w*
|
||||
KiwrrwsTORiscn uwlnruuT i
|
||||
d'ALGEMEENE
BOUWKUNDE,
Volgens d'Antyke
HEDENDAAGSE MANIER, Door een beknopte Inleiding afgefchetft,
en van veel onvoegfame bewindfelen en ver-
bafteringen Ontlwagteld en Verbeterd ;
|
|||||
T)oor W. G o e R e e.
|
|||||
AAN DEN
Edelen Groot-Agtbaaren HEER
De Heer
|
||||||
Johannes Hudde,
Regerend <Burgemeefier en%dad, midsgaders
Bewindhebber der OoH-Indifcbe
Maatfcbappie;
En
Den Edelen Agtbaren HEER
De Heer
Mr NlCOLAES WlTSEN,
Out Schepen en 1(aadder Stad Amjlerdam.
13 mtm
|
||||||
MTN HEEREN;
|
|||||
Elijk ik defe groote Stadt eerft
nieuwlijks tot mijn Verblijfplaats heb uitgekoièn , fbo had ik fbo ras mijn voet niet binnen deffelfs Poorten gefèt, of ik vond my verpligt, om niet alleen eenige kleine blijk van mijn gerin- ge en buitenstydige befigheid te geven ; maar ook vQornamentlijk om aan U Ed. Agtbaar- heden te doen zien, hoe veel agtings ik voor fulke Mannen draag, die om eigen Lofwaar- dige verdienden in Hoogheid geftelt, alle den fchat van hun Wijsheid en Ervarentheid, gulhertig in 't Gemeenebeft inbrengen. Ge- looft het Agtbare Heeren, dat gelijk de groo- te en aanfienelijke Bouw - pralen in het be- fchouwen van eenwelgelegen Stad, wegens haar uitftekentheid gemeenlijk eerft in 'toog vallen ; lbo hebben ook U Ed. Agtbaarheden midden in 't Heerlijk Firmament van Amfter- dam (daar in, als in een Starrerij ken Hemel, veel Aanfienelijke Mannen van Name, wyfe Staat-bcftuurders, Vaders des Vaderlands, Zuilen van de Kerk , Ervare Leermeefters, kloeke Verftanden, deugdelijke Konft-oefFe- naars
|
|||||
O P D R A G T.
naars,naarftigeKoopmanfchappers, vindrijke
Handwerkers, ftoute Zee-bouwers, en warm- fittende Borgers uitblinken) my in 'tgefigt geflonkerd, en meer dan verpligt'gemaakt, om met een byfbndere ootmoedigheid 3 dit ruig Ontwerp der Algemeene Bouwkunde, aanUEd. Agtbaarhedenop te dragen : ge- lieft het dan ook van mijn geringe hand te ontfangen en aan te nemen , als van eenen die opregtelijk belijd te vertrouwen , dat fchoon de onwaardigheid van dusdanig een bundelken bekrompe en weinig bladen, niet verdienen kan , d'Eere van U Ed. Agtbare Namen op't Voorhooft te dragen, hetfelve nogtans feer veel luyfter en bevalligheid fal konnen ontfangen uit d'Eerbied dien ik en alle Konft-lievende befchouwers U Ed. Agt- baarheden geerne bekennen fchuldigte zijn : en niet alleen dit, maar ook alle de faalgre- pen, en 't geen'er door een menfchelijke hoe- deloosheid mogt ingeflopen zijn, füllen daar door te ligter verfchoond , of ten minften heuffelijk toegedekt werden. Ja ik fal my ge- noegfaam geharnaft vinden, foo eenig afgun- ftig bcrifper mogt oordeelen, dat ik geheel f 4 bui-
|
||||
O P D R A G T.
buiten de Praktijk-oefFening der Bouwkunde
zijnde, mijn zeifîen heb in eens anders Oogft geflagen, om my ( iftme geoorloft een klein Wasligje by groot-ligtende Fakkels af te me- ten) met ÜEd. Agtbaarheden Doorlugtige voorbeelden, tegens.de fuïke gelukkig te ver- dedigen. Belangende de ftorfe defer Inlei, ding,'k ben geenfints bekommerd, dat U Ed. Agtbaarheden my fuit tegenwerpen, dat de Bouwkunde van te geringen aangelegentheid isjdan-datfè van Aanfienelijke Mannen, en die aan 't Stuur van 't Gemeene-beft zitten ver- waardist fbuw werden in agt genomen te wer- den. Hoe het U Ed. Agtbaarheden om het hert leid, daar van heeft de Wereld aireede te veel levendige blyken gefien } dan datmer noch onderfbek na fbuw'doen , of dat ik fbuw durven beftaanU E. Agtbaarheden al- gemeene kennis der Konften en wetenfchap- pen, (dieje met een byfbndere liefde tot de Wiskunde en al wat.van deffelfs veel vermo- gende uitwerkfêlen af-hangt, geerne omhelft) met eenige flaauwe trekken te doodverwen. Maar gelijk d'Oude ons vermaand hebben, darmen niemand in fijn tegenwoordigheid moet
|
||||
O P D R A G T.
moet pry fen, foo fwijg ik dan ook op haar bevel j verder U Ed. Agtbaarhedens nutte Sluisverforging,Waterteugling, en wat Proef- ftokken en dienften 't Gemeene-beft, en by- ibnder Amfterdam aan U Ed. Agtbaarlieden meer verfchuldigt blijft, in 't breede op te ha- len. Ik feg alleen dit noch ; by aldien het in de bloei - tijd der Roomlè Mogentheid een aanfienelijk Ampt was, llegts een Bouwmee- fter of Veribrger over de Riolen en vuilnis- zijpen geftek te zijn ; dat ik en alle onderda- nen viy meer ftóf vinden om de Geiaghebbe- ren ■> aan wien 't geftadig verbeteren, uit-rek- ken,en forgvuldk onderhouden van dit weer- gaioos Amlterdam bevolen is, met alle Eer- biedigheid de handen te kullen. Haar Ed. Groot- Agtbaarhedens prachtig en beklon- ken Raadhuis , grootfè Kerk-gebouwen, heerlijke Magazijnen, welgereguleerde Arm- huifen, gerienelijke Marktpleinen , drokke Koophallen en Borfen, ontallijk bevaarbare Grachten, Burgwallen en Kanalen, (die niet alleen meelt alle niet (reene Boog-fluifen en plaifante Boom-gewaiïen , maar ook met geheele reexièn aan-een-gebouwde Huis- Fa- |
||||
O P D R A G T.
leiîèn pronken, waar van veele ider om beft
na een deftig voorbeeld der fchoonfte ver- ft andige Bouwkunft fchijnen te (wieren ) ma- ken dat Inboorlingen Vremdeling haar met de vinger moet na wijlen, en leggen: Dele zijn't die Amfterdam , verre boven al de Steden van Europa alleen doen Heerlijk zijn. En hier ftraikeld dan ook mijne reden, met welke ik voorgenomen had U Ed. Agtbaarheden aan te {preken 5 biddende dat de vrypoftigheid deler opdragt voor geen mifdaat opgenomen, maar in de befte vouw mag gellagen werden ; lbo lâl ik foodanigen goetheid niet alleen voor een ongemeene weldaad erkennen, maar het fal my aanfetten om in het toekomende UEd. Agtbaarheden met Hatelijker blyken van Eerbiedigheid te bejegenen : doch alles onder voorwaarde , lbo my de goede God door lijnen zegen in dele loffelijke Koop- ftadt lbo veel vermogen lal in de hand rei- ken als mybenoodicht is, om mijne belofte geftant te doen. Onder welke afwachtinge ik den lèlven Albeftuurder gedurig wil bid- den , dat hy niet alleen d'aanlknelijkheden in U Ed. Agtbare Perlbonen, maar byfon- |
||||
O P D R A G T.
derlijk U Ed. Agtbare Perfoonenin Hoog-
heid en loffelijke Dienften meer en meer wil beveiligen en bequaam maken, om de grond- veften onies lieven Vaderlands onkreukbaar te helpen befchermen ; en dat ik by U Ed. Agtbaarheden noit vergeten mach werden, die gene te zijn, welk fijn grootfte Eer daar in ftelt dat hy met geheel fijn hert mach beken- nen ; gelijk ik hier geerne met mijn hand- fchrift wil onderteekenen , dat ik ben en blyve |
|||||||||
Edele Groot-Agtbare feer Wijfe
befcheidene HEBREN; |
|||||||||
Uwen ootmoedigen en veel- »
verpligten Dienaar Wilhelmus Goeree.
|
|||||||||
Aan
|
|||||||||
Aan den
|
||||
BOUWKUNDIGEN
LEZER. H Ndien 't mijjchien lm and van V, verfïan-
. §-M dige Le fer magh in ge heugenis zijn, dative '-ilÉ m ^e Schstz* der algemcene Schüder-konft eertijds by ons ontworpen, belooft hebben nejfens d'uitvoerige verhandeling van diejlojfe _, ook eenige onfer gedagten over de Bouwkunde volgens d'Anryke en Hedendaagfe manier opte (lellen ; foo konnen wy niet nalaten *U L. in de afwachting van die beloofde dingen, met een woord te onderfcheppen^ op datje weten moogt waarom 'tfèlve dus lang is achter-weeg gebleven. Weet dan befcheide Lefer ; dat alhoewel 't bewerp der gefeide verhandelin- gen j van over lang in foodanigenftaat gelegen heeft ; datmen 't ons aangaande ., in fijn volle 'beflag de T>ruk-pers wel had mogen overleveren _, wy noch- tans f dx om vele redenen en infichten niet en hebben ondernomen : onder welke beletfelen en tegenftrib- belingen (of datwe rond gaan) defe wel de voor- naamfle zijngeweeft : wy konden eer (lelijk niet raad- faam vinden 't werk in foo grootenform, en tot foo hooge bekofting der Liefhebbers te doen uitdyen, als onfèn e erft en toeleg wel geftrekt fcheen ; tot welk een aanfien ook de meefteVertoog-fchetfenreets in groot Bcftek waren afgericht ; die _, omfe klemder te ma- ken of in te krimpen ons dreigden groot fpelte ma- ken : Hier by quam noch datwe ons doe ter tijd in een land bevonden in welkwe niet alleen te kortfchoten^ maar
|
||||
Aan den Bouwkundigen Lezer.
maar geheel ontbloot waren van fodanige Konfte-
naars alswe tot d''uitvoering , ■ van iets goets van nooden hadden : daar en boven ook geheel afgeftor- ven van goede verftanden j welke ons in V overleg- gen en beraden met hungoet oordeel konden byfprin- gen. Welke ftch aarsheid noch dooreen ik weet niet wat voor een rampfpoetj, die onfe Stad o]? V lyfquam fakken, van hand tot hand fodanig toenam 3 Aatwe uit bekommernis voor den laatften ondergang (want ' wat barbarifch menfch kan de Glorie vanfiptVa- derland al lac doendehethooft Jien onderhalen^) ons wieer bevlïjtigt hebben na eengoet heen komen uit te ften, als de bevordering der konften te betragten. Onder welke fukkelingen en hopeloos afwagten j wy oft t aanraden on fer toegenegen vrienden, befioten na dit Amfterdam over te ft af pen ; ons latende voor- ftaanj dat wy^foo niet geheel, ten'minften eenigfmts daarfouden vervult vinden 't geen ons was ontbre- kende : en waarlïyk wy en vinden ons niet geheel be- drogen ; dewijlwe in onfe weinige dagen inwoonings alreede blijk van Konft-lievende Mannen hebben ge- JjÇn _, die onfè onderneming^ begunftigen. En bemer- kende dat onder alle fraye Korift-handelingen _, die der algemeene Bouw-kunde , geene van de minfte is* heb gedacht niet qualïjk te doen, een kleenfchetsken van 't geen over dalgemeene Bouw-kunde uitvoeri- ger by ons in voorraat ligt jVL- befcheiden oordeel bevolen te laten ; te meer,, om datweften dat die We- tenfchafniet alleen in Amfterdam bemind „ maar ook door de dagelijxfe Traktijk - oejfening foo fterk doorgebroken Uj datfe daar thans veel lojfdijker en
|
||||
Aan den Bouwkundigen Lezer.
en verftandiger als oit voor defen behandelt werd.
Neemt het dan danklijk enjlegts als op rekening aan ; en laat u niet vremd dunken datje met den eer- ften opftag niet eengroot aantal afbeeldingen of ver - toog-Jchetfen ontmoet ; dat hebben andere fo veelge- daan _, dafer fulke onfes acht ens niet meer noodig zijn : en wy meenen dafer wat anders ontbreekt ; datwe hier na hopen te vervullen. Bljft alleen van ons gebeden, datjoo by aldien byUL. iets nieuws en wat goets verjehuilt, datje het ons/o gulher tig wilt mede deelen 3 als wy van onfent wegegenegen zijn te doen, met al wat in ons vermogen is. Wy Julien on- der tujfchen afwachten te vernemen j met hoedani- gen welnementheid dit klein Modelleken van U L. ont fangen en de re f Jal te gemoet gejien werden : 't welk wel gelukkende -, ons te lichter totjbdanige be koftingen als'er benoodigt zijn _, Jal doen overftop- pen; ten zy dan datwe door wijjer Raats-luiaen en voortjetters der Konften een andere weg in te gaan werden aangewejen. Op verjeheide plaat Jen heb- ben wy gewag gemaakt van e enige Bouw-kundige Modellen en Werktuigen van geweld en praktijk_, die op 't nauwkeurigsi in haar maten en gebruik af- geteykentjn degrootf e ft eden van Europa na de oor- spronkelijke j dat is na 't leven gevolgt zijn : welkwe met een lange vlijt en moeite _, fonder noch aan ie- mand gemeen te maken _, foodanig hebben by een ver- gadert j datje een groot getal uit maken j en onjes acht ens 't beften van eenverft'andig Oog niet geheel onwaardig zijn. Tot welken einde wy dejelveook aireede in Julker voegen hebben in order gebracht_, en
|
||||
Aan den Bouwkundigen Lezer.
enfoodanig in verfcheideYertrekken afgedeelt.dat-
men'theele befag daar van niet onvoegjaam met den Naam van Magazijn der Bouwkundige Modellen, en Werktuigen van Geweld en Praktijk fou mogen doop en. Vertoonende een menigte niet genie ene Voor- beelden van allerhande Kap-werken, Gebinden, Huis en Paleis-gebouwen, Kerk en Thooren-wer- ken, Land-huifen en Hof-fteden, Schuiren en Stal- lingen , Galderyen , Schoor-fteenen, Trappen, Vloeringen,Poorten, Deuren,Hekken, Geitoel-
ten, en Zitfteden, Pronk-graven, Tomben en Graf- fteenen, Brug-w-erken, Paal-werken, Hoofden,Zaf- fen, Sluifen, Overtoomen , Kranen, Wind-aflèn, f*eyen, Mole-werken, Pomp-werken, Schroef- en * ys-tuigen, Munt-Perfièn, en ontelbare rare In-
ventien en fraye Vonden, die nut en opmerkelijk in Tafels,Kabinetten,Sloten, Deuren, LeiTenaars, Pre- djk-ftoelen, Yfere Tralie-werken, kónftïg Gefchut en oaw£-Mortieren, Vaartuigen, Rolwagens, kleine Hand-?» Konft-tuigen, en wat meer fray ts 3 waar- genomen zjjn,we/ke Modellen meeft alle verklaart, en met nette maten en aanwyfmgen, waarjiiegefitn berden, van wienfe geinventeert, en waar je ge- oouisot zijn /verrijkt zijn. Beneffens verf heide over- Jlagen aangaande de bekorting der materialen enht- beits-loon, en waar voorfommige aangenomen zijn. Gelijk ook den dienfl en V bef uur der ge'feide Werk- " tuigen, daar by niet vergeten is. Over defè willenwe ookgeeme met wijfe Mannen overleggen hoem'er bef mede omfpringen fouj op datfe tot nut van 'tgemeene bef mogten dienen, 't Zy dat wy die voor een gedeel- te |
||||
Aan den Bouwkundigen Lezer.
te of in V geheel in een aanjïenelijke forme op d'onfe, of voor een gedeelte ten laffe der Liefhebbers 3 die begeerig daar toe'Jutten bevonden werden „ moch- ten komen uit te voeren . Onderwijlen wenfihen wy datje lang en voorfpoedig ieder in 1) £,. Beroe- ping en Konji-oeffening moogt leven 3 tot e er e van den Grooten Bouw-meefter van Hemel en Àarde3 en dienft van 'tgeheele Menfchdom : ' vaart wel ; en verwacht in 't korte noch iets dat de Menskunde betre fende, buiten twïjjfel niet onaangenaam aan de beminders en oefenaars der Schilder kon ft fal zijn. 'k Verblijve verder uwen toegenegen vriend enT)ienaar W. G O ER E E.
|
||||||
In-
|
||||||
%
|
||||||
Pag: ï
|
|||||||
Inleidinge tot d'algemene
BOUWKUNDE,
Volgens tfAntijke en He-
densdâagZg manier. |
|||||||
Lhoewel die gene welke
van de Bouwkunde en van d'Autheuren die daar van 1 gefchreven hebben, goede kennis meenen te nebben « < doorgaans van oordeel fchij- __ nen, dat de wereld alreedé , —-«««asessaagsH^ van des zelfs Boeken ver- Kropt en by na overladen is; en dat het over zulks JPeer dan vergeeffen arbeid zou zijn , het getal van de zelve noch te willen vermeerderen : zoo achten Daajuvsd wy nochtans dat eenige fchrandere en verreziende £*£n5££ ver tanden j onsgeerne zullen tocftaan, dat'er on- nigh'van Ke der dat aanzienlijk getal Hechts eenige weinige, hun ^cm""' met d uitvoerige verhandeling van den waren en al- °ç^Zl gemeenen verftandelijken Huisbouw bemoeit heb- ben; en datmen onder die, wel voornamelijk den prijs aan den neerftigen Andrea Palladio, en den welfprekendee Vincent Scamozzi, (die wel zeer gs- kercleljjk in hjjn eigen taal, maar alleen met ver- A minkte |
|||||||
% Oorfprmg der Bouwkunde,
minkte en verdorve ftukken en brokken tot onze
Neêrlanders ftamelen) verfchuldight blijft : gelijk dan ook S. Serli d'algemeene Bouwkonft van den vermaarden Vitruvius , niet alleen flechts van verrej maar ook zeer ongelukkig heeft nagebaauwt. Al de reft heeft zich mecft bemoeit met regulen en mo- dellen tot d'uitwerking der Vijf bekende Bouw-or- dens te geven : onder welk zommige door'tqualijk öejneefte verkiezen of ongelukkig aantreffen der fthoonfte dic'van'd" Antijke Voorbeelden, zeerverfchilligc en gantfch vijf Bouw- afgcwiffelde proportien hebben te voorfchijn ge- fchMven'" bracht ? terwijl andere van die bende, zonder om- hebben, kot- zichtigheid de voorige Meefters, manneken na man- telijk be- neken hebben nagevotet : en om niet als Leerlingen, maar als ervare Kazen de monitenng te pa'itercn, met een ftoute vryheit hun dievery door eenigc ver- anderingen hebben pogen te bewimpelen.Waar door OorMak van het dan ook by gekomen is, dat de Leermeefters ««ne voort- zej£ cen ruimen tiit oorzaak eeweeft zijn dat 'er gang m de . ' . ' ° ' -
Bouwkunft. weinigh nieuws uit de ware fronterne en oonpron-
kelijke fchoonheit, der langbeproefde antijke Bouw-
kunde geput is, dat de hedensdaagfe Praktijk-oeffe- ning een rechtfehapen en kennelijk vernieuwde ge- daante by zetten kan. Byaldien 'tgeoorlofc is een kleine getuigenis van
ons zelven te geven, wy bekennen datwe al van over Over wat veel Jaren met verfchcide bedenkingen, nopende dife" 0n*e den oorfprong , de geachtheid der vaftgeftelde re- lucwijù'zjîn ge'en ' de eigenfehappen der bouw-ordens, deszelfs gegaan, behandeling onder d'Antijken, haar bepaald vijfge- tal, en inzonderheidover de verfchilligeproportien die d'Autheuren onder den dekmantel van hun modellen zeer naauwkeurigh uit de fchoonfte antij- ke overblijffelen getrokken te hebben, en tot regel- wetteR
|
|||
Oorfprong der Bouwkunde, s
betten aan de werklieden voorfchrijven, zijn zwan-
ger geweeft ; van welke wy ook nu en dan vermaaks- halven zommige waarnemingen, (die mogelijk ee- nige nieuw en geheel vreemd, andere belachelijks, en wil het gelukken, miflchien ook wel eenige be- denkelijk en niet onnuttigh zullen fchijnen) heb- ben aangetekent ; die met'er tijd tot zoo grooten getal zijn uitgedegen , dat het ons, en die onze ge- meen fchap liefhadden, alleen maar aan de ftout- voengheid fcheen te haperen, alle die ftukken en brokken op zoo een welvoegzame orden by een te kamelen, dat 'er de algemeenc Bouwkunde eenig nut ter verbetering van veel verbafterde manieren * door toegebracht wierd. E-n ; gelijk die poging, door 't beoogen van een
treffelijk voorwerp, onze eigene onmacht voor een v/ijl deöd aan een zijde zetten ; zoo hebbenwe al- lengskens de geheele verhandeling der algemeene bouwkunde, volgens de antijke en hedensdaagfe ma- mer * aireede zoo ver ontworpen , als wy voorne- mens zijn den bouwkundigen Lezer, in deze be- KnoPte Inleiding af te fchetfen ; niet om onzen voor- y*J™fa. raat, met een ydele fnorkerye voor te dragen, maar leiding * veel eer om door zoo een geoorloft middel, alle ver- ftand.ge mannen, en die lief hebbers van de bevor- dering der konden en konftenaren zijn , en d'uit- pluiiers der wetenfchappen de hand boven 't hooft houden, aan onze zijde te lokken, ten einde ook wy in onze ondernemingen, met den woek ervanyders wat wy vas toevertrouwt talent, ontrent de dingen die ons ont- dcn *-onûhe~ breken konnen , mochten bygefprongen worden : SkT*" onder welke verwachting wy niet nalaten zullen on- ze ruimweidige befchetzing , onder 'tgoetkeuren van wijze raatsmannen, nader en netter te befno«jen, A 2. ©£
|
||||
4 Oorfprongder Bouwkunde.
op te vijlen, en te polijften , om eens onder de be-
dekking van ervare Keurmeefters, daar mede aan den dag te komen; gelijk wy ook by dezebelofte, onsgeern willen verpügt houden , over alles dat ons uit de hand van eenig gulhartig Liefhebber mocht te nutte komen, fchuldige dankbaarheit te bewijzen, en hem zijn eere in volle mate toe te meten. DenHuis- Onzesagtens kan niemand in twijffel trekken,of bouw u zeer £en Huisbouw is zeer oud, ja byna zoo oud als de werelt ; want gelijkze van 't begin aan dat 'er men- fehen zijn geweeft, van noden is geweeft, zoo heb- ben buiten twijffel de menfehen ook eerft gegrepen, na 't geen hun gebrek vereifchte. En zeker, nadien de woonhuizen, buurten en fteden niet tegelijk met de wereld gefchapen zijn , zoo is denmenfeh, uit aanmerking van zijn gebrek, ligt in den zin geval- len, dat denGrooten Bouwmeefter van't Heel-al, haar deze mindere dingen over gelaten had , om niet alleen zelfs te helpen vervullen , wat hun d'algemee- ne fchepping fcheen te weigeren ; maar ook dat hy haar dit, tot een voorwerp had gegeven, om onder 't oeffenen van haar verftand ,meer en meer te verftaan , pen menich datfeals Onderbouwmeeftcrs, om den Aardbodem Onder-boa- te bouwen, te vercieren, en verder tot de gefchikte meeftervaa byeenwooninge der menfehen op tetoyen , waren wer geftelt. 't Geen te meer genoegen in die oeffening heeft gegeven, wanneerze zekerlijk ontwaar wier- den , dat de vervulling van hun gebrek , door haar eigen handwerk en vernuft, een zonderling gemak voor haar te weeg bragt. Wanneerwe in 't boek der Schepping lezen , dat Adam in't Paradijs gezet was om dat te bouwen ; men gelooft ligt dat zulks alleen op den akkerbouw ziet : maar wanneer wy zien dat hy na den val verdreven \s om den Aardbodem ta bouwen»
|
||||
Oorfprong der Bouwkunde, f
^Uwen, zoo meenen wy dat zulks van wat ruimer w", df
betekenis is, en dat daar ook by goet gevolg op de teïouwen"" bouwing van woonhuizen, vlekken en fteden ge. Kggcn wil. 2>en werd : het zy dan dat het zou gefchieden door d'eerfte hand van Adam, ofwel van zijne eerfte zo- Xverkmi en "en : en op dat zich hier geen duifterheid ontrent■ vroeg gTvfn- *ou mengen, zoo verhaald Mozes korts daarop, de dai> safaa«- ijinders van verfcheide hantwerken en werktuigen, bÓmveC die aanftonts de kinderen van Adam, inzonderheit tot den huisbouw zijn in de hand gevallen, doe f- ain de ftad Hanoch bouwde, dat is, d'eerfte be- huizingen aanleide, die naderhand tot een ftad aan- ^ieiTen : invoegen men d'eerfte hüisbouwers niet ver behoeft na te fpeuren. , rEnisniet waarfchijnelijk, dat het oogmerk van
;nSchepper zougewecft zijn, de menfchen, zelfs ni« buiten tuffchen komen van den val,altijt zonder ^0^* eenige behuizinge onder den blaauwen Hemel tela- schepper is ten Woonen : want de voffen hebben holen, en de $£*££? Vogelen des hemels hare nellen. Ook moeten we wel brider dlT aanrnerken , dat wanneer God den verfch gefchapen Huisbouw te vrenïh ZeSende ' hy de£ a!lcen SC2eit heeft' ^ '""
|
|||||||||
i ..., ;—»<" , çn vermemgvuiuigt, ïuc.ai uaiupmcr
|
|||||||||
d
|
'Kis, vervulletd'aarde; dat is, plant het meafch
|
||||||||
(,0rn *°° voort, dat de geheelewereld in alle hoe-
'n ' treken en pcweften, met menfchen bewoond J»6™: «u weetmen wel dat alle gematigtheden der ^7"" iucn en lant{treken , niet toe en laten dat men in menfchen . Sommige des zomers wegen de brandende hitte, en * des winters, wegen de knellende koude, zonder goe- noóLkdijk de huisveltirig 2ou konnen leven ; zulks dat zelfs en alsetI>cen' cenige gedachten Van vogeis maar op zekere tijd, haar nu hier dan daar onthouden konnen, en dat « aider ontaartftegeflachten der Slaven , Wilden en A ? Naakt-
|
|||||||||
6 Oorfprong der Bouwkunde.
Naaktloopers, hun hutten en behuizingen, voor de
plagen des luchts en ongedierten bezorgen moeten ; waarom wy dan ook befluiten dat den HuisbouW nootzakelijk en recht oud is ; en datze zonder afge- fchaft te worden zal duren tot het einde der eeu- wen. Den oycï- 't Gebrek konde niet alleen ter nauwer nood den fthape CI8e~flechtenHuisbouwleeren, maar ook den beteren, bouwftoffe duurzamen, verftandigen en prachtigenhaaftdoen wing fteik°U"voor ^ca ^3ë komen,wanneerze zagen wat een rijker? aangeraden, oogft van veelderhande Hout, Steen , Leem, Zant, Gout, Silver, YzenKoper, Loot, Verwen en andere Bouwftoffen haar de mildeNatuur over al in de hand ftak. En die deze dingen op de bezadigfte wijze eerftquamen aan te grijpen, hebben buiten twijffel ook eerft de verftandigitc werken gemaakt. Maar gelijk alle konften en wetenfehappen haar
beginfel, haarkintsheid, en naderhand verdere op- waffing hebben eerze tot een manneftant komen, zoo hebben wyook veele opmerkelijke dingen aan- getekent, daarin blijken zal uit hoearme en naak- te beginfelen, de bouwkunde zijn oorlprong geno- men heeft : alhoewel ook die Hechte en alderuiter- "P'r?rfleLbL~ fte herkomfte niet na en laat te erontveiten, datze gmlelenheb- . . . . O .
ben een waar als een waarachtig zaat (in welke alle de voorname
zaat vooralgn wezentlijke deelen van de geheele bouwkunft, kcdedtti'deî duifterlijk afgefchaduwt waren) moet aangemerkt bouwkunft worden : want nadien die eerfte beginfelen 't geluk geweeft, hadden van uit noot geheel op dereden te fteunen, zoudenze hun gebrek konnen vervult hebben, daar- om hebbenze ook dus lange konnen ftant houden, dat zelfs in d'uitterfte optoying der bouwkunde, en zoo als die volgens de befte hedensdaagze manier ge- ^çfïefîtwçrdj d'eerftç beginzelen noch met macht m
|
||||
Oorfprong der Bouwkunde. 'f
aan alle zijden door ftralen : als wy met veele blij-
ken , tot fteunfel der vafte behandeling, zullen aan- wijzen. ° En nadien denhuisbouwaan alle menfchen even Yderisin't
nodig was, is buiren twijffel in den beginneyder zijn $** f|j» eigen Ëouwmefftw „«, n. i j "j • g Î uw" ,\ , lueeiter geweeft, en bouwde zoodanig, meeftei 5«-
ais hem den aart van zijn lantftreek voorraat gaf; en weeft'
aaarom is t vergeefs tonderzoeken onder welke vol- Ken men eerft heeft beginnen te bouwen, of waar ae bouwkunfl eerft geboren is. Vitruvius, die ons an d aaloude bouwkundige Schrijvers alleen ove- rig is, heeft ontrent het zelve wel eenige zoete vertel- lingen gedaan, op welke de volgende hun giffingen grontveften : maar zy vinden haar zelfs van h un pi- loot jammerlijk aan de gront gezet, wanneer hyMe„ kan niet «pentlijkbehjd, dat hy niet zeggenen kan, in watzes&en waai ™deswereltsdebouwkunft zich eerft heeft op-£SS&- Daar fchijnt tweederley oorfpronkelijke bouw- Tweederlcy
Kunlf te moeten onderzocht worden, eene die door- b°"*i<unft gaans of algemeen zonder wetten en regelmaten, £deBoe" na vders zinnelijkheid en meeninge aldereerft ge- oeffent is ; en een ander die later, en volgens zeke- re wetten en bepaalde regelen behandeld is : van Jelke laatfte de Grieken ons pogen wijs te maken datzy de Vinders zijn; en het is ook door erfge- 't Gemeen ZOo"6 by de meefte meni8te Van ÛJdtOt tiidv00raan°aa'nded
nn?h^aaradltig aangenomen > datm'er ook zelfs nu vijtw^!
A b v6" tWlïffel aan en Haat. En gelooft men in- dens.
zonderheit dat die dry gedachten van bouw-ordens, welkwe gemeenlijk in de kunft, met de naam van J r l' Jonifche en Korintifche Bouw-Orden onderfcheiden,indry verfcheide Provintien ofLant* «reken van Griekenland, haar oorfprong hebben ge- A 4 no-
|
||||
8 Oorfprong der Bouwkunde.
nomen, en daar dsorgaans zoo geoeffend zijn. Tot
welkenochtwee andere, namelijk de Toskaanfche (van welk zommige zeggen datze wel de outfte is, ten aanzien zy beft met deboerfche bouwing, daaf d'eerfte wereld zich roede behielp, overeen komt} maar naderhand, om gelijkfhndigheid metd'ande- re bouw-ordens te hebben, herfchapen is geworden) benefFens deRomeinlche Bouw-Orden, die zeker- lijk in den latere tijd geboren is, werden toegevoegt, en te zamen dat vermaarde Vijftal vanBouw-Ordens Aljwndwa- uitmaken. Ons aangaande, wy zijn dikmaal ver- •vvldcrïeid.' wonderd geweeft, dat de herkomft der voornoem» de Vijf bou w-ordens, zoo algemeen,en als een Euan- gelium by de meefte menigte aangenomen zijn ; en dat men als met zoo veel artijkelen des gelooft, bui- ten verder onderzoek, dus lang heeft omgefpron- gen; diehoudende vijf in getal, van even grooten geflacht,cn zuivere geboorte; daar de zaak naauw- Tie twee La- keuriger onderzocht, zal openbaar maken j dat aan- ordensB°ziTn 8aan"e <^e twee 'aat^ gevondene (die wy met den onegt. naam van Latijnfche Bouw-ordens doopen) te we- ten de Tofcana en de Romana) zy zelfs in de bouw- konft, als onechte Bouw-Ordens ten dans komen ; waar van d'eerfte gantfeh geen bou w-orden,de twee- de Hechts een ontleende fchoonheid bezit, en open- baar haar bevalligheid uit dejonifche en Korinti- De orden fcrie edelheid, door vermenging fteelswijs bekomen Ccmptfitabe- heeft; zulks dat zy ook genoegzaam haar brand- feivPen. "* nierk in haren gemeenen naam Compofita, (dat is ge- ne Griexfe mengde) met haar omvoert. Waarom wy dan ook met'die'de?15 uitvoeri£'iJfc meenen aan te wijzen hoe grooten en Latijnzeza- algemeer.e.i d waling het is, de Griekfche met de La- men.teme"- tijnfe Bouw-Ordens, zonder onderfcheid, in een en gemènedwa- 'tzeïvewerkftukzamen teordineeren; 'tgeen,hoe i,ng* t. groote |
||||
O or/prong der Bouwkunde. 9
groote voorbeelden ook eenige uit zommige Au-
theuren, of voornaam Antijk overblijfzel tot hun verfchooning,meenen te konnen bybreneen,wy be-, f Amiik« wijzen zullen, dathetdebefteonderdantijkennoitnoit gedaan, gedroomd, veel min gedaan hebben. Ja dat meer is, wy meenen duidelijk aan te wijzen dat zelfs de Griekze Bouw-ordens, die buiten alle tegenfpraak,D , „ . de Latijnze inde zuiverheidhaarderafkomft, verXe BoL-or overtreffen; haar geboorte niet van dry verfcheidedens ht,bben volken,alshaar benamingen fchijnentegrontveften,™^^""" maar vee! eer van een eenige zeer volmaakte fchoone fpr°ng- Bouw-orden, verfchuldigt ftaan : in welke alles, wat ^e Griekfe hooft voor hooft, cierlijk en fchoon be- ften , op een voortreffelijke en onverbeterlijke wij- 2e. gevonden werd. Sulx datter niet dry, veel min naar zijn vijf, mâa: een eenige oorfpronkelijke Bouw-orden, seen vi|'f de Orden van alle Ordens,en waar uit alles als uit de "ge' ""t-"" eenige Fonteine ontfprongen is, moet op gezogt fpronWijke Werden. Bouworden;
Dat'er nu ook zoo een eenige volkomenen oor-
spronkelijke Bouw-orden elders geweeft en geoef- ent is, dat verhopen wy uitvoertglijk aan te wijzen m de verhandeling van Salomons Bouw-Orden, vol- ,*?**£ bcns wekke zijiien pragtigen Tempel ïsgeingtge-iijke boiw- Weeft. En gelijk het deze Bouw-orden geen kleine °rdc.n tcïin- ]li;(|„ri r , . ., •■ ^-.1 ■ dents.
'uerbyiett, dat den alleen wijzen Godt, ïnven-
•• j aar van geweeft is, zoo zullen wy aan d'ander -f «°°k ^e onvolkomenthcid van idcr der gemeene vijr Bouw-o^ens doorgaans aanwijzen,en doen blij- " datfe elk op haar zei ven aangemerkt voor geen volkomen Boüw.orjen j die niets met een ander ge- mcen,ofte uit die van Salomon ontleend heeft, ( want zulk een kan men alleen een oorfpronkelijke Bouw- erden noemen) konnen noch mogen gehouden wer- A 5 den;
|
|||
i o Oorfprong der Bouwkunde.
den ; dan alleen in fekeropfigt tot de praktijk oefte"
ning ; in welk, zo bekent is de vorige werken de vol- gende veelfints tot voorbeelden dienen ; 't geen hier zeer wel moet onderfcheiden werden. |
|||||||||
Pe Fouw-
fcunde is ou- |
|||||||||
En na dien wy veel blijken van de bouwing in de
|
|||||||||
der dan de H. Hiftorien vinden, die ouder dan d'opfnijerien der
Gr!ekenv0°r Grieken zijn ; en dat ons demagtige fteden, Baby- Ion, Memphis, Ninive, Charan, J erufalem en dierge- lijke , eerdan de bouwing van Âthenen, Corinten, Ephefen en andere in de Jaarboeken voorkomen, foo is 't niet bedenklijk dat foo grootvoerige bou- werken , flegtsals woefte en onfekere fteenhopen op malkanderen geworpen zijngeweeft; endatdever- ftandelijken Huisbouw alleen na iekere regelen eerft in wat (laat onder de Grieken zcu begonnen hebben. Want of men <l'«entewejc|;e(D0Uwjcunfj;ajie befchaaftheiden fchoonheid Bouwkunde ,. ....... , ,. .
moet aan- in a,eonmondigeKintsheit nieten bezat, diezewel
mrken. naderhant, ( en wel mogelijk uit de blijken van een voorbeeld dat door 't Goddelijk beftel de wijs op alle Bouw-ordens zetten kon ) bequam , nogtans hebben de vernuftige menfehen, ziendedat dege- vat d'eerftelijkftaïtigeledenftemming en proportie foogrooten deT^fthou- werkdaat van cieraat, geduurfaamheit en bevallig- ving der na-heid, aan de gefchapen dingen toebragt, feerligt en tuur hebben zej£s aj jn't maken van hun woonhutten diefe van ren. " ftokkenenftaven,rijfen,mos,riet,flijkenleem te gaar plakten, konnen afzien,dat de deelen van eenig ding maat redig tot het geheel moeten verkozen zijn : en dat't geen yts dragen moet,meerder ftevigheid ver- cift dan 't geen gedragen werd. Welke dingen de re- den hun al netter heeft aangewezen wanneerze on- dernamen van de leeme hutten, tot duurzamer bou- werken over te flappen , en datze in plaats, van Stee^ nen en Aarde, Steen en Cementen • en voor ruwe Boom-
|
|||||||||
Oorfprong der Bouwkunde. ït
Boomfhven , die de befte flag van Tenten in opftal
hielden, ftijve Kolommen en Pylafteren invoerden Zekerlijk wy konnenonsde armzalige beginze- len derBouwkunft noitzoo gering voorftellen , of wy vinden ons verplicht te denken , dat zelfs deda- geJikzernistaftingendie d'eerfte Bouwers begingen, hun t elkens wat nieuws en beters hebben in Ben zin gebragt. De hand aan het werk heeft de bezadigde Debegane volken , terwijl eenige onbeflepene in de muffe aard- misN«n h- kuilen bleven vroeten, gefwint doen toe nemen, 3£ft en c geen den eenen in zijn toeleg mislukte,kon ligt, volgende. Va« een anderen verbetert werden. De befchou- <"jg van verfcheidene gedaanten, leerde haar het
snaJr««Kid van Slegt en Prachtig, Agter en Voor, erken S wak; en foo bequamenze kennis van de
b ondvefting en natuur van hout enfteen. De ver Hoemende ^^^^^^^^^^^"'deedhen^1^
meneer woningen in hokken af fteken , en <kn Huis- u-rd oordcn da§" Deze vereiften vinden.
üerin^ncnlcheyd£lmuren, balken, ribben en zol-
vanzfS a *" 'tbchantielen> 'c voegen en laflèn,
ften d k 'ieePten' 0m niet °Pen te wonen, mo-
sevo Cj PPen en da^en en de maniere van gebinten
nootz vn,^erden- d"Overdekteopeneplaatzen,die D<svêtb«e,
dn;o k J onderfchraagt moften werden, zeiden rringis, noof
aatze beter mpi- fr~i _ i ■ n •. fakehikopde zouden (chikken J.0"1"16" ^^ ^om^kn,^ai^
Wden™\ jduiten'"gank en de vryhcit,«« V ivX rten^4eur^ gelijkdehefdetothetligt/01^
j vtnutr» e" hgt gaten maken. En wil men vor- dergaanjdeNiffen en Beeldvakken, ja al de reft der Ornamenten,als Architraven,Frifen en Kroonlyften «roptoyf* en Tnglyfen, Modiglionen, Tanderingen en andere *££* cieraden daarze mede pronken, zijn haar natuurlijk d'een
|
||||
11 O or ff rong der Bouwkunde.
d'een uit dVndere vjoejende konnen invallen ; by al'
dien haar anders die dingen niet door een doorlugti' ger voorbeeld met verlcheide ftralen ftuxgewijze toe gefchoten zijn En gelijk als in 't behandelen van de aldereerfte
Bouwkunde, de menfehen de ftem , tot beftier der Hoe de bena- dingen is onrvallen , en by toeval 't een dus 't ander mins; der zoo genoemt hebben, zoo is door dikwilserhalen van f °doen'inff'en een en 'c ^ve woord, de eigen benaming der werk' en wevfcmi- ftukken , en tuigen op de baan gekomen, en men gen voortge-^f,. ^e middel by de hand gehad, omindebou- komen zijn. . •> ,
wing niet alleen te gebieden ; maar ook om met mal-
kander daar van te fpreken, en die als een konft aan andere voort te leeren. Zulxdatin alle die dingen» feer veel faken voorkomen, die als vafte waarheden» en noot wetten , onvergankelijk inde Bouwkunde moeren bewaart bly ven. En wanneer wy lullen be- toogthebben dat allede wefentlijkedingen der ver- ftandige bouwkunfl, niet alleen in de eerff e geringe beginzelen konnen ontdekt weiden , maar daar uit ook haar oorfprong rekenen, zoo zal ook openbiar worden, dat de bouwkunfl: van de eerfte Wereld, rolmaaktheitrnet ^'e van ^e tweede, fchoonze volgens de leefting der bouw- van een Goddelijk voorbeeld , in welk alle fchoon- . fcunde bujft j-^jj a|sjn n Duncjei 233m qetaft was, netter be- lt-huldig aaniCtiaart is, van een en deielve natuur zijn , zooveel
d'eerite be- j^yrj oorfpronkeli kzaat en geboorte aangaat, 't Geen wy agten een nutte aanmerking in bouwkunde te
zijn.
Wy zullen 't gezeide noch meerbeveftigt zien,
wanneer wy met Printverbeeldingen zullen aange-
wrfteTuis" wezcr> hebben,in wat voegen d'eerfte HuisBouwers bQuwing. hare huyzen toeftelden ; hoe d'eene kleine heuvel' kens tot de grond vlakte, als een PotofTobbe uit'
groef»
|
|||
Oorfprong der Bouwkunde. 13
t roef jen den boven rand, met boom ftaven en dikke
Poten, ipits na boven toe kapten j de tuffeningen met "Jten of tenen toevlegtende, en van buiten met kloe- ke zoden vandigtbèwaiTenhey, foodanig toeftul- pende dat het regen en winteenigfints verduurde. Andere vlogten hutjes van boomtakken en Zomer- d°,°;^en lett<jn die met ftevige poten die voor ftijlen wilt Jï'i" aarde vaft' Andere van wat beter flag wuicnde bouwen, vlogten horden uit tenen, en be- blade -f" met fliïk en leem' diemetftroo of
bevi j' ,meyen van boven plat toe leggende.Maar kond • datfe dus tegen barde fla8 reSens niet
he ff mchouwcn begondcnze hun daken te ver- enen, om ftorting van water te hebben. Als wy aanmerken hoe fommige eerfte bouwers,
^e gemeene Boomftammen, met twee geknotte tak- /ompen, mixgewijfe na boven, met den onderftyl "^^*" j" e ^rdeplanteden, daar dwarshouten over heen bui"bóS™ i„ ggende, die als kamerbalken de folderingen en da-de eerfte,hut- den^.r°?en ; en VOOrtS mCt ri^fen t0egCvl°gten; en serae'"afgt
h u n n met *eem» vermengt met hoy en ftroo op fchaduwt »•
't d V ' en voorts met gebladerde boomtakken aan 'ikwerk digt maakten ; wy moeten niet alleen bê- le? nen'datwe d'overgebleve maniere daar van, in de fchwenten van onze ^°^aten en Zoetelaars afge- wiiz er jZ'en (Hoedanige hutten wy ook zullen be-Koe.dif<}jn- deWoca3- d>Ifraliten » gedurende haar omdoling in £££££ hutten c ^ne,nebben opgeflagen,waarvanhet Loof w«den. eeft de gedagtenis bewaard, ) Maar wy
j. , ", aar 'n ook alle de beftandige waarheden, aie de bouwkunft nimmermeer miffen kan , ge- doodverfd zien. Dus kan ons een uitgehouden Aardkiul, d'algerne^,, ruimte van een woonhuis, «e zaam gekoppelde ftijlen daarop, de maniere der kap-
|
||||
14 O or/prong der Bouwkunde.
kapgebinden,de boomwiffen en Tenen,de {panning)
Namelijk in de zoden, de tegels en pannedekken vertoonen. De zofderbaïken ïlaande horden uit ftevige tenen gevlogten , konnen kolommen, ons de wanden en fchutfelmuren , gelijk de boom- wanden, zoi- ftompenen telgen,demuurftijlen,Kolommen enPy-" fpanpiatèn, lafters afbeelden. De dwarshouten tuffen degekno- en andere, te boomflammen wederzijts in mikken gedragen* en daar op een doorgaande verband hout, wat is dat anders dan de fchets van de Kamerbalken, en ront- omgaande fpanplaat; gelijk ook de dikke rijzen op de dwarshouten de ribbens tot de zolderingen dui- teyen en te- delijk aanwijzen. En hoe zou men de leyen, tichels dakVn aardde en Pannen tot de daken, aardiger konnen afgefcha- in de blader- duwt zien, dan in de bladerijke meyen, met welkze daken der eertijts de daken digt maakten; alwaar de menigte fchiute.§e" der platte bladen, die d'een min, d'ander meer mal- kander half, een derde en twee derde dekten ; feer voegfaam met de leyen, tegels en pannen over een komen. De zoden Voegter by dat de aarde zoden, die nu en dan tot hebben de wanden tuffen de fchutzelftijlen, op een getaft wier- fteenuitkieyjgj, onseen nette aftekenine van de gebakken klin* gebakken,ar- i i
gefchaduwt. kert, moppen en andere zoort daar men tans
mede bouwd, konnen geven : gelijk verder de tijt wanneer, hoe lang, en by wat volken eertijts en nu noch dufdanige manieren van bouwen onderhou- den werden, en hoe uit Tent, Buurt en gehugt woo- ningen,aanfienelijke fteden voortgekomen zijn, die hun afkomft , in de klank van haar benaming, be- klappeh ; en wat faken en gebruiken der eerfte bou- wers, nu noch meeft uitblinken,dat hopen wy breed genoeg op fijn plaatfeaante wijzen. Enhierinhet voorby gaan aan te merken,dat na dien de bouwkun-. de maar eert eenig beginfel heeft ; men ook de ver- ftau-
|
||||
Oorfprong der Bouwkunde. jf
handige Bouwordens niet van vijf, maar van een ee-
nig beginzel afleiden moet.Gelijk men dan ook zeer Devijftotw. «pmerkelijk niet meer dan een eenige Bouw-orden or:icns moct inalledegelijkformighedendieinyder der 'deden C«dS, dienfi en benaming gevonden worden , in alle de or-b°"* van dcns fiet doorftralen , en flegts maar in kloekheid en SfTïf « bun of rneervercieringe en getal van ledekens kon-dern nen ondericheiden werden : waarlijk om dat de menfehen in poft uur, cicraat, en cenig kenlijk opfigt van malkanderen verfchillen , en na hun landaarr, Neerlanders, Engelanders, Franffen'Grieken, en K-omeynengenoemtwerden, daarom latenze niet ^ van eenen bloede en van een gcflagt en fchepzel da ZT' ^en heeft dan VCcI meer rcden tC dcnken' "°fBm,Cw dC
jc^Vi)f Bouwordens inde latere tijd,met onder- orders moet de ^ ^ enamingen genoemd zijn na de volken on-asnmcrken-
bro a dees °fgene manier, diefe uit de algemeene
doQn" Seput, en willig aangenomen hadden, en
jn jr^)ans greffent hebben ; 't geen voornamelijk
,j "T Griekze Bouw-Ordens moet aangemerkt
«en. En alhoewel, yder land-aard niet ZOO ftip Voorname»
2 .deigenfehappen van fijn verkiefing gebleven £$$££
"Lie ook niet die van hunne naburen zouden der- ft Bmw-oi-
^en invoeren hebben, fulx willen wy niet tegenfpre-dcns" Jen ; nochtans weten wy datter feer veel blijken zijn ™e getuigen, dat de Grieken veel fchoone bouwer- De Grieken n, deene ftadie boven d'andere uit haar eeenh?bben T* riSÏfy °rde^ hebben Bebouwd.'t Geen tot be- S*T£* ÏÏÏÏSTZ Van die §een wdke meenen,dat een aan- ^ lenehjk Bouwgevaarte niet fchoon noch verftande-
Z ge,0rd,neerdkan zijn, of het moet nootfakelijk, en volgenseenonverbrekelijke wet diezemoeel ik Verkeerdc neroptic Urnen *'V • 1 ' ul"c mugcUJA meemnsre
r-ï^ i j , huis brenSen > "it twee of dry ver- ™ fommfc
f^eOrdensl^ven malkander gebouwd2ijn: om |:ahstns" |
|||||
waar
|
|||||
16 Oor/prong der Botcwkundel
waar van het tegendeel in een doorlugtig voorbeeld
te toonen, wy den pragtigen Tempel-bouw van Sa- lomon zullen by brengen. verfcheTde" Wy ftaan volkomen toe dat men volgens de be- Bouwordens fte verkiezing en bevallige trap van opklim m ing» iandeVùâ kuyten a^e berifping mag van de Dorifche vaflig- zètten. heid tot de Jonifche fchoonheid, en zoo tot de edele verciering der Korintifche Bouw-orden over gaan, en dat in een en 't zelve gebouw ; maar wy mogen Maar peen n'et °nbefchr.obd laten doorfluipen, hoe menig- Sriekze met maal, jahoe by na doorgaans defe milïlag werd be- Latijozein oaan dat men de bepaalde Beuw-ordensqualijkop een wsrk- ° ,, . ,. l . . . * ' *
ftak tegelijk, malkanderen ordmeerd; niet ten opzigt zoo zeer vafl
haren rang , want die milïlag kan om toevallige re
den verfchoond werden, maarten opzigt van haaf
Land-aard en afkomft : brouwende de Latijnze
Bouw-ordens onder de Griekze ; en maken alzoo
een zeer verfoyelijke vermenging in de Bouw-kunft;
welke zaak hoe weynig miffchien noch van vele ge'
hoord en van noch minder wel waar genomen; eefl
fchrander Bouw-kundiger egter noit wel gevallen
ëie'meenen kan. Waarlijk de kleine omfigtigheid , en onkun'
dat veel re- de in de Natuurlijke af komft veler dingen, heeft if
konft een ^e Bouw-kunde, als in meer andere wetenfchappenf
«ieraat aan- een ik weet niet wat voor een ydele en betoverende
kïengt. hovaardyete weeg gebragt; en de meefte menig'
te doen meenen,dat het den konften een wonder cie'
raat aan brengt, wanneerze in veel en verfcheide be'
ginfelen , regelen, ordens en waarnemingen gefchift
zijn. Waar van ook de regelen van de doorligt-kun'
ie , (die de Heer Defargues eerftgetoont heeft datz^
teenemaal op de meetkunde der grondvlakten fteunt)
en volgelijk daar na kan uit gewerkt werden) eer'
«jts een voorbeeld veritrekten doemen maÜsandef
|
||||
Griekze en Latijnze Boùw-ordens.
|
17
|
||||||||
wijs maakte, datfe als twee verfcheide dingen, zon-
der de minile over-een-komfte, van den anderen moellen gehouden werden. Hier door is het dan ook ooifprong butten twijffel by gekomen dateenige lofTe verftan- ™dlcdw»- oen, de fporelozè ftoutheid der Roorhiche Bouw- °' ni kl^'i Wf van ee»'ge ten tijden van Vitruvius v0]ol°nM khun Horens op te fteken) willendena- Bouw^rZtnf^ heC 8etaiaer toegeltemde
lhedim. r r te vei-meerderen. En ten ware de Frearf Je?'" §t Van.den Edclen .Hbr Roland
ftëuin'tr v^* ^ProniSenderBouw=kundigeGee- de T ra"kri!!c> had ingeteueeld; wie weet of men Misfl»8 ,d" die dfP TTua ' V r Wein'S Jaren VOOr naeen-Blea-
' «ie alderbelt een nieuwe Bouw-orden tot de ou- «"= bouw oi-
e UU vinden kon, op gehangen was, door 'tuitbroe- tïu6'*0®
«n van een alamodiswanfchepfel, niet al lang zien
Weg dragen had. &
bolft00 'fn"als wydeBouw-kunde in haren ruiven
«er hebben aangezien , heeft het ons altïjt op- , ,:n,
niet een' r' men JmftdcK°lom, en Koter, «x eeni n!^ ander VOOi"fiaarn: gedeelte der bouwing, tot een lee(lof ^i!udïmo1el;1^welkLalIeproPOTtie'cieraaten Eï*1
uit t gehele bouw-konft zou te vinden' zijp, Bouw orde»
Nfc ge w n heefc' Maar alswe de faak mècr ont" VClk0ZCn iS"
den\ïaar S — nader-by befch'ouWdèn, wyagte- fwii«en ejZlèn ' ^at ^omus zelft hier zou moeten zoefen wSed-etst0Tr ^hyhetook vatten m uit de BoutkoTft "ennneninSeda?ten Val,f'dat ™.n-;*- J-* ^» ti ui zou. t Geen al wederom be-
zigt , datter een enkele af komft der Bouw-konM ftdiemen teciügdementofBbofiftoîfe, vandde Douw-ordens moet agten te zijn. Hoemen nu tot & verkiezing van zoo eenmodel oforden, geraakt |
|||||||||
B m
|
|||||||||
18 Herkomfl der Bouw-ordens.
is, en hoe fulks al mede uit de arme beginzelen is ont'
dekt, dat zullen Vy met eenige bedenkingen nade(
onderfoeken; en aanwijzen dat de ongeagte boomfty'
len, die niet alleen de voornaamfte ftevigheid aan #
behuizingen toe bragten, maar ook zelfs aan de ge'
ringfte hutjes niet en konden ontbeert werden, ha*f
tot een vafte leeft hebben konnen dienen om defied
wijtte en hoogte , en grootheit des befteks daar fl3
te reguleeren. En dit fchijnt aireede genoegfam'
reden te geven , dat wanneer de onbefnoeide boom'
flammen, in wat befchaafder gedaante en als Kolom'
men bcgonden in gevoert te werden, ook de meeft'
verciering aan dat gene wierd overgegeven, dat âl
aanfienelijkfte dienften plaats aan 't werk toebragt!
waar op nootfakelijk het over geven vandepropof'
el tie gevo^8t *s > dewijl de reden haar leerde dat het bil'
dingen in de lik was, dat het mindere fich fchikte na het meerdere-
rerftandig^ j^er ujt nebbenzc ook buiten twijffel ligt konned
fig daar na af nemen, dat de getallen der Kolommen, de matefl
hebbenmoe- Jer tuffenfpacien , d'ipgangen , venfters, d'hoogtf
ken.' ' der ftadien en devercieringen om die merkelijke
onderfcheiden, van de fchikking der Kolommen fee*
gevoegfaam quam af te vloejen.En voorwaar na dien'
men nu in de Bouw-kunde verpligt is, alle verkie'
fing, Ordinantie, Proportie, Cieraat en bevalligheid
( zelfs in de gebouwen daar gants geen KolommeO
nodig of oorbaar zijn ) uit de Kolommen af te leiden
waarom een zo° werdze onzes agtens,zeer gevoegfaam een Bouw
Eeuw-orden; orden genoemt.
genaamd. ^y agten fat ontrent deze bedenking de plaatzC
zal zijn, om een nette befchrij ving te geven , wat ei' gentlijk een Bouw-orden is ? want alhoewel mif' fchien den minften Timmermans leerknaap, defl mont vol heeft van de vij f Bouw- ord^ns, 200 is hef ont
|
||||||
Her kóm fi der Bouw* or dens: i f
|
||||||||||||
P">n is tot
|
||||||||||||
°ns nocknoit gebleken dat iemand van al de Schrij-
vers,(felfs niet den naarftigen Palladio noch den noe- B^fn«"ft ften Scammozzi, noch dat meer is, onzen ouden Pa- noe* bepaalt troon Vitruvius;fchoon hy'cr andere wel wat van ^«J^g voor gepraat heeft (daar zijn uitleggers Philander en dcait. Barbaro, ook weinig mouwen aar» hebben weten te itellen, ) onderfcheidentlijk bepaalt hebben ; wat een wefentlijke Bouw-orden is : welk vafte, en welk willdbare eigenfchappcn in de zelve zijn ? 't geen wy daar ordentlijk zullen doen. Het zou wel oorbaar zijn, in debyzondere be-
Khouwing der Bouw-ordens , defelve in een geheel anderen rang te fchikken danmen gewoon is te doen; waarom wy folks dat wy eerft d'oorfpronkelijke , dan de dryin 'l?VT'£" vjnekze, enten laatLtendetweeLatijnzeBou\v-or-ordensdeg<- dens verhandelen zouden : maar wetende hoe eroo- wonc cn niel: fpi-i ii ■ i i ome e!<rca
lcn wanorden deze nieuwe maniere m de gedagten rang Zui-
veler onvafte herflenen baren zoude , zoo zullen wy)c" houd«n. ln ^ezen gehouden zijn, den ouden Karre-pat heen Ce ri)cn ; cfcch zoo nochtans, dat wy onder't voort bennen niet en zullen onder laten, in yder orden onze waarnemingen vry moedig te vertellen. Men heeft al van over lang, aan elke Bouw-orden ?o<H»fëTiifce
eenige by zondere eigenfehap, die uit zijn geftalte, dTv.jfBou- proportie en cieraat voort fcheen te komen toegepaft; oidei». die wy met een woort aldus konnen dood verwen : loicana.robufte fterkheid. Dorika, kloeke vaftig- heid. J onica, modefte fchoonheid. Romana, vercier- de Grootheid, en Korinthia edele dertelheid. Alle het gene nu fterk, fchoon en cierlijk is, heeft Al dit e%e»-
|
||||||||||||
alleswat men in de bouw-kunde bedenken kan ; en^zoodanige eigenfchappcn zullen wy toonen dat in de f
eenige oorfpronkelijke Bouw orden zijn geweeft ; en
|
een oot-
!<e Bouw- orde J te /ifidefl. |
|||||||||||
na volgens die gezamentlijk in de dry bekende Grick-
B 2, ze
|
||||||||||||
îo HerkomftdérBöww-ofdem.
zeBouwordenskonnen en moeten gezogt werden :iV
waarmen ziet dat dejonifehe fchoonheid, tuffen ófi Dorifche vaftigheid, en Corintifche dertelheid , eefl zoodanigen balans van zed gheid hcud , dat het oog der verftandigfte befchouwers daar een volmaakte verluftiging in fchijnt gewaar te werden: ja wy agteri dat hoe iemand met meerder bezadigtheid des ge- moets , deze zamenftemmende ordenszal over den- ken, en tot in haar binnenfte in zien, hoe hy on s mi n ' der ongelijk zal geven wanneer wy zonder eenige be- wimpeling rond uit zeggen dat de twee LatijnzC Bouw-ordens, namelijk de Toskaanze en Romcyn' - ze,flegtsopden hoop toe loopen. En gelijk niemand d'oude herkomft der Tof'
kaanze Kolom , daarze als een volkomen bouw-of
den zou geoeffent zijn, uit de outheid weet op xt
fpeuren , nocht'huis te brengen,en men die overal
buiten de cierlijke werken , by de Boeren en in d*
Laridwoningen, zonder eenige eigene Ornamenten
ingevoert ziet ; zoobevintmen ook uitd'eigenfchap
DeToskaan- der Romeynfche bouw-orden, datze vry jonger dafl
ze en Ra- een van je Griekze Bouw-ordens is : ja men ziet dat
orden zijn het de Romeynèn onmogelijk is ge weeft, iets nieuw*
«iet geKed te vinden, of zelfs buiten de ftrekking der Griekze
ordens te gaan ; haar moetende behelpen met eefl
vermenging uit dejonifehe en Corintifche orden ge'
riomen ; en dat noch flegts aan het Kapiteel , h«|
kennelijkfte gedeelte en daaraan het niet en kon vef'
To'n^erTàSe" borgen hlyven : voorwaar een kennelijken blijk»
in de Griek- dat de gaufle verftanden , alle volmaaktheid dei
ze- Bouw-kunde, in die der dry G riekze Ordens gevofl'
den hebben.
