens inkomen , dat van Mariana 14000, deiè twee BÜTchoppen woonen in Baftie: die van Nebio 4000, van Ajazzo 14000, met , • vericheyden Aertzdiakonyen , Aertzpriefter-fchappen en Capitulen,ende befte dienft is maer van 1000 guldens. Het Bifdom van Accia is t’iamengevoeght met dat van Mariana Aleria,Sagone en Ajazzo ftaen onder den Acrtzbiifchop van Pifen, Mariana en Nebio onder dien van Genoua, Scaec |
«Hat Tffhx
’PutMut 3eJU. SabvAta ,^
iv quot;Pei^zsaiû
3i. Strhtzzaia
ihfmt r'
Sab.
2ri
«K ûtfiiseJumi,^
Cah. mS. Re^wa.
O TtffM
^azzoM
Occidens.
S-'vaunhfo p
Crulc^ha p
itjertv
PA
Âi. VettîH^ite.
) C/^ Ftoiro
ZDÙct. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Italiane^ .
STAET VAN
MILANE
N.
È Staet van Milanen, begrijpende de landen van Cremone, Pavie, Lodi, Novara, Torto-na, en AleHandria, en fich ftreckende over d’eene en de ander zijde der riviere de Po, grenft in ’t noorden aen de Switfers, die ge
legen zijn aen en om de Luganer Meer, aen net hoorder-deel van de Groote Meer, welcke by de Italianen Lago Maggiore genoemt wordt, en aen de Grilons, palende aen het noord-eynde van dé Comer-Meer, die Bellinzone ofte Wallifèrlandt by de Tefin befitten , met eehige andere plaet-^n, gelegen in’teynd van de noord-zijde van Lago Maggior, als oock het geheele Lago di Lugano^ zijnde afgelcheyden van den ouden Staet van Milanen ; de Grifons zijn aen ’t eynd van Lago di Como, naer Chiavenne en de Valtoline : en in het weften, aen het Montferrat, de riviere nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Ver-
cellij la ipal d’ Aofla -, en Jfli j landen des Hertoghs van Savoyen; en het landt van Valais ofte Walli-ferlandt, daer van het door de hooge gebergh-ten van de Alpes afgefcheyden is, hebb^ende tot het felve landtfehap twee voorname palfagien, de eene door Dowo dlofcella, Creola, langs de valeye Di-pedro , de uyterfte plaetfen van ’t Milanois aen die zijde, over den bergh Sempion,naer Briga in Valais. Delen bergh kan men des fomerdaeghs in eenen dagh païfeeren. De andere paffagie gaet langs Vald'Aoßo, óver de bergh S. Bernard naer Martinach in Valais. Aen ’t zuyden is het Hertoghdom van Parma, en Piacenza, ’t welck door de Po daer van afgelcheyden is , voorts de Republijeke van Genoua byNovi en lavi, als men Alexandria de la Paille, de riviere Bormia en Paftorane gepalfeert is, en naer Ottaggio , paflerende de Betola en Saravalle voorbyTor-tone ; bchalven noch eenige heerlijekheden den Keyler erkennende : aen ’t ooften Bergamafco, by de riviere d’Adde, van de ftadt Lecco af tot Trezzo toe, het BrelTano, van Covo tot Calva-ton, zijnde de rivier d’Oglio tulTchen beyden, en Crema der Venetianen, als méde de twee andere, zijnde bynae geheel omringt van’t Milanois en ’t Cremonois, hebbende maer een kley-nen doorgang van ’t Bergamalco , en insgelijeks aen de lelve zijde van Cremonois, de Staet van de Hertogen van Mantoua en Sabionete, van den Prins van Bozolo, en Plaifancen ,dat onder den Prins van Parma is, daer men in komt als men Vogere,de rivieren de la Coppa en la Verfa gepalfeert is, als oock Bron over de ander zijde.
Den omgang van den gantlchen Staet, volgens d’Itaiianen die daer de befte kennilfevan O hebben, is 300 mijlen.
Italien,
Grootte*' «
De hooft-ftadt Milanen, by de oude Mediola- Deßadt num genoemt, door d’Itaiianen Milano, en de ^datte». Hooghduytlchen , begrijpt omtrent 10 mijlen omgaens, daerom fy van deltalianen Milano la grande genoemt wert, hebbende inalszz poorten, met die van de voor-geburghten, die als een gebouw met de ftadt zijn, zijnde omringt met grachten en fteene bolwercken , welckc de Spanjaerden niet onderhouden, ’t kafteel maer alleen achtende. Daer zij n veel lchoone ftraten, en ’t is leer aengenaem om lien, dat ’et meeften-deel der wereklieden, die aldaer meer zijn als in eenige plaets van Italien, haer eygen quartieren en befondere ftraten hebben : ’t heeft twee kanalen dragende groote fchepen, het eene genoemt lSiaygt;ilio di Porta Ticinefe, komende uyt de Tefin, en d’andere Nay)ilio di Martefana, dat uyt de Adde komt,op de welcke alle lborten van eetwaren in grooten overvloet gebracht werden.
Scotus en Pflaumeren , volgens Capugnanus, Kercke» w leggen dat’er kereken zijn, te weten, elf Col-legiale, met 71 Prochien, boven acht Reguliere Priefters-kereken, 30 mans-en 36vrouwe-kloo-fters , met 32 broederlchappen, zijnde t’iàmen 188 kereken, hoewel ly verlekeren, dat ’er met noch verlcheyden andere, 238 kereken zijn; dan de af beeldinge daer van gemaeckt,met haer heelen inhout, wij ft uyt, dat ’cr ^6 Prochien zijn, veertigh mans-én vijftighvrouwen-kloo-fters, enhondertbroederlchappen, lbo dat daer in als twee hondert fes-en-dertigh kereken Ibu-denzijn.
Daer is een gafthüys, begrijpende negen an- Gaßhttjßni dere, genoemt het groot gafthüys, hebbende gewoonlijck vijftigh duylént kroonen jaerlijeks inkomen, en fomwijlen lèftigh, ja feventigh ; is van buy ten vierkant gebouwt, dan binnen is ’t als een kruys, latende vier plaetfen tulTchen de deelen van ’t kruys, in de welcke de kraneke leggen , ftaende in’t midden des kruys een altaer, daer éen yder op ’t bedt leggende de Mifie kan hooren : in ’t lèlve worden gemeenlijck vier duy-lènt armen onderhouden. De gafthuylèn van S. Denijs, S. Gregorius, S. Vincent, S. Lazarus, S. Ambrofius, en de andere, die alle leer lchoon gebouwt zijn, met menighte van kameren en ga-leryen , voeden ontrent vijf duyfent armen, foo dat daer altijdts negen duylent menlchen leven op de gemeene koffen.
De hooft-kerek z'/Dowogenoemt, is lyo cubi- ftoofi-ten lang, en 130 breet , van binnen en buyten geheel van wit marmer gemaeckt , met groot getal van beelden, foo van binnen als buyten tegen de muuren geftelt , met hondert feftigh witte marmeren pylaren , onderfteunende het Welflèl, en lbo groot, dat nauwelijeks drie mannen die können omvademen, van welcke yder tien duylènt kroonen gekoft heeft, met wonder-
P nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lijeke
-ocr page 59-L
■^^uan
(Bi^o
Con»^.
•4^ron-
(ra^leait«
2g
tSofniea'
*R»Uere
Lumina
SunuLyo
^ReneM-
Cob^pnA
Oniazxo
CnoJa o
^Ront-ann.
rt
lt;u
rt
Cnttar
CatJo
tSempiana
Ca^tvJla
GonJona • o
Car^nAtta
mo
Lombraco
Ute
Honterone
quot;Bronia
Mag
C^^iona.
Inircual
B-VorAmpio
•xlnlajena
BeUinsofta.
^enrtABut
Cerotc/^o
Glojnlo
Arexxe
o K r E
'Beneueila
''^barello
■^t^AAello
'Torbia
_ Meridies.
bata tSoba
Ran^anaaa
Celaatiuaia-
S■ »In/snuu
'Viiu
iSulxana
Eer^anîo
BoniaiS-Bietra
•BaJofne
iSaiie
Sergio
Cale/io
L^reunlta
Bonianaua.
•enuantino
Goaelo
^e^nana
^oibin
^rte
Lago
dl
~Gr^nAna ^VuntJail
quot;ë~''
‘Brÿnana
Lruilia
Chinfi
Caiiunin^o
CnrAtn^ia
“VailAie
Gi^nAtw
JlatneJtAno
FrAui
Trina
Crema
liûtAy
VtAna
•AoricinA
Rouabf 0
Cocniio
CAflrß^ta^o
Brvn.-^Ana
^'.rntuaiale
Cafak
GemoxMa
CAfal. marnna
Carttniobo
ZAAAt^A
•Manbeeuto
^^iano
^BanJice
^tuManalla
Oroi 3gt;o£cJii
'Or\ei nuoui
rot^
r .
JiiÿOlto
Brcfcia
Oarda.
Boxata
Bet^ÀJala
tSo^xrine
'Vala^io
O BarbATMA
O^tMA
Jaucrxtuu
tScarxAruala
C^nana BaJSana
(ReraieUo
^ilia ChiarA
CaJa tunfft
-ijtamelia
Gaiarana^ - o
C-AAAl/arA
BAjArnA
Ctu-btionA
Cremona
SperarÿtA-
ßebe Q -^oxxi ZauernAAXA
Bulcana
ScaL it mylia- trnicci^ Italia.
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-.■ ■ye nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;»’/rrrmi
tdiûuto
2^1
tS-Lorenne b GutaJa
•^'Gie iti.Croce
iSotaruala
SuA^et
3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*ViÜA
ofbtoni
C.i^'AAA^
te
Belualar
-Re^xo
del
S.Fnh
R^ena
Regiano.
O Cxjituneio
4i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S T A E lijcke lange dicke yfère ketenen, die dit gebouw, dat hondert vijf-en-twintigh vademen lioogh is, ophouden , het welck men noch veel hooger wil maken , is twee hondert vijftigh cubiten lang, en hondert dertigh breet. Men fiet daer met verwonderinge onder andere beelden , dat van Adam, enden gevilden S. Bartholomeus , daer men befcheydelijck genoegh de Anatomie van den menfche kan hen : foo dat men gelooft weynigh diergelijeke beelden in Europa te zijn. Is oock feer aengenaem te hen de fchoone gla-fen met verfcheyden koleuren , met hguren , de menighte van rijeke altaren en kapellen , de ko-ftelijcke graven van verfcheyden doorluchtige perfoonen , de reliquien op verfcheyden manieren verçiert, de fonderlinge aengenaem-geluyt-gevende orgelen,eenige uytmuntende gaven van de Aertzbiflehoppen en Hertogen , zijnde in de Sacriftie,als oock de kerckelijcke kleedinge, met gout, hiver, en koftelijck gefteent gemaeckt, dan boven al een nagel van ’t kruys ons Heeren , tot Milanen gebracht door den KeyferTheodo-fius, en in dees kerek bewaert 5 het lichaem van S. Carolus Borromeus, in een kapel onder de aerde leggende ijytgeftreckt op een altaer,onder een yfere tralie , daer men hem het, niet gelijck hy was doen hy leefde, als S. Catharine van Bo-lognien, maer alleen d,e beenderen die aen malkander houden. 'Andere Nac de hooft-kerck is die van S. Ambrohus de voornaemfle, eerflmael gedediceert aen SS. Gervahus en Prothahus, door defen wel-geluc-kigen Prelaet, daervan het lichaem onderbet groot altaer leght, tufTchen defè twee heylige martelaren. Men het in ’t midden van dees kerek op een pylaer het koperen fêrpent door Moyfes in de woeflijne opgerecht, van Conftantinopo-len tot Milanen gebracht, in ’t jaer 973 : daer is oockop een pylaer het beelt van S.BernardiOOck zijn daer de graven van den Keyfer Louys,en Pepijn Koning van Italien, bey de honen van Karei de Groot; ’tgroot altaer, ende kruyflen zijn meer waert als hondert duyfènt kroonen ; gaen-de uytdees kereke, het men een kleyne kapel daer in S. Auguftijn gedoopt is. De kerek van S.Tecle , die de oudtfte van Milanen is, daer meneerftde nagel onfes Heeren geleydt hadde, is oock aenmerckens-waerdigh, als oock die vanS. Gqtard, met de fchilderyen van de Marekgraven, en den hoogen toren ; de kerek van S. Euflorge, daer by de Fonteyn van Sint Barnabas haren oorfprong neemt , wiens water men feght dat goet tegen de koortfe is ,• en de kereke van S. Laurens, zijnde een'van de Ichoonfte , met feftien marmeren pylaren, daer eertijdts den HerculifTchen wasback vanMaxi-miaen was ,• en den Tempel van Hercules, hebbende veel gouden Moyfaike wereken, met veel koperen beelden rontom de pylaren,en het won-derlijck welffèl, diergelijck voortijdts in Italien niet en was , dat men nu in fijnen eerften ftaet herftelt, zijnde in’t jaer 1085 door’t vuur feer befchadight ge weeft, als mede de Móyfaiken, en verfcheyden beelden. D’andere voornaemfte kereken zijn die van S. Aquilin, gefondeert door Placidie, hufter van r VAN |
den Keyfèr Honorius , van buyten met eenige marmeren pylaren gemaeckt , en van binnen met porphire, en goude Moy]^iken ; dc kerek van Sint Carpophorus, eertijdts de tempel van Vefta, daer noch vier porphiren pylaren zijn,- de rijeke kereke van de lefuiten, genoemt S. Fidele; die van S. Steven, daer Galeas Marie Sforce ge-'ponjardeert wierd j S. Pieter GiefTato rijekelijek gebouwt, daer alle de regelen der bouwkunft wel gevolght zijn ; die van S. Paulus en S. Barnabas, daer men feer fchoone kapellen het, gebouwt van pleyfter, en geheel verguit ; die van de Carmen, daer het conterfey tfèl van S. Simeon is, gemaeckt van S. Lucas. Die van S. Satyre,daer men op den grooten autaer het beelt van de Maget Maria het, houdende den kleynen Chriftus tuf-fchen haer armen, die te voren tegen den muur van ’t kerekhof was, van daer genomen zijnde om het mirakel van eenen tuyfTcher, genoemt Maffatio Vigonzonio, die al zijn goet verloren hebbende metfpeelen , defperaet zijnde, hem daer van tegen Godt willende wreken, dien hy den auteur van hjn verlies achtte,gaf eenen pon-jaert-fteeck aen het kleyne kindt lefus Chriftus, daer uyt haeftelijcken veel bloet quam. Die van S.Marie by S. Celfus, daer men het beelt van de Maget Maria het,dat verfcheyden mirakelen ge-daen heeft, befbnderlijck in tijdt van peft ; daer-om aldaer feer veel gout, hiver, en gefteente is, van verfcheyden rijeke gaven met eenige hlvere lampen ; en het rijek altaer, gebouwt door den Grave van Fuentes , alsdoen Gouverneur van Milanen, die by dit beelt wilde begraven zijn. Onder d’andere aenhenlijcke plaetfen is het Talejß», koftelijcke paleys van de Marini, hoewel onvol-maeckt, by S.Fideles kercke,dat van Borromeo, van de Marekgraven, van de Sforces, en Trivul-ces , het koftelijck paleys van den Aertzbiftchop by de hoofc-kerck, en niet ver van daer dat van den Gouverneur, vol groote kameren en falen, maer oud en vervallen^net paleys van ’t Gerecht, en dat van den Raedt, zijn waerd om te behen. Het aengenaemfte voor de vreemden, is het Kaßeel. groot, en fterck kafteel van Porta Zobia, ver-maert door heel Europa, en gehouden voor de meeft aengelegene plaets van den geheelen Staet, en een van de befte van Italien, hoewel ’t niet volmaeckt is, hebbende den Koning van Spanjen meer als een millioen gekoft : ’t heeft van voren.een groote plaets, daer menighte luf-vrouwen en Heeren gewoonlijck wandelen, als fy oock doen in de ftraet die fy II Corfo noemen, lbo te paerdt als in koétfèn op de Sondagen en Feeften. Van daer gaende op ’t kafteel, het men de feer hooge verfterekingen met een breede gracht aen de zijde van de ftadt, en de veften vol water, fes groote bolwercken metkareel-fteenen muuren : de voornaemfte poort is verhen met twee torens op de oude manier gemaeckt, van groote gehouwen fteen als diamant punten, be-halven de bolwercken die de felfde befchermen. Na defe bolwercken en veften komt men aen eenen dicken hoogen muur van kareel-fteen en cement gemaeckt, met eenige oude torens, en grachten, boven rontom hebbende een breede gaelderye met tichclfteenen bedeckt,en met ka- |
M I L A N E N.
reel-fteene pylaren onderfteunt, daer allé drie paffen gefchut leghc, in getal van ontrent twee-hondert ftucken, zijnde by defe gaelderye ee-nige feer hooge platte formen met gefchut, fchietende op het vlacke en onder de huyfen der foldaten. Van daerkomt menaen een gracht vol watersen daer na aen ’t oude paleys van de Hertogen van Milanen, van kareelfteen groot en rijckelijck gebouwt,hebbende in een fael veel koftelijcke gegraveerde en met gout vercierde wapenen , genoeghfaem voor de allergrootfte Princen , boven de welcke in de groote fael wapenen zijn voor eenige duyfent mannen. Daer is oock veel nieuw gefchut daç daer gemaeckt werdtjhebbende daer toe een groote lage plaets, daer men 5-oft 6 duyfent foldaten in flachorden foude können Hellen, winckels van alle ambachten,watermeulens,die men het water niet kan af-fnijden, als komende uyt het kafteel fèlfs. Het gewoonlijck garnifoen is 700 foldaten, behalven veertighHooghduytfèn, die des Kafteleyns lijfwacht zijn. Eenige gelooven dat de ftadt met tweehon-derttfedigh duyfent zielen bewoont is , andere driehondert duyfent, onder de welcke zijn de doorluchtighfte geflachten van de Pufterli,Tur-riani, Vifconti, en andere. ändere De andere Heden van defen Staet zijn Pavien, Como,Novara,Lodi,Bobbio,Tortone, Alexandrie de la Paille, Vigevano en Cremona. lAvie. Pavie, in Italiaens Paria, door d'onâe Ticinum genoemt, dan door Paulus Diaconus, fchrij vende voor acht hondert jaren , en door de jonge Latij niche Papia, iseertijdts geweeH de woon-plaets van de Köningen van Lombardien: leght op de rivier Tefin,die tegen haer muuren vloeyt, daer op een verdeckte brug met venHeren leght; heeft een kaHeel van de oude Hertogen geHerkt, met garnifoen van ontrent 300 Spanjaerden : de Hadt heeft eenige bolwercken, eenige fchoone Hraten, en een Univerfiteytjgebouwt door Key-fer Karei de Vierde in ’t jaer 1361, oft, volgens eenige,doorKarel de Groot.Op de groote plaets Haet op een pylaer het metalen beelt te paert van den Keyfer ConHantinus, of, alsfbmmige leggen, van den Keyfer Antoninus. In S. Augu-Hini kerek is het uytmuntende graf van witten marmer van defen heyligh, met verheven beelt-werek, vertoonende fijne mirakelen ; daer fijn begraven François Hertogh van Lorreynen , en Richard Hertogh van Suffolck. Catu/fers. nbsp;nbsp;nbsp;Vijf mijlen van Pavia tuflehen Milanen en de felve Hadt, fiet men ’t Catuyfers klooHer , feer koHelijck gebouwt door den Marekgrave lan Galeas, eerHen Hertogh van Milanen,die aen dit klooHer groot inkomen gegeven heeft. De kerk, in de welcke hy begraven leght, is vergroot foo om hare lchoonheyt als grootte , de materie en konH maken haèr portael wonderlijck, Haende, onder ontallijcke figuren de hoofden van d’oude Keyfèrs,en verfcheyden andere beelden van witte marmer : het welffèl is boven vergult en ge-waterverft, het tabernakel van den grooten al-taer van albaH, verçiert met jafpis en groote Hucken agaet, is waerd geacht tachtigh duy-lènt kroonen 5 het klooHer heeft vijftigh duyfent Italien. |
kroonen inkomen. Daer fijn leer fchoone kapellen en altaren , verçiert met gout en koHelijeke Hcenen , en in de facriHie verfcheyden verçier-fels en koHelijeke kleederen, gouden en filveren vaten, en verfcheyden reliquien. Het klooHer is feer groot en vierkant ; hebbende yder perfoon een kleyn huysken, met neer- en boven kamers, hof, en andere bequaemheyt: alle die gebouwen zijn met loot overdeckt , heibergen in dit klooHer alle vreemdelingen die daer komen voor eenen nacht, uytdeelende mede groote aelmoeL fèn te Milanen en Pavien. By het klooHer is het Perek , genoemt Barco, gelegen in’t vierkant, befioten met eenen muur van twintigh mijlen omgaens, begrijpende faey-landt, wegen, en boffehen , herten,geyten, hin-den,hafen en diergelijeke dieren, dan nufóo veel niet als voortij dts, om dat de muur in verfcheyden plaetfen open is. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, De Hadt Como, door d’Oude Comum, en no’rum Com». Comum genoemt, is gelegen in een pleyn , met bergen omringt, by het meir Como , hebbende voor nabuur de rivier de Brieze , die in dit meir vloeyt. Is fchoon en Herck, met garnifoen voor-fien, als leggende nae by de frontieren van Swit-ferlandt. De Hadt van ISioToara, genoemt door d’Oude No'raria, is gelegen opdeGogne, en geHerckt met eenige bolwercken en halve manen van aer-de, met bequaem garnifoen, om de nabuurig-heyt van den Hertogh van Savoyen ; want de Gogna, het fort Borgo en Sefia gepaffeert zijnde, komt men terHont te Vercel. De Hadt Lodi, doord’Oude Laus Pompeja ge- Lodi: noemt, is gelegen by d’oude Lodi j op de riviere Adde, daer over het een houten bruerge heeft; is met ontrent twaelf duyfent zielen bewoont, onder de welcke verfcheyden Edele huyfèn 2;ijn, daer van dat vande VeHarini een is, dat voor-tijdts de heerfchappye over Lodi hadde : het aerdewerekwort hier alfbo fchoonals totFayan-ce gemaeckt : is vermaert om hare groote kafen gelijck als meulenHeenen j en de kalfs tongen aldaer gefouten worden oock feer geacht. De fïadt Bobbio, gelegen op een van de Apen- Bobbiti ninfe bergen by de riviere Trebbia en Plaifance, heeft een rijck klooHer van S.Gal, gebouwt door S. Colomban -, was eertijdts aen de Heeren van het huys Malefpine, daer na hebben de Hertogen van Milanen dat onder haer heerfchappye gebracht ; en eyndelijck gefchoneken door Philippus Vifconte , Hertogh van Milanen, met Voghera, aen Peeter del Verme, wiens erfgenamen het befitten. Tortona,by d’Oude genoemt Bartona en Der- TbrtofJA. tona , is een Hadt en Herckte gelegen op een hooghte met haer kaHeel, niet verre van de riviere de Scrivia. Alexandria della Paglia is een aenfienlijeke Hadt, gelegen op de riviere Taner in Montferrat. Vige^pano tot een Hadt gemaeckt door den Paus Vigevantt Clement den Sevenden, is by den Tefin, en Novara, en niet ver van Vercel, dan niet feer aen-fienlij ck door haer onHerckte. Cremona,diein’tItaliaenshaer ouden naem Cremena, Cremona behoud, is de hooftHadt van het landt Q_ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cre- |
li-Racca
Val
Vnyo
j(3L
Jl..
• lloiio
Crtlo
Ca^Uc
{ßU-
CtmAualU ■
CfOOlA
■' Cato Sari
SoioftA o
GtirxÖM
Gera
diLugaxo,x di Como
hth-ettAL
Ceniouall^
loju
Reßeccbia
lt;.^Abt
0 Canobbiano.
quot;^J.'tUrrcß.
R^one
* ^Ofe^tA
^elaaiA
PrufUL lei C^o
Porto
^HottJei Q
lt;w«Val di
Pr^ixi
Siui^
^ÿôlA
.,.•** Sontag •■Jotbt
jyuhtüw
Parte de Grifbm
. »-itLinco
'lrcyno Rriento ^B^.^.JiCaßro
CurttanertJIe
^^AcaOa 2*»
O -PernarJino
Olcta^A
O Corrono
Per^iuto
'Pretnenieo
J**vmAna,
J'apa laJL’Sahnurana
R^o Jett Jntrobbio
Su^iuueo ■ Q ^.'Lotvnxo
P,etlio Q
Caratto o
FurU
.ihnunlt
Pltnùdto
C-rcnutno
^iRenAZxino
Pioyia CapoUa Pyr o^anc®' •Mariaretto ®
SotyonA
gnana.
Sanltj^etti
Coaxola
^lAU^ «
Creuae^^
quot;della -
S-Piotro
•. ^Arcbiruoto
P’refcifvlo
O Srinsei
CAftonioA
Chi^o
Canxo
•ittinA.
Inluno
S.^lmtrooio
Lj^utno
.V. Cadfertna.
Villa o
O RoncA
Gaeeolo Grumellio
Pt^tAtto
i^rba
Staita
Relemo
P.i^Aeno
Galhiate
5ignoria
Carino
^rmo Ca^IxBo L. Gunon.
l^eiiAnA
Canto
Rocca
'lloallo
'oxzo
Gantero Cdeina
VohronA
GailtiAna
e ^■^lAtoA.
I^OXXA
Sjoit^ioro
cii^ Sebia
t^erxima
Serettina
Varallo
Cobna
RrooUo
lt;i
^tra 0
Cosra
Solei'
ValJyia
Coliiia
•Mu-Xato
drlexo o Socca
Rol/ätio -
O o
Goxana
lt;^e:.
Vetyttano
* Romynano
Car^ynano
Lanliona
•dxXA
Gcfttano
■^oranxon.
Pontaneto
CauyUa
Sixano
•rManMcUo
S-X-JelS^b-
Caron.
C-^lCntAio
Rrw
Pont^oXXolo
•^■•Inioatno
^Peueraxxa
Soyoro C^ano
Piirtano
tSaltia
SeiaaPanya
Sn^lyranJe
VanJcyele
Callellelto
PinelU
O Sotbtlora
C.Sarauetto
Chiauÿe l
O Sulbia
Oyia tt Tneaul^o
Sinaoo gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aUTA
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jouyaro
j^VenyonoSt^-
C.-HiurttA
O Seryaxxo
Venyono ü^ior
Görnas
^bia Gnaxxons
Gorla nuuf^iore
Rouett^a
JncioA
RrtanXolA
Serimilo
S- •Martino
Carbono
Pro^’e
•Mema
R^eallo
CafletlanXA
Soi^ano
® S-Georyio
V^A Cort^
S. Vittore
^itcano
Pr^nane
Copreno ®
Pouello
Sinyo
Satryo
Ra/lopiccolo
Ca^tulouA
Oßona
'Tnrbift
C^buft
Gercnxano
'llboHo
Ortyia
• Honbellino
S-SelntAtio
Carono
Pcina
Garbaina
^aeOna
Venxyo
^Montyano
.Ärlnno
Ä •Maxxenta
Pexxyo
•Jlxaia
Ptur^o
P^Atnhr^A
RronA
Celct^o
vitu
Somari/to
Sron
Crem^n^p
Tnuer^o
P^ÿino
Cart^O
^ottolrA
Robtano
Verano
■Artano
Cabia
•^IbtaSe
-*ji Geryno ^eJa.
RtflGno
Garta jc O^ina
O GJle^änli
Ce^alia
Parobera ~
■^onJerne
*' Ra •Mi^na e J^iyano
Srio/la ' - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Caxxeno
• Monte
iHaie
Canyio ^^renXo Panca
•Jrcore
O CAnonica
^O/tmo
Seb^co
^ucht
VeStnp
dCouaio
^^bxxuolo
P^ynano
O GAftAoLt,
Semare^to
Sa^ntA
•Monxa
P^aruola q
Grnyo
• ^noia
CornaccbtA
Cassma Ji Sa^ O
Cifw/ello
S-Rocco
•Mononcco
Coln^o ■ O
R.JiCu^
•Mixxyo
^Su/nyo
RonocUo
^Prexxo
Conce/a
Cacoij^p
Grexyo
S^iano
Cambiyo
Vt^rio
^•M^a
Gie^ate
Pnxyo
Garbynole Ri^erona
SarbatnA
S-M.R^a
Sotato ÂzÀ..
C.tlet Pero
Pi^rna
0 Cornare
S-Rietro l*Olnto
Lanynyaano Piobet
0 Settimo
Cn^Äno
Saÿamo
Sefb
Rrybe
Q Coloy no
tlCyaarla
SicoccA
Goyonxola I ®
Srembaio Ji SoÜo
C^ano
•Mttÿnano 0
Roxxeto
^etxo
44
STABT V . A N
Cremonefe genoemt, zijnde een deel van den Staet van Milanen, palende in’t noorden acn Bergamafco en Brefle; in’tweften aen’t landt van Crema onder de Venetianen, en aen dat van Lodi onder Milanen : in ’t zuyden aen Play-iance , de riviere de Po tuffchen beyden, en in ’t ooften aen Mantoua: ’t heeft een-en-veertigh, ibo fteden, dorpen, als kafteelerri, die verlchey-den Edelen in leen befitten, en eenige gelegen in’t zuyden van de Po zijn onder het Hertogh-dom van Parma : de riviere d’Oglio loopt daer door, tuflchen ooften en noorden j en aen ’t we-ften over de andere zijde van de riviere de Adde, die dit lantftheytvan dat van Lodi, is’t bevoch-tight van de riviere Serio, die van de bergen van ’t Bergamalco afkoomt, en de rivier de Po paft fèert oock by Cremona, dat vijf mijlen omgaens heeft : heeft genoeghfaem goede grachten , en eenige bolwercken , met een goet oud fort van kareelfteen gemaeckt aen d’eenezijde,een boge-Ichoot van de ftadt. Daer komt een loopend water uyt de Po in de veften , en ’t heeft een gar-nifoen van ontrent hondert Spanjaerden : in de ftadt liet men vele lchoone palleyfen, daer van de voornaemfte die van de Affaita zijn , van de Heeren Tretti, van ’t Bifdom, van de Podefta, van de gemeente, van de rekening, daer men de luftitiedoet. De fchoone groote plaets, diely maggiordelCapitanio noemen, is oockleer aengenaem om lien j als oock de Vilchmerckt, en Beeftemerckt : de toren is de hooghftc van Italien. Daer zijn fchoone kercken, voorname-lijck de Domkercke, van S. Dominicus oft der Preeckheeren, en die van S. Peeter, daer men het heyligh lichaem van S. Maria van Ægypten bewaert. Daer zijn vijf poorten,lchoone breede ftraten , en fraeye hoven, veel molens binnen en buyten : daer worden lchoone meften gemaeckt. D’ander voornaemfte fteden van ’t landt van Cremone zijn Pi^^ighiton , by het Cremafco der Venetianen , hebbende om een deel van lijn muuren de rivier Serio, die in de Adde vloeyt, die voorby haer ftcrck kafteel loopt : Ca/al mag-giorejCcn genoeghlame ftercke ftadt, gelegen op den oever van de Po, by’t gebiedt van Mantoua; en Sowt/w, gelegen op de Oglio. D’andere plaetlèn van den Staet van Milanen die geen fteden zijn,buy ten ’t lant vanCremona, zijn Mcn^a, tien mijlen van Milanen , genoemt door deLatijnfche Modcetia, daer men deylère kroon bewaert, daer mede de Keylèrs komende in Italien gekroont werden ; hoewel eenige tot Milanen hebben willen gekroont zijn, daer die van Monze delèlve droegen: deleftadtis op de riviere de Lambro gelegen, beneden het meir vanComo, hebbende aen de llincker zijde de bergen van Brianze. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is mede op d’Adde, op de frontieren van ’t Bergamalco, gelegen, als oock CaTaygt;aggio oft Cara'va'z^^o, hóoftftadt van ’t landt genoemt Ghiarad'Adda en Airono, by de Adde en ’t Bergamafco. |
Daer is oock BiagraJJb gelegen op den kant van de Navilio,die uyt de Tefin vloeyr,komende tot Milanen: Seßo^ op de Tefin daer uyt het meir Major vloeyt : Uccq , op de kant van ’t meir Co-nio : de leer oude ftadt Angiera, in’t Latijn genoemt Angkria, gelegen op den kant van ’t meir Major : als oock de ftercke ftadt Arona, met een ftcrck kafteel, gelegen op den hoogen bergh die op ’t meir komt; daer by kan men voegen Canobio met hare haven op’t meir, die door haer hooge torens en lchoone huyfen eer een goede ftadt als een dorp gelijck is. In’t landt van Pavien \eghtLandrian,Marignan, door eenige Malignan en Melignan genoemt, zijnde een Marquifaetfchap,toebehoorende aen het huys van Medici, gelegen op de riviere Lambro, negen mijlen van Lodi, daer den Koning François den Éerften lèftienduyfentSwitfers verlloeg: Valenka, dóór Plinius Vaknüum genoemt, feer na by de Po en Montferrat, en niet ver van Calai : Serrai aljccn ftercke plaets by de riviere Scrivia en den Staet van Genoua : Voghera, door Antoninus Vicus Irw genoemt, en door eenige Vicheria , is gelegen op hetrivierken de Staffora, by’t landt van Plailance : het ftedeken Prui, daer Spaenfch garnifoen in leght, vijf mijlen van’t Bergamafco; Mortara, allóo genoemt nae dat Karei de Groot aldaer groote menighte Lombarden hadde doen fterven, was te voren Seba Pella genoemt : Orta op het felve meir : Varal oft Var a do leght op de riviere de Sefia, een plaets van groote devotie , vermaert door de bevaerden die men daer doet aen onlè Lievevrouwe : en eenige andere plaet-lên genoegh aenfienlijck. By de lèlve riviere de Sefia fictmen het veel aengelegen fort van Porgo, gelegen omtrent een quartier mijls van Vercel, daer by een kleyn aengenaem dorp is daer de Spanjaerden van ’tgar-nilbenhaergaen vermaken. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' Op de frontieren van de? Grilbns by het meyr Como drie mijlen van Gerre op het meyr, fiet men het fort Puentes, met vijf bolwercken, gemaeckt door den Grave van Fuentes in’t jaer i6oy, leggende op eenen bergh by de Valte-lins en’t dal van Chiavenne, en dient de Mila-nefen als oock het fort Vedette, dat defe dalen lchijnttedreygen. Milanen befit oock verlcheyden dalen van de Dak». oude Lepontinen, daer van de Switlèrs eenige verovert hebben, als Belli'n^one, het dal door de Latijniche Brennia genoemt, en door deSwitlèrs Palenferthal: de dalen van Liuin, Maynthal, en Lugano, methaergeheelemeyrvanen eenige andere plaetfen, ’t overblijvende zijnde noch aen delèn Staet, daer is het dal Seßa, daer uyt de rivier van den felven naem vloeyt, haer voornaemfte dorp is Prefmello , daer van d’in-woonders meeft metlèlaers zijn, die heel Italien door reylèn. By dit dal fiet men een ander , genoemt Magi'^ niaca, met de plaets Candia, daer men ftraten van wit en Iwar’t marber vindt, als mede een ge-mackelijcke wegh om in’t landt van Valais te gaen. Niet verre van hier is Domo d'OJcella, vermaert voor eene goede lchoone ftadt, door de Duytfchen genoemt, is de hooftftadt van dit dal, leggende op de Tolè, daer van het leege deelgenoemt is Val diFormaggia, en’t ander Val deAntigorio. Daer zijn vele wegen van dit dal naer het landt van Valais: door den eerften gaet men over |
MILANEN. nbsp;nbsp;4;
over den bergh Griez, tot bet dal dat de Vale-fanen Eginenthal noemen : en door eenen anderen totdat van Binerthal; en door den derden door Crevola op den bergh Sampion, door de Latijn-fche MonsSewpronius genoemt, daer men uythet landt van Valais tot Brig komt.
Boven dit dal, vindt men dat van Vgogna, volgens Tfcliud, eertijdts Vallis Agonum genoemt, als door de Agones voor defèn bewoont, daer van Polybius fchrijft : iïvoor een groote lchoone ftadt vermaert,leggende leven mijlen van Domo d’OlcelIa,op de Tolè als d’ander.
Nae dit dal volght dat van Lu/erno, oft Lujer-nono, en dat van Cento Valle, dat van het dorp Ca-tiobio , gelegen op het meyr Major, fich is uyt-ftreckende in ’t noorden tot aen de Alpen : daer by leght oock dat van Vegetia^ daer de riviere Lamiezza door palTeert, wekkers inwoonders grof van verftant zijn, reyfende over al om de khouwen Ichoon te maken.
Tketfen By de/è plaetfen moet men voegen de ftadt en ^4» Toska- fterckte van Pontremoli, door Antoninus Apua ge-j^ße noemt , gelegen in Lugiana dat een deel van ^quot;'der nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bydenStaetvandengrootenHer-
defin Staet- Parmeni, en Genoua, op eenen moeyelijc-ken doorganck : en hoewel het geheel van dat lant afgelcheyden fchijnt,fo hoort het nochtans onder den Staet van Milanen, die de felve met guarnilbènen alle noodigheyt voorliet, gelijck oock aen de ftadt en fterckte van Pinal, die Leander Finario noemt, zijnde een Marquilaetfchap, gelegen op de kuft van Genoua een mijl van de 2ee,tegenwoordigh door den Koning van Spanjen befeten.
tfigen. De wegen ftrecken midden door delen Staet lijn-recht met een beecxken over weer zijden, metfeer breede fteenen beleyt, en meeft met gevlochten hagen, en een rye groote boomen overyder zijde van de groote wegen, die leer breet zijn beplant, met een voet-wegh tuftchen beyden, de ryen van de boomen en hagen door.
De groote wegen zijn oock met vele kareel-fteenen bruggen gemaeckt, hebbende verlchey-den huylên, en groote lchoone herbergen , die men bynae alle mijlen vindt.
Poed^nig- Dit landt heeft een leer getemperde lucht, als zijnde gelegen op de hooghte van 45 en 46 gra-den, zijnde als in ’t midden tüftchen den Equi-nodiael en denPolus, foodat het geen groote hitte noch koude onderworpen is.
tTater, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Heeft aen alle zij den groote oft kley ne rivie
ren met oneyndelijcke kanalen, die de inwoonders maken om haer landt te bevochtigen.
Ackert, Van Cremonen tot Milanen , en vorders tot e» Vercel, is veel koren-landt, als oock van alle . heeft oock goede wijnen en alle foorten van lönderlinge goede vruchten, belón-derlijck meloenen in foo grooten menigte dat’er heele velden vol zijn: de bergen, als die van Brianze, geven oock ftercke wijnen.
Inde contreye van Lomelline waft veel vlas 3 Novare met het omleggende landt van Tortone aen’t zuydenvande riviere de Po, geven veel weedt, koren en wijn.
Pieren, Het landt van Lodi, overvloedigh in koren, wijn en andere vruchten, heeft oock ker groote Italien,
weyen vóór ’t vee, met veel gegraven waterley-dingen om die te bevochtigen en veel gras te doen walTen , lbo dat d’inwoonderen ongeloof-felijcke menighte mekk van dé koeyen krijgen : daerlè lbo groote kafen van maken, dat men daer over verwondert geweeft is, hoe lbo veel melck t’famen kan geperft werden, en Leander is belbnder verwondert, feggende geben te hebben in ’t jaer 1J31 vier kalen, door bevel van den Grave van Somaglie gemaeckt , die yder yoo pondt woegen.
De Milanefen, woonende in een getempert Seien des landt, zijn lchoon van lichaem en middelmatige * groote, matigh, leerverftandigh, envriende- haems, en lijck, könnende beter den arbeyt uytftaen als de Florentinen, om dat Milanen meer in het noord-weften leght als Florencenj lyzijn getrouw in haren handel, houden hare beloften, en beter om andere te raden, als haer felven j zijn tegen de vreemden beleeft en doenle gaeren vriendt-Ichap , geheel anders als die van Pavien j zijn ftout om te vechten, ly zijn gaeren wel gekleet, lbo dat een groot deel van d’Edelen van Milanen meer lchijn als middelen hebben; oock groote eeters, Ibecken middelen om appetijt te maken, trachtende luffrouwenmet maeltijden te believen , vergeven liehtelijck de mifdaedt, als men haer daer om bid en vrientfehap bewijft , vergeten lelden eenige ontfangen weldaet, zijn min jalours als eenige andere Italianen, beminnen de vrouwen niet leer fterek , hebben die gaeren grooten vollyvigh, maer niet leer vet.
De Milaenlche vrouwen zijn niet leer lchoon, maer groot van perlbon en vaft, en allbo kloeck van verbant als eenige vrouwen van Italien, die haer met gaven weynigh laten omfetten ; maken feer konftige wereken met de naelde meeft bordurende , zijn Iparigh en nochtans vrolijck en aengenaem, liefhebbende de gene die door hare vroomheyt oft verftant in achtinge zijn.
Die van Pavien worden licht gram, zijn haeft wederom wel te vreden, cn vergeven lichtelijck, vluchten niet als in den uyterften noodt, vervolgen hart de gene die vluchten, voeden haer gaeren met krop-lalaet, radijs, en loock ; de vrouwen laten haer met gaven omkoopen , fonder de welckely ftantvaftighzijn.
Die van Como vergeven lichtelijck, beminnen de vreemdelingen, dan helpenlè niet aisle in noot zijn, ftameÏen in ’t Ipreken, ftellen veel fpijs op hare tafel,blyven daer lang aen,en drinc-ken fterek : en hare vrouwen zijn tot onkuys-heytgeneyght.
Die van Lodi vergeven licht als men fich voor haer vernedert, zijn wreet tegen hare vyanden, nutten veel fpijs. Die van Novara haten een ge-veynfde fpraeck, en hare vrouwen vol kloecknn-nigheyt beminnen de vromen meeft.
Het volck van Cremonen is heerlijck en net over de Ipijfe, haten opentlijck, beminnen dc vrouwen die fwarte oogen hebben, die wel fingen en op inftrumenten Ipeelen ; hare vrouwen zijn een weynigh onkuyfch; ly zijn natuurlijck konftigh en lcherpfinnigh , men meent dat defe de manier van lluyers te maken van cattoene gaeren cn linnen eerft gevonden hebben, als mede
R nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 65- -ocr page 66-VAN
van den Frins, “Jiyckdom-rne» van het landt en van be-findcre terfionen. de fayenjCn de Hofe die ïy Mezanala oft half wol noemen, en grove pyen. Eenige houden dat den Koning van Spanjen jaerlijcks van den Staet van Milanen inkomen heeft 300 millioenen maravadifen, bedragende acht hondert en twee duyfènt en negen-en-der-tigh Spaenfche ducaten , yder van lès realen : of leven millioenen , vijf-en-dertigh duylènt, twee hondert, drie-en-negentighkroonen, en twee-en-twintigh ftuyvers Frans gelt : en de re-keninge van den Secretaris van den Grave van Fuentes maeckt de lèlve tot negenhondert duylènt Italiaenlche kroonen. Dan deftaet van d’officien , gedruckt in het jaer duylènt lès hondert twintigh te Milanen,tot onderrichtinge van die voor delèn Staet in Spanjen moeften gaen, om verlichtinge te verloec-ken, geeft belonderlijcker te kennen d’inkom-ften , en waer uyt ly komen, met alle de lallen deslandts. En niet tegenllaende alle dele tollen en lallen, foo gewoonlijeke als ongewoonlijeke, weet men dat den Gouverneur van den Staet, de Kalle-leyn, de Gouverneurs van de plaetfen, de Capi-teynen van ’t paerde-volck en voet-volck met hare compagnien , de onderhoudinge van de guarnilbenen,felfs buyten den Staet,de verllerc-kinge en lichtinge van krijghs-volck , alle dele inkomllen inlwelgen, en dat ly noch dickmaels niet toereycken mogen. De rijekdommen van ’t landt , daer van de groote deucht niet ten vollen kan geprelèn werden, fouden groot zijn londer de lallen, londer de wraeck die dickmael aen de belbndere veel koll, ende genegentheydtvanextraordinarilè koftlijekheyt, die ditvolck lèer gemeen is, en dat fich in kollelijckheyt verderft. Milanen is overvloedigh in koopmanlchappen die daer van alle plaetfen gebracht werden, meell van Duyts-landt, Vranekrijek, Spanjen en Genoua j heeft veel ambachts- en werck-volck , makende byna alle dingen, als lchoone Hoffen van zijde, gout, en hiver, en zijde koulTens die bynae door heel Europa lèer geacht zijn, palfement, gevellen van degens, dieoock feergoetzijn, ftegelree-pen, toombulfen, paerde-gewaet, gegraveerde, en alle andere lborten van wapenen,hlverwerck, en alles wat konlligh is, daer delè lladt veel geit voor geniet van alle plaetlèn van Europa, daer-om d’ltalianen in een gemeen Ipreeckwoort léggen, chi ipolejjc raffetar Italiabifognarebbe ruinar Milano 5 dat is, die Italien wilde koopen, moll Milanen verderven. Daer zijn maer twee oft drie edele huyfen die twintigh oft vijf-en-twintigh duylènt kroonen, en weynigh die tien duyfent kroonen, maer feer veel die twee en drie duylènt kroonen, inkomen hebben ,• londer de koopluy-den diefeerrijekzijn: maer te Cremonen zijn de Affaitati die voor de rijcklle van den gehee-len Staet gehouden werden. Die van Cremonen lénden groote menighte full^nen, bokralen, wollen laken, lijnwaet, vlas, faffraen, koren,boo-nen, erten, en diergelijeke van alle lborten naer Venetien: fulleynen en bokralenworden oock door heel Italien en verder gevoert. De kaes van Lodi wordt door ganfeh Italien en in andere landen gebracht : boven het voorfeyde worden noch naer Conllantinopolen van Milanen gebracht , naelden, koperdraet, vertint yfer, vingerhoeden, kopere knoopen, en fchrijf-papier. |
In den Staet van Milanen is veel gelchut,want wapenen. ■ Keylér Karei de Vijfde bracht, al ’t gene hy in Duytslandt genomen had, in delé lladt, als oock in het Koningrijek van Napels, die welSooin getal waren : daer wordt noch dagelijeks oock veel gegoten in ’t kalleel van Milanen; lbo dat’er by avonturen geen landt is van dit begrijp dat beter voorhen is. Van andere wapenen boven de packhuylèn van’t kalleel, is de lladt alleen machtigh te W'apenen niet alleen delèn Staet, maer oock byna heel Italien. Den Staet van Milanen kan ontrent de dértigh duyfent mannen te voet in ’t velt brengen, dan in eenen grooten noot kan ly met ’er haeft 12000 Ibldaten byeen brengen j ly hebben oock een Regiment Spanjaerden van drie duyfent mannen , die in verléheyden guarnilbenen leggen, die daer Ibmwijlen ten deele uytgenomen werden , om elders te gebruycken : defe guarnilbenen werden betaelt door de Koninglijeke en Hertoghs Kameren ; hun wort huys en huysraec gegeven van de burgers daer ly leggen, de eetwaren worden haer op prijs gellelt, ten kollen van de Gemeente,daer zijn vierhondert mannen in elf compagnien gedeelt, daer van de Gene-rael, Capiteyn over een is, en verfcheyden Prin-cen en Heeren over d’andere, daer zijn oock vijf hondert lichte paerden , ten deele roers, ten deele lancien, gedeelt in acht compagnien, daer van twee geordonneert zijn om den Gouverneur te bewaren, de eene met lancien de ander met roers, en een compagnie Hooghduytlche helle-baerdiers te voet, alle welcke foldaten en lichte paerden betaelt moeten werden door de Koninglijeke Hertoghs kamer, dan zijn by wijlen oft meed qualijck betaelt, Ibmtijdts in langen tijdt niet hebbende als dekoll, dan van’t een, dan van ’t ander dorp, daer ly geleyt worden. Oock gelooft men dat Milanen in noot tegen den vyant voor yder van hare poorten kan Hellen elf duyfent mannen, zijnde in als twee hondert twee-en-veertigh duylènt mannen , fonder de vreemdelingen en keurlingen te rekenen; dat Ibmmige qualijck willen gelooven, en niet waer-Ichijnlijck dunekt. ' De Sterekten defes Staets zijn CrtwonC) Pa^'lerij Sicrckte»'. Lodi, Tortone f Soncino 3 Como j Novara ) Alexandria, Pit^ighitonj Tre^^Oj Biagraffoj LeccOj Valence Mort are f en Pontrimoli, alle geHerckte plaetlén, oft met kaHeelen voorfien : boven de forten Puentes, San-' do'Valen Borgo, daer veel aengelegen is. Aengaen-de Milanen, is feer Herck van muuren, met verléheyden bolwercken, dan zijn niet al volmaekt, daer zijn veel gebreken: men acht de onderhoudinge van de Sterckten niet ; te meer,om dat de twee kanalen van de rivieren de Tefin en de Ad-de,daer door overvloet van alle dingen komt,af-gelheden zijnde,de Hadt niet lang Ibude können houden, door de groote menighte des volcks ; boven dat de vyant de molens, die fy daer met menighte op ’t water hebben, lichtlijck bederven kan, ’t welck deHadtlèer Ibude benauwen. Het |
A N E N.
47'
't Kaßcti. Het kafteel wort by de verftandighfte ibo onwinbaar niet geacht als men dat houdt,- en dat men fêght, dat ’er qualijck iets op te attenteren is, om dat daer altijdts iets aen vernieuwt en by-gevoeght wertj ’t is fekcr, dat daer ïbo veel aerde niet meer bygevoeght werdt als ’t placht, foo door d’onkoilen die op andere plaetlen gebruykt worden, door den oorlogh, als om dat het voor volmaeckt gehouden werdt daer over Mauritius Prince van Oranjen ïèyde, lbo de gront daer van waergelijck die van’t kafteelvan Antwerpen,dat hy achte het in drie maenden te können veroveren: en den Heer Conneftabel Defdiguie-res, die men ’t ontwerp daer van getoont hadde, geloofde het ten langften in fes maenden te können winnen. i^erfchej- De Galli Infubres, hebbende langen tijdt dit wZr befèten, wierden eerft onder de Romey-nementtn. nen gebracht, omtrent het jaer 460 nae de bou-winge van Romen j daer nae gerebelleert zijnde, werden géflagen met Amilcar van Carthago, en eyndelijk door Marcellus heel onder de macht der Romeynen gebracht : ïèdert bleven de in-woonders omtrent de Vijfhondert jaren vreedt-faem onder dees heerlchappye,- ja Milanen diende verlcheyden malen tot een aengename ver-treck-plaets voor de Roomlche Keylèrs, van Trajanus tot Valentinianus. Dan de Arriaenlche ketterye beroerdefe ten tijde van Ambrofius, en Attila Koning der Hunnen ruïneerde de ftadt, die daer na haeft wederom opgerecht werdt j en federt beroert door de oorlogen van de Gotthengt; en Capiteynen van den Keyièr ïuftinianus, en grootelijcks belchadight van de Longobarden j welcher héerfchappye geeyndight zijnde, floreerde fy weder onder de Keyfers oft Köningen Van Italien, tot den tijdt van Frederick Barba-rolfa, diele ruineerde 5 dan d’inwoonders bouwden de Iblve eenige tijdt daer na weder, cn hielden lieh in vrydom, hun felven vermeerderende den tijdt van hondertvijftigh jaren, tot in’t jaer duyfent twee hondert feven-en-twintigh,in welchen tijdt de Vilconti,hebbende de Turrians verdreven , behielden daer van de heerlchappye : daer na zijn de Sforcen de machtighfte geweeft, tot Lodewijek Sforce, die door de Françoyfen gevangen wierd. Nae dele heerfchappye was Keyfer Karel de Vijfde daer Hecrover, en ledert is delen Staet altijdts onder fijne erfgena.. men, de Köningen van Spanjen, gebleven. Ten tijde van de Keylbrs wierden’er KapU üfficien, teynen en ander Officiers te Milanen door net volck gekolèn , die de juftitie adminiftreerden ; dan de Aertzbiflehop, door het volck gekolèn, was altijdts den opperften van de ftadt : en als ’er op een lelven tijdt vcrlcheyde Aertzbiflehoppen door het volck gekofen waren,dan fonden fy aen den Keyfer, die ’er een koos die ’t hem beliefde. Maer Frederick Barbarolfa, hebbende de muu-ren van Milanen afgeworpen, verdeelde het landt in fes deelen oft Graeflchappen, Hellende in yder eenen Hooghduytfchen Graef, en over alle lès eenen Overften, die tot Milanen moeft woonenj de Podeftas in de fteden, die de felve in tijdt van vrede en oorlogh moeften verlbrgen, de j uftitie doen, volck aennemen, en tegen den Italien^ |
vyant brengen. De fteden kolen oock alle jaren eenige Confuls, die de Podeftas Raedt waren, in de regeringe van ’t gemeen, met macht den vre-* de oft oorlogh te befluyten. Maer te Milan hadden de Conluls noch een lècreten Raedt,- en de Biflehop eeiien ftadthouder, genoemt Marck-graef, die ’t gelchil des volcks verrichte, en de mifdadigers ftrafte. De Treibriers waren over ’t inkomen van de ftadt, die hun Kapiteynen en knechts, en andere genoemt la Mota, hadden, die de armen en Iwacken befchermden tegen dé wreedtheyt en macht der quaden, en meer vermogende. De Koning van Spanjen houdt delen Staet en die van Final van den Keylèr in leen. Hy houd daer een Opper-gouVerneur,die den Ueden^ eerften Officier van den Staet is, genoemt Lieu-tenant, oft Kapiteyn generael van den Koning van Spanjen in Italienjallbo ingeftelt in den tijde van Duc d’Alba. Dele heeft de volkomen dilpo-fitien van alle de laken van Staét, uytgenomen die de luftitie en den Raedt aengaen. ’t Staet aen den opperften Gouverneur de mildaden te vergeven , die eerft door den Raedt vergevelijck geoordeelt zijn , volgens d’ordonnantien van Worms, gemaeckt door Keyfer Karei de Vijfde; uyt de welche de rebellen, moordenaers, vergif* tigers, en diergelijeke gefloten zijn. Hy geeft oock de tweejarige officien van den Staet, als Podeftas, Stadthouders, Kapiteynen, Rechters, Commilfarilfen, Voordragers en Fiskaels, dilpo-herende ten minften Van vijf hondert officien. Hy heeft by hem boven de twee compagnien lichte paerden , en die van de helbardiers, twin-tigh Edellieden, die den Koning van Spanjen hem geeft, dan meeft aen de verkiefinge van den Gouverneur fclfs ; en defe Edellieden zijn van ’t gemeen betaelt : de Kafteleyn oft Gouver- KAßelej/f}'. neur van ’t kafteel van Milanen ftaet alleen onder den Koning van Spanjen. Den Raedt oft Senaet van Milanen beftaet in een Prefident, en twaelf rechtsgeleerde Raedts-heeren, onder de welcke gewoonlijck drie Span-jaerden zijn, en d’andcre zijn uyt yder voor-naemfte plaets van den Staet een. Men kieft ge-meenlijch uyt alle dele Raedtsheeren een Regent , die in ’t hof van den Koning van Spanjen gaetwoonen , en fijn plaetlè heeft in den Raedt van Italien. Men kan van de fententien van ’t Senaet niet appelleren, maer alleen revifie verlbec-ken na het arreftgt; De Koning van Span jen kieft de Raedtsheeren, en hun officien zijn voor haer levenjdaer die Van dePodeftas,Rechters,en diergelijeke maer voor twee jaren zijn. Men kan appelleren van de fententien van de Fodeßas, Podeftas aen’t Collegie van de Rechtsgeleerde, die dertigh oft veertigh in yder ftadt zij n, die te ficifrst voren den tijdt van drie oft vier jaren in eenige bedieninge geweeft zijn ; dan appelleert men te Milanen, daer het Senaet de Partyen Ibmtijdts voor Rechters van andere fteden lèndt: daer-en-boven is in yder ftadt oft gerechte de gemeente geregeert door twaelf Dccurioni, geloot van de Raedtsheeren die gewoonlijck 60 in yder ftadt zijn. Daer zijn twee koninglijeke rekenkamers, or-S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dinârie |
Borjo mainors daataco ■
O
Raren^e
Cofolecclna
Canißno
Gojna
Cada^taio Q Contertane o humelontfo Ri/nenjo o » nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rajlia
xm.'lZrec-iA»
Vtnaxzal
Qu^no
^cco Ki la
dljyliaxw
RoIxoIa
V CŸuotta,
^ladgco
. j(*.-C.dt, ir.
rHirabello
dkl
Cuoaro
■*iZ.dlorAn.xana,
»Momdaruzzo
Rizallüna '
Septen.trio,
Sirocco.
^^.dlortar.
W Û. Ccoraio
1 .^Mode
Riouera
_lt;j. C- Ceriolo
■ aar,.ÿo ..i...,
.go
AleJlandria
Conuonio dol Rofeo
Lortano
Caprtante
C.Val d'Orbo-,
domeb
*'^XO .z ^larwo
Ir^uaUi.
Rittceito
Greao
U***
'2 'aiLti»
Ritt '.ilia
-Irxt^a
'^tmncÜo
'xCfSOM^O
^OÜïUAttü
Rtanet^o
Q 3^auer
Tanlino
Retrûaarl^
Rizxo jctt
Q Ca^ tdeUaN^ta
o tRÖrre
Riatra Ri/fa
Ol^rtatta o
Can^^futolt, O
Cremä
W4
S..Maria nbsp;nbsp;nbsp;^RxfnoadeUo
Cantptf Rtftoldo
V^e ba. O
Jitntcra.
Gt^tada
O
Rùiolia.
iSahtaruala.
'R.iualta. VecchtA
£rtfaia.
Gb^ttolo
C^.S- Giouannt
Gat^bello ti
^Rontana
^radoCt O
O RrcdA
tS -RonaU
'cAzano
Cafdetto o
Gotneia.
^Jßb.
Litiraoo
Ziatto O
Corano
Jdfidho
Cortteella 0
ZenouretiA JOt id/idiano ji..
R.d’Oloßo
Rouino
tola
- Ötuaneßa
Rabtano
0 Rartano
dl^co'TarA
Ca/lollart
Jlazon^o o
Robbto
Rttarticiola
Rartidor
Crotta •
.Ic^ua. tta^ra
Sßnad^co
Cattziano
0 CÄdal bofci
Ct^aîaeeftio
Oltauallo
^altA
ti Raxandllt
.dttoarano
0 Riuo^
donie Cltiare
Cremona
■Monticello
O
*ƒ. ^'azaro
CaxA
Oriens.
Rrtft^
gt;
Colla
flello Stato di
Scila. it nore. miglùt Italiens .
4S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;STAB dinarie en extraordinarie : yder heeft eenen Pre-fïdent, en fes Ontfangers, drie geeftelijcke, en tdrie andere 5 fes Fiskaels, drie geeftelijcke, en drie die Procureurs geweeftzijn. Deordinarie kamer draeght gewoonelijcke ïorge voor ’t inkomen en uytgeven van den Staet 5 de extraordinarie heeft de lèlve macht wel, maer verfchilt alleen van d’ander, dat fy op de confiftatien Iet, cn alle extraordinarie dingen belbrght. Secreten De Gouvemeur heeft eenen fecrcten Raed, in den welchen zijn de overfte van de ruyterye , de groote Canceller, de Prefident oft Magiftraet van de extraordinarie kamer, de Treforier en de Collarerael generael. Daer zijn oock eenige andere, die door haer verdienften van den Koning van Spanjen verkrijgen in defen Raedt te mogen komen ; dat haer nochtans niet als met groot bedeneken toegelaten wert. In defen Raedt worden alle de faken van Staet verhandelt, behal-ven die ’t Senaet oft de twee kamers aengaen , de welcke dickmaels door appel , oft door bevel van ’t hof van Spanjen alhier mede verricht worden: in welckc gelegenthey t de geeftelijke Raets-heeren alleen hare ftem daer hebben. Leent», De Koning van Spa njen heeft in defen Staet verlcheyde Leenheeren j als den Marquis Tri-vulci, den Graef Borromeo , den Marquis van Marignan van ’t huys van Medicis, den Marquis van Caravaggio van ’t huys van Sforce, die den Staet van Milanen, als voren gefeght is, belèten hebben, den Graef Vilconti, en eenige andere. ^fkomße Vbert, van de Graven van-Angeria , die haer Vilconti, oftMarckgravendeden noemen, als Hertogen Verminderende hun Ty tel, toen lÿ verjaeght en vervolght wierden door den Keyfer Frederick Barbarofta, leefde in’tjaer 12 20 met fijn vrouw Berte, by de welcke hy Othon hadde, naderhant Aertzbiftehop van Milanen, Iacob, anders An-driot, Ubert, en lalper. Itîcob, de man van Anaftafia van Pirovano, genereerde Teobald, en leefde ontrent het jacr 1250 : da.nOthon fijn broeder, zijnde geworden Aertzbiftehop van Milanen in het jaer 1262, maeckte zijn huysfterck met Napo Turrian te dooden, die fich Heer van Milanen nqemde in ’t jaer 1277 s hy verjoegh fijnen loon Caftbn mede met al de Turrianen,waer door hy de heerfchap-pye behield tot in ’t jaer 1284, die hy aen Matthias fijnen neef overgaf,en ftierfin ’tjaer 1225'. Matthias, door fijn dapperheyt de Groote ge-noemt, was loon van Teobald, loon van lacob, broeder van den Aertzbiftehop Othon ; hy was ftadthouder des Keylers gemaeckt over Milanen en heel Lombardyen door den Keyler Arnoldus ' in ’t jaer 1294 ,• won Como, en Novara, en was Heer van Milanen, Cremona, Bergamo, Lodi, Pavien , Plaifancen, Novare, Vercel, Acqui, Alexandrie en Tor tone: fijn kinderen waren Galeas die hem fiicccdeerde, Ian Aertzbiftehop van Milanen , Luchin die oock Prins van Milanen geweeftis, Marcus die londer kinderen fturf^ Steven die niet regeerde, dan won by Valentina, dochter van Barnabas Doria, Matthijs, Barnabas en Galeas de Tweede , Heeren van delen Staet, en Zacherine huysvrouw van den Tiran van Comoj hyfturf in’tjaer 13x2» |
T VAN ‘Galeas, zijn Iboû, tweede Prins van Milanen, trouwde Beatrix d’Eft , dochter van Azzon, Marquis van Ferrate , by de welcke hy Azzon hadde die hem in de regeringe fiiccedeerde, en Richarde, vrouwe van Thomas , Marquis van Saluften, en moeder van Frederick ; hy overleed in’tjaer 1328. A^on fijn foontrouwde Catharina, dochter van Louys Graef van Savoyen,daer hy geen kinderen by hadde, enfturf in’tjaer 1339, oudt 31jaren. Luchin fijn oom , broeder van Galeas den Eer-ften,was na hem Heer van Milanen, en regeerde den Staet met den Aertzbiftehop Ian fijnbroe- -der ,• hadde onder hem Milanen, Brefte, Crémone , Plailance , Parma, Lodi, Aft, Alexandrie, Albe, Vercel, Novare, Bobbio, Bergamo, en Crema : hy trouwde Ifabella de Fielchi van Genoua, een onkuyftche vrouwe, die hem vergaf in ’tjaer 1349, hebbende by hem, oft een ander, eenen loon genoemt Luchin Novello,die over Milanen niet geregeert heeft. ïan Aertzbiftehop van Milanen, fiiccedeerde fijnen broeder , en was den vijfden Prins van Milanen en alle de andere plaetfen, naelatende twee baftaerden, lan d’Oleggio , en Lenaerd j overleed in ’t jaer 1374, deelende den Staet aen fijn neven Matthijs, Barnabas, en Galeas, fonen van fijn broeder Steven: aen Matthijs, Bolo-nien, Lodi, Plaifance, Lugo, Mafte, Bobbio , Pontremoli, en Burgo de Sint Domin ; aen Barnabas , Cremonen , Sancino, Bergamo, Brefte, la val Camonica, Luni, de kuft van Lago di Garda , Rivolte, Carazzo , en Ponte de Vavaro ; en aen Galeas Como, Novare, Vercel, Aft , Albe, Alexandrie, Tortone,Caftel Nuova,Baftignana, Vigevano, Ponte del Tefin, Sint Angel, Monte Buono, en Mairano ,• wilde dat ly alle drie over Milanen fouden heerlchen, dies ly te lamen eenen Podefta kolen om de juftitie te doen, en de ftadt te regeeren. Matthijs,, loon van'Steven , trouwde Ziliole Gonzague, dochter van Philipin, liet geen kinderen na, en overleed in ’t j aer 13 y6, foo dat fijn twee broeders fijnHeerlijckheden deelden. Galeas dc Tweede, broeder van Matthijs, belat den Staet van Milanen met fijnen broeder, trou-de Blanche,dochter van den Graef Amedeus van Savoyen , wan by haer lan Galeas, en Violante, cn fturfin ’tjaer 1378. Parnabas, broeder van Galeas, befittende Milanen met fijnen broeder, hadde by Regina de la Scale , Marcus, die voor fijn vader ftierf, Louys, Karei, en Rodolf, die gevangen genomen wierden met hun vader door lan Galeas, en daer nae vergeven : Maltin was de man van Polixene de la Scale, en vader van Barnabas de Tweede: Verde, vrouwe vanLeopoldusHer-togh van Ooftenrijck, hebbende hondert duy-fent goutguldens ten houwelijk; Thaddec,vrou-we van Steven Hertogh van Beyeren ; Valentine vrouwe van Peeter Koning van Cypers j Agneet vrouw van François de GonlaguePrins van Man-toua ; Catharina, vrouwe van lan Galeas Marck-graef, ly wierd verworght door bevel van haer kinderenjAntonette vrouw van Coenraed Grave van |
van ^irtember2:h ; Luce vrouw van Edmont, broeder van Hendrick Koning van Engelandlj Magdalena vrouw van Frederick Hertogb van Bey eren jAnglefiegetrouwt aen Frederick Grave van Wirtemberg j en Elizabeth vrouwe van Er-neftjHertogh van Beyeren j daer na wierd hy gevangen door fijnen neve Ian Galeas, Grave van Vertu in’t jaer 1387, en fturf den 18 Auguftus des felven jaers op’tkafteel van Trezzo. L?« Galeas, Tone van Galeas de Tweede, fiiccc-derende in de Heerlijcklieden van fijnen vader, nam fijn oom gevangen en fijn landt na fich, en wierd door den KeylerWenceflaus in’t jaer ijÿy Fertogh Dan 'M.ilanen gemaeckt,en daer na in ’t jaer 1397 Grave van Pavien, Angiera en alle het lant gelegen aen ’t Lago Major. Fly trouwde Elizabeth dochter van lan Koning van Vranckrijck, en fiifter vad Karei de Vijfde j en daer na Catherine Vilconti, daer by had hy Ian Marie, en Philips Marie, die beyde na hem Hertogen geweefi: zijn ; en Valentine getrO'Uwt in ’t jaer 13 87 aen Louys Hertogh van Orleans , broeder van Karél Koning van Vranckrijck 5 hy overleedt inhet jaer 1402. lan Marie, fijn foon, tweeden Hertogh van Milanen , onder welchen byna de heele Staet rebelleerde , trouwde Antonette Malatefte, en werdt om fijn wreetheyt gedoodt in de kerck van Sint Gotardjibo hy de Mis hoorde in’t jaer 1412. Philippe Marie, fijn broeder, fiiccedeerde hem, en was de derde Hertogh van Milanen, trouwde eerft Beatrix,dochter van den Graef van Tende, en daer nae Maria, dochter van Amedeus Hertogh van Savoyen , daer hy geen kinderen by hadde 5 maer hy wan alleen by een moye byflaep Blanche Maria, vrouwe van François Sforza, die met ge welt Hertogh van Milanen wierd. Hy wan byna den heelen Staet van fijn vader in Lombardyen, en fturf in ’t jaer 1447. |
François Sforzaj baftaert-foon van Mutio de Co-tignola, een van de vermaertfteKapiteynen van fijn tijdt, was eerftKapiteyn gekolèn van die van Milanen, en daer nae, door de goede gene-gentheyt des volcks, tot Hertogh geftelt in ’t jaer 1450, niet tegenftaende de pretenfien van Karei Hertogh van Orleans, als fbne van Valentine, dochter van lan Galeas Grave van Vèrtii , en Hertogh van Milanen. Hy hadde by fijn vrouwe Blanche Marie , Galeas , die hem fuccedeerde, Louys,den Cardinael A fc an io, Octavi an die jong fturf, Hippolyte vrouw van Aîfonfè Hertogh van Calabrien , en Elizabeth vrouwe van Willem, Marquis van Montferrat : hy overleedt in het jaer 1464. Galeas Marie fijn Ione , vijfden Hertogh van Milanen, trouwde Bonne , dochter van Löuys Hertogh van Savoyen, by de welche hy hadde Ian Galeas, die hem fiiGcedeerde,Blanche Marie, eerfte vrouwe van Philibert Hertogh van Savoyen , en daer na van den Keyfer Maximiliaenj en Anna Maria, vrouwe van Alfonfus Hertogh van Fcrrare,foon van Hercules. Hy wierd in de Mifte in dekerche van S. Steven in ’t jaer 1476, om fijn onkuysheyt, vermoort. Ian Galeas fijn foon , lèfte Hertogh van Milanen, trouwde Ifabella dochter van Alfonfus Koning van Napels , by de welcke hy François hadde, die in Vranckrijck gebracht zijnde fturf, en Bonne. Hy wierd vergeven in ’t jaer 1494. Louys Sforza fijn oom , genoemt II Mora, die hem hadde doen vergeven , wierd in ’t Hertogh-dom geftelt door den Keyfer Maximiliaen, en trouwde Beatrix dochter van Hercules Hertogh van Ferrare, moeder van Maximiliaen en François Sforza. Hy wierd ontbloot van fijn gantiche Staet door Louys den Twaelfden, Koning van Vranckrijck, waer hy oock, gevangen zijnde in ’t jaer I ƒ00, fturfin’t jaer 1508. Maximiliaen fijn foon werdt daer na oock belegert in ’t kafteel van Milanen door den Koning François den Eerftên in’t jaer lyi j, die, fich overgevende, in Vranckrijck gebracht wierd, en fturf daer in’t jaer 1530. François fijn broeder werdt daer nae weder in den Staet fijns vaders geftelt door Keylèr Karel deVijfde,en fturffonder kinderenin’t jaer 1535: Ibo dat Keylbr Karel de Vijfde meefter van den Staet van Milanen bleef, die de Köningen van Spanjen ledert altijts befeten hebben. |
t HERTOGHDOM
Creotte. JHantoua. Ahtoua is tèn deel gelegen in Lombardyen over deïè zijde van de riviere de Po, ten deele over de ander zijde van de fèlve rivier , ’t leght in’f noorden by’tVe-ronois , dat onder de Venetianenis, daerhet oock in’t ooften aen paeÏt, als mede aen Ferraren, dat onder den Paus is j aen ’t weften heeft het ’t BrefTan, oock onder de Venetianen , en’t Cremonois zijnde een deel van den Staet van Milanen, en in ’t zuy-den leggen de Hertoghdommen van Modena, en Mirandola, en het Prinsdom van Correggio. Dan boven dele aenpalende landen heeft het voorgebuuren eenige leen-heerlijckheden van den Keyfer van’t huys van Gon/agues,als Sabio-nete, Guaftalle, S.Martin, en Bozzolo, Nuvolare en Caftiglion dalle Stivere. Sijne lengte genomen van Viadane, by Cremonois , tot aen ’t landt van Veronen, is feven-tighmijlen, ende meefte breettevan’tooften tot in ’t weften veertigh. Daer is in dit landt geen andere ftadt alsMan-toua, die haren naem met dien van ’t landt gemeen heeft, zijnde het felve oock Mantouan genoemt. Dele ftadt door d’oude Mantua ge-noemt, en door d’Italianen Mantoua, is gelegen tuftchen de vuyle wateren van een meer dat de rivier de Mince maeckt, die, komende van het meer de Garde, door de ftadt pafteert, en daer na in de riviere de Po vloeyt. Dele wateren,behebende in haren omloop twintigh mijlen, maken dele ftadt wonderlijck fterck, met de bolwerc-ken die haer befchermen. Daer is onder ander een brugge van gehouwen fteen meer als een half mijl lang , onderfteunt met verfcheyde fchoone pylaren: om in de ftadt te komen gaet men op dijcken met veel bruggen aen weder zy-den daer de wateren onder deur loopen, komende d’een in d’ander. Op ’t lèlve water zij n vele koren- en zijde-meulens, dan bylonder die men de twaelfApoftelen noemt, daervan denHer-togh groot inkomen treckt. Men fiet daer oock in ’t water,dat door de ftadt pafteert,in een huys drie zijde-meulens,die een man alleen kan waer-nemen, alfoohet water de zijde doet fpinnen, lcheyden, dobbeleren, en drayen : lbo dat de man alleenlijck de lege plaetlèn vult,’t gebroken knoopt, en in ftaet ft el t om die te gebruycken. De ftraten van dele ftadt zijn leer breet, recht en ftiyver , ïóo dat’er weynigh aengenamer plaetfen in Italien zijn, ’t Heeft ontrent vier mijlen omgaens, acht poorten, achtien prochien, veertigh lbo mans als vrouwen kloofters, en ontrent vijftigh duylènt zielen, onder dewelcke vier oft vijf duyfent loden zijn,die inde ftadt een Italien, |
beftoten quartier hebben. In de Domkerck,daer van het welffel heel vergult en gewaterverft is, bewaertmen het lichaemvan SiAnlèlmus Bif-Ichop van Luca^ en ’t bloet van onfen Salighma-ker in S. Andries kerek, daer men leght dat het lichaemvan S. Longin begraven leght, die men gelooft de droppelen aldacr gebracht te hebben. Het paleys van den Hertogh is het rijekfte en TaleÿfefK meeft met huysraet voorlien van al die in Italien zijn, genoeghlaem omvijfKóningen te logee-ren met haer huysgeGnnen :|’t leght aend’eert zijde op’t meer , en op d’ander bet het op de ftadt,en het oud kafteel, dat met water omringt, en nu aen’t paleys gehecht, en, na’t gemeen geloof, voor Romen gebouwt is. D’andere voornaemfte paleylèn en lufthuylèn van den Hertogh buy ten Mantoua, zijn de Té, buy ten de poort die menPifterla oft deT é noemt: Marmirolj la FalPorite^Goito en la Virgiliana. Het paleys van de Té is hondert paften buy ten de ftadts pootte, tuftchen de dijcken van ’t meer met leer lchoone hoven, daer in veel grootè Oranje en Citroenboomen ftaen , een kaetsbaen op de Franlche manier gemaeckt, en een lale daer in deReulèn, die den Hemel beklimmen, vertoont ftaen. Marmirol is ontrent twee mijlen van Mantoua , by een dorp van den felven naem j is een koftelijk paleys naer ’t welck men gaet door eenen wegh over weerzijden met boomen op een linie geplant : ’t heeft 18o kamers, met uytnemendè Icnilderyen , en veel gout,- zijnde alles lbo wel geftelt, dat wat grooten Prins dat het zy, na de tyden des jaers , daer wel gelogeert kan werden, ’t Heeft feer fchoone hoven, met verfcheyden vruchtboomen, en verfcheyden konftige en feer aengename waterwereken. Het nieuw gebouw, la Fa'Vorite genoemt, heeft ontrent hondert fchoone kamers, en leght aen den oever van’t meer; ’tis uytnemende kofte-lijck, dan noch niet volbouwt j doch als het na ’t voornemen gedaen lal zijn , gelooft men dat het wel 500 duyléntkroonen koftenlal. Te Goito j een ftereke ftadt met bolwercken op de manier van trecktangen gemaeckt, gelegen op den kant van de riviere de Mince , heeft den Hertogh een lchoon paleys oft kafteel met veel huysraet en koftelijeke lchilderyen, onder de welcke de conterfeytfcls van de Heeren van Mantoua zijn, en de Hagen, die om ’t felve Her-toghdom tc verkrijgen, gelchiet zijn. Boven al is leer aengenaem om ben het grooteParck,daer in veel herten en hinden zijn, en ’t pleyn dat vol hafenis. Virgiliana is een lchoon huys van den Prins met een weyde voor meer als hondert koeyen , en veel lchapen, ’t is nae Virgilius genoemt, wiens geboorteplaets voortijdts Andes genoemt, nu Petula^ oft Pietola, dat maer een dorp is, geheeten wordt. V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Als |
lt;5. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M .A N Als men buyten Mantoua komt, vint men een diepe en breede graft van ontrent 30 mijlen , be-fiuy tende een deel van ’t Hertoghdom, dat ge-. noemt is SerragUo, oft befluyt, in eenen drie-hoeck,begonnen temaken door die vanMantoua tot verlèkeringe van hare ftadt in’tjaer 1211, en voleynd in ’t jaer 1249. De voornaemite plaetfèn van dit Hertoghdom, behalven Mantoua en Goito , ziindehadt Via-dana^ by Cafal Maggior van t Cremonois, en de Po. Porgoforte op de felve riviere, daer van men eertijdts het canael konde fluyten met eenyfe-ren keten , die ftreckte van dees plaets tot het tegen-overgelegen fort op d’ander zijde : Rerer, en Oßia -, anders Ofliglia oft Oßegia genoemt, gc-^ legen over weer zijden van de Po , bynae recht tegen over den anderen ; Sermido, oft Sara ie o in de rcyie van Antoninus Semin geheeten , en C^-fleldoßio : en by den oever van de Oglio Can-do oft Caneto, by ’t Cremonois 5 en nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en niet verre van daer Redoldefco où Rodondefeo, vermaert door haren koophandel, lakenen en layen 5 Mariana : GonzAga^ daer van de Heeren van Mantoua haren naem voeren j Go^ernol een befloten en ge-fterekte plaets, gelegen daer de Mince in de Po vloeyt. Medoli by la Voka, en Cauriana by’t Bref-ßn, en’t Veronois, Lu-^^^ara by de riviere de Croftolo, en niet verre van daer Suce^ara, Cere^araj SolferinOi Ga‘?:^ldo, dicht by Mantoua, als oock Ca-ftion, où Caftiglien Mantoua i cnccrP\gQ^nd.cïQ. Heedanig- ’t Mautouan is een vochtigh landt, en koren-rijek , foo dat een goet gewas het landt vijfjaren kan Ipylèn, en loude noch vruchtbaerder zijn Ibnder de overvloeyinge van de Po : ’theeft veel wijn, dan onrijp en onaengenaem. ’t Is overvloe-digh in groot en kleyn vee, en ’t meer in vilfchen, ais Jfiioecken, karpers, fteur, en andere. Mameïen. Die van Mantoua zijn door eenige niet leer geeftigh geacht^maer zijn nochtans tot de ftudie alfoo bequaem als tot de wapenen, en koophandel, zijnde voor kloecke krijghslieden gehouden. Sy zijn beter te paert als te voet : /y willen ge-eert zijn : en zijn geeftigh genoegh om de goede gratie van de vrouwen te winnen. ^ijckdew. De rijekdom van de inweonderen van ’t landt beftaet in koren, erten , boonen , vlas, en dier-gelijeke dingen, die tot Venetien gebracht werden : de fijne lakenen van Mantoua worden veel naer ConRantinopelen gelbnden ly lenden groote menightevan zijde diealdaergemaeckt ' wert, als oock zijde kounens, met feer veel tapy-ten, en verlcheyden aengename ftolfen , half zijde en half garen, naer Milanen. De Prins heeft fijn Gouverneurs in de voor-naemfte plaetlènvan’t landt: enomdejuftitie te vorderen, is binnen Mantoua een Rechts-ge- |
T O U A. leerde, voerende den tytel van Podella, die over wat laeckhet zy, oordeelt, doch niet min als. van tien kroonen,allbo dele mindere laken voor den Rechter van ’t Paradijs komen , dat oock een Rechtsgeleerde is. De Hertogh is overfte van de ordre van de Riddcisvan’t bloet Chrifti, ingeftelt in’t jaer 1608, door den Hertogh Vincent, toen fijnen loon en nalaet François met de Princes Margrie-ta van Savoyen trouwde. De Staet van den Hertogh van MantouaIbude leer machtighzijn , indien die niet gedeelt ge- JXXZ. weeft waer , voornaemlijck doorLodewijck, de tweede Marquis van Mantoua, foo dat nu de Hertoghdommen van Guaftalle, enSabionete, het Prinldom van Bozzolo, het Graeflchap van Nuvolare , en het Marquifaetlchap van Cafti-glion, en de heerlijckheyt van Solfarino daer van ontleet zijnde, ’t lèlve leer verfwackt hebben. ’t Hertoghdom van Sabioneta, oft Sabioneda, Sabimtu. is gelegen op de grenlèn van ’t Cremonois,Man-touan , en ’t Parmelan, begrijpende met leven dorpen , een goede ftadt 5jan den felven naem met haer kafteel en fterekte, daer den Herrogli van dit landt gewoonelijck groot garniloen in houdt. Het Prinfdom van Guaftalla is gelegen op de G/taßaiu. grenlen van den Staet van den Hertogh van Modena, en ’t Mantouan. Dit landt is maer een mijl lanek, hebbende in’t Mantouan geen ander ftadt als Guaftalle, leggende ontrent twee mijlen van de Po. De Prins Scipion de Gonzague, lone van Fer- Bozfi!«. rand de Gonzague , Heere van Bozolo , heeft maerde ftadt vanBozolo, met een kleyn fort met drie bolwercken , en fies bygelegene kaftee-len oft dorpen. De riviere d’Öglio pafteert een mijl van de voornaemfte plaets. Het landt is vier mijlen lanek, en ten hooghften twee breet. Het heeft’t kafteel en goet dorp van S. Martin, voerende den tytel van Graefichap, aen een van fijn eynden betaelt men tol van allesdat men nieuws draeght, als oock tot Bozoli. De Prins doet alle loorten van gelt munten gelijck d’andere mede. De Grave Camillo de Gonzague is Heere van Nuveiar^. Nuvolara, een genoeghfaem bewoonde ftadt. De Marquis de Caftiglion dalle Stivere heeft Caßiaiie». een ftercke ftadt, wel bewoont, en met een leer fterck kafteel, aen ’t noorden leght lîj n landt by dat van de Venetianen by Lonado van ’t Brel-lan, en by den Staet van den Hertogh van Mantoua, erkent denKeyler alleen, als leenheer, befit oock de ftadt Caftelzifre, by Albia van ’t Brelfan, die hy leer heeft doen verftercken door verfoeck van de Spanjaerden. |
55
De Hertoshdommen
Grootte, Steden en E Staet van den Her-togh van Modena light in ’t noorden aen die I van de Hertogen van Mirandola en Man-toua,en de Princen van Guaftalle enNuvolare, van’thuys van deGon-zagues : aen ’t ooften heeft het Bolonien en Ferraren, ’t landt van den Paus, begrepen in Ro-manien : in ’t zuyden den Staet van den grooten Hertogh van Tolcanen en de Republijeken van Luca en Genoua, en in ’t weften ’t landt van den Hertogh van Parma,boven dat aen ’t ooften,we-ften,en zuyden befluyt het’t Prinsdom van Correggio : en aen ’t noorden,ooften, en zuyden het kleyne landt van de Graven van Roly, depende-rende van den Keyfer. In de lengte genomen van de riviere de Po tot aen die van Lune , op de frontieren van Tolcanen , begrijpt het meer als acht mijlen , en fijne breedte veertigh, genomen van’t weften nae’t ooften , dat is te verftaen van’tParmefan tot Romanien. |
Dit landt omhelft de Hertoghdommen van met muuren en grachten met water, heeft eenen Gouverneur en garnifoen, liggende met her lant dat daer van dependeert, by dat van den Prins van Correggio, van de Graven van Roli, Leen* heeren van den Keyfcr , Mantoua en den Her-togh van Mirandola : het Marquifaetfchap van Scandiano , met verlcheyden plaeden die daer onder behooren: Finael is een feer groot dorp, daer groote koophandel is, dan light open , vijf-entwintigh mijlen van Modena,op het groot ka-nael dat daer midden door paffeert en in de Po vloeyt : het Marquilaetlchap van Vignola,aen’r huys van Boncompagno,onder/aet van den Her* togh van Modena ; ’t is een groote ftadt, fterck en wel bewoont: de ftadtGaya, voerende den plaetlèn daer aen behoorende, op de frontieren van Bolonien/de ftadt van Spilimbergo, die ook den tytel van een Marquifaetlchap voert, toebe-hoorendede heeren Rangoons, onderlaten van den Hertogh, die op de riviere Panara oock be-fitten de goede plaetfen Stofione , Bavarino en Bonport, liggende op de palen van Ferraren, Bolonien en’t landt van den Hertogh van Mi* randola. Modena en Reggio , het Prinsdom van Carpi, Jw/ en Frignan, al gelegen in Lombardyen over dees zijde de Po, met het meefte deel van Carfagnane onder Tolcanen, daer van Luca en de groote Hertogh het overigh befitten. jidodena. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Heeft maer twee BilTchoppclijcke fteden. Modena en Reggio. Modena door d’oude lchrijvers Mutina genoemt, is de hooftftadt van den Staet, en de gewoonlijeke woonplaets en hof van den Prins, ’t light tulfchen de rivieren de Secchia en de Panara, op den wegh Emilia, twintigh mijlen van’tgeberghte: ’tis omringt met muuren en grachten met water , gefterekt met bolwercken op d’oude manier ; gebou't met eenige galeryen voor de huyfen , onder de welcke men gaet : is bewoont van meer als vijfendertigh duyfent zielen , daer onder zijn de doorluchtige geflachten van de Rangons en Bolchetti, en van verlcheyden Graven en Marquilen , die volkomen heer-fchappye hebben over eenige plaetfen. Maer de ftadt heeft fmalle ftraten. Dele ftadt heeft onder haer , foo in’t platte landt als in’t geberghte,ontrent vijftigh foo fte* den als dorpen, met haer kafteelen, daer van eenige aenfienlijck zijn , als Saflollo, een ftereke plaets , met eenen Gouverneur cn garnifoen, thien mijlen van Modena. Carpi dat den tytel van Prinsdom voert, voortijts een Graeflchap, is . een groote en ftereke ftadt, en oudt, omringt Italien, De Hertogh belit oock de ftadt van Nonan* tola , omringt met ftereke muuren en grachten met water,liggende op de grenfen van Bolonien, hebbende in haer groote kerek in een kas leven heylige lichamen. Hy heeft oock S. Felice, een groote ftadt met een kafteél, hebbende eenen Gouverneur : en de ftadt Rubiera , die uytne-mende fterck is , gelegen op de riviere Secchia, met hare bolwercken en goede grachten, zijnde een van de Heutelen van den StaetjCn light feven mijlen van Modena. ’tHertoghdom van Modena begrijpt oock het landt van.Frignano , daer in ontrent vijfen-twintigh plaetfen zijn, van de welcke eenige aen* fienlijck zijn,liggende byna alle in de bergen, op de frontieren van Bolonien en het landt van den grooten Hertogh. De voornaemfte plaetfen zijn Seftola , een groote en ftereke ftadt, op de grenlen van Bolonien en den grooten Hertogh , daer in garnilben en eenen Gouverneur is : en S André,oock groot en fterck, op de frontieren van Bolonien. Aengaende Carfagnane begrepen in Tolca-nen , en daer de Prins het befte deel van befit, is ontrent vijfentwintigh mijlen lang , en thien breet. Haer voornaemfte plaets is Caftelnovo met een onwinnelijeke fterekte , aen de welcke men den naem gegeven heeft van Mont-Alfon* fo , daerUen Hertogh altijdt groot garnifoen houdt,light feftigh mijlen van Modena,en op de X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fron- |
Feie^Mol.
AjA iiAl^A lt;
Lt^^noMo
Parte del Cremo
o A?
iôl
^4. Ci^AonAto
^onjie
StF/ona
S, Geneft
Parte ciel
Foßote
ro
R iorfAb A
JtMolo 0
-^•o/Ia»a
-»• O Rteeo
•ScadAno
•bhiziu
O Ttloito
CorlejA 'VehitbAno o
FrAOUA
O
FettoÎA
® •d.^tt^Àno
' C^rynoht
Code
^Ht^edelA fi
“FAbiine
'Fo/dÎM»^
OûJuicrrL
.-. fc“*
-t;«* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f—
O FAUtAttO
Gottino
Ceredele
Stlkno
S- GùtitA
CompobeliA
•dbX^tAA
CÓ diponte
^Ct^Ano
^•^AZZAnO
ifolAno
FietrÀ Faka RoccaJnjiiA.
O »dlt-t^dA FAblAtlA. !
50
'quot;^ÿono
Cubant C
dnUOAtObA
Va/^
PLialherA f.
CAUtriUt
Lu^ottehio
Compo Jronie
RUPtAttO
!* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O Cofiryt . ._
Ê R o J g
.^i, ss4-
Fonteehto . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;FaUo HUW
• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CAfledeito
O Fr^k
»1^0 ~letcda ® Fof^liAi
(ï 'Viîmâ
fi -Cerreto
cAe/è
OVolieo
^tS-RoMAno
CAJAtÛA
Code fAllAio
'Vol^rto
Q SilicAtio
A.dîfgt;nfo
^bd.dbeeto’
-i o.,
•dl.Adt
-iraile
S-Fro/ft
*5’. •ilierto
S.Vùtnzo
IjOr^Afa
'FoMcrnetl.
FizuASAmaaiA
CreJ^sluno
O
GndcAba
CA/AÎzceh
•d-Fuiedo Q •****'Ctaito
t5, F CAppoltno
yet^Aht
Corfin
Seße idU O bAAbO^^' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0
o , ° FontAbA •ttAlA
î’-ïf-î»
FArÿîiAhi
.-Tbz
Ca^fiiijUotu gt;nbsp;Rocoeetolo
Crete
O Reionelbt
fiCAflzlibe quot;;^de ,
GuAneU.A
O ^tunhtAno
O CAbzedole FazcoaIo '»'r’LFezzo ® 'Feldo ' iroceo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—:»
CApSne
CzlÂte
..di Feh^o
FaioIc
CAjhdA
Fcrtzo dedb rittA Q
CepeîhuAO 0
I.AptFrAhpAA :
lli**
FehricA del
CnuAllAceiA
CAmpAtte
Scûd RbtnÂfUd :
Folctjetiz.
^ehuie
'liiJÛAiic»
'VetviftK ioU
Coti^UA
ItixAHt
bdomtAfLO
QLueekù
iS-.d-Abcedo
* tebmini
^dontnO
CCVeeehio '
9 LAmeuîe
GrefpoU
O
CAtAtneehe
.V'
MODENA ff onderen van den Staet van Luca : daer is noch Terrazano, een wel-bewoonde plaets en fterck met goet garnifoen,op de frontieren van Tofca-nen: S. Donino, oock met garniloen, op de frontieren van quot;t Lunigiano en den Staet van den grooten Hertogh; en de Sterekte Verrucola, men het daer oock op den bergh Apennin de plaet/èn van Metello , Rocca , Vila, Bruco en Campogrande , en al dit landt is begrepen in ’t Hertoghdom van Modena. ’tHertoghdom van Reggio is genoemt nae fijn hooftftadt, voortijts Regium Lepidi geheeten, een groote en ftcrcke IPadt met een kalteel, bewoont met twintigh duyfent zielen , waer onder verlcheyde doorluchtige huyfen. Daer zijn ver-fcheyden reliquien, onder de welcke zijn de lig-hamenvan S. Prolper en S. Maximus Biflchoppen,van S Chryfanthus en fijn vrouweDaria,van Beata lohanna, en meer andere : ’t heeft Ichoo-ne en breede ftraten, en de riviere de Tarve paf-feert’er door, ’t light vijfthien mijlen van Modena. In dit Hertoghdom , Ibo op’t geberghte als vlackte , zijn ontrent lèventigh lieden oft dorpen met haer kafteelen : onder de welcke men in de vlackte fiet de ftadt van Berfello , ge-fterckt met torens en bolwercken, met goet gar-nilben en een Gouverneur,met ontrent drie duy-lent zielen bewoont; Caftelnovo , een ander als dat van Carfagnane,gelegen in ’t midden van de Po, tien mijlen van Bercello ; en Gualtieri, een groote en fchoone plaets,en wel bewoont, op de palen van Guaftalla van ’t Mantouan , en feer na by Bercello. Daer is het Marquilaetlchap van Carpenete, mede genoemt na fijn voornaemfte plaetlè, ge-noechlaem groot en wel bewoont, hebbende ee-nige andere onder haer. ’t Heeft oock het Graeflchap van Canofta, zijnde een goede en ftereke ftadt, op de frontieren van Parma ,• als oock het Marquifaetfchap van Montechino , genoemt na een groote en ftereke ftadt ; daer is oock Montalto , met ver-fcheyden dorpen daer aen behoorende, zijnde aen de Graven vanRangon enCanofle, op de grenfen van Parma: noch is ’er het Marquilaetlchap van S. Marten met eenige plaetfen daer onder ftaende, op de grenlen van Parma. De lucht van Reggio is de befte niet geacht, - Hy dependeert alleen van den Keylèr, zijnde dan in’tgeberght vanZibio komt uyt de rots volmachtigh Heer in fijn landt, met vermogen des waters, een vochtigheyt, gelijekende olie met water gemengt, leer bequaem om de wonden te genelen. jCore» e» jjj ’j- Modenois waft groote menighte koren en xTw ten. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;granen , als oock Ibete en lieffclijcke wij nen , voornemelijck Trebiaenfche -, en alle loor- Hoedariig-heydt da luchts eti |
en K E U u 1 u. ten van vruchten : ’t heeft oock veel Albaenfe wijnen,even gelijck Reggio, wiens Trebiaenlche wijnen oockleer geacht zijn: ’t heeft yfer-my-nen in Carfagnana,en in ’t geberghte veel oflen, ‘ ‘ koeyen,lchapen,en verckens,en delèlaefte meeft in ’t landt van Reggio. Die van Modena zijn krijghslieden , manhaf- Zede». tigh en getrouw aen hun Prins, van edel gemoet en goet verftant;: foo dat hun raedt meeft goede uytkomft heeft,om dat ly leer lcherpfinnigh zijn en van goeden wil. Defe Prins is Leenheer van den Keylèr , aen Regeringe. den welchen hy jaerlijeks tot erkentenilfe be-taelt vier duyfent kroonen. Hy houdt van den felven Modena,Reggio,Carpi,Frignano en Car-fagnana , en ftaet mede onder de protectie van den Koning van Spanjen , van den welcken hy Penfionarisis; hy draeght het gulden Vlies, en heeft een compagnie krijghsvolck die in’tkoninckrijck van Napels onderhouden wort,hy befit oock Befello , leenheerlijekheyt van den Hertogh van Mantoua,aen wien hy alleen tot erken-tenifle een paer Iporen geeft. Tot Seftola woont eenen Gouverneur van den Gomer-Hertogh gefielt over heel Frignano, daer zijn oock Gouverneurs in de voornaemfte plaetlèn : Sy volgen in ’t wyfen der proceflen het Civil recht, oft de Keyferlijcke wetten, Flamen ge-voeght nochtans met de wetten der plaetlen. De Hertogh houdt gewoonlijck in fijn hof drie Rechters,die drie jaren in hunampt blijven, voor de welcke de appellatien komen van den heelen Staet, en voor ’t uy terfte appel heeft men toevlucht tot den Hertogh : in de voornaemfte fteden zijn Podeftas oft Rechters , en in de fterekten Gouverneurs en andere officiers : dan alle de lèntentien van bloedt geeft den Hertogh en de Rechters van fijn hof. Het Prinsdom van Correggio, genoemt naer ’tFri»sdom de ftadt, heeft aen ’t ooften , weften , en zuyden den Staet van den Hertogh van Modena, en aen F.- I ’t noorden dien van MantoLUj zijnde maer een feer nauwe engte en niet feer aenfienlijck. De Prins van dit kleyn landt heeft ontrent veertigh duylentkroonen inkomen. In fijn ftadtis Spaens garnifben, betaclt door den Koning van Spanjen , onder wiens proteófie hy fich gefielt heeft. van goudt en filver te munten. Dan om dat hy verre van’t Keylerrijck gelegen is,erkent hy den Koning van Spanjen , en heeft een compagnie krijghsvolck, die in’tkoninckrijck van Napels onderhouden werdt. |
GïOdtte,
Stfele».
Parma.
P L A I S A N C
En Staet van Parma en PJayIancc grenfl: in ’t ooften aen ’t Hartogh-dom van Modena , in ’t noorden aen’t Man-touan, Cremonois en Milanois 5 in ’t weften aen een deel van Milanen , en eenige landen van Genoua : in ’tzuy-
den aen ’t landt van den grooten Hartogh van Tolcanen, de Republijcken van Genoua, en Luca, en de Marquis de Malelpine, de hecrlijck-heydt van Pontremoli onder den Koning van Spanjen, en een deel van den Staet van Milanen.
De lengte van dele Staet is ontrent de lèven-tighmijlen: demeeRe breettevijf-en-vijftigh, en den omganck ontrent twee hondert.
In dele Staet zijn drie BilTchoplijcke Heden, als Parma, Plailànce, Borgo S. Donin en vijf-tigh Heden oft groote dorpen. De gcmeene woonplaets van den Prins, lijn hofenopperHe juHitie is in de hooftHadt Parma, door de oude Schrijvers als oock door d’Italianen loo ge-noemt,gelegen op de rivier van den lelven naem die daer doorpaH'eert, op de welcke drie bruggen zijn J leght vijf mijlen van de Tar. De Hadt is gefterckt met breede grachten , Hercke bol-\vercken,en feer breede veHen, en meeH met het kaHeel met vijf bolwercken, als van Antwerpen, hebbende boven en aen de zijden veelgefchuts daer van der vijftigh in twee gaelderyen zijn., met al haer gereetlchap. In dit kaHeel zijn acht logien, voor defoldaten en amonitie van oorloge, en voor fes duylènt mannen fwarte wapenen, loo geHelt dat yder fich kan wapenen Ibnder dat d’een d’ander belette. De grachten zijn over beyde zijden droogh , dan hebben in ’t midden een canael vol water, ’t Is een van de beH ge-Herckte plaetlên, in de welckc alle de regelen van de kunH wel waergenomen zijn, d’Andere aenfienlijcke dingen zijn de hoven van den Her-togh metfonteynen, groote waterwercken , en een lang padt met vele ryen Oranje- appelboo-men, die in den winter met een dack overdeckt
zijn, boven datwerdt daervuur van kolen in verfcheyden plaetfen gemaeckt : de kameren en falen zijn leer rijckelijck toegemaeckt met veel marmer,jafpis en porphyr, en verfcheyden feer konHige lchilderyen. De Domkercke is lchoon en rijckelijck gebouwt, en de Capucynen kerck is verçiert met het graf van Alexander Farnefius Hertogh van Parma, een van de grootHe Capi-teynen van dietijdt, en van Maria van Portu-gael fijn gemalin. In defe Hadt zijn ontrent de 22000 menlchen, enverfcheyden doorluchtige geflachten , boven dat hare Univerfiteyt met hare Leeraers in alle wctenfchappen,gefondeert Italien.
E.
door den Hertogh Rainuccio, de Hadt leer aen-fienlijck maeckt. De Hadt heeft ontrent vier Ita-liaenlche mijlen in den omgang.
De voornaemHe plaetlên van Parma,zijn Borgo S. Donino, daer een groote Herckte van léven bol-wcrckcn placht te zijn, die den Hartogh van Parma dedc afwerpen , om d’onkoHcn van de onderhoudinge der loldatcn te vermyden, als oock om dat het, overrompelt zijnde, hem leer loude können belchadigen, alloo het midden in fijn landt is ; lbo dat het nu een open dorp is, hoewel het federt eenige tijdttot een Bifdom gemaeckt is,en in ’t getal der Heden ge Helt door den Paus Clement den AchtHen.
Colorno is een Hadt in ’t noorden van Parma, Coler»ti voortijdts toebehoorende aen de Sant Vitals.
S. Second is oock een goede Hadt met een kaHeel s. Second, met muuren omringt door deRolfi,- Toridla^So-ragna j Büßet o, voortijdts aen de Palavicrs, Ber^eto, Caßelguelfo, Torchiara, Sala^ Cortemaggior, Montelugo, Bafanoj en Chiarugolo.
D’ander hooftHadt van ’t Plailantin isPlaifan- PlaifMct. cc , door d’oudc Schrijvers Placentia genoemt, en door d’Italianen Piacen^z.a, leght by de Po, heeft vijf mijlen omgaens,is geHerkt met breede grachten, veHen en kicyne bolwercken, belet met kareel-Hecn, en een kaHeel dat leer Hcrck is met fijn bolwercken, boven het oudt kaHeel dat fonder bolwercken is. In de Hadt is een fchoone plaets, daer het paleys van de j uHitie is. De Hertogen hebben daer een feer groot en lchoon pa-Icys doen bouwen met vier huyfingen, yder met leven verdiepingen. De Hraten en Ipcelhuylcn fijn feerlchoon, het klooHer van S. AuguHijnis feer koHelijck Sy is vermaert door hare Univerfiteyt. D’inwoondcrs zijn ontrent acht-cn-twintigh duylènt zielen,onder de lèlvc twee duy-Icnt geeHelijcke, en de doorluchtige edele huy-fen van de Scoti, Landi, Angulcioli, en Fontane. By Plaifance is de riviere de Trebia, vermaert door den flagh die de Romcynen daer tegen An-nibal verloren 5 en om dat d’oude palen daer waren van’t GalliaTogata aendie zijde, gelijck aen de riviere Rubricon aen d’ander zijde. In dele Hadt begon voortijdts de wegh Emilia, en Hrcckte fich tot in de Hadt Rimini.
D’ander voornaernHc plaetfen van Placentin zijn Arquatöf vermaert om fijn goede wijnen i Valditaro, Zi^i, oft Zi'2;ej Compiano^ Ponteflura, S. Ste~ fanOf by den berg Apennin, als oock S. Giouanni en CaßelS. Giouanni by de Po, en’t landt van Milanen.
De lucht van Parma is lbo Ibet, en gelbnt, Uoedani^-dat ten tijde van den Keylèr Vclpafiacn daer tweemans waren yder‘12 3 jaren oudt. De lucht van Plaifance is oock niet min getempert. Daer
zijn veel rivieren en oorlprongen van levende wateren, die haer velden bevochtigen, boven Y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eenige
ScoLl Ji
Retrtjuo - O
»4nmaJt
Zenenreita.
^U.'Jaieane
Prela
LaCrattit
Panzola
S^maaeptf
'^arceJlt
Splartfpla
Gaxa
^ MfzaMut it » Uartt^£gt;
^jUiVtticeOü
Sptrtto Saxia
® s:Piet,-o
'Thjin
^tanqo ^Pa^ma
SiraconcpÏo
(jera Aal ï‘f‘’ t
Sabbianetd^
Ptere At 'Forto moron
Pe^act
CaCS- Giot'dnnt
Ganabdlo
ÿCîrerotio
Cameia
O PerAuca
ilTagji
ijguera..
Val ie S-^Htiria.
Par/ano
Ptozana
'Bal'lno
Cht^nolo
C^lano
•^H^ono
ilanttctfU.
Peaotie Ad ‘tf-i como Q
GuarJa/neejbo
AS . ° -'^ecoto
r.H Ctia'i«'“'-
'•» Porifo nuovt,
■ana^ 0
Pa ‘Pettn
® Gi‘anuqnat,z0
1! bdhi
•’tlbaretlf^
Hinnta ®
'FotUana-z^L^
'Vahgnano
Croftpnc
b {aitt
'Rot^Aello gt;nbsp;GtpjJdfMTO.
Cotrct-^io rcff.
A. r O V A 'N O
Sala.
it Goijotzo
Pompone/At ■ nbsp;nbsp;nbsp;0
‘p
•Santo Jtnento oUlbfi'-
Câ AJla
Cen/ara
Ct^^chtno V.
'Peamp;x.ötetta
Cf AAL 0 r-iÆ
StJaroJo
-rtï- Ç' ^artlo
Stn'MfuL
''Marrite
Gn^nano ' Cantpremato Ai {àpmi
L^^naao
P^tt
■^tzaticlli nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
Q nbsp;nbsp;C^ourana
- ■^ilomebano ^knbfalli,
Prmo
'ParhA
Ptaaroio
Pc’èanche
Parata, o
na
S.SaeanAa ®
Ct^âl barAata FotttaaeBdta
^.^nArea
K
O
Selua.
Le vetele
‘P^nea.
S’Stna
*P.n'maa
di Prino.
'•noatv citaro
S.'Parta^
Citrtan'è
11 mi,
^i’ozano
î z^olzane
^Jtimrro/a
l't/lao C.
3reitiitc
■A.. Santa
Certano
Q CrOZItolft
CaticAata
PaJta JiFontana O rira
Senano
CtvpareAc
® Ce^el J^nartlo
Unntaejnno 'J'
X Roeonera -51
Limtrzauo
^Raeala Aelbon
'•ma
Couina
'FreAouera Cmtaneh,
iimillHÜliliiiililllll
al
LinpnaAa.
LTavena
l'raetanc^t 0
Cornuîo
Gt^olo
‘Romezano
igt; ti’apetto
llirgt;
Caméra
® ^îpe
■Uaipztnô
'Dtole
Uai'er llt^eo
La gratta.
.^. Gaüni^a
Greze
'^ortiL
Peîeip*mo
Speron^ia
*PoticeUa
Pren
Paret^atane
lentifeta
Zhllora^
C ?3ah*#*v
.„„ -■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-3^
Q Pi^fabeiqpa
Ptn
•Hrzano AJ Jbpra
Cabentio *
C^lrffizzo
Sta.za/t
.^han.
ZaFitint,
'‘Itaran dt vtalatfri
Pattteto
O S:'Faeeo
O IhUa
C^a
^tttwla.
Parata
JI marre
'P^'aerto
Cette
S.^inArea, O
FJtÿOttL
Tidcca, Lanzone
(tameguana
Settgt;a
^Hetra tne^tAana
Gram
C^aila -y-
Ct^ellano
Ca^Ha
*Re7^eto^^
^PeArtataaata
ea (h eanpo canrti O , 'quot;Ctcantero
° SXiafic
Car/uizzaMo O
O iierrnî»
Ceruara
C. tuteva
^^coü
patazi-a
S. Pancratta
. '~ZA^olante.
® Il^uartetv
erließt.
Gtaraîa
Gatatto
^ozzano
Pamwlo ____
Stnzano
CoUeechto
S.JvJtea Jt fotto
Gaint^f. 'Ferrara
S.oGartino O
Z^t.zabó
•T. »Jatia
Pra^i^no C^atara
'BuftO
Meridies.
S. Doniiie
CBa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’
^Fopnano
Parma
^Valoir
S.Pet^rtfto
TFaeeattellt ^-
’ 1
Q Sepalxra. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-*»
CaßeBa^
^’'Vitale
'Cn'tane jjf , Ae Ppßi
Limtao
^anüola^,.^
gt;- O ' Cella
Lmtazzano
LaLatta
Corn
thbta
yrP
tiJiFetedole
S.Leattarda
O quot;P-^A P-’Aripitaao
• Fntßattara
F.1 \tate
'Feneeeto O Certota. O
O Slaaoro O
Fortmto
^‘Fanz^itno S.Donata
S.S'Aîc
® Cnzolr
^^cei-Ao O
Otnio O
Gazano
Cifîcreto
S.Prt^ero 'ti Fon^ AllttiBa
‘‘•••^ Cr,ÿbla
^vp^tto ^alanArnmo
Cerneta
S.Z^idtel '£m
Soraanata
^lar dèni^
, ~-'gt;w mono
'Ti’iihtna
P alte ne
Perwta.-^
t^rahefUi
S, Gnlaba
''^Cmtieetli
^^arano
■Rafj.ea nittrua.
e r . ., 'donôtuo Aelpttme
^Pariitna
l/itJa AiFim cJriara
'Irntgt;e,Ai^to
Rju altft
f-rodipnano . P-ohSitto
Settrano
cia^nolo
Ct^eliazzo Je ^azafto
Taprato.
i.
Can^e^tc
La Plneh^a.
AtCmiecchta
Ca^it^a
Cime^à.
*Rancaîi ' o
1 Roßena
Gamata.
déliai
Preda
Caflapi ■neto
’CwÆrtt
C. ttuat'Ct
PARMA E N P L A I S A N C E.
eenige wateren bcquaem om vericheyden fieck-ten te genefen , voornamelijck onder Parma, ’t Landt van beyde landen is feer vruchtbaer, voortbrengende groote menighte koren en andere granen, Ibete enaengenamewijnen, foo witte als roode : olie, en alle lborten van vruchten : en belonderlijck veel kaftanien , en veel groote viflfchen die ïy Truten noemen. In Plaifance zijn oock yler-mynen , en ledert eenige jaren heeft delen Hertogh in de Alpen by de bergen van Genoua eenige koper- en yfer-mynen gevonden, als mede eenige van hiver. In Plaifance zijn oock putten van fout water, daer uy t ly wonder wit fout lieden. De lchoone velden, en vette weyden foo van Parma als Plaifance , voeden een ongeloolfe-lijcke menighte koeyen, daer van loo veel melck komt dat d’inwoonders daer groote menighte goeden kaes van maken, die in Italien groote-lijcks geacht werdt, als oock dien van Plailimce, die Ibmtijdts twee en een half voeten in de diameter groot zijn, wegende tot twee hondert van hare gemeene ponden. Daer zijn oock veel fcha-pen, geyten, verckens,en gevögelt. Daer is oock leer veel wild venelben. De Univerfiteyten van Parma en Plailancc, w genietende vele vryheden en hebbende veel llu-va» befin- denten, geven d’inwoonderen van defe fteden aenmerekelijeke profijten:als oock de marekten van Plailance, daer vlas, koren, boonen, erten , en dicrgelijcke gewas, en lchoone kafen aen de vreemde, en Ibnderlinge aen die van Venetien, verkoft worden, die er groote menighte naer Conftantinopolcn lenden , meeft om aen de Vi-fiers en Balfas te lchenckcn, als oock aen den grooten Turek , om datfe die daer feer achten. Sy verknopen oock aen de vreemde veel ollcn, kalveren , fchapen, verekens, en gevögelt, daer ly een deel van Genoua, een deel van Toskanen, den Staet van Venetien, en andere nabuurigc landen mede verfien. Daer worden oock veel zijde koulTcns gcmaeckt, die tot Venetien, Genoua, Modena, den Staet des Paus, en andere plaetfen gevoert werden als oock vellen, wolle en vet, dan bekomen belbnderlijck veel geldt van dé mufcaet wijn, Vernazzes, Trebians, en andere die feer lielFelijck zijn , die lytendeele naer Romen, Genoua,Venetien en andere plaet-lèn lenden. |
Regeringe. Delèn Prins ftaet onder den Paus, aen den welcken hy jaerlijeks betaelt tien duyfentkroo-nen tot erkentenilfe, ledert dat den Paus Paulus den Derden Peeter Lodewijck Farnefe in ’t Her-toghdom van Parma en Plailance Helde. Dan de Spanjaerts leggen, dat Plailance een deel van den Staet van Milanen is : en foo het geflacht van de Farnefen quam t’ontbreken, de Paus, en de Koning van Span jen als Hertogh van Milanen , louden daer over tweedrachtigh werden 5 en hoewel dele Prins leenheer is van den Paus , loo heeft hy nochtans volkomen heerlchappye in fijnStaet, gelijck oockverlcheyden andere Princen, leenheeren van den Paus oft Keyfer , vermogen gout en filver-geldt te doen munten : hy is Erf-ftandaert-drager van de Kercke. De Hertogh heeft fijnen Raedt van Staet en van oorlogh,enRechters van ’t hof,die de Civile en Criminele faken afdoen,behoudende aen fijn felven de macht te flraffén oft genade te doen nae fijnen wil. Hy houd in al fijn plaetlèn eenen PodeHa , die hy kiefl:, als oock de calleleynen , capiteynen, en alle officiers van yder plaets : en de Gouverneurs, die binnen Parma gebieden in fijn afwefen ; maer als de Hertogh daer lelfs is doen fy na fijn bevel. In’t oordeelen volgen ly de Civile wetten, Wetten, hebbende nochtans opficht op de ordonnantiën der plaetfen , en wetten die lÿ municipales noemen. De erffenis van Staten komt aen d’eerftge-boren, dan ’t ander wordt gelijckelijck gedeelt. Niet tegenftaende verlcheyden confilcatien Leenhee-van de leenheerlijckhedengedaen door de Her-togen onder verlcheyden deckmantels, op dat ly wat meer macht louden hebben, en hun na-buuren niet onderworpen zijn met hun ftereke plaetfen, door de welcke de vyandteen ingang loude hebben, lbo hebben ly nochtans eenige leenheeren, die niet gehouden zijniet te betalen , dan alleen in gelegenthey t hun ten dienfl: te ftaen : als de Grave van S.Second van’t huys van de Roffi, Heer van S. Second, Berzet, Fornovo, Roccalanzon, en andere plaetfen van den Staet van Parma, als oock in den Staet van Milanen, gaende vijf-en-twintigh mijlen op fijn eygen landt,daer van hy jaerlijeks fcftighduyfent kroo-neninkomen ontfangt.De Marquis van Rangon, de Grave Sint Vital heer van Fontanellato : den Marquis van Soragna van ’t huys van Lupi : den Grave van Montelèlli : de Cardinael Sforza : de Grave van Selfa van ’t huys van de Terzi, en de Marquis Pepoli. De Reguliere Canonicken van S. Auguftijn van Plailance hebben oock de Heerlijckheyt van Cade, waerd acht duylênt ducaten jaerlijeksinkomen,'daer van fy middelbaer enleege juftitie hebben, maer de hooge nietj ly befitten oock de heerlijckheyt van Berdenegio, en hebben daer juftitie. |
De Republijck vân
VENETIE N
I N
italien.
E Republijck van Venetien in Italien, heeft voor gebuuren in het noorden de Griïbns , die vanTrenten en de Aertzhertogen vanOo-ftenrijek j in’t weften het Hertoghdom van Milanen, ’twelckhaer mede ten deele bepaelt in’t zuyden, gelijck oock doen het Hertoghdom van Mantoua, de landen van de Paus, en de Golf van Venetien; in’t ooften werdt ly mede ten deele bepaelt van de lelfde Golf, en ten deele van de felfde Aertzhertogen van Ooftenrijek, felfs tot buyten Italien, in’t beginfel van Dalmatien , en des felfs eylanden. Aengaende de relie van defe Republijck, wordt bepaelt van de landen des Tureks,van de Republijck van Ragoule, en de zee. Deelinff. Sy verdeelen ordinaris al’t gene ly beftten in eenHeerfchappy van’t vallelandt, en deizee-plaetlen, begrijpende in’t eerde het Heitoghdom Jfan Venetien met des felfs eylanden, alhoewel gelegen in de zee,’t welck ly noemen Dorado : La Marche Treyd/ane, dat in fich vervat (foo vele feg-gen) behaiven Venetien en fijn eylanden , Pa^ douan, Vicentin en Veronois, niet tegendaende de Venetianen het dellen onder haer Staet van Lombardyen f dat oock in fich vervat Breßan, Berga-wajeo y en Polefino di Royigo zijnde een deel van ’t oude Ferrarien , alhoewel gelegen, nae ’t leggen van eeniae, in ’t landt van Trevilane en Friul. Aengaende haer Heerlchappye van de zee-plaetlèn, dele verdeelenlè in vall landt, en eylanden, de Heerfchappye des zees, van’tvade lant, ^egbjpt in fich de zeeplaetfen van Iflria^ en ’t gene ly befitten in Dalmatien en Albanie, ofte Epire : en de eylanden die haer onderdanigh zijn , onder welcke de voornaemde van de Golf zijn Cher-^ Jo, Offero, Siggia, Arle, PagOj Bra^a, Leßna j en Carola , en buyten haer Golf Corfou, Paxii, en Jrfz-paxii, Cefalonicy Zante, CerigOi Candie,Tine, en Mleone, welcke alle te làmen worden vervat onder de naem van Levant. Doch allbo wy gefproken hebben op een andere plaets van de landen gelegen buyten Italien , füllen wy nualleenlijck handelen van de plaetlen van Italien, vervattende Groette, daer benelFens Iflria. Dele Republijckis we’ duyfent mijlen lang, ofte meer, doch op verre nae niet loo breedt, als zijnde in haer breedte op vele plaetfen onge-lijck en ingetogen, voornamentlijck daerfe fich paelt aen den Turek. Italien» |
Haer voorriaemlle lacken in Italien zijn IJeo^ Idro, en de Garde, gelegen in Bergama/c, Breffan^ en Veronois, en Anguiîlare, gelegen in Padouan. En haer voornaemlte rivieren in Italien zijn d’Oglio^ Riviereft, Mela, ledayilio, Adige, Bacchiglione, Brenta, la Piaye Liyen^a, Tagliamento, en Lifon':!^. Behaiven het inkomen van de tollen en accij-len, loo is ’er noch de Ichat oft Ichatkamer van ; Sint Marco,die van wegen haer groote rijekdom en Ibrghvuldige beilieringe niet uytgeput kan worden , als zijnde gegouverneert door lülcke luyden, wiens welvaren t’eenemael bellaet in de behoudinge deslelven.Soo dat eenAmbalTadeur met recht gefeyt heeft, aen een feker Prins, dat S. Marco nimmermeer gebrek loude hebben van Sequins, niet meer als Vranckrijekvanfoldatent De rijekdommen van de particulieren van Venetien zijn bykans als onwaerdeerlijck,als zijnde verlàmelt in dele Radt langer als voor 1200 jaren , die nimmermeer berooft ofte geplondert is geweell ; maer die daer en tegen fich verrijekt heeft met de roovinge van de Levant, en vervult met menighte van gout, filver, paerlen, ko-llelijcke gelleenten, en veelderley meubelen, en dat voor Vele honderden van jaren herwaerts, foo dat het als onmogelijck is, dat die lèlfdê t’eenemael gewaerdeert en uytgeput foude können worden. De Venetianen hebben een lange tijdt genoten twee duylènt millioenen ducaten alle jaren j en dat alleenigh van dekoopmanlchappen van Aleppen : en men houd voor feker,datfe nu eens lbo veel Ibuden genieten. Mede lbo hebbenfe noch andere profijten , en magafijns in Alexan-drette, Tripoli de Surie, en Alexandrien van Egypten, die feer groot zijn. Sy hebben oockde gelegenthcyt van vele groote en fchoone havenen , bequaem tot verfekering van hare koop-manlchappen, die ly veel van daer verlènden aen de vreemdelingen, wederom brengende van haer’t gene kollelijckll en dierbaerll is. Het mcellendeel van de Ipeceryen, was, zijde, leer^ tapijten en andere dingen meer, komende van Surie, Egypten, en de zee Major moet alles door haer handen pafieeren, het welcke lydaernaö mede deelen aen vele en verlcheyde plaetlèn vart Italien en Duytslandt. Aengaende haer Heerlchappye van ^t valle landt, het is vol rivieren , llaende wateren, bequaem om bevaren te werden, en tot vervoe-ringe vankoopmanlchappen , behaiven dat het daer-en-boven doorgaens meell effen en plat is, feer bequaem voor laitdragende beeilen , wage-nen, kanen, en tot verfendinge van goederen, Z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vart |
!
-ocr page 83-Iß I
.WE
Ciiiueii.
'f.Ae-^lnJpngna
nitrone
Bnânzoia.
Bretao t^iAenzna
Brto(la.
ircane
V,l
Pe.ietnûtif-e -
Pt^o Aei'ai^preUp
Lr-entc '
Caln^o
cÿ
Lena
iligt;rmhct^
o''-î0
Tquot;'
' O
verno „
Par
S Pavia.
La^JP A, P^fcbiavo
T^ràen
ûirvaa
® Se^inna
SfPtetra • fLtriano
Poqnaxe
'P.tp 'aîfc
,/-] O Gwvane •ioaomeo r
^NZbiai
'Jî'tbtafe
Zat'AtaivIla
Cortuul^^
P l’ffJrteîc
ù^tta
Cajklier
0 Caprtoio
Palazsuo!«
t Cbiart »
Valma
Cafla^ano q
''Zraraiato
C^azato ''Jjvnzane ^T.r2ÿ0 nbsp;nbsp;-
2-. ,1 O ^'A.airane L^trana Corzano
Pomjnatio
Orct »uPtn
Hwahella.
quot;Vtantno ’■
R-ecebeUa.
iSa/a
*Ri'At nu'-nerba-
GiJmana
CRpmana
enzazto ir
Canoamp;t
t^a
C-J~obltnir
‘Drvttfl
quot;Bmnwîtn. q
MANTOVA
Tvbrteo
o'
O Galem
Q'U’riMt
*Pin*tA
^nzo^ttc
uCp^^thAe
igorAtna
I ^ifqUA
rprcaatao
f,r,0
^^*Kegal
Ravenna.
PA R_T
~Po^e^di^
S-Vta^
Lattbach At ®
CoA^^ S. Ciovâw
Uttbrotnna.
Poab AA 'liàtatifi
T)taa9
Antt^nanff
O Cemtcal Popetcbip
P^Zfhtcb quot;
OuoreAo m f ^^abnorafa^^ q .
^Carcavec -^- liZ6i2gt;tf/
O C^abupna ^jÿ^tn^udthf
^bLi([gt;o
P»ntA.dt^.^ ‘Ppanto^dorc
Urana^
■fûiuou^
5^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D E R E P V B L VAN VENETIEN.
van de eene plaets op de ander ; loo zijn ly mede overften over de valleyen , pallagien, doorgangen , van de Alpes Rheties, lulies en Carniques, door de welcken alle goederen van Italien nacr Duytslandc moeten palTeeren. Sterckte. De Venetiaenfche Staet is beter voorfien van grof gelehnt en andere gereetfehappen van oor-logh, als eenige Republijck van geneel Europaj aengefien, dat behalven meerder dan i yoo velt-ftucken, diefe hebben in haer Arlenael, en dan een* groote menighte van anderen behoorende tot de galley en, loo houdenlè noch daer-en-bo-ven alle haere llerckten en plaetlèn op ’t beft voorfien met diergelijcke wapenen : aengaende de andere wapenen, die hebbenlè mede in haer Arlènael , om wel 170000 mannen te wapenen, behalven de gene, de welcke gemaeckt werden tot Brefle, en in Breftan, alwaer ’t wapen-huys al-leenigh alle dagen foude können uytleveren meerder dan 200 mulquetten. Sy houden alles wel gewapent, loo wel haer garnilbenen, als volck te water en te landt,ja lèlfs meeft alle hare onderdanen zijn voorfien met alle loorten van nootwendige wapenen. Ziele». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;£)g Yenetianen,die rekeninge houden van alle hare onderdanen,ter oorlake van haer inkomen, maken ftaet te hebben in al haer landt, omtrent drié millioenen zielen, behalven Priefters, m.on-nicken, bagijnen, en loldaten. Doch dit getal en vindt fichniet altijdt gelijck ; aengefien fy eens in een generale tellinge gevonden hebben, tweemillioenen 808 duyfent,en 3y8 zielen, onder welcke fy hielden te wefen wel 3 86.y 8 2 man-nen,bequaem tot den oorlogh -, en in een andere tellinge hebbenlè maer gevonden 2 millioenen 402 duyfent, en 499 zielen, fonder de priefters, monnicken , nonnen en alle geeftelijeke perloo-nen , beneffens oock de loldaten leggende in guarnifoen 5 makende ftaet hier uyt te können kiefen 309 duyfent weerbare mannen. Sy hebben een ordinaris heyrkracht, ’t welck roawick, ^ïiöemen Cernide, beftaendein 3yooo mannen te voet, en verdeelt in arequebufiers, mufque-tiers en ,piqueniers, doende alle maenden exercitie , fonder te genieten in tijdt van vrede eenige Ibldye ofte vergeldinge , als alleenigh de privilegie van de wapenen temogen dragen, ’tls waer, datlè verfekert zijn, van in tijden van oorlogh geemployeert te werden , en Ibldye te genieten,het welcke de Capiteynen, Vaendragers, en andere bevelhebbers, die haer in oorloghs-faken exerceren, altijdt genieten. Onder dele foldaten zijnder omtrent yooo, diele noemen Bombardiers j ofte BulTchieters, het puyck van de jongelingen, uytgekolèn in alle fteden, oudt van ï6 tot 20 jaren, diefich exerceren, de eerfte Sondash van alle maenden , fchietende met het roer enmulquet om prijs die daer toe geftelt is. Dele worden mede gelijck de andere in tijdt van vrede niet betaelt, genietende de privilegie van de wapenen temogen dragen, en daer-en boven vry accijs van broot en wijn , voor foo veel fy van noode hebben, tot onderhoudt van haer lichaem. Defe hebben Ibmtijdts de Republijck dapper wel gedient,als onder andere in den llagh van Lepante. |
Aengaende ’t voetvolck , dat ly jaerlijcks on-» derhouden, en is’ergeen ander als die van de guarnifoenen , in tijdtvan vrede, beftaendein 8Ó77 koppen, foo in ’t vafte landt, als eylanden, behalven dat alle fteden daer-en-boven noch onderhouden yder ftadt 12 a i y mannen, bewarende alle heeren plaetlèn dagh en nacht, midts hebbende alle maenden ontrent vijftien gulden j maer in tijdt van oorlogh hebbenfe haer heyrkracht , waer van de meeftendeel bequamer is totdefenfie van de plaetlèn , als om gebruyckt te worden in ’t vlacke veldt, defe zijn het meefte deel Françen , Hollanders , Grifons en Corlèn , dienende loo wel te water als te landt ; mede lbo onderhoudenlè meeft doorgaens veel groote Heeren , lbo Italianen als vreemdelingen , tot overften van haer heyrlegers , en om in tijden van noot foldaten door haer te können werven, mede veel Capiteynen ,• defe alle te lamen zijn lbo wel onderhouden en betaelt in tijden van vrede als oorlogh, alhoewel ly in tijden van vrede geen troepen hebben. Niet tegenftaende de Republijk fich dient van uythcemlche overften, foo gevenfehaer nochtans twee compagnons, zijnde Venetiaenlche edelluyden, voerende de tytcl van Proyiedifori, ofte Opfienders, fonder wiens toelatinge de Generael van ’t leger geen macht heeft, eenige faken daer veel aen gelegen is, te beginnen. Aengaende de Ruytery, de Republijck onder- Rftpery. houdt ordinaris op’t vafte landt eenige companion Capeleten van Dalmatien en Albanien, om ’t lant te fiiyveren , en vry te houden van alderhande boeven en Banditen j en om in den oorlogh te gebruycken tot lichte paerden en couriers , zijnde t’eenemael daer toe bequaem , midts haer onverlaeghtheyt en dapperheyt van couragie. Doch ’t getal van defe ruy ters is d’eene tijdt grooter, en d’andere tijdt kleynder, na dat nbsp;nbsp;' de noot het felfde vereyfcht. Sy hebben mede noch andere ftradiots, ofte lichte paerden en Capelets, in de guarnifoenen van Dalmatien , en de eylanden van Zante, Ce-falonie en Corfou, makende met die van ’t vafte Landt ontrent het getal van 900, behalven veel andere lichte paerden in Candie, die fy hebben verobligeert tot wacht en tocht , fonder iets daer voor te genieten, als alleenlijck eenige vry-heden. Doch haer voornaemfte ruytery beftaet in Iware paerden, en in ’t getal van veertien Compagnien , geregeert door overften van de Republijck , waer van de voornaemfte compagnie genoemt weidt, de groote compagnie, hebbende hondert koppen, en de andere maer vijftigh. Delè ruyters zijn voor defen gehouden geweeft te onderhouden yder drie paerden ,• maer daer na is goet gevonden, datlè mochten voldoen met twee paerden , hebbende voor haer onder-houdinge alle maenden tien ducatenin tijdt van vrede, behalven de privilegie van de wapenen te mogen dragen , dat de edellieden meerder achten als geit. Want niemant onder delè ruytery aengenomen mochte worden,’t en zy hy bewees te zijn van adelijeke afkomfte , en begoedight jaerlijcks met hondert kroonen inkomen. Doch lèdert |
DE R E P V ß L ledertdefe laetfte oorlogen zijnlè vermindert, en verandert geworden in cuiraffiers, hebbende ydermaer een groot paert, en tien ducaten ter maent in tijdt van vrede, en vijftien ducaten in tijdt vanoorlogh, en tien worden betaeltvan de Republijck, en de refterende vijf, ter plaetfèn daerfe logeeren, uyt ’t gemeen.
Sy hebben in haer heerfchappye van ’t vafte Landt, behalven veelgroote rivieren, bequaem om den vyandt te ftutten, veel geberghten, en leer quade palTagien, mede de ftercke ftadt van Bergamo , om voor te komen en te beletten d’aenflagen des Spanjaerts, aen de zijde van den Staet van Milanen ; en aen de zijde van de Criions hebbenfè de ftadt Crema, uytermaten leer verfterckt tegens de Milaenfchen , ofte Span-jaerden,van gelijcke de fterckeforterelfend’Orfi Nuovi, en Ponte Vigo , om de felfde te ftutten aen de zijde van Cremonefe, zijnde een deel van ’tHertoghdom van Milanen. Mede lbo heb-benlè de leer ftereke plaets van Chiufa, gelegen in’t geberghtevan Veronois , opeen pafl'agie leer dienftigh tot tegenftandt tegens die van Trente , en de Aertzhertogen van Óoftenrijck ; van gelijeken de plaetlèn van Brefte en Vérone, zijnde mede leer wel gefortificcert met haer ka-fteelenj oock befittenle de Sterekte van Pefchie-ra gelegen in ’t lèlfde landt, aen de grenlèn van ’t gebiedt van Mantoua j met de Sterekte van Legnano op de frontieren van Mantouan , van de Hertogh van Mirandole, Ferrarois ofte gebiedt des Paus, tegens ’t welck lÿ hebben de fortificatiën van Padoua j gelijck die van Albla, tegens Mantouan.
Sybefitten oock de ftadt van Trevife omçin-gelt in haer gebiedt, dienende in’t noorden , en de zijde van ’t vafte Landt, als tot een bolwcrck voor die van Venetien,’t welck voor defe alleen-lijck tegengeftaen, en geftut hadde de vyanden van Venetien, die by kans fich meefter hadden gemaeckt vandegeheele reft van haer gebiedt in’t vafte Landt j lbo dat de Venetianen door haer hulp niet alleenigh haer vyanden hebben tegen geftaen, maer daer beneffens wederom gekregen, ’t gene ly hadden verloren.
Sy hebben in Friul, tegen ’t geweldt van de Aertzhertogen van Óoftenrijck , die feer ver-maerde forterefte van Palme,en die van Marano, Olbpo, Chiula, Cadore, en Monfalcon.
Aengaende Venetien, hoewel ly allenthalven openenongeftoten is, Ibo is haergelegenheyt nochtans lulcks,dat ’er geen ftadt in gantfeh Europa beter en is verlèkert, mits het onmogelijc-ken is te landt oft te water met een leger daer by te komen , aengefien datle gelegen is, noch in ’t vafte Landt, noch in de zee, maer in maraften die fich heel verre uytftrecken, alwaer foovan wegen de leeghte van’t water,en de nauwe doorgangen, geen lcheeps-armade Ibude können paf feeren; daer beneffens is de oever mede verfterkt met kafteelen, en maraften voorfien met bol-wereken op alle noodige plaetlèn. Dat meer is, de kanalen door de welcke de lchepen fouden moeten pafleeren, als zijnde nauw en ondiep, fonde men lichtelijek können vollen met ftaket-fels, en diergelijeke faken meer ; mede in de ha-
ItalUn»
. N V E N E T 1 E N. . ven van de kafteelendie recht over de ftadt is gt;nbsp;en können de groote lchepen niet inkomen , het zy met hoogh water en groote vloeden. V^ant lbo drae de zee door de windt beweeght is, wort bet lant lbo herwaerts en derwaerts gelmeten dat het nu de ingang van de haven opent, en dan wederom toefluyt, lbo dat men dieshalven aL tijdt piloten onderhoudt, die, loo drae de tem-^ peeft ophoudt,de plaets,wacr dat de paftagie ge-* bleven is , Ibecken te ontdecken, toonende ais dan de felfde aen de barequen die gaen en komen.
Sy hebben daer-en-boven het Arlenael lbo vol van allerley materialen, bequaem om bruggen te maken , kafteelen , paliladen en diergelijeke, oock foo wel voorfien van galeyen, allerhande materie om fchepen te bouwen, kanonS en inftrumenten van oorlogh, behalven dat de ftadt leer groot is , vol volck en inwoonders, lbo geoeffent en ervaren in ’t loopen van de ftroo-men , verandering van gronden, en alles wat de kennifte van de zee meerder vereylcht, dat het onmogelijck is, dat haer vyanden, dies aengaende , foo machtigh Ibuden können zijn als zy. In manière, dat de fterckheydt delès ftadts niet al-leenlijck capabel is van haer te onderhouden Ibnder troublen ; maer daer-en-boven oock bequaem tot de conlèrvatien des Staets van ’t vafte Landt, en zee-plaetfen , als könnende mackc-lijck en haeftelijckfecoureren d’een en d’andere.
Maer is’t fake , dat wy confidcreren haer macht te water , lullen wy bevinden die lèlfde veel urooter te welen als die van ’t landt, als zij nde oock ’t meefte by haer in achtinge,en oor-laeck van haer grootheyt. Mede zijnfe veel beter geoeffent in den oorlogh te water als te lant i daer beneffens foo machtigh in de Middelandt-Iche zee , dat ’er niemant van de Chriften Prin-cen by haer te vergelijeken is, in menighte van fchepen; de Turek felfswijckt haer indapper-heytvan courage.
Haer groote macht ter zee komt uyt het Ar- S/erektef» fenael, het grootfte, lchoonfte en ’t befte voor-fien van de geheele werelt, in ’t welcke men aU tijdt over de 200 galeyen ofte galeaffen vint, behalven een ongeloofelijcke menighte van grof gefchut en allerhande wapenen, voor foldaten te water en te landt. Aengaende het hout, om fchepen te maken, dat hebbenlè in groote abon-dantie, komende van Iftria , Friul, Padouan, en van de contreye van Trevila, landen al te lamen gelegen aen de zeekant, alwaer ly ordre geven om alle eycken te bewaren tot bouwinge van fchepen, en daerom is het niemant geoorlofc een boom af te houwen, fonder Ipeciaei confient, alhoewel ftaende op de landen van den adel en eygenaer, en al dit hout wordt over de zee, ofte door rivieren , die haer ftrecken in de zee, ge-voert tot in Venetien. Sy hebben mede yler-mynen, lbo te Breftan , Bergamalco, Friul als Trevifian, als mede mynen van koper en ftael, bequaem om Ipijckers, gelchut, anekers en andere nootwendige dingen te maken. Tirol, dat , haer bepaelt, voorliet ’er fiomtijdts van kleyne . Ipijckers. Sy hebben mede teer, maer niet ge-. noegh, lbo datlè dat fiomtijdts halen in ’t gebiet
A a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van
-ocr page 86-DE REPUBLYCK
van den Turek. Oock verfamelenfê menighte van liennip tot Montagnana, eenplaets onder haer gebiedt,maer niet genoegliToo dat die van Bologne haer noch meerder toelchicken. Het feyl-doeck krijgenle uyt Duytflandt 3 en de riemen uyt haer eygen landt, voornam.entlijck uyt ’t bofch van Canlèro , en de Alpes van Friul, als mede menighte van Tirol 5 de boomen om maften te maken, krijgenfe uyt’et gebiedt van den Turek. Het lood en tin hebbenle van Engelant, en ’t graefichap van Tirol, en allerhande foor-ten van wapenen uytBrelTe ; als van gelijeken fchutlèls ofte deckfèls voor de galeoten uyt Dalmatien ; het laken, kanefas, erten, boonen, rijs, vifch, vleelch , en andere behoeftigheden, dienende tot kleedinge en Ipijs voor de galeoten, geeft haer eygen landt. ' Vorders is ’t niet wel mogelijck om te verhà-len, de menighte van fècreten, de welcke on-deckt en gevonden zijn in het Arfenael, belangende de deucht van ’t hout, om dat wel te kennen, en de middel om te confèrveren , mede om de metalen wel te vermengen, ’t gelchut te gieten , ’t felfde te formeren van grootte , dickte, lanekte, en diergelijeke , als oock de manier van het lichtelijck te können ftellen en keeren wer-waerts men wil, in voegen dat ’er geen beter ge-maekt nochte gevonden kan worden ; als mede geen galeyen foo fchoon en wel gemaeckt als de nare, fbo dat de lange experientie van vele tref-felijcke arbeytslieden, die in het Arfenael gefta-delijcken arbeyden, haer gebracht heeft tot een volkomen kennilTe van alle dingen te brengen tot volmaektheyt.Daer zijn ordinarisfoo veel arbeytslieden in die plaets werckende,datj(è op alle tijden louden können armeeren , in de tijdt van tien dagen , dertigh galeyen , wanneer de noodt lulcks vereyfchte. Aengaende de galeots, ofte roeyers, waer mede defe galeyen moeten gear-meert worden, daerinne heeft de Republijck wonderlijck wel voorlïen, en een ordre geraemt om fonder eenige moeyten in den tijdt van tien oft twaelf dagen toe te ruften een armee van 80 galeyen, in voegen als volght : Alle konften en ambachten van Venetien , hebben hare fcholen ofte gildebroêrs , in een ,groot getal, en feer rijck. Dele gilden zijn gehouden op te brengen in tijden van noodt een getal galeots ofte roeyers , bequaem om te armeeren 2 y galeyen, en dit getal is groot ontrent drieduylêntperlbonen,' en worden aengenomen op dele manier : Nae dat de gilden al te lamen verlamejt zijn, lbo doet men de naemen van alle de gildebroêrs in een doosjen , dat gedaen zijnde , foo treckt menfe daer wederom uyt, en als dan die gene , op wien het lot gevallen is , is gehouden te gaen felfs in perlbon, ofte een ander te befchicken in fijn plaets, hem gevende y o ofte 60 ducaten eens voor al,welcke lomme ly dan te bewaren geven in de banek daer toe geftelt, dit alfoo gedaen zijnde, blijvenlè dies aengaende vry en in de ruft. Het broederlchap ofte gildt van de Barquerols,niet alleenlijck van Venetien, maer van de geheele Staét, is gehouden te armeeren 2 y galeyen, op de manier als boven. De dorpen en plaetfen behoorende ouder het vafte landt, zijn gehouden te armeeren li galeÿeh j van gelijeken Iftria en Dalmatien mede 12 , eyn-delijck, het eylandt van Candie alleenigh 10, lbo dat alle dele ambachten en plaetlcn te lamen armeeren 84 galeyen , en foo wanneer de Republijck een grootter getal begeert te hebben , dat doetlè op haer eygen koften. Sy hebben lelfs 10000 roeyers geenrolleert, ofte ingefchreven in ’t vafte landt ; en geheel Dalmatien en Sela.® vonie befchickt haer mede een groote menighte, en dat goet koop. De ftadt van Venetien allecn-lijck, als ’t de noodt vereylcht, armeert vijftigh galeyen, en Candie veertigh, Aengaende de vivres , daer zijn binnen de ftadt groote packhuy-fen vol koren, ja felfs bilcuyt, ai gebackenen gereedt voor de armé 5 wat belangt de foldaten, vermidts haer groote overvloet van gout en fil-ver,datqualijck{bude können uytgeput worden, fullenfe nimmermeer gebreck hebben. |
Sy hebben ordinaris, tot wacht en fekerheyt van haer golf en eylanden , 3 y a 40 galeyen ge-armeert,dewelcke haer yder een jaerlijeks i y000 dukaten koften, daer onder begrepen de bilcuyt. Dit is oorlaeck, dat de zee niet alleenlijck ge-luyvert wordt van roovers, maer dat den Adel haer daer benevens oelfent in ’t vechten ter zee, hoewel geen oorlogh hebbende met eenig Prins, ’twelckhaer altijdt doet houden in groote ach-* tinge en aenfien. Maer lbo wanneerfe vernemen, dat de Turek mede armeert, verdubbelenlè ia der yl’t getal van haer galeyen,makende een Ge-nerael te water, wiens naem ontfien wort by den Turek, zijnde altijdt een edel Venetiaen, gelijck oock de Proveditor^ deCapiteynen en andere Overften van de galeyen zijn mede Venetiaen-fche Edelluyden j niet tegenftaende dat Ibm-tijdts, alhoewel leer felden, ly de oppervoogh-dylchap van de galeyen geven aen een Edelman van Dalmatien, ofte een Venetiaenlche burger, en dat door een belbnder faveur. Aengaende haer ordinarilfe armé, heeft voor Overften , de Proveditor generael, de Capiteyn van de Forca-ten, ofte delle Formate j en elcke galey, lbo wel van defe armé, ofte een ander die grooter Ibude mogen welen , heeft een regeerder met twee jonge Venetiaenfche Edellieden , gaende om haer te oefténen. Aengaende ’t geweldt van dele Republijck, in tijdt van noot, men acht datfe ter zee kan toeruften , meerder dan 200 feylen, gelijck ly al lang voor defe gedaen heeft, hebbende op verre na niet lbo veel macht, noch haer Arlènael lbo wel voorfien als nu, dat tegenwoordigh over-vloeyt van alle’t gene noodigh is tot een groot voornemen. In ’t jaer i yyo hebbenlè uytgeruft: tegens de Tureken lyogaleyen, ii galealfen, een galioen, en 20 groote Ichepen. Deinwoonders van Aquilien,Concorde, Opi-terge, Padoue , en andere groote lieden van de Venetiaenlche provincie verwoeft zijnde door Attila, Koning van de Hunnen, hebben haer begeven in de moralTen van Venetien, ofte oevers gelegen dicht by haer eerfte woonplaetfens bouwende aldaer in de moralTen,ofte op haer oevers, die ly oordeelden van een bequame gelegen-heyt, ontrent 22 Heden, alwaerdatfyhadden in |
4
VAN VENETIEN.
éi
Hertog, in yâer plae'ts om gcregeert te worden , een Tri-bim ofte Overften, gekoren door fijn mede burgers ; eyndclijck foo hebbenlè gerefblveei t en goet gevonden, dat alle defê Tribuns ofte Over-ïten op een ïèkere dagh te famen fouden vergaderen , om te delibereren van ’t geen noodigh foude zijn tot de welftant van ’t gemeene beft. Doch daer na confidererende dat delè menig-te van Regeerders haer Staet fchadelijck was, hebbenfe goet gevonden, in ’t jaer 679 te kiefen een Prins ofteHerrogh, hem noemende wiens fit-plaets eerftclijck is geweeft in de ftadt Heraclée, gelegen op’teylandt dicht aenden ingang van Piave, doch t’/amén gevoeght met het vafte landt, naderhandt teMaiamecco , en eyndelïjck tot Rialto ofte Venetien, alwaèr datlè federt altijdt is gebleven , als zijnde in d’allerfe-kerfteplaets. De eerfté Hertogh, gekoren door het volck, regeerde én gebood by kans na fijn eledie ablb-iutelijck allcenigh. Doch de derde Hertogh zijnde omgebracht, alfoo hy fijn macht mis-bruyckte, heeft men beginnen te maécken een nieuwe Magiftraet, ofte hooft over de gemeente , genaemt het Hooft van de Ridders, wiens naem in’t vijfde jaer Wierde uytgebluft ,• lbo dat men wederom als voren Hertogen heeft begonnen te kielen , van de welcke, alfoo daer drie ge-doodtzijn, tot de tijden van Sebaftiaen Ciani den dertighften Hertogh, heeft men acht genomen op de reformatie van de verkiefinge, die alfoofo nauwelijks gefohiede fonder tweedracht en disordre, als zijnde in de handt van ’t gemeene volck, ftelde men in’t jaer 1292 ten tijden van Hertogh Pedro Gradenico, foo wel ten dien eynde, ais tot moderatie van de al te groöte au-toriteyt des Hertoghs, de manier die de Repu-blijck naderhandt altijdt gevolght heeft. |
Den Hertogh dan zijnde overleden, terftondt nae fijn uytvaert, de oudtfte van deRaedtshee-ren van ’t Collegie, befit de plaets van den overleden Hertogh, voerende de naem van vice Duc, en onthoud fich in’t paleys van de Hertogen , ten lafte van de gemeente ter tijdt van de verkiefinge; by hem hebbende de Raedtsheeren, dewclcke des anderen daeghs’s morgens doen verfamelen den grooten Raedt, alwaer dat men Verkieft drie mannen die haer informeren wegen het comportement des Prins, en dan noch vijf Correóteurs tot herftellinge vandesfelfsautori-teyt, en defo beraden haer te lamen van ’t gehe daer by ofte van gedaen moet werden. Daet nae gebracht hebbende haér advijs voor den grooten Raedt,’t gene dat als dan de felfde goet vindt door de meefte ftemmen wordt gevolght. Dit gedaen zijnde, foo foheyt den grootenRaet, en daeghs daer aen komtfe wederom te famen, doch alleen beftaende inEdelluyden, oudtten minften dertigh jaren. Daer nae foo doet men in een vat even foo veel ballekens, als ’er Edelen vergadert zijn. Waer onder altijdt dertigh gouden moeten wefon, en derefterende zijnmaer van filver ; als dan foo roept men een yder volgens de ordre waer in hy is gelèten j en foo haeft hy gekomenjis voor ’t geftoelte der Raedtsheeren en der veertigh Rechters over ’t criminael, cen kindt, datfo noemen BaHotin dat is, ëeh bal-trcckertjen, trekt een balleken, ’t welckindien’t van gout is, wordt het terftondt door den Secretaris uyrgeroepen, en alsdan de vrienden van de geroepenen , komen niet rot lootinge van de ballen, hoewel geroepen zijnde; en alle de gene, die de ballekens van gout ten deele vallen , ver-trecken fich befonder in een plaetle van de fale daer toe beftemt, en alsdan foo Icheyt den grooten Raedt. Doch dé Raedtsheeren blyven in haer plaetfen,voor de welcke dan verfchijnen de dertigh gekoren door de goude ballekens, die, naedatfe in een vat negen gouden, eneen-en-twintigh filvere ballekens hebben gedaen , foo blyven die gene,aen de welke de goude balleken^ te deel vallen, en de andere gaen wegh; dan ver-kiefen defo negen, lotende met ballekens, andere Veertigh, waer van dat ’er niemant wordt gehouden voor gekoren , ’t en zy hy hébbe fes ballekens van negen. Defo veertigh verkorenen, na datfe geroepen zijn, gaen tot den hoet, even ge-lijck als de dertigh , dat is, men werpt in een vat twaelfgouden, en acht-en-twintigh filvere ballekens , en defo , aèn de welcke het kindt geeft de twaelfgoude ballekens, blijven, die daer nae wederom door lootinge van ballekens kiefen vijf-en-twintigh, en defo vijf-en-twintigh gaen na den hoet, in welcke maer negen goude ballekens zijn;daer na defo negeh, aen wien de goude ballekens te beurt gevallen zijn, kiefon wederom door lootinge vijf-en-veertigh, die mede gaen nae den hoét, en eick voor wien dat het kindt goude ballekens getrocken heeft, kiefon door lootinge van haer ballekens een-en-veertigh. En als dan den grooten Raet verfamelt zijnde, worden defo 41 , die in ’t gemeen zijn de voornaem-fte van de Republijck, aldaer beveftight, die, na datfo te famen befloten zijn, den Prins kiefon, de welcke op ’t minft moet hebben 2y ballekens. Eenige, tot behulp van de memorie, hebben ge-maeckt defo Italiaenlche vaerfen, die ’t alles vervatten : Ti'cntandc^gs il Confeglio, Dd quai nöy)e hanno il meglio. ^efli eleggwo quaranta, Ma chi pin di lor ß ^anta Son dodici, ehe nef anno Venticinqne ^ tna ne flantid Di quefiifoli noDe, ehe fan ton le lOrpro'Ve ^arantacinque a ponto, De^ quali undid in conto Eleggon quaranta uno^ ehe chiuß tutti in uno^ eon locnticinque almeno Votif anno il Sereno Prencipe, chicort'c^^e Statutij ordinij e legge. Maer’t gene dat gedenckwaerdighft is in defo verkiefinge, en dat defo 41, nae datfo te fomen vertrocken zijn in een fiiel belbnder,alwaer datfo hooren de Mis van den heyligen Geeft, te fomen eendrachtelijck fweeren, van af te ftaen alle paf-fien en fuchten, geen opficht te hebben, als ten befte van de Republijck ; voorders ailes wat ’er in defe elediepafleert, onder haer focretelijck te houden. |
DE REPUBLYCK
Té'eyfc». houden. Daer nabefluytenfe haer alleen, en kie-Zèn drie hoofden van de oudtfte diele noemen Prieurs, en twee SecretarilTen van de jongfte. De Prieurs fittende, hebben een tafel voor haer ftaen, met twee dobbelde doosj ens daer op, en de SecretarilTen maken 41 biljetten , waer van datlè een toegevouwen biljet geven, met een balleken aen y der , dit gedaen zijnde, komenfe d’een voor d’ander na, voor de Prieurs , alwaer eenyder lchrijft op fijn biljet de naem van de gene, aen wien hy fijn ftemme geeft, en de Se-cretariflen lchrijven defe namen , en het getal van de Hemmen van een yder, welcke namen die ten meellendeel niet meer zijn, als lèsofte feven , werden in een vat gedaen , waer uyt fy op het avontuur getrocken werden,als dan wiens naem eerll: getrocken is , vertreckt fich in de fael, en de andere gaen voort in ’t trecken j en in dien dele eerfte vijf-en-twintigh Hemmen , ofte baJlekens te beurt vallen, lbo is hy Hertogh, lbo niet, lbo treckt men den tweeden naem uyt, en dan komt men wederom tot de ballekens, doende delgelijcks met de derde en refterende namen, ter tijdttoe, dat’er een hebbende op’t minlie 2y ballekens, Hertoghgekoren wordt, waer van dat men datelijck de wete doet aen de Seigneurie, dat is te leggen , aen de lès Raedts-heeren, die terftondt den nieuwen Hertogh gaen belbecken, om haer te verblycn over fijn ele-ótie j indien de faeck by dagh gefchiet, foo worden de kloeken van S. Marco , en alle de andere van de Hadt geluy t, mede foo doet men de weet aen alle Heden en forterelïen van deRepublijck, die van gelijeken doen, fchietende daerbenef-fens met grof gelchut, geduerende drie dagen lang. De bloetverwanten en vrienden van den nieuwen Hertogh gaen hem mede falueren , de welcke zijnde ineen ftoel, gemaeckt tot dien eynde, wort van haer geleyt tot aen fijnpalays, en daeghsnaefijn verkiefingegaet hynaerSint Marco door dekleyne poort, dicht aen’t autaer van S. Clement, klimmende aldaer op een verheven plaetlb gemaeckt van porphyrlleen in de langte op fijn Italiaens, by hem hebbende de oudtfte Sénateurs, waer van twee ofte drie daer toe van de andere gekoren, doen verftaen aen ’tvolckfijn verkielinge en meriten, en de Hertogh van fijn zijde belooft wel te gouverneren, de gerechtighey t en vrede, foo veel in hem is, te mainteneren , als mede overvloet van alles. Dit gedaen zijnde, komt hy af nacr ’t choor, alwaer hy voor het groot autaer neder knielt, ßveert op het MilTael, ofte mis-boeck, zijnde tulTchen de handen van de Primicerius van S.Marco ofte fijn Vicaris, ofte een vand'e oudfte Canonicken , van te conferveren den Staet en de eer van die kerek j daernaolFert hy vijftien nieuwe goude fequins, geHagen met fijn ftempel, en Helt fich midden in ’t koor, ontfangende aldaer de roode Handaert van S. Marco, uyt de handen van de Primicerius, fijn Vicaris, ofte van een van de oudtHe Canonicken , die hem leydt ; dele Handaert lever ick in de handen van u Sereniteyt, tot teecken van een ware dominatie^waer op dat hy antwoort,ick ontfanglè in de name Godts, en onfeProteéteurS. Marco; en alsdan geeft hyfe aen den Admirael van ’t Arfenael die de lelfdc brengt tot aen de trappen buyten het choor, alwaer dat den Hertog klimt op een kleyn Hellage-ken , dat men lichtelijck kan dragen, en dat expres daer toe gemaeckt is,’t welck ly noemen Galea , ofte Galeye, by hem hebbende twee van fijn naeHe bloedtvrienden, die doorgaens onder het volckgeldt werpen, zijndevergelbllchapt van den Admirael met den Handaert, en worden aU lbo gedragen van de lieden van ’t Arlènael, ront-om de plaetle: dat gefchiet zijnde, komenle door de groote trap in’t paleys, alwaer dat de 41 Eleóleurs den Hertogh verwachten en ont-fangen. Als dan twee van de jongHe Raedtshee-ren doen hem de muts op ’t hooft, en de oudtfle de Princelijeke hoorn ; daer nae , den Hertogh fittende in de princelijeke Hoel in de fael van de Pio veghi, Ipreeckt eenige woorden aen ’t volck, vol van hoop, en dat gedaen zijnde, gaet hy eyndelijck naer fijn paleys. Daeghs daer aen gaet hy wederom naer S. Marco, vergelbllchapt met de 41 Eledeurs, ende andere Heeren van den Raedt, als oock met de AmbalTadeurs van dePrincen, hoorende aldaer de Mis van de H. |
de zy van oven alle andere ; jae met fijn merek, ’t welck hy alle jaers continueert op den dagh van fijn verkiefinge. Hy gaet mede in Sint Marco, wanneer hy de Handaert lal geven aen den Admirael van de zeej ofte de filvere Icepter aen de Capiteyn ofte Generael te landt; de welcke na de ontfangen eer, haer letten aen felfs boven de AmbalTadeurs van de Princen. Soo menighmael hy verfchijnt in ’t publijck , zijnder achtmannen die voor hem dragen acht Handaerden, te weten, twee roode , twee witte , twee blaeuwe, en twee van violet. Doch ly gaen in fi)odanige ordre, datlè in tijden van vrede, de twee witte Handaerden voor hem dragen ,• en in tijden van oorlogh, de roode,- geduurende de trefves, de blaeuwe ; en in oplchortinge van wapenen , de violette. Daer-en-boven foo blaell men mede voor hem fes filvere trompetten , leer groot, gevende een geluyt ofte harmonie uyt-termaten aengenaem,- daer na lbo draeght men hetoorkuflèn, den gouden Hoel, het verhemelt, onder ’t welck den Hertogh gaet, hebbende op fijn hooft den princelijeken hoorn , ofte ’t prin-celijck roodt bonnet, zijnde t’eenemael belet met koHelijeke geHeenten, en fich van achteren opheffende in gedaente van een hoorn, met een witte muts daer onder, het welcke reprefentcert d’oude Diademe, ofte ’t koninglijeke hooft-çie-raet. Hy draeght mede een mantel van brocade, filver, goudt laken, ofte een roode karmofij-nen zijden mantel, met eenige herminen, op de muts des felven, hebbende onder dele mantel, een rock met goude oft filvere boorden,ofte van eenigh roodt karmofijn zijde laken , met een lange Haert gevoert met eenigh koHelijck bont, en gedragen door een jongen, te weten ’s winters , en uy rgelbndert de heylige weeck, en de begraelfenifien , in de welcke hy gaet geklcet in ’t roodt lchaerlaken. De Nuncius van de Paus gaet aen fijn rechter-handt, en die van den Key-Ibr aen de llincker, waer op de andere Ambafia-deurs. |
VAN V Ê N Ê T ï Ë K
(leurs , en omtrent fèÛigh edellieden volgen, van welcken dat’er een,genoemt den ridder van denHertogh, achter hem draeght een opgeheven fwaert, ftekende in een goude fchee, tot teecken, dat hy niet vermag alleen, en nae fijn goetduneken te rechten, wanneer iemant eenige faute heeft begaen , noch dat de geheele rege-ringe van de Republijck aen hem aileenigh niet en beftaet,maer mede aen de Senatoren die hem volgen. Men draeght oock mede, dooreerbie-dinge, voor hem een witte wafle kaerlè. Hy is gehouden alle jaren eens te onthalen alle^^e-len, komende in den grooten Raedt ; en tot dien eynde, foo traóteert hy op den dagh van Sint Steven, daeghs na Kersmis , de fes Raedtshee-len die hem aflifterensde hoofden van den Raedt van tienen j de Avogadors, de opperfte van de veertigen, en alle andere treffelijcke Senateuren. Op den dagh van S. Marco noodight hy andere Edelen, doch jonger , en op den dagh der He-melvaert Chrifti , zijnde wederom gekomen van Düi Caflelli, houd hy by hem alle de gene, die hem geaccompagneert hebben^ feefterende mede, op dendaghvanS.Vit en S.Modelle, de jonge edellieden van den Raedt ; behalven een andere groote feeft, die hy alle jaren op den dagh van fijn verkiefinge houdt. Mede fendt hy ailejarcn aen yder edelman, wordende een van den grooten Raedt,een degen van filver, waer in gegraveert is de naem van den Hertogh, ’t jaer van fijn digniteyt, met dele woorden ; Venstiarum Principis munas : in plaets van drie water-vogelen, welcke de oude Hertogen plachten aen de edellieden te vereeren. Hy gaet alle woonsdaeghs met fijn Raedts-heeren, en de hoofden van de veertigen naer ’t paleys,om de Rechters te vermanen, datfe wel louden rechten, en goede jullitie doen. Mede lbo gaet hy alle jaer de zee trouwen , op den dagh der Hemelvaert Chrifti, klimmende met den Raedt ofte Senaet op de Bucentaure, een groot fchip, en fmijtende een goude ring in de zee, toont hy meefter daer van te zijn, en dat ’er niemant in de Golf van Venetien mach varen Ibnder permiftie van dele Republijck. Dit is ge-praólifeert geweeft, federt dat den Paus Alexander den III, vervolght zijnde van den Keylèr Frederick Barbaro fte, fich begaf tot V enetien, en hem verberghde onder de Cellebroers , al-waer dat hy entdeckt wierd , ofte bekent van een feker Commodus ,• de faeck dan op dele wijle geopenbaert zijnde, heeft den Hertogh Sebaftiaen Ziany acngenomen de defenfievan de Paus, tegens Otho foon van den Keyfer, de welcke hy oock overwon en gevangen nam ; tot erkentenilTe van dien , ging de voorfchreven Paus, Ziany wederom te gemoed, tot de kaftee-len toe, ftekende hem aen fijn vinger een goude ring , en hem macht gevende met de felfde dc zee fich te onderwerpen ; en begeerde dat foo wel hy, als fijn nakomelingen , op de manier als boven, alle j aren de zee fouden trouwen j op dat een yder in’t toekomende Ibude weten, datly hadden de heerlchappye over de zee, en dat de felfde haer onderdanigh is, gelijck een vrouw haer man. Italien, |
Hy heeft van de Republijck allé Weken hon-^ dert dukaten j om te onderhouden een magni-fijeke treyn, waerdigh de Staet dien hy befits Volgens d’ordonnantie moet hy hebben , aeii filverwerek op’t minft voor 4000 ducaten. Mede is hy verobligeert te onderhouden een Cavalier met tien ftaetknechten, oftepagien, om hem te accompagnererï, behalven alle andere officiers van denhuylè. Als men hem gaet begroeten wegen fijn elè-ólie, dat mach niet gelchieden in grooter getal , als van twintigh perloonen. Hy mach niet toelaten,dat men hem de handen kuft,ofte voor hem knielt, oft den ty tel geeft van edele magnifique. Hy is gehouden te geven, een half jaer na fijn kiefinge, aèn de kerek van Sint Marco, voor veertigh dukaten aen goude laken - Hy ver-magh fich niet te trouwen met eenige vreemde vrouwen, noch fijn kinderen, foo wel de gêné die van mannelijeke als vrouwelijeke gellachten zijn, vermogen haerniet tehouwelijeken met vreemdelingen , ’t en zy met conlcnt van de tien Raedtsheeren, drie hoofden van de veertigen, en’t meeftendeel van den grooten Raedt. Hy vermach niet te gaen buy ten het Hertoghdom, noch de haven van Malamocke, ’t en zy met believen van den grooten en kleynen Raedt, en dat op de verbeurte van duyfent goude dukaten, die geeylcht worden door de Advocaten van’t gemeen. Hy vermach niet te doen Hellen fijn wapenen,beeltenilTe, ofte letters beteeckenendc fijn naem, op eengemeene plaets, buy ten het palays ; noch genoemt werden in gemeene uyt-roepingen,’t en zy die gelchieden door goedvinden van de Raedtsheeren, en lbo wanneer men eenige uytroepinge doet, in de naem van eenigh ampt, foo roept men : Sulcke officiers doen weten , amp;c. Hy is mede gehouden te betalen de tiende, en andere lallen meer, daer benevens in tijden van noodt voor yder tiende drie hondert dukaten. Hy vermach niet aen te nemen eenigh pre-lènt, als van gelijeken de Hertoginne, noch haer kinderen, noch geenige van den huyfe j noch hy, noch de Hertoginne , en haer kinderen vermogen voor iemant eenigh am^pt ofte officie te procureren, lbo wel van’t gene dat .werelt-lijck als geeftelijck fonde mogen zijn. Niemant van fijn geflacht oft vrientlchap vermach fijn Raedtsheer te wefen , ofte opperfte van den Raedt, mede fijn kinderen , noch kindts-kinde-ren vermogen te gaen, noch te fitten , voor de Procureurs van S. Marco,ofte eenigh gouvernement en kapiteynlchap bedienen, als mede niet gebruyckt worden tot Ambafladcurs en Pourvoyeurs j alleenlijck vermogen ly te worden Ca-piteynen over twintigh galeyen, enHaer onder. Voorders zijn broeders vermogen niet te zijn Generalen ter zee, noch Pourvoyeurs van de armé , Capiteynen van de Golf, Pourvoyeurs generaels in’t leger, noch gelbnden Ambalfa-deurs aen de Prineen ; als van gelijcke fijn broeders noch kinderen , ofte eenige van fijn bloet-vrienden, vermogen te zijn van den Raedt der tienen, geduurende fijn leven , ofte eenigh Ma-giftraets-ampt te bedienen, lbo binnen als buy- B b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ten |
DE REPUBLYCK
menighmael hy komt in den Senaet ofte groo-ten Raedt,ftaenfe altemael op,eerendc hem met nedergebogen hoofden. De Magiftraten ftaen* paerlcn en gefleente, defè plaets gaen befichti-over-end , en entdeckt wanneerfe aen hem fpre- genj dat gedaen zijnde, gaet fy na de plaets, ge-ken. Men flaet met fijn naem en beelteniffe al- deftineert tot haer wooninge 5 gelijck gedaen lerhande munten 5 onder de felfde fendt men ten Veneti'cn ; behalven datfe Reformateurs van ’t School vanPadua mogen worden,Pourvoyeurs van de munt, en Arlenaei,, en diergelijcke amp-ten meer, ja felfs vermogenlè te zijn Procureurs van Sint Marco, van den grooten Raedt, en den Raedt van’t Senaet, in deweickelÿ vermogen tegaen, geduurende de geheeletijdt van haer leven : fijn broeders en kinderen, hebben mede de eer van de rock met de princelijcke mouwen te dragen. Den Hertogh vermach te fpreken in den grooten Raedt in faveur van de fijne, doch wordt niet geconcludeert in fijn prelentie. De gene die tot eenigh gouvernement gekoren werden,vermogen hem niet te bedanken.Hy gaet in alle de Raden , doch vermach niet te refolveren ofte te executeren fonder hare approbatien,hebbende maer een ftem in den grooten Raedt, en twee in den Raedt van de Pregady, ofte Senaet, dewelcke hy Zelfs erkent als Overften, Doch foo oock alle brieven en patenten van de Republijk, mede werden daer onder verkondight alle wetten en ftatuyten j alle brieven gefchreven aen de Senaet werden aen hem geaddrefleert, als van gelijcken alle Ambaffadeurs, en wie dat ’er iets met deRepublijck te traderen heeft, gaettot den Hertogh. Doch hier in heeft hy van noode de afliftentie van ’t Collegie j en vermach niet te openen eenige brieven van Princen , Prelaten, Societeyten , ofte andere, buyten ’t gebiedt van de Republijck, op verbeurte van hondert kroo-nen van yder brief, fonder de felfde ecrft ge-toontte hebben aen de Raedtsheeren , ofte ten minften aen’t meefte deel van dien, en twee op-perfte van ’t Collegie, doende die lefèn in haer tegenwoordiglieyt. Hy vermach geen aud entie te geven aen eenige Ambaffadeurs, ofte diergelijcke perfoonen, noch te antwoorden op eenige materie van Staet, fonder by hem te hebben op ’t minfte vier van de Hoofden der Raedtsheeren, en twee van de veertigen. Noch vermach te antwoorden aen de Ambaffadeurs ofte Agenten op ftaende voet, maer moet feggen, dat hy advijs fal nemen van den Raet, en antwoorden volgens haer deliberatie. Soo hy komt voor eenige tijdt fieck ofte ab-fent te zijn , een Raedtsheer, gekoren door fijn Raedtsheeren, heeft de felfde macht als hy, regerende in fijn naem alle de dingen, voor de welcke hy moet forgen. Tot befluyt, fbo heeft hy maer de fchijn van een Prins, en niet de daedt -, hoewel dat nae fijn doodt het felfde fcliijnfèl van Monarchie is blijvende i vermidts men als dan geenige faken ten eynde brengt , noch de Magiftraet audiëntie geeft ; noch den grooten Raedt fich vcrfamelt om Magiftraten te kiefèn, en de loop van juftitie gefloten blijft, over den geheclen Staet, geduurende drie dagen , in welcke tijdt de Senaet alleenlij ck,oft den Raedt van de Pregady,fich ver-famelt tot regeeringe van de Staet. |
Indien hy getrouwt is,en de Hertoginne, diefe noemen Dogareffa, gekroont wil welen , en den princelijcken Hoorn ontfangen,ofte een bonnet gelijck des Hertoghs, fbo gaet de geheele Seigneurie , op de Bucentaure, en platte fchuyten, vergefèlfchapt met veel galeyen , Brigantins, en andere fchuyten van particulieren, haer halende in haer paleys, brengenfe tot op de plaets vart Sint Marco , alwaer dat fy ontfangen wordt met ’t geluyt van veel eer-fchoten, van grof gefchut, mujj[uetten, en verfcheyden andere inflrumen-ten.ÿ en gefalueert van alle handtwercks- en am-bachts-lieden, die in goede ordre en groote magnificentie zijn,marcherendc rondom de plaets, en gaen in ’t paleys van S. Marcoj alwaer dat eert yder van defe ambachten zijn plaets, verkregen door lotinge in een groote fael,op’t koftelijckftè toegemaeckt heeft, om met treffelijcke, en ma-gnifijcke collatien de Hertoginne met haerby-hebbende edele vrouwen te ontfangert, die al te famen,op’t koftelijckfte opgepronckt met gout, heeft Morofine Morofiny, vrouw des Hertoghs Marini Grimany, op welckers krooninge fiilcken pracht en magnificentie gefchiede, dat een heel boeck noodigh fbude zijn om ’t felfde te vervatten. DeRepublijckbewijft deHertoginne eenigh inkomen op de accijfen van de vruchten,en andere dingen, nae haer krooninge , jafèlfs nac ’t overlijden van den Hertogh wordt fÿ befon-derlijck ge-eert,en gerefpedeert,en draeght den princelijcken Hoorn, met klecdinge over een-komende in Majefteyt met des Hertoghs, de welcke andere edele vrouwen niet foudcn derven dragen, als onder andere de goude princelijcke Mantel met Doch den grooten Raedt, in de welcke dert Groo‘e» Hertogh werdt gekoren,is gelijck het fteunfèl efl fondament van defè Republijck , aengefiertdat in de felfde alle Magiftraten werden gemaeckt, behalven eenige, wiens verkiefirtgegefchiet by de Senaet, ofte Raedt van tienen, welcke haer macht en autoriteyt mede hebben van den grooten Raedt, ontftaende uyt Edellieden, oudt op ’t minfte 2yjaren,ofte andere die daer in komen door de lotinge van de goude ballekens, op den dagh van S. Barbara, den 4December, oudt 20 jaren. De vergaderinge gefchiet ordinaris alle Sondagen, en heylige dagen , nae dat de kloek van S. Marco, genoemt TrotMre, ophoudt van luyen, een weynigh na den middagh, en duurt tot ontrent de 2 3 uren, te weten ’s winters j in de fbmer is de vergaderinge ’s morgens. Men kieft in defèn Raedt,door pluraliteyt van ftemmen oft ballekens, niet alleen de Magiftraten van Venetien, maer van de geheele Staet, behalven datfe macht geeft aen de Senaet van eenige te kiefèn. Mede de meefte wetten worden aldaer geconfirmeert. ’t Getal van de Edellieden , komende in dien Raedt, is voor defè ge-weeft ontrent 45:00 ; maer tegenwoordigh, door ’t verfterven van eenige familien , worden daer naeuwelijcks gevonden drie duyfènt Venetiaen-fche Edelen, waer van dat ’er weynigh meer als |
1400,
-ocr page 91-
VAN V Ë 1400 , ofte I yoohaer laten vinden in den Raedt; hoewel tot de verkiefinge van de Magiftraet geenleker getal getermineertis : nochtans lbo wanneer daer gehandelt wort van eenige nieuwe W'etten, ofte andere extraordinarilfe faken loo moet de vergaderinge zijn ten minften een getàl van les hondert. Wanneer denRaedt vergadert, fit denHcr-^*^8^ g^^deet met een koninglijck gewaet in ’teyndt van de lael op een verheven geftoelrc , dewelcke ly noemen Tribunal, by hem hebbende aen fijn rechter-handt, drieRaedtsheeren met een hooft van de veertigen van criminele faken, aen fijn llincker-handt drie andere, en een hooft van de veertigen. De groote Cahcelier, en andere bedieners zijn gelèten op twee baneken, aenderechter en flinekerzijde van’tTribunal. De Avogadors van ’t gemeen, en de Hoofden van den Ràedt van tienen zijn dicht aen de deuren , de Cenlèurs byna in de midden, en de Auditeurs , lbo oudé als nieuwe, een weynig verder na de hoecken. De andere Edelen zijn in ordre op een plaets die lager is in ’t midden van de lael, hebbende rondom haer dé Magiftraten lager verheven als ly, diele doen fivijgen, en in ordre blijven. Aengaende de Procureurs van S.Marco, komen nimmermeer in den Raedt, ’t en zy in de verkiefinge des Hertoghs,blij vende met de mee-fterfchap van ’t Arfenael , geduurende dat de grooteRaedt verfamelt is, onderbet huyskén om de lelfde te béwaren. Nae datfe alle te lamen vergadert zijn, klimt de opperfte Raedtsheer op een verheven plaets, noemende al de Magiftraten , die op dien dagh gekofen moeten werdén ,• daer nae roepende de Avogadors, de Hoofden van de tienen , de Cenlèurs, en de Auditeurs, foo oude,als niéuwe,doet haer altemael Iweeren , uyt al hàer macht de Wetten van den Raedt te doen obferveren. Hiér neffens moet men weten, dat ’er niet minder op een reys als negen,en meerder als 12 Magiftraten lèlfens werden verkoren^ dat eenige Magiftraten hebben vier competiteuren , oft mede-verlbec-kers, andere twee j en dat ’er dagen zijn , dat ’er Magiftraten werden gekoren door twee Competiteuren, en andere dagen op welcke ly door vier Competiteuren werden gemaeckt, en andere op de welcke ly indilferentelijck werden verkoren door lotinge van de ballekens. Maer eer wy verder gaen , lbo moet mén weten , dat ballotteren , ofte met ballekens lotén, anders niet en is , als fijn ftem te geven met ballekens, eertijdts gemaeckt van was, felfs in’t jaer 1283 : dan alloo ’t gebeurde , dat Ibmtijdts de felfde aen de dooskens, in de welck ly geleyt wiel den , bleven hangen, lbo wierd ’er goet gevonden , dat menie foude maken van doeck, op datlè niet fouden kleven aen de handen, en in ’t vallen gerucht makende, het kenbaer Ibude zijn in welck doosken ly geleyt wierden ; niet tegen-ftaende defelfdeal te famen wit zijn, können nochtans datelijck oordeelen, aen wien men fijn ftemme geeft ofte niet, vermits de verfcheyden-heydtvan kouleuren van de dooskens, zijnde meeftendeel wit ofte groen, ofte anderfins door eenige letteren bekent. |
N Ë T I E N. Soo wanneer daer eenige Magiftraten lullen verkoren worden , naderen haer de Edellieden van alle de baneken, gelijcklè door lotinge Worden geroepen, tot op ’t hooge eyndt van de faèl, recht tegens over denHertoghen lijnRaedts-heeren, en indien iemant Van haer, uyt drie vaten die voor haer ftaen , twee goude ballekens komt te trecken, blijft hy Eleófeur j en terftont wordt fijnnaem uytgeroepen dooreen van de SecretarilTen, op dat fijn vader, foon, broeders, neven, fchoön-vader en Ichoon-broéders, ge-waerfchouwt fouden zijn van niet te gaen trecken. En op dele wijle maeckt men lès-en-dertigh Ëlëdeuren, die men verdeelt in vier deelens en alsdan geven de Secretariftèn aen yder deel een lijft , van dé Magiftraten die op dien dagh füllen verkoren wbfdch *, dat gelchiet zijnde, fweeren de fes-en-dertigli, datfe niemant füllen kiefen , ’t en zy diele oordeelen vorderiijck te zijn voor deRepublijck : daer na vertreekén haer de vier deelen , in vier kamers daer toe gedeftineert, alwaer dat eerftelijck een Secretaris aen ydér deel de wetten van de verkiefinge leeft , doende daer nae in een vat negen ballekens, gediftin-gueért door cijfer-letters. En alsdan de oudtfte Eledeur treckt daér eén uyt, door ’t welckc hy bemerckt, ofc hy moet noemen een Compétiteur van de eerfte, tweede, ofte andere Magiftraet; alfoo de Magiftraten van Venetien oil-derlcheyden zijn, dool' Ordre en digniteyten, lbo dat d’een meerder is als d’ander. Die het dah toekomt te nemen een Competiteur van de eerftë Magiftraet, heeft de eerfte ftem, noemende lulck een Edelman als ’t hem belieft ; en in’t maken vân twaelfMagiftraten, die gene, die daer heeft d’éerfté ftemme van de eerfte bende , heeft mede de tweede, eil Wien de tweede heeft, heeft mede de elfde, en de derde heeft detwaelfde; dc Eledeur werdtgenoemt in de balloteringe van de gene die gekoren is, ’t welck gelchiet in den grootenRaedt: doch de gekoren moet eerft geballoteert worden van alle de negenEledeurs van fijnbeiide, dewelcke lbo hem te beurt vallerl de twee derdendeelen van de ftemmen ofte ballekens, wordt hy mede gebal-lotteert in den grooten Raedt : foo niet, doet de Eleóteur wederom een nieuwe nominatie, tér tijdt dat’er iemant wordt geapprobeert, wiens naem hy alsdan fchrijft op een briefken, onder de naem van de Magiftraet. Dit wordt mede gé-öblèrveert in de twééde bende, maer niet altijdt in de derde en vierde ; want Ibmtijdts lbo wanneer’t gebeurt dat’er Magiftraten worden gemaeckt , van twee Competiteuren, en dat ly ge-noemt zijn geweeft in de eerfte en tweede bende , lbo is ’t nootfakelijck , dat ’er eenige Compétiteurs van de derde en vierde bende refteeren, de welcke alsdan voor de felfde geen Magiftraet noemen, noemende voor een ander die’t haer goetdunekt, van wien het lot haer dé nominatie doet hebben, Ibnder welcke nominatie niemant van haer vermach te blijven , mits dat in yder verkiefinge negen Magiftraten zijn om te noémen. Sy gaen niet in den Raedt om te bal-lottereii, doch W'egh gaende, leggen de Secreta-tilfen voor het Tribunal van den Hertogh en dc Sei- |
fS nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D E R E P Seigneurie, de briefkcns van de Magiftraten, merde namen van de Eleóteurs, neffens’t getal van de Magiftraten die fy door ’t lot füllen be-ïcomen. Dit gedaen zijndeleeft de groote Cancelier alle de Magiftraten neffens haer Compétiteurs in ordre, en de genoemde retireren haer met ’er gantlche Familien in een kamer, belbnder daer toe gedeftineert, blijvende aldaer ter tijdt datiè zijn geballotteert ,• en de groote Cancelier , nae dat hy getoont heeft aen een yder, hoe hy gehouden is te kielen luyden van wetenfehap , en bequaemheydt, noemt de eerfte Competiteur. Daer na gaender eenige kinderen langs de fael, by haer hebbende dubbelde dooskens, waer van dat ’er een van binnen wit is, en een ander van buyten groen, in de welcke datfè alle de balle-kens van de Edelen vergaderen , doch eer lyle daer in doen, toont een yder Edelman, dathy niet meer als een balleken heeft. Ondertuflehen leeft men dickwils den naemi van den Edelman die men balloteert, op dat ’er niemant fich be-driege,enft)oder iemant hem fijn ftemme wil geven , die doet fijn balleken in ’t witte doosken, foo niet, leydt hy ’t in ’t groene. Daer nae brengt men de ballekens voor ’t Tribunal van de Prins , doende de favorablen in een wit vat, en de anderen in een groen, waer van dat de eerfte getelt worden door de Raedtsheeren fittende aen de rechterbant,en de andere door de Raets-heeren van de flineker zijde , en wordt als dan acht genomen , hoe veel ballekens meerder in ’t eene als ’t ander zijn j en op dele manière wor-denlè alle te lamen geballotteertj wie dan meerder ftemmen oft ballekens te beurt gevallen zijn, als zijn Compétiteurs, wordt Magiftraet. Nae dat alle de Magiftraten dan gekolên zijn op dele manier, roept de Cancelier overluyt alle haren nacmen, ordinerende haer te vertoonen voor de Cenlèurs , op datle oordeelen, dat hier in niet gedaen en is tegens de wetten, en daer na licentieert hy den Raedt. Soo wanneer de nacht haer overvalt,wort het geen dat van’t ballotteren refterendeis, afge-daen in de naeftvolgende Raedt. In defen Raedt wort gekoren, behalven den Hertogh,de groote Cancelier, deRaedtsheeren desHertoghs, de . Procureurs van S. Marco, de Gouverneurs van de revenuen ofte inkomften ; de do van de Pre- gady , ofteSenaet, ende do van de Aggionta, welcke geconfirmeert blijven 3 de Procureurs van de kamers, de overften over ’t Arfenael, de veertigen van ’t Crimineel, en de veertigen van ’t politijck, beyde het nieuwe en ’t oude, het Collegie van de twintigh Wijfen , en van de twaelf 3 het collegie van de kamer van leeninge 3 de Pourvoyeurs van de gelbnthey 13 de Wijle van Rialto , de officieren van de boeten 3 de Pourvoyeurs van de koftelijekheden, accijlèn, banc-quetten , officien, rekeningen, en packhuyfen van Damas, Alexandrien en Londen ; mede de Advocaten Filcaels 3 en Executeurs van de wateren , en bolfchagien 3 de Executeurs van de oude en nieuwe juftitie, en van de vrede 3 de nieuwe, oude, en laetfté Auditeurs 3 betaelders van de wapenkamer; de onder-heeren van’t magafijn , van de Hooghduytlchen -, de extraordinäre Pcn^ , fionarilfen neffens de rechters ; de officieren van . deDoüane van dezee; de Advocaten van’t hof van Sint Marco ; mede de Advocaten van de gevangenen ; de Advocaten van den Raedt, en die van’t hof van Rialto j als van gelijeken de Heeren van ’t crimineel en civil by nacht ; de officieren extraordinaris 5 de Rechters van Pio-vego 3 de onderloeckende Rechter j de Rechters van de meubelen 3 van de vreemdelingen en eyf-fchende Rechters j de Rechters van de erlfenif-lèn, en opperften van de munt van ’t gout en fil-verj de Officieren van ’t koren van S. Marco en Rialtosde Officieren van de oude en nieuwe Ter-narioj- de Corredeuren van de wetten na ’t overlijden des Hertoghs, en de Inquifiteurs van fijn comportement en andere laken hem betreffende 3 de Confuls van de kooplieden, en de opper-Conluls j de Officieren van de wijnpacht 3 de Officiers van de Douane van ’t landt,van de Meffe-tarie , van Sopracaftaldo, van de vleyshallen , en de goude lakensj de Penfionariffen van ’t vafte landt 3 de Appontadors voor de hoven van S. Marco en Rialto 3 de Podeftas, Providitors 3 de Rentmeefters, en opperfte Officieren van ’t Her-toghdom, en de contreyen van Trevifane, Friul, Iftria, Dalmatien en Levant, neffens hare ey-landen,- mede de opperfte Officieren van’t Pa-douan, Vicentin, Veronois, Breffan, Berga-malco , en Cremalco : daer-en-boven de Pourvoyeur Generael van de zee 3 de Capiteyn gene-rael van de Golf 3 de Capiteyn tegens de Colac-ken 3 de Capiteyn van de wacht van Candie 3 de Gouverneur en overften lbo van de vrye als ge-dwonge galeyen, als mede de Patroons van de Amunitie. Aengaende de Raedt van tienen,is een mach- De» tige Magiftraet, gemaeckt in ’t jaer 1310, den ld May, totconfervatie van de vrede, en een-draght 3 en allbo het verraet van Bajamont kor-telijck daer na volghde, te weten in ’t jaer 1311, wierdlè geconfirmeert voor vijf jaren, vermidts men als doen klaerlijek lagh, hoe noodigh die felfde was voor de Republijck 3 en fy vergaderden alle woensdagen na den middagh : daer na in ’t jaer i j i y wierdfe geconfimeert voor tien ja-rqn, eyndelijck in ’t jaer 173j, den xo lulii, vooraltijdt 3 en bemachtight ofte ingeftelt tegens de violateurs van de Majefteyt des gemee-nen Staets, Sedten, Sodomiten, muntflagers, fcholen en canceleryen. Sy heeft de regeeringe van een groote Ibmme gelts van ’t gemeen, van de galeyen van ’t Arlênael, van ’t gefchut en haer merek, welck is C X : en foo wanneer dele tien Raden füllen oordeelen een misdadigen, be-gaen hebbende eenige van dele voorgenoemde fauten, vermach hy fclvefich niet te defendc-ren, noch een ander voor hem, voor dien Raet, maer vcrfchijnt voor de Hoofden van de lèlfde, dienadatfe hebben doen lchrijven alle’t gene hy gefeyt heeft, foo is’er een onder haer die dat op neemt, en den Raedt voordraeght. In ’t kort, dit is een machtige Magiftraet,en van groot aen-fien onder alle anderen. Uyt defe tien wordender alle maenden drie gekoren, die men noemt Hoofden van de tienen,van wien een alleen geen macht |
Van Ve macht heeft van té rapporteren ofte oordeclen, maer moeten nootfakelijck twee zijn. Defè eer wort gegeven aen de oudtfte Sénateurs, geëfti-meert wegens harewijsheyt en Voorfichtigheyt. Defen Raedt wort gemaeckt de eerfte mael den 29 September, enden i Oólober verandert op een en de ïèlfde manier als de Pregady. De ordre van haer verkiefinge is defe : de tien gaende uyt de fael daer de Senaet verlamelt is, met twee van haer Secretarilfen neffens haer, in een ka-' nbsp;nbsp;mer befonder, alwaer dat fy knielende feggen; Te Deum f met eenige andere gebeden : dat gedaen zijnde, neemt een van de Secretariffen een vergulde doos , doende daer in drie goude balle-kens, en leven filverc, brengt die aen de Tién,de welcke daer yder een balleken uyt nemen, en als dan de drie, aen wien dé goude ballekens te beurt gevallen zijn, fepareren haer van de andere, vergefellchapt met een Advocaet van ’t gemeen , nae datlè dan gehen hebben door de andere filvere ballekens, wie dat de eerfte, tweede, en de derde Eleóleur moet welen, lbo kiefenle de een na de ander, de drie hoofden,confirmerende yder hooft uyt haer dryen gekoren , met twee ftemmen oft ballekens, acngelien dat niemant ’t hooft kan zijn indiemaent, ’ten zyeen uyt haer, en niemant fich felven mach kiefen. Men kieft mede op defe manière in yder maent d« andere hoofden : van gelijcken worden uyt den lèlfden Raedt de Inquifiteurs van den Staet gemaeckt, en de Rechters over de Beflemmia, ofte blasphémateurs. Delen Raedt kieft daer-en-bo-ven noch eenige officieren en bedienaers,gelijck * de Caffier van dien Raedt j de Pourvoyeurs van de timmeringe ofte bouwinge van de gevangen-huylèn en kloofterS, de vier bedienaers van het kleyne Collegie des felven Raets in ’t crimineel, de vier Executeurs tegens de blafphemien, de vier Secretariften van den felven Raedt,de Pourvoyeur over het bofch van Montello , een officier over de wapenen. De groote en vier andere Capiteynen blijvende altijdt in'dienft. Eynde-lij k dele Tien hebben de autoriteyt van haer ad-vijs te proponeren, en den Raedt te verlamden : en in dé ftadt, noch de geheele Staet wordt ’er geen Raedt meerder gevreeft in materie vanju-ftitic, als defe. Senaet, ofte De Scuact, oftc Raedt van de Pregady, dat is Ra^t van jg leggen gebeden, wordt fomtijdts maer fim-pelijckgenoemt Pregady ; heeft defen naem gekregen , nae ’t leggen van Ibmmige , om datfe certijdts vergadert wicrd door eenige ftadts-dienaers, en als van haer gebeden, datfe wilden confulteren, van’t gene dat noodigh was voor ’tgemeene befte, In’tbeginfel zijnder in delen Raedt niet meerder gewécft als leftigh Sénateurs , maer naederhandt de faecken der Repu-blijck waftende, zijndcr noch by gekomen Ibm-tijdts twintigh, fomtijdts vijf-en-twintigh : eyn-delijck wierd ’er goet gevonden, defelve te ver-meeren met het getal van feftigh andere, onder de welcke men niet en rekent de Procureurs van Sint Marco , de Procureurs van den Raedt van tienen, de tien Raedtsheeren van den Hertogh, de Cenfeurs,Avogadors, en andere Magiftraten, die daer inkomen met macht van ballotterén, Italien» |
oft fonder macht. Die de ballekens mogen werpen zijn dele: denHertogh, de tien Raedts-neeren, de Raedt van tienen, de Avogadors, de Procureurs van Sint Marco, de veertigen over ’t crimineel, de drie Raedtsheeren d’Abas , de twee Cenlèurs en drie andere oVer het comportement van de Sofracaflaldy , de drie Pourvoyeurs over ’t koren, de drie Gouverneurs van de revenue oftc inkomen , de vier Heeren van ’t Ibut, de drie Camerlengi, ofte knapen van ’tgemeen, de vier Heeren van de oude rekenin-ge, de drie Patroons, oftc Overften over ’t Ar-lenael, de drie Pourvoyeurs over dekameren, de drie over de officien, en de drie Cattaveres en andere. De Pregady onder haer, die geen macht hebben om te ballotteren, ofte hare ftemmen te geven, zijn dele : het collegie van de Wijle, de vier Executeurs over de wateren, de tien Wijlen, met de drie over de gelbntheyt, als de drie over de accijlèn , en de lès van den handel van Alexandrie, Damas, Londen, en andere. De eerfte lèftigh, éygentlijck génoemt Pregady, worden gekoren in den grooten Raedt, op de felfde manier als de andere Magiftraten,maer de feftigh van de Aggiunta, ofte Zonta, gelij ck de Venetianen het noemen , dat is te feggen, een byvoeginge, worden genoemt van de Pregady, en daer nae geballotteert in den grooten Raedt. Want op den dagh van S. Michiel, lbo noemt een yder van de Pregady , die gene die ’t hem belieft tot dele Zonta ofte byvoeginge , en daeghs daer aen vergadert den grooten Raedt, alwaer al de genoemde geloot worden, en nae datfe dan uyt een vat getrocken zijn, wordenlè d’eén nae den anderen geballotteert, en feftigh van defe die daer van de raeefte helft geballotteert hebben, en overtreffen de anderen in ’t getal van ftemmen, zijn van de Zonta ofte byvoeginge. Defen Senaet kieft de Patriarch van Venetien , welcke eertijdts gekoren wierde van den grooten Hertogh, vermits het Patriarchlchap een recht is, toebehoorende aen de Patronagie van de Republijek. Sy kieft mede de drie Re-voyeurs van de procuratien, de drie Revoyeurs van de kaffen, en de drie Revoyeurs van ’t Ibut, de Pourvoyeurs van de fbutpannen, deWijfen van ’tvafte landt, de overften en Wijfèn van de ordrey, de drie opfienders van de krijghsfaken, de drie opfienders van de zeefchriften , en de drie van delchriften van’t vafte landt, de lès Pourvoyeurs van ’t vafte landt, ten tijden van de recolte, een voor de Padouaen, én de andere voor de Polefin, Vincentin, Veronois , Treve-lan en Friul : de Pourvoyeurs van ’t Arlènael, de drie Pourvoyeurs van de wapeninge,de drie over de gecommandeerde galeyen , de drie van de artillerye, de drie over de fortereffen, de drie over de gebouwen Van ’t palays, de drie over de brugh van Rialto , een Superintendent van de tiende van de geeftelijekheyt, de drie Pourvoyeurs van de Po,een Pourvoyeur over de gebouwen van Friul, de twee Executeurs over de be-radinge, en de drie over de deliberatie van Palme , de Taxcurs diefe noemen TaJ^adori, over de C c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemeene |
68 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;D E R E P T
gemeen'C onkoÄen : de Taxeurs over de groove en kleyne kas : de Pourvoyeurs van de gebergh-ten : de Conlèrvateurs van de wetten : de Pourvoyeurs beveftight over de eendraght , oude en nieuwe juftitie, de Wijfen over de koopman-fehaps de Pourvoyeurs over de oly , en vleys-hallen de Pourvoyeurs over de ongebouwde landen, gemeene goederen, en de appellation j de Wijfen over de leen-goederen j de Surpourvoyeurs van ’t hout, van de gefonthey t, hoîpita-îen en pomperyen ; de Pourvoyeurs van de va-leyen des Hertoghdoms, en de vier over de Pi-faenlè banck ; de Pourvoyeur van de hennip van Montagnana^een Reformateur van de ftudie van Padoua, een Profefleur in de Pliilolophie, en een in de wel/prekentheyt, twaelf over de differenten en geinterelfeerden van Polefme en Ca-ftignano^tweeAdvocateo fiscaels van de Seigneurie , twee van de rekeningen, ofte een Ëxaóteur van de ïèlfde, eenExaóteur over dekameren, een Exadeur van de tien officien : een Exaóleur van de Gouverneurs over’t inkomen ; een Pourvoyeur generael van’t vafte landt, een ander van de Golf, een van Candie, Palme, Iftrie, een van ’t voetvolck te landt, en een ander over de lichte ruyterye j alle welche Pourvoyeurs blyven maer voor een Zékeren tijdt, als van gelijcken de Gouverneur generael van des landts armée, een Col-laterael generael van de Seigneurie, blyvende in dienft, geduurende fijn leven ; de Pourvoyeurs over de cavalerye van Candie, en de paerden van Dalmatie, welche in dienft blyven vier-en-twin-tigh maenden, mede de Ambalfadeurs dielè in dienft houden den tijt van vier-en-twintig maen-den,by den Paus,de Köningen vanVranckrijch, Spanjen, en by den Turch, als andere Princen, onde welche ly houden op de verhiefinge van eenigh nieuwe Prins. Dees alle te Zàmen zijn ge-weeft van de Pregady.