Men moet ook niet vergeten aan te merken dat'
men in het maken van Kolommen, niet alleen va*1 |
|||
Herkomjl der Bouw-or dens. %\
°ver lang, eenigfints verfcheide Formen van Kolom- verfcheide
rnen heeft in gebruik gehad, fulks dat men tot de ron- ^ï^cn" de ook vierkante ( die den Spaanzen bouw-meefter D'ego de Sagredo, Attifche Kolommen noemd ) en ook met goec toeverzigt, platte Kolommen heeft ge- maakt: maar de wirPelturige verftanden, ran de waar- wondtli&kUftnde afw])kendc ' hebben te mets
bouw-kunfr n en °ntaardc afzetzels in de Verboerde
rnrl^ ! ^oort §eDragt: invoegende tijden nu Monftris ir»
Sbbengui an;de'§ebochelde'cn 8ef"cdeKolommen -^ï
n'en e • i,8clevert : J» de gedaante geheel in Man- broeid. verw•{?urOUWCn beelden ' in Thei'menen anders
ond| ?! ' alswe uitvoerig zullen bewijzen.Die .Qer d antijken wijzer zijn geween:, hebben hun
^""genomen cenige weinige blijken,) altijt by d'een- ^oudige fprm gehouden ; die ook van de eerfte Bou- wers om vele redenen, die wy zullen bvbreneen rond verkozen is. ë Het befnijdender Kolommen , is vry verin de DeBef'nes,e
^w-kunde door gebroken; en heeft niet alleen lan- SS Z s rand gehouden by de afgelegen volken, als in vuile ™3>^- tot ön7 Japan'daar de Ware Verftandige bouwkunft Z^L-
de ^Pllcde.n met en is bekent; maar heeft zelfs by ken- de QUroPjkne volken, ter tijt als men bezigwasom Italie^af i VCrbafterinSen mde verwoefting van het hooft on in"11'1 teroeicn't,c!kens wederom eemeen in de N ij en wkrd metter "J1 ook zo° iïiks heeft l- eilandengeoeffcnt,datmenze,nau- net de R,Snnenuitbocncn '* gelijk wy fulks nader
wvrlan V ï c' HUamen,zullen waar maken.Daarpronkzuileu
om 7,n°Ü g- C§cntheid zullen by de hand hebben, mo« men
om aan te wii zen A«+m j " • • / n,e'tot ver' de Kolommen van ¥ dc 8rootvoen8c gefne-Zoning v« ivoionunen van Trajanus noch Antoninus, noch vuile»»»- |
||||||||
•R , ' j- ren by
|
||||||||
ereu-
|
||||||||
13 5 die
|
• gen.
|
|||||||
21 Verfcheiâe behandeling en
die weîke te Konftantinopolen z. jh ; ( en als byzori-
dere blijken van de R oomze mogentbeidmoeten aao gemerkt werden,) tot verfchoning van een vuile maniereinde bouw-kunlt, nieten moet voor den dag brengen. Gevlarrde En niet tegengaande de gaauwfte Bouwkundiger? iotteiijinn ^e gev^arnde of geflingerde Kolommen t'eenemaal de Bouw uit-de Bouw-werken willen gebannen hebben ; zoö kunainge- h^en anc[£re de zelve noch met regelen, om die doch wel te proportionecren , in hare Boeken ver- eerd. Onderde Grieken zijn de Kolommen by toeval)
. . in Mannen en Vrouwen beelden herfchapcn,die wy» fche en ?afi"- h°e weinig noch in 't gemeen bekent, ( en waar uit fche Bouw- na alle waarfchijnelijkhoid menigte uitbroetzelsvan ben^ce1}* Thermen,Tclamoncs,en andere gedrogten voort gfl j-riiien uit- komen zijn , ) onder de benaming van Perfifche er) gebroet. CariatifcheBouw-orden,in de Dorifche enjonifche Bouw-orden der amijken zullen verhandelen. En alhoewel,, de Kolommen die men Balaufrej'S
noemt,by de Schrijvers noch maat noch regel vin-
ïvaalaiiüers den, en datmenze nu dus, dan zoo, ja als gebochelde
ifamLretl Efopuffen , en by vele noch met den aars omhoog»
geten. zonder ep haar waardige af komft agt te flaan,by hele
legers de bouwerken iziet indrommen, zoo moeten?
■we dat ook verbeteren.
Kolommen Over de fto-ffe, uit welkmen vanouts Kolom-
7-ün uit ver. men maakte, ftaat aan te merken , datze beha! ven de
fchcide ftof ^,xarrnere en andere harde fteen, veelfints uit Metaal
gemaakt. .. . . * . •
gegoten zijn; welke maniere te Romen onder Mar-
cus Agrippa, fterk doorbrak ; als we uit de blijken zullen aanwijzen. Ook wierden in zommige bou* a,e' pralen , de Marmere Kolommen met Metale bafi- M«m«*. mentenen Kapitelen gemaakt. Onder de geflagteo der
|
||||
'verbaftering der Bouw-or dens. 23
derMarmeren is de witten heel gemeen geweeft : en
«glommen die uit Porphyr,roode en ander kleuri- ge Marmerfteenen gehouwen wierden,gaf men Bafi- jnten en Kapitelen van witten Marmer, en geheel ,, .,
ÏÏft zelvenaart- DeTrevertijn enSlavo-Vcrfcheid*- werk n ft" eeît'Jts te Romen aangemeene groote
van rfo V m gCDruik- Datmen hier te Lande bcytel ' mnien van gemeene hoogte met de nietve°^ ^? draybankziet fatzoeneeren, kan om wy VerWon'7erenomdat wy'tdagelijxzien • maar Sagred W eren ons veel meer over 't geen Diégo de Teolo° VanutWee vermaarde meefters, Tholonen GrooteKe. ïchn n v?™ald , die de Marmere Kolommen, [ommen bw d neen', h00^V3n, 5°voetenteboven gingen,fctS wifil , gÏVn0enS werktuig, ali op een dray-bank ai. ucentebediftelen.
buiteAank°mende bloei'dJd der bouw-kunde heeft'
doen mrjffbl'VCd treffeli'ke Seeften vc™ekt : want d'Opgang
ben f u groote dingen begon te ondernemen3heb-det Eo«w.
daan. wv°0krerCn meCr g™te Meefters op ge-^t tl
bcwiÏ7 jUllen UIt vele getuigenifTen der outheid nen verwekt. Boui en ' datter eertiJts veel wijze en doordronken
uitput™ L Zl'P Seweeft 'die met dc alderdiepfte a'"cmting verftand, vele vindingen ontrent de uLeneeneD0Uw-kunde, en het toeftellen vanwerk- wclkersVangeWeld cn Pra<ai)k hebben toe gebragt : nocgzameT" fL?d al de volgende eeuwen , ge- fen konncn r .•■, ™ en onderrigt>ngen verfchaf- moetenind*ao^ll)kr>'daunookinhet ™orby gaan Boumeeftm ken en nadcrh ?aken' hoeeertijts onder de Gne-zij„ van «.ts »„„ 1 d onder de Romeynen goede wet- vetp'igt ge- -• ' *e treffelijke wetenfehappen wel mannen te
«varen te zijn ; waar Van de wet dje ten tijde van te*'in- B 4 Vitru-
|
||||
24* Voortgang der Bouw-kunfl heeft veel
Yitruvius binnen Ephezen noch in volle kragt was,»
Onder de een byzonder voorbeeld zal vertrekken. Wat heeft ^Tboüw- lû ^e %duY^ige tijd der eerfte Roomfche Keizers, de kunft fteik bouw-kunfl: niet gebloeit zoo ver hun gelag de We- gehandiuaft. rey bedekte ? en wat zullen we (zonder noch aan de Reuzewerken der A fïyriers, Egiptenaren, Perfrn en hovaardige Grieken te gedenken ,} niet een ciigten, cfrom van trotze ondernemingen en bpuwpraien, yvolgens de verfhndige Bouwkunft uitgevoerd, té befchrijven hebben, wanneer wy die zullen aanvan- Grooteender gen te befchouwen. Daar ons dan nootzakelikzal M*erf "de in gedagten vallen, dat zonder de uityindinge van ge' vind.ng van weldige werktuigen , de uitvoeringvan zoo onmen' van^elvelr fchelijke bouw-gevaarten onmogelijk zou geweeft nageOeepr. zijn. Daar zullen wy dan zien , hoe eenen Ar' chytas en Leontes , Leerlingen van PythagoraS t. . en Tales en £udoxu$,vc!c wiskundige waarheden uit hebben uit vonden,enin fpijt van Plato bekhreven ; daardoor' geblonken, men in debcliandeüng der bouwkunde, met kleine magt,grootevenigtingendeed. Wat Eraftoflbenté Cyreneus dede ; wat werktuigen van geweld en pra' ótijk, Tzetzcs en Pappus van Archymedesverhalefl gevonden te zijn ( waar onder voornamelijk zijij Trifpafton, Penralpafion en Pol ypafîon en zijn He' iEn waar injjx vermaard zijn; en niet onwaarfchijnelijk °roo< hun vmdin- ', , • . ' .. . , J
gen onder deels tot ons over gekomen zijn , en in onze kranen
onsover ge-dray-fpiilen , wind-hafpels,kaap-fhnden , fchroefef? ! even Z1,n' vijs-tuigen gezien werden. ) dat zullen wy wa* naukeuriger als hier ter plaats voegzaarn is, aanwij' T»ie onder zen. Alleen met een woord hier by voegen dat'e' °m5 j'el~. noch feer veel fraje afteykeningen en modellen dei Bighedenin .... . ' . ■ J p . ..
goede af.eir gczeide werktuigen onder onze bewaring zijn,die of
Tm8 be verfcheide plaatzen na 't leven waargenomen zijn; ei1
«ten. **-" altijd de toegenegentluid der befcheiden lief hebben'
6v" deBefchouwersafwaeten. "• ' D(
lm'.;.. * . **' *■
|
||||
wijze Bouw-meeflers verwekt. % f
|
||||||||||
^f Wijsheiden het omfigtig oordeel
|
waar me-
|
|||||||||
oe dantijken, de Griekze en ook de Latijnfche Wat|«gt-
5ouw-ordens,allengskensopeenvaften voet en re- heid Vantij- g^maathebbengebragt^nietalleendelatereeeu-^^ °p een nmpel gerugt verpligt, de Bouw-or- hebben. CJls °n8ekreukt te houden ; maar het werd ons 1 " ' f ] °or_5en%e w ejn ige van de befte antijke over- wen 1 kk • a n de goet^euring van foo veel eeu- vol 7* DeYeftigt5 datde Bouw-ordensnoitin pr,lter trap ? dan in diewerken geoefent zijn. Defchosne J,! ;''' da" °°k al degrootftebouwkundigers, federt V*^£ °-at ÏÏlen A^r^ -n ■ in • ■ r . " den van alle
Ich ^"ortiiche verbaftenng heeft begonnen de verftandige
op te geven, hebben gewild, datmen in alle voor- Bouw kundi-
2 «i twijfelingen tot de befte antijke voorbeelden g^T 8°" 's tot de ware Fonteyne gaan móet: En alhoewel J)' met en denken dat iemant zoo vermetel zal zijn, meenen datmen de volmaaktheid der befte antii- *« al op de hielen gefhpt of airede voor by geloopen „££££ » zoo zietmen evenwel dat'er hedensdaags meer dic' die de kS' °f de «^buiige modellen der nieuwe Boe- Eftfffi niet'd ,°P ^'antijke voorbeelden gemaakt werd: navolgen, mei-V Cn dedaïmeD de latere Schrîjvers,moet aan- zet o?flfnnVerÇ omSeroerde aarde, daarmen 0pd.hedens. Aurl ontvelten kan. Het is waar dat de meefte daagfe auteu- oerr^CiUren fi8 beroemen haar regelen uit d'antijken "« mag men bLcrOKken tpK.LL ii • i niet vaft
voomev nebben 5 dan hoe weymg men op dat gaan.
Wannee ^ ^- mz" ma^en ' dat za* b'ank ^aan'
in'nnfl/*^inldcrBouw-orden,deoutftetegen de jonglte m veropi;;u- n n n k«L ™~ Waaruit dat dellerfmetS11^1"? zu'lenftden: £n haarm°-Zai gexie„
m„ , , ctn teykenkundi£?e trek, m haar vierge- weiden, nieten, als men ^j t • • i tien t A ' c 1S 'in maten en propor- egens den anderen zullen af wegen : op dat-
men niet_a leen ontwaar werd wie de flegtfte voor de «cue antijken m de mont geloopen is, of meeft van B 5 zijn
|
||||||||||
%6 Wijsheid der Antijke Bouwkundigen.
zijn toegevoegde medemaats verfchildjmaarook hoc
ver yder van de befte antijke overblijffelen afgeweken en te kort gebleven is. Eeniee Bouwmeeftersnietal te vafb'n haarfchoC'
ren ftaandc,en van de fekerheid der bouw-kundige M«t de regelen niet genoegzaam overtuigt, (geheel nietaafl touw-ordenseen eenige Goddelijke bouw-orden denkende,) mee "ïcfiiande- nen batmen met de Bouw-ordens, als met de mocfc len a's met van de kleeren mag omfpringen ; tegen de zulke zul* **eiT0<kv3nlen wy °°k met vc'e rcdencn d'onveranderlijkheio in2en- jçj. gouw.ordens vaft ftcllen, en alle twijffeling weg nemen : en niet nalaten daar by aan te wijzen, met welke en hocdanigc vryheden , de Bouw-ordenS mogen behandelt werden, hoe zommige regulen zomiijds konnen gebogen, maar noit behoorden gebroken te werden ; en op wat middel een omfig- tig man in die gevallen, altijd zijn agtbaarheid bewa- ren kan. Dekjuw- Hoe zeer verheven ook eertijds de bouw konftin tunfi heeft rtaijen en binnen Roomen als in haar fchool een va' een-; her fte zetel fcheen te hebben,nochtans heeft de verwoe- hooft onder ^ing die de Gotten en Wandalen over dat rijk ge- geiaac. ^ragt hebben , de Bouw-konfl: door hetdikwils in- nemen van Romen zulkcn krak gegeven, datmefl metter tijd regelen, ordens en wetten verlaten heb* bende, tot zeer jammerlijke,kunfteloze, en Earbari* B fche manieren, die men naderhand Gottyx noemde» konft Vcgon verzeild is. Gelijk ook de Bouwkunit, voor dien in- te Romen va],na'tgcbiedder i 5 eerfte Kcyzcren,zichal tot den ft"mTnte°d"", ondergang ecnigfints van ver had beginnen tefchik- }<="• ken ; alswe uit de eerboog van Conftantijn , die uitftukken en brokken zaam gelapt wierd, konnen
afnemen, 't Vcrplaatzen van den Roomzen Stoel na Conftantinopolen , deed in dien tijd den ge- dreig- |
|||
ondergank der Bouwkunjl. 2 7
^ragden ondergang der algemeenen konften, on- ervecl zukkelingen niet weynig voorthollen; ^hoewel de Bouw-kunft langer, dan haar twee Hield lange* jutters, de Schikjerkonft en de Beeldhouweric, ftand gdan de • hl*r toe hielp veel, dat onder Paus Liberiuskonft""
«nige konft.lievende mannen de hand aan 't werk meiden,om Waar»t mogdijk door-t bouwen van ee- n>ge voorname bouwpralen, den laatften dootfnik dmS?Ülïft0p?'iÏ0rten- DeR0meynen °"- «** fc
J • ulleB den inval der Gotten en Wandalen op 't lijf Gotten heeft
«njgende , en voornamelijk die grouwelijk druk- tna7^'
■ onder Totilla Balduilla ; is alles als met een men en rer-
■ oom over Ioopen,en de konften zijn gelijk met een d,er'fheel .
J^m tornen en by na geheel Italien uit geveegt. tog" ^
branS,-0"ke bouwPralen, die,hu" verwoede pooten, W3ar wn(Ie
' u-tIgving,enpuinbeukendeitrijdhamers teduir-W'jfeen in de WjW> wederftreefden , moften tot blijk van hare?"*11'^ Wfariopn„~„ j u-M i len gezien
Pen ^moederen, met ontaliijkehouwen en kap- werden,
ncn t°° diep BeWandci«fkt werden, dat de lid-teke- rcKc k0t °a ^eZen ^30'1 als 8etulSen V3n zo° Barbari- an, en " n°°rdemrien>in deontmaakfelde opfehrif- kenpn £ ., onde ornamenten der overgcbleveftuk- Nadat entezienzii"-
ZCT Theodo?edf ' f116'" 'n 'C ^aar 7I 5 °nder,Kcy- Wieen w„-
wat adem de derde, de bouw-kunft wederom neer mende detweed^veSf ", k}x^m; daarPausGre8oriusLTP5n
gcloopen, bl e a be'°°ide 5 dan do°r andere tegen te herflelien,. men vervVonH r,me kunft onder voet leg§en' e"
denloze manierf diejmeercnmecrinPIomPeenre' doorItalien,Vran\v t^n^V^xT T C"""
Hcpen,datze heïr Jk'Dwrfl«idenNeerland voortMMrteTe„ van den hals fc&^ -ln la"g T ^f konnen seefs-
niVn«,r/V-i,^ '"«aen : invoegen het de latere wat meuvsfehen, alsmende vergandige bouw.kunft weder-
|
||
2 8 Sukkeling der Bouwkunde.
vtitaftetdï wederom uit den hoek haalde : gelijk ook noch fbiH'
GottijJkze mige flegthoofden hier te lande, de Gottifche roa- fterkgdoot n,"er n'et ^ang geleden plagrenM odern, dat is, he* gebroken, dcnsdaags; en de verftandige Bouwordens, Archite- cture ,datis,bouwkunft te noemen. d'Italianen, d« hebbpnane" vu''e mar|iereri der Ba: barifche volken feer vyandig BàrbarifcBe zijnde, hebben alles wat van de gemeene manier de' t"Jfn;cr Got" toegeftemde antijken afweek , Gottijks genoemd, noemt. Waar in nu de Gottifche manier beftaat, dat zulle» \vy voornamelijk aan de krullen en prullen, banden; en belagli jk krakeling werken konnen zien , als wyz« gootot 1500 breder zullen afgefchetft hebben. Wy zullen ook heeft de den ftaat en verdere zukkelingen, die de bouw-kunfl ciiè'*dwl'gï van den Jare 800 tot den Jare 1300 (als wanneer fukfaid. die eerft wederom regt als een jongen Phénix uit zijn affe begon te herleven ) hebben aangetroffen, over' zien; en niet na laten aan te wij zen, wat fraje man- nen met een onverrnoeide neerftigheid, de neerzij- gende bouw-kunde hebben pogen te paart te helpen. wie veel tot Onder welken eenen Pipo gemeenlijk BrunellefcO tebbe^e? genanmt > Ion- Morozini, Marcus Aldibrandus, daan. Bufchett en Nicolais van Pifanen groote voorvlic- Maar vande „ers zjjn peweeft ; Wanneerze in 't laar 1069 door
Leerlingen p n ,. -r-.., . , r J n «
nier agter- bun lIordigeDifcipelen, wederom een noot Kreeg»
volgt. en zoo merkelijk daar mede agter uit ging datze ge- noegzaam neffens andere konft-handelingen in het voet-zand gedompelt lag : en dat tot op het ]aaf hoc nauwlijks in heel Italien een goeden bouw- meefter , Schilder noch Beeldhouwer te vinden was,| als wy breeder over die konfteloze eeuwen zullen aantekenen. hcSng e B^ter geluktend de volgende eeuw, wanneer in 't opeen regren Jaar s 150, veel opmerkende geeften en neerftige „°"j^egon" mannen;nieï tot de laaft voor gegane,maar tot de out' fb?
|
||||
Bou wiundige Schryv. onder d' Antijke, 11
üe en befte anujken werken gingen, de puinhoopcn van haarbeftulpingontgravende, de Kolommenen ornamenten met groote vlijt'uitmetende, enopgoe- Öeproport.enftellende; regelen en modellen daar van makende,gelijk we in 't overwegen der neerftigc Autheuren die boeken van de vijf Bouw ordetW gegeven hebben, zullen ontmoeten. ,. °™ vande aal-oude'Schrijvers hier ook een vandeaal.
Kleene chets te geven • zoo moetmen aanmerken dat- ?ad% boav- ^ wel veel treffelijke Bouw -meefters onder de X'jfer, krieken over de bouw-kunde eefchreven hebben, zi)"n on^ maar datter ons geene van zijn behouden ter hanige- ^ «£ romen , die ouder zijn dan Marcus Vitruvius Pol- viu» terhacd «on; die ten tijde van den Keyzer Àuguftustien Sckoraen- boeken zeer geleerd over de bouw- kunde, en werk- tuigen van geweld fchreef, en aandien Keyzer op- !"0eg» waarvan wyde reden uit zijneigen getuige- nis breder zullen ophalen : daar ook zal tè onder of vkr"v'■* Senftaan' ofhy°itee» elfde boek, dat alle de af- Wktt cnmgen en mocje]jen van zj- ggjjjg.gj wert |3e_ modellen
lc"Sers?U' gemMkt heefc: wat ^ 8elecrde Uic" E*
li^r d van gevoelen ; en eindeling hoe die veel Kkh^&^^f^^^ zijn ande"
Zekerzoo VrT* zukkelboek hebben konnen geraken. ren gekomen die^ftCikeninSen teV00rrchi'nWa-
ter om verft n Schn)ver had niet alleen veel Hg- le%e?sdeîapngeWeeft'raaar hadden ookveelÜk-
d^ontrentdekonfthandelinge^ vandatonge- <^gg"°<
Hik Biet vry en Zijn, dat zal ons op «de olaatzen voor na,ded î'Sf de fchenen loepen, Pen neerfti^XH "-** zijn
|
||||
3 o Bouwkundige Schrijv. onder d' Antijke
zijn vermogen, de verloren modellen van Vitruviu*
wie de v«-uit zijn lellen yogen af te fçhetzen; die waarlijk nie[
lenvarfv!-1 onvoegzaam m z>jn boektot Venetien 1660 gedrukt
truvius ee- te befchouwen zijn : welke modellen in een veel
nigfints her- netter trek en fchilderkundiçe ftand over gebras*
fteld hoeft. 0 . , . », . & M
zijn,in net Frans Exemplaar, dat onlangs tot Parij Si
met veel verklaringen gedrukt is ? waarvan breedef
op zijn tijd.
Vitruvius is Die lang in Vitruvius gevroct.ér. in de France taal
tenbedoniücertlJts hebben overgezet, betuigen datze hem doof
gevonden. d'Uitfchri jvers op veel plaatzen jammerlijk bedorvefi
hebben gevonden ; welk ook het noodlot van veel
treffelijke Autheuren, voor de vinding van de Druk'
spreek met konft is geweeft. Het is een vermaak om hooren mcf
grote lof van wat eene grootagting Vitruvius van veel deftige Au'
Schrijvers die theurenfpreekt,en zonder eenige bewimpeling belijf»
verloren zijn. het pit van zijn boeken daar uit ontleend te hebbema*
hoewel het ons jammeren moet, dat al dien fchat zoo
agteloos verloren is. Wie weet ook wieze met voof'
dacht mag in den hoek gemoffeld hebben. Daar zijn'
der wei die Vitruvius van eenige ontrou daar ontrent
verdagt houden, alhoewel hy een zeer fijne rol daaf
Naamroi der ontrent fchijnt te (pelen. Van de oude Schrijvers
aal-oude die voor hem geleefi hebben, zullen wy aantekenen
Bouwkundi- wat SiIenius,Theodorus, Ctefibüs, Metagncs, Phi'
gcrs die ge- leos,Ic"tinus,Carpion,Diodorus vanPhocen, Phikv
ichrcvcn heb- jiermogenes, Satyrus, Phytius, Leochares, Bryaxes
Scopas, Praxiteles, Nexares, Theocides, Demophi'
los, Pollis, Leonides, Silanion, Melampus, SarnacuSt
Euphranor, Callymachus en Dinocratus over àc
bouw-kunde der Grieken, en van deGriekze bouw"
in wje van pralen, gefchreven hebben; gelijk ook wat anders
de werkuur van de Machinen,dat zijn werktuigen van geweld er»
weid!*0 sc" praktijk, hebben gej^andelt; onder welke Cliades»
Archt'
|
|||||
bouwkundige Schrijv.onder cTAntijke. 31
lX;< ^ ios'charidas' Polyidos' %rcs «> A-
truvi K ' u de voorn^mfteteboek ftaan .- en Vi-
niedeW1 , .t0tïtWerPcnva-n iH»öbwkm : nietwei- ook J^P^^gebodcn hcbben^dijk hy dan Phraftus ThTgt -de fchriften vao eencnf heo- Ariftides cn ^US,P°lldonius' Hegezius,Herodotus, F°nteyneno; tlod,orus' hem in '« i*fchrijvender De Rome " dlen%daan hebben-
vius nochw!y"en,^adden voor den tijd van Vitru- wat by eenenFufiriJ0'8 rontrent gedaan ; alhoewel byde RonB<*: utlUSecnornor^„» j, ■ . J nenvoorVr-
de lag. 't Geen Te • ontwerP oyer de bouw-kun- wttvias van
Jar van m^JSSS^SS^ ?ï? JffT * S^f
ArgulustweeBor-ersenS g weinlg.CofunusenïenDis.
hcbben een fJ,berSCnbouwmee{lers van Roomen fcl* Bouw^ met afbeeW'ngenvandeKorinti- Athenen ot? f §emaakt » over bet werkdatzetc wel 200 T rAnty°chusoPm^tcn, na dat het Refters Anrn1 " VOOrCn Van de Griekze Bouw-
Was. ulltatesXallefcheros en andere begonnen Eri a]k
de outheidTneIiWyaan§aandeveIedi"gen rakende vitmviu*
ncerftigheid Van dien "^ aan de g°etheit en mocc wel |
||||||||
tans 2iJn daarÏÏ7j1^" ver,chu3dig< « j» > noch- K £
|
maar
en
vres-
|
|||||||
alle; noch boVe ,, eredenen waarom hy niet voor sdoof< *<
en beflepiaats "^ ln geloof en navolging, d'écrite*11- blijken der oude werkC" ,ma§ : 'f ^ WY uit velc zelfs noch in een bete/"' niet alleen na bcm'raaaF maken. Ook 2u]]emv*1Jcgemaakt zijn, zullen waar alleantijkevoorbeelden , StJf^ *aarom nietSïbSLÏ
welke mogen geVoJgt werde"naaf™1,{legtsee»,g«nhibbenniet met oorbaar isopeeLmeefte;t?f ^™ K^' ^
^leaendwaüngenuiU^^-- dezen.
|
||||||||
1% Latere Bouwkundige Schrijvers.
dezen, zijn ontftaan. En ofwel een groot aantal vatf
Autheuren fich gepijnigt hebben, boeken en regelen van de Bouw-ordens te maken , nochtans zijnder on' der alle die, flegts eenige weynig die men voor dei1 grooten Raad der bouw-kunde, derèft alleen voof deurwagters en dienaars te houden heeft. En op da1 wy die namen van die mannen niet agter en houden') zoomeenèn wydat men voor Palladio, Serli, Barba' ro,Alberti, Bullant,Scarriozzi, Vignqla, Cataneó» Viola en de Lorme de meéfte agting behoorden tf hebben ; zonder nogtans datwe den grooten Villal' pandus ; en den edelen Heer Roland Freaï't, (die w/ de Vitruvien onzes tijts agten) onder de flegtfte rang willen geftclt hebben; fchoon zy haren arbeit niet tot de praâijk regelen aangeleit hebben. Den onvermoeiden Palladio heeft vier Boekefl
over de Bouwkunftuitgegeven, waarvan flegts eefl kleen gedeelte, rakende de vijf ordens in Neerduîtf en Frans vertaalt is. In welk hy uit d'antijke bouw' pralen , dien hy zeer beminde, veel fraje dingen xt voorfchijngebragt,en verftandelijkbefchreven heeft- Wy zullende modellen van zijn bouw-ordens ii> onze vergelijking der Autheuren,tegen s die van Sca' mozzi ftellen,en volgens die wijze doorgaans de jong' fte tegen d'outfte afwikken.. Den faftvoerigen Sebaftiaan Serli, heeft wel fè*
boeken van de bouw-kunft, doorligt en meetkuntf gefchreven, dien Pieter Koek in het Neerlants en eetf ander in het Frans vertaalt heeft : en gelijk hy doof' gaans laat blijken dat hy Vitruvius als zijn meefW wil op de hielen ftappen,zoo is zijn meeninge ook ge' weeft, door zijn boeken Vitruvius te verligten. Daaf zijn verfcheide redenen die hem van ontrou verdag( maken ; fchoon hy hem doorgaans óp zijn eigen na' fporinl
|
||||||||||||||
Daar zijn
maat eenige weinige Âu- theuien voor den grootcn raad der bouw kunde houden. |
||||||||||||||
Wie die zijn.
|
||||||||||||||
Wat Palladio
gedaan Heeft. |
||||||||||||||
Palladio zul-
len wy met Scàmozzi paren. |
||||||||||||||
Wat Seba-
fti»an Serli gefchreven heeft. |
||||||||||||||
èerli van on-
trouw Tet- dagt. |
||||||||||||||
QeagteBouwkundige Schrijvers. 2*
F°ring beroept,men meent dat hy zijn befte waarne-
te"jgenen afbeddzels uit de nagelaten fchriften en BaltTning!in ' Van 2i,n 80eden vriend en tijdgenood
der»!?narda ,Zienazoudegeligt hebben; alswebree- ■•■ . j *nmode,rPhalen-Hetiamme" denHeerFreartdat vo^<£
nette tpX. «■ Voorbeelden deroutheid , met de »■" s«iï m ^Cr£8n5,i^OBWOIPen"inj?,atdie 2ÏÏ
yoor dtnA 1 anclerZints met groote fwier genoeg waar.
Antinnv 8 men'met de ftateliike grootsheid der 3?ytVanSerli "iet en konnen ponken. Hoe dat ja 1 •■ 1 tWee BaZen van malkanderen verfchillen, ■u m het tegens een houden openbaar werden. maareen,0^ Cataneo'tch opfigt van Barbaro, WMr0B1c9-
ren Vn» r ,g ",' no8tansa8ten *Ygeen Autheu- «ae°«BaV den °e§famcr b>r den anderen te konnen œftdt wer. 5"° f b7 aer> Om fp »■„■ ' 1 n/i p ""'tr11"1-wcl-* den.,anderea
malkand onennoe ver iVleelters en meftertjes vad païen,
zelv* a f v5rfchiilen konnen, fchoonze een én het Zeker al n c„/i J1 * ?°i> nebben» ■ -, fchi Ider van F ° Baklfta ^T <*" ^f1'* §°et A,b«^ ^
tiid dp riorenccn geweeft, die niemand van zijn g™°te on- ^ST nnde boUW-kundc hoefde « ™ïken> SStÜ
'tifreiW y nogtans een groote onagtzaamheid in ddiea g«- sïfec d^seiienrn ziL wy zuiïn toont-
W veeleflechtr.k Ta'metdcn)0n8enVioIa' die
BdlantendeLorm, f'Pf'^ na welkwyjan Meet«i«. te navoWrT, ^ ' mdatzeLan«-luiden engroo- *<** g«p*« V SaSL 1 UrUVius zi>n ' *&* l^en volgen. w"den-
y.SamozZI,dien wyPaUadioto heeft-m go t verdant en welfprekentheid , de bouw-kunft ^ftffl
wel met tien boeken op geheldert- Van welk (jede^uwkuiift grontregeien en eenige weinige dingen die den huis oouw raken, in 't duits vertaald zijn ; waar van de jjj ons zeer klein behagen leverd. Eenige oordeelen, ^t:zijn vijf ordeps wat dor en onbevallig van vercie- Ç iringè
|
|||
34 Geagte Bouwkundige Schrijvers <
ringe zijn. Zymon Bosboom, Anhalt,en Vermaarfck
hebben zijn maniere van door parten te arbeyden, in een lichtvoerige uitwerking van minuten gebragt. Daar is noch een geheel andere Zoort van bouw- AMteurea kundige Autheuren na 't leven af te malen , die met diedcGotti- hun alleen vry een groote bende uit maken : onder «nV^e'cm ^e V'rtdsB'Wö eenen Hans Bloem , en Wendelijn, lebben wö- Dieterling, die de Gottifche en Barbarifche bouw- Unmvoeten. Jjunft als met Trommelen en Schalmeyen wederom hebben pogen in te hulden-.gelijk ook Pieter Koek daar toe, ( buiten zijn weten mogelijk ) te voren ai mee zijn beft gedaan had : fulks dat Karel van Mander, die op ver na den fnedigften bouw-kundiger nieten was, in zijn tijt over d'invoeringe van zoodanige vui- le manieren, ernftig heeft weten te klagen.De Wedu- wrvan Pieter Koek, gaf in 't Jaar 1555. binnen Ant- werpen eenige werken van Metfelarie üit, die doe meer agting dan nu hadden. watvanMa- Samuel Marolois heeft wel luft gehad neffens de r/enxV.C h0U" wiskundige oerfeningen ook de bouw-kunft voort te . zetten, maar heeft te veel op Bramant fteunende,die in den tijt van Raphe! Urbijn een geflagen Vyand van Michiel Angelo Buonaroti was, niets dat zonder Gottijkze befmetting is, voort gebragt. Onderde En al hebben de moedige Spanjaarden weynig tot heeft'eenm0 ^'algemeen e konftoefFeningen gedaan, nogtans heeft Diego des», onderhen eenen Diego de S3gredo zig vernedert, g.edo ge- een zamenfpraak in de Bouw-kunft op te ftellen, in welke hy zommige opmerkelijke,,waarnemingen en bedenkelijke dingen die niet gemeenzijn, heeft in de grabbel geworpen. ; Het zijn vry groote voortoogfchetzen en pragti-
îi^NaucUr 8emode!Ien die Julien Naucïer voorgeeft uit de lef- ts houden is. fen van Vitruvius gehaakte hebben: dan wat'er vati te
|
|||
die hedemdaags voor handen zijn. 3 f
*e houden is, en hoe die met Hans Bloem en eenige vieze antijke voorbeelden overeenkomen,zal van ons nader aangewezen werden. Waarlijk zijn het fchoone en grootze gedagten »
e^K Jdkden Heer Roland Frcart ontrent d'antijke nc densdaagze boüwkunft is bezig geweeft ; en wy r. Ft êift en
«erven zeggen dat dien fchranderen man, de faken vüiaipandus Sonvl-n ? VOOr hem heeft in^ezien- NieC min ffi^*
ok v ulalpandus in zijn uitvoerige verklaringen de Uoukun- orcr de Tempel-gezigten vanEzechiel, debouw-gseSchliii
Und,Re waarheden nauwkeurig uitgepluift. ■»eV, 1 r met het uitgeven van modellen van g beek bouwerken, dan metdepraftijk-oeffening vviefajo
K ri^ï' ^°tïW'Ordens opeenomen , hebben geheeïe modeiicn Set0'3" P^»***"*^* **.£«Ö£j
b i«.c wooningen ;ook Kerk en Tooren-werken, uitgegeven. 0?rteijs- ^taren>Schoorfteenen, en anders in Print-
verbeeldingcn vertoont. Zoo heeft eenen Pieter «wet* PetrusPaulus Rubens, Hans Wilhelm , Hen- :rik Keyzer, Bernardino Radi, Jaques Francart, Ma- ptt, van Kampen , Paft, en onzen Vindrijken Phi- |
|||||||||
'ps Vingboons, en andere daar veel aen toeeebr
|
a«t.
|
||||||||
* ot welke wy noch eens een rijken fchat van mo-
llen uit de handen van de hedensdaagze vermaarde «ouwmeeftersStalpaard enDortsman.te wagten heb- oen» die ons de Roomze boüwkunft in Amfterdam ten u'terften nagebootft vertoonen zullen. Wymo- te ook wel eenige aanhalen die eertij ts uit de ver* baarde Schilders opgeftaan en uit liefde en groot- agting der konft voorname Bouwmeefters geworden s^Tnt ^jnde, in de laatfte ophelping dervervalle bouw- in ^ vooc- kunft zeer veel goets gedaan hebben : onder welke ^ ^ Zy Margantone van Aretzo , Raphel Urbijn, Mi- goets aan de «ntl Angelo Buonaroti, Roflb, Primaticio, Vazari, hUuvWt ' ' . hebben ge-
C X Ver-daan.
|
|||||||||
$6 Geagte Bouwkundige Schrijvers;
Verocbio, Perijn delVago, Andreas Orgagne, «*
diergelijkeniet en moeten over't hooft zien.
Al van over lang hebben wy uit onze bewaar^
boukunlige" prulletjes een geheel Magazijn van bouwkundig'
modellen en modellen beginnen by een te zamelen ; waar va"
werktuigen de byzondere hokken en vertrekken nu al zoo tam*'
yangeweld / .. n rr i i > i-m i a
ta praâiik lijktjes zijn geltorreert geraakt, dat er nauhjks plaat?'
by ons in be- dan voor eenige uitgeleze, diewe uit de milde ha"1 w £ins* van noch zommige onzer gunllelingen affmeekefl' en fchijnt overgebleven te zijn. Daar zijn vertra ken die allerhande Bint en kapwerken gemaa" en ongemaakt vertoonen. Anderelaten Huisgebot1' wen, Toren en Kerkwerken zien ; van Paleyze''' Lanthuyzen,Schuiren, Brugwerken ,en wat de x<& van Hooft en paal-werken nafleept,en ontbrekend' ook geen voorbeelden. En 't geen inde by vertrek ken van fraye werktuigen opgefloren is, zullenwe °\ zijn plaats met meerder toepaffing verhalcn;alhoe^ wy'er noit liefhebbers 't vermaak der oogen vanÊ willen ontzeggen, vvat orden In het belchouwen dan van de vi f Bouw-orde!1* ofrangwyin zullen wy beginnen met de Toskaanze; alhoewel*! defvifS aIs een Latijnze orden laaft behoorde ten dans te ¥' ordenszul- men. Het is waar dat Vitruvius in zijn vierde b<r len jouden, by na een geheel hooft ft uk doorbrengt met de w, BeToskaan- handeling der Toskaanze Bouw-orden, en daar i& ze souw-or-fpreekt van Tempelen na de Toskaanze wijze f v^udsvanbouwd:nogtans blijft het opmerkelijk in Hefj geen oma- dat hy 't zelve zoo mager en zober doet, dat hy fl'f ment gege- eensaanwijft, wat Ornamenten of boven balking''1 |
|||||||||||
ven
|
|||||||||||
!(
|
|||||||||||
orden eigen is : 't Geen Serli dapper verlegen ma^
En geeft blijk genoeg datze zelfs by Vitruvius vk geen volkomen bouw-orden gekeurt is. Ook zijf *, fchranderftebouwkundigers van oordeel, dat tâ |
|||||||||||
fàheâensdâags voor handen zijn. ï7:
SST1" !f n?en Tde Toskaanze orden in
Van de ? , * *"?' ^ alken debl™eromp
anderTwf k i' 2eker Zo° aanVitruvinsook iets Wdaa» ^X^iS^f^2oude ni« ™« ™- ftiï
Bouworden^ i ,Toskaan2e' dan in d'andere Koiomin de
devermaardeRoom2t&Jerd 0nsbcve%tin
nus *»n a „•„..• j. eeldkolommen van Tra a- CmJl u% alsdo°rl»gtige bhjken der
fen. ^°lke,n' ^^^"hethoofiomhooghef-
Z0R groeten ,Cnde ^T^" ^^hadt om
werk, ^ W en .^f;Ya" "«gehouwen beeld- te v^^wudighfld derTojkaan^e Kolom Toskaanze Tosfanen.^? b/Watt0?Val' de^'^oude xc^T genomen en. Roomze bou Wers geraakt, aan- \°?al ond« inament^iS
die niM- ™ ^CEril« ls> dat zullen we met vele dmgea
Nil gTmtCTOnain.d°e* Wijken.
* wS o bouw,Tfters heeft de Tos w *•■*»■
dan den ™„:,' 0Pregteiijker te voorfchijn gebrast, heeft de Tos-
hy Win'Sl,^ gttehebben' En rehoonvemftver-
hem dall'ih, fT " anti*e°verblijfzelen, die ~
^cffiaR7»«? ft m, Heeftoofe
mets knn„ "~ j *»«*—>■« werden, zoo heeft hv
Architrave np ^ da" £e? enkde ™erbalk tot een! f™**
datmen de ? ",SchnjVer met veel andere oordeelt,
ken en Jandwo0a;annZeman,ermCeft aan ^wer-, den Heer Frean?'^en inV°Cren moeti zo° ^fluit *d : d'arme T4h;mP^ewi]Zemetonaarig aJs hy. Werden, zy m^l™l< u/tdeftcden gebannen
l balken buiten en agter wonen. c 3 Maar |
||||
3 8 Ontleding der Toskaanze Bouworden-
Kan ook Maar gelijk dien welfprekenden man deze kolom
geen voiko- vernedert ten opficht van de gene welkze als een oor- HienBouw- r . .... ' ., ,D , ....
orden zijn in ipronkelijke en volkomen bouw-orden -willen m-
afkomft. drommen, zoo verheft hyze aan d 'ander zijde met
zoo grooten bevalligheid, dat het jammer zou zijn,
datter in het aanhooren van zijn reden, een enkel
waarom de woord te loor ging. Sekerlijk het was van de Room?
pronkzu.i ze bou wmeefters, die de zorg over de qezeide pronk-
van Trajanus .. , . ', t i j -r-
«nAntoninus zuilen aanbevolen was, wel aangemerkt, dat de Tos-
uiteenLa- kaanze Kolom, die in 'tgemeengebruiknaulijxde moeft ge'no" geringfte rang hield, hier een ftant zou uitleveren,die «nen werden, van geen andere afhing. En gelijk de Griekzebouw- ordens niet zoo voegzaam fcheenen de Glorie van zoo grootdadige Romeynen te dragen dan wel een Latijnze, zoo hebbenze door't verkiezen van de Toskaanze Kolom blijk gegeven , dat'er niet zoo eenvoudig kon zijn,.dat de konftige toepaffing niet s*li heeft en zou weten te verheerlijken. En niettegenftaande ais'hy d'e ruil het bafiment en het Kapiteel van Trajanus Kolom van Trajanus t'eenemaalrnet de proportien over een ftemmen die Srèeno^md vitruvius en andere na hem, van de Toskaanze Ko-; h»eft. lom hebben gegeven , egter poogt Serli de Wereld wijs te maken, datze uit de Dorifche bouw-orden genomen zijn : in welk ongegrorid gevoelen J. San- arart in zijn Duitze kunft Academie hem bundeling is na gevolgt. Den outheid lievenden f. Oudaaan heeft in zijn Roomze mogentheit Serli die misflag waarom in ook ongewafTen toegebeten. In de vergelijking van fcfaglStt Ju». ^e modellen der Autheurcn zullen wy in deze orden teurea maar niet meer dan vier der voornaamfte by brengen5 vol- kaanze rlo! §ens ^c teikenkundige trek naukeurig met d'aan wij- dellen zuilen zing der modulen en minuten geftelt. Agtende de vertoont oeffening over de eenvoudige Tofcana te mager, om veel wants daar van over hoop te halen: te meer alzoo geeri
|
||
*****
|
|||||
Ontleding der Toskaanze Bouworden 35»
geen geagte antijke voorbeelden, uit de outheid na
te {peuren noch by te brengen zijn, daarwe dehe- densdaagze pra&ijk-oeffening , die by na geheel ni eu > is, na verbeteren konnen. Uit Palladio zullen wy een pal^ J1^1* niodel by brengen dat hy getuigt na zijneigen zin- scamozzi. I'jkheit uit oude fpeuren zaamgefteld te hebben; dog niet dat zelve waar van boven gemeld is ; maarmg- tans navolgens waardiger dan dat van zijn met gezel Scamozzi, die zijn model door de veelheit der breu- ken en rijkheit, te zeer met deDorifche orden ge- lijk fteld: als ider inde vertoogfehetzen zal ontwaar Scamozzi werden. Hy geeft ook een half modulus of 50 mi-jj^™*" nuten meer dan Palladio aan de hoogte van fijja Ko- de norifch* lom ; en werd daar in van dehedensdaagze pra&ijk Ko,om te,n3 „ .f- . " r ' overeen ko-
veeliints na gevolgt. mende.
Het Toskaanze model datwe van Ser'i tegen dat • t Toskaanze
van Vignola zullen ftellen,is niet alleen in 't algemeen f°^\v3a
feer flegt, maar ook in 'tbyzonder feer mishandelt, fw
En 't geen een vremde mode is, dien hy ook alleen ornamenten
bezit, zoo gaan zijn ornamenten, in plaats datze met dlc °?cen teï
»»„ u it° 1 • saan verwet- een bevallige trap van proportie opk immen zou- ^ujk.
den, alle op eenen teil : dat Vignola beter waarge-
nomen heeft. Daarenboven fpreekt hy de outheid serii fpreekt en zijnen Meefter Vïtruvius vlak tegen, als hy de ">n «icefkr. fchagt van zijn Kolom niet meer dan 6 modulen in esen de hoogte wil gegeven hebben. En of defen valfchen Heeftandere regel, den leitfman , die de Heer Coccejus gebruikt ^", I.0.?1 heeft, om de kopere Kolommen van Salomon, in doend'ólen, zijn uitleggingen over Ezechiel te proportioneeren, niet en heeft doen ftruikelen, blijft ons vry bedenke- lijk ; nadien wy onder al de bouw-kundigers nie- mant dan dezen Serli kennen, die in de Toskaanze, en veel min noch in eenige vand'andere ordens leeren &9UW, datmen d'hoogte vandeKolommen, uit zes C 4 hater"
|
|||||
V
|
|||||
4Q Ontleding der 'Dorifche Bouw-orden.
harer midlinen reguleeren moet ; gelijk gemelden.
Heer vaft field ; en wy uitvoerig zullen moeten we- vignolï <jer leggen. In 't model vàn Vignola , zietmen de «ai wat vry- Kolom wel volgens de leeft van Vitruvius, maar de heïd geno- ornamenten na zijn eigen denkbeelden gefatzoeneerd. Se°Dorifche Van de Toskaanzé ftappenwe over tot de Dori- Bomv orden fchéof eerfteGriékze bouw-orden : en daar ontmoet derd<iryrfte óns wel eerft én voor al Haar herkomft die vry out, Grieve en van over lang een tamelijk wel gereguleerde Bou - Éouwordens. or(Jén isgeweeft; uit welke eertijts veel aanzienelijke bouwpralen onder de Griekze volken zijn gebouwd; en waar van de Schrijvers die dezelve verhandelt heb- Dprifche ot-ben, meeft te zoekzijn. Dat deze orden ook onder de Rome? ^e R-ornernen volgens een uitftekende regel geoef- nen treffelijk fent is, zullenwe met zeer fchoone voorbeelden, uit geoeffend. Jen Schouwburg van Marcellus, en andere Roomze overblijfzelen getrokken , oogenfchijnelijk aanwij- zen; daar dan ook de regtemanter der an tijken, vry anders als al de meefters en de praclijk-oeffening zal gezien werden, en waar ïn de hedensdaagze model- len van die der oude voorbeelden afgewifïèld zijn. De DorifcHe Gelijk het dan ook geen kleine verwondering zal te zietmen in weeg brengen , de Dorifche Kolommen in de de befte an- fchoonfte bouwerken en alleen navolgwaardige voor- beeiden°ïon- beelden, zonder bafimeriten zeer wel voegzaarn inge- der bafimen- voerd té zien;': geen te meer verwohdercns waardig is, K":: '" ajsmen aanmerktjdatniemandvandelaterefulksheeft; in agt genomen', ofte met een zonderlinge omzigtip
I^dToTt-* neidheeft durven navolgen.En gelijk dit een za?\ van Keitvoigt.na groot belang in de Bouwkunft is, zoo zullen wy de ss aan. omzigtige reden dérantijkeh daaromtrent wat nader onderzoeken en toonendat het vijftal der volko- men Bouw ordens alsmen gemeenlijk ftellen wild, hier door ook niet veel luifter. werd toe gebragt. En dit
|
|||||
Ontledingder'Dorifche Bouw-orden. 4,1
dit zal onzes agtens te ligter ontdekt werden, wanneer
wy zullen aangemerkt hebben, dat Vitruvius (die de- ze Kolom veel netter dan eenigeder Bouw-ordens befchrijft ) de Dorifche bafimenten, als of hyze noit vitruvias k gekent had, met een diep ftilfwijeen voor by gaat : 't ^Dotifche geen van zijn uitleggerPhilander,meenendeeen groo ftiifwijgcn. ten dienft te doen, vervuld is. Het geen Palladio aan voor by g», tekent van Dorifche Kolommen dien hy met Atti» SMn' fche (dat zijn zoo wy menen Corintifche bafimen- w«tAttifche ten) gezien heeft, dat kan de latere meefters gants niet ba.fimentèn helpen om de gewaande oorfpronkeIijkeBouw-or-ZI'n' dens te wettigen. Veel min de Balls Atticurga, daar Scrli en Marolois uit een misvatting van Vitruvius, Van gerammeld hebben. En wanneer wy in de ver- handeling der JenizalemzeBouw-orden, allede ei- genfehappen der Griekze Bouw-ordens te zamen zullen ontdekt en meeft noch wel met Vitruvius beveiligt hebben,zoo zullen wy al de befte uitleggers van Vi truvius, ja Vitruvius felfs tegen Serli en Maro- lois omgekeert zien. En gewifTelijk zal de Dorifche orden van Marcellus,t Sci,oubur
Schouwburg die noch in wezen is, endaarVitruyiusvan Marcei- nietsaen teberifpen vond,fchoonze van zijn regelaf-i"f1S ecn 1 1 1 1 , T i- - 1 ichoon an-
|
|||||||
week, en noch twee andere vooroeelden die wy den tijk «o
|
ïor-
|
||||||
on vermoeiden outheid-nafpeurder Pyrrus LygoriusbeeW in
dank te wijten hebben, alle twijffeling der Dorifchzco1 cn bafimenten doen afleggen , en zonneklaar doen zian dat de befte onder de antijken.geen bafimenten aan de Dorifche bouw-order hebben gehad , noch ge- maakt. En alhoewel zekerzoort van beeldkoïommen als
uitbroetzels van de Jonifche orden, by d'oude fchij-
nen gebruikt te zijn; welke Vitruvius en Rufcorà
ook agterde Jonifche orden gefchikt hebben , om
Ç 5 datze
|
|||||||
4* d'Autheuren over de 1)ori/che orde»
datzeoordeelden dat deze,diemen verpligt isPcrfifche
orden te noemen, niet onvoegzaam by de Cariatifehe
Pnfi&hi-mde Bouworden zou plaats vinden:Zooagten wynogtans
den tot de
dat de Perfifche orden, beftaande in rijk gekleede
Dorifcheor-Manbeelden, om haar manneftand en vafteorna-
l00I%' menten daar zy mede pronkt, veel bctamelijker ag-
ter de Dorifche bouw-orden verhandeld zal werden :
daar wy dan ook tot narigt van die maniere, een
vanweHcwyfchoon voorbeeld uit een antijk overblyfzel dat te
een vont- ~ . , „ , , _ / . ,
beeitvertoo- Romen in t Paleys van de Farnezen te zien is,(en van
«en «uilen. Cavallerijs, en de Heer Biffchop waardig gekent is, onder de fchone meefterftukken der R oomzepronk- beekien getek te werden, ) in een fchilderagtige ftant zullen bybrengen -. zeer wel wetende dat gelijk de Cariatifehe orden beter bekent is,fchoon men'erook nergens blijken afziet, d'af beelding van deze des te aangenamer zal te befchouwen zijn, d'Auteuren In 't vergelijken van de modellen ,die d'Autheu- verfchiMen ren }n je2e orJen ontworpen hebben, zullen wy niet van den ^Taüeen konnen aanwijzen datze al mede van malkan- deren.envan der, maar ook meeft ( uitgenomen Palladio enSca- riîkeB.= aa mo2z> die mec geheel onder Vitruvius Scholieren moeten getelt werden) van de goede anrijke ma- nier zijn afgegaan. Gelijk het geheele gros, de Dori- fche Kolommen na de laatfte oude voorbeelden, doorgaans bafimenten heeft toegepaft. 't Model datwe van Palladio vertoonen zuüen, ftemt groot- deels over een, met zeker fray voorbeeld datwe heb- »!>iladio en ben uit Diocletiaans badftoof. Van gelijk doet ook ftem^enee- Scamozzi zoo veel zijn ornament belangt ; maar dat nigGnts met hy kanalen of geuten aan zijn Kolom,en netgefnede ?!?Saans Toruffen aan zijn bafiment geefodat dunkt verrefien- badltooto- * ;; ".. . ,
meen. de mannen, buiten ipoor te zijn: en wy hoeven ook
niet ver om bewijs te gaan om te doen blijken dat het
|
||||
■■H
|
|||||
met malkander vergeleken. 4,3
het zelrs al voor de tijt van Serli, van velen louter be-
fchrobt is.
De Dorifche modellen van Serli en Vignola, kon- seriien vjg-
nen de waardigheid der twee voornoemde Bouw- m°;ndetV
meeftersom vele gebreklijkheden niet op wegen al- ting. hoewel den ecnen Vitruvius, en den anderen d'an- tijke voorbeelden zich voor geftelt heeft te volgen; daarze beide niet te gelukkig in zijn geweeft. Wy Zullen eenige opmerkelijke dingen ontrent de pro- portien van Serli waarnemen, en 't geen hy wel heeft aangetroffen lof geven, 't Model van Vignola fchijnt ons toe, eenigfints na 'tSchouburg van Marcellus te fwemen ; hoewel hy de kroonlijft wat verknoeit heeft aïswè op zijn plaats met zommige belache- lijke grillen, dien hy aangaande d'uitfprongen des Kapiteels, en de Plintus van zijn bafiment wil inagt genomen hebben, zullen toonen. Waarlijk als wy het Dorifch model van den treffe-
li jken Barbara niet alleen tegen dat van zijn mede- maat Cataneo, daar wy hem by geplaatfl: hebben, Catanco ;„" maar ook tegen Serli en al die van zijn bende zijn,aan de Dorifche ftellen,wy zullen ons laten voorftaan datweeen Mee- g^"JO0lby fter onderzijn Scholieren zien, en die ook alderbeft de moejelijke leflen van Vitruvius tot zijn voordeel heeft weten uit te leggen. Wy moeten in Cataneo voornamelijk eenige misftant indeuitfprongen van zijn Kapiteel in agt nemen en verbeteren. Het model van Leo Baptifta Alberti zou ten hoog- Albett; herfg
fienprijzelijkzijn, en na een edele manier (wieren, 't fkgt laten zoo niet de plompheid van zijn ingedoken Kapiteel, ^^" * een onverfchoonlijke wangeftalte aan zijn geheeleor- orden. den te weeg bragt : zulks dat het den Heer Roland Preart Ipijt, dat hy zoo een afvallig man noch Vçrplgt moet blijven te prijzen. Wy en zullen ook clc
|
|||||
^d'Autéuren over de Dorifche Orden et<.
de faalgrepen van dien Bouwmeefter die'er mogelijk;
door 't qualijk verkiezen van goede aratijke voorbeel- den ingeflopen zijn ( want hy heeft'er buiten twijf- fel ook beter gezien, ) zoo ten uitvoerigften niet uit pluyzen, datw'er de deugden van zijn fçhoon bafi- olde'/zHn* ment en ornamenten mede uitwiflen zullen. Viola eigen mom- zullen wy toonen dat hy Palladio in zijn model na ge- pïulio na woonte gevolge heeft; En dat hy zulks meteenige gevoigt. kleinigheden te veranderen,heeft zoeken te verduilte- ren, om onder die fchaduwe, zijn rol als Meefter en niet als leerknegt te fpelen. aidernetft'by ÏP de maniere van BuUant die wy met de Lormc deieffen van plaatzen, zal klaar, gezien werden, dat njemant dan bleven1."*8e' hy, ftipter by deleflèn van Vitruvius,, aangaande de ornamenten gebleven is. 't Model van de Lorme, f die wel een grooten prater maar geen overvlieger in de teykenkundige ontwerping der modellen fchijnt ge-, , ., ., weeft te zijn, ) is vry wat verwarten flordig in zijn tModelvan , , _ ' ' *ii > • , •• D i
ée Lorme is boek geftelt. Wy zullen t niet volgens zijne verdee-v
uit zijn Rox- ling,maar zoo als 'tden goetgupftigen Heer Freart op, dôSoCr/e"'h. zi)n koten gefteltheeft, te pas brengen. En nadien, Frearcvetbe- men ziet dx. de Dorifche Bouw-orden, zoo by de goede antijken, als by de hedensdaagze Bouwmee- fters, verfcheiden in d'algemcene proportie van hoog-, te gemaakt is j en datze in alle manieren deornamen- ten doorgaans een vierde gedeelte van de Kolom ge- geven hebben, zoo zullen wy breet genoeg bewij- zen, dat nadien het zeker is, dat een Kolom van agt modulen, een hooger ornament uit zijn vierde ge- deelte krijgt, dan wanneer de Kolom maar zeven modulen hoog is; invoegen dat nadien de Architra- MBMiïïàe5 veen Erize inzonderheid in deze orden , haar vaften dornamentc wetruaat moeten behouden om de verdeeling van de f'hdbwiw-" tr^guJ^enen methopenj nootzakelijk al het verfchil in erdw. ^e
|
||||
Ontleding van de Jonifche Bouw-orden. 4J
de kroon lijft moet gezogt werden : daar veel ftrib-
oelingen mede uit de weg gefchoven zullen zijn. Waarom nu in zommige Antijken en in veel mo- dellen , de Architrave nu eens met twee plat-zigten, 'Çrï dan weer met een enkel plat-ztigt gezien werd, daar van zuUenwe de reden by brengen. Van wat Lant-ftreek de Jonifche volken hun be-
naming en af komft hebben en hoeze hun van de Goden beroemende gefproten te zijn , zeer vroeg aan het Tempel-bouwen gevallen zijn ( daarze veel eer een Vrouwelijke fchoonheid en ledenfterhming dan een Mannelijke kloekheid in beoogden ) dat 2"!lenwetoteen inleiding van de Jonifche of tweede De. Jonifche Griekze Bouw-orden nader onderzoeken. Al de tweede oude Schrijvers hebben zoo veel agting voor deze vande Griek- Orden gehad, dat yder by na werk gemaakt heeftïeordens- daar aap te gedenken, en van zommige Bouw-pra- jonifche or- len na dele wijze gebouwt,breetop te geven : onder jknvanouw welke Bouw-gevaarten, zclfsden beroemden Ephc- fifchcn Tempel van Diana niet mis getelt werd. En gelijk de Jonifche Bouw-orden van de R.omey- nen graag is aangenomen , zoo ifle ook onder hen op verftheide wijze met een cierlijkeen zedige ftant in oeffcning gewceft, Wy zullen met een aanzien- lijk voorbeeld wederom genomen uyt het Theater Hoedanig by van Marcellus, doen zien in wat voegen de Romey- deRomeinea hen dezelve aan grootvoerige werken,volgens de ftantgcoe en " van befchouwing hebben gereguleert ; daar wy dan ook de kinderlijke berifping , welk Serli over de kloekheid der ornamenten doet, zullen uit vegen, watfehoone Wy hebben ook noch een ander Jonifch voorbeeld, voorbeelden dat wat cierlijker en edelder van opzigt, uit den takeover-8" Tempel van de mannelijke Fortuin , met groote blijfzeien nauwkeurigheid getrokkemby te zetten.'t Geen Pal- *"f<^§ ladió
|
||||
4<ï Ontleding der Jonifche Bouworden.
ladioin zijn Jonifche orden ook alleen heeft wil'.eri
volgen. En gelijk in die twee genoemde antijken, de
öngeme-ne voluten of krollen der kapiteelen niet met ronde maaf
maniere van met ovaalfche gieren omtrokken zijn , zoo en is
waarom van zulks onzes wetens van niet vele nagevolgt. Ten zy
niemand ge- dan dat deze maniere , van de gemeene paflertrek
volgt. (die ook zelfs op zekeren tijd irt de Bouw-kunft ver-
looren fcheen , eti van de latere als Palladio en
Barbara leefde,hervonden wierd) te ver afwijkende j
om de moeielijkheid agter gelaten is. 't Geen wy ,
verfcheide beneffens de herkomft en bçteekenis dezer krollen ,
beduidenis die eenige voor Haif e tuit-knoopen, hooft-kufTens *
krollen? • C °f pluim-kuflens, daar de zwaarte van den laft des
gebouws op ruft en andere voor wat anders willen
gehouden hebben i wat nader zullen onderzoeken.
Antijkvoor- Ook zullenwe noch een ander Jonifch voorbeeld
öwkiëtiaans met een vierkante kolom, uit de overblijfzelen vatt
badftoof. Diokletiaansbadftoof getrokken , te berde brengen ;
niet zoo Zeer om de niet gemeenheid van de kolom ,
als wel om de uitnementheid van zijn ontzacheüjk
ornament; 't geen, om dat wy 't in eendoorzigt-
kundigefiant vertoonen zullen, denbefchouwer te
min van zijn luifter ontrekken zal.
d'Herkomft > volgens de gemeene vertelling Van
Vitruvius en andere, en de zinnelijke print-ver- Befchrijving beelding der Kariatifche Bouw-orden , (alwaar tifrhlTbou^- grootsgekleede Vrouwe beelden , die Vitruvius, orden der marmere getabberde Vrouwen noemt, die den dien ft amijken. der kolommen in de Bouw-pralen waarnemen j zullen wy tot de gezeide Jonifche voorbeelden toe voegen. En uit de getuigenilTen der ouden , 't ge- meen gebruik der beeld-kolommen grontveften. Of nude ftryen of kanalen die men van outs agtede rijke ployen der Vrouwen tabberden, gelijk de krol- lei)»
|
||||
Bedenking over de Katiatifche orden. 4 J
len hun hayr - cierfelen , re verbeelden ; eenige Beddkoloia-
voorfchaduwende aanritfcling gegeven hebben , ofn [^.jIS- deze Vrouwen beelden veel eer in de Jonifchedan in fche dm ia een andere Bouw-orden in te voeren, zulks fchijnd ""e^f eenigfihts twijffelagtig ; niet tegenftaande, en Ru A ° koni uit de lellen van Vitruvius aanhaalt dat'er ook Vrouwe en Maasrde beelden in de Korintifche °°k „'" ** Bouw-orden gemaakt znn : waar van wy ook eem-0-den. ge afbeeldingen onder ons hebben. En niet tegen- ftaande deze Beeld-kolommen al van de oude in de Zedige en vatte Bouw-werken zijn tegengefprooken, nogtans hebben veele Bouwmeefters met die fpeel- pop wonderlijk in de bogt gefprongen ; en ten zal ons niet veel moeyte koften aan te wijlen, dat buiten Metdcbeeij alle twijfFel den geheelen ftoet der verbafterde bouw- ^°S? kundige ft.,fFeerfe!tjes , zoo van Middelmannen ; omgcfpioa- Thermen , Telamones en diergelijke, die men scn- onderde fchoorfteenen, bogen , venfter-lanteerens, overftekken , ja aan de Schepen en in de tuynen D>at zijn en in veel misgebouwen dik wils t'onpas en zondervee.' verTc!" dienft ingevoert ziet, aan defe KariatifcheenPer-gen'uÏcde'1" fifche beeld kolommen, haar afkomft fchuldig is; beeidkoiom^ zonderdat wy in het minfte eenige van die dingen , ^koinen°ft welke op een verftandelijke afkomft fteunen en"een " welvoegzame toepaffing konnen hebben, met die der belachelijke kaboutermannekens, die men veel- Zints om ecnig bouw-werk te dragen, maar veel eer jm±*. daarvan gedragen werden , ingevoert ziet, als mee ^^' cenenquaft willen doorgeftreken hebben. Daar zijn vanoyshdr- ook geheel weinig blijken die getuigen konnen, dat !>en p vet* de Romeinen met alle dusdanige prullen veel heb- fiig'dàfr mi- ben opgehad : Plinius heeft'er hem elders wat van de»j>;geha<J. laten ontvallen maar gants onzeker. En wat zom- pige hedcnsdaagfeBouw-meefters, en Beeld-hou- |
|||||
wers
|
|||||
4 8 Auteur en over de Jonifche orden
wersdaar omtrent onberifpelijk hebben waargeno-
men , dat zal ons op zijn plaats van zelfs in de hand . . • , komen, , , , cn'sInozzÏ ^a 'c befchoüwen der Jonifche antijken moetenwe
de jonifche wederom de modellen , onzer befte autheuren be- °r^c b*an- zjen . cn daar in zuilen ons Palladio en Scamozzi ' beide op eenen draf fchijnen te loopen ; alhoewel zy zeer veel in de maniere van haar Jonifche krol ver- fchillen ; want Palladio heeft met de reft der volgen- de autheuren de uyterfte outheid ; enScammozzi, van heeft zij n tijd en hem zelven met een eigen maniere '■> scamozzi dien hy by na alleen bezat., willen vereeren ; oor- andeis dan deelende dat het beter was dat de krollen aan alle zij- nti) -en. ^ ^ ^^ ^ voorhooft hebben y alswe in de Praktijk-oefFening moeten voor den dag brengen. In wat voegen nu ook de krollen aan de hoek-kolom- mender galderijen aan twee zijden volgens d'antij- ke manier van voren fchijnende, gemaakt moeten Treffelijke werden, dat zullen wy uit d'opmerkelijke Waarne- waarnemin- ming welke Palladio over den Tempel vande gen van Pal- manneiijke Fortuin gedaan heeft, met verfcheide an- dere voorbeelden en een nette vertoogfchets vertoo- Tanderingen nen. d'Omfigtigfte Bouw-kundigers zijn van ge- beter dau dagten,datdeTanderingebeterin de Jonifche kroon- Modiglions 5 . . ±p ,. J..... f , ; .
in deze lijiten voegen dan de Modighons ; gelijk het ook in
Kroon-lijf- de befte voorbeelden der antij ken en de vcrftand?g- tti'fk --** ftehedensdaagze werken,maar niet in al de modellen' heidvaffPder Autheuren zoogezien werd, Leo Baptifta Al- b]vrfl n berti, liever zijn eigen kop dan d'een of d'anderwil- scamoïli. lende volgen, heeftze geen van beiden gemaakt. In 't model van Scamozzi zullenwe zien dat hy door het toevoegen van een onnoodig breukjeof twee, de grootsheiteerbefnoeitdan vermeerdert heeft. Dus ziet men datzommigeBouwmeefters » de bekrom- pen» |
||||
met malkander vergeleken. 4.9
penhertige Schilders gelijk zijn, die veelzints niet eer en ruften, voor datzehun dingen door 't lang futzelen bedorven hebben. Die de Jonifche Bouw-orden van Serli te klakke- h"j fpor!s"
loos tegen 't model van Vignola befchout, moetiienvignoh. verfchrikken van wegen beider uitfporigheid. Over den eerften , om dat hy een dwerg, en over den an- deren, om dat hy al de modellen der Bouwmeefters* met een vervaarlijken Reus heeft willen overfnor- ken : Waar van de toomelooze uitfpatting meeft in |
|||||||||||
is te
|
|||||||||||
deFrizecn Kroonlijftpelesenis. Wy zullen ontrent s«li
|
|||||||||||
de behandeling van Serli betoogen, dar hy met de „^ ^Yóog
outheid te doorfnuflekn , een prijswaardige zaak gevlogen. heeft in 't zin gehad ; maar dat hy in 't beftieren van zijn geeft , niet boven de Jaagtfte verdieping van Vitruvius School gekeken heeft. Gelijk Vignola aan d'ander zijde, een maniere willende aannemen diemende grootze noemt, te uitbundig daar in op geftegen is ; alhoewel wy van hem getuigen moeten, dat hy een voordeeüger pad dan zijn medemaat in gen is ; gevende san zijn Kolom 9 modulen, te.T gen dat Serli volgens Vitruvius daarflegts yimodu- len,eneen vijfde voor't geheel Ornament aan toepaft. A Ismen nu aanmerkt dat Vignola een juift vierde Waar hm part aan 't Ornament geeft,zoo zal de wortel van zoo ^hmTXid grooten verfchilligheit haaft ontgraven zijn. 't Geen van hérkom- voortsals een mifilag in Vignola moet geagt worden, ftlS!*- is dat hy het Bafiment van Vitruvius aan zijn Kolom geheel qualijk heeft toegepaft, in welk doen hem Ser- li heeft van de loef gefteken. In zedigheid zijn Barbare en Catanco malkander "«baro te-
in de Jonifche orden niet ver ontloopen ; 't geen van f^l^" den eerften als een deftig uitlegger van Vitruvius ÏJgt te wagten ftent» Den Heer Freart, zegt datmen |
|||||||||||
■HHHHHMBBIHBMHMI
|
|||||
50 d? Auteur en over de Jonifche Bouworden
de middel, om volgens de hedensdaagze maniere de
Jonifche krollen te betrekken aan Barbaro verfchul-
zeidza me cfigt is. En of fchoon wy hier over de modellen de-
Atcfcut"* zer twee Bazen , geen breede uitweiding konnen
van barbaro. doen , nochtans moetenwe een zeldzame zaak in de
Architrave van Barbaro aanteekenen : namelijk dat
h y aan ider Voorplat een fcheuins opgaande uitwas
gegeven heeft : zeker al fchijnt die waarneming op
Msa; van de gefichtkunde geveftigt te zijn, wy achten dat de
któenbdang. onbevallige befchouwing, de navolging Van zulke
voorbeelden genoegzaam verbiedjals zijnde een zeld*
zame ea nieuwe greep» die noch door d'antijkeh,noch
door de vafte reden gewettigt is.
Aibettimet d'Overeenftemming die in de modellen van Al-
jVe^!g verge" berti en zijn gefpan Viola, met die van Palladio en
Scamozzibefpeurtwerd, doet ons gelooven datze
by malkanderen zijn te biegt geweeft : Viola heeft
hem meeft van Palladio, en Scamozzi van Alberti be-
diend.InAlberti werd milprezen dat hy de platteBand
van zijn Kroonlijft, niet met Tanderingen in gekapt
heeft, daar hy immersgeen Modifiions makende, de
middel in de hand had:alswe alrecde van hem hebben
Mïstaftmgcn gezeid. Wat faalgrepcn verder in het Bafiment van
van eide. yj0ja 2jjn jCn Waarom hy beter Tanderingen dan Mo*
diglions in zijn Kvoonlijft zou gemaakt hebben, dat
zullen wy met eenigenuttc waarnemingen aanwijzen»
Het model van ) an Bullant, zullen we net genoeg
itiT 'mt vmc^en ' voor t0° vee' dien man 'n 'r fpoor van Serli,
vergeleken. Catàneo en Barbaro gewandelt heeft om Vitruvius te volgent maar Philibert de Lorme, die noch met fceeft te°etmC Vantij ken, noch met eenige Autheuren, noch met de niemaot in praâijk-oeffening ftreek houd, behoorde zonder dat ftrrfc°rd!0 by '* ^em °°k behoefde te belgen, niet neffens dezen Jwudeaf man, maarop de laagfte leer bank tier Bouw-kuhd i- |
|||||
tnet malkander vergeleken. fi
ge Scholieren gezet te werden. In 't befchouwen van
Zijn model zullen wy zien dathy noch maat noch 'egel heeft gehouden ; dat zijn kroon-lijftkortneu- Misftamii • . 11 •• À* i ••<- f/i E'i" Orna-
2ig ingedoken , zijn groot Odgijf en water-lnit te mem.
klein vanplatzigt, de Fries te groot, endekroon- J'jftte klein is : kort om, dat'er van de voetzool, dat is van zijn Bazimentaan ,tot den opperkant van 't Ornament, niets aan te zien is, dat niet mishan- delt en buiten zijn proportie gefchokt is. Alle De Lome 't welk van dien Meefter te kennen eeefc datfchoon b^Ew i rf. . j- • aangebooren
ny een man van oefteningen vermogen was.diegetui- bcqwamhdt
genis heeft, van niet luy maar neerftiggeweeft te zijn, Jotee« b°«- en ook begeerig genoeg alle Roomlche outheden door j,^ '&'&' te fnufFelen, hy geen aangeboren talent heeft ge- had, om een regtfehapen Bouw-rneeftene konnen zijn. En alhoewel veele gewoon zijnde Romeinfche waarde Re-
Bouw- orden, (diemen met den hatelijken naam oraeTbe-0"' Comporta of Gemengde gedoopt heeft, ) agter de hoorde Korintifche te plaatzen, zoo zullen wy met vele ge- ^^„f wigtige reden bcweeren dat zulks niet alleen onbeta- melijk is , maar dat ook zelfs haren rang niet hier, maar veeleer neffensdeToskaanzeBouw-orden is, om gezamentlijk als twee Latijnfcheordens,vande Griekze afgefcheiden te blyven. De Romeinfche \yai»i«r<fc orden is na alle waarfchijnelijkheit, eerft in de bloei- R°meinze tijd derlaatfte twaalf eerde Roomze Keyzers gebo- getoore'n 1" ren, alswe uit de overblijfzelen der zegebogen en an- dereoutheden zullen bewijzen. Engelijk men niet kan zeggen datze ten tijde van Vitruvius zoo geheel doorgebrooken was, datmenze naeenige regelen als een bepaalde Bouw-orden ocffende (gelijk hy'er ook niet met allen van gefchre ven heeft) zoo werden we egter uit hem en uj| zijn befte uitleggers ontwaar,dat* D a men
|
||||
52 Ontleding derRomein/che
Ten tijde van men in zijn leeftijt door vermenging der kapiteelen
vitruvius be- (gelijkmen noch in de befte Romeinfe orden niet an -
mengde Ka- ders dan een vermenging van het Jonifche en Korin-
piteeiei te tifche Kapiteel ziet, ) den weg al baande om een nieu
Siekhy'doe modifche ordeu uit te broeden. Gelijk dan ook Vi-
Teiwierp. truvius, dezelve vlak tegenfpreekt, en zig ten hoog-
ften bekommert aanfteld , en van ver voorlpeld, dat
door het deurbreken van deze maniere, een uitbun-
• digevryheid in de bouwkunft zou gegeven zijn, die
Nafchsnd tot een quaad eind zou uitloopen. Juift niet kon-
*ot een ta- nenc|e voorzien dat eens de wijfte mannen dezelve
sn cl ïikc Vatltc
orden ge. noch eens na lang talmen, tot een zeker flach van or-
biacht. den zouden brengen, diemen niet de Gemengde, maar de Romeinfche Bouw-orden, tot vereeuwing .van den naam harer geboorte plaats, zouw noemen, van sca moz En dit hebben ook de latere Bouwmeefters geerne zi de heide- nagevo]ot; Scamozzi wouze de Heldhaftige jenden haftige,van fa ö * " . ö '
andere Ro- Heer Freart, die tegen den hatehjken naam Compa-
mana ge- jita f met groote hevighcit ui tgedonderd heeft, wil- De geraeng- fe alleen Romaita genoemd hebben. Wy zullen de bouw or- hier ter plaatzc met omfiag moeten toonen wat too- «"kISva°n0t~ md°ozc vryheid, de Gemengde orden inde wifpel- veei dwaling tuxige herflenenderonvaftebouwkundigm heeft te geweeit. -weeg gebragt; en hoe befwaarlijk die afgedwaalde geeftcn, om datze in de befte voorbeelden, en oor- spronkelijke zuiverheid niet wel bedreven noch beveftigt waren, wederom zijn beteugelfgeworden. Moeftett Want terwijl zy deze Compofita voor een nieubak- Joorgebro- ken fpeelpopje hielden , datze geern over al lieten uit de mouw kijken, zoo meenden elk den grootften baas te zijn, die zijn marotje de eerfte en befte plaats inruimen kon. Door welke eene overfpelige hoere- rie, zelfs de edelfte Bouw-ordensder Grieken, die eerftqahun ondergang alleen d^ei glans van't oude Roomen
|
||||
Bouw-orden der Antijken. ƒ 3
Roomen waren,en zelfs met hun puinhoopen en wei-d'0n,>ef»«-
nig overblijfzeljes, die Stat alleen heerlijk maken, Bouworden. niet onbezoetcld gebleven zijn. Zoo dat het niet ge- zijn den heel buiten den haak zal gaan, watruimtjes aan te ^ ™_het wijzen , waarom verrezicnde mannen den onbe- men. paalden naam Compofita, dat is Gemengde orden, Den naan> als een tegenzeggehjkheit, die noch maat noch regel, draaglijk in maar een ongebonde vryheit induit, de bouwkunde de Bouw- willen uirgcmonftert hebben. Onder d'Aütheuren die de Romeinze Bouw- Gefchil on-
Orden, alleen zuiveren volgens de welgereguleerdederd'Aurelt- Voorbeelden der Romeinen ( dieze voornamelijk aan rang' va" 4e ae Eerbogen hebben geoefFent, op dat de Glorie te Romeimc J *• ft e\rAt*n
bet van haar eigen vinding af hangen zou ) poogen te
behandelen, is groot verfchil over den rang dieze met de reft der Bouw-ordens behoorde te hebben : ee- oige hebbenze boven de Korintifchegeplaatft, om dat de Romeinen de laatfte Monarchie des Werelts hebben gehad ; meenendedaar van in het Colifeum of Amphitheater van T. Vefpafianus een onfeilbaar voorbeeld afgezien te hebben. Andere, en ook den Bedenkelijk» fchranderen Scamozzi wil datmenze beneden dereden van Korintiiche zet, om datze eenigekloekheit van de Jonifche orden ontleenende > niet en mach te weeg brengen, dathetfware van het lichte gedragen wer- de. Wy agtendathet hier waarlijk de plaats zal zijn Cf Romti"- I Li' 1 1 11 • o lcne Bouw-
Om metveele blijken tetoonen datze alle mistaiten, orden moct
en dat de Romeinze Bouw-orden noch boven nochaI* «*> twee-
beneden de Korintifche mach gefield worden, maar o'den vl^de als een tweede Latijnze orden op haar zei ven alleen Griehzé on- moet blijven ,zonder in een werkftuk te gelijk met de d«kheid« Griekze ordens gefteld te werden. En gelijk ons niet *''"' onbekent is dat het tegendeel inde dagelijkzepra- âijkoefFening gedaan werd, zoo zal de algemeene D $ aaifflag, |
||||
■H
|
||||
ƒ 4, Ontleding der Romeinfche
mifflag, en onagtzaamheid der meefte bouwkundi-
gere in dezen te baarhlijkelijker zijn, wanneer wy uit de befte antijke voorbeelden , en de reden zullen bewezen hebben , dat zulks niet by d'oudediemen voorgeeft te volgen, en isgedaan, ja ook niet en be- hoorde gedaan te werden. Invoegen dat dan ook al- le de bewijzen, die de Scholieren vanSerli endeLor- me, uit den ronden Schouburgvan Vcfpafianus by brengen, verftuiven zullen. Hocdani» de ^n om ™et a8tcr te noua1en in wat voegen de Ro^ Romeinzé meinen de gezeide orden op het beftegeoeffent heb- byToud^" ben, zullen we een der rrefFelijkfte voorbeelden, uit verflanddijk d'eerboog van Vefpazianus getrokken, op 't aanbren- is geoeffent, oen Yan pyrrus Ugorus bybreneen ; in welke Vil- roer voor- f, . J , *> , l o '
teelden te lalpandus en andere geleerde mannen , meenen dat
bewijzen, zommige blijken gezien worden, die buiten twijffcl, met opmerking uit de Tempel van Jeruzalem, of een ander ongemeen bouwpraal ontleend zijn: waar van Wy de waarheit verder zullen onderzoeken. Wy heb- ben ook noch een ander Romeinfch voorbeeld by te zetten, datvry Vaneen grootzeren heldhaftiger ge- dagte, maarzedigerin zijn Ornamenten is: hoeda- nig 't zelve door een goede hand getrokken is uit 't voorbeeld Zekere eerboog te Veronen. En gelijk wy weten dat randevero deze van menigte tegenfpreekers met duizend faal* TIa berif5' grePen IS beklat ; en dat het den eenen op de ge- pens onder- breken der Kroon lijft, den anderen op de grootvoe- vorpen. nge Friez geladen heeft ; zoo houden wyonsver- pligt alle die dingen door een Bouw-kundige rede- nering , en het bybrengen van exempelen, op een welvoegzamc wijs in te fchikken. Alwaar dan ook de verfcheidentheid, met welkmen de Romeinzé Bouw-orden behandeld ziet, gelegentheid zal ver- schaffen om veele vremde en wonderlijke inventien van
|
||||
Bouw°>orden der Anti/ken. f f.
Van kapiteelen ('m welk doch het kennelijk teeken
dezer orden by na alleen uitkijkt) en eenige bafimen- ten, die deze orden onder den naam van. Compojira „ , al uitgebroed heeft, op te halen ; en zommige, die voorbeeidei» wy zeer eel van tcikening hebben, te vertooncn. jan*"'chdU Wy zullender kapiteelen zien die in, plaats vanjoni- kapiteel». C fche krollen, met Arenden, met Griffioenen, met Paarts-koppen, Rams-hoofden, en diergelijke de hoeken van den A bakusfehijnen op te houden. Tot welkwc noch vele voorbeelden nit Diegade Sagrc- do, Palladio , Serli, Nauclei, en andere zullen gedenken ; en daar oyer aantekenen, hoe uit de ge- noemde vremdigheden, veel vaatze manieren tot In. onze Landen doorgebrooken zijn, en hier en daar inde Bouw-werken gezien werden. tiet gszag der Romeinz» Bouw-orden wert niet Wa3r lM-t
alleen, zeer gekreukt, maar ook tommei ings om ver- buiken kan gefmeten, wanneermen aanmerkt, dat de gauwfte Romeirifche der Roomfche Bouw meefters, voor hebbende een Bouw-ordtn nieuwezoort van Bouw-orden voort te, brengen, d« ""°n "'&""f arme Compofiht, met craJderdiepfte uit putting var V uw-s -e, haren geeft, geen ander herkomft hebben koriner byzettïn, dan door een maniere van roof en kon ftelooze vermenging van twee wefentlijke eigen fchappen der Grieksze ordens zaam geflanft : ziet daar een Berg, ja een Stad op zeven Bergen , die ija veel eeuwen zwangergaans ça arbeid , flegts çen muys gebaard heeft. Alsmeiï wel aanmerkt dat de Romeiniè Bouw- Bywmdere
orden als uit haar eigen aart en natuur heeft te wege ^"roote*"1' gebragt,. datze-yeifcteidentlijk byd'oude.enksJon,- wfthaBg- derheit by d'eeriW zoekers, geoefend wierd k îœ"*lAu* |an; ©RS-nieSjweraclvoeAoESBera «e-vememea, datze-«ta'««kL |
|||
$6 d'Auteur en over de Rome'mfche orden
derordcns, verfchilligin hare modellen hebben ge-
reguleert. Wy zullen om d^e reden alleen vierder voornaamfte Meefters met malkander vergelijken : Palladio en over Palladio in agt nemen, dat hy d'eerfte is , '.erf.v-nde diedeRomeinfe Bouw-orden (die hy mst goede re- ord"n'd"cr- den de Latijnfe noemd ) heeft beginnen op vafte «e goede regulcn te zetten. En de uitfpattende vryheit, die modriienge-je gou-^.meefters meenden uit de Cempofita te geven. , ï
vloyien, heeft poogen in te toornen : en hoe zwaar
isegterin het dikmaal de gaauwfte mannen valt in verwarde
sommige tijden, over al het befte te verkiezen, zullen wy
ft"uikeil.e" m Palladio konnen ontwaar werden, wanneer wj
zullen zien , hoe dien ornzigtigen Meefter door
't ongelukkig aantreffen van een vals voorbeeld der
outheit, zelfs in 't proportioneeren van de hoogte
zijner kolom geftruikelt is. Dat Scamozzi zijn
kroon-lijft met wat meer leden en breuken heeft
willen verrijken , heeft onzes agtens geen andere
werk-daad, dan dat het de grootsheit een weinig
scamozzi beneveld. En fchoon hy ook voorname mistaftin-
tn sfiag. gen jn paiiadio meent te zien ; zoo is zijn Romeins
model op ver na zoogoet niet.
Grooteuit- Al'.we tegen de gezeide, 't liomeinfche model Cporighejd van Serli afmeten, en zien hoc veel hy ook van zijn vanSerlT toegevoegden makker Vignola tekort fchiet; wy zullen in twijffel ftaan of dien man te belachen, of te bekijven is ; zoo onbehouwen plots, en zon zwaarmoedig is zijn Architrave op zijn ingedoken kapiteel geplakt ; en de reft der kroon-lijft zoo boers en onbeflepen , dat zommige fchrandere Bouw- kundigere hebben gelei t, befchaamt te werden wan- neerze flegtsaan de Monftreuze geftalte van zijn af- teikening quamen te gedenken. O armen Serlius? die tot hier tamelijk voorfpoedig op het kompas van uwen
|
||||
met malkander vergeleken. f y
uwen Lootsman Vitruvius gezejlt hebbende, nu s«iivan
200 jammerlijk met de Romeirifchc Bouw-orden ziJn Moot (die gy immers net genoeg in 't oude Kolifeum na fammedijk* 't leven meende afgekeken te hebben ,) ir. de haven verzeild, verzeilt zijt, op een en de zelve tijd, alsu, uwen Meefter verlaten heeft. Waarlijk zoo de werken geen getuigenis gaven , men zouw niet geïooven konnen dat de geeft vaneen Bouw. kundig man, zoo klakkeloos^ijn gat omwerpen zou, of zoo merkke- lijken afwiffeling oit zou konnen onderdanig wer- den. In zommigeordensheeft hy zijn metgezel Vig- nola van de loefgefteken, maar in deze Orden kan ovmvTnou'i- Vignola zijn fchade weder in halen : als wy met g« mflèn verfcheide waarnemingen zullen aenwijfen. ^ ca v'g- Daar zou ons aan de ware herkomftder Korin- Waaromon$
tifche Bouw-orden weinig gelegen zijn, zoo ons de «n dejjer- regte gefchapenheit der zaak, een niet vee! heerlijker »°™*-reJ * oorfprong kon doen opluiken, dan die ons'tgeme- bouw orden nen gevoelen, onder veel bewirnpelingen, en ver-vccl g^s» glimptefabulen poogt in de hand te floppen. Wat" Korinten voor een ftadt was, en wanneerze in alle konften bloeyende, van Cicero het ligt van gants Griekken kon genoemt werden, dat yder niet ge- beuren mogt te zien ; dat zullen we tot een inleiding Van de Korintifche Bouw-orden met nuttigheit kon- nen dood verwen : agtende dat de glorieuze toeftant van die konft-fchool zal konnen grontveften, dat de gezeide Bouw-orden, ten minften in 't midden van des zelfs bloeytijt te gelijk met de Dorifche en de Jonifchc Bouw-ordens, geoeftent is. In welketijt miflehien den vermaarden Bouw-meefter Cally. Lte(üd vaa rnachus, (van wien de Griekken, Vitruvius heb- caiiynw- ben wijs gemaakt, dat hy devoorname,vindervanchus• ket Korintifche kapiteel isj geleeft heeft -t en het D 5 Korin-
|
||||
5 S Qmî le ding der Kormtifche
Koiintifche kapiteel, met de loof-bladen van AchaP-
tus, dat is Beere klaau , heeft leeren vercieren, die
. wymet alle waarfchijnelijkheit zuilen bewijfen ecril wi eekn met Z*ckere maniere van Olijf-bladen, (in navolging ké\>?n gecn en gemecnfchap van de Palm-bladen in Salomons. :Avr''oiiji- l-Quw-ordengeoefFend,) by de antijken in gebruik :(,|(uk(5, «eweefr. te zijn : want gelijk aan g-ecn van al de belle _ ovctblijfzelcndcr outheit, Achantus, maarOlijf- ; uivoer]e' Maden aan de Korintifche kapittelen gezien werden s zoo hebben ook de voomaamfte Autheuren, als.
Palladia, Scammozzi, Vignola, Albcrti en andere*
-?f ' a Tv? ^c waFC anr')kcn in haare modellen daar in nage- sf{),w heb volgt : en de Achantus bladen alleen aan de ïCo- $jn, A,c!ian- raeinfe kapiteelen s houwen : invoel sir het alken «jfctoor aan , , '..'. * ,? , „T.c" . ...
& iprirui- cte latere zijn, en die navolgers van Vitruvius willen
%?. i|,ap«ce- heeten, als Serli, Barbara en Cataneo • Die de zelve Su.*ra.5e °°k aan de Kprintifche Kapittelen hebben ïoegepaft,. alswe nader moeten tooncn. En alhoewel de aan- minnige vertelling welke Vitruvius van 't vinden •^a?,.r van ^ j£orintifchcn kapiteels doet met onze bcdenkin- ^/ipt^g g-n zal tonijnen te Strijden ; zoo en zal on zes agtens. %■ zulks niet beletten te betoogen, dat de kapiteelen- die- men van outs Korintifchegenoemt heeft, ouder dan,
Gallymachus zijn; en derhalven van hem niet eerft in haar. volle beflag, uit navolging van een opgefcho»-, 5&É$l*!ffg ten Achantus plant op de Grafplaats van een Griekze tfjÈtm;|ft" WPg6 gezien , afgeteikent is; çn gelijk wy de gç- ^vlWsyW. iagtert van dat yeriîerzçl,, niet onaardig met een fta- «tfeJöW ïclijke Priptyerheelding. meeaen, teven-toonen.; zoo. ^ull^nwe ook, in, bedçn^eaneraen- of het niet wel ^aaEfchijneHjk w. is.» (de vertellingvaa YiKuviui ^eflig^t&..in^ijneigcageloQ|haachçicl; btende); d«Ê; Çalfyis^fiifijs.fleg^., dooi;- cenby^oBdeseaiaval ». cfe- ^ij|p$acteri-, biÂ^kaMH&.Madea.'/er.wisM*. hmrn^, |
||||
Bouw-orden der Antijken. 5-9
Korinten eerft heeft beginnen op de baan te brengen;
en dat de moedige Grieken, die doch alles willen gevonden hebben, en wel out Grootvader van hun voorouders zouden voorgeven te zijn, hem de eer van 't ganfche kapiteel hebben opgedragen. En wan- ^e Korimi< neerwy met veel blijken zullen bewezen hebben dat j^' tîfn^aî SalomonsTcmpel meer dan 4ooJaren voor de leeftijdv00t o^'y* Yan Callymachus gebouwd is, en dat dien Bouw- ™g]™k '" praal geheel gereguleerd is geweeft na een Bouw-or- weeft, den , diemeh naderhand Korintifche noemde ( ten minftcn daar mede grootdeels over een ftemde ) zoo zal openbaar werden, dat de maniere der Korintifche kapiteelen al voor Callymachus in gebruik was ; en Byfondedijk datze veel eer te Jeruzalem dan te Korinten gemaakt teJerufaIcnï- zijn. En hier moet ontrent zommige tegenftrevers Mceninge wel aangemerkt werden, dat wanneer Jofephus, van van jofepta den Jeruzalemfen Tempelbouw is fprekende, zegt ^7/"" datze met Korintifche kolommen gebouwt was, hy niet zeggen en wil dat Salomon zijn Bouw-orden na die van Korinten zou gereguleert hebben ; maar al- leen dat de kolommen van Salomons Tempel met die, diemen in zijn rijt, als hy zijn Hiftorie be- fchreef, te Roomen gemeenlijk Korintifch noemde, zeer na over een quamen. Gelijk hy ook eenigc din- Knmthc* gen van den Tabernakel zegt na de Dorifche orden'iad" gefweemt te hebben , die immers doe noch voor geen eigen bepaalde Bouw-orden, maar wel in zijnen tijd daar voor bekent was, alswe in de tj.Bouworden breeder zullen uithalen. Op datwe nu ook de modellen die de meeft geag-
te Auteurcn, tot de pra&ijkoeffening dezer" Korin- tifche bouw-orden hebben ontworpen , wat dieper als de gemeene man mogen ondertaften, zullenwe dry uitgelezen voorbeelden mede ware outheid en me*
|
||||
6"o Ontleding der Konniifche
't Portaal met een rechtfchape maniere geteikent, te voorfchijn
tunde te Ro' brengen ; het eerfte, dat de vlag voerd over al de ntenvcrthekt bouwkundige blijken van heel out Roomen, is ge- cea.fcii'on trokken uit het poortaal van de Rotunde ; en zul- antiiK vojr- , , , r . .
beeld der 'en veel dcugtzameproportienengoedewaarnemm-
Korintifche gen , daar in aanwijzen. Het tweede datwezullen °Een indst by brengen om te toonen, datmen in ontzachelijk bwaüig groote bouwgevaarten zich niet altijt van eenftraffe aSde gerei zedigheid, maar ook wel van een cierlijke bevallig- vw Nero. hcici bedienen kan, hebbenwe genomen uit de voor- gevel van Nero , of die men zoo plagt te noemen, en nu gefloopt leid ; alhoewel d'outheidzifters over ' 't gebruik en den eigen bouwheer,noch al twift heb- îooriîgkan- ben. En om dat wy voornemens zijn het gezeide
f g te re-t- voorbeeld , aangaande eenige opmerkelijke dingen, ■beelden. 1 • ° j *j « i j j° wat naukeurig te doorwandelen, zoo zal de door-
zigtkundige ftant in de befchouwing, te minder van
TragtigToor-deffelfs heerlijkheid achter houden. Een derde Diokletlsaas voorbeeld, dat vry prachtig ja overtafl: van cieraden badftoof. en rijke fnijdwerken is , zullen wy op't aanbrengen van den outheid doorzoeker Pyrrus Lygorius, uit |
|||||||
Waarom van
zommige |
|||||||
Diocletiaans badftoof, tot de vorige toevoegen. En
|
|||||||
snifpiwcn. alhoewel deze maniere de veritandigite te overtollig
ja brooddronken dertel fchijnd, om in grootvoerig* bouwerken ingedromd te werden , dewijl de kleine en nauwkeurige fnijdwerken in een grooteafftanten hoogte niet alleen zeer ligt hun eigen gedaante ver- liezen , maar ook in de befchouwing een misftant Weine fnijd- uitleveren : Nochtans zal het zelve voorbeeld, wan- liezen aan neer nec van eenige prullen zal ontfwagteld zijn, een groote w«- fchoone Korintifche orden vertoonen konnen. Wy daante." 8C zullen hier gelegentheid vinden om van detoepaf- Aanmetking fing en fchikking der cieraden te fpreken, en hoe het «den?'CC cierzelIïieer vermogen om te yercieren moet hebben dan
|
|||||||
Bouw-orden der dnt;jke?t. 6i
. das't geen vercierd werd. Dat de dingen die over al
en fonder onderfcheid even prachtig vercierd zijn, al- 200 weinig malkander verheerlijken, dan ofzeonge- cierd waren. Van de befchouwing dezer doorlugte voorbed- d'Awcurc»
den zullen we wederom tot de vergelijking der fray- komen.in <ic fte Autheuren gaan : en gewaar werden dat hun mo- orden " o< fc dellen ook hier de aldergrootfte over eenftemmim* niet t<! *M nieten hebben; 't geen haar onzes agtens doenlijk 0VCCCCI1 had geweefl:, zooze flegts hooft voor hooft, dé befte antijken omzigtig hadden nagewandelt : Palla- dio en Scamozzi die geen van deflegtftezijn, zijn- der ook niet vry van. d'Ancijken hebben in de Ko- Drydahar.d. rintifche Bouw-orden driederhande regel gehad, '^"mZ om d'ornamenten ten opzigt van de hoogte der Ko- ornamenten lom te proportioneren. Onder welke die, die het teF°?orïi°- zelve een vierdepart geefr, voor de fchoonftc ge- houden werdt. Hier in is Palladio wat te kort ge- fchoten : Maar Scamozzi heefterhem loffelijk inge- dragen. Beide deze Meefters hebben haar kapiteel LofwpaU met Olijf-bladen, En niet met Achantusloof uyt- J^,5* gehouwen. Maar de modellen van Serli, Barbaro en Cataneo, en durven in hun modellen 't moyc fabeltje van Callymachus niet indemouw houden, meefter Vitruvius mogt over zijn Scholieren be. fchaamd werden. Aangaande Serli, 'tfchijntdat hy in deze orden d'oude pa*.
al wederom zijn oude rolfpeslt, dien hy in de Ro- J*nMM«l< meinze orden heek op gezeid : want alsmen zijn Korîmi'fche' model tegen dat van Vignola beziet, zoo fchij nd het Bouw-orden |
|||||||||
datmen een Man met een Jongen ziet over weg gaan. JSwfch?
|
sin.
|
*"
|
|||||||
En geen wonder dat zijn ornamenten bekrompen en
in gedoken zijn, daar hyze maar een vijfde van zijn kojom geeft. Hier merkenwe aan dat Vignola hem in
|
|||||||||
6i £ Auteur m over de Korintifche Orden
van vignola jn dezen prijs waardiger gedragen heeft ; en dat Serli
flapt.y S<! de ^es van Vitruvius bundeling gevolgt heeft ; die vitruviusvan juift (volgens de waarneming van Villalpanduï en f«ftiaw.ali'k andere)°P die PlaaK
wat bedurven was. En nadien
de geagtheit der befte antijken , ons verpligten het
kapiteel van Vitruvius, zoo als 't van Serli gevolgt is, te verwerpen, zoo zullen wy den goeden naam «nttTrY** Van Vitruvius met verfcheide waarnemingen be- fpioken. fchermenj want als'er zal getoont zijn dat in die plaats waar Vitruvius de proportie van zijn kapiteel opgeeft; 't zelve zonder den Abakusmoetverftaan werden, zoo zal het brandmerk van dien man uit gewifcht zijn ; 't geen van weinig is aangemerkt. Baibato ea De modellen hu die wy volgens de teikenkundige *"n*9M trek van Barbara en Cataneo te zamen voegen > |
||||||||||
re
van
yius
|
||||||||||
vitru- konnen vry verfchoond blijven, aangaande vele din-
|
||||||||||
gen daar in zyVitruviutzig alleen voorgefteld heb-
ben te volgen ; gelijk Barbara hem ook in 'ç uit- leggen van dien Schrijver loffelijk gequeten heeft. Bedenkelijke En nadien Vitruvius in zijn vierde boek zegt, dat- reden van men eertijts wel de Jonifche kolom met des zelfs or- namenten, in de Korintifche orden gebruikte, en over zulks alleen door het kapiteel Korintifch wa- ren ; ( 't geen mede in de Dorifche kolom gefchiede) zoo agten wy dat deze zaak wel de pijne waard is, datfe verder uit gepluift werd j want daar zal niet alleen twijffelagtig door openbaar werden , dat'er w«sigdaat elders een eenigc oorfpronkelijke Bouw-orden is ge- in openbaar weeft, uit welk deze Dorifche, Jonifche en Korin- tifche eigenfehappen geput zijn, (alsweinde H. Bouw-orden zullen toonen) maar hier zal ook aan den dag komen, dat Barbara en Cataneo, in'top- ftellenvan hun modellen, haar van een valfche ver- menging hebben bedient, want nadien de Korinti- |
||||||||||
met ma Ikânder vergeleken. 6$
ïche kapiteelen, op de Jonifche Kolommen gepaft,
een merkelijke verhooging te weeg brengen , zoo volgt van zeifs, datmen hier de frieze endekroon- ïijft daar na, met een eirond onder den drop-fteen en anders, vergrqeten moet ; 't geen deze Bouw- meefters niet en hebben ga geïlagen. LeoBaptifta Alberti die hier wederom met Viola Twee m&flfe
de motifteri'ng paffeert, zou ver boven de Scfaolie- p".van Al,- ren van Vitruvius te agten zijn, had hy in zijn fraye b%üaa.- rhaniere geen bekrompen kapiteel laten zien : want gelijk die manier aan niemant dan aan Vitruvius Scholieren vry ftaat ; zoo heeft hv twee mistaftingen tegelijk begaan die de berifping niet ontduiken kon- hen ; nadien hy Vitruvius willende volgen, voor a|#gecn Gliji-bîâden , maar Achantüs loof aan zijn kapiteel moeft uitgehouwen hebben. Wanneer G">oteà wy ook den grooten drop-fteen in zijn kroon-Mjft cèn°Pwefei* nagtlatcn zien ; zoo twijffelen wy of hy zijn eigen Bjfe deel vA naakthcit van wegen 't uit laten van zoo een wezent-^"0"11' lijk gedeelte, niet geerne met Vefpafiaans Tempel des vredes, zou willen toegedekt hebben. fan Builant fchijnd in zijn Korintifch' model, óaiiieü ov&î
behalven aan 't kapiteel, met Serli net op eenen drafde ™°^eUcà teloopen. Hy heert vericheide modellen van aeze*adex<*m& orden ontworpen, daar van wy alleen het beza- digfte zullen uit kippen, de reft zijn woeft, maar eg- ter groots van gedagten : en ten ware, zegt zeker ceeftig Fransman van hem, dat wy dit in onzen Lants-man gezien hadden, wy zouden hem al mede onder de Vitruvianen geteld hebben. De Lormc ö* Lor™ geeft voor dat hy zijn model uit de Kapel van de Ro- jgj ** tundete Roomen getrokken heeft; zoo 't waar is > tifthe ordcit zoomoet hy de zelve, indien niet roet Gottijkze,met mod« ten rainftcn met saoieme oogen aangezien hebben, lien. Men
|
||||
04 Salomons Boitw-~orden ontfwagteld.
Men vinter wel eenige grootsheit in, maar qualiJK ter fne , het kleine heeft te veel en 't groote te wei- nig. Men getuigt van hem.dat hy grooter Bouw- meeftertot het algemeen bcftîer der Bouwing, ert in 't wel behouwen van fteen, ( daar hy ook van ge- fchreven heeft, ) dan ervaren in d'uitwerking der Bouw-ordens was. waarom de Wy agten dat de waarheid en de waardigheid der vaTaiomon zaa^ genoegzame reden zal geven, waarom wy de hier > ennict Hcylige Bouw-orden van Salomon , deerden van al- indev0°rfU: Ie ordens, hier, en niet indevoorfte rang verhande? tó?wad!°"'Ien zullen : want ofwel veel doorluchtige blijken zullen grond veftcn, dat in dezelve een zui vere en on- gemengde oörfpronkelijke Bouw-orden opgefloten licht, nochtans zou zulks, zonder de befchouwing der Griekzeen Latijnfchc Bouwordens (die onze gedachten als van verre bereidende, tot de befeffing der bouwkundige eigenschappen konnen bcquaam maken) zeer duider en verward voorkomen. Inde Latijnze ordens hebbenwe airede gezeid te toonen, hoeze niet alleen van de ware Griekze ordens in aan^ zienelijkheidharer afkomft verfckillen , maar hoeze ook ieder voor haar zelven voor geen volkomen Dat dcGridi-Bouw-orden mogen te boek gefield werden. Edel- ï'vee;' 'r'f der ZI)n wt^ de Griekze voor zoo veel ?,y deel hebben geen eigen en afkomft rekenen aan de zuiverfte Bouw-orden oorfpronke- van Salomon, nochtans en konncnzein opzigtvan «wden zijn." die Moeder orden, ( in welk alles watze fluksge- wijs bezitten, als in eene klomp te gaar gefmolten, gevonden werd,) geen oörfpronkelijke Bouwordens heeten. Deze Heilige en eenige oörfpronkelijke Bouw-or-
den dan, door welk den opperften Bouwmeefter aich zelven eg veel andere verborgentheden die na- derhand. |
||||
jM^HKfl
|
||||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. 6 f
• acrhand geopenbaard zijn, als ineen zienelijkuit-
drukzcl heeft willen affchaduwen , hebben we voor- genomen met veel opmerkelijke dingen uit de bouw- Ktinft ontleend , op te luifteren ; en van alledemo- jelijke bewindzelen, met welkze tot noch voorde roeefte oogen bedekt geweeftfchijnd* nader te ont- lwagtelen. En gelijk deze Iroffe van zommige Schriftgeleer- De beragfag
de ondernomen, door d'onkennis der bouwkundige de"r Bouv^ gronden en de fchijnduifterheid dieder de Heylige Hag Schrijvers fchijnen in gelaten te hebben, meelt een uitSevaIlea- Hegtenuitflagin dien toeleg heeft gehad ; zoomoe- ten wy toonen, dat evenwel de H.Hiftorie ligt en ruimte genoeg in de zaak gelaten heeft, om zonder groffehjk te dwalen te konnen van hem zien. OokDeH.sehnf- zal het blijken dat het alleen flinkzeverftanden zijn r^''"20* Welke meenen, dat ons de textwoorden flechts eenige ST". onzekere en verwarde dingen in de hand (teken, wan- mcent' neer wy uit d'opgegeven proportie der H.Schrij vers, al'e fwanghéid zullen weg genomen hebben. Hief w« hulp- toe moeter wat veel overhoop gehaalt werden - en middden men moet zijn hulp in de H. Hiftorien, in de W K ^ lcheide lezing dergrondtexten, in de fpreekwijzen aer H. taal, in de oude en nieuwe Uitleggers, i-n de kunftregelen , in de proportie rekening', in den- zonde redenering en diergelijke zoeken, en die als JVaatsluiden dicht by de hand houden : onder wel- ke dienftbare dingen, wy vernemen zullen, dat ons den Propheet Ezechiel, door de befchrijving van zijn wonderlijk meet-riet, de Sleutel heeft in de hand '' Mcerr'ef ' gereikt, om de diepfte geheimen van Salomons™^ «ouw-orden te ontfluiten ; op datwe na een neer-yan Saio- »ige zoeking als met Goddelijke verlichte oogen toCto^ ?«e deflèlfs verborgen theden zouden konnen inzien, E Voor
|
||||
66 Salomons Bouw-orden ontftvagteîd.
Grootheid Voor af zullen wy uit den Inventeur, de toefteb
nions bouw-c!e voorraat, d'ondernemingj de grootheit, kofte- praai. lijkheid, cieraad, achting, eernamen, gebruik , duur- zame ftand, verbetering, ondcrgank, roem, geeftelij-
ke fpeling, en veel andere blijken, de overheerlij- ke gedaante van dat prachtig bouwgevaarte pogen Salomons vaft te ftellen. Ook moeten wy in 't openbaar ver- Eouiv-orden toonen , datmen de Bouw-orden van dezen Tem- tvee kopere Pe^ uit de twee beroemde Kopere Kolommen van Kolommen Salomon moet halen jdie om dat'er alle delen vaneen peragt wcr- f^j-jone Bouw-orden in te vinden zijn, voor een onfeilbaar model van die H. Bouw-orden moeten De H.'-'chnj-gehouden werden. En deze waarheid zal zeer hel- Ikltopete"1 ^er gezien worden, wanneer wy niet alleen zullen Kolommen aangemerkt hebben, hoe veel werk d'Heylige Schrij- ÎS**yfee" VC1S H33^0' om de gezeide kopere Kolommen in haar maten, proportion, en ornamenten oraftande- lijk te befchrijven ; en wel op 2,0 verfcheide plaat- zen daar aan gedenken ; terwijlze ontrent de bouw-geftalte zelfs fchijnen fpaarzamertezijn; maar voornamelijk alswe zullen zien hoe alle dingen die'er van gezeid worden, zeer net met een ware Bouw- orden die, met de befte antijke voorbeelden der bouwkunf! en regelwetten der Autheuren gelijk Gedoken ftaan ; over een komen. Ook is het zeer opmerkelijk zelfs claar aai! • . ,, n ■ j -r' i j i
aisze al <re- ö«t in-atte verwoeiiingen des f empels, en de vertel-
broken en lingen die de Propheten van de wegvoering des Jood- veriigevocrcl zen ^jj^ Ra ^ùe\ doen, als wat byzonders, ook aan deze kopere Kolommen gedenken , en haar behou- denis voorzeggen ; waar mede buiten twijffel de Goddelijke voorzienigheid heeft voor gehad , de Bouw-ordepi van Salomon daar in als in een duur- zaam zaat te behouden ; op dat verhoed wierd, dat in de herbouwing geen Heidenfçhe of verbafterde |
||||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. 67
maniere van bouwen zou ingevoerd werden ; ge-
lijk dan ook de Joodze Priefters, die 't opzigt der herftelling aan bevolen was, daarin altijd zeer zorg- vuldig ja byna O vergodsdienftig zijn geweeft; alswe noch tonen zullen.En niet teçenftaande ons wel noo- dig en voegzaam mogt fchijnen dat ontrent denTem- pelbouw zelfsjde maten en proportien der Kolommen indeH. Hiftoricbefchreven wierden, zoq geeft hec buiten twijfFel iets byzonders te kennen,wanneer de Proprieten noch aan deflelfs maten en proportien ge- denken, wanneer den Tempel en zelfs de kopere Ko- lommen al verwoed en verbroken waren. Het zal buiten twijfFel ook groot ligt aanbrengen, Daar is om
datwe in 't overwegen van alle detext-plaatzendie^™!",., ons het maakzel der kopere kolommen befchrij ven, wel onrwo.i- |
|||||||||||||
ons zelven
|
bvuu"5
|
eendenk-beeld van een volko-cli:a tez,e"1'
|
|||||||||||
een goet
|
|||||||||||||
men Bouw-orden voorltellen, om .aUeswatwe uit denkbeeld
de fpreek-wijzen en proportien der H. hiftorie kon-van een
nen halen, des te voegzamer en ydcr gedeelte in orien^ao* zijn eigen plaats t'huis te brengen. dig. Aangaande de hoegrootheit dezer kopere kolom-
men, zullen wy toonen dat de achtten ellen hoogte die de H. text in de boeken der Koningen , voor de bloote fchagt fchijnt te geven , met de zevenen- twintig voeten, diejofephus aan de kolommen van den Tempel toefchrijft , net over een ftemmen : 'tgeen onzes bedunkens geen kleine blijk geeft, dat- men uit de kopere kolommen, alle de proportien Van Salomons Bouw-orden halen moet. Hier tegen verkeerd* zullen wy de verfchillige plaatzen van het tweede Jj ^88^ boek der Kronijken , daar de gezeide kolommen leerde. ° met vijf-en-dertig ellen gemeten werden, ontleden, en met de vorige over een brengen : ookdedroomen diezorhmige hiervan tweederlei elle hebben gehad, E a weder-
|
|||||||||||||
68 Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
wederfpreken, en toonen dat hier beiden de ko-
lommen te gelijk gemeten werden ; en dat het over- fulks een mistafting is, van de meefte Gods geleer- de welke meenen, dat in die plaats yder kolom vijf- en-dertig ellen hoogte toegefchreven werd. Want, of de proportie Ichoon volgens hun Helling wel eeni- germaten ront gefchoten wert, nogtans agten wy dat gemelde uitleggers de groote gedeelten zoo ver- wart door malkander gebrouwen hebben ( wan- neerfe geen onderfcheit en maken , noch niet net bepalen watze by , Trabeatie, by Ornamenten , by Coronamenten,by kapiteelen,noch by Stijlobaten willen verdaan hebben ) dat men daar uit niet alleen geen verftandige Bouw-orden vinden kan , maar ookdatmen zommige voorname dingen en wefent- lijke hooft deelen by na wel twee of drie maal in re- kening gebracht ziet, om de vijfendertig ellen vol temaken. Het tegendeel zal volgens de textwoor- denen uitdegrondveft der bouwkunde gezien wor- den , wanneer wy aanmerken dat de Plint van het Bailment, om zekere reden de gieting en 't verder maakzel rakende, in de gemelde plaats niet en is in ge- rekent : wanneernu zeker blijkt, dat de Kalommen met bailment, fchagt en kapiteel ( niet die kapi- teelendicdcH. Text vijf ellen toefchrijft daarwede tic Propos ornamenten uit moeten betoogen , maar de eigen t- ÏómonTlou" ^''{e kapiteelen ) ieder twintig ellen zijn ge wee ft, en orvien korte- darmen daar toe de vijf ellen voor de ornamenten Hik over ge- ( 0f kapiteel volgens de H. Text J toevoegt ; zoo zullen de Kolommen niet vijfendertig, maar vijfen- twintig ellen zijn, en met de fchoonftc antijke voor- beelden ,in welkmen een vierde voor't ornament, dat is de Architrave,Frizeen Kroonlijft gegeven ziet, en met de omftandigheit der H, Tenten, zeer wel overeen fteinmen. Dat Uw
|
|||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. 69
Dat de H. Text geen gewag maakt van de ball- Hoe deb.fi. menten der Kolommen, heeft menichte verlegen raemen "» |
||||||||
gemaakt om een volkomen Bouw-orden uit deze or'dcnT
|
te vin-
|
|||||||
kopere Kolommen tecijfferen : wy moeten ons hier dca^i».
dan pogen te redden , en onderzoeken of niet de ba- /imentenindeH.Hiltorie verfwegen werden , om datze in de reft der maten ingelloten, decieraden, en de maniere daar van voor had in een ander voor- naam koper gietwerk, namelijk de kopere 7.ee te be- fchrijven ; welkers cieraden na alle waarfchijnelijk- heid groote gemeenfehap met de bafrmenten dezer Kolommen hadden : want wanneer wy de randen en de gefnede Offekoppen der kopere Zee, met de Schijven die [ozephus niet alleen zegt datze de kope- re Zee onderlchraagden, maar ook van diergeJijke ge- wacb maakt, die onder de Kolommen van Salomon waren ; met malkanderen overweecht, zoo achten wy datmen zeer waarfchijnelijk alle de leden van het bailment zal ontdekt hebben. Want nadien de ge- daante van het bailment der kopere Zee met het maakzel van die der Kolommen heeft over een »eko men, zoo blijfter niet veei fwarigheit meer overig, in de tien fchijven, ( zooze Jozephus noemd ) het bailment der kopere Kolommen bouwkundip af- gefchildert te zien. Want gelijkmenin een Korin- Deb.,„w tilch bailment uit het midden opwaarts of neerwaarts ron ll ir J op- tellende, altijd vijl leden vind, en datze ider met ge- £ c™^ lijke benamingen gedaante,alhoewel verfcheiden'in ww. proportie, tweemaal daar in kornen.als namelijk twee Aftragalen, twee Superlïlien of Kantjes, twee Hol- ronden, twee Richeltjes, en twee Onderbedden • 200 kan onzes achrens niets naders ge-eift werden' om 't begeerde bailment nauwkeurig befchreven te Zien. Ja hoedanig de TorulTen of Onderbedden met E 5 gefnc-
|
||||||||
y o Salomons Bouw-orden ontfwagîeld.
-wm fnijd. gefnede Oflekoppen , zijn verciert geweeft, dat zul-
aanwar«i!Jr ten we uitde dobbele rijgevan uitgegraveleden, of boüe knoppen, ( Eyertjes by de Bouwkundigers ge- noemt, ) in eennaukeurigeafteikening gedoodverft zien. ^Viet ko" ^ot ^c hoogte der Kolommen zullenwe de dikte Joinmen te onderzoeken,daar zich de meefte zwarigheden ichij- weren, zal nen 0p te doen : maar die nochtans wanneerze recht brengen.' ' za' gevonden zijn , ons de middel en rechte modulus zal in de hand geven, om alle proportien vanSalo- i Komnj. 7. -mous Bouw-orden , nauwkeurig te verklaren. Het jî. v. "21. ' is openbaar dat de H.Hiftorie de meting van den om- trek der Kolommen met een meetfhoer van twaalf ellen doet : doch daar moet uit de grondtaal , en de Kolommen" verfcheide Lezingen onderzocht werden, of zy bei- v-rfcheident- de te gelijk met twaalf ellen gemeten, dan of ieder al- MmJ"" ^ecn twaalf el! in den omloop gehad heeft, zouder iets zekers op konnen gebouwd werden. De meefte van onze uitleggers willen dat ieder kolom den omtrek van twaalf ellen gehad heeft, niet tegen- ze^preeiwr- ^aari^e vec* taalkundigere ons toeftaan , dat de He- s-e 1 Kon. 7. breeuwze fpreekwijs 1 Komnv. 7. genoegzaam toe fiünnd ee- jsaC datze beide te gelijk onder de meting van bckinnig. twaalf ellen konnen begrepen werden : gelijk dan ook onze overzetters eenige dobbel zinnigheid of dui- fterheid die'er van 't Hebreeuws fchijnd in overge- gaan te zijn , daar in gelaten hebben , wanneerze le- zen , ee» dr g at van twaalf ellen omving den anderen v>» pbats Pilaar. By na als offer ftont, d'een en d'ander Pi- is'wat'aioe" ^aar 5 a^s d'otide France Kantteikenaars dat ook jeiijte. hebben aangemerkt. En alhoewel de plaats Jere- rnias 52. Duldanige vertaling niet fchijnt te konnen Moez'chhïer I'jden , cndat'cronsniemar,t ter"'deeg noch volfireftt ie r.-dden. heeft konnen in geruft ftcllen, 200 zullen wy d'om-' ftandig-
|
||||
Salomons Bouw-orden onîfwagteld. y i
ftandigfte plaatzen voor de zekerfte, tot de reden en
de konftregelen brengen, en met veele dingen die uit de verholenfte fchoonheid der verftandigebouw- T,eK°'Gm" , . \. . men zt|ti na
Kunft genomen, en niet zeer gemeen aan alle bouw- alk vmt-
kundigers zijn, bewfjzcn, dat, de Kolommen niet jchüneiijk-■. meer dan zes ellen in haar omloop kon n en ge weeft met^eïLi zijn ; en dat in het tegendeel wanneer twaalf ellen in den om- omloop tegen achtten ellen hoogte geftelt werd, [°°p seme" niets en kan betoocht werden dat met het gebouw 2el£s,ci met de verftandige bou wkuni'r. zou over een ftemmen. Tozephus heek ons hier ontrent noch een }ht Joze' • Dims dcvc*
andere zeldzame getuigenis nagelaten , wanneer hy ftigt.
elders van de dikten der Kolommen fprekende, zegt, dat dry menfehen met d'armen in malkander gefla- gen dezelve omringden ; welke zeldzame meting ie,ii,g?an met die van Eupolemus, die van tien eïlen (preekt, andere die en de zeventig Ovcrzetters, die de meting met veer- ^"c n]h° tien ellen doen, wy alle over een moeten brengen. Waarlijk wyftonden verbaaft deGriekze lezing der Dc-rcOver- zeventig , zoo vlak tegen de grond-text aan gekaffift yoórTa vee2 te vernemen. Maar zoohaaft wy ontwaar wierden, tien ei.ko. dat de zeventig overzetters in de uitrekening van de- proportie der kopere Zee, de ftijl der meetkundi- gers hadden waargenomen , die deH. Text Hechts als een Hiftorie-fchrijver had aangewezen.zoo zagen- we aanftontsdatzein deze Kolommen door veertien ellen den omloop van ieder niet alleen met zeven el- len bepalen, maar daàr door ook aanwijzen , zeke- Hoe met de re verdikking die deH. Text met den naam van Buik Texu;" n:,et noemd ; welke dingen waarlijk zeer bevallig zijn, 1er «n. te uit de korte fpreekwijzen der H. Schrijvers, en uit !;renÊea- haar bewindzelen omwonden te zien. En wanneer "Wy volgens den ftijl die de H. Schrift in de propor- tie rekening houd zullen zien, dat den Diameter der E 4 Ko-
|
||||
ji Salomons Boww-orden ontfwagteld.
watftiji ran Kolom, twee ellen, tot zes ellen omloops zal moeten
kenïnn'd ^" 8c§cven werden, gelijkze door tien ellen t©t dertig heilige in de kopere Zee-doet ; zoo zal het de rechte tijt en fchrijvets plaatze zijn , te toonen dat het raectriet van Eze- BytoTrbeeid chiel, inhoudende zes ellen en een hand breet, alleen ïn de kopere de maatftok kan zijn om alle meting te regu- ZGodts w;«.'eercn > cn datter uit zekere diepe verholentheit die heitwerd by. de Goddelijke Wijsheid in't verkiezen var dufda- zonder in njg een Vrcmde maat, door 't toevoegen van die vin- t meetnet ^
van Ezecl^el gcren, daar in geleid heeft, by ieder elle een vinger
ontdekt. breette moet toegedaan werden , om zeer nauw- keurig alle de maten en propprtien over een te bren- Meetrict van gen ; 't geen dan ook beveiligen zal, dathetmeet- çzcchiei de riet van Ezechiel , de zekere meetroede tot die 't geheel Bouw-orden is, en datter geen beter over een ko- BoiHv-ge- mende met de zaak die te meten is, zoukonnenbe. dacht of uitgevonden werden ; alswe metverfcheide preeven en overflagen , zoo aangaande 't heel beftek desgebouws, als de proportie dezer Bouw-orden in *l byzonder, beveftigen zullen. Waarlijk byaldien iemand luft heeft te vernemen in wat voegen de Vertalers en Uitleggers der Bybelfchriften, zomtijts De kfineen van ma'kander verfchillen ; wy zullen daar ter plaats «1er bijbei- aanwijzen datter lezingen zijn die meer dan vijfen- texten ver- twintig hondert ellen in de meting van eenen muir lchilien ner- ,,?.. j i i ca- ,,
gens meer verfchillen : denkt lezer, of dit wat kleens is, on-
dan in de trentdingen die ons deH. Schrijvers tot opeen vin- ' °en' ger breet na hebben willen bepalen. wj! ... Wy achten dan dat uit den geleiden grond, zeker- Middelijn ,.-, J, , , , " ,, S •• i
der kolom- hjk volgen zal, dat tot de twee ellen, dat znnaent-
Biea. enveertig vingeren middelijns, twee vingeren moe- ten toegevoegt werden, en datwe alzoo een diame-
ter van vijftig vingeren aan de Kolommen van Salo- mon zullen gevonden hebben.Uit het welk wy zullen bevij-*
|
||||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. 73
bewijzen datze dan boven aan den hals op vijfen-
veertig vingeren verdunt is; welke maniere fchoon" ze van Vitruvius regel eenigzintsfehijnd teverfchil- len, met haar eigen hoogte en wijtte der interkolom- men, en met de practijk der antijken, zeer wel over een ftemt. De vaft gefielde maat van denhals der Hoed<: Kolommen, kan ons wederom de hoogte van de Ar- v°n deonia"- chitrave en de Frieze j benefFens de Triglijfen en «enten daat Metopen net bepalen. Tot de benedenfte dikte der ^rdopenbaar Kolom , moeten de Aftragalen , die by wij ze van Den buik verdikking, de Kolommen een zoortvan een buik^lee'nfeo^°n^ verftrekt hebben, en tuflehen de Kanalen,die wy ook de h. text, verfchuldigt blijven aan te wijzen , op een welvoeg-mct df . ° , ' ... 't/ b Boew-kunft
zame wijze (van Vitruvius ook gekent en toe ge-ovcrccnge..
ftaan,) eevonden werden : gelijkweook reden zul- t>«gt en »«- 1 'ft , B ' . klaart
ien geven waarom van deze manieren geen goetge-
keurdc antijke overblijfselen gezien werden: alhoe- wel'er Philander in de Uitlegging van Vitruvius,dap- per mede in den dut is. Het komt alle Bouwkundigers vremd en als onver-
ftanelijk voor, wanneerze volgens onze befte duitze vertaling, i Kon. 7. v. 20. Lezen dat de kapiteelen De text. tegen over den bttik^ waren : daar na alle waarfchijne- T Ko,u 7- Jijkheit moet verftaan werden, dat de kapiteelenonderéogt.' in de hoogte, met de dikte van den buik, of dia- meter gelijk waren , dat is, eenerlei proportie tot malkander hadden: 't welk wanneer het een Bouwkundiger bepalen zouw ; hy alleen zouw zeg- gen , dat de kapiteelen een modulus hoog waren. En hier zal het ons wederom te pas komen, te geden- ken hoe wy den diameter vijftig vingeren hebben be- vonden ; die hu door de verdikking der aftragalen of ribben van den buik, noch vier vingeren komt ^ te dyen ; en alzoo een middelijn van vier-en* E 5 yijfa'g
|
||||
74« Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
Bîkzin; vijftig vingeren gevonden hebben : en openbaar
van de 70 in Voor yders oogen doet zien, dat wanneer de zeven-
dezen gewet- - rJ 1 • j 1 1 tigj, e tig O verzetters voor beide kolommen veertien, m plaats van twaalf ellen Hellen , zy de verdikking van,
degezeiden buik daar hebben in getrokken ; dewijl zeven ellen, dat is 168 vingeren omloop, eendia- var, den buik meter van 5 3 j j vingeren , uit leveren moet. De reg- a« Kolom, te midlijn dan gevonden zijnde, zal ons de propor- tie der eigentlijke kapiteelen (diede H. Hiftorie de gelclijdenoemdtot onderfcheid van andere kapitee- len die vil ellen hoog waren) van zelfs in de hand vallen , om dat hen ookieder vierenvijftig vingeren WtSl"' toekomt, niet om die alleen gelijk tot de proportie zijn gemeen- van den buik te ftellcn , maar ook om de warepra- iikzoohoog ^tijk-regel der bouwkunft te voldoen; in welkmen delijnofmo- a's bekent is na de gemeene praâijk de Korintikhe Alius van de kapiteelen de hoogte van een modulus (dat is een Kolom. ■ i,- • x r J 1
nudlijns proportie) or een modulus en tien minuten
ten uiterften geeft. flTc^eE ^eze kapiteelen 5 die wy twecderley van de H. Textkapitee' Hiftorie aangetckent vinden , namelijk de eigene, Jen noemd, en dan die daarwe de Ornaraenten,die vijf ellen had- Karitteke-' ^£n door verftaan moeten (en van zommige, zelfs in nasrs groot de By bels in ronde bollen verwiflelt werden inge- fpïigemaakr. (Jromd,) hebben deUitlcggers en Kantteekenaars veel fpels gemaakt; die ook de zaken zoo hebben onder een gefmeten, datmer hooft noch ftaart aan vinden kan. Wy moetender over aanwijzen dat de meefte duifterheid voort komt, uit dien dat'er niet wel in acht genomen werd, dat i Koningh 7. v. 19,10. Van tweederley kapiteelen gefproken werd : d'eer- fte die de ware kapiteelen op de hoofden der Ko- lommen van Lelywerk waren, en het fatzoen va« die in ' t voorhuis hadden>en d'andere die v. 16} 17»1 &• met
|
||||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. y f
met vijf ellen gemeten worden ; daar d'Ornamenten
moeten uitgehaalt werden. Wanneer wy aanmerken dat ons al defnijdwer- De kapitelen
. ken des Tempels meeft voorkomen, onder Palm- popbladen loof, Granaten, Bloemen, Cherubijnen en diergelij- geweeft. ken, wy en konnen om die gelijkheid die d'heilige Schrijvers ontrent het aantekenen der cieraden fchij- fien te houden , ons deze gelelyde kapiteelen niet anders dan met palmbladen verbeelden ; 't geen zelfs ook de gelcerfte Joden toeftaan : en zijn deze Palm- bladen als meded'Olijf bladen van de Fenicersen van de Grieken lange tijt in deze Bouw-orden geoeffent, tot dat de ftoutheit der Korinters, dezelve in Achan- ts bladen hebben beginnen te verwifielen ; alswe De ftoute boven uit d'Hiftorie van Callymachus aireede heb- ^f}m"s hen gedood verwt : en hier opfehijndonsdandege- veranderd in tuigenis van Jozephus te fteunen, ais hy zegt dat Sa- Achantus jomons Tempel met Korintifche Kolommen ge- lo° ' bouwd was; namelijk diemen doe Korintifch noemde. Want of wel Jofcphus dien Tempel die Salomon gebouwd had, niet gezien heeft, maar dien die Herodes, na datfe al voormaals verwoeft en op- geredderd was, gebouwt heeft, zoo en moetmen niet denken dat Herodes, die de gunft des volks zogt,een waarom h«- Heydenfche of vremde Bouw-orden aan den Tem-rodcs £*n pel, zoü durven invoeren hebben ,* dewijl hy Zoo bouwerden doende veel eer den haat dan detoegenegentheit der |>eefl: dü«en Joden hem zelven zou op den hals gerokkent heb-invoeran' ten: ook zullenwe bewijzen uit eenoud ftuk Gal- Dooreen ^erie,dat van Salomons bouw-werk ten tijdevan Jo- oud ^"k *phus noch over end ftont, (en mogelijk daarom feffigfjot" *en tijden van de Zaligmaker ook noch den naam van 10. v.2j,&c. Salomons voorhof behouden had) dat dejoden 't bou- derie van Herodes na dat voorbeelt zeer licht hebben k°nnen afzien. £n |
||||
y 6 Salomons Bouw-orden ontjwagteld.