In delen Raedt wordt gerclolveert van de vrede en oorlogh, hoewel men mede daer over magh delibereren in den Raedt van tienen, als mede refolveert men in de felfde over de verbin-teniften j totbeftuyt, alle fahen van.importantie palTeeren de deliberatie van defen Raedt.
JDe groote Acngacnde de groote Canceller, en is geen j£,^}clman, maer een van de voornaemfte burgers j hy blijft altijdt in dienft, en geniet van ’t gemeen 3000 duhaten jaerlijchs. Alle de deuren van’t palays ftaen voor hem open , ^n alle fecreten van de Republijh,’t zy hoe groot ly louden mogen wefen, werden voor hem ontdeckt. Hy is ’t hooft van de Secretariftenjdie mede burgers zijn , eh in dienft blyven voor al haer leven, gelijck hy felfs. De grootfte van den Adel moet hem wijeken ofte plaets maken, behalven de Procureurs van S. Marco ; foo wanneer hy komt te fterven, gaen alle de Edellieden en burgers mede op fijn begraeffenis, lèlfs doet men een lijck-oratie,tot fijn lof en eer,in gelijeke manière als die van den Hertogh, en of hy felfs Hertogh van ’t volck hadde geweeft 5 welche eere men ah leenlijch geeft aen defe twee, ’t en waer aen ee-nigh groot perfonagie, maer heel felden , en wiens gelijehen men niet en vindt, wegen de groote meriten van ’t gemeene beft, Hy wordt
J B L Y C K \
alleen gehören uyt de Secrctarilfen , door den grooten Raed.t, aengefien dat de andere in den Raedt van tienen verhoren werden, en fijn oordeel onderworpen zijn,wanneer ly eenige fauten in haer officie begacn.
De Generael van de armée te landt, die maer voor een lèkeren tijdt is, gaet alle andere te bo-ven, behleedende de eerfte plaets by den Prins ; te water, en die van de zee heeft een abfolute macht over de armade. Hoofden, Officieren en Magi-ftraten van de eylanden , in manière, lbo wan* neer hy met fijn vloot ergens komt te arriveren, ’t zy in wat plaets het Ibude mogen welen, brengt men hem dadelijch alle de lleutels van de for-tereffien en fteden ; lbo dat hy alleen alles vermach , en haer allen in digniteyt te boven gaet. Doch men moet weten, dat de Generael van de zee, noch fijn Lieutenant, ofte Pourvoyeur generael geen macht heeft met eenige toegerufte galeyen in Venetien te komen, ja lèlfs niet naer fijnwoonplaetSj maer is gehouden in Iftria, ontrent hondert mijlen van de ftadt, al fijn volck te betalen en af te daneken, en daer na met lij n galey alleen nelFens weynigh volck binnen de ftadt te komen.
Aengaende de Proveditor-, ofte Pourvoyeur Fottrtgt;oTfe»r van de armée te water, is mede een van de voor-naemftedienften ; felfs in tijden van vrede, blijft ter. hy bynae altijdt, gebiedende alsdan over de galeyen.
Het Coilegieis gecompolèertvan de Seigneu- Colte^e. rie,de groote Wijlen, de Wijlen van ’t vafte lant, de Wijlen van de ordren,en de drie Hoofden vart de veertigen van ’t crimineel. In dit Collegie leeft men de brieven,geeft men audiëntie aen Ambal-ladeurs en Agenten j mede alle verlèndingèn en commiffien worden hiér iti geproponeert. In ’£ kort, dit Collegie is een Raedt ’t welch te doen geeft alle andere Raden en Magiftraten, in die dingen wiens expeditie haer bevolen is.
De Seigneurie is gecompofeert van den Her- Tgt;e Set-togh en de fes Raedtsheeren die hem affilieren, en worden genoemt den kleynen Raedt, wegen het kleyn getal. Delen Raedt reprelènteert de Republijch en de Staet, komt dieshalven oock in ’t Collegie.
Daer zijn les Raedtsheeren, gekoren onder de voornaemfte Edelen van de ftadt. Sy fitten met den Hertogh, gevende neffens hem audiëntie aen de Ambalfadeurs en anderen, oétroyeren de privilegiën en diergelijeke laken , waer van den Hertogh niet mach dilponeren fonder vier van dele Raedtsheeren, die fonder hem executeren j hebbende daer beneffens macht om de voorvallende dingen in den grooten Raet te proponeren.
Dele Raedtsheeren blijven in dienft de tijdt Raedtshee-van een jaer, te weten, acht maeftden in ’t Col-legie, en vier in de veertigen van de criminele faken, alweer dat altijdt drie van haer fijn affilierende 5 ly vermogen plaets te nemen in de juftitie van de veertigen , de vier eerfte maenden, ofte vier laetfte, ofte de twee eerfte en de twee laetfte; hen worden alsdan genoemt de onderfte Raedtsheeren, foo dat het noodigh is, dat ’er doorgaens negen Raedtsheeren moeten wefen,
te
-ocr page 95-VAN VENETIË N.
te weten, lès die altijdt by den Hertogh zijn, en drie in de veertigen van ’t crimineel, om aldaer de criminele procelTen te oordeelen. De ereote De grootc Wijlen zijn met haer tienen, en dé meefte geacht van de geheele ftadt. Sy Hellen ordre in faken van vrede en oorlogh , Ichrij-ven en antwoorden aen alle Princen, gouverne-ren de ftadt, en geven haer advijs aen de Pre-gady. wijfen des Dc Wijlèn dcs vallcn landts, in getal van vijf, hebben de felfde autoriteyt, gelijck de groote , met welckely gouverneren, gevende voorna-mentlijck ordre in krijghsfaken, en zijn in groot aenfien. î^iÇen vaa De Wijlèn van de ordre, zijnde met haer vij-ven , en meeftendeel jongh, Hellen ordre over de zee-laken, hebben daer buyten geen macht van iets anders aen de Senaet te rapporteren, als ’t geen dat de felfde is betreffende ; en worden hier door by tijdts beqnaem tot laken van Staet cn om te gouverneren. Trorareurs Dc Procurcurs van S. Marco zijn van de meeH aXztoT geeHimeerde van de geheele Hadt, niet wegens ’t gouvernement van den Staet , maer wegens haer digniteyt, welcke blijft, gelijck desHer-toghs, geduurende haer leven ; en worden ge-maekt uytden voornaemHen Adel,foo dat dick-wils den Hertogh lèlfs daer toe gekoren weidt : voor delen was ’er niet meer als een Procureur over de kercke van S. Marco , en haer threlbor ofte fchat ; doch naderhandt wegens veel nagelaten goederen aen de kcrck , wierden daer twee gemaecktjdaer na drie, eyndelijck negen, behal-ven noch andere negen , in tijden van oorlogh, gekoren om geit. Sy doen groote aelmoeflen, geven geheele huyfen, doen dochters trouwen, en andere liberaliteyten meer. Soo wanneer een van dele Procureurs komt te Herven , kieH men een ander uyt den groóten Raedt. EerHelijck worden daer veel t’lèffens geballotteert, die dan gebracht werden tot het getal van vier, als hebbende de meeHe ballekens ; eyndelijck, lbo wie daer na van dele vier de meeHe Hemmen krijgt, wort Procureur. Defe, die dan gekofen is, moet ten eynde van drie dagen, den Hertogh gaen be-Ibecken, en Iweeren dat hy lijn laH wei fal bedienen. Defe Procureurs hebben haer plaets en Hemme onder dePregady , maer niemantvan haer vermach eenigli MagiHraetfchap ’te hebben , ’t en zy het MagiHraetlchap van de Wijfe, groot Reformateur van de Hudie van Padoua,en Pourvoyeur van de munt, met noch eenige andere die gelimiteertzijn. j^dvacaten De Avogadors ofte Advocaten van ’t gemeen 2ijn mede leer geeHimeert j hebben acht en forgh om de wetten te doen oblèrveren, citeren de mifdadigen voor de veertigen van ’t Crimineel, procederen tegens de koopers van de rechten , en hebben macht om de proceffen van de Heeren te belichtigen , van de twee veertigen te doen vergaderen, en rapport te doen van de verhandelde laken aen den Raed van veertigen,-aén de Senaet ofte Pregady , en Ibmwijlen aen den grooten Raedt. |
Cen/èurs. De Cenfeurs wierden gemaeckt in’t jaer 1517, fy nemen acht op de fchelmeryen , en Hraet-fchenderyen , die daer gepleeght worden in haren gemeenen ommegang , genoemt Brcgüo, hebben mede het oogh op de leden ofte manieren. Doch haer voornaemHe autoriteyt is over de fchuyt-lieden ; en ordinaris is ’er een in ’t examen van de mifdadigen. Daer zijn noch andere Cenfeurs,die men ordi-naris noemt de tien Wijfen , hébbende delèlfde autoriteyt j oock zijnder noch andere geHelt, over de pomperyen, kleeden, maeltijden , en diergelijeke faken meer. De OverHen van de wateren nemén acht op De Opßen-de moeraden en wateren van de Hadt, gevende ordre, dat alle canalén wel onderhouden wer-deU). De Heeren geHelt over ’t koorn, zijn eerH ge- De Offien-koren in ’t jaer i 347, dragen Ibrgh dat de Hadt wel van koren en broot voorfien zy. De Heeren geHelt over de gelbntheydt, Hel-len ordre dat dcHadt lichgelbnt ondérhoude, finthejt. doende de lèlfde reynigen van alle vuyligheydt, en beletten de verkoopinge van alle onreyne eetbare waeren , komende te water ofte te landt. De Medicijns en Quackfalvers krijgen haer toe-latinge van dit officie , ’t welck oock rekeninge houd van alle Courtifanen en geriéfelijeke vrouwen ; heeft mede een ablblute macht over ’t leven en de doodt,in tijden van gevaerlijeke Heckten. De Heeren van de Doane te water, hebben laH van tevifiteren alle de koopmanlchappen, welcke gebracht worden door de lchepen, en gemeene galeyen,latende niet üyt de Doane,Ibn-der eerH daer van den töl ontfangen te hebben, van gelijeken doet mede de Doane over de goederen komende te landt. Die geHelt zijn over de accijlèn, doen fcherp Over de onderfoeck over alle de fchuldcnaers van de ver-vallen accijfen,totHraffens toe^ ly hebben medé macht over alle accijs-briefkens, befiende ofle goet zijn olTe niet, lóowel van’t inkomen , als uytgaen, en vermogen mede te Hraffen. De OverHen van ’t fout, verpachten lbo wel DeOverßen ’t gene van Venetien, als van allé andere Heden, behoorende onder haer gebiedt; hebben mede kenniffe Van alle faken dies aengaende. De Gouverneurs van de revenu, ofte inko- Dc Goh-men , zijnde Officiers feer vermaert, ontfangen alle inkomende penningen van de Republijck , Ipruytende uyt tollen en accijlèn, welcke ly verpachten. Sy ontfangen mede de fchattingen en tienden, Hraffended’Officiersdaerover geHelt, wanneerlè eenige onbehöorlijcke eyfehinge doen ; hebben oock macht van haer Ichulde-naers goederen door uytroepinge te doen verknopen. De Heeren van de rekeninge, hebben autori- De Heere» teyt, om te eyffchen alle penningen van alle fchuldenaren van de Seigneurie, het zy van wat looi t ly louden mogen welen ; ontfangen de de-nonciatien, lèlfs die crimineel zijn ; en in lilleken geval hebben macht die lèlfde voor te dragen in de kamer van de veertigen in ’t crimineel,hebben daer beneffens macht over alle foorten van galeyen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;veyestrs De Proveditors, ofte Opfienders van’t ge- meen, |
DE REPVBLYCK
mccn, nemen acht op ’t maken van de lchepen, dat de {elfde zijn na haer groote, van een goede proportie, en niet te diep werden geladen, doende mede alle gebroken ftratcn en bruggen vermaken. Sy hebben opficht over alle konften en ambachten van de ftadt, over de kleyne {cho-len , en confrerien, midts den Raedt van tienen de macht heeft over de groote : hebben autori-teyt van de ambachts-lieden te ftraffen,{bo wan-neerïè eenige fauten in haer konllen begaen ,• recognoilTeren de privilegiën van de burger-{chap,en ftellen alle boeken op een {èkeren prijs. Pemnvait De ophendcrs over de kameren, vorderende penningen van de kameren , oft kamerlingen van alle fteden den Staet onderdanigh , welcke, na datlè de penningen van yder ftadt gevordert hebben, fenden de felfde aen de opfienders ofte Heeren der felve. Pe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De tien Officieren vorderen de penningen van c^cureu. accijfen, die niet volkomentlijck betaelt zijn geweefts als mede van de Doane te landt en te water, neffens de gerechtigheyt over de groote galeyen. Cazudes, De Gazudes vorderen door boeten van de fchuldcnaren vandeRepublijck, de tiende, en tollen die de Gouverneurs van’t inkomen niet geeylcht en hebben. Drie wij- nbsp;nbsp;nbsp;De drie Wijlen nemen acht over de tiende, oft die felfde fonder eenigh bedrogh nae’t behoo-ren isingeftelt, doende Van gelijcken over de taxatiën , befchrijvende de pofteffien van alle burgerlijckegoederert , foo wel buyten als binnen de ftadt. Het is in dit offitie,alwaer de naem van de verkooper wordt verandert in die geen van de kooper, fbo wanneer daer eenige koop werdt gedaen. In materie van bedrogh doenfè betalen twintigh ten hondert, eh fenden ’t felfde aen de Gouverneurs van de revenuen. Sy zijn mede als Auditeurs, in kas van appel van de offi-tien van Rialto , over de fomma van vijftigh dukaten en daer onder , doch uytgefondert de voornaemfte officien van judicaturen, gelijck de oude en nieuwe juftitie, de vijf over de vrede, de Confuls en opper-Confuls van de kooplieden,en eenige andere. Nietiïve} De Overften van de nieuwe rekeninge, doen eyftchingc met ftraffen , aen de pachters van de accijfen, fbo wanneerfe eenige penningen per refte noch niet betaelt en hebben^want in ’t verpachten van de accijfen , maeckt men twintigh pachters, welcke de pacht onder haer, na datfè een hooft gemaeckt hebben, verdeden, blyven-de alfbo refponfabel voor de penningen aen de Seigneurie j en fbo wanneer iemant van defe twintige niet betaelt en heeft, wort hy daer toe gedwongen. Oude rekt- De Heeren van de oude rekeninge defrayeren en feefteren alle Ambaftadeurs en Heeren , aen de welcke de Seigneurie begeert te bewijfèn eenige particuliere affedie , ofte genegentheyt, verteeren voor ’t gemeen alles ’t gene haer is ge-ordineertj houden contra-balans van de boec-ken van betalinge van de paftagien des gebergts, zijn Rechters voor de fchaden gedaen buyten de heerfchappye van Venetien, vifiteren de rekeningen van de Pourvoyeurs van ’t koren, en |
hebben macht van de goederen van die gt;nbsp;die aen haer officie fchuldigh zijn, te doen verknopen. De Overften over den tol van wijn, wiens offi- wijtt-ta. cie heel oudt is, hebben autoritey t over alle inkomende wijnen te water en te landt, ontfangen de accijfen van de felfde; met macht, van die met gelt-boeten te doen betalen ; het inkomen, datfe onderhanden hebben, is van groote importantie , aengefien de menighte van wijn, die doorgaens tot Venetien aenkomt. De Overften over d’oudeTernarye,ontfangen OudeTer-de tiende van de olye,hebbende opficht van alle ’t gene die materie is betreffende. De Overften over vet waeren,zijn geftelt over Overße» dekaes, fout, vleefch, en diergelijeke dingen meer, diefe vet noemen, over ’t welck fÿ mogen oordeelen. De Overften over de goude lakenen , nemen Gof^delake-acht dat de ambachtslieden de felfde niet en ver-valfchen , en in cas van bedrogh vermogenfe die in ftucken te finijden. De vijf Wijfen van de koopmanfehap, regule- yÿfwijfeo ren alle dingen die ’t felfde zijn betreffende, als van gelijeke de overvloedige onkoften van de fbutpannen. De fècrete kamer is een officie en officiers, al-waer men houdt alle oude boecken,van de reke-ningen van’t geberghte , in’t befonder van den ouden en nieuwen bergh, welcke boecken niet mogen befien werden fbnder expreffe toelatinge van den Raedt van tienen. Daer zijn drie kameren van de geberghten, te Drie ^4-weten, een van de nieuwe , een van de oude, en een van den bergh van fubfidie , fy doen dage-lijcks haer betalinge volgens d’ordre van de fè-ftiers,hebbende macht over die dingen, die haer zijn betreffende. De Avogadors, ofte Advocaten Fifcalen, heb- j^dvocaten ben macht over alle andere officien , die geit in-vorderen. Sy worden maer fomwijlen gekoren, en vooreen fèker tijdt, gelijck de Advocaten van ’t gemeen. De Camerlengi , ofte kamerlings van ’t ge- Camer-meen , hebben al de penningen, foo wel van de zee, als ’t landt in haer handen ; in een woordt, zijn meefters van al het inkomen, ’t welck daer nae gediftribueert werdt door’t middel van de mandaten, gepaffeert door het Collegie , en on-derteeckent van de Raedtsheeren en Wijfen. Het officie van den uytgang vordert de tollen Het officie van alle dingen, den tol van de ftadt onderwor-pen , in ’t uytgaen ; en de overften over ’t inko- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de men doen van gelijcken over d’inkomende goe-deren. De oude Venetianen noemden de makelaers Afeffêtti MeJJètti, dat is foo veel als kleyne bodekens, mits fy dickwils werden gefonden van de kooper tot den verkooper, voor en aleer de koop aengaet, en daerom noemt men dit offici Meftettarie. Defe Officiers houden rekeninge van de prijs van de gekofte en verkofte goederen, mits daer voor genietende twee ten hondert van alle koopen en verkoopen, van ’t gene de koopmanfehap is betreffende. Van gelijcken doet men wegens de onroerelijeke goederen over de verkoopinge, lbo binnen als buyten de ftadt. Dc |
V A nbsp;nbsp;VENETIEN. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;ri
Hecten ex-tïMïdina- _ ris.
Ctur civile.
’t Hof der Vreemdelingen,
Jldobile.
De Heeren extraordinaris vorderen de penningen over de rechten , wegens de paHagien van de groote galeyen en particuliere lchepen : lbo wanneer de fchepen geladen werden, moet men een biljet hebben van dit officie, Ibude an-derfins niet mogen voortgaen, w'egens de in-fide.
Daer zijn noch veel andere officien,belbnder-lijck Pourvoyeurs , waer van de naemen het of-fici genoegh te kennen geven. Laet ons dan voortgaen tot de voornaemfte Officiers yen Wij-fen van de juftitie.
De eerfte rechtbanek van juftitie, ofte ander-lins genoemt Cour civile is het recht van eyfehin-ge, wclck voor defen byna alle faken plaght af te doen j macr naderhandt de faken vermeerdert zijnde , koos men meer andere Magiftraten. Sy oordeelden voor delen de gefchillen tuftchen de vreemdelingen en burgers van Venetien , tot de Ibmma van hondert guldens, en’t gene daer over was, quam voor’tCollegie. Maernuis goet gevonden , en geordineert, dat dele Officiers lullen oordeelen boven dehondert guldens. Sy hebben macht om te vervolgen alle vluchti-gen van criminele laken. Oordeelen tegenwoor-digh de fomma van vijfrigh dukaten , en daer onder, wanneerde faeckvoorhaer in’t Recht komt,en overfien alle bedorven koopmanlchap-pen in de Doane. Sy doen mede onderhouden alle voorwaerden gemaeckt voor de Notariften, enanderfins. Sijn competerende Rechters tuf fchen de.fchippers en kooplieden, indien daer niet gefproken en werdt, wegen de reys, waer van de kenniffie moet komen voor den Rechter der vreemdelingen ofte forefliero. Sy taxeren de onkoften van de wees-kinderen , ten verfoeck van de Commiflariflen ofte vooghden,by aldien de Procureurs van S. Marco felfs geen Commif lariftén en zijnj en verlichten ofte leggen uyt alle twijffelachtige plaetlen van de teftamenten , be-veftigende de lèntentien van vijftigh ducaten en daer onder : lbo wanneer de Commiftariften iets t’lamen willen beloven, gaenfe voor ditoffici, om licentie ofte verlof.
Den Rechter foreßiero,ofte der vreemdelingen, oordeelt alle differenten tuffehen de Venetianen en de vreemdelingen,van gelijeken tuffehen twee vreemdelingen. Defe Rechters hebben mede kenniffe over de proceffen , fpruytende wegens huys-huur, doch de executie daer van behoort aen de Heeren rechters in ’t civil over de dingen die by nacht gelchieden, de nuit ciygt;ils. Sy nemen kenniffe over de fchade van de kooplieden ter zee gelchiedende, lbo wanneer de lchipper in een groot tempeeft eenlge waeren buyten boort gefmeten heeft, om ’t fchip en ’t refterende goet te lalveren^eyndelijck ly oordeelen Ibmmierlijck in faken van tien dukaten, en daer onder.
Mobile is een recht, ’t welck oordeelt over de waerde van vijftigh dukaten en daer onder, wegens huysraetdoor teftament naegelatenj gevende fententie over de punden des teftaments betreffende den huysraeten andere laken van de lèlfde materie meer , als van gelijeken over de handtlchriften gemaeckt, en onderteeckent by twee getuygen.
Italien,.
Het hof van de Procureurs, neemt kenniffe Trocurtwi . van de Procureurs faken ,• want alle de legaten aldaer geeyfcht worden, over de welcke de Procureurs , Commiffariffen, en vooghden geftelt zijn. Dele Rechters zijn mede geftelt over de differenten van de gront-goederen buyten Venetien , en over de klachten van de vrouwen die qualijck getrouwt zi}n.
Het hof vaneygendom heeft vier voorname EygendonT, leden ,• eerftelijck over de materie van de beta-linge van huwelijekfe goederen , nae de voltrec-kinge van ’t huwelijck; ten tweeden,ovef de dee-lingevanerffeniffen,gefchiedende tuffehen broeders j ten derden, over de fucceffie Ipruytende ab inteftato j ten vierden, over de roying.c van de huyfen en gebouwen. Men tradeert daer mede de differenten ontftaen tuffehen nae-vrienden. Defe Rechters ftellen ordre over de goederen, naegelaten van die geftorven zijn in defchepen buyten de ftadt.
Het hof van examinatie , placht te examine- Het hof rende getuygen, nemende een geduurige me-morie over de gepaffeerde laken; ’t welck ly dede lbo wanneer een van de getuygen genoorfaeckt was buyten ’t landt te gaen , oft in doodts noot lagh , van waer haer den naem gekomen is van Examinateurs. Sy oordeelen oft de verkoopin-gen gerechtelijck gelchieden, volgens de ordonnantiën oft niet; nemen kenniffe over de aliena-tien , gedacn door de Commiffariffen en andere perlbonen ; onderteeckenen alle inftrumenten van belchenckingen , door de welcke men de roerelijeke goederen mach vorderen en eyfchen^ geven licentie aen de crediteuren yder Ichulde-naers goederen te mogen vervolgen , gebiedende aen die ’t in handen hebben , ’t felfde aen de brengen en te bewaren, op verbeurte van te verliefen ’t gene haer foude mogen komen, en bemachtigen alle openbare verkoopingen en uyt-roepen. Sy hebben kenniffe van alle geconditioneerde legaten , op datlè niet Ibuden vervreemden tegens de wil van de teftateur, geven kenniffe aen de erfgenamen en vrienden wegen de inftitutien van goederen gedaen, in haer faveur.
De Cathaveri zijn fiscalen , welcke vervorde- Cmhaveri, ren de gemeene goederen, fuccederende in de goederen nagelaten door de gene die komen te fterven Ibnder teftament en erfgenamen ,• en eyffchen de boeten, geftelt door de Rechters over de gene die pley ten. Voor defen plegen ly haer te bemoeyen over de materie van verboden goederen, ’t welcke nu behoort aen de Avo-gadors. Sy zijn Rechters over de opperften en fchippers van de barquen, over de goederen en fchatten gevonden in de zee en ’t landt. Sy verkoopen de landeryen door uytroep, in ds naem van’t gemeen , oordeelen de differenten tuffehen de Pellegrims van leriifalem en de patroons van de lchepen ; de naemen van de Pelle-grims zijn gelchreven in haer officie, oordeelen in kas van appel eenige laken van kleyn gewichte , bepleyt voor de oude juftitie ofte elders. Doch tegenwoordigh de Heeren over de accij-fen hebben ’t meeftendeel van de oude autori-teyt van de Cathaveri.
D d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het
7t
DE REPUBLYCK
Tioveso. PIct OfHci y genoeiTit Pioygt;ego , is een oudt verdurven woordt, en isfoo veel tefeggen als publico. Defe Rechters nemen kennilTe over de contraden van ulure ofte woecker , zijn geftclt tot opfienders van de gemeene wegen, letten dat de canalen en graften niet geoccupeert en werden door eenige gebouwen van particulieren, en oordeelen over de waerde van twintieh guldens en daer onder.
j)e drie Syndici ofte voorïpraken , zijn gekoren tot de moderatie van de exceffive onkoften van de vonniffen ; ontfangende de klachten van een yder , doch haer fententien zijn onderworpen de cenlure ofte oordeel van de Avogadors, diele confirmeren ofte calTeren, na haer goet-duncken.
De Sopracaftaldi zijn Rechters over de execu-■' '* tien, welcke nae de gegeven fententien geexecu-teert moeten werden. Sy doen de goederen verknopen , oordeelen de differenten voortkomende van wegen de executie.
Sftftrieurj. Maer aengefien het gebeuren kan, dat ’er ee-nigh erreur voorvalt in de executien van de fententien , wierd ’er geordineert, dat men de ap-pellen van de executien, gedaen door de Sopra-caftaldi, Ibude bepleyten voor de Prins ; doch allbo de Prins hem moeit bemoeyen met laken van grooter gewicht, zijn ten defen eynde gekoren de Superieurs j dewclcke alloo ly haer mede können misgrijpen , isgoet gevonden dat men mach appelleren over haer fententien voor de Heeren Avogadors van ’t gemeen.
De De drie oude Auditeurs oordeelen de faken » « appel van de vergaderinge van S. Marco, en Rialto , remitteren de felfde oft doenfe inbrengen voor de oude Veertigen van’t civil ; ly gebieden door requeft van partye daer toe verfocht,lbo wanneer de faeck gerechtigh is, dat de eerlte Rechter fijn opinie fchviftelijck inftelle^en oordeelen of de getuygen gehoort mogen worden oft niet. Sy vermogen geen getuygen aen te nemen , ’t en zy geallegeert in ’t eerlte recht. De faken van compromilTen en goe-manfchap-pen behooren mede aen dit officie 5 behalven lbo wanneer daer eenigh bedroghoft valfcheyt onder lchuy 11,als dan gaet de faeck voor de Avogadors van ’t gemeen.
Nknwe De nieuwe Auditeurs, hadden voor defen ken-criminele faken, ’t wclck haer nu benomen is. Sy oordeelen de faken van appel komende van buyten, felfs in materie van kcrc-kelijcke goederen, kloofters, galthuylên en dier-gelijcke meer. Sy en oordeelen niet de appellen van de arbitralijcke fententien , ’ten zy in kas van vervalfinge , oft andere leelijcke faken, oft dat de goe-mannen iets gedaen hebben tegens het compromis. Sy nemen mede geen kennilfe over de fententien gegeven tegens de foldaten dicin dienlt zijn, aengefien dat die materie toebehoort aen de Wijfen van ’t valte landt. Noch en oordeelen geen taxatiën van onkoften, ’t en zy datle t’eenemael zijn buyten de reden.Na dat deReóleurs zijn uytgegaen uyt de plaetfen daer-fegefielt zijn, eenmaent daer nae ontfangen de Auditeurs de appellen van die van deContrey van Trevifano, en twee maenden daer nae van
de andere plaetfen , en doorgaens de appellen van de zee. Maer die geprivilegieerde,gelijck de gene die onwetend zijn van de fententie, hebben twee maenden tijdts nae het gedaen advertiffe-ment. De kercken,Univerliteyten,devote plaetfen , weefèn, weduwen en andere ellendige per-foonen vermogen altijdt door appel haer toevlucht te nemen aen dele Auditeurs, vermits fÿ bevrijt zijn van de prelcriptie van ’t appel dat haer niet en raeckt. De brieven van appel van defè Auditeurs fulpenderen in ’t generael alle definitive executien, behalven die van Trevilan, Sebenico en andere plaetfen van de Levant. Tot Friul moeten de faken van appel geeyndight werden binnen de tijdtvan vier maenden; foo niet, blijvenfe executabel mits borghtocht.
De laetfie oft nieuwfte Auditeurs , diele noe- Dt laaßt men , zijn gekoren wegens de menigh-vuldigheyt van de faken komende van buyten , en befwarende de nieuwe Auditeurs ; in voegen datle, wanneer de faken van de Majeurs wier-den afgedaen , die van de Mineurs, daer men haer naderhant mede kennilfe van doet hebben, ongedaen moefien blyven.Sy oordeelen de waerde van yo ducaten en daer onder, nemende geen ander laken aen ; allbo de dingen van de Mineurs niet mogen komen voor de Veertigen, maer voor haer. De laken van vijftigh ducaten en daer boven, komen voor de nieuwe Auditeurs. Aengefien het voor de armen fwaerlijck om doen is, van te appelleren , zijn de drie nieuwe Auditeurs gehouden alle twee jaren te vifiteren de geheele Staet \^n ’t vafie landt; op dat alle armen,die van wegen haer armoede haer toevlucht tot Venetien niet hebben mogen nemen , recht können bekomen ter plaetfen daer fy gefetenzijn , oft daer ontrent. Defe Auditeurs verhooren alle klachten foo wel criminele als civile, nemende acht op de gene die gerechtelijck zijn, dewelcke fy , nae haer wederomkomfte tot Venetien, inbrengen en debatteren voor den Raed van veertigen. Aengaende de zee-Staet, men fond mede alle vier jaren twee Penfionariflen , doende het folfde,gelijck de nieuwe Auditeurs; fy dan mede, wederom gekomen zijnde tot Venetien, debatteren de faken voor de veertigen, aen wien dat ly behooren.
De civile juftitic is tufichen de handen van De» twee Raden van veertigen, waer van d’eene ge-noemt wert d’oude,en d’andere de nieuweRaedt van-veertigen. Nae dat de faken, te weten die van Venetien door d’oude Auditeurs in delen Raedt zijn voortgebracht, worden fy aldaer ge-debatteert. De gratiën oft vergevingen paf-foeren door defon Raedt : en defè Rechters bly-ven acht maenden in den oudenRaedt van veertigen , hebbende drie Opperhoofden en twee Onderhoofden, welcke alle vonniffen regeleren, en de differenten betreffende de manier van pley-ten decideren. De geprivilegieerde faken, te weten, tufichen vader en foon, moeder en dochter , tufichen broeders, en die van de gevangenen , mede de alimenten van weeskinderen , en faken van de Procureurs van S. Marco , gaen voor alle andere,en worden afgedaen op alle rollen. Men doet uyt defon Raedt gaen alle de geinter-
75
Den wen-jven Kaedt van veertt-g‘»‘ De werti-geM in‘t trimtnetlf Uet taVegh V4n intereflcei’de die de fake zijn betreffende, alle nae-bloedtvrienden en geallieerden, mede alle crediteuren en debiteuren van partyen. Aen-gaende die abfent zijn van wegen dieverye, doodtflagh, oft anderfins gt;nbsp;ly en worden niet ge-hoort, ’t en zy van vijf Raedtsheeren, 2 j van de veertigen, en van twee partyen van den grooten Raedt. De gratiën oft weldaden, vermengt met eenige lichamelijcke ftraffen , en gelt, worden geexpedicert door vijfRaetsheeren, twee Hoofden van de veertigen , 2 y van de quarantie, en door een groot deel van den Raedt. Niemant vermach de Veertigen te bidden, noch voor fijn felfs, noch voor een ander j maer de Hoofden mogen gebeden werden om de raedt, welcke aen niemant gegeven v^ordt in faken daer de Seigneurie by geintereffeert is , Ibn-der dat men eerftelijck roept de Advocaten fiscalen , dewelcke de geappelleerde faken fulpenderen. Den nieuwen Raedt van veertigen overfiet alle appellen van de lententien,gegeven door de Magihraten diegefonden worden nacr buyten door den geheeien Stqet ; en procelTen ingébracht door de nieuwe Auditeurs ; en lbo wanneer ten eynde van acht maenden de oude Racd van veertigen komt in de plaets van de criminele Raedt,luccedeert haer de nieuwe Raet van veertigen, nemende plaets inde oude, palferende mede ten eynde van acht maenden in de criminele Raedt, alwaer alsdan de andere Raedt van veertigen uy tgedient heeft. In de electie van de veertigen kielt men twaelf Opperhoofden , drie voor yder veranderingen, die .alle twee maenden gefchiet, en acht Onderhoofden, zijnde twee voor yder verandering. De Hoofden Itellcn alle faken in ordre , op datfe mogen gepley t worden vervolgens de tijdt dat fy zijn aengebraclit, ’twelck ly moeten belweeren ,• de Onderhoofden verhoeren de partyen , welcke voor andere pretenderen audiëntie te bekomen. Eyndelijck lèyt men defe Raedt in ordre te wefen, lbo wanneer daer een ordinaris Opper- en Onderhooft vergadert zijn. De veertigen in criminele faecken, plachten mede te oordeelen voor de verkiefinge van de oude en nieuwe Raedt van veertigen , alle civile laken. Syheeft, geduerendedetijdt van acht maenden, de lêlfde Hoofden die ge weeft zijn in de twee andere Raden van veertigen. Maer defe zijn van eere wegen gekleet in’t violet, engaen in ’t Collegie 5 en drie van de groote Raedtsheeren, genoemt de Raedtsheeren vanabuys, komen in dele Raedt van veertigen in haer plaets als Hoofden, Sy oordeelen de criminele laken , foo wel ter eerlter als ter laetfter audiëntie by appel. De Avogadors van’t gemeen brengen de lèlfde in als in haer eygen Raedt, defen-derende de juftitie tegens de mifdadigen , de welcke gedefendeert werden door de Advocaten van de gevangenen oft extraordinarilTe Advocaten. De Penfionariffen , welcke cock acht nemen op het gouvernement van de Staet ter zee, pleyten in dele Raedt tegens de crimineele ,• gelijck de Avogadors. |
Het Collegie van twaelf, zijnde voor dele van dertigh, daer naevan vijf-en-twintigh, oordeelt definitivelijck tot de Ibmma van 300 ducaten en daer onder, foo wel in faken van buyten als binnen Venetien. De vijf van vrede, zijn Rechters over alle de 'vyf gene die fich llaen , quetfen , oft verongelijc-ken , ’t zy in wat faken het foude mogen wefen : lbo dat men haer noemt de Heeren van de vredej mits fy alle verfchillen nederleggen, en vrede veroorfaken. De oude juftitie wijlen de proceffen van de gene die daer verlbecken eenigh loon, vergel--^''-^^quot;^* dinge oft recompenlc, ’t zy in wat manier het foude mogen welen. Sy ftraffen die haer behelpen met valfch gewicht oft mate , Rellende prijs op de vruchten en diergelijeke faken. De kinderen, die;haer begeven in dienft van eenigh mee-fter, oft voorwaerde met haer maken, worden in dit olfici ingelchreven. Alle konften en ambachten zijn dit olfici onderw'orpen. Men appelleert van defe Rechters aen de Cathaveri oft aen de Auditeurs, volgens de laken. De nieuwe juRitie heeft de laRovcr de herber-gen, lettende dat de wijnen niet verdorven oft^quot;^*^quot;* toegemaeckt en zijn , hebben mede het opficht over de Magafijnen met macht om te Rraffen. De Confuls van de kooplieden nemen kennilTe van al ’t gene de koophandel en koopmanlchap koopluie». is betreffende, procederende Ibmmierlijck. De Surconluls nemen acht op de falieringen en onderpanden van de kooplieden. Geven ver-lèkeringe aen die gene die het toebehoort van niet gevangen te worden , doende verkoopen de goederen van de vluchtigen, om de crediteuren te voldoen. De feven Wijfen regeeren het olfici van de nieuwe juflitie, van het welcke men tot haer ap--^’” pelleert. Sijn geRelt over de gene die vreemdelingen logceren en kamers verhuuren , en geven haer permilïie om fulcks te doen. De Heeren over de civile laken by nacht, zijn De geRelt over faken die noch t’eenemael crimi-neel noch civil en zijn , zijn executeurs van de by „icht. lententien van’t Hof van de vreemdelingen, in materie van huyshuur, en lententien gegeven van buyten. De Heeren over het crimineel by nacht, zijn De geRelt om de Radt by nacht te bewaren van vuur, doodtflagh , rovery , en diergelijeke laken hj »acht. meer. Hebben autoriteyt van met de doodt te Rraffen , met het tulTchen-komen van de veertigen,en lomwijlen van ’thof van eygendom. Oor-deelen de dieven, Rraffen die meer als een Vrouw hebben, en de vrouwen die meer als een man hebben, oock de maeghdcn-fchenders, en die dieven op-houden, oftgeRolen goederen zijn koo pende, ’t en zy fulcks mocht gelchieden buyten haer weten. Sy hebben autoriteyt over de loden die haer vermengen oft te doen hebben met ChriRelijeke Vrouwen, Rraffen de Medicijn-meeRers die de wonden van de gequetRen ver-fwijgen ofte niet aenbrengen. Is ’t fake dat wy begeeren te confidereren, be-neffens dele MagiRraten , het onderlcheyt van alle perfoonen loo van Venetien als haer refforC particulier, aen ’t welck de geheele regeeringe beRaet^ |
DE REPUBLYCK
beftaet, /uilen wy bevinden die verdeelt te zijn in edellieden en burgers. Den Adel heeft een ablolute en fouveraine macht, waer aen het gemeene volck in ’t minfte niet en participeert, en werdt verdeelt in Ca/a-tes oft familien ,■ oude en nieuwe : de oude fami-lien floreerden al in’tbeginfel van de fundatie van Venetien, en zijn gekomen tot eenkleyn getal door’t verfterven van de reft, welke.t’eene-mael uytgebluftis. Erjiaer naemen zijndefe, Badoer , Belegno, Bragadin, Barrozzi oft Bar-rocci, Bolani, Bembo, Contarini, Cornaro, oft Corner, Dandolo, Gradenigo, Memo, Michiel, Morozini, Querino, Salamon , Sanuto , Sagre-do, Soranzo, Tiepolo, Zane, Zeno, Zarzi, en Zuftignan, oft Giuftinian. De nieuwe familien , onder de welcke ecnige mede feer oud zijn, hebben haer e’deldom door meriten,treffelijcke dienften, oft gunft, volgens de occafien en nootwendigheden der Republij k; en haer namen zijn Alberti, Avanzago , Avo-garo, Aldobrandino, Anguftiola, Avonal, An-degaraero. Barbarigo, Balbi, Bafeio, Bafadonna, Barbaro, Barbo, Battaglia oft Battaja, Benedetti oft Benetti, Bernardo, Briani, Boldu , Bon, Bon-domier, Baftb, Benzon, Bentivoglio, Buencom-pagno. Gabriel, Capello, Galerghi, Cigogna, Cerno vichi , Coco, Celfi , Coppo, Caotorta, Col-lalto, Civran, Coflazza, Cibo, Calbo, Carrer , Condulmier, Cavalli, Caval, Caravello, Contrario. Delfin, Diedo, Duodo, Donado, Da Mula, Da Riva, Da Mofto, Da Mezo, Dalia Rovere, Da Ponte, De i Rofli, Daleze. Erizzo, Emo, Efte. Falier, Falcarini, Foftari, Fo/colo, Ferro, Fra-dello, Farnefe, Filiberto, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt; Grimani, Girardo , Gonzaga, Garzoni, Gri-zoni, Gritti, Ghifi, Guoro, Giego, Giufto oft Zufto, Giulian oft Zulian. Lucemburgo , Lipomano, Lombardo, Loredan, Lolin, Lando, Longo, Lion. Minotto , Minio , Marcello, Marin, Magno , Manoletto , Malatefta, Malipiero , Muazzo oft Mudazzo , Miani, Mocenigo, Megli, Moro, Molin, Martinengo, Matoni, Moftuola, Monte,Medici, Mengiani. Navagier, Nani, Nadal. Orio. Premarino, Palavicin, Pafqualigo, Puzzama-no, Paruta, Peretti, Priuli, Polani, Petaro, Pi-Fäni, Pio. Rimondo, Ruzini, Renier, Riario. Savorgnan, Semitecolo, Spatafora, Sarian, Sfondrato. Tajapietra, Trevifan, Tron. Vendramin, Valareflb, Vizzamano, Valiero, Vittari, Venier, Viaro, Zancarolo. |
Doch -vele van defe nieuwe familien en hebben haer woonplaetlèn niet binnen Venetien , gelijck die van Gonzague, Farnefe, en la Rovere , welcke befitten de Hertoghdommen van Mantoua , van Parma, en Urbin, en benevens de/è zijnder noch andere, gelijck Collalto, Martinengo, Aldobrandin,Bentivoglio,Cibo, Rolfi, meteenige andere, zijnde onderdanen van dc Republijck oft van eenigc andere Princen. Alle de gene die de tytel hebben van Venetiaenfche Edellieden , hebben de privilegie van te mogen komen in den grooten Raedt, foo wanneer ly ’ fich bevinden binnen Venetien. De Edellieden genoemt Candiots hebben mede de privilégie van genoemt te worden Venetiaenfche Edellieden , ten eynde datle de Republijck louden getrouw zijn, Eyndelijck loo zijnder altijdt eenige partylehappen en fadien tünchen de oude en nieuwe familien, aengefien de oude fich laten voorftaen datlè eenige avantagien behooren te hebben boven de nieuwe ; daer en tegens de nieuwe,'als zijnde in grooter getal, en dieswegen machtiger, laten fich van haer zijde mede niet minder voorftaen ; foo dat yder van dele fadie doorgaens met de uyterfte y ver befich is,om een Hertogh te mogen bekomen van haer zijde, en fich boven de andere te bemachtigen, Vorders alle jonge Edellieden,zijndeover de twintigh jaren , gaen nae de Advocaten van ’t gemeen, ver-gelèljchapt met haer vader , oft moeder loo de vader overleden is, oft allernaefte vrienden, loo fy alle beyde overleden zijn , betoonende door twee getuygen luyden met eeren dat fy zijn na-tuurlijckeen legitime kinderen van die ouders, van de welcke fy fich leggen kinderen te zijn s en de getuygen Iweeren lulcks waer en kennelijck te zijn, lóo wel aen haer gebuuren als aen haer lèlfs : mede de vader, moeder, oft bloedtvrient fweert dat de perlbon twintigh jaren gepalfeert is. Na dat als dan de Greffier oft Secretaris van . dieMagiftraet lietlèlfde heeft belchreven,wach-ten de Edellieden tot den 4 van December , op welcke tijdt men in een vat doet alle de namén van denene die’t recht van edeldom noch niet O en hebben, en geen zy jaren oudt zijn. Dit vat wordt.gebracht voor den Prins en fijn Raedts-heeren, met een ander daer beneffens, in ’t welcke lbo veel ballekens zijn, als in’t andere nae-men van de jongelingen en onder defe ballekens is het vijfdendeel van gout, de refteerende-zijn van filver, dit gedaen zijnde, treckt de Prins uyt het eerftevat een brief jen voerende den naem van een van defe jongelingen, en uyt het ander een balleken ; indien ’t felfde dan van gQut is, foo heeft de jongeling, wiens naem op ’t brief-jen gelchrcven ftaet, het recht en publijeke au-toriteyt van edeldom , en vermach te komen in den grooten Raedt ; maer indien den Hertogh een filveren balleken treckt, lbo moet hy verwachten de lootingen van ’t toekomende jaer , ’ten waer hy alsdan over de zy jaren oudt was. En op defe manière verkrijght het vijfdendeel van de jongelingen oudt zijnde 20 jaren , door lotingen alle jaren het recht en privilegie van te mogen komen in den grootenRaet,en liaer Hemmen aldaer te geven. Is ’t lake dat de vader oft grootvader van ee-nigh Edelman, dit recht van te komen en haer ’ ftem te geven in de groote Raedt,niet geoeffent oft gebruyckt en hebben, en haer naemen in de boecken van de Advocaten van’t gemeen niet gefchreven zijn, lbo neemt de Magiftraet oock geen. |
VAN VE geen kennifle van fulcke Edellieden j en op dat niemant door bcdrogh fich in’t getal van de Edelen fonde invoegen ; maer allcenlijck op’t rapport van de Advocaten in de Raedt van veertigen, en ’t aenbrengen van de getuygen, ncffens eenige andere blijckelijcke kennille , foo delibereren de veertigen oft men liaer lai aennemen in quot;t getal van de Edelen oft niet. Mede op dat dit oordeel niet gehafardeert en werde door eenigli onverlaet oft onbefchaemt menfcli, is ’er lt;Toet gevonden , indien iemant begeert, dat de Rechters kennilfe füllen nemen van fijn edeldom , dat hy eerftelijck en voor al confignere in handen van defe Magiftraet de fomma van 500 goude kroonen, welcke, indien hy gecondamneert is, geconfifqueert werden ten profijte van de ge-meene fchatkift. En op defe manier wert’er vóórgekomen dat niemant kome te bekleeden de cjualiteyt van Venetiaens Edelman , ’t en zy hy waerlijck fulcks werdt bevonden. Het volcV. De ordre van ’t volck is verdeelt in twee dee-len , in burgers, zijnde eerlijcke lieden, voortgekomen van eerlijcke en treffelijcke ouders, welcke daer geleeft hebben met meerder luyfter en reputatie als andere, en defe fijn in achtinge; daer beneffens in gemeen peupel oft volck,wdke fijn ambachts-en arbeyts-lieden die fich oeffe-nen, en dekoft winnen met arbeyden en andere verachte en kleyne faken. De eerfte werden geemployeert byallefbor-ten van Magiftraten, exercerende het arapt van Secretariffen, ’t welck den Adel niet begeert te bedienen , foo dat mede alle de fecreten van de Republijck en papieren van de Cancellery onder haer handen zijn beruftende. Sy komen in denRaedt, vergefelfcbappen deAmbafladeurs, hebben kennilfe van de gewiclitighfte faken van de Republijck, gaen met de tytel van Refiden-ten, doch in fchijn als Ambaffadeurs, naer Napels, Milan, Florence, en andere plaetfen meer, ja felfs, naer Princen , en Köningen , en dat van wegen extraordinäre faken. Sy hebben daer be-neftens tot hooft den groorenCancelier,de welcke reprefenteert een groote en befondere Maje-fteyt, fbo wel in de eer die men hem geeft, als in fijn Magnificentie, manier , fatfben, couleur van kleeden , als mede in fijn uytvaert en begraefl’e-niffe. Sy hebben mede eenige Kafteleynfchap-pen, als onder andere dat van Creme, gouver-neren met het bewintvaneen ongcloofidijcke fomme gelts en rijekdommen de groote fcholen, van de welcke, niet tegenlfaende de Edellieden daerinkomen, fÿnochtans niet vermogen ge-maeckt te werden opperde Gardiaens. Wel is waer, op dat men de fcholen oft compagnien fonde onderhoudeti in haer devoir, en op dat de genediefe gouverneren niet fchadelijekfouden welen aen^de Republijck oft edeldom,heeft men haer onderworpen den Raedt van tienen, fonder wiens toelatinge fy niet en vermogen buyten tijdts te verfamelen oft eenige faken te veranderen. Eyndelijck defe Gouverneurs van de fcholen worden gekoren beneffens twaelf affillenten in ’t generale Capittel van alle fcholen,welcke yder in ’t befonder noch heeft haer kloofden oft Gou-ïtalien» |
N Ê T I Ê N. verneurs, behalven het groote Capittel dat by-=-nae fohijnt te wefen de groote Raedt van de Republijck. De burgers hebben daer beneffens noch in eenige andere faken meer’tfolve recht dat de Edellieden toekomt, als onder andere iti de declinge van goederen, in ’t gebruyck van tabbaerden en kleeden, in de feeften, in de fcholen, en hanteringe van de gemeene plaetfen, al-waerfe hebben tot medemackers de Edellieden, ja felfs de Senateurs^foo dat fy,haer bevindende den Adel foo na te komen, fich laten voorftaen te genieten deel aen’t gouvernement, en zijn dieshalven vry, en niet lubjcóf Aengaende het gemeen peupel oft volck, heeft haer groote Capiteyn , wiens laft blijft geduu-rende fijn leven , en werdt gekoren door ballot-teringe in den Raedt van tienen , is gékleet met een magnifijekelijek klect dat niemant anders vermach te dragen , komt tot defe eer met trappen en allenskens, foo dat de voornaemfte onder haer daer toe afpireren ; hy heeft fijn Admiralen ter zee , die van gelijeken, als hy, gekoren werden in den Raedt van tienen en creffelijek gekloet zijn beneffens andere Officieren van minder qualiteyt. Alle de gene die tot Venetien be-huyft zijn , hebben haer Remmen in yder paro-chye in ’t verkiefèn van de prevooft van de kerc-ke, welcke fy noemenPiovano, en werdt door de Patriarch beveffight. Behalven de natuurlijeke onderdanen van Ve- o»derä(e netien en haer refort, zijnder noch twee andere foorten , wacr van een deel fich vrywilligh heeft begeven onder’t gebiedt van de Seigneurie, en het ander deel hebbenfè door de wapenen daer toe gebracht, die mede genieten de privilegiën en vryheden gelijck als de andere, gelijck het feilde können betuygen de meefte Reden van Iftria, Dalmatia en ’t vafte landt, mede bykans geheel Friul, Belluno, en Vicenza, welcke, om datfe haer vrywillighlijck hebben begeven onder haer gebiedt, zijn genietende groote privilegiën , gelijck onder andere datfè vermogen te hebben Vicariffen , Rechters foo wel in ’t crimineel als civil, dewelcke fÿ noemen Alle-Ragioni, en Al-Maleficio, en worden gekoren uyt haer burgerye ; foo dat dele officien niet mogen bedient werden van de Venetiaenfche Edelen,maer van de geleerde der fteden, het gebiedt van de Seigneurie onderworpen, aen wien fÿ groote-lijcks van noode zijn. Dat meer is, veel van de Edelen der onderworpen lieden , wegens haer meriten en dienften gedaen aen de Republijck zijn gcllelt geweell,neffens alle haer nakomelingen,onder ’t getal van de Venetiaenfohe Edellieden Daer-en-boven regeert haer de Republijck volgens de vryheden van yder ftadt,vande welcke lÿ de voornaemfte bedieningen hebben, als in ’t gouvernement van de kafteelen, valeyen en diergelijcke meer, dat gegeven wert aen de Edelen derlèlfde fteden door ballotteringe, daer uyt gefloten zijnde de Venetiaenfche Edellieden ; mede de Heeren en Cavaliers van defe Staet bedienen de officien van Colonels, Ritmeefters en Overften van de ruyterys en uyt de gemeene Adel kieft men Capiteynen, Vaendragers eil andere voorname Officieren van ’t voetvolk,zijnde E e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onder- |
DE R E P V B L. VAN VENETIEN.
^eli^e. Crieckfche en Laüjn-fcheChri-ßtntn. Jaden. Ceeflelijc^ ken SlAet. «nderliouden en betaelt loo wel ten tijde van vrede als in den oorlogli. Daer zijn in den Venetiaenlchen Staet,behak ven de Latijnfche Cliriftenen, oft Roomfchc Catholijcken, die ’t meefte getal wel maken van de inwoonders, veel Grieckfche Cliriftenen in vcrlcheyde eylanden, celebreren en doen alle ceremoniën op haer manier, jafelfs hebbenle cenkerck binnen Venetien. Men vindt’er oock menighte van loden, die fich verlamden in liaer Synagogen ; aengaende de Turcken, Perftanen, Armenianen, en andere meer, hebben vrye com-mercien binnen de ftadt, maer geen exercitie van religie. De Venetianen hebben in haren Staet twee Patriarchen en vier Aertzbiflchoppen. De Patriarchen zijn die van Venetien, welcke befit de placts van den Patriarch van Grado, en de Patriarch van Aquilee: de Aertzbiftchoppen zijn die van Spalato,Zara,Corfou,en die van Candie. De Patriarch van Venetien, gekoren in ’t jaer 1440, door den Paus Eugenius IV, had in ’t eerfte maer de tytel van BilTchop van Olivola •, daer na de tytel van BilTchop over de dooden, om dat hy was genietende eenige inkomften der tiende van de dooden,- eyndelijck kreegh hy den tytel van Biftchop Caftillan, om dat hy fijn ftoel hadde in S. Pieter di Caftello, alwaer die van den Patriarch tegenwoordigh noch is. Maer na de verwoeftinge van Grado, waer door Venetien geweldigh aenwies, is het Patriarchfehap van Grado getranlporteert tot Venetien. DeBiT-fchoppen, defe Patriarch onderworpen, zijn die van Chioza oft Chioggia, Torcello, en die van Caorle. |
De Patriarch van Aquilee , refidcrende in de ftadt van Udine, is gcftelt over de Biflehoppen vanPadoua, Verona, Vicenza,Trevilc,Concorde (oneygentlijck en verkeert genomen voor Concorde van Lombardien, welck onderworpen is den Hertogh van Mirandole, en dit is gelegen in’t landtlchap van Trevifane , onderda-nigh de Venetianen ) over Feltro, Belluno , Petin, Ceneda , Pola, Parenzo, Capo de Î ftria, en Cité Nuova, en noch over die van Come en Triefte,waer van d’een gelegenes in den Milaen-fchen Staet , en d’ander in de contreyen van Iftria , onderdanigh de Aertzhertogh van Oo-ftenrijek, en over de Biftchoppen van Trente en Mantoua, die men mede rekent onder delen Patriarch. De Aertzbiflehop van Spalato oft Spalatro, Primaet van Dalmatie en Croacie , heeft onder hem de Biftchoppen van Nona,Lefina, oft Faro, Trau, Tina, Sebenico , en Almifta, behalven die van Segne in Croacien, gelegen in de landen van den Aertzhertogh van Ooftenrijck,en mede die van Scardone in Dalmatien, zijnde onder de Turck. De Aertzbiftehop van Zare heeft onder hem de Biftchoppen van Arbc, Veglia, en Oftero. De Aertzbiftehop van Corfou heeft tot zijn Vicàriften de Biftchoppen van Cefalonie en Zante j en de'Aertzbiftehop van Candie refide-rende in ’t eylant en ftadt van den felfden naem, heeft onder hem de Biftchoppen van Canea, Rettimo , Sittia, en Hiera Pietra, behalven die van Cheronelb , Millipotamo , Archadia, en Sichimo , aen de welcke dat men byvoeght die van Budua,eertijdts onderworpen aen de Aertzbiftehop van Antivari : en die van Cattaro, Vicaris van den Aertzbiftehop van Bari in Pouille, en die van Curzola, geftelt door Ibmmige onder den Aertzbiftehop van Ragoulè. |
77
Het Laiidtfchap onder
BERGAMO.
E R G AM AS c ftreckt fióh in ’t noorden aen deValtelinej in’twe-ften aen de Milanoi-ïen , in’t zuyden aen de felfde Milanoilèn en aen ’c Cremalc, en ’t Cremonois ; en in’t ooften aen ’t BrefTan. Zijn langte is ontrent yo mijlen , maer de breette is feer ongelijck doch aenmercklijck in’t noorden, en feer eng in ’t zuyden, daer ’t fich ftreckt naer Bergamo. Stede». De voornaemfte ftadt van dit landt is Berga-me , by de Ouden genoemt Bergomitm , en by de Italianen Bergamo, zijnde gelegen in’t hangen van een bergh, niet verre van de rivier Serio j heeft twee redelijcke voor-fteden, leggende aen de voet des berghs , en bevat fonder defon drie mijlen in den ommegang. Is mede wel ver-'fterekt met negen bolwercken,en een feer fterek kafteel, genoemt la Capella, gelegen op een voor-deelige plaets, ridderlijck gebiedende over de geheelc ftadt. Dicht by de plaets fiet men de kereke van S Maria, met een graft van marraer-fteen , toegeeygent aen Bartholomæus Capo-lian , Capiteyn van de Venetianen, met noch verfcheydeheerlijcke graven van meer andere Heeren : men feydt dat in den Dom fouden be-waert worden wel ly lichamen van verftoiven Heyligen. De kereke van de Predikers is waert om te fien, wegens veel treft'elijcke beelden van . hout, fchijnende oft ly gefchildert waren : en van wegen de Librarye,is een van de voornaemfte van geheel Europa , opgericht metgroote koften van Alexander Martinengo Heer van Mal-paga. Defo ftadt heeft haer vrywillighlijck begeven onder de Venetianen,in ’t jaer 140L De andere voornaemfte fteden , zijn Marti-nengo, gepeupleert met ontrent drie duyfent zielen : Rewano, een ftadt van groote negotie, en van gelijeke bevolckt, met Clafon, dicht aen de Valteline. Vedejen. Dit landt heeft mede fes voorname Valeyen , die ly noemen Val Seriana,Brembana,de S. Martin, de Calepio, de Chiufontio, en Manca, in de welcke men vint meerder dan twee hondert bewoonde plaetfen. De Valcy Seriana, de refidentie ofte verblijft plaets van de partyen der oude Becuni van Pto-Icmeus, heeft tegenwoordigh fijn naemvande rivier van Scrio, welcke haer bevochtight. Brem-bana heeft die naem om dat het gelegen is dicht by den oever, recht tegen over Brembo j en yder van defe V aleyen is dertigh mij lep lang De Valey S. Martin is vijftien mijlen lang. Die van Calepio, Chiujontio en Manca ftrccken fich niet foo ver in de langte. De voornaemfte plaets van alle defo Valeyen is Calepio, welcke de naem geeft aen Italien. |
haervalley: d’andere voornaemfte plaetfon zijn Luer, gelegen inde valley vanChiufontio, en Veïtua, alwaer gemaeckt worden vele fohoone en treft'elijcke lakenen. Eyndelijck, in ditlandtfohap worden getelt ’tGetal twee hondert fos-en-dertigh, foo gelloten als opene, plaetfon. De lucht van dit landt is foer ftibtijl, en aen- De e^naii-gaende haer landen, zijn verfoheyden ; ’t gene hch is ftreckende na ’t ooften is effen en vrucht- lahdent baer^daer en tegens dat fich ftreckt naer’t noorden, is oneffen , kout, en brengt weynigh voort ; men feyt dat het wel foude hebben veertigh mijlen bergen , enmaertwaelf mijlen effen landt, ’t welcke doorgaens veroorfaeckt dierte van koren ,• doch d’overvloet van wijn in veel plaet- Keer» e» fon is foo groot , dat het gebreck van koren daer door by de burgers werdt vergeleken. Ja dat meer is, daer zijn veel valeyen,die, behalven de goede wijn , mede voort-brengen fohoone oly , en verfoheyde foorten van vruchten, onder andere, menighte van kaftanien. Doch de valeyen die onbequaem zijn tot koorn en wijn, voeden menighte van heeften. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bceße», Dit landt heeft oock menighte van yfor-mij-nen , en fteenen, bec^uacm om mculcnfteenen te ^r^tne» maken , als van gelijeke marmorfteen , voorna-mcntlijk in de valeyen van Scalve en Brembana. De Bergamal kers zijn foer civil,goet van be- Afaniere» grijpjbequaem en genegen tot de koophandel en geleertheyt, in het welcke fy foo geoeffent zijn, datfe geen uytheemfche Medecijns , nochte Rechtsgeleerden , Procureuren, ofte Notarif-fon als Grammatiften van noodc en hebben, aengefien die folfde genoegh onder haer gevonden worden in groot getal , en foer’treffe-lijck in alle faculreyten. Doch haer tael is t’eene-mael plomp en grof j in voegen, foo wanneer de Sahiflende folfâein de comedie Ipreecken , ly feer liehtelick alle andere Italianen können doen lachen. Sy hebben feer goede w^ol, van welcke datfo Bidßet»-verfoheyde ftagh van tapifteryen maken , die ly noemen Spalliere, en worden oock dies wegen ’ vafi ons genoemt Elpalieres ; hebben mede verfoheyde lootten van lakenen , die ly vervoeren, een deel in Lombardyen,Duytflant en Conftan-tinopolen ; als van gelijeke kaftanien , vleefch , boter, kaes, hout-kool, yfer en ftael-mynen j meule-fteenen cn marmorfteen, daer fy met het boven-genoemde van genieten bykans een Mihoen en diiehondert duyfent ducaten jaerlijeks. Eyndelijck , ly trafiequeeren en winnen aen alle tanten , gelijck als de Genevoifon, doch met minder gevaer hebben op Sint Bartholomeus dagh in een van de vcorfteden van Bargamo, een jaer-marekt, alwaer dat fich laten vinden allerhande kooplieden, Italianen, Hooghduytfchen, Grilons en Switfers. Men houdt oock tot Roma- E f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;no. |
C^ezzo
uiiiuiiuiiuiitiuiiiinuMUiuiiiu: luuliiiiiJiiiiiiiiiiuiiuiiuiitiiiniiiMiuiiiiiiiiliuitiiiuiiihiiiiiluuli :Uiiitiiiiiutitiiuillimiiiuiuiiiiigt;
^pfiteanaitA
0 Ceenidiaao
:i:
O Peniinteifi
Äamp;izfi
laeea.
■ X.-
-■ .’L
28
eluC
- .gt;.x_
-K'.
i PaJazzo
Oaibnaae
Ct^iue de ^andtnt
T I,
ZF/mel
.K.
C^^aue
l^dr/rs/
REM
Crema.
Itu’er
^driaw
‘Koeea ^aaea
àÀ. Cret naoin
Q • Hariiaanan. Bveu f’cnfier
‘PaJernede O
Ladriaae
yerde
'Rjlo
Otvt reeeii
^Pijtele
^orlet^0
^^ea^najte
Cremesaae
o i^cerzarub
(. arcane
‘Barharifa
Occident.
Briattzela O
CTtalarafv
io
'''T^ieeVa.
•Pefcarelffl
Silvite
lt;i Pcre^o
'PrftuattA
Cemtu
•Senuana
Oflar
*
AffCCtl
Pfffhera.
Cavett»»^
o CaTvk,
ügt;nM
O Certo ^S.Gera^
S^»a.
Chatte -.
Pifpa Uera.
Cnta
Marrino.
■ CarfK
Chiera
d Adda
Calueuzaaa
*P^aser
.,.M,
C.Paler
Carava^io
Tiia lettre
Z ^roife
CM Cevadi ■
CilJ^tÿetia
Lttnne
'Vt^nano
i^.' 'Cdarad^lA.
Celeste
Sc(^
P a^be
Chiari
C. deUe ^eaelle
Pipa^ena
Scala. Ji mi
'.ialta. cin^uc.
O/Sio difyra. i^iadt^te
Verdel
VerJeamp;t
ernte
.
_ S. Gtevamn
*13amcn
O. Cnetahel
' Valtrtm
*Ber^
.•ßte^o
Lerat °Saa^
Lat o
Cana
Ot’aais
Cala^naeti
Gn^lnt.
Canseaa
-ait
ClttJtota
Scinató
Caateul
0 Reoitalta.
Cani
Slie^eadt ,
O 6i«xZ-4 - ;
SPtfiro
Clea
Orr
Saloteza
CdeBa nerta
'Redaaa.
? IvRaatiea _
l’ilia de Sert
QRofita ^Setaze *•)
Caa^tt
Ir^Or
rikene
,,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cihkc
rdSccat .00 O Cazantba
'~ Cazanhet q
Saltneta.
,det^a^redda
® Olera
Gntodefaae
O'L’^
Ori
VA
G.n.s
»dTw
s
‘P-n^wo
Bhnan.
RipacdJA
SlPeleartn
NA
■'ide^pta. 0 Lrontne gt;«
Raiafie
Seyia/ta Se»b
Q Ca eenei
Craî
^/frzo
* de
Cmpa Q
' CtmeleJa.
Lor-,
, Rehufil
PS
S.Ctoratmi IP Piazza
Seraalta
‘Prtvhera
Sahaeza
Oltue
fl
Carnatnena
O lAlt;f«X4
O Vtdn^a
‘Ptazxatar
7 ^al bora.
Olmo
XZi
28
fj/Al
Tendra.
'Bares ■''Sl^liudiel
CI,,^
Z» VarJen
Cerd^ 0 Ptud-
Core dtffà rade *lieearti(d.
0 ^ttarii
O ^Baaet
|o Wr/ eaa^ -
Carotta
fJA
Reete
O Paiar
Ci T^e de Val'Brazaa
IJ P^e de ceraa dyLtmhria
vadneh
na.
Saade
Caat
‘Ptvda
3 Pi
3 Lfzela
o Palß.
Pt^e de ‘Beadtea^
H Ptiße de den»
Ä/Ä if Cla^,
Sterckte», ziehen en guarnifoen. (jotmerne- Ma-^JkrAten. no drîemael in de weeck, een koornmarckt, waer van ,in manier van fpreken, ’t geheele Ber-gamafc fich is voedende, aengcfien de nabuu-rige landen haer kooren doorgaens derwaerts brengen, als onder andere de Milanelen, Cre-monefen, Lodefan, en die van Chiara-d’Adde, niet tegenftaende dat de Spanjaerts de palTagien met wacht befetten. Het geheel Bergamalc begrijpt in fich ontrent tachtentigh duylent zielen, van de welcke Bergamo Ibude können uytleveren 4000 Ibldaten, €n de reft van Bergamalc 12000. In Bergamo is ordinaris een gnarnilben van 300 mannen. |
De Venetianen houden doorgaens tot Bergamo een Podefta met een Capiteyn, welcke ly geven dertigh dukaten ’s maents, en blijven fe-ftien maenden in bedieninge j een Camerlengo, aen Wien ly geven acht ducaten en acht grootcn ’smaents, en blijft dertigh maenden in bedieninge , hebben mede een Caftelleyn in la Cappella voor vijftigh ducaten ’s maents, blyvende feftien maenden inbedieninge, meteen Podefta tot Clulbno, gekoren door de Bergamafkers , voor vijftigh ducaten ’s maents,blyvende feftien maenden in bedieninge:een Proveditor tot Mar-tinengo voor negentien ducaten ’s maents, blyvende twee-en-dertigh maenden in bedieninge ; mede een Podefta en Proveditor tot Roman voor de felfde gagie en tijdt, welcke al te famen zijn Venetiaenfehe Edellieden. Voorders, de ftadt van Bergamo heeft haer bylbndere juris-diélie, alwaer dat ly Edelen van haer ftadt lendt. |
79
BRESSAN.
Res S AN is in hct noorden bepaelt met een gedeelte van het Graeflehap van Tirol; en met de Valteline j in ’t weften met de fêlfde Valteline en het Bergamalc, gefehey-den door de rivier O-glio, van hct meir Ilèo; en ’t zuyden met die van Cremona en Mantoua, geïcheyden door de fèlfde rivier, en in ’t ooften met hetTrentin, Veronois, en hct meir van Garde. hondert mijlen lang, gereeckent van Mofo, ’t welckleydt ontrent vijftien mijlen van Mantoua, tot aen Dialengo, gelegen in’t ooften van’t Vai Camonica, en vijftigh mijlen breet, gereeckent van Limon, dicht aen het meir de Garde, tot aen de Sterckte van Orzi Nuovi. De ßadt Dcfcs landts voornaemfte ftadt is Breffe, van t^an^Brejje. Quden genoemt Brixia, en van de Italianen Brefcia ofte BreJJa, gelegen in een vlackte, dicht aen de voet van eenige berghskens, wordt door-ftroomt van een kleyn rivierken, genoemt Garza , dat de burgers in’t uytloopen van de ftadt herwaerts en derwaerts door het landt weten te leyden, om ’tfelfde te bevochtigen; en is gefor-tificeert met ftercke bolwercken, groote graften van dertien voeten breet ; en is bykans vierkant , doch langer als- breeder, hebbenfe vijf poorten, en drie mijlen in den ömvang,foo wanneer menfe alleenigh neemt, anderfins met het kafteel daer by gerekent is het ontrent vier mijlen en twee hondert fthreden groot, en gepeu-pleert met ontrent vijftigh düyfent zielen. De voornaemftQ gebouwen defès ftadts zijn, het paleys van de groote plaets,hebbende onder fich fchoone gaelderyen, met winckels van velerhande koopmanlchappen ; de toorn van Pal-lada met een leer groote kloek; deDomkerek zijnde een ftoel des Biftchops, voerende mede de tytel van Hertogh , Marquis en Graef ; defe Dom is beroemt wegen een lèker kruys, dat men daer fiet van hemels-blaeuw couleur, wordt by haer genoemt Oriflamme, en gehouden voor ’t lèlve, dat aen Conftantinus verfcheen doen hy tegens Maxentius vocht. Maer’t gene allermeeft behagelijck is aen de oocen van de Cavaliers, is het kafteel, geacht voor een van de voornaemfte van geheel Italien, commanderende over de ftadt, weick kafteel de ftadt als een halve maen omvangt; en kan van geene plaetfen befchoten werden. Aen de zijde van de ftadt in de fteenrotlen is een groote en diepe gracht, met drie groote bolwercken. Van buy ten islè vol fteyle en diepe plaetlèn , en ge-defendeertmet eenige kleyndcr bolwercken. De eerftc fortificatie wordt gevolght van de tweede, omringt met grachten,toorens en muuren ; daer na volgen noch twee andere Sterckten, zijnde in de hooghte, opgaende als trappen, comraande-Ita’kn. |
rende d’cen over d’ander ; en vervatten t’famcn in den omvang ontreqt een half mijl. Dicht aen ’t kafteel is een bergh; doch niet tegenftaende de felfde is het daer op ’t fterekfte, foo van natuur als door konft. Dat meer is, het heeft een uytgang van achteren, door’t weick het gefecoureert kan wor-den,fbo wanneer de ftadt genomen foude mogen zijn. In dit kafteel fiet men mede een Arfenael, met menighte van grofgefchut, en allerhande ïoorten van wapenen; een treffelijeke paerde-ftal, wel voor drie hondert paerden ; vier bornputten , waer van dat yder waters genoegh heeft voor een geheel jaer. De ftadt begaf lieh vry-willmhlijck aen de Venetianen in’t jaer 1416, na dat een lange tijdt onderdanigh was geweeft aen den Hertogh van Milan ; en daer nae in ’t jaer 1509 aen Louys de XII, Koninek van Vranekrijek, eyndelijck heeftlè de Koninek van Vranekrijek François den Eerften in’t jaer lyi/ wederom gegeven aende Venetianen. Dele ftadt begrijpt onder fich vier hondert vijftigh plaetlèn, waer van de voornaemfte Salo ; een ftadt gelegen op het meir van Garde, bevoickt met wel acht duyfent zielen;communi-ceert haer naem aen alle de omleggende landen daer ontrent, geheeten Riipiera di Salo , dat is te /eggen, de oever van Salo , die fich ftreckt tot Prato di Fame,alwaer de BiflTchoppen vanTren-ten, Brefta, en Verona fich können de handen geven /onder te gaen uyt haer Bifdommen. De ftadt Benac eertijdts gelegen aen het meir TufculanOf alwaer’tfelfdehaer naemvan heeft; en Afola dicht àen de rivier Chiefe, een ftadt en fterekte, gebouwt door de Bre/Taniers in ’t jaer 1225, en gefortificeert door de Venetianen aen de gren/èn van Mantoua ; alwaer de Marquis Caftillon van het huys van Gonzaga, befit de /eer ftercke plaets van Caftel Cifre, behoorende mede onder Bre/Te ; als mede Or^i Naoln, een ftadt en fterekte, gelegen by Oglio, eertijdts genoemt S. George , en daer naer O/^i Nuoigt;i, tot diftinótie van J^ecebi, dat daer dicht by leydt, en is feer fterek gefortificeert, wegen de gebuur-fchap van ’t Cremonois en de Sterckte van Son-cino , die veroorfaken dat /y haer moeten verfe-keren tegens de Spanjaerts ; al/óo de/è fortere/Te maer een mijl is gelegen van de andere Sterckte, en alleenlijck ge/epareert door de rivier die men lichtelijekkandoorgaen. Eyndelijck, defe ftadt heeft anderhalf mijl in den omgang,en wel feven bolwercken, behalven datfe omçingelt wort met een feer breede gracht vol water, en heeft meerder als drie duy/ènt en twee hondert inwoon-ders; en Ponte Vigo, ofte Ponte Vico , een ftercke ftadt, gelegen op de Oglio , achtien mijlen van A/ola, aen de gren/èn van ’t Cremonois. Rocco d'Anfo een kleyne plaets, maer fterek, gelegen tu/fchenhet geberghte van het meir vanidro, en de frontieren van Trenten. In dit landt fiet men oock de voornaemfte plaetfen van ïdro , gelegen dicht aen’t meir, G g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge- |
K 0.
tS^no
I-/-''
Pl^AXA
d’ Adda, o Z
Q
Crema
^0»“quot; O o
O
o
''lt;■:
viu o
ifï
I.
1°'
Villa, getutn ■ nbsp;nbsp;nbsp;■
O Trec.^tt.
di M ri • Lhiaro.
O 3J»
QS.r
8o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-B R E $ genoemt met de fèlfde naem : Lona ofte en Lonado, een plaets fêer rijck en wel bewoont, gelegen dicht by Caftillon dellc Stivere : van gelijcke CahoifanOj dicht aen de rivier Chiele. Ga-yardo, beroemt wegen haer goede wijnen, ge-naemt Vernazze ; Gambarra, en ^in^ano, dicht d’Oglio en ’t Cremonois : Chiari een feer aen-gename plaets, en wel bevolckt, leggende by d’Oglio 5 en Roato , een plaets, welche meell is gepeupleert van geheel BrelTan. : Ponteoglio , gelegen dicht aen d’Oglio met een brugh dwers daerover : PaliK^uolo, wel bewoont, hebbende mede een brugh over de Oglio naer de grenfen van ’t Bergamalc. Ifeo, dicht aen ’t meir ge-naemt met de felfde naem : Montechiaro, ver-maert wegens hare deftruélie van den Keyfèr Frederick de Tweede,daer na van den Graef van Vlaenderen in fijn doortocht met Karei, Köninck van Sicilien in ’tjaer 12,66 j dochisnader-handt herfielt in een leer goeden ftaet. Defin-^2iano, dicht aen het meir van Garde, en de gren-fea van ’t Veronois en eenige andere. Dit landt begrijpt onder fich noch eenige andere kleyne landekens, waerdigh dat menie verhack , als onder andere Pranz^Curta, ofte France Courte, welcke naem komt van de Françoilèn, die aldaer haer woonplaets hebben gehadt nae de nederlaegh van de Lombarden, ofte nae dat Karei,broeder van Louys, Koning van Vranck-rijck, Captiolo, een feer lïercke plaets van Bref-làn,verwoeilte, en in de plaetfe bouwde de kerck van S. Denijs, noemende het landt daer rondom France Courte, wegens de onmogelijckheyt om de feefl: van S. Denijs in Vranckrijck te celebreren , dathy hadde gefworen, vermidtshy vermeende aldaer minder refiftentie te vinden als hy in der daedt bevont. ^r^lejen, Daer zijn mede verlcheyde valeyen, waer van de voornaemfte zijn de valey van Camonica, die van Tropie, en van de Son. De Valey, welcke ly noemen Val Camonica, ofte Camoniga, de verblijf-plaets van de oude volckeren Camuni, volgens ’t Ichrijven van Strabo en Plinius, is vijftigh mijlen lang, gerekent van’t zuyden tot het noorden , en acht mijlen breet, en dit is lbo ’t fich op ’t verfte is uytftrec-kende. Het heeft fijn langte van ’t zuyden naer ’t noorden tufichen een hoogh geberghte, hebbende in ’t midden een pleyn ofte vlackte, en defe Valey deelt fich in ’t noorder-eyndt in twee deelen, waer van ’t een fich ftreckt naer ’t Graef-Ichap van Tirol, en het ander paelt fich aen de Valteline, alwaer de felfde Valey gelcheyden is dooreen lèerhooge bergh, in de welcke, niet tegenftaendefijnhooghte , noch eenige bequa-me wegen werden gevonden, waer van de aller-befte is, loo ’s winters als lomers, die van den bergh Auriga , de welcke fy noemen Zapelli d’Auriga. Dc rivier d’Oglio, loopende door dele Valey, en hebbende eenige kleyne rivierkens van beydezijden, eyndightfich in’t meir van Ifeo, op de uyterfiegrenfenin’t zuyden der felve Valey. Haer voornaemfte plaetlên zijn, Bren ofte Bre-no ; refidentie van de Gouverneur van de Valey; als van gelijcke Ciipeda ofte Cividai, PiJognOfBdyolo |
SAN. met het kafteel ; en Ponte de Legno,Vcza, Cor-teno,Mun,Malon Volpina,Lovero,Sali,en noch eenige andere plaetfen meer. De Valey die ly noemen Va! dcTropia en by Boterus genaerat Trombia, beginnende fes mijlen van de ftadtBrelTe, is twintigh mijlenlang naer’t noorden, en op eenige plaetfen leer final ; en gelijkfe omringt is van geberghten,loo wort-fe mede bevochtight van de rivier van Mela. Fïaer voornaemfte plaets is genaemt Cardone, daer benelfens zijnder noch andere plaetfen meer, als Cogo/o, Lodrino, Carjina gelegen op de Mela, met noch eenige andere. De Valey igt;an de Son ftreckt fich aen Tropia ; en dicht by Poggio fiet men een rivier , die aldaer fijn oorlpronck heeft, hem verdeelende in twee deelen;waer van ’t eene deel aen de flincker zijde Van Dialengo, S.Bartholomeus, Armilo,cn Chiufa loopt door defe Valey ; en ’t ander deel, aen de . rechter zijde, loopt in de Oglio , welcke neder-daelt tot in de valey Camonica. Dele Valey, die haer deelt in verfcheyde deelen, is ontrent twintig mijlen lang; en de riviere Chielb-,die fijn oor-Iproog heeft van ’t meir Ilêo, belprengt die felfde de langhte van 10 mijlen, en doet verlcheyde raderen omloopen,en ylèr-molens malen. Brelfan vervat onder fich twee meiren, d’een Melrer», is dat van l(eo , genoemt by de Ouden Sebinus, d’andere wordt genoemt Idri oft Idro ; daer benelfens is daer noch het meir van Garde, toebe-hoorende aen de Veronoifen, opeen van de oevers, op de welcke dit landt is gelegen. Haer voornaemfte rivieren zijn Oglio , eer- Riviereit, tijdts genaemt Ollius ; Mela en Chie/e , van de Latijnen genoemt Clußum, die fich ftreckt tot in de Oglio ; mede de riviei van Pla'Vilio, Barbarano, Bornigo, Tulculano , Campione, op de welcke dat men vindt veel ylèr- en ftael-moolens ; daer-en-boven zijnder noch de rivieren van Broz^a, de Garza, Molono, Srrone, met verlcheyde andere meer. Dit landt heeft een leer aengename en loete Lucht. lucht, wel getempert na de zijde des oevers Salo, en’t meir van Garde , alwaer’t fchijnt een ge-duurige lente te wefen. Het wordt befprengt van verfcheyde wateren , waer van de inwoon-ders niet alleenig ’t water van de rivier van Mele leyden en verdeden in verlcheyde ftroomkens en beecken ; maer daer-en-boven oock vele andere meer, foo datfe door dele manieren haer drooge fteenachtige en onvruchtbare landen weten te bedauwen ; in voegen dat de lèlfde voortbrengen hoy en alderhande vruchten. Men fiet alomme veel dijcken , en verheven plaetlen, gemaeckt me’t een groote wetenlchap, en on-gelooffelijcke kollen ; om de wateren herwaerts en derwaerts te leyden ; ja goten, d’een boven d’ander van een wonderlijcke hooghte : foo dat men te recht mach feggen en gelooven dat dc rijckdommen van d’inwoonders alleenigh be-ftaen in dele wateren. Sy hebben mede verlçhey-de baden van warm water, dienftigh tot veel lborten van fieckten, waer van de voornaemfte is die van Mipanello. Het vervat in fich een groote en wijde Ipatie vruchtbaer landt, naer de zijde van ’t meir Garde, |
Steenen.
K’ßckft.
Aldnievcn tn tncliiu-tien.
de f en die van Mantoua, alwaer ’t foo fchoon en vruchtbaeris, foodoor natuur, als konft van de inwoonders ; dat het in deucht niet hoeft te wijeken de befte landen van geheel Italien ; aen-gefien geen thuyn beter en wordt verdeelt, ge-bouwt nochte gemeft als dit landt , waer van yder deel gedeftineert wordt, ’t een totkoorn, net ander tot wijngaert, vruchten , bloemen , en diergelijeke meer, nae de eygenfthap en be-quaemheyt des lèlve. Men fiet alom de heuvels vol wijngaerden , de valeyen en de platte landen getapifeert van allerhande groente,vol gras, koorn, en vlas , ’t welck in groote menighte voortkomt, en feer fijn. De rijekfte van’t landt bemoeyen fich allermeeft om ’t (elfde te bouwen , en in dele goede en aengename ftaet te onderhouden ; ja dat meer is, op de bergen felfs planten ly wijngaert en allerhande vruchten, foo dat ’er geen placts foo onvruchtbaer wert gevonden , oft (y maken die door konft en arbeyt be-quaem en vruchtbaer. Maer nae dele zij de van Salo is’top fijn beft, en allerbequaemft ; aenge-fien het aldaer bevrijt is voor de noorde winden , wegen het geberghte. Het brengt mede voort lchoone olyven, vijgen, citroenen, limoenen, granaden,orangie-appels, en andere vruchten meer.
In dit landt worden mede gevonden menighte van mynen , infonderheyt van yfer en koper , in de weicke het pafTeert en overtreft alle de landen van Italien. In de valeye van Tropia fiet men dagelijeks meerder als drie hondert mannen wereken in de ylèr-mynen , ’t weicke fy trecken in fulcken menighte , dat fy ten eynde van ’t jaer uyt de felfde mynen bekomen meerder als vijf hondert en vijftigh duyfent ponden Breftans gewicht raeuw ylêr , ’t welck fy daer nae fuyver (meden, en bequaem maken,’t een deel tot ftael, en ’t ander tot het gebruyck van huyfen, wapenen, inftrumenten voor de landen, en diergelijke meer, hebbende daer toe wel 8o yfer-molens.
In BrefTan wordt mede gevonden den fteen lalpis, Albafter-fteen j mede de fteen Parangon, die foo (wart is als ebbenhout, en klaer, dat men fich daer infpiegelt , wordt veel gebruyckt tot verçierfel in de rijekfte huyfen.
De rivieren zijn vol van allerhande vilch, in-(bnderhey t van truyten , voorns en diergelijeke meep. Het meir van Garde brengt voort, behal-ven de truyten, feer lchoone en delicate karpers, hebbende het vleelch , over een komende met het gene van de truy ten,doch veel foeter en aen-genamer van fi'naeck,lbo dat de Italianen defelfde achten boven alle andere vilch.
De Breftaniers zijn beleeft, verftandigh, (cherpfinnigh en bequaem om te pradiferen, en te maken fterekten, bolwercken, mynen, en andere oorloghfche laken meer j laten ’t goet, aen haer bewefen, niet ongeloont , beminnen de vrouwen, maer matelijck ,• hebben een rouwe
t’eenemael genegen tot de wapenen , en onge-veynft , hefteden haer verftant en vernuft niet om andere te bedriegen, maer om felfs niet bedrogen te worden. Haer vrouwen zijn Iclioon , goede huyshoufters, en fpinnen feer fijn gaern Italien.
8i
doch zijn vry in ’t (j^reken, noemende alle dingh by fijnnaem.
Sy occuperen fich voornamentlijck in de lant-bouwery, weven, en maken veel, foo linne als wolle lakenen ; mede allerhande loorten van wapenen, en handelen met heeften en andere laken meer.
Sy genieten een groot profijt van haer linne laken, ’t welck fy leer fijn en in groote menighte maken : aengaende ’t vlas, behaiven het gene ff voor haer behouden, verkoopenfe noch wel meerder als vijftigh duylènt ponden jaerlijeks aen de vreemdelingen, Breftans gewicht. Trecken mede een goede (bmme gelts van de naelden diele maecken tot Salo , en van de wapenen die ’t geheele landt door konftigh werden gemaekt; inlbnderheyt de finekroers van Brelfe houd men in groote achtinge.
Sy doen mede groot profijt met haer verkoo-pen van oranje-appelen, citroenen en andere vruchten meer, diele plucken op den oever van Salo , en voeren door ’t geheele landt, als Lom-bardyen, Bolonge en Venetien. Dit landt geeft oock menighte van lcharlaken voor die van Venetien en Conftantinopolen j papier, kleyne kramery, ftael, yfer , (cheerenenmeflen , en diergelijeke waeren.
Dit landt is lbo wel voorfien van allerhande Sterektett foorten van wapenen, als eenigh landtfehap van geheel Italien : aengefien dat men in een plaets, als tot Cardone ofte Gardone,in een dagh (als de noodt (ulckswas vereylehende ) Ibude können maken twee hondert roers, niet tegenftaende yder roer, eer’t gemaeckt kan zijn , meerder als door tien handen moet paftecren : en in de ftadt van Brelfe zijn mieer als twee hondert winc-kels, werekende alleenigh in yfer j onder de welche getelt worden op 't minfte wel 50 fwaerde-makers winckels.
De Venetianen maken ftaet dat’er in geheel Zielen^ BrelTan louden welen feven of acht hondert duylènt zielen , behaiven d’inwoonders van de ftadt Brefle, die mede feer veel zijn : alfoo men vermoet dat fy alleenigh Ibudcn können uytleveren 12000 mannen, bequaem tot den oorlogh; en de refterende plaetlèn van BrelTan 6000 ; behaiven noch 7000, woonende op d’oever van Salo.
Sy hebben ’t kafteel van Brede geacht als on- Stenkte», winnelijck, en van gelijeke de fortreften van Or-zi Nuovi en Ponte Vigo , tot ftut der Spanjaer-den tegens de Milanoilèn en Cremonoilèn ,• en ’tkafteel van Afola tegens die van Mantoua, Rocca d’Anfo tegens die vanTrentens en dan noch eenige andere kafteelen en paftagien meer, tegens Tirol en de Valteline.
Dele ftadts befettinge beftaet altijdt in vier Seßttäfgt» Compagnien voetvolck, yder compagnie van fe-ftigh koppen, behaiven noch drie hondert muf. quettierSjUytgelelèn volck; en de befettinge van ’t kafteel, zijnde twee com.pagnien, uyt’t weicke de Gouverneur niet vermach te gaen geduuren-de fijn bedieninge op pene van lijf-ftraf. In Ponte Vigo leydt een compagnie voetvolck van vijftigh mannen, behaiven hondert en vijftigh mulquettiers, uytgelelèn volck, nelfens haer Ca-piteyn: in Rocca d’Anfo leydt oock een kleyne
H h nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;com-
B R E S S A . N.
Gonverae-ment. Ä/agißra-ftfi. compagnie j en ontrent vier hondert foldaten op den oever van Salo 5 een compagnie voetvoick neffens eenige andere foldaten tot Alóla 3 en vier Compagnien in Orzi Niiovi. De Seigneurie onderhoudt tot Breffe een Po-defta : een Capiteyn ofte Gouverneur j een Ca-fteleyn ; een Kamerling ofte ontfanger ; en tot Salo een Pourvoyeur en Capiteyn: tot Alola een Pourvoyeur : tot Orzi Nuovi mede een Pourvoyeur : tot Lona een Pourvoyeur : en een Ca-fteleyn tot Ponte Vigo: en alle defe zijn Vene-tiaenfehe Edellieden, blyvende feftien maenden in bedieninge , belialven de laetfte, die 24 maenden blijft : hier beneffens is noch een Venetiaens Edelman tot Rocca d’Anfo , met de tytel van Proveditor en Cafteleyn, en defe blijft 24 maenden in bedieninge. Die van Brefle hebben een byfondere privilegie, volgens ’t welche geen vreemdeling vermach te koopen eenigh landt in Breffan, ja felfs geen Venetiaens Edelman^ foo dat/y haer landt allee-nigh onder den anderen genieten. |
De oever van Salo beflaet, in 36 wijeken ofte gemeenfehappen, weicke een Raedt formecren, die alle voorvallende foken des oevers bellieren. ’t Heeft my goet gedacht hier by te voegen de verfen van Catullus wegen de gelegenheyt van de lladt van Breffe : Atqtd non jolum huncße dicit cognitum habere Brixia, Chince^e JuppoßtafpecuU ; Flayius quaw tnoHipercurritflumine Brixiaj Veronte mater amata meie : 0 duld jucunda ipirojjucunda parend Salquot;ïgt;e ; teque bona luppiter audïet ope, In ’t Paleys van de Capiteyn leeft men defe volgende j Hic locus öditi arnat^ punîtconferygt;atj honorât Nequitiemj pacem^ crimina,jura,probos. • En Baptifta van Mantoua fpreeckt aldus : Brixiaj magnorum genitrix animoja lgt;iforumf Gallia feugenuitj feu te Germania mater z (lgt;lam genus abjcondit tenebris adoperta tgt;etuftas'^ 1u Cenomanorum quondam regina fuifli^ Viye diu Veneti fub majeßate Senatus : Atque agefub Di^popladdißima temporaMarcó, |
’t Gebiedt van
Et Gebiedt van Crema , of’t lant dat d’lta-iianen Crevnafco noemen , paelt in ’t noorden aen Bergamaico, en den Staet van Milanen : in’t weft en zuy-den , aen den felven Staet ; en in ’t ooften aen ’t Cremonois : foo dat het bynae rontom beftoten is met ’et landt der Spanjaerden, en maer eenen wegh is , den Key/erlijcken geheeten, om in Bergamalco te komen. Dit landtlchap is vijftien mijlen lang. Hier is niet waerdign te fien als de ftadt Crenia, dieeertijdts den naemyan een ftadt niet voerde, maer alleen van een vryheyt oft kafteel, en was een van de voornaemfte vryheden van Italien, Ibo dat dit een gemeen fpreeck-woort ’der Italianen was, als ly de vermaertfte Caßelli oft vryheden wilden te kennen geven, Barlette in Pou-lien , Prato in Tofeanen , en Crema in Lombardyen. Weick de reden is, dat die van Crema, hoewel van de Venetiahen benauwt, noyt hebben willen toelaten, dat men van haer vryheyt een ftadt oft Bisdom Ibude maken, leggende dat haer plaets nu vermaert was voor een van de treffelijekfte vryheden 5 maer zijnde eenftadt, onder de kleynfte foude geftelt worden. Doch ten’ laetften isfe van Paus Gregorius de XI II een ftadt gemaeckt , en onder den Aertzbilfchop van Bononien gelet. Sy leght op de rivier Serio , die aen de grenlèn van den Staet van Milanen in d’Adde valt, nae da tie dit landt dwars doorwandelt heeft. In’t jaer 1426 heeftfe haer vry willigh de Venetianen onderworpen, als fy langen tijdt den Hertogh van Milanen, en verlcheyden Tyrannen voor Heeren erkent hadde. ’t Is een van de befte Sterekten dér Venetianen,en heeft twee mijlen omgaens buyten de muuren , maer van binnen maer een mijl. Haer muuren zijn ver-fterekt met een aerden borftweering tuftchen de tien en twaelf paften breet , gelijck oock de hooghte der muuren is, waer van het meefte deel met lchoone boomen beplant is, en hebben acht bolwercken op de oude manier gemaeckt, diele Torrions noemen, en drie ravelijns buyten de muuren j maer binnen de wallen een bolwerck en fommige katten, en grachten ontrent acht paften breet, feer diep, met kareelfteen bekleet, en vol waters, dat uyt de riviere Serio komt, welck men ten deele aflaet door lluyfen daer toe gemaeckt, als men wil , loo om de grachten te luyveren,'als de viftchen te vangen. Het aenfien-lijckfte van Crema is ’t Paleys daer de Podefta .. woont, met een groote plaets, en bedeckte gael-deryen, in de welcke 700 oft 800 menlchen gc-mackelijck können wandelen. Daer is oock een kafteel ontrent een van de ftadts-poorten. |
De landouwe van dit gebiedt ftrijdtom prijs Lamî»K»t. itiet dat van Padua, aengaende dénovervloedt van alle vruchten, en wint het felve in fchoon vlas. Behalven koorenen mindere granen, daer ’t menighte van draeght, geeft het vele en leer goede wijnen, waer van de wijnftocken op de boomen ruften, die mede goede en wel-ftuaken-de vruchten dragen. Behalven de Serio zijn hier veel kleyne rivierkens en klare bcecxkens, daer men menighte van goede vilch vangt, onder andere lampreyen, en marions, een foorte van uy-termaten welfmakende vilch, wiens hooft twee-maels grooter is als ’t lichaem. Dele ftadt wordt bewoont met ontrent feftien duyfent zielen, waer onder twee duyfcnt weer-bare mannen zijn. Het guarnilben is twee hon-dert en twintigh Ibldaten , onder drie Capitey-nen en een Sergiant Majeur, lbogedeelt, datle drie dagen nae malkanderen de wacht hebben, en de drie volgende dagen vry zijn. Daer zijn noch twee compagnien van t’lèftigh burgers, die mede hooftlieden hebben , en waken gelijck d’anderen : in ’t kafteel zijn mede lèftien oft ach-tien Ibldaten. Hier is maer eenen pas daer men fecours oft hulp door kan fenden, genoemt de Keyfers-wegh, die lichtelijck van de Spanjaerden kan bejfet werden. Hierom verftereken de Venetianen deleplaetfe wel, en beforgenlê met lijftocht en krijghsgereetfehap voor langen tijt. De Republijeke van Venetien houdt tot Cre- Regetritt^g, ma een Podêfta en Capiteyn voor feftien maen-den, en betaelt hem feven-en-twintigh ducaten en dertien grooten ter maendt : een Kamerling twee-en-dertigh maenden, voor twaelfducaten ’s maents : en eenen Gouverneur van’t kafteel 6q maenden, tegens acht ducaten alle maent. De eerfte zijn Venetiaenfche Edelmans, de laet-fte maer een Venetiaens burger. |
E R o N E E s grcnft in ’t noorden aen ’t gebiedt vanTrenten,- in’twe-ften aen dat vanBrefTa,-in ’t zuyden aen dat van Mantoua, Ferrara en Polefine de Rovigo ; en in’t ooften aen dat van ’t Vicentin en Pa-doua. Dit landtfchap is Langte, omtrent fèftigh mijlen lang, en volgens ’t fchrij-ven van andere tachtentigh mijlen,gerekent van Torbolo , behoorende aen die van Trenten aen de zijde van Tramontana,treckende naer’t zuy-Lreette. den, tot aen Polefine de Rovigo; en fes-en-veer-tigh mijlen brcet, gerekent van BrefTan tot de Vicentinen , hebbende omtrent twee hondert mijlen in fijn omvang. Le fiadt nbsp;nbsp;nbsp;Delèslandts hooftdadt is Verone, behoudt in Eetitaliaens haeroude naem,en wordt geheeten ïoo wel in’t Griecx als Latijn, Verona, en van deHooghdnytfcheßer«, ofte Dietrichs Bern , dat is te leggen Berone van Theodorus, Koning der Gotten. Haer fituatie islbodanigh, dat/e t’eenemael in groote achtinge was by François Hertogh van Urbin, de welche feyde, geen ftadt te weten , bequamer om fich te befchermen als defe. Heeft fchoone muuren, leer fterck, gevult met aerde, en voorben met dertien Koninglijc-ke bolwercken, en drie katten, ontdeckende alle de landen daer omtrent : de gracht is feer diep, en heeft omtrent leven mijlen in den omvang, enis bevolckt met feventigh duyfent zielen. De rivier Adige Icheyt haer in twee ongelijcke dee-lenj van’t eene deel, dat inde hooghte is op-gaende, het men de Sterckte van S. Pieter, en noch een weynigh hooger het fort van S. Felis , ’t welche de Itadt han belchuttcn; het ander deel, dat t’eenemael elfen en plat is, bevat in hch ’t ka-Heel Vecchio , ofte oud kalle el, m.et een brugh over de rivier, mede het nieuwe kalleel, leg-eende tulfchen twee muuren , en voorfien met diepe grachten j de voorlladtvan S. Zeno : in y der van dele deelen zijn veel fchoone llraten, plaetlèn, paleyfen , gebouwen, foo oude als nieuwe. Daer zijn vijffchoone poorten, vol marmor-fteen, figuren,colomnen en beelden. Onder aen ’t kalleel fiet men de overblijffels van een Thea-trum , en dicht aen de olfemarckt andere over-blijffels van een Amphitheatrum , genoemt 1’Arene , en gemaecht van uytgehouwen Heen , hebbende drie galderyen d’een boven d’ander, en veel uytgangen en trappen, tot dienll van de ftedateurs; ten eynde, dat d’een kan uytgaen fonder d’ander te discommoderen. De circkel ofte middelplaets gemaeckt ovaels-gewijs , is mede leer fchoon, en omtrent drie hondert ne-gentigh voeten lang, en twee hondert twintigh voeten breet, heeft wel twee-en-veertigh ryen trappen, foo dat ’er licht drie-en-twintigh duyfent menfehen haer fit-plaets können nemen, Italien» |
hebbende onder de wegen en trappen boven verhaelt. De Barbarilche hebben voor defè de fit-plaetlèn van marmor wegh-genomen gehad; doch zijn naderhandt van de Edelen en burgers defer lladt wederom herllelt. De laetllen trap heeft wel vijf hondert paffen in de ronde ofte omgang; de Veroneelên vertonnen alhier aen ’t voickveelerhandelpeclakels, enfpelen op de oude Romeynlche manier. In dele lladt zijn mede veel lchoone en treffe-lijeke paleyfen, als onder andere het paleys der Jullitie ofte Raedthuys,dat wel het voornaemfle is, hebbende van buyten veel lchoone beelden, te weten, van Vitruvius, Plinius, Emilius Macer, Cornelius Nepos, Catullus,Guerin,en Fracaflor, zijnde alle te lam en Veroneefen. De twee pa-leylèn vandeReóleurszijn mede waerdigh om te befien. Het paleys Giulli is mede heerlijck en waerd om fien,’t heeft een feer fchoone zael,in de welche dat men fiet de conterfeytfels van allePrin-cen en treffelijche mannen ; en aen de voet van dehooghten een fchoone eierlijehe tuyn, hebbende een fpelonk vol fonteynen en glafen, dooide welche men bequamelijck kan fien de geheeie tuyn met alle de gene die daer in komen ; daer benefiens fiet men mede van de fladts-muuren verfcheydefchoone andere tuynen, d’een boven d’ander in de hooghte opgaende,hebbende haer fit-plaetlên en fpeel-huyfèn heel çierelijck, en vol van fchoone lchilderyen. De groote kloek, hangende in de toren van de marekt ofte plaets van de kooplieden, is mede waerd om fien ; als mede de fonteyn, met het beelt van Verona, hebbende hetKoninglijcke hulfel aen fijn voeten : mede het velt, datlè noemen ’t velt van Mars, op’t welche dat men de foldaten fiet drillen. Daer benefïens zijnder noch meer andere plaetfèn,als marekten en wan-del-plaetfèn, een voor den Adel, en een ander voor de kooplieden. Daer zijn vier fchoone bruggen, waer van ee-nige zijn gemaeckt ten deele van marmorfleen ; en de rivier Adiga , daerfè over leggen , is feer bequaem en dienfligh voor de koopmanfehap-pen, komende van Duy tflant en Venetien Dele rivier, die bykans door’t midden van de fladc loopt, deeltfich in een ander hleyn rivierken, het welcke, doende verfcheyde omgangen, loopt foo wel van buyten als binnen de fladt. De flra-ten zijn fchoon en groot ; doch op eenige plaet-fên niet feer dicht bebouwt, ja felfs naer den kant van de heuvel ofte hooghte zijnder eenige ledige plaetfèn ; aen de voet der felve fiet men noch de plaets daer de Romeynen plegen op’t water te vechten. De andere dingen waerd om fien,is de hooftkerke,een van de oudfle en voornaemfle; de kerek van S. Maria, in de welcke dat men fiet een feer koflelijck graf van de Heeren van la Scale, voortijdts meeflers van de fladt van Verone , met een aient, klimmende op een ladder ; noch twee andere van gelijeke, verçiert K k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van |
451
X ^iacama
Soiiola.
S.RcneJ^tto
' '^JamhêBa
îd
Fichcruola
_____ 55
UWMJIIW
Ltmato
PreJeSa.
Maiitoua
^a^nualo
T^n^anhno
O Ç^reJali
^rlpt^o
Cerefo
C.SatMUineJe
Oc cidens
Olzatto
Caßionq dtdle /quot;'rrc^
Riviera
Srtia.
quot;IjlaJhianA
Ca^trtana
0 Caflelletto
dferbe V.
J armafut.
Salû
^e^enzttjio
Rettolo—
nzambatut
S.Llouec
RirzeVa
'Pitmen ijo
*Lertiflîmo
Cavalafello
Sabno
Cola
'PaLszuolt) ‘
’'*'Pab
Sma Cantpinfna
.L ^Sa. Franca,
Ranaana
* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gi^^oîaïufa Î
C amp agna
de
Neeon.^.,
Settdo Orlando
Verona
^quot;“di '‘Trfg*^’^ ° o Ca ddla Fttra
dtjitand.
S.'Via
Otero
Orlens.
di Garda
Z^iati^li^ê
Gardane
C lt;t’4- * Ca/ftone o ’ -»C.r,
Ptgt;zza del irehne
Cajft^etto
Liane
Jir.'nzenf
(S'. aaBa
'Rai
Re
‘'^-Thchtl
Vai polifcll
SViota.
Cannello -
S. Leonatde
lt;1.2UW_^
O Calivao-
Val
Ftete
Leqes
Rail
^ûentyn Ji
Hmqu
’M»
Laeje di Leder
r,uflt;
1 'alle
O Chi.iranc
0
, Binar jtolo
0 O
” -Uttl, t
Ceree abe
Creßfodoto
Sbentna.
RiPiet^o Pdafoliti
Cbianye ptoifarueic
aa,' ,
Âât*
O'TVh*»*
Pefia
C^lorrfib^o
Sdra
a^fentechio luaqtfiotv
favemette
C^dta
„■Ulfiina
St.lParMc
® Cantedc
Cereda
Caft del temffedi
^ATojite ' Bald
/I
Q. fiarcon
Pemartiolo
CJtûda nnarà
S.^Cra
J^a ûôna
Plan Jt 'Pal
‘Pan in fa
'^(enwa
O .S Sebj^Ht
ridatzvlan
Can^i *PiaMi 0
t’, Gomber/v O.
ZM.-FrLoimze
» ylâmh' mezen _ Candida'
3l'Vick
iita r^a
O Crenaao
Pal mantna Urondola
Rereejonza.
0 Obna
Scala ii nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
Rocca L O ^4Jdeno
'Ramaanane
N E S E.
fich ftreckt van Padoua naer Verona, ongebouwt en fteen-achtigh, de fpatie van omtrent twintigh mijlen. Die pleyn ofte vlackte, zijnde een vet en vruchtbaer landt, geeft menighte van tarwe, doch door onvruchtbaerhcyt van de nagebuurige landen blijft ’t felve heel duur ; welcke dierte 'vruchten. overvlocdelijck werde vergoed door de groote overvloct der wijnen van allerhande couleur, van olyen, olijven, appelen, vijgen, en meer andere vruchten, zijnde al te famen feer fchoon en van een uytncmendc goede fmaeck ; behalven de groote menighte van hennip en moerbefyc--boomen voor de zy-wormen. Vorders foo fchijnt ’et dat dc natuur alhier zijn kunft heeft w'illen hefteden , om dit landt te verrijeken met aldcrhande bloemen , kruyden, en dier-gelijcke faken meer ; in voegen, dat ’er geen bergh in geheel Italien werdt gevonden beter voorfien cn voller van alderhande kruyden, als den bergh Baldo gt;nbsp;zijnde dertigh mijlen groot in den omvang.
Haer landen en velden voeden menighte van heeften, Beeße». gevende goet vleefch, en fijne wol. Is mede vol vifch, de welcke voortkomt uyt het meir van Garde ; infonderheydt veel truiten, karpers en ael, feer delicaet, en van een befon-dere goede fmaeck.
De Veroneefen maken fulck een menighte van zijde, feer Rijckelom-fchoon en goet, dat allecnigh d’Inful van la Scale jaerlijeks menen tra-fourneert en uytlevert meerder als voor vijftigh duyfent kroonen ; trecken mede een goede fomme gclts van haer wollen, wegens de lakenen en andere ftoften diefe daer van maken, de welcke fyfelfs vervoeren door Venetien naer Conftantinopolen. De inwoonders van Veröna allecnigh zijn wel twintigh duyfent in getal, die fich met den handel van dc zijde en wollc genceren.
Men vermoedt dat het landt van Verona met dc ftadt ^achti wel foude hebben twee hondert duyfent zielen , waer van zielen, en in de ftadt van Verona allecnigh fouden gevonden werden fi^daten, vijftien'duyfent bequaem tot den oorlogh, en in de reft van ’c landtfehap dertigh duyfent : doch van alle defe zijnder omtrent maer het vierdendcel van geënrolleert. Sy hebben een Capiteyn ofteOverfte, die alle heylige dagen en Sondagen de foldaten doet drillen en exerceren in de wapenen. Daer zijn omtrent twee hondert mannen in guarnifoen in dc twee forten van Verona : behalven de Compagnien, dienende tot bewaringe van de ftadt ; d’an-dcre plaetfen zijn mede wel Voorfien van foldaten, grofge-fchut, en andere wapenen.
De Seigneurye heeft tot Verona een Podefta, eenCapi- Gou'verne-teyn met twee Camerlenges ; de Capiteyn cn Podefta zijn ”^ent. gelogeert op dc groote plaets, dicht by ft paleys. Sy heeft mede noch twee Caftcleynen, een tot S* Felix, end ander tot S. Pierre, dewelcke op lijf-ftraf, geduurende haer bc-dieninge, over de brugh niet vermogen te gacn. Sy heeft noch een Capiteyn ofte Gouverneur tot Soave ; een Pro-veditor tot Pefchiera, neffens een Cafteleyn, en tot Legnago een Proveditor : en alle defe zijn Vcnctiaenfche Edellieden , en blyven feftien maenden in haer bedicningc. Sy ftuurt mede een Venetiaenfch Edelman tot Proveditor ofte overfte over de fchuyten, dienende tot bewaringe van ’c meir van Garde ; hy commandeert over alle defe fchuyten ofte lichte oorloghs-fcheepkens, blyvende twaelf maenden in bedieninge : noch een ander van de felfde qualiteyt voor Cafteleyn tot Chiufa,blyvende twee-en-dertigh maenden in bedieninge.
De ftadt van Verona heeft daer-en-boven noch cen-en* twintigh Vicarisfehappen onder haer jurifdidie, alwaer fy foo veel VcronoifcheEdel-mannen fend, te weten cen-en-twintigh, met gelijeke authoriteyt, als die van Vicenza en Padoua. Verona befit mede la Confolaric, gelijek als die van Vicenza, doch met meerder geluck ; aengefien het wey-nigh gebeurt, dat de Seigneurye haer Avogadors derwaerts fend,- foo dat alles werdt verricht door de Podefta, dc Kapi-teyn, cn dc Burgermeefters.
8^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V E R O
van bóven mec feer fchoone beeiden : als mede twee triumphale bogen in de loopbaen ofee wegen del Corfo ; getuy-gende neffens haer oudheyde een uytmuntende magnifi-centic.
ändere Dc andere voornaemfte plaetfen van dit landt zijn, Pi?-piaet/e». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, by de Latijnen genaemt Vi[ca.ria. een ftadc en
Sterckte, gelegen op ’t meir van Garde, veertien mijlen van Verona, dicht by de plaets, alw'aer de Mince herkomt uyt ’c meir, loopende naer ’t Mantouaen midden door de ftadt, dc wclcke heeft een mijl in den omvang, én vijf bolwerc-ken met eer^halve maen aen dc zijde van’cmeir, neffens een kafteel, omringt met de muuren der ftadc, hebbende aldaer aen de zijde van’c Mantouaen een kat, gelegen maer acht mijlen van daer, Defe ftadt heeft alleen een dorp onder fich, genaemt Caftellano, gelegen vijf mijlen van Pc-fchiera, ftreckende naer Mantoua. Legnago, by de Latijn-fche auteurs genaemt Liniadum, een ftadt en fortrefle groot een mijl in den omgang, leggende vier-en-twintigh mijlen van Verona, endertigh van Vicenza, opdegrenfen van’c Mantouaen, Ferrarois en Mirandolan, gedcelt door de rivier Adige in twee deden j van de welcke het deel gelegen aen de zijde van ’cMantouan , Mirandolan en Ferrarois, wert genaemt Legnago, en het ander deel naer ’t Padouan Porto j gefortificeert met acht Koninglijeke bolwercken, fcreede en di^pe grachten, vol loopend water, heeft onder iiaer vier dorpen, en omtrent twee duyfent zielen. Chiufa, gelegen dicht by Adige, een plaets feer fterek en vaft, zijnde een paftagie van groote importantie, gelegen tuflehen het geberghte van Verona, alwaer dat wcynigh volcks machtige troepen können tegenftaen, foovandic vanTrenten als des Hertoghs van Ooftenrijeks , op wiens grenfen fy haer ftreckc. Niet leer verre van’t ineir van Garde, op welckers oever gelegen zijn de plaetfen CMalfe/eae, Garde, naer’t welcke het meir oock.genocmc wordt; Sermion, certijdts genoemt Sirmium, ’t landt van Catullus, ftreckc ftch in dit meir : voorders, de voornaemfte plaetfen ddès landts zijn mede Soave, S.Sontface, van waer de Graven van Bonifacio zijn afgekomen ; het groote dorp, genaemt l/ola della Scala, feer rijck en wel bevolckt, is gelegen tien mijlen van Verona: Ilaß, Cr oar a, Sangtünedo, Caldero, Villa Vranca, Villa Tontana , met noch cenige andere plaetfen
Horpen. meer, beneftens drie hondert en fes dorpen.
Dit landt begrijpt in fich mede de feer feboone vallcyc Vakje», van Polifella, en het meir van la Garde, genoemt door dc AdefYcn. nbsp;nbsp;Oude Benactte, ’t welck fich een wcynigh uytftreckc naer de
grenfen van T renten.
Lucht. De lucht is feer goet, doch een wcynigh fubtijl of te fcherp voor fommige, en omtrent Legnago ongefont en quaec, w'Cgen de quade en vuyle dampen daer omtrent.
’t Heeft menighte van rivieren, beeken en klare fpring-’ aders, bequaem en dienftigh tot befprenginge van dc landouwen : en om de meulens cn verfchcyde andere inftru-menten te doen draeyen, behalven de medicinale wateren, feer dienftigh tot vcrfcheyde foorten van ficckten, onder dc welcke het water van de valey van Polifellc, dicht by Negarin, infonderheydt worde geprefen, en boven d’an-dere uytmunt in deught. Men fier aldaer in een fteenrots twee vrouwe-borften uytgehouwen, uyt de welcke een water ontfpringt van fulck een kracht en cygenfehap, dat het doet wederkomen de melck aen dc vrouwen , die ’tfelfde door eenigh accident hebben verloren ; foo wanneer fy haer berften daer mede waflen. De baden van Caldero worden mede op ’t hooghfte geëftimeert, leggende omtrent vijf oft fes mijlen van Verona, feer bequaemregens de onvrucht-baerheyt der vrouwen, en om de lendenen te ververfchen.
Dit landt, daer ’t fich ftreckc naer de grenfen van Pa-doua, is effen en plat, lang omtrent dertigh mijlen, cn feer vruchtbaer ; in ’t weftnoordweften vol bergen, de langte van vijf-cn-twintigh mijlen ; in ’t zuydweften vruchtbaer en goet, de langte van dertigh mijlen j enin’tweften, dacr’t
-ocr page 116-
Vicentta. Î c E N z A grcnfl: in ’t noorden aen die van Trenten s in ’t ooften aen het Trevifaenfche en Paduaenfche landt ; in ’t zuyden aen ’t fèlve Paduaenfchelandt; en in ’t wellen aen het Ve-ronoilche landt. En is groot hondert en fesen-vijftigh mijlen in den omvang. Delès landts hooftftadtis Vicen-^^e , genoemt by de Ouden Vicetia en Vicentia, en by de Italianen Vicen^^a s gelegen achtien mijlen van Padoua,der-tigh van Verona, vijftigh van Mantoua, vier-en-veertigh van Trenten, en drie-en-dertigh mijlen van Trevilè. Sy leyt aen de voet van een bergh, en wordt belprengt met de rivieren van Bacchi-glion en Reron, die daer door paHeeren , behaU Ven noch twee andere kleyne rivierkens , genoemt Allichello en Seriola, dienende tot groot gerief der lelve lladt. Dele rivieren, allbo ly heli vermengen en in malkanderen loopen , maken een rivier bequaem om van groote fchuyten bevaren te werden, dewelcke, gaende door Padua naer Venetien,veroorfaken de rijckdommen delès landts. Men telt in dele lladt neffens haer voorlieden, veertigh duyfent zielen. Sy heeft veel lchoone paleylèn , als onder andere het pa-leys van Juftitie, een leer lchoone plaets , bequaem tot tournoy-fpelen , verçiert nietallee-nigh met fchoone gaelderyen, maer daer-en-boven met het paleys van Juftitie, behalven het buys van de Gouverneur, en’t huys van den Berg vanbarmhertigheyt, zijnde feer rijck, en ge-bouwt tot behoef en aftiftentie van de nootdruf-tige gemeente. Behalven defe plaets van de Sei-gneurye, zijnder noch vijf andere, alwaer dat men vogelen, koren , wijn, hout, hoy, vilch, vruchten en kruyden verkoopt. Daer zijn feven-en-vijftigh kercken, onder de weicke dat men telt veertien Parochy-kercken , lèventien kloo-fters van Monnicken, en twaelf van Vrouwen, behalven negenGafthuylèn,neffens eenigeBroe-derfchappen. Defe lladt begaf hch gewilligh-lijck onder de Venetianen in’t jaer 1404. Buy ten de lladt en de poort van’t kafteel is het velt van Mars oft Carnpo Martio, omringt met water, dienende voor de jongelingen en lólda-ten omfich te oeffenen, als mede voor de vreemdelingen tot jaer-marckten. Een vierdedeel van een mijl buy ten de lladt langs de rivier, liet men op een berghsken het paleys van de Graven van Capra,genoemtRitonda, hebbende vier fchoone trappen ofte opgangen van marmorfteen, de weicke dienen tot vier verfcheyde deelen van ’thuys , leer fchoon en heerlijck wegens haer Ichoone pylaren, en het gewelfèl van de zael,en wegens verfcheyden fchoone kameren, verçiert met gout, filver, en koftelijcke fchilderyen. Het hof is vol van citroen-bloeraen en meer andere rariteyten. Italien, |
De andere voornaemfte plaetlèn van dît lant-lchap fijn Baffan, ofte Baffano, behoorende, vol- pW'-’’ gens ’t fchrijven van fommige, onder het Trevi-lan ; light op de Brente , en is lèer vermaert wegen de menighte van haer ambachts-lie-den , inlbnderheydt wegens degene die in zijde wèrcken , van ’t weicke ly jaerlijcks meerder als vijftien duylènt ponden maken ; als van ge-lijcke, wegens de lakenbereyders en meer andere ; en Mareftica , leggende drie mijlen van Balfan, naer ’t zuyden , omringt met muuren, en met twee kafteelen verfterckt : de rivier van Rozza loopt dwers door dele lladt. Oock is hier Oi’gnan en Ar^ignan. Mede Lonigo, een plaets van grootte en rijck-dommen als een lladt, leggende op de rivier Le-neroï als van gelijcken Brondole^ leggende aen den oorlprong der felve rivier; Coiogna, genoemt by de Latijnen Colonia ; Coflo^a^ ’t welck fy noemen Cnßodia , beroemt wegéns haer grooté en diepe onderaerdfche kelders. Men telt in dit landt twee hondert vijftigh dorpen, onder de weicke leven , genoemt Sette communia feer geëfti-meert zijn,vol van een ongelooffelijcke menigh-te volcks. Dit landt heeft aen d’eene zijde de rivier Rtvnïtn^ Brente, en aen d’ander zijde de nieuwe rivier, en in ’t midden ofte van binnen Bacchiglion, Reron, 1’Agno, I’Aftego,rAfteghello ofte Aftichel-lo, de Tefine, de Seriole, en de Cirelbn. De lucht defes landts is feer goet en gelbnt ; ty« en men vindt alomme verfcheyden rivierkens, itrooraen,loopende waters, en aengename mei- wMemt, ren, onder de weicke is het meir van Piola, hebbende ebb’ en vloet, gelijck de wateren voor Venetien. De velden en vlackten ftrecken fich wijt en breet, en de heuvelen ofte berghskens zijn loo Ichoon en vermaeklijck, dat’er weynigh andere gevonden Worden in lchoonheyt by dele te ver-gelijcken, behalven datlè in vruchtbaerheyt de lage landen niet wij eken. Dit landt brengt mede voort veel tarwe, en Kemtn en. meer andere granen , als Van gelijcken appelen, peeren, en allerhande andere loorten van vruchten : maer inlbrtderheyt lbo waft ’er leer delicate en goede wijn op de berghskens ofte heuvelen , van verlcheyden couleur, en fmaeck, te weten, loet, piequant, fcherp, luur en ftomachael, en meer diergelijeke fmaken , van velen begeert en gelocht; jae felfs brengt men menightevan dele druyven tot Venetien. Het brengt van gelijcken voort veel moerbefye-boomen, die in deught, tot onderhoudt van de zijd-wormen de befte van geheel Europa te boven gaen en. overtreffen. In Tretto vindt men mynen, lbo van filver als Mytutu-, yfer, en fteenen om te bouwen, die allbo goet en hart zijn als die van Iftria, en van gelijcken alfoo fijne marmorfteen als van Carrare. In dit landt wordt mede gevonden een feker fingh van witte aerde, dienende door geheel Italien, inlbnder- |
hey: toc Fayance, om het aerdtwerck te verglafen. er?c fant wit te maken, fonder ’t welck men geen fpiegels tot Venetien fonde können maken. Sceßeu. Dit landt geeft menighte van vee , en voed’ fuick een overvloet van kalveren en geyten van feer aengenaem en loet vleefch en ftnaeck, dat het by na de helft van Venetien daer mede kan voeden. Men vindt ’er oock veel vencfoen, fayfanten, quarrels, perdrijlcn, en diergelijeke foorten meer van allerhande wildbraedt. Doch de vifch en is ’er niet in A^at^^ere}^ en zeden- fuick een menighte, niet tegenftaende de lampreyen en truyten ofte vorens genoegh in de rivieren gevangen werden, behalven die van de meiren, zijnde al te famen van een goede en aengenamc fmaeck, De Vicentins zijn wacker, en fubtijl van geeft, coura-gieus, beleeft, en niet min bequaem en genegen tot ge-leertheyt, als wapenen en koopmanfehap. Sy nemen groot vermaeck in ’t reyfen en landen te beften , leven magnifijc-kelijck, foo welt’huys alsbuyten j hebben veel dienftbo-den, en zijn koftelijck in kleeren, foo wel de mannen als vrouwen. Sy zijn magnifijck in haer fpedak’len ofte openbare fpelen, beleeft en geafFeâionecrc regens de vreemdelingen , gewilligh en bereyt in ’t ontfangen en'logeeren van haer vrienden : vol van hoop om haer ongelijck te wreken, felfs daerfedcfwackftezijn. Sy beminnen de vrouwen, in-fonderheyde die fchoon en minnelijck zijn , focckcndc haer te winnen door een gedurigh vcrloeck en odBerdanig-heyt. Doch worden een weynigh als voor verdacht gehouden by d’andere Italianen, en dat van wegen haer oploopende haeftigheyt, zijnde kijfachtigh, ja felfs, foecken haer te wreken , foo fy beft können ; in voegen, dat de Italianen feg-gen : Guardati, d'un- Vicentino a^ajjtno, d’un Ver onefè fenzo fropoßto , ^d^nn Padoano in Joperchio : Dat is te leggen, wacht u voor een Vicentiner moordenaer, voor een Vero- nois fonder reden, en voor een Padouaen die kijft. Aen-gaende de vrouwen, fy zijn in haer liefde ftantvaftigh en voorftchtigh. Uanterin- Behalven de handelinge van wolle en zijde, daer veel gemeene lieden dc koft mede winnen , foo zijnder twee Academiën binnen de ftadt, een voor de Studenten, be-geerigh tot de geleertheydc en wetenfehap; en een ander voor de Cavaliers , begeerigh om te leeren w'el te paerdc fpringen. Sy hebben mede, om ftch te vermaecken met fchouwlpelen, eenTheatrum, groot wel voor vijf duyfent perfonen. Het fchijnt dat de Romeynen defe plaets van Maroftica feer gehanteert hebben ,• aengeften de inwoonders der felvc heden noch veel oude Romeynfche woorden gebruycken, doch meeftendeel gccorrumpeert. De inwoonders van de feven buurten hebben een befondere tael apart, wiens pro-nontiatie overeen fchijnt te komen met het Hooghduytfch, hoewelfe ’t felfde niet en verftaen. Benige meenen dit volck een overblijffel van de Gotten in Italien te wefen, wegens haer couragic en dapperheyt, en mitsdien fy de bergen bewoonen , dienen fy als tot een bolwerck voor den Vicentiner ; fy zijn oock altijdc feer getrouw geweeft, foo wel voor de Republijck als de ftadt van Vicentia, en genieten dieshalven groote vryheden. RijeUont- Men acht dat deSeigneurye jaerlijeks van dit landt ge-^’andfp nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onkoften , defomma vantachtigh duy- pMjck^ aïs nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Vicenza heeft jaerlijeks les duy- de Stadty f^r^t ducaten inkomen, dienende tot reparatie van' bruggen , ftraten, en ’t paleys daer benelFcns tot onderhou-dinge van harenNuncius ofte Gelant teVenetien,en andere extraordinarille faken. DeBilTchop heeft mede twaclf duyfent ducaten inkomen. des Biß fchops en 't landt- |
Acngaende de andere landen , fy trecken jaerlijeks eeft groote fomme gelts van hare wolle lakenen, die feer geëfti-meert werden, en van de zijde die haer jaerlijeks opbrengt vijfhondert duyfent kroonen, welckc dat verfondén wert j foo naer Duytslandt, Nedcrlandc, Venetien , Genua, Milanen , Bologne als Ferrare. Sy verkoopen mede tot Venetien veclkoorn, wijn, en verfchcyden aerdc-vruchten. Dit geheele landt neftens dc ftadt heeft omtrent twee Volci^ w hondert duyfent zielen j daer beneftcüs foo heeft de Sei- Kr'jßisUe-gneurye van Venetien onder vier Capitcynen, drie duyfent uytgclefen foldaten, tot bewaringe van k landt, en vier duyfent mufquettiers, totbewaringe vandcStadt; zijndeuyt-gekoren burgers : behalven noch andere feftien duyfent geënrolleerde foldaten in tijden van noot, oudt van achçicn tot veertigh jaren. Sy hebben mede de palTagicn van Aftago Paßdi^Kn en Forni, om den vyandt te ftutten ; acngaende de ftadt en Stóek: van Vicentia , wierd eertijdts fterek geëftimeert wegens haer dubbelde wallen ; doch nae de geiegentheyt van den tegenwoordigen rijdt, is fy in der daedt onfterek, ja felfs in een ftaet van niet gefortificeert te konden werden, van wegen een hoogen bergh die over haer gebiedt; doch dé dapperheydt en couragie van de burgers is fulhfanc om de felve te bcfcherraen en te bewaren. De Republijck heeft tot Vicenza eenPodefta, een Ca- Afaßßnt^ piteyn en een CamCrlëngo ; tot Lonigo en Cologna een ten. Podefta ; tot BalTan een Podeftamet een Capiteyn, en alle defezijn VenetiacnfcheEdellieden, blyvendefeftien maen-den in haer bedieninge. Daer zijn noch elf Vicariats voor de Vicentinlche Edellieden ; doch fy hebben een gelimiteerde jurifdiófie, ftreckende alleenlijck over ’t civil, alfoo ’t crimineel is toebehoorende aen dc Confolaric, zijnde een oudt Recht van twaelfperfonenVicentiners, beftaende uyt vier Rechtsgeleerden, en acht andere, welcke door den Raedt werden gekoren, en alle vier maenden veranderen. Sy formeeren mede de proceflen van doodtftagen , niet al-lecnlijckvan die van de Stadt, maer van’t geheele landt; daer beneffens hebben de Rechtsgeleerde noch haer particuliere vergadcringe apart , doende Recht over de civile faken. Doch men mach van hàer gegeven fententie appel-leren voor den Rechter van appel, zijnde van ’t felfde Col-legie van defe vier Rechtsgeleerden, als mede voor de Podefta van fijn Afleflenrs. Doch alfoo de Venetianen bevonden , dat’cr by defe Rechters van ’t landt veel doodtftagers ongeftraft bleven, hebbenfe tegensdit inconvenient een remedie gevonden ; want foo haeft fy bevinden eenige mifdaedt van gewicht ge-fchictte zijn, foo fendenfe door authoriteyt van deRaedt van Tienen een Avogador van Venetien, die alleenlijck het proces aldaer formeert, en dat gedaen zijnde brengt hy ’t tot Venetien, alwaer ’t felve wert geoordeelt ; en foo wanneer de mifdaedt niet al te groot en wert bevonden, foo ftuurtmen het gegeven vonnis aen de Podefta van Vicenza ; in voegen , dat de Confolarie alleenlijck kcnnifTc neemt over eenige klcyne mifdaden. Dc Vicentiners hebben mede haer Gedeputeerden, re-prefenterende de Stadt ; confultcrcn over die dingen de welcke d’eer en ’t gemeene beft van ’t volck en ftadt betreffen ; hebbende daer beneffens macht en opficht over de politie van de vivres, enal’tgene fy Craßia ofteVet-wac-ren noemen ; als van gelijeken vier van de voornaemfte Edellieden, genoemt Cavaliers van het gemeen, die fy ftelleft over ’t gewicht en maet, die mede acht nemen, oft de ordonnantiën na behooren geëxccuteert werden ; brengende als dan alles voor de Gedeputeerde Heeren, de welcke alle jaren, gelijck fy, gekoren werden door den Raedt van honderfcn vijftigh Burgeren. |
’t Gebiedt van
^alen. 'Gr acte, FadoM. nenfte 3000 paften met orneaven , en een leer hooge omgang, daer in twee menfchen bequa-melijck können gaen, heeft veertien poorten,en foo veel fteene bruggen, die van buyten ingang geven, over’t kanael Brente dat’er omloopt. Guicciardinus feght, dat’et drie muuren heeft, daer van een niet meer gefien werdt, hoewel hy gebouwt, die jaerlijcks over de 40000 kroonen inkomen heeft. ’tWasvoorfijdts een tempel aen de Concordia gedediceert : en daer is de refor- A D o u A N heeft voor palen aen’t noorden de riviere Mufon die ’t affoheyt van Trevi-lan , aen ’t wellen de heuvelen vanEugano, en ’t Vicentin , in ’t zuyden de rivier Adi-ce , met Polefino di Rovigo , en aen ’t 00-ften ’tHertoghdom Van Venetien, met fijn mei-ren, oft moeralTen. Sijn omgang is 180 mijlen. De hooftftadt is Padoua,by de Oude genoemt Pata'ygt;iïint, en door d’Italianen Padoua, oft Padoa, is een van de befte Heden van Lombardyen, gé-fondeert van den Troyaenfohen Antenor, omringt met groote bolwercken, en twee muuren, daer van de buytenfte met fijn breede en diepe grachten 6200paften omgaens heeft, met les poorten , genoemt Sarra^^nefca, S. Croix, Ponte Corboi Portello, Coda longa, en Sa'ponarola, en de bin-een tamelijck jonck Schrijver is. De rivieren Bacchiglion en de Brente, daer op 38 fteenen bruggen zijn, bevochtigen defe ftadt. Sy begrijpt vier duyfent huylèn : voor ’t jaer i ƒ 19, en den oorlogh van den Keylèr Maximiliaen de I, waren in de voorftadt alleen 3000 huyfen, vier mans- en leven vrouwen-kloofters , vijfkercken met leven gafthuylèn,dan de Venetianen deden-le alle deltrueren, uyt vrees dat hun vyanden ’t feivige tot een vertreck mocht dienen. Is nu fonder voorlladt, en alle de huyfen.zijn binnen de muuren. In de lèlve zijn oock 26 parochykercken,twee-en-twintigh mans- en vier-en-twintigh vrouwen-kloofters, vijfgroote plaetfen, drie gafthuyfen , daer van ’t Lafaret is voor die de peil hebben , S. Lalarus, voor de melaetfe, en het derde voor andere fiecken, drie gafthuyfen voor de reyfende man, een voor de weefen, en ’t Godtshuys voor de vondelingen. ’t Capitael van ’thuys van Leening , ingeftelt in ’t jaer 1491, om uyt te roeyen de woeckerye der loden, die 20 ten hondert namen, 1538000 goude kroonen. De ftadt heeft tot Oplichters van dele plaets in leven bequame huylèn Edelen , die alle jaer borge ftellen, en leenenop ga-gie tot 30 van haer ftuyvers fonder intereft, en boven die voor vijf ten hondert, tot onderhout van de Officiers en knechten, daer van de beta-lingejaerlijcks ontrent 3000 kroonen bedraegt, het overbly vende wordt alle jaer aen den armen Italien. |
üytgedeeit, ’t capitael altóós vermcerderendé door de mildadigheydt der burgeren, enmeeft door d’aelmoeffen die te PaelTchen gefchieden. By de poort Sarrazinelca is het oude kafteel, en de toren van den tyran Ezelin, met feer diepe grachten, daer in geworpen wierden die door fijn bevel gedoodt waren : daer zijn oock ver-fcheyden toorens in burgers huyfen , eertijdts gemaeckt door de tweedracht der Guelfen, eh Gibellinen. De aenfienlijckfte dingen van Padua zijn dé Gelrwife». kercken van S.Sophia, S.Iuftine, en S.Antoni,de paleyfenvan dejuftitie,- van den Capiteyn oft Gouverneur j van de Capoliften , Dodoren, ftu-dien en der Medicynen hof, boven de Ichoone portiken, onder welcke men byna de heele ftadt deur kan gaen, de kerck van S. Sophia is een leer lchoon gebouw, daer in zijn vier-en-twintigh feer rijcke Canonijcken,met groot getal andere Priefters enleeken. De kerck van Sint luftine, waer men de lichamen van S.Lucas, S. Matthias, van drie onnoo-ïele, van S. Proïdocime, eerften Biflchop van Padoua, van S.Iuftina, en andere bewaert, is geheel met wit en root marmer geplaveyt, en met veel köftelijcklieyt verçiert : d’Abdye die ’er na by is, is oock leer rijckelijck van gehouwen fteen matie van S. Benediótus eerft begonnen. Maer die van S. Antoni van Lisbona, die men alleenlijck il Santo noemt, oftdeHeylige , heeft van voren een grooteplaets, met lchoone huyfen rondom , gaende al d’andere in lchoonheyt te boven,lbo om ’t beley t en konft van haer bou-winge , als om andere verçierfels. Boven al is te verwonderen, behalven ’t marmeren plaveylèl, de heerlijcke kapel van delen Eleyligh, verçiert met verfcheyde en feer fijn marmer, 12 fohoone pylaren, en graveerfels. Daer zijn oock lil veren beelden van tien Heyligen, 16 koftelijcke kelc-ken, 50 fchoone vaten, verfolieyden kandelaers, wieroock-vaten , efi filvere lampen, 54 beelden van filver , van de groote eens kindts, een fchip met fijn maften, zeylen, en koorden, en de ftadt van Padoua in verheven werck. ’t Paley s van Reden oft luftitie, is een van de voornaemfte van Europa, daer men met vier hooge breede marmor-trappen opgaet, is geheel met loodt ovèrdeckt, fonder eenigh onder-fteunfel, meteen faelvan 256 voeten lang, en 8ó breedt, verçiert met vele fchilderyen , waer ónder veel doorluclitig'e Padouanen gefohildert ftaen. Het Paleys, anders’t Hof van den Capiteyn oft Gouverneur genoemt, is oock feer Ichoon en waert om aenfien,als mede ’t Paleys oft Raet-hof van’t gemeen met een fchoone gaelderye, M IÛ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onder- |
P A Î) onderllcunt niet marmor-pylaren, en niet loodt bedeckt. In ’t ïchoon Paleys van de Capoliften , by Sint Daniel, fiet men’t groot gebouw van’t Paert van Troyenj en in dat van de ftudie, alle ßorten van antiquiteyten. De Studie, daer de leften van alle wetcnlchap^ pen gelchieden, heeft een vierkante plaets, met twee vierkanten boven den anderen, onderftut met leer fchoone pylaren : een van de achtbaer-fte dingen defer ftudie is het Anatomifche Amphitheater , opgerecht tot gebruyck der Icho-Ïieren in de medicynen. En boven dit gebouw dat men de Ichole noemt, zijnder negen Collégien , daer verfcheyden lcholiers bekoftight en *■ eerlijck onderhouden werden. Tulfchen de kercken van S. Antoni van Liß bona en S.Iuftine is de kruyt-hof,begonnen in ’t jaeriy46 voorde ftudenten in demedicynen, daer van een vermaert Medicijn den opperften laft heeft die t’onderhouden en bewaren , als oock om de lcholiers te kennen te geven den naem en natuur der kruyden. Onder de Delèftadt, zijnde ontrent loo jaren geweeft onder de Carraroilche Heeren, en daer na onder jifidere ßc-tie» en flaetßn, den tyran Ezelin, viel in ’t jaer 140J in handen van de Venetianen. Padoua heeft onder haer heerfchappye verfcheyden fteden en groote dorpen , daer van de voornaemfte zijn Bfle , by d’Oude Afteflo genoemt, ^aer uyt het huys van de Hertogen van Ferrara, Modena en Reggio haren oorlprong genomen hebben , haer huys zijnde nu in een mans-kloofter van Sint Dominicus verandert. ’tVolck beftaet in tien duyfent zielen.De gemee-ne inkomftcn der ftadt bedragen achtien duyfent kroonen. Montagnana die in geenen deel minder is als Efte , voorfiet jaerlijcks het Arfe-nael van Venetien byna met lbo veel hennep als daer in verbefight werdt. De ftadt Caftelbaldo, gebouwt door die van Padoua in’t jaer 1392 aen de mondt van de nieuwe rivier Adice. De ftadt Monfelico, gelegen op eenen kleynen bergh, is omringt met feer vermakelijcke heuvelen. Campo S. Pietro , gelegen op de rivier Mulbn , daer uyt het edel huys van Campo S. Pietro fijnen oorlprong genomen heeft, voortijdts m.achtigh en nu leer vervallen. Citadclla, gebouwtdoor deRe-publijcke, is Ïchoon geworden, en van groote Koopmanfchap in lakenen die daer gemaeckt werden. Pioygt;e di Sacco, oft Sciocco^ gelegen op de Sciocco , die in de Brente vloeyt, daer van de Biftchop van Padoua den tytel van Grave voert: Mirano, Oriago, Tcolo, Lilgt;ianOj Arqua^ oft Arquât o, vermaert om haer oudtheyt, wooninge en be-gravinge van Petrarcha, en onderlcheyden van dat van’tPolefino door den bynaem van Monta-nara ; Confebe, en eyndelinge Anguillaray daer-en-boven het dorp d’Abano , Aponus genoemt door d’Oude, daer van de baden leer geacht zijn, en het dorp Pobcrara, tien mijlen van Padoua gelegen, vermaert in heel Italien door de groote en lchoonheyt van haer hoenderen. In ’t geheele landt zijn 347 dorpen. De voornaemfte rivieren van Padoua, zijn de Bacchiglion, en de Brente, 'die haer vereenigen T^oy^pei}. Rivisrgn, |
O U A. en in de moeraften van Venetien t’famen vloc-yen. Boven de rivieren daer ’t landt mede be- vf^^er. vochtight is, foo dat ’er geen dorp meer als vijf mylen van eenige rivier gelegen is, zijnder ver-fcheyde wateren en baden, goet voor vele heckten : de vermaerfte zijn de baden van Abano, vijf mijlen van Padoua, goet voor de derdendaegh-fe koortlè , d’ander is van la Madonna, dat tot Padoua gebracht, tegen ’t flerecijn, harde milte, waterlucht, en diergelijcke uyt koude en voch-tigheyt ontftaende heckten, te drinckengegeven werdti is een lymigh water, hebbende foïfer, Ibut, en aluyn , nemende hjnen oorlprong op den bergh Orthon,by de Lieve Vrouwen kerck. Haer flick is leer gefont, even gelijck haer bad, dat leer warm is: d’andere baden zijn, die van S. Pieter, van Cala nova, van den bergh Grotto, van S. Bartholomeus, en van S. Helena. Dit landt is foo vet en vruchtbaer, dat, hoe- Landouwe, wel men gewoonlijck Bolognien de vette in Ita-lien noemt, menlèght dat Padoua dat noch te boven gaet, Bologna lagraffa, ma Padoala paffa, Ipijlènde overvloedelijcken d’omleggende fte-den; voortbrengende loo grooten menighte van granen dat het wonder is, daer van het witfte broot van heel Italien gemaeckt werd t, ’t geeft oock groote overvloet van uytnemende goede wijnen , hebbende hooge bergen en heuvelen, diemetwijngaert, olijf en andere vrucht-boo-mên gantlch bedeckt zijn. Een van dele bergen is genoemt Gemula, en een ander Venda , by de welcke men de Eugaenfche heuvelen het, die uytnemende aengenaem zijn , en vermaert door de verfen van verlcheyde Poëten. Daer is oock groote menighte van vlas, en in e» ’t geberghte waft lbo veel hennep , dat de Repu-blijcke daer van ontfangt al die byna in ’t Arlè-nael verbehcht wcrdt, yder jock often zijnde gehouden lbo veel hennep te laeyen , als ly in de kamer van Montagnana gehouden zijn te leveren, die daer tot laegen prijs verkocht wert. De weyden zijn feer vet,voedende groote menighte van vee : en wild gcbreeckt ’er niet meer als de vis, die ’er in groote menighte gevangen werdt, en om de deught van ’t landt behtten de Vene-tiaenlche Edellieden daer van een goet deel met hun feerfchoonepaleylën, lbo dat’er voorde Padouanen niet overblijft. De Hangen, die tot Monlèlice in groote menighte gevangen werden , zijn leer goet tot den theriakel, en van de lèlve deught als die van Montpelliers. Die van Padoua oeffenden haer eertijdtsin’t Onde ft-maken van lchoone tapijten, en dekens,daer van , Ibmmige ruych waren over beyde zijden, en d’andermaer aend’een zijde; lymaeckten alle lborten van lakenen en ftolfen tot kleederen, die fy naer Romen Ibnden : Padoua ging alle andere Sterckte, fteden van die quartieren te boven, lbo dat ly tot 500 Ridders, en op een tijdt 20000 mannen in ’t veldt gebracht had. Het volck is feer verftandigh en bequaem tot seden e» de ftudie en alle deughdelijcke oeffeningen , ! heufch en fedigh in al haer doen, de medicijne toegedaen,zijn goede ruyters,maer altijdts twij-; felachtigh in raedt te foecken, oft te geven ; te-I gen vreemdelingen weynig beleeft, ’t en zy door hope |
PAD hope van profijt, en de ontfangen weldaeJ iich-telijck vergetende. mjck^nt De Biflchop, wiens geeflelijcke heerfchappye haer uytflreckt totTrevifo, en Verona, heeft op’ ontrent drie-en-dertigh duylent kroonen jaer-iijcks inkomen, en de Abt van S. luftina is noch rijcker. Men meent dat de geeftelijken het derde deel van ’t heel Padouan befitten. RijcUom nbsp;nbsp;nbsp;De Edelen zijn daer mede leer rijck^ vijf oft fes van de voornaemfte huyfen hebben van acht tot * achtien duylènt ducaten jaerlijcks inkomen, en d’ander ontrent de vier oft vijf duylènt ducaten5 daer zijnder verlcheyden van duyfent ducaten, hoewel datlè van de voornaemfte en oudfte huy-ïènzijn. Rijck^om De rijckdom des volcks beftaet in ’t werckéö van Wolle en zijde , die ’er leer veel is , en in de groote menighte van lcholieren van alle natiën, die ’er veel geldt brengen, en ih alle wetenlchap-pen onder welen werden. VanPadoua wordt tot Venetien veel vlas, hennep, laken, koren en wijn gelbnden. Zielen. In’t gelieele landt zijn over de vier hondert duylènt zielenden ontrent fes-en-dertigh duylènt |
0 tl A. mannen, bequaemom wapens te dragen : ’tis van de Venetianen lbo gefterckt,dat het een van Kracht. de voornaemfte plaetfen van hun Staet is,en hen moet verfekeren aen de zijde van Lombardyen en Romanyen, tegen de welcke het een fterck bolwérckis. DeRepublijcke gebrüyckt verlcheyden Ve- Kegteringt. tietiaenlche Edellied^en in de officien, houdende tot Padoua een Podefta, en Gouverneur, die ly Capiteyn noemen , met twee Kamerlingen , en twee Cafteleynen van de Sarakinsh, en Caflel Vecchio , oft oudt kafteel : een Podefta, en een Capiteyn tot Efte; en de Podefta tot Monfelice,Mon-tagnaha, Piovedi Sacco, Caftelbaldo,Citadellai en Campo S. Pictro ; ly blyvenfeftien maenden in hun dienft. Padoua heeft onder haer belbndere heerlchap-pye lès vicariats, tot regeeringe van yder der fel-ve ly alle jaren een Edelman van Padoua verkie-lèn,met macht alleenlijck te rechten tot de Ibm-me van tien van hun ponden, oft lire, en drie Hagen met de koord te geven. Delè vicariats zijn Oriago,Teolo,Liviano, Arqua, Conlèlve,en An-guillara. |
’t Hertoghdom van VENETIEN, By d’Italianen genoemt
1 L D O Ç A D O.
f'cnetie». Et Hertoghdom van Venetien , door d’inwoonders alleenlijck Dogado genoemt , begrijpt Venetien, end’om-leggende Eylanden,van Gra-^ do en Maran af tot Lorco toe , met de plactlèn die aen ’t noort-weften by den oever aen ’t vafte landt gelegen zijn, ’t Heeft de Golfe Van Venetien aen ’t ooften; aen’t weften Padoua ; aen ’t noorden Trevifo en Friuli ; en aen ’t zuyden de felve Golfe , en Polefino de Rovi-go, wiens frontieren dicht byBebbezijn, een plaets van ditHertoghdorn. De hooftftadt is Venetien, initaliaens Venetia en Vinegia, en in de grove fpraeck der inwoonde-ren Vinefia genoemt, eerft begonnen te bouwen in’tjaerqii, doen de Padouanen, en andere, vrcelènde de wreetheyt van Attila, Koning der Hunnen, naerdercnde om Italien af teloopen , vluchten in de Ibutwaterige meiren, en moeraf-fen , daer mede de ftadt omringt is, om haer te verlèkeren , daer huyfen bouwden, en meeft in ’t kleyne eylandt van Rio Aho, als oock daer na in 59 bygelegen eylanden , eneyndelijck in noch twaelf andere , zijnde t’famen 71 in’t getal, op de welcke Venetien gelegen is in ’t uyterfte deel van de Adriatilche zee , als nu de Golfe van Ve^ netiefl genoemt. Delè meiren zijn tachtigh mij- Italien, |
len lang, ftreckende van’t eylandt de Grado tot Loredo oft Loreo toe. Haer breette is verlèhey-den. . Daer is een oever oft hooghte van aerde ,van de gedaente van een tonge , en krom als een bogc, diely Lido noemen , lang vijf-en-dettigh mijlen, en ten hooghften twee mijlen , doch op fommige plaetfen maer een musketfchoot breet, leggende uytgeftreckt van de mondt van de Po Fornaci geheeten , tot dien van de Piave , en op veel plaetfen doorfneden van de zee, en eenige rivieren, voornamentlijck in de plaetlèn en haven en van Brondolo, Chioggia, Malamocco, Caflello, S. Frafino, Lido oft Lio Ma^iore, en Tre Porti. DeLé oever dient voor een dijck aen de plaetlèn gelegen tuflchen de felve en ’t vafte landt. In delè groote wateren leydt Venetien, vijf mijlen van ’t vafte landt, en twee van defe hooghte, ’t heeft acht mijlen omgaens,haer 71 eylanden zijn doof verlcheyden breede grachten gefcheyden. Door de geheele ftadt kan men te water en te landt gaen. Sy is verdeelt in fes wijcken , beftaende in lèvcntigh prochien, als Cafiello, S.Marco, Canareio, S. Pol, S. Croce, en Dorl'o oft Ojjoduro, d’eerfte heeft dertien prochien , vijf mans- en negen vrouwen-kloofters, en vier andere geen prochi kercken. De tweede heeft feftïen prochien, twee mans-en een vrouwen-kloofter, en vier andere geen paro-chi-kercken. De derde heeft dertien prochien, , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;N n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vier |
Cl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t H h K 1 U
✓
vier monicken,en fes nonnen kereken. De vierde negen prochien , en twee mans kloofters. De vijfde acht prochien , veertien mans-en vier vrouwen-kloofiers , vijf andere geen prochi-kereken : en de lèfie wijck begrijpt elf prochien, feven mans- en acht vrouwen-kloofiers, en twee andere geen prochi-kereken.