En gelijk de meefte pracht en grootsheid in een
kloeke Bouw-orden afdaalt van de ornamenten, dat is van een Architrave, een fchoone Frieze, en een grootze Kroonlijft , met alle deffelfs welvoegzame verckri ingen ; zoo zullen wy al wederom zien dat de Heilige Hiftorie ook bezig is, om alle die dingen <rorna,men ruimweidiger dan wel andere te befchrijven. Wy ten w« en zullen uit d'eiqenfchappen der woorden, cerft de in de Text , i j f • j j
ra,m genoeg ^akjn ontleden en open leggen, en zien waar de dee-
befchreven. len der ornamenten te zamen en waarze van den an- deren afgefcheiden worden befchreven. En dan zal d'oudeuit-onzes achtens haaft openbaar werden welke maat tot iVgyngcn de Architrave , welk tot de Frieze , en welk tot wdwi'nen de Kroonlijft behoord, 't Welk gevonden zijnde ui- ' termaten zal doen afflaan, alles wat Vatablus, Lyra nus, en menichte Joden hier ontrent gedroomd heb- ben ; 't geen van haar, als een zuirdeeg tot onder onze uitleggers en Kantteikeningen, voornamelijk ontrent deze en dufdanig ftof is voortgegaan. En wanneer wy zullen bewezen hebben dat de nette proportien,die d'ornamenten volgens de befte bouw- konft moeten hebben, volkomentlijk met dek vijf . ellen van den text uitkomen, en datze te zamen het tonden van vierde gedeelte van de Kolom hebben, volgens d'uit- proportien, ftekenue voorbeelden van heel out Roomen, zoo ag- wMi'k,by tcn wy ^at ^et befpottelijk zal zijn, noch te willen «Be». denken, dat al die proportien zoodanig by toeval, tot malkanderen komen uit te vallen. Het zal in dezen ook aankomen op 't onderzoek
der grondwoorden ; want gelijk de woorden.
ï Chron. 4. v. 1 z, 13. zeer verfcheiden werden ver-
j taalt, zoo zietmen onder allen dat de zeventig Over-
ƒ zetters, zekere twee woorden,6o/^^ en Cotharet (die
andere en ook onzcbolle, ofkroone, of kapiteel over
zet»,
|
|||
Salomons Bouw-orden outjwagteld. jj
zetten.en voornamelijk hier opd'ornamenten paffen) Dc 70 ovc-.
©nvertaalt gelaten hebben ; en daar mede buiten zetters Ik-',- twijffel hebben willen aanwijzen, datmendc ware^"^°f' betekenis in de Hebreeuwze grondtext moet zoeken. byz Wy moeten daar ter plaats aantekenen, dat Gvlatfri 't W00riJ«i °o- 1 . , . r ,n ti- vertaalt ge-
geen eenige Architrave vertalen, flegts een gedeelte is laten.
Van Cotharet; en dat Cotharet (Krooncierzel) veel- AT^'«are zints betekent het geheel ornament namelijk d'Ar-da"c"0M" chitrave Frieze en Kroonlijft te zamen ; by Vitru- vius en andere in 't algemeen Trabeatiegeheeten. En Zorntiitsvoorde Kroonlijft alleen, die op bey d'ande- fcdeelen gefteld werd, genomen kan werden. Wan- neer de Architrave zalgevonden zijn, meenen wy «at ook derzelver verfcheide platzigten uitdebete- «eniffen van 't grondwoort, haaft zullen ontdekt fl«*'ch«w zijn .- want gelijk de taalkundigen ons leeren dat tt-m^T" GtiUth, afkomende van Galall, ( dat rontom gaan grondwoord cn omringen te kennen geeft, ) veelzints genomen fsejjcl,a~ Werd voor de baren van de Zee; en dat alle de din- gen, diederde H. Hiftorie van zegt, onsnietanders «an onder een zeker zoort van cieraat voorkomen, Xoo zullen we hier verfcheide opmerkelijke dingen ontwaar werden5die ons de kim,en de keel, en richels ■^ïar mede de platzigten der Architrave onderfchei- d'Atchïtrtw den zijtr.en als baren van deZee uit eikanderen wente-is "«««'tf* fen, te kennen geven; en bewijzen dat degezeide Ar- &£"&** chitrave met zeer fchoone proportie, de hoogte van wc<*. dertig vingeren uit degezeide vijf ellen, heeft gehad. Dat deH, Hiftorie z Koning, z 5. v. 17. zegt dat Deora*-
ue kapiteelen, (datzijn d'ornamenten, ) dry ellen «nemen wer» ^aren; daar d'andere texten van vijf ellen fpreken, T?!l<!eKL Qaar uit moetenwe met alleen aanmerken, dat het deeieno». ornamentmer in twee deelen onderfcheiden werd, fche",sa> *ö«ar ook dat'er d.'Architrave met de Frieze, onder- icheidew
|
||||
78 Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
fcheiden van de Kroonlijft, gemeten werden ; en dat
wel mogelijk, om dat deze tweededen te zamen en datte met*"1 'n eene gieting gegoten zijn : 't geen de Kroonlijftj zamen gego- om haar groote uitfprongen der waterlijft en veel- ten fchijnen. vulcligc cieraden van Granaat-appelen, Modiglio- nen, Bloemen en anders, niet wel toe liet. Wanneer wy nu hier volgens de meting van het meetrietop d'Architrave y der elle een vinger, dat is op dry ellen dry vingeren en Frize zijn DV doeri, zoo zalmen d'Architrave met de Frieze te waarfchijne- J ••<- • • 1 « •
lijk75 vin- zamen op vijtentzeventig vingeren vinden; dertig
geren te za- daar af voor d'Architrave, blijft vijfenveertig vinge- geweeft.8 ren voor d'hooghte van de Frieze ; hoedanig wy de dikte van den hals der Kolommc hebben bevonden ; zoo datwe bekennen moeten, dat deze proportie niet alleen noit beter indebefteantijke voorbeelden ge- vonden is ; maar dat ook hier de middel ontdekt is, om de Triglijfen in de Frieze zoo nankeurig te regu- leeren, als'cr volgens eenige ftijl zou konnen bedacht of gedaan werden. Pe Triglijfen Én op datwy ook d'eigenfchap en de plaats der ï'oeindeko- Triglijfen zekerlijk in de Bouw-orden van Salomon, pere Kolom- dat is in zijn kopere Kolommen zouden vinden , men u vin- zoq rn(j)etenwc onze gedachten van de kopere Ko- lommen een weinig ter zijden trekkerren die naariTig- Jijk opzoeken inde hoofden der balken, diegezeid worden aan den voorhuize van Salomons Tempel na buiten geweeft te zijn; want dat ons de plaats en de Triglijfen zelfs van Ezechiel duidelijk werden aangewezen, verhopen wy met verfcheide waarne- mingen , over zijn eenenveertigfte Hooftftuk te doen blijken. En waarlijk wanneermen aanmerkt, dat de gemelde hoofden der balken nietzonderordent- lijke verdeeling in 't buiten aanzien van zoo een heerlijken bouwpraal zijn geweeft, zoo valt ons met alleer»
|
|||
Salomons Bouw-orden ont fix) agt eld. y 9
alleen in gedachten , dat hier de plaats voor de Tri-
glijfen ofkeepplankjes die de hoofden der balken ci er- lijk bedekten, gevonden is, maar het fluit ook in, dat detuffchenfpatien, (diemen tJfyCethopas, dat zijn tuf- feningen of opene of ledige vakken indebouwkunft noemd ) hier ook haar reguliere verdeeling en pro- portie hebben gehad , om vooreenige toepaffelijk verciering plaats te verkenen. Gelijkwe daninhet _E;i00'ie!" breede alle die dingen, uit 1 Kon. 6. daar van de me- foaciea *" nigvuldige ordening der balken gefproken werd,zuï- len uithalen : en dan zal Zonnenklaar blijken, in wat voegen de verdeelingen en ordeningen aan datge- bouw zoo menigvuldig als d'H. Hiftorie zegt, ge- weeft zijn. Daar ook dan zal aan te wijzen ftaan; wat Eigenfqhap oorfpronqengebruikde Triqlijfen in de Frizen heb- T 'r'aa!<zci öen , waaromze met groeven uitgeloopen, en met af. fen. «angende droppen gemaakt werden. A Is we nader niet een vertoogfehets uitdealderuiterfle beginzelen derbouwkunftgenomen ,vertoonen zullen. Vitru- vius heefteenigedingen hier over aangetekent, die ons veel eer uit het model van Salomon , dam uit de andere outheiddaarhy op fteunt, fchijnen gehaald te zijn. 't Geen wy veel nader zullen beveftigtzien, ,vi5«vius wanneerwe aanmerken zullen datdealeemeene ver- „VJ!!,,.6!"" deeling dienhy van de Koninglijke Paleizen geeft • van safo- fen aldernaaften met die van Salomons huis over een mons boa~ «emd, en aizoo daar uit nootzaakiijk moet geraapt lwéècefefc* hebb en, ten zy iemantdenken wil,dat de dochter wel be11, °uder dan haar moeder kan zijn. Hoe nu dcTriglijfen welvoegzaam in deKorin- Hoede Tri-
tifche Bouw-orden paffen , en hoeze daar in een by- Korimifch^ Rondere fchoonheit hebben gegeven , nadienze vol- «"denpaflèö* gens degemeene praétijkder ouden en hedensdaag- *e> voor een eigenfehap en wezentlijk deel der Dori- fchc
|
||||
8o Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
fche Bou-orden gehouden werden,dat zullen wy uit
Vitruvius en uit d'outheit, en uit alle deGriekze Bouw-ordens, oplolTen, en waar maken dat niet al- leen alle de byzondere eigenschappen, die ftuksge- wijs in ieder der Griekze ordens ïchoon zijn, in deze van SaIomon,als in een eenige volkomen orden zijn te Uit vitruvius vinden ; maar dat zelfs Vitruvius, wanneer hy in't encToutheid breede verhaald, hoeenin wat voegen de Triglijfen, boven de Kolommen met Korintife kapiteelen plegen gefield te werden , zijn reden niet anders aan leid, dan of hy het bouwgevaarte van Salomon gezien en zijn gedachten van woord tot woord na dat model gefchikt had : om waarvan een nader voorbeeld te hebben, wy een teikenkundige fchetà , volgens de meening vanRufconi uit de leering van Vitruvius waarom yan getrokken , zullen by brengen. Doch waarom in de geen over- oude overblijfzelen geen duiHanige Bouw-ordens blijfzeis ge- meer gezien weiden ; dat hebben we eensdeels de ' grouwelijke verwoeftingen in Griekenland, en an- derdeels het verlies van alle die deftige Griekze Bou- meefters, die voor de tijden van Vitruvius over de Korintifche en andere Bouw-ordens gefchreven heb- ben , dank te wijten. En ten ware Vitruvius ( die 't buiten twijffel in de verloore boeken aangetekent De'getuige- heeft gevonden ) daar aan gedacht had, en datweze ■is is alleen hier in Salomons Bouw-orden bewaard vonden, de ïtouw-°oTden oorfpronkelijke Bouw-orden waar met veel wefent- enby Vitru- lijke deelen, de Wereld uitgeloopen. En wie zal «jus bewaart. ons KC\]t zeggen, of niet miffchien de Roomfch* Boumeefters, de Triglijfen in de Korintifche Bouw- orden hebben beginnen na te laten, om dat de moeje- ïijke verdeeling hun dikwils groot fpel maakte: want gelijkze in de Korintifche en Jonifche orden de weg «pen vonden om de Friezen op een andere en gemak- kelijker |
||||
Salomons Boww-orden ontfw4gfeld. 8i
• 'kelijker wijze te verderen, namelijk rnet geeftige walram«M toofwerken, fnakeryen, Offeranden, en de vaten daar "e^Kod"»-" toe dienende, zoo zijnzeallengskens achter de bankfche ordea geraakt. Hier by is ook aanmerkelijk dat Vitruvius^j^! klagendcrwijs getuigt, dat'er in zijnen tijtalseenze ter gelaten kere Secte onder de Bouwmeefters begon op te ftaan ,zi,n* welke leerden, datmen de Dorifche Bouworden (de triglijfen warender buiten twijffel in de weg) aan prachtige gebouwen noit invoeren moeft ; en gehe- ten haar in alle gelegentheden by na, als ofmen de triglijfen in de bouwkunft geheel niet van nooden had. Maar om weder tot onze Bouw-orden van Salo-öè proportie
mon te komen, wy zullen toonen, dat uit de propor-f;"/6^* ' tic van het gezeidcMeetnet ('t geen volgens onze triglijfen betooqine zes ell en zes vinqeren moet geweeft zijn) ,korat 'n si~ i b " i ,■ n • f -,-r ■ . lomons or-
de nette verdeehng en proportie der triglijfen niet al- den zeer wet
■ leen op het zekerfte kan overflagen werden, maar mec '*meeS'
datook'tzelvemeetriet, van de Interkolom of tuf- fenfpatie van de middelpunten der Kolommen, de Modulus ofMaatzettisgeweeft. VVantalswy zien dat dry ellen en dry vingeren de maat van de Archi- trave en Frieze uitmaken, zoo volgt van zelfs dat die maat ook met de brcette van een triglijfe en een tuf- fenfpacie overeenftemd. Wanneer nu op het mid- Bewijs deJpunt van ieder Kolom, een triglijfe gefteld werd, i die ieder in haar Center een geheel meetriet van mal-
kander ftaan, en datmen midden tufTcheri die twee punten noch een triglijfe fteld, zoo zullen de triglij- fen volgens de bouwkunft verdeelt endeMetopeh, vierkant blijven ; 't geenwe aldus net uitgedeeld r^ien : Ëerft gaat te wederzijden eenhalvetriglijf van ■È meetriet af, dat is dertig vingeren : daar na een hcé^ ï? trigiijf in 't midden, is wederom dertig; vingeren* F tij
|
|||
82 Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
en dan twee Metopen wederzijts de middelffe triglij-
fe ieder vijfenveertig vingeren, geeft negentig vin- geren , die alle te zamen gebracht honderd en vijftig "vingeren , en zoo veel als hetmeetrietuitbrengen. |
|||||||||||||||||||||||||||
De wijsheid Ó ! diepte der wijsheid en verborgenheid mogenwe
pe"ftennBou- h'er zeggen' welke den Overften Boumeefter, in de meefter ont- verkiezing van zoo een maatftok opgcfloten, en ons dek. hier zoo naakt ontfwagteldtebefchouwen overge- geven heeft.
DeTrigiijfen In wat manieren en fchikkingen nu de triglijfen, fchinèlr"" (^e °°k hier niet zonder eenige verciering fchiinen met palm- geweeft te hebben ) met zekere zoort van Palmtak- ken ver-jjen zjjn vercierd geweeft, dat zullen wy uitd'over- eenftemming deralgemeeneCieradien open Ieggen;en toonen dat ook deze dingen, (diewe van dus ver ge- haaldjligt in het gebou Ze lfs, zouden toeftemmen,) in Hoe al die de kopere Pylaren te vinden zijn : want dat de bena- dingen inde • V• J 11 ■ n ■ c
kopere Ko- ming nier geen deelen konnen uitiluiten oronvoeg-
lommen op- Zaam doen fchijnen, blijkt daar uit, dat wanneermen ZI,n" van loutere Marmere Kolommen in debouwkonft isfprekende, men ook de deelen die uit haar natuur fchijnen te vereiflen datze van hout zijn,alshoofden der balken, keepplanktjes, overbalkenof Architra- ven,&cde zelfde benaming endienft laat behouden , fchoonze van harden fteen gehouwen, of van metaal gegoten zijn; 't geen zeer wel in de Kolommen van Salomon moet aangemerkt werden. En niet alleen dit, maar wy moeten ook aanwijzen, dat de Metho- pen, fchoonze onmogelijk geheel in de Fries der ko- perekolommen ( die maar een enkel model van die Bouw-orden vertoonden ) konnen vallen, nochtans vooreen gedeelte daarin gezien zijn. Wy agtendat het hier ook noodig zal zijn de vercieringen in de Methopen te betoogen ; welk ons in de Cherubijnen (die
|
||||||||||||||||||||||||||||
Salomons Bouw-orden ontpwagteld. 83
\ dieEzechiel4i.v. 2 5. aan het Voorhuis befchrijft) watvercfe
duidelijk genoeg werden afgefchildert ; wantgelijH"!™,*11 die icruduwbeelden ons daar met viar aangezichtentméomota Werden voorgefteld; zoo achten wy dat hetroen-*0"" °'d-* ichelijk vernuft , deze dieren niet anders dan met vier onderfcheiden aangezigten, ieder een Methope Hoe de chef of tuffen ing van twee Triglijfen vullende, en kan be-rubi,ns '["" denken hier de plaatze bekleed te hebben : welk ge- puiene mo- voelen ons zeer waarachtig dunkt wanneerwe letten, 8e,i)J< ***- datdenzclven 'Propheet v. 18.en 19. deCherubij-^^g.'" nen die aan de wanden ftonden, maar tweeaangezig* ° ten toefchrijft, om dat namelijk haar ftand dusdanig Verkozen, geen andere mogelijkheit overliet. Zulks ^J"""'"* at werwaartswy onzeoogen Haan, wy doorgaans
vernemen, datze licht door middel van eenige Orna" rnenten, en verbeeldingen van de Vaten des Heüig- doms, verftandelijk gefchakeert in een reguliere , dat is gelijkzijdige befchouwing , hebben konnen ge- Met- eeii fchikt werden. Gelijkwe behalven andere vertoog-goet voor- fchetzen, met een uitftekent voorbeeld, van een goe-bcdd en &' oe hand getekent, en d opmerkelijke getuigenis van jofephus ta Jofephus nader zullen aanwijzen. be»-eft<gen. De Kroonlijft belangende, wy achten datter me- Devercie-
de geen klein werk aan vaft is, alle die menigvuldige j^JS Verciering der Netten en Banden en wonderlijke voor veekn fchikking derGranaad appelen, tüffehen de Mocü-£g££tó glions wel op zijn plaats in te fchikken. Gelijk dan Ook alle die dingen van degeleerde,een &*<«*,«/plag- den genoemd te werden. Dan indienze d'oploffing daar van verstandelijk in de bouwkunft hadden ge- *?gt, men had zoo veel Boerefisgen daaronrrenf. Siet toegebragt. Makkelijker is de hoogte te vinden; geniën met vijfenveertig vingeren zal bepaalt zien ! $ welkwannçeç by de vijfentzeventig vingerende? F * Ar*
|
||||
84 Salomons Bouw-orden ontfwagteld.
14. 7?. Architrave en Frieze gedaan werd net honderd en
—^—^ twintig vingeren, dat is,viif ellen (even alsdcH.Tcxt zegt) uitleverd.
*t 3«al der jjaaJ. 2jjn verfcheicie plaatzen, die van defchik- peien werd king en getal dezer Granaat-appelen fpreken \ die ons wei met moeten onderzogt worden : want men vintze met Kiïingbe- zesentnegentig, met honderd, met tweehonderd en ühreven. met vierhonderd geteld. Wy moeten uit verfçhei- Üppcu™ heï-^e opmerkelijke lezingen over Jeremix 52. v.2Z. ben tqffch.n aanwijzvn, in wat voegen deze Granaat-appelen, in de Modi- j-ekere perkties, die netsgewijze met ruiten verdeeld glions.afge- ' j i° • r J Â
hangen. waren, van onder tegen den uitlprong der groote rond
om gaande Waterlijft , in de Kroonlijft, hebben a"f- gehangen :'t geen by zonder klaar uit z Kronijken 3. wijs. v. 16. Zal openbaar werden. Soodat wyallc'tgeene
verder van de Nettekens en Ketenkensj en hoe die
zeven en zeven waren, gezeid werd, met veel andere dingen, die een weetgierig bouwkundiger geerne zal willen vernemen, tot de bouwkunft zullen over ge- bragt zien. En wanneer wy met een afbeelding zul- len vertoonen hoe zeven en zeven dwariïeLinien, binnen eenigen omtrek door malkander getrokken» nootzakelijk zoo veel netsgewijze ruiten uitmaken» 3,ePa*tsle* datm'er min noch meer opnemingen dan voor vier-
verklaard, entwintig Granaat-appelen in vind ; dan zal haait
openbaar zijn, hoe in vier zoodanige netten , (hoe
veel maar in eene ftand van 't oog te gelijk konden
befchoud werden, ) zesentnegentigGranaat-appelen
zijn geweeft : en datmen de vier refterende,, tuf-
fchen de Modiglions, die de Kroonlijft als op haren
nek dragen, in de Rozen of Bloemknoopen, zeef
gevoegzaam vinden kan : en gelijk dufdanigen fchik'
king en verdeeling in ieder Kroonlijft nootzakelijk
tweemaal is geweeft ; zoo zijn de twee honderd in ie*
a der* |
||||
Salomons Bouw-orden ontfwagteld. 8$r
«er, tn de vierhonderd Granaten in bey de Kroon- En ook d*
lijften als met de vinger duidelijk aangewezen. Def^1^" Vertoogfchets, in welk wy de gezeiac-dingen in delingen, piatte grond verdeden zuilen, zal genoeg doen zien de menigvuldige mistaftingen, die in 't behandelen dezer (toffe begaan zijn; en dat buiten de grondige kennis, en toetfe der verftandige botiwkunft , die • Waardige dingen, eeuwig in het duifter moeten ver- nagten. Ook zullen wy tct verwonderens toe, een De Granaat- zeer konftigc fchikking der F.guren ; die uit de rij- jg^iJj gen der Granaat-appelen voortkomt, konnenaan- detiijken fchouwcn, wanneer wy fleets een voorbeeld van een- fCjli4ang,in dezer netten in wat grooter bellek zullen beftaanhebr gehad. ben te ontwerpen,om alzoo met de bedenking overSa- Jomons I5ou-orden,een welvoegzaam einde te maken. Wanneer wy aar. de giootvoerige werken der Babyloniers, Egiptenaren en Grieken gedenken, wy moeten wel bekennen dat ter d'oude Schrijvers niet alleen grootzeen magtige getuigeniffen van dra- gen , maar dat ook alles wat ons in die, aaangaandc*In^eRoo*a- de bouwkunft, vo«trouwhertigc voorbeelden die- lenyiatgwa nen kan, alleenen veel beter in de Roomfcheantijke aIwat voor bouwpralengevonden werd.'t Geluk dat de bouw- nömcnW."" konft,onderdieMogentheit aantrof, gaf eenvrugt- bareZaytijt, om een rükenOogfl: van veel treffelij- ke bouwerken voorcte brengen ; Auguftus roemde dat hy Roomen van gebakken fteen gevonden had, niaar dat hy 't van Marmer agtçr laten *ouw. Tra- bu>eytiT Janus wierd in zijn \\%Herbapartatarut, Dat is muir- zeer bouw- kruid gene '*d,om datmen zijn naam zooovervloe- Ziek* dig aan de' ff inden en voorge velen, dien hy ver- nieuwd of gebouwd had, zag uitbeten. Hoç zom- pige Edelen en rijke Borgers van Roomen meer dan H'toundig prachtig zijn geweeft, dat zullen wy met l 5 *
|
||||
$6 Bloeit ijt der Boomfche Bouwkunde.
de getuigeniflen van Lucullus en andere beveftigen.
En vin daar En dat deze bouwluft niet alleen binnen Roomen, gebroket!01" maar zo° w''^ ^un mogentneid over de geheele We-
reld fïrekte, doorgebrooken is, dat zullen de blijken door gants Italien , Vrankrijk, en ook in onze landen hier en daar met overblijfzelen konnen grontveften. niTnnenheh- Gelijk dan ook verfcheide neerftigeSchrijvers, als ben van de Mariianus, Boiflardus, Torellus, Pannuvinus, Ro- Roomze firms, Boulaye, Laurus,Haaftens,Nardinus,Serli, gefchreven. Palladio, Lipfius, Bulengerus ,Kircherus en andere, veel arbeits daar mede hebben gehad: tot welke zom- mige Schilders en Teikkcnaars, met d'af beeldingen diezevan veel fraje werken en ruwinen hebbeninPrinr uitgegeven, geen ondienft aan de konil: hebben toe- •wïe frajeaf- gebragt : en blyven wy aan Pyrrus Ligorius, Do- te'kemngen zus » Cavallerys, Sadelaar, Aflelijn, Kok, van Kleef, beu^gege'ta Belle, Falda, en diergelijkegrootelijks verpügt. »e^ Zonder dat wy onder alle die goede Meefters, veel andere Bazen die de vervallebouwkunftna'tjaar ia
en \ 3 honderd hebben beginnen op de been te hei- wie wan liet pen ■> willen vergeten hebben ; ipaar van wy een ge- leven der ita- heelenaamrol, benefFcns haren leeftijt, zedert den Ja- liferfkr/en" re 11 5° uit Vafari ,^Baglione,Rido!fi,van Mander, schilders Marolles, Borgini, Manilli, en andere hebben by een £eve"„.ge- g^derd.
En gelijk als onzen toeleg geftrekt leid, om de
gantze kring der verftandige antijke bouwkunde door te wandelenen te befchouwen hoedanige ver- ftandige bouwpralen en gevaartens volgens de gedag' te Griekze en Latijnze Bouwordens certijts voort ge- bragt zijn ; van wat dienft en bouwgeftalte zy ge- weeft zijn , en wat agting zommiT wegen haar vol- maaktheid, noch in haar overblijfz^tn en puinhoo- J3fn hebben na gelaten, en welk aan de latere» navolg- bare |
||||
Befchouwing der antijke Werkmaten. 8 7
bare en vafte voorbeelden verftrekken konnen ; 200 Tot den be- agten wy noodig te zijn , ook voor af alle de antijke jj£°"Sen Voetmaten,Ellen,Cubiten,Palmen,Duimen,Oncien bougevaarten Vinperen,Spannen,Vademen,PafTen,Schreden,en an- '] nodis v.an Jbi 11JTT1 ^ ■ t rt • de maten der
Oere, volgens welke de Hebreen, G rieken en Romei- Miou. lente
nen, hare bouwerken gereguleerd hebben, te over- fPteke»- Wegen, en met d'hedensdaagze maten te vergelijken : 0ok van de alsmede een ruig ontwerp te doen, van demateria- bouwftof. len, of bouwftoffen,dat is>Hout,Stecn,Cement,Kalk, Zandt en andere dingen, beneffens den ftijlvan be- handeling , waar mede de oude hun bouwgevaar- ten , by na onvergankelijk hebben 'tzaam geklon- ken. Dat de meefte maten diemen in de bouwkunde Pe ""«o
gebruikt, niet alleen na de leden van een menich ge- our" van* de nomen , maar ook daar na genoemd zijn, is onzes leden van achtens geen kleine opmerking waardig; en blijkt een rnenrcn h r b &> genomen en
aan de hoegrootheid der werkvoeten , duimen, elle- daar na ge-
bogen, fpannen en vingeren, datze niet na dïpropor- aoemi- tie der Reuzen, noch na die der dwergen, maar na de ledenflemming van een volmaakt en welgefcha- pen menfeh genomen zijn , waar van wy de reden, en de outheit van dat gebruik, nader zullen onderzoe- ken. Het en zal geen verloren moeite zijn aan te mer- Het I0 ?etaI
ken dat gelijkmen van outs de konfthandelingen ™ecr ■ ■J&.<^ door de handen , aan welk tien vingeren zijn, heeft maakt- rnoetcn verrigten, men zeer ligt ook is ontwaar ge- Worden dat het tien-getal een zeer volmaakt getal Was om in de bouwkunde en meetkunde alles uit te Werken, alswe breeder o ver 't uitvinden van de mo- dulus, diemen door 10 en 6, in 60 gelijke deelen ge- De modulus deelt heeft, zullen aanmerken. En ofwel deoutfte Kv"" ^et het tien-getal alleen veel hebben opgehad,en zelfs deelt. F 4 van
|
||||
8 8 Befchouwing der antijke JVerkmaten.
Van de Romeinen lang gebruikt is ; nogtans hebben-
ze, na dat het van zommige lang beftreden was, ook T>p Koomze j^ 6 ni fa^ jn befleept, en zoo is den Roomzen voet int o en n. . [ . ,
io xM feaien voet van zeltien vingeren uit i o en 6 voor den dag
vingeien be- gekomen, wanneerze twee palmen van dc Cubit of elle, die vierentwintig vingeren hield, weg wierpen; als uit de vergelijking van dek'cinfte tot dc groot- fte maat, en uit het overbrengen van de Hcbreeuwze en Babylonifche maten, tot die der Grieken en Ro- meinen , verder zal blijken. Daar wy dan ook ult- voerigiijk de wonderlijke maatftok, of het Mcetriet, ■welk in Ezechiels Tempelgezigten gebruikt werd, tot de proportie meting van Salomons Bouw-orden, en overflag des ganichen bouwpraals, door veel ver- uitrpôiîge borgen eigenfehappen zullen verklaren. En gelijk veeierieyeHe bekent is dat d'uitrekening der velerlcy Hcbreeuwze der geenet ellen,namelijk de Gemeene,de Heiige en Meetkundi- ge elle, door de uitleggers der H. Boeken, veel zotte en wanftaltige proportien aan zommige dingen heeft doen toefenrijven, alswe met het voorbeeld van ÎSfoahs Ark ('die eenige, deGeometrilcheelle vol- gende, om datze meenden dat de gemeene een al ten engen plaats voor zoo veel Vee 'zou uitbrengen, wel tot 540 Italiaanze mijlen hebben gefield: en met den Reuze Og , die de beuzelagtige Joden geeren tot 243 voeten zouden kalkuleren; Wanneerze ftellen, dat zijn bedftede van 6 cubiten, 81 voeten maken- de, fkgts zijnwieg is geweeft,) zullen uitrekenen en bewijzen : daar ook de waarheid, van 't tegendeel, in andere blijken , zoo van Goliaths lengde,en de maten van den Altaar Exod. 27. en zoo voorts, genoegzaam Zal openbaar werden. Waarom nu zommige din- gen met meetftokken , of rieten, andere met fhoeren gemeten zijn, daar van meenen wy reden genoeg uit d'ti-
|
||||
Befchouwing der antijke Bouftoffen. 89
d'eigenfchappen der zaken, die moften gemeten Dat»e de
werden, te konnen geven ; ook zullenwe de verfchil- y™^"een %heit der Roomze voeten, die ons veel ligt door zuilen vet- de valfche waarneming zommiger Schrijvers ter hand &chikea' gekomen zijn na fpeuren, en aanwijzen wie fray daar overgefcbreven hebben.De vei fcheide voetmaten der hedensdaagze,die de wülekeuren van Landen , Ste-f den en volken volgen , zullenwe door een maat- fpiegei of yk-Tafel tegens malkanderen vergelij- ken. En alhoewel de materialen of Bouwftoffen nood- d'Amijfee
zakelijk in de prattijk-oeffening zullen verhandeld "Touwftof. werden , nochtans en mogen wy hier eenige byzon- fei moeten dere waarnemingen ontrent de bouwftoffen deran-^dagt WK" tijken, niet geheel ontvlieden. Wy zullen daarin overwegen, hoenien buiten twijffel eerft heeft ge- bouwd met het geen ieder in zijn land vond ; het geen zoo haaft veranderde, als men op zommige plaatzen elkander de bouftoffen die'er ontbraken met Schepen over Zee dorft toebrenge%ook doe, wan neer by eenige volken , het hout en de leeme of aarde zo- den.in gebakken fteenen,dat zyn moppen en klinkers begonden te veranderen. Voorden brant van Nero,' Boawea WasRoomen meeft van hout gebouwd, en in onze iaatïn Neer- landen is men heel laat, en by na maar over weinig land aige- eeuwen aan het bouwen met fteen, in degemeene gXooken1." huisbouw gekomen : ja zy is in Neerland noch zoo fiieiibakken , dat men in den Jare 12 en 1 3 honderd, in alle verbantsbrieven,en uiterfte willeo5dezelvemet oyzondere uitdrukking, van Dit,of dat Steenen huis, •^ijnSteenen huis, &c.Van dehouteengemeenema- Hakomft bieren van huizen onderfcheide ; waâr van v?yde vanbenamig ^aarheit in de overgebleven benamingen zommiger addifkfhV adelijker huizen, d$ïplfttw,LoHveJïemjsGrmettwn>*™ «nfhje ' |
||||
S>o BefchouwingderantijkeBouftoffen.
en diergelijke niet alleen en zullen beveiligt zien,maar
ook in veel fraje Neerlandze Familien en Stamhui- x,en, in de bynaam Steen, vander Steen, Steenvoorden, Ravejieinen andere over gehouden vinden. l00ttf-aJtn Hoedanig het hout, wanneer de Steen algemeen houtbyd'ou- . » . ; , T, . , P
de gebruikt, geworden was, echter in den Huisbouw niet en is
konnen ontbeerd werden , en wat zoorten van hout d'antijkenooitinde bouwing gebruikt hebben , en ons gemeenlijk onder de benaming van Gophir-hout, Sittim-hout, Cypreffcn-hout, Cedren-hout, Den- nen hcut,Pijnboomen-hout,Olyachtig hout, Wil- devijgen hout, Eyken hout, Olmen ,Beuken, Ypen, Effen hout, Zandel hout, Larix, &c. voortkomt, dat 2ullen wy zoo ver hettotdendraat van onze reden dienftig is, niet voor by gaan. Hoe d'oude Daar zijn verfcheide blijken die ons doen gelooven verpiigt wa- fat d'oude eenigzints tot het verkiezen van duurza- zaamtebou- me bouwftof en maken van beklonken bouwerk zijn wen. verplicht gewecfl: : Onder allen is aanmerkelijk zekere wet diemen by Vitruvius vint, welke zegt,
dat op de Huizen in het verkoopen , wanneerze verfwakt, of uit het loot geweken waren, het vijfèntwintigftegedeelte op ieder [aar van de ganfche bekofting desgebouws wierd afgetrokken. Vetfcheiden Tweederley algemeene Steen , d'een gehouwen dfteen. uit Rotzen en Bergen, d'ander gebakken van leem en tegel-aarde, zijnder by d'Antijken in gemeen ge- bruik geweeft , waar van wy d'eerfte zoort onder de verfcheide kleurige Marmeren , als Cippolaccio, Mifculana, Grantta,Toetiteen, witte Marmer en an- dere, beneffens de Porphyren, Serpentinen, de harde Trevertinen,Peperinen, Slavonerfteen,en die diemen thans Mucigna , Foffato, Serana, en Cementen or Çuocoli noemd, kortejijk, zullen befchrij ven » en de ~~ ~ ~p " andere |
||
Befchouwing derantijkeBouftoffen. pi
andere zullen de verfcheide manieren van gebakken
«een, die mtichels, moppen, en andere beftonden, Gebakken en verfcheiden grootten enFormen hadden befchoutfieen' werden: daar wy dart ook zullen aangewezen zien hoe d'oude dezelve van leem, zant en ftroo-kafqua- men te bereiden, te vormen, te droogen en te bran- den. WyhebbenveelgetuigeniiTendatd'antiken met d'AM''fc™
gehouwen Steenen van vervaarlijke groote montil-™^ bare iwaarten, de bouwerken zijn ingedromd ; zulksmeis van datmen behalven de gemeene groote Steenen be tefn ie' vintdatze met heelc klotzen , en"ftcene blokken van dertig voet, en van zes, acht,en van tienen rr.eer el- Jen groot gebouwd hebben : waar van zommige aan ruwe werken, als aan Moeljes, Becren, Steene Hoof- den, Havenboezems en befchoyingen, metYzer en Loot, aan den anderen geknevelt wierden : daar an- dere in grootzebouwpralen zoo zindelijk op den an- deren in verband geleid wierden, datmen nauwlijks Voegen noch Cement, daar medezy zamen geplakt waren, kon na fpeuren. Welke fteenen ookzommi-En vccI"nts ge vierkant, andere lankwerpig, ofplat-achtig,en aan vein" £ ae voorzijde met verfcheide gedaanten het zy plat o£voeP- verheven metTafels, met ruggen , of met ruwe in «appmgen op de ruftike manieren behouwen wa- ren. Maar even als de behandeling van zoo zware ftee-
nen»alle verwondering verdiend, zoo is ook niet min opmerkelijk wanneer wy van de Antijkcn vernemen, datze niet alleen die groote Blokfteenen en fware hommers, maar ook die Steenen welke fleets van ta- melijke grootte waren, m de buitenzijdeeerft qua- Seu„m,^ ^en te vereffenen , en vlak onderde ry te behoü- •*&££■ Wcn> wanncerzealinde werken lagen, ja genoeg- ^s61"»»*? zaara
|
||||
$i BefchouwingderafflijkeBoujîaffen.
zaam volmaakt, en op gebouwd waren ; brengende
die alleen aan dévier zijden , die gevoecht moeften worden, dat is onder en boven, en te wederzijden recht in den haak bearbeit in 't werk, de buitenzij- de ruuw latende ; alswe uit Palladio als een getrouw oog-getuige dezer waarneming in d'antijke over- Redenkun- blijfzelen afgezien, en andere blijken, zullen aanwij- 8 CW1,S* zen. En alhoewel dit miflchien aan zommigevremd mocht fchijnen, als zijnde onzes wetens van weinige in acht genomen, nochtans zal ons de zaak t'eene- maal waarfchijnelijk dunken, wanneermen aanmerkt dat het niet wel anders mogelijk is geweeft,zoogroo- tefteenen, en onbehandelbare Zommers, zonder quetzen en kneuzen der hoeken , en fcherpe kanten, Manier in te konnen behandelen, of in het werkte brengen. Viankrijk. j-joe nu verder,d'andere dingen, als de Ornamenten der Bouw-ordens , te vooren zijn bereid geworden, daarvan zullenwe goede reden bybrengen.In Vrank- rijk heeftmen onlangs welde maniere aangenomen datmen in voorname werken de Bafimenten der Kolommen eerft naderhand behoud,of de behouwe- ne, met plaafter kalk overkleed tot her opperwerk ge- heel voltrokken is, om dezelve voor floten en ferum- d'Antijken pen te verhoeden. wiften zeer £n gelijk tot de geduurzaamheid van groote wer-
craienttnte ^en net zamen houden der iteenen voor almoeft jaaken. verzorgt zijn ; zoo moetenweook aanwijzen, hoe- danig d'antijken byzonderlijk hebben toegeleit, om uit veelerhande, Bergfteenen, Rivierfteenen, Keyen, Tuf, en anders door branden, droogen, malen, koo- ken en vermengen goede Kalk en Cement te maken : zy wiften deze met verfcheidc fcherpe zanden (daar- Ze wonder veel keur en proeven in hadden ) gemalen tçgelen. fefcobben, fpeycringen , cb greits yan hard- |
||||
Befchowwin^ à«r antijke Boujloffen. pj
fteen, Zavel-aard, en ftof van Puzzola, tot een on-
VerganklijkeMoortelofTeras te beflaan. Wy zul- len ter zelver plaats ook gelegentheid hebben, om vandeplaaftercn boetzeerkalk te {preken ; welke bo«fc°tl maniere by d'Amijken Plajïica, en naderhand Stuc- ' * ■ co by d'Italianen geheetenis ; hoedanig die uit Tre- vertin fteen, gemalen Marmer en Pozzalana bereit wierd, zullenwe daar ook aanwijzen. d'Oude heh ^uitPlMfte- i ,/».i. . . ; ** uuv ncu- une act an-
ben veel rraje dingen in de muurvakken, aan de welf- tij*»
zeis, en aan de wanden der onderaardze Galderyen, diezeGrotten noemden, weten temaken; alsweinde aJgemeenevercieringe der antijke boupralen breed- sprakig genoeg zullen hooren. Voorts zijnder veel- Ierley muurplaafteringen onder d'oude geoeffent, diezommigeom effen te zijn, andere om tebefchil- deren, met onderfcheide korften en gronden over- plaafterd, en bereid wierden. Tot weîke naderhand Schilderenk de befaamde maniere van in Frefco , dat is in natte Frcfco- f Kalk fchilderen, op de baan quam, als mede een mo- de diemen Sgraffiti noemde. Een zonderlinge maniere hadden d'antijker. van Pinnkicevloer
ateene Vloeren op houte Zolderingen te plaveyen - 8rondf- tot welkze tuflehen de vloerplanken en de Steenen', onder het aen vulzel, Stroo,gedroogde Boom-meyen Kalk en ander Greits, een drooge en harde korft "laakten ; en de planken voor 't rotten wel verzorg- ; «en. Het Koper is ook in groote menigte tot het gieten vanKolomrnen.Bafimentenen vankapireelen, deuren, ftijlen, hengzeis, pannen, floten, bedekkin» «er daken ; 't gieten van pronkbedden en vaten, en anders by d'an tijken verbezigt. En wat Yzerwerk, Broid«Moe- Rijkers, en loot men inde bouwinp gebruikte • "neniuIeS- [Mitsgaders deGoude enZilvere verguldingen, inl^'"g^- feggingen van veet kleurig hout en fteen , ( onder welk
|
||||
94* Behandeling der antijke Bouftof.
welk voornamelijk de Ly thoftroten of Brokkelvloe-
ren , en de maniere diemen Muzivifche werken noemd, niet en moeten vergeten zijn) Eelpenbeen, Kriftallen, Schulpen, Emmauzeringen , en de ma- nieren van inleggen die d'oude Ceroftrota, Hyalo- ftrata,Xyloftrataen anders noemden,dat zal ons met. een dichten drom in die verhandeling op 't lijf ko- men zakken. Onder welke dingen, ons zommige wat duifter, nopende hun oude af komft en gebruik, zullen voorkomen te onderzoeken: daar wymede Outhek van't oudt gebruik van 't glas mogen onder tellen. Wajit d Glasi!c °n °fwe^ de glasmaking in het tegelbakken en fteenbran- den der oude Babyloniers en Egiptenaren lichtelijk kan voor den dag gekomen zijn, echter heeft het de uitvorszers der outheden fpels genoeg gemaakt, het zelve wel tot gebruik in den Huisbouw t' huis te brengen. Wy zullen uit veeier gedachten, en giffin gen, der uitleggers byzonderlijk over de plaats Job 28« ■ v. 17. en andere texten , de zaak tenuiterlten uit- pluizen , en de gedachten welke den Heer Merettus* over de glaskunde van Nerus gedaan heeft, nader overwegen : en van daar tot de befchouwing der an- tijke boupralen, daarwe alle de gezeide ftoffen op het heerlijkftzullen ver-orbertzien,over gaan. KerA"erflin° d'Outheid, oorfprong, manier en gebruik der eer- gerd op den fte Tempelen, mag onzes achtens, in de verhande- Tempe w. j^ we|c(e voor-rang houden ; en gelijk zommige Heydenze volken af keerig zijn ge weeft van 't Tem- pelbouwen zoo zijn andere in tegendeel, by na tot ra- zens toe daar op verllingerd geweeft. 't Is ons noch niet gebleken datmen binnen of bui ten de Heylige Linie, van Adam tot op Mozes Tempelen gehad wanneet de heeft. Daar werd gegift , dat Erifthonus den Zoon be^nnea van cÇ.croP3' ontrent het Jaar deç Wcrdî Z4$ 5 ir» |
||||
Tempel-bouwing der Anti)ken. 9 f
het Eyland Delos een Tempel ter eeren van Apollo
ftichte; ontrent welke tijd Mozes den Tabernakel, vliegende» of vliegende Leger-Tempel in de Woeftijne oprigte ; ï^1 deI om dat den ftaat der Joodze Kerk voor dien tijd, geen beftendiger bouwerk noodig had. En alhoe- wel het niet en zou oorbaar ichijnen , dat de Duivel eer zijn Tempel dan den waren Godt zou gehad heb- ben; niet te min kanmen uit 't gezeide, 't oude fpreek- woord al van ver gedootverft zien, als men zeit; waar men ons Heer een Kerk fticht, daar boud de Duivel een Kapel nevens. Daar zijn niet alleen veel waarfchijnelijke giszin- Herkomftder
gen, die d'afkomft der Tempelen van de begraaf- emPeen' plaatzen, der eerfte Kriftenen grontveften, maar zelfs die zulks onder de Heidenen beveiligen : 't geen wy volgens Clemens d'Alexandriner , d'ongeloovig- heid, en bygelöovigheid foe te fchrijven hebben : die ook voor het oorfpronkelijk Zayzel van 't beel- den en Afgoden maken,moeten opgenome» werden. Het vertrouwen op de gemaakte Goden, had zoo ras En VJn «•« in de gemoederen der menfchen geen poft gevat, of c^dcn" e" nien begon uit verplichting van onbezonne geloften nun Kapellen en Tempelen te bouwen ; waar van Zelfi noch blijken, by den Propheet Ezechiel, en het Erechicl '6- Voorval van Jeroboam, by Jozephus, en andereplaat- 4' Zen der H. Boeken te vinden zijn. In 't bouwen der verfcheide Tempelen haddenze niet alleen ontrent het fatzoen t^paS!^ der bouwgeftalte.maar ook op die plaatze waarze ge- het Tempel- boud wierden groote omzigtigheit ; zommige wil- bouwcn- denze op de markten, en niet zonder reden dicht aan de Kaathuyzen hebben. Andere in 't algemeen op keuvelen, en hooge gronden ; 't geen inzonderheid *n den Goddelijken Tempelbouw van Salomon waar genomen is. Na dat degeachtgeid der Goden was, waren
|
||||
$6 lempd-bowwing der Antijken.
waren de Tempelen min of meer prachtig: of van
een byzondere toepaiTelijke Bouw-orden, die de deugden en eigenichappen der Goden beft verbeel- d«°Soi den konden. Dus gafmen de heldhaftige, Dorifchc
dcns. Bouw-ordens : de vrouwachtige en die voor de Go*
dinnen uit het vrouw geflacht waren, de Jonifche
Bouw-orden ; en de maagdelijke , en daar wat van Sint Anne onder liep, de Korintifche manier, 't Was dan niet meer dan recht en billik dat den GODT der Goden, alle fchoonheid, en al wat de bouwkonft oit vermogen heeft, aan zijnen Tempel te Jeruzalem gegeven wierd. inwying der j)e Tempelen hecjuamen hun afzondering, door
't recht der Inwyinge, in welkze met het opleggen der handen op depoftdesingangs aan eenigeGod- heid, op gedragen wierden : waar vanmen de blijken in de opfehriften der Friezen zommiger antijke Tempelen nu en dan noch gezien heeft: gelijk we By vedenjin 00]^ diergel ijke manieren , en f raje gebruiken , die
ge ™ " eertijts onder de Joden , ja zeifs onder de Chri-
ftenen geoeffent zijn , wat naader zullen aanwij- zen, Boomphn- y"an oude tijden fchijnen d'Heydenfche Tempe- Sempeieo! ^en met Boomgewas en BolTchadien van Pijnboo-
men, Olijfboomen , Denneboomen en anders, tot . . een lommer en aangename befchaduwing, omplatit geweeft te zijn : in navolging miffchien van de bof- ien,en fchaduwrijke Èyken,Populieren en Ypenboo- men,daarze hare rookingen onder plachten te doen; waar van ,de H. Propheten, en d'oude Poëten vol waarfchijne- zjjn . en vecltlist van daar tot op onze Kerkhoven,en
Ji)ken oor- ' , r-r i t- i"I/
fprong der openc begraatplaatzen over gekomen zijn. En gelijft
beplante de Tempelen heylig wierden gehouden , zoowief Kei loven £j£n ^ piejnçDi en beplantingen daar om heenen, ook ""...... """ voöf
|
|||
Tempel-bouwingder Antijkeh. 07
Vooreen zekere zoort van Heylige aarde gehouden :
ja zoo datmen daar een genoegzame vlugtplaats voor Tempdpièl- alle fielen en quaatdoenders ftelde: gelijk Ovidius "i^",^ ons hetKerkbosje van Romülus aardig befchre ven gehouden, heeft. Welke dingen, alhoewel tot eroote kreu-^J"04" rang derjuftitie tot onder deKfiltenen doorgebroo- fchift. ken, in denjare 143 5 en 1464, in onze landen afge- fchaft zijn. Het icheen den Ouden een byzondere grootsheid Heiderebj
tnagting aan de Tempelen toe te brengen, dezelve f„ heTmak»» met ruime Trappen aan de ingangen te maken ; on- van oneve» trent welke ordineering, veele uit over Godtsdien-ttappen* ftigheit waarnamen,dat de Trappen oneven van getal waren , 't welk Vitruvius ook geleerd heeft , maar van verftheidequalijkop gevat fehijnt, wanneerze niet lettende op 't oogmerk der Heidenen ( die de trappen uit bygeloovigheid oneven van getal wilden hebben,om datze oordeelden datmen in het bezoeken der Tempelen altijteerftmetden regter voetmöft °p treden , orïi zoo doende zekerlijk ook met van de Sou- den regter voet boven te komen.) de trappen °°k ^XfKjèri oneven aan allerhande bouwerken hebben gemaakt: nagevoigt. à Waar van Palladio haar in zijnen tijdt al berifpt heeft. Daar zijn voórnariwlijk zeven verfeheidegeflagten De Giiei-i»
van Tempelen onder de Grieken in gebruik geweeft, J^^^M die wy zeer zindelijk geteikent verbeelden zullen, ordens vat! De eerfte twee manieren waren zeer eenvoudig , en *'mpe!«& 4 kierdengerneenlijkin Anci$, en Proftylos, Datis de 8e ,ai Voorgevel op Kolommen genoemd. De derde A ra- phiproftylos, dat is, achteren voor met Kolommen. Peripteros rondom gevleugeld. Dipteros dubbeld gevleugelt ; Pfeudipteros vals dubbeld gevlugeldy en "ipetros boven ongedekt Die wy alle breeder met --------- G M |
||||
$8 Tempel-bouwing der Antijken.
de voorhoven en Galderyen,en de maniere die Her*
mogines uitgevonden had om kaften te vermyen,bre-
i>ebiren''''"'f ^cr vei'klaren zullen.Tot welke de aanwyzing der vijf
manieren verfcheide manieren van Interkolommen oftuflèn-
"" Int«fco- fpaçien, zoo veelze in de Tempelen waareenomen
lommen in »••... •• TT i i^r
den Tempel- zlJn» met etl mogen vergeten zijn. Hoe de taal Sitters
bouw waar over de afkomft van het woord Tempel hafpelen, 8o'ude b"'na- zu"en we met een fchetsje toonen; de latere en inzon- min» der derheid de Kriftenen hebben ook de Tempelen, Ec- ieitpeIcnen c^efias' Dominica, en Bafilica genoemd, daar van wy debeteekenis uit de byzondere toepaffing zullen na fporen. Dat ons Duytze woord Kerke, afkomt van 'tGriekzeweortKyriakè ; Domkerken van Domi- minica daar isnaulijks twijffel aan te flaan j gelijk dan ook de benaming en gebruik der Bafilicaan zoo wel op de Tempelen en pleitbanken, als pp d'algemeene benaming van alle Koninklijke bouwpralen, toepaffe- lijkfchijnd. ^•Eerfte toi- En gelijk volgens alle waarfchijnelijkheidde eerfte J^ ^ en Kriften ]£erken zeer eenvoudig en modeft zijn ge- geveeft. weeft, zoo zijnze metter tijd, en als de Kerklijke bV dieningen met ftaatzucht en grootsheid des levens vermengt wierden, ook in pracht aangewaflên ; in Naderhand welkmen , de Choren, en de Exedra, en andere in vertrek- vertrekken, ( door welk Mannen en Vrouwen , j3 fcheidtrf1" ook de maagden plegen van den anderen gefcbeiden te zijn, ) beneffens de Doopplaatzen, en af getuinde plaatzen pmdePredikftoelenheen placht te maken; alswe uit d'oude Kerk-zeden ontdekken zullen : »n welke oefFening d'af komft van veel benamingen,zoo der Kantzcls, Leflenaars, Doopvonten en andere zul- len voor den dag komen. Men moet niet meenen dat al de af beeldingefl»
welk ons de ncerltige Boüwmecftws van de antijkc
9 ---------- Tem-
|
||||
Tempel-bouwing der Antijkenl $p
Tempelen en zommige andere Boupralen laten zien» tfA&reW'n-
?oo ftiptd'eyge manieren vertoonen dieze gehad 1^™"™ hebben : maar- veel eer denken datze de meefte uit zijn me<?ft eenige fpeuren der grondvefteneneenigoverblijfze- ™t^";?n Jen der Bouwtrdens en Ornamenten zoodanig in op- ftal hebben gebracht ; 't geen,als bekent i$,veel zeker- der in de bouwkunft dan in eenige andere konft ge- schieden kan ; daar in ook Palladio hem boven ande- re treffelijk cequeten heeft. De Tempelen daar in ïn'tbc^hoi* eenige byzondere en aanmerkelijke dingen waar te Tempelen nemen zijn ; en welkers voorbeelden wy tot model- m°genu: len verkozen hebben, om de vergelijking der latere ^ndoea" 'Se praóèijk-oeffening tegen afte wegen, die en zullen we. geheel niet mogen acnter laten, fchoon wy den hce- len fleep niet mogen aanhalen. En om niet van den SCV^T,^ prachtigen Tempelbouw van Salomon in 't byzon- na gebouvi der te (preken ( die wel een heel boek vereift, en waar hec{c' Van de Bouw-orden hier vooren aireede kortelijk betoocht is ) zoo komt ons byzonderlijk de bouwge- ftalte van den beroemden Tempel van Diana te voo- rep» van de Bouwmeefters Ctefiphon, Gnofiusen *'jn zoon Metagenes gebouwd : van dewelk ons nie- mand netter bericht gedaan heeft, aangaande de gfondvefting,de Bouw-orden, het maakzel encie- raad, dan eenen Philo Byzantius,en Claudius Menc- ^eus. Na deze zullenwe dien van fupiter Capitoli- Tempel vaa flus bezien, van welk ons verfcheide van dien naam J;ut^-"Cl" onder de Roomfche Tempelgebouwen voorkomen ; ^nige Schrijvers hebben gewild dat den eerften van ; ^uguftus gebouwd is, maar Palladio meent dat de Waarneming deugdelijkheid der Bouw-orden , een latere tijt te vaaPiUad'-- *ennen geeft, in welk de bouwkunde een hooger ? rapdaninde leeftijd van Auguftus had : en dit zou ^el een verftandige waarneming van Palladio fchij- G z nen:
|
||||
ioo Tempel-bouwing der Antijken.
O001 Ren- nen : zoo hem Reubenius dat niet ontleyd had ; met
leid."* °nt* te bewijzen, dat niet het gebouw maar alleeneenige cieràden en ornamenten nu en dan van de latere ver- nieuwd zijn, nadien hy veel rampen en verwoeftin- in^iinwni- £cn geleden heeft : in voegen hymeend dat Palladio jnentenge- die waarneming met d'oogen in zijn nekke gedaan weeft. neeft . ainoewej wy oordeelen dat hy evenwel niet geheel mis getaft heeft, ziende voornamelijk op de grootsheit der ornamenten, die een Bouw-orden hel voornaamfte leven, en als de Ziel by zetten konnenj gelijkwc dat met een heerlijk ftuk van zijn Ornament in Printverbeelding zuilen vcrtoonen,omniet alleen deffelfsgrootzegedagte, maar ook de rijke vercie' ringjt van zijn Frieze te befchouwen. Gelijkwe ook nochverfcheide andere Tempelen, die niet alleen aan Jupiter>rnaarook aan andere Goden zijn opgedragen geweeft ;^>eneffens d'af beelding harer bouwgeftalte. verkiezingaer Interkolommen en andere eigenfehap- pen zullerjaanwijzen. Onder welk voornamelijk die van Zon en Maan , van Hercules, Saturnus, Mars» Janus * Bachus , den Pantheon of Tempel allef Goden ; den Tempel der mannelijke Fortuin» Minerva, Vefta,den Tempel des Vredes,den Tem- pel van Antoninus en Fauftina , Nerva Traja- nus en eenige andere, buicen verder omfway blij' ken genoeg van fchoone ondernemingen konnen ge' Dedeucht Ven.
van een ze- £n benajvcn fe verfcheide (landen en gezichte1
digNilcetot ,-.- i rr i , o J*
een voor- die wy benenens de maten en verdeehngen van o"
beeld det vermaarde Rotunde te Roomen zullen vertoonen> wwkbazen zullen wy tot een proeffîuk van zedigheid,eenTabef ' gródd. nakel of vercierde Nifce, uit dat gevaarte bybren' gen,'r welk den Heer Roland Freart tot een vierbaa* i wil opgefteken hebben > om de afgedwaalde Bou^' |
|||
Befchmwing der aniijke Bouwpralert. i o i
Weefters ( en al die wanen dat geen werk in de bouw»
kunft kan fchoon heeten ten zy dat het met ontallijke hreuken doorkurven, en korniszingen verlamd is,) toe te lichten,en tot het rechte pad te doen weder kce- ren. Uit welke waarneming wy agten dat veele din- gen in de bouwkunde zullen ontdekt werden , die niet na de fmaak der Alamodifche, maar zeer wel na de zinnelijke gedagten van eenige verftandige Bouw- meefters, en die, die de gezonde redeneering boven 't gezag der niewelingen ftellen, zullen in acht geno- men fchijnen. Wat voorgebouwen de Fores, Markten of Han- d '■£'"'[fee
delplaatzen by d'oude zijn geweeft,daar van zullen- wen/8' ' We de waarheit uit de getuigeniiïen en fpreekwijzen der Outheid- Befchri j vers en d'Hiftorien ophalen, en haarbouwgeftalte befchouwen ; daar wy dan zullen *ien datze met Galderyen en Wandelplaatzen, van de reft der gebouwen afgefloten waren ; om welke na- der te verklaren, zommige de Beurs van Amfter» dam tot een flauwe fchets bybrengen: maar de groot- je ftand daar van , door de Markt van Trajan us en van Nerva,gemeenlijkTranfitorium of doorloop ge- noemd, eenige luifter by zetten : onder welkegebou- Pan(jerI c, Wen wy mogen denken dat eenige niet oneygen aan xeophalicn. de gebouwen zijn geweeft,diemen Panden enKoop- kallen noemd. Tot deze konnen de Bafilicaan, de Rechtbanken, Bafii;«an.
de Raathuyzen, Vleeshallen, en diergelijke bouwer- *en aangehegt werden. Alwaar wy dan voorname- liJk het Roomze Kapitool, en't gebruik der Bafili- Caan en Slagthuyzen zullen onderzoeken ; De Pa- MUy» c« kyzen, vermaarde Huizen en Lanthoeven, daarin tamhuis de uitbundigheid der Romeinen byzonder uitblinkt bo"* ns dcI Ye«.j- ° • i a ■ i .1 antiken.
<5l9ienen met geen minder itatie <jan eenige der
G 3 Room,
|
||||
102 BefchouwingderantijkeBowwfralert.
Roomze werken hier de rang te houden. Daar iq
wy dan wederom d'af komft en benaming veler din- gen , beneffens de wijtftrekkende landhoeve van Ha- drianusjdie PyrrusLygorius ontdekt ennagefpeurt heeft; de hangende Hoven daar zommige by den taft van hebben geoordeelt ; deplayzante en door- gaanze Galderyen en wandelplaatzen jen de ontaar- de en vremde kunft-vercierde vertrekken, en verlakte Zalettcn der Sinczen, en diergelijke, zullen te bezien hebben. /sSh'itcr ^et Zou eer nalatigheid dan moetwil fchijnenjhier bJW.n-. niet te gedenken aan de magtige Theaters en Amphi- theaters welke de Romeinen op verfcheide wijzen gebouwd hebben : waar van het Theater van Mar- cellus nu noch geheel in zijn uitwendige bouwgeftak te en het Amphitheater van Vefpafianus flegts met een groot gedeelte tot blijken der verftandige antij- ken en leffen voor de hedensdaagze bouwkonft over- gebleven zijn. Waar in de Theaters van deAmphi- T'e-rcr v»n theaters verfcheelden,wat grootte en wat gebruik tot rth'' "uit net vertoonen van fpelen en vegteryen zy hadden, c i.oo c dat zullenwe door verfcheide voorvallen en gefchie-r EuiHvoideni. deniffen, beneffens de bouwgeftalte,beklonkenheid» en poede proportie zommiger Bouw-ordens bezig- tigen. d'Afbeeldingen zullen 't nader bcveftigen; en het Theater van Marcellus zal waar maken dat de befte antijken de Dorifche orden zonder Bafimenten geoeffend hebben, als ons nu meermalen is ontvallen. By deze Reuze werken rnagmen onzes agtensdp jj--uw«ftaiteRenbanen daar men wed en loopfpelenin 't aanzien mn ; tnba" van duizende kijkers aanrigte, niet onvoegzaam aan- lafTcn. Daarmen ook de Scheepftrijds gragten» cn rontom beboude Waterkommen > daar men rpy- ftrijden, en Zeegevegtçn. met Schepen hield, vryclijk magbyfçhikkri. i ^et |
||||
Befchouwing der antijke Bouwpralen, 103
Het zijn waarlijk wonderlijke dingen diemen van
de Zeehavens, Badftoyen, Waterleydingen, Riolen, Fonteinen en dicrgelijke betuigt vint. d'Oftienzer wonderlijk. Havenbouw wertonsvaneenenGeorgius Ie Bruin, SlwSd tamelijk wel in Print verbeeld; maar de verftandige dngen. outheid kenners en zien dezelve voor niet al te nau- f Af'eike" Keurig aan. 't Zou miffchien iemant tijdquifting den- Kt «en, ons hier in de Havens op te houden en tebly- VCD>W(ia- ven marren,daarwed'aangename Babftoven en Was- ff «C' plaatzen der Antijken noch tebefchouwen hebben. den- Pyrrus Lygorius heeft eenige der voornaamfte » Print uitgegevenjwy zullen de bouw-geftalte der |
||||||||||
■Kameren en Zalen wat nauw doorzien, en hoemen
|
Vermaard*
Badftoren. |
|||||||||
«aar zomtijts huys hield met een woord aanraken.De
Diokletiaanze Badftoof is uit zeer fchoone Bouwor- dens geboudgeweeft, alswe met eenige voorbeelden üithet ovcrblijfzel genomen, zullen vertoonen. Op deafteikeningen diemen gemeenlijk van deze bouw- gevaarten ziet, is weinig ftaat te maken ; en zijn die alleen uit de Puinhoopen , en half neer gezonken Muurwerken en Grontfpeuren ontworpen. En<*e- 'ijkMarlianus getuigt dat de Badftoven het vermo- De bou»™c gen der Keyzeren en het vernuft van de Boumeefters wZ*T~ uitriepen, zoo en moetmen ook niet denken, datde Zfer be-^ oouwingen verzorging der Waterleidingen, een van T"d" de minftegrootsheden der Romeinen isgeweeft. De overblijfzelen en getuigeniflen grontveften genoeg- zaam dat Rutilms niet enliegt, wanneer hy dezç ïrtecne bogen, die het Water van over veertig, vijftig «n zeftig mijlen, over Berg en Dal na Roomen brag- tcn, Reuzewerken noemd. Hoe veel fcheut of af- watcrings deze waterleidingen op een mijl lengde ^oodig hadden, daar van zullenwe verfcheide waar- l ^mingen by brengen, G * Kit-
|
||||||||||
104. Befchouwing der antijke Bouwpralen.
Ve be*or- Nu ook veel te beloven van de Riolen en Vuilnis
gingdervuii-z;jpen. wellr.er bezorçing al mede een eroote bedie- ms-gooten , 't \ tr> o ei,
was onder nmg binnen Roomen was, zou miilchien eenige te
deRomcinen gering, andere te onguur fchijnen. Gelijk ook de ge- ne ike be- "dachten van Serlius, dien hy over zeker out bouwerk die ling. heeft dat hy Cacabarium noemd, niet de pijne waard n*^°™™e_nis veel om te roeren; alhoewel wyniet geheel ont- fters mogen vcynzen konnen , de wangeftalte der ordineering niet haar Ba-muw ■ ^. t£ nemen . men z;et jn't zelvedeKo-
liment op r 1 r> 1 1 n J- '.11
een open gat lommen orPylauers van de tweede itadie, midden
of open boog 0p je k00„ van fc oncjerfl;e ruften; 't welk, hoe zeer van Serli verfclioont, een ondragelijke dwaling in de bpuwkunft is. Fontein ge- Van outs zijn de Fonteinen op veelerley wijzcrç ouwen. gemaakc, en dienden tot vermaak, tot cieraat, en tot nuttigheid. Eenige hadden natuurlijk Water andere hadden 't door de konft. Hun maakzels waren geno- men uit Cierlijke Muurwerken , uit Kolommen, Groots behouwen St eenen,Gc wel yen, Rotzen. Beel- den, Kommen, Trappen en diergelijke. Van de la-; tere bouwgeftalteder Fonteinen, hebben Giovanni Magni, Dominicus Paracchus, en voornamelijk Gio Baptifta Falda, veel frajeaftcikeningen in Print uit- gegeven. Die ook van eenen Georgius Andreas Bo- . Idern in een groot Boekdeel, van alle kanten (want de Duitzers en doen niet anders) by den anderen ge- ■ raapt, uitgegeven zijn. Heikomft Ontrent de Fonteinen, Waterleidingen, en Buy s- van deopge- loozingen, moeten we niet vergeten aan te teikenen »a.lTroniendeherkom{tvan 't gemeen gebruik datmen noch aan a-m de pom- meeft alle Pompen, Pullen, Kannen, ja aan de uitfte- i«ioo^r«.a" kcnc*e Watergoten der Daken ziet ; want gelijk d'E- giptenaren , om dat de Nijl overvloeide op die tijd als de Zon in het Hemejçejken van de Leeuw wit, hare
|
||||
Btfchowwing der mtijke Bouwprakn. iof
hare Buizen en Waterloozingcn meteen Leeuwen Kop maakten, en den loop des Waters, door het op- gefperde Bakkes leiden» zoo meentmen dat zulks van daar in een vaft gebruik gebleye is, al h oewel wy gelo- ven dat de Lootgieters en Pompmakers diezezelden aan den uitloop vaneen Pomp vergeten, de af komft noch de reden van hun doen niet en vreten. By d'ou- de v/aren werkmeefters die de Grieken Pro/èpopoioi, dat zyn Troniemakers noemden; mogelijk wel over- Treniem»- eenftemmende niet het geen men van zeker gemeen 0"dse.by de gebruiklijk vat verhaalt, datze Profipomta noemden, Dufdanige om dat het met Leeuwen en Ofièkoppen aan den hals Tr?nien z,ij> gegoten was. Gelijk het mede opmerkelijk is, dat de kopere zee H. Hiftorie in het befchrijven van dat groot Wa- se^eft- tervat, de kopere Zee, ook van dufdanige hoof- den die aan den rant van dat gevaarte waren, gewag maakt. Het zou mogelijk eenige te fchielijken overloop *ruswerfeci;
konnenfchijnen,hier de vermaarde Brugwerken der nen. Romeinen aan telaflen , by aldien de reex der Wa- tergebouwen ons niet gebood datwe2e niet te licht en mogen voor byflaan. Zeker degetuigeniflen zijn te grpot, om het maakzel zommiger vreezelijke Drommers, Pijlers en Bogen, en deflelfs wijde ftrek- king niet bouwkundig te bezigtigen. De oude oor- Trajam» deelden dat de Brue die Trajanus over den Danou l™? T1 dede pouwen,genoeg was om met haar overblijrzel Roomze de nakomelingen te doen zien, datter geen ding aan «logentheid, d'oude heeft onmogelijk geweefc: waarlijk een Brug. gevaarte van twintig ftaanders,die ieder zeventig voe- ten breet en honderd vijftig voeten hoog zonder de Fondamenten waren,alle met StecneBogeop de wijt- te van hondert en zeventig voeten aan een gehegt.karj genoegzaam 't werk van een grootze onderneming <S % geftant |
|||
i o<5 Befihouwing der antijke Bouwpralen.
geftant doen ; voornamelijk alsmen aanmerkt datze
midden in menichte Draykolken, en in een driftigen Ka|j,ulavet- en modderigen grond gefteken wierd. Het zou on- aï'dcfchatten gelooflijk fchijnen, als men zeide dat het bouwen van ;an bet Rijk een Brug, 't vermogen van een gantfchRijkinfweL w&aja" mS genZ0UJ nochtans getuigtmen dat Caligula, met de Brug dien hy van Ba ja naPuzzola,dry mijl Waters door Zee deed leggen,hy na al de fchatten des Room- fchen Rijks vcrfpilde. Palladio en Serli hebben veel met de Roomze Brugwerken opgehad : onder wel- ke zy de Brug van Elius Hadrianus,Ce{Kus, Fabri- cius, en de Triomf-brug voornamelijk gedenken. Dczegeboo- En geüjkmen langs de Brug des Zegepralens in mcc'^ui'tVo Triomfe binnen Roomen introk, zoo werdenwf meinze or hier alsmet de hand ter rechter plaats gekit tot de den geboud. hefchouwing der heerlijke Zegebogen die de Romei- nen overd'overwinning ter eeren harer Keizercn qua- men op te richten ; waarom zy dan ook met een goe- de toepaszing,dezelvemeeft uit de Romeinze bouw- orden genomen hebben,op dat de Glorie van hun zel- ven en niet van andere afhangen zou, stemmen Wanneermen aanmerkt, dat de bouwgeftalteder j"(,'(^nm"ande Zegebogen niet al te net met de lellen van Vitruvius v.truv'ms o- overeehftemmen , zoo moetmen gedenken datze ver een. 0(fe mee£. na fe Jeeftijd van dien Schrijver gebouwd zijn ; als wanneer ook na alle waarfchijnelijkheid de Romeinze Orden, uit veel verwarringen die uit de Komeinze Gemengde orden van de vorige tijtdaar Vitruvius fcefr^t^an' °°^ ^ van gekla3gt neeft » onfprongen waren, éerft Vitruvius geboren.en tot een vafte orden is aangroeid. Men ziet «fft vaft ge- maar eenige Weinige overblijfzelen dezer pronkge- bouwen ten opzigt van zeerveele die'er eertijts ge- weeft zijn. Onder welkmen de ruwijn van Velpa- fiaansjcn Conftantijnsboogcn devoornaamtte moes achten;
|
||||
Befchmwinz, der antijke Bowwpraien. 107
achten : Wy zullen in den eerften, de beeldperken
die met den roof des Joodzen Tempels pronken, be- fchouwen ; Eo in den anderen aanmerken, hoehy ^^""j,"* van ftukken en brokken uit de gefloopte eerboog Van die van Tra- Trajanus, zaam gefknft is. Den vaften Teikenaar )a"us "am Francois Perrier heeft veel vakken,en beeldperken s meet leeg verheven boctzeerzels, uit de gezeide bo- gen afgeteikent, die in een bundel van ontrent vijf- tig bladen zijn uitgegeven, die naderhand re Roomen noch vermeerd zijn. Serli heeft een oude Eerboog ^^^-^„^. van Veronen te pas gebragt; niet zoo zeer om zijn lijk twee vi- uitftekcndebouwgeftalte te toonen , als wel om ze- "^e" £?' ker opfchrift, daar in P. Vttmvim L. L. Cerdo iAr- cbitettfts gelezen werd ; uit welk vele belloten heb- ben dat Vitruvius Bou wmeefter daar van gewceft is: doch nadien in 't opfchrift niet Fitrtivms Poltio gele- zen werd ; en datmen zelfs aan de KroonlijftTan- deringen en Modiglions te gelijk in gevoerd ziet, 't geen vtak tegens d'onderwy zing van Vitruvius aan- loopt, zoo werd met goede reden beflooten , dat dit eenen anderen Vitruvius geweeft is. En gelijker noch veel andere fraje dingen de bouwkunde der an- tijken aangaande in die verhandeling zullen voorval- len, echter mogen wy (om in geen eindelooze Dool- hof te geraken) die alle niet even breet doorwande- len ; gelijkweons ook in 't befchrijven van de Laby- rinten, dat zijn Doolhoven, daar wonderlijke dingen Doolhoven. by Herodoot, en de Romeinfche Schrijvers van te le- zen zijn, niet lang en mogen ophouden. DePyramiden en Obelifcen zouden in geener- Pyramiden
hande manieren hier plaats verdienen, zoo nietde-j"n^rafnaal' Zelve nu en dan ook tot Graftekenen opgericht, een gevoegzame fchikkifig tot de reex der Grafgebou- Jven en gedenktekenen hadden j welke fpitsnaaldenJ |
||||||
!
|
||||||
108 Befchouwing der antijke Bouwpralm*
|
||||||||||||||||||||
om
|
datze zeer na met de Tooren-werken , zoo
|
|||||||||||||||||||
veel hun Form en opftijgende hoogte aangaat, over-
eenftemmen, ons verpligt ook deToorengebouwen tebefchouwen. Dat het oprichten der Pyramiden out is, konnen
ons de Bybeifchriften, en de gedcnkeniflen der Egip- tenaren duidelijk aanwijzen ; haar verfcheide miniè- re beftaat gemeenlijk daar in, dat zommige uiteen eenigen fpitzen Steen, ander van ontallijkeSteenen, en Zerken op den anderen geftapeld zijn; in welke laatfte maniere, d'Egiptenaren boven andere, 't hooft |
||||||||||||||||||||
De bouwing
der Pyrami- den is oud. |
||||||||||||||||||||
d'Egiptiïï
reimaard. |
||||||||||||||||||||
om hoog heffen ■ want, wat en konnen dry hondert
|
||||||||||||||||||||
en 't* zeftig duizent menfchen , in 2 o Jaar niet al
Steen, tot eenen fpits opgaanden heuvel op den an- deren hoopea. Herodoot gedenkt dikmaal aan deze Grafnaalden, en Bellonius en denVorftRadzevil, en andere hebben de gedaante, de hoegrootheit, de proportie, en de trappen zommiger dezer gevaarten s |
||||||||||||||||||||
Roorrwe O
belifcen.
|
naukeurig befchreven ; die wy met de dingen welke
|
|||||||||||||||||||
Kircherus over ^de Sinefche Pyramiden en de
Roomze Obelifcen die met Egiptifche Beeldlette- ren pronken, moeten overwegen : en aldus achtenwe dat ons het Torenbouwen van d'oude, hier van zelfs in de hand zal vallen ; en de machtige onderneming Torenbouw der Babyloniers doen in gedachten komen. De op- er ou en. j^gj.jjgijj^e afteikeningdie Rufconi uit de woorden - van Vitruvius van den Atteenfchen Tooren door Andronicus gebouwd, ontworpen heeft, dienden voor den dag te komen ; om te toonen in wat voegen d'oude die dingen verftonden, alhoewel men niet en kan ontwaar werden datze by d'antijken zeer gemeen zijn geweeft, ofdaar veel me hebben opgehad. Hoe- danig voorts de Obelifcen eertijts onder de Romei- nen in achting waren, hoezein de Renbanen » en op |
||||||||||||||||||||
Befchouwing der antijke Böuwpraien. 105»
de Graffteden gefteld wierden ; en hoe eenige na-
derhand uit hun vervalle ftand en gekneusde ft ukken door denneerftigenD. Fontein,onderSixtusde V. Hnfieiimg metgroote omflag herfteld zijn, dat zullen wy door feo^TÏ veel fraje voorbeelden van pra&ijk en geweld, aan- bciifccn. wijzen. Op ver na zoo befcheiden , maar echter niet enCGIlffl,?(:a min verwonderlijk zullen ons de Grafgebouwen der <i"ndér Rei- Reuzen, die uit rouwe en plompe Steenen, ongeachtzen* op den anderen geftapeld waren, voorkomen, en hier en daar,zoo in Drenten, en de Noordze Landen, en andere Oorden des Wereldts, in menigte over- blijfzelen gezien worden. Gelijk mede de naam van veel iichtde zoodanigen Reuzen, en grafgebouwen ons verfcheide Kolommen bedenkingen zullen geven, en doen twijffelen of men vanHercuIes indufdanige Steenhepende Kolommen van Hercu- les kan t'huis brengen, als zemmige meenen. By deze Barbarize graf fteden moeten we de Cier- De 'ronk.
lijke Pronkgraven, en verftandige gebouwde graftee- Ymijkm" kenen toevoegen; en onder die, ook de prachtige Ko- lom van Trajanus niet vergeten. En gelijkwe in 't be- fchrijven van het graf dat Artemizia haren Man Mau- Maufol«» zoleus bouwde, de ware benaming van de Mauzoleen hetkomftig: of Pronkgraven zullen ontdekt zien, zoozullenwe ook de Pronkgraven waar mede Auguftus, en Ha- drianusjdie Koningin hebben willen navolgen, met een bouwkundige aandachtigheid overwegen , en daar in zien hoedanig 't grafgebouw , eertijts Moles 't Gefloope Hadriani, öf 't gevaarte van Hadrianus genoemd, GtaR. van met zijn meer dan half gefloopt overblijfzel, door Eo- fof'cen^a- nifacius de achtfte, tot een Kafteel offlotvoordefteeI8tbout volgende Pauzen, nu onderden naam van 't Kafteel S. Angelo, dat is Engelenburg bekend, aangebouwd, en vernieud is. De yerfcheïde af kojnften en manieren, der anti j- fee
|
|||
11 o Befchou wing der antijke BoHmpralen.
*e Graven, Grafteikenen, Tomben en Lijkbuflen,
jaook 't oprichten van Colosbeelden en Statuen zul- len ons veelfrajeen merkwaardige aanmerkingen in gedachten brengen, en begeerig maken die elders na- gebouwe" 3er befchreven en afgebeeld te zien. Want dat d'ou- «ijnveeitoe-de in het bouwen van Graffteden en het oprichten waarnern! van Graftekenen, veelerley opzichtelijke waafne- in acht geno-mingen en toepaszingen die zelfs veelzints op hét le- men. ven en bedrijf j dergeftorvenefloegen, hebben ge- had, dat zal ons in de befchouwing zommiger op- merkelijke dingen, en vertellingen openbaar worden. Uitgehouwe Hoedanig de Grameden in Akkers,Spelonken,Grot- Graiïleden. ten enRotfteenen eertijts waren uitgehouwen, en hoedanig die gebruikt, en bezocht wierden, en waar- om de begraafplaatzen buiten de Steden, en juift aan de wegen en voorby gangen gebouwd wierden ; en waarom met opfchriften, en opmerkelijke fpreuken, verrijkt, en met beeldwerken pronkten; en hoe zom- tijts deze Doodtkelders gelegentheit gaven voor de Duivel, om daardoor bezetene menfchen tefpoo- spookzeis ken, en de wegen dikmaal onveil te maken : Tahoe ?a"ear ,dc door Toovereffen en VVaarzegfters de Graffteden zen. voor woonplaatzen zijn gehouden, dat zullen wy uit veeleoutheden, en blijken, zoo der Heilige als der Menfchelijke Schriften ophalen. Ook moetenwe de Graffteden en begraafplaatzen, die met een merkeüjk opzicht Coemitena of Slaap-plaatzen by d'oude ge- noemd zijn, en tot onze Kerkhoven betrekkelijk zijn, onderaatdze van het eerfte Kriftendom, en de maniere van de «"Ske" CierliJke Onderaardze Grafgebouwen, met alle ge- ders.| volg en gewoonten, uit de Heidenze in de hedens- daagze Lijkftacien overgebleven , een weinig van na by befchouwen : om daar dooreenige dingen , de bouwing der hedensdaagze Pronkgraven aangaande» p ~- ° toepauc- |
|||
htfchomsuing der antijke Bouwpralen. 111
toepaflelijk te maken. Wy hebben met 'er tijt, eeni-
ge der fraifte Grafgebouwen van Europa, na d'oor- fpronkelijke afgetckent, by een verzamelt ; onder welke zommige gemeen andere weinig bekent zijn : "Waar onder ook eenige proeven of modellen van een goede hand ontworpen zijn; dieneffens andere waarneming hun tijt afwachten datze dienft zullen doen. En gelijk de Lijkftacie de Laattte Eer dezes Aard- G«fbou-
Zens Levens is, en geen ander woonftede na de Graf- L^tniT» bouwing voor den mcnfchnoodig is, zoo zoude het desÂaX* mede tijt fchijnen te zijn hier met de bouwkunde der Levcnt- antijken het Zeyl te ftrijken, om ons tot rufte te be- geven , ten ware eenige weinige narichtingen over dingen die de benamingen der Huisgebouwcn en Huisdeelen aangaan - 't recht van Stat uen te hebben, J* hJl0n- 't gebruik van Kamers en Zalen, Eetzalen, Galde- noch tcTr- njen, gewelfde Kamers, Platten, Zomer en Winter- ,iandelen- plaatzen,Grotten,ooifprcngder Grottiffen, en veel andere dingen, die in de vorige oeffening niet net ge- noeg in haar eigen plaats konden in gefchikt werden,. alsjop het fcheiden van de markt, tot een bywerp,daar konden aangelaft werden. m De verfcneide muurwerken der ouden en hoe die Muurvwktn
m hun zamenvoegzelen in verband opgehaalt wier- dcrant'ikeB- den, dienden ook hier met eenige ruimte ingefchikt te werden : want dat d'antijken zeer groote en fwarc Muurwerken, zoo wel met vreeffelijke Klotzen, en Blokken van Steen , als met Steenen van gemeene groote hebben gebouwd, zal genoegzaam in de be- schouwing der bouwerken zelfs gezien werden ; ^aar daar dient hier ter plaats aangewezen te werden ^at onderfcbeide zoorten en geflagten van Muur- Ï'erJren daar zijn geweeft, en welken hoedanig de ma-
|
||||
^ittU 112 Befchoüwing der antijke Èotoüpraleti.
maniere van maniere was die de Netwijze,deGebakke, deCe-
kn"w' menten, de Onzekere, de Haf tfteene, en de Gevulde of Gekafte genoemt wierden : waar van Wy de voor- beelden , beneffens eenige nlodellen uitdéGriekze werken en deleflen van Vitruvius,eri zommigeru- itike manieren der antijken getrokken, niet en zullen achter houden,Zoo dient hier ook gefprookéh van de vercierbge verciering der wanden en gewelven ; haaf fchöoné der «ntijken. beplaafterirtg, bootzering in Stucco, befchilderin- gen, inleggingen, en velerhande prachtige vloerwer- ken, Van ingeleide koleurde Steenén, Mufivifche Vloeren, Lythoftroteri, en al wat voorts tot pracht en cieraat aan deuren en ingangen placht geoeffent té werden. En aldus achten wy datwetothiefde Webbe van onze gedachten over de bouwkunde der antijken zullen afgeweven hebben, om die van de pra&ijk-oeffening nü gevoegzaam op het getouw te konneh zetten. daâSe 'pra- ^ie dan ^t Oog niet vermoeit, noch hetgemoet ôijir oeffe- befwaart vint van wegen de befchoüwihg der antijke «ing- Bouw- ordens, en de gevaartens daar na uitgèvrocht» zal niet alleen gulhertig toeftaan datwenu ook wat
fpreken van de hedensdaagzePraftijk-oeffeningdef bouwkunde, maar zulks ook ten alderuitvoerigften noodzakelijk achten, en met Verlangen afwachten» dat het op een ordentelijke maniere gedaan wer- de. r>e vijf or- Gelijk dan alle Konften en Wetenfchappett haaf /jjcficre eerfte beginzelen en leer-regelen moeten hebben,zo0 bouwkunde achten wy dat de uitwerking der vijf bekende Bou* lea."1"""16 ordens niet onvoegzaam, als een eerfte A B C en eer-' fte grontvefting der algemeene bouwkunde, ka" e|J mag inde eerfte rang derpra&ijk-oeffeninggefteld en verhandeld werden : 'dewijl darmen daaf in veele |
||||
inleid, tot d'bedemd. Trattijk-oeffening* 11 j
oeginzelen zal ontwaar werden, van welkmen zelfs m "de uiterfte volmaaktheden, nimmer kanontilagen noch los gemaakt werden. VVy zullen daar terplaats Het Ampt aanmerken, dat alhoewel de geheele verftandi°evan een Kou* bouwkunft, voornamelijk afhangt van de vijfBou- ö«e?n ordens; het wezentlijkAmpt echter van een Bouw de tonis rneefter niet alleen gelegen is, in 't wel verftaan van &£«£ uie ordcns /want daar moet wel aangemerkt werden Qat de Bouw-ordens niet nieuwlijks gein verteerd' "och in haar zelven vermengt noch verwifféld en Worden ) fnaar Veel eer in het algemeen bef Her dat- ter beha!vend'ontwerping,in, ontrent en over ieder Zaak en werkdaar, die van de byzondere konftcn en handwerken tot een eenig verftandig geordineerd bouw.^efk, -te werk geleid word. 't Geen onzes«**&&* achtens zeer aardig van dien prachtigen Tempelbou kunde dooc »y zeid : Door Wijsheid word een Huis uebouwd, door Wfc6e'ft.
verftand bevejligt ,en door wetenfihappen alle detfetfi J*JÇ' Ifi U'iwekameren vercierd. Invoegen wv hier mogen ' valt ftelien, dat het verftandvaneenBouwmeefter biet zoo zeer gezien werd in de verkiezing der Bou- ordens in 't gemeen, als wel in de Welvoegzameen bevallige verkiezingen van veel dingen,ja van alle din- gen die zamen gefchikt, een fchoon verftandelijk ge- bouw uitleveren. '° Hoe veel neerftige mannen hun bemoeid hebben
«e vijf Ordens op regelen te zetten, Boeken en Mo- «ellen daar van uit te geven ; en hoe zeer zy verfchil- jen, en waar het door by gekomen is; dat,daarzeal- 'e de befte voorbeelden hebben gepoocht te volden/ y zooveel niet alleen van den anderen3maar zelfsvaj pchoonfte voorbeelden der antijke overblijf zelen,; ^dwaald zijn. Wie en welk men joor den grooteji ■ Ö Staaei
|
||||
IT4 Inleiding tot de praEîijk-oefferiing
Dî verfchil- Raad der bouwkunde moet houden, dat hebbenwe
lige beiiao- vooren eenigzints met de vinger aangewezen. En dpi me der
vij'"oi:wor- het en kan niet ontkend werden, of deze verfchillig-
densis voo-heid heeft veele werklieden nu en dan groot fpel ge - rengetoont. m.ùgfct) en ver]egen doen zijn : ja het heeft de ze- zerheid der bouwkundige regelen, by de klein ver-
ftandige in laag-aehting gebracht ; ziende ieder zoo veel van den anderen verfchillende, datze einde- ling van gevoelen wierden, dat hun werk ook wel de monftering z u paffeeren , al was't dat het zoo wat fa Ia quam uit te vallen. Gelijk dan ook veele miflla- gen daardoor indebouwkunftingeflopen zijn,daar- men op veel plaatzen de Lidtekenen van ziet : ook is men hier uit in gefchil en twijffeiing geraakt, of men veel meefters tegelijk, of maareenen Meefters voorbeelden volgen moet: en in wat geval men nu deze dan die maniere beft volgen zal : 't welk wy door een befcheide redeneeiïng nader zullen onder- zoeken , en 't zekerfte vaft ftellen : onderfcheid ma- kende tullen een Bouwmeefter die met Oordeel de Bouw-ordens behandelen kan, en tuffen de gemeene werklieden, die als men zeid, de bouwkunft flegts in Nuttelesvande tippen van hare vingeren dragen. En gelijk Sca- scamozzi. mozzi, ontrent deze zaak een nutte les gegeven heeft, als hy wildatmen ingeval van twijftelinge niet te zeer op de Boeken moet vertrouwen, maar tot de i overgebleven Antijken gaan, zoo zullen wy daar by voegen, hoe men d'Autheuren, als wijze Raadsman- nen moet hooren, en tegens malkander afwegen: om 't welk op eenaanzienelijke wijze te doen, wy onzes achtens de maniere hier voren in onze vergelijking der antijke en hedensdaagze Meefters omftandelijk genoeg hebben voorgefteld. En alhoewel wy ooK dikwils ondervinden , dat de voorbeelden in haar ■ver-
|
||||
der hedensdaagze Bouwkunde, ïif
verdeeling en proportie metdeleffen der Autheu- ren, niet al te naukeurig övereenftemmen, daar on- trent zullen wy een algemeene middel van redding aanwijzen. ° Alle dcAutheuren komen daarin wel over een dat Wtóéeal^
de algemeene welftand en groots heit der bouw - wer- IS jon, al hangt van de Ichoontte proportionele uitdee door beko. Jing der leden in d'ornamenten der Bouw-ordens • "^^s doch in het pet aan wijzen waar in deze fchoone pro- portie gelegen is, en door welk eene byzondere re^el fn waarneming dezelve zeker te bekomenis , daar JnZl)n demeeftete kort gebleven, Scamozzi heeft vàri dé mie- ae zaak wel aldernaaft aangetroffen; alhoewel zoöda fte niet nec mg meteenigeduifterheidbeneveld, dat'erzommi- uL 6We" ge niet konnende doorzien, een geheel andere "edao- ten van opgenomen hebben. Óns voornemen l&d d'°™ameri- pftrektomindezentetoonen, warmen in 't regu- keien ^ peeren der ornamenten moet waarnemen, wanneerze afftand d« 'neen donkere of zombreluchtftaan moeten, ofte S°U" «atze ini een vrye en opene lucht gezien Zullen wer- «en : ófze noodzakelijk een groote of een enge af- tand in de befchouwing onderworpen zijn ?ofmen- y meer van onder na boven, of van boven na bene- pn befchouwen zal ? wat kleine ledekens en breuk- J2ln zommige voorvallen dienftïg of ondienftig, na p'aten, of gemaakt dienen, om de ftand van bc- ^^mirfe tene«OOKlecI^do^? ,welkdat wezendï,ke *«•
^eelen der Bouw-ordens zijn, die noiten mogen na
wten noch verminkt werden ? en welk de wifiU» ali,gheid en het believen vanden meefter tot d'uit- wring van zijn oogmerk, onderdanig konnen wer- J"- Hoe de bouw-werken in opftal gebracht, mee- mWetkêd „fc, Bou wmeef ter bednegen,- en geheel anders in dé i*°&*\ g* ' m<*. ya« befchouwing, danze in de modellen'vef. haft.i*A ' J **~ w TT - " anders dan
** \ i ' tooiden: dcnfodeilcafc
|
|||
i 16 Inleiding tot de TraBijk-oejfening
toonden : en hoornen om dat te verhoeden, de ftand
van befçhouwing volgens de gezichtkunde , zelfs in de uitdeel ng der leden en ornamenten moet. bepalen. Gelijkwe daar by ook met een woord zullen aanwij- 2en,hoe debouwerken,doora!le deze waarnemingen Bienft der te gelijk groots en zedig konnen zijn. En ditzullen- kieine en we ontwaar worden daaruit voort te komen, wan- Ie,,, neer de kleine leden wel groot genoeg vertoonen, om deuitwaffing en onderfcheiding der grootele- den, duidelijk en zigtbaar tot de ftand van befçhou- wing over te brengen ; maar nochtans door geener- Jeyuitfporigheid, de braverende grootsheid der mee- fkrfpelcndepanijen ( die wy de wezentlijke deelen noemen) komen te benevelen. In do Pra- Daarmen van ^de Practijk-oeffening der bouw- öijk-oeffe- kunit {preken zal, daar moet nootzakelijk van de ma- ning moet r . ■ ' , . • ,
van de ma ten, van de maniere van meten, van de verkiezing der
ten gefproo- Maatzetten of Modulen, en het toeftellen der Scha- len en andere gereedfehappen, zoo wel in de ware bouwing, als in de teikenkundige betrekking der Bouw-ordens noodig zijnde, gefprooken werden. Welke dingen van hoe grooten belang in de alge- meene boukunde, wy met veele blijken van Godde- lijke en Menfchelijke getuigeniffen zullen grondve- ften. En nadien b;kent is, dat de maniere om de pro-
portien der Bouw-ordens uit te deelen weleenerley is, maar zeer verfchilüg in ieder orden in't byzon- der moet toe gepaft worden ; en dat die proportie maar in't algemeen, en wederom in 't by zonder na elk voorval of gegeven hoogte deswerks verwifleld» zoo moeter voor af de middel by hand zijn, om vol- Modulusof gens een genomen Maatzet, die de Bouwkundigen M™™' de modulus noemen, alle de andere proportien en k- |
|||
der Hedemdaagze Bouwkunde, ny
den, haar ledcnftemming by te zetten. Deze modu-
lus uit de midlijn van eenige der Kolommen geno- den , nccmtmen in de ontwerping der modellen die Veelzints geen vaft beftek tot eenige hoegrootheit Vereiflefl, groot of klein. Maar in dé bepaalde bouw- Werken daar alle fanrazieen eigen infchikking, en gemak, en on wetemheid, en lukraak , diende verban- nen te blyven, werdzegehaald uit de onderling pro- portien die in en met de hoegrootheid des werks, op het fchoonfl overeenflemmende, te vinden is. En gelijk wy d'eigenfchap van deze Modulus een a« m?efted
Weinig zullen uithalen en verklaren, zoo zullenweAmheuren °ok niet koenen nalaten aan re merken, dat het meer on^enc de dan verwonJerens waardig is, dat alied'Autheuren de' Mddulus die d'uitwerking der Bouw-ordens hebben behan- 0Pa!ic Ze8e- deld, zoo weinig werk hebben gemaakt, duidelijk v' 'J0°tu' aan te wijzen hoe en op wat wijze men in alle gegeven hoogte de Modulus of Maatzet, in ieder orden be- tamelijk vinden zal : en gelijk dit een zaak van be- arig is, (in welk haar mifichicn de fnedigfte of door gewoonte, of door een handgreep dieze van jongs aan en uit het voordoen aangenomen hebben weten te redden ) zoo heeft het ook d'onbedrevene en °nvafte werklieden menigmaal verlegen gemaakt ; e1 met de mont vol tanden doen ftaan,wanneerze van dees of geen na een aJgemeenen regel daar ontrent gevraagt wierden. Wantóf weidoor een of twee van "^latere bouwkundige Schrijvers, en voornamelijk Van Jooft Vcrmaarfcb,de werkluiden als op een briefje Vöorgefpeld is, hoedanig en in hoe veel deelen men de gegeven hoogte moet verdeden, en hoe veel van ^ie deelen de Modulus zal zijn , zoo is zulks om de ^"anderlijkheit, die in de geheele proportie der Au- heUren gevonden werd, en telkens wederomeenen H 3 nieu- |
||||
118 Inleiding tot de TraÏÏijk-oeffening.
nieuwen regel noodig hebben , onmogelijk voor den
werkman in de kop te houden , en werden genoot- zaakt, dan juiftdien Autheur te volgen , en gedurig hun boek in te zien : die toe gedaan de kuûft daar in laten. Behalven dan noch dat.'er meer zijn, die ont- bloot dan voorzien zijn vanu'manddiehun daar een regel van heeft voor gefchreve. Behalven dan noch dat hyden werkman verplicgt juiftPa!ladio,Scamozzi,of Vignola en geen andere dan die dry te moeten volgen. En alhoewel het waar is, dat degemeene en hedens- daagze praifiijk meelt volgens de genoemde Auteu- ren geoeffend werd ; nochtans achten we dat de rege len van een konft zoo ruinven algemeen behoorden te zijn, datze den Konftenaar aller wegen, en zonder bepalingjtot deeseng<;en verftandelijke waarneming konden ten dienfteftaan. ' Goede en Waarom de Modulus in zeftig deelen , die- ligte manie- men jvïinuten noemt, de befte en lichtite manier ge- jre van dooi. ,; ... . \ , , ?..
modulen en houden werd ; en wat volmaaktheid en gcmakkeli)-
jninuten te jje uitwerking in die getallen fteekt,dat zullen we nef- fens andere zaken daar aan vaft zijnde, tot beveili- ging zommiger twijffelachtige meeningen nader on- De modulus Verzoeken. Wy zullen dryderhande algemeene ma- d.yzmis opiT!Cren aanwijzen om de Modulus op alle gegeven alle gegeven. '. , ., t. . r, D. °
Iio.f e ie hoogten te vinden: deene die door de meting ge-
yinden. ichied, leerd een rationele portie zoeken welk in zijn
regel over een komt met de geregulerde zaak. fe tweede door den regel van dryen diemen proportie" rekening noemd. De derde een vaft geftelde regel Zooalsdieoverfiagen is, op de modellen enondcr- wyzingen van Palladio, Scamozzi en Vignola : daar iSfita*boven vangefprokenis. Tot deze werd een makke-
IS'iijke maniere van Schalen of Maatladders vereift > welke uit de vaft gefielde Modulus £cnomen,zooda-
_ ----- pjg
|
||||
der Hedensdaagze Bouwkunde. i1 $
nig verdeelt werd, datmen daar in alledeproportien
der breuken en leden tot de minfte vinden kan, De- ze Schalen werden voornamelijk tweezints inde he- densdaagze practijk geoeffent, waar van de eene vier- kant alleen en enkel ; maar d'ander (diemen ge- meenlijk de Fuik noemt)tot veel en verfcheide groot- heden en verkiezingen van modulen kan gebruikt werden, zonderdie te veranderen. Alswe mét d'af- beelding en d'onderwyzing zullen openbaar maken. En gelijk deze zonder orriflag en met groote Hchtig- Duimftok oeid geoeffent werden, zoo heeft Joolt Vermaarfch gcbiagt. °y na diergelijke maniere als de fuik, tot gerief van de werklieden leeren verdeden, op een Timmermans Duimftok, volgens welk men zeer gemakfijk alle or- namenten en Lijlf en kan reguleren,als men in 't begin van zijn boek zien kan. Tot de voorbereiding der Pra&ijk -oeffenihg be- Stifl om de
hoord ook de middel om de Kolommen volgens een ^Xi- zekeren regelen welvoegzame wijze te verdunnen :nen. °ntrent welke maniere wy den vremden regel van Vitruvius, die de Kolommen op de hoeken der Gal- deryen nieten wil verdund hebben, zullen verwer- pen : gelijkwe ook't opmerkelijk gevoelen, dat de Kolommen in allerhande hoogte, niet volgens eencr- 'ey proportie wil verdund hebben, aandachtig zul- len overwegen, en met die van Vitruvius, en inzon» derheitmet die van denSpaanzen Diego de Sagredo, a's mede met de verdunning aan Salomons Bouw- 0rden , daar Je Kolommen op haar tiende gedeelten zijn verdund geweeft, en andere zullen vergelijken ; Misflag. eil aanwijzen waarom ook Scamozzi de leering van vitruvius verwerpt: en hoe de Kolommen diemen Van onder na boven opgaande doorgaans en zonder €en*g gedeelte recht te ftaan verdunt (waar van men H 4 een
|
||||
120 Inleiding tot de VraÏÏijk-oejfening
een verwerphjk voorbeeld in de f cheidpaal, tufïchen
IVliddelburg en Vliffingen ziet) of die, die in 't mid- den met een buik opgezwollen zijn, een verfoejelijke ftandindebefchouwing hebben. De middel nu om de gezeide verdunning bevallig aan het oog te doen, zullenwemet een vertoogichetsaanwijze-.cn door een regel vaft (tellen hoe veel de Kolom in ieder Orden volgens d'hedensdaagze praótijk van onder regt ftaat, en op hoe veel minuten hy boven aan den hals ver- d'ultwer- dunnen moet. 'Hierop zullen wy de praótijk-oeffe- Boïfwoidens ning van ieder Bouw-orden vervolgens hun gemee- hoe te ver-nen rang, en niet zoo als wyachtcn datze behoorden handelen. 0pgeteldte werden, verhandelen en leeren uitwerken; beginnende van de Toskaanze en eindigen indeKo- rintifche: en van ieder Bouw-orden een teikenkun- dige trek vertoonen, en daar by voegen een Tafel met de benamingen proportiemaat van ieder lit of gedeelte ,datmen volgens gelijk noemende merklet- teren en getallen van onder opwaarts zal kennen vinden. Gelijk wy ook in elke orden hebben ver- zorgt, dat'er een voorbeeld der Poorten, Deuren, Bogen, Frontifpicen,Stijlkoppen,Pylafters,en Boven Cieraden der Deuren, wel geproportioneerd by zal gezien wordemen zal voorts d'onderwy zing zoo kort gedaan werden,dat'erin ieder orden alleen zal aange- wezen werden, haar geheelen inhout : de ftiji om de modulus volgens de genoemde meefteiste vinden: het regt ftaan en verdunning van de Kolom : de ver- deeling van denegen Hooftdeelen, als namelijk v/a£ algemeene proportie het voetftuk, de blok en de overkant aan 't pedeftaal toekomt. Wat maat het Bafiment, deSchagt en het kapiteel van de Kolom yereift ; en ten laatften, hoe groot d'Architrave, de Frieze en de Kioonlijft tot een heerlijk Omame»c " '-" bek00" |
||||
der HedensdaagzeBouwkunde. 121
behoorcn te zijn: Van welk alle de by zondere klein-
der leden en breuken, in de Tafels, benefiens die der kleine en groote Stijlkoppen, Bogen, Deuren en Poortenden alderuitvoerigften zullen aangewezen zijn. Wy moeten ook in ieder orden de regelen der In- d*intetk°-
terkolommen of tuffenfpacien der Kolommen wel in agt nemen, en de flijl aanwijzen hoedanig men de Kolornnaten, of Kolomreexen zal reguleeren en ver- kiezen in getal ; hoe veel de Interkolommen der in- gangen ruimer dan die van bezijden moeten zijn, hoe die met of zonder Pedeftalen, ( meer om dat d'A u- theuren van Pedeftalen gewag maken, als om datze gemeen gebruik hebben ) veranderen, en wat ver- wiffeling hierdoor in het reguleeren der Bogen en ■Poorten , Venders en Nifcen valt; en met wat op- merking deze dingen by ecnige der befte meefters behandelt zijn. En of wel niet veel byzonders overt eenvoudig Toskaanze
rnaakzel der Toskaanze Bouw-orden in acht te ne- Bouw-orden- men is; en datter over zulks niet zeer breed en be- hoeft opgehaald te werden, op wat manieren de A u- thcuren dezelve behandeld hebben, nochtans zullen ons in de andere Bouw-ordens (behalven de gezei- ae dingen, die al de Ordens gemeen zijn.) Vry meer zaken voorkoken die opmerkelijke waarne- , mingen vereiffen : want voor eerft zal ons dekon- ftige verdccling der Triglijfen in de Dorifche orden voorkomen, en hoe d'Interkolommen daar na ver- wiffelen : hoe veel Triglijfen en tuffenfpacien in »°rTche *ulk of zulk een getal van Kolommen, en verkiezing van Interkolommen moeten komen. Wat misflagen Tiigiijfeo, ky dees en geen daar in begaan zijn. Watmaaten proportie zy moeten hebben. Waaromze met Groe- H 5 ven
|
||||
12 2 Inleiding tot d? uitwerking
Veningeloopen zijn, en waarom de hangende drop-
pen daar onder aan gezien werden Watze in de bou- wing beduiden; En hoe hun oorfprong by weinig bekent is; Wat manieren dees en geen hebben aan- gewezen, om de vefdeeling der Triglijfen na een va- Metôpen. fte regel in alie voorval te doen ; Hoe en waarom de Metopen of ledige fpacien tuffen de Triglijfen juift vierkant moeten zijn; waaromze zoo genoemd zijn; Wat eigen fchap de halve Metopen hebben; Wat ver- ciering men daar tuffen ordineeren moet, volgens Dodfeheor- den aardt en opzicht deswerks; Hoe en waarom de» hoe te zomrmge oordeelen datmen aande werken uit de Dorifche Bouw-orden genomen, met trappen be- hoorde op te gaan : en datmen volgens Scamozzi gevoelen daar niet min dan dry trappen aan behoor- de te ordineeren. Ofmen de Bafimenten metfnijd- werken mag verderen, voigens de latere meefters, of datmen de zedigheid der Ouden behoorden' te Kanalen of volgen. En gelijk de befte antijke gants geen Bafi- geuten. menten aan de Dorifche Kolommen hebben ge- maakt ; zoo achtenwe datmen de befte outheid vol- gende zulks wel zonder berifping voor eenige weini- ge der fchranderfte bouwkundigers zou mogen be- ftaao na te volgen; maar niet licht, debefpotting der hedensdaagze practijk-oeffenaars ( die veel lie- ver op't gefagdernieuweAutheuren en degemeene maniere, dan op de treffelijke antijke voorbeelden fteunen ) ontduiken korinen. Hoe men de Kanalen of Strijen aan de fchacht be-
hoorde te proportioneeren, wat dienftdeKanaïefl aan de Kolommen doen, en waar van herkomftig '• of de Kanalen de Kolommen ook waarlijk dikke111 debefchouwingdoenfehijnen danzezijn. W^^16' jraat hun kapiteel wel voegzaam is : en wat vrern- |
||||
der vijf Bouw-Ordens. 123
de grillen Serli en andere hun daar ontrent hebben Porifcheot.
laten ontvallen: hoezommige de proportie der Ar- d^nf b^
chitraafi na d'hoogte der Kolommen veranderen; handéld. **
En waarom beter is dat d'ornamenten van de I npo-
ften en Bafimenten gecontinueerd, dat is recht door*
gaande gemaakt werden, zal daar ter plaats weivoeg-
Zaam voor komen, Wy zullen ook eenige byzonde-
re waarnemingen aangaande het proportioneeren der
Dorifche deuren, terneer ftellen : en in't voor by
gaan deduiftere plaats van Vitruvius ( daar hy zeid •
dat men deJf acte van de Pavimente tot ae Lacunar i in der Xm?
S ; deden moet verdeelen, en z daar van aan de hoogte
des lichts geven ) licht genoeg geven , fchoon'er zom-
mige met vreemde fprongen zijn over heen eehuo-
peld. b ■ .
Zoo zal ons behalven de gemeene en de gezeide
waarnemingen inde Jonifcbe Bouworden in't by- J£LKÏ zonder aan te merken ftaan , datfeniet eigentlijkde widddfte middelfte der vijf, maar de tweede, en alzoo de mid- Grietlebo delfte der dry Griekze Bouw-ordens is. Hoemen ordenT °B" haar kapiteel wel zal betrekken, en voornamelijk de Voluten of Krollen en haar verfcheide manieren maakzel wel reguleren, en hoe d'hedensdaagze daar in ver van de antijke manier zijn afgeweken .• Hoe voorts de Modigiions of Krolneuten in de Kroonlijft moeten géreguleert en verdeeld werden, wat getal in opzicht der Kolommen daar moeten verkozen 2ijn. Hoe en waarom d'Antijken geen Modigiions "tear Tanderingenin de Jonifche Kroonlijft hebben Sfdïf " gemaakt : wat fnijdwerken en verderingen beft in Modigiions deze orden pafTen.- Hoe uitfporig d'Auteuren in de dnendeze °£- proportie dezer Ornamenten zijn; hoe Seilidoor u^fporigjidf een lage en ingekrompe manier na de aarde duikt ter- va" s"Ji *5 g Vignola de Hemel met d'hoogte van zijn Kroon- Viea0la-5 'W dreigt te bereiken. ~ ~ Wat |
||||
124 Inleiding tot d'uitwerking der
Kômeinfche Wat valfche gronden en rpisflagen de Romein-
BtmwCD"fche of tweede Latijn ze Bouworden onder den ver- vloekte dekmantel van Comporta, of Gemengde , in deWereld gebracht heeft, en hoedanig die van de hedensdaagze, ffchoonnade befte voorbeelden der Autheuren,in haarzelven wc!gereguleerd) tegelijk met de Griekze Bouw-ordens zeer gemeen werden ingevoertjis vooren airede met eenige flauwe ftreken aangewezen: zulks in de praöijk-oeffening buiten een naukeurigeacnwizing van de algemeeneen by- zondereproportien, die die Bouw-orden volgens de befte hedcnsdaagze maniere vereift, en de dingen die aangaande de Interkolommen, de verdeeling der Modiglions, volgens de verkiezing en aanwaffing der Kolomnaten bogen en boogpoorten, deuren en derzelver vercierde Nifcen en Beeldvakken , en wat dies meer is, niets byzonders aan te merken zal zijn; alleen zullen de eigen vercieringen en fnijdwerken,cn de misflag' n daar ontrent : de kapiteelen, diemen in zommige werken zeer verfcheiden , en wel ter degen gemengt en zeldzaam onder een gebrouwen ziet, met noch eenige dingen d'Ornamenten en verder verciering rakende ("waar in haar zommige zoo o n- befonnen aanftellen als ofmen in deze orden ner- gens in misdoen konde, en datmen hoe grillig en onvoegzaamhet ook was , hetaltijdt met den dek- mantel van Compofita rechtveerdigen kon) wat na- der ui t gepluift werden. Kórmtifche £ven 0p ^m voet agten Wy d'uitwerking van de ' Korintifche Bouw-orden op te ftellen : en geüjk
deze pronkt met d'edelfte, en dertelfte vercieringen,
ondetfehei- zoo zullenwyover der zelver rijkheid , ook weljn
jekapiteko. de meefte ruimte fpreken : en voornamelijk aaa^i"
zen, dat veel latere Meefters, Açhantus loof in Plaats?
|
||||||||
vag
|
||||||||
[viffBouw-Ordens. 12c
Van Olijfbladen volgens d'antijken aan dekapiteelen,
nebben uitgehouwen, als wy in de vergelijking der Autheuren die hebben onderfcheiden, Engelijkwe hier deverciering der deuren ook moeten aanraken, Zoo zullenwe hier een algemeenen regel geven om allerhande deuren van watflach, groote, of Bouw- orden die mogen zijn, te proportioneeren. Nopende 1 tel vcrcicnn^c der O
rnamenten, daar van zul-
lenwe ook fraje voorbeelden by brengen: en met een Woerd aanwijzen hoe alle die dingen, die 1 Kon. 7. aangaande de Nettekens en dè Granaad-appelen ,'diê Salomons kopere Kolommen toegefchreven werden, gemaklijk konnen verftaan werden : zonder zoo veel duiftcre raadzelen als 'er zommige Bybelc-eleer- de uitgecijferd hebben, (en door al de Orakelen van de bouwkunfi niet en konnen'opgeloft werden ) daarvan op te geven. En dus ver konnen we zeggen dat onze oeffening over d'uitwerking der vijf Bouw* ordenstoteen voorbereyding der algemeene bou- «unde gaan zal; diewy noch met eenige byzondere dingen die niet als zvdelings konden ingefchikt wor- den, zuil en verrijken,en tot den d raat van onze voo- r'ge reden aahlaflèn. Want alhoewel in den algemee- "en Huisbouwvan't wel ordineeren, en verkiezen der bouw-ordens,en defweemzels daervan afgeleid, rnoetgefproken werden, nochtans zal 't hier ter fnede «omen, te zeggen hoedanig men de bouw-ordens n'et alleen verftandelijk in haar eigen rang, maar ook 'n haar eigen gedachten Landaard moet'op den an- deren zetten. Zeker daar is in deze zaak zoo merke- f°ju?öt de 'Jk gezukkeld, en zoo algemeen gedwaald, dat zelf, fa Kolom- y nadegauwfte mannen, en die veel lofen eer van men>enho^c dezeeeuw verdienen, daarin hebben mis getaft. Den tLtVZ - ^heiden Lezer overdenk alleen watwe voren daar bell0°ren wort vaak
Van gemift. |
||||
126 Behandeling der vijf Bouw-orden*.
van hebben gezeid , en het zal hem niet zwaar vallen
te verftaan dat het onbeta meiijk is,de Griekze bouw- ordens met de Larijnfche te vermengen i en hoemen in alle geval moet handelen wanneermen twee of dry ordens boven malkander verplicht is teordïneeren- Hiec^tc ver* ofte datmcn dry ordens boven den anderen uit de Latijnfche bouworden zou moeten fchikken,daarder maar twee en zijns en buiten verbaftering blijven : dat zullen wy met verkheide reden, blijken en getui- geniffen der Ouden, en fchrandere oedachten van eenige verreziende mannen, ja ook uit een voorbeeld van de Goddelijke bouw-orden genomen, tot een merkelijke verbetering in de bouwkunft aanwij- zen. verminde- Tot degen komt ook noch in aanmerking lommen in hoe de Bouw-ordens boven den anderen gezet* de ordens aangaande de hoogte moeten verminderen. En anderen!" ^oe zommige daar in verfchillige gevoelens heb- ben gehad : ook moetenwe daar onderzoeken of rond op vierkant of vierkant op rond, een beter be- fchouwingg;eft: en met een vertoogfchets aanwij- zen, in wat Voegen en volgens wat trek de Kolom- men van onder behooren gehouwen te zijn, om zon- der breken der kanten en Aftragalen, op de bafimen ■ ten te konnen vaft ftaan. *t vetoën j)aar moet ook nootzakelijk qefproken werden aer,Kolom- • , T^ , ^ i n men. op wat manieren men de Kolommen en Pylaiters in
getal, dikte en tuflenfpacie welvoegzaam tot den aart
en geftalte des bouwerks verkiezen zal. 't Geen in de Dorifche orden om de moejelijke verdeeling der Triglijfen wel de meefte fnaps in heeft. En of het uit nooddwang mochte toe gelaten werden , dat ee" nig bouwerk, rontsom op Kolommen ruftende, aart de zijde onevin getal gegwen wierden, z°° ett
piag
|
||||
Behandeling der vijfBouw-ordens. 127
magfulksjande voorzijde nimmer plaats ingeruimt
Jerden. Want degelijktallighejt verfchaft de mid- Gelijfeijdig, «tel om d'mgangen der deuren, Nifcen, Venftersen h6d??û anders zeer welvoegzaam en gelijkzijdig, datisre- K!,"gc gulier teordineeren. Men moet ook aanmerken dat win&- de dikte en d'hoogte der Kolommen de tuffenfpa- oen , en de tufïenfpacien de Kolommen eenigzints reguleren konnen; die, wanneerze wel zijn waar ge- nomen, een groote welftand in de oog desbekhou- Wers te weeg brengen. Den Vermaarden Schilder L. Davinci heeft de Schilders die gebouwen ontrent ^S hun beelden ordmeeren, een dappere fchuuring, over » * schii- « qualijk verftaan van de Kolommen en Interko- der$ he&nf* ommen gegeven. d'Antijke Bouwmeefters hebben *' verichcidc wetten ontrent de tuflenfpacien der Ko- vöStó* 'ommen gehad- en plachten die met verfchcide be- manifr£n ^mingen, als Pycnoftylos, SyftyJos, Diaftylosen ^f "' 200 voorts te onderfcheiden j alswe op zijn plaats zullen aanwijzen : daarwe dan zullen verklaren wei- Se de manier van tuffenfpacie was, die anderhalf, aietweeendiedrymodulengrootwaren ; alsmede «jwat geval die noch ruimer verkozen wierden. On- went welke verhandeling ons gelegentheid zal in de nand gegeven zijn , een aanmerking te doen over de «Jterkolommen van het Philütijns gebouw dat Sim- '* uhiIiftJ'ns iw .Ïr'' indmkken van twee Kolommen deed Simfom neer
nederploffen En gelijk deze Hiftorie nu en dan geboilft-
Yan flinkze herflenen door misvatting der om-
«ndigheden dieze tot hun voordeel drajen, voor e« fabeltje is opgenomen; zoo isaand'anderzij- edoo r d cverklari ng zommiger God «geleerden, J^ein dufdanige ftoffen veel eer gewoon zijn hun
eviugtte nemen tot onnoozele bewimpelen dk ^ uch metde konftnoch reden overeenfternmen, dan
|
|||||
tot
|
|||||
ï 2 8 Behandeling der vijfBoim-orderiè.