Daer zijn groote lcholen, ofte broederlchap-pen, leer rijck van kerekelijeke verçierlèls, en alle ’t gene tot den Godtsdienft behoort, feer lchoon gebouwt,genoemt S.Marco, della Mifericor-dia , S. Giouan Euangeltßa, della Carita, S. Rocho, en S. Theodore.
De Domkerek, daer den Patriarch van Venetien fijn fioel heeft, is genoemt S. Pietro a Qafldlo^ oft de Caßello. Dan de voornaemfte en lchoonfte is S. Marco , alhoewel fy maer de kapel van de Hertogen is. .Dit was d’eerfte kerck niet die de gevluchte bouwden, alfoo die van S. Iacob in het jaer 421 begonnen is geweeft,en die van S. Marco in’t jaer 8x8. Daer-en-boven hadden die van Venetien voor S. Marco, tot haren befehermer gekoren S. Theodoro , waervan men noch op een van de twee groote pylaren op de plaets,Sint Theodoro, en op d’anaer S. Marco, doch in de gedaente van fijn gevleugelde leeuw,fiet. S.Marco hebben de Venetianen byfonderlijck geëert, nae dat fijn lichaem van Alexandrien daer gebracht was , en den Hertogh Ian Participatio t’fijnder eeren eenkerck haddedoen bouwen, genoemt de kapelle van de Hertogen, daer het lichacm van delen Heyligh in geleyt is, door bevel van den lelven Prins , die daer oock 24 Prie-fters oft Capelanen ingeftelt heeft, die men nu Canonicken noemt, envier Diakenen, met foo veel onder-Diakencn,en eenige andere Priefiers, ' en Sangers tot den Godtsdienfi, die alle onder eenen Overfien genoemt Primicier zijn , die den Prins kiefi, dragende den fiaf, myter , rinek, en andere Bilfchoppelijcke çieraten.Delê geeft den zegen aen ’t volck, en vermach 40 dagen aflaet te geven. Het binnenfie van de kerck is van verlcheyden Iborten van leer fijn marmer: en het plaveylel van kleyne gekronckelde fiucken por-phyr, en andere kofielijeke fieen, gemaeckt op de Moylaike manier met verlcheyden figuren : men fiet daer onder andere eenige gemaeckt door bevel van loachim Abt van S Fleur,vertoo-nende fijne voorleggingen, aen de llinckerhandt zijn twee tafels van witten marmer, een weynigh met fwart doorfireept, en op haer voegen foo volkomentlijck een man vertoont dat het wonder is. Daer zijn oock 36 feer fijne marmeren pylaren,en ’t welflèl,met loot overdeckt,is in vijf deelen gedeelt. Men fiet daer oock tot op ’t hooghfie van de kerck tegen de muuren ver-Icheyde figuren van Moylaiken op een gouden gront, met lchoone capitelen van marmer, op de welcke verlcheyden marmere figuren gefielt zijn , lbo konfiigh gemaeckt, dat ly lchynen te leven, en op de grootte poorte zijnder vijf van metael, cn vier vergulde metale paerden van ge-lijcke groote, dieeerfimael inden triumphalen Arc van Nero geweeft zijn , als hy over Parthen triumpheerde, die daer na tot Confiantinopolen gebracht zijn, en eyndelijck te Venetien, doen
Tie Verck_ •van Sint Marco.
de Venetianen die ftadt verovert hadden. Boven het groot altaer fiet men een gouden en fil-veren bol, met veel geftcente , en paerlen van onwaerdeerlijcken prijs verçiert. ’t Altaer is bedeckt met een welflel, gemaeckt op de manier van een kruys, verçiert met marmer, en met vier marmeren pylaren onderftut, met verlcheyden hiftorien in verheven beeldwerck. Achter den Altaer zijn vier leer fijne albafte pylaren twee palTen lang , doorlchijnende als kriftal, die daer gefielt zijn ter eeren van het heyligh Sacrament.
Aen de rechter-handt van de kerck , en als in Schat vm ’t midden, buy ten ’t choor , fiet men een feer hooge poort, verçiert met lchoone Moyfaike, fiaendc aen d’een zijde het beeldt van S. Dominicus, en aen d’ander S. François, gemaeckt,lbo menfcght, door bevel van den Abt Joachim, langen tijdt voor haer geboorte. In dele plaets is den fchat van S.Marco, daer men eerft twaelf koninglijcke kroonen fiet,en twaelfgoude borft-harnairen,met menighte van robynen,efmerau-den , en paerlen, van ongewoonlijcke grootte , en onwaerdeerlijcken prijs , belonder van tien robynen,daer van yder boven acht oneen weegt, en een faphyr, die ’er meer als tien weegt : daer zijn twee feer lange eenhorens hoornen, eenen van ’t manneken treckende op ’t root, en d’ander van’t wijfken byna wit, rijekelijekverçiert, met haer opfchrift, d’een in Griecklè, en d’andér in Armeniaenlè letteren. Daer zijn gouden,agaten , jalpes vaten , van middelmatige grootte, goude wieroock-vaten , een efmerauden vat aen de Seigneurie gelchoncken door tlfumcalTan , Koning van Perfen, een kleyne fchotel geheel van een fiuck turkois , die haers gelijck, foo ickgeloof, indewerelt niet heeft, meteenige ingefneden Ægyptilche letteren, een kleynen eemer van granaet van een fiuck heel gefneden om water te putten , half foo groot als die men in de huyfen gebruyckt : een diamant van groo-ten prijs, gegeven door Henrick de Derde Koning van Vranekrijek, t’zijnder wederkomfi uyt Polen, aen den Hertosh Louis Mocenigo ; een kelck gemaeckt met veel robynen en diamanten van onwaerdeerlijcken prijs ; en ’t bonnet van den Hertogh genoemt Corne, daer den nieuw-ge-kolèn mede gekroont werdt, die bedeckt is mee gefieente en paerlen van ongeloolfelijcken prijs; daer-en-boven een efmerauden kruys met een robyn, en op het opperfie een diamant met lès punten , lbo dat men niet lchoonder noch heer-lijcker Ibude können lien : men fiet daer oock in een groot buffet vaten van verfcheyden Iborten van koftclijeke fieenen van grooten prijs, daer mede het buffet van den Keylêr Conftantin verçiert was, die daer nae in handen van de Venetianen gekomen zijn , doen ly t’famen met dc Françoyfen Confiantinopolen wonnen.
Het cieraet vandefe kerck zijn vele filveren en goude kandelaers, onder de welcke twee van gout met figuren twee vademen hoogh zijn: crû fialyne kandelaers, en goude kruycen, te Confiantinopolen gewonnen , gelijck haerGriecklc letteren getuygen. Priefiers- en altaers-kleede-ren van gouden laken met verfcheyden figuren 3
een
-ocr page 124-
VAN VE een MilTael bedeckt met filver, paerlen , en gé-fteente , die fy van S. Sophia van Conftantino-, polen hebben ; 2 5 filvere lampen, daer van eén, hangende in’t midden van de kérck, over de jooducaten waerdigh is; feer rijckekleederen en verçierlèls met’t wapen van Vranckrijck gegeven aen defe kerck, door Louis den XI, Koning van Vranckrijck, doen hy van een perijke-leu/e fieckte genefen was door ’t voorbidden van S. Marco, volgens fijn belofte, met veel andere ichoone dingen. De reliquien in de facriftie zijn, een kruys óp de Griecklche manier gemaeckt, met hout van ^t heyligh Kruys ; een doren van de kroon ons Heeren, geftelt in een criftaiynen tabernakel, op een wonderlijcke wijlé , met filver verçiert: twee criftaiynen kruycen met hout van ’t heyligh Kruys, waervan’t een voor den Patriarch van Conftantinopolen gedragen wierd; een deel van den arm van S. Lucas in een filveren arm , met de maget Maria van hem gefchildert van Conftantinopolen gebracht ; een deel Van den arm en been van S. loris; een deel van ’t been van Sint Theodorus martelaer in filver geftelt : de wercken der Apoftelen in goude letteren ge-Ichreven van de eygen handt van S.ïan Chrylo-ftomus, Patriarch van Conftantinopolen ; een ribbe van Sint Stephanus, eerften martelaer in gout geftelt : eenen vinger van S. Maria Magdalena in een criftaiynen tabernakel verçiert met filver : en een duym van S. Marco met het Euan-geli gefthreven van fijn handt, en fijn lichaem dat in een ander plaets van de kerck is: een ftuck van de pylaer , daer onlèn Heer aen gegeeftelt geweeftis, zijnde een halven vadem lang , en eenige andre reliquien: eenfilveren tabernakel van de hooghte van een man, van Hongaryen gelonden om in de munte te breken, en door de Procureurs van S. Marco gekocht, om het heyligh Sacrament in te dragen in de proceflie op H. Sacraments-dagh. Tere». Recht tegen over de kereke is haer toren, breedt veertigh voeten aen yder zijde, en twee-hondert en dertigh hoogh, met een houten engel daer op , hoogh fèftien voeten, bedeckt met vergult koper, die omdraeyt en altijdt fiet nae de zijde daer de windt hem keert, wijfende met de handt de plaets van waer de windt komt. Het opperfte van den toren is heel vergult, daer door hy van feer ver gefien wordt, van binnen is hy gemaeckt met een leer foeten opgang londer trappen , op de manier Van een flecke , en een fchoone rye venfters, van waer men de geheele ftadtfiet, met^d’omleggende eylanden, ende bergen van Carnien en Iftrien , Lombardyen , en de beginfelen van de Adige en Po. Men fiet over d’ander zijde de hooghte van aerde ge-noemt Lito : de haven van Chioza en Malamoc-co, en de Sterckten gelegen aen de mondt van delè haven. p^iej! va» By de kerck van S. Marco is het fchoone pa-s. ^4rce. yjjj 5, Marco , hebbende twee gevels, ver-ciert met wit en roodt marmer, en den achter-ftenvan Iftrifchen fteen gemaeckt, met groot getal arcaden , pylaren, falen en kamers ; ’t was met loodt bedeckt, dan federt het perijekel van |
N E T I E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;93 den brandt in hetjaer 1574 wierd het met metalen platen o verdeckt. Yder gevel heefteen poort, daer van de voornaemfte van marmer by de kerck van S. Marco op de plaets komt, daer op ftaet de gevleugelde leeuw , het beelt van den Hertogh Folcaro van wit marmer gemaeckt, by de felve aen’t noorden zijn de voornaemfte trappen van ’t paleys gaende op ’t huys van den Prins, aen de voet der felve ftaende de cololTen van Mars en Neptunus, en meer opwaerts de fchoone beelden van Adam en Eva. Recht tegen over den voornaemften trap fiet men een ge-fthrift op marmer met gouden letteren , ter ee-ren van Henricus de I V , Koning van Vranckrijck en Navarre : naer ’t zuyd-ooften gaet men op de treffelijeke trappen, daer men ter flineker-handt aen de kamer van den Prins komt, en ter rechters aendie van’t Colleme : daer fietmen over al niet als gout, ’t Opperfte der fael van ’t Collegie boven de kamer van de Prins is ten deele vergult met leer konftigh gefneden werek, en teri deel met verfcheyden gelchilderde hifto-rien verçiert. Aen’t hooge eyndt van dele lale is de ftoel van den Hertogh, en het beeldt van Venetien gemaeckt als een Koninginne, die hem de kroon op het hooft ftelt : aldaer worden by den Prince de laken van Staet gehandelt, en alle vreemde Ambalfadeurs gehoor gegeven. In een ander lael ftaen vertoont de Provinciën die de Venetianen aen’t Vafte lant befitten, en elf figuren vanKey-leïs. Hier uy tgaende nae de zee, komt men by de banek van den Raedt van de tien,alwaer oock niet als gout en rijekdom te fien is. Vorder komt men aen de lael van den grooten Raedt,lang 150, en bieét drie-en-feventigh voeten , daer by de klèyne falen van wapenen van ’t paleys,ih de welcke bloote flagh-fwaerden, geladen piftolen met den fleutel op het radt om te Ipanncn , hellebaerden, cuiralien bedeckt met fluweel van verfcheyden couleuren, en andere wapenen bynae voor yoo Edellieden zijn , en een kiftjen , het welck openende vier piftolen lèffens loft, die, lööfe geladen waren, den genen die’topent, loudendooden; een kleyn lilvere gelchut met de karre die het voert Van de lèlvç ftoffe ; een poeyerbuffe geheel van criftal, op eenige plaetlen befilvert, kollende looooodu-caten ; cn een fchilt, en hantfehoen verçiert met turkoilèn etl robynen. Uyt het paleys komt rrien op de plaets van S.Marco, daer aert het ander eynd de kerck van S. Geminiaen ftaet, rontom met Ichoone huy-lèn van gemeenen fteen en marmer gebouwt, zijnde,onder met fchoone portiken,en verlchey-den winckels gemaeckt. Op delè plaets fiet men groote menighte van perfoonen uyt alle landen der weerelt met haer verlcheyden kleedingen , die aldaer komen koopmanfehappen, en een groot getal quackfalvers, die tijdtkórtinge geven , verkoopende haer lalve. Aen ’t eynd van delè plaetfe by de zijde van de zee fiet men twee marmeren pylaren geheel van een ftuck, feftigh vademen hoogh, en ten minften acht dick, op een van de welcke eenen gevleugelden vergulden leeuw ftaet, en op d’ander het vergult beelt |
G H D O M
Mauritius, en die van de Trons, van de Grimans, van de Cornars, en van Cucinaj boven een groot getal leer lchoone paleyfen enwelluftigc hoven van de Venetiaenlche Heeren inde eylanden van Zudecca en Muran, en de rijeke meubelen, daer de huyfen mede verçiert zijn.
Het wapenhuys is aen alle zijden omringt van de zee, hebbende in den omvang van fijn muu-ren ontrent drie mijlen,- daer in komende, gaet men over een kanael met een brugge, door het welckc de fchepen van ’t Arfenael in ’t groot kanael gebracht werden. In ’t felve zijn 1550 mannen, die daer gewoonlijck wereken ,- aldaer worden oock de oude mannen onderhouden,die niet meer wereken können. Als men daer in komt, neemt men den wegh ter rechterhandt, daer een groot en breet kanael is als een meir, gemaeckt om de Ichepen te houden,en oock een loodanigh aen de ftinckerhandt;by de felve zijn leer groote portiken gemaeckt, onderftut met pylaren, die meelt van fteen zijn, onder de welcke men de Ichepen leght die men niet gebruyckt, op dat den windt en regen die niet en lóuden verderven, en insgelijeks die vcrmaeckt moeten werden: daer na komt men aen ’t huys van den Admir ael, hebbende boven en beneden vier falen, d’eerfte vier zijnde om te bewaren het doeck en de lèy-len die ’er afgemaeckt werden, daer altijdt vijftien oft twintigh vrouwen, de oude vermaken, oft nieuwe maken. In de lèlve lalen toont men een leer plomp leeren kleedt, op lbodanige manier gemaeckt, dat het met geen yfer kan be-fthadight werden.De onder-falen zijn gemaeckt orn de touwen te leggen, die oock in feer groote menighte zijn , en yder verdeelt in acht ryen, houdende yder rye de touwen noodigh tot twaelf galeyen: loo dat ’er touwen voor drie hondert en twaelfgaleyen zijn.
Daer nae komt men aen een plaets, geordon-neert om altijdt nagelen te maken, dienende tot de fchepen,daer by een leer breede lael ftaet, daer men een groot deel riemen leght,maer niet al, om dat ’er verfcheyden plaetfen vol van zijn, door dien fy ’er veel van noode hebben ,• zijnde een van de noodighfte provifien , hoewel daer geenengrooten riem is, dieaen S. Marco niet en kolt, gebracht zijnde tot Venetien, vijf duca-, ten, en de gemeene vier, londer te rekenen ver-? lchcyden onkoften dielè doen om die te berey-den en op te maken. quot;Voor delè fael is een plaets, daer men door middel van ’t vuur fte riemen recht, die aldaer heelgroen gebracht werden. Aldaer giet men oock geduurighlijck gefchut ; dat gemaekt zijnde, te Liogefonden wort omge-proeft te werden, en nae de proeve gelet en be-waert in de packhuylèn,daer ick van lal Ipreken.
By defe plaets liet men een ander geordon-neert om iancien te maken, en niet veer van daer is de plaets daer men de gefchut-koegels giet, en men gelooft dat daer meer kolen verbe-fight werden, als in de munce.
Men begint by defe plaets teftellen, de galeyen die op’t drooge geleght werden, rontorn her kanael,daer na komt men aen acht oft negen packhuylèn met gelchut-karren,die men daer na in de Sterekten brengt.
P4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t H E R T O
beelt van S. Theodorus, tuflchen de welcke het gerecht over de mifdadigers gedaen wordt. In R midden van de plaets zijn drie groote maften van Ichepen , dacr men gewoon is aen te doen de voornaemfte zijden en gouden ftandaerden van de Republijeke op de groote feeften.
Op de felve plaets het men het munt-huys,geheel van fteen en yfèr , lender eenigh hout ge-bouwt, de fchoone huylcn van de Procureurs van S. Marco, eneentreftelijek paleys, dat hem uytftreckt van den toren tot aen de kerek van S. Geminiaen. i
D*’ander kereken, boven S. Marco , en S. Ge-miniaen zijn waerdigh om te hen, om haer ver-Icheyden verçierfels, ais haer marmeren plavey-lèls dat men bynae overal betreet ; de beelden van verfcheyden doorluchtige perfoonen, dooide Republijeke opgerecht, tot vergeldinge van haredienften, Coo datmendaer lóy van marmer telt, en 2 3 van metael j en veel andere kofte-i lijekheden, oock 50 lichamen van Heyligenen ontrent i yo orgelen. De fchoonfte van de^ kerken zijn die van S, Zacharias, S.Steven, S. Frari, S. Gianipolo, Caftello, S. Maria van mirakelen, S. Françoys van den Wijngaert, Sintleremias, S. Salvador, oft Salighraaker, der Carmeliten, S. luftina, en S. Maria de hemellche,
Daer is der Griecken kleyne kerek van S.loris, daer de lèlve op haer manier Godtsdienft doen in de oprechte Griecklche tale; en die van S.Bartholomeus , daer men in den vaften in Hoogh-duytspredickt.
In de ftadt zijn ontrent 14000 gondolen, en 4yo bruggen , daer van de voornaemfte die van '^ioalto is, die meer als 250000 ducaten te bouwen gekoft heeft,hoewel die niet leer lang is. Sy is van marmer , en heeft drie breede ftraten, ge-fcheyden door twee ryen winckels , geweift en gedeckt met loot, in ’t getal van 24, twaelf aen yder zijde , men gaet daer met drie trappen op, Hen middelften zijnde 66 trappen hoogli, en die vanelcke zijde 145 , het groot canaef en voornaemfte van Venetien , daer op dele brugge de Rialto gebouwtis, heeft in de lengte 1300 paf-fen,en in de breede 40.
Tackhnys. By dclè Iclioone brugge ftaet het vermaerde packhuys van de Hooghduytlchen, oft Fondago di TedeJehij daerde kooplieden van dele natie hare wooninge en koopmanlchap hebben, waer in leggen alle de Flooghduytfche waeren, en al die men van Venetien derwaerts wil voeren: heeft 512 voeten omgaens, en van buy ten zijn fchutlels, verçiert met verlcheyden fchilderyen, wonderlijk aengenaem,en van binnen tweehon-dert kamers.
^dicjfen. D’andere voornaemfte huylen van Venetien zijn het paleys van de Loredans tot S. Marcuola, nu delCalero genoemt, leer rijckelijck met mar-mer’vcrçiert : dat van de Guftbni, by de brugge van Noale: van de Delfino, oftDolfin, op den oever van de Charleon : die van Contareni en Mocenigo,’t huyS Folcare de luftiniani : het paleys van de Pifans : van de Loredans tot S. Steven : van de Pelari tot S. Benediólus ; dat van de Priuli tot S.Severus : van Gonelle tot S'. lob; van de More tot S. leronymus : van de Pont tot Sint
Tegen
VAN VENETIEN.
Tegen over dele packhuylên zijnder vijf andere geordonneert tot de felve laeck, in het eer-ftevan de welcke zijn 24 ryen gelchut, in als drie hondert ftucken, daer van een leven kogels lchiet, en een ander grooter drie : om hoogh het men de maten, de gefchut-wagens, en ’t gereet-fchap voor de paerden diefe trecken, en alle andere dingen tot de felve noodigh. In ’t tweede packhuys het men ’t gewoonelijck gelchut tot yo galeyen, te weten 12 hangen, oft ftucken die kogels vânfes pondt fchieten,een gelchut van 50, en twee ftucken voor de galeyen van twaelf pondt, zijnde defe ftucken kleyn en groot 6yo. hondert en vijftigh ftucken groot en kleyn. In ’t vierde packhuys zijn aen d’een zijde 24 ryen veldtftucken , drie op een rye, zijnde in alles 72 ; en aen d’ander 16 ryen batteryen ftucken, 22 vooryder rye, zijnde 35-2 ftucken : noch , boven alle noodigh gereedfehap , zijnder vuur-trompetten, lang als piecken, hebbende aen ’t eynd een houten riedt, vol poeyer, kogels, en ander dingen met konft toegemaeckt, daer men, als men in ’t haen is, het vuur in fteeckt .veel te drineken geeft, als ly felfs begeeren : en door middel van’t folfer , daer het eynd heel mede bedeckt is ; en boven dat dienen als een In ’t derde packhuys het men aen d’een zijde, •’t gelchut van vijf extraordinäre groote galeyen, die in ’t gevecht tegen den Turek waren, te weten 40 galey-ftucken,daer van de minfte vijftigh pont fchieten s en al t’famen zijn twee hondert : pieck om den vyandt op te houden, fteken van verre in brant, en doen groote fchade. In ’t laetfte packhuys zijn i yo ftucken op den Turek gewonnen: foo dat in alles’tgelchutdat in dit Arlènael gevonden wort,zijn ontrent 2026 ftucken, onder de welcke zijn ontrent dertien hondert falkonetten: en onder de groote zijnder eem'ge , lchietende kogels foramige van lèventigh , andere van hondert, van hondert vijftigh, van twee hondert, en van drie hondert po ndt j doch en is dit getal lbo gewoonlijck niet, dat’er niet Ibmtijdts meer, Ibmtijdts min en zijn; om dat ’er geduerighlijcken nieuwe gemaeckt, en Ibmwijlen een groot deel uytgcfonden , en andere herftelt werden in delè packhuylên. Daer zijn drie falen, yder breedt 3y paften ; in de eerfte der felve, boven de wapenen van het voetvolcken lichtepaerden van’t vafte landt, zijn wapenen voor 20 galeyen , daer van “yder moet hebben i yo borft-harnalfen , i yo helmen, lyo fwaerden, i y o bogen, en les kaften met pijlen, gerekent yoo voor yder kafte , vier gemeene musketten , tien haeck-musketten, en yo fabels : men liet daer oock alle lborten van wapenen , om op ’t landt te ftrijden, als piecken, musketten, ringkragen, genoegh om lèventigh duyfent menlchen te wapenen. Daer zijn noch verlchey-den oude wapenen, die de Venetianen van hare vyanden gewonnen hebben. Van daer gaet men om de plaetfen daer men 270 gemeene zijn, boven dertigh groote , tien lichte ïchepen van de Overften,en eenige Turck-Italien. |
fche, en den Bucentaure, leggende in een afge-fcheyden plaets, geheel met doedk overdeckt, en wel toegemaeckt. Dan het getal van dele ïchepen is niet altijdt foodanigh, niet meer als Gaende om defe plaetfen, die de ichepen tot een ver treek dienen, bejegent men twee pack-huylen, ’t een zijnde voor de roeren der galeyen, en ’t ander voor die de maften van de lchepen en galeyen bereyden, onder de welcke zijn die vijf-tigh ducaten koften, daer de gemeene, tot Venetien gebracht, S. Marco macr twintigh ducaten koften : het meefte deel van defe maften komt aldaer van Candien , en andere plaetlèn in ’t ooften gelegen. Heteynd van defe plaets komt uy t aen den ingang der lèlve , en gaende aen de ftineker handt van de poorte van ’t Arfenael, komt men aen het oude Arlènael, daer nu wey-nigh galeyen zijn, ten aenften van de gene die in ’t nieuwe gevonden werden , hoewel die alle in ’t boven-geftelde getal begrepen zijn : dan in het eynde van ’t oude by den muur het men de plaets daer het polver gemaeckt wert, dat men , ledert hetperijckel van den brandt van ’t jaer 1568, op de drooghten tulTchen Lizzafufma en Venetien gebracht heeft. Gaende voorder naer de poorte van ’t Arle-nael, vindt men een ander packhuys vol riemen, gelegen by den kelder daer men den wijn leght voor die van ’t Arfenael, aen de welcke men loo fôo wanneerfe haeftelijck moeten wercken, zijnder mannen die omgaen met bocalen oft glafen-flefTen, om haer te drinckcn te fcliencken. Eyndelijck toont men by de poort van ’t Arfe-nael aen de flineker handt, vier falen, twee leegc en twee hooge, vol van alderhande foorten van wapenen voor hondert duyfent mannen, fboda-nigh als die, daer van hier voren gefproken is, daer mede datfe lèventigh duylent mannen können wapenen. Men het daer noch groote menighte van wapenen op d’oude wij/êgemaeckt, voornamelijck voor de gewapende mannen , oft voick te paert, balcken die dienden om de muuren te breken voor ’t gebruyck van ’t gefchut, eenigh harnas om de paerden op de oude manier te wapenen, groote menighte van vuur-trompetten. Oock toont men aen ’t eynde van de felve falen , om datlè breet en groot zijn , byna alle de vaende-len op deTureken gewonnen ; en als de Repu-blijcke eenigen grooten Heer, die het Ar/ènael gaet befien, eere wil aendoen , bereyt men hem aldaer de collatie. Dit zijn de voornaemfle be-fondere dingen van dit Arfenael,dat wel te recht mach gehouden werden voor het grootfte en volmaecktfte, daer men kennilTe van heeft : be-halven dat hebben de excellentie wereklieden, aldaer gebruyckt,door een lange ondervindinge van veel hondert jaren , kenniife gekregen van de meefte deught des bouts, en middelen om dat te bewaren j als oock van de metalen, en manière die te gieten en Imelten,en de gedaente, groote en lengte van ’t gelehnt, de manière om het te verplaetlèn en ftellen : en van de galeyen, en haer raaeckfel : foo dat men geen beter ge- bouwde |
ZudeccA.
S. Tngel.
S. Joris d'^lega.
S. Clara.
S. Second.
S. Juliaen.
’t H E R T o G H D o M
bouwde galeyen Ibude können vinden, noch beter gemaeckx gefchut, als in dit Arlenael.
Kontom Venetien fiet men verlcheyden ey-landen vol huyfen en volck, oft kloofters en Godsdienft-huyfen^onder dewelcke aen de zijde van’tzuyden , Ziidecca, csitGitideccaanders Ó/Tó P«ro is,lang een mijl,hebbende eenige prochien, mans- en vrouwen-kloofters, lchoone paleylèn.
het nieuwe La^^^aret, en nederwaerts gaende het jsHetsw eylandt van Certoja, oft van de Catuylers, met de kerck van S. Andries,zijnde het kerckhof van den Edeldom van Venetien ; voorts het eylandt van S. Helena , met het lchoone kloolfer en de s. Helena. trelfelijke kerck van de monicken van den bergh Olivet, daer het lichaem van de Keyièrinne Smt Helena is.
en feer aengename hoven. Is van Venetien door _______ een kanael afgefchcyden, breet ontrent een half de Groote mijl, begrepen in de felfe wijcke van Venetien, en alloo genoemt om de loden die daer woonen.
Daer zijn negen kercken, daer van die van de bekeerde, dat is te leggen van de bekeerde Courti-fanen, de voornaemlfe is, boven die vanS.Bla-
Daer nae komt men aen ’t eylandt van S. loris s. Joris de
j gelegen ontrent 500 paflen van Ve-
netien , en recht tegen over S. Marco, hebbende
fins en S. Catolde, daer het lichaem van S. lulia-na van Padoua geheel is, lbo men leght, ledert het jaer 1226, doenfe overleedt.
Niet ver van hier voorder in ’t moeras, liet men S. Engel van de Eendracht, en voorder naer ’t zuyd-wellen S. loris d’Alega, S. Clara, S. Second, en niet ver van ’t vafte landt S.Iuliaen : en aen ’t noorden van Venetien d’eylanden van
s. chrijfof- S. Chriftoffel, en S. Michiel, in de laetlfe van de welke men een rijcke kapelle fiet, gebouwt dooide bekeerde courtilane Margarita Emilia van Veronen.
’Mnra». Niet ver van daer is Muran, gelegen een weynigh verder als een mijl van Venetien, en genoemt de^ wellulfigheyt der felve, als zijnde vol lchoone huyfen met rijeken huysraedt, onder de welcke grootelijeks geacht is dat van Camillo Trevifan, met fijnen wellulfigen hof, en een van de fchoonlfe fonteynen op de Romeyniche manier gemaeckt Men net daer oock overal lbo aengename hoven,als in eenige ander plaets van Italien. Daer worden de fchoone vaten en crilf a-lijnen glalèn gemaeckt, die door heel Europa ge-voert werden , tot vernoeging van de allerlin-lijckfte , die defe dingen , aldaer gemaeckt, feer aengenaem zijn, vertoonende gefchut, torens, kalf eelen,fchepen,galeyen,orgelen,en verfcheyden andere dingen j verçicrt met gout en filver, en allerhande feer levendige koleuren,lbo datier jaerlijcks aen de vreemdelingen voor meer als ócooo kroonen verkoopen : dele plaets is,gclijck Venetien, door een groot kanael in twee deelen gelcheyden , begrijpende in fijnen omgang van drie mijleri 14 lchoone kercken,onder de welcke die van Sint Pieter Martyr, en het kloolfer van de Preeckheeren, de voornaemlfe zijn.
s. Jacob Aen ’t noorden van Muran leggen de eylanden S.Iacob di Paludi, oft van de meiren, oft moe-
5. Nicolas, ralfen ; en van S.Blicolas de! Lido , oft van den oe-
AJiizorho.
ver, met hare kercken : en vier mijlen van Mu-ran het kleyne eylandt van Mai^orbo bewoont
Torcello.
^uran.
met weynigh rijck volck: en meer aen’t noorden de ifadt van Lorce'lo, daer van de hooghlfe kerck is genoemt S, Folca, maget en martela-relfe : defe Ifadt is weynigh bewoont om haer quade lucht, en gelegen een mijl van Maforbo j aen ’t oolfen van welck eylandt is dat van Buran leggende een mijl van Al^^ozfo, en van Torcello.
Daer na, afkomende van ’t noorden naer het oolfen van Venetien, vindtmen’t eylandtvan
S. Tran-
^oysvande Françoys van dewoclfijne, en by Venetien
een van de lchoonlte kloofters van alle die quartieren,met een kerck,verçiert met veel marmer, beelden, lchilderyen, rijcke gaven, begraeffenif-lèn van Hertogen en Princen,en leer aengenaera om degrooteen lchoone hoven. Vijf mijlen van Venetien is oock gelegen het eylandt Po'vegia, -p^^sgia. eertijdts Pwpilio genoemt,daer van de lladt in den oorlogh tulfchen Genoua en Venetien gerui-neert wierd.
Daer na in ’t zuyden van Venetien en Zudec-ca is het eylandt van Malamocco in ’t latijn ge-noemt Mctamaucum en geacht het Portoleduacus van d’oude, daer de wooninge van de Hertogen van Venetien eertijdts was , hebbende een leer diepe haven, gemaeckt door de rivierBrente, die aldaer in zee loopt.
Ontrent 20 mijlen vorder van Venetien, langs de felve hooghte van aerde , genoemt Lido, fiet men de haven, en daer nae de Ifadt van Chio^gia, chioggia. oft Chioma, door d’Oude genoemt Fojiz C/odia, gelegen in een eylandt,hebbende rontom de plaet-fen, daer men in den fomer het zeewater llijf, en tot fout maeckt, daer van de Republijcke groot inkomen heeft.
Langs de felve hooghte , ontrent twee mijlen van Venetien, liet men defterckte, ofthetka-fteel van Lio dat dele Ifadt befchermt, gelegen tegenover Caflelnitoyio, oock een Iferckeplaetfe Caßelna«-foo dat dele twee Sterckten , gebouwt in twee eylanden, d’een d’ander belchcrmende , groote-lijcks dienen tot verfekeringe van Venetien, belettende alle lchepen die te können naerderen.
’tHertoghdom van Venetien begrijpt oock het eylandt en bilïchoppelijcke ifadt van Caork^ Caork. anders genoemt Cn-pruli, gelegen langs de kulfe vanFriul , zijnde een van de voornaeralfe en helfe woonplaetlèn voor de Vilfchers van die quartieren.
Dit felve Hertoghd.om begrijpt oock de ftadt van Grado., oft volgens de Venetianen, Grao, Grado. met haer eylandt, oock gelegen in de Ibute mei-ren , langs de kulfe van Friul, en vermaert, om datfe eertijdts geweelf is de woonplaetfe van de Patriarchen , die nu tot Venetien woonen. Eenige Ifellen oock in haer Dorado de Ifadt en Sterckte van Maran, zijnde een van de Itercklfe, gelegen in de meiren, oft moeraffen , en bynae heel met de zee omringt; hoewel haer plaets die, mctgrooteapparentie, oordeelt onder Friul te zijn , aen ’t welcke Leander, en verfcheyden Au-theurs, die toegeeygent hebben.
D’andere voornaemlfe plaetlen van dit Her-toghdom, gelegen by ’t Padouan , en Polefino di Rovigo , fijn Gatnbarare , Eebbe, en Loredo, oft Gambara-Loreoi en de vermaerde, hoewel kleyne, open, en geringe
Rivieren. Rloedanig-hcyt des luthts. Wtiteren. Granen en •vruchten. Gedierten. VAN V E geringe placts van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dacr men t’ïcheep aaet, om naer Venetien te varen. O De grootfte rivieren, vloeyende in de foute meiren oft moraflen van Venetien,zijn deT^g/w-fnenfo,dc Li'psn-:^iay(ic Pia^e^dc Si/e, de BrentCyd'Adige, en de Po, door de welcke alle foorten van koop-manfehappen tot Venetien gebracht werden. De lucht van A^enetien is een van de befte en fuyverfte , nietqualijckoft ongefont, als inde andere mocrafiige plaetfen : ioo dat de vreemdelingen , ’t zy datfe een fubtijle lucht gewent zijn , oft datfèin de grofftc gevoed zijn, die aen-genaem , en leer bequaem achten tot haerge-fbntheydt: en voor fboveel d’inwoonders belangt , haer levendigh koleur getuyght genoegh de bequaemheyt des luchts , veroorfaeckt door eenige foete en gefonde wind^, die door de moeraften en de ftadt waeyen, en de felve fuyve-ren van de quade dampen, behalven dat het vallen des waters veel vuylighey t wegh neemt. Aen-gaende de lucht van Muran, is oock wonderlijck gefbnt, ’t welck komt, gelijck men gelooft, door het vuur dat daer inde glashuyfèn altijts onderhouden werdt. Het foete water gebreeckt te Venetien j dan de /chippers nemen ’t in den mont van de Bren-te, datfè tot Venetien verknopen: en is wonder dat’er eenen put foet water is, tot S. Nicolaes van den Qcver, bynae in ’t midden van de zeewateren , daer alle de fchepen , die daerpaffee-ren, haer uyt den felven van water voorfien, fonder datfe hem können uytputten. Aengaende de vruchten, hoewel Venetien in de fbut-watere meiren, fonder fàey-landt, gelegen is, en byna drie hondert duyfent inwoon-ders heeft, zijn de Heeren opfienders van ’t koren foo forghvuldigh om den overvloet t’onder-houden, dat ’er noyt graen ontbreeckt, hebbende fomwijlen foo grooten menighte, datfè andere landen daer mede voorfien. insgelijeks is ’er oock grooten overvloet van alle dingen , niet alleen tot het leven, maer oock tot de wel-luft dienende, die aldaer van verfcheyden plaetfen gebracht werden , niet alleen uyt Italien, inaer oock uyt Sclavonien , Griecken, Afien en andere plaetfen. Na de tijden des jaers hebbenfe alle vruchten in overvloedt, en van allerhande wijnen, onder de welcke zijn malvofeyen , en mufcadel, boven een ongelooffelijcke menighte van kruyden , die men in alle tijden vindt, de pingelen, piftachen, rofynen van damaft, korenten , en diergelijeke vruchten zijn daer beter koop als in eenige placts van Europa j hetfuyc-ker en confituren zijnder oock wonderlijck over-vloedigh: die van Chioggia hebben een fchoon plcyn , vol hoven , en vruchtboomen , van de welcke Venetien voorfien werdt met verfcheyde vruchten, en kruyden, befonderlijck van uytne-mende goede meloenen, pompoenen, artichoc-ken, blom.-koolen , en diergelijeke, daerfè een groot profijt af treekén. De Venetianen hebben oock fèer goet vlees, onder het welcke fy voornamelijck achten het kalf-vleefch van ontrent een jaer, datfe vnanfo noemen,en voor alle ander kiefen. Hebben mede fefanten, pauwen, quackels, lijfters, duyven, |
JN K 1 nbsp;nbsp;1 E JN. oneyndelijck gevogelte j alle foorten van wild-braet, veel gefbuten fpijs, oock boter, kaes, en oly. De zee- en rivier-vifch is’er foo overvloedigh, njfchen. dat het ’t geloof, van die ’t niet gefien hebben,te boven gaet. Eenige feggen,dat ’er twee hondert foorten gevonden werden, en andere, die op de Latijnfche manier fpreken , feggen fes hondert ; maer ’t is fèker vreemt, en nochtans aengenaem te fien de verfcheyden foorten, bequaem om verfcheyden fmaken te genoegen ; ja felfs om d’allerleckerfte te voldoen : behalven een on-eyndelijcke menighte van gefouten vifch , die daer van alle plaetfen gebracht wordt. Eenige verfèkèren, dat de Venetes, oft Vene-tianen afgekomen zijn van de Troyanen; en an-dere,dat de Henetes, ver j aeght van Paflagonien, vertrocken, onder het geleyt van den Troyaen-fchenAntenor, inde plaetfen daerdeVenetes woonen. Dan Strabo , als hy voorftelt de twee meeningen van fijnen tijdt, daer van d’eene ver-fekerde datfè afgekomen waren van de Venetes van Paflagonien , door Antenor in Italien gebracht, nae den oorlogli van l'royen, dat eenige waerheyt fèheen te hebben, om dat de Venetes van Italien genegentheydt hadden paerden te voeden, gelijckdePaflagoniers van Afien,mer-rien, om daer van muylen te genieten j en de andere hiel, datfè afquamen van dc Franfche Venetes, oft Vannes in Bretagnien ; fèhijnt delaet-fte voor de befte te houden , als hy fèghl^, dat de Franfche Venet^ ^ijn, nae fijn meeninge, de voortbrengers van de Venetianen oft Veneten, gelegen in de Adriatifche zee,dande Venetiaen-fche tale was onderfcheyden van de Franfche, hoewel hare manieren enkleederen tennaeften Defe Venetes, oft Venetianen, die oock Pa- rt'eeninge. doua met Antenor bouwden, en befaten, met aile het landt tot aen de ftadt van Aquilea, gelegen buyten haer palen , hadden eenige fteden met water omringt als ey landen : andere aen de zee gelegen , en eenige in’t landt by de meiren, ofte moeraffen. • Sy eerden Diomedes met goddelijcke eere, Religie. hem offerende een wit paert, en in haer landt waren twee boflehen, het een toegeeygent aen Juno , en ’t ander aen Diana. Men houdt oock dat de exters, vergaderende in groote menighte, gewoon waren hare granen grootelijcks te be-fchadigenj daerom fy in den tijdt van haer kom-fte,op de palen van hare befaeyde landen groote menighte van alle foorten van granen en zaet wierpen, als gaven aen de Goden, van de welcke d’extersgeproeft hebbende , hielden op , als ofc fÿ eenigen vyant ontmoet hadden , diefe wederom deê keeren. De Venetianen zijn gemcenlijck meer groot A/anierm als kleynvan lichacm,en meer blontalsfwart van hair j zijn levendigh van koleur, en verfcheyden Staet des worden kael, felfs van haer jonekheyt ; gaen en i^kaen?s. fpreken met graviteyt , zijn bequaem tot alle konften en wetenfchappen,als oock om allerhande dingen te doen,zijndevan natuuren geneyghc tot de koopmanfehap, daer in fÿ goeden voor-fpoet hebben^oock bequaem zeevloten en legers toe |
ÿS nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t n EKTO toe te ruften, Stcrckten te bouwen, die met noo-digh guarnifben te voorden, en wel te legeren ; zijn overvloedigh in raedt, ïoodatde jongfte felfs dickmaels fchoone redenen van Staet ge* ven ; mild in ’t fthenckenj beminnen de mufijck^ zijnftoutin haer koopmanfchap, levende met weynigh ; dan de Edellieden misbruycken me-nighmael de macht en vrydom, diefe genieten. De vrouwen waftchen het hair, en maken een foo künftige bionda oft blonde loogh, dat het on-mogelijck is te fien een fchoonder koleur van hair als de Venetiaenlche vrouwen hebben, als oock die van Padoua, die hier in al die van Italien te boven gaen; gebruycken oock verlcheyde loorten van blancketfels om de natuur te helpen, en haer felven wit te maken, datlè kloeckfinni-ger gebruyken als veel andere Italiaenlche vrouwen , die defe korft en plaefter te feer ontdec-kens hebben meeft een onkuylch en aenlockend aenfien, zijnde lbo amoureus als de mans, en genegen totgeneught en profijt j zijn wraeckgie-righ, lbo men haer bedrieght j lieftaligh in haer redenen, en lbo vuurigh in hare liefde, datfe niet aenfien of den genen die ly beminnen , lchoon oft leelijck, edel oft onedel is. Oefegt;3ttige. D’edellieden oeffenen haer in de aenmerckin-ge en handelinge van de faken van Staet, oft in de ftudie, geluckelijcken vorderende in alle beyde. Somwijlen zijnlè geneyght tot den oor-logh, haer meeft oeftenende in de zee-ftrijden. ’t /\nde8»volck doet veel koopmanfchap, en het gemeene volck ambachten, oft begeven haer tot vilTchen en roeyen -, dan meeft de edele en jonge rijckfte burgers, zijn eenige uren des daeghs by de courtifanen, die te Venetien àllbo veel zijn als in eenige ftadt van Italien, en feer rijcke, die als geacht leven , hoewel ly haer lèl-ven aenyder overgeven voor fijn geit ; en zijn voorlien met huysraet en kleederen als Princef-lèn. Tot tijdt-verdrijf gaet men oock in gondo-len varen door de ftadt, om verlcheyden aen-gename dingen te fien, die u de Schippers aen-wijlèn j en ’s avonts in den Ibmer vaert men oock eenigen tijdt met gondolen, om de koelte van de nacht en de zee te genieten : andere gaen ’t fuycker fien rafineren , ’t was wit, en Ipiegels glat maken, oft behende trelfelijcke wercken van verfcheyden Schilders, oft nemen haer ver-maecktot d’inftrument-makers, oft wel in het 'hooren van verfcheyden Quackfalvers, fwetlèn-dc op de ftellagien, op de plaets van Sint Marco. Eyndelijck , daer is geen ftadt, daer de konften tot meerder volmaecktheytgekomen zijn, hebbende de voornaemfte wercklieden, die in de gantlche werelt zijn, om de zijde-ftolfen , als oock het wollen laken te maken. De Schilders zijn fonderlinge konftigh,en niet minder dan die van Romen , noch in getal noch in konft; en om kort te welen, alle konften en ambachten zijnder in den hooghften graet : boven dat zijnder in Europa geen kloecker koopluyden van Ipecre-ryen, noch geoelfender en verftandiger volck in alle foorten van koopmanfchap. Sy zijn koftelijck in hare maeltijden, hoewel de wetten d’overdadigheyt verbieden, en datlè meeft tot Iparen genegen zijn, zijnde niet gae- |
G H D O M ren in haermael gefteurt, willende ten minften dien tijdt vry wefen, haer gewoonlijck daer nae een weynigh ftil houdende, uyt vreefe dat een al te'haeftige beweginge haer de verteeringe Ibude beletten. Sy dragen van den beginne af lange rocken, Kkedinge. metfmalle mouwen, behalven de Racdtsheeren, dielè breet hebben : d’eerfte zijnde Dlt;iga!ines ge-noemt, en d’ander Ducaks j hadden oock om het hooft te decken kappruynen, genoemt Capuci, oft kappen, haej: van achter overhangende , oft op een van de lchouderen : dan defe manier komende allen^skens te veranderen, verlieten ver-fcheyden de kappruynen , behoudende alleen den reep oft bourlet, die daer aen vaft gemaeckt was, deckende den grondt van den reep met laken, maeckten alfoo de mutfe diefe nu dragen, maer hooger en fmaller dan die nu is. Daer na, tot meerder bequaemheyt,maecktenlè de mouwen van de rocken breet, maer fmal aen den ingang, om daer in eenen neusdoeck, handtfchoe-nen , papieren, en ander diergelijcke dingen te dragen, en noemden dele mouwen à comeo ; gordende daer na haren rock byna onder de borft, waren oock gewoon roofen coleur kleederen te dragen, en violet, Ibnder onderfchcy t van per-Ibonen oft qualiteyt, tot dat daer op ordonnantiën gemaeckt zijn. Nu draeght het volck Iwarte rocken , en verlcheyden gaen daer onder op de Franlche manier gekleet, ledert eenige jaren ; dragen oock, gelijck de Edellieden, de mutfe oft barettc op de Hongerfche olt Solavoonfche manier,als die van de Pantalons in de Italiaenfche comedien. De Edellieden dragen oock alle lange rocken van Iwart laken met Comeo oft Cowito mouwen, daer vangelèytis, inden ingang fmal, en daer nae breet. Dan de Raedtsheeren en voornaemfte Magiftraten dragenlè van karmofijne, oft violette ftoffe , met de leer breede Hertoghs mouwen. De Procureurs van Sint Marco, Graven , Ridders, en die Raedtsheeren geweeft zijn, hoewel buyten officie , dragen oock rocken met Hertoghs mouwen,maer Iwart.De Wijle van het vafte landt, de Advocaten van’t gemeen, d’o-verfte van den Raedt van de tien, en de Opfien-ders dragen roode armofijne, en violette rocken, met de Hertoghs mouwen : en de Wijle van de ordren, violette met mouwen acomco, oft elle-boge, die de SecretarifTen oock dragen , met de ftole oft hangende horentjen, van violet fluweel, als ly de Heeren van de Republijeke vergefel-Ichappen. De vrouwen veranderen menighmael het fat-« Iben van de«kleederen, zijnde, by wijlen eerlijck, by wijlen oneerlijck, als nu rijekelijek, alsdan fparende, en licht ; ’t wort toegelaten datlè haer meer verçieren als de mans , toegevende aen haer ydelheyt den vrydom van feer koftelijck te verfchijnen, lbo in kleederen als juweelen j doen het hair in eenen knoop achter het hooft op, met verlcheyden keeren, feer çierlijck, latende op haer wangen fweven het lchoonfte blond hair, dat men Ibude können fien; dendoeck, nedergaende tot de voeten deckt dit aengenaem hullèl j dan laet de lchouderen van de fchoonfte naeckt, |
VAN VE naeckt, wîéns bouwcnlijf feer laeg, en leer ver open aen alle zijden,toont aen de oogen dc dun-heytdesdoecks^ enden vlieger is gewoonlijck en meeftendeel een halve elle langer als die hem draeght, door de hooghte van de patynen,jfom-wijlen van de hooghte van een been, overdeckt met vergult oft verfilvert leer, oft eenige andere ftoffcj daeropgaenfe met dunne Jfchoenen, als op ftelten , om haer gedaente te vergrooten, eii aenfienlijker te maken door defe geleende groo-te, deckende de/e verlenginge oft haer gebreck, met de onmatelijcke groote van hare bouwens, en leunen op iemant, over ftraet gaende , vaii vreele met den neus op d’aerde te%alien ; en t’huys komende , verlaten hare houten beenen, en nemen middelbare patynen , ofte dunne lchoenen alleen : het is wel waer, dat eenige lee-ger patynen dragen , nae datfe kleyn ofte groot van perlbon zijn , dan de minfte zijn grooter als eenen halven voet,op dewelcke ïy foo licht gaen fonder hulp, als onfe Juffrouwen op de laeghfte pollivi/e lchoenen. Sfrake. De fprake van Venetien is (eer grof en Iwaer, en d’uytfprakefoo fleypende eniangfaem,datde gene , diefè /preken , oorfaeck geven van lac-chen, oft verdrietigh worden/dieiè hooren ; dan de treffelijke lieden fpreken méeft goet Italiaens, en de courtifanen zijn fèer ervaren in het volck te bepraten, en te bedriegen. H^taveliic-. Den Adel hadde geduurende eenigen tijdt de gewoonte, dat als een Edelman de handt gegeven , en ondertrouwt hadde eenige luffrouwe, bracht men de felve voor den Hertogh 5 op dat hy als getuyge foude zijn van het houwelijck, en dat de kinderen, die daer van fouden komen, in de reneeringe van de Republijeke fonder fwa-righeyt fouden aengenomen wérdéïi 5 dan daer nae, door de veelheytvan faken dén Hérfcogh voorvallende, werdt defe gewoonte verandert i'n’t jaer lyoi, en geordonneert, dat men de Advoeaten van de gemeente foude bekent maken alle de höuwelijeken van 1000 ducaten , en daer boven ; op datfè daer van memorie fouden -houden,als oock van de gene die daer van geboren fouden werden. Nu ter tijdt, na dat het houwelijck gémàcckt ïs, vergaderen alle d’Edellieden in hethuys van de bruyt, diefe noemen, en den bruyde-gom komt daer oock met fijn naefte vrienden, ontfangende met eerbiedinge alle die ’er komen, haer de rechter-liandt gevende, tot teecken van goede genegentheyt; de vrouwen doen oock het felve, maer op eenen anderen dagh daer toe geilek : en de bruyt, zijnde getrouwt, gaet in een gondole buyten ’t overdeck, met het hangende hair, fittende op een verheven plaetfè, een faeck diefe Andar, oft gaen in Trajh noemen^ ge-fchiedende op dat yder foude weten , dat ’et een nieuw-getrouwde is, en de vrouw van fulcken Edelman : dan hebben van defe gewoonte noch wat afgefiieden, alloo de nu onder het overdek gaetjuiet uytfchijnende als het kleet: en varen defe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;langen tij t in de gondole,met çenhulfèl verheven op de^ijfévan twee hoornen , oft fpinrocken j zijnde boven dien op het fchoonfte verciert. Italien^ |
N E T ï E Ni nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;22 Wat belangt de begravingen, wanneer den Hertogh oft den Prince doodt is , wordt hy ge-balfèmt, het ingewant uytgeiiomen zijndé : daér nae fielt men het lichaem drie dagen in ’t open-baer op’t paleys, in de fale van juflitie van de nieuwe Auditeurs, overdeckt met gouden laken, met het fwaeil en de goude fporen omgekeert ; en als men hem ter aerde draeght, wordt hy ver-gefèlfchapt met alle d’ambachten vandefladt, dé negen vergaderingen der Prieflers, de Cano-nicken van Caflello , oft van S.Pieter, en die van S.Marco,gevolght van de fes groote Scholen : in ’t midden worden groot getal toortfèn gedragen , ten deel door befonderé, en ten deele door de lefuates, tuffehen dc welcke ’t lichaem van den Prins is,gevolght van eenige van fijnen huy-fè, in ’t Evart gekleet, en met groote kapruynen bedeckt, fleypende eenen langen flaert, en ver-toonende eene fcer groote droefheyt. Defe gaen met de Seigneurie,die in’root fcliarlaken gekleet is, om aen te wijfen, dat een vry e fladc geen rouwe moet dragen om het overlijden van den Prins,hoe goet hy oock geweefl is. Sy paffeeren alfbo over de plaets van S. Marco , en fbo wanneer het lichaem voor de groote deure van de kerek is, wordt het negenmael om hoogh geheven , op de felve manier als de Procureurs van S.Marco driemael, als nemende oorlof, en groetende de kerk, daer van fy één fónderlinge forgh gehad hébben. Van daer gaenfè na de kerek van S, Pol, daerfè gemeenlijck begraven werden, en ’t lichaem daer op een verheven bed liggende ,• met oneyndelijke menigte van brandende toortfèn omringt, de Republijeke zijnde gefèten, ge-fchiet ’er een lijek-oratie ter eeren van den over-ledén ,• daér naé komen dé Sénateurs weder op ’t paleys, om door dé vergaderinge van den op-pcrflen Raéd, eenen nieuwen Hertogh te kiefen. In de begravinge van den grooten Canceller, gefchieden de ceremoniën gedaen in die van den Hertogh ,• want alle de geeflelijcke hem verge-felfchappende, gaen voor het lichaem , dat van den Hertogh en de Republijeke gevolght werdt, in bruyn koleur kleedinge,en in de kerke wort’er oock een oratie tot zijnder eeren gedaen. Defladt van Venetien is vérmaért door hare Rijcytm groote koopmanfehap, komende ter zeeuyt de Levant, Italien,Vranekrijek, Duytflandt, en andere plaetfen gelegen in Eiiropa. Boven de kooplieden van wollen eh zijde laken,daer van men de fchoonfte Italiaenfche ftof-fen hier fiet, die de Turekfehe kooplieden en andere fèer ver-gelegen, hier koménlialen; zijnder oock die de fpeceryen verkoopen, voorfien met alle fborten van droguen en fpeceryen,en ander dingen die men in onfe winckels fiet, maer hier in oneyndelijeke menighte j behahren de hoe-den-verkoopers , pluym-verkoopers, dru.ckers, enboeck-veikoopers in groot getal, met groote menighte van curieufe boecken voorfien s plaet-fnijders, konftige fchilders, affetters, fchoone moyfaike werckers,en verfcheyden andere hant-werekers, en kooplieden, die Hare waeren in ’t kleyn en groot verkoopen : men fiet daer menighte konftige luytmakers, en van andere mufs kale inftrumenten j oock groote plaetfen çn huy- P p nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fen, |
lOO ’£ H E K T O G H D O M VAN |
VENETIEN. |
fen, om het fuycker te rahneren, en het was wit te maken, daerfe groot profijt van krijgen J en groote menighte van Ipiegelmakers van aile-foorten, daer onder leer groote zijn voor de ca-binetten van de finnelijckfte lulFrouwen van heel Europa. Welcke Riegels op dele manier ge-maeckt werden : De wereklieden van Muran maken in ’t Forneys eenen glalèn bol, groot oft kleyn, uae datfe begeeren, diele daer nae met haer lcheeren in vierkante ftucken Ihijden, lbo groot als ’t haer belieft, en daer nae op eenyferen fchop leggen, en keerenfe om in ’t forneys, tot datfe haer op defe lchoppe uytftreeken, en uytgeftreckt zijnde , leggenlè in een kleyn oventjen daer toege-maeckt,met alfchen daer op, allbo het lêlve vollende , daer by een weynigh vuur doende, daer nae latenlè die geheel verhouwen, en treckenlèr dan uyt. De Ipiegelmakers nemen dele ftucken glas, makenlè vierkant, en leggenfe op eenen Iteen, gelijekmen de brant-lpiegels doet, die latende geheel op eenen yferen plaet, met feker foorte van lant, komende van Vicenza j en lbo wanneer defe glalèn geelfent zijn, doenlè die blineken gelijck d’andere. Alslè nu blineken, nc-menlè een blat tin, als dick papier, datlè op eenen fteen leggen, met quickfilver onder, foo dat hy daer van geheel bedeckt is, ftellen daer nae den fpiegel met een eynd daer op, en ftooten al-lengskens tot dat die heel op’t blat is, en, die foo latende,voleynden allb. De vrouwen van Chiog-gia maken alderhande zijde en goutdraetwerek, daerlè groote koopmanfehap mede doen. Boven de Officiers en Heeren van Venetien, in d’algemeene befchrijving verhaelt, zijnder veel Edellieden gebruyckt in de officien van d’andere plaetfen van dit Hertoghdom : als tot Chiozza een Podefta, blyvende in dienft feftien maenden, en een Intendant, oft Oplichter van hetlbut, dieÇe Saliner noemen, die oocklèftien maenden in dienft blijft : een Podefta tot Loreo, blyvende feftien maenden ,• de Officiers tot Ma-lamocco , blyvende oock lèftien maenden in dienft, gelijck de volgende 5 eenen Podefta tot Muran , eenen tot Torcello, eenen tot Caorle ; eenen Graef tot Grao, eenen Proveditor tot Mu-ran, eenen Proveditor tot Gambarare, blyvende 24 maenden in dienft, en eenen Podefta te Beb-be , gekolendoor denHertogh, die lijn officie foo lang als lijn leven behoud. |
Volgen noch eenige leer geleerde verlèn, en eerftelijcken die van de rijckdommcn van de Sa-criftie van S. Marco ; Innumeros calices hic^ aurea yjaßique cernes Àpta minifleriis, ufibus apta piis^, At pitres chlamydes getnmis auroque rigentes^ quot luciferos integer annus habet. Molliapr^tereOj qua Seres sellera quondam NerCj fed Aufonides jam didkere nurus. JSlec refer0 tineas concha Sydonide lgt;efles, Nemo facerdotum quas numerare potefi. Op de plaets vanS. Marco ftaen dele verlèn gemaeckt van eenenHooghduytlèhen Poëet SiplaceafiTtarios hominum cognojc-ere cultus. Area longapatet fan^o contermina lAarcOf Celfus ubi Adriacas Kenetus Leo dejpicit undas, Hk circum gentes cunClis è partibus orbis ÆthiopaSf TurcaSjSclaltoSj Arabefque, SjrofquOf Inyfeniefque Cypri, Cretan Ivlacedumque colonos, Innumerofque alios l)aria regione profe^os. Sape etiam' nee ygt;ifapriuSj nee cognit a cernes. ^ijefcunn^aDelim tenuideferibereygt;er[u. Hie omnes citius nautas^ eelerefque phafelos, Et fimul Adriacipifees numerabo profundi. Maer lacobus Sannazarius is veel geluckigcr geweeft met fijn Poefy, ter eeren de ftadt Venetien gemaecktj wanthy voorelck vers van het volgende gedicht hondert kroonen tot een ver-eering ontfing : Vider at Adriacis\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Neptunus in undis Stare urbem^ nbsp;nbsp;toto ponere jura mari : Nunc mihi Tarpsjas quantum'Vis luppiter arceis Objicej ilia tui moenia Martis, ait. Sipelago Tibrimprafers, urbem afpice utramque, Illam homines dices, hanepofuife Deos. De felve heeft de volgende op ’t wapen van Venetien gemaeckt : Romanas Aquila poflquam Uquere cohortes, Magnanimus turmas duck in arma Leo. En noch in ’t derde boecks eerfte Elegia,prijft hy de ftadt aldus : ^srurfus Venetæ mîraculaproferat urbis, Vna inflar magni qua fmul Orbis habet ? Vna Italum regina, altapulcherrima Romæ Æmula, qua terris, quadominaris aquis. 7u tibi, ’r)el Reges eives fads, ô decus, d lux Aufonia, per quam libera turba fumus. Per quam barbaries nobis non imper at, nbsp;nbsp;Sol Êxoriens noßroclarius orbe micat. |
R o V I G o.
E'ovino. Okßno di Rol’igo wordt foo genoemt wegens het Penilola ofte half-eylandt, ’t welch omringt werdtmetde Po, de Adice, de Tartare, en met de Caftagnaro : is een gedeelte van het landt van Ferrare en Romagne, toebehoo-rende aen de Venetianen. ’t Heeft ons goet gedacht dit landeken , zijnde het uyterfte gedeelte van’t landt van Padoua, met het welcke het in vruchtbaerhey t wel kan vergeleken werden, te befchrïjveh. Het grenfl: in’t noorden aen ’t Paduaenlche landt ; in’t zuyden aen ’tFerraroifche landt j in ’t wellen aen de lèlfde Ferraroilèn, en het Vero-noilche landt ; en in ’t ooften aen de moeralTen en het Hertoghdom van Venétien. Het heeft tot hooftftadt Roi’igo, by de Latijnen genoemt Rodigium, zijnde de geboorteplaets Van de geleerde Celius Rodiginus, door welcke naem het oock onderlcheyden wei dt van Polefi-no di Ariano, gelegen dicht aen hetFerraroifche landt, onder het welcke het mede behoort. Defe lladt is gelegen op den arm van de rivier d’Adice, 2 y mijlen van Padoua, 18 mijlen van Ferrare, en een Weynigh meer als een naijl van Adria. Syis omçingelt met diepe grachten en goede muu-ren , heeft ontrent een mijl in den omvang, en twaèlf duylènt zielen. Aengaende de oude ftadt van Adria, Hadria, ofte, volgens’t fchrijven vanPtoIemeus, Atria , die de lèlfde fielt onder de Venetianen, wordt hedensdaeghs genoemt Adri, en by eenige andere Adria, en bewoont, te weten, eenige over-blijffels der felve, van VilTchers en diergelijcke volckeren, behoudende altijdt de naem van een ftadt, wegens haer Biflchop, die fich onthoudt tot Rovigo, en wordt dieshalvcn mede gerekent onder de Biflchoplijcke fteden. |
De andere voornaemfte plaetlen deles land ts Andere zijn Lendenara, op de rivier de Adice, bevolckt met ontrent vier duylènt zielen; Badia en Ca?par^ ;!^ere ; behalven delè zijnder noch ontrent in dit half eylandt twintigh dorpen. Het landt is vruchtbaer , en wordt meelt ge- Hoedanig kocht oft befeten van den Venetiaenfehen Edel-dom ; in voegen , dat’er Edellieden zijn die al-daer foo veel landts hebben, datfe feven olt acht mijlen können gaen op haer eygen gronden. Het is de vloeden der wateren en ’t overloopen van de rivieren onderworpen , en om ’t lèlfde te beletten, is veel geks en onkoken van noode; daer toe, niet tegenltaende dien noodt, den Adel niet wil contribueren. Het is löo övervloedigh in koren en allerhan-de foorten van vruchten, vifch , en fchoone vel-den, dat het wegens fijn uytnementheydt genoemt wert, het kleyn Pouille. Daer is een me-nighte van groot en kleyn vee, als van gelijeken paerden,die,alhoewellè van de belle niet en zijn, nochtans können in deught vergeleken werden by vele andere paerden van Italien. Dit landt is voor delèn onderdanigh geweell aen de Hertogen van Ferraren;doch naderhandt dat de Venetianen het felfde in2:enomen had-den, en dat de vrede tuflehen haer en den Her-togh Elercules den eerllen getroffen was, lbo is ’t felve haer onderdanigh gebleven op verfchey-den voorwaerden ; doch in ’t jaer i yop, nae dat haer leger door Louys den XII Koninek van Vranekrijek geflagen wierd , heeft het den Her-togh Alfonfo wederom ingenomen,een weynigh tijdts daer nae is ’t weder gekomen onder het gebiedt van de Venetianen, die ’t felve lèdert belè-ten hebben. De Republijck onderhoud eenige Venetiaen-Iche Edellieden tot het Gouvernement defes landts, te weten, een Podella, Capiteyn, en Ca-merlengo , tot Rovigo; en Podellas totCavar-zere, Badia, Adri en Lenden ara ; defe al te lamen blyven i6 maenden in bedieninge. |
Italien.
-ocr page 133-rt P
103
Het Landtfchap vàû
T R E V I S I.
EtLandtïchap van Tre-igt;iß begrepen onder Lombardyen, volgens ’t ichrijven van fommi-gè, wordt by de La-tijnfehe Auteurs ge-noemt Marchia Taripiß-tta^ en Taurifiana-, en by d’Italianen gémeen-lijck Marca Triïfigiana, welcke naem dit landt bekomen heeft iia dat de Lombarden haer conqueften verdeelden in twee Marckgraef/chappen, genoemt met de namen van de Heden van Trevife en Ancone, woon-plaet/en van haer Marekgraven, zijnde erflijck en perpetueel, aen de welchen ly onderwierpen de Hertogen vanSpoleto , Benevant, Piemont en Friul, nieuwelijeks ingeftelt. fjet onder- Dit Marckgraeffchap, aen ’t welcke den Key-Charlemagne de naem heeft gegeven van Daimacia op de zee, volgens ’t Ichrijven van fom-mige, wiens feggen weynigh fchijnsvan waer-hey t heeft, bevatte onder fich het grootfte deel van ’t landt, ’t welck by de Ouden wort genoemt FrwfM,oft Veneta Regiois te feggen, Venetien, ofte de Venetiaenfehe provincie, na dat de Vc-netes ofte Venetiaenlche volckeren van Paflâ-gonie ofte Gaule, anderfins genoemt Henetes, verjaeght hadden de Euganées, dat is te feggen, edel-geborenen, die ’t felve befaten. Dit Vcnetiaens-landtj’t welck,volgens ’t Ichrij-Vèn van Plinius, het tiende landlchap van Italien ioude zijn , begreep onder fich Iftria , Friul, de Heden van Padua, Vicenza, Verona, Trente, Bellun, enAlbloj en, volgens’t Ichrijvenvart Ptolemeus, Bergamo, BreHe, Cremona, Mantua, V crona, T rente, plaetlen van de Cenoman-nen, onderdanen van Venetien ; mede Vicenza, Bellun, Padua, Odors,AteHe ofte EHe, en Adria, Mediterranelche plaetlen van Venetien 5 in voegen dat haer oude limiten fich Hreckten in ’t we-fien tot de Adde , dicht by ’t meir van Come, volgens’t feggen van Ptolemeus, en volgens Plinius, op het minH tot het meir van Garde. De Schrijvers van onlè tijden Hellen lelfs onder dit Marckgraeffchap, het Trentinfe, Trevi-faenlè, Feltrinfe, Bellunoilè, Paduaenfe, Vicen-tinlè en Veronoife landt, mengende allbo dele landen in plaets van die te onderlcheyden. Talen. DochdcVcnetiauen indie tellinge vanhaer landen , Hellen alleenelijck onder’t Marckgraeffchap van Trevife, Trcvifan, met het Feltrinlche, Bellunoife, en Cadorinfe landt, begrijpende het landt van Padua, Vicenza, en Verona (zijnde voor delen geHelt onder dit Marckgraeflchap ) onder haer gebiedt van Lombardyen, als van gelijeken het landt van Cremalco, Brelfan, en Bergamafco , niet tegenHaende alle defe landen haer eygen en onderlcheyde limiten hebben* Italien. |
Söo wanneer wy willen confidereren ’t geheelé landt, ofte Marckgraeffchap, gelijck ’t felfde by vele Schrijvers genomen werdt, fiillén wy bevinden de grenfen des félven te welen,te weten,in ’t ooHen de rivier van Livenza en Friul, neffens een gedeelte van de Golf van V enetienjin ’t noorden de Alpes, feparerende Italien van Duytflant; in ’t wellen het meir van Garde,Mince,en Sarca; en in ’t zuyden de mont van de rivier van Adige j en de poelen, oft Haende wateren van Melare en Bergantin, ofte, volgens Ibmmige, Pomene. Doch indien wy volgen de aengename dee-ling van de Venetianen , feparerende van dit groote en geconfondeerde lichaem haers Stacts, het T revilaenlche landt,nefiens de kleyne lande-kens van de Heden van Feltre , en Bellun, zijndé beter bekent onder dele gemeene naem j füllen wy bevinden, dat dit landt voor geburen heeft j in ’t nöorden de Alpes van ’t Bisdom van Brixen, en ’t Graeffehap van Tirofiin ’t weHen het Tren-tinfehe en Vicentinlche land, door dewelcke het gelcheyden wert van de Brente j in ’t zuyden dié van Padua ,• en in ’t oöHen de rivier van Livenze en Friul. Het Trevilaenlche landt, gerekent van noorden naer ’t zuyden , is ƒ o mijlen lang, en 40 mijlen breet, te weten , van ’t ooHen naer ’t weHen , behalven daer ’t fich uytHreckt aen de Fcl-trinfehe, Bellunoifche, en Cadorinfche landen. De hooftHadt defies landrs is , by de La- TeViß^ tijnfiche Auteurs genoemt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;by de goede Italianen Trevifi, en by die van ’t landt Trevilo, ofte Trivilb , zijnde eert oude woonplaets van de Màrckgravén van Lombardyen , doch naeder-hant in ’t jaer 1388 is ’t gekomen onder ’t gebied van de Venetianen. Sy wordt befiprengt met de rivier van Sile, oft Silo, neffens veel andere kleyne rivierkens 5 hebbende de rivier van Piave in ’t ooHen, niet leer ver van haer. Is mede lbo Herck gefortificeert, dat, wanneer de Venetianen , naè de nederlaegh Van Caravaggio, haer gehéele heerfichappye van’tvaHe landt hadden Verloren , ly fich alleenlijck defendeerde tegens ’tgeweldt van de vereénighde Printen van dé Ligue ofte verbondt van Cambray j zijnde allbo oorfiaeck , dat de Venetianen wederom kregeri ’t gene ly .verloren hadden. Behalven haer muu-ren vol van aérdé, en andere fortifiGatien,heeftfié He gelegenheyt van te können onder water letten ofte verdrineken een leer groöt deel van haer nagebuurige landen, en de vyandt allbo te doen vertrecken als ’t haer goet dunekt. Acht mijlen van Trevife, dicht aen den mont van de rivier van Sile, fiet men eenige kleyne oVerblijffiels van de Hadt van Altin, verdeHrueerf door Attila,Koning van de Hunnen,- en dicht by ’t inkomen van de rivier Piave, de ellendige ver-woeHinge van de Heden van EquiliOj enHeracleé^ naderhandt genoemt CitéISiuo'va. R r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De |
tw Stagna.
Cimai
CarpAtteda
Oltero Q
Sandm^i Q
Lupta
Q G^ierlo
Catnpa biÿt
d-^ÿardab
yliccaza.
quot;^ana
Rf^ant'to O
PaianellA
triona
GtG^nai
Agt;
cS ^atttadan .yifd
P ATI TE B X r *
Pie Jt Paldalto
Srele/ptnf
St (^t'onnt
'V
a-i*
^ibbaJia
Ji
Cpüt
® Gpti^
Sacilc
Lotttnmt Jredda. O
Vwt
quot;T'encra.
Gnefan.
Q
ttana
Setnanta
Cantf^
f^oi-ana
i\'uavi
Ramano
Bj^4R£»
Corhle
Lrtala
o
S- Pteùv m Gu
ï^oliMW
Cai’h^mno
cùutu. Italians
Lan. O
Cfr«lt;»w/’
gt; c. Cneeo
0 f\4fver - Xaj
S. fonte
ZenpA
LteJtU
La Raeca
ft S
'TembaK
Pprta
Pe^h’ttoba. O
G)nta^A4
C Je On^o^ '
S..idônA Je Crece
S. Girolamo
S. Gumt O
CtntaiaU
Gat'nt^ano
Gatan^a
Raitt^aza
O branterto
Rar^i
LevaJa.
Ci^la.
CajpèBa
Ciinuiaitû
La. 'Tdan
»• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tontiao
K^pntpL
mot'
Q
Larta.
O
Ouare
GaJacra
S. Geo^o
I H di Padat'ana
Liutpcgt;
O '1ietgt;adore
Sacole
Romok Q
GoJ^a
'ViUarosM-O
^etntta
Pm/ital Q
SidCartina
trev'iße..
S.v4nJrea
S- .r^iuna
RotzaneUa
‘Detutano
Lartttfa.
Ltmana
RrtanA
O dldrzere
■a'ojw _
Il daîa
Padou;
P dt Ét’enla.
Chi^. dt Cafhlb I ^47rlt;gt;
Meridie s
Vendomme O
fi
l'i/tuadeüa
Rozano O
Rn^ttava.
^S.'Ctor dljàtto
Cam
pardi
Z^aduttA
'''RmuoL
Ltz^ajulu
ü C. ttana
TREVIGIAXO
tnt^wr
Ji (pp
Corbalan
O Je
® ßeveron Ji Jat
fb
P
ÖÏ
V I S I.
aengename en gelbnde lucht; veel Ichoone rivic- iuchts,iams ren , Ipringende wateren, die ’t felve belpringen en bevochtigen. Het landt wordt gehouden niet leer vruchtbaer te zijn,doch voor geheel lchoon en aengenaem ; in voegen dat Petrarcha ’t felfde noemt met de naem van Schoon. Behalven de lchoonheydt defes landts, foo brengt het voort allerhande lborte van koorn,menigte van goede iCeome»' wijn, en een groote overvloet van allerhande vruchten. Het heeft Ichoone bolfchen, dienen- Bojfche», degrootelijeks tot het Arfenael van Venetien, van gelijcken de metalen ; men maeckt ’er mede -betalen.. veel ftael, en allerley wapenen, infonderheydt Iwaerden en degens , foo tat Belluno , peltre, als Seraval. Men vangt in de wateren meerder lam-preyen , ael en kreeften , als in eenige wateren van de geheele Staet; de bolfchen en velden voeden mede menighte van allerhande gedierten.
De inwoonders defes landts zijn eerlijck, be-leeft, goedertieren, dapper en voortvarende van geeft j en niet min bequaem tot de geleertheyt, als tot andere treffclijcke oelfeningen, als van gelijcken om lchatten en rijekdommen te vergaderen. Soo wanneerlê eenige vrouwen komen te beminnen, zijnlè vol van genegentheydt en Cnegnt-jaloulye; de vrouwen zijn byna van manieren en zeden als de Venetiaenlche vrouwen, doch min-* der curieus en hovaerdigh.
Sy trecken en genieten een goede fomme gelts RijekdoM-van haer heeften, talck, wol en wijn ; eninlbn-”^quot;’ derheyt van haer zijde,wolle-lakenen, wapenen, melfen, naelden,lpijckers, yfer , en diergelijeke dingen meer, diefe maken, als van gelijcken van bootsmans mutlèn, welcke dingen ly brengen van de ftadtTrevile tot Venetien, alwaerden 28 Oólober een vermaerdejaermarektwerdt gehouden.
De Republijck onderhoudt in dit landt ver- Geuverue-fcheyde Venetiaenfche Edellieden, welcke ly employeren in verlcheyde laften en bedienin-genote weten,totTreyilè een Podefta,Capiteyn, en twee Kamerlingen,en tot Meftre een Podefta met een Capiteyn, tot Noal een Podefta, als van gelijcken een ander tot la Motte , Caftelfranco, tot Seraval, Alblo en Porto Bulfale, en een Ca-ftelleyn tot Quer, een Proveditor ofte Pourvoyeur tot Pordonon, mede een Podefta en Capiteyn tot Cividal di Belluno, Feltre , Sacil en Conegian , neffens een Podefta tot Uderzo ; en alle dele zijn Venetiaenlche Edellieden, en blyven 16 maenden in bedieninge.
IC4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TRE
Cer.eda, en De ftacit vàn Cenedä, van de welcke de Paus gegß-ejjjc]^ wereltlijck Heer is , leydt mede in die landt, doch betaelt eenige penningen aen de Venetianen, alhoewelle, volgens ’t Ichrijven van fommige , loude behooren onder’t landt van Friul ; doch bevint fich in een lobere ftaet.
De andere voornaemfte plaetlen deles landts 2ijn Oderjo, in ’t Venetiaens Vder^o, eneertijdts genoemt OpUergium, gelegen dicht by de mondt des riviers Motege in Livenze,ontrent 30 mijlen van de zee, doch was eertijdts gelegen dicht aen de zee, ’twelckhedensdaeghs nochkennelijck is aen de trappen van marmerlleen , die men al-daer vindt, en lanças de welcke men afklom in de lchepen, leggende in de haven , behalven ’tgene de oude Schrijvers noch getuygen van haer vloten tot meerder kentecken. Doch is verdeftrueert door Attila , daer nac door Rotaire en Grimald, Köningen van de Lombarden, en van gelijcken veelmaels herbouwt.
De ftadt la M.otta dicht by Livenze , als van gelijcken Porto Buff a do, oft Biffa'etto j Mcftre gelegen tien mijlen van Trevife, en twee mijlen van de haven van Marghera, van waermen gaette water in de gondole,, de langte van vijf mijlen naer Venetien, even gelijck men doet van Liz-zafuzina, een plaets van ’t Dogado. Men fiet mede dicht by den oorlprong van Mutega, tuf-Ichen Piave en Livenze, de hadt van Conegliano oft Conegian, gelegen eensdeels in ’t hangen, en anderdeels in een vlackte, zijnde wel volckrijck, vol van Ichoone huylen , en de eerfte plaets, welcke de Venetianen bequamen in ’t vafte lant; dacr benelfens aldaer ontrent de plaetlen van CoHalto y en Naryoja , S. Salvador, toebehoorende aen het buys van Collalto 5 en op de bergen noortwaerts de Hadt van Afolo genoemt^folo van ’t Trevifaiijtot onderlchey t van d’andere des /elven naems , wordt by vele geacht voor Acelunt Pliniij mede Caßelfiarco, ISloal ofte Novale, een plaets feer geelfimeertj en Seravff, een ftadt zijn-de driemael vergroot wegens de groote menigh-te van haer inwoonders, die de handelinge hebben van goede wapenen te maken,wegens de ge-legenheyt van de rivier Mefole, doende van gelijcken grooten handel in lakenen , en koorn j vorders Cordignan een plaets zijnde fterek en gelegen op een bergh, ftreekende van Seraval naer Sacile : Sacile een rijekeen leer volckrijcke ftadt, gelegen alwaer de rivier Medine in de Livenze loopt j Lordonon is mede aldaer ontrent.
Uoedanig- nbsp;nbsp;nbsp;Het Trevifaen/che landt heeft een feer /bete,
'hejit des
-ocr page 138-lOJ
De Bisdommen
B E L L U N E
E N
F E L T R E.
ften met Frejus, in het W. zuyden met Tarvife, in f het weften met Trente, en in het noorden met B Cadore. Het landt is SM Ichoon en vruchtbaer, J^nden ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dorpen j de inwoonders zijn goet van verftant, en bequaem, ïoo tot de ftudie en andere eerlijcke oefi'eningen , als tot het gouvernement van de Republijck,zijnde ge-reedt en vaerdigh om uyt te voeren ’t gene d’oc-cafie vereyfcht. De velden zijn ïèer aengenaem, Vol van koorn , wijn en allerley vruchten, dienende tot ’s menlchen onderhoudinge en lijftocht j daer worden mede gevonden vele fchoo-ne en medicinale fonteynen, verïcheyde metalen , meiren en rivieren. De lucht is leer gefbnt en wel getempert. ftltrie, Feltrie, gelegen op de grenfen van Cainieh, en de Venetianen, is een leer vermaert dorp, en tegenwoordigh verheerlijekt met een bilfchop-pelijcken Stoel, en wordt gemeenelijck genoemt Feltre. Cluverius ftelt het lelfde in waerdy en dig-niteyt naeft Verone, in het Retilche landt : waer van oock mentie werdt gemaeckt in een lèker oud lchriftjgevonden in de felfde plaets,als mede in ’t ïtinerarium Antonini liaer inwoonders worden Teltnns genoemt by Plinius,Cafhodorus en P.Dia-conus. By dit oud op/chrift O rd o Feltr. is lichtelijck af te meten, hoe ’t lelfde voor défèn gehadt heeft het Romeynlche recht en jurildi-óUe. By Plinius worden de inwoonders genoemt tcrtini^ in ’t 3 boecks ip cap. Doch alfoo dit dorp hedensdaeghs wert genoemt FeltrCj en van Antoninus Feltria ; en dat die felfde naem van Fehrt in een oud opfchrift wert gevondenjja dat meer is, alfoo by Cafliodorus in fijn y boek van de diver-fiteyten, en in ’t opfchrift van fijn 9 brief,werden gevonden dele woorden : Poßefforibit^ Feltrinis , en dat fèlfsPaulus Diaconus leyt in fijn 3 boek,c.27, Fontejus Feltrinus 5 foo kan niemant met recht twijfelen , ofte defe woorden Fertini by Plinius moeten een faute en verfinninge in die felfde plaetlè wefen. Dit dorp is de geboorte-plaets van Viétorinus,zijnde geweefi: neffens andere een re-ftaurateur,ofte oprechter van de Latijnfche tale. |
jitUune. Bellune is een dorp van de Rethiers in Italien , waer van by Plinius en Ptolemeus gewagh werdt gemaeckt.Die hedensdaeghs woonen boven Peltte, noemen het felfde Pclluno. Het heeft de Bif. fchoppelijeke digniteyt, zijnde gehoorfaem nef-fens Feltre de Patriarch van Aquilea. Niet ver van de ftadt is een fèker meir, genoemt by d’in-woonders van ’t landt La^ Pafino, uyt het welcke men vermoedt dat drie Fonteynen dooreenige onderaerdtfche conduyten haer oorfprong fóu-den hebben, bykans op de felfde plaets, dicht by het dorp Pulcenio, gelegen in ’t Opitergers ge-berghte, volgens ’tlchrijven van Plinius: uyt welcke fonteynen de rivier Liq^uentia voortkomt, De iMet gemeenelijck genoemt ; en dicht aen die felfde ontlj-^ringt een fekere fonteyn met lulck een gewelt en overvloet van water, datfe, zijnde afgedeelt in vier deelen, vier raders ofte molens doet omloopen,en aen de rivier van LiDen’^^a, met de welcke fy haer daer nae vereenight, fbo veel water by brengt, datfê bequaem is om van fchuy-ren bevaren te werden. Op de oever der fèlve rivier fiet men vele en verfcheyden boffchenjVol van eyeken-boomen, die fbo hoogh en fchoon zijn,dat men fwaerlijck haers gelijeken in eenigh ander deel van Italien foude vinden. Gelijck by-na alle rivieren van de Venetiaenfehe oever,fulck een menightc van water bybrengen, datfe daer door havens veroorfaken , waer van de mondt ofteuytgang feer wijten diep is ; Foo heeft de rivier van Liquenzß van gelijeken haer haven, behoudende noch die felfde naem, en dienende tot een bepalinge van Tarvifè en Frejus. Aen gene zijde van het meir is een fèer groot en wijt bofch, gemeenlijck genoemt Pofco da rend di S. Marco, welcke ick geloof maer een bofch te zijn met de boven-genoemde boffehen van de oevers van Liquen’^.a^ ick meen dat felfde, ’t welck Paulus Diaconus noemt CapulanumJaltum^ en aldus befchrijft in fijn y boecks 39 cap. van de ge-fchiedeniffen der Longobarden, fèggende : Doen Gunibertus een leger tegens hem y^erfamclde ; en dat de in^ •toonders ^an Frejus hem begeerden te helpen , om haer eedts stille oft getroustigheyt die/e hem fchuldigh staren, foo berghde Alachis ßch in ^tbojch genoemt Capulanus, bp de brugh quot;tan de ritier Liquen^a, gelegen acht-en-teer~ tigh mijlen tan Frejus, in de stegh diefch flreckt tan Ti^ cine, en gelijck het leger tan die tan Frejus in troepen ofte deelen quam aentrecken dstong hyfe rûtemacl tot de eedt tan getroustigheyt d'een toor, d’ander nae, gelijck ly qualmen aentrecken. Cluverius fèydt, dat degelegen-heyt defes brughs van de rivier Liquenza, dient tot een bewijs-reden, datfe de felfde foude zijn van het dorp gemeenelijck genoemt la Motta^ |
Italien.
-ocr page 139-°:-- - dl Cadore
,W»-'.°. ...
Velnenae
l,rlt;^
là
.td
.-S
S ^Pletro Q ZPtamet
Belluno
Galle
Ik. O -
riru^ Ji Sntuc
107
Het Landtfchap
C A D o R I N o.
ï)e riviere flavis. Et laetfte Landtlchap der Venetianen naer ’t noorden is Cadomo welck den naem heeft van dé hooftftadt, Pie^e di Cadore van d’ingefete-nen genoeml. In ’t oo-ften grenft het aen ’t Friulle gebiedt , in ’t zuyden aen ’t Bellunle, in ’t weft aen het Tridentinfe, en in het noorden aen de Alpen, die Duytslandt van Italien fchey-den. In de lêlfdé Alpen ontfpringt de riviere Plavis niet verre buyten de palen van Cadorino, aen den voct des berghs Setius 5 en is een van de grootfte in Italien, wierd eertijdts Anaxus ge-noemt, nu heeten hem de Italianen die daer omtrent woonen, la Pia'pc, en de Duytlchen, tlC ‘pRif* Hy valt met een ongeftuymheydt dwars door rouwe en harde valeyen , tuflehen ’t Fel-trinfe en ’t Bellunfe landt, loopende even fterck, tot dat hy in de vlacke velden ftort, hoewel hy dan oock met een raffen loop, tuffchen de havenen van Trine en Liquentia , fich met de zee Vermengt, gelijck Sabellicus Ichrijft. Ais hy in een vlackte gekomen is, neemt hy wederom ee-hen fnellen loop van een hoogen heuvel,en deelt lieh terftondt in twee armen van fulcken diepte, datm’ ’er te voet niet door kan gaen, maer met fchuy ten j en verlieft fich foo in de zee. loannes Candidus in fijn fchriften van Aquilea, en Ibmmi-ge andere, leggen dat Plavis de Anaxus van Plinius niet is. Hy Ichrijft, dat de riviere Silis uyt den bergh der Taurifinen Silio vloeyt , gelijck de naem oock te kennen geeft. Hy voegt ’er by, dat ’et onbehoorlijck is, ja tegen reden, te meenen, dat Plinius van Anaxus, loo hy de felve met Plavis is, niet vermaent, totdat hy tot de Tilia-ventekomt, gemerekt dat’er tuftchen beyden foo veel plaetlén en rivieren zijn ; en dat hy daerom door den Tiliaventum den kleynen A-naxus verftaen heeft, daer hy Ichrijft, dcgroots |
Tiliay^entuw, en de mindere Anaxum. Maer Leander Ipreeckt van defen Candidus als volght : lek ver-wondere my grootelijeks van defen Schrijver iti dit landt opgevoed j en vrage waerom , met wat redenen oft lchijn hy durft feggen, dat de Plavis oft der ouden Anaxum den kleynen Tiliaventum van Plinius is, gemerekt hy lbo klaerlijek en uytdruckelijck den Anaxum van de twee Ti-liaventis onderlcheyden heeft ? De woorden van Plinius zijn dele : Volght de tiende Pro^intie yan Italien , gelegen tegen oiJcr de Hadriatijehe ^ee Venetien, quot;^icns riyiere Silis fpruyt uyt de Taurinfehe bergen y de fiadt Altinum y de ritiere Litpuentia, komende tyt de Opi-terg^e bergen, en de ha'ygt;en Dan den felven naem , de colonie Concordia y de riDiere en haDen Romantinum y de groote en kleyne 'liliaDentum, Anaxus, ztyt yeelcke de Var anus Dloeyt, Aljay islatifoy met deheeck Vurro y Aqui-leja tyoaelf mijlen Dan de ^eegelegen,PMcr onderlcheyt Plinius opentlijck den kleynen Tiliaventum van den Anaxo. Aengaende dat Candidus meent niet betamelijck te zijn , dat Plinius in de tellin-ge van defe rivieren, lbo veel andere rivieren, die tuffchen den kleynen Tiliaventum en den Plavim zijn, Ibude overgefiagen hebben j antwoorden wy, feytLeander, datmenklaerlijefc fiet,dat Plinius in de befchrijvinge van dit tiende landtlchap , en in ’t verhalen der fteden , vryhe-den, en rivieren, de rechte orden niet gehouden heeft. Dit kan men belcheydelijck lien, daer hy aldus fchrij ft: In’t midden Dan het tiende landt leght de colonie Cremona y Brixia in ^t gebiedt der Cenomanen , die Dan de Venetianen bp de i^ee y Atefle y endeDryheden Acelum, PataDium, Bpitergum , Belunum, Vicentia, Mantua y alleen oDerigh Dan de lojcanen aen gene ^jde Dan de Po. Hier blijckt dat Plinius in dele be-Ichrijvinge geen lèker orden'gehouden heeft, lbo dat Candidus reden ons krachteloos dunekt. Dus verre Leander. Sabellicus, Cynthius Ace-denfis, en loannés Antonius Flaminius, alle geleerde mannen, en in de gelegenheydt van dit landt wel ervaren, feggen, dat Plinius de riviere Plavis oock Anaxum noemt. |
Italien»
-ocr page 142- -ocr page 143- -ocr page 144-lop
Et landt van Vriulj by de Oude genoemt Fo-rum Tula , wegens de hooft-ftadtjVan de welke d’inwoonders wier-den genoemt Forojulieri“ Jes is een deel ofte provincie van Aquiléeen heeft de naem gekregen van de Italianen, door corruptie van haer Ipraeck,Frioli, ofte Fmdij envande Venetianenen haergebuuren Patria j als zijnde ’t vaderlandt van de gene, die ten tijde van Attila ’t lèlfde verlieten , en fich retireerden op de eylanden : wordt mede Ibmtijdts genoemt Patria del Friuli, en van de Hoogduytfchen Priaul. Crenfe». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Wordt bepaelt in ’t noorden met Carinthie : in’t ooften met Carniole,Karftia, en een gedeelte van lilria: in’t zuyden met de Golf van Venetien, en ’t felfde Iftria : en in ’t weftcn, met het Trevifaen/che landt, zijnde rontom omçingelt en befloten in ’t geberghte,behalven aende zijde vanTrevilè, alwaer men lichtelijck k^ inkomen. Benige bepalen ’t aen die zijde alfeenlijck met de rivier van Livenze : doch nae dat de Ve-netianen haer Staet rekenen, en volgens ’t leggen van Leander , die Pordonon en Sacil is hellende onder Trevilan , foo begint het van de rivier Livenze; en een weynigh hooger ftreckt het fich in ’t noorden alleenlijck naer de rivier Medi-ne, die fich dechargeert ofte ontloft in de voor-gaende rivier; aengaende d’ooftzijdcjin ’t welcke net omhelft ’t Graeffehap van Gorits, en fich ftreckt voorby de rivier Lifonzo, daer men fiet, te weten de riviere opwaerts,de plaets van Mon-falcon , Ipreyt het fich uyt tot aen de rivier van Cimave , zijnde degrenle van Friul ; latende de ftadt van Triefte aen Iftria, onder’t wcicke het waerlijck behoort; vangelijekendoet de rivier van Formion, tegenwoordigh Rilano genoemt, zijnde van oudts een grenlè van Italien , volgens ’t lchrijven van Plinius. Het is ontrent Ó4 mijlen lang enbreet. Deles landts hooft-ftadt is*eertijdts geweeft de feer vermaerde ftadt Aquilée , gebouwt door de Romeynen op dele frontieren, tot tegenftant der Barbaren, hebbende twaelf mijlen in den omgang, ja meerder, als noch te fien en kenne-lijck is aen de overblijffels, en was bevolcktwel Inet I zoooo zielen. Doch wierde nae een driejarige belegeringe geruineert door Attila, Koning van de Hunnen, de burgers die’tontqua-men begaven fich naer’t eylandt Grado , woon-plaets van de Patriarchen , ten tijden des Paus Pelagius. ’tls waer dat Narfes de felfde herbouwde , en datfe een tijdt lang door de Lombarden belêten wierd,doch naderhandt bemachtight en ingenomen door de Patriarchen ; en eyndelijck is ly gekomen onder’t gebiedt van de Venetia-nen , die daer in onfe tijden over heerfchen. Doch is tegenwoordigh als verwoeft, en gelijekt Italien. |
veel eer een dorp , als iets anders ; en niet tegen-ftaende de vettigheydt en vruchtbaerheydt des landts, lbo is nochtans de lucht quaet en onge-Ibnt, gelijck de geeligheyt en magerheyt der in-woonders dat genoeghfaem te kennen geeft. Dieshalven fiet men oock de huyfen bewalTen met klimmerboomen, en de ftraten vol van grasj jae dat meer is, het riet en ontbreeckt ’er mede niet in verlcheyde plaetlèn. Maer niet tegen-ftaende dele verwoeftinge , lbo behoudle nochtans de tytel van ’t Patriarchlchap, nae dat het felfde getranlporteert is geweeft van’t eylandt Grado tot Venetien. Onder de Paus Nicolaes de Vijfde is het als gedeelt gebleven tulTchcn defe twee fteden. Men fiet ’er oock noch de Patriar-chelijcke kerek, beroemt wegens de gedachte-nifte Van S. Marco , zijnde geweeft de zetel des felven. Sy leydt dicht aen de rivieren van An-fora en Anfa, drie mijlen van Natiffa, ofte Nati-Ibn. De Hooghduytlchen hebben haer de naem gegeven van AP:ar. Aufonius Ipreeckt aldus : Pion er at ifle locus : nserito tarnen auPla recenti Fond inter dar as Aquileja cieberis urbes ; Itala ad ïllyrkos objeda colonia montes ; HAœnibus^ porta celebernma. Tegenwoordigh lbo onthouden de Gouverneurs fich in de ftadt Vdine ofte LTdene, alwaer mede hedensdaeghs de voornaemfte laken des landts werden verhandelt en afgedaen. Sy heeft ontrent vijf mijlen in den omvangjCn lóooo zielen. Benige nemen de felfde voor Atina^ volgens ’tfchrijven van Plinius,feggende met waerfchijn-lijcke redenen, dat men behoorde te lefen Vtina, Andere Latijnen noemenfefrz««»?,en deFIoogh-duytlchen ïFeyden. ’t Is een leer lchoone ftadt, vol van negotie, gelegen in een vlackte , hebbende het kafteel op een heuvel ofte berghsken, zijnde dewoonplaets van de Gouverneur ofte fijn Lieutenant ; men vint ’er mede veel lchoone paleyfen , als onder andere hetpaleys van Mar-chelè , zijnde feer geeftiraeert. De Patriarchen van Aquilée begonnen fich alhier in dele ftadt, ten tijden van de Keyfer Frederik de 11, te retireren, en te verblyven. Twee kanalen ofte graften , komende uyt de rivier Torro , loopen aen twee zijden door de ftadt, die fich begaf onder ’tgebiedt der Venetianen in’t jaer 1410, ten tijde des Patriarchs Louys Tecchio,die ’t gewelt der lèlven niet konden wederftaen. Doch de allervoornaemfte plaets, niet alleenlijck defes landts, maer daer-en-boven van ’t ge-heele gebiedt der Venetianen, is de ftadt en for-terefte van Palme , genoemt by de Italianen Pal-ma lufiina, en Cita Fuo'Va, ja felfs Palma la Nuova, gebouwtdoor de Italianen in’t jaeriypj, tot belcherminge van Friul en geheel Italien. Sy is gelegen in een plat landt, aen dees zijde des ri-viers Lifonzo, tulfchen de dorpen van Palmada, S.Laurens, en Ronclus, tien mijlen van LTdino, twee van Strafoldo, acht van Maran, en vier mijlenvan Aquilée, welck fy in gefontheyt des luchts V u nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ te |
IIO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F R î
te boven gaet, een half mijl van’t Graeffchap Goriîs, zijnde van den Huyfe van Ooftenrijck, en fes mijlen van Gradifque.De Venetianen hebben een kanael doen graven, dewelcke, na datfe ontfangen heeft de wateren van de poelen van Caorle en Maranloopt van defe plaets door Strafblde geheel tot Maran, zijnde capabel om ’t fèlfde ter zee in tijden van noot te fecoureren, alfbo daer wel drie groote fchepen neffens malkander in können varen. Defè plaets ley t bykans in ’t ront, hebbende negen groote bolwercken, en achtien katten, die over de felve commanderen 3 neffens het landt daer ontrent; heeft van gelijcken groote graften, zijnde 30 paffen wijt, en 12 paflen diep , drie poorten , negen fchoone plaetfen,en negen ftraten^ftreckende van de bolwercken recht op de groote plaets, als naer haer center, alwaer mede een kafteel leydt, uyt het welcke men Gei recht langs de ftraten op de negen bolwercken. De muuren zijn niet hooger als die van de graften, fbo dat den vyandt het fèlfde niet kan lien noch befchieten : het opperfte van de bolwercken is altemael van aerde fchootvry tegens ’t grof gefchut; en op dat d’aerde door de regen niet foude vervallen ofte befchadight worden, foo hebben de Venetianen doen maken ee-nige honte goten, door de welcke het water tot in de graften der bolwercken loopt. Aengaende de poorten, hebbende dubbelde ftaketfels, die men moet pafferen, eer men aen de brugh komt, in ’t midden van yder ftaketfel is een valbrugge , fbo kunftigh gemaeckt, dat de gene, die de wacht heeft,by geval fagh komen eenige ftereke troupen , die fèlfde foude können doen bpgaen in een oogenblick tijdts, foo wanneer hymaer met fijn voet een feker yfèr aenraeckt : vorders tegen de poort is mede een valbrugge, hebbende oock haer poorten, van de welcke de laetfte gemaeckt is van yfere traliën, lbo dick als een arm, dat geen petard die felfde foude können breken, en daer en tegens kan men aldaer den vyandt lichtelijck tegenftaen met mufquetten en dier-gelijcke wapenen. Daer-en-boven is’ernoch een groot pleyn ofte vierkante plaets rontomme met muuren belloten, hebbende vele Ichoone galeryen en llaep-plaetfen voor de foldaten om te rullen ; als mede, eer men in de ftadt komt, noch een ander poort gemaeckt op de felfde manier ; en alle defe poorten zijn van uytgehou-wen Heen feer wel gemaeckt na de regel van ar-chiteèlure. Achterde bolwercken zijn toorns met loot bedeckt, dienende om het kruyt te bewaren,en rontom de muuren de logementen van de Ibldaten, altemael ingoede ordre, neffens vele Ichoone wandel-plaetlèn en fonteynen. Tot belluyt, het is de allerfchoonfte en volmaeckt-fte plaets van geheel Italien , jae felfs van Europa.
Aen de felfde zijde,doch meerder zuydwaerts, aen gene zijde van de Lilbnzo, niet ver van Gra-difque, hebben de Venetianen ^e ffadt en for-Afontefai' tcrcffe van Montefakone, ofte Montfalcon, gele-«w. gen op eon hooge en ruwe bergh, hebbende beneden den bergh, dicht aen den oever des zees , eenige baden, genoemt met de fèlfde naem,’ fÿ is feer beroemt wegen de goede wijnen die
U L.
jaerlijeks aldaer waffen. Vorders zuydwaerts Palme fiet men de ffadt en treffelijcke fortereffe van M.aran, genoemt by de Oude Marianus, Maron. hebbende een feer ff erek kafteel,en is gelegen op
1 ir 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 rr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y n
een nalr-eylandt tuflehen de Iraende wateren des zees, die fich ftrecken aen de eene zijde , en gelegentheyt geven , ‘dat men de felfde bequa-melijck kan fecoureren ; doch, volgens ’t feggen van eenige Venetianen, leydt defè ffadt in haer Hertoghdom, alsmede het eylandt en de ftadt van Grado, ofte Grao,niet tegenftaende fÿ recht-veerdighlijck is behoorende onder Friul , als zijnde ten meeftendeel gehecht aen het vafte landt.
Men fiet mede in ’t ooften,dicht by Udine, op de frontieren van Italien , de ftadt van Ciygt;idak, anderfins genoemt Cmdald^Außriaj ofc ftadt van Ooftenrijck , niet tegenftaende datfè onderda-nigh is aen de Venetianen , en niet aen het huys van Ooftenrijck , die haer defè naem heeft ver-oorfaeckt, nae dat Rofimonde van Ooftenrijck, weduwe van Luitprand, Koning van de Lombarden , de fèlfde hadde ingenomen, en wederom overgaf inde handen van de inwoonders, behoudende alleenlijck de naem van de heer-lijckheyt der felve : tot danckbaerheyt hebben de burgers geordineert en goet gevonden , dat haer ftadt eertijdts genoemt Forum lulü, volgens ’t feggen van Leander, genoemt fbude werden Ci^fidald^Außria. De rivier van Natiffa, ofte Na-tifbn loopt’er dwars door, hebbende een feer koftelijeke ffeene hrugge.
Soo wanneer wy confidereren Friul aen de zijde van Carinthie , en in ’t noorden , füllen wy bevinden te leggen op haer grenfen de ftadt van Pontafilla, gedeelt door de rivier Feila in twee deelen, waer van het eene is toebehoorende aen de Hertogen van Ooftenrijck, en het ander deel aen de V enetianen, hebbende een half mijl van daer laChiufa, anderfins genoemt la Clufè , een paffagie gelijck die men vindt aen de voet des berglis, genoemt Ie grand Credo, foo wanneer men komt van Geneve in Vranekrijek, zijnde fèer nauw, hebbende een kafteel met een poort, alwaer weynigh volck,dat de Venetianen aldaer in befettinge hebben, groote troepen können tegen houden en ftutten ; van daer gaet men in het dorp Veri'z^on, alwaer alle de koopmanfehap, voor al eer fy paffeeren kan , gevifiteert moet werden.
Van daer komt men tot Gewone, een fèhoone ftadt, gelegen op een heuvel ofte hooghte, niet feer ver van de riviere Tagliamento , zijnde feer beroemt wegens de koopmanfehappen komende uyt Duytslant en Saltzburgh naer Italien en de omleggende landen. Niet ver van hier fiet men een oudt kaftcel,dienende tot huysveftinge van de Patriarchen vanAquilèe, hebbende, tot gebuuren de ftadt van S. Daniel, gelegen op een bergh dicht by de Tagliamento, zijnde onder-danigh aen den Patriarch van Aquilée : en de ftadt van S'. Vie, gelegen op defè rivier , op de welcke oock zijn gelegen de fteden van Spilemberg enTifana. Vorders niet ver van de Tagliamento fiet men de fèer wonderlijke fortereffe van Ofopo, gelegen op een fcherpe fteenrots, zijnde t’eene-maei
F R I U L. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;HI
mad onwinbaer, ïôovan natuur als doorkonft gemaeckt, hebbende cen bron ofte put, groot ontrent drie duyfent tonnen waters. Men het noch op de rivier van Lemon , ofte Limine , de haven Romatin , hedensdaeghs ge-noemt PorroGrnt^ro en by de Venetianen Porto Gruer i een ftadt van groote negotie, alwaer alle koopmankhappen, komende uy t Duy tslant om naer Venetien te gaen , geembarqueert werden : als mede een mijl van daer op de lèlfde rivier Concerdia een verdeftrueerde Itadt, zijnde voor dele in eftime , doch hedensdaeghs niet oft v/cy-nigh geacht, leggende maer vier mijlen van’t eyiandt en ftadt de Cahorle, vervat onder het Hertoglidom van Venetien, alhoewelfe is gelegen dicht aen Friul. Rivieren. 1^^ rivieren des landts zijn Limino, oft Lemon, gelijckfe by fommîge werdtgenoemt, doch by Plinius Romatus i mede de Tajamentc , ofteTa-gliamento, by Plinius en Ptolemeus genoemt ‘Tüin'rei'itum , onderfcheyden in een groote en kleyne, waer van de laetfte werdt genoemt Stella-^ de Naülp j ofte IS^atifon , volgens ’t Ichrij ven van Ptolemeus, Mela en Strabo -, Lijon’z^o eertijdts genoemt Senßusi d'Anfe, eertijdts Alfaj neffens eenige andere meer. iucht deles landts is open en vry,doch ver-heyteies andcrlijck, als zijnde tulfchen de Alpes en de zee, en dieshalven de veranderlijckheyt der winden feer onderworpen. Het heeft verlcheyde leer ftercke loopende rivieren , en fchoone wa-mme». terftroomen , waer mede de landen werden be-fprengt en bevochtights jae felfs zijnder warme baden , waer van de wateren walfen , en vallen , Landen, 1« vocgcn als dc zcc, dicht by Monfalcon. Het ^.Tnen en landt werdt verdeelt in heuvelen , en plat landt j y^eicke een goet deel t’eenemael on-vruchtbaer is;derhalven waft’er weynigh koorn, doch door neerftigheyt der inwoonders zijnder menighte van moerbefie-boomen , dienende grootelijcks tot den handel der zijde , diele in groote menighte maken : op de heuvelen waft mede leer goede wijn, inlonderhey t op de bergen Buri j en Badia, en op den bergh Rolaccio, op den bergh Enée, en van gelijcken op eenige andere bergen meer. Het brengt mede voort allerhande vruchten van een goede en aengena-me fmaeck. Afyntn. Uyt de bergen defes landts haelt men mede ylêr, loot, tin, koper, quickfilver , jae felfs gout en lilver, zijnde goet en fijn, als mede marmor-fteen, wit, Iwart, root, en gefprenckelt j criftal, neffens verfcheyde koftelijcke gefteenten. Men vint ’er mede vele lchoone valleyen en weyden , Beeßen. vol van heeften en vee ; als van gelijcke de bof-Ichagien vol van allerhande wild gediert ,• en rivieren vol van vilch, infonderheyt truyten ofte voorens. Inclinatie. De inwoonders zijn neerftigli, voortvarent, luyden van wetenlchap en verftandt. Die van Udine zijn onder andere uytmuntende in wetenlchap, kloeckmoedigheyt, en beleeftheyt tegen 'de vreemden. Die van Friul, als zijnde gelegen op de frontieren en uyterfte palen van Italien, hebben een byfondere eygenfehap van pronun-ciatie. Italien, |
Het landt van Friul geeft voor die van Vene- Rijekdom tie, ylêr van allerhande loorte, loo wel gemaeckt als ongemaeckt, quickfilver, roode verwe ofte vermilioen, vitriol, en fineer om kaerlên te maken. Het brengt mede voort allerhande Ihorten van goede wijn, meel, en allerhande aerdt- en boom-vruchten. De Venetianen hebben op de bolwercken van Sterekfen Palme alleen tachtigh ftucken gefchuts, en in ’t Arfenael des felve meerder als les hondert, be-halven noch een groote menighte van allerhande wapenen. Sy hebben d’andere plaetlên mede van alle nootwendighey t en wapenen wel voor-fien. In ’t geheele landt zijn ontrent 200000 zie- Zielen, len, uyt de welcke dat men foude können kielen ontrent 20000 loldaten. Het ordinaris garni- , foen tot Palme beftaet ontrent in twaelf corapa-gnien voetvolck , waer van alle avonden drie Compagnien de wacht hebben aen de poorten, en een andere compagnie belet de plaets ofte marekt. Dc bolwercken hebben mede haer be-fettinge nae advenant, en alle nachten vijf-en-veertigh fentinellen op de muuren. De capelet-ten, ofte lichte paerden van Dalmatien doen mede alle nachten de ronde om de graften 5 en in ’t voorby-rijden van de poorten, worden haer namen opgeroepen , en de lijfte der felve’s anderen daeghs aen de Gouverneur overgelevert, op dat hy lóude weten wie daer in fijn devoir ge-manequeert mochte hebben ofte niet. Sy hebben mede noch ontrent lyo loldaten tot Monfalcon , 150 tot Maran, en vijf-en-twintigh tot ‘ Oloppo, als van gelijcken in alle andere plaetlên , nâe de noodt is vereylêhende , behalven de inwoonders der felve. Nae dat dit landt geproeft hadde de domina- Gouverne-tie, ofte heerfchappye van de Lombarden en XZozJ Francoyfen ; en naderhant van de Berengers, die van de haer lêyden Keyfers te wefen ; gafde Keylêr Ot-tho dc 111 de ftadt van Udine neffens aile het lande, leggende tulfchen Livenze en Piave, aen de kercke van Aquilée, aen de welcke den Key-fer Conradus mede gaf’t geheele Hertoghdom van Friul, en’t Marckgraefîêhap van Iftrie5 in voegen dat delê kercke als doen hadde jaerlijcks looooo goutguldens inkomen. Doch daer nae in’t jaer 14x0 hebben de Venetianen’t felfde beginnen te conquefteren onder den Hertogh Thomas Mocenigo, en naderhandt geheel ingenomen neftens Iftria.Maer eyndelijckLouys Pa-duan,Patriarch van Aquilée, accorderende,door toeftemminge des Paus Calixte, met de Venetianen , vernoeghde hem met de heerfchappye van Aquilée, S. Vit, en S. Daniel, latende de geheele reft aen de Venetianen j op conditie, datfe hern fchuldigh bleven een jaerlijcklê rente van 3oooducaten, dielêhera aile jaren moeten op-brengen. Tegenwoordigh heeft deRepublijk tot Udine Magißra-een Lieutenant, een Marelchal, en een Treib-rier ; de eerfte en de laetfte blyven lêftien maen-den in bedieninge, en de andere 3 2. Sy hebben tot Palme een Proveditor generael, eenTrelb-rier, een Proveditor tot Cividal de Friuli, een Podefta tot Monfalcon, en een ander tor Port X X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Grucr, |
0
III nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;FRI Gruer, defè alle blyven ièftien maenden in be-dieninge. Sy hebben noch eenKafteleyn tot MonfalcoDj en een ander tot Chiufe. Defe blyven twee-en-dertigh maendenin bedieninge, en lijn Venetiaenfche Edellieden, gelijk oock mede |
U L. de voorgenoemde. Aengaende de Proveditor van Maran, eenige ftellen hem onder ’t Dogado, alhoewel hy rechtveerdighlijck behoort onder defe Provincie. |
Het Graeffchap
Et Graeflchap , oft Palatinaet van Gorit^j Gort^, ofte Gorcz, en Goercz in ’t Hooghduyts, zijnde een gedeelte van het landt varï Friul, is bepaelt met ’et fclfde in ’t weften, als van gelijcken ftrekt fich mede in’t zuyden aen’t fèlfde Friul,en Iftria, hebbende in ’t ooften en noorden Carniole. Steden, Vrucht-bAtrhejt, De hooft-ftadt defes lants is Gorit^, oft Gorcz, genoemt by d’Italianen Goritia, en by Ptolemeus gehouden voor lutium Cornium, gelegen op de plaets van de oude ftadt van Norcia, op de rivier Lifonzo; op de welcke mede leydt de feer geeftU meerde ftadt en fortereffe van Gradifca, ofte Gra-difch by de Hooghduy tfchen. De andere voor-naemfte plaetfen zijn Rcnzanö,en Dorumjgenoemt by de Hooghduytfchen Dorumbergh , ofte by fommige Dornbergh,zijnde beyde gelegen dicht aende rivier van Vipao, genoemt by de Hooghduytfchen Wipach. Aen de oorlprong der felve rivier leydt mede Vipao, van de welcke fy haer naemvoert; oock fiet men S. genoemt by de Italianen S. Archangelo, en Comcn, Dit landt isfchoon en vruchtbaer, geeft feer goede en treffelijcke wijnen, hebbende lchoone valeyen, van de welcke de voornaemfte is Vipao, |
De inwoonders fpreken Sclavons en gebroken Italiaens, ja flimmer als die van Friul. Maer de Edellieden en kooplieden gebruycken mede de Hooghduytfthe Sprake : en niet tegenftaendc dit landt behoort onder Friul, foo wordt het nochtans geacht by de onderdanen van dé Aertzhertogen voor een gedeelte van Carniole, alwaer de refólutien, genomen in de vergaderin-ge, oft landtdagen, befchreven moeten werden in ’t Hooghduyts. Aengaende de manier van doen , fÿ beminnen meerder de Italiaenfche als Hooghduytfche manieren, niet tegenftaende fy genoegh behouden van de Duytfcne gebreken, infonderheyt de juffers en rijcke vrouwen, die haer op de Venetiaenfche manier kleeden. Sy gebruycken de Italiaenfche en Duytfche munten, tellende by livres ofte guldens, even ge-lijck de Venetianen. Haer voornaemfte verfèkè* ringe beftàet in de Sterckte van Gradifque, zijnde fêer wel gefortificeert. De inwoonders zijn onderdanig aen de Aertzhertogen van Ooftenrijck, zijnde van haer ge-oótroyeert met groote privilegiën, en met geene extraordinäre impoften befwaert* zyzijnalte-famen Roomfeh Catholijek. |
Stria, voor defèn genoemt lapidia, heeft fi jn laetfte naem gekregen van de Colchiers, welcke, gefonden zijnde door den Koning Æetas, vader van Medea, om hem wederom te brengen fijn dochter die de Argonauten
ten tijden van luftinus herbouwt, wierd tot fijner eere genoemt luftinopolis. De Hooghduytlchen noemenlè Gaßers, en de Sclavoniers Copra. Leyt . op een klip, gelegen van ’t vafte landt des berghs Canzan 700 fchreden, en van den bergh S. Pieter. 520, gehecht aen’t vafte landt door bruggen die men lichcelijck kan oplichten. Begrijpt in fijn ommegang anderhalf mijl, en loooo zielen , gelegen een mijl van de riviere Rifano, met twintigh meulens, welcke rivier een van de befte waters is, die men vindt om te drincken , komende twee mijlen ver, eerfteiijck door een kâ-nael ofte goot van fteen , tot in de zee, daer nae noch eengroote langte onder de zee door boute goten. Sy heeft onder haer jurifdiólie twee-en-veertigh dorpen, onder de welcke twaelf met kafteelen weerbaer zijn , doch niet tegens ’t ge-weldt van ’t gclchut. Daer zijn mede twee gaft-huyfen,een mans-en een vrouwen-gafthuys,mét vijfkloöfters van monicken , en twee van vrouwen, dertien kercken, behalven die van de kloo-fters, onder de welcke de voornaemfte is Maria Ma^ior, met een Ichoon en treffelij ck kloofter , twee mijlenver tegens overdeftadt; die haer vrywillighlijck begaf onder de Venetianen in ’t jaer 1278, den y Februarii,gevendeaen de Re-publijck alle haer inkomfte j mits conditie datlè loude betalen haer officieren, marckten bevryeri van alle onkoften, en hare muuren repareren oft onderhouden.
Citta Fluol^a , een ftadt gebouwt na de verwoe-ftinge van Demonia, gelegen vier mijlen van de lèlve, en een half mijl van de riviere Quieto, 'op de oever van de zee , doch weynigh volckrijck wegen fijn quade lucht j gaf bch onder de Venetianen den 2November, 1270. Heeft voor haer Patronen S. Pelagius, en S. Maximus, en onder haer refibrt de plaetfen van Torre en Verteneggio , met drie groote bolfchen, genoemt bo/co Ca'valier, bofco Perer, en hojco di Monte.
De ftadt van Parenfo, genoemt van Plinius Parentium, leydt feven mijlen van Citta Nuo^a, en is gebouwt op een eylandt dat de zee hykans rontom omçingelt , hebbende eenige kleyne eylandekens, gelijck als onder andere het ey-landeken van Sint Nicolaes met een monicken kloofter, en een ronden toorn , feer oudt, dienende tot een baken voor de haven, waer men ’s winterdaeghs veel,gelijck tot Rovigno, eenige zeevarende lieden haelt, genoemt Peoti, dat is te leggen Piloten, om defchepen te voeren naer Venetien. Men fiet in die ftadt eenige fchoonè hooge gebouwen, alsdaerisden Dom. Mede buyten ( gelijck te Pole ) veel oude begraffienif-fien, wordt weynigh bewoont van wegen ce quade lucht. Heeft onder haer relTort de plaetfen van Maggio, Prata, Abrigo, Fofcolin, en quot;villa Nuo'va j en gaf lieh onder de Venetianen in’t jaer 12Ó7, deniylulii.
De ftadt Puola, van de Ouden genoemt Colonia Pola, en Pietas Iulia, gebouwt, nae het feggen van
weghgevoert hadden , zijn aengekomen door de zeeEuxinus in de mondt van de Donau ofte Ifter j dele rjviere langs varende, quamen in de Saw, daer na vermoeyt zijnde door een {oo lang-duurige reyle, haer fiende buyten hope van te vinden het gene fy lochten, ofte vreelènde de gramichap des Konings, hebben haer vertroc-ken in defe Provincie, en zijn genoemt geweeft Iftren, nae de naem des riviers, in de welcke ïy waren ingekomen, na datle de zee hadden verlaten : fy wordt tegenwoordigh door d’Italianen Iftria genoemt, en by de Hooghduytlchen fiemid) / dat is te feggen, ’t Rijck van Iftria.
Dit landt behoorendc aen Italien , aen welcke ïzijdehetfich eyndight, is gelegen tuflchen de lt;3olf van Triefte en van Quarner , hebbende voor fijn limiten in ’t noorden Friul en de Alpes Carftien, welcke lcheyden Italien van Carniole ; in ’t weft de Middeilandtlche zee met de Golf van Triefte, en een deel van Friul, gelegen by Montfalcon} in ’t züyden van de felve Middel-ïandtfche zee J en in’t ooften by de Golf van Quarner, en Liburnia. Het begon eertijdts, na ’t Ichrijven van eenige, van de rivier Formion, en eyndighde in die van Arfia, ofte van Pole, maer tegenwoordigh begint het van gelijcken als ten tijden van Strabo, van de Timaw, tegens S. Suane de Duino, en eyndight aen S. Vit op de Flum , ofte bernnfel van Croacia. De langte is 120 mijlen, de breete 40, en de omvang meerder dan 200 mijlen, enleydt van Venetien hon-dert mijlen.
De Aertzhertogen van Ooftenrijck befitten alleen de fteden van Tfießef Pedena^ met de plaet-fen van S. Zuanede Duinoj CofliacOj Lupogla'Vo en Pißno. De Venetianen befitten de reft,namentlijck de fteden van Capo d'lflria.j Citta Nuo'VayParenfojPuo-ia f en de fteden van Muggia, Ifo/uj Piran, Humago, Orfira,Ro'^igno, Fafana,DignanOjVal’e, Albona^Fianona, S.Laurens J S. Vincent, TyoeeKaßeclenj Barhana, Monta-nUj Piemonte, Vißna, Portole, Grißgnana, Buie, Momia-no, met het Marckgraeffchap de Pietra Peloja, en Pinguente, en meer dan 240 dorpen.
Dehooftftadtvanditlandtis Capod’Iflria, dat is te feggen’t hooft van Iftria, genoemt by eenige op fijn Venetiaens Caigt;o, ofte Caó d'Iflria. De Ouden hebbenfe genoemt Ægida op fijn Griecx, dat is te feggen , geyten plaets, om dat heteylandt, dat haer dient tot een goede gele-genheydt, bequaem is om geyten te voeden. Maer zijnde verwocft geweeft, en naderhandt Italien.
Î14 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IST
de Ouden, van de Coichiers, met Cap d’Iftria, oft Egida, is gelegen dicht by de zee, 100 mijlen van Triefte : haer trefFelijckfte gebouwen zijn de /chouwplaets,hetpaleysgenoemtz/2lt;^rro, het kafteel, de haven , en de poort Rata oft Indorata, dat is y de vergulde poort. In de fthouwplaets is ’t Amphitheatrum , in ’t ront met de trappen en fit-plaetfen van uytgehouwen fteenen en vele venfters en deuren. Het paleys is ieer hoogh van marmorfteen , doch vervallen, wordt genaemt ZatrQy en het paleys van Roeland. Het kafteel gelegen boven deftadt is t’eenemael vervallen, en gebiedt de ïèlve : de haven is van een mercke-lijcke grootte tulfchcn twee bergen. Wat belangt de poort Kata, ofte vergulde poort js alloo voor delèn genoemt,om dat/è vergult is,en op de Co-rinthilè wijle gemaeckt,heeft een kleyn toorent-jen boven op. Defe ftadt heeft fich de Venetia-nen in’t jaer 1267 onderworpen, volgens het exempel van Parenlb, en hadt voor delèn onder haer 72 dorpen,maer de quade lucht is oorlaeck datlè alle zijn vervallen, behalven ló die overgebleven zijn met het kafteel vanMomaran, dat be-waert is door een Gouverneur oft Capiteyn van Pole.
Wat belangt de andere fteden, oft treftelijcke plaetfen, bchoorende onder de Venetianen, die de naem niet en voeren van fteden , als y dicht by den oever van de zee , gelegen vijf mijlen van Triefte, en van Capo d’Iftria twaelf te water, en vier te landt, heeft in ’t inkomen van fijn haven twee toorens en een kafteel hovende ftadt, van waer men teecken doet aen die van om laegh, van alle de aenkomende barquen en fchuyten diedaer in willen. Daer is noch een Vecchla j dat is, oude , voor dele genoemt Monticola gelegen twee mijlen van het nieuwe , dat fich vrywilligh begaf onder de Venetianen in’t jaer 1420.
ïjolay dat is te leggen eylandt, by oudts genoemt HalietOy leydt op een kleyn eylandeken , gehecht met een brugge aen ’t vafte landt, vier mijlen van Cap d’Iftria, hebbende een leer goede lucht, en onder haer relTort de plaets genoemt ha Corte.
Piran, een goede ftadt, bevolcktmet ontrent 5000 zielen, heeft een loete goede lucht, en lchoone havenen, vol van lchepen en galeyen, in de welcke een groote vloot liehtelijck kan havenen, leydt dicht aen de rivier Dragogne , hebbende onder haer reflbrt de plaets van Caflello Ve-quam onder’t gebiedt van de Venetianen in’tjaer 1783. De plaets van Sahori, befaemt door de nederlaegh van Otho, loon van de Key-fer Frederick BarbarolTa, verwonnen van de Vc-netianen, vechtende voor de P|^^ Alexander de 111, is gelegen vijf mijlen van defe ftadt.
Plumago, tien mijlen van Piran, maer weynigh bewoont wegen haer quade lucht, is aenmerc-kelijck ten aenfien van haer haven, en lchoone landsdouwen s heeft onder haer de plaetfen van JAatarada^ S. Zuane della Cornedaj en Sfpar, met ver-fcheyde boftchen, begaf lieh onder de Venetianen in’t jaer 1269.
Orfera , dicht aen de zee, gelegen vijf mijlen van Parenzo, ftaet op een heuvel tjen,heeft dicht
hindere ßeden e» flaetßfi.
RIA. nbsp;nbsp;nbsp;.
aen de zeeeenige Ibutpannen, en in’t midden verlcheyden fteenrotfen j en is niet ver van Port de Lerne.
Royignoj gelegen tien mijlen van Orlèra,is ge-bouwt op een eylandt, gehecht met een brugge aen ’t vafte landt. De Latijnen noemen het Auri-pinumj van wegen een oude ftadt allbo genaemt, waer van deoverblijffelen noch te fien zijn vier mijlen van daer. Sy is wel bewoont wegens de lèer gelbnde lucht en lchoone fteenen, die men daer haelttot de gebouwen van Venetien. Sy onderwierphaer deVenetianen in’t jaer 1330, Villa Naoygt;a is onder haer relfort 5 en van daer tot Pola zijn veel kley ne eylandekens en havenen, onder de welcke Fafana wordt gerekent voor de voornaemfte.
Diffnan. gelegen feven mijlen van de ftadtPole, en twee mijlen van de zee, heeft een feer goede lucht, en is wel bewoont, maer niet omringt met muuren , wordt mede onder de ftedengerekent, van wegen haer fthoone ftraten en huyfèn , die haer een landt-ftadt doen gelijcken. Heeft maer alleen onder lieh de plaets van Filipan, enwierd de Venetianen onderdanigh in ’t jaer i ; 31. Al-bone 3 gelegen van Dignan veertien mijlen, tuL Ichen Arle en de Golf de Quarner, in een lèer gelbnde lucht, wierd gefterekt nae ’t jaer 1599 tegens de Ufcokes, en onderwierp fich de Venetianen in ’t jaer 1420.
Fianona rclbrteert onder Albone , wierd in een felve tijdt met haer verfterekt, nae dat de LTlco-kes het meenden in te nemen 5 leydt vier mijlen van Albona , en een mijl van de Golf van Quar-ner,op een bergh vol rotlen, hebbende in ’t hangen een fonteyn aenmerckens-waerdigh,die daer fijn oorlprong heeft, de welcke in ’t nederdalen doet malen 22 meulens, d’een na de ander, tot de laetfte toe.
Valley gelegen léven mijlen van de zee,en veertien van de ftadt Pole, in een goede lucht, om-çingeltmet ftereke muuren,geHet over de plaet-len Montalbo, en S.Pieter, begaf fich onder het gebiedt der Venetianen, met de fteden Pole en Dignan, in’t jaer 1331.
De ftadt Dai Caßelli, gelegen feven mijlen van Valle, is omringt met goede muuren, heeft onder haer de plaetlèn vanBarato en Canfanaro.
S. VincensiO, toebehoorende de Grimani, gelegen vijf mijlen van Dui Caflelliy in een vlack landt, is feer aengenaem wegens hare lchoone ftraten, onder de welcke reforteren de plaetfen van Radi-^ gofa en S. Bri'^si^a.
Barbana, toebehoorende dc Loredani,gelegen vier mijlen van S. Vincenze, heeft onder haer Caflello Ntioipo en Pontera.
S. Laurens j gelegen vijf mijlen van 'DuiCafleUi, begaf fich vrywillighonder deVenetianen in’t jaer 1271, is een goede ftadt,en heeft onder haer de plaetlèn van S. Lucas, genoemt Villa Nuoygt;a 3 S.Michel de LemeyMompaderno, en het bofch’ Bidorne.
Montona, gelegen acht mijlen van S. Laurens, is een ftadt leer welbevolckt, gefticht op een hoogen bergh, in een goede lucht. Heeft haer felven voor dffen geregeert,betalende maer vijf-en-dertigh mareken aen den Patriarch van A-quilée, en begaffichdaer nain’t jaer 127Ó aen de
-ocr page 152-
I s T de Venctiancn, hebbende onder haer jurisdictie veertien dorpen, met het bofèh van Valle, lang vijftien mijlen,door ’t welche de rivier van Quie-to loopt. Portola, een fchoone ftadt,omringt met goede muuren, leyt vier mijlen van Montona. Piemont^ hebbende Voor defen muuren met een kafteel, is in een felve tijdt met defe ftadt gedemanteleert, onder welche anders niet en refbrteert als de plaets van Caßagna.. Vifina, toebehoorende de Grimani, leydt vier mijlen van Piemont, in een goede lucht, dicht aen de zee, en Quieto: heeft onder fich de plaet-fen van Duragnojcello, en Cerclada Griß^nana , met de plaets Van Villa Nuova, en het bofch S. Terpe. Buye j een ftadt omringt met muuren , en wel bevolcht, leydt vier mijlen van GriGgnana , onder welche reforteert Triban, Carjet, en het bofch de Terne. Miomiano, leydt Vier mijlen van Buye, op een fteenrots, die ’t lêlfde verftércht, en heeft onder ha'er jurisdictie Berda j wierde verhoft van de Rauricars aen die van Rota. Pinguente, gelegen op een bergh, hebbende rontom een leer fchoone vlachte, gebiedt over dertien dorpen en leven hafteclen s d’oörïprong van de rivier Quieto komt uyt ’et geberghtè Van dele ftadt ; de Gouverneur van Pinguente woonde Voor delen binnen RafpOy doch, nae de verwocfti'nge van dele plaets, bégaf lieh wederom tot Pinguente. ' Pietra P^ola, een plaets voerende den tytel eens Marekgraeffehaps, leydt op een fteenrots, vijf - inijlen van Pinguente: dicht by dele plaets is Sdregna gelegen, alwaer men feydtdat S. îeronÿ-mus foude geboren zijn, aengeften dat aldaer in de groote kerek een feer oudt graf gevonden werdt, zijnde, foo mén feydt, ’t graf van de vader Van S. leronymus. Maer andere daer en tegens léggen, dat in defe plaets geen teecken van oud-heyt kan bewefen worden ; en dat het rechte Stridorij heden genoemt Sdrigna, gelegen is op de grenlèn van Dalmatien. Tlaet/e^ Aengaende de plaetlèn Van de Aertzhertogén i’Xr- Ooftenrijek , 5. Zuane ofte S. lean de Duino, dicht aen de frontierèn Van Friul en Monfalcon van de Venetianen, behoort aen de Graven van laTourt doch releverende altijdtvande Aertz-hertogen Vaïi Ooftenrijek : dele hebben niet verre van daer eéii kaftéel gebouwt op een fteen-rots, dat fijn uytficht heeft op de zee, ’t welck ly doorgaens met fterek guarniloen belètteh. De leer vermaerde riviere Timavo loopt voorby de voet Vandenbergh Sint lean, in’t hangen van de felve : niet verre van’t kafteel van de Graven van La Tour , fiet men een bergh gedeelt in dryen, wel tegen de Son gelegen, die genoemt werden Grignan, Sainte Croix, en Bor/eco, alwaer die feer fchoone,en by alle de Heeren van Duyts-landt, oock by d’ouden geprefen wijn waft, diele noemen Tin Pacin , door welcher gebruych Livia Augufta feydt twee-en-tachtigh jaren geleeft te hebben. De ftadt van Trieße, voor defen genoemt Tef-^eßum , heeft veel teeckenen van haer oudheyt, het oude Trieße heeft wel éertijdts gelegen op den berg genoemt in’t Hooghduyts daer Italien. |
RIA. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;!!ƒ nu tertijdt’t kafteel is, commanderende over de ftadt, die fichftreckt tot aen de zee. Men heeftfe genoemt met een ouder naem Montwo^ lion ; hare haven is feer goet, en ’t kafteel fterek, doch dicht onder ’t geberghte, van waer ’t lieh— telijck befchoten kan worden. De ftadt van Pe^ dena, gelegen acht mijlen van Colliack, is kleyn, doch leer oud,foo dat men gelooft,dat ly de eer-fte is geweeft , die daer ontrent een Biftchop gehad heeft. Co/liac leydt dicht aen ’t Lac, heeft fijn naem van den oorlprong des riviers Arfa. Lupogla^o leyt vijf mijlen van Pinguente en Pißro, is een contreye, in ’t midden van Iftria, leer ge-eftimeert, als gevende alle jaers aendeAertz-hertogen 17000 fiorinen. Dit landt heeft in ’moorden de geberghten van Karßj genoemt by de Italianen Carfo, welche lcheyden Italien van Carniole, genoemt van de Italianen Cragna. Karft, gelegen in ’t oude la-pidia, begint by S. Ian de Duino dicht aen dé riviere Timave, vergroot fich doorgaens in een grooten en breeden bergh vol van fteenrotlen , genoemt by de Italianen Lavena, ftreckende tot àen den bergh Caldera, anderfins genoemt by de Croaten Vercha en by de luyden van ’t landt Monte Maggiore, die breyd fich uyt tot aen de Golf de Quarner, hebbende boven op vele lchoone fonteynen, bequaem voor de meulens, mede ettelijcke groote hooge boomen , en een me-nighte van kruyden. Eenige maken onderfcheyt tuftchen de fcheydinge van de geberghten Karft, leggende twee groote bergen te wefen , dicht by de Alpes, d’eene tuftchen ’t noorden en noord-öoften , génaemt Monte Caldera , op de Golf van Triefte , d’ander tulTchen ’t noord-weften en ’t weften, genoemt Monte Maggiore, ftreckende tot aen de Golfvan Quarner. De rivieren van dit landt zijn Tima!ygt;o, de Bor- Riviere», mion^ ofte Rißino, de Dragogna, ^ieto, /’ArÇa, en de Lerne. Tima'vo wierde genoemt van de Ouden Tb vna'yus, en hedensdaeghs van de Italianen Timayxj^ Niger leydt dat lÿandérfiils Lariecha genoemt wort ; fy is de bepalinge van Friul, en een begin-lêl van Iftria, dichte by S.Ian de Duino -, ’tis een kleyne rivier , daer de Ouden geen gewagh van en maken, loopt dicht voorby ’t kafteel Caciti van Carniole,en, komende onder de aerde deur, berft t’lèfiens uyt een hol, aen de voet van den bergh Sintlan deDuino, in negen verlcheyde plaetlen, makende alloo een rivier die men bevaren kan. De Formion, tegenwoordigh genoemt Rifano, voor defen, volgens Plinius, het eyndc van Italien, heeft fijn beginfel een weynigh boven het dorp Lonche, en loopende een mijl van Cap de Iftria, eyndight fich daer nae in de zee. De Tira^ gogne is veel eer een wild water als rivier, en wort alfoo genoemt, om datlè veelmaels flimmer en quader is als een draeck, begint in de jurisdiótie van Iftria, en eyndight in de wateren van Piran. , van de Ouden Ißre genoemt, enNau-^ port, en van anderen Lahato, alhoewellè niet en is de rechte rivier van iNauport,do.er de Ouden men-tié van maken,dewelche is de Lajbach,Labato,o(tc Lubiana in Carniole, heeft fijn beginfel in de gebergten boven Pinguente,en eyndight in de zee. Z z |
A.
^jlanden.
Luchtt
Wateren.
^'iucktent
FAffij eertijdts genoemt Arfia-, het eyndvan Italien,komt uyt’et lacvanCofliaco,en vermengt fich met de zee een weynigh boven Albone ; Lerne een kanael oft rivier, beginnende in de geberghten tuflehen Quieto en 1’Arfa, eyndight in de zee, twee mijlen van Orïèr door-een breete van twee mijlen, en een langte van acht mijlen, zijnde fèer diep en fout tot aen Hoßeria toe.
Langs Iftria zijn de Bayen oft Golfen van Triefte,van Lai'gon,en Quarnero.De Golf van Triefte heeft zijn naem van een van de voornaemfte fteden daer omtrent, leggende als recht tegen haer over in ’t noorden , en in ’t weften van dit lialf-eylandt. Dié van Largon is dicht en recht tegens over Piran j en de Golf van Quarnero , genoemt by Plinius Sinus Vlanaticus, en by Mela, Polaticus, begint aen de Ipitfo van Compare, en eyndight in de mondt van d’Arfe, zijnde feftigh mijlen lang en breedt, te rekenen van de eylan-denvanNia enSanfego dertigh oftveertigh mijlen. Daer zijn veel eylanden rontom Iftria, de welcke zijn als gehecht ofte vereenight met de folve Provincie, makende t’/amen een lichaem, ’twelck behoort onder’t gebiedt vandeVene-tianen. Behalven verfoheyde rotfon en eylande-kens,nict waerdigh zijnde om befohreven te werden, foo liet men langs d’oever, dicht by Orfera, de kleyne eylandekens van Converfora, Figa-rola : en mede by Rovigno , gelegen op een ey-landt, het eylandeken van S. Catharina,S. André en S. lan in Pelago , met twee andere, genoemt Selleor ; mede recht tegens over Pole, doch drie mijlen van daer, het eylant Breoni,lang vijf mijlen, en vier breet. Met noch twee kleyne eylandekens van S. leronymus, gelegen tuftchen de Ipitfon van de haven van Pole, en het eylandt van Breon, hebbende een kloofter en een kerek, toe-geeygent aen de folve S. leronymo : noch foo liet men in de haven van Pole de eylanden van S. leronymus, S. Petrus en S. Andrea, delle Fraîche, S» Catharina, en S. Florian ; en vier mijlen van Pole het eylandt S.Maria gratiofapiet verre van daer noch vier andere, genoemt Promotore , en twee in de Golf van Querney, genoemt Merlette.
De lucht van defo Provincie is niet foer gefont in verfoheyde plaetfon, infonderheyt langs de zeekuft van Humago tot aen Pole,en is oorfoeck, dat vele plaetfon weynigh zijn bewoont ; als mede de quade winden uyt de zee, diefo noemen Oftro, Sirocco , en Garbino, dat is te foggen, zuyd, zuydweft, enzuydooft, geven ofte ver-oorfaken een groote ontreyninge,felfsheel diep in ’t landt.
Daer zijn veel goede wateren in verfoheyde plaetfon, onder andere dicht by Sdregne is ’er een dat altijdt koockt en fiedent heet is, participerende veel van’t folfer, geneeft, tot verwondering toe, allerhande lchurftheyt en dierge-lijcke fieckten ; de inwoonders van dit landt maken oock veel fout van ’t zee-water.
Het lant van defo Provincie is redelijk vrucht-baer, geeft menighte van goede wijn , infonderheyt wijn mufoaet, veel oly van olyven , feer goede meloenen, en verfoheyde andere vruchten meer, die men brengt naer Venetien en an
dere plaetfon : mede waft’er goet koorn , maer niet in foilcken menighte als wijn-en boomvruchten.
Dit landt geeft oock goede marmerfteen by Steen. Rovigno,en daer omtrent,feer geacht in Italien, en aldaer genoemt Pietra Iftriennejvan gelijeken doet het eylandt Breoni, die wel foo fchoon is, doch niet foo hart als die van Rovigno.
Heeft mede overvloet van hout en boomen, Hout.'ta bequaem tot bouwinge van fohepen. Het voed en brengt voort menighte van wilde verekens , en andere heeften; alfoo’t vol is vanfohoone wey-landen, dienende tot voedtfol van veler-leye foorten van heeften. De zee geeft mede menighte van vifoh, van gelijeken de Golfen en rivieren , voornamentlijck de rivier van Rilan brengt menighte van goede truyten voort.
Sommige befohrijven d’inwoonders te zijn van een fwack en ongefont lichaem , en van kleyne couragie. Doch , wat het laetfte aengaet, vele Genegent-brave mannen, door haer goede dienften, die ff aen de Republijck en Princen gedaen hebben, gelijck als Manfol vanyder op fijnplaetfe ver-haelt, getuygen het tegendeel. Wat belangt de geleertheydt, daer zijn mede geleerde luyden, groot van begrijp en wetenfehap , gelijck men lien kan by de regifteren , gemaeckt in yder plaets, die ’t folve getuygen ; ly zijn mede foer beleeft en vriendelijek. Die van Iftria Ipreken geerne Sclavoens en Italiaens, als hebbende ken-nifte van bey die talen, infonderheyt die daer langs de zee-plaetfon woonen; doch gebruyc-ken meeft het Italiaens.
Daer gefohiet tot Muggia op den Vaftenavont Den^oe-een dans, die ly noemen, Le balde la quot;perdure, op defo manier. De mannen en vrouwen hebben
groene kranflen op haer hooft, een vergulden boogh in haer handen, gemaeckt van tacken en oranje-appelen ; makende een troep oftefohaer, een yder in ’t befonder, te weten, eerft de mannen, en daer na de vrouwen; dat gefohiet zijnde, beginnen defo twee fcharen fich onder de bosen te vermengen, in voegen dat yder man fich bevindt tuftenen twee vrouwen, hebbendein elcke handt een boogh ; van gelijeken doen daer na de vrouwen, foodat een vrouwhaer mede voeght tuftchen twee mannen, hebbende oock in elcke handt een boogh ; hier na fiet men haer met de boogen onder den anderen foo geftrickt en vermengt, dat het als onmogelijck fohijnt, datfo wederom fonder disordre van den anderen fou-den können geraken ofte gefoheyden werden : maer ff dan, te famen alfoo vermengt, haer dans vervolgende onder de bogen, weten haer foo aerdigh te ontbinden , datfo fich bevinden in twee troepen, een yderin’t befonder, als van tevoren. Daergefohiet fomtijdtseen gelijeke dans in Daufiné, in de maent van May, voorna-melijck in de plaets Moras, met halve kranfon van rofon-bladeren, en andere çierlijcke vlech-tingevan groenigheyt. Doch alfoo’er tegen-woordigh weynigh zijn^die defo manière bekent is, en door de oorlognfo beroerten , en meer andere oorfoken, is defon dans en blijdfehap te niet gekomen, diefoden bogen-dansgenoemthebben.
De
Sterckle, I S T De Republijck van Venetien treckt van dit îant alle jaren aen tol van verïcheydekoopman-Ichappen vier-en-twintigh duyfent ducaten, te weten,van’t vee,van boom-oly, wijn,hout,fteen, viich, olyven, vruchten, en meer andere dingenj behalven datfè noch y der jaer aen de Republijck geeft hondert en vijftigh duylènt ftares, ofte maten fout. Men houdt dat de inwoonders van dit landt ordinaris arm zijn, wegen de nabuurfohap van Venetien, die, mits haergroote menighte van inwoonders,de vruchten van alle de omleggende plaetfon daer omtrent van nooden heeftft welck niet en gefohiet fonder een groot profijt van de hoofden oft overften van den felven handel. Men brengt van defoplaets tot Venetien menighte van kaes , gefouten verckens-vleefoh, wijn,oly,talck,en kaerfen, ofle-huyden, gefouten vifch, lammeren en geyten,en vruchten in groo-te overvloet; oock mede, doch voornamentlijck van Triefte, veelyfer, gewerckt op verfcheyde manieren. Men maeckt ftaet dat geheel Iftria,forterende onder de Venetianen, niet meer foude hebben als 64000 zielen, onder de welcke men rekent jooo foldaten te wefon. Dat dit landt foo wey-nigh bewoont wordt, is oorfaeck van haer on-fterckte j en niet tegenftaende, dat de Venetianen de gene, die de ongefontfte plaetfon willen bewoonen, als daer is onder andere Pole, begiftigen met groote vryigheden, blijft het nochtans qualijck bevolckt.Wat belangt Cap d’lftria, heeft met haer omleggende landt loooo zielen. Maer’tgene haer daer-en-tegens verfterckt, is’t inkomen van haer plaetfon ,• en niet tegenftaende , dat’t folfde door verfcheyden wegen kan gefohieden, foo is nochtans de paflagie fbo naeuw en onbequaem, infonderhey t aen de zijde van de vreemdelingen, datfulcks niet en foude können gefohieden te landt met een leger, ’t en zy door verfoheyde nieuwe wegen,diefe dan fou-den moeten maken : foo datfo niet anders als te water voor de vyant te vreefcn hebben, en aen de zijde van Friul. |
RIA. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;117 ' Het grootfte deel van defo Provincie behoort aen de Venetianen , en het refterende aen het huys van Ooftenrijck. Is voor defon een Marck-graeffohap geweeft, ’t welck gegeven wierde van den Keyfor Henricus aen Gothopoldus, met het Hertoghdom van Friulis maer deVenetianen, makende fich allengskens meefter, befitten het grootfte deel. Sy hebben tot Cap d’lftria een Podefta, ofte'Capiteyn met twee Raedtsheeren, hebbende volkomen macht van te oordeelen » foo wel in criminele alsburgerlijckefaken, reformerende de fontentien, gegeven by de Rechters van Iftria, en de eylanden van Cherfo, en Oftero. Sy hebben mede tot Muggia, Piran, Umago , Cita Nuova , Grifignana, Dignan, Valle, Parenzo, Rovigno, Möntone, Buye,Por-tole, S. Laurens, en Albone, Podeftas ofte Overften, een Capiteyn tot Rafpo,cen Graef tot Pole, en geheel Iftria door een Proveditor; en alle defo zijn Venetiaenfohe Edellieden. De Gouverneur van Pole, voerende den tytel van een Graef, doet recht met vier Edellieden van deftadt, hebbende den tytel vanRaedts-heeren,en gekoren door den Raedt van de ftadt. Doch vier foorten van criminele faken blyven gereforveert voor den Graef alleen ; te weten, vrouwen-fchending, brantftichting,doodtflagh, plunderinge ofte roovinge. Tot Valle zijn twee Rechters, oordeelende, neffens de Podefta, van alle burgerlijcke faken, te weten, door plurali-teyt van ftemmen. Wat belangt Dui Caftelli, de Podefta en de Capiteyn van Gap d'Iflria fondt ’er alle jaren een Edelman uyt den Raedt van de ftadt, met tytel van Podefta, om te oordeelen foo wel de criminele als burgerlijcke faken, met een gelijcke macht als de andere Heeren van Iftria. De jurisdidie van S. Vincent heeft geen appel, als mede die van Barbana, foo wel in’t civil, als in ’t crimineel. Wat belangt de ftadt van Triefte, alhoewelfo den Aertzhertogh van Ooftenrijck voor haer Heer erkent, foo heeftfe nochtans de regeeringe haerfolven. |
Het
-ocr page 155- -ocr page 156-Het Prinsfchap
Et Prinsdom Trento paelt in ’t ooften aen het gebiedt van Bellu-no, Feltre, en Vicenla; in ’t zuyden aen ’t Her-toghdom Verona ; in ’tnoorden aen Tyrol, en een deel van Duyts-landt j en in ’t weften aen ’t gebiedt van Bre-Die in ’t noorden woonen noemen ’t de poorte van Italien. Saleto, en Perfio, die ontrent de ftadt in den Athefis loopt,nu Adige genoemt/oft van de drie fpitlèn, die als drie tanden hoogh over de ftadt hangen. Ceie^enhtyt Sy leght tuftchen hooge bergen, op de uy ter-fte grenfen van Italien naer Duytslandt,en wordt in ’t weften met de Adigc, en in ’t ooften met de drie voorgenoemde rivieren belpoelt. De ftadt is kleyn, maer rijck en vermaert, met fteenen rauuren be walt. Daer zijn breede ftraten , en heerlijeke huyfèn, foo datlègeen oude, maer een nieuwe ftadt gelijekt. Sy heeft oock fthoone kereken, en een treffelijck flot, daer Keyfers en Köningen met eeren mogen woonen, welck van ‘ Nauni, oft Anania, di Soier,Lagorina, ludicaria, Bernardinus Clefius, Bftfehop van Trenten, vermeerdert en verheerlijekt is. In ’t ooften vloeyt een rivierken door de wallen, waer op veel koo-ren-molens ftaen , en huyfen daer men zijde maeckt, uyt welck vele waterkens geleyt worden door ’t midden van de ftadt, tot gemeen gerief der burgeren. Over de Athefis oft Adige, • aen S. Laurens-poort,leght een fchoone houten brush, hondert veertigh treden lang. De ber-gen'rontom zijn klippigh , altijdt met fiieeuw bedeckt, fteyl, en lbo hoogh, dat de Ipitfen den hemel Ichijnen te raken. Daer zijn twee uytgan-gen, waer van de eene naer’moorden ftreckt,de ------------ ------------------, ------------- andere naer Verona,en een kleyne vlackte, doch kenbeleyt, en boven geweift. De derde heeft een vloer van marmer, daer een comptoir oft ftudeer-kamerken by is, daer eenige hey lige hi-ftorien in gefchildert zijn. De vierde heeft eenen vloer van plancken, daer de conterfeytfelen van’ Keyler Ferdinandus en fijn gemalinne gefien worden, en van hare kinderen, des Bilfchops van Trenten, en Pauli Morionis. De vijfde heeft eenén vloer van gebacken fteenen. De vloer van dé lefte kamer is van hout j hier fiet men een fclióon forneys, en Ipiegel. De levende is groo-ter als de andere, en met verfcheyden fchilde- Het heeft delen naem van de ftadt Tridentum, die lbo genoemt is na TridenSj dat is, een gaffel met drie tanden : daerom noemt Plinius de inwoonders Tridentini ; de Italianen noemen het Trento. Sommige meenen, dat het foo geheeten is van Neptunus gaffel, die daer eertijdts geviert wierde 3 oft van de drie rivieren Ferfina, luftigh met boomen en wijngaerden beplant, die de Adige omçingelt. De inwoonders Ipreecken Duytlch en Italiaens. Hier vluchten deDuyt-Ichen en Italianen als haer eenigh ongeluk overkomt. Daer waft luttel korens, maer veel wijns, roode en witte, die lieflijek is. In de fómer is ’er de lucht gematight , maer in de hondts-dagen uytnemende heet. Inde winter kan men hier qualijck woonen van wegen de groote koude des fneeus en ys. Sy gebruycken onen en koeyen in plaetfe van muylen,paerden, én éfels. De fteyle wegen van de bérgen zijn foo béquaem ge-ïtalien. |
maeckt, dat men daer met wagens lichtclijck en rafch op kanloopen. De inwoonders zijnge-dienftigh en beleeft tegen de uytlanders, en lich-telijck te bevredigen als fy gram zijn. Behalven degemeene, lieamp;en ïy oock haer landts-rech-ten, welcke den BiflTchop, als Prince van ’t landt, beveflight. Daer zijn vier poorten, te weten van S. Martin, S. Laurens, ’t heyligh Kruys, en de Aquiliaenfche : oock vier Parochi-kercken, van S. Vigilius, S.Pieter, S. Maria Major, en van S. Maria Magdalena. Binnen de ftadt zijn twee klooftcrs, een van mannen van S. Auguftinus orden , S.Marcus kloofler genaemt, na de patroon van de kercke : en een van vrouwen, geheeten ’t kloofter van de H.Drievuldigheyt. In de voor-ftadt zijnder vijf, te weten, van de Kruysbroe-ders, Dominicanen oft Predick-heeren , ’t kloofter van S. Bernardinus geheeten, van de Clarif. fen, en ’t kloofter van S. Michiel genoemt. Den H. Hermagoras heeft hier ’t Chriften geloové geplant, en daer lovinus tot eerften BifTchop geftelt,na welcken vele andere geweeft zijn : onder welcke de voornaemfte geweeft is de H. Vigilius m^rtelaer , door fijn lijden leer Vermaert, in wiens gedachtenilfe de hooft-kerck gewijdt is , en jaerlijcks een feeftdagh gehouden wordt den 16 lunii. En hoewel de goederen van dele kercke door de veranderinge des tijdts grootc-lijcks vermindert zijn, nochtans behoudtfe de heerfchappye der ftadt, en de vooghdye van ’c gebiedt der felvc, en van de Reden Ripa, Tra-meni, Pertini, en Levigi : oock van de dalen Randena, Flemara, en meer andere , in welcke veel parochiën zijn vol volcks,en adelijke floten. De vaffalen van defe kercke zijn noch hedens-daeghs de Graef van Tyrol, de Hertogh van Mantua, de Graven van Archi, Lodroni, Lich-tenftcin, en de Baronnen Madrufli, amp;c. Francifcus Schottusfchrijft in fijnReysboeck, jjet Jlet. dat ’er op ’t flot van Trenten verfcheyden kame-ren zijn ; in welcker eerfte , boven ofte in ’t op-perfte deel, een marmoren tafel is van een fluck, boven de ichoorfteen, daer ’t geflacht van Key-ier Maximiliaen op ftaet, en dé wapenen van fijn voor-ouders. De tweede is rondt, met planc- ryen verçiert,daer men oock fiet het flot Miran-A a a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dula |
120 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T R Ê
cluh konftigh van hout gemaeckt. In de achthe hamer zijn ichilderyen van jachten en danfen. In het nederfte deel is voor eerft een kapel om MilTe te doen. De tiende is een Ichoone eet-fael. In de elfde kamer is een tafel vanCypreflen hout van marckettery-werck gemaeckt, en conter-fey tfèlen van eenige oude Keylèrs, met lommige van geleerde mannen, te weten, van Apollodo-rus, Grammatica 3 Gorgias , Rhetorica ,• Chry-fippus, Dialedica jBeroïùs en Atlas, Aftrologia j Amphion, Mufica. In de twaelfde zijn conter-feydèlenvan KeyfèrKarei, Koning Ferdinan-dus, Cardinael Clefius. In de dertiende, een for-neys van kachel-fteen, daer een man, vrouwe , knechtken en meysken op ftaet, uy t welck warm water kan loopen. In de veertiende kamer worden de tapitferyen en çieraden bewaert, daer de andere mede verçiert worden. Het vijftiende en laetfte, dat men hier met verwonderinge fiet, is een hof met een fonteyn,in welcke fteden,men-Ichen, dieren, en andere dingen nae ’t leven gemaeckt zijn, die van ’t water beweeght worden. Op ’t becken daer ’t water in valt, ftaet een metalen Apollo, Daphne vervolgende, en Aóteon in een hert verandert, en van beyde zijden leeuwen , foo gemaeckt, datfè uyt de fonteyn fchij-nen te drineken.
£erßebegin Defe ftadt is eerft van de Thufeen gefticht, j Pqq Trogus getuyght, van de Franfche Ce-nomannen, die in dat quartier van Vrànckrijck Onder nbsp;nbsp;woonden dat men nu Pays de Maine noemt. Sy is
ge^ langen tijdt geweeft onder ’t gebiedt van de Romey nen, daer na hebbenïè de Gothen vele jaren
N T O.
befeten, naderhandt de Longobarden, en nat defe de Keyfers. Ten laetften , in ’t jaer 1377, heeft KeylèrWenceflaus defelve aen den Paus van Romen gegeven, en van die tijdt hebben haerBiflehoppen tot noch toe daer oock de we-reltlijcke jurisdidie gehad. Sy is vermaert door Concilie ’t generael Concilium ofte Synode aldàer veel jaren gehouden, welck te Mantua onder Paus Paulo de III, den 13 Decembris 1545:, begon, daer acht Sellïen gehouden zijn, en onder de felve tot Bononien twee : onder lulio den III hier te Trenten fes ; en negen onder Pio de IV, waer van de laetfte was den 3 en 4 Decemb. in ’t jaer ï 03. Dit Synode is onderteeckent van vier Paufèlijcke Legaten en PreGdenten,twee Cardi-nalen, drie Patriarchen , 2 y Aertzbiftchoppen, 168 Biftchoppen,leven Abten, 39 die volle com-milïie hadden van andere die niet konden komen , feven Generalen van de voornaemfte Ordenen. In dit Synode zijn geweeft over de 140 Theologanten, de Gefanten van Keylêr Ferdi-nandus, van de Köningen van Vranekrijk,Spanjen , Portugal, Hungaren, Bemen, Polen, van Venetien, van de feven Switferfche Cantons,van de Hertogen van Bey eren, Savoyen, Florencen, en van andere Geeftelijcke Princen.
De Cardinalen Hugo Candidus, en Bernardus Clefius, hier boven verhaelt, hebben dele ftadt verheerlijckt. In ’t jaer 1385- hebben de Joden hier een Chriften kindt twee jaren oudt, Simon genaemt, een leertouwers loon, in Hucken geicheurt.
porta tiagafore Tdïal^hiejah uceuuiti Çt CattSd^idi oSfa.
» te firrutfutre JiS
filllwù Etti - Ctifdintili ptr rtrdittt S’^cortf^o roTóidi
Monde^gt;1» Saatila âl!' Altar ■mapßior^lieT^^ ObëSïenëa dat
jUttSa'tf''^ait‘U CetmöiiiefujjoTiHficalni.^pott-a^^l^ /cmtia doiie dicJe la Sa-nfe BerKailtioni
'Rn/folo-nti
Ch-riK Biandnc heiuaJi Jo^Uonamp;
cpnâuriï quot;tn a^ni Caitakâia
p ureuiAtifri ï)c p;ifco
cfleeiH-hfo fce.ttio « rondere obtat.enia ttJf y jie jt/enta à jfnMlo-
TTtaiOtJ
di CantetYt
ütttt Tymci.
',rfor^ lonieiro
Conseruaiamp;rr.
S^^ietro ' m^aticano ,
Jëm nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;EmCan
Cardinali dries ni
Lecrn^ Cardinali \fescoui
C an,^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gj^f cli'ca dCSS*/
S.eadiiitTi d.i SA
’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i^ATERANO
I2X
van de
E Staet ygt;andeKerek heeft in’t noorden de Vene-tiaenlche landen en de Golfvan Venetien ,• in ’t weften de landen van de Hertogen van Mo-dene, van Mirandole, en van Mantoua j in ’t zuyden de Staet van den grooten Hertogh, én deTyrrheenlche, oftToIcaeniche zee j en in ’tooften het landt van Abruzzo met het landt van Lavoro, aen de zijde van Campagne de Rome , ofte Latium, een gedeelte van ’t Ko-ningrijck Napels. Ltn^e. Het heeft,fonder te begrijpen het Graef/chap van Avignon, en het landt van Benevento in ’t Koningrijck van Napels, neffens d’andere by-leggende landen, meer als drie hondert mijlen in de langte, ofthondert vanonfemijlen ; en omtrent hondert mijlen, ofte drie-en-dertigh van de onfe in de breette. Defè Staet omhelft in Italien een gedeelte van Tofcane , met het landt genoemt Patrimonio van S. Pieter, het landt vanPerugien, en het meefte deel van Latium, Umbria, ofte het Her-toghdom van Spoleto,en Sabina het Marquifat van Ancone , het Hertoghdom van Urbin , Ro-magne, met de Ferraroifche en Bolognoifche landenj de ftadt neffens het landt van Benevent, gelegen in ’t Prinsdom van de provincie van het Koningrijck van Napels, de Biffchoplijcke ftadt van Ceneda, gelegen in Trevifan, en de landen van Montferrat en Piemont, mede de plaetfen van S.Benigno, Cortegio,S.Georgio, Corveglia, Montafia,Primcro, Cortanfio, S.Stefano,Mont-alto, Roccapaglia, en eenige andere meer ,• en behalven defè plaetfen fb befit de Paus in Vrank-rijck het Graeffchap van Veniffe ofte Avignon. Mj’w», De voornaemfte meiren zijn Peruge, Bolfèna, Bracciano, Vio, Piediluco, Suiago,en Fogliano, neftèns noch eenige andere die kleynder zijn, als het meir van S. Praffedo, Baffanello, Monterofè, Riviere». Baccano, Caftel Candolfo, en Neme. Ende voornaemfte rivieren zijn de Po en den Tiber , waer van d’eene door Ferrarien, en de ander door Romen loopt. RffteÄanig- Defen Staet heeft bykans allenthalven een quade, en ongefonde lucht, eensdeels van wegen iKchts. j r j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 de bcdurven moeras achtige wateren, en anderdeels wegen de vapeuren en exhâlatien van de landen, uyt de welcke men felfs fiet voortkomen eenigh vliegend ofte loopend vuur,infonderheyt op den wegh van Lorette, welck het landt ver-drooght, en te kennen geeft de grovigheydt en dickigheydt des luchts. Alle de landen die fich italien. |
ftrecken langs de zee neffens de contreye yati Cornetto en Campagne de Rome, hebben defè incommoditey t, ^ruytende fôo uyt de boffcha-' gien, van de welcke het landt vol is langs de ge-eéle zee-kuft, als uyt de moeraffèn, genoemt mareftsPantins, alwaer men eertijdts gehen heeft vier-en-twintigh dorpen, nae dat Cornelis Ce-thege de fèlfde droogh gemaeckt had. Theodo-ric Koning der Gothen, heeft naderhandt van gelijcken gedaen ; als mede de Paus Sixtus de Vijfde onderftond het fèlfde noch op’t eynde fijns levensfoo dat, om een goede lucht te maken , men foude moeten doenopdroogen alle de moeraffen, de kanalen der rivieren fuy veren , ’t geboomte afhouwen, de landen béploegen, en logementen voor de boeren en arbeyders maken , om defelve te logeeren, alfoofe door ge-breck van wooninge, wegen de quade lucht, de hitte des fons, en de aerde daerfe op ftapen, als mede de koude des nachts , nootfakelijcken moeten vervallen in fieckten en ongefbntheden. De Ferrarefèn hebben de fèlfde remedie van noode, wegen’t overloopen van de rivier Po, de welcke door haer vloeden veroorfaeckt vele ftinckende en moerafch-achtige wateren j van gelijcken de landen van Ravenne,Bagnacavallo, Lugo , en Bologne worden mede overloopen door de rivier Padufè, en grootelijcks geincom-modeert ; foo dat die van Ferrare infonderheyt gehouden zijn in den Hertogh Hercules, dat hy la Samaritine heeft doen opdroogen ; in Hippolyte Piatefe,die Ravede droogh gemaeckt heeft; en in Lamberti, die van gelijcken gedaen heeft met Poggio. Aengaende de loopende wateren, aen de welc- jr^eretf^ ke de bouwinge en vruchtbaerheyt des landts grootelijcks gelegen is en beftaet, niet tegen-ftaende defen Staet geen rivieren en meiren ontbreken , foo is het nochtans kennelijck, dat men de landen van Romen grootelijcks foude können verbeteren, indien men de rivier vanTeve-rondoor de ftadt dedeloopen; want behalven ’t goet datfè aen ’t lant en de tuynen foude doen, en’t profijt datfè foude veroorfaken aen de burgers , mits alle eetbare waeren bequamelijcker fouden können gebracht en toegevoert worden, foo foufè daer-en-boven de lucht fuyveren en gefont maken , eensdeels wegen devarfhgheyt die ’t loopende water veroorfaeckt, en anderdeels , wegen ’t veranderen des luchts , ^ruy-tende door het loopen der felve ; oock foude het overloopen des Tybers foo veel fchadeaen die van Romen niet können veroorfaken, alfoo haer het water van de Teveron, foo ordinaris , als extraordinaris, foude komen te ontbreken, door het welcke fy doorgaens eenige voeten B b b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hooger |
45
COlsr LM TO5CAXA
R^nattff
Sudano
uJbi MO
^3
3°
2) OM J
^aii
ftdterunto
'l^u^iidat ff
Mo igt;:e j^a.
C. fi\utagt; ^l'i/tiinberte-
'V^nuffltu
•AOtffvaiu
SpeJaletto
SffaiiJffloiie
fffi'tiuelit -i
^ir^na.
'üüao
Cri^uio
.MffJicûtA-
■^2.
^tntur^e ’
J/
F^eof*‘
'y’ÿ'^
Q CafkUiihi
......^Tffl,
CfMinth
Cet
lnuirgt;lgt;
7Î’A''’«’A
CJiiaieia:
Spcdffleäa
Sarteaiio
V^Otm e
K^lJ«
.TCI-.I140I,
V »Htataoiiff
Cff,^
Spoleto
vamp;baba.
^CattM^
jiioxe
di'Riattttatt
.miofv.
rrt» JiS.^hnJio
S, Gen^ô'^ -S,^4n{tfflt
t^Mnw
Vitffria
Gtv»iMamp;biSji
C_,3Caaniff P^^tfflj
Capijtfdto
Ctttdt
Parti:
T) v,
ft iSiahmt V Simi  .