tot de mogelijke reden uit de bronader der konden
geput ) de waarheid der zaak een ilegte doekhuif op gezet: deze zulienwe na ons vermogen af iigtenjen de mogelijkheid der H. Hiftorie,dooreenige boukundi- gegiszingen vaft ftellen. ofdï hock By d'Oude is al verfchil geweeft of men de ¥ia- Kolommen lommen die op de hoeken aan de openeGalderyen d'anderer? komen, niet wat dikker dan d'andere moet maken, moeten zijn. uit reden datze tegen d'opene lucht gezien, fchijnen te verminderen : 't is waar dat Vitruvius dit ook toegedaan ü hijnd,maar wy en vinden 't onder de be- fte antijken noitin acht genomen. En alhoewel het becieraden zeer wel voegzaam is dat alle cieraden het zy Nifcen van Nifcen en Venders met Ornamenten , Balkons, Deuren en hioeten aan anders die tuffen of nevens de Bouw-ordens komen, desouw or-alrijt uit defelve Bouw-orden genomen werden danig°biH-'^aarze geplaatft zijn, nochtans en ismen niet ver- ven, plicht die, in alle leden even prachtig of rijk van breuken te maken : maar 't is betamelijker datze minderen aan de Bouw-ordens onderdanig blijven : alhoewel men 't tegendeel dikwils en dagelijks geoef- ondetfehdd fent ziet. En daar moet wel onderfcheiden worden, der cieraden. 0f je cieraden van de Bouw-ordens afhangen en ontleend zijn : ofte dat het vercierzelen zijn, die meer van buiten, hetzyuitdeSchilderkonft, ofte uit de Beeldhouwerie, dat twee Suffers van de bouw- kunft zijn , ingevoerd werden. De gemeenewijze om ronde en fpitze Frontifpiccn te betrekken is be- kent , en ofmen d'een boven d'ander mag zetten, waarze gefloten, en waarmenze mag breken, en ter wat gelegentheid men die behoord te maken, dat zulienwe nader onderzoeken. Ook moetenwe een korte aanmerking doen over de betrekking der Hol- le, Bolle, Kreuze en Odgijfze leden* Nopende de ö' ■- — - ver* |
||||
Inleiding tot d'Algemeemn Huisbouw. 11$
Verfcheide zoorten van Balonfters, Sporten, Kande- %
• labers, en diergelijke; als mede de vcelerhande Trap- wat dingca pen, Schoorfteenen , Portalen, Cierlijkgefpiegelde ™°/meeneri Zolderingen, LambrifTcn, Poften, Stijlen, Befchot- HuUbouw " ten, Vloeringen , Befchilderingen, en al de reft der 'u"^a vet- bouwing, zullenwe beneftens de toepaflingder bou- werden'. ftoffen, ten opzicht van de waardigheid des gcbouws m den algemeenen Huisbouw, zoo die ontrent de ftatelijke Praal en zedige Burgergeftichten der Ste- delingen, als de vermakelijke Landhoevcn en gerin- ge Veldwooningen verftaadelijk behoorden geoef- fent te werden, verhandelen : wanneer wy ook de Pradijk-oeffening met een rijk woordenboek of ver- watwe m klaring van alle Onduitze, Latijnfche, Italiaanze, Z7Ztkt Griekze en bedorve woorden, die in de Boeken der doen. Autheuren, en in de gemeene pra&ijk-oeffening der bouwkunft dagelijks gehoord en gebruikt worden , Zullen opluifteren : in het welke zelfs de benamin- gen en gebruiken der gereedfehappen, werkwoorden, €n woorden van gebieding, niet en zullen na gelaten Zl)n. Alles op datmen niet alleen ontrent de Bouw- Ordens weet wat een Architraaf, een Bafiment, een KapiteeLecn Frieze,een ModiglionjeenTriglijfe,een Enwaar ^ Torus, een Aftragaal en honderd andere , voor een dien%. ding of deel te kennen geeft ; maar datmen weet hoe °ien 't in zijn eigen Letterklank noemen zal ; daar dommige hun vry belachelijk in dragen, ja ook zom- fljts ZOO onkundig en onzeker in zijn, datwe aangaan- de Zommige woorden , hoe menichteen veifcheid» ^erkluiden en bazen wy om de ware klank daar van te veten hebben gevraagt en onderzochten pogen af te luifteren, wy tot op dezen dag ontrent verfcheide, ^och niet al te zeker en zijn. Gelijkwe ook zeer veel ^kliuden, inzonderheid die bazen waren of meen- X . des
|
||||
130 Inleiding tot d'Algemeenen Huisbouw.
den te zijn, ontrent de gemeen-making zommiger
dingen,wonderlijk ftug, en fteiloorig hebben bevon- den ; haar zelven niet anders gelatende dan ófze door 't bekent maken van een kleene omftandigheid, d'heele klem van haar konft in de waagfchaal fielden; dat onzes achtens vry mifgekeken is; en niet in een verftandigen befcheiden Meefter behoorde te kon - nen vallen. Wy wenfchtendatwemet waarheid niet en konden zeggen, datwe in dezen de werkgezellen vry rekkelijker en gulhertiger dan hun meefters ge- vonden hebben ; alhoewel wyook degoetheidvan zommige bazen niet en willen bekladden. Wanneer wy dan d'af komft zommiger dingen, en de beteeke- nis zoo veel wy konnen, zullen aangewezen hebben, en hoedanig men 't zelve meteen voegzaam woord in onze taal kan noemen , zoo achten wy datwe de middel zullen aangezeit hebbben, om daar van als menfchente fprcken , en niet als Papegajen te klap- pen. Algemeenen Van den algemeenen Huisbouw , zoo als wy die Huisbouw. gecren verhandeld zagen is vry fpaarzaam, maar van de vijf Bouw-ordens alreeby nateveelgefchreven. Den Huisbouw is tot noch meer door fraje modellen en voorbeelden, dan door naukeurige onderrichtin- gen en ervareniffen voortgezet. En nadien wy voor- nemens zijndeifelfsgeheelen omflag te doorwandé- watzigdaar ien>en aan te teekenen in wat dingen,een Bouwmee- n0f fier al diende afgericht te zijn ; zoo doet fich hier vooreerft een groote leesrol van zaken op, daar in
wy voornamelijk zien de verfcheide gedachten der bouw-werken : de verftandige ordineering : het maken vanbeftekken : 't ontwerpen van modellen : 't overflaan der erven : 't beftel en toepaffing der ver- trekken en gemakken, met derzelver vercieringen e.n gebrui-
|
||||
*t Ampt van een Waar Bouwmeefler. 13 %
gebruikelijke dingen. De heftedingen, 't ftellen van Condi tien, de waarderingen der bekoftigi.ng. Het verkiezen, toeftellen en reeden der Materialen. De Fondament-legging, en 't graven veelerhande aart Van gronden, 't Heyen, de Wetten en Rechten der Buitenftcdige en Binnenftedige bouwing. De Land- huisbouw, 'tordineeren der Hoffteden en Landhoe- Ven, de verdeeling der gemeene behuizing der Boe- ren, Stallen, Schuuren en Kojen. 't Affteken en ver- deden der Landerien, Delven, Beplantingen ; 'tor- dineeren van Playzanthoven, Thuinen, Fonteine- Hen, Vijvers ; 't fchikken en leggen en verleggen der gemeene en byzondere Wegen,en Toegangen, Dam- men, befchojingen, Brugwerken, Sluizen, en duizent anderedingen meentot welkwe de kennis van aller- hande handwerken,en die eenig vermogen iii de bou- konft en ontrent de gezeide dingen hebben moeten toevoege. Zulks dat een Boumeefter alle zoorte van Bouw Timmerhout, gebakken en gehouwen Metzelfteen, ™oe?oOfed"e Kalk, Zant, Yzer, Loot, Leyen en anders in zijn natuur der Natuur, Land-aard, Grootte, Vermogen, Prijs, Fat- S2fea 2oen, Geduurzaamheid, Toebereiding, en Maakzel, en wetten daar ontrent • beneffens alle gereedfehap- Penen werktuigen tot de bearbeiding der zelve ftof- *en j op zijn duim moet weten en rekenschappen van konnen geven. , Op dat een Bouwmeefter zechtVitruvius elders, Éen Bouw-
tyk en vaardig van gedagten zou wezen,is het noodig ™J;e{ïer bc- <jat hy wijs en geleerd is,en zeer veel weet. Hy moet vcn" ir» de Teikcnkunft, Rekenkunft, Wiskunft, Door- een tkun ft, en Natuurkunft ervaren zijn : de Wetten *;n Rechten van zijn Land verftaan, en in de outhe- ^ der fchoonfte bouwkunft doordronken , en van eerj groot en omzichtig gemoet zijn. Wy zullen M°«inveei r - * . ■ « .• dingen erva-
A * aanwij- „„%•„.
|
||||
I j2 *t Ampt van een waar Bouwmeeftef.
aanwijzen hoe een Bouwmeefter door d'algemeene
inde Tei-tennis aller dingen rijk en overvloedig in allerhan- de inventien en toepaflïngen kan zijn : want door de Teikenkunde zal hy zijn gedagten in verfcheide mo- dellen konnen ontwerpen, enmetallerleybevallijke in dcRcken- Cieraden verrijken. Door de Rekenkunde zal hy al-
le overflag en hekoftiging dek bouwftoffen en andere inde wis-ongelden konnen opgeven. De Wiskunde zal hem kunde. j^ inhoudt der erven en plaatzen, ten nauften ke-
ren uitvinden, en alle beftier en making der makke- lijke werktuigen van pradijken geweld , daarvan in de dooi- leeren afleiden. De Doorzichtkunde zal hem niet
iichtkunde. ajjeen je middel in de hand geven, om zijn modellen
en teikeningen in een natuurlijke ftand van befchou-
wingte ftellen, maar ook aanwijzen , alle de leden
der Bouw-ordens na de gezichtftand eenigzints te
Inde Na- proportioneeren. De Natuurkunde zal hembehal-
tiuiikunde. ven Ac werMng van Wind, Water, Lucht, Aarde,
en Landftreek, den aard van alle Materialen, als Hout, Steen, Kalk en Zand en van al de reft konnen aanwijzen. Door de kennis van zijn Landwetten zal Ir de land- hy zich nimmer vergrijpen, in 't ordineeren, of aan-
raden van verboden muuroptrekking, licht beroo- ving en anders zijn Meefters en Meertersgebuuren, fchadelijkzijn,ol ingroote moeiten helpen, of zich Indeouthe-befpottelijk aan ftellen. En door de Outheid wel te
tien. verflaan , kan hy zijn afgedwaalde gedachten nu en
dan vernieuwen om de hedensdaagze werken daar
een voegzame fwier na te geven , en ook van veele dingen daar van afgeleid, goede rekenfehap doen- omzichtig Een Bouwmeefter mag voorts wel groot en genereus |
|||||||||
en eer»
»au gemoet |
. van gemoet: z')n om brave dingen te ondernemen»
|
||||||||
' maar echter niet te ftout zijn om alles op zijn oordeel
met verleg van allemans raat te laten arrijen. KloeK- - - moedighei* |
|||||||||
dlgemeenen Huisbouw ùefchreven. 135
Goedigheid kan wel gezegt werden uitde ware wijs-
heid voort te komen, maar roekelooze ftoutheid wcrt ook veelzints uit laatdunkenheid en laatdun- kenheid uit luttel weten gebooren : en hoezommige bouwmecfters hier in vry wat ongelukkig geweeft: Zijn , en nijd en fchande daar door hebben op den hals gehaald, dat zullen we met eenige ftaaltjesaan* wijzen. Dat den algemeenen Huisbouw nootzakelijk out Denttós-
en deffelfs beginzelen gants arm zijn geweeft, zal in ^c"^'e„n de bouwkunde der antijken ruim genoeg gezeid welleven, werden. En die tot den verftandigen Huisbouw ge- komen waren, wiften aanftonts te zeggen , dat wel woonen wel leven, en een gemaklijk huis, het gemak des wereldts was. Daar is niet eerlijker noch profij- Getuigenis telijker voor den menfeh feide Socrates, dan een goec Ma SoCMteî»' huis te bewoonen. Indien onsiemant afeifte, een goet Woonhuis met weinig woorden te befchrijven, wy achten datwe zulks met deze volgende trekken 2oukonnenafmalen:een Huiszeggenwe,dat zooveel üefcfoiiviog woningen heeft als 'er eerüjk en waarlijk van nooden van "".soct .,;• O . , ■ ' , ' , , woonhuis.
*'jn , en dat er meer en noch meer na den trant des
Gebouws en bewoonders zijn : daar Zomers koele, en ^winters warme piaatzen zijn , die alle in dier voegen gefchikt zijn, dat de Slaapkamers en Kook-keukens van de algemeene doorgang zoodanig bevrijd zijn, datze niet dan uit nood , zelfs niet van de onbedreve- ne onverhoedts bezocht, of te licht voorby ge- kopen werden. Dat d'cene plaats zijn licht van d'andere niet gemiddelt ontfangt, of daar ingezien wfrd: alsmen voorts na achter of na boven , niet bidden door eenige kamers moet paiTeeren,om droog j°ets te blijven , en dat de verdiepingen alle haar - ■ °0rg«ande gronden hebben, en de planen effens I 3 vloer
|
|||
ï34* Algemeenen Huisbouw befchreven,
vloer zijn. Dat het in de voorname ftookplaatzcn,
nieten rookt ; immers niet zoo datmen de keet uit- geboend , 't zelve door geene gemeene remedien helpen kan. Zulken Huis zeggenwe , het zy dan groot of klein, kan onzes achtens in 't algemeen van gebreken en onlijdelijke ongemakken viy gelproo- ken werden. En gelijk hier uit kan afgenomen werr den dat het tegendeel van die gemakken , noodwen- dig veel ongemaks moet baren, zoo kanmen over de wooningen die gemaakt zijn ,ofnoch dagelijks zon- der degezeide waarnemingen gebouwd werden, ge- zwind een waarachtig Oordeel vellen aangaande de verbetering der aanzienelijkfte gebreken. Wat en zietmen niet wel meenig woonhuis, in de vorige, en jn 't begin van deze eeuw hier te lande verbrot en onverftandig gebouwt; dieze met aandaeht befchout zal in twijffel zijn , of de menfchen haar oogenin haar nek hebben geftaan, of't verftant in de elleboo- gen heeft gezeten, ofdatze in plaats van verfhndige en ervaren luiden,zotten of moetwiiligerszijn ge- weeft. En gelijk het hen, om meternft tefprekenj mogelijk aanlichtindeBouwkundegehaperd heeft? zoo is opmerkelijk datze menigmaal degrootfte en onverfchoonlijkfte misflagen aan het fchikken , zoe- keden ordineeren van Lichten hebben begaan. Want daar 't licht was, hebbenze het betimmerd, of be- lemmerden daar't niet en was3hebbenze het met düi- zentpradijken gezocht ; het is te gelooven indienze het Licht, als het Water hadden konnen leyen > zy hadden 't wel over Daken en Huizen , tot in de Woonkeukens en Kelders heen willen trekken. Het moet ons dan niet verwonderen wanneerwe hooretl datïn zoodanige Huisgebouwen ook vertrekken zijn. die men by uitnementheid donkere Kamerkens • noemt? |
||||
^Mishandelde Huiskouwing. 13 f
. floemt, Alhoewel de minfte zal konnen verftaan»
dat de voornaam fte der gezeide gebreken zou- den vermijt geweeft zijn , zooze flechts 't verftant hadden gehad van middelplaat zen in de woonhui- zen te ordineeren. Men ziet in die gebouwen veel- Zints dubbele Saletten met Glazen in fte van Schut- tingen afgefcheiden : donkere binnenkamers, valfche lichten, gezochte lichten, Koekhoeken, neervallende daklichten: betimmerde lichten. Plompe fterk- heid in overvloedige dikke muuren , en galg-achtige ftijlgebinden en Karbeelen gezocht : vcrlooren en onnutte Erfquifting ; rommetijkige Spinden en Turfhokkcn,perikeleuze Kelderluiken die over ver- by flerende Wenteltrappen recht voorde ingang van d'een of d'andér deur komen , om hals en been te oreren. Tijdquiftinge en geldfpilling aan lamme en pi'ulachtige cieraden : Wandluizige Befchotten en Koetzen, Rotteneftige Hangkamers: en de Zolderin- gen en Kamerfchutzels menigmaal zoodanig met ge- gate Pannekoeken, of onzekere grillen en Caraèlers, *n Heintjepiks Letters geflidderd,als of men tegen 't verhemeltc van een Kolrijdfters Too verhol aan keek* ïn het Repareren en verbeteren van divfdanige Huis- gehouden zal een verftandig en ervaren Meefter met hechts kleine koften en weinige verandering te doen, menigmaal groot gemak, en veel welvoegzaamheid toe brengen. Vraagt men nu ook om een befchet- Zing te hebben, die aanwijzen kan , hoedanig een Huis ten opzicht van zijn verdeeling en fchikking ter gebruik en wooning behoorde gereguleerd te zijn: wy meenen da tmen't met weinig woorden _ aldus doodverwen kan: Byna in alle ftaten , moet en\ôepafre-5
^et voorfte gedeelte van een huis, voor den Man of Jp g=b>™k Huisvader geordineerd zijn ; om daar zijn Voor- ^Jettxdl' I 4 huis,
|
||||
ï 3 6 Toepajjelijkgebruik der Vertrekken.
huisjzijn Winkel,zijn Komptoir, zijn Saletoffpreek-
Voor <Jc kamer, en zijn Pakkelder, &c. te hebben. De Vrouw of Huismpeder heeft haar verblijfplaats, in en on- trent de achter vertrekken ; daar ook de Kook en Woonkeukens, Washuis en de reft der dingen tot de Huishouding noodig ontrent moeten geordineerd VootdcKin- 2jjn- £)e Kamers voor de Kinders moeten dicht by
die van de Ouders en voornaam van de Moeder zijn, fchoon ook datmen die door andere laat waarne- üe siaapka- men. T)e gemeene Slaapkamers moeten niet zoo
deun by de hand noçh voorden eerften aanloop zijn,
dan deplaatzen daar men iemand fpreekt ofontfangt.
Voor de Studeerplaatzen moeten in den ftilflen hoek gefchikt
vrienden. 2ijn.De Kamers die men houd om vrienden teHuis-
veften moeten niet te wijd van den uitgank zijn ; op datze zonder ÇTootbeflag en gefwerm door't Huis Voor de bc- te maken , vry konnen uit en in gaan : de Kamers
'deren. " 4©f bejaarde Kinderen mogen wel dicht ontrent de
vrienden Kamers zijn, op datze goede gelegentheid mogen hebben, hun vrienden wel te feftereri, of ge-, dienfligheid te offercren, en met menfehen wel te Sekreten, leeren omgaan. De gemakken, of geheime plaatzen
vereiïïen wel yan haar ze! ven een verhole plaats , maar de nootzaak van allcmans gebruik dwingt den; Bouwmeefter dezelve te ordineeren , daarmenze makkelijk kan vinden, tn het hi:is nochtans zonder slaapkamers ftank en ancjer ongemak blijft. De Knechts Slaap- ^oden.'enl " kamer en die van de Meiden dienden zoo wijd van den anderen gehouden te werden, als 't vier van de verbrandelijke dingen : ook moetenze niet door of- te yoorby malkander gaande, bezogt werden : zeker Koopman tot Amiterdam wiens Knecht een van zi'n Dicnftmeiden beftruift had , wou den Bouw- meefter, om dathy haar Slaapkamers met tegrootei» i '•'■'•'• gebuur- |
||||
Wat tot d'Algemeemn Huisbouw hoord. 137
gebuurfchap geordineerd hadde, het kint met drom- Kluchtig
mels kracht, voor een leerjongen t'huis gezonden v00^al- hebben. De Hangkamers of ingefteken Kamerkens plachtmcn veelzints tot Slaapkamers voor Meiden en Knechten te ordineeren: dan wanneerzetothet Haagtere» Voorgaande gebruik te veel aanleiding zouden geven, vmvorPen- mochtmenze veel eer Infleek-kamers, dan ingefte- ken Kamers, oHraaride Kamers in plaats van Hang- kamers noemen. Wanneer wy deze Bouwkundige verhandeling Watwe by
_ , / TT 1 11 denalsçcme-
noemen den Algzmeenen Huisbomv, moetmen zulks nenHuisbon
niet alleen verftaan van Woonhuizen , maar ook van verftaan. alle andere gedachten van Bouw-werken, alsToren- werken, Kerken , Raatshui?en, Paleyzen, Hallen GrootzeMuurwerken, Steeneen Houte Brugwer- ken. Landhuizen, Pronk-gebouwen, Boere woonin- gen, Stallen en anders. Van ieder zullenweeenige dingen aangaande hun vindrijke ordineering en by- zondcr opzigt aanmerken. Gelijk 'er ook van alle molenden Qegezeidc dingen een groot aantal, naukeurigc mo- Huisbomv bellen, zoo die na de oorfpronkelijke, alsdienieuw- "kcnde.oa- .i;-i . , . _ ., < ;, rr i der ons m
"JKs bedacht en argeteikentzijn, benefiens de maten bewaring.
cn bekoitiging, onder ons in bewaring zijn, die tijten gelegentheid afwagten de bouwkundigen daar mede te dienen. Tot debefchouwingder veelerhandebouw-wer- Jj?„ wi?0"
*en dient ook de verfcheide maniere der Natiën aan-, lebuien ook gemerkt, en gezien hoe,en waar in die, eenigzints an-,en °F"*t ders in Italien, anders inSpangien,anders in Vrân- tfc".^^" krijk, anders in Engeland, anders in Duitsland, an- ders in Neerland, en vry geheel anders, en byzonder Vremt in d'afgelegen Rijken van China en daar on- *rent geoeffent werd. Daar by ook moet aangete, .wit ziin dat alle dingen niet over al eren oorbaar I 5 zijnj
|
||||
138 Ordineering der Huisgebouwen,
Alle rfingen zijn; nadien ieder Lant zijn eigen en natuurlijke gave
«wsTaTheb- nefft>e!1 geheel verfchillig van gront, van locht, en ben. van warmte is: in welke befchouwing wy zullen ontwaar werden, dat d'hedensdaagze Praétijk, hoe-
danig die volgens de leiding der befte Autheuren, en voor zoo ver zy na de befte antijken hervormd is, en noch dagelijks kan verbeterd werden , en in onze Landftreek geoeffent werd , een ware verftandige bouwkonftis. Gebouwe.i En gelijk alle ordineeringen van gebouwen moe- T0T,n,U|Cc ten eefchikt zijn na den flaat en oogmerk des «e- ge'omifa o- bruiks, zoo komt voornamelijk de zedigheid als een vCTsniftcu!- algemeene deucht over al te pas. Den aanleg der grootte, noch de pracht en mag vooral niet buiten 't vermogen van den Bouwheer gaan. 't Oude fpreekwoord %tgt;Men moet bouwen, dat de Klijfboom Goedeotdi- aan dewandblijft/w»:ww?.d'Qrdinantiekanruim zoo f Tard d k- vce''ten aanztcn van de welftand, als de bekoftiging, maai koftcn. en Materialen van hoogen prijs , in de bouwing te weeg brengen. Imant van de oude placht de ge- heele ordineering der bouw-werken in deze woor- den te dood verwen: De maat zeide hy, moet tot de plaats 't voornemen tot het gebruik, de fchoonheit, Algemeene en bckoftïng totdequaliteitdes perfoons, zoodanig Oidmantie. tc zamen gevoegt werden, datze een goede overeen- komfte met malkander hebben : en wat zich inde eerfte ontwerping daar ontrent onvoegzaam op doet moet zo lang bygevoegt.en afgetrokkenwerden,tot de overeenftemming der gezeide dingen getroffen werd; verkiezing en 't werk zal altijd onberifpelijk uit vallen. ^e vaat rara pi3ats daarmen bouwen of woonen zal, hangt vn de bevolkte Steden zelden geheel aan iemants vry e keur: ahmenze heeft, of datmenze elders zou kannen 01 jnogen hebben, zoo kanmen Zeggen, dat de Raadtf' p po i heeren |
||||
Ordineering der Huhgehouwen. 135»
heeren ontrent de Hoven : de Rechtsgeleerde by de
Markten dienen te woonen om lichc gevonden te werden. Die de Studiën oeffenen, zijn geerne van 't geraas, 't geklop en gekleun der gemeene Arbeits- luiden afgefcheiden. Edelen en gegoede luiden, moeten inde grootfte en luchtjgfte Straten woonen, om dat die gemeenlijk van de vremdelingen eerft be- zocht en bewandeld werden. De rijke en welpeftel- de Rorgers moeten over al veripreid en tuffen de oe- meeneluidengemengtzijn, zoo om van de geringe gedient te werden, als om dat de geringe van de wel gegoede Kooplien en Winkeliers zouden konnen te werk gefteld, en alzoo door een gefchikte middel onderhouden werden. DeThuinen achter de Bor- Thuinct> gers Huizen zijn niet alleen vermaaklijk, maar ook SS£ dienftig om hen veelzintst'huisen dicht by hun af- dienftig. fairen te houden.De Winkeliers willen geern ontrent KerkT'^f de Hallen, Beurflen, Panden en Marktpleinen woo- fen niet wei nen : maar de Herbergen en Drink winkels en ordi- distbyecn- neeren by de Kerken niet. Een verftandige ordineering behoorde altijt d'een wÏÏffiJ
°r d'ander bekende Bouw-orden teverroonen; en in 'c OÏ#- men moet niet als uit nood, daar buiten gaan, of eeni- ncercn' ge ongelijkzijdigheid laten zien. De °bygevoegde eieraden Sieraden als Beelden, Snijdwerken, Schilderijen, cic. moeten ook |
||||||||||
moeten binnen de palen van de ftaat des werks blij-
|
zijn.
|
zMm
|
||||||||
yen, en zoodanig verkozen werdendatze lang daar
m en aan konnen bewaard blijven, op datze ge- heel vergaan zijnde, als 't Huis gebouw noch in zijn Volleglans ftaat,'t zelve niet veel eer ontcieren, dan Verheerlijken j en alzoo voor zijn tijt doen vervallen "aan. 't Voor aanzien mach wel op een betamelijke ^'ize de ftaat des gehouws, en vermogen des Bouw- ^e*s als van verre te kennen geven, 't Werk moet nies
|
||||||||||
t
|
||||||||||
140 *t maken van Modellen en Beftekken.
niet alleen fterk zijn in hem zelven, maar ook met
alle in en uitwendige blijken zoo fchijnen te fcijn. d'Ordineeringen konnen nergens beter dan door
het ontwerpen van beftekken, en maken van goede modellen gemeen gemaakt, of vertoont werden .• waarom het dan ook den Bouwmeefter als zijn rech- terhand zal dienen , hier in afgericht te zijn. |
|||||||||||||||||||||||
't Maken
van model- len en be- dekken. |
|||||||||||||||||||||||
Wat inde
beftekken waar te nemen is. |
|||||||||||||||||||||||
De beftekken moeten voor al niets buiten de mo-
gelijkheid behelzen. De maten die daar in moeten |
|||||||||||||||||||||||
gebruikt werden dienen vaft te ftaan : om datze na
de 'Willekeuren en Landkoftumen verfchillig zijn : en datter anders veclzints moeiten «it ontftaan • en dat alle levering daar ook na moet gereguleert zijn. wat zaken 't Beftek gaat gemeenlijk eerft over 't gedacht des |
|||||||||||||||||||||||
gedrukt wer
den. Grond en
ftant-teike-
ning. |
wei'ks > en de grond en hoegrootheid des gebouws,
en daar na tot het ontwerpen van een teikenkundige trek, uit de grondvlakte in opftal en in zijn volko- men maten en proporticn gefteld. De platte gront- teikeningen en ftant-teikeningen, moeten wel tot |
||||||||||||||||||||||
malkander verftaan zijn, zoomen niet en wil dat het
werk vals uit vallen zal, en dat Meefter en Knecht bey in hun meening zullen bedrogen zijn. Waar toe verfcheide middelen en manieren volgens 't vermo- gen der teikenkunde bedacht zijn : en wat mifllagen door 't niet wel verftaan van deze dingen dikwils be - gaan werdep," en hoe zy lichtelijk kopnen verhoed werden , dat zullen wy op zijn voegzaamfte plaats aanwijzen. Hoe befte- De beftedingcn en aannemingen die op zommige *^"cg|^ beftekken en ontworpe modellen komen te volgen, ditiengefteld vereiflen eenige by zondere waarnemingen die tü£% |
|||||||||||||||||||||||
weiden.
|
|||||||||||||||||||||||
en mogen noch konnen achter weeg gelaten werden,
net by gefchriftc en in ondcrfchcidcartiikele» bepaalt |
|||||||||||||||||||||||
J*
|
|||||||||||||||||||||||
te zijn.
|
|||||||||||||||||||||||
Conditien en befleding der bouw-werken. 14,1
In de beftekken der beftedingen moetmen eer- Sti'1 o™
ftelijk in't Hooft der Conditie niet vergeten te ftel- ™ tfte Jen, wiebeftederis, wat geflacht van bouw-werk be- din?ei1 »» fteed werd; en of het Metzelwerk, Timmerwerk,teftaIen- Delven, Heyen, of anders, of veel, of meer dingen te gelijk zijn : of den Arbcidts-loon enKonft, of Leverantie der Materialen daar by en onder zal be- grepen zijn. Voorts bepaaltmen na wat voetmaat het beftek zal voldaan werden : dan de lengde, hoog- te, diepte en breette des werks verdeeld in en aan alle de byzondere vertrekken en gedeelten desgebouws, het zy Kamers, Keukens, Zolders, Kappen, Spannin- gen, Daken, Voorgevels, Wanden,Vloeren, Schoor- jteenen en anders, en daar ontrent maaktmen ver- jcheide Artijkelen en Items aangaande degeleeent- heit van de Gebinden, de Windbanden, Toogban- den, Gordings,Flieringen, Taflemenren, Ankerftii- » Aanvalders, Lijftcn , Platen, Schalieborden, Soogftukken , en deucht van 't Hout en wat 'eraan eenig werk van belangeen byzondere naam kan voe- ren Ook ftel tmen wat zoort, getal, deucht, Land- aard, lengde, breette, dikte en fwaarte alle het Hout, £teen, Yzer, Loot, en anders hebben zal, hoe't be- handelt, gereed, gebouwen, gefteken, gevrocht, ee- Jait, gekeept, verbonden, gcankert en verzorgt zal *>jn. Wat Spijkers gebruikt zullen; werden ; wie de «ellmg leveren en maken zal.Op wattijt het werk zal gedaan znn. Wanneer en op wat Termijnen de be- ding zal gefchieden. En zoo het noodig is fteit ^nwederzntsborg,ookeenigegerdtboetenbyfau-
"- van nalatigheid. Men ltipuleert zomtijts eenig B"'"eaweii °uuenWerk ; ook wel Graven en Delven, afbreken en Uem' J ruimen, en wie d'ongelden van 't voeren der JVia- ^en, Reedtfchap, Drinke^çj çnand.ersdragen |
||||
142 Van't Roven en afftekenderËrVert.
wanneer zû. Gelijk dan ook veelzints werd belproken, dat
|
||||||||
men
|
||||||||
aawnomen ^en aannemer 't werk aan geen ander en zalmogen
werk aan overdoen: en wel voornamelijk mag zulks niet ge- eeiiander fch[ec}ert onder eeni» voorwenden, wanneer den doen. Heer hefteder op de kon ft en bequaamheid van een Werkmeefter gezien heeft. Alderlaaft fteltmen, wie op alle voorgaande Conditien aannemer gebleven is, voor zulken zomme van penningen, 't Geen wy met alle de gebruikelijke Termen, en Looptjes, door een voorbeeld of twee zullen voorftellen. Erfmeting Tot d'ordineering kan deRoy-ingen Erfméting en Roy-ing. njet afgefcheyen blijven: en't komt inzonderheid hier op aan, de erven wel te overflaan, voornamelijk wanneerze een wanfigure maken, en datze of zeer lang, fcheef, en met hoeken en wijnkels en gee- ren , in en achter de planen van andere Huyzen of scheve en gronden heen geftrekt leggen en in fpringen. Deze vea"iioefter" m°eten wel afgefneden , en zoo gedeelt werden ; dat verdeden, de voorname plaatzen in den haak, en de geeren en fcheeve hoeken , tot de geringe dingen , otzoodanig met KafTen,Trappen,Portalen, Bedfteden, Alkoven, Bottelarijen, Bleekvelden, Washuiskens, &c. inge- fchikt werden , datze het oog in debefchouwing, noch 't gemak der voorname vertrekken, gants niet De meet- hinderlijk, maar veeleer voordeelig zijn. En dit zal ted'ienft ^en Bouwmeefter beft konnen doen wanneer hy noen. éenigzints ervaren in de meetkunde den inhout der vlakten uitrekent, en overflaan kan welke Figuur of Form de meefteplaats begrijpt, 't geen voornamelijk ifj de ordineering van Kerken, en gebouwen daar publijke vergaderingen moeten gehouden werden > dient in acht genomen : want de vlakten van ver- fcheideFormen, fchoonze van eenerley omloop zÜn' zijn op ver na niet van eenerley inhoud 5 alsvve met voor-
|
||||||||
't Overjlatm der hkoftiging. 144.
voorbeelden, en hoe zommige daar in zijn bedrogen Hoe te vér.
geworden, zullen betoogen. Daar 't onmogelijk is, j^"^" de fcheve zijden geheel te verduifteren en té den komen in- boek te drommen , daar moet 't vera urt des Bouw- ^j^0^ meefters demiftant zien te bedekken; zoo met het werden. leggen van de Vloerfteenen, Zolderbalken als anders: Pe we!ten Waar van eenige goede in ven tien en modellen onder en steden'.' ons in bewaring zijn. In 't rojen en verdeelen der wocten wel erven moet den Bouwmeefrer de Wetten en Rech- t™l$D°~ ten van zijn Land of Stad wel in acht nemen ; en Weten waar, hoe ver en wat geoorloft of verboden is te maken. Gelijk dan in zommige plaatzen en tijden, voorbeeld; de willekeuren een beftipte maat hebben gezet, hoe hoe ver mea hoog en hoe ver men d'erven betimmeren zal. Waar rim«>««a van onze Agtbare enWelzorgdragende overheid hier binnen Amfterdam (navolgendede loffelijke tijden der Romeinen, onder Auguftusen Trajanus,) in het Jaar 166^ ook een proef gegeven hebben ; belaften- de d'Erven op de Nieuwe Heere, en Nieuwe Kei- 2ers Graft, niet dieper dan roo voet te betimmeren ; cn aan 't einde van deErven,zoodegeerfdens wilden eenSpeelhuis ter breete der Erf,en niet dieper dan 15 yoet en niet boven de 12 voet uit den dekfteen hoog Zonder op de middelerf eenig gebouw te maken. Een Bouwmeefter is onnut, ja hemzelven en zijn wanneer een
Heerfchappen fchadelijk zoo hy niet wd afgerichtis ^!g|^c ") t Kalkuleeren en overflaan der bekoftigingen , en zijn Mee- *?o aangaande de Materialen als den Arbeitsloon : ^« |**ade- d*t kan hy niet doen zonder de Markt en de prijs van alle voorkoop der Bouwftoffen opzijn duim te ver- ftaan.Hy moet dufdanige overflagen op een en 't zei- Moetdepri>t ^e beftek volgens verfçheide wijzen en aanleg konnen Sén fet ^en, met toevoegen en aftrekken van zommige min fta»n» n°°t2akelijke dingen j't zy dan Cieraden, verfchii van beter
|
||||
144« *t Overjlaan der behoftiging.
om kaicuia- beter of flechter Metzel en Vloerfteenen, Eiken of
tie van de r* ■ < r in
bekoftiging Oremen-hout ; een or meer voeten hooger or lager
tcdoen. betimmering, een ftadie min of meer optrekkinge en honderd diergelijke dingen; en hoe veel den Heer daar mede zal konnen profijteeren, of befwaard wer- den : in welk doen zeer wel op de wei voegzame toe- paffing moet gelet werden ; namelijk dat de bouw- ftoften in 't algemeen wel na den aart des werks ver- kozen werden* en een onderlinge goede zamenftem- Regiemen-ming met den anderen hebben. In welgeftelde Ste- Édden. ac,"den,endaardeOverheidgoet.achtop't gemeen beft geeft ; zijn de dachgelden van al de voornaamfte werklieden, (en wel byzondeiiijk van de vier bouw- kundige Ambachten, ) Bazen en Gezellen, Opper- luy en [ongens, net bepaalt en gereguleerd na de ver- korting en verlenging der dagen; watze voor Zomer* loon, Herfft-ioon, Voorjaarloon en Winter-loon zullen winnen; en hoe veel een Werkbaas op ieder Knechts dachgelt mag opfteken. Welke dingen wy met eenige omflag van langer hand hebben by een gezamelt, om dat net op zijn tijt en plaats af te fchet- zen. Dieveerdig Die een werk aangenomen heeft zal groot voor- al™?™ deel doen, wel te verzorgen, dat hy tijdelijk alle din- wen moeten - ^ i *i , * r il
aiies maken gen gereet gcmaakt,en deun by de hand heeft. Zulks
by,^anddat in't arbeiden ; bynaniet anders is te doen, als Jirijk en z,et ; en datmen nergens na behoeft te wach- ten: dit moetmen in zoodanigen orden en vervolg aantallen dat al de verfcheiden handwerken, tot den Huisbouwbehoorende,elkander in de hand werken, volgboii- en alzoo te gelijk bouwen. En gelijk deze orden van *"DS" volgbouwing weleenigzints veranderd na den aart des werks,namelijk of 't groot of klein beflag vereift ' ©f't eeheel nieu, wuk, of fleçhts ftukswijs vernieuwt
-..... — en |
|||
°i Algemeen heftier in den Huisbouw. 14 ƒ
en aangebouwd werd, qfdatmen meer of min Volk
kan hebben; zoo is ook de maniere van volgbouwing onder alle Werkbazen , in de verfcheide Landen en Steden niet even eens. Maar Om evenwel mer een ij*,,s „?"" Schetskcn te toonen in hoedanigen reeks van doen, iïheidee, 'j rnendenAlgemeenen Huisbouw aantaften en gaande weg bearbeiden kan, zoo achten wy , datmen ^zon- der nochtans iemants beter manier te willen veragten, of daar van af troonen ) 't zelve zonder groote wan- ordening, aldus zou konnen verrichten. d'Ordinantie en beftek dan eerfteljk tot de Erf Hoemen éeà
vaftgefield zijnde, zoo maakt den Timmerman het ^fLen*' Hout klaar* en wel met namen eerft de Balken , Peui,1 c.t vervol- Deur en Venfterkaffijneri , en ook wel de Kap- ^sp l£$j£ binten. Den Steenhouwer, houwd alles wat nietge- wen kan, " reed of op zijn maat in voorraat gevonden werd. On- der wijlen Graaftmen en Heidtmen : het Fonda- ment word geleid en öpgehaalt; Kelder, Regenbak én Zekrectkuilen gefteken ; andere doen 't nader- handden tix'ktde Zydelmuren op tot d'eerfte ftadie; men leidde Balken (of Moerbalken zooder Ribben moeten zijn ) en de Reveelen en Strijkbalken. Men haalt de Zydelmuuren op tot de tweede Stadie, en leid wederom Balken. Qndertufïên maaktmen de Kapbinten klaar: en de Börffweering werd weder- zij ts opgehaald zooder geen Stadiën meer op moe- ten. Men leid deSpan-plaat, fteldt'er de Kap op, Zet Dak Kaffijnenjen de Windbanden aan deiCap vaft Zijnde, zetm'er de Mey op, en zoo't Heerfchap nüld is, drinktmen een half Vat of een Ton Bier, erf kluift een Hammeken. Men Spijkert de Sparren op^ «ien Planktjof Lat hetÖak,tot Schaiien of tot Pannen: 't Loot werd in de Goten en Kelen geleid ; men dekt Malien, of hangt Pannenj ondertufTen ftcH mcü % ." . de'
|
|||||
ktag
|
|||||
ï"4tf 't Algemeen be (tier in den Huisboww.
de Peny van de Voorgevel,en Deuren Venfter Kai-
fijnen,en verzorgt al de Sponnings met Stroo voor flo- ten en af fplinteren. Men haalt de Gevel voor en ach- ter op tot aan de tweede Sta die , fteld de Kruis-Kaf- fijnen voor en achter van 't tweede Vierkant ,en men haald de Gevels met de reft der Kaffijnen tot in de . Nok op. Men fteekt het Houtwerk in de Grond- verw voor't fcheuren en trekken ; men legerd Rib- ben in zoo'er wezen moeten; terwijl haaltmen de Schouwen en Schouwpijpen op : men fteld Wen- teltrappen en Bordestrappen ; Deurkaffijnen en Schutzelmuuren van Kamers, Keukens, Galderijen en andere vertrekken, eerft d'onderfte dan de bo- venfte, en fluit alles vierkant op : ondertuflen maakt- irien Deurenen Venders gereet jmen paftzein, ter- wijl de Smit 't Yzer, dàtis, Sloot en Klinkwerk vaardig maakt. Men paft de Ramen in terwijl de Glazemaker de Glazen gereet maakt. Het Yzerwerk word aangeflagen, en men maakt Deuren en Ven- fters Gangvaardig, en fteektze in de Grondverw : men legt de Zolders en fteektze zonder noch te verdrijven, van onderin de Grondverw. Men maakt vaft ftaande Koetzen, Alkoven, Spinden, Schouw- mantels, Portalen, Lijften, LambrifTen en Belegzels om Deuren, en fteektze in de Grondverw. Men Pleifterd de Wanden, en Schutzelmuuren, zet Witte Steentjes en ftrijkt het Pannedak.Tufien beiden heeft men Pomp en Waterfteen gefteld, Regenbak opge- haalt, oftoegeleid. Men leidde Vloerfteenen, en Plankt de Kamervloeren, ftrijkt de Zoomen en Pla- neerd hetgantze Huis van achter tot vooren op- Men ftelt de Glazen, en Schildert buiten en binnen voor goet. Dat eenige voor 't ftellen der Glazen doen, omze nergens te bemorflèn. Enduidanigen manier
|
||||
Graven^ Heien enFonâamentkggmg. 147
manier van volgbouwingwerdveelzintsin Holland
geoeffent: maar in Zeeland werd eerft de Peuy en VerfchUifje dan de Zydelmuuren gefteld ; en men haald het voigboi" werk in zijn vierkant teffens op. En gelijk dit in wing, den Huisbouw gevoegzaam kan waar genomen werden, zoo korinen andere werken van meer beflag of verfchilliggeflacht, daar eenigzints na gereguleerd werden. Ontrent de Fondamentleggingmoet een Bouw- Fondament
meefter veel eer voorzichtig en bekommerlijk, dan eS8'ns' ftout zijn. En alhoewelmen noit met voordacht, koften moet veflooren doen, kanmen zelden milTen in de Fondamenten diep en breet te leggen ; daar vat! Wy eenige regulen zullen aanwijzen, ten opzicht der harde en zachte , waterige en drooge gronden : als ook de gemsene maniere zommiger Landftreken en voorname Steden vertoonen. Daar wy dan ook van het Graven , en van den Aart der verlcheide Gron- G«ve«s den en kennis der Aarde, van het diep en niet diep Heyen, van de Grondmuuren, en d'onheylen die- der" in 't Graven en.Heyen te wachten zijn, verfchei- de waarnemingen en regulen zullen by brengen. Ook zal daar nootzakelijk moeten gezeit werden, Render Wat zoort en aart van Palen en Maften tot de Hey* Fond»»»^ gronden bequaamft zijn, Hoe en waar doorze lang '«>. ftant houden en duurzaam zijn. De manier van Heyen en Heytuigen,en welk met minft volk meed geweid doen : wat in 't Heyen ontrent de naaft- ftaande Huyzen te verzorgen is : door wat middel Wen in rulle of onwillige Gronden, daar in de Palen dikwils weder op rijzen > de Maften dieper zal in *Wi datze Grond houden. Wat Palen noch in het *pude Amfterdam gevonden worden : hoe diepmen Qaar gemeenlijk, en in byzondere toevallen Heyesï K z moeti
|
||||
148 ^Deelen en vertrekken der Huisgebouw:
moet, en wat het opzicht van een Heymeefter daar
ontrent te doen heeft. De befchou wing der groote gedeelten die tot den
Burgerlijken Huisbouw behooren , kan niet net, en volgens ieders begeerte gefchieden : en daarom ach- ten we genoegzaam dat zulks llegts in een ruwe orden overlpopcn werd. Gedeelten ]M.en kanze in het Gros, onder voor en achter Ge- ken'dttHuis- ve"s' Vi°eren , Kelders, Keukens, Kamers, Zalen, gebouwen. Galderijen, Portalen,Gewelven,Zolders, Daken, Trappen, Schoorfteenen, Pcuijen, Deuren, "Venfter- lichten,Kaffijnen,Stoepen, Leuiffen, Alkoven , Ka- binetten, Bedfteden, Karfeh, Spinden,Garderobben, Balkons, Secreten, Waterbakken, Putten,Goten, Waterlöopèn, Hoven, Thuinen, en diergelijke ver- ft'aan ; in welk wederom verfcheidc andere en by- zondere dingen in acht te nemen zijn, die verfcheiden in Grootte, in Forme,in gebruiken ftoffeeninkofte- lijkheid gemaakt werden. Gedaante De Voorgevels moeten meteen Statige aanziene- delen °0ISe" l*1)^®^ P&fo gevéïl wat 'er van binnen te wachten is ; en wie daar woond. Daar moet in 't maken derzelve ook in acht genomen werden ( is't by aldien datze op houte Peuien , of op Blokkeels gefteldt werden, 't geene nu zoo gemeen niet als voor dezen gedaan werd, en ook niet vry van gevaar is) hoe veel die mogen over gebouwd werden ; als mede hoe veel zy vliegende, dat is vooroverhellende mogcrïopgo haald werden; en waar het minenmecrnoodigiS' Cieraden. En wat'er voorts tot cierlijkheid van Snijd werken, NifTen ,Frontifpicen, Pylaftcrs, Speklagen, Kantec- len, Yzere Tralywerken en voor-Ingang, dient wflar genomen, dat zullen wy daar ter plaatze beknopt aanwijzen. JL/c
|
|||
Zalen en Gdderijen der Huisgebówwen.\4s$
De Zalen zijn in alleHuisgebouwen die iets wü" zaaien eB
len zijn, gemeen en oorbaar : men kanze °evoe°" ZaIeiten- zaam in gebruik en eigen (chap van de Saletten, o£ Voorzaaltjes en van de Eetzaaltjes, en noch wel al- derbeft van de verdrietzame donkere Kamertjes ,on- derfcheiden : de Saletten zijn de plaatzen om te fpreken, en daarom beft maft of deun aan 't Voor- huis. De Zalen dienen om iemant te onthalen, groot G«b™k bezoek en Statie te houden ; waarom zy niet ongra- celijk in 't midden van 't Huis, als 't Hert in 't Lig- haam, ofais een ruim Marktplein midden in een Stat, geordineerd werden : gelijk hetdufdanige vertrek- ken mede niet en ontcierd dat menzevan de rechte en befte zijde der Galderije of ingang bezoekt. Zy sta^u- vertoonen ram of meer Cierlijk nadatze van Form, genthdl. van verdieping en uitzicht, en inkomen verkozen
Zijn, alswe met eenige regelen, zoo die by de oude eertijts als by d'hedensdaagzeinachtgenomenzijn, zullen toonen. De Galderijen geven aan 't inwendig Gebouw Gatóerijen
Grootsheid, Gemak en Playzantie ; voornamelijk allTe licht, en nuttig en gemakkelijk tot het hezoe-, ken van veel, ofvanallede vertrekken konnen Zijn. Daarze ruim konnen vallen moetmenzc met eng , daarze maar eng konnen vallen, zoo wijt maken als men ten uiterften kan. Hoeze wyer en SMn»gde- Janger uit gerekt, en fleek;muurs.datis, zonder Hoe- scmheid- ken of Winkels doorgaan , hoe zy 't Huys in de be- fchouwinggrooterzullen doen fchijnen, 'tgeen niet en zal verminderen, wanneer de Deuren en Ingangen der Kamers en Vertrekken, dubbel, dat is, regulier of gelijkzijdig zijn, het zy dan datze tuffen Py!a- fters,of indeeffene Muuren komen , of dat het alle [Ware Deuren zij n3ofdat'er eenige valfche onder loo-, K 3 pens
|
||||
. . /
ï 5"0 Galderijen en Kamervertrekken.
pen : wanneer de Deuren in de Galderijen.of Door-
loopen die niet al teruimkonnen valien, zoo dicht aan den anderen komen dat Jer geen Nifcen gemaakt werden, of datzegeen plaats voor Tafereelen overla- ten, ftaat het beft datmenze geheel effen en eenvou- dig laat, en boven de Deuren, met vercicrde vierkan- ten of Boognifcen inlaat, en alles uiteenen aart en kleur der M uuren houd; het geeft een zedige en fraje we'ftant zelfs in groote en prachtige gebouwen als de voorbeelden uitwijzen. De Galderijen die aan 't achter end met Lichten op de Thuinen uitzicht heb- ben, fchijnen wel playzant ; nochtans zullenzegroot- zer fchijnen, wanneerze gefloten en dicht zijn , en dat het oog des befchouwers niet door, dat is't en- Hoeze groot den en verder dan't gebouw gaan kan. [adeGale- «hijnen. ryen en't heel gebouw zullen verkorten en kleynder fchijnen , wanneermen met een gehcele opening daar door tot in de ruimeLugt ziet; waar van wy dereden breeder zullen uithalen : daar wy dan ook zullen konnen fpreken van de opene Galderijen, die aan de plaatzen , en aande Thuinen komen ; en hoe die verfcheidentlijk en opmerklijk in Spangien, Vrankrijk en elders, aan groote Hc'cren Huizen geoeffent werden, zomer en Den gemeenen Huisbouw , onderde gematicht- winterka- heid van onze Landftreek verplicht de Neerlanders nier, zeer hard gezet te zijn op Zjrner en Winter- kamers, dat zijn verkoel en verwarmplaatzen ; het geen in de heete Landen en in de Koninglijke Paley- zen, pleeg in acht genomen te werden ; alhoewel ook onze Huisbewoonders, zoo't de veelheid harer vertrekken toelaat, na het Zayzosn des Jaars hu" verhlijf-frook- en Eetplaats zeer licht weten tever- wiffdeti Groote plaatzen zijn Zomers koel -, en ; - kleine |
||||
Or dineeringder Kamervertrekken, iji
kleine's winters warm, en de Kelderkeukens die
droog konnen zijn , en van byzondere tocht bevrijd zifn, zijn van de felve natuur. De Wanden met La- ken behingen brengt warmte by, en bioote Muuren koelte. Volgens de gemeene waarneming. 'tOrdineeren der Kameren vereift mede een goe- Ordineering
de wiarneming,om 't gebruik en de Form en grootte aer Kamers- met de mogelijkheid , wel over een te brengen. Wat proportie van lengde enbreette zy ten opzicht der ' hoogte behooren te hebben, wat kleine of groote Ka- mers zijn. Waar inze van de Zalen verfchillen,waar hun benaming vanafkomftig is, Hoezeby zommi- ge Natiën fray gebouwd werden, wat verandering daar in valt, na 't gebruik datze zullen hebben, hoe de Vertrek-kamers, Slaapkamers, Boek en Studeer- kamers, Kunftkamers of Kabinetten moeten geregu- leerd zijn; dat zullen wy in een tamelijke orden na den anderen aanwijzen : alhoewel wy achten dat wy aangaande de dry laatfte zoorten van Kamers ten opzicht onzer Zeeuwze Landsluiden, en in 't byzon- _ . ,„;.,
j 1, . , •'_ , ..., ij, i- • DeStad Mid- eler onze Geboorte Stad Middelburg, die moeiten deiburg na
Wel mogten fparen, nadien de Goden (is't me geoor-'l i^tn ge-
looft een Heidens woord te gebruiken ) daar zooda- nig Kerken en Altaren hebben verlaten, dat 'er noch Kunften noch geleertheid, noch voortgang in de begonne wetenfehappen, noch befcherming der wel meenende, noch Vryheid, noch Geregtigheid, noch Ware Godtsdienft meer kan doorbreken : Zulks dat die Stat van zijn eigen Inwoonden genoegzaam ge- vloekt en uitgelpogen werd, en het tijt werd haar toe te roepen (hoe wel muTchien te laat) o Jftüddel- i>urg iJfyCiddelburg fluit it Foor ten toe , je Stad loopt *".• en gy Provincie van Zeeland vertrouwd niet *anger op u zinlpreuk LnBor & Emergo, ( ik worftel K 4 en
|
||||
i$z OrâineermgderKamervertrekken.
pi houd my boven.) Maar fchrijftveel eer; Heer?
bekoedonswantwy vergaan, Dufdanigen rampfjjped had hun niet tijd genoeg by toeval konnen overko- men , maar ' men ruif e daar niet, voor datmen zelf; by foiemnele befluiten de geleertheid en weten- fchappen, ja zelfs de hcoge School die Stad uitge* boend had ; en datmen de klem en uitvoeringvaa Zoodanigen Vonnis ni e't alleen aan een opgerokkend ;kotvolfti;fkoppige Dommekragten had toevertrouç, inaarzeïfsby uitgeplakte Plakkaten (niet andersals ineen tweedeTurkdum) verbodenhad,datmenover de Wettige of onwettige bezitting vari zulken ver- mogen, niet twiftreden noch onderzoek doen zouw. P Klip, ô Zand, waar toe verzeild dat Lant.O Steen, p Zerk, waar toe vervald die Kerk ? Wy gedenken noch menigmaal aan de nadrukkelijke Anrwoorde die zeker düorzigtig Heer eens klakkeloos uit de mdnt viel,wanneer hem gevraagt wierd, hoe het mogelijk was, dat een overheid , ziende dufdanige mishande- ling en verval van zaken, noch veel eer hun macht en gezag kon leenen , om (indien 'tgeoorloftiszootc fpreken ) het Oordeel Godtsy tot verderf harer On- derdanen, zoo veel in haar is, al lache ice ten dienfte te fraan, dan de hand uit te ftrekken , om zooze an- ders noch door menfchen hulp te befchcrmen waren, die te behouden , zeggende : zy zijn geworden als de trouwlooze Schippers, die hun lading enKarge- zoenen aan vremde Kuften verdömmineert hebben- de, opdet'Huis reis liet Schip door een moetwillig lek ontrent de Haven zoeken te verzuipen ,om niet verplicht te zijn , rekening aan haar Reeders te doen. Mcóven, Tot de Kamer-vertrekken hehooren de AHcöven> £nitl0b~ Gardercbb'eji,enKleerkafïèn, Schoorflcen«i,en wat |
||||
Kook en Woonkeukenbouwing. i y 2
dies meer is ; welke dingen 't vernuft des Bouvvmee-
iters, de gelegenthéid der Erf, en de zindelikheid des Heerfchaps volgen: alhoewel de Garderobben ook zeer wel in de Galderijen, en in den voorbygank der doorgangen, achter de Portalen, en onder Trappen, en ekkrs beknopt konnen geordineerd werden. De Vaft ftaande Koetzen, zijn van wat geringer {[30-, en werden thans zelden,en niet Zcqgemeen als weîvoor dezen in de befte vertrekken, plaats gegunt. Wy zul- len 't maakzel van alle die dingen, na de verfcheide wijzen, met alle haarRichels, Belchotten , zy,voor en achter Panden, Dilthouten, en anders netgenoe" aanwijzen, om te kennen wat 'er toe behoord. Ö De Keukens zijn als de maag in 'sMenfchen Li- Keufcn?.
chaam in alle Woonhuizen noodig, hoe wel niet even Groot noch met evengrooten toeftel van ge- rief. Zy konnen onderlcheiden werden in Woon- Zooncn. keukens, en Kookkcukens, Zomer en Winterkeu-' «ensvoor en achterkeukens, en Kelderkeukens,al. «oèwelze veelzints van een en 't zelve gebruik zijn. Jjn om dat de Keukens in de Huizen by iu als een Gebruik. JUwt moeten zijn, daarmen Winkels van allerhan- de koopwaren vint, daarom moetenze van veel ge- rief verzien, en liever groot, als klein, en beter tame- lijk hoog en luchtig, dan laag van verdieoing zijn. ' Zy dienen met Spinden, of Spijskame/s, Houten »ingcn van lurrbakken, Fornaizen, Wateriteenen, Pompen, scrief' Schoorftcenen, Trezoren ,Dreflooren of Aanrecht- banken, en plaatzen daarmen Ketels en Vaten ftellen kan ed met noch veel andere dingen gemaakt zijn. Welke dingen anders in de Heere,ander5in de Koop- onderuit ^den, anders in de B urgerlijke, en veel anders in de vaa 0IÏ,fla8« ^pningen en Princen Keukens gereguleerd moeten e!jn , alswe op zijn plaats niet en zulleri vergetenj K 1 ''En
|
||||
154 Kelderkeukenboy.wing,
En alhoewel de Kelderkeukens hier te Lande zeer
gemeen gemaakt en tot de dagelijkze Wooning en
Huishouding gebruikt werden , zoo achten wy
,. nochtans onder verbetering, datze niet van al ten
Aanmerking , ., . . , Ç. ... .
over de Kei- grooten nootzakehjkheid zijn, om die in nieuwe ge-
derkeukens. bouwen van eerften aan te ordineeren, voornamelijk nietdaarmen de midde! in de hand heeft om Woon- keukens effens Vloers die haar licht op de middel- plaatzen of aan deThuinen konnen fcheppen, te ma- ken ; want wat is het noodig met den levende lijve onder d'aardc re woonen ? dat doet men lang genoeg, als men doot is. Daar en boven looptmen gevaar van vogtige en weeke gronden, in voegen men des Win- ters, en in tijt van hooge grondwaters zelden droog kan blijven , hoemen dezelve ook met duizent pra- ktijken en koften, van Teraflen, Cement vloeren, dikke Borftweeren, en fteene Beeren,poocht te ver- zekeren; na alle welke gedane koften, de Huisgenoo- ten zich dan noch dagelijks met Pompen, en Uitbaa- lien , moeten boven Water houden. Zeker wy heb- ben ons menigmaal verwonderd , datmen inzonder- heid hierbinnen Amfterdam, (daar immers op de meefte plaatzen de grond geen natuurlijke bequaam- heit heeft, om Kelderkeukens na wenfch te hebben, en daarmen nu al ruim zoo ver in de verftandige Ordineerïng derHuisbouwing,als elders gekomen is) noch al in 't maken van Kelderkeukens tot over ee- nigtijtis blijven volherden. Onzesachtens, diehet licht beminnen , zullen nimmer luft krijgen omop den klaren middag by de Keers, of in de duifternis te leven, gelijkmenin menig Huis doen moet. En niet alleen dit, maar oude en jonge Huisgenooten lijden gebrek door die plaats, die hun tot byz°n^r gemak moefte dienen ; want terwij 1 het d'oude moei- |
|||
Kelderkeukens en Bottelarijen, i $f
lijk valt, open af te klimmen: zoo zijn de jonge en
onbezuifde Kinderen ieder oogenblik in duizentpe- rijkel om door vallen en rollen, haar jammerlijk te bezeeren. Wy bekennen geern datmen door het maken van een Kelderkeuken, menigmaal een ge- makkelijk vertrek meer, alsmen anders zouw, in een Woonhuis kan hebben , en datmen die elders onder een Zaal, of Opkamer en anders, ja onder een Voor- huis, als 't nau komt, daar 't warm, vry en buiten den gemeenen aanloop is, tot veel gerief voor de Huis- houding ordineeren kan; doch wy achten dat zulken aanmerking voornamelijk dienden te gelden, wan- Reermen die zoodanig kan uitvinden ineen out of lang gemaakt Huis, daar geen bequame Keukens al- mede zijn, en datmen om de vermeerdering der Familien, en om andere plaatzen te fparen ; noch een vertrekplaats meer vm nooden heeft ; en belemmerd 's om eenig ander achterhuizing op te trekken ©f gants geen en heeft : alle welke dingen in de nieuwe gebouwen gemeenlijk geheel anders voor komen ; dewijl men daar meeft de vryheid heeft zoo hoog tebouwen alsmen wil;want Hemels hoogten is goet koop Erf. En alhoewel de Bottelarijen, Spijs en Provizi- bottelarijen
kelders, om gewichtige reden beft buiten de Kook- kelders. ' keukens geordineerd werden f gelijk zommige ook 'OZonderheid, Zomers, de Spinden en Spijskamers n?et geern hebben daarmen ftookt ) zoo zijnze be- Stanc,Plaats. quaamft wanneerze dicht daar ontrent zijn , en datze bonder door't Huis tefwiereh, uit den'anderen kon- den bezocht werden. Om de koelte en bewaring En m!&ui jfer Spijzen en Eetwaren , möetenze maar weinig V^t hebben, en beter met Steen verwulft, dan met *"JUt overleidt zijn, dewijl de Zolderingen Stof en Zant,
|
|||||
L.
|
|||||
1^6 Schoor Reenen en Schowüopijpen.
Zant, en met 'er tijd door de Worm, vermolflemen >
en zavel door laten , en de Spijs bezoctcien. Wan- neer de gronden en zymuuren droog, en niet dicht ontrent Regenbakken , of Waterloopen komen, zal- men min nood van Skkken , Zeugen en ander onge- dierte hebben : of nu de gebakke fteenen beter dan harde Steenen tot de Vloeringen zijq , om dat die 't Wateren het nat dat'er door ftortenen plengen valtjbeter dan den harden Vloerfteen in trekt (waar- om zommige die met künkert over kant willen ge- vloert hebben ) dat zullen wy nader onderzoe- ken. |
||||||||||||||
Schoorftee
nen. |
DeSchoorfteenen en Schouwpijpen , zijn de keu?
|
|||||||||||||
kens en kamers zoo nootzakelijk als de Mont en de
Neus tot de Ademtocht; en men ïs'erqualijkaan |
||||||||||||||
Gemeens
Schoorftee- nen. |
als geen van beide wel trekken wil. In de keukens
moeten de Schoorfteenen wel eenvoudig , maar wat |
|||||||||||||
ruim en wijt zijn , en een brede Haartftede hebben :
die ook beft den rook optrekken ; en groot gemak geven wanneerze wel met leggende en ftaandfi Vier' cieriijke platen, Doofpotten en anders voorzien zijn. Inde Schoorfteen- kamervertrekken paft de Schoorfteenen meerder be- valligheid en aangenaam cieraat : in welke wel te of- dineeren den Bouwmeefter ftof verfçhaft werd, fraje Inventien uit de Bouw-ordens, het zy dan met kor lommen, metPylafters, Lijftwerken, en frayvlojen- dekorniffingen,Feftoenerien, Beelden, Schilden > Bladertjes, &c. te inventeeren ; die dan ook geheel n? den ftaat des vertreks en volgens eenerley Bouw-or' den ( zooder anders eenige büjk van gezien werd, ; Nader aan-dienen gefèhikt te zijn. Men mort aanmerken dâ gemerkt, ^ oyerto]]jge pracht, minder welftant aa_n ?* Schoorfteenmantels geeft, dat een zedige vercierio' ge die tot de wel verkozen proportien der Bouw-01'' |
||||||||||||||
t
|
||||||||||||||
Qrdineering der rierlijke Schoorjieenen. i$7
. den met een lodderlijke zamenftemming toegevoegt
Js. Want de Vercieringera moeten in geen ding het 'frezen van een zaak die het verciert, zoodanig be- , 'emmeren dat het Lichaam zelfs daar in te zoeken is,- J^ant dan is de grootsheid geheel benomen, en 't ge- heel werk fchijnt niet anders dan een op een eetaften klomp van allerhande dingen die wel blijk ge ven dat- Ze elders zouden konnen dienen, maar daar, daar ' oierize ziet, geen dienft en doen. En zoo \vy het Oiogen dooreen gelijkenis verklaren; zoodanigen Jerk is even als de Beelden van zommige Schilders, die door de menichte der kleedingen en overtollig gezochte rijkheit der plojen, zoodanig bedekt zijn, dat menzer niet onder bedenken,veel min onder zien W Het zou mogelijkiemant te wijtfehijnen van deSchoorftcenopdenPredikftoel tefpringen ; an- derszouden wyoverdien,diemen metd'uitftekenfte «aukeurigheit koften en arbeid, in de Nieuwe Kerk hier binnen Amfterdam gemaakt ziet, verfcheide «;ngen aanmerken die hier zouden ter fne komen ; 7? wy°P een ander tijtfparen; alleen willen wy de a]aerfchranderften bouwkundiger in bedenken ge- ^en; of het^ niet mogelijk en zou zijn (fchoonmen Ve5plicht is, 't werk in veel opzichten te prijzen ) met Oim dan de helft van die fnijdwerken, koften en tijr, aie aan dat werk verfpikzijn, een Predikftoel te ma- *en, die zesmaal beter en verftandiger welftant heb- e«Zou.. Daar zijn veel fraje voorbeelden en model- Voorbeelden en van Schoorfieenen in Print uitgegeven, die aan al vaa Schoor- de oordeel hebben, aanleiding genoeg geven om Rwa^ ÜI2ent anderen nieuwlijks teinventeeren. En zijn
£°k nochecnige zinnelijke modellen in haar maat en onî°rtienbcneffcnshaar beko%nggefteld (daar
^«er eenigc die in Engelant en" elders na deoor- fpron- ,v.a
|
||||
i ƒ8 Schoorfteenen en Trappen der Huisgeb-
fpronkelijke geteikent zijn ) onder onze Papiertjes
in bewaring. Wat vrcmde manieren van Schoorftee- nen in Italien en elders nu en dan gemaakt zijn , hoc in zommige kleine vertrekjes aardige Schoorfteent- jes, om plaats te winnen, in de Muuren zijn gemaakt; dat zullenwe met eenige getuigeniflen beveiligen. Wat hoogte het opene van vooren, aan een Schoor- ftcen hebben moet, om behoorlijk te warmen, en waarom, en hoemen voor dezen daar in gedwaalt heeft; beneffens de waarnemingen die ontrent de Kokers en Schouwpijpen ten opzicht der Zolderin- gen, Tuleihouten, Reveelen ; Daken en anders moe- ten gelden : als mede tot wat hoogten zy volgens voorname willekeuren, boven de Daken moeten op- getrokken en geankert worden, zal daar al mede ge- Rooken der zjen werden. Daar het dan ook niet onvoegzaam „en?01 ee" zal zijn te onderzoeken, hoe het by komt dat zom- mige Schoorfteenen met alle , eenige met zommige winden rookemen door welke middelen die gebreken verlcheidentlijk konnen geholpen werden : waar toe wy eenige voorbeelden en ervareniflen, beneffens de gezonde reden zullen bybrengen. Trappen en De Trappen zijn van Outs,als d'Aderen in 'sMen- epgangen. fc^m Ljcnaam aangemerkt ; om dat gelijk het bloed daar door in allede deelen omgevoerd werd, men ook door de Trappen boven en onder, alle de dee- len des Huis bezoekt. Zy werden buiten en binnen de gebouwen gemaakt, maar de binnenfte zijn de ©ndctfcheid. noodwendig fk : men onderfcheidze in Wentel- trappen, en Bordestrappen, daardefieek en Hoen- dertrappen, alsafzettelingen van die, konnen toege- voegt werden. d'Een zoort betreedmen recht van voor zoo als de Trappen in haar Tramen of quartier- borden hangen, d'ander hebben, Slingertrappen die: ©m
|
|||
Trappen en Keîderbouwing. x^
om een fpil gaan; Ook zijnder hangende Trappen die nier te Lande zelden gemaakt werden. De 1 rappen van vooraan de ingangen der Huis-
gebouwen, geven doorgaans wel eenige grootsheid • nochtans werdenzein den Burgerlijken Bouw veel- *ints alleen uit nood en om Pak-kelders en Woonin pnonderdeHuizentebezoeken,geordineerd. Aan Geiegent- t wel verkiezen en ordineeren der Binnetrappenheid d« Zoo ten opzicht vanhaar plaats als bequame ruimte Tiappe"' en licht, en gemakkelijke opgang, is veel gelegen , en « meenig Huys daar door bedorven. Wanneerze ruim en licht, en makkelijk om vinden zijn, en geen voorname plaatzen bederven , zijnze onberifpljk Uie naukeung op de wejftand letten, ordineerenzê «leien dicht aan den ingang van eenig vertrek, om Oat twee opene gaten van verfcheide gebruik, en zomtijts van verfcheide gedaante, dicht aan den an- «eren, een flechte befchouwing geeft. Wat dingen voorts tot het maken van verfcheide geflachten van * lappen behooren, hoe hoog en breed die moeten «jn, en wat er waar te nemen is aan zeer hooge en voorgaande Trappen, en ten opzicht van 't getal dat g» Stadie behoord te hebbenfdat zullenwe ontren ueze plaats aan wijzen. tio?lKd,dCTS ?'jn in °n2e Latlden Van groot «> nut- Kelders,
'b gebruik; m t graven moetmen zich na de weeke « harde, vochtige of drooge gront khikken : en op £« hoogte en peil het on trent gelegen Water , aP.
e^nh)k ftaat. De diepe Kelde£ ^ ^^ ^
1 swinterslaauw. Hoe dieper hoeze beter Wijn
ardvruchten t en andere dingen konnen bewaren • VoÏÏ313??^ in hed droo§e §ronden,als ons de
orbeelden m Vrankrijk, Italien, Duitsland en el-
a Waarmaken. Men kan de Kelders onderfchei-
|
||||
'; 160 Kelder huwing tot verfcheide gebruik.
Vctfchciae den in naam, gebruiken maakzel, als namelijk Pak-
ïcïldcrs. kelders. Wijnkelders, VVoonkelders, Keukenkeldersj
Provizikelders, Bieren Wijnkelders en diefgelijke. Tot het een gebruik zijnzegrooter vannoodendan tot het ander. Daar zijn gegraven en ongegraven Kelders, de ongegraven Kelders werden zommige gelijks of op een trede of twee na met de Straat gelijk gemaakt, diemen zeer wek tot Pak kelders ge- bruiken kan. d'Ander zijn dieper gegraven, enbe- quaam in drooge gronden , behalven tot Wijnen en natte koopwaren, ook tot de Provizie van Drank en Hoegroot- anders voor demenagicn. Tot het laatfte gebruik
|
||||||||||||
Beid.
|
||||||||||||
behöordenze ten minften zoo groot te zijn, datmen
öngemoeit de Vaten en kranen, kan uit en in gaan > en andere Vaten toe en afbrengen : de Wijnkelders der Voorkoopers moeten zoo wijd zijn dat men tuf- fen twee, dry , of meer rijen Vaten onbelemmerd paffcerén, de Wijn behandelen, Verlaten, of affteken Eri verder en regeeren kan. De gevouwteerdc kelders zijn
fj^f ' koelder dan de gezolderde, die het dommelen eri het doorziften van Santen ftofmet'er tijt onderha- vig werden. Het licht moet in de kelders zomber Zijn , en Zoo menigvuldig van gaten verkozen dat- men 't minderen én meerderen kan. De gegraven kelders die in Teras of Cement leggen , houden beter tegen't Grontwater uit, dan dieflechtsge- meen gevloert zijn. Die de zypeling der by gelegen Grachten, of Waterkillcn onderworpen zijn, moet- |
||||||||||||
Keldervloe-
rinsr. |
||||||||||||
men met Terrasmuuren , of Steene Beeren verzor-
|
||||||||||||
gen. De kelders die rontsom afwaterende gevloerd
werden, en rontsom in haar goten leggen, konnen beft droog gehouden werden , van de ftorting en plenging. Waarom eenigc de vloeren met klinkert op zijn kant, beter ach ten dan harde Vloerfteenen, die geen nat als zeer langzaam in nemen, P-S |
||||||||||||
't Maken van Regenbakken. 16 i
|
||||||||||
. ; De Regenbakken om 't Hemelwater van de Da-
|
Regenbak-
ken. |
|||||||||
ten in te vangen , zijn in de Steden daar de Fontei-
nen en ver/Te Rivieren ontbreken, nootwendiger dan öaarze overvloedig zijn. Hun gebruik is ook zeer out -, daar is over de Form van de gemetzelde Water- bakken , namelijk ofze rond of vierkant, fterker en 't berften min onderworpen zijn , langtwiftgeweeit- d'Italiaanze Bóuwmeefters oordeelen dat de vierkan- w* F<»ni te (mogelijk om dat de hoeken licht af wijken) de ftebequaara" Jeefte noot van fcbeuren hebben. De Waterbakkeri ° "'' «'enen maar een in getal, en groot genoeg tot den ge- gelen Watervang, en 't HuilTelijk gebruik te zijn. Hoeze dieper onder d'aarde leggen, hoeze min van tdreunen , kloppen en kleunen konnen befchadicht werden. In welgeftelde Steden magmen de Water-- bakken niet fteken dan mettoefternmeri en ten over- man der Roymeefters. Zy moeten wel dicht met vertegw leras of Cement verzorgt zijn, niet alleen om hun ,de,r,Resc«- Water te behouden, maar ook om geen vuil Water J te laten ; waarom men ook altijt behoorde zor° te yagen datze niet te dicht ontrent Zekreten noch vuiinisgaten geordineerd werden. ZommiVeBak v«fch«ac Jen werden met Kelen en Wangen boven de grond ""^ jerkan t opgehaald, en gebruiktze om te putten ,• an- dere kit men geheel toe, of laat een opening diemeö niet een Koperen dekzel kan bezoeken, zoo om te Putten, als om 't Water te peilen : en ook om als het nood doet fchoon temaken. En werden dufdanige bakken meefr met Pompen getrokken : men zéic °ok dat dufdanige openingen dienen om lucht te 'deppen, en de Bakken voor 't berften te verhoeden jfn gelijk als dufdanige Bakken zorgelijk zijn , zoo k ^ voorzichtig gedaan wanneermen onder aan de *°pere Dekzels daarmen de mom van de toegelet- h '"■'■" '"m
|
||||||||||
I
|
||||||||||
16i Regenbakken en Welputten.
de Bakken mede bezoekt, een tamelijke dikke plaat
of koeke loot befwaart, om te verhoeden datze de Kinderen niet licht open en doen, en daar 'in vallen en verzuipen. Men maakt ook de Dekzels met klei- |
||||||||||||||||
Zuiverheid
des Waters ▼an groot belang. |
||||||||||||||||
ne gaatjes om't Water lucht te geven. En gelijkaari
de zuiverheid van het Water, veel tot bevordering van de gezontheid der JVIenfchen gelegen is, zoo |
||||||||||||||||
zullen wy verfcheide blijken by brengen, hoe zom-
mige zorgdragende Overheden, hebben poogen te verhoeden dat door geen vuile oeffeningen , noch ftof makende handwerken, als Pelflèrs, en Wolle- fchudders, die op het Dak plegen te arbeiden,het Re- genwater der goede ingezeten niet en zoude verdor- ven werden, waar van die van Leiden een voorbeeld in hun Stats Hantveften gegeven hebben. Welpmten. De Welputten zijn doorgaans in Europa gemeen» en in drooge en warme Landen edelder van Water > dan in natte en moeraffige gronden : 't oude fpreek- woort zegt, 'tis verlooren zoet Water in de Mod- der gezocht: gelijkmen het dan ook menigmaal in |
||||||||||||||||
Manieren
van Putten maken. |
zulke gronden heeft zien miflukken. De Putten
worden gedolven of geboordt, of door middel van |
|||||||||||||||
beide gemaakt, en met Tonnen, of met Muuren op-
gehaald; d'eerfte. manier was eertijts in tamelijke drooge gront, maar deSteene zijn nu meeft over al in gemeen gebruik. In weeke, onbekende en onzeke- re gronden , is't Puttebooren,inzonderheid het gra- ven niet zonder gevaar, en wy gedenken exempel11 daar vijftig voeten hoogte Metzelwerk, tegelijk"3 den afgrondt zonk, en Steen en Arbeid teloorg»n*/ Behalven daar door 't inkalven der Wangen > en j fchielijke uitkieming van zy en onder water, de gr*" vers levendig begraven zijn. Beter luktendd-A m- fterdammers, aan de Put by d'oude Kerk, en die, die |
||||||||||||||||
WatetputtenenTûmpn. tg*
in't Oude Mannen huisin't [aar 1005. Door Pie. r*ui*m
terPietcrzenEntegeboordwierd: dan of het over cert:'ts te al zoo zouw uitvallen, daar toé meenen wy niet veelAmftcrdam' reden te hebben zulks te denken. Hoe voorts de Vcrfctódé Putten moeten geboord werden , waarmeflze be- waatnc«»n~ hoorde te verkiezen, hoe diepze op zommige beken- pa' de plaatzcn moeten zijn • en wat eigen tlijk de quel- lem grond » diemen welzand noemd : waaraan t waterkan gékeurt werden j hoede gron t te voo- ren behoorde onderzocht te werden; mt teeltenen datter zijn ; wat rechten ontrent het gemeen gebruik der waterputten dienen waar genomen j Tioe de publijke waterputten met Ringmuuren en Dek-Iij- «cn, met Waterbakken, en öpftaande Yzerwerk ö- ■ pen met Ketter* en Put-aakers, of toegeleit met Pompen gebruikt werden, dat zal zoo veel als tot de' gemeene pradijk diend, aangewezen te werden. In Wa*.....a
Vrankrljk enin Duitsland, heeftmen de Waterput- ïtö
ten m de Huizen en op de Voorpleinen van groote eneWcK< Logïrnenten, gemeenlijk open, en in een halfrond rnetSteenezywangen.opgehaalt; diemenmetPut- Wind-aflenveelzints gebruikt; maar wy moeten be- kennen dat het grooten en langwijügen arbeid is, en voor een die beter manieren kent, verdriedzaam is ebefchouwen^ Wijzer en zindelijker zijn de Neer- ziMjUis landers die de Putten meeft toeleggen, en met Pom ** Neei,a* peri trekken, en met Gout-fchoonfKopere Krane" fX^ in haar waterftenen aftappen :Daar deFraficen Volgens par eigen betuigenis, veel te flordig toe zij ri öm die «ng en voorzigtig te behandelen of rein te houden ■ Ja menigmaal die wel zouden gebruiken (Wanneerze" ^oor langwijlige flordigheit hun Zekreten te Veel be ^ken!nbrUikbaar§effiâalitmhça>?™ ^aarM
|
||||
i <$4< Waterpompen en Zekreten.
Maakzel. Wat den aàrt der Pompen is, hoeze op verfcheu .
de wijzen gemaakt konnen werden , watdienft ieder ding of gedeelte daar aan doet ; uit wat ftof het ge- maakt werd -, hoe de ftaande ftukken, de Loode Bakken, de Houte Bakken, de Zuigers of Emmers ? het Sloten of Boffen , de Klappen, d'Opnemers, de Ermen , Roejen en diergelijke, behooren te we- zen j waarmen de Pompen beft verkiezen en plaat- zen zal, waar kleine, waar groote, waar dobbelde, waar enkelde, waar met Kranen, waar zonder Kra- nen of anders fchikken , dat zullenwe breeder aanwij- zen. Zekreten. Aangaande de Zekreten,dient in 't ordineeren niet
. alleen in agt genomen dat het Huis zelfs geen ftank of ander ongemak daar van en krijgt, maar oekdat de naafte gebuuren daar van onverhindert aan Kelders en Waterbakken blijven. En gelijk in meeft allefraje Steden daar ontrent tamelijke goede wetten gemaakt zijn, zoo behoordemen alle Koftu- Sattntient! men daar ontrent wel in acht te nemen. De Lucht of
tochtgaten in betimmerde erven zy n voordeelig wan- neerze inde ruime lochtkonnen opening vinden ; daar zijn willekeuren welke gebieden, dat by aldien hoe te Tel™ ^e Luchtgaten op anderluy Erf komen , zy ten
|
||||||||||||
len
|
minften i 5 voet van de grond moeten ftaan. De Se-
|
|||||||||||
lf reten dienen geheel yry te zijn, en niet te na aan de
Eetplaatzen , veel min in deffelfs gezicht. Hoe- danig voorts de Kuilen moeten gemetzelt zijn, en de Kokers en R iolen daar na toe geleid en gefteken werden, dat zullen wy met eenige blijken aanwij' zen. |
||||||||||||
Vouteeren en
|
||||||||||||
Het trekken en fteken van Bogen, Boogwelven
°°S c eD' en keldervouten zal hier ter plaats konnen in gedach- ten komen. De werkbazen en d'Autheuren hebben i/çel
|
||||||||||||
Bogen, *Poorten en 'Deuren. j 6$
veel en verfcheide practijken gevonden om Punt-
bogen , Flauwe Bogen, Scheluwe Bogen, kruis- bogen, en andere zoorten te betrekken ; ook om de verbroken Bogèn,ftukken in te voegen wanneer den regel verlooren is. De Bogen en Boogpoorten werden voegzaamft poorten 'm
in de verhandeling der vijfOrdens geleerd. Alsmede Demen, de proportien en cieraden van allerhande Deuren, Poorten en Ingangen. En alhoewelmen om veele noodzakelijkheden en noodwetten nië t al tij t het be- fte mag verkiezen ; nochtans zal het wel ftaan als de Deuren van 't voor aanzien, midden in de gebouwen komen, mits datze met d'hoedanigheid des Huis, en denftaat des eigen bewoonders eenlgzints over- eenftemmen. In den gemeenen Burgerlijken Huis- bouw, ismen veelzintsgedwongen de ingangen op d'een of d'ander zijde te ordineeren , om een Salet of Spreekkamer aan het voorhuis te hebben : dan aan winkelhuizen, en daar de Erf breet aan de Straat komt is men zulks niet zoo geheel verplicht. Men verci«ing« mag ook zomtijts weieenige blijk van Adel, door cn Stacie* Wapenfchilden, of andere Statelijke kenteekenen, daar aan laten uitbotten, dat inzonderheid aan pu- blijke gehouwen, en wel veelzints in de Frontifpicen, geoeffent werd. Daarmen 't uitwendig na laat , mag men 't zelve in de Voorhuizen, boven de in- gangen der Galderijen, en Portalen, en de Borftwee- ringen , der hangende Comptoiren , en overgangen van Hangkamers doen. Waar van aireede fiaje manieren in de laaft nieuw gebouwde Huizen bin- nen A m (terdam, en elders uit na volging vandie,ge- zien werden. Kaffijnen , Venfters en Venfteriichten en de Kaffijnen.
Glasramen daar toe behoorende, zijn vericheiden L 5 in
|
||||
% 66 Vensterlichten in d'Huisgebouwen.
in naam, fatzoen en gebruik ; dus heeftmen kruis-
kaffijnen, Dakkaffijnen , kloofterkaffijnen, die of ge- f ^c de"be- ^reuzeerd, gebiljoend, gejufferd, gefchaft, of Simpel handeid, gemaakt werden. De Venfters, zijn ftaande, of neerhangende, en flagvenfters enftantvenftcrs, en Venfters. werden na de binnezijde met Spiegels of metBor- ftels, of met ingelate klampen ; en de fkchte geheel stellen »an effen, ofmetopgefpijkerdc klampen, gemaakt. Over ne Lichten 't ftellen van Venfters en Lichten, die van achter of moet voor- 0p zijde,en op iemants Erve komen, vallen dikmaal fchiedenP" groote twiften en gefchillen tuften de gebuuren, en werd door 't onvoorzichtig ordioeeren of aanvan- gen van zommige lichten, menig Huisheereen Kat c. aan 't been gefmeten enin Proces met zijn achter of zy- gebuur geholpen: tot verhoeding van zulks, zul-
zullen wy d'algemecneCofttimen, onzer voornaanv fte Steder>in een tamelijke orden aanhalen, en tot de Burgetfijke practijk verklaren. In, veel Grootzeen Stadige Gebouwen heeftmen onlangs begonnen , ■y/einige, maar tamelijke groote Venfterlichten te In- venteeren: waar vanmen t'Amfterdam en elders voorbeelden ziet. Veel Muurs, en weinig Lichtga- ten, zal een Voorgevel grooczer dan veel Lichtgaten en weinig muurs maken. Wy plegen de groote ge- bouwen , die te vol Lichtgaten waren, dikwils by de gate plateelen te vergelijkenen welkmen,hoemen_ 7e keert ofwent,nietdan blad en gat zonder verwiffe- ling van gedaante of orden ziet. ^Weringen. ?t Geen tot de welftand der Zolderingen behoord, beftaat in vercieringe : en werden zommige prach- tig met Spiegels en Lijft werken, vergulde Snijdwci" kes, gefchilderde Hemelflukken', en Tafercelen van onderen gemaakt .• gelijk aok andere met gebroke kleuren vlak eegront, of mw Grettiffen, en graau- |
||||
Verder de Zolderingen en Vloeren. 16f
we Feftoenerien aardig befchildert werden, 't geen
ook aan de gelambriseerde Solderwelfzels en Bogen gedaan werd. Eenen Le Pottre, Teikenaar en Plaat- Étzer tot Parijs heeft menigte vol geeftige en dertel vercierde voorbeelden van Zolderingen en welfzels in Print uitgegeven. En gelijk deze dingen aan de Solderingen en Schoorfteenen licht de plaats wer- den ingeruimt. zoo werden die aan de wanden zom- miger kameren en Saletten die uit eenige (wier der Bouwordens met Pvlafters en gekorni ü e Lij ft wer- ken gemaakt zijn, en met Spiegelftukken en Tafe- reelenin gelaten zijn, mede niet onaardig te pasge- bragt. De Vloeringen werden of met Planken of met vioeringen.
Vloerfteenen geleit : de Plankevloeren werden van verlcheidc zoorten, lengde, breette, en prijs van dee- len geleid, en of flegt op ribben gefpijkert, of zinde- lijk met Saluwfteertcn ingevrogt. Aan de Solderin- EnZolderin- gen worden de Delen geploegt en met Solder vee-sen« ren dicht geleid. Men leid de planken gemeen- lijk endeling na het licht, ten zy den nood anders leerd. DeSteene Vloeren leidmen ofrmt harde of metStecneVloc'
gebakke Steen ; die of met groote of kleine, enkel rmge°' ' en eenvoudig in 't vierkant uit eene kleur of met twee ofdryderhande kleuren op verfcheide wijzen en For- ttien, en fchakeringen cierlijk geordineerd werden. De harde Vloerfteenen zijn Marmere, Sweetze, Doornikze, Souzinze en diergelijke Steen. De Mar- Italiaanse dere noemtmen Italiaan ze Vloeren in de wande-vloeten- Ung, zy ftaan zeer rijk en zindelijk,inzonderheit Wanneer ze fray met Fazen, en Spiegels, en groote Steenen. in goede orden veranderlijk geordineerd ?']**. Hoeze een-kjgarjger en met weinig verande- L 4 ring.
|
||||
H6%Bévloeringen, Vloerfteeneriy en Stoepen,
ring, gants zedig, en met groote' Vakken, of Figuren,
wel regulier geleit werden, hoeze grootzer en de ruimte van deSalen, Kamers en Galderijen beter be- waren. Sommige reguleeren de verdeeling der Stee- nen na de fwier der Solderwelfzels, dat in zommige gevallen een goe. opzicht kan hebben. Maar de veel-kleurige,of dry vierderhande Steenen zijn onzes achtens niet zoo wejvoegzaam, om datze fparteling in 'x. oog maken en 't gezicht van de heele grontvlaktc vloeren met teveel verfnijen en alzookleinderdoen'fchijnen. De pf gebakken2crjakke Vlqérftecöen zijn Plamuzen, of Bakken, Steen. diemen onderfcheid in heele en halve Bakken, in Tuimeleers , Eftriken en kleingoet. De gemeene Zoort zijn vierkant, maar men heeft ook achtkante, en Root en Blaauw van kleur. Ook vintmen Geel en Groen vergl aasde, die wel tot de wanden der was- keukens, Fornaizen en Schoorfteenwanden , maar zelden tot Vloeren gebruikt werden. Wy zullen alle de maten en benamingen dezer zoorten beneffens de maniere hoeze gemaakt werden. Met noch veel andere dingen naukeurig aanwij7en. Stoepen. DeStoepen zijn aan alle gemeene woonhuizen, als de Voorpleinen der Princen Huizen, en werden of Effens vloers of met weinig, of met veel Trappen op- Haar maak- gaande gemaakt : die laag by de grond zijn , werden veeltijts zoo groot als d'heele breette van de voorge- vel, met Houte of Steene Banken, Yzere, Houteof Steene Baaljes en Staanders gsmaakt, en inneering- achtige wijken, wel met Pothuizen belemmerd. De Stoepen diemen zydelings met Trappen beklimt moeten om de krimpende Trappen, en 't gebruik der Pakkelders, minder ruimtebefkan : 'm-'tordineeren Ro« te Am behoordmen de Stats wet te volgen, en zijn b~uren ft^darn bc-onver2et telaten.Atnfterdam heer', de maat derStoe- ?aalt- pen, |
|||
Ven(lertralien> en Tzerwerk. 16<j>
, pen, en openeSlagvenflers, Uithangborden, Pothui-
zen en KafTen, van Straat tot Straat, Grachten en Burgwallen, Sloppen en Stegen, in zijn Handveft, tot op een duim breet bepaald. Van Yzere Veniter-tralien, Lening-Yzers, Bal-
cons en wat dies meer aan de Voorgevels geordi- neerd werd ; daar van zietmen over al fraje voor- beelden : onder die , ziet m'er t' Amfterdam eenige ■Van wijlen Wouter Gerrits gemaakt, die in achting zijn. Onder onze bewaarde fchetzen hebben we noch eenige fraje modellen, die meed in Vrankrijk en by- Zonderlijk te Parijs na't leven gcteikent zijn , waar Van eenige niet onaangenaam te befchouwen zijn. In Yzere Tra- de verhandeling der Materialen of bouwftoffen, zul-1'?0 e° Lc- lenwe breeder van de verfcheide zoorten en het 'ng Reglement op 't maken van allerhande Yzerwerk, dat tot den Huisbouw behoort, beneffens de zoor- ten , maten en gebruik van allerhande Spijkers (pre- ken : hier flechts in 't voorby gaan met een woord indachtig maken,dat alle Yzerwerk, zoo van Sloten, Duimen, Hangen,Springfloten ,Grendels, Schui- ven, Krammen, Beugels, Ringen, Draifloten, Klin- ken, Venfterkrikken, Knoopen, Kloppers, Raambe- flagen , Handhaven , Sluitelingen,Schietboutjes, Fit- Tzerwerk zen,en wat dies meer is, voorzichtig moet aangeflagen ^o'^'g werden ; om geen werk, dat fchoon en wel gemaakt is, door 'tlaatfte optoizel tefchande temaken, ge- hjk dat door fcheuren, fplijten, en afberften ; of fcheluw en fcheuins behandeld te zijn, aan meenig Werk gebeurt is : onzes achtensbehoorden Timmer- man en Smit,met Boorcn,Kepen en inlaten,en anders clkandercn hier in getrouwelijk de hapcj fe bie- den. Pe LeuiiFen werden rneeft aan de Burgerhiûzer»
|
||||
170 LeuiffenenGlamenfltrs.
en die Winkel waren voorkramen , zelden aan Koop-
lieden , en noit aanHeeren Huizen gemaakt. Al- hoewel eenige, kleine Dekleuiffjes boven 't Kalf van de voordeur, op Kardoezen of Hoekzetten heb- ben. Uit watRichels, Planken, Lijften Dekftuk- ken, Leuifyzers en anders de gemeene Leuiffen werden gemaakt, en met Pannen, Leyen, Geteerde Prezenningen of Teergronden Hamerflagof andtrs gedekt werden, dat zal op zijn plaatsgevonden wer-; den. In 't ftellen moetehze binnen Amflerdam a eerft, van de Roymeefters aangewezen zijn, hoe men- ze zetten zal, voorriamentlijk aangaande den uit- lprong. Glas en £jet Qjas tot befluiting der Lichtgaten , is in deze fters. Landen heel nootzakelijk en in gemeen gebruik. Men verbezicht tot het zelve Ootters, Heflifch, Me-
kelenburgs, Bronswijks, Holfteins, Frans en Bour- gonjens Glas : men verwerkt dat gemeenlijk by de Voet, die in zommige Steden daarmen deze ihaatde glazémèkerà-Voetnoemdjvry klein is. Het Glas werd op veelerley wijs, verdeeld en in het Loot gezet. Hoe de zoorten van 't Glas by 't gros, in KafTen, Kiften, en anders herwaarts gebracht, en by de Voorkoopers gekocht en verkocht werd ; hoe veel fchooven daar in gaan, watze gemeenlijk ko- deMRn^n ^en' Hoe de verdedingen en Figuren der Ruiten in verfcheide in veelerley Kruiffen, Vlechtwerk, Steekwerk, Lam- ftckw, petten, Goutze'fteek, Kerkwerk, Noerze fteeken anders plachten onderfcheiden en tot de maat der Y- zere Gaardens gepaft te werden, eer de vierkante Ruiten zoo gemeen als nu waren ; hoe de modellen verdeelt en afgeteikent werden, en wat gerectfehap- pentotdie behandeling dienen, dat zal ontrent deze plaats jngeWt werdçn. . |
||||
Kappen en *Daken tot den Huisbouw. xj i
Om de gebouwen niet blootshoofts te laten, KapWntao
• moftenwc zekerlijk aan de Daken, Kapbinten en en Dalten- Spanningen gedenken. De Daken zijn of jchueins op* gaande, of aan vier zijden toegekeuvek, die men Pa- viljoen of Italiaanze Daken noemd: doch andere werden, als in d'Oudetijt, geheel vlak of plat toege- leid. Die dry hoekfchgewïjze opgetrokken werden Hoein 'tai- moetmen niet te fteil noch te vlak van ftorting ma ^"keren ken. En d'hoogte diende na't vierkant van het ge- bouw eenigzints gefchikt te zijn: hier te Lande is de gemeenc Practijk-oefFening, de Daken uit ee- nen gelijkzijdigen dryhoek te betrekken. DeDa- ken die men fteilder maakt, moeten nootzakelijk hooger zijn : en die vlakker leggen, zijn f waar van haar zelven, en in de Winter dik met Sneeuw ge- pakt, doenzedegordingsendereft, groot overlaft 'ijden. Hoemen de hoek Kepers trekken zal , en wat 'er voorts aan 't/pannen van afdaken waar tene^ men is; Bcnefïens de verfcheide manieren op welk- men de Kapbinten kan ordineeren en fehikken na den aard en waarheid des werks ; dat zullenweon- trent deze Stoffe niet onder laten aan te wijzen : als mede fpreken van de hangende en leggende goten : van de Planciergoten op Kardoezen, met Orna* mentlijften, Neuslijften en anders. Wy hebben met lange zorg en vlijt, veel fraje modellen en J^^g; voorbeelden van wel bedachte Kapbinten, van Ker- re?'"1 ken, Huizen , Schuuren, Stallen en ander*verza- meld, die meeft nauwkeurige geteikentzijn. En hoe I^!15t!ike" weinig hulpmiddelen van die dingen tot noch toe modellen yoor de Werklieden voor handen zijn gewceft ,• -M" K^ea (alhoewelze zeer daar om verlegen en daar na oLSon- VerUngt hebben ) dat is veelen genoeg bekent. Wy «bwwwfc ■ met yerftandige en befehtide Mannen zien te |
|||||
over-
|
|||||
ijt 't Repareren der Huisgebouwen.
overleggen, wat, en welke van die dingen , eerft en
tot de meefte nuttigheid dienden in't licht te komen', en is 't by aldien eenig Liefhebber of goed-dadig Menfch , ons uit zijnen fchat elders in zal willen by {pringen; wy zullen met alletoegenegentheit , en dankbaarheit erkennen, door zijne weldadigheid ge- holpen te zijn. |
||||||||||||||||||
*t Repareren
d<s gebou- wen een (tvj voorwerp voor den Bcumcefter. Reparatie
gelchiet om verfcheide reden. |
Even als in 't Inventeeren en uitvoeren van nieu-
we bouw-werken 't verftandt van den Bouwmeefter ftoffcvint om zijn vermogen te toonen, zoo vint het ook goede gelegentheid in en ontrent het repare- ren, herftellen en nieuwelijks aanbouwen of verbe- teren der gemaakte werken. DeReparatien, verbete- ringen en nieuwe Aanbouwingen worden gedaan of uit nood om ongelukken en fwaarder reparatien voor |
|||||||||||||||||
te komen ; of om gemak, of uit zinnelijkheid om mi-
waar inde fl.ant en Verval weg te nemen. Dus Vijzeldmen de |
||||||||||||||||||
reparatien
beftaaa |
||||||||||||||||||
Huizen op die te laag zijn; men bouwd nieuwe Ach-
|
||||||||||||||||||
terhuizingen , Kamers en Keukens, graaft Kelders
en Kelderkeukens ; maakt Zomerkamers, Lanteerns en overdekte luchtige Eetzaaltjes, Hofprielen en Latwerken ; zet de Schilderquaft nieuwlijks over al op : zet de Voorgevels af ; raapt de uitgevreten Muurvoegen vol, trekt Pompen, hervormt Schoor- fteenen; fteekt nieuwe Peuyen onder de Gevels.Ver- nieuwd de Daken ftukswijze ofgeheeljEn wat dies al meer is. In alle oneffene Boedels, werden de noodige re-
paratien aan Huizen gedaan, voor alle andere gemee- ne fchulden betaalt, maar de geheele nieuwe werken zoo grif niet. En men krijgt daar wat van, zoo er wat over fchiet ; alsmen by de voornaamfte Rechts- geleerde aangetekent vint. , j Volgens verfcheide Stats Wetten machmen' «e ' |
||||||||||||||||||
Wat recht
noodige re- paratien heb- ben. |
||||||||||||||||||
—I
|
||||||||||||||||||
V Repareren der Huisgefouwen. 173
.Huisgebouwenook niet zoodanig laten vervalllen, Huisgebou-
datze tot merkelijke onteering der Steden en Straten wenmog™ «rekken , of tot fchade van de Rent-eifTers die gel- St8 den op dezelve gefchoten hebben, verminderen.13'" 0Dgere- Men magze ook niet afbreekeh, dan met voornemen ^6** Wl'". om die wederom ineen beteren fhnt op te bouwen. Alwaar 't ook.om een Tuin of ander geringe bou- wing die min als te vooren was, daarin plaats te wil- len maken, zonder al vooren daar toe van d'overheid gevolmachtigttezijn. In't repareeren van deHuis-GecnHu'zen gebouwen, behoorden alle Bouwmeefters en Werk- om^M™* meefters, ten opzicht van de orden om't werk wel bouwd te la- te beginnen, altijt tenprofijtevan haar Heerfchap-"11, pen, zich wel te bedenken, en voorts alle Materialen die uitvallen, wel te rade houden, niet licht Hout en ^teen, Puin en anders weg werpen dat aan 't zel- ve werk mocht van nooden zijn, als men al dikmaal heeft zien gebeuren. Ook moetmen niet zoo nauw in'trepatee- aHes veibeligen, dat het opreeden van Steen en Hout,ren dicnt door laflên en voegen , en ongemakkelijke behande-50"0*"'*8' hog door de dachgelden opgegeten werd; en de Gierigheid de Wijsheid bedriegt. In 't opvijzelen en Gierigheid °ptrekken van Huizen moetmen verzekerd zijn } bedriegt Qfmen geen buuren aangaande haar lichten, ofan'wSjS* «er gemak daar zy recht toe hebben, benadeeld ; op «at wannnccr 't werk half begonnen is, 't zelve niet pefchort en werd, en 't Heerfchap in moeiten en ^hade komt. Hoe gemeenlijk het vijzelen toegaat, Oprijden e° hoe de Huizen op fchroeven en rollen ook achter- dct tiu zen" ^aarts en voorwaarts konnen gezet werden,(gelijk P. Vi«gboons van 'tHuis van d' Heer G: Ornia getuigt) ^n Wat'er voorts in waar te nemen ftaatjzullen we door £e banier in Amfterdam gebruiklijk , genoegzaam onnen aanwijzen. Wanneer met het opvijzelen niet' een
|
||||
174 Landhuisen Hùffledebouwiiig.
^en geheele verdieping of doorgaande gront, kap uit-
winnen, is hetnaulijksdepijnc weert, ten zy üatmer* door 't aanhoogen der Stratenjgeperft werd zulks om minder reden te doen. Grafgebôu- Hier zcudenwe nu den Tuin der SteedzeHuis- bouwing mogen fluiten en tot de Landhuizen en Hoeven overgaan, zoo miflchien nietzommige zou- den oordeelen, datmeh de Doodgraven, of Grafge- bouwen , als de laatfte Woonhuizen, en meelt in erï zomtijts ontrent de Kerken, en Kapellen, gemaakt werden , tot die der Burgerlijke Huisgebouwen behoorde toe te voegen : daar onzes achtensir de bouwkunde derAntijken genoegzaam van gefproo- ken is. befchfera"1 ^n gel'}k d'óüde plachten te zeggen dat het Land- leven het vermakeli jkfte, het voordeeligfte, het ge- De bouwing zontfte, en dikmaal het zaligfte leven is ; zoo leve- Jn/n" Hoeren die dingen welke tot de ordineering en bouwing ven van van Lanthuizen, Hoeven, Lufthoven , Boerewoö- radet om- ningen 5 Stallen en Schuuren, en anders waar te ne- men zijn, een groote reeks van zaken uit; die, om 't gezeide vermaak , profijt' en welvaren waarlijk daar in te vinden, op 't netfte dienen bevorderd te La^XimT z'in* En alhoewel het in onze Landftreken niet zoo bouwen zeer aankomt op de keur, waarmen een Landhuis moet. verkiezen zal, als wel in Bofachtige en Bergachtige en Moeraffige Landen ; nochtans is d'een plaats, ge-
lukkiger en gezonder dan d'ander. In vlakke en Jee- ge Landen magmen de hoogfte plaatzen verkiezen» Én in Bergachtige Landen de vruchtbare Valleyen. De Landhuizen die niet te wijd van de groote ver- makelijke wegen, met hetkhoonft in 't aanzien > Çn ontrent eenige Watergang of vaard, en niet re wijt van de hulp der Menfchen gelegen zijn, konnen niet = onver-
|
||||
Landhuis en Hoffledebouwing. ije
onvermakeljk zijn:en ook zeer ligt hetgernak Van alle
af enaanvoergenieten. Gelijk aand'anderezijde,de Waargeww Lanthuizen en Hoeven , ontrent fterk afloopende n>k' Wateren, of Zeeboezems, of Meyren , groot ge- vaar loopen. Ook konnen zommige Landhoeven, door 't over wajen en verftuiven der Duinzanden , Zeer geplaagt werden, wanneerze daar deun by gele- gen zijn. Zy moeten ook niet verkozen werden te dicht aan de weg , en daar de dagelijkze en gemeene wandelingen voorbygang valt, op dat het Huis van den Heer niet veeleer een Herberg, daneenluften rufthuis zy. Sware Playzanthuizen, en Hoffteden te dicht onder de Veftingen der Steden, of in nieuw in- gedijkte Polders te bouwen , heeft meenig Heer- fchap berouw en fchade toegebracht : dit wiften ook de fpotachtige Joden, den Propheet fchimpswijze toe te dienen alshy haarjeruzalems belegering voorfpel- E«chiel » de, alsmenbyEzechielzienkan. v. j. De Lanthuizen konnen in dry gedachten onder- Dryerier
fcheiden werden, namelijk in Gemeene ; in Eerlijke Landliui- en in Adelijke : d'eerfte diemen tot gemeen gebruik zcn" en ftille buitenwooning; de tweede voor vermo- gende luiden, die niet al te veel willen laten blijken, daar glorie in te ftellen : endelaatfte voor die met f ragt en Hoflijkeomflag,hun naam en geflagt pogen m aanzien te houden. Indien men in 't verkiezen van Wat 'm** een luüige en vruchtbare oort, juift alle deugden Ztlt"ë en natuurlijke bequaamheid niet en kan aantreffen, plaats ,ot dieder rot vermaak en profijt van een heerlijk Lint cen Hofflcds huis en Hofftede vereift werd ; nochtans en behoor- méLlZlt demenze noit aan zoo Bar-oorigen hoek, noch zoo waar goe- dgelegen, noch onvruchtbaar te begrijpen, dat 'er mia zi'n* - *£oft en Konft en Arbeid aan zou te vergeefs zijn. En Ppdatmen zich hier in ookna eenige regel zou konnen dragen,
|
||||
ï 7 6 Landhuis en Hofjledebmwing.
dragen, zullenwe eenige proeven, die de gronden, de
vrugtbare Aarde, en gezonde Wateren keren kennen, niet vergeten by te brengen. Hoe klein en eenvoudig een Landhuis aangeleit
■werd , daar diend niet van 't nootwendigfte te ont- breken ; ja het behoorde zijn zelfs onkoften, en 't le- H6e dege- ven van den Heer te voeden. De wijze Kato plach te ftedf<betof Zeggeni Dat een wijs Land-Huis-Heer zijnbeftier hoorden te zoo moeft aanleggen , dat hem zijn Hofftede meer zijn. verfchafte te verkoopen, dan benoodigen in tekoo- pen. Die dan verftandig willen bouwen, zullen hun
landhuis aan zoodanigen vruchtbaren oórt ftichten, dat'er wel een lufthof tot vermaak en een Moeshof tot de Keuken ; maar ook Boomgaarden* Weyen en . Zaylanden tot voordeel en Jaarlijkze inkomften , Hofftedèn-e rontsom gelegen zijn. Hier in is ook al dikmaal ge- bouwing. mift: zommige hun Landhuis en Hofftede te groots aangeleid , of dikmaal teveel geld verfpild hebbende, eerze noch Vryheer van de grondwarén-heef t te weeg gebragt dat d'onkoften meefter, en't Heerfchap ge- perff. wierd , 't heele Kraam teffens te verkoopen : rechte Buiten-hm&en die de Meefters doen verhui- zen. Wït■.??'cen De voorname dingen die tot een Lanthuis, en Hofftede be-Hofftede nade Adelijke wijze,behooren, zoumen hooit. kortelijk aldus konnen optellen , en zeggen datze be- ftaan,in Voorhoven, Pleinen, Huisgebouwen , met Kamers,Zalen,Portalen, groote Ingangen, Galde- rijen,grooteTrapppen, Kelders, Keukens, Bottela- rijen, Paardeftallen, Thuinen, Orangerien,Parterrenj Bloemhoven, Dreven, Vijvers, Menagerien, Wa- randen, Vogelkojen, Duif huizen, Queekerijen, Bos- jes- Heggen, latwerken, Beelden,Groenewagens» Prielen," Palmhey ningen, Paden, Hekken ,Drayboo- mcn?
|
||||
Landhuis en Huf^edebówmièg. iyy
then, Bruggen, Poorten, Moeshoven, Boom-gaar-
den, Weyen, Zayakkers, Boere Wooningen , Stal- len en Schuuren, en wat 'er meer toe hoord. Welke dingen of in 't geheel.of ftuksgewijze, en na ieders ge- legentheid moeten en konnen gèfchikt zijn ; alswe in 't byzonder zullen aanwijzen. Hoemen de Lanthuizën na verfcheide Staten be- Hoe de
hoorde te ordinccren tën opzicht harer vertrekken ; Landhuizen na wat Oortof Wint zy beft gekeert ftaan : wat tot ^nèfg™ haar cïerlijkheid behoord, waaromze zedig en met ordineert weinig cieraad van buiten behooren te zijn , koe dg w"d'""' wegen én toegangen behooren beplant te zijn ; wat zypaden zy moéten hebben. Waai- en hoedePaar- deftallen behooren geordineerd te zijn ; wat Poor- ten, Hekken èn Braggen,betarfielijk zijn. Hoezever- fcheidentlijk konnen gemaakt werden, ten opzicht van de behuizing van den Heer: Dat zal alles tame- lijk breet aangewezen werden, 't Verdeden en affte- ken van wegen , Rijd en Wagenpaden ; Öreven, Vijvers , Bloem én Moeshoven , Heyningen, Schuttingen , geünden , Latwerken, Wagens, Prieden , Fonteinen , Zonnewijzers, Beelden, &c. Behooren in de écrire plaats tot deordineringen bou- wing vanj't Heeren Land-Huis. Hier ontrent zullen- we aanmerken, hoe breed dé aïgemcenë Wegen, Pa- den en Pleinen behooren te zijn. Hoe men de Paden ç^dfnéen'ng hard kan maken , wat ly wegen èn noodwegen zijn. ontrent het Wat beplantingen èn zoorten vart Bootnen daar we g'S. behooren ; waar en welke Vruchtboomen hier of üen. daar beft voegen ; welk beft open , en welk beter te- gen Schuttingen tieren. Wat Heggen, ofMantelin- gen van ander Boomgewas tot Schuttingen dienen tonnen. Waar hooge waar leege Boomen pallen. Hoede Böorneu tot dé Verfcheide gronden moeten M toe-
|
||||
178 Hofflede en Lanâbouwing.
'tordinceten toegepaft werden. Wat in 't ordineeren en leggeri
van hfven. van Parterren waar te nemen is: wat gelegcntheid een Hof groots maakt. Hoe den Moeshof en haar Bed- den tot gemak geordineerd, en voornamelijk uit goe- de aarde verkozen,wel voegzaam van den Bloemhof kan afgelcheiden werden. Welke Form van Vijvers en Viskolken beft tot de voortteeling is. Wat'er in 't aanbefteden en delven van Vijvers en Grachten en 't vervoeren der fpijze waar te nemen is. Waar niet onvoegzaam bleekvelden konnen verkozen werden. Welke winden, als fchadelijke moeten afgekeerd wer- den. Wat tot de Bosplanting in acht te nemen ftaat. Wat vremde en rare Boomen en Bloemen, men hief tangerijen. te Lande queken kan. Hoe de Orangerijen moéten gelegen zijn. Wat Stoven en bequaamheden zyvoor de winter vereiflen : en wat Tobbens en Bakken de voegzaamfte zijn, en hoezemoetengefteld werden. Waar de Latwerken, Wagens en Prielen beft voe- gen : wat form de verftandelijkfte fchijnen: Hoe en waarmen onkoftelijk Fonteinen kan maken en welk ■water daar toe bcquaam is; als mede hoemendoor Konft een Echo vinden kan; en hoemen voorts de Pronkbedden, en borftbeelden , tot verciering der Tuinen en Galderijen ordineeren en volgens een' grootze wijze ftellen Zal. Boomsaar- De Boomgaarden, weyenen Zay-akkers behoo- den, wcyea eipentlijk tot den Boer, of Landbouw ; en heb- üen. ben om wel geordmeert te zijn venqieide waarne- mingen noodig. Wy zullen aanwijzen in wat plaats,"
en hoemenze verkiezen en beplanten Zal ; en waar- omze met verfcheide VruchtboonW moeten be* plant en hoe gerangeert zijn. En in wat voegen, voorts de Boomgaarden met flooten moeten, om- graven zijn. Wat landen beft tot v?cy en en wel ge- legcfl
|
||||
, Boere woonwg, Stalen Schuur houw. i79
legen voor den Landtman konnen zijn : hoedani<? voorzien van drinkputten.en watdienftcenigefcha^ duwachtige hoeken de Koebeeften toebrengen kan.
Alsmede hoemen deZaylandèn afftceken zaLwaar- omze metleegeBoomen moeten beplant, enSloo- ten omgr.iven zijn, en wat Harney-hekken, Boomen en andcts,dmgangen van VVeyenen Zaylandèn heb- ben moeten. , Voor al moet hier in aanmerking komen waar Roere woo
men de Boere wooningen, Schuuren en Stallen ordi- nin£en" rieeren zal, het zy dan dat die zullen dienen voor een Kaflelein, die,'t bewind der Hoeve ten profijte Van den Heer heef t.ofte dat hyzein Huur heef t.Hoe- danig en waarom zommige met voordacht de Boere wooningen altijd van het Heeren huis afgelegen, en aan de flinker zijde hebben geordineerd ( daar het andere zonder onderfcheid altijd aan de weftzijde hebben willen plaatzen) datZullenwe neffens ande- re dingen aanwijzen. Men kan het ganfche beflag. «er Boere wooningen in de volgende dingen be* paald zien, alhoewel aangaande zommige , d'een mm d'andere meer noodig zijn : wy achten dat de «oere wooningen na by de rijd en wagewegen moe- ten gelegen zijn : ookzoodatze water ontrent, haar Stallen met gemak konnen brengen. De Schuuren boeten dicht by, en meer dangroot genoeg totd'in- Hoess,CSCB' Jamelingvan denOogfï,en met een of meer vafté jJorfchvlocren voorzien zijn. De Stallingen voor de En , |
|||||||||
ract wat
be- |
|||||||||
Ë5?en * die vee,caandeZuidziidewilîengeplaarft amfcg
j?ehben , moeten zoodanig met minder Stallen , en timme*i bokken, afgefchoten zijn, dat de Paarden en andere 8roote beeften, van de mindere konnen afgdcheiden ^W.,Die kun Hoy niet in de Schuur konnen laten, Struiken Taffen, of overdekte bergen. De boere ■M z wooniru |
|||||||||
18o Boere wooning, StalenSchuurfouw»
wooningen moeten ook van Kelders voorzien zijn,
om de Melk, Boter en ander zuivel koel en kuifch te houden. Kaffen en berders om de gemaakte Kaas te leggen.Stallingen en logien voor Karren, Wagens, Heggen , Ploegen , Paarde Tuigen, en wat meer tot den Landbouw behoord. En voorts goede woo- ning voor den Huisman.en Logiment voor Maagden en Knapen. Zoo mede koten voor de Verkens,Hoen^ der en Kalkoen hokken,duiveKoten, Meftputten, Bak-keet en wat dies meer is. Tot welk alles niet qualijk fchikt, dat een tamelijk groot voorplein of buiten-aarde aan de wooninge voor't uitloopende Meen vee leedig gelaten werd: ook een waterkolk voor Enden en Ganzen of andere watervogels. Wy hebben veel fraje modellen, en ontwerpen no- pende de Boere wooningen, Stallingen en Schuuren allengskens by een verzameld, in welk alle verdeeling der wooningen, in de gronden, en in doorfnijding en andere ftanden inopflal buiten en binnen in haarê fpanning en binden nauwkeurig met de bygeftckie maten afgeteikent zijn. De by zondere dingen, die verder aan de Boter en Ksasmakerijen en voorname- lijk aan het Schuur en Stallingbouwen waar te ne- men zijn, namelijk hoe een Paardeftal en een Koe- ftal moet gemaakt zijn, wat 'er al aan is : welk men de Rifteelen de Boomen, de Kribben j de Koeboch- ten , de Greppen , de Klauwborden, en al de reft noemd ; en wat gebruik zy alle tot die benamingen hebben ; hoe men de Dorfchvloeren verzorgen moet; Waarom de Bakketen alleen en van't HuYs en voornamelijk van de Schuuren moeten afftaan : hoe de Duif huizen en Koten konnen gemaakt vfcr- den ; en hoe tegen Roovers en fchadelijk Vee te vér- zorgen , hoe en waarmen Byeftaüen moet zetten * n waajf |
||||
Ovens en Vierftookerijen &c. 181
waardeMeftputten , en Verkenskoten behooren te Ordineering
ftaan : wat maakzel de Schaapftallen hebben moeten, ^"ffch6i" en wat dies meer is,zullen we volgens d'hedensdaagze omtèlTL Practijk-oeffening aanwijzen. B?erc ^oo- En alhoewel miffchien onze redeneering zommi- n"1S"
ge licht vermoeide geeften al te lang en meer dan te ruim mocht fchijnen uit gedegen te zijn, of datwe aireede te lang zijn bezig geweeft met alles over hoop te halen ; nochtans gelpo ven wy, dat deaJge- meene bouwkunde ons noch veel anderedingen kan afvorderen, die in onze oeffening niet dan met de grootftenalatigheid en konnen achter wege blijven. Onder deze konnen zeer welvoegzaam de maniere, Jtoftumen Formencn Koftumen van Bak-ovens, Fornaizen,' Zl^!^' Werkhuizen,Difr.illeerplaatzen, Verwerijen , Zout- vkia°^- keten, Kruitmolens, Mauterijen, Steenovens, Pot en r';en' Tegelbakkerijen , Perflerijen, en al wat ontrent de Vierftookerije behoord , betrokken werden. £« Dewe;te„ nadien dat in geen bouw-werk de willekeuren der^Xt^ Steden, nauwkeuriger dan in die moeten waargeno- tif«^LJ Oïen werden, zoo zullen wy niet alleen in veelen aan onderh°->- wijzen, hoe de gezeide Vierftookerijen konnen ge- *** WM<kl- «laakt werden, maar ook aanwijzen hoeze volgens de rechten, en met verhoeding van Brant en anders behooren en moeten gemaakt werden. Vaneenige dergezeidedingcn, hebben wy ook zeerfoje aftei- leningen, 't Kan niet ontkent werden dat het ma- s,uis'Ho^ ken van Dammen Kay-ingen,Befchoy-ingen Paal- Z^f perken, en Wat dies meer daar aan vaft is, tot de tot ^ bau- bouwkunde behoord: en komen dufdanige dingen in kanft' r maken van Grachten, Zaflen, en diepen van Have- nen, en verflopte deurvaarden, 't leggen van Bmogeri "eken van Boogen, houte en fteene' Sluizen en Bee- ^P» om water te fchutten, zeer wel te pas. M 3 Dç
|
||||
; 82 Kay-ingenenBefchoy-ingen,
Kefchoy-mg De Kay-ingcn werden met Planken en Palen , of
«n&a^r met Steen, en zelden , als in grant, enwalbraaken " met Rij s vlechtingen , en ruwe Steen daar tuffen ge-' daan. DePlankeBefchoy-ingen tot vafte wallen, zijn t' Amfterdamlangde zak gegeven, en de Steene al- gemeen doorgebrooken. Alleen heeftmen in de laatfte uitlegging van zommige nieuwe Grachten,' de Belchoy-ing van hout gemaakt, die buiten twij f- fel wanneerze vergaan en dé nieuwe gronden beza- digt zullen zijn, met Steen zonder opzicht op de be- korting te nemen, loflijk zullen vernieuwt werden. Voor twee Jaren heeftmen de wallen van het Mo- len water binnen Middelburg in Zeeland, met Rijs- vlechtingen óf inkrammingen voor 't inkalven ge- fchoijd om verder inbreuk en" koften te ontgaans ten teken dat in die Stad, den armen Drommel uit- hangt. En waarlijk zoo't niet tijdelijk en waar ge- fchied, die heele wandel en rypadt was niet alleen in weinig jaren ingekalft, rnaar ook die Stadt van zijn overige luifteren vermaakelijke wahdeünge berooft geworden ; Dat zeker al ten grooter jammer voorde Middelburg ze doe-nieten zou gewceft hebben: voornamelijk zouden dc Nacht-uylen en diealsrit- zige Katten onder 't voordeel van donkere Mane- fchijntjes daar loopen krollen , hun dat verlies te be- kladen gehad hebben. Alhoewel N.N. wel mocht vvenlchen, dat het over thien Jaren ingefwoigen waar ge weeft, zoo had hy miffchien zijn hand door een te vooibarigen boezemgreep aan een eerlijke getrouwde Juffrouw geoeffent (dien hy mogelijk voor een Orientaaltjen aanrande) in die beraamde wandel- dreef, niet verbrand. Hoe voorts de Dammen tot pammep. afkay_jngen} jn \ rnaken van nieuwe Bruggen, eo Steene Sluizen behoorden te wezen: hoe'tuitfpat- 'A :. . " ":~...... "~ ten |
||||
Hoofd en Taalwerken &cl 183
• ten der wallen kan verhoed werden, en wat 'er toe
behoord, om flag van water te verduuren,dat zuüen- We neffens het maken van Steene Beeren, Oudanen, Paalwerken tot Hoofden, Havenen en Moeljes, ver- volgens aanwijzen. En hoe veelaan die zaak gelegen is, en hoe alle zorgdragende overheden daar op be- hoorden acht te flaan , enzeergeerne moften voor- zien zijn van ervare Mannen, om in tijt van nood, hun oordeel en dienft deun by de hand te hebben ; dat zullen wy met eenige nutte bedenkingen nader aanraden.En gelijk de zorgeloosheid in deze,en 't ver- achten van wijze mannen raad nu en dan onverzette- lijke fchaden heeft toegebracht ; zoo bebben ook die der Stadt VHffingen eenige Jaren geleden ook wel getoond watze waardig zijn; wanneerze aan zeker Bouwmecfter (die by ons in achting is, en haarde middel aanwees om in weinig tijt, jaarlijks wat meer koften aan hun gevaarlijk hooft en paalwerk te doen, danze gewoon waren, om daar door zoo veel te avan- ceeren datze in hondert Jaar geen omzien daar na fouden hebben) tot antwoord gaven : On&e nako- melingen mogen ookjvat doen, 't z,al'onz>e tijt licht uit- homven. Waar op de voornoemden Boumeefter niet on verdient antwoordende, zeide: Verzuipt dom lie- fer hoe eer hoe liever gemakkelijk engerufielijk^y x,oo bullen de nakomelingen je z,orgelooshett niet verwijten kpnnen. Hier toe konnen de Sluizen en 't geen tot dieping
der Havenen , en fchuuring dient zeer licht betrok- ' R' ken werden. Het is wegen de groote dienft der Schutfluizen te verwonderen zegt Roemer VifTei-jdat de botte Hollanders geen Sanct of Heylig hebben §eiïiaakt van die geen dieze eerft gevonden heeft. De ^aterfluyzen werden onderfcheiden in fatzoen ca • ~" "" " M 4; ge. |
||||
184. 'Dammen, Sluizen &c.
gebruik ; dus heeft men Schutfluyzen, Vloetfiuizep
Schuurfluyzen, Speuifluizen en diergelijke. Hoeda- nig die moeren gemaakt werden, waar en wanneerze konrfcn diénft doen , hoezemoeten verzorgten waar genomen en wel onderhouden werden, tot verhoe. ding van onheilen; wie 't recht van Sluyzen te leggen toekomt, en wat'ér voorts toe behoord, dat zuilen- we mét voorbeelden en beftekken, beneffens de toe- ftel en behandeling der Slikhouten, Kloofterhouten, Swalpen, Bodems, Wegeringen, Schoftgebinden s Stortebedden,Deuren,Spillen , &c. Naderaanwij- fen. Daar by ook aan teeckehen vèrfcheyde manie- Ten van Plavenfchuuring en dieping doorModder- meulens • overftortinj? van Water door Mole en Pompwerken , Hoófenen diergelijke. " len Bouw- £n gelijk alsmen fonder Hout, Kalk en Steen en inoet ?0ede andere Materialen niets bouwen kan, fooisdeware feèoois van kfennis, der algemeene Bbuwftoffen, den Bouwmee- kVhebbcn* ^er f°° nöodfakélijk als fijn regterhand gelijk hy ook tonder die, fijn Meèfters en dikmaal hem felvenfeer fchadelijk is. Hy moet dan eerftelijk net kennen, de riatüur,föort, én benaming van alle Timmerhout ; en hét Timmer- weten welke Land-aart het befte 'is, wat lengde çn wat hout. Iwaarte allegeflagten van gezaagten ongezaagtHout heeft ; waar Eykeri, waar Greinen, waar Vuuren-
houtof Wagerlchotbehoordgebruykt te werden; van wat prijfen het gezaagr of ongezaagt is ; welk by 't ft uk, welk by telling, en welk by de maat verkogt werd. Wat het honderd, hetduifent,hetfchoken anders van het tel goet, by inkoop en uytkoop ge- meenlijk geld. Wat allerhande Delen, Ribben , Ke- pers en ander gezaagr Hout van yder fne op de Zaag" molens betalen moet. Wat verfchil tuffen goet en flest hout is ; wat Motverig, Reetfchaleg en wrak
■ ■., . ,..'.-•■■' Hout,
|
|||
4art en vermogen der Bouwfloffen. 18 «•
Hout is. Hoe 't Hout verarbeid moet zijn, om langft teduuren. Hoedanig't Hom uit de Noord- ze laft komende gefield is ; van wat lengde en nut de Mors, Larewijkze, Swijnzontzc, Langezontze en Koperwijkzeen andereNoartze deelen zijn. Welke onderfcheid in Boomze Sparren, korte en lan»e R e- velaars, enkele, dobbele en fware Juffers en diergelii- ke te maken is. Hoelang d'enkeleen dobbelePaal- balken ; de verfcheide elle Balken en Stolpbalken zijn. En hoe veel duimen fwaarten zy hebbea. Van wat fwaarte, lengdeen breetteal e zoorten van gemeene delen , Balkdeeln, Pruiffedelen en andere gezaagt werden , en hoe breet zy werken. Op wat fwaarten de verjçheideribbensen latten gezaagt zijn, en wat Blaren, Ribben, Kepers en Veren men uit wa°er- fchot heeft. Tot de kennis van 't Hout volgt datmen 'theele*'1 Ampten
4mpt en vermogen van een Timmerman weet; dat^™^ een Bouwmeefter nette kennis van al zijn doeningen meimann.im' en gebruik van zijn gereedfchappen, fpreekwoorden, ep woorden van gebieden, en dienften der groote •werktuigen , die tot hyflen en aanvoeren voordee- hg zijn, hcefr: zulks dat hy in alle geval,net kan ordi- neeren, watgebüjoend, gejufferd, gelipt, gemeskant, gerabbat, gefchaft, geploegt,met pinnen en gaten , met tanden , en anders moet bearbeiden behandeld 2ijn. En wat 'er voorts by Inloeven, Inlegeren, In- 2nken,Fermetten,Intuimelen,Bedragen,Toeleggen, en diergelijke verftaan werd. Gelijk ook het Hout- Houtdrajen drajen, voor zoo veel het Balonfters, Kolommen en Eecldfnii- Bollen, Sporten en andere dingen toebrengt ; en hetdeD' geen een beeldfnijder in 'tfnijden vanFeftoenen,Schil_ aen.Modiglions, Bafimenten, Kapiteelen, Bloemen, f-ïjften, Beelden, GrottifTen, Bladeringen en anders Mj ver-
|
||||
18 6 Aari en vermogen der Bouwfloffen.
verfchaft j hief onder zou konhen betrokken wer-
den. Metzclaar Den Metzelaar als een van de vier boukundige Am- I'^ee,"i •„ bagtcn > fpeeld in den Huisbou nevens den Timmer- grootctol m o i , ■■
denHuys- man by na demeefteröl : in alles wat hy van t zijne
l)OUW- daar aan toebrengt, en van hem geweten werd, moet den Bouwmeefter grondig afgericht zijn.'t Komt 'er hem dan op aan dat hy niet alleen den aart, zoorte en, groote , maar ook dé waarde van allerhande gebak- ken i en gehouwen Steen, Kalk , Zant, Cementen anders kent, en hoe die ook beft en met de meefte voordeel welvoegzaam konnen verarbeid werden, zoorten Van de gebakken Steen zullen wy aanwijzen, van Ira item" wa£ maa^ze^ de YlTelfche, Leidze, Dortfche, en an- dere Steen is.WatroodeMoppen,Grauv/e Klinkerd, dikke Klinkerd,Pleveyen,boven Steen en onder Steen is. Wat zoorten en groote van Plamuzen, Efteri- Ken enTuymelaar, witte gefchilderdç en verglaasde En verfchey- Steentjes daar zijn ; welk Steen tot Straten ■> tot Bak- dentocpafie- ken,tot Kelders,tot Weltzels, Binncmuuren, Buiten- 'i gc ™y • muurcn> Vloeringen en Haartftedendienen; hoeveel Steen van ieder zoort in een roede muurs, van i. 11. 2 ! en meer Steen dik gaat : hoe dik zy droog, da? is, zonder moortel, en hoe zy met moortel metzelen : hoeze behoorlijk moet nat gemaakt werden. Hoe d'een Steen tegen d'ander uitgerekent werd. Wat vrachten en ongelden, op Steen Pannen en anders op verfcheiden plaatzen vallen. Van wat groote,'prijs Pannen, en deugt, de roode , de blauwe, de verglaasde Pan- nen, halfbakken, héêlbakkên, keelpanneri , fchouw- pannen, vorften en diergelijke zijn ; welk groote Kalk, Enkhuizer en Woerder Pannen zijn. Het onder- fcheid van Dortfche, Engelfche, Doornikte» en friefché
|
|||
Aait en vermogen der Bouwftoffen. 187
. Friefche Kalk : wat y der foort by denHoet, dat is
omtrent 16 fâkken, koft : tot wat werk d'een beter dan d'ander van vermogen is. De deugt van wit en ^oortel graauw Zand , 't mengen en beflaan van verfcheyde Taas. JVIoortel ; waar min, waar meer, en hoe veel Zant moet by gedaan werden. Hoe de Baftaard Terras, Bak-terras, en Cementen gemengt werden, en zoo voorts. HierbyzullenwedeKalkbranding, de ver- ^"enzand- valfching der Kalk, deMetingh en alle de Orders grorf™ ' daar op , tot een toegift by voegen : beneffens de proeven op 't Zand ; de quade ftreken der Zandhaal- dersj reglement op't meten: wat Keurmeefters op Steen, Kalk, Zant, Terras en Moortel, gefteld zijn. Al de benamingen, en doeningen der Metzelaars «^oot"
behandeling; als namelijk haar gereetfehappen, den en ge- werkwoorden , en woorden van eebieding, moeten rzcd'ciMP- ook ge weten zij n. Een Bouwm eell er moet zoo wel als een werkman verftaan wat rooven , bikken, vol- rapen , afzetten, plaafteren , ftrijken, ophalen en andere behandelingen zijn: wat puntbogen, paan- uerpunten , flauwe, fcheluwe, en ronde bogen zijn. Wat een vallende Tant,een ftaande Tant; kruys Ver- band ; ftaande verband, petitze en ftreekze Laag,vleg- ling, Sleeksmuurs, Bedommelen,Rol lagen, Kant- 'agen, verlore Lagen, en diergelijke zijn. Wat vlie- gende , wat flepende, wat in 't Loot, wat fchoon en ^at werkelijk gevrogt is. Wat Klefoor, Borftweer, °°g > Vermeel of Fromeel, Stootvoegen, Lange- v°egen, en honderd andere Werkwoorden meer, keteekenen. Wat TrofFels, Houhamers, Mokers, ^kers, Hantboomen, Breek-yzers, Waïef paffen, *^j-en Winkel-haken, Schiet-looden,Paflers, Met- ?el-draden, Schoppen, Houwen ) Moortel-tobben,
-------- Bak. |
||||
j 8 8 Aart en gemogen der Bouwftoffen.