Cit'ttffHff. '•^3
42
RR GX O
Ctat^'idî
D I
ISTAT OXI
*3LUUariib
Ill s T A E T VAN hooger vloeyt. Het water van den Tiber, zijnde gcfeten ofte gefó ncken, is feer gefbnt, gelijck de Seine van Parijs : aengaende dat eenige meenen, dat dit water van de Tiber, fbo wanneer de Te-Veron daer niet meer inliep, veel van fijn deught (oude komen te verliefen , mits de fblferachtige wateren, komende van ’t landt van Tivoli, liaer alsdan fouden ontbreken, is onfèker en fonder gront, alfbo de wateren van Tivoli, geleyt door de rivier Teveron, niet nootfakelijck zijn om ’t water van den Tiber te verbeteren , vermits haer eygen ftroomen daer toe bequaem genoeg zijn , oock mede de Nere, behalven haer eygen wateren, waer van ’tkoleur te kennen geeft, hoe fèer fy gefolfert zijn j brengt daer by noch vele andere wateren van verlcheyde deught en ey-genfchap, voortkomende uyt verfcheyde plaet-fen boven Narny. In dit landt vindt men aller-Tatii». hande foorten van warme’ baden, te weten , tot Tivoli, Lamentana , en Stigliano, Viccarello, Anticola, Viterbe, Portetta, en Scarpette. LMderje», De bergen Apennini ftrecken fich dwars door dit landt, het welck maer op eenige plaetfen vruchtbaer is, en bykans in ’t midden doorgaens lchrael en onvruchtbaer. Doch de refterende landen zijn meeftendeel vet en vruchtbaer, gelijck Ombria , zijnde fèer fchoon en wel bewoont , en Campagne de Rome, alhoewel onbe-woont, wegen de quade lucht, doch vruchtbaer , en befprengt met menighte van wateren ,• oock zijnder verfcheyden rouwe en fteenachtige plaetfen , dewelcke, niet tegenftaende haer rou-wigheyt,niet ledigh nochte onnut zijn,- maer bequaem tot gras en hout voort te brengen. De reft defès Staets is verdeelt in fchoone en aenge-name valleyen, en vruchtbare heuvelen , ofte berghskens. Het geheele landt van Ferrarien is vol groote en wijde velden, als van gelijcken het landt van Bologne , Forli, Ravenne, en Roma-gne. Tacitus fèydt, dat de landen van Rieti, en Terni de vruchtbaerfte van geheel Italien zijn , ’t welck Plinius oock toeftaet, feggende : dat de velden van Terni, dewelcke door de rivieren be-vochtight zijn, viermael’sjaers gemaeyt werden , en de andere driemael j oock foo geeft de groote en dickte van rapen, kool en druy ven de deught des landts genoeghfaem te kennen. Het fèlfde Wort mede te vollen hier door beveftight, te weten , fbo wanneer men het gras op de velden van Terni daeghs afmaeyt^ fiet men het wederom ’s anderen daeghs fbo gegroeyt en gewaf-fèn, dat het door fijn langte de fèynen , die op de aerde neder leggen, is bedeckende. De velden van Spello tot Spoleto, achtien mijlen lang, en vier mijlen breedt, zijn niet minder vruchtbaer, foo in graenals vruchten j van gelijcken die gene, die fich ftrecken van Perufè tot Todi, en die van Viterbe tot Romen. Het deel van de Bolognoifè landen, dat fich grenft met de bergen Apennini, neftens het geheele Romagne, is onderfcheyden in heuvelen, valeyen envlack-ten. De Marck en andere geweften des Staets zijnfbodanigh, datfèzijnuytmuntende, foo in fchoonheyt als vruchtbaerheyt s doch het aller-fchoonfteen aengenaemfte van allen, is het lant van Rimini, Fano, Afcoli, (infbnderhcy t daer ’t |
DE KERGKE. fich ftreckt van de mondt des rivjers Tron, tot die van Afbno) en het landt van Fermo, Perufè, en Cornetto. Dit landt is doorgaens volkoom, in voegen yw«, dat de Marck van Ancone alleenlijck aen die van en Venetien verfcheyde macl uytgelevert heeft wel duyfènt ftares tarwe j en ’t Patrimonie heeft van gelijcken verfcheydereyfen die van Genua, Napels , en andere verder gelegene plaetfèn in haer nootgefècoureertenbygeftaen. Men vint mede fèer goede wijnen, foo in Romagne, als in Om-brie, ’t Patrimonie, en Campagne de Rome ; de befte zijn die van Cefene, Faenze, Rimini, Or-vieto, Todi, Montefiascone, en Albano , waer van de laetfte het allermeefte tot Romen werdt geprefèn, gelijckfè oock in der daedt fèer deli-caet en aengenaem van fmaeck is ; als van gclijc-ken de druyven van Amelie , welcke fy noemen VTpapaJfèrina, en die van S. Gemini en Narfli zijn feer geprefen. Doch ick vinde de wijnen, -die men drinckt op de groote wegh van Romen naer Lorette, geduurende omtrent vier dagen rey-fens, fèer quaet en onaengenaem van fmaeck te zijn, wegenhaeral tegrootefbetigheyt, mits fy den fèlfden koken om te bewaren, ’t welck defe fbetigheyt veroorfaeckt j fbo dat het raeefte deel van den reyfendenman haer groene wijn , diefè Brufco noemen, prefereren voor de witte, als zijnde fèer dick en fwaermoedigh, dat de fmaeck fbo platfbet en aengenaem is makende, dat fbmmige veel liever fchoon water , als defèn wijn fbuden drincken. Men vindt’er mede vele fchoone vruchten, van allerhande flagh, feer groot en aengenaem van fmaeck, infbnderheyt groote menighte van pingelen tot Ravenne. De rapen van S. Archangelo, Norcia en Terni zijn van een extraordinaris grootte,als mede dekruy-den om te koken, en de faladen zijn dit geheele landt door feergoet. Tot Fayance vindt men menighte van fchoon vlas , als mede fèer goede hennep, fbo tot Cento , Butrio, als Pieve, en in ’t landt van Perufe : de landen van Bologne, Ca-ftel Bolognefè, en van Forli, geven goeden pa-ftel, en hebben verfcheyde boüchagien, vol van fchoone eycken-boomen,bequaem en fèer dien-ftigh tot bouwinge van huyfen, en allerhande timmeragie. Tot Sint Laurens vindt men mede fèer goet Mamt, manna; en fout-kuylen, foo tot Oftie, Cervie als Comacchio -, van gelijcken aluyn-mynen, in het landt van Tolfe, zijnde feer groot en onuytput-telijck , vorders ’t geheele landt door vindt men menighte van fchoone fteenen, onder de welcke die van Tivertine wel de meefte geacht werden, eensdeels om datmenfèlichtelïjck kan houwen en bearbeyden,en anderdeels, om datfè in ’t leggen, door de tijdt, lbo komen te verherden, dat men de fèlfde fbude oordeelen marmorfteen te wefèn, wegen haer witheyt en herdigheyt. Men fiet vele fchoone, fware, vette offen, in- Beeflen, fbnderhey t in Romagne,enCampagnc de Rome, hebbende een aengenaem vleefch van fmaeck ; van gelijcken is het fchapen, kalfs- en vercken-vleefch mede feer goet en delicaet, voornament-lijck het vercken-vleefch van’t geberghte. Oock zijnder menighte van buffels, doch nietfbo veel als |
als wel in ’t Koningi ijck Napels, als van gelijc-ken fchoone paerden in Campagne de Rome, die indeught die van Regne oft Napels nieten wijcken. Het wild gediert is ’er mede fter in overvloet, voornamentlijck in Campagne de Rome, ßo van groote wilde verckens, als allerhande andere foorten van gedierten 5 in voegen, dat men by kans in de vleefch-hallen tot Romen, ßo veel veneßen als gemeen vleeßh vindt. Aen-gaende-de vifch, hebbenß mede in overvloet, ßo rivier- als zee-vißh. fiijckäom. £gt;e Staet van de Kerck is ßo vol van koorn, en allerhande andere eetbare waren, datß nau-welijcks eenige dierte, dobr gebreck van gewas, te vreeßn heeft, vermits alle Provinciën gedeelt zijn in bergen en valeyen, ßo dat het wel een ongeluckigh jaer ßudc zijn, indien de ßlve op alleplaetßn quam te ontbreken: jaßlfszijnß ßo vol van koorn, wijn en oly, datß vele andere landen daer van beßrgen, als Toßane, de ge-heele Genueßhe kuh, Venetien en Sclavonic ßlcks wel können getuygen. In Romagne wordt ßut gemaeckt, het welck men vervoert naer andere landen. De Marek heeft ßmtijdts die van Venetien bygeßtwel hondert duylent Seftiers tarwe, en een groote menighte oly. ’t Patrimonie, en Campagne de Rome hebben Verßheyde-mael die van Genua en het Koningrijek van Napels geaflifteert met koorn. Men brengt van Bologne in andere landen ßhoone zijde lampers, en zeylen voor die van Conftantinopel, en Romanic , oock ßtijn, gefponnen en ongelponnen hennep, paftel, witte honigh, ftbrijf-papièr, ge-drooghde en ongedrooghde kaftanien, komende ßo van Bologne als de Valey van Lamon , ofte contreye van Imola. Het landt van Ravenne geeft paftel, meekrappe, menighte van honigh, vlas, hennep , erten , en meer andere aerd-vruchten; menighte van pignons, knofioock, ajuyn, en diergelijeke dingen j van Cefena komt mede veel paltel, meekrappe , wijn, koorn, en aerd-vruchten , als van gelijeken van Forli, en Rimini ; van Romen , en het landt van Romen komt wol en ßhape-vellen. Men vindt, ßo tot Romien , als op verßheyde andere plaetßn , veel rijeke Héeren, hebbende een jaerlijeks inkomen van 20,30,40,50, ja van 100000 kroonen ; doch binnen Romen is de gemeente meer arm als rijck, niet tegenftaende men van alle kanten aldaer ’t geit is toevoerende, ßo komt nochtans het gewin meeft aen de am-bachts-lieden, herbergiers, Officieren, Advocaten en Procureurs, die bynae alleen winnen ; in tegendeel van d’andere fteden , die meeft rijck en weeligh zijn, ßo van wegen de langduurige vrede, als de deught van haer landen. Stert^e, De Paus heeft een groote menighte van grof ge^hut, en m.eer andere wapenen, ßo binnen Romen als andere plaetfen van importantie. Eenige vermeenen de ßldaten deßs Staets veel beter te zijn als ßmmige andere van geheel Italien ,• en men houd voor ßker, dat alleenlijck de Marck, en Romagne ßude können uytleveren vijf en-twintigh duyßnt koppen , bequaem tot tocht en wachtj en Ombrie, Perufin, ’t Patrimonie en Campagne de Rome, mede ßo veel, jae Italien. |
ßlfs meerder ; w^ant be hal ven het regiment vaiï Corß, dat altijdt in dienft blijft, de lichte paerden cn de garde ofte lijfwacht van de Paus, ßo zijnder noch wel veertigh duyfent ingefchreven voetknechten, waer van die van Ferrare alleenlijck elf duyfent uytleveren , en drie duyßnt vijf hondert paerden , de welcke geen gagie en ont-fangen, doch genieten vele privilegiën en vryig-heden, ftaende onder Overften en Colonellen van de Generael van de Kerck,in manière dat de Paus lichtelijckßude können Flamen brengen vijftigh duyßnt voetknechten, en vijf duyfent ruyters, gewapent van ’t hooft tot de voeten,ofte lichte paerden -, ja dat ick ßlfs noch verderging, ßudc vaftelijck gelooven, niet buyten de waer-heydt te fpreken ; aengefien dat alleenlijck de Marck van Ancone voor deßn te veldt frebracht heeft vijftien duyfent koppen, gaende naer Or-viete, tot fecours van Clement de VII, waer by men lichtelijck kan oordeelen van d’andere Provinciën. Oock Bologne alleenlijck beneffens haer landen ßude meerder volcks können uytleveren , als geheel Romagne ; en het Hertogh-dom van Ferraren is mede niet minder in macht; -ick laet noch ftaen de ftadt van Romen, het hooft van alle de andere plaetßn. Aengaendc demenighteder zielendefes Staets, menßhat die ßlfde maer op een en een half millioenen , alßoder verfcheyde plaetßn gevonden worden, die fich ver zijn uytftreckende, heel onbewoont en verlaten, wegen de quade ongeßnde lucht ; in voegen, dat het landt gerekent van Porto Ercole tot Terracine, hebbende omtrent hondert vijftigh mijlen in de langte, miffehien geen acht duyfent inwoonders heeft. Aengaende haer macht ter zee, die beftaet Macht tw omtrent in twaelf galeyen, doch felden, oft daer zijnder altijdteenigedie’erontbreken, welcke veel eerder vergaen en in eenige havens bederven , als op de zee ; ßo dat op ’t meefte geen meerder als fes ofte feven te gelijck en werden gevonden, te weten, nae ’t behooren toe-geruft en gewapent. Vorders ’t geheele Romcynfche geweft, en heeft geen havens bequaem voor een Koninglijeke armade , en is groote ftormen en winden onderworpen ; als van gelijeken de MarC van Ancone en Romagne j ßo dat men de felfde niet bequamelijck nae behooren, nochßnder groot ge vaer te water ßude können fecoureren. Wegende gelegenheydtdeßsStaets, hybevindt lieh tuftchen de Adriatifche en Tyrrhene-lche zee, bevrijdt de felfde van allerhande zee-roovers, behalven dat hy mede feer bequaem is om geheel Italien in vrede te onderhouden, foo ßude de quadé lucht in dat gedeelte, daer ’t fich is ftreckende naer Toßane, byna alleenlijck fuf-fißnt genoegh zijn haer vyanden te vernielen en te ruineeren. Daer-en-boven, foo is de Mare, en Romagne vol ftrijdbaer volck, bequaem om den vyant het landen van haer volck te beletten, engelandt zijnde , om de felfde daer wederom uyt te ftaen, behalven, datß aen de eene zijde aen Sclavonic grenft , hebbende het felfde als tot een fterekte en bolwerck, als van gelijeken aen de andere zijde aen beyde de Sicilien; in voegen , dat den Turek fich noy t heeft derven ver- C c c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftou- |
124 s T A E T VAN ftouten om haer aen te vallen, niet tegenftaende het hem aen de wil niet heeft ontbroken. Defe fiaetfiu. wordt daer-en-boven noch door verfchcy-de ftercke plaetfen befchermt,waer van de voor-naemfte zijn, Orviete, Cité Caftellane, Pallian, Chafteau de Spoleto, Perulè, Ancone , de ftadt van Lorette, Forli, Bertinor, de ftadt en ’t ka-fteel van Ferrare , de voorftadt van Romen, het kafteel S Angelo, Oftia, Civita V ecchia, en Ter-racine.
frontiertn. nbsp;nbsp;Defè Staet wort te lant niet bepaelt met eenig
Prins ofte Potentaet, de welcke hy te vreefèn heeft j aengefien hy in fterckte is overtreffende dengrooten Hertogh vanTofcanen,en in macht het Koningrijck vanNapels niet behoeft te wijc-ken ; niet tegenftaende het lelfde veel grooter, Tijcker en beter is bewoont ,• lbo is’t nochtans lang en fmal, en dieshalven niet foo fterck, eensdeels wegen de groote difficultey t om haer macht by een te brengen, en anderdeels, dat het een geconquefteert, ofte overwonnen landt is ; foo dat de Prins dieshalven fich van fijn volck niet kan dienen met de felfde affeurantie, als of’t fijn eygen en ingeboorne onderdanen waren ; en is derhalven genootfaeckt te onderhouden ftercke cn machtige befèttingen, dewelcke fijn inkomen meeftendeel confiimeren : en daer-en-tegens is de Paus een natureel Heer van fijn Staet,en heeft tot de onderhoudinge, ofte bewaringe des fel-ven, (ten opficht van fijn onderdanen, ) niet van nooden een ftuyver aen onkoften. lek laet ftaen d’autoriteyt die de religie den Pausbybrengt, en de gemeenen intereft van andere Princen, be-ftaende in de confèrvatie deles Staets, wiens ondergang den haren foude mede brengen : als mede de promptitude, ofte vaerdighey t, met de welcke de Catholijeke Princen de Kercke'fou-den te hulp komen , het zy dan door begeerte van eer, ofte inlicht van Staet. Doet hier mede by, dat het Koningrijck Napels, en de Milaen-fche Staet onder een Prins ftaen, die fich niet onthoudt in Italienj en hem daer-en-boven noch moet dienen, met het conlènt, ofte toeftem-men des Paus , om fijn voornemen enconejue-ften te autoriferen.
Regeering. nbsp;nbsp;nbsp;Defen Staet erkent voor Souverain, en werelt-
lijck Prins, den Paus , wiens geeftelijeke Heer-fchappye fich foo wel is ftreckende over alle Ko-ningrijeken , en Catholijeke landen , als over yirkteftnge defen Staet. De manière van verkiefinge is ver-f/ïw. /^heyde mael verandert j aengefien S. Pieter eer-ftelijck defigneerde , oft ftelde tot fficceffbres Linus, Cletus, en Clement; naderhandt Anacle-tus ; en d’andere , tothet tweede Schilma, ofte feheuringe, tuffehen Damalus en ITrficinus, zijn gekoren geweeft door de Clergye van Romen, ’t volck en de Biflehoppen die’er doen ter tijdt waren.Doch in de verkiefinge van Damafus,hebben de Keylèrs haer autoriteyt daer beginnen tuffehen te ftellen, eerftelijck tot ftillinge alleen-lijck van tweedracht en lchifma, gelijck de Key-fèr Valentiniaen dede tuffehen Damalus en Urfi-cinus, en de Keylèr Honorius tuffehen Eulalius, en Bonifacius s daer nae hebbenfe fich bemoeyt met de verkiefinge des Paus buyten het fchifma, om de verlcheyde feden, en oproerigheden te
DE K E R C K E.
beletten ; eyndelijck zijnfe foo ver gekomen,dat de conlècratie, ofte heyliginge der Paulen niet en gefchiedde buyten haer believcn.Defe manier heeft geduert tot Conftantin de III, de welcke gedreven zijnde door de aenmerekinge van de heyligheyt van Benedidus de II, gaf de macht alleenlijck aen de Clergye en het Romeynfche volck, van de verkiefinge der Paulen. De Paus Adriaen hebbende daer nae in ’t Synodus van Latran hondert drie-en-vijftigh Biffehoppen verfamelt, gaf aen Charlemagne de macht van de verkiefinge der Paulen, vermits hy de Lombarden uyt Italien hadde verdreven ; doch zijn loon heeft dit recht naderhandt vrywilligh verlaten. Soo dat de vrye eledie, en inwijdinge der Paulen, wederom aen deRomeynen gekomen is, die’tlèlfde langen tijdt behouden hebben , tot Leo de V111, welcke fich beveiligt vindende door Keyfer Otho den I,in denH.Stoel,heeft met louter gewelt aen den felfden Keylèr, en confequentelijk aen fijn nakomelingen het recht van de verkiefinge getranlporteert; die’er fich van dienden tot de tijden van Keylèr Henricus de IV : de Kercke het wederom nemende door middel van Gregorius den VII, daer te voren Hildebrand genoemt, eer hy tot de Pauffelijeke digniteyt gekomen was, en dat ter occafie van het lchilma ofte lcheuringe tuffehen Benedidus, Sylvefter, en loannes, onder Hendrick den III. Want Stephanus de IX, Nicolaes de II, en Alexander de 11, zijn gekoren londer eenige toelatinge des Keyfers j naderhandt Henrick de Vijfde, hebbende defeautoriteyt van Palchalis de II verkregen,heeft de lelfde Palchalis dat herroepen in ’t Concilie van Latraen ; loo dat eyndelijck de macht van de verkiefinge derPaufen alleenlijck by de Cardinalen gebleven is,volgens het belluyt van Nicolaes de II, behalven dat men fomtijdts daer na mede aengenomen heeft de ftemmen van de Clergie, en ’t volck van Romen , tot ter tijdt van ’t Concilium van Lion, in ’tjaeri274, in ’t welck Gregorius de X de in-ftellinge van de eleélie der Paufen gemaeckt heeft in ’t conclave der Cardinalen.
Hedensdaeghs gelchiet defe verkiefinge binnen Romen, vermits de Paus fich aldaer is onthoudende; en dat, volgens de decreten van Gregorius de X, en Clement de V, de lèlfde moet gefehieden, alwaer de Paus komt te overlijden. Soo wanneer hy dan binnen Romen geftorven, en in de kercke van S. Pieter gebracht is, maeckt de Kamerling met drie andere Cardinalen,door ’t Collegie daer toe verkoren , terftont een inventaris van alle de goederen in ’t paleys zijnde, befettende dat felfde met wacht ; daer na, alle de Cardinalen verfamelt zijnde, doet men haer te voren lefen, wegens defe verkiefinge, de Bul van Paus Pius de IV ; en de Kamerling , ofte vice-Kamerling in fijn ablèntie geeft de laft van de bewaringe van ’t Apoftolifch paleys, aen ee-nigh groot Heer, hebbende twee ofte drie hondert loldaten onder hem. In de lèlfde tijdt ver-famelen de Capiteynen van Romen ’t volck, tot bewaringe van haer quartieren j en de Gouverneur houd fich reet om recht te doen, terwijl de Cardinalen eenige nieuwe wetten binnen de ftad doen
STAET VAN doen uytroepen. Yder AmbalTadeur doet de weet van’toverlijden des Paus aen fijn Prins, ofte Republijck, en de Kamerling, fclirij vende aen alle Gouverneurs der plaetfèn en forterelfen, beveelt haer de fèlfde in fijn naem te bewaren j en men doet alle munten teeckenen aen d’eene zijde met de wapenen van den Kamerling , en aen d’andere zijde ftelt men een open paviljoen met de fleutelen. Men doet mede verkondigen de opfchortinge van alle officien binnen Romen, behalven die perpetueel ofte geduurigli zijn, die fèlfs alsdan ook nietgeexerceert mogen werden, uytgenomen dat van de groote Penitcncier , en CamerlingOjofte Kamerling,- en de vice-Cance-lier breeckt alle loode zegelen aen Rucken, te weten , aen de zijde daer des Paus naem ftaet. Daer na loo ftelt men ordre tot de toeftellinge van ’t conclave, ofte de lècrete kamertot wekken eynde de deur, door de welcke men gaet van de eerfte galerye (fiende op de ftadt van Romen) na de fael van Paulus den IV , toegeftoten wert. Men fluyt oock mede de deur, door de welcke men kan neder gaen achter de Kapel van Sixtusj lbo dat door dele middel de woonplaets van de Sacrift gefloten blijft : eyndelijck lbo fluyt men alle uytgangen van ’t geheele hof, uytkomende op de groote koninglijcke fael, latende alleen-lijck een ongefloten, door de welcke men naer S. Pieter gaet. Een feker kanael van de fonteyn van Iulius de III, wordt mede geleyt tot de gefloten deur van de lael van Paulus de IVop dat men tot de commoditeyt van ’t conclave ofte de lècrete kamer, door een feker gat alle uuren, lbo wanneer ’t van noode is, water foude können doen inkomen. In het huys ofte logement van den Sacrift worden alle venfters gefloten, op dat het overal doneker en duyfterachtig zijn Ibude. Vangelijeken fluyt men in alle andere plaetlèn oock de venfters die lbo laegh zij n,dat men door de lèlfde Ibude können fien ofte hooren ’t gene daer mochte gelchieden. Oock foo fluyt men alle deuren en open plaetlèn, door de welcke dat men naer de fecrete kamer gaet, latende alleenlijck het licht van eenige hooge venfters. Soo dat de groote koninglijcke fael, en die van de confiftorie ofte vergaderinge open blyven, en de groote kapel van Sixtus, de kleyne van S. Nicolaes , en de twee kleyne donekere kamert-jens, d’eene van de Sacrift, en d’andere dicht by de groote fael blyven tot dienft van de fecrete kamer. Men doet oock aflehieten en maken lbo veel kamers,als’t getal van de Cardinalen die ’er noch leven,hebbende yder een ii voeten in de langte, en 20 in de breette, zijnde van de andere onder-Iclieyden door een ledige plaets van de breette van een voet. En men ftelt voor yder van de lèlfde een letter vervolgens van ’t alphabet, en allbo daer meer Cardinalen als letters zijn , doet men de letters dickwils verdubbelen en tripliceren, lbo ’t de noot vereylcht. |
Na dat de Cardinalen d’uytvaert des Paus, en alle andere dienften gedaen hebben , lbo doet de Camerlingo ofte Kamerling, in de tegen-woordigheydt van verfcheyde Prelaten , de namen van de Cardinalen een yder op een billet de K E R C K E. I2y gelchreven, in een lèker vat, en in een ander alle de letteren van de kamers ; dat gefchiet zijnde, treckt door lotingeuyt heteene vat alle de namen der Cardinalen, d’een nae d’ander, en uyt het ander de letters van dekameren, en nadat hy de felfde gediftribueert heeft, doet hy de kamers teeckenen, een yder met de naem der Cardinalen, vervolgens d’ordre van de lotinge ; ert ftracks daer aen gaen de dienaers der Cardinalen , die delè aólie mede hebben helpen bedienen, de wanden bekleeden met laken,ftreckende voor een muur, en de kamers ftolfeeren,ofte be-lbrgen,een yder met een bedt,een kleyn tafeltje, tapijten , en ’t gene dat meerder noodigh Ibude mogen zijn. Geduurende de negen dagen van deuytvaert, verlamden fich de Cardinalen gaerne by de Kamerling , ofte in ’t paleys, delibererende wegen d’ordre die ’er gehouden moet worden in de be-ftieringe van de kerekelijeke Staet, lchrijvende aen alle Prefidenten en Gouverneurs der Provinciën , noemen haer met de naem van kinderen en broeders, gelijck de Paus plach te doen. Sy ordineeren en beveftigen de Switlèrs tot wacht ofte bewaringe van de eerfte deur van ’t paleys , gevende de laft van de tweede, welcke is die van ’thof, aen de Capotions, ofte bewaerders van Romen, zijnde tleopperfte van de quartieren der ftadt. De derde wacht is voor de Ambalfa-deurs van Köningen en Princen,en eenige groote Heeren, doch wereltlijck, en niet geeftelijck j en de vierde , welcke de naéfte is aen de lècrete kamer, wordt bevolen aen acht of tien van de grootfte Prelaten. Maer alle defe eer-ampten , beh.alven dat van de Switfers, worden niet geex-erceert, ofte bedient voor en aleer de Cardinalen fich verfamelt hebben in ’t conclave, ofte lècrete kamer. Men doetuytkiefinge van de Conclaviften,dat is te léggen, van de gene, die nelFens de Cardinalen in ’t conclave fich verfamelen, yder Car-dinael noemt de gene, die hy met hem begeert, foo doet mede de Kamerling 5 en de andere, die gewoon zijn daer te verlchijnen, worden verkoren door lècrete ftemmen van ’t Collegie, ofte vergaderinge, behalvende Sacrift, endemee-fters der ceremoniën 5 dit gelchiet zijnde, ont-fangt de Kamerling d’eedt van getrouwigheyt van alle de gene, die ’er zijn verkoren. Het Collegie deputeert alle dage drie Cardinalen, hebbende laft neftèns de Kamerling, over de onko-ften die ’er gelchieden, foo wegens het conclave als d’uytvaert des Paus, neffens eenige andere particulariteyten meer 5 en al dit geldt, ofte on-koften, welck niet meerder magn zijn, volgens de Bulle van Pius de IV, als tien duyfent kroo-nen , werdt en moet beforght worden door de Apoftolifohe kamer. Eyndelijck befluyten fy op den tienden dagh, oflè füllen ’s anderen daeghs ’s morgens ofte ’s avonts in het conclave vergaderen, zijnde den elfden dagh. ’s Morgens op den elfden dagh, gaen alle de Cardinalen naer S. Pieter, alwaer de Deecken de Miftè doet van den H. Geeft, en die de Milfe niet hebben gedaen communiceren. Na dat de Milfe gefongen is, een Prelaet zijnde gekoren door de Kamer- |
S T A E T VAN
Kamerling, doet een lange reden aen de Cardi-nalen, haer vertoonende de gewichtigheyt der iàeck van haer verfamelingc. Dit gedaen zijnde, gaet de meefter derceremonien van de Paus,nemende het Kruys, op de beftemde tijt na’t conclave , zijnde gevolght, eerftclijck van de dienaren der Cardinalen, daer na van de Mufijckfin-gers, fihgende het Veni Creator eyndelijck van de bilTchoppelijcke Cardinalen , daer nae van de priefterlijcke Cardinalen,en de Diakonen,zijnde al te làmen gekleet in violet, en gevolght van de Prelaten en hoofîè Clercken.
Na datlè dan verfàmeltzijn in ’t conclave,lèyt de Deecken van ’t collegie het gebedt, ’t gene dat volght nae den loffang des H. Geefts, en de Kamerling by hem hebbende een Notaris, doet d’eerfte, tweede en de derde wacht fweeren op de vier Euangeliften, datfe Pullen oprechtelijck, en getrouwelijck haer fchuldige plicht betrachten , en niet toelaten, dat de Cardinalen buyten de Bullen der Paufen qualijck füllen getraóleert werden. Aengaende die van de vierde deur , en de ingang van ’t conclave, doet haer van gelijc-kenïweeren, en daer-en-boven , datfe niemant füllen toelaten by dele deur te komen, noch te {preken, oft lchrij ven aen de gene,die ’er binnen zijn, nochte eenige brieven ontfangen , londer cxprelfe toelatinge van ’t collegicsdatfe füllen alle fpijs enkoftjdie’er gebracht wort,belbeken,of’er oock eenige brieven , ,ofte advijs fouden mogen by wefen, en de wijn doen brengen in glafen flef^ lchen, om alle liften en lagen voor te komen.
Dit gedaen zijnde, gaenfe alle te famen uyt het conclave , ofte lècrete kamer, behalven de Cardinalen, de Sacrift des Paus,een Coadjuteur, ofte medehulper,twee meefters der ceremoniën, een regulier-monick om te biechten, een Chirurgijn , twee Medicijn-meefters , een Apoteker met twee dienaers, een Metlelaer, een Timmerman, twee Barbieren, twee dienaers, en acht oft tien perlbonen tot de gemeene dienft van’t conclave , als om ’t felfde te vegen, reynigen, en meer diergelijeke dingen , en dele moeten niet zijn van den huyfe der Cardinalen ; mede bly-vender noch twee dienaers voor yder Cardinael, ofte drie, lbo’t Collegie goet dunekt, voorde gene, die fieck ofte qualijck te pas zijn. Doch defe dienaers worden niet aengenomen, ’t en zy die een jaer by haer meefters hebben gewoont, ofte loofe kooplieden, dienaers van Princen, broeders ofte neven van Cardinajen zijn,worden mede niet aengenomen , nochte niemant die eenige wereltlijcke jurisdidie Ibude mogen hebben. Daer moet mede zijn een Prelaet tot Gouverneur van ’t conclave, nemende acht dat alles na behooren gedaen wordt, en dat niemant van de Cardinalen iets komt te gebreken.
Na dat alle de gene,die in ’t conclave niet vermogen te blyven ,zijn uytgegaen , fbo ftelt men de geordineerde wacht voor de tweede en derde deur j en men ftuyt de vierde met vier floten en fleutels, zijnde de rechte ingang van ’t conclave, ofte lècrete kamer, latende in ’t midden een ven-fter, ofte open gat, gelijck die van de monicken, volgens’t believen engoetvinden van den Kamerling.
DE KERCKE.
Die van buyten hebben twee fleutels, d’eene voor de deur, en d’andere voor het kleyne ven-ftertjen, zijnde in de handen van twee der voor-naemfte Prelaten -, etl de twee meefters der ceremoniën, die van binnen zijn, hebben de twee andere ; in voegen, dat de deur, noch kleyne venftertje niet geopent können werden, ’t en zy datfe alle vier daer in confenteren. Men doet van binnen een kleet ofte gardijn voor de deur, op dat die van buyten niet hen het gene van binnen gedaen loude mogen worden.ÖndertulTchen, neemt de Capiteyn van de eerfte wacht oogh-merek , dat ’er niemant lieh verfamelt omtrent het paleys. De Heeren van de tweede wacht en laten niemant in , ’t en zy ten tijde des maeltijts, Ibeckende te beletten , dat niemant van binnen eenigh advijs komt te ontfangen ofte gehen wordt : die van de derde wacht zijn tot belcher-minge der Cardinalen, foo iemant haer eenigh gewelt Ibude willen aendoen ; en die van de vierde om haer van alle nootwendige dingen te ver-Ibrgen, en de Ipijlèn te behchtigen.
Aengaende die van ’t conclave, lbo haeft als de Cardinalen daer in befloten zijn, foeckt de Kamerling, nae dat hy twee flambeaux, ofte toortfen heeft doen ontfteken, neflens twee Cardinalen die hy daer toe gekoren heeft , in alle hoecken, of’er oock eenige hch verbergen, die in ’t conclave niet vermogen te zijn, alwaer niemant vermach in te gaen Ibnder expreflè laft, en believen van’t geheelCollegie, nochtefonder gewichtige, en leer nootwendige oorlaken. Indien iemant anders als een Cardinael uyt het conclave gaet, vermach hy niet wederom daer binnen te komen, noch niemant,als ’t hem goet-dunkt, vermach ’er uyt te gaen, ja felfs kan ’t een Cardinael belet werden, ’t en zy hy heckfoude mogen zijn : en lbo wanneer hy ’er Ibnder oor-faeck komt uyt te gaen, moet de deur voor hem gefloten blyven , ’t en zy het geheelc Collegie het anders goet vindt. Indien eenigh Cardinael, geduurende dele vergaderinge, komt te arriveren, heeft hy mede, gelijck alle andere,een Item in ’t conclave, ’t en waer de Paus alreede was ge-koren:de Kamerling eylcht de lèlfde eedt van de nakomende,gelijkhy gedaen heeftvan d’andere.
Eyndelijck vertrecken lieh de Cardinalen op den felfden dagh in de kapel van Sint Nicolaes , zijnde op ’t eynd van de Koninglijke lael,alwaer de ht-plaetlèn gereedt zijnde, werden de lèlfde door de Gouverneur van ’t conclave een ftuck weeghs d’een van d’ander afgelèt ; en nae dat de Deecken een vermaninge aen de Cardinalen heeft gedaen, leeft hy de Bullen van Iulius de 11, en Pius de IV, betreffende de verkielinge, en de flmonia van de felve. Men leeft mede die van Pius de V, verbiedende de vervreemdinge der kerekelijeke goederen, al’t welcke de Cardinalen , een yder in ’t belbnder, Iweeren te onderhouden , by aldien ly tot Paus werden verkoren. Sy maken noch andere inftellingen en wetten meer, welcke ly onderteeckenen, fweerende de lèlfde lècreet te houden, en na te komen, lbo wanneerfe tot de Paulèlijcke digniteyt Ibuden mogen komens ditgefchietzijnde,beginnenlè opder den anderen te Ipreken van de verkiefinge des
-ocr page 169-
s T A E T VAN des Paus: en dit is ten naefte by’t geen’er op den eerften dagh gedaen wordt, fonder dat men in de verkiefinge voortvaert. Doch ’s anderen daeghs gaen de Cardinalen alle te famen,gekleet met lange tabbaerden voor open, die/e noemen Croccie, naer de MifTe^en bly-ven alleenigh in de kapel, fittende op ftoelen daer toe bereyt en geordineert. Alsdan befluy-tenfe oftlede Paus füllen kielen door manier van compromis, dat is, mede belofte, ofte door manier van Icrutin, dat is, fecreet onder/oeck. De manier van compromis is, foo wanneerlê alle te lamen eenftemmigh beloven te erkennen en aen te nemen voor Paus, de gene, die door twee ofte drie Cardinalen, zijnde van de andere daer toe geordineert , voor Paus werdt uytgefproken. Doch dele manier is afgefchaft, nae dat Paus loannes de XII fich felfs verkoos, feggende, dat hy niemant anders waerdigh bevont, om dele lafi; te bedienen, als zijn lèlfs. De manier van Icrutin is dele, de gene die iemant willen kiefen, fchrijven fijn naem op papier , het welck ly met haer fignet verzegelen , daer naegaet de Deecken der Priefteren , de weicke is d’opperfte Cardinael, met twee van de voornaemfte Diakenen naer ’t Autaer , nemende de kclck, met de weicke men de Miffe heeft ge-celebreert , en fet de lèlve in haer aller tegen-woordigheyt in ’t midden van den Autaer. Dit gedaen zijnde, gaen d’andere Cardinalen mede naer ’t Autaer, alwaer ly nederknielen, d’een nae den ander, een yder fijn toegefloten briefken in de kelck leggende, daer na een van de drie Cardinalen heftïe op, en toontlè aen een yder, tellende in liaer aller tegenwoordigheyt de brief-kens, en foo wanneer men bevindt het getal vol te zij n, doet de lèlve toe, en geeftfe aen de Diaken , diefe mét luyder flemme op leefl ; onder-tuflchen lchrijft een yder van de Cardinalen op fijn papier, foo welgelijck de drie voorgaende, de namen, loo van de gene die kielen, als die ge-kolen zijn. Doch niemant, volgens het decreet van Alexander de III, vermagh Paus te worden , ’t en zy hy de twee derdendeelen der Hemmen is krijgende, waer van’t getal door de drie opperfle Cardinalen met luyder flemmen werdt opgelefen. Indien dan iemant de twee derdendeelen voor fich bekomt, werdt terflont voor Paus aengenomen ; en lbo wanneer dat felve komt te manqueren, foo gaet men tot de verkiefinge door ’t middel van accès, gelijckfe dat noemen, te weten, door toeflemmingen van de gene die door haer biljetten iemant anders verkoren hebben , weicke haer vervoegen tot die, die iemant genoemt hebben, vermeerende alfoo het getal j en op defe manier worden de Paulen veeltijdts verkoren,en de verkiefinge volbracht : aengefien dat het felden gebeurt,dat ’er genoegh over-een-flemmende biljetten gevonden werdens daer toe dan noch ftêmmenvan nooden zijn, om de verkiefinge te volbrengen. Doch in plaets van al dele manieren van doen, foo gaet men oock wel door de manier van aen-biddinge, dat is te leggen, dat men eer gaet be-wijlèn aen de gene, die men gaerne tot Paus Ibu-,de willen hebben ; en hier gebeurt het dickwils, Italien. |
DE K E R C K E. 127 dat de Iwackfle de machtighfle , en de vrees-achtighfle de floutfle volgen s allbo de gene, die miflehien nimmermeer met haer vrywilligeflem-men tot dusdanige eleótie Ibuden confenteren, komen te fien, dat iemant van de voornaemfte tot diemeynde isnytgaende, de lèlve volgen; door vrees van niet halfterrig ofte onwilligh geacht te worden ; meer als door een libre, ofte vrye toeftemminge, lbo dat eenige wel gerelbl-veerde dickwils al de andere tot haer trecken. Soo haeft als iemant tot Paus verkoren is,ftaen Hoe de alle de Cardinalen over-eynd, om haer neffens hem in fijn verkiefinge te verblyden , doende ge-eert hem afleggen fijn tabbaert met de kaproen, ofte kovel , en neder fitten in fijn rockskenop een ftoel daer toe geprepareert, fteken hem de vifi lchers ring aen de handt, vragen wat naem hy begeert te voeren, en doen hem onderteeckenen de genomen refolutien voor fijn elediesals mede noch eenige requeften daer beneffens. Onder-tufichen de Deecken openende het venfter van ’t Sanóluarie, door het welck men het volck, dat aldaer is wachtende , bequamelijck fien kan, toont haer het kruys, en roept ; Wy hebben een Paus s lbodanigh Cardinael is gekolèn, en heeft fiilck een naem aengenomen. Daer na lbo leydt men den Paus in de Sacriftie, alwaer de Caxdina-len en Diakenen, naedatfe fijn gewoonelijeke kleederen uytgetrocken hebben, hem kleeden met het Paulèlijk gewaet, te weten,met de Sota-ne van witte wol, met de roode koulTens en panto ffelen , met een goude ki'uys geborduurt ,• met den rooden riem met goude gelpen,- met het roode bonnet, en wit rocksken, als mede met den langen witten rock, en den riem ; en indien hy Biflehop ofte Priefter is, foo doenfe hem de Stole met de paerlenbefet.om den hals ; doch foo wanneer hy Diaken is, leggenfe dat op fijn flineker lchouder , op de manier van de Diakenen s en indien hy maer onder-Diaken mochte wefen, draeght hy dat lèlve niet. Eyndelijck , na dat de Cardinalen haerrouw-kleederen neêr-geleyt hebben, en-de ordinarilïe kleederen wederom aengedaen, lèttcnlè hem de goude mijter, vol van koftelijck gefteente, op fijn hooft, doende hem qp den Autaer neder fitten , alwaer fy alle tefamen , een yder op fijn beurt, hem de eere bewijlèn , die hem is toekomende, en kuflèn fijn voeten, handen en mondt. Ondertuflehen dat dele dingen gefchieden,wor-den ƒ lie deuren en venfters wijdt open gedaen, en wordt alsdan anders niet gehoort en gelfen, als ’t geluyt van kloeken, grof gefchut, vuur-wereken, en allerley vreughde-teeckenen. De nieuwe-gekoren Paus, hebbende het kruys met de Cardinalen voor hem, gaet naer Sint Pieters kerek, alwaer hy knielende voor ’t Autaer, Ibn-dermijter. Gode danekt qi looft. Vorders, terwijl dat men hem in fijn pompe ofte heerlijck-heytomleyt, gaet een dienaer der ceremoniën Ibetelijck voor hem, dragende twee rieden,heeft in ’t eene een aengefteken kaers, en in het ander werek ofte vlas, en foo haeft de Paus uyt S. loris • kapel is komende, fteeckt hy het werek aen,roepende tot driemael met luyder flemmen : Heylige Vader, lbo vergaet de heerlijekheyt des werelts : D d d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en |
ïï8 S T A E T VAN DE K E R C K E.
en de geheele fchaer pafteert al te famen door ’t portael van defe kapel, in de welcke dat fy de begraefteniften der Paufen fien, die aldaer begraven zijn; op datfe des doodts gedachtigh mogen wefèn , in ’t midden van defè heerlijekheyt, en groote blijdtfehap. Na dat defe pompe ofte heerlijekheyt geeyn-dight is,fiet men de Sacriften,ofte Secretariften, twee Capiteynen van de galeyen, de Advocaten, Secretariften, Auditeuren, de Grieckfche en La-tijnfcheDiakenen,deuytlantfche Abten,Patriar-chen,Aertzbiffchoppen, Biffehoppen, Diakenen en Priefters alle te famen te paert, verwachtende den Paus,welckegaet fitten op een wit paert, behangen met een root kleet, rijdende onder een verhemelt, dat door acht Heeren, ofte Ambafta-deurs gedragen wert;en een van de grootfteHee-ren,die ’er gevonden wordt, hout hem de ftegel-reep,wanneer hy te paert gaet fitten, en leythet paert by den toom eenige treden voort ; geeft net dan aen twee andere van de allergrootfte |
Heeren,die mede van tijt tot tijt veranderen. Indien de Paus door fwackheydt niet wel te paert kan fitten , en dieshalven in een ftoel gedragen wordt, moeten vier van de grootfte Heeren ofte Princen hem een tijdt lang op liaer fchouderen dragen,zijnde geholpen door vier van de fterck-fte dionaers des Paus, die alle de laft zijn dragende , en daer na komen vier andere Heeren haer verpoofen , daer dan wederom vier andere in de plaets komen , en foo voorts ,• van gelijcken ge-fcliiet het mede met de ofte verhemelt. gout en heb ick niet, waer 'tgene ick hebbegeefick u ; eft nae dat hy eenige ceremoniën in de kercke van S. lan Latraen gedaen heeft, neemt hy noch uyt de fchoot van den Kamerling eenigh filver geit, van allerhande munt, mede foo veel als hy in fijn handt behouden kan, werpt het felve onder het volck, en feydt de woorden des Pfalms : Hy heeft medegedeelt en gegeten aen den armen, fijn gerechtigheyt blijft lean eeuytigheyt tot eeuyoigheyt. En na dat hy dit felve tot driemael tqe gedaen heeft, doet hy twee goude kroonen, en twee groften filver geit inden mijter van yder Cardinael, die hem daer nae de handen kuften ; de groote Prelaten, nae datfè mede van hem ontfangen hebben een yder in fijn mijter een gouden kroon met een filverde gros , kuften hem de knien ; en de andere Prelaten en Officieren , hebbende oock fbo veel ontfangen, kuften fijn voeten; dit dan gefchiet zijnde , gaet de^Paus naer ’t paleys van Latraen, en fbo wanneer hy aldaer geen fbleraneel gaftmael geeft,gaet hy naer fijn kamer;alwaer hy fijn mid-dagh oft avontmael houd. GodtsdienftjDifpenfateur van allé heylige faken, en opperfte Rechter van’t gene dat geeftelijck De Confervateurs, Caporions , en andere Magi- is. Daer en is geen Prins die beter gelegentheyt ftraten neffens den Romeynfehen adel, vergefel- heeft om fijn vrienden groot te maken , aenge-fchapt met defoldaten van de guarde des Paus, quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....... gaen te voet voor hem, met haer zijd-geweer, en ftocken in haer handen. De Maerfchalck,ofte Provooft van ’t hof,rijdt fomtijdts voor, fomtijts achter de Paus, hebbende aen de knoop van de fadel twee fackskens met geit, ’t welck hy onder ’t volck mildelijck uytdeelt j cn nae dat de Paus by den bergh lordaen gekomen is, gaen hem de loden te gemoet,prefenteren hem nederknielen-de haer wet in ’t Hebreeus, met vermaninge, die teeeren. Waer op de Paus haer antwoort, fèg-gende : Dat hyfe prijft en eert, als zijnde gegeven van den Alderhooghften, door Moyfes, aen haer vaderen : doch dat hy t’eenemael is verwerpende haer geloof,en ydele uytlegginge,aen-gefien dat de Meftias, diefe noch verwachten, al over lang gekomen is. Wanneer hy nu gekomen is in S. lan vaa La-traen,’ doen hem de Prieur, en Canonicken van de kerek neder fitten in een ftoel van marmer-fteen , zijnde voor de voornaemfte deur der kercke, alwaer hy nochtans fbo is fittende, dat hy eerder fchijnt te leggen, als te fitten, en als dan de Cardinalen derwaerts gaende,heften hem met eerbiedinge op, «n fèggen defè woorden des Pfalms : De Heere ipcrhefi äe arme quot;ran flof en quot;ruy-lighsyt, op dat hy pitte hy de Princen, en beßtte den throon der heerlijekheyt ; daer na fbo neemt de Paus uyt de fchoot van fijn Kamerling fbo veel gelts, alshy in fijn handt vatten kan , fbnder dat daer onder eenigh gout oft filver is , ftroyende het felve onder het volck, feytgelijck S.Pieter: Siber ofte De autoriteyt defes Prins ftreckt fich fbo wijt Macht da en breet, dat men diergelijeke in de wérelt niet meer vindt. Want behalven dat hy een abfbluyt Heer en meefter is van fijn Staet, fbo wordt hy op het hooghfte ge-eert en gerefpeóleert van de allergrootfte Catholijeke Monarchen,die’t voor eer achten , datfe nch voor hem vernederen, hem erkennende voor ’t Hooft der Kercken en fien hy meefter vatialle dekerckelijcke goéderen is ,• lbo dat hy in een korten tijdt de fijne kan rijck maken, en verheffen tot de allergrootfte eer-ampten j behalven dat hy oock de allergrootfte Princén der kercke kan vernederen en afletten , fonder fich felfs in ’t minft iets te in-commoderen. Hy kan oock fijn vyanden fwaer-lijck ftraffen met den blixem van excommunicatie. In voegen dat de voornaemfte grootheydt des Paus meer in’tgeeftelijck als’twereltlijck be-ftaet. Hy reguleert de verfchillen des geloofs, de welckealle Catholijke Princenfonder eenigh tegenfpreken gehoorfamen. Is Souverain over alle geeftelijcke orderen, waer van de opperfte, zijnde als haer Princen, t’eenemael dependeren aen den Paus, als van gelijcken alle Aertzbif-fchoppen, Biftchoppen, Abten en Prelaten, ja felfs de wereltlijcke Overheden, niet tegenftaen-de onderdanen van andere Princen, erkennen fijn autoriteyt, niet alleenlijck in dingen die t’eenemael geeftelijck zijn j macr daer-en-boven eensdeels in wereltlijcke faken mede, aengefien dat de verfchillen des huwelijcks, en faken van ketterye, doorhem oft fijn dienaers werden ge-oordeelt : mede fbo transporteert hy beneficiën van ’t eene lant in ’t ander; doch in eenige plaet-fèn wordt fijn autoriteyt bepaelt, door de macht van eenige Capittelen en Princen ; overmits alle Biftchoppen van Duytslandt door de Capittelen verkoren werden ; behalven eenige in ’t landt van de Hertogen van Ooftenrijck, die door de felve Hertogen gekoren werden. De Koning van |
vanVranekrijek noemt de BifTchoppen en Abten van fijn Koningrijek, en de Koning van Hi-fpagne kieft in fijne Koningrijeken van Hifpa-gne, in fijne Nederlanden, Sardagne, en Indien mede de BifTchoppen : doch hy is abfbluytHeer, foo wel in’twereltlijck als geeftelijck, vau Sicilien ; aengaende ’t Koningrijek Napels, daer heeft de Paus de nominatie van vier-en-twintigh kereken, volgens ’t befluyt gemaeckt tuffehen de Paus Clement de V11, en de Keyfer ; vor-ders de Koning van Bohemen, en Hongaryen noemen mede de BifTchoppen in de plaetfèn, al-waer het Capittel geen macht en heeft, als van gelijeken de Koning van Polen. Cardiffalen. De gene die de Paus volgen in autoriteyt, zijn de Cardinalen, gemeenlijck genoemt Prin-cen der Kereke. In ’t beginfel warenfè maer Priefters van de kereken binnen Romen, waer van fy den tijtel voerden, en wierden genoemt Cardinael-Priefters, dat is te fèggen Overften, vermidts fÿ gefielt waren over de andere Prie-fters,Diakenen en onder-Diakenen, van de felve tijtel, als hebbende mede fbrgh voor de zielen van een en de felve Parochiën. De naem van Cardinael was al ten tijden van Sint Sylvefter in het getal en tijtelen van de nieuwe kereken, volgens de menighte der Chriftenen binnen Romen in voegen dat’er eyndelijck acht-en-twintigh Priefterlijeke Cardinalen wierden ge von-den , welck getal, gelimiteert zijnde, heeft ge- ‘ Priefterlijeke Cardinalen, maer daer-en-boven duurt tot den tijdt van Paus Honorius de ÏI, in •- - -het jaer van ii25',in welck jaer men geen andere Priefterlijeke Cardinalen begon fce ftellen in de plaets van de overledenen; foo dat door gebreck van daer in te verfien, het getal van dit Colle-gie eyndelijck is gekomen tot twee Priefterlijeke Cardinalen, levende ten tijde des ftervens van Alexander de IV, en de kiefinge van Urbanus de IV ; en ten tijde van de verkiefinge van Ni colaes de 111 warender drie Priefterlijeke Cardi-. plaets hadderi,nochte dat haer dienftquot;niet en was nalen, én vier Diakenen. De Cardinael Diake- nen waren mede bepaelt tot het getal van achtien , die eyndelijck waren vervallen tot een fbo kleyn getal. Doch nae den tijdt van Nicolaes de Derde, heeft het felve allengskens begonnen toe te nemen, foo dat ’er daer nae vijftien, en twin- tigh, ten tijde vanBonifaciusde VIII, wier-den gevonden ; eyndelijck is het getal noch vermeerdert tot Avignon, ten tijde van Sixtus de fters van haer quartieren, iii al het gene, dat de Goddelijekedienftwas betreffende; endePau-Vierde, doch en is nimmermeer gekomen bo- fenvondengoet,datdeopperfte,oftealleroud-fte onder haer gekoren, met toeftemminge des Biffehops, van de Clergye, en het volck , fbude genoemt Worden Diaken Cardinael, ofte op-perfte Diaken ; als van gelijeken, de oudtfte onder de Priefters, opperfte Priefter. In ’t eerfte is ’er maer een Diaken Cardinael onder cje fèven ven het getal van dertigh, voornamentlijck alfbo in het Concilie van Confiance befloten wierde, dat’er maer vier-en-twintigh levende Cardina-len lèfFens mochten wefen. Doch de Paus Sixtus de IV heeft het getal der Cardinalen, fonder ’t Concilie van Confiance in acht te nemen, meer als iemant van fijn voorfaten vermeerdert^ en Alexander de VI heeft daer na fijn exempel gevolght, fonder dat’er oyt meer als drie-en-vijftigh Cardinalen fèffens zijn geweeft. Maer Leo de X is de eerfte geweeft die het getal van drie-en-vijftigh heeftgepafteertjbeftaen-de in acht-en-twintigh Priefters, achtien Diakenen, en feven Biftchoppen; in voegen dat geduu-rende fijnPaufelijcke digniteyt,geweeft zijnvijf- |
D h K E R C K E. 129 en-fèftigh Cardinalen opeen tijdt, wèickgetal daer nae door fijn nakomelingen vergrçot is tot fèventigh. In vellede tijden, geduurende duyfênt jaren, hoeft men defe manière gevolght, te weten, dat geen Priefterlijeke Cardinael van Romen ver-magh Biffehop tezijn , alfbo de Biffchoplijcke waerdigheyt overtrof, en te boven ging, die van de Cardinalen j in voegen dat de Cardinalen Biff fchoppen wierdén, in plaets dat nu de Biffehop-pen Cardinalen worden ; en een Priefterlijeke Cardinael krijgende een Bisdoin, was niet langer Cardinael; gelijckhedensdaeghseenBiffehop, gekomen zijnde tot de digniteyt van een Cardinael, niet langer Biffehop werdt genoemt, maer Priefterlijke Cardinael vandeRoomfche kereke, en eeuwige bedienaer van’t Bisdom, ’t welck hy befit i alfoo defè dingen t’famen ftrijden, en niet accorderen, te gelijck Cardinael van Romen, en Biffehop van een andere kerek feffens te zijn. Doch alfbo deMajefteyt van de Cardinalert neffens de macht der Paulen te gelijck was aen-waffende, zijnder veel begeerigh geweeft tot het felfde ampt ,foo dat de BifTchoppen wierden gemaeckt tot Cardinalen ; en men maeckte van BifTchoppen die geen 'Cardinalen waren , Bifi. fchoppelijckeCardinalen,en geen Priefters noch Diakenen j daer nae begon men de BifTchoppen mede Priefterlijeke Cardinalen tè maken. En na Clement de III, maeckte men niet alleenigh oock Diakenen en BifTchoppen, doch voor haer inwijdinge; aengefien de geordineerde BifTchopi pen Priefterlijeke Cardinalen waren geraaeckt, en die fulcks niet en waren, en maer waren gekoren , worden gemaeckt totPriefterlijeke Diakenen, en men noemdefe de gekorenen van fulck een Bisdom. ’ Aengaende de Diakenen, de Paus Fabianus, dewelcke befat de Paufelijeke Stoel omtrent het jacr 240, fiende dat fy geen fèkere gediftingueert, ofte onderfcheyden, was d’eerfte die aen een yder van haer uytdeelden, de deelen ofte wijeken des ftadts, ten eynde, dat een yder de armen van fijn quartier foude beforgen, eü dat uyt de middelen van de fchat-kift der kerc-ke , en offerhanden der Chriftenen, vergadert door de onder-Diakenen, dienende aen de Prie-eerfte geftabileerde Diakenen geweeft, zijnde twee vooryder wijck, jae fclfsdoe’erveertien waren gekoren voor de veertien quartieren, was ’er mede maer een. De Chriftelijeke Religie allengskens aenwaf-fende, heeft men in alle landtfehappen beginnen in te ftellèn verfcheyde Diakenen, foo dat het getal der'felve onfeker is geworden,en ongelimi-teert en de waerdighfte oft oudtfte van yder landt- |
1^0 STAET VAN landtfchap gekoren , door de Paus ofte Clergye van ’t felve quartier, wierden Cardinael-Diake-nen genoenit 5 in voegen dat volgens het getal van veertien quartieren,veertien Cardinael-Dia-kenen waren gekoren daer nae heeft men noch vier Cardinaei-Diakenen daer by gevoeght,hebbende alleen maer laft tot de bedieninge van La-traen, en de Paus, lbo wanneer hy daer de Mifle is feggende. Soo dat ’er in ’t beginfel achtien Cardinaei-Diakenen zijn geweeft, voerende in ’t eerfte de naem van haer quartier, en daer nae den ty tel van haer Diakenlchap,volgens ’t exempel van de priefterlijcke Cardinalen. Aengaende de bilTchoplijcke Cardinalen, de welcke de laetfte van dien naem geweeft zijn, is d’eerfte van allen geweeft Conraed, Aertzbift lchop van Mentz, verdreven, door den Keylèr Frederick Barbarofta, uy t fijn Aertz-bisdom, en dieshalven gekoren BiftchoplijckeCardinael van Sint Sabine j en hier van is gekomen, dat lbo wanneer de Paus eenigeBiirchoppen,ofte Aertz-bilTchoppen tot Cardinalen maeckte , dat men haer dan oock een kerck der Cardinalçn gaf,van welckers Biftchoppen feven van de naefte van Romen geordineert waren, om de MilTe te leggen voor de Paus in de kferck van S. lan van La-traen, alwaer eertijdts fijn woonplaets geweeft is, en foo hy felfs de Mifte lèyde, moeftenlè hem daer in aftifteren en dienen. Gelijck als deoudtfte der Priefteren wierde ge-noemt Aertz-priefter, en de oudtfte der Diakenen Aertz-diaken, lbo wierd van gelijcken eer-, tijdts de oudfte van de BilTchoplijcke Cardinalen genoemt Prieur van de BilTchoplijcke Cardina-ien , en hedensdaeghs wordt hy Deecken van ’t Collegie genoemt. Daer zijn hedensdaeghs lès BilTchoplijke Cardinalen , van de welcke die van Oftra d’eerfte is, en Deecken van’t Collegie, hebbende alleen ’t recht van de inwijdinge des Paus, de andere zijn die van Porto,Fralcati oft Tulculan,Sabine, Paleftrine ofte Prenefte, en Albano. De Priefterlijcke Cardinalen voeren den tytel van S.Maria en Trans-tevere,ofte aen gene zijde de Tiber, S. Potentiane ofte Pudentiane, S. Laurens in Lucine, S. Marcellin, en S.Pieter,- en S. Auguftin , S. Cecile, S. Prilca, S. Maria in Ara cœli, S. Alexis, S.Praxede, S. Maria van de vrede, S.Maria van de Engelen, van de vier gekroonde Heyligen, en van S. lan. Officie» der Daer werden verlcheyde officien door de Car-Jinaien bedien tj onder dewelcke het voornaem-fte is, het Vicarifcbap des Paus,als hebbende juris-didie over de reguliere Priefters, woonende tot Romen, over de compagnien van de Leecken, Godts-huylèn, loden, en Courtifanen. Daer zijn vier Notariften, en twee onder-NotarilTen, een voor dé civile, zijndeordinariseenPrelaet, en de ander voor de criminele laken. Daer is oock een vice-Regent, welcke ordinaris een Biftchop is,heeft opficht en laft over de vrouwe-kloofters, en fich te laten vinden in de verlamelingen die voor den Cardinael Vicaris gelchieden, over de faken betreffende dien Stoel ofteRechtbanck ; oock is ’er een Barigel ofte Provooftmet een goet getal van Sbirren. |
DE K E R C K E. Daer is de groote Penitencier, opperfte van al de Penitencieren , heeft een Prelaet onder hem , met de tytel van Regent van de Cancelle-rie. Heeft jurisdictie over de lajcen gerelerveert voor de Paus, en geeft, Tonder iets te nemen, de abfoljatie,gezegelt met het zegel van de peniten-eerie, is op lèkere hooghdagen, nu in de eene, dan in d’andere Bafiliken, oft Hooft-kereken, van S.Ian van Latraen, S.Pieter, S. Maria Mag-gior ; fit in een verheven geftoelte van vier trappen ofte treden, met een roedeken in fijn handt, om de confelïien te hooren van laken gerelerveert voor de Paus, en houdt mede fijn congregatiën , ofte verlamelingen belbnder, met de affiftentie des Regents van fijn paleys, bewaer-der des zegels, met twee ofte drie Theologanten van delcluiten. De vice-Cancelier is mede een Cardinael,heb-bende geen ander Canceller, als de Paus. Sijn jurisdictie ftreckt fich over de expeditien der Apoftolifche brieven, van allerhande materie, welckers requeften de Paus zegelt, behalven de gene die geexpedieert worden in forma van brevet onder den ring des vilTchers 5 ordinaris ver-famelen de Officieren van de Apoftolifche Can-celery , welcke zijn de Regent, en de Abbrevia-teurs,zijndetwaelfPrelaten, al t’lamengekleet in het violet, driemael ter weeck in fijn Paleys, woonsdaeghs,donderdaeghs en Taterdaeghs. De twaelf Prelaten hebben plaets in de kapel. Daer zijn Referendariften diftribuerende de faken van appel,over de welcke de Regent macht heeft om die te bevelen aen de Auditeuren van de Rota. Het offici van Abbreviateur is om te beworpen de Bullen over de requeften gezegelt door de Paus,en om de Telvige over te fien, lbo wanneerlc in ’t wit francijn geftelt zijn. De Abbreviateurs van ’t Parek Maggior, de Schrijvers, de Solliciteurs, anderfins Giami^^eri genoemt, (gelijck de Ibldaten van den Turek genoemt werden,) neffens de andere Officieren van de Cancellerie, hebben voor inkomft van haer gekochte officien, ’t profijt van de expeditien 5 tot dien eynde laten Ty fich vinden, lbo wanneer men taxeert, over-fiet, en de Bullen verzegelt, ontfangende alsdan een yder fijn deel van de getaxeerde Ibmme, uyt de handen van de gene die de Bullen expedieert. Dat meer is, de vice-Cancelier ontTangtin de lè-crete Confiftorien de decreten van de collatie , ofte het inkomen der tytelen van de Cardinalen, als mede van de declaratien, proraotien, en het inkomen van de Bisdommen en de Abdyen, die de Paus verlbrght, waer van hy oock de brieven expedieert. De Chambellan, ofte Kamerling, neemt ken-nilTe van alle de dingen, daer de Apoftolilche kamer neffens alle de Klerken kennilTe van heeft. En alfifteert aen de Telfde kamer, lbo wanneerTe door de confiftori niet verhindert is, datfe aldaer wil verTamelen, en’tmeefte deel der expeditie palTeert op fijnen naem , niet tegenftaende, dat de kereken defelve dideren en onderteeckenen. Dat meer is, hy is Rechter over de appellen der lèntentien,gegeven door de meeftersvandeftra-ten -, neemt kennilTe van alle Taken, betreffende de gebouwen, bruggen, ftraten, en diergelijeke din- |
STAE T VAN dingen meer. Ten tijden van de vacantie, onthoudt hy fich in het paleys des Paus, gaet door de ftadt van Romen met een guarde van Swit-ferSjdoet het gek munten met fijn wapen,en het conclave in ordre ftellen, bewarende den fle’utel van ’t kafteel S. Angelo. De Gouverneur ofte Overfte van de fignature derjuftitie, zijndeals Intendent, heeftlaft en macht van de herfchrij vinge van de requeften en commilfien der faken bevolen door de juftitie. Men zegelt alle woensdagen in fijn paleys, en dat in fijn prelèntie 5 alwaer dat fichdan laten vinden twaelf Prelaten van de oudfte Referenda-riften , en is geinformeert door partyen, lbo wel mondelijck als bygelchrift. Alle andere Refe-rendariflen Prelaten laten fich daer mede vinden , hebbende macht dat een yder van haer, yder reys ofte verlamelinge mach voorftellen twee commilfien. Daer is noch mede de Auditeur van de Rota, de Lieutenant civil van de Auditeur van de kamer, en de Lieutenant civil van de Vicaris des Paus , tot defentie van haer juris-didlie, doch hebben bykans geen ftem j en aen-gefien, dat van vele laken die ’er befloten zijn, eenige geexpedieert werden door brieven geze-gelt door de Cardinael, bewaerder van’t Zegel, en andere informa van bevel, lbo zijnder twee Officieren over de felfde expeditien geftelt, waer van d’een genoemt wordt de Intendent van de ontwerpinge des Ibmmiers, ofte brevet, Prefetto delle minute de hrelti, die, na dat hy de beworpinge gedaen heeft, de felve aen een ander overlevert, senoemt de Méefter der brevetten, diele alsdan van de Secretaris derlèlve doet zegelen. Daer is noch mede het officie van Revoyeur van de commilfien der fignaturen van de juftitie, en alle defe drie Officieren gaen gekleet in ’t violet, ge-lijck de Kamerlingen van de Paus. Den Iutendent,ofte Overfte der fignature vati de vergiffenilTe, moet alfifterenin de verzegelin-ge der genade , ’t welck in de prelèntie des Paus gelchiet, en verzegelt alle requeften , en gratiën, ofte vergevingen die ’er gelcliieden. In dele ver-lameling laten fich twaelf Prelaten vinden, hebbende mede haer ftem, en zijn de felfde die in de fignature van de juftitie ftemmen hebben, wekkers Intendent fich hier mede laet vjnden , en van gelijeken de Cardinael Intendent, oft Overfte der brevetten, de Dataris, eenige gedeputeerde Cardinalen des Paus, zijnde nimmermeer minder als twaelf, den Auditeur van de kamer, neft'ens fijn Lieutenant civil, deTreforier generael, een Auditeur van de Rote, de Lieutenant civil van de Vicaris des Paus, een Clerek van de kamer,een Abbreviateur van’t Pare Mag-gior , en de Regent van de Cancelery ; en een yder van haer komt tot defentie van’t recht fijns officie. Noch is ’er mede de Cardinael Intendcnt,ofte Overfte der brevetten, heeft laft van te overfien, en te verzegelen alle ontworpinge van faken, de taxe onderworpen. De Bibliothecaris, die mede een Cardinael is, heeft het bewint en opficht van de biblioteeck, druckery, en van de gene die ’er in wereken. Het Trelbrierfchap generael wort mede door Italien, |
D E K E R C K E. ïp een Cardinael bedient. Aengaende de andere Officiers,fo is’er mede de Generael van deKerk, welcke bedieninge de Paus gaerne aen een van xerek^e» fijn neven geeft, zijnde een oorloghs-man. Hy andere heeft een groote autoriteyt, ftreckende wel over vijfhondert Officiers,ofte Bevelhebbers, welcke zijn de Velt-heeren der Provinciën, de Sergeanten Majoors, de Coliateurs van de ruytery, de Capiteynen van de flaghorders, en militien 5 de Colonel van Mont S.Ian, de Colonel van ’t regiment van Corfe, de Colonel van Ancone , de Capiteynen van de Corfen, en de betaelder der felfde j de Monfter-heeren van Ferrarien met de Capiteyn van de cavalleric , de Capiteynen van de hellebardiers , de Capiteyn van de ruytery van Bologne, de Monfter-heer en deSoliciteur van Avignon, de Capiteynen van de ruytery, en ’t voet-volck, en de twee Generalen van de ruytery , neffens de foldaten van al de guarnifoenen van den geheelen Staet des Paus. Hy gebiedt mede over de Generalen van Ferrare en Avignon , en heeft onder hem een Lieutenant Generael , neffens een Sergiant-majoor generael. Doch defe vier worden foodanigh gedeclareert door een brevet van fijn Heylighey t, als van gelijeken de Generael van de artillerie en de Caftel-leyn van’t kafteel S. Angelo. De Generael van de galeyen wort mede foodanigh gedeclareert door een brevet van de Paus, aen de welcke hy fijn eedt doet, als van gelijeken alle andere groote Officiers voor den Treforier generael. Defe Generael van de galeyen maeckt een Lieutenant, geeft hem fijn patent, van gelijeken geeft hy patenten aen ’al de Capiteynen, en Vaendragers van de galeyen, aen den opper-Stuurman,Auditeur,enNotaris.DePourvoyeurs, onder-Pourvoyeurs, Solicitcurs,en Patronen van veidbrght, als van gelijeken de Munitionaris en apoteecker. Aengaende de Priefters, barbiers, bootsgefellen, ftuurlieden en onder-ftuurlieden beftaen immediatelijck onder den Generael, die geen macht heeft van iemant uy t de ketens ofte boeyen te ontflaen, allbo ’t lelve by de Krijghs-raedt beftaet. Een van de andere voornaemfte Officiers des Paus, is de Generael van de guarde, welcke onder hem heeft fijnLieutenant met twee Compagnien lichte paerden, niet tegenftaende de Capiteynen door de Paus gemaeckt werden. De Generael van de guarde heeft noch onder hem een compagnie van drie hondert Switfers, en daer-en-boven twaelf gereformeerde Capiteynen , diefe Landes Spe^tt^ates noemen, ofte gebroken lancien,dic t’eenemael zijn verfchillende met de lanciers van ons voet-volck. De Secretarilfen van de Staet zijn mede groo-te Heeren , gaen t’eenemael in ’t violet gekleet, ftaende onder de Cardinael neef des Paus,van de welcke ly haer ordre ontfangen.Sy hebben oock haer ordinarifle audientien by fijnHeyligheyt, en haer bedieningen zijn verdeelt,in manicr,dat d’eene over defe , en d’ander over een andere Provincie geftelt isjdaer is ’er een onder hacr,die men Secretaris van de cijffer-brieven noemt. Daer zijn noch de Secretarilfen der brevetten, een van haer woont in’t paleys des Paus, en is E e e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;veel- |
132 s T A E T VAN veeltijts mede een Cardinael. Al de brevets, ge-expedieert door defe Cardinael, worden betaelt behalven die van de indulgentiën ten'tijden dat menfè voor niet geeft ; doch de perpetuele, ofte geduurige indulgentiën worden betaelt, en de brefs zijn ge taxeert door de 24 Secretariflen. Daer-en-boven zijnder de Secretarilfen van de (ècrete brefs, welckers officien verkoft werden , ’ te weten,de Secretaris van de con/ulte, de Secretaris van de memoricn, en hebben een yder fijn fubftituyt, die gelijck de andere in’t violet ge-kleet zijn, en worden van ’t paleys betaelt. De Paus heeft oock vier meefters der ceremoniën,welckers officie is om inde publijcke aólien te ordineeren’tgene deCardinalen toeftaet te doen, en te gebieden aen d’andere, ’t gene noo-digh is, t’alfifieren in de kapelle des Paus ; zijn gemeenlijck in ’t violet geklect, en dragen de roode ïótaen als de Paus de Miffie doet. Noch is ’er de Meefter van ’t paleys,onthoudt fich ftadigh op’t Vatican, met twee medegefel-len van de felve digniteyt, zijnde altijt lacobiner monicken. Sijn bedieninge is om alle de dingen die gedruckt worden te overfien, en,na datfe ge-. approbeert fijn,copie daer van te behouden j nae dat de vice-Regent de felve met fijn fignetgete-kent heeft, doet hy van gelijcken, ofte eenigh van lijn confraters ofte medegefellen.Defe Mee-fte» van ’t heyligh paleys affilieert mede in de ver-famelinge van den heyligen dienfl:, ofte inquifi-tie,en vermach van gelijcken, als oock fijn compagnons, permiffie te geven van verboden boec-ken te mogen leien. Hy affilieert oock in de ver-famelinge van de Indice, en heeft plaets in de kapel onder den Deccken van de Rota. De Sacrill, die gemeenlijck een Augulliner monick is, woont mede op ’t paleys, heeft lalt over de Sacriftie oft fanétuarie des Paus, die hy bewaert,in de welcke veel kerckelijcke ornamenten van groote waerde zijn befioten , bedient al-tijdt de Paus, wanneer hy de MilTe doet, proevende de wijn, ’t water en hoftie, lbo wanneerfe gecoiifacreert fal worden ; en vermits hy mede een biffichoplijcke tijtel heeft, affilieert hy in de kapel onder de BilTchoppen , hebbende aldaer fijnplaets, en wanneer ny geen Biffchop is, gaet hy gekleet als een Prelaet Regulier. De Paus heeft noch gemeenlijck by hem een van fijn neven tot Secretaris, welcke veel andere Notariflen onder hem heeft j hy lchrijft en tekent, door gebodt des Paus, de brieven aen allerhande perfoonen, en verzegelt de patenten voor allerley Officieren. . Het is defe Cardinael neef des Paus, met de welcke alle de AmbalTadeuren van Köningen, Princen en Republijcken, nae datfe van de Paus audiëntie hebben , traóleeren van alle voorvallende faken, doende hem alsdan ’t rapport van ’t gene ly verhandelt hebben lbo dat defe neef ordinaris de tijtel heeft van Superintendent generael van de kerck ; neffens die van Secretaris. |
De Paus heeft oock fijn Hofmeeller, zijnde altijdteen Prelaet,fijn Kamer-meeller,opperlle voorfnijder, neffens andere Officiers van de fael en kamer, onder de welcke zijn de fecrete Ka-merlingenjCn fes ofte acht van die worden gedc-DE K E R C K E. clareert door den Paus, als participanten van fijn faken, mede een van haer is altijdt fecreet Tre-Ibrier, hebbende lall over de dillributie, oft uyt-deelinge van de giften , gaven, en aelmoellén particulier van fijn Heyligheyt: hy heeft noch een anderen Kamer-meeller, hebbende onder hem een onder-Kamer-meeller, beyde gekleet in ’t violet, neffens veel andere medehulpers de-pendeerende aen hem. Doch hier llaet te notee-ren, dat dele Kamer-meeller niet gefielt is over de kleederen des Paus, maerover dejuweelen, reliquien, gout, filver, cn meer diergelijeke dingen , en van gelijcken over het Jgnus Dei, ’t gene de Paus gewoonelijck alle leven jaren maeckt. Vorders noemt men eenige Kamerlingen participanten , van wegen dat ly part en deel hebben aen de giften en prefenten die men aen de kamer des Paus doet. Noch zijnder Kamerlingen der llatien , zijnde al te lamen van adelijeke af-komlle, en zijn niet gehouden op ’t paleys te verlchijnen, neffens andere lborten van Kamerlingen j maer een yder heeft fijn bylbnderc lall ofte bedieninge. Aengaende de andere Staten fijns huys,zijnde in groot getal, laet ick als in ’t gemeen, gelijck die van de lladt van Romen, als behoorende aen de verhalinge particulier van fijn Provincie. De andere officien van buy ten, zijn die vande Meellers der requellen van beyde de fignatu-ren, lbo wel van de vergevinge, als jullitie,wiens lall is, om de contentieufe, oft llrijdende reque-llen en commiffien, vervat onder ’t zegel van de jullitie en genade, te proponeren, en kennilfe te nemen van andere dingen die dagelijeks voorvallen, doch lbo wanneerfe meer zijn als van vijf hondert goude kroonen , wordenfe aen de Rota geremitteert. Doch het officie van Dataris is boven alle de andere geeflimeert, in voegen dat de Paus het felve niet begeeft, ’t en zy aen eenige van de voornaemlle Prelaten, en Ibmtijdts aen eenige der Cardinalen. Alle open-llaende beneficiën moeten door fijn handen pafferen, jaé fèlf vermach hy die te begeven, londer order des Paus, aen die’t hem goet dunekt, te weten, die niet en paffeeren vier-en-twintigh dukaten jaerlijks aen inkomen ; aengaende andere van meerder waerde,als daer zijnCanonicklchappen en diergelijeke meer, daer in kan hy grootelijeks fijn vrienden favorilèren , in ’t overleveren der requeflen aen den Paus, door dien dat hyfe zegelt, doende hem met een ’trapport van de concurrenten. Hy heeft alle dagen gehoor by den Paus, neffens fijn onder-Dataris, zijnde mede in’t violet gekleet, die felfs oock Referendaris en Prelaet is, lbo wanneer de Dataris Cardinael is. Hy fielt de Date, ofte Datum Roma , hebbende onder hem twee Revoyeurs , die hem helpen in ’t overfien der requeflen, Hellende fulcke reflridien en modificatien als lÿ noodigh achten. Mede heeft hy onder hem een Officier der compofitien, door wiens handen dat de requeflen paffeeren, die lchuldigh zijn de compofitien te betalen j noch een ander, hebbende lall om de requeflen, nadatfe gedateert zijn , te beflellen na haer bc-hoorlijcke plaets, te weten, naer ’t puBlijck, of fecreet |
fecreecregider, Hellende den dagh, wanneerfe gefonden worden. Daer is noch een andere Revoyeur van de difpenfatien van de huwelijcken, hebbende maer alleen macht over de dilpenla-tien , betreffende de bloedt-vrienden , en nae-maeghlchappen. Onder alle defe Officiers is ’er niemant die fijn officie koopt , als die van de Componenten,alfbo alle de andere gekoren werden door den Dataris , behalven den ondcr-Da-taris, die door den Paus felfs gekoren wei dt. Noch zijnder daer-en-boven twintigh Officiers , die men Inlchrijvers van de requeften noemt,gezegelt door den Paus,ofte fijncOfficie-ren daer toe gedeputeert ,• de felve, na datfè ge-zegelt en ge- en-regiffreert,oft ingefchreven zij n, werden na deCancelerie gefonden,ten eynde,dat de Bullen des felve,volgens de requeften,werden geexpedieert. Men fiet oock vier Officiers, ge-noemt Meefters van ’t Regifter, laft hebbende de ingefchreven requeften teoverfien, omfekerte gaen, dat het regifter met het originael is accor-derendcj ’t felve lbo zijnde, ftellenfè op den rugh der requeften het teecken van het infchrijven, zijnde een groote R, in de welcke fy haer n’amen lchrijven. Daer is het officie van ’t loot, door ’t welcke alle Bullen moeten pafleeren,ten eynde dat het loot daer aen gedaen wert. Daer is mede het regifter der Bullen, daer menfe, na datfè geexpedieert zijn , enregiftreert ofte infchrijft j en dele Meefters van ’t regifter der Bullen, wiens laft beftaex in ’t collationeren der regifteren met de originalen , ftellen op den rugh het teecken van de infchrijviüge, zijnde een groote R, inde Welcke ly haer namen fchrijven, gelijck de Meefters van ’t regifter der requeften. dignum noemt, die de Paus, volgens het gemeen gebruyck, toeftaet, datfè vergunt werden aen den fuppliant, foo wanneer hy ’t felve waerdigh bevonden wert j daer na de Bullen van gratiën, » nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--------- ----- die de Paus felfs vrywillighlijck odroyeert, buy- onthouden, gelijck de Commiffaris, de Eifcael, ten het gemeen gebruyck. Daer naevolght het requeft, en de bulle van onderkruypinge, dat is, wanneer de fuppliant de waerheydt nietgefeyt heeft, en dat den onder-kruyper de waerheydt Vorders foo zijnder verfcheyde« foorten van Bullen , eerftelijck, de gene die men In firma verfwijght ; doch fy worden doorgaens, en mee-ftcndeel vooreen genomen. Noch is ’er de Sommift , wiens offici meeften-deel door een Cardinael bedient werdt : en het Collegie van de twaelf Prelaten, zijnde Proto-notariftèn genoemt, geinftitueert ofte ingeftelt door Paus S.Clement den I, tot de befchrijvinge van ’t leven der Heyligen j fy dragen het violet kleet, het roquet ofte overkleet, en den hoedt met den hoedtbandt,gaen in de confiftorie, werden geimployeert tot de canonifatien der Heyligen, in eenige folemneele aólien der Paufèn. Sy nebben macht om de Doóloren en Notariffen te maken , buy ten de muuren van Romen ; oock is DE K. L K C K h. 133 in de fècrete Confiftori ; ’t geheele lichaem, ver-famelt zijnde in Collegie der Wijshcyt,heeft alsdan eerft macht om Rechtsgeleerden te promoveren , dat een yder in ’t byfónder niet vermach te doen. Een onder haer heeft de tijtel van Re-óleur derWijsheyt, hebbende opficht op’t inkomen des felve, en betalingen van de lefers. Doch een congregatie van Cardinalen, daer toe gedeputeert, fielt de Profefforen. gemeenelijck yder Protonotaris Referendaris van de fignaturcn,en heeft plaets in de kapel. De confiftoorlijeke’Advocaten, zijnde twaelf worden,en gefchiet in het huy^van denoudtften in ’t getal, worden door gratie des Paus gekoren. Cardinael. In die van de conlulte , de welcke Haer officie is te bidden en te harangeren in de gefchiet dingsdaeghs en ’s vrydaeghs, traóleert publijeke Confiftorien, als mede te verfchijnen men van de regeringe van den geheelen kereke- |
De Paus begeeft mede het officie van Inten-dent van de vivres ofte lijftocht, welcke fy noemen Prefetto dell' Annona , wiens jurisdióHe fich ftreckt door ’t geheele lant van ’t Patrimonie tot de landtpalen van Siene, bevattende’tgefteele landt totNarni en Sabine,- tot de grenfen van ’t Koningrijck Napels.Hy heeft onder hem tien perfbnen tot fijn affiftentie, te weten een Com-miffaris generael, een Subftitoyt, een Commif. faris, een Rekenmeefter, een Gardiaen van’t koren , een Gardiaen van de hoofden der folderen voor de Treforier , en een ander voor den Inten-dent j twee Intendenten over de maet, diefe noemen Sopraßanti allemefure, en een Exadeur die men fendt naer de poorten van Romen, om van de Comis van de poort te nemen de memori van de menighte der granen, op dien dagh binnen de ftadt gebracht. Hy heeft mede verfcheyde Commiftariffen op diverfè plaetfèn, foo tot ver-kondinge van de prijs der granen van de kam^r, als van de gearrefteerde prijs , en meer andere voorvallende faken. Hy heeft in fijn rechtbanek fijn Rechter, met een Notaris, enBarigel,neffens eenigeSbirren. Daer zijn verfcheyde verfamelingen der Car- rcrÇawe-dinalen,te weten,de by-een-komftedes heyligen dienft, die fich verfamelt ’s woonsdaeghs voor den alleroudtften Cardinael, en donderdaeghs voor den Paus , ter laken en materie betreffende leer lchoon fterck paleys, in het welche de ge-vangenilTen zijn, en verlcheyde Officiers liclr en meer andere. De vergaderinge wegen ’t Concilium, ’t welcke gefchiet in’t huys van de oudtfte Cardinael, heeft de macht en autoriteyt van te interpreteren de text van ’t Concilium van Trentenen de ceremoniën diefe noemen DeiRiti, neemt ken-niffe van de verfchillen der ceremoniën, canoni-fatien der Heyligen,en diergelijeke dingen meer, hebbende tot opperhooft den Deecken der Cardinalen. In de verfamelinge om de wateren fpreekt men van de rivieren, bruggen en meer diergelijeke faken, en de Commiffaris van de kamer affi-fteert ’er mede. De vergaderinge wegen de fon-teynen en ftraten,heeft tot opperhooft den Cardinael Chambellan, die men houdt, volgens de occurrentien der faken, en op geen gefette dagen, in het huys van den oudtften Cardinael. De congregatie van het Regifter, isgeftabi-leert wegen de boécken die gedruckt moeten |
134 S T A E T VA N* lijcken Staet, en fès Cardinalen ncffens acht Prelaten affilieren aldaer. De verlàmelinge van de fchaden en goede re-geringe, diefe noemen , Sgral^ii, e de bono B^egiminey is die aen de welcke de gemeenfchappen, en on-, derdanenliaertoevlucht nemen, wegen’tonge-lijck ’tgene haer is gelchiet, ten eynde dat ly hacllelijck daer indoor brieven werden geholpen. Die van de Munte delibereert wegen de munten,loo van Romen, als dengeheelenkerckehjc-ken Staet. Die van ’t examen der BilTchoppen, in de welcke tien Cardinalen, en eenige Prelaten affilieren, gefchiet voor den Pauss doch dit examen is niet als voor de BilTchoppen van Italien, die geduurighlijck, terwijl Ty werden geexami-neert, voor hem nederknielen. Aengaende de andere Cardinalen, zijn dit examen niet onderworpen. Defe vergaderinge is ingellelt geweefl: door Clement den VllI, diele felfs examineerde. De verTamelinge der Taken van de conlillorien, die tot Opperhcoft heeft den Deecken van de Cardinalen, gclchiet Teer Telden', aengcfien de weynigh occalie die ßch preTenteert, om van diergelijcke dingen te handelens doch daer wort gelproken van de refignatien van deBisdommen, intereilen der faxen van de kercken en Abdyen , neffens diergelijcke dingen meer. Vorders y der VerTamelinge heeft fijn befonder Secretaris, die de decreten en genomen relblutien van de ver-lamelinge vooileell, welckers brieven de Cardi-naeî, hooft van de vergaderinge,onderteeckent, en 11 j n Secretaris verzegel t. Doch Too wanneer ’er confillori werdt gehouden, en gelchiet’er nimmermeer eenige andere verlamelinge. jüedtbivic- Aeno-aende de voornaemlle rechtbancken , oft plaetfen,daer men jullitie doet,en de gewich-tighlle faken effent, behalven die van Romen , en van andere plaetfen delès Staets, Too is ’er die van la Rota, bellaende uyt twaelf Prelaten, te weten, acht Italianen, twee Spanjaerden, een Fransman,en een Hooghduyts,die fich verlame-len op’t paleys van S. Pieter, alle donderdaeghs en des vrydaeghs. Haer jurisdidie llrcckt fich over alle Taken van beneficiën, van alle de Provinciën, enden geheelen kerckelijcken Staet, voornamelijck in de tweede inllantie, alwaer de oppofitie plaets heeftjoock over de andere Taken mede in ’t tweede relórt j en die van het Graef-Ichap Avignon gaen Too wel als die van Italien aldaer om jullitie. ^poRoii- Daer is mede de Apollolilche kamer, die fich (chtverlamelt in’t paleys van S. Pieter, allemaen-dagen en ’s vrydaeghs , op die dagen dat men confillorie is houdende. Sy bellaet in de Camer-lingo, deTreToriergenerael, de Gouverneur van Romen, de Auditeur van de kamer, de Advocaet van de armen,de Advocaet Fiscael,de Fiscael van Romen, en in twaelf Clereken van de kamer. Sy hebben jurisdidie, en nemen kennilTe over alle Taken, die de kamer betreffen, te weten, over de dingen toebehoorende aen den heyligen Stoel,als daerzijn deleenen van de Kerck, laken van rovery, rcKeningen van de Officiers en on- |
D E K E R C K E. derdanen, munten, en diergelijcke dingen meer. Sy effenen mede de laken van appellen,te weten, die van de llraten, gebouwen, tollen, accijlèn, impollen en diergelijcke Taken. Dit is de kamer, aen de wclcke alle Leen-heeren haer tribuyt moeten betalen op S. Pieters avont. Doch behalven deTejurisdidie, bellaende by de geheele verlamelinge, ofte kamer, lbo heeft oock eenyder van haer de fijneparticulier. Want de Auditeur van de kamer, is ordinaris Rechter van ’t hof van Romen, en van alle courtifanen, kooplieden en vreemdelingen binnen Romen ; van de Barons,Princen,AmbalTadeurs,Biffchop-pen, Aertzbiffehoppen, Patriarchen , Cardinalen , en lèlfs van alle de oppofitien van den kerckelijcken Staet. Hy is Executeur in ’t belonder van alle de geinterelTeerde des kamers, van alle de Apollolilche brieven,inllrumenten,en van de llraffen der bannen -, ja heeft Telfs groote autori-tey t over de criminele faken, met het recht van preventie,ofte voorkominge. Hy heeft een Lieutenant civil, zijnde een Prelaet, en een Lieutenant crimineel met tienNotarilTen.DePrefident van de kamer heeft particuliere lall om te affilieren in ’t overlïen van alle de rekeningen van het Trelbor,oft Tchat van de kamer en den heyligen Stoel. De Advocaet van de armen is fijn bedie-ninge alommede armen te belchrijven, fonder dat hy iets daer voor geniet. De Advocaet fiscael defendeert de rechten van ’t Fifoo, voor alle rechtbancken, en dat in allerhande Taken 5 de Commiffaris van de kamer heeft lall om te de- . fenderen de fohade van de kamer in civile Taken, en te affilieren neffens den Trelbrier generael in de revifie van de rekeningen, inkomen en intere-llen van de kamer, van tollen en impollen. Sijn affillentie is mede van noode in ’t provideren van granen en munten. Alle de Provinciën zijn gegouverneert, oft Gaivüernt-door Legaten, ofte vice-Legaten, befittende de plaets van Legaten, die te Romen by de Paus woonen,die Telfs in perfoon regeert de Provincie van Romen, fonder eenigh Legaet. De andere gouvernementen oft landen,belliert door Legaten , zijn die van Romagne , Ferrare, Bologne, Urbin,Peruge,(vervattende Umbrien) de Marck van Ancone , en Avignon. Daer-en-boven lbo heeft een yder van dele Provinciën zijn Gene-rael,gebiedende over het krijgsvolck. Dat meer is, een yder lladt van den kerckelijcken Staet heeft fijn Gouverneur, gekoren door den Paus, in plaets dat de Podellas en andere Officieren werden gekoren door de burgers ,• maer de Gouverneurs , en Officieren van de kalleelen, Tterck-ten en havenen, worden gekoren door den Paus oft fijn neef. De voornaemlle leenen van deKerck zijn het Lcemn. Koningrijck Napels,en Sicilien, anderfins beyde de Sicilien; de Hertoglidommen Parma, en Plai-Tance 5 en de hêerlchappye van Radicofani, met de landen llreckende tot aen Ponte Centino, te leen gehouden van den grooten Hertogh, als Hertogh van Siene, in eeuwigh Vicariaetfohap. |
’37
R O M A G • N E.
vervattende ’t Hertoghdom
de Landen van
BOLOGNE,
En
ROMANIOLE.
Omagne , eertijdts ge-noemt ilaminie en Ewz-lie y van wegen de twee wegen die men aldaer vindt, is een gedeelte van Vranckrijek, gelegen aen dees zijde van de Alpes, en van’t gene men Togata noemt, eertijdts gerekent van de riviere Æfîs, daer nae loo wanneer de palen van Italien wijder uytgellreckt wierden, van de riviere Rubicon, tegenwoordigh Piffatello ge-noemt, een gedeelte van ’t felfde landt, en was bewoont door de Françoifen geheeten Boji 5 na-derhandt hebben de Paus enKeyfer Karel de Groote aen dit landt de naem gegeven van Ro-tnandiok oft Romaniole,’t welck de Italianen verandert hebben in Romagna. dien en de landen van de Hertogen van Modena en Mirandola j in ’t zuyden met het geberghte ApenninuSjde landen van den grooten Hertogh, en die van Alexander, en Galpar Sardes, waer en met een gedeelte van de Marek van Ancone j van men de fchriften noch heeft j daer-en-boven en in’t ooften met een gedeelte van de felfde jMarck, en de Golf van Venetien. De voornaemlle plaetlen,'voerende den naem Steilen. 't Landt van rare. Dit landt wordt bepaelt in ’t noorden, met de moraflehenvan die van Padua, en Verone , be-hoorende onder’t gebiedt van de Venetianen, mede tendeele met de Golf van Venetien ofte de Adriatilche zee} in ’t wellen met Lombar-van fteden Bisdommen en Aertzbifdommen, zijn Ferrare, Comacchio , Bologne, Ravenne, Rimini, Cefene, Cervie, Sarfine,Forli, Fayance, en Imole. Terrare, ^2.% eertijts de hooftftadt van de Staet, waer van de Hertogen haer naem voerden, zijnde Overfte van verfcheyde landen , die lieh ftreckten hondert feftigh mijlen in de langte , en vijftigh in de breette,vervattende defe ftadtmet de Ferrarojfche^cn Comacchiofche landen, neßens verfcheyde kafteelen in de moraflehen van de Adria-tilche zee ,• en de Hertoghdommen van Mcdcne en CarfagnanCy en eyndelijck de Heerfchap-pye ofte ’t Graeflchap van Carpi. Doch de Paus Clement den VlII, heeft fichin’t jaer 1798, na de doodt van Alphonfus dell, Hertogh van italien. |
Ferrare,meefter gemaeckt van dele ffadt cn hacr landen, in de welcke vervat wierd Comacchio, alloo het een leen der kercke was, verftervende aen den Paus, door gebreck van mannelij eke erfgenamen j gelijck te fien is in den Staet van den Hertogh van Modene, die in ’t befit bleef van Modene, Regge, en Carpi, heffens haer toebe-hoorendelanden, als vangelijcken van Carfa-gnane. Het Ferraroilche landt ftreckt fich in ’t noor- Lantpalen. den aen die van Venetien, Polefineen Verone ; in’t wellen aen de Staet van den Hertogh van Mantua en die van Mirandole en Bologne 5 in ’t zuyden aen die van Ravenne en Romagne ; en in ’t oollen aen de Golf van Venetien. Ferrare, gelegen by de Po , die in ’t wellen en Ferrurt. ’t zuyden, bykans neffens haer henen vloeyt, heeft feer fchoone llraten, plaetfen ofte merck-ten,en huylen, neffens een treffelijcke Domkerc-kevan uytgehouwen fteen, llaende dicht aen de groote plaets; met een andere van de religieu-fen der ordre van S. Benediétus, waerdigh om befien te werden, met de graffchriften van Ario-lle in Italiaenlche en Latijniche verfen ,• noch een ander van S. Dominicus, in de welcke men fiet het graf van lan Baptifte Cinthio Giraldi, die van de Canonicken van S. Salvator, onder de tijtel van S. Maria del Va, bewarende lèker bloet van mirakel,noch het feer vei maerde Convent van de Katuyfers-monicken. Men flet’er mede het feer fchoon paleys van de oude Hertogen , zijnde hedensdaeghs het logement van de Legaet des Paus ; ’t heeft een kanael dienende tot de graft, en een court ofte plaets, alwaer men fiet de beeldeniflen van de Hertogen van Ferrare , behalven die van den laetften, die de fijne felfs liet uytwiflen. Noch zijnder vier lchoone toorns, doch inlbnderheydc een , waer van de trap is gemaeckt in manier van Caracol, gelijck die van de Tuilleriers van Parijs, en in voegen dat men daer te paert kan oprijden tot de vijfde ofte felle Iblderinge toe. In de nieuwe Bibliotheek fiet men vele fchoone llatuen ofte beelden foo van marmorals koper, van gelijcken feer titflelijcke fchilderyen , en koffertjes vol van F f f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;duur- |
4
^1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-3
Jt .4,.er,a
'J)ergbta 'S ■
Jd Slt;aa^
3
XTi
—- fci .
L^tii/douv
-A;' quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SatMtuuteBa
Crfice. À
co: •
■V.O.SoOM« -*0*... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Cenc^..
^^ll..ugt; ralÀttrMr.
b.^quot;Pta-peb'^
duurbare en kofielijcke gefieenten nae dekonft gegraveert. Het paleys van Cefar d’Efie, Her-togh van Modene, gemaeckt van uytgehouwen fieen met punten, in forma van een diamant, is mede waerd om befien te worden , als van ge-lijcken het parc , genoemt la Montagnola, in ’t welcke datlè bewaren verlcheyde herten en meer andere flagh van beeilen 3 de tuynen met het Ipeel-huys, genoemt Belveder, en de plaetle daer de vilch komt om geaefi te werden op het luyen van een klockje, mede de drie paerde-fial-len , onder de welcke d’een is groot tothondert twintigh paerden, een ander van hondert twee, en de derde van veertigh paerden , doch ly zijn teaenwoordigh ledidi. Dan het allervoornaem-fie werck van geheel Ferrare is het kafieel, ge-bouwt door Paus Clement de V111, die , tot voltreckingedes lèlvigen, wel omtrent twee mi-lioenen gout daer aen heeft befieet. Het is uyttermaten Rerck en wel gem-aeckt leggende tegens over de ftadt en de Po, weickers moral-fchen daer neffens vloeyen j heeft fes lchoone groote bolwercken, fès meidens en wapenhuy-îèn, voorfien met allerhande iôorten van wapenen , en is van lijftocht wel beforght, als van ge-lijcken van logementen foo voor de foldaten als den Gouverneur : in ’t midden van het pleyn ofte pläets is een uy tgehouwen fteenen beelt van Clement den VIII, fittende ineen ftoel met dele woorden onder aen ’t fondament oft de voet : Nc recedente PadoFerrrtri^ fortitudo recederct, Martern Ne-ptunoJuhfiituitquot;, dat is te leggen , Soo wanneer de Po fich retireert, fielt hy Mars in de plaets van Neptunus, op dat de fierckte van Ferrare foude bly ven. Maer aengaende de ftadt, alhoewelfe fchoon en groot is, lbo heeftfe nochtans veel minder inwoonders als ten tijden der Hertogen, jae lelfs met den laetftenHertogh zijnder ver-Icheyde adelijcke huylèn opgebroken en gereti-reert. Keyfer Frederick de Tweede heeft aldaer opgerecht een generale fiudie , anderfins ge-noemt een Univerfiteyt. De ander fiadt deles Staetsis Comacchio , gcle-gen in een groot lacq oftemeyr, van omtrent twaelfmijlen inderonte, tuflchen twee armen ofte deelen van de Po ; dicht aen de forterefie Magnayacca,een mijl van de zee.De andere voor-naemfteplaetfen van hetFerraroifchelandt zijn Cotignola, een kleyn fiedeken, doch fierck, gelegen op de riviere Senio, omringt met fiercke muuren en diepe graften : mede Cento, een rijcke fiadt en wel bevolckt, gelegen op de riviere Reno : en Maffa de Lombardi 5 by de welcke dat men kan voegen het groote dorp van Lttgo vol van fchoone huyfen en kofielijcke gebouwen, hoewel het onbemuurt is ,• daer-en-bovcn de leer kofielijcke paleyfen van de Hertogen van Ferrare , het een genoemt Boccaglione, gelegen längs de Po , en het ander drie mijlen van daer, geheeten Coffando'o. Bo’ogne, genoemt by de oude en hedendaegh-Iche Latinifien Bononia, daer nae verandert door corruptie der tael in Pologna,is mede een hooft-ftadt van ’t Bolognoilche landt, dat de Italianen noemen Bolcgneje, wort bepaelt in ’moorden met de Ferraroifche landen, in ’t oofien met de felfde -^nderf l^LlCtpK. Het Boloe-norfche- |
ARE. landen en een gedeelte van Romagne, in’t wellen met de landen van den Hertogh van Mode-ne, van’t welcke het verdeelt is door de riviere Panaro ; en in ’t zuyden wordt het bepaelt met de Staet van den grooten Hertogh en de Floren-tinen, welekers palen zijn den bergh Apenninus, in de plaets genoemt Filigaie. Aengaende de fiadt Bologne, fy is gelegen dicht aen den bergh Apenninus, in’t midden op den wegh Emilie, fireckt fich in ’t oofien nacr de riviere Savana,en in ’t wellen aen de riviere Reno, die daer dwars door vloeyt, loopende naer Ferrare } na datlè fich vermengt heeft met de beeck Avefa, komende uyt’et zuyden, is leer bequaem tot geladen barquen , dielè voert met haerge-lade koopmanfehappen tot in de Po. De omvang van defe fiadt is omtrent vijf mijlen groot, gerekent binnen haer muuren. Haer langte twee mijlen, en breette omtrent een mijl oft een wey-nigh meer, beginnende van de poort Sint Mam-molo , tot de poort Galliera. Men liet van ver de lèerhooge en wonderbaerlijeke toorn, genoemt Gli Afinelli, fiaende in’t midden van de ftadt, de feer lchoone Domkerek van S. Pieter, wiens Aertz-diaken , boven alle andere, macht heeft om Dodoren te promoveren j mede de groote kerek toegewijt aen Sint Petronius, patroon van de ftadt 5 en die van ’t lichaem onles Heeren, in de welcke dat men fiet hetgeheele lichaem van de heylige Maeght Catharina de Vigri, nonne van de ordre van S. Clara, die gc-ftorven is tot Bologne, in ’t jaer 1463, en wordt van de curieufeen devote luyden lichtelijck gehen , fittende op een ftoel, gekleet met de klee-deren van haer ordre, hebbende het vel des aen-fichts gefpannen, open oogen, bloote handen en voeten , van de welcke men de nagels alle maenden affnij t in de tegenwoordighey t van vele lieden , als van gelijeken het hair, eens ’s jaers, nae dat het felfde gegrocyt is ; eenlàeck die my van verfcheyde Edelluyden van de ftadt, geloof-waerdigeperfoonen, voor waerachtigh verhaelt is, foo wanneer icklè gefien hadde, fonder nochtans dat ick my liet vinden inden tijdtvan die particulariteyten j lbo dat men met recht dit lichaem mach houden voor een van de voor-naemfte reliquien van geheel Italien. Als van gelijeken lbo heeft men ’er veel verlcheyde mirakelen hen doen, altemael belchreven door een devoot lefuyt, die een geheel boeck gemaeckt heeft van haer leven en wereken. Daer-en-bo-ven is het een groot contentement te mogen lien de fchoone kerek van S. Dominicus ofte van de lacobiner-monicken, in de welcke haer Patroon Sint Dominicus is ruftende in een tabernakel, verçiert wel met drie hondert foo goude als fil-vere figuren, leydt ineen tombe ofte graf van feer lchoone marmerfteen vol van uytgehouwe beelden. Het choor deler kereke, in het welcke gercprelenteert wordt de hiftorie van ’t Oude en Nieuwe Teftamentvan uy tgehouwe beeltwerck, leer konftigh gemaeckt, is mede aengenaem om te fien. Men fiet ’er mede een van de doornen van de Kroon onlès Heeren j de Bybel gelchre-ven in’t Hebreeulch op wit francijn, door den Propheet Efdras j en de voortreffelijcke Ichilde-rye |
BOLOGNE.
137
Talejfin,
\Jlfarcki,
Tenteyn.
de tijtel van Marquilen,. Graven, en diergelijcke hebben.
In de voorlieden fiet men de kioofters van de Kieoflcn. Catuylèrs, Servi, lefuaten , Zoccolanti, en meer andere; doch inibnderheyt dat van S. Michiel in het boich van de Religieulen des berghs Olivet, een van de allerichoonfte en trcffelijckfte van geheel Italieri, hebbende vele fchoone en ver-makelijcke hoven, fonteynen, en vyvers vol van vifch j en boven al een fchoone kerck met kofte-lijcke pylaren, en beelden, oock begraeffeniftbn van marmerfteen, en daer benelfens een choor verçiert met eenfeer fchoon beeldt-werck van allerhande Ibort van hout, foo aerdigh en kon-ftigh gemaeckt, dat men ’t foude oordeelen gé-fchildert en niet gefneden te wefen , foo van wegen de curieusheyt, als reprefentatie ; want men fiet ’er niet alleenigh uytgehouwe kafteelen, torens, boomen, velden, landen, bergen, en dier-gelijcke dingen meer, maer daer-en boven , fcer kleyne bloemkens , uytermaten aerdigh gemaeckt, volgens de konft van hetperlpeétijf.
Doch lbo wanneer men gaet uyt de voorlieden tulTchen ’t ooften en ’t zuydep, vint men aen de flincker zijde van de rivier Reno , LaChiufa, ’t welck is een leer dicke muur, gemaeckt dwars over de rivier, om’t water te Hutten en te doen Lopen in een kanael ofte graft, tot Bologne beginnende , en nae de konft gemaeckt, om ver- , Icheyde meulens en inftrumenten te doen om-gaen, lbo om koorn te malen, als om te maken allerhande foorten van kopere vaten, wapens,en de lèlve te tempereren, en Inijdende temaken, als Iwaerden, rapieren en diergelijcke ; als vati gelijcken om de zijde te Ipinnen, papier te maken , en de fpeceryen te malen 5 eyndelijck, lbo voertfe de fchuyten tot Malalbergo, alwaer dat men in het kanael van de moeralfchen van Sint Martin komt,om te varen naer de Po en Ferrare.
Aen gene zijde la Chiufakomtmenin de va-ley van Reno, gelegen tulfchen de rivier en het geberghte, alwaer dat men het paleys van Rofli liet, bequaem om een Keyfer met fijn trayn te logeeren ; wijders Kergato, een dorp gelegen vijftien mijlen van Bologne, woonplaets van de Ca-piteyn, alwaer de omleggende plaetièn komen om recht te ontfangen ; en daer na Calliglione en Bergi, kafteelen van de Heeren Pepoli, gren-lènde aen de palen van die van Florence, en aen de rechter zijde des felven komt men in Carfa-gnane. Doch foo wanneer men uyt de poort van Ja Galliere gaet,om de andere plaetièn van Bologne te befichtigen, leggende in ’moorden, vindt menS. George, tien mijlen van Bologne 3 daer nae Poggio van de Lambertins, eenfeer adelijck huys van Bologne ; Caßel Guelfo, toebehoorende aen ’t HuysMalvezzi,•Do22lt;^,aen’t Huys van de Campeggi , voerende den tijtel van een Graeffehap j en Caflel Bolognefe, een ftadt dicht aen de rivier Senio gelegen, en gebouwt in ’t jaer 1388, door die van Bologne, zijnde, naeft Bologne,de befte plaets delès landts.
Na defe twee Heden, is Païenne de voornaem-He van Romagne, een leer oude ftadt, verblijf-plaets van Theodoric Koning der Gothen, en van de Exarches, gelbnden in Italien door de
G g g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Key-
rye van de kindermoordt gemaeckt door Guido Reni, ais meer andere fchoone Rucken van den felfden meefter. Daer zijn mede vele fchoone kioofters met kerckhoven voor de monicken, wel hondert vijftigh in ’t getal/t groote refeóto-rium geichildert door vericheyde uytrauntende meeftcrs, d’Apotekers winckel vol van vaten en gereetlchap tot allerhande foorten van diftilia-tien die men daer doet ,• de Bibiiotlieeck, gehouden voor een van de voornaemfte van geheel Italien,- de kelder, mede de grootfte van Italien, ftrecken de curieule fiender tot groote verwondering en vermaeck. Het huys van de Univer-hteyt, ’t welck ly noemen lo Studio, oft ftudie, is van gelijcken leer heerlijck, heeft vele Ichoone treffelijcke lalen en kamers, bequaem tot de lef-Jfèn van vericheyde Profeflbren. In dele Iladt zijn mede vericheyde Collégien, te weten, een voor de Spanjaerden, een ander voor die van la Marque, een voor die van Piemont, en een voor d’Oltramontani, dat is te feggen, voor de natiën van gene zijde der Alpen. In ’t paleys defer ftadt Eet men eenige gegoten kopere hoofden, te weten, een van Clement den VIII, Innocent den IX, en Gregorius ; en die van Hercules, hebbende fijn knots ofte kolve in fijn hant, zijnde van fteen. Indefael, daer de Senatoresofte Raedtsheeren gewent zijn te eten, fietmende wapenen van’t Koninckrijck van Vranckrijck, met een opichrift, beteeckenende hoe Carolus Koning van Vranckrijck het Oriflamme aen die van Bologne gaf, in ’tjaer 138p. Boven de poort van’t paleys fiaethet Beeldt van Gregorius de Dertiende, en een weynigh verder , een ander van Bonifacius de V111.
Daer-en-boven zijnder noch veel fchoone pa-leyfen, te weten, dat van Campeggi, alwaer het Concilie, ten tijden van Iulius de 111, fich ver-famelde, dat van Pepoii,en Malvezzi. Aengaen-de het paleys van Bentivogli.eertijts Heeren van Bologne,is geruiheert tot de gront toe,en wordt heden géhbèmt 11 Guaßo. Vorders lbo zijnder weynigh Heden in Italien , alwaer de huylèn lbo koftélijck geftofieert zijn als hier in voegen dat het lelfs een playfier om fien is de koftelijckheyt van vericheyde huylen, die noch ver nae van de gequalificeerfte der ftadt niet en zijn, lbo van wegen de Ichoone Ichildcryen , en tapilferyen, ' alsftatuen en beelden, groote en kleyne van koper en marmerfteen, heele en halve,’en een me- ’ nightevan meer andere Ii-aeyigheden, die dele plaets leer aengehaem maken.
Defe ftadt en heeft niet meer als cenplaets ofte marckt, in ’t midden van de welcke dat men een leer Ichoone fonteyn fiet, hebbende een bacin ofte back van marmerfteen,nelfcns eenige fraye metale beelden. De ftratenzijn meeften-deel breet en wijt, hebbende Ichoone galeryen ofte wandel-plaetfen, onder de welcke dat ’er vericheyde met marmerfteene pyïaren,zijn ,- in voegen dat men byna onder dele galeryen de gehcele ftadt kan doorgaen. Aengaende ’t getal der burgeren ofte inwoonders, men maeckt gif. fing van omtrent tachtigh duyfent peribonen, onder de welcke dat men rekent twee duyfent Edellieden te zijn, waer van dat’er vericheyde Italien,
hindere ßede». Rimin;, Keyfêrs van Conftantînopolen. Sy wordt omringt met de rivieren Roncon en Monton, hebbende een zee-haven, en een ïèer trefFelijcke poort van marmerfteen, genoemt de goude ofte ïchoone poort j is oock verçiert met een Bif-fchoplijcke kerck, onderftut met vier ryen pyla-ren vanfeer fchoone marmerfteen, en had eer-tijdts boven het groot autaer een verhemelt van geftagen filver, waerdigh fes-en-dertigh duylènt kroonen, ftaende op vier pylaren van marmer, ’t welch in de oorloge van Italien is gepilleert ofte gerooft ; van gelijcken die van de kerck van S. Apollinaris, genoemt den gouden hemel van Theodoric Koning der Gothen, hebbende twee ryen groote pylaren van marmerfteen, behalven meer andere verçierlèlen, is oock feer treffelijck. Aen gene zijde van Ravenne vindt men een groot bolch van pijn-boomen, genoemt la Pi-gneda ,• van welcker pijn-appelen geheel Italien voorfien ofte geprovideert wordt 5 en een wey-nigh verder de ftadt van Ceri^ia, weynigh be-volckt, van w;egen haer quade lucht, doch ver-maert door ’t hout dat men aldaer maeckt,heeft vorders niet aenmerckens-waerdigh,’t en zy een feer oudt graf van witte marmerfteen, gemaeckt in forma van een pyramide, met twee ichoone recht opftaende kinders. ' De ftadt for/z, eertijdts ’Fcrum Li^ii gelegen op Monton , heeft niet aenmerckens-waerdigh, als van gelijcken PritonorOf alwaer de Biftchop-li jcke Stoel van Porlmpopoli y eertijts Forum Pom-pilii genaemt, wierde verlet inliet jaer 1370- De ftadt Sarfina, het vaderlant van de Poëet Plautus, behoudt zijn oude naem, en is gelegen aen de voet des berghs Apenninus j van gelijcke Cesena, dicht aen de rivier Savio. Imola, genoemt by de Ouden Forum Cornchi, is heden noch een van de aengenaemfte fteden defes landts; aïs van gelijcken Paen^y genoemt by de Latijnen Fa'Ventiay en by de Françoifen Fayance, afgefneden van haer voorfteden door de rivier Lamon, over de welche dat men een feer fchoone fteenen brugh met twee torens vindt ,• is beroemt wegen haer treffe-lijch aerde-werch dat men aldaer maeckt, ’t welk wy vergelijcken met dat van Venetien. Men vindt ’er by de valey van Lamon, voerende den naem van haer rivier, de ftadt PrifigeUa, en acht-en-veertigh dorpen neffens haer Parochiën , begrepen onder haer naem. Doch een van de voornaemfte fteden van Ro-magne is mede Rimini, eertijdts genoemt Criminum, gelegen dicht aen de Adriatifche zee, voert de oude naem van haer rivier, die hedensdaeghs genoemt werdt Marecchia. Men fiet’er eenige treffelijckepaleyfen, gebouwtdoor de Malate-ftes, eertijdts Heeren deler ftadt een leer Ichoone fonteyn op de groote plaets ofte marckt ; eenige overblijffels van een groot theatrum van gebacken fteenjeen brugh gemaeckt van groote vierkante marmerfteen, over de welcke men van de ftadt naer de voorfteden gaet,en van de wegh Flaminie, naer Emilie ƒ heeft vijf bogen, en is twee bondert voeten lang en vijftien breet, verçiert aen een van haer poorten met een triumphale boge van marmerfteen,gemaeckt ter eeren vanAuguftus. Aengaende haer oude zeehaven, |
O G N E. is tegenwoordigh vol fandts, en alleen bequaem voor kleyne barequen ofte Ichuyten^haer groote en lchoonheydt blijektinhetaenfehouwen van S. Francilcus kerck, gebouwt van Ichoone marmerfteen door Sigifmundus Malatefta. De lucht van Ferrare is dick en Iwaer, als van Hoedanig-gelijcken die van Comacchio. Doch het landt Ferrare in ’t generael genomen , is goet, vol van koorn, wijn en vee, infonderheyt van paerden. In ’t meir van Comacchio, leggende in dit landt, vint men lulck een menighte van vilch,inlonder-heyt een foort diefe Cemli noemen, en ael, dat de viflehers, nae datfe die felfde gelbuten hebben, geheel Romagne, Lombardien en veel andere landen van Italien daer mede provideren; lbo dat de Hertogen van Ferrare doorgaens een groot profijt daer van hebben genoten , eensdeels van de vifch diele verfonden,en anderdeels van den tol des fel ven. Men maeckt’er oock menighte van Ibut. Het Bolognoilche lant heeft verlcheyde four-cen ofte fpring-aderen van feer lchoon kout water, als van gelijcke warme baden van groote deught en eygenlchap, foo wel tot Poretta, als Sc^rpetta, dicht by de rivier Reno, welckers valey , behalven datlê leer lchoon enaengenaem is, goede tarwe en meer ander flach van koorn, mufcadel-wijn, en allerhande lborren van vruchten voortbrengt. Het overige landt brengt oock menighte van koorn voort, wijnen en andere vruchten, vlas, hennep en paftel, waer van datlè jaerlijcks een goede fomme gelts genieten; men vindt’er van gelijcken aluynenylèr. Aengaende dele Bolognoilche landen,hebbende eertijts den naem van vet gehad, wegen hare deugt en vruchtbaerheydt, zijn vol van Ichoone hoven , hebben groote velden, die niet alleenigh goede tarwe, en allerhande lborte van koorn, erten en boonen voortbrengen, maer oock feer goeden wijn, vlas,hennep, paftel, en moerbefie-boomen voor de zy-wormen ,• 'en van gelijcken feer groote en dichte bolTchen, zijnde bequaem foo tot dejaght, als tot brandt-hout en vuur. Haer heuvelen zijn bedeckt met wijngaerts, vijgen en olijf-boomen, dragende leer Ichoone en Iware vruchten. Men vint ’er menighte van vee, hebbende feer goet en delicaet vleelch, lbo dat men inlbnderheydt groote ftaet maeckt van de laucyfen van Bologne, die feer goet zijn. Daer zijn weynigh meiren ,• doch behalven de rivier-vilch delès landts, komt ’er menighte tot Bologne, lbo van Comacchio, als Argento. Men vindt oock in ’t geberghte, gelegen dicht by de Rene,eenige kleyne fteentjens feer over-een-ko-mendemet de diamanten. Aengaende de reft van Romagne, het is vol van koorn, wijn, oly, vijgen en allerhande lbort vanIchoone goede vruchten, vlas, hennepen paftel; van gelijcken in de valey van Lamon, zijnde leer lchoon en vruchtbaer, vindt men menighte van coriander, anijs, komijn, en feer vele pijn-boomen, gelijckin’tbolch Ravenna, ’t welck ly noemen Pigneda, toebehoo-rende aen ’t klöofter van S. Benediótus, en is omtrent vijf ofte lès mijlen lang. Daer zijn warme baden, bequaem om verfcheyde foorten van lieck- |
F E R R A R E.
J^^nnuren tn zeden. fieckten te genelèn, en men maeckt fulck een menighte van fchoon wit font tot Cervie,dat het lelfde genoegh is , om geheel Romagne, de Marek van Ancone, en een gedeelte van Lombardien te verforgen. Die van Bologne zijn vernuftigh, goetvan oordeel, en bequaemniet alleen tot de geleert-heyt, maer daer-en-boven tot de wapenen. Zijn groote liefhebbers van de Mathematilche kunft, leer couragieus, aengenaem in haer dilcourlen en Ipreken , bequaem in raedt en daedt, meedogende, vergeven lichtelijck een mildaedt,en zijn feer getrouw in haer liefde, en weynigh jaloers : ly aenbidden bykans de vrouwen diefe beminnen , belchencken haer met groote giften indien lylè genieten, doch anderhns niet j en traóleren haer felfs wel. De Edellieden en andere beminnen de vreemdelingen, oeffenen fich om wel te leeren tepaert te Ipringen,en andere diergelijeke exercitiën meer, ofte in ander aengename ftu-dien, tot wekkers eynde datlèverlcheyde Academiën hebben, in de welcke alle goede geeften lïch eens oft tweemael ter weke laten vinden, om aldaer te dilcoureren over eenigh fraey lub-jeót, ofte om te toonen haer verfen en profen , pafferende het oordeel van de compagnie, die ’t gene,dat te hart oft qualijck gefielt is,aenteec-kenen , ten eyndedat’et felfde verbetert fonde mogen werden. Het is Bologne, uy t het welcke voortgekomen zijn de lubtijle en aengename wereken van den Graef Campeggi, van de Heeren Cefàr Rinaldi, Girolamo Preti, en Giouan Capon , zijnde van de voornaemfle geeften van Italien, die felfs lohan Baptifla Marin niet en wijeken, en van gelijken noch veel meer andere, wiens verfen onder de naem van de Geleze Aca-demiflen gedruckt zij n. Daer-en-boven zijnder in dele fladt verfcheyde treffelijeke fchilders, onder de welcke Guido Reni, en Caraccio , wel de voornaemfle werden gerekent,als zijnde dick-wils verfocht geweefl , fèlfs van uytheemfche Princen : men vindt ’er oock de voornaemfle beeldtfhijders en fleenhouwers van geheel Italien. Acngaende de vrouwen defer fladt, zijn meefl bruynachtigh , doch gefbnt en wel gefielt j nemen behagen, foo men fêydt, in’t fuch-ten en karmen van haer vryers, jae felfs in haer tranen. Aengaende de andere inwoonders van Romagne , men vint ’er luyden van goet verflant, aengenaem in haer ommegang, flerck van lichaem, en bequaem tot den oorlogh, goede konflen, en koopmanfehap. De volckeren, woonende in de plaetfèn op ’t geberghte by de wegh Emilie gelegen , zijn voorfichtigh en vernuftigh. Die van Cefène zijn meeflendeel Edellieden, en van goet verflant, en die vanBrittinor, als levende in een feer goede lucht, zijn van gelijeken goet van oordeel, doch können qualijck in vrede ge-duuren. Die van Forli zijn krijghslieden, en onderwerpen fich gaerne ’t gebiedt van haer Over-fle j die van Fayance zijn wederom bequaem om den vyantaen te vallen en te prefferens die van Ravennebeminnen de vrouwen, en zijn dies-halven van fachter natuur 5 daer en tegens zijn de vrouwen oock feer vriendelijck, koftelijcken Italien. |
beleeft, gevende altijdt een goede hope aen die haer beminnen. Men brengt van Ferrare tot Venetien, vlas, hennep, koorn, erten , boonen,loock en ajuyn ; en van Comacchio groote menighte van gefoute vifch. Die van Bologne geven menighte van vlas, hennep, garen, feer fijne lampers,het welck aldaer gemaeckt wordt, en van gelijeken , zijde kouflens, fatijn, felp, tafeta, en meerandere foorten van zijde-wereken. Sy trecken mede een goede fomme gelts van haer mufquetten, roers en meffen, diefè maken, gelijck oock van het be-reytleer, fcheeden, koockers-, geparfumeerde ballekens voor de handen, en marmelade oock van haer aengename dranek, diefe weten te maken , feer goet om in de fbmer te gebruycken 5 daer benefiens hebbenfe goede winflen van haer fuyckeren, diefè bereyden op velerleye manière; welcke dingen al te fàmen te kennen geven de welluflen defer plaetfèn. Behalven vier hondert foldaten, die de Paus Stmku. in ’t kafleel van Ferrare onderhout, en menighte van andere, fbo binnen Magnavacca, als andere forterefïèn van Romagne ,• fbo is ’er noch een compagnie voetvolck van hondert koppen binnen Ferrare, foo tot de guarde van de Legaet als Generael, en vijftigh lichte paerden, zijnde lanciers,- daer-en-boven zijnder noch wel meer als elf duyfènt koppen bequaem tot den oorlogh , flaende onder fèven-en-twintigh Capiteynen en een Colonel,- en hebben haer wapenen binnens huys , worden maer alleenigh betaelt fbo wan-neerfè dienen ; genietende daer-en-boven de privilegie van temogen jagen en’t geweer te dragen. Sy doen tweemael ter weeck exercitie, en haer Colonel befichtight haer Staet ,in de welke fy zijn geduurende twee maenden, cens ’s jaers. De Paus heeft in fijn Staet vijf andere Colonel-len neffens haer krijghslieden ofte foldaten , behalven de Generael. AengaendeBologne,daer zijn in hetBolognoi* fche landt doorgaens drie compagnien Carabiners in dienfl ; daer beneffens het voetvolck ge-noemt het rot ofte flaghordre, die niet betaelt en werden’t en zy in tijden van oorlogh, doch genieten de fèlfde privilegie gelijck die van Ferrare Î daer-en-boven noch hondert lichte paerden met een harnas gewapent, lancie en piftool, fbo wanneerfe te velde gaen wordenfe onderhouden tot de guarde des Legaets ; en van gelijeken vijftigh Switfers , neffensdertigh andere, voor de guarde van de vice-Legaet. Aengaende ’t reflerende landt van Romagne, daer wordt mede een foodanigh krijghs-rot on-derhouden,waer van alleen de valey van Lamon acht hondert wel-gewapende koppen uytlevert, en werden voor het befle volck van de geheele Staet der Kercke gehouden, aengefien fÿ gekoren werden uyt een groote menighte van volck ; want Brifighelle met haer omleggende dorpen alleen wel achtien duyfent zielen uytlevert. Daer is een Cardinael Legaet tot Ferrare, we- GtiHveînê^ gen de beflieringe des lants en juflitie; mede een Generael gebiedende over de dingen die de wapenen en oorlogh zijn betreffende, foo wel over die van Ferrare, Bologne, als geheel Romagne. Hhh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De |
JOI tentrio
Fore^^
- [^orüilc.
45
Gnantaanelh.
Snßaanza.
Parte
dii
Miran
J^oLantotie
‘Jtaneaiflm fâtta
S- „yiai'tuie
quot;Reneaifltti
Scaza.
■iA.
45
C.giaUc
'S. amp;
iel nefe
® *Ri^ona AeÛa. ct'oeetta.
ano-iÿquot;
Gilaj'tA
Ffflaatta
^ertfizaalo
telùe
Frati^ia.
Jl Gara
SteÜata
P^rtfi tieil ^-ibbate
del
BuCIlhMff
Poleßno
cli Ferrara.
dolano.
’Pat'i^nana.
Gitnt^o
Cancella O
Saîueta
Chtefe voßii
Craeetta x ' '
^S.^ata
ZMamehm
Valll
1 ^4Leuelia'nala
Ca^ctbia
ȧl-^Ua nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;et^Pran.
noflro oß’^ ß Sig*^
Comyutifla ßelle Spoaae ai
S.S .Vrsano mit.etStaTT^
tüTtt deüa Camera A^t^olica, ûi mtttn^ria. de htn^cii
‘TGiutehe Jt
-xÀ. *B^nacai‘ala
140
De Paus heeft van gelijcken een Legaet tot Bologne , neffens een vice-Legaet, dependerende aen hem en niet aen den Legaet. Daer is een Auditeur civil, over de civile laken inde eerftein-llantie, en doet fijnjuftitic gelèpareert ofte in ’t belonder : de Auditeur van den Legaet is ge-ftelt over de dingen betreffende de lijftochtjdielê noemen la Graflà , en geniet daer van een groot profijt j mede de faken van appel van den Auditeur generael, die in de eerfte inftantie oordeelt, werden voor hem bepleyt. De Auditeur van de vice-Legaet neemt kennifTe wegen de faken hem gecommitteerc door de vice-Legaet , faifeert lieh over de laken dien hy vermach, als niet de-penderende aen de Legaet. Den Auditeur van Toron is over de criminele faken gefielt, en de-pendeert immediatelijck aen den Paus. Hy heeft vierSwitlèrs tot fijn lijffchut,en onder hem twee Auditeurs, examinerende de voorvallende faken eens’sweecks, de een naeden ander ofte beurt voor beurt. De Legaet lleltlè nu in haer officie, in plaets datle voor delen den Auditeur was gewent te kielen. ’t Recht van la Rote,heeft een paleys in’t by-fbnder, en beftaet in vijf Rechtsgeleerden, bly-vende vijfjaren in bedieninge. Sy oordeelen de civile faken j en een onder haer, zijnde door den Paus Podella ofte opperlte Rechter gemaeckt voor den tijdt van een jaer, vermach niet, ge-duurende dien tijdt, uyt het paleys te gaen, ’t en zy met believen van de Gonfalonier en d’Ouden. Delen Podella heeft noch een ander Rechter onder hem,over de faken die de waerde van vijf-en-twintigh guldens niet en palferen. |
Daer is noch de Senaet van vijftigh, ingellelt door den Paus Sixtus de V, zijnde voor fijn tijdt maer veertigh. Dele Raedtsheeren conlulteren te famen over de dingen die de lladt Bologne Jbetreffen -, hebben ofte onderhouden een Am-balïadeur uyt haer vergaderinge binnen Romen, die dickwils de Legaten rappelleert, fich beklagende over haer voor den Paus in de naem van de lladt. Men maeckt oock uyt dit lichaem ofte vergaderinge de Gonfalonier , blyvende twee maenden in dienll, om te oordeelen de verlchil-len tulfchen de burgery , en vermagh, geduu-rende dele tijdt,niet uyt het paleys te gaen. Daer zijn altijdt acht Edellieden, genoemt Anziani ofte Ouden,onder de welcke een Rechtsgeleerde is, om de verfchillen te effenen. Daer zijn van gelijcken fellien Tribunen ofte Overllen des volcks, gekoren door alle de ordren der lladt, en twee vergaderingen van vijftigh. Dele, onder welcke een Rechtsgeleerde is, zijn over de lijf-tocht gellelt, vifiteren de winckels, en oordeelen de verlchillcn tulfchen de ambachts-lieden.Yder van dele leftien heeft een jongen, dragende fijn hellebard, verfamelen te gelijck tweemael des daeghs, neffens een Overlie van yder ambacht, diele Maflaro noemen. Vorder tot Bologne en vermach men geen goederen te confilqueren,en wanneer men maer de tijdt heeft om te vluchten, is men geen llraf onderworpen. Daer zijn oock Gouverneurs, gefunden met een bevel des Paus door alle Heden van geheel Romagne, en felfs in de valey van Lamon. Die van la Calè Pii befitten vredelijck het gouvernement van Britti-nor, en dat na de doodt van Clement de VII, die ’t felfde onder haer handen Helde, en haer meeHers daer van gemaeckt heeft. |
141
Het Hertoghdom -
Lar.^e.
Steile».
Vrbi».
Siniga^ia.
Et Hertoghdom van Urbin, leggende met een gedeelte in deMarc van Ancona,en met de reft in Roraagne, wort bepaelt in’t noorden met de Adriatifche zee, en ten deele met Ro-magne; in ’tooften met de lelfde zee , en de
Marc van Ancone j in’t zuyden met de Staet des grooten Hertoghs, met welcke’t oock bepaelt wordt in’tweften, als van gelijcken met Om~ bria , en een gedeelte van Romagne.
Dit landt hebbende omtrent feftigh mijlen in de langte, en vijf-en-dertigh in de breette, om-helft de fteden van Urbin, Pefaro, Sinigaglie, Foflbmbrone, Cagli, Eugubio, en S.Leon, waer van de vijf eerfte vervat worden in de Mare van Ancone , de fefte leydt in Ombria, oft het Hertoghdom van Spolete, en de laetfte leydtin Romagne befloten. Vrhin een Metropolitaenlche, Aertzbiflehoplijeke en hooftftadt delès landts, genaemt by de Ouden Vrbinum, en by de Italianen Urbino, wiens inwoonders Urbinates ge-noemt wierden, met de bynaem van Metauren-fes, is op een hoogen bergh gelegen, tuRchen de rivieren Albs, en FogÏia, en eenige geberghten, zijnde niet leer aengenaern^ De ftadtis kleyn, doch verçiert meteen paleys, gebouwt door den Hertogh Frederick, hebbende vele fchoone fta-tuen ofte beelden , foo van marmerfteen als me-tael ,• en treffelijcke fchilderyen, een Biblio-theeck vol van oude Ichoone boecken, zijnde al te lamen met gout en filver verçiert. De ftadc van Pefaroj eertijdts Pifaurumgcnocmt,2ijnde aen den oever der zee gelegen, en daer-en-boven in ’t weiten met de rivier Foglia befprengt,eertijdts Ilàurus oft Pilàurus genoemt, is met vele Ichoone koltelijcke huyfen, en een treffelijck paleys verçiert , en daer-en-boven met goede dicke muuren en bolwercken verlferckt, en een kafteel bequaem tot een langduurige tegenftand,met goet gefchut voorfien, en eenPrincelijck ma-gefijn, vol van allerhande foorten van wapenen. Mede plach den Hertogh aldaer dickwils te overwinteren: niet tegenllaende datmen haer lucht veracht, Ibo vindt ickfe nochtans feer Ichoon, en wel bevolckt.
Men vindt noch mede op den oever des zees de ftadt van Sinigaglia ecrtïjdts Senegailia, Seno-galla, ofte Sena Gallica genoemt, gefticht door de Gauloilen van Sens , ofte het Senonoifche landt, leggende dicht aen de rivier van Mile, die haer muuren raeckt; en aen die van Sene, die lieh in’t weiten in deHadriatifche zee Itreckt, omtrent vier mijlen van dele ltadt,zijnde wel ge-fortificeert, en geaccommodeert met een goede Italien.
zee-haven, doch is niet leer groot. Foffombrone ofte FolTombruno , eertijdts Forum Sempronii noemt, is in een pleyn ofte vlackte gelegen, tuf. Ichen den bergh en de rivier Metro, by deOuden Metaurus genoemt,over dewelcke dat een brugh van Iteen gemaeckt is 5 en dicht aen defe Itadt leyt Cagli, ofte Caglio,die,geduurende een lekere tijdt, de Engelen-Itadt genoemt was, en by Ibm-mige Calis en Calle,aen de rivier Boale,die voor-byhaer muuren vloeyt in’t noorden, tot in de rivier Candiano , die haer in ’t oolten van gelijcken belprengt ; Ibo datlb wegen dele rivieren by-kans een half eylandt maeckt.
Aengaende de Itadt Eugubio, by Ibmmige Au-gubo genoemt, by Plinius voor Inginium genomen , ofte by Ptolemeus voor Ifwvium , leydt in Umbria,is met een fchoon paleys van haer voorlaten verçiert, en een fonteyn, gevende, tot verwondering van die ’t lien, in ’t midden van een groote faefeen groote menighte waters,’t welke ly mede leyden door alle de kameren van ’t lelf-de paleys. Wat de Itadt S. Leo belangt, is in Romagne gelegen, op een Iteenrots, allenthalven rouw en lcherp , behalven aen de zijde waer langs men opgaet, Ibo datlb als onwinbaer ge-lijckt : in voegen dat den Hertogh François Marie , foo wanneer hy van Paus Leo de X bevochten wierde, zijn grootlte fchatten daer binnen vertrouwde, en tenlaetftende fijne, als zijnde een van de allerltercklte en verfekerlteplaetfen.
De andere voornaemlte plaetlen deles Staets, ‘zA]n.CaflelDurante, een ftadt dicht by Urbin gele- Calld Eu- , gen, vol van Edellieden , in de welcke den Her- XS’Zgt; togh fich onthiel, hebbende aldaér lijn voor- de». naemlte paleys,met een Bibliotheek,geeltimeert wel vijf-en-twintig duyfent goude kroonen waer-digh te zijn^en niet ver van daer een warande vol harten,hinden, boeken, en diergelijekewilde beelten. Pergola, en S. Angelo in Vado alle beydé neeringbare Iteden, Earo'z^^o, Flolpilara, Paganico, ‘Macerata di Montefeltro, van het ander Macerata onderlcheyden ; Candiano, op de rechte zijde des oevers van de rivier van dien felfden naem gelegen, en Firmiano,3.Qn de rivier Metro ofte Metau-* rus gelegen, neffens noch eenige andere plaetfen meer.Tot defe plaetlbn moet het leer treffelijcke paleys bygevoeght worden, genoemt Poggio Imperiale , ftaende op een berghsken, dat lieh in ’t noorden naer de Hadriatilche zee Itreckt, en is gelticht door Conltantinus, Heer van Pelaro, voerende defen naem, vermits Keyfer Frederick de derde van dien naem, d’eerlte Heen geleyt heeft ; daer na heeft François Marie van Rovere Hertogh van Urbin, en Heer van Pefaro,’tfelfde vergroot, en met veel Ichoone gebouwen ver-ciert.
De lucht van Sinigaglie wort voor leer quaet Hoedoid^-gehouden, en die van Pefaro leer lchadelijck en
Hi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onaen-
Rimeo JreJJo
Caîalhfftv
^.Ci^lJli
CaOooJio -
Satjüta. citta.
C^rvffîff quot;V.
SariatuateBa ( o
S^atmle
GraneB^ ' O
fr^meta^
SemraU
•^Ctveiana
quot; O.
-n. fabtcchta.
Raab
C^'ba’tPoil Q ■
CÿOÿHOÊA
jC’tuioro O . Roneuaio
p.5.
i,labc^^ O ’ _ Soana
h^emo Rafoka
-fCJi fahrt
Rtnwn V- O
'r’ a9 i^ieueratit G^^Boeeza Pietra RAtlao O
-^V^^pJPigtra Carola
nJ^or *'^**’**ÿ^'io nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Pnunano
i. o „ o o, °
S. Civee O Certalto -ft
Ltatano ^wfano
Piaa Ji^Glete
, aw .1 • »g, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•rn.eif^^
PamfJTaV. ®
Paqgt;olo
Jarre
Vü CÎ u
Cbtb^nana
SBeneJetto nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
baArwnOb
pjaat o O ^On’
Tutlo
BeJj^nan
'Val
^Peearaiv
B.JiJ^ ^tabate
Ä.
viJebro
Scaloeano
O ^Cfnte.,
cckey.
tado
L fonte reecoli
di citta di
Giita Ji nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;___.
Pera rMno quot;*
' Croee Ji Cafl^t
\otti
R.Ji\ Cot^
■-~~^-^^SkrCPiAn Je Lentaae
•^quot;Zl^Albra^ O O,
PA^'^JAPo^
B.JiJBeneJetto
an. Ji StearJe
C^b
Pffote Rieä
P^attucne O
* Cnebpto
Jfaîa 1'.
Piow'eitbf
frantmu
•BeneJAto ‘ttae-ta ït.
ntoraa •
CarcIkBi °
'DA Je
S.Amb^
'^■Z^eeJno 0^
A i~ormaUa
'^lf.jllboJè
Petÿala
Pantana '
Sgt;»-‘ägt;onJa '
0 Laetak raviuata
B.JiS. Bartalaa^
ferriera q
PJe^fnut
Gan^aHcf y
^fybeto
TLocea '^eontraJa
S- Girolamo Ji CameUole
S^eSo ■
T^ato
Go^onoV^
Carotta
JtA^erta
Senttb^
Pi^ia gt;S. -ntarceio
ELt: -
Serra Jel (^te
Callolictta
ParcareiA
'^i^Raberta
ƒ ki ® ' Ketaremo
iJinna
I4î
’tHERTOGHDOM URBIN.
JT^ater, i^aKdoftiP. J^ijcJ^dom^ mat. onaengenaem, vooraamentlijck in de lomer, ’t welck veroorfaeckt, volgens haer feggen, dat weynigh van de inwoonders den ouderdom van vijftigh jaren paireeren,en dat ’er veel jonge kinderen in de fomer-tijden fterven, inlonderheyt in de maent van Augufto. ’t Is waer, dat ’er fom-mige van meeninge zijn,de oorlake van de kort-heyt haers levens te wefen , de groote menighte der vruchten diefe eten , en niet de quaetheydt des luchts, die noch wel het befl: te Novilare is, dicht by Pefaro ; de heuvelen, ja lelfs de valeyen defes landts zijn feer gefönt. De ftadtSinigaglie,hoewehc dicht aen de rivier van Mila gelegen is, heeft nochtans groot ge-breck van foet water, vermits de meefte aderen, in ’t openen van de aerde, Ibut water vóórtbrengen , loo dat de inwoonders ordinaris al ongewaterde wijnen drincken, en fichmoeten behelpen met het water dat men van andere plaetfen al-daer brengt. Dit landt, zijnde in Ibmmige plaetfen bergh-achtigh, is vrnchtbaer, lbo in tarwe als andere granen,geeft feer goede wijn, trelFelijcke vruchten van een aengenamen linaeck, inlbnderheyt feer goede vijgen en olyven. |
Het en is niet van de rijckfte,- want in tijden dat het koorn niet wel gewalTen ofte getrocken is, is ’er de handeling van ’t geit niet leer groot ,• doch is niet tegenftacnde leer lijftochtigh, aen-gefien alles leer goede koop is^en daer-en-boven worden de inwoonders minder, als in andere landen, belaft. De zee en zeehavenen, lbo van Sini-gaglie als van Pefaro , veroorlaken aen de inwoonders delès landts goede profijten, als van gelijcken haer wijnen en granen diefe vervoeren , foo tot Venetien als Genua. Aengaende de vijgen, fy droogenfein lulck een menighte, datlè verfcheyde plaetlèn van Italien daer mede voor-fien, voornamentlijck Bologne, Romagne, en Venetien, alwaerle meerder geacht worden als die van Sclavonic. Tot Pefaro zijn verfcheyde jaeimarckten,op de weicke vele vreemde en vergelegen kooplieden fich laten vinden. Die van Pergola voorfien andere landen , lbo van wolle dekens, layen, als leer; en van gelijcken FolTom-bron, S Angelo in Vado, Eugubio, en Cagli. Dit landt is wel bewoont en bevolckt, in voe- Sterekte. gen dat ’et wel twintigh duylènt Ibldaten te voet Ibude können uytbrengen ,• het krijghsvoick be-ftaet omtrent in ’t getal van lèftien duylènt mannen , waer van de monfteringe in alle plaetlèn viermael ’s jaers gedaen wordt. Voorts meent men dat ’er in delè Staet omtrent vier duylènt wel-ervarenkrijghsiieden zijn. De voornaemfte Sterekten zijn Sint Leo, Pe* laro, en Sinigaglie, wekkers guarnilbenen by de onderdanen betaelt werden. ! 1 |
Ï43
De Marek van
Landtfa-len. Ancena. Et landt geheeten de Marek van Ancona, wierd eertijdtsgenoemt Picenum i daer na de Marek van Ancona , nae de naeni van haer hooft-ftadt J alwaer de Lombarden een van haer twee Marckquiûten gefielt hebben , waer van het ander is geweefl dat van Trevigi, ’t welk hedensdaeghs werdt genoemt de Trevifaenfehe Marek. De palen deles lants worden aldus befchreven, in’t ooflen de Golf van Venetien , ende rivier vanTronto, die’tfcheyd van Abruzzo ; in het weflen het Hertoghdom van Urbin , waer van ’t oock een gedeelte in fich vervat,als van J^elijc-ken een gedeelte van Romagne , cn de Golf van Venetienj en in’t zuyden Ombria, met de bergh Apenninus. De hooftfladt defes landts is Ancona, eertijdts foowel als tegenwoordigh genoemt Ancona en Ancon ; gelegen dicht aen de zee, heeft een van de aller bequaemfle en befaemfle zee-havens van geheel Italien , fbo dat men aldaer het aen-komen niet alleenigh Griexfche , Sclavonfche, Dalmatifche, en Hongarifehe kooplieden , maer daer-en-boven noch veel meer andere volkeren. Doch haer oude bemuuringe van marmerfteen is op veel plaetfèn vervallen. Men fiet ’er eenige colomnen, flaende een fluck weeghs van den anderen , om de fchepen aen vafl te maken, lange breede trappen , langs de welcke men nedergaet in de zee , de welcke mede qualijck werden onderhouden , en twee ketens met de welcke men den mondt ofte ingang van de haven plach tc fluyten. Maer het allervoornaemfle werek is de groote boogh, vol van triumph-wagens, en tro-pheen,gemaeckt door ordinantie van de Senaet en’t Romeynlche volck, ter eeren van den Key-fer Trajanus. Daer zijn in defe fladt velefchoo-ne kercken, doch voornamentlijck die van Sint Erancifeus en S. Dominicus, in de welcke dat men fiet de epitaphien van deMarullites enTar-chanitersj neffens twee Griexfche Tempels. De fiadt is gefortificeert met bolwercken en fortrefi fen, genoemt by de inwoonders, 1/ RebelÜnodel porto, il Ca^aliero di S.Stephano, la Forte^^adcl Caffaro, il Ca^aliero della porta del Calanio , il Rehellino di S. Agopino , ilLai^aretto , voorfien met menighte van gefchut. Men vindt ’er mede het buys van Ia Farine,logement ofte woonplaets van deRaetshee-ren van den Legaet des Paus. Clement de VII dede mede bouwen een fortreffe tot een logement voor fijn Legaet. Buyten defladt Icydt debergh Ancone, hedensdaeghs genoemt Monte-Gua/co , op de Italien. |
welcke men fiet de oude lïooftkercke van Sint Cyriacus, van een wonderbaerlijck gebouw, en verçiertmetkoflelijcke marmorlleen , behalven de reliquien en doode lichamen der geflorven Heyligen , eh verfcheyde treffelijeke gaven ge-daen door devote perfoonen. Onder by defèn bergh langs de zeekant leydt de plaets van Sirolo, vermaert wegens haer goede wijnen, diefe noemen Siroli. Men fiet op een berglisken vijftien mijlen Loretb'. van Ancona de fladt Loreto , wel voorfien en verflerckt, tot tegcnflandt, foo van de Tureken als zee-rovers. Sy is feer kleyn, doch van groote reputatie, wegen de kamer, in de welcke onfè Lieve Vrouw geboren en opgebracht is, zijnde in ’t midden van de kerek defer plaetfe , welcke kerek rontomme bekleet is met marmorlleen , diemen nimmermeer heeft können voegen aen defe kamer van onfè Lieve Vrouw ; alwaer men gemeenlijckaengeraeckt wort met eenextraor-dinariffe devotie , gelijck ick en verfcheyde an-dere meer dat hebben beproeft. Dit is een gc- gemaeckt vouteerde ofte overwelfde kamer , van groote gebacke fleenen , feheppende wel eertijdts haer licht van boven door een rontven-fier. Men fiet noch achter het Autaer een kleyn fchoorfleentjen van deheylige Maget ; en voor het Autaer langs de kamer, zijnde nu verandert in een Kapel, een goet getal van filvere lampen die gemeenlijck altijdt branden. Men fiet medé tegens over een venfler, in een fluck marmor-fleen, de Engel aen de cenc zijde, en onfe Lieve Vrouw acn de ander zijde , zijnde de plaets alwaer datfè eerfielijck den engel heeft gefien, en van hem begroet wierd Dcfè kamer is gebracht geweefl eerfielijck door de engelen in Sclavo-nia, daer nae tot Recanati, alwaer men heden de plaetfe, daerfe heeft geflaen, noch kan fien, en eyndelijck binnen Lorette , alwaerfe is gebleven. In deféfèlfdekerek van marmorlleen, vindt men verfcheyde berden,gefchreven in diverfche talen van allerley natiën van Pellegrims , dié daer mede vinden Biechtvaders , zijnde Jefui-ten , fèer geleerde lieden , en ervaren in allerley talen, tot behoef, d’een voor defe , end’ander wederom voor een andere natie. Men fiet in verfcheyde plaetfen defer kerek, foo voor de pyla-ren als muuren menighte van offerhanden en beloften j mede in de Sacriftie ofte fchatkamer, een ontelbare menighte van prefènten ofte ga-ven, gegeven door diverfc Princen en Heeren* En langs de fladt verfcheyde kooplieden van pa-ternoflers , medalien, beddekens en fchilderijt-jens ; doch weynigh van andere dingen. Dit is een plaet^ overvloedigh van vleelch en vifeh^een aenmerckenswaerdige fake in Italien. Drie mijlen van daer fiet men de fladt Recana-K k k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ti. |
iBiuiiin kien
Septentrio
di
S. 9 'ËeneieltD
Sgt;Anaelo ’
43
Fonte Co^- t nole
RielerlAlA
D. J^üettuk V-
DurJo^
'S'a.fto
Carco'roAO
Parte
O Fm^o
■'quot; SaliAra, V
Ft^ele
0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-.Öl
Staecwla.
Ctr^tA Q
rioili
■HonÄAuio
tS- ^•dnjrea.
Cormal/o
t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ’ ’ 'll ~..C »e rnUto
,^..GltirtirJo O
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iM. Cpiicepale
tO JJentce
■' . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'5quot;'*'.''
^.FeoAnuccto
FierenJüw
C.l^eone
S. •d^auütore .
't L^V- Loreto
\ GArofolina O ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.TU
Caifue
Col Je Peccw
Ji. CMinM
S.Donuto
Sa^o quot;Fet^aJo
Grfulumo
Coccele
Jio/bo
Lren^ueUe O
quot;Porooo
Caneettt
.^.Sanoie^'
M.oitlicA' 'quot;
La, lorre
CoUc aouile
'*' S- •J.rtaJolùi
Belttelere
Fttttntnaiit-
iS. Rarlolomto
1/4^0 Fiorilo
*4
Celle Fiertie
•ScoIa li mislid, lied .
re ■
ÿquot;quot;^
GtwUcïe
^Arco
lnnnngt;u»ii»j|imn,.^,imi,„^ji,,.....gt;n,.,»lt;nu..,.gt;nH,»..iiniimt«»H»!»£i
O iS-2^’otro
Serr'alta.
LJieno q Ot^iono O iStüolo
C^io
ReKrU
Cat^^tuuto
R.JiliirenA.-
Monii^ : Q oano
- S- Georaie
RaJûo
lt;*^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o Creee
* ^omilere
Meriäies
o,
tS-ihltoria,
43
SrteriUo
Dieue
hni^fkot
Cer^tuio
^eueBe
Ir^uahi
Car^ftl
RioA Irei^
C.^W
veHA-a
»S' ii3Ho
Lfiuco R ■
Db^to
CV
CtioMno o
33
Delotaro
Colle Ji ^raJe
Felr’aha
144 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;MAK CK V îi , eertijdts gcnocmt Ricinetuin, gefticht, foo men leydt, van de oude overblijffelen van Heîyiia Ricina. Dele ftadt is gelegen op de top van een feer hooge bergh, hebbende om heb de heuvelen van den Apennin, Cingolo, en meer andere. De Paus Gregorius de X11 leyt begraven in de groote kerck ; en in geen plaets van Italien fiec men loo vele Ichoone vrouwen, na advenant de groote der plaets, als hier. De ftadt van ^Æacerata , maer eenige mijlen van hier naer de wegh van Romen , is gelegen op een hooghte, en wordt gehouden voor de voornaemfte oft tweede ftadt defes landts, als zijnde de ftoel van de Cancelrye ofte Rote , daer de faken van ’t landt geoordeelt moeten werden ; de Gouverneur woont ’er mede. Men fiet mede in dit landt de ftadt S. Seherin , zijndegemaeckt tot een ftadt ofte Bifdom door Sixtus de V, en behoort aen’t geflacht van de Sanlèverinen ; de fteden Camerido, To/entino, JJcoli, ( zijnde een andere als die van Abruzzo ; ) Ripa heel fterck van muuren en van natuur, mede rijck en wel bewoont ; Fenr.o, eertijdts genoemt Rirmum en Firtnium, gelegen op een bergh, drie mijlen van de zeej FanOj eertijdts Fanum-^QFzQ Fem-plo de la Fo'atraa , alwaer ick gefien hebbe op haer fceftdagh meer vrouwen,met goude brocade be-hangen,als in een andere plaets van Italien.Ofnw^ eertiidts renaemt Auximus en Oximu:--}}. selegen op eenbergh, aenwelcxers voet dat de rivier Aiulbn voorby loopt; en Giefi, eertijdtsÆfis, dicht aen de rivier Æfis, andersfins genoemt Fiu~ nic/ino, leggen mede in dit landt. Behalven dele fteden , ofte Bilfchoppelijcke plaetlèn, fiet men de fteden van Mathslica^ Fabriano^ alwaer dat men leer goet papier maeckt; Monte nuoygt;o, Sera^'alle Cita-Nao'Va, ün^ido Acquat-i'^^aj beroemt wegen’t geflacht van Acquaviva, uyt het welckedat voortgekomen zijn verlcheyde Hertogen van Adria, als mede een Generael van de lefuiten ,- S. Maria in Gallo , by het welcke leght dat verlchrickelijcke hol ofte cavern van Sibylle , daer de gemeene man veel van weet te {preken, feggende dat het den ingang is van een {choon Koninekrijek, dat een van de Sibyllen aldaer befit , alwaer men des daeghs fiet ver-fcheyde mannen en vrouwen die ficli t’famen in alle lborten van welluften vermaken , en des |
AN ANCONA. nachts wederom in lèrpenten veranderen. S. E/-pidio, S. luß j S. Gene/oj en verlcheyden andere. In dit lant fiet men mede het meir van Norfa, in het welcke, volgens het leggen van de Ibtten, de duyvelen fich gemeenlijck baden, vermits het water fich doorgaens hooght en leeght, tot groote verwonderinge van de gene die ’t fien. Het miceftendeel van’t HertoghdomUrbin, ’t welck ick in ’t belbnder befchrijf, is mede gelegen in dit Landtlchap. Dit landt is leer aengenaem, van wegen de Hcc^aKti^-wijngaerden , olyf-boomen , en meer andere 4^/quot;^ foorten van boomen, die men vindt in groote menighte , voornamentlijck langs den oever der zee , alwaer t’eenemael de orange-appelen , citroenen, vygen en limoenen, loo’t gelicht als defmacck vernoegen. Daer is mede menighte van tarwe in verlcheyde plaetfen ,• goet vleelch en wildbraet, van gelijcken ovcrvloedigh veel vilch,karpers, truiten, lampreyen, ael,en andere diergelijeke lborten. Dit landt geeft veel wijn, koorn,oly en andere vruchten. En men brengt’er te water uyt de Levant een menighte van allerhande koopman-Ichap , als van gelijcken van andere plaetlèn te landt ; te weten,tapifleryen,lbo van wol en zijde, ais alleen van wol, feer koftelijck en konftigh gemaeckt met figuren ofte lofwerck j feerfijne Alexandrifche tapyten , overvloet van gout- en filver-leer: de Nederlanders brengen daer lchoo-ne lchilderyen, daer men de ftraten van Ancona opH. Sacraments-dagh medefiet behangen, de langte wel van een mijl. Die van Ancona bekomen mede menighte van droguen, Ipeceryen , honigh, zyde, camiclot, bombalyn, catoen, wol, carmolyn , om mede te verwen , en verlcheyde lborten van leeren. Dat meeris, ly maken veel linnen , lakens, en touwerek voor de Ichepen. Syhebben dekonftvan witwaste maken; dat die van Romen doorgaens gebruycken. Daer-en-boven hebbenfe menighte van rofijnen, co-rinthen, lbo van Candia als Chio, malvefey, en meer diergelijeke dingen , mede verlcheyde lborten van vifch. De kooplieden verlamelen fich op lèkere tijden van ’t jaer , bykans van alle hoecken deswerelts, totRecanati, ja lèlfs die van Alia, om te fimen te handelen. |
Ml
Het Landt van
Et landt van Perufe , zijnde een gedeelte van bet oude Tofca-na, voorde bepaeÏt in het noorden en het weden met de landen van den Grooten Her-togh; in ’t zuyden met het Patrimonie van S. Pieter ; en in ’t ooften met Umbria ofte het Hertoghdom van Spolete. Het en heeft niets gedenkwaerdigs,’ten 2y Het meir het groote meir ^rajimene, beroemt wegen viótori van Annibal, en de nederlaegh der Romeynen ; het wordt hedensdaeghs ge-noemt het Lac ofte meir van Perufe : en de ftadt van Perufa , behoudende haer oude naem , doch verandert by de Italianen in Perugia , met de bynaem van Augufla, welche haer inwoonders noch behouden. Sy is gelegen op een berghsken, verfterekt met ver-Ïcheyde bolwercken en een kafteel, gedicht door Paus Paulus de 111 , tot dwang der burgers, feer genegen tot muytery ofte tweedracht. De draten zijnbeleyt met gebacken deen. Haer bloeyende Univerfiteyt nef-fens twee Collégien in de Rechten , en twee andere in de Wijsheyt, maken defe ftadt feer beroemt. De hooftkerek, in de welcke , foo men feydt, de Trouwring van de H. Maget Maria wordt getoont ; en alwaer men liet in den ingang het beek van Paulus den III, is toegewijd aen S. Laurens. Doch die van Sint Pieter, gebouwt met pilaren van marmer-fteen , en verçiert met fchoone fchilderyen regens de muuren , is veel treffelijeker en waerdiger om beden te worden. In het kloo-fter vanS.Juliana zijn wel twee hondert Nonnen j en in ’t midden van de ftadt is een fon-teyn, daer menighte van water uytfpringt. |
Het meeftendeel van dit landt is heuvel-achtigh en vruchtbaer, foo van goede wijn, oly, vijgen, appelen , als meer andere vruchten : en de reft, beftaende in valeyen , geeft feer goet koorn. Daer beneffens hebbenfe mede overvloedt van vifch in het meir, foo datfe Romen, Tofcanen en Umbria daer van genoegh verden. De inwoonders defes landts zijn moedigh, Àfanieren goet van verftant, en bequaem foo tot de wa-penen , als wetenfehappen. Sy hebben liever vifch als vleefch » te weten , vifch die in haer Lac gevangen wordt. Sy hebben een kluchtige manier van fpreken, als boert-achtigh; zijn haeftigh in haer raedtdagen, en geveynft om haer toorn te bedecken j beminnen de ftoutachtige vrouwen, blaeuw van oogen, en wit van tanden ; foecken haer bemint te maken , veel eer met een ftraf en quaetachtigh weefen, als lief kofery , ja felfs met vloecken en qualijck fpreken. De vrouwen zijn fchoon en wel gemaniert, houden veel van fchoone fuyvere handen, en zijn geen vyandinnen der liefde. De Paus houdt ’er een Legaet, foo tot de Gettvertte^ beftieringc van de ftadt, als de omleggende landen. |
Italien»
Lil
-ocr page 193-Het Landt van
In ’t Italiaens
IL ORVIETAN O.
Et lant vanOzÄo wort bepaelt met de landen van Siena, Perufia en Umbria, met het Patrimonie S. Pieter en ’t Hcrtoghdom van Caftro. Or^iete is de hooftftadt, de welche Antoninus noemt Oro-pitum, Procopius Vrbi-yentum en FîZt Vet-ana, en Plinius Herbanum» Sy is onbemuurt , leggende op de vlackte van een liooge rouwe bergh , die haer ftreckt in plaets van muuren. Procopius beichrijft de gelegen-heyt defer ftadt feer forghvuldighlijck met dele woorden, in ’t tweede boeck van de handelingen der Gotthen : Soo haeßgekomen 'igt;igt;Myoor VrbîTente, be'Val by leger neder te ^aen in een bequame plaets j by felfs rontom de fladt treckende, o'verleyde acn quot;^‘dcke 's^yde hyfe mocht aentaflen ,• niet tegenftaende, dar/e hern als onytgt;inbaer Jcheen j fco door gestelt alspra-diijck, ’Vgt;as hy nochtans niet yoanbopende, quot;yanßchdaer ’yanmeefltr te maken ; mits doet by op een brengen een groote menigbte yan aerde, makende de Jelfde op den top effen en plat, en neder'^caerts rcii'^, fchcrp en ongelijck hebbende rontom ßeenrotfcn yan een felfde hooghte j die daer dienden tot belegeringe der fladt, ^^ijnde gelegen omtrent een Jchoot ypeeghs yan dejelye. JJe oude yolekeren bowsvden eene fladt op deje hoop aerde fonder muuren ofte eenige andere flerckte, alfoo defe plaets ytegen de natuur felfs haer genoegbfaem on-stinbaerfcheen te yriejen ; te meerj yermits quot;er maer een toegang is y an de fleenrotfen tot den ingang defer fladt. Dien (elfden beytaert pijnde, hadden de burgers nergens den yyant te yreefen, ja felfs niet ter plaetfen daer de natuur een toegang flheen te geyen, te -toeten een groote riyicr j occuperende de fpatie tuffchende fteenrotjen en de fladt. Dit is dquot;cofake toaerom de oude Romeynen op defe plaets een kleyn gebouyo hebben ge-gt; maeckt. De lucht is goet, aengenaem en gelont ,• behalven ’s Ibmers, ten tijden lbo wanneerfe de hennep in de rivier Palîa ( de welche Cato Pelia noemt ) doen rotten ofte weecken j want alsdan de lucht door de vuyle ftinckende dampen, diele nae fich trecht, geinfeófeert zijnde, is de burgers onaengenaem en fchadelijch. De ftadt heeft een leer lchoone kerche van marmorfteen, feer honftigh gemaecht van de allerbefte mee-« fters. Onder de welche is de beeldenilfe Godts, die Eva Ichept uyt een ribbe van Adam. De ven-fters zijn van albaft , doorlchijnende als glas* Daer zijn feer hoftelijche autaren , gemaechc door-den Paus Urbanus de V, in ’t jaer 1367. Men fiet ’er mede een feer diepe fonteyn , gegraven in de fteenrotlèn door Clement de V11, met dit opfchrift : quot;t Gene dat de natuur fcheen te yoey-geren aen de flerckte,heeft de konfl daer bygelfoeght. Men lèyt datlè wel twee hondert en vijftigh cubiten Ibude diep zijn. |
Niet verre van daer, naer ’t zuyden, leydt een SagKitfea. , genoemt Bagnarea, anderlins quot;t badt desKo-^ nings geheeten, en is verçiert met de BilTchop-lijche waerdigheyt. Naer ’tooften leyt A^uapendens, een feer lange ftadt, zijnde gelegen op een bergh , op de wegh die fich ftrecht van Siena naer Romen, tuflchen hetmeir Vulfinien en de rivier Prilis oftePalia. Dit is de geboorte-plaets van Hieronymus Fabricius , een van de allervoornaemfte Anatomiften by de volcheren van Pavien ,• tot wiens eer dit vaers gemaecht is : Martia Fabricio ja^atfe nomine Roma, Pendula Fabricios tu quoquegignis Aqua,- Dat is te leggen : Hetflrijtbaer Romen kon op haerFabrici roemen, Maer Aquapendens beeft de haer oock können noemen. Gemeenelijck noemt men dele ftadt Acquapen--dente, doch wordt genoemt by Ptolemeus , Acula ; alhoewel Cluverius vermeent het een ge-corrompeert woort Ibude welen van de ware en rechte naem, a’xsia« , Aquila, |
Italien.
-ocr page 196- -ocr page 197- -ocr page 198-149
of’t Hertoghdom
Mb RIA nefFens haer oude naem,heeft mede gekregen de naem van het Hertoghdom y^an Spo-leto. in^evoert door den ■* o Speleto. y4^dcre ßtdefJ- Exarche Lon2:1 n , ten tijden doen hy ver-fcheyde Hertogen in Italien maeckte , en vervolght by de Lombarden, die Spoleto hebben gehadt tot den ftoel van haer Hertogen , aenwien dit gebiedt verviel. Hare palen hebben Geh voor defen wijt en breet uyrgeHreckt, gelijck te lien is by Ptole-meus, en Strabo, ja lelfs ten tijden van de Lombarden omheilde ’t Hertoghdom van Spoleto ’t geheele landt, gelegen tuflehen den Tiber, en den bergh Apenninus, neffens meer andere volc-keren. Doch tegenwoordigh ftreckt fich dit Hertoghdom niet anders als tuflehen den Tiber, beginnende aen de oorlprong des lelven , en loopt terplaetfe, alwaer deTeveron dicht by Romen daer in loopt, tot aen den bergh Apenninus, en de rivieren Teveron en la Nere. De hooftftadtdelès landtsis Spoleto, behoudende haer oude naem , is gelegen in een bergh-achtige plaets, alwaer men fiet de fondamenten van een Theatrum, de tempel van Concordia ofte eendracht, het hoogh verheven dack van de hooftkerek , nefl'ens haer muuren van marmorfteen, ’t kafteel geflicht in het Amphi-theatro , en een brugge van fteen , ftaende op vier-en-twintigh pylaren , ftreckende van ’t ka-fleel tot aen het hooghfte deel van de Radt. De andere fteden zijn Montefüko, in de welcke begraven leydt het lichaem van de H. Clara, ge-noemt by de Italianen Chlara ofte Chiarella, in wiens hart dat men de teeckenen van ’t lijden onlès Salighmakers Jefu Chrifti vondt gegra-veert. Aßifi, eertijdts genoemt Aflifium, beroemt wegen het lichaem van S. Francifcus, leggende in de kerek van dien felfden naem , welcke bedient wordt door de Francifcaner Monnicken. Men fiet’er drie kereken, d’een boven d’ander j in de eerfte en laeghfte ruft dit heyligh lichaem, ftaende recht overeynd, met open oogen , fien-de na den Hemel, heeft d’armen kruys-wijs over den anderen 5 doch niémant vermach daer in te gaen,Vermits de deuren toegemetfelt zijn. Voor ’tautaeren dit lichaem hangt een lamp, dieal-tijdt nacht en dagh brant : en CitadiCaßello, en Todij eertijdtsgenoemtTuder, aen de Tiber,-Terni j te voren Interamna geheeten , gelegen aen de riviere Nera ; Foligno , by de Italianen genoemt Fulginum, van gelijcken als haer inwoon-ders Fulginate^, hebbende een van de voornaem-ftejaermerekten van geheel Italien; Flccera, eertijdts Nuceria geheeten, en Amelia, ’t weick Strabo Ameria noemt. Men fiet ’er mede Borgo S. Se-po’cro, en Augubio, heteene toebehoorende aen den Grooten Hertogh , en ’t ander aen den Her-togh van Urbin. |
Dit landt wierd by de Ouden foo geacht én kleAan!^-geprefen , datlè gelèyt hebben ’t felfde, behal-ven alle noodtwendigheden van menfchelijcke nootdruft die ’t voortbrengt, loo vruchtbaer en goet te zijn, dat de boomen tweemael vruchten dragen, en de heeften driemael ’sjaers jongen teelen. De valey van Spolete is oock in der daet overvloedigh, en vol van allerhande lijftocht, en niet tegenftaende, dat ’er veel hooge en rouwe bergen zijn, Foo geven nochtans de heuvelen en valeyen menighte van koorn, goede wijn, oly en andere diergelijcke vruchten. De weylandeii omtrent Terni, behalven datfe de heeften voeden , worden drie en viermael’s jaers gemaeyt boven dat fiet men de deught defies landts aen de rapen, waer van fomtijdts d’eene dertigh en d’ander veertighpont weeghc; een laeckdie de Ouden mede hebben aengetekent. De inwoonders de/ès landts telden de dagen Oudem^-van d’eenen middagh tot den anderen,- waren kloeckmoedigh,en belchermden haer landt met dapperheyt den tijdt van vele jaren, ja beftre-den fielfs andere volckeren. Sy zijn hedensdaeghs de befte krijghslieden van Italien ,jalèlfs, volgens’t fieggen van Magi-nus, overtreffenle in moedigheyt alle andere Italianen. Doch worden gelaftert datfie al te vaer-digh zijn in ’t /preken, in/onderhey t die van Spoleto, en zijn daer benevens geweldigh ftuur regens de vreemdelingen, en vol argliftigheden* Die van Foligno werden gehouden fcherpfin-nigh in haer fipreken, en wraeckgierigh, ja ïoec-ken fich lèlfs te wreken over ’t ongelijck gefthieC aen haer voorfiaten. |
Ïtalierfi
-ocr page 199-S. Cln^bnA.
arptcato
Parte del Ducato
Schwa S^tt
Capvam
di Vr
2î.7/«.»/^,;v„o 'o .1CKt.ilb.,t,
(.aioneiL'
FiOflo
Cee^t'.tnè
Cit^a Caßttidc
^tot'aeo
'X^t/tcrna
Civttcila Jm'
P/anetto 0
Val Febrtea
V *Fip^to,*cli Sopv To^io Lt Sotto ^i*
CoiBtnttueto S- Ptetro '
^mernip
Fonte
*ßeh/ejeni
Mar
Perug-ia.
Stt-iralttitel Ki
'Pieve Bt S.Pitc.^
xÀ ,
O JSPalaniaao
Q Svtfta.
Collupi
^Pompo^nano
^ihqnano^__
C. ■ BeUaUfip
Corbarat 4
Parte
di
U'Botta
Oruieto
Tyafft,
Cafknto
^Fipa'ln
Svmeto ,1-Featta
^cuoCâ.
*{!n^narea.
tt^e/ano J
® O quot;PcHp^ lie S^nei-etti
O \
Kiirntci \
UtpitiU
’CaiaI.Jt
ettona biuBa
T'tit
VJ»/-'}?§gt;?■
■ quot;X n -Inarît ri .,
':i3^
® CaptitMO
CTii^tta O quot;5
CaßeBart.
TSorchtano
OZ-
^S.^Rat'tvlomeo *’
ar
Crnen Lip
CifiteBeet f ■ w /ubtfaa.
V ll Stoute
Ornih
^fttrceUano
*!!• tpaicBe.
rOl • Fronticfitatio
^/Cot
’utte
or^j^tuto
'Due Sante
Spotjh
TofcbSan.
S- Ct9
CoUt^o
flM.
Septetane^
Scah di m^Iia. undeci Italiane
C-Vteehtff i’
LafLviHuela
'Fa/rai-y
0 ^/wrf
C. BeBiiotula
CoBe fit S. Gio S. Lorerno q
^oBe Bùn’tfo
«5^
^'ttgt;elFiofe
- M c^ni Farplana
Ki S- 1 'tUore
Seßtno
*Par
Latfe^Fûu'ltÇ) ^opijnoh
nuot'a
tranea
l’cruuiiff /
*Ragt;ce)jetta
(jrabn Q
f O retnatra
IL. i. tHove
Veite
■inaw
‘RoiaLui
Sputa,
^Lêbt^houi
L'teprz
Cr^o
*::ss.. CU-OHtecebie.
Cerne O
- Z* te ILah’i^ttitn.
Sgt; Lni^taiio
Colle cLUa f Serra.
\Ftearcl'0
G-itfiltole
Col Pfbquot;ll£.ZO
Ib^ttlplMio
*Roi^taio
'Patente
/tteto
G^l^bano
GaiJecco
*iyioia tvhb
C/ttiSe
Le^atio
. Giovt
nilllHIlUHIfllIuilH^^
IJ 11111 ; I HiH ' MBW iHIIIHIH nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;NI h, ■ I—
■ ‘Spantt
'•^Of^ne
Q VaBo
.4t^ettltBi
le faite
‘R,iinaaiio
Vitta Bt S. Ptehv pele
hrrcme 0
Tin^ani
C. 4el mate^
O S.^Bua^ba -1 y, ''quot;’ -
* \Cei^ut
0 Cwttella
ï^eaóifi
SerrtivaBc
■incatatti} Q
gt;elo S'Pelle^rn
i^tnahet^
O t7ylt;» ti a^gt;
I ÂSwf 1 'Polaito
'Ripicttanoy
o Fo^îtano
ra
Camtetti.
(atjhatia
U^enzauo
O
Q SlrepeiV
Sch^pno
0 FBtCoio
Fcttntitto
F- Ctottani
C ^Taaentto
7 'al CalBarofa
WiK---
S.anJ,,,^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;“ifitJiSyhi GM
° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S,aeU,lIa nne • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OTatanini
F.Scolafhca O —
'PopoL
7/lÄr S.gt;.Mai’tuta - Q
. nbsp;nbsp;nbsp;. O 5‘!‘’U’“’
auarmo
^iet^ua Tàle~^e ç Bt Cafi Q
LUateruto '
Ltefoiiiaa
‘RÓ^
Lvetlta,.
O CtvitaBe
X ijjquot;
o CCpJ^ttale
5-gt; ^Tte lîi *R^a
ST^elveBeue --'^
eellf i^ocrtccite
To^o bajOn
Ocricebio ttSeBolo \ nbsp;nbsp;.......
Toto
'Netzone—
' G Fa^eJP'^
r.!
Capttane 0
K ûcmutt
Cette C^a^cfta
Cffa.1 .Uht aurrem
Colle Lutta. Q
'Jaizano
ûiuthtmeOa
PaTRIMO N lO
' ^hu'tuoraita.
Cabaro
L^to
F^hino
La ToJLii
Nai’ui
O GaalBo
Scbl^ttoia.
A...
o^a^ano
CBL Skalen
Cefouio
Cittii 'Durale A
^^ariatta.
Stronaoue
Ftuoehtetto
l^atota
C.5..ing’
S. Cbtrtco
Ctcnpitino
Vaietano .
'Poceheita
Q
Coppe
La fl prêta
o Ca^l^îtorte
T Gineftfa
Sartûtaw
'ri\p}iâ iatbuo
H, lunaa
SH
'Poppp
T.
J,
t^ecchie quot;“Q
'JBßSS.
'Ptftra
ill. S.minent'y et: ':k£!’crvw'^ß’rincike
îratstcksco Cardikaxe 3arbi:rino
l 'icecanccllane e Xtpcte dcUa
^■amp;^£.£fcvioyfn.
Ijl
Befchrijvinge van
Tale». E Sabinen padden in ’t zuyden aen de Umbren, en waren de oud-fte volckeren van Italien. Sy hadden defen naem , lbo Varro ge-tuyght , om datfe de Goden meer als andere eerden, w^ant be-duyt by de Griecken eeren. Hierom Iby t Plinius : De Sabinen, foo fom^ fnige weenen, !^ijn Sebini ^enoewt y^an den Godtsdienfl. Silius Italiens in fijn 8 boeck geeft/è den naem van eenen Sabo, met de/è woorden : pars laudes ore ferebant Sabe tuas, qui te patrio cognomine pfimits Dixijii populos wagna ditione Sabinos. Cluverius is van gevoelen , datlè haren oor-fprong van de Opicen ofte Ofcen hadden, om datlè de felfde tale gebruyckten. De Olcen hebben Campanien bewoont, waer van een deel den nieuwen naem Sabinen aennamen , en ver-trocken zijnde, hebben de Aborigines verdreven uyt het landt, welck tufichen de Umbren en Latinen gelegen , daer nae Sabina geheeten is. De eerfte plaetlè diefe innamen was het dorp Teflrina, nu van de inwoonders Pefiara genoemt, omtrent de ftadt Amiternum en de rivier Ater-num. Van hier zijnlè gewapender handt gekomen tot aen de rivieren de Tiber enAnienem. Cato feydt by Dionyfium, dat de Sabinen dien ftreeck landts befeten hebben, die twee hondert en tachtentigh ftadien, dat is, vijf-en-dertigh mylen van deAdriatilche zee Ieght,en twee hondert en veertigh ftadien ofte dertigh mylen van de Tuftche : en een weynigh minder als duylènt ftadien, dat is hondert en vijf en-twintigh mylen lang is. Met welcke belchrijvinge dien acket uytdruckelijck beteeckent wort, die de Sabinen onder’t gebiedt der Romeynen bewoonden van den oorlprong des riviers Nar, tot bynae aen de rivier Anienem. Leander ftelt de grenfen der Sabinen den Nar, den bergh Apennin, den Ti* ber, en Anienem, feggende, dat nu ter tijdt Sa* bina genoemt wort,al ’t gene tuftchen ’t lack V e* linus, Reate, de Tiber, Nar en Anienem befto-ten is. Plinius fchrijft van twaelf volckeren der Sabinen, aldus genoemt, Awiterni^ Curenfes, Forum rolcktrcri. Decii, Forum Nol^um, Fidenates, Interamnates, Flurßni, Flomentani,Reatinij Trebulani, die men oock M.utufcei en Suffenates noemden ; Tiburtes,Tarniates. |
Hetheele landt is vruchtbaer van olyven en Latntoau wijnen, brengt mede veeleeckelen voort, en is bequaem voor ’t vee. ’t Is vermaert door den roof der Sabijnfthe Maeghden , en’t verbondt met de Romeynen gemaeckt doen T.Tatius Sa-binus in de ftadt ontfan^en wierd. Daer nae de O Sabinen , vergetende ofte niet achtende het maeghichap ten tijde vanTatius gemaeckt,hebben de Romeynen, onder de Köningen, en oock daer nae dickmaels beoorloght, en hoewel ly niet geheel verwonnen waren , heeft men nochtans over de felfde getriumpheert. Ten laetften hebben ly haer by de Latinen gevoeght. De felve Sabinen heeft de Bur^ermeefter M. Curius Dentatus te vuur ente fwaerde bedorven , met dien ftreeck die tuftchen de Nar en den oor-fprong van Velinus leght ,• door welcke vidorie lbogrootemenighte raenichen en landts inde macht der Romeynen gekomen is, dat de verwinnet Zelve niet wift welcke meerder was. Daer nae zijnlè volkomentlijck verwonnen, en hebben het burgerichap der ftadt Romen verkregen, nochtans fonder ’t recht van ftemminge. |
S. PIETERS
PATRIMONI.
At deel van Hetrurien, wordt S. Petri Patrimonium, dat is, Erfdeel genoemt , welck de Gravinne Machtildis, Boni-facius dochter, de Kerck van Romen in ’t jaer 1077 gegeven heeft, ten tijde van Paus Grenßn. Gregorius de VII5 maer als de brieven van defe gift verloren waren, zijnfe vernieuwt in het jaer 110 z, onder Paus Pafchalis del 1. Leander, Blondus, en andere leggen, dat ’et aen de rivier Pilcia eyndight, en dien heelen ftreeck begrijpt, die tuftchen Pifciam, S. Quiricus aen dees zyde den Apenninum, de zee en Caparanum leght. Italien, |
Maginus, die wy hier in volgen, ftelt als palen van’t Patrimoni in’t ooften de Tiber, in ’t noorden ’t gebied van Orvieto, in ’t weften de rivier Marta, in ’t zuyden de zee. Komende dan van ’t noorden, ontmoet men eerft de ftadt Bollèna Bet/ena, oft Bollèno , gelegen aen ’t lack Volfinius, en ge-bouwt op de vervallen overblijffelen der feer oude ftadt Vulfinium ; daer Livius, Strabo en andere van fchrijven , alsmede Juvenalis in fijn derde Satyra aldus : 6^s timet auttimuit gelidâ Pr^nefle ruinaWf Autpofitis nemorofa inter juga Volßniis, aut Simplicibus Gabiis, autproni Tiburis arce ? Nae defe ftadt heeten de inwoonders Volfi- O o o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nien- |
Orivietq
,0m
ay.^rtM
iPrSni CüI'^ d‘Sù'.
Qoenelio ai Gi^uclmo iJiLe
^cala. ai wutia. nove
Viterbo
S-^ltano
ifHit. ijuareui^
ât C^Îa
^dn^tmo
Term
CaUe httuL
L/taa m T’tancia. nff
Canialtef
ff tan a
Colic Sc^oit
Sertatta
LnaneSa
0 Ibero
S-Liifr/tto
■ CarchiiutA
Ctita. Ct^euan
Carioimaxa
Liÿo it Jmteeta
Faltiar ~0
GitaiatntSe Roraart
Laao it Pacano
/ ' ^•Aetpta
Vaeone Q
Sbizzano
Tod'y’^frag. ,
^Rncanella la C^tSedo
L arotnaatn
CittA
p S.Rt^, Pttaile
Legrotte
^'5?gt;
gt; CencariAna fi
■ ^Pazza^Lg.
C. Chtoiato
'■Sehta icLym
quot;ProFff lant^
quot;R.Vcrcimüio
'quot;Valle cupulA
Paie 'ttano
DI ROMA
o .
C’ 'Veec^ta
C 'Rabatt
Olim Latium :
h^nheu
Calle *Dtfo O
Cam
v Róa Preiio
Gave iCtvtteSa
Paaano
Portia
Q Romano
CaniaraTto
Sioeea Cantetraw^'
GaJnJjOJymo
PATRIMONIO Dl 5.PIBTR0
'R^eca it Cerra
'l^ermehia
tcea ii Joaue
^ifana
ka Pt^Jio
AbrU21ZO
^La PetroUa.
C. in Fwme
Cajttßrello
CajfpaiaciA canale
*'* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^O Caniflro
CtvtteÜa
Tacus Fuc inus.
^'enere
e
taperont
l\ e^ndenaro
o, Lucia
jj^^nbeoJt
JDi. Cuntotic
.. La. Polte b.ant^eb. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*4
Pcrretma
'Pa/axi.i/tiAj^
Gania^
{artno'
Laco ^ÂBfano
't^o GtiJtatio
i^.PorbMO
Sc^ni ji
Calle 7erra
^^^ntoUanaci
Neroli
.A,
^aitec/no
Perla iPo
-'^atutjuano
*R^iano
\quot;r. i^ctjua. ^zzA ^Ic^ua. ßttzza
Jû^rperna VeceJ/ta în/pnt
.S’, Lorenzo
Cajt-o quot;*» ^aluaterm
Statinccto
Cnola
Y^iolo
CcrreicUo
'll' Uzeah'e
^Schtaut
rpmo
Ti. GualiAtna
a iotzo
c. Puoro
Le/iyttte^^
PATRIMONI.
Mæniafelici condidit alta manu. IlleJuos docuit lunoniafacra Falifcos.
Omtrent Falilcum is een bofch, welck d’Italia-nen ilbofco di monte liafcon noemen, ’t Landt om de ftadt is vermaecklijck , en met vruchtbare heuvelen befet.
Van hier, nelfens den Tiber gaende,vint men Grafineanum,cn nederwaerts Specianum, en de lladt Viturehianum, korts daer nae in den lêlven llreeck Fomartium, en wat vorder by den Tiber Baffanum. Daer nae aen den t’famenloop van den Nar en Tiber leght de lladt Hortia, van Plinius Hortanum geheeten, en by de Italianen Grti en Orta fonder H , diefe in haer Ipraeck niet en hebben , ofte niet gebruycken, alisfy’er by gelchreven. Sonder twijfel den oudllen en eerllen naem van dele fiadt is Horta gewcefl, waer van Plinius Hortanum gemacckt heeft. Paulus Diaconus noemtfêoock Horta in ’t achtfie cap. des vierden boecks der Longobardilche gefchiedeniffen.
Flier en aen dele zijde is de pael van Etrurien, die naer Umbrien ftreckt. Als men nelfens de Tiber, op den weghFlaminiagaet, fietmende overblijflelen van de groote brugh, dieAugu-ftus over de Tiber geleyt hadde, en daer neftens op de andere zijde van de riviere was de fiadt Ocrea. Drie mijlen van Horta omtrent de Tiber , is Baffanellus in een lufligh pleyn, welcllt; Leander meent te zijn ’t lack Vadimonis. Pli-nius de longe belchrijft het felve in fijnachtlle boecks twintighfle brief aen Gallum , met defe woorden : Mijn huysDrouytens grcotDader hadde Dan my begeert, dat ick fjn Amerinfche hoeDen en hoffleden Joude befen. Als ick defe doorytandelde, ytierd mpy een beleggende meir getoont, genoemt Vadimonis ; en eenige on-gelooflelijcke faken Dertelt. Ick ben daer gekomen, ’t Lack is r ont als een radt, enoDer al gelijck: quot;ten heeft geen bochten ofte kromten. Alles is daer eenparigh, en als nae de konfi gemeten, gegraDen, en uytgehow^en. ’t Koleur is bleeker, groenden en dichter als ’t blaewso, den reuck en fmaeck isfulferigh en heylfaem. De kracht geneeß datge^ broken is. Deplaetfeis kleyn'. nochtans de Stindt en baren onderypcrpen. Hier ^ijngeenfchepen, ytant dit meir is geheylight : maer daer dry yen eylanden in, alle met gras, riet en biefen bedeckt : en ytat de Druchtbare modder en de kant des meirs meer Doortbrengt. Eick heeft fijn gedaente en groote : de kant Dan iegelijck is gefchoren ,• gemerckt fy dickmaels aen den oeDer malkanderenßootende, breken en gebroken ytorden. Altemael ^ijnfe eDcn hoogh en licht : ytantfe op de ytijge Dan een fchip met een lagefpits neder-ytaerts gaen. Dit fpits kan men Dan alle zjjden s!jen,met hetfelfde ytater DerhsDen en Derfoncken. Somytißby een geDoeght en gekoppelt ,fchijnenfe Daß landt te ^jn ; fom-tijdts stordenfe door contrarie ytinden Derßroyt : aPemets, als ’t Dtater nietflilis, fytemmenfe. Dickmaels hangen de kleyne aen de groote, gelijck de booten aen de fchepen : dick-quot; maels kopen de groote en kleyne onder malkanderen , en fchijnen t’famen te Deckten. Widerom alle op de felye plaet-fe komende, brengenfe de aerde, daerfegeßaen hadden : en nu hier nu daer geDenfe en nemenfe ’t lack : en ten laetßen alsfe in ’t midden s^jn, roerenfe haer niet, ’t Isfeker, hetDee’tgrasfoeckendegeDcoonisdaerop te gaen, als op den uyterßen kant Dan het landt, en niet eer geytaer yocrrt dat het op een onDaße en beDteeglijcke aerde is, Door dat het Dan den oeDergeruckt, en als op de eylanden gebracht engefetj Derfchrickt is Dan het omleggende meir. Korts bier
s. P I E T E R s
nienfès en Vulfinienfès. Hierom noemtTacitus Sejanum,in fijn fefte boeck der Jaerlijckfche ge-/chiedeniffen, Vulfinienlèm. De oudfte geheii-genifle defer ftadt is in’t vijfde boeck van Livius onder ’tBurgermeefterfchap van L. Valerius Potitus en Manlius Capitolinus, in’t jaer na ’t gebouw der ftadt Romen 3Ó4, een jaer te no-ren éerfe van de Françoyfen ingenomen wierd. Valerius Maximus noemt Volfinium de hooft-ftadc van Hetrurien. Eertijdts isle van den Bur-nermeefter A. Pofthumius verwoeft: daer nae door deconlpiratie one t’lamenrotten der Haven bemachtigbt zijnde, als de burgeren hulp van de Romeynen begeerden, is Decius Murena met een leger dcrwaerts gelbnden , die de meefters van ’t geweldt der knechten verloft heeft. Plinius verhaelt dat dele ftadt bynae heel met den blixem verbrant is. ’t Is mede gedenckwaerdigh ’t gene de voornoemde Plinius van Volfinien Iclirijrt; T^e ïaerbocckenytcrtcllen lèythy, dat men door eenigc offerhanden en gebeden den blixem dyoingen kan ofte Der kry gen. Daer is een o udt gerucht inHetrurienj dathy herkregen is, alsfeker monfier^ Voltagenaemt^in de fiadt Volßnium quamjna dat de omleggende ackers bedor^ Den en afgegeten quot;îearen, dat hy ooçk Dan haren Koning Porfena uytgeroepen is.Dec oude marmorfteenen'met haie oplchrifccn getuygen defes lladts ouderdom. Hedensdaeghs isle heel vergaen, en byna in een hofftede verandert. De inwoonders leggen, dat’et lichaem van de H. Maeght Chriftina daerbewaert wordt: vertellen oock een mirakel , dat van andere belchreven is. Plinius fegt, dat de landouwe van dele ftadt loo vruchtbaer is , dat de olyf-boomen ’teerhejaer, naedatle geplant zijn, vruchten dragen. Het geeft oock koftelijcke wijnen, belbnder Afiana. In’t lack van Vullinien is een eylandt van de Minnebroeders bewoont, in ’t welck Almaricus, Koning der Ohrogothen toegehtcn heefc, dat men fijn moeder Almafiundam doode, van welcke Procopius in ’t eerfte boeck der burgerlijcke oor-Jogh, en Calfiodorus lchrijven,datlè lbo wellpre« kende en geleert was,dat de mildadige ter doodt verwelên, de lèlve niet gevreeft en hebben, aisle Almafiundam hadden hooren Ipreken. Hier zijn lommige korte en geeftige dichten ofte epi-grammata, by andere verhaelt.
Aen de rechter zijde van Bollèna leggen de Reden S. Laurentius, Grotta, Gradoli, en Valentanum. En aen ’t lack ofte meer, Caput montis, KLartha en Lufcanella, een oude en fchooneftadt, in ’t gebiedt van deRoorafcheKercke. Eertijdts hietle Lufcania, en de inwoonders Lufcar.ienfes.
Wederom aen het meir boven Martha, op den itapone. yyegE pagj. Viterbium, ontmoet men HAons Palifco-rum, gemeenlijck genoemt Monte Fiafcone, en van Ptolemeo Faletnium , de hooftftadt der Falilco-rum, gelegen opeen hoogeplaetlè, daergoeden mulcadel walt, als ook vlas en andere vruchten. Cato noemtlè de borght van Itus, en lèydt datlê eertijdts van de Argen gellicht is. Ovidius meent datfe Alefus gebouwt heeft, daer hy Ichrijft :
ArgiDa eß Pomp£ facies. Agamemnone cffo Et fcelus patrias fugit Alefu-s opes.
lamcpue pererratis profugus terraipue mariciue
-ocr page 204-s. PIETERS
^ier na nytgaends , daer ds yp'mt de eylanden drijft, y/oclt ht fco yteynigh spacr ’t opgaet als staer 't afgegaen is. Het fel 'fe lack fort fich in een riygt;ier,ytelcke alsfe haer quot;Ÿ^at quot;iter-toont heeft, ßch in eenfpelonck iserberght, en loopt diep onder de aerde, en betoaert al dat ’er ingeyeorpen ofte ingekomen is,eefe fich y^erflack, en -^orpt het ’sseder ïiyt. T)eje dingen heb ick u gefchreyen, om dat ick geloofde datje u niet minder onbekent en aengenaem yearen als my. Want u,als oock my, en yermaeckt niet meer als de 'ts^crcken der Natuur. Blijftgefont. Nu ter tijdt noemenfe dit Lack il Lago diBaJfano, na de by leggende ftadt: ’t is met bielenen doornen befèt, en nocliliedensdaeghs als een radtafgetekent, over al gelijck, fonder bocht ofte kromte, van koleur,fmaeck en reuck, gelijck Plinius fchrijft : maer veel minder als ecr-tijdts, fbo dat’et noch fchepen , noch eylanden met vee in ’t midden foude können dragen, ’t Is nochtans feer diep, en het water wordt fomtijdts grootelijcks beroert door de winden, die onder de aerde uyt verborgen holen komen : fömtijdts is ’t flil en het loopt niet over, en dat altemets een heel jaer; daernae waft het wederom fbo hoog,dat ’et, in de Tiber loopende, veel meulens omdraey t. Dit meir heeft geen vifch,maer fwar-teferpenten en fchildpadden; fbmtijts werpt het kolen uyt. By dit meir hebben de Romeynen de Hetrufcen verwonnen, in’tjaer nae’t bouwen der ftadt Romen 470. Van defê viótorie fchrijft Livius aldus : Als de Hetrufcen by het Lack Ladimonis haer leger vergadert hadden, en man tegen manßondcn , hebbenfe met meerder heirkracht en meerder moedigheydt gevochten als oyt te y oren : quot;SSfelcke flrijdt met foo grooten . gramfchap gefcbiet is, dat ’er ygt;an -svedersiijden geen ytorp-pijlen gebruyckt '^ejjn. Het gehecht is met fitaerden begoß. Daer nae, de manier van den flagh befchreven hebbende, fèydt hy : Dien dagh heeft allereerß den oyerHoedigen rijckdom der Hetriijcen, door lang geluck Vergadert, gebroken : soant in defenßrijt is al haer macht Verflagen, en het leger met dit geyoelt oyeryallen, berooft, en yerßroyt,
verre van dit Lack is de ftadt Bajfanellum, derefieden. ^16, loo Doven gefeyt is, ’t meir den naem gegeven heeft. quot;Volgen Gallefinum , Corchianum, Igna-nellum, Valetanum, item by de Tiber, Burgetum van S. Lenart, een rijck en fchoon dorp. Als men van Burgeto langs den ouden wegh Flaminia gaet, die op veel plaetfen noch met fteenen be-iey t is, ontmoet men de ftadt Caflellana, leggende op een hooge fteenrots. Hier is eertijdts Fefce-refcentum. nium in Phalfcis geweeft, die andere Fe/cennia noe-men,welckeSolinus feyt van deArgiven gebouwt te zijn , en Annius meent datfe den naem heeft van de plumagie eens gewapenden ruy ters. De inwoonderen befchrijft Virgilius aldus :
HiFefcenninas acies, aquojque Fali[cosi
Leander leeft : ' eijuitejjue Falifcos :
Hi Soradlis habent arceis, Hayiniatiue ary a. Ft Cimini cum monte lacum, lucofque Capenos.
Daer is noch een ander ftadt Fefeennium ge-noemt in Campanicn, van welcke Servius mif-fchien de voorfchreven vaerfen van Virgilius verftaen heeft, niet wetende dat in Phalifeis een ftadt des felven naems was. Van daer zijn de dichten gekomen die men yerfuJ Fefeenninos heet, en in de bruyloften gewoon was te fingen, oft die defen naem hebben, om datfe Fa/cinum, dat
Italien,
P A T R I M O N I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lyj
is, de tooverye beletten, fbo fÿ meenden, en Fe-ftus fchrijft. Van den oorfprong der fblve fèydt Horatius:
Agricoh prifei fortes, par^oque beati, Condita poflfrumenta ley antes tempore feßo Corpus, i?quot; ipfum animum Jp^nis duraferentem. Cum fociisoperum puerisW conjugeßda Tellurem poreo, Sibanum ladle piabant, Flcribus yino Genium, memores breyis ^eyi. Fefeenninayj^r hunc inyenta licentia morem, Herfibus alternis opprobria rißica fudit j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;m
Libertafque récurrentes accepta per annos Luft amabiliter.
Het waren Fefcennine yaerfen, daer mede de Come-dianten, als boeren gekleedt, foo met haer fei-ven, als met andere, by beurten jockten en fpot-ten , niet alleen in bruyloften , gelijck het uyt Fefto, Senecæ Medea,Catulli bruylofts gedicht, Plinii 15 boeck, en Aufonio blijckt, maer oock inmaeltijden en andere vrolijeke gefèlfchappen, als de gemelde vaerfen Horatii, en Livius in het levende boeck getuygen. Defè Fefcennini waren foo aengenaem, dat oock Oófavianus Auguftus hem niet gemijt en heeft die te maken. Flier van fchrijft Macrobius in ’t tweede boeck Satur-nalium, dat, ten tijde van ’t Triumviraet,als Auguftus Fefeenninos in Pollionem gedicht hadde, hy geantwoort heeft : Ick fitijge j ytant het is geen kleyne fake tegen hem te fchrijyen, die iemandt kan uyt-fchrijyen, dat is, in balling f hap fnden. De Poëet Anianus heeft allerbeft de Fefeenninos gemaeckt. Van welcken Aufbnius in fijn Centone Nuptiali, oftBruylofs-gedicht; Watfalick feggenyan Aniani Fefcenninen, ojie de Amoreufe boecken des ouden Poëets Liyii ? Anianus was te Falifcen geboren, een di-fcipel van Probus Grammaticus , en goeden vriendt van Agellius, ten tijde dat Hadrianus Roomfeh Keyfer wierd. Niet verre van Fefcen-ninum, was de ftadt Arlt;e MutU in Vejenten, daer nbsp;nbsp;nbsp;f/st.
Plinius aldus van fchrijft : Omtrent Aras Mutias in Vejenten, Fufculum, en in ’t bojeh Cyminia fjnplaetfen, in de yoelcke men uyt de aerde niet kan trecken dat ’er y af in is. Sy lagh op eenen hoogen berg. Cato noemtfe Vmbricam. Als men vorder langs de Tiber gaet, fiet men Mont Soradi, die men nu den bernli van S. Silvefter heet, om dat Paus Silvefter daer ge-fchuylt heeft, uyt vreefè van Keyfer Conftanti-nus. Beneden defen bergh was de ftadt Feronia, ra-onia. ten tijde van Strabo,fbo genoemt na de godinne Feronia, die ’t volck van dit geweft grootelijcks eerden.
Niet verre van hier waren oock de oude fteden Flayinia, Ferentinum, Frojfulum, Moeonum, Turrena, Mæonia. In den felven ftreeck zijn mede de fteden Celino, Fabrica, Caprarola, en de ftadt Nepet, die tAcyatt. men oock Nepa, Nepe, Nepeta, Nepete, Nepe-tus, Nepis, Nepi, en Nepita, noemt. Het oude opfchrift heeft aldus :
HER.ENNIÆ C. F. IVSTÆ
M. APISTIVS M. F. PAL. SABINUS DUUMVIR VEIOS. IIII VIR. NEPETB.
Livius en Vellejus fèggen j dat hier een colonie, dat is, voortplantinge van Roomfche burgeren gebracht is, en datfe daer nae een municipium ofte vrye ftadt geworden is. Daerom leeft men in de oude opfchriften die hier zijn , munjeipes Nepefini, welck beduyt de vrye borgeren van Ne-
P p p ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;peten.
A r IL 1 M O ISl L
gelijck Paus Hadrianus ons by dè Franfchen hefchuldight, Heytijlyty y oor u-lieden yan de fundamenten gebouytt hebben Volti/phreniSj Calnellum, de '^ijck Orchianum,Balnea-ria,Barbaranum,en Gariophilum'. yoor de Sentinaten Au-fedonias,en Rodacofanum : yoor de Volatenen Rodocoma** lum} yoor de Lunenjen Sergianum en Petram SanHam, eertijts Vanum Ferons genoemt: quot;yoor de Phocenfen SS.Ge-minianum en Miniatem : yoor de lefulanen eenßadtysraer in vry yoeder quot;yergadert hebben de quot;yerfiroyde en dycalende Arinianen en Fluentinen : quot;ïr)-' hebben yeel oude en fchoone fleden yermeerdert, en met muuren omcingelt, gelijck nu Lucam, Piflorium, Aretium, Örobitum, Etruriam, nu Viterbium genoemt, doen : quot;Ssiens naemJoo iemanfyerändert,ofte de srettenfy ons gemaeckt,oyertr eet,dienfal men het hooft afhouyigt;en,ofte -morgen. Dit en is dan niet Etru^ rien bederren, gelijck Hadrianus ons befhuldight, die den 'yrede,'yan ons aeKgeboden,'y£ryterpt. Daerom gebieden quot;tey u Grimoalde, Stadthouder y an Viterbium, dat ghy alle de Joldaten quot;yan Tujeien in de quot;Soapenen gebiedt gereedt te ^ijn, foo lange als ’er geen yrafle 'yrede is, en beforght , Jondef‘ u eygen baet daer in te foecken, dat ’er geen ylHualie, amoni^ tie ofte foldie gebreeck, op dat ghy de quot;yyanden niet alleen ypederflaen, maer oock aentaflen mooght. Ghy fuit de burgers met geen niewstefchattingen beftparen.
PausCœleftinusdel11, gelijck Platina Ichrijft, heeft teViterbien allereerft een Biftchop geftelt» Hier zijn geboren Petrus Antonius Biftchop van Signien: Joannes Annius.Sacri Palatii Magifter, dat is , Meefter des Pauslijeken Paleys : Facius Sandor Cardinael, en andere. De Vici hebben Oude itce-lange rijdt Heeren van de ftadt geweeft,tot datfe van Ægidio Carila,Cardinael en Legaet van den Roomichen Stoel, die toen in Vranekrijek was, verdreven wierden.Maer na fijn doodt zijnfe weder tot de regeringe gekomen. Na de Vieos hebben de Gzïtfz de overhandt gehadt, en zijn van de Magancefiis met hulpe der Urfinen dickmaels verjaeght ,• maer van de Columnelèn weder in ’t gouvernement geftelt : door wiens fadien en twiften is de ftadt te vuur en te fwaerde bedorven, en foo verfwackt, datlè nu meeftendeel vervallen ley t. De Paulen van Romen hebben hier lang haer hof gehouden,foo dat Clemens de IV, Adrianus de V,en Joannes de X X11 in defeftadt gewoont hebben en geftorven zijn.
Vijftien mijlen van Viterbien fiet men de’t Vervalleff oude overblijflèlen van de ftadt Tarquinien, die de inwoonderen nu Varquene noemen. Strabo lêyt, dat Tarquinien gebouwt is van eenen Tarco, Overfte van Tyrrhenien , waer van de ftadt den naem heeft. Defe Tarco Ichijnt de felfde te zijn, dien de Herrulcen Tages heeten, diefe leggen grijs geboren te zijn^ om dat hy van jongs af wijs en verftandigh was. Cluverius is van gevoelen, dat defen Tagus, den eerften menlch Adam geweeft is, die niet het waerleggen,foo fommige verlieren, maer alle Godtsdienft en Ceremoniën fijn kinderen en haer nakomelingen allereerft geleert heeft j en dat alle volckeren gemeent nebben,dat hy in haer landt uyt de aerdegelpro-ten was, en elck hem eenen vericheyden naem gegeven heeft. Ponwejus Trogus lèyt, datTar-quinien van de Theftalen en Spinambren,Griek-fche volckeren , gefticht is. Sy is de oudtfte geweeft onder de twaelf fteden van Hetrurien, wantlè veel jaren voor de oorlogh van Trojen
154 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. P I E T E R S ]
peten. Feftus meent, datfe defen naem heeft van het wapen des volcks , welch een /cotpioen was. Livius vermaent dickmaels van defe itadt, voornamentlijck in fijn fefte boeck , daer hy fchrijft, datfe van Valerio ingenomen is, en de ingelètenen niet ^fchadight ofte geftraft zijn, belialven de belhamels van den afval. Item in fijn twintighfteboeckj daer hyfeonder detwaelf heden telt, die de Romeynen tegen Hannibal niet wilden helpen.
• AlsmenvanNepetenaer’tweftengaet, ont-rtttrbium. moetirienViterbium, nu Viterbo genoemt: welck
Ibmmige fcggen eertijdts Vejulam geweeft te zijn, eenige Longolam, andere Vetuloniam, ettelijcke Élbii Vicum, Ibmmige Etrurium en eenige Forum Cafiii. Blondus alleen Ichrijft,dat Viterbiuin een nieuw ofte geen leer oude ftadt is, daer by voegende, dat les hondert jaren voor fijnen rijdt een kleyn flot ofte kafteel den naem hadde van Viturvium. Anaftafius, die in ’t jaer 845 onder Keyfer Louys de Tweede geleeft heeft,maeckt gewagh van het kafteel Viterbi, in ’t leven van Paus Zacharias,en oock van de ftadt Viterbium, in het leven des Paus Hadriani. Sy ieght aen den voet van den langen en fteylen bcrgh Cyminus, op een vlacke en waterrijcke plaetle 5 en is gebouwt met vierkanten fteen; ly is vol toorens; in vorige tijden wafl'e fcergcquek met de fadien ofte srefchillen der Urfinen en
O
Columnefen. Hier zijn twee fchoone fonteynen, een op de Duytfche manier gemaeckt, als een kafteel van water, door buylèn geleyt. De landouw is vruchtbaer van wijn en koren : wort ook met veel rivieren helpoelt,als EgelidOj Riyro ob/curo, Rivo Vfcerio, Alcioncy RoßenOy Ri^jo Atlao, Albiano^ Ve/~ fano, Catenaej en Veja. Hier zijn mede veel foete en genefende fonteynen en wateren, waer onder AtjtiieCajief van de oude Schrijvers geprelèn. Men leeft daer oock vele oude opichriften, nament-lijck twee vermaerde. Het een is ’t decreet ofte gebodt dat C. Julius Cælàr tegen Cicero gemaeckt heeft ; welck ick meen verliert te zijn van Anniiis Viterbienfis, die van den oorlprong fijns vaderlandts en heel Italien veel fabelen verdicht heeft, en Berofum,als oock andere vreemde Schrijvers, voor de ware uytgevende , veel heeft doen dwalen. Het ander opfchrift is een placcaet van Defiderius Koning der Longobar-den, welck aldus luydt :
’t PUtcatt iVy ’^'!£derroej)en de erdinantien of’t ^ebod des Konings tegen de Vetulonengemaecktj en begeeren dat het der tneir. quot;^elck men 't z^oot mcir ygt;an Italien noemt, niet de
Tyrenfen maer de Vetulonen toekome 'Stgt;ienslandouyo eerfl Italien gekeeten is quot;yan Ibi, de ycoonplaetfe ytan Italus : en dat de Longolen haer landt niet Longobardolam noemen j maer Terbum, nae de naem haers yrermeerders Tyr-rheniis, en met een muur drie fleden beßuyten, Longolen Vetulonen en Vytrhenien, en datje Vulturnam, Etruriam genoemt, en de heek ßadt met ^tgene quot;07 daer bygeTPoeght hebben, Viterbium heetcn^gelijck yry Rhoda en deßadt Bal-neoregium hebben doen noemen. Jiy laten toe dat men op geitfal ^aen F A u L, en Hercules daer af doen, en S. Laurens haren Patroon daer op Jetten gelijck Romen en Bono-niendoen. JVygebieden oock, dat menCormentam, Darda-num,Afium, Paraniumformitum en Lufcanellum reparere ofte quot;yermaeck. Want yty '!;ijn geen yerderfers 'yanTufeien,
-ocr page 206-s. PIETERS P
gebouwt is. Want CIuvérins in fijn derdé Boecks eerlle capittel, van ’toude Italien, toont, dat omtrent 't jaer 2437 nae de Sclieppinge dèswe-relts, en I j 13 voor Chrifli geboorte,de Pelafgen in defe contreyen gevallen zijn , hoewel dat Vir-gilïus door een Poèetiche vryheyt in ’r boek van Æneas na het uytroyen der hadt Trojen, van Tarcon fpreeckt. Voorts van delen Tarconofte Tarchon, hebben de Grieckfche dele ftadt Tar~ cvni^im , Tarconium , en nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt. Sy is
groot en rijck geweeft , toen L. Tarquinius Pri-Icus, te voren Lucumon geheeten, van daer te Romen is komen woonen, daer hy naderhandt de vijfde Roomlche Koning gemaecktis. Men gevoelt dat Cornetum van fijn vervallen overblijf-leien gefticlit is. Demarathus Corinthius heeft in die ftadt een heerlijck huys gemaeckt, gelijck DionyfiusHalicarnafleusgetuygt. Flier zijn twee Roomfche Köningen geboren , L. Prilcus en L. Superbus, die alle beyde na de ftadt Tarqui-nii genoemt zijn. Livius verhaek’er dickmaels van, en fchrijft in fijn 37boeck, dat hier een varcken geboren is met een menlchen mondt ; en dat de burgers linnen gegeven hebben , om zeylen tot delcheeps-vloot te maken,dieP.Cornelius Scipio in Africa fonde brengen.
'ändere Van Vîtcrbien naer ’t zuyden leght Bkra, nu ^tden- Bieda geheeten. Wat nederwaerts naer de zeekull fiet men Bi^rbaramtm, Vianumj en Tolfam nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In
’t 00ft op den oever van ’t meir is An^uillaria ; op de noordtkuft, TrrpUanum } op de wellkant, Vica-rellum. Vier mijlen van Viterbien , op den wegh naer Romen , leght de ftadt Canapina, dat men meent der ouden Capena te zijn. Van dele noemt Virgilius de Capeenfehe boffchen. Niet verre van liier leght Vicies, datlè nu Vico noemen. Leander meent, dat het adelijck geflacht derVico-rum van hier gefproten is, welck lang te Viterbien geheerlcht heeft. Boven den wegh Calfia, omtrent de bergen vànCiminen, ishetkafteel Surianum , Cafiel Soriano , daer Paus Nicolaes dein, uyt het geflacht derUrfinen,hetfterck-fte kafteel van heel Italien bouwde, het welck liy daer na fijn bloetverwanten gelchoncken heeft. Dit flot hebben de Brittones , in Italien van den Cardinael Cecefennenfi, Legaetvan Paus Gregorius de XI, gebracht,ingenomen, toen de Paufenhaer refidentie tot Avenjon in Vranek-rijek hielden, en hebben ’t lelfde geenfins willen verlaten, hoewel fy van Albertus Cuniates, een groot liefhebber dervryheydt, uyt de andere plaetfen van Italien vèrjaegt waren, eer dat Paus Gregorius de Elfde den Apoftolijeken Stoel uyt Vranekrijek weder tot Romen gebracht heeft. Defe heeft met lilb, kloeckhey t des verftants, en giften te weegh gebracht, datlè daer van felfs uytgetrocken zijn, en het kafteel in fijne handen geftelt hebben. Seven mijlen van Viterbien naer ’t zuyden is Vetralla-, en niet verre van daer op de zeekuft 'Roncilio , Capranica^ Baffanum en Sutrium. Van defe ftadt fpreeckt Livius dickmaels, en heetfe, om de gelegenhey t van de plaetfe, en be-quaemheyt om tegen de Hetrulcen te oorlogen, ’t flot van Hetrurien: terftont daer by voegende, dat Camillus, verftaen hebbende der Sutrinen afval, de Ibldaten bevolen heeft, datfe haer voor
A T R I M O N I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lyy
drie dagen vaiï koft foüden Vöörfien, om dat ’er geen belet lóudezijn met’er haeft tegen de Sutrinen te trecken. Hier van komt h'et IpreCck^ woort dat in de comedie Gafina by Plautus ftaet, dat men leydt naèr Sutrium tegaen, die voor Ibm-mige dagen koft mede nemem. LiviusIchrijft ’er by, dat de fnelligheydt van Camillus loo groot geweeftis, dathy opdenfelven dagh Sutrium weder ingenomen heeft, en de verjaeghde ingébracht, als’t van de Hetrulcen gewonnen was. In ’t negende boeck verhaelt hy mede, dat in den bloedigen flagh by Sutrium tulfchen de ROmey-nen, Hetrulcen en Umbren, omtrent 60 duylènt Hetrulcen en Umbreh foo gebleven als gevangen zijn.In’t jaer 371 na’t bouwen der ftadt Romen,en in het lévende na ’t innemen van Romen door de Françoyfen, istotSutrien een colonie oft voortplantinge van burgei'cn gebracht. Nu ter tijdt wortfe wcynigli bewoont en belbcht, en isrontom vol holen.gehouwen in toetfteen,daer-le op gefticht is.
Als men door de landouwe der Vejenten naèr Romen reyft, ontmoet men ¥ons Rojeus en Baffa--num, en aen de rechter zijde, Ccefanuw Vormellum, Gal'era. Hier is in oude tijden Vejum géweeft, de hoofüftadt der Vejenten,die fommige nu Marthe^ niano noemen,eenige Pontiana^andere Cbita CafleU lana. Waerfe gelegen heeft,is hedensdaegs onder de Geleerde grooten ftrij t; hoewel dat men ’t va-ftelijck en feker kan toonen. Want de reystafel fteltfe op de wegh tulfchen Romen en Nepete, Voorts teltfe twaelf mijlen van Romen tot Vejum,en negen van hier tot Nepete. Gemerkt dan dat men nu ter tijt van Romen tot Nepete twin-^ tigh mijlen fteltjgaet het vaft dat d’andere negen mijlen op dien wegh overfchieten, en uyt den voorgacnden wegh, die van Rubris en Vicefimo naer Interamnium leydt, door misverftandt van iemandthier bygevoeght zijn. Vejum is dan ge-weeft omtrent die plaets daer nu de ftadt Scropano legt,gelijck P.Cluverius in fijn tweede boeck van oudtitalien breeder bewijft. ’tWas eenrijeke ftadt, wiens gebiedt en landouw ftrecktetot de zee en den uytgang des Tibers. Sy is tien jaren belegert geweeft,en na datfe meer lchade gedaen als geleden hadde, isfe ten laetften van M. Furio Camillo gewonnen , en tot de gehoorlaeroheydt der Romeynen gebracht. Sy was leer oud.wantfe drie hondert jaren voor den oorlog vanTrojen, met de voornaemfte fteden van Etrurien,gebout is, eer de Tyrrhenen dit landt bemachtighden. Toen de Romeynen aen de riviere Allie van de Françoylèn geflagen en verftroyt waren , is hier een groot deel over de Tiber gevlucht, en als de ftadtRomen van de lèlveFrançoyfen ingenoraen en verbrant was,hebben de Tribuni,dat is, Voor-ftanders der burgeren, de Gemeente geftadigh vermaent, datlè de vervallen ftadt verlaten, en naer Vejen fouden trecken. Hier is eertijdts een colonie gebracht, als ’t blijckt uyt het boeck Frontini van de coionien. Na dat de ftadt door de burgerlijcke oorlogh bedorven was, zijnde inwoonderen oock vertrocken. Hier van fchrijft Lucanus in fijn levende boeck :
Gabios, Vejo/^ue, Coramepue Piibere y}ixteöi^poteruntmonflrare ruin^.
Als
10 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. P I E T E R S Aïs Keylèr Nero te Romen een groot Paleys bouwde, foo Suetonius in fijn leven verhack, is ’er dit dichtjen gcmaeckt : Roma domus fietf Vejos migrate ^writes : Si non V’ejos occupet ißa domus, Propertius Ichrijft oock van dele vervallen ftadt in de elfde Elegiades vierden boecks : Coffus at infequitur Vejentis cade ^olumni, Vinccre quum Vejos poße lahoris erat, îsecdum ultra Tiberim bellifonus ; tiltimapr(eda. i\omentum iV captée jugera terna Cor^e, Et Veji quot;ipeteres, nbsp;nbsp;Voljcum régna fuißisy Et ygt;eflropojita efl aurea cellaforo, l^unc intra muros pafloris buccina lenti Cantatj U in quot;veflris oßibus arDa metunt. De landouw bracht ïlecliten wijn voort en van quaden fmaeck; lbo Horatius kyt : |
patrimoni. Vejentanumfeflispotare diebus Campanafolitus trulla. En de Poëet Martialis in fijn Epigramma : Sed Vejentani bibitur flt;ex crajja rubelli, Van defen wijn lchrijft Columella in fijn vierde boeck aldus: Dedrup'penl’anVejenteni^ijnfooroodt niet,[als die yian Aminienjifan quot;^elcke 'TPcryDe^y Rubellanie genoemt moorden, en oockFecennin^e, om datfe meer gefl hebben als andere. Als men ter zijden van de voorlchreven plaet-fen, naer den berg Soraólem gaet, ontmoet men cerft Malianum, korts daer na Mantianum, Stagia, en Arianum, daer Paus Adrianus de IV overleden is. Op den kant ofte oever des Tibers leggen Pontianum,Turrit a, Ne^arium,Fianum, Aen de rechterhandt te landtwaerts in fijn CiVitella, Limprinia-no, en 'Merlupo. |
t R o o M S |
GEBIED, |
Eertijdts
I V M.
'Deelin^e. Et Rooms gebiedt is, dat van de Latiniften Latium, en Ager Romanus genoemt wordt, en van de Italianen Campagna di Roma, om’t felve van Campania Felix te onderfchey-den. Van den oorlprong des naems Latium zijn veelerley gevoelens. Sommige meenen,dat het foo gehee-ten is , om dat Saturnus , uyt fijn vaderiandt gevlucht, hier gelateert,datis, gefchuylt heeft. De naem Saturnus heeft mede fijnen oorlprong van een Syriïch woordt, dat fchuylen beduyt. Varro gevoelt dat ’et Latium heet, om dat ’et tulTchen de hooge en fteyle rotlèn des berghs Apennini, de zee, en de rivieren Liris en Tiber fchuylt en verborgen leght. Andere leggen dat’et delen naem heeft van den Koning Latinus. Eenige willen dat het lbo genoemt is à latitudine, dat is, breette, om dat geen landt van Italien lieh lbo breedt vertoont tulTchen de bergen in de zee. Latium wordt in Oudt en Nieuw Latium ge-deelt. De palen van Oudt Latium zijn geweell, in ’t wellen, de rivier Anio van de ftadt Tibur tot de rivier Tiber ; en vanhier de felve rivier tot haren uytganck toe : in ’t zuyden, de Neder-zee, van den mondt des Tibers, tot de plaetlb die midden tulTchen de Heden Patricam en Ar-deam , eertijdts de Rutilen toebehoorende, gelegen is. In ’t ooften grenft’et aen dien llreeck, daer de Heden der Latijnlche in befloten waren, te weten, La'itinium^Aricia, Lanu^ium, Albanus Ager, Labici; Pr^nefle, die men nu S. Petronella, PAricia, ciYita Lavinia, Gallicano, Filaflrina noemt, buy ten welcke palen Ardea Rutulorum geweeH is, en Vele-trtc Volflorum , nu Beletri en Cora geheeten. In ’t noorden lagen de voickeren Æqui, tulTchen Prsmefle en Tibur, enHrecktenhaerin’tLatijns gebiedt tot de Tulculaenlche bergen toe : wiens Hadt Algido omtrent Tulculum was : daer nu een gemeene herberge op den Latijnlche wegh voor den reyfenden man is, dielè Ofleria noemen. Soo kleyn zijn de palen der Latinen geweeH,na datfe van de Sabinen verdreven waren uyt het landt tulTchen de rivieren de Nar en Anien gelegen. Haer lengte was 35 mylen van de Hadt Tibur tot de zee; de breette 20 mijlen van de rivier Tiber en de Hadt Romen tot den bergh Albanum. |
Het Nieuw Latium Hreckte fich voorder tot aen de rivier Liris, en begreep, behalven de Latinen, oock de Volfccn, Olcen en Aufonen. Van dierbeyde grenfen lchrijft Plinius in fijn derde boecks vijfde capittel aldus ; Oudt Latium had in de lengte ygt;ijftigh duyflnt paflen T^an de Tiber tot de Circe^ jen , Joo kleyn ^ijn in ^t eerfle de beginjelen des Rijcksge^ 'tteefl, Haer colonien ‘sjjn dickmaels quot;verandert, en is quot;Van quot;Verjeheyden voickeren in andere tijden bevpoont, te quot;Sfieten Van de Aboriginen, Pelafgen, Arcaden, Siculen, Aurun^ een, Rutilen : en boven de Cireejen Van de Volfcen , Ofcen, Aufonen ; foo dat men ’t nu Latium noemt tot de rivier Liris toe, ’t Is een vruchtbaer landt, behalven dat’et in tla vele plaetlèn hardt en Heenachtighis-, enmo-'^'^quot;* ralTcnen heeft,die een Iware en ongelbnde lucht 1 maken. Het volck, behalven in de Heden, is tot noch toe plomp en bot, grof van manieren,Hout en onverfaeght, en Herck vanlichaem. De eerHe inwoonderen zijn geweeH de Sicu- Oade wielen , die Dionyfius HalicarnalÏeus een ingeboren volck noemt. Of het te voren van iemant anders bewoont is, weet men niet. Virgilius in fijn eerHe boeck Æneidos geeft te kennen , dat de Sici-Jianen uyt een ander landt in Italien gekomen zijn, daer hy lèyt : Turn manus Aufonilt;e gentes Venere Sicaniie S£piult;s nbsp;nbsp;nomen pofuitSaturnia tellus. En |
’t ROOMS GEBIED En toen is dit landt nae haer inwoonderen Sicilien genoemt. Hierom ïèydc den Verkorter van Stephanus : sicilien is een pro'vincie en eylant. Dit Sicilien begrijpt niet alleen het geheel oudt Latium, maer oock den gantfehen acker der Sabinen. Servius, fehrij vende op de volgende vaerfen des fevenden boecks Virgilii, Argi'^aque pubes, Aurunuquemanus, Rutuli, yeterefqueSicani, fey t : Te recht noemt hype 've.tcrcs, dat is, oude. Want daer Romen nu is, quot;ssparen de Sicani ; die daer nae quot;tan de Aboriginen yerj aeght ^ijn. Nae de Sicilianen zijn de Aboriginen daer gekomen , wiens naems vele oorlprongen verhaelt worden.Feftus wil datle foo heeten ab ^rrlt;^w^/o,dat is van dwalen,om datle hier en daer loopende by een gekomen zijn, en gewoont hebben in den acker,die nu deRomey nen toebehoort.Dionyfius in fijn eerfte boeck brengt noch twee andere by, want hy meent datlè Aborigines heeten van ’t woort origine, dat is beginfel, om datfe een be-oinfèl geweeft zijn van haer nalaten, die dit landt bewoont hebben, oft om datlè hare woonplaet-fen in de bergen hadden, die de Griechen oros noemen , welck een bergh beduyt. Virgilius, in fijn levende boeck, lchijnt’et met de eerfte opinie van Dionyfius te houden in dele vaerfen : ^n etiam yeterum efßgies ex ordine ayorum Antiqua ex cedro, Italujquepaterque Sabinus, Saturnupquefenex, ïanique bifrontis imago, Vefiibulo adplabant, aliique ab origine reges. En in fijn achtfte boeck maeckt hygewachvan de andere opinie Dionyfii, daer hy Euandrum aldus aen Æneam doet vertellen ; Hm nemora indigen‘£ Fauni, Nympbeque tenebant, Genfque yirum tnmeis duro robore nata, ^eis neque mos neque cultus er at : nee jüngere tauros ' Aut componere opes norant, autparcereparto : Sed rami atque afper yicïu yenatits alebat. Primus ab Mhereo yenit SaturnUs Olympo, Arma loyisfugiens, iÿ regnis exul ademptis. Is genus indocile, ac difperfum montibus altis, Compofuit, legefque dedit : Latiumque yocari Maluit, his quoniam latuijjet tutus in oris. Dat den rechten oorfprong van dit woordt de Romeynen heel onbekent geweeft is , blijckt hier uyt, dat verfcheyden gearbey t hebben om den felven te vinden. Soo veel den oorlprong des volcks belangt , lommige meenen dat de rechte inwoonderen van Italien geweeft zijn, wiens oorfprong felve in Italien was. De oude hebben fonder twijfel de eygen inwoonders van eenigh landt geheeten , die nae den bouw der ftadt Babel, en deelinge der volckeren, aller-eerftdat befeten hebben, ’t Welck de naekome-lingen loo verftaen hebben, als of haer voorouders geboren waren in het felve landt, datlè, nae het vertrecken vân Babylonien , bewoont hadden , om datfe door een langduurige overleve-ringe verftaen hebben, dat den eerften menfche uyt de aerde van Godt gemaeckt was, gelijck Cluverius bewijft in het achtfte capittel des eerften boecks van Germania ofte Duytslandt, by hem belchreven. Om de felve reden en ouderdom, hebben eenige Schrijvers de Aborigines voor de inwoonderen van Italien gehouden. Maer Italien. |
r, eertijdts L A T I U M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij/ hier regens ftrijden de treffelijeke Roomfche Schrijvers, Cato , Sempronius en andere, die, loo Dionyfius in fijn eerfte boeck verhaelt, leggen, Dat de Aborigines Griechen ^ijn, die uyt Achajen ge^ trocken y(gt;aren , lange jaren yoor de oorloge yanTrojen. Hochtans en feggenfe niet uyt yrgt;at deel yan Grieckenlandt, ofte uyt yeat fadt [y gekomen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oft op ytat tijdt-,tGonen cock niet •ss)ie haer leydtsman en oyerfle geyreefl is, oß ont yeat oerfake fy haer yaderlandt yerlaten hebben j maer yol~ gen alleen der oude Griechen feggen, quot;tycelch [y met geen Gïieckfche Schrijyers beyeßigen. Soo dat de yeaerheyt hier yan onfeker is. Doch fco haer geyoclen y aß gaet, en ‘ßjn het geen andere geypeefi als die yan Arcadien. Want dit ‘reijn d'eerfle Griechen, die docr de lonifche ^ee^ yan Oeno-tro Lycaonisfoon gelcydt, haer svooninge in Italien gefielt hebben, meer als yijf hondert jaren y oor de ocrlogh yan Projen. De Aborigines hebben eerft dien ftreeck van Sicilien bewoont, welchen daer nae de Sabinen behomen hebben , tuftchen den bergh Apennin en de rivieren Nar , Tiber en Anien. Latium is eerft van d’Aboriginen Saturnia terra, ’t landt van Saturnus, nae Koning Saturnus, en ooch Oenotria nae Koning Oenotrus genoemt. Aliengshens hebben de Pelalgen en andere Griechen haer by d’Aboriginen gevoeght, die t’famen de Sicilianen daer uytgedreven , de fte-den verftercht, en al’t landt bcmachtight hebben , dat tullchen de rivieren de Lier en Tiber leght. De lèlve hebben delè plaetlen voortaert altijdt bewoont, veranderende Ibmwijlen haren naem ; want dien van Aborigines hebben Ij’’ alleen behouden tot dien tijdt der Trojaenlche oorloge, wanneerfe nae haren Koning Latini genoemt zijn. De felve waren wreet, en groote vyanden der Romeynen , met welche daer nae vrede makende, hebbenfe die kloeckelijk geholpen in de naebuurige volckeren te overv/iilnen. Onder de oudtfte inwoonderen van Italien worden gerekentde Aurunci, die by de Griechen Aulbnes geheeten worden, loo Servius fchrijft. Hoewel om eygentlijch te fpreken , de Aujones en Aurunci, by PJinium in ’t derde boecks vijfde capittel , verfcheyden volckeren zijn , defe woonden in oudt Latio, d’andere in ’t nieuw boven dé Circe jen. De Rutili, lbo d’Oude lchrijven, zijn mede oude inwoonderen van Italien. Sy hebben tot Ardea gewoont, en onder ’t beleyt van Turnus veel, foo geluckigh, als ongeluchigh gedaen. In het nieuw Latio ftelt Plinius de Holjcos, Ofcos en Aufones. De Volfci gebruyckten inde oorloge pijlen gemaecktals fpeten. Haer hooftftadt was Anxur, anders Tarracina genoemt. De oorloge met de Romeynen,onder Lucius Tarquinius Superbus begonnen, hebben fy omtrent twee hondert jaren gevoert met ongeloofelijcke ftijffin-nigheyt en geduurige beroerten. Na dat de Romeynen over de twaelfmael van haer getrium-pheert hadden, en de ftadt Priverno ingenomen, zijnlè onder de gehoorfaemheyt gebracht, in’t jaer na’t ftichtender ftadt Romen 425. Van de Olcis füllen wy in de befchrijvinge van Cam-panien fpreken,gemerekt Plinius haer daer ooch noemt, daerfe mede haer meefte wooningen gehad hebben,fo verfcheydenSchrij vers getuygen. Van de Aufonibus lullen wy daer na handelen. |
1
GEBIEDT,
. Dele Badt heeft haren naem ab oflio Tiberino, dat 1 is den mondt des Tibers, en is geBicht van An-. eus Martius in deplaetlè daerÆneas fijn leger-. plaetlè genomen hadde , daer de Tyrrheenlchê I zee en de Tiber in een loopen; op dat men hier, als in een zee-herberge,alle de goederen des we-relts Ibude ontfangen. Eertijdts was ly verçiert met Ichoone gebouwen , nu verandert in wey-nige en kleyne hofBeden om de ongelbnde en fware lucht. Martinus de V heeft daer een bol-werck met een toren gemaeckt, daer de Tiber met twee uytgangen in de zee loopt, waer van d’eene groot en krachtigh is. Men liet noch de overblijffelen van die vermaerde haven, wiens fondamenten haer uyt de zee vertoonen. Het is een van de wonderbaerlijckBe werken by de Romeynen gemaeckt. Het model daer van is by Tramezinum,van Pyrrho Ligoriogeinventeerr. Lazarus Bonamicus plagh te leggen, dat al de ChriBen Princen fulck een Wcrclc niet louden können maken. Paus Gregorius heeft delèlve haven te niet gedaen, om dat de Saracenen daer geen toevlucht fouden hebben , om vorder in ’t landt te vallen enteBroopen. Hieromtrent zijn veel vervallen huylèn, en groote kameren, waer van men het fatloen niet kan fien,ofte ’t getal, in loo grooten verwoeBinge. Het lchijnt dat in de lelve bewaert wierden de koopmanlchap-penofte waeren, diemenaldaer uyt defchepen loBe.
Nae OBia volghde op den oever de Badt Lateren-Laurenttim , het hof, foo de fabelen léggen , der Latijniche Köningen , Picus, Faunus, en Lati-nus. Van dele Badt hebben haer namen den Laurentijnfehen acker, het Laurentijns volck , den Laurentijnlchen wegh , het Laurentijns / bolch, by de hiBorylchrijvers bekent. Dit is fonder twijfel deplaetfe, die een weynigh van de rechter zijde desriviersNumicius gelegen, nu Paterno genoemt wordt. Soo datlè dwalen, die meenen dat de plaetlè die men nu San Lorens^o heet, gelegen aen de flineker zijde van de voor-lèyde rivier, eertijdts Laurentum gewecB is. Servius lèhrijft, datfe gebouwt is van Picus Koning der Aboriginen, waer van ly genoemt loude zijn by Virgilio Laurentis Regia Plci, dat is, ’t hof van den Laurentijnlèhen Koning Picus. Valerius Maximus Beltlè aen den oever van de zee, daer hy lèhrijft, dat Scipio en Lælius te Cajeten en Laurenten Ichelpen en keyen geraept hebben. Dionyfius lèydt, datlè niet verre van de Tiber was, die oock fchrijft, datÆneas na de verwoeBinge van Trojen hier met de gevluchte burgeren gelandt is, te weten aen den flineker monde van den Tiber, die daer oock nieuwTrojen geBicht heeft. Herodianus fey t, datlè na den Laurierboom genoemt is. Want als ’er een groote peB in Italien ontBaen was, isCommodiis,fo hy Ichrijft, door raedt quot;van fommige Medicinen naer Laurentum ge-trocken , gcmerckt dejeplaetfe kout is, en om de menighte der laurier-boffehen duyfler ( daer quot;Pan deplaetfe oock den naemheeft^ en hierom bequaem gehouden, omdegefont-heyt te be'S(gt;aren , en de bedorven lucht te ystederflaen, fio om den liefelijeken reuck der laurier boomen, als om haer luflige fchaduste.
Omtrent Laurentum was de Badt La^inium ) Lmiinium»
jy8 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t R O O M S
Met ter tijdt zijn in Latio oock bekent geworden de Hernici, Æqui,Marf^ en andere. De namen der voickeren van het oudt Latium (die foo ver-gaen zijn, dat’er hedensdaeghs niet van overigh is , jae niet te giffen is waerle gewoont hebben ) verhaelt Plinius in het derde boecks vijfde capit-tel, en zijn defe , Albenfes, Albani^ Æfolani^ Aden fes, Abolani, Bubetani, Bolani, Cufuetani, Córiolani, Ficulea^ tes, Fidcnates, Foretii, Hortenfes, Latinienfes, Longulani, Manates, MacraleSjMutucunenfeSjMunienfes, Olliculani, Oclulani, Pedani, Polluflini, Giuerquetulani, Sicani, Si[o-lenfes, TokrienfeSj Futienfes, Vimitellafii, FeHenfes, Vene-tulani, Ficellenfes.
//et Recht 't Recht dat die van Latium hadden, uy t kracht z,4- verbondt met de Romeynen gemaeckt , lr» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rt' ° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n
onder de Burgermeelteren Sp. Caflio en Polru-mo Cominio, anno zói, begreep veel privilegiën , en was bynae gelijck dat van Romen, foo Cicero verhaelt in deOratie voor Balbo gedaen. Siet hier vanOnuphrium Panvinium,den geleerden en naerftigen onderfoecker en befchrijver der Romeynfehe oudtheden, in het boeck gein-tituleert Imperium Romanum. Dit zy genoeghvan Latio in ’t generael. Laet ons nu de Beden daer van in ’t befonder befien.
In ’t oudt Latio is voor de vermaertfle ftadt gehouden Laurentum, den Stoel van de Latijn-fche Köningen, daer nae LaDinium van den 1 ro-jaenfehen Æneas gebouwt , voorts A/ba, van Afcanio, Æneasloon, gefticht. Van welcke Ro-Romen. mulus cn Rcmus vertreckende hebben Romen gebouwt. Maer om dat het hier te lang fonde vallen die te befchrijven , mits datle niet alleen het hooft van Latium , en daer na van Italien y maer oock byna van de heele werelt geworden is, fen-den wy den lefer tot Paulum Merulam , diefe in fijn Cofmographia ofte Werelt-belchrijvinge naerftelijck befchreven heeft.
Als men van Romen naer de zee wil gaen,moet men den wegh van Olfia nemen,in welcken, tuf-fchen de ftadt en de zee, veel heerlijeke plaetlèn geweeBzijn , als Emporium by de Tiber, daer Livius van Ichrijft in fijn vijf-en-dertigBe boek ; Alexandri yiciis, drie mijlen van de Badt : Pomona! in den acker Solonio, twaelf mijlen van de Badt: den acker Solonius, en Sextum Philippi, daer Aethicus van Ipreeckt in fijn belchrijvinge van het Rooms gebiet,daer deTiber tulfchen OBiam en de Badt Romen een eylandt maeckt.
SeBien mijlen van Romen op den oever aen oßhi. den mondt des Tibers is de oude Badt Oflia ge-weeB. Hier van Ichrijft Ovidius in fijn vierde boeck FaBorum :
0/îia contigerat, qua fe Tiberinus in ahum Diyidit, campo liberiore natat.
En AmmianusMarcellinus fey tin fijn negentiende bock, Als Fertullus by defîadt Oflia in de kercke ygt;an de Cafloren facrifleie doet,yoort de^eegeflilt.Sy is gebouwt van Ancus Martius, de vierde Koning van Romen, die daer omtrent oock , foo Livius in fijn eerBe boeck verhaelt , eenige foutkeeten ge- । maeckt heeft. Ennius fchrij ft daer van aldus ; i
Oflia mœnita efl ; idem loca naDibu pulcreis nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j
Munda facit, nautifque mari qu^rentibu’ ygt;itam. lt;nbsp;LaurentiusSchraderus een Sax, in fijn boecken i van Italien , fchrijft van OBia op dele manier :
-ocr page 210-
Eertijdts L A gelegen aen Je zee tufl'chen Oftiam en ArJeam. bommige meenen dat Laviniura en LanuDium de felvé ftaJt is, maer is misverftant, aenlt;Tefien La-nuvium middenin ’t landt gelegen was omtrent den bergh Appia, tufTchen den bergh Albannm, Ariceam en Ardeam.Lavinium leght tien mijlen van Romen. Hier was den tempel van Venus, daer alle JeLatijfifche in’t gemeen haer eerden; Bacchus wierJe hier oock een gantfche maent geviert. Defe ftadt heeft haren naem van Lavi-Aus,broeder van Latinus,ofte van LaviniaÆneas huysvrouw. Nu ter tijt Portie Lavinia, ofte Civita Lamina gehéeten. Sérvius, uytleggende de woorden Virgilii, Laïgt;maque Denit littora , maeckt van Lavinium en Laurentum een ftadt, en noemtfe dickmael Laurolaygt;imuin. Maer dat Laurentum en Lavinium twee verlcheyde Reden ge weeft zijn, blijckt genoeghfaem uyt Strabo , Antonino , en de reys-tafel. Want Strabo getuyght dat Æneas, in Italien komende, ’t landt van Laurenten ingenomen , en vijf-en-twintigh ftadien van de zee Lavinium gebouwt heeft, en genoemt naer Lavinia de dochter van Latinus. ^rdea. By Plinius volghtop de zeekuft Ardea, dieCIu-verius uyt Ptolemeo, in ’t midden van het landt ftelt, daer nu een dorp is des lelven naems, omtrent vijf mijlen Van de zee. Eertijdts was het der Rutulorum ftadt , en was Troja genoemt. Virgilius heetfe de ßadt ^an Daunus, de lèlve feydt datle van Danaë moeder van Perfeus gefticht is en haren naem heeft van’t voorleggen genomen van den vogel Ardea ofte reyger. Welckuytde/è Vaerfen blijckt : Protinus hincfufcb tri fits quot;Dea toUitur aJisj Alidads kutuli ad tnuras ; qiiam didtnr urbtni Acrißontds Danaë fiindaJJècolomSf Pr^edpid delata Nbfo ; locus Ardea quondam Dicîtis a'sgt;iSj nbsp;nbsp;nunc magmim vnanet Ardea nomen. Ovidius befthrijft oock de fabel des vogels Ardea in ’t veertiende boeck Metamorph, daer hy verfiert, dat de ftadt Ardea van Æneas ingeno-men, verbrandt, en in eenen vogel des lèlven naems verandert is. Andere feggen datlè den naem heeft van ’t woordt ardore, dat is, hitte ofte brandt. Livius fteltfe onder deRoomfchecolo-nien, welche in de oorloge met die van Carthago de Romeynen hulpe geweygert hebben. Eertijdts heeftfe denRoomfchen Koning Tarquinius Superbus belegert. Plinius prijft de fchilderyen van hare kerck en hare meefter M. Ludium. Nu isle onder ’t gebiedt van de Columnelen. Bocatius fchrijft, dat in defe vlec-ke fonteynen zijn van folfer en ftinckende wateren. îÇae Ardea was Aphrodißum en Antium , lbo genoemt nae Antio,lbne van LTlyftes en Circes. Sy was vermaert door den Tempel van de Fortuyn, daer Tacitus van lchrijft in fijn derde boeck An-nalium, en Horatius in fijn eerfte boeck Odar. O diygt;a gïatum qu^ régis Antium, Pr^efens yel imo tollere de gradu Mortale corpus, y^el fuperbos Verterefuneribus triumpbos. Dionyfius fchrijft, dat M. Coriolanus balling zijnde, t’Antium , een ftadt der Volfcorum, ge- |
T I U M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ijÿ woont heeft, én datfe van T. Quintius Burger-meefter met accoort ingenomert is, en eeil deel van haer landt de Romeynen gegeven. K.cy-fer Claudius Nero heeft Antium vermaeckt en daer nieuwe inwoondcren gebracht, en met een heerlijcke haven verçiert , daer men de wonderbare overblijffelen noch van fiet. De Ro-ftra, dat is j beckenofte voorftevens van defche-pen , die de Antiaten in de oorloge ter zee ge-1 nbsp;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0-0 bruyckten, zijn van den Roomfchen Verwinnet tot gedachtenifle op de marckt gefet, en hebben den naem aen de plactfe gegeven , daer de Magiftraet en Orateur de Gemeente plachten aen te /preken. De/è ftadt is befaemt ge-weeft om de boecken , daer in , foo men fcyde fommige keringen van Pythagoras gefchreven waren. Hier heeft Poppæa Neroni een dochter gebaert, Augufta genoemt. Volaterranus meent dat’er nu ter tijdt niet van overighis, maer dat op de vervallen plaetfc Neptunium ge-bouwt is. Blondus fchrijft, dat ’er by den oever veel overblijf/èlen van verVallen huyfen in de boffchen gehen worden , die de oude heer!ijck-heyt der ftadt te kennen geven. De vöorfeyde boft'chen zijn bequaem om wilde verckens, gey-ten en harten te jagen. Hier is eertijdts, foo Plinius fchrijft, ’t bofch geweeft , däer Jupiter, die/è Indigitem,dat is, Inwoonder, noemden,gedient wierd. Naer Antiumwolght Aßura, welck Plinius lèyt te zijn een rivier met een eylandt van den /elven naem, de reys-tafel een ftadt, welche mi/fchien geweeft is op ’t vafte landt by de rivier, of op het eylandt. Servius op’t /èvende boeck Æneidos /preeckt ’er aldus van : Niet yerre quot;pan Tarracina is de ftadt Aßura, en een rivier Dan den /eben naem. Nu is ’er op’t eylandt een wacht-t»ren,kafteels-wijfe gemaeckt. Hier was de hofftedc van Cicero, foo Plutarchus getuyght, een vermaerde plaet/è, foo door de doot van den /elven M. Cicero,die Marcus Antonius daer dede ombrengen, als door het ongeluck van Conradinus , Zone van Henricfc en neve van Keyfer Frederick de- 11, die Carolus Angolismenfis, eerfte Koning van Sicilien,al* daer dede onthalfen. De rivier Nymphæus quam naer Afturara. Voorts Cloßra Romana. Nae Cloftra volghde de Caep CircMmjOp welk een ftadt des /elvigen naems Caep was , een colonie der Romeynen van Tarquinio Superbo daer gebracht. Sy behoud hedensdaegs noch den naem , by de Italianen geheeten Monee Circello. Tuftchen defe Caep dan en Aftura is ’er geen andere rivier, die raenNymphæus kan hee-ten, dan alleen die op de/èn oever in de zee valt, W'eicke fchoone fonteynen heeft by de ftadt Ser* moneta, omtrent het vermaerde dorp, daer eer^ tijdts de Ridderen van Sint Lazarus orden ge^ woont hebben,daer van noch de gemeeUen naem is la Nimfa. Hier van fchrijft Virgilius in’t fèvenA de boeck Æneid. Gpiß Jaltu-s, Tiberine tuos,ßacrumque Numici Littiis arant, Rutulojque exercent Domere colles, Circlt;eumquejugum. Hier is in oude tijden de ftadt en kapelle van Circes geweeft , met den altaer van Minerva. Ten tijde van Strabo toonde men daer eenen beker. |
Ido nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t R o o M s beker , uyt wekken UlylTes, foo lÿ feyden, gc-droncken had. Op deplaetlè van de vervallen ftadt is een fterck kafteel gebouwt, eertijdts een vrye en fèkere toevlucht voor de Paulen tegen der Tyrannen wreedigheydt. Aen den voet des berghs Circæi is ’t kafteel Sanda Felicitas, verheer-lijckt door de gedachtenifle van Paus Celeftinus de 11, nae ’t leggen van Petrarcha en Platina. Temetia. Wat vcrdcr van den oever lagh de ftadt Ponîetia, een colonie der Romeynen. Defe volght de ftadt Tarracinaj dielommige T^rracina. noemen Ferracina , eertijdts Tracinne geheeten, van de raoeyelijckheydt der plaetfe, wantfe op een klippe gebouwt is. Om de lelfde reden wort-fe van Ovidius in’t vijftiende boeck Metamorph. Trachas genoemt : 'Mintw'nccque ^ra'tgt;eSj quam tumula'tgt;it alumnus^ AntiphaUque domus, Trachajque obßjjdpaliide. Ft tellus Circica, Jpißi Httotis Antium. De inwoonderen wierden Tarracinenles geheeten. De ingefetenen, welckeVolfcen waren, noemdenfe Anxur. Waer van Feftus fchrijft : De ßadt, die men nu Farracina heet, yeas te 'toren Anxur benoemt , tigt;iens in-stoonders Volfcen ^jn , foo Fnnius feydt, Vblfcu’iV perdidit Anxur. Eertijdts laghlè op een berghsken , dacr de zee rontom liep, lbo Solinus getuyght. Van haer gelegenheyt lchrijven ook Ibmmige Poëten. Lucanus in fijn derde boeck : Tamque pucipitesf peraterat Anxuris arces. Horatius in fijn eerfte boeck, Satyra v : MiiUa turn pranß tria repimus, atque /ubimus Impoftiimjaxis late candentibus Anxur. Martialis in fijn tiende boeck, aen Fauftina : O nemus, ófontes, folidumque madentis arena Littus, iA' icquoreis /plendidus Anxur aquis. Daer na in ’t felfde boeck, aenFrontinum : Anxuris ccquoreiplacidos, Frontine, receffus. Silius in ’t achtfte boeck van de Carthaginenlche ofte Punifche oorlonh : O amp;uis Clrcaafuga, fcopulofi rerticis Anxur ? jhedarig- Livius feyt in fijn vierde boeck na ’t bouwen van Romen: Anxur isgeyeecfl, dat nu Farracina is, een ftadt hangende oterde moraffen. ’t Is een kleyn ftedeken , Hoe rerre maci' volckiijck CU aenfienlijck. Idet leght tien nujlen van Romen, Foo Appianus fchrijft in fijn derde boeck Belli civilis. De muuren zijn van vierkante fteen gemaecktlbnderkalck. Uythet vierde boeck Æneidos blijekt, dat Jupiter hier eertijdts gedient is , wekken Virgilius Jupiter Anxurus noemt. Felix Priefter, en Eulèbius mon-nick, zijn hier gemartyrileert door laft van Key- Xy/ezw. Claudius. Het heeft eenen Bilfchop. Spartia-nus leydt, dat Keyler Antoninus de haven van Theater. Tarracincn vermaeckt heeft. Buyten de ftadt liet men noch hedensdaens een vierkant thea-ter oft tooneel. Sy is in vorigen tijden van Ser-vilio Hala belegert, en geplündert, lbo Livius in CeCchiede- fijn vici'dc bock vcrhaclt; en in fijn achtfte boek, van dat een hoop foldaten in de engten des ge-berghte,omtrent Lautulas,niet verre van Anxur, geweeft zijn. Daer nae in ’t negende boeck, dat men daer een ftagh gedaen heeft : in ’t les-en-twintighfte boeck, datle in de aenkomfte van Afdrubal in Italien vry geraaeckt is : op een ander plaetfe, te weten, in ’t feven-en-twintighfte boeck, dat men by de haven van Tarracinen |
GEBIED T, leer groote Hangen, op de manier van vilTchen, heeft lien Ipekn. Suetonius verhaelt in lijn ne-gen-en-dertighfte cap. des levens Tiberii, dat de gemelde Keyfer nauwlijcks ontkomen is den Ichielijcken val derfteenen, toen hyaldaer by Farracinam in een lufthof fijn avontmael nam, die veel van fijn vrienden verplet heeft. Omtrent de felve ftadt, onder de regeringe van den felfden Tiberius, lijntwintigh duyfentmenfehendoor ’t vallen van het theater doodt gebleven. Spar-tianus lchrijft, dat de Burgermeefter Palmarius te Farracina omgebracht is, om dat hy nae het leven van Keyfer Adrianus geftaen hadde. De acker van Farracinen is leer vruchtbaer en luftigh, hZeyr. overvloeyende van wijngaerden,oranj en, citroenen, limoenen, en diergelijcke boomen. Dit zy gelèydt van de zeekuft van Latium, en Ibmmige plaetlèn aen de rivier Liris gelegen. Als men de middellandtfche plaetlèn van Latium wil doorwandelen, ontmoet men eerft nae het ooften de ftadt JAarinum, gelegen op een Mitrinum. heuvel, ftaende onder ’t gebiedt der Columne-fen. Eenige meenen dat hier geweeft: is de hof-ftedevan Maritts, die andere Caftrum leggen te zijn, dat de Italianen Zagarola heeten. Sy leght twaelf mijlen van Romen. Acht mijlen van Marino leght de oude ftadt Velitra op een heuvelken , die den gemeenen Fèïttr^. man Beliire ofte Belletri noemen. Sy is de oudtfte ftadt der Volleen , daer nochtans nu weynigh overblijffelen der oudtheden van gefien worden. Sy is groot en wel bewoont, en met eenBildom Bpdom. vereert, is luftigh gelegen , heeft een genoegh-lijck uytfien, en is met wallen belloten. Halicar-nalfæus in fijn levende boeck,Livius in fijn tweede , en Frontinus feggen, dat de Romeynen hier een colonie ofte inwoondersgeftelt hebben. Van Co'onia. ’t gene dat andere tegen haer, ofte fy tegen an-dere gedaen hebben, moet men Dionyfius in fijn derde, felle en levende boeck lelèn, Livius op verfcheyden plaetfen, belbnder in het achtfte boeck, en andere Roomlche Hiftorylchrijvers. Buyten de poorten zijn diepe kuylen met enge gaten, onder breedt, gelijck daer men gewent is koornin te bewaren. Omtrent Velitras toonde men noch, ten tijde van Suetonius, detoefter-plaetfe van Keyfer Auguftus, in fijn voorouders hoeve , wekke plaetfe feer kleyn was, op de manier van een kelder. Sijnen acker is noch he- Fruch-densdaeghs vruchtbaer van alle gewas, gelijck hy eertijdts, om de nagelegenheyt der ftadt Romen , verçiert was met hoeven en hoflieden der Edelen. Plinius in ’t veertiende boecks lèfte ca-pittel prijft de Veliternfche yeijnen. Nu hebbenle haren aert verandert, foo dat menfe, om hare hardighey t en fuerigheyt te benemen, moet koken. Vijf mijlen van Velitra, aen de llinckerhandt is Cora, op eenen bergh gelegen, en houdt noch Cera. fijnen ouden naem. Op den wegh van hier na Vditra is een bolch les mijlen lang, daer veel lieden vermoort worden ; daer na komt men door een lullige vlackte ofte pleyn van vijf mijlen aen’t kafteel Sermo- Sermt^ nctta, gelegen op een heuvel, wekk Paus Alexan-der de Selle den eygen Heer ontnomen, en fijn baftaert- |
Eertijd ts L A baftaert-dochter gegeven heeft. Sommige meenen dat Suimo een Itadt van Latium is , welche Plinius in t derde boecks vijfde cap. ïclirijft ver-gaen te zijn, lender eenigli overblijffèl achter te laten. De ïelve fielt Fabianum in ’t gebiet van Sul-mo, maer men weet niet waerle gehaen heeft.
Tw Ta- Beneden Sermonetta zijn fommige herber-gen, en voetftappen van oude vervallen huyfen, welche eenige meenen te zijn van Triitm Taberna~ fum, daer Cicero van Ipreecht in ’t tweede boeck van fijn brieven aen Atticum. Den Euangelift Lucas fchrijft oock van de plaetfe trium Taberna-rïiin in de Wereken der Apoftelen in ’t laetfte ca-pittel ; Eutropius, Zozimus en andere Ichrijven, dat Keyfer Severus by de tresTaberno^s van fijn tegenpartye doodt geflagen is.
Fm-ft!» Achtien mijlen van tresTabernas fielt Antoni-nus Forum Appii ; eenige meenen dat Taberna M.a-ruti daer nu is, andere PAbbatia} fommige Foffa F^oygt;a, item CafalFloTgt;agt;
Seii/i. Vijf mijlen van hier leght d’oude fladt Seüa, nu j ofte Secchi, op een hooge bergh , een landtftadt der Latinen, eertijdts van de Volleen bewoont. Martialis prijft de Setijniche wijnen, en geeft haer gelegenhey t te kennen ;
Pendula Pontinos qtuJpePlat Setia campos, Exigua 'Vetulos mißt ab urbe cados.
Tulfchen Setia en Cafa Flo'Va aen den voet van den bergh, liet men de ruinen van een oudthuys , gemaeckt als een circus oft ren-plaetfe.
FipernuM. Pipernum is van Setia. vijFmijlen. DeLatijn-Iche noemenfe Piipernum : Ptolemeus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;
Strabo : de penning van C. Hyplæus, preiygt;ernum. Dele fladt leght nu ter tijdt op eenen moeyelijcken bergh : eertijdts laghfe twee mijlen van hier in een vlackte, naer Anagniam te gaen, gelijck de fundamenten en teeckenen van de groote wercken noch toonen. Sextus Pom-pejus fleltle by de rivier Elfen: Livius omtrent de Samniten. ßlondus lchrijft, dat het oude Pri-yternum van deDuytfche en Britonnen vernielt is. Frontinus rekentle onder de Poomjehe Colonien. Fe-llus lèyt, datlè een oudt Municipium en Pr.efeFlura geweeft is. De inwoonderen heeten Privernates. Sy is in ’t elfde boeck van Virgilius vermaert, door dien deKoninginne Camilla hier geboren was, die Turno tegenÆneam te hulpe quam.
Gefchiede- Onder de faken van de Prbernaten gedaen, ver-haelt Livius in fijn achtfle boeck, dat ly, van den Raedt en Gemeente van Romen gevraeght zijnde, hoedanigen vrede ly begeerden, geantwoort hebben : Eenen gedurigen , foo hy goet en eer-lijck is ; eenen korten, foo hy fchandelijeken niet te betrouwen is.
Buy ten de fladt,in’t nederdalen van den berg, is een lchoone fonteyn. Niet verre van hier leg-'jiTanenza. gen de fledcn en dorpen, dielè Magienfa , .Rofci cer- Gorgona^ en Rocca Secca noemen. Van hier tot So«l-Sex nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ijn vijf mijlen, welche leght op eenen hoo-
Secca. gen bergh.
Als men wat vorders naer den zuyd-ooflen komt, keert men weder naer ’t Roomfche gebiedt. Hier vint men de fladt van de Latinillen AlbUj en van de Griecken''AAG^ geheeten. Sy heeft defèn naem van een witte feuge, diele leggen dat Æneas met dertigh biggen gefien heeft toen hy Italien.
T . I EI M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lói
eerll in Italien quam. De oude Schrijvers noe-menlè Longam, om dat de rugh van de fladt lang uytgellrecht leght, foo Livius feydt. Met de-fennaem wordtlè onderfcheyden van Aiba der Marlen. Nu ter tijdt heetfe SaT^ello, Foo Leander Ichrijft, loo andere, Gandolfi^ ofte S.Gandolfo. De inwoonderen noemenfe overal Albanefen. Ap-pianus heetfe Ay.CrsAai. Afcanius, de fone van Æneas, heeftfe gebouwt, in het dertighlle jaer na het flichten van Lavinium. Van defc fchrijfÊ Virgilius:
lamque tibi, ne l)anaputes h.ec fingere fomnum, L ittoreis ingens in'Venta fub ilicibusfii^ Triginta capitum fœtus enixajacèbitj, Alba,jolo recubansj atbi circum über a naü ;
Hiclocusurbis erit: requieseaartalaborum^ ■ Ex quo ter denis urbem redeuntibiui annis
Afcanius clari condet cognominis Albam.
Sy leght twaelf mijlen van de lladt Romen, en is onder den bergh Albanus, als met een muur, bevrijt. Het lchijnt datfe in haren omloop dertigh torens gehadt heeft, van wegen ’t getal der biggen. Dit wil Lycophron in fijnCalTandra feggen:, , . , nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;,
T(/ciK9vl’
Kdj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ex TÎ'2!ruv
Al de Schrijvers fêggen, datde logh , daer de lladt den naem van heeft, wit was : Lycophron alleen fchrijft, datlè fwart was. Sy heeft loo in rijckdom en macht toegenomen , datfe de moeder geweeft is van dertigh Latijnlche fleden, daer Romen onder begrepen is , en heeft vijftien Köningen gehadt, te weten, Euryleonem AJca-nium, Sibium, Æneam, Latinum, Albam , Capetum j Capyn, Calpetum, Tiberinum, Agrippam, Alladium^A'ten-^ tinum, Procam, Amulium en Numitorem, die altemael den toenaem van Sibius gehad hebben, na deit tweeden Koning, welck in ’t bolcli geboren Hoedanigh delclve geweefl zijn, enhoekngc fygeregeert hebben , fchrijft in het bteet Dio-nyfius HalicarnalTæus in fijn eerlle boeck. Nac dat de lladt Albaover de vier hondei t jaren ge-bloeyt hadde, isfe, door ’t b^ïVcl van den Room-fchen Koning Tullius Hoftilius.en de Magillraet van Romen, uytgeroeyt, om ’t verraedt van Me-tius Sulfetius, én bareinw’oonderen zijn tot Ro“ men op den berg Cælium komen woonen. Keyfer Henricus de III heeftfe weder opgebouwt, maer de Romeynen hebbenfe in ’t jaer iróS onder Paus Alexander de 111 vernielt. Nu leghtfe heel verwoefl, behalvendat, foo men meent, ’tkafteel Satellum in een boeck van de Sai/eitunt oude overblijfielen gebouwt is : waer van het edel Geflacht der Sa'pelliorum noch tot Romen is.
Hoe groot dat eertijdts haer heerlijekheyt geweefl is, toonen de overblijffelen van de groote gebouwen. Van de Albaenfche druyquot;ten en yoijnen Ipreeckt Plinius in ’t veertiende boeck, Martialis, en andere.
Niet verre van Alba was Roboraria, daer An-toninus van fchrijft, en fleltle tulfchen Pidtas en Romen,
R r r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Wat
JÓ2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t R O O M S Wat vorders, op een bergsken, leght Aricia lt;3k/e nu Rt^^a en Riccia noemen, ’t Is een Room-Iche Colonia van een Municipium geworden, lbo Livius en Vellejus getuygen. Solinusichrijfc uyt Caflio Hemina, datfevan Archilogo Siculo ge-bouwt is : andere leggen datfè defen naem heeft van Aricia, huysvrouw van Hippolytus. Die Ho-ratium uytleyt, fteltfe twintigli mijlen van Romen : Strabo hondert en feftigh ftadien : Diony-hus Halicarnaflæus hondert en twintigh. De in-woonderen worden by de oude Schrijvers Aricini gcnoemt. Dionyfius maeckt in fijn vierde boeck çewanh van eenen TurnusHerdeonius Aricinus, een klocck en wellprekent man. Van de daden der Aricinen verhaelt Dionyfius in ’t levende boeck en elders , Livius in ’t achtiende boeck ; cn andere. Nu ter tijdt wortfe weynigh belbcht. Plinius in fijn negentiende boecks fevende capit-tcl prijft de Aricinfehe kooien; Martialis het loock. Sy wordt de Boffche Aricia genoemt van een groot bofch^ eertijdts by de ftadt gelegen. Inditbofch plagh Keylèr Vitellius hem dickmael te vermaken, foo Cornelius Tacitus in fijn negentiende boeck fchrijft. Dit bofch was de godinne Diana toegeeygent : van wiens facrificien, Priefter, kereke en diergelijeke fiet Strabonis vijfde boek. Servius fchrijvende op de volgende woorden des lévenden boecks Virgilii Æneidos : -------batet arbore opaca AurettSy Hockelfommige, fey t hy, die y^an den godtsdienfl ygt;an Diana gejchrelpen hebben tneenen dat in defen tack eenigh myfleiie ofte yerborgentheydt fchuylt ; Joo is dit nochtans het gerneen gevoelen : l^ae dat Oreßes den Koning Ihoan-teni in Taurica gedoodt hadde, is hy met ßjn fußer Jphi^ genia geflucht, en heeft’t beeldt y^an Diana j dat hy y an daer mede genomen hadde, niet quot;yerre quot;yan Aricia' geftelt. In ytiens kerck , nae de ’yeranderinge der facrißeien is feke-.ren boomgeyteeß, daer men geenen tack af mocht breken. Alleen de yooryluchtige liet men toe, dat foo iemant daer 'yan eenen tack konde nemen, hy met den geyluchten Prie^ ßer yan defe kerck in duelfoude yechten. Pb’dnt daer teas altijdt eenen yooryluchtigen Prießer , tot gedachtenijfe yan de oude ylucht, Het toelaten yan yechten ycierd gege-yen tot een yernieuyeinge yan het oud facrificie. Die Servius hier den yooryluchtigen Prießer noemt, wordt van Strabo den heyligen yluchter geheeten ,'en van de Latiniften eygentlijck den Koningyan’t bofch, De/e was hier fbo lange Priefter, tot dat een fter-ker hem verwan : foodanigen heeft Cajüs Caligula uyt gemaeckt om te verwinnen die veel jaren dit Priefterdom beleten had , gelijck Suetonius in het vijf en-dertighfte capittel van Clau--dius leven fchrijft. Ovidius vermaent hier mede van in het derde boeck Faftorum : Régna tenent fortes manibitjjpedibufque fugaces ; Et périt exemplo poflmodo quifyue fuo. Lanftvtum. Voorby Aricia naer ’t zuyden is Lanuyium, welche deLatijnfche en Grieckiche Schrijvers met Lavinio confunderen. Want Layinium is een be-fbnder ftadt, gelegen aen de zeekuften van Latium, Ibo boven geléyt is : en Lanuyium een be-Ibnder, van welche wy hier fchrijven. Van het onderfeheyt defer twee moet men 'Sigonium leien op Livius achtfte boeck, Hermolaum Bar-barum op Plinius derde boeck , Urfinum van de GEBIEDT, geflachten , daer hy handelt van het geflacht Papia. Dit is feker, dat lbo dickmaels gewagh gemaeckt wordt van Juno Solpita, dat is, Ge-lontmaeckfter, met de ftadts naem daer by ge-ichreven, men Lanuviummoet verftaen. |
Blondus, Leander,en CelfusCitadinus léggen ytoe 'verre datiétwee hondert ftadien, dat is vijf-en-twin-tigh mijlen van Romen was, om dat Diodorus in fijn veertiende boeck fchrijft, dat Marcium, een plaetié niet verre van hier gelegen, lbo Livius in het vijfde boeck feydt, oochlbo verre van Romen was. Strabo fteltié aen de rechter zijde van Gelegen-den wegh Appia. Te Lanuyium was den tempel van Juno Solpita,foo Livius en Plinius getuygen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ In defen waren de vaendelen der Lanuviorum, die bloet gefweet hebben, gelijck Plinius fchrijft in fijn twintighfte boeck, en in ’t derde capittel des vi jf- en-dertighften boeks, dat Atlas en Helena hier by malkanderen uytermaten fchoon ge-Ichildert ftonden. Lanuyium is eerft een municipium geweeft, lbo Cicero te keïTnen geeft in de Oratie ofte verdadinge voor Murena j die oock ’tCeßacht feyt, dat het geflacht der Murenarum, die Patri- J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, P r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;irr , Cil waren , hier gelproten is. Daer nae heertle Cælàr Diélator tot een Colonia verheven. Om te komen tot het middelfte deel van Latium , verlatende den wegh Appia, gaet men allengskens naer ’t gebiedt der Hernicorum, op den wegh by de Schrijvers yia Latina genoemt. Op delen, tien mijlen van Romen, fiet men de fondamenten van de ftadt Columna ; waer van het Coïnmnet. oudt en edele geflacht Columnarum fijnen oor-Iprong heeft. Livius fchijntfe Columen te noemen ' in fijn tweede boeck. Niet verre van Columna is dat arm dorp Po- Hetdorp yillie geweeft, daer veel arme menlchen bedel-den. Hier is Clodius van Milone omgebracht. Het heeft den naem van de menighte der oflen, by de Latijniche boyes genoemt. Daer was een vermaerder PoyilU in Latio, by de riviere Liris, daer van wy op fijn plaetié Ipreken. Tulfchen Bovillas en Ariciam was Virbïi Cliyus^ vier mijlen riria cu-van Romen ; waer van de oude glolTen ofte uyt-leggingen aldus Ichrijven ; Vier mißen yan deßadt is Virbii Cliyus, op den ycegh naer Aricia en ’t bojeh yan Diana, daer Virbius ofte Hippolytus geyiert ypordt, foo geheeten^ om dat hy bis, dat is^ tyoeemaelgeboren is, Defe fabel is uyt Virgilius bekent. Ovidius in het derde boeck Faftorum fchrijft daer oock van : Hic latet Hippolytus furïis difcerptus equoïum ; Vnde nemus nullis illud aditur erpiis, Hy Ipreeckt van ’t bofch Aricinæ, In den lélven ftreeck begint Hemus Algidum, p'Temus Noch vorder, twaelf mijlen van Romen, leght Arx Papalis op eenen hoogen bergh van denlel-ven naem , by de Italianen genoemt del Rocc^dd Papa daer eertijdts Algidum was, als de Geleerde feggen,- foo genaemt nae de gelegenheydt der plaetfe , die altijdt koudt is om de groote hooghte. quot; In de Hernicis is Anagnia , diefe Anagna hee-ten. Livius en andere noemen de inwoonderen Anagninos. Strabo léyt, datfe een loffelijcke ftadt is s Virgilius, datfe rijck is; waer op Servius fchrijft, Dat Anagnia rijck genoemt quot;^ordt, om datfe Waerom yruchtbaer is-, ofie, om dat de hißorienfchrijyen,dat Anto-nius^ |
I
-ocr page 214-
Eertijdts L A nuis dacr geit heeft doen flacn na da by 'Fuhia 'yeiiateriy en Cleopatra getrouyet hadde. Livius verhack in hjn feven-en-twintighfte boecR, dat dés ftadts-muu-renen poort van denblixem geflagen zijn: op een ander plaets, dat de aerde voor de ïelve ftadts-poort geworpen , fonder eenigh vuur, ge-brant heeft. Plinius fchrijft,dat C. Septimuliiis y een groot vrient van Gracchus , hier geboren is. Sy heeft veelPaufèn voortgebrachi, onder andere Innocentiufn III, Gregorium I X,Alexandrum I Vy Bo-nifacium V111. Diesgelijcks veel Cardinalen , BilTchoppen, en andere treffelijeke mannen. Sy isoock de geboort-plaetfè van Joannes Anagni-nus, Archidiaken van Bononien, die gefchreven heeft op de Geeftelijcke rechten, voornament-lijckop de Decretalen j en is te Bononien overleden in’tjaer i4y7. Nutertijdt isfelècr vervallen , niet wel bewoont, en door der burgeren twift feer verfwackt, hoewelfè een Bilïchoplijckc ftadt is. Silius Italicus geeft de natuur van de landouw eenigfins te kennen in fijn vi 11 boeck: pntri pinguis fulcaris Anagniaglebis. En elders : Frugiferis tete ante alias Anagn^a glebis. Vijf mijlen voorby Anagnia is Ferentimitn op een heuvel, oock een ftadt der Hernicen j nu heetfe Ferentino. Vijf mijlen vorder leght BrußniiWy de geboort-ftadt van twee Paufèn, te weten Hormifda, Ju-ftus fbon ; en Siiverius, Hormifdæ fbon. Ceparanum is vijftien mijlen vorder, alwaer op die zijde het eynde van Latium is. Nochtans op den fèlven wegh aen de rechter zijde zijn Sinatiani, ofte Zina'^ano, Palianum ofte Fagliano , welcke Paulus 111 Aftanio Columns afgenomen heeft. Nu volgen de fteden, Serrorio, Pillio, AgutOy Tri-ygt;igliano, Colle di Po ( Collis Podiiis ) Antiç^ilo en Veralo geheeten, een oude ftadt, van Livio in Herni-cis geftelt, en Verulanum genoemt, en de inwoon-deren Verulani. Hier is Fnnius Philonardus geboren, Biflehop der felve, en Cardinael. Daer nae komt Caßellum Fuwonis, die kleyn is, van welek Petrarcha, Platina, Blondus, Sabelli-cus, en andere dickmaels gewagh maken in de hiftorie van Paus Coeleftinus de Vijfde, Niet verre van hier is Alatrium j Frontinus noemtie Colonianiy die naderhant maer een Municipium geworden is. Sy heeft eenen Biftchop. Van daer gaet men naer Babucum, by de Ouden Bo'yilU genoemt, die tweederley Bonillas ftel-len, een niet verre van Romen , d’andereaen de rivier Liris. Van d’eerfte is hier boven gefèyt, van de laetfte en meeft beroemde,meene ick dat Plinius Ipreeckt in het vijfde capittel van het derde boeck. Appianusnoemtfe ; Frontinus Bo'villa Colonia. Hier na fiet men, die men in ’t Italiaens noemt Flota, Turtio, Profe, Vico, Rippe, Porcigliano, Treyoj Fettino j in ’t Latijn, Notay TurritiumyProfeuWjVicuSy Rip‘ey PorciliantiWj Tre^ptimy en Fetinum, Als men van daer wederkomt, en Algido in ’t midden des bofchs laet leggen,fiet men ’t kafteel Vabnontinum op een heuvel, dat fy Valmontono hee-ten. Virgilius noemt het Labicum in ’t vii boeck Æneidos : Et ^acran^e aciesy pidiifeut a Labiek |
T I U M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;163 Op welcke plaets Servius aldus fchrijft : Glaueus Minois Joon is in Italien gekomen en als hy daer Koning begeerde te ^ijn, en niefVerkreegh y om dat hy niet dede ge-lijc'kfjn Dader gedaen hadde y diefe fjnenriem gefonden had y ypantfe te Doren fonder gordel gingen ÿ foo heeft hy haer een krijghsmansjehilt getoont, ypaer Dan hf Labicus genoemt is y en het Dolek Dan hem Labiel, Dan het Griecks yeooïdt hy Latijnfhe Anfa genoemt, dat is , een oor, hecht, ofte daer men iet mede aenvat en vaft houdt. Dionyfius Halicarnaffeus Ichrijft, datlè met d’andere Colonien der Albanorum verwonnen is van Marcio Coriolano. Livius verhack in fijn vierde boeck, datfè Q. Sulpicius PrifcusDiélator ingenomen en geplondert heeft, en datyder inwoonder , daer van Romen gefbn-^ den, twee morgen landts gegeven zijn. Cicero maeckt gewagh van 't municipium Labicum in fijn tweede Philippica. Nae defè ftadt heeft Fia La-bicana te Romen den naem. Plinius ftek den La-bicaenfehen acker ofte landouyte in het eerfte deel van Italien. De felfde landouw was eertijdts beroemt om haer koftclijeke druyven, waer van Claûdius Albinus op één maekijdt drie-en-twintigh ponden gegeten heeft,gelijck Capitolinus getuyght. De Labicaenfche yeijnen prijft Spartianus en Fronti.^ nus. By de Grieckfche en Latijnfche Schrijvers is’er geen fekerheyt in de naem van dit Volck tefchrijvenj want fomtijdts wordenfè Labiel en Labicani y fómwijlen LaDiciy en LaDieani genoemt. Niet verre van Valmontonium is Montefortinumy Momefir-’t kafteel der Monfirtinorumydie van de voornaem-fte Patricien te Romen zijn. Terftonthier nae komen de fteden by dc Italianen geheeten Zan--catOy GaDignano cn Segna. Defè noemt Livius Signia. Siani^. De felve lèyt, dat Tarquinius Superbus een colonie, dat is, nieuwe inwoonderen daer gebracht heeft. Plinius ftek de Signinos in’t eerfte deel ofte landtfehap van Italien. Defe ftadt is’tvaderlant van den Paus Fitallanus, en heeft een BifTchop. De wijn van Signia wort van Strabo en Plinius in ’t fèfte cap. des veertienden boecks geprefenj die quade kamerganek maeckten, als hy oudt was. Hierom fèyt de Poëet Martialis ; Potabisliquidum Signina morantiaDentremy KIe nimium fiflantyft tibiparca fitis. En Silius Italicus, in ’t achtfte boeck van de oor-logh der Carthaginefèn : ^os Coruy quos fpumans inimico Signia miißo. Hy noemt hem vyandlijeken moft, om dat hy den kamerganek dickmaels ophiel. Voorby Signia zijn Seurculay Merulo y Sappino , Patriay Seccano en Cafrum, welcke hier is het eynde van Latium. Nu füllen wy ordentlijck doorwandelen het noorderlijekftedeel van Latium, Daer TzW ons allereerft ontmoet. Ptolemeus 'ïdnr. noemtfè DiCa^^y nu heetfè by de Italianen TlDo’i. ’t Is feker, dat de Griechen defè ftadt gebouwt hebben , maer wie de felve geweeft zijn , komen de Schrijvers der Italiaenfche oudtheden niet over een. De meefte feggen , datfe Catillus ge- sucheu. fticht heeft, diefèmeenen uyt Arcadien geweeft te zijn ; andere feggen Argos, den fbne van den waerfegger Amphiaraus, die nae de wonderbare doodt fijns vaders door een orakel vermaent is, dat hy met alle fijn landtslieden en heylige faken |
T^errtiks Tiburtiittts. Oralden, Hcrea’cs 'ten/pel. Hercii’et cp ßeen. 1Ó4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t R O O M S ken naer Italien /oude trecken, langen tijdt voor de Trojaenfclie oorlogh, daer hy met huipe der Aboriginum , oude voickeren van Oenotrien en fijne verwanten, de Sicilianen uyt dieplaetlen verdreven, de ftadt den Sicilianen afgenomen,en Tibur genoemt heeft, nae den naem van fijn oudtftefoon Tiburtus. Plinius is mede bynae van dit bevoelen, in ’t fefticnde boeck der Na-O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, tuurlijcke laken , fchrijvendc van den ouderdom der boomen , daer hy verhaclt, dat ’er in fijnen tijdt noch drie akerboomen by de Tiburtinen waren, by de welcke Tiburtus, ftichter van de ftadt, gebult was. Maer hy lèydt, dat defen niet den foon,maer den neve vanAmphiaraus geweeft is , die, dertigh jaren voor de oorlogh van Tro-jen met fijn broeders Cora en Catillo in Italien komende, de ftadt nac fijnen naem, om dat hy d’oudtfte was, geheeten heeft : van dele mec-ninge fchijnt oock Virgilius te zijn in ’t fevende boeck Æneidos. Horatius, volgende ’t gevoelen van andere, noemtle Tibur, de veften van Ca-tillus. Uyt het gene dan dat nugelêytis, kan men fpeuren hoe langen tijdt defe ftadt voor Romen gebouwt is. De Tiburtinen eerden met een fonderlingen Godtsdienft Herculem,als den Godt en Befcher-mer der Griecklche voickeren; op wiens feeftdag alle jacr menighte van menfehen tot het lacrifi-cie en heyligen dienft ouam.Daer was ook eenen tempel, vermaert door de orak’len ofte voorleggingen die men daer gaf, gelijck tot Buren in Achajen, daer Paulanias van fchrijft. Hierom lèydt de Poëet Statius, in het lofdicht van Manlius hofftede, Tiburtinum genoemt, dat de lu-ftigheyt derlèlve, en de twee Fortunen van Præ-neften met haer loten tcTibur wel mochten ver-huylèn, ’t en ware dat Hercules de plaetlè ingenomen'hadde. De woorden en vaerfen van Statius zijn defe; ^pd ni tcmpla dirent alias. Tuynthia fortes Et Prteneßina poter ant ntigrarcforcrcs. Hy noemtfe forores, dat is, fufters , om datlè geviert wierden onder de gedaente van twee lii-fters, te weten, van de goede en quaede Fortuyn. Die in de antiquiteyten ofte oudtheden ervaren zijn , mëenen dat den tempel, die men nu onder den bergh op den wegh Tiburtina fiet, dien van Hercules geweeft is. Daer is noch een ander kerck geweeft van Hercules Saxanus, dat is, den fteenen, gelijck te kennen geeft een oudt op-Ichrift gefneden op een marmorfteen, die van daerop de marckt gebracht is , en gelet aen de muur van een burgers buys, aldus luydende: HERCULf. SAXANO. SACRUM SER. SULPICIUS. TROPHIMUS jedem. ZOTHECAM. CVLINAM PECVNIA. SVA. A. S O L O. RES TITV IT tdemove. DEDICAVIT. K. DECEMB J. TVRPI LIO. DEXTRO. M. M Æ C I O. R V FO. COS EVTYCH VS. SER. PERAGENDVM. CVRAVIT. Waer delen tempel geftaen heeft weet men nu niet. Sommige meenen, dat de Tiburtinen dien lbo genoemt hebben tot onderlcheyt van den anderen, om dat delen op eenen fteen gebouwt was, gelijck by de Inlubres te Milanen Hercules in Petra geheeten wierd, om de gelegenheydt der kereke. MilTchien is’et de fclve ronde kerc-ke fonder dack, die op de fteenrots ftaet, feer |
GEBIEDT, koftelijck en aerdigh van marmor gemaeckt, niet verre van.de lïuylen , daer Hercules Saxanus geviert wierde, om den overloop des riviers Anienis te beletten , en de velden van het water te bewaren. Want de Oude meenden dat het vafte landt in Hercules belcherming was,die men daerom in de landtpalen, by de havenen, reeden en uytgangen der rivieren eerde. Hierom is hy naer de plaetfen, van de Spanjaerden Gaditanus, van de Bataviers Marculanus, van de Liguriers Moncccus, en in Campanien Baulius en Surren-tinus genoemt. Soo is hy dan Tiburinus en Saxanus by de Tiburtinen geheeten, en insgelijeks Tibur Hcrculeum genoemt, lbo Strabo, Mar-tialis en andere getuygen, als oft die heele vlec-ke dien godt toegeeygent waer. Op ’t Raedchuys van Tibur wierd Hercules oock met andere góden geviert, niet anders als tot Romen Jupiter in’t Capitolio : daer-en-boven w'aren te Tibur onder de ftaten van den raedt en der Priefteren, Auguftales Hcrculani van grooten aenfien. rtejen. In de kerck van Sint Archangelus, Silvefter en Vincentius zijn veel oude oplchriften,by andere opfeh-if-uytgegevens als oock die op ’t marmoren graf^*** der Plautiorum ftaet. Te Tibur fiet men den wonderlijcken val der riviere Anienis van de hooge en fteyle klippen,ftortende met een groot gedruys in de onderleggcnde velden , welck de Italianen Cafiatam noemen. Livius verhaelt,in fijn lévende boeck , de oorlogen en vrede tuf. lchcn de Romeynen en Tiburtinen. Waerom Dadef, dat Virgilius in ’t levende boeck ÆneidosTibur hoovaerdigh noemt, fchrijft Servius ; te weten, dat de Poëet in ’t voorby gaen lèker hiftorie racekt j want als de Tiburtinen van den Raedt der ftadt Romen hulp tegen hare vyanden verfochten , vertellende dat fy de Romeynen veel goets gedaen hadden, hebben fy alleen voor antwoort gekregen, Ghy^ücden ^ijt hooy^aerdigh. Eer tij d ts is fy van de Romeynen bemachtight j veel eeuwen daer nac hebbenfe de Flooghduy tlchen vernielt, wederom opgebouwt en vergroot ; ten laetften heeftlè Paus Pius de Tweede met een fterek ka-fteel, welck over de heeleftadt gebiedt, verliert. Twee mijlen van hier in ’t midden van De heev» ’t landt fiet men de groote en koftelijeke over-'^^**'^''** blijflelcn van de heerlijeke hoeve Tiburtia. Tuf-fchen de vervallen plaetfen fiet men gewelfde kamcren , eensdeels gefchildert, eensdeels met marmor bekleet. Spartianus lchrijft, datKeyler Adrianus in die hoeve de namen van de voor-naemfte plaetlèn gelchreven heeft, te weten, Lyceum, Academiam, Prytaneum, Canopum, Pcecile, Tempe: en daer oock een plaetsgemaeckt , daer hy de overleden feyde te woonen. Nu zijnder niet als velden, weyden, diftelen en doornen, met een kleynen wegh tulTchen de vervallen fteenen. De inwoonderen door onver-ftant feggen , dat daer eertijdts geweeft is het huys,kapel,fonteyn,en pleyn van Sibylla Tiburtina , en noemenlè Ti'voli Techio. Beneden Tibur vint men veel oude gedenektekenen, onder an-dere cenen fchoonen marmorfteen , daer eenen leeuw met een paert vechtende,lbo konftigh op-gehouwen ftaet , dat het eenen waerachtigen ftrij t fchij nt. Men lèyt dat defe geftreden heb ben |
M.
ben om de heerfthappy der Tiburtinen en Ro- gens de ferpenten geleert heeft : hoe-^el dat andere ge~ meynen , maer dat den leeuw op veel plaetftn boelen datfe Marubii quot;van feeckeren honing genoemt ^ijn^ gewont zijnde , ’t paert de viótory behouden Korts daêr nâe fchrijft hy : Defi 'x^ipn volckerender heeft, en lbo de Tiburtinen de macht der Ro- Marfen.
In het landt der Marfen ftelt Strabo Vakriam j Fahiri. het vaderlaifdt vanPaus Bonifacius de IV. Nae
De Hoffle- meyuen onderworpen. Llbertus Folietus, Fran-d,va»Hip- cil^us Schottus cn andere befchrijven naerftelijk koftelijeke tuynen en hoven, die Hippolytus Ateftinus Cardinalis Ferrarienfis hier heeft op
de hooghte van een bergh , met een heerlijck paleys, verçiert met oude ftatuen, dat is, gefiie-den en ftaende beelden, fchilderyen en Koning-lijcken huysraedt. Pighius heeft d’afbeeldinge van dit paleys en tuynen, in ’t koper gefiieden, te Romen laten uy tgaen.
De voicke- Bovcn Tibur in Latio op hooge en moeye-lij Re bergen hebben de Æquicoli gewoont. Haer eerfte ftadt is tuftchen de bergen aen de rechter
vicu!
Yonts.
Troctlla.
Catalft-fftm.
KivMS Tri-gidtis.
Arceolum.
Zjiftdts tierdt^
zijde des riviers Anienis , welck de Italiaenen Vico Varo heeten j deLatiniften miftchien Vicum Varo-nis : Sabellfcus noeratfe Vicum Vakïium. Nu is ’et een kafteel , fterek door de gelegenheydt der plaetle, en wereken daer aen gemaeckt. In de belegeringe van’t ïelfde wierd in ’t jaer 1733 Ludovicus Gonzaga, Opper-veldtheer van Paus Clemens de Sevende, doodt celchoten. Dele plaets is beroemt door de geboorte van Marcus Antonius Sabellicus.
Voorby Viens Varonis ofte Valerius zijn tuf-ichen de rotfen kleyne ftedekens, diefe Procella en Catalupo noemen j daer nae op eenen rouwen bergh Ri'vo Fred do oft Ril’us Frigidus: op welchen zijn hooge toppen, daer diepe putten in gegraven zijn , door bevel van Keyler Claudius, om het lac ofte meir Fucinum daer in tcloften. Nae Rivum Frigidum koomtmen tot Arccolum-, neffens welck begint op de hooghteder bergen een luftigh pleyn. De Geleerde meenen dat hier eertijdts de ftadt geweeft is, die Livius op ver-ftheyden plaetfen Carfeolos noemt. De inwoonderen hiet men Carjeolani, volckerenderÆqui-colen. Livius verhaelt in fij n veertighfte boeck, dat Bithis,lbne des Konings vanThracien,te Car~ feolis in gevangenifle geweeft is , toen hy de Romeynen voor gylèlaer ofte borge gegeven was. Ovidius belchrijfc den aetdt des landts in het vierde boeck Faftorum aldus :
Frigida Carfcolis 5 nee olilpis rpta ferendis Terra i fed ad figetes ingeniofus ager.
Hier nae is de ftadt CelU op een grootehoogh-tc y moeyelijck om by te komen. Dele volgen terftont Sucula, Pereto, TagHaco^^^o.
Nae de Æquicolen komea de Marß, wiens hooftftadt was nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hier van zijn noch
kleyne overblijfielen by het lac ofte meir Fucinum , dieft Maruo noemen , foo Leander fchrijft. He inwoonderen heet Plinius Marwvios. welche ftyt Servius op het veers van Virgilius in het ftvende boech Æneidos:
Marrubia de gente facerdos:
dele ftadt noeméri de fthrijvers van de naevol-gende tijden, onder de regeringe dér Gothen^ ai het omliggende landt Valeria.
Van Taliequitio daelt men dooi* genoeghelijc-ke heuvelkens in een luftigh pleyn, daer neffens den voet des berghs, aen de luchter fijde van den wegh, Scutula is. Twee mijlen van hier, op de SmuU. felve fijde des berghs, fiet men Malianum op een MaiiAnttm-, hooghtej aen wiens rechter fijde een vlack velt is, ftreckende van den voet des berghs tot aen dén oever van ’t meir Fucinum ; Blondus heetfe
Campos Paknïinos vermaert door de nedêrlage Campi fa* van Conradinus, fone des Konings van Sicilien : tot gedachtenifte van welcke heeft de verwinnet Carolus daer eeh heerlijckkloofter gefticht ter eeren van S. Maria de Ferypinfler ) de Italianen noemen ’t S. Maria della ricloria. Het wort nii geguelt met veel aerdbevingen.
Aen den uytgang van de Campen Palentinen op den wegh Valeria, drie mijlen van het meir, op eenen heuvel, ontrent den oorfprong van de rivier Anienis, fiet men Alba. Wiens landouw Si- Alha-liuseenighfins befthrijft in fijn achtfteboeck,
------interiorqu^ per ndos Albafedet Campos , pomifque ropendit ariflas^
mede hy te kennen geeft, dat het landt meer boomvruchten draeght als koren. Strabo verhaelt, dat de Romeynen hier als in een ge- Gevangen vangenifie gefet hebben, diefe wel bewaren wou- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
den, om dat Alba feer fterek was, gelegen in een diepe en klippige plaets. Hier is de Koning Perlèus met fijnen loon Alexander, door laft des Roomfehen Raedts, van Cafho gebracht, gelijck Livius in het 45- boeck fchrij fc : en foo hy in’tdi boek verhaelt, Bithuns Koning der Aver-norum is daer oock bewaert. De lelve teltfe onder de 22 colonien , die de Romeynen niet Wilden helpen in de oorlogli tegen de Poenen , dat is, Carthaginefen. Nu leght fy bynae heel vervallen. Eenige ftucken van vierkanten fteen der oude muuren geven genoegh te kennen hoé groot dat defe ftadt geweeft is.
Ontrent ’tlac Fucinum zijn dellotenofteka-fteelen, S.dy’ffzïo, S. Giona,Paterno,Gajano, Alife^ano en Maliano, daer wy té vooren van gefproocken , hebben. Alle defe overtreft Celanum, foo door menighte der inwoonderen, als rijekdom j en leght naer hetzuyden,op een heuvelken,aenden voet van {eer hooge bergen. Nu ter tijdt ftaet het onder de heerïchappy vandeCiborumGe-nevoylèn , en geeft den naem aen het lac Fucin.
Vier mijlen van Albais’t ftedekenClt;^,hetva- Cafi. derlandt van Petrus Marfia, die op Silium en andere gefchreven heeft. Als men nae de wefter-hoeck van het lac Celano ofte Fucinum gaet, fict men Rocca della Ca'Ve5 Capranlca, het vaderlant
Te quot;ïteten Medea, doenfe Colchos 'Verlatende lafon gevolght is, en in Italien, foo men fyt, gekomen, enfimmige quot;volckeren , die aen bet groot lac Fucinum ytoonden, en Marubii bieten, om datfe als aen het meir oft de •^e yoeonden door de groote quot;van dit lac de remedien te^ dagnolo, Poli, Cafa, Cnrbula, S. Georgio, Rocca delli Italien, “ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sff nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rici,
der Roomfche edelen, CapranicigenoemtsG«^?-
!
-ocr page 217-
Subiaco. 166 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’£ R O O M S Rid J Cedliano, Sawhticca Saradnefco, Rocca de Mutiif GiranOy CeretOy Anticolo, Rinate, Ajfile, Civitellaj Oliba-tjo f Prifciano, en Sa-avito, aen de rechte fijde des oorfprongs van de riviere Liris. Wat voorder tuffchen de hoogejßergen light de ftadt Sollago^ ofte, foofe andere noemen, Subiaco , en de Latiniften Sublacum, om datfe aen het lack gelegen is. De oude lchrijvers maeckender oock mentie van. In plaets dat in het derde boecks 12 capittel van Plinius Sublaqueo ftaet, fteltHermolaus Barbarus Sublacum^en wordt van Frontinus in het boeck der Waterleydingen Ida, dat is, dea yciegh Sublacetifa geheeten : en Plinius Ichrijfc datfe den nacra heeft van drie luftige lacken. By Frontinum in ’t boeck der Waterleydingen leeft men oock van een hofftede, Sublacenßs l’ilia Pltroniana genoemt. Tacitus feyt in ftjn veertiende laerboeck: De roep is l)erweerdert door de ydele uytlcgginge des blixems. Want om datby het lack Simbruinai Sublaeiueum gehceten, de fpij/C) en tafel j daer lgt;lero aen fatj nedergeflagen ytaren, het ypelck gefchiede op de palen Dan Tiburten daer Plautus Dan gefproten ytas, meyndenfe dat hy door degoden tot het Keyferrijk Der koren yderdt.’t Is een fraye ftadt,dicht by het voorfchre-ven meir, vermaert door het kloofter van S. Benedictus, die hier gewoont heeft, gelijck S. Gregorius in fijn Dialogen ofte t’lamenfprekingen verhaelt. In den fomer komen daer de Farfenle monnicken,om door deveranderingc des lochts haer te vermaccken. Parfa is een heerlijck kloofter van Duytfche moQnicken bewoont, by de rivier Farfarus en het dal Lucretilis, daer een bergh en een bolch van den felven naem by leggen, met de Fonteyn Blandufia. Laet ons nu komen op den Præneftinfchen wegh. Hier is Pr^eneftcj een van de oudtfte en voornaemfte fteden van Oudt Latium. Nu wordle Paleftrina, Peleftrina , Pileftrina en Pila-ftrina genoemt. Sommige feggen, datfe delen naem heeft van Prænefto, den foon van Latinus, en neve van Ulyftes en Circes. Servius van dat is, eyckeboomen, die daer veel zijn. Andere van cT^ai'£©-,dat is,van een fteylte,om datïè in een hangende en fteyle plaetfe light. Virgilius in het derde boeck Æneidos lèyt, datle van Cæculo Vulcani loon gebouwtis, vanwelcken Servius een lange fabel heeft. Sy is gelegen op eenen fteylen bergh, aen de'rivier Veneftris, en was eertijts luftig en vermaeckelijck,loo dat de Key-fers, toen Romen floreerde, haer dickmaels hier quamen vermaecken. Hierom noemtlè Symma-chus in den tweeden brief des eerften boecks ’t Pr^nefinje Dertreck. ’t Is een ongeluckige plaetfe voorAntoninus Pius geweeft,door dien fl jn foon-kenVerus, feven jaren oudt, hier geftorven is. De bergh, daer het op ftaet, hiet eertijdts ADenti-nus , en wordt nu Aretinus genoemt. Op het‘ hooghfte des berghs light een kafteel. Eutropius fteltle achtien mijlen van Romen,nu teltmen 22. Strabo Ichrijft van 150 ftadien. Feftus lèyt, dat Pr^nefteeen municipium nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yry e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is. Appia- nus Ichrijft uytdruckelijck, dat ten tijde van de Italiaenlche oorloghde Pr^eneftinen, metdeTi-burtinen het recht der böigeren van Romen verkregen hebben. Maer korts daer nae,lbo men uy t de oratien Agraria en Catilinaria van Cicero |
GEBIEDT, fpeuren kan, heeft deoverwinner L. Sulla de lèî-ve met moorden en ballinglchap der borgeren verwoeft, haer landt gedeelt, en met nieuwe in-woonderen befet. In het feftiende boeck van Agellius in het dertiende capittel leeft men, dat de Præneftinen van Tiberius verkregen hebben, datle van een colonia wederom een municipium lou* de worden. Hier flju veel oude o ver blij fielen, naementlijckin ’t Biftclioplijcke hof,als beelden, kroonen, autaren, tafelen, en marmore grafftee-nen met oplchriften. De godinne Portuna hadde hier een koftelijcken tempel, waer in haer vergulde beeldeniflè was, foo Plinius getuygtj na de weerde van welck werck de dickfte platen, Pï^ne-(lina genoemt wierden. De felve verhaelt dat L. Cornelius Sulla in die kercke een heerlijcke vloer gemaeckt hadde van verlcheyde koPtelijckc fteenen. Men las daer op eenen marmoren fteen de naevolgende veerlèn , die nu in het Biftchops hof ftaen; Tu. qult;c. taïpejo. coleris. Dicina. tonanti Voter urn. Dindex.jemper. fort una. meorum Accipe. ^u£.pietas. donat. tibi. dona. mcrenti Effigiem. noftri. conferDatura. parentis Cujus, ne. taceat. memorandum, littera. nomen Cafus. hic. idemque. titu-s. primu/que. Docatur ^ui. largue, eereris. mejfes.fruéïufque. renatos Digerit. in.precium. Cui. confiât, fama.fdejque Et. qui. dilitias. Dincit.pudor. ire. per, illos Confuetus.pcrtus. cura. ftudioque. laboris Littora. qui. pr^ftant.feßis. tutißima. nantis Notus, in. urbe. facra. notus. quoque. finibus. Ulis ßjuos. umber, fulcare. folet. quos. tufeus, arator Omnibus, hic. annis. Dotorum. more.fuorum Centenas. adicit. numero, cre/cente. coronas Fortune, fimulachra. colens. Apollinis. aras Ægeriumque. ïoDem. quorum, confentit. in. illo Majeftas. longe,promittens, tempora, pita Accipe.pofteritas. quod.poft, tua.fecula. narres Taurinus. cari.jujfus.pietate. parentis Hoc.pofuit, donum, quod. nec. (ententia. mortis Vincere. nec.poterit. fat or urn. fumma, poteftas Sed. populi.fabo.femper. rumore, manebit. De hiftorie van de P/^eflinfehe loten voorleggin-ge, luperftitie en haeren oorlprong, verhaelt Ci-cero in ’t tweede boek de DiDinatione. Hier is ge-boren den H. Agapetus, die door bevel des Key-lers Alexandri martelaer geftorven is, maer vijftien jaeren oudt zijnde. Prænefte heeft een Bif. lchop, die een van defevenis, diealtijdtden Paus alTifteren, ofte met haer tegenwoordigheyt helpen en vereeren , in publijke en lolemnele aClen. Sy is eertijdts van de Cartaginelen belegert, maer de Romeynen getrouw gebleven. De ftercke gelegenhcydt der plae'tlè en muu-ren, die de fteden meeftendeel bewaert en nut is , heeft defe daer nae fchadelijck geweeft, Ibo Strabo verhaelt, om de borgerlijcke oorlogen der Romeynen j doen de oproerige borgeren hier aïs in een kafteel vluchtten, en de ftadt met haer felven bedorven. Men flet ’er noch onder de aerde holen en loopgraven, van de ftadt door de naefte bergen tot aen de velden doorgraven, foo om hulp in te laten, als om heymelijck te vluchten. In een van defe,als C. Marius de longe belet |
Capitft-IttM. Tußulum, Eertijdts L A be/èt was, en geen uytkomfte fagli,heeft hy mec lijnen vriendt Pontius Telefinus gevochten , en is loo gebleven, om dat hy niet levendigh Ibu-de gevangen worden. Hier van lchrijft Lùca-nusinfijn tweede boeck: -------Vidit fortuna co!onos Pr^eneflina fnos ciindlosy fimul enfe rectfos f Vnitis populum pereimtem tçwpore niortis. Den gemeynen man heeft noch het gevoelefi, dat de fteenen van de'è holen en graven noch roodt zyn van’t bloedt der gene die daer verflagen wierden. D’oorfaeck van dele meyninge is, om dat in dele, ende naeliggende Tulculaen-Iche en Albaenlche bergen, den lachten fteen van natuur doncker-roodt is. Volaterranus feyt in ’t eerlle capittel fijns feilen boecks, datlè van Paus Bonifacio de V111 gedellrüeert is,uyc haet die hy hadt op de Cardinalen loannes en lacobus Columna, als mede op Sciata Columna^daer nae is ly weder opgebout : en als naederhant Ponceletus en ISicolaus Fortebracius, vyanden van Roomen , hier haer toevlucht hadden ; ilfe t’eenemael te niet gedaen : nu ilFeop de lèlve plaetfe weder opgemaeckt, maer loo groot en llerck niet als te voren , gelijck men fien kan uyt de overblijf elen der oude en groote muuren. Sy is onder ’t gebiedt der Columnelen. ’Aen den voet des berghs, daer de lladt aengehecht is,was eertijdts een kalleel, daer men noch waterley-dingen fiet, die negen hooge en breede vcrwelf-felen hebben, en vier deuren. Voor den ingang des kalleels zyn ai.venfterkens , daer de oude heeren de llatuen van hare beeldenillen in gefielt hebben. Op de Prænellinfche bergen heeft de Poëet Hor at lus zynhof^lede gehadt, daer nu de ktrck van S. lan in campo Horatii is, ofte, foo andere leggen, S- Maria in 'Tpilla. Boven Prænelle light Capitulum , een lladt der Hernicorum, die Frontinus onder de colonien fielt. Ontrent Prænelle was oock Sacriportus, by welcke Marius overvallen wierdt, lbo Florus, Vellejus, en Appianus getuygen. Wy mogen hier Tufculum niet vergeten, een ftadt voortij dts leer vermaert, welcke de geleerde uyt de vervallen overblijflelen oordelen niet verre v9n ta geweefltezyn. Tufculum, deLatijnlcheen Grieckfche fchrij vers wel bekent, is gebout van Telemachus, fone van Ulyffes en Circes, lbo de Oude lchrijven. Annius Viterbienfis meynt datlè van de Tufcis gemaeckt en genoemt is. Sommige léggen datlè Tufculum heet,om datlè Dyfcolos is, welckbeduyt, daerqualijckbytekdmenis. Dionyflus lleltfe hondert lladien van Romen. Zy light in een lullige, gelbnde en waterrijcke plaetlè, op den rugh des berghs Albani : en is in ’t oollen met heuvelkens omringt, aen de andere deelen met een plcyn en bolch. Strabo feyt, dat den heuvel van Tulculum veel waters, en ko-ninglijcke gebouwen gehadtheeft, en dat hier menighte van wegen zyn, die naer den bergh Albanum leyden. Plinius noemt deinwoonde-ren Tulculanos. Pufculum is ’t eerfte municipium geweell dat recht gehadt heeft van mede te llemmen. Eerll hadden fy het recht en privilegiën, gelijck de Rade Romen, nochtans fonder flemme ofte vois te mogen geven ; maer nae |
T I U M. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ld/ Ibmmigejarenzynlè volleen ablblute Roomlchè borgeren geworden. Hier nae , als de heerlijck-heydt en welvaertvan Tz«/a'Zo onder de Keyfers vergaen was,iire allenskenslborijck enmachtigh geworden, datfe, behalven veel andere Ichoo-ne viélorien, vereenicht met het krijghsheir värt Keyfèr Frederick de I, door ’t beleydt des Prince Raynonis,een groote nederlage onder de Ro-meynen gedaen heeft : om welcke te wreken hebben die van Romen , in’t lévende jaer naé delen flâgh , ’t lèlve te vuur en te fweert in den grondt bedorven , lbo dat de fundamenten qua-lijck overbleven. Nae dien tijdt ilTe van langer hand weder opgebout, door toedoen van Paus Paulus dein, maer veel kleynder als het oude Pufiulum. Livius verhaeltin fijn 17 boeck, dat tot Tuléulo een lam geboren is, met een volle luygende borll. Ocla'tgt;iiis Manilius-, Prince der La-tinorum, wastot Pufiuli geboortigh , aen wien Tarquinius Superbus , de VII Koning der Ro* meynen,fijn dochter ten houwelijekgafom fijrt Rijck te verllercken. Uyt Tuléulo zyn gelpro^ ten de edele geflachten der Porcicrum en Corunca^ niorum, die te Romen groote officien en eere bekomen hebben, loo Cicero, en Tacitus in het xi boeck getuygen : hoewel dat Tacitus fchrijft, dat de Coruncanii niet van Tufeulo , maer van Ca-meria, haer afkomlle hebben. L. Furius was oock te Pufiulo geboren , en Conful ofte Burgermee-Rer aldaer, die naer Romen vluchte , doen fijn lladt gereetlchap maeckte om tegen de Romey-nen te oorlogen,en wierde aldaerBurgermeefter, lbo dat hy in ’t lèlvige jaer te Romen en Tufculum denfelven llaet gehadt heeft. Tulculum is me-^ de het vaderlandt van Benedictus de VIII en IX, en loannes de X VUL Onder de plaetfen by de lladt Romen wordt de hofllede van de Poëet Horatius gellelt,liggende op ’t geberghte, niet verre van Tufeulo, Ibnder twijfel de lélfde daer wy hier boven af gelproken hebben. Mede een myl van Romen was de hofllede van Cicero, die hy Tulculanum noemt, daer nu het klooller is van de H. Maria Crypu Perrat^eft weick de Italianen noemen S. Ma^ia di Grotta Ferrata^ Van welcke een treffelijck man fchrijfc, dat hy daer fulck vermaeck in hadt, dat hy fich felven alleen be-haeghden , als hy daer quam. Hier woonen monnicken uyt Calabrien, die den regel van den Jd. Bafilius onderhouden, en haren Godtsdienll op de Griecklche manier doen. In den hofzyn drie oude begrafeniffen, op een van welcke beelden gelheden zyn van menfehen die op oliphan-ten, kemels en leeuwen fitten : en een Ichoone colom met mans en vrouwen beelden. Niet verre van Tuléulo is Frafcataj diefe Frafca-ti heeten , eertijdts de hofllede van L. Lucullus, daer, lbo eenige léggen, de fonteyn van AqiM quot;rir-gevonden is, weick water noch tot Romen loopt. Plinius lchrijft, dat M. Agrippa dit w'ater binnen Romen geleyt heeft, van den afwijck des achtllen paellleens, twee duyfent paffen door den wegh Præneflina. Paus Paulus de 111 heeft te Frafcata fchoone en koftelijeke gebouwen gemaeckt , daer hy oock uyt het gewoel des fbadts en overvloedige lorgen lomtijdts trock, om lich te vermaken. Ontrent |
’t R O O M S Ontrent defe piaetfèn heeft de ftadt der Gabio-rum gefloreert, die nu QaUkanum heet. Plinius in fijn 3 boecks j capittel noemt de inwoonde-ren Gabinos , gelijck mede andere lchrijvers. Het is een ftadt der Volichen in Latio : Servius fteltfè t’onrecht in Campanien. Cicero in fijn 11 Philippica noemtfè een Municipium. Onuphrius Panvinius wil toonen dat’eteen Colonia is uyt eenen ouden fteen die te Zagaroli is, daer dele woorden op ftaen : CR ÄRRIO. CN. F. PVB. AXIMIO. PATRONO. ORDIN. ET. COLON. Strabo, en Appianus in ’t 5 boeck der borgerlijc-ke oorlogen, ftellenfe tuftchen Romen en Præ-nefte. Sy light 100 ftadien van de ftadt Romen by de rivier Lucretilis. Men meynt datfe ge-fticht is van Galatio en Bio Siciliaenfche gebroe^ |
GEBIEDT, deren. Sy is vermeerdert van de Albaenfche Ko« ningen. Sextus Tarquinius, foon van Tarqui-nius Superbus, veinfende over te loopen, heeftfe in de macht der Romeynen gebracht. Van dele ftadt heeft Gabinius Cin^us fijnen oorlprong, welcke belchreven wordt van Servius op ’t y en 7 boeck Æneidos, en van den uytlegger van Perfi-us,op de y Satyra.Het was lèker een edel en heer-lijck gewaet, gemaeckt als een riem ofte gordel, dat by de oude Romeynen de Burgermeefters droegen, als ly dien ftaet aenveerden, en als ly eenige landen ofte Köningen den oorlog aen-feyden , als mede van de foldaten, als ly gereet ftonden om te ftrijden ; oock van de Priefteren, ten laetften van deKeylèrs in de volgende tijden. Van de Gabiis heeft mede den wegh Gubina fijnen naem. |
Befchrijvinge van
TIBER.
Nder de rivieren vanïtalien, is geen vcrmaerder in de hiftorien der Romeynen , alsdeTzW, die van de Latijnfche eerft Albula,^^-noemt is, van het wit coleur der wateren, niet Albiti y gelijck den
Andere lèggenjdatlè niet van delen Koning,maer van ’t Griecks woordt Ad) , ’t weick quellin-ge en ongelijck beduyt, dien naem heelt, om dat den reyfenden man hier ontrent berooft en qualijck bejegent wierdt. Paulus Merula lèyt dat Thybris, den ouden, en Tiberis den nieuwen naem is. De Poëten gebruycken meeft den eer-ften, de Orateurs den anderen. By de Poëten en andere heeftfe verfcheyden epitheta ofte toe-nâemen. Virgilius in ’t achtfte boeck Æneidos noemtlè c^eruleum, dat is, Blaeu, in dele veerfen,
Tgo fum pleno quem flumine cernis Stringentem ripas, pinguia culta fecantem, * Clt;eruleus Tiberis.
Maer Ovidius noemtlè over al flalrum ofte geel, gelijck zy in der daet is. In ’t fefte boeck Faftorum lèyt hy :
Detulerit fla'yis In mare Tibris aquis,
wordt oock Lydus genoemt in ’t i boeck Æ-neidos, van de Lyden , volckercn in den krijgC handel beroemt, die in Italien komende, by de-Zè rivier haer nedergellagen hebben. Oock heet-fe Tulcus van een vermaert volck, die daer aen den oever naer ’t weften ftreckende gewoont hebben.
De Tiber vloeyt üy t het onderfte des bergs Apenninus, bynae in’t midden van fijn lengde, op de grenfen van de Aretinen, ontrent de lèlve plaetfe, daer de rivier Arnus begint boven Arctium ; en, lbo Dionyfius Flalicarnalfæus fchrijft in fijn eerfte boeck, heeft haer beginlèl in den Zèlven voet van Apenninus, daer de rivier Liris ontlpringt, hoewel de uytgangen der felve, daer-Zè in de zee loopen , 800 ftadicn ofc 100000 pafi. Zèn, van malkanderen zyn. In ’t beginlèl is zy Zèer kleyn , als een kleyn beecxken, wat voorder loopende, wordlè weynichgrooter ,om datter maer kleyne waterkens,engeen groote inloopen: daer nae met eenige rivieren vermeerdert, be-gintfe by Tipherno fchuyten en kleyne Icheep-kens te dragen tot Romen toe. Niet verre van Tipherno, Perufia en Otriculo Icheydt zy Etrurien van Vmbrien en Sabinen : daer nae ontrent 13000 palfen van Romen, deylt zy de Vejenten van de Cruftuminen en Fidenatcn, en oock Latium van Vaticano.Tot Romen komende wortlè foo groot, datmen ’er met bruggen ofte lchepen moet overgaen, van daer voorts loopende, ontrent vijftien mylen van de ftadt Romen, deyltlè fich eenweinigh,envalt door twee monden inde Tyrrheenfche zee, ontrent daer Ancus Martius de ftadt Oftia gebout heeft. Dionyfius Hali-carnaftæus fchrijft, datlè te Romen vier bunde-ren ofte morgen breet geweeft is. De lengte van den oorlprongtot denuytgangis mcl palTen. Eertijdts was zy foo diep, datter groote geladen
T t t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tche-
fchrijver meynt, die Stephani boecken in ’t kort begrepen heeft. Hiervan fpreeckt Virgiliusin hjn achtfte boeck aldus ;
*Tiivn reges, afperque immani corpore Tybris, A quo poft Itali fiuygt;ium cognomine Tybrim Diximus, amifit 'rerum nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Albula nomen.
Athenæus ïchrijft in fijn 15 boeekjdat de/è rivier in oude tijden lanus genoemt was, nae lanus, die men lèyt, dat lang en breet aen den oever der Zelve, Koning geweefi: is. Sy heeft oock Rumus geheeten, van het woordt ruminando, dat is, herkauwen , Zoo ons Servius leert , uytleggende ’t achtfte boeck Æneidossdaer hy oock feyt,dat-Zè in den Godsdienft Serra genoemt wierd, van fe-cando, weick fagen beduyt.Paulus Merula meynt, datle deZcn naem heeft van’tHetrulce oft Sy-riZche woordt ht, Sara, dat heerZchappen en re-geeren beteeckent. Want de Tiber is als Prince en Koning der rivieren , waer vati hem Virgilius oock heer der -yaateren noemt, by den welcken het heerZchende volck, te weten te Romeynen, woonden.
De HetruZcen noemdenfe Dehebrisy weick woordt naderhandt allenskens van de felve, ofte van de Latijniche verandert is in Deberis en Tebe-ris, en ten laetften in Tiberis. Eer dat defe rivier Tiberis genoemt wierdt, hadlè den naem Tybris. De oorlaeck is, dat de oude Griecken dele voor-naemfte rivier van Italien delen naem gegeven hebben, om dat by Syraculèn een ftadt van Sicilien , en Bithynien in Afien, een heerlijeke en Zchoone rivier was die Thymbris hiet, gelijck deuytleggers van Theocritus, op fijneerftel-dillium lchrijvende , verhalen. Diergelijcke exemplen vint men veel. Livius en andere leggen, datlè genoemt is nae Tiberino Koning der Albanelên,die in het overvaren daer in verdronc-ken is. Van dit gevoelen is Ovidius in ’t tweede boeck Faftorum, daer hy aldus fchrijft :
Albula, quem Tiberim merfus Tiberinus in undis Reddidit, hibernis forte tumebat aquis.
Servius meynt vaftelijck, dat de naem Tiberis ouder is als Albula,en dat daerom den oorlprong der felve van Tybris Koning der Hetrulcen koomtjdie Latium dickmaels ftroopende, by de-Zè rivier verflagen is. Van dit gevoelen is oock Virgilius in ’t achtfte boeck Æneidos,daer Euan-der aldus Ipreeckt in de veerfen boven verhaelt :
Tiini reges, afperque immani corpore Tybris, amp;c.
Italien.
I/O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t ROOMS GEBIEDT ccrtijdts L A T I V M.
Ichepen uy t de zee komende, op konden varen. De Tiber wordt meeft, als oock andere rivieren , van den regen vermeerdert, en heeft met fijn overloopen dickmaels de ftadt Romen groo-te fchade gedaen. Hier van lêyt Eloratius in fijn eerfte boecks tweede Oda : Vidimus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tiber im, retcrtis Littore Btrufco ifiolenter undis, Ire dejedlum monumenta regist Templiujue Veßte. De oude rekenden Ibodanige overvloeden voor wonderbare teeckenen en voorleggingen , en achten de Tiber door lukken overloop meer eenen religieufèn waerkhouwer te zyn, als eenen wreeden tyran. TeRomen ftaen op veelplaet-lèn de hoochten in heen gehouwen, tot welcke de Tiber gewalTen is, te weten : In ’t jaer Chrifti 137p, den Novembris,is de rivier drie cubiten ofte anderhalf elle hooger ge-walfen. Het teecken het men aen de kercke van S. Maria fupra Minervam. Anno 141X5 op S. Andries dagh, onder Paus Martinus de V, ilTe anderhalven cubitus, dat is drie vierendeel, hooger geweeft. Anno 1474 5 den 8 lanuarius, doen Sixtus de I V den Roomkhen Roel befat, ilfe oock over-geloopen. Anno 148 j, in December, in’t derde jaer des Paufdoms van Alexander de V Ijilfe dertien voeten gewaflen. Onder Paus Leo de X, is de Tiber oock overgeloopen. In ’t jaer 15’30 , ten tijde van Paus Clemens de V II, den 8 Odobris, heeftfyhaer 24 voeten boven de aerde verheven. Het merckftaetaen de kerek van S. Euftachius, en aen de muur by de kerek van S. Maria de Populo , by Porta Fla-minia. Het felve heeft de Gouverneur Guido de Medicesook doen Rellen in’tkafteelS. Angeli. Anno 154XJ gelijck Marius Mulla in fijn fchoon gedicht getuyght, Aiiclusaqriis, rapidoque trabens fi gurgîtej cilles Terfchat canis Albula yteïticibus» |
In’t jaer 1598, onder Paus Clemens de V ï Hgt; deneerRen lanuarii, is de Tiber hooch overgeloopen , en heeft meerder lchade gedaen, als by menlchen gedeneken oyt te voren gelchiet was. Plinius noemtk den aen^enaemen koopman yan alle Tgeneinde yrerelt yvafl. Want de Ichepen worden van ORia af met riemen ofte touwen tegen den Rroom opgevoert. Daer leggen veel dorpen, vryhedenen Reden aen, voornamelijck Romen, die zy in twee deelen. lcheyt. Het water van de Tiber kan men vele jaren goed, loet en gefond bewaren , als men ’t een weynigh boven de Radt tot de zee toe fchept. Men meynt ’t lèlve te ge-fchieden om dat de Tiber met de riviere Anio vermengt wordt, wiens water vol lalpeter is, en daerom niet haeR bederft. Die by den Tiber woonen, boven den uy tgang Anienis, mengen dele twee wateren, op datle niet bederven , gelijck de Romeynen oock doen. Paulus lovius heeft een byfonder boecxken gefchreven van de viffehen die haerin den Tiber by Romen onthouden. Behalven de bruggen die over de Tiber binnen Romen leggen, warender eertijdts noch andere. Onder welcke nu noch een is, niet verre van Otriculo , daer men noch eenige groote pilaren fiet, waer de brugge op Reunde, die een van de vier was, welcke Keyfer Oélavianus Au-guRus heerlijck en groot op den wegh Flaminia gebout heeft. De felve AuguRus heeft eerR Cu-ratores, dat is Belorgers ofte Toefienders van de oevers des Tibers geRelt, als Suetonius in ’£ 37 capittel van fijn leven te kennen geeft. De rivieren die in de Tiber vallen zyndele: Rmteren. Tinia, Clanis, Nar^Uimella, Varfarue, Allia, Turia, Cre- .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jSthervM- mera, Anio, Aqua Crabra, Almo, Aqua Ferentina^ rii- ie„. nius lèyt in ’t vierde capittel van fijn 3 boeck, Be^ neden de Tinia en Clanis 'Sigt;ordtß met tytee en 'ieeertigh ri-igt;ieren ygt;ermeerdert:doch meeß met de VJar en Anio. Welcke woorden lbofe Plinius lèlvergelchreven heeft, en’t getal van de Boecklchrijvers niet vervalR is ; heeft hy oock andere rivieren getelt, die door de voorlchreveu rivieren in den Tiber ge-voert worden. |
170, b
■t HERTOGHDOM
BRACCIANO.
It Hertoghdom is uytftreckt, alleen binnen de palen van aen alle fijden van dit over-edel Hertoghdom leght. De de landen, onder hooftftadt van dit landt, en als het
de landen, onder
[ denKerckelijcken Stamhuys der Vrfiners, leyt aen een Staet behoorende, meir, Bracciano geheeten,met het welc-omringt : en is al ke fy een gemeenen naem heeft ; en is over veel eeuwen, met een fchoon kafteel verciert. An-en eer dat de guillara, een andere ftadt, fiet men aen
Roomfche Paufen eenigh gefach te Romen hadden, ’t edelfte erfgoet van het uytmuntentfte Geflacht der Vrfiners geweeft. Daerom foo kan het voor geen gedeelte van S. Pieters erfdeel genomen werden, hoewel Magi-nus het Sabbatiner, nu Braccianenfer-meir, daer onder ftelt en rekent, nae-demael ’t felve,foo verre het fich oock
d’ooftfijde van ’t gemelde meir, (waer-om oock defe plaets een andere naem heeft;) want fy is aen d’uytgang der riviere Arona, welcke uyt het Braccia-nenfer-meir voortkomt,gelegen.Oock vertoont fich hier Vicareüo aen de weft-fijde, en Tri^'üiano aen de ooftkant, nevens eenige andere plaetfen van minder belang.
Italien^
*t G R O O T-
-ocr page 223-ï La Città di Torri,Vïcoiiaro, et altre Terre osile nlli Ducki lt;li Bracciano, jioix fono in. ÿieÆa Carta,per non effer comorese itella Région. Sakatina .
i.
i
1
i-
vmU irM
Septentrio .
- i
£ £
£1- £
•. 1
:ficQjo
^*^Taieüo
iquot;-
^.^AAAftA
^'K^aMcatA-
Cagt;mo JiMtre
Oxiolo
n't
Ürivigaano
Cafytùmca^
*■ £ , i
TiÆareUi ni.
'^^aazAKA.
IBsacciako
Lu^aiilla.
T4«Z j5r«M-
UACeftA
C^fiMCAtA
' ^^OtAnA
‘s:
^^o-morio
Triangularis
Tacus
VoOa V.
i
i.
CopetUro
i,
i.
l'Clct
j/SrrAji tite-
h'
A
£
‘t.
i
'^^JeCnce. ••.,
SffCCA' j ïfc ^AtnAnjA
CalU tA»^UAituA
A.
1 î. i- tS^e^AJA JaJU CofU
Ta^ Ji quot;R ^ttarfni.tstA
JpAnbattA.'
A^itt'abA
Vt'EicoA-
î.
kvM- , ^TjiJle la. Cerj^
JC^a Ji JrtmcM
yauA ConiA/jA
'JËAtnnA,
4 CA^icCUA
^'ÜlerM Ji
£ î.
Coma»*» neJto
quot;^ATiArJA
A Careas O Calera
Ï-t A
Catnpagnano
i^eluA^
Cat'iaIa
CnutJe,
Caßo/
® Qiaxxatu
'SoAch^
i
*■£
S.aJnJtva^
Cefano ■^Tgt;eiaa o
V* t,-
iJ
iSeJtui-
; nbsp;nbsp;£ . À t
''£ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i ■■
t-L £
iS./Satie nbsp;nbsp;t- o
Oyiabi.
i, î £ :..1- AL
£i.-
HHteUma î. .-.
S.jUJel,
lA'^SATcinAbb'
^fcScrofano
Formella
itUA nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lagt;
-t'uaKa
l«- Ciflerr . nûxzjA
Camelia
^Maxwoia
I^oxxotoni
S-JhtrkçeJa
Î.
lelanbme'
!..
Oriens ;
Q ^j£^uaL..^ceto^ ;
£ - Â nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....•■
À nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;GranJe S
£ £ £ \
Talo Kortezza ’’•.
A S.^Jieehi^
i.
i,. 1’
t.
Scala^ av yj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lomlardut •
i.
SiortiA'
t-
i.
Î.
t i.
E Italianen fèggen , indien defê Prins Luca en Zarzane hadde, dat hy koning van Tolca-nen loude fijnjmaer de eerfte defer fteden is de hooftftadt van een Re-publijcke, en d’ander behoort aen die van Genoua ; dan hy befit evenwel gantlch Tofcânen niet, al had hy dees twee ftucken j alfbo het Patrimoni van Sint Pieter, en Perufien, onder Tofcanen hoorende,van den Paus befèten worden, enhetHertoghdom van Caftro van den Hertogh van Parma ; en het landt van den Grave van Pitigliani, de heerlijck-heden, en fteden van Telanione, Orbitello, en Port’ Ercole, gelegen aen den bergh Argentaro in Siennen,van den Koning van Spanjen:dc Staet van den Heere van Plombin, oock van den Koning van Spanjen : bchalven die van den Prins vàn Mafte, van de Marquiïèn van Male/pine, en van de Republijck van Luca, en de verïcheyden deelen die in Carfagnane de Hertogh van Modena, en de felve Republijcke van Luca befitten. Landt van Nict tegcnftaende alle defe afgcfcheyden lan-Jeu befit delen Prins het grootfte en befte deel in defe Provincie; daerenboven ftreckt zijnen Staet tot in Ombrien, daer hy de ftadt Burgo S. Sepulchro heeft met feven mijlen landt, en over d’ander zyde van den bergh Apennin, Citta de Sole, met het deel van Romanien, dat men het Florentinlè noemt: befit oock in de Tolcaenlche LIatnen van Lofca-nen. Falen van ’TefcMen, oft Tirrheenlè zee, d’eylanden 'vanCafraia, Giglio, Gorgona, en Meloria, en in het eylandt Elbe Porto Ferrario, en de ftadt Cofmopoli. Defen geheelen Staet t’lamen gevoeght van drie Republijeken, als Florencen, Pifa,en Siena, wort gemeenlijck gedeelt in den ouden en nieuwen Staet : den ouden begrijpt de Republijeken van Florencen en Pifa, daer defen Prins opper-fte heer over is, hoewel dele Republijeken haer Vryheydt hadden door d’oótroyen van verfchey-den KeylèrSjdoen het huys van Medicis de heer-fthappye daer over verkreegh. Den nieuwen begrijpt den Staet van Siena, het Marquifaetfchap Van Caftiglion , de Marfiliane, de heerlijekheyt van Radicofani,Filaterre,en eenige andere Mar-quifaetfchappen van de Lunigiane,voortijts toekomende de Marquifen van MalelpinCi Tofcanenwaseertijtsgenoemt Etrurien, en Tufeien, en door de Griechen Tyrrhenien, en d’inwoonders Tirrhenes ofte Turrhenes, oock Etrulques, en Tufques. Heel Tofcânen heeft voor palen in ’t noorden den bergh Apennin, een deel van Ombrien, en Italien^ |
’t landt dat de Romèynen GalUa Togata noemden; in ’t weften de riviere de Magre, en Ligurien 5 in ’t zuyden de Tolcaenlè zee; en in ’t ooften de riviere den Tiber, en Latïum, oft de landouw van Romen, en Ombrien. De lengde, langs den oever genomen, is vol- Groom. gens eenige Oude, 2500 ftadien, dat is 312 my-len, en volgens andere, 1430 ftadien, oft by de 178 mylen, en fijn breette half loo veel als 312, oft van I lt;j6 mylen : maer eenige , nemende de lengde in de rechte linie van de Magre tot aen den Tiber, ftellen 2 84 mylen,dan van de jongfte Schrijvers ftellen Ibmmige voor de lengde 170 mylen, andere ontrent 200, makende de breette een weynigh minder , die nemende van den Apennin tot aen de Tirrheenfe zee. Den omgang , volgens een van haere gemeyne Poeten, gevolgt van alle de jonge, is ontrent 700 mylen. Maer w'at aengaet de palen van den heelen Falen van Staet des Hertoghs, die fijn aen ’t noorden den ƒ»ƒ««» Paus by Bolonien en Romanien, en den Hertogh van Parma, hebbende eenige plaetlèn gelegen by Fivizzan, en de Republijke Van Luca, die ook in ’t weften daer aen grenft , beneffens den Koning van Span jen , met zynen Staet van Lombardyen, by Pontremoli, dat felfs ook in Tolcanen geftclt wert, ’t lant van de Republijke van Genoua, dat van de Marquis van Malelpine, den Hertogh van Modena by Carfagnane, en een deel van de Tofcaenfche zee ; aen ’t zuyden de lèlve zee en den Staet van den Heer van Plombin, als ook deplaetlèn van Telamone, Orbitello , en Port’ Ercole, gelegen by de zee aen delèlvc zyde, toebehoorendedenKoningvan Spanjen, die ook in den naem van den Heere van Plombin, dereftvan’teylandt Elvabefit, gelegen over d’ander zyde van Porto Ferrario gt;en aen ’t ooften het Hertoghdom van Vrbin , by de vryheyt S. Sepulchro, ’tlandt van Perulè,en ’t Patrimoni van S. Pieter, van den Staetdes Paus; hetHertoghdomvanCaftro, toebehoorende den Hertogh van Parma ; en de kleyne Staten van de Graven van Pitiglian, en de heeren SfoTcen. De principale rivieren van dit landt fijn de Ar- Rivier.», ne, die noch haren naem behout, pafterende door Florence en Pifajde Sert/jw,voortijts Boacius, d'Ombron, de Cecine, d’Orcia, d'Albengia, en Fiore. De voornaemfte meeren fijn die van Fiicecchio, en Bientina, by Fucecchio,en Luca,behalven die van Perufe en Bolfene, die in ’t landt van Perufe, en ’t Patrimoni van S. Pieter fijn, hoewel in Tofca-ne begrepen. Dehooftftadt, lbo van’t landt van Florencen Rlortncc als van den heelen Staet van delen Prins, is Florence , door d’Italianen Firenze, en Fiorcn:z,a ge- V u u nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noemt, |
5°
So
2ana
‘R.S.L
O S^nnole
tPâ^O
: ytT»--*
'^-w Q *quot;• ^ono O
V5 ri V
V.Cn.^
Collo Çaltutù
Staangquot;
CpiO^noU Q
ftOKA
oy^amp;Tü
Q Poaaio ^ortto
^^'***-
^ettun ■■
ûntraio O
Leff^maroMce f
R'Uoma
M^femzzja
müttxéé urboMlPrta/iéSoj^o'i ciatatis nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Oriontalù lgt;ii
nana 1abuîafrL_^rono cuitu.
Scala, di quindamp;ci
*Porto.
. quot;Itonitâa Q
' “R. olU eoJlnta Sh'aJa
, Rilaant^ ®
PS.Stçfmo
Cftn»/î
S-
’râto Magiio
, nbsp;nbsp;nbsp;. SalnPo
igt;anetobata '
bel/brtt Q
^LaPeana
3 Qpnvtne
^Ulfoi ‘Prieiano
rt.
inbMitiit • j
O ‘Kaltî
G’ JlUOUO 0 'HjtJÿnanf Rramobnt
iCd^tia
Sabtano n
■^aftna
QuAfaÈA
______
^JelL'Rro,,, i.
C 1 â. Leo
S t.ttfieah
Contado'
t3
cnx' ® ^C^CAelo liciv anofono G
Laeo alatcbi quot;nbsp;Gaa/naao O ^volto »
s. Polo'
Ptrtnt riva ..iC. RenielK ®
■LnbfA GtntteHa- Q
S-‘Pra^etdto
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ara^to
^giioHteebi^
tJ. Lot-La PtaJa. O
43
C-tmono
CiâU*^
C. mozzo
ZH. falpmeo
Q Gttîfhtont
Cofnanuilo
Gn^tarJo
■MO
Ct^t. AHO
Oruieto
171 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T O S C noemt, gewoonelijke woonplaets van den Her-togh, en de voornaemfte Heeren, geftelt om al d’oïiderfaeten juftitie te doen, fijnde een Acrtz-biffchoplijcke ftoel ; is gelegen op d’Arne diefè in twee ongelijke deelen fcheyt, daer over vier fchoone bruggen liggen ,• heeft ontrent vijf my-len omgaens, en feer fchoone ftraten gedeckt met feecker breede fteen, die byna altijts fchoon blijft, door de hooghte in ’t midden gemaeckt, en verciert met aengename paleyfen en huyièn; derhalven d’Italianen defè ftadt noemen Florence de fchoone. Taleyß». nbsp;nbsp;nbsp;Onder de paleyfèn is meeft aenfienlijk het ou de van den Hertogh, verciert met veel beelden, en vergulde baicken , en byfonderlijck met een fael, loo vademen lang, en 40 breet, vol lchiU deryen en beelden5 men fiet ook noch in dit pa-leys een lange gaelderye vol beelden en conter-feytlèls van verlcheyden doorluchtige mannen en vrouwen : en in ver/cheyde kamers oft kabinetten, velerley byfonderheden, daer van d’aen-fienlijckfte fijn eenen kandelaer van amber, een dom van peerlemoer en goud,met rootmalieer-fel, een tafel, daer op de vertooninge van een ftadt gemaeckt is,geheel van verfcheydenkofte-lijcke fteenen, in plaets van koleuren j een kabinet van verfcheyden fteenen, als jafpis, marmor, lapis en andere, met verfcheyden groote topa-fen, efmerauden, en ander inge/ètte fteenen, be-halven menichte koftelijcke fteenen die ’er in ftjn : een kabinet daer in men een aerdkloot fiet, daer van de diameter viervoeten groot is s en oock een groote fphere, roodt gefchildert en vergult met haer circkels, polen der werelt, zo-diacus, ende beweginge der Planeten, gemaekt volgens d’oude ftellingvan Purbach : en op de muuren van de kamer gefchildert den heelen Stact van den Hertogh , in ’t byfonder vertoont; voorts twee kleyne wapenfalen, daermen de wapenen van verfcheyden groote Princen fiet, foo oude als jonge, onder andere die van Karei de Groot, en Roeland, en eenige degens van den Koning Henrick de Groot : eenen Perfiaen in zijn 'volle wapen van fchelpen, opeen verciert paert ,• noch veel wapenen van verfcheyde volc-keren, byfonder van de Turcken, wiens fabels menfietinfclieeden bedeckt met efmerauden, en robynen , oft eenige andere fborten van ftee-ne»; oock haere meffen, daer van de fcheeden van eenige met diamanten gedeckt fijn, behal-’ ven verfcheyden van haer paerts falen. Noch fijnder eenige kleyne ftuckskens gefchut, op een ongewoone manier gemaeckt, en, onder andere wapenen , een fpriet, diemen in dryen vouwen, en onder den mantel dragen kan , doch op een oogenblick herftellen , uie op feecker manier aenroerende. De groote wapenfalen fijn in ’t Fort, daer in ontrent voor 80000 mannen wapenen fijn : maer dat alle andere dingen inrijck-dom te boven gaet, is het goudt en filverwerck van den grooten Hertogh, fijnde vanonwaer-deerlijcken prijs. Voor dit paleys fietmen op de plaets een feer fchoone fonteyne, met veel beelden verciert. I ’t Ander paleys, daer den Prins hem in onthoudt, is dat van Pitti, vol verfcheyden wercken |
A N E. van den fchoonften marmor, verciert met veel konftige fchilderyen, en feer fchoone hoven, fonteynen , en boskens, feer vermàeckelijck te aenfien. Men gaet van ’t een van defè paleyfen in ’t ander door een feer lange corridor, oft gael- y derye boven overdeckt, gemaeckt door den groot Hertogh Cofme 5 by S. Marco fietmen de ftal van den Hertogh, alwaer hy doet voeden ' leeuwen, tygers , luypaers, beeren, en ander vreemde dieren ; fijnde in defèlve feer veel koftelijcke paerden : en de koetfèn van delen Prins, gevoeyert met goude laken, met verfcheyden koftelijck cieraet toegemaeckt, en boven al in ’t midden van de overdeckinge der felveiszijn wapen, daer van de groote bollen , geheel van koftelijck gefteente gemaeckt, van feer grooter waerden fijn,foo dat die metverwonderinge aen-gefien werden. De kereken van Florencen fijn oock weerdt Kerckeni $ metyver aengemerekt te werden, maer boven al die van S. Maria del Fiore, oft van de bloem, en die van S. Laurens. D’eerfte, anders de dom ofte groote kerek genoemt, is van buy ten de fchoon-fte van Europa, fijnde gemaeckt van onder een gemengde witte, fwarte, en roode marmor, dat haer een feer fchoon aenfien geeft, is van binnen geplaveyt met marmor, heeft fchoone kapellen, en feer rijeke altaren, dan haer innerlijcke fchóonheydt is niet foo groot als d’uytwendige; men fiet noch met verwonderinge haer welffel in ’t midden, datfe Cupola noemen, feer hoog en groot, boven met eenen vergulden appel, daer van men beneden fijnde, fbude oordeelen dat’er de helft van een kleyn kind niet foude können opftaen, hoewel ’er nochtans plaets is voor 16 perfoonen t’famen. By defe kerek fietmen den koftelijeken marmoren toren, die feer hoogh is, en daer op verfcheyden fchoone beelden ftaen: niet veer van daer is de kerek oft ronde kapel van marmor, die voortijts, fbofe feggen, eenen tempel van Mars geweeftis, geheel met kleynen marmor geplaveyt, met een feer kofte-Jijek doopvat van fteenen van grooter weerden, daer men de kinderen doopt ; en de metalen poorten geheel met verheven beeltwerck, die ia Europa geen weerga hebben. De kerek van Sint Laurens, gebouwt door Cofmus de Medicis,wiens graf in ’t midden ftaet, is oock feer koftelijck ; dan de byftaende kapel, daer de Hertogen altijts doen wercken, gaet in bouwinge te boven alle voornemen der grootfte Princen, zijnde gefchatacht goudemillioenen tekoften, alsfèvoleyndfal zijn, gelijekmenkan oordeelen door de weerde van al de bereyde, en in ’t werek gefielde materialen, en door het ge-daen werek der arbeyts-lieden, dewijle aen de fèlve kapel alreede veel gevoordertis. Daeren-boven fietmendaerveel foorten vanjafpisvan Sicilien en Corfen , fwarte Luyckfe fteen, diefe toetsfteen oft parangon noemen, een föorte van marmor, diemen niet veel vindt, diefe noemen Pietra Pidocebiofa , oft fmet-ftcen, oofterfche aU baft van allerhande koleuren, lapis van Perfia, en eenige andere rare fborten van fteen ; noch de wapenen van de biftchoppelijke fteden van den Staet, alle van verfcheyden foorten van gefteen- ten |
T O S G
ten în plaets van koleüren: en daer by potten met hare bloemen van verlcheyden rare kofte-lijcke fteenen. De graven van de Groot-Herto-gen , worden nii heel van porphyr gemaeckt, met op/chrij vingen van Cafiidonie.
In de kercke S. Crucis van de Conventualen zijn orgelen,daer van’t fatfoen alleen den Groo-ten Hertogh Co/me gekoft heeft 4000 kroo-nen : daer zijn noch verlcheyden andere ïchoo-nekercken. In Florencen zijnfeven-en-twintig gafthuyfen met genoeglaem jaerlijks inkomen, 44 parochiën , daer by rekenende twaelf prieur-fchappen, en 76 (60 mans als vrouwen kloofters, behalven verlcheyden broederlchappen.
Daerenboven is binnen Florence een kalleel en twee Forten met ftercke bolwercken,meer gemaeckt om’t rebelleren des volcks te beletten, als uyt vreefe van vreemde vyanden ; in’t ootten en ’t noorden zijn leer aengename heuvelen, beplant met vruclitboomen, enaen’t wellen een groot pleyn, veertig mijlen lang : is ook rterek tegen den vyandt door verlcheyden deelen van den berg Apennin en door de menichte der in-woonders, die men gelooft dat ontrent 86000 zielen zijn, behalven noch 10000die’erdage-lijcks uyt eninkomen.
De Groot-Hertogh heeft oock verlcheyden andere paleyfen , en vcrmacckelijcke plaetfen buytcn de lladt, als zijnde macr een mijl van Florence ,• Montveturin, gelegen ten halven wege fijner jachtplaets 5 en Artinim, acht mijlen van Florence,- en op den wegh van Pilloye , en even lo verre de Pog^ió Gajano van waer n en kan fien de Heden van Florence, Prato, en Pilloye, en de hoflieden en lullhuylèn van He Florenti-nen, daer by veel landt is, bequaem tot de jaght, en een perek vol heeften ; een plaets Mirgie ge-noemt, in’tmidden van’t bofch, daer men tuf-Ichen twee dalen fiet een ftaende water oft poel, gemaeckt door den Groot Hertogh Franfois, omringt met maftbomen, verrijckt met menichte ingeftelde vilch : boven dien heeftlè aen de zijde van’t pleyn de rivier, de overdeckte wegen en kanalen vol Ihoecken, en allerhande aen-genaeinheyt. By de ftadt Fielble niet veer van Florence, is het vermaerde PratoHn j dàer van ’t gebouw vierkant is, met verlcheyden kamers, behangen met goude en filvere laken , tapyttn, en veel treffelijcke lchilderyen en beelden ; daer oock bedden en tafels van marmot en albaft zijn , en grotten oft holen daer wateren uytko-men, leergcneughlijck, en ververflende dengenen diefeaenfien s wantfe doen voortgaen den godt Pan, jagende voor hem fijn vee, en fpelen-de op fijn fluyt, op welck geluyt eenige vogelen, fittende op de boomen, haerftem doenklinc-ken ; men fiet oock Hercules, vechtende met fijn knots tegen het monfter,dat tegen hem veel water uytlpout; oock eenen dolfijn die op’t water fwemt, dragende een naeckte vrouw. Men fiet in een andere Ipelonck Vulcaen, met fijn Cyclops, arbeydende aen de fmifte, en by de trappen, daer langs men afgaet in dele holen, Pan, die opftaet in ’t aenkomen des volcks, ftellende fijn fluyt aenden mont en Ipelende, als hem verblijdende over hacr komft: De muuren van de grot-
Jtalicn.
^aßeel.
Lußhfiy-fin.
frAteün.
A N Eó nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ï7^
ten zijn gernaekt op de manier van rotlen j ge-mengt’met verfcheyden peerlen , lchelpen , en ftucken korael j behalven meer andere metalen en marmoren vercierfels , de af-beeldingen det dieren , haer verroerende door middel van ’t water , en het plaveyfel gemaeckt van kleyne fteen-kens van verlcheyden koleur* Men fiet daer ook een lang pat, met veel kleyne waterbuylèn aen alle zijden : daer nae klimt men op den bergh Parnaftus,daer de negen Mufen met Apollo doen hooren ’t geluyt van haer inftrumenten door toedoen van’t water,- daer ontrent hoort men oock den fang van verfcheyde vogelen, zijnde in een groote vogelkoy. Daer nae komt men aen de tuyn, metlchoone effen beplantingen van palm, en vivers verciert, en defpelonck van Cupido met fijn metalen beeldt, houdende een toorts, uyt de welcke water komt, in plaets van vyer ; een fchoone kapel in ’t midden van een bosken, vol van verlcheyden vercierfels; een groot colofte oft beelt, dat alle dele wateren van den bergh Apennin ontfangt, enaen alled’an-der wereken verdeelt : daer nae is ’er eenen won-derlijcken doolhof, en over d’ander zijde op een hooghte eenen lupiter vanraarmor, die water uytfchietjn plaets van blixem.
D’andere paleyfen en fpeelhuylèn van den Prins, fijn ’t Paleys by de riviere Sa)'ay)e-:^^e, met Saraveztf, een aengename Vjffcherye , en de zee, diediie mijlen van daer is, en een groote menichte van alle loorten van beeilen tot S. Allu^io in de duy-nen; het vermakelijckpaleys tPAwbroßancgo-' bouwt in de Arne en de Pele, in ’t midden van de jaght, en de plaets genoemt de viftcheryen, lès mijlen van d’Ambrofiane eh Cerreto, met de jaght der gey ten, wilde fwijnen, enhafen ; en de Ipeelhuyfen van de Petraia en Caftello, daer van ’tlaetfte des winters bequaem is, als zijnde be-^hutvan den noorden wint, door den hoogen bergh Murello : noch is’er Montepaldi in’t dal van Pefa, en het Paleys gebouwt in de Alpen van Protomagno, dat lèer koel en acngenaem is in ’t midden van de grootfte hitte, daer by is een kleyn rivierken vol vorens, en bequacmheyt om met jagen fich te verluftigen.
Den Staet van Florence, vervattende dien van Pifa, begrijpt behalven Florence de lieden en Bifdommen van Pifa, (dat ook een Aertzbildom is, gelijck Florence,) Pifloyefiortene) Volter^ rcj Mwt^PiAcian, de lladt S.' Sepulchro, Citta delSo/e, Colle, en Fie/ole, daer van de twee laetfte in ftecli-ten ftaetzijn.
Den Staet van Siene begrijpt de Heden van SienCj Afont-Alcint Pier,^e, Majfe, Grojfeto j Soaw en Chiiiß boven wclcke Heden in den Staet van Flo-renie en Siene verfcheyde goede Heden , en vermaerde plaetfen zijn, die ickgoetvinde te vermengen , nae haer gelegenheyt met de Bil-dommen, aengefien ick die alreede onderlchey-den hebbe.
Ick lal dan eerftelijck belchrijven de plaetfen gelegen by den oever, oft niet verre daer af, beginnende van de riviere de Magre , die Ligurien ende kulle van Genoua van Tolcanenlcheyt. Nae dat men de vervallene overblijffelen van de oude HadtLzzwü voorby is,waer nahetbygelegen
X X X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;landt
-ocr page 229-174 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TOS
landt Lunigtane genoemt werdt, vindtmen Majfèf en Carrare, fteden van den Prins van Maffe, en eenige andere landen onder den Marquis van 'Makjpine, en Zar'^^aWi toebehoorende aen die van life. Genoua. Daer by, ontrent vier mijlen van de zee, leytd’oude ftadtPilè, behoudende noch haren naem , daer de rivier d’Arne doorloopt, over de welche drie bruggen liggen, daer van d’oude drie bogen heeft, die van de Elpine vier, en die van de zee vijf. Haer treffelijcke en wel-gelchickte Univerfiteyt maecktfe vermaert, als oock d’inftellinge van de voornaemfte woonin-ge van de order der Ridders van S. Steven, en de fonderlinge deught van de lemmers der poenjaerden. Onder d’aenfienlijkfte dingen fiet men aldaer de kercke van S, Steven voor de Ridders van den felven naem , vol Turcklche vaen-dels, galey-lanteerens , en vercierfels van ga-\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;leyen, noch verrijckt met marmoren trappen j
daerby het Paleys van de Ridders, met verlchey-den fchoone huylèn van de fèlve ; de Dom-kerc-ke is verciert met lchoone pilaren , en verfchey-den marmore, en andere koftelijcke fteenen j maer boven al met den heyligen doorn , die aen geen plaets het kriftalijnen vat, daerle in is, aenraeckt s den wonderlijcken toorn pnetfeven verhoogingen , die fchijnt over te hangen, hoewel die recht en wel verfekert is j il Campo Santo , of het heyligh velt, daer de beenderen in 24 uuren verteeren j hetkafteel met zijn bolwerc-ken, ende riviere die daer om is j ^tkanaeldat van Pifetot Livornegaet, gemaeckt federt 3 y oft 40 jaerJ de ftudie, diele Schola delieLegi, dat is, ßhole der Wetten noemen ; ’t collegie der Wijs-hey t, waer op de lcholieren, onderhouden van den Grooten Hertogh , woonen , diele de kolt, maer geen kleederen geeft, en verforgt datle gedient worden , daer haer de meefters in alle we-tenlchappen onderwijfen ; het collegie Ferd?^ nand, voor de fcholieren van den Staet des Groot-Hertoghs, onderhouden door de fteden; het collegie van Montpulcian 3 gebouwt door den Cardinael van den felven naem,en Aertzbilfchop van Pife, voor de lcholieren van Montpulcian 3 die den koft gegeven werdt, en lijn gedient ; behal-ven ’t nene datfe Putean noemen , daer de lcho-lieren van den Staet des Hertoghs van Savoyen zijn, onderhouden door derenten naergelaten door den lèlven Aertzbilfchop van Pile. By Pile lietmen la Derrucola di Pifa^ op eenen bergh, daer voortijtseenFortgebouwt was, datgeruineert is ; en vier mijlen van Pife, naer Li vorne, lietmen Sint Pieters kerck , daer op eenen fteen drie droppelen bloets vanS. Pieter zijn. De Groot-Hertogen hebben door alle middelen getracht Pile wederom bewoont te maken, foo door de Ridders,als de vermaertfte Leeraers,diefe aldaer in de Univerfiteyt doen komen, door groote ga-gien en giften, allbo ’t een groote en lchoone ftadt is, niet lêervoickrijck, dewijl den ouden Adel nu meeft te Palerme woont.
Van dele ftad komt men,door een kanael van Liyortii. feftien mij len, tot Livorne, voortij ts Port Liburnie genoemt, en van Ibmmige gehouden voor het Labron van Cicero, en niet recht van eenige Ligorne genoemt, aengefien d’Italianen die Li^
CANE.
Tporno noemen. Sy was voortijts maer een önge-lont dorp, door oorfaeck van de verdorven Itil-ftaende wateren, en moeralfen daer by gelegen, tot de tijden van de Groot-Hertogen Franfois en Ferdinand, die de lelve met muuren omringden , makende breede en rechte ftraten naer haer believen, en met Ichoone huylèn vercier-den, bynae al gelchildert van buyten, en leer aengenaem van binnen ,• en met een fchoone kerck,daer van ’t verwelflèl van een uytnemende Konftenaer gelchildamp;rt is, en met veel gout verciert. De ftadt is met vijf bolwercken en met twee Forten gefterckt, ’t een aen de zijde van de haven , en ’t ander aen die van Pile, met ontrent feftich ftucken gefchut, behalven den grooten marmoren toorn, die het inkomen belet. Den Hertogh heeft daer fijn Iblders, om’t koren te lolfendat over zee komt, om zijn onderdanen te Ipijfen. By de ftadtfijn oock falinen oft Ibudt-plaetlèn gemaeckt. In de groote haven is een leer fchoon fteenen hooft op ’t vlack : maer ’t ander binnen de haven, die maer tot een ver-treck voor de galeyen dient,heeft lbo nauwen ingang,datter maer een lchip felFens in kan komen. Aengaende de locht, den Hertogh Ferdinand heeft de felve beter gemaeckt, opdroogende eenige moeralfen, en leydende het water van d’andere in ’t kanael dat tot Pile kom t:loo dat Livorne nu gehouden wort voor de fterckfte ftadt van Italien, en haer haven voor een van de befte; derhalven de kooplieden van alle plaetfen daer aenkomen, want men liet daer gewoonlijck volk van alle natiën, behalven de Ibidaten van het guarnifoen, en het Icheepsvolck, en twee oft drie duyfent Haven.
Daer na komt men , gaende langs den oever, tot Plombin, in Italiaens, Piumbino, een ftadt gebouwt van de overblij fielen van het oude Popu-lonie, gelegen drie mijlen van daer, toebehoorende eertijts ’tHuys van de Appians, dan is nu in de macht des Konings van Spanjen; dieniet veer van daer,Iangs de kuft,befit de havenen van Telamone, Porto Erccle, en Orbetello.
Dan eer men tot Telamone komt,vintmen de ftadt van Groffeto, in de moeralfen van Siene, gehouden voor ’t Rojetum van Antoninus, liggende niet veer van de zee, op de riviere Ombrone ; daer nad lijnde gepalfeert Orbetello , en Porto Hercule komtmen aen de riviere Pelcia, die ’t oude Etru-rie bepaelde, volgens Strabo,en nu de moeralfen van Siene, die aen de rivier Cor'tgt;ia by CampigUa beginnen , haer uytftreckende tot aen de Pelcie, oock een oude grenfe van het Patrimonie van S. Pieter.
Ick keere nu tot het binnenfte van het landt. Beginnende wederom aen de riviere de Magre, vint men Vilaterre, een van de Marquilaetlchap-pen van den Grooten Hertogh, voortijts toebehoorende ’t Huys Malefpine, met eenige andere landen, by de welcke de ftadt Pontremoliis, gelegen by den oorlprong van de Magre, toebehoorende den Koning van Spanjen, en gevoeght by fijnen Staet van Lombardyen; daer na deftadt Pietra Santa, gelegen daer voortijdts het bosken van Peronia was ; noch Carfagnane, onder den Hertogh van Modena ; Grignan, en eenige andere
T o s C plaetfen onder de Marquiïèn van Malefpine ; en Luca, een afgefcheyden Republijcke, daer van een byfondere befclirijvinge volght. ^ißoia. De plaetfen van Luca tot Florence, daer onder begrepen, dieaen de fijde vandengrooten wcgh liggen, fijn Piftoye, in haViacnsP^hia ge-noemt, en voortijdts Pifloria, en Piflorium, gelegen in een pleyn, vermaert door de tweedracht der Witte en S warte, der Canceliers en Pan^adi-ces, is met een goet kafteel gefterckt ,• en in de kerck van S. lacob is eenen altaer bedeckt met filvere vergulde platen , 'noch twintigh lampen, van de felve ftof ; en in de kerck Humilia -, de ge-heele conterfeytïels van de Paufen,Leo de X, en Clement de V11 i en van Cofinus en Alexander, Hertogen van Florence. Het Pleyn, groot twintigh mijlen, tufichendefè plaets en Florence, is lbo overvloedig in alle ïborten van vruchten, en aen alle fijden verrijckt met fteden, vlecken, dorpen, hoflieden,paleyfen, en Ipeelhuyfen, dat men der 44000 foodanige telt. By Piftoye fietmen Summano, SerraTfalUj Monte-catino j enMontmerloj maer boven al , een jfchoone fhadt, gerekent voor een van devier voornaemfte van Italien , die neen Bildommen fijn, volgens het ïpreekwoordt : Barkttain Pugliat Fabriano nel/a Marca Croma in Lombardia, Prato in Lofiana : men bewaert daer den gordel van de heylige Moeder Maget ,• en men prijft leer het brood datfe aldaer hebben,om dat ’et foo wit als fneeuwis. Twintigh mijlen van Pifioye is Florence , daer van wy genoeghiaem gelproken hebben. Niet veer van Florence fict men op eenen heuvel van den bergh Apennin d’overblijfielen van de oude ftadt Fie/ole, wel-eer PefitU j en Fefula ge-npemt, de woonplaets van de oude teeckenbe-duyders, en v/aerfeggers vanTofcanen, voortijts foo machtigh, dat Stilicon, Veltoverfte van den Keyfer Honorius, meeft door hulpe van hare in-woonders overwan Rhadagailè,Koning der Gotten , daer van hy ’er racer als hondert duylènt op . de plaets verfloegh ; dan de hoflieden, Ipeelhuy-fen, en tuynen van de heeren en borgeren van Florence bedecken nu den heuvel , daer dele Iladt op gelegen was,als oock vericheyden kerc-ken en kloofters, daer van het voornaemfle is de treffelijcke Abdye van Fiefole, en niet tegen-ftaende defe plaets open en verwoed is, behout-fe nochtans den naem van een fladt en Bildom. Daer by fietraen devaleye van Mugelloy vermaert door den Rechtsgeleerden Dinus Mugel-lanus,en hare fchoonheyt, vermeerdert door de vlecken, dorpen en Ipeelhuyfen die daer veel fijn. De riviere Seve, die van den bergh Apennin komt, en in de Arne vloeyt, paffeertdoor ’t midden van dele valeye. Ontrent lèllien mijlen van Florence, is de ftadt Scarpcria, vermaert door de Icheeren, meflen, en diergelijcke dingen die al-gemaeckt werden ; noch is ’er Nicolo, die geacht is, om datfe vromelijck weder/laen heeft de belegeringe van Nicolo Picinino , en over d’an-der fijde van den Apennin in Romanien van Florencen Maraldi, en CittadelSole, oft de ftadt van de Son,gebouwt door den Grooten Hertogh Cofme. Maer over dees fijde van den Apennin Italien. |
ANE. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i7i komt men daer nae inhet Cafentin, ecnuytge-ftreckt landt tuftchen de beke van de Duccarien, en de riviere d’Arne, tot aen de palen van de landouw van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J en vijftien mijlen van Florence, by de Arne is Incifi , geboorteplaets van den Poëet Petrarcha, en het 'Val d'Arne, uytnemen-de fchoon, en vol fchoone hoven, met de fteden van Ficbino,en S.Ian vermaert door deTrebiaenlc wijnen. Noch fiet mendaer op de hooge bergen ’t kloofter van Lalombreaje, daer d’ordre van dien naem begonnen is ,• en op eenen anderen bergh het kloofter Camaldoli. Maer in het afgaen fiet mende riviere d'Archiano, die in de Arne vloeyt by de ftadt van Bibiene, gelegen op eenen bergh, en Iaeger dan de ftadt Are^^o, daer van d’inwoon-ders Aretinen genocmt werden ; en hooger naer het noorden, by het Hertoghdom van Vrbin, de ftadt Borgo S. Sepokro, oft vleck van ’t heyligh Graf, gelegen in Ombrien, dan toebehoorende defen Prince. Maer gepafteert fijnde de beke vanPiftilion, die in de Arne vloeyt, en opklimmende de moeyelijcke bergen langs defe bekè, vint men Ay'ernia,een devote plaets, daer S. François gccert wierdt door iefus Chriftus, met de teeckenen van de heylige nagelen, door de kerc-kelijke per/bonen in hetLatijny?z£w^7flt;?genoemr. Gaende door de valeye Pefeia, alfoo genoemt nae de rivier diele bevochtight, vint men Laflra, Monte Lapo, Sambiica, en eenige andere plaetfen, en daer nae de fteden Fmpoli, en S. Miniato , Caßel Fiorentino, Certaldo, het Vaderlandtvan Bocacius : noch Peggibon'^ii by de beke Staggia, en de frontie-ren van het Sienenlbr gebiedt ; 5. Geminian, een goede ftadt in Tolcane,verciert met eenige kerc-ken en paleylbn , en vermaert door haer goede Torbiaenfe wijnen ,• en de ftadt Co//^. •' Gaendevoordernaerhetweftenvint mende oude ftadt , voortijdts Fb/wre genoemt, Foitem; gebouwt op eenen bejgh, en omringt met muu-ren van gehouwen fteenen, die meeft Fes yoeten lang zijn, met vijf poorten, en voor yder van de lèlve een lchoone fonteyn , boven twee andere groote fonteynen , die in de ftadt zijn, met ver-Icheyden oude, heele en gebroken marmoren beelden, met opfchriften.Het omliggende landt is leer vruchtbaer, heeft eenige metalen, folfer-aderen, gefonde wateren, en lèeckere fwarte fteen , bequaem om lchoone wereken te maken, oock verlcheyden foorten van albaft. Sijnde gepafteert de riviere de Cecine, komt men aen d-e ftadt Ripamaraniia,omringt met muu-ren door die van Volterre,- en (jrie mijlen van daer, op eenen bergh Labiano,dâer men feer veel vitriol vindt: en gaende van Volterre naer Siena komt men aen het nieuw kafteel van S. Geminian, en Colle di ipaldi Flfa, daer door hulp van de riviere Elfe veel goedt papier gemaeckt werdt j daer nae zijn de palen van Florence en Siena; de ftereke phets Sillano, en de ftadtS. Arma^^io, buy ten de welcke men een lchoon vrouwen-klooftcr fiet, met leer aengename hoven , daer het water lbo overvloedelijck uytkomt, dat het lchijnt een rivier te we*len. Van hetlandt van Volterre komt men in de zeeplaetlen van het Sienenfer gebiedt, genoemt Maremma di SienajoFt mperalTen van Siena,begin- Y y y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nende |
a-Lenehi
Camoui
^ûtraa^a. Q S.'Rrâ^bo
” nbsp;s ar hallo
43
Il Saluadon quot;
^iparheUa.
•éabari
Gainoli
Ziûchiatw
'Pietra, r^i
CampUM
Ltbtaito
,4
Paaaia Mi\eria3e ^.alta ''
' ^-Cnuovo . afl^iecioli
'Ponzarw
Colli
C^oli
C- wiovaj
aLeeaa
Ge^alca
-JVTonta-g^iïuola
^.^iÂiconalah'
M.IÛino
S. l.omi'O
fpetrlvala
*Pari
'Prata
Saßa fariina
%V.. ,K OLalal^
co^okliu.o'^'^-ji^ .;^^ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t •' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nuazzuolo
C. HttOVO
■ola O
• 'Rj^ojnano
O
Le Serre
O «
Patnetella
Luaianatuî
ChwJ»^’^
:rC.Venlelb- quot;quot;
V
Luel^na
S.
C. nuavo
^^ß^fHone .tretuw
Cortona^
'Rof^ette.
La. Pterla.
7ietra ntola.
l.aqo -dt
quot;jûoalo’y^’ ïorrita.,
CHanetaaa
'^jSChioli
i Papulahia. ' de/b'iilt
'P^ltiana
*iènri
K. Oraiale
Cotone
C.Vtta.
'P!’ rc-an, ÇoCn
=- Jt Proeehto
^^quot;^artntchc.
iScoLl Ji. m^Ji^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
Talamaiu-.~ vedhia
Î Ci^^ltOJU hlahano !ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’Si
'P. a 'rValiano
revuqiA
Pcrujg-ia.
ofctano
Campi^ha
Sarto
^etona Cijvroe,,^,/^, ç 'a/liatiuneelle
C.dt PtOlV
Carmaeala
ß^iT^ilutno
Montag; ßathS
S. Ct^ciana
3Ûata. 'biaôTiitano J
LtTJUH^
't^nana
'Raniltia monte
. - ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sfarzesea
'Proaana
S arana
Levait
datera».
T.
■gt;t.
StCaratio ®
O
Orme to
I
C‘ Cuifcao’Jo
Cordwliano Q
C^ellacehio
Viterbo
te cia..
Patrimonio
^ttco-raTta
nende aen de rivier Cornia, over dees zijde van Montepulcian, door de Latijnfche genoemt Ato-Souret,haer uytftreckende tot aen de riviere Peß politianus, en over d’ander zijde van de Chiane de c/^, voorby , by den oever, fijnde ontrent lêventigh mijlenlang, maer weynighbewoont door de quade locht. In dit landt is de ftadt Maße, verlcheyden van het ander Maffe van Carrare, die haeren byfon- SÜff4, ändere bieden. deren Prince heeft ; en de ftadt Saturnian by de riviere Albengia J door d’oude ^enocmt Saturnia Colonia j de ftadt van Saone, voortijdts Suana en Soana genoemt, en by de riviere Ombron^ Iflra Campagna-tico J en Paganico ; en voorder gaende na Siena, Montalcino een goede ftadt, door Volaterranum den bernh van Alcinous geheeten, en vermaert om liaer goede wijnen -, niet veer van daer, op eenen bergh,is hetvermaerde kloofter van Mont-Olnet, daer de ordere van de rijcke witte monic-ken begon, die daer nae genoemt zijn, en door heel Italien woonen. Van daer gaet men na Siena,fijnde een Aertz-bifdom, en de hooftftadt van ’t Sienenfer gebiedt, voortijdts Sena genoemt,oPtSenenßs Colonia, bewoont door de Françoyfen van Sens. Defe ftadt is vermaert om haer fchoonheydt, Univer-fiteyt, en vermaerde mannen diele voortgebracht heeft, daer van Eneas Sylvius , oft den Paus Pius de tweede , en de Piccolomini, de be-roemftezijn; is onder de Hertogen van Florence gekomen in het jaer 155)'. Sy heeft een fuy-vere en fubtijle locht, en verfeheyde klare en koele fonteynen, daer van de voornaemfte de Branda is, op de groote plaets van de ftadt. Hare ftraten lijn breet, engeplaveyt met kareel-fteen, op de manier van eenen gebogen ftock ,• met leer hooge lchoone huylèn. De groote kerck, anders de Dom genoemt, gemaeckt met een vierkanten toren , van buy ten met witten en fwarten marmor, gelijck oock het meefte deel van de kerck, kan onder de fchoonfte van Europa gerekent werden j wantfe van hinnen met ge-Ipickelde marmor geplaveyt is, met verfcheyden figueren van het oude Teftament, het welffel is verciert met goude fterren, twee ryen pilaren, op de welcke men onder een galderye, die rondom gaet , liet de marmoren hoofden van de Paulen , en een weynigh leeger die van eenige Keyfers. Daer fijn twaelf metalen Engelen, houdende witte toortlèn , en by dele kerck is de Ichoone kapel van S. Ian. Men fiet oock in defe ftadtdekerck van S. Dominicus, daer men het hooft van Sint Catharine van Siene bewaert: het groote gafthuys rijckelijck gebouwt, met veel perlbonen, geftelt om de fiecken te dienen : het paleys van de Juftitie,oft van de Negen hee-ren , en dat van de Koopmanfehap ; enhetka-ftcel met vijf bolwercken , wel voorlien met gelehnt , en alle andere noodigheden. Dan dele fchoone ftadt heeft het ongeluck, datfe niet wel bewoont is,ten aenfien datfe voor defen geweeft is ,• alloo ick daer verftont van een Edehnan, dat ’er voortijts 70 duylènt mannen waren, maer nu geen twintigh duyfent. Buy ten Siene vindt men de ftadt van Buoncon-yento, by twee rivierkens, de Arbia en de Ombro-ne, diealdaerin een vloeyen, en ter zijden Cm-tella, en in ’t noordooft van Biionconyento, de ftadt ftadt Corïone ; en in ’t ooft van de ïèlve plaets van Biioncon'vento de vermaerde ftadt voortij ts |
Clußum genoemt, oude wooninge van Porlena, Koning van Tolcanen j en in ’t zuyden de ftadt Pienzß) te voren Corßgnan, nu alloo genoemt door den Paus Pius de tweede , om dat hy daer geboren was, ten tijde van de ballingfchap fijns vaders. Van daer fiet men de ftadt S. ßßiirico met’er kafteel op een rots, en de ftadt Radicofani j met haer Fort,daer veel aenlt;Teleo;en is. Van daer gaet men naer Ponte Centino , ’t laetfte van den Staet des Groot-Hertoghs aen die fijde,en ’t begin van ’t landt van de heeren Sforcen , en ’tPatrimoni van S. Pieter, of’t landt van den Paus. De locht van dit lant is bynae overal goet. Hoedanig-BmpNet, en lubtijl, behalven in de moeraften van Siene, daerfe ongelbntis. Daer fijn veel vilch-X/a/7 rijcke rivieren en poelen, en veel fchoone fonteynen , en waterbaden, bequaem tot genefinge der fieckten, daer van de vermaertfte fijn die van Petrioli, S» ^rico, S. Philippe, S. Caßian, en andere van’t lant van Siene en Pile, dienftighom de ongelbntheyt der lever, en andere kranekhe-den te genelèn,dan Ibnderlinge die van S. luliaen tuftchenPila en Luca. Aengaende d’andere wateren, dat van Leccia purgeert leer wel, fijnde gelbuten, en geneeft verlcheyden fieckten ; en by Volterre vindt men een water, dat in vijftien dagen in fteen verandert al dat men daer in werpt s en by Labiaen is een ander water, wiens fmaeck lbo fterek is, dat’er geen heeften van drineken willen, nochtans goedt voor eenige fieckten. Hare ackers,pleynen en dalen fijn leer vrucht-baer van allerley granen, en haer heuvelen met wijngaerden beplant, geven meeft alle leer goede wijnen,. zijnde niet min overvloedighin alle loorten van vruchtboomen, die oock met me-nichte in de velden ftaens maer inlbnderheyt is ’er veel olie van olyven, limoenen, citroenen, kaftanien, eeckelen, vlas, wede oftpaftel, en faf-fraen : behalven het faetomfcharlaken te ver-wen,dat in de Montaniate by Radicofani waft; en de moerbefieboomen, diemen daer overalinfoo groote menichte geplant heeft, dat ’et niet meer noodigh is 400000 kroonen jaerlijeks in Sicilien en Calabrien te fenden , om zijde te koopen. By Volterre vint men velerhande mijnen van fteen, aderen van geele , roode, witte en fwarte aerde,en lèkerekleyne bollekens,groot als erten, van fijn blaeu , feer geacht van de fchilders. Daer zijn oock mijnen van koper, vitriol, en Iblfer j oock by Pile eenige van koper en vitriol, en tot Pietra Santa een üivet mijnein het landt van Volterre fijn oock verlcheyden foorten van albaft, en veel porfir, agaet, calfidoni fteen, en diergelijeke koftelijeke fteenen : het landt van Siene is oock rijekin leer lchoone marmor, inlbnderheyt tot Galdame. / Daer lijn in de bergen en lage waterige landen Piert». groote menichte geyteq, lchapen , koeyen, en verekens 5 de byen geven veel heunigh op de Alpen, en heeft veel tam en wilt gevogelte, behalven de jaght. Flo- |
s I E N E.
17;^
Regeerin^ Florence geniet hedensdaeghs eenige over-vanFio- blijffelen vanhaer oude vryheydt, hebbende gemeynelijck alle de wagiftraetlchap en rege-ringe, foo dat baren StaetenRepublijckege-lijckt als voor delen ; want de Overigbeyt heeft defelve behellinge en ceremoniën , hoewel den Prins de criminele en grootfte faecken ordonneert, aen den welchen de Cancellers en Secreta-rilTen die te kennen geven. In de ftadt zijn achtenveertigb Senateurs oft Raets-heeren,daer van ’er vijf drie maenden in ’t offici den Prins reprefenteren oft vertoonen, hebbende by haer een Auditeur, en een Filcael, dat is te leggen , eenen Procureur oft Advocaet des Hertogs, zijnde aller-opperfte rechters,felfs af-handelende de laken die den Prins aengaen. Daer is de Rote van lès Auditeurs, voor de welche men appelleert oft beroept van de vonnilTen gegeven door de andere rechters j de Magiftraet van de acht, om de misdadigers te doen ftralFen, met baren Auditeur, Secretaris, Canceller, en onder-Cancelier de Magiftraet van de negen, met baren Cancellers den Voorlpreker van de gemeynte, ohder-Cancelier, en andere officiers; hebbende laft den Staet,Sterckten en gebouwen van den Grooten Hertog en der gemeynte t’on-derhouden : de fes over de koopmanlchap ge-ftelt voor de kooplieden, hebbende dickmael elf andere bygevoeghde, zijnde lamen lévenden, van welcher vonnilfen gegeven over ’t betalen, oft niet betalen, men niet kan appelleren ,• het ampt der hooplieden, daer men de laken der lèl-ver handelt,aengaende de wiftèl, en diergelijeke; het ampt van de wolle, beftaende in acht Raets-Iieeren, en drie belchermers, die kennilTe nemen van civile en criminele faken ; het ampt van de lijde, dat oock alloo is ; de officiers van de ver-feeckeringe van’tgelt en andere dingen; de fes officiers van de overvloedigbeydt, genomen uyt het getal der Raets-heeren , die laft hebben de eetwaren te verlorgen ; de acht officiers van de Gïafda, of vet, geftelt over ’t vleelch, vet, olie, en boter, die op prijs ftellende de officiers van de weeskinderen, voor de weduwen en weelèn ; en de officiers en onderhouders van de eerbaer-hey t der ftadt Florence, hebbende laft de vuyle hoeren daeruyt te houden:voorts is te aenmerc-hen, dat in yder van defe officien alcijdts een Ractsheeris. Oock lïjnder in Florence voorftanders der wetten, met volle macht de Magiftraet en ander perlèonen te kaftijden,die tegen de wetten doen; daer is oock een kamer van rekeninge , genoemt Sopra Syndici, oft opperfte Penfionariften, die de rekeningen van alle Rentmeefters des Groot-Hertoghs overlïen ,• noch de Hertogbs, oft Filé caels-kamer, daer men de goederen van de mif-dadigers confilqueert. De Groot Hertogh heeft noch in Florence vier Bewaerders van de gemeyne papieren, door hem felfs verkoren, hebbende in haeren dienft, tothewaringe van de gemeyne aóten, vier Nota-riftèn, daer van d’eene Canceller genoemt is, en d’ander drie , Notariften van de Archiven, met vier medehelpers, en twee Ta'Yoiaccinij die als dienaers oft klercken fijn, om de gefchriften op Italien, |
te foecken ; de vier bewaerders nemen kennifte van alle proceften die tulfchen de Notariften, en byfondere perfoonen voorvallen, om den loon van de inftrumenten en contracten, en wat de lelve aengaet; de Cancelier fchrijft, oft doet lchrijven alle de belluytingen , bevelen, onder-lóeckingen, brieven,en alle de ordonnantiën, en inftellingen van de Magiftraet ; en heeft alle de fleutelen van de papieren der Gemeynte in fijn banden. Men moet aen de felve overgeven de contracten van de doode Notariften ; de Nota-rilTen fijn oock gehouden aldaer te dragen de copyevan de contraChen diefe maken,en werden daer voor van de partyen betaelt ; maer ’t is den Cancelier niet geoorloft,noch d’andere No-tariften, oft medehulpers van de papieren, te geven kopye van defe kopye. En alle de Gemeyn-tenvan den Staet daer gemeyne papieren fijn^ moeten aen de Archive van Florence lenden alle de openbare gelchiiften diele hebben. Buyten Florence hebben alle plaetlèn Recteurs die recht doen, oftPodeftas en Rechters, met haer Cavalier^, Notariften, en Sergeanten; oft Capiteynen met haer Rechters,Cavaliers en ” Notariften; oft Stadthouders, oft Lieutenants met haer Cavaliers, en Notariften : foo dat alle plaetfen buy ten Florence geregeert worden door Podeftas, Lieutenanten, oft Capiteynen. Aengaende de ftadt Pife,die was voortijdts de hooftftadt van een machtige Republijeke, lijnde cerft geregeert door eenènConluloftRaetsbeer, daer nae door Ouderlingen, met een Podefta,en een Capiteyn;en eyndelijck door eenen Hertog; dan eenige der felve gebruyckten fomtijts tyrannie , lbo dat fich de Republijeke in baren eerften ftaet fteldc,tot datfe onder Florence quam.Vgo-lin,een van hare borgers,makende hem Heer van de ftadt,dede hem Grave van Pife noemen, die verjaegbt wert ; en daer nae wederkeerende met hulpe van de Florentinen, wierde ten laetften in de gevanckenilfe geftelt, daer hy in fterf. Daer nae drong Vguzzon de Ia Faggiole hem lèlfin de Heerlchappye; en nae hem lanDonarciati-co, den GraveFaccio, Pietro Gambacorta, lan de l’Agnello, Hertogh van de ftadt gemaeckt, in ’tjaer 13Ó4; Giacomo Appiano,den welcken Ge-rardt zijnen fone fuccedeerde , die de ftadt verkocht aen lan Galeazze Hertogh van Milanen; daer nae ftelde Gabriel zijnen Ibne die weder in handen van de Florentinen voor een groote lomme geit, het welck die van Pile gewaer wier-den, en riepen Pietro Gambacorta wederom, verjagende de Florentinen, en herftelden haer in vryheydt. Dan niet lange daer nae Gambacorta verradende zijn vaderlandt , verkocht het aen de Florentinen, die het behielden tot in’tjaer 1494, als Karei de VIII, Koning van Vranekrijek, fijnde in Italien gekomen , de Pi-lanen wederom in hare vryheydt ftelde, diefe behielden tot in’tjaer 15^09 , in’t welck Lode-wijek de XII, Koning van Vranekrijek , de Venetianen te Chiara d’Adde verwon, en de van Pilànen belegert wierden door de Florentinen, fonder hope van byftandt, lbo datlè de ftadt moeften overgeven ; maer de weerbare mannen trocken meeft alle daer uyt naer Sicilien Z z 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en |
1/8 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S I E en andere plaetlèn om d’onderdanigheydt t’ont-vlieden. Nu is tot Pile eenen ouden Commiffaris, oft Generael, fijnde als Gouverneur , hebbende onder hem eenen Rechter, die fonder zijn verlof geen fententie geven magh. Sy hebben noch een Notaris, genoemt den Cavalier van den Commiflaris, voor de welchen men komt om fchult, want hy macht geeft te beflaen en verpanden j noch twee Notarilïèn, die kennilTe van de mifdaden nemen, met den Rechter en den Commiffaris j en twee Confols van de zee, fijnde Florentinenj en blijven eenjaerinhaerofficie, nemende kenniffe van de faecken der fohippers en kooplieden. Aengaende Siene, niet lang geleden hooft-^egteringe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van ccn hlac 11 tige Republijcke, haer rege- •van Siegle. ringe by onfèn tijdt is bynae foodanigli als diefè hadde ten tijde van hare vryheydt, uytgeno-men dat de Groot-Hertogh daer eenen Gou-^verneuroft Lieutenant generael houdt, gebie-' dende foo over Siene als haren heelen Staet.Dan heeft haer gelaten de Magiftraet van Capiteyn des volcks j de Prioors, Standaert-dragers en Raedts-heeren, met de felve privilegiën, voor-fittinge,gebiedt, en’t felve getal van naevolgers. |
N E trompetten en fluytcn, datfo te voren hadden. In den grooten Raedt, beftaende in verfcheyden borgers,en den Kapiteyn van ’t volk, fijn ook de Prieurs , Standaert-dragers en Raets-heeren van den Kapiteyn des volcks; maer den Gouverneur, die daerprefideert, komt als’t hem belieft, en den Kapiteyn van ’t volck heeft alleen de eet van voor te ftellen aen delen grooten Raedt de laecken daer men van handelen lal. Den felven Kapiteyn van’t volck wort door denGroot-Hcr-togh gekofen, als oock de Standaert-dragers, de Kapiteyn van de juftitie, als prevooft der criminele faken ; de vier Befohermers van den Staet, en de Officiers en Rechters over de koopman-fohap, die op ’t paleys vergaderen, genoemt Mer^ cantiaj oft van de koopmanfchap, als oock doen de Kapiteyn van ’t volck, de Standaert-dragers, en de Raetsheeren.in ’t paleys van de Negen heeren. Den Gouverneur woont in de ftadt,en de Kafteleyn in ’tFort.Den Hertogh kieft oock den gewoonlijcken Rechter van de civile faecken ,• de drie Auditeurs van de Rote, oft Rechters de acht Kapiteynen van den Staet van Siene ,• en de Officiers van de wacht, ten getale van twintigh Borgers. ’ |
't Eylandt
-ocr page 235-’t Eylandt
Créait!. Ylandt, by de Italianen fZZ’^î, by de Lacijniche ïl-va J en van de Grieck-Iche Schrijvers Ethalia genocmt, is gelegen in dcTofcaenfchezeejtuP fchenCorfica en het va-fte lant van Italien,daer ’tonbewoonteylantPal-marola tulTchen is, iè-ven-en-dertigh mijlen van Corfica, en tien van Plombin. Den omgang is veertig oft vijftig mijlen, doch mach eertijts grooter geweeft fijn, ge-merckt Plinius van hondert mijlen lchrijft, De voornaemfte plaetfe is Porto Ferraio, by de Ouden Poftus geheetcn, daer men een feer groote haven fiet,om welcke te verfekeren Cofmus de I, Groot Hertogh van Florencen , deftercke ftadt Cofmopoli gebouwt heeft, wiens omloop fpringt buyten ’t geheel deel van het eylant,dat.van Elba lchijnt af-gefneden te fijn, om dat het maer met een kleynen aerdèn riem daer aen gehecht is. Defe plaetlè heeft drie ftereke Ichanflen, ge-noemtStelfa , Palcone, en l ingtteHa dat de geheele haven bevrijt. Soo dat de behoudenifle van dit eylant in de Porten beftaet, die de Groot-Herto* gen daer hebben doen maken tegen de zee-roo-versjdie’t felve als onwoonbaer maeckten,doen-le onder de Heeren van Plombin was, die haer verblijdden , dat de Hertogen van Florencen dat deel des eylandts bequamen en verfterekten. |
De andere voornaemfte plaetfen van dit eylant fijn Porto Longonoj nu met Franfchen befet, Voltora-jo, Capolirif Capobianco} en S. AndrJ. Dit eylant draeght geen granen oft vruchten, f-Tcedrinig» maer heeft veel yler-mijnen, daer binnen zy oft 30 jaren foo veel yfer weder gegroeyt is,als m”er uyt-gegraven heefti doch men kan in dit eylandt geen ylèrWerck gieten. Hier wort noch aen den voet van eenen berg zeylfteen gevonden, diefe in Italien calamite noemen. Men krijght oock veel marmorfteen uy t den bergh Arco,aen wiens voet mede Iblfer en koper-mijnen fijn j en niet verre Van daer tinne en loode. In’t midden van ’t eylant is een fonteyn, wiens w'ater Waft en valt na dat de dagen lengen oft korten lbo dat op lange dagen A a a a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t felve |
i8o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’£ E Y L A N ’t fèlve water ïommige meulens omdraeyt, en op de kortRe dagen byna heel droogh is. Daer worden oock eenige paerden geteelc, dieomhaer kleynigheyt in weerden fijn. Rijckdom. De Groot-Hertog Co fin us heeft de y/ère mijnen van den Heer de Plombin voor drie duylènt kroonen ’s jaers gekocht,en treckt ’er goedt profijt van. De inwoonderen geneeren haermet me-tael, ylêr, en andere mineralen, als oock met ge-Ibuten vifch, diefe in andere landen verkoopen. Stercite. De Groot-Hertogh houdt in dit eylant ontrent duylènt fôldaten,behalven die van de galeyen,en fijn groot galioen, die dickmaelsin de haven Fer-raio fijn. De Spanjaerts hebben meeftendeel fterck garnilôen in de havep van Longone. Dit eylant behoort aen den Heer van Plombin, die’t van’tRijck verheft. Maer merckende dat hy’t van deTurckenen andereniet machtigh genoeg was te bevryen, heeft het aen den Groo-ten Hertogh, en den Koning van Spanjen gegeven, die ’t lèlve verfterckt hebben. De Heer van Plombin behoudt evenwel eenigh inkomen, en het heerlijck Recht. |
D T ELBA. Aen ’t noordwell van dit eylandt, in de lèlve Andere ej^ iccj fiet men de eylanden Capraja^Gorgona, enM^-lofia ; en in ’t zuydooft GigHo , alle ftaende onder den Grooten Hertogh , behalven Piano fa, welck als verwoefl: en verlaten is. Gorgona heeft anderhalf mijl in den omgang, en een -Sterckte oft fort met Ibmmige toorensj diesgelijcks heeft oock M.dona. Het eylandt Gz^/zooft Lis, van de Griec-ken Ægîilon , en de Latiniften Igilium geheeten , heeft een kleyne ftadt oft Sterckte , daer de inwoonderen vluchten, als de Corfairen komen. Daer is noch de tooien Bellino, en Ibmmige andere. Hairadin Barbarofla dede dit Fort belèhie-ten, vergrämt lijnde op den Heer van Plombin , om dat hy hem een feeckeren jongeling niet begeerde weder te geven. Dit eylant heeft ontrent vijf-en-twintigh mijlen in den omloop, en geeft veel en feer aengenamen wijn. Men fiet noch, niet verre van daer, in de lèlve zee, de kleyne ey-landekens Gianuti, met een goede haven ,• doch Ibnder water en inwoonders: Troja, recht tegen over de Golfe van Plombin,- en igt;lontc Chrißo, by de Griecken Artemifon genoemc. |
j8i
De Republijck
Groette. Luca. V C A,of hét land dér Republijcke van Luca J genoemt door de Italianen Luchefe, light in’t noorden aen het deel van Carfagnane, dat onder den Hertog van Modena is, en de den Grooten Hertog; in ’t weften aen den S taet van den Prins van Maf. fe,en de Tofoaenfo zee : in ’t zuyden aen ’t landt van Pila, onder dén Grooten Hertog : en in het ooflen aen’t meir Bz^wh'wz?, de Pefcia yCn’tiandt van Piftoye, onder den felven Prins. De lengte van defon Staet is i myleh , eh de breettezy, ja veel meer, mét de uy tgefpréyde déelen. Dé hooftftadt is Luca , foo genoemt door d’oudeGrieckfoheen Latijnfohe, endoor de jonge Italiaenfo Luccais gelegen in Tofoane by de riviere Serchio, wiens eenén arm daer voor-by loopt, dié tién korenraeulens doet malen, en een van buskruyt. Zy heeft drie mylen omgaens, en fohoonén diepe grachten, en elf bolwercken bekleet met kareel-fleen, evén groot gemaeckt, tnethaer befohutfols, fodcre hetjaer idio, als ly de oude müüren nederwierpen. Defo bolwercken zyn genoemt S. Maria, S. Paulin, S. Donat, S. Croce, S. Frédian, den Baftaerd, S. Piéter, dé Vryheyfe, S. Marten, S. Regolo, en S. Colum-bauj zyn voorfieh mét gefohutdaer van de vuurgaten geflotén zyn,en gereed om op ’t eerfle gerucht geopent te werden 5 voortsis dengehee-len omgang geflerkt met een wonderli j ke hooch-te van aerde, befohaduwt met Popelierböomen, op Wélcke , lbo de vremdelingen j als die van de fladt vryelijck mogen wandelen tot aller uren, gaende rondom de folve, fonder dat het de Regeerders defor Republijke verbieden, gelijk men byna in alle andere veel aengelegen plaetfon doét. Zy heeft drie poorten, de een genoemt S.Pieter, d’ander S.Donat, en de derde S.Marie. Haer flraten zyn byna geplaveyt gelijk die van Florence, met Vierkante breede fleenén, die de fladt fchoon houden. Daer zyn verfoheyde wel verforghde kerken, hebbende haer mulijck, byfonder de oppérflé van S. Marten, of dén Dom , daermen het aen-fohyn liet van onfon Heer lefus Chriflus , gemaeckt door een hemelfohe hand, en uy terma-ten wel geflelt op ’t beelt van den félvén, ge-fneden door Nicodemus, terwyl hy overdacht hoe hy dit hooft foumaken, ömlijnwerekte Volbrengen ; dit hooft vertoont den Salighma-ker des wcrelts, als vérs aen het kruys gehangen, levende, cn noch niet bleek, met kaflanje ko-léur hayr, én eenen gekloven baert van de folve koleur 5 fijn lichaem is bedekt met cenen fyden rock, met purpur koleure mouwen, met gouden Mieïti |
borduurfel eh franieh van den navel af tot bene-den toe ; hy heeft op’t hooft eeh gouden kroort, en daer op dele t^ee letters a en n, Alpha eh Omega : en men liet hem hangen met lilveren Icho'enen, gedeckt met gouden platen. Den Biflchop, wiëns ftoel in dele kerek is, heeft het gebruyck van AertsbilTchoplijk cieraet, als het kruys en ’t Pallium^ en de Canoniken mögen violette kappen eh mozzetten dragen, en witte ly-demyters gelijckde Cardinalen,- jafelfdeBiL fchop en de Canonicken flaen onder niemant dan den Paus. In de kerck S. CroCe ftaét oock een gouden kruys, gcwaerdeertop vyftien duyfent krooneri, door dié van Pile eertijdts verpant aen die van Luca, fonder dat’er daer nae vermaent is van dat weder te lofleh ; en in de kérck S. Fredian, het Graf-fohrift van Richard Koning van Engelant, teLuca geftorven, als hy naer Romen ging. Het Paleys van de Republijckis oock Ichoon om aen te fien , daer in den Gonfalonier ofte Standaert-drager , ende Ouderlingen woönen, gedurende hare bediening, als ook de Cancelier, Griffier, eh eenige andere; en op de plaets zyn logementen voör hondert Ibldaten die ’t lèlvé beVvaren. Twee, drie, en vier mylen rondom Luca , liet men een groot getal fohoone paleyfen, van hare inwoonders, met rijken huysraet voorliert, daer' van ’t gebouw van eenige met hare hoven, en ander ciéraet, gekoft heeft boven de hondert duyfent kronen. D’andere voornaemfte plaetfon van defe Re-publijeke zyn, aen de lyde van ’t Prinfdom Maf. lê Camajore, een fohoone én flereke fladt, met lA-ontagnofo j en niet verre van daer aen de Tol-caenfozee, de haven van : ly heeft oock noch twee afgefohéyden deelen van haren Stact, ^ï'sCaflillon, met lijn dorpen, gelegen in Carfagnane , by Caflel Nuoygt;o, toebehoorende den Her-togh van Modene, en begrepen onder den naein van Picaria di Caßillon, dat een feer flereke plaets is : eh den kleynen Staet, diefo noemen Vicaria di MinuccianOj gelegen in Luhigiane, niet verre van Fivizzah , en by den bergh Apennin gt;nbsp;als oock Caflillon dat in ’t zuydwefl van Mzwzccz^^wo light. Die van Luca erkennen den Key for voor haren p^eocrinci overheer, en houden hém voor haren wettelijc-ken befchermèr , leven nochtans op de manier van een vrye Republijcke, alleen geregeertdoor de Edelen, Volgens de wet diefe Martinienne noemen , door de welcke het volck alle ly n authori-tey t verloor : lbo datfo van eenen Staet des volks ofte Démocratie, een Ariftocratie geworden isi Luca heeft tot overften van haer Gemeynté Ccnfaldnùt den genen diefe Gonfalonier noemen, hebbende tot medehulpers negen Heeren , diemen Ouderlingen noemt, voerende den titel van Pxcel^entif-ßme, die verandert worden , gélijk den Gonfalonier,alle twee maenden,geduurende de welcke fy ôp |
BH
Grcÿioa
*l*ujtiana
***X 0
Cfÿtt0
^Rtnzatu}
•^hHaw
Co iliwnte
O CofiataaLt
lt;gt; Cipt^
^Üola
'Vótca.
*Ëar(Jôtc
^lRnerano
'Jpnano
Cafèiana ®
î? Zlrmtioquot; O
Tt^bancila.
o'
Ci^Be i^^aia ^Rantatta
SlJ\.(rman9
Sillcaipuaa
^(19
Com ae marmt ■'} bianat Jdl^^hacaa
Gragvandla.
Chioza.^^\
'fahaichc dd
CaifaoaaiL
? I 0^^ AQfia /atuif moù
Calanunt-
Scidii- cli. nMlM^ üinq^
4-
Cati^liana
Parte del
Latuettlc
OccidexiS-
’P.ik CaitavBé
Calatnoche
Cat^l^
amp;rvinaua
*Ëà Calaoonp
Cah^mam lt;h VaUnatta
'^4
Vofri^a.
^S-Gun*!
a ' S^^acai'ta.
CefTanut
G^tim
Gtictvvt.
^Ctatàli
3,lgt;£^dAi ~~.^iârtatio 0
otGraeo
Piftoielê
'Vouaao
f» ö
I.C.SenataristScMno^e^ ; ^m/la-htnafi.nec ton ^jectui
militum ^ueJem toiù_^t^icte^ 'Jtiulam hanc fDJH, .
O Ombrv^hff
O *liae£i9
LZlu^aU
Cicia»a^ 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Z 'aJ^ia/io
Sdtaeddo^^^^^^
—\. S 'PaMcraâo
O^quot;
Sgt; CaîanihaMa
'PeiiveffMita
S.Ca/aajia
Batvf9
O SJ.aMtv
Atmuc^t
Bientlna
Ife
iSz nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L V op ’t paleyS van de Republijcke wooncn.De ver-kiefinge van delèn Prins , (daer van de verande-ringe met veel ceremonien gefchiet) is dickmael om dat Luca in drie derdendeelen gedeelt is, als S.Paulino J S-Sabador, en S. Maîtino want men Lieft den Prins ofte Gonfalonier van ’t eerfte derden-deel S. Paulino , voor lanuarius en Februarius j daernae neemt men den felven Overften uyt d’ander twee derdendeelen, en daer naer begint men weder. De Gonfalonier draeght eenen /warten boet, eenen rooden karmolynen fluweelen ofte damaften rock, met het fluweelen horent-jen van de felve koleur^ alshy uytgaet,gaen voor hem twee mannen met roode mantels, geboort met wit fatyn,en een kindt dragende het fweerdt van den Viguier ofte ftadthouder, dat naeden Gonfalonier gaet, en een dragende het /weert van den Gonfalonier, dat/yn Zoon, of een van hjn maeg/chap is j het /elve kindt draeght noch een hangende bonnet, achter vaft gemaekt met eenen bandt aen den hals, daer op den Arent van ’t Keyferrijck ftaet, met veel peerlen : daer zyn veel trompetters die voorgaen , alsook de mu/yk van’t Paleys, onderhouden door de Re-publijck , en geacht voorde befte van Italien. Den Hertogh wortgevolght van de Viguiers^ ofte Luytenants, van de vier Rechters, de fes ley ts-lieden Edelmans, van ’t offici van de inkomften, van ’t hof van de koopmanfchap, en ’t offici van d’overvloedigheyt, van twaelf Gonfaloniers, die haer vaendeïs of ftandaerden uyt haer venfters fteken, en den Hertogh vergefel/chappen ; en van ’t offici Buona Garda. D’Ouderlingen dragen rocken met groote /u'arte fluweele ofte damafte mouwen, en ’t horentjen van rood karmo/yn fa-tyn, men neemt’er drie uyt yder derdendeel, en de negen t’/amen maken eenen gebieder, te weten,den oudtften van ’t eerfte derdendeel,die den fegel drie dagen heeft, en daer nae den oudtften van ’t tweede, en dan den oudtften van’r derde; en daer nae weder den eerften, en /bo voort. Cofïcsiiers. Daer zyn oock fes Canceliers, die fonder on-der/cheyd uyt al de derdendeelen geko/èn werden , en blyven altijdts in dienft, /bofe haer wel dragen, zyn den geheelcn dagh op ’t paleys, maer ’s nachts niet dandenprincipaelften en (Icn minften. De/è /chrijven, cnregiftreren alle de dingen van den Staet. Create» De grooten Raedt van de hondert twintigh regeert den heelen Staet, en heeft volkomen heer/chappye over deRepublijkc, af-handelen-de alle de gewichtige faeckem daer is ’er veertien uyt yder derdendeel, blyven eenjaer in dienft, en veranderen in Meert. Zy hebben noch eeneii Kieji»e kleynderen Raedt van /èsendertig, diefesmaen-(Jen in bediening blijven, en kie/en de /èsender-tigh die haer volgen. Defe Raden vergaderen gewoonlijck tweemael ter weeck,dynsdaeghs en vrydaeghs, behalven de extraordinäre dagen j en die niet verfchynen , moeten de boeten beta- . len. officie van d’overvloedigheyt, beftaende vioeelig- in Edellieden , gekofen door den grooten Raet, heeft fijnen Canceller en Tre/brier, diefe Kaffier noemen, uyt oor/aeck van de kafte j de/ê |
C Â. voorfien de ftadt met ùoodigh koren voor leveii jaer, be/brgen dat het broot gebacken wort ; en hebben drie open backers huyfen, daer yder het gaet koopén : maer die in fyn buys broot backt, verbeurt hondert kroonen. Het officie van de geduurige onderhoudinge Officie m van d’eetwaren, beftaet in fes borgers, die oock haeren Canceller en Caffier hébben, die betaelt worden ; de felve befbrgen, dat de rogge, boo-nen, kaftanien , meel , geers, droogeerten, Turek/è boonen, en rijs vergadert werden. Het officie Delf Pntrate, ofte van d’inkomften off de va» der Republijeke, isvali negen Edellieden , daer van uyt yder derdendeel drie geko/ên werden, en dele hebben haeren Canceller en kaffier. Het officie van de goede Wacht der ftadt is van/ès offde va» mannen, die gehouden zyn aen de Héeren van ’t Paleys te brengen alle de namen van de vrém- ßaelt. delingen die in d^e ftadt komen, ’t Ander officie van ’t voorfien van ’t hof del Garda^ is oock van feS offde va» mannen, met een Canceller, maer geen kaffier, die laft hebben over alle de wapenen, en anderé krijgs-faken van de ftadt. Daer is noch het officie de la Grafciaj Bat laft heeft over ’t vlee/ch, vis, en ’t vet, boter, olie en Offide iia» diergelijeke dingen, die het op prijs ftelt. Ook is ’er ’t officie van den Berg van barmhertigheyt, daermen geit op panden haelt, die men weder- offide va» om kan krijgen, betalende vijf ten hondert in 13 maenden. Dit officie beftaet in fes mannen, hértdhejt. over de welcke twee zyn, die macht hebben te nemen, en te geven. Oochhet officie delle diffs'^ ren^Cj ofte van dege/chillen,datde ftrijtfaken van offideva» den Staet, ende faecken van oorlogh verhan-delt ; en defe officiers blyven een jaer in bedie-ning; gelijck die van d’andere officien. Aengaende de /èntentien , daer is het officie öffdeva» van de drie Secretarilfen, die nae haer believen oordeelen met volkomen macht, verge/cl/chapt met den Gonfalonier, /onder datmen van haeré fentcntlen kan appelleren aen den Generalen Raedt, könnende bannen, en verwy/èn tot wat het zy, /bo wel de Edellieden, als andere burgers. Daerenboven is ’er een Podefta oft Stadthou-der, dragende een filveren roede, eenen voet lang, met ’t woordt van de ftadt Libertas en een Panther daer op,die Rechter van de rfii/dadigers is, doch een vreemdeling, en vier andere vreemde Rechters voor de civile /aken, die op ’t paleys woonen , en Rechters van de Rote genoéme worden. In alle plaetfen van haeren Staet hebben/e een Edelman voor Cömmi/faris met een Notaris, ofte twee , dienende voor Griffiers, die volle macht heeft, nemende kenni/fe van alle/aken, oordeelende volgens de wetten van Luca, dié in een feet groot boeck ftaen, dat haer gegeven wordt, in âe Cancelerye van ’t paleys, als men-i /è uyt/ènd ; de /èlve Commi/fari/Ten zyn gehouden te doen marcheren alle ’t krijghsvolck tot byftand van de ftadt, wanneer/è het teecken ofte vaendel van den toren van ’t paleys fien, en dié van d’andere torens, die de dorpen waerfchoult; wen. |
t Koningrijck
ht Koningrijck Napels vervat in zijn omloop 1460 Italiaenfche mijlen , oft ( foo Collenn-tius feydt) 1568 en ftreckt lieh van den ooften naer’t zuyden, over al met de zee omringt, bynaalseen ey-lant, behalven ontrent lyo mijlen tulTchen de opper en neder zee, te weten, van de riviere Aufido, oftOfente, die door den berg Apenninus , en de grenzen van Umbrien en Marca Ancona in de Tyrrheenlche zee loopt, tot daer de rivier Tronto in de Adria-tilche zee valt. Sijn lengte is 450 Italiaenfche mijlen van’t noorden tot het zuyden, oft van den uytgang der riviere Tronto in d’Adriatilche zee, tot Cabo Sparmento. De grootfte breette is iix mijlen tufïchen ’tooften en’tweften, beginnende van’t Cajetaensgebiedt tot den oor-Iprong der voorlèyde riviere Tronto : de minfte breette is twintig mijlen van de Golfe van S. Euphemia by de Tyrrheenlche zee, tot Cabo Scyl-laceo, dat met de lonifche zee belpoelt wort, en naer ’t ooften light. Irovincien. Uh Koningrijck begrijpt de naervolgende provinciën : Van de riviere Aufido, oft Ofente tot de riviere Lyris, nu Gargiliano genoemt, een deel van Latium, dat nu in dryen gedeelt wort, te weten, in Latium eygentlijck löo geheeten, Campanien van Romen, en den ftreeck nelFens de zee, diele Marenna noemen. So dat het deel van eygen oft out Latium , beginnende ontrent Terracinen, aen den mont van Ofenten, en eyn- digende aen Gargiliano , nu ter tijt onder ’tko-ningrijek Napels hoort. TulTchen de Lyris en de Terno light out Carhpanien, nn Terra di La^oro welcke twintigh Aertzbisdommen , enio/Bis-geheeten. Daer nae komt de landouw der Pi-centinen , van de riviere Somo , tot de Silaro, waer van een groot deel hedensdaegs Principa-tus genoemtwort. Voorts volghtLucanien van de riviere Silaro tot Saporis, wiens meefte deel nu Bafilicata heet. Naer Lucanien volght het laut der Brutiorum, ftreckende van dc riviere Sapri tot de cabo Leucopetra in de Siciliaenfehe zee, datlè nu Cabo dell’ armi noemen , daer ’t geberghte Apenninus eyndight, wiens uyterfte hooghte de Ichippers Punta di Tarlo heeten. Dit lant der Bru-tien noemtmennu ter tijt Calabria. Als men van dele caep na het noorden keert, enneftensde ftrant tot aen Tarentum gaet, komtmen in Magna Græcia, nu oock Calabria genoemt. Dan volgt de provincie der Salentinen , gelegen boven den Tarentinlen inham, “’tot acn Cabo di Leuca oft der Salentinen.Van hier naer ’t noorden tot byBrun-dufium, aen de lonilche zee,light het lant eertijts Italien, |
Calabria geheeten, nu wort het met dén ftreeck der Salentinen de provincie der Tarentinen genoemt , en by de Italianen Terra d’Otranto. Tuf. fchen Brundufium en de riviere Ofente, light A-pulia Peucetia, van Ibmmige Etolien geheeten, en ontrent de zeeftrant, Terra di Bari. Dele volght Apulia plana, oft de vlacke , eertijts Daunia, en nu Capitaneatus genoemt, en light tulfchen de rivieren Ofente en Phiterno, oft Fortore, tot darmen voorby Kaep S. Angeli, oft mons Garganus gaet. Vanhier tot de riviere Tronto , en deuy-terfte grenzenvan’tkoningrijck, alsmen door den bergh Apenninum , na de Mare van Ancona reyft, woonen de Frentani, Marucini, Velleni, Precutii en Marfi, die t’famen een provincie maken, nu Abrufe geheeten. Midden in ’t lant light een ander deel dat het pleyn oft vlacke velden aen dele en gene zijde van den Apennin beftaet, by de Ouden Samnium, en hedensdaeshs Fallis Bene-ygt;entana, dat is , de Faky 'Van BeneVenten genoemt, die tachtigh mijlen langhis, en ftreckt tot den oorfprong der riviere Silaris. Alle defc volcke-ren, met de fes voorlèyde , endeArpinen, die aen Bafilicata en Principata palen , worden van de oude Schrijvers londer onderfcheyt Samnites geheeten. Hedensdaegsfijn alle de provinciën onder feven Hedem-begrepen,te weten:Trr4 Laboris,Bafilicatafialabria^ landt Dan Tarenten, den flreeck Dan Bari, Apuliaplana eßt Capitaneatus, en Apfutium. Dele worden van des Konings officieren wederom in twaelf verdeelt, als Terra Laboris,’t Graeffehap Molijfieysvelekde valep van Beneventen vervat, Abru^^o aen defefijde, Abru:^^o aen genefijdejPrincipatusaen deßßjde^cn Prmcipatus aengens fijdefiapitaneatusßafilicataßsflreeck ygt;an BariytUnt '}gt;an 'larentenj Calabria aen defeßjde,en Calabria aengeneßjde. In defe provinciën fijn 1563 fteden , onder domnien getelt worden, meeflendeel van kleyn inkomen: Ibmmigeliggen aen de zeekant, die men de fterckfte houdt, in welcke loldaten ge leyt worden, als men voor eenigen vyant oft inval vreeft : loodanige fijn Pelcariain Abruzzo 5 Befticia en Manfredonia in Bafilicata j Barleta, Tranium, Bifeglia en Monopolis in’t gebiedt van Bari ; Brundufium, Tarentum, cn Gallipolis in het Tarentinle landt; Taranium, Cortona en Rhegium in Calabria; Neapolis en Cajeta 'in Terra Laboris; en in’t midden van’t landt Abruzzo, Civitella. In alle dele fteden, behalven tot Pefcaria, Befticia en Civitella, fijn kafteelen op de oude maniéré gemaeckt, teBrundufien twe'e, te Bari een, niet verre van Puteolis, tot hedenfdaeghlche manier, welch alleen met dat van S. Ermus te Napels, een belegeringe van defentijdt fouden können uytftaen. Cc cc nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ilier |
i
s TATO
I.Ux fonzA
ß A i L 0
-tfceb
ƒ_ 'Pefcbielf
QR.Jtliintt
Golio dl
S'*
NCI
t:
C.k
SorrentS
r.di Captif
Ecôïto
iT di Trcnjiti
' n rett» f./.i Ctiltnivll»
!■ .ltO.t FtreSa
?®£5Ä-äÄ
n9i^.aM
dl Pusçli
.th.,.^ 'ï ’^^T^àîaZ f-”« - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■’■ ‘^“MWWS R««*o -
Ä Terra di Otrarto
'Ra^uji
ità^
ar o
Latirin
Chaiana —
'Pahn^
O
o sldy:
Curibat*
‘ßaha
Principato f [!
CITRA M!
s.
184 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;N A.
Hier fijn weynigh havenen, hoewel dat lôm-mige bayen de Schepen, in tijden van onweer, bergen, doch fijn niet bevrijdt tegen de zeeroo-vcrs, namentlijck de Napolitaenlèn inwijck , de welcke,al is’tdat hy belchermtfchijnt te fijn door een groot gebouw daer in gemaeckt, dient nochtans meer tot een cieraet, als bevryinge der Iche-pen: daerom als ’er een groote llorm oprijft, loo-pen de galeyen naeBajen,waer omtrent de over-blijffelen fijn van dat wonderlijck werck, welck Nero in de zee gemaeckt heeft, die in plaetfevan een haven ftrecken. Defen inwijck noemenfe de Doodezee. De Cajetaenfen inham is mede in plaetfè van een haven, hoewel voor een noorden windt niet befchiit. De haven van Traniura, in het landt Bari, fondehondert galeyen können bergen, indien hy vermaeckt wierde , en de Ta-rentinfo inBafilicata meer,waer hy niet verdopt; op dat, foo men meynt, de Turcken geen gele-gentheydt fouden hebben haer fchepen hier te brengen, omin’t Koningrijck te vallen.
De rivieren van dit koningrijck dragen meefl: fohepen. Onder de welcke fijn de voornaemfte Liris, nu Garÿiano genoemt ,• Vulturous en Lan-dus, in Terra Laboris ; in Bafilicata, Vafontium en Acrifium ; Aufidus oftO/cwfß, in ’t landtfohap Bari-, Phiternus , oftForrore, en Candelorus in Capitanea; luntum oftd’Aternus vanPtolemæus, nu Pefcara, en Sangrus in Abruzzo.
Hier is veel adel : negentien Princen , vijf-en-twintigh Hertogen,feven-en-dertigh Marquifon, vier-en-vijftigh Graven , en over de duyfont Baronnen; andere maecken het getal van defo min-der. Als de folve komen te derven , vervallen haer Heerlijckheden aen den Koning, by fo verre als ’er geen naebloedtverwanten fijn,die door het recht, datfo preigwaticaw [an8:iomm noemen , können fuccedeven , oft de folve erven.
Het jaerlijeks inkomen van dit Koningrijck bedraeght twee millioenen, en vijf-hondert duyfont ducaten, waer onder begrepen worden een niillioen, en twee-hondert duyfont ducaten, die den Koningh alle twee jaren van de Gemeynte gefohoneken worden ; item , een-en-dertigh greynen, die elcken fohoordeen betaelt voor de huysvedinge van het garnifoen , en het penfioen van fommige Edelen , die den Viceroy altijt ver-gefelfchappen ; noch feven greynen voor de torenwachters op de zeekuften, negen om de ftra-ten en wegen te vermaecken, en vijf voor die ten platten lande de wegen van de roovers bevryen.
De Koning van Spanjen houdt gemeynlijck in dit koningrijck vier duyfont voet-knechten , onder verfcheyden Colonellen , en eenen Over-ften , die men Maeflro diCampo noemten eenen Krijghs-rechter, diefe Auditoremheeten : defo foldaten noemenfo il 'Xcr-^o di Napolt. Daer en-bo-ven fijnder foftien hondert Spaenfe voet-knechten tot bewaringe van de kafteclen , fohanlfon en zee-torens, behalven de bevelhebbers, die in de folve plaetfon woonen. De ruyterye befoaet in duyfont curalfiers, wiens Ritmeefters Spanjaer-den en Italianen fijn, en elcke bende heeft feftigh koppen, behalven de Viceroy en Columne, die elck 100 hebben : noch fijnder 45-0 lichte paer-den in vijf benden verdeylt. Buyten defo voet
novenen.
Rivitren,
Mel.
Inlowen.
io.cS^.
knechten en ruyters, moeten 100 heerden noch vijf voet gangers houden, die te lamen 240701 foldaten maecken , gemerekt dat iir’t geheele rijck 4011454 heerden getelt worden. Als de noodt vereyfoht, worden defo in de fteden en plaetfon, van die daer toe gefielt fijn, genoemt, welcke indienfo de Capiteynen niet behagen, wordender fo lange andere voorgeftelt, tot dat de Capiteynen te vreden fijn. Defo, hoewel datfo genoegh gewapent fijn, worden bequaraer gehouden, om een belegeringe en ongemack uy t te ftaen, als om te vechten. De Overfte van defo hebben altijdt haer ordinaris gagie , maer de foldaten alleen, aille gebruyckt worden.
Ontrent dit Koningrijck liggen fos eylanden : T.jlanden. Tremythus by Abruzzo ; Liparis by Calabrien ; Caprea, het grootfte van allen , Nycheta, Pro-chyta , en Ilchia by Terra Laboris : Ifchia was eertijdts Enaria genoemt, en heeft een fterek kafteel tullchen twee landen op een fleenrotfo gebouwt.
Dit landtfohap is op defo manier een Koning- wameeY,e« riickgcworden:Als ontrent het jaerChrifti 1000 deSaracenen dit landt met het eylandt Sicilien ee» Koning-ingenomen hadden, is eenen Tancredus Nor-mannus, door armoede gedwongen, met fijn twee fonen in Italien gekomen, en heeft fijnen dienft tegen deSaracenen aengeboden. Alshy fich daer dan wel gequeten hadde,en deSaracenen uyt Italien en Sicilien verdreven waren, fijn hem en fijn fonen eenige deelen in defo twee landen gegeven. Daer nae werdt Robertus,een van fijn lonen, eerfle Hertogh van Apulien en Calabrien verklaert. Rogerius, foon van Robertus, werdt hier nae eerfte Koning van Napels en Sicilien gemaeckt, welcke twee landen een Koningrijck maecken, dat het Koningrijck van de twee Sicilien genoemt wierdt. Want dat men nu het Koningrijck Napels in Italien heet, wierde doen Sicilien aen defo fijde del Far, oft de Golfe, genoemt; en het eylandt, Sicilien aen gene fijde del Far, oft zee. Maer korts daer nae is’tin twee Koningrijeken gedeylt, en heeft twee Köningen gehadt, waer van den eenen in Italien Koning van Apulien oft Napels geheeten is, en den anderen in ’t eylandt, Koning van Sicilien. Defo twee koningrijeken hebben dikmaels van Heeren verandert. Want in’t koningrijck Napels fijn eerft de Françoyfon uyt Normandien Köningen geweeft: daer nae de Swaven uyt Duytflandt; korts hier nae wederom de Erancoyfon uyt An-golelme; nae defo de Spanjaerden uyt Arrago-nien ,• en ten laetften de Köningen van Caftilien.
De hooftftadt van dit Koningrijck is Napels, daer niet alleen veel edellieden en Princen woonen , maer oock de Stadthouder van den Koning , die men den Viceroy noemt, en verfohey-de Raedts-heeren.
Hier fijn foven groote, oft hooft-officieren van’t Rijck, die by den Koning in den Raedt fit- Kegeering. ten ; aen de rechter zijde fit degroote Conneßabel, de Croate offi-groote Admirael, en de groote Protonotaris : aen de llincker zijde; degroote lafticier, oft Rechter,degroote Kamerling, en degroote Canceller ; aen de voeten , de groote Senefchal. De groote Conneßabel is opperfte van dekrijgh enkrijgsfaecken. Als de Koning hem in
-ocr page 243-
NAP in zyn ampt fielt, geeft hy hem een fweert, en fpreeckt dele woorden : Neemt dit heyligh Jyeeert, daerghy de 'ey and en ygt;an mijn quot;po/ck fielt mede te niet brengen. Degroote lufiicier doet recht in borgerlijeke en halsfaecken, foo dat alle Princen , Hertogen,« Marquifen, Graven, Baronnen, Heeren, en andere, hem, fo veel de rechten belangt, moeten ge-hoorfamen. Syn ftadthouder wordt Reggente della Vicaria genoemt. De groote Admirael heeft bevel en volle macht over alle de faecken ter zee. De groote Kamerling en draeght niet alleen forge voor de perfoon van den Koning, zyn kamer, en kleederen ; maer oock van de renten, tollen, geconfifqueerde goederen , en diergelijeke. Onder hem flaen vele Kamerlingen en Trefb-riers. De groote Protonotaris bewaert alle de brieven en befcheeden die den Koning aengaen, en heeft macht om Notarifïen en Rechters te maken , en baftaerden te legitimeren. Maer de Ca-tholijcken Koning heeft dit aen de Koninglijcke Cancelrye overgefèt. De groote Canceller ichrijft de fècrete brieven van den Koning , fegelt de privilegiën die d’onderdanen van den Koning verkrijgen , en draeght forge voor de Academie, oft hooge Schole. De groote Senefchal, diefe Major Domo, en Maeftro di Cafa, dat is, groot Hof-vneejler noemen, regeert het huys en huysgefin van den Koning , enbeforght defpijfèen kleederen, die tot de hof-houdinge noodigh fijns ftraft mede de fauten die in’t hof gefchieden. Van de AertzbifTchoppen, BifTchoppen, Princen en anderen Adel hebben wy hier voor ge-fproken. Daer fijn fes Raden: de eerfle is van |
ELS. den Viceroy, die men Coïlateraelnoemt, daer men van de gewichtighfte faecken des Koningrijeks handelt, en andere die men hier beroept. Van defèn is de Viceroy’t hooft, en fbmmige Graven AdfèfTeurs oft By-fitters. De tweede is van 5. Clara, foo geheeten van de plaetfè daerfe gehouden wordt. Men noemt hem oock denHeyli-gen. De Prefident en Raedts-heeren van dèfen nemen kennifïe van alle faecken die uyt de Vica-rie daer beroepen worden. De derde is van de Vicarie. Hier gefchiet recht van den Napolitaen-fchenRegent, dieStadthoudervandengrooten lufiicier is, en van vier Doóforen in de Rechten, die alle jaer verandert worden, aen alle de onderdanen des Koningrijeks , die van mindere rechters daer appelleren. De vierde is van deSum-marie. Hier is de Rekenkamer, daer gehandelt wordt van geconfifqueerde, oft verbeurde goederen, inkomen, tollen , enimpofien des Ko^ ningrijeks. Defè beflaet in een Vicaris of Stadt-houder, fes Prefidenten, acht Rentmeefiers, loKlercken oftBoeckhouders , en andere. De vijfde Raedt is van de Admiraliteyt. Hief is de woo-ninge van den Prefident en bewinthebbers ter zee. Defè doen recht, foo in borgerlijeke, als hals-faecken, aen de fchippers en bootsgefellen. De fèfle is van de Munt. Hier wordt gehandelt, fo in civile als criminele faecken, van de munten, gewichten, maten, en diergelijeke, van ’t geheel Koningrijek. De Prefident van de munte is’c hooft van defèn Raedt ; by den welckenfijn de Rekenmeeffers, deAffaeyeur, oft VZaerdeyn, en de Weger met eenige andere. |
Italien.
R E-
der Köningen van beyde de Sicilien, uyt Onuplirio Panvino.
Anacletus de II, en heeft geregeert3Z jaren, en vijf maenden. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1130
y. Rogerius dell, loon vanTancredus, isin’t leven van fij n vader koninggemaeckt, en heeft met hem ontrent 9 jaren geregeert. 1186
1198
Hier nae is ’t Rijck een jaer, en Ibmmige maenden fonder Koning geweeft. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;12:5'4
De Komn-gen Napels, ofie Sicilien aen defe ^eyds de Far. Ladiflaus, foon van Carolus de III, was 28 jaren en 7 maendenKoning. 20. Ioanna de II, folter vanLadiflaus, was 20 jaren Koninginne. |
De Köningen ^an Sicilien aen deje quot;Pan de Far, iiyt het geflacht yan Anjou. xvïii. Ludovicus Valefius, foon van loan-nes Koning in Vranckrijck , Hertog van Anjou, van Ioanna voor een foon aengenomen , is nae haer doodt met den naem alleen twee jaren en twee maenden Koning geweefl. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1382
XX n. Ludovicus de XI, Koning vanVranckrijck , foon van Carolus de VII, is... Koning geweefl.
De Köningen ^an beyde de Sicilien uyt het geflacht l’an Arragon.
|
B R V z z 0 , daer van Men fiet oock in dit landt de groote ruiden eenige ftellen , dat dc van ’t oude Amiterno, een ftadt der Veftinen, en Molilèn, en Principato ultra het meefte deel van hun landt fijn. Dan Abruzzen begrijpt tegen-woordighlijck wat van de contreyen van de gelo, een Marquifaecfchap van de Pinelli ,• CLmella Equicolen , en Marlen , van ’t oude Latium, haer uytftreckende tot over de ander zyde van ’t meir Fucin , oft van Celano , fijn oude palen, waer men Celano , Albi, Magliano, Cefe, Paterno , en eenige apdere plaetfen, gelegen in ’t landt van de Marfen, fiet : en Tagliacozzo, Pe^ rito , Collalto, en die van de Equicolen. Abruzzen is nu verdeylt in Abruzzen over Deylingt. delè, cn over d’ander zyde, dat zy noemen Ci- PxZe« 'van aibrHzxjcn vütr ian-zjdf. Steffi» tinge, en van Brutius, ’t welck beduyt in de tale van Lucanieneen verloopen llaef,als willende te verftaen geven, dat in’tlèlve landt geen verloopen flave woonde ,• begrijpt hedensdaeghs het grootfte deel van het lant der Samniten,onder de welcke verlchcyden de Frentanen, de Carehtinen ofc Caracenen, de Pelignen, Marucinen, Precuti-nen, Veftinen, en Hirpinen geftelt hebben. Het is waer, dat als nu de Hirpinen niet fijn in Abruzzo , daerbynae al die vanonlèn tijdt t’onrecht al de Samniten inftellen: alloo nu het landt van tra, en Vitra, fijnde twee provinciën. Abruzzo over d’ander zyde, genoemt in de fpraecke van’tlandt Abruzzo Vitra, light in’t noorden, weften en noordweften aen den Staet van de Kerck, by de palen van Ancona, het Hertoghdom van Spolete, Sabinen, en’t Campagne van Romen,in ’t zuyden aen Terra di La-voro J in ’t zuydooft aen Abruzzen over dele zyde 5 en in ’t noordweft aen de Adriatifche zee. De Bilfchoplijcke fteden fijn Aquila, dat de hooftftadtdes lantsis, gebouwtvijf mylenvan de ruïnen van Amiterne, en 30 van Sulmone, eerft door de Lombarden, en daer nae door den Keyfer Frederick de 11 met muuren omringt, en gefterckt met een van de befte kafteelen van Italien: Atri, genoemt door Plinius en Mela Adria, ’t landt van de geboorte van den Keyfer Adrianus, volgens Spartianus, een ftadt van de Marucinen, gelegen tuflchen de Plomba, en deVomano: Campli 3 door Leandrum genoemt Camplo, gelegen op’t begin van’trivierkcn Vin-micello, dat in de Viciole vloey t : Ci}gt;ita di Penna, door Ptolemeus Pinna genoemt, daer van d’in-woondersdoor Plinius Pinnenfes geheeten fijn,-gelegen tuftchen dé Tavo en de Sino , vier my-len van de zee : enT^wo, door eenige Terano genoemt , en door Strabo, Ptolemeus, en Plinius Interamnia, hooft-ftadt van de Precotinen, gelegen i z mylen van de zee, op den mont van de Vicciolain Tordino. Italien, |
naem gekomen is van geboort-plaetfe van Saluftius, daer men eenige de A, beteeckenende Ichooneoverblijffelcn van een theatrum fiet, in ’t Griecks ontbloo- eenige tempels , en groote torens. D’ander voornaemfte plaetlen, boven de Bif. fchoplijcke fteden, fijn Ajello, ’t Hertoghdom van den Prince van MalTe; Acumcli, een goede lladt, en wel bewoontj Amatrice, een groote lladt, gelegen beneden den oor/prong van deTfon-to, by den Staet van den Paus -, Albi, een ftadt ent Graeffchap,toebehoorende de Colonnes,by het ftaende water van Celano ; A^e^ano , een ftadt van’t Graeflchap Albi ; Bagno, Barifciano, Borbona, Ceïano, een ftadt cn Graeffehap der Picolomini, by het ftaende water van Celano, voortijdts La-ctisFucinus, liggende aen hetcyndt van Latium, in’t landt van de Marfen , en door Maginus gehouden voor de oude ftadt Cüternum', Colïquot;Aho, en Carapelh, Baronyen, liggende by den Staet van den Paus ; Ci^ita Ducalc, Civita Reale , Ci^ha S. An--äelTrontOj een grootc ftadt, en feer bewoont. met een kafteel. Fa^nano ; Gagliano oft Gajano ; Giulianoyia, een noede ftadt , gebouwt van de ruïnen van die van S. Fabiaen, afgeworpen uyt oorfaeck van haere cjuade locht , door Iulius Hertogh van Atri, op de plaets daer Caflron van Ptolemeus was, en Cafirum no^tum van Plinius, en . Antoninus. LeoneJJa, een groote ftadt, cn leer wel bewoont, by den Staet van den Paus : Lecco, Loreto, een ftadt en Hertoghdom, niet verre van de riviere de Tavo : Luculo, oock een goede ftadt ; Monte Reale', een van de befte fteden van dit lant, gelegen in de contreye van de Veftinen, op den bergh Apennin, beneden dc riviere de Sangro : Mareri, een Graeflchap van de Colonners : Oße-na , Monterio, Paganica, Pi^^olo, Pianella, Rocca di Me^zfi, S. Demitre, S. Steden, Torna in Parte, Tor-toreto , by de riviere Librara; Tagliaco^z^o, een ftadt en Hertoghdom, toebehoorende de Co-lonnen, gebout van de ruïnen van de oude ftadt Carfeoii, by de frontieren van de Staet des Paus : en Tranfacco , gelegen om het ftaende water van Celano. Dit landt heeft een feer goede lucht ; en is be-vochtight met vele rivieren : fijnde uytnemende fterck , foo door de gelegenheydt , als door I-Taedanig. d’inwoonders, en feer vruchtbaer van koren en wijnen j en foo overvloedigh in fafraen , dat d’in- naars. woonderenby Aquila daer voor jaerlijeks over de 40000 ducaten ontfangen j heeft oock veel SS« f» tamme en wilde heeften , byfonderlijck beeren en wolven, cn feer veel vogelen. Abruzzen over dees zyde, paeltin’tnoordt-ooften aen Abruzzen over d’ander zyde; in’t noordt-weften aen de Adriatifche zee ; in ’t zuy- ^verdat den en zuydweften aen het landt van Molile ; in ’t ooften noch aen Abruzzen over d’ander zyde ; en in’t zuydooften een weynigh aenTerra di Lavoro. E ee e Dit |
A B R V Z Z O.
Aertzbip’ fèhoplijcke jleden. -Bijfckop-l^ck£ ße~ dot. ^itdere plaerfcit. Dit landt begrijpt de Aertzbiffclioplijcke fteden van Chieti, en Lanciano. Chieü anders Ciwa di Chieti genoemt, voortijdts Teate, hoóftftadt van de Marucinen, is gelegen op den kant van de riviere Pefcara , wel-eer Alterne, isnuko-ninglijck , naer datfe befeten geweeft is met den tijtel van Graeflehap door Pandolfe Caracciol j daernae door Philips van Vlaenderen, onder den koning Karei den cerften. Lanciano, oft Lan^ tlianOi by avonturen gebouwt door ’t vervallen van Anxianum, een ftadt van de Frentanen, daer nae zyfcliijnt genoemt te fijn (hoewel zy over d’ander zyde de Sare, oft Sangro is, daer Anxia-num over dees zyde was) is gelegen vier mylen van de riviere Sangro, en oockïóo veel van de zee , daer jaerlijeks kooplieden van alleplaetfèn komen op hare merekten van May en Augufius. HareBilfchoplijcke fteden fijnS/cZwöw^jin’tlta-Jiaens door d’oude Latij niche lchrijvers 3ulmo genoemt, en door Ptolemeus Sulmonj lijnde een groote ftadt, wel bewoont, overvloedigh in lchoon water, dat over al vloeyt : is gelegen in ’t landt van de Pelignen, en de geboort-plaet-lè van Ovidius , als nu onderbet Huys van de Borgelèn , hebbende haren Geeftelijcken over-Iten , die hem noemt BilTchop van Valve, om dat alle het omgelegen landt lbo genoemt is ; en CiVita Borrelia, QitBwrella, een kleyne ftadt, niet feer bewoont ; en Qrtcna Amare, door Plinius Ortona c:enoemt, en door Ptolemeus Orton, lt;^e-Itelt door den eerftenin’t landt van de Frentanen,en door den anderen in dat van de Pelignen, en nu vermaert, om datle de plaets is, daer de fchepen van Epiren, Dalmatien en andere gewe-ften aenkomen, brengende koopmanlchappen op de merekten van Lanciano^ |
D’andere voornaemlte plaetlèn van dele provincie, boven de Biffcboplijcke fteden, fijn AgnO'-ne, een groote ftadt by den bergh Mayelle , door eenige Ang/ona genoemt, ja felfsqualijckgenomen voor ’t oude AßiiHonia door Leander, en Ananias, om dat Agona is in ’t landt van de Frentanen , en Aquilonien in dat van de Hirpinen, daer zy erkent is voor Cedogna : Alfidena Marquifaet van ’t Huys van Bucca, genoemt Aufidena door Ptolemeus, die de lèlveplaetftin’tlantvande Caracenen, en hier alleen door my geftelt om haer outheydt, en niet haer grootte: Joa/i,een Graeflchap van den Prins van Rocca Romana, van ’t Huys van Capua. AteJJa,o£t Atiffa, by de riviere de Sangro; Bucchianico, Marquilaetfehap van den Prins van Santo Buono, van ’t Huys van de Caracciols ; Cafore,Caramanico een groote ftadt en wel bewoont : Cafliglione, Cafalin contrado, een vrye ftadt : Caflello di SangrojCelen^a, ofCz7e«i^4,Mar-quiraetfchap:Cz'))zf^Lfy^W/lt;^,een leer ftercke ftadt door bare gelegenheydt, en gebouwt op eenen feer lioogen bergh : Francayilla, by Ortone, daer eenige geftelt hebben te fijn d’oude ftadt Bren--tanum , dan t’onrecht ; Guardiagreli, een goede vrye ftadt: Manupello,Gi'a.c(Ccha.p van ’t Huys van de Colonnes ,• Ortonade Marei-, Palena, Graeflchap van de Prins van Conca , dat de Pelignen fchijnt te vernieuwen in zynen naem , als oock Leto di Pakna, en Geffa Pelcno: Pacentro oft Pacento, Graef-fchap van de Orlins, Pefco Coflan‘;2p, Pefco Ajjèruli, Petturano, Poptdi, een goede ftadt, voerende den tijtel van ’t Hertoghdom van de Cantelmi, door Leander Populo genoemt. Rocca~Valiefcura‘,Scan^ no, S. Valentino, Santo Buono, Prinfdom van de Caracciols; Paranta-pPocco, een vrye ftadt,by de riviere Sangro, en vier mylen van ’t oude Corfiniumi Vrfana-, en Vaflo d'Aimone, oft Guaßo di Arnone, genomen met een gemeyne overeenkominge voor ’t Hifionium van Plinius, en Mela, oPhet Ißonium van Ptolemeus, diefe geftelt heeft in ’t landt van de Frentanen. D’overblijfielen van de vermaerde ftadt van Corfinium, hooftftadt van de Pelignen , fier men oock in dit landt drie mylen van de ftadt Populi, in de velden genoemt van S. Petino, Eenige ge-looven , dat daer maer een kerek van overgebleven is, en eenige weynigh huyfen in de plaets, genoemt S. Petino, dan Leander feght, dat men daer noch andere groote overblijffelen liet. De eylanden van Premiti hpórCn mede onder dele Provincie. De lucht van dit landt is kout, en de top van Hoedanig-den bergh van Maj elle is altijts met fneeuw be-deckt, die dikmaels in dit landt valt,en Ibmwylen het reyfende volck in ’t pleyn, vijf mylen groot, overdeckt en verfmacht, aille hun daer vinden in de dwarrelingen der winden. Al dit landt heeft vele rivieren, enlchoone klare wateren, is ten deele plat, en t^n deelc ker,granen, berghachtigh, maer feer aengenaem, vol dicke boflehen, en groote foreeften, geeft veel koren, rijs, en andere lborten van granen,wijn,olie,veel fruyten, en over al feer goeden fafraen in groeten overvloedt. In’tjaer 1577 vondtmen daer, in den acker van Lietto, een mijne van peck : in de bolTchen is veel venelben, en veel wolven en beeren. Dele Provincie heeft in de ftadt van Chieti Regering, het koninglijeke recht, met haren Viceroy, die de Provincie van Abruzzo over d’ander zyde oock regeert, twee Auditeurs, een Advocaet, en Procureur Filcael, een Secretaris, een Meefter van de Kamer, en een Advocaet, en Procureur van de armen. |
Greett,
fak».
Stede».
Ejlanden.
î^.tpcls.
TERRA DI LAVORO, » eertijdts
CAMPANIA FELIX.
Et landt, dat de Italianen Terra di La^oro noemen, heeft fijnen naem van de vruchtbare Campen oft velden Laborins, gelegen oùtrent Capua, en loopende tot Cuma en Pozzoli ; om dat de volcheren van dat ge-weft, tweemael van de
Romeynen verwonnen en bedorven, dien onge-luchigen naem Capanois verlaten , en dien van Laborins,als min gehaet en bekent,aengenomen hebben : hoewel de gemeyne man meynt, dat defe provincie defen naem heeft, alabore, oft van arbeyt, om datlè heel bequaem is om bearbeyt te worden, oft, omdatk nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;prob\t lab or at ori-
bus/uis, dat is, haer arbeyders, geeft. Maer de
na een van de Sirenen, oft Meerminnen, daer de begrafeniffe noch van geben wordt; daer na Nea^' polis^doLt is,de Niewsoefladtj gebouwt door de Chal-cidenlèn, en Cumanen , ontrent de oude ftadt, daerom geheeten PaUpolis ; waer van men de plaetle noch bet een mijl van de ftadt, niet verre van ’t heerlijck paleys Poggio Reale , gebouwt door Ferdinandus , Koning van Napels. Sommige Griecken hebben/è oock de Muur ytan Phala-^ ris genoemt, om datlè meynden dat Phalaris, de tyran van Sicilien, die gefticht hadde : ja eenige gevenfe den naera van 'tNieusoePlerculesloelt,gciijck of hy de ftichter daer van was.
Sy is aen d’een bjde als omringt van denPaub- sterekfe. lypo,en aengename heuvelen, en aen d’ander bjde van de zee, en verfterckt met gpede en fchoone muuren, bolwercken, toorens, grachten, by-
nae over al 80 voeten diep,en drie kafteelen,waer van het een S. brmus oft Plmus cenoemt is, het an-der ’c nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en het derde 'tJCaßeelde l'Oeuf,
oft het Ey, om bjn fatlben, behalven \KafleelCa^ de Opicesj Aufones, en Cumanen woonden. Het light puan, welch nu ter tijdt dient voor de Raden , en in de lengte neffens de zee, en begint aen gene om recht te doen. Het eerfte hafteel is als een zijde van de riviere Sarne , een hleyn deel van ’t gebiedt der Picentinen j daer men Sorrento en Vico bet ; voorts ftrecht het van gene bjde de riviere Liris, oft Garigliano in’t Nieuw Ladum der
geleerden verwerpen dit gevoelen.
Dit landt begrijpt een groot deel van ’t geen de Ouden Campania FeUx,o(t Geluckigh bieten, daer
Ouden, tot aen Portelle,ontrent Terracine, daer een deel der Volfcen woonden ,• j a ’t fpringt tot in het landt der Samniten, aen de bjde van Abruzzo.
In’t noordt paelt het aen Campania di Roma in den Staet des Paus, als oock aen Abruzzo van gene en dele bjde ,• in ’t weft aen den lelven Staet desPaus, oftKereke, en de Tyrreenfche zee,- in ’t zuyden aen Principato van dele bjde,tot aen de riviere Sarne by de zee ; in ’t ooft aen Principato van gene bjde, en ’t landt Molilb.
Hier fijn vier-en-twintigh fteden, waer onder drie Aertzbifdommen getelt worden, te weten, Napels, Capua, en Sorrento : de andere een-en-twintig bjn Bildommen,als Aquino, Alile,AverIa, Acerra,Calvi,Caferta,Carinola,Cajazz.o,Fondi, Gaeta, ifehia, Mafta, Monte Cabno, Nola, Poz-zuoIo,Sorra,Sefta,Tiano,Telefe,Venafri, en Vico: daer-en-boven begri j pt het noch 166 geboten vryheden en kafteelensen andere vijftien, in ver-fcheyden tijden uyt-geroeyt, welchebjnLire, Aulbnie, Veftine, Stabie,Pompejede,Hercula-nie, Linterne, Mifene , Atelle , Formie, Min-turne, Sinuefte, Volturne, Cume, en Baje.
Defe provincie vervat oock de eylandenPonze, Patinarole, Nibte,Ifchie, enProcitc; daer in’t byfonder van gehandelt wordt in de befchrijvin-ge der eylanden van dit Koningrijek.
De hooftftadt van dit laut,en ’t geheel koningrijek, is Napelsde Italianen Napoli,de Spanjaerden Napoles J en de Oude eeilb Parthenope genoemt, 'Italien,
katte, op een hooge klippe,boven de ftadt,welck alle de omliggende plaetfen befcbieten kan, en is befet met x y o Spanj aerden. Beneden is ’er een Carthuylers kloofter. Koning Robert de I,fóon van Karel dell, heeft dit kafteel gebouwt ; daer na heeft Keyfer Karel de vijfde ’tfelye metgroo-te bolwercken verfterckt, en den Toom yian Napels genoemt. Het tweede is van Karei de I, broeder van S. Louis, gemaeckt dicht acn de havenj daer na heeft het Koning Ferdinand van Arragon vol-toyt; lbo dat het nu geftelt wert onder de fterck-fte plaetfen van Italien. Het is vierkant,gemaeckt van fteen,hardt als marmor,met vier groote bolwercken , groote wallen , en een dubbele diepe gracht, daer de zee in loopt, en met vijf toorens. In ’t midden liet men het heerlijck paleys van den Gouverneur,bequaem om een Keyfer te logeeren oft herbergen: veel krijgs-gereet{chap,menichte van ylère koegels, grove ftucken gelchut,waer onder 21 metalehjn,die Keyfer Karei deV, ind’oor-loge tegen den Keurvorll van Saxen gewonnen, en hier uy t Duy tslandt doen brengen heeft ; vergulde en verfilverde helmen,lancien/wecrdcn,en andere fchoone wapenen : voorts is men verwondert in ’t aenfchouwen van de fijde tapiHeryen, alle met goudt verheven, veel ftatuen en lchoone fchilderyen. Het kafteel de 1 Oeuf is buyten,macr na by de fladtjin de zee,op een rotfe,van het fat-foen als een ey , en gerekent onder de eylanden, en van Plinitis Megaris genoemt. Dit is van Gui-liam de III, van Norraandien, gebouwt,daerom heeft het langen tijdt’t KafledNormand geheeten, en fommige Hiftori-lclirij vers noemen T het Na-fleelyfanLucitllas. Hier bjn 128 Spanjaerden in 5e-Ffff nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fettinff.
. 'R. dfluw
Tl £
La uilleta
Seantrcne
Q Luita
o S-^artaÏo \meo
TCCTrnmonte
Str^elaGap^
Srtkfialti
‘Pipcrno
O 'R. Secco.
J*. Larenzo
Zblle Coßi
Gaßinaro
Ci/ale na
Canceuo
S^ufro
Mûariirchia
Gerra.ßiolo
»dcquarandata
'VaRe iL'lh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
Zizw.r/*!
Suntno Q
Ambrili
Lappiolo
S.Anaelo
S.Lbttore
S'Piebv mfr.
O ^untiata a li^a
Pratella
Le^' Hotte
** ^mhroüw
i/aÜeftTtiÂ
Carbonitro ^^^temole bod
SperlottaaL^
7'en te
Golfo di Gaeta. oE Sinnes rorujiaiiuÄ,
T\e dl monte Gtnno
S, Anaelo
'^^monc
C AlValta,-na
.Ardieriiß
'barca
Li
SMarli*4
hcne
C. bn^4
LoSchia
Loitocc^
Sconaella Edconara’^
S.-amp;,
“'’‘•■dies.
, djpamto
Montana.
Parte
l^elîanû
Prata
Vmchiatitvii
LiiGaril/a^
^pnpmo
n^'a^r'“”“'o eapaßlC^m
Ilia Mia nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o„ z „O^.
Q Sepicia.no
Strauialumo /o
TC^Romani Trocorfe
Stntgoiapaufra
^kllona. S.iM-TtAertßtr
Mpauira .
CtmzzäISÄ
Pnabaneuü
■ Capobß^
•^• 'Vertle
yerrdzzànû
Q ^Lltiha
CaJlearfo
TL.dicMale
LimaSfta q
Solopato t
t. dellaarotta
'Laoo Lataro
P.Lan,.layó
S.Liipo
® S.^' della joßi Grazzanß
Cauallanzza.
\aut*o
O
S.Pr^L
S.Andrea Q , i
Pa. Seliee
S.J*licola^ 4- ^^Lbrrono
;^acerata
Lartano
TroptmoTiceolo rrraa°„
Pantano nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;niamore
^nCauJa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O ® TtCamai,
QTozzoSparara nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;QrtaQ
Parete^ S.Aipmo q
,f^liancf ti nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TraPanu^
Pamcocolo SAtttaSuf q ese^cMooato
° yiCelito nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;lfrattAr*a0Bf^
iratna.
Pozzo nuauo
Q ® 'Zaccarina
■' Q^'R^Bo ^uerno o o
Q Arepano
o
'Trßdo
Ca^nar-a____
J 'Tócco
S.T?etra °
'^bno cup o/^
r^Ctmaib o ,
GauSeS, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ri,
JtiaraaL'^^'quot;’ ° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ca^Jit.’Cafal^-namm
Cr^no nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q
van^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^raolo' Tbniiplódarco^ lt;lPnßtano
'»quot;»-■■■.Pr
' ooceaiia
'tiido iiyfr.0
ionano
'Twcthw
■ •'1^^”?..... r.S (ii-Jia.m nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ °SarSa..aO ° Srrh^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- c^j-_^ra .'''^
Qnippioreale sAna/hste ^Palazzo L^caias^ ^^ntaaano A *’”' PonbeeUa q ToUona Sonima nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..^O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tz* ß
ossrbajliaaa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O Otta,a,,r
O - ^a barra SjotS
Nahol t
di Ka poli
Q *JC^uur LdeUa fico q Lcffiariaz QGl.inCiüMl ^.An^eb
Talma
/ laia'ano
'Termüu bianco
° l.awi
/ AÜpliano
^alL
Seifata^ n
Spitaleüo f 1' \ercophano ^lM^.Torte
LaCâ’traJa O
'Torino
Parte
•9' 'Óraccwnono^
Le Cctß tl
del
Ciurano
Citra.
TERRA Dl fetting. By het Niéuw Kafteel is mede de Tooren Jfan S. Vincent y die onder de Sterckten vandefe plaetfe getelt wort, bewaert van jo Spanjaerden, en eertijdts fes maenden langkloeckelijck van de Francoyfen tegen alle gewelt belchermt. Het paleys van den Viceroy is oock weerdigh om te befien, en light mede niet verre van’t Nieuw Kafteel, gelijck oock’tarfenal oft wa-penhuys, weick aen de zeekuftis, ineenaen-genamc plaetlè. De haven is oock fthoon om te aenfchouwen, met fijn heerlijck hooft, en wonderlijcken vloet, en de fonteyne van loet water, die op den kant is; degroote en publijcke Schole ontrent een van de poorten het paleys van den Prince van Salerno, weick delefuiren nu befitten;dat van denHer-togh van Gravine, welk heel fchoon isjdat van de Carrafen,weerdigh om befien,mits het groot getal der ftatuen vanmarmor en bronfe gemaekt;en het heerlijck paleys der Urfineq by den bergh O-livet, behalven die van Sulmone,Toledo,Caftig-nan,Bernardo, Bucci, en Carduin: denlchoonen hof van Don Garcia de Toledo, vol fpeloncken, fonteynen,en vijvers, met veel marmore ftatuen, korael, peerlemoer, en verlcheyden fchulpcn. Kercken. In de ftadt Napels fijn 36 parochikercken, en noch 70 andere , foo kercken als kapellen, die van wereltlijckePriefters bedient worden, met noch 30 andere kapellen in verlcheyde kercken , en over de hondert andere, door de borneren neffens haer huyfen gemaeckt. De voornaemfte van alle defe kercken fijn den Dom, daer men een kapel van marmor, jalpis, o-oudt en bronz fiet, aen de welcke men noch werckte in’tjaer i6ió:die vanS.Dominicus,daer de begraefteniften fijn van Philippus, Keyfer van Conftantinopolen, van de Köningen Alfonfus de I, Ferdinandus de I en de 11, en van Ferdinandus d’Avalos, Marquis van Peftare: die van de Reli-gieufen van Mont Olivet,daer Alexander ab Ale-xandro begraven light, die Dies Geniales gemaeckt heeft: de Éerck van S. Jan in Carbonara, daer de heerlijcke witte marmore begrafenifte van Koning Robert is, en van fijn fufter Ioanna de I : die van S. Laurens, en de Minnebroeders. Maer de kerck van S.Clara,daer een convent van ontrent 400 Religieulèn,en lbo veel dienftmaeghden fijn, is heelwonderlijckenlchoon,om de verlcheyden tomben , waer onder veel Köningen, Koninginnen, en Konings-kinderen begraven liggen, uyt het geflacht van Duras, en de af-komfte van Koning Karei de I, broeder van koning S. Louys. De outfte kerck is die van S. Paulus, welcke eertijdts den tempel van Caftor en Pollux geweeft is. De lefuiten maken een heerlijcke kerck, die alle de andere, lbo men o-evoelt, fal te boveng^ien, als die voltoyt is. Klooßen. Voorts hebben de lefuiten vier huylèn, te weten, daer de geprofeflide woonen, daer de jonk-heyt geleert wort, het Novitiat,in weick de nieuwe aengenomene geoefient worden, en het Car-rainel : de Paulinen oft Theatinen hebben drie kercken en wooningen: delacobinenofPredick-heeren,feventicn5en de vrouwen van de felve Orden, drie; de Minnebroeders oblèrvanten vier,de Gereformeerde twee, en de Capucinen twee: de Cordeliers, diefe de la Scarpa noemen , feven : de gereformeerde Cordeliers, een ; en de Religieufe |
L A V O R O. maeghden van de felve orden, negen:de Augufti-nen vier :.de gereformeerde Auguftinen twee, de nonnen van de lelfde Orden drie : de Carmeliten vijf, de Carmeliten Delcalceseen,en de Carmcli-teflen twee: de Cathuylèrseen:de Celeftins twee: de Scapetinen, in ’t wit gekleet, gelijck die van Mont Olivet,twee: de Kruysbroeders een:de Re-gulier-Canonicken twee:de Benediófinen een, en de nonnen van de felve orden,Ièven:de Relinieu-fen van Mont Olivet, een: de Minimen, vier : de Serviten, drie : de Fratres Eremite, een: de Reli-gieufen van Camaldoli, een: die van Mont Virginis , oock een : de Spaeniche monicken, drie, en haer Religieufe maeghden mede loo veel 5 en verlcheyde Religieufe klercken , vier. Daer-en-boven fijnder vijf kercken en Godts-huylen voor de jongens, die men knechtjens huyfèn heet : negen maeghden huy/en : en andere acht voor weduwen , en andere vrouwen, die de werelt verlaten. Hier fijn twaelf Gafthuyfen, onder welcke dat van de Annuntiaten , en van d’ongeneesbare, de beroemfte fijn. Het eerfte is groot als een ftadt, en onderhoudt over de 2000 armen van allefoor-ten, fiecke, oude, verlemde, en andere gebrecke-lijcke menfchen:die alle,gedient worden van Re-ligieufen die een laken kruys dragen van minime coleur:en noch meer als 800 kinderen,foo knechtjens als meyf]ens,waer van eenige weefen,en fom-mige vondelingen fijn, die men des nachts in een omgaende fchij ve fet, om dat menie fien en fbo-gen Ibu door de voeftersdie daer altijtgereet fijn: daer nae leert menie lefen en fchrijven , en men laetle ftudeeren , oft men beftcetle opeen ambacht,daerfe beft fin in hebben.Dit lèlve gafthuys geeft alle jaerÿo ducaten voor een houwelijcklê gift aen hondert dochters,die te vondelinge gefet fijn, en aen 100 andere elck 60 ducateojdaei-en-boven geeft het noch aen 160 arme dochteren , foo binnen als buy ten de ftadt,elck vier-en-twin-tig ducaten ten houwelijck. Voeght hier by,flatter noch anflere kercken, gafthuyfen en kapellen fijn,die alle jaer feker getal van arme dochters ten houwelijck hefteden metièeckere Ibmme geks, waer van de minfte vier-en-twintis;, en de meefte 300 ducaten bedraegt,die de kercke van S. Agnel-lo Maggior aile twee jaren geeft, volgens het te-ftament van feeckeren Notaris. Soo dat alle defè gafthuyfen, kercken, en kapellen alle jaer óby dochters hefteden , waer van het houwelijcks goet jaerlijcks 29479 ducaten beloopt. Het gafthuys van d’ongeneesbare onderhoudt 1300 perlbnen, wiens fiecktenniet genefelijck van de Medecijnen geoordeelt worden, daer toe men nochtans alle middelen en remeflien ge-bruyckt. Daer is oock het gafthuys délia Mifericor-de, voor de Priefters, en dat van S. lacob voor de Spanjaerden, als mede van S.Niclaes voorde Ichippers, een voor de pellegrims, dat van S. Gillis voor de vrouwen,enlbmmige andere gemeyne. Daer fijn feer groote plaetfen oft marckten, waer van de voornaemfte is, diefe Pia'zsia del Vlmo noemen,ontrent het nieu kafteel: en veel gemeyne fonteynen, daer van fommige een lancie hoog Ijningen, fommige worpen haer water fbo groot als twee hoofden , en eenige door hondert buy-fen. Sommige ftraten fijn Ihoer-recht gemaeckt, en fbo lang, dat men naulijcks van het een eynde tot |
TERRA DI L A V O R O. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ioi
totlict ander kan ßcn, en meePc alle fijn/è in’t midden met kareelfteen overwelft,daer de vuylig-heytgelofl: wort door veel goten , onder wclcke ’t water loopt dat uyt de riviere Sabbato komt, by de Ouden Sebethusgeheeten. Eertijts was de omgang van de ftadt drie mijlen, nuisby ontrent fesjdoch haergroote voorftcden, met veel huyfen bebouwt, maken datïe grooter fchijnt. Want van den berg Paufiiypus alleen tot aen deftadtNapels, welcken'wegh tweemijlen lang is, fijnder foo veel huyfèn,dat den reyfênden man, die daer langs gaet, meynt dat hy in ’t midden van de ftadt is. De faubourgs oft voorlieden ïoudenle noch veel grootergemaeckt hebben, had het de Koning van Spanjen niet verboden. Daer hjnder leven,de eerfte heet S,Maria de Loretto; de tweede, S. Antoni de Vienne; de derde, S. Maria della Virgin! ; de vierde, S. Maria della Stella ; de vijfde, lelus Maria, de lelie, S. Maria del Monte; en de levende, welcke degenoege-lijcklle is, langs de zeekull, noemenlè Chiaja. iDorte». De poorten heeten, van het kalleel van S. lan in Carbonate , van de Marckt, van Rialte, Ca-puana, van*de Carmeliten , van S, Coale , en S. Gennaro, oft lanuario; behalven dele lîjnder de pootte van Nole, de Royale , en de Roomie. ’tGeu'. der nbsp;nbsp;Acngacude ’t getal der ingeletenen, men telde inwoondcrs. biet in’t jaet iy8y, yooooo menlchen. Maerin’t jaer 1Ó14 bevont men dat’er in delladt en voorlieden 40478 beerden waren, en 267973 zie-_ len, behalven de kloollers en andere particuliere plaetlen, die 18028 menlchen leverden; en de 43 naebuurige dorpen hadden 7000 beerden, en 42000 perfonenj lbo dat alles telamen gerekent, bedraeght 47478 beerden , en drie hondert lè-ven-en twintigh duyfent, negen hondert,eneen-en-feftig zielen. De foete en aengename locht, de vruchtbaerheyt van ’t byliggende lant, de be-quaemheyt van de haven,de groote koophandel, en bellieringe van alle de faken des Koningrijcks, veroorfaken dat men van alle plaetfen komt, en datter veelPrincen, Hertogen, Marquilèn, Graven , Baronnen , en andere groote perlc^nagien van’tgeheel koningrijck den meellen tijdt van ’t jaer woonen , die bier oock haet paleylèn hebben , behalven een goet getal edele gellachten, die hier haer valle wooninge houden. D’Oude hebben mede dele lladt tot een woon-plaetle verkoren , onder andere veel Roomlche Raets-heeren ; Virgilius, die hier fijn Georgica, oft boecken van den landtbouw gemaeckt heeft, en begeerde, dat men van Brinden,daer hy llorf, hier fijn lichaem Ibude brengen : Titus Livius, Horatius, Seneca, Claudianus, Gellius, en meer andere. Én in der waerhey t, men kan geen acn-gcnamer vertreck in heel Europa vinden. Buiten de Had fiet men aen d’een fijde ’t groot en magnifijck paleys Poggio rede, gebouwt van Ferdinandusdel, Koning van Napels, ontrent een mijl , van de lladt ; en andere oudtheden en wonderen der Natuur. Om de laetlle te fien, gaet men uyt de lladt langs den bergh Paufilypus, daer men ontrent twee mijlen nelFens moet gaen, eer men aen de grotte oft fpeloncke komt, fonder welcke , om van Napels na Pozzoli te reyfen, loude men een groote wegh moeten om-gaen, oft met groote moeyte op dien bergh klimmen, die met fijn Italien. |
punt in de zee loopt, en den wegh met fijn caèp lluyt, welck fijnen naem draèght , en is met bloemen, wijngaerden enfruytboomert bekleet. Maer eer men aen de voorlchreven grötté komt, gaetmen aen dellinckef fijde, om by de zee te fien den génoegelijcken lullhof van den vermaerden Poëét Sannazarius , Mergelline noem.t, die daer na van den felven in een klcoller der Serviten verandert is, aen de welcke hy ’t lei-ve by tellament gegeven heeft, daer hy oock iri de kerek onder een witte marmore tombe begraven light. Voorts eer men aén de grotte komt, befiet men den hof van lan Bernardin Long,aen-genaem om lijn fonteynen, die dén regen en andere wateren naebootlèn : daer-en-boven dé kereke van de H. Mager en moeder Maria dicht by de grotte. Soo veel dé Grotte belangt, diele de Grotte vart Crota. Napels noemen, en de oude Latinillen Cryptam l^eapoHtanaw j is van Coceejus gemaeckt, lbo om den wegh van Napels na Pozzoli te verkorten,als om denlèlven gémackelijck temaken.Omhoogj aen de fijde daer men in de Grottegaet, toont men de plaetfe daer Virgilius begraven is, Ibnder op-fchrift, oft eenigh cieraet, lbo dat Ibmmigé meynen dat’et een mis-verllant is,hoewel dat Servius fchrijft, dat fijn graf twee mijlen van Napels is, aen den ingang van de Grotte, een mijl lang iti de rotfe gehouwen, twaelf voeten hoogh, en lbo veel breet, in voegen datter twee wagenen ncf-fens malkanderen geraackelijck door können rijden. Dele IpeloncK Icheptgeen licht, als van dé rwee ingangen, twee gaten oft venllers, die Koning Alfonlus de eerhe in de hooghte des berghs heeft doen houwen, en van een lampe, die ordi-naris ontrent het beelt van de Moeder Godts brant, in ’t midden van dit graf der'levende. Als men hier uyt komt, gaet men na ’t lac d’Agnanogt; eertijts de Pilcine oft Viver van LucuHus ge-noemt, van alle kanten met bergen omringt, en in ’t midden Ibnder gront,in weicken in den voor-* lc)mer arootellucken van de bergen vallen, met lèrpenten gemengt, die daer niet weder uyt komen. Aen de kuil van’t lac fiet men de Grotté van den Hondt, in ’t geberghte gehouwen,ontrent drie palTén langh, daer menfehen en beehen, die verder gaen dan het teken wijfl, als doodt vallen; maer verquicken terllont, allfe in ’t water van ’t lac , dat twee oft drie palfen van daér is ; geworpen worden. Ontrent de kant van ’t feifde lac fijn lommigé kamers met foo warme doropen vervult, datfe van alle lijden de menlchen doen fweetén : meii gaet ’er met houte trappen in , en hoe men lager komt,hoefe warmer fijn. Die van ’t lant noemen-le Sadatoriij dat is, badtftoven di S. Germano, wiens dampen goedt fijn tegen de gicht oft fierécijn ; kramp, kolijck, én inwendige fweeringeii, daer-en-boven fuyverenfe de lienamen van de quadé humeuren , en verltercken de fwacke. Van hier gaet men fien de groote Vervallen overblijfielen van Lucullus hofftede oft lufthuys ; en voorts dat van Cicero daer de begraefenifle van Keyfer Adrianus geweell is, die men een kereké maeckte, in plaetfe van een tombe oft graf-fteeii, na dat hy tot Bajen over-lcden was, gelijck Spar-tianus verhaelt. Daer ontrent fiet men oock ’t bo/ch van /.flruncj rontom met bergen bclet,en |
ipi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TERRA Dl foo gefloten, dat de beeilen, die haer hier komen vermaken, om de luftigliey t der plaetfe, daer niet weder uyt können, als men eenige enge wegen fluy t. De Köningen van Napels hielden dit bofch voor haerièlvcn, tot dejaghtj en om dat het volck van veel hooge plaetfen haer fonde fien jagen, gelijck dickmaels gefchiede. Hier ontrent is de bergh van Aluyn,{oo genoemt om den overvloedt van defe doffe, die men uyt de fleenen van dit geberghte treckt, en eerft in ’t water fleeckt, daer nae tot aflchen en loogh maeckt, welck voorts bevrieft oft flijfwort. In ’t weften vint men de bergen die altijt rooc-ken, onder welcke, foo de Poëten verfieren, de Reufèn begraven fij n,die,alfle haer roeren,helfch vyer fpouwen. Tuflchen defe bergen,by de oude Leucogeif dat is, witte geheeten,fiet men een langwerpige plaetfe als een ey, 1250 voeten lang, en over de 1000 breet, by de Ouden Campus Phleguus genoemt, en de yoooningelgt;anVulcanus, nu ter tij t Solfatara, dat is, Solfer-plaetfè, om datfe geel en feer heet is, lbo dat men daer van alle kanten uyt Eet rijfèn eenen dicken roock met groot getier ,• in voegen datfe vol fblfer is, daer de Koning van Spanjen goetprofijt van treckt. Van defe plactfe fietmen de fladtPozzoli,- en nederwaerts gaende,wijckt men een weynigh van den wegh, om een oudt Amphitheatre te fien , genoemt by die van ’t landt Coloffus , byna noch geheel, gemaeckt van gehouwen fleen, 172 voeten lang, en 8 8 breet. Dit is gemaeckt om op te fpeelen , ter eeren van Vulcanus, dieAuguftus gefien heeft, foo Suetonius fchrijftj maer nu wordt’er gefàeyt en gçmaeyt. Hier ontrent fijn de vervallen overb.Iijffelen van den Tempel quot;Van Diana, in een plaetfe Pifàturus ge-noemtj en wat voorder, by de kerck van S. Eran-cifcus,den Ttmpelygt;an Ne/Jtzmwr.eertijts fchermgodt van Pozzoli. Men fiet oock by het amphitheater een groot gebouw onder de aerde, met veel kley-ne kamerkens, in welcke m^ van d’een in d’an-der met kleyne poortjens gaet. Men moet met licht, en een kluwen garen , oft andere merekte-' kenen die den wegh wijfen, daerin-gaen, anders is’er perijckel van daer uyt te komen ; daer-om wort dele plaets van de lieden aldaer, La-byrinthus, dat is, een dool-hof genoemt. Van Pozzoli füllen wy hier nae fpreken , nu gaen wy voorts om de aenmerckelijckfle faecken hier rontom te fien. Daer is ^tBadt dlOrtOf een heete en doodelijeke plaetfe, als de wint uyt den zuyden komt^men gaet’er in met eenige trappen, die in dentuyn van den Biflehopfijn: de Baden yan de Grotte fijn aen den oever van de zee; die van Giuncara, foo genoemt van B^juncis, dat is, biefèn, die hier ovcrvloedigli waflen : en onder den berg Oliban, ^t Badt dila Plaga, van groote krachten, die de herflenen, de mage, en alle de leden verflercken, het geficht verklaren, en ver-teeren de humeuren oft voclitighey t,die de koort-fen veroorfakens hierom gebruycken die van Napels fèlden andere baden : het Badt di Bagnuoloj di la Pietra, dat den fleen in de nieren, en in de blafe breeckt, en het gruys uyt-drijftj dat van Calatura'^ en datfe delH Agiuto delP Huomo noemen, om dat het de menfehen door fijn wonderlijeke krachten helpt j en dat van Sint Anaftafius, welck onder het fandt van den oever by Pozzoli is. |
L A V O R O. Men fiet oock in de zee dertien groote pilaren van kareel-fleen, fommige aen deBajaenfe fijde, fommige aen de Pozzoolfè,met eenige gebroken bogen, die tot een fleenen brugge waren, welcke de Keyfers begeerden te maecken door het midden van dePozzoolfe golf tot Bajen,drie duyfent fes hondert paffen lang j hierom heeft Caligula van defepilarenaftotaenBajeneen brugge doen maken van twee ryen fchepen, met anekeren vafl gemaeckt, en met veel plancken bevloert, daer hy te paerde, en oock in een rosbaer over reedt. Ontrent den oever in de zee,is een fprong van fbet water, welck met groote bobbelen in ’t midden van de foute wateren vloeyt : en als men voorder op de rotfen klimt, aen de zee gelegen, komt men op den Attellaenfen ytegh, daer langs men aen dien vanAppia quam,om naer Romen te gaen. Hy is vol oude Begraeffenifenj byna altemael heel, die kleyne kameren fchijnen , bequaem om bewoont te worden. Van binnen fijnfe met levende koleuren gefchildert, en metgoudt verçiert, boven fijnfè half rondt, oft fpits gelijck de pyrami-den. Maer alle defe fchoone graven fijn met difle-len en doornen bedeckt, in voegen ’, dat men ’er qualijck in kan komen. Langs den oever fiet men foo veel vervallen overblijffèlen van heerlijeke gebouwen, als mede op de heuvelen, en in de zee geplaveyde wegen, dat men daer van verbaefl is. In ditgewefl fijn oock baden van groote krach-i ten en eygenfehappen , gelijck datfe la Spelunca noemen , welck het breyn verflerckt, en goet is voor de waterfuchtige, en gichtige^ dat van Bran-ciàay welck een goede flemme maecktj dat van dc Patis^Qpt noodtlot,en de Ponteyn 't’anden Bifchop^dic de pijnen van’t flerecijn verfachten , en trecken ’t yfer uyt, dat in de wonden is blyven fleecken ; diefgelijeks doet oock het badt van de Son en welck Licinius Craflus toebehoorde. Hier fijn daer-en-boven de Keyjérs baden, die van Culme^ en van Peterolie , krachtigh tegen de plecken en lafè-rye; die van Gibborofoj die van Pontaine^van Cantareh la y nu bedorven door de aerdtbevinge, als oock die van Tripergola^ van 't KruySj dat quade handen, voeten, en pijn in de fijde geneefl ; van S. Maria, oft l’Arcola 5 van S. Lucas, Scrofa , en S. Nicolaes. Men fiet mede boven de baden Chriflus bergh, foogeheeten, om datonfèn Salighmaecker, ge-lijck de gemeyne man gelooft, nier over gekomen is, doen hy met d’Outvaders uyt het voor-geborght der hellen quam : en by de zee is dc Nieustien bergh, die daer in het jaer 1538, op S. Michiels dagh, gemaeckt is door een aerdtbevinge van eenige dagen,met een vreefelijck getier^ want met eenen flagh fcheurde de aerde tot Tripergo-la,op eenen fchoonen en klaren dagh,en terflonc reefèn uyt die openinge vlammen met aflchen,en vuurige keyen in de locht gefmeten, met een dicken roock,foo dat van die keyen en affehen eenen hoogen breeden bergh wierd, ontrent vier mijlen groot in den omgang,daer in het midden een gat oft klove van vijftigh paflen bleef. Door dit ongeluck fijnder veel baden van Tripergola onder defên bergh begraven,gelijck mede een groot deel van het lack Lucrin en Avernc ; en de ka-nael oft gracht, door de welcke de vifch van den Lucrinfen inham tot in den Avernefèn gewoon was te komen, is t’eenemael geflopt. Als men aen den Bajaenfen inwijck komt, fiet |
men
TERRA DI LAVOR O.
men de pkctfc van den tempel van Hercules Bau-lus, met eenen ouden ronden tempel, en het lac A'TpernuSjfoo leer by de Ouden vermaert,die Ichrij-ven , dat de vogelen, die daer over vlogen, ter-ftont door den quaden reuck ftorven. Maer nu is ’t vol water-vogelen en vilch. Sy noemden het oock Lacum Acherufiumjgclijck of’t van de helfche riviere Acheron fijnen oorlprong hadde. Eertijts wiert ’et by de Poeten voor de poorte der hellen gehouden, en grondeloos ; dan namaels heeft men daer grondt gevonden met een tou negen-tigh paffen lang. Hier ontrent is den inham Lucretilis, daer men veel oefters en vifch vangt,fbo dat de Romeynen uyt den pacht des felven goet inkomen hadden : niet verre van daer fiet men de fchoone haven van de Bajen, hoewel fonder eenigh gebouw. Maer by het lac Avernus is de Grottefpelonck 'ïgt;an Si^^i^jdie fbmmige meynendefelve te fijn,die Coccejus heeft doen maken van het lac Averne Grotte oft tot Cume. Sy heeft ten eerflen eenen langen h/'galerye, door de rotfè gehouwen, daer menichte vleermuyfèn fich nu onthouden ; maer men heefcfê toegemaeckt en geflopt. Defe Grotte is yoo voeten lang, tien breet, en tien hoogh. Als men 450 voeten den wegh gepaffeert is, vint men aen de rechterbant een poortjen eertijts vijf voeten hoosh, en drie breet,maer nuheellaegh, foo dat m’er op handen en voeten in moet kruy-peuj en als men 80 voeten voort gaet, komt men in een kamer veertien voeten lang, en acht wijdt, die eertijts feer fchoon was, en wiens welffèl ge-fchildert was met fijn azur, oft hemels-blaeu ko-leur, en gout, en de muuren verrij ckt met korael, en peerlemoer ingeley t, op de manière diefe Mo-faique noemen;fóo dat men meynt,dat dit de kamer van Sibylla Cumana geweefi: is, daer men noch een verheven plaetsken, als een kleyn bed-fi;ede,fiet. Sommige van onfen tijdt fchrij vcn,dat men daer noch de verçierfelen van azur en goudt vint, maer dwalen grootelijeks, en bedriegen de wereltjgemerckt dat ick daer fiilcken çieraet niet gefien nebbe,om dat de tijdt, die alle dingen be-derft,alles hier vernietight heeft. Aen de flincker-handt van defe kamer is mede een poortjen, wat hooger en breeder als het ander, door’t welck men in een galerye komt,oock in de rotfè gehouwen,veertigh voeten lang,en vier hoog, en breeds in wiens eyndeeen kamer is,vijf-en-twintigh voelen lang,en fes breed:als men van daer gaet,komt men aen eenen wegh vier voeten hoog,feer nauw en kort, van waer men in een galerye komt, 24 voeten lang, tien breet en acht hoogh, aen wiens uytterfte een kamer ftaet, 42 voeten lang, twin-tigh hoogh en fes wijt: voorts vint men noch een andere kamer in de rotfè gehouwen,ó voeten lang, 10 breet en foo veel hoogh ; en noch een ander O ' 9 voeten breet, hoogh en lang gelijk d’eerfte,in ’t midden van de welcke een meirtjen, oft kleyn lac isj en hier is ’t fóo warm, dat m’er van alle kanten fweet. Men meynt oock dat’et de baedftove van Sibylla was, en haer fweetplaetfè. Door alle defe plaetfen moet men met een torts oft fackel gaen, om datfe over al doneker fijn, en van buy-ten geen licht fcheppen. Veele oude Schrijvers fteüen de rechte Grotte van Sibylle beneden Cuma,daer fy antwoort gaf^fbo dat fommige gevoelen , dat de voorfchreven kamer haer badt alleen geweeft is. Niet verre van hier vint men de groote SuàaroïayQÏt Badt, waer men in de rotfè veel lange galeryen oft wegen gehouwen heeft, daer men van alle kanten terftont fweet, als men recht op fij n leden gaet,- maer als men krom tegens de aer-degaer,blijftmen verfch enfrifehjineen van defè wegen fijn fteene bedtfteden, daermen matrafi. fèn en lakenen op kan leggen, om fich naer het fweeten te ververfchen oft te verkoelen. |
Ontrent Bajen fiet men des felfs B^de»,groote-lijcks van d’Oude geprefèn: die vän IkM,welcke de oprechte baden ytan Cicero fijn, fchoonder en heerlijeker als alle d’andere, met goudt en ver-fcheyden fchilderyen verçiert, waer van noch fraeye overbhjffelen fijn. Men fiet hier oock dlt; Wf»,van de Medicinen Sibani geheeten: de Golfi, oft bocht l’an Bajen vijf mijlen uyt-geftreckt ; een groot gebouw onder de aerde. Cento Camerelle, dat is, hondert kamerkens, genoemt, moeyelijck om intekomenseenandergrootgebouwonderd’aer-de, datfè Pijcine admirabile noemen, in welck men neder gaet met veertigh trappen, onder de welcke veel colomnen, welffelen, kamers, en trappen fijns foo dat eenige meynen, dat dit het winter-paleys van Lucullus geweeft is. Niet verre van hier vint men een meir van zee-^ water, datfe/Wrz/onoemen , welckuytde Golfe van Pozzoli vloey t: den bergh en Caep Mißne, vijf mijlen van Cuma gelegen , loo genoemt na den trompetter van Æneas,met lbo veel oudege-bouwen , columnen, en gewelffèlen van binnen, datfè hun verfchricken,diefè in het binnenfte van defen bergh door malkanderen fien loopen,- daer men onder andere fich mede verwondert van de wegen,kameren,en gewelffelen van de Gïotte Tm-gonare, ofte, om beter te fpreken , Trachonare. Als men voor-by alle defe oude wereken is, komt men aen Bajen, eertijts een ftadt, en de lu-ftighfte woonplaetfe der werelt, van de Keyfèri en grootfte perfonagien van Romen feer geacht, vol heerlijeke gebouwen, die al-te-mael vergaen fijn s in voegen dat men ’er geen meer fiet, om datfè de aerdbevinge weghgenomen heeft, maer in de zee het plaveyfel alleen van de ftraten.Niet tegenftaende dat hier alles verwoeft is,en niet als diftelen en doornen fijn, daer de flangen en fèr-penten in woonen , fbo is ’er nochtans op een hooghte, boven de haven een fterek kafteel,met Spanjaerden befet. Hier komt mede in de lenten menighte van menfehen om genefèn te worden, van de wateren die daer fijn, oft door ’t fweeten , datfè bekomen in fèkereplaetfèn,tufl'chen de rot-fen, oft aerde gehouwen, vol warme dompeojdie de quade humeuren, oft vochtigheytverdryven. Cume, De ftadt C«we, by de oude Grieckfe en Latijnfe fchrijvers beroemt, 'op het hooghfte van wiens rotfè.in ’t midden der ftadt,de kereke van Apollo, en een Sterekte was, is nu heel vervallen,en heeft alleen groote overbhjffelen , en als proeven van uyttermaten heerlijeke gebouwen , fbo datfè noch een heele ftadt gelijekt aen diefè van verre fien,- ja daer is noch een deel van Apollos tempel, daer Virgilius van fpreeckts men fiet ’er oock een arcum oft boogh van kareel-fteen, diefe Arco Belies noemen, met hooge en wonderlijeke verwelffe-len, over de welcke de oude eenen platten en effenen wegh tuffehen twee hooghten van bergen gemaeckt hadden. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ï De |
L A V O R O.
ftadt Cahii^âti de Oude Ca!es en Calis genoemt,ge- QW. fticht, Ibo men lèyt, van Cales, Boreas foon j Q- Cafene, (:ney aen den voet van ’t geberghte van Tifate, in welcke de edele geflachten d’Alois, d’Amico, Ci-foli,Clementi, de Guido, Migliarefi,Safi,en eenige andere fich onthouden J waeronder oock 18 dorpen ftaen:C4jXilt;o oft Gajazzo,by de OudeC^- cajazzt. latia gcheeten,8 mijlen van Capua,oft der cari^ioU, QM^^Calenum wiens landouwe leer goeden wijn voortbracht,eertijtsgrootelijcks geprelèn:F«»àz, Fundi. welck zijnen ouden naem noch heeft, gelegen in het nieuwe Latium der oude,op den wegh Appia, in een luftig geweft,by den bergh Cecubusi en Gae- caaa. tUj in vorige tijden Cajeta genoemt, na de voefter van Eneas, liggende aen het uyterfte van een Caep, met een final reepken alleen aen ’t vafte lant oehecht, met grachten en bolwercken ver-fterekt, en aen alle d’andere kanten door de zee bevrijdt. Sy heeft twee kafteelen met Spanjaer-den bewaert,die defe ftadt als een fleutel des Ko-ningrijeks houden. Sy is in nieu Latium.
De ftadt Maffa, diefe Maffa di Sorrento noemen, A/af,. om datlè ontrent die ftadt light,fchijnt in Princi-pato aen gene zijde te hooien,in ’t welck zy verre ftrecktjin ’t gebiedt der Picentinen, lbo datle alle de Schrijvers daer waerlchijnlijckftellen. Maer zy hoort daer niet onder, als oock de ftadt Kico niet doet, eertijdts Vico Et^uenfe^onoemt, daer de ade- Cicei. lijeke huylenBozzanotri en Longi woonen : de Aertzbiftchoppelijeke ftadteertijdts Sur- So)re}:te. renttim geheeten, wiens wijnen geprelcn wierden, om datfe gefontwarenjdaer oock twee fitplaetfen der adelijcke huylèn fijn,gelijck te ]gt;Japels;in elc-ke dertien. De geflachten van de litplaets Porto fijn,Acciapacci, Anfora, Amoni,Branci, Correali, della Porta, Falangola, Fiori, Geardati, Marzati, Domini Marte, Romani, Rota; en die van de fit-plaetle, genoemt Domini Nova, fijn Boccia,Capeci, Cortefi, Don Urfo , Monftrojodice, Moli-gnani, Martiale, Nobilioni, Orefici, Serlali, Spa-fiani, Teodori, enVulcani. Maer hoewel delè fteden van de Picentinen fijn,nochtans hebbenlè de oude Schrijvers in Campania Pelix, dat is, ’t ge-luckige, geftelt.
De ftadt MonteCaßino, eertijtsC4/?/»«w,vermaert Mo^te om dat S. Benedidus hier fijn Orden gefticht heeft, en oock met fijmlùfter Scholaftica begraven light, en is van Campania Felix niet, maer van ’t landt der Samniten , en daerom van Leander en andere, die de oude Schrijvers alleen volgen , in Abruzzo gefet, hoewel datlè in der daet en waerachtigh in Terra di Lavoro light.
Nola houdt den ouden naem, en is 18 mijlen van ]sto!a. Napels in Campania Felix. Sy is vermaert door denederlage van Hannibal, en om dat den wijlen en H, Paulinus hierBiftchop geweeft is. Haer adelijcke geflachten fijn defe,d’Albertini,Baroni,Ce-larini, Feiechia, Fontonorola, Frezza, Gioleppi, Giudici, Griffi, Matilcoli, MaftriHi, deNotariis j Palma, deRifi, Tanfilli.
Sora heeft mede noch den lèlven naem, en light by de riviere Gariglian. Sy heeft een Hertogh en een Biftchop, en hoort onder Campania Felix, fo Strabo lchrijft;maer als veel andere léggen in het lant der Veftinen,die onder de Samniten gerekent worden, welck d’oorfaeck is, dat Ibmmige van de jonge Schrijvers haer in Abruzzo ftellen, hoewel datle van ’t landt, aen gene fijde, gelegen is.
Seffa
194 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TERRA DI
Tozztte!«. De ftadt Po^^iiolo, ofc Pu^^ol^van de Oude jfchrij-vers PuteoHj Dicicarchiaj oft Dicarchiacolonia Auguflaj en Neroniana genoemc, hoewelfc vervallen is van haer eerfte heerlijckheyt, enfclioonheyt, nochtans ifle niet t’eenemael te niet gegaen, gelijck d’andere; gemerckt datfe noch een trerfelijcke ftadt is, gelegen op een heuvel, oft rotle,langs de 2ee, diele verfterckt,behalven de muuren, en een enge palTagie met een brugh,ovcr welcke men in de ftadt komt. De geplaveyde wegen, die men daer rondtom fiec, en de fondamenten van veel groote gebouwen,geven genoech te kennen,dat-ïè veel kleynder geworden is : welck gefchiedt is door de oorloge , behalven dat de zee en aerdt-bevinge een goct deel daer van bedeckt heeft. In het midden van de ftadt is noch een oude kerck , op de Corintilche manier gemaeckt,eertijdts aen Keyfer Auguftus van de Oude gewijdt,en daer na van de Chriftenen aen-S. Proculus. Men fiet hier oock groote beenderen vanReulèn. De edele geflachten fijn die van Aquileri, Arcani, Beril-li, Bofta, Buon Huomo, Capomazzi, Cioffi, Compofta, Coftanzi, Damiani, Frajapani, Pel-ci, Rolfi, en andere.
Als men dan naer andere fteden gaet, ontmoet men de vervallen overblijflelenvandeoudeftadt /^intcrni. E/«?er;r,daer men’t graf van Scipio Africanus fiet, by den mont van de riviere Clanis,genaemt’t lac van Patria. Hier ontrent is oock de ftadt JWZô,na de welck de haesnoten Kuces A^eHan.^ heeten, fo de oude feggen. Delè is noch niet vergaen als eenige lchrijven,maer heeft nu ter tij t over de 600 heer-den. Daerenboven is ’er de ftadt Aiperfa, gebouwc door Robertus Guilcardus, acht mijlen van Napels , van de ruïnen der vervallen ftadt Atel/e, van welcke de Atellaenfe comedien , oft fpelen den naem hebben. Flaer adelijcke huyfen fijn Alto-mari,Gargani, di Nifi,Pacihci,Ricciardi,Grimaldi, Landolfo,Sarriani,ScagUoni,Silveftri,di Marco, di Mauro,Simonelii,del Tufo,dcllaValle. Sy is beroeîîît van wegen de goede macarons, oft zuyckerkoeckjens, die men daer maeckt, en den wijn Afprino, welck men te Romen drinckt,en in defe plaetle waft. Acht mijlen van hier light pne, eertijcs Capita van de Romeynen genoemt, en van de Italianen Capoa. Maer de hedensdaeghiche heet Capua, en is ontrent twee mijlen van de oude, die langen tijdt tegen de Romeynen haer opftack , en wiert gehecten het vertreck van de lioovaerdy en welluft, waer de groote ruïnen der poorten,theatren oft tooneelen,waterleydingen, galeryen,paleylen, kereken, en diergelijcke noch gefien worden, met groote verwelfde plaetlèn onder de aerde, ontrent S. Maria de Gratia. De Nieuwe light aen de riviere Vulturnus, daer een fchoone fteenen brugge op is , twaelf mijlen van de zee. De adelijcke kammen van defè ftadt fijn Antignam,d’Argcnzo,d’Azzia,deArchiepilcopis, du Balzo, Bianco oft Novellone, Capua, Eboli, Falco, Frappiero, Ferramolca, Franchi,Gallucci, Giugnagno , Lanza, Leoni, Maggio, Marchefi, Marotta, Maz2ioti,Minutoli,Olimpii, Pellegrini, della Ratta, dello Riccio,Rinaldo,Rofti, Sinilcal-chi, Tornalb oft del Barone, delle Vigne, Vitelli, en Ibmmige andere. Hier is mede d’oude ftadt Ac err a,gelegen tufl'chen A ver là, en den bergh V e-fuvius,doch fo kleyn, datlèmaer 200 fehoorftee-nen telt. , een oude ftadt der Samniten J de
-ocr page 255-
Sejfa. Ttane. Andere flaetfin. Se£a oft Sueffa heeft den bynacm Crimea en Po-f»e^w,IightbydenbergliMalïico,eü voert den tijtel van een Hertoshdom en Bifdom.is mede in ’t O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•' landt der Veftinen,maer van mcell; alle de Schrijvers in Campania gelét. Haer edele geflachten beeten Altißimi, Aranna, Afprelli, Ca'ajuoh, Coneflabdi, Cojcia, Llorimontï, Fundi jdi Francejco,di Gcronimo,GaliuL-ci,Gattoli,Giobe, Marra, Mont aquili,Niß, Pa/cali, di Paolo, Pippi, Pißitelii, Ritt a, Ricca, Roßi, di Luiß, Seffa, SueJJdni, Tora!di,en di Tranßo. Tiano o£t:Teano,eertijtsTeanum genoemt,metden bynaem Sidicinum, is mede een van de fteden in Campania Felix,in ’t gebied der Sidicinen,en behoort aen den Prince van StiHian. Hier woonen d’adelijke Huylèn Abenaholi,d'‘Angelo,Rar atucci,Cari-gli, Gallucci, Garofali, Lctterii, di Martino,di Monte,Pii. Sy wortSidicinum genoemt,om die t’onderlchey-den van Teanum in Poüille. ï?/^,eertijts Teleßa,en Teleßia,v!Ln eenige onder de fteden der Samniten, en van vele in Abruzzo geftelt,is een BilTchoplijke ftadt inTerra di Lavo-ro;gelijk oock Venafro of Venafri,dQr oude Venafrum, van de felve geprelen om zyn goedeolye,en gelegen in ’t lant der Hirpinen, ontrent de Samniten, maer andere ftellenlb in Campania Felix. De ftad J^«z«o,oft het oud Aquimim,\s vermaert door de geboorte van S. Thomas de Aquino, cn te voren door die van den Keyler Pefeennius Ni-ger,Iuvenalis,en van den grooten Lantmeter Vi-«ftorin. Dele wort nu in Terra di Lavoro gelet, maer Ptolemeus fteltle in Latio,Plinius in het eer-fte Lantfehap, onlb nieuwe Schrijvers in Abruzzo , en onder de oude Hirpinen en Samniten. De andere voornaemftevryheden en vlecken, maer geen fteden,fijn Jr^z»o,eertijts Arpinumdtvo.-derlant van C. Marius,fevenmael Rooms Borge-meefter;en 3 mijlen van daer is de geboortplaetfe vanCicero,hierom hiet men defen wellprekenden man Arpinas ; nu wortlè S. Dominicus ftadtgenoemt: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van eenige geheeten,toebe- hoorende de Stendardi, edellieden van Napels; AF Wo , Alygt;îgnano, Arce met zyn kafteel; Atino,Caiygt;ano, Campoli, CaflelP Amare del Volturne, daer d’oude ftadt Volturne geweeft ïs,Cerrito,Cerro,Cicciano,Conca,CuPano, TFragone, Dura';t^ano,Formicula, oft Fermicola, hebbende onder fich vele dorpen:Fratta,en Coreno,Gal-luccio, Giola, Itri oft Itro, een kleyne ftadt, op den wegh Appiâ, byna tulfchen de rotfen,daer le Mole de Gayeta tegen over light,een vlecke ontrent d’oude ftadt Formien, en het lufthuys van Cicero, For-mianum genoemt, een van de vermaeckelijekfte plaetlèn in heel Europa: Lauro, welck over 1 y dorpen gebied: Limatula, Mataloni,Maranola,Marigliano, eertijts Marianum^lt;ß}.eeten,Qndet welck vele dorpen ftaen: Mar^tA^o, Morrone, Ottajano, Palma, Pede-montedelP Abbadia,Pedemonte d'Alifeßn wiens gebiedt eenige dorpen fijn: Piacinifco,Pomigliano d'Arco,Praia di Valle, Prefen^^ano, Rocca Guglielma, Rocca di Monte IDragone, op de plaetfe van de oude ftadt Sinueffa ; Rocca Secca, S.Donat,S.FlieyS-GermainjSette Frati,Somma, gelegen onder den bergSö»zw^, oft Vefuvius, vermaert door fi jn goede wij nen en vruchten: Stri, S. Angelo Ra^ifcanine, van fommige RipaCanina ge-BoemtiTora, en Trajetto, ontrent de overblijffelen van Minturna gebouwt, daer men noch een theater liet, byna ongelchent, en de ruinen van een groote waterleydinge. Italien^ |
L A V O K O. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;19; De oude ftadt Cafdinum is nu maerecn vryheyt, c Cafleïluaio ofc Caftelluzze genoemc j en Calicuiz wort hedensdaeghs Cajanelh geheetcn^ een kleyne plaetfe met 70 heertftedcn. Behaiven de Campen Laborin';, die bovcrl Capua haer llrecken van de bergen vanTifate tot Napels en Pozzoli, bepaelt met de riviere Vulturnus tot acn des felfs uytgang, begrijpt dit lant noch de lchoone en vruchtbare landouwe , befloten tuf-ïchen de Vulturne,en den oever van de zec,welck van der Sinuedefen gebied is, oft van Mont-Dra-gon en Carinola, by de QndiC Campus Stedatus, dat is, Sterren-'rgt;cldt genoemt. Die van Campania Felix,oft geîuckigh Campa-nien,warenlô weeldig,om de vruchtbaetheyt,en rii.rm. overvloedigheyt deslants, datfe haer vrienden te gaft riepen,met belofte,van over demaeltijt voor eick een paer Gladiator es oft ïchermers te geven, die malkanderen ombrachten : en na datHanni-bal hen overwonnen had, en zynkrijgsheyr rondom Capua dede liggen, hebben, de Capuanen en Campanoilèn hem lbo met hare wellulligheden verfwakt,dat hy fwoer in gevaer te fijn,om van zyn vyanden vernielt te worden,door dien hy,in plaetfe van mannen, vrouwen tot foldaten had. {dier van komt, dat men van de wellufien der Capua-nen,en’t GeluckighCampanieneertijcslprack,aIs men een groote overdaet wou uytdrucken. Tot Napels en Capua maeckt men oock g(oot werek , van welrieckende lalven en olyen. Die van Cam-panien, namelijekde Capuanen, fijn altijdtleer hooveerdigh geweell, in voegen dat men over al daer van Iprak,- welck de Roraeynen gedempt en tot niet gebracht hebben. Te Napels en in andere fteden van dit lant waren veel jfoorten van Griechen; als vergaderingen van jonge gefelleii, die eerft baert begonnen te krijgen, die men Broederfchappen noemde, ge-lijck mede van Academiften, diele GymnafiHen noemden,welcke fich moedernaeckt met worfte-len oeffendenrmaer principalijck maecktenlê alle vijfjaren tot Napels een gevecht op de Griecklb manier, dat men Gymnice noemt, in welck men worftelde en met vuyften vocht, waer onder mu-fijek gefongen wiert, en duurde fommige dagen : cn de vuyftfchermers van Campanien waren boven alle andere by de Romeynen geacht. Maerin de volgende tijden,te weten voor 300 jaren,doen Petrarcha leefde, maeckte men veel wereks tot Napels van delchermers,dieindetegenwoordig-heytvan den koning en’t volck uyt moetwil met rapieren vochten,foo dat’et fchande was dedoot te vreefen in’t gevecht, dat gefchiede om andere te vermaecken. Ia in dien tijdt hielden de jonge edellieden met de wapenen alle de groote wegen nacht en dagh befet, en beroofden den reyfenden man, lbo dat de Köningen en Magiftraten het lèlfde niet konden beletten. De Neapolitaenfe hadden een bylbnderTa-lentum, dat lesRoomlè denarios, oft lès van onfe vijf Iluyvers penningen weerdt was. De felve hadden voor haer Opperheer eenen «S'-Demarchum, dat is, Prince van de Gemeynte welck officie Adrianus eenigen tijt tot Cuma bedient heeft, daer in zy de Griecklè manier volgden: zy hadden ook eenen Phylaót, oft kereker-wachter, die den laft had van de gevangenen te H h h h nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be- |
L A V O R O.
veel aengename mafcaraden,oft mommeryeo van menfchen, op verfcheyden manieren gekleet. Eenige doen haer paerden fpringen, danfen , en ka-briolen voor de courtifanen oft andere maken,en blijven dan Raen om haer woort te doen : andere breecken haer lancien op een houten mans beelt, ffatfe Faquin noemen,wclck hem omdraeyt, en de lancibreeckers met den arm eenen fwaren flagh geeft, indienfe metter hacR daer niet voorby rij-dcn:fbmmige rijden op wagenen,mct groen o verdeckt , vergefelfchapt met gemaeckte fotten en narren, die in ’t voorby gaen gecken en fpotten. Maer defè genoeghten fijn dickmaels met quel-lin^e gemenlt;rt, om de moetwil der ^ener, die gekoockte eyeren en andere vuyligheydt in het aenficht der menfchen, daerfè voorby gaen, worpen.
Eloewel dat de Napolitanen fparigh fijn, ge-lijck alle de Italianen ; nochtans fèyt men datfe meer fuycker als broot eten , fbo lecker en fhoe-pigh fijnfe; doch heerlijck in hare gaRmalen. Sommige hebben gade gefiagen, datfe groote lief-hebbers van kooien fijn.
Die van eenigh aenfien fijn,vcrRacTi en fpreken Spaens. Haer moederlijcke tael is bedorven Ita-liaens,vermengt met veel Spaenfe woorden,door dien daer veel Spanjaerden gewoont hebben, na dat het koningrijck Napels onder deKoningen van Arragon en CaRilien gekomen is.
Behalven de Vierfcharen en Raden, daer wy van gefproken hebben , in degemeyne befchrij-vinge van ’t koningrijck, is in de Radt Napels, de vierfchael van den Ballieu, daer men recht doet van faken die minder als tien ducaten bedragen.
Hier fijnder oock fes, die men de Verkore-Pö/wr. ne noemt, die elck in’t byfonder , oft t’famen recht doen, aen de gene die de Gra/cia onderworpen fijn, dat is, die eenigeeetbare waren verkoopen , daer de hoveniers mede in begrepen worden : en op alle diergelijeke waren wort feec-keren prijs gelet. Daer is een Rechter geRelt,om alle dingen op zijnen prijs te doen verkoopen, daerhy mede fommigedienaers toe gebruyckt, die de maten en gewichten dragen. Eertijts wier-de dit officie aen een oudt edelman gegeven, die men voor oprecht en degelijck hield.
Een iegelijeke fitplaetfe van den Adel kieR een hooft, om goeden regel te houden in de politique faecken, en defe waerdeeren alle eetbare waren, enRellenfeop fèeckerenprijs, ge-lijckgefèydt is, met den genen die van de Ge-meynte gekofen is, en regeeren neffens hem het inkomen van de Radt. De Edelen behouden maer fes maenden dit officie; maer die van de Gemeynte, een, twee, oft meer jaren, gelijck de Viceroy goet vint. Sy hebben tot een Over-Re een Regent van de Cancelrye, of een Raedts-heer van den Staet.
Den Adel heeft haerplaetfèn, diefèSitpIaet-fèn noemen , om te beraedtflagen en te be- sitpLtetfi» fluyten de faecken die haer aen-gaen. Defè fit-plaetfen heeten, de Capuana, de Kido, de Mon- ’ tagna, de Porto, en de Porta KuoHa, en elcke heeft fijn edele gefiachten, verfcheyden van d’ande-re fitplaetfcn.
ïlt;)i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T E R R A D I
bewaren; en in lèker versiaderins;, die in de nacht gefchiedein den Raed quam, de Köningen met der hand nam,uyt den Raed leyde,en fo lang hiel, totdat men verklaert had,oflè het leven verbeurt hadden, oft niet j waervande Remmen heyme-lijck, en in het duyller gegeven wierden.
Als in de lelve Radt eenige vrouwe in overïpel bevonden was,wierd{è tot een algemeyne plaetfè gebrocht, en op eenen hoogen Reen geRelt, om van y der befien te worden; en na datfe daer Rke-rentijtgeRaenhad,wierdfè door degeheele Radt gelcy t, voorts quamfe weder op de lelfde plaetfe en Reen, lbo datlè haer leven lang onteert was, en Oiiob/itis, dat is, Efèl-rijdRer hiet.
Soo veel den GodtsdienR belanarhaddenfe in O
Campanien veel van deGriecken. Symeynden dat de Avernus Pluto toe-geëygent was, en die over’t lac voeren,verR)enden eerR de Manes,dat isjonderaerdfe goden,met offerhanden,en op die plaetfe waren opperprieRers, die de ceremonyen en manier van offeren wefen, Daer was mede een fonteyn , wiens water goet om te drincken was, daer nochtans niemant van dronck, meynende datfe van de helfe riviere Styx was ; oock geloof-denfè, dat de helfe riviere Phlegeton , oft Pyri-phlegeton gemaeckt was van de nabuurige warme wateren van ’t lac Acherufe , oft Averne.
De Napolitanen aenbaden Bacchus, in de ge-daente van eenen gebaerden en ouden man , en noemden hem Ebon.
Gegt;]cge;»- De felvc NapoKtancn onthouden de ontfangen weldaden , fijn goede foldaten , en geven haren vyant genoegh te doen.Tegen de vreemdelingen fijnlè beleeft, en beminnen de felve, fóofe eenige uytnemende gaven daer in gewaer worden.
Die van Mole en Gajetta fijn bequaem tot de wapenen : de vrouwen van Gajetta fijn van nature fchoon genoegh, maer leelijck door’t blanc-ketten ,• en fijn foo de liefde onderworpen , datfe dickmaels haer mannen verlaten.
Die van Capiia fijn verRandigh en wel gema-niertin’t fpreken^ en de vrouwen moedigh, al fijnfe niet fchoon, en van Rechte af-komRe.
Oejfemuffe. edellieden oeffenen haer in te paert te rijden, cn andere adelijcke exercitiën, in’t vryen,welge-kleet, en welrieckende te fijn, en met een goede manière by joffrouwen te vcrkcerenqa de ouderen latenfichvoorRaen,datfe haer kinderen verre genoegh gebracht hebben, alRe wel te paerde können rij den,met goet gefèlfchap weten om tegaen, en met een bequaemheyt door de Radt te wandelen. Syfpelen oock dickmaels. Andere, van minder af-komRe,begeven fich tot de Rudien in de Llni-verfitey t,die feer beroemt is,oft gaen inde fcholen van de lefuiten: fbmmige leeren eenige konR,oft ambacht,namentlijckgoutfmeden,van de welcke een Rrate is,daer de rijckRe woonen: doch werc-ken meeR in de zyde, daer Roffen onder fijn met goudt enfilver gearbeyt, die de aengenaemRe en minRe van prijs fijn in heel Italien, hoewel die van Milanen en Venetien oock fèer geacht worden; maer duuren niet lang. Eenige drijven haren handel op de haven , oft elders j en veelc begeven fich tot den krijgh.
In den VaRen-avondt maeckt men tot Napels
-ocr page 257-Steden.
^Andere tlaetfen.
Heedanig-hejdtdet ackert.
Pltra,
Ttdtn,
Tlaetßn.
1?7
S O.
E N
PRINCIPATÖ VLTRA.
Et landt, o£tContadodi MoUfo , fbo d’Italianen fèggen, omvangt een deel van ’t oude landt der Samniten, voorna-melijck van de Hirpinen , en Frentanen. ’t Leyt in’t noorden, en noordooflen by A-bruzzo over defe zy-
de ,• in ’t ooflen by Capitanata ; in ’t zuyden aen een goet deel van ’t Principato Vitra, en aen Terra di La^oro, dat ’et oock in ’t weflen aen raeckt.
SyneBiffehoplijeke fleden fijn, Bojano, genoemt door Plinius, en Titus Livius Bo^iamim, door Strabo Bojanon, en PtolemcusBz/j^wo« : Ser-gni, oft Sergna, ja. felfs geheeten door Strabo, en van Ptolemeus Æfernia ; Guardia, Alferes, en TrCïtento, die den naem van Graeffehappen hebben , en by eenige voor’t oude Tuticum van Ptolemeus gehouden worden.
D’andere voornaemfle plaetfèn, niet voor BIL dommengerekent, fijn Baranello, Campo Baffb,Campo Chiaro, Capracotta, Cara^filla, Foffaßca, Frefolone, Guardia-Giraldo, Gambatefa, Lefpineta, Limofano,Lu-cito, Molifo, een kleyn dorp, en kafleel, van niet meer als ^6 vuuren, daer het heele landt nae genoemt is : Miranda, Montefalcone, Mirabclla, Mor-cone, een gröote fladt by den bergh Apennin ; Morrone, Macchiagodena, Mondroduni, Pefco Pignataro, Riccia, Ripalimofano,Rocca Manolfi, S.Giouanni in Gau-do 3 Supino, genoemt door Leander Sepino, gehouden voor ’t oude Sepium van Ptolemeus, en gelegen op den bergh Apennin 5 Toro, oft, als eenige flellen, Tuoi’i; en Vinchiaturo.
Ditlandtis bynae heel vlack, en een van de vruchtbaerfle, overvloedigh in alle fborten van koren, anijs, koriander, goede wijnen, vlas, zy-de, kottoen, faffraen, en verfèheyde vruchtboo-men. Daer is veel wilt gediert, en geen andere verflindende als wolven.
Principato Vltra omvat een groot deel van de oudeHirpinen van’t Samnium, gefielt onder de Samniten, en door onfe naeile fchrijvers in Abruzzo , begrijpt noch eenige plaetfèn van ’t oude Campania Pelix.
’tPaeltin’t noorden aen’t landt van Molifbj in ’t weflen aen Terra di La'Voro s in ’t zuyden aen Principato Citra, en feer weynigh aen Bajilicata', en in ’t oofl aen Càpitanata, en ’t fèlve Bafilicata.
’t Begrijpt 13 fleden, daer van de twee Aertz-bifdommen fijn,en d’andereBifdoramen^en lóo andere fleden oft kafleelen. De Aertzbifdom-men fijn Beneygt;ento, en Con[a ; de Bifdommen Ariano, A'VelHno, Bifaccia oft Pifa^^^a, Cedonia oft Cedogna,
Italien,
Montcmarano, MonteT^erde, l^itfco, S. Agiifa delli Goti) S. Angeld de Lombardi, Lico della Baronia,in plaets van de wclcke eenige Twvico en Vulturata ftellen.
De voornaemfte ftadt is , eerft door d’oude Male'})entum genoemt, en daer nae Bene^ Centum : ’t was eene van dei8 colonien, die dé Romeynen met volck en gelt tegen Annibal hielpen. Sywierdt geruineert door Totilaskoning der Gotten, en daer nae herbouwt, en over de 200 jaren van de Lombarden befeten^die ’er een van hare Hertogen inftelden,- ly wiertdaernaer noch geplündert , vernielt, en verbrant door Keylèr Üttode II, en vermaeckt door Willem van Normandien, Koning van Napels, enge^ fielt in handen van Paus Adriaen de IV, die hem Koning van Sicilien verklaerde. Eenige houden niet te min dat de Kerck die heeft van den Key-fer Hendrick den eerften , by anderen den tweeden genoemt, die te Bamberg in Duytflant een fchoone kerck gebouwt hebbende, en willende de fèlvige tot een Dom doen Wyen , ver-kreegh ’t fèlvige van den Paus Benediólus den achtflen,op conditie dat de fèlve kerck jaerlijcks aenden Paus foude betalen loo marek filvers, meteen wel toegeruft paert : eenweynightijts daer nae, de Paus Leo de IX, van den Keyfer Benevento tot een gefchenek ontfangen hebbende , ontfloegh de kerck van Bambergh van defen laft, en de Paufen hebben die daer nae altijts befèten, en behoudenfè als noch tegen-woordelijck; daeromwertde fèlvige ftadt niet gefielt in de Jyfle van d’andere fleden van’t ko-ningrijek. Sy leydt 30 mylen van Napels, op de rivier Sabbato. Sy heeft meer Bildommen onder haer als eenigh ander Aertzbifdom van dit Koningrijck, geveade haren naem aen een groot, feer aengenaem, en vruchtbaerlandt, genoemt het dal van Benevento, oft engte, dat hem uytftreckt tot aen den oorfprong van de riviere de Sele, inhoudende verfèheyde fleden en plaetfèn, die voortijts feer vermaert geweefl fijn.
De fladt Samnium, hooftfladt van’t landt der Samniten, was ook in’t landt van de Hirpinen, in ’t welck Benevento is..
Aengaende de fladtCowJè , voortijts Compfa ge- Cen/à. noemt, onder de Hirpinen,(in welcker landt Annibal geroepen was door Statius, volgens Titus Livius, met belofte, dathy hem defè.fladtin handen foude flellen , in ’t belegh van de welckc Milon , vyant van Clodius, flierfvan den worp van eenen fleen, volgens Paterculus, ) heeft niet aenraerckelijcks als hare oudtheyt, en den tijtel van Aertzbifdom, daer mede zy verciert is : alfbo mendaer in’tjaer 16x4 maer 174 huys-gefinnen telde,en in d’overfieninge der felvc, ge-— _ liii nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fehlet
•Î
Andere Sleden. 198 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P R I N C I P A fchiet te vooren, wierden’er maer hondert en ïes-en-dertigli gevonden. Belangende de fteden die alleen den tijtel van Bildom voeren , en fijnder geen die met ’er daet in oudtlieyt A.'velino gelijck fijn , door Ptole-meus Abellinum genoemt, daer van de naem van de Abellinates van Plinius komt ; en , oft Cedoniaj geheeten Lacedogna door Paulus Merula, die haer houdt voor ’t oude A'^uilonia van Titus Livius, daer de Confiil L. Papirius het Room-fche heyr bracht, en de Samniten getrouwheydt dede fweeren. Want aengaende de ftadt van Ariano, die eenige Rellen voortijdts genoemt ge-weeft te fijn Ara ïani, dat is te leggen, ’t Autaer van lanus , is fonder eenigh teken van oudtheyt. D’andere voornaemfte fteden, doch geen Bif. dommen, fijn Airola, verfcheyden van Aiorola van ’t Prinfdom over defe zyde ,• Apice, oft Apicio j Atripalda , door eenige Tripaha geheeten, gelegen by het bofch van Tripalta ; en de rivier van de felve naem, die in de Calore vloeyt,- endaer-enboven vereert met den tijtel van Hertoghdom van de Caraccioli, en vermaert door het lic-haem van S. Hippolytus , uyt wiens graf van manna gemaeckt , een fèeckere vochtigheyt voortkomt, die, foo men feyt, op den dagh voor S. Hippolytus, en op zyn feeft, en des daeghs daer nae in manna verandert. Accadia, Arpaja, door d’Oude Irpin genoemt, volgens Blondus, hoewel Leander Harpadium ftelt by de FurcasCaii-dinas, hedenfdaeghs genoemt Stretto d'Arpaja, gelijck oock ValkCaudina by onfèn tijden Valle Gar-dana geheeten wort ; en ïugum Caudinum, daer de Samniten de Romeynen onder ’t jock deden pafteeren, wert Giogo di S. Maria genoemt ; daer-enboven AltaYilla, Andretta, Bonito oft Boneto, Bo-nalbergo, Bagnulo, Bifaccia oft Bijais;_:^a, Carbonara, Cajßno, Cer'pinaraj Cepaluni, Caflello Franco, Caflello -ve- |
V L T R A. tere, Chiufano, Cafidlo ddli Franci, Carife, Cafa Labrore, Caflel della Baronia, Calitro , Fontanarofa, Fricento, Fc-~ gliane^e , Fiirino oft Forino j gelegen in ’t.oudt Campania Felix, en niet in de Hirpinen, Grotta Minar-da, Guardia, Lombarda Gepoaldo, Leoni, en La Pia. Men fiet daer noch Montefujciilo,c.^n plaets van Koninglijck recht, Mercogliano, de felve nae mijn gevoelen als Merctirialo van Leander, en Mercuriale van Antoninus, Mirabella, Monteforte, Montcmi-leto, Montefredano, Monteleone, Montefakione-, Mon-tefakone, Montefarchio,Montella, MGrra,Padula, Paterno, P ont elan diilfo, Prata, Petrapulcina, Rocca SanP Antonio, Sant Andrea, Serino oft Sereno , Solofra, Santo lorio della Molinara, Torre di Montefufcolo, Torrecufo, Tauraß oft Taurafa , Tcrella, Tegora, Vitulano Santa Maria, Vitulano Santa Croce, Vallata, en Zunculi, door Leander Giunculo genoemt. De lucht deles lants is gelonten fubtijl, maer Ueedan-g-een weynigh kout, is vol rivieren, beecken, poe-len en fonteynen -, men fiet daer hooge bergen, n^aurs. als den Apennin , dan hoewel ’t berghachtigh is, ’t heeft nochtans overvloet van alle dingen, CSé«? als granen, wijnen, olie, vlas , appelen, peeren, kaftanien, noten, halênoten , en vcrlcheyden andere vruchten ; groot en kleyn vee, en wilt. In Dieren. den acker van Prata fijn gout en filver-mijnen, aen de weicke niet gearbeydt werdt,om het weynigh dat men’er vindt. In dele provincie is een Koninglijcke rechtka-mer in de ftadt van Montefulcolo , met een Viceroy, die jaerlijcks 600 ducaten gagie heeft, met eenige andere profijten ,• en de Viceroy van ’t geheele Koningrijck geeft hem twee Rechters oft Auditeurs , die yder 300 ducaten gagie hebben , met een Ad vocaet van den Koning, die zy Filcael noemen, een Trompetter, en vijftien Hellebardiers , die yder jaerlijcks 36 ducaten tot gagie hebben. |
CAPITANATA.
Kamt», Tait», Ter^ Sint ^n^elo, daer de bergli Garganus, ofc S. Angelo in light, verfcheyden van ’t lapygia der Salentinen,en een weynigh van’c landt der Samniten; ’tlightin’t noorden , en in ’t ooften aen de Adriatilche zee ; in ’t zuydweften aen ’t landt van Bari;in ’t zuyden aen Bafilicata ; en in het wellen aen Principato Vitra , en het landt van Molifo. Op den bergh S. Angelo is de AertsbifTchop-lijcke ftadt Monte S. Angeio t’/amen gevoegt met het Aertsbifdom van Manfredonien. De ftadt Monte SanV Angelo, geftelt op den bergh by de ouden Garganus geheeten , is gebouwt door ’t ver-fchijnen van den Aerts-engel S. Michiel, die dees plaets tot fijnen ftoel koos, begeerende dat Godt daer bylönderlijck Zoude ge-eert werden. Men fiet daer de grotte oft het hol vol van devotie, toegemaeckt en geZheden door den felven S. Michiel 5 gelijck hy dat felfs openbaerde in het jaer 492 ; ’t is een ingeholde plaets in de rots, waer in men gaet door een Zeer groote marmeren poort; en vijf-en-vijftigh marmeren trappen af-gaende, komt men in een veldt oft open plaetfe, daer men verZcheyden graven en kapellen fiet,daer van een van de Zchoonfte is die van de Piderichi, Edellieden van Napels, voortijts heeren van deZe plaets: niet verre van daer gaet men door een Zeer Zchoo-ne metalen poort in de heylige Grotte, daer men niet kan in komen dan nae dat de Son op gegaen is.DeZèGrotte is geheel uy t een rotZè,die altijts Zeker water, oft vochtigheyt diftideert ; daer fiet men het kleyn Altaer door S. Michiel felfs gecon-facreert, verçiert met eenen opper Altaer,op den welcken men MiZTe doet, en by den welchen het onmogelijck is te naerderen, fonder een Zeer groote devotie en eerbiedigheydt tot deZe heylige plaets te hebben. Men vint daer oock een fonteyn van feeckere goddelijeke vochtigheydt, die d inwoonders van de ftadt bynae in alle hare fieckten gebruycken. Aen de flineke handt fijn verZcheyden Altaren , kapellen en heymelijcke plaetZèn om Mifte te doen, en byfonderlijck twee Altaren opgerecht door den felven Engel; ’t pla-veyfel van de Grotte is van wit en root marmer, onder de Grotte fiet men een dick bofchken, vol van Zeer hooge boomen, hoe-wel dat ’er nergens geen fijn ontrent defen bergh, boven op den welcken de ftadt S. Angelo is, gebouwt met de kêrck door Laurens Biftchop van Siponten, en d’inwoonders van de felve plaets,naer het vinden van de Grotte : deZè ftadt is noch verçiert met Italien, |
verZeheyde kereken. Zijnde in het getal van veer-tigh, foo buyten als binnen de muuren der felve ; fy is ontrent anderhalf mijl groot, met een ka-ftecl, dat onwinbaer geacht wert. Men fiet daer noch een grooten tooren, der ReuZen tooren ge-noemt, met d’overblijfZèlen van den tempel van den godPilumnus , fijnde in het laeghfte deel van de ftadt : dat volkomelijck de woonplaets van den BiZfehop van Siponten wierd , na dat Siponten van de Sclavoniers geruineert was, waer door de ftadt Monte S. Angelo oock Sipontege-noemt wert, en haren Prelaet AertzbiZTchop van Siponte,oft van MonsGatgani,s^dat is,van den Berg S. Angelo. Eyndelijck heeft deZè kerek met een merekelijeke devotiegevifiteert geweeft van verfcheyden Keylers en Köningen, en byZonderlijck van denKeyferOttho,die daer van Romen bloot-voets quam met al fijn hof. '^engaendede berghGarganus, diedennaem van S. Angelo genomen heeft, van fijn voor-naemfte ftadt, ’t is een arm van den Apennin, van wiens voet men hem feer hoogh fiet opgaen, Zijnde twee mijlen breet, en twintigh langh, daer na Zich noch meer en meer allenxkens verheffende, tot dat hy feèr hoogh, groot en breedt wert, Zijnde oock vruchtbaer ; daer nae gaet hy veer in de zee, en heeft wel 200 mijlen omgaens, hoewel Plinius maer 134 ftelt. Op defen bergh fiet men onder andere meiren dat yoinVaïanOj ’t welck 30 mijlen omgaens lieeft, enverZeheyden fteden daer in liggende. Aengaende Manfredonien in het Latijn en ïta- Manpt-liacns Manfredonia genoemt, is gebouwt in het jaer 1226 door den Koning Manfredus, van de overblijfzelen van Siponte, op een rots. Sy heeft een fchoon Mole, ofte hooft, en een feer fterek kafteel by den oever ; haren AertzbiZTchop is genoemt AertzbiZTchop van Siponte, en van den Bergh Garganus, houdende alhier fijnen ftoel, als oock in den bergh S. Angelo , fijne kanonic-ken fijn genoemt Sipontinen. Defe ftadt is een van de fchoonfte en beft uyt geftreckte, fijnde langworpig vierkant, met rechte fchoone Zitaten , en verfcheyden kereken en kloofters. De Tureken kregen die in het jaer 1620, ftakenfein brant, voerden al de kloeken, tachtentigh ftuc-ken gefchut, acht hondert vaten poeyer, en veel munitie van oorloge wegh. Belangende Siponten, xoortVjdts Sipontiim ge- Sipema, noemt, menfiethaerruïnen aen den voet des berghs S. Angelo , een mijl van Manfredonien. Daer van de voornaemfte kerek noch heel is. D’andere fteden die maer Bifdommen fijn, heeten Afcolï, byge noemt Satriano, om ’t felve t’onderZcheyden met die van ’t lant van Ancona, gekent door d’Oudc, inZbnderheyt door Tlorus , onder den naem van Ajculum, en nu voertfe den titel van Prinsdom van’t huys van Leva. PoDino, Ploren-^uola, oft Forenficola, en Ferenfrola, daer den Keyfer Frederick de tweede ftierf. Larino, door K k k k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;d’Oude |
200 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C A P I T
d’Oude Larînum genoemt ; Lucera, oft Nocera j door Strabo, en Plinius Lfor/^geheeten, maer Nuceria door Ptolemeus en Suetonius-, en door Diodorus Lucia j maer de Sarafijnen noemden Iiet Luceria, om dat de Keyfer Conftantinus ’t felve hebbendegeruineert, den Keylèr Frederick de tweede het de Sarafij nen gaf tot een woo-ninge , op conditie datle ’t fouden herbouwen 5 daer nae Karel de tweede Koning van Napels, verjagende de Sarafijnen, behalvendie Chrifte-ncn wilden werden , dede het noemen Cita di S. Mariaj door oorïaeck van de kerck van S. Maria della Vicloria, die hy daer dede bouwen : dan eyn-delijck is haer oude naem Lucere wederom voor d’andere genomen. De kooplieden bynae van heel Italien, Griecken-lant, Sclavonien, Sicilien, en verfcheyde andere plaetfen komen daer twee-mael ’s jaers koopmanichappen. De ftadt van Leßna is allbo genoemt, om dat haer eerftein-woonders, lbo men meynt, gekomen waren uyt het eylandt Leßna in Dalmatien ,• en dele ftadt gelegen vier mijlen van den oever,en byna woeft, geeft haren naem aen ’t by-gelegen ftaende water, genoemt Lage di Lefina. De ftadt Salpa light vier mijlen van ’t oude Salapia, verlaten om haer quade lucht. Ließe oft Ließi j is vermaert door haer fterck kafteel, gebouwt by den over van de zee. Men fiet daer oock de ftadt Vulturata, oft Vultiirara en Lermoli, en Lroja, hebbende de zee aen twee zijden , vermaert door het Concilium dat de PausUrbanus de tweede daer hieldt tegen de zeden der Geeftelijcken : ’t was voortijts vereert met den titel van Graeffchap door die van ’t Huys van Ivréeuyt Piemont, door eenNapel-Ichen Ridder Cavaniglia genoemt, en eyndelijck
ANATA.
door Ferrand van Lombardyen , edelman van de lelve ftadt, dan is nu onder den Koning.
Dele Provincie begreep noch boven de BiL lchoplijcke fteden, en’t geruïneerde Siponte, d’oude ftadt Arpi, anders Argirippa geheeten, gebouwt door Diomedes,daer van men d’overblijf-felen fes mijlen van Manfredonien noch fiets G^-riouj anders Gerunion, en Gfr^»/^,genoemt,daer van de naem alleen over-gebleven is, hoewel Ananias Cerignola voor dele ftadt neemten Arpeneß^ van Ptolemeus, die niet meer gefien wert.
De lucht van dit landt is goedt en getempert, J-^oedamg-dan ’t is ’er in de fomer lbo heet, dat de groote hitte lbo wel d’inwoonders als de vreemdelingen laadts, belchadightf t heeft gebrek van water,daer door komt dat Horatius Pouillien gealtereert noemt. Hare landouwe, hoewel licht en vol lant, geeft kort groen , maer feer voedende.
’t Is overvloediger in granen, als eenigh ander lant van Italien,- hoewel ’er verlcheyden weyden bewaert werden om het veè te voeden dat uyt Abruzzo komt : dan ’t is op veele plaetlèn ontbloot van boomen , en Ibnder vruchten.
De by en geven daer menichte feer goeden honig : dit lant voorliet Napels, Sclavonien, Venetien, en Tolcanen met vleefch:de wolleis ’er teerder en fachter dan die van Tarante, maer niet Ib fijn. Men ontfangt hier veel geit op den Tol, beftaende in’t verpachten van de weyden, dat door het koninglijcke hof jaerlijcks gefchiedt, tot voedinge van’t groot en kleyn vee.
Daer is in Lucere een koninglijcke luftitie, met Regcerinit, een Viceroy,die ook het lant van Molilb regeert, twee Auditeurs, een Advocaet Filcael,een Secretaris,een Kamer-meefter,cn een Veldt-kapiteyn.
200, If
eertijdts genaemt
DE BIOMEDISCHE.
tanata, in de zee, ontrent fefthien Italiaenfche mijlenvan denoeven leggen vier Eylanden, eertijdts de Diomedifche, nae fekeren Diomedes (die , fchuwende te huwelijc-ken, naer Italien reyfde by de Dau-niers, nabuur-volckeren deler Eylanden, ) gebynaemt. Dit fijn feer hooge rotfen j en in de grootfte van die leght |
Egens over Capi- het kloofter van de Heylige Marie dc TreM geheeten ; Weerom oock heden ten dage defe Eylanden Tremi-taenfehe genoerat worden, en dit Eylandt Santo Ncola : ’t ander is bynae foo grooc als het eerfte , in ’t gemeen San quot;d^omino geheeten. Het derde is niet bewoont ; en ontrent de helft kleender als d’andere. Het vierde verdient naeulijcks de naem van een Eylandt 9 als fijnde een bloote rotfe , met geene boomen beplant, noch met ee-nige huyfen verciert. |
Jtaliftt.
Kkkk z
PRIN
D o M I Tsr o
jI CreJassxo
'ûà
5. Gttariia Sel^orto
C. Tritnajporta.
2^■'lèrmine ios^e^iaUNtrchiarrâforono •'Torre è CadaUeiro Sei Q^c^^o
T. Homo armato ^uarHa ie jöliah
Ifl.Torta. iel Caflsüo ^onte lev 0 .iÆerU nbsp;nbsp;nbsp;Castello et fißa
T. Caandiar ieltj£oJ^üaîe
La Tiaaxa
■'Torre, ^oneÏlo
Santo ,^^Aû^aeU Cas/aîiar ie San »Michaele ^'I^ocho ioT^eîa._poîvere
S. ArtiUaria daSirocho 'T. Caa^aïiar ie Santo Nicola V. idla dladona N.Torre ieLH^iarüf 'Y.La 'Xi^liata 2^.La ,Mjtnhsione
Rinfdom van de/ê fij-de , door d’Italianen genoemt Principato Ci-tra j om het te onder-fcheyden van dat over d’ander fijde,federt het landt in tween gedeelt is , ontfing alleenlijck den naem van Princi-pato, om dat een groot
Leeraers in alle wetenfchappen , die haer tlni-verfiteyt achtbaer maken. Sy heeft twee geleerde vrouwen voortgebracht, als Trotula, die een boeck gemaeckt heeft van de deckten der vrouwen, en hare genefinge, en een ander van ’t maken der medicamenten; en Rebecca Guarna,die vandefelve dingen gefchreven heeft. Pompo-nius Lætus, van den weicken wy fbo geleerde wercken hebben , was ook van defe plaets. Daer werden twee jaermarckten gehouden, d’een van acht dagen, den derden May j d’ander van tien, den 2j December, metgroote by-eenkomflder kooplieden bynae van alle plaetfen van Italien, Sicilien, Sclavonien, Griechen, jafelfs van Afien, enAfriken. De Sanfeverinen, endeColonnen hebben fich daer Princen van genoemt : dan is nu een Koninglijcke fi:adt,hebbende drie Recht-floelen van Edelen, op de manier als Napels.
’t Ander Aertsbifdomis Amalfi, vermaert om datfèisde geboort-plaets van Flavius di Gioia, die ’t gebruyck van den magneet-fieen en van de Compafien ontdeckt heeft ontrent het jaer 1300 : als oock omdatfè voortgebracht heeft de eerfie Autheurs van de religie der Ridders van S. lan van lerufalem. Sy heeft oock in haer Domkerck het lichaem van den Apoftel S. Andries,dat de Cardinael Peter van Capua daer de-de brengen in’tjaer 1208. Sy is befêten geweeft door de Sanfeverinen met den titel van Hertogdom , en daer na door de Piccolomini van den Paus Pius de tweede, dan is nu Koninglijck.
Wat aengaetde Bifdommen , de ftadt Acerno ^cerrte. heeft niet aenmerckelijcks, dan dat haren naem neflelt is onder de Bifdommen. Campagna, alfoo genoemt omdatfe by de palen van Campanien leght, is bevochtight van de rivierkens Atro , en Tempfa, die ’er door pafieeren, gevende groote menichte goede truyten ; is vermaert door de veelheyt van’t wilt gedierte dat’cr in haren acker is,en door hare wijnen,en alle andere noodi-ge dingen ,• dan boven al om de groote menichte van hare feer goede olie, ’t Heeft den titel van Marquifaetfchap, voortijts toebehoorcnde de Hertogen van Gravine, en nu aen het Huys van de Grimaldi.
deel daer van toebehoorde aen den Prins van Salerne , begrijpt hedcns-dacghs niet alleen het lant van de oude Picentinen , gehouden bynae door alle Autheurs, felfs de jongfle, voor ’tgene Principato genoemt is, en voor een afgefchey-den deel van het oude Campanien -, maer oock een kleyn fluck van ’t gene men eygentlijck Campanien noemde, daer in de ftadt Sarne is; en een groot deel van Lucanien , die in haer geheel genomen wert voor Bafilicata.
Defe Provintie heeft voor palen aen ’t noorden Terra diLaiwro, en ’t Prinfdom van over d’ander fïjde,daer ’t oock in ’t noordooften aen paeJt; in ’t ooften en noordooflen Bafilicata ,• in ’t zuy-den de Tyrrhenifche zee , met een deel van’t fèlve Bafilicata ; en in’t weden en noordtweflen dat fy Lebeccio, en Garbino noemen van de fel-ve zee, en een deert van Terra di Lal^oro, die langs de zee begrijpt Sorrento, Mafia, en Vico.
’t Begrijpt feventien Bifichoplijcke deden, daer onder twee Aertsbisdommen fijn; en 241 deden oft groote dorpen met hier kadeelen, fonder d’andere dorpen, begrijpende daerenbo-ven in’teylant Capri d’achtiende Bifichoplijcke dadt.
De Aertsbifdommen fijn Salerne^ en Amalfi ; en de Bifdommen Acerno, Campagna fi,apaccWy Caggiano^ Caftello a lAare della Bruca, Caflello à Mare di Stabia, Caigt;a, Lettere, Minuri,Marfico No?eo,Nocera de Pagani, Policaßro, Pa'vello, Sarno, en Scala.
De hooftdadt is Salerne, door d’oude Salernum genoemt, en door d’Italianen Salerno, ontfan-gende defen naem van twee i ivierkens, daer van d’een tegen haer muuren aen de wedzijde vloeyt. Sale genoemt, alhoewel’t door die van ’t lant Bufanola geheeten wert, en d’ander Erno genoemt, oft, volgens eenige, Hirno, vloeyt aen ’toodeynde. Zyis vergroot geweed door den Keyfer Charlemagne; de Noormanfe Köningen hebben dickmaels hun wooninge hier gehouden , en hun voorfaten noemden fich Princen daer van,en de eerdgebore fonen van de Köningen van Napels waren Princen van Salerne , ge-lijck die van Vranckrijck Dolfins fijn , als onder andere Karei de tweede, fone van den eerden. Sy is oock van over langen tijt vermaert door de dudie van de Medici]ne, en door de geleerde Italien.
Capaccia bygenoemt Noyia, heeft den titel van apaec-a. Hertoghdom , fijnde niet veer van de zee, en de plaets daer d’oude ftadt Pefle was. Caggiano heeft niet fonderiings als den titel van Bifdom. Cafiello a Mare della Bruca is, na veler fèggCn, op de plaets van de oude ftadt Velia. Caflello d Mare di Stabia be-hout den naem van de oude ftadt Stables, geruï-neert door Sylla. La Ca'ygt;a,olt hol, alfoo genoemt om de hooge bergen daer ’t mede omringt is, is nu een van de voornaemfte van het Koning-rijck, alfoo het onder haer fbo veel dorpen heeft als’er dagen in het jaer fijn , fijndein vier quar-
L111 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tieren,
-ocr page 267-di Terra ç.«i
etontma.
i:Va
apri
f-r-«
3^ rBüc
di Najipli
'Portici ÿ
- 0’^'‘ß-gt;egt;^~:^^, ,.-. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ô Heminebiauea
°dellafiea nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S-dC-dellafiee .
■quot;-'' MU nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
° ... . ........
Tdaneme
Ldeli 'anuneiata
Lettere
^awbódtarlattd^
,^ÀruSî^
^Sai*na S.»^Gtrtina
^3-^1^^-- “ nbsp;nbsp;®
Laeanb-aAa.
JP^ O
Faitna
■' Le Ccttze ®
‘Braacÿltpba
■it ‘PorucL O
’Po^ghcüe q
Camvaiùtlf \
LitruntaL.
'Perrere
S. Stefano
S.Aßele
*m0 AÛraate
^rminà
Teïn’0
iluHa.
O ibrthtaaa
. .-..iaiio nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q
Ctluanica '' * S.Alta.atari
AC.^gt;^nont
S. Andrea o
0 Ga/ant
LaToria. jSCipn'aai
^lSLcetunh
J. \S.-iejcarbanai-a
S, PanaitQ quot;nbsp;» ^eCvaie q’ nbsp;qt
„ • O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’’ Leraïc - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, i.
Piazza. ' P J. ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^enerehia
Telueraeebia MV
Q lUrbarc
''' ■ Liuatraci
^uelb 0
'■•4
aJtComina
Lotmialo
ß^et-na. feniii
A, o
Tz^4j Vtyana -
Calabnite
CJ'taouo 'Trinita
w alto
^ÏC.âeCnuhu
Laielht
Caaliaua
o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jlè;
Q .4’*' -■? „dma/ara
■itttaiuUa
*Bara^uvio
^ci Itaham .
S::iÛ.biaSpajÿ'ÿ‘^
'S!- La Juch b^ Lc Serre nbsp;nbsp;nbsp;i
O Capacaa u^cehio '
Pieuliano
Laidtea
La Searza Q
Gaauda q
Vofl^liane
CampaJiame^.- tw- jÄ jâi- Lappa deSiit^nana
Caßdbazo
KanoLi
mano
Caativite -^- - 'e^SK
S.jf.dellaneue ’Palarazp'^' Tn^
'EaiitirliMte
Caflelluzza o
La Tehna.
\LaS^o
C. Jnai^attü
CalutcUii
moj^oat^ia
.j^xùCaualbuzo
Lareaita nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* F.Lareza ®
«P
* Laradascula)
Letioeane
-’n, Ceniabuaaaj^^'^ ,j, f '^' S.Jl. delta
■Pefie ruibb! q d':‘^‘
Cauebizze
CaßSni
Gar^a ® 'Vuaria
Stio
® Cantuh.'^.
\ri.- c ^ia'b) o jChiane Saptwie tana
: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.îacauo
P^ota mazziata s-^(. ^gt;-^:
latano nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'PtdntafH’nerbA'^'d)^-
ma^'^^^eOacL Lanttanda •'quot;’Tx 1?!^ '' Pienta
teSa {^nüi^
Laut^ ^iiatttana
^^ibbata
O C^auritta
unia
Ti.Gla^rtap^ ilbejca t. IreeBa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ciif, àpb 'a^
'^^‘re’Znêe ^Ualaariaei-riaSealetta * Amalftuecehia „ ’^-
.i
OS-Laranza
'Peita JeWaajaL
'Pauzedimanact
Cucuza r 'Pattagh
Pobcallro.
Lira
nuaua
'quot;' Camara
• lï» Äk. ■Serradella ^^^{t^'Jrec^ina waUa^Mj^d^
^ïreeth«^
td ^UaratiaSul ft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;“O
-t • la eot'uara
201 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P R I N C I P A tieren , diele provintien noemen , gelcheycien, die hun namen hebben van de vier voornaem-fte dorpen van dit landt, die ’er waren doen men ’t kloofter en de ftadt Cava begon te bouwen; hun namen fijn Mitigliano, Palciano, S. Adjuto-re, gewoonlijck S. Aitoro , en la Cava, als doen Feneftragenoemt. Sy is oock vermaertom haer lchoone voorftadt Scacciaventi. Lfticre. De hadt Lettere, niet ver van de zee gelegen, is door eenige Italiaenfche autheurs nae het La-Adinfiïi. tijn Letterano genoemt. Miniiri, door Leander en eenige andere Minore genoemt, dat is te feg-gen, mindere oft kleyne, is door defen naem on-derfcheyden van de bygelegen ftadt Majuri, oft Marftco. J^ia^giorc, dat geen Bifdom is ; de ftadt Marfico Nc~ , 'i’ö, heeft als d’andere niet aenfienlijcks. Aen-gaende Nocera de i Pa^ani, door d’oude Autheurs eti Liiceria genoemt, gelegen negen mijlen van de zee, en vier van de riviere Sarne , was belèten met den titel van Graeffchap door de Zurli, Graven van Montorio, dan is nu een Her-toghdora, toebehoorende de Carrafes. FeUcaßro. engaende Policaflro, hebbende den titel van Hertoghdom Ibo wel als van Bifdom, is gelegen in het midden van de Golfe die oock nae haer genoemt is ; eenige meynen datfe gebouwt is op R.:veilo. d’overblijffelcn van de ftadt Pefte. Ra'VePo, door Leander en eenige andere Rivelîo genoemt, hoe-wel/e niet leer oudt is, heeft fchoonehuyfen , en koftelijcke Paleyfen,haer beroemende moeder te fijn van verlcheyden edele geflachten, felfsvan eenige die in derechtfloelen van Napels fitten. s.ir-M. Sarno is âlCoo genoemt van de riviere Sarne, die haren oorlprong beneden dele plaetlè heeft, en light op de frontieren van Terra diLayoro.Scala, 3:aU. door den Keyler Conftantius geruineert is in ’tjaer 1138 , om dat haer inwoonders het met Rogier Norman, Koning van Napels, hielden, is daernae door d’inwoonders en de Noormans weder opgebouwt. jhrdavig- De locht van dit landt is gelont, enwclge-tempert; dan fonderling die van Tramonti is foo goet dat ’er weynigh volck fleck wert, en lèlfs gaen ’er ettelijcke die quijnen, uyt verfcheyden plaetlen van dit Koningrijck, om gelont te werden. Door alle dit landt fijn veel oorfprongen van leer goet water; by de ftadt Olivet vind men een rivierken genoemt Piceglia, dat lijnen naem verliefl: daer’t in de Sele vloeyt, veranderende |
TO C I T R A. in een jaer het hout, dat men daer in werpt, in fleen. Onder den hangenden bergh, op de welche de voorlchreven ftadt gelegen is , hoort men van tijdt tot tijdt een groot geracs, loo dat men gelooft dat’er een waterbeeck uyt lolfer voortkomt , om dat’er Ibratijdts een weynigh gelol-fert water boven uyt komt; en foo eenigen vogel daer overvlieght , die valt en beßvijmtdac men hem met de handt vangen kan. Daer lijn in het landt verlcheyden plaetlèn vol folfer, en heet water, bequaem om velerhande fleckten te genefen. Dit landt is uytnemende vruchtbaer, en aen- bekers, genaem , ’t ly dat men de kufte van Amalfi, en het landt van Salerne aenfiet, oft dat men het groot dal van Diano, ovcrvloedigh in granen en vruchten aenmerekt ; oft het wijde pleynvan Evoli, dat oock lbo is. Niet verre van Amalfi fiet men aen alle lijden hagen van mirte, laurier, palm , roosraarijn, roofen , en andere bloemen van verfcheyden foorten in alle tijden; en rondom Evolidelge-lijcks : het landt van Salerne en Evoli geeft veel koren, rijs, en wijnen; en het dal van Diano geeft oock granen, en overvloedige vruchten : in het meefte deel van dele Provintie groeyt veel terwe, Ipelte, rijs, boonen, erten, wijn, en olie, en de plaetlcn die daer in min ovcrvloedigh fijn, geven,boven verlcheyden andere vruchten,veel laffraen , en moerbefieboomen, waer door ly veel fijde bekomen. Daer fijn menichte olijf, oranje, citroen, limoen, engranaet-appelboomen, die uytnemende goede vruchten geven; daer fijn oockveel appelen, onder de welcke de Apples van Salerne grootelijeks geacht fijn, die de gelbntheydt niet belchadigen, mede veel peeren, vijgen , Procopie perfen, groot als de gefuyckerde meloenen, en verfcheyden andere lborten van fruyt. Daer is veel folfer by Olivet; en eenfilver-mijne by Olibano. Die in de minft vruchtbare landen woonen. Dure«. bekomen van hare byen groote menighteho-nigh en was. Dit landt voedt oock door fijne vette weyden groote kudden geyten , fchapen, buffels, olfen en koeyen , oock groote menichte wilt in de bolTchen. De zee geeft’er veel vifch, en de rivieren veel truy ten,en verlcheyden andere lielfelijeke viflehen. |
E Provincie, genoemt by de Italianen Terra di Bari, vervattende het meefte deel van ’t land, ’t welch by de Oude wierdt genoemt Jpulie, oft Bouille Pucetie, neffens dat van Pédicules, paelt in’t noorden en’tnoort-ooften aen Capitanata; dan noch in’t noorden en noort-weften aen de Middellantfche zee ; in ’t weiten aen Bafilicata ,• in ’t zuyden aen ’t lelfde Bafilicata, en ’t lant van Otrante ; enin’tooften aen de Middellantiche zee. iiaetß». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Iieeft t^vee Aertzbildommen, te weten, ejj Trani. De ftadt Bari, Ni/äer van ’t geheele landt de naem heeft, en in de welche de Napoli-taeniche Köningen plegen gehroont te werden, wiert by d’Onde genoemt Barium en Bariondoch daer te voren lapyx, en is hedensdaegs de hooft-ftadt deler provincie, ’tls een honinglijche ftadt, groot en wel gepeupleert, die fich roemt te hebben ’t lichaem van ^Nicolaes, Biflehop vanMy-re, in de herch van de lèlfde naera. Trani, by de Oude genoemt Trinium, volgens Plinius 5 Trajanopolis, volgens Pandolfe Collenuce; enTranum, volgens’topfchrift van de poorten; heeft fchoone huylèn, neffens een hafteel ge-bouwt door Keylèr Frederich de 11, die mede de-de maechen haer Ichoone zee-haven, zijnde he-densdaeghs bynae toegeftopt van’t lant; van gelijehen is de ftadt mede byna een halve woe-ftijne. De Aertzbiftchop wort genoemt Aertz-binchop van Trani, en Salpe. Defe honinglijche ftadt heeft vier zetels, zijnde gedeylt, gelijch tot Napels, onder eenige edele familien. De Biftchoplijche fteden zijn Andri oft Andria, ^ßede», Yoerende mede de tijtel van Hertoghdom, van ’t Huys der Carrafes. Bifeglia, genoemt by de Latijnen PigilU, gelegen aen den oever des zees, op een leer hooge rotz ; Botonto, een honinglijche ftadt, eertijts onderdanigh aen de Aquaviva, voerende den tijtel van Marchgraeffchap, en ver-maert wegen de welfpreechende BifTchop Cornelio Muflo. Bitetto;Conl^erfano, een ftadt van den Hertogh van Atri, voerende de tijtel van Graef-fchap; Graygt;iana, Hertoghdom van de Orfinen ; Gio'ïfena^o, gefticht van de overblij fielen, ofte ruinen van de oude ftadt Pßnatia, zijnde hedens-daeghs onderdanigh aen den Prins van Molfette, van ’t Huys van Gonzague. Monopoli, een honinglijche ftadt, gelegen langs den oever des zees, hebbende een Peer treffelijche hapelle in haer hooft-herche, verciert met hoftelijche beelden van marmorfteen ; en een feer fterch hafteel, Italien. |
Molfetta, genoemt by Leander en eenige andere, Morfitta, Marfetta, en Malfetta, Prinfdom van de Gonzagues, gestoten uyt Don Ferrant de Gonzague, Capiteyn van Karei de V. Monorygt;ino, oft Minerygt;ino Polignano, liggende langs den oever des zees op een fteenrots ; en RuDo, gehouden voor de oude ftadt van Rubi by Antoninus. Men han mede voegen by defe fteden de ftadt van Barlette,vermits de Aertzbiftchop van de ftadt van Nazareth in Galilea fijn ftoel heeft in een van haer herchen ; en dat vericheyde Köningen haer de naem hebben gegeven van een ftadt, alhoewel menfe ftelt in ’t getal van de vier voor-naemfte plaetièn van Italien,voerende geen tijtel van ftadt, maer fimpelijch van Ville oft Caßello, dat is tefeggen op fijnItaliaens, hafteel. In’t midden van de plaets ofte marcht, fiet men een metale beelt, zijnde een gewapende Koning, ontrent tien voeten hoogh, welch men lèyt te welen de Keylèr Hercules. Sy heeft een fterch hafteel, een goede haven , en is vol edellieden, levende leer heerlijch. Men moet noch hier toe doen Canofa, gemeen-lijch gehouden voor de oude ftadt van Canufium ; aengefien dat dit Bifdom al voor lang vereenight is geweeft met het Aertzbifdom van Bari j in voegen , dat die fijn ftoel daer heeft, fich noemt Aertzbiftchop van Bari en Canofa.’tls een Graef-Ichap, toebehoorende aen ’t Huys van Doria ; en dele ftadt is maer vijf-en-twintigh ftadien, oft drie mijlen gelegen van de oude ftadt Cannes, ver-maert door de nederlage der Romeynen , waer van de o ver blij fielen noch te fien zijn by de rivier Ofanto. De locht defes landts is loet, en getempert ; iioedaKii-‘ doch haer wateren zijn grof en zout. Het brengt hejdtdes voort tarwe, garfte, erten, boonen en diergelijc-he, alles in groote overvloet ; men lèyt gemeen-lijch, dat Gravine is de hoorn-Iblder van Pouille. Het geeft menichte van anijs, comijn,coriander, enfiAnttn. faffraen,en cottoen,oranjen,limoenen,en andere vruchten; dat meer is, daer zijn groote boftchen met amandelen enolijf-boomen, die men daer hooger fiet als in eenige andere plaetfen. Daer is een menichte van gevogelte,allerhan- r/w*. de heeften en venailben, de zee die ’er dicht by leydt, geeft lèer goede vifch. De oyevaers ziet men hier tegens de ferpenten oorlogen, dielè by menichte dooden ; en in tegendeel heeft men nimmermeer gefien,dat een ferpent een oyevaer lèude gedoot hebben. Daer groeyen menichte van tarantoles, als van gelijehen in’t landt van Otrante. De Vice-honing delèr Provincie onthout fich Geuwrnt^ in de ftadt vanTrani,als van gelijehen de honing-lij he Audiëntie, met drie Auditeurs, de Advocaet M m ra m en |
Ccrl^ftahi
'DeUe cita
S. Chii’icc
La. Stcrnoju
'^Jtvuca
'Cdt ^yCanna. O
Q f bidreta
41
*S 5^èn/taio
Lauiano
La ualua—^/^^
O femtJia JlLorta
O
(^•ta Âdle tam
Cartifi
LMvcchoita. G
Q Scameatcra
.jCVevde
, Cadnf^iuni
5..^.
J M. Lap^o P.POglio I *'
'ßuato
C^ûtuchto}'
'R.utea 1,.
liutv
gt; w
Sgnatri
O
Laco^ltano Piano della Coite
*Îk (^c^ano
Ct^elluzza
G
Oc- ■ otet^nano
Palarjuo Salu^nuàlo i:iT LaPelina. Serra nera^ Ottate-^ G
S.»4iwelo de Tratte
Btiri^aardo
pß TLubino
*5. Gia in Träte
ß
*Pozzo Peiragna
^rra Catialto
Salzolu G O Cantarella
eiÜnarbmo
lt;amp;
quot;P-apalLt
l^randino
*BamÛe Q riteUa
Patemi G '
^Sbat^Capa'Venere
L. rcrante
Ceruahuona Leaoeane
pRIlPCIPyiTO 5. lacotna
G
G
Can^at^
i£O TùolaXtzztata CamûeUa
cittla
S^o
Cattaunna.
S.fAt^ela
ntanaet^ G
Cameroita ^^SeatolLi
Kqja Candida
xi
CanoeUaro
Lifot
'PiuezzoHC^.,
/ôr^^
^^^Puola. O
^y^,^^(arro^io
Petto âeR'agwla
Qßdenuouo
Cafd^uo
jiaMtia
Superiarc
C. dt Cß' euceo
^SMdeda
'Barletta.
Tlßtano . Padul^ Canna diSti'titta. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T^va.n _
tAme(ao O
Lanutdeiia^ O , A lt;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Indrta
GS.Practo
^4leatjitana
*.£ 'MtÂïTà:
PTlßa
S«gt;»
(■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
o ....
O Prelazzi
Palazzo
^^,iCde l-’auzo
Gezana
O Jlaujeue Cbiapya
----« quot;quot;X Sataaltano
, i,
■Gt'aua Selece
^caitlaniM
’Ä-
S Chirico
e berra ai mezza
'''Trtoanoû
^Llbano
Tetra Petroja.
Steonza
e^i
Raforatnonie
L/Outdenti CSaraewo
Lggaudo
Pontz dfO^na
^dltotanni
Gn^i
Serra aAjènueehie
Qjiar^
^rmoruzzO
^O^-Lopa di pa cela ï
S. ^de ^ano O J^^o^tta
S.fraai o ^t4_ O
iQ^ntta S.lacano nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
Q PS.Sptrtto VOlituto
Caientana. Q
at^o
L PerSzai
Torlazo .^^LaPadnta
O
Il îértnf^
Carna/a-
Bitaizto ' C^du^i
Carbonara
'VtuTmrt .pa„tei^°'^^‘^''f^ fa
T^aPehfi
^Pa^eti
^dricarre
‘Butriito —
'Piana tb Bitonta G
'PaJula
Ce^lü il Cdla^,
L{^ito
J^iontrone
Gruma
^LaSdna
jtà nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.^de Cast
S.L,a,nJrlt;, madina
Chiciina.
^Pesdnat^laaiaitt. • Padula di azfuano ..^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^vr i
^OOrß , nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.JnJcL,
LrTM nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S..Ti,klL,Sula q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^«‘^'■
a llKrtti»“ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ ■gt;
O lt;iLßiUc SeKelaiifimi,u. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;JiT.aUaafri
CearPürrt .... nbsp;nbsp;nbsp;_ . ‘PaJutc-■•
Cai’te Laßo
B'z^inita G
S.^li^deParicta
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cafruteli
' ^ ■ •'JS^Cn.Sannace
GrauuixL
LeMabne
'ctano
O
T/JJ? bttt^o o S. :iCp^zv ,^ÄS:S4tt3^. O Lauretelb ^mßti Lmtia nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Loen 'JLürüiuln
■i.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, k.
O tgt;/fZZtt4
O ^^dîbano
Pozzo '^artcehto O
La -^Lad^digtci S-^Ptco^LdeUa
maeebio
Titnbart
Laaandana.
Rocealetpeariale
anano
Laprettatem
Q Lefeguieh^
t^utoÀjnn
iutglione.,
l^^aOatzi Gratta Patoba
S.'Paße.
'LiUßi -Bcfrc Ji
S. ».Iubfuio
Ponte S’Picbv
'T^Jf'B/ßento
deTLoUto
Zgt;^ Calca^nola ^Cir^alco
r, ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^frtrtina-
jt.LnZl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- :• ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;3«ü .
GtanJo tkl kfrlat’tia « nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C rZ-hna
0 nbsp;nbsp;0 O
Q 'Ptcarazza tti f.
La^rozzonara
m^lia, undeci
Of oerra antai'a
.^laa-T^rentoui
oLaT^'^ß
GroOaPo PAePoi^ra
*^Padula Zn^cta
Biduedere
' t Taauîa Obuara
Caivlmo G
S.SiCai^tDio G
Levorano t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PuUano
'T.d.Satutnio O
O 'Frcaagnano
faoîto
^tonazizzo
204
BARI EN BASILICATA.
Heden, zijn Abriola, Accettura, Anfe, Albano, Aliano, Armenta, Atelia, onderlcheyden met dat van ’t ge-luckige Campagne by Napels, aengefien die in Apulie Peucetie is ; Baglio, Bolla, Bernauda, mede genoemt Camabra, en by lommige Bernarda, en Bernalda, gelegen ontrent een boogh-lchoot van de rivier Bafiento Caflro notfo, Cokmbaro, Cor~ letto, Craco, Cancellara, Claramonte, Carbunl, Caflello Sa-racino, Corigliano, Cabiello, genoemt by lommige Collivali ; Caßellaccio, Epifcopaja, Ferrandina, geHicht neffens het kaHeel door Ferrandin, Hertogh van Calabre, loon van Alphonfus de II, Koning van Napels; FrancaYilla, alwaer men liet een leer tref-felijck klooHer van de Katuyfers monicken ; po-. ren‘;!ia, Gen^ano, Graffano, Grottula, genoemt by Leander Crotolo,toebehoorende aen den Flertogh van Trajetto; Guardia, La^onigro, Lauria oft Luria, Laßano,Lotronico,Laurenteiana,Maratea het laeghHe, en veel grooter als het ïioQgLB.Q,MeJfaniello,Monte Albano, Monte Scagioß), oft Scagliofo, van den Prins Bifignan, liggende in ’t midden van de rivier Bradano ; Miglionico, MoUterno, Maßhito, Oppido, Petra Pertofa, Pißiccio oFt PeHice j Pomarico, liggende twee mijlen van de rivier Bafiento ; Picierno, Peßo Pagano, Rhiello, Rocca Imperiale-, Rutgt;o oft Rubo, genoemt by Horatius en Antoninus Rubi ; Rotonda, Salandra, Spenna%sgt;^a oft Spinaceiola, gelegen in een landt vol koorn, niet verre van Venetien ; Siniß, Stigliano, hoofe-Hadt van een Prinfdom ; S.Arcan^ gelo, S.Chirico, S.Martino, S.Fe’e, S.Mauro, Lito, Lohe, Lrechina, een Hadt toebehoorende aen den Prins Bifignan, Lramutula, Liggiano, en Vignola,
Defe Provincie is meeHendeel rouw en onef-fen ; doch geeft menichte van koren,lèer goeden wijn , en heeft fulcke groote wijngaerts, dat een X^uchten tn Hruyek dick wils een geheel vat wijn is voortbren-gende. Het is rijck van oly, anijs, coriander, faf-fraen,en cottoen, voornamentlijck tot Turfi : de boomen bloeyen tweemael ’sjaers, als van ge-lijcken de roofeboomen. Daer zijn allenthalven menichte van oranje-appelen, citroenen en limoenen.
Daer zijn menichte honigh-byen , die een iPttTtn. groote quantiteythonigh en was veroorlaken,als van gelijeken veel venaifoen,oft wilt-gediert, offen en verekens ; foo komt dat men allenthalven d’overvloet van faucyfen vint, die de Oude Luca-niques plegen te noemen, met de naem van ’t lant Lucania; oock is de zee aldaer vol goede fchulp-vilch, ja lèlfs oeHers, die goede en fijne peerlen voortbrengen.
en Procureur van de armen, neffens de Capiteyn van de Campagne. Binnen Barlette is de ftoel ofte rechtbanck, genoemt delPortalano, en Regio Secreto, oft koninglijck fècreet,’t welcke is als een Admiraliteyt, nemende kenniïTe van alle zee-laecken.
BasILI- De Provincie hedensdaeglis genoemt Bafilica-vervat niet het geheele out Lucama, gelijck byna alle Schrijvers defes tijdts beveftigen, verpandende alfbo ’t verftant des Lefers met een valfche lichtgeloovigheydt ; want gelijck ick al-reets hebbe betoont, wort ’er een goet gedeelte van Lucania befloten in ’t Prinfdom gelegen aen dele zij de,gelijk de namen der plaetlèn alleenigh dat genoegh te kennen geven -, in voegen dat Ba-filicata vervat het andere gedeelte,en lieh ftreckt in Magna Gr^ecia, omhelfende te gelijck een gedeelte van Apulia Peucetia, ja felfs van ’t lant van Locrois.
Het paelt in ’t noorden en noort-weften aen gene zijde van ’t geberghte, aen Capitanata, het lant van Bari, en ’t landt van Otrante,- in ’t oollen aen de Golf van Tarente ; in ’t zuyden aen Calabria, gelegen aen dees zijde; en in ’t noort-ooften aen ’t Prinfdom gelegen aen gene zijde.
Tiaetfe». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het vervat J(;t7^«^^,voortij ts genoemt Acheren-
tia i en door bederving van tael Agerentia, was cer-tijdts vereert met den tijtel van Aertzbildom, ’t welck lieh tegenwoordigh vereenight vint met dat van Matera, van ’t lant van Otrante ; ende Bildommen oft Heden zijn Lalfello, oft Laygt;iello, eertijdts behoorende aen den grooten Capiteyn Tartaglie, die ge-employeert wierde door François Sforze, Hertogh van Milanen, en behoort nu aen ’t Huys delTufo LAverfs. MarficoyteterCyMelfe, oft Melfi, gefticht door de felfdeRomeynen, die gebouwt hebben ,de ftadt van Amalfi, en voert de tijtel van Prinfdom ; Monte Pelofo, toebehoo-rende aen den Hertogh van Trajetto,gelegen op de Bradano ; Muro, Potenza, genoemt by Ptole-meus en Antoninus Potentia, wiens inwoonders by Plinius worden genoemtPotentes; Rapolla-, Irica-rica, oft Tricarico, een ftadt des Prins Bingnan, vereert met het lichaem van S.Potitus, martelaer; en, volgens haer feggen, mede met ’et lichaem van den Abt S. Antonius. Turß, genoemt by Ibm-mige Torfe ; en Venofa, by outs genoemt Venufia^ cnVenußuvn, de geboort-plaetle van de Poëet Ho-ratius, voerende tegenwoordigh de tijtel van Prinfdom.
De andere voornaemfte plaetfen zijnde geen
-ocr page 272-Het Landt van
TaletK Otrante. E Provincie genoemt § by de Italianen Terra 1 d'Otranto,wegen de ftadt van Otranto, diefe om-helft, vervat een ge-[S deelte van Groot Grieken-g landt, lapygia, Meßapia, I Apulia of Fouille Peucetia, en ’t gehecle Salentina of Salentinfche landt. Sy wordt bepaelt in’t noorden met het landt van Bari,en deMiddellantfche zee,aen de welcke fy oock in ’t noord-ooften paelt ; in ’t ooften met de zee Ionia; in ’t zuyden met de /elfde zee, nef-fenseen wey nigh van Bafilicata ; en in’tweften met het /elfde Bafilicata. Sy vervat de Aertzbifdommen van Otrante, Brindes, Tarante, en Matera. De ftadt Otranto, by de Ouden Hydruntum en EjArus genoemt, is vier mijlen van Cap de Leuca gelegen, heeft een fchoone haven, en is mede verfterekt met een mijlen van Matera, en Tarante gelegen : CaflrOj een leer wel-gelegen plaets tot de verkoopinge •quot;kafteebdoor Alfonfus de II gefticht, liggende op- van de oly, doch kleyn : Gallipoli, by outs Anxa eil een rots, die de zee aldaer is commanderende. Gallipolis genoemt, dat is te/eggen, voIgensPli^ Sy wiert in’t jaer 1481 ingenomen en geplondert nius,een ftadt der Gauloifen, is twee-en-Veertigh door de Tureken , die, na datfe alle de mannen mijlen van Tarante gelegen, en is een koning-doodt-geftagen hadden, de vrouwen en kinderen lijeke ftadt, vermaert wegen haer fterekte , eti met haer namen j en naderhant hernomen zijn- vruchtbaerheyt haers landts, foo in oly, wijn, als de door Alfonfus, wiertfe van hem op een nieuw bevolckt ; in voegen datfe tegenwoordigh wel fes hondert huys-gefinnen groot is. Defe Provincie is maer vijftigh mijlen, oft daer ontrent, van Grieckenlandt gelegen, /oo dat Pyrrhus van meeninge was, Italien aldaer *0 voegen ofte te binden, met een /cheeps-brugge, aen Griecken-Irmies, landt. Brindes, in ’t Italiaens Brindeß en Brindifi, by de Oude Brundußum genoemt,geboort-plaetfe van Pacuvius, tragedi/ch Poëet, heeft een van de aller/choonfte, grootfte, en fterckfte zee-havens van geheel Europa ,• en is met drie kafteelen ge-fortificeert, waer van het een genoemt wert het groot kafteel,het ander,het kafteel van’teyland, en ’t derde, het Fort Brindes : van gelijcken twee ftereke toorens, Cavalloccio, enPena genoemt 5 d’een aen de rechter, en d’ander aen de ftineker zijde van de haven. lararfto. Taranto, genoemt by Appianus Taranton, by Strabo en Ptolemeus Taras^en Tarentum by ’t mee-fte deel der Anteuren, was een ftadt van Groot Grieckenlandt,enfeervermaert : istegenwoordigh noch groot; in voegen dat/èin’t jaer 1614 vervattede wel 3110 vuur-fteden. Sy is in een hoeck des Golfs gelegen , aen de wèleke /y de naem geeft: haer haven,zijndeeertijts feer groot en Ichoon, /iet men tegenwoordigh met groote fteenen geftopt, foo datfe maer voor kleyne fcheepkens en barquen bequaem is. Wegen de vifth die is’er menichvuldignlijck. Voorders is /y gefoi tificeert met een fteik kafteel, omringt met Italien» |
een arm des zees, en beroemt fich de geboort-plaetfe van den grooten Philofooph Architas, toegenaemt T arantinus,te zijn. Defe ftadt wierd ten tijden der Köningen van Napels altijdt door een van haer kinderen befeten, met den tijtel van Prinfdom; naderhandt door de Balzes en Orfins, en nu ter tijdt is /y Konings. Aengaende de ftadt Matera, wiens inwoonders by Plinius Materani genoemt worden, en geftelt wort in ’t tweede Landt/chap, was eertijts Acheron^ tia genoemt, volgens Pandolfus Collenucius, is tegenwoordigh noch groot, als hebbende wel duyfent huys-gefinnen. Enishedensdaeghsko-nings, na datfe ’t gebiedt van de San/èverinen, en de Heilogen van Gravine, is onderworpen ge-weeft. De fteden hebbende maer alleenigh Bi/Tchop- Piigckof-pen, zijn AleJJano,’t welck niet gedenekwaerdigns infichheeft;Cajlellaneta,eengrooteftadt,achtien faffraen. tecce, by outs Alctum genoemt, de grootfte ftadt van dit geheele landt, als hebbende wel ïes duylènt vuur-fteden, en is de woonplaets van de Viceroy. Motuïa ofte Motola, twaelfmijlen van Tarante gelegen. ISlerdOj een feer oude ftadt, by Plinius l^eritum genoemt, als van gelijcken haer Borgers Neritins,die haer ftelt onder ’t landt van de Salentins, om ’er van de Neritins, volckeren van deHerpins, te onderfcheyden. Oflnm, mede een groote koninglijcke ftadt, eertijdts ondcrda-nigh aen de Sanfeverins, daer nae aen de Gual-tieri. Oira, by Strabo genoemt, zijnde vier« en-twintigh mijlen vanTarante gelegen, in ’t op-perfte van een heuvel, heeft een fterck kafteel, van de Marquis del Balzo : en VgcntOj zijnde, volgens ’t leggen van Ptolemeus, Vxenfutn, ontrent twintigh mijlen van GalHpoli gelegen. De andere plaetfen zijnde geen fteden, maér van de voornaemfte dorpen,2ijn Cegliçjgehouden voor’t Celia van Ptolemeus j een fchoone •plaets, vijf-en-twintigh mijlen van Nardo gelegen,na de fijde van Tarante,by outs geacht door Plinius voor ’t oude Isianduria der Salendners, oft voorMandurion vanIapygia,byStephanus:’t welk is Mandonion van de Melfapiens, volgens Plu-tarchus : Campte Cupertino Carpignano, Curigliano Franca Fillar toebehoorende aén de Marquis van Balzoa, vijf mijlen van Oria gelegen ,• Galatola, Ginofa Gruttaghe, Guagnano, Latiano^ LeenilSf Lel^e-^ ranOj Martano, Martinaj een grootè plaets, en Her- N n n n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;togh- |
T nbsp;nbsp;nbsp;Ca/iaiw
Vejiallé
Ö
Saleittina
^4ltamura.
Oravtna.
SrScelLine
S. jF. aPalobi
. .. gt;lTfc^
^Irigbone
°
T.^uove
S ^■ingeie
CanzOHo. Jt /.
iFSagbÿo
P^zzi
P d aVr t..^-e
La 'PretreUa
Latrenuto/a
s.
y, Si/‘. Jt 'Farteto
Lenua
factano
'Pezzc ^ffriecbto
FonteS.T^tro
iß Cßellazzo
llßrolito dtß
Calteîlandttd
’FaleptaneUe
CalcaMala.
unus
■F dt 'B^ento
rjmzzeta^ O t
TeSearo
La porßdo
O
La ritottdeUa
JtUWUÛMuSuiï
Kpifc.Neritonenfi.,S™‘D.PP.lNNOC£NTn x
traetum. *Rhent et Jtyir. Germ ^pArtea « Or'^ dmarie, nee nen, ad traetatua generalis^aeis idotu^rii, extraerdmarie, earn jpotedLnte de latere .Legati,^-uneie,Natrona^re ee: gt;
lendtß'P* 'D.-D.D.
doh. SLuu. .
Albere belle
Æ,.. ®, '*** -,
fegaie de Verropolo
di Tarwto
olinv
Tarentinus
Scala. Ji undect
quot;%
O *
Laitt^telle
Q T. de'Bui^o
S.^Jf/Pezzt^a^cito
Ottai'o.
LS,*Leonarde 1 f.de rida nuaro d^endeeUo ' gt;
lt;4.^ , 'VÆ'ka Lut^a rttondo
Ftéa-zzaru dt^^
SîfarbnÆ ......-o**.
Ctßertuna
FRoß
FJo- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S. quot;ï^u o
'K. Fo^ta. Q
'PoFano
^4tban4
F.dt'GiFahnt
■Chw btca. de Jt
0 L ^Ubne
'Pnza matnatViie
Speecha Âelhp
'ÜF. Caire
i'tieüe
Oßuni
F S. Sarina
Larvi^^nA
S.Teh
iot. Q Li mozzi
''' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Laverana
iFutinatO ‘’~'
■- ;
-S-.^faranA n. O °. -Wt_ O..\
S.Geetgw
F. di Callmlûnte
F \dellapena.
Fgt; Ci^o gaüo
Brindiü
,ïî Farte
Salme grande
luturano
Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Furebiaivlo
Le Tadule
^ergianeß
Loghiaïtro
X VFarÄo
S.dFuole, pergodst
di bare 4
TacIa ii
’ CataUa
^oghatio
Fdßano
t.de nuu-etatw 0 dt tnafântû
-a4lt;. 'Borgigno
•PafulAfc
Larpignano L
tcdleßano
F.Sarib Getfino
Sadg^ SdF.deJ.,euca.
t. Ji huamint ^orlv ~
'L
^eWharto
.iddhano
dipanoj^nda df^^iadi
T'apo S. ^ana abm lapgiam et Saletinum pi'o.
iod o T R A N T O.
toghdom van de Carracciols; Maru^gioj MaJJafia^ een kleyn plaetsken, doch vaft en fterek, negen mijlen van Tarante gelegen,en tonrecht by fom-mige voor het oude MeJJapie genomen, in welc-kers placts Leander hedensdaeghs de Ichoone ftadt van Mifagne fielt : Melpignano, Parabifaj Salice, SoUto f ’t welck by Plinius voor Soktum gehouden wort ,• Squinfano^ S.VitOjTrecaje^Ters^aj zijnde twaelf mijlen van Matera gelegen: den tooren van S.Su^ Janne, een volck-rijcke plaets, en Veglie. Loch. De locht defes lants is doorgaens leer gefont, niet tegen-ftaende, dat ’er veel met de lafery be-fmet zijn, welck quaet voornamentlijck veroor-faeckt wert door de menichvuldighey t van verc-kens-vleelch,en drooge vijgen,de welcke het ge-meyne volk veel tot fpijs en voetlel gebruycken. Het dondert ’er loo wel ’s winters als fbraers, loo dat den hagel dickwils veel quaets veroorfaeckt : daer is weynigh water, niet tegen-ftaende vint Lauden, men’er Ichoone wey-landenid’aerde,hoewel feer rouw en fteenachtigh, is mede feer goet. Het is Crrfw», vruchtbaer, en geeft goede tarwe, garft, haver, •vruchten .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ en planten. Wijn, olyven, oranjc-appelen, citroenen, limoenen , excellente meloenen, appelen, peeren, en menighte van faffraen. Aengaende de olyen,zijn niet alleenigh fuffifant tot vervullinge van’t'ge-lieel Koningrijck, maer daerenboven noch voor ’t meefte deel van Italien. |
Dieren. Het vocdt menichtc van often, ezels, muylen. die aldaer grootelijeks geacht worden, hafen, ko-nij nen,en verfchey de andere lborten van heeften, van gelijeken allerhande flagh van gevögelt. Doch het heeft dele ongelegentheyt, dat het mede eenige fenijnige gedierten voort-brengt, als onder andere de Tarantola,welcks fenijn niet verdreven kan worden, ’t en xy met gefangen en ’t Ipel van wel-luydende inftrumenten. Het voed noch een andere foort van fenijnigh gedierte, te weten,een (lach van (eipentenjCher/ydres genoemt, daer van ick in mijn dilcours generael gelproken hebbe : oock. is ’er geen landt dat lbo veel Icha-de lijdt als dit,en dat van de Ipiinck-hanen, dielè Calfallete noemen, die Ibmtijts in een nacht al het koorn, het welck nu rijp geworden is, vernielen ; doch dele Iprinck-hanen worden wederom door de lchickinge Godts vervolght en te niet gedaen, door een flagh van gevogelte, dewelcke ly Gayies noemen. In de Golf van Tarante vangt men een groote menighte van allerhande vilch, inlbnder-heyt zee-braefl'ems. De koninglijeke Audiëntie defer Provincie Cowverne-wordt in de ftadt van Lecce gehouden , neftens haer Viceroy, drie Auditeurs, een Advocaet en Procureur Filcael ,• de Kamer-meefter, een Ad-vocact en Procureur der armen, een Trom^pet-ter, twaelf Hellebardiers, en de Capiteyn van de Campagne. • 1 |
C I T R
A.
noorden aen Bafilicata, in ’t weften aen de T y r-rheenfche zee,in’tzuy-den aen Calabria Vitra, gen aengene , en in het ooften aen de lonilche zee. t. Sy vervat de Biftchoppelijcke fteden van Co-fènze en RolTanOjWaer van de eerfte,genoemt by de oude Griecken en Latijnen Confentia, en by de Italianen Cofen^a, zijnde eertijdts de hooft-ftadt van de Brutieners, is gelegen tulfchen leven heu-velkens, de welcke haer omringen, behalven in ’t noorden, alwaerlè heeft een groot pleyn oft vlackte , dat lieh wel twintigh mijlen in de leng-. te uytftreckt, en wordt genoemt Val de Grati, wegen de rivier Gratti, welcke haer oorlprong heeft fes mijlen zuytwaerts van dele ftadt : loo-pende allbo noordwaerts door ’t midden der Zelve , vermengt fich met die van Bulènte, de welcke vloeyende in ’t weften langs haer muuren, ver-voeght fich in de manier van een triangel aen 'rgt;al de Grati, al waer menlèydt dat’et lichaem van Alaric, Koning van de Vifigotten, begraven is, in’tjaer onlès Salighmakers 412. Defe ftadt is nimmermeer iemandt anders onderworpen ge-weeft, als de Napolitaenlche Köningen, de welcke gaven aen haer outfte zoon, gelchickt tot de navolging van ’t Rijck, de tijtel van Hertogh van Calabre, waer van lÿ de hooft-ftadt was ; en na-derhandt, foo wanneer Louys de X11, Koning van Vranckrijck , en Ferdinand, Koning van Spanjen,het Koningrijek Napels deelden; Calabre en Poüille zijnde gebleven door deelinge aen den Koning van Spanjen, maeckte hy dele ftadt d’opperfte van alle de andere. Mede loo heeftle d’eerftc ftem nae Napels, te weten in de werelt-lijcke waerdigheyt,en haer Aertzbilfchop,zijnde een van de alleroutfte, geeft fich den tijtel van Miferatione diwa,gelijck die van Napels. Sy heeft een leer fterck kafteel, doch fonder belettinge, om datfe gelegen is in ’t midden van ’t landt, en omringt met vijf-en-tachtentigh lchoone dorpen, wel bevolckt, gelijekende eer fteden als dorpen, waer van d’inwoonders haer koopmanfehap-pen en waren alle Saterdagen op de marekt van Cofenze te koop brengen,een van de voornaemfte marekten van ’t geneel Koningrijek. Sy wort vereert met de woonplaets van de Vice-Roy defer Provincie, met de koninglijeke Audiëntie, en heeft een Academie, een collegie der lefuiten, koftelijeke kloofters van de Auguftijnen,Iacobij-nen, Francilcanen en Capucijnen , Minimen en Carmeliten, neftens eenige kloofters van Non-ïtalien. |
Alabre gelegen aen dees hCn, oft rcligicufenk Oock gafthuyfèn fbo van dé ^ijde, genoemt by die Annonciata als andere; mede drie jaermarekten, van’t landtofte d’eene genoemt Annonciata, in de maent van Maert, een ander van S.Magdalena in lulio, en de derde van S.Auguftinus in Augufto : als mede die van de bergh der Barmhertigheydt, alwaer men gelt geeft op pant, fonder winft, gelijck tot Napels. Aengaende RoJ/ano, genoemt by Antoninus en Rofane: Procopius Rufcianurriy is een feer ftercke ftadt, gelegen drie mijlen van de zee, voert den tijtel van Prinïdom, en maeckt haer naem aen de by liggende Golf gemeen. Buyten de ftadt vint men de feer devote kerck van de H. Maria del Patire, in de welcke geen vrouwen komen ; en by aldien zy by geval daer komen in te gaen, foo begint het terftont lbo te regenen, blixemen, en te donderen , en dat met fulck een gewelt, dat het fchijnt dat ailes Ibude moeten vergaen; doch foo dra zy daer wederom uyt gaen, wordt het moy klaer weder als te voren. Men vermoed d’oor-ïaeck deles mirakels te zijn, om dat de H. Mager, na datfe aen S. Bartholomeus, Abt en Dilcipel van S.Nil, toonde de plaets, alwaerfè de kerck begeerde gebouwt te hebben, altijt was verfchij-nende buy ten het circuit, oft den ring van de be-teeckende plaets ; daer beneffens bevalle aen de-fen Heyligh, dat men nimmermeer aen de vrouwen foude toelaten in defe kerck çe komen,maer datfe de Miffe van buyten louden hooren. De andere fteden, voerende alleen den tijtel van Bildommen, zijn Amantea j genoemt by Ce- pede», drenus Amanthia, ’t welck niet is het oude Napitia, behoorende onder Lopizzo. Het is gefterckt met een kafteel, dat men onwinbaer houdt. Bifi-gnano, gelegen tulfchen ’t geberghte , heeft den tijtel van Prinfdom, en een fterck kafteel; Cariari, gen tuflchen ’t geberghte,cn toebehoorende aen den Prins van Bifignan; Hartorano, een oude ftadt, gelegen in ’t geberghte Apennin s Strongoli, gelegen vier mijlen van de rivier Neeto ; 5. en Vmbriatico. De andere voornaemfte plaetfen zijnde geen Andert fteden, zijn Jcrz oft Agri, twaelf mijlen van de zee; oft Aita ; Ajello, een plaets van de Prins van MalTe,voerende den tijtelvanHertoghdom, Al'pidona ofte Albidona, gelegen dicht aen ’t gebergte, ontrent vier mijlen van de zee; Altomonte, gelegen op den top van een feer hoogen bergh, vier mijlen van Saracina, en maer looopalfen van de zout-mijnen ; Amendolara, alfbo genoemt wegen de menichvuldigheydt der amandelen die men aldaer vint, zijnde onderdanigh aen de Carafes, en de geboort-plaetfe van den feer geleerden Pomponius Lætus, gelegen twee mijlen van de zee ; Aprigliano hebbende tien dorpen onder haer ; Bellomonts oft Belmonte, waer van het om- Oo OO |
2o8 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C a L a b R I
liggende ländt vol is, foo van oranje-appelen, citroenen, limoenen, als andere vrucht-boomen ,• * Bebedere, toebelioorende aen den Prins van Bifi-gnan ; Bef’tficaro, Buchiglieri s Calopi;!:^ati, gelegen anderhalve mijl van de zee, en acht van Roflano ; Cabiü, Qafalnoyw^ CafiigHone diCoßn^a onderlchey-den met Caftiglion, liggende aen de zee ; Carokî, Caßelfranco, toebehoorende den/Prins van Bifi-gnan ,• Caßro VillarCampana, Carpenfano, Cafobono, Celico, Ccri/ano,Cerchiaro,Citraro, toebehoorende aen den Abt van Mont Caffin ; Cropolati, Crucoli, Cucca-ri, Cumpano oft Zumpano, CurißianQ, Cw^^^pamo, 'Dé--pignano, Fegline,Fiumefreddo, toebehoorende aen de Mandozzes , gelegen dicht aen de rivier des fel-ven naems i Fulcaldo, Grimaldo, Guardia, Lo^iro, andcrsfins genoemt Jßcro oft IJgro j Laino, gelegen aen de rivier des lelven naems, op de frontieren van Bafilicataj Lettarico,Lappano,Lungobiico,Lu^^, Mabito, hebbende eenige dorpen onder haer^ Morano, gelegen in een feer aengename contrey, tuflchen het geberghte ; Melijja, Mendicino, Mor-mando, Motta, Santa Lucia, MonV Alto, hebbende den tijtel van Hertoghdom ; Nucara en Mucera', Oriolo oft Riolo, Paula, een plaets toeb'ehoorende den Hertogh van Caftro Villare, en vermaert wegen S Francifcus,grontlegger van de ordre der Minimen 5 Paterno, Pedace, Petrafita, Roßto of Rof-feto, gelegen op de grenfen van Bafilicata, doch onder Canna j Regina, gelegen tuflchen ’t geberghte , in een oly-rijcke plaets ,• Rugiano oft Roggia-no ; Roygt;ito, Rende, Roß, Rogliano, S.Lucito oft Lucido, onderdanigh aen de Carafles,en vermaert wegen de goede wijn die ’er waft ,• S.Agate, Saragina, Sca-lea oft Scaglia ; Scala, Scigliano, Spe^:!iano, het groot en kleyn j S.Pili, Tarßa, een feer oude ftadts Tura-no, Trebißecie oft Trebifazzi ,• Terra no'rgt;a, eertijdts genoemt Terina, niet tegen-ftaende dat Leander het noemt Tertiana, Vrß Marß en Ver^jno, genoemt by Leander Vergini,
Defè Provincie vervatte eertijdts de ftadt van Temeßt, Tempfà oft Temefe, welckers liietalen, daerfe vol van was, feer geëftimeert wierden. Eenige ftellen Malvito in de felfde plaets, andere wederom Longobuco, en dat met beter redenen als de gene, die leggen, dat het Policaftro fbude wefen,een plaets van Lucania, en tegenwoordigh toebehoorende aen ’tPrinfdom, gelegen aen dees zijde, in plaets van ’t felfde te foecken onder de Brutieners. Men fiet mede langs den bergh A-pennin, aen gene zijde Colènze, vijf mijlen van . Montalto, en een van Caftelfranco, eenige over-blijffelen van het oude Pandoßa, waer Alexander, Koning van de Epiroten, geftorven is, befaemt door ’t orakel van Dodona,dat hem waerfthoude fich te mijden voor Pandofia,en de riviere dlAche-^ ron, hedensdaeghs genoemt Savuto ; hy fich dan alleenigh wachtende voor Pandofia, en de rivier van Acheron gelegen in Thefprotia, ftierf in defè plaets van de Brutiners, verheven op een berg, hebbende aen haer voet de rivier van Acheron.
De ftadt Sybaris was mede indefe Provincie, tuflchen de rivier Crathis, hedensdaeghs Gratti, en die van Sybaris, tegenwoordigh genoemt Cochile , verre gelegen van Simari, ’t welck eenige t’onrecht houden voor Sybaris, welckers plaets hedensdaeghs noch onder de Italianen haer ou-
A C I T R A.
de naem behouden heeft. Defe ftadt is mach-tigh geweeft, als gebiedende over vier van haer nabuurige volckeren, en vijf-en-twintigh dorpen. Ia felfs ftreckte fich met haer huyfen langs de rivier Gratti, de fpatie wel van fes mijlen en een vierendeel. Doch nae datfè 300000 mannen te veldt hadde gebracht tegens die van Crotone, wiertfè van haer vyanden, die haer ftadt ruineerden , en haer glorie te niet deden, in de tijdt van tfèventigh dagen, van wegen haer overdaet en welluft, t’eenemael verdelght.
De gene die noch waren over-gebleven, wierden een wijltijts daer na t’eenemael vernielt door de Athenienfers en andere Griecken , gekomen tót byftant van de gene, die dicht daer by de ftadt van Thurium bouwden, waer van men noch hedensdaeghs fiet eenige overblijffèls dicht aen de zee, als mede een fèecker out aquedutftus, oft waterleyding, dat men houd geweeft te fijn van de fonteyn die haer naem aen defe ftadt gaf, nu genoemt Acqua che Fa'vella, dat is te feggen , het fprekende water. Aen gene zijde defer ftadt fiet men een geweft,genoemt Torr^w^,alwaer dat men nu noch in de fomer-tijden op de bladeren van ’t geboomte het heylfaem manna vindt. Men fiet ’er noch de ftadt Lleraclee,?i\s oock Siris, welcke mede Heraclee wierdt geheeten , gelegen dicht aen de rivier Sino , doen ter tijdt Siris genoemt. Eenige nemen d’eerfte ftadt voor Amendolare, en d’andere voor Pelicori.
’t Is waer dat’er noch andere gevonden werden, die meynen de lèlfde plaets van Pelicori ’t oude Metamontum te welen, een ftadt des felven landts, gebouwt door dePylieners, enNeftor haer O verhooft,in de wederkomfte van T royen; is vermaert wegen Pythagoras, die alhier, komende van de ftadt Crotone, dereft fijns levens geeyndight heeft, ontfangende Goddelijke eere. Haer inwoonders toonden, in de tempel van Minerva , de yfere inftrumenten , met de welcke E-peushetTroyaenfe paert gemaeckt heeft. De rechtfinnige feggen met goede waerfchijnelijc-ke reden, dat tegenwoordigh de ftadt van Trebi-fazze gelegen foude zijn in haer plaets.
Dit landt is vol van rogge, en allerhande gra-r , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vrHchu» trgt;
nen , geeft en brengt voort verlcheyde wijnen, vruchten, en feer goede olyen, waer van de befte zijn die van Saracine, Rofl’ano,en die van ’t landt Amanthée, ’t welck daer van overvloeyt,- als van gelijeken brengt het voort menighte van kappers, oranje-appelen, citroenen , limoenen , vijgen, anijs, coriander, granaet-appelen, fuycker, faflfaen,cottoen, vlas, hennip, roosmarijn, laurier en rofèboomen, eycken- en vuuren-nout, en fteen-palm, in de welcke dat de campernoelje groeyt, die foo helder by nacht blinekt. Oock is bynae dit geheele landt vol moerbefie-boo-men, met welcke bladeren ly haer zijdewormen voeden, die haer een ongeloolFelijcke menichte van zijde voortbrengen. Daer groeyen mede terpentijnboomen,veel wilde fafi'raen,centaurus, en verfcheyde foorten van fimplicia, dienende tot de Medicijnen : het feer luftige bofch van Sila voorliet de inwoonders met peck, teer en terpentijn,is wel ontrent twee hondert mijlen groot in den omgang. Selfs loo valt daer ’t manna van
den
-ocr page 278-
den hemel,om te betoonen dat ’et van allés over-vloeyt en vol is. Aüjne». In ’t lant van Altomonte zijn leer hooge zöut-bergen, welckers mineralen oft zout foo hart is als een Heen, en lèer wit, dient tot het gebruyck lbo voor dit als andere landen,behalven het zout van de zee. Het heeft mede mijnen van gout, hiver, yfer, albafter en afur, die in deught de oVer-zeefche mijhen niet wijcken, van gelijcken vint men ’er het krillal en piailler. In het landt van Rolfano vint men mijnen van hiver en quikhlver. JEn in ’t landt van Regina albaftér, folfer, en glasmij nen : tot Pierre-htte dicht aen de rivier Ilpica, zijn mijnen van ftael, loot en van zout ; tot Mar-toron, oft in ’t landt van Colènze, dicht by de rivier lovino, vint men gout en yfer ,• indeplaets gemeenlijck genoemt Macchia zijn gout- loot-en Iblfer-mijnen , en niet wijt daer van in’t landt van Miliano , zijn andere van zout, en aluyn. Daer zijn drie verlcheyde foorten van piailler. Daer is veel marmorlleen, infonderney t dicht by Verzino, als van gelijcken Phrygien,en arent-lleen, oock menichte van puymlleen, en dicht aen de oevers vint men toetlleen,’t welcke ly noemen Paragona, dienende tot de proef van allerhande metalen. Selfs geeft haer de zee op ver-fcheyde plaetlèn wit en root korael. Ku. Daer is een groot getal van groot en kleyn vee, ’t welck veroorlàeckt menichte van wol en kaes ,-daer-en-boven zijn de bolfchen en bergen vol van harten, hinden,wilde verckerls, bocken,wol-ven, en een flach van wolven van eeii lèer lcherp gehcht, hebbende op haer achterlijf gefpickelt hair, van verlcheyde couleur ; mede zijnder kamelen, oryges oft wilde boeken, yfere verekens, egelen, meerkatten, wefelkens, en meer dierge-lijcke flach van beeilen. De zee, als van gelijcken de rivieren zijn vol van goede vifch, inlbnderheyt geeft de rivier Grondo een menichte van ael, en een flach van voren, andershns genoemt truiten. Stdentn Dc Sybaiitcn, opgeblafen en hoovaerdigh, haer groote voorfpoet, maeckten fich harr». telijckaen de gene die ’er gemoetten,mits hun al te groote vermetele ydelheyt in haer gang langs de flraten. Haer kinderen gingen gekleet tot den ouderdom van veertien jaren in ’t purper, hebbende het hair met gout gevlochten. Sy hadden tot hun vermaeck een flach van kleyne mannekens, diefe noemden Stilpons oft jofferhondekens, die ’er volghden in de collégien, en plaetfen van oelfeningen. Droegen kleederen van Milelienlè wol, en de jonglle onder hun vertrocken fomers nae de holen van de Nymphen, genoemt Lufia-des, om fich aldaer in allerhande foorten van wellullen te vermaken. De rijcklle, op ’t landt gaende, reysden in den tijdt van drie dagen, de wegh van een dagh-reyfe, lbo te paert als op een wagen • en eenige onder hun waren hare wegen ftreckende naer de hoven oft landt-huyfen,over-walfen en bedeckt met allerhande groente. Sy hadden veeltijts onderlinge gallmalen, fettende goude kroonen op de hoofden van de gene die haer gallen wel onthaelden Ja dat meer is,deden haer lof verkondigen, en uy troepen in de openbare godsdienllen j aengaende de gemeene ge-Italien^ |
vechten, verkondighdenlè niet alleeh de önko-llen dielè daer deden , maer vereerden daer-en-boven met een goude kroon de befte oft uytne-mehfte koek. Sy hebben geVond'en de manier öiii haer te warmen in lloven oft kachels, dragende water-pottén met haer in hun maeltijden : en be-^ geckten de vreemdelingen, die haer laht hadden verlaten.In’tkorr,ly waren fb diep in haer wellu-flen verfmoort,datle felfs,in hun gallmaleö, haer paerden,op de maet van de fluyt,déden danlTert. Sy lieten de vrouwen mede komen in haer maeltijden. Doch de gene die tot de offerhanden waren genoodight, moeflén een jaer te voren haer daer toe béreyden , om àllbo op het aller-heerlijckfl aldaer te verlchijnen. En loo wanneer eenigh koek een goede nieuwe faus will te bedeneken,wiert hy voor eén jaer geoólroyeert,om die alleen te mogén verkoopen. De Viflchers^ aelverkoopers , en dé verweis van ’t purper, be-vrijdenfe van alle Ichattingén en impollen. Sy verdreven uyt haer lledèn alle ambachts-Iieden,die in het wereken eenigh gerucht maeckten, te weten fmits, timmerluyden en diergelijc-ke, op datlè geruftelijck mochten flapen,en in dé foetigheyt van die niet fouden gelloort werden, tot dien eynde vermochtenlè mede geen hanen te voeden, uyt vrees, dat die haer Ibuden wacker maken. Eyndelijek,lÿ eerden en baden Philoóle-tus aen als een godt, die fich, nae dat hy aen dé Grieken de begraéffenilTe van Hercules vertoont had, hier onthield. Aengaende de Tliuriéners, ly hadden een wet Manieren die haer verboot met iemant te Ipotten in dé gé-meene Ipelen, ’t zy dan hoedanigh hy Ibudé mö- ’ gen wéfen,behalven overlpeelders,en al té niéus-gierige lieden. De Generael en opperlle van’t leger bleven in bediéninge voöf dé tijt Van vijf jaren. Sy llelden een Democratifche oft volcklijc“ ke Republijck j deylende de burgers in tien wijc-ken,uyt de welcke ly haer mede-burger Charon-das tot Wet-gever verkolen, die het befl uyt allé andere wetten kielende, daer-en-boven van ßja eygen vindinge , ’t gene hem tot het gemeené befl dacht noodighll te zijn, byvoeghde. Sijn voornaemlle wetten waren, dat men uyt tn hatre de Senaet en de gemeéne Raedt moeft verjagen al de gene die, kinderen hebbende, fich herhuw-lijckten, en de felfde een fliefmoeder toebrach-teuj en gaf voor reden, dat die geen goede raedt voor fijn kinderen will te nemen, het felfde oock niet fou doen voor fijn vaderlandt: mede dat alle lafleraers, tot flraf van haer mifdaedt gekroont zijnde met heyen, moellen geleydt wérden door de geheelé fladt, tot bewijs Voor de mede-bur-gers, datfe op de opperlle trap van fchelmery gekomen waren. Oock verboot hy met de godde-loofen eenige gemeenfehap te hebben, toelatende aen een yder,fijn mede-burger ten dien eyndé te befchuldigen j ja lèlfs llelde hy groote flraffen en boeten voor de gene die haer vermaek namen met quaet gefelfchap om te gaen. Hy begeerde mede,dat alle de kinderen op de gemeene kollen der Republijeke moellen ftuderen, als houdendé dé onWetentheydt voor een groot quaet, en wortel van alle boosheyt. Oock dat de naelle vrienden der weefen van haers vaderszijde hungoedt P p p p nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ibuderi |
2ÏO
CALABRIA CITRA.
louden beftieren en dat de naefte van baers moeders zijde haer moeften onderhouden en de koft geven. Dat meer is, hy ordineerde, dat foo iemandt weygerdc in den oorlogh te gaen , ofc daer in zijnde, uyt fijn gelidt ging, oft fijn vaen-delquam te verlaten, dat hy, gekleedt zijnde in vrouwe kleederen, fbude de tijdt van drie dagen op de gemoene plaets oft marckt fitten. Mede loo ftelde hy dele wet, dat loo wanneer iemant eenige van de fijne wilde ftralFen, hy fich raoelt Hellen voor ’t gemeene volck met een ftrop om den hals, blijvende alfoo, ter tijdt datfe befloten hadden, oft fijn eys rechtveerdigh was oft nietj en lbo wanneer fijn verlbeek onrecht-veerdighwierdt bevonden, wierde hydatelijck gehangen. Niet tegen-ftaende dit gevaer, wierd noch een van fijn wetten verbetert, dewelcke hielt, dat men dien fijn oogh Ibude uytHeecken, die een ander het fijne had benomen,vermits het gebeurde, dat men een leker perlbon, hebbende maer een oogh, hem van dat lèlfde moeit beroven , aengefien hy een ander die ’er twee hadde, een daer van had uy tgefteken ; lbo dat hier het verlies heel ongelijck, en van een verfcheyde natuur was. Men verbeterde mede een andere wet,de welche aen de vrouwen toeliet, haer mannen te verlaten , en een ander te trouwen j aengefien, dat een feker man, zijnde nu al leer out en verlaten van fijn jonge vrouw, daer over fich beklaeghde, en verfocht dieshalven, dat fulcks maer mocht gefchieden, op voorwaerde, dat foo wanneer de vrouw haer man quam te verlaten, fy gehouden Ibude zijn, indienfe wederom begeerde te trouwen, een ander te nemen van dien ouderdom, of niet jonger als de verlaten ; en van gelijcken was het geoorLofc aen de mannen, die haer vrouwen |
verlieten, een ander te trouwen. By aldien de lèïf-de niet jonger was als de gene diele hadden verlaten. Hy begeerde mede, dat de naefte bloet-vrient van een jonge beftorve dochter, erfgenaem van haers vaders goede, met de lèlve moeit trouwen, en lbo wanneer hylè niet begeerde, wegen haer armoede, dat hylc moght verlaten, mits haer gevende vijf honderc drachmen ten houwelijek. Doch een lchamele beftorven dochter, hebbende de koorde om den hals, heeft verbetering defer wet verworven -, aengefien, dat het volck ordineerde van dien tijdt af, dat de naefte bloedt-vrient het beftorven kint moeit trouwen,in plaets dat hylè eerft met yoo drachmen kon afletten. Voorders hebben de Thurieners feeft-dagen en offerhanden geordineert aen den noord-ooften wint, vermits de lcheeps-armade van Dionyfius, tyran van Sicilien, beftaende wel uyt drie hon-dert fchepen, die tegens haer aefi quamen, door de felfde is verftrooyt en te niet gegaen. Aengaende de Siriten, oft inwoonders van de stedra àlt;r ftadt van Siris, waren gewent leckerlijck te leven, ^*’quot;^** en droegen rocken met bloemen, als mede mijters op haer hoofden. De koninglijke Audiëntie is in defe Provincie, Couverne-in de ftadt van Colènza, geftelt, neffens een ”'2* Vice-Roy, genietende van de Staet 800 ducaten jaerlijeksj drie Audi teuren,400 ducaten een yder; een Advocaet en Procureur Filcael j een Kamer-meefter, een Advocaet en Procureur van de armen j een Advocaet van de Audiëntie , en een ander van de lladts Schat-kamer ; eenProvooft benelfens eenige Ibldaten ; een Trompetter, en twaelf Hellebardiers, behalven een Lieutenant en Rechter. |
f r
»
i
111
S. Severi»^
hindere fieäe».
.Andert fiaelfin.
Alabre gelegen aen gene ^ijde, by d’inwoonders van dit land Calabria ofte Calaytria Fltra genoemt, paelt in ’t noorden aen Calabria Citra, oft aen defi cejijde ; in ’t ooften aen de loni/che zee ,- in ’t zuyden aen de Parus van Mefline j en in ’t
weften aen de Tyrrheenfche zee.
Het heeft in fich twee Aertzbi/dommen , en veertien Bi/dommen. De Aertzbiffchoplijcke fteden zijn Reggio eh S. Severin. De ftadt van Reggio oft Rezzo, by de Oude genoemt Rhegium, en Regiumlulium, een feer oude plaets, was voortijden genoemt Afchena^, als gefticht door A/che-
dii^icaßroy gcnoemt by nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Feru/éntum Fiii^
mara di Muro, Francica, Galateo, Gruttaria gt;nbsp;Maida^ Meicucca, Me/uraca^Mefiano, Monte S.Giouanni,Motta Sideroni, Motta Fi/ocaflro, Palma Pana ja, Pi^^o o£zc Lopi^^OjPolicaftro, gehouden by iommige voor het oude Petilie, doch t’onrecht, volgens ’t oordeel van de gene, die de gelegenhey t beter hebben ingQÜen iPolifiena, Rocella, Roffarno, Seminar a, Scigli, niet veer gelegen van Scilla, dicht aen de gevaer-lijcke wegh van Scilla: Simari^ t’onrecht geacht voor Sibaris, als zijnde wel verre gelegen van die plaets ; Sinopoli, Stilo oft Stillo een goede ftadt, gelegen in ’t geberghte, vier mijlen van de zee, ontrent eenige goude , filvere en yfere rnijncn : SurianOjSoritOy S. AgatheS.Catherine, S.Chrifllne, S.Eu-femie, van de welcke de naeft-gelegen Golf haer naem heeft : S. George, S. Laurens, Terra Flo'Va, een groote ftadt ; dicht aen den bergh Apenninus^ acht mijlen van S.George, en Zangarije.
Dit landt heeft noch in fich het kleyne ftede* ken van Biirone, bynae t’eenemael woeft en on-bewoont, gelegen vier mijlen van Lopizzo , en gefticht op de plaets van het oude Fibo Valentia^ andersfins genoemt Hippon.
De ftadt van Locri was mede in dit landt, wiens
nas, een zoons-zoon van Noë, volgens ’t gemee-ne gevoelen, hoewel Strabo houd, dat/è gefticht /oude zijn door die van Chalcis. ’t Is een koning-lijcke ftadt. Aengaende S.Seiierin, breyt ficli niet veer uyt, en leyt in’t weften van Crotone, als blijckt uyt den tijtel die/e voert.
De fteden voerende den tijtel vanBi/dommen, zijn Belcaßro, waer Leander meent dat het oude Petilie gelegen /oude ge weeft zijn. Mazzel houdt het voor Policaftro ; BoTi^a ; Catan';!iaro, gelegen tien mijlen van de ftadt Taverne, gebouwt weeft in de felfde plaetfe^alwaer men hedens-door Fagitius, Gouverneur in Italien van wegen Nicephorus, Keyfer van Conftantinopolen. Cro-Jo«^,eertijdts genoemt Croton, Croto en Crotona, is een groote ftadt gt;nbsp;befaemt wegen haer worfte-laers, mits /ÿ ’er /even op een dagh gehadt heeft, welcke gewonnen hebben den prijs in de Olym-pi/che /chouw/pelen ; doch in/ónderheyt wegen Milon, een di/cipel van Pythagoras , zijnde van een ongelooffelijcke fterckte : was voortijden, onder den tijtel van Marquizaetfchap, onderworpen aen den huyfe van de Colonnes,- doch is tegenwoordigh een koninglijcke ftadt. Gieraci, Girace oft Gierazzo, voerende den tijtel van Marckgraef/chap j ÏJola j Monte Leone, Marck-graeffchap; Melito', Flicaßro, een fchoone ftadt, en gelegen in een aengename landouwe , achtien mijlen van Catanzaro : Nicotera, dat is te /eggen, viólorieus : Oppido, voerende den tijtel van Graef-fchap, als van gelijcken de twee voornoemde ; ^quillace, een Prinfdom van Borgia, eertijdts genoemt Scyllatium ofScylletium : Taloerna, gebouwt door Gorgolan,Gouverneur ip Italien wegen Nicephorus Keyfer van Conftantinopolen,geboort-plaets en vermaert wegen Laurens Anania, Auteur van de werelt-be/chrijving,- en Tropea, hebbende dien naem, volgens’t feggen van /ommige, van de Tropheen oft zege-teeckenen Scipionis.
De andere voornaemfte plaetfen, doch geen fteden, zijn Anoja, Arena^Bagnara, Badulato,Briatico, Burrello, Calama, Caßello Fetere, Cropani, Cutro, Ferolito Italien,
inwoonders,genoemt Locrcnfes, hadden tot by-naem Epizephy riensEenige meenen datfe is ge-
daeghs fiet de ftadt Gieraci. Doch Leander feyc, dat men daer van noch vindt eenige kleyne over-blijffelen dicht by Palepoli. Sy wiert beroemt wegen een ïèer trefïelijcke tempel, en deïchat van Prolèrpina. In voorlede tijden heeft men in dit Jant gehen Medame oft AWwe,een ftadt van de Locroi/en, met een fontcyn van de felfde naem,
waer dat Strabo gewagh van maeckt, en de welcke men noch hedensdaeghs kan hen. Eenige ftellen in haer plaets Nicotera j doch Leander feydt, met meerder fthijn van waerheyt, dat het Capi Vaticano /oude zijn.
Recht tegens over de/è Provincie, en voorna- E^ianden^ mcntlijck vanPoliftena,fiet men de eylanden,ge-heeten Æoliennes, behoorende onder dit gouvernement j alhoewel bevrijt van alle fchattinge en' impoften.
Dit landt,zijnde vol van warme baden,is eens- Tfoedanig-deels effen en berghachtigh. Het geeft koorn, wijn, olijven en allerhande /oorte van vruchten lande», in groote menichte, bchalven de moerbefiboo- » 1.1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;z-, nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r r- quot;^»chten en
men, aie net lelve doen overvloeyen van leer nj- plante», ne zijde.
Het heeft in/ich allerhande /bortevan metalen ; na eenige jaren herwaarts heeft men in ’t landt van de Marquis van Sorito, een feer /choo-ne mijne van Bolus Armenius ontdeckt. Het is vol paerden, groot en kleyn vee, en feer fijne wol ; aen de oevers vangt men feer goede vifch,infon-derheyt een foorte van vifch, genoemt by de Ita-
Qqqq
lianen
Ill
CALABRIA
ULTRA.
Oude w^-Kteren.
Aiunieren der Croto-mtert.
lianen Pefee-fiada dat is te léggen , Iweert-vilCh, cn is plat als een lchol.
De Crotoniters waren leer goede krijghslie-den, en 1'eer genegen tot allerhande oeifeningen van worftelingen, daerfe loo dapper en uy tmun-tende in waren, dat men gemeenlijck feyde, dat de llechtfte worftelaer onder haer fo goct was, als de befte van de Griecken. Doch na datfe de Sy-bariten hadden overwonnen , vervielenlè t’eene-
Atanieren der LacrOlfen.
mael in allerhande welluft en pracht ; in voegen dat haer overfte oft Prins, gaende langs de ftra-ten, gekleet was met een purpere rock, een gou-de kroon op lijn hooft, en met witte muylen aen fijn voeten. Sy brachten iioooo ftrijtbare mannen tegens de Locroilèn te veldt.
De Locroifen waren vroom en deughtlaem, hadden leer goede wetten, en oeffenden fich geerne in de geleertheydt. Vermochten niet meerder als vijftien duylent man te verfamelên tegens de Crotoniaten. Sy eerden bylbnderlijck Prolèrpina,welckers tempel, zijnde gefticht buy-ten de ftadt, was niet gefterekt noch omringt met eenigh muurwerek, en dat door het uytge-druckte bevel van defe lchoone helfche goddin, die fich fterek genoegh kende om hem tegens .allerhande gewelt te belchermen. Doch, fchoon haer tempel niet wierdt geruineert, lbo is die
nochtans door Pyrrhus van haer koftelijeke lchac berooft,die gedwongen was den felven wederom te geven, vermidts de veelvoudige ongelucken, die hem allenthalven nae dele daet volghden : en naderhant door eenige Romeynlche capiteynen en Ibldaten, die ftracks na de roof dol en beieren wierden : dies de Senaet geboodt, dar men haer cens lbo veel foude wederom geven, als de waer-de van het gene zy hadden genomen ,• lbo leer vreeldenlè de wraecke van damp;lè duyvelinne.
Aengaende die van Reggio , iy Helden eene A'frtrkreK Ariftocratifche Republijck, kiefende looo van de voornaemfte burgers tot de regeringe. Sy be-kenden Charondas van Catana voor Auteur van haer wetten j doch niet tegenftaende defe haer goede beftieringe , wierdenfe nochtans door eenige tyrannen bedrogen.
De koninglijeke Audiëntie deler Provincie is Gouverne-in de ftadt van Catanzaro verordent j neftens een Vice-Roy, de welcke jaerlijeks van de Staet Vtce-Roy. acht hondert ducaten geniet j drie Auditeuren, .Audiëntie^ de welcke genieten vier honderdt ducaten een y der ,• een Advocaet, een Procureur Filcael, een Provooft, eenige Trompetters en Hellebardiers, zijndeal te lamen betaelt van hetkoninglijeke Hof.
Eteyknt J/cbia, by de Ouden gènoemt Æna-'riaj InariraCj en Pithecufa, ofc Pithe:tifa is gelegen in de Golf van Napels, bykans recht tegens over Pozzoli. Den om-vangh is ontrent ach-tien oft twintigh mijlen. Het heeft aen de noordtzijde een Fort oft kafteel, neffens een wel gepeupleerde ftadt, vol edele Familien oft huy-lèn, te weten, de Albani, AfTanti, Bonenni, Coï^ ci oft Salvacoflî, Gallicani, Mellufi, Monti, en eenige andere, uyt de welcke voortgekomen is Peter ColTa oft SalvacolFa, Graef van Bellant, en lan SalvacolFa, Graef van Troje, welcke in Vranckrijck geobtineert hebben groote digni-teyten, Ibo by Koning Louys de X1, als by Koning René van Anjou , die Ian geraaeckt heeft groot Senefchael van Provence. Behalven defe wel-bevolckte ftadt fijnder in dit eylandtnoch acht dorpen, en verlclieyde fpeel-huyfcn. ITsedanig^ ' Dc loclit defès eylandts is leer goedt, en men vint ’er vele lchoone baden, feer dienftig en be-quaem tot verlcheyde lóorten van fieckten. Doch daer is maer een fonteyn , genoemt Abo-ceto, liggende op den top des berghs. Men vint hier mede een lóort van lant, fecr goet voor eenige ongenefelijcke gebreken. Het was eertijdts onderworpen geweldige aertbevingen, en haeftige ontfteeckingen van vuur, voortkomende uyt de aerde ,• in voegen dat de Ouden ley den oft verfierden dat Typhon hem onder dit eylandt was onthoudende, en dat hy uyt fijn lichaem wierp vlammen en warm water , na dat hy van lupiter was ter nedergefiagen en ondergebracht. Selfs daer nae heeftmen bevonden, dat het onderworpen is geweeft de lèlve brandingen, aengefien dat, ten tijden van Karei de II , uyt dit eylandt voortgekomen is een lchrickelijck vuur, dat wel twee maenden duurde , en alle de inwoonders dede vluchten, waer van men hedensdaeghs noch de tekenen fiet, in de plaets genoemt la Crewata. Voorders geeft dit eylandt veel goede haver, feer goede wijnen, Griecklche en Latijnfche, beneftens allerhande lborten van vruchten,inlbnderheyt menichte artichocken. |
Daer fijn mij nen lbo van goud, aluyn, yfer, als folferj en menighte faifanten en ander gevögelt, beneffens allerhande foorte van gedierte om te jagens en in een feker meir dat ’er is, vangtmen behalven de vifch, een groot getal van entvogels, in de maent November. » Dit eylandt is allenthalven foo beftoten met fteenrotlèn, datmen’er niet kan inkomen, als door een leer nauwe palFagie; lbo dat het gehouden werdt voor een van de fleutels van het koningrijck Napels, lbo van wegen dele oor-faeck, als van wegen het kafteel, by ’t welcke het bynae onmogelijck is om te komen, als hebbende fulck een nauwe wegh ofte toegang, dat twee foldaten dien lichtelijck können bewaren. Dit kafteel, ’t welck yfere poorten heeft, en ordi-naris een fterek garnifoen , is wederom van nieuws gefortificeert geweeft met nieuwe graften en bolwercken door Alphonfiis d’eerfte, Koning van Napels. Een half mijl vanifchiaaen de noordzijde fiet men het kleyne eylandeken Girona. Het eylandt van Procida^ oft Procita, by de Ou-den genoemt Prochyîa, fijnde maer een gedeelte van llchia, eertijds door kracht van de tempee-ften daer afgelbndert, ley t recht tegens over de Caep van Milena,tulFchen het vafte landt en het eylandt ifehia, heeft maer lùlck een nauw kanael tuft'chen beyde, dat een fregat daer nauwelijcks door kan. Het leyt twaelf mijlen van Napels, en heeft ontrent het derdendeel van de groote van llchia, en een fchoone ftadt met een kafteel gemaeckt op de nieuwe manier, genoemt met de felfde naem, daer beneffens oock een kerek, in de welcke ’t lichaem van S. Margareta begraven leyt. Dit eylandt is beroemt wegen’t vuur dat fich daer opwerpt, en de warme baden , goet tegens ’t gebreck des fteens. Het wort mede feer gepre-lèn van wegen de menichte van granen, en groote quantiteyt van faifanten en perdrijlén die men aldaer vint. Het eylandt van ]lt;!ifitaj oft Nefita,genoemt by eenige, ick en weet niet waerom , lgt;^ifari, en by de Ouden Nefis, enl^eßisy fijnde van een kleyn begrijp , is gelegen tuffehen Pozzoli, en Mont Paufilype, drie mijlen van Pozzoli, en vijf van Napels.Daer is een kafteel gefticht door de Hertogen van Amalfi, en een feer goede haven, genoemt Aglion. Het was eertij ts vermaert wegens d’overvloedigheyt der goede afperges. |
Italien,
R rr r
-ocr page 284-Corjdlara.
it Peicfo.
SiiM
•Mt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y;^
'■'^0 ht^i 'Ctuittear
Ct^ d^iscia.
(BÎaeu. ■
Circini Jamp;m^er itduhüatxt» amp;xccptus diterraneis Ic^cù, circumvicinis Infulis, '^:t‘
rferiorem. ryionent ^ectan vii ^iu -. Il itam^ Imh fecitnus, utilior, nu^ necißaria., i ^i0t0ettùr lißd^ ^ars^verus^w ^us j] Situs ùt con^ctu- Caietct, Cumarunt, t ‘Irociiytie, ^aiatuim. TuteoJerum, j
«ƒ• Uei^lts obvtam- tret
tum omatus.
perj^ctiiuie ^atia. ^^onuntur.
fuJius la/oliiius detcrik.
Ardaigne ontfing by oude tijden de naem Sardinia, vanSardus, foon van Maceris, by de Ly-bieners genaemt Hercules,die hem bracht in ditEylant. Het was mede by de Griechen Ich- bende de gedaente van een menlchen voet ; van gelijcken Sandaliolis, wegen de geftalte van een fchoen fole. By oudts wel omringt met muuren en graften , fijn als . voor-fteden van Cagliari, woon-plaets vande Vi-wierthaer volck genaemt Ilnen/es, ofte, om beter ceroy en Magiftraten , en onderfcheyden van ’t *..... felfde door hare bylbndere omvang , en een Ichoone grootehaven, alwaerdefchepen, komende van’tooften en’t weften met koopman-fchap,fich in begeven. Men fietin defe ftadt, onder veel andere dingen , de fchoone Toorn van iolaenjes, als fijnde nakomelingen van Jolaus, neef van Hercules, en van de Thelpiades, die fich alhier plaetfte. Dele lolaenfes wierden daer na genaemt Diagebres^ en de andere vermaer-de volckeren, Tarâtes^ Soßmates, BalareSj AconiteSj en tjclegof ixyt. brteate. Tegenwoordigh noemen de Italiaenlche vif-fchers, en andere, dit Eylandt Sardigna, en Sardegna , en de Spanjaerts, die het befitten, Cerdena, en Serdena. Het leyt in’tbeginlèl vande vierde Climaet, en ftrekt fich tot den aenvang van de vijfde, vervattende de eerfte en twaelfde Paralleles : fijn grootfte dagh is van veertien en drie vierendeel uurs. Het heeft aen de noort-fijde Corfe, leggende door een arm des zees daer van gefcheyden acht oft tien mijlen j in ’t weften de Serdinifche zee, byd’Oudengenoemt Sardoë, diedefelve uytftrecken, volgens Plinius , van dit Eylant tot de Straet Gibralter, fijndede langte van 1150 mijlen, volgens de modernen; in’tzuyden de Africaenfche zee, neffens deBarbarifthekuft, fijnde gelegen van Tunis oft Biferte ontrent 130 mijlen ; niet tegenftaende dat de Ouden geftelt hebben 1300en 1400 ; en eenige moderne lóo ; en in ’t ooften de Tyrrhenefche zee en Sicilien, van ’t welcke het gelegen is ontrent twee hondert mijlen. Aengaende de langte, daer ’t fich ftreckt naer het weften, is 200 mijlen, volgens eenige riioder-ne ; en aen d’ooft-fijde, ’t welck fich ftreckt naer de Eylanden van Tolar e,Miir are, en Serpent ar e,hcQCt het, volgens de felfde , 240 mijlen in de langhte. De grootfte breedte is 90 mijlen. Het wort gemeenlijck gedeelt in twee deelen, waer van het eene , ’t gene fich ftreckt naer het noorden,gewoonlijck genoemt wert Cap de Lugdore, het andere, dat fichftrecktnaer’tzuyden, Cap de Cagliari ; en defe bey de worden bépaelt met de rivier Cedre. De Hooft-ftadt is Cagliari, Caller oft Caglier, volgens de Ipraeck des Eylants, genaemt by Mela Calafisicn by Piinius5strabo,en Ptolcmæus,Clt;?zA Italien, |
Sy is gelegen in een bergachtige plaets, dicht aen de zee , hebbende haer voornaemfte uytficht naer Africa, en is gedeelt in vier deelen, waer van hetmiddelfte, omringht met een ftercke muur, genoemt werdt Caglier j en het andere , dat daer aen leyt, ’t welck fich ft reckt naer ’t weften, Ville^ neuygt;e j het andere bezuyden, hebbende fijn uytficht naer dezee-kant , heeft de naem van Plia-pola oft Marina 5 en dat fich naer ’t weften ftreckt, wert genoemt Stampax. Defe drie laetfte, alhoe- S. Brancas,byna geheel van marmorfteen,behal-ven andere Ichoone toornen, en de Elephants-toorn, mede byna geheel van marmorfteen j het Konings palais, in't welcke de Viceroy fich onthoud, en ’t huys des Senaets, genaemt het Stadt-huys; welcke altemael waerdigh zijn om met aen-mercking befien te werden j behalven degroote fonteyn, en bolwercken van S. Croix, S. Augu-ftijn, het Elephants en meer andere bolwercken. In dele ftadt hebben de reliquien oft gebeenten des heyligen Auguftini loo lang geruft, tot datle van Heliprando,Koning der Longobarden, naer Pavien vervoert zijn. Behalven de Viceroy,woo-nen hier oock de Graven,Baroenen, vele Edelen, en de machtighfte perlbonen van dit Eylandt. De andere voornaemfte plaetfen fijn Oriflang Orißan^-oft Oriflagni, eertijdts genoemt Arborea , hooft-ftadt van een Marckgraeffchap, tegenwoordigh toebehoorende den Koning van Spanjen, en een Aerts-biftchoplijcke ftoel, hebbende een goede haven en rivier , die men houd voor de grootfte deles Eylants ,• doch is weynigh bewoont wegen de quade lucht, ontftaende uyt de naeft-gelegen moeraftchen. Saffari oft SaJJèr, fijndemede een Aerts-bisdom , en niet ver gelegen van de ruïnen der oude ftadt Turrita^ werdt by Ptolemæus Tour de Libiffbn geheeten, de welcke men fiet rot Porte Torre, dicht aen de zee , hebbende een wonder-baerlijcke aquæduftus ofte waterleydinge, ach-tien palmen hoogh,en twaelf mijlen lang. Alghcr oft Alghier, is een Ichoone zee-ftadt, 'hebbende een groote haven fes mijlen lang, in de welcke de Genovoile en Cataloniers fich geerne havenen j leyt daer-en-boven aen een lchoon vruchtbaer landt, in een feer goede lucht : Bofa, een ftadt toebehoorende aen den Prins van Salerne : CafieltO Arugoncfe, een goede ftercke ftadt : de ftadt van Eglilè, by d’Italianen genoemt Villa di Chie/a, en by Sfff nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de |
SARDAIGNE.
2IÓ
deSpanjaertsIgleßa. San^aReparata, eertijtsTilenum, ofte wel eer Tillium : Galea, by outs Corwî/5, alhoewel fommige defè oude naem Corneto toe-Ichrij ven; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l^apoü,Solei, eertijts Sulchi, neffens
haer haven ; 'Terra-Nova, Seßa, Monerali ', Nora, en eenige andere.
geheele Eylandt wort veracht, wegen de tZsas. quade lucht, onthaende, lbo men lèydt, uyt de peüilentiale zuyde winden, die de lèlve infecteren ; ofte van wenen, dat de burgers de ftineken-de alen van de buffels,dielè by raenighte dooden, allenthalven laten liggen, welckersftanck de lucht befmet. ’tls waer dat de lucht ontrent Cazliari leer gelbnt en aengenaem is ; en het gedeelte ’t welck men noemt Cap de Cagliari, lijnde vol lleenrotfen, en geluy vert door de noorde winden, is gelbnder als dat van Lagiidor, ’t welck vol is van moeraf lchen, die ’tfelve, behalven de quade winden,helmetten en onnefont maken.
O
Men vergadert des winters het regen-water tot gebruyck in de lomer, allbo ’t alsdan heel felden reaent ; en vermits het water des landts niet feer O
goedt is om te drineken. Doch daer fijn verfchey-de baden van warm water, feer dienlHgh en be-quaem totdegenelinge van menigerley lieckten, inlbnderheyt tulfchen Monreal, en S. lean : en de Oude hebben ’t daer voor gehouden , dat eenige deler warme wateren de gebroken beenderen louden heelen,’tfenijn der Hangen tegen llaen,en quade oogen genefen.
Het is ten meeftendeel vruchtbaerder als het by-leggende Corfica, al-hoe-wel qualijck be-j bouwt. Maer lbo men ’t alleen en in ’t byfonder bemerekt, is het rouw en fteenachtigh, infonder-hey t benoorden, daer ’t fich ftreckt naer Corfica. Wederom fijn de bergen heel bequaem voor ’t vee ; felfij is dit deel leer aengenaem , ’t welck mede voortbrengt die dingen die ’er dienftigh lijn tot ’s menlchen gebruyck. Het andere deel, dat lieh ftreckt naer Africa, geeft raenighte van granen, in voegen, lbo ’t de inwoonders van Sardaigne forghvuldelijck bouwden, het Ibu Sicilien hierin overtreffen.
Granen, Bchalven de tarwe, daer ’tlbo vol van is, dat JSÏ” verlcheyde andere landen daer mede voorliet , lbo teelt het alderhande andere foorten van granen en vruchten ; inlbnderheyt goede witte wijnen,en olijven : ’t is waer dat’er veel onvruchtbare olijf-boomen werden gevonden, doorge-breck van goede oplicht, midts’erveel lijn die geen olijf-oly tot haer Ipijs gebruycken,maer vet en maftic-olie.
Daer groeyt geen fenijnighkruyt, behalven ’t gene dat d’Ouden Sardonic, en de raoderne ge-meenlijck Ramwcula noemen,’t welck de zenuwen van die gene die ’t eten op lulck een manier by den anderen treckt, datlè al Hervende lchijnen te lachen; foo dat de Ouden het lachen, dat uyt een geveynft herte quam, de Sardonilche lach noemden.
Mijnen. Hct heeft in fich mijnen van filver, Iblpher en aluyn, en Ibut-kuylen óp verfcheyde plaetlbn ; doch inlbnderheyt dicht by Cagliari, alwaer men ’t Ibut in fulcken raenighte vint, dat de inwoonders op Ibmmige tijden des jaers haerprovifie daer van voor niet hebben, en de vreemdelingen
voor weynigh gelts. Dit ßut wort gemaeckt vaft zee-water , ’t welck tot dien eynde des winters in lèkere poelen loopt, en fich Ibmers door de hitte der zonne komt te verherden en t’lamen te fetten; ’t welck men daer nameeftendeelin de maent van ïulius en Augullus uyt-haelt.
In de omleggende zee vift men veel root Co-rael ; doch het wit is heel raer, en wort weynigh gevonden.
Dit Eylant heeft menighte van vee, lbo datle Gedierte. feer goede kaes maken,inlbnderheyt in’tgeberg-te : het heeft mede foo veel wilt gedierte als eenige andere plaetfen des geheelen weerelts. Men vint ’er, onder velerhande foorten van gedierten, een llagh van beeilen genoemt Mufflen, en by de inwoonders des lants gemeenlijk Maßoni, in plaets dat d’Oude haer Mußnones geheeten hebben : ly fijn van de grootte van een gemeen hart,hebbende ’t hair en hoorns gelijck een ram, doch meerder achter over gekromt; fijn ras, Ipringende van den eenen bergh op den ander, ’t vleefch is goet om te eten ; van de huyt maken de inwoonders goet Spaens leer, ’t welck ly in Italien verfenden. Sy vangen dick wij Is vier oft vijf duyfcnt van dele beeilen t’elFens, om ’t gebruyck van de huyden. Men vint ’er mede goede paerden , die wy Sardes noemen, fijn kleyn, doch vol van courage en kracht, hebbende een lange afem. Men vint’er geen lchadclijcke gedierten, behalven de volTen, en een fekcre lborte van gewormte, byna gelijck een fpinne, Solipiinga geheeten, Lucanus noemt het Salpiga, Plinius Solifuga oft Sonvluchter,om dat het den dagh lchuwt, ’t welck fich onthoud in de filver-mijnen , en heeft een feer fenijnigen en doodelijeken angel.
Aengaendedcvilch,dieraeninde omleggende zee vangt, is niet leer goet, de belle fijn de Al-bacoren, en een fcker llach van rogh.
De oude belchrij vingen doen ons verflaen,dat ^^ck^cn--het Eylandt van Sardaigne eertijts geen inkom-Hen nochte onkollen aen den Koning van Span- ^n^Kö^^g jen plagh te geven ; behalven datfe in ’t jaer van lyóo genootfaeckt waren hem te lenden leven duylènt voet-knechten wegen de Turcklche Ar-made. Doch tegenwoordigh geeft het 300 duy-fent ducaten jaerlijeks, tot onderhoud van de be-fettingen en krijghs-yolck,noodigh tot de bewa-ringe deles Eylants.
Dit Eylandt voorliet andere landen met me- T^ijekd-on»-nighte van biskuyt, goede wijn, kaes, vellen, en paerden.
De Koning van Spanjen, fiendedit Eylant als ongewapent, ten ti j den als de Turek lcheen alle dele Fylanden te willen aentallen,deê van Milaen allerhande lborten van wapenen derwaerts brengen.Hy hout ’er lès oft leven hondert Spanjaerts : daer-en-boven fijnder noch acht oft tien duyfent krijghs-liedendiehy niet betaelt,behalven alleen ' de officieren. De Spanjaerts leggen op de toorns en forterefïen, Daer fijn geen galeyen; doch een goet getal lichte paerden , die, foo haell de noot vereyfcht, leer haellelijck aen ftrant loopen. De voornaemfteplaetlèn(T\nCagHari,Älgher, enCaßel-' lo-Aragoneße.
Dit Eylant, na dat het langen tijdt was geweell: onder de Romeynlche Key Iers,quam onder’t gebiedt
-ocr page 289-SARDAI GNE.
II7
biedt van d’Africanen oftSarafijnen,die fichdaer meefters van maekten,en befacen’tfo lang tot dat de Pdanen en Genovoifèn haer verdreven,die het ielve onder haer deylden ; naderhant, van wegen haer halsftarrigheytjWiert het gegeven door den Paus tot leen aen laques Koning van Aragon, en quam ahoo van hant tot hant aen den Koning Ferdinand van Aragon, groot-vader van Keyler Karel de V, en van hem aen fijn naefaten de Köningen van Spanjen, die het tegenwoordigh be-fitten. Vicevo]. Het wort geregeert door een Viceroy, die fich onthoudt binnen Cagliari, en moet een Spanjaert wefèn, als oock de Regent,fijnde een Rechts-ge-leerde , die hem de Koning geeft tot een Aflefi. ïèurj behalven dele fijnder noch andere Raets-heeren, door welckers advijs by na alle faken werden verhandelt. Defe fijn Raedt oft Hof-recht wertgenoemt de Koninglijcke Audiëntie ; daer wort recht gedaen in de Aragonoilche tale. Voor defen mocht niemant langer Viceroy wefen als drie jaren,doch tegenwoordigh blijft hy lóo lang in.deïè bedieninge als ’t den Koning goet dunckt en wel gevalt. Couver- Daer is een Gouverneur in ieder deel van de twee deelen defes Eylants, fonder eenige autori-teyt, te weten in de tegenwoordigheyt des Viceroys j aen de welcke het felfs geoorloft is Rappelleren van de Rechters defor gouverneuren. Daer is mede een Wacht-meefter in de fteden, die felfs in de prefentie des Viceroys fijn byfondere juris-diólie oft recht heeft, foo wel in de criminele als civile laken j doch is maer jaerlijcks. Aengaende de ftadt van , ly heeft vijf Burgermeefters , diefo noemen in haer tale Co«-figlcs, dragende in de Ifadt de wapenen haerder olficien, en gouverneren alleenigh de Republijck met de inkomften der felve, gebruyckende den raet van de burgery, Sy hebben in eenige voorvallen macht van wetten in te ftellen, en ter doot te oordeelen in criminele faken : haer privilegiën brengen mede, dat de Koning van Aragon, als fijnde Prins van Sardaigne, fich niet vermach te moeyen, nochte oock des Viceroys Lieutenant, met het gouvernement van de Republijcke. KeUgte en Sy zijn in dit Eylandt alle Rooms-Catholijck, onder de geeftelijcke jurifdiólie van de Aerts-bilTchoppen van Cagliari, Sajfari ,.en Oriflagne. De A.erts-biflchop Nân Caglier heeft tot Vicarifien de Bifichoppen van Doli, Solei, Iglefia, en Snel. Die van Saffari, de BilTchoppen van Aglar oft Algbier, Bofi, Empurias, en Terra-lSlo'va ; en die van Arbore oft Oriflagne, de BilTchoppen van Vßelle, Terf Albe, en Sain^le lufle. Eenige ftellen alleenigh in dit Eylant feven fteden -, te ^’etenCagliari,Sajjari,enOriflagne, Aerts-biftchoplijeke plaetfenj en Ville dlEglije, Bofe, |
Alghrr, Chafleau Aragonefe, en Lefa, zijnde BilTchop-lijcke plaetfon. De Aerts-biftchoppen van Pije, en van Cagliari, fijn in oneenigheyt wegen de pri-matey t van Sardaigne en Corfica : want die van Cagliari bevint fich in poft'elïie wel van 1300 jaren herwaerts j en die van Pife allegeert deBuI van den Paus Innocent de 111, verkregen in de tijdt dat de Pifanen dit Eylant hebben befeten,-in voegen datlè fich beyde Priraaet oft Overfte van ’t een en ’t ander noemen. In dit Eylant is een generale Inquifiteur tegens de ketters, afgewekenen, en toovenaers, volgens de ordinantie van Spanje. Hy erkent niemant in defe laken boven hem, behalven de groote Inquifiteur van Spanje, van wien hy wertgefonden. Hy ftelt mede andere Inquifiteurs en dienaers, procederende met groote ftrengheyt. Sy hebben noch een Commillaris vanhetKruys, die geen ander opper-hooft als den Paus erkent. Dicht by Sardaigne , aen denoord-enooft-zijde, vint men noch het Eylant Afinara, by Ptole-mæus Hercules Eylanf genoemtfleggendc maer een mijl van Sardaigne ; en tulTchen beyde leyt noch een ander kleyn Eylandeken, by de vilTchers I/ola Piana geheeten, dat is,het volle Eylant. Aengaende het heeft ontrent 30 mijlen in den omvang , en is vol van wilt gedierte , infonderheyt van wilde verckens,harten,bocken,morons, (een gedierte die de boeken leer wel gelijeken, ) en mufflen^ daer na volgt S. Terano, eertijts geheeten TDiabake. Zuydwaerts vint men het Eylandt S. Pieter, by Bieter, d’Oude het Eylant van de Hieraces oft Sacres-, I y mijlen van do-cr Bet Eylant lgt;an S. Antioco, ge-noemt by fommige op d’oude manier het Eylandt Sulcitane, ofte, van Sulci,'t welckontrent 30 mijlen groot isjvorders i y mijlen van daer naer ’t ooften vint men de Eylanden van Toro, en Vaca, dat is, Stier en Koe, gelegen 10 mijlen van Sardaigne, en y mijlen van den anderen : daer nae 30 mijlen van daer het Eylant Rojfa, dat is te feggen root, eertij ts geheeten het Eylant van Phinton ,• en recht over CapCarboneta twee kleyne Eylandekens, ge-naemt Cortela^^i, leggende een half mij Ivan daigne -, en noch meerder benoorden twee andere, Serpentiere geheeten , waer van het eene by outs Eicaria wierd genoemt,gelegen drie mijlen van de Cortela^^i, en vier van Cap Carbonera. Daer na meer benoorden drie mijlen van Cap BarbataJJb, en twee mijlen van Sardaigne vint men het kleyne Eylandeken van Agogliaflro oft Aquilaflro: wijders noch verder benoorden, recht tegens over de Golf van Terra Hewva, hetEylandt van TzlW^jr^ oft Tolara, eertijts Hermea, gelegen twee mijlen van Sardaigne, en fos mijlen van twee andere Eylandekens daer ontrent, die men Morrere noemt. |
Italien.
-ocr page 290-21 8
Het Eylandt
C I L I E N.
Taleth l e ï LIE N is genoemt geweeft het landt der Cyclopen, der Sonnen Eylandt, Sicanie,Trinacrie, van wegen hare drie hoofden oft punten, oock Trâ^-cis ; en by de Latijnen Triquetra, wegens hare driekantige figure. Is gelegen tulTchen Cïtotte, Fiÿire, Italien en Africa,doch met een ongelijeke diftan-tie ; aengefien ’t alleen is afgefondert van Italien, tuffehen ’t wehen en ’t zuyden , door de Parus, oft engte van Mellina, niet verder daer van liggende als anderhalf mijl, ’t welcke is de diftantie tufichen de Cap de Faro van diteylandt, en de plaets Sciglio van Calabre^ daer, na ’t leggen der Ouden, de kortfte overvaert van Sicilien in Africa , en van ’t voor-geberghte Lilybeon tot Carthago , is geweeft 1400000 ftadien, oft i/y mijlen : voorts, foo heeft het in ’t noorden de Tyr-fheenlè zee; in’tooften de Adriatifche en loni-fche zee 5 in ’t zuyden de Africaenfe 5 en in ’t we-ften de zee van Sardinien. Den omvangis 623 mijlen,volgens’t gevoelen van eenige moderne Schrijvers,bykans over- een-komende met het gevoelen van Plinius, die het groot leytte fijn ói8 mijlen , en andere 780 mijlen.De langte,gerekentvan’t weften tot ’tooften van den berg Pelorus,tot den Lily beon,is ontrent 150 mijlen,en de breedte,alhoewelinegael,is aen d’ooftzijde 170 mijlen, die fich naer ’t weften al-lengskens is verkleynende en intreckendcjin voegen dat de fèlve naer den berg Lilybeon geheel final is. ’t Is waer dat,na ’tgevoelen van Ibmmige, de langte defies eylants fioude fijn van ’tooften tot het weften 180 Italiaeniche mijlen, en de breedte van’t zuyden tot’et noorden 133 mijlen, aenge-fiien het in ’t weften begint van Trapanfi onder de lengte van 36 graden, en eyndigt tot Meftane onder de lengte van 39 graden en 3 y minuten. Wat belangt de breedte,’t begint aen’tvoor-gebergte Pachyn oft Cap Paftero, onder de hoogte van 3 5 graden i y minuten, en eyndight van 37 graden, 2 8 minuten in de breedte. In voegen dat ’et is op ’t eynde van de 4 climaet 5 of de parallele, pafte-rende door Fenice, avanceert fich in’t midden van de vijfde Climaet, welcke pafteert door Rhodes, fijnde allboonder de 10 en ii Parallele, al-waer de grootfte dagh maer is van i4uurenen een vierendeel, en van 14 uuren en een half. Het is van een driekantige gedaente,in voegen dat ieder hoeck fijn punt oft caep heeftj waer van d’eene die in ’t noordooft leyt,genoemt by d’Ou-de Pelorus, en by dehedensdaeghfichefchrijvers Capo del Paro, fich ftreckt naer Italien -, de gene die-fie noemden Pacaynum, en tegenwoordigh Capo Paffero, ftreckt fich naer Morea j en Ulyb^uw, he-densdaeghs genoemt Capo di Coco, naer Africa. Die van de Far ftreckt fich naer ’t noord-ooften, de |
Cap Paftero naer ’t zuyd-ooften j en de Lilybèon is tuftchen ’t zuyden en ’t ooften. ’tls gedeelt in drie deelen, welcke ly noemen Pejlittgeï Valeyen , waer van d’eerfte werdt genoemt Val de Demino oft de Mona, als van gelijeken de Mini oft Plemori, d’andere Val diNoto^ de derde di Ma^^ara, Die van Demino begint aen de Cap Van Far, om-helfiende een gedeelte van den oever van ’t noorden en ’t ooften, wort bepaelt in ’t ooften met de rivier larretâ , eertijtsTeria, die fich ftreckt in d’Adriatifthe zee ,• en in ’t noorden met die van Thermini, andersfins by eenige genoemt Torto, oft de groote rivier, en in voorleden tijt Himera, welcke fich eyndight in de Tyrrheenfche zee : eh dele valey heeft in fich de lieden van Melfine, Taormi, Catane, Melazzo, Cefalu oft Cefaledi, Patti,Troina,Nicofiia,Capizzi,Randazzo, en een goet getal andere.Die van Noto,beginnende aen de rivier larreta , ftreckt fich en pafteert door de ftadt van Enne oft Caftrogiouani, langs de rivier Sollb , eertijdts Gela, en eyndight tot Alitate, in welckers plaetlè verficheydekaerten Hellen Leo-cata, vervattende allbo de fteden van Noto, Sar-ragoce, Leontini, Augufte, Calataftibet, en meer andere j en die van Mazare heeft voerders in fich de geheele reft tot den Lilybeon, neffens de fteden van Palerme , Mazare , Girgento, Trapani, Marlalle, Montreal, Mont S. Iulius, Thermini, neffens meer andere. Meßina, de hooft-ftadt van de valey Demini, Meßtit: noemt fich mede de voornaemfte van’t geheele eylant, als hebbende gekregen dit voordeel van de Romeynen, gelijck noch te fien is in een fieker oude inlcriptie oft opfchrift, niet tegenftaende, dat Palerme haer de felve tijtel mede is toelchrij-vende , als fijnde langen tijdt geweeft de koning-lijcke ftoel van Sicilien, en van gelijeken hedens-daeghs van de Viceroys, hoewel men feyt,dat de reficientie der felve niet gedwongen noch gefta-bileertdoor de koning van Spanjen,maer vrywil-ligh foude fijn. Sy wiert in voorlede tijden op fijn Siciliaens genoemt Zancle, dat is, zeylène oft fic-kel,aengefien datlè reprelènteert de gedaente van een zeylene j kreegh mede den naem van Meßana of Mejjene ; hoewel haer wijnen en inwoonders genoemt wierden Mamertins, en niet Meffaniens,lóo dat fómmige defelve hebben genoemt Mamertine. ’t Is bykans voor defe ftadt,waer dat fich vertoont den afgront vanCharybdis,met de fèer forglijeke mael-ftroomen, hebbende aen d’ander zijde de moeyelijeke paffagie van Scylla, by d’Ouden foo vermaert.Sy heeft tegenwoordigh ontrent y mijlen in den omvang,en de haven,hebbende de gedaente van een halvè maen, is vier mijlen groot, fijnde lbo diep,dat de grootfte Ichepen lbo licht-lijck aen lant komen , als oft kleyne bareken waren,- en inlbnderheyt de plaetlè recht tegens over de forterefte van S.Salvador is lbo diep,dat’et als voor een afgront wert gehouden. Sy is feer fterk, en de ingang der lèlve wordt belchcrmt door ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het |
s , I C I het Fort,als van gelijcken door de bolwerken van S.IacóbjS.George,en van d’oude Mole.De ftadts inuuren fijn feer Jlerck en dick van aèrde, en de graften leer diepjbehalven dat de wallen gedefen-deert worden mét 14 ftercke bolwercken, als van gelijcken de geheele ftadt door vier kafteelen oft forten, te weren’t fort Gonzague Caftellozzo, Guelfonia,en Salvador. Sy heeft vier voorheden, te weten die van Zacra,die van S.Philippe,die van S. Deo,en die van Porte Reale. Langs de geheele ftadt vint men veel fchoone fonteynen,infonder-hey t op de plaets van dé Domkerk fiet men eene, fijnde leer lchoon, gemaeckt door lean Agnolo, een Florentins fteenhouwer. Daer fijn tien parochiën, en in de hooftkercke, genoemt S. Maria la Neuva, is de voorgevel, en van binnen ’t plavey-ftl altemael van verftlieyden fthoone marmor-fteen. In de groote poort fijn veertien beelden van marmorfteen. ’t Verhemelt vandekerckis gantfch vergult,vol fchoone hiftorien, en ’t dack van lootjhet tabernakel van ’t heyligh Sacrament is van fijn gout, de Sactiftie boven maten kofte-Iijck,en de myters vol koftelijcke gefteenten,nef-fensveel meer andererarighedenjonder de toorn, fijnde mede feer fchoon, is de fchatkamer, in de welcke dat alle privilegiën en fchriften van importantie werden bewaertj oock i^ ’er een Biblio-theeck van Grieckfche en Latij niche boecken, met de hant gelchreven,en nagelaten door Con-ftantin Lalcari, ProfelTeur van een adelijcke familie van Conftantinople. Men fiet’er oock twee oude halve ftatuen oft beelden,’t eene van Scipio Africanus, en ’t ander van Hannibal. In ’t inkomen van’ t Fort S.George fietmen een wijt groot pleyn, met Ibldaets logementen gemaeckt, volgens de ordinantie van Vitruvius, op de koften van ’t gemeen. Daer is mede een nieuw • Arcenael,een koninglijck paleys,dat,fo menfeyt, wanneer ’t voltoyt is, wefen fal een van de trelfe-lijckfte van geheel Europa ; aen de zijde der haven fijn de gebouwen oft koorn-lolders van ’t gemeen. La Zezca^ oft muntplaets, is een out treffe-lijck gebouw ; de andere voornaemfte plaetlèn fijn ’t paleys der Rechten,met de Archives van ’t hofvanStradigo , en de ftadt, en de plaets daer men de zyde waft, op de marckt van S. lan. Dier fijn verfcheyde oude edelefamilien verhör' en, dot h meri ' int ’er noch die van den Huy-fe van Marulles,die hedensdaegs feer floreren,als van gelijcken die van Comiti. Paus Leo de II was van defe huyfen, van welcke voortgekomen fijn de Papaleoni, edel-lieden van MelTine ,• geboort-plaetle van de heylige Euftachia, van den Hüyfe CalafattijSemiramia,moeder van den keyfer He-liogabalus,quot; Dina,en Chiarenza,feer edele en cou-i^agieufe loffrouwen, en de welwijfen Maurolic, mede Antonello van Melfine, d’eerfte inventeur om met olie te fchilderen. Dat meer is, die van Melfine beroemen fich van een fekere brief van de heylige Maegt, gedateert van ’t jaer 42, na de geboorte Chrifti, en gelchreven binnen lerula-lem, by de welcke ly belooft tot recompenfe, van wegen datfe door de predicatie van S.Paulus hadden gelooft in haer Soon , eeuwigh te füllen fijn befchermfter van haer ftadt. In ’t opgaen naer ’t noorden, langs de kuft, ontrent 3Ó mijlen van Gap de Far, vint men dé ftadt Italien, |
I, I E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;21^ en fortrelTe van Mela^^o oft Milazzo, by outs ge- ji/giaizc. heeten MLl‘e neffens een opening naer ’t weiten en noordweften, fijnde als eeii haven : Caftelio 0’i- c.oiniaf, Tpieii, hebbende landwaerts in de vilfcherye van de tonij nen, aen gene zijde van ’t oude Tyndarida s in deruinen deslelve houd men op den 8 September een jàermarckt : daer nae komt men by de ftadt Patti, grens-plaets van de jurifdidlie van Melfine, welke haer naem communiceert aen de byliggen-de Golf,en wort gehouden by Niger voor ’t oude ^^4f/))Tz«»/,hoewel dat men gemeenlij k haer plaets ftelt te fijii by Orlando oft Roeland : daer na vine men de fortrelTe van Prolo, tuftchen de Cap de BydIs, CalaVa, en die van Orlando in een Golf, gelegen op leer hooge en Icherpe fteenrotlen : de ftadt van S. Marco, eertijts genoemt by Farellus Calacla : de ftadt van Caroma, op de ruïnen van ’t oude Alefa : Xafa oft Tola, een plaets daer men veelkoorn laed,de ftadt N2.nCefalUy eertijts Cephalesdis^ en Ce- Cefaln^ phalœdium, met haer leer koftelijcke kerck, ge-fticht door den koning Rogier ; Lloceella wort ge- Roccella, meenlijck by de viftehers Rocchiella genoemt, met een rivier van de felve naem 5 hebbende niet ver daer van de çuïnen van H/»j^r^,geboort-plaet-fe van den Poëet Selichorus, w^er Hercules met fijn troepen vertoevende, fich bade in de warme baden,die Pallas liet voortkomen, totfiiyveringé fijns lichaems,en verfachtingé fijner leden : Baon-fornellopffCi.cr men de lüycker maeckt ; de ftadt van ‘Termini) genoemt by Ptolemæus Term-^ HimerTe^nini, gen haer baden,met een rivier van de lèlvc naem,-en niet ver van daer Solanto eertijdts Solii^ en So- Solame, luritum , çeleo-en dicht aen de rivier Ponterotto, hebbende een haven, onderworpen de noordwé-ften wint, alwaer men veel koorns laed. Daer na komt men tot P^Z^mo,eertijtsgenoemt Paiermoi Panormus en Panormum, een groote rijeke ftadt, vol volcks en edel-lieden, fijnde voor delen ’t hof der Köningen van Sicilien, en tegenwoordigh de refidentie van de V’iceroys,is feer aengenaem wegen hare Ichoone ftraten, én trelTelijcke huylèn, daerenboven voorfien met een groote haven,een wonderbaerlijeke mole nu eerftelijck gemaeckt, en gefortificeert met een kafteel dicht daer bÿ liggende. Sy heeft drie mijlen in den omgang, en hare muuren vol torens van dicke vierkante ftee-nen, flanekerende d’een op den anderen. Indé voornaemfte kerk fijn verlcheyde fchoone koftelijcke marmorfteene pilaren, en bégraefteniften van porphyrftcen. Men fiet in de ftadt een leer Ichoone fonteyn, verçiert met velerhande marmorfteene beelden, reprelènc'erehde menfehen, heeften, endiergelijeke, loo konftigh gemaeckt, dat vele daer op verliefden,maer fijn tegenwoordigh altemael verminekt. Recht tegen over dele fonteyn is het ftadthuys, fijnde een prachtigh gebouw j en buy ten de ftadt fiet men een wandel-plaets oft wegh,leer lchoon en vermakelijek,hebbendé ontrent drie mijlen in de langte , en aert wederzijden hooge Ichoone boomen 5 mede een koftelijck paleys , dienende tot refidentie van de Viceroys, fijnde verçiert met Ichoone marmorfteene pilaren, een kapel gemaeckt op dé Mofailche manier, en een groote thuyn, be-Iprengt door lchoOne aengename fonteynen, en beplant vol vrucht-boomen, loo van oran-jen, citroenen, granaten en meer diergelijeke, V u u u nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be- |
2W nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S I C I
benefFcns allerhande flach van bloemen.
Daer na gaende langs den oever dér zee, ne-derwaerts naer’t zuyden, vint men Caflel'o a Mare, eertijts Emporium Segeftanum oft Ægeftanum ; tn s.VitOjA2.tr na Tr4ÿgt;lt;^«z,by outs gcnoemt Drepane o£ Drepana, en Drepanum, een Itercke iladt, Voor-flen met een groote haven, en vermaert wegens haren groeten handel, menighte van fchepen en ioutpannen , oock wegens de viffeherye foo van den tonijn als coraelj de ftadt van Marfalla,^c[)out op de plaets van ’t oude Lilybicum, als liggende op de caep van den felven naem, die men hedens-daeghs noemt Marfala.,alhoewel ly by velen wiert genoemt Capo Boco,is gefortificeert met ftereke Dolwerekenj die van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de welcke de ge-
licele valey haren naem heeft genomen methaer rivier,van gelijeken gehouden voor d’oude Selinus oft Selinuntum , alhoewel dat Antoninus hier noemt en fielt het kafteel van Mazara ; en dat ’et lchijnt dat by Ptolemæus, in plaets van twee ri-' vieren, te weten Mazara en Selinus, die nochtans maer voor een gereprelènteert fi j n,wefen moet de ftadt van Mazara, en de rivier Selinus ; daer na de ruïnen varn’t oude Pintia ; Xacca, eertijdts vermaert wegen haer baden en ladinge van koorn^ Capo Blanco,alwaer geweeft is ’t oude gen:o oft Gergenti, eertijts AgiigentuWf en Acragax, met de rivier Grago , eertijts Agragas, de welcke dicht voorby d’oude ftadt loopt ; befaemt wegen de tyrannyen van Phalaris, en inventie des koperen ftiers, gemaeckt door Periilus : hier na Monte Chiaro, Alicata oft Leocata, gehouden voor ’t oude Geht, vermaert wegen ’t koorn dat men aldaer inneemt, oock van wegen hare goede wijnen ; Terra ]lt;!ova, genomen voor Heraclea ; Camarana, eertijts Camerina^en Motya^een groote ftadt,rijck en wel bevolckt, gelegen aen ’t voor-geberghte van Pa-chyn oft caep Paflaro, behoudende haren ouden naem, volgens ’t leggen van Vólaterran, en Bon-hglio, hoewel by vele gehouden voor ’t oude Moto , eertijts Motuca, ’t welck gelegen is meerder in ’t noorden landwaerts in, en niet op den oever, gelijck Ptolemæus Motuca ftelt, by velegecon-fondcert met de ftadt Motya van Paufanias.
In ’t opwaerts gaen van ’t zuyden naer ’t noorden, langs den oever in ’t ooften,na dat men caep Paflaro gedubbleert heeft,vint men ’t oude Syra-Saragffi en euft, hedensdaegs genaemt Saragofa oft Saragulà, Siracola, fijnde tegenwoordigh noch ten mee-ftendeele behouden of overgebleven,en vermaert wegen den grooten Mathematicus Archimedes, den Poëet Theocritus, haer groote oorlogen en O ver ft cn, doch inlonderhey t, om datfe is de ge-boort-plaetfe van S. Lucas ; daer na Aiigufla, bouwt door Keyfer Frederick de II, dicht aen de ruïnen van’toude Megara of Megaris,volgens het leggen van eenigc, die men lulcks niet toeftaet,-is confiderabel wegen haer fterekte en groote ha-Catane. ; Catania, eertijts Catana oft Catine, dicht aen de zee en de rivier ludiccl, hebbende tot gebuur Mont-Gibel : Schifine, 17 mijlen van Catane, vermaert wegen hare fliyckeren en’tfmelten van het ylètj Taormina of 7’auromina,eertijts Tauromenium, gefticht op een feer hooge en rechte fteenr-ots, hebbende beneden een fchoon en aengenaem pleyn.j 5. Aleßi oft Aleflio, een vermaerde fortref-lè, niet ver vanMeflinagelegen, alwaer dat wy
L .1 E N.
begonnen hebben den omloop deles eyiandcs.
De andere voornaemfte plaetlèn van de valey Demini,elders gelegen als aen de zeekant,fijn Ali^ C^y)z^!lt;z,eertijts Capycium; Caßro Giouanni,Noor delen Enna, dicht aen d’aengename velden, vol van bloemen, alwaer d’Ouden feggen, dat Pluto Pro-lèrpina gefchaeckt Ibude hebben ; in voegen dat men nóch de kuyl toont, door de welcke ly naer de hel Ibude gegaen fijn : Centorti, eertijdts Centwvi^tn Centuripe, Caflel-Bono, la Eor-T^a, Gerace,Gangi, Grutter!, Ï‘ïtala,Liuri'z:rgj,Maniace,Miflretta,Nfa, Nieojia, genomen voor Herbita by Ptolemæus ; Randa^i^T^p een groote ftadt, liggende dicht aen Mont-Gibel ;
5. Philippe d'Agirone, gebonden by Ptolemæus voot Agyrium; Say^ocaj en Troina oft Traina, alwaer Ptolemæus ftelt te wefen den mont van de Timethe.
De voornaemfte plaetlèn van de valey Noto, buyten den oever, fijn Noto, eertijts Nea,en Nee-tum, waer van de geheele valey fijn naem Heeft j Butera, Calatagirone, gehouden voor Calate by Cicero ; Calataßibetta, ïarratana, Lentini oft Leontini, ’t welck anders niet en is, als ’t oude Leontini oft Leontium,vermaert wegende wellprekende Gorgias : Modica, eertijdts Motyca oft Motuca : Petra Precia, en Xicli, genoemt oft belehre ven by d’Ita-lianen met den naem Scicli, een groote ftadt, be-neflens een rivier van de félve naem.
De gene die mede de meefte gehouden wier-den in de valey van Mazare, en de zee niet en ra-ken,fijn Monreal,ïiggende dicht aen Palerme,voèrC de tijtel van Aertz-bisdorn,en heeft een kerek op de Molailche manier, lijnde van binnen bynae t’eencmael van gout en azur,behalven vele kofte-lijcke graven,lbo van marmor als porphyr-rfteen. Biygt;one,CaftelVetrano,Miranda, gebonden voor’t oude Entella; Mufulmeni oft Mifilmeni ; Palymita, genomen voor ’t oude Elyma 5 Poli^^i, en Salemi, het welck by fommige gehouden wert voor het oude Selinus.
. Voorders hebbenfe aen fekere lieden gegeven BertijttUZ eenige eertijtels, welcke ick noodigh achte hier te verhalen, omlè te beter t’onderlchçyden. Te weten, Mefline de edele, Palerme de geluckige, Catane de doorluchtige, Troine d’oude, Sarra-góee de feer getrouwe, Girgento de treflèlijcke, Patti de groothartige, Cefalu de feer genoegh-lijcke, Ïs'óto de lcherpfinnige, Calatagirone de feer aengename, Mariale de oude, Thermini de heerlijcke,Caftrogiouannid’onwinbare Leocare de wel-beminde,Polizzi de moedige, en Taormi-ne d’opfichtige.
De voornaemfte rivieren defes Eylandts fijn Rhierf»:', Cantara oft Cantaro, eertijts Alabus oft Onobo- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\
Ia ; de larretta, eertijts Teria oft Symæthus, volgens Ibmmige die daer Teria nemen voor de rivier van S. Leonard; de ludicel genomen by Strabo voor d’Amenan ; de rivieren van Patti en Oliviero , gehouden voor de Timethus en Helicon ;
Rolmarino, eertijdts Chida; Thermini,genomen voor d’Himere aen de noordzijde ; Sallb, die de naem van de Elimere vefandert aen de zuydzij-de,- Armiraglio, eertijts Eleutheros ,by Ibmmige gehouden voor de rivier van Ponte rotto. Oreto dicht aen Palerme ; lato,eertijts Bathis5 de rivier S. Bartholomeus, eertijdts Crinilusgenoemt ,• de DragOjCertij ts Acragas; de Gela,en Elo rus, tegenwoordig de Fiume, oft de rivier van Terra-nova,
en
SICILIEN.
22 1
Bergh en Abilïo ; daer na Bilici, Molina j Camarina, en Porcari, gehouden voor de rivieren van Hypïa gt;nbsp;Monalus, Iporus, en Pantachus. quot;Andere Beraen, TJeedantg-heydt des Ittchts en waters. . De voornaemfte bergh is hedensdaeghs genoemt Mongibello^ beroemt belialven dehoogh-''vegen de gedurige Ineeuw-hoopen, en ’t vuur datlè van fich werpt, met menighte van aflchen, lbo geweldigblijek dat de landeryen daer ontrent daer mede gemeft en verwarmt werden, infon-derheyt die van Catane , die voortbrengen feer goede wijnens en, de vruchtbaerheyt der lèlve W'iert by d'Ouden geacht te komen vandebo-ven-genoemdeoorlaek. Den omvang delès bergs is ontrent feventigh mijlen, en men fiet/è van het ooften tot het zuyden geheel bedeckt met wijn-sraerden; en van’tweften tot het noorden met boflchen,vol van allerhande wilt gedierte. Haer landerye is feer dienftig en bequaem om faffraen, liiubarber en falfeperillie voort te brengen,doch die rhubarber valt een weynigh te flerck. Men fiet ’er mede den bergh ^ryx tegenw^oor-digh S. luliaen , engemcenlijck, doch tonrecht, Trapani genoemt,- en dicht by Palerme aen de well-zijde den berg Pelegrinj en naer’t ooften den bei’CT Geibin : na Thermini in’tooiden den bergh S. Caioiro,, en aen gene zijde van Cefalu den bergh ÄLi/oiiw:voorders dicht aen Mefl'ine,aende zuyd-zijde, zijnder twee hoogebergen, te weten die van blt;lan:arïj en Scuderi, fijnde vol holen j en aen de noordzijde die van Riccio en Ciccia, In ’t kort, daer fijn weynigh heden in Sicilien landwaerts in, fonder datlc gelegen fijn op eenigh geberghte. Sicilien is gelegen onder de vierde climaet, de welcke feer aengenaera is , en heeft een gefbnde lucht. De bergen fijn vol fpring-aderen van fbet water,en van gelijcke werden de valeyen bevoch-tight door verfcheyde goede rivieren. Men vint hier velerhande baden, van warm water,laeuw,ge-folfert en diergeli jcke meer, feer dienftigh en bequaem tot menighte van fieckten, doch de wateren ontrent de ftadt Xacca fijn fout en quaet om te drincken, en die van ’t kafteel Calametho, dat door de Sarrafijnengeruïneertis, fijngoetom drincken,fbo wanneerfè kout geworden fijn. Men fiet in ’t meir van Palici, hedensdaeghs genoemt Naflia, kokend water dataltijt borrelt,fijnde van een quade reuck, en werpt fomtijts van fich eeni-ge vurige klooten -, en by ’t Far van Meffine gaet eb en vloedt. Het landt,en alle ’t gene dat waft opdit eylant, is feer goet. Doch defe differentie is ’er tuffchen de valeyen , dat die vanNoto , en Mazara veel koorn voort-brcngen, dan weynigh boomen en vruchten ; niet tegenftaende , dat men op fèke-re plaetfen , infonderheyt by Palerme, fchoone vruchtbare tuynen vint, doch foo gemacckt door menighte van water. Maer de valcy van Demona heeft alleenigh meer boffchen en ooft-boomen als de twee voornoemde , doch is minder voor-fien van koorn ; in voegen , dat de ftadt Meffine haer provifie van granen moet hebben van Catane , oft van de andere zuyder-quartieren defes eylants,oft het wort haer gebracht over zee. Het landt van Milazzo fourneert haer dickwils mede van allerhande granen, doch niet in fulcken menighte als wel noodigh is. De velden dicht by Catane fijn feer goet en vet, Italien» |
in voegen dat de heeften die ’er weyden,dickwijls verfticken in haer vet, fbo wanneerfè niet gelaten worden ontrent haer ooien. Dicht by Girgente j in de landouwe vanMaiharuca,komt ’er uy t eenigé water-aderen asachtige aerde,en op fèkere tijden, foo wanneer ’t in groote menighte fich uytwerpr, hoort men ’t landt eenigh geluyt geven. Wijders, heeft men aengemerckt,datmen van d’aerde ontrent Trapani goet glas kan maken. Dit eylandt brengt voort fulck een menighte Ciraren, koorn , dat men het felve noemde de fchuur oft koornfblder van ’t Roomfche volck. Vermits dat het op fommige plaetfen foo vruchtbaer en vervult is, dat men hondert voor een krijghtjn voegen dat de fabelen var^eres en Profèrpina hier van haer oorfprong hebben gekregen :j a dat meer is, op fommige plaetfen groeyt het koorn door de natuur, en uyt fijn fèlfs. Daer waft een groot getal van allerhande vruchten, uyt’er maten goedten aengenaem, en byna de meefte planten van fimplieien , dienende tot de medicijnengt;menighte van wijn,olie,luy-ker, granaet-appelen, oranjen, citroenen, limoenen , w'ilde palm , ’t welck fy noemen Cefaglioni, dadelen, vijgen, komkomren, excellente meloe-nen,amandelen,kleyne noten,kaftanjen,appelen, peeren, karfen, abrekoifen, pruymen , witte en fwartemoerbefien, infonderheydt fulck een menighte van witte, om de zijd-wormen te voeden, dat in de haven van Meftina jaerlijcks meevals 700 groote balen zijde geladen woorden, ’t Geeft mede veel faffraen , ’t welcke in deught overtreft de faffraen van Italien. Men vint’er mijnen vangout,filver,yfèr,aluyn, jiLij»eir. vitriol,folfer,en menighte van falpeter. Daer fijn bergen vol fout-mjjnen , welck fout altijdt weder hergroeyt, felfs fbo veel als men ’er uyt haelt, in-fbnderheyt dicht by Enne, oft Caftrogiouanni, Camerate en Nicofie ; behalven het fbut der zee^ ’t welck fich t’famen fet, en des fbmers hart wort in eenige kuylen,exprefrelijck daer toe gemaeckc dicht by Marfàle,Trapani,Camarane, als andere plaetfen meer, alwaer men ’t felve vergadert, foo by de rotfènals aen den oever,ja felfs aen de mei-ren j aengefien dat by Capaflaro menighte van fbut wert gemaeckt, tot groote verwondering, in ’t fbete water, komende van de fonteynen, en uyt de lucht,hct welck fich in ’t lack verfàmelt,eh fich fomers door de fbn verdrooght ,• mede het fbute meir van Girgenti fet fich t’famen in de fomerfe . tijden, dat daer na in fbut verandert. Daer groeyen mede agaten,efmerauden,en een fekere foorte van grijsachtige fteen,blinkende,en befprenckelt in’t midden met eenige grauwe en fwarte vlecken, reprefenterende de gedaente vari menfchen, heeften en meer andere dingen, hebbende daer-en-boven een fbnderlinge kracht en eygenfchap regens het vergift van ferpenten en fcorpioenen. Dicht by Grutterie vint men veel roode jafpisgt; fijnde gefprenckelt met witte en groene vlecken, van gelijcken gefprenckelde porpliier-fteenjdaer beneffens geeft de byliggende zee van Meffine en Trapani haer inwoonders menighte van root co-rael, het welck men aldaer allenthalven kan vin-» den, infbnderhey t dicht by Trapani. Dit eylandt heeft in fich een groot getal vail Gedierte» t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X X X X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aller- |
22Z
LIEN.
allerhande flach van heeften,en gevogelte,infon-derheyt van boeken en wilde fwi jnen , patrijfèn, fparwers en valcken ; de honighbyen maken me-nighte van honigh en was,-de Hybleenlche honig is wel de befte delès eylants.De zee,van de welcke het omringt wort,geeft ook goede vilch in over-vloedt, voornamelijck tonynen, diele meteen ongelooffelijcke menighte vangen , fbo by Dre-pani, Palerme, Melazzo, Cefaledi, Solanto, als langs de geheele Tyrrheenfche zeekuft. Ontrent Melfine gefchiet mede een groote vilTchery , in-Ibnderheyt van ael, lijnde leer trelfelijck, en een flach van vilch, genoemt by de oude Griechen KiphiayCn by d’Italianen Pefie-Jpada,dit is te leggen fweert-vifch , lijnde vaqggelijcken om haredeli-catefle in groote achtinge.
Re- Sicilien was eertijts onder de heerlchappye der Cyclopenj die, nae datlè geeyndighthadden, maeckte fich Æolus meefter van ’t eylant ; en na-derhant wiert yder ftadt geregeert van haer by-fbndere tyran oft overfte; daer na ftonden die van Carthago een lange tijt nae deheerlchappye, en waren felfs al ten deele in ’t befit^ daer na befaten de tyrannen Gelon, Hieron en Thrafibule, Syra-eufa, beneffens een goet gedeelte des landts, on-dertufl'chen was Theron en eenige andere Prin-cen van de Agrigentiners ; hier op volgde dat die van Syracufa aengenomen hebben een populaer gebiedt, beneffens de wet van Petalifime, volgens welcke dat ieder burger op een olijf- blat fchreef de naem van de gene die hy vermeende de rijkfte te fijn ; en die, wiens naem men gelchreven vont op de raeefte bladeren , wiert in ballingfchap ge-fonden voor de tijdt van vijf jaren.Hier na Denys lieh meefter makende van Syracufa, occupeerde byna geheel Sicilien, wiens loon Denys de jonge, beneffens fijn nafaet,wiert verjaegt van Dion, die hem bykans meefter maeckte,met toeftemminge van een ieder,van de heele heerlchappye,doch is gedootvan Calippe,die 13 maenden nahem heeft gecommandeertjCn verjaegt wiert doorHipparin, broeder van Denys, die’t Prinsdom twee jaren heeft belêtenj daer na heeft Denys de jonge het wederom noch ten deele herftelt,terwijl dat d’an-dere tyrannen doende waren met de reft, Doch hy wiert eyndlijck door Timoleon verjaeght, die de Syraculèrs en haer nagebuuren in haer oude vry-hey t herftelde, met het populaer gouvernement,-Hellende haer een jaerlijckle Magiftraet,genoemt by die van Syracula Amphipolie,dat is,den dienft van ïupiter Olympiadis: d’eerfte Amphipole,oft dieriaer,wasCaliimenesjvan welcke dat ly hebben begonnen te rekenen de jaren,geduurende de ma-giftraet, de tijdt van 300 jaren,op de manier, ge-lijck de Romeynen rekenden den tijdt van haer Burgermeefters. Daernabefat Agathocles byna geheel Sicilien/1welckin eenen de lèlvetijt beleren wiert, ten deele van de Carthagenenfers, en ren deele van de Sicilianen: dele Agathocles doot zijnde,nam Menon,die hem had doen dooden,na dat hy fijn broeder Arcagathe van'gelijcken had getraóleert,de heerlchappye, en terftont wierpen fich veel tyrannen beneffens hem op.Pyrrhus koning van de Epiroten, na dat hy toen te Sicilien was geroepen,wiert van haer tot Koning van Sicilien verklaert; doch gaf hy de naem aen fijn fbon Hellenus, en verloor, door fijn haeftigh vertreck
van Sicilien,bey de de tijtel en heer/cbappye. Na-derhant wiert Hieron gekoren tot Souverain Ma-giftraet, en daer na tot Generael tegens die van Carthago,en eyndlijk tot Koning.Hy lècoureer-de de Romeynen tegens deCarthagenenfers,blij-vende haer getrou tot fijn doot^daer na wiert Hie* ronymusfijn fbon enfiiccefieur,diefichvereenig-de met de Carthagenenlèrs, tot verdrijvinge der Romeynen,die nu al een goet deel van Sicilien be-faten,gedoot ; en eyndelijck Marcellus,liebbende de ftadt van Syracufà ingenomen, bracht Sicilien t’eenemael onder ’t gebiet der Romeynen.
DeRoomlcheKeyfers hebben haer beleten,en daer na de Griechen, tot de tijdt van den Keyfer Nicephorusjnaderhant wierdfe gedwongen tege-hoorfamen aen de Saracenen, en daer nae aen dé Normannen,onder Robert Guilcard,diele langen tijt hebben ingehouden ,• daer na heeftle de Swa* ben tot Köningen gehad,gelproten uy t den Key* fèr Frederick,daer op volgde Karel de I, broedet van S.Louys,van’t Fluys van Anjou,diele gerufte* lijck heeft befeten j ter tijdt dat de Sicilianen lelfs aengehitft door Petrus van Aragon, de man van Confiance,dochter van Manfred,in ’tjaer 1283, alle de Franften,die op’t eylant waren,opVefper-tijdc, ellendelijck hebben omgebracht, en begaven fich alfo onder die van Aragon, met welke de Franften langen tijdt met verfcheyde fucceften hebben geoorlogt,totdat eyndlijkFerdinand van Aragon gernftelijl^ Koning is gebleven,diefê van gélijcken aen fijn fuccefleurs nagelaten heeft.
De koningvan Spanjen noemt hem fo wel gee- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
fteiijck als wereldtlijck Heer van Sicilien j en een Priefter foude gehangen worden , indien hy hem quam te beroepen op den Paus. Dit is de oorlakc, waerom dat de elfde Tomus van Baronius door den Koning van Spanjen is verboden,foo wel tot Napels als Sicilien, aen d’edclen,op de verbeurte van op eenigh eylant,en aen andere van op de ga-ley gebannen te 'worden , voor de tijt 'an driejaren. Voorders de requeften, die men overlevert aen de wereltlijcke Rechters van d’Inquifitie, beginnen door’twoordt van allerheyliglifte vader, /prekende aen den koning alsPaus.Men appelleert van den BifTchop aen defenRechter ingeftelt door den Koning. Baronius heeft gefchreven tegen de-fc geeftlijcke Monarchie,leggende dat de Bul,die men pretendeert gegeven te fijn aen Rogier de I, Koning van Napels, vallch foude zijn.
Hy heeft een Viceroy, die hem noemt Capï- PcHtijck. teyn-generael van ’t eylant.D’andere groote offi-eieren van’t Koningrijk fijn de groote Admirael, de opperfte Conftapel, de groote Cancelier, de groote Senefchal,deThreforier,de Confervateur, de Haven-meefter, die opficht heeft over de gra* nen,gaende buyten ’t eylandt,de Protonotaris,de Meefter van defècreten, de geftvoren meefter; welcke alle te famen komen in den Koninglijken Raedt, behalven de laetfte,niet tegenftaende dat hy mede een groot officier is. Defe koninglijeke Raedt wort mede genoemt den heyligen Raedt, welcke vergadert over hooge gewichtige laken, lbo wanneer als ’t groote Hof, oft Domaine voor fiilpeót wert gehouden ,• en wanneer de Viceroy begeert te procederen met meerder verfekerheyt, in eenige particuliere, en periculeulè faken, belangende den oorlogh.
Daer
-ocr page 296-
s I C I Daer fijn drie Ibuveraine recht-banckcn, vervattende binnen Sicilien alle politijcke en criminele faken, te weten, het Groote hof, de heylige Confcientie, en de Domaine. ’t Groote hof beftaet uy t eenPrefident, en fes Rechters, drie civile en drie criminele, die ten tijden der Köningen van Sicilien veel meer geauto-rifèert waren, als die fich noemden koninglijcke Lieutenants. Daer is noch de Advocaet Fifcael met drie Procureurs Fifcaels , hebbende het maniement der dingen; de opperfte Notaris, de drie Referendarilfe Secretariflen;de Soliciteur Fifcael, d’Advocaet en Procureur der armen. De Prefident en de koninglijcke Advocaet fijn ordinaris voorde tijdt haers levens,doch de rechters veranderen alle twee jaren,- en op ’t eynd van ’t eerfte jaer worden de civile criminele,en de criminele civile rechters. De heylige Confcientie, ’twelck betekent de rechtbank van d’appellen,beftaet uyt een Regent oft Prefident voor fijn leven, en twee tweejarige rechters ; en ’t ftaet in de difpofitie des Viceroys van Rechters te maken over de derde faken. Het Domaine oft Patrimonie, beftaet uyt een Prefident en fes Rekenmeefters,welke fy noemen Rationalijdrie Doétoors, en drie andere,te weten van de Procureur van ’t koninglijcke Patrimonie, van d’Advocaet Fifcael des fèlvigc,en van de Procureur en Soliciteur Fifcael. Defe rechtbank hout rekeninge van alle de koninglijcke inkomften. De rechtfaken worden noch mede bedient door andere perfbnen van de Viceroy daer toe geauto-rifèert, volgens de voorvallende occafien, infon-derhey t in criminele faken , en defè worden ge-noemt Capiteynen der wapenen, en fijn drieder-ley. De eerfte fbort fijn die gene, die geftelt fijn over de banditen, en fijn ordinaris vier in ’t getal, hebben eenige foldaten te paert tot haer dienft, en worden wel betaelt. De tweede foort wort geftelt door de Viceroy voor een tijdt tot onder-foeck, en ftrafiinge van eenige quade feyten. De derde foort is, wanneer de Viceroy een van het Domaine fendt j en geeft hem den Kapiteyn der wapenen, tot exercitie fijner faken. Wijders,Scipio deCaftro heeft hem t’eenemael geabufeert, wanneer hy fey t, dat de Viceroy ten tijden van oorlog, placht te fenden drie Kapitey-nen in de drie valeyen defès eylants; en dat d’eene fijn woonplaets hielt tot Meffina, als hooft over de valey van Demona : want men heeft binnen Meffina geen anderen Kapiteyn der wapenen ge-fien,hebbende macht over de oorloghs-faken,en de juftitie , als de Stradigo fèlfs, die macht heeft beyde over oorloghs-faken,en de juftitie,foo binnen Meffina als haer jurifdiólie;de privilegiën van Meffina fijn fodanigh,dat men haer niet alleenigh geen Kapiteyn der wapenen fent j maer dat felfs deViceroy daer niet vermag te komen,lbnder het Groote hof.De Stradigo vanMeffina is d’opperfte Officier naeft deViceroyfin voegen dat men hem den tijtel geeft van allerdoorluchtighfte.Het koninglijcke hof betaelt 30 hellebardiers,diehy tot fijn garde is gebruyckende ; dat meer is, hy ver-magh met fijn geheel hofgefin te reyfèn door de geheele jurifdiólie van Meffina,fijnde wijt in’tbe-grijp. Ondertufl'chen blijft fijn Lieutenant, die men voor defèn plach te noemen Vice-Stradigo, |
LIEN. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;223 met de fèlve autoriteyt tot Meffina.Daer fijn voor defèn fèsRechters van’t Stradi2:otiaelfche hof ge-weeft, te weten drie Griecken, en drie Latijnen ; doch tegenwoordigh fijnder maer drie. Soo wanneer hy büyten gaet, neemt hy een Rechter met hem, d’andere twee blijven binnen Meflina. Daer is noch een Senaet, genoemt fomwijlen ’t hof der Syndiken,en fomtijts de gefworene van Meffina, en defe Raedts-heeren fijn fes in ’t getal. Soo dan heeft defe Republijck een hooft,’twelck is de Stradigo,fijnde geregeert door de wetten,en afliftentie van drie rechters,en fes Senateuren,onder welcke vier edellieden fijn, en twee burgers van Meffina. De autoriteyt van defè gefworenen, of Sénateurs,is groot^alhoewel zy niet vermogen te djfponeren fonder denRaet,mede om iets te tekenen moetenfè alle fes by den ander wefen , teri eynde dat ’et mach valideren. Sy hebben macht om te verkiefen den Gouverneur,of opperfte vart d’Artillerie, de Kapiteyn van de bolwercken, den opperften Medicijn, of Protomedico,en eyndlijk andere minder officieren Sy hebben nier gemeens met d’andere officieren van ’t Koningrijek. In de tegenwoofdigheyt van de Viceroy fittenfe recht tegen over de koninglijcke ftoefopeen bank met zijde bekleet: en wanneerfe te paert gaen in parade , fijnfè gekleet met fwarte fluweele tabbaerts gt;nbsp;hebbende voor haer trompetters, trommelffa-gers, en pypers te paert, gekleedt met haer live-reyen. De trompetters fijn gekleet in ’t fcharla-ken,de trommelflagers in ’t root en geel fatijn,cn de pypers in ’t violet. De ftadts-ro'eper is fomtij ts gekleedtin’trootcarmofijn-fluweel, en fomtijts in ’t inkomen van eenige groote Heeren, in gout brocade ; de Maffîers fijn gekleet in ’t violet-flu-weel met fwarte damafte mantels;en haer paerdeii en muylen fijn bedeckt met de ûadts liverey. Daer ismede’t officie der Burgermeefteren van Meffina, fijnde ten deele edelen en burgers ; zy doen recht over de kooplieden,2eefàken, en ailes wat den handel fonde mogen betrefî'en.Daer is de Baillou, die macht heeft over de brieven van re-prefâlien.Daer fijn veel Baillouwen binnen Meffi-na,doch haer jurifdièlie of macht is verfcheyden. De Baillouwen,fijnde onder ’t refort van Meffina, nemen kenniffe over faken importerende eenige kleyne fbmmen geks. De andere Baillouwen der landen, en Bailloufchappën van Sicilien, fijn op-fienders van de boffehen en wouden. De Munt-meefter van Meffina heeft fijn hof en jurffdieftie in’t byfbnder , en vermagh door’tgeheele koningrijek kenniffe te nemen over de munt, om te weten offè goet oft quaet is. Aengaende Palerme, daer is een Prêteur over decivile,en eenKapiteyn over de criminele faken. De Burgers vermogen niet getrocken te worden buyten Palerme,en fó wanneer’erin de jurifdidie der fèlve eenige faken voorvallen,die moeten ge-flecht worden by de rechtbanek van Palerme. Hier beneffens moet men mede aenmereken de Staten van Sicilien, welcke fy noemen ’t Parlement, en heeft groote autoriteyt ; in voegen, dat deViceroy niet vermagh t’ontfangen de vry willige giften,die men alle drie jaren offert,noch oock het extraordinaris; mede vermagh hy niet eenige nieuwe faken, betreffende de gemeene Staet,in te voeren, fonder ’t gemeen confient van ’t geheel koning- |
224 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/S I C I
I^oningrijck, ’t weîck beftaet by’t Pariement, in drie loorten van perioonen genoemt by de Sici-lianen de drie armen des koningrijcks, de welcke fijn alle de Prelaten,foo wel kleyne aïsgroote,genoemt de kercklijcke arm ,• aile de Baronnen en Heeren,genoemt den krijglis-arm^ en alle de landen des konings, genoemt de Domainiaellche arm, van welke dat een yder fijn Procureur fend.
De Viceroy doet dit voick door brieven weten de tijdt en plaets waer fy hem füllen vinden, en ly verfamelt fijnde, fit hy opeen verheven plaets,in een koninglijcke ftoel,doende haer in ’t kort ver-llaen ’t gene hy begeert.Daer op d’eerfte Prelaet, na dat hy fich overeynt gefielt heeft, hem feydt, dat men fijn propofitie heeft verftaen,en in’t kórt lal antwoorden. Dit gelchiet fijnde,verkieft^n deplaetlen,alwaer de drie armen oft leden inmet bylonder füllen by een komen, die fich ouderlingen adviferen , d’een aen d’ander, watfe hebben befioten, op datlê können weten waer infe accorderen oft niet. *t Eerfte hooftfluck, waer van dat men ordinaris traâ:eert,en by een komt,isde vfy-willigegift,omte weten,oftfe lal gegeven worden oft nietten indien ’er befioten wert,dat’er van wegen de fchaerfigheyt des Staets,niet gegeven kan werden , eyndighthet Parlement, en daer wordt niet meer gedaen. Indien men belluyt,dat’er een gift gedaen fal worden, als dan handelt men van het tweede hooftftuck , ’t welck is de hoedanig-heyt van ’t prelcntjen daer na het derde,dat is de manier om ’t lelve te krijgen.’t Vierde hooftfluck is de tijdt,op welcke men ’tmoet betalen.De vijfde, de conditien,met de welcke ’t gegeven wordt. Het lèfle,de gratiën die ’er Gegeven moeten werden. En ’tfevende fijn de gedeputeerden, aen de welcke men lafl geeft van te executeren al ’t gene dat ’er in ’t Parlement befioten is.
LIEN.
noch 14 Graven,een Burghgraef,eû 48 Bàroneh.
De kercklijcke arm begrijptdeAertzbifl'chop- Kercl^li^-pen,en BiHchoppenj d’opperfte Abt vanMelfina, en 25 Abten, de koninglijcke Capelaen van S.Lucas, de Commandeur van Magione,en vier rîjcke Prieurs.
De AertzbilTchop van Meffina is Graef van Ra-chalbieto,en heer van Arcata. De AertzbilTchop van Monreal is heer van Monreal, en Bafalchin. De opperfte Abt van Mellina is heer van Savoca, en den aenhang van dien. Den Abt van S. Pieter van Aro oft Agro, is heer van la Forza. Den Abt van Itala is heer van die plaets,en vanAli.DenAbt van Mandanici is heer der lelve plaetSjdoch ’t criminele recht,loo van Savoca,als van aide bovengenoemde plaetlèn, behoort aen de Stradigö van Melïina. De Abt van Maniaca is heer van Brand : doch hedensdaegs behoort’et aen ’t gallhuys van Palarme. De BilTchop van Patti is heer van Liu-rizzi,en van de helft van Caflel’o SahadoriyCn d’ander helft behoort aen d’AbdilTe der felve plaets.
De Domainiaelfche arm beflaet in Melfina,Pa- Powx*-lerme, Catane,Troine,Sarragoça,Girgenti,Patti, Cefala,Mazara,Trapani,Xaca,Noto,Calatagiro-ne, Thermini, Marfale, Leontini, Naxo, Caftro-giouanni, Nicofie, Leocate, Polizzi, Taormine, Plocio,Callattairibetta,Randazzo,Mene,Argira, Bidino, Mont S. Iulian , Salerni, Corleone, Mi-ftretta, Capizzi, Augufla, Callroreale, Melazzo, S. Lucas, Suter a, Rametto, Caftronovo,Giaci,en Mela de Taormina.
De inwoonders deles eylants volgen deRoom-fche Catholijeke religie. Tot dien eynde fijnder Inquifiteurs, om de felve te mainteneeren. Haer recht wert genoemt het heyligh Offici ,• dele vaders hebben bevonden in alle voorvallende faken , dat de Koning van Spanjen, die altijdt het meelt heeft bemint,die de meefte lachtfinnighey t gebruyckt heeft.
De Prelaten hebben een groote autoriteyt in dit eylant, en betoonen genoeghfaem ’t gene ly vermogen in de Parlemcnten,alwaerlè openbaer-lijck ’t begeeren van de Viceroys tegenftaen,verwerpende fijngeboden,loo wanneer ly’tnoodigh vinden voor ’t gemeene beft.
Daer fijn drie AertzbilTchoppen,de welcke fijn die van Palerme, Melïina, en Monreal. Die van Palerme heeft onder hem de BilTchoppen van Mazare, Girgenti, en Malte j die van Melïina de BilTchoppen van Çefaledi, Patti, S. Marco, en ’t eylandt Lipari j en die van Monreal, die van Sarragoce, en van Catane ,• hoewel dat men die ijiet en houd voor Vicaris, maer exempt. Voerders is de AertzbilTchop van Melïina boven de Archimandrita van^Sicilien ,• aengefien dat defe AertzbilTchop hebben moet van de Archimandrita, als fijnde Abt van S. Salvador, de rente van 20 ltuyvers,ioo ponden was,en 100 ponden wie-roock, en 20 tonnen oly.
Men vint oock door geheel Sicilien veel Griek-Iche Chriftenen, fijnde gekomen uyt ’et Moren-lant,en hebben eenige Tempelen,voornamelijck binnen Melïina, alwaer de Koning van Spanjen haer hanthaeft, en befchermt.
pornaew- Daer fijn eenige huyfen oft familien, die recht ’t Parlement te komen. De voornaem-flc fijn die van de Huyfèn van Vintimiglia, welke den tijtel gevoert heeft van Prins ,• van Aragona, met tijtel van Hertogh en PrinSjvan Bologna met tijtel van Graef 5 van Santapan, Barrefè,en Moncada,met den tijtel van Princen ; van Brancifort, met den tijtel van Hertogh j Spatafora van Marquis , als van gelijeken die van Gaetans ; Gioieni Princen ; Cottone Graven 5 Statella Marquis, die van loppolo, de la Café Vintimiglie, Graven van Nafoj van Bofco, met den tijtel van Hertogh j Lancia met de tijtel van Prins j Migliaccio, en Celefle van Marquis.
Oorloghs- De Heeren deles eylandts, welcke men noemt den oorloghs-arm, fijnde verobligeert ten tijden van noodt, op haer eygen koften,tot defentie des eylantSjde Koning te dienen,met een leker getal lichte paerden, volgens haer middelen, en form van privilegiën,fijn de Princen van Butera,Caflel Vetrano, Petra Precia, Paterno, Caftel-Buono, della Trabia, en van Cafliglion, de Hertogen van Vibone, Terra-Neuve, S. lean, en Mifilmeni : en de Marquis van Geraci,Lecodia,Giuliana,Marin-co, Avalo,Francofonte,Iarratana, de la Sambuca, Favara, Roccella, de Monte-Maggiore, de la Li-piina, en van Spaccafurna ,• behalven defe fijnder
-ocr page 298-
Et landt dat de Romcy-nen Gr^ecia noemden, wiert van de ingefète-nen Hellas geheeten, en d’inwoonderen felfs Pe-^ lafglotcn of Pelafgen j Ha-naenyAchinenfÇn ArgiT^enjen gants Griecken is van Homerus Argos genoemt. De Griecken heeten dit hun lant noch hedensdaeghs Hellasen de Turc-ken Rumeli of Rumlgt;ilaget en ’t volck Ruwiler, of Rumilafi en gemeynlijck Vtumilar. nbsp;nbsp;nbsp;kgge.nte-. gen een Grieck alleen Fr«!», en tegen’tRijck Vrum Memleka. Poftellius feyt j dat zy fich fèlven Rhomai, en die de Venetianen onderworpen zijn, fell Romeichi heeten. Owp. In’t ooften heeft dit lant d’Ægeifche zee oft d’ArchipelagOj in ’t weften de lonifche, in ’t zuy-den de Cretiïche oft Lybi/che, en in ’t noorden is’t van Dalmacien, Servien, cnThracien ge-ïcheyden door’t geberghte , dat Macédonien van die fèlvige provinciën icheydt. Grefte. Sijn lengte , genomen van de Kaep Tenaro, oft Caille,door de engte van Morea,tot den oor-/prongvan de rivier Strymon,is looHoogduyt-fehe mijlen ; en fijn breette, van Capo delle Colonne in Attica door Achaja en Epirus tot den bergh Chimera , 8o Hooghduytiche mijlen. Trevmde». Dit lant begrijpt in fich Macédonien, dat veel kleene Provinciën onder fich heeft j IheJJalien, ppiruSy met Acarnanien^ de provincie die Ptolemæus Jebaja oft Hellas noemt, [’t welck het ware Griecken is;) verfcheyden van ’t particuliere Achaje,en gt;nbsp;Doride, Locride, Ozolee, Phocide, Megaride, Attice,, en Beotien : en de Peloponnefiis oft Morea^t wclck het byfondere Acha-je. Elide, MelTenien, Arcadien , Sicyonien, Laconien én Argien oft Argoliden begrijpt. rivïmn e» Van de Rivieren en Bergen lullen wy Ipreken jfrge». in yders provincie: maer den bergh , feer vermaert doof dedoot van Hercules, die fich al-daer verbrande, deelt byna ganlch Griecken in twee’en, gelijck de Apennin Italien, en heeft verlcheyde namen op verlcheyde plaetfen. Hy begint in ’t ooften aen de Golf Mallius van Ptole-mæus, en ftreckt tot den inham van Ambracien, oft Golfo de Larte, fnijdende in rechte hoecken het geberght dat vanParnas tot Pindus loopt. Het deel dat naer Thermopylen leyt, is Oeta ge-noemt, en feer hoogh dicht by Thermopylen, alwaer die van Loeren, na Theflalien reylènde, een leer naeuwe doorgang vinden, in ’t Griex Py'lte geheeten, dat is poorten te leggen, en Pher-wopylce^ van wegen de warme baden, die daer niet verre van af zijn. De bergh die hier aen leyt is Callidromus geheeten , gelijck mede al het ander dat fich door Etolien en Acarnanien tot de Golf de Larta ftreckt. rwi/. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lucht van Griecken is lbo getempert datle geen landt ter werelt hier in wijekt. Het landt Griecken, |
draegt veel koren en Ichocrne vruchten,eh is over Granen en al leer vermaeckelijekom fijn verlcheydenheyt ,• want daer zijn lchoöne weyden, veel heuvelen, valeyen en bergen, Ibnder datteriet onvrucht-baers is. Daer zyn uytnemende wijnen,waer van men delootenen heele wijngaerden in Vranck^ rijck, en voornamentlijck te Vivarez in Dolphi-né, over-gebracht heeft. De druyf is blaeu. Daer zyn verlcheyde lborten van vee en ge- * vogelt in overvJoedtj alsmede vilch, nadien het ve^rivieren heeft, en dat het rondom met de ze^mcingelt is. Sy Ipreken bedurven Griex, gelijck de Italia- Spraebki nen Latijn, maer ly volgen de aeloudtheyt meer in de woorden van eygen namen als de Italianen. De onderdanen der Venetianen, voornemeli jek die in de fteden woonen, en van eenige middelen ofte aenfien zyn, verftaen medeltaliaens. Die onder denTurckzyn, gebruycken lbo wel de Turekfehe Ipraek als ’t gemeene Griecx. De boeren en landt-luyden Ipreken niet als Griecx, lbo wel die onderden Turek als Venetianen woonen. Plet gemeene Griecx is huydcndaeghs in veeler-hande manieren gedeeltiwant de Griecken,die te Conftantinopolen woonen , hebben veel Arabi-Iche woorden onder haer Ipraeck vermengt ,• die van Candien oft Creten veel Italiaenlche en La* tijnlches en die van Morea behelpen hen met veel Latijn, en oock Franfch, dat ick geloof darter meeft ingellopen is,na dat de Princen van Savoyen fich lelven daer gefet en de Griexlche Key* fers onterft hadden. Wat de Athenienfers aen-gaet, men mach hen fonder fchreyen niet aen* nooren j want fy hebben de bedurvenfte tael van al de Griecken , en alle d’andere lachender oock mede als ly Iprekenren al veranderen ly van lucht en lantjdaerom veranderen ly niet van Ipraeck of manieren. Maer alhoewel die van Athenen, De-lien , Creten, Morea, ’t eylant Chio, en andere eylanden, elck op hun manier Ipreken , foo verftaen ly malkander nochtans, en lbo, dat een y* der terftont weetof fijn man van Conftantinopolen, Candien, Chio, Napoli, Romanien, Epiren, of eenigh ander lant is. Men hout dat de Griecken wel feventighderley manieren van Ipreken hebben: men vint’er evenwel noch weynige teTheP falonica, te Conftantinopolen,in Morea,en eenige andere plaetfen,die ’t gemeene Griex eveneens uytbrengen, als de Oude Griecken plachten. In* dien een vreemdeling maer een van haer manie* ren van Ipreecken leert, terftont lal hyfe alle verftaen. Sommige volgen noch in ’t Ipreken d’At* tilche manier, Ibmmige de Doiilche, Æolifche, lonifche, enGemeene-, maer daerzijnder feer weynigh die d’oude Ipraeck verftaen. ’tOnder-fcheyt van dele manière van Ipreecken beftaet meeft in de pronuntiatie, en leer weynigh woorden. Die van Ionien,die in veertien dorpen woonen, in Morea, tulTchen Napoli en Monenbalb, Ipreken noch out Griex,maer begaen veel fauten tegen de Grammatica, dan ly verftaen de gene A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;die |
fOffft- »*1
C^Qlcan.
C.Âa
CfOfuea.
*'^*AftcaA-
^acfffw
Ceialoi
'^iuiat^ Germanica, communia.
■^ante
Janna
amp;4ato
Golio d
-barcatfiâ
TAUfft 0
GiiarJùi
‘^Ofatct^oîû
•Stoht'
^AptAtUSA ii
'1^0^
C^4
0^9-
lamboJi
Lamp;olxo d
CiAtfftA
i^irAAOttA
CA/ürt
Seopttla
CAiAtAAA^^^
C.JIaJapoa
-. SehiiiA
lie^
olio de
•^ixAenufA
GoJro de Co:
Ijcliina
iKfinjb-iA O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;® nbsp;nbsp;-
Zeamp;ttA
•O Ü uxo Santo
'lSAfAfUAMO
liAmAti.
nte
S-Stratt^
quot;^fAlAAnAfA
'SAOA_pAtA.
C.^^ÊaIaa
Caaaaaa
'UntfAttAAA
Kqxiiti.et Comiti Con-
fiftoriano, Tabulam
et CfmcÊiu (BÏóeu,.
Scio
S ■ quot;Vie^
Jio ne îfegr ponte
-TArmAnt^f
SAtyhtetc
3- CxiAtnAt ^.CariAm^A ÿ.Titù
. S.amp;AAt^ jo- S. ^JUcaÎa
JJ-Le Caronxt»,
Scio
Mare
Nicar
Aoeio
d^'
Celop^^
HAitoîi-
StAnJÀa,
quot;^AlAOnAAV.
de
lÄ-are
'^AfttnAAe
de
ïMandria
’TiAAtUA.
are de Scctrpsnto
Scarpanto
G R I E C K E N.
die ’t wel fpreecken, en de gemeene fpraeck niet. Defè werden Zakones geheeten. De Chriftenen die fich in Afien langs de zeekuft, van Trebizon-de tot Satalie toe, houden,fpreecken oock meeft Griex j als mede de inwoonders van d’eylanden van deÆgeifche,Cretifche,Icarilche enLycifche zeen. De vrouwen Ipreken de gemeene ipraeck feer foet en bevalligh, en ftuderen op ’t verïoeten van de tael , op de befte woorden en cygen manieren. Het befte Griex wert in Macédonien gefproken. 'Letteren en De Grieckcn onder den Tu rek, foo wel in /chrtfi. ]Morea, als in ’t lant eygentlijck Griecken ge-noemt, in Macédonien, in Thracien, in d’eylanden van de Middellantfche zee, en voorneme- lijek in die van d’Archipelago, welckers inwoonders Rhomæi geheeten worden , gebruycken de oude Griexfche letteren noch. Daerom wordender veel plaetfen in Natoliën Rhom,dat is,Griecken genaemt. De Patriarch van Conftantinopolen fchrijft gemeenelijck met een filvere pen ; maer d’ande-re Griecken gebruycken riedt, dat nyt Per ft en gebrach t wert, en geen ganfe oft andere veeren, gelijekwy doen. De Griecken hebben geen Academiën meer, of eenige publijcke Profeftbren : maer eenige laege Scholen, daer de kinderen de Grammatica leeren, en de boecken , die fy Horologion en Oéloegon noemen, ’t Pfalraboeck, en eenige andere , den heyligen dienft aengaende, lefen. Stndit» en hoecken» |
Maer daer zyn weynigh Calogers en Priefters dielè verftaen. Eenige gaender wel na de Italiaen-fchellnivcrfiteyten, om de Oude fpraeck, Philo-fbphie, en de Pofitive Theologie te leeren, die fy wederkeerende aen andere wederom leeren om feer weynigh geit. De noot van nootdruft te foecken, maeckt dat ’er fbo weynigh ftudeeren. Daer isgcenDiótionarisvan de gemeene fpraeck. Sy hebben geen boecken in hun bedurven tael. Sy achten de oude Poëten en Philofophifche boecken niet, ja kennen fèlfs veeler namen niet. Men heeft oock de Calogers expres verboden die boecken te lefen , fbo datfe haer ganfeh by de Outvaders houden. De Gouverneur van Griecken, diedeTureken Rumeli Beglerbey noemen,is de eerfte en groot-fte van den Turekfehen Staet, fb wel om dat den Grooten Heer fijn ftoel te Conftantinopolen hout, die in d’uytftrecking fijns gebiedts is, als om dat hy fbo veel provinciën onder fich heeft ; want hy gebiedt over Romanien,Thracien, Bulgarien, Macédonien, Acliajen, Morea, Albanien en Epirus; als mede Servien, en tot over den Do-nauw over een deel van BefTarabien dat de Turek befit. Maer men moet hier mereken, dat fijn au-toriteyt fich niet generalijck over ganfeh Griecken ftreckt 5 want de Sangiacs die aen de zee leggen , en van de eylanden , onder welcke die van Negroponte fich verre landwaert in ftreckt,ftaea onder den Denizi Beglerbey, oft Capiteyn Ge-nerael der zee. |
MACEDONIEN.
Acedonia is eertijdts, als Plinius cnT rogus fchrij-ven, Emathia-, als Livius, Peonia,Æmonia, Edoriia,en Pieria-, als Trogus,BteöfM genoemt geweeH : Eu-Hathius, Stephanus en Hefychius leggen, dat een gedeelte daer van Macetia geheeten was, Deden. Crenßn. waer van’tgeheele landt naderhandt de naem kreegh. ’t Wort Macedonia gefeyt van Macedo,des Konings Ofiris loon,ofte,nalbmmige feggen,Io-vis enThyæ,ofte,loo SolinusIchrijft,naden neef van Deucalion. In de boecken der Machabeen wort het Cethim genaemt. Hedens-daeghs willen het lômmige onder den naem van Albanie begrijpen ; doch Albanie is maer een gedeelte van Macédonien,al-hoe-wel’t nu daer van gelcheyden isj enomdat’et, van wegen de veranderingen en groote,op verfcheyde plaetfen verlcheyde namen heeft : want het deel naer Thracien heet lambcli ; naer Thelfalien Camenolitari ; ’t midden houdt de naem van Macédonien-, en ’t laetHe,dat aen Dalmatien en Sclavonien grenH, en dat van dat groote lichaem af-gelcheyden is, heet Albanien. ’t Is in ’t noorden met Servien en Bulgarien ; in ’t weH met Albanien, oft, foo men dit onder Ma- * cedonien mede wil begrijpen,met de Middellant-fche zee; in ’t zuyden met Theflalien; en in ’t oo- ften met de Ægeifche zee oft Archipelago een deel van Thracien, dat ’et in ’t noorden mede raeckt, bepaelt. Steden. De voomaemHe oft vermaertHe Heden fijn delê : P^ZZ^,aIwaer ’t hof van Philippus en Alexander de Groot fijn loon geweeH is, en hooft-Hadt van ganfeh Macédonien, wert tegenwoordigh Ichni^a oft Zuchria geheeten ; Stagira, de geboorte-plaets vanAriHoteleSjdaer de Koning altijt 3000 merri-paerden hield tot de voort-teelingen,Ibo Plinius en Strabo getuygen ; nu wert ly Stelar ofc Libanoi^a genoemt? Die de palen van Macédonien over de Strymon tot aendeNefe trecken, alsPtolemæus en Strabo, die hebbender de Hadt Philippi, waer van men niet als de ruïnen fiet, die maer twee dagen reyfens van Tricala leggen,dateen Hadt is daer een Sangiac woont, en die dicht aen de riviere Strymon is; loo dat ’er na defe rekening het oude Tricca van EHiotide^dat verre van de Strymon gelegen is, en dat van Ptolemæus op de Peneus ge-Helt wert,nietzijn.to4Z4î,twee mijlen van Philippis,is een leer vermakelijcke Hadt, met een groote , maer forgelijcke haven, en is felfs als een van de fleutelen vanMacedonien;daer fij n ontrent yoo inwooners, foo Turcken, als loden, en Griecken. Daer is eertijds een Hercke muur op de hooghte van de Hadt gebouwt, die men hedens-daeghs noch fiet, ontrent een vierde-part van een mijl lang, en overwelft, lbo dat ’er twee palfagien in waren : op *t hooghH’ van den berg was een heel dicken tooren, die voor een bol-werck tegen Thracien Hreckte, gelijck de fcheyd-muur van Macédonien en Thracien. Men fiet in dit landt de open, maer vermaerde Griecken. |
plaets van Siderocapfa, by de ouden Chryßtes géhee* ten, niet verre van Servien, en fècr geacht om de menigte van gout- en filver-mijnen. In Piërien is de ftadt Ber/beCj nu Veria. De oude fladt Ppdnay he-dens-daegs Cytros, is noch genoegh vermaert ; en de ftadt Pogojana, die boven Theualonica ley t. Maerde vermaertfte van al dele Heden is Thejfa-loràca tegenwoordigh Saloniki, gelegen op ’t bin-nenfte van de Bay vanThermæ,oft Goifo de Saloniki j fy is nu ter tijdt groot en feer bewoont. De bergen van Macédonien zijn Scopiusfirhelus, Benen. Bßpß'zipnus J Epidus, en fommige andere ; maer de voornaemfte is Athos, die fich van de vlackte tot in de zee vijf-en-tfeventigh mijlen ver ftrekt, en heeft ’er hondert en vijftig in de rondte.De Grieken noemen de/èn berg À yiov nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat is,den hey- ligen berg, om dat ’er wel vier-en-twintigh kloo-fters aen leggen, met ftercke muuren omcingelt, en van ontrent fes duyfent munnicken oft Calo-gers bewoont. Onder dele verHerkte klooHers zijnder twee de voornaemHe, Vatopedi, en Agia^ Laura, een van defe twee heeft wel 300 Calogers, die hun van de zee dienen, fo wel om te vilfchen, als om alle nootdruften door de felve te krijgen. De rivieren defes lants fijn Jxz«r,nu Varadri ge- Riviaen. noemt ; Echedorus, van Herodotus Chidorius, en he-densdaegs Granea oft Veratafar geheeten,quot;wiens water niet genoegfaem was voor ’t leger van Xcrxes; Erigonius, nu ten tijden Viflratsia ; Aliacwon, tegenwoordigh PelecM ott: Platamona ; Emathiu^,Gp delen , en ' tijt£«/öZ7,die dicht by de ftadtPierie in zee loopt; en,na lómmige,de riviere Sfr}wo«,doorPtolemçus in dit laut geplaetft,alhoewel hy,na ’t gemeen ge-voelen,meeiî onder Thracien hoort, en met veel waerfchijnlijckheyt, alfoo die van Thracien van delê riviere de naem van Stryvr.oràers gegeven is ; van de hedendaeehfche inwoonderen werdt dele • . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r I- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 riviere Strymona oft Marmara, oit Redmo geheeten, en geeft de naem aen een Bay oft Golf by fijn mont, en den bergh Athos ; daerleyt een groote houte brugh op, by ’t dorp Marmara, door Ibrahim Balfa gemaeckt. Dit lant is leer overvloedigh in koren,appelen, B'cnn en peeren,amandelen,noten,olyven, kerlfen, en ka-ftanien.De bolfchen fijndervolvan eycken en andere boomen. Daer zijn veel galnoten,gelijck in Thracien. De Calogers van den berg Athos hebben menighte wijngaerts, olijf-boomen, vijgen, Ioock,uyen,boontjes en diergelijcke. Sy hebben veel Iaurieren,uyt welker knoppenly oly trecken, die lyinde Heden van Walacliien, Bulgarien en Servien,en d’omgelegen landen te koop brenger!. Te Sidrocapfe fijn koHelijke mijnen van gout, Mijnen. filver en loot. De mijnen van CaHagna hebben weynigh goudts; maer te Siderocaple fijnlefoo overvloedigh, dat ’er veel Bulgaren, Griechen, Dalmaten en ander volck komt werken. Dicht by de ovens fijn vijf kanalen of beexkens, geheeten Pianiza,Amerpach,Kyprich, Rolchetz en If-votz. Van dit gout worden de Ducaten oft Sulta- ' nins geflagen,en naerConHantinopoIen gevoert. Dit landt voedt menighte vee,harten,wilde of- Dkren, lên,bocken,wildefwijnen volfen,wolven en hafen. Op de Strymon fijn veel fwanen en andere water- B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vogels |
C- I^ucAfa nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;__
•^aopiJo
X^orlaxa
VtOCfA
® ^t^ntAJa.
Ctfeinto
-^tyos
Illiguez
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®
£teM Istrtmei.“
Crtteî^U4icx
'J^raclÛL
£fist
^ccrtu/a
Gxxefu^
CM'a^u^
•^AXttttt^tft^ ;
• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ Valu'd
j^^'quot;’‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ç, CcLgt;^.i
e °
T.aae^Aina
»a:
G-drttt,
.Ih:
TS'ÙoLt
Se'fhertts
^/ftropoks
'JPet-Alc
•StA/ÀnA O
PÀiJa
» intt^Ott!'^
0
XtOfiffa.,
•p^'ïquot;
ß‘lv^
Q J^AtfOnA ti OcaJaa
'^/À/ldfec
9 't^ehiui
mAttt
CofontA ~
CuaÎIa
^^tiACA
1)eJify^
ßs/7.
Stp^
^^(Tf ^AtAH.
^uii^
CotomJ»,
llole de
^Atorea
S.lba
Scopula
StnunonA.
^rotnA
ffUs
Golf^ de Aïperof
Golfo de
Conteiïa.
—-■Strat»nA
,.-»ƒ•
f
Gollo dl monte Santo
Sil^
'»t^inifi
SofO^UHU
r Qpula.
Seattdd-
^etfe^oïc
'^eoeA/ÏAt GAiatti
'ifeJpini Q XA
Qgoit lumA nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tgt;i
StiAU nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cLdtA.
V
.ifß'eirr
•t4r^
•39rJent^*
»^lAAeO
p
'AmAtnta
5»^ .
'Lor^Aft
SegAtù^e LoetH
Ci-^
O quot;^HotaitA.
Z9f(
CofattA 'VA^AfA
•litAt^eo
1' Hd
^^•’jAltAÏlA
Golfo de
Sela CApf
i»
CAflro
! ** Î CrnehAA tl! CAttAt^
Car^nPo SnttCA
%
^t/jfnf nune SetJUAS
£. ^fnSt^ufià
SaIa
■^^AArAFt^'
S'
MACEDONIEN.
vogels van de lèlfde grootte, van Ariftoteles Pe-lecanen,en Plinius Onocrotalesgeheeten.
JU.iniere» Te Thefialoniki fijn de vrouwen doorgaens Schoon en fraey van lijf en leden, maer bruyn,ge-lijck die van de andere provinciën. De Macedoniers in’tgenerael fijn feer gequelten qualijck gehan d elt van den Turck,die hen ailes ontnemen datfie hebben,foo dat ly hun landen en bouwerye verlaten, en gemeenlijck herbergh houden, waer door fiy,’t gene hen van den Turek genomen was, weder krijgen. Hun huyfien fijn van hout en aer-de, gelijck fiy byna door heelTurckyen fijn. Te Thefialoniki fipreeckt men noch goedt Griecks ;
falus; Argos P elafgica,cn Dry opis. In dit landt is Hellen geboren ; waer van Homerus die van Thefia-lien BeUoncs noemt, als medeMirmydones, Ack^ci^ Phthiotes en Dolopes. Tegenwoordigh wort dit geheele landt Tihumneße oft lanna, en niet Camenoli-tari,als Caftaldus fieyt, dat maer een gedeelte van Macédonien by Thefialonien is, genoemt.
Sterckte.
Regetring.
Pe'îg-e. Turcken, Joden. Chrißene»
daer is oock een Druckery.
De Macedoniers, die eertijdts over de geheele werelt gelieerïcht, Afien, Armenien, Iberien, Albanien , Cappadocien, Syrien en Egypten overwonnen hebben, fijn hedens-daegs vry wat afge-flagen, als nietige Haven geworden, en hun doen is niet als groote elende. De meefte fterckte defies landts beftaet in fijn gelegenheyt j alfio ’t byna heel met bergen als met een fterke muur omlèt is.
Na dat dit lant langen tijd van de Romeynen, daer na van de Grieckiche Keyfiers, eenige Koningskeus en Heeren beheerïcnt was, viel het ten laetften in handen van Amurath den 11, dieThefi-fialoniki van de Venetianen nam, aen wien ’t An-dronicusPaleologus verkocht hadde, ten fpijtvan den Keyfèr Conlfantin j en fiedert heeft dele provincie altijdt onder de Turcken geweeft. Te Thefialoniki is den voornaemften Sanjac van Macédonien, die 400 paerden aen den Beglerbey van Griecken moet opbrengen.
Daer fijn door ’t ganlche landt veel Turcken, Joden en Chriftenen door eengemengelt. Te Thefialoniki fijn over de leven tig duyfient loden. De Turcken hebben daer maer drie Melquiten, en de Chrifienen twintigh oft dertigh kercken. De Aerts bifichop heeft veel Bifichoppen onder fich,als van Cyprus oft Pydnus,van Servien, Cafi-fiandrien,Lito,Rhendino,Hiereflenofc S. Monte, Lycotomien oft Thefialifche Tempe, en andere. De Aerts-bilfichop van Serres, die in ’t jaer 1618 t’Antwerpen was, noemde fich Primaet van Macédonien.
De monnicken in de kloofters van den bergh Athos trecken noch veel hun jaerlijklèhe inkom-fien uy t Rufiïen,Walachien,Trebizonda,en eenige andere landen.Eertijdts waren hier veel fraeye en gelchreve boecken,en veel geleerde Calogers,-maer tegenwoordigh is ’er naulijcks een die iets weet. Daer fijn noch wel eenige Theologilche boecken; maer geen Hiftorien, Poëten, en Philo-Ibphen. De monnicken van de Order van S.Bafi-lius, die den Patriarch van Conftantinopolen erkennen, bouwen ’t landt,oft vifichen meeft. Die door dele kloofters reyfien,worden’erophun ma-
nier voor niet onthaelt met olyven, uyen, boont-- jes,twee-bak,oft lomtijdts met verlch broodt,en oock wel met verfche oft gelbute vifichen.
Hefialien wiert in oude tijden Pyrrhaa ge-~ noemt, van Pyrrha, Deucalions vrouw j Æmonia van Æmon ; en Thejfalia van fijn foon Thefialusj Befonis, van Nelbn loon vanThefi.
Dit landt grenft aen’t noorden aen Macedo- Crtr.ßn. nien, gelijck oock aen ’t weften,en eenige landen van Epirusjin’t zuyden heeft het Doride,Loeren, Epicnemedien en Amphilochien ; in ’tooften de Ægeifichezee, oft, na eenige, in’t ooften aen de bergen Pelion en Ofia, by de zee ; in ’t noorden met denOlympfin ’t weften met den berg Pindus, daer de Peneusuytvloeyt j en in’tzuyden met den bergh Othrys,- loo dat het landt binnen dele bergen befiotcn,Thefialien genoemt werdt.
Thefialien is gedeelt in Eßieotidis, Pelafgiotidis, urAt». Phitiotidisj Achilles lantjlheJJaliotidiSjCn Magneßa. In dit landt is mede die luftige valeye de Tempe , vijf mij len lang,en anderhalf acker breet,van de riviere Peneus bevochtight,daer’tgevogelte met me-nighte ’t heele jaer door feer queelt, dat fich al-daer onthoud om de lchaduwe en het water.
De voornaemfte fteden fijn geweeft, Pheres, nu Fß?'^,waer achter den berg Oete naer Macédonien ftreckts LariJJe^ Achilles ftadt, hedensdaeghs L^-oft Lar^o ï lolcos,Jalons landt j Thebe Sphtiotide, tegenwoordigh 5 Pagafa , oft Demetrias, in Phtiotide, nu Ar mir o, oft Dimitrias, van waer lalbn met de Argonauten trok om ’t goude vlies te winnen ; Trica, in Eftiotide,nu Tricala ,■ Pharfaie, heden Pherfalia^oXs Ie Noir s oft Parla , als Ananias lèyt, met de Pharlàlilche velden, naderhant de Philip— pilche genoemt,als Florus fchrijft,daer Cælàr tegen Pompejus floegjCn Auguftus Brutus enCalfius verwon;Sjj^rrl)zgt;,nu Fireko; H}pate,door hare toove-ryen, en de min van Apulejus en Fotis vermaert ; Gyrte,van Homerus fo geheeten;Lrf»j/^,waer by de flag van Antipater met de Athenienlers gedaen is, die daerom de Lamiele flagh genoemt was^ en de ftadt Orchomene, tevoren Mz«y^,niet ver van lolcos, waer van de Argonauten allbo genoemt wierden.
De bergen zijn, O^f^,door Hercules,die fich al-daer brande, leer vermaert, nu Buonina, die tot in Macédonien reyckt : Olympus, op de grenlen van Macédonien, heden Lacha ; Ojßa, tegenwoordigh OlirayCoffoyOfKi^^ajon oroSy eertijdts de woonplaets der Centauren, die van de Lapithen, door Ixion en fijn loon Pirithous geleyt, verjaeght wierden, die nun mede den bergh Pelion deden verlaten. Den bergh Othrys, daer de Lapithen hun woonplaets mede hadden s als oock Pindus, nu nae Sophian, huneerftewooning. Pliniuslèyt, dat ’er vier-en-dertigh bergen fijn, waer van de vermaertfte de Cercetes fijn, en die ick alreets genoemt heb. Maer in Phtiotide,dat hy van Thef lalien onderlcheydt,ftelt hy de bergen Nymphe, Buzygee, Donacefe, Bermie, Daphifie, Chime-rion, Athamas, en Stephane.
De voornaemfte rivieren fijn doSperchia, nu æWw#». Agriomela-, de Peneus,die door Tempe loopt, van de hedensdaegfehe Griecken Salambria, en Lycoßome, en van de Turcken Alàbaba genoemt de Amphry* fus, daer de Poëten leggen dat Apollo Admetus , kudde hoedde,- en dTnipeus die in aApidan vloeyt, , als de Amphryfiis in de Peneus,
Behal-
Behalven de Turcken fijnder in dit lant noch veel Griekfche Chriftenen,- en,gelijck den Aerts-bifichop van Theflaloniki gantfch Thefialien onder fich heeft, foo heeft die van LariHc het tweede Thefialien en gantfch Griecken, onder fich hebbende de groote Bisdommen van Deme-trias, PharlaIe,Pemonica,Ziton,Tricca,en eeni-ge anderen. Chnsîenen, (iriecken,e» T/irck^»’ Crenß«. Lbanien,waer van de inwoonders Albanen by de Ouden genoenit I fijn,en dat voor een deel van Ma-► cedonien genomen is, methaer I hooft-ftadt Albanopolis, houdt hedens-daeghs haer fèlve naem noch : en fbmmige noemen ’t oock Arbanie, wiens inwoonderen van de Turcken Arnautlar, en ’t lant Arnaut geheeten worden. In ’t noorden heeft dit landt Servicn, met een weynigh van Dalmatien,dat het oock in ’t wefien heeft,als mede de Golf vanVenetien;in ’t zuyden jana,^Q Drino oft Lodrino,Drilon genaemr,oft Drillon grenft het met Epirus; in’t oofien leyt het aen door Ptolémœus en Strabo,-de MÄ,L/72?»o, daer Macédonien. Soo dat het begrepen is tufichen de rivieren Bojane en Chimere,en de Camolilche en Stede». Stateilche bergen : en heeft niet alleen eenftuck van Macédonien , dat men van oudts Albanien noemde, maer oock een groot deel van Epirus, Dardanien,en een hoeck van Dalmatien; foo dat hun landt langs de zee in ’t weften aen ’t lack van Scutari in’t oude Dalmatien begint, en eyndight in ’t ooften te Baftie, een plaets in Epirus, tegen over ’t eylant Corfou.lek geloof dat Leunclavius, die Albanien heel in Epirus vermengt, beter geweten als uy tgeley t heeft, dat dit landt het oude Albanien begrijpt, (nadien hy ’er Croye en Beli-grad in plaetft) dat Epirus met een deel van Dalmatien, waer van de fiadt Scutari oft Scodra, die hy haer toe-fchrijft, maer een deel is, volgens PtolemæuSà * De voornaemfie fieden, beginnende van de zee-kant van Dalmatien , fijn Aleßo, oft S. Alexis, certijts Liffus, by de mondt van de Drin gelegen, en vermaert door de doot van Scanderb eg: Loft/w, aen de mont van de lelfde Drin, die de naem aen de by-gelegen Golf geeft : D«m^,voor delen Dyr-rachium, en te voren Epidamus, vermaert door den honger die’er Cælàr leed, en ballingfchap van Cicero;maer hedensdaeghs weynigli bewoont,en byna geheel vervallen , alhoewel ’t by de zee en den mont van de riviere Argente gelegen ïs:Pyrgo, dat voor ’t oude Apollonia genomen wordt, daer de Keylêr Odavius gclbnden wiei t,om de Griekfche Ipraeck te leeren : enValona, by de Ouden Aulon,medt een zee-fiadt,gelegen in een Bay, aen de voet van lèkere hooge bergen, verfierekt met twee goede kafteelen,waer van ’t eene Canina ge-noemt, en op een rotlè gelegen de fiadt belchut, en ’t ander Torazzo op de zee, de haven verfe-kert; fy leyt tegen over de Capo di S. Maria van Puglia, en niet meer als óo mijlen van Otranto, en dichte by Epirus. Binnen in ’t landt fiet men Croja, eertijts Eribee, van eenige mede Troje geheeten, daer die brave Scanderbeg , om haer onwinbare gelegenheyt van wegen hare wateren, fo lang gewoont heeft i - Griecken, |
N I' E N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ ly wordt door de Lefana bevochtight,en vo^r een van de befie van Albanien, en voor ’t oude Anti-gonia gehouden. Chalcondylas heet haer Cruaj en Croja beteyckent in de Albaenfche tale fon-teynen. Oock fiet men niet verre van ’t lac van Scutari Drirafio oft Drivefto, een Bilchdom, onderden Aerts-bifichop van Antivari : Scutari, voor delen Scodra, een fiadt van ’toude Dalmatien, als medé Drivefio, eertijdts onder de Venetianen,macr te-genwoordigh den Turek onderworpen,die ’t JJco~ dar noemen : fy is van nature fieik,want ly leyt op een hoogen berg, die rontom met rotlèn bclèt is, en dicht by een lac dat de lèlfde naem heeft,’t welk men gemeenlijck mede ’t lac van Penta heet, dat So mijlen in de rondte heeft, uy t wien de riviere Boliana oft Bojana voort-komt, die bezuyden dé fiadt heen loopt,hebbende de Drino in ’t oofien. D’andere vermaertfie fieden fijn, Sfetigrad, Dibra, Bagno,cn Bcligrad,maer een dag-reyle van Valona. De rivieren delès lants, die fich in de Golf van Venetien fiorten,lijn, behalven de Boliana oft Bö- Croja op leyt ,• de Argento, Vrgeo oft Vrego, eertijdts Apfus} de Pyrgo, voor delen Lous^ en de Salnich,by d’Ouden Celydoniis, niet verre van Valona; Dit landt is in’t noorden vruchtbaèrder als in hef zuyden, alloo ’t laeger landt is. Het draeght fchoone wijnen, waer van de voornaemfie om Valona walfen. Valona geeft mede veel peck, en heeft in ’t by-gelegen geberghtlout-mijnen. Dit landt, met Epirus en eenige eylanden , is Heeren, e» door de Keylèrs van Confiantinopolen aen drie familien gegeven,diehet,ten tijden van Amurath den II, noch bclàten,ontrent het jaer 1440. Dié van den Huyfe van Comnenes,uyt de Grieckfche Keyfers gefproten, waren meefiers van Düraz, Valona,en veel plaetlèn aen de zee gelegen,maet fijn van Amurath verjaeghtgeweefi, loo datly naer Romen vertrocken,- van waer Confiantin Comneno geroepen wierd , om over Montferrat te gebieden. lan Cafiriot was de voornaemfie van het tweede Huys, en belat Croja en eCnige andere plaet-len,ten tijden vanAmurath den II,die hem dwong tol te geven, en fijn drie fonen tot verfekering, die hy deed befnijden, en noemde den jongfien, dieGeormo quot;enaemt was,Scanderbeg,oft lichen-derbeg , dat is te leggen, Alexander Heer van Scanderbeg; defe diende onder A.murath,en won voor hem Servienen veel andere landen : fiio dat Amurath hem, na de doot van fijn oudtfie broeder Caragus, die te Andrinopoli in verfekering was,fijns vaders Rijck gaf. Toen wierd hy fo van de Paus Eugenius de IV door Ambafiadeursen brieven aen-geport, dat hy wederom Chrifien wierd, en fich van Croja , Sfetigrad, en m.eer andere fieden meefier maeckte; hy fiont oock eenige maenden lang de belegering van Croja uyt,en verwon den Turek: en niettegenfiaendedelen oorlogli, brocht hy de Venetianen loo verre, die hem I joo goude kroonen weygerden te betalen, die fy hem jaerlijeks van wegen eenige fieden,die ly in Albanien belaten,lchuldig waren,datfe hem betaelden : hy hulp den Koning Ferdinand in het Rijck van ISapels tegen lan Hertogh van Cala- C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;brien. |
6 . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E P I brien. Daer na,als Hy den Paus Pius de 11 te Romen belbcht hadde, keerde hy weder naer Albanien,waer hy korts hierna van vergif,oft,alslbm-* mige leggen, van een koorts, den 17 lanuarii in ’t jaer 14Ó7, na dat hy 24 jaren geregeert hadde, fturf. Sijn kinderen wierden van hun lant berooft door Mahomet den II, Amuraths lbon ,• dies ly naer Napels by den Koning Ferdinand vertroc-k.en,die hun veel goets dede, lbo datlè Marquilên van S.Angelo en Tripaldo wierdenren Ferdinand Caftriot,Marquis van S. Angelo,die in de Hag van Pavien bleef, was van dit geftacht. De derde familie was die van de Tochi,Heeren van Epirus,gelproten uyt Totila Koning der Gothen ; ly hadden dit landt over de 200 jaren belè-ten , metÆtolien en Acarnanien 5 en Lenard was de laetfte,die van Amurath verjaeght,en van den Paus Sixtus de IV ontfangen wiert. PiivcVßck Den Turek houdt hier op veel plaetlèn fijn Sangiacken, als te Scutari,Ducagini,Elbaffan,Valona,Delvino,en te Dulcigno in Dalmatien,wiens gebiedt ver in Albanien ftreckt. Eenige van de Albanoifèn volgen de Roomfche oft Latijnfche Kercke^en d’àndere de Grieklche. Die van Baftie tot Duraz toe,leven en fpreken op fijn Grieks: maer die van DuraZjtot ’et eynde van Albanien naer Dalmatien, volgen de Roomfche manier. Voorts fijnder menigbte van loden te Valona, die daer ten tijde van Paus Paulus de IV gekomen fijn, als hyfe uyt Ancona en andere Chrißenen. g Enige heeten Epirus fimpelijck Al-banien , en vermengen ’t geheel met dit lant andere begrijpen ’t onder den naem Larta, Chimera oft Cimera, lanina oft ofc dat veel eerderThelfalien is.Maer ick bevin, dat al’tgene tufichen Valona en de Bay van Ambracien ofc Golf van Larta leyt, dat de lengte van Epirus is, onder de naem van Albanien begrepen wert, en de landen hebbender nochtans hun belbndere namen, als Chaonien de naem van Canina ,• ’t landt van’t Acroceraunifche gebergt, door eenige’tgeberght van Chimericn genoemt,de naem van Chimera,waer van d’inwoon-deren Chimeriaten geheeten worden j ’t lant van Ambracien,Larta, gelijck haer ftadt. Wat het landt van de Dryopes aengaet,dat onderEpiren begrepen is, is hedens-daegs Aldradine geheeten : Thejprotia, Vaja/itia,Acarnania,Defpotat,Qft Kleyn Griechen. Onder dele provincie was Do!opie,'t lant van de Atha-maners, Amphilochiers, en Mo/ojèn, behalven de Selles, Hellopes, en andere, tot veertien toe, waer van de Chaoniers en MoIolTen de voornaemfte waren, van wegen ’t orakel van Dodone,mede begrepen. Dit landt grenftin’tnoorden aen Albanien, een deel van ’t oude Macédonien ; in ’t weften en zuyden aen d’Adriatifche oft lonilche zecjcnin’t ooften aen ’t weftelijckfte deel van Achaje. Haer fteden waren Horicum,aen de voet van het Acroceraunilch gebcrght, Orchum genoemt, oft eer Rigo ; niet verre van daer is de ftadt Chimera, die haren naem aen een geberghte mede-declt, dicht by de zee : Antigonie, nu Argirocaßro : Olpa, te- CrtKfen. |
s. genwoordigh Sotopo-, Panormc, Panormo] en Buthrote^ delïooft-ftadtvanThelprotie, nuButrinto, een vervallen en verlaten ftadt, tegen over de noorde-lijcklle Caep van ’t eylant Corfou. Defe plaets is oock vermaert door fijne ftil-ftaende wateren en vivers, daer veel vifch in isj lbo dat de haven van Almor^daer een deel houte hutten fijn,veel van de vilfchers belbcht wordt. Dodone^ door fijn orakel feer vermaert, was oock in Thefprotien. Twaelf mij len van Butrinto naer ’t zuyden,op de zeekant tegen over Corfou, is de vermaerde plaets Baftia, daer de riviere Acheron dichte by is. Daer na fiet men de haven van Commenice oft Comcni‘z^^a ; dan Fanaro , recht tegen over ’t eylandeken Sibota nu SyDita 5 en niet verre van daer aen de zee de lladt Parga^ eertijts ToronCjbehoorende onder de Vene-tianen,ly was, na Ptolemæus, in de provincie van Almene. Dan volght ’er Prevela,voor delen Nico-/jo/bgenoemt, door Auguftus gebouwt, na dat hy Marcus Antonius gellagen had j ’t is tegenwoor-digh een zee-ftadt onder de Turcken, met goet guarnilben , en wel voorfien ; fy leydt in Acarna-nien. A^ium ’er tegen over,van waer de naem van de Adiacfche oorlogh tuffchen Auguftus en Marcus Antonius gekomen isj fy leydt aen d’eene zijde van de Golf van Larta , en Nicopolis aen d’andere. In Acarnanien is mede de ftadt Ambra-c/4,daer eertijts de Koning Pyrrhus fijn Hof hield, nu Larta gcnoemt, tien mijlen van de zee , waer van de naem van de Bay van Ambracien verandert is in de Golf van Larte. Niet verre van de Kaep d’Ajum leyt Bondite. In Epiren is de haven Caßiope noch, nu Caßopo, die van eenige voor Santi-quaranta genomen wert, dat een andere haven is j Pagania, Anna by de Golf van Eoron, die verlaten oft wcynigh bewoont fijn. Daer-en-boven is ’er de ftadt loannina met haer haven met verlch water, Chalcondylas neemt haer voor Calliope,haer Hellende in Ætolien, maer Calliope is niet anders als Caflopo. De voornaemfte plaets van Epiren is D^/agt;z«o,een half mijl van Baftia,daer de Sangiac van Epiren woont. Na dat Paulus Ærailius Macédonien gewonnen had, ruïneerde hy hier fe-ventigli fteden. De vermaertfte bergen in dit landt fijn,die van Mela en Strabo Ceraurài,amp;n van Ptolemæus en Plinius Acroceraunii geheeten fijn ; en Plinius leydt dat’er een Kafteel boven op leydt dat Chimera genoemt is , van waer de naem van de ftadt Chimera komt,die ’er hedensdaegs noch overig is,als mede ’t gebergte van Chimera, dat van de Grieken Ce-raunii geheeten wiert,van wegen den blixem,daer het dickwijls mede gellagen wierdt. Dit gebeizte begint aen de zee,en ftreckt leer ver van ’t wefteq naer ’t ooften, lbo dat ’et in ’t ooften Thellalien raeckt,en in ’t noorden Albanien en Macédonien. In dit landt is den bergh Pomarus mede, vermaert door 100 fonteynen die hy aen fijn vbet heeft. Op de bergen van Epiren , die byna alle met WAttrtn, bolTchen belet zijn , fiet men veel vlacke velden, en veel Ipringen van wateren. Daer was eertijts in dit lant een fonteyne,daer de aengeftekene toort-fen, als menf’er in ftack, uytgingen, gelijk op andere plaetfen; maer als men ’er eenige inftack, die niet brandden,wierdenle ontfteken.Delè fonteyn wasteDodone, niet verre van den Tempel van lupiter, Wien fy toe-ge-eygent was. ’t Landt |
’t GROOT A C H A I E ofc GRIEKEN.
’t Landt van binnen is ’er gantfch onvruclit-baer,en vol boflchen ; maer dat aen de zee leyc is feer vruchtbaer, en draeght een feker koren dat fy Calambochio noemenden feer gelijck is ’t gene de Lombarden Sorgo beeten , en is maer in ko-leur verfcheyden , alfbo dat van Epiren witach-tigh^ en ’t ander root is. jjieten. Hun rivieren fijn vol viffchen, voornamelijck van die de GriekenCephales noemen,en vVy meu-lenaer. De zee geeft hen de fèlfde vifch mede, die fy levendigh op-fnijden, als fy een vollen buyck hebben, en doen de eyeren in de fon droogen, en makender hun boutargen van, die in Italien fèer geacht fijn : ’t overigh foutenfe, en voeren ’t in de byliggende landen. De boutarges van Larta fijn de befte en dierfte. De koeyen van Epiren fijn groot, en geven veelmelck; ’tandergediertis uytnemcnde groot, voornamentlijck de offen, fchapen en honden. Maer de efels en groeyender foo wel niet. De goetheyt van de weyden maeckt dat de beeften daer fbo groot zijn. Na dat’et huys vandeTocchi, Heeren van Epiren, uyt dit landt verjaeght was, gelijck wy in Albanien gefèydt hebben, fijn de Turcken daer meefters van gebleven, ’t Is wel waer, dat de Chi-meriotenna dien tijdt noch lang in vryigheytge-leeft hebben,fonder iets na den Turek ofc Vene-tianen te geven , van wegen de ftercke gelegen-heyt hunner plaetfenj maer in’tjaer i ypo wierden fy evenwel gedwongen fich over te geven aen den Turck,by gebreck van vivres,die fÿ van de Vene-tianen van Corfou niet krijgen konden, welcke fy felfs in hun haven niet wilden ontfangen uyt vrees van de peft ; foo datfe fich over-gaven met verfe-kering,en accordeerden met de Sangiac van Epiren, die te Delvino woont,dat een iegelijk mocht koft gaen foecken en koopen , door ’t landt van den Turek. Sy revolteren dickwijls. De Epiroten en Chimerioten njn alle Chrifte-nen,maer alleenigh met de naem en in fchijn. Sy fijn evenwel meer tot de Chriftenen als den Turk genegen. ’t GROOT ACHAIE oft GRIECKEN. Andt dat Ptolemæus Achaja, en Hellas oft Grlt;ecia, noemt, dat veel van ’t particuliere Achaja ver-fcheelt, wert hedensdaegs Liy)a^ die geheeten, en begrijpt Æto-lien, Locriden, Doriden,Phoci- den,Bœotien,Megariden en Attiken. Crtnfen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Bcpaclt in ’t nooi'den met Thefralien,by den bergh Callidromus oft Othrys, en Oeta; in ’t we-ften aen de riviere Acheloe, die het van Epiren fcheyt ; in ’t zuyden met de bay van Corinthen oft Golf van Lepanto, en de bay van Saronica ofc Golf vanEngia, metdenifthmus oftenaeuwen hals van Morea tuffchen beyden ; en in ’t zuyden aen de Ægeifche zee ofc Archipelago, tot de Caep delie Colonne. Srf» vermaertfte bergh is Callidromus, die aen de Oeta vaft is, daer van ick alreeds gefproken heb in de generale befchrijvingejcn d’andere fijn een ieder by fijn provincie befchreven, als mede de rivieren. |
Æ T O L I E N. ZP Tolien heeft fijnen naem van Ætolus, fooh van Endymion, de welcke door Salmoneus, KoningderPifènenenEpeneén.vanEbe verjaegt fijnde, fich meefter van defe provincie maeckte 3 alwaer hy eenige fteden bouwde. Sy is eerft Hyä’-cinthisj en daer na Artinia geheeten geweeft. Sy ftreckt haer van het wefteh tot de riviere Acheloe,die haer van Acarnanien fcheydt,en van ’t ooften tot Locriden. Plinius noemt haer volc-keren Tymphei,Ephiri,Ænienfês,Perrhebes,Do-lopes, die nochtans onder Theffalien behoorenj en Athamanes,die vanEpiren fijn, daer by voegt Strabo de Curetes. Haer fteden waren ChalciSiAraMuSjnn Spagmag- Steden, muriß, Pkuron, Oknus, en C alp don, hedensdaeghs Alton, daer de Koning Oeneus fijn hof hield j liggende dicht by’tbofch daer Meleager des ko-nings fooneen fchrickelijck wiltfwijn doode,dat het Calydonifch fwijn genoemt wert.Eenige ftel-len hier Jdlaupa^ifi oft Lepanto j voornamentlijk na datfe door Philippus Ætolien toe-gefchreven, en van die van Loeren genomen is. Maer men moet Ptolemæus hier veel liever in volgen -, die haer in Loeren ftelt. Wat de ftadt Toannina aengaet, eer-tijts Caffiope, die de hedensdaeghfehe Griecken in Ætolien ftellen, die fijn bedrogen fo ’t fchijnt j want men leeft niet dat’er Caffiope in Ætolien is, maer in Epiren , fóo datfe door de naburigheyt defer landen wel bedrogen können zijn. De vermaertfte bergen fijn AcanthonyPantetoliuw^ Bergen^ Madmum en Aracpnthus ten deele, daer de ftadt Pleuron dicht by lagh, hoewel Plinius defen berg Acarnanien toe-fchrijft. Maer Strabo fèyt, dat Corax den grootften bergh van Ætolien is. Haer voornaemfte rivier is Euennd oft Lycorwas, Rniieren^ nu Lafidari, die uyt den Callidromus voort-komt, en op wiens kant de ftadt Calydon gebouwt was, driehondert en vijftigh roeden van de zee. Ætolien is een plat lant,en in ’t noorden vruchtbaer, maer in ’t zuyden ruw en onvruchtbaer. L O C R I D E. A En gene fijde van Ætolien en de riviere Eue-« nus, naer ’t ooften, ley t het landt van de Locriden,verdeelt in Hefperiens oft Ozolens,datis, ftinckende,na’tweften; in Opuntiens en Epiene-midiens, naer ’t ooften. De fteden van de Ozolenen fijn Molycrie,naer steden. de welcke de Caep Antirrhium light, nu Caep de Scandrie genoemt,daer een van de Forten van de Golf van Lepanten is, daer de Caep Rhium van Moreen recht tegen over light. Sy ftellen noch langs de ftrandt Euanthia, die Ananias Elantia noemt,en Calcos, daer ’t lant der Locroifen eyn-dighde. Maer haer befte ftadt is Naupadus, hedensdaeghs Lepante geheeten , by de Turcken Einebachti genoemt, en verovert in’t jaer 1498. De achtbaerheyt van defe ftadt, en de Golfe die den felfden naem heeft, is oorfaeck, dat de zee-flagh van de Chriftenen op de Turcken den 7 Oäober 1571 gewonnen, de flagh van Lepanto heet,om datfe 3 y mijlen van daer, ontrent de ey-landen van Corfou, gefchiedde, in de welcke de Turken 124 galeyen en i y000 mannen verloren, behal- |
’t GROOT A C H A I E ofc GRIECKEN.
8 behalven 4000 gevangenen, en 12000 Chriflen (laven, die verloft wierden. Don Ian van Ooften-rijck , broeder van Philippus dell, Koning van Spanjen, was Generael van der Chriftenen Ligue oft verbond, Marco Antonio Colonne Generael van des Paus galeyen,en Sebaftiano Veniero van de Venetiaeniche.
In ’t landt der Ozelenen fietmen noch de ftadt Amphifta. De Opuntinenj in wiens contreye Paufa-nias de Abanten ftelt, hadden Opus voor haer hooft-ftadt, daer Ajax, koning van Loeren, ftjn hof hield, en Patroclus geboren is. De voor-naemfte plaetle van de Epicnemidilche Locroi-fen was Cnemide.
D O R I D E.
AW». quot;J quot;X Oride wordt nu de valey van Livadie ge-S i noemt. In ’t noorden paeltfe aen de Lo-croilè Ozolenen , in ’t weften aen de Epi-cnemidienïen, en in ’t zuyden aen Theflalien, en Steden. den bergh Oeta.Defe provincie heeft vier fteden, Erinea,Bium,Lilea, en Cythernium nu Moftolon geheeten. Doride van kleyn Afien heeft den naem van dit landt, om het volck dat van Doride daer gekomen is.
P H O C I D E.
Hocide heeft eens-deels dien naem van Pho-cus, foon van Ornython , die ’t lant ontrent Tithorea en Delphus befat ; en eens-deels
van Phocus, loon van Eacus, die met een deel voicks uy t het eylant Egine vertrock, en hier een Ta'en. colonie maeckte. In ’t weft grenft het aen de Lo-croife Ozolenen, en een deel aen Doride, in het noord aen de Locroilè Epicnemidienïèn, en in het ooft aen Beotien.
Stede». Haer fteden fij n Cirrha,nu Afpropiti genoemt, daer de vruchtbare landouw Crifteene by light ; Crilfa een plaets van Apollo, die den naem geeft aen den Crifteenfen inham; Anticyra,die den fel-ven naem voert,gelijck de ftadt ontrent den berg Oeta,naer den Malienfen inwijk gelegen,en wort hedens-daeghs Suola geheeten 5 de kleyne ftadt Marathon dicht by de zee,maer verre van ’t velt Marathon,daer deAthenienfen de Perfianen ver-ftoegen; de ftadt 'Delphus, vermaert door d’oracu-len oft antwoorden van Apollo, gelegen aen de zuyd-zijde des berghs ParnafTus, nuCaftrige-noem.t, volgens Sophian, oft, lbo Niger Ichrijft, Salona, van waer men noch veel koorn na andere plaetièn voert. Elatea was de grootfte en ver-maertfte ftadt, om datlè op de engte der bergen lagh ; in voegen datfe meefter van den pas van Phociden en Beotien waren,die de felfde befaten. Behalven de ftadt Delphis,lagh men op den berg ParnafTus, Lycoream, daer die van Delphis fich onthielden boven de kerk van Apollo,eer fy haer wooninge ontrent de fonteyne Caftalis verkofen. In dit landt was oock de ftadt Daulis, daer Tereus van Thracien regeerde, die Progne en Philomela lbo fchandelijck handelde, hoewel dat Thucydides feytjdat ’et te Megara gelchiet is, welcke faek in defer voegen belchreven wort : Na dat Tereus Philomela verkracht, en haer de tonge uyt-ge-fneden had, om dat ftjn lchelmery verborgen
Ibude blijven, heeft ftjn huys-vrouw Progne, de dochter van Pandion, met hulp van haer fuller Philomela, hem een maeltijdtbereyt, waer in ly hem ’t vleelch van fijn Toon Itys opgedifcht hebben , lbo dat hy felfs’tgraf van fijn kindt ge weeft is : na dit ongeval,lbo de Poëten leggen,is de koning Tereus in een hoppe verandert, Philomela in een nachtegael,enProgne in een Iwaluwe,hoewel Ariftoteies, die meer een Philolboph dan Poëet is, het laetfte omkeert, en lèght,dat Philomela een Iwaluwe, en Progne een nachtegael wiert. Die van Phocide gelooven, dat, ledert dit droef geval,noyt fwaluwe in haer lant aen de Ibl-ders nellen gemaeckt, oft eenigh ey uytgebroeyt heeft. Ptolemæus ftelt oock in dit landt de ftadt Pythie, en eenige andere.
Dele provincie was vermaert om den bergh Serge», Parnaßus,door d’oude lbo wel aen Bacchus als aen Apollo gewijdt. Na den algemeenen watervloed quamen hier aller-eerft Deucalion en Pyrrhe,lbo de Poëten fchrij ven, die daer oock twee toppen ftellen,den eenen Tithoreus, den anderen Hyam-peus genoemt.Hier waren veel holen,die de Hey-denen voor heyligh hielden, waer van ’t hol van Corycien ’t beroemfte en het fchoonfte was, de Nymphen toegeeygent, en voerende den lèlfden naem met dat van Cilicien. Delen bergh wordt noch by eenige Parnaflus, en by andere Liacura geheeten.
De fonteyn Caftalis, de Muien oft Sang-godin- tor.tejne», nen toegeeygent,was oock aen den voet van Par-naftus, ontrent Delphus, aen de fijde van den top Hyampeus. In defe fonteyn vont men alle jaer de eetbare waren en andere dingen, die de Lileanen op fekere feell-dagen in den oorlprong van de riviere CephilTe wierpen.
De Cephiße was een rivier van Phocide , door siviert». welck ly vloeyde van haer beginlèl, ontrent de ftadt Lilea,en den berg ParnalTus Het orakel van Themis, dat Deucalion en Pyrrha gingen raedt vragen,was op haer oever. Sy liep door de groote ftadt Elatea, en ’t landt der Parapotamienen, en Phanoteen van Phocide, daer na door Cheronea van Beocien,nemende voorts haren loop door de landouwe van Orchomena en Coronea, vielfe in ’t meir Copaide, uy t het welck ly wederom quam door een opening der aerde, ontrent Larmina in Locride, en Horten in de zee by Anchoe. In Beö-cien ontfinghfe de rivieren Afopus en Ifmenus. Daer waren in Griecken veel rivieren van den lèl— ven naem,waer van eene te Athenen was,en d’an-dere te Salamina,Sicyon,Scyros, en Argos, en tot Apollonia was een fonteyn Cephifte genoemt.
Phocide hadde veel vruchtbare ackeren, en Vrucht^ hedens-daeghs wordt noch menighte graen tot Salone verp-adert. Daer waft veel helleborum,
C? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I
infonderheyt ontrent Anticyre, welck nochtans lbo goet niet is, als ’t gene van het ander Anticy-re,ontrent den inham van Maliaca. Maer d’Anti-cyranen van Phocide willen den helleborum beter te bereyden, en daerom reyfdender vele naer hare ftadt, namentlijck om de kranekfinnigheyt te genelèn ; daerom feyde men tot de gecken , datfe naer Anticyram Ibuden gaen. Den Iwarten fuy vert de darmen, en den witten de maegh, en doet braken.
BEO-
BEOTIEN. '1 ^le van Beotien hebben de/en ndern van I iBeotus, loon van de Nymphe oft Watcr-godinne Melanippe, en Iton Amphidions /bon. Dit landt wort oock Ogygie,Aonie,MaHa-pie en Cadmeye genoemt. De hedens-daeghfche heeten ’£ Si:ramu';!iitpa. In’t noorden paelt het aen ’t landt der Opuntienfe Locroilèn, en de golfe Oete oft Negrepont, aen de welche het mede in het ooften grenh; in ’t wehen aen Phocide;en in ’t zuyden aen Megaride. Steden. De vermaertlle ftadt was Theben geboort-plaets van Bacchus,Hercules,en Pindarus, nu wortfe Stives oft Stiva genoemt, en is noch Ichoon en het hooft van de/è provincie. Sy light op de riviere Ifmene, ontrent de Afope, hierom noemt menie Thebe Afopides. Men helt hier oockdehadt Thifbe. De andere voornaemfte ftadt was Platea j gelegen tu/Tchen den berg Citheron en Thebe,op de riviere A/bpe,by de gren/èn van Attica en Mega-ride, en beroemt van wegen de heerlijke vidorie, by de Griecken ontrent defe plaets verkregen , daer/è den Velt-overften Mardonius met 300000 Perfianen verfloegen. Men fiet hiermede de zee-haven Aulisontrent het eylant Negrepont, op den mondt van de riviere Euripus, van waer de Griecken trocken om Troyen te belegeren.Dertigh ftadien oft ontrent vier mijlen van daer lagh de ftadt Delium , ver-maert door de manlijcke daedt vandenPhilo-Iboph Socrates, die , fiende de nederlage en het vluchten van de Athenienfen fijn mede-gelèllen , en onder andere Xenophon,den loon van Grillus, van fijn paert gevallen, hoewel hy ’t fijne oock in den flag verloren hadde,nam hem op fijne fchou-ders, en droeg hem eenige ftadien lang,tot dat de voorvluchtige bleven ftaen, en bewaerdefoo fijn leven. Tanagre wort nuAnatoriagenoemtjJwr/jdow, Talandij Siphe, Ro/à; en Lebadiejàâdïâ. Dit was de plaets des Orakels van lupiter Trephonius , gelegen tuftchen den berg Helicon en Cheronea. De ftadt Cheronea was oockvermaertom de viétorie, die Philippus,vader van Alexander de Groot,hier ontrent bequam tegen die van Athenen,Beotien, en Corinthen, en wiert foo meefter van Grieken. Sy is mede gedenckweerdigh, om dat ’er Plutar-chus geboren is. In dit landt is oock de plaetfe Leurresf daer die van Theben, aen-gevoert door Epaminondas, de Lacedemonienfen lbo verfloegen, dat/è naderhandt niet meer over de Grieken honden heerfchen,gelijchfe te voren fomwijl ge-daen hadden. De ftadt Orchomene wierde feer geacht om haer rijchdommen. Pinet /chrijft, datfe , nu Orcomeno heet,gelijh Coronea, Corone. Thefpie was in ’t zuyden van den berg Helicon, en in haer lant lagh de ftadt Afire, geboort-plaetfe van den treffelijchen Poëet Hefiodus. Sy ftellen hier ooch Erytrea, Therapne, Teumeftus, Oecalea,en Ha-iiarten. Bergen. Den vermaertften berg van dit landt is Helicotij niet feer verre van ParnalÏus, met den felfden in hooghte en ommegang gelijeh. Opdefenberg hadden de Mufen haren tempel. De fonteyn Hip^ Grieckert. |
pocrenCyQÙ Caballinei die Pegafus, ’t paert van Belle-ropholl,met het ftooten van fijn voet,üyt de rots dede Ipringen, is hiermede, als ooch het hol van dé Nymphen Libetherides. Om de/è oor/aech worden de Mufen Heliconides , óft Heliconiades genoemt. De fonteyn Aganippe was ooch op de/èn berg ontrent den wegh van ’t bo/èh der Mu/èn. Den berg Citheron is ooch in Beotien, eü begint daer de bergen van Attica én Megaride aen mal-handeren homen , en éyndight ontrent Thebe. De/èn berg was Bacchus toegeeygent, daer fijn Priefterinnen ooch haer feeft,Orgia oft Triéteri-ca genoemt, hielden. Eenige noemen hem oock den berg van Diana, en ’t oogh van defe godin. Op defen bergli is Pentheus van fijn moeder en d’andere ra/ènde Bacchanten ver/èheurt j en het kindt Oedipus is hier oock te vondel gefet. Hy was ooch lupiter Citheronides ingewijdt. D’andere bergen van de/è provincie waren,die men Phe-nicen noemt,ontrent de ftadt Ongeftejen die vari Mycale/ïe, Adilifie, Acontie, en Aracynthe, daer Virgilius van /preecht, als hy van Amphion Dir-cen/is oft Thebanus vermaent, hoewel dat hy den felven in Attica /chijnt te ftélleh. Behalven de fonteynen Hippocrene enAga- rof,iej„cn, nippe van Helicon, was ’er Acidalie, Venus toege-wijdt in de ftadt Orchomene.Men /èydeoochdat de Gratiën, dat is , godinnen der bevallijckheyt, haer daer in wie/fchen, daerom wordenfe van de Poëten dichmaels Acidalifche fiifteien genoemt, gelijeh Venus d’Acidali/che moeder : de fonteyn Dirce , ontrent Thebe, met de riviere van den felven naem, diefe heeft van Dirce, huysvrouw vari Lycus, die van Antiopes hinderen doot-geflagert wiert, om datfe qualijch met de felve gehandelt hadde; en wort van vele voor de felve gehouden, by de welche Cadmus het vreeflelijch ferpent doode, dat fijn mede-gefellen omgebracht had-de,en wiens tanden hy faeyde,daer menfehen van groeyden. De fonteyn Gargaphie, daer OvidiuS een valeye af maechce , hoewel dat Pau/anias /chrijft, dat haer Canael oft water-loop bedolven is door de ruyterye van Mardonius, omdat de Griechen, die hem verflagen hadden , den felven gebruychten ,• ’twas ooch de felve daer deil grooten jager Aéteon Diana naeht fagh, die hem uytfpijt in een hert veranderde, foo dat fijn honden hem niethenden,maer ver/èheurden, gelijeh Ovidius en andere Poëten verlieren.Plinius voegt by de fonteynen van Bœotien die van Oedipo-dien,te weten,Prammate,Epigranea en Arethu/è. De rivieren fijn ^yöpr,nu EJapo, na ’t /eggen van Pinet, en Ifmene, die door ’t vlacke land van Thé-bes vloeyenjM^/zr4,dieeenmeir by Haliarte macht; Perntejfe,cn Ohneje, die in ’t lac Copaide loopen; en Cuarius oft Coralius, ontrent Coronea. De lucht van Theben is heel gefont, en de Hoedanig-huys-lieden daer ontrent Voeden veel groot én ^9^-hleyn vee. De landouw van defe provincie wort eensdeels met vele rivieren be/poelt, en is eensdeels tot den bou bequaem,en tot allerley vruchten te dragen. Maer om dat de aerde hol is, fijn-der vele aerdtbevingen , /bo dat de rivieren haer /bmwijl verlie/èn,en,de meiren lich verheffende^ de dorpen en ftedên verdrineken. D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;MEGA- |
Steden.
Birien.
^crdt.
Takn.
■Athene»,
IO
in ’t noord en ’t ooft aen Bœotien , in het weft aen Attica, en in ’t zuyd aen Morea. De voomaemfte ftadtis Megara, die defènnaem heeft van Megareus, Neptunus foon, die Nifus, honing van dit landt,te hulp quam tegen Minos, en bleef in den flagh, tot wiens gedachtenifte fy defen nieuwen naem aenvaerde, want te voren hietfè Nifa. Nae dat de Cretenfèn de felve vernielt hadden , isfe van Alcathous, die uyt de provincie Elide quam,herbouwt,en daerom van Ibm-mige Alcathoe geheetcn. Hedensdaeghs wortfe noch Megara oft Megra genoemt, Nifea, de oude haven, en ’t wapen-huys van Megara, heet men nu Saline, en de ftadt Page, Licia d’Oftro.
In ’t weft heeft dit landt de bergen die ’t van Bœotien fcheyden , Oneies, dat is, Elèl-bergen genoemt; enaendeooft-zijdeby de riviere, en Salamina, twee andere, diefe Cerata,welck hoornen beduyt,heeten, die het van Attica fcheyden.
Het landt Megaride is meeft ruw en oneffen, gemerckt dat ’et in vericheyden plaetlèn veel boffchen heeft.
Ttica is eertijts Aóla, oft Aófica genoemt, en Atthida, nae Athis, fbon van Cranaus ; gelijck Mopfopia nae Mopfopus ; lonia en las nae Ion,fbon van Xuthus ; Pofidonia oft Neptunia , nae Neptunus ; en Athenia oft Minervia, nae Pallas, by de Griechen oock Athena, en Minerva geheeten, welke, foo fy geloofden, de Goden waren diefe bewaerden. De Athenienfen wierden mede Cranaes onder Cranaus, Cecropi-des onder Cecrops, en daer nae Ioniers genoemt; en dit was’t landt, daer de coionien oft volck-plantingen der Ioniers in Alien uyt quamen, die Homerus laones oft laoniesnoemt. Hedensdaegs noemen ’t de Chriftenen ’tHertogdom van Athenen , gelijekle ten tijden van haer Hertogen deden, by de Turcken af-geftt.
Attica paelt in ’t weft aen Megaride; in ’t noorden aen Bœotien,- in ’t zuyden aen de Cretifehe zee, en den inham van Saronien , oft Golfe van Engia; en in ’t ooften aen den Archipelagus.
De voornaemfte ftadt is Athenen, nu Setine genoemt, heel Ibnder wallen, nochtans volck-rijck
genoeg, en in dryen gedeelt,gelijck eertijts. Het deel, daer ’t kafteel in light,en hooger als d’ande-
re is, wort van de Turcken alleen bewoont,die de Sterckte oock bewaren. In dit is den ouden tempel van den onbekenden Godt, wiens autaer daer noch is met het opfehrift ; maer hoewel delen tempel met koftelijckenmarmorfteen verçiert is, wort hy nochtans van de Chriftenen oft Turcken niet gebruyckt. Het tweede deel,tuffchen ’t eerfte en ’t derde gelegen, is alleen van Chriftenen be- ' woont. Het laetfte, dat veel Iaeger is, heeft een päfleys met dit Griecks oplchrift : Siet hier Athenen , eertij ts de wconinge van Thelèus. Dit deel is fes oft feven mijlen groot in den omgang, en van ontrent 12000 menlchen bewoont. Men fiet in dele ftadt noch het Pantheon, welch’tlchoon- . fte gebouw van allen is, mtt veel Griecklche gehouwen hiftorien in verheven beelt-werck van buyten,Onder andere fijnder op de groote poor-te twee paerden , konftigh na ’t leven gefneden, die d’inwoonders leggen dat Praxiteles gemaeckc heeft. Daerenboven is binnen Athenen de Ichoo-ne kerek van S. loris, t’ Areopagum , daer men recht placht te doen,is in een hloofter verandert. In de Academia is maer een Griccks opfchrift, dat geluck off gefontheyt wenfcht aen die daer voorby gaen. Men meynt dat dele ftadt nu noch grooter is, dan Praga in Bohemen. Mahomet, Turcklche Keyfer, heeftfe ingenomen in ’t j aer nae defcheppinge des werelts 6964, lbo de Grieken rekenen, enin’t jaerChrifti 14; y.
De lucht van Attica is Ibet en heel gelbnt Daer Neidanig-waeyt eenen feer goeden windt, die van’t ge- XIquot; berghte komt, en d’Oude hebben gemerckt, dat in dit landt eenen byfonderen wint waeyde, die fy Sciron noemden,in andere geweften van Grieken niet bekent,die fich een weynigh onder weft-noordweft verheft.
Hier fijn veel lchoone wateren, en alle lborten van goede kruyden, die altijdt groeyen, en eenen aengenamen reuck geven. Daer is een groote me-nighte van olijf-boomen, dielè neerftelijck onderhouden , en lbo veel olye van krijgen, dielè in de barbarilche tale Ladiphi heeten , niet Elajon, gelijck de Oude deden, datly ’er Conftantino-polen en andere fteden mede verfien, en groot voordeel daer van trecken. D’ouden hebben ook Hmigh, groot werek van den honigh gemaeckt, die van den bergh Hymette quam , en die van Attica wierd voor den beften der weerelt gehouden. Ontrent de ftadt Athenen waren mijnen van Mijnt». fchoonen marmor, genoemt marmbr van Hy-metten, en Pentelica. Tot Laurium waren oock filver-mijnen.
t ’
-ocr page 310-Tae!e».
Tigure.
Grootte.
OmgAng.
Loonden,
JßhmM,
ri
M o R E A»
eertijdts
pelopqnnesvs.
O R E A , oft Peloponne-fus^ eerftelijck Apia, en Pelagia , genoemt, als oock Argos ; daer nae ontfing net fijnen naem van Pelops. De Griecken noemen het hedensdaeglis MoreaSj dat wy op onlè manier overfetten in Morea,
gelijckdeSpanjaerden, enitaliaenen.
Dele Cherlbnefiis, oft bynae-eylandt, raeckt aen de noort-zijde aen ’t vafte landt, daer Mega-ride haer Ifthmus bepaelt, als oock de bay van Corinthen, ofte de Golfe van Coranto, oft van Patras j de lonifche zee en Archipelago omringen de reft, oft, om beter te verftaen, de Adria-tifche zee omringt haer aen ’t weften en ’t zuy-den; en de zee van Candien aen ’t ooften.
Haere gedaenteisgelijck een bladt van een luyten-hout-boom : haer lengte van den Ifthmus tot Modon is 170 mijlen, en bynae van gelijcke breedte,oft van 17^ mijlen,dat met Strabo overeen komt, die het op 1400 ftadienftelt. Haer omgang,fonder het loopen der Golfen,fijn 4000 ftadien, oft 500 mijlen, oft ^63, dan volgens de laetfte Schrijvers 600 mijlen.
’t Omvangt het landt van Corinthen, Sycicnien, ’tkleyn Achajen,Pliden,Meßenien,Laconien, Argien, en Arcadien, welcher namen door de heerfchappye der Turcken onbekent fijn.
Aengaende d’Ifthmus, in de gemeyne Grieck-fche fpraeck Hcximilo, oft volgens Niger Heximile, oft P/milia genoemt, dat de grootte van fes mijlen beteeckent, weick eygentlijck de naem was van de muur door de Grieckfche Princen in defè engte gemaeckt daer fijn verfcheyde Vorften geweeft, die getracht hebben het fèlve af te fnij-den en van’t vafte landt te fcheyden, als de Koning Demetrius, Iulius Cæfar, de Keyfèr Cajus, en Domitius Nero , ja felfs Herodes van Attica, dan is niet volbracht geweeft. Daer nae de Grieckfche Princen, vreefende de nabuurfchap der Turcken, maeckten eene muur langs defè engte, van d’eene zee tot d’ander, die fy bexami-ion noemden ; die den Turckfchcn Keyfèr Amu-rathes de tweede dede af-breken, fijnde daer nae door de Venetiaenen in’t jaer 1445 weder opgemaekt, die hemmet dobbelegraftenver-fterckten,en met den muur deden maken in vijftien dagen door 30000 mannen ; dan Mahomet de tweede ruineerde den felven weynighjaren daer nae, om te beter in Morea te können komen. Defè Ifthmus is ontrent fes mijlen groot, oft twee mijlen lang, van de bay van Corinthen, ofte Golfe van Legine, oft Engiem
Griecken.
’t Heeft rondtom veel Golfen, daer van de coip-n. voornaemfte die van Patras fijn , Voortijdts van Corinthen, oftCrißeen, en door d’Italiaenfe fchip-pers de bay oft golf van Meßenien , nu Golfe van Coron ; en die van Laconien , nu Golfe van Colochina.
De voornaemfte Capen fijn Scylleon, nu Da- CaepCn, malia genoemt ,• Malea, nu Caep de Malvefie, volgens Olivier, oft Cabo Malio; Chclonites,nu Caftel Tornefe , oft Chlumutzi ; Cypariffium, nu Cabo Conello, oft Philatra, oft S. Elie,- Tæ-narie , nu Caep de Matapan, volgens Niger, oft de Maino.
De voornaemfte bergen fijn, Stymphalus in Aerge?}. Arcadien , nu Poglifi 5 Pholoé in Arcadien , nu Xiria ; Cyllenen is den hooghften bergh van’t fèlve landt : den bergh Erymanthus, én ftadt en riviere van de felve Provincie j Cronius in Elide nu Grevenos, Taygete in Laconien, Lyceus, daer den Tempel van lupiter van Lyceenwas, MenaluSjParthenius, Lampens,en Nonacris,alle in Arcadien. De vermaertfte rivieren fijn Afb-phus, een andere als die van Boeotien , nu Arbon oft Darbon ,• Peneus,nu Igliaco ; Alpheus,nu Ro-feas, oft Orfeas ; Pamifus, nu Stromio, en des-gelijcks Pirnatzo , oft Pinatzo Eurotas, nu Ba-filipotamo, oft Iris; Inachus, nu Planiza ; en Ery-mantus, en Ladon, vloey ende in de Alpheus.
By defe rivieren füllen wy defonteynen voe- Fonteinen. gen van Pyrenen van Acro-Corinthe, of’tka* fteel van Corinthen, daer het paert Pegafus,ter-wijle dat het dronck, door Bellerophon gevangen wiert ; en die van Styx, by Nonacris in Arcadien , waer van het water den menfch die het drinkt alfoo haeft doet fterven, en hare viftchen fijn oock doodtlijckfenijn.
Dit landt is bynae overal fèer uyt-nemende Hoedanig' vruchtbaer en aengenaem , om fijn heuvelen, groote pleynen, en dalen , die de verfcheyden-heyt maken, enfeer vruchtbaer fijn, met veel vifch-rijcke meiren, vijvers en rivieren. Den top van Caep de Malio is winter en fomer met fneeu bedeckt, en de vaert daer ontrent feer moeye-lijck en gevaerlijck, om de groote baeren en tempeeften , die het vreefelijckfte gerucht maken , dat men in alle de zeen hoort : daerom die van de Levant komen , qualijck defe Caep können paftèeren, die bynae vijftigh mijlen in de zee leyt,in min als drie oft vier maenden,door oorfaeck van haer baeren, en veranderlijcke winden.
Den Turck houdt tot Modon eenen Sangiac, Sterckfe en die men gemeynlijck Morabegi noemt, dat is, régeeùngt. heer van Morea, houdende dceerfte plaetsonder de TurckfcheSangiacs, fijnde by avonturen foo veel geacht als eenen Bafta. Heeft jaerlijcks 700000 afpres, en 1000 paerden, die hy op ’t be^ £ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vel
12 MORE A, oft PELOPONNESUS.
vel van den Beglerbegvan Griecken vergadert. Mahomet de tweede, fone van Amurath, bracht Moreen onder fich , uytgenomen weynigh fte-den, verjagende Thomas Paleologus, Defpote van dit landt, die naer Romen met fijn fonen vluchte, en ’t hooft van S. Andries by den Paus Pius bracht. Relict. Voortijts waren de Bifichoppen van Monem-bafien, en van Argos onder den Aerts-bifichop van Corinthen. Dan nu is die van Monembafien de opperfte,en Argos, en Napoli van Romanien maken maer eenen opperften ftoel. Die van Corinthen heeft onder fich de Bifichoppen van Damala, Cephalonien, Zante, en andere. ' Corin- T quot;TEt landt van Corinthen is by de Ifthmus, I Sdoor het welcke men in gaetvanMega-quot;^riden in Moreen. Haer hooft-Badtis Co-f’aet/en. rinthen, nu Coranto genoemt, en onbemuurt als Athenen,dan heeft noch boven de 3000 huy-fen, met een kafteel, voortijdts Acro-Corinthen genoemt, fijnde op eenen hooger bergh als dat van Athenen. D’inwoonders betaelen aen den Turek les alpers voor yder oven. SyiseerftE-ren genoemt geweeft. De fonteyn van Pire- nen is op de rots van Acro-Corinthen. hindere Hacr andere plaetfen fijn Leflejocori, voortijts piM/en. Lecheium 5 PoÜcaflrOjvoortijdts den tempel van lu-no van Corinthen, en de haven van Cenchreen, met de haeven van Schoenos. By den Ifthmus was den tempel van Neptunus,met fijn boflehen van pijn-appel-boomen, daer die van Corinthen de îfthmilche Ipelenen gevechten deden. In’t felve land was het dorp van Cromoyon, daer de fabelen de Zoch gefielt hebben, de moeder van ’t wiltfwijn van Calydonien, door Thefeus ge-doüdts als oockhet dorp van Thenens, daer Polybius Oedipus dede voeden,en Apollo eenen vermaerden tempel hadde. Hoedanig- ’t Lant van Corinthen is hart, oneffen, en leer weynigh vrucht gevende. s I c Y o- I c Y o NIE N is hedens-daeghs door d’Italia-NIE N. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Chiareniiia genoemt, oft ’t Hertoghdom Chiarenza, dat fich nochtans veel verder uyt-fireckt als Sicyonien. ’t Is befloten tuf. fchen ’t particuliere Achajen, en ’t landt van Corinthen, dat ’er van gefcheyden is, door de riviere Nemeo, boven de welcke Sicyonien de Afopus heeft, die den naem gaf aen een con-treye van dele provincie Alopie genoemt ; ly neemt haren oorlprongin Phliafienen,en pafiee-rendedoor Sicyonien vloeydtfyby Corinthen in de zee. Steden. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voomaemfie fieden , binnen in’t landt lig gende, fijn Sycion, eerfielijck Ægialigenoemt, en daer nae Mecone, nu Vafilica, en Phlius , nu Foica. Achaten. Articulier Jr/gt;lt;y^«,oft eygentlijck allóo ge-Benoemt, waseerfielijckÆgialeagenoemt, als oock hare inwoonders Ægialenfes; daer nae Ionien , als Attica, van Ion , lone van f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Xuthus, en daer nae Achajen van Achæus, een St.d,n nbsp;nbsp;van de fonen van Xuthus. ’t Is gelegen tufichen Sicyonien en Elide. Hare fieden fijn , nu |
Xylocafiro , oft Scolocaftri j Patras, nu Patra genoemt, en door de Tureken Badra ,• door den martelaer S. Andries vermaert, waer door Pau-fanias, een heyden, geweten heeft, dat men in dees fiadt,door verlof van den Keylèr Adrianus, eenen vermaerden Iode aenbadt, dat delen hey-ligen Apofiel moet zijn, aen den wekken men de eere dede, die de heyligen toekomt. Ægium, daer Strabo lèydt dat lupiter door een geyte ge-voedtwas, is Vifiiza genoemt, oftBofiizan 5 Ole--Chaminiza, oft Canigriza j de Caep Rhium, Drepano, als voortijdts Drepanum Dyme^ oft Stratos y Clarenza, TeuthottSj voortijdts een kleyne ftadt, daer nu een kafieelken is, Clairmont genoemt 5 ’tpromontorium Araxe, nu Caep Tor-nelè, oft Caep de Chiarenzen : en in ’t landt, de fiadt van PeUene, nu Zaracha, oft Tarlb : Helicey nu Niora j Bura, nu Vofiica, volgens Rulcellius, hoewel Niger dien naem aen Ægium geeft, en Sphara , by de welcke de fonteyn van Dirce was, van den felven naem als die van Thebes 5 en by Elide vint men de rivier LarilTus, die dit landt van Achajen Icheydt. Dan de fieden fijn meeft vergaen. De wijn van Achajen, en meefi die by Caty- Hoedanig-nien, quetfte de bevruchte vrouwen. De beeilen die van ’t water uyt de riviere Charadrus dronc-ken, brachten meefi mannekens voort; en de riviere Selemnus hadde fulcken kracht, dat de mannen oft vrouwen, diehaerdaerin wielfen, haer liefde vergaten. LElis, G^tPleen y was oock het landt van Elbe n. de Epeens genoemt, nae Epeus die Ko-ning van dit landt was,- isnuBf/wtege-heeten, als oock haer hooft-fiadt. Dit landt is Getege»-tufichen Achajen, en Mefienien gelegen, fich tot aen Arcadien uytfireckende. Sijn voornaem- Stede», fie fiadt is E/w , nu Belvedere, oft Chalaurita, daer de riviere Alpheus door pafieert. Dan de vermaertfie was Oiympie, oock Pifa genoemt, daer de Olympilche Ipelen gelpeelt wierden, en is nu Stauri geheeten , oft Longanico, die Niger voor een fiadt van Arcadien fielt, voortijdts Stymphale genoemt. Aengaende de andere plaetlen , Leprium heet men nu Chaiapa ; Cyl-lene, Dantravida ; Hypana, onder de welcke de rivierkens Acheron , en Dalion in den Alpheus vloeyen ; d’Acumba, en Stympania van Stronifius, oft Verdogna. Daer was oock Salwoncy waer SaU tnoneuSyCQn fone van Æolus,regeerde,die met fijn wagen den donder nae maeckte, dien hy over een kooperen brugge dede rollen , en wierp een loorte vanblixem; daeromdathy, volgens de Poëten, in de helle geworpen is ; haer gebuur, daer de kapelle van de Nymphen Go-niadeswas, die de fieckten met het water gena-lèn ; Corine, nu Conica,- en Py/oj, oft Pylus, de fiadt van Nefior, gelegen op den Alpheus, verlcheyden van die van Mefienien , die men hem oock toe-lchrijft, om datfe Gerenien by-genoemt is, en dat Gerenien van MelTenien wasj daer Nefior nochtans maer op-gevoedt wierd, en vluchte, toen Hercules de fiadt Pylos ingenomen had. By Pylos fiet men den bergh Minthe, nae een Serge»-dochter |
M o R E A , oft P E L dochter Minthe genoemt, dicmenfcydtdat de vrijfter van Pluto geweeft is, die van Proferpina bedrogen was, en verandert in een mantel. KIen fiet oock by Cyllenen den bergh Hyrmine, by den welchen de riviere PcneicSj nu Igliaco ge-noemt, in de zee loopt. Alpheus nuOrfea, oft \ Rofea, en door d’ltaliaenfche Schippers Carbon ’ genoemt, loopt oock door dit landt, komende van Arcadien, en nemende de Celadon , de Ery-Rivicren, manthus , en verfclieyden andere mindere rivieren, pafTee» t door Olympic, by de welcke liy in de zee loopt, nae dat hy de rivieren van Acheron, en Dalion ontfangen heeft. De fabelen leggen , dat Alpheus voortijdts een man was, en op Arethufa verlieft wierdt, die geneught in’t j agcn nam , en hem weygerde te trouwen, en vertrec-kende naer Syracufen in Sicilien, wierdt fy in een fonteyn verandert, en Alpheus in een riviere, die fijnen loop continuerende onder de zee, nae ’t leggen van ’t orakel van Apollo lelfs, tot in Sicilien by lijn welbeminde Arethufa vloeyt. Aengaende de riviere Acheron^QQn ander als die van Thelprotide, by de welcke Hercules de eer-fte witte popelier-boom nam, om ’t flacht-olfer te branden, als hy facrificie aen lupiter dede, was vermaert door de tempels van Pluto, Ceres, en Proferpina, die by de lelve Honden. hoedanig- ’t Landt van Eléen is vruchtbaer , enhadde veel moerbefie-boomen , die veel fijde-wormen voeden. Als haer men ien tochtigh waren, brach-tenfe die buy ten haer palen,om door de paerden te doen belpringen, die geen efels voortbroch-ten, als op andere plaetlèn. Messe-yFEssENiENis tulTchcn Eléen, Area-”’j\/| dien, en Laconien,• hare hooft-ftadtwas 7^7 -^voortijdts Mefl'enen, gelegen op de kant van de riviere Pamife, nu genoemt, oft Mat-taga, oft Mofeniga oft Melfenichia, volgens Pi-net, daer de provintie oock MelTitien naege-Sttden. noemt is. Dan de voornaemfte Heden , diehe-dens-daeghsleer vermaert zijn,en by de zee,fijn , voortijdts Pylos genoemt, by het pro-montorium Coryphalium , oft Kaep Ione, oft Zunchi,in Venetiaens,met een van de fchoonHe en beHe havens die men lien kan, hebbende ontrent twintigh mijlen omgaens,omringt met bergen. Daer fijn twee kalteelen diedeHadt belchermen, daervan’teenhetoudtis. Navarin genoemt,op cenen hoogen bergh,houdende eenen ingang van de haven foo beHoten,federt het jaer 1572, dat’ernu maer een kleyn fchip feffens deur kan ; dan door den grooten ingang können vcrlchey de grootefehepenneHens den anderen palfeeren. De Turcken hebben daer een Sterckte van een kaHeel, en van een kleyne Hadt gemaeckt, op den af-gang van eenen heuvel, de torens en platte formen lijn wel belch erm t, en met gefehut voorlien en bewaert. De Griechen noemen het nu Barinos, daer uy t geloove ick, dat Ptolemæus die oock Abarinos noemt 5 ly wierdt door de Turcken van de Venetianen genomen in’t jaer vijftien hondert. Hadt Modorij voortijts Methone,volgt daer nae langs den oever, hebbende een goede hae-ven, is wel geHerckt, en is de woonplacts van den Sangiaebeg van Morea,bewoont met ChriHenen van den gordel ofte riem, waer vandevoor-Griecken. |
O P O N N E S U S. 13 naemHe kerek S lan is. Bajazeth, Ibne van Ma-homet,dieïnnemende,dedemethctlweerdt alles dooden , foo mans als vrouwen , die boven de twaelfjaren oudt warén , Hellendeguarnilben in twee torens, die.hy daer dede mähen. De HadtCoro«, voortijdts Corone genoemt, Co^o». gehouden voordePedafus van Homerus,is oock O een van de beHe en lchoonHe Heden van Morea, light twaelf mijlen van Modon, oft vier van onlè mijlen te landt, maer leven mijlen over zee, by de riviere Pamife, van driekantige gedaente, en uy t-nemende Herck, met twee havens. Is geheel raetTurckenen Mahometanen bewoont; dan daer buy ten is een groot getal ChriHenen , en loden. Aengaende haer andere plaetlèn, d’oude Hadt 'Andere Cypariflia is nu Philatragenoemt, oft S. Elias; die van Samos Arcadia, ofcLarcadia, gevende' volgens Niger, haeren naem aen de by-gelegen Golfe, hoewel Sophian die,na mijn duneken,beter voor Cyparilïïa houd;Thryon oft Erene,Zzm-chio; Colone, Gri/um j Aline, J?;rror4, oft volgens SophiaouSjPhaneromini-, Pheres, Caiamata^Bc naem die Sophianus aen Abea geeft, gevende aen Phe-= res dien van Cheramidi ; en d’Aliarte, P^iocaßro. De Kaepen van defe provincie lijn Corypha^ hum, nu Zunchi, oft volgens Rulccllius Kaep de Modon -, Acrite , nu Kaep de Gallo ; cn Cypa-rillium, Kaep Gonello. Haer rivieren fijn Pami-liis , nu Stromio ; Cn Selas, nu Laguardo. En de bay van Melfenien wert nu Golfe van Coron genoemt. MelTenien is leer getempert, en bevochtighe metverlcheyde rivieren,vruchtbaer,enbequaem hejt. om veel duylenden offen en paerden te voeden. De omgelegen plaetlèn van Coron lijn over-vloedighin olie. Dieven Meffenienbehieldenaltijts curieulè-lijck de Dorifehe Ipraeck , niet tcgenHaende de veranderingen van haren Haer, cn haer vertreck in andere landen. Laconiek was cerHclijck Lelegie ge-l^co-noemt, nae haren honing Lelex, en daer n i e n. nae door Oebalus lone van Cycortes, Koning van Sparten , Ocbalien ; daer van komt dat de Poeten , CaHor en Pollux, de broeders Oebalides noemen. Zy was occk Lacedemoû genoemt, gelijch hare hooftfladt Sparten: delen naem was oock Meffenien gemeen, komende van den Koning Lacedemon , die nae Eurotas fuccedeerde : is nu T'xiaconia genoemt, cn hare volckeren ’t Paelt in ’moorden aen Arcadicn.cn Argien, p daer’t oock een weynighin’tooHenaenraccht; in ’t weHen aen Meffenien ; in ’t zuydeh aen de zee, daerin men aendie zijde heteylandtvan Cythere oft Cerigo Het; enin’tooltenaen de Candifehe zee. Hare voornaemHe Hadt was Sparten, daCr nae oock Lacedemcn genoemt, én nu Afz/zzr*?, bewoont met ontrent 50000 Griechen, en veel loden, doch londer muüren en gedwongen met een Herck kaHeel,dat de Turcken houden.Is gelegen op de riviere Eurotas, nu Iris, daer een feergroo-te brugge over leyt. Hare andere Heden fijn Lenclrnmjnu Maine, gevende haren naemaen’tby-gelegenlandt, een F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;woo- |
14 MORE A, oft PELOPONNESUS.
wooninge der AI^/Äjals oock aen de haven, ge-noemt arm van Maine, oock haven van Cailles, d’eenige toevlucht van de gene die ontrent Mo-reamet tempeeft beftreden worden, en vertreck-plaets vaneen feer groote menightequackels, die in de by gelegen rotfen neftelen. Epidauren, oock Limera genoemt, en door Gre-goras Monemhaße, is nu Mabaße, oft Napoli de Mal-y^aße genoemt,door oorfake van den excellenten malvefeye die in dit landt feer overvloedigh is. ’t Is een Sterckte van de Turcken,gel egen op een berghsken. Zijnde dit een ander Epidauren als datvan Elculapius, datin Argolidais, en feer verfcheyden van dat van Dalm^fien, dat men nu Ragoulen noemt. De ftadt Tenare, by de welcke men feyde dat Hercules uyt de helle getrocken hadde den hont Cerberus, is door eenige genomen voor de haven van Cailles, en door andere Cercapoli genoemt. Amycles heeft op zijn overblijffelen de ftadt Vor-donice. CenC) is nu ritilo genoemt, oft Cawes ,• Teuthron, Scopia, oft Colochinai L^/^jVathi j Githiiim, Pa-leopoli, oft kafteel van Pagu ,• Afope Efope, oft RampanOy hoewel Rufcellius den laetften naem aen Biandina geeft, die Niger feght dat nu genoemt is Prignico j Boa^ Vatica oft Sangelo ,• Mi-roa, haven en Kaep, Altamura, de haven van fy-phanfe ; Port della Bottejo£t van de Tonnen, en hare ftadt van den felven naem ; Eriches, Zarex^ Carâcâf oft Zara -afi; Praßa, Cipariftî, oft het kafteel van Tiros j Cardamile, ’t kafteel van Sapico, oft Parama j Lhalamej Droboliza, oft Vafilopota-mo 5 Gfrew'g, Pafava, oft Sidarifo, oft Botonia; daer nae Neftorvan Gerenien bygenoemt was; Thurium, Cumeftra, oftBardugna,- Blemmine Milo-flt;6s, en Bitile Brodogut. Dan ick foudefe liever voor Vetilo houden, daer van Rufcellius den naem aen de oude ftadt Cene geeft. W”- Haren voornaemften bergh is Laygete^ die hem uy tftreckt tot aen de bergen van Arcadien , aen Jlivieren. de noordzijde. Hare vermaertfte riviere is Ewro-tasy nu Irir, die by Sparten vloeyt, komende van den bergh Medale. Den inham van Laconien, is nu Golfe de Colochi-CaepeZ genoemt, het Promontorium Tenarie^Caepde Matapan^niet veer van de welcke Arion,gedragen door den Dolfijn, aen landt quam 5 het promon-torium OnugnateßieeCt nu den naem van Kaep de Xibi, fijnde recht tegen over het eylandt van Cythere, en dat van de Malees is nu Kaep M^lio genoemt. Uceda'i^- Hier fijn veel bouwlanden , dan de bouwinge is ’er moeyelijck, om dat ’et hol is, en de aertbe-vingen onderworpen, fijndevanmoeyelijeken toegang. Daer waren voortijdts mijnen vànko-ftelijck gefteente, en van metalen te Tenare, tot . het foecken van de welcke de Romeynen milde-lijckd’onkoftenbetaelden. Den bergh Taygete heeft veel geyten, wilde verekens, beiren, en herten, ’t Landt van de Maynots is een van de befte voorfien met koren,wij nen,olyven,vleefch en andere eetwaren'^ foo dat fy’er fonder haer nabuuren wel können geneeren, verknopende felfs voor geldt aen die ’t begeeren. D’omgele-gen plaetfen van Malefien fijn overvloedigh in goede wijnen oft malvefien, in koren, vleefch, water, en alle noodige dingen, |
Ar GIE N van Ptolemeus,oft Argolide van Argien. Mela , nu Saccanien , oft eer Romanien ge- Naem. noemt, paeltin’tzuydenaen Laconien, ' dat een deel van de Golfe van Argolien begrijpt, als oock Argienjin ’t ooften aen de Golfe van Sa-ronien, oft Engia ; jn ’t noorden aen ’t lant van Corinthen 3 en in ’t weften aen Arcadien. Haer voornaemfte fteden fijn die noch stede». haren ouden naem behout j Myfenes^ nu Charia oft Agios Adrianosj S. Adriaen : Nauplium, een zeehaven , nu Napoli di Romania, in Italiaens, gelegen 200 mijlen varens van Modon, is grooter als Sparten , en bewoont met 60000 Griecken van alle fborten. Epidauren van Elculapius, gelegen in de Golfe van Saronien , vermaert door de ge- , nefinge van verfcheyden fieckten,nu Pigiada genoemt, oft Cheronifi , oft wel Efculapio. T^'oeßn,. oft Poßdoniaj nu Damala, oft Pleda. Daer is een ander Trœzen in ’t landt van Meftcnien, nu Tre-zina genoemt, volgens Niger. De plaets van de Stadt Nemea is nu Triftena genoemt, daer Hercules den Nemedifchen leeuw gedoodt heeft. Cleone,een kleyne Stad, i y mijlen van Argos, is nu Sanuafili genoemt. De Stadt Aßne, woonplaets van de Dryopes,is nu Vulcanos genoemt,en Hermione, die haren naem gegeven heeft aen de Golfe van Hermione,daer de Stad Tyrinthen was,waer eenige meynen dat Hercules geboren is, waerom hy Tyrinthius geheeten wierd, is nu Caftri genoemt,en de plaets van Methane heet men Fanari. Dit landt is bevochtight met verfcheyde rivie- t/oedanig;-ren, fonteynen, en poelen, en bequaem te voe-den een groote raenichte paerden, door zijne weyden en velden, daerom d’oude Griecken Argos Hippobotum noemden. Tot Nauplie was een fonteyneCanathus genoemt, daer, als die van Argien feyden, luno haer alle jaren wies, om wederom maeghtte worden. Zy feyden oock, dat eenen efèl haer den wijngaert hadde leeren fnijden,om dat hy den wijnftockhad afgebeten, die daer nae veel meer vruchten gedragen hadde. Tot Methanen verbrant den zuyden wint de wijngaerden. Ar cadien is in’tmidden van Morea,heb- arca-bende Sicyonien in’moorden , Elide en Meftenien in ’t weften,Laconien in ’t zuy-den, en Argien in ’t ooften. Was bewoont van de Azanen, Parrhafinen,en andere volckeren. Hare voornaemfte fteden waren Megalopolis, geboort-plaets van Polybius, nu Lundari : Maintenea, nu Mandi, vermaert door den flach der Thebanen, onder’t geleyt van Epaminondas tegen de Lace-demoniers. Tegea, nu Mueli ; als oock Phialie, ofte Phigalia Davia ; Foloe, naem van een ftadt en een bergh j Xiria, Pß)phis, Dimizana, Lyße Crêpa, Stymphale Longanico, en Clitor Gardichi. Arcadien is vol goede weyden, die meeft be- ffoedamg. quaem fijn voor paerden en efels. ’t Water van Styx doet fterven de gene die ’er van drineken, treckt door ’t glas, kriftal , aerde kruycken, goudt, filver, loodt, tin, koper en yfer, niet kon-., nende gedragen worden, als in den horen van een paert, oftmuyl, volgens Arrianum. Eenige hebben gelooft , dat Alexander met dit water vergeven was. ’t Water van Clitoris doet den wijn haten, en dat van Alyflb geneeft haeftelijck die van eenen dullen hondt gebeten fijn. Op den bergh van Cyllenen fijn witte meerlen. |
hooftftadt, was voortij ts, om zijn getemperde lucht, Creten, Qureten, Ærien genoemt^M^c^^öj', en Macaronejen, dat is te Cekgen-heyat tn palen. Eylant. ’t Is vermaert door de fabelen van het ontlchahen van Europa, en van de liefde van Pa-ftphaë , en Ariadne, van de wreetheyt wan den Minotaurus, van de honftige werchen, van de vlucht van Dedalus, van de wooninge en begra-vinge van lupiter, en van de oordeelen van Minos, en verlcheyden andere dingen. ’t Is gelegen in de Mid del an tfc he zee, in ’t begin van ’t vierde climaet, en negende Paralelle, zynde als honinginne in ’t midden van de zee^het heeft aen ’t noorden d’Archipelago, en zyn by-Ibndere zee,genaemt de zee van Cretenftn’c zuyden de zee van Lybien oft Africa -, in ’t ooften de Carpathienfe zee; en in ’t weften de lonifche: het heeft daer-en-boven de Caep Salomone 450 mijlen van Alexandrien in Egypten gelegen, en 400 van Cypren, ó8o van de haven van lalfa, 60 van. Scarpanto, 85 van Rhodes, en zijn Caep Leone liggende 125 mijlen van’t Promontorium Phy-cunte, en zoo veel van de Caep van Cyrenen in Afrihen, oft, volgens de jongfte lchrijvers, i jo : en zyn Caep Spata gelegen 80 mijlen van de Caep Malio in Morea: van Conftantinopelen 400, van Zante 3 00, en van de Caep d’Otranto ’t Is langworpigh en fmal van gedaente, fich in de lengde van ’t weften naer ’t ooften een groot ftuckweeghs uytftreckende : dan debreettevan het noorden naer ’t zuyden is fmal,hebbendeaen d’een zyde Griechen, en aen d’andere Cyrenen.. daer, endehuyfender Magiftraeten: ’tis mede . de gewoonlijche wandelplaets van de Edellieden, borgers, hooplieden, Ibldaten, en vremdelingen. Men fiet noch in defe ftadt,boven deherchen der Cedaents, Grootte, quot;Slaetßn. Candien. ’tls,volgens d’oude Schrijvers, x/o mijlen lang, yo breet, en 5 89 groot in zynen omgangj dan de Jonge ftellen d’eerfte van 115,de tweede van 4 j,en den omgang van 45^ 5 joft volgens eenige van ƒ 20. ’t Had voortijdts eerftelijck 90 fteden, en daer na 100, daerom het Hecatompolis genoemt wasjde tien laetfte zynde gebouwt geweeft door de Do-rienfes, na de deftrudie van Troyen. De voor-naemfte waren GnoJJus woonplaets van den ko-ning MinoSj Gortyna, Cydon oft Cydohien, Licie, The-rapne en Scylletion. Van d’eerfte is niet over-geble-ven dan de naem, en van de tweede dan over-blijffelen j Qydon is nu genoemt Canea-, zynde in dit Eylant nu maer vier voornaemfte fteden, als Candien , Canea, Rettiwo, en Sittia: vijftien mindere fteden oft kafteelen , met groote bygelegcrfC burghten , en 1044, oft 1070 dorpen. De ftadt Candien, voortijdts lAatium genoemt,is de hooftftadt van ’t Eylandt, en de grootfte en fterckfte van alle d’andere, zynde de woonplaets van de voornaemfte Magiftraet, is gelegen in het noorden van’t Eylant, in een groot, rondt, en Griechen, |
Et Eylant van Candia, al- vruchtbaer pleyn. Van ontrent drie mijlen om-foo genoemt nae zyne gaens. Is aen de zuyd en de weftzyde geftlerckt met verfcheyden bolwercken, en omringt met feer diepe grachten gefneden in de rotlè; aen het ooften en noorden heeft het de zee, en een fèer fterck en wel Voorfien kafteel, gelegen in den uyterften hoeck aen de noordzyde, zynde ’t lèlve aen alle zijden met de zee omringt, fiende op de haven, wiens ingang met veel ryen oilgewoon-lijck groot gelchut belet wert, dat foo wel geftelt is,dat het’t aenkomen van alle loorten van fchepen leer licht kan verhinderen,lèlfs van de laegfte en kleynfte. Dit Fort is t’laem-gevoeght met de ftadt door de Mole twintigh voeten breet, in de zee gemaeckt van leer groote fteenen,van gelijc-ke langde als de haven , en geflerckt met eenen leer hoogen muur aen de kant van de zee,tot ver-fekeringe van de lchepen die in de haven zyn. De haven in ’t ooften is een van de befte en verfeker-fte, dan leer kley n, en kan maer 2 y galeyen bergen ; dicht by de lelve ftaet een groot Arlenael, met twaelf welflèls om de galeyen te maken. Dele ftadt heeft vier poorten, d’een in’t ooften ge-* heeten S. Ioris,d’ander in ’t weften de Portelle ge-noemt, om datlè fmal is, die in ’t zuyden noemen zyPandocratera oftPanigra,en die van de Mole, daer men langs de noordzyde door op ’t kafteel gaet. De huylen lijn al ftnal en laegh, uyt-geno-men die van de Magiftraet, en van de Edelen, die ten hooghften van twee oft drie verhoogingert zijn, geheel van fteen gemaeckt, en niet over-deckt als onfe, maer met wallen van kleyne ka-* reelfteen ofte gebacken aerde eenen voet dick, op de welcke zy des fomers onder den blaeuwen hemel ftapen. ’t Heeft meeft breede en rechte ftraten, en een groote en breede plaets, daer by-nae in ’t midden eenen leer hoogen boge is : de lchoone kerck van S, Marco is niet veer van Griechen, die’er redelijck veel zijn, maer kleyn, vuyl, en meeft leer plomp van hout gebouwt, acht groote Latijnlche kercken, daer van de lchoonfte die van S. François is, met een kloo-fter van de minnebroeders, daer na die van d’Au-guftijnefi, toe-geeygent aen Godtden Zaligh-maker, en die van S. Marco, S. Paulus, S. loris, S. Maria, die van de H. Maget, gegouverneert door een Edelman van Venetien , hebbende den titel van Abt, ftjnde gewoonlijckgenoemt den Abt van de Bourgondiërs, nae’t Gafthuys d,er Bourgondiers dat by dele kerck ftaet, noch die van S. Catharina,met een vrouwen kloofter,daer niet dan Venetiaenle lolFrouwen in lijn, die van S. Rochus, die achtkantigh is, en die van Sint Titus, by de welcke men het oude en Ichoone paleys liet van de Aertsbiftchoppenvan Candien. De ftadt Canea, eertijdts Cydongenoemt, gele-gen in de noordzijde van ’t eylandt, feftigh mij-G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;len |
Ret-mo.
, Suie.
Havens.
Cape».
iBereen.
Q
I
Valt».
C A N D I A.
len van de ftadt Candien, is met goede muuren omringt, wei bewoont, en van groote koophandel, met een haven,daer de groote geladen fehe-pen niet wel können inkomen, door de platen, foo datfe vijf mijlen van d^er in’t eylandt van Turluru gedwongen zyn te blijven.
De ftadt Retimo, eertijdts Rithymna genoemt, oock aen’t noordeynde gelegen, en een weynigh kleynder als Canea, is wel bewoont en fterek, met een kleyne haven, maer bequaem , en haer kafteel dat op een feer hooge rots ley t, en komt foo verre in de zee, dat het van de reft van ’t eylandt fchijnt af-gelcheyden te zijn.
De ftadt Siüe, eertijdts Cyteunt genoemt, is kleynder dan een van d’andere drie , maer wel bewoont, met een goede haven , is niet wdjt van de Caep Salomone die aen ’t oofteynde is, by ’t eylant Rhodes dat’er tegen over leyt.
Dit fijn de vier voornaemfte fteden, wiens ju-lifdiótien de reft van ’t eylant begrijpen. De ftadt Candia alleen heeft onderhaer, behalvenqyó dorpen, de fteden Mahißn, Temene, CaflelnoDOf Prio-tijja, Bonifacio, Belvedere, Priada, door Maginum Pe~ , diada, en Mirabello genoemt, die alle met muuren omringt zijn.
Canea heeft onderhaer, behalven 240 dorpen, de fteden Apicorno,Chifano,Selino, S. Nichita, en Sfachia. heeft onder haer de eenige ftadt Milopotamo, en 265 dorpen : en Siüe alleen de ftadt Hierapelra-, en 70 dorpen.
Dit Eylant is oock befthermt met feven fterc-ke plaetfen oft kafteelen , als Sada, Spinalonga, Pa-leocafiro, Selino, en Caflel Theodoro, by de welcke men voeght Legrabuje, Turluru , hoewel zy in af-gefcheyden eylanden gelegen zijn. Onder alle dele Sterekten is die van Paleocaftro verwonde-rens waert, gelegen by de zee op een gefiieden rotlê , omringt met feer breede en diepe grachten , als oock met fthoone bolwercken, en met goet garniloen voorfien, om de by-gelegene haven tegen de zee-roovers te befthermen , en wort gehouden voor een van de befte plaetfen van’t eylant.
Daer fijn verfcheyden havens, dan de ver-maertfte, grootfte, bequaemfte, en verftker-fte, fijn die van Suda, en Spinalonga met twee Forten die haer befthermen : daer nae ftelt men onder de voornaemfte dievanS/ï/^, Voulifmeni, Chifamo, Selino, en Sfacchia.
Daer fijn drie aenmerekelijeke Capen,daer van de twee in ’t weften zijnj welcke eene naer ’t zuy-den leyt, die eerft Criou Metopon, oft voorhooft van den ram genoemt was, en daer nae Er/w^^,oft Errnicum , en nu Capo Leone, oft Grabufe', d’andere naer’t noorden, voortijtsC)w«w, enbyonlèn tijden Capo Spata -, ende derde ten ooften, eertijts Sammonium genoemt, en nu Capo Salomone.
De grootfte bergh is die van Pfiloriti,eettï]ts Ide genoemt, in’tmiddenvan’teylant, hebbende by de 38 mijlen omgaens, en raeckt byna in de woleken, lbo dat men de Cretilche en Lybifche zeen, daer op lijnde , fien kan.
D’andere bergen fijn Madara, eertijdts Le«« genoemt, Sethie, voortijts DiElte, en Lafli.
De voornaemfte dalen zijn Arenoë, Meffarea, en Life: dan dat van Arenoë by de ftadt Sitie, is
grooter dan d’andere, en uytnemende vrucht-baer. Dat van Meftarea, 30 mijlen van de ftadt Candia, is 24 mijlen lang, en 4 breet ,• en dat van LilTe leght niet veer van de Caep Leon. Behal-ven dele dalen fijnder noch twee leer wonderbare,lbo om haer gelegenheyt als vruchtbaerheyt, daer van het eene, genoemt Sitti, tuftchende hooge en moeyelijeke bergen leyt, hebbende maer twee feer nauwe en ongemackelijeke ingangen,welke weynigh volck kan bewaren en be-fchermen tegen een groot leger; in’t fel ve fijn verfcheyden fonteynen, boomen, wijngaerden, en ackerlanden, könnende veel duylenden men-Ichen voeden : ’t andere,in de Ipraeck van ’t lant genoemt, is byna oock foo gelegen, dan heeft min fonteynen, lijnde oock foo vruchtbaer niet, hoewel het overvloedigh veel granen geeft.
In de valleye van Meftarea liet men noch omhede». groote overblijfielen der fladtGortpne, eertijdts woonplaets van de koningen , en daer nae van den Biftchop S. Titus. De riviere Lenea palTeert door de felve, daer fijn veel Antiquiteyten van de Romeynen en anderen. Men haelt daer ontrent uyt dé aerde verlcheyden marmeren beelden, medalien, en oude ftucken geit van goudt, filver, en koper, waer op Griecklche en Latijn-Iche letteren ftaen. Aen de noordzijde van de valeye liet men op den afgang van den bergh Ide een gefneden grotte, van veele gehouden voor den doolhof van Minos, door Dedalus gemaeckt. Bellon noemt het den vallchert Doolhof, en verlcheyden houden dat het de plaets was daer men de fteenen uyt haelde om de ftadt Gortyne te bouwen. Hoe dat het zy , men liet daer niet dan Ipeloncken, en wegen onder d’aerde, daer men niet dan met toortlen kan in gaen, en door iemandt van d’inwoonders in-geleyt. Al defen wegh onder d’aerde begrijpt ontrent twee mijlen; men liet’er veel duylenden vleder-muylèn , die niet vlieden, ’t en ly men hun nellen verfinijt, en wanneer dat gelchiet, vliegenlè in fulck een me-nighte tegen de toortfen datlè dieuyt-blulTchen.
In dit geheele eylant is geen lchip-dragende rivier, maer alleen eenige vlietende waterkens , en beecken, onder de welcke men met verwon-deringe aenfiet dat van Armiro,oft Almiro,wiens oorlprong acht mijlen van Candien is, aen de lij de van Gerorodea , ’t worpt in fijn uyt-gang lbo groote menighte water, dat het met ’er naeft een grooten poel maeckt : daer na voorby palTe-rende met eenen fnellen loop, doet aen ’t eynde van den poel tien molens draeyen; loopende daer na ontrent duylènt paften door een diepen breed kanael, maeckt het een vilch-rijeke rivier, doch meeft in kreeften:daer na keerende fijn loop naer het noorden, vloeyt met fijn Ibut water in de zee, die dan van de by-gelegen zee, door heymelijeke wegen,lbo men gelooft, weder tot fijn oorlprong keert,loeter in den winter lijnde,door de beeken die van de bergen af komen, 'en daer in vloeyen.
Men liet daer noch de riviere Iftonia, die tien mijlen van Spina Longa in de zee vloeyt.
De lucht van dit eyland is lbo gelbnt, dat geen Hoedani'r^ landt in de werelt haer daer in te boven gaet;dan het deel dat in’tzuyden leyt is feer met de zuyde winden gequelt. Den bergh Ide is de koude en
fneeu
CAN en fneeu lbo onderworpen, dat het vee daer niet veel op blijft, felfs in’t midden van den lomer, en dat meell: des nachts ; want de herders die des daeghshaer fchapen op de toppen leyden , fijn gedwongen die des nachts weder in de dalen te brengen. De toppen van d’andere bergen fijn oock altijdts met fneeu bedeckt, hoewel men daer veel cypres-boomen, en andere ongemeene planten fiet.
jvater. Daer fijn eenige rivieren van Ibutwater, en verfcheyde foete water-fprongen, dan hoewel de riviere Iftonia goet water heeft, daerlè in de zee vloeyt, foo is fy des fomers nochtans gevaerlijk, om dat op hare kanten hetkruyt waft dat de Griecken Rhododaphne , en d’Italianen Leandro noemen, ’t welk haer water ongelbnt maekt: lbo datmen menlchen doot gevonden heeft, om datlè’tbroot gegeten hadden dat met dit hout gebacken was, en van ’t vleelch dat men aen een Ipit, van ’t lelve gemaeckt, gebraden hadde. Dan ly hebben in dit eylandt het voordeel dat ly ’er veel fout können maken van ’t zeewater.
Landouwe, landouwe is foo vruchtbaer, dat men op Ibmmige plaetlèn twee-mael’s jaers’t koren af-maeyt, en in de lchuur brengt. Dan fijn vrucht-baerheyt beftaet in de dalen, die vol weyden en Granen, pleynen fijn, en veel graen geven, dan nochtans niet in fulcke menighte dat ’er genoeghfaem is voor d’inwoonders voor ’t geheele jaer, mifi-fchien by gebreck van Ibrghvuldigheyt en goede landt-bouwinge, door de grootegenegent-heyt diefe tot de wijngaerden hebben, alfoo hetgeploeghdelandt koren , gerft,erten, boo-nen, en diergelijcke overvloedelijcken voortbrengt.
Daer fijn oock veel uytnemende goede witte en roode wijnen, daer van fy den principaelften Malyafia noemen, en de Françoilèn Malvoifie, eertijdts door d’oude Pfamnium genoemt , gemaeckt van druyven die byna natuurlijck ge-koocktoft gebraden zijn, van welcke de vrem-delingen jaerlijcks over de twaelf duylent pijpen uyt-voeren. De befte wijn waft ontrent Retimo, die oock langer goet blijft dan die by de fteden vanCandiaen Caneawaft, die haeft groeyten haeft fuur wort, om dat’er eenige gekoockt verkocht worden, en eenige niet. Daer fijn twee lborten van Candilche Malvefeye, d’een lbet,en d’ander een weynigh onaengenaem en bitter-achtigh, diefe Malvafia Carba noemen, welcke alleen te Venetien gevoert werdt,om aldaer verkocht te werden.
Daer wordt oock veel goede olie gemaeckt; door’t geheele lant walfen veel citroenen,limoe-nen, oranje-appelen, granaet-appelen, perfen, Abricocken,amandelen, en vijgen in groote menighte. In fommige plaetfen fiet men niet als boflchen van oranje en citroen-boomcn, die het geheele j aer door groen fijn, lbo dat d’inwoonders van dit eylandt byna een eeuwighdurende lente hebben. Daer fijn eenige boftchen druyven foo groot datlè Ibmtijts meer als tien pondt wegen , en op Ibmmige plaetfen fijn de citroenen oock grooter als’t hooft van een menfch, hoe groot ny oock zy.
Daer fijn veel cypres-boomen, daerlè meeü 4 Griechen.
D I A.
kiften af maken, diele te Venetien verkoopen : en men fiet daer lbo veel bolfchen van defe boomen, die feer hoogh zijn, datlè daer niet alleen de ribben en de balcken van alle de huyfen vaiï maken, maer oock geheele lchepeö.
Men fiet daer oock lbo veel laurieren en mirten,dat de haegen langs de wegen meeft van delè tweederley boomen lijn; daer waft oock veel kottoen, engroote menighte Ladanum, en faet om wolle te verwen.
Daer worden oock Ibnderlinge kruyden gevonden, waer van ’t befte ’t Diólamen is, vol verfcheyde krachten : en ’t andere bequaemfte is Alimes, dat den honger belet, als men daer in bijt ; de kleyne appelen van Savie, uytnemende foeten aengenaem van fmaeck, fijn goet voor de mage, als fy met honigh oft fuycker geconfijt fijn : en eenige andere, daer van Bellon u volkomen kenniftè kan geven, Ibnder dat ick u vervele met’et verhael van de felve.
Men fiet daer oock veel bloemen van verlchey^ den foorten, oock roofen en violetten van feer goeden reuck.
’t Is overvloedighin weyden, felfs op de hoog-fte bergen, byna fallen tijden, van waer het komt dat’er als oneyndelijck veelfchapen,olfen en koeyen fijn, en ongelooflijcke menighte wolle , boter, en kaes. Daer fijn oock veel groote Gedierte». rammen, met rechte hoornen, die fy Strephice-resoft Striphoceres noemen , boeken, en veler-ley valcken,veel gieren,lperwers,patrijlèn,quac-kels , en verlcheyden andere vogels , geytjens, halèn en konijnen. Maer geen herten, wolven, beeren, volfen, noch lèrpenten. Hangen, oft andere fenijnige heeften, uyt-genomen ’t Phalan-gium , in de Cretifche tale Sphalangi genoemt, fijnde een fóorte van Ipinnen die den genen doo-den, diefebijten oft fteken. Daerfijnoocklèr* penten,Ophis, Ochendra en T ephloti genoemt, maer defe fijn noch fenijnigh, noch hinderlijek.
De Cretifche zee is overvloedighin vilch, en meeft in Scaren, feer geacht van de Romeynen.
De Republijeke fend in dit eylandt, alle twee Re^erino Jaren, om dat te regeeren, Magiftraten, die over alle d’inwoonders, van wat ftaet die fijn, gebie-den, doende juftitie naer de wetten van Venetien , die daer toe door den grooten Raet geko-fen zijn. De grootfte en voornaemfte der Ma-giftraet is Hertogh genoemt, en den tweeden grooten Capiteyn, hebbende totby-gevoeghde twee Raets-heeren, die, als fy, in den Raedt hun ftemmen hebben : daer aen volgen de Kamerlingen, oock Venetiaenfche edel-lieden , die dc finantien regeeren,ontfangen en uyt-geven,volgens ’t bevel datfè daer over van de opperfte Magiftraet krijgen.
De Kafteleyn, oft Gouverneur van ’t Kafteel van Candien, die een Venetiaens Edelman is, en op’t verlies van fijn leven, geduurende al den tijt van fijn officie, uyt de Steramp;e niet mach komen, hout de vijfde plaets; daernae is den grooten Cancelier, borger van Venetien, die de Cance-lerye van de ftadt Candien regeert,en groot profijt van fijn officie ontfangt, gebiedende over alle de Griffiers, en openbare Secretariflen : aen-gaende d’andere officien van de ftadt Candien,
18 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CAN, fijndeingenocghfaem groot getal,, werdende Venetiaenlche en Candilche edel-lieden gegeven, die daer toe jaerlijks gekoren werden, door de meefte ftemmcn van de Staten van ’t lant, en door de authoriteyt van de Senaet beveftight, by de welcke de oppcrile Venetiaenfche Magi-ftraten prefideren. D’inwoondcrs van de ftadt Candien, en haer gebiedt, erkennen den Hertogh voor haeren Rechter, loo in civile als criminele laken. Dan de foldaten van de guarnilocnen,de leen-lieden, en al die gegageert lijn , loo in de ftadt als in haere landouwe, fijn in de jurisdictie vandengrooten Capiteyn, die oock kenniffe neemt van de faken betreffende de gemeyne penningen, tollen,tiende, en andere inkomften. Dan de jurisdictie, en macht van alle de Ma-giftraten houdt op, wanneer de Pourvoyeur ofc Beforger generael, die alle macht heeft, in ’t ey-landt komt; dit is een ongewoone Magiftraet,die de Senaet in tijdt van noot in dit eylant fend, met het opperfte en als Koninglijck vermogen, foo dat in fijn bywefen d’ander Magiftraet haer macht benomen is ; hy gouverneert dit Eylandt, en den gemeynen lchat alleen, doet alleen jufti-tie, ftraffende alleen de misdadigers, Ibnder dat men van fijn fententien kan appelleren , nemende kenniffe van die van d’andere Magiftraten,als men tot hem appelleert, welckers vonnilfen hy beveftight,reformeert, oft te niet doet: loo haclt hy in eenige plaets komt, draeght hem de Magiftraet de lleutels ; hy verfchijnt nimmer dan met pracht en Majefteyt, en verfielt met 24 hellebar-diers, die voor hem gaen, gelijck oock d’officiers van de juftitie, lijn nuys-genoten, de Capitey-nen van ’t voet-volck, nae de welcke hy gaet, ge-kleet met eenen langen rooden rock,in ’t midden |
A. van de voornaemfte Magiftraet, en gevolght van veel edellieden, borgers, en Ibldaten. Daer fijn noch, behalven de Capiteynen van ’t voct-volck,den Colonel,dielè den Gouverneur van ’t krijgs-volk noemen , gebiedende over alle de Capiteynen en loldaten,lijnde geen edelman van Venetien, maer gekofienuytde doorluch-tighfte en vermaertfte vremde Capiteynen , oft onderlaten der Republijck door de Senaet ; hebbende laft goede wacht te doen houden, over ’t monfteren van ’t krijgs-volck,de gelchillen van ’t lèlve by te leggen, en die in haer plicht te houden , en eyndelijck alles wat de legers betreft ; dan hy ftaet , gelijck d’andere Gouverneurs gt;nbsp;onder de Pourvoyeur generael. Daer is oock noch een Belbrger van ’t Peerde-volck. De Ve-netianen houden te Canea noch een van haer edel-lieden met den tijtel van ReCleur, die een ander Venetiaens edelman by-gevoeght is, ge-noemtRaedts-hcer,die metgelijeke macht juftitie aen d’inwoonders der ftadt doet, en haer ge-biet,en alles t’lamen regeeren. Retimo heeft ook liilcke overheyt als Canea ; en -Sittie alleen een ReCleur voor de ftadt, en haer landouwe. Aen-gaende Paleocaftro, Suda, Pinalonga, Grabule, Turluru, Selino , en ’t kafteel Theodoro, yder van dele Forten, uyt-genomen de twee laetfte, heeft een Venetiaenlchen edelman tot Gouverneur, hebbende den tytel van Providor, met den Capiteyn van de loldaten van’t guarniloen. Dan de Providor heeft alleen macht de loldaten van de Sterekte te ftraffen en juftitie te doen, De Venetiaenlcheen Candifiche edelen vol-gen byna al de Roomlche Kerck,- maer d’andere ƒ inwoonders van ’t eylandt de ceremoniën der fihechü-Griecken, uyt-genomen het Italiaens en ander krijghsvolck. Daer lijn oock veel loden. |
CetM- hejfi- Ls men voorby d’ey-landen van Cytherea oft Cerigo, en’tver-maerde Candien, eer-tijdts Creten genaemt, ge/èylt is , ontmoet men in den Archipelagos d’eylanden Cyclades, en de Sporades. De Cyclades hebben defe naemj om datfe, gelijckalseen cycle oft circkel ’t eylandc Delos omringen , daer jaerlijcks hun offer, en een goet getal maegh-den om te danffen op hun feeft , nevens eenige lieden om by d’offerhanden te wefen, fónden. Dg Sporades dat is, de verfpreyde , waren de gene, die wyder van ’t gemelde eylantleggen: maer hedensdaeghs noemen hen eenige fonder onderfcheyt d’eylanden van den Archipelagus ; fy worden oock fooalle, ten getale van 150, met foo vele rotfen oft klippen , van de Turc-ken geheeten. Strabo feght, dat men in’t begin twaelf Cyclades telde, maer dat men daer na eenige anderen daer by voeghde , te weten, Ceos oft Cea , Cythne , Seriphe, Melos, Siph-ne. Cimole, Prepefinthe, Oliare, Naxos,Paros, SyrosjMycone,Tenos,Andros en Gyarosj maer Plinius ftelt hier vele andere, en noemt de Sporades, die oock in groot getal fijn , byfonder. De lucht van alle defê eylanden is facht en getempert, waer uyt komt dat ’er de menfehen fchoon fijn, infonderheyt de vrouwen , die fraey van aengeficht en gelaet, en van aengename verwe, hoewel niet van d’allerblanckfte , gehen worden : foo dat den Grooten Heer, oft Turek-fchen Keyfer , fomtijdts eenige maeghden van hier heeft doen halen , om in hjn Serrail oft Vrouwen-hof te woonen. Defè eylanden hjn oock leer vruchtbaer ,• maer meer in wijnen, oly ven, oranje-appelen en citroenen, dan van koren. Jieiecrir:a. Sy flaen alle onder den Grooten Heer, be-halven Tine , ’t welck met Cerigo en Candien, deVenetianen toebehoort. Men fènd hier van het Turekfehe hof eenige Cadis oft Rechters, omdeluftitie te bedienen, hoewel ydereylant naulijeks tien Tureken heeft, Chio alleen uyt-gefbndert. Sy worden van Chriftenen , die de Grieck-fche kerek volgen , bewoont, behalven vijf oft fes duyfent Catholijcken,welcke hchin d’eylanden , die onder denTurek flaen, onthouden. De Paus fèndt hier BifÏchoppen , om forge voor de helen te dragen. Griecksn» |
MELOS ofc MILO. Namen. H Et eylant M^/orwierdt oock Byblis, Ze-phyrie , Mimallis , Siphnus, en Acytos, genaemtjdoch nu heeft het de Grieckfche naem Mi'os, ’t welck een meulen , oft een meu-iefleen , beteekent, om dat hier veel fleenen, dienftigh om meulefleenen van te maken, gevonden worden. Het is gelegen , volgens Strabo en Ptole- Gelegen^ meus, in de Cretifche zee ,• maer de nieuwe Schrijvers, die alle de kleyne zeen in een groote als vermengen , plaetfen dit eylant, alsoock Myrtoë , in den Archipelagos, ontrent hon-dert mijlen van Candien aen de noordthjde, (hoewel eenige andere maer 50 mijlen rekenen) en foo wijt van ’t voorgeberghte Scylla, oft Capo Scyllo, in ’t lant Argius in den Pelopon-nefus ,• doch Strabo telt maer 700 fladien, oft 87 mijlen , die ontrent ip Franfche mijlen uyt-brengen. Het leght oock lbo wijt van Caepde Colonnes, oft het voorgeberghte van Sunium, en tegen over de Caep Malio in Morea. Den Omring. omring is, als eenige feggen , 60 mijlen j doch, nae ’t gemeen gevoelen , 80 mijlen, ’t Is het rondthe eylant van defe zee , behalven dat hjn Oedatntt. twee armen, die men aen de noordthjde het, een opening tulfchen beyde laten, ’t welck is den ingang van een kleyne golf, en een feer fraeye haven, daer men een toren het, den BifTchops-toren genaemt, met eenige huyfèn. Porcacchius helt hier Apanocaßro , dat wel ver- piaetßn. flerckt is, en S. Demetrius, voor de voornaem-fle plaetfen : maer anderen, door de Griechen felf onderricht, fpreken van twee fteden, Caflro en Chora geheeten. Dit eylant heeft vele wateren, die door fbl- Hoedanig fer-mijnen loopen , en vele heckten genefèn j oock ontbreeckt het hen niet aen foete wateren die van de bergen afdalen. Men vint hier oock veel honigh , felf in de holen der bergen, en den fteen Sardonix, die onder fwart, boven op root, en wit is in’t midden, ’t Acrtrijck brengt oock wijn en tarwe voort, gelijck als Creten i en d’inwoonders maken een groote menighte fouts, dat men elders vervoert. De fcheepslie-den hjn genegen hch hier te ververfchen , en van broot, wijn, oly , fout, enedick, te voorben. D’inwoonders van dit eylant worden voor de Sedertt befte zeevaerders van de Middelandtfche zee geacht. In dit eylant hjn , gelijck oock in d’an-dere, eenige fcholen , daer men de kinderen leert lefen, ende Pfàlmen verftaen ; oock lee- I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;renfc |
*
-ocr page 324-OZ
Tremon
À
Callifte
'^ulcA^rn;
AirtiTnelus
Tfyra
S amos tul. Samo
59
Tolyæg'os üi^
'ViîfV4£^aiietue. ajr*iart4£
Caii/m itul.
Gimoli«
xarus ’ ioi.'Svs^
eine» Tnïolæ tre«
Meltts ^a.
MiloJ
Sicifiïw^^ a^Sicemis
T kilo canärus
31.yconus j^. ioi^f^Ocole'
tfeyruJ ia SivvoMa^
Ciäali» ïnlwl
ia.
Naxus ia Xicua
tStClKuh^
Tlierafia
Oliarns ZrZ
Ana^lie ioi.
o ßiZ
quot; “Zme
Calidnæ Tttûxlæ.
NiCpris tt
amp;terra^
l'R.lOi TVM. MA.n:É .
Ci^lee
f ^ltif-B^ tol.
^flypalxa Inf.
Sitn^alui'
^orce^'
^comO'
3e
CjLRF^THIVJÆ MJLRR .
'zq nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E Y L A . renfe in fommige d’Italiaenfche tael, om den koophandel met die van Venetien. Kentering» Dit eylant ftaet onder den Turckfchen Key-Kebgie. j cvenwcl quot;genieten de Grieckfche Chrifte-nen daer vrye oeßening van haren Godtsdienft, gelijck oock de Lacijnïche, die hier een Bif-Ichop en befondere kercken hebben. Dicht by de haven is een fraye kerck op d’oude wijfe gebouwt, die van Grieckfche Calogersoft mogt; nicken bedient wort j ’t welckde Turckengeen-hns verhinderen , indienfe maer de fchatting, die hen opgeleyt is, betalen. |
N D E N Het grootfte eylant is vruchtbaer, en met goede havenen voorfien. De zee is overvloe-digh in vifch, en den arm der zee, die het van ’t ander affcheydt, is in ’t midden föo diep, dat men daer nooit geen gront heeft können vinden. Dit eylant en Naxos waren eertijdts onder de heerfchappy van een Venetiaens Edelman ; maer nu ftaen fy onder den Grooten Turck j en de Turcken en Grieckfche Chriftenen, die hier woonen, leven volgens hare eygen wetten. A N A P H E oft N A M F I O. |
EY LANDEN ontrent M I L O. ROntom ’t eylant Milo fiet men de gene die d’Italianen Jr^entiera noemen , om haer filver-mijnen : het gene Ptolemeus Poly^^os noemt , wort nu Falconara geheeten; gelijck oock Policandro , eertijdts Phelocandros, oft , volgens Strabo , Pholegandros ; Sicandro noemden d’Ouden Sicinnus en Sophianus, Sidney Nio, te voren lojgeheeten , legt 2,y mijlen van There j en Cimolus heeft nu de naem van Polina^ E. UAmeti, TT eylant eerft Calïifle geheeten , I I een colonie oft volckplanting derLacede-moniers, en d’eerfte plaets der Cyreniers, wort nu Go^zgenaemt. Het Icght 70 ftadien, dat is byna negen mijlen, van Creten oft Candien noorden. Den omring is 200 ftadien, oft 25 mijlen. Ptolemeus ftelt hier twee fteden Steden, van welcke d’eene is Eleußne,tiii Antimilo geheeten, en d’ander is Oea» D’inwoonders van dele en de naburige eylanden hadden de gewoonte van het geele oft den doyer van d’eyeren , in plaets van den dranck die men met meel toemaeckt, te drincken , en hielden defen beter dan d’ande-re. Sy bedreven geen rouwe over de kinderen die voor haer fevende jaerfturven, noch over de mannen, die na haer vijftighfte jaer ’eleven afleyden. |
BY Therafie ten noordweften ontmoet men Wm». ’t eylant Anaphs^ nu N4wƒogenaemt, al-waer men een ftadtfiet op eenrot/è. Daer was eertijdts een kafteel, doch den meeften tijdtonbewoont : maer om datd’inwoonders ge-waer wierden, dat het den zeeroovers toteen verblijf ftreckte, hebben fy het geheel ver-woeft ; en bouwden een ftadt in ’t midden van’t eylant, dat de/è befondere eygen/chap heeft Aertvnn't dat ’er geen fenynigh gedierte kan levendigh blijven ; ja lèlf indien men in een ander lant een circkel maeckt van d’aerde van dit eylant, /90 moeten aide fenynigedieren, die daerin fijn, haeftelijckfterven. A M V R G O. HEt eylant Amurgus ’t welck Strabo oock Namen. onderde Sporades ftelt,worthedendaeghs Amurgospoli geheeten ; het leght dicht by Anaphe,en heeft 80 mijlen in fjn omring. Hier Groete. fijn drie kafteelen , Amurgo, Hyali en P/^foge-naemt,- en aen de noordtfijdedehavensS.2»-na, Calos, en Platos oft Catapla. Dit eylant is bergh-achtigh , en evenwel Hoedanig-neerftigh bebouwt. Aen de zuydfijde fijn vele rotfen, welcke door de baren der zee , als de winden haer ontftellen, bedeckt worden 5 waer door de /chippers dit eylant mijden foo veel Ff können. Heraclides feght, dat ’et overvloedigh veel wijn, oly en vruchten voortbrengt. |
T H E R A S I E , OFT SANTOR INI, E N S. E R I N E. Namen, Gelegen-htje. Steden. Crore» T'Hei'aße, oock een eylant, eertijdts een deel van’t eylant There , wortnuS^wto-rino oft Sandorine genaemt. Het leght yo mijlen van ’t eylant Milo naer’tweften, 100 mijlen van Candien naer ’t noorden, en foo veel van ’t eylant Delos naer’tzuyden.De voor-naemfte plaetfen fijn Scaro, S. Nicolaes Kemirgio-pyrgos, Acrotirion en Nympyrgos. Maer S. Eirene oft Erlne, dat daer naby is, houdt men fes mael grooter dan Therafie oft Sandorine ; het heeft ontrent 40 mijlen in fijn omring, enleghtdo mijlen van Candien. |
C A L O G E R O. BY Amurgoaende weftfijdefietmen’teylant oft liever de hooge rotle Calogero, niet wijt van ’t eylant Co, ’t welck aen de zuydfijde naer Afien ftreckt. Hier fijn vele goede valcken ; en eenige Grieckfche Calogers oft monnickenhouden fich op dit eylant, diefich, door ’t middel van een kleyn bootje, van alle nootfakelijekheden voorfien. CYCLADES. DELOS ofc S D I L E en R H E N E. HEt eylant quot;Delosßt welck leght als in ’t mid- Namen» den van de Cyclades, onder de welcke het gelijck een Vorftin uytmunt, was eertijd tsCynthie, omdenberghCynthus, (waervan Apollo den naemhadt vanCynthius,) gehee ten |
ÎN DEN ARCHIPELAGVS. 2î
Grootte. Ou'e gcdts-tHefj/i. '^anien. eleven-quot; kep: teö , én oock Ortygie, Afterien , Lagîen , Cia-mydien , Cynethe en Pyrpile, cn na Sdi/es ge~ naemt. Plinius fègbt, dat het vijf mijlen in lijn omring heeft; maer de nieuwe Schrijvers toonen , dat Delosin twee eylanden isgedeelt, van weicke’teene grooter is dan’t andere. Het gene dien vermaerden tempel van Apollo , en den bergh Cynthius in fich begrijpt , heeft vier mijlen in fijn omring, en ’t andere tien, ’t welck fy Ortygie noemen, het welck oock wel bebouwt en voickrijck is. Men fiet ’er noch een foo grooten afgodt, dat duyfent menlchen die niet fouden können oprechten; en door’tge-heele eylant vint men vele colomnen en Colofi-fen. Dicht by Delos is ’t eylant Rhene oft Rhen eie hedensdaeghs Fermene, als Bordonius feght, ge-heeten,’t welck niet meer dan een halve mijl van ’t felve is gelegen , foo dat Nicias die met een keten aen elckander hechtte. Oock worden dele twee eylanden voor een genomen, en beyde te famen Sdile genaemt. Dit eylant was in oude tijden in leer hooge achting, om dat men geloofde , dat Latona hare kinderen Apollo en Diana daer gebaert hadt, en aen yder van hen hier een tempel ge-bouwt was : jafelf alle d’eylanders daer rontom fonden eenige van hen,om de plechtelijckheden en offerhanden , die hier gedaen wierden, by te woonen,en van hare dochters,om op de feeften, ter eeren van Apollo, te danffen en te fingen. Daer wierdt geen offer fonder danffen , nochte fonder mufijck en fpeel-inftrumenten , gedaen. D’Athenienlèrs wijdden dit eylant aen Apollo, en ordineerden alle vijf jaren een lölemneel feeft tot fijner eeren. Te voren was men gewoon daer hooge feeften te houden , op weicke de Ioniers en vele anderen,met hare vrouwen en kinderen, verfchenen, en hielden daer hunne gevechten , Ipelen, en vele andere oeffeningen, met allerley flagh van fpeel-inftrumenten : maer dele beefigheden fijn ledert geftaeckt, foo dat daer niemant ging dan de mufijck-fpeelders , die d’Atheners , en die van de naburige eylanden, op de hooge feeften derwaerts brachten. Maer de gemelde Atheners herftelden daer na d’oude oeffeningen, en voeghden daer by het rennen te paerde, dat te vooren nooit gedaen was. In dit eylant Delos was het verboden eenige doo-den te begraven oft te verbranden ; loodatfe die alle in ’t naburigh eylant Rhene brachten. Oock mocht niemant hier honden hebben oft onderhouden. S Y R O S, en C E A oft ZIA. S Tros, een ander eylant als Scyrosvan Ly-comedes, wort hedensdaeghs Syr^gehee-ten ; en leght niet wijt van Sdile ten noord-weften. Dit was’t lant van den Atheniaen Phe-recydes. Wat belangt Ceos, oft Cia, oft Cea , anders Hpdruffa , volgens Plinius, en heden Zia oft Zea, geheeten ; het leght ontrent jo mijlen van Delos, en 40 van de Caep Colonna naer de weftfijde ; en fchijnt eertijts een deel van Eubea geweeft te fijn, doch is ’er federt door de zee Griecken, |
van afgefneden. Den omring is yo mijlen , als eenige feggen , doch andere fchrijven 40 mijlen; en hetftreckt van ’t noorden naer’t zuy-den. De voornaemfteftadt van dit eylant is da, eertijts lulis genaemt , die een bequame haven heeft- Simonides, een vermaert Poëet, fijn neef ßacchylides, en de Philolboph Ari-fto, fijn alle in dit eylant geboren. Aen de weft-fijde van dit felve eylant is een fonteyn , weicke de gene, die daer van drinc-ken , dul doet worden ; foo datfe niet weder tot hun verftant komen voor de kracht van ’t water verteert is. Men geloofde eertijdts, dat de Nymphen Ottde/e» dit eylant eerft bewoont hebben, en dat de Mufen oft konft.goddinnen hier aen Arifteus de wijle van d’offen en fchapen te hoeden en wey-den eerft geleert hébben , gelijck oockde Bri-lès hem den honigh leerden toebereyden. Ari-ftides heeft hier forghvuldelijck de vrouwen eenige wetten voorgefchreven , om hare léden te beftieren ; en de kinderen droneken hier niet dan water, oock niet de dochters, tot dat men hen uythuwde. Het was den mannen nietge-oorloft de dooden te beklagen, oft met verandering van kleederen rouw te dragen, oft fich te laten lcheeren ; maer den moeders was toegelaten over een afgeftorven jongman een jaer lang hunne droefheyt te toonen. Dewijl dit eylant feer gelóntis, en datde menfehen, inlbnderheyt de vrouwen , hier feer lang leefden , loo verwachtten fy niet hunne natuerlijeke doot; maer verhaeften hun fterven, eer hun eenige fieckte overviel, oft datfe lam oft kreupel wierden , met het innemen van heulfaet oft mankop, oft dulle kervel, waer toe fy fich verlaemden, als tot een hoogh feeft, oft plech-telijckeofferhande. Andere feggen, datlèeen wet hadden, dat men al de gene, die over de fèftigh jaren oudt waren , moeft doen fterven , op dat ’er voor d’andere geen levens-middelen louden gebreken. CYTHNE, SERIPHE, SIPHNE, PREPESINTHE, cn O L I A R E. HEt eylant Cy« behoudt noch fijn vorige i^amen: naem ; dat van Seripbe, daer de vorflén ftom waren, ( en waer, volgens de fabelen der Ouden , Dides met fijn netten het koffer ophaelde, in het weicke Perfeus met fijn moeder Danaë ingefloten was, wanneer Acrifius hen in de zee had doen werpen, ) wort hedensdaeghs Serphene geheeten. ’t Eylant Siphne wort nu Sifano oft Siffanno genaemt ,• fijn omring is 40 mijlen : ’t heeft een ftadt aen de weftfijde, en de golf oft zeeboefem Schinofi tenooftenj ten zuyden is de haven, waer eertijdts de ftadt was. Het vierde deler eylanden is Prepefinthe, het welck op ’t vorige volght, en Ar^entaraoFt Argentiere wort geheeten: eyndelijck, niet wijt van ’t laetftgemelde, is ’er noch Oliarus, ’t welck d’inwoonders hedensdaeghs ^itninio noemen. Alle defe eylanden leggen ten zuyden van ’t ey- ceh^eth^ K nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lant |
■9*ant»tu9Q^
O'f
olt;e
t-f
Ç:i
lt;u
a
oz
0'^
ii
^TP^H
k
■J^
'.fttmurj^'r.
W' ‘r? ^ÿî
6£
siJSLonKJ-v-jsLo s
^^j:i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o æ 3:jÿri y:T
jui^anannTï
'1WU9^ O
X
V’T 1'^’7
‘ï'^s:
013^ ‘/Of SJi.IS'J
'r'n
e -J- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'/oy
'lt;S-ni:y^ -pij
^a^Hfoxr^
O ÆT T a:x xw ^3.oiHl:f3 -3gt;t^S' 's:
y snj ay/xij-^
fA-J!rvT3:j^
JSL O 3: O 3:
■Tt^tU^T
s^i^uo'^ D
,^^77
' Z JSL O 'n
::^ l U 3
OT Jinao-Ja s
‘’^rv quot;j.-'- f^
' ij^iyTi'iirj.s!
‘n svijis'æ:^^:^^ ^qjs^w^sl
6^
• jvuiîr
•vïïjfj; (
O
. -SmP
• oga^^
S A. 1^1
lt;^3^0
IP^
ÿA-M:! S' S'A J .TJ^ osirx vx S'
tt»
Z Z a T O
2X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E Y L A
daer Tontom , en byna even verre van elckander, en van gelijcke grootte 5 want yder heeft ontrent 30 mijlen in ’t oragaen.
NAXOS ofc N I C S I A.
*
wierdt eerft genaemt Strangik fe-I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dionyfias, om de vrucht-
baerheyt van fijne wijnftocken j eenige noemden ’t oock ’tklcynt Sicilien^oit. Callipolis^dozh. nu wort het IS^icßa oft Necfia geheeten.
Gelegen- Het IS achtien oft twintigh mijlen ten zuyden ^7*- van Delos gelegen , hebbende ten weften oft liever ten zuydweften’t eylant Paros, en’ton-vruchtbare eylant Stenofa ten noordooften.Het heeft ontrent 80 oft 8y mijlen in fijn omring. Sijn haven is aen de weftfijde met de voor-naemfte ftadt, oock Nicfia genaemt. In defe plaets is Bacchus, oft Dionyfîus, uyt Semele geboren, (gelijck de Poëten verfieren; ) en door de Nymphen Coronis en Cleïde opgevoedt : hier was ’t oock dat Thefeus fich ophiel, als hy Ariadne uyt Creten voerde,- en daer hy (als hy Bacchus in fijn droom gefien hadt, die hem met ongeval dreyghde, loo hy niet fonder haer vertrock, ) haer verliet j toen nam haer Bacchus des nachts, en verdween met haer, gelijck de fabelen vertellen.
Uoedanig- Dit eylant is vruchtbaer van terwe en andere granen, als oock van vruchten en wijnen , die d’Ouden voor feer goet en welfmaeckende hielden. Aen de noordfijde ishetbergh-achtigh; en heeft in ’t midden een feer hoogen bergh. De marmer van dit eylant wierdt certijdts feer geachtnu vint men noch in de bergen de fteen die d’Italianen Smeriglio noemen, die onder de hvartfte en hartfte kan gerekent worden. Vele meenen , dat hier gout-mijnen fijn ,- maer d’in-woonders verbergen defèlve, en willen daer niet aen arbeyden, om dat deTureken het voordeel fbuden weghnemen. Men vint hier veel wilt gedierte, vele wefpen, die in ’t fteeken dooden, en een groote menighte uylen.
fchoone vrouwen, raaer Bondelmont verhaelt, dat hy ’er vele gefien heeft, die al haer leven in den maeghdelijcken llaet bleven door gebreck van mannen , en niet uyt haet van ’t huwelijek.
Regeering. nbsp;nbsp;nbsp;Dit eylant was, met vele anderen, onder het
gebiedt van loannes Querin, Venetiaenfch Edelman, en federt onder een Hartogh, Iacob oft Giacomo Crifpo genaemt, die door Selim , Tureks Keyfer , wierdt verjaeght, welcke een van fijne gunftgenoten in de plaets flelde. Sedert fijn d’inwoonders, die alle Grieck-fche Chrifienen waren , met Tureken en Joden vermengelt. Eyndelijck, dit eylant is nu met een Aerts-bisdom verciert.
PAROS, en ANTIPARI O.
HEt eylant Paros, oock PaB^ien en Minois genaemt, heeft in ’t gemeen, alsfbm-mige feggen , d’eerfte benaming,- oft die van Pario, als andere meenen.
Gelegen- Het Icght, uac ’tfchrijven van Plinius,28 mij-
N D E N
len van Delos, oft, volgens’t gevoelen van andere, 20 mijlen, als men de ftreeck recht zuyden neemt, en dicht by Nicfia, ’t welck feven mijlen van daer leght, als Plinius gevoelt. Het ffreckt fich uyt van ’t ooflen naer ’t weften , volgens Niger ; oft, van ’t noorden naer ’t zuyden , als Pinetus feght : het heeft ontrent jo mijlen in fijn omring,- en een ftadt , Parthie geheeten , dat een Bisdom is : noch fijn daer twee andere plaetfen, van welcke d’eene K^-phalos oft Cephaliis, en d’andere Agofia oft Augufla, wort genaemt.
In dit eylant is een fonteyn, welckers water Hoedanig-verwt het linnen, oft het wit laken, geheel ftvart, als men het daer in fteeckt. Den gront van dit landt wierdt oock feer geacht om fijnen witten marmer, fonder eenige ader van anderever-we , die men Parien en Lychnit noemt, om de Lychnes, dat is, lampen, by welckers licht die wordt uytgehouwen.
Ten weften van dit eylant fiet men een ander kleynder , Antipariogeheeten, ’t welck maer vijf mijlen van ’t vorige is gelegen.
G Y A R O S oft IERO.
HEt eylant Gyaros wordt van de Schippers Namen, Stopodia, en van anderen Jero genaemt.
Het is 62 mijlen van Andros, en dicht Gelegen-by Mycone , gelegen. Den omring is ontrent 12 mijlen.De Romeynen banden hier de quaet-doenders, gelijck oock in d’andere kleynder naby-gelegen eylanden.
Het is een feer dor en onvruchtbaer eylant, welckers inwoonders om de ratten gedwongen waren te verhuyfen, die na hun vertreck het yfer knaeghden.
T E N O S oft TINE.
HEt eylant TzweoftTfwi, eertijdts Tenos oft Tenus J als oock Hydruffa en Ophiujfa genaemt-, is eene van de Cyclades,- en fes Gelegen-mijlen van ’t eylant Delos, en tien van Andros, gelegen , tufTchen welcke eenige rotfen in ’t midden uytfteken. Het heeft 80 mijlen in fijn Groette. omring, hoewel anderen alleen 40 fchrijven. Hier is maer een ftadt, die de naem heeft van Tiaetpin^ ’t eylant, feer fterek op den top van een bergh gelegen ; en eenige vlecken en dorpen. Wat het oude kafteel oft Pa/eocaflro belangt, dat is geheel verwoeft. Men fagh eertijdts in dit eylant de graffteden van Zethes en Calais, fóneii van Boreas, van welcked’eenefichbeweeghde als de noordewint blies. Hier is een feer vruchtbare vlackte, en daer wort veel fijde gewonnen. De forterefte van dit eylant wordt onwinbaer Sterekte, geacht,- want fy heeft altijdthet geweldt der Tureken kloeckelijck afgeflagen , gelijck ooefe die van Mycone ; en ’t is een toevlucht voor de Chriften flaven, die van de Tureken uyt hare elenden vlieden. De Venetianen fènden hier alle twee jaren een Venetiaenfch Edelman, om dit eylant te beftieren. Daer is oock een Bif. fchop van de Latijnfche oft Roomfche kerek.
M Y C O-
-ocr page 329-
IN DEN ARC MYCONEoftMYCOLE. Nawen. A lt;nbsp;Tcon oft MycoMos, eeneylant, (waer on-l\/| der de Centauren, door Hercules ge-quot;^doot, leggen, als d’oude Poeten vertellen,) wort oock voor een van de Cyclades gehouden, en nu Mycotje oft Mycok geheeten. Gelegen- Icght I ƒ mijlen van Delos, en lo van Tine: hey. en heeft omtrent 30 mijlen in fijn omring. Het is van een goede haven, met fijn belchutting oft hooft, en een fterckte, voorfien : en heeft ten ooften S. Anna , en de haven van Pandera-mo , en ten zuyden S. Stephano. De Myco-OnJeff niers waren eertijdts van nature meeft kael j en feer groote panlickers, die ten kollen van andere trachten t’eten en te drincken, foo om hare gierigheyt , als om hare armoede. De Venetiaenen bellieren het door een Reólor oft Gouverneur, ’t welck een is van hare Edellieden, op de felve wijfe als 'c voorgemelde ey-lantTine. ANDROS. Nawen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eylant A^dros wierdt oock van d’Oude I ^CauroSf en daer na Antandros geheeten ; het hadt mede de namen van Laftay Nonagria, I^ydruffd en Epe^gris} doch heeft nu noch d’oude benaming van Andros,Andro,oEt Andria behouden. |
Giiegen- Het leght een mijl van Tine, als Plinius fegt, H Î P E L A G V S. ia doch veel wijder na ’t gevoelen van Pinetüs, en van Negrepontus oft Eubea 25 mijlen , hebbende recht tegen fich Over defladt Carifle ; en eyndelijck ontrent 30 mijlen van Delos. Plinius verhaelt, dat het 93 mijlen in fijn omring groot is, Niger feght 90, en andere meenen, wel 100 mijlen. Ten ooften heeft het de fladt Andros , die leer voickrijck is, doch fonder haven, van welcke men over een brugh naer ’t kafteel gaet, dat op een rots, daer de zee rontom vloeyt, isgeplaetft. Dit eylant heeft overvloedigh veel water, en eenige bergen , tufïchen welcke men feer vruchtbare valleyen fiet. Het brengt fèer goede wijnen voort, en voedt vele heeften , waer uyt komt dat hier een groote menighte van goede kafen gemaeckt worden. Men wint hier mede vele fijde,- en in ’t kort, dit eylant isrijekin allerley vruchten , en andere dingen , noodigh tot onderhout van ^t menfehelijek leven, Eenige Ouden hebben gelooft, dat het water van de fonteyn Dioteenofia, ’t welck by den tempel van Bacchus in dit eylant was, altijdtop den vijfden lanuarii de fmaeck van wijn hadde. In dit eylant fijn vele Latijnfche Chriftenen, Godtt-met de Griecklche, en met Tureken vermengt ; en den Biftchop van Andros heeft nu de gewoonte, dat hy fich van de Paus laet beveftigen. De Roomfche Chriftenen doen haren godts-dienft in ’t latijn, maer d’anderen in de Grieck-fche tale. |
EYLANDEN dicht by de kuften vâû GRIECKEN,
Gelegenkey. Creoite. ’Hoedanig'' Ley, van wegen de mieren , die in menlchen verandert waren , op ’tgebedt van Æaeus , na een groote peft , die dit eylant woeft gemaeckt en van ’t volck ontbloot hadt , gelijck d’oude Poeten fchreven : maer om datdefe eylanders als mieren in d’aerde wroeten, om daer het faet in te werpen j en oock om datfe in graften en holen woonden, dewijl fy geen fteen hadden om huyfen te bouwen. Het wort hedensdaeghs Legina oft Engia, waer van de naem der golf afkomt, geheeten. Het leght in de zeeboefem Saronicus, oft Golf van Engia, tegen over de kuften van Mo-rea, en ’t vafte lant van Argien, waer tuffehen een arm der zee vloeyt,- en is niet wijder dan 12 mijlen van Pyreus, de haven van Athenen, afgefcheyden. Den omgang is ontrent 20 mijlen en ’t heeft een ftadt van de fèlve naem, met een Sterekte van hout getimmert tegen ’taenloopen der zeeroovers,XyZor4^ro genaemt, waerom fómmige dit eylandt felffbo noemen. ’t Bovenfte van ’t aertrijek is hier fteenach-tigh , maer van binnen goet, enbequaemom Griocken, |
veel gerft voort te brengén. De Argiven brachten hier de Dorifche tael en fèden. Vele in-woonders der ftadt Egine aten alleen, lang na Onde/i^ den oorlogh van Troyen, om het verlies van de haren ; en daerom wierdenfe Monophasés, dat is, alleen-eters, genaemt. D’Egineten waren d’eerfle die'filvergelt ftoegen , om over zee te handelen, dewijl fy een onvruchtbaer ey-^ lant bewoonden. Haer talent was foo veel als tien duyfent Attifche drachmen, oft loö mines, welcke ontrent 2000 guldens bedragen. Sy waren in oude tijden foo machtigh , datfe fbmtijts’tmeefte vermogen ter zee hadden, en flercKer te water fchenen dan d’Atheners, ja felfin den zeeftagh by Salamine hadden fÿ meer fchepen dan eenige van d’andere Griechen, be-halven die van Athenen. Oock was haer eylant feer moeyelijck om aen te komen, alsfijnde geheel met rotfen omringt : en evenwel was het foratijts den Athenienfers onderworpen, die het aen hare colonellen uy tdeeldcn , na dat het d’Argiven, Cretenfers, Doriers en Epi-dauren hadden befèten : federt hebben ’t de Lacedemoniers, die het den Atheners afnamen,aen d’eerfte inwoonders W'edergegeven,die de gedaente van een Republijck inftelden, in plaets van de Princen , waer van Æaeus een was, die hen in ’t begin regeerden. Haren voornaemften tempel was die van Ve-nus: doch nu is Egina een Aerts-bisdom,en ftaet onder den Patriarch van Conftantinopolen. ^»me L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SA- |
A N D E N
^^amen,
Celegen-heyt.
Grootte,
Oude Codts-dienji.
iJAmen,
Celegen--hejit. Lengte,
teamen.
Gelegen-heyt.
Grootte.
Steden.
S A L A M I S oft C O L V R I.
HEteylantS^/^w«, eertijts Sciras f CychreiCj en PytîuJJa genaemt, wort hedensdaeghs Co!i{ri geheeten. Het leght tegen over Eleufine , en de lantpalen van Megaris en Attica. De langte is 70 lladien , oft, volgens andere , 80, welcke 10 mijlen uytmaken : de ftadt heeft een ïêlve naem als ’t eylant -, en de rivier, voor defen Bocarm oft Bucolias genaemt, wort nu in Italiaenfch Burnna geheeten. Dit eylant was foo feerniet vermaert om Teucer , Telamon , Ajax, fijn loon , en d’Æacides die het befaten; noch om Salamis, de moeder van Alopus, die het haren naem gaf j nocht oock om Homerus, die fbmmigen een inboorling van Salamis achten -, als wel om d’overwinning , die de Griechen dicht by dit eylant op Xerxes, Koning van Perlen , verkregen , welcke terftont na fijne nederlaegh ter naeuwer noot ontvluchtte.
D’Atheners ordonneerden in dit eylant god-del'ijcke eerbewijfingen aen Ajax , loon van Telamon, en aen Éuryfacus, Ajaxfoon, die een langen tijdt vand’inwoonders fijn gedaen.
HELENA ofc MACRONIX O.
Dit eylant Hekna is dus genaemt ledert dat Paris met fijn fchoone Helena hier aen-quam , en haer genoot, nadathyfege-Ichaeckt hadt 5 of om dat ’er Helena, nae’t overgaen van Troyen , landde : doch te voren was het Crana'é , en nu Macroniß oft Macronixo geheeten. Het leght tegen over het lant der Oro-piers by de grenlen van Attica en Beotien. Syne lengte is omtrent 60 ftadien oft leven mijlen en een half: maer ’t eylant is woefi: en onvrucht-baer.
EVBOEA oft NEGREPONT.
EVhœa,cerB Hellopie,Oche,Abanlis,en d’inwoon-ders Abantes geheeten, hadt oock de naem van Macris, om fijn langte, en van Macra, Chaicodontis, Chalcis en Ajopis -, doch nu noemen het de TurckenE^r/^05,een woort dateenighfins na EuripiiS gelijekt , en d’Italianen Hegreponte, dat is, als ofwy feyden Swarte brugh, welcke benaming Ipruyt, als Ibmmige meenen, van de brugge, die het aen ’t vafte lant hecht.
Dit eylant was eertijts een deel van Beotien, en wierdt door ’tgewelt der zeebaren daer van afgelcheyden. Het leght tegen over de geheele kuft die lieh uytftreckt van de Caep Sunium en de Caep Colonna tot aen Theflalien , en heeft fijnuytfichtnaer Attica en Beotien , fijode van de gemelde landen gefcheyden door een engte der zee, en begint fich van’t eylant Helena af van ’t zuyden naer ’t noorden uyt te ftrecken. Het is lyo mijlen lang van’tzuyd-ooften naer ’t noordweft , de breette is 40 , en op ’t fmalfte 20 , en den omring ontrent 3Ó5 mijlen.
Devoornaemfte Hadtis Chalcis, nnlAegropont genaemt, gelegen op den Euripus oft Engte tegen over Aulis, een plaets in Beotien , aen welc
ke het met een brughgevoegtisby’tkafteel, ftreckende over den arm der zee , die tulfchen beyden met ongeftuymheyt loopt. Dit is de plaets , daer fich Ariftoteles , als fommige ichrijven, in wierp, en verdronek. Eenige nieuwe Schrijvers , door de Griechen onderwelèn , léggen ,datdefe ftadtnu Euboïa wort geheeten, en datfe foo groot is als Tubingen in ’tHar-toghdom Wirtenberg. D’andere lieden fijn Rcc-CQ, eertijts geheeten j Cai'eflo , tevoren Caryflus -, Acmene, wel eer Amarinthus ; Pat tari, in oude tijden Caleat-te Gereßo , voor delen Gf-reflos-, Ellüpia, eertijts Ceryntus j Haloni, te voren Artemis ,• Lorco , wel eer Oreos-, Limene, in oude tijden Edep/os en Lipfo, voor defen lanta, ofte, volgens Niger , Talandi, tegenover een eylant van de felve benaming.
D’andere Heden, dieper in ’t eylant gelegen, fijn , Polirica, Mandugo , Lilamto, Cupa, Potiri, p/aet/en. en Stura oft Stora , welcke Mahomet de Tweede plonderde en verbrande met Baßlica , en die, als lommige meenen , de felve is, welcke Strabo Styfa noemt. De hoofden,oft uy tllekende hoec- Capen ofi ken , fijn de Caep Caphareus, nu Capo doro oq.. heeten, en van eenigen Eigera , waer Nauplius, de vader van Palamedes, (om fijn lbons doot te wreken, en de Griecken na de wederhomft van Troyen te verderven,) in de nacht vele vuren ontftack , als fy een groot onweer hadden , lbo datfe meenden dat dit een haven was daer ly fich lochten voor de llorm te bevryen , doch naerderende , hunne lchcpen tegen de rotfen aen Hucken Hieten : het voorgeberghte Ceneus, nu Cap de Litar genaemt, Hreckende weH-noord-weH ,• die van Leon, nu Capo Mantello j en ’t Hooft Cher/onefiis, hedensdaeghs de Punt van Chimi geheeten.
Den Euripus van Eubea, oft Chalcidicus, is ^ttriput. d’Engte oft hals tuHchen dit eylant en’t vaHe landt van Griecken, waer de zee yder dagh en nacht zeven malen ebt en vloeyt , fonder dat men daer eenige reden van kan geven , alleen dat men leght , dat het water altijts beweegt is, en fchijnt door dat middel fich te verheffen en af te nemen , gelijck dezeevloet. DochPor-cacchius leght, datfe maer tweemael des daeghs vloeyt , maer met een groot geweldt van het water.
Dit eylant heeft warme wateren, dienffigh om vele fieckten te genefen, foo dat Sylla felf ’ die gebruyckte j en het water van de rivieren Circus en Neleus heeft dele eygenfehap,’ dat de fcliapen, die van ’t eene drineken, wit worden , en in tegendeel dat van d’andere rivier maeckt de felve dieren fwart. Dit landt is vele aertbevingen en onder-aertfche winden onderworpen -, maer ’t is overvloedigh in granen, wijnen, oly , en hout om te bouwen. Men heeft de marmer van CaryHus veelgeacht, en een Heen van de felve plaets, die men, foo d’Oude Ichrijven,'tot een draet kon maken, van welcke men linnen maeckte, dat men, als ’t vuyl was geworden, in ’t vuur wierp,om het te fuy veren en te bleycken. Hier waren eertijts vele koper- en yfer-mijnen -, maer ten tijde van Strabo kon men die niet meer vindea.
D’Oudeo
tf
r
-ocr page 331-IN DEN ARC
ï)ude /i-de»,
ßa'ekfe,
en goâts-tlttnß.
D’Ouden (eggen j dat de vrouwen van dit ey-Jandt /eer fchoon waren ; wat de mannen belangt, vele verdienden groote achting door hare geleerthey t, gelijck men belpeurde aen de gene die tot d’Academie van Eretria , van welche Menedemus het hoofcwas, behoorden,- defe waren aenhangers van Ariiloteles, die te Chal-cis tot aen fijn affterven woonde.
D’oude inwoonders gebruyckten fwaerden, pijlen , fchichten, piecken en flingers. Sy vochten in’t gemeen te voet,- en men vint in eenige opfchriften , dat d’Eretriers in hare heerlijcke feeften 3000 gewapende mannen te voet, 600 paerden, en 60 wagenen hadden.
Sy onderhielden eenige feeften ter eeren van Diana , Amaryfies genaemt : en hadden een marmeren tempel aen Apollo gewijdt, en een anderen heerlijcken de zeegodt Neptunusgeey-gent. De Caryftiers deden godtlijcke eer aen den reus Briareus, en die van Chalcisaenden
Ki/ofiman-fchappen.
Regetrinv.
Cedti-ditnfl.
reus Ægeon.
Van Negropont Iiaelt men fijde,was, honigh, kottoen, grove wol, droogh leer, enallerley huyden , tarwe, eenige foorten van boonen, vlas, en diergelijcke.
Dit eylant ftont weleer onder de Republijck van Venetien , inlonderheyt federt dat Rabanus Carcerius,vreefènde dat hy ’t niet alleen foudc können befchermen , het aen dien Staet overgaf : maer het quam eyndelijck in ’t jaer 1470 io handen van Mahomet de Tweede , Turcks Keyfer, die daer van meefter wierdt, en tot nu toe is gebleven:waer toe hy alle mansperfoo-nen, die twaelf jaeren en daer over oudt waren, liet ombrengen ,- en deê alle kinderen, foovan ’t manlijck als vrouwelijck geflacht, met hare moeders, naer Conftantinopolen brengen. In dit overwinnen gebeurde defe gedenckwaerdi-ge daet : de dochter van Paulus Erizzus, een der Overheden van dit eylant, was verordineert, om hare ongemeene fchoonheyt, aen de gemelde Keyfer gefonden te worden ; maer fy hadt liever te fterven, dan hare kuysheyt te verliefen.
Mahomet de Tweede veranderde de kerck der Latijnfche Chriftenen in een Turckfche mefquite oft tempel • en ’t eylant wordt fèdert die tijde van Griechen en Turchen bewoont, die yder na haren godtsdienft en byfondergevoelen leven.
H Î P E L A G V S. 2y naemt, dan door fijnen Achilles of Lycomedes.
Dit eylant leght ten ooften van Eubea , dat daer niet wijdt af is, 130 mijlen van Delos , als men ten noordtweften aen feylt, en meer dan een hondert mijlen van Lemnos ofc Stali-mene, (hoewelBelloniusmaer yomijlenftelt, ) gaende zuydweftwaerts aen. Het heeft ontrent 80 mijlen in fijn omringden Wierdt eertijdts wel bewoont, om dat het verfcheydefeer bequaeme havens hadt: oock waren hier weleer vier fraye koopliedenjmaer nu fiet men niet dan twee wey-nigh bewoonde, en byna verwoefte dorpen.
Het is byna van een driehoeckigegedaente , Cedaentt. behalven tên noorden , waer het fich infonder-heyt met een grooter punt dan de twee andere in zee uytflreckt, waer van d’eene leght ten weftzuydweften , en d’andere ten zuydooften.
Dit eylandt is feer bergh-achtigh en vol bof fchen. De fteenen van ’t felve drijven, alsfy ' ’ heel fijn, op het water, gelijck puymfteen ; doch vermorfèltfijnde, gaen fy te gronde. Men haelde hier eertijdts verfcheyde llaghvan uyc-nemende fteenen , daer men pilaren en ftatué n van maeckte. Hier groeyt een menighte van goede wijnen : en het wordt niet dan van Chriftenen bewoont.
SCYATO en SCOPVLO.
A En de noordfijde van Scyro fiet men d’ey-landen Sciati oft Scioto, gelijck Sophianus die noemt, eertijdts Sciatos : en Scopelo ofz
ScopulOf volgens de gemeldeSophianus, tevoren Scopelos geheeten, en feer dicht by elckan-gelegtft--der, welcke ten zuyden ontrent 20 mijlen van ’t eylant Negropont leggen, ’t Eylant Sciati is niet meer dan een mijl van de Caep Verlichi, eertijdts het Magnefien van Macédonien , en door de fcheepslieden de Caep van S. Joris genaemt. De grootfte deler twee eylanden heeft ontrent yo mijlen in ’t omgaen, en ’t andere 30 : en yder is met fijn byfonder kafteel, op een rotfe gelegen, gefterekt.
DROMO, SERACHINO, S. ELIAS, en ALONESE.
MEn fiet daer na tenooftnoordooften de twee eylanden oft Drozwo, enS^-rachino, van welcke ’t een 30 mijlen in ’t
S C Y R O S.
Dit eylant Scyros, onderfcheyden van het gene ich onder de Cyclades geftelt heb, wordt nu noch Scyro op d’Italiaenfche wijfe genaemt. Het was eertijdts het Prinsdom van Lycomedes, en de plaets waer Neoptole-mus, fbon van Achilles, wierdt geboren en opgevoedt ; en de fèlve, waer Achilles oock, onder de maeghden van ’t huys desgemelden Lycomedes, was opgetrocken , hoewel hy daer na dit eylandt verwoefte : doch in onfe tijden is ’t veel meer bekent door de wonderlijeke Pafto-rale oft Harderinne van de Graef Guidebaldo Bonarelli,f/7/z(/^St7?o,ofc dochter van Scyros,ge.
ronde groot is, en’t ander 40. Het eylant Dro-mo heeft feer goede wateren ; maer de haven is in dat van Serachino. Tegen over Dromo, fey-lende recht naer’t wellen, fiet men een kleyn eylant S. Elia oft E/wjgeheeten, waer opeeni-s.£to. ge Grieckfche monicken woonen. Voorts, als men ooftnoordooft aen gaet , ontmoet men
LimenePelagifi, eertijdts J/ow^/ê genaemt, welc- . ke twee havens heeft, doch gevaerlijck, om hare engte oft nauwe inkomft , en 40 mijlen in het omgaen. Het eylant Piperi, te voren Pepare-thus geheeten, is door Niger met de naem van Limene, en door Vigenere met die van Seraquino bekent , en onder die van Limenc Pelagiß en van lura gerekent. Het brengt veel wijnen en
granen
26 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E Y L A
granen voort. Als men wijders de kuften van Macédonien langs feylt, en ten noorden aen Souo/lra- gaet, wort men het cyhat Santoflrato nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
door Niger San~ßrati genaemt, ’t welck geheel met bergen befèt is, en gelijck woefl:, hoewel het IJ mijlen in fijn omring heeft.
LEMNOS ofc STALIMENE,
Namen. _ -w-f t eylanc Lemnos y welckers inwoonders ‘ I B Sintics geheeten wierdeo,is hedensdaeghs -^Stalimni, oft Stalimini, oft liever
genaemt. Dit is’t eylanc, in’t welcke Vulcanus (loo de Poëten feggen) uyt den hemel wierdc geworpen, door lupiter , ofc door fijn moeder luno , om dathy (bo mismaeckt was. ’t Isoock het landt van de Philoftraten , auteuren van ’t leven van Apollonius Thyaneus, en van de So-phiften , gelijck oock van de platte fchilderycn. Het leght 20 mijlen van Santo-Strato , als Pi-netus leght, oft 18 , volgens Ferretti , ten noorden, tegen over denbergh Athos, en zyo mijlen van ’t eylanc Delos, foo veel van ’c eylanc rww, 'i'afpQ j en óo van Lesbos ofcMeceline. Ptole-meus fielt het onder d’eylanden die onder Macédonien behooren. Het heeft ontrent hon-Stede». dert mijlen in fijn omring. De twee voornaem-fte fieden waren Myrina en Heph^eßia, van welcke d’eerfie noch geheel is, met oude muren befloten, en met een kafieel gefierckt, waer in eenige lóldaten , om de zeeroovers af te wee-ren, in belêtting leggen. Bcllonius geeft haer de nieuwe naem van Lemnos ofc Scalimene , maer Pinecus noemthaer Mudro.D’oude Schrijvers hebben aengeteekent, dac de fchaduw van den bergh Athos fich tot de plaets van dele fiadt uytftreckte , hoewel datlè 86 mijlen van daer is gelegen. De tweede fiadt, Hepheftia genaemt, wordt van Pinetus voor Condea, en van Andere anderen voor Qochino genomen. D’andere plaet-piaetfen. van dit eylant fijn, Paleocaflro , dat is, ’t Oude kafieel: Elplatü j en Scala wat Mandro belangt, men gelooft dat het de lèlve is die van Pinetus Mudro wordt genaemt, dewijl Porcac-chius haervoor de grootfte van dit eylanc houdc. Men fagh hier eercijdts een van de fchoonfie doolhoven der weerelc, met 140 colommen ; maer daer is nu niets van overigh. In dit eylanc fijn 7^ dorpen, en eenige kafieelen ofte fierek-ten.
Hoedanig. Dit eylant heeft geen rivier, foo datfe geen vifch , die fich in foeje wateren onthoudt, hebben ; maer de zee verfchaft hen andere in over-vloet. ’t Aertrijck geeft hier tarwe, erweten , boonen , linfen, wijnen, vlas, en hennip : het fchenekt oock d’inwoonders een groote me-nighte van wol, vlees, en kaes ; en draeght noten , amandelen , vijgen en olyf-boomen ; doch heeft gebreck van houc.Hicr fijn veel geelachtige oft rofie paerden, die van nature een fachten tret oft pas hebben, en fijn evenwel fierek genoegh, hoewel het befte onder hen niet meer dan tien ducaten waerdigh geacht wordt. D’inwoonders waren eercijdts feer ge-plaegt van de fprinekhanen waer door een yder verplicht was een fekere maet vol van dit
N P E N
ongedierte, door hem gedoot, aen d’Overhcyt te brengen : maer ’t gene van alle tijden , gelijck noch hedensdaeghs, dit eylanc meeft ver-maert heeft gemaeckc, is de Lcmnifche aerde, femnißhe-in ’c gemeen Segehaerde geheeten, om hare tiytnemende kracht j want fy fiih het bloeden , hare kfachf, is dienftigh tegens ’c fenijn en hec fteken der ferpencen , en geneeft de quälen der milte , en die van de lendenen.De Heydenfche Priefierin-ne gcbruyckte vele ceremoniën als men de gemelde fegel-aerde uythaelde , en daer wierdc een karre vol geladen, diefe dan naer de fiadc Hepheftic dede voeren. Maer hedensdaeghs komen jaerlijeks, op den fefien Augufti, dc dieny!-voornaemften van ’c eylanc, lbo Tureken als Griecken, Calogers ofc monicken en Priefters , by elckander in een kapelle, Sotire genaemc ,• en de Liturgie ofcMifie op de Griecklche wijlègc-daen fijnde, foo gaen ly allein ordre naer den heuvel waer de fegel-aerde wordt uytgetrocken, welcke ontrent drie booghfehoten van dege-fêyde kapelle is gelegen : maer op de felve dagh fende men des morgens vroegh eenigh volck derwaerts, om te graven en d’ader te vinden , en van de gemelde aerde uyt te trecken ; dit verricht fijnde, foo doen de Calogers die in kleyne facken van vellen daer’t hair noch aen fit, en geven ’t aen de byfiaende Tureken, maer infonderheyt aen den Soubafli , die het grootftedeel daer afnaerConftantinopolen aen den Turekfehen Keyfer fendt, en verkoopt het overige aen de kooplieden , oft bewaert hec tot fijn gebruyck, oft om wegh te lchencken.
De vrouwen van Lemnos doodden op lèkeren tijdt alle de mannen in haer eylant, behalven de»i Hypfipyle, de dochter van Thoas, die haer vader bevrijde : en als de Lemniers eertijdts de vrouwen van Athenen op hec feeft van Diana te Brauro gefchaeckt hadden, wierden daer na hare kinderen door de fonen van de Atheenlè vrouwen veracht, welcke totwraeckdaerover ontfteken, alle de moeders met hare kinderen ombrachten : lbo dat dele twee boofe daden veroorlaeckten,datd’Ouden de grootfte fclielm-ftucken , Lemnifche gruwelen noemden.
De Lemniers aenbaden Vulcanus, als pene»Godts~ befcherraheer van haer eylant, in ’t welcke hy, als de Poëten feggen, fichnederfette , dewijl hy dat boven alle andere landen beminde, om dat hy daer, na fijnen val uyt den hemel, gun-ftigh wierdt ontfangen. Sy aenbaden oock de papegayen , om datlè hen van de Iprinckhanen konden bevryden.
D’outfte inwoonders van dit eylant fijn naer- Heden-ftigh en arbeytfaem , begeven fich tot den landtbouw, en fpreecken alle in ’tgemeende^ Grieckfche tale, gelijck oock ’t volck van de naburige eylanden. Sy maken oock een vermen-geling van tarwe en wey , die ly eerft koken, en daer na in de zon droogen , en noemen defe t’famenvoeging Bohoart j welcke daer na door heel Turckyen wordt verfonden, en van d’inwoonders in hare maeltijden gebruyckt.
De Tureken woonen in de beflote plaetlèn Regiering. en fterekten , en de Chriftenen in de dorpen; doch alle gehoorfamen fy den Soubafii oft.
Turek-
-ocr page 333-
IN DEN ARC Turckfchen Gouverneur , diefe Waywode noemen. Dit eylant wierdt den Chriftenen afgenomen door Mahomet de Tweede, Tureks Keyfer 5 ledert heeft Lodewijek , Patriarch vanAquilea, door’t bevel van Paus Calixtus de Derde, hier ïèftien gaieyen tegen de Turcken aengevoert, en ’t felve voor de Chriftenen gewonnen : doch weynigh na fijn vertreck hebben fy ’t weder vermeeftert, en federt alrijdt behouden. Van 7y dorpen, die dit eylandt heeft, fijn ’er ’ raaer twee oft drie met Turcken, en alle d’an-dcre door Grieckfche Chriftenen bewoont. THALASSIEN oft THASSOS. T^ït eylant, dat Ptolemeus quot;thalaßta, Pli-I Inius ThaffoSj Mela en Strâbo Tha/os not^ quot;^“^men , heeft oockfomtijdts den naem van Erien oh Ethrien en hedensdaeghs die van TaJJb, Ptolemeus ftelchet onder d’eylanden vanThra-cien. Het leght vijf mijlen van de mont der riviere Nefto in den Archipelagus, 40 mijlen van den bergh Athos, die het ten zuydweften heeft, en óo mijlen van ’t eylant Samothracien oft Sa-mandrachi , dat ten zuydooften is gelegen, tïrwr«. Den omring is ontrent 40 mijlen. Hetisvolck-rijek, en met drie ftereke plaetfèn voorfien, inlbnderheyt met eenftadt, die delelvenacm heeft als ’t eylant, welcke een feer bequamc ha-Hoedanii- ven heeft. De mijnen van dit eylant, die jaerlijeks aen Koning Philippus, en federtaen fijnfoonden Grooten Alexander, 80 talenten moeften geven, vint men nu niet meer,oft ten minften fijnfe verlaten. D’ouden maeckten mede veel wereks van de marmer van dit eylant ; oock vont men daer den edelen fteen, die men opale noemt. De wijnen van dit landt waren oock feer geacht, welcke men van tweederley flagh vondt ; want d’eene deê ftapen , en d’ander waken ,• en felf wierdt haren wijn en druyven voor een hulpmiddel tegen de beten der ferpenten gehouden. |
HIPELAGVS. tr SAMOTHRACIEN, oft SAMANDRACHI, en I M B R O S oft L E M B R O. SAmüthracien wierdt oock Dardanien genaemt, na Dardanus die fich hier ncderlêtte , doch daer na te Troyen fijn wooning nam : het wierdt mede Leucoßen f en hedensdaeghs Saman-dracht geheeten. Het is 60 mijlen van Taftb Ctiegen^ naer ’t zuydooften, en ontrent 40 mijlen van Lemnos oft Stalimene gelegen ; en heeft maer 20 mijlen in ’t omgaenj doch is leer wel bewoont en volckrijck. In dit eylant waren eertijdts eenige verbot-gentheden , oft liever afgodendienften , tot godts-welcke d’inwoonders gingen om fommige ge-vaerlijekheden t’ontgaen. De geheymeniflen der Corybanten wierden daer mede als die van Hecatea gedaen j oock fagh men daer een andere Zerinthe, waeraenmen honden opofferde : ende gene die de duyvelen in’tgrootfte gevaer aenbaden, na datfe in ’t getal der Sa-mothraciers aengenomen waren , geloofden vry te füllen fijn van alle ongevallen. Defe verborge godtsdienften waren door Jupiter, ter eere van een fijner fonen, ingeftelt ,• maer ’t was niemandt, dan alleen d’eedtgenooten van delen dienft, geoorloft eenige befonderheden van de lèlve te leeren. Men doet hier grooten koophandel met ho- Koepman-nigh en droogh leder, dewijl hier vele geyten gevonden worden. Wat het eylant Jmbros belangt, het wort nu Lambro genaemt; en leght tien mijlen van de Lmd^ro. ftadt Æleus in Thracien, en loo veel van ’t eylant Samothracien. Plinius feght, dat het 72 mijlen in ’tomgaen groot is,- maer de nieuwe Schrijvers ftellen alleen twintigh. Sywas eertijdts gewijdt aen de Cabires, góden der Thra-ciers, en aen Mercurius. |
Griechen.
E Y N D E.
ITALIEN. Piemont, en Montfefrat. Staet van Piemont, n ’t Hertogdom Mont-ferrat. De kuft van Genoua in’t Weften. De kuft van Genoua in ’t Ooften. £ Alpifche oft noorder-deel van den ’t Zuyderdeel van den Staet van Milanen, begrijpende ’t Gebiedt van Pavia, Lodi, De Hertoghdommen Modena, en De Hertoghdommen Parma, en Plaifance. Het landtfchap onder Bergamo. 77 De Bifdommen Bellune, en Feltre. 105 Het landtfchap van Cadore. |
Vmbria, of’t Hertoghdom Sabina, S. Pieters Patrimony, ed Latium. ’t Hertoghdom Bracciano. X70, b ’t Groot-HertoghdomTofcaiiei ^7^ Molifo) en Bari, en Calabria Citra. G R I E C K E N* Macédonien Epirus, en Candia. |