Bakken, Ladders, Moortel- en Steen-paarden, Plan-
ken, Stengen, Metzelhouten, Stellingtouwen, Kruy- wagens, Zakken, Manden , Plaafterborden, Panne- ftrijkers, Voegyzersen anders, die \vy alk zullen aan- wijzen dat den Metzelaar hebben , en wel weten, te gebruiken ; Die moeten den Boumeefter nier, pnbekent zijn. çteoAoïi- Tot het Metzelwerk behoord mede de Steenhou- werije, en wat van harden Steen, als gebeenten der Huisgebouwen, tot dezelve verorberd werd : ten zy dan , dat een gantfch werk, het zy voorgevel of meer als die, geheel uit witten of blauwen, Oorduin gebouwd werd. En zijn ook in veel wel gereguleer- de Steden, de Steenhouwers, met de Lootgieters., Pompmakers en Schalyedekkers onder een Gild. Den Bouwmeefter is ontrent de Steenhouwerije ver- Aart en pligt te weten, van wat natuur en aart de blauwe, fooiten d« grauwe en witte Oorduinen, Marmers en anders zijn. steen.*6 Veel dingen van blauwe fteen vint men in verfchey- de voorkoopftedcn, als Dort, BrufTel, Doornik, en anders in voorraat en tot verfcheyde dienften behou- wen. Men onderfcheytfe hier te Lande in Naam- fche, Dinantfche, Soucinfche, Doornikfë, Bente- merfche, Sweetfè, en Italiaanfe Steen. Van ver- voomat van fcheyde blauwe Steen vintmen, Sponnings, groote en. bhuw steen. jjieyneGotenj Vorftenjgelijftebreeen (malle Drem- pels , Kelder-wangen, Water-fteenen, dobbele en enkele Pompbakken, meer en min gecierde Staanders tot Stoepen, Poorten, Kardoefen, Pinfteenen, Sleu- tels, Serken , Reepen, Fafcn, fijne en grove, ge- flepe en ongeflepe blauwe en grauwe, roode en grau- we Sweetfe, en Italiaanfe verfcheyde Vloer ftee- nen: gevlamde en ongevlamde Kolommen, Pijla- fters, Pedcftalen, Bafimcntcn, Kapiteekn en an- ders;. |
|||
Steeifvormen en 'Pannekakken. 185?
ders ; gebakken Schenkels, halve Kolommen, Poor- Geba&eœ
ten, Ovalcri, Potten, Bollen, Borftbcelden, en veel ^-ciera- andere dingen, dieveèlzints vaftemaat en prijs van in- en uytkoop houden. Naukeurighëyts halven agten wy niet onvoeg- StcCQ-k&-
Zaam te zijn hier de maniere van Steenvormen, Pan- nebakken en Plamuzen maken, by te voegen^ en daar in aan te merken hoe veel Werkvolk daar toe vereyft werd, en wat yder daar ontrent doet en toe- brengt. Wât ydef daags winnen kan, en hoe veel Pannen, of Steehen, of Plamuzen een Werkman op een dag van elk zoort vormen kan. HoedeKIey bereyd, en op de vormbank in de vorm gedaan, met Stcer»-1'8r- de boog afgefneden, met de natte Plaam overloopen j en de Steen te droogen gezet werd. Hoeze droog zijnde in de bak ovens gezet werden. Hoe de Ovens nier fhe-gaten, zy-gaten, en kap-gaten gemaakt s^1**11** zijn, hoemenze ûookt ; hoe door verfchcyde be» handdd gen de hitte kan doorgaan ; hoe by trappen moet werd- geftookt werden : hoe langmen fterk, en wanneer men minder moetilooken -} in wat tijteen oven ge- meenlijk afgeftookt werd. En gelijk van deze, zoo Panae-bafc- mede van het Panne-bakken , en Plamuis-vormen.kcn- Wat werk denTredef, dert Walker, den Infiager, en den Vormer ontrent het panne-vormen doet. Hoe de Plamuzen met ds? Batereel vlak geflagen, op haar maat gefchroeit, en voorts werden opgemaakt; en wat gereetfehappen verder tot alles vereyft wer- den. Ontrent welke dingen, die onzes âgtens niet ónvoegzaam te weten zijn, zommige zoo onkundig zijn, datze naulijx weten welk de Quak, of de Neus yan.een Dekpan is. tj Het Loot-gieten, Pompé-maken en Ley-dekken,
-^rd in vele plaatzen zamen-gedaanj en behoord mede
|
||||
ipo Lootgieten enTompmaken.
*L|Tmaken mec?e 9nc^er ^e vier bouwkundige ambachten. Den
en Leydek- Bouwmeefter behoorde van alle deze dingen goede feen. rekenfchapte konnen geven. Hy mag zeer wel ver- GroOteLoot- n u S -°. > i ? <-1 • i
gieting itaan noe de grootegieting van t plat Loot gefchied :
hoe de gietbank gefteld, het vochtig Zand met de houte raak en met de Kopere, Plaan moet gelat ge- loopen zijn. Watfmeltpot,hoegémetzeld, en wat voor gereetfchappen van yzere wannen, lepels, fchui- mers, ploegen ? tangen, lappen, ftokken, draagboo- men, en anders tot de gieting , fchroojing en verder Leotgictcrs behandeling van 't Loot noodig zijn. Wat drijvers, gere ap' hamers, zoudeerbouten, lepels, fchrapers, rijklappen,
heften, drijf en zethoutjes en andere mindere ge- zoorten van reetfchappen in 't arbeiden gebruikt werden» .Welk
fwaarLoot, dobbelen enkel tijk Loot is., Waarom zommig,Tijkloot, ander Örgelloot genoemd werd, en wat een voet vierkant van ieder zoört weegt; waai" en tot welk een werk 't een beter en noodiger dan het ander is. Hoe de zouduur gemaakt en wel gebruikt werd. Wat werkwoorden en woorden van gebied onder hen zijn, zal daar ter plaats gezeid werden, staande Hoe de ftaande ftukken en Pompbuizen werden ge- pompbuizco. §oren ' wat fchalen, en karens daar toe noodig zijn,'
hoe het Pompmaken toegaat. Wat Pomphaaken , Hamers, Plattijnen,Trebelettenr Bolhamers, Vier- potten , Spitsbooren, Elzens, Rafpen en andere tui-, gen een Pompmaker tot zijn gereetfchap hebben moet. Uit welk hout de fuijger en flot beft gemaakt getcePt™Lp? werden, hoedanig tot bequaam gebruik opgeflagen g
wat Yzerwerk tot een Pomp behoord, en wat ge- bruik en benaming ieder derzelve heeft. Uit wat herkomft de uitloopen, en de waterloozingen daar de Pompkranen in fteken , meeft met opgefperde Leeu- wen bakhuizen gemaakt werden? dar,z.alalIesalsop den hoop toeloopen. ï0 |
||||
Leydekken,zoortenvanTz>er&c. ipi
In de Land-aart der Schalien of Leyen is mede Ley™ ef
groot onderfcheid ; en zijn van verfcheide prijzenSclalm'" en deugt. Daar werden, Plcymuidzc, Schalkomze, Vaalmuidze, France, Luikze, KculzeofRinfche, Dortmuidze, en Nieuwkafteelze Leyen verwerkt: ook een zoort die men Paftoors noemd. Onder wel- ke zoortcn, de Schalkomze, Pleyaiuidze en Vaal- muidze by eenige voor de befte werden gehouden. Hoe de Leyen voorts op de reebank gereed, gedekt Çn genageld werden, zullen wy beneffensdegereed- fchappen, fpreekwoorden en werkwoorden aanwij- zen. In Holland en inzonderheid te Amiterdam berden thans de Pannen meer dan de Leyen ge- bruikt. Den Smit kan vry minder dan den Blikflager in Smit.
den algemeenen Huisbouw ontbeerd werden : als hy Yzer en Kolen tot zijn gemeen handwerk heeft, kan hy arbeiden, en zonder die niet met qllen : daar Zomtea ym is medeeenige keur in het Yzer , en werd het zelve ?«*• niet alleen aan zijn gewoone merkletteren gekent, niaarook in zijn Land-aart onderfcheiden. Dus vintmen platte vierkante Staven meteen Fgetekent. En daarna met een H, En de gekroonde H gemerkt, dat zeer geprezen werd. Daar is Spaans Yzer, Dant- ziksYzer, StokholmsYzer, Haarts Yzer en dierge- «jke,als ook Neurenburger, Sweets en Hansmuziker StI3Î" Staal, dat wel bekent is. Wy zullen verder aanwij- zen wat Sme, of Smitskoolen de befte zijn j hoeze Staits Kee beproeft, verkocht, en uitgemeten werden. Het|C"' Smeden zelfs vereift weinig werktuigen, die niet ge- meen bekent zijn. Het by werk en kleinwerk van Slot en Sleutel maken, klink en ringelwerk, en al ^at blank gevijld moet zijn, heeft wat merr gefutzel aan : èB4è geelt van den werkjaar» vint daar ontrent ook gele-
|
||||
15? 2 Smits werk en befchildering &c.
gelegentheid, om frajeèn nieuweInventien tema-
verfcheide ken. Van het Slot en Sleutel maken heeft eertij tsee- sjnits. nen 2i^aturin lonjfe delà Flèche'm 't Jaar i fjiy.eeti geheel Boekdeel uitgegeven daar menigte voorbeel- den inkomen, van allerhande Yzerwerk tot den ge- meenen Huisbouw dienende. Men pleeg de Smeden in grof en fijn Smeden te onderfcheiden. Waatby voor een derde, vierde en vijfde den Ankerfmit, den Spijkermaker, den Hoef finit, en die Hand-werk-tui- gen, fnijd en Àkkefgereedfchappen maken, konnen ■ ... toegebracht werden. War fpijkers de bette zjjn, hoe veelerley zoorten daar zijn, hoe lank, watzehet ftuk, het vijfentwintig en 't honderd wegen : waar toe ieder in 't gebruik der bouwkunde dienftig is , wat ordered regels by zommige Overheden, over't ma- ken der inlandze Spi jkkers gefteld zijn, dat zullenwe met alle de rett der Yzerwèrken die hier te Lande ee- maakt, of van buiten gemaakt herwaarts ingebracht werden', en welke vry mogen ingebracht werden » aantekenen*. , Schilder. Óm dat den Kladfchilderde nieuwe bouwerkeri nier alleen een by zondere 00° kan geven , en veel dingen lang voor Water en windknaging kan be- fcherm'en, maar ook de oude verftorvene en Verlap- te Huyzen eennieüroktjen aan paffen, daarom mag hy niet vergeten werden,rioch aan den Böuwmeefter met zijn geheel vermogen èrï kunlt onbekent zijn. schildering Daar is onzes achtens veel aan gelegen , de fchilde- wan een ■ een „eheel huis wel te verkiezen': zedige Huis moet o ö. . .... . _, o
wei verkozen en gebroke kleuren" zullen meer aanzien, en de plaat-
werden. zen ruimer doen fchijnen, dan fterke Cn' wrèéde Ver- wen , of verfcheide kleuren die malkander nijdig zijn. De zombre en ftille gemengde kleuren en al die. éenigzints uit de verfcheide kleuren, des meats cn dach*
|
||||
Befchildering 4er Huysgeboüwen. i <j|
dachlichts verkozen zijn en daar na fweemen, ftaan GeSrote
beter dan de enkelde : en alle verder Cieraat en Huis- tIci>r«iftas*» raden, Schilderijen,Kabinetten, Porceleinen, Gout, We' Zilver, Behangzels, Tapeten, en Verguldingen,heb- ben een bevallige gemeenfchap en overeenftemming met dezelve; die door fterk afftekende en brandende koleuren verdooft, en in haar welftant fchade lij- den. Zeker indienmen met wijsheid daar in voor De nüa dezen had willen handelen ; men zou voor al geen scw00n'j'i enkel Fermilioen, zoo gul aan de Zolderingen, noch zoîde» riiÇ Schoorfteen man tels vermorft zien. Ook zoumen in Ptczcn,s plaatzen die donker en Zomberzijn, geen droevige pmberachtige Zolderingen en Wanden zien, noçhîn heldere en al te lichte plaatzen, geen Schildering die te wit of te Kernemelkachtig is, befchouwen. Men moet voorvalt en zeker ftellen dat indien den Bou- meefter van 't Heel Al geoordeelt had dat de voor- werpen meer deugt en fchoon aanzien van de gloei- jende en rootbrandende harde Verwen konden ont-» fangen,dan van teere heldere en Hemelze kleuren, by miffchien den Hemel en 't licht geheel anders dan wy het nu zien,zou geftek hebben, Hoe de kleuren moe* ten getemperd werden, en op wat grond zy moeteti aangeleid werden , om zonder verfchieten lang ftant te houden; welke beft buiten, en welke binnen'langft ftant houden, v/elke min of meer van den rook ert ftank befchadigt werden : en hoe men zommige Verwen die ftank en rook licht aantrekken eenig- zints daar tegen wapenen kan, en wat Olijen en Verniffingen, daar toe hulp doen ; Hoe men de cicaden dis- natuurlijke Steenachtige Marmeririgen, de Glan- in''Scijildc: Zige verlakkingen , Neuteboomen,Paljezantingeri}tóoèutijat rijkftandige verguldingen , de Grottiflen .» Feftoe- »en en Loof werken, aan Koepels en Gelambrifïeer- |
|||
îp4 Bouwkundige Stoffering.
de Welfzels, Lijnen , Befchotten, Deuren , Galde-
rijen, Balonfters, Opgangen,PylaftersenVender* blinden , het zy met kleuren ofGraauwtjes en Okers, en andere Cieraden zal fchikken en ordineeren ; daar is mede noodigop te letten. Ook hoemen de Zolde- ringen van Kamers, Zalen en Galderijen > met cier- lijke Spiegels tot d'houding der Hemelftukken, dat zijn Tafereel en van onderen , gronden en (lemming na de grootsheid des werks fchikken zal : in welk dikmaal gemift werd,wanneermen niet let in hoeda- fiigen manier de Lijften en omwerken, eenige veran- dering ten goeden often quaden of tot vergrooting of tot verkleining der plaats aan de Schilderijen kon- nen toebrengen. meelden op Steene Beelden of Statuen ,op Deuren te Schilde- peuren te ren is vry in gemeen gebruik, maar onzes achtens, onekew" §een ^aat van ^e grootfte bedachtzaamheid ; beter Hjk. , paffen zy in Nifcen, en wel geordineerde beeldvak- ken,daarze vaft ftaan, en daarze niet zoo oneigentlijk, als op deDeuren,gints en herwaatts moeten fungeren. vaft ftaande d'Inventien en verkiezingen der Kontt-Tafereelen fiakken te en Hiftorie Schilderijen aan Zolderingen, Koepel en Boog welven, en die ook aan de wanden, in ingelaten, Vakken en in Schoorfteenen geordineerd werden » hangen wel grootdeels af,van de keur der Heerfchap- pen, of bedenkingen vanden Bouwmeefter, zooveel den toepaffelijken inhoud derzelve aangaat ; maar d'eigentlijke uitvoeringeaan den vernuftigen Schil- der, dezelve aardig, playzanten groots na den ftant van befchouwinge te volmaken, GefciiMerde Van de doorluchtige Glazemakers is aireede ge- bene^fr0" fproken, en wy mogen om welftaans wil, het Glas braiken. fchrijven tot het bcfchildercn en verderen der Huisgebouwen, aan knoopere alhoewelze in de bou- ying
|
||||
Öngelden en Lajîen op de Boüwftoffen. lp f
wing dezes tiits, een kleine Figuur maken. Eertijts
waren debefchilderde Glazen zottelijk en overtollig in gebruik- en men zagdemeefte Glasvenfters der Kerken en Huizen zoo volbeklat, datm'ernauw Hemellicht door zien kon. In Zomerkamers en lug- tige Galderijen,en die tegenThuinen,enopene plaat- ken en de locht uitzicht hebben, konnenze matig te pas gebragt, eenige welftandige playzantiegeven. O- va!e Wapens in 'c midden der Glazen zondermeers zijn hier en daar duidelijk, en d'Hiftorialelnventierij metgraauwtjes, zonder fprekende koleuren gefchil- dert, zullen doorgaans de oogen van de verftandigé befchouwers meer genoegen geven , dan of de Gla- zen in alle hoeken enzijen, als met gefchilderde Hei- iigjes vol geplakt waren. Tot alle deze dingen behooren ook noch de by- £®2?
zondere békoftigingeri en ongélden die op de mate- lea en Halen en boüwftoffen in 't vervoeren van d'een plaats B°u*ft°ffen, na d'ander, en op den uit en inkoop vallen , in aan- merking te kómen. En gelijk als in de beft geregu- leerde Steden , daar voorkoop efi ftapelrecht van zommige waren is, goede orders op de verkooping, öntfang en uitleveringgefteld zijn 5 zoo zullen wyLToI!en f* aanwijzen, wat Vrachten, Tollen, Paalgelden, en an- ders binnen de zeven vereenigde Provinciën, van Steen, Hout,Loot,endiergelijke indezenen geene plaatzen voort hondert enduizent &e. moéten bè- > y...... taalt werdert. Wat Licenten vandegehouwe Hart- ïoSnensaL
fteenen, Vloerfteenen en ruwe Steen, Vcor'tlnko-
ris van Keur-
men en uitgaan buiten de Provinciën gegeven wor- ™dee^ts %û den. Wat Yzer en Loot van Waag-geld betaald. Wat Cortafi of Maaketeardije loon, op Hout, Steen, ^Tzer, Loot, Kalk en anders, dat by de gros of partije Jerkocht werd, komt te vallen: als mede het Zala- K a tie
|
|||
i$6 Bouwenen en hedensdaagze Repen.
ris vari de Keurmeefters die over Steen, Kalk en Zand
gefield zijn. Ook wat loon de Steenmeters, Steen- zetters, d'Aanbrengers,Kalkdragers, Zantvoerders en diergelijke genieten. Bonwetten. De Bouwettén en goede orders by d'Achtbare Overheden , by wijze van Koftumen en Reglemen- ten voor de gefwore Erffcheiders en bepaling der Werklieden gemaakt, (waar in eertijts Antwerpen ee • nigzints ; en nu Amfterdam een deftig voorbeeld, en genoegzaame vierbaak aan alle Steden verftrekt) futoeeftérs mogen niet onbekentzijn. Wy zullen daar van kort- en Eifichei- jes aanmerken, wat het Ampt van de Roimeefters, deis. en van deErffcheiders is: wat dingen d'een ontrent de roi-ing der Gronden,Straten,Fondamenten,'t leggen
van Bakken, Zekreten , ftellen van LeliifFen, Stoepen HüVdienft- en anders in acht te nemen hebben ; en watd'ander in en ontrent de gefchillen der Huis-fervituten of dienftbaarheden te doen hebben: alwaar wy dan zul- len zien,wat Huis-fervituten zijn : Hoeze bekomen, en verloren werden, Wat recht van eigen M uuren, Heiningmuuren,Zymuuren, Inbalking, Inankering, Beclit van Optrekking en anders is. Wat hoogte en dikte Hei- gemeeneen ningmuuren moeten hebben ; waarom in plaats van van eigen © . ,, . . . '
Mutagitn. een ichutzelheining wel een muur, en waarom voor
een Muur geen fchutzelheiningmag gefteld werden. Wat blijken d'eigendom aan een fchutmuur geeft. Wat Muuren gemeen, of niet gemeen zijn. Hoeda- nige overhangende Muuren moeten gerecht werden; wat gemeenfehap van tuffenihg is, wat timmeren op een gemeene grond is. Hoe en wanneer men (tellin- gen opeen anders grond'mag en moet zetten. Wat vvatxtlozin- recht een Huisgeboüw op ierhants grond heeft. Wat »en. yecijj van waterloop is ; en wat 'er van d'een en d'an- der, zoo die iemants Water over zijn Erf uitleiden
öioeti
|
|||
BouwettenenhedensdaagzeRegten. i$j
moet ; als wiens Water geleid werd, moet waar ge-
nomen werden om gefchillen en ongemakken voor te komen. Wat gemeenfchap van Waterloop is. Wat Dr0Prcdlt- put-vry, dropvang, endroprechtis. WatVenfter- Recht van en licht-regt over een anders Erf,en vry licht-betim- noodigerc- meringis. Wat recht de noodigeReparatiefchulden, Paratie- en Leverantien daar ontrent hebben in geval van ex- cutien der defolate Boedels en verkoping der Pan- den , in opzicht van nieuwe bouwing , of van bou- wing buiten nood. Wie de reparatien doen moet aan Huisgebouwen , die een ander tot een lijftocht ge- maakt zijn. Of de Vis in de Vijvers onder de roe- ren de of onder de vafte goederen behooren -, en dui- zend anderedingen, van welke wy de gemeene pra- ctijkoeffeningj en zoo als't by de befte gewijsde.ns, en by de hedensdaagze Rechtsgeleerden werd ver- daan, en indeKoftumen zommiger Steden uitge- drukt ftaan zullen aanwijfen.Ook zullen wy niet ver- geten,alle de goede wetten,diede loffelijke Overheid van Amfterdam ontrent de verhoeding van brand, in het wel reguleeren en ftellen van Ovens, Fornai- zen, Schouwpijpen , en andere Vierftookeri jen, ge- maakt hebben,in haar behoorlijke plaats aan te halen. En gelijk als in het gebruik der bouwftorfen, de >t inventee-
behandeling en het af en aanvoeren en toebrengen lc" van tot de bouw-werken, niet alleen door gemeene hand, ^ g™^. tuigen en gereedfehappen kan gefchieden, zoo moe- tender ook werktuigen van geweld en praclijk ge- bruikt, en dikwils nieuwelijks bedacht werden. Hierom is het ook ten hoogften noodig, dat den Bouwmeefter verftaa, het maakzel en vermogen niet alleen van de gemeen gebruikelijke, maar ook van de niet gemeene ; en dieinbyzonderefware voorvallen -jnoçtçn gebruikt werden- Daar den geeft van den N 5 Bouw-; |
||||
îp8 Werktuigen vdnGeweiden Traktyk.
Bouwmeefter dik wils gelegentheid vint, om zom mi-
ge bekende manieren na den aart des werks te yeran- deren,en wat nieuws by te voegen; dewijl alle dingen op alle plaatzen, en in alle gelegentbeden niet en fchikken, ' noch behoorlijk konnen haar werk doen. De gemeenewerktuigen zijn vedcheiden in naam», fatzoen en gebruik, zelfs die eenig;:ints van eenerley: werking zijn. Wy hebben een groot aantal vanfrajc modellen, afteikeningen eninventien van Kranen % Wind-alTên, Kaapftanden , Schroef en Vystuigen » Pompwerken, Bokken, Heyen, Mole en Raderwer- ken,en wat dies meer is verfamelt, die meeft na 't le- ven , dat is, na de oorfpronkelijke inde fraifte Steden van Europa waar genomen zijn : en die tot dienft en ter befchouwing van alleLiefhebbersJange onder on-, ze bewaringe zijn geweeft : gelijk wy 't ook niet on- dienftig achten, achter den algemeenen Huisbou niet alleen aan te wijzen ; wat eigentli jk zoodanige werk- ^^aje tuigen zijn ; maar ook hoeze gevonden zijn : Wat werktuigen dienft zy doen , waarze rneeft in beftaan en van af- gehaalt veor- fangenen hoezegevoegzaam in dry zoorren konnen onderlcheiden werden. Ook is het nier ondienftig aan te wijzen uit wat gronden beginzel alle bewe- ging der werktuigen gefchiet, en wat tuigen voorna- melijk in de bouwing te pas komen. Van wat kracht en vermogen de beweging is die door blokken, fchi j- ven en Hijstouwen gedaan werd : en hoe en welk de lichtfte en gemeenfte manieren zijn. Wat dienft, Schroeven en Spillen , Aflen en Raderwerken doen. Hoede Kaapftanden, Schalken, Bokken, Heyen, Koejen, Teujen en wat dies meer is, moeten gefteld en verzorgt werden, om buiten gevaar of ongeluk, een goede verrichtinge te doen; A He welke dingen, wanneer een Bouwraeefter daarin wel ervaren is, niet
|
||||
CieraaddesBouwrneefters. ipp
niet alleen een groot çieraat aan zijn arnpt toebren-
gen ; maar zy maken hem bequaam om zijn Over- heyd en 't gemeene beft beter te nutte te zijn : want d'algemeene kennis zal hem nu en dan yets leeren uytvinden, aan welk alle de goede Ingezetenen tea hoogften gelegen leyt ; ja hy zal de gevonden din • een, zomtijts verbeteren ; het zy met lichter, on- koftelijker, of van grooter gebruyk te maken. En om zulks flegts met een gering Voorbeeld te doot- verwen, wie en weet niet hoe grooten gemak en algemeen nut die geen aan 't gemeen beft toege- bracht heeft, die onder 't goetkeuren van onze Achtbare Overheyt, het ftellen der Lantaarnen door al de Straten en Wijken van dit groot Amfterdam, beneffens der zelver ordentlijke onderhouding, vol- gens 't waflèn en afnemen van 't Maan-licht, bedagt heeft. Gelijk dan zulk een dienftig Voorbeeld, in meeft al de Steden van Holland en elders is nage volg c. En gelijk wy bekennen moeten dat de vond fray en lofwaardig is ; zoo is ons nu en dan in bedenken ge- vallen, of de maniere der zelve niet grootdeels kon verbetert werden ; namelijk dat dezelve (1 erker en meerder licht föude voortbrengen, en niet zoo groo- te fchaduwe noch verbij (lerende ftralen op de gront werpen zouden ; doch wy en hebben tot noch toe de gelegentheyd niet gehad om daar een proef van te nemen, en onze gedachten daar in te voldoen. Wy weten dat de meefte dingen niet teffens en op eenen tijt volmaakt gevonden werden; en dit het licht valt tot het gevondene yets toe te doen en by trappen te verbeteren; 't-geen wy d'oeffening van alle goede vcrftanden aanbevolen laten. Ons voor dees tijt inbeeldende, dat wanneer wy alle deze opge- belde bouwkundige ftoftemet een algemeen woor- N 4 den- |
||||
2©© BeJIuyt over de Bouwkunde.
den-boek over de benamingen, bynamen3en bafterd-
namen > van alle doeningen, gereetfchappen, behan- delingen , fatfoeneringen, werkwoorden , woorden van gebied, beftier en anders, als rnet een voegzaam hek zullen toegefloten hebben; dat het dan tij t zal #rjn om Heylig Avond te nemen. |
||||||
E Y N D p.
|
||||||
BLAD-
|
||||||
201
|
|||||
B L A D-W YZER.
A.
AAng:nomenWerk, waaf om aan geen anderoverte
doen 14* Aardbodem te bouwen, wat dat zy ƒ
Achantus Bladen zijn niet oorspronkelijk aan de Korintifche
Kapiteelen ƒ8 Achantus Bladen alleen van Vitruvius Scholieren in de boe-
ken vertoont 61 AdeJijkcHuyzen, waaf van zommige hun benaming heb- ben 90 Adelijkc Hoffteden. Ziet Lanthuys. Afbeelding der antijke Tempelen, mceft uyt giffing gemaakt 99
Affteken der Erven, van wat aangelegentheyt _ 14*
Afteykeningen van Roomze Bouwpralen, door wie fray ge- daan S 6 Alberti onachzaamheyt in zijn Modellen 33 Alberti met Vignola i n de Jon ifche Orden vergeleken ƒ o Alberti misflag in de Korintifche Orden 63 Algemecne Bouwkunde van weynig befchreven 1 Amphitheater en Theater-bouwing der Antijken 1 oi Ampt van een Bouwmeefter, waar 't in beftaat 113 Antijken van wat geachtheyt in de Bouwkunde 2 f A ntij ke Voorbeelden zij n niet van even groot gezag 31 Antijke Werkmaten, hoedanig gereguleert 87 Antijke Bouwftoffen , hoedanig 89 Antijken zijn verplicht geweeft duurzaam Werk te maken 9» Architrave van Barbaro wonderlijk in acht genomen f° Architrave van SalomonsBouw-orden wonderlijk ontdekt 77 Architrave in Salomons Kolommen, waarom met de FrïZC te gelijk gegoten 78 Autheuren hebben meelt de vijf Bouw-ordens befchreven * Autheuron , waarom men daar niet al te vaft op gaan mag xf Autheurcn die onder d'Antiiken van de Bouwkunft handelen 29
Autheurcn over de Dorifche Orden met malkander vergele- ken 43 Autheuren verfchillen zeer veel over de rang derRomeyaze Orden f3 Autheuren ycrfchillen in hun Roomze Modelta ff ïf f ' 'Autheuj'
|
|||||
2©ï B L A D-W YZEL
Autheuren zijn in 't aanwijzen van zömmige nodige dingen
nalatig u7 B.
Badftoven der Antijken 103
Barbaro en Cataneo hoedanige Meefters 3 3
Bafimenten in Salomons Bouw-orden, waar uyt te vinden 69
Beeld'kolommen hoe licht uyt de Jonifche Bouw-orden voortgekomen zijn 46 Beeld-kolommen zijn oorfprong van veel malle grillen 47
Beelden op de deuren te fchilderen , zeer oneygentlijk 194 Beginzelen der Bouwkunft.zijn 't waar zaat der vafteregulen geweeft 6 Beplantingen der Hoffteden hoe te doen 177
Befchoej-ing van Grachten 18 2
Beftekken en Modellen hoete maken 140
Bibel-geleerde veelzints onkundig in de Bouwkunde 67
Boeken der Autheuren zijn in de Bouwkunde niet volftrekt geloof baar 114 Boere Wooningen, hoe en waar te ordineren 179
Boomgaarden s Weyen en 2,ay 1 anden 178
Bofch- en Boom-planting omtrent Tempelen en Kerken 9 6
Bottelaryen, en Provifie-kelders \jf Bouwen met Steen niet algemeen oud in Neêrland 89
Bouwkunft waar toe aan de menfch gegeven 4
Bouwkunft is zeer algemeen j
Bouwkunft waar eerft verftandigh geoeffent, fèeronlèker 7
Bouwkunde is ouder dan de Grieken voorgeven 1 o Bouwkunde hoe in 't begin gevonden 11
Bouwkunft frhikt zig meeft na de ƒ ordens 18
Bouwkunft heeft in haar opgangh light gaauwe Mannen ver-
wekt 23 Bouwkunft is by de Romeynen fterk doorgebroken 24 Bouwkuaft wanneer in Italien begon onder te gaan z6 Bouwkunft wanneer in Italien ondernomen is te herftellen 2 7 Bouwmeefter waar in hy al moet geoeffent zij n 131 Bouw-ordens zijn te dickwils, en den Huysbouw te fpaar- ûam befchreven % Bouw-ordens zijn alle vijf niet van even goeden af komft 8 Bouw-orden die waarlijk oorfpronklijk is '9 Bouw-orden wat die eygentlijkzy *9 Bouw-ordens hoe boven den anderen moeten ftaan l " Bouw-ordens in watraneh zy behooren verhandelt te wer-i ...... «fel* 19
PouW-
|
||||
B L A D-W Y Z E R. 205
Bouw-ordens zijn niet wiflclbaar ï6
Bouw-ordens hoedanig in de Tempel-bouwing toegepaft 96
Bouw- ordens konnen thans lightelij k uytgedeelt werden 11S Bouwftoffê heeft de beter-bouwingh altengfeskens geleerd 6 Bouwftofrên moeten in haar natuur en bekoftingh by dea Bouwmeefter verftaan werden 144 Bouwerken in opftal gebraght vertoonen dikmaal anders dan
de Modellen up Bouwetten waarom die moeten verftaan zijn lotf
Brokkelvloeren der Antijken 93
Brughwcrk te Baja van groote onderneming lotf
Brughwerken der Romeynen 1 o f
Buyk der kopere Kolommen van Salomon, bouwkundig ver-
klaart 73 Bullant en de Lorme hoelè hun dragen in de Korintifche Or- den 63 |
||||||
Calculatie of overilagh der bekoftrng, hoe te doen 144'
Cally machus wanneer geleeft heeft $7
Cementen hoedanigh duurfàam by d'Antijken 92
Cherubinen hoelè in Salomons bouwerkgeweeft zijn 83
Cieraden hoe te reguleren aan groote werken 60 Geraden hoelè de bouw-ordens onderdanigh zijn 118
Cieraden waarom ook duurfaani moeten zijn 139
Cieraden aan de voorgevels hoedanig 148
Cieraden hoedanigh door 't fchilderen bekomen werden 193
Colom liet. Kolom Compofita of gemengde, kan geen egte bouw-orden zijn 8
Compofita hoe verfcheyden genoemt ft Compofita heeft veel dwalingen en vryheydop de baan ge-
braght *z Compofita. Siet Romeynfe Orden Conditien en aanbeftcdingen watter in waar te nemen is 141
Conftantins eerboogh waar uyt faam geraapt 107 •-
D.
Dagh gelden hoedanigh op ïbmmigeplaatièngereguleert 144
Daken en kapgebinden 17 j Diameter van Salomons kopere kolommen, uytgevondea
Piego de Sagredo, yyat by van de bouwkunde sefchrevea
keft ' • ----- & 34
|
||||||
i04 B L A D-W Y Z E R
Dood-keldershoedanige no
Doorlightkunde waaromze den Bouw-meefter eenighfints
nutis 131 Dorifche Kolommen by de befte Antijcken fonder Bafimen-
ten gemaakt 40 Dorifche Bafiraenten zijn van Vïtruvius verfwegen 41
Dorifche Orden, nu anders dan by d'Antijken geoefïênt 4*
Dorifche Orden ièer goet in Diocletiaans Badftoof 42- Dorifche Bouw-orden van wat eygenfchap 1 1 t
Dorifche Orden hoe verfcheydentlij k behandelt 13 2
'Duymftok in wat voegen tot een Schaal of Maat-ladder ge-
maakt werd 119 E,
Eerboogh van Veronen hoe van vele berifpt ƒ4
Eerbogen waarom meeft uyt Romcynfe Orden gemaakt 106
Eerfte Bouwers hebben veel uyt de natuur ko nnen leeren 1 o Elle verfcheyde van lengde 88 Erven hoedanigh wel moeten verfneden werden 142
Èzechiëls Meet-rlet, hoe het de Sleutel van Salomons Bouw-
orden is 6f. 72 F.
*ranfc Bouwmeefters hebben gedwaalt in 't fceken van een
nieuwe Bouw-Orden j 7 Fondament leggingh 147
Fonteyn Bouwing der Antijcken 104
Freart en Villalpandus groote Bouwkundigere 3 ƒ
G,
Galderij en hoedanigh die behooren te zij n 149
Garderobben en Kleerkaflèn 15-3
Gelijkzydigheytfeer nut in de Bouwkunft 127
Gefchilderde Glafcn. moetmen felden, en matigh gebruy-
ken 194 Gevels hoedanigh die moeten geftelt zijn 148
Gevlamde Kolommen waeromi in de Bouwkunft verwerpe-
lijk 23 Getal van 10 waarom gemaklijk en volmaakt 87- Glas van hoedanigea outhey t 94 Glas en Glas venfters '7° God6wijsheyt uyt het Meet-riet van Ezechië'l ontdekt ?*• °s. Gottifchè manieren hoe van zommige ingevoert 34
— — -■.......----- " ----- Gom-.
|
||||
Ë L A D-W Y Z E R. 20J
Gottifche manieren fterk doorgebroken z8
Gotten hebben de Bouwkunft in Italien verdurven Zj
Graf Gebouwen der Antijken 109
Gragten en Wallen 182
Granaat Appelen hoe in Salomons Kolommen gefchikt 84
Griexfe en Latynfche BouW-'ordens van hoedanigen onder- fcheyd 8. ƒ; Griexfe en Latynfche Bouw-ordens moeten niet vermengt,
of zamen ingevoert werden 9. 16 Grieken hebben veel uyt eenderley Orden gebouwd 1 $•
Griexfe Bouw-ordens, zijn alleen den Roem van out Ro-
men ƒ3 Griexfe en veel min de Romeynfè Bouw-ordens zijn niet fuyver oorfpronkelijk 64 Griexfe Tempelen hoedanigh fevenderley 07 Gr'ooten Raat der Bouw-kunde , wie daar voor te houden is H.
Hadrianus vervallen Pronk-graf hoedanig tot een Kafteel
opgebouwd 1 op Heien der gronden waar en hoedanigh 147
Heylige Bouw-orden vvelke die is ëf
Heylige Schrijvers, lighter danhunUytleggers in Salomons
Bouw-orden 6f Herodes waarom de Bouw-orden van Salomon niet heeft dur-
ven veranderen 7 ƒ Hoeken en Winkels in niet gelijckzydige gronden, hoe te verbergen 144, Hooft en Paalwerk 181 Hof-ordineeringh 178 Hofftcdenbouwingh 174 Huysbouw fèer oud 4. 133 Huysbouw hoedanigh in haar beginfel lt Huysbouw te fpaarfaambefchreven ïjo Huysbouw onder de toepaffingh der vertrekken befchreven Huysbouw van over eemge Jaren geroskamd 135-
Huysbouw is onder de Natiën zeer verfchillig 13 7
Huys, hoemen 't volgelij k na den anderen opbouwen kaa
H5*
Jluysgebouwen raagmen tot ont-eering der Steden niet laten
vervallen 175
|
|||||
In-
|
|||||
206* BLAD'WYZÊli.
|
|||||
I.
înleyding tot de Bouwkunde waarom uytgegeven §
ïnter-kolommen hoedanig by d'Antijken in de Tempelen
waargenomen 98 Inter»kölommen volgens de hcdensdaagfè Praktijk 121
Inwyding de* Tempelen hoedanig eertijts 96
Jonifche Bouw-orden hoedanig by d'Antijken 4y
Jonifch Voorbeeld dat goet is 46
Jonjfche Orden vali Palladio en Scamozzi hoe behandelt 48
Jonifche Bouw-orden van Wat natuur 12 3 Yzere Venfter-rralien 16 9
Yzerwerk hoedanig aari te flaari 169
Yzer en zijn zoorten 191
K.
Kalk-brahding 187 Kamers van verlcheyde gebruik 1 f o
Kapbintea en Daken 171
Kapbinten, en Solderbalken waar in van ouds afgefchaduwt
«4
Kapiteelen der Korintifche Orden met onderfcheide Bladen
gemaakt 124
Kapiteelen van Salomons Kolommen, waarfchijaelijk niet
Palmbladen gemaakt 7 ƒ
Kanalen ofze in de Dorifche Orden oorbaar zij n J 2 i
Kaffijnen van wat bezondcr maakzel en naam 166
Kapittelen van Salomons Orden door d'Uytleggers ohverfta-
nelijkgemaakt 74 83
Kapiteelen begonnen te vermengen in de leeftijt van Vitru-
vius f-ST
Kariatifche Bouw-orden oorlprong van veel Grillen 2 2
Kariatifche Bouw-orden hoedanig geWeeft 47
Kerken wanneer in verfcheyde Vertrekken afgedeelt 98
Kerkhoven met Boomen te beplanten van waar afkomftig
95
Kelders hoeverfcheyden temaken if9 Kelder-keukens niet altîjt dienftig 1 ƒ4
Keukens hoe verfcheyden geordineerr. dienen 1 ƒ3
Kolom waarom tot een Model van een heele Bouw-order*
geftelt «/ Kolom van Trajanus waaronï uyt Latijnze O/deri geno»>ej?
38
Kolommen van hoedanigen verfcheyde form en gedachte
gemaakt 2I Kglomf
|
|||||
BLAD-WYZÈR. »o?
Kolommen mogen in geen geval op een opening ruft«n 104
Kolommen hoe welvoegzaam te verdunnen 119 Kolommen werden ten opzigt vangeflacht, veelzints qua*
lij kop den anderen gezet Hf Kolommen verminderen in het op den anderen zetten
Konft-regulen konnen licht te menigvuldig zijn 16 Kopere Kolommen van Salomon leveren een zuyvere, vol-
komen en oorfpronkelijke Bouw-orden uyt 82 Kopere Kolommen zijn 't Model van Salomons Bouw-orden 66
Kopere Kolommen van Salomon moeten in haar dikte naau- keurig onderzocht werden 70 Kopere Kolommen van Salomon uyt de duyfterheyt der text*
Woorden ontzwagteld 70 Konntiiche Kapittelen by de regte Antijken met Olijfbladen
gemaakt ^jj Korintifch Kapiteel, volgens fcker vertelling, door Callyma-
chus gevonden ^8 Korintifch Kapiteel is ouder dan Callymachus 5-9
Korintiiche Orden fchoon aan't Portaal van de Rotunda te
Roomen 60 Korintifch Voorbeeld uyt de Badftoof van Diocletiaan 60
Korintiiche Orden van Philibert de Lorme qualijk waarge- nomen 63 Korinters hebben de Palmbladen, en Olijf bladen in Achan- tus loof verandert 7 ƒ Korintiiche Bouw-orden hoe verfchillig aan de Kapiteelen - I24
Krol in de hedensdaagze Jonifche Orden, wijkt van défraye
Antijken af 48. 123
Kroonlijft in Salomons Bouw-orden, waarom zwaar btiyten
de Bouwkunde om verklaren S3
L.
Land-huys en Hofïtede bouwing j - -.
Landhuy zen hoe en waar in verfcheyden 17 c. 17 7
Land.wetten en Koftu men waarom in de Bouwkunde moe-
ten verftaan zijn jj± Latijnze Bouw-ordens zijn on-egt g Latijnze en Griekze Bouwordens waarom nienze niet te gelijk mag invoeren 8 sedea der Bouw-ordcns wat dienft en opzigt zy tot malkan- der hebben iió" Lceu»
|
||||
io8 B L A D-W V Z Ë K,
|
||||||
Leeuwen Tronyen en Grijnzen aan Pompen en Waterloo-
zingen te maken waar van afkomftig 104
Levens der vermaarde Italiaanze Bouwmeefters van wienzé
befchreven zijn 26
Leyen of Schalyen haar ver fcheyde zoor t, Landaart en deugt
191
Lichten en Venfters hoe te ordineren en te fchikken i 66 Lythoftroten der Antijken hoedanig 04 Lootgieterye en Pompmakeh 100
Lorme, heeft met riierhânt indcjonifche Orden ftreek ge-
houden yo M.
Markt-gebouwen der Antijken , 1 o 1
Marolois, wat men van hem houden moet. 34-
Maten der Antijken hoedaniggereguleert 87
Maten moeten in de Praktijk-oeffening verftaan werden 116
Materialen of BouwftofFen moeten wel gekent zijn 184 Meet-riet van Ezechiël verfchaft de Sleutel tot Salomons
Bouw-orden 6f. 72 Mect-fiet van Ezechiël, wijft zelfs de verdceling der Trigly-
phén aan , , 81 Menfçhcn konden zonder Huysböuw niet geleeft hebben ƒ
Menfchen Leden zijn de Fonteyne van alle Werk-maten 87 Metzelaar wat hy in de Bouwing doet 186 Metzelaars Werkwoorden hoe en waarom te weten 187
Methopen hoe in Salomons gebouw verciert waren 8 3
Modellen en bedekken hoedanig te maken 140
Modellen van Vitruvius hoeze eer dan zijn andere boeken ;
in de zukkeling geraakt zijn 20 Modellen van Vitruvius door Rufconi eenigzïnts[herftelt 30
Modulus of Mâatzet uyt welke getallen t'faamgezet 87 Modulus hoe verfcheyden op alle gegeven hoogten kan ge-
vonden werden 116 Muurwerken der Antijken in • N.
Namen en benaming der Bouwkundige doeningen hoe ge»
vonden 12 Natuurkunde waar toe den Bouwmeefter nut 13 z
Neerlanders gaan alle Natiën in zinnelijkheyt te boven 16$
Nifcc uyt de Rotunda te Romen, een byzondcr voorbedt Tan zedigheyt 10<x. |
||||||
Obe-
|
||||||
BLAD-WYZER. zcy
o.
Öbelifcen by de Romey'nen hoedanig io8
Ongeldcn op de Bouwftof&n moeten ook geweten werden
195-
Oorfpronkelijkc Bouw-orden welk die is 9- '?• ^
Oorfprang der Korintifche Orden waarom noodig te onder-
zoeken f7 Oorfpronkclijké Bouw-orden twijfelachtig uyt Vitruvius
beweien 62. Oorfpronkclijké Bouw-orden waarom geen voorbeelden
meer vari zijn 80 Opvyzclen. Ziet Vyzelen.
Orangery en hoedanig 17 ?
Ordinecring der Huysgebouwen 138
Ornamenten der Korintifche Orden dfyzints geproportio-
neert ëi Ornamenten: vail Salomons Bouw-orden van de Üytleggérs
nietverftaan 74- 76 Ornamenten in Salomons Bouw-orden, Bouwkundig ver-
klaart 80. 85- Ornamenten behocren ook na de gezigt-ftant gereguleert te
werden 115* Óffekoppen hoedanig in de Baiïmenteri van Salomons Bouw-
orden 70 Overzetters der 70, hoeze haar in de Orden van Salomon ge-
dragen 77. Ovens en Vierftokeryen waarom naauwkeurigft volgens de
Coflumen moeten gemaakt werden iSr Outheden waaromfe van de Bouw-meefters moeten verfhan
zijn • 13* |
||||||
Paalwerken en Hoofden 181
Palladio en Scamozzi hebben beft van den Huysbouw ge-
ichreven ^
Palladio waarom met Scamozzi vergeleken 31
'Palladio heeft de Toskaanze orden alderzuy verft gemaakt 3 7
Palladios waarneming door Rubenius ontluyfterd 90 Palladio heeft goede Modellen van de Romeynfe Orden f6
Paleys en Lanthuys-bouwing der Antijken 1 o 1 Palmbladen hoedanig aan de Kapiteelen van SàlomonsBouw-
orden 7y
Jannen en Tegels, waar in eerft gedootverwt 14
O. ■ tm*
|
||||||
B L A D-W Y Z E R.
|
||||||
Pannen en Pannebakken 186
Perfifche Bouw-orden, hoedanig en welk die is ^ 4»
Philiftijnsgebouw, dat Simibra deed inftorten,van hoedanigc tuflen-fpatien der kolommen i i8 Pyramiden en Grafnaalden , 107
Plaaftering der Muren by d'Antijken 93
Pomp-maken i<5j, 190
Poorten en Deuren der Huysgebouwen 16f
Praktijk-oefifèning hoe die beft kan verhandelt werden 112
Pronk-graven der Antijken 109 Putten booren en delven 162
R.
Regen-bakken, hoedanig te verzorgen 161
Rekenkunde waar in den Bouw-meefter nut 132
Ren-banen der Antijken ios
Reparering der Gebouwen, geeft fraye gelegentheyt om
't verftant te oefifènen 17*
Reparatie koften gaan vceltijts voor nieuw werk in Defblate
Boedels 197
Riool-verfbrging by de Romeynen een aanzienlijk ampt 104
Roy-ingen Erfmeting i4* Romeynze en Toskaanze Bouw-orden niet zeer out 20- ft
Rorneynze Bouw-orden waarze oorbaar diende verhandelt fi
Romeynze Bouw-orden hoe verfcheyde gemaakt f 2 Romeynze Orden hoedanig beft by de Romeynen geoeftènt
5-4
Romeynze Orden, waaromzc eygentlijk geen volkomen Bouw-orden is ff
Romeynze Bouw-orden van Palladio zeer wel,maar van Serli
qualijk behandelt $•<$
Romeynze Orden is meeft aan de Zegebogen geoeftènt 166
RomeynzeOrden is een dekmantel geweeft voor alle brodders 124
Romeynen watze van de Bouwkunde gefchreven hebben 31 Roomze Bouwpralen leveren allerhande voorbeelden uyt 85; Roomze bloeytijd was zeer bouwziek S f Roomze Mogentheyt gebleken aan brugwerken 1 of
Roomze Tempelen hoedanig van Bouwgeftalte 99
Roomze voet hoe gevonden %%
Roode Befchüdering in de Huy'sbouw misprezeö * 39
|
||||||
^alomo».
|
||||||
B L A D-W Y Z E R. 21ï
s.
Salomon heeft de Bouwkunde in dry woorden afgefchetfl
Salomons Bouw-ordea waarom hier laaft verhandelt 64
Salomons Bouw-orden kan zeer volkomen betoogt werden
. .. . 6>-
Salomons Bouw-orden in zijn proportie kort ovcrflsgcn 67
Schaaljen, zietLeyen.
Scamo/zi heeft veel tot de Bouwkunde gedaan 3 3
Schilder enSchilderé wat dien ft fy in deBouwkunde doen 191
Schalen en Maat-ladders hoe tot d'uytwerking der Ordens te
bereyden 11 p
Schoorfteenen hoedanig van vericheyde geflagten *5"6
Schouwburg van Marcellus een fchoonantijkvoorbeelt 41
Sekreten wat 'er ontrent waar te nemen is 164. Serli wat hy al geichreven heeft 3 ^
Serli misflag ontrent de Kolom van Trajanus 3 S
Serli heeft andere met hem doen dolen 39
Serli misflag in zijn Jonifch Model 40
Serli heeft de Romeynze Orden zeer mishandelt $6
Serli behandeling der Korintiiche Orden 6 r
Servituten of Huysdienftbaarheden wat en hoedie zijn 19 f>
Slaapkamers ran verfcheydc flag hoe te Ordineren 15 6 Sluyzen en Dammen 183
Smit en Smits Kolen 191
Snijdwerken waar en wanneerze hinder doen - 60
Spokeryen waarom van o uts meeft ontrent de Graven 1 r o
Stal-cnSchuur-bouwing jSo Steen verfcheyde in zoort en grootte, by d'oude gebruykt
90. 91.
Steenen plachten d'Antijken te behouwen alsze in 't werk lagen 91
Steen haar verfcheyden formen en gebruyk , 18 6
Steenbakken hoe 't behandelt werd 18 9
Steenhouwerye, en wat 'er van in voorraat te koop is 188
Steene Moppen en Klinkerts, waarin eertij ts afgeichaduwd 14
Stoepen aan de Huysgebouwen 16 8 Stucco der Antijken 95
Sukkeling der Bouwkunft in Italien en elders 2 g
T.
Tendering waarom indeJonifcheKroonlijft beter dan Mo- diglions 123 O 2 Tey-
|
||||
ait BLAD-WYZER.
|
|||||||
Teykenkunde waar in den Bouw-meefter nut 132
Tempel-bouwing by d?Antijken fterk in gebruyk 94
Tempelen van wat herkomft 9j-. 98
Tempelen der Grieken hoedanig in 7 zoorten onderfcheyden
m 91
Tempel van Diana 9 9
Theater en Amphitheater bouwing der Antijken jo*
Tholon en Theolon, hoezegroote Kolommen fatzoeneerden
23
Timmerhouten Timmermanswerk hoe ver vanden Bonw- meefters moet verftaan zijn 185*
Toskaanze en Romeynze Bouw-orden niet zeer out 20
Toskaanze Bouw-orden van Vitruvius mager verhandelt 3 6
Toskaanze Kolom waarom in de Pronkzuil van Trajanus gebruykt 37
Toskana waarom geen volkomen Bouw-orden 3 8
Toskana van Palladio en Scamozzi 3 )
Toskana volgens Vignola 40
Toskaanze Bouw-orden in haar natuur befçhreven 121
Thoren Gebouwen der Ouden 108
Trappen hoedanig te ordineeren ij8
Trappen met hoedanigen opzigt aan de Heydenze Tempelen
gemaakt 97
Triglyphen hoe in Salomons Bouw-orden waarlij k te vinden
78. 82
Triglijphen hoeze tegen 't gemeen gebruyk in de Körintifche Orden paffen 79, 81
|
|||||||
Venfters en Ligfen hoe te ftellen 166
Verciering der Antijke Muuren 112
Verdunning der Kolommen 110
Vertalingen des Bybels, hoeopzommig^plaatzen zeer ver-
fchfllig 73 Vignolaas misflag in de Jonifche Oi-den 49
Vijf Bouw-ordens hoedanig by't gemeen'in afting 7
Vijf Bouw-ordens hebben waarfchijnelrk maar een beginzcl
ll
Vijf Bouw-ordensmoetmenals de abc. in de Bouw-kunft
aanmerken 112
Vertrekken der Huysgebouwen in haardienütocgepaft i?^
Vijzelen en opfchroeven der Huyzen '7^ Vitruvius of die een elfde boek gemaakt heeft 2 9
.Vitrijvius van hoedanige achting 3 '
- ' Vitru-
|
|||||||
B L A D-W Y Z E R. 2i|
Vitruvius verwierp de gemengde Kapiteelen die in zijn tijd
opquamen fz Vitruvius heeft Cieraatshalven de hiftoric van Calljmachus
opgehaalt ƒ8 Vitruvius verbetert 6z
Vitruvius heeft waarfchijnelijk iets uyt Salomons Bonw-oi"*
den ontleent 791 Vitruvius of hy een naamgenoot gehad heeft 107
Vivers en Viskolken [178
Vliegenden Tempel der Joden "gf
Vloeren hoedanig by d'Antijken 95
Vloeren der Kelders ifo
Vloeren hoedanig verfcheyden, en Groots te leggen 167]
VI ugt-plaatzen op Kerkhoven, wanneer afgefchaft 97
Voegen der antijkeMetzel-fteenen, wonderlijk net en on-
zichtbaar 91] Voorbeelden van Serli en Vignola hoedanig gebrekkig 35 Voorhof van Salomon waarom miffchien na de herbouwing noch zoo genoemt 7 ƒ Watcrleydingen der A ntijken ïoj
Waterloozingen en Pompen waarom met Leeuwen aange-
zichten gemaakt - ; lof "Watervang behoorde zuy ver gehouden te werden i6z Werkmaten der Antijken waarom noodig te onderzoeken 87 Werktuygen van gewelt moeten veritaan worden 197 Werktuygen zijn vroeg gevonden f Werktuygen van geweld wanneer nootzakelijk gevonden 74 Welftant in de Bouwkunde waar doorfe bekomen wert x 1 ƒ Wezentlijke deelen der Bouwkunde vroeg gevonden x l\ Wezentlijkedeelenwelk dieindeBouw-Ordenszijn xïjr Wiskunde waar in den Bouwmeeiler te nutte komt j3z Woonhuys dat goet kan heeten befchreven 133 Woorden van alle de Bouwkundige H.tndtwerken moeten verftaan werden. Zalen en Metten 149
Zant en Kalk hoedanig ' 187
Zedigheyt der eerfte CKriften Kerken 9*
Zee-havens der Antijken 105
%egebogen waarom meeft uyt Romeyze orden gebouwt igS.
|
|||||
E Y ND E.
|
|||